INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 1 december 2015 een onderzoek uitgevoerd op De Leeuwenhartschool naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Wij hebben voor de Leeuwenhartschool een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten mogelijk onvoldoende zijn. Op 9 oktober 2015 hebben wij de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bestuur besproken. Naar aanleiding van dit gesprek hebben wij besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften.
Toezichthistorie Op 23 mei 2014 heeft de inspectie de Leeuwenhartschool bezocht met een vierjaarlijks bezoek. Tijdens dat bezoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeeld met een beperkt aantal indicatoren. De conclusie van de inspectie naar aanleiding van dit onderzoek was dat de school op een aantal aspecten een flinke inhaalslag had te maken. De leeropbrengsten waren zeer kwetsbaar en een aantal onderdelen van de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg voldeed niet aan de norm van de inspectie.
concept
Pagina 5 van 17
2
EINDOORDEEL De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld. Om deze reden kennen wij aan de Leeuwenhartschool een aangepast arrangement zeer zwak toe. De school valt onder intensief toezicht. In februari 2017 moet de onderwijskwaliteit verbeterd zijn naar (minstens) zwak; wij gaan dit na door dan een eerste onderzoek naar kwaliteitsverbetering uit te voeren.
Met het bestuur is afgesproken dat de onderwijskwaliteit uiterlijk in september 2017 weer van voldoende niveau is. Wij voeren in het derde kwartaal van 2017 een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Verder maken wij nadere afspraken met het bestuur over te bereiken tussenresultaten. Er komt een voortgangsgesprek over de analyses van de leerresultaten, het leerstofaanbod, de zorgstructuur en het plan van aanpak. In juli 2016 is er een tussentijds kwaliteitsonderzoek naar de bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Het bestuur herkent zich in de bevindingen van de inspectie en onderschrijft de noodzaak maatregelen te nemen die opheffing van de geconstateerde tekortkomingen als doel hebben. De minister wordt van de geconstateerde tekortkomingen op de hoogte gesteld. Wij maken u attent op de nieuwe wettelijke bepaling dat zeer zwakke scholen zich binnen een jaar moeten verbeteren. Meer informatie kunt u vinden in de brochure ‘Toezicht op de zwakke en zeer zwakke scholen: zo werkt het’. U kunt de brochure raadplegen of downloaden via de website van de inspectie. Belangrijkste bevindingen ◦ ◦
concept
De eindopbrengsten van de Leeuwenhartschool zijn de afgelopen drie jaar onvoldoende; De school kan niet inzichtelijk maken dat alle kerndoelen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde worden betrokken bij de te bereiken doelstellingen;
Pagina 6 van 17
◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
concept
Te weinig leerlingen krijgen de leerinhoud tot en met de zesde klas aangeboden; De actieve betrokkenheid van de leerlingen is onder de maat; De zorg en begeleiding in de klas is onvoldoende planmatig; De school heeft te weinig inzicht in haar leerlingenpopulatie en analyseert de leerresultaten niet in voldoende mate; De schoolleiding zorgt te weinig voor een professionele schoolcultuur; Het pedagogisch handelen, het schoolklimaat en de communicatie met ouders zijn voldoende.
Pagina 7 van 17
3
TOELICHTING Hieronder staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. zeer zwak 2. 3. 4. 5.
zwak voldoende goed niet te beoordelen
Opbrengsten Opbrengsten 1.1*
1.2*
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1
2
3
4
5
•
•
1.4
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
•
1.5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
•
De school verantwoordt haar eindopbrengsten met de Cito-eindtoets. Zoals genoemd bij de belangrijkste bevindingen zijn de eindopbrengsten van de leerlingen in de zesde klas al drie jaar van onvoldoende niveau. Uit de gegevens van de tussenresultaten blijkt dat de leeropbrengsten zeer kwetsbaar zijn. Er is wel heel voorzichtig een positieve tendens zichtbaar. Zo zijn de tussenresultaten van de vijfde klas, de huidige zesde klas voldoende. Zeer waarschijnlijk kan in 2016 deze klas hiermee voldoende eindresultaten halen.
