CONCEPT Programmabegroting 2013
Gemeente Drimmelen
2
Inhoudsopgave
Programma's ................................................................................................5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Relatie met de burger.................................................................................................. 6 Veiligheid ................................................................................................................. 10 Openbare ruimte....................................................................................................... 16 Verkeer en vervoer ................................................................................................... 24 Economische zaken en toerisme ............................................................................... 28 Jeugd en jongeren.................................................................................................... 32 Ruimte en wonen...................................................................................................... 38 Zorg ......................................................................................................................... 44 Milieu ....................................................................................................................... 52 Sociale infrastructuur ................................................................................................ 56
Algemene dekkingsmiddelen................................................................ 62 Paragrafen................................................................................................. 69 §A §B §C §D §E §F §G §H
Weerstandsve rmogen ............................................................................................... 70 Lokale heffingen ....................................................................................................... 84 Onderhoud kapitaalgoederen .................................................................................... 88 Financiering ........................................................................................................... 100 Bedrijfsvoering........................................................................................................ 106 Verbonden partijen ................................................................................................. 110 Grondbeleid ........................................................................................................... 122 Grote projecten....................................................................................................... 136
Bijlage Leges omgevingsvergunning ..................................................... 141
3
Inleiding Voorliggende begroting is opgesteld conform de Kadernota 2013 inclusief de gevolgen van de septembercirculaire en de besluitvorming over de Kerntakendiscussie. Tevens is een inschatting gemaakt van de financiële gevolgen van het Bestuursakkoord. Ondanks de rijksbezuinigingen is het college er in geslaagd om, zonder de OZB meer te laten stijgen dan de inflatie, een sluitende meerjarenbegroting op te stellen. In deze begroting is tevens rekening gehouden met de door de Raad bij de Kadernota vastgestelde investeringen. De belangrijkste hiervan zijn: • Uitbreiding Amerhal € 1,1 miljoen • Rioolvervangingen € 2,5 miljoen • Investering in tennisbanen € 0,1 miljoen Ook de structurele dekking voor de zwembaden, zoals aangekondigd in het coalitieprogramma “Bouwen aan Vertrouwen” is in deze begroting verwerkt.
4
Programma's
5
1
Relatie met de burger
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Het vergroten van het vertrouwen van burgers in de gemeente. De doelstellingen van het programma zijn: 1.1 Het vasthouden maar liever nog verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening (aandachtspunten ambtelijke organisatie coalitieprogramma) Het concept ‘Antwoord ©’ krijgt een steeds belangrijker rol binnen gemeenten. In het concept ‘Antwoord ©’ zijn uitgangspunten vastgelegd over de dienstverlening. De klant hoeft zich maar één keer te melden en kiest zelf hoe. De klant hoeft zijn vraag maar één keer te stellen. Het antwoord op die vraag is altijd snel, volledig en van goede kwaliteit. Het maakt daarbij niet uit of de vraag is gesteld aan de balie, telefoon, via internet of per mail. De visie op dienstverlening van de gemeente Drimmelen is hierop aangepast. Dit moet leiden tot de vorming een KCC (Klant Contact Centrum) per medio 2015, waar alle klantcontacten bij elkaar komen. In het KCC wordt het grootste deel van de klantvragen gelijk beantwoord. Bijna alle producten kunnen worden aangevraagd bij het KCC. Als het kan, wordt dit product ook gelijk meegegeven. 1.2 Het meer betrekken van de burger bij de beleidsvorming Deze doelstelling is gericht op het zo goed mogelijk vormgeven van het samenspel tussen raad, college en ambtelijke organisatie (intern) en het vergroten van de burgerparticipatie door burgers zoveel mogelijk te betrekken bij de totstandkoming van (nieuw) beleid (extern). 1.3 Samen doen, samen werken (speerpunt/aandachtspunt coalitieprogramma) De samenwerking dient plaats te vinden in een open en eerlijke dialoog, waarbij men elkaar moet kunnen aanspreken op het algemeen belang en de eigen verantwoordelijkheid. Gedacht moet worden in mogelijkheden en naar de inwoners toe dient een positieve grondhouding te bestaan. De doelstelling en visie is op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt. Doelen
Activiteiten
Oorsprong
1.1 Het vasthouden maar Publiekszaken liever nog verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening
Taakveld
1 Verdere digitalisering 2 Meer digitale producten online 3 Mijnoverheid.nl
1.2 Het meer betrekken van de burger bij de beleidsvorming
1 Burgerenquête
Concept Antwoord© Dienstverleningsconcept Dienstverleningsconcept Communicatiebeleidsplan 2010-2014
Griffie
2 Vergaderwijze 1.3 Samen doen, samen werken
Organisatie
1 Toepassen mediationvaardigheden in bezwaarprocedure 2 Sociale media
Prognose T/m 2013 T/m 2013 2013
Coalitieprogramma 2006 - 2010 Afdelingsplan BMO
2011
Afdelingsplan BMO
2013
2013
Kaders / Beleidsstukken Het kader waarbinnen dit programma wordt uitgevoerd is gebaseerd de volgende besluitvorming: • Concept Antwoord © (bestuursakkoord VNG en BZK) • Dienstverleningsconcept ‘De gemeente Drimmelen heeft Antwoord©!’ mrt 2010 (B&W) • Communicatiebeleidsplan 2010 - 2014 nov 2011 • Verbeterplan 2009 • Afdelingsplan 2013
6
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Het vasthouden maar liever nog verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening Uitvoeren van de uitgangspunten van het concept Antwoord© (KING) en uitvoering geven aan de uitgangspunten van het dienstverleningsconcept ‘De gemeente Drimmelen heeft Antwoord©!’. 1.1.1 Verdere digitalisering E-formulieren moeten in 2013 worden omgezet in zogeheten ‘X-formulieren’. Deze voldoen wel aan alle (hoge) eisen van de webrichtlijnen (e-formulieren niet meer). E- c.q. X-formulieren zijn digitale interactieve formulieren waarmee diensten en producten van de gemeente aangevraagd kunnen worden of waarmee wijzigen doorgegeven kunnen worden. Denk daarbij aan het digitaal doorgeven van een verhuizing of de digitale aanvraag van een uittreksel uit de basisadministratie. 1.1.2 Meer digitale producten online Uiterlijk 2015 moet in elk geval 65% van alle producten die de gemeente aanbiedt, ook digitaal verkrijgbaar zijn voor alle inwoners. De frontoffice zal, in collegiale samenwerking met het cluster communicatie, steeds meer producten digitaal gaan aanbieden. Te denken valt aan (binnengemeentelijke) verhuizingen, maar ook producten als ‘aan- en afmelden van een hond ten behoeve van de hondenbelasting’. Elk jaar komen er ongeveer vijf producten bij die via het digitaal loket zijn aan te vragen. 1.1.3 Mijnoverheid.nl Koppeling maken met ‘mijnoverheid.nl’, zijnde de overheidsPIP (Persoonlijke Internet Pagina) zodat de burger thuis meer zaken kan regelen en inzicht heeft in zijn/haar gegevens. Tevens gebruik maken van de berichtenbox van ‘mijnoverheid.nl’. Concreet leidt dit tot betere dienstverlening en vermindering van het verzenden van brieven. 1.2 Het meer betrekken van de burger bij de beleidsvorming 1.2.1 Burgerenquête De gegevens van de burgerenquête worden in 2013 ingebracht in de systematiek van ‘waarstaatjegemeente.nl’ De gemeente levert al veel informatie aan waaraan geen kosten zijn verbonden. De vierjaarlijkse burgerenquête wordt omgevormd tot een 2-jaarlijkse enquête waarbij gebruik wordt gemaakt van modernere vormen van enquêtering. Dit kan budgettair-neutraal. De gemeenteraad is in 2012 hierover per raadsbrief geïnformeerd. 1.2.2 Vergaderwijze De in 2008 ingezette wijze van vergaderen is succesvol gebleken en wordt gecontinueerd. 1.3 Samen doen, samen werken (speerpunt/aandachtspunt coalitieprogramma) 1.3.1 Toepassen mediationvaardigheden, bezwaarschriftencommissie In 2013 zal het toepassen van mediationvaardigheden breder worden ingezet dan alleen in de bezwarenprocedure. Voorts zal, in vervolg op een in de loop van 2012 uit te voeren onderzoek naar de werkwijze van de diverse adviescommissies voor de bezwaarschriften, worden bezien welke samenwerkingsmogelijkheden hier liggen. 1.3.2 Sociale media Sociale media lenen zich bij uitstek voor interactie met inwoners. De gemeente richt zich daarom op de inzet en ontwikkeling van verschillende sociale media. In 2013 ligt de focus vooral op Facebook en het ontwikkelen van een gemeente -app. 1.3.3 Dorpsgericht werken Zie hiervoor programma 3.
7
Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties Begroting
Realisatie 2011
2012
2013
2014
Bestuursorganen Bestuursondersteuning Voormalig personeel Voorlichting Burgerzaken front-office Burgerzaken back-office Samenwerking Griffie Totaal lasten
1.818.714
1.544.942
1.340.100
1.312.381
1.305.897
1.297.539
644.825
824.279
791.679
793.343
795.049
797.103
213.145
175.654
170.703
122.080
71.702
49.189
397.859
456.426
410.359
410.484
411.199
418.354
602.142
646.914
609.645
612.067
603.645
639.812
267.264
279.193
247.020
352.895
291.134
248.422
40.548
54.865
59.836
59.845
59.867
59.894
125.666
229.449
190.616
190.871
191.325
214.264
4.110.162
4.211.722
3.819.958
3.853.967
3.729.817
3.724.577
Bestuursorganen Bestuursondersteuning Voormalig personeel Voorlichting Burgerzaken front-office Burgerzaken back-office Samenwerking Griffie Totaal baten
14.772
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
581.624
440.131
370.040
370.040
370.040
481.215
5.825
0
0
5.698
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
602.221
440.131
370.040
375.738
370.040
481.215
3.507.942
3.771.590
3.449.919
3.478.230
3.359.777
3.243.362
Totaal budget
2015
2016
Tabel mutatie reserves Begroting
Realisatie 2011
2012
2013
2014
Totaal stortingen
0
0
0
0
0
0
Reserve claims Algemene reserve Totaal onttrekkingen
0
0
0
0
13.020
10.000
13.020
10.000
0
0
0
0
Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
2015
2016
-13.020
-10.000
0
0
0
0
3.494.922
3.761.590
3.449.919
3.478.230
3.359.777
3.243.362
Output/outcome indicatoren W 2011
B 2012
B 2013
2
5
5 31-12-2013
W 2011
B 2012
B 2013
De wachttijd in de hal is gemiddeld
14.28 min
15 min
15 min
De gemiddelde afhandeltijd aan de balie
7.48 min
10 min
10 min
De telefoon wordt opgenomen binnen
28 sec
30 sec
30 sec
Toepassen mediationvaardigheden in bezwaarprocedure
W 2011 30 %
B 2012 25 %
B 2013 30 %
Dienstverlening Verdere digitalisering (ombouwen E-formulieren)
1-8-2013
Aantal jaarlijks nieuwe digitale producten beschikbaar Aansluiten op mijnoverheid.nl
Prestatie-indicatoren
Vasthouden van de kwaliteit
Percentage ingetrokken bezwaarschriften
8
9
2
Veiligheid
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Het verhogen van het algemene veiligheidsgevoel. De doelstellingen van het programma zijn: 2.1
Integrale aanpak van veiligheid en leefbaarheid in de gemeente Drimmelen (speerpunt coalitieprogramma) Door de gemeenteraad is de nota “Integrale veiligheid Drimmelen 2008-2011” vastgesteld. Hierin zijn de speerpunten binnen de diverse veiligheidsvelden benoemd. Jaarlijks wordt een Uitvoeringsprogramma door het college vastgesteld en komt een evaluatierapport uit. De strategische doelstellingen van deze nota zijn: • Het verhogen van het algemene veiligheidsgevoel in 2011 en verbetering van de uitkomsten van de veiligheids- en leefbaarheidenquête ten opzichte van 2007; • Samen met anderen, door ondermeer ketenvorming van veiligheidspartners, scheppen van een klimaat van veiligheid op gemeente-, dorpskern-, wijk-, en straatniveau, waarbij burgers, instellingen, bedrijven en overige betrokkenen vertrouwen krijgen in elkaar en in de overheid. 2.2 Het bevorderen van de nalevingsbereidheid Drimmelen (speerpunten coalitieprogramma) Door het handhavingteam wordt jaarlijks een integraal THUP (Toezicht & Handhaving Uitvoering Programma) opgesteld, dat dient als leidraad voor de handhavingactiviteiten in het betreffende jaar. Prioriteiten in het THUP worden bepaald aan de hand van landelijke ontwikkelingen, het milieubeleidsplan en de wensen van het college en de raad. Sinds 2007 wordt jaarlijks een naleefeffectrapportage opgesteld die inzicht verschaft in de nalevingsbereidheid. 2.3 De organisatie van de rampenbestrijding tenminste op het basisniveau hebben en houden Op 1 oktober 2010 is de wet op de Veiligheidsregio’s van kracht geworden. Deze wet schrijft voor dat de regio’s beschikken over een Regionaal Crisis Plan (RCP). Het RCP voor de regio Midden- en West Brabant is in maart 2012 door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West Brabant vastgesteld. Vanaf 1 december 2012 worden gemeenten geacht gereed te zijn om conform het RCP te functioneren. 2.4 Externe veiligheid Met de beleidsvisie Externe Veiligheid volgen we de opgave in het NMP4 (het vierde Nationaal Milieubeleidsplan) om burgers in hun woonomgeving ten minste een minimum beschermingsniveau te geven met betrekking tot gevaarlijke stoffen. We willen de risico’s waaraan burgers in de Gemeente Drimmelen worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen, tot een aanvaardbaar minimum beperken.
10
De doelstelling en visie is op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt. Doelen
Taakveld
2.1 Integrale aanpak van veiligheid en leefbaarheid
Openbare orde en veiligheid
Activiteiten
Oorsprong
1 Opstellen nieuwe nota Integrale Veiligheid 2011 - 2014
2 Uitvoering geven aan de nieuwe idem nota Integrale Veiligheid
2.2 Het bevorderen Handhavingsteam van de nalevingsbereidheid in Drimmelen
3 Opstellen van horecabeleid 1 Opstellen / uitvoeren THUP
Handhavingteam, milieuvergunningverlening 2.3 De organisatie van Crisisbeheersing de rampenbestrijding tenminste op het basisniveau hebben en houden 2.4 Externe Veiligheid
4 Regionale Uitvoeringsdiensten
1. Implementatie Regionaal Crisiplan
2013
idem begin 2013 Nota Integraal 2013 handhavingsbeleid Gemeente drimmelen augustus 2003 en project profes-sionalisering van de handhaving januari 2004
2 Opstellen Naleefeffect-rapportage idem 3 Participeren in landelijke / regionale projecten
Prognose
Nota Integrale Veiligheid begin 2013 2008 - 2011
eerste helft 2013
Meerjarenafspraak 2011 - 2015 tussen de overheid en de branche Diverse rapporten over start per 1 januari handhaving milieutaken 2013 Wet Veiligheidsregio's en eind 2012 met diverse regelingen en doorloop in 2013 besluiten daaronder
1. Evaluatie en vaststelling (herzien) Besluit Externe Veiligheid 2013 EV-beleid en uitvoeringsprogramma voor de Inrichtingen Beleidsvisie periode 2013-2016 externe Veiligheid
Kaders / Beleidsstukken Het kader waarbinnen dit programma wordt uitgevoerd is gebaseerd de volgende besluitvorming: • Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Raad 2010 • Integraal veiligheidsbeleid Raad 24 januari 2008 • Beleidsregels standplaatsenvergunningen Raad april 2003 • Handhavingsvisie gemeente Drimmelen Raad 4 maart 2004 • Handhavingstrategie ‘Zo handhaven wij in Brabant’ B&W 9 maart 2004 • Strategieën, Protocollen en werkinstructies B&W 23 november 2004 v.k.a. Cie. 2005 • Crisismanagement B&W 12 juli 2005 • Bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht 29 mei 2007 • Wet veiligheidsregio’s (Wvr) Eerste Kamer, 23 apr.2009 • Organisatieplan voor de rampenbestrijding Veiligheidsregio Midden en West Brabant, oktober 2007 • Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Ministerie VROM, 27 mei 2004 • Beleidsvisie Externe Veiligheid Raad 25 januari 2010
ABM
jan
In ontwikkeling is Integraal vergunningverlening-, toezicht- en handhavingsbeleid (VTH-beleid), dat dient ter vervanging van de Handhavingsvisie gemeente Drimmelen en de Handhavingsstrategie “Zo handhaven wij in Brabant”, beiden uit 2004. Dit beleid wordt, althans voor het TH gedeelte, eind 2012 / begin 2013 vastgesteld.
11
Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Integrale aanpak van veiligheid en l eefbaarheid in de gemeente 2.1.1 Opstellen nieuwe nota Integrale Veiligheid 2011-2014 Het oude Integrale veiligheidsbeleid 2008-2011 kende een 5 -tal veiligheidsvelden en per veiligheidsveld waren één of meerdere speerpunten aangewezen. In de nieuwe nota die in samenwerking met de gemeente Geertruidenberg zal worden opgesteld zullen opnieuw de speerpunten voor de komende periode van vier jaar bepaald worden. Wederom zal gebruik gemaakt worden van de vernieuwde methodiek Kernbeleid Veiligheid van de VNG. 2.1.2 Uitvoering geven aan de nieuwe nota Integrale Veiligheid Belangrijkste onderwerpen zullen ondermeer zijn: • Politiecapaciteit en met name de wijkagenten behouden voor onze gemeente; • Versterken van de ketensamenwerking met veiligheidspartners • Verdere aanpak van alcohol-, drugs- en jeugdoverlast (gecombineerd) • Overdracht van toezicht Drank- en Horecatoezicht van Rijk naar gemeenten. Vooralsnog is voor deze nieuwe taak geen budget beschikbaar; • Aanpak diefstal (woninginbraak,voertuigcriminaliteit) 2.1.3 Opstellen van horecabeleid Toepassen van het nieuwe horecabeleid zoals dat in 2012 zal worden vastgesteld door het college.
2.2 Het bevorderen van de nalevingsbereidheid 2.2 .1 Opstellen / uitvoeren THUP (Toezicht & Handhaving Uitvoering Programma) Door het opstellen van een THUP wordt gewaarborgd dat de handhaving op een professionele manier plaatsvindt en volgens een vastgesteld programma. 2.2.2 Opstellen Naleefeffectrapportage De uitvoering van het THUP wordt aan de hand van de naleefeffectrapportage gemonitord, zodat gewaarborgd wordt dat het programma daadwerkelijk uitgevoerd wordt en de doelstellingen ook bereikt worden. Daarnaast wordt door het opstellen van de naleefeffect- rapportage inzichtelijk welk effect de handhaving daadwerkelijk heeft. 2.2.3. Participeren in (landelijke/regionale) projecten Door te participeren in landelijke of regionale projecten volgt gemeente Drimmelen de laatste ontwikkelingen c.q. prioriteiten op handhavingsgebied. Vanaf 2011 wordt geparticipeerd in het landelijke project ‘Energiebesparing bij supermarkten’ (doorloop tot 2015). Voor 2013 bestaat nog geen zicht op nieuwe landelijke of regionale projecten. 2.2.4. Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) Zie Paragraaf Grote Projecten. In het najaar van 2012 zal naar alle waarschijnlijkheid tussen de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant en gemeente Drimmelen een DVO worden afgesloten. 2.3 De organisatie van de rampenbestrijding tenminste op het basisniveau hebben en houden 2.3.1 Implementatie Regionaal Crisiplan Eind maart 2012 is het RCP voor de regio Midden- en West Brabant vastgesteld. Het RCP vervangt de gemeentelijke crisisplannen. Vanaf 1 december 2012 wordt van de gemeenten verwacht dat zij gereed zijn om te functioneren conform het RCP. Dit betekent een forse verandering binnen de (gemeentelijke) crisisbeheersingsorganisatie. Het is dan ook reëel te veronderstellen dat opleiding en training van medewerkers in deze nieuwe structuur een uitloop kent in 2013. De transitie van de huidige structuur naar het RCP wordt in het verband van 3 x oranje (de samenwerking in het kader van de rampenbestrijding tussen de gemeenten Geertruidenberg, Oosterhout en Drimmelen) nader uitgewerkt.
12
2.4 Externe Veiligheid 2.4.1 Evaluatie en vaststelling (herzien) EV-beleid en uitvoeringsprogramma voor de periode 2013-2016 De Beleidsvisie is in 2010 vastgelegd voor een periode van drie jaar. Het Uitvoeringsprogramma met het daarin opgenomen werkprogramma loopt tevens tot en met 2012. In het uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid zijn de wettelijke en wenselijke taken met de bijbehorend geraamde inzet in uren en kosten voor de periode 20092012 gepland. De uitvoering van het programma is jaarlijks vastgesteld op basis van de beschikbare subsidie vanuit het programma Brabant veiliger en moet er toe leiden dat uiterlijk 31 december 2012 wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria zoals opgenomen in het programma Brabant Veiliger (conform prestatieafspraak eind 2010). Eind 2012 dient een bestuurlijke verklaring te worden afgegeven dat wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria. Bij de eerst volgende evaluatie van het beleid eind 2012 wordt verwacht dat inzichtelijk is of de bestuurlijke verklaring kan worden afgegeven. Het programmabureau houdt in 2013 op te bestaan en de gelden zullen voortaan rechtstreeks via het gemeentefonds worden verdeeld. Om aan de kwaliteitscriteria te blijven voldoen dient het EV-beleid en het uitvoeringsprogramma in 2013 opnieuw te worden vastgesteld waarbij een bedrag voor het nieuwe uitvoeringsprogramma EV in de begroting kan worden opgenomen.
Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties: Realisatie 2011 Brandweer repressie Brandpreventie Rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid A.P.V. Handhaving
Totaal lasten Brandweer repressie Brandpreventie Rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid A.P.V. Handhaving
Totaal baten Totaal budget
1.365.634
Begroting 2012
2013
1.357.183
1.305.212
2014 1.252.086
2015 1.260.912
2016 1.270.842
8.499
8.565
8.462
8.309
8.156
8.003
143.951
156.853
156.906
157.281
157.699
158.140
175.995
148.853
159.783
169.645
169.703
169.251
148.487
123.153
107.728
108.003
108.251
108.527
456.919
552.412
581.842
582.740
584.737
586.770
2.299.485
2.347.020
2.319.933
2.278.063
2.289.458
2.301.533
1.679
0
0
0
0
0
2.161
0
0
0
0
0
3.589
0
0
0
0
0
7.446
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8.160
4.000
4.070
4.070
4.070
4.070
23.035
4.000
4.070
4.070
4.070
4.070
2.276.450
2.343.020
2.315.863
2.273.993
2.285.388
2.297.463
Tabel mutatie reserves Begroting
Realisatie 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Totaal stortingen
0
0
0
0
0
0
Reserve kapitaallasten Totaal onttrekkingen
38.346
37.777
37.207
36.638
36.068
35.499
38.346
37.777
37.207
36.638
36.068
35.499
Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
-38.346
-37.777
-37.207
-36.638
-36.068
-35.499
2.238.103
2.305.243
2.278.655
2.237.356
2.249.320
2.261.964
13
Prestatie-indicatoren W 2011
B 2012
Discriminatieklachten
0
Hinderlijke jeugdgroepen
2
Halt verwijzingen Schade bedrag jaarwisseling
B 2013
33 € 5.075
Aanrijtijden % prio 1 meldingen binnen de norm
70%
Woninginbraken
85
Diefstal/inbraak bedrijf/instelling
60
Diefstal van/vanaf motorvoertuig
92
% van totaal aantal inwoners aangemeld bij Burgernet
2,93%
O.g.v. de Naleefeffectrapportage: Percentage bedrijven dat voldoet na eerste controle Percentage bedrijven dat voldoet na 1e hercontrole Percentage bedrijven dat voldoet na 2e hercontrole
46% 97% 100%
14
35% 95% 100%
35% 95% 100%
15
3
Openbare ruimte
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Het op zo effectief mogelijke manier schoon, heel en veilig houden van de woon-, en werkomgeving in de gemeente met (zo mogelijk actieve) betrokkenheid van bewoners en bedrijven. De doelstellingen van het programma zijn: 3.1
Beeldkwaliteit dient minimaal op een veilige en voor onze inwoners leefbaar niveau gehandhaafd te blijven. Uitgegaan wordt van een sober, maar veilig niveau. Voor de verschillende producten in de buitenruimte zijn door de vakgroepen landelijke criteria ontwikkeld voor het meten van een veilig en doelmatig product. Middels diverse inspecties wordt getoetst op deze criteria. De gemeente is als wegbeheerder verantwoordelijk voor de veiligheid van het openbaar gebied en als zodanig aansprakelijk voor schades. 3.2
Mede verantwoordelijkheid van inwoners om beeldkwaliteit van de openbare ruimte “samen” in stand te houden. Naast de integrale onderhoudsprojecten die door de gemeente per kern worden aangedragen en waarbij bewoners betrokken worden, is het binnen het dorpsbeheer ook nadrukkelijk de bedoeling dat bewoners zelf activiteiten ontplooien en hiermee een bijdrage leveren aan de verbetering van de leefbaarheid van hun kern. 3.3 Bewerkstelligen van een goede afstemming (intern en extern)rond de uit te voeren werkzaamheden. De werkzaamheden in het kader van het onderhoud vragen een goede afstemming met andere afdelingen (bijvoorbeeld grondzaken Maatschappelijke Aangelegenheden/ Ruimtelijke ordening) en externe partners (bijvoorbeeld woningcorporaties ) om kapitaalvernietiging te voorkomen en “werk met werk” te kunnen maken. De doelstelling en visie is op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt: Doelen
Taakveld
Oorsprong
Prognose
Realisatie
1 Kwaliteitscontrole van door externe partijen uitgevoerd werk
Coalitieakkoord
N.v.t.
Is uitgevoerd.
2 Bij het maken van het uitvoeringsplan koppeling leggen tussen dorpsprioriteiten en onderhoudsprogramma’s.
Coalitieakkoord/ koppeling tussen klantgericht, vraag gestuurd werken en de verantwoordelijkheid als wegbeheerder
Resultaten opnemen in dorpsjaarplannen. 2013 6 dorps jaarplannen. In de nieuwe Dorpsvisie zal een voorstel gedaan worden omtrent het al dan niet maken van Dorpsjaarplannen.
Binnendienst OW
3 Integrale uitvoering div. projecten/ meerjarige planning beschikbaar voor de partners in het dorpsgericht werken.
Coalitieakkoord. Integrale Vanaf 2012 Is uitgevoerd. uitvoering. beschikbaar. Reconstructies / Voor projecten 2013 doorontwikkeling zie 3.1.3. meerjarenplanningen.
Binnendienst OW
4 Uitvoeren bomenbeleidsplan.
Coalitieakkoord. Bomenbeleidsplan. Bermen en bermsloten. Straatmeubilair.
3.1 Beeldkwaliteit dient Binnen-, buitendienst minimaal op een OW veilige en voor de inwoners leefbaar Binnendienst OW niveau gehandhaafd te blijven.
Activiteiten
Bermen/ bermsloten nota. Straatmeubilair nota.
16
Uitvoering Bomenbeleidsplan: verdeeld over de jaren 2010, 2011 en 2012. (zie 3.1.4) N.v.t. 2013.
Is uitgevoerd.
Doelen
Taakveld
3.1 Beeldkwaliteit dient Binnendienst OW minimaal op een veilige en voor de inwoners leefbaar niveau gehandhaafd te blijven.
3.2 Mede verantwoordelijkheid van inwoners om beeldkwaliteit van de openbare ruimte “samen” in stand te houden
Activiteiten 5 Uitvoeren G.R.P. 2011.
Vaststelling nieuw Waterbeleidsplan.
Oorsprong
Prognose
Coalitieakkoord. Implementeren van het nieuwe Waterbeleidsplan.
N.v.t.
Is uitgevoerd.
Coalitieakkoord. Actualiseren wegenbeheerplan. Begroting 2011. Baggeren havens.
N.v.t.
Is uitgevoerd.
2011 2 , 2012 4 en 2013 6 dorpsjaarprogramma's. In de nieuwe Dorpsvisie zal een voorstel gedaan worden omtrent het al dan niet maken van Dorpsjaarplannen.
Binnendienst OW
6 Uitvoeren wegenbeheerplan.
Binnendienst OW
7 Opstellen baggerplan en starten met de uitvoering.
Coördinator Dorpsgericht werken
1 In het (dorps)jaarprogramma koppeling leggen tussen dorpsprioriteiten en onderhoudsprogramma’s.
Coalitieakkoord. Koppeling tussen klantgericht, vraag gestuurd werken en de verantwoordelijkheid als wegbeheerder.
1 Vaststellen van beleid met betrekking tot opslag van grond en materialendepots en in kaart brengen van de werkprocessen hieromtrent. 2 Implementeren WABO.
Coalitieakkoord. Beleid Besluiten nader te en werk-processen m.b.t. plannen (indien opslag van grond- en nodig). materialendepots.
3.3. Bewerkstelligen Binnendienst OW/ van een betere buitendienst OW afstemming (intern en extern) teneinde de efficiency in het werk te vergroten Binnendienst OW/ hele organisatie Binnen-, en buitendienst OW (of hele organisatie)
Realisatie
Coalitieakkoord. Projecten conform Implementeren van het jaarplanning zie nieuwe waterbeleidsplan. 3.1.5.
Coalitieakkoord. Implementeren WABO. 3 Vaststellen werkwijze lokale Coalitieakkoord. ondernemers en roulatieafspraak. Betrekken lokale ondernemers.
Projecten conform planning na opstelling plan 2013.
Reguliere taak.
Is uitgevoerd.
Vanaf rapportage 2012 info beschikbaar.
Is uitgevoerd.
Kaders / Beleidsstukken Voor het beheer van de gemeente zijn verschillende beleid- en beheerplannen vastgesteld. § Beheerbeleid wegen Drimmelen 2012-2015 § Beleidsplan Verkeer en Vervoer (2006) § Waterbeleidsplan 2012-2016(waarin opgenomen het verbreed gemeentelijke rioleringsplan 2011 t/m 2015) § Beleidsnota parkeren (2010) § Beleidsplan Openbare Verlichting, Duurzaam en herkenbaar 2009-2013. • Groenbeleidsplan 2005-2015. ‘Kwaliteit in beeld’ (2005) • Beleidsrichtlijn ‘Bewegwijzering van objecten’ ( 2007) • Beheercatalogus ‘Kwaliteit in beeld’ (2005) • Groenstructuurplan Made, ‘natuurlijk doen!’ (1996) • Groenstructuurplan Terheijden en Wagenberg, ‘tussen traditie en vernieuwing’ (2005) • Landschapsbeleidsplan Made en Drimmelen (1996) • Landschapsvisie gemeente Drimmelen (2008) • Bermen en bermsloten 2011-2020 • Bomenbeleidsplan gemeente Drimmelen (2008) § Gebouwenbeheerplan 2003-2005 § Integraal Huisvestingsplan 2007-2011 § Groot onderhoud buitensportaccommodaties 2007-2010 § Plan van aanpak Onderhoud vormbomen Wat gaan we daarvoor doen? 3.1
Beeldkwaliteit dient minimaal op een veilige en voor onze inwoners leefbaar niveau gehandhaafd te blijven. Binnen programma 3 wordt voornamelijk uitvoering gegeven aan regulier dagelijks onderhoud, afhandeling van meldingen en calamiteiten. Onder dagelijks onderhoud wordt verstaan, al het onderhoud met een cyclus van een jaar of minder. Gedeeltelijk wordt dit werk planmatig gedaan: gras maaien, snoeien, onkruid verwijderen, zwerfvuil verwijderen, opfrissen van belijning, vervangen van lampen enz. Gedeeltelijk vindt het plaats op aanvraag (aanvraag invalidenopritten) of op basis van een melding dan wel signalering van een calamiteit (losliggende stoeptegel, afgewaaide takken, omgereden verkeersbord). Daarnaast vinden werkzaamheden plaats in het kader van structureel en vervangend onderhoud. Zie hiervoor voor verdere uitleg de paragraaf Kapitaalgoederen. Tevens vindt binnen dit programma voor een belangrijk deel de uitvoering van het Dorpsgericht werken plaats. In 2012 is gestart met het afstoten van taken in het kader van de uitvoering van de KTD. In 2013 zullen nog diverse maatregelen in dit kader, verder afgewerkt worden.
17
Wijkgerichte uitvoering van het beheer. Het dagelijks onderhoud wordt gedeeltelijk door aannemers en gedeeltelijk door de eigen wijkteams uitgevoerd. Uitvoering van het dagelijks onderhoud wat door de eigen buitendienst wordt uitgevoerd, vindt sinds januari 2007 plaats vanuit wijkteams. Hierdoor kan meer maatwerk geleverd worden in de wijk en adequater ingespeeld worden op de afhandeling van meldingen. Sinds juli 2008 is ook het onderhoud van pompen en gemalen in het kader van rioolonderhoud weer onderdeel geworden van het werk van de wijkteams. In 2012 is gestart met de uitvoering van een onderzoek naar de buitendienst, waar het werken in de wijkteams een onderdeel van uitmaakt. Afhankelijk van de bevindingen van het onderzoek en de besluitvorming daaromtrent zal deze inzet wellicht wijzigen. Verbeteren werkprocessen rondom meldingenafhandeling. Meldingen m.b.t. de openbare ruimte zien we als een waardevolle aanvulling van betrokken bewoners, op zaken die de eigen medewerkers constateren. We kunnen immers niet overal, altijd zijn. Deels afhankelijk va n de weersomstandigheden wordt overlast ervaren van onkruid en overdadige groei van de beplanting. Ook zijn het straatmeubilair, speeltoestellen, verkeersborden en bestrating aan slijtage onderhevig. Door een meer pro-actieve rol van de gemeente en het bieden van meer maatwerk per wijk wordt efficiënter beheer nagestreefd. Dit heeft niet altijd tot gevolg dat er minder meldingen zullen komen. Immers, in een omgeving die goed in orde is, valt een onvolkomenheid eerder op en zullen mensen eerder geneigd zijn om deze door te geven. Ook als bewoners merken dat adequaat gereageerd wordt op de meldingen zullen ze sneller geneigd zijn om onvolkomenheden te melden. Voor wat betreft de afhandeling van meldingen geldt dat we binnen 5 werkdagen ofwel de melding verhelpen (er is dan geen terugkoppeling naar de melder, we gaan er vanuit dat hij / zij het resultaat zal zien), ofwel er wordt contact opgenomen met de melder over of en wanneer de melding zal worden afgedaan. Eind 2012 vind in samenwerking met het Florijncollege in Oosterhout, een klanttevredenheidsonderzoek naar de afhandeling van meldingen plaats. Momenteel zijn daar de conclusies nog niet van beschikbaar. Zodra deze beschikbaar zijn, zullen, als de conclusies daar aanleiding toe zijn, verbeteringen worden doorgevoerd. 3.1.1 Kwaliteitscontrole van door externe partijen uitgevoerd werk en evaluatie. Extra inzet op de controle is vooral van toepassing op de groenbestekken. Vanaf 2010 wordt gewerkt met een nieuwe werkwijze. Er zijn in totaal vier bestekken voor de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden in het openbaar groen. Drie hiervan zijn uitbesteed: één aan Go/ Wava en twee aan twee verschillende aannemers, het vierde bestek wordt uitgevoerd door de eigen dienst. Alle bestekken zijn gebaseerd op de Beheercatalogus van het Groenbeleidsplan 2005-2015 “Kwaliteit in beeld”, wat weer gebaseerd is op de Beeldkwaliteitsystematiek die ontwikkeld is door de CROW. Wekelijks vindt een schouw (beoordeling) van het groen plaats door de eigen dienst. Het werk wordt structureel geschouwd en besproken met de aannemers. Dit leidt tot een betere kwaliteit van het werk. Bij afwijkingen wordt dit direct gecorrigeerd. In de tweede helft van 2011 is deze werkwijze geëvalueerd. Reconstructie groen loopt mee met de in 3.1.3. genoemde integrale projecten. 3.1.2
In de uitwerking van het dorpsgericht werken wordt een methodiek uitgewerkt waarbij een koppeling gemaakt wordt tussen klantgericht, vraaggestuurd werken en de verantwoordelijkheid als wegbeheerder/ beheerder van het openbaar gebied. Via bewonersavonden en gesprekken met de bewonersvertegenwoordiging worden de bewonersprioriteiten bepaald. Deze worden door de afdeling meegenomen bij het maken van het jaarprogramma. Indien iets niet wordt opgenomen wordt dit met de bewonersgroepen gecommuniceerd. Bij het maken van de vernieuwde visie Dorpsgerichtwerken zal aandacht besteed worden aan het idee van Dorpsjaarplannen. Aan de hand van de besluitvorming daaromtrent zal vanaf 2013 wel/ of niet hieraan uitvoering worden gegeven. Ingevolge het coalitieakkoord wordt in de nieuwe visie aandacht besteed aan de onderlinge verwachtingen die participanten t.o.v. elkaar hebben. 3.1.3
Integrale voorbereiding en uitvoering van diverse reconstructies met aandacht voor een goede procesbeschrijving/ doorontwikkeling meerjarenplanningen. Uitvoering van de reconstructies (wegen en/ of riolering) zullen waar mogelijk integraal met ook verlichting, verkeer en groen plaatsvinden. Voor een integrale aanpak van projecten is het noodzakelijk om een meerjarige planning te hebben van alle onderdelen. Deze planning is sinds 2012 ook beschikbaar voor de partners in het dorpsgericht werken. De planning is inmiddels voor 2013 en verder geactualiseerd. Voor 2013 staan de volgende (integrale) projecten op het programma conform het Waterbeleidsplan en het Wegenbeheerplan: • Ds Jamesstraat eo (Lage Zwaluwe) (voorbereiding gestart 2012) loopt door • Groenendijk (Lage Zwaluwe) (uitvoering gestart 2012) • Oudlandstraat (Lage Zwaluwe uitvoering gestart 2012) • Kilstraat/Flierstraat (Lage Zwaluwe) • Merelhof (Made) • Burgemeester Smitsplein (Made) • Poolsestraat (Hooge Zwaluwe) • Stuivezand (Made) (voorbereidingen gestart in 2012)
18
3.1.4 Start met de uitvoering van het Bomenbeleidsplan/ bermen en bermsloten en straatmeubilair. Uitvoering bomenbeleidsplan. De uitvoering van de projecten van het bomenbeleidsplan is verdeeld over de jaren 2010, 2011 en 2012. Door het structurele tekort aan capaciteit binnen het werkgebied Cultuurtechniek is de uitvoering van het Bomenbeleidsplan in de afgelopen jaren niet tot zeer minimaal voortgezet. In 2012 worden de voorbereidingen getroffen om tot (gedeeltelijke) uitvoering te komen in 2012 en 2013. Bermen en bermsloten. De nota Bermen en bermsloten is eind 2011 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. Op basis van een onderhoudsbestek dat Europees is aanbesteed wordt in 2012 en 2013 op 40% van de bermen ‘ecologisch’ maaibeheer toegepast. Hierdoor kunnen er bloemrijke bermen ontstaan waarin uiteindelijk meer planten- en diersoorten leven. De biodiversiteit zal hierdoor binnen de gemeente Drimmelen toenemen. Bij de kadernota 2014 (voorjaar 2013) zal de raad een voorstel worden voorgelegd hoe hiermee in 2014 en verder om te gaan. Bij ecologisch bermbeheer worden de bermen twee keer per jaar gemaaid en wordt het maaisel afgevoerd. In een beperkt aantal groter aaneengesloten gebieden zoals bijvoorbeeld de Zandwinput in Wagenberg vindt één keer per jaar maaien en ruimen plaats. Door het maaisel goed af te voeren wordt de grootste vorm van organische bemesting tegengegaan. Een berm die schraler wordt, krijgt steeds meer bloemen. De bermen die niet ecologisch worden beheerd, worden twee keer per jaar geklepeld waarbij het maaisel in de berm achterblijft om te verteren. Straatmeubilair. Het ‘Beleidsplan Straatmeubilair’ wordt in 2013 vastgesteld. In 2005 heeft reeds een heroverweging plaatsgevonden van noodzakelijk straatmeubilair. Wat weg kon, is toen zoveel mogelijk weggehaald. Na vaststelling van het Beleidsplan Straatmeubilair zal wederom bekeken worden w aar straatmeubilair verwijderd kan worden, e.e.a. conform de besluitvorming bij de KTD. Met de uitvoering hiervan wordt gestart in 2013. 3.1.5 Uitvoeren van Waterbeleidsplan. In 2011 is het nieuwe waterbeleidsplan (2012-2016) vastgesteld. De projecten zullen conform de planning en zoveel mogelijk als integraal project worden uitgevoerd. (zie ook bij 3.1.3.). De specifieke rioolprojecten (niet integraal) omvatten de volgende: • Vervanging telemetrie (afronding eerste kwartaal) • Baggeren stedelijk water (conform baggerplan) • Grondwatermeetnet (uitvoering kwartaal 1) • Onderzoek Vinkenlaan/Nachtegaalstraat (bij ontwikkeling Ligne) 3.1.6 Uitvoeren van geactualiseerd wegenbeheersplan. Het geactualiseerde wegenbeheersplan 2011 - 2016 is ook in verband met de koppeling met de kerntakendiscussie in 2011 ter besluitvorming voorgelegd. De projecten zullen conform de planning en zoveel mogelijk als integraal project worden uitgevoerd. Geplande projecten (zijnde niet integraal) betreffen de volgende: • Uitvoering klein onderhoud elementen (bestek) o.a. Zanddijk, Schanseind/Groentepad, Dahliastraat, Vogelstraat, Oud Drimmelen • Slijtlagen • Uitvoering klein onderhoud asfalt (bestek) • Hamseweg (ivm werkzaamheden waterschap) • Koekoekweg • Stuivezandsestraat • Zuideindsestraat 3.1.7 Opstellen baggerplan en s tarten met de uitvoering. De inventarisatie is uitgevoerd. Een plan van aanpak zal nog in 2012 worden gemaakt, waarna met de uitvoering zal worden gestart. De projectuitvoering zal in de Voorjaarsnota 2013 worden toegelicht. Voor het Baggeren van de havens zal, indien noodzakelijk, de samenwerking worden gezocht met Rijkswaterstaat. 3.2
Mede verantwoordelijkheid van inwoners om beeldkwaliteit van de openbare ruimte “samen” in stand te houden. Sinds januari 2007 is een coördinator Dorpsgericht werken aan de afdeling Openbare werken toegevoegd. Sinds 2010 is er in ieder dorp een bewonersgroep actief. Zij werken, samen met de gemeente, politie, woningcorporaties, welzijnswerk en andere partners aan het verhogen van de leefbaarheid, veiligheid en sociale betrokkenheid. De coördinator is ambtelijk aanspreekpunt vanuit de gemeente. Op diverse manieren (Themaavonden, Dorpsontwikkeling, Dorpssignaal e.d.) onderzoeken de bewonersgroepen samen met de coördinator en andere partners, wat de aandachtspunten in de dorpen zijn. Op grond hiervan worden prioriteiten en activiteiten bepaald en de taak die iedere partner hierin zal gaan uitvoeren. De coördinator Dorpsgericht werken draagt er vervolgens zorg voor dat de prioriteiten ingebracht worden bij het maken van de jaarplanning van de gemeente. De bewonersgroepen voeren ook activiteiten uit “in eigen beheer” zoals: het hertenkamp in Hooge Zwaluwe, het griendje, de klok in Drimmelen enz. 19
Begin 2011 is de methodiek Dorpssignaal uitgewerkt in Hooge Zwaluwe en Terheijden, in het najaar 2011 is deze methode in Made en Drimmelen uitgevoerd. Eind 2012 wordt de methode in Lage Zwaluwe en Wagenberg uitgevoerd. Inmiddels heeft in 2012 ook een evaluatie plaats gevonden van deze methode in Hooge Zwaluwe en Terheijden. Op deze manier wordt door ieder dorp een eigen invulling gegeven aan het Dorpsgericht werken, afhankelijk van de onderwerpen die in de verschillende dorpen spelen. Dat is prima, omdat we op deze manier maatwerk kunnen leveren en het tot meer draagvlak leidt. Naast het werken met de bewonersvertegenwoordiging per dorp, worden bij de uitvoering van de integrale projecten, waar mogelijk en wenselijk, de bewoners van wijk of straat direct betrokken bij de voorbereiding hiervan. Verschillende ondernemers hebben de gemeente b enaderd met de vraag om een rotonde in beheer te nemen, in ruil voor wat reclame-uiting voor het bedrijf. In 2013 zal dit initiatief vorm worden gegeven. 3.2.1
Tijdens het maken van de jaarplannen voor het onderhoudswerk in de openbare ruimte, wordt met d e Coördinator Dorpsgericht werken ook een koppeling gelegd met de dorpsprioriteiten. Zie 3.1.2. 3.3 Bewerkstelligen van een goede afstemming (intern en extern)rond de uit te voeren werkzaamheden. Elk jaar worden enkele werkprocessen beschreven waardoor meer duidelijkheid ontstaat over waar verantwoordelijkheden liggen en wie in welk stadium werk moet leveren. Doorlooptijden zullen hierdoor korter worden, met een beter gedragen eindresultaat. 3.3.1
Vaststellen van beleid met betrekking tot opslag van grond en m aterialendepots en in kaart brengen van de werkprocessen hieromtrent. Dit betreft met name het ambtelijk werkproces zonder besluitvorming. Mogelijk dat een besluit ten aanzien van kleine depots voor de wijkteams gewenst is. Dit is nog afhankelijk van te kiezen werkwijze, mogelijkheden in bestemmingsplannen enz. Indien gewenst zal dit ter besluitvorming worden voorgelegd. 3.3.2 Implementeren WABO. Het project implementeren van de WABO is afgesloten. De werkwijze is inmiddels opgenomen als regulier werkproces. 3.3.3 Vaststellen werkwijze lokale ondernemers en roulatieafspraak. Evaluatie van het aanbestedingsbeleid is in 2011 uitgewerkt en het aangepaste beleid is vastgesteld. Hierbij is aandacht besteed aan de wijze waarop de plaatselijke ondernemers bij onderhandse aanbestedingen betrokken worden. Er wordt sinds 2012 gewerkt met het nieuwe beleid. Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties Realisatie 2011 Wegen en verlichting Waterkering / afwatering Natuurbescherming Plantsoenen Speelterreinen Riolering Begraafplaatsen Maatregel grondwater
Totaal lasten Wegen en verlichting Waterkering Natuurbescherming Plantsoenen Speelterreinen Riolering Begraafplaatsen Maatregel grondwater
Totaal baten Totaal budget
2012
2013
Begroting 2014 2015
2016
2.945.291
3.164.334
3.239.750
3.232.086
3.049.585
3.069.911
0 45.266
206.235 48.624
213.502 63.183
245.011 63.197
245.482 58.226
245.808 58.246
2.076.067
2.010.291
1.890.760
1.889.262
1.892.037
1.891.881
181.736
148.813
119.351
119.176
119.171
119.051
2.210.928
2.262.943
2.530.155
2.767.461
2.883.866
2.967.248
208.577
203.660
197.437
192.739
190.667
189.905
0
2.232
1.481
1.485
1.493
1.499
7.667.865
8.047.132
8.255.618
8.510.416
8.440.526
8.543.547
20.614
11.726
10.658
10.658
10.658
10.658
0
0
0
0
0
0
0
15.000
0
0
0
0
18.091
7.378
5.510
5.510
5.510
5.510
55.770 2.357.109
0 2.594.480
0 2.859.059
0 3.332.855
0 3.471.917
0 3.588.076
127.717
172.600
149.601
149.601
149.601
149.601
0
0
0
0
0
0
2.579.301
2.801.185
3.024.828
3.498.624
3.637.686
3.753.845
5.088.565
5.245.947
5.230.790
5.011.792
4.802.840
4.789.702
20
Tabel mutatie reserves Realisatie 2011 Egalisatiereserve riolering Reserve biodiversiteit Reserve claims Res. Kap.lasten (kademuur Herengracht) Totaal stortingen Reserve GB groenaanleg (EVZ) Alg. reserve (kademuur Herengracht) Alg. reserve (biodiversiteit) Reserve biodiversiteit Reserve claims Egalisatiereserve riolering Reserve kapitaallasten Totaal onttrekkingen Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
106.375 100.000 50.700 45.000 50.700
251.375
0
0
0
0
16.400
19.818
51.000
51.000
46.000
46.000
45.000 100.000 50.000 112.112
50.000
39.088 226.714
257.530
178.815
25.576
29.336
32.489
31.672
30.854
30.037
307.778
613.796
312.304
82.672
76.854
76.037
-257.078
-362.421
-312.304
-82.672
-76.854
-76.037
4.831.486
4.883.526
4.918.486
4.929.120
4.725.986
4.713.665
Tabel investeringen 2013
Begroting 2014
2015
Wegen en verlichting strooiers (2 stuks) sneeuwploegen (2 stuks) rolbezem Waterkering, afwatering en landwinning Baggeren stedelijk water
2016
97.000 30.000 2.850
450.000
Riolering Vervanging riolering Gemalen Totaal investeringen
2.092.500
1.858.500
1.827.500 32.500
2.542.500
1.858.500
1.860.000
129.850
Toelichting investeringen 2013: Waterkering, afwatering en landaanwinning. a. Baggeren stedelijk water: uitvoering 2013 (€ 450.000). Op de planning voor 2013 staat het baggeren van een waterloop langs de Zwaluwseweg te Hooge Zwaluwe en de waterloop achter de Prinses Margrietstaat te Hooge Zwaluwe. De raming is voldoende. Riolering b. Rioolvervanging Vijverstraat (Lage Zwaluwe) Uitvoering (€ 232.500). Dit project betreft het vervangen van de riolering (650 meter)in de Vijverstraat te Lage Zwaluwe. Door de aanwezigheid van oppervlaktewater zullen, daar waar mogelijk, de woningen en het wegdek afgekoppeld worden. Vooralsnog lijkt het budget voldoende. c. Rioolvervanging Onder langs dijken (Hooge Zwaluwe) (€ 555.000). Dit project betreft het vervangen van de riolering onderaan de Kerkdijk, Spoorstraat en de Zwaluwsedijk. Het 653 meter gemengde stelsel wordt vervangen door een ander gemengd stelstel, omdat het afkoppelen hier niet maatschappelijk is verantwoord. De raming lijkt voldoende. d. Rioolvervanging Onder langs dijken (Lage Zwaluwe) Voorbereiding (€ 100.000). Dit project betreft het vervangen van de riolering onderaan de Molendijk, Geate, Loonsedijk, Plasstraat, Dorpsstraat, Brugdam, Kerkstraat, Flierstraat en in de Onderstraat. Het 3.698 meter gemengde stelsel wordt vervangen door een ander gemengd stelstel, omdat het afkoppelen hier niet maatschappelijk is verantwoord. De raming lijkt voor de voorbereiding in 2013 alsnog voldoende. e. Rioolvervanging Onderstraat II (Hooge Zwaluwe) (€ 245.000). In dit project wordt de 280 meter gemengd riool aan de zuidkant van de Onderstraat te Hooge Zwaluwe vervangen door een ruimer gemengd riool. Omdat het een stamleiding betreft, is afkoppelen niet zinvol. f. Rioolvervanging Prinsenpolderstraat (Made) (€ 330.000). Het gemengde riool in de Prinsenpolderstaart wordt vervangen door een gescheiden stelsel. Het hemelwaterriool zal direct gaan lozen op oppervlaktewater. Dit stelsel geeft tevens de mogelijkheid reeds afgekoppelde gebieden af te laten stromen naar dit oppervlaktewater.als ook nieuw af te koppelen gebieden. In principe wordt dus een 21
hemelwaterstamriool gebouwd. Hiermee wordt een zeer grote reductie van hemelwater gerealiseerd in het stelsel van Made. De totale lengte van het hemelwaterriool (en dus ook het vuilwaterriool) bedraagt 927 meter. Het krediet lijkt vooralsnog voldoende. g. Rioolvervanging Prinses Magrietstraat, Julianastraat (Hooge Zwaluwe) (€ 630.000). Het gebied Julianastraat / Prinses Margrietstraat wordt afgekoppeld. Hiermee worden wateroverlastproblemen opgelost en door de aanwezigheid van oppervlaktewater is dit relatief eenvoudig te doen. In totaal wordt 1.102 meter gemengd riool vervangen. De raming lijkt vooralsnog voldoende.
