RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BURGEMEESTER DE VLUGT
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
Basisschool Burgemeester De Vlugt Amsterdam 18WK 90816
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 27 maart 2007 : 29 mei 2007
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 15
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 27 maart 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Basisschool Burgemeester De Vlugt in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school aan de orde geweest. Het gaat hierbij om de indicatoren 1.7 en 1.8 van de kwaliteitszorg omdat deze niet eerder tijdens een inspectiebezoek zijn beoordeeld. De toegevoegde indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan één document ingestuurd dat op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking heeft, te weten het verslag risico-inventarisatie en evaluatie in het kader van de ARBO. Op grond van de gegevens uit dit document heeft de inspectie besloten om toch alle kernindicatoren te onderzoeken omdat de risico-inventarisatie geen gegevens bevat over de kwaliteitszorg of het primaire proces. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
5
•
•
• • •
Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1/2, 3, 4, 7 en 8. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleiders. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, leraren en ouders. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Basisschool Burgemeester De Vlugt Kwaliteitszorg
1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l l l
l
1
2
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
3
4
l l
7
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
1
2
3
4 l
1
2
3 l l
4
l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
2
3
4
l l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
l
8
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
3
4
5
l l
1
2
3
4
5
l l l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
9
3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op de Burgemeester de Vlugtschool en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de Burgemeester de Vlugtschool en eerdere inspectieonderzoeken. Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op de Burgemeester de Vlugtschool is overwegend voldoende. De inspectie baseert deze uitspraak op het leerstofaanbod, belangrijke onderdelen van het pedagogisch en didactisch handelen, het schoolklimaat en de wijze waarop de leerlingenzorg op de school is gestructureerd. Tevens handhaaft de inspectie de voldoende beoordeling van de kwaliteitszorg tijdens het jaarlijks onderzoek in 2005. Met de kwaliteit van haar onderwijs slaagt de school er bovendien in om voldoende opbrengsten te realiseren. Ouders tonen zich tevreden over de school, mede door alle inspanningen van directie en team om ouders met allerlei activiteiten en cursussen bij de school te betrekken. De leerlingen zijn enthousiast over de lessen muziek, drama en beeldende vorming, omdat deze een goed tegenwicht bieden voor het grote aantal lesuren dat de school, terecht, aan de basisvaardigheden toekent. De school wil deze activiteiten in de nabije toekomst overigens meer integreren in het taalonderwijs. Ten opzichte van het Integraal Schooltoezicht in 2002 heeft de school zich op veel punten weten te verbeteren. Dit is zeker op het gebied van het leerstofaanbod het geval. Dit is een gevolg van de prioriteit die de school heeft gegeven aan de verbetering van het taalonderwijs. Op het gebied van didactisch handelen is er meer dan voorheen sprake van onderwijs in leerstrategieën. Sommige aandachtspunten zijn blijven staan, zoals de afstemming van de instructie en de verwerking op de verschillen tussen leerlingen en de planmatige uitvoering van de zorg. Hoewel op deze gebieden zeker vorderingen zijn gemaakt, is er nog geen sprake van een schoolbrede borging. Toelichting Opbrengsten Net als in voorgaande jaren liggen de eindopbrengsten rond of boven het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. In twee van de afgelopen drie jaren liggen de resultaten boven het gemiddelde van de schoolgroep, met inbegrip van de scores van de leerlingen die uitstromen naar het leerwegondersteunend onderwijs. De opbrengsten op tussenmomenten laten eveneens een positief beeld zien. Alleen de resultaten voor rekenen en wiskunde in groep 4 liggen onder het te verwachten niveau.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
11
