RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ LENTIZ ONDERWIJSGROEP Opleidingen Bedrijfsleider/manager groothandel en logistiek Manager vershandel, logistiek en transport
Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
Vlaardingen 14YD 120294 16 september 2010 5 oktober 2010 3 november 2010
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr:
pagina 1/9
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ),vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: pagina 2/9
1.
INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft in het kader van het stelselonderzoek BVE 2010 op 16 september 2010 een onderzoek uitgevoerd bij Lentiz Onderwijsgroep, MBO Greenport te Naaldwijk naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is de volgende. De opleiding is getrokken in een aselecte steekproef van mbo-opleidingen voor het zogeheten stelselonderzoek. Het stelselonderzoek heeft als doel een representatief beeld krijgen van de kwaliteit van mbo-opleidingen ten behoeve van ons jaarlijks verslag over de staat van het onderwijs (het Onderwijsverslag). Daarnaast biedt het stelselonderzoek de gelegenheid om de risicoanalyse van de inspectie te valideren. In dit kader zijn de volgende opleidingen onderzocht: • crebo 11064 Bedrijfsleider/manager groothandel en logistiek, niveau 4. • crebo 97010 Manager vershandel, logistiek en transport, niveau 4. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de opleiding die bij de inspectie aanwezig zijn. • Onderzoek op locatie, waarbij − schooldocumenten zijn bestudeerd; − de onderwijspraktijk is geobserveerd; − gesprekken met de directie, opleidingsmanager, teamcoördinator, docenten en deelnemers zijn gehouden. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2008-2009 met de erbij behorende onderstaande normen. • Niveau 4: jaarresultaat 64,2 en diplomaresultaat 67,3 procent. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009. Deze zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ),vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: pagina 3/9
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ),vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: pagina 4/9
2.
BEVINDINGEN
2.1
Bevindingen opleidingen Bedrijfsleider/manager groothandel en logistiek//Manager vershandel, logistiek en transport
2.1.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleidingen: • crebo 11064 Bedrijfsleider/manager groothandel en logistiek, niveau 4. • crebo 97010 Manager vershandel, logistiek en transport, niveau 4. Wettelijke vereisten 1.1 Wettelijke vereisten Opbrengsten 2.1/2.2 Opbrengsten Programma 3.1 Samenhang 3.2 Maatwerk 3.3 Programmatijd 3.4 Voorzieningen Leerproces 4.1 Leertijd 4.2 Didactisch handelen 4.3 Begeleiding in de instelling 4.4 Beroepspraktijkvorming Trajectbegeleiding 5.1 Intake 5.2 Studieloopbaanbegeleiding 5.3 Zorg deelnemers specifieke behoeften 5.4 Samenwerking Omgang en veiligheid 6.1 Bejegening 6.2 Veiligheid Kwaliteitszorg 7.1 Kwaliteitszorg 7.2 Beoordeling
1
2
3 •
4
1
2
4
1
2
3 • 3 •
•
1
2 •
1
2 •
1
1
• 2
2 • •
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ),vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
• • 3 • • • 3 •
5
4
4
4
• 3 • • 3
4
4
Documentnr: pagina 5/9
2.1.2
Beschouwing
Algemeen beeld De kwaliteit van de opleidingen Bedrijfsleider/manager groothandel en logistiek, crebo 11064 en Manager vershandel, logistiek en transport, crebo 97010 is voldoende omdat zowel de opbrengsten als het onderwijsproces voldoen aan de door de inspectie gestelde normen. Echter, enkele criteria betreffende het onderwijsproces, te weten maatwerk, het didactisch handelen, de studieloopbaanontwikkeling en samenwerking zijn onvoldoende. De teamontwikkeling binnen de afdeling is nog in opbouw. Alhoewel de inzet van de teamleden positief is, is nog summier sprake van gezamenlijkheid en een uniforme manier van werken. Onder leiding van de teamcoördinator die evenals een deel van de teamleden - sinds dit schooljaar is gestart, wordt gewerkt aan een meer gestructureerde en doelgerichte organisatie van het onderwijs voor de deelnemers. Wettelijke vereisten Voor zover gecontroleerd, zijn er geen tekortkomingen vastgesteld in de wettelijke vereisten. Met name is gelet op het juiste gebruik van crebo-benamingen, de zorgen informatieplicht, de rechtsbescherming, de erkenning van leerbedrijven, de praktijk- en onderwijsovereenkomsten en de 850-urennorm. Over het laatste onderzoek wordt in een aparte brief gerapporteerd. Opbrengsten Voor het berekenen van de opbrengsten zijn de resultaten van beide opleidingen, die in 2008-2009 werden aangeboden, geclusterd. Met een jaarresultaat van 69 procent en een diplomaresultaat van 69 procent zijn deze voldoende. Programma Op maatwerk na zijn alle criteria van het aspect 'programma' voldoende. Het onderwijsprogramma vertoont voldoende samenhang en de opbouw van de opleiding is de deelnemers voldoende duidelijk. In de projectopdrachten is samenhang gebracht tussen de beroepsgerichte en de algemene vakken. Ook de samenhang tussen wat in de stages en wat op school wordt geleerd is voldoende. De programmatijd is voldoende. De lesuitval is minimaal; lessen worden zoveel als mogelijk vervangen. Wel werd het programma van zowel het tweede als het derde leerjaar door deelnemers ervaren als zwaar ten opzichte van het eerste leerjaar, maar dit punt is reeds door de opleiding gesignaleerd en opgepakt. Verder zijn de voorzieningen toereikend voor een doelmatige uitvoering van het onderwijs. Maatwerk daarentegen is onvoldoende. Oorzaak hiervan is dat er geen beredeneerde variatie in leerstof is die aansluit bij de leerwensen en leermogelijkheden van individuele deelnemers. In principe krijgen alle deelnemers hetzelfde programma (weliswaar in een 3-jarig of 4-jarig traject) aangeboden. De opleiding biedt wel doorstroommodules naar het hbo voor enkele vakken en sinds vorig jaar een instroommogelijkheid voor deelnemers in januari. Er is echter
