Rr1
RAPPORT VAN BEVINDINGEN
ONDERZOEK BIJ
Maurice Maeterlinckschool
School: Plaats: BRIN-nummer: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Registratienummer: Rapport vastgesteld te Zoetermeer op:
Maurice Maeterlinckschool Delft 02YJ 19 en 2 2 januari 2009 30 januari 2009 27568821/ 27 maart 2009
Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
INSPECTIE
van
hetONDERWUS 1.
INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 en 2 2 januari 2009 een onderzoek uitgevoerd op Maurice Maeterlinckschool om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 12, 13 en 15 februari 2007 zijn tekortkomingen vastgesteld op het gebied van de onderwijskwaliteit alsmede op de naleving van de wettelijke voorschriften. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 12 juni 2007. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. De inspectie heeft, in het licht van het te voeren Bestuursgesprek, o.a. voor de Maurice Maeterlinckschool een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse, mede gebaseerd op het vorengenoemde kwaliteitsonderzoek uit 2007, kwam naar voren dat er risico's zijn in de kwaliteit van het onderwijsleerproces, de kwaliteitszorg en het systeem van leerlingenzorg. Voorts kwam uit deze analyse naar voren dat er mogelijk tekortkomingen zijn op het gebied van de naleving van wet- en regelgeving. Op 18 december 2 0 0 7 en 6 februari 2008 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten in het eerste kwartaal van 2009 een onderzoek uit te voeren om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. Met het onderzoek van 19 en 22 januari 2009 komt de inspectie tegemoet aan deze afspraak. Onderzoeksverantwoording en -opzet: De resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op de volgende onderzoeksactiviteiten: analyse van de volgende documenten: A Leerlingenzorg Voor drie nieuwe leerlingen een eerste handelingsplan, een interdisciplinair verslag en akkoordverklaring van ouders; Algemene projectgegevens implementatie LVS Datacare; Overzicht invoertraject Datacare; Plan van aanpak project Leerlijnen; Format stand van zaken Leerlijnen MMS. B. Kwaliteitszorg Planvorming nieuw schoolplan 2 0 0 9 - 2 0 1 3 ; Memo Koersplandag 2 0 0 7 ; Notitie Strategisch beleidsplan SOMETZ; INK Quick Scan; Schoolontwikkelingsplan MMS 2 0 0 4 - 2 0 0 8 ; Communicatieonderzoek 2006; WMK Quick Scan 2 0 0 8 ; Medewerkers onderzoek 2008; Oudertevredenheidsonderzoek;
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
m o I N S P E C T I E van hetONDERWUS -
Jaarplan 2008; Schoolplan 2008-2013; Schoolontwikkelingsplan MMS 2009-2013; Kwaliteitsagenda MMS 2009-2013.
C. Veiligheidsbeleid Veiligheid diagnose; - Rl&E 2007 Evaluatie plan van aanpak 2007/ Plan van aanpak 2008; Veiligheidsbeleid MMS; Marap veiligheidsbeleid aug-dec. 2008. Observaties van lessen in de groepen T-2, T-5 en M-2. Gesprekken met Management Team, met betrokkenen bij het systeem van leerlingenzorg inclusief leden van de commissie voor de begeleiding, met leraren en ouders. Toezichtkader Het onderzoek is uitgevoerd op basis van het waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs 2005. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Met toepassing van het proportionaliteitsprincipe zijn die indicatoren uit het waarderingskader onderzocht en beoordeeld die in het onderzoek uit 2007 naar voren kwamen als onvoldoende en daarmee als risicovol werden gewaardeerd. Naast deze kwaliteitsaspecten heeft de inspectie tevens de wettelijke aspecten onderzocht die in 2007 als een tekort in de naleving van de wet- en regelgeving werden benoemd. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
van
INSPECTIE
hetONDERWUS 2.
BEVINDINGEN
2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel Legenda: In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren/criteria in dit onderzoek zijn betrokken en t o t welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De betekenis van de scores is als volgt: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet t e beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Het kwaliteitsprofiel van de Maurice Maeterlinckschool Cyclisch proces kwaliteitszorg
1
De school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. 1.3 De school evalueert jaarlijks de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.9 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. Systeem van leerlingenzorg
2
3
4
• • • • • 1
2
3
4
De school beschikt over een cyclisch systeem van leerlingenzorg. 3.1 3.8
De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan.
• •
Functionaliteit handelingsplanning De school zorgt voor een passende begeleiding van leerlingen. De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor 4.1 handelingsplanning.
1
Leerstof aanbod
1
2
3 •
2
3 : (f4
Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs of de naschoolse woon-, werk- en vrijetijdssituatie. 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken.
