RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK basisschool 'Mondriaan'
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
basisschool 'Mondriaan' Dordrecht 18NV 55576
Uitvoerend inspecteur(s): Dhr. drs. R.H. Meijer : Mw. drs. M.A. Pas Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 8 en 10 februari 2005 : 13 juni 2005
Handtekening eerstverantwoordelijke inspecteur:
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 DE UITGANGSSITUATIE.............................................................................. 7 3 HET KWALITEITSPROFIEL ........................................................................... 9 4 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 23 BIJLAGE I ...................................................................................................... 25 BIJLAGE II ..................................................................................................... 29
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
3
1 INLEIDING Op 8 en 10 februari 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs basisschool 'Mondriaan' in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde waarderingskader. In de u toegezonden brochures 'Veranderend toezicht' en 'Toezichtkader Primair Onderwijs; inhoud en werkwijze van het inspectietoezicht conform de WOT' is dit waarderingskader alsmede de achtergronden beknopt weergegeven. Bij een PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs op de school. Daarbij komen alle acht kwaliteitsaspecten aan de orde: kwaliteitszorg, toetsing, leerstofaanbod, tijd, onderwijsleerproces, schoolklimaat, zorg en begeleiding en opbrengsten. Na overleg met de school, kan de inspectie specifieke accenten leggen. Bij uw school was dat het geval. Mede op verzoek van de school heeft de inspectie aandacht besteed aan de opvang voor neveninstromende allochtone leerlingen, die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersen om in het reguliere basisonderwijs te kunnen starten. Basisschool 'Mondriaan' verzorgt in de regio Drechtsteden de eerste opvang voor alle basisschoolleerlingen in deze categorie. De inspectie heeft een les geobserveerd in één van de opvanggroepen en heeft een gesprek gevoerd met de coördinator van de opvangvoorziening (NT2opvang). Op dit moment beschikt de inspectie niet over instrumenten en kaders om deze specifieke onderwijsactiviteiten te kunnen beoordelen. De informatie die over het onderwijs in de NT2-opvang is verkregen is dan ook bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs op basisschool 'Mondriaan' buiten beschouwing gebleven. Wel heeft de inspectie in het eindgesprek met de directie en het bevoegd gezag over haar indrukken en bevindingen gerapporteerd en enkele suggesties ter verbetering gedaan. Zoals in het toezichtkader is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school reeds zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Zo sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft hiervoor de volgende relevante documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben: 'Professioneel Goed' integrale beleidsnota Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht; VVE (voor- en vroegschoolse educatie) meerjarige taalbeleidsplanning 2001-2006; klassenmanagement; SIS(school in samenleving)-plan 2004-2007; IVAL (integraal verbetertraject aanvankelijk lezen); uitkomsten DIS sterkte/zwakte analyse; uitkomsten kwaliteitsmeter primair onderwijs; evaluatierapport oudertevredenheidspeiling; indicator cultuurnormen voor scholen; aanwezige en gewenste expertise in het kader van het SOM-project (samenwerking basisonderwijs-speciaal basisonderwijs); evaluatie zorgverbreding 2003/2004; jaarverslag 2003/2004; analyse Cito-Eindtoets 2004; onderwijs in groep 1 en 2. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestaat uit de volgende activiteiten: 1. Analyse van, indien beschikbaar, zelfevaluatiedocumenten en van andere documenten die de school voorafgaand aan PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
5
2. 3.
het schoolbezoek heeft toegestuurd. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek: a. gesprekken met de directie b. gesprekken met leraren c. gesprekken met de coördinatie leerlingenzorg d. gesprekken met leerlingen e. gesprekken met ouders f. lesbezoeken.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel van de school op. Na een korte beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), wordt in hoofdstuk 3 dat profiel in een schema op hoofdlijnen weergegeven. Dit profiel bestaat uit waarderingen die allemaal tijdens dit inspectiebezoek zijn gegeven. In hoofdstuk 4 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. In hoofdstuk 5 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, aanwijzingen vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Bijlagen Bij het rapport zijn twee bijlagen gevoegd. Bijlage 1 geeft de waardering per kwaliteitsaspect en op de onderliggende indicatoren. Bijlage 2 beschrijft kort ieder kwaliteitsaspect.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
6
2 DE UITGANGSSITUATIE Openbare basisschool 'Mondriaan' ligt in Dordrecht, in de wijk Krispijn. Het leerlingenaantal van de school loopt geleidelijk terug. In 2000 telde de school nog ongeveer 320 leerlingen. In oktober 2004 was het leerlingenaantal teruggelopen tot minder dan 260. Bijna 90 procent van de leerlingen is allochtoon. Van de autochtone leerlingen heeft ongeveer tweederde op grond van de gezinskenmerken een verhoogd risico op onderwijsachterstanden. De school is gehuisvest in twee gebouwen, die op enkele honderden meters afstand van elkaar liggen. Het gebouw aan de Bosboom Toussaintstraat heeft onlangs een forse opknapbeurt ondergaan. Zowel het gebouw zelf als het schoolplein voldoen daardoor, gemeten naar eigentijdse maatstaven. In de loop van dit schooljaar zal de hoofdlocatie aan de Jacob Marisstraat worden gesloopt. De leerlingen worden dan tijdelijk elders gehuisvest. In de loop van 2007 hoopt de school haar intrek te nemen in een nieuw te bouwen multifunctioneel complex, waarin naast basisschool 'Mondriaan' nog een tweede school gehuisvest wordt. Tevens worden hierin onder andere voorschoolse voorzieningen, een sportaccommodatie, een wijkcentrum en een zorgcentrum voor ouderen gevestigd. Ondanks de geringe afstand zijn er duidelijk verschillen tussen beide locaties. De leerlingenpopulatie aan de Bosboom Toussaintstraat is voor het overgrote deel van Turkse afkomst. In de omliggende buurt is volgens de directie in de achterliggende jaren deze bevolkingsgroep sterk geconcentreerd. Als gevolg daarvan komen de leerlingen die in dit deel van de wijk wonen in het dagelijks leven steeds minder in aanraking met de Nederlandse taal. Aan de Jacob Marisstraat zijn de meeste leerlingen eveneens allochtoon, maar hier is juist een grote verscheidenheid in achtergronden en nationaliteiten kenmerkend voor de populatie. Het team van basisschool 'Mondriaan' bestaat uit 24 leraren. Verreweg