RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Atlantis
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Amersfoort 29XE|C1 281759 27 januari 2015 8 april 2015
Pagina 2 van 17
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
TOEZICHTARRANGEMENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Pagina 3 van 17
Pagina 4 van 17
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 27 januari 2015 een onderzoek uitgevoerd op basisschool Atlantis naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek waren de mogelijke onvoldoende eindopbrengsten van de school. Op basis hiervan heeft de inspectie besloten een kwaliteitsonderzoek uit te voeren. Het doel van dit onderzoek is eventuele tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs op de school vast te stellen. Dit onderzoek maakt daarnaast deel uit van het landelijk stelselonderzoek. Het doel van dit onderzoek is het verzamelen van informatie over de kwaliteit van het onderwijs, waarover de inspectie rapporteert in het Onderwijsverslag 2014-2015. Tevens is gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestaat uit de volgende activiteiten: Vooraf: • Controleren van de wettelijke voorschriften, waaronder onderwijstijd; • Analyseren van alle documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Tijdens: • Bestuderen van schooldocumenten waarin de school haar beleid en aanpak op diverse terreinen verwoordt; • Bijwonen van lessen in Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1/2, 3, 4, 5, 6, en 7; • Gesprekken met de directie, de intern begeleiders en leraren zijn gevoerd; • Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: leeropbrengsten, leerstofaanbod, schoolklimaat, didactisch handelen, afstemming, zorg en begeleiding en kwaliteitszorg. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van
Pagina 5 van 17
opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 6 van 17
2
BEVINDINGEN
2.1
Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.
Pagina 7 van 17
Opbrengsten 1.1*
1.2*
1
2
3
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
1.4
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
1.5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Leerstofaanbod
4
• •
1
2
3
2.1*
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
•
2.2*
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
•
2.3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.
•
2.4*
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
•
De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
•
2.6
Tijd 3.1
1
2
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
Schoolklimaat
5
3
4
4
•
1
2
3
4.4
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
•
4.5
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
•
4.6
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.
•
4
Pagina 8 van 17
Schoolklimaat 4.7
1
2
Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
Didactisch handelen
3
•
1
2
3
5.1*
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
•
5.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
•
5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
•
5.4
De leraren zorgen voor structuur in de onderwijsactiviteiten.
•
5.6
De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
5.7
De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces.
•
5.9
De leraren passen verschillende werkvormen toe.
•
Afstemming
1
2
3
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
1
2
3
7.1*
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
•
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
•
Zorg
4
•
6.1
Begeleiding
4
1
2
3
8.1
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
8.3*
De school voert de zorg planmatig uit.
•
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
•
4
4
4
• •
Pagina 9 van 17
Kwaliteitszorg 9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
9.7
De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.
1
3
4
• • • • • •
•
Wet- en regelgeving
2.2
2
Ja Nee
NT1A
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO).
•
NT2A
De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).
•
NT4A
Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
•
NT4B
Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
•
Beschouwing Toezichthistorie Basisschool Atlantis is als nieuwe school gestart in augustus 2008. De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 april 2011 een onderzoek uitgevoerd naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De school heeft bij dit onderzoek een basisarrangement gekregen. De opbrengsten van de school zijn echter in 2011 niet beoordeeld omdat het merendeel van de leerlingen pas kort tot zeer kort op de school zit. Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op de Atlantis is voldoende. De resultaten van de school zijn voldoende en het kwaliteitsprofiel is overwegend positief. Het aanbod en de onderwijstijd zijn voldoende, evenals het didactisch handelen van de