•
5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen.
•
Tijd De eerlingen krijgen voldoende tijd om zich de leerinhouden eigen te maken. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen.
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
4
1
2 •
3
4
van
INSPECTIE
hetONDERWUS Schoolklimaat De sfeer op school is veilig en ondersteunend voor leerlingen. 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van de sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school.
1
2
3
4
• • •
Naleving De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften over onderstaande onderwerpen1. Schoolplan in art. 21 en 27 van de WEC. Schoolgids in art. 21 en 27 van de WEC. Onderwijstijd in art. 11 van de WEC.
Wel aanwezig Wel aanwezig, niet toegezonden Voldoende
Voor de overige nalevingsonderdelen die de inspectie heeft onderzocht wordt verwezen naar het volgende hoofdstuk.
1
Deze onderwerpen gelden voor het school c.q. cursusjaar 2008-2009. De inspectie stelt jaarlijks de onderwerpen vast. Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
INSPECTIE
van
hetONDERWUS 2.2 Beschouwing Algemeen beeld De bevindingen en conclusies naar aanleiding van het onderzoek dat de inspectie in 2 0 0 7 heeft uitgevoerd, heeft de schoolleiding aanleiding gegeven gericht acties te ondernemen op uiteenlopende aspecten van het functioneren van de school, teneinde de geconstateerde kwaliteitstekorten op te heffen. Deze activiteiten hadden onder meer betrekking op de verbetering van het systeem van leerlingenzorg die de normindicatoren bevatten. Deze inspanningen hebben resultaat gehad en leiden de inspectie, met toepassing van de geldende beslisregels, tot de conclusie dat de onderwijskwaliteit op de Maurice Maeterlinckschool nu van een voldoende niveau is. Dat laat onverlet dat er onderdelen in het functioneren van de school zijn die de inspectie nog niet als voldoende beschouwt. De school kan zich op deze onderdelen nog verbeteren. De inspectie heeft het vertrouwen dat dit ook zal gebeuren. Ook aan de in 2 0 0 7 geconstateerde tekorten in de naleving van de wet- en regelgeving heeft de school aandacht geschonken. Dat heeft er toe geleid dat deze tekorten nu niet meer bestaan. Het bestuur heeft de inspectie daarover reeds geïnformeerd bij brief van 7 juni 2007. De inspectie heeft bij dit onderzoek van de gelegenheid gebruik gemaakt de wijze waarop het bestuur op de destijds gegeven aanwijzingen heeft gereageerd, te verifiëren.
Toelichting Op het gebied van het cyclisch proces van kwaliteitszorg heeft de school vorderingen geboekt maar dit heeft er nog niet toe geleid dat de school nu beschikt over een omvattend systeem aan de hand waarvan de school de eigen kwaliteit cyclisch, planmatig en systematisch in de gaten houdt. De afgelopen periode heeft de verdere uitbouw van het systeem van kwaliteitszorg ten behoeve van de school plaatsgevonden. De resultaten daarvan zijn neergelegd in het schoolplan. Hieruit valt af te leiden dat de school zich baseert op het INK-model en binnen dat model gebruik maakt van het WMK (Werken Met Kwaliteitskaarten) als instrument om de kwaliteit van het primaire proces in beeld te brengen. Deze kaarten zijn ook toegepast en hebben geleid tot een eerste waardering van de kwaliteit van het door de school verzorgde onderwijs. Hieruit zijn onderwerpen naar voren gekomen die aanleiding geven gericht en planmatig actie te ondernemen om de kwaliteit van deze aspecten te verbeteren. Het gebruik van dit instrument heeft er nog niet toe geleid dat de school voor zichzelf doelen heeft gesteld ten aanzien van de na te streven 'opbrengsten'. Ook de rapportage aan belanghebbenden over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs is beperkt gebleven. Met de aanpassingen die op het gebied van het systeem van leerlingenzorg zijn doorgevoerd, heeft de school een systeem dat voldoet aan de kwaliteitseisen die de inspectie aan een dergelijk systeem stelt. Met de introductie van 'profielen' versterkt de school niet alleen haar mogelijkheden de focus van de ontwikkeling van leerlingen over een langere termijn dan één schooljaar, gericht te houden op een ontwikkelingsperspectief. Ook ondersteunt het de school in het streven haar opbrengsten zichtbaar te maken en aan te tonen dat de leerlingen zich volgens verwachting ontwikkelen. De verbeteringen die zijn aangebracht komen tot uitdrukking in het eerste handelingsplan dat voor een leerling die instroomt op de school wordt opgesteld. Onderdeel van dit plan vormt een startprofiel van de leerling dat de commissie voor de begeleiding mede baseert op de informatie die de school krijgt aangereikt. Dit startprofiel bevat zodanige informatie over de leerling dat de leerkracht het onderwijsaanbod hierop op kan afstemmen, rekening houdend met specifieke factoren zowel gelegen in de leerling zelf als in zijn omgeving.