de meeste leraren werken al vijf jaar of langer op deze school. Slechts drie leraren zijn korter in dienst. Voornamelijk als gevolg van de daling van het aantal leraren zijn de afgelopen twee jaar zes leraren vertrokken. Het ziekteverzuim is relatief laag. De collegiale verhoudingen in de beide teams zijn goed en de leraren voelen een sterke betrokkenheid bij de leerlingen. Tussen de beide teams is overigens niet of nauwelijks sprake van interne mobiliteit. De directie geeft aan dat in de nabije toekomst verdere terugloop van het aantal leerlingen gevolgen zal hebben voor de werkgelegenheid op de school en voor de samenstelling van de groepen. Nu zijn op beide locaties - met uitzondering van de heterogeen samengestelde kleutergroepen - nog afzonderlijke groepen voor ieder leerjaar geformeerd. De nieuwe behuizing biedt te zijner tijd extra mogelijkheden voor de school; tegelijkertijd vreest de school dat daardoor de toestroom naar de locatie Bosboom Toussaintstraat verder gaat teruglopen. Tegen de achtergrond van teruglopende additionele middelen (Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid en Onderwijs in Allochtone levende Talen, ID ('Melkert'-banen en gewichtenregeling) voorziet de directie dat in de nabije toekomst de mogelijkheden om gunstiger voorwaarden te creëren voor de leerlingen en de contacten met hun ouders verder onder druk komen te staan. PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
7
Basisschool 'Mondriaan' is een openbare basisschool in de gemeente Dordrecht. Het bevoegd gezag wordt uitgeoefend door de bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht. Het ligt in de bedoeling van de bestuurscommissie en het gemeentebestuur om op niet al te lange termijn het openbaar onderwijs in de gemeente geheel te verzelfstandigen.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
8
3 HET KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel van basisschool 'Mondriaan' bestaat uit waarderingen die op acht kwaliteitsaspecten zijn gegeven, welke in onderstaand schema zijn weergegeven. De kwaliteit van basisschool 'Mondriaan' is beoordeeld op 8 kwaliteitsaspecten, geordend in drie domeinen te weten Zorg voor kwaliteit, Onderwijs en leren en Opbrengsten. De oordelen zijn in het onderstaande schema samengebracht. De waarderingen worden op de volgende wijze uitgedrukt: 1. Slecht
2. Onvoldoende 3. Voldoende 4. Goed 5. NTB
Voor alle of vrijwel alle indicatoren geldt dat ze niet of nauwelijks bijdragen aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Eén of meer normindicatoren dragen onvoldoende bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De normindicatoren dragen in voldoende mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De kwaliteit van sommige indicatoren kan worden verbeterd. Alle indicatoren dragen in voldoende of hoge mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Dit kwaliteitsaspect is niet te beoordelen.
In bijlage 1 bij het rapport is een overzicht opgenomen van alle indicatoren met de waarderingen door de inspectie. In bijlage 2 is een korte beschrijving opgenomen van ieder kwaliteitsaspect. In de eerder genoemde brochure vindt u daarover nog meer informatie.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
9
Kwaliteitsprofiel basisschool 'Mondriaan' Domein: Zorg voor kwaliteit
1
1. Kwaliteitszorg 2. Toetsing
1
3. Leerstofaanbod 4. Tijd 5. Onderwijsleerproces 6. Schoolklimaat 7. Zorg en begeleiding
8. Opbrengsten
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
3
4
l
Domein: Onderwijs en leren
Domein: Opbrengsten
2 l
2
3 l l l
4
l l
1
2
3 l
4
5
10
4 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie typeert de school, geeft aan welke ontwikkeling de school doormaakt, legt zo mogelijk verbanden tussen de kwaliteitsaspecten en geeft de relatie aan met de uitgangspositie van de school. 4.1 Samenvattende beschouwing over de kwaliteit van het onderwijs De inspectie komt in dit onderzoek tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op basisschool 'Mondriaan' op vrijwel alle onderzochte aspecten voldoet. De school onderscheidt zich door een goed schoolklimaat. Daarnaast dragen leerstofaanbod, leertijd, onderwijsleerproces, en zorg en begeleiding in voldoende mate bij aan de kwaliteit van onderwijs en leren. De school stelt de opbrengsten met behulp van een overwegend voldoende toetsinstrumentarium vast en realiseert opbrengsten van voldoende niveau. Ondanks dit relatief gunstige kwaliteitsprofiel is er naar het oordeel van de inspectie wel aanleiding tot zorg. Nadere analyse van de eindopbrengsten wijst uit dat zich een dalende trend voordoet. De sociaal-economische achtergrond van het overgrote deel van de leerlingen is ongunstig en veel leerlingen hebben daadwerkelijk te kampen met onderwijsachterstanden. Leraren geven aan dat naar hun waarneming de achterstandsproblematiek de laatste jaren verergerd is. Zij signaleren bovendien dat de leerbaarheid van de leerlingen lijkt af te nemen. De school loopt daarmee het risico dat de opbrengsten op afzienbare termijn onder een kritische grens komen. De school is zich van dit risico bewust en werkt op allerlei terreinen aan verbeteringen. De aandacht gaat daarbij niet alleen uit naar verbeteringen in het primaire onderwijsproces, maar er is ook oog voor andere aspecten die indirect kunnen bijdragen aan betere onderwijskansen voor de leerlingen. In het algemeen zijn de leraren in staat het onderwijs af te stemmen op de behoeften van individuele leerlingen. Zij volgen hun ontwikkeling nauwgezet en signaleren tijdig wanneer leerlingen uitvallen. In veel gevallen leidt dat tot extra individuele zorg binnen de groep. De aanpak van die extra zorg is planmatig en wordt op schoolniveau bewaakt. Veel inspanningen van de school zijn erop gericht om het adaptieve karakter van het onderwijs te versterken en verbeteringen in de leerlingenzorg tot stand te brengen. Daarnaast worden met name in de bovenbouw - activiteiten ontplooid om het leerstofaanbod beter toe te snijden op de mogelijkheden en behoeften van de leerlingenpopulatie. Versterking van de woordenschat en integratie van het taalonderwijs bij andere vakken zijn daarvan voorbeelden. De initiatieven die de school onderneemt zijn op zichzelf kansrijk. Van belang is wel dat de school daarbij terdege bewaakt dat essentiële leerinhouden in het curriculum aangeboden blijven worden en voorkomt dat het niveau van het onderwijs geleidelijk wordt aangepast aan de - teruglopende - mogelijkheden van de leerlingen. De school staat voor de moeilijke opgave om andere wegen te vinden om leerlingen die meer en meer kampen met achterstanden, toch voldoende kennis en vaardigheden bij te brengen, zodat zij door kunnen stromen naar een passende vorm van voortgezet onderwijs. PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
11
