RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL 'FRANS NAEREBOUT'
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
basisschool 'Frans Naerebout' Vlissingen 15VN 80517
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 10 oktober 2006 : 10 januari 2007
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 10 oktober 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs basisschool 'Frans Naerebout' in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Omdat in het laatste jaarlijks onderzoek de kwaliteitszorg niet aan de orde is geweest, heeft de inspectie besloten ook dit aspect in het periodiek kwaliteitsonderzoek te beoordelen. De toegevoegde indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan een aantal documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben, waaronder het jaarplan 2006/2007, het jaarverslag 2005/2006, de trendanalyses uit het Cito-leerlingvolgsysteem en de resultaten van de ouderenquête (september 2006). De gegevens die uit deze documenten naar voren kwamen, zijn voor de inspectie aanleiding geweest om de door u verkregen oordelen op de volgende kernindicator alleen te verifiëren: 'De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt'.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
5
De indicatoren die betrekking hebben op het systematisch behouden en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs zijn met de directie besproken om aanvullende informatie te verkrijgen op de documenten die ingestuurd waren en om de onderlinge samenhang aan de orde te stellen. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in alle groepen. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider(s). • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en leraren. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van basisschool 'Frans Naerebout' Kwaliteitszorg
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
1
2
3
4
l l l l l l l
1
2
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
3
4
l l l l
l
7
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
2
3 l l
4
l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
2
3
4
l l l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
8
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
3
4
5
l l
1
2
3
4
5 l l
l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
9
3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op basisschool 'Frans Naerebout' en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel uit het vorige hoofdstuk. Daarbij legt de inspectie zo veel mogelijk verbanden tussen de verschillende indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van basisschool 'Frans Naerebout' en eerdere inspectieonderzoeken. Algemeen beeld De inspectie komt in dit onderzoek tot de conclusie dat de belangrijkste indicatoren die de kern van goed basisonderwijs vertegenwoordigen op basisschool 'Frans Naerebout' in voldoende mate herkenbaar zijn. De school beschikt over methoden die voldoen aan de kerndoelen en heeft voldoende leertijd ingepland. De leraren zijn enthousiast en betrokken en zorgen voor verantwoorde en degelijk voorbereide lessen en een prettige sfeer in de groepen. Leerlingen en leraren kunnen in een veilige omgeving werken en leren. De resultaten van het onderwijs aan het einde van de basisschoolperiode zijn wisselend, maar liggen over het geheel genomen op een voldoende niveau. Enkele belangrijke aspecten binnen het onderwijskundig beleid van de school verdienen echter op dit moment gerichte aandacht. Zo is de afstemming van het onderwijs op de (individuele) leerbehoeften van de leerlingen nog te weinig transparant en vertoont het systeem van zorg en begeleiding op een aantal vlakken hiaten. De school zal veel meer dan nu het geval is de gegevens over de leerlingenpopulatie moeten gebruiken om haar onderwijs in te richten. Nadere toelichting Kwaliteitszorg In totaal stonden er op de laatste teldatum (oktober 2006) rond de 100 leerlingen ingeschreven. Aan zo'n 70 procent van hen wordt op grond van het opleidingsniveau van de ouders geen extra formatiegewicht