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
c
# o I N S P E C T I E van hetONDERWUS Ten behoeve van de evaluatie is een afzonderlijk document in het systeem ondergebracht waarin niet alleen de evaluatie van het plan dat is afgerond is opgenomen maar tevens de beargumenteerde voorstellen voor de invulling van het volgende plan, als consequenties die men trekt uit de evaluatie van het 'oude' plan. Niet alleen verhoogt dit de transparantie van het systeem, het maakt ook het cyclische karakter ervan zichtbaar. In dit verband is tevens van belang te vermelden dat de school de cyclus leerlingenzorg zelfstandig uitvoert, los van de cyclus planbespreking waarbij het revalidatiecentrum is betrokken. De school heeft niet alleen op het gebied van kwaliteitszorg en de leerlingenzorg stappen gezet om kwaliteitsverbetering te realiseren. Binnen het onderwijsleerproces heeft de school met het project leerlijnen het accent gelegd op het leerstofaanbod. De school heeft de invoering van de leerlijnen opgepakt en is bezig met de implementatie hiervan. Dat betekent ook dat over een reeks van jaren het totale onderwijsaanbod in de vorm van leerlijnen voor de school beschikbaar komt. Gekoppeld aan de leerlijnen vindt een zoektocht naar passend lesmateriaal plaats waarbij voor een belangrijk deel geput wordt uit de op de school aanwezige materialen. Voor de vakken waarvoor de leerlijn nog niet is geïmplementeerd, valt de school terug op de methoden en materialen die de leerkrachten al gebruikten. Annex aan de implementatie van leerlijnen vindt de ontwikkeling plaats gericht op het samenstellen van 'profielen'. Deze profielen bestaan uit een bundeling van leerlijnen gericht op het bereiken van een eindniveau dat een relatie onderhoudt met een vervolgvoorziening als uitstroombestemming voor de leerlingen. De school onderscheidt inmiddels vijf profielen inclusief die voor de EMG doelgroep (Ernstig Meervoudig Gehandicapt I Q < 3 5 ) . Het viel de inspectie op dat bij de ontwikkeling van deze, aan profielen gerelateerde programma's, niet ook aandacht wordt geschonken aan de verdeling van de beschikbare onderwijstijd. Juist in de ontwikkeling van die profielen kan een aangrijpingspunt gevonden worden om modelroosters voor de onderscheiden profielen op te stellen. Hiermee ontbreekt de garantie dat onevenwichtigheden in roosters, zoals de inspectie die in 2007 aantrof, niet meer voor kunnen komen. Met de introductie van de opbrengsten van het Planciusproject heeft de school voor de EMG-groep een belangrijke kwaliteitsslag gemaakt. Niet alleen biedt het de leerkrachten houvast bij het uitvoeren van activiteiten met de leerlingen. Het biedt ook een referentiekader van waaruit de ondernomen activiteiten betekenis krijgen in relatie tot het ontwikkelingsniveau van de leerling. De inspectie heeft met waardering kennis genomen van de wijze waarop het onderwijs voor deze specifieke doelgroep van de school gestalte krijgt. Mede naar aanleiding van de bevindingen tijdens het onderzoek dat de inspectie in 2007 r uitvoerde, heeft de school de ontwikkeling van het veiligheidsbeleid op een fundamentele wijze opgepakt. Hierbij is ook de andere school onder beheer van het bestuur betrokken. De inspanningen hebben inmiddels geresulteerd in een omvattend veiligheidsplan. In combinatie met het eveneens ontwikkelde handboek Veiligheid dat o.a. protocollen bevat, en het verantwoordelijk maken van één van de managementleden voor het veiligheidsbeleid, vormt dit de basis voor het te voeren veiligheidsbeleid van de school. Sterk punt in deze ontwikkeling is dat men er voor gekozen heeft bewust aandacht te schenken aan het communicatie-aspect binnen het veiligheidsbeleid, teneinde binnen de totale organisatie van de school de veiligheid in al zijn facetten blijvend tot een levend thema te maken. Het veiligheidsbeleid is ook betrokken bij het kwaliteitszorgbeleid van de school door annex aan de totstandbrenging van het veiligheidsbeleid een diagnosekaart 'veiligheid' te ontwikkelen passend binnen instrumentarium Werken met Kwaliteitskaarten (WMK).
