RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL DE BRUGGE
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
Basisschool De Brugge Ede 23PT 70337
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 14 en 16 februari 2006 : 4 mei 2006
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 19
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 14 en 16 februari 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Basisschool De Brugge in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten en schoolontwikkeling betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: • Onderzoeksverslag (CASE/IMS) 1998; • Zorgplan Interne Begeleiding (augustus 2005); • Toetsstructuur voor alle groepen 2005-2006; • Afsprakenboek De Brugge; • Overzicht gesprekkencyclus Pedagogisch Handelen; • Schoolleiderschap in beweging: teamcoaching als professioneel instrument voor groepsleerkrachten en leidinggevenden, AVS, 2005; • Werkboek Ontwikkelingsgericht werken; • Strategisch beleidsplan 2003-2007; • Nascholingsplan 2005-2006. De opzet van het onderzoek
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
5
Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten en schoolontwikkeling van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij gedurende twee dagen in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van onder andere lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde, voor een deel vanuit het aspect van 'teamscholing'. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 2c, 3c, 4c, 5a, 5b, 6a, 7a en 8b. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider(s)/zorgteam. • Op uw school zijn verder een gesprekken gevoerd met leerlingen, leraren en bouwcoördinatoren ouders. Leerlingen uit de groepen 7 en 8 hebben verder vragenlijsten betreffende sociale cohesie en burgerschap ingevuld. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was de algemeen directeur als vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Basisschool De Brugge Kwaliteitszorg
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
1
2
3
4
l l l l l l l
1
2
3
4 l l
l l
l
7
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
1
2
3
4 l
l
1
2
3
4 l
1
2
3
4 l
l l
1
2
3
4 l
l
1
2
3
4 l
l
1
2
3
4 l l
1
2
3
4 l
1
2
3
4
l l l
8
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
3
4
5
l l
1
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
2
3
4
5
l l l
9
3 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Uitgangssituatie De Inspectie van het Onderwijs bezocht basisschool De Brugge voor het laatst in 2001 in het kader van een regulier schooltoezicht (RST). De inspectie stelde vast dat de kwaliteit van het onderwijs op de onderzochte indicatoren in alle opzichten van een voldoende niveau was. Dit beeld werd bevestigd in 2004 via een digitaal onderzoek. Basisschool De Brugge bestaat sinds 1990 en beschikt momenteel over 26 lokalen, verspreid over drie locaties. Op de hoofdlocatie is de onderbouw en een deel van de middenbouw gehuisvest, de bovenbouw op locatie Spinozastate en de beide groepen 5 op een kleine locatie, genaamd 't Riet. Naast de hoofdlocatie is een noodgebouw in gebruik genomen, waar ook een peuterspeelzaal is ondergebracht. Het schoolplein bij de hoofdlocatie (Wilsondreef) is met name voor onder- en middenbouwgroepen aantrekkelijk ingericht. De schoolleiding verwacht dat het bestuur binnenkort besluit over de gewenste toekomstige huisvesting. Met name de ouders hopen dat het noodgebouw vanwege de gebrekkige hygiënische omstandigheden wordt vervangen door een permanente huisvesting. De directie van De Brugge bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur. Beiden zijn vrijgesteld van lesgevende taken. Samen met de bouwcoördinatoren en de IB-ers vormen zij het managementteam. Voor diverse ondersteunende werkzaamheden beschikt de school over een administratief medewerkster en een conciërge. Het aantal leerlingen op De Brugge is groot, maar er is een dalende tendens. Vorig schooljaar bezochten 561 leerlingen De Brugge, dit schooljaar zijn het er 518, terwijl het er twee jaar geleden nog 582 waren. De schoolleiding geeft aan dat de terugloop met onafhankelijke, demografische gegevens in de wijk heeft te maken. Voor het merendeel (meer dan 90%) betreft het kinderen van middelbaar en hoger opgeleide ouders. De Brugge beschouwt zich als een protestant-christelijke school met aandacht voor de eigen identiteit en vanuit deze basis voor andere waarden en normen in de samenleving. Vanuit de missie van de school tracht men 'bruggen te bouwen', relaties te leggen, om leerlingen te begeleiden op hun weg om volwaardig deelnemer aan de samenleving te worden. Het team van de school bestaat uit meer dan 45 zeer betrokken medewerkers, waaronder een vakleerkracht bewegingsonderwijs, tevens motorisch remedial teacher. Ondanks de omvang, spreken alle betrokkenen van een homogeen, betrokken en geïnspireerd team, dat de persoonlijke ontwikkeling gekoppeld weet aan de schoolontwikkeling, waardoor deze school in hoge mate de kenmerken van een 'lerende organisatie' vertoont: in veiligheid groeien met elkaar en aan elkaar.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
