RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. basisschool Mondriaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij basisschool Mondriaan

Plaats : Dordrecht BRIN-nummer : 18NV Onderzoeksnummer : 120587 Datum schoolbezoek : 25 november 2010 Rapport vastgesteld te Breda op: 16 februari 2011

Kwaliteitsonderzoek basisschool Mondriaan | 25 november 2010

Inhoud 1

Inleiding 5

2

Bevindingen 7

3

Toezichtarrangement 15

pagina 3 van 15


1

Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 25 november 2010 een onderzoek uitgevoerd op basisschool Mondriaan naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. De inspectie heeft voor basisschool Mondriaan een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten mogelijk onvoldoende zijn. Op 26 oktober 2010 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften.

Toezichthistorie De inspectie heeft in februari 2005 een periodiek kwaliteitsonderzoek (pko) op de school uitgevoerd. In die periode was de school nog gehuisvest in twee gebouwen die op enkele honderden meters afstand van elkaar lagen. De inspectie kwam tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op vrijwel alle onderzochte aspecten voldeed. Wel verwoordde de inspectie haar zorg ten aanzien van de dalende trend in de eindopbrengsten. Ook signaleerde de inspectie dat de school voor de uitdaging stond om wegen te vinden om leerlingen die meer en meer kampen met achterstanden, toch voldoende kennis en vaardigheden bij te brengen, zodat zij kansrijk zouden kunnen doorstromen naar een passende vorm van voortgezet onderwijs. De verbeterpunten die de inspectie met het oog hierop signaleerde waren: de aansluiting van het aanbod tussen de groepen 2 en 3 op het gebied van de taal en rekenvaardigheden, het scherp formuleren van de streefdoelen met betrekking tot de opbrengsten en de versterking van de kwaliteitszorg. Binnen dit laatste aspect drong de inspectie aan op een verbetering van de efficiëntie en effectiviteit waarmee aan verbeteringen wordt gewerkt. In juni 2010 heeft de inspectie op de in het schoolgebouw gehuisveste peuterspeelzaal Kleurrijk en in de groepen 1 en 2 van basisschool Mondriaan onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de voor-en vroegschoolse educatie (VVE).

Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

pagina 5 van 15


•

• • •

Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1-2, 3, 4, 6, 7 en 8. Gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van de indicatoren. Een gesprek met leraren. Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag, na afloop van het schoolbezoek.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten:opbrengsten, onderwijsleerproces, zorg en begeleiding en kwaliteitszorg.

Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

pagina 6 van 15


2

Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2009. De indicatoren met een asterisk zijn de normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.

Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.1 De taalresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.2 De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

1

2

3

4

z

z

z

z z z

pagina 7 van 15

5


Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.1.1 Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.1.2 Bij de aangeboden leerinhouden voor rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.2.1 De leerinhouden voor Nederlandse taal worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.2.2 De leerinhouden voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

1

2

3

4

z z z z z z z z

Kwaliteitsaspect 3 Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.

1

2

3

4

z

Kwaliteitsaspect 4 Schoolklimaat 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.

1

2

3

4 z

Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

1

2

1

2

3 z z z

4

3

4

Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

z z z z

pagina 8 van 15


Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

1

2

3

4

z z

Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

1

2

3

4

3

4

z z z

Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.

1

2

z z z z z z

Naleving wet- en regelgeving NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT1b In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO) NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO) NT2b In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO). NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT3b In het zorgplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 19, lid 2, WPO). NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).

ja

nee

z z z z z z z z

2.2 Beschouwing Algemeen beeld Op grond van dit onderzoek komt de inspectie tot de conclusie dat, beoordeeld volgens de beslisregels die de inspectie hanteert, op basisschool Mondriaan de indicatoren die de kern van goed onderwijs vormen in voldoende mate voorkomen. Bovendien is er sprake van een grote betrokkenheid van het team bij het welbevinden van de leerlingen en heerst er een plezierig en veilig pedagogisch klimaat. Ook het didactisch handelen is over het algemeen van voldoende niveau.