22
23
4
Verkeer en vervoer
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Bevorderen van een duurzaam veilige infrastructuur met voldoende aandacht voor leefbaarheid en bereikbaarheid. Daarbij is het beleid gericht op een goede bereikbaarheid van alle kernen, een leefbare woonomgeving en veiligheid in het verkeer. De doelstellingen van het programma zijn: 4.1
Garanderen van een goede bereikbaarheid en veilig gebruik voor het verkeer door het optimaliseren van de inrichting van de wegen conform de wegencategorisering. Alle omgevingsplannen bij bouwlocaties zullen voorzien worden van/ beoordeeld worden op, hun verkeersveiligheidsaspecten. Bij integrale werken (reconstructies) zal in de ontwerpen altijd ook het onderdeel verkeer (veiligheid, parkeren) worden meegenomen (voor zover budgettair haalbaar). 4.2 Het toegankelijk maken van het openbaar vervoer voor iedereen, ook voor minder validen. Verdere uitvoering wordt gegeven aan het toegankelijk maken van de bushaltes. 4.3
Het verbeteren van de kennis op gebied van verkeer bij diverse groepen verkeersdeelnemers door een betere voorlichting en educatie. Speciale aandacht voor kwetsbare verkeersdeelnemers bv. ouderen, kinderen. 4.4 Het bevorderen van het gebruik van de fiets. Door te zorgen voor directe, veilige en comfortabele fietsroutes kan het fietsgebruik worden bevorderd. Een regionaal fietsnetwerk, met daarin voor de gemeente de belangrijkste fietsroutes, is vastgesteld. Hierbij zijn kwaliteitseisen benoemd waar deze fietspaden aan moeten voldoen. Daarnaast zal deelgenomen worden aan de regionale projectgroep ‘stimulering fietsgebruik’ waar allerlei mogelijke projecten, zoals bijvoorbeeld Veilig Honk, de revue passeren. De doelstelling en visie zijn op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt: Doelen (4-jarig)
Taakveld
4.1 Garanderen van Verkeer een goede bereikbaarheid en veilig gebruik voor het verkeer door het optimaliseren van de inrichting van de wegen conform de wegencategorisering .
Activiteiten
Oorsprong
1 Visie ontwikkelen doorgaand Coalitieakkoord. verkeer Hooge en Lage Zwaluwe.
Prognose 2012 en verder.
2 Verantwoorde afstemming tussen de diverse verkeersdeelnemers (OV, auto en fiets).
Coalitieakkoord.
2012 en verder.
3 Opstellen uitvoeringsplan Blauwe Zone en uitvoering.
Coalitieakkoord.
2011 voorbereiding, 2012 uitvoering.
4 Uitvoeren bewegwijzeringsplan. 5 Uitvoeren parkeernota binnen integrale projecten.
Coalitieakkoord.
N.v.t.
Coalitieakkoord.
2013 en verder, mits budget beschikbaar wordt gesteld.
Realisatie
Is uitgevoerd.
6 Uitvoeren uitvoeringsCoalitieakkoord. programma verkeerstekens.
2011 en verder.
4.2 Het toegankelijk Verkeer maken van het openbaar vervoer voor iedereen, ook voor minder validen.
1 Uitvoeren tweede t/m vierde Coalitieakkoord. fase toegankelijke bushaltes.
In fases tot en met 2016.
4.3 Het verbeteren van Verkeer de kennis op gebied van verkeer bij diverse groepen verkeersdeelnemers door een betere voorlichting en educatie.
1 Veilige participatie in het verkeer voor kwetsbare verkeersdeelnemers.
Doorlopend, beperkt tot Reguliere taak. 4-12 jarigen (vanuit BVL).
4.4 Het bevorderen van Verkeer het gebruik van de fiets.
1 Fietspaden binnen regionaal Regionale netwerk aanpassen aan samenwerking. kwaliteitseisen.
2011 Brandestraat.
2 Uitvoering “Veilig honk”
2013.
Coalitieakkoord.
Regionale samenwerking.
24
Is uitgevoerd.
Kaders / Beleidsstukken • Beleidsplan Verkeer en Vervoer (2006) • Beleidsrichtlijn ‘Bewegwijzering van objecten’ (2007) • Regionaal Fietsnetwerk GGA Breda (2008) • Beleidsnota Parkeren (2010) • Saneringsplan verkeerstekens (2012) • Beleidsplan straatmeubilair (vast te stellen in 2012) Wat gaan we daarvoor doen? 4.1
Garanderen van een goede bereikbaarheid en veilig gebruik voor het verkeer door het optimaliseren van de inrichting van de wegen conform de wegencategorisering.
4.1.1 Visie ontwikkelen om de dorpen Hooge Zwaluwe en Lage Zwaluwe te ontlasten van doorgaand verkeer. • In aanvang zullen in 2012 de bestaande onderzoeksgegevens worden geactualiseerd. • Vervolgens zal in 2013 een onderzoek worden uitgevoerd waarin de problemen goed in beeld worden gebracht en de oplossingsrichting wordt bepaald incl. ontwerp, bestemmingsplan en kosten. • Als alle onderzoeken klaar zijn, zou in 2014 gestart kunnen worden met de uitvoering. Hiervoor is momenteel nog geen budget beschikbaar gesteld. • In 2011 is een plan opgesteld voor verbetering van de ontsluiting van het bedrijventerrein aan de Moerseweg. De geplande ontsluitingsroute loopt via d e Watertorenstraat, Zanddijk en Wilgenweg. Het plan bestaat uit zogenaamde honing- en azijnmaatregelen: verbetering van de gewenste route (honingmaatregelen) en meer verkeersmaatregelen op de niet gewenste routes (azijnmaatregelen). Dit plan kan de eerste aanzet zijn tot ontlasting van Hooge Zwaluwe van doorgaand verkeer. Uitvoering is echter afhankelijk van cofinan-ciering vanuit provincie. 4.1.2 •
• • •
•
Verantwoorde afstemming tussen de diverse verkeersdeelnemers, te weten openbaar vervoer, auto en fiets. Opstellen van een verkeersstructuurplan voor Made. In dit plan worden de hoofdroutes die eens zijn bepaald voor de verschillende modaliteiten (fiets, auto, bus), tegen het licht gehouden. Ook wordt speciale aandacht besteed aan de eenrichtingscircuits. Hiermee wordt eind 2012 gestart. De werkzaamheden vinden grotendeels in 2013 plaats. Voor de resterende kernen lijkt het vooralsnog voldoende dat de weg-categorisering wordt geactualiseerd (2014). Het is de bedoeling het kruispunt Godfried Schalckenstraat / Adelstraat te reconstrueren. Hiervoor is reeds een ontwerp gemaakt. Het project is ingediend voor cofinanciering vanuit de provincie. Duurzaam veilige inrichting Moerdijkseweg: uit de evaluatie van de herinrichting van de Moerdijkseweg is gebleken dat het beoogde doel van snelheidsremming niet gehaald is. Daarom worden aanvullende maatregelen voorgesteld. Project wordt in 2013 voorbereid. Uitvoering is afhankelijk van cofinanciering door provincie. In 2013 wordt op de Dirk de Botsdijk nieuwe markering aangebracht, conform de Essentiële Herkenbaarheidskenmerken.
4.1.3 Uitvoering blauwe zone. Tegen het besluit om een parkeerschijfzone in de Marktstraat in Made in te stellen, is een beroepschrift ingediend. Behandeling door de rechtbank heeft in september 2012 plaatsgevonden. Afhankelijk van de gerechtelijke uitspraak zullen vervolgstappen gezet worden. Uitspraak van de rechtbank is voor de coalitie bindend. 4.1.4 Uitvoering bewegwijzeringsplan. Het plan is in 2012 uitgevoerd. 4.1.5 Uitvoeren Parkeernota. Voor de jaren 2013 en verder is vooralsnog geen budget gehonoreerd. Dit betekent dat geen nieuwe parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd, ook niet bij integrale projecten. Een voorstel om budget beschikbaar te stellen is in het raadsbesluit m.b.t. de begroting opgenomen. Mocht hiertoe worden besloten, is herinrichting van de Merelhof met extra parkeerplaatsen het eerst aan de orde. 4.1.6 Uitvoeren uitvoeringsprogramma verkeerstekens. Het saneringsplan verkeerstekens is inmiddels opgesteld. Dit wordt vertaald richting een uitvoeringsplan. Aan de hand daarvan zullen zoveel mogelijk verkeersborden worden verwijderd, conform de besluitvorming bij de kerntakendiscussie. Vervolgens zal bekeken worden welke borden vervangen dienen te worden. Dus, eerst verminderen van het aantal borden, dan de overgebleven borden op orde brengen. Eerst zullen de verkeersborden zonder verkeersbesluit worden verwijderd. Hiermee wordt in 2012 al gestart. In 2013 wordt vervolg gegeven aan de uitvoering van het saneringsplan verkeerstekens. De prognose is dat uitvoering binnen de beschikbare budgetten plaats kan vinden. Het zal als regulier werk in de planning worden opgenomen.
25
4.2
Het toegankelijk maken van het openbaar vervoer voor iedereen, ook voor minder validen.
4.2.1 Uitvoeren laatste fase toegankelijke bushaltes. In 2013 staat de laatste fase van het project ‘Toegankelijke bushaltes’ op de planning. Dan is het de bedoeling dat er nog 14 haltes worden aangepast. Deze werkzaamheden worden volledig bekostigd vanuit het OVinvesteringsfonds. Na uitvoering van deze fase zijn 49 van de 65 bushaltes in onze gemeente aangepast. Daarnaast zijn 2 bushaltes vervallen: 8 bushaltes staan op de nominatie om te vervallen vanwege het zeer beperkte aantal instappers. Indien de provincie en belangenorganisati e ROVER hiermee instemmen, komt het totaal aantal bushaltes in de Gemeente Drimmelen op 55 stuks. Met 49 aangepaste haltes betekent dit dat 89% van de haltes voor 2016 is aangepast aan de toegankelijkheidsnormen. Daarmee voldoen wij aan de regionale afspraken. 4.3
Het verbeteren van de kennis op gebied van verkeer bij diverse groepen verkeersdeelnemers door een betere voorlichting en educatie.
4.3.1 Veilige participatie in het verkeer voor kwetsbare verkeersdeelnemers. Tot 2012 werd een jaarlijks wisselend programma aangeboden. Bij de kerntakendiscussie in 2011 is besloten te stoppen met alle verkeerseducatie, behalve BVL (Brabants verkeersveiligheidslabel). Dit betekent dat geen permanente verkeerseducatie meer wordt aangeboden. Deze doelstelling is derhalve niet volledig meer uit te voeren. In 2013 staan daarom nog de volgende onderdelen op het programma: • Brabants Verkeersveiligheidslabel (BVL), gericht op kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. • Veilig op Weg / Dode hoek, gericht op kinderen in de leeftijd van 10 t/m 12 jaar (onderdeel van BVL). • Zebra-acties: rondom de basisscholen zijn inmiddels overals schoolzones met zebrapaden aangebracht. Om extra aandacht op de zebrapaden te vestigen en de regels nog eens goed te benadrukken, worden zebraacties uitgevoerd, mits hiervoor subsidie beschikbaar wordt gesteld. Er zal aansluiting gezocht worden bij de campagne “Maak van de nul een punt”. 4.4 Het bevorderen van het gebruik van de fiets. 4.4.1 Fietspaden binnen regionaal netwerk aanpassen aan kwaliteitseisen. Door te zorgen voor directe, veilige en comfortabele fietsroutes kan het fietsgebruik worden bevorderd. Een regionaal fietsnetwerk, met daarin voor de gemeente de belangrijkste fietsroutes, is vastgesteld. Hierbij zijn kwaliteitseisen benoemd waar deze fiets paden aan moeten voldoen. Voor 2013 staan geen grootschalige aanpassingen aan fietspaden op de planning. Waar mogelijk wordt aansluiting gezocht bij onderhoud. 4.4.2 Invoeren “Veilig honk”. In 2013 zullen, mits hiervoor vrijwilligers zijn te vinden, zogenaamde veilige honken worden ingevoerd in de gemeente Drimmelen. Veilige honken zijn woningen langs hoofdfietsroutes voor scholieren, waar fietsers kunnen aanbellen als ze bijvoorbeeld een lekke band hebben of zich onderweg onveilig voelen. De vrijwilligers worden derhalve gescreend. Dit project heeft een sterke relatie met de taakvelden Openbare Orde en Veiligheid en Dorpsgericht Werken. Daarom wordt hierin nauw samengewerkt met de twee collega’s van deze taakvelden. Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties
Verkeer Openbaar vervoer
Totaal lasten Verkeer Openbaar vervoer
Totaal baten Totaal budget
Realisatie 2011
2012
2013
737.672
693.448
623.785
Begroting 2014 2015 625.555
631.609
2016 610.465
344.608
38.283
190.278
40.350
40.492
40.590
1.082.280
731.731
814.063
665.906
672.102
651.056 25.353
60.105
25.621
25.353
25.353
25.353
323.192
0
150.000
0
0
0
383.296
25.621
175.353
25.353
25.353
25.353
698.983
706.110
638.710
640.553
646.749
625.703
Tabel mutatie reserves Realisatie 2011 Reserve claims
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
0
0
0
0
19.133
Totaal stortingen
19.133
0
Reserve claims Reserve GB bovenwijkse voorzieningen Reserve kapitaallasten (uitvoering gvvp) Totaal onttrekkingen
38.450
19.132
Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
15.000
70.000
119.927
117.159
114.392
111.624
108.857
106.089
173.377
206.291
114.392
111.624
108.857
106.089
-154.244
-206.291
-114.392
-111.624
-108.857
-106.089
544.739
499.819
524.319
528.929
537.892
519.614
26
27
5
Economische zaken en toerisme
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: het bevorderen van de economische vitaliteit en werkgelegenheid in Drimmelen. De doelstellingen van het programma zijn: 5.1 Versterken van de economische structuur. In onze gemeente is de gezondheidszorg de grootste werkgever gevolgd door de landbouw en de detailhandel (MKB). Het behouden en versterken van het MKB is van groot belang voor zowel de leefbaarheid, werkgelegenheid als voor het toeristisch aanbod. Ook de agrarische sector dient mogelijkheden te krijgen voor verdere economische ontwikkeling. Het nieuwe bestemmingsplan buitengebied zal hier de kaders voor bieden. De gemeente heeft beperkte mogelijkheden om bedrijven van buiten de gemeente aan te trekken. Uitbreiding van arbeidsplaatsen is met name mogelijk door het bieden van mogelijkheden aan bestaande bedrijven en starters binnen de gemeente. Eventuele uitbreiding van bedrijventerreinen is daarom bedoeld voor uitplaatsing van lokale bedrijven, bij voorkeur voor milieuhinderlijke bedrijven. Daarnaast is het van belang bestaande bedrijventerreinen up-to-date te houden en daar waar mogelijk te verbeteren. Door samenwerking binnen de Amerstreek (Geertruidenberg, Oosterhout, Drimmelen) en een goed gebruik van de SERladder kunnen bestaande bedrijventerreinen beter worden benut en kan uitbreiding met nieuwe terreinen beperkt blijven. 5.2 Versterken van toerisme en recreatie. Met het vaststellen door de Raad van de beleidsnota en actieplan Recreatie en Toerisme ‘Drimmelen aan de Biesbosch 2008’ is het gemeentelijke beleid geactualiseerd en is aangegeven hoe en met welke (regionale) partners het toeristisch-recreatieve product Drimmelen verder ontwikkeld, versterkt en vermarkt kan worden. De gemeente Drimmelen werkt samen met diverse partners. Ieder samenwerkingsverband draagt bij aan de verdere toeristisch recreatieve ontwikkeling van de gemeente. Naast het beleidsplan dragen de ontwikkelingen van de haven van Lage Zwaluwe, de Biesbosch Marina Drimmelen en het Nationaal Park de Biesbosch bij aan versterking van het toeristisch product. Een breder aanbod en betere naamsbekendheid moeten leiden tot meer toeristische bestedingen en economische en sociale voordelen voor de gehele gemeente. De doelstelling en visie is op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt: Doelen (4-jarig) 1. Versterken van de economische structuur
Taakveld
Grondbedrijf
Economische Zaken 2. Versterken van Toerisme en Recreatie
Toerisme en Recreatie
Activiteiten 1 Revitalisering Stuivezand
2 Uitbreiding Bedrijventerrein Thijssenweg 3 Verkenning Brieltjespolder II 4 Herziening markt- en standplaatsenbeleid 5 Uitwerken toeristische bepaling/zondagopenstelling 1 Herontwikkeling Haven Lage Zwaluwe 2 a. Beleidsplan T&R b. Uitvoering geven aan projecten Uitvoeringsprogramma T&R 3 a. Haalbaarheidsonderzoek volwaardig VVV-kantoor b. Toekomst Biesbosch Centrum Drimmelen 4 Bestuursontwikkeling Nationaal park De Biesbosch 5 Verzelfstandiging beheer jachthavens: Terheijden 6 Ontwikkeling Biesbosch Marina Drimmelen 7 Ontwikkeling de Kleine Schans Terheijden
28
Oorsprong Prognose Realisatie Vaststelling 2010-2013 structuurvisie in Raad 28 januari 2010 Raadsbesluit 25 2010-2014 februari 2010 Coalitieakkoord 2010 na 2020 2011 2011 -
2011
1-1-2012
Coalitieakkoord 2012 2012-2014 Actualisatie Raadsbesluit maart 2008 Coalitieprogramma (vervallen) Coalitieprogramma 2012 Coalitieakkoord 2010
2013 2010-2014
KTD-besluitvorming 2011 Coalitieprogramma 2010 / 2012 Coalitieprogramma 2010 / 2012
2012-2013
2011-2012 2012-2014 2010-2011
2010-2014 2013
1-1-2011
Kaders / Beleidsstukken Het kader waarbinnen dit programma wordt uitgevoerd is gebaseerd op de volgende beleidsdocumenten en besluitvorming: 1. Beleidsnota en actieplan Toerisme en Recreatie maart 2008 2. Standplaatsenbeleid 2011 2011 3. Structuurvisie Stuivezand 2010 4. Coalitieakkoord 2010-2014 2010 5. Coalitieprogramma 2012 2012 Wat gaan we daarvoor doen? 5.1
Versterken van de economische structuur.
5.1.1 Revitalisering van bedrijventerrein Stuivezand In 2013 volgen de volgende activiteiten: • Aanleg van een waterberging en een verbeterd gescheiden rioolstelsel. • Aanpak van het achterstallig onderhoud van het openbare gebied Stuivezand. 5.1.2 Faciliteren van ontwikkelingskansen voor bedrijven aan de Thijssenweg. De ontwikkeling van de kavels/bedrijfsbebouwing langs de Thijssenweg zal door de gemeente zo goed mogelijk worden ingepast. 5.1.3 Verkenning Brieltjenspolder II In 2013 wordt in overleg met de betrokken grondeigenaren getracht een optie tot aankoop overeen te komen, dit als strategische reserve voor mogelijke uitbreiding van Brieltjenspolder op de lange termijn. Gezien de huidige economische situatie is de vraag naar bedrijventerreinen zeer beperkt en is op bestaande terreinen nog ruimte beschikbaar. Feitelijke aankoop van gronden bij Brieltjenspolder is daarom tot voor 2020 niet aan de orde. 5.1.4 Herziening markt- en standplaatsenbeleid De beleidsregels standplaatsenvergunningen zijn in 2011 vastgesteld. 5.1.5 Uitwerking toeristische bepaling / zondagopenstelling. De toerismebepaling is op 1 januari 2012 ingevoerd. In augustus 2012 heeft de raad naar aanleiding van bezwaren het besluit tot zondagopenstelling herbevestigd. 5.2
Versterken van Toerisme en Recreatie
5.2.1 Herontwikkeling Haven Lage Zwaluwe Op basis van een vastgesteld plan van aanpak wordt in 2013 de uitvoering voorbereid. Het doel is om op basis van een in 2012 vastgestelde realistische ambitie/ visie een meerjarig uitvoeringsplan aan de raad voor te leggen en in 2013 een start te maken met de uitvoering van dit plan. 5.2.2 Beleidsplan T&R / b. Uitvoering geven aan projecten Uitvoeringsprogramma T&R. a. Eens in de vier jaar dient het toeristisch-recreatief beleidsplan geactualiseerd te worden. Het huidige toeristisch-recreatief beleidsplan dateert van 2008 en moet daarom in 2013 worden vastgesteld. b. Uitvoering geven aan projecten Uitvoeringsprogramma T&R. Voorgaande jaren zijn er onder het beleidsplan T/R 2008 verschillende uitvoeringsprojecten gehangen. Vanaf 2013 gaat een nieuw beleidsplan opgesteld worden. Hier komen niet meer concrete projecten onder. Het initiatief moet bij de ondernemer liggen. Per verzoek zal bekeken worden hoe er gefaciliteerd kan worden. 5.2.3 Haalbaarheidsonderzoek volwaardig VVV-kantoor / b. Toekomst Biesbosch Centrum Drimmelen a. In het nieuwe coalitieakkoord is deze doelstelling komen te vervallen. b. Vanaf 2013 moet het Biesboschcentrum een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Er is een projectplan opgesteld met voorwaarden waaraan een externe partij, voor exploitatie van het BC, aan moet voldoen. Indien een externe partij bereid gevonden wordt om het centrum te continueren zal dit voorgelegd worden aan de raad. Het BC is eigendom van Staatsbosbeheer. Gezien ontwikkelingen aldaar, is nog onbekend op welke wijze exploitatie wordt ingevuld. 5.2.4 Bestuursontwikkeling Nationaal Park De Biesbosch. Het Parkschap Nationaal Park de Biesbosch is 1 januari 2011 in functie getreden. 5.2.5 Verzelfstandiging beheer jachthavens. In 2013 zal de jachthaven Terheijden worden verzelfstandigd. Aansluitend zal ook voor de jachthaven Drimmelen een voorstel worden ontwikkeld voor verzelfstandiging. 5.2.6 Ontwikkeling Biesbosch Marina Drimmelen. Zie toelichting paragraaf H. Grote projecten. 29
5.2.7 Ontwikkeling de Kleine Schans Terheijden. Op basis van het plan van aanpak dat in samenwerking met Projectbureau Oranjewoud is geschreven, wordt tot en met 2012 (niet 2013 zoals in huidige tekst) de uitvoering van de stabiliteitswerkzaamheden voorbereid. Het doel is om voor/rond het begin van het toeristisch seizoen (april / mei) de stabiliteitswerkzaamheden afgerond te hebben, voorzien van nutsvoorzieningen op het fort met een informatiebord en eventueel toegangspoort. Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties Realisatie 2011 Industriehaven Markten en standplaatsen Bevordering bedryfsleven/werkgelegenheid Deelname nutsbedrijven Destructie Waterrecreatie Recreatie Parkschap N.P. De Biesbosch Mediazaken
Totaal lasten Industriehaven Markten en standplaatsen Bevordering bedryfsleven/werkgelegenheid Deelname nutsbedrijven Destructie Waterrecreatie Recreatie Parkschap N.P. De Biesbosch Mediazaken
Totaal baten Totaal budget
2012
2013
Begroting 2014 2015
2016
1.175 43.756
8.304 38.859
8.272 37.059
8.275 37.235
8.083 37.433
8.096 37.628
101.044 109.561
122.763 32.719
115.729 19.679
115.524 19.694
116.425 19.710
116.649 19.743
0 766.799 201.339
2.200 249.036 197.397
2.082 197.232 406.322
2.078 195.048 206.322
2.081 192.740 198.028
2.079 190.694 206.299
35.742 24.807
29.766 20.805
38.374 20.455
38.473 20.468
38.583 20.484
38.692 20.501
1.284.224
701.850
845.204
643.115
633.567
640.381
15.050
15.369
15.638
15.638
15.638
15.638
14.229 0
14.521 0
14.703 0
14.703 0
14.703 0
14.703 0
2.664.209 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
159.965 58.387 26.174
141.661 50.979 26.687
132.988 51.972 0
130.633 51.972 0
138.454 51.972 0
136.099 51.972 0
0 2.938.013
0 249.217
0 215.301
0 212.947
0 220.767
0 218.413
-1.653.790
452.633
629.903
430.169
412.800
421.968
Tabel mutatie reserves Realisatie 2011 Reserve vast kapitaal Reserve Toerisme & Recreatie
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
2.686.209 81.183
Totaal stortingen
2.767.392
0
0
0
0
0
Totaal onttrekkingen
0
0
0
0
0
0
Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
2.767.392
0
0
0
0
0
1.113.602
452.633
629.903
430.169
412.800
421.968
30
31
6
Jeugd en jongeren
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Het scheppen van voorwaarden c.q. stimuleren dat alle jongeren in de gemeente kansen hebben om op te groeien tot volwaardige burgers en deel te nemen aan de maatschappij. Tevens wordt extra inzet gepleegd om mogelijke achterstanden van jongeren op te sporen, te voorkomen en te beperken c.q. op te heffen. Kinderen en jongeren zijn volwaardige deelnemers aan onze Drimmelense samenleving waar we trots op zijn. Een beperkte groep heeft soms ondersteuning, bijsturing of opvang nodig op weg naar volwassenheid. De doelstellingen van het programma zijn: 6.1 Het behouden van de kwaliteit van de onderwijsvoorzieningen De gemeente heeft diverse taken op het gebied van onderwijs, zoals onderwijshuisvesting, regie op het gebied van lokaal onderwijsbeleid en een netwerk van zorg en diensten in de omgeving van het onderwijs. Per 2011 is het openbaar onderwijs verzelfstandigd. 6.2
Het verbeteren van de aanpak gericht op het voorkom en van schooluitval en werkloosheid onder jongeren Niet alle jongeren verlaten het onderwijs met een startkwalificatie. Daarnaast is de jeugdwerkloosheid de afgelopen jaren toegenomen. De gemeente heeft een taak op het gebied van het voorkomen en aanpakken van schooluitval en het aanpakken van de werkloosheid onder jongeren. De Wet Investering Jongeren is per 2012 komen te vervallen en maakt onderdeel uit van de Wet werk en bijstand. De Gemeente Drimmelen heeft een wettelijke taak op het gebied van uitvoering van zowel de leerplicht- als de kwalificatieplicht. De gemeenteraad heeft juni 2011 besloten om aan te sluiten bij de regionale samenwerking op het gebied van leerlingenadministratie en leerplicht met het doel om de aanpak van voortijdig schoolverlate rs te verbeteren. De taken op het gebied van leerplicht en leerlingenadministratie zijn daarom per schooljaar 2012-2013 overgedragen aan het Regionale Bureau Leerplicht West-Brabant. De samenwerking is vooralsnog voor twee jaar, op basis van een evaluatie vindt besluitvorming over het vervolg plaats. 6.3 Het behouden van deelname jongeren aan maatschappelijke activiteiten Om sport, muziek, cultuur en recreatie voor jongeren mogelijk te maken, stelt de gemeente in alle kernen sporten sociaal culturele accommodaties beschikbaar en subsidieert de gemeente diverse professionele organisaties en vele vrijwilligersorganisaties. In de Gemeente Drimmelen neemt een groot percentage van de jongeren deel aan maatschappelijke activiteiten zoals sport, muziek en scouting. Uit de jeugdmonitor van de GGD blijkt dat het percentage jongeren van 12 tot en met 18 jaar, die lid te zijn van een vereniging of organisatie, is toegenomen van 80% in 2007 tot 83% in 2011 (in tegenstelling tot de regio met respectievelijk 78% in 2007 en 77% in 2011). Drimmelen scoort hierbij dus aanzienlijk gunstiger dan de regio. De gemeenteraad heeft 22 maart 2012 ingestemd met het beleidsplan jeugd 2013-2016 “gebundelde krachten”. Het beleidsplan geeft invulling aan de opdracht die de gemeente raad heeft verstrekt in het kader van de KTD en anticipeert op de transitie Jeugdzorg. Bij besluitvorming KTD heeft de raad besloten om de subsidie aan Blitz af te bouwen en deze middelen vanuit het nieuwe jeugdbeleid in te zetten. Binnen het beschikbaar financieel kader is een negental actiepunten geformuleerd. Hiernaast heeft de gemeenteraad in het kader van de Kerntakendiscussie een onderzoeksopdracht vastgesteld gericht op het harmoniseren van de subsidies aan de vrijwilligersorganisaties. De taakstelling bij deze opdracht is om per 2013 een bedrag van structureel € 40.000 op het totale bedrag aan vrijwilligerssubsidies te bezuinigen. De raad heeft op 22 december 2011 ingestemd met het nieuwe subsidiebeleid. Met het nieuwe beleid wordt de subsidieverstrekking eenduidiger en gericht op het bevorderen van de deelname van jongeren aan sport en cultuur. Medio 2012 is het nieuwe subsidiebeleid vertaald in beleidsregels. 6.4
Het versterken van netwerken jeugd en jongeren in de vorm van ketenzorg ten behoeve van vroegtijdige signalering en aanpak De gemeente is verantwoordelijk voor het preventieve jeugdbeleid en deze taak is verankerd in de Wmo. De gemeente heeft in 2011 een Centrum voor Jeugd en Gezin gerealiseerd. Het doel van het Centrum voor Jeugd en Gezin is het bieden van een laagdrempelige structuur voor ouders, kinderen en jongeren waar zij terechtkunnen bij vragen over opvoeden en opgroeien. Opvoeding is een belangrijke pijler van de Wmo. Het opvoeden van de jeugd is primair een verantwoordelijkheid van ouders, waarbij maatschappelijke organisaties een ondersteunende rol kunnen vervullen. Het Rijk is voornemens om de jeugdzorg te decentraliseren. Per 2015 wordt hoogst waarschijnlijk de ondersteuning en zorg voor jeugd ondergebracht bij de gemeenten. Gemeenten kunnen dan maatwerk bieden afgestemd op de lokale en individuele situatie. Er komt een nieuwe Jeugdwet, die nodig is om de transitie mogelijk te maken. De concepttekst is gepubliceerd en voor consultatie vrijgegeven, waarna behandeling in de eerste en tweede Kamer plaatsvindt. Op deze concepttekst is overigens nog veel op aan te merken, onder meer qua beleidsvrijheid. Via RWB en VNG maken wij deze signalen kenbaar. Op macroniveau wordt een korting op 32
het totale budget toegepast, voor de invoering en uitvoering worden middelen aan de gemeente ter beschikking gesteld. De voorbereidingen zijn gestart en krijgen een vervolg in 2013. 6.5 Het bevorderen van een gezonde leefstijl van jongeren De gemeente is verantwoordelijk voor de totale preventieve jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor jeugd en jongeren tot 19 jaar. Daarnaast heeft de gemeente een taak op het gebied van de lokale volksgezondheid. Eind 2008 is de nota volksgezondheid vastgesteld voor de periode 2008-2011. Het bevorderen van een gezonde leefstijl (voeding en bewegen) van jongeren en het terugdringen en voorkomen van schadelijk alcoholgebruik door jongeren zijn hierbij belangrijke speerpunten. Op 25 mei 2011 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de landelijke nota gezondheidsbeleid 2011 ‘Gezondheid dichterbij’ aangeboden aan de Tweede Kamer. Op grond van de Wet Publieke Gezondheid moet de gemeentelijke nota binnen twee jaar na openbaarmaking van de landelijke nota gezondheidsbeleid worden uitgebracht. Op basis van de evaluatie over de afgelopen periode en de landelijke nota gezondheidsbeleid wordt een nieuwe nota volksgezondheid opgesteld en eind 2012 ter besluitvorming aan de gemeenteraad aangeboden. De te behandelen thema’s zijn inmiddels opiniërend met de gemeenteraad besproken. De doelstelling en visie is op basis van eerdere b esluitvorming als volgt uitgewerkt. Doelen (4-jarig) Taakveld 1. Het behouden van de kwaliteit onderwijs van de onderwijsvoorzieningen
2. Het verbeteren van de aanpak onderwijs/sociale gericht op het voorkomen van zaken schooluitval en jeugdwerkloosheid 3. Het behouden van deelname welzijn/sport jongeren aan maatschappelijke activiteiten
4. Het versterken van netwerken jeugd en jongeren
5. Het bevorderen van gezonde leefstijl van jongeren
jeugdgezondheidszorg
Activiteiten 1 Uitvoering IHP 2011-2014
Oorsprong Prognose Programmabegroting 2013
2 Uitvoering leerlingenvervoer
Programmabegroting
2013
1 Regionalisering leerplicht
Programmabegroting
2013
1 Implementatie bezuiniging Amadeus 2 Voortgang project cultuureducatie
Coalitieakkoord I
2013
Beleidsplan Jeugd
2013
3 Uitvoering nieuw subsidiebeleid voor vrijwilligersorganisaties 1 Uitvoering beleidsplan Jeugd 20132016 2 Uitvoering harmonisatie peuterspeelzaa-werk en kinderopvang 3 Uitvoering plan VVE
KTD
2013
KTD
2013
Programmabegroting
2013
Programmabegroting
2013
1 Nieuwe organisatie voor Programmabegroting jeugdgezondheidszorg 2 Besluitvorming en uitvoering Programmabegroting nieuwe nota volksgezondheid 20132016
2013 2013
Kaders / Beleidsstukken Het kader waarbinnen dit programma wordt uitgevoerd is gebaseerd de volgende besluitvorming: • Integraal Huisvestings Plan onderwijs(IHP) 2012 • Verordening Leerlingenvervoer 2009 • WWB-verordeningen 2012 • Beleidsplan Jeugd en Jongeren 2012 • Besluitvorming samenvoeging Peuterspeelzaalwerken kinderopvang 2011 • Beleidsplan Voor- en Vroegschoolse Educatie 2011 • Lokaal Volksgezondheidsplan 2008-2011 2008 • Besluitvorming regionalisering leerplicht/leerlingenadministratie 2011 • Besluitvorming KTD 2011 • Subsidiebeleid vrijwilligersorganisaties 2011 Wat gaan we daarvoor doen? 6.1 6.1.1
Het behouden van de kwaliteit van de onderwijsvoorzieningen In 2013 wordt uitvoering gegeven aan het Integraal Huisvestingsplan onderwijs (2011-2014). De volgende actiepunten worden in 2013 opgepakt: herijking verordening onderwijshuisvesting (VNGmodel), onderzoek naar doordecentralisatie onderwijshuisvesting, verdere ontwikkeling brede scholen, onderzoek benutting toekomstige leegstand schoollokalen en het maken van afspraken met het onderwijsveld over de voor- en vroegschoolse educatie (VVE).
