RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL DE DUKENDONCK
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
Basisschool De Dukendonck Nijmegen 11IP 71273
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 7 maart 2006 : 8 mei 2006
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ....................................................................................................5 2 KWALITEITSPROFIEL ...................................................................................7 3 BESCHOUWING .........................................................................................11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT .................................................................15
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 7 maart 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Basisschool De Dukendonck in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school aan de orde geweest. Omdat de school voordien nog niet bezocht is met een jaarlijks onderzoek "nieuwe stijl", zijn vier indicatoren uit de kwaliteitszorg aan het onderzoek toegevoegd. Deze indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan verschillende documenten aangeleverd die op uw zelfevaluatie-activiteiten of schoolontwikkeling betrekking hebben: • Plan van aanpak kwaliteitszorg, inclusief scores quick scan, IPB; • Beleidsplan ICT schooljaar 2005 - 2006; • "Onderwijs aan kleuters op obs De Dukendonck: evaluatie en stand van zaken"; • IPB taakbeleid en invulling; • Inhoudelijke verantwoording GOA-plan 2004. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
5
• •
•
• • •
Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1/2d, 3a, 4b en 8. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leraren. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was de algemeen directeur als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag aanwezig.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Basisschool De Dukendonck Kwaliteitszorg
1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
1
2
3
4
l l l l
1
2
3
4
l l l l
l
1
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
2
3
4
l l
7
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
1
2
3
4
l
1
2
3 l l
4
l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
2
3
4
l l l
8
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
3
4
5
l l
1
2
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
3
4
5
l l l
9
3 BESCHOUWING Uitgangssituatie Sinds het vorige inspectiebezoek (JO, 2005) hebben zich de volgende ontwikkelingen voorgedaan. Het aantal leerlingen groeit. Op dit moment is er een toename van ongeveer 10% en de verwachting is dat het leerlingenaantal ook geruime tijd op dit niveau zal stabiliseren. Binnen de leerlingenpopulatie is er ook een verschuiving merkbaar: het aantal leerlingen met een leerlingengewicht van 1.70 (kinderen van woonwagenbewoners) neemt duidelijk af. Daarmee neemt ook het aantal leerlingen zonder een extra leerlingengewicht relatief toe. Dit betekent dat de formatie ook evenredig krimpt. Volgens de directie blijft echter de sociaalemotionele problematiek van de leerlingen dezelfde en is er dus sprake van een zorgelijke ontwikkeling. De Dukendonck verzorgt in Nijmegen de eerste opvang van kinderen van asielzoekers en van andere neveninstromers. Naast de reguliere formatie krijgt de school daarvoor ook nog enige aanvullende subsidie van de gemeente. De kinderen die deelnemen aan het Neven Instroom Project (NIP) krijgen alle ochtenden extra ondersteuning in twee aparte groepen (onder- en bovenbouw). 's Middags nemen zij deel aan het reguliere onderwijsprogramma. Door de groei van de school, met name in de kleutergroepen is ruimtegebrek ontstaan. Er is daarom een aanvraag gedaan voor twee extra semi-permanente lokalen. De Dukendonck kan vanwege de groei aanspraak maken op extra formatie (1 1/2 fte.) Op dit moment wordt deze groeiformatie nog niet ingezet. Volgens de directie moet bovenschools eerst nog nader bezien worden welke personele consequenties extra benoemingen zouden kunnen hebben, mede gezien de komende lump-sum financieringssystematiek. Het team van De Dukendonck is stabiel. Als er sprake is van langdurigere ziektegevallen dan zijn deze niet werkgerelateerd. De