De school is dus al jaren in staat om haar opbrengsten op niveau te houden. Dit is mede mogelijk door de verbetertrajecten die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Zo is er de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het taalonderwijs, het klassenmanagement en de leerlingenzorg. De school kan de evaluatie van haar verbeterplannen nog meer diepgang geven door de kwaliteit van haar opbrengsten nadrukkelijk bij deze evaluatie te betrekken. Zo zou de school streefdoelen voor de toetsen uit het leerlingvolgsysteem kunnen opstellen en kan zij meer gebruik maken van trendanalyses. Daarmee kan de school beter meten of zij haar doelen haalt. Als dat zo is, kan zij haar succes vieren en als dat niet het geval is, kan zij het aanbod en de didactiek aanpassen. Naar aanleiding van het periodiek kwaliteitsonderzoek ziet de inspectie enige aanknopingspunten om de uitwerking van de verbetertrajecten in de praktijk te versterken. Het gaat hierbij om versterking van het taalaanbod in de onderbouw, een betere differentiatie tijdens de lessen en de borging van de uitvoering van extra zorg. In onderstaande paragrafen worden deze punten nader toegelicht. Taalaanbod Het taalaanbod is de afgelopen jaren flink verbeterd. Zo heeft de school zelf een woordenschatlijn met bijbehorend volgsysteem ontwikkeld, zijn er nieuwe onderwijsleerpakketten voor technisch en begrijpend lezen ingevoerd en probeert de school het taalonderwijs steeds meer te integreren in de creatieve vakken. Daarnaast is de school voornemens om een nieuwe methode voor Nederlandse taal in te voeren. De school zou de effectiviteit van haar eigen woordenschatlijn nog beter kunnen meten. Het leerstofaanbod van de school sluit daarmee aan op de behoeften van de leerlingenpopulatie. Zeker gezien het feit dat er in de groepen 1/2 gewerkt wordt met een voorschoolmethode die gelijk is aan de methode van de peuterspeelzaal. Het gebruik van de voorschoolmethode in de groepen 1/2 staat in principe garant voor een doorgaande lijn in het leerstofaanbod van groep 1/2 naar 3. Op dit punt kan de school haar aanbod echter nog versterken door meer aandacht te besteden aan de fonologische vaardigheden. De intern begeleider (IB-er) van de onderbouw heeft dit zelf ook ingezien en is daarom samen met de leraren bezig om hiertoe een systematisch aanbod in te voeren. In navolging op het aanbod zou het team de ontwikkeling van de leerlingen op dit gebied structureel moeten vastleggen in een observatiesysteem voor ontluikende geletterheid en fonemisch bewustzijn. Differentiatie Enige jaren geleden heeft het team gekozen voor de invoering van het GIPmodel: zowel om meer ruimte te creëren voor leerlingen die extra aandacht nodig hebben, als voor het vergroten van de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen. De invoering van dit model is een feit en in alle klassen wordt gewerkt met dezelfde symbolen en dezelfde structuur. De leerlingen kunnen deze werkwijze ook prima beschrijven.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
12
De doelen die de school met het GIP-model voor ogen heeft, komen echter nog niet helemaal tot uiting in de dagelijkse praktijk. Tijdens de bezochte lessen heeft de inspectie nauwelijks enige vorm van differentiatie gezien. Daarnaast geven de klassenmappen van de leraren geen aanvullend inzicht in hoe ze de 'zelfstandig werken'-tijd gebruiken. Op deze manier wordt niet inzichtelijk welke leerlingen voor welk leergebied extra instructie of bijvoorbeeld voorinstructie krijgen en of ze die tijd gebruiken om handelingsplannen uit te voeren. De school kan zo moeilijk nagaan of het GIP-model volgens de afspraken wordt ingezet en of er daarmee sprake is van een voldoende 'preventieve' aanpak tijdens de dagelijkse lespraktijk. Omdat de inspectie tijdens de lesbezoeken te weinig vormen van differentiatie heeft gezien en omdat uit de planning van de leraren niet duidelijk wordt wanneer en hoe ze hun aanbod afstemmen op de verschillen tussen de leerlingen, waardeert de inspectie indicator 7.3 als onvoldoende. Tijdens de momenten van 'zelfstandig werken' werken de leerlingen aan de hand van weektaken. Het team kan de differentiatiemogelijkheden van de weektaken beter benutten. In veel gevallen zijn deze taken voor alle leerlingen gelijk, terwijl hier juist winst gemaakt kan worden door ze af te stemmen op de behoeften van de leerlingen. Om een volgende stap te nemen bij het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen, zou de school de leerlingen meer eigen keuzes kunnen laten maken bij het taakwerk: wat zijn mijn zwakke punten, en welke oefenstof kan ik dan het best gaan doen. Hierdoor krijgen de leerlingen meer verantwoordelijkheid