RAPPORT VAN BEVINDINGEN
ONDERZOEK BIJ
Unie Noord, Carré-College, vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg
Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 02VG-8 Registratienummer: 2863210-v2 Onderzoek uitgevoerd op: 12 oktober 2009 Conceptrapport verzonden op: 7 december 2009 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 20 januari 2010 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
Dit rapport bevat de resultaten van een Onderzoek naar de Kwaliteitsverbetering (OKV) dat de inspectie uitvoerde op 12 oktober 2009. Het rapport is vastgesteld door drs. L. Tabak, directeur toezicht voortgezet onderwijs, te Utrecht op 25 januari 2010.
1. INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 12 oktober 2009 een onderzoek uitgevoerd op het Unie Noord, Carré College in Rotterdam, bovenbouw van de afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg, om na te gaan of de in eerder onderzoek( 2007) geconstateerde tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving, zijn opgeheven. Bij het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op de school door na te gaan welke concrete acties de school heeft ondernomen om tot kwaliteitsverbetering te komen. Het gaat er bij dit onderzoek om, te bepalen of de kwaliteit van het onderwijs op de school inmiddels van een aanvaardbaar niveau is.
Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek op de verschillende scholen van vmbo Unie Noord in Rotterdam dat is uitgevoerd op 6 en 7 november 2006, op 24 en 25 mei 2007 en op 12 juni 2007 zijn tekortkomingen vastgesteld in de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de naleving van wettelijke voorschriften op VMBO Nieuw Rotterdam; uit deze school heeft zich vanaf 2008 het Carré College voor de bovenbouw vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg (Zorg en Welzijn en Handel en Administratie) ontwikkeld. De tekortkomingen zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 2 november 2007. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet.
Onderzoeksopzet In de brochure ' Toezichtkader Voortgezet Onderwijs 2006' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. De inspectie heeft de kernindicatoren beoordeeld, aangevuld met de indicatoren waarop blijkens het voorafgaande PKO de problemen zich concentreerden. Bij dit OKV heeft de inspectie hierover opnieuw een oordeel uitgesproken. De indicatoren die in het onderzoek zijn betrokken staan vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2.
H2742986/7
Documentnr. H2863210 Pagina 3 van 12
Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids diverse relevante documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: • Schoolplan (concept 30 september 2009); • Voortgang activiteitenplan (april 2009); • Leerplan Zorg en Welzijn; • Leerplan Handel en Administratie; • Kijkwijzer voor de docent. Deze documenten zijn benut bij de uitvoering van het toezicht, maar vormden nog geen aanleiding het onderzoek naar bepaalde (kern)indicatoren achterwege te laten. Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school deels voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, en deels tijdens het schoolbezoek heeft voorgelegd. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn, zoals het risicoprofiel en de verslagen van de voortgangsrapportages geïntensiveerd toezicht. • Gesprekken met de directie • Gesprek met leraren • Gesprek met zorgfunctionarissen • Gesprek met leerlingen • 11 lesbezoeken • Inzage leerlingendossiers/handelingsplannen. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met het bestuur en de directie.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel van de school op (hoofdstuk 2). Dit profiel bestaat uit een overzicht van de kwaliteitsaspecten en van de beoordeelde indicatoren. In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. In hoofdstuk 4 is de uiteindelijke conclusie/het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
H2742986/7
Documentnr. H2863210 Pagina 4 van 12
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
H2742986/7
Documentnr. H2863210 Pagina 5 van 12
2. BEVINDINGEN UIT HET KWALITEITSONDERZOEK Unie Noord, Carré College, bovenbouw van de afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Resultaten 1 11.1 De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 11.2 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vmbo-b. 11.3 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vmbo-k. 11.8 De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 11.9 De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 11.16 Bij de opleiding vmbo b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. 11.17 Bij de opleiding vmbo k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
2
3
4
5
Kwaliteitszorg 1 1.1 De school heeft inzicht in de kenmerken van de leerlingenpopulatie. 1.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert systematisch de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.6 De school borgt de kwaliteit van leren en onderwijzen. 1.7 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten. 1.8 De school rapporteert inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs aan belanghebbenden. 1.9 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.10 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de
H2742986/7
2
3
4
Documentnr. H2863210 Pagina 6 van 12
Kwaliteitszorg samenleving.
Kwaliteitsaspect: Voorwaarden kwaliteitszorg 1
2
2.1 De school heeft inzicht in de sterke en zwakke punten van de eigen organisatie. 2.2 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken.
3
4
Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod 1 3.2 Het leerstofaanbod in de bovenbouw is dekkend voor de examenprogramma's. 3.5 Het leerstofaanbod in de verschillende leerjaren sluit op elkaar aan. 3.6 Het leerstofaanbod in de verschillende vakken vertoont samenhang. 3.7 Het leerstofaanbod maakt afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een leerstofaanbod dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. 3.9 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.