concept
Pagina 8 van 17
Bovendien heeft de inspectie de tussenresultaten als voldoende beoordeeld. Van de vijf door de inspectie gecontroleerde onderdelen zijn er vier voldoende. Het gaat om technisch lezen in de tweede klas, rekenen/wiskunde in de tweede en de vierde klas en begrijpend lezen in de vierde klas. Het technisch lezen in de eerste klas is onvoldoende. De voldoende tussenresultaten zijn geen reden om af te wachten aangezien ze kwetsbaar zijn en goede analyses ontbreken. Bovendien zijn voor stabiele leerresultaten onder andere een duidelijk onderwijsaanbod en eenduidig didactisch handelen essentieel. Hierin heeft de school nog stappen te maken. De school heeft voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelingsperspectieven opgesteld. Deze ontwikkeling is nog pril en de inspectie onthoudt zich van een oordeel over de resultaten omdat de inspectie niet kan beoordelen of deze kinderen zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. De sociale competenties van de leerlingen kan de inspectie ook niet beoordelen. De school werkt met een methode maar is nog op zoek naar een landelijk genormeerd instrument om de resultaten wat betreft deze competenties te volgen.
Leerstofaanbod Leerstofaanbod
1
2
2.1*
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
•
2.2*
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
•
2.3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.
•
2.5
De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen.
•
3
4
Op de Leeuwenhartschool wordt sinds anderhalf jaar gewerkt met een rekenmethode, leesmethode en een methode voor begrijpend lezen. Daarnaast heeft de school 'Volglijn', waarin de leerlijnen en kerndoelen op basis van het periodeonderwijs en daarmee het Vrijeschoolonderwijs aan de orde komen. De school kan echter niet verantwoorden welke onderdelen van de methodes en ‘Ik zie rond in de wereld’ structureel aan de orde komen. Er is geen planning of
concept
Pagina 9 van 17
systematiek die door alle leraren wordt gebruikt. Leraren gaan verschillend om met de methodes en het periodeonderwijs. Bovendien is de methode voor begrijpend lezen niet dekkend voor de kerndoelen en is op de Leeuwenhartschool geen beredeneerd aanbod om in deze lacune te voorzien. Er zijn wel afspraken gemaakt maar die zijn niet voldoende bekend bij het team en onvoldoende vastgelegd. Dit maakt dat er een aannemelijk risico is dat niet alle kerndoelen worden aangeboden (indicator 2.1). Ook leidt dit ertoe dat leraren teveel op zichzelf zijn aangewezen en dat de leerinhouden van de verschillende leerjaren te weinig op elkaar aansluiten (indicator 2.3). Verder blijkt dat voor een te groot aantal leerlingen het rekenen/ wiskundeaanbod niet tot het niveau van de zesde klas wordt aangeboden (indicator 2.2). Het is positief dat de leerkracht in de zesde klas met een eigen pedagogische en didactische aanpak en materialen uit de vijfde klas een inhaalslag maakt. Het is van belang dat men vanaf de kleutergroepen afspraken maakt en vastlegt over een beredeneerd aanbod voor de basisvaardigheden. De uitdaging voor de Leeuwenhartschool bestaat er uit om dit niet ten koste te laten gaan van het Vrijeschool-specifieke aanbod.
Tijd Tijd 3.1
1
2
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
3
4
•
De onderwijstijd heeft de inspectie als voldoende beoordeeld. De school heeft een overzicht waaruit blijkt dat de tijd over de verschillende vakken evenwichtig is verdeeld. De lessen beginnen op tijd en schoolregels worden op dit gebied nageleefd. Toch is er winst te behalen door efficiënter om te gaan met de beschikbare tijd tijdens de lessen. Zo duren instructies vaak lang en moeten kinderen soms onnodig lang wachten als gevolg van onrust en organisatorische belemmeringen.
Schoolklimaat Schoolklimaat 4.1
concept
1
De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt.
2
3
4
•
Pagina 10 van 17
Schoolklimaat
1
2
3
4.2
De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school.
•
4.3
Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school.
•
4.4
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
•
4.5
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
•
4
Tijdens de lesobservaties heeft de inspectie gezien dat leraren betrokken en respectvol met de kinderen omgaan. De gesprekken die de inspectie had met ouders en kinderen bevestigen dit. Ouders spreken over een warm en veilig schoolklimaat waar leraren oog hebben voor de kinderen als individu. Ouders voelen zich betrokken bij de school en geven aan dat de school laagdrempelig is en leraren en directie altijd klaar staan als er vragen of problemen zijn. De school heeft afgelopen jaar veel geïnvesteerd in de communicatie en het schoolklimaat en is hier terecht trots op. Een veilig en goed schoolklimaat is dan ook een mooie basis om verder te bouwen aan een ambitieus leerproces. De veiligheidsbeleving is in kaart gebracht middels leerling- ouder- en leraarenquêtes. Op de school is een veiligheidsbeleid met aandacht voor pesten.
