DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ BASISSCHOOL DE HOEKSTEEN
Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Arrangementsnummer Onderzoek uitgevoerd op Rapport vastgesteld te Breda op
HB 2811938/9
: : : : : :
Wemeldinge 06EU 117605 79479 9 maart 2010 3 mei 2010
documentnummer: 2911895
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING.......................................................................................................5 2. BEVINDINGEN .................................................................................................7 3. TOEZICHTARRANGEMENT ..............................................................................11
Pagina 3 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 9 maart 2010 een onderzoek uitgevoerd op basisschool De Hoeksteen naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 21 oktober 2008 zijn tekortkomingen vastgesteld in de opbrengsten (13.2) en het onderwijsleerproces op De Hoeksteen. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 3 maart 2009. De kwaliteit van het onderwijs is toen als 'zwak' beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. Toezichthistorie Naar aanleiding van de risico-analyse in 2008 constateerde de inspectie risico's ten aanzien van de opbrengsten op basisschool De Hoeksteen. Deze zijn besproken tijdens een gesprek met het bevoegd gezag op 28 augustus 2008. Tijdens dit gesprek is een onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs op De Hoeksteen aangekondigd welke vervolgens is uitgevoerd op 21 oktober 2008. Tijdens dit onderzoek kwam de inspectie aanvankelijk tot het oordeel 'zeer zwak' op grond van onvoldoende eindopbrengsten en ernstige tekortkomingen binnen het aanbod, het onderwijsleerproces, de zorg- en begeleiding en de kwaliteitszorg. Het bevoegd gezag stuurde een reactie op het conceptrapport naar aanleiding waarvan de inspectie op 16 februari 2009 een aanvullend onderzoek heeft uitgevoerd naar het niveau van de eindopbrengsten. Tijdens dit onderzoek werden de eindopbrengsten alsnog voldoende beoordeeld en is het voorlopig oordeel 'zeer zwak' omgezet naar het oordeel 'zwak' en is het bevoegd gezag gevraagd om een plan van aanpak op te stellen. De inspectie stuurde op 23 juni 2009 een toezichtplan naar het bevoegd gezag waarin melding werd gemaakt van twee voortgangsgesprekken en een tussentijds kwaliteitsonderzoek. Op 8 oktober 2009 vond het eerste voortgangsgesprek plaats. Deze rapportage heeft betrekking op het tussentijds kwaliteitsonderzoek, dat op 9 maart 2010 is uitgevoerd. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten 'Evaluatie van het plan van aanpak; periode juni – december 2009'. Ook aanvullende vragenlijsten zijn bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1a, 2, 3, 3-4 en 6-7. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider. • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en leraren. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag.
Pagina 5 van 11
Tijdens het onderzoek zijn meerdere indicatoren beoordeeld van de volgende aspecten opbrengsten, afstemming instructie en verwerking en zorg en begeleiding. Tijdens het onderzoek zijn de volgende indicatoren toegevoegd: 7.2: De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen; 8.1: De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Deze indicatoren zijn toegevoegd omdat met behulp van deze indicatoren de inspectie meer gedetailleerd haar bevindingen binnen het aspect zorg en begeleiding tot uiting kan brengen. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek over de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten. Opbrengsten 1
2
1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.1 De taalresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.2 De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2*. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
3
4
5
z
z
z
z
z
Afstemming 1 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
2
3
4
z z
Begeleiding 1
2
7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
3
4
z z
Zorg 1 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3* De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. De normindicatoren zijn aangegeven met een asterisk*.
Pagina 7 van 11
2 z
3
z z z
4
2.2 Beschouwing Algemeen beeld Tijdens dit onderzoek heeft de inspectie geconstateerd dat de schoolontwikkeling op De Hoeksteen volop in beweging is. Op tal van aspecten zijn verbetertrajecten opgestart. Na de aanvankelijke teleurstelling over het door de inspectie uitgesproken oordeel en het min of meer gedwongen opstarten van deze trajecten kan nu gesteld worden dat het volledige team enthousiast is geraakt over de nieuw ingeslagen koers en dat hier inmiddels met veel motivatie en een hoge tijdsinvestering aan gewerkt wordt. Op alle onderzochte indicatoren heeft de inspectie vooruitgang waargenomen. Op enkele al in die mate dat zij met een voldoende beoordeeld kunnen worden, terwijl op andere nog verdere verbetering danwel verfijning nodig is. Hieronder volgt een toelichting per aspect op de gegeven oordelen. Toelichting Opbrengsten Na aanvullend onderzoek zijn de eindopbrengsten tijdens het onderzoek van 2008 voldoende beoordeeld op grond van een voldoende opbrengsten in 2007. De resultaten van 2006 en 2008 waren onvoldoende. De eindresultaten van 2009 en 2010 zijn zonder meer voldoende. Op grond van deze scores kan gesteld