6.1.2
Het contract met de huidige vervoerder van het leerlingenvervoer eindigde per schooljaar 2011-2012 en bood vanaf deze datum geen mogelijkheid tot verlenging van het contract. In 2011 is het leerlingenvervoer daarom opnieuw Europees aanbesteed. Het leerlingenvervoer is voor de periode schooljaar 2011-2012 tot en met schooljaar 2013-2014 op basis van de aanbesteding gegund aan de 33
huidige vervoerder Dutax, met de optie van tweemaal verlenging met 1 jaar. De afgelopen periode is het nodig gebleken om het budget voor leerlingenvervoer bij te stellen. Daar waar mogelijk op basis van het wettelijk kader zullen maatregelen genomen worden om de koste n te beperken.
6.2 6.2.1
Het verbeteren van de aanpak gericht op het voorkomen van schooluitval en werkloosheid onder jongeren Vanaf schooljaar 2012-2013 zijn de taken op het gebied van leerlingenadministratie en leerplicht overgedragen aan het Regionale Bureau Leerplicht West-Brabant. De leerplichtambtenaar is voor een periode van 2 jaar gedetacheerd bij de gemeente Breda. De samenwerking is vooralsnog voor twee jaar. op basis van een evaluatie vindt besluitvorming over het vervolg plaats.
6.3 6.3.1
Het behouden van deelname jongeren aan maatschappelijke activiteiten Bij de begroting 2011 heeft de gemeenteraad besloten tot een gefaseerde afbouw van de budgetsubsidie aan Centrum voor de Kunsten Amadeus per 2011 over een periode van 4 jaar. Dit betekent een afbouw van individueel muziekonderwijs, muziekonderwijs voor harmonieën en fanfares (HAFA) en balletonderwijs. 2013 is daarom het laatste jaar, dat CvK Amadeus subsidie van de Gemeente Drimmelen ontvangt. CvK Amadeus heeft medio 2012 de gemeente formeel aansprakelijk gesteld voor de frictiekosten die gemoeid zijn met het afwikkelen van de subsidierelatie. De gemeente houdt, gelet op het zorgvuldig afgebouwde subsidietraject, vast aan het stopzetten van de subsidierelatie zonder daarvoor frictiekosten te betalen. Naar aanleiding van de bezuinigingsoperatie hebben de harmonieën en muziekverenigingen elkaar opgezocht en besloten om samen te werken. Zomer 2012 hebben de harmonieën en muziekverenigingen hiertoe een convenant getekend en intensiveren de samenwerking onder d e naam Samenwerkende Muziekverenigingen Drimmelen (SMD).
6.3.2
De afgelopen jaren is het project Cultuureducatie uitgevoerd met subsidie van de provincie en cofinanciering vanuit de gemeente en het onderwijs. Het doel is een impuls te geven aan cultuurbeleving van jeugd en jongeren. Door middel van een marktplaats wordt een verbinding gelegd tussen de vraag van scholen en het aanbod van cultuurorganisaties. Continuering van het project Cultuureducatie maakt onderdeel uit van het vastgestelde beleidsplan Jeugd 2013-2016. In 2013 wordt daarom verdere uitvoering gegeven aan het project Cultuureducatie.
6.3.3
Per 2013 wordt uitvoering gegeven aan het nieuwe subsidiebeleid voor vrijwilligersorganisaties. In het kader van de Kerntakendisussie heeft de gemeenteraad op 22 december 2011 besloten tot harmonisatie van de subsidies aan vrijwilligersorganisaties met een taakstelling van € 40.000. Het nieuwe subsidiebeleid is vertaald in een vijftal beleidsregels.
6.4
Het versterken van netwerken jeugd en jongeren in de vorm van ketenzorg ten behoeve van vroegtijdige signalering en aanpak In 2013 wordt uitvoering gegeven aan het door de gemeenteraad vastgestelde beleidsplan jeugd 20132016 “gebundelde krachten”. Het beleidsplan geeft invulling aan de opdracht die de gemeenteraad heeft verstrekt in het kader van de KTD en anticipeert op de transitie Jeugdzorg. Binnen het beschikbaar financieel kader is een negental actiepunten geformuleerd: • Voorbereiding transitie jeugdzorg • Versterking CJG in het licht van de transitie • Aanbesteding schoolmaatschappelijk werk • Inzet ambulant jongerenwerk en jongeren 12+ en deze intensiever betrekken bij het CJG • Versterking zorgstructuur op scholen • Continuering project Cultuureducatie • Installeren van een jongerenplatform 12+ • Jaarlijkse organisatie van een stagemarkt voor het voortgezet onderwijs in de gemeente.
6.4.1
6.4.2
De gemeenteraad heeft juni 2011 ingestemd met de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk met kinderopvang en daarmee met de aansluiting bij De Roef in Lage Zwaluwe en Eskadee in de overige kernen per juli 2011. De subsidie blijft voor 5 jaar gehandhaafd op € 75.000 per jaar. De huren van de peuterspeelzalen blijven de komende 2 jaar op het huidige niveau, dit wordt eind 2013 geëvalueerd. Op dit moment is er landelijk onduidelijkheid ontstaan in hoeverre de peuteropvang in aanmerking blijft komen voor de belastingtoeslag (onderdeel van harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk). Zodra hierover landelijk duidelijkheid is, worden de mogelijke consequenties voor Drimmelen in beeld gebracht en aan de gemeenteraad voorgelegd.
6.4.3
In 2013 wordt uitvoering gegeven aan het Uitvoeringsplan voor Voor- en Vroegschoolse Educatie, zoals eind 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. De gemeente ontvangt van het Rijk middelen voor uitvoering van het VVE-beleid voor de periode 2011-2014. Medio 2013 wordt de VVE-aanpak in Drimmelen geëvalueerd en zonodig bijgesteld.
34
6.5 6.5.1
Bevorderen van een gezonde leefstijl van jongeren De gemeenten in West-Brabant wensen een integrale jeugdgezondheidszorg en hebben voorkeur om de huidige aanbieders GGD West-Brabant, Thuiszorg Breda, Thuiszorg West-Brabant en Thebe JGZ in de gelegenheid te stellen om de Integrale JGZ te blijven uitvoeren. De afgelopen jaren is gebleken, dat de keuze van de samenwerkingsvorm meer tijd vraagt dan verwacht. Daarnaast waren er diverse onduidelijkheden over de verplichting tot aanbesteding. Daarom is er voor gekozen om het contract met de huidige aanbieder JGZ voor 0-4 jaar in Drimmelen jaarlijks te verlengen. Eind 2012 moet er duidelijkheid zijn over de definitieve vormgeving van de integrale jeugdgezondheidszorg vanaf 2013, aangezien 2012 het laatste overgangsjaar is. Op basis van een traject van bestuurlijke aanbesteding worden met aanbieders van jeugdgezondheidszorg nadere afspraken gemaakt voor de periode vanaf 2013. Eind september 2012 worden deze afspraken voor een bestuurlijke besluitvorming aan de afzonderlijke gemeenten voorgelegd.
6.5.2
Eind 2012 wordt de nieuwe nota volksgezondheid 2013-2016 aan de gemeenteraad ter besluitvorming aangeboden. De nota is gebaseerd op een evaluatie over de a fgelopen periode en de landelijke nota gezondheidsbeleid. In 2013 wordt naar verwachting uitvoering gegeven aan de speerpunten: terugdringen en voorkomen van schadelijk alcoholgebruik door jongeren, aanpak overgewicht en maatregelen in het kader van eenzaamheid ouderen en dementie. Tijdens de opinieronde van 13 september 2012 heeft de gemeenteraad aangegeven ook drugs een belangrijk thema te vinden.
Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties Realisatie 2011 Openbaar basisonderwijs Huisvesting bijz. basisonderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Onderwijs verzorging Jeugd- en jongerenwerk Peuterspeelzalen Totaal lasten Openbaar basisonderwijs Huisvesting bijz. basisonderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Onderwijs verzorging Jeugd- en jongerenwerk Peuterspeelzalen Totaal baten Totaal budget
2012
2013
Begroting 2014 2015
2016
251.381
233.422
231.316
229.304
224.525
222.670
1.401.806
1.381.410
1.375.772
1.344.543
1.321.756
1.310.506
133.018
158.071
145.949
147.227
148.617
128.737
820.296
773.773
831.726
857.082
872.537
883.012
430.023
434.397
462.707
433.284
432.710
433.002
176.099
177.858
180.092
180.084
102.427
102.497
3.212.622
3.158.930
3.227.562
3.191.524
3.102.571
3.080.425
0
0
0
0
0
0
1.282.834
128.291
88.890
88.890
88.890
88.890
0
0
0
0
0
0
3.279
34.000
36.118
36.118
36.118
36.118 2.905
205.217
108
2.905
2.905
2.905
3.538
76.362
76.362
76.362
0
0
1.494.868
238.762
204.275
204.275
127.913
127.913
1.717.754
2.920.168
3.023.287
2.987.249
2.974.658
2.952.512
Tabel mutatie reserves Realisatie 2011 Reserve IHP Reserve Transitie jeugdzorg Reserve kapitaallasten (IHP) Totaal stortingen Reserve kapitaallasten Reserve Transitie jeugdzorg Algemene Reserve Grondbedrijf Res. Maatschappelijke knelp Reserve IHP Algemene Reserve (IHP) Totaal onttrekkingen Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
51.281 28.846 3.290.055
205.990
3.290.055
257.271
28.846
0
0
0
397.289
550.923
609.112
600.159
591.206
582.253
15.173
15.173
449
653.132
615.333
591.655
28.846 1.349 22.306 257.271 398.639
830.500
582.253
2.891.416
-573.229
-624.286
-615.333
-591.655
-582.253
4.609.169
2.346.939
2.399.001
2.371.917
2.383.003
2.370.259
35
Tabel investeringen 2013 bijzonder basisonderwijs Aanpassing Zeggewijzer
53.750
bijzonder voortgezet onderwijs Aanpassing leidingwerk en bekabeling kruipruimte
62.300
Totaal investeringen
2014
116.050
Begroting 2015
-
2016
-
-
2017
-
Aanpassing Zeggewijzer In 2010 is de basisschool de Zeggewijzer in Terheijden opgeknapt voor een bedrag van circa € 4 ton, hiervan is een bedrag van € 150.000,- voor rekening van het schoolbestuur SKOD en de rest voor de gemeente. Een bedrag van 45.000,- (ex. BTW) was echter binnen de gemeente niet gedekt; dit betroffen aanpassingen aan de pui om zodoende extra ruimte in de school te creëren. Deze werkzaamheden zijn aan te merken als ‘onderwijskundige vernieuwingen’ en zijn als zodoende ‘kosten gemeente’. Het schoolbestuur SKOD heeft destijds aangegeven daarom deze kosten voor te willen financieren, zodat deze bouwkundige aanpassing meegenomen kon worden in de verbouwing in 2010. Middels het IHP is besloten om vanaf 2013 het voorgeschoten budget terug te betalen aan het schoolbestuur. Aanpassing leidingwerk en bekabeling Dongemond In 2007 is de uitbreiding en verbouwing van het Dongemondcollege in Made voltooid. Alleen dient nu ook nog het leidingwerk in de kruipruimten, overeenkomstig de wettelijke NEN-eisen, aangepast te worden. Op basis van de verordening huisvesting kan en mag het schoolbestuur hiervoor bekostiging bij de gemeente opvragen. In 2013 zal dit worden uitgevoerd en worden bekostigd. Indicatoren: prestatie, output, outcome W 2011 subdoelstelling 6.2 Behoud percentage voortijdig schoolverlaters V.O. Behoud percentage voortijdig schoolverlaters M.B.O.: (bron: Onderwijs Informatie Systeem)
0,5 4,7
subdoelstelling 6.5 Behoud percentage jongeren in Drimmelen dat lid is van een vereniging voor maatschappelijke activiteiten: 80% (bron: jeugdmonitor 12-18 jaar door de GGD, op basis van meting in 2011) Afname van percentage binge drinkers (meer dan 5 glazen alcohol bij 1 gelegenheid in tijdsbestek van 4 weken) naar het gemiddelde van de regio (bron: jeugdmonitor 12-18 jaar door de GGD, op basis van meting in 2011)
36
B 2012
B 2013
2 4
1 4
80%
83%
31%
34%
37
7
Ruimte en wonen
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Het behouden en versterken van een goede ruimtelijke kwaliteit en woonkwaliteit. De doelstellingen van het programma zijn: 7.1 Behoud van de kwaliteit van de leef- en woonomgeving van de Drimmelense kernen. Drimmelen is een woongemeente. Met het zicht op krimp en vergrijzing is veel inzet nodig om de leefbaarheid en kwaliteit van de Drimmelense kernen op een goed niveau te houden. 7.2 Ontwikkelen van een vitaal en duurzaam buitengebied. De gemeente profileert zich als blauwgroene gemeente, als voortuin van de Biesbosch. Goede landschappelijke inrichting (w.o. waarborgen van de openheid van het landschap), een sterk ontwikkelende recreatiesector en plattelandsontwikkeling vormen hierbij belangrijke elementen. 7.3 Realiseren van het gemeentelijke woningbouwprogramma. De afgelopen jaren is sterk ingezet op het wegwerken van het woningtekort door het in uitvoering brengen van een groot aantal woningbouwprojecten. De komende jaren zal de uitwerking van deze projecten verder worden voortgezet. Nieuwe inzichten over krimp en vergrijzing en wijzigingen in de woonbehoefte vormen aanleiding tot actualisering van de Woonvisie en aanpassen van het woningbouwprogramma. 7.4 Actualiseren en reduceren van bestemmingsplannen. Samen met de Structuurvisie Plus vormen bestemmingsplannen het juridisch kader voor het ruimtelijk ordeningsbeleid. In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (2008) is bepaald dat bestemmingsplannen binnen een termijn van tien jaar moeten worden herzien. Indien een bestemmingsplan niet tijdig is herzien en geen verlengingsbesluit is genomen, kunnen geen leges worden geheven. Tegelijkertijd met het actualiseren van verouderde bestemmingsplannen is het uitgangspunt het reduceren van het aantal bestemmingsplannen (per kern één plan, uniforme regels). 7.5 Verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Per 1 oktober 2010 is het project Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) afgerond en wordt binnen de gemeentelijke organisatie gewerkt met de Wabo. In het eerste kwartaal van 2011 zijn het project en het werken met de Wabo in de praktijk geëvalueerd. Daaruit is gebleken dat de gemeente ‘Waboproof’ is en dat het werken met de Wabo vooralsnog goed verloopt. Eind 2012/begin 2013 wordt het werken met de Wabo uitgebreid geëvalueerd. Dit ter optimalisatie van het werken met de Wabo. Per 1 januari 2013 is de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant een feit.. Deze dienst is belast met vergunningverlening, toezicht en handhaving van complexe milieuzaken.
38
De doelstelling en visie is op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt: Doelen (4-jarig) Taakveld 1. Behoud van de kwaliteit Ruimtelijke van de leef- en Ordening woonomgeving van de Drimmelense kernen Monumenten
Activiteiten 1 Dorpsvisie Wagenberg en Drimmelen 2 Structuurvisie Plus 3 Herziening monumentenbeleid
4 Evaluatie Welstandbeleid Bouwen en Wonen
2. Ontwikkelen van een vitaal en duurzaam buitengebied 3. Realiseren van het gemeentelijke woningbouwprogramma
Ruimtelijke Ordening
Volkshuisvesting
Grondbedrijf
4. Bestemmingsplannen 5. Verbeteren dienstverlening aan burgers en bedrijven
Ruimtelijke Ordening Diverse Programma's en Producten / taakvelden
5 Ontwikkelen bouwbeleidsplan 6 Ontwikkelen reclamebeleidsplan
Oorsprong Coalitieakkoord
Prognose Realisatie 2010-2012
Coalitieakkoord 2011-2013 Vaststelling 2011-2013 welstandsnota raad 28 mei 2009 Vaststelling 2013 welstandsnota raad 28 mei 2009 2013 Coalitieakkoord 2012 2013
1 Bestemmingsplan Buitengebied 2 Uitvoeringsplannen Wijde Biesbosch 1 Woonvisie met woningbouwprogramma per kern 2 Actualisering van de prestatieafspraken met woningbouwcorporaties 3 Grondnota 2010 - 2014 4 Planvorming/bestemmingsplannen (o.a. F-veld, Lage Zwaluwe-west, Oranjeplein, Prinsenpolder, MadeOost, Burgemeester Smitsplein)
Coalitieakkoord Raadsbesluit dd..
2010-2013 2010-2014
Coalitieakkoord
2010-2011
2011
Coalitieakkoord
2011-2012
2012
Coalitieakkoord Coalitieakkoord
2010 2010-2014
2011
1 Plan van aanpak herziening reguliere bestemmingsplannen 1 Evaluatie en optimalisatie invoering Omgevingsvergunning
Coalitieakkoord, 2010 nieuwe Wet RO Wet algemene 2010-2013 bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Packagedeal Rijk, IPO, 2010-2012 VNG (juni 2009)
2011
2 Omgevingsdiensten (regionale uitvoeringsdiensten)
1-1-2013
Kaders / Beleidsstukken Het kader waarbinnen dit programma wordt uitgevoerd is gebaseerd op de volgende beleidsdocumenten en besluitvorming: 1. Woonvisie 2011 2. Grondnota 2011 3. Welstandsnota 2009 4. Beleidsnota recreatiewoningen 2008 5. Beleidsnota Snippergroen 2007 6. Nota Reclamebeleid 2007 7. Nota toewijzingsbeleid 2007 8. Nota startersbeleid 2007 9. Structuurvisie 2004 Wat gaan we daarvoor doen? 7.1
Behoud van de kwaliteit van de leef- en woonomgeving van de Drimmelense kernen.
7.1.1 Dorpsvisie Wagenberg en Drimmelen. De nota “Vitaal Wagenberg” wordt in 2012 aan de Raad aangeboden. De dorpsvisie Drimmelen zal in 2013 aan de raad worden voorgelegd. Op basis van de vastgestelde dorpsvisies Wagenberg en Drimmelen kan worden gewerkt aan concrete ontwikkelingsmogelijkheden / woningbouwprojecten voor beide kernen. Deze projecten zullen in 2013 nader worden uitgewerkt. 7.1.2 Structuurvisie Plus. De Structuurvisie Plus geeft richting aan de gewenste ruimtelijke inrichting van de gemeente waardoor voor een ieder in algemene zin duidelijk is of bepaalde initiatieven daarbinnen passen. Voor het gemeentelijk bestuur is de structuurvisie een belangrijk kader voor de afweging van concrete ruimtelijke beslissingen en voor de inzet daartoe van bestuurlijke uitvoeringsinstrumenten, zoals het vaststellen van bestemmingsplannen, het nemen van projectbesluiten, het beschikbaar stellen van financiële middelen en het sluiten van bestuursovereenkomsten. De diverse beleidskaders die betrekking hebben op de ruimtelijke inrichting van de gemeente worden nader belicht en waar nodig bijgesteld en vormen de basis voor de nieuwe Structuurvisie Plus. In 2011 is een plan van aanpak opgesteld en is een aanzet inclusief kaartmateriaal voorbereid. De planning voorziet in vaststelling van de Structuurvisie medio 2013. 7.1.3 Herzien van het monumentenbeleid. In 2013 wordt het Monumentenbeleid geactualiseerd en door de raad vastgesteld. 39
7.1.4 Evaluatie Welstandsbeleid. Bij de vaststelling van de nieuwe welstandsnota in 2009, is afgesproken het nieuwe welstandsbeleid elke drie jaar te evalueren. In verband met capaciteitsgebrek vanwege langdurige ziekte van een beleidsmedewerker zal deze evaluatie in 2013 plaatsvinden. De raad kan op basis daarvan bepalen of aanpassing van het welstandsbeleid gewenst is. 7.1.5 Ontwikkelen bouwbeleidsplan. Dit plan dient als basis voor de uitvoering van werkzaamheden op het terrein van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht. Gezien de ontwikkelingen rondom de Regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) is er veel onduidelijkheid over hoe het bouw- en woningtoezicht er in de toekomst uit zal zien. Ook het nieuwe Bouwbesluit 2012 speelt hierin een rol. Daarnaast spelen de aangekondigde kwaliteitscriteria van het ministerie van I&M een belangrijke rol in dit geheel. Het is raadzaam de exacte inhoud en impact van deze regelingen af te wachten. In 2013 zal daarom moeten worden bezien hoe het beste gestalte en invulling kan worden gegeven aan dit beleid. 7.1.6 Ontwikkelen Reclamebeleidsplan. In Nederland gaat in buitenreclame per jaar circa 100 miljoen euro om. Om de (on)mogelijkheden en potentie van reclame goed in beeld te krijgen, is het belangrijk om goed reclamebeleid te ontw ikkelen. Goed reclamebeleid zorgt voor dat evenwicht tussen de beeldkwaliteit van de gemeente, de verkeersveiligheid, de belangen van de ondernemers en de inkomsten voor de gemeente. In 2013 zal dit reclamebeleid worden ontwikkeld en kan hierin een doorkijk worden gegeven van potentiële locaties en de te verwachte inkomsten uit reclame.
7.2
Ontwikkelen van een vitaal en duurzaam buitengebied.
7.2.1 Opstellen bestemmingsplan Buitengebied. In juni 2012 heeft het college van B&W het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. Naar verwachting kan de raad in juli 2013 het bestemmingsplan Buitengebied vaststellen. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar paragraaf H. Grote projecten. Bij de vaststelling van de Nota van uitgangspunten van het buitengebied is in een raadsmotie gepleit voor het bouwen van starterswoningen op een perceel aan de Nieuwstraat te Wagenberg. Besloten is om het betreffende perceel binnen de begrenzing van het bestemmingsplan buitengebied te houden en de mogelijkheden nader te bezien in relatie tot de daadwerkelijke behoefte en de mogelijkheden op andere locaties. De betreffende kavel is in de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant aangemerkt als zoekgebied voor verstedelijking. Dit soort gebieden leent zich in beginsel alleen voor verstedelijking indien alle andere mogelijkheden in het stedelijk gebied volledig zijn benut. In 2013 zal het college zich nader op dit verzoek beraden. 7.2.2 Uitvoeren van uitvoeringsplannen Wijde Biesbosch. Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben besloten alle reconstructie- en gebiedscommissies, waaronder de gebiedscommissie Wijde Biesbosch per 2012 op te heffen. Reden hiervan is dat de voortzetting van deze commissies het nieuwe beleid in het kader van vitaal platteland in de weg staat. In 2011 hebben de gebiedscommissies aan de Provinciale Staten geadviseerd m.b.t. de heroriëntatie van de Wijde Biesbosch. De voormalige gebiedscommissie acht het wenselijk dat er een nieuwe structuur komt. De provincie Noord-Brabant wil de reconstructie van de Wijde Biesbosch procesmatig blijven ondersteunen, mits de gemeenten en de streek daar ook een bijdrage aan leveren. Per 1 januari 2013 moeten daarvoor nieuwe samenwerking getekend zijn. De intentie is om deze samenwerkingsovereenkomsten te starten voor de komende twee of drie jaar. Daarna vindt een evaluatie plaats om te bezien of deze behoefte ook voor de periode daarna ondersteund moet blijven. 7.3
Realiseren van het gemeentelijke woningbouwprogramma.
7.3.1 Opstellen van Woonvisie 2011-2016. In 2011 is de Woonvisie geactualiseerd en vastgesteld door de raad. In 2013 zal aan de raad een uitwerking worden aangereikt voor de invulling van het startersbeleid en het collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) bij woningbouw. 7.3.2 Actualiseren van prestatieafspraken met woningbouwcorporaties. In 2011 is de woonvisie vastgesteld. De woonvisie is een van de vertrekpunten voor de nieuwe prestatieafspraken tussen de gemeente en de woningstichtingen Goed Wonen en Volksbelang. In de prestatieafspraken worden concrete afspraken gemaakt over de samenwerking tussen partijen en concrete acties die nodig zijn. Op termijn kan worden gedacht aan prestatieafspraken over woningbouw met zorgaanbieders. In 2012 zijn gesprekken met de corporaties gevoerd om tot prestatieafspraken en een meerjarenplanning te komen op het gebied van woningbouwproductie en wonen. Partijen gaan samen na welke wederzijdse prestaties nodig zijn om de in de visie gestelde doelen te bereiken. Daarbij zal het vanwege het b ezit van de corporatie in de bestaande wijken zeker nodig zijn om haar in de positie te brengen om ook buiten de grote uitleglocaties woningen voor haar doelgroep te realiseren. Eind 2012 worden de prestatieafspraken vastgesteld en ondertekend. In 2013 wordt hier uitvoering aan gegeven. 40
7.3.3 Implementeren Grondnota 2011-2015. De nota Grondbeleid is op 27 januari 2011 door de raad vastgesteld. De implementatie ervan is in 2012 afgerond. In 2013 dient bezien te worden of nieuwe wet- en regelgeving vanuit het rijk (bijv. BBV-voorschriften) actualisatie vraagt van de grondnota. Snippergroen In 2013 zal de raad een beleidsnota snippergroen worden aangeboden met hierin onder meer een inventarisatie van alle huidige huurcontracten en een overzicht van potentieel nog uit te geven gronden snippergroen. 7.3.4 Planvorming / bestemmingsplannen. Zie paragrafen H. Grote projecten en G. Grondbeleid. 7.4
Actualiseren en reduceren bestemmingsplannen.
7.4.1 Uitvoering actualisering reguliere bestemmingsplannen. Begin 2011 is gestart met het opstellen van een plan van aanpak voor actualisering van de bestemmingsplannen. Vermindering van het aantal plannen en eenduidige regelgeving vormen hierbij belangrijke uitgangspunten. Uiteraard moeten de plannen voldoen aan de landelijke RO standaarden, Praktijk-richtlijnen en het gemeentelijke Handboek ruimtelijke digitale plannen. In het najaar van 2011 is gestart met de actualiseringsslag, zodat uiterlijk op 30 juni 2013 de bestemmingsplannen voor de kernen Made, Drimmelen, Lage Zwaluwe en Wagenberg kunnen worden vastgesteld. De plannen voor kern Terheijden en de kern Hooge Zwaluwe zullen aansluitend worden opgepakt. 7.5
Verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven.
7.5.1 Evaluatie en optimalisatie werken met d e Wabo (omgevingsvergunning). In 2013 wordt het werken met de Wabo uitgebreid geëvalueerd. Hierbij worden ook de burgers en bedrijven, die ervaringen hebben met de Wabo, betrokken. De evaluatie richt zich op: • Aantal en soort omgevingsvergunningen; • De ingezette gemeentelijke capaciteit; • De ervaringen met betrekking tot de communicatie intern en extern; • De ervaringen met het wabo-werkproces; • Het digitale werken. De uitkomsten van de evaluatie kunnen leiden tot bijsturing. Hiermee wordt het werken met de Omgevings vergunning geoptimaliseerd. 7.5.2 Uitwerking en implementatie van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's). Per 1 januari 2013 moeten er landsdekkend Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) zijn voor met name het milieudeel van de Wabo-taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving). In deze RUD’s moet minimaal het landelijk basistakenpakket worden ondergebracht: • Milieudeel omgevingsvergunning en milieutoezicht BRZO- en IPPC-bedrijven; • Omgevingsvergunning en toezicht in geheel bij voormalige provinciale inrichtingen; • Milieudeel omgevingsvergunning en milieutoezicht overige vergunnings-plichtige gemeentelijke inrichtingen; • Ketentoezicht/milieucriminaliteit. Meer complex milieutoezicht niet-vergunningsplichtige gemeentelijke inrichtingen (is lijst van opgesteld). Doelen van de RUD’s zijn: maken kwaliteitsslag op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving, tegengaan versnippering in toezicht/handhaving en het creëren van een level playing field. In de regio Midden- en West-Brabant, waarbinnen ook de gemeente Drimmelen valt, komt er één RUD: Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB). Alle gemeenten moeten minimaal het landelijke basistakenpakket inbrengen in de OMWB. Voor de gemeente Drimmelen betekent dit dat er 171 bedrijven overgaan naar de OMWB. Daarnaast komen er landelijke kwaliteitscriteria waaraan de vergunningverlening, toezicht en handhaving van alle Wabotaken moeten gaan voldoen. Per wanneer de gemeente Drimmelen hieraan moet gaan voldoen, is echter nog niet bekend. In 2013 komt hierover duidelijkheid.
41
Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties Klokken en uurwerken Monumenten Ruimtelijke ordening Woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing Volkshuisvesting Bouwzaken Woonwagencentrum Grondzaken
Totaal lasten Klokken en uurwerken Monumenten Ruimtelijke ordening Woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing Volkshuisvesting Bouwzaken Woonwagencentrum Grondzaken
Totaal baten Totaal budget
Begroting 2014 2015
Realisatie 2011
2012
2013
30.148
4.520
3.709
3.731
3.015
3.078
59.236
88.958
104.607
104.971
101.349
101.971
805.820
742.499
617.339
536.130
542.197
534.027
32.923
529
0
0
0
0
13.971
11.468
8.225
8.016
7.807
7.598
565.416
467.142
37.063
45.526
37.276
37.388
343.362
406.214
792.636
779.086
783.266
787.236
2016
13.408
15.000
16.101
15.811
15.523
15.235
9.875.934
4.978.965
5.832.820
412.128
414.638
417.015
11.740.217
6.715.295
7.412.500
1.905.399
1.905.071
1.903.548
0
0
0
0
0
0
3.295
8.918
6.250
4.750
4.750
4.750
297.449
113.875
30.453
30.453
30.453
30.453
326.233
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
233.719
6.113
2.769
2.799
2.549
2.549
334.360
639.538
504.170
643.170
578.170
360.170
3.966
2.279
3.000
3.000
3.000
3.000
12.467.465
6.473.790
7.270.607
389.756
386.619
378.305
13.666.489
7.244.514
7.817.248
1.073.927
1.005.540
779.226
-1.926.272
-529.219
-404.748
831.471
899.531
1.124.322
Realisatie 2011
2012
2013
2014
2015
42.033
35.000
35.000
35.000
35.000
1.184.735
1.660.080
1.630.000
208.145
20.550
31.293
203.527
2.218
10.207
440.374
7.063
9.428 122.000
57.000
Tabel mutatie reserves
Reserve Bestemmingsplannen Algemene reserve Grondbedrijf Reserve GB bovenwijkse voorzieningen Reserve GB groenaanleg Reserve GB ruimtelijke ontwikkelingen Egalisatiereserve bouwleges (omg.verg.) Res. gemeentelijke monumenten Totaal stortingen Reserve Bestemmingsplannen Reserve GB bovenwijkse voorzieningen Reserve GB groenaanleg Reserve claims Egalisatiereserve bouwleges (omg.verg.) Algemene reserve Grondbedrijf Totaal onttrekkingen Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
Begroting 2016 35.000
4.078 2.082.891
1.724.911
1.715.928
157.000
92.000
35.000
75.570
140.000
93.000
15.000
15.000
0
266.397 16.767 6.570 161.000 1.455.366
207.572
312.892
92.193
92.788
1.814.100
354.142
405.892
107.193
107.788
161.000
268.791
1.370.768
1.310.036
49.807
-15.788
-126.000
-1.657.481
841.549
905.288
881.278
883.743
998.322
42
43
8
Zorg
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: De gemeente tracht te bevorderen dat ook kwetsbare groepen mee blijven doen aan de samenleving en wil voorkomen dat mensen in een kwetsbare positie terechtkomen. De doelstellingen van het programma zijn: 8.1 Het behouden van het rapportcijfer 7,5 voor de dienstverlening en producten Wmo • Per 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) ingevoerd en is één wettelijk kader gerealiseerd voor het brede lokale zorg- en welzijnsbeleid. De gemeente is verantwoordelijk voor de Wmo, dat als uitgangspunt heeft het bevorderen van de zelfredzaamheid van burgers en deelname aan de samenleving. • Op grond van beleidsplan, verordening, beleidsregels Wmo en aanbestedingen wordt uitvoering gegeven aan de taken op het gebied van de Wmo. Voor Hulp bij het huishouden, deeltaxi en hulpmiddelen worden via Europese aanbestedingen contracten met leveranciers gesloten. Waarschijnlijk vervalt de verplichting tot Europees aanbesteden voor Hulp bij het Huishouden. In 2013 wordt bezien op welke wijze we de Hulp bij het Huishouden willen gaan inkopen. • De gemeente is verplicht tot het uitvoeren van een jaarlijks klanttevredenheids-onderzoek. Uit deze onderzoeken blijkt dat de Wmo-klanten tevreden zijn over de dienstverlening. Om de tevredenheid te meten is in 2012 gekozen voor een persoonlijke benadering tijdens het preventieve huisbezoek onder 75+-ers. De geïnterviewden waren zeer tevreden over de afhandeling van de aanvraag. De gemiddelde algemene score is 8.4. • Vanaf 2011 wordt uitvoering gegeven aan het nieuwe Wmo-beleid, waaronder de Kanteling en kostenbeheersing van de Wmo. De Centrale Raad h eeft eind 2011 aangegeven, dat er geen ruimte voor gemeenten is om naaste een eigen bijdrage nog andere vormen van inkomenspolitiek te voeren. Het college heeft begin 2012 besloten om eerst de landelijke ontwikkeling af te wachten alvorens het beleid aan te passen. Najaar 2012 is echter duidelijk geworden dat het ministerie toepassing van inkomensmaatregelen door gemeenten niet accepteert. Dit betekent, dat de Gemeente Drimmelen de WMO verordening en onderliggende besluit/beleidsregels gaat aanpassen. • De transitie van de extramurale begeleiding wordt niet per 2013 ingevoerd. Het wetsvoorstel is controversieel verklaard. Naar verwachting worden de plannen door het nieuwe kabinet echter wel voortgezet. De voorbereidingen voor de transitie van de begeleiding worden daarom gecontinueerd. De Gemeente Drimmelen pakt de voorbereiding samen op met de Dongemondgemeenten en alle betrokken zorgaanbieders en klantenorganisaties. De gemeente ontvangt voor 2013 wederom voorbereidings gelden, maar moet deze aan het Rijk terugbetalen indien de transitie uiteindelijk toch geen doorgang vindt. • Mantelzorgondersteuning en vrijwilligersbeleid maken onderdeel uit van de Wmo. De uitkomsten van de onderzoeksopdracht naar het instellen van een brede welzijnsinstelling maakt deze behoefte wederom zichtbaar. • De gemeenteraad heeft bij de besluitvorming Kerntakendiscussie een aantal besluiten genomen in het kader van de Wmo. Zo is het budget voor het Wmo-platform gehalveerd, kunnen geen informatiebijeenkomsten voor diverse doelgroepen georganiseerd worden en is de subsidie voor collectieve preventie beëindigd. 8.2 Het verhogen van de uitstroom van uitkeringsgerechtigden van de Gemeente Drimmelen met jaarlijks 2% • De consequenties van de economische recessie zijn voor sociale zaken merkbaar. Het aantal aanvragen en het uiteindelijke aantal uitkeringen is de afgelopen jaren toegenomen. Verhoging van de uitstroom met 2% is daarom niet eenvoudig, maar blijft een wenselijke uitdaging. • Op basis van sociale wetgeving als de Wet Werk en Bijstand (WWB) is de gemeente verantwoordelijk voor de bijstandsverlening aan en reïntegratie van werkzoekende in onze gemeente. Per 2012 is een nieuwe Wwb ingevoerd, waarbij de huishoudtoets inmiddels met terugwerkende kracht tot 2012 is komen te vervallen. Werkloze jongeren tot 27 jaar krijgen een zoektijd tot scholing en werk van 4 weken opgelegd alvorens de aanvraag voor een uitkering in behandeling wordt genomen. Door de inzet van het project Werklink en een werkmakelaar vanuit Drimmelen wordt getracht zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden te reïntegreren. • Gelet op Rijksbezuinigingen worden de mogelijkheden voor de gemeente op het gebied van Participatie (reïntegratie, inburgering, volwasseneducatie) aanzienlijk beperkter. De gemeente is per 2012 aanzienlijk gekort op het werkdeel en daarom heeft de gemeenteraad begin 2012 besloten om de gesubsidieerde banen, te weten ID en WIW, af te bouwen. In het kader van de nieuwe wet Inburgering komt de Rijksvergoeding voor inburgering per 2014 volledig te vervallen. De nieuwe Wet is nog niet vastgesteld. Ten slotte worden ook de middelen voor volwasseneducatie teruggebracht. Voor Drimmelen blijft een beperkt bedrag over voor volwasseneducatie, het Rijk gaat voor een gedeelte de volwasseneducatie zelf inkopen.
44
• •
De budget voor volwasseneneducatie wordt jaarlijks ingezet bij het ROC West-Brabant. Het biedt (jong)volwassenen uit de gemeente een tweede kans om alsnog een diploma te behalen. Ook kan het een opstap zijn naar een beroepsopleiding of werk. De gemeenteraad geeft voorkeur aan een effectief minimabeleid om minima te ondersteunen bij hun participatie aan het maatschappelijk leven.
8.3 Het terugbrengen van de wachtlijst schuldhulpverlening met jaarlijks 5% • De nieuwe wet schuldhulpverlening is per juli 2012 in werking getreden. Het betreffende beleidsplan wordt najaar 2012 ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd. De nieuwe wet verplicht de gemeente om binnen een wettelijke termijn een gesprek met de schuldhulpvrager te hebben om de aanpak van de problematiek duidelijk te krijgen. Gelet op invoering van de nieuwe Wet op de Schuldhulpverlening wordt daarom vanaf 2012 niet meer gewerkt met een wachtlijst, maar wordt iedereen in traject genomen. • De Gemeente Drimmelen werkt in de vorm van een Meldpunt Schuldhulpverlening samen met Surplus en de Gemeentelijke Kredietbank Breda. Naast de professionele dienstverlening worden door Surplus en SWO vrijwilligers ingezet voor de producten budgetcoach en vrijwillige thuisadministratie. Naast de reguliere middelen aan Surplus vo or schuldhulpverlening zijn de afgelopen jaren extra middelen beschikbaar gesteld om de wachtlijst terug te brengen met inzet van zowel een gemeentelijke als een rijksbijdrage. Voor continuering van de budgetcoaches en uren schuldhulpverlening heeft de gem eenteraad voor 2012 en 2013 extra middelen beschikbaar gesteld. Het aantal mensen in Drimmelen, dat een beroep doet op schuldhulpverlening, blijft groot. 8.4 Het bewerkstelligen van een efficiënte en efficiënte uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)door Wava/Go • Per 2008 is de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening in werking getreden, gericht op modernisering van de sociale werkvoorziening. De belangrijkste kenmerken van de nieuwe wet versterking van de positie van SW-geïndiceerden en de vergroting van de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Ter uitvoering van de wet heeft de gemeenteraad medio 2008 diverse verordeningen vastgesteld. • De afgelopen jaren zijn al diverse maatregelen genomen om tot een gezonde financiële positie van Wava/Go te komen. Ook zijn “de teugels aangehaald” en beperkt Wava/Go zich tot haar kerntaken. Voorts hebben de deelnemende gemeenten, waaronder Drimmelen, zich uitgesproken om het gemeentelijk opdrachtgeverschap als ‘preferred supplier’ te intensiveren. Voorjaar 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de strategische nota “Een gemeenschappelijke toekomst voor mensenwerk”. Op grond hiervan is besloten om binnen de huidige GR WAVA samen te blijven werken en deze samenwerking in de toekomst waar mogelijk uit te breiden. Daarbij is ook besloten, dat de teugels aangehaald blijven en dat de continuering en uitdieping van de samenwerking zonder substantiële financiële risico’s gerealiseerd moet worden. • De deelnemende gemeenten hebben Wava/Go een bezuinigingstaakstelling opgelegd van 3x3% (2012 tot en met 2014). Het bestuur van Wava heeft aangegeven dat in het licht van de omvangrijke financiële problemen hieraan geen invulling kan worden gegeven. De gemeenteraad heeft dit erkend en besloten tot maatwerk. Wava/Go heeft op verzoek van de deelnemende gemeenten toekomstscenario’s uitgewerkt. Aan betreffende scenario’s kan vooralsnog geen vervolg gegeven worden vanwege het intrekken van het wetsvoorstel Wet werken naar vermogen.