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ),vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: pagina 6/9
nog geen sprake van een duidelijke structuur voor de wijze waarop het programma (of de didactiek) wordt aangepast aan specifieke deelnemers. Leerproces Het leerproces is voldoende op het didactisch handelen na. De voldoende beoordelingen betreffen het leerproces, begeleiding in de instelling en de beroepspraktijkvorming, ofschoon een enkele kanttekening op zijn plaats is. Tijdens de onderwijsactiviteiten wordt er voldoende geleerd en er is nauwelijks verzuim. Wel is gebleken dat er tijdens de begeleide projecturen en de leswisseling leertijd verloren gaat, wat op den duur een risico kan vormen voor de leertijd. Vervolgens worden deelnemers voldoende gevolgd in hun leerproces en de vorderingen die zij maken, komen - indien nodig - ter sprake tijdens het wekelijks teamoverleg. Bij deelnemers is echter onduidelijkheid over de doorlooptijd tussen het inleveren van hun werkstukken en/of opdrachten en het moment waarop zij feedback over hun resultaat mogen verwachten. Hierover zijn kennelijk nog geen eenduidige afspraken binnen het team. In de beroepspraktijkvorming vinden alle deelnemers in principe een stageplaats en de stages zijn voldoende leerzaam. Deelnemers worden voldoende begeleid en het contact tussen de praktijkbegeleider en de school is adequaat. De voorlichting op de beroepspraktijkvorming verdient wel een impuls, zodat deelnemers ruim op tijd en doelgericht op zoek kunnen naar een stageplek. Het didactisch handelen is onvoldoende. Op een enkele uitzondering na bieden de lessen weinig afwisseling en uitdaging voor deelnemers. Algemeen genomen wordt beperkt gebruikgemaakt van actieve en gevarieerde werkvormen. Hierdoor is niet voor iedere deelnemer sprake van een effectief leerproces. Er is geen gezamenlijk gedragen, doelgerichte aanpak door teamleden. Trajectbegeleiding Van de trajectbegeleiding zijn de intake en de zorg voor deelnemers met specifieke behoeften voldoende. Enerzijds krijgen deelnemers een voldoende helder beeld van opleiding en beroep. Anderzijds krijgt de opleiding de deelnemers met een behoefte aan specifieke zorg en eventuele problemen tijdig in beeld en deze deelnemers krijgen ook de aandacht die ze verdienen. De studieloopbaanbegeleiding en de samenwerking zijn echter onvoldoende. Er bestaan binnen het team nog geen vaste afspraken over de begeleiding, waardoor iedere coach deze naar eigen inzicht en ervaring aanpakt. Dit brengt verschillen met zich mee in de mate waarin deelnemers al of niet in hun studieloopbaan worden ondersteund. Zo kan bijvoorbeeld de communicatie over aanpassingen of wijzigingen in hun onderwijsprogramma en de voortgang van de studie volgens deelnemers duidelijker en eenduidiger. De informatie die zij van diverse docenten te horen krijgen, verschilt weleens. Onvoldoende is verder ook de samenwerking met ketenpartners buiten de instelling; deze verloopt nog niet smetteloos. Het initiatief van de teamleider om een zorgadviesteam (ZAT) in te stellen binnen de vestiging, in samenwerking met de overige opleidingen die in het gebouw zijn gevestigd, heeft nog geen resultaten opgeleverd.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ),vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: pagina 7/9
Omgang en veiligheid Omgang en veiligheid zijn voldoende. Op de school heerst er een aangename sfeer van openheid en wederzijds respect. De leeromgeving wordt als veilig ervaren. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is onvoldoende in zijn geheel. Op instellings- en vestigingsniveau is de kwaliteitszorgcyclus weliswaar vastgelegd en georganiseerd, maar binnen het team is er nog geen traditie ontstaan om (onderdelen van) het onderwijsleerproces periodiek met elkaar te evalueren om na te gaan in hoeverre bestaande werkwijzen eenduidig en/of effectief genoeg zijn. Er is geen sprake van gezamenlijkheid, een uniforme manier van werken en doelgerichtheid. Het bevoegd gezag geeft aan dat de systematiek van kwaliteitszorg ook binnenkort op het teamniveau zal worden doorgevoerd. De beoordeling is onvoldoende, omdat de kwaliteit van het onderwijs nog niet wordt beoordeeld met behulp van externe auditoren. Wel is het zo dat de beroepspraktijkopleiders en personen uit het beroepswerkveld worden geraadpleegd, maar de onderwerpen betreffen niet de kwaliteit van het onderwijs.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ),vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: pagina 8/9
3.
TOEZICHTARRANGEMENT
De Inspectie van het Onderwijs kent aan de volgende opleidingen het basisarrangement toe. • crebo 11064 Bedrijfsleider/manager groothandel en logistiek, niveau 4. • crebo 97010 Manager vershandel, logistiek en transport, niveau 4. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ),vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: pagina 9/9