over hun eigen leerproces en leren ze te reflecteren op de keuzes die ze maken en de wijze waarop ze hun werk aanpakken. Planmatige zorg De zorgstructuur op de Burgemeester de Vlugtschool zit goed in elkaar. Alle taken zijn belegd, van signaleren en analyseren tot uitvoering en evalueren. Wat opvalt in de organisatie van de leerlingenzorg is dat veel van de taken rondom de zorg belegd zijn bij de intern begeleider en de zorgleraren. Naar aanleiding van de toetsen wordt tijdens groepsbesprekingen bepaald welke leerlingen extra zorg nodig hebben. Hierbij geldt als vuistregel dat de leerlingen die een E scoren op de landelijk genormeerde toetsen extra aandacht krijgen van de zorgleraar die aan de groep verbonden is. In de meeste gevallen wordt voor deze leerlingen ook een handelingsplan opgesteld, hetzij door de zorgleraar hetzij door de intern begeleider. Zij houden tevens de uitvoering van de handelingsplannen in de gaten en evalueren het effect van de extra zorg. De leerlingen die een D scoren of die juist een leervoorsprong hebben, krijgen extra hulp in de klas door de groepsleraar. Voor deze extra hulp wordt echter geen handelingsplan opgesteld. Ook kan in de klassenadministratie niet teruggevonden worden wanneer de leraar deze hulp geeft en hoe vaak dat gebeurt. Daarmee staat de planmatige uitvoering van de zorg die door de groepsleraar wordt gegeven onder druk en kan ook moeilijk worden bepaald in welke mate deze zorg effectief is geweest. Om die reden waardeert de inspectie indicator 11.3 als onvoldoende.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
13
Hoewel de leerlingenzorg voor een groot deel goed georganiseerd is, rijst de vraag of de huidige verdeling van taken het systeem niet kwetsbaar maakt. Zo komen de intern begeleiders niet aan al hun werkzaamheden toe, omdat zij veel tijd moeten besteden aan de analyse van toetsresultaten en het opstellen van handelingsplannen. De school ziet dit zelf ook in en heeft daarom voor de leraren een scholing in het opstellen van handelingsplannen gepland. Verder is de zorg voor leerlingen met een grote leerachterstand nu afhankelijk van de beschikbaarheid en de aanwezigheid van de zorgleraar. Om deze zorg beter te borgen zouden de leraren moeten nagaan in hoeverre zij de handelingsplannen met het GIP-model zelf kunnen uitvoeren. Een meer gedetailleerde week- en dagplanning waarin de extra hulp expliciet staat opgenomen, kan hieraan bijdragen. Recente wetgeving Sociale veiligheid De inspectie beoordeelt in hoeverre de school de sociale veiligheid van leerlingen en personeel waarborgt door daar beleid voor te formuleren. Dit is een onderdeel dat valt onder kwaliteitszorg: het zegt iets over de mate waarin de school actief het schoolklimaat bewaakt. Het staat los van de geconstateerde sfeer op de school tijdens het schoolbezoek. Op basis van de criteria die de inspectie hiervoor hanteert, wordt deze veiligheid nog onvoldoende gewaarborgd. De school heeft veel activiteiten in de planning opgenomen die bijdragen aan preventief beleid, zoals het opstellen van een pestprotocol en het komen tot een aanbod voor het systematisch aanleren van sociale vaardigheden van de leerlingen. Het preventief beleid ligt echter nog niet vast en dit geldt ook voor het beleid dat de school heeft voor het afhandelen van incidenten die zich voordoen. Verder heeft de school nog niet vastgesteld hoe zij zich periodiek op de hoogte stelt van het sociaal welbevinden van de leerlingen. Zo'n onderzoek is wel recentelijk onder de leraren afgenomen. Momenteel ontbreekt het op de school nog aan een centraal registratiesysteem voor incidenten rondom de sociale veiligheid. De school kan daardoor moeilijk systematisch haar veiligheidsbeleid evalueren en bepalen op welke gebieden beleid misschien moet worden aangescherpt. Actief burgerschap en sociale integratie In de Wet op het primair onderwijs is opgenomen dat de school structureel aandacht moet besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Op enig moment zal de school daarom moeten aantonen dat er sprake is van een structureel aanbod en dat de school ook in beeld brengt op welke wijze leerlingen zich dat aanbod in kennis en/of vaardigheden eigen hebben gemaakt. Bij volgend schoolbezoek zal de inspectie daar specifiek op toezien. Op dit moment beoordeelt de inspectie indicator 1.8 positief als er geen contra-indicatoren zijn waargenomen. Dat is op deze school het geval.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
14
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Burgemeester De Vlugt - 27-3-2007
15