RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ BEST ALERT
Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
Best 26DW 122000 22 en 24 januari 2011 7 maart 2011 18 april 2011
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009, vastgesteld 28-09-2009, 2762803/11
Documentnr: H3067636 pagina 1/18
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 2/18
VASTSTELLING RAPPORT Dit rapport bevat de resultaten van een onderzoek naar de kwaliteit dat de inspectie uitvoerde op 22 en 14 januari 2011. Het rapport is vastgesteld door mevrouw A.E.W. Nooij, directeur toezicht beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, te Utrecht op 18 april 2011.
Directeur Toezicht Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie,
mevrouw A.E.W. Nooij
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 3/18
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 4/18
1.
INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 22 en 24 januari 2011 een onderzoek uitgevoerd bij Best Alert naar de kwaliteit van het onderwijs en/of de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. In het najaar 2010 heeft de inspectie de minister van OCW geadviseerd tot het beëindigen van de diploma-erkenning en daarmee tot het verzorgen van de opleiding Luchtvaartdienstverlener niveau 4 (crebo 10654) bij het Best Business College. Dit gebeurde vanwege het feit dat na hercontrole van de wettelijke vereisten er nog steeds ernstige tekortkomingen waren in de naleving van wettelijke voorschriften en de kwaliteit van het onderwijs bij deze opleiding. Omdat Best Alert onder dezelfde directie valt als het Best Business College en daarmee dezelfde aansturing heeft, beschouwt de inspectie dit als een ernstig risico voor Best Alert. In dit kader zijn de naleving van de wettelijke vereisten en de kwaliteit van het onderwijs onderzocht bij de volgende opleidingen: • Crebo 10876 Beveiliger, niveau 2; • Crebo 10910 Coördinator Beveiliging, niveau 3. Onderzoeksopzet •
•
Op de leslocatie zijn op zaterdag 22 januari 2011 de lessen van vier groepen met deelnemers verdeeld over beide opleidingen bezocht en is met een ruime groep van deelnemers gesproken. Deze deelnemers zijn geselecteerd door de inspectie. Op de leslocatie is op dezelfde dag met alle vier de docenten in de les contact geweest en heeft met drie van de vier docenten een gesprek plaatsgevonden.
Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling die bij de inspectie aanwezig zijn. • Onderzoek op locatie, waarbij: − instellingsdocumenten die door de instelling zijn aangeleverd zijn bestudeerd; Niet al het gevraagde materiaal kon de directie overhandigen, zoals studiemateriaal, lesstofindeling en informatie over de uitgevoerde bpv van de deelnemers. − de lessituaties zijn geobserveerd; − gesprekken met de directie, docenten en deelnemers zijn gehouden. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009, de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009 en de notitie Vervolgtraject bij onvoldoende onderwijskwaliteit bve, gepubliceerd in de Staatscourant van 22 september 2010. Deze notities zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 5/18
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 6/18
2.
BEVINDINGEN
2.1
Bevindingen Best Alert
2.1.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de beide opleidingen: • Crebo 10876 Beveiliger, niveau 2; • Crebo 10910 Coördinator Beveiliging, niveau 3. 1.1 Naleving Wettelijke vereisten 1.1.1 Naleving Wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma 3.1.1 Samenhang 3.1.2 Maatwerk 3.1.3 Programmatijd 3.2 Leerproces 3.2.1 Didactisch handelen 3.2.2 Begeleiding in de instelling 3.2.3 Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding 3.3.1 Intake 3.3.2 Informatievoorziening 3.4 Omgang en veiligheid 3.4.1 Bejegening/omgang 3.4.2 Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Systematische Kwaliteitszorg 4.1.2 Beoordeling
1 •
2
3
4
1
2
3
4
1
2 • • • 2
3
4
3 •
4
3
4
3
4
• 3
4
1
1
1
1 • •
• • 2 • • 2 • 2
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
5 •
Documentnr: H3067636 pagina 7/18
2.1.2
Beschouwing
Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs bij Best Alert is zeer zwak. Hiermee wordt afgeweken van de beslissingsregels in het Toezichtkader BVE 2009 waarin alleen tot dit oordeel wordt gekomen indien zowel de opbrengsten als het onderwijsproces niet aan de eisen voldoen. De afwijking is gebaseerd op de constatering dat de instelling niet in staat is zonder de SVPB de kwaliteit van de opleiding te waarborgen en te beoordelen. De dagelijkse kwaliteit van de opleiding is kwetsbaar omdat deze puur afhankelijk is van de kwaliteit en inzet van freelance docenten die vooral zelf hun structuur in de lessen aanbrengen. Daarbovenop zijn er ernstige tekortkomingen in de naleving van de wettelijke vereisten. De hoofdpunten van de onvoldoende kwaliteit zijn: • de onjuiste en onvolledige voorlichting; • de onsamenhangende en ontoereikende inrichting; • het feit dat Best Alert ten onrechte geen verantwoordelijkheid neemt voor de bpv als deel van de opleiding. Ondanks dat de opleidingen door de strakke structuur van de SVPB sterk gestuurd worden, zorgt de instelling voor onvoldoende kwaliteit. Het gaat om een bblopleiding, maar dit is in verschillende documenten niet duidelijk vermeld. In de uitvoering voldoet de instelling niet aan de wettelijke vereisten aangezien de instelling onder andere niet voldoet aan de zorgplicht informatievoorziening. De deelnemers krijgen namelijk onvoldoende informatie over de structuur en opbouw van de opleiding om hun opleiding goed te kunnen inschatten en te overzien. De docenten spelen op persoonlijke titel een belangrijke rol om deelnemers te helpen maar dit is door de instelling niet geregeld. Deelnemers komen vooral af op de belofte dat in 12 – 14 weken een erkend diploma behaald kan worden. Deze beloofde duur wijkt niet alleen sterk af van de nominale opleidingsduur voor deze opleidingen, namelijk twee tot vier jaar, maar is niet in overeenstemming met de werkelijkheid aangezien de bpv doorgaans niet in dezelfde periode uitgevoerd kan worden. De instelling is volgens de wet verantwoordelijk voor de gehele opleiding, dus inclusief de bpv en dient de hele opleiding aan te bieden en daarover voor te lichten. De instelling neemt ook verder niet de verantwoording voor de beroepspraktijkvorming (bpv). De bpv-omvang kan wisselend per cursist zijn door onder andere de wensen van het bedrijf, de instelling legt geen begeleidingsbezoeken af en heeft geen contact met het bpv-bedrijf en de cursist op de werkplek. Daardoor valt de begeleiding en beoordeling van de cursist op het bpvbedrijf buiten het zicht van de instelling. De eindbeoordeling wordt door de SVPB uitgevoerd. Docenten hebben geen bemoeienis met de beoordeling van de cursisten niet voor de bpv, maar ook niet voor de onderdelen uit de lessen. Ten slotte is ook de kwaliteitszorg onvoldoende waardoor waarborgen voor de kwaliteit van het onderwijs ontbreken.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 8/18
Hieronder licht de inspectie de belangrijkste bevindingen toe. Naleving wettelijke vereisten Er zijn in dit onderzoek ernstige tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften geconstateerd bij de onderzochte opleidingen crebo 10876 Beveiliger, niveau 2 en crebo 10910 Coördinator Beveiliging, niveau 3. In het onderzoek van 22 en 24 januari 2011 wordt bij de naleving antwoord gezocht op de vraag of de instelling voldoet aan de algemene vereisten van artikel 1.4.1 waarin vermeld hoofdstuk 7 van de WEB en meer specifiek aan de volgende wettelijke voorschriften: • De leerweg en de verplichtingen daaruit voortvloeiend (waaronder de artikelen 7.1.2., 7.2.2 van de WEB); • de onderwijsovereenkomst (artikel 8.1.3 van de WEB); • de zorgplicht regeling voor onderwijsprogramma en examens: deelnemersstatuut (artikel 7.4.8 van de WEB); • de uitvoering van de bpv (beroepspraktijkvorming artikel 7.2.8 en artikel 7.2.9 van de WEB). • De inrichting en uitvoering van een stelsel van kwaliteitszorg artikel 1.3.6. De leerweg bbl (artikelen 7.2.2 en 7.2.8 van de WEB.) Volgens de WEB wordt een opleiding of in een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) of in een beroepsopleidende leerweg (bol) uitgevoerd. Volgens de instelling verzorgt men een opleiding volgens de beroepsbegeleidende leerweg. Volgens de WEB omvat deze een praktijkdeel van 60 procent of meer van de studieduur. De inspectie constateert dat aan deze voorwaarde niet wordt voldaan. Hoewel Best Alert zelf richting de inspectie de opleiding een bbl-opleiding noemt, is in de documenten onduidelijk af te lezen of het een bbl- of bol-opleiding betreft. Volgens de onderwijs en examenregeling (OER) is sprake van een voltijdse opleiding omdat een WSF-formulier en het top-formulier zijn toegevoegd. Daaruit is bijvoorbeeld te lezen dat voor de opleiding Beveiliger crebo 10876 de opleiding