11
Het bevoegd gezag van De Brugge is samen met 16 andere basisscholen in Ede en omgeving, de Vereniging voor CNS te Ede. Samenvattend oordeel over de onderwijskwaliteit De inspectie stelt met waardering vast dat dankzij de energieke aansturing door schoolleiding en managementteam de schoolontwikkeling met gevoel voor individuele competenties planmatig is voortgezet, waardoor de geconstateerde pluspunten van 2001 zijn geborgd en de verdere versterking van de kwaliteit van het onderwijs aantoonbaar planmatig onderwerp blijft op basisschool De Brugge: alle onderzochte aspecten van goed onderwijs zijn in voldoende mate en soms zelfs in sterke mate waar te nemen. De school is reeds jaren systematisch bezig de sterke en zwakkere punten in beeld te brengen om vanuit die vaststelling met inspanning van alle krachten overeengekomen verbeteringen aan te brengen. Via een door externe deskundigen uitgevoerde nulmeting zijn vele schoolaspecten in vergelijking tot Nederlandse gemiddelden in beeld gebracht. Op basis van deze analyse zijn prioriteiten gesteld die onder aansturing van de schoolleiding successievelijk zijn opgepakt. In 2003 geven het nieuw vastgestelde Schoolplan en Strategisch beleidsplan richting aan de verbeteringen. De inhoud van de verbeteringen is in meerdere documenten vastgelegd, waardoor de implementatie over langere tijd kan worden gevolgd en nieuwe teamleden onderbouwd kunnen worden ingewerkt. De voortgang blijkt uit een jaarlijks activiteitenplan gekoppeld aan het nascholingsplan. De activiteiten die in 20052006 centraal staan, zijn naast borging van eerdere veranderonderwerpen zoals zelfstandig werken, omgaan met verschillen, samenwerkend leren, sociaal-emotionele ontwikkeling en versterking van het systeem van zorg en begeleiding: • pedagogisch handelen en teamcoaching; • verdieping van ontwikkelingsgericht onderwijs en projectmatig werken; • versterken van de creatieve vorming van leerlingen; • professionaliseren van het middenmanagement. De school beschouwt dit als een ambitieus, maar haalbaar innovatieproces en schenkt daarbij zeer gericht en professioneel aandacht aan coaching van het team en teamleden door gekwalificeerde (interne) coaches. De daardoor versterkte professionele kwaliteiten van de leraar dienen ook als meerwaarde op te leveren dat leerlingen worden begeleid hun eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces en de samenwerking met anderen gericht te ontwikkelen. De school oriënteert zich samen met andere schoolleiders in het directieoverleg van CNS over de aanschaf van een systeem voor kwaliteitszorg op basis van zelfevaluatie. Een dergelijk instrument levert de school naar verwachting een verdiept, systematisch vervolg op de reeds cyclische wijze van werken op. De aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs heeft in ieder geval opgeleverd dat de resultaten van leerlingen zowel op de CITO Eindtoets, de CITO Entreetoets, als op diverse genormeerde tussentijdse toetsen in vergelijking tot scholen met een overeenkomstige leerlingenpopulatie op een ruim voldoende niveau liggen. Door analyses van de opbrengsten door het team onder leiding van intern begeleiders en bouwcoördinatoren houdt men de vinger aan de pols om beïnvloedbare factoren te onderkennen en waar mogelijk te optimaliseren. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
12
