PROJECTPLAN VEILIG HONK GEMEENTE DRIMMELEN
Contactpersonen: Marcel van ’t Zand Lilian van de Wiel Melissa Simons
(beleidsmedewerker veiligheid Gemeente Drimmelen) (coördinator dorpsgericht werken Gemeente Drimmelen) (beleidsmedewerker verkeer en vervoer Gemeente Drimmelen
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Beschrijving project 2.1. Doelstelling 2.2. Rol gemeente 2.3. Rol politie 2.4. Rol vrijwilligers 2.5. Rol scholen 3. Communicatie, monitoring en evaluatie 4. Planning 5. Kosten Bijlage: kaart met scholen VO en routes naar VO
1
Inleiding
Veel scholieren uit de Gemeente Drimmelen gaan op de fiets naar het voortgezet onderwijs in Made, of in één van de omliggende gemeenten zoals Breda, Oosterhout of Geertruidenberg. Omdat er onderweg van alles kan gebeuren (lekke band, kapotte fiets, pesterijen enz.), gaat de Gemeente Drimmelen van start met het project Veilig Honk. Dit om zo de schoolgaande jeugd wat meer veiligheid te bieden op hun weg van en naar school. Het project Veilig Honk is opgezet door de gemeente Halderberge en heeft inmiddels in meerdere gemeentes navolging gekregen. Een Veilig Honk is een huis waar vrijwilligers wonen die een veilige plek bieden aan kinderen onderweg van en naar school. De scholieren kunnen een Veilig Honk herkennen aan het bord dat is aangebracht bij/op de woning. Dit bord is ontworpen door een leerling van het Prinsentuin College in Oudenbosch, gemeente Halderberge. Het bord heeft merkbescherming en mag daarom alleen worden toegepast nadat het door een gemeente opgestelde projectplan door de gemeente Halderberge is goedgekeurd.
2
Beschrijving project
2.1 Doelstelling Een Veilig Honk is een plek waar kinderen onderweg terecht kunnen om hulp wanneer er iets aan de hand is. Zo’n Veilig Honk is een woning die staat op een route waar veel schoolgaande jeugd langskomt, meestal van en naar het voortgezet onderwijs. Bewoners die meedoen aan het project zetten het Veilig Honk bord in de voortuin of achter het raam. Goed zichtbaar zodat de jeugd meteen ziet dat ze daar aan kunnen kloppen voor hulp. Het doel van het project Veilig Honk is dan ook: het bieden van veiligheid in de breedste zin van het woord aan kinderen die onderweg zijn op de route van en naar school. 2.2 Rol gemeente In ieder geval is de gemeente regievoerder van het project: deze brengt de andere partijen (scholen, politie, vrijwilligers) bij elkaar, zorgt voor vergaderruimte en voor verslaglegging. Voorts zorgt de gemeente voor de benodigde financiën. Ook stelt de gemeente een projectplan op, wat vervolgens ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeente Halderberge. Voorts bepaalt de gemeente, met behulp van bijvoorbeeld basisscholen en bewonersgroepen, de scholen voor voortgezet onderwijs waar de kinderen uit deze gemeente naar toe gaan, en de routes daarnaar toe. Bij het contact met de vrijwilligers ondersteunt de gemeente de politie bij de administratie; brieven e.d. gaan via de gemeente uit. Zo houdt de gemeente de administratie rond de vrijwilligers actueel. Na overhandiging van een verklaring omtrent gedrag kunnen de vrijwilligers definitief benoemd worden als vrijwilliger Veilig Honk. Alle vrijwilligers zullen tijdens een officieel moment benoemd worden door de gemeente. Tijdens deze bijeenkomst worden de benodigde materialen aan de vrijwilligers overhandigd: Veilig Honk-bord Verbanddoos Fietspomp Bandenplaksetje Bij de gemeente is de ambtenaar openbare orde en veiligheid contactpersoon voor de politie, scholen en de vrijwilligers. Vrijwilligers kunnen bij bijzonderheden deze ambtenaar bellen met vragen. Deze ambtenaar wordt bij zijn werkzaamheden ondersteund door de coördinator dorpsgericht werken en de beleidsambtenaar verkeer en vervoer. 2.3 Rol politie De politie heeft een belangrijke taak bij het vinden van geschikte vrijwilligers. De wijkagenten kennen de wijkbewoners en weten waar potentiële vrijwilligers gevonden kunnen worden. Natuurlijk weet de politie ook waar mensen wonen die minder geschikt zijn om vrijwilliger te worden. Wanneer de politie de vrijwilligers aandraagt komt de privacywetgeving niet in het geding. Wanneer bijvoorbeeld de school vrijwilligers aandraagt kan het moeilijker liggen, zeker wanneer in zo’n geval zou blijken dat er geen verklaring omtrent goed gedrag kan worden gegeven. In beginsel zoekt de politie dus de vrijwilligers en screent deze vervolgens. Bij de vraag om te participeren aan het Veilig Honk project zal de wijkagent aangeven dat een Verklaring omtrent het gedrag nodig is. Dit wordt dus expliciet gevraagd. Via een brief wordt een en ander nog eens bevestigd door de gemeente. De bewoner maakt vooraf een totaal afweging, waarbij dit aspect mee overwogen wordt, en zal al of niet besluiten om mee te doen. Kosten die normaal gesproken aan een verklaring kleven zullen uiteraard niet aan de vrijwilligers in rekening worden gebracht.