worden dat het gemiddeld niveau wederom voldoende is. Het oordeel over de tussentijdse opbrengsten is gebaseerd op de toetsresultaten uit het leerlingvolgsysteem in het schooljaar 2009-2010 voor de onderdelen technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en voor begrijpend lezen in groep 6. Op al deze momenten liggen de resultaten boven de door de inspectie gehanteerde ondergrens wat zonder meer leidt tot een voldoende oordeel. Eén leerling uit groep 4 en één uit groep 8 zijn buiten beschouwing gelaten bij de beoordeling van respectievelijk de tussentijdse en de eindopbrengsten. Deze leerlingen volgen een eigen leerlijn waar de school zich met behulp van een ontwikkelingsperspectief over kan verantwoorden. Over de mate waarin deze twee leerlingen zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden doet de inspectie echter nog geen uitspraak omdat het aantal evaluatiemomenten van het perspectief nog te gering is. Afstemming zorg en begeleiding De school is erin geslaagd om een heldere structuur op te zetten voor de afstemming binnen de groepen. Hiervoor worden groepsplannen per groep opgesteld waarbinnen per kind het niveau én de onderwijsbehoeften in kaart worden gebracht op grond waarvan een niveau-indeling plaats vindt. Deze werkwijze dwingt de leraren om een goede analyse per kind te maken. Hoewel dit veel tijd kost, levert dit volgens de leraren heel veel informatie op. De inspectie heeft indicator 7.2 toegevoegd om deze ontwikkeling goed zichtbaar te kunnen maken. In de kleutergroepen is ook gezocht naar een manier om de verschillende onderwijsbehoeften in kaart te brengen. De leraren in deze groepen zijn tot de conclusie gekomen dat dit met behulp van het nu gebruikte observatie-instrument niet goed mogelijk is en zijn in afwachting van de invoering van een – al wel gekozen – nieuw instrument. De inspectie komt tot het oordeel dat op basis van de groepsplannen voor rekenen en wiskunde, spelling en lezen in groep 3, de afstemming in instructie voldoende plaats vindt (het voortgezet lezen volgt volgens de leraren binnenkort). Het onvoldoende oordeel op afstemming in verwerking wordt nog aangehouden omdat met name de gedifferentieerde verwerking voor de betere leerlingen nog niet voldoende gestructureerd is uitgewerkt. Dit heeft nog teveel het karakter van het 'kiezen van een extra werkblad'. Niettemin is de inspectie van oordeel dat de school flinke voorwaartse stappen heeft gezet in het realiseren van afstemming. Hierdoor zijn de leraren erin geslaagd om meerdere leerlingen die tijdens het vorige onderzoek een eigen leerlijn hadden en 'achter' liepen nu weer op verantwoorde wijze binnen het groepsaanbod op te vangen. Zorg en begeleiding Tijdens het vorige onderzoek kwam de inspectie op alle indicatoren binnen de zorg en begeleiding tot een onvoldoende oordeel. Het toetsinstrumentarium was niet compleet en de structuur van de zorg en begeleiding was niet helder en niet sluitend. Hierdoor was er te weinig zicht of de nodige zorg werd verleend en of de kwaliteit voldoende was. Op basis van dit onderzoek komt de inspectie tot de conclusie dat twee belangrijke tekortkomingen binnen de zorg en begeleiding zijn opgeheven. Het toetsinstrumentarium is aangevuld en nu compleet, daarnaast is de zorgstructuur onder handen genomen wat onder andere
geleid heeft tot kortere zorgblokken en tot samenhang met de afstemming binnen de groepen. Vanuit de zorg en begeleiding is door de intern begeleider een forse bijdrage geleverd aan het opstellen van de groepsplannen. Ondanks de belangrijke verbeteringen blijft de inspectie op een drietal indicatoren nog kritisch. Dit heeft betrekking op de groep leerlingen met ernstige leerachterstanden zonder dat zij een rugzakindicatie hebben (ruwweg gaat het hier om leerlingen met lage D- of met E-scores op de methodeonafhankelijke toetsen). Hoewel deze leerlingen in het kader van afstemming wel in beeld zijn en in de zogenaamde 'wingroep' zitten, is de inspectie van opvatting dat een grondige analyse en diagnose met behulp van aanvullende toetsen en/of diagnostische gesprekken onvoldoende heeft plaatsgevonden en de aard van de problematiek onvoldoende is vastgesteld. Voor het voortgezet (technisch) lezen geldt dat nog niet met groepsplannen wordt gewerkt. Binnen dit onderdeel komt het nog voor dat leerlingen met forse achterstand in de midden- en bovenbouw niet in beeld zijn in het kader van zorg. Deze constateringen leiden tot de onvoldoende oordelen op indicator 8.1 (vroegtijdig signaleren) en 8.2 (op grond van analyse de zorgvraag bepalen). Tot slot heeft de inspectie ook gekeken naar de extra hulp aan leerlingen met een rugzak. Hierbij is geconstateerd dat deze leerlingen extra zorg krijgen op basis van een voldoende uitgewerkt handelingsplan. Hoewel de ontwikkeling van deze leerlingen wel steeds besproken wordt met de ambulant begeleider, mist de inspectie een gerichte evaluatie van de handelingsplannen.
Pagina 9 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT Op 3 maart 2009 heeft de inspectie aan basisschool De Hoeksteen een aangepast arrangement toegekend. De kwaliteit van het onderwijs werd als zwak beoordeeld. De inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd en volgt de voortgang van het verbetertraject. Dit tussentijds kwaliteitsonderzoek maakt daar onderdeel van uit. Het eerder toegekende toezichtarrangement blijft gehandhaafd.
Pagina 11 van 11