RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK VMBOGT VMBOK Lentiz, Kastanjecollege
Plaats BRIN nummer BRIN nummer BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek
: : : : : :
Datum vaststelling
:
Maassluis 17WQ|11|VMBOGT 17WQ|11|VMBOK 17WQ|C4 279537 20 november 2014 (17WQ|11|VMBOGT) en 20 november 2014 (17WQ|11|VMBOK) 7 april 2015
Pagina 2 van 20
INHOUDSOPGAVE INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 BEVINDINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Kwaliteits- en nalevingsprofiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Beoordeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 TOEZICHTARRANGEMENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Pagina 3 van 20
Pagina 4 van 20
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 20 november 2014 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (tko) uitgevoerd bij Lentiz onderwijsgroep, locatie Kastanjecollege in Maassluis, afdelingen vmbo-kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-k) en de en vmbo-theoretische leerweg (vmbo-t) naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wettelijke vereisten. De aanleiding van dit onderzoek was het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 6 september 2012 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten van de afdelingen vmbo-k en vmbo-t. De bevindingen uit het kwaliteitsonderzoek zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 19 november 2012. De kwaliteit van het onderwijs is als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Doorslaggevend waren de opbrengsten die van beide afdelingen gemiddeld over drie jaar onvoldoende waren. In het kader hiervan voert de inspectie nu een tussentijds onderzoek uit om na te gaan of de in het rapport van bevindingen opgenomen tekortkomingen zijn opgeheven en aan de afspraken is voldaan. Onderzoeksopzet De onderzoeksopzet is gebaseerd op de afspraken die in het toezichtplan zijn opgenomen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn, zoals opbrengstenoordelen en verslagen van eerdere toezichtactiviteiten. • Bestudering van verbeterplannen, analyses en evaluaties van eigen onderzoek van de school, die vooraf zijn toegezonden, dan wel tijdens de uitvoering of na afloop van het onderzoek door de school ter beschikking zijn gesteld. • Schoolbezoek, waarbij de inspectie een aantal lessen heeft bijgewoond en gesprekken heeft gevoerd met de directie, zorgcoördinator, leraren en leerlingen van de afdelingen vmbo-k en vmbo-t. • Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek. In dit onderzoek zijn de kwaliteitsaspecten onderzocht die als verbeterpunten zijn opgenomen in het toezichtplan voor beide afdelingen. Daarnaast zijn enkele indicatoren van het onderwijsleerproces, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg onderzocht met specifieke aandacht voor het leerstofaanbod en het beleid voor taalzwakke leerlingen. Dit op basis van onvoldoende herstel van
Pagina 5 van 20
de opbrengsten en de bevindingen uit de aangeleverde zelfevaluaties en verbeterplannen van de school. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 6 van 20
BEVINDINGEN Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Daarnaast heeft de inspectie enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. 17WQ|11|VMBOGT - VMBOGT De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. 1 1.1*
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
1.2.3*
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-gt.
•
1.3.3*
De leerlingen van de opleiding vmbo-gt behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
•
1.4.3*
Bij de opleiding vmbo-gt zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving. 2.1*
De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten van artikel 11 a-f WVO.
2
3
4
5
•
•
1
2
3
4
•
Pagina 7 van 20
De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving. 2.2*
De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s.
2.3*
De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken
1
2
3
• •
1
2
3
3.1
De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt.
•
3.2
Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt.
•
3.3
De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen
4
•
1
2
3
4.4*
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
•
4.7*
Het personeel van de school zorgt ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
•
4.8*
De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen.
•
De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken 1
2
3
5.1*
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
•
5.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
•
5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
•
5.4
De leraren geven de leerlingen zicht op doel, nut en samenhang van de lesactiviteiten.
De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
4
4
4
•
1
2
6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
•
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijdtijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
3
4
•
Pagina 8 van 20
De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen 7.1*
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
1
2
3
• •
Leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen passende zorg 1
2
8.1
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
8.2*
De school voert de zorg planmatig uit.