toegekend. De schoolleiding signaleert de afgelopen jaren een toename in het aantal kleuters dat de school instroomt met een taalachterstand en een beperkte woordenschat. Gelet op de grote verschillen in achtergrond, mogelijkheden en belemmeringen van de leerlingen staat de school voor de complexe taak haar onderwijs zodanig af te stemmen dat er voor beide groepen een geschikt aanbod kan worden verzorgd. Deze verschillen uiten zich met name in het taalonderwijs. Voor een deel van de leerlingen geldt immers dat zij de school instromen met een taalachterstand; aan de andere kant wordt de school ook bezocht door leerlingen die deze problemen niet kennen. Om aan beide groepen tegemoet te komen zal basisschool 'Frans Naerebout' haar taalonderwijs onder de loep moeten nemen en met name voor de hogere groepen taalbeleid moeten formuleren. Uitgangspunt hierbij vormt de doorgaande lijn in het taalonderwijs, zowel voor de taalzwakke leerlingen als voor die leerlingen die een uitdagender aanbod aankunnen.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
11
Ook zal de school meer gericht de leerresultaten moeten betrekken bij de bepaling van de kwaliteit van haar onderwijs. Voor alle groepen is een compleet en landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem aangeschaft voor de basisvaardigheden. Het verdient aanbeveling om schoolbreed een aantal streefdoelen en kwaliteitsstandaarden te formuleren voor de leerresultaten van de verschillende vakken. Deze gegevens worden nu wel verzameld en geanalyseerd op individueel en groepsniveau, maar bieden geen aangrijpingspunten om bepaalde trends in kaart te brengen of om beleidsprioriteiten vast te stellen. Naast het systeem van kwaliteitskaarten hanteert de school nog andere middelen om zicht te krijgen op de geleverde kwaliteit, waaronder de onlangs afgenomen ouderenquête. De actiepunten die hieruit voortvloeien, worden opgenomen in het jaarplan en zijn regelmatig onderwerp van bespreking tijdens bouw- en teamvergaderingen. Aan het eind van het schooljaar wordt het jaarplan geëvalueerd. Afspraken en procedures worden opgenomen in de zogenoemde borgingsmap; daarnaast worden de groepen regelmatig bezocht door de schoolleiding en is er collegiale consultatie tussen de leraren onderling. Informatieverstrekking aan belanghebbenden over de gerealiseerde kwaliteitsverbeteringen vindt op basisschool 'Frans Naerebout' in voldoende mate plaats. Aan de ouders wordt verantwoording afgelegd door middel van thema-avonden en in de schoolgids. Daarnaast beschikt de school over een jaarverslag, waarin het voorgaande jaar wordt geëvalueerd. In het kader van de sociale veiligheid heeft de school een beleid ontwikkeld om regelmatig zowel leerlingen als leraren te bevragen over dit aspect. Ook wordt er gewerkt met een vastgelegd veiligheidsbeleid, dat aandacht besteedt aan de preventie en de afhandeling van incidenten. School- en gedragsregels en een pestprotocol zijn voorhanden. Onderwijs en leren Het leerstofaanbod bereidt de leerlingen in voldoende mate voor op het vervolgonderwijs. Het aanbod in de basisvaardigheden Nederlandse taal, lezen en rekenen en wiskunde is dekkend voor de kerndoelen en is gebaseerd op hedendaagse didactische inzichten. Tijdens de lesobservaties en de gesprekken met de leraren constateerde de inspectie dat de leraren de methoden over het algemeen op de voet volgen en daarmee de leerlingen in voldoende mate in staat stellen de kerndoelen te bereiken. Het aanbod in de kleutergroepen is zodanig ingericht, dat er sprake is van een vastgesteld en beredeneerd aanbod. In deze groepen wordt gebruik gemaakt van een specifiek programma, dat nader uitgewerkt is in thema's. De leerlijnen en tussendoelen op het gebied van de taalontwikkeling en de wiskundige oriëntatie zijn in dit aanbod herkenbaar beschreven. Afstemming van het leerstofaanbod op de onderwijsbehoeften van de leerlingen is doorgaans goed mogelijk door gebruik te maken van de differentiatiemogelijkheden die de methoden bieden (basisstof/herhalingsstof/verrijkingsstof).
