RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK VMBOGT
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
's-Gravenhage 20MJ|02|VMBOGT 258819 25 november 2013 3 februari 2014
Pagina 2 van 12
INHOUDSOPGAVE INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 BEVINDINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Kwaliteits- en nalevingsprofiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Beoordeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 TOEZICHTARRANGEMENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Pagina 3 van 12
Pagina 4 van 12
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 25 november 2013 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (tko) uitgevoerd op de afdeling vmbo gemengde leerweg van het Maris College, Media & Design, naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek (ko) dat is uitgevoerd op 22 november 2012 beoordeelde de inspectie de opbrengsten en de kwaliteitszorg als onvoldoende. In het onderwijsleerproces werden weliswaar tekortkomingen gesignaleerd maar het oordeel hierover was voldoende. In het inspectierapport dat is vastgesteld op 28 maart 2013 heeft de inspectie de tekortkomingen beschreven. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een tussentijds onderzoek uit om na te gaan in hoeverre de in het toezichtplan opgenomen tekortkomingen zijn opgeheven en aan de afspraken is voldaan. Toezichthistorie Op 22 november 2012 heeft de inspectie een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de afdeling vmbo gemengde leerweg van het Maris College, Media & Design. De kwaliteit van het onderwijs werd als zwak beoordeeld. Het betrof twee opbrengstindicatoren (gemiddeld cijfer voor het centraal examen en het verschil tussen het cijfer voor het centraal examen en het schoolexamen), twee normindicatoren uit het onderwijsproces (taalbeleid, actieve betrokkenheid leerlingen) en drie indicatoren uit de kwaliteitszorg (evaluatie onderwijsleerproces, planmatig verbeteren en borging van de kwaliteit van het onderwijsleerproces). De inspectie heeft in een toezichtplan afspraken met de school gemaakt. Op 22 maart 2013 heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden. De schoolleiding gaf aan dat het verbetertraject op koers lag. Onderhavig onderzoek is een tussentijds kwaliteitsonderzoek waarbij de inspectie beziet in hoeverre de tekortkomingen zijn opgeheven. Onderzoeksopzet De onderzoeksopzet is gebaseerd op de afspraken die in het toezichtplan zijn opgenomen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij de inspectie een aantal lessen heeft bijgewoond en gesprekken heeft gevoerd met de directie en leraren. • Een eindgesprek met de directie na afloop van het schoolbezoek.
Pagina 5 van 12
Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten (alle vier opbrengstindicatoren), onderwijsleerproces (taalbeleid, actieve betrokkenheid leerlingen en doelgerichtheid van de lessen) en kwaliteitszorg (evaluatie onderwijsleerproces en planmatig handelen). Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 6 van 12
BEVINDINGEN Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Daarnaast heeft de inspectie enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften waaraan de school niet voldeed tijdens het eerdere kwaliteitsonderzoek. Of de school nu wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. 1
2
1.1*
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
1.2.3*
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-gt.
•
1.3.3*
De leerlingen van de opleiding vmbo-gt behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
•
1.4.3*
Bij de opleiding vmbo-gt zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
•
De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving. 2.3*
De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
3
4
5
3
4
•
1
2
•
Pagina 7 van 12
De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken 1 5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
5.4
De leraren geven de leerlingen zicht op doel, nut en samenhang van de lesactiviteiten.
2
•
1
2
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
N.1
•
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24 en 24c).
•
N.3
Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 10h).
•
N.4
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31).
•
De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5).
•
N.5
3
4
Voldoet Voldoet niet
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24a en 24c).
N.2
4
•
De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
Wet- en regelgeving
3
Beoordeling Algemeen beeld Het voortgangstraject ligt grotendeels op schema. De opbrengsten zijn nog onvoldoende, maar het laatste examenjaar (2013) laat een duidelijke verbetering zien. In het onderwijsproces zijn verbeteringen te zien wat betreft de mate waarin leerlingen actief betrokken zijn in de lessen en wat betreft het taalbeleid. De doelgerichtheid van de lessen is nog onvoldoende. De school heeft diverse maatregelen genomen om de opbrengsten en het onderwijsproces te verbeteren. De planmatigheid en gerichte monitoring hiervan dienen aangescherpt te worden.
