RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL KON.WILHELMINA

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL KON.WILHELMINA

School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer

: : : :

Basisschool Kon.Wilhelmina Voorthuizen 08BH 63432

Datum schoolbezoek Datum vaststelling

: 22 november 2005 : 5 februari 2006

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 15

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Kon.Wilhelmina - 22-11-2005

3

1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 22 november 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Basisschool Kon.Wilhelmina in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school aan de orde geweest. Gezien het feit dat het vorige schoolbezoek (IST) van november 2001 is, heeft de inspectie bij dit PKO zes indicatoren "Kwaliteitszorg" toegevoegd en beoordeeld. De toegevoegde indicatoren 1.1 tot en met 1.6 staan in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids 2005/06 en het schoolplan 2003-2007 enkele documenten ingestuurd die op schoolontwikkelings- en/of zelfevaluatieactiviteiten betrekking hebben: · signaleringskalender 2005/06; · protocol leesproblemen/dyslexie groep 5 t/m 8 januari 2005; · herzien gedeelte (context) schoolplan 2003-2007; · trendanalyse nav Cito-eindtoetsgegevens inclusief een evaluatie en verbeterplannen van mei 2005; · notulen van de bouwvergadering van 8 maart 2005 o.a. over de analyse Cito-eindtoetsgegevens en ICT in het nieuwe gebouw; · verbeterplannen n.a.v. quickscan, kwaliteitskaarten WMK-PO (pedagogisch klimaat en interne communicatie) en scholing kwaliteitsbeleid; · ouderenquête van november 2004; Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Kon.Wilhelmina - 22-11-2005

5

· observatieformulier taal en rekenen (schooldiagnose -instrument integrale leerlingenzorg ISOR) voor eigen gebruik; · ontwikkelingen bij taal/lezen en rekenen nav. trendanalyse van de tussenresultaten; · jaarverslag 2004 met (verwijzingen naar) een nieuwsbrief, de schoolgids en het jaarlijkse nascholingsplan; · (gedeelte van) het bestuursverslag nav. bespreekpunten.

De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de jaarlijkse vragenlijst en de aanvullende vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek zijn bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1a, 1/2b, 1/2c, 3a, 3b, 5, 6b, 7 en 8. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie (directeur en adjunct-directeur die tevens onderbouwcoördinator is) en de intern begeleider. • Op uw school zijn verder gesprekken gevoerd met de leraren bij wie klassenbezoek heeft plaatsgevonden. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag (de voorzitter) aanwezig. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.


6

2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Basisschool Kon.Wilhelmina Kwaliteitszorg

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs.

Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.

1

2

3

4

l l l l l l

1

2

3

4

l l l l

l

1


2

3

4 l

l

7

Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.

Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.

Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep.

Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.

Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.

Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.

1

2

3

4

l

1

2

3 l l

4

l

1

2

3

4

l l

1

2

3

4

l l

1

2

3

4 l

l

1

2

3

4

l

1


2

3

4

l l l

8

Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.