Pagina 10 van 17
leraren. In de kwaliteitsaspecten veiligheid, afstemming, zorg en begeleiding en kwaliteitszorg zijn er onderdelen waar de school aan moet werken om ze te verbeteren. De school is sinds de start in 2008 gegroeid tot een school van ongeveer 600 leerlingen. Deze snelle groei heeft een groot beroep gedaan op de directie en het team. Elk jaar werken nieuwe leraren zich in de cultuur en de werkwijze van de school in. Dit doet tevens een beroep op het zittende team. Ook het vinden van een passende aanpak voor instromende leerlingen heeft veel energie gevraagd. De schoolleiding en het team zijn er daarom trots op dat het onderwijsconcept, waarin ‘De zeven gewoonten’ van Stephen Covey centraal staan, stevig staat en zichtbaar is in het handelen van het team en de leerlingen. Hieronder volgt een toelichting op het oordeel. Opbrengsten De eindopbrengsten van Atlantis zijn voldoende. Dit oordeel is gebaseerd op de resultaten van de Cito Eindtoets van de afgelopen drie jaar. De eindopbrengsten laten echter een kwetsbaar beeld zien omdat ze in 2014 en 2013 onder de ondergrens liggen die de inspectie hanteert. In 2012 zijn de eindopbrengsten wel voldoende en dit zorgt voor het voldoende oordeel over drie jaar. De prognose voor de eindresultaten in 2015 is positief, zowel op basis van de Entree-toets groep 7 als de toetsen rekenen en wiskunde en begrijpend lezen van groep 7 in juni 2014. De resultaten die de leerlingen in de loop van de schoolperiode halen, zijn voldoende. Voor de beoordeling hiervan kijkt de inspectie naar de meest recente scores, in dit geval de scores van eind schooljaar 2013/2014, op de toetsen voor technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. De gemiddelde scores voor vier van de vijf ijkpunten zijn voldoende. Voor begrijpend lezen in groep 6 liggen de resultaten van de leerlingen onder de ondergrens. De school brengt de opbrengsten met betrekking tot de sociale competenties van de leerlingen in kaart. De resultaten van de leerling vragenlijst in groep 8 in schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 laten zien dat de sociale competenties van de leerlingen op het niveau liggen dat verwacht mag worden.
Pagina 11 van 17
Leerstofaanbod en onderwijstijd De leerinhouden die de Atlantis aanbiedt maken het behalen van de kerndoelen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde mogelijk. Er is ook voldoende tijd gepland om de doelen te behalen en de leraren gebruiken de tijd efficiënt. In dit onderzoek is ook gekeken of de school een aanbod heeft gericht op bevordering van actief burgerschap. Dit is het geval. Het aanbod van de zeven gewoonten is het uitgangspunt voor de vorming van de leerlingen tot personen die vanuit persoonlijk leiderschap kunnen participeren in de democratische samenleving. Het aanbod van de school worden vanuit de zeven gewoonten concreet ingevuld. Ook de zaakvakmethoden spelen hierin een rol. Hoewel het aanbod van de school over het geheel genomen voldoende is, zijn er ook onderdelen die de school verder kan ontwikkelen. In het taalaanbod kan de school meer aandacht besteden aan het inrichten van een rijke talige leeromgeving in alle groepen en aan woordenschatontwikkeling. Ook het aanbod gericht op begrijpend lezen vraagt een kritische blik. De school gebruikt nu twee methoden naast elkaar en kan hierin ofwel keuzes maken of zoeken naar meer afstemming tussen de twee methoden, bijvoorbeeld door afspraken te maken over de leesstrategieën die gebruikt worden. Veiligheid Tijdens het onderzoek is gekeken naar een aantal aspecten van het veiligheidsbeleid van de school. De school besteedt aandacht aan de sociale veiligheid; er is een gedragsprotocol, een gedragscoördinator, een systeem waarin meldingen van pestgedrag worden vastgelegd en een veiligheidsplan. Daarnaast heeft de school voldoende inzicht in de veiligheidsbeleving van zowel de leerlingen als van de leraren. Didactisch handelen en afstemming Het didactisch handelen van de leraren is van voldoende kwaliteit. De leraren vertellen wat de leerlingen gaan leren en leggen duidelijk uit. De lessen hebben een herkenbare structuur, waarin de fasen van het didactisch model herkenbaar zijn. Afspraken rond klassenmanagement zorgen voor een taakgerichte werksfeer. Ook de leerlingen die buiten het lokaal werken houden zich aan afspraken. Er is daardoor sprake van een prettige werksfeer. Het merendeel van de leerlingen doet actief mee met de instructie en is geconcentreerd bezig met de verwerkingsopdrachten. In een aantal groepen is gezien dat de leraren coöperatieve werkvormen inzetten om alle leerlingen bij de les te betrekken. De meeste lessen hebben voldoende vaart en bieden variatie in werkvormen. De leraren geven leerlingen op een positieve manier feedback.