Hieronder gaat de inspectie kort in op een aantal elementen die mede de kwaliteit van het onderwijs op De Brugge bepalen. 1. Kwaliteitszorg en schoolontwikkeling Hiervoor is al aangegeven dat De Brugge de kwaliteit van het onderwijs via interne evaluaties gestuurd vanuit het managementteam, op een hoog peil houdt. De basis daarvoor wordt reeds gelegd bij de intake van leerlingen. De school tracht vanaf de eerste schooldag de aanvankelijk globale beschrijving van de leerling op basis van observaties en methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen te verfijnen om het ontwikkelingsperspectief van de leerling vast te stellen als richtlijn voor het onderwijsleerproces. Dat laatste is op dit moment niet concreet uitgewerkt. De school maakt onder andere trendanalyses van de CITO Eind- en Entreetoets. De resultaten worden evaluatief besproken in het team. De Entreetoetsen worden op groeps- en individueel niveau besproken voor de jaarplanning van het onderwijs van de groep en individuele leerlingen. Ook de tussentijdse opbrengsten worden geanalyseerd: mondeling in een leerlingenbespreking en/of direct tussen groepsleraar en IB-er. Groepsoverzichten worden in het Zorgteam besproken. De school tracht jaarlijks met het voortgezet onderwijs te overleggen over samenhang tussen het schooladvies en de schoolloopbaan van de leerling. Hoewel de school nog geen gebruik maakt van een systematisch evaluatiesysteem, kan wel worden gesteld dat desalniettemin alle onderdelen van het onderwijsleerproces op hun kwaliteit worden doorgenomen. Die interne analyses leveren vervolgens doorgaans de beleidsthema's voor verdere ontwikkeling op. De school wenst over te gaan naar een instrument voor kwaliteitszorg, teneinde de systematiek verder op te voeren. De school wachtte met een definitieve keuze, om het managementteam de ruimte te geven de wisselingen in het team op te vangen, en tot nieuwe afspraken over taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden te komen. De verbeteractiviteiten worden jaarlijks geconcretiseerd vanuit het meerjarenbeleidsplan. De school maakt er werk van om in relatie tot de innovaties de professionalisering van teamleden via een nascholingsplan uit te werken. Dat levert grote betrokkenheid op en een zichtbare uitwerking van het integraal personeelsbeleid. De plannen van actie zijn redelijk concreet opgesteld, maar kunnen vanuit de SMART-systematiek nog sterker het beoogde effect in beeld brengen. De implementatie krijgt in de verbeterplannen systematisch aandacht. Een goed voorbeeld daarvan is het Zorgplan, dat vanuit de interne begeleiders in samenwerking met de bouwcoördinatoren stap voor stap groepsleraren 'eigenaar' maakt van de principes in de uitvoering van het zorgsysteem. Via klassenconsultaties en lesbezoeken, daar waar nodig en gewenst ondersteund met video-interactie begeleiding, worden de opbrengsten van de veranderactiviteiten vastgelegd. Ouders worden via nieuwsbrieven en de schoolgids geïnformeerd over de resultaten van de vernieuwingsactiviteiten. Een model voor managementrapportages aan het bestuur is in voorbereiding.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
13
De inspectie beoordeelt bij dit bezoek ook op welke wijze de school de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel waarborgt. In het schoolafsprakenboek zijn interne regels en een gedragscode concreet vastgelegd. Expliciete aandacht voor veiligheidsbeleid gericht op preventie van incidenten en op afhandeling van incidenten is nog niet in uitgewerkte vorm zichtbaar. Wel is een bovenschools protocol betreffende omgaan met pesten en bedreigingen vastgesteld. Nieuwe wetgeving verwacht van scholen dat zij toch beleid in deze formuleren en regelmatig actualiseren. De prioriteit van De Brugge is daar momenteel niet op gericht. Wel maakt de school veel werk van het inzicht krijgen in de beleving van de sociale veiligheid van leerlingen en leraren in de dagelijkse gang van zaken. Leerlingen en personeel maken duidelijk, ook via de vele feedbacksessies die onderdeel zijn van de werk- en leerprocessen, dat zij zich in hoge mate wel bevinden. De school schenkt in het leerstofaanbod consequent aandacht aan de ontwikkeling van leerlingen tot staatsburger, waarbij ook buitenschoolse situaties en actualiteit aan de orde komen. De persoonlijke keuzen van leerlingen en hun omgeving komen daarbij gericht ter sprake. Op grond van het bovenstaande en de beleving dat in gesprekken met leerlingen, ouders en leraren overtuigend sprake is van een goed onderhoud van een veilig schoolklimaat, komt de inspectie ook bij dit onderdeel tot de uitspraak 'voldoende'. De school is van plan binnenkort (eind maart 2006) ouders te bevragen over hun meningen en hun mate van tevredenheid met de school en het schoolbeleid, onder andere met betrekking tot veiligheid. De school gebruikt daartoe het instrument 'Scholen met Succes'. Het verdient aanbeveling dit instrument met meer regelmaat in te zetten en ook na te denken op welke wijze leerlingen betrokken worden bij interne evaluaties. 