•
8.3
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
•
3
1
2
3
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van haar leerlingen.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten.
•
9.7
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
N.1
N.2
N.3
4
•
De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
Wet- en regelgeving
4
4
• •
Voldoet Voldoet niet
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24a en 24c).
•
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24 en 24c).
•
Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 10h).
•
Pagina 9 van 20
Wet- en regelgeving N.4
Voldoet Voldoet niet
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31).
•
17WQ|11|VMBOK - VMBOK De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. 1.1*
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
1.2.2*
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-k.
1.3.2*
De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
1.4.2*
Bij de opleiding vmbo-k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
1
2
3
4
5
• • • •
De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving. 2.1*
De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten van artikel 11 a-f WVO.
2.2*
De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s.
2.3*
De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
1
2
3
4
• • •
De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken
1
2
3
3.1
De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt.
•
3.2
Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt.
•
3.3
De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
4
•
Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen
1
2
3
4.4*
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
•
4.7*
Het personeel van de school zorgt ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
•
4
Pagina 10 van 20
Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen 4.8*
1
2
De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen.
3
•
De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken 1
2
3
5.1*
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
•
5.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
•
5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
•
5.4
De leraren geven de leerlingen zicht op doel, nut en samenhang van de lesactiviteiten.
1
2
6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
•
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijdtijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
1
2
2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
8.2*
De school voert de zorg planmatig uit.
•
8.3
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
•
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
3
4
•
8.1
9.1
4
•
Leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen passende zorg 1
De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
3
•
De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
4
•
De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
7.1*
4
3
4
•
1
2
3
4
•
Pagina 11 van 20
De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
1
2
3
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van haar leerlingen.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten.
•
9.7
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
Wet- en regelgeving N.1
•
Voldoet Voldoet niet
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24a en 24c).
•
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24 en 24c).
•
N.3
Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 10h).
•
N.4
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31).
•
N.2
4
Beoordeling Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de afdelingen vmbo-k en vmbo-t van Lentiz onderwijsgroep, locatie Kastanjecollege, als zeer zwak. De afdelingen vmbo-k en vmbo-t hebben sinds 2009 voor het derde achtereenvolgende jaar onvoldoende opbrengsten. De school is er niet in geslaagd de noodzakelijke verbeteringen te realiseren en verwacht moet worden dat de opbrengsten ook in 2015 van onvoldoende niveau zijn. De risico’s voor de opbrengsten zijn toegenomen door een verdere daling van het aantal leerlingen. Deze daling leidt tot instabiliteit van de onderwijsorganisatie met onvoldoende uitzicht op verbetering. De school profileert zich door haar pedagogisch klimaat en maatwerk bij de sociaal-emotionele begeleiding van haar leerlingen. Ook is er grote betrokkenheid en bevlogenheid van de medewerkers en directie bij het
Pagina 12 van 20