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
12
De totale door de school geprogrammeerde onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. Er is een inlooptijd en de lessen beginnen en eindigen op tijd. De leraren dragen zorg voor een efficiënt klassenmanagement: in alle bezochte (combinatie-)groepen verlopen overgangen soepel en hoeven leerlingen niet te wachten op het ontvangen van instructie of het uitvoeren van de opdrachten. De mogelijkheden om de onderwijstijd af te stemmen op de behoeften van de leerlingen worden doorgaans voldoende benut. Deze mogelijkheden doen zich voor tijdens de periodes van zelfstandig werken of door extra huiswerk aan te bieden. Om een beeld te krijgen van de pedagogisch/didactische vaardigheden heeft de inspectie een aantal lessen geobserveerd. Gebleken is dat de bezochte lessen doelmatig verlopen en dat de leraren zich inspannen voor een ondersteunend pedagogisch klimaat. Zij zijn enthousiast en weten de leerlingen te motiveren. De instructiemomenten zijn helder en de leraren gaan regelmatig na of de leerlingen de uitleg en de opdrachten hebben begrepen. Er zijn voldoende aanzetten gezien tot reflectie op oplossingsgedrag: vaak ging de interactie tussen leerkracht en leerling verder dan het geven van het (al dan niet) juiste antwoord. Aandacht voor het aanleren van alternatieve oplossingsstrategieën, waaronder het behandelen van verschillende aanpakstrategieën, het hardop denken en het toepassen van het geleerde in andere situaties is in nagenoeg alle lessen waargenomen. Het volgen van de vorderingen van de leerlingen gebeurt systematisch met methodegebonden toetsen en toetsen uit het leerlingvolgsysteem. Deze gegevens zijn in alle groepen eenduidig vastgelegd in de groepsadministratie. Uit de registratie blijkt dat de leraren de resultaten nauwgezet analyseren en als basis gebruiken bij de voorbereiding van de vervolgactiviteiten. Afstemming van de instructie op de (individuele) behoeften van de leerlingen vindt in alle groepen plaats. De vertaling naar het aanbieden van passende opdrachten op het niveau van de leerling is echter minder zichtbaar in de klassikale situatie, temeer daar schoolbrede afspraken over de invulling van het zelfstandig werkuur in de verschillende groepen ontbreken. Binnen het zelfstandig werken zijn de mogelijkheden om zelfstandig te leren tamelijk gering: activiteiten als zelfstandig plannen, eigen keuzen maken en werken aan open opdrachten komen sporadisch voor. Het verdient daarom aanbeveling om een heldere ontwikkelingslijn te ontwikkelen waarin is vastgelegd welke doelen de leerlingen op het gebied van zelfstandig werken en leren zouden moeten bereiken in de opeenvolgende leerjaren. De ouders worden op basisschool 'Frans Naerebout' in voldoende mate betrokken bij de school en het onderwijs. De school benut diverse informatiekanalen om hen op de hoogte houden van de gang van zaken op de school. De leraren en de leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om en geven in de gesprekken met de inspectie aan zich veilig te voelen op de school. Er zijn duidelijke gedragsregels afgesproken, zowel op schoolniveau als in de groepen. In alle groepen heerst een sfeer die het leren en de ontwikkeling bevordert. Vermeldenswaard in dit licht zijn de (lees-)activiteiten die groepsdoorbrekend worden georganiseerd, waarbij de oudste leerlingen de leerlingen van de lagere groepen begeleiden. Zichtbaar is, dat beide groepen van deze communicatie profiteren, zowel cognitief als op het sociale vlak.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
13
