RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK R.K. BASISSCHOOL H. HART

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK R.K. BASISSCHOOL H. HART

School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer

: : : :

R.K. Basisschool H. Hart Stevensweert 00AR 91508

Datum schoolbezoek Datum vaststelling

: 23 april 2007 : 8 juni 2007

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek R.K. Basisschool H. Hart - 23-4-2007

3

1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 23 april 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs R.K. Basisschool H. Hart in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aant al kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten en schoolontwikkeling betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: - Jaarverslag 2005-2006. - Verslaglegging en analyse ouder-, leerlingen lerarenenquête. - Informatie voor de ouders over de ouder- en leerlingenquête. - Fases van de weekplanning. - Traject 'Interne conflicthantering'. - Verslagen teambijeenkomsten zelfstandig werken en differentiatie. De gegevens die uit deze documenten naar voren kwamen, zijn voor de inspectie aanleiding geweest om de door u verkregen oordelen op de kernindicatoren met betrekking tot het veiligheid (9.5) alleen te verifiëren. Alle overige indicatoren uit de basisset van het PKO zijn wel onderzocht.


5

De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in alle groepen van de school. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider. • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met alle leraren. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was de algemeen directeur als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag aanwezig. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.


6

2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van R.K. Basisschool H. Hart Kwaliteitszorg

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.

Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.


1

2

3

4

l l l l l l l l

1

2

3

4

l l l l

l

7

Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.

Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.

Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.

Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.

Sfeer op school 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.

Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.


1

2

3

4

l l

1

2

3

4

l

1

2

3 l l

4

l

1

2

3

4

l l

1

2

3

4

l l

1

2

3

4

l

1

2

3

4

l

1

2

3

4

l l l

8

Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.

1

2

3

4

5

l l

1


2

3

4

5

l l l

9

3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op basisschool H. Hart en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant tussen de indicatoren en de schoolcontext en eerdere inspectiebezoeken. 3.1

Algemeen beeld

De inspectie constateert dat het onderwijs op basisschool H. Hart gemiddeld gezien van voldoende kwaliteit is. De meeste indicatoren binnen het domein 'onderwijs en leren' zijn van een voldoende niveau. Desondanks zijn tekorten geconstateerd. Dit betreft allereerst een drietal indicatoren rondom de afstemming op verschillen en één indicator van het leerstofaanbod. Ook zijn drie van de vier indicatoren van de zorg en begeleiding nog niet voldoende. Het domein 'kwaliteitszorg' vraagt eveneens nog om ontwikkeling. Vijf van de acht indicatoren hebben hier nog niet het gewenste niveau. Tot slot blijken de resultaten aan het einde van de schoolperiode behoorlijk terug te lopen. Dit bijeen leidt er toe dat de inspectie enige bezorgdheid heeft uitgesproken. Ter toelichting het volgende. Basisschool H. Hart is de basisschool van het dorp Stevensweert en telt iets meer dan honderd leerlingen. De school werd in 1998 bezocht in het kader van integraal schooltoezicht. Het leerstofaanbod voor Nederlandse taal, de afstemming op verschillen, de leerlingenzorg, de kwaliteitszorg en de professionalisering werden als onvoldoende beoordeeld. Bij de jaarlijkse onderzoeken van 2004 en 2006 bleek de kwaliteitszorg overwegend onvoldoende te zijn. De resultaten lagen op niveau. In de huidige situatie blijkt het voor de school moeilijk de eerder geconstateerde tekorten te veranderen. Hiervoor zijn enkele oorzaken aan te wijzen. De eerste ligt in het feit dat een impuls tot schoolverbetering, hoewel aantoonbaar aanzetten zijn gegeven, moeilijk te realiseren blijkt. Mogelijk hangt hiermee samen dat meerdere leraren en de directeur al lange tijd aan de school werkzaam zijn. Een tweede oorzaak ligt in een zekere terugloop van het leerlingenaantal. Deze wordt deels veroorzaakt doordat enkele ouders besloten hebben kun kind op een school in een naburige dorp te plaatsen. Ook lijkt bij sommigen van hen een zekere onvrede te bestaan, hetgeen zich uit in een wat negatief imago. Hoewel de school heeft geprobeerd en nog probeert dit op te lossen, blijkt het lastig de vinger op oorzaken te leggen. In combinatie met de hoeveelheid werk in een kleiner wordende school legt dit druk op de leraren. De inspectie constateert verder dat de leraren en de directeur zich inspannen goed onderwijs te geven. Toch lopen de eindresultaten de laatste twee jaar terug en krijgt de school ook hierbij niet goed grip op de achterliggende oorzaken. Samen met het bestuur van de school wordt geïnventariseerd welke maatregelen nodig zijn om het tij te keren. Zo is een fusie met een van de andere scholen waarschijnlijk. Dit zal ook consequenties hebben voor de aansturing van de school. Ook wordt een (externe) analyse van de relatie ouders - school ingezet.