8.5 Het terugdringen en voorkomen van eenzaamheid onder ouderen (75+) met jaarlijks 2% evenals het vergroten van de zelfredzaamheid van ouderen (75+), waardoor ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen in onze gemeente • In 2009 is het uitvoeringsplan “Zorgelozer ouder worden in Drimmelen 2010-2013” in samenspraak met alle partners tot stand gekomen. Uitgangspunt is om een samenhangend pakket van maatregelen te bieden, waarbij voorzieningen op elkaar afgestemd zijn en een adequate bijdrage wordt geleverd aan het langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Op het gebied van de thema’s ontmoeting, ondersteuning, zorg, wonen, informatie, veiligheid en vervoer zijn diverse actiepunten geformuleerd. Aangezien er geen aanvullende middelen beschikbaar kunnen worden gesteld, heeft het Beleidsoverleg Wmo Ouderenproof (afgekort BWO) besloten prioriteit te leggen bij het instellen van een vrijwilligerscentrale en het opzetten van een huisbezoek onder inwoners 75+ (zelfstandig wonend) voor het opsporen van eenzaamheid en dementie. • Een gemeentelijk ondersteunings - en ontmoetingspunt dem entie is najaar 2010 geopend. • Het project ouderenproof heeft de afgelopen periode tot diverse maatregelen geleid om alle kernen ouderenproof te maken. Vanaf 2011 maakt ouderenproof onderdeel uit van het reguliere beleid van de gemeente en aanpalende organisaties. • In het kader van de Kerntakendiscussie heeft de raad opdracht gegeven de mogelijkheden van een brede welzijnsorganisatie te onderzoeken. Uit het onderzoek blijkt er geen draagvlak te zijn voor 1 brede welzijnsorganisatie. Er is echter wel behoefte aan ondersteuning van de vrijwilligersorganisaties bij het vinden van vrijwilligers en deelnemers. Ook zal er door de komende overheveling van begeleiding vanuit de AWBZ, een vraag komen vanuit de gemeente aan vrijwilligersorganisaties om mensen met een beperking te laten deelnemen aan hun activiteiten in het kader van dagbesteding/participatie. 45
Hiervoor is het vinden en ondersteunen van vrijwilligers en het installeren van een sociaal makelaar noodzakelijk. De gemeenteraad heeft augustus 2012 ingestemd met de pilot van een vrijwilligerscentrale/sociaal makelaar door SWO voor de periode 2012-2013 en de maximale kosten van € 55.000 ten laste te brengen van het voorbereidingsbudget transitie begeleiding 2012. 8.6 Het terugdringen en voorkomen van schadelijk alcoholgebruik en van overgewicht met jaarlijks 2% • De gemeente is verplicht om vierjaarlijks een nota volksgezondheid op te stellen. Eind 2012 wordt de nieuwe nota voor de periode 2013-2016 vastgesteld. Naar verwachting wordt ingezet op de speerpunten terugdringen en voorkomen van schadelijk alcoholgebruik door jongeren, aanpak overgewicht en maatregelen in het kader van eenzaamheid ouderen. • De GGD West-Brabant voert de wettelijke verplichte taken van de gemeente uit, zowel uniforme als maatwerktaken. Over deze basistaken worden jaarlijks met de GGD productafspraken gemaakt. Naast het basistakenpakket kent de GGD ook plus-producten; de gemeente is vrij deze producten af te nemen. In het kader van de Kerntakendiscussie heeft de gemeenteraad in 2011 besloten om de subsidie ten behoeve van de plusproducten van de GGD te beëindigen per 2013 met een overgangsjaar in 2012. • Gemeenten hebben een zorgtaak met betrekking tot het ambulancevervoer. Op basis van de Wet ambulancevervoer wordt deze taak regionaal uitgevoerd en neemt de Gemeente Drimmelen deel aan de gemeenschappelijke regeling voor het ambulancevervoer in de regio Midden-West-Noord Brabant. • Ook voor de gemeenschappelijke regelingen RAV en Openbare Gezondheidszorg geldt voor de komende periode het principe “samen trap op, samen trap af” en zullen de Rijksbezuinigingen consequenties hebben voor de gemeentelijke bijdrage aan de gemeenschappelijke regelingen. Hierbij is een richtinggevende bezuinigingstaakstelling geformuleerd van 3% per jaar voor de periode 2012-2014. • Na een gewonnen beroepsprocedure i n 2009 heeft de RAV een schikking getroffen met de minister van VWS. In deze schikking is overeengekomen dat het ministerie 95% van de kosten van het FLOovergangsrecht van publieke ambulancediensten zal vergoeden gedurende de looptijd van het overgangsrecht tot 2046. Op grond hiervan en gelet op de gunstige exploitatieresultaten van de RAV gedurende de afgelopen jaren heeft het AB op 4 juli 2012 besloten, dat de gemeentelijke bijdrage aan de RAV met ingang van 2012 komt te vervallen. De doelstelling en visie is op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt. Doelen (4-jarig) 1. Het behouden van het rapportcijfer 7,5 voor de dienstverlening Wmo
2. Het verhogen van de uitstroom van uitkeringsgerechtigden
Taakveld Wmo
Activiteiten 1 Uitvoering verordening/beleidsregels Wmo
Oorsprong Prognose Programmabegroting 2013
2 Nieuw beleidsplan Wmo
Programmabegroting
2013
Programmabegroting
2013
Programmabegroting
2013
Programmabegroting
213
Programmabegroting
2013
3 Aanpak Laaggeletterdheid Coalitieakkoord I 4 Anticiperen op nieuwe Programmabegroting Wetswijzigingen sociale zaken 1 Uitvoering Wet schuldhulpverlening Programmabegroting
2013 2013
sociale zaken 1 Anticiperen op nieuwe Wetswijzigingen
Programmabegroting
2013
zorg/welzijn
Uitvoeringsplan ouderen Uitvoeringsplan ouderen/KTD opdracht Coalitieprogramma II
2013
Programmabegroting
2013
Programmabegroting Programmabegroting
2013 2013
3 Nieuwe contracten hbh, zorg in natura en alfazorg 4 Voorbereidingen decentralisatie functie begeleiding/Wmo sociale zaken 1 Reintegratie werkzoekenden
2 Uitvoering minimabeleid
3. Het terugbrengen van de wachtlijst schuldhulpverlening 4. Het bewerkstelligen van een efficiënte en effectieve uitvoering van de wsw 5. Het stimuleren en faciliteren, dat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen
6. Bijdragen aan een verbetering van de gezondheid van de Drimmelense bevolking
1 Afronding project huisbezoeken 75+ 2 uitvoering pilot vrijwilligerscentrale/makelaar 3 extra stimuleringssubsidie ouderen gezondheidsz 1 Uitvoering nieuwe nota org Volksgezondheid 2 RAV 3 dekkend netwerk AED
46
2013
2013
2013
Kaders / Beleidsstukken Het kader waarbinnen dit programma wordt uitgevoerd is gebaseerd de volgende besluitvorming: 1. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2011 2. Beleidsplan Wmo 2008-2012 2008 3. Verordeningen/beleidsregels/besluit Wmo 2011 4. Verordeningen WWB 2012 5. Verordeningen Wsw 2008 6. Armoedebeleid 2008 7. Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 8. Uitvoeringsplan ouderen 2010-2013 2009 9. Eindrapportage ouderenproof 2007 10.Nota lokale volksgezondheid 2008-2011 2008 11. Besluitvorming KTD 2011 12. Besluitvorming opdracht brede welzijnsinstelling 2012 Wat gaan we daarvoor doen? 8.1 Het behouden van het rapportcijfer 7,5 voor de dienstverlening en producten Wmo 8.1.1 Uitvoering WMO beleid Vanaf 2011 wordt uitvoering gegeven aan het nieuwe Wmo-beleid, waaronder de Kanteling en kostenbeheersing van de Wmo. De Centrale Raad heeft eind 2011 aangegeven, dat er geen ruimte voor gemeenten is om naaste een eigen bijdrage nog andere vormen van inkomenspolitiek te voeren. Het college heeft begin 2012 besloten om vooralsnog het gemeentelijke Wmo-beleid niet aan te passen in afwachting van verdere landelijke ontwikkelingen. Najaar 2012 is echter duidelijk geworden dat het ministerie toepassing van inkomensmaatregelen door gemeenten niet accepteert. Dit betekent, dat de Gemeente Drimmelen de WMO verordening en onderliggende besluit/beleidsregels gaat aanpassen. De financiële consequenties zijn verwerkt in de begroting 2013. 8.1.2
Nieuw beleidsplan WMO Voorjaar 2013 wordt een nieuw beleidsplan Wmo opgesteld, waarin de ontwikkeling en de samenhang van de verschillende prestatievelden wordt beschreven. Het Wmo-platform wordt hier actief bij betrokken.
8.1.3
Aanbesteding alfazorg Per 2010 is de hulp bij het huishouden aanbesteed en is de alfazorg neergelegd bij de Stichting Welzijn Ouderen. Ten aanzien van deze contracten wordt voor 2013 gebruik gemaakt van het laatste jaar verlenging. In 2013 moet de nieuwe aanbesteding c.q. nieuwe contracten voor hulp bij het huishouden en alfazorg worden voorbereid.
8.1.4
Decentralisatie AWBZ-begeleiding In afwachting van het nadere Rijksbeleid worden in 2013 voorbereidingen getroffen voor de decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar de gemeente. De vo orbereidingen worden opgepakt in samenwerking met de Dongemondgemeenten, zorgaanbieders en Wmo-platform. De verdere landelijke ontwikkelingen worden op de voet gevolgd.
8.1.5
Terugdringen tekorten Kleinschalig Collectief Vervoer Kleinschalig Collectief Vervoer is een van de onderdelen van de GR Regio West-Brabant. De begrotingswijziging 2012 en de meerjarenbegroting van het collectief vervoer levert een tekort op voor Drimmelen. De gemeenteraad heeft daarom bij de behandeling van de zienswijze op de begroting KCV voor 2013 aangedrongen op het formuleren van voorstellen om de tekorten terug te dringen. De gemeenteraad wordt voorgesteld om een strippenbudget van 600 strippen in te voeren, waarmee een kostenreductie wordt gerealiseerd.
8.2 8.2.1
Het verhogen van de uitstroom van uitkeringsgerechtigden van de gemeente Drimmelen met jaarlijks 2% Bijstandsverlening en reïntegratie van werkzoekenden Op basis van de Wet Werk en Bijstand is de gemeente verantwoordelijk voor de bijstandsverlening en reïntegratie van werkzoekende in onze gemeente. Het uitgangspunt is om zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden weer aan het werk te krijgen. Hiervoor worden diverse reïntegratie-instrumenten ingezet, zoals het inkopen van trajecten en de inzet van een werkmakelaar. Ook Werklink, het samenwerkings -verband tussen de gemeenten Oosterhout, Geertruidenberg, Drimmelen, Wava/Go en UWV Werkbedrijf, vervult een rol gericht op het bij elkaar brengen van vacatures en werkzoekenden.
8.2.2
Stichting Leergeld Najaar 2011 zijn de uitgaven van het huidige minimabeleid in beeld gebracht als een zogenaamde nulmeting. Op deze wijze kunnen de gevolgen van de Kerntakendiscussie voor het minimabeleid gevolgd worden. De stichting Leergeld heeft extra subsidie per 2013 aangevraagd, omdat de huidige subsidie ontoereikend is om alle aanvragen vanuit Drimmelen te kunnen financieren. Besluitvorming vindt bij behandeling begroting 2013 plaats. 47
8.2.3
Laaggeletterdheid In 2011 is een start gemaakt voor de aanpak laaggeletterdheid in samenwerking met betrokken organisaties. n I 2013 wordt hier verdere uitvoering aan gegeven door ondermeer trainingen aan uitkeringsgerechtigden om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.
8.2.4
Modernisering van de Wet sociale werkvoorziening Nu de Wet werken naar vermogen is ingetrokken worden de nadere landelijke ontwikkelingen met betrekking tot modernisering van de Wet sociale werkvoorziening en herziening van het stelsel van sociale zekerheid afgewacht. De Dongemondgemeenten blijven samenwerken op het terrein van sociale zekerheid en zullen anticiperen op nieuwe Rijksontwikkelingen.
8.2.5
Wet inburgering nieuwkomers Naar verwachting treedt per 2013 de Wet inburgering nieuwkomers in werking. Hiermee komt de rijksvergoeding voor inburgering per 2014 volledig te vervallen en zijn inburgeraars zelf verantwoordelijk voor financiering van de inburgering. Alle inburgeraars, die in 2012 een beschikking hebben ontvangen maar nog niet gestart zijn met inburgering, hebben echter nog recht op toepassing van de oude rechten. De kosten zullen daarom over de jaren 2013 en 2014 geleidelijk afnemen.
8.3 8.3.1
Het terugbrengen van de wachtlijst schuldhulpverlening met jaarlijks 5% Uitvoering nieuwe Wet schuldhulpverlening In 2013 wordt uitvoering gegeven aan de nieuwe Wet schuldhulpverlening en het gemeentelijk beleidsplan schuldhulpverlening. De Gemeente Drimmelen werkt in de vorm van een Meldpunt Schuldhulpverlening samen met Surplus (subsidie gemeente voor schuldhulpverlening) en de Gemeentelijke Kredietbank Breda. De gemeenteraad heeft voor 2012 en 2013 extra middelen beschikbaar gesteld, deze worden ingezet voor extra uren schuldhulpverlening en budgetcoaches.
8.4
Het bewerkstelligen van een efficiënte en efficiënte uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)door Wava/Go Toekomst WAVA/GO Gelet op de grote onzekerheden ten aanzien van het Rijksbeleid en middelen is het niet mogelijk om de toekomstscenario’s Wava/Go verder vorm te geven. Ook ten aanzien van de begroting 2013 van Wava/Go is een pas op de plaats gemaakt. Verdere landelijke ontwikkelingen worden afgewacht.
8.4.1
8.5 8.5.1
Het terugdringen en voorkomen van eenzaamheid onder ouderen (75+) met jaarlijks 2% alsmede het vergroten van de zelfredzaamheid van ouderen (75+), waardoor ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen in onze gemeente Zelfstandigheid ouderen SWO is in 2012 gestart met het uitvoeren van preventieve huisbezoeken door vrijwilligers bij zelfstandig wonende 75 plussers. In 2013 wordt het project afgerond en wordt bezien welke vervolgstappen nodig zijn om ouderen langer zelfstandig thuis te kunnen laten wonen.
8.5.2
Evaluatie pilot vrijwilligerscentrale De raad heeft najaar 2012 naar aanleiding van de KTD-opdracht brede welzijnsinstelling besloten tot de start van een pilot vrijwilligerscentrale door SWO. De inzet van een sociaal makelaar in het kader van de transitie extramurale begeleiding maakt onderdeel uit van deze pilot. Eind 2013 wordt de pilot geëvalueerd en wordt bezien of een vervolg gegeven kan worden aan de vrijwilligerscentrale en sociaal makelaar in het kader van de Transitie begeleiding.
8.5.3
Stimuleringssubsidie ouderen In het nieuwe coalitieakkoord “Bouwen aan Vertrouwen” is een extra bijdrage opgenomen voor stimuleringssubsidies ouderen. De beleidsregel ouderenorganisaties, die opgesteld is in het kader van het nieuwe subsidiebeleid voor vrijwilligersorganisaties, is hierop aangepast en treedt in werking per 2013. De totale subsidie (naast het basisbedrag) bedraagt een bedrag van jaarlijks € 7.500, te verdelen naar rato van het aantal leden per ouderenorganisatie en deze verdeling gedurende een periode van vier jaar te continueren.
48
8.6 8.6.1
Het terugdringen en voorkomen van schadelijk alcoholgebruik en van overgewicht met jaarlijks 2% Nota Volksgezondheid 2013-2016 In 2012 wordt een nota volksgezondheid voor de periode 2013-2016 opgesteld. Naar verwachting worden de speerpunten aanpak overmatig alcoholgebruik jongeren en aanpak overgewicht overgenomen uit vigerende beleidsplan volksgezondheid. De actieplannen kunnen slechts beperkt en met behulp van derden worden uitgevoerd omdat de gemeente vanwege bezuinigingen geen nieuwe financiële middelen kan inzetten.
8.6.2
Wet Ambulancezorg/aanrijtijden De nieuwe Wet op de Ambulancezorg (WAZ) is per 2011 niet in werking getreden. De ministerraad heeft besloten om de Wet ambulancezorg te wijzigingen in een Tijdelijke Wet Ambulancezorg. Deze wet wijst zittende aanbieders voor vijf jaar aan. In het oorspronkelijke voorstel zouden ambulancevervoerders een vergunning voor onbepaalde tijd krijgen. Deze oorspronkelijke procedure is niet EU-proof. De Tijdelijke wet is bedoeld om een meer structurele oplossing te vinden die past binnen Europese wet- en regelgeving. In Drimmelen zijn de aanrijtijden van het spoedvervoer met urgentie A1 levensbedreigende situatie naar de gemeente Drimmelen aanzienlijk verbeterd. De kern Lage Zwaluwe blijft echter met een te hoog percentage overschrijdingen te maken krijgen. In overleg met brandweer en het AED-netwerk is gezocht naar oplossingen voor de aanrijtijden in Lage Zwaluwe. In verband met de aanrijtijden van de ambulances is het van groot belang om bij een acute hartstilstand binnen 6 minuten overal een AED-apparaat te hebben om de hulpverlening te kunnen starten. Daarom wordt gestreefd naar een dekkend AED-netwerk in Drimmelen. Bij de nieuwe beleidswensen voor 2013 zijn extra AED’s opgenomen voor versterking van het ADE alertproject. Besluitvorming vindt plaats bij de behandeling van de begroting voor 2013 (zie toelichting raadsvoorstel – Bijlage 1. – beleidswens nr. 13).
Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenti es Realisatie 2011 Bijstandsverlening Sociale werkvoorziening Inkomensvoorziening Maatschappelijke begeleiding Ouderenzorg Zorg voor gehandicapten WMO - huishoudelijke verzorging Volwassenen- en basiseducatie Werkeloosheids, werkgelegenheidsproj. Vluchtelingenzorg Kosten levensonderhoud Kinderopvang WMO gehandicaptenvoorzieningen Openbare gezondheidszorg
Totaal lasten Bijstandsverlening Sociale werkvoorziening Inkomensvoorziening Maatschappelijke begeleiding Ouderenzorg Zorg voor gehandicapten WMO - huishoudelijke verzorging Volwassenen- en basiseducatie Werkeloosheids, werkgelegenheidsproj. Vluchtelingenzorg Kosten levensonderhoud Kinderopvang WMO gehandicaptenvoorzieningen Openbare gezondheidszorg
Totaal baten Totaal budget
2013
Begroting 2014
2015
2016
2.693.110
2.809.869
3.020.460
2.998.588
2.999.030
3.003.242
2.330.009
2.377.615
2.419.388
2.419.448
2.419.522
2.419.614
272.745
261.092
235.397
235.467
235.542
235.617
217.729 283.566
219.525 287.515
221.303 283.903
221.323 283.988
221.348 284.096
221.375 284.209
2012
13.591
0
0
0
0
0
2.499.886
2.694.150
2.824.977
2.709.705
2.755.956
2.852.685
165.761
163.510
81.281
81.296
81.314
81.333
436.710
322.065
257.315
257.534
248.234
256.026
103.951
89.449
77.602
70.126
65.157
57.690
5.828
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
38.507
35.433
47.353
47.447
46.638
46.808
1.741.570
1.768.912
1.789.211
1.802.810
1.802.965
1.817.466
921.635
932.402
1.000.710
985.921
985.778
985.640
11.724.596
11.966.537
12.263.901
12.118.653
12.150.581
12.266.705
1.750.168
1.850.141
2.030.164
1.942.942
1.942.942
1.942.942
2.145.163
2.189.214
2.189.172
2.189.172
2.189.172
2.189.172
30.007 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0
0
0
0
0
0
6.155
0
0
0
0
0
351.420
340.000
433.000
360.000
367.000
375.000
162.683
157.471
75.167
75.167
75.167
75.167
420.569
238.153
215.635
195.635
195.635
195.635
90.562
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 230.582
0
0
0
0
219.627
212.106
212.274
215.965
239.359 366.981
0
0
0
0
0
5.563.066
5.005.561
5.162.764
4.975.021
4.982.189
4.993.880
6.161.530
6.960.976
7.101.137
7.143.631
7.168.392
7.272.824
49
Tabel mutatie reserves Begroting
Realisatie 2011 Res. Schuldhulpverlening Res. Transitie AWBZ Totaal stortingen
2013
2014
2015
2016
50.000 57.413 0
Res. Transitie AWBZ Res. Schuldhulpverlening Algemene Reserve (schuldhulpverlening) Totaal onttrekkingen Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
2012
50.000
57.413
0
0
0
0
0
0
144.200 25.000 15.669
50.000
15.669
75.000
25.000 169.200
-15.669
-25.000
-111.787
0
0
0
6.145.861
6.935.976
6.989.350
7.143.631
7.168.392
7.272.824
Indicatoren: prestatie, output, outcome W 2011 B 2012
B 2013
7,5 8 7,5
7,5 8 7,5
Subdoelstelling 8.1 Tevredenheid klanten over Wmo-dienstverlening: Aanvraagprocedure Hulp bij het huishouden Voorzieningen (bron klanttevredenheidsonderzoek 2009 VNG/SGBO)
Aantal Wmo:rolstoel, vervoer en woonv. Aantal Wmo: hbh
2.600
2.600 1.000
(bron Gws4all)
Subdoelstelling 8.2 Aantal WWB/WIJ-uitkeringen Totaal
133
130
30%
32%
(bron Gws4all, 1e kwartaal 2011)
Percentage uitstroom WWB (bron Gws4all)
Subdoelstelling 8.3 aantal in traject *1
n.v.t.
65
(bron registratie Meldpunt)
Subdoelstelling 8.4 Aantal wsw-ers
110
110
25%
25%
46%
46%
Percentage overmatig alcoholgebruik 19 t/m 64 jarigen 65+
13% 6%
16% 9%
Percentage inwoners met overgewicht 19 t/m 64 jarigen 65+
52% 15%
54% 62%
(bron registratie gemeente)
Subdoelstelling 8.5 Percentage kwetsbare ouderen (van 65+) (bron ouderenmonitor GGD, wordt per 4 jaar uitgevoerd) *2
Percentage eenzame ouderen (matig tot zeer ernstig, van 65+) (bron ouderenmonitor GGD, wordt per 4 jaar uitgevoerd)
*1 Gelet op nieuwe Wet Schuldhulpverlening wordt vanaf 2012 niet meer gewerkt met een wachtlijst, maar worden aanvragen in traject genomen. *2 in 2012 vindt wederom een ouderenmonitor plaats, de resultaten zijn in 2013 bekend.
50
51
9
Milieu
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Het bereiken van en onderhouden van een duurzame leefkwaliteit in Drimmelen. De doelstellingen van het programma zijn: 9.1
Streven naar een duurzame leefomgeving. Er wordt in de gemeente Drimmelen al veel aandacht besteed aan duurzaamheid: duurzaamheid is de rode draad van het milieubeleidsplan 2007-2010+, de gemeente is millenniumgemeente, binnen WestBrabant heeft de gemeente de Verklaring van Dussen ondertekend en binnen de regio Breda wordt deelgenomen aan de Stimuleringsregeling Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). In de periode mei 2012 tot het derde kwartaal van 2013 is het de bedoeling dat een solide en afgewogen duurzaamheidsbeleid wordt ontwikkeld. Het ontwikkelen van duurzaamheidsbeleid vormt ook een belangrijk onderdeel van het coalitieakkoord. Het projectplan voor het opstellen van het duurzaamheidsbeleid is in oktober 2011 goedgekeurd en bij de begroting 2012 is een budget ad. € 5.000 opgenomen voor de uitvoering van dit project. Gelet op de beschikbare capaciteit kon pas in mei 2012 met de uitvoering van het project worden gestart. Het beleidsplan duurzaamheid moet in het derde kwartaal van 2013 gereed zijn. Verder wordt in 2012 binnen de regio West-Brabant nagedacht over een vervolg van de SLOK-projecten. Dit vervolg moet leiden tot de EnergieAgenda West-Brabant. Vanaf 2013 volgt dan de uitvoering van deze EnergieAgenda. Deze EnergieAgenda loopt tot 2020. Tot slot wordt in 2013 beleid voor biodiversiteit ter besluitvorming aan de raad aangeboden en wordt het uitplaatsen van milieuhinderlijke bedrijven waar mogelijk voortgezet.
9.2
Het beperken van de hoeveelheid restafval die burgers aanbieden. In Drimmelen kennen we het systeem van Diftar, waarbij huishoudens gedeeltelijk zelf kunnen sturen in de hoogte van de afvalstoffenheffing. Ieder huishouden betaalt voor het eigen aanbiedgedrag. De gemeente Drimmelen realiseerde in 2011 een bronscheidingspercentage van 69%, wat ruim boven het CBS gemiddelde voor vergelijkbare weinig stedelijke gemeenten ligt (van 60%).
De doelstelling en visie is op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt: Doelen (4-jarig) 1. Streven naar een duurzame leefomgeving
Taakveld
Activiteiten 1 Nota duurzaamheid (klimaatbeleid, energiebeleid, windenergie, duurzaam bouwen) 2 Opstellen en uitvoeren beleid biodiversiteit 3 Indien mogelijk uitplaatsen van milieuhinderlijke bedrijven 4 Uitvoering SLOK en vanaf 2013 uitvoering EnergieAgenda WestBrabant
Milieu
Oorsprong Coalitieakkoord
Prognose Realisatie 2011-2013
Coalitieakkoord
2011-2013
-
2010-2014
B&W-besluit d.d. 30 2010-2012 september 2008 en raadsbesluit d.d. 6 november 2008 (begrotingsbehandeli ng: SLOK hoge prioriteit toegekend en middelen beschikbaar gesteld). EnergieAgenda West- 2012-2020 Brabant is vervolg op SLOK. Wordt in 2012 binnen RWB vorm gegeven en ter besluitvorming voorgelegd.
2. Het beperken van de hoeveelheid restafval die burgers aanbieden
Reiniging
5 Duurzaamheid opnemen in format Coalitieakkoord van raadsvoorstel 1 (Bij-)sturen op afvaltarieven 2 Duurzame verwerking van Coalitieakkoord afvalstromen
52
2013 2010-2014 2010-2014
2012
Kaders / Beleidsstukken Het kader waarbinnen dit programma wordt uitgevoerd is gebaseerd op de volgende beleidsdocumenten en besluitvorming: 1. EnergieAgenda West-Brabant 2012 2. Beleidsplan 2011-2015 Afvalstoffen Drimmelen 2011 3. Milieu-uitvoeringsprogramma 2011-2014 2011 4. Regionale visie Duurzame Energie (SLOK) 2011 5. Milieubeleidsplan 2007-2010+ 2007 Wat gaan we daarvoor doen? 9.1 Streven naar een duurzame leefomgeving. 9.1.1 Nota duurzaamheid. Het resultaat is een Beleidsplan Duurzaamheid gemeente Drimmelen met een visie waar we als gemeente in 2040 willen staan met betrekking tot duurzaamheid, doelstellingen voor de eerste vier jaar (2013-2016) en een globaal uitvoeringsplan. Daarnaast wordt een afzonderlijk uitvoeringsprogramma voor de eerste vier jaar opgesteld. Met de uitvoering van het project is gestart in mei 2012. Het project duurt ongeveer een jaar. Bestuurlijke vaststelling van het beleidsplan duurzaamheid wordt daarom eind tweede kwartaal/ begin derde kwartaal 2013 verwacht. 9.1.2 Ontwikkelen beleid biodiversiteit. In 2013 wordt een beleidsnota Biodiversiteit opgeleverd, waarin beleid wordt uitgewerkt en acties worden voorgesteld om doelstellingen betreffende Biodiversiteit binnen sectoren en doelgroepen te realiseren (bijv. inrichting en beheer van de openbare ruimte en het openbare groen). In de nota zal de vraag worden beantwoord hoe vanuit de gemeentelijke taken en werkzaamheden een bijdrage kan worden geleverd aan de biodiversiteit. Om de tijdsbelasting van zowel interne als externe doelgroepen niet onnodig op te voeren, wordt de planning van de nota biodiversiteit afgestemd op de planning van de nota duurzaamheid. 9.1.3 Indien mogelijk uitplaatsen van milieuhinderlijke bedrijven. De gemeente heeft geen specifiek beleid of specifieke middelen beschikbaar om actieve uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven mogelijk te maken. Wel zal de gemeente in voorkomende gevallen meedenken, faciliteren en indien nodig bemiddelen. 9.1.4 Uitvoering EenergieAgenda West-Brabant. Het SLOK loopt per 31 december 2012 af. In 2012 is nagedacht over een vervolg op de SLOK-projecten. Dit vervolg wordt opgenomen in de EnergieAgenda West-Brabant. Deze EnergieAgenda is in 2012 opgesteld en ter vaststelling naar alle gemeenten binnen de regio gestuurd. In 2013 wordt deze EnergieAgenda uitgevoerd. 9.1.5 "Duurzaamheid" opnemen in het format van het raadsvoorstel. Zodra het duurzaamheidsbeleid van de gemeente Drimmelen bekend is, kan dit opgenomen worden in het format van het raadsvoorstel. Hiermee worden voorstellen getoetst aan het duurzaamheidsbeleid. In het tweede/derde kwartaal van 2013 zal dit vorm krijgen. 9.2
Het beperken van de hoeveelheid restafval die burgers aanbieden.
9.2.1 (Bij-)sturen op afvaltarieven. Belangrijk in deze afweging is het uitgangspunt dat in een financieel slecht klimaat financiële risico's binnen de afvalstoffenheffing/reiniging zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Duurzame verwerking van afvalstromen. De afvalwereld is fors in beweging. Denk hierbij alleen al aan het verpakkingenakkoord (de inzameling van oud papier en karton, consumptieglas, kunststofverpakkingen), aflopende afvalcontracten en nieuwe samenwerkingsvormen. Dit terwijl gemeenten en afvalbedrijven kosten willen besparen en service willen verbeteren. Op de achtergrond speelt dan nog de vraag hoe je alles zo duurzaam mogelijk doet. Cradle to cradle (C2C) wordt steeds meer het streven (afval = voedsel).
53
Onze gemeente probeert het landelijke beleid zo goed mogelijk uit te voeren en daarbij te kijken naar de lokaal best passende oplossing, zoals de aanpak van zwerfafval, nieuwe (Europese aanbesteding) afvalverwerkingcontracten en de optimalisering van DIFTAR. Daarbij houden we oog voor tarievenontwikkeling, de eventuele vraag naar schaalvergroting en taakverbreding, en uiteraard de bestuurlijke verhoudingen.
Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties Realisatie 2011 Reiniging Hondenoverlastbestrijding Milieu Ongediertebestrijding Destructie
Totaal lasten Reiniging Hondenoverlastbestrijding Milieu Ongediertebestrijding
Totaal baten Totaal budget
Begroting 2014 2015
2012
2013
2.613.940
2.792.056
2.646.575
2.638.469
2.639.694
2.639.247
2016
142.642
131.102
132.999
132.590
132.604
132.325
723.063
414.321
356.293
348.142
344.003
341.088
16.720
19.153
19.858
19.824
19.860
19.848
2.154
2.200
3.498.519
3.356.631
3.155.726
3.139.025
3.136.161
3.132.508
3.381.121
3.084.297
3.103.760
3.143.997
3.145.010
3.135.392
163.055
149.305
147.156
149.751
149.768
149.494
37.266
11.965
11.225
11.225
1.050
1.050
0
0
0
0
0
0
3.581.442
3.245.568
3.262.141
3.304.972
3.295.827
3.285.935
-82.922
111.063
-106.415
-165.947
-159.666
-153.427
Tabel mutatie reserves Realisatie 2011 Egalisatieres. afvalstoffenheffing Egalisatieres. hondenoverlastbestrijding Totaal stortingen Egalisatieres. afvalstoffenheffing Algemene reserve Reserve claims Totaal onttrekkingen Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
279.455
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
38.623
6.472
1.063
285.927
39.686
0
275.000
53.347
0
0
0
0
0
0
5.000 43.697
6.079
43.697
286.079
242.230
-246.394
-53.347
0
0
0
159.307
-135.330
-159.762
-165.947
-159.666
-153.427
53.347
54
55
10
Sociale infrastructuur
Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Het programma is gericht op voorzieningen ten behoeve van de sociale leefbaarheid in de kernen. Hierbij gaat het om het beschikbaar stellen van accommodaties en het subsidiëren van instellingen en organisaties die zich inzetten ten behoeve van leefbaarheid en participatie. De doelstellingen van het programma zijn: 10.1 Het stimuleren van zelfredzaamheid van burgers e n organisaties • In het kader van het Dorpsgericht werken worden bewoners betrokken bij de leefbaarheid van hun kern door middel van onder meer overleg en dorpsschouwen. Voor alle kernen is een bewonersvertegenwoordiging gerealiseerd (zie programma 3. openbare ruimte). • Voor het onderhoud van de kunstwerken in de gemeente is een meerjaren-onderhoudsplan opgesteld. In overleg met de Kunstkring en mogelijk ook met omwonenden worden kunstwerken in de openbare ruimte opgeknapt en onderhouden. • De gemeente stelt diverse sport- en sociaal culturele accommodaties beschikbaar en subsidieert vele vrijwilligersorganisaties ten behoeve van de leefbaarheid in de kernen. De gemeenteraad heeft in het kader van de Kerntakendiscussie een nieuw subsidiebeleid voor vrijwilligers vastgesteld, zie programma 6. 10.2 Het bevorderen van een gezonde leefstijl van jongeren (zie doelstelling 6.5) • Het Bos-project (Buurt-Onderwijs-Sport) is eind 2011 afgerond vanwege beëindiging van de BOSsubsidie. De Gemeente Drimmelen heeft in 2012 een aanvraag ingediend voor een Rijkssubsidie in het kader van de Brede impuls combinatiefuncties. Het doel is het sporten en bewegen in de buurt te stimuleren. Drimmelen ontvangt voor 2012 een bedrag van € 76.800 voor de inzet van een buurtsportcoach. De middelen voor de volgende jaren zijn afhankelijk van het project en de mogelijkheden door Drimmelen voor cofinanciering. Eind 2012 wordt een plan opgesteld ten behoeve van de inzet van de middelen. Een van de onderdelen is mogelijk het project Sjors Sportief, een project gericht op sportstimulering van kinderen. • Het bevorderen van een gezonde leefstijl (voeding en bewegen) van jongeren en het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik door jongeren maakt onderdeel uit van de nota volksgezondheid (zie programma 6.). • De gemeenteraad heeft medio 2008 de nota Armoedebeleid vastgesteld en extra middelen beschikbaar gesteld voor intensivering van het armoedebeleid. Eén van de onderdelen is het mogelijk maken van sporten van kinderen via de stichting Leergeld. • Verder stelt de gemeente accommodaties beschikbaar en subsidieert verenigingen om sportgebruik te stimuleren.
10.3 Het behouden van het voorzieningenniveau in de kernen • De afgelopen periode is een aantal ontwikkelingen in gang gezet om het voorzieningenniveau in de verschillende kernen te behouden en daar waar mogelijk te versterken, zoals de brede scholen, zorgwoningen en een nieuwe sporthal. • In het kader van de Kerntakendiscussie heeft de gemeenteraad een aantal besluiten genomen, zoals verlaging van de subsidie aan Theek 5 voor de openbare bibliotheek, het afschaffen van de huldiging sportkampioenen en het afstoten van gemeenschapshuis Den Domp. Daarnaast heeft de gemeenteraad een aantal onderzoeksopdrachten vastgesteld gericht op zwembaden, buitensport, binnensport en sociaal culturele accommodaties. • In het nieuwe coalitieakkoord “Bouwen aan Vertrouwen” is een aantal onderwerpen opgenomen op het gebied van voorzieningen. Ten aanzien van de zwembaden moet een heroriëntatie plaatsvinden op de mogelijkheden om beide zw embaden open te houden. Ter overbrugging naar besluitvorming is voor 2013 een eenmalig exploitatiebedrag beschikbaar gesteld om de baden operationeel te houden. Daarnaast is uitbreiding van de Amerhal in combinatie met een goede oplossing voor de locatie Romboutsstraat onderdeel van het coalitieakkoord. Voor Den Domp is een incidenteel bedrag beschikbaar gesteld voor onderhoud gelet op stagnatie uitvoering plan Lage Zwaluwe-West. Ten slotte is opgenomen, dat er een structurele oplossing gevonden moet worden voor de gymzaal in Terheijden.
56
De doelstelling en visie is op basis van eerdere besluitvorming als volgt uitgewerkt. Doelen (4-jarig) 1. Het stimuleren van zelfredzaamheid van burgers 2. Het bevorderen van een gezonde leefstijl van jongeren
3. Behoud voorzieningenniveau in de kernen
Taakveld Kunst en leefbaarheid Sport en volksgzondheid
Sport en welzijn
Activiteiten 1 Uitvoering onderhoudsprogramma kunst 1 Uitvoering project combinatiefuncties 2 Subsidie Leergeld t.b.v. sport jongeren 3 Aanpak bevordering gezonde leefstijl jongeren en terugdringen schadelijk alcoholgebruik 1 visievorming m.b.t. toekomst gymzaal Terheijden
Oorsprong Prognose Programmabegroting 2013 Programmabegroting
2013
Armoedebeleid
2013
Nota Volksgezondheid
2013
Coalitieakkoord II
2013
2 Uitbreiding Amerhal 3 Besluitvorming toekomst zwembaden 4 Actualisatie sportnota
Coalitieakkoord II Coalitieakkoord II
2013 2013
Programmabegroting
2013
5 Bezuiniging Theek 5 6 Opdracht KTD buitensport 7 Opdracht KTD accommodaties
KTD KTD KTD
2013 2013 2013
Kaders / Beleidsstukken Het kader waarbinnen dit programma wordt uitgevoerd is gebaseerd de volgende besluit-vorming: 1. Onderhoudsplan Kunstkring 2012 2. Sportnota 2005 3. Aanvraag brede impuls combinatiefuncties 2012 4. Armoedebeleid 2008 5. Kerntakendiscussie 2011 6. Subsidiebeleid vrijwilligersorganisaties 2012 7. Raadsbesluit m.b.t. opdracht binnensport/s.c.a. 2012 8. Raadsbesluit m.b.t. opdracht buitens port 2012 9. Coalitieakkoord m.b.t. voorzieningen 2012
Wat gaan we daarvoor doen? 10.1 Het stimuleren van zelfredzaamheid van burgers en organisaties 10.1.1 Onderhoud buitenkunstwerken In overleg met de Kunstkring is een nieuwe onderhoudsplanning opgesteld voor d e periode 2012-2015. Op basis van het plan wordt jaarlijks een aantal buiten-kunstwerken opgeknapt. Een inventarisatie van de buitenkunstwerken in de gemeente Drimmelen heeft inmiddels plaatsgevonden. Alle kunstwerken zijn onderzocht op eventuele beschadigingen en of gebreken anderszins, ontstaan door vernielingen en/of weersinvloeden. 10.1.2
Dorpsgericht werken, zie programma 3 openbare ruimte
10.2 Het bevorderen van een gezonde leefstijl van jongeren (zie doelstelling 6.5) 10.2.1 Combinatiefuncties De Gemeente Drimmelen heeft in 2012 een aanvraag ingediend voor een Rijkssubsidie in het kader van de Brede impuls combinatiefuncties. Het doel is het sporten en bewegen in de buurt te stimuleren voor zowel jongeren als ouderen. Drimmelen ontvangt voor 2012 een bedrag van € 76.800 voor de inzet van een buurtsportcoach. De middelen voor de volgende jaren zijn afhankelijk van het project en de mogelijkheden door Drimmelen voor cofinanciering. Eind 2012 wordt een plan opgesteld ten behoeve van de inzet van de middelen. Een van de onderdelen is mogelijk het project Sjors Sportief, een project gericht op sportstimulering van kinderen. 10.2.2
Sporten minima De raad heeft bij vaststelling van het armoedebeleid middelen beschikbaar gesteld om het sporten van kinderen en jongeren van ouders in een minimasituatie te stimuleren. De stichting Leergeld ontvangt in 2013 hiervoor subsidie. Zie punt 8.2.2.
10.2.3
Nota volksgezondheid In 2013 wordt uitvoering gegeven aan de nieuwe nota volksgezondheid, waaronder de speerpunten het bevorderen van een gezonde leefstijl (voeding en bewegen) en het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik door jongeren. Zie programma 6.
57
10.3 Het behouden van het voorzieningenniveau in de kernen 10.3.1
Gymzaal Terheijden In het nieuwe coalitieakkoord Bouwen aan vertrouwen is opgenomen, dat een structurele oplossing gezocht moet worden voor de gymzaal in Terheijden. De gymzaal in Terheijden kan op basis van de onderhoudstoestand naar inschatting nog ongeveer vijf jaar mee, rekening houdend met de wettelijke verplichting met betrekking tot het basisonderwijs. In 2013 wordt een visie voor de toekomst van de gymzaal opgesteld, indien mogelijk in combinatie met besluitvorming over de zwembaden en binnensportaccommodaties.
10.3.2
Gymzaal Romboutsstraat De afgelopen jaren zijn diverse varianten uitgewerkt ten behoeve van besluitvorming rondom vervanging van de gymzaal Romboutsstraat in Made, waaronder renovatie van de huidige gymzaal, nieuwbouw gymzaal op de huidige locatie en uitbreiding van sporthal de Amerhal. In het nieuwe coalitieakkoord is opgenomen, dat de Amerhal uitgebreid wordt. Tevens zijn middelen beschikbaar gesteld voor uitbreiding van de Amerhal, te weten een krediet van € 1,1 miljoen (inclusief BTW) en zijn de jaarlasten van € 55.000 vanaf 2014 verwerkt in de begroting. Voor de incidentele kosten is een bedrag van € 73.000 opgenomen ten behoeve van sloopkosten, compensatie speelruimte Dongemond en aanleg parkeerplaatsen. Ten behoeve van de uitbreiding Amerhal is een planning opgesteld, waarbij met de aanvang van het project eind 2012, de start van de bouw in het eerste kwartaal 2014 haalbaar is. Stichting Judo Made pleit al jaren voor uitbreiding van de Dojo aan de Romboutsstraat. Hiervoor zijn de afgelopen jaren diverse varianten in beeld gebracht. Stichting Judo Made heeft zomer 2012 aangegeven voorkeur te hebben voor een beperkte uitbreiding van 200 m2 in westelijke richting (conform eerste plannen uit 2008). Uitbreiding wordt volledig gerealiseerd op kosten van de Judoclub. Het gebruik van de grond wordt juridisch geregeld op basis van een erfpacht en/of uitbreiding van de bestaande huurovereenkomst. Deze uitbreiding van de Dojo vormt geen belemmering voor een mogelijke herontwikkeling van de locatie gymzaal Romboutsstraat.
