RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ AMARANTIS ONDERWIJSGROEP GROEPSDIRECTIE UTRECHT Opleidingen Medewerker maatschappelijke zorg en Sociaal-maatschappelijk dienstverlener
Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
Amsterdam 04EM 122258 12 april 2011 1 juli 2011 3 oktober 2011
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/9
Documentnr: H3165465 pagina 1/13
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 2/13
1.
INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 12 april 2011 een onderzoek uitgevoerd op Amarantis Onderwijsgroep, groepsdirectie Utrecht, team Welzijn en Onderwijs, bij de opleidingen Medewerker maatschappelijke zorg op niveau 3 en Sociaalmaatschappelijk dienstverlener op niveau 4 naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is de volgende. Uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd kwam naar voren dat zich mogelijke tekortkomingen voordoen in de kwaliteit van het onderwijs. Tijdens het bestuursgesprek dat de inspectie met het college van bestuur voerde in november 2010 is afgesproken dat een kwaliteitsonderzoek zal worden uitgevoerd. In dit kader zijn de volgende opleidingen onderzocht: • crebocode 92650, Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg), niveau 3 • crebocode 10744 / 92670, Sociaal Dienstverlener (SD), niveau 3 / Sociaalmaatschappelijk Dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener), niveau 4. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling en de opleidingen die bij de inspectie aanwezig zijn. • Onderzoek op locatie, waarbij schooldocumenten zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken met de directie, teamcoördinator, docenten en deelnemers zijn gehouden. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2009-2010 met de erbij behorende onderstaande normen. Niveau 4: jaarresultaat 64,7 en diplomaresultaat 67,3 procent. Niveau 3: jaarresultaat 65,3 en diplomaresultaat 67,3 procent. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009. Deze zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 3/13
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 4/13
2.
BEVINDINGEN
2.1
Bevindingen opleiding Medewerker maatschappelijke zorg
2.1.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleiding: • crebocode 92650, Maatschappelijke Zorg (Medewerker maatschappelijke zorg), niveau 3 1.1 Naleving wettelijke vereisten 1.1.1 Naleving wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma 3.1.1 Samenhang 3.1.2 Maatwerk 3.1.3 Programmatijd 3.1.4 Voorzieningen 3.2 Leerproces 3.2.1 Leertijd 3.2.2 Didactisch handelen 3.2.3 Begeleiding in de instelling 3.2.4 Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding 3.3.1 Intake 3.3.2 Studieloopbaanbegeleiding 3.3.3 Zorg deelnemers specifieke behoeften 3.3.4 Samenwerking 3.4 Omgang en veiligheid 3.4.1 Bejegening/omgang 3.4.2 Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Systematische Kwaliteitszorg 4.1.2 Beoordeling
1
2
3 ●
4
1
2
3
4
1
2
3 ●
4
5 ●
●
1
2
1
2 ●
1
2
1
2 ● ●
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
● ● 3 ● ● ● ● 3 ● ● ● 3 ● ● 3
4
4
4
4
Documentnr: H3165465 pagina 5/13
2.1.2
Beschouwing
Algemeen beeld De kwaliteit van de opleiding Medewerker maatschappelijke zorg is voldoende; de opbrengsten kunnen niet beoordeeld worden en het onderwijsproces is als voldoende beoordeeld hoewel er tekortkomingen zijn in maatwerk en intake. Het team Welzijn en Onderwijs biedt verschillende opleidingen aan die allemaal een gemeenschappelijk basisjaar kennen. Aandacht voor de verschillende uitstroomrichtingen komt voornamelijk in de navolgende jaren aan bod. In deze wijze van inrichten is onvoldoende aandacht voor maatwerk hoewel het onderwijsconcept daar wel alle ruimte voor biedt. De intake is ook onvoldoende ingericht op deelnemers kennis te laten maken met het onderwijsconcept waardoor teleurstellingen in een later stadium niet altijd voorkomen worden. Een sterk punt van de opleiding is de begeleiding die zowel bij de