onderwijsconcept ‘Dutch Big Picture’. Deze kenmerken van de school vormden voorgaande jaren belangrijke pijlers voor het vertrouwen van de inspectie in de ontwikkelkracht van een school die kansen wil bieden en ook waarmaken. De huidige instabiliteit van de onderwijsorganisatie leidt echter tot stagnatie van en doet afbreuk aan de eerder genomen verbetermaatregelen voor het onderwijsproces en de kwaliteitszorg. Opbrengsten De inspectie beoordeelt de opbrengsten van de afdelingen vmbo-k en vmbo-t als onvoldoende. De opbrengsten van beide afdelingen zijn voor het derde achtereenvolgende jaar als zwak beoordeeld. De voorlopige gegevens van de opbrengstenkaart 2015 laten nog onvoldoende herstel zien. Er is een grote discrepantie tussen het hoge onderbouwrendement en het lage bovenbouwrendement van beide afdelingen. Ook het langdurig achterblijven van de examenresultaten van de afdeling vmbo-t versterken het onevenwichtige beeld van de onderwijsresultaten van de school. De maatregelen voor verbetering van de determinatie en versterking van het vakonderwijs hadden al de nodige verbeteringen moeten hebben opgeleverd. Rendement in de onderbouw Het rendement in de onderbouw van de afdeling vmbo-k en vmbo-t is ruim voldoende en al langere tijd stabiel. De adviesstructuur voor doorstroom naar de bovenbouw laat bij beide afdelingen een wisselend beeld zien. In het derde leerjaar van de afdeling vmbo-k zitten het ene jaar veel leerlingen met een advies voor vmbo gt+ (2013) en het andere jaar veel leerlingen met een advies voor vmbo-b (2014). Tevens laat een trendanalyse van de adviesstructuur van de afdeling vmbo-t zien dat het aantal leerlingen met een advies voor vmbo-t/ havo of havo fors stijgt. De school is in 2010 een afdeling havo gestart die eveneens onderwijs aanbiedt volgens het onderwijsconcept Big Picture. De inspectie beschikt nog niet over de gegevens van de opbrengsten van de afdeling havo. Vastgesteld kan al worden dat de start van de afdeling havo de nodige veranderingen heeft teweeggebracht in de samenstelling van de leerlingenpopulatie en adviesstructuren. In de huidige fase wordt nog geen consistent beleid zichtbaar ten aanzien van determinatie en plaatsing van de leerlingen. De school heeft daartoe wel de nodige stappen gezet met de invoering van het gebruik van landelijk genormeerde toetsen om de mogelijkheden van determinatie te verbeteren en een onderbouwde invulling te geven aan differentiatie en doorstroom. Volgens de huidige beschikbare gegevens hebben deze maatregelen nog geen effect op het onverminderd lage rendement in de bovenbouw.
Pagina 13 van 20
Rendement in de bovenbouw Het rendement in de bovenbouw van de afdeling vmbo-k is al jaren achtereen van onvoldoende niveau. Ook het rendement in de bovenbouw van de afdeling vmbo-t is met een uitzondering van 2009-2010 langdurig van onvoldoende niveau. Beide afdelingen presteren ruim onder het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen. Met name de afstroom na leerjaar 3 is bij de afdeling vmbo-k structureel hoog. Het aantal leerlingen dat zonder vertraging het diploma behaalt, is de laatste jaren gedaald van 77 % op opbrengstenkaart 2012 naar 66 % op opbrengstenkaart 2014. Ook bij de afdeling vmbo-t daalt het aantal leerlingen dat zonder vertraging het diploma behaalt van 75 % op de opbrengstenkaart 2012 tot 44 % op de opbrengstenkaart 2014. Opvallend is verder de relatief hoge afstroom in leerjaar 3 en 4 van vmbo-t naar vmbo-k. De school heeft onder meer gekozen voor het concept van Big Picture om voor de leerlingen een aansprekende en motiverende vorm van onderwijs te bieden. Het is nog te vroeg om te bepalen wat de effecten hiervan zijn op het rendement in de bovenbouw. In de bovenbouw wordt in het derde en vierde leerjaar ook nog regulier onderwijs aangeboden. De overgangsfase naar een nieuw onderwijsconcept levert mogelijk extra risico’s op voor het bovenbouwrendement. Docenten geven zowel les in de onderbouw als in de bovenbouw. Zij zullen extra inspanningen moeten leveren voor de realisering van voldoende onderwijskwaliteit, te meer daar er door de terugloop van het leerlingenaantal minder menskracht is voor de ontwikkel- en implementatiefase van het nieuwe onderwijsconcept. Examenresultaten De gemiddelde cijfers van het CE liggen zowel bij de afdeling vmbo-k als bij de afdeling vmbo-t langdurig (ruim) onder het gemiddelde van vergelijkbare scholen. De voorlopige opbrengstenkaart 2015 van afdeling vmbo-k laat een lichte stijging zien van het gemiddelde cijfer voor het CE naar een 6,1. Het landelijk ongewogen gemiddelde komt echter uit op 6,27. Verwacht moet worden dat het gemiddelde cijfer voor het CE nog steeds onvoldoende zal zijn. Op basis van de examenresultaten van de verschillende vakken moet worden vastgesteld dat er nog geen duurzame kwaliteitsverbetering is bewerkstelligd. Bij meerdere vakken wisselen de resultaten per examenjaar, met afwisselend een stijging of daling van de gemiddelde cijfers. Voorts zijn er enkele vakken die meerdere jaren achtereen onvoldoende resultaten opleveren.