Didactisch handelen en afstemming Didactisch handelen
2
3
5.1*
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
•
5.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
•
5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
Afstemming
concept
1
4
•
1
2
6.1
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
3
4
Pagina 11 van 17
Het didactisch handelen op de Leeuwenhart behoeft aandacht. Soms is het zichtbaar dat er geïnvesteerd is in het didactisch handelen maar de doorgaande lijn ontbreekt. Ook zijn er verschillen in kwaliteit tussen leraren op dit gebied. Dat heeft te maken met vaardigheden van leraren maar ook met het ontbreken van duidelijke afspraken over het didactisch handelen en onvoldoende kwaliteitsbewaking. De actieve betrokkenheid (indicator 5.3) van de leerlingen heeft de inspectie in de meeste lessen als onvoldoende beoordeeld. In veel klassen waren de leerlingen niet actief gericht op het leren. Dit was tijdens de instructie en de verwerking van de leerstof. Het was vaak onrustig en kinderen deden niet goed met de les mee. Ondanks dat de inspectie de taakgerichte werksfeer (indicator 5.2) en de kwaliteit van de uitleg (indicator 5.1) als voldoende heeft beoordeeld liggen hier ook mogelijkheden voor de school om zich te verbeteren. In sommige lessen was bijvoorbeeld niet duidelijk wat de kinderen gingen leren door het ontbreken van een doel en een duidelijke structuur. Ook liggen er verbetermogelijkheden in de voorbereiding en organisatie van de lessen. De inspectie heeft over het algemeen klassikale lessen gezien. Leraren stemmen bij de instructie maar ook bij de verwerking van de leerstof onvoldoende af op de verschillen tussen leerlingen (indicatoren 6.2 en 6.3). Op de Leeuwenhartschool zijn die verschillen in sommige klassen groot waardoor er kinderen zijn die onvoldoende uitgedaagd worden. Maar er zijn ook kinderen die niet de nodige extra hulp en of instructie krijgen die ze nodig hebben. De school heeft hier al wel een voorzichtige start mee gemaakt. Maar er zijn nog geen heldere afspraken vastgelegd over de wijze waarop de differentiatie vorm zou moeten krijgen. Leraren kunnen het planmatig afstemmen van het onderwijs op het niveau van de leerlingen naar eigen inzicht invullen. Goede monitoring, scholing, ondersteuning en heldere afspraken met het team zijn daarom belangrijk om hierin meer lijn en kwaliteit te bewerkstelligen.
Begeleiding en zorg Begeleiding
concept
7.1*
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
1
2
3
4
• •
Pagina 12 van 17
Zorg
1
2
8.1
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
•
8.3*
De school voert de zorg planmatig uit.
•
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
•
3
4
•
De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten om de leerlingen te volgen. Punt van aandacht is dat de resultaten van de methodegebonden toetsen en periodetoetsen, die op zich wel worden bijgehouden, te weinig gericht en planmatig worden gebruikt in de klas. Er worden geen (zichtbare) conclusies getrokken en doelen gesteld naar aanleiding van de resultaten op de methodegebonden toetsen en/of periodetoetsen. Ten opzichte van het laaste inspectie bezoek heeft de school weinig vooruitgang geboekt bij de zorg en begeleiding. Dit schooljaar is er een nieuwe intern begeleider aangesteld die begonnen is om een duidelijke zorgstructuur in te richten. De inspectie ziet deze positieve ontwikkeling, maar deze is nog pril. Het ingezet beleid en afspraken zijn nog niet duidelijk zichtbaar in de klassen. Zo wordt er bijvoorbeeld door sommige leraren niet, en door anderen weer heel verschillend met systemen en plannen gewerkt. Ondanks dat er zicht is op kinderen die extra hulp nodig hebben, ontbreekt het aan goede analyses over leer- en ontwikkelingsachterstanden (indicator 8.2). Die zijn nodig om passende inhoudelijke keuzes te maken voor de uitvoering van de zorg. De plannen zijn allemaal verschillend en in verschillende formats en programma's opgesteld. Meestal ontbreken concrete doelen en/ of zijn ze voor een te lange periode opgesteld. Door de lange looptijd van de (groeps)plannen en het ontbreken van de soms noodzakelijke extra zorg heeft de inspectie de planmatig uitvoering van de zorg en de regelmatige evaluatie van de effecten van de zorg als onvoldoende beoordeeld (indicatoren 8.3 en 8.4) Kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg Kwaliteitszorg
concept
1
2
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
•
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
•
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
3
4
•
Pagina 13 van 17
Kwaliteitszorg
1
2
3
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
Voorwaarden voor kwaliteitszorg
1
2
3
10.1
De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan.