keuze voor uitstroom, bij de beroepspraktijkvorming en de voortgang tot uitdrukking komt. Hieronder licht de inspectie de belangrijkste bevindingen toe. Wettelijke vereisten Voor zover onderzocht wordt voldaan aan de wettelijke vereisten op het gebied van zorg- en informatieplicht, rechtsbescherming en het gebruik van crebonamen. Over de onderzoeken naar voortijdig schoolverlaten, onderwijstijd en beroepspraktijkvorming wordt separaat gerapporteerd. De onderzoeken kennen een positieve uitslag. Opbrengsten De opbrengsten in 2009-2010 van de opleiding Medewerker maatschappelijke zorg zijn niet te beoordelen. Het jaarresultaat is 34,7 procent en het diplomaresultaat is 33,3 procent. Beide liggen weliswaar onder de landelijke norm, maar de inspectie wijkt bij deze geheel nieuwe opleiding af van de norm, omdat er in de uitvoeringslocaties van Amarantis Onderwijsgroep sprake is van een forse groei in het aantal deelnemers dat met deze opleiding is gestart en er nog weinig deelnemers hun opleiding hebben kunnen afronden. Derhalve geven de percentages van jaar- en diplomaresultaat geen goed beeld. Programma Het maatwerk is onvoldoende, de overige criteria zijn voldoende. De taal- en rekenvakken kennen vormen van maatwerk, maar de beroepsgerichte programmaonderdelen bieden in het eerste leerjaar te weinig niveaudifferentiatie en in het totale traject onvoldoende verdiepingsmogelijkheden. In het gemeenschappelijke basisjaar voor zowel opleidingen op niveau 3 als 4, volgen alle deelnemers hetzelfde curriculum waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen deelnemers van niveau 3 en 4, hoewel bij de intake wel is bepaald welk niveau het beste bij een deelnemer past.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 6/13
De samenhang tussen het schoolse gedeelte en de beroepspraktijkvorming komt goed tot uiting in lessen met een intervisiekarakter. Het opleidingstraject is volgens deelnemers intensief maar goed te doen en goed verdeeld over de leerjaren. Deelnemers zijn ook heel tevreden over de voorzieningen, met name de Facilitaire Leer Omgeving kan op veel waardering rekenen. Leerproces Alle criteria van het leerproces zijn voldoende. De teamleden zijn consequent in het naleven van de presentieplicht van deelnemers en melden ongeoorloofd verzuim. Er is wel sprake van enig verzuim, met name bij vakken waarvan de deelnemers het nut maar met moeite inzien. Docenten zijn goed in staat om vorm te geven aan het onderwijsconcept Natuurlijk Leren en zij ondersteunen deelnemers om zich die werkwijze eigen te maken. Niettemin constateren deelnemers wel verschillen tussen de verschillende docenten als het gaat om het signaleren van knelpunten in het leerproces. Een sterk punt van de opleiding wordt gevormd door de beroepspraktijkvorming (bpv). Deelnemers worden uitgebreid voorbereid op de inhoud en de praktijkopdrachten en tijdens de bpv is veel gelegenheid om de voortgang en bijzonderheden van de bpv onderling te bespreken. De praktijkopdrachten zijn door het team samengesteld en deelnemers kunnen hiermee goed uit de voeten. Trajectbegeleiding Met uitzondering van de intake zijn de criteria van de trajectbegeleiding voldoende. De intake is te weinig gericht op de karakteristieken van het onderwijsconcept. Dat gebeurt weliswaar wel in de eerste periode van het eerste leerjaar, maar gezien het feit dat een deel van de deelnemers die voortijdig stopt met de opleiding dat doet vanwege het onderwijsconcept, is het voor een zorgvuldige plaatsing noodzakelijk al tijdens de intake grondig(er) te beoordelen of de werkwijze van de opleiding en de specifieke kenmerken van de deelnemer voldoende matchen. De keuzebegeleiding en de begeleiding van de voortgang van deelnemers zijn goed ontwikkeld in het team. Deelnemers voeren gesprekken over de uitstroomkeuze, krijgen adviezen van de leermeesters over de keuze van de stageplaats en presenteren aan elkaar hun ervaringen in de verschillende werkvelden. Gedurende de gehele opleiding is veel