een studiebelasting heeft van 440 uur waarvan 60 uur in de instelling en 240 uur zelfstudie en 140 uur bpv. De bpv zou dus voor 32 procent onderdeel uit maken van de opleiding. Op de bpv-overeenkomst is echter aangegeven dat het een bblopleiding is en derhalve zou de bpv een omvang moeten hebben van 60 procent (art 7.2.2. lid 2b (bbl-eisen) Hiermee wordt aan deze eis niet voldaan. Voor de opleiding Coördinator Beveiliging crebo 10910 geldt hetzelfde, ook een WSF-formulier en een ingevuld top-formulier. De studiebelasting is voor de totale opleiding 400 uur, waarvan 80 uur in de instelling en 240 uur zelfstudie en 80 uur bpv. De bpv zou dus voor 20 procent deel uitmaken van de opleiding en voldoet daarmee niet aan de bol-eis voor bpv en niet aan de 60 procent bbl bpv-eis. Ook hier is op de bpv-overeenkomst te lezen dat het een bbl-opleiding betreft. De leerweg en de studieduur zijn onduidelijk waardoor de omvang van de bpv en de bijbehorende leerweg niet is vast te stellen. De onderwijsovereenkomst geeft niet aan of het om een bbl- of bol-opleiding gaat. De beide opleidingen voldoen niet aan de eisen die gesteld worden aan een bol- of bbl-opleiding als bepaald in artikelen 7.2.2. lid 2a en 2b en de inrichtingseisen voor een bol-opleiding 7.2.7 lid 3 van de WEB.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 9/18
Onderwijsovereenkomsten (OO) (art 8.1.3 van de WEB) De onderwijsovereenkomsten voldoen niet aan de wettelijke vereisten. De onderwijsovereenkomst die de deelnemers per brief hebben ontvangen of hebben getekend tijdens de introductie op de instelling, vertoont tekortkomingen. Deze overeenkomst geeft niet de bbl-leerweg aan conform artikel 8.1.3, lid 3a. De directie heeft tijdens het onderzoek na herhaald verzoek uitdrukkelijk aangegeven dat feitelijk uitsluitend de bbl-leerweg wordt aangeboden. Ook is op de onderwijsovereenkomst niet duidelijk te achterhalen voor welke crebo-opleiding de overeenkomst geldend is. De duur van de opleiding wijkt significant af van hetgeen in de studiegids staat vermeld en staat niet in verband met de nominale studieduur. De instelling voldoet niet aan de eisen die de wet stelt met betrekking tot de verantwoordelijkheid omtrent de bpv. Er is namelijk in de onderwijsovereenkomst en de algemene voorwaarden expliciet opgenomen dat de instelling niet verantwoordelijk is en sluit iedere aansprakelijkheid uit wanneer het onmogelijk zal blijken voor een stageplaats zorg te dragen. Dit is in tegenspraak met artikel 7.2.9 lid 1 van de WEB waarin is bepaald dat het bevoegd gezag zorg draagt voor de totstandkoming van de in artikel 7.2.8 bedoelde overeenkomst. Daarmee voldoet de onderwijsovereenkomst van de beide opleidingen onder andere niet aan art 8.3.1 lid 3 van de WEB waarin expliciet is opgenomen dat in de onderwijsovereenkomst niet iets geregeld kan worden dat afwijkt van hetgeen voortvloeit uit de wet. In de onderwijsovereenkomst wordt niet de inhoud en inrichting van het onderwijs genoemd (art. 8.1.3, lid 3a) en hiervoor ook niet verwezen naar een onderwijs- en examenregeling (OER) of studiegids. Hierdoor is er geen verbinding tussen deze documenten en hebben de deelnemers derhalve iets getekend dat niet duidelijk maakt wat verwacht mag worden van de opleiding. De OER en studiegids zijn ook niet gelieerd aan de onderwijsovereenkomst. Samenvatting tekortkomingen OO: a. de duur van de opleiding is niet in overeenstemming met hetgeen in de studiegids is aangegeven en staat niet in verband met de nominale studieduur; b. er staat in de bijbehorende algemene voorwaarden ten onrechte dat de instelling kan helpen bij het vinden van bpv-plaats; c. de verschillende overeenkomsten geven niet de inhoud en inrichting van de betreffende opleiding crebo 10876 Beveiliger, niveau 2 en crebo 10910 Coördinator Beveiliging, niveau 3, weer. d. Voor de examinering zijn alleen de kosten aangegeven die bovenop de cursuskosten komen en de plaats waar het examen wordt afgenomen (school of SVPB). Er wordt geen inzage gegeven in de examenregeling of een verwijzing daarnaar. Dat is in strijd met art. 8.1.3 lid 3a en 3b van de WEB. Best Alert heeft gezien het voorgaande op verschillende wijzen niet voldaan aan artikel 8.1.3 van de WEB.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 10/18