school kent sinds enige tijd een School Management team (SMT). Dit SMT bestaat uit de directeur, de adjunct-directeur die tevens middenbouwcoördinator is, de coördinatoren onder- en bovenbouw en de intern begeleider. De adjunct-directeur zit de vergaderingen voor en de aanwezigheid van de directeur is afhankelijk van de agenda. Het bevoegd gezag, de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Oost Gelderland (STPOZOG), voert overleg met het bestuur van de Rosastichting en met het bestuur van het SBAO Nijmegen. De insteek is om te verkennen in hoeverre een besturenfusie haalbaar is. Onderwijskwaliteit Kwaliteitszorg
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
11
Sinds enige tijd gebruikt De Dukendonck ten behoeve van de kwaliteitszorg een instrument voor zelfevaluatie en schoolontwikkeling (WMK-PO). De implementatie daarvan is echter nog niet zodanig gevorderd dat gesproken kan worden van een brede evaluatie van leren en onderwijzen. De quick-scan die bij dit instrument hoort, is in een teamvergadering besproken en op grond daarvan is het team aan de slag gegaan met het onderdeel "integraal personeelsbeleid" (IPB). De overige resultaten uit deze sterkte-/zwakte-analyse zijn niet vastgelegd in een meerjarenplanning en ook het gekozen speerpunt (IPB) voor het huidige schooljaar is niet nader uitgewerkt (doelstellingen, werkwijze, wie doet wat en wanneer, bepaling en waardering effecten). De Dukendonck participeert in het onderwijsachterstandenbeleid van de gemeente (GOA). Voorwaarde voor deelname is dat men onder andere concrete doelstellingen formuleert voor de opbrengsten van taal/lezen en rekenen/wiskunde en deze jaarlijks evalueert. Uit de aangeleverde documenten blijkt dat de school dit nauwgezet doet. Hoewel de inspectie daarmee indicator 1.2 als "voldoende" beoordeelt, is zij van mening dat de evaluatie nog nader verbreed kan worden, namelijk door ook de eindopbrengsten bij de evaluatie te betrekken en door trendanalyses van de verschillende opbrengsten te maken. Vanaf januari 2006 beoordeelt de inspectie in het kader van de kwaliteitszorg ook een indicator die betrekking heeft op de sociale veiligheid van leerlingen en personeel. Bij deze indicator (1.7) zijn drie aspecten van belang. Op de eerste plaats dient de school zicht te hebben op de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel. Dat kan zij bereiken door bijvoorbeeld 2-jaarlijks een vragenlijst onder deze doelgroepen uit te zetten. Verder moet de school beschikken over vastgesteld beleid ter preventie van incidenten. Tenslotte vindt de inspectie het belangrijk dat vastgelegd is welke acties aan de orde zijn indien zich incidenten voordoen. Hierbij hoort tevens een goede incidentenregistratie. Voorlopig hanteert de inspectie als norm dat de school tenminste aan twee van de drie genoemde criteria moet voldoen. De Dukendonck voldoet daar nog niet aan. De periodieke peiling van de beleving van de sociale veiligheid gebeurt niet en het bovenschoolse beleid dat ontwikkeld is op dit gebied is nog onvoldoende op schoolniveau geïmplementeerd. Leerstofaanbod Voor de meeste onderdelen van het kerncurriculum (taal/lezen en rekenen/wiskunde) beschikt De Dukendonck over methoden en aanvullende materialen waarmee zij de kerndoelen kan realiseren. Alleen voor voortgezet technisch lezen gebruikt de school geen methode en dat is, gezien de taalproblematiek waarmee veel leerlingen te maken hebben, noodzakelijk. De school heeft dit intussen onderkend en oriënteert zich op een dergelijke methode. Ook de vervanging van de huidige methode voor begrijpend en studerend lezen staat op de planning. Een tweede punt waarop de school zich kan verbeteren betreft de doorgaande lijn in het aanbod. Hoewel de school de leerinhouden voor taalontwikkeling in de groepen 1 en 2 ("beginnende geletterdheid") al heeft vastgelegd, is dit voor rekenen en wiskunde nog niet het geval en daardoor is nog niet voldoende gegarandeerd dat het aanbod volledig is en goed aansluit bij het rekenonderwijs in groep 3. Pedagogisch en didactisch handelen Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
12