1

2

3

4

5

l l

1

2


3

4

5

l l l

9

3 BESCHOUWING Context De Stichting Hervormde Scholen te Voorthuizen heeft twee scholen onder haar bestuur: de Koningin Wilhelminaschool en de Wheemschool. De federatie met de Hervormde Scholen in de gemeente Barneveld heeft niet tot een fusie geleid. Wel zijn er contacten op directieniveau (gebleven). Daarnaast zijn er goede contacten met de scholen van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs in Kootwijkerbroek, Stroe en Garderen. Het is de bedoeling met name op personeelsbeleid en kwaliteitszorg uit te blijven wisselen en gebruik te maken van elkaars expertise. Zo hebben alle scholen gekozen voor de kwaliteitskaarten van Cees Bos (WMK-PO) en gaan alle personeelsleden persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP's) opstellen. De Koningin Wilhelminaschool doet dat vanaf januari 2006. Daarnaast vindt er drie keer per jaar overleg plaats tussen alle basisschooldirecteuren van de gemeente (DOPO). Het aantal leerlingen is de afgelopen jaren stabiel gebleven rond de 265 (elf groepen). Het aantal leerlingen met een formatiegewicht van 1.25 is afgenomen. Het zelfde geldt door sluiting van het AZC in Voorthuizen voor de 1.90-leerlingen. Momenteel behoort ruim 75% tot de categorie 1.00-leerlingen (hoger opgeleide ouders), zo'n 23% tot 1.25- en 2% tot de 1.90-categorie. De categorie 1.00-leerlingen groeit door instroom van leerlingen uit nieuwbouwwijken als De Kromme Akker. Naar verwachting groeit de school de komende jaren door naar 280/290 leerlingen (12 groepen). Aan de werkdruk die ontstaat door de gevarieerde schoolpopulatie (15 tot 20 procent van de leerlingen ontvangt extra zorg) wordt gewerkt door de hulp in de klas door eigen groepsleraar te optimaliseren (uitbouwen zelfstandig werken en coöperatief leren: directe instructie, stoplicht, instructietafel, plan-/keuzebord en duo-/tutor-/maatjeslezen), door meer handen in de klas (beperkt), door hulp buiten de klas (remedial teaching), door het invoeren van (meer) gebruikersvriendelijke methodes en materialen en door uitbreiding van de ondersteuning thuis (huiswerkbeleid). De meeste teamleden zijn al langer aan de school verbonden. Alleen is één van beide interne begeleiders (ib-ers), die tevens bovenbouwcoördinator was, het vorig schooljaar vertrokken. Functies en taken zijn echter weer ingevuld. Eén van de leraren volgt de remedial teaching-opleiding (rt) en gaat als schaduw-iber fungeren. Eén van de andere leraren is bovenbouwcoördinator (groep 4 tot en met 8) geworden. De beide bouwcoördinatoren (de onderbouwcoördinator is tevens adjunct-directeur) vormen samen met de ib-er en de directeur het managementteam (MT) van de school. Qua leeftijdopbouw en ervaring is er sprake van een evenwichtig team.