Pagina 14 van 20
De voorlopige opbrengstenkaart 2015 van afdeling vmbo-t laat eveneens een lichte stijging zien van het gemiddelde CE naar een 6,1. Het landelijk ongewogen gemiddelde komt echter uit op 6,39. Ook voor deze afdeling geldt dat het gemiddelde cijfer voor het CE nog steeds onder het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen ligt en een onvoldoende zal scoren. De vakken die wel verbeterd zijn, bieden onvoldoende compensatie voor vakken die structureel onvoldoende resultaten opleveren. Het verschil tussen het gemiddelde cijfer van het schoolexamen (SE) en centraal examen (SC) ligt bij de afdelingen vmbo-k en vmbo-t binnen de norm van 0,5 punt. Volgens de voorlopige opbrengstenkaart 2015 van de afdeling vmbo-k is het verschil afgenomen tot 0,17 punt. Bij de afdeling vmbo-t is het verschil tussen het gemiddelde cijfer van het SE en CE eveneens gedaald van 0,43 punt naar 0,07 punt op de voorlopige opbrengstenkaart 2015. Onderwijsproces Het onderwijsproces is van onvoldoende kwaliteit. De school is er niet in geslaagd om deze tekortkomingen op te heffen binnen de in het toezichtplan gestelde termijn. De huidige overgangsfase van regulier onderwijs naar de invoering van het onderwijsconcept Big Picture biedt kansen voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijsleerproces, maar heeft ook risico’s opgeleverd doordat de invoering van een nieuw onderwijsconcept extra inspanningen vereist van een kleiner wordend team. In deze situatie is de kwaliteit van het leerstofaanbod in met name de onderbouw onder druk komen te staan en voert de school de zorg niet langer voldoende planmatig uit. Ook is het taalbeleid voor taalzwakke leerlingen onvoldoende van de grond gekomen. Het onderwijsleerproces De inspectie heeft het pedagogisch-didactisch handelen positief beoordeeld. De leerlingen tonen zich in het merendeel van de lessen taakgericht en accepteren op vanzelfsprekende wijze het pedagogisch-didactisch leiderschap van de leraren, ook als lessen minder interessant voor hen lijken. Leraren weten voldoende duidelijk uitleg te geven bij de leerstof, dit is meer van toepassing op de individuele uitleg of de uitleg in kleine groepjes dan bij klassikale instructie. In grotere groepen benutten leraren onvoldoende de mogelijkheid van interactie met leerlingen en wordt onvoldoende ingespeeld op wat er leeft onder de leerlingen. Door meer vragen te stellen in plaats van antwoorden te geven, kunnen de leraren beter zicht verkrijgen op het leerproces van de leerlingen. In te weinig lessen hebben wij gezien dat docenten aangaven wat het leerdoel van de les was. In bijna geen enkele les hebben wij gezien dat docenten tijdens of aan het eind van de les terugkwamen op dit leerdoel.