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
gig
Q
INSPECTIE
van
hetONDERWUS Onderdeel van het handboek Veiligheid vormt de registratie en afhandeling van incidenten. De informatie die in dit verband wordt verzameld krijgt ook beleidsbetekenis door hier in de managementrapportage aandacht aan te besteden. De behoefte de veiligheidsbeleving in kaart te brengen heeft er inmiddels toe geleid dat in het medewerkersonderzoek dat in 2 0 0 8 werd uitgevoerd, ook aan dit onderwerp aandacht werd besteed. Ook het in 2011 af te nemen oudertevredenheidsonderzoek zal aandacht besteden aan de door ouders ervaren veiligheid op school. De behoefte rechtstreeks bij leerlingen de veiligheidsbehoefte te peilen heeft geleid tot een zoektocht naar geschikte instrumenten en een opdracht om een zgn. 'leerlingthermometer' te ontwikkelen. Hangende deze ontwikkeling zijn er geen gegevens van leerlingen verzameld en beschikbaar. De suggestie vooralsnog genoegen te nemen met een 'next best set' van instrumenten om toch over iets aan informatie over de veiligheidsbeleving van leerlingen te kunnen beschikken, neemt de school in overweging. Nalevingsaspecten Schoolgids De school beschikt over een schoolgids voor het schooljaar 2 0 0 8 - 2 0 0 9 . Dit document is echter niet aangeleverd bij de inspectie. Afgesproken is dat een exemplaar alsnog zo spoedig mogelijk aan de inspectie zal worden toegezonden. Verder staat in de schoolgids (blz. 16) dat leerlingen ouder dan 8 jaar tenminste 1000 uren onderwijs krijgen aangeboden. Op grond van berekeningen die de inspectie heeft gemaakt, blijkt deze bewering niet juist te zijn. Instemmingsverzoeken ex art. 12 WEC Regelmatig ontvangt de inspectie nu verzoeken in te stemmen met het voorstel af te wijken van het verplicht aantal onderwijsuren. Bijhouden aantal weken stage Het belang van het bijhouden van het aantal dagen dat een leerling stage volgt houdt verband met het tijdig signaleren van de noodzaak ontheffing aan te vragen voor de tijd dat de leerling stage volgt. De stagecoördinator is daar alert op. De situatie is zodanig dat de leerlingen meestal maar op één plek stage volgen w a t meteen een plaatsingsstage is. Deze duurt nooit langer dan het aantal stagedagen dat in het Onderwijskundig Besluit WEC is opgenomen en staat genoteerd in het stagecontract. Zodra zich in de opzet van de stage wijzigingen voordoen, bijvoorbeeld doordat er voor een leerling meerdere stages georganiseerd worden, gaat de stagecoördinator over tot het afzonderlijk per leerling registreren van de aantallen .ff stagedagen, zo is met de schoolleiding afgesproken. Stageplan Als bijlage bij de brief van 7 juni 2007 heeft het bestuur een vastgesteld stageplan ter kennisname aan de inspectie toegezonden. In dit plan besteedt de school aandacht aan alle facetten van artikel 7 van het Onderwijskundig Besluit WEC. Dit plan vormt integraal onderdeel van het beleidsplan Arbeidstoeleiding dat op de school van toepassing is. Een summiere weergaven van het stagebeleid is in het schoolplan opgenomen. Stagecontract Het model stagecontract van de school is naar aanleiding van de bevindingen in 2007 aangepast en aangevuld. Dit nieuwe contract, dat ter kennisname als bijlage bij de brief van 7 juni 2 0 0 7 aan de inspectie werd toegezonden, voldoet aan de eisen van artikel 9 van het Onderwijskundig Besluit WEC.
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
# o I N S P E C T I E van hetONDERWUS Handelingsplan Uit de opgestelde handelingsplannen van nieuwe leerlingen, die voorafgaand aan het uitvoeren van het kwaliteitsonderzoek aan de inspectie werden toegestuurd, blijkt dat de school aan deze wettelijke eis voldoet.
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ
INSPECT?E van hetONDERWUS 3. TOEZICHTARRANGEMENT De Inspectie van het Onderwijs kent aan de Maurice Maeterlinckschool het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag, themaonderzoeken of een vierjaarlijks bezoek. Tijdens de uitvoering van het onderzoek is reeds een datum vastgelegd voor het voeren van het jaarlijkse bestuursgesprek. Daaraan voorafgaand zal een risico-analyse plaatsvinden waarbij de inspectie de bevindingen en conclusies betrekt van het onderzoek waarover in dit verslag wordt gerapporteerd.
Rapport van bevindingen 190109; 02YJ