11

Sinds eind oktober 2005 is de school gehuisvest in een nieuw gebouw samen met de openbare basisschool De Regenboog. De noodlokalen en het oude gebouw van de Koningin Wilhelminaschool (KWS) zijn gesloopt. Er wordt nu hard gewerkt om voor de Kerst op die plaats een nieuw schoolplein te realiseren. Men (gemeente en beide scholen) is ook bezig om de verkeersveiligheid rond het scholencomplex te vergroten. Het nieuwe gebouw ziet er, mede dankzij (extra) investeringen door het bestuur, niet alleen goed uit maar biedt eveneens, ook in de toekomst, voldoende ruimte aan de gebruikers en is toegerust voor de eisen des tijds: werkplekken voor leerlingen buiten de klas, ICT-faciliteiten (computers maar ook een interactief bord) in de klas en daarbuiten (netwerk door de school heen en beamer in de hal), een ICT-lokaal en werkruimtes voor het personeel (rt-er en ib-er onder andere). Onderwijskwaliteit Ondanks de bouwperikelen (en ziekte onder het personeel) is men er de afgelopen jaren onder leiding van directie en bestuur in geslaagd de organisatie en het onderwijs aan te passen aan de veranderende omstandigheden (zie ook het rapport IST november 2001, de jaarverslagen en de verbeterplannen naar aanleiding van de zelfevaluatie van de school). De open houding die de school typeert en daardoor het vermogen te leren, maakt van de KWS een lerende organisatie en vormt inderdaad `een waardevolle basis` (zie het motto van de school). De interne communicatie en de communicatie met ouders hadden en hebben de aandacht (zie onder andere de ouderenquête), er is sprake van een goed schoolklimaat. Het systeem van kwaliteitszorg heeft zich sinds november 2001 verder ontwikkeld. Het zorgsysteem wordt in januari 2006 uitgebreid met een volgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling (Viseon) in groep 3 tot en met 8, en met Cito-leerlingvolgsysteemtoetsen in groep 1 en 2 (zie de signaleringskalender). Er is een intakeformulier voor ouders in gebruik genomen. Volgens planning zijn een aantal WMK-kaarten verwerkt (zie ingezonden stukken). De registratie is overzichtelijker geworden (zie de groeps, zorgen afsprakenmappen). Het leerlingvolgsysteem is men aan het digitaliseren, de ib-er is de leerlingdossiers aan het systematiseren. Er zijn (analyses van de)leerlingen groepsprofielen. Op schoolniveau gebruikt men de gegevens van toetsen en zelfevaluaties in toenemende mate ook om trendanalyses mee te maken, waarmee verbeterplannen vervolgens worden open/of bijgesteld. Er is een jaarlijkse (schriftelijke) evaluatie voor het bestuur (zie jaarverslag). Daarnaast evalueert het team het onderwijs en eigen functioneren regelmatig via team- en bouwvergaderingen, signaleringsbesprekingen en functioneringsgesprekken. Onderwijs en leren, en de opbrengsten worden dus voldoende systematisch geevalueerd. De veranderplannen voor de komende jaren zijn (verspreid per onderdeel) in het schoolplan 2003/2007 terug te vinden. Daarnaast zijn er meerjaren- en jaarplannen naar aanleiding van zelfevaluaties en trendanalyses, evenals scholings- en taakverdelingsplannen. Aandachtspunt is het opstellen van een jaarplanning, waarin alle veranderactiviteiten en scholingen voor een schooljaar overzichtelijk op een rij gezet (wie, wat, wanneer) en doelen `smart` uitgewerkt zijn. Iets (smarte doelen) wat door de school zelf overigens al als aandachtspunt was aangemerkt. De kwaliteitsborging en de evaluatie van de effecten van de verbeteractiviteiten zouden door dit compact en overzichtelijk vastleggen ook nog kunnen verbeteren. Tenslotte is de informatie over het onderwijs op de school transparant, actueel en inzichtelijk, mede door de website die up-to-date is. De inspectie heeft hier profijt van gehad bij dit schoolbezoek. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Kon.Wilhelmina - 22-11-2005