Pagina 15 van 20
Op het gebied van de complexere didactische vaardigheden zoals het afstemmen op verschillen tussen leerlingen, is er in de verschillende vaklessen onvoldoende vooruitgang geboekt ten opzichte van het vorige kwaliteitsonderzoek. In de opzet en inhoud van de lessen houden leraren onvoldoende rekening met individuele leervragen- en begeleidingsbehoeften van de leerlingen. Wel is er de mogelijkheid van extra uitleg en ondersteuning in aparte lessen. De school kan onvoldoende aantonen dat het een afgestemd onderwijsaanbod heeft voor taalzwakke leerlingen. Deze constatering is al in eerder onderzoek van de inspectie gedaan en vormde de aanleiding voor een verbeterplan. De school is er echter niet in geslaagd om binnen de gestelde termijn de nodige verbeteringen aan te brengen. Tevens blijkt uit het onderzoek dat het vak Nederlands onvoldoende waarborg biedt voor een onderwijsprogramma dat dekkend is voor de kerndoelen in de onderbouw. In het leerplan ontbreekt het aan een duidelijke visie op het vak Nederlands in relatie tot het onderwijsconcept van Big Picture. De taalvaardigheden lezen en luisteren maken onderdeel uit van het vak Nederlands evenals de verschillende aspecten van taalverzorging. De mondelinge taalvaardigheden schrijven, spreken en het voeren van gesprekken zijn voor een belangrijk deel ondergebracht bij de groepslessen van Big Picture. Verwerkingsopdrachten en projecten vanuit het vakgebied Nederlands zijn echter onvoldoende eenduidig en bieden de groepsdocenten onvoldoende handvatten voor de nodige ondersteuning en begeleiding in de groepslessen van Big Picture. Het ontbreekt aan samenhang tussen het onderwijsprogramma van de vakdocent Nederlands en de groepsdocenten Big Picture. De pta's van de groepslessen en de vaklessen Nederlands zijn onvoldoende op elkaar afgestemd. Het is eveneens onduidelijk wat de samenhang is tussen het vakgebied Nederlands en het individuele oefen- en toetsprogramma Muiswerk. Alle leerlingen werken in aparte lesuren individueel aan het programma. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma en de mentoren volgen de voortgang en resultaten van de leerlingen. Er is geen duidelijke koppeling gelegd met het vakgebied Nederlands. In de lessen Nederlands worden de gegevens van Muiswerk niet benut voor een betere afstemming van de leerstof op de individuele ondersteunings- en begeleidingsbehoefte van de leerlingen. Deze gegevens kunnen effectiever worden benut in de huidige lessen Nederlands aan heterogene groepen leerlingen waarin aspecten van taalverzorging en grammatica klassikaal worden behandeld. Het onderzoek heeft ook aanwijzingen opgeleverd voor tekortkomingen in de kwaliteit van het leerstofaanbod van meerdere vakken van de school. Deze bevindingen moeten eveneens in verband worden gebracht met het
Pagina 16 van 20
onderwijsconcept van het Kastanjecollege dat inmiddels in de onderbouw geheel is ingevoerd. In de groepslessen van Big Picture werken leerlingen individueel of in groepjes aan projecten en verwerkingsopdrachten vanuit de verschillende leergebieden. Deze benadering van het onderwijs heeft geleid tot het terugbrengen van het aantal lesuren voor de verschillende vakken. Uit de lesobservaties en de gesprekken met de vakdocenten blijkt dat de onderwijstijd in de groepslessen onvoldoende effectief en doelmatig wordt benut voor de verschillende vakgebieden. De docenten blijken nog te worstelen met de inzet van het beperkte aantal vaklessen in het onderwijsconcept Big Picture. Inmiddels heeft de school het aantal lesuren voor de vakken wiskunde en economie weer uitgebreid, omdat bleek dat de begeleiding in de groepslessen niet de nodige vakinhoudelijke ondersteuning bood. De school heeft echter nog geen passende interventies gepleegd