Naar het oordeel van de inspectie laat de school enkele belangrijke mogelijkheden om daaraan te werken nog teveel onbenut. In de eerste plaats dient de school te waarborgen dat het aanbod in de kleutergroepen aansluit op dat in groep 3 en verder en dat ook al in de aanvangsgroepen gericht wordt gewerkt aan de noodzakelijke taal en rekenvaardigheden. Voorwaarde daarvoor is dat het aanbod in de kleutergroepen en de daarmee te bereiken leerdoelen en tussendoelen eenduidig worden vastgelegd en geregistreerd. Tevens is noodzakelijk dat in aanvulling op het bestaande observatie-instrumentarium met behulp van landelijk genormeerde toetsen wordt vastgesteld in hoeverre de aanpak voldoende bijdraagt aan de gewenste ontwikkeling op taal- en wiskundig gebied. In de tweede plaats stelt de inspectie vast dat de school onvoldoende scherp heeft geformuleerd welke doelen zij nastreeft met betrekking tot de opbrengsten, zowel aan het eind van de basisschool als tussentijds. Het vaststellen van eenduidige streefdoelen voor de verschillende vakgebieden per leerjaar heeft primair een signaalfunctie. Het stelt leraren en directie in staat tijdig op groepsniveau knelpunten te onderkennen en gericht maatregelen te nemen om daaraan te werken. Deze streefdoelen kunnen bovendien een functie hebben bij het sterker richten van de verbeteractiviteiten die de school onderneemt. Daarmee komt de inspectie aan een derde bevinding. Hoewel de school nadrukkelijk en zichtbaar werkt aan kwaliteitsverbetering, is doorgaans onvoldoende helder verwoord welke effecten en concrete resultaten de verschillende activiteiten op moeten leveren. Tegen de achtergrond van de eerder geschetste risico's is versterking van de kwaliteitszorg en met name de efficiëntie en effectiviteit waarmee aan verbeteringen wordt gewerkt dringend gewenst. Overigens moet worden opgemerkt dat onvoldoende vaststaat dat de gesignaleerde trend zich in de komende jaren zal doorzetten. De ervaring van de school leert dat zich van groep tot groep en van jaar tot jaar opmerkelijke verschillen voordoen. Sommige groepen bereiken gemiddeld genomen aanzienlijk betere resultaten. En ook in de zwakkere groepen zijn altijd leerlingen die zich veel vlotter ontwikkelen. Het gaat er dus niet alleen om een antwoord te vinden op mogelijk nog zwaardere leerproblemen van de schoolpopulatie als geheel, maar ook om een werkwijze en bijpassende competenties te ontwikkelen waarmee de school flexibel kan inspelen op heel verschillende omstandigheden en behoeften van individuele leerlingen en groepen. Een meer systematische benadering van de kwaliteitszorg is nodig om als school geleidelijk te leren hoe dat kan. Daarnaast is van groot belang dat de school aandacht besteedt aan het borgen van verworvenheden en goede praktijken die in het - reeds lang geleden ingezette ontwikkelingsproces van de school - zijn bereikt. 4.2 Onderwijs en leren De inspectie constateert dat alle aspecten in voldoende mate bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs en leren. Op onderdelen van deze aspecten constateert de inspectie echter een aantal elementen die om verbetering vragen en de aandacht van de school verdienen. In de volgende paragrafen komen deze onderdelen kort aan de orde.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
12
Leerstofaanbod De kwaliteit van het leerstofaanbod beoordeelt de inspectie op hoofdlijnen als voldoende. Voor de basisvakken Nederlandse taal, technisch en begrijpend lezen en rekenen/wiskunde gebruikt de school vanaf groep 3 eigentijdse methoden, die voldoende dekkend zijn voor de kerndoelen. Het aanbod is voldoende breed en biedt leerlingen de gelegenheid zich naast cognitief, ook fysiek en creatief te ontwikkelen. In het bijzonder besteedt de school extra aandacht aan het bewegingsonderwijs. In het rooster is hiervoor extra tijd ingeruimd en in het kader van de verlengde schooldag zijn er ook na schooltijd extra activiteiten voor de leerlingen. De school gebruikt geen methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, maar kiest ervoor waar mogelijk aansluitend bij praktische situaties leerlingen modellen of handelwijzen aan te reiken om hun sociale ontwikkeling te bevorderen. Een werkgroep onderzoekt de mogelijkheden om in vervolg op het observatiesysteem bij de kleuters, ook voor de hogere leerjaren de ontwikkeling van de leerlingen op dit gebied systematisch te kunnen volgen. Er is in het aanbod vanzelfsprekend aandacht voor de verschillende culturen en waarden en normen in de samenleving en er wordt voldoende aandacht besteed aan actuele maatschappelijke ontwikkelingen. De methoden die de school gebruikt, bieden voldoende differentiatiemogelijkheden. De leraren ervaren niettemin dat veel leerlingen problemen hebben met de leerstof. Doorgaans wordt in teamverband gericht gezocht naar oplossingen. Zo is een aantal jaren geleden besloten om aansluitend op de teksten uit de methode voor begrijpend lezen zelf vragen te maken die beter aansluiten bij de manier waarop de leerlingen leren. Vervolgens is besloten een deel van de lessen uit de methode te vervangen door gebruik te maken van de Cito-hulpboeken voor begrijpend lezen. De school heeft echter niet vastgesteld of het feitelijke aanbod voor begrijpend lezen daarmee voldoet aan de kerndoelen. In het schooljaar 2003/2004 is gestart met een project om taalactiviteiten te integreren in andere vakken, in het bijzonder bij aardrijkskunde. De school laat zich bij deze ontwikkelingen begeleiden door externe deskundigen. De inspectie vraagt ook hierbij aandacht voor een check op de te bereiken kerndoelen, zowel voor de kennisgebieden als voor de betreffende taalonderdelen. In de afgelopen jaren heeft de school nadrukkelijk aandacht besteed aan versterking van het onderwijs in de kleutergroepen. In alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten van Kaleidoscoop. Doelstelling is vooral het actief leren door de kleuters te bevorderen. Belangrijke elementen als een rijke leeromgeving - ook in talig opzicht, werken met de kleine kring, vooruitblikken en terugkijken zijn herkenbaar in de lessen terug te vinden. De inspectie is echter van oordeel dat in onvoldoende mate vastligt welke leerinhouden in de aanvangsgroepen aan de orde moeten komen en hoe deze in de loop van de eerste twee jaar aan de orde komen. Verbetering op dit punt is een noodzakelijke voorwaarde om op schoolniveau gericht te kunnen werken aan een leerstofaanbod voor groep 1 en 2, dat flexibel kan worden afgestemd op de feitelijke - en uiteenlopende - behoeften van de kleuters. Nu is het feitelijke aanbod teveel afhankelijk van de individuele invulling door de leraren.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
13