aandacht voor de voortgang in de opleiding. Dit gebeurt niet alleen systematisch aan de hand van leer- en ontwikkellijnen, maar ook met extra ondersteuning als blijkt dat een deelnemer bijvoorbeeld moeite heeft met plannen. Bij problemen die de capaciteiten van het team overstijgen, verwijzen leermeesters door naar Deelnemersdienstverlening. De samenwerking met deze centrale voorziening en ketenpartners is goed. Omgang en veiligheid Beide criteria zijn voldoende. De sfeer tussen het team en deelnemers is prettig. Het team zorgt ook in preventieve zin voor een prettige omgang in de vorm van aanbod op het gebied van weerbaarheid.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 7/13
Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg in de opleiding is onvoldoende systematisch en de beoordeling geschiedt onvoldoende met betrokkenheid van onafhankelijk deskundigen. Er zijn wel gegevens beschikbaar in de vorm van tevredenheidsmetingen onder deelnemers en per periode wordt geëvalueerd of het leerstofaanbod aanpassingen behoeft, maar er is onvoldoende sprake van een kwaliteitszorgcyclus voor het geheel.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 8/13
2.2
Bevindingen opleiding Sociaal-maatschappelijk dienstverlener
2.2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleidingen: • crebocode 10744 / 92670, Sociaal Dienstverlener (SD), niveau 3 / Sociaalmaatschappelijk Dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener), niveau 4 1.1 Naleving wettelijke vereisten 1.1.1 Naleving wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma 3.1.1 Samenhang 3.1.2 Maatwerk 3.1.3 Programmatijd 3.1.4 Voorzieningen 3.2 Leerproces 3.2.1 Leertijd 3.2.2 Didactisch handelen 3.2.3 Begeleiding in de instelling 3.2.4 Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding 3.3.1 Intake 3.3.2 Studieloopbaanbegeleiding 3.3.3 Zorg deelnemers specifieke behoeften 3.3.4 Samenwerking 3.4 Omgang en veiligheid 3.4.1 Bejegening/omgang 3.4.2 Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Systematische kwaliteitszorg 4.1.2 Beoordeling
1
2
3 ●
4
1
2 ● 2 ● ●
3
4
3
4
1
● ● 3 ● ● ●
1
2
1
● 2 ●
3
4
1
2
4
1
2 ● ●
● ● ● 3 ● ● 3
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
5
4
4
Documentnr: H3165465 pagina 9/13
2.2.2
Beschouwing
Algemeen beeld De opleiding Sociaal-maatschappelijk dienstverlener kent zowel onvoldoende opbrengsten als een aantal grote tekortkomingen in het onderwijsleerproces en is daarom van onvoldoende kwaliteit. De opbrengsten zijn al een aantal jaren onvoldoende en vertonen geen stijgende lijn. In het onderwijsleerproces is de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming, de samenhang in het programma, het maatwerk en de intake onder de maat waardoor veel deelnemers voortijdig met de opleiding stoppen. Zo zijn er onvoldoende stageplaatsen beschikbaar en is het team niet in staat om deelnemers dat programma te bieden waar ze behoefte aan hebben. Er is onvoldoende urgentiebesef waardoor de belangrijkste tekortkomingen tot op heden nauwelijks zijn aangepakt. Het gebrek aan urgentiebesef is mede gevolg van het feit dat het team geen zicht heeft op de opleiding als geheel en een tekort heeft aan teamleden met specifieke kennis op het terrein van sociale wetgeving. Dit alles neemt niet weg dat het team op verschillende terreinen wel verbeteringen heeft bewerkstelligd, onder andere op het terrein van informatievoorziening en individuele ondersteuning van deelnemers die moeite hebben met het plannen van hun leerproces. Wettelijke vereisten Voor zover onderzocht wordt voldaan aan de wettelijke vereisten op het gebied van zorg- en informatieplicht, rechtsbescherming en het gebruik van crebonamen. Over de onderzoeken naar voortijdig schoolverlaten, onderwijstijd en beroepspraktijkvorming wordt separaat gerapporteerd. De uitkomsten van deze onderzoeken is positief. Opbrengsten De opbrengsten in 2009-2010 van de opleidingen Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener en - de voorganger daarvan - Sociaal Dienstverlener zijn onvoldoende: het jaarresultaat bedraagt 45,8 procent, het diplomaresultaat 50 procent. Het jaarresultaat en het diplomaresultaat liggen hiermee onder de landelijke norm en vertonen over de jaren heen nauwelijks een stijgende lijn. Daarbij moet nog de kanttekening worden geplaatst dat een groot aantal deelnemers dat oorspronkelijk ingeschreven stond bij de nieuwe opleiding op niveau 4, nog gediplomeerd zijn op het oude crebonummer toen bleek dat het niveau van de nieuwe opleiding geen haalbare kaart was. Programma De programmatijd en de voorzieningen van het programma zijn voldoende, de samenhang en het maatwerk onvoldoende. De opleiding Sociaal-maatschappelijk dienstverlener heeft een gemeenschappelijk basisjaar met de andere opleidingen van Welzijn en Onderwijs. In dit eerste leerjaar is er door de combinatie met welzijnsopleidingen sprake van een algemene inhoud en zijn er onvoldoende mogelijkheden om de beroepspraktijkvorming in te zetten
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 10/13
voor het maken van een gefundeerde keuze voor de uitstroomrichting. Ook in het totale opleidingstraject sluit het onderwijs op school te weinig aan op de beroepspraktijk, terwijl dat wel het uitgangspunt van de opleiding is. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat er onvoldoende stageplaatsen gegenereerd worden in het werkveld van de Sociaal-maatschappelijk dienstverlener en anderzijds omdat dit tekort ook onvoldoende wordt gecompenseerd door bijvoorbeeld het inzetten van gastlessen door mensen uit de beroepspraktijk. Mede hierdoor blijft het beroepsbeeld te lang onduidelijk voor deelnemers. Dit aspect is bij de opleiding Sociaal-maatschappelijk dienstverlener extra van belang aangezien het werkveld voor dit beroep heel divers is. Een andere belangrijk punt in het tekort aan samenhang is het programma voor het tweede leerjaar. Dit kent onvoldoende diepgang in het aanbod en variatie in de workshops. De oorzaak daarvan is onder andere gelegen in het feit dat het huidige docententeam beperkte kennis heeft van de beroepspraktijk. Bij het maatwerk schort het eveneens aan de uitvoering in de praktijk. Het onderwijsconcept biedt weliswaar mogelijkheden om maatwerk te bieden maar feitelijk krijgen deelnemers maar in geringe mate verdieping en versnelling aangeboden terwijl de wens daartoe bij deelnemers wel degelijk aanwezig is. Tevens is het aanbod voor deelnemers met studievertraging niet toegesneden op de moeilijkheden die deelnemers ondervinden; zij krijgen alleen een herhaling. Het team heeft overigens wel andere vormen van maatwerk weten te realiseren bij de taal- en rekenvakken en er zijn ondersteuningslessen voor deelnemers die moeite hebben met plannen. De programmatijd is voldoende intensief en redelijk verspreid over de drie leerjaren, alhoewel het eerste jaar aan de lichte kant is. Ook de voorzieningen dragen bij aan een adequate uitvoering van het programma: de verbeteractiviteiten van het team hebben vooral in de informatievoorziening voor het eerste leerjaar gezorgd voor meer duidelijkheid en begrip onder deelnemers hoe de opleiding in elkaar zit. Voor de daarop volgende leerjaren is dat nog niet het geval. Het beschikbaar stellen van informatieve studiewijzers is nog een verbeterpunt. Leerproces De leertijd en het didactisch handelen zijn voldoende, de begeleiding in de instelling van het leerproces en beroepspraktijkvorming zijn onvoldoende. De teamleden zijn consequent in het naleven van de presentieplicht van deelnemers en melden ongeoorloofd verzuim. Niettemin is er sprake van redelijke mate van verzuim, met name bij vakken waarvan de deelnemers het nut maar met moeite inzien. Docenten ondersteunen deelnemers adequaat bij het zich eigen maken van de werkwijze van het onderwijsconcept Natuurlijk Leren. De sterke oriëntatie van dit concept op het leren in en vanuit de beroepspraktijk komt echter minder goed uit de verf door het tekort aan praktijkplaatsen. Het team volgt de voortgang van de deelnemers aan de hand van leer- en ontwikkellijnen maar de beoordeling van de mate van de groei verschilt van leermeester tot leermeester. Het team beschikt niet over een instrumentarium om de objectiviteit van de beoordelingen te garanderen en deelnemers signaleren de verschillen. Daardoor is de begeleiding in de instelling onvoldoende doelmatig. Deze tekortkoming wordt onderkend en het plan is om volgend schooljaar intervisie te plegen en opstelling van een lijst van beoordelingscriteria.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 11/13