11

Stichtingsbreed zal de interne begeleiding meer worden aangestuurd en krijgt de kwaliteitszorg op alle scholen een impuls, die in het nieuwe sc hoolplan merkbaar moet zijn. De inspectie zal de voortgang van deze maatregelen volgen, in eerste instantie door periodiek overleg met de algemeen directeur. 3.2

Toelichting

Opbrengsten De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool lagen in 2005 nog significant boven het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare populatie. In 2006 lag deze score ruim onder dit gemiddelde, net boven de ondergrens die de inspectie hiervoor gebruikt. In 2007 lag de schoolscore significant onder dit gemiddelde. De leerresultaten tijdens de basisschoolperiode, beoordeeld op basis van de beschikbare toetsresultaten van de groepen 3, 4 en 6 van medio dit schooljaar, dragen in voldoende mate bij aan de kwaliteit van de school. Het technisch lezen in groep 3 is hierop een uitzondering. Naast de genoemde leerresultaten zijn ook het niveau van de sociale vaardigheden van de leerlingen en de mate van ontwikkeling van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften van belang voor het vaststellen van de schoolopbrengsten. Over dit laatste geeft de inspectie als regel ten tijde van dit schoolbezoek nog geen oordeel. Wel zou de school, doordat zij jaarlijks de zorgniveaus van alle leerlingen vaststelt, hier in de toekomst zelf een uitspraak over kunnen doen. Het niveau van de sociale vaardigheden heeft de inspectie nog niet kunnen beoordelen. De school gebruikt nog geen genormeerd evaluatie-instrument. De doorstroom van de leerlingen in de basisschoolperiode komt, evenals het aantal leerlingen voor wie een verlenging van de kleuterperiode geldt, overeen met het beeld dat landelijk gebruikelijk is. Kwaliteitszorg Bij het huidige schoolbezoek blijkt het merendeel van de indicatoren van dit aspect niet van een voldoende niveau. De inspectie tekent hierbij aan dat zij nog geen rekening heeft gehouden met voorbeelduitwerkingen voor het nieuwe schoolplan, die meer aan de te stellen eisen voldoen. Hierna worden eerst de als voldoende beoordeelde indicatoren toegelicht. Daarna komen de nog te ontwikkelen onderdelen aan bod. Na het vorige schoolbezoek heeft de school werk gemaakt van het analyseren van haar eind- en tussenopbrengsten. Uit de grafieken en uit het verslag van de teamvergadering blijkt dat de noodzaak van een systematische werkwijze hierbij wordt onderkend. Wel blijken oorzaken van de terugloop van met name de eindresultaten niet eenduidig te verklaren. De school rapporteert in voldoende mate aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. In nieuwsbrieven en de schoolgids wordt geschreven over de scholingsactiviteiten en schoolresultaten, al kan dit laatste nog meer in relatie tot de feitelijke scores op de Eindtoets. Ook zijn ouders periodiek geïnformeerd over resultaten van de zelfevaluatie onder ouders en leerlingen.