voor de geconstateerde problemen bij de overige vakgebieden. Tot slot moet worden vastgesteld dat leraren onvoldoende gebruik maken van de mogelijkheden van landelijk genormeerde toetsen voor analyse en evaluatie van de resultaten van de leerlingen, op individueel niveau en op afdelings/schoolniveau. Dit onder meer om te bepalen wat nodig is voor de verdere verbetering van het taalonderwijs en het taalbeleid van de school. Het vak Nederlands en het taalbeleid zijn belegd bij één docent. Door het vertrek van twee collega’s moet er meer werk worden verzet met minder menskracht. Deze situatie leidt tot stagnatie in de ontwikkeling van het taalonderwijs en het taalbeleid van de school. Zorg en begeleiding Zoals ook al in eerder kwaliteitsonderzoek is waargenomen, tonen de leraren een grote mate van betrokkenheid bij de leerlingen. Het onderwijsconcept Big Picture werkt versterkend op het pedagogisch klimaat, de sfeer en de schoolcultuur. Leerlingen volgen het onderwijs deels in een vaste groep met een groepsdocent die ook de rol van mentor vervult. De leerling weet zich gekend en door het intensieve contact met de groepsdocent/mentor is de sociaalemotionele begeleiding intensief en persoonlijk. Het vertrouwen van de inspectie dat de leerlingen de zorg krijgen die nodig is, is door de instabiliteit van de schoolorganisatie echter afgenomen. Dit geldt vooral voor de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. In korte tijd zijn er verschillende wisselingen geweest in het zorgteam. Vlak voor de start van het nieuwe schooljaar heeft de remedial teacher de taken van de zorgcoördinator overgenomen. Er was onvoldoende tijd voor een goede overdracht en de huidige zorgcoördinator is nu druk doende zich inzicht te verschaffen in het systeem voor zorg en begeleiding. Door het vertrek van
Pagina 17 van 20
sleutelfiguren in de organisatie wordt zichtbaar dat werkprocessen, taken en rollen niet goed zijn vastgelegd. De invoering van passend onderwijs biedt de mogelijkheid om de nodige verbeterslagen aan te brengen en de huidige zorgcoördinator toont zich proactief in de verwerving van de nodige voortschrijdende inzichten. Een speerpunt is de vertaaslag van het ondersteuningsprofiel naar het zorgplan van de school. De huidige situatie maakt dat de continuïteit van de zorg en begeleiding onder druk staat en sterk afhankelijk is van de inzet van de zorgcoördinator om het systeem weer vlot te trekken. In eerder kwaliteitsonderzoek was de mate waarin de school planmatig uitvoering geeft aan de zorg als voldoende beoordeeld. Dit is niet meer het geval en de tekortkomingen in het systeem voor zorg en begeleiding zijn toegenomen. Ook de systematische evaluatie van de effecten van de extra begeleiding en ondersteuning is gestagneerd door het vertrek van een sleutelfiguur die verantwoordelijk was voor de verwerking van de resultaten van de landelijk genormeerde toetsen. Kwaliteitszorg De huidige instabiliteit van de schoolorganisatie heeft geleid tot een toenemend aantal tekortkomingen in het systeem voor de kwaliteitszorg. Het systeem is ontoereikend om de school in de huidige fase van ontwikkeling op koers te houden. Eerder genomen verbetermaatregelen stagneren en aan dat wat goed is, wordt afbreuk gedaan. Opvallend is dat maatregelen die wel tot de nodige verbeteringen leiden, zijn ingezet vanuit een brede aanpak vanuit de Lentiz onderwijsgroep. Zo is er het project kwaliteit van examinering en toetsing (KET). Scholen van de Lentiz onderwijsgroep volgen een vaste procedure op basis van algemene kwaliteitscriteria en met gebruikmaking van een taxonomie. Deze procedure moet leiden tot schoolexamens die beter afgestemd zijn op vorm, inhoud en niveau van de centrale examens. De eerste schoolexamens die aan deze criteria