Zorgplicht regeling voor onderwijsprogramma en examens: deelnemersstatuut Afspraken met de deelnemers (artikel 7.4.8 van de WEB) De instelling heeft beoogd te voldoen aan de zorgplichtregeling voor onderwijs en examens (art. 7.4.8) door middel van een onderwijs- en examenregeling (OER). De deelnemers zijn echter niet op de hoogte gebracht van de inhoud van het document. De huidige deelnemers hadden geen overzicht van het te verwachten programma van de opleiding. Deelnemers waren onvoldoende geïnformeerd over de beroepspraktijkvorming als verplicht onderdeel van de opleiding. De opleidingsduur (12 – 14 weken) wijkt aanzienlijk af van de nominale studieduur van een opleiding op niveau 2 of 3 en uit de documentatie behorend bij de beide opleidingen is niet aannemelijk gemaakt hoe deze verkorting opgevangen wordt (in bijvoorbeeld intensivering van het onderwijs dan wel het stellen van strengere toelatingseisen). Uit de studiegids op pagina 3 blijkt zelfs dat Best Alert aangeeft gemakkelijke toelatingseisen te hebben. Hierdoor zijn de deelnemers niet juist geïnformeerd. Immers, op grond van artikel 7.2.4, achtste lid, aanhef en onder d, van de WEB bedraagt de studielast van een dergelijke opleiding (niveau 3) ten minste twee en ten hoogste vier jaren. Derhalve concludeert de inspectie dat niet voldaan is aan het gestelde in artikel 7.4.8 van de WEB. Er is geen sprake van een goede organisatie en goede kwaliteit van het onderwijsprogramma en de examinering (artikel 7.4.8 lid 1 van de WEB). Deelnemers zijn niet tijdig en volledig geïnformeerd over het onderwijsprogramma, de examens (artikel 7.4.8 lid 2 van de WEB). Het ontbreekt verder aan een deelnemersstatuut waarin de rechten en plichten van deelnemers zijn opgenomen (artikel 7.4.8 lid 4 van de WEB). Wel is sprake van een document 'Algemene voorwaarden' waarin o.a. ook melding wordt gemaakt van een klachtencommissie, maar namen en adres waar men zich toe kan richten zijn niet vermeld. De instelling is niet aangesloten bij een (onafhankelijke) klachtencommissie. In de algemene voorwaarden staat weliswaar dat er geen sprake van is dat de opleiding aan de WSF-voorwaarden voldoet, maar in andere documenten zoals in de OER wordt dit wel vermeld. Dat is onjuiste informatie en daarmee een ernstige wettelijke tekortkoming. Hier wordt verder op ingegaan bij het onderdeel onderwijstijd. Deelnemers krijgen een studiegids maar die bevat slechts beknopte informatie. De onderwijs- en examenregeling die de instelling hanteert, is voor bol/bbl en geeft onvoldoende weer hoe de opleiding is opgebouwd. De bpv-omvang in deze regeling staat op 32 procent bij Beveiliger en 20 procent bij de opleiding Coördinator Beveiliging, hetgeen niet mogelijk is bij een bbl-opleiding. Ook is niet vermeld hoe men aan het aantal van 320 uur bpv komt, zoals de instelling tijdens het onderzoek heeft aangegeven. Daarnaast is geen sprake van een bol-opleiding omdat slechts 80 contacturen (coördinator beveiliging) respectievelijk 60 contacturen (beveiliger) worden gemaakt in 12 weken en daarmee wordt niet voldaan aan de eisen gesteld in artikelen 7.2.2 en 7.4.8 lid 3 van de WEB. In de OER-en, studiegids of andere informatie is nergens duidelijk gemaakt welke onderdelen van de eindtermen in de bpv moeten worden behaald. Over het geheel is bijzonder onduidelijk wat de inhoud van de opleidingen is. In de OER wordt verwezen naar de eindtermen, maar de eindtermen zijn nergens opgenomen. In de
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 11/18
studiegids is ook nergens de inhoud van de opleiding te vinden. Pagina 9 van de studiegids geeft de vakken weer van beveiliger en pagina 26 de vakken voor Coördinator beveiliger. Deze informatie is echter onvoldoende van inhoud om een studie in te richten en voor de deelnemer om te begrijpen wat van hem per onderdeel wordt verwacht. Er wordt gesproken van theorie en praktijk maar niet hoe de inhoudelijke invulling daaraan is. Uit de OER of studiegids is niet op te maken hoe de deelnemers in deze korte periode de deelkwalificaties van met name de niveau 3-opleiding en het bijbehorende gewenste vreemde talenniveau kunnen bereiken. Ook de docenten hadden niet het overzicht van het totale programma van de opleiding. In de hal hangt een soort inhoudsopgave van de gekopieerde boeken, aan de hand waarvan de deelnemer moet kunnen afleiden waar de opleiding uit bestaat. Er wordt voor de bpv alleen verwezen naar het SVPB-werkboek. In de studiegids (pagina 33) is aangegeven dat de opleiding in 12 - 14 lesdagen kan worden afgerond. Er wordt gesproken van het slagen voor het diploma hetgeen suggereert dat dat in deze periode