2
3
4
Kwaliteitsaspect: Tijd 4.1 4.3 4.4 4.5
1
2
3
4
1
2
3
4
De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
Kwaliteitsaspect: Pedagogisch handelen 5.1 De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met leraren omgaan. 5.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
Kwaliteitsaspect: Didactisch handelen 1
2
6.2 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 6.9 De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
3
4
Kwaliteitsaspect: Actieve en zelfstandige rol leerlingen 1 7.1 De leerlingen krijgen te maken met activerende werkvormen. 7.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
H2742986/7
2
3
4
Documentnr. H2863210 Pagina 7 van 12
Kwaliteitsaspect: Sfeer op school 1
2
8.3 De ouders zijn betrokken bij de school, door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 8.5 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 8.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
3
4
Kwaliteitsaspect: Begeleiding 1
2
9.1 De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen. 9.2 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures. voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 9.4 De school begeleidt de leerlingen en de ouders/verzorgers bij de keuzes tijdens de schoolloopbaan.
3
4
Kwaliteitsaspect: Zorg 1 10.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg die de gesignaleerde leerlingen nodig hebben. 10.3 De school voert de zorg planmatig uit. 10.7 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden.
2
3
4
Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WVO, artikel 24a). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WVO, artikel 24). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5).
H2742986/7
ja
nee
Documentnr. H2863210 Pagina 8 van 12
2.2 Beschouwing Algemeen beeld Het Carré College heeft zijn kwaliteitszorg, onderwijsleerproces en zorg en begeleiding zodanig verbeterd dat het oordeel “zeer zwakke school” niet meer van toepassing is. In het periodiek kwaliteitsonderzoek uit 2007 beoordeelde de inspectie naast de onvoldoende opbrengsten en kwaliteitszorg ook acht indicatoren (waarvan 3 normindicatoren) betreffende het onderwijsleerproces onvoldoende. Over de hele linie van de kwaliteitsaspecten beoordeelt de inspectie het Carré College nu als voldoende. Ondanks de veranderingen van organisatiestructuur, de teleurstellende ervaringen in innovaties tot twee jaar geleden en de forse terugloop van het aantal leerlingen heeft er een positieve ontwikkeling plaatsgevonden: een goede prestatie. Het vertraagd op gang komen van effectieve verbeteracties is wellicht te weinig aan de orde geweest tijdens de monitorgesprekken. Een ernstig probleem vormen echter nog de opbrengsten; deze zijn onvoldoende. De school heeft binnen de bovenbouw in voorwaardelijke zin maatregelen getroffen die pas vanaf 2010 naar verwachting tot betere opbrengsten leiden. Om in de bovenbouw adequaat te kunnen handelen is tijdige en volledige overdracht van leerlingengegevens noodzakelijk voor die leerlingen, die uit een andere onderbouwlocatie instromen. Voor zover de leerlingen instromen uit andere LMC-vestigingen (dat geldt voor het merendeel van de leerlingen) dient het bevoegd gezag daarbij een voorwaardenscheppende en sturende rol spelen.
Toelichting Opbrengsten De opbrengsten zijn onvoldoende zowel voor vmbo basisberoepsgerichte leerweg als voor kader beroepsgerichte leerweg. Te veel leerlingen lopen in de bovenbouw studievertraging op en de gemiddelde cijfers die leerlingen op het centrale examen behalen, liggen onder het landelijk gemiddelde en zijn onvoldoende beoordeeld. Ook de verschillen tussen de punten behaald bij het centraal examen en bij het schoolexamen zijn te groot in de afdeling vmbo kaderberoepsgerichte leerweg; met name bij talen en wiskunde. Verschillen groter dan 1.0 punt komen voor. De verklaring hiervoor zoekt de schoolleiding in de late start van het feitelijke verbeterproces. Dit is eigenlijk pas begin vorig schooljaar goed in gang gezet. Door docenten bij de ontwikkeling van verbeterplannen en activiteiten te betrekken is toen een goed draagvlak ontstaan voor de gewenste ontwikkelingen. De school verwacht vanaf eind dit schooljaar bij de opbrengsten de eerste verbeteringen te kunnen vaststellen.