pagina 9 van 15


Ondanks deze positieve bevindingen signaleert de inspectie echter ook een aantal risico's. Zo laat de school de afgelopen jaren een risicovol beeld zien ten aanzien van de eindopbrengsten. Ook de prognose voor voldoende eindopbrengsten in 2011 lijkt niet gunstig te zijn. Tegelijkertijd heeft de inspectie twee belangrijke indicatoren voor goed onderwijs, zogeheten normindicatoren, als onvoldoende beoordeeld. Deze indicatoren hebben betrekking op het aanbod van de leerstof van groep 8 aan voldoende leerlingen en op de planmatige uitvoering van de zorg. Daarnaast heeft de inspectie de kwaliteitszorg op de bijna alle indicatoren als onvoldoende beoordeeld. De teams van de voorheen gescheiden vestigingen zijn een jaar geleden samengegaan in een nieuw gebouw. Tegelijkertijd is het team in de afgelopen jaren van samenstelling veranderd; onderlinge professionele afstemming is pas recent op gang gekomen en verdient verdere verdieping en versteviging. De onderwijskundige aansturing en het systeem van kwaliteitszorg berusten vooralsnog op een smalle basis. Positief is dat het bevoegd gezag en de directie ervan blijk geven zich bewust te zijn van de risico's in de onderwijskwaliteit en zichtbaar acties hebben ondernomen om het opbrengstgericht denken en handelen verder te implementeren. Sinds vorig schooljaar is de school, onder begeleiding van een externe deskundige, gestart met een traject competentieontwikkeling op het gebied van adaptief en opbrengstgericht werken. De uitvoering hiervan zal op schoolniveau echter daadkrachtig moeten worden aangestuurd en geborgd, zodat de ingezette verbetertrajecten ook daadwerkelijk effectief zullen zijn. Om die reden werkt de school tegelijkertijd aan het verstevigen van het onderwijskundig management en aan het analytisch en zelfreflectief vermogen van het team. Hierbij wordt de directeur ondersteund door expertise van buiten de school. De inspectie is van oordeel dat deze ontwikkelingen krachtig en planmatig dienen te worden voortgezet om op zo kort mogelijke termijn effecten te sorteren, die onder meer zichtbaar zijn in voldoende eindopbrengsten. Daarbij dient de verworven kwaliteit zorgvuldig te worden geborgd binnen een cyclisch systeem van kwaliteitszorg. Op grond van de bevindingen vanuit het eigen monitorsysteem van het bevoegd gezag heeft deze de school onder verscherpt toezicht geplaatst. De inspectie spreekt haar vertrouwen uit in dit verscherpte toezicht. Zij gaat uit van de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag er zorg voor te dragen dat de school de in gang gezette verbetertrajecten zorgvuldig, daadkrachtig en effectief uitvoert. Op basis van de beslisregels die de inspectie hanteert en op basis van genoemd vertrouwen kent de inspectie aan de school het basisarrangement toe Hieronder licht de inspectie haar oordeel toe.

Toelichting Leerresultaten kwetsbaar De kwaliteit van de opbrengsten aan het eind van de schoolperiode is gemiddeld voldoende. Wel liggen de resultaten in de laatste drie schooljaren, gemeten met de Cito-Eindtoets, één keer boven en, de laatste twee jaar, onder de ondergrens die de inspectie hanteert. De resultaten voor de deeltoets taal zijn de afgelopen drie jaar steeds onvoldoende, de resultaten voor de deeltoets rekenen en wiskunde zijn gemiddeld voldoende.