ook redelijkerwijs kan plaatsvinden. Dat is onmogelijk want op pagina 7 staat beschreven dat pas na het volgen van de theorielessen de stage kan worden uitgevoerd. De deelnemers worden hierdoor niet juist geïnformeerd. Best Alert voldoet hiermee niet aan art 7.4.8 lid 1 van de WEB. Tevens heeft het cohort januari 2011 voor de opleiding beveiliger een andere opzet van de opleiding gekregen, waarin er in plaats van sommige theoriedagen praktijkdagen worden georganiseerd. Dit is nergens in de informatie aan de deelnemers gemeld en ook is onduidelijk hoe dan de benodigde theorie voor de aangeboden eindtermopleiding wel aangeboden wordt. Deelnemers kunnen extra onderwijs volgen (pagina 33 studiegids) bij een groep die later start. Indien dat is omdat een deelnemer de lesstof moeilijker kan beheersen leidt dit tot aanzienlijke vertragingen omdat de deelnemer op dezelfde lesdag zijn eigen lesstof ook moet volgen. Deelnemers hebben van Best Alert een Studie Garantie, Diploma Garantie en Job Coach Garantie ontvangen. Uit het onderzoek is niet gebleken dat door de onderwijsinstelling aan deze garanties is voldaan of dat duidelijk wordt gemaakt hoe er nu mee om wordt gegaan en wat het feitelijk inhoudt. Best Alert heeft geen aangepast programma voor individuele deelnemers die dat nodig hebben. Alle deelnemers moeten zich voegen in het bestaande rooster en programma. Onduidelijk voor de niet-beroepsgerelateerde vakken is hoe deze vakken in het totale programma zijn ingevoegd. Daardoor wordt onvoldoende aan de zorgplicht voldaan zoals is bepaald in artikel 7.4.8 van de WEB en met name in het tweede lid: de deelnemers zijn niet tijdig geïnformeerd over het onderwijs- en examenprogramma. De instelling voldoet niet aan de zorgplicht zoals gesteld in art. 7.4.8 van de WEB. Praktijkovereenkomsten (POK) en beoordeling van het geleerde in de praktijk (artikel 7.2.8 van de WEB) In de bpv-overeenkomst wordt verwezen naar de onderwijs- en examenregeling van de opleiding; deze regeling geeft echter geen informatie over de inhoud van de opleiding in de bpv. In de praktijkovereenkomsten worden verschillende uren gehanteerd als omvang van de bpv. Blijkbaar is 320 uur het uitgangspunt alhoewel niet duidelijk is waar dat
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 12/18
op is gebaseerd. In de praktijkovereenkomsten variëren de overeengekomen uren echter van 300 tot 1.000 uur. Terwijl de duur van de bpv-overeenkomst evenals bij de onderwijsovereenkomst voor een jaar is aangegaan. In de studiegids pagina 3 wordt ten onrechte aangegeven dat de duur van de stage bepaald wordt door de cursist in samenspraak met het bedrijf: 'De duur van de stageperiode bepaalt u samen met het stagebedrijf. In principe kan de stageperiode heel kort zijn als u het praktijkboek vlot doorwerkt'. De datum van de ondertekening is veelal niet ingevuld. Daarmee is onduidelijk wanneer de overeenkomst ingaat en hoe de feitelijke bpv-invulling vorm gaat krijgen. Het kenniscentrum geeft een aparte verklaring af over de erkenning van de BPV plaats en heeft kennis genomen van de BPV overeenkomst. Daarnaast kan het niet zo zijn dat voor de ene deelnemer de eisen hoger worden gesteld dan voor de andere deelnemer als daar geen gegronde redenen voor zijn. De instelling was ook niet in staat om te onderbouwen dat de bpv daadwerkelijk door de deelnemers gevolgd is; er zijn bijvoorbeeld geen werkbriefjes of andere documenten. Hier is herhaalde malen om gevraagd. Daarop is alleen het format bpv-boek overhandigd. Dat format is tot op de dag van het onderzoek niet gebruikt geweest. De bpv-begeleiding door de school is niet afdoende geregeld. Ook de beoordeling van de bpv ligt volledig in handen van de leerbedrijven en de SVPB. De deelnemer moet zelf aangeven wanneer hij op kan gaan voor het examen en de instelling beoordeelt op generlei wijze hetgeen door de deelnemer in de praktijk wordt geleerd (paragraaf 2.2 OER Organisatie opleidingstraject). Dit is in strijd met het bepaalde in artikel 7.2.8 lid 3 van de WEB: Het bevoegd gezag beoordeelt of de deelnemer het in het tweede lid onder c bedoelde deel van de eindtermen heeft gerealiseerd. Het bevoegd gezag betrekt bij die beoordeling het oordeel van het bedrijf onderscheidelijk de organisatie, met inachtneming van de desbetreffende in de onderwijs- en examenregeling op te nemen regels. Best Alert voldoet niet aan het gestelde in artikelen 7.2.8 lid 1, lid 2, lid 3 en artikel 7.2.9 lid 1 van de WEB.