10.3.3
Zwembaden Met Sportfondsen Nederland is voor de periode 2003 tot en met 2012 een exploitatieovereenkomst gesloten voor de zwembaden in onze gemeente, te weten de Randoet in Made en het Puzzelbad in Terheijden. De gemeenteraad heeft bij de besluitvorming Kerntakendiscussie 2011 een onderzoeks opdracht vastgesteld met betrekking tot privatisering van de zwembaden de Randoet en het Puzzelbad. De mogelijkheden moesten onderzocht worden om beide zwembaden vanaf 2013 open te houden zonder gemeentelijke bijdrage. De financiële taakstelling betrof een bedrag van structureel € 370.000 per 2013. Uit de marktconsultatie is gebleken, dat er geen kandidaten zijn om de exploitatie zonder gemeentelijke bijdrage over te nemen. In het nieuwe coalitieakkoord Bouwen aan Vertrouwen is voor het jaar 2013 een bedrag van € 250.000 beschikbaar gesteld voor het beheer en exploitatie van beide zwembaden. Voorts is gesteld dat een structurele oplossing gecreëerd moet worden voor het openhouden van beide zwembaden vanaf 2014 inclusief structurele dekking. . De bestaande overeenkomst met Sportfondsen Drimmelen wordt verlengd voor het jaar 2013 op basis van een taakstellend exploitatiebedrag van € 250.000. Voor de dekking van de exploitatie van de zwembaden is vanaf 2014 e.v. structureel jaarlijks een bedrag van € 250.000 benodigd, uitgaande van inzet saldo onderhoudsvoorziening (MOP) van € 400.000. De gemeenteraad wordt verzocht bij behandeling van de begroting 2013 hierover een besluit te nemen. Vervolgens wordt voor de exploitatie over de jaren 2014 en verder een nieuwe aanvraag geformuleerd en wordt gestart met de aanbestedingsprocedure.
10.3.4
Actualisatie van de sportnota Actualisatie van de sportnota uit 2005 stond gepland voor eind 2010. Gelet echter op de Kerntakendiscussie en mogelijke consequenties voor de sport wordt het opstellen van een nieuwe sportnota pas opgepakt na de besluitvorming over de Kerntakendiscussie. Naar verwachting wordt de besluitvorming over de opdrachten binnensport, buitensport en zwembaden in de eerste helft van 2013 afgerond, zodat eind 2013 het nieuwe sportbeleid opgesteld kan worden.
10.3.5
In 2012 zijn de brede scholen Oranjeplein Terheijden en Lage Zwaluwe West in gebruik genomen. De bibliotheek is gehuisvest in beide brede scholen. Bij de besluitvorming Kerntakendiscussie 2011 is besloten tot een bezuiniging van 25% op de subsidie aan Theek 5, gefaseerd in twee jaar. De raad heeft eind 2011 ingestemd met het bezuinigingsvoorstel met betrekking tot Theek 5 met een taakstelling van 25%. Over de extra korting van € 30.000 (wegvallen werkgeversbijdrage) heeft de raad vooralsnog geen definitief besluit genomen. Daarvoor zal op basis van een evaluatie over het ingevulde bezuinigingspakket een nieuw afwegingsmoment worden gekozen in de loop van 2014. Over de invulling van het restant van de bezuinigingstaakstelling in 2013 vindt nog overleg plaats met Stichting Theek 5.
58
10.3.6
De gemeenteraad heeft bij de besluitvorming Kerntakendiscussie 2011 een onderzoeksopdracht vastgesteld gericht op de buitensportaccommodaties met een financiële taakstelling van € 50.000 per 2014. De gemeenteraad heeft augustus 2012 het kader vastgesteld waarbinnen de bezuinigings taakstelling uitgevoerd kan worden. Tevens heeft de gemeenteraad ingestemd met privatisering van het tenniscomplex Made waarmee een substantieel deel van de bezuinigingen gerealiseerd wordt, te weten jaarlijks € 34.000. Najaar 2012 gaat het college op basis van de kadernotitie overleg aan met de buitensportverenigingen om tot realisering van de resterende bezuiniging te komen.
10.3.7
Een andere onderzoeksopdracht betreft de gemeentelijke accommodaties, te weten de binnensportaccommodaties en sociaal culturele accommodaties. Hieraan is een financiële taakstelling gekoppeld van structureel € 50.000 per 2015 voor de sociaal culturele accommodaties en € 50.000 per 2014 (€ 25.000 per 2013) voor de binnensportaccommodaties. Op basis van een onderzoeksrapport heeft de gemeenteraad begin 2012 ingestemd met uitwerking van de onderzoeksopdracht, waaronder het reduceren van 1 formatieplaats beheer binnensport, het aangaan van nieuwe pachtovereenkomsten met de horeca-exploitanten binnensport, het verrichten van een vervolgonderzoek naar de consequenties van een privaatrechtelijke verzelfstandiging van de binnensport en verlaging van de exploitatiebijdragen aan de exploitanten van de sociaal culturele accommodaties. In 2012 vindt nader onderzoek plaats naar de mogelijke verzelfstandiging van de binnensport, in de vorm van een groeimodel in combinatie met buitensport en sociaal culturele accommodaties, zodat de raad begin 2013 een besluit kan nemen. Ook op de andere onderdelen van het raadsbesluit van begin 2012 wordt in 2013 nadere uitvoering aan gegeven.
Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties
Openbaar bibliotheekwerk Vrijwilligersbeleid Muziekonderwijs Volksontwikkeling Zwembaden Binnen accommodaties sport Sportzaken Buiten accommodaties sport Kunst Oudheidkunde Volksfeesten/evenementen Accommodaties sociaal cultureel werk
Totaal lasten Openbaar bibliotheekwerk Vrijwilligersbeleid Muziekonderwijs Volksontwikkeling Zwembaden Binnen accommodaties sport Sportzaken Buiten accommodaties sport Kunst Oudheidkunde Volksfeesten/evenementen Accommodaties sociaal cultureel werk
Totaal baten Totaal budget
Begroting 2014 2015
Realisatie 2011
2012
2013
527.675
487.390
384.975
384.635
379.634
379.321
5.597 102.220
4.910 66.888
4.954 34.025
4.957 766
4.962 768
4.967 771
76.207 496.797
82.133 510.176
69.436 391.298
79.144 141.343
79.149 140.824
79.154 60.303
843.412 175.151
764.998 172.251
726.191 196.616
860.227 196.291
779.763 196.534
780.470 196.756
644.107 60.716
670.315 65.226
623.984 31.293
607.492 31.299
602.914 31.345
600.879 31.368
23.350 77.532
25.016 87.341
16.460 85.110
16.463 84.965
16.468 85.133
16.473 85.086
859.314 3.892.077
854.395 3.791.040
823.207 3.387.548
821.427 3.229.009
634.052 2.951.546
632.084 2.867.632
16.759
17.136
27.637
27.637
27.637
27.637
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
280.757 0
0 0 281.910 0
284.549 0
284.549 0
284.549 0
284.549 0
464.770 19.568
90.750 14.579
81.826 0
81.826 0
81.826 0
81.826 0
6.480
6.626
0 225.727 1.014.061
0 209.659 620.660
6.745 0
6.745 0
6.745 0
6.745 0
215.835 616.592
214.540 615.297
161.070 561.827
161.070 561.827
2.878.017
3.170.380
2.770.956
2.613.711
2.389.719
2.305.805
2016
Tabel mutatie reserves Begroting
Realisatie 2011
2012
Reserve kapitaallasten (Hockey Made) Totaal stortingen
505.800
160.000
505.800
160.000
Algemene reserve Reserve claims Reserve kapitaallasten Totaal onttrekkingen
250.023 60.000
217.334
38.239 348.262 157.538 3.035.555
Saldo mutaties reserves Totaal budget incl. dekking
2013
2014
0
0
0
0
109.482 326.816
138.424 138.424
135.839 135.839
133.255 133.255
130.670 130.670
-166.816 3.003.564
-138.424 2.632.532
-135.839 2.477.872
-133.255 2.256.465
-130.670 2.175.135
59
2015
2016
Tabel investeringen: 2013 Binnensport Uitbreiding Amerhal/ vervaning Romboutstraat
1.100.750
Buitesport Investeringsbijdrage Madese tennisvereniging
100.000
Totaal investeringen
2014
2015
2016
1.200.750
Uitbreiding Amerhal Zie 10.3.2 Investeringsbijdrage Madese tennisvereniging Op 30 augustus 2012 heeft de Raad ingestemd met de privatisering van de Madese Tennisvereniging. Middels een eenmalige i nvesteringsbijdrage van de gemeente en een garantstelling door de gemeente kan de vereniging investeren in all-weather banen. Indicatoren: prestatie, output, outcome W 2011 B 2012 B 2013 Subdoelstelling 10.1 Aantal opgeknapte kunstwerken
1
2
Subdoelstelling 10.2 Uitvoering project combinatiefuncties Aantal jeugdleden sportverenigingen
2
p.m. *1 2.983
3.100
3.100
(bron: laatste peildatum 1 juli 2009)
Subdoelstelling 10.3 Uitbreiding Amerhal
*2
Privatisering tennis Made
x
*1 Zodra projectopzet bekend is, worden indicatoren benoemd *2 besluitvorming 2012, realisering 2014
60
61
Algemene dekkingsmiddelen In voorafgaande programmabegrotingen was er een programma Algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Daar dit programma sterk beleidsarm was, wordt vanaf de begroting 2013 alleen een overzicht algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Overige relevante financiële zaken staan in de paragrafen Lokale Heffingen en Financiering. Wel wordt ingegaan op de gewijzigde financiële randvoorwaarden. Recapitulatie en overzicht Algemene dekkingsmiddelen (in € 1.000) Omschrijving programma relatie met de burger veiligheid
Realisatie 2011 Baten
lasten
Begroting 2012 Saldo
Baten
Begroting 2013
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
602 23
-4.110 -2.299
-3.508 -2.276
440 4
-4.212 -2.347
-3.772 -2.343
370 4
-3.820 -2.320
-3.450 -2.316
openbare ruimte verkeer en vervoer
2.579 383
-7.668 -1.082
-5.089 -699
2.801 26
-8.047 -732
-5.246 -706
3.025 175
-8.256 -814
-5.231 -639
economische zaken en toerisme jeugd en jongeren
2.938 1.495
-1.284 -3.213
1.654 -1.718
249 239
-702 -3.159
-453 -2.920
215 204
-845 -3.228
-630 -3.023
13.666 5.563
-11.740 -11.725
1.926 -6.162
7.245 5.006
-6.715 -11.967
529 -6.961
7.817 5.163
-7.413 -12.264
405 -7.101
3.581
-3.499
83
3.246
-3.357
-111
3.262
-3.156
106
1.014 31.846
-3.892 -50.512
-2.878 -18.666
621 19.875
-3.791 -45.028
-3.170 -25.153
617 20.853
-3.388 -45.502
-2.771 -24.649
ruimte en wonen zorg milieu sociale infrastructuur Subtotaal programma's Omschrijving algemene dekkingsmiddelen Dividend (beleggingen) Saldo financieringsfunctie Algemene uitkeringen Onvoorzien Lokale heffingen
84
-3
82
42
-3
40
42
-3
40
1.242 19.627
-3 -22
1.239 19.605
1.379 19.987
-4 -107
1.375 19.880
1.515 19.578
-4 -135
1.511 19.443
0 3.955
0 -443
0 3.511
0 3.931
-50 -444
-50 3.487
0 4.151
-50 -443
-50 3.708
Overige algemene dekkingsmiddelen
600
-730
-130
544
-505
39
507
-369
138
Subtotaal alg. dekkingmiddelen
25.509
-1.202
24.307
25.884
-1.113
24.771
25.794
-1.004
24.790
Resultaat voor bestemming
5.641
-381
141
Toevoeging onttrekking reserves relatie met de burger
ok 13
0
13
10
0
10
0
0
0
veiligheid openbare ruimte
38 308
0 -51
38 257
38 614
0 -251
38 362
37 312
0 0
37 312
verkeer en vervoer
173
-19
154
206
0
206
114
0
114
economische zaken en toerisme jeugd en jongeren
0 399
-2.767 -3.290
-2.767 -2.891
0 830
0 -257
0 573
0 653
0 -29
0 624
1.814 16
-2.083 0
-269 16
354 75
-1.725 -50
-1.371 25
406 169
-1.716 -57
-1.310 112
milieu sociale infrastructuur
44 348
-286 -506
-242 -158
286 327
-40 -160
246 167
53 138
0 0
53 138
algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Bedrijfsvoering/intern
376 388
-465 -90
-90 298
157 606
-558 -80
-402 526
181 205
-526 0
-345 205
3.916
-9.557
-5.641
3.503
-3.121
381
2.270
-2.328
-58
ruimte en wonen zorg
Subtotaal mutaties reserves Resultaat na bestemming
0
0
83
De gepresenteerde cijfers betreffen de saldi van het betreffende programma. Een positief cijfer is per saldo een kostenpost. Een negatief cijfer is een inkomstenpost. De algemene dekkingsmiddelen zijn opgebouwd uit: Beleggingen
Bank Nederlandse gemeenten
Belang Nominaal Drimmelen 31-12-2011 0,065% 82.646,99
Realisatie 2011 84.265
Begroting 2012 42.376
Begroting 2013 42.376
Vanwege de verkoop van de aandelen Intergas wordt geen dividend meer ontvangen. Van Brabant Water wordt voorlopig ook nog geen dividend ontvangen (zie ook paragraaf Verbonden Partijen) Financiering Realisatie 2011 76.240 1.166.237 1.242.477
Financiering korter dan 1 jaar Financiering langer dan 1 jaar
Begroting 2012 50.000 1.329.165 1.379.165
Begroting 2013 30.095 1.484.723 1.514.818
De ‘Financiering korter dan 1 jaar‘ heeft betrekking op de rente die ontvangen wordt over tijdelijke financieringsoverschotten. Vanwege de lage rentestand is het de verwachting dat deze opbrengsten zeer beperkt zullen zijn. De ‘Financiering langer dan 1 jaar’ betreft de werkelijke rentelasten over aangetrokken langlopende leningen en de administratieve rente over eigen financieringsmiddelen. 62
Algemene uitkering uit Gemeentefonds Gemeenten krijgen een algemene uitkering uit het gemeentefonds en van diverse ministeries specifieke uitkeringen. Deze specifieke uitkeringen mogen alleen worden besteed aan de omschreven taak (geoormerkte middelen). In tegenstelling tot de specifieke uitkeringen is de algemene uitkering (n.b.: inclusief integratie- en decentralisatie-uitkeringen) wel vrij besteedbaar, hoewel hier een aantal wettelijke taken tegenover staan. Ondanks dat het algemene middelen betreffen, kan de raad besluiten bepaalde middelen te ‘oormerken’ voor bepaalde activiteiten. Zo heeft de raad bijvoorbeeld indertijd bepaald dat de in de algemene uitkering opgenomen middelen voor de WMO één op één zijn bestemd voor de uitvoering van de WMO (n.b. “oormerken” in later stadium weer losgelaten nadat uitgaven hoger dan verstrekte middelen bleken). Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties brengt jaarlijks een aantal circulaires uit, waaronder de mei- en de septembercirculaire. De meicirculaire is gebaseerd op de Voorjaarsnota van het Rijk. In de septembercirculaire worden de laatste bijstellingen verwerkt op grond van de Miljoenennota. De uitgangspunten in de meicirculaire zijn voor gemeenten vooral belangrijk voor het opstellen van de eigen begroting en de meerjarenramingen. Naast bestuurlijke informatie geeft de circulaire ook informatie over de financiële ontwikkelingen. Op grond van genoemde circulaires kan de algemene uitkering aan de gemeente worden berekend. Vanwege wijzigingen in rijksbeleid en de systematiek van ’samen de trap, samen de trap af’ kan de werkelijke Algemene uitkering echter sterk afwijken. De algemene uitkering kent twee belangrijke factoren die de omvang van de uitkering bepalen, te weten: het accres en de gemeentelijke taken. Via het accres worden de meer of minderuitgave n van het Rijk gecompenseerd. Geeft het Rijk meer geld uit, dan krijgen gemeenten ook meer geld uit het fonds en andersom (ook wel bekend als samen de trap op en samen de trap af). Het accres is voor iedere gemeente gelijk. Het accres voor de komende jaren is volgens de septembercirculaire als volgt: Tabel Accres in procenten
Uitkeringsjaar Accres nominaal (%) Accres reeel (%)
2012 1,432,68-
2013 1,052,80-
2014 4,24 2,49
2015 0,75 1,00-
2016 3,43 1,68
Het accres reëel is gecorrigeerd met de prijsinflatie. De septembercirculaire heeft vanwege de verkiezingen weinig extra zekerheid gegeven over de toekomst. Er blijft nog flink wat onzekerheid bestaan over het Gemeentefonds. Naar verwachting zal het kabinet aanzienlijke bezuinigingen doorvoeren die gedeeltelijk ook gevolgen zullen hebben voor de gemeentes. Tevens zullen de decentralisaties en de herijking van de clusters financiële gevolgen hebben. Op grond van informatie van verschillende ministeries, de VNG en de septembercirculaire 2012 is getracht om een inschatting te maken van de daaraan vast hangende financiële gevolgen. Zoals reeds eerder aangegeven heeft het Rijk hieromtrent nog steeds geen volledige duidelijkheid gegeven. Om deze reden is besloten een stelpost op te nemen in de begroting om op deze manier toekomstige financiële tegenvallers op te vangen. Ingeschat nu wordt dat het financiële nadeel o.b.v. een “worst case” scenario zich ontwikkelt van ca. € 135.000 in 2013 tot ca. € 1,2 miljoen in 2017. Onderstaande tabel toont de uitkeringen uit het gemeentefonds voor onze gemeente voor de komende jaren volgens de junicirculaire (n.b. niet opgenomen in de Voorjaarsnota a.g .v. late verschijning circulaire, e.e.a. gecommuniceerd via Raadsbrief) en de septembercirculaire. Tabel Overzicht uitkeringen uit gemeentefonds voor de jaren 2012 t/m 2016 (afgerond en x € 1.000) tegen constante prijzen. Uitkeringsjaar 2013 2014 2015 2016 Septembercirculaire 2012 19.578 19.763 19.090 19.555 Junicirculaire 2012 19.608 19.674 19.095 19.488 Mutatie 2991 567 -/- geoormerkte gelden invoeringskosten dec.jeugdzorg sport en bewegen in de buurt jeugd- en gezin (aanpassing) Netto effect begroting
292381-
2368
2328-
46232-
De verschillen t.o.v. de junicirculaire zijn gering. En wordt grotendeels veroorzaakt door een lager accres en correctie van dubbele compensatie van de BTW verhoging. Hier tegenover staat een verhoging van de integratieuitkering WMO vanwege indexatie. De inkomsten m.b.t. compensatie van de invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg (ca. € 29.000), Centra Jeugd en Gezin (ca. € 23.000) en Sport en Bewegen (€ 45.600 vanaf 2016) zijn geoormerkt.
Algemene baten en lasten/ onvoorzien Jaarlijks wordt in de begroting een bedrag van € 50.000 opgenomen voor de post onvoorzien. De Raad kan 63
besluiten deze post te gebruiken als incidenteel dekkingsmiddel mits voldaan wordt aan de hieraan gestelde eisen (onuitstelbaar, onvermijdbaar en onvoorzienbaar). In het raadsvoorstel van de voorliggende begroting wordt voorgesteld deze post af te schaffen. Plaatselijke belastingen/ lokale middelen De gemeente kent de volgende niet bestedingsgebonden gemeentelijke heffingen: Excl. invorderingskosten Realisatie Begroting Begroting 2011 2012 2013 Onroerendezaakbelasting 3.777.656 3.792.165 4.025.617 Toeristenbelasting 144.032 110.000 99.200 Precariobelasting 16.034 18.421 15.582 Baatbelasting riolering 340 340 340 In de berekening onroerendezaakbelasting is rekening gehouden met de werkelijke baten 2012, de indexering en een groei van het aantal woningen per jaar van 80 in 2013 en van 50 voor 2014 en verder. Naast bovenstaande inkomsten ontvangt de gemeente ook hondenbelasting. Deze inkomsten worden echter verantwoord op programma 9.
Hondenbelasting (progr. 9)
Realisatie 2011 163.055
Begroting 2012 149.305
Begroting 2013 147.156
Saldo Kostenplaatsen Hier staat de het verschil tussen de rekenrente en de begrote omslagrente (o.b.v. de bespaarde rente en de werkelijke rente) evenals de KTD taakstelling personeel en de correctie van de inflatie. Exploitatiesaldo Het bedrag bestaat uit het begrote exploitatiesaldo voor 2013 ( € 83.000 positief), ambtelijke uren en de eerder gerealiseerde KTD opdrachten binnen- en buitensport. Mutatie reserves De verwachting is dat de reserves ultimo 2012 ca. € 44,2 miljoen bedragen en in de loop van 2013 per saldo nagenoeg niet wijzigen. Omschrijving
Saldo eind 2012
Exploitatie en bedrijfsreserves algemene dienst Vast kapitaal van de alg. dienst Algemene Reserve Totaal exploitatie- en bedrijfsreserves
20.361.827 1.921.464 22.283.291
Bestemmingsreserves Reserve riolering Reserve reiniging Reserve begraafplaatsen Reserve hondenoverlastbestrijding Reserve verbetering infrastruur haven Lage Z. Reserve behoud gem. monumenten Reserve inconv.uitker Intergas Reserve herziening bestemmingsplannen Reserve tijdelijke inhuur personeel Reserve kapitaallasten Reserve P.O.P. Reserve toerisme en recreatie Reserve e-dienstverlening Reserve voormalig hypotheekfonds Reserve IHP Reserve schuldhulpverlening Reserve transitie jeugdzorg Reserve transitie AWBZ Reserve bouwleges (omgevingsvergunning) Reserve biodiversiteit Totaal bestemmingsreserves
621.649 607.836 104.314 196.653 14.280 322.558 65.612 100.000 15.616.531 100.000 231.093 114.471 519.669 30.796 25.000 86.787 50.000 18.807.246
Reserves van het grondbedrijf Algemene bedrijfsreserve grondbedrijf Reserve opslag grote werken Reserve groenaanleg Reserve ruimtelijke ontwikkelingen Totaal reserves grondbedrijf Totaal reserves
845.936 551.890 702.437 1.011.709 3.111.972 44.202.509
Vermeerdering rente 3% storting
57.644 57.644
-
Begroting 2013 Vermindering Onttrekking exploitatie kap.lst.
24.645 24.645
-
178.815 53.347
35.000
82.262 93.000
468.496
468.496
526.140
Incidentele baten & lasten 64
1.137.035
28.846 57.413
74.238 15.173 25.000 28.846 144.200
121.259
50.000 744.882
1.630.000 31.293 10.207 9.428 1.680.928
312.892
1.802.187
1.133.419
1.137.035
51.000 363.892
1.137.035
Saldo eind 2013
20.361.827 1.954.462 22.316.289
442.834 554.489 104.314 196.653 14.280 240.296 7.612 100.000 14.947.991 100.000 231.093 114.471 445.431 15.622 17.515.084
2.163.044 583.183 661.644 1.021.137 4.429.008 44.260.382
Incidentele baten Programma 1. Relatie met de burger Totaal baten
2013
Incidentele lasten Programma 1. Relatie met de burger Programma 3. Openbare ruimte Programma 4. Verkeer en vervoer Programma 5. Economische zaken en toerisme Programma 7. Ruimte en wonen Programma 8. Zorg Programma 9. Milieu Programma 10. Sociale infrastructuur Programma 11. Algemene dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering Totaal lasten
2013
2014
2015 0 0
2016 75.280 75.280
0 0 7.350 0 0 0 4.473 0 8.180 26.138 46.141
2016 22.495 0 0 0 0 0 0 0 0 26.138 48.633
-297.284 2014
-46.141 2015
26.647 2016
0
0
75.280 75.280
0 0
0 0 2014 13.502 166.105 0 0 8.364 0 0 73.000 0 36.313 297.284
2015
0 166.105 0 200.000 17.500 15.335 0 0 0 36.313 435.253
Saldo Specificatie incidentele baten Programma 1. Relatie met de burger * Piek in de leges paspoorten en rijbewijzen Totaal Programma 1.
-435.253 2013
0
Specificatie incidentele lasten Programma 1. Relatie met de burger * GBA audit * Burgerenquete Totaal Programma 1.
2013
Programma 3. Openbare ruimte * Inhaalslag groot onderhoud OV (voorziening) Totaal Programma 3.
2015
2016
13.502 0
13.502
0
22.495 22.495
166.105 166.105
166.105 166.105
0
0
0
0
7.350 7.350
0
200.000 200.000
0
0
0
Programma 4. Verkeer en vervoer * Vervanging verkeerstellers Totaal Programma 4. Programma 5. Economische zaken en toerisme * Kleine Schans Terheijden Totaal Programma 5.
2014
Programma 7. Ruimte en wonen * Volkshuisvesting: woningbehoefte-onderzoek * BAG: herberekening gebruiksopp.niet-woningen Totaal Programma 7.
17.500 17.500
8.364
0
0
Programma 8. Zorg * Aanbesteding WMO HV Totaal Programma 8.
15.335 15.335
0
0
0
Programma 9. Milieu * Actualisering Milieubeleidsplan Totaal Programma 9.
0
0
4.473 4.473
0
Programma 10. Sociale infrastructuur * Incidentele kosten uitbreiding Amerhal Totaal Programma 10.
0
73.000 73.000
0
0
Programma 11. Algemene dekkingsmiddelen * Uitgebreide controle toeristenbelasting Totaal Programma 11.
0
0
8.180 8.180
0
10.175 26.138 36.313
10.175 26.138 36.313
26.138 26.138
26.138 26.138
8.364
Bedrijfsvoering * Uitbreiding opslagcapaciteit digitale bestanden * Digitalisering bouwvergunningen (2009 t/m 2016) Totaal Bedrijfsvoering
65
Financiële randvoorwaarden Onderdeel van de begroting vormen de financiële spelregels zoals deze door de Raad zijn vastgesteld. In de aanloop naar de begroting 2013 zijn deze spelregels scherp tegen het licht gehouden en op enkele punten geactualiseerd zodat de spelregels beter aansluiten bij het BBV, andere nota’s en de praktijk. De 10 financiële randvoorwaarden zijn nu als volgt: 1) (Meerjaren-)begroting. Er zijn twee momenten in het jaar om integraal de begroting te bespreken: in het voorjaar bij de vaststelling van de Kadernota en in het najaar bij de behandeling van de Programmabegroting. Alle voorstellen die buiten deze twee momenten vallen, zullen door het College van voorlopige passende dekking worden voorzien. Alleen voorstellen die zijn voorzien van passende dekking kunnen tussentijds via de besluitvormende raadsvergaderingen worden bekrachtigd. Voorstellen waarbij GEEN of ONVOLDOENDE dekkingsmogelijkheden zijn, worden niet eerder in de besluitvormende raadsvergadering behandeld, dan dat hiervoor WEL afdoende middelen zijn gerealiseerd. 2) De meerjarenbegroting dient structureel sluitend te zijn. Nader uitgewerkt betekent dit: a) structurele middelen mogen structureel of incidenteel/eenmalig worden ingezet; b) incidentele middelen mogen uitsluitend incidenteel worden benut; c) er worden zomin mogelijk structurele lasten in de begroting opgenomen zonder structurele dekking. 3) Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen ligt vast in de nota reserves en voorzieningen. In hoofdlijnen gelden hierbij de volgende regels: a) er is een algemene reserve Algemene Dienst en een algemene reserve Grondbedrijf, die mede dienen als buffer voor het opvangen van risico’s en onvoorziene tegenvallers; b) aan alle voorzieningen dient een gedegen bestedingsplan ten grondslag te liggen, dat jaarlijks wordt getoetst op actualiteit; c) het vormen van reserves is aan de raad. Middels een raadsvoorstel worden de omvang en de bestedingsmogelijkheden vastgelegd. Jaarlijks wordt de noodzaak en de omvang van de reserves getoetst. 4) Financiële mee- en tegenvallers: a) tegenvallers in de beleidsmatige sfeer worden in principe opgevangen binnen het desbetreffende Programma dan wel door het faseren van nieuw beleid en/of het snijden in bestaand beleid; b) tegenvallers in de bedrijfsvoering worden in principe opgevangen binnen de bedrijfsvoering, waarbij inzet van gelden beschikbaar gesteld voor beleid niet aan de orde is; c) tegenvallers, de normale exploitatie (alles wat binnen de begroting is voorzien) overstijgend, worden gedekt uit de algemene reserve Algemene Dienst; d) meevallers voor zover niet nodig ter compensatie van tegenvallers, worden betrokken bij de integrale afweging. e) Onder bedrijfsvoering wordt verstaan alles wat nodig is om een goede bedrijfsvoering te kunnen uitoefenen. Hieronder vallen de zgn. PIOFAH-taken (personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, automatisering en huisvesting), maar ook het beschikbare materieel. 5) Lokale lasten/heffingen: a) De OZB tarieven worden slechts verhoogd met een percentage dat is gebaseerd op de algemene kostenstijging, bestaande uit diverse componenten. Voor de gemeente Drimmelen zijn deze het gewogen gemiddelde van de verwachte inflatie en een inschatting van de loonkostenstijging van het ambtelijk apparaat, gecorrigeerd met het verschil tussen de inschatting en de werkelijke cijfers van het voorgaande begrotingsjaar; b) voor de afvalstoffenheffing, en het rioolrecht en de hondenbelasting geldt het systeem van gesloten financiering met duurzame (100%) kostendekkendheid, waarbij gebruik gemaakt wordt van egalisatiereserves, op zowel voor- als nacalculatorische basis. 6) Er dient een gezond weerstandsvermogen te zijn om toekomstige risico’s te kunnen afdekken en dus dient evenwicht te bestaan tussen risico’s en afdekking. De incidentele weerstandscapaciteit dient voldoende te zijn om de incidentele financiële risico’s te bekostigen. De structurele weerstandscapaciteit dient voldoende te zijn om de structurele financiële risico’s te bekostigen. Zodra financiële tegenvallers een structureel karakter krijgen - en dus niet meer als risico aangeduid kunnen worden - dienen deze in de exploitatiebegroting te worden verwerkt. 7) Financiering. De treasury-activiteiten van de gemeente zijn gericht op de uitoefening van de publieke taak. Ze dienen een prudent karakter te hebben en niet gericht te zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig renterisico. 8) Kapitaalgoederen (onderhoud): voor gemeentelijke goederen, die onderhevig zijn aan meerjarig duurzaam instandhouding en onderhoud dient: a) een actueel beleids -/beheersplan beschikbaar te zijn met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode; b) ten minste een vastgesteld minimaal kwaliteitsniveau gerealiseerd te worden. 9) Verbonden partijen: de gemeente neemt alleen deel in externe organisaties, indien daarmee aantoonbaar een gemeentelijk belang wordt gediend. 10) Grondbeleid: het beleid kent meerdere uitgangspunten: a) het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesti ng, economie, onderwijshuisvesting etc.; b) het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten; c) zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten. 66
De belangrijkste wijzigingen zijn: Art 3 lid c: De bevoegdheid van de Raad is concreet aangegeven Art 5 lid a: Conform eerdere afspraken en de praktijk aangevuld met “gecorrigeerd met het verschil (positief of negatief) van het voorgaande jaar” Art 5 lid b: Aangevuld met “waarbij gebruik gemaakt wordt van egalisatiereserves, op zowel voor- als nacalculatorische basis” Art 6 : Aangevuld met “De structurele weerstandscapaciteit dient voldoende te zijn om de structurele financiële risico’s s te bekos tigen.” Art 10 aangepast aan vigerende Grondnota waarbij niet meer wordt uitgegaan van actieve grondpolitiek en de aandacht meer is gericht op risicobeperking.
67
68
Paragrafen
69
§A
Weerstandsvermogen
Inleiding De paragraaf weerstandsverm ogen geeft aan in hoeverre de gemeente Drimmelen financiële tegenvallers kan opvangen. Tezamen met de meerjaren begrotingsruimte is het weerstandsvermogen een indicator voor de financiële gezondheid van een gemeente. Deze paragraaf heeft zijn basis in artikel 11 van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) en de daarop van toepassing zijnde toelichting. Conform dit artikel bevat deze paragraaf ten minste : • het beleid betreffende weerstandscapaciteit en risico’s ; • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit ; • een inventarisatie van de risico’s. In het vervolg van deze paragraaf worden de weerstandscapaciteit, de risico’s binnen de gemeente Drimmelen en ten slotte het weerstandsvermogen nader uitgewerkt en toegelicht. Beleid In de verordening ex. artikel 212 Gemeentewet - dit is de vigerende Financiële verordening gemeente Drimmelen - vinden we de grondslag voor het weerstandsvermogen risicomanagement. In de verordening is het volgende opgenomen: Artikel 15. Weerstandsvermogen en risicomanagement 1. Het college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken aan, de risico's van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico's in beeld en actualiseert de risico's. 2. Het college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken aan de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen. Het bestaande beleid t.a.v. reserves is vastgelegd in de volgende beleidsnota: Nota reserves en voorzieningen gemeente Drimmelen, vastgesteld op 24 januari 2008. Tevens wordt aan het eind van deze paragraaf aan de hand van een normeringstabel het weerstandsvermogen beoordeeld. Het rijk en de provincie Noord-Brabant hanteren geen voorschriften omtrent de noodzakelijke hoogte van de weerstandscapaciteit. Sommige provincies geven minimumnormen voor de algemene (vrij besteedbare) reserve, waarbij een percentage wordt genomen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds vermeerderd met de inkomstenmaatstaf OZB. De norm van een bepaald bedrag per woonruimte of per inwoner wordt ook wel toegepast. Veel toegepast is echter aansluiting te zoeken bij het risicoprofiel van de gemeente. De gemeente hanteert een ratio om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen. Deze ratio is samen met een waarderingstabel ontwikkeld door NAR (Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement) en de Universiteit Twente. Een ratio van minimaal 1 is hierbij voldoende. De afgelopen jaren heeft de gemeente Drimmelen een goede vermogenpositie opgebouwd. De economische ontwikkelingen vergroten de noodzaak om in 2012 het risicomanagement verder vorm te geven. Naar verwachting zal eind 2012/ begin 2013 een nieuwe nota reserves en voorzieningen worden vastgesteld en in 2013 een beleidsnota risicomanagement. Weerstandscapaciteit De middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Onderscheid wordt gemaakt in: Incidentele weerstandscapaciteit Het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Structurele weerstandscapaciteit De middelen die permanent kunnen worden ingezet om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Bestemmingsreserves kunnen op grond van het vorenstaande geen onderdeel zijn van de weerstandscapaciteit. Aanwending van bestemmingsreserves in het kader van het weerstandsvermogen heeft tot gevolg dat de oorspronkelijk door uw raad gegeven bestemming komt te vervallen. Dit betekent dat voor de oorspronkelijk aangegeven bestemming een alternatieve dekking gezocht moet worden. 70
De beschikbare weerstandscapaciteit kan bestaan uit: • Algemene reserve; • Bestemmingsreserves; • Voorzieningen; • Stille reserves; • Resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening; • Onvoorzien; • Onbenutte inkomstenbronnen (belastingcapaciteit); • Bezuinigingsmogelijkheden. Algemene reserve De algemene reserve is ingesteld om de continuïteit van de organisatie te waarborgen door als buffer te fungeren bij het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorziene ontwikkelingen. De algemene reserve van de gemeente Drimmelen bestaat uit twee onderdelen: § Vast kapitaal van de algemene dienst, waarvan de rente structureel ten gunste van de exploitatie komt en dus niet vrij aanwendbaar is en daardoor buiten beschouwing blijft voor de bepaling van de weerstandscapaciteit; § Algemene reserve, die sinds de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen gemeente Drimmelen (januari 2008) niet meer beklemd is. Nagestreefd moet worden dat de algemene reserve toereikend is voor afdekking van de risico’s. Onderdeel van de weerstandscapaciteit is alleen het vrij aanwendbare deel van de Algemene reserve. De bouwgrondexploitatie waarvoor reserves en voorzieningen zijn gevormd, blijven buiten beschouwing. Het grondbeleid wordt in een aparte paragraaf beschreven. Bestemmingsreserves en voorzieningen Het beleidskader met betrekking tot reserves en voorzieningen is neergelegd in de vigerende Nota reserves en voorzieningen gemeente Drimmelen. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. De bestemmingsreserves kunnen, zolang de raad de bestemming kan wijzigen, tot de weerstandscapaciteit worden gerekend. Voor de meeste bestemmingsreserves zal een aanwending als weerstandscapaciteit echter aanzienlijke negatieve consequenties voor bestaande voorzieningen met zich meebrengen. Derhalve worden bestemmingsreserves en voorzieningen niet meegerekend in de beschikbare weerstandscapaciteit. Stille reserves In werkelijkheid kan de beschikbare weerstandscapaciteit van een gemeente hoger zijn dan uit de jaarrekening blijkt. Men spreekt dan over niet direct zichtbare reserves, de zogenaamde stille reserves. Deze reserves zijn er, omdat niet alle eigendommen van de gemeente op een werkelijke waarde zijn (en mogen) gewaardeerd in de administratie. De voorschriften geven bijvoorbeeld aan dat activa tegen verkrijgingswaarde moeten worden geactiveerd. Bij een taxatie kan blijken dat de waarde in het economische verkeer is toegenomen. Deze waardestijging mag niet zichtbaar worden gemaakt. Dit is een stille reserve. Resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening Afhankelijk van de bestemming wordt dit resultaat meegenomen in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Post onvoorzien De post ‘onvoorzien’ wordt bij de begroting opgenomen om onvoorziene ontwikkelingen te kunnen afdekken. Bij de begrotingsbehandeling is besloten voor de post onvoorzien budgettaire ruimte op te nemen van € 50.000. Onbenutte belastingcapaciteit De ruimte die gemeenten nog hebben om hun tarieven te verhogen, werd aangeduid met het begrip ‘onbenutte belastingcapaciteit’. Op basis van de wijziging van de Gemeentewet zijn de bepalingen m.b.t. maximumtarieven en het stijgingspercentage vervallen. Hierdoor is in theorie deze ruimte oneindig. In werkelijkheid wordt de ‘onbenutte belastingcapaciteit’ bepaald door de financiële positie van een gemeente en met name de politieke verhoudingen binnen een gemeente. Om toch enige beeld te krijgen van de ‘onbenutte belastingcapaciteit’ wordt aansluiting gezocht bij de artikel 12 norm. Om bij het Rijk toegelaten te worden als zgn. art 12-gemeente (= gemeente in financieel noodlijdende positie) dient een gemeente te voldoen aan een redelijk peil van het zgn.belastingpakket. Hierbij moeten de tarieven voor riolering en reiniging zorgen voor 100% kostendekkendheid. Hiervan is in Drimmelen reeds sprake. Tevens dienen de OZB tarieven op een minimumniveau gebracht te worden. Ten opzichte van de in de junicirculaire 2012 vermelde artikel 12 norm (0,1540%) is er nog een structurele belastingcapaciteit van ca. € 1,8 miljoen of te wel bijna 45% stijging t.o.v. het volume 2012. Als aansluiting wordt gezocht met de gemiddelde landelijke tarieven 2012 (0,1050% vo or woningen en 0,3588% voor niet-woningen) bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit ruim € 0,5 miljoen.
71
Bezuinigingsmogelijkheden Door middel van een verdere versobering van het beleid is het mogelijk de omvang van de begroting onder het huidige niveau te brengen. Gezien de nog lopende implementatie van de besluitvorming over de kerntakendiscussie worden bezuinigingen op voorhand niet als beschikbare weerstandscapaciteit meegenomen. De gemeente Drimmelen rekent dus tot de beschikbare weerstandscapaciteit:: § Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve; § Resultaat na bestemming; § De onbenutte belastingcapaciteit; § De post onvoorzien. Tabel weerstandscapaciteit Beschikbare weerstandscapaciteit (in € 1.000)
Jaarrekening 2011
Begroting 2012 primair
Begroting 2012 na wijzigingen
Begroting 2013
Incidentele weerstandscapaciteit (vermogen) Vrij aanwendbare algemene reserve Resultaat/ begrotingssaldo voor bestemming
2.117 96-
2.900 118
2.900 33
1.954 83
Structurele weerstandscapaciteit (in exploitatie) Onvoorzien Onbenutte belastingcapaciteit Totale weerstandscapaciteit 2013
1.325 3.346
50 1.400 4.468
50 1.400 4.383
50 1.811 3.898
Buiten beschouwing gelaten reserves Reserves grondbedrijf Het weerstandsvermogen van het grondbedrijf is te zien als buffer die binnen een gemeente aanwezig moet zijn om de mogelijke risico’s in het kader van de door haar ondernomen activiteiten op het gebied van bouwprojecten op te vangen. De onderdelen voor de berekening van de weerstands capaciteit van het grondbedrijf van de gemeente dienen te bestaan uit: • Het nog vrij besteedbare deel van de Algemene reserve Grondbedrijf na stortingen en onttrekking op basis van raadsbesluiten (hieronder vallen ook de voorlopige winstnemingen) en na aftrek van de berekende risico’s; • Het vrij besteedbare deel van de reserve Bovenwijkse Voorzieningen. Verder verwijzen we u voor de berekening weerstandscapaciteit van het grondbedrijf naar de paragraaf grondbeleid. De opstelling van het verwachte weerstandscapaciteit per eind december 2013 laat zien dat de weerstandscapaciteit inclusief het vastgestelde volume van € 1,0 miljoen ten behoeve van het opvangen van tegenvallers per 31 december 2013 € 322.033 negatief bedraagt. De reserves zijn zelf niet negatief maar door de vastgestelde buffer wordt de totale volume wel negatief. Voor de begroting 2013 dient de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf verhoogd te worden met een bedrag van € 322.103. Tevens dient rekening gehouden te worden met 3% minder dekking over het te onttrekken deel uit het Vast Kapitaal. Dit betekent concreet een structurele inkomstenderving voor de begroting 2013 e.v. van € 9.661. Naast de algemene reserve grondbedrijf en reserve bovenwijkse voorzieningen beschikt de gemeente over een reserve ruimtelijke ontwikkelingen. Deze reserves worden gevoed uit verkoop van gronden van projecten in exploitatie of door specifieke bijdragen van derden. Deze reserves worden voor de bepaling van het weerstandscapaciteit van het grondbedrijf buiten beschouwing gelaten (zie ook Paragraaf G. Grondbeleid). Alle bovengenoemde reserves worden voor de bepaling van het weerstandscapaciteit van de algemene dienst buiten beschouwing gelaten, aangezien de risico’s welke uit het grondbedrijf voortvloeien afgedekt dienen te worden uit de reserves van het grondbedrijf die onder het weerstandsvermogen van het grondbedrijf behoren. Zoals ook in de paragraaf Grondbeleid is aangegeven, zijn de reserves van het Grondbedrijf voldoende van omvang.