Hetzelfde kan gezegd worden van de wijze waarop toegewerkt wordt naar de leergebiedoverstijgende kerndoelen. Elementen van het aanbod zijn terug te vinden in de gebruikte methoden, daarnaast hebben leraren ieder hun eigen aanpak in de praktijk. Er is echter geen doordachte benadering waarbij leerlingen van jaar tot jaar wordt geleerd hoe zij hun vaardigheden op het gebied van onder andere planmatig werken, leren leren, leren samenwerken en omgaan met nieuwe media kunnen ontwikkelen. Onduidelijk is wat daarbij voor de verschillende leerjaren de leerdoelen zijn en hoe de leraren de vorderingen op deze terreinen in kaart brengen. De school beschikt over voldoende remediërende materialen voor leerlingen die een achterstand hebben op het gebied van rekenen/wiskunde, spelling of lezen. Extra uitdagende en verdiepende materialen voor meerbegaafde leerlingen zijn daarentegen naar het oordeel van de inspectie onvoldoende voorhanden. Leertijd De totale door de school geprogrammeerde tijd voldoet aan de wettelijke vereisten. Zowel in de onderbouw als in de bovenbouw resteert er bovenop de wettelijke onderwijstijd voldoende marge. Het rooster laat zien dat ongeveer 60 procent van de leertijd is ingepland voor de basisvaardigheden taal en rekenen/wiskunde. Dat is gezien de samenstelling van de leerlingenpopulatie passend. Leraren benutten de geplande tijd goed. De school voorkomt zo veel mogelijk lesuitval in verband met ziekte van leraren. Afwezigheid van leerlingen wordt goed geregistreerd. Leraren stemmen de leertijd af op de individuele behoeften van de leerlingen. Er wordt goed gebruik gemaakt van de mogelijkheden om voor individuele leerlingen binnen het lesrooster de leertijd te variëren. Daarnaast krijgen leerlingen die dat nodig hebben vóór of na school extra instructie of gelegenheid om onder begeleiding extra te oefenen. Ouders worden gestimuleerd om thuis voor te lezen en hun kinderen thuis te laten lezen. Incidenteel wordt aan zorgleerlingen extra werk mee naar huis gegeven. Ook dan worden, waar mogelijk, ouders daarbij betrokken. De school heeft geen expliciet huiswerkbeleid en er zijn geen mogelijkheden (meer) voor huiswerkbegeleiding. Onderwijsleerproces Om een goed beeld te krijgen van het onderwijsleerproces heeft de inspectie in alle groepen een les geobserveerd. Daarnaast bieden de ingevulde vragenlijsten en de gesprekken met de leraren aanvullende informatie. De kwaliteit van de geobserveerde lessen beoordeelt de inspectie als voldoende. De leraren zorgen voor orde, brengen een heldere en voor de leerlingen herkenbare structuur aan in de lessen en geven duidelijk uitleg over de leerstof en de opdrachten die de leerlingen moeten maken. Ook de leeromgeving draagt bij aan de kwaliteit. Vooral in de onderbouw is zichtbaar dat leraren veel aandacht besteden aan een uitnodigende leeromgeving, waarin leerlingen uit zichzelf aan het werk kunnen gaan. In de andere groepen is op dat punt soms nog winst te boeken.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
14
Door hun houding en enthousiasme slagen de leraren erin leerlingen te motiveren en aan te zetten tot leren. Zij geven regelmatig positieve feedback en bevorderen daarmee het zelfvertrouwen van de leerlingen. In een aantal lessen werd expliciet aandacht besteed aan leerstrategieën en werden leerlingen uitgedaagd om goed na te denken over hun aanpak. In andere lessen was dat niet voldoende het geval. In alle lessen kan nog meer gebruik worden gemaakt van technieken als het inventariseren van verschillende oplossingen en het uitwisselen en vergelijken ervan. Kenmerkend is dat de lessen vaak leraargestuurd zijn. Hoewel er wel een aantal goede voorbeelden te zien waren van een andere meer activerende lesaanpak, is het overheersende beeld dat de leraar het leerproces van de groep stuurt. Aangezien de leerlingen over het algemeen zeer gemotiveerd zijn om te leren, zijn zij doorgaans goed betrokken bij de les. Het leerrendement zou mogelijk nog kunnen worden vergroot als de leerlingen meer afwisselende werkvormen krijgen aangeboden en met name meer gelegenheid krijgen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces en vaker met medeleerlingen samen aan opdrachten te werken. Op die manier kan de school meer bijdragen aan belangrijke leerdoelen als leren leren, leren plannen en leren samenwerken. Ook wordt met dergelijke werkvormen bereikt dat er meer onderlinge interactie is, waardoor leerlingen van en met elkaar leren. Overigens houden leraren voldoende rekening met verschillen in instructiebehoeften en stemmen ook de verwerkingsopdrachten af op de mogelijkheden van de leerlingen. De inspectie wijst erop dat verdere verbetering kan worden bereikt als de leraren systematisch gebruik maken van de informatie die de toetsgegevens - die zowel de methodegebonden toetsen als de landelijk genormeerde toetsen bieden - bij de voorbereiding van volgende lessen. Nu ontbreken op schoolniveau eenduidige afspraken over het gebruik van de registratie- en analysemogelijkheden die de verschillende toetsen bieden. Gezien de trendmatige daling van de leeropbrengsten acht de inspectie het van groot belang dat in teamverband wordt nagedacht over mogelijkheden om deze gegevens te benutten om niet alleen voor individuele leerlingen, maar ook op groepsniveau vast te stellen in hoeverre leerlingen profiteren van het aanbod, en welke aanpassingen denkbaar zijn om daarin verbetering te brengen. Schoolklimaat Basisschool 'Mondriaan' onderscheidt zich door een goed schoolklimaat. In de visie van de school is een goed klimaat ook de belangrijkste voorwaarde voor onderwijs en leren. Leerlingen en leraren gaan op een positieve manier met elkaar om. Er is over en weer respect. Leraren zorgen voor voldoende duidelijkheid en structuur voor de leerlingen en zorgen ervoor dat schoolregels worden nageleefd. Zij zijn de leerlingen toegewijd. Zowel in de gesprekken met leerlingen als met ouders komt naar voren dat leerlingen graag naar school gaan. Voor veel leerlingen geldt dat zij op school meer uitdaging en afleiding vinden dan thuis. Doorgaans gaan de leerlingen prettig met elkaar om. De school heeft geen expliciet pestbeleid. In incidentele gevallen treden de leerkrachten volgens ouders en leerlingen voldoende adequaat op.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
15
De verhoudingen in het team zijn goed. Veel leraren hebben er expliciet voor gekozen om met deze leerlingenpopulatie te werken en zien het als een uitdaging hen een plezierige schooltijd en zo goed mogelijk onderwijs te bieden. Zij vinden in het team gelijkgestemde collega's, die net als zij bereid zijn zich extra in te zetten voor goed onderwijs voor deze leerlingen. De sfeer in het team is open en er is sprake van een professionele houding. Leraren leren van en met elkaar en bespreken onderling hoe zij bepaalde problemen kunnen aanpakken. Zij waarderen de ondersteuning die de schoolleiding hen biedt. Positief is de wijze waarop de school omgaat met ouders en hen waar mogelijk stimuleert om bij de school betrokken te worden. De school organiseert oudercursussen, betrekt ouders in een vroeg stadium bij de taalstimuleringsactiviteiten voor kleuters en zorgt voor voorlichting over gezondheid en opvoeding. Ouders worden voldoende geïnformeerd over de vorderingen van hun leerlingen en betrokken bij eventuele extra zorg. In het gesprek met de inspectie geeft een deel van de ouders