Opbrengsten De opbrengsten bij niet-bekostigde instellingen worden op dit moment niet beoordeeld. Daarnaast heeft Best Alert geen opbrengstgegevens bij de inspectie aangeleverd, zoals deze wel door de inspectie zijn opgevraagd. Hiermee voldoet de instelling niet aan het gestelde in art. 1.4.1 lid 3 voor wat betreft het aantal uitgereikte certificaten en diploma's bedoeld in artikel 7.4.6 van de WEB. Programma De samenhang van het programma is onvoldoende. Doordat de beroepspraktijkvorming (bpv) voor veel deelnemers vaak op een ander tijdstip valt dan de theorielessen is er geen structurele samenhang tussen theorie en praktijk. Dit zijn gescheiden systemen. Het bewustzijn over de voor deelnemers noodzakelijke inhoud en samenhang ontbreekt bij de instelling. Men laat zich volledig leiden door het gekopieerde cursusmateriaal en het portfolio van de SVPB.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 13/18
Specifiek met betrekking tot de opleiding Coördinator Beveiliging geldt het volgende. Voor het programma zijn de volgende wettelijke bepalingen van belang. Art. 7.1.2 lid 1 van de WEB: De instelling biedt het onderwijs aan in de vorm van opleidingen. Voor zover het een beroepsopleiding betreft, wordt deze opleiding door de instelling in het maatschappelijk verkeer aangeduid met de naam waaronder deze opleiding is vermeld in het Centraal register. Art. 7.1.2 lid 2 van de WEB: Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van eindtermen (etc.). Volgens art. 7.2.4 lid 2 van de WEB stelt de minister voor elke opleiding de eindtermen en de onderverdeling in deelkwalificaties vast. Deze zijn bindend voor de instelling bij de inrichting van de opleiding. In het algemeen is onduidelijk hoe niveau 3 wordt bereikt. Volgens de studiegids is de opleidingsduur 12 tot 14 lesdagen. 'Na de praktijkperiode doet u stage als leidinggevende': onduidelijk is hoe beide zaken zich tot elkaar verhouden en wat dat betekent voor de opleidingsduur. Ook de toelating stelt geen extra eisen om aan niveau 3 te kunnen voldoen binnen zo'n korte periode. De opleiding biedt onvoldoende maatwerk voor de studenten. Er is in de opzet en realisatie van de opleiding geen rekening gehouden met voorafgaand en vervolgonderwijs of met de werkervaring van de deelnemers. Daardoor is de opleiding voor iedereen gelijk van opzet en duur. De inrichting van de cursusblokken is zodanig ingericht zodat deelnemers in een volgende cursusgroep altijd nog een keer in kunnen halen. Hiermee wordt onmiddellijk de studieduur van 12–14 weken verlengd. De meeste deelnemers hebben werk in een andere branche en zijn dan niet in staat om op andere dagen lessen te volgen. Bovendien worden op andere dagen geen lessen gegeven. Deze vinden alleen op zaterdag plaats. In de studiegids wordt het voorgesteld alsof ook op andere dagen lessen worden verzorgd. De totale programmatijd is onvoldoende. De studieduur van de opleiding wijkt sterk af van de nominale studiebelasting van de onderzochte opleidingen. De instelling kan niet aantonen op welke gronden zij tot een zo korte studieduur kunnen komen. De planning en realisatie van het programma is afgestemd op de 12–14 weken (pagina 33 studiegids) die de cursussen duren, maar dit is voor veel deelnemers een te hoog tempo. Met name van de niveau 2-deelnemers wordt een zeer hoge mate van zelfstudie verwacht, wat niet past bij kenmerken van deze groep. Omdat de bpv vaak de 12 weken overstijgt of daarna pas plaatsvindt, is de aangegeven programmatijd zeer onrealistisch. Er is door de instelling geen rooster met een programma-indeling overhandigd bij de niveau 3-opleiding. Ook de docent had deze indeling niet en liet slechts een e-mail zien waarin de hoofdstukken van het boek stonden aangegeven. Verder was duidelijk dat er drie dikke mappen in de 13 weken dienden te worden doorgewerkt. De deelnemers hadden geen overzicht van het programma waardoor een reële studieplanning niet mogelijk is. De wijze waarop Best Alert de opleiding Coördinator Beveiliging heeft ingericht is niet in overeenstemming met bovenstaande bepalingen.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 14/18