12

De Koningin Wilhelminaschool is een school waar bij het team sprake is van degelijk vakmanschap en men veel waarde hecht aan een rustig onderwijsklimaat. Ondanks de recente verhuizing was de leeromgeving (bijna) op orde, in de klassen kon bijvoorbeeld al met de interactieve borden gewerkt worden. Het uit zich in de bijgewoonde lessen ook in een efficiënt gebruik van de lestijd, een goede lesopbouw met duidelijke uitleg en een grote betrokkenheid van de leerlingen. Dat vertaalt zich bovendien in voldoende opbrengsten, zowel aan het eind van de basisschoolperiode (Cito Eindtoets) als op tussenliggende momenten (Cito leerlingenvolgsysteem en Avi-toetsen). Doordat de school alle leerlingen (ook die niet op groepsniveau zitten) aan de "eind"toetsen laat meedoen en tot voor kort de gegevens van die leerlingen ook meenam in de berekening van het klassen-/schoolgemiddelde, leken de resultaten op het eerste gezicht soms tegen te vallen. Bij nader inzien zijn ze naar verwachting. Ook blijven er relatief weinig leerlingen zitten en worden er nauwelijks leerlingen verwezen naar het speciaal (basis)onderwijs. De bevindingen komen naar het oordeel van de inspectie ook overeen met de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Aan ongeveer 25% van de leerlingen kan een extra leerlingengewicht toegekend worden (meest 1.25). Een steeds goter deel van de ouders heeft een opleidingsniveau dat middelbaar of hoger is. Deze leerlingen (en uiteraard hun ouders) mogen van de school dus ook overeenkomstige verwachtingen hebben. Daarnaast kent de school echter een aantal zorgleerlingen (zie hierboven onder Context) waaronder ook meerbegaafde kinderen. De KWS slaagt er tot nu toe in alle leerlingen de nodige aandacht te geven en heeft een goede naam op zorggebied (zie de ouderenquête). Naast alle positieve beoordelingen (zie kwaliteitsprofiel) zijn er volgens de inspectie een paar aandachtspunten. De bijgewoonde lessen vertoonden vaak toch nog een overwegend frontaalklassikaal karakter: de instructie richtte zich (soms te lang) op alle kinderen. Navraag bij leraren en leerlingen leerde echter dat er veel meer sprake is van afstemming bij instructie en verwerking en samenwerkend leren (bij de rekenen/wiskundelessen met name en bij het duo/tutor/maatjeslezen bijvoorbeeld) dan bij het schoolbezoek gezien is. Voorts zijn er (net als bij de leerlingen) verschillen tussen leraren. Zo gingen leraren verschillend om met de directe instructie in de bijgewoonde lessen: de een was duidelijker over de lesdoelen en de te nemen stapjes dan de ander. De een wist beter open, tot nadenken stemmende vragen te stellen dan de ander. Verschillen waren eveneens zichtbaar bij het laten samenwerken door leerlingen. Het kiezen, plannen en evalueren door leerlingen (actieve en zelfstandige rol leerlingen bij het onderwijsproces) zou ook verder uitgebouwd kunnen worden, juist omdat er een goede structuur is en een goed werkklimaat. Deze conclusies komen overeen met wat team, ouders en bestuur voorjaar 2005 concludeerden. De inspectie onderschrijft dan ook de verbeterpunten die naar aanleiding van de zelfevaluatie zijn vastgelegd in de planning.


13

Aan de leerlingenzorg is de afgelopen jaren eveneens duidelijk aandacht besteed (uitbreiding leerlingenvolgsysteem en afspraken over procedures bij bijvoorbeeld de overgang van de ene groep naar de andere). In toenemende mate bepaalt de school op basis van een analyse van de verzamelde gegevens de aard van de zorg van bepaalde leerlingen. Dit wordt vastgelegd in individuele hulpplannen en sinds kort ook groepshulpplannen. Nog niet altijd worden hierbij de doelen "smart" vastgelegd: wat is nu eigenlijk voor jou als leraar het probleem met deze leerling? Wat is oorzaak, wat gevolg bij een meer complexe problematiek? En wat is er nodig om binnen een bepaalde tijd tot een oplossing te komen? Globale doelen maken het ook lastiger om na te gaan hoe effectief de geboden extra hulp is geweest (evaluatie). En in het geval dat de extra zorg niet het gewenste resultaat heeft gehad, na te gaan wát er dan niet gewerkt heeft. Bij sommige leerlingen is het daarnaast gewenst ( en voor de KWS langzamerhand ook mogelijk) om het "perspectief op de lange termijn" te formuleren. Mocht een leerling op enig moment toch beter af zijn op een andere school, dan is het beter te pogen dat moment als school in overleg met de ouders zelf te bepalen dan dat het "opeens daar is".


14

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Wat in de schoolgids nog ontbreekt is de context waarbinnen de bereikte resultaten geplaatst moeten worden (=beschrijving leerlingenpopulatie), de adresgegevens van de klachtencommissie en de verplichting voor de school om ingeval van vrijstelling van onderwijs (kind breekt been en kan niet mee gymen bijvoorbeeld) te zorgen voor vervangende onderwijsactiviteiten.

De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats (via de digitale vragenlijst) en wordt de school eenmaal bezocht (JO).


15

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL KON.WILHELMINA

Recommend Documents