aan dat hun kinderen vanwege hun taalachterstand gestimuleerd moeten worden om zich extra in te spannen. De school richt zich in hun ogen teveel op de groep als geheel en te weinig op de mogelijkheden van de vlottere leerlingen. De school is goed op de hoogte van de situatie in de omliggende wijk en participeert in het project School in Samenleving. In het kader van de verlengde schooldag worden na schooltijd allerlei extra activiteiten aangeboden. Deze lopen uiteen van djembé-les en volksdansen tot sport- en circusactiviteiten. Ook op die manier draagt de school veel bij aan de kwaliteit van de basisschoolperiode voor de leerlingen. Zorg en begeleiding De aansturing van de zorg is in handen van een 'zorgteam'. Daarvan maken de coördinator van de leerlingenzorg en drie leraren deel uit. Deze leraren verzorgen op de beide locaties de ondersteuning van de groepsleraren die leerlingen hebben die niet goed mee kunnen in de klas. Deze leraren hebben taken op zorgniveau 1 en 2a. Dit wil zeggen dat zij leraren bijstaan die leerlingen met problemen hebben, hen ondersteunen hun onderwijspraktijk aan te passen, in overleg met de groepsleraar de handelingsplannen opstellen en zonodig ook leerlingen buiten de groep helpen met remedial teaching. Als dit niet voldoende helpt en zorg van een 'zwaarder' type moet worden geboden, is dat een taak voor de coördinator leerlingenzorg. De ontwikkeling van leerlingen wordt gedurende hun hele schoolloopbaan systematisch gevolgd door middel van landelijk genormeerde toetsen, methodegebonden toetsen en observaties in de klas. In groep 1 en 2 worden deze genormeerde toetsen naar het oordeel van de inspectie echter node gemist. De school heeft een uitgebreide toetskalender, waar niet alleen de perioden waarin en toets moet worden afgenomen op is vastgelegd, maar ook aanwijzingen hoe te handelen als leerlingen uit- of opvallen bij deze toetsen. De resultaten van de landelijke toetsen worden zowel centraal als in groepsmappen overzichtelijk weergegeven. De laatste jaren worden deze resultaten niet alleen kind voor kind bekeken, maar ook op groeps- en schoolniveau. Door deze trendanalyses kan de school ook nagaan of er andere factoren, dan alleen de verschillen tussen de individuele leerlingen, een rol spelen bij veranderingen in de gemiddelde leerresultaten.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
16
Op basis van de resultaten van de toetsen stellen de leden van het zorgteam en de groepsleerkracht vast welke leerlingen extra onderwijsbehoeften hebben en stellen zij handelingsplannen op voor het geven van deze hulp. Op dit punt kan een goede analyse van de methodegebonden toetsen door de groepsleraren een belangrijke bijdrage leveren aan het tijdig opsporen van leerproblemen en de zoektocht naar een mogelijke oorzaak. In de paragraaf over het onderwijsleerproces is al aangegeven dat deze taak van de leraren nadere aandacht verdient. Naar het oordeel van de inspectie zou de diagnostiek van de leerproblemen kunnen verbeteren. Hoewel veel leerlingen profiteren van bijvoorbeeld een verlengde instructieperiode is het ook nodig om tijdig te onderzoeken of de oorzaak van het probleem een kind misschien hindert om de vruchten te plukken van dit type hulp. Voor zo'n diagnose is specifieke kennis nodig binnen de school. Gezien de aard van de schoolbevolking van basisschool 'Mondriaan' is het de moeite waard om op dit punt gericht te investeren in uitbreiding van de kennis en vaardigheden van leden van het zorgteam. In een aantal gevallen plaatst de school leerlingen op een eigen leerlijn. De inspectie onderstreept de noodzaak om in die gevallen te waarborgen dat het alleen leerlingen betreft bij wie uit een extern onderzoek door een ter zake deskundige is gebleken, dat zij aantoonbaar de capaciteiten missen om het eindniveau te halen. Als de school beschikt over betrouwbare informatie over die capaciteiten, kan zij een prognose opstellen en vervolgens planmatig een programma maken om de leerling op het te verwachten niveau te brengen. Op de 'Mondriaan' gaat het om een substantieel aantal leerlingen die werken volgens een eigen leerlijn. Het is daarom van belang dat de school goed vastlegt hoe de verwachte doorstroom van zo'n leerling is en het beoogde eindniveau inschat. Bij tussentijdse toetsen kan men dan vaststellen of de gekozen route voor deze leerlingen voldoende effectief is. De ouders worden waar mogelijk gericht betrokken bij de begeleiding van leerlingen die speciale onderwijsbehoeften hebben. Zij worden te allen tijde geïnformeerd. Een aantal gezinnen waarmee het team van de 'Mondriaan' te maken heeft, krijgen ook begeleiding vanuit andere instellingen. Waar mogelijk gaat de coördinator van de leerlingenzorg het overleg met deze instellingen aan om de hulp van de school en die van de betrokken instelling op elkaar af te stemmen. De school houdt daarbij wel haar professionele grenzen in de gaten. 4.3 Opbrengsten De opbrengsten op basisschool 'Mondriaan' liggen op het verwachte niveau. Op schoolniveau zijn zowel de eindopbrengsten als de tussentijdse opbrengsten voldoende. Wel constateert de inspectie dat er tussen de twee locaties forse verschillen zijn. Bovendien lijkt zich een ongunstige ontwikkeling voor te doen.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
17
Basisschool 'Mondriaan' bepaalt de resultaten aan het eind van de basisschoolperiode met behulp van de Cito-Eindtoets. In vergelijking met de gemiddelde groepsresultaten van scholen met een zelfde leerlingenpopulatie liggen de resultaten op het verwachte niveau. Het gemiddelde resultaat op schoolniveau laat in de afgelopen drie jaar echter een daling zien. In 2002 lag het resultaat iets boven het gemiddelde op vergelijkbare scholen. In 2003 lag de gemiddelde score daar ongeveer twee punten onder. In 2004 is dit verschil opgelopen tot bijna vijf punten. Nadere analyse wijst uit dat vooral op de locatie Jacob Marisstraat de resultaten achterblijven bij het verwachte niveau. De dalende trend is echter op beide locaties waarneembaar. De inspectie merkt op dat steeds betrekkelijk kleine groepen leerlingen deelnemen aan de eindtoets. Omdat in die situatie de resultaten van één of enkele leerlingen een grote invloed kunnen hebben op het gemiddelde, moeten de uitkomsten met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. In de praktijk doen zich ook daadwerkelijk grote verschillen voor in individuele scores (In 2004 tussen 505 en 545). Niettemin is er naar het oordeel van de inspectie sprake van een zorgelijke trend, die extra waakzaamheid vraagt van de school. De studievaardigheden zijn aan het eind van de basisschoolperiode gemiddeld genomen voldoende. De school beschikt niet over een gevalideerd instrument om aan het eind van de basisschoolperiode de sociale vaardigheden in kaart te brengen. Om die reden onthoudt de inspectie zich op dat punt van een oordeel. De resultaten op tussenliggende toetsmomenten liggen gemiddeld voor de hele school op of rond