Leerproces Het didactisch handelen is voldoende. De docenten geven binnen de beperkte cursusduur en in de kleine groepen lessen die door de deelnemers gewaardeerd worden. De betrokkenheid van de individuele docenten speelt hierbij een grote rol, alsmede hun praktijkachtergrond in de branche. De begeleiding in de instelling is onvoldoende. De docenten verzorgen de lessen en geven daarin ondersteuning, maar lesoverstijgend is er weinig begeleiding. Docenten zijn niet op de hoogte van de beoordeling ook niet voor de schoolexamens, de voortgang van de deelnemers, examinering en van administratieve zaken. Weliswaar kunnen deelnemers lessen in een volgende periode inhalen, maar zij worden daarin niet begeleid. Zij moeten dat zelf aangeven. Op zaterdag als de lessen worden verzorgd, moet volgens aangeven van de instelling een counselor aanwezig zijn. Op de onderzoeksdag was deze er niet en er was ook geen vervanger. Verder geven deelnemers aan dat de bereikbaarheid van de school bij vragen/problemen matig tot slecht is. De begeleiding door de onderwijsinstelling van de beroepspraktijkvorming is onvoldoende. De instelling neemt onvoldoende de verantwoording voor de begeleiding en voor het aantal gemaakte uren in de bpv: er is geen bezoek aan het bpv-bedrijf waarbij de prestaties en vorderingen van de deelnemer worden besproken. Wel wil de instelling in januari 2011 gaan starten met het structureel bellen van bedrijven, maar ten tijde van het onderzoek is daar geen sprake van. Deelnemers worden in geen van de documenten op de hoogte gesteld van hoe de instelling de bpv begeleidt. Ook blijkt uit de gesprekken met deelnemers en directie dat de bpv-periode kan variëren omdat een bedrijf daar wensen voor heeft. Op dat moment geeft de instelling daar ook aan toe. Dit is ten nadele van de deelnemer omdat deze dan pas later zijn diploma kan behalen. Er is geen mogelijkheid dat de instelling beoordeelt of de deelnemer het bpv-deel van de eindtermen heeft gerealiseerd. Deelnemers geven aan dat het ook makkelijk is om de bpv-uren afgetekend te krijgen zodat de deelnemers sneller ingezet kunnen worden in het werk. De beoordeling wordt geheel aan de bedrijfsbegeleider over gelaten. De instelling vertrouwt in deze volledig op het stagewerkboek en het examen van de SVPB. Echter, voor een crebo-diploma is dat niet genoeg en er wordt daarmee niet aan de voornoemde vereisten als bepaald in de WEB voldaan. Deelnemers hebben wel een erkende bpv-plaats. Trajectbegeleiding De intake is onvoldoende. De deelnemers krijgen over het algemeen een intakegesprek maar de voorlichting beperkt zich dan vooral tot een rondgang door de school, de cursusvoorwaarden en betalingsvoorwaarden. Veel deelnemers komen af op de aangegeven cursusduur van 12-14 weken, maar dat dit alleen de theorie betreft is hun niet duidelijk. Er wordt niet nagegaan of het niveau en de opzet van de opleiding past bij de wensen en mogelijkheden van de deelnemer. De intake leidt over het algemeen niet tot afwijzing van deelnemers. Hierdoor komen deelnemers op de opleidingen die onvoldoende (taal)niveau hebben en daardoor extra aandacht vragen. Dit gaat ten koste van de aandacht en tijd voor overige deelnemers. Ook in
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 15/18
de beroepspraktijk moet dit uiteindelijk een probleem vormen, zodat vragen gesteld kunnen worden bij de geschiktheid van bepaalde deelnemers voor dit beroep en hun kansen op de arbeidsmarkt. De informatievoorziening is volstrekt onvoldoende. De deelnemers krijgen een beknopte en algemene studiegids en het gekopieerde studiemateriaal. Maar de exacte inhoud en uitrol van hun studie is nergens vastgelegd. De informatievoorziening die in de gehanteerde onderwijs- en examenregeling staat, voorziet ook niet in de behoefte aan informatie. De deelnemers kennen deze regeling overigens ook niet. Tevens wordt er ten onrechte, onder andere op de website, voorgespiegeld dat er recht op studiefinanciering WSF is. De informatie schiet tekort op onder andere de volgende hoofdpunten: • de duur van de opleiding; • de inhoud en inrichting van de opleiding; • de onterechte aanspraak op studiefinanciering bij de bbl.