2. Onderwijsleerproces a. Leerstofaanbod De school beschikt voor de basisvaardigheden over eigentijdse methoden om aan de kerndoelen te voldoen. Met de methoden en het aanvullende materiaal kan de school ook voldoende tegemoetkomen aan de verschillen in onderwijsbehoefte van de leerlingen. Een belangrijke verbetering is gerealiseerd in het leerst ofaanbod van de aanvangsgroepen. De doorgaande lijn is via tussendoelen en leerlijnen uitgewerkt, waardoor de afstemming met volgende groepen aantoonbaar werkt. Via het werkplan differentiatie krijgt adaptief onderwijs een invulling voor leerlingen met (tijdelijk) extra onderwijsbehoeften. De school heeft beleid voor meerbegaafde leerlingen uitgewerkt en beschikt over de nodige materialen om dit beleid in de praktijk inhoud te geven. De inspectie heeft als verbeterpunt aangegeven dat de keuze van de school om de methode voor aanvankelijk lezen niet in groep 3 volledig af te ronden, bezwaren heeft. De uitvoering van de laatste kernen in groep 4 heeft nadelige gevolgen voor de rest van het programma in groep 4, met name voor zwakkere leerlingen.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
14
De Brugge heeft intensief aandacht voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden van leerlingen. Dat blijkt uit de verschillende aspecten van coöperatief leren die geoefend worden en uit de inzet van bijvoorbeeld Leefstijl (hogere groepen) en PAD in de middenbouw. Leerlingen geven aan dat vroeger starten met het Leefstijlprogramma wat hen betreft de voorkeur heeft. Een sterk punt hierbij is de uitvoering door de vakleerkracht van bewegingsonderwijs. De doelstellingen sluiten niet alleen aan op de principes van goed bewegingsonderwijs, maar ook op het concept van teamcoaching van de school. Leerlingen dienen ook bij dit vak rekening te houden met elkaar, samen te werken, elkaar aan te spreken op afspraken en elkaar feedback te geven op gedrag en gedragingen. Net als bij de andere vakken treedt de vakleraar heel bewust als rol-model op. De school besteedt ruim aandacht aan creatieve vorming en drama, veelal met ondersteuning van ouders. De school voelt zich gesterkt door de leerlingenresultaten op de basisvaardigheden om hier in ieder geval mee door te gaan. b. Pedagogisch en didactisch handelen De Brugge heeft, zoals hierboven ook reeds aangegeven, teamcoaching als professioneel instrument en als rolmodel voor leerlingen via studiedagen geïntroduceerd. Binnen het team is daarvoor een zeer breed draagvlak, zeker nu steeds meer zichtbaar wordt dat dit instrument een extra dimensie geeft aan de competentieontwikkeling van leraren en in relatie daarmee aan het pedagogisch-didactisch handelen. De school beschikt ook intern over getrainde coaches om het invoeringsproces te begeleiden en de implementatie via lesbezoeken, intervisie- en consultatie- en feedbackgesprekken kracht bij te zetten. In de bijgewoonde lessen zijn de effecten aantoonbaar aanwezig. Het is duidelijk dat startende en ervaren leraren zich bewust zijn van hun rol in het onderwijsleerproces en dat dit ook inhoudt dat leerlingen in wisselende rollen en taken betrokken worden bij de onderwijsactiviteiten. De inbreng van leerlingen wordt bijvoorbeeld gestimuleerd bij de aankleding van het lokaal, het opstellen van klassenregels en de invulling van activiteiten. Leerlingen werken incidenteel met dag- of weektaken en structureel met zelf-corrigerende materialen. In de kleuterbouw kunnen leerlingen zelf via het kiesbord hun activiteiten bepalen en hun belangstelling volgen en in de groepen 3-8 wordt bevorderd dat leerlingen individueel of in groepjes werken aan opdrachten die ze zelf kunnen kiezen, plannen en evalueren. Ook leren leerlingen hun eigen werk te beoordelen. De leraren registreren de ontwikkeling van de leerlingen hierbij, hetgeen als basis voor ontwikkelgesprekken dient. De inspectie stelt vast dat de werkwijzen van De Brugge in hoge mate stimulerend zijn voor de ontwikkeling van de meervoudige intelligentie van leerlingen en dat leraren zeer gemotiveerd zijn om binnen de gekozen werkwijzen te groeien als coach van hun leerlingen. c. Schoolklimaat Het behoeft geen breed betoog na het voorgaande om het schoolklimaat op De Brugge als een sterk punt te waarderen. Enige discussie binnen het team en met ouders betreft wel de 'beschermende sfeer in de school' en de praktijk in de omgeving en met name in het voortgezet onderwijs. De sociale weerbaarheid van leerlingen krijgt met name in het Leefstijlprogramma in de bovenbouwgroepen, maar ook in de teamscholing en activiteiten als 'survival' gerichte aandacht. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
15