het verwachte niveau. De inspectie baseert zich daarbij op methodeonafhankelijke toetsen voor technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Op al deze toetsen zijn de resultaten in het schooljaar 2003/2004 voldoende. Bij deze beoordeling zijn de leerlingen buiten beschouwing gelaten die 'op niveau' worden getoetst. Met name in de bovenbouw wordt een aantal leerlingen een eigen leerweg aangeboden, waarvan met name het tempo lager ligt dan bij de rest van de groep. De inspectie is van oordeel dat de school deze aanpak in voldoende mate kan verantwoorden. Op basisschool 'Mondriaan' bleef in de afgelopen twee schooljaren in groep 3 tot en met 8 ongeveer 2,5 procent van de leerlingen zitten. Dat wijkt nauwelijks af van het landelijk gemiddelde (2,4 procent). Het aantal verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs is veel lager dan gemiddeld (0,3 procent tegen landelijk gemiddeld 1 procent). Wel verlaten meer leerlingen dan op ander scholen gebruikelijk is de school met een advies voor leerwegondersteunend onderwijs in het voortgezet onderwijs. Gezien de samenstelling van de schoolpopulatie van de 'Mondriaan' acht de inspectie dit echter aanvaardbaar. De school onderhoudt regelmatige contacten met scholen voor voortgezet onderwijs. De school heeft geen analyses van de schoolloopbanen in het vervolgonderwijs. Volgens de directie ontwikkelen veruit de meeste leerlingen zich daar naar verwachting.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
18
4.4 Zorg voor kwaliteit In deze paragraaf besteedt de inspectie eerst kort aandacht aan het aspect toetsing en staat vervolgens stil bij de wijze waarop op basisschool 'Mondriaan' de kwaliteitszorg vorm krijgt. Toetsing Het toetsinstrumentarium waarmee de school de vorderingen van de leerlingen volgt en in kaart brengt voldoet op hoofdlijnen. De Cito-Eindtoets garandeert een valide en betrouwbare toetsing van de schoolvorderingen aan het eind van de basisschool. Op tussenliggende momenten heeft de school voor groep 3 tot en met 8 eveneens de beschikking over landelijk genormeerde toetsen voor de elementaire vak- en leergebieden. Dat stelt de school niet alleen in staat voor individuele leerlingen de schoolvorderingen te volgen, maar de school kan daardoor ook beoordelen hoe de resultaten op groeps- en schoolniveau zich verhouden tot die van scholen met een vergelijkbare populatie. In de praktijk is zichtbaar dat de school de beschikbare gegevens ook daadwerkelijk met dit doel analyseert. Hier getuigen zowel de analyses van de eindt oetsen als de trendanalyses van die de intern begeleider begonnen is te maken van de toetsresultaten op tussenliggende momenten. Omdat de school in de kleutergroepen geen gebruik maakt van landelijk genormeerde toetsen, beschikt zij voor deze groepen niet over de informatie die nodig is om gericht beleid te kunnen voeren op het bereiken van de gewenste opbrengsten in de aanvangsgroepen. Om die reden wordt de kwaliteit van de toetsing gedurende de schoolloopbaan toch als onvoldoende beoordeeld. Zeker gezien de te verwachten taalachterstand van een aanzienlijk deel van de leerlingen is het van belang om tijdig vast te stellen met welke vaardigheden de kinderen in de kleutergroep instromen, zodat alle inspanningen van de leraren zo effectief mogelijk kunnen worden gericht op dié aspecten van de ontwikkeling van de leerlingen die nadrukkelijk ondersteuning behoeven. Voor alle basisscholen acht de inspectie het noodzakelijk dat bij alle leerlingen in de eerste leerjaren een landelijk genormeerde toets voor de taalontwikkeling wordt afgenomen. Gegeven de risico's op achterstanden bij een groot deel van de leerlingenpopulatie verdient het echter aanbeveling zowel voor de taalontwikkeling als voor de ontwikkeling van de wiskundige oriëntatie alle leerlingen gedurende het verblijf in de kleutergroepen meermaals te toetsen. Kwaliteitszorg De inspectie heeft in dit onderzoek kunnen vaststellen dat basisschool 'Mondriaan' zichtbaar in ontwikkeling is. Directie en team zetten zich vanuit een sterke betrokkenheid bij de leerlingen in voor tal van activiteiten die erop gericht zijn het onderwijs en mogelijkheden voor de leerlingen om te kunnen leren, verder te verbeteren. Deze activiteiten beslaan een breed terrein. Vergroten van de onderwijskansen voor de leerlingen betekent niet alleen werken aan verbeteringen binnen het onderwijs op school, maar ook versterken van oudercontacten, organisatie van activiteiten na schooltijd en een actieve opstelling als school in de wijk.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
19
Bij de beoordeling van kwaliteitszorg is niet alleen van belang dat de school werkt aan kwaliteitsverbetering, maar ook de wijze waarop dat vorm krijgt. De inspectie beoordeelt of de school op basis van inzicht in de eigen uitgangssituatie doelen heeft gesteld en prioriteiten bepaalt, hoe de school de eigen kwaliteit in kaart brengt en evalueert en of er gericht en effectief aan de voorgenomen verbeteringen wordt gewerkt. Van belang is ook op welke wijze de school zich verantwoordt voor haar prestaties en of de kwaliteitszorg systematisch wordt uitgevoerd. Hoewel de school zeker een aantal goede stappen heeft gezet, is de conclusie dat de aanpak van de school op enkele essentiële onderdelen nog niet voldoet. Zeker aangezien men kan vaststellen dat alle betrokkenen op de 'Mondriaan' zich langdurig inzetten om de actuele kwaliteit van de school te behouden en waar mogelijk te verbeteren, kan een efficiënte en transparante aanpak van het kwaliteitsbeleid niet alleen helpen om de gewenste koers te handhaven, maar ook motiverend werken. De school heeft inzicht in de eigen uitgangssituatie. Er is voldoende kennis over de leerlingenpopulatie en de specifieke eisen die deze stelt aan het onderwijs. De school is bovendien goed op de hoogte van de ontwikkelingen in haar omgeving, zowel in de letterlijke geografische zin, als wat betreft het gemeentelijk - onderwijsbeleid. Met behulp van een breed pakket aan instrumenten heeft de school in kaart gebracht hoe het is gesteld met de kwaliteit van het onderwijs op de school. De opvattingen daarover van leraren en ouders zijn systematisch in kaart gebracht. Daarbij is in het bijzonder aandacht besteed aan specifieke kenmerken in de schoolcultuur, competenties van leraren en de kwaliteit van de leerlingenzorg. Daarnaast wordt jaarlijks een uitgebreide analyse gemaakt van de Cit o-Eindtoets en werkt de intern begeleider aan het maken van trendanalyses op basis van tussentijdse toetsen. Hoewel de school zichtbaar moeite doet om zich een zo betrouwbaar mogelijk beeld van het eigen onderwijs te vormen, blijft onduidelijk hoe deze worden gebruikt bij de vormgeving van verbeteractiviteiten. In veel gevallen is niet vastgelegd welke conclusies de school uit de zelfevaluatieactiviteiten heeft getrokken. De school heeft in het schoolplan 2003-2007 en in andere beleidsplannen wel kort aangegeven welke onderwerpen prioriteit