De politie heeft daarnaast een opvangtaak voor die gevallen waarin extra zorg nodig is. Dat zijn die gevallen waar er sprake is van een (mogelijk) strafbaar feit en opvang nodig is. Binnen het politiedistrict Geertruidenberg - Drimmelen zal een intern memo verspreid worden waarin wordt aangegeven wat van de politiemensen wordt verwacht in relatie tot Veilig Honk. Deze memo zal eveneens naar de politiemeldkamer in Tilburg worden gemaild Zo is voor iedere politiemedewerker duidelijk wat de gedachte is achter Veilig Honk. 2.4 Rol vrijwilligers Vrijwilligers wonen langs de route. Belangrijk is dat de vrijwilliger die een Veilig Honk bemant, vaak thuis is. De kans op een gesloten deur is daardoor kleiner. De bewoner heeft het Veilig Honk bord in de tuin staan of goed zichtbaar achter het raam van de woning. Zo weten passerende kinderen dat ze gerust kunnen aankloppen voor hulp. De bewoner die participeert in het project zal van onbesproken gedrag dienen te zijn. Het gaat immers om het bieden van veiligheid. De politie zoekt de vrijwilligers, zie de voorgaande paragraaf. Hierbij kunnen bewonersgroepen en de coördinator dorpsgericht werken helpen. De taak van de vrijwilliger is eenvoudig, maar belangrijk: het bieden van hulp en veiligheid aan kinderen die aangeven hulp en/of veiligheid nodig te hebben. Het gaat om een eenmalige, kortstondige, hulpactie van de bewoner. De minimale hulp die geboden moet worden om veiligheid te garanderen, is geruststellen, een luisterend oor bieden, het lenen van een fietspomp of bandenplaksetje, lichte vorm van EHBO verlenen, schuilen voor weersomstandigheden of pesterijen, telefoon- en toiletgebruik. Het is aan de vrijwilliger om hier verdere invulling aan te geven. In die gevallen waar de bewoner van een Veilig Honk niet zelf kan helpen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een zojuist gepleegd strafbaar feit (een ruzie, mishandeling) dan zal er, naast het aanbieden van een luisterend oor en wat kalmerende woorden, extra hulp nodig zijn. In eerste aanleg komt dan de school van het kind in beeld. Wanneer er sprake is van een zogenaamd heterdaad situatie, dat wil zeggen dat de dader van het feit nog in de buurt is, dan zal het nodig zijn ook de politie te bellen die een kijkje in de omgeving kan nemen ten behoeve van opsporing. Deze afwegingen zijn ter beoordeling van de vrijwilliger. Indien gewenst kan de gemeente of de school gebeld worden voor advies. Daarnaast houdt de vrijwilliger een overzicht bij van het aantal hulpvragen en de inhoud daarvan (dag, datum en tijdstip van een melding en de aard). Dit dient als onderlegger voor de jaarlijkse evaluatie. Zie hiervoor hoofdstuk 3. 2.5 Rol scholen De school heeft een spilfunctie wanneer er iets aan de hand is met kinderen op de route en bij het onderdeel voorlichting (zie hoofdstuk 3). Bij de school kunnen de vrijwilligers in eerste aanleg terecht om zaken te melden rond (gestrande) scholieren. Het is situatieafhankelijk welke vervolgacties er genomen worden door de school. Bij de scholen zullen contactpersonen zijn voor het project. Een melding kan ook aan de receptie van de school worden doorgegeven.