De tekortkomingen in de beroepspraktijkvorming vormen een hoofdpunt in de onvoldoende kwaliteit van de opleiding. Het team is zich ervan bewust dat de lijst met beschikbare stageplaatsen beperkt is, maar heeft niet tijdig maatregelen getroffen om de negatieve gevolgen daarvan voor deelnemers te beperken. Er is geen beperking van de instroom van nieuwe deelnemers ingesteld noch een adequaat vervangend programma ingericht voor deelnemers die niet tijdig met de beroepspraktijkvorming kunnen beginnen. Trajectbegeleiding De studieloopbaanbegeleiding, de zorg voor deelnemers met specifieke behoeften en de samenwerking zijn voldoende, de intake is onvoldoende. Tijdens de intake wordt deelnemers onvoldoende uitgelegd hoe het onderwijsconcept van Welzijn en Onderwijs in elkaar zit en op welke leerstijlen dat wel en niet aansluit. Dat zorgt ervoor dat deelnemers pas in de loop van de opleiding erachter komen of ze met het onderwijsconcept uit te voeten kunnen of niet. Ook hanteert het team niet alle instrumenten bij de intake die een zorgvuldige plaatsing kunnen garanderen. Leermeesters zorgen voor ruime mogelijkheden om de deelnemers te begeleiden bij persoonlijke problemen. Indien leermeesters ervaren dat de problemen hun capaciteiten overschrijden, schakelen zij Deelnemersdienstverlening in die de deelnemers verder begeleiden. Omgang en veiligheid Beide criteria zijn voldoende, maar er is wel een aandachtspunt. Deelnemers die opmerkingen hebben over de kwaliteit van de opleiding, worden niet altijd beloond met een adequate reactie op hun klachten. Ook hierdoor blijkt dat het team zich onvoldoende bewust is van de tekorten in de opleiding en de eigen mogelijkheden om de kwaliteit te verbeteren. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg in de opleiding is onvoldoende systematisch, de beoordeling geschiedt onvoldoende met betrokkenheid van onafhankelijke deskundigen. Het team heeft geen beeld van de kwaliteit van de totale opleiding en van de aspecten die forse verbetering behoeven. Hoewel bepaalde verbeteringen de kwaliteit ten goede komen, blijven belangrijke tekortkomingen voortbestaan. Het team maakt tot op heden geen gebruik van beoordeling door externen en met opmerkingen en signalen van deelnemers wordt onvoldoende serieus omgegaan.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 12/13
3.
TOEZICHTARRANGEMENT
De Inspectie van het Onderwijs kent aan de volgende opleiding het basisarrangement toe.
crebocode 92650, Maatschappelijke Zorg (Medewerker maatschappelijke zorg), niveau 3
Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken. De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleidingen vertoont tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld:
crebocode 10744 / 92670, Sociaal Dienstverlener (SD), niveau 3 / Sociaalmaatschappelijk Dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener), niveau 4
Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan deze opleidingen een aangepast arrangement toe. De opleiding valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in september 2012 weer voldoende is. De inspectie voert in september 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In aanvulling hierop worden nadere afspraken met het bevoegd gezag gemaakt over te bereiken tussenresultaten en eventueel monitoringsgesprekken over de bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3165465 pagina 13/13