pagina 10 van 15


De leerlingen behalen op de methodeonafhankelijke toetsen gemiddeld voldoende resultaten. De resultaten voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, en rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 liggen op het niveau dat van de school mag worden verwacht. Daarentegen zijn de resultaten voor begrijpend lezen in groep 6 onvoldoende. De inspectie heeft ook de opbrengsten bekeken van de leerlingen in groep 7 in het schooljaar 2009-2010, evenals de resultaten op de Entreetoets. Voor de toetsen van het leerlingvolgsysteem behaalden de leerlingen voor rekenen en wiskunde voldoende resultaten, voor begrijpend lezen waren deze onvoldoende. De Entreetoets laat een onvoldoende gemiddelde zien. Deze uitslag biedt daarmee een prognose die zorgen baart voor de resultaten op de Eindtoets 2011. De school zal alle zeilen bij moeten zetten om de onderwijsresultaten van de huidige groep 8 te verbeteren. Wel stelt de inspectie vast dat de school maatregelen heeft getroffen met het doel de leerresultaten te verbeteren. Zo is het aanbod voor begrijpend lezen verbeterd en volgt het team een scholing op het gebied van woordenschatonderwijs. Daarnaast vormt het recent geïmplementeerde didactisch werkplan de rode draad in het onderwijsleerproces. Aan de hand van dit werkplan stemmen de leraren het onderwijs af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Dit proces is in ontwikkeling. Een aantal leerlingen in de school volgt afbuigende leerlijnen aan de hand van een leerstofaanbod dat maximaal het niveau van groep 7 bevat. Voor deze leerlingen is geen onderbouwd uitstroomperspectief vastgesteld dat als ijkpunt dient bij het beantwoorden van de vraag of deze leerlingen zich op tussentijdse momenten naar verwachting ontwikkelen. Daarom beoordeelt de inspectie deze indicator als onvoldoende. De sociale competenties van de leerlingen brengt de school in beeld aan de hand van een landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem. De inspectie beoordeelt de resultaten van de leerlingen in groep 8. Deze zijn in de afgelopen drie jaar gemiddeld voldoende. Aanbod en doorgaande lijn onvoldoende gewaarborgd Voor een goede aansluiting op het vervolgonderwijs is het van belang dat de leerinhouden aan voldoende leerlingen worden aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. De inspectie beoordeelt deze indicator positief als de leerinhouden van leerjaar 8 aan alle leerlingen worden aangeboden. De inspectie constateert echter dat een aantal leerlingen in groep 8 het onderwijs in Nederlandse taal niet op het niveau van dit leerjaar volgt, maar op het niveau van één of twee leerjaren lager. Weliswaar heeft de school een verklaring voor deze beslissing. Tegelijkertijd stelt de inspectie vast dat er voor de betreffende leerlingen geen plan is opgesteld waaruit kan worden afgeleid wat het te verwachten eindniveau voor dit leergebied voor de leerlingen zal zijn en welk beredeneerd aanbod daarbij hoort. Evenmin is scherp in beeld gebracht of de leerlingen voldoende leerwinst maken. Omdat de school zich hierdoor onvoldoende kan verantwoorden voor de beslissing de leerlingen (gedeeltelijk) uit te sluiten van het aanbod in Nederlandse taal op het niveau van groep 8, beoordeelt de inspectie deze indicator als onvoldoende. In het inspectieonderzoek in 2005 beoordeelde de inspectie de aansluiting van het aanbod tussen de groepen 2 en 3 op het gebied van de taal en rekenvaardigheden als onvoldoende. Inmiddels heeft de school deze tekortkoming opgeheven en is het beredeneerde aanbod in de groepen 1 en 2 voldoende geborgd.

pagina 11 van 15


Wel oordeelt de inspectie kritisch over het ontbreken van een vastgelegde doorgaande lijn voor het woordenschatonderwijs. Positief is overigens dat het team een scholing volgt op dit gebied. Daarnaast komt uit het gesprek met leraren naar voren dat, mogelijk vanwege de overgang naar een nieuwe taalmethode, hiaten zijn ontstaan in het onderwijs van de werkwoordspelling en het ontleden. Ook blijkt onvoldoende duidelijk te zijn of alle leraren de methode voor begrijpend lezen hanteren volgens de handleiding. Een doorgaande lijn voor zelfstandig werken en leren is ook nog niet scherp uitgezet. Met dergelijke zelfkritische uitspraken toont een aantal leraren zich tijdens het gesprek competent in het onderkennen van mogelijk oorzaken voor de achterblijvende leerresultaten. Naar het oordeel van de inspectie is echter een volgende stap noodzakelijk, namelijk het als team tijdig anticiperen op mogelijke risico's (bijvoorbeeld of er hiaten in het aanbod zijn of komen) en daarvoor op voorhand maatregelen te nemen, afspraken hierover vast te leggen en de uitvoering hiervan te borgen. Hier ligt ook een verbinding met het optimaliseren van een cyclisch systeem van kwaliteitszorg in de school. Samenhang didactisch handelen en zorg verder uitbouwen Tussen de 35 en 40 % van de leerlingen op basisschool Mondriaan heeft op grond van de sociaal-culturele gezinskenmerken een verhoogd risico op onderwijsachterstanden. Daarnaast heeft een groot deel van de leerlingen te kampen met taalproblemen. Het onderwijs aan deze leerlingenpopulatie vraagt van het team specifieke deskundigheden. Aan de hand van de methodiek voor competentie ontwikkeling die de school hanteert bekwaamt het team zich in het adaptief onderwijzen. Tegelijkertijd vraagt dit proces een zelfkritische en professionele attitude van de leraren, waarbij onderlinge afstemming binnen het team een noodzakelijke voorwaarde is voor de borging van de afgesproken werkwijzen op schoolniveau. De interne begeleiders hebben in de begeleiding van dit proces het accent verlegd van een meer uitvoerende taak naar een coachende rol. Hierbij is zowel aandacht voor de inhoudelijke kennisverwerving als de vaardigheidsontwikkeling van de leraren op het gebied van opbrengstgericht denken en handelen. De organisatie van de zorg is vastgelegd in een overzicht en deze werkwijze wordt door het team gevolgd. Onder meer op basis van de vorderingen van de leerlingen, zoals die blijken uit de methodegebonden en uit de landelijk genormeerde toetsen, stellen de leraren een didactisch werkplan op. Aan de hand hiervan stemmen zij onderdelen van het didactisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Tijdens de lesobservaties heeft de inspectie vastgesteld dat het team zich inzet om deze afstemming daadwerkelijk te realiseren. Ook is zichtbaar dat de leraren leerlingen die dat nodig hebben extra hulp en begeleiding bieden. Om de leraar daartoe optimaal in staat te stellen verdient een aantal voorwaarden hiervoor nog aandacht. Zo zijn bijvoorbeeld de afspraken over het zelfstandig werken in de school niet helder vastgelegd. Ook ontbreekt nog een aanpak die erop is gericht leerlingen meer eigen verantwoordelijkheid te geven bij de inrichting van hun leerproces. Dergelijke voorwaarden zouden er tevens toe kunnen bijdragen dat de effectiviteit van de zorg wordt vergroot. De kwaliteit van de zorg en begeleiding is wat betreft het instrumentarium en de structuur voldoende. Ook is samenhang zichtbaar tussen de groepsplannen en de individuele handelingsplannen. Niettemin plaatst de inspectie kritische kanttekeningen bij drie indicatoren binnen het aspect zorg.