Tijdens de lesbezoeken is zichtbaar dat de leraren van De Dukendonck in voldoende mate beschikken over de belangrijkste pedagogische en didactische vaardigheden. Met name de structuuraspecten van de les (opbouw, uitleg, effectief gebruik van de lestijd) zijn goed verzorgd en deze zorgen voor een goede betrokkenheid bij de leerlingen. Twee onderdelen van het didactisch handelen zijn vatbaar voor verbetering. Met name tijdens de instructiefase van de lessen stemmen de leraren onvoldoende af op de verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen. Ook zijn er weinig momenten waarop de leerlingen mede verantwoordelijkheid krijgen bij de vormgeving en uitvoering van hun leerproces. Zelfstandig werken/leren is op De Dukendonck nog maar in beperkte mate ingevoerd. Ten behoeve van het maken van werkstukken is er wel een doorgaande lijn vanaf groep 5 gecreëerd. Tijdens deze activiteiten krijgen de leerlingen wel meer mogelijkheden om zelfstandig aan de slag te gaan. Zorg en begeleiding Om leerlingen die stagnatie of terugval in hun ontwikkeling ondervinden tijdig te kunnen signaleren beschikt de school over verschillende methodegebonden en landelijk genormeerde toetsen. In de onderbouwgroepen is verder een systeem in ontwikkeling om ook de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart te brengen. In het schooljaar 2003 - 2004 hebben de leraren van de onderbouw daarvoor een speciale cursus gevolgd. De sociaal-emotionele ontwikkeling in de groepen 3 tot en met 8 wordt niet systematisch bijgehouden. De leraren nemen de toetsen af volgens de toetskalender en de intern begeleider coördineert de afname, registratie en evaluatie van de toetsresultaten. Tijdens de leerlingenbesprekingen bepaalt men welke leerlingen aanvullende ondersteuning of extra uitdaging krijgen. De criteria daarvoor ontleent men in hoofdzaak aan de richtlijnen van het leerlingvolgsysteem. Om deze extra hulp goed vorm te geven stelt de school voor deze leerlingen een handelingsplan op. Soms doet de remedial teacher dit, soms de groepsleraar in samenspraak met de RT-er. Over het algemeen bevatten de handelingsplannen die de inspectie heeft beoordeeld de vereiste elementen om aan de zorg goede sturing te geven. Alleen de evaluatie is hier en daar te vaag en bij enkele handelingsplannen werd het effect van de gegeven zorg niet vastgelegd. Opbrengsten De inspectie heeft de eindopbrengsten beoordeeld op basis van de resultaten van de Cito eindtoets over de laatste drie schooljaren. Zij concludeert op basis van deze gegevens dat de schoolscores overeenkomen met de resultaten van scholen met een vergelijkbare schoolbevolking. In 2003 scoorde de school hoger dan verwacht mag worden op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie. De resultaten op tussenliggende momenten beoordeelt de inspectie op basis van de resultaten van een vijftal landelijk genormeerde toetsen voor respectievelijk technisch lezen (groep 3 en 4), rekenen/wiskunde (groep 4 en 6) en begrijpend lezen (groep 6). Op de rekentoetsen en de toets voor begrijpend lezen vallen relatief weinig leerlingen uit. De resultaten voor technisch lezen zijn per leeskaart (DMT) wisselend, maar als geheel voldoende. Over het niveau van de sociale vaardigheden kan de inspectie geen uitspraak doen aangezien de school daarvoor geen landelijk genormeerde toets gebruikt.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
13
Het aantal leerlingen dat doubleert in de groepen 3 tot en met 8 blijft met ruim 2% binnen de inspectienorm. Wel is het gemiddeld aantal leerlingen dat jaarlijks doorstroomt naar het Leerwegondersteunend of Praktijkonderwijs aan de hoge kant. Dat geldt ook voor het aantal tussentijdse verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs. De school verklaart dit vanuit de omstandigheid dat zij te maken heeft met veel zij-instromers (zie bij uitgangssituatie).
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
14
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie de volgende afspraken met betrekking tot wettelijke bepaling(en) waaraan de school niet voldoet: • in een volgende versie van de schoolgids neemt de school de NAW-gegevens op van de landelijke klachtencommissie waarbij zij is aangesloten; • verder past de school de zogeheten "gewenningsregeling" voor nieuwe kleuters aan.
De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Dukendonck - 7-3-2006
15