Omgang en veiligheid Deelnemers worden onvoldoende zorgvuldig bejegend. In de instelling gaan docenten en deelnemers op een goede manier met elkaar om. Echter zodra het aankomt op informatie vanuit de instelling ontbreekt het aan alles. Deelnemers en docenten moeten wachten op studiemateriaal, het is moeilijk om een afspraak met de directie te maken en e-mails worden volgens de deelnemers niet of niet naar behoren behandeld of zelfs niet beantwoord. Een enkele docent stelt daarom zijn privé-mailadres ter beschikking. Dit gebeurt echter alleen bij de opleiding Coördinator beveiliging omdat dat een kleine groep betreft. De veiligheid is voldoende, deelnemers voelen zich zowel in de instelling als in de praktijk veilig. Kwaliteitszorg De systematische kwaliteitszorg is onvoldoende, er is geen sprake van een systeem van kwaliteitszorg. Belanghebbenden worden niet systematisch bevraagd over de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs wordt niet regelmatig en mede aan de hand van toetsbare doelen beoordeeld en verantwoord. In deze situatie is het dus ook niet mogelijk om op basis van kwaliteitsmetingen toereikende verbetermaatregelen te nemen. Weliswaar worden er bij één docent door de deelnemers vragenlijsten ingevuld. Dit is een persoonlijk initiatief en hier wordt door de instelling verder niets mee gedaan. Er vindt geen terugkoppeling plaats met de docenten of de deelnemers en het wordt niet gebruikt voor verbetermaatregelen. De beoordeling is onvoldoende. Er is geen regelmatige beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs waarbij belanghebbenden een rol spelen. Ook zijn er geen beoordelingen van onafhankelijke deskundigen aangetroffen. De docenten hebben geen arbeidscontract met Best Alert waardoor de waarborging van de kwaliteit van het onderwijs en met name de continuïteit in het geding kan zijn. Onduidelijk is welke maatregelen en instrumenten er door het bevoegd gezag worden gehanteerd om de bekwaamheid van het personeel te onderhouden. Hiermee wordt behalve aan dit kwaliteitsaspect, ook niet voldaan aan de wettelijke verplichting tot het inrichten van een stelsel voor kwaliteitszorg (art. 1.3.6).
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 16/18
3.
TOEZICHTARRANGEMENT
De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleidingen vertoont ernstige tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld: • Crebo 10876 Beveiliger, niveau 2; • Crebo 10910 Coördinator Beveiliging, niveau 3. Daarmee wijkt de inspectie af van de beslisregel voor het eindoordeel. Voor het oordeel 'zeer zwak' is immers nodig dat zowel de opbrengsten als het onderwijsproces van onvoldoende kwaliteit zijn. Aangezien in 2009 bij nietbekostigde instellingen voor het eerst opbrengsten beoordeeld worden, is besloten om de uitkomst daarvan nog niet mee te wegen bij het eindoordeel. De kwaliteit van de opleiding zou dan als zwak beoordeeld moeten worden. Gezien de ernst van de geconstateerde tekortkomingen, maakt de inspectie gebruik van de mogelijkheid om hiervan af te wijken en komt tot het oordeel dat de kwaliteit zeer zwak is en daarmee van onvoldoende kwaliteit in de zin van de wet. De inspectie zal de minister van OCW op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit onderzoek. De minister kan op grond van artikel 6.2.3. eerste lid van de WEB een formele waarschuwing geven. Bij een dergelijke waarschuwing wordt ook de verbetertermijn vermeld, te weten één jaar en één dag met ingang van de datum van verzending van de formele waarschuwing. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf het vaststellen van het conceptrapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: − de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen betreffende de tekortkomingen bij de uitvoering van de wettelijke vereisten, de programmering, de onderwijstijd, het leerproces, de begeleiding, de bejegening en de kwaliteitszorg; − de deelnemers worden op de hoogte gebracht van de genomen maatregelen door Best Alert; − de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; − het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. Bovendien zijn er ernstige tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften geconstateerd bij de onderzochte opleidingen Crebo 10876 Beveiliger, niveau 2 en Crebo 10910 Coördinator Beveiliging, niveau 3. De specifieke informatie is terug te vinden in dit rapport bij het onderdeel Wettelijke vereisten. Het betreft hier: de inrichting van de opleiding volgens de bbl-leerweg (artikel 7.2.2 van de WEB); de inrichting en de uitvoering van de bpv (artikel 7.2.8 en artikel 7.2.9 van de WEB); de onderwijsovereenkomst (artikel 8.1.3 van de WEB); de programmering van de opleiding (artikel 7.1.2 van de WEB);
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 17/18
de zorgplicht regeling (artikel 7.4.8 van de WEB), waaronder de voorlichting omtrent het recht op studiefinanciering; de kwaliteitszorg (artikel 1.3.6 van de WEB). het ten onrechte vermelden van het mogelijke recht op studiefinanciering.
De inspectie zal de minister van OCW op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit onderzoek. De minister kan op grond van artikel 6.2.3. tweede lid van de WEB een formele waarschuwing geven. Bij een dergelijke waarschuwing wordt ook de verbetertermijn vermeld, te weten drie maanden en één dag met ingang van de datum van verzending van de formele waarschuwing. Om deze reden wordt het volgende van het bevoegd gezag verwacht. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften op te heffen. Drie maanden en één dag na de datum na verzending van voornoemde waarschuwing voert de inspectie een onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. De minister kan de instelling de rechten voor een opleiding ontnemen indien niet voldaan wordt aan de wettelijke bepalingen omtrent de kwaliteitszorg, het onderwijs of de examens (art. 6.2.2 van de WEB).
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3067636 pagina 18/18