72
Risico’s In deze paragraaf staan de risico’s vermeld die meegenomen worden bij de beoordeling van het weerstandsvermogen. Het gaat hierbij om risico’s groter dan € 10.000 die niet op een andere manier zijn te ondervangen. Risico’s die zich regelmatig voordoen en die meestal goed meetbaar zijn (reguliere risico’s) maken hier geen deel van uit. Voor deze risico’s zijn reeds voorzieningen gevormd of kunnen verzekeringen worden afgesloten. De risico’s binnen de gemeente Drimmelen worden jaarlijks bij de begroting en de jaarrekening in kaart gebracht en bijgesteld bij de Voor- en Najaarsnota. De risico’s zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: a. Risico’s voortvloeiende uit eigen beleid; b. Risico’s voortvloeiende uit wettelijke regelingen; c. Risico’s voortvloeiende uit de samenwerking m et andere gemeenten of instanties; d. Risico’s voortvloeiende uit het doen/nalaten van derden; e. Risico’s voortvloeiende uit niet te beïnvloeden (autonome) ontwikkelingen. a. Risico’s voortvloeiende uit eigen beleid 1. Grondbedrijf Het grondbedrijf kan een financieel risico vormen voor de exploitatiebegroting van de algemene dienst. Om de risico’s van grondexploitatie te beperken zijn reserves gevormd. De grondexploitatieopzetten, alsmede de financiële positie (waaronder de risico-inschattingen) van het grondbedrijf worden jaarlijks geactualiseerd en toegelicht in de paragraaf G. Grondbeleid. De verwachte omvang van de algemene reserve grondbedrijf bedraagt per 31 december 2013 ca. € 1,06 miljoen. Naast de algemene reserve grondbedrijf beschikt de gemeente ove r een reserve bovenwijkse voorzieningen. Het vrij besteedbare deel van deze reserve wordt op 31 december 2013 geschat op ca. € 0,58 miljoen. Deze reserves dienen als weerstandsvermogen voor het grondbedrijf. Rekening houdende met de te verwachten risico’s projecten en de buffer voor het opvangen van financiële tegenvallers van € 1,0 miljoen is een verwachte negatieve weerstandscapaciteit van ca. € 0,32 miljoen. Dit negatieve weerstandscapaciteit dient, ingevolge de vastgestelde Grondnota 2011 aangevuld te worden ten laste van het Vast Kapitaal Algemene Dienst. Verder beschikt de gemeente over een reserve ruimtelijke ontwikkelingen. Voor toelichting op de reserves, risico’s en het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf wordt verwezen naar paragraaf G. Grondbeleid – onderdeel “Financiële positie Grondbedrijf (weerstandscapaciteit)”. 2. Beleidsgestuurde contractfinanciering De afgelopen jaren heeft, gelet op de financiële positie van de gemeente Drimmelen geen trendmatige verhoging plaatsgevonden van de subsidies aan de welzijns - en zorginstellingen. De financiële grenzen zijn hiermee bereikt en dit heeft inmiddels consequenties voor het takenpakket van betreffende instellingen (vermindering producten en uren). Bij de BCF-afspraken (beleidsgestuurde contractfinanciering) voor de komende jaren dient ruimte gecreëerd te worden voor de instellingen om een weerstandsvermogen op te bouwen. Het risico voor de gemeente Drimmelen wordt maximaal geschat op € 95.000. Dit is 5% van de totale subsidies aan professionele organisaties. De kans dat de gemeente substantieel financieel moet bijdragen wordt als klein ingeschat. 3. Diverse objecten in de openbare ruimte In de openbare ruimte zijn diverse objecten aanwezig (riolering, wegen, straatverlichting, bebording, civieltechnische kunstwerken, speelelementen enz.) welke vanuit gemeentewege zijn geplaatst, die ook vanuit gemeentewege (moeten) worden onderhouden en als de tijd rijp is, moeten worden vervangen. De gemeente is beheerder van de openbare ruimte in de zin van het Burgerlijk Wetboek en zodoende risicoaansprakelijk. Uitvoering van deze taken moet gezien worden als een wettelijke verplichting met gemeentelijke beleidsvrijheid. Bijvoorbeeld: De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid in de keuze van wat voor weg wordt aangelegd (zandpad, asfalt). In alle gevallen zijn we wel verplicht de weg veilig te onderhouden, de gemeente kan zelf besluiten tot het inrichten van speelplekken, als ze echter zijn ingericht, zijn we verplicht om op basis van het Attractiebesluit onderhoud en beheer uit te voeren. a. Bomen. Voor het bomenbestand is vanaf 2010 budget beschikbaar gesteld om in drie jaar tijd de huidige onderhoudsachterstand in te kunnen gaan halen. Qua capaciteit is het niet mogelijk geweest om de hele uitvoering in de geplande 3 jaar af te werken. Als gevolg van dit capaciteitsprobleem is het ook niet mogelijk geweest om de veiligheidsinspectie van het bomenareaal volledig uit te voeren. De grote risicobomen zijn wel bekend, maar een volledig beeld van het bom enbestand ontbreekt. Via het op een andere wijze uitzetten van de werkzaamheden wordt gepoogd hieraan vanaf 2013 wel te kunnen voldoen. b. Civieltechnische kunstwerken. Voor de Civieltechnische kunstwerken geldt dat op basis van de hoeveelheid objecten een bedrag van € 63.000 nodig is, om alle objecten minimaal veilig te kunnen houden. Bij vaststelling van de begroting 2012 is een structureel budget van € 30.000 gehonoreerd waardoor een tekort van € 33.000 resteerde. Bij besluitvorming rondom de kadernota 2013 is vervolgens besloten tot het structureel beschikbaar stellen van dit resterende budget vanaf de begroting 2013. Hiermee zullen we ook de onderhoudsachterstand binnen deze productgroep kunnen gaan inhalen. 73
Voor bovenstaande onderdelen geldt op dit moment dus nog dat we een verhoogd risico op aansprakelijkheidsproblemen lopen. Bij vaststelling is niet gekozen voor een budget inclusief reservering voor vervanging van objecten, omdat dan een jaarlijks totaalbudget van ongeveer € 200.000 nodig is. In de begroting is een bedrag opgenomen van jaarlijks € 63.000 (niveau veilig exclusief vervanging). Indien een object aan het eind van zijn levensduur komt, zal daarom een separaat investeringsvoorstel voor vervanging worden aangeboden. c. Aansprakelijkheid algemeen. Een inschatting geven van de kans dat we een risico op aansprakelijkheid lopen en de kosten die daarmee gemoeid zijn, is lastig. De kans dat iemand een val op een brug maakt of dat in een storm een lichtmast of boom omvalt o.i.d., is moeilijk in te schatten. Daarbij is het nog moeilijker om aan te geven met wat voor gevolgschade / letsel rekening gehouden moet worden. 4. Bewonerszelfbeheer De tendens is dat bewoners steeds meer betrokken raken bij zaken in hun woonomgeving in de zin dat onderhoud en beheer door henzelf wordt uitgevoerd om objecten te kunnen handhaven. In het kader van de uitvoering KTD zijn / worden het onderhoud aan bijv. zandbakken en knotwilgen overgedragen aan bewoners(groepen). Bij overdracht worden met de betreffende bewoners overeenkomsten gesloten om de afspraken en contactpersonen over en weer vast te leggen. De risicoaansprakelijkheid van dergelijke objecten blijft echter wel bij de gemeente als eigenaar of wegbeheerder liggen. b. Risico’s voortvloeiende uit wettelijke regelingen Een aantal regelingen, die de gemeente uitvoert, heeft nog het karakter van een ‘open eindregeling’. Dit houdt in dat door externe factoren voordelige of nadelige afwijkingen kunnen optreden ten opzichte van de door de gemeente gemaakte ramingen. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Wet Werk en Bijstand en de AWBZ begeleiding zijn de belangrijkste open eindregelingen. 5. Wet Maatschappelijke Ondersteuning – Huishoudelijke verzorging Per 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning in werking getreden en is de gemeente ook verantwoordelijk voor de huishoudelijke verzorging (Hulp bij het Huishouden; HbH). De gemeente Drimmelen maakt reeds maximaal gebruik van de mogelijkheid een eigen bijdrage voor Hulp bij het Huishouden te vragen. De individuele voorzieningen (waaronder HbH) in het kader van de Wmo hebben een open eind karakter. De verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2011 geeft aan op welke voorzieningen inwoners van de gemeente Drimmelen aanspraak kunnen maken op het gebied van vervoer, rolstoelen, woningaanpassingen en Hulp bij het Huishouden. Nog steeds zijn er diverse onzekerheden m.b.t. het HbH-budget, zoals het effect van de verwachte vergrijzing op de vraagtoename. In de begroting van 2013 is gerekend met een vraagtoename van 2%, terwijl landelijk en regionaal van 5% wordt uitgegaan. Het verschil tussen 2% en 5% groei bedraagt voor 2013 ongeveer € 64.000. Er is jurisprudentie over de hoogte van een PGB t.o.v. de tarieven voor zorg in natura. Als bepaald wordt dat deze tarieven gelijk moeten zijn, zullen de tarieven voor PGB-HbH sterk stijgen waardoor de kosten maximaal met € 25.000 toenemen. Hierbij wordt uitgegaan dat de kosten voor de alfazorg niet verhoogd hoeven te worden naar de tarieven voor zorg in natura. De contracten voor HbH lopen af op 31-12-2013. Op 1 januari 2014 moeten er nieuwe overeenkomsten voor zowel de alfazorg en HbH in natura starten. De tarieven in de huidige contracten zijn laag. Verwacht wordt dat de tarieven in de nieuwe contracten voor zorg in natura minimaal 9% hoger komen te liggen uitgaande van aansluiting op landelijke gemiddelden. Dit zou in een kostenstijging van € 200.000 opleveren. De minister is van mening dat Europees aanbesteden van hulp bij het huishouden niet meer noodzakelijk is. De wisseling van huishoudelijke hulpen is niet wenselijk voor de cliënten en het wisselen van werkgever is niet wenselijk vo or de hulpen. Waarschijnlijk zullen de onderhandelingen eerst met de bestaande contractpartners worden gevoerd. Het effect hiervan zou kunnen zijn dat marktwerking minder aanwezig is. Het totale risico voor 2013 m.b.t. Hulp bij het Huishouden wordt ingeschat op maximaal € 89.000. Echter in 2014 zal het risico veel hoger zijn doordat er nieuwe contracten voor hulp bij het huishouden afgesloten moeten worden. Het structurele risico wordt daarom ingeschat op € 289.000. 6. Wet Maatschappelijke Ondersteuning - Gehandicaptenwoonvoorzieningen Het aantal te verstrekken gehandicaptenvoorzieningen (Wmo-voorzieningen) zal de komende jaren als gevolg van de vergrijzing toenemen. Hierbij is sprake van een dubbele vergrijzing: 65 plussers maken een groter aandeel uit van onze bevolking en daarnaast zal de gemiddelde leeftijd van deze groep toenemen. De jaarlijkse groei wordt landelijk geraamd op 5%. Deze groei wordt echter niet ingezet op de budgetten, omdat ouderen niet direct afhankelijk zijn van voorzieningen in verband met een bewuste gezonde levensstijl. Een inschatting van een groei van 2% is zeer reëel, te verhogen met de jaarlijkse CBS indexering. De “gekantelde” Wmo legt nadruk op de onderzoeksverplichting voor de gemeente en een goede vastlegging van de afspraken die tijdens h et huisgesprek zijn gemaakt over de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager en compensatie die de gemeente eventueel daarnaast dient te bieden. Het betreft een forsere tijdsinvestering aan de voorkant van het werkproces, maar de uitkomst is een goede afweging tussen zelfredzaamheid en ondersteuningbehoefte en hoeft niet te leiden tot het verstrekken van meer voorzieningen. Vanwege de vergrijzing en de krapte aan voor ouderen geschikte woningen is het waarschijnlijk dat meer woonvoorzieningen worden aangevraagd. Op het terrein van Welzijn, wordt geïnvesteerd in projecten “Blijf langer thuis in eigen huis” en hierbij kan op basis van compensatieverplichting inzet van de Wmo noodzakelijk zijn. De kans is aanwezig dat 74
er in een boekjaar één of meerde grote w oningaanpassingen uitgevoerd gaan worden, waardoor het risicobedrag (op grond van historische declaraties maximaal € 150.000) geheel of gedeeltelijk zal moeten worden ingezet. 7. Wet Maatschappelijke Ondersteuning - Gehandicaptenvervoersvoorzieningen De gemeente Drimmelen heeft op 1 januari 2011 een aantal kostenbesparende maatregelen ingevoerd. In september 2012 bleek dat deze maatregelen niet toegestaan zijn door de minister. Het ging hierbij om het opleggen van maximale eigen bijdragen bij woonvoorzieningen, het heffen van gebruikelijke bijdragen bij vervoersvoorzieningen zoals scootermobielen en fietsen in bijzondere uitvoering, en het hanteren van inkomensgrenzen waarboven inwoners in principe niet in aanmerking komen voor een Wmo-voorziening. Vanaf 10 september 2012 is inkomen geen afwijzingsgrond meer. Ingeschat wordt dat ongeveer 10% tot 18% van de inwoners die informeerden naar een Wmo-voorziening, na het horen over de inkomensgrenzen, geen aanvraag ingediend heeft. Verwacht wordt dat een aantal van deze inwoners, na een aanvraagprocedure, in aanmerking zal komen voor een Wmo-voorziening. In de begroting is gerekend met een kostenstijging van 5%. Echter als meer inwoners met een hoger inkomen een aanvraag doen en in aanmerking komen voor een Wmovoorziening, kunnen de kosten sterker stijgen, tot ongeveer 18% van het begrootte bedrag in 2012. Dit betekent dan een extra kostenstijging van € 86.000. 8. Wet Werk en Bijstand Door de val van de regering is het toekomst scenario zoals dit op de tekentafel lag t.a.v. de ontwikkeling van de Wet Werken naar vermogen komen te vervallen. De WWNV is controversieel verklaard en het ontwerp zal pas door de nieuwe regering worden opgepakt. Dit houdt voor 2013 in dat de huidige WWB gehandhaafd blijft en er zeker vóór 2014 nog geen wijzigingen in de wetgeving kunnen worden verwacht. De val van de regering heeft nog een neveneffect gehad voor de per 1 januari 2012 ingevoerde wetgeving binnen de WWB t.a.v. de huishoudtoets. De huidige interim regering heeft een meerderheid in de Kamer gevonden om de ingevoerde huishoudtoets met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 te laten vervallen. Inmiddels is dit wetsontwerp door de Tweede Kamer aangenomen. Door de economische recessie is het aantal uitkeringen in 2011 gestegen naar 130. Drimmelen wijkt daarin negatief af van het landelijk beeld, waar nauwelijks een toename van het aantal uitkeringen valt te constateren. Er is geen verklaring voor deze locale stijging. Ondanks de geringe landelijke stijging van het aantal uitkeringen is de lumpsumvergoeding voor de Wet bundeling uitkeringen en inkomensvoorzieningen gemeenten (BUIG) in september 2012 verhoogd tot ruim € 1,7 miljoen. Het tekort is hierdoor minder dan de 10% eigen risico van € 170.000. Drimmelen loopt een risico van maximaal € 140.000. Indien het tekort uitstijgt boven 10% van de lumpsum vergoeding bestaat de mogelijkheid om een aanvullende uitkering bij het Rijk aan te vragen. Ten aanzien van 2011 heeft Drimmelen een verzoek tot een Individueel Aanvullende Uitkering (IAU) bij het Rijk ingediend. 9. AWBZ begeleiding: Verwacht wordt dat het nieuwe kabinet de transitie van extramurale begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo per 2014 vorm zal gaan geven. Eerdere voorstellen voor de transitie lieten grote budgettaire risico’s zien, naast de genoemde korting van 5% op het budget: • De PGB-maatregel, waardoor het rijk verwachtte dat 1/3 van de cliënten geen zorg meer vanuit de AWBZ wilden hebben. Zij zullen weer bij de gemeente aankloppen omdat de hulpvraag niet afneemt. Vanwege onze compensatieplicht is het moeilijk om deze aanvragen af te wijzen. • Het rijk rekende met een groei van de zorg van 2,5% vanaf 2010. Als de werkelijke groei hoger zou zijn, komen we geld tekort. Hopelijk komt het nieuwe kabinet met nauwkeurigere b erekeningen. • Het budget dat de gemeenten zouden krijgen voor de uitvoering zou te laag zijn volgens de VNG. • Het voorgestelde objectief verdeelmodel zou tot voor- en nadeelgemeenten leiden. • Verder verwachtte de VNG nadelige gevolgen van de IQ maatregel, passend onderwijs, scheiden van wonen en zorg (wat leidt tot meer extramurale zorg). Naar aanleiding van het beleid van het nieuwe kabinet zullen nieuwe inschattingen van risico’s gemaakt gaan worden. Bij eerdere berekeningen van de consequenties van de decentralisatie van extramurale AWBZ-begeleiding is geconcludeerd dat voor 2013 en 2014 een bedrag van € 3,8 miljoen zou overkomen waarop 5% (€ 190.000) zou worden gekort. Hierdoor is het noodzakelijk dat de gemeente de begeleiding anders en goedkoper gaat organiseren. De kans op bovengenoemde extra kortingen op het budget is klein, omdat reeds een aantal van bovenstaande maatregelen op zeer grote weerstand in de samenleving stuitten en daarom niet door zijn gegaan. Als de transitie doorgaat, zullen de afspraken over budgettering waarschijnlijk aangepast worden. De risico’s worden gedekt door de Stelpost Bestuursakkoord. 10. Toezicht Drank- en horecawet Voorzien wordt dat op 1 januari 2013 de wijziging van de Drank- en Horecawet ingaat. Hierdoor zullen de gem eenten verantwoordelijk worden gehouden voor het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. Deze taak wordt tot op heden vervuld door de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA). Om te kunnen handhaven op de Drank- en Horecawet moeten middelen worden vrijgemaakt voor de inhuur/opleiding van de handhavingscapaciteit (€ 15.000). De gemeente Drimmelen participeert in provinciale en regionale (project Think before you drink) projecten. Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Duidelijk is wel dat de gemeenten voor deze nieuwe taak niet financieel worden gecompenseerd.
75
11. Arbo- en milieuwetgeving Zowel de huidige milieu- als arbowetgeving (onder andere: bouwstoffenbesluit, bouwproces -arbobesluit en maatregelen bij werken in uitvoering) is zodanig dat de gemeente er rekening mee dient te houden dat zij als eindverantwoordelijke c.q. opdrachtgever van werken aangesproken kan worden voor kosten die een gevolg zijn van mogelijke overtredingen of schadeclaims voortvloeiend uit eerder genoemde wetten en regelingen. Denk hierbij aan bodemverontreinigingen door grondwerken en gevolgen bouwprocesbesluit. De omvang van het risico is afhankelijk van het aantal en de hoogte van de ingediende aansprakelijkstellingen. 12. Wet Ketenaansprakelijkheid De gemeente kan op grond van de Wet Ketenaansprakelijkheid aangesproken worden voor het niet afdragen van belastingen en premies sociale verzekeringen door aannemers. Over de werkingssfeer van de Wet Ketenaansprakelijkheid is inmiddels meer duidelijkheid ontstaan. In het kader van deze wet is de gemeente niet aansprakelijk als het gaat om de aanleg van gemeenschapsvoorzieningen, zoals wegen, rioleringen en watergangen in het openbaar gebied. Dit is het leeuwendeel van de projecten. Bij projecten die niet onder openbare voorzieningen vallen, is de wet wel volledig van toepassing. Hierbij valt te denken aan het ophogen van bouwterreinen en andere zaken die voor de verkoop bestemd zijn. 13. Planschade De gemeenten worden in toenemende mate geconfronteerd met verzoeken om vergoeding van planschade ten gevolge van bestemmingsplanwijzigingen. Omdat de gemeente Drimmelen verhoudingsgewijs meer woningbouw realiseert middels herstructurering en inbreiding is het risico van planschade evenredig hoger. Het beleid is erop gericht de risico’s van planschade af te wentelen op projectontwikkelaars. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening biedt mogelijkheden om op voorhand overeenkomsten te sluiten met de verzoekers tot wijziging van een bestemmingsplan om zodoende de schade te verhalen. Zowel bij ontwikkeling van bouwplannen door marktpartijen als bij een eigen ontwikkeling is het verplicht om een risico-inventarisatie door een ter zake deskundige te laten opstellen en om een garantstelling te verlenen voor dat bedrag. Daarmee wordt de mogelijk te verwachten planschade kwantitatief in beeld gebracht. Voorts dient bij een verzoek om planschade door de aanvrager een drempelbijdrage te worden gedaan alvorens zijn verzoek in behandeling wordt genomen. Bij actualisering van bestemmingsplannen valt niets overeen te komen. Elke aanpassing in een geactualiseerd plan dat voor iemand negatieve gevolgen kan hebben, is een potentiële schadeclaim. Dit kan zowel volgen uit een beperking van bouwmogelijkheden als uit een verruiming van de mogelijkheden. Zeker gezien de nagestreefde uniformering met de daaraan gekoppelde wens om potentiële (ver)bouwers zo min mogelijk te beperken, is het aantal mogelijke claims groot. Planschadeclaims volgen nu altijd na een reguliere bestemmingsplanwijziging o f na het nemen van een projectbesluit. Op basis van historische gegevens ligt het financiële risico tussen de € 50.000 en € 75.000 (excl. Grondbedrijf) met een grote kans. 14. Bestemmingsplannen Er bestaat een wettelijke verplichting binnen de Ruimtelijke Ordening om bij het opstellen van bestemmings plannen of het nemen van een projectbesluit archeologische onderzoeken te gaan uitvoeren. In opdracht van de deelnemende gemeenten binnen het regiobureau Breda is een regioarcheoloog namens deze gemeenten werkzaam. De regioarcheoloog adviseert inzake bestemmingsplannen, vooronderzoek, vervolgonderzoek, beleidszaken en publiekszaken. De gemeente neemt diensten af op basis van voorhanden zijnde plannen en vrijstellingsprocedures. Het aantal voorgedragen plannen ter beoordeling van de regio-archeoloog bepaalt de hoogte van de bij te dragen kosten op het gebied van archeologie. Er wordt uitgegaan van het principe ‘De Verstoorder betaalt’. Dit wil zeggen de archeologiekosten worden doorberekend aan de ontwikkelaar. Op basis van de archeologische waardekaart is de inschatting dat het financiële risico voor onze gemeente beperkt is (€ 25.000 - € 50.000 met een geringe kans). Bovendien kan, afhankelijk van de uitkomsten van een archeologisch onderzoek, altijd besloten worden om (woningbouw)plannen niet verder te ontwikkelen als de financiële risico’s naar verwachting te groot zullen zijn. c. Risico’s voortvloeiende uit de samenwerking met andere gemeenten of instanties Gemeenschappelijke regelingen De gemeente heeft zich verplicht bij te dragen in eventuele nadelige saldi van een aantal gemeenschappelijke regelingen. De structuur van deze regelingen is veelal zo dat de gemeente individueel slechts beperkte invloed uit kan oefenen op de uitgaven. Inhoudelijk wordt op de gemeenschappelijke regelingen ingegaan in de paragraaf verbonden partijen. De meest risicovolle gemeenschappelijke regeling is de GR Wava/Go en wordt onderstaand verder toegelicht. 15. Sociale werkvoorziening - !GO Sociale werkvoorziening – WAVA/!GO Gelet op de forse bezuinigingen vanuit de rijksoverheid, vastgelegd in het bestuursakkoord 2011 – 2015, zal t.a.v. de WSW aan een groot stuk maatwerk niet te ontkomen zijn. De financiële ontwikkeling van WAVA/GO is zorgelijk en wel door de volgende omstandigheden: • Reeds bij de begroting 2011 is een extra inbesteding van netto € 500.000 per jaar (bruto € 1.000.000) met de deelnemende gemeenten afgesproken. Of dit wordt gerealiseerd zal nog moeten blijken; • De deelnemende gemeenten hebben de WAVA/Go een bezuinigingstaakstelling opgelegd van 3 x 3%. De directie heeft aangegeven dat in het licht van de omvangrijke problemen hieraan geen invulling kan worden gegeven (door de gemeenteraad op 1 juli 2011 erkend). Wordt jaarlijks beoordeeld als onderdeel van P&C cyclus; 76
• • •
WAVA/GO beschikt over een geldlening van € 6 miljoen die de directie graag wil overdragen aan de deelnemende gemeenten, dit tegen de achtergrond dat in 2014 ook de aflossingsverplichting actueel wordt; Het huurcontract met Prisma is beëindigd hetgeen een omzetdaling ten gevolge heeft van € 250.000 per jaar. Prisma heeft aansluitend nog een jaar langer gehuurd, zodat negatieve financiële gevolgen voor exploitatie ook jaar opgeschoven zijn; In het kader van invoering van de Wet Werken naar Vermogen zou de gemeente en het WSW-bedrijf geconfronteerd worden met omvangrijke rijksbezuinigingen zoals een terugloop van de rijksbijdrage per medewerker van € 25.759 in 2011 naar € 22.050 structureel in 2015. Invoering WWNV is vooralsnog niet doorgegaan. Op middellange termijn zal er toch en wettelijke andere variant van WWNV ingevoerd worden met onzekere financiële vooruitzichten.
Ontwikkelingen Per 1 januari 2013 zou de gemeente belast worden met de uitvoering van de Wet Werken naar Vermogen. Het betreft een brede voorziening welke in de plaats komt van verschillende bestaande regimes zoals de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). Insteek van de nieuwe wetgeving is om vanaf 2015 een structurele bezuiniging te realiseren van € 650 miljoen. Door de val van het kabinet en het daaropvolgende Lenteakkoord is de invoering van de WWNV. Het onderwerp is door de Tweede Kamer (na het mei-reces) controversieel verklaard worden en dus wordt besluitvorming doorgeschoven naar een nieuw kabinet. Gevolg hiervan is, dat de oorspronkelijk ingeboekte bezuinigingen op de wsw geheel of gedeeltelijk komen te vervallen. De toekomst van het wsw-bedrijf is ongewis en zal bepaald worden door de wijze waarop de deelnemende gemeenten met Wava/!GO om willen gaan met de opgaven die zij vanuit het rijk opgelegd krijgen. Bovengenoemde werkgroep buigt zich over de beleidsuitgangspunten en bestuurlijke keuzes over de financiële gezondmaking van GR WAVA en toekomst ervan. Het betreffende rapport/advies wordt in de loop van het 1e halfjaar van 2013 verwacht. Als gevolg van de val van het kabinet en het Lenteakkoord is er op dit moment onduidelijkheid over de ontwikkelingen in 2013 e.v.. De verwachting is dat een nieuw kabinet met een gewijzigd wetsvoorstel zal komen. Hierdoor zal de invoeringsdatum van de WWNV minimaal verschuiven naar 2014. In de begroting 2013 van WAVA is er nog van uitgegaan dat de rijksbijdrage per SW-arbeidsjaar verlaagd zal worden van € 25.759 in 2012 naar € 24.768 in 2013. Daarnaast is al rekening gehouden met per saldo extra uitgaven voor (toekomstige) herstructurering. Mede als gevolg hiervan wordt in de begroting 2013 uitgegaan van een aanvullend tekort van € 666.000 Het Bestuur van GR WAVA hecht er aan om wel een beeld te geven van de meerjarige cijfers bij ongewijzigde voortzetting van het huidige beleid Het lijkt er nu echter op dat de verlaging van het rijksbudget in 2013 niet zal doorgaan. Dit betekent dat de totale rijksbijdrage voor WAVA ruim € 500.000 hoger wordt en het aanvullende tekort daarom aanmerkelijk lager wordt. Aangezien de hoogte van het WSW-budget 2013, de gemeentelijke taakstelling 2013 als ook het uitgavenbeleid op dit moment nog grote onzekerheden kent, verdient het aanbeveling zowel t.a.v. inkomsten- als uitgavenramingen een pas op de plaats te maken. Dit betekent, dat de gemeentelijke bijdrage van € 2.250 per geplaatste WSW-medewerker (is in totaal € 1,3 miljoen voor heel WAVA) voorlopig het best op het huidige niveau gehandhaafd kan blijven. Naar verwachting zal op zijn vroegst in het 4 e kwartaal van dit jaar meer duidelijkheid zijn over de toekomstige ontwikkelingen. De financiële consequenties hiervan kunnen worden verwerkt via afzonderlijke begrotingswijziging resp. worden opgenomen in de bestuursrapportage. Op grond van boven omschreven bezuinigingen (oud en nieuw), het huidige weerstandsvermogen van WAVA en het verwachte resultaat 2012 wordt het financiële risico op jaarbasis ges chat op structureel € 70.000. 16. Regionale uitvoeringsdienst (RUD) Per 1 januari 2013 moeten er landsdekkend Regionale Uitvoeringsdiensten zijn voor met name het milieudeel van de Wabo-taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving). Het oprichten van deze RUD’s is niet vrijblijvend. In deze RUD’s moet minimaal het landelijke basistakenpakket worden ingebracht. In de regio Midden- en West-Brabant, waarbinnen ook de gemeente Drimmelen valt, komt de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (zie ook paragraaf Verbonden Partijen). De gemeente Drimmelen brengt per 1 januari 2013 vooralsnog alleen het landelijk basistakenpakket en daarmee samenhangende taken (beoordeling rapporten en dergelijke) in. De inbreng vanuit de gemeente Drimmelen komt overeen met 0,3 8 fte aan toezichtstaken. De kosten voor de overhead en de kosten voor de nieuwe taken worden ingeschat op een totaal van € 50.000 jaarlijks vanaf 2013. De gemeenteraad heeft bij behandeling van de voorjaarsnota op 28 juni 2012 besloten vanaf 2013 structureel € 50.000 beschikbaar te stellen. Het bedrag ad. € 50.000 is gebaseerd op het bedrijfsplan voor de Omgevingsdienst. In het laatste kwartaal van 2012 is de begroting 2013 voor de Omgevingsdienst gereed evenals het werkprogramma voor de gemeente Drimmelen. De meerkosten kunnen dus nog afwijken van de hierboven genoemde € 50.000. Het risico wordt ingeschat op maximaal € 50.000 met een grote kans. 17. Dierenasiel De gemeente Drimmelen maakt gebruik van de diensten van het Dierenasiel Breda e.o. voor de uitvoering van haar wettelijke taak inzake de opvang van zwerfdieren. Het dierenasiel in huidige staat is verouderd en voldoet niet meer aan de eisen zoals deze wettelijk zijn vastgelegd in het Honden- en kattenbesluit. Om aan dit voornoemde besluit te voldoen is nieuwbouw noodzakelijk gebleken. 77
De gemeente Breda, die voor de overige deelnemende gemeenten fungeert als centrumgemeente, heeft de nieuwbouwplannen van het dierenasiel getoetst. Deze bouwplannen zijn door de gemeente Breda betiteld als sober en doelmatig. Momenteel vindt overleg plaats op ambtelijk en bestuurlijk niveau over de wijze van financiering van het wettelijk deel (€ 2,5 mln.=70,1%). Het bovenwettelijk deel 29,1% is voor rekening van het dierenasiel. Het dierenasiel heeft gevraagd om een hogere gemeentelijke bijdrage vanwege allerlei kosten stijgingen. Onlangs (juni 2012) hebben de deelnemende gemeenten nog eens schriftelijk aan het dierenasiel bevestigd dat de BTW problematiek en dekking van het bovenwettelijke deel blijft punt van aandacht en gemeenten niet bij zullen dragen aan het bovenwettelijke deel en niet meer bijdragen dan eerder in eerste instantie is toegezegd. De verwachte bijdrage van de gemeente aan de nieuwbouw van het dierenasiel ligt tussen de € 148.000 en ca. € 200.000. De bijbehorende kapitaallasten (40 jaar, 3 procent) liggen dan tussen de € 8.000 en € 11.000. In de begroting 2013 is rekening gehouden met een exploitatiebijdrage gebaseerd op een bijdrage van € 165.000. Het incidentele risico bedraagt dus maximaal € 35.000. 18. Veiligheidsregio De begroting van de Veiligheidsregio is voor 2013 is gebaseerd op de (eerdere) bestuurlijke besluiten van het Algemeen Bestuur van 7 juli 2011 en 26 januari 2012. Het betekent dat in de begroting van 2013 geen geld voor nieuw beleid is opgenomen en ook dat de in 2011 afgesproken taakstellende, structurele financiële bezuinigingen (dat is 9%, ad 6,3 miljoen euro) uiterlijk in 2015 worden c.q. zijn gerealiseerd. Bovendien is door het Algemeen Bestuur ingestemd met de invoering van een rechtvaardig kostenverdeelmodel. Dit model maakt dat onze gemeente een zogenaamde voordeelgemeente is. De Veiligheidsregio geeft in haar paragraaf weerstandsvermogen van de begroting 2013 aan dat nagenoeg alle risico’s waar onze veiligheidsregio mee geconfronteerd kan worden te overzien zijn. d. Risico’s voortvloeiende uit het doen/nalaten van derden 19. Aansprakelijkstellingen Er is in de samenleving een tendens van toenemend claimgedrag. In 2011 en 2012 is aanzienlijk meer beroep gedaan op de aansprakelijkheid van de gemeente dan in voorgaande jaren, ook bij kleine schades. Het vermoeden bestaat ook dat dit de komende jaren nog meer gaat toenemen. De gemeente heeft echter een goede verzekering ter dekking van het aansprakelijkheidsrisico. Met name voor de grotere kwesties waarbij enige vorm van letselschade aan de orde is, geven aan dat een verzekering, hoewel niet goedkoop, zeker onmisbaar is. Tevens fungeert de verzekeraar als vraagbaak en worden veelal nuttige cursussen aangeboden om intern de kennis op orde te houden. Door het in de arm nemen van een verzekeringsmakelaar als beheerder van de gehele verzekeringsportefeuille, staat er een extra vraagbaakvoorziening tot onze beschikking. Tevens beschikken we daarmee over een partij met kennis van verzekeringszaken die ook optimalisering van de polissen en dekkingen in de gaten houdt en hierover adviseert. Het zijn veelal de kleinere dossiers die in aantal toenemen. Deze dossiers blijven qua geclaimde schade onder het eigen risico op onze aansprakelijkheidsverzekering en worden daarom door de organisatie zelf afgehandeld. De kosten hiervan liggen tussen de € 15.000 en € 35.000 met een kans van 100% op het minimale bedrag en 50% op het maximale bedrag. Getracht wordt om de aansprakelijkstellingen zoveel mogelijk te voorkomen. Naast mediation wordt daarom in de organisatie voorlichting gegeven; bv. m.b.t. onze aansprakelijkheid als wegbeheerder en worden een aantal mogelijke problemen die tot een aansprakelijkstelling kunnen leiden gemeentebreed aangepakt 20. Bodemverontreiniging In algemene zin geldt dat voor de gemeente er altijd een financieel risico aanwezig is van saneringen van (on)bekend zijnde locaties met bodemverontreiniging. De algemeen gestelde risico's zijn vooraf niet aan te geven en worden sterk bepaald door factoren als eigendomssituatie, oorzaak van de bodemverontreiniging, eigen werken waar vrijkomende grond in kan worden verwerkt en dergelijke. Voor de gemeente Drimmelen is, samen met 10 andere gemeenten uit de regio, eind 2011 een regionale bodemkwaliteitskaart vastgesteld. Dit betekent concreet dat voor de elf de gemeenten eenzelfde bodemkwaliteitskaart is vervaardigd, zodat onderling vrijkomende grond/zand kan worden uitgewisseld zonder dat daar AP04-onderzoeken voor benodigd zijn. Het bodembeheersplan 'gemeente Drimmelen' is door de gemeenteraad in zijn vergadering van 19 april 2012 vastgesteld. Met het bodembeheersplan kan onze gemeente de komende tien jaar (2022) vooruit. De bodem kwaliteitskaart daarentegen dient iedere vijf jaar (2017) te worden geactualiseerd. 21. Gemeentegarantie t.b.v. BMD In 2004 is een gemeentegarantie verstrekt op een geldlening van de Exploitatie Maatschappij Nieuw jachthaven B.V. (hierna “Exploitatiemaatschappij”), ter grootte van € 10,8 miljoen. Indien de Exploitatiemaatschappij niet aan de betalingsverplichting van rente en aflossing kan voldoen, wordt de gemeente op grond van de verstrekte garantie hiervoor aangesproken. Om voldoende zicht te kunnen houden op dit potentieel risico, is aan de garantie de voorwaarde verbonden dat, overeenkomstig onze interne planning & control-cyclus, de Exploitatiemaatschappij gehouden is om tweemaal per jaar tussentijds informatie te verschaffen over de voortgang van het project, inclusief de daarbij behorende financiële aspecten. Tevens is een eerste recht van hypotheek gevestigd ten behoeve van de gemeente op de onroerende zaken van de Exploitatiemaatschappij. De gemeenteraad heeft op 22 maart 2012 besloten de nieuwe jachthaven en de camping onder voorwaarden te verkopen aan private partijen. Dit raadsbesluit wordt verder uitgewerkt en de resultaten daarvan worden aan de gemeenteraad voorgelegd. 78
22. Wabo en handhaving indirecte lozingen Vanaf 1 oktober 2010 (inwerkingtreding Wabo) worden bevoegdheden van het Waterschap overgedragen aan de gemeente. Het gaat dan om de vergunningverlening (onderdeel omgevingsvergunning) en bestuursrechtelijke handhaving van indirecte lozingen. Gelet op het soort overtredingen past het Waterschap regelmatig bestuursdwang toe. Vanaf 1 januari 2010 wordt dit dus een taak van de gemeente. De gemeente past zelden bestuursdwang toe en heeft ook geen budget hiervoor. De kosten voor bestuursdwang kunnen verhaald worden op de overtreder, maar er is altijd een risico aanwezig dat de kosten niet of niet geheel terug te vorderen zijn. De kosten voor bestuursdwang kunnen volgens het waterschap liggen tussen de € 2.000 en de € 200.000. Omdat de kosten grotendeels terug te vorderen zijn, ligt het risico naar verwachting tussen de € 0 en € 50.000. 23. Omgevingsvergunningen (Wabo) Vernietiging van omgevingsvergunningen bij de Raad van State kan een schadeclaim tot gevolg hebben. Om wat voor bedragen het dan gaat, is niet aan te geven. Dit kan zeer uiteenlopen. Het risico wordt ingeschat op < 50%. Indien het bij een omgevingsvergunning gaat om een samenhangend besluit en één onderdeel (bijvoorbeeld een kapvergunning) kan niet, dan moet de hele vergunning geweigerd worden. Ook dit kan tot schadeclaims leiden. Dergelijke situaties kunnen zich ook voordoen bij het niet halen van de termijnen. Dit kan schadeclaims opleveren (van de aanvrager zelf of van belanghebbenden) wegens een van rechtswege verleende vergunning (bij de 8wekentermijn) of een niet tijdig genomen besluit op een aanvraag. Ook hiervan zijn de financiële consequenties niet in te schatten en derhalve is er een schatting gemaakt. Het risico wordt vooralsnog ingeschat op < 50%. Ook het toezicht op en de bestuursrechtelijke handhaving van omgevingsvergunningen kan tot schadeclaims leiden. Ook dit risico wordt ingeschat op < 50%. e. Risico’s voortvloeiende uit niet te beïnvloeden (autonome) ontwikkelingen 24. Te nemen maatregelen i.h.k.v. Arbeidsomstandighedenwet In de 2e helft van 2012 worden de vanuit de Arbowet verplicht gestelde risico- inventarisatie en -evaluatie (RIE) en Periodiek Medisch Onderzoek (PMO) in gang gezet. De financiële middelen heeft de raad bij het vaststellen van de jaarrekening 2011 middels een claim toegekend. Niet uitgesloten wordt geacht dat a.g.v. de RIE aanvullend budget nodig is om aan de verplichtingen uit de Arbowet te voldoen. Naar verwachting zijn de resultaten uit de RIE eerst in 2013 bekend en zullen dan eventuele voorstellen worden ingediend. De omvang van het financiële risico is maximaal € 50.000 waarbij het hoogst noodzakelijke zal worden uitgevoerd. 25. Wachtgeldverplichtingen voormalig ambtelijk personeel Tot de kleine groep van oud-medewerkers die nog een beroep kunnen doen op de wachtgeldregeling behoren twee oud-medewerkers die momenteel niet of nauwelijks hiervan gebruikmaken. De reden hiervan is dat beiden elders werkzaam zijn. Alleen in de situatie dat er geen emplooi meer is, zal het recht op wachtgeld volledig herleven. Mocht dit laatste aan de orde zijn, dan zal hierbij op jaarbasis een bedrag gemoeid zijn van circa € 90.000. De kans hierop is gezien de ervaring van de laatste jaren gering. 26. (WW) Uitkeringsverplichtingen ambtelijk personeel Onderwijs- en overheidswerkgevers zijn eigen risicodrager voor de werkloosheidswet en aanvullende uitkeringen. Dit kan ook voor de gemeente Drimmelen betekenen dat in de situaties van ontslag, behalve op eigen verzoek, de kosten van een WW-uitkering door het UWV worden doorberekend aan de gemeente. Getracht wordt dit zoveel mogelijk te voorkomen. Dit begint al met het in dienst nemen van tijdelijk personeel. Om het risico op een WW-uitkering te omzeilen, wordt in de meeste situaties de pay-roll constructie toegepast. Hoewel in principe alle inspanningen er op gericht zijn een ontslag, anders dan op eigen verzoek, te voorkomen kan het toch gebeuren dat om bedrijfsmatige motieven afscheid moet worden genomen van een medewerker. Op dit moment hebben we drie oud-medewerkers waarvoor een ww-verplichting geldt waarbij we een financieel risico lopen. Het risico, uitgaande van de huidige situatie, bedraagt globaal € 45.000 per jaar voor de jaren 2013 t/m 2015. In de begroting is reeds rekening gehouden met een bedrag van € 19.500 waardoor het risico nu maximaal € 25.500 bedraagt. 27. Wachtgeld-/pensioenverplichtingen voormalige bestuurders Tot op heden is geen aandacht besteed aan het kortlevenrisico bij bestuurders. Dit risico doet zich voor wanneer een wethouder of wachtgelder overlijdt voor de pensioengerechtigde leeftijd. Wettelijk wordt dan uitgegaan van de fictie dat deze wethouder/wachtgelder tot de pensioendatum bij de gemeente pensioenaanspraken heeft opgebouwd, welke onmiddellijk bij het overlijden tot uitbetaling dienen te komen. Dit vergt vaak veel geld. Om dit financiële risico af te dekken, wordt in 2012 onderzocht of daartoe een verzekering moet worden afgesloten. Voor zover een actieve wethouder bij (tussentijds) aftreden een beroep doet op de uitkeringsregeling Wet APPA dient er rekening mee te worden gehouden dat per 1,0 fte, een uitkeringsverplichting ontstaat die kan oplopen tot € 72.000 op jaarbasis, dus o.b.v. 2,2 fte en een leeftijd onder de 65 jaar maximaal € 158.000. 28. Wet APPA Voor gewezen bestuurders afgetreden na 2001 worden toekomstige pensioenverplichtingen jaarlijks bijgesteld en gereserveerd in de voorziening Wet Appa. De bijstelling/reservering via de Voorziening Wet APPA vindt zowel over de actieve als over de uitkeringstijd plaats voorzover sprake is van pensioenopbouw. De kosten pensioenopbouw over de actieve diensttijd worden jaarlijks geraamd in de begroting. De pensioenopbouw over de wachtgeldtijd wordt na afloop ieder kalenderjaar bijgeraamd bij het opstellen van de Voorziening Wet APPA. Op basis van historische cijfers bedraagt het financiële risico max. € 50.000 per jaar afhankelijk van het aantal bestuurders dat gebruik maakt van de uitkeringsregeling 79
29. Ontwikkelingen gemeentelijke CAO en kosten bijdrage ABP In het zogenaamde “lente -akkoord” is afgesproken dat alle ambtenaren, dus ook de medewerkers van de gemeente Drimmelen, vanaf 2013 gedurende twee jaar op de “nullijn” worden gezet. Uitgaande van een definitieve bekrachtiging van het lente-akkoord betekent het dat voor de jaren 2013 en 2014 geen sprake is van een generieke salarisstijging. Wel kunnen we als werkgever te maken krijgen met een verhoging van werkgeverspremies zoals bijvoorbeeld voor het ABP. Indien het ABP niet kan voldoen aan de dekkingsgraad van 105% kan het betekenen dat de premie omhoog gaat. Iedere procentpunt verhoging kost de gemeente globaal € 60.000. De stijging van de eerste 1,75% kan worden opgevangen binnen de begroting 2013 op grond van de in de Kadernota vastgestelde indices. Risico is zeer moeilijk in te schatten, maar voorlopig wordt uitgegaan van maximaal 2% dus € 120.000 met een hoge kans tenzij de rekenrente wordt aangepast of het Rijk compensatie toepast. 30. Fiscale werkkostenregeling Met ingang van 1 januari 2011 is de nieuwe fiscale werkkostenregeling in werking getreden. De regeling moet uiterlijk 1 januari 2014 zijn ingevoerd. Het huidige systeem voor de loonheffingen van vergoedingen en verstrekkingen, belast en onbelast, wordt daarmede fors gewijzigd. Dit zal naar verwachting ook impact hebben op de lokale arbeidsvoorwaarden en de financiële bedrijfsvoering. Niet uitgesloten wordt geacht dat dit nieuwe systeem meerkosten voor ons als werkgever met zich zal meebrengen. In regionaal verband gaat ook de gemeente Drimmelen de n ieuwe regeling uitwerken/ implementeren. Het uitgangspunt is een budgettair neutrale invoering waarbij het risico maximaal € 50.000 bedraagt. 31. Bestuursakkoord Het bestuursakkoord bestaande uit herverdelingen en decentralisaties heeft met name effect va naf 2013. De verwachting is dat pas in de meicirculaire van 2012 er per pas inzicht is in de omvang van de decentralisatieuitkeringen, de omvang van de taken en dus de omvang van de benodigde middelen. Voorlopig wordt het risico op lange termijn ingeschat op maximaal € 1,5 miljoen structureel. De stelpost loopt in de jaren op waardoor op termijn het volledige risico op basis van de huidige informatie en inschattingen afgedekt. 32. Grondpositie BMD/WSG Bij akte van 21 september 2006 verkocht BMD aan WSG een perceel bouwterrein aan de Dorpsstraat te Drimmelen ter grootte van 27 are voor een bedrag van € 270.000. Indien koper binnen 5 jaar na ondertekening van de akte geen rechtsgeldige bouwtitel heeft verkregen, is verkoper verplicht de grond terug te kopen voor de oorspronkelijke koopsom te vermeerderen met een cumulatieve jaarlijkse rente van 3%. Er is geen rechtsgeldige bouwtitel verkregen. Omdat het BMD aan voldoende middelen ontbreekt om aan deze verplichting te kunnen voldoen, kan er van uitgegaan worden dat de gemeente uiteindelijk de contractuele positie over moet nemen. Een potentiële verkoopopbrengst is nog niet bekend dus de terugkoopsom met rente is voorshands aan te merken als maximaal risico. 33. Woningbouwcontingent Naar aanleiding van de bevolkings - en woningbouwprognose 2011 van de Provincie, zijn de woningbouwaantallen (richtgetallen) voor de gemeente bijgesteld. Dit heeft invloed op de projecten die in ontwikkeling zijn. Ondanks het achterblijven van de vraag naar woningbouw, staat nog steeds een groot aantal woningbouwprojecten op de rol. Provincie Noord-Brabant heeft in 2010 de taakstelling nieuwbouw (in de periode 2009 - 2020) voor de gemeente vastgesteld op 1.250 woningen. Op basis van de nieuwe prognose 2011 is de bouwopgave aangepast. Het aantal is naar beneden bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe bevolkings - en woningbouwprognose 2011: de komende 10 jaar (2012 - 2022) mogen 902 woningen worden toegevoegd. Dit betekent een toevoeging aan de woningvoorraad in de gemeente van 90 woningen/jaar. Gezien de woonvisie 2011-2016 en de bouwproductie in de afgelopen 10 jaar (53 woningen/jaar) en gezien de economisch minder rooskleurige tijden, kan verwacht worden dat dit aantal naar alle waarschijnlijkheid niet gehaald zal worden.