krijgen bij de schoolontwikkeling, maar de doelstellingen zijn globaal geformuleerd. In veel gevallen blijft daardoor onduidelijk welke effecten de school wil bereiken en wat daar precies voor nodig is. Dat leidt ertoe dat binnen het team over de aanpak en de concrete resultaten - al dan niet uitgesproken - verschillen van opvatting kunnen bestaan. Tegelijk is het voor de school lastiger om aan externe deskundigen duidelijk te maken welke specifieke bijdrage aan de verbeteractiviteiten van hen wordt verwacht. Naar het oordeel van de inspectie kan de school de beschikbare evaluatiegegevens - en in het bijzonder de analyses van de opbrengsten - sterker inzetten bij het bepalen van de aanpak. Door helder vast te leggen welke effecten zij wil bereiken voor leerlingen, leraren of de school als geheel, kan vervolgens een daarop aansluitende concrete activiteitenplanning worden opgesteld. Daarmee kunnen de verbeteractiviteiten beter worden gestuurd en kan tussentijds worden nagegaan of de uitvoering volgens plan verloopt. Bij de afronding kan bovendien beter dan nu het geval is, worden bepaald in hoeverre de verwachte effecten zich daadwerkelijk hebben voorgedaan en of er eventueel aanvullende maatregelen moeten worden genomen. PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
20
Door op die wijze de verbeteractiviteiten meer planmatig en gericht vorm te geven, is de school ook beter in staat zich naar ouders, bestuur en andere belanghebbenden te verantwoorden. Positief is dat de school daar nu al aandacht aan besteedt in de vorm van een jaarverslag. Deze verantwoording betreft echter nog sterk de ondernomen activiteiten en veel minder het resultaat daarvan. Aanvullende stappen zijn nodig om de kwaliteitszorg als een cyclische en systematische activiteit te verankeren in het beleid van de school. Gunstig is dat op de school een professioneel klimaat heerst, en dat leraren en directie zich sterk bewust zijn van het belang om voortdurend kritisch te reflecteren op de kwaliteit van hun eigen handelen. De schoolleiding zet daarvoor geëigende instrumenten in en voert een bewust beleid om in het team de noodzakelijke competenties te ontwikkelen en te behouden. Tegelijkertijd staan leraren open voor feedback en zijn bereid te investeren in hun eigen ontwikkeling en de verdere ontwikkeling van de school. De inzet en toewijding waarmee directie en leraren op deze school zich inzetten voor het onderwijs aan leerlingen in achterstandsituaties is daarbij een kwaliteit die zich lastig laat meten, maar één die in dit onderzoek zeker niet onopgemerkt is gebleven.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
21
5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT De bevindingen in dit PKO leiden tot de volgende conclusie over het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement). De school zal over vier jaar opnieuw worden onderzocht met een Periodiek Kwaliteitsonderzoek. In deze periode wordt de school in de gelegenheid gesteld om een aantal punten de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Daarbij is de volgende specifieke afspraak met de school gemaakt: Uiterlijk per 1 augustus 2006 zal het onderwijs in de kleutergroepen plaatsvinden op basis van een vastgelegd en beredeneerd aanbod voor tenminste de taalontwikkeling en de wiskundige oriëntatie. Het volgende onderzoek van de inspectie krijgt de vorm van een jaarlijks onderzoek. Dit onderzoek zal plaatsvinden in 2006.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
23
BIJLAGE I Overzicht waardering indicatoren Bij elk kwaliteitsaspect (hoofdstuk 3) zijn indicatoren geformuleerd. Deze bijlage geeft een overzicht van die indicatoren met de waardering die de inspectie daaraan heeft toegekend. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1 draagt niet of nauwelijks bij; 2 draagt onvoldoende bij; 3 draagt voldoende bij; 4 draagt in hoge mate bij. 5 Bij het domein 'Opbrengsten' is ook de categorie '5' (betekent 'niet te beoordelen') toegevoegd. In sommige gevallen kan de inspectie hier namelijk geen gefundeerd oordeel geven. Bij elk kwaliteitsaspect is een beslisregel geformuleerd. Deze beslisregel geeft aan welke indicatoren ten minste in voldoende mate van toepassing moeten zijn voor een waardering 'voldoende' voor het kwaliteitsaspect. Dit vormt de onderbouwing van het kwaliteitsprofiel van de school, zoals dat is gepresenteerd in hoofdstuk 3. Onder iedere tabel is een ruimte voor toelichting. De inspectie geeft hier een toelichting als zij afwijkt van de beslisregel.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
25
Overzicht van basisschool 'Mondriaan' Domein 'Zorg voor kwaliteit' Kwaliteitsaspect: Kwaliteitszorg De school bewaakt systematisch de kwaliteit van het onderwijs en neemt maatregelen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren.
1
2
3
4
3 l l
4
l
1 2 1.1 De school heeft inzicht in de eigen uitgangssituatie. 1.2 De school heeft haar doelen geformuleerd. 1.3 De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar l opbrengsten en van het onderwijs en leren. 1.4 De school werkt gericht aan verbetering van de kwaliteit van l haar onderwijs. 1.5 De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 1.6 De zorg voor kwaliteit is systematisch. l Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicator 1.4 en twee van de andere indicatoren.
l
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Toetsing De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing.
1
2
3 l 3
4
3
4
1 2 2.1 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing aan het l einde van het primair onderwijs. 2.2 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing gedurende l de schoolloopbaan van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: één van de twee indicatoren.
4
Toelichting:
Domein 'Onderwijs en leren' Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod Het leerstofaanbod stelt leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs.
1
2
1
2
l
3 3.1 Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het l vervolgonderwijs. 3.2 De school voorziet in een breed aanbod gericht op de l verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. 3.3 Het leerstofaanbod vertoont samenhang. l 3.4 Het leerstofaanbod is afgestemd op de onderwijsbehoeften l van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 3.1 en 3.4.
4
Toelichting:
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
26
Kwaliteitsaspect: Tijd Leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.
1
2
1
2
1
2
1
2
3
4
l
3 4.1 De school programmeert voldoende onderwijstijd. l 4.2 De leertijd is voor leerlingen voldoende om zich het l leerstofaanbod eigen te maken. 4.3 De tijd voor onderwijs en leren is afgestemd op de l onderwijsbehoeften van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 4.1 en 4.2.
4
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Onderwijsleerproces De onderwijsleersituaties bieden leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning voor het leren.