Zorg en begeleiding Voor het volgen van de ontwikkeling en de prestaties van de leerlingen beschikt de school in groep 1 tot en met 8 over voldoende instrumenten. In de eerste twee leerjaren worden landelijk genormeerde toetsen afgenomen voor de taalontwikkeling en de wiskundige oriëntatie. In de hogere groepen heeft de school de beschikking over een compleet toetsinstrumentarium voor de cognitieve onderdelen en voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. De inspectie heeft aandacht gevraagd voor het gebruik van het kleuterobservatie- en registratiesysteem. In de kleutergroepen wordt dit niet bij alle leerlingen afgenomen, waardoor de kans bestaat dat problemen niet altijd in een vroegtijdig stadium aan het licht komen. Na afname van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem volgt signalering en diagnose door de groepsleerkrachten. Voor leerlingen met geconstateerde achterstanden zouden vervolgens handelingsplannen moeten worden opgesteld. Een eerste punt van aandacht hierbij vormt de mate waarin de beginsituatie van een leerling met opvallende resultaten in het opstellen van een dergelijk plan wordt meegenomen; in veel gevallen ontbreekt voorinformatie over wat met de leerling is ondernomen in de klassensituatie, voorafgaand aan het op te stellen handelingsplan. Daarnaast heeft de inspectie niet voor alle leerlingen een handelingsplan aangetroffen, ondanks de tegenvallende prestaties. De inspectie is van mening dat de school niet altijd duidelijke diagnostische procedures hanteert om zicht te krijgen op de hulpvraag. Zo heeft een verkeerde registratie van de leestoetsen geleid tot het uitblijven van maatregelen voor die leerlingen die magere resultaten behaalden op deze toetsen. Bovendien sluiten de handelingsplannen onvoldoende aan bij de diagnostiek. Daardoor zijn de doelen en de gevolgde aanpak slechts op globaal niveau uitgewerkt. Indien de school meer rekening houdt met dergelijke factoren en vervolgens doel en probleemomschrijving scherper formuleert, krijgt het handelingsplan een meer sturend karakter en kan op planmatige wijze gewerkt worden aan de achterstanden. Een laatste aandachtspunt betreft de evaluatie van handelingsplannen. Deze is veelal onvoldoende zichtbaar vastgelegd, waardoor waarborgen voor een optimaal rendement ontbreken. Leerresultaten De inspectie constateert dat de opbrengsten gemiddeld op het niveau liggen dat van de school op grond van de samenstelling van haar populatie verwacht mag worden. De school maakt gebruik van de Cito-Eindtoets om de resultaten aan het einde van de basisschoolperiode te bepalen. In beginsel doen alle leerlingen hieraan mee. Om een uitspraak te kunnen doen over het niveau van de leerlingen aan het einde van de basisschoolperiode heeft de inspectie de resultaten van deze toets over de afgelopen drie schooljaren beoordeeld. Hieruit blijkt dat de school in 2004 en in 2006 op het verwachte niveau scoort; in 2005 werden onvoldoende resultaten behaald. De sociale vaardigheden van de leerlingen aan het einde van de basisschoolperiode worden door de school niet in kaart gebracht. Daarom spreekt de inspectie geen oordeel uit over deze indicator.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
14
Voor een oordeel over de opbrengsten gedurende de schoolperiode baseert de inspectie zich op de resultaten voor technisch lezen in groep 3 en 4, voor begrijpend lezen in groep 6 en voor rekenen en wiskunde in groep 4 en 6. De prestaties van de leerlingen voor technisch lezen in de groepen 3 en 4 zijn niet beoordeeld vanwege de onbetrouwbaarheid van de gegevens. Op het meest recente meetmoment zijn de resultaten op de onderdelen begrijpend lezen in groep 6 en rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 voldoende. De inspectie werkt aan de ontwikkeling van een procedure voor het bepalen van het rendement van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Om deze reden wordt geen oordeel uitgesproken over deze indicator. Wel beoordeelt de inspectie het percentage leerlingen dat blijft zitten of dat naar het speciaal basisonderwijs wordt verwezen. De school kende de afgelopen twee schooljaren in vergelijking met het landelijk gemiddelde meer zittenblijvers in de groepen 3 tot en met 8. Daarmee kan het intern rendement op 'Frans Naerebout' als ongunstig worden gekenmerkt. Het aantal leerlingen dat jaarlijks uitstroomt naar het leerwegondersteunend en praktijkonderwijs of dat doorverwezen wordt naar het speciaal basisonderwijs is in diezelfde periode nihil. Het percentage kleuters dat een jaar langer in de kleutergroepen verblijft ligt lager dan op andere scholen.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
15
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek basisschool 'Frans Naerebout' - 10-10-2006
17