Pagina 8 van 12
Hieronder volgt een toelichting op het oordeel. Toelichting Opbrengsten Op basis van de laatste drie opbrengstenkaarten (2011-2012-2013) zijn de opbrengsten van de vmbo g/t afdeling onvoldoende. Het betreft het rendement bovenbouw, de cijfers voor het centraal examen en het verschil tussen het cijfer voor het schoolexamen en het centraal examen. De knelpunten betreffen met name het rendement bovenbouw en de lage cijfers voor het centraal examen. De examenresultaten over het jaar 2012/2013 (opbrengstenkaart 2014) laten een duidelijke verbetering zien. Het gemiddeld cijfer voor het centraal examen is gestegen van een 5.7 in 2012 naar een 6.1 in 2013. Daarnaast zien we een verdere daling van het verschil tussen het cijfer voor het centraal examen en het schoolexamen van 0.56 in 2012 naar 0.27 in 2013. Het driejaarlijkse opbrengstenoordeel in 2014 is nog niet voldoende. Verdere verbetering van de opbrengsten is noodzakelijk. Met name de resultaten van twee vakken blijven achter: natuurkunde/scheikunde en economie. Voor economie is een verbeterplan beschikbaar. De analyse is echter te weinig diepgaand en de voorgestelde verbetermaatregelen zijn te beperkt om er vanuit te kunnen gaan dat de examenresultaten 2014 hoger zijn dan die van 2013. Voor het vak natuur-scheikunde is geen specifiek verbeterplan beschikbaar. Taalbeleid We beoordelen het taalbeleid als voldoende. De volgende argumenten liggen hieraan ten grondslag: • Er is een taalbeleidsplan waarin ook doelen zijn geformuleerd • De school neemt in meerdere leerjaren genormeerde taaltoetsen af (Diataal, Diatekst en Cito-volg toetsen) • Leerlingen die uitvallen krijgen extra hulp aangeboden (in de vorm van remedial teaching en bijlessen) • Opname van taalbevorderende activiteiten als één van de items van de kijkwijzer voor de lessen • We hebben geconstateerd dat leraren van verschillende vakken op diverse manieren een bijdrage leveren aan een betere taalbeheersing van leerlingen (o.m. strategieën om de betekenis van woorden te achterhalen en leesstrategieën). De activiteiten van taalbeleid die vorig jaar zijn uitgevoerd, vinden ook dit jaar doorgang. Het taalbeleidsplan moet qua inplanning van activiteiten nog wel
Pagina 9 van 12
geactualiseerd worden. Andere punten waarbij het taalbeleid nog verder aangescherpt kan worden, zijn: • evaluatie van effecten van bijlessen en RT • taalbeleid explicieter onderdeel laten zijn van de ‘op ontwikkeling gerichte gesprekken’ (OOG-gesprekken). Lessen We beoordelen de actieve betrokkenheid van leerlingen als voldoende. Bij meer dan 75 procent van de lessen zijn de leerlingen actief met de stof bezig. De actieve houding varieert van luisteren naar het verhaal van de docent en deelname aan een onderwijsleergesprek tot zelfstandig samenwerken in groepjes aan de hand van een opdracht. We beoordelen de doelgerichtheid van de lessen nog als onvoldoende. In te weinig lessen maken leraren het doel van de lessen expliciet. Voor leerlingen is niet altijd duidelijk wat van hen verwacht wordt (wel of geen aantekeningen maken, hoe lang ze over bepaalde activiteiten mogen doen, wat ze aan het einde van een les moeten kennen en kunnen). Aan het einde van de les grijpen docenten te weinig terug op het doel, de inhoud en de opbrengst van de les. Bij meer doelgerichte lessen kan het tempo van de lessen omhoog. In een enkele les beoordelen wij dit als te laag. Kwaliteitszorg We