12

Het kwaliteitsbeleid over sociale integratie en burgerschap past bij de door de school gehanteerde visie over waarden en normen. De inspectie constateert dat dit door de wat geïsoleerde ligging van het dorp en het feit dat de school geen anderstalige leerlingen kent, een aandachtspunt is voor het nieuwe schoolplan. De school is gestart met een eerste inventarisatie, als begin van een beschrijving voor het schoolplan. Een vijftal indicatoren zijn nog niet van een voldoende niveau. Dit betreft allereerst het inzicht dat de school heeft in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. Het ontbreekt de school aan een analyse van de onderwijsbehoeften, alsook aan het vaststellen van consequenties hieruit voor de inrichting van het onderwijs. In dit licht is de taligheid van de leerlingen van belang. Ten tweede evalueert de school nog niet regelmatig het leren en onderwijzen. Enquêtes onder leerlingen, leraren en ouders zijn in de afgelopen jaren wel afgenomen, maar uit het schoolplan of een jaarplan wordt beperkt duidelijk welke prioriteiten, doelen en ambities zijn geformuleerd. Bovendien is voor het nieuwe schoolplan wel een eerste opzet gemaakt hoe alle onderdelen van het domein 'onderwijs en leren' in de komende vier schooljaren zullen worden geëvalueerd, maar heeft het in de huidige aanpak hieraan ontbroken. De inspectie constateert ten derde dat de school nog in onvoldoende mate planmatig werkt aan verbeteractiviteiten. De school beschikt te weinig over documenten of planningen waarin veranderingstrajecten concreet en in gewenst leraar- en leerlinggedrag geformuleerde (deel)doelen zijn uitgewerkt. Een aanpassing van het traject rondom differentiatie is ook nu nog te weinig 'smart'. In een dergelijke uitwerking van verbeteronderwerpen ligt een belangrijk aandachtspunt voor het nieuwe schoolplan. Ten vierde ontbreekt het de school aan vastgelegde procedures en afspraken van wat met de verbeteractiviteiten van de afgelopen jaren is gerealiseerd. Hierdoor zijn eerdere verworvenheden te weinig geborgd. Zo waren werkwijzen van zelfstandig werken al wel eerder onderwerp van scholing en begeleiding, maar ligt niet vast wat als ondergrens van leraren en leerlingen verwacht mag worden. Verder ontbreekt het de school aan klassenbezoeken door de directeur, waarbij afspraken en werkwijzen gecontroleerd en nabesproken worden. De inspectie beoordeelt tot slot de wijze waarop de school de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel waarborgt nog als onvoldoende. Dit betekent niet dat deze veiligheid in de feitelijke schoolpraktijk in het geding zou zijn. Wel is het veiligheidsbeleid van de school nog te impliciet. Zo vindt nog geen systematische peiling plaats van de beleving van de veiligheid door de leerlingen en is er nog geen uitgewerkt veiligheidsbeleid dat gericht is op het optreden na incidenten. Wel heeft de school door de cursus 'Interne conflicthantering' en de sociale kring voldoende aandacht voor het preventieve veiligheidsbeleid. Onderwijs en leren Het onderwijsleerproces voldoet op de meeste indicatoren in voldoende mate aan de normen die de inspectie hanteert. Twee clusters van indicatoren en één indicator van het aanbod vormen hierop een uitzondering en komen als laatste onderdeel van deze paragraaf aan bod. Begonnen wordt met de als voldoende beoordeelde indicatoren. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek R.K. Basisschool H. Hart - 23-4-2007

13

Het leerstofaanbod is dekkend voor de kerndoelen en komt voldoende tegemoet aan de onderwijsbehoeften. De school beschikt over aanvullende materialen die in het kader van zelfstandig werken worden ingezet. Wel blijft de dubbeling met de methodische lijn, bijvoorbeeld bij woordenschat en wellicht ook bij taalbeschouwing, een aandachtspunt. De doorgaande lijn in de onderbouw is van een voldoende niveau. De school beschikt over zelf ontwikkelde leerlijnen voor het voorbereidend taal- en rekenonderwijs, die richtinggevend zijn bij de opzet van de thema's. Daarnaast wordt een voorloper ingevoerd, die de planmatige aanpak nog verder zal versterken. Het pedagogisch en het didactisch handelen van de leraren is van een voldoende niveau. De leraren realiseren een sfeer waarin taakgericht wordt gewerkt. Zij behandelen de leerlingen gelijkwaardig en de door hen gegeven feedback is positief. De leerlingen zijn voldoende actief betrokken bij hun onderwijsactiviteiten. Door een adequaat klassenmanagement en duidelijke regels gaan de leraren efficiënt met de leertijd om. Hun uitleg is over het algemeen duidelijk en doelmatig. Deze verloopt in kleine stappen en bevat voldoende herhaling. Door een goed hanteren van de methodische uitgangspunten is het strategiegebruik van een voldoende niveau. Onderdelen van het model van de directe instructie, zoals de terugblik (het actualiseren van voorkennis) en de afsluiting (het vaststellen van wat geleerd is) kunnen nog worden versterkt. Uit de in 2006 afgenomen leerlingenenquête blijkt dat de leerlingen zich overwegend veilig voelen. Hoewel het gemiddelde aan de norm voldoet, vraagt de score van een kleine 10 procent van hen wel om alert te blijven. Met de sociale kring en de cursus interne conflicthantering geeft de school er blijk van dit ook te doen. De inspectie spreekt geen oordeel uit over de mate waarin ouders/verzorgers zich betrokken tonen bij de school. Hoewel uit de ouderenquête van 2004 hierover een overwegend positief beeld naar voren kwam, zijn deze gegevens in het licht van de laatste ontwikkelingen te gedateerd. De inspectie besluit de analyse van het schoolbestuur af te wachten en heeft hierover een afspraak gemaakt. De eerste onvoldoende indicator heeft betrekking op het aantal leerlingen dat niet toekomt aan het leerstofaanbod tot en met het niveau van leerjaar 8. Voor rekenen en wiskunde overschrijdt dit, na correctie voor leerwegondersteuning of een andere indicatiestelling, net de norm. Voor Nederlandse taal is dit niet het geval. Het eerste cluster van indicatoren dat als onvoldoende is beoordeeld, betreft het omgaan met verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. In hun verwerking en zeker in hun instructie houden de leraren nog maar beperkt rekening met de verschillen in onderwijsbehoeften. Het ontbreekt de school nog aan een eenduidige aanpak in de differentiatie. Wel is dit aspect momenteel onderwerp van uitwisseling tussen de leraren en is men van plan onderling groepsbezoeken af te leggen. Leerlingen hebben bovendien nog te weinig verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces; de verwerking is sterk leraargestuurd. Ook is de tijd waarin leerlingen aan hun opdrachten werken voor alle leerlingen gelijk en ontbreekt het aan vormen van variëteit. Mogelijkheden voor een eigen inbreng van de leerlingen en voor meer differentiatie in inhoud en tijd blijven grotendeels onbenut. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek R.K. Basisschool H. Hart - 23-4-2007