3
Communicatie, monitoring en evaluatie
Het is belangrijk dat scholieren goed op de hoogte zijn van het project Veilig Honk. De basisscholen worden gevraagd om de leerlingen van groep 8 en hun ouders in te lichten over dit project. De gemeente zal een flyer met informatie en een adressenlijst van Veilig Honken maken, die meegegeven wordt aan de ouders van de kinderen uit groep 8. Bij het voortgezet onderwijs ligt de nadrukkelijke rol scholieren en ouders te informeren over het project. Om de schoolgaande jeugd en de ouders op de hoogte te stellen van het Veilig Honk project zal er bij het begin van het schooljaar een brief met de hierboven genoemde flyer naar alle nieuwe leerlingen gestuurd worden waar het doel van het Veilig Honk project en de adressen wordt aangegeven. Verder zal het onderwerp worden besproken in de ouderraad. Via de regio Breda wordt een kaart vervaardigd waarop alle honken te zien zijn. Zo weten de kinderen waar ze kunnen aanbellen en wat de spelregels zijn. Jaarlijks wordt vervolgens in groep 8 en in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs aan het project aandacht besteed. Nazorg Jaarlijks worden de vrijwilligers door de gemeente uitgenodigd om ervaringen uit te wisselen en hen te bedanken voor weer een jaar Veilig Honk. Ook de politie en scholen voor voortgezet onderwijs zijn hierbij aanwezig. De gemeente neemt dan de evaluatieformulieren en eventuele specifieke reacties van vrijwilligers in ontvangst. De gemeente (buitendienst Openbare Werken) controleert jaarlijks langs de fietsroutes binnen de eigen gemeente of de borden Veilig Honk er nog netjes uitzien, herkenbaar en zichtbaar zijn en overlegt zonodig met de vrijwilliger Veilig Honk om het bord te vernieuwen, dan wel beter zichtbaar op te hangen.
4
Planning
Uitgangspunt is om het project Veilig Honk bij de start van schooljaar 2013-2014 draaiende te hebben. Om dit te bereiken, zijn de volgende stappen nog nodig: Actie PVA voorleggen aan college collegevergadering benaderen politie PvA voorleggen aan gemeente Halderberge project indienen voor subsidie basisscholen vragen naar welke VO de kinderen gaan (tijdens BVL) zoeken vrijwilligers screenen vrijwilligers (politie) bevestigen vrijwilligers benoemen vrijwilligers communicatietraject
Deadline Week 32 Week 33 Week 33 Week 33 Week 35 Week 38 December 2012 / Januari 2013 Februari 2013 Maart 2013 April 2013 April – juni 2013
5
Kosten
Voor de opstart van het project is éénmalig een bedrag van € 1.750,- nodig, uitgaande van 15 Veilige Honken. Per jaar komen een aantal kostenposten terug, zoals de materialen (vervanging bandenplaksetje, vervanging verbanddozen) en een attentie voor de vrijwilligers. Dit betekent dat ook jaarlijks een budget beschikbaar moet zijn van afgerond € 750,-. De uitwerking van de kosten voor de uitvoer van het project Veilig Honk zijn als volgt opgebouwd: Legeskosten verklaringen omtrent gedrag Organisatie startmoment Materialen vrijwilligers Aanschaf stickers Veilig Honk Vervaardigen bordjes Veilig Honk (buitendienst) Vervangen stickers en bordjes Attentie vrijwilligers Informatiepakket (flyer en adressenlijst) Onvoorzien Totaal:
Eenmalig € 450,75* € 100,€ 450,€ 30,€ 150,€ 300,€ 100,€ 169,25 € 1.750,-
Structureel € 200,€ 50,€ 300,€ 100,€ 100,€ 750,-
Dekking In de programmabegroting 2013 is geen apart budget voor het project Veilig Honk opgenomen. Wanneer uitvoering wordt gegeven aan dit project, zullen de kosten uit de reguliere budgetten gefinancierd moeten worden, ter substitutie van andere projecten en activiteiten. Het project zal worden ingediend voor cofinanciering. Aangezien het project valt onder de mensgerichte maatregelen, wordt uitgegaan van 80% subsidie. De werkelijke opstartkosten voor de gemeente bedragen in dat geval € 350,00. Deze kosten kunnen binnen het budget dorpsgericht werken (Wijkbesturen) worden opgevangen. Leenfiets Mogelijk kan er behoefte bestaan aan leenfietsen. Bekeken zal worden of fietsen afkomstig uit de voorraad ‘gevonden voorwerpen’ hiervoor ingezet kunnen worden. Dit zijn fietsen waarvan de eigenaar niet te achterhalen is. Veelal staan deze fietsen opgeslagen op de gemeentewerf. De gemeente kan bijvoorbeeld deze fietsen op laten knappen en in eigendom overgedragen aan de vrijwilligers. Verder onderhoud komt voor rekening van de vrijwilligers.