80
Samenvattend leiden bovenstaande risico’s tot het volgende overzicht. Omschrijving
Risicoinschatting (% kans) < 50% 50% > 50%
a. Risico’s voortvloeiende uit eigen beleid 1 Grondbedrijf (zie paragraaf G. Grondbeleid) 2 Beleidsgestuurde contractfinanciering 3 Diverse objecten in de openbare ruimte a. Bomen b. Civieltechnische kunstwerken c. Aansprakelijkheid algemeen 4 Bewonerszelfbeheer Totaal a.
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
95.000 25.000 137.000 15.000 20.000 140.000
b. Risico’s voortvloeiende uit wettelijke regelingen Wet Maatschappelijke Ondersteuning - Huishoudelijke Verzorging Wet Maatsch. Ondersteuning - Gehandicaptenwoonvoorzieningen Wet Maatsch. Ondersteuning - Gehandicaptenvervoersvoorzieningen Wet Werk en Bijstand AWBZ begeleiding Toezicht Drank- en horecawet Arbo- en milieuwetgeving Wet Ketenaansprakelijkheid Planschade Bestemmingsplannen Totaal b.
86.000 150.000 140.000 15.000 25.000 50.000 62.500 37.500 112.500
579.000
25.000
50.000 90.000 25.500 158.000 50.000 120.000 50.000 -
283.000
323.000 194.000 662.500
Totaal incidenteel
11.135.000
125.000 3.153.000
409.000
Totaal structureel
562.500
737.000 1.025.875
689.000
Uit dit overzicht blijkt dat het grootste deel betrekking heeft op incidentele risico’s welke opgevangen kunnen worden door de algemene reserve en onvoorzien.De structurele risico’s worden gedekt door de onbenutte belastingcapaciteit.
81
S S I S
120.000
300.000 10.800.000 25.000 25.000
120.000 11.410.000
S I S S S S S S S S
163.500
70.000 50.000 -
S S S S
152.000
289.000
c. Risico’s voortvloeiende uit de samenwerking met andere gemeenten of instanties WAVA/GO Regionale uitvoeringsdienst Dierenasiel 35.000 Veiligheidsregio Totaal c. 35.000 d. Risico’s voortvloeiende uit het doen / nalaten van derden Aansprakelijkheidsstellingen Bodemverontreiniging Gemeentegarantie t.b.v. BMD Wabo en handhaving indirecte lozingen Omgevingsvergunningen (Wabo) Te nemen maatregelen i.h.k.v. Arbeidsomstandighedenwet Wachtgeldverplichtingen (voormalig) ambtelijk personeel (WW) Uitkeringsverplichtingen ambtelijk personeel Wachtgeld-/pensioenverplichtingen voormalige bestuurders Wet APPA Ontwikkelingen gemeentelijke CAO en kosten bijdrage ABP Fiscale werkkostenregeling Bestuursakkoord Grondpositie BMD/WSG Woningbouw contingent Totaal d.
-
S S
I I I S S I S S S I S S S I S
Weerstandsvermogen: koppeling weerstandscapaciteit en financiële risico’s In het voorgaande is zowel de benodigde als de beschikbare weerstandscapaciteit bepaald. In deze paragraaf kan een relatie worden gelegd tussen deze twee componenten om het weerstandsvermogen van de gemeente te bepalen en daarover een oordeel te vellen. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandscapaciteit Voor Drimmelen leidt dit op dit moment tot een ratio van: 3,898 / 4,179 = 0,93. Beoordeling weerstandsvermogen Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen maken wij gebruik van onderstaande waarderingstabel die in samenwerking tussen NAR en de Universiteit Twente is opgesteld. A B C D E F
> 2,0 1,4 - 2,0 1,0 - 1,4 0,8 - 1,0 0,6 - 0,8 < 0,6
Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Een algemeen aanvaarde normstelling voor de hoogte van het weerstandsvermogen is er niet. De gemeente Drimmelen streeft na zo min mogelijk risico te lopen en -mits financieel verantwoord- zoveel mogelijk risico’s af te dekken. Dit betekent dat een weerstandsvermogen moet worden nagestreefd dat ten minste voldoende is. Dit betekent een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4 met als waarderingscijfer C. De ratio valt in klasse D. Dit duidt op een weerstandsvermogen dat matig is. Ten opzichte van eerdere rapportages is er een aanzienlijke verslechtering opgetreden. Deze verslechtering wordt met name veroorzaakt door het feit dat er nu geen pm posten meer zijn opgenomen in het overzicht. Alle risico’s zijn nu financieel gewaardeerd. De belangrijkste wijziging betreft risico 21 ‘Gemeentegarantie t.b.v. BMD’ van € 10,8 miljoen. Dit risico is voor de maximale omvang opgenomen. Indien dit risico niet financieel was meegenomen, zou de ratio ruim 2,6 hebben bedragen en zou de ratio in klasse A vallen. Indien voor een maximale belastingcapaciteit o.b.v. het landelijk gemiddelde wordt uitgegaan, neemt de ratio met tienden procentpunt af. In nota risicomanagement 2013 zal hierop verder worden ingegaan.
82
83
§B
Lokale heffingen
Algemeen De paragraaf lokale heffingen heeft enerzijds betrekking op heffingen waarvan de besteding is gebonden (retributieve heffingen) en anderzijds op heffingen waarvan de besteding vrij is (ongebonden). De onroerende zaakbelastingen, de hondenbelasting en de toeristenbelasting hebben het karakter van een algemeen dekkingsmiddel. Dat wil zeggen dat de opbrengst in principe vrij aanwendbaar is ter dekking van algemene gemeentelijke kosten en een belangrijke inkomstenbron is naast de uitkering uit het gemeentefonds. De overige heffingen dienen om kosten te verhalen die de gemeente maakt bij het realiseren en onderhouden van specifieke voorzieningen of verleende diensten. Hierbij wordt uitgegaan van 100% kostendekking. Dit betekent dat alle kosten die gemaakt worden volledig dienen te worden goedgemaakt in de tarieven. Onderstaand treft u per heffing de relevante nadere toelichting aan. Deze paragraaf heeft de volgende inhoud: B.1 Overzicht van de geraamde inkomsten van de lokale heffingen; B.2 Ontwikkelingen; B.3 Belastingen en heffingen; B.4 Kwijtschelding; B.5 Lastendruk. B.1.
Overzicht van de geraamde inkomsten van de lokale heffingen
In onderstaande tabel zijn alle heffingen c.a. die de gemeente Drimmelen hanteert, opgenomen. In de laatste ( x €1.000)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffingen Hondenbelasting Toeristenbelasting Marktgelden Haven-/liggelden/pacht Leges Lijkbezorging Precario Totaal
2007 (rekening) 2.772 2.597 1.939 146 87 20 96 775 107 14 8.553
2008 (rekening) 2.841 2.730 2.013 146 130 16 98 1.339 94 15 9.422
2009 (rekening)
2010 (rekening)
3.249 2.920 2.205 146 105 18 120 862 131 14 9.770
3.822 3.327 2.216 168 118 16 105 1.097 160 11 11.040
2011 (rekening) 3.778 2.834 2.337 163 144 14 122 734 125 11 10.262
2012 2013 Programma (begroting (conceptincl. wijz.) begroting) 3.802 4.026 11. Algemene dekkingsmiddelen 2.645 2.757 9. Milieu 2.581 2.845 3. Openbare ruimte 149 147 9. Milieu 110 9 9 5. Econ. Zaken en toerisme 15 1 5 5. Econ. Zaken en toerisme 85 8 5 5. Econ. Zaken en toerisme 958 784 Diverse programma's 169 148 3. Openbare ruimte 17 1 4 1. Relatie met de burger 10.530 10.920
kolom is aangegeven in welk programma de betreffende heffing is ondergebracht. B.2.
Ontwikkelingen
B.2.1. Algemeen In het kader van de afgesloten dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Tilburg worden de werkzaamheden verbonden aan WOZ/OZB en hondenbelasting vanaf het belastingjaar 2007 door hen verzorgd. Deze dienstverleningsovereenkomst is afgesloten voor een periode van vijf jaar, derhalve tot en met 2011. Deze dienstverleningsovereenkomst is verlengd voor een periode van één jaar en kan daarna stilzwijgend worden verlengd. Er wordt onderzoek verricht naar diverse mogelijkheden tot samenwerking m.b.t. de belastingheffing. Ook de positionering van de authentieke basisregistratie WOZ, die sterke raakvlakken heeft met de authentieke basisregistratie BAG, dient te worden heroverwogen. Het gemeentebestuur van Drimmelen zal altijd de volledige verantwoordelijkheid blijven behouden voor de belastingheffing. B.3.
Belastingen en heffingen
B.3.1. OZB-tarieven 2013 In de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de ontwikkeling van het gemeentefonds worden indicaties voor de loon- en prijsontwikkeling aangegeven voor de komende jaren. Deze gegevens zijn afkomstig van het Centraal Planbureau. Deze percentages vormen de grondslag voor de berekening van de jaarlijkse verhoging van de OZB-tarieven. Zoals aangegeven in het Raadsvoorstel betekent dit voor 2013 een inflatiepercentage van 2,35%. 2011 OZB woningen eigenaar in % van de waarde OZB niet-woningen gebruiker in % van de waarde OZB niet-woningen eigenaar in % van de waarde
0,0913 0,1224 0,1518
2012
2013 Mutatie in % (begroting) 0,0948 0,0970 2,35% 0,128 0,1310 2,35% 0,1588 0,1625 2,35%
De tarieven kunnen nu nog niet worden berekend. Voor de berekening van de OZB-tarieven 2013 zijn de nieuwe WOZ-waarden objecten nodig. De uitkomst van de herwaardering van de WOZ-objecten is nu nog niet bekend. In de raadsvergadering van december 2012 zal een apart voorstel inzake de OZB-tarieven aan de raad worden voorgelegd.
84
B.3.2. Afvalstoffen Op basis van de conclusies en de gedane aanbevelingen van het beslisdocument ‘Diftar; hoe nu verder?’ (vastgesteld in de raadsvergadering van 16 september 2010) heeft het College de tarieven voor de afvalstoffenheffing 2012 laten berekenen. Waarbij tevens een onttrekking uit de reserve is gedaan van € 275.000 (deel van het overschot 2010). Voorgesteld wordt om de tarieven van 2012 niet te verhogen voor 2013. Zie onderstaande tabel tarievenoverzicht 2011-2013. Tarievenoverzicht Vastrecht tarief - per lediging gft containerinhoud 25 liter - per lediging gft containerinhoud 140 liter - per lediging ov.huish.afvalst. cont.-inh. 40 liter - per lediging ov.huish.afvalst. cont.-inh. 240 liter - per perceel bij verzamelcontainers Inzameling grove huishoudelijke afvalstoffen - per aanvraag - per 0,5 m³ Inzameling grof tuinaanval - per aanvraag Aanbieding op de milieustraat - grove huishoudelijke afvalstoffen per 10 kg - bouw- en sloopafval per 10 kg - schoon puin per 10 kg
2011 € 140,98 € 0,95 € 4,26 € 1,66 € 7,99 € 106,87
2012 € 139,20 € 0,45 € 2,02 € 1,61 € 7,72 € 105,52
2013 Mutatie in % € 139,20 0,00% € 0,45 0,00% € 2,02 0,00% € 1,61 0,00% € 7,72 0,00% € 105,52 0,00%
nominaal € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
€ 15,00 € 25,00
€ 15,00 € 25,00
€ 15,00 € 25,00
0,00% 0,00%
€ 0,00 € 0,00
€ 40,00
€ 40,00
€ 40,00
0,00%
€ 0,00
€ 2,10 € 2,10 € 0,45
€ 2,10 € 2,10 € 0,45
€ 2,10 € 2,10 € 0,45
0,00% 0,00% 0,00%
€ 0,00 € 0,00 € 0,00
Doordat de tarieven voor 2013 gelijk worden gehouden aan de tarieven 2012 leidt dit tot een opbrengsttekort van € 53.347. Dit bedrag dient uit de egalisatiereserve Reiniging te worden onttrokken. Gezien de verwachte beginstand op 01-01-2013, € 607.836, is dit verantwoord (zie onderstaande tabel reserveverloop 2007-2013). Reserveverloop Verloop egalisatiereserve Reiniging Beginstand Mutaties reserve Eindstand
Jaarrekening
€ € €
2007 862.182 € 357.286- € 504.896 €
2008 504.896 € 465.973- € 38.922 €
2009 38.922 € 28.485- € 10.437 €
2010 10.437 554.321 564.758
€ € €
Begroting (incl. Begroting wijz.) 2011 2012 2013 564.758 € 844.213 € 607.836 279.455 € 236.377- € 53.347844.213 € 607.836 € 554.489
De lagere onttrekking in 2013 (€ 53.347) t.o.v. 2012 (€ 236.377 = € 275.000 primitieve begroting -/- Voorjaarsnota 2012 € 38.623) bij gelijk blijvende tarieven wordt grotendeels veroorzaakt door gunstigere aanbestedingen, betere afvalscheiding (dus minder duur afval) etc. Zie onderstaand overzicht lasten / baten 2007-2013. De verwachte eindstand van de reserve 2013 bedraagt circa € 554.000. Voorgesteld wordt om dit bedrag te beklemmen voor het vervangen van alle bovengrondse glascontainers naar ondergrondse glascontainers. De inschatting is dat hier een bedrag van circa € 190.000 exclusief BTW mee is gemoeid. Het restant van circa € 364.000, dient als minimale buffer aanwezig te zijn voor het opvangen van eventuele financiële schommelingen (zie verloop onderstaand overzicht). Overzicht lasten / baten Basten / lasten (inclusief BTW) Baten Lasten Saldo (mutatie reserves)
Jaarrekening
€ € €
2007 2.597.380 € 2.954.666 € 357.286- €
2008 2.729.718 € 3.195.691 € 465.973- €
2009 3.188.587 € 3.217.072 € 28.485- €
2010 3.326.715 € 2.772.394 € 554.321 €
Begroting (incl. Begroting wijz.) 2011 2012 2013 2.833.622 € 2.644.722 € 2.649.059 2.554.167 € 2.881.099 € 2.702.405 279.455 € 236.377- € 53.347-
B.3.3. Rioolheffing Eind 2011 heeft de raad het “Waterbeleidsplan 2012 – 2016 met daarin opgenomen het verbreed GRP” vastgesteld. Bij de behandeling van dit plan zijn bedragen voor een dekkende rioolheffing voorgelegd, welke gelden als uitgangspunt voor de jaarlijks vast te stellen rioolheffing. Basis voor de rioolheffing is het uitgangspunt duurzaamheid, waar een ruime meerderheid voor was. Tarievenoverzicht Tarieven rioolrecht 2012 2013 (*) Mutatie in % Nominaal vast tarief per aansluiting € 166,65 € 181,53 8,93% € 14,88 - waterverbruik 0 – 250 m³: tarief per m³ € 0,47 € 0,49 4,26% € 0,02 - waterverbruik 251 – 500 m³: tarief per m³ € 0,33 € 0,34 3,03% € 0,01 - waterverbruik 501 – 1.000 m³: tarief per m³ € 0,07 € 0,07 0,00% € 0,00 - waterverbruik > 1.000 m³: tarief per m³ € 0,02 € 0,02 0,00% € 0,00 (*) Tarieven op basis van Waterbeleidsplan 2012 t/m 2016 (inclusief indexering 3,25%).
De stijging bedraagt meer dan de indexering. Dit heeft een tweetal oorzaken, nl. dat de huidige tarieven 2012 (werkelijke opbrengsten), zelfs ondanks de onderuitputting op d e lopende investeringen, niet voldoende zijn om de werkelijke uitgaven te kunnen dekken. Sinds 2008 worden de tekorten al onttrokken uit de egalisatiereserve Riolering (zie tabel reserveverloop). 85
Overzicht lasten / baten Basten / lasten (inclusief BTW) Werkelijke baten Werkelijke lasten Saldo (mutatie reserves)
€ € €
2007 1.946.142 1.891.717 54.425
Jaarrekening 2008 2009 2.013.474 € 2.211.702 € 2.071.121 € 2.363.771 € 57.646- € 152.070- €
€ € €
2010 2.225.433 € 2.316.192 € 90.758- €
2011 2.336.965 2.563.679 226.714-
Een grote oorzaak van de stijging van de uitgaven is het gevolg van de nieuwe taken die vanuit wetgeving worden opgelegd (waterkwaliteitsspoor) en de keuze van de aangedragen varianten (besluitvorming raad: wel / niet afkoppelen e.d.). Zie hiervoor inhoudelijk het Waterbeleidsplan. Reserveverloop Verloop egalisatiereserve Riolering Beginstand Mutaties reserve Eindstand
Jaarrekening
€ € €
2007 1.245.567 54.425 1.299.993
€ € €
2008 1.299.993 € 57.646- € 1.242.346 €
2009 1.242.346 € 152.070- € 1.090.277 €
2010 1.090.277 € 90.758- € 999.518 €
Begroting (incl. Begroting wijz.) 2011 2012 2013 999.518 € 772.804 € 621.649 226.714- € 151.155- € 178.815772.804 € 621.649 € 442.834
De egalisatiereserve is teruggelopen met een bedrag van ca. € 472.000 van 1 januari 2007 tot 1 januari 2012 (jaarrekening). Voor 2012 is een onttrekking geraamd van ca. € 151.000 (inclusief begrotingswijzigingen t/m de Voorjaarsnota 2012). Op basis van de vastgestelde tarieven (Waterbeleidsplan) en de indexering voor 2013 van 3,25% betekent dat een onttrekking van ca. € 179.000. B.3.4. Hondenbelasting Het beleid is dat de hondenbelasting de kosten van hondenoverlastbestrijding en invorderingskosten hondenbelasting volledig dekt (inclusief toerekening kosten BOA kleine ergernissen). Bij de begroting 2011 is besloten dat vanaf 2012 e.v. de minima geen hondenbelasting meer hoeven te betalen. Vanaf de begroting 2012 e.v. wordt rekening gehouden met de kwijtschelding hondenbelasting. De structurele daling in het tarief van 2012 t.o.v. 2011 wordt veroorzaakt door de veel lagere invorderingskosten van de gemeente Tilburg. Voor 2013 is de daling t.o.v. 2012 te wijten aan een lagere toerekening van de kosten BOA als gevolg van een goedkopere aanbesteding (2012 / 2013). 2011 € 75,36 € 272,88
Belasting per hond Belasting per kennel
2012 € 69,12 € 250,56
2013 Mutatie in Nominaal € 67,32 -2,60% € 1,80€ 243,72 -2,73% € 6,84-
Gezien de aangegeven daling is geen rekening gehouden met een onttrekking uit de egalisatiereserve Hondenoverlastbestrijding. Voor 2013 e.v. resteert dan nog een geprognosticeerd bedrag in de reserve van ca. € 104.000 (exclusief eventuele mutaties Najaarsnota 2012 / werkelijk resultaat jaarrekening 2012). Verloop egalisatiereserve Hondenoverlastbestrijding Beginstand Mutaties reserve Eindstand
Jaarrekening
€ € €
2007 59.968 € 30.637- € 29.331 €
2008 29.331 € 9.346 € 38.677 €
2009 38.677 € 1.203 € 39.879 €
2010 39.879 € 56.901 € 96.780 €
Begroting (incl. wijz.) 2011 2012 (*) 96.780 € 103.252 6.472 € 1.063 103.252 € 104.314
Begroting 2013 (#) € 104.314 € € 104.314
(*) is inclusief Voorjaarsnota 2012 (€ 1.063 storting in de egalisatiereserve). (#) voor begroting 2013 is geen rekening gehouden met een storting hetzij een onttrekking uit de egalisatiereserve.
B.3.5. Toeristenbelasting Met ingang van 2006 is de toeristenbelasting ingevoerd. De netto-opbrengst wordt aangewend voor het verbeteren c.q. optimaliseren van het toeristische voorzieningenniveau. De geraamde opbrengst toeristenbelasting is overeenkomstig verwerkt in deze begroting. Het tarief is sinds 2009 € 1,00 per eenheid. Ook voor 2013 wordt met dit tarief gerekend. B.3.6. Marktgelden Het beleid en de opbrengst marktgelden vallen onder het programma Economische Zaken. De tarieven voor 2013 zijn t.o.v. de tarieven 2012 met 3,25% verhoogd. B.3.7. Haven- en liggelden Het beleid en de opbrengst havengelden vallen onder het programma Economische Zaken. De tarieven voor 2013 zijn t.o.v. de tarieven 2012 met 3,25% verhoogd. B.3.8. Leges De legesopbrengsten worden op diverse programma’s verantwoord. Relatie met de burger : leges burgerzaken en APV. Ruimte en wonen : leges bouwvergunningen, ruimtelijke ordening De leges burgerzaken, APV en ruimtelijke ordening 2013 zijn t.o.v. de leges 2012 met 3,25% verhoogd voor zover wettelijk mogelijk is.
86
B.3.9. Lijkbezorging Het beleid en de opbrengst lijkbezorgingrechten vallen onder het programma Openbare ruimte. De tarieven voor 2013 zijn t.o.v. de leges 2012 met 3,25% verhoogd. De egalisatiereserve Begraafplaatsen bedraagt naar verwachting per 01.01.2013 € 0. Vooralsnog zijn de vastgestelde tarieven, ondanks diverse verhogingen de afgelopen jaren, niet kostendekkend. Dit wordt o.a. veroorzaakt door de investeringen die gedaan zijn m.b.t. uitbreiding van de algemene begraafplaats en de ruiming va n de oude begraafplaatsen alsmede de extra ureninzet die hiermee gepaard is gegaan. Tevens is een teruggang te constateren met betrekking tot het aantal begravingen. Dit heeft geleidt tot een neerwaartse aanpassing van het opbrengstvolume van ca. € 20.000. B.3.10 . Brandweerrechten Het beleid en de opbrengst brandweerrechten vallen onder het programma Veiligheid. De tarieven voor 2013 zijn t.o.v. de leges 2012 met 3,25% verhoogd. B.3.11 . Precario De opbrengst precario valt onder het programma Relatie met de burger. De tarieven voor 2013 zijn t.o.v. de leges 2012 met 3,25% verhoogd. B.4.
Kwijtschelding
Als een belastingplichtige niet beschikt over vermogen en voldoende betalingscapaciteit kan geheel of gedeeltelijk kwijtschelding worden verleend. In de gemeente Drimmelen kan kwijtschelding worden aangevraagd voor de onroerende zaakbelasting, riool- en afvalstoffenheffing en hondenbelasting. De overige belastingen en heffingen komen hiervoor niet in aanmerking. De gemeente volgt in haar kwijtscheldings beleid volledig de landelijke 100% normen voor vermogen en inkomen. De bedragen die worden kwijtgescholden voor riool- en afvalstoffenheffing en hondenbelasting zijn in de tariefstelling meegenomen. Dit betekent uiteindelijk dat de kwijtschelding voor riool- en afvalstoffenheffing en hondenbelasting door de overige belastingbetalers wordt opgebracht. Met ingang van 2010 wordt gebruik gemaakt van de diensten van het in 2001 door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging Nederlandse Gemeenten opgerichte inlichtingenbureau. Als de belastingplichtige hier toestemming voor geeft, wordt bij het inlichtingenbureau geïnformeerd of er substantiële wijzigingen zijn in de inkomens - c.q. vermogenspositie van belastingplichtige ten opzichte van het voorafgaande jaar. Als dit niet het geval is zal de kwijtschelding automatisch worden verleend. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan de vermindering van de administratieve lastendruk voor de burger.
Aanvragen Aantal toekenningen (ook gedeeltelijk)
B.5.
2011 2012 2013 (rekening) (begroting) (begroting) 157 160 170 136 135 145
Lastendruk
Het beleid van de gemeente Drimmelen is gericht op een maatschappelijk aanvaardbaar lastenniveau. In onderstaande tabel is rekening gehouden met de onder B.3 opgenomen tariefsaanpassingen. Op deze basis is er een stijging van 3,05% van de gemiddelde lastendruk voor 2013 vo or het gemiddelde huishouden ten opzichte van het jaar 2012. Belastingsoort Onroerende zaakbelastingen Rioolrechten (gemiddeld) Afvalstoffenheffing (gemiddeld) incl. milieustraat en huis-aan-huis inzameling Totaal gemiddeld per huishouden
• • •
lastendruk lastendruk lastendruk 2011 2012 2013 € 262,96 € 267,96 € 274,25 € 202,55 € 214,25 € 231,02 € 273,97 € 243,08 € 243,08 € 739,48
€ 725,28
€ 748,35
stijging 12>13 2,35% 7,83% 0,00% 3,18%
Rioolheffing op basis van 101 m 3 waterverbruik (gemiddeld verbruik van de grootste categorie 0 – 250 m 3). Afvalstoffenheffing op basis van gemiddelde kosten per eenheid (aansluiting). De tariefsberekening Onroerende Zaak Belastingen is afhankelijk van enerzijds de tariefsontwikkeling en anderzijds de waardeontwikkeling van de woningen.
87
§C
Onderhoud kapitaalgoederen
De gemeente Drimmelen beheert ca. 385 ha aan openbare ruimte. Elke burger, inwoner, bezoeker en werknemer in de gemeente Drimmelen maakt gebruik van deze openbare ruimte voor vele diverse activiteiten zoals wonen, werken en recreëren. Voor deze activiteiten zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, civieltechnische kunstwerken, groen, straatmeubilair, verkeersmaatregelen, verlichting en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn van invloed op de kwaliteit van het voorzieningenniveau, maar daarmee ook op de jaarlijkse lasten. Hieronder wordt voor de belangrijkste kapitaalgoederen een toelichting gegeven op het bestaande beleid en de ontwikkelingen in het jaar 2013. Het bestaande beleid voor deze paragraaf is vastgelegd in de volgende gemeentelijke beleidsnota’s: • Beheerbeleid wegen Drimmelen 2012-2015 • Beleidsplan Verkeer en Vervoer (2006) • Waterbeleidsplan 2012-2016 (waarin opgenomen het verbreed gemeentelijke rioleringsplan 2011 t/m 2015) • Beleidsnota parkeren (2010) • Beleidsplan Openbare Verlichting, Duurzaam en herkenbaar 2009-2013. • Groenbeleidsplan 2005-2015. ‘Kwaliteit in beeld’ (2005) • Beleidsrichtlijn ‘Bewegwijzering van objecten’ (2007) • Beheercatalogus ‘Kwaliteit in beeld’ (2005) • Groenstructuurplan Made, ‘natuurlijk doen!’ (1996) • Groenstructuurplan Terheijden en Wagenberg, ‘tussen traditie en vernieuwing’ (2005) • Landschapsbeleidsplan Made en Drimmelen (1996) • Landschapsvisie gemeente Drimmelen (2008) • Bermen en bermsloten 2011-2020 • Bomenbeleidsplan gemeente Drimmelen (2008) • Gebouwenbeheerplan 2003-2005 • Integraal Huisvestingsplan 2011-2014 (2011) • Groot onderhoud buitensportaccommodaties 2007-2010 • Sportnota gemeente Drimmelen 2006 - 2010 (2005) • Kadernotitie KTD buitensport (2012) Bij inrichting, onderhoud en beheer moet verder rekening gehouden worden met de volgende wetgeving: • De Wegenwet van 1930 • De Wegenverkeerswet van 1994 • Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 • Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer • Wet geluidshinder • Bouwstoffenbesluit • Wet milieubeheer • Waterschapskeur • Reglement op de watergangen Noord Brabant • Wet telecomvoorzieningen • Wet energiedistributie artikel 16 • Besluit veiligheid attractie-, en speeltoestellen van 1997 Het onderhoud en beheer van de openbare ruimte valt uiteen in drie vormen: Dagelijks onderhoud (verder beschreven binnen programma 3) en structureel-, en vervangingsonderhoud. Uitvoering van deze laatste twee vormen vindt plaats binnen de voorzieningen conform de vastgestelde beheerprogramma’s. Het belangrijkste doel van het structureel onderhoud is: door middel van de uitvoering van onderhoudsmaatregelen zorgen dat de maximale levensduur voor een element behaald wordt. Het totale werk wordt planmatig uitgevoerd. Gedurende het jaar worden visuele inspecties uitgevoerd en gecombineerd met de beschikbare gegevens over levensduur enz.. Op grond hiervan wordt door de productverantwoordelijke een (meerjarig) jaarprogramma opgesteld. Het belangrijkste doel van het vervangingsonderhoud is: op het moment dat een element aan het eind van zijn levensduur is, dit vervangen door hetzelfde type (indien mogelijk met een langere levensduur). Structureel en vervangingsonderhoud wordt zoveel als mogelijk integraal aangepakt (werk met werk maken). Zo zullen bij rioolvervangingen en renovaties van straten, tevens de openbare verlichting, het openbaar groen en verkeersmaatregelen in de plannen geïntegreerd worden. In deze gevallen zullen belanghebbenden betrokken worden bij het uitwerken van de plannen. De projecten voor 2013 zijn opgenomen in programma 3.
88
Stand van zaken beheerprogramma’s Er zijn voor wat betreft het openbaar gebied beheerprogramma’s voor de volgende producten: Wegen, Openbare verlichting, Water (incl riolering), Bermen en bermsloten, Bebording en markering, Straatmeubilair, Speelvoorzieningen en Bomen. Baggeren havens moet nog worden gemaakt. Periodiek worden de programma’s geactualiseerd en door de raad, met het bijbehorende budget vastgesteld. Van het product Civieltechnische kunstwerken is een actuele inventarisatie. Vanaf de begroting 2013 is structureel budget beschikbaar om onderhoud uit te gaan voeren op het minimale niveau “veilig”. Een programma hiervoor zal aan de hand van een inspectie worden samengesteld. Naar aanleiding van het Bomenbeleidsplan is per 2010 budget beschikbaar gesteld voor het in drie jaar tijd opheffen van de onderhoudsachterstand in het areaal bomen. Aangezien in de functies Cultuur technisch medewerkers een structureel tekort aan capaciteit is, is het niet mogelijk om de geplande activiteiten binnen de daarvoor geplande tijd uit te voeren. Werkzaamheden zijn noodgedwongen getemporiseerd, voor 2013 betekent dit opnieuw voor zover mogelijk verder uitvoering gegeven zal worden aan de plannen. Prg. Exploitatie
3. 3. 3. 3./ 4. 4. 4. 4. 3. 3. 3.
a. Wegen b. Openbare verlichting c. Civiele kunstwerken d. Straat- en haltemeubilair e. Bebording en markering f. Verkeersregelinstallatie (VRI) g. Bewegwijzering h. Openbaar Groen i. Speelvoorzieningen j. Riolering en stedelijk water Totaal Exploitatie
2014
2016
2017
€ 103.600 € 146.670 € 5.700 € 14.300 € 57.800 € 2.320 € 8.000 € 72.700 € 22.490 € 450.200 € 883.780
€ 103.600 € 146.670 € 5.700 € 14.300 € 57.800 € 2.320 € 11.700 € 72.700 € 22.490 € 450.200 € 887.480
€ 103.600 € 146.670 € 5.700 € 14.300 € 57.800 € 2.320 € 8.000 € 72.700 € 22.490 € 450.200 € 883.780
€ 103.600 € 146.670 € 5.700 € 14.300 € 57.800 € 2.320 € 8.000 € 72.700 € 22.490 € 450.200 € 883.780
2013 € 943.450 € 489.385 € 63.525 € 38.870 € 152.625 €0 € 606.731 € 101.400 € 5.300 € 2.401.286
Begroting 2013 2014 2015 2016 € 943.450 € 943.450 € 1.005.950 € 489.385 € 323.280 € 323.280 € 63.525 € 63.525 € 63.525 € 38.870 € 38.870 € 38.870 € 152.625 € 152.625 € 152.625 €0 €0 €0 € 606.727 € 504.044 € 504.044 € 101.400 € 101.400 € 101.400 € 5.300 € 5.300 € 5.300 € 2.401.282 € 2.132.494 € 2.194.994
2017 € 1.005.950 € 323.280 € 63.525 € 38.870 € 152.625 €0 € 504.044 € 101.400 € 5.300 € 2.194.994
2013 € 2.542.500 € 116.050 € 1.200.750 € 2.658.550
Begroting 2013 2014 2015 € 1.858.500 € 1.860.000 €0 €0 €0 €0 € 1.858.500 € 1.860.000
Prg. Voorzieningen 3. 3. 3. 3. 3. 5. Div. 10. 10.
a. Wegen b. Openbare verlichting c. Civiele kunstwerken i. Speelvoorzieningen j. Riolering en stedelijk water k. Baggeren havens l. Gemeentelijke gebouwen (PLANON) n. Buitensportaccommodaties o. Kunst in de openbare ruimte Totaal Voorzieningen
Prg. Investeringen 3. j. Riolering en stedelijk water 6. m. Onderwijshuisvesting 10. n. Binnen– en buitensportaccommodaties Totaal Investeringen
Begroting 2013 2015
2013
€ 103.600 € 146.670 € 5.700 € 14.300 € 57.800 € 2.320 € 16.000 € 72.700 € 22.490 € 450.200 € 891.780
2016
2017 € € € €
0 0 0 0
€ € € €
0 0 0 0
a. Wegen Beleidsuitgangspunten Het beleidskader met betrekking tot Wegen is vastgelegd in de notitie: Beleidsplan Wegen Drimmelen 2011-2015: Op weg naar duurzaamheid. In 2011 is dit beleidsplan door de Raad vastgesteld. Het uitgangspunt is handhaving van het (minimale) onderhoudsniveau voor zowel de wegen als de daarbij behorende onderdelen van de openbare ruimte. Voor de vervanging van materialen is vastgesteld dat materialen hergebruikt worden of worden vervangen door duurzame materialen. De voorziening wegenonderhoud is op dit niveau gebaseerd. De gemeente Drimmelen heeft ruim 1.900.000 m 2 verharding in beheer. Dit areaal vertegenwoordigt een waarde van € 86.500.000. Jaarlijks wordt het volledige areaal geïnspecteerd en gewaardeerd volgens een landelijke systematiek voor wegbeheer. Hieruit volgt het benodigde dagelijks -, en structureel-, en vervangingsonderhoud. Het dagelijks onderhoud wordt in hetzelfde jaar uitgevoerd. Het structureel-, en vervangings- onderhoud wordt uitgezet in een periode van vijf jaar. De operationele planning wegen is opgenomen in de jaarplanning Openbare Werken. Bij het plannen wordt rekening gehouden met het afstemmen van werkzaamheden met andere disciplines: het zogenaamde Integraal werken met als doel het beperken van overlast voor de burger en proberen “werk met werk” te maken om zo efficiënt mogelijk te werken. (zie voor de projecten programma 3.) Exploitatie 2013
2014
Begroting 2013 2015
2016
‘Klein’ onderhoud wegen * € 103.600 € 103.600 € 103.600 € 103.600 ‘Groot’ onderhoud wegen asfalt (voorziening) € 397.750 € 397.750 € 397.750 € 397.750 ‘Groot’ onderhoud wegen elementen (voorz.) € 608.200 € 608.200 € 608.200 € 608.200 KTD 2011 (nr. 55.1): inzet beginstand € 250.000 € 62.500€ 62.500€ 62.500€0 Totaal exploitatie € 1.047.050 89 € 1.047.050 € 1.047.050 € 1.109.550 * Betreft 'Klein' onderhoud van asfalt, elementen, semi-verhard en betonverhardingen en herprofileren bermen.