Pagina 12 van 17
Ten aanzien van het didactisch handelen is nog winst te behalen als het gaat om het expliciet onderwijs geven in strategieën voor denken en leren. Hoewel een enkel mooi voorbeeld is gezien, kunnen de meeste leraren hier meer aandacht aan besteden. De school heeft een gedifferentieerde leerlingenpopulatie. Er is een groep leerlingen die meer ondersteuning nodig heeft om de doelen te halen, en er is ook een flinke groep leerlingen die juist extra uitdaging nodig heeft. De afstemming van het onderwijs op deze laatste groep leerlingen is op de Atlantis nog niet voldoende als het gaat om het aanbod (indicator 6.1) en de instructie (indicator 6.2). De leraren geven aan dat er niet voldoende aanbod is om aan de behoeften van deze leerlingen tegemoet te komen. In de lessen is te zien dat ook de instructie beter afgestemd kan worden op de betere leerlingen. De verlengde instructie richt zich op de zwakkere leerlingen. De betere leerlingen werken zelfstandig. Ook deze leerlingen hebben echter de leraar nodig om verder te komen in hun ontwikkeling. In een aantal gevallen duurt de klassikale instructie te lang. Door het aanbod en de instructie beter af te stemmen op wat de betere leerlingen nodig hebben kan de school ook aan de onderwijsbehoeften van deze kinderen tegemoet komen. Begeleiding en leerlingenzorg Atlantis gebruikt een leerlingvolgsysteem met methodeonafhankelijke toetsen voor rekenen en taal. Ook is er een gestructureerd systeem om de ontwikkeling van de kleuters te volgen. Met de toetsen uit de methoden gaan de leraren na of de leerlingen de aangeboden leerstof beheersen. De school werkt handelingsgericht. In de groepsoverzichten, groepsplannen en verslaglegging van de groepsbesprekingen is te zien dat de leraren voldoende gegevens verzamelen, deze analyseren en weloverwogen beslissingen nemen om hun onderwijs af te stemmen. Het uitgangspunt hierbij is gedifferentieerde instructie aan de hand van het groepsplan. Voor een aantal leerlingen is er een individueel handelingsplan. De uitvoering daarvan vindt plaats in de groep. In de extra zorg voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften vraagt één onderdeel om verbetering. Het betreft de analyse van de (toets)gegevens van deze leerlingen (indicator 8.2). Over het geheel genomen is in de handelingsplannen te weinig sprake van een diagnose van de leerproblemen. Het gaat er dan bijvoorbeeld om concreet in kaart te brengen welke doelen in de leerlijn een kind wel of niet beheerst en hoe dat komt. Door preciezer in kaart te brengen welke stappen een kind moet zetten om verder te komen, kan de begeleiding gerichter plaatsvinden.