•
10.2
De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan.
•
10.3
De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur.
10.4
Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken.
4
4
• •
De leerlingenpopulatie op de Leeuwenhart school is divers; er zijn grote verschillen tussen leerlingen qua achtergrond en niveau. Het is belangrijk dat de school de leerlingenpopulatie goed in beeld brengt en daar vervolgens haar beleid en plannen op aanpast. Nu wordt daar nog te weinig rekening mee gehouden (indicator 9.1). Daarbij heeft de school beperkt analyses gemaakt van de leerresultaten (indicator 9.2) Het begin ligt er en daarin is zichtbaar dat de leerresultaten iets stijgen. Goede analyses van leerresultaten zijn belangrijk om na te gaan of er lacunes in het leerstofaanbod zijn die om aanpassing en/of intensivering vragen van aanbod of aanpak. Op de Leeuwenhartschool is men zich al langere tijd bewust van het feit dat verbeteringen noodzakelijk zijn. De directie heeft dit opgepakt en verbeteractiviteiten ingezet met behulp van een plan van aanpak (indicator 9.4). Bij de invoering is veel rekening gehouden met de verschillen tussen leraren en de visie die de school wil nastreven. Het heeft echter te weinig handen en voeten gekregen mede omdat het plan te weinig concreet en sturend bleek. Voor het versterken van een duidelijke doorgaande lijn door de school heen is het belangrijk dat er duidelijke afspraken worden gemaakt en dat leraren worden gevolgd en indien nodig worden begeleid. Dit is ook een belangrijke voorwaarde om tot een professioneel schoolklimaat te komen waarin het vanzelfsprekend is dat iedereen zich aan gemaakte afspraken houdt (indicator 10.3). Een cyclus van kwaliteitszorg waar systematisch alle aspecten van het onderwijs worden geëvalueerd heeft de school niet (indicator 9.3). Hierdoor heeft de directie niet een volledig beeld van de kwaliteit van de school en kan er sprake zijn van blinde vlekken. De school heeft een start gemaakt met een soort handboek waarin afspraken en nieuw ingezet beleid worden vastgelegd. Naast het observeren van de lessen,
concept
Pagina 14 van 17
waar de school al een voorzichtige start mee heeft gemaakt, is dit een mooi instrument om schoolbeleid te borgen (indicator 9.5). De school heeft het afgelopen jaar veel geïnvesteerd in de communicatie en verantwoording over de schoolontwikkeling en met name het schoolklimaat. Vooral ouders zijn daar nadrukkelijk bij betrokken (indicator 9.6) Naleving wet- en regelgeving Wet- en regelgeving
Ja Nee
NT1A
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO).
•
NT2A
De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).
•
NT4A
Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
•
De inspectie concludeert dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
concept
Pagina 15 van 17
4
REACTIE VAN HET BESTUUR Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op Leeuwenhartschool. Daarnaast hebben we de school gevraagd haar eigen kwaliteit te beoordelen en dat samen met de oordelen van de inspectie te vertalen naar de ontwikkelingsrichting van de school en welke stappen de school gaat ondernemen om de kwaliteit weer op orde te krijgen. Hieronder geeft het bestuur haar reactie:
concept
Pagina 16 van 17
5
OPZET VAN HET ONDERZOEK Op 1 december 2015 hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden: • een documentenanalyse; • gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: schoolleiding, intern begeleider, leraren, ouders en leerlingen; • observaties van de onderwijspraktijk in alle klassen. Deze observaties hebben wij samen met observanten van de school, de directeur en intern begeleider uitgevoerd. We hebben na afloop van het bezoek een gesprek gevoerd met het bestuur, de schoolleiding, de intern begeleider en het team van de school. In dit gesprek hebben we onze bevindingen en oordelen besproken. Op 10 december 2015 hebben wij een afzonderlijk gesprek met een vertegenwoordiging van het bestuur gevoerd.