pagina 12 van 15


In de eerste plaats is de kwaliteit van de handelingsplannen in veel gevallen van een onvoldoende niveau. Vaak zijn deze te weinig diepgaand en ontbreekt een goede analyse van het leerprobleem van de leerling. Daardoor wordt het leerdoel niet precies en concreet geformuleerd en is de aanpak minder doelgericht dan noodzakelijk is. In de tweede plaats leggen de leraren de evaluaties van de handelingsplannen niet altijd vast. Evenmin wordt geanalyseerd en genoteerd welke factoren hebben bijgedragen aan de effectiviteit van de verleende zorg. Zeker wanneer resultaten uitblijven is het goed dat de school zich verdiept in de mogelijke oorzaken daarvan. Aan de hand van een dergelijke analyse is het vervolgens mogelijk om een beredeneerde keuze voor het vervolgtraject te maken. Tenslotte zijn op schoolniveau geen afspraken gemaakt over de manier waarop de planmatige uitvoering van de zorg door de leraren zichtbaar wordt gemaakt. Wel leggen de intern begeleiders de zorgafspraken voor betreffende leerlingen helder vast in het verslag van de leerlingenbespreking. Maar de uitvoering van de geplande hulp, die inhoudelijk is vastgelegd in het individuele- of groepshandelingsplan, is niet terug te zien in bijvoorbeeld de weekplanning van de leerkrachten of in een vorm van logboekregistratie. Daardoor kan de school niet aantonen dat consequent en regelmatig wordt gewerkt aan de uitvoering van de zorg. Kwaliteitszorg versterken De systematische kwaliteitszorg heeft op basisschool Mondriaan in de achterliggende jaren niet de aandacht gekregen die het verdient. De school voldoet op de meeste punten niet aan de eisen die de inspectie daaraan stelt. Wel is op bovenschools niveau een monitor ingericht aan de hand waarvan het bevoegd gezag de schoolontwikkeling volgt. De school geeft er blijk van voldoende inzicht te hebben in de kenmerken van de leerlingenpopulatie, hoewel dit inzicht niet is vastgelegd in een schriftelijke analyse. In de afgelopen jaren is er sprake geweest van veel doorstroom van leerlingen en daarmee ook van een veranderend perspectief op de onderwijsbehoeften van de huidige schoolbevolking. De school heeft het didactisch handelen, het nadenken over aanpassingen hierin en het leerstofaanbod op deze behoeften afgestemd. Ook is de school op weg om de resultaten van de toetsen te analyseren en te bespreken. Voor een zinvolle evaluatie is echter nog nodig dat de school de (eind)resultaten vergelijkt met de eigen doelstellingen en streefnormen hieromtrent. Deze zijn niet expliciet geformuleerd en vastgelegd voor alle leergebieden. Om die reden beoordeelt de inspectie deze indicator als onvoldoende. Daarnaast ontbreekt het aan een systematische evaluatie van het leren en onderwijzen en aan het borgen van de verworven kwaliteit. Door dit alles is de kwaliteitszorg niet cyclisch van aard en biedt zij onvoldoende mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs met behulp hiervan verder te verbeteren. Ook de planmatigheid van de verbetertrajecten dient te worden verbeterd. De beoogde waarneembare effecten van de verbeteractiviteiten zijn onvoldoende nauwkeurig benoemd; evenmin is aangegeven op welke wijze deze effecten geëvalueerd zouden moeten worden. In samenhang hiermee dient ook de borging van de verworven kwaliteit systematischer te worden vormgegeven. De directie heeft de werkwijze ten aanzien van de zelfevaluatie door de leraren, in relatie tot de implementatie van het opbrengstgericht werken en de uitvoering van zorg en begeleiding, vastgelegd. Dit biedt een gunstige basis om na te gaan of de implementatie daadwerkelijk plaatsvindt en of deze voldoet aan de vooraf gestelde kwaliteitseisen.