2017 € 103.600 € 397.750 € 608.200 €0 € 1.109.550
b. Openbare verlichting Beleidsuitgangspunten Het beleidskader met betrekking tot Openbare verlichting is vastgelegd in de nota Beleidsplan Openbare Verlichting, Duurzaam en herkenbaar 2009-2013. Met de vaststelling van het beleid heeft de Raad gedurende de looptijd van het plan voldoende budget vrijgemaakt om het achterstallig en regulier onderhoud de komende vijf jaar te garanderen. Het beleidsplan heeft een looptijd tot en met 2013 wat betekent dat eind 2013 er een nieuw beleidsplan ter vaststelling aangeboden zou moeten worden. In 2015 moet een nieuwe aanbesteding van de uitvoerende werkzaamheden gaan plaatsvinden. In verband daarmee wordt voorgesteld de looptijd van het huidige beleidsplan met 1 jaar te verlengen tot eind 2014. Eind 2014 zal dan een nieuw beleidsplan worden voorgelegd ter vaststelling, wat vervolgens gebruikt kan worden bij de nieuwe aanbesteding. Indien mogelijk zal voor de aanbesteding aansluiting gezocht worden bij de samenwerkingspartners in de Amerstreek. Op locaties met de hoogste prioriteit wordt de verlichting aangepakt en waar mogelijk lift de Openbare verlichting mee in de integrale aanpak van projecten. Bij vervanging van armaturen worden armaturen met dimmers ofwel in toenemende mate led-verlichting toegepast. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van een standaard materialenpakket. Vanaf medio 2011 is, met het nieuwe energiecontract (2011-2014), de ingekochte elektriciteit 100% duurzaam (groene energie). Exploitatie
Onderhoudscontract (groepsremplace) Vervanging lichtmasten (voorziening) Totaal exploitatie
Begroting 2013 2015
2013
2014
€ 146.670 € 489.385 € 636.055
€ 146.670 € 489.385 € 636.055
€ 146.670 € 323.280 € 469.950
2016
2017
€ 146.670 € 323.280 € 469.950
€ 146.670 € 323.280 € 469.950
c. Civiele kunstwerken Beleidskader Het kader voor de civiele kunstwerken is vastgesteld in de raadsvergadering van 18 mei 2009. Tijdens deze vergadering is het (incidenteel) “veilig” alternatief gekozen uit de “beleidsnotitie civiele kunstwerken en havens” van 8 juni 2009. Beleidsuitgangspunten Als beleidsuitgangspunt is het niveau ”veilig” vastgesteld zoals weergegeven in de bovengenoemde beleidsnotitie. In 2009 is éénmalig budget beschikbaar gesteld voor het aanpakken van enkele grote (onveilige) knelpunten. Inmiddels is per 2013 budget beschikbaar om onderhoud op een zodanige manier uit te gaan voeren dat het totale areaal het niveau “veilig” zal gaan bereiken. Als definitie voor “veilig” geldt: Onder de prioriteit veiligheid wordt verstaan of van het kunstwerk veilig gebruik kan worden gemaakt. Bepaalde schades of achterstallig onderhoud kunnen gevaarlijke situaties veroorzaken voor gebruikers. Door onderhoudsprojecten te voorzien kunnen gevaarlijke situaties worden voorkomen. Het moge duidelijk zijn dat aan veiligheid hoge eisen worden gesteld vanuit het oogpunt van de gebruiker. Tevens is het zo dat door hier goede aandacht aan te besteden claims in het kader van de aansprakelijkheid kunnen worden voorkomen. De veiligheid is bijvoorbeeld in het geding als er brugdekplanken ontbreken of als de leuning loszit. Begin 2013 zal een inspectie worden uitgevoerd waarna gestart zal worden met uitvoering van maatregelen aan de projecten met de hoogste prioriteit. Exploitatie 2013
2014
‘Klein’ onderhoud * € 5.700 ‘Groot’ onderhoud (voorziening) € 63.525 Totaal exploitatie € 69.225 * Inclusief KTD-bezuiniging (nr. 61.1): Het verwijderen van vier vissteigers.
Begroting 2013 2015
€ 5.700 € 63.525 € 69.225
€ 5.700 € 63.525 € 69.225
2016 € 5.700 € 63.525 € 69.225
2017 € 5.700 € 63.525 € 69.225
d. Straat- en haltemeubilair Het beleidskader met betrekking tot straat- en haltemeubilair is vastgelegd in de nota: • Beleidsplan straatmeubilair (vast te stellen in 2013). Beleidsuitgangspunten • Moeten nog geformuleerd worden. Voor onderhoud van straatmeubilair zijn beperkte middelen voorhanden. Binnen het wijkgerichte beheer van de afdeling Openbare Werken worden de objecten onderhouden.
90
Exploitatie
Begroting 2013 2013 2014 2015 2016 Onderhoud straatmeubilair (incl. fontein den Deel) € 17.900 € 17.900 € 17.900 € 17.900 KTD 2011 (nr. 57.CAB/VVD/PvdA/GrDr) * € 5.200€ 5.200€ 5.200€ 5.200Onderhoud haltemeubilair ** € 1.600 € 1.600 € 1.600 € 1.600 Totaal exploitatie € 14.300 € 14.300 € 14.300 € 14.300 * Verwijderen straatmeubilair: fietsklemmen, fietssluisjes, paaltjes, banken m.u.v. verkeersfunctie. ** In 2013 is een bedrag opgenomen van € 150.000 t.b.v. Toegankelijke haltes laatste fase (12 x € 12.500). Hiertegenover staat een even groot bedrag als subsidieontvangst (Provincie).
2017 € 17.900 € 5.200€ 1.600 € 14.300
Geplande werkzaamheden Het ‘Beleidsplan Straatmeubilair’ (vast te stellen in 2013). In 2005 heeft reeds een heroverweging plaats gevonden van noodzakelijk straatmeubilair. Wat weg kon, is toen zoveel mogelijk weggehaald. Na vaststelling van het Beleidsplan Straatmeubilair zal wederom bekeken worden waar straatmeubilair verwijderd kan worden, e.e.a. conform de besluitvorming bij de KTD. Met de uitvoering hiervan wordt gestart in 2013. In 2008 is op diverse plekken in de gemeente gesta rt met het toegankelijk maken van de bushaltes voor minder validen. Het betrof toen de eerste veertien haltes. Gelijktijdig met het toegankelijk maken van de haltes wordt het haltemeubilair vervangen. In 2011 zijn wederom 19 haltes tegelijk toegankelijk gemaakt. Deze werkzaamheden zijn deels bekostigd uit een subsidie van de provincie, deels vanuit de opbrengsten van de Deeltaxi. In 2013 staat de laatste fase van het project ‘Toegankelijke bushaltes’ op de planning. Dan worden 12 haltes aangepast; deze werkzaamheden worden volledig bekostigd vanuit de opbrengsten van de Deeltaxi (OV investeringsfonds) / (tenzij regelgeving wordt aangepast). e. Bebording en markering Het beleidskader met betrekking tot bebording en markering wordt vastgelegd in de nota: • Saneringsplan verkeerstekens (2012). Beleidsuitgangspunten • Uitgangspunt bij het saneringsplan is dat alle juridisch en ruimtelijk niet noodzakelijke bebording wordt verwijderd, zodat de bezuiniging van ca. € 7.600 op deze kostenpost wordt gehaald (besluit bij KTD). Geplande werkzaamheden Exploitatie Onderhoud / schades bebording KTD 2011 (nr. 84.2): Verminderen aantal borden Onderhoud markering / belijningen Totaal exploitatie
2013 € 37.525 € 7.725€ 28.000 € 57.800
Begroting 2013 2014 2015 € 37.525 € 37.525 € 7.725€ 7.725€ 28.000 € 28.000 € 57.800 € 57.800
2016 € 37.525 € 7.725€ 28.000 € 57.800
2017 € 37.525 € 7.725€ 28.000 € 57.800
Middels goede bebording en markering dient het juiste gedrag bij de verkeersdeelnemer teweeg worden gebracht. Een veilig, vlot en correct gebruik van het wegennet van de gemeente is daarbij het uitgangspunt. In 2013 wordt vervolg gegeven aan de uitvoering van het saneringsplan verkeerstekens. Aan de hand daarvan zullen zo veel mogelijk verkeersborden worden verwijderd, conform de besluitvorming bij de kerntakendiscussie. Vervolgens zal bekeken worden welke borden vervangen moeten worden. Dus, eerst verminderen van het aantal borden, dan de overgebleven borden op orde brengen. Op basis van een nog te formuleren kwaliteitsniveau zal verder structureel jaarlijks vervanging van verouderde borden plaats gaan vinden om aan het gewenste kwaliteitsniveau te voldoen. Dit is van belang om te voldoen aan wetgeving (Wegenverkeerswet) en om onderstaande consequenties te voorkomen: • personele/ materiële consequenties: letsel bij personen dan wel schade aan voertuigen/ vaste objecten; • financiële consequenties: schade aan gemeente -eigendommen en/of aansprakelijkheidsstellingen; • onduidelijk beeld van te verwachten investeringen dan wel juridische consequenties; • bescherming van gemeentelijke eigendommen kan in het gedrang komen, aansprakelijkheidsstellingen, rechtszaken, ontbreken van rechtskracht ten behoeve van handhaving. Qua markering is in 2007 gestart met het project ‘Toepassen Essentiële Herkenbaarheidskenmerken’. Hierbij gaat het om het toepassen van eenduidige markering op dezelfde typen wegen. In 2008 is gestart met het aanbrengen van de markering op de Tuinbouwweg en Brieltjensweg. Het aanbrengen van deze nieuwe markering wordt veelal gecombineerd met onderhoudswerkzaamheden aan het asfalt. Voor 2013 staat in ieder geval de Brandestraat op de planning. f. Verkeersregelinstallatie (VRI) Beleidskader: • Hier is geen beleidskader van. Beleidsuitgangspunten: • Storingen moeten binnen vijf werkdagen worden opgelost. Exploitatie Onderhoud VRI's Totaal exploitatie
2013 € 2.320 € 2.320
Begroting 2013 2014 2015 € 2.320 € 2.320 € 2.320 € 2.320
91
2016 € 2.320 € 2.320
2017 € 2.320 € 2.320
Geplande werkzaamheden De gemeente heeft 2 VRI’s in beheer: één in Drimmelen bij de Batterij en één in Made, op de kruising Adelstraat – Godfried Schalckenstraat. De enige werkzaamheden voor dit onderwerp bestaan uit het onderhoud bij storingen. Beleidsmatige werkzaamheden zijn er vrijwel niet. Eind 2011 is de VRI in Drimmelen ve rvangen door een nieuwe installatie. Hiermee zijn de storingen verholpen en is hier minder onderhoud aan. Het is de bedoeling de VRI in Made in 2013 te verwijderen en het betreffende kruispunt te reconstrueren. Hier wordt subsidie voor aangevraagd. g. Bewegwijzering Het beleidskader met betrekking tot bewegwijzering is vastgelegd in de nota: • Beleidsrichtlijn ‘Bewegwijzering van objecten’ uit 2007 Beleidsuitgangspunten • Objecten met vooral plaatselijke bezoekers krijgen geen verwijzing; • Commerciële objecten dienen hun eigen verwijzing te bekostigen; • De objectbewegwijzering ziet er in de hele gemeente hetzelfde uit (wit bord met zwarte letters en een blauwe omlijsting). Exploitatie Onderhoud bewegwijzering Totaal exploitatie
Begroting 2013 2014 2015 € 11.700 € 16.000 € 11.700 € 16.000
2013 € 8.000 € 8.000
2016 € 8.000 € 8.000
2017 € 8.000 € 8.000
Fluctuaties in het meerjarenperspectief worden veroorzaakt door de meerjarenplanning ANWB-bewegwijzering. Geplande werkzaamheden In 2011 is een objectbewegwijzeringsplan opgesteld voor alle kernen. Uitvoering daarvan heeft reeds plaatsgevonden. Aangezien het beheer en onderhoud bij een externe partij is ondergebracht, zijn de interne werkzaamheden minimaal. Ditzelfde geldt voor de geplaatste industriebewegwijzering bij de verschillende bedrijventerreinen. h. Openbaar groen Beleidskader en beleidsuitgangspunten Het beleidskader met betrekking tot Openbaar groen is vastgelegd in de nota’s: • Groenbeleidsplan 2005-2015; Kwaliteit in beeld incl. beheercatalogus; • Bomenbeleidsplan gemeente Drimmelen; • Bermen en bermsloten 2011-2020: Kiezen voor biodiversiteit; • Groenstructuurplannen gemeente Drimmelen; • Landschapsvisie gemeente Drimmelen; • Groenonderhoudsplannen; • Plan van aanpak Onderhoud vormbomen. Het groenbeleid is gericht op duurzaam kwaliteitsgroen. Dit groen wordt op een ecologische basis beheerd, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Om het onderhoud te beperken, wordt zoveel mogelijk bodembedekkende beplanting aangebracht en bij plantsoenen die daarvoor geschikt zijn wordt een bepaalde mate van kruidengroei geaccepteerd. De doelstelling van het beleid voor de planperiode is het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de groenstructuur binnen de gemeente Drimmelen, zowel in het stedelijk gebied als in het landelijk gebied. Met het groenbeleidsplan zijn de beleidsdoelen vastgesteld, benevens het plan van aanpak voor de nadere uitwerking daarvan. Geplande werkzaamheden Groenbeheer In 2010 zijn de onderhoudsbestekken voor de plantsoenen, grasvelden en onkruidbestrijding verhardingen, op basis van een beeld- en frequentiebestek, in samenspraak met het inkoopbureau, voor twee jaar aanbesteed met de optie van twee keer één jaar te verlengen. De door de Raad op 30 juni 2005 vastgestelde beheercatalogus ‘Kwaliteit in beeld’ vormt het uitgangspunt voor de beschrijving van het onderhoudsniveau. Met de bezuiniging van de kerntakendiscussie is het kwaliteitsniveau va n de beheergroepen die op kwaliteitsniveau A werden onderhouden verlaagd naar kwaliteitsniveau B. Bij het toezicht op de onderhoudsbestekken worden de voormannen van de wijkteams ingeschakeld. Zij hebben voor de toezichthouder van het openbaar groen een ondersteunende rol. Onkruidbestrijding verharding Op 17 april 2008 is een Raadsbesluit genomen om gefaseerd over te gaan op mechanische onkruidbestrijding. Er wordt twee maal per jaar een onderhoudsronde uitgevoerd. Vanaf 2012 is het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen tot nul gereduceerd. Renovatie openbaar groen Plantsoenvakken die vanwege slijtage, hoge beheerkosten, representativiteit of functieverandering niet meer voldoen, worden omgevormd. Deze renovaties worden, mede in verband met de bezuiniging vanuit de KTD, voornamelijk integraal met riolering en wegen uitgevoerd. Hierdoor ontstaat groen dat beter en efficiënter (goedkoper) te onderhouden is. 92
Bomenbeleid Uitvoering bomenbeleidsplan: eenmalige ingrepen. De behandeling van het bomenbeleidsplan heeft plaatsgevonden in de Commissie Grondgebiedzaken van 3 juni 2008 en daarna in de Raadsvergadering van 26 juni 2008. Voor het wegwerken van achterstallig onderhoud en noodzakelijke dunningen is voor de jaren 2010 t/m 2012 een gefaseerd bedrag van € 120.500 beschikbaar. Door het structurele tekort aan capaciteit binnen het werkgebied Cultuurtechniek, is de uitvoering vertraagd en zal de uitvoering in 2013 worden voortgezet. In 2013 zal uitvoering gegeven worden aan het KTD besluit m.b.t. de knotwilgen en bolbomen. Bermenbeleid Op 21 november 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met ecologisch bermbeheer. Bermen langs doorgaande wegen functioneren steeds meer als leefgebied en verbindingszone voor planten en dieren. Vanaf 2012 wordt op 40% van de bermen binnen de gemeentelijke grenzen ‘ecologisch’ maaibeheer toegepast. Hierdoor kunnen er bloemrijke bermen ontstaan waarin uiteindelijk meer planten- en diersoorten leven. De biodiversiteit zal hierdoor binnen de gemeente Drimmelen toenemen. Bij ecologisch bermbeheer maait de gemeente de bermen twee keer per jaar en voert het maaisel af. In een beperkt aantal groter aaneengesloten gebieden zoals bijvoorbeeld de Zandwinput in Wagenberg vindt één keer per jaar maaien en ruimen plaats. Door het maaisel goed af te voeren wordt de grootste vorm van organische bemesting tegengegaan. Een berm die schraler wordt, krijgt steeds meer bloemen. De bermen die niet ecologisch worden beheerd, worden twee keer per jaar geklepeld waarbij het maaisel in de berm achterblijft om te verteren. In 2013 zal een evaluatie van de nieuwe werkwijze plaatsvinden waarna eventueel wijzigingen worden doorgevoerd. Natte ecologische verbindingszones (EVZ) Voortkomend uit het revitaliseringplan Wijde Biesbosch staat de gemeente sam en met het Waterschap Brabantse Delta voor de opgave om een aantal natte EVZ’s in de gemeente te realiseren. Om dit te realiseren heeft de gemeente Drimmelen begin 2009 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met het Waterschap Brabantse Delta. Hierin is o.a. grondverwerving, aanleg en onderhoud geregeld. Uitgangspunt is dat gestreefd wordt naar een duurzame realisatie van de natte EVZ’s. Dit betekent dat het Stimuleringskader Groen Blauwe diensten daarbij ondersteunend is. In 2009 is de Ecologische verbindingszone Spoorzone en zijn vier percelen in Den Ham ingericht. In 2011 zijn inrichtingsplannen opgesteld voor de gronden die met de kavelruil beschikbaar zijn gekomen (EVZ Gat van den Ham). Deelname aan Stimuleringskader Groen Blauwe diensten Op 30 juni 2012 is het gebiedscontract Brabantse Delta e.o. voor het onderdeel “Diensten” van het Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant geëindigd. Voor de periode 1 juli 2012 t/m 30 juni 2016 is een nieuw gebiedscontract Groen Blauwe Diensten opgesteld. De gebiedspartijen streven naar continuïteit van het beleid en daarbij is het van belang dat er tenminste budget beschikbaar moet zijn voor het verlengen van bestaande overeenkomsten. Daarnaast kunnen nieuwe overeenkomsten worden aangegaan in die gebieden waar voldoende interesse is en die aansluiten bij de provinciale en gemeentelijke beleidsdoelen. Op 21 juni 2012 heeft de Raad een bedrag van € 80.000 beschikbaar gesteld voor de periode 2013 t/m 2016 ten laste van de Reserve groenaanleg. Exploitatie
Renovaties openbaar groen KTD 2011 (nr. 196.2): Geen inc. renovatie van groen Totaal exploitatie
Begroting 2013 2015
2013
2014
€ 93.500 € 20.800€ 72.700
€ 93.500 € 20.800€ 72.700
€ 93.500 € 20.800€ 72.700
2016
2017
€ 93.500 € 20.800€ 72.700
€ 93.500 € 20.800€ 72.700
i. Speelvoorzieningen Beleidskader en beleidsuitgangspunten Voor inrichting en onderhoud van speelvoorzieningen geldt het “Besluit veiligheid attractie-, en speeltoestellen“ van 1997. Buiten voorschriften m.b.t. de keuze van materialen legt dit besluit ook een periodieke veiligheidscontrole op van één keer per maand. Op grond hiervan wordt het dagelijks beheer uitgevoerd. De gemiddelde levensduur van een toestel ligt tussen de tien en twintig jaar. Deze is afhankelijk van het soort speeltoestel, maar daarnaast ook van de wijze van gebruik. Voor speeltoestellen geldt als extra handicap dat ze erg gevoelig zijn voor vandalisme. Aan de ene kant kunnen speeltoestellen langer mee gaan dan de theoretische afschrijvingstijd en aan de andere kant kan een speeltoestel door omstandigheden ook eerder afgeschreven zijn. Exploitatie 'Klein' onderhoud KTD 2011 (nr. 236.2): Tien zandbakken opruimen 'Groot' onderhoud (voorziening) Totaal exploitatie
2013 € 27.690 € 5.200€ 38.870 € 61.360
Begroting 2013 2014 2015 € 27.690 € 27.690 € 5.200€ 5.200€ 38.870 € 38.870 € 61.360 € 61.360
2016 € 27.690 € 5.200€ 38.870 € 61.360
2017 € 27.690 € 5.200€ 38.870 € 61.360
Geplande werkzaamheden In de vervangingsinvesteringen zijn momenteel 232 speelelementen (zoals bijvoorbeeld zandbakken, doeltjes, 93
klimtoestellen e.d.) opgenomen. Voor de komende vier jaar is voor structureel onderhoud en vervangingen een gemiddeld jaarlijks budget benodigd van ca. € 38.200 exclusief BTW. Het onderhoud wordt (vandalisme daargelaten) uitgevoerd op basis van een tienjarig onderhouds -, en vervangingsprogramma. Opgemerkt dient te worden dat in de begroting géén middelen opgenomen zijn voor het aanleggen van nieuwe speelvoorzieningen. In het kader van de KTD is besloten om tien zandbakken in de openbare ruimte op te ruimen. De zandbakken bij de scholen en peuterspeelzalen blijven gehandhaafd. Naar verwachting zal in 2012 een deel van de zandbakken in eigen beheer gegeven worden. De zandbakken die niet in eigen beheer genomen worden zullen nog in 2012 verwijderd worden. j. Riolering en stedelijk water Beleidskader Op gemeentelijk niveau is eind 2011 het “Waterbeleidsplan 2012 t/m 2016 met daarin opgenomen een verbreed GRP” vastgesteld. Op regionaal niveau gelden voor de toekomst de uitgangspunten zoals opgenomen in het Bestuursakkoord Water “Water met vuur” (ondertekend op 23 mei 2011). Binnen de “Samenwerking in de waterketen” wordt invulling gegeven aan de in het bestuursakkoord gestelde doelen. Water met vuur. • Doelmatiger waterbeheer. • Doelmatigheidswinst. • Overheveling naar waterveiligheid. • Gematigde stijging lokale lasten. • Waterschappen zelfstandiger, rol provincies beperkter. • Toetsing Waterkeringen wordt teruggebracht naar een cyclus van 12 jaar. • Herziening belastingstelsel waterschappen. • Opschaling afvalwaterketenbeheer. • Dreigende wetgeving als stimulans. Exploitatie
‘Klein’ onderhoud vrij verval riolering ‘Klein’ onderhoud drukriolering ‘Klein’ onderhoud IBA's Storting voorziening riolering (renovaties) Totaal exploitatie
2014
€ 108.000 € 168.350 € 21.225 € 152.625 € 450.200
€ 108.000 € 168.350 € 21.225 € 152.625 € 450.200
Investeringen Baggeren stedelijk water Vervanging riolering Gemalen (bouwkundig / mechanisch / elektr.) Totaal Investeringen
Begroting 2013 2015
2013
2014
€ 108.000 € 168.350 € 21.225 € 152.625 € 450.200
Begroting 2013 2015
2013 € 450.000 € 2.092.500
€ 1.858.500
€ 2.542.500
€ 1.858.500
€ 1.827.500 € 32.500 € 1.860.000
2016
2017
€ 108.000 € 168.350 € 21.225 € 152.625 € 450.200
€ 108.000 € 168.350 € 21.225 € 152.625 € 450.200
2016
2017
€0
€0
Beleidsuitgangspunten Voor de komende jaren geldt een zogenaamde blauwe variant. Dit is een variant waarbij waterkwaliteitspoorproblemen en stedelijkwateropgaveproblemen op een duurzame manier worden opgelost. Hierbij worden de drie zorgplichten op de volgende manier vormgegeven: 1. Afvalwater (1) en hemelwaterzorgplicht (2). • Afvalwaterlozingen buitengebied: geen hemelwater op drukriolering en iba’s (zie lozingenbesluit en Kader Richtlijn Water). • Bij ruimtelijke ontwikkelingen kiezen wij voor een duurzaam water en rioleringssysteem (landelijk beleid omgaan met hemelwater en afvalwater) • Hydrologisch neutraal ontwikkelen. • Ontvlechten afvalwater en hemelwater: (WBD-infiltreren, oppervlaktewater, riool). • Herinrichting wegen en bermen: afkoppelkans. • Kansen benutten: wegen bij watergangen. • Afwijken van de strategie: daar waar noodzakelijk (bv. verontreiniging). 2. Grondwaterzorgplicht (3). • Ordenende ondergrond: voorkomen van (grond)wateroverlast begint bij RO. • Aanspreekbaarheid en aansprakelijkheid: wie bij welk probleem à samenwerking noodzakelijk. • Duurzaamheid: in stand houden en herstellen van natuurlijk functionerende grondwatersystemen (veerkrachtig). • Hydrologisch neutraal: ghg (gemiddelde hoogste grondwaterstand) niet verlagen t.b.v. de functiewijziging. • Lokaal maatwerk: afhankelijk van afzonderlijke situaties. • Infiltreren:enkel als er geen grondwateroverlast optreedt. 94
• •
KRW: deze normen en doelstellingen zien wij als voorwaarden om te komen tot duurzaam kwalitatief beheer. Individuele verantwoordelijkheid: conform de wet zien wij water en vochtoverlast op particulierterrein niet als maatschappelijk probleem, maar als individuele verantwoordelijkheid.
Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichtingen op de investeringen zoals opgenomen in Programma 3. Openbare ruimte. k. Baggeren havens Beleidskader Anders dan het voornemen om structureel de havens te baggeren en hiervoor een voorziening in stand te hebben en te houden, is er geen vastgesteld beleid omtrent het baggeren van de havens. Door het ontbreken van een beleidskader is tijdens de kerntakendiscussie besloten de jaarlijkse bijdrage aan de voorziening van ca. € 70.000 te stoppen, waarbij, afhankelijk van het te ontwikkelen beleidskader, de mogelijkheid bestaat dit weer in te voeren als dit noodzakelijk blijkt (stand voorziening baggeren havens per 01.01.2013 bedraagt € 756.414). Beleidsuitgangspunten Begin 2011 is een onderzoek uitgevoerd naar de hoeveelheid slib in de havens ten opzichte van de aanlegdiepte. In de winterperiode van 2012-2013 zullen de noodzakelijke baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd, waarna een nieuw voorstel voor de stortingen in de voorziening zal worden gedaan. Exploitatie
Baggeren diverse havens (voorziening): * Oude haven Drimmelen * Oude jachthaven Drimmelen * Nieuwe jachthaven Drimmelen * Jachthaven Lage Zwaluwe * Jachthaven Terheijden Totaal exploitatie KTD 2011 (nr. 191.1): Stopzetten jaarlijkse storting Totaal exploitatie
Begroting 2013 2015
2013
2014
€ 9.895 € 9.895 € 10.165 € 37.760 € 4.358 € 72.073 € 72.073€0
€ 9.895 € 9.895 € 10.165 € 37.760 € 4.358 € 72.073 € 72.073€0
€ 9.895 € 9.895 € 10.165 € 37.760 € 4.358 € 72.073 € 72.073€0
2016
2017
€ 9.895 € 9.895 € 10.165 € 37.760 € 4.358 € 72.073 € 72.073€0
€ 9.895 € 9.895 € 10.165 € 37.760 € 4.358 € 72.073 € 72.073€0
l. Gemeentelijke gebouwen (PLANON) In juni 2010 heeft een actualisatie van de geplande onderhoudswerkzaamheden plaats gevonden voor de uitvoeringsperiode 2011-2013. Tevens zijn tijdens deze actualisatie de standen van de voorzieningen per pand doorgenomen. Uitgangspunt bij deze actualisatie is vastgelegd beleid waarin is vastgelegd dat alle panden gewaarborgd worden op de nulsituatie. Bij behandeling van de kerntakendiscussie in de raad is besloten een aantal vervolgonderzoeken uit te zetten in hoeverre de gemeente verantwoordelijk moet blijven voor eigendom en beheer van de accommodaties dan wel dat de accommodaties uitbesteed, verzelfstandigd of afgestoten worden. Definitieve besluitvorming zal naar verwachting eind 2012 plaatsvinden. De jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening is ca. € 613.000. Tot er besluitvorming heeft plaatsgevonden over het gemeentelijke vastgoed blijft het bestaande uitgangspunt van het huidige vastgoedbestand gehandhaafd. De planning betreft de periode van 2011-2020. Gezien de wens vanuit de organisatie om werkzaamheden uit te voeren in relatie tot een aantal grote projecten zal het vermoedelijk niet mogelijk zijn om alle werkzaamheden gepland voor 2012 uit te voeren. Afhankelijk van besluit zal overleg plaats moeten vinden over prioritering van de geplande werkzaamheden van 2012 en 2013. Onderstaand een overzicht van de grote geplande werkzaamheden in 2013 en deels doorgeschoven werkzaamheden van 2012: • SCC de Mayboom te Made, CV- en regelinstallatie € 78.000 • Amerhal te Made, renovatie douches € 87.000 • Klaverblad te Drimmelen, binnenschilderwerken € 12.000 • Ontmoetingscentrum Zonzeel, buitenschilderwerken € 6.000 • Ontmoetingscentrum Den Domp te Lage Zwaluwe, diverse onderhoudswerkzaamheden € 36.000 • SCC de Cour te Terheijden, vervangen brandmeldinstallatie € 28.000 • Klaverblad te Drimmelen, vervangen marmoleum € 36.900 • Peutersoos Madelief te Made vloerherstel € 45.000 • Molen “de Arend” te Terheijden diverse groot onderhoudswerken € 23.800 • Plexat te Wagenberg dakrenovatie, toiletrenovatie enz. € 172.000 • Kleedruimte handbalclub Made € 15.000 Voor nadere details wordt verwezen naar het geactualiseerde onderhoudsplan voor de periode van 2011-2020. 95
Exploitatie
Begroting 2013 2015
2013
2014
Planon gebouwenbeheer (voorziening) KTD-bezuinigingen (Raadsbesluit): KTD 2011 (nr. 193.1): Verzelfstandiging van de jachthaven te Terheijden. KTD 2011 (nr. 75.1): De klokken en uurwerken (Bernarduskerk, NH-kerk Made, NH-kerk Drimmelen) afstoten naar de betreffende kerkbesturen.
€ 624.300
€ 620.400
€ 1.492-
Gebouw vm politiebureau Terheijden Gemeenschapshuis "den Domp" Lage Zwaluwe Totaal exploitatie (stortingen planon) KTD Opdrachten (Raadsbesluit): KTD 2011 (nr. 382.Opdracht): Opdracht: Verkoop gemeentelijke gebouwen Gerealiseerd: Garage Batterij te Drimmelen Gerealiseerd: Mortuarium Leeuwerikstraat te Made
2016
2017
€ 620.400
€ 620.400
€ 620.400
€ 1.492-
€ 1.492-
€ 1.492-
€ 1.492-
€ 5.856-
€ 5.856-
€ 5.856-
€ 5.856-
€ 5.856-
€ 3.896€0 € 11.244€ 613.056
€0 €0 € 7.348€ 613.052
€0 € 52.683€ 60.031€ 560.369
€0 € 52.683€ 60.031€ 560.369
€0 € 52.683€ 60.031€ 560.369
€ 15.000-
€ 15.000-
€ 65.000-
€ 65.000-
€ 65.000-
€ 795 € 7.880
€ 795 € 7.880
€ 795 € 7.880
€ 795 € 7.880
€ 795 € 7.880
€ 6.325-
€ 6.325-
€ 56.325-
€ 56.325-
€ 56.325-
KTD 2011 (nr. 388.Opdracht): Opdracht: Taakstelling op bedrijfsvoering algemeen Totaal exploitatie (KTD opdracht)
€ 32.801-
€ 32.801-
€ 32.801-
€ 32.801-
€ 32.801-
€ 39.126-
€ 39.126-
€ 89.126-
€ 89.126-
€ 89.126-
Totaal exploitatie gebouwenbeheer
€ 573.930
€ 573.926
€ 471.243
€ 471.243
€ 471.243
m. Onderwijshuisvesting Het beleidskader met betrekking tot Onderwijshuisvesting is vastgelegd in de nota Integraal Huisvestingsplan 2011-2014. Dit IHP is in de raadsvergadering van 3 november 2011 vastgesteld als actualisering van het plan voor de periode 2007-2010. De uitvoering is een voortschrijdende taak van de gemeente. In onze gemeente zijn elf schoolgebouwen voor het basisonderwijs en één gebouw voor het voortgezet onderwijs aanwezig. De belangrijkste lopende of net afgeronde projecten zijn: nieuwbouw van De Zonzeel te Terheijden, nieuwbouw brede school te Hooge Zwaluwe en de verbouw ’t Rietland tot brede school te Lage Zwaluwe met toevoeging van de Willibrordusschool. Beleidsuitgangspunten Voldoen aan de wettelijke verplichting om de scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs binnen de gemeentegrenzen te voorzien van adequate huisvesting, volgens de wettelijke regelingen. Investeringen 2013 Aanpassing Zeggewijzer Dongemond: leidingwerk en bekabeling Totaal Investeringen
2014
€ 53.750 € 62.300 € 116.050
Begroting 2013 2015
€0
€0
2016
2017
€0
€0
De exploitatie-uitgaven betreffen het groot onderhoud. Deze uitgaven zijn opgenomen onder ‘Gemeentelijke gebouwen (PLANON). Huidige stand van zaken In de laatste jaren zijn diverse scholen gebouwd en verbouwd. In 2012 zijn de laatste werkzaamheden verricht voor de volgende scholen: • Brede school in Hooge Zwaluwe, • De Schoof (t Rietlandt-Willibrordus) in Lage Zwaluwe • Brede school Zonzeel in Terheijden. Bij de behandeling van de begroting 2012 is besloten tot het beschikbaar stellen van de volgende bedragen in 2012 en 2013: 2012: • Aanpassing Stuifhoek (€ 72.000) • Eerste inrichting uitbreiding Dongemond (€ 17.940) • Bouwrijpmaken uitbreiding Dongemond (€ 10.000) • Huurnoodlokalen (€ 9.282 per jaar) 2013: • •
Aanpassing Zeggewijzer (€ 53.750) Aanpassing leidingwerk Dongemond (€ 62.300)
96
Hiervan is de stand van zaken als volgt: Zeggewijzer In 2010 is de basisschool de Zeggewijzer in Terheijden opgeknapt voor een bedrag van circa € 4 ton, hiervan is een bedrag van € 150.000,- voor rekening van het schoolbestuur SKOD en de rest voor de gemeente. Een bedrag van 45.000,- (ex. BTW) was echter binnen de gemeente niet gedekt; dit betroffen aanpassingen aan de pui om zodoende extra ruimte in de school te creëren. Deze werkzaamheden zijn aan te merken als ‘onderwijskundige vernieuwingen’ en zijn als zodoende ‘kosten gem eente’. Het schoolbestuur SKOD heeft destijds aangegeven daarom deze kosten voor te willen financieren, zodat deze bouwkundige aanpassing meegenomen kon worden in de verbouwing in 2010. Middels het IHP is besloten om vanaf 2013 het voorgeschoten budget terug te betalen aan het schoolbestuur. Stuifhoek Deze noodzakelijke verbouwing voorziet erin dat in de IB/RT en onderzoeksruimte buitenlicht en -lucht kan toetreden. Tevens wordt de conciërgeruimte en de reproafdeling van elkaar gescheiden en wordt de ruimte van de directeur iets vergroot zodat daar met minimaal drie personen kan worden gewerkt. De verbouwing is een onderwijskundige vernieuwing en verbetert de functionaliteit en de arbeidsomstandigheden en optimaliseert het schoolgebouw. Na instemming door de raad in november 2011 met het IHP zijn de voorbereidingen voor de verbouwing begonnen. Na de zomer wordt met de uitvoering hiervan gestart. Dongemond tijdelijke uitbreiding Hoewel het Dongemondcollege pas enkele jaren geleden is uitgebreid, blijkt de school een stuk harder te groeien dan was te voorzien. Dongemond heeft middels het IHP tijdelijke huisvesting van twee lokalen voor een periode van vier jaar aangevraagd. Nadat de inschrijvingen voor schooljaar 2012-2013 binnen waren, bleek dat zelfs drie lokalen nodig waren. Het college heeft met het derde lokaal en de daarmee gepaard gaande meerkosten onlangs ingestemd. Teneinde de lokalen eind augustus beschikbaar te hebben, is voor de zomervakantie gestart met de plaatsing van de lokalen. De huur gaat per augustus 2012 in. Dongemond waterput en leidingwerk In 2007 is de uitbreiding en verbouwing van het Dongemondcollege in Made voltooid. Er lag echter nog een verzoek van het schoolbestuur tot herstel van de leidingen die lopen onder de aanbouw en het verbeteren van de ventilatie in enkele zorglokalen. Brabant Water gaf aan dat de watermeter na de verbouwing te dicht bij de muur stond en dus was verplaatsing noodzakelijk. De urgentie maakte het niet mogelijk langer te wachten totdat er duidelijkheid was of de gemeente middelen ter beschikking zou stellen. Het betreft dus het terugbetalen van een door het schoolbestuur in 2010 voorgeschoten krediet. Overeenkomstig het IHP zal dit bedrag in 2012 aan het schoolbestuur worden terugbetaald. Ook het leidingwerk in de kruipruimten dient, overeenkomstig de wettelijke NEN-eisen, aangepast te worden. Op basis van de verordening huisvesting kan en mag het schoolbestuur hiervoor bekostiging bij de gemeente opvragen. In 2013 zal dit worden uitgevoerd en worden bekostigd. n. Binnen– en buitensportaccommodaties Het beleidskader met betrekking tot de buitensportaccommodaties is vastgelegd in de nota: • Actualisering overzicht meerjaren onderhoudsprogramma en vervangingsinvesteringen buitensportaccommodaties 2008 - 011 van 12 maart 2008 • Collegebesluit van 18 maart 2008 • Sportnota gemeente Drimmelen 2006 - 2010 vastgesteld in de Raad van 10 november 2005 • Kadernotitie KTD buitensport (augustus 2012) Beleidsuitgangspunten: • Vervanging en onderhoud van primaire buitensportvoorzieningen. • NOC/NSF/ISA normen en gerelateerde normen van sportbonden als richtsnoer. • Op een adequaat, sober doch doelmatig niveau handhaven van de bestaande voorzieningen. Exploitatie Onderhoud buitensportaccommodaties (voorz.) * De Schietberg Made * Ruitersvaart Terheijden * Heersterbosch Wagenberg * De Kwarrenhoek Lage Zwaluwe * Het Moerbos Hooge Zwaluwe Totaal exploitatie
2014
€ 29.050 € 21.350 € 9.200 € 21.400 € 20.400 € 101.400
€ 29.050 € 21.350 € 9.200 € 21.400 € 20.400 € 101.400
2013
2014
Investeringen
Uitbreiding Amerhal/ vervanging Romboutstraat Investeringsbijdrage Madese tennisvereniging Totaal Investeringen
Begroting 2013 2015
2013
€ 1.100.750 € 100.000 € 1.200.750
€ 29.050 € 21.350 € 9.200 € 21.400 € 20.400 € 101.400
Begroting 2013 2015
€0
€0
2016
2017
€ 29.050 € 21.350 € 9.200 € 21.400 € 20.400 € 101.400
€ 29.050 € 21.350 € 9.200 € 21.400 € 20.400 € 101.400
2016
2017
€0
€0
Ten behoeve van het groot onderhoud/vervanging wordt jaarlijks een geïndexeerd bedrag gestort in de voorziening t.l.v. de exploitatie (zie bovenstaande tabel). De structurele storting bedraagt hierdoor ca. € 101.000. 97
Deze is lager dan in 2012 vanwege de privatisering van de tennisaccommodatie in Made. Mede op basis van de inzichten en de uitkomsten van de kerntakendiscussie is in de 1 e helft van 2012 een actualisering van het onderhoudsprogramma opgesteld. De planning voor 2013 inclusief de niet of slechts ten dele uitgevoerde onderhoudswerken uit 2012: • Renovatie toplaag veld A Madese Boys (doorgeschoven vanuit 2012). • Renovatie toplaag veld B Schietberg voetbal. • Renovatie gravelbanen 4,5 en 6 incl. hekwerken tennis Made; afhankelijk van het privatiseringsproces. • Cyclisch onderhoud drainage en onderhoud elementverhardingen Ruitersvaart voetbal. • Schilderen lichtmasten veld C Ruitersvaart voetbal. • Onderhoud elementverhardingen Heesterbosch voetbal. • Groot onderhoud (cyclisch) automatische beregeningsinstallatie Heesterbosch voetbal. • Cyclisch onderhoud beregeningsinstallatie Kwarrenhoek voetbal. • Cyclisch onderhoud beregeningsinstallatie Moerbos voetbal. o. Kunst in de openbare ruimte Het beleidskader met betrekking tot Kunst is vastgelegd in de nota: • Beleidsplan “Samen sterk voor een kunstwerk” (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 14-12-2006). Deze nota blijft uitgangspunt voor onderhoudswerkzaamheden aan de kunst in openbare ruimten. • In het najaar van 2011 zijn in samenwerking met St. Kunstkring alle kunstwerken opnieuw geïnventariseerd. Alle onderhouds/reparatiewerkzaamheden zijn per kunstwerk begroot en in een nieuw onderhoudsplan vastgelegd voor de periode 2012-2015. • Aan de hand van dit onderhoudsplan zullen de onderhoudswerkzaamheden de komende jaren worden uitgevoerd door St. De Kunstkring i.s.m. Openbare Werken. • De Kunstkring coördineert deze onderhoudswerkzaamheden; • Werkzaamheden worden uitgevoerd in overleg met betrokken kunstenaars en door professionele kunstenaars; • De gemeente verricht hand- en spandiensten (o.a. regelen vervoer van kunstwerken • als tijdelijke opslag aan de orde is, verrichten van klein onderhoud, onderhoud groen rondom kunstwerken). Exploitatie Onderhoud kunstwerken (voorziening) Totaal exploitatie
2013 € 5.300 € 5.300
Begroting 2013 2014 2015 € 5.300 € 5.300 € 5.300 € 5.300
2016 € 5.300 € 5.300
2017 € 5.300 € 5.300
Nog te verwachten kosten in 2012-2013: • Reparatie/onderhoud diverse kunstwerken conform begrotingsplan. Opdracht wordt per kunstwerk gegund, hetwelk in overleg met de Kunstkring tot stand zal komen. Verwachtte kosten € 5.000. • Herplaatsing van het kunstwerk “De Ontmoeting” op een minder kwetsbare plaats. • Herplaatsing van het kunstwerk “Beweging” in de Romboutstraat na besluit renovatie Romboutstraat/ aanbouw De Amerhal. • Herplaatsing / reparatie kunstwerk “De Stuifhoekkinderen. Verwachtte kosten € 2.500. • Herplaatsing/ reparatie kunstwerk “Net niet” in de Julianastraat (BS Lage Weide). Verwachtte kosten € 3.000. Voor het herstel van de kunstwerken die niet opgenomen waren in de onderhoudsplanning 2006-2011 is in 2009 extra geld beschikbaar gesteld. De voorziening is toereikend om zowel het bestaande beleidsplan en het daarbij behorende onderhoudsplan 2012-2015 uit te voeren als de extra werkzaamheden herstel kunstwerken.
98
99
§D
Financiering
De paragraaf financiering in de begroting geeft de beleidsplannen weer voor de treasuryfunctie voor het komende begrotingsjaar. In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot deze functie t.w. (a) risicobeheer, (b) gemeentefi nanciering, (c) kasbeheer en (d) debiteuren- en crediteurenbeheer. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoording afleggen over en het toezicht houden op, de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële positie en de h ieraan verbonden risico’s. De toegenomen aandacht voor de treasuryfunctie heeft onder meer geleid tot geactualiseerde en aangescherpte wet- en regelgeving in de vorm van de Wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) per 1 januari