Pagina 13 van 17
Er zijn in aanvulling hierop, ook onderdelen in de zorg die voldoende zijn, maar die de Atlantis kan versterken. De school kan haar criteria om leerlingen te signaleren concreter formuleren. Ook kan de school zich verbeteren in de manier waarop ze opvallende zaken in de uitvoering ervan registreert. Nu gebeurt dat op verschillende manieren en plaatsen en ontbreken schoolbrede afspraken hierover. Het verzamelen van informatie over de uitvoering van de zorg is wenselijk om bij de evaluatie niet alleen te kunnen constateren of het doel is gehaald maar ook of de begeleiding is uitgevoerd zoals gepland en welke begeleiding bij een leerling wel of niet werkt. Kwaliteitszorg De manier waarop Atlantis de kwaliteit van het onderwijs evalueert en ontwikkelt is op vier onderdelen op orde en vraagt op drie onderdelen om verbetering. Voldoende is de manier waarop de school systematisch de resultaten van de leerlingen evalueert en daaraan conclusies verbindt. Bij het verklaren van de onvoldoende eindresultaten in 2013 en 2014 spelen volgens de directie meerdere factoren een rol, zoals ziekte en wisseling van leraren in groep 8 in de betreffende jaren, maar ook de thuissituatie van de leerlingen. De school zoekt ook verklaringen in de kwaliteit van het onderwijsleerproces en voert een leesverbetertraject uit om de resultaten te versterken. Het gaat daarbij onder meer om de vaardigheid van de leraren het aanbod en de instructie af te stemmen op wat leerlingen nodig hebben. Naast dit verbetertraject zijn er ook andere ontwikkelthema’s. De school kiest elk jaar drie speerpunten en werkt daar op een planmatig manier aan. De school verantwoordt zich daarnaast aan de ouders en andere betrokkenen over de resultaten van het onderwijs en de schoolontwikkeling. In dit onderzoek is ook gekeken naar de kwaliteitszorg rondom actief burgerschap en deze is op orde. In de kwaliteitszorg zijn drie onderdelen niet voldoende. In de eerste plaats kan de school meer doen om de kenmerken van de populatie in kaart te brengen (indicator 9.1). Hoewel de directie de achtergrond van de leerlingen kent, is het nodig hier op een meer systematische manier informatie over te verzamelen en deze te analyseren. Trends worden dan zichtbaar en de gegevens bieden een onderbouwing voor de keuzes die de school maakt in haar onderwijsleerproces. In relatie hiermee kan de school zichzelf ook de vraag stellen of de doelen die zij zich stelt ambitieus genoeg zijn of dat de lat voor een deel van de leerlingen hoger gelegd kan worden. Een tweede onderdeel in de kwaliteitszorg dat nog tekortschiet is de systematische evaluatie van het onderwijsleerproces (indicator 9.3). De school heeft bij de evaluatie van het onderwijsleerproces het accent gelegd op het didactisch handelen van de leraren. De school kan echter niet
Pagina 14 van 17
laten zien dat ook het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch klimaat en de zorg en begeleiding systematisch geëvalueerd worden. Ook zijn er geen schoolspecifieke kwaliteitscriteria, die beschrijven waaraan het onderwijs op de Atlantis moet voldoen en die bepalen wanneer de directie tevreden kan zijn over de kwaliteit. Het derde verbeterpunt heeft te maken met de borging van de onderwijskwaliteit (indicator 9.5). De ontwikkelpunten die de school de afgelopen jaren heeft opgepakt vragen om een steviger verankering in de schoolorganisatie. Het betreft de afspraken rondom gedrag van leerlingen, de aanpak van het leesonderwijs en het handelingsgericht werken. Dit is de reden dat de borging als geheel niet voldoende beoordeeld is. Positief is dat het onderwijsconcept van Atlantis, met ‘De zeven gewoonten’ van Covey wel geborgd is. In schooldocumenten, in het handelen van de leraren en in het gedrag van de leerlingen is zichtbaar dat deze gewoonten leven op school en daadwerkelijk in de school worden toegepast. Dit biedt een basis voor verdere schoolontwikkeling.
Pagina 15 van 17
Pagina 16 van 17
3
TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit Het onderwijs op basisschool Atlantis is op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden enkele tekortkomingen kent. Om die reden blijft het basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw bekeken wordt of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. Naleving De inspectie heeft, na de invoering van de wet passend onderwijs, ook gekeken of de school voldoet aan de aangepaste wettelijke voorschriften over de schoolgids, het schoolplan en het ontwikkelingsperspectief. Daarbij constateert de inspectie onvolledigheden in de schoolgids en in het schoolplan. De schoolgids geeft geen informatie over de volgende onderdelen: • de wijze waarop ondersteuning plaatsvindt aan het jonge kind; • het adres van het samenwerkingsverband waarbij het bevoegd gezag van de school is aangesloten. In het schoolplan ontbreekt informatie over: • het aanbod voor het onderwijs in Nederlandse taal (inclusief technisch en begrijpend lezen). Het beleid van de inspectie is de genoemde onvolkomenheden op dit moment nog niet als tekortkoming te beoordelen bij de betreffende indicator over het naleven van wet- en regelgeving. Wel heeft de inspectie met het bestuur afgesproken dat in de volgende versie van deze schooldocumenten de ontbrekende onderdelen zijn opgenomen.
Pagina 17 van 17