voldoen, zijn inmiddels centraal aangeleverd. Voorts is het PTA (plan voor toetsing en afsluiting) aangepast, zodat de schoolexamens in dekkingsgraad van de leerstof en omvang beter zijn afgestemd op de centrale examens. Het ontbreekt op het Kastanjecollege echter nog aan een samenhangend plan voor toetsing en ontwikkeling (PTO) voor de onderbouw. Ook de PTO’s en PTA’s van de groepslessen van Big Picture zijn onvoldoende in samenhang gebracht met die van de verschillende vakgebieden. De schoolleiding besteedt specifieke aandacht aan vakken waar de resultaten achterblijven en gaat in gesprek met docenten om na te gaan welke verbetermaatregelen nodig zijn. Het ontbreekt de docenten echter aan oplossingsrichtingen en kaders waarin de nodige verbetermaatregelen in samenhang met elkaar kunnen worden genomen, gemonitord en systematisch geëvalueerd. Ook zal meer aandacht moeten worden besteed aan de werkdruk
Pagina 18 van 20
van vakdocenten die nog niet de juiste balans hebben gevonden voor onderwijs dat verdeeld is over vaklessen en groepslessen in het concept van Big Picture. De school werkt al langere tijd aan de verbetering van de onderwijskwaliteit en maakt inmiddels gebruik van systemen en (landelijk genormeerde) toetsinstrumenten die relevante gegevens opleveren over de onderwijskwaliteit. De betekenis van de gegevens wordt echter bepaald door de kwaliteit van de analyses die aan de hand daarvan worden uitgevoerd. Uit de documenten en uit de gevoerde gesprekken blijkt dat de analyses onvoldoende systematisch worden uitgevoerd. De conclusies ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijsproces zijn onvoldoende onderbouwd en expliciet gemaakt. Het ontbreekt aan een planmatige aanpak van maatregelen voor verbetering en borging van de onderwijskwaliteit. De tekortkomingen in de kwaliteitszorg worden ook zichtbaar in de ontwikkeling en implementatie van het onderwijsconcept Big Picture. Het concept is inmiddels in de onderbouw ingevoerd. Het ontbreekt echter aan een ontwikkel- en implementatieplan waarin aan de hand van bijvoorbeeld mijlpalen en prestatieindicatoren in kaart wordt gebracht wat er (nog) moet gebeuren, wat al goed gaat en wat nog beter kan. Er is onvoldoende zicht op wat nodig is aan ontwikkeling van pedagogisch-didactische competenties die zijn afgestemd op het nieuwe onderwijsconcept. Ook zijn er nog teveel onduidelijkheden over de samenhang en dekking van kerndoelen en examenprogramma’s in het onderwijsprogramma van Big Picture. De kleinschaligheid van de onderwijsorganisatie en korte lijntjes bevorderen de onderlinge uitwisseling en afstemming, maar door een al te informele aanpak is er onvoldoende overzicht op het geheel en wordt er niet of te laat bijgestuurd. Het systeem voor kwaliteitszorg is afgelopen jaar verder verzwakt door de uitstroom van sleutelfiguren in de onderwijsorganisatie en verdere vermindering van de formatie. De inspectie heeft er in de huidige situatie onvoldoende vertrouwen in dat de school over voldoende kwaliteit en ontwikkelkracht beschikt om de onderwijskwaliteit op voldoende niveau te brengen en te houden.
Pagina 19 van 20
TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs is onvoldoende verbeterd en er is onvoldoende voldaan aan de afspraken uit het toezichtplan. Bovendien zijn kwaliteitsaspecten die eerder als voldoende zijn beoordeeld op basis van de huidige bevindingen uit het tussentijds kwaliteitsonderzoek als onvoldoende beoordeeld. De inspectie heeft er geen vertrouwen in dat het Kastanjecollege, afdelingen vmbo-k en vmbo-t, het afgesproken verbetertraject zonder aanvullende maatregelen kan realiseren. Het toezichtarrangement zal worden omgezet van zwak naar zeer zwak. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
Pagina 20 van 20