beoordelen de planmatigheid van de verbeteractiviteiten nog als onvoldoende. Er zijn duidelijk verbeteringen ingezet maar deze worden niet altijd voldoende planmatig aangepakt en uitgewerkt. Dit uit zich o.m. bij de ontwikkeling van sectieverbeterplannen. Er zijn sectieverbeterplannen beschikbaar maar juist bij de secties waar de noodzaak hiertoe het grootst is, zijn geen sectieplannen beschikbaar. Ook de kwaliteit van de beschikbare sectieverbeterplannen loopt uiteen. De doelen zijn niet altijd ‘smart’ geformuleerd en de verbetermaatregelen zijn niet altijd voldoende concreet uitgewerkt (concrete aanpak, wanneer af, wie verantwoordelijk etc). Secties werken ook nog niet met streefcijfers voor bijvoorbeeld het eindexamencijfer of het verschil tussen het cijfer voor het centraal examen en het schoolexamen. Uit gesprekken met leraren en directie blijkt ook dat niet altijd duidelijk is wiens verantwoordelijkheid het is om de voortgang te bewaken bij vakken op locatie die geen voldoende opbrengsten laten zien. Secties worden in principe op centraal niveau aangestuurd maar het kan voorkomen dat op een specifieke locatie voor een specifiek vak de opbrengsten te lang onvoldoende zijn. In dat geval is niet altijd duidelijk wie vanuit de directie deze verbetertrajecten op sectieniveau monitort.
Pagina 10 van 12
Op het punt van de evaluatie van het onderwijsleerproces zijn ook zeker stappen gezet maar de verbeteringen zijn nog niet voldoende om de indicator ‘evaluatie van het onderwijsleerproces' met een voldoende te kunnen beoordelen. Er is een start gemaakt met lesbezoeken maar deze cyclus is nog niet afgerond. Een aanzienlijk deel van de leraren heeft de afgelopen jaren geen lesbezoek gehad. Daar staat tegenover dat nieuwe docenten en zij-instromers een uitgebreid traject van meerdere lesbezoeken doorlopen. Op dit moment worden lesbezoeken met name ingezet als input voor 'OOG-gesprekken' (op ontwikkeling gerichte gesprekken). Lesbezoeken worden nog niet gebruikt voor de monitoring van verbetermaatregelen en/of nieuw beleid. Een ander punt van verbetering is dat bij de evaluatie van de resultaten van de zogenoemde nul-metingen (afname van examentoets aan begin van het vierde leerjaar om te kijken waar leerlingen staan), de resultaten niet altijd worden gedeeld met vakgenoten in andere leerjaren. Het is van belang dat dit wel gebeurt, omdat collega’s in de leerjaren één, twee en drie dan rekening kunnen houden met de bevindingen en hier hun lessen op aan kunnen passen. Vanuit het team komt ook de vraag om de bevindingen uit de nulmetingen per vak vakoverstijgend in beeld te brengen. Mocht het zo zijn dat vanuit meerdere vakken bepaalde knelpunten naar voren komen, dan is het effectief om onderling afspraken te maken over de gezamenlijke aanpak hiervan.
Pagina 11 van 12
TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs is op onderdelen verbeterd, maar vertoont nog belangrijke tekortkomingen. Het eerder toegekende toezichtarrangement zwak blijft gehandhaafd. De afspraken uit het toezichtplan zijn deels wel en deels niet nagekomen. De vorderingen betreffen met name de opbrengsten en het onderwijsproces. Bij het aspect kwaliteitszorg zijn weliswaar vorderingen gemaakt maar nog onvoldoende om de eerder als onvoldoende beoordeelde indicatoren nu voldoende te beoordelen. In het toezichtplan voor de komende periode zijn de afspraken op dit onderdeel aangescherpt.
Pagina 12 van 12