In gesprekken met het voortgezet onderwijs presenteert de school haar zienswijze en stimuleert dat deze werkwijze in het voortgezet onderwijs voortgang krijgt. In het afsprakenboek is de relatie met ouders uitgewerkt. Zo zijn er informatieavonden voor de ouders, open schooltijden voor nieuwe ouders, kijk- en gesprekavonden en een ouder(thema)avond, georganiseerd door de ouderraad. In de nieuwsbrieven komt naar voren dat er veel hulp van ouders is bij schoolactiviteiten en bij (ontwikkelingshulp)projecten die door de ouderraad zijn georganiseerd (bijvoorbeeld de Schoenendoosactie van Edukans in het najaar van 2005. Eind maart 2006 vindt een oudertevredenheidspeiling plaats. De inspectie heeft de schoolleiding gemeld dat regelmatige herhaling (om de twee jaar) de peiling een grotere waarde geeft voor schoolontwikkeling. In het Strategisch Beleidsplan 2003-2007 staan in het hoofdstuk 'Klimaat en cultuur', onder de paragraaf 'betrokkenheid' activiteiten en afspraken genoteerd om voor het personeel van deze grote school met 3 locaties de eenheid te vergroten en gelegenheid te geven contact te houden met collega's van de andere locaties. Ook door de bouwindeling kan elke teamlid zijn/haar inbreng herkennen en doen erkennen. De betrokkenheid binnen de bouw en binnen de school als geheel wordt door alle betrokkenen als een sterk punt gewaardeerd. 'Vieringen' worden door de schoolleiding telkens als momenten van reflectie en meeleven benut. Ook door het teamcoachingsaspect is er veel aandacht besteed aan communicatie en gesprekstechnieken. Het geven van positieve feedback en complimenten is een sterk punt van het team. Kritische feedback is nog een ontwikkelpunt. d. Zorg en begeleiding De Brugge heeft in relatie tot het zorgplan van het samenwerkingsverband WSNS een zorgsysteem ontwikkeld op basis van een continuüm aan zorg. De vier daarbij onderscheiden schoolinterne niveaus zijn concreet uitgewerkt, waarbij de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen zijn beschreven. De drie interne begeleiders (zorgteam) zien het, aansluitend bij de cultuur van de school, als hun professionele taak om in samenwerking met de bouwcoördinatoren, de deskundigheid van leraren bij de onderscheiden processen op te voeren en te begeleiden. In het Zorgplan van de school zijn alle aspecten zeer helder uitgewerkt en zijn formats opgenomen om de verschillende procedures, processen (signaleren, analyseren, diagnosticeren, concluderen en uitvoeren) en aspecten te ondersteunen. Het zorgsysteem van De Brugge, inclusief het toets- en observatie-instrumentarium, ziet er daarmee compleet en professioneel uit. De groepsleraren hebben de eerste verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de verschillende taken gekoppeld aan zorg en begeleiding. Ouders geven aan, dat zij die uitvoering zeer waarderen en dat mede daardoor ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op deze school de gewenste aandacht krijgen. Overigens melden betrokkenen dat het een blijvend leerpunt is om de beschikbare en de gewenste aandacht in een goede verhouding over leerlingen te verdelen, opdat elke leerling de uitdaging ervaart, zijn of haar ontwikkeling vorm en inhoud te geven. De inspectie acht het waardevol dat de school zich van dit dilemma bewust is en beschouwt mede daarom 'zorg en begeleiding' als een sterk punt van De Brugge. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
16
3. Opbrengsten De school maakt voor het bepalen van haar eindopbrengsten gebruik van de Eindtoets basisonderwijs van het CITO. De resultaten liggen al drie jaar (iets) boven het gemiddelde niveau, vergeleken met scholen met een overeenkomstige leerlingenpopulatie. De tussentijdse resultaten van de leerlingen (technisch lezen in de groepen 3 en 4, begrijpend lezen in groep 6 en rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6) beoordeelt de inspectie eveneens als (ruim) voldoende. De school gebruikt geen genormeerd instrument om de sociale vaardigheden van de leerlingen vast te stellen, daarom beoordeelt de inspectie deze indicator niet. De inspectie beoordeelt tot slot de ontwikkeling van leerlingen aan de hand van het aantal zittenblijvers en het aantal doorverwijzingen naar het speciaal basisonderwijs. Bij beide indicatoren voldoet de school ruimschoots aan de inspectienorm: de doorstroming van de leerlingen binnen de verwachte periode van 8 jaar is voldoende.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
17
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): de aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool De Brugge - 14-2-2006
19