H2742986/7
Documentnr. H2863210 Pagina 9 van 12
Kwaliteitszorg De school brengt de niveaus en specifieke kenmerken of problemen van de leerklingen bij plaatsing nauwgezet in kaart; zij hanteert hierbij extern genormeerde instrumenten (zoals VAS 2). Een probleem hierbij vormt het ontbreken van of de soms late aanlevering van leerlingengegevens vanuit de gescheiden opererende onderbouwlocaties. De resultaten die de leerlingen behalen worden sinds vorig schooljaar systematisch geëvalueerd. Als regel maken leraren en schoolleiding analyses van de toetsresultaten. De uitkomsten worden gebruikt om gericht bij te kunnen sturen in het onderwijsproces. Het pedagogisch-didactisch handelen krijgt nu sturing door het gebruik van de ‘kijkwijzer voor de docent’. Op basis hiervan vinden ook lesobservaties plaats waarvan de bevindingen in de gesprekkencyclus met leraren aan de orde komen. Met afspraken die voortvloeien uit evaluaties van toetsresultaten en uit lesobservaties borgt de schoolleiding de kwaliteit van het onderwijsproces. In haar schoolgids verantwoordt de school haar visie op de wijze waarop actief burgerschap en sociale integratie in haar onderwijs worden nagestreefd. De wijze waarop de opbrengsten in de schoolgids worden gecommuniceerd, schiet tekort; het vermelden van uitsluitend slaagpercentages geslaagden is niet in overeenstemming met artikel 24a WVO. Ook voldoet de schoolgids niet aan de eisen van artikel 27, lid 2 WVO in de wijze waarop de ouderbijdrage wordt toegelicht. Onderwijs en Leren Voor de afdelingen Zorg en Welzijn en Handel en Administratie zijn leerplannen ontwikkeld die thematisch en zoveel mogelijk vanuit het beroepsgerichte vak in samenhang met de vakken Nederlands, Engels en wiskunde zijn opgebouwd. De samenhang binnen de leerlijnen tussen onder- en bovenbouw dient geborgd te worden via afspraken tussen toeleverende onderbouwlocaties en het Carré College. Deze leerplannen structureren het aanbod en de samenhang daarbinnen. Voor het pedagogisch-didactisch handelen biedt de kijkwijzer een structuur. De inspectie heeft in haar lesobservaties geconstateerd dat leraren de afspraken over de pedagogisch-didactische werkwijze nakomen. Dit resulteert in goed opgebouwde lessen waarin het doel van de les duidelijk is, de uitleg helder en waarbinnen mogelijkheden worden gecreëerd voor individuele aandacht. Een aandachtspunt binnen het pedagogischdidactisch handelen vormt de wijze waarop leerlingen met gedragsproblemen (te druk gedrag, gebrek aan concentratie, conflict zoeken) kunnen worden ‘aangesproken’ of gemotiveerd. Leraren en leerlingen ervaren het schoolklimaat als veilig. De school neemt deel aan de scan van ‘Veilig op school’; de uitkomsten hiervan zijn positief. De leerlingen zijn enthousiast over de activiteiten die er worden georganiseerd in het kader van de brede school. Zorg en begeleiding De zorg en begeleiding kent een duidelijke organisatiestructuur. De onderdelen daarvan (leerlingbesprekingen, bijeenkomsten zorgteams, test/toetsafnames, vastleggen data in Magister) liggen in jaaragenda en afspraken vast. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar de bestrijding van de taalachterstanden. Dit is gezien de karakteristiek van de multiculturele leerlingenpopulatie een juiste keuze. Deze aandacht voor taal blijkt onder meer uit de scholing in taalverrijkend onderwijs die alle leraren hebben gevolgd. Naast de taal-leerlijn wordt ook een leerlijn rekenvaardigheden ontwikkeld; deze laatste heeft tot nu toe minder aandacht gekregen.
H2742986/7
Documentnr. H2863210 Pagina 10 van 12
In individuele handelingsplannen (in elk geval voor lwoo-geïndiceerde leerlingen en rugzakleerlingen) en groepshandelingsplannen liggen een analyse van de problemen of leerachterstanden en de beoogde doelen vast. De leraren proberen deze handelingsplannen in de lessen toe te passen, maar erkennen dat zij zich hierin nog verder moeten ontwikkelen. Een aantal leer- of hulpmiddelen helpt daarbij: woordenschrift, muiswerk en nieuwsbegrip bijvoorbeeld. Specifieke zorg voor individuele leerlingen komt vooral in carré-uren, R.T. en begeleidingsgesprekken tot z’n recht. De betrokkenheid van de ouders bij de school en in het bijzonder bij de zorg en begeleiding wil de school vergroten door zo nodig het schoolmaatschappelijk werk in te zetten en door gebruik te maken van een externe stichting die door huisbezoek de barrières van taalproblemen probeert te slechten.
H2742986/7
Documentnr. H2863210 Pagina 11 van 12
3.
TOEZICHTARRANGEMENT
De kwaliteit van het onderwijs vertoont vanwege de onvoldoende opbrengsten belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan het Unie Noord, Carré College, basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg, een aangepast arrangement zwakke kwaliteit van onderwijs toe. Het Carré College valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat er in 2010 duidelijke verbeteringen zichtbaar zijn ten aanzien van de opbrengsten van de school (de opbrengstgegevens, bestaande uit het rendement bovenbouw, centraal examencijfer en verschil tussen cijfer schoolexamen en cijfer centraal examen). De inspectie voert in september 2010 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de opbrengsten zijn verbeterd. Tevens dient de school in de schoolgids voor schooljaar 2010-2011 te voldoen aan de eisen van artikel 24 a en artikel 27, lid 2 WVO. Bovenstaande afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan.
H2742986/7
Documentnr. H2863210 Pagina 12 van 12