14

De inspectie tekent bij dit alles aan dat met de gemaakte keuze voor de magen moettaken al een begin is gemaakt met een verbetertraject. Op schoolniveau is echter nog een te grote spreiding in hoe de leraren vorm geven aan het omgaan met verschillen. Het tweede cluster van onvoldoende indicatoren heeft betrekking heeft op de leerlingenzorg. De school beschikt over een sluitend en voldoende signaleringsysteem. Zorgleerlingen worden volgens een model van zorgniveaus gesignaleerd. Niet voor alle uitvallers blijkt een handelingsplanning beschikbaar. Bovendien komt uit de beschikbare handelingsplannen naar voren dat de fase van de analyse te weinig vorm heeft gekregen. In vrijwel alle plannen ontbreekt het aan een gedegen analyse van de problematiek of is deze analyse te impliciet. Bovendien worden nauwelijks methodegebonden resultaten betrokken bij het zicht krijgen op de aard en de ernst van de problemen. De inspectie heeft er op aangedrongen de expertise op het gebied van het analyseren dan ook te vergroten. Het gemis aan analyses leidt er toe dat de doelformulering te weinig specifiek is en dat hierdoor ook de uitvoering van de handelingsplanning in het geding is. Het is immers de vraag of de leerling die hulp krijgt die nodig is. Doordat het doel onduidelijk is, bemoeilijkt dit tevens het vaststellen van de effecten van de zorg. Bovendien is in sommige plannen onduidelijk hoe de zorg doorloopt als niet het gewenste resultaat is bereikt. In dit verband is besproken om voor leerlingen met een afbuigende leerlijn een ontwikkelingsperspectief op te stellen en dit tussentijds te evalueren. Op basisschool H. Hart wordt in de groepen zeker zorg geboden. Het gevolg van het voorgaande is echter dat deze zorg voor een deel niet zichtbaar en te weinig planmatig is. Dit hindert de continuïteit van de zorg, zeker als problemen langer aanhouden dan voorzien.


15

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school grotendeels aan deze wettelijke bepalingen voldoet. Wel dient in de schoolgids nog het adres van de klachtencommissie te worden opgenomen. Ook is het beleid en verantwoording van de sponsorbijdragen niet opgenomen en ontbreekt een specifieke invulling van de zorg voor het jonge kind.

Afspraak: • De algemeen directeur informeert de inspectie tijdens een overleg in de eerste helft van het schooljaar 2007-2008 over de uitkomsten van het onderzoek naar de relatie school - ouders.

De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt vooralsnog geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. Tijdens het te plannen overleg met de algemeen directeur worden hierover nadere afspraken gemaakt.


17

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK R.K. BASISSCHOOL H. HART

Recommend Documents