3
4
l
5.1 De school zorgt voor een functionele en uitdagende leeromgeving. 5.2 De onderwijsactiviteiten zijn gestructureerd en doelmatig. 5.3 Leraren zorgen voor voldoende ondersteuning en uitdaging van de leerlingen. 5.4 Leraren begeleiden op een systematische en stimulerende l wijze onderwijsleerprocessen. 5.5 Leerlingen zijn actief gericht op leren. l 5.6 Leraren volgen de vorderingen en ontwikkeling van hun leerlingen. 5.7 Leraren zorgen ervoor dat het onderwijsleerproces is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 5.2, 5.3, en 5.6 en één van de andere indicatoren.
3
4
l l l
l l
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Schoolklimaat De school zorgt voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat.
1
2
1 2 6.1 Personeelsleden en leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om. 6.2 De school zorgt voor een aangename, motiverende omgeving voor leerlingen. 6.3 De school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden. 6.4 De school stimuleert de betrokkenheid van ouders en verzorgers. 6.5 De school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap. 6.6 De school zorgt voor veiligheid. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 6.1, 6.2 en 6.6 en één van de andere indicatoren.
3
4 l
3
4
l l l l l l
Toelichting:
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
27
Kwaliteitsaspect: Zorg en begeleiding
1
De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs en zorgt voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
2
3
4
l
1 2 7.1 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding van leerlingen. 7.2 De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan. 7.3 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.4 De school zorgt voor begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.5 De school betrekt ouders/verzorgers bij de zorg en begeleiding van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 7.2, 7.3 en 7.4.
3
4
l l l l l
Toelichting:
Domein 'Opbrengsten' Kwaliteitsaspect: Opbrengsten
4
5
1 2 3 4 8.1 De resultaten liggen ten minste op het niveau dat mag l worden verwacht. 8.2 De leerlingen beheersen aan het einde van de opleiding l vaardigheden op een niveau dat mag worden verwacht. 8.3 Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. 8.4 Leerlingen vervolgen met succes hun schoolloopbaan. l Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 8.1 en 8.3.
5
De prestaties van leerlingen liggen ten minste op het niveau dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht.
1
2
3 l
l
Toelichting:
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
28
BIJLAGE II
Kwaliteitsaspect 1: Kwaliteitszorg Toelichting: Scholen zijn primair zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het gegeven onderwijs. In de Wet op het primair onderwijs wordt voorgeschreven dat scholen een kwaliteitszorgbeleid dienen te voeren. Dit beleid moet ook in het schoolplan beschreven zijn. Kwaliteitszorg betreft activiteiten die erop gericht zijn de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Elke school zal daartoe, rekening houdend met de kenmerken van de leerlingen en met de wensen van belanghebbenden uit de omgeving van de school, dienen aan te geven wat zij onder kwalitatief goed onderwijs verstaat. Ze zal die opvattingen dienen te vertalen in doelen en zal systematisch moeten nagaan of zij die doelen ook bereikt. Op basis daarvan zal zij zich doelen voor verdere verbetering moeten stellen, die worden opgenomen in een meerjarig schoolontwikkelingstraject. Ze zal vervolgens dienen na te gaan wat de effecten van die verbeteractiviteiten zijn en zal daarover dienen te communiceren met de betrokken geledingen. Het geheel kenmerkt zich door een cyclische aanpak. Kwaliteitsaspect 2: Toetsing Toelichting: Regelmatig nagaan of leerlingen de aangeboden leerstof beheersen en/of bepaalde leerdoelen bereikt hebben, is belangrijk. Bovendien kan uit de opbrengsten van het onderwijs worden afgeleid hoe een school haar functies vervult en haar doelstellingen bereikt. Derhalve gaat de inspectie na in hoeverre de school de kwaliteit van toetsinstrumenten en het juiste gebr uik ervan garandeert. Kwaliteitsaspect 3: Leerstofaanbod Toelichting: Het leerstofaanbod, dat de kennis, vaardigheden en houdingen bepaalt die leerlingen door het onderwijs kunnen verwerven, dient leerlingen in staat te stellen zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarom behoort het te voldoen aan de kerndoelen en te voorzien in een breed aanbod van kennis, vaardigheden en houdingen. Bovendien dient het voldoende structuur en samenhang te vertonen en afgestemd te zijn op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 4: Tijd Toelichting: Een noodzakelijke voorwaarde voor leren is dat leerlingen ook de tijd hebben om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Een school behoort daarom voldoende onderwijstijd te programmeren en deze evenwichtig over de vakken te verdelen. Daarnaast dient de onderwijstijd efficiënt te worden ingezet en te worden afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
29
Kwaliteitsaspect 5: Onderwijsleerproces Toelichting: De onderwijsleersituaties dienen leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning te bieden voor het leren. Daartoe behoort er sprake te zijn van een functionele en uitdagende leeromgeving, waarbinnen gestructureerde en doelmatige onderwijsactiviteiten plaatsvinden. De leerlingen dienen zich ondersteund en uitgedaagd te voelen. Er behoort sprake te zijn van een systematische en stimulerende begeleiding van onderwijsleerprocessen en van leerlingen die actief zijn gericht op leren. Bovendien dienen leraren de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen te volgen en het onderwijsleerproces af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 6: Schoolklimaat Toelichting: De school hoort voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat te zorgen. Dit dient tot uiting te komen in de positieve manier waarop personeelsleden en leerlingen met elkaar omgaan, in een aangename en motiverende omgeving voor leerlingen en leraren, in een goede betrokkenheid van ouders bij de school, in de functionele rol die de school speelt in de gemeenschap en in de zorg die er is voor veiligheid. Kwaliteitsaspect 7: Zorg en begeleiding Toelichting: De school behoort leerlingen systematisch te begeleiden tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs. Daarnaast dient ze te zorgen voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daartoe is het nodig dat de school gunstige voorwaarden kent voor de begeleiding van leerlingen, dat er duidelijke procedures zijn voor in-, door - en uitstroom en dat er functionele contacten zijn met scholen waar leerlingen vandaan komen of naartoe gaan. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften behoren tijdig te worden gesignaleerd en ook op planmatige wijze hulp te krijgen. De school behoort ouders in voldoende mate bij de begeleiding te betrekken. Kwaliteitsaspect 8: Opbrengsten Toelichting: Bij het kwaliteitsaspect opbrengsten wordt nagegaan of de prestaties van leerlingen ten minste het niveau hebben dat op grond van de kenmerken van de populatie leerlingen verwacht mag worden. Dit betreft zowel de leerresultaten aan het einde als gedurende de schoolperiode, alsook de beheersing van een aantal vaardigheden die voor maatschappelijk functioneren gewenst zijn. Daarnaast is er aandacht voor aantallen zittenblijvers en verwijzingen in relatie tot het totaal aantal leerlingen van de school. Ten slotte worden ook de adviezen voor het voortgezet onderwijs en het functioneren van de leerlingen in het voortgezet onderwijs hierbij betrokken.
PKO rapport basisschool 'Mondriaan' - 8 en 10 februari 2005
30