pagina 13 van 15


Tenslotte is de informatie over de kwaliteit van het onderwijs aan de ouders onvoldoende. De schoolgids bevat hier nauwelijks gegevens over. Ook een analyse van deze gegevens ontbreekt. De school informeert de belanghebbenden bovendien niet over de conclusies die zij daaruit heeft getrokken en de vervolgacties die zij op basis daarvan in gang heeft gezet of wil zetten. Naar het oordeel van de inspectie is er op de school veel 'werk in uitvoering'. De ordening van de activiteiten in een zichtbare, cyclische samenhang verdient echter verbetering. Hier ligt een belangrijke taak voor degenen die het onderwijskundig management op de school vorm geven. Een krachtige en actieve aansturing die zorg draagt voor een gedragen en eenduidige visie in het team acht de inspectie voorwaardelijk voor de noodzakelijke kwaliteitsimpuls die de schoolontwikkeling op basisschool Mondriaan nodig heeft.

pagina 14 van 15


3

Toezichtarrangement De Inspectie van het Onderwijs kent aan basisschool Mondriaan het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Wel heeft de inspectie een aantal risico's gesignaleerd op het gebied van de eindopbrengsten, de zorg en de kwaliteitszorg. Bevoegd gezag en school erkennen de geconstateerde tekortkomingen en hebben maatregelen getroffen om het team verder te professionaliseren en verder te werken aan verbeteringen. Het bevoegd gezag heeft het initiatief genomen om verbeterplannen smart uit te werken en wil deze ter informatie aan de inspectie doen toekomen.

Tekortkomingen in de naleving van de standaard gecontroleerde voorschriften Er zijn tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften, die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd. Er is een onvolledigheid in de inhoud van de schoolgids geconstateerd. Het document geeft geen informatie over de volgende onderdelen: • een passage waarin de onderwijsresultaten zijn beschreven; • een vermelding waarmee deze resultaten zijn vastgesteld; • de norm waartegen deze resultaten worden afgezet; • een oordeel van de school over de kwaliteit van deze resultaten; • een vermelding op welke wijze ouders worden geïnformeerd over het feit dat aan hun kind planmatige zorg wordt verstrekt; • een beschrijving van de wijze waarop de zorg wordt verleend aan leerlingen met een leerling-gebonden budget; • het adres van de klachtencommissie; • een vermelding van de termijn waarbinnen een klacht moet worden ingediend. Er is een onvolledigheid in de inhoud van het schoolplan geconstateerd. Het document geeft geen informatie over het volgende onderdeel: • het aanbod /methode van technisch lezen Het beleid van de inspectie is de genoemde of onvolkomenheden op dit moment nog niet als tekortkoming te beoordelen bij de betreffende indicator over het naleven van wet- en regelgeving. Wel heeft de inspectie met het bevoegd gezag afgesproken dat in de volgende versie van dit schooldocument de ontbrekende onderdelen zijn opgenomen.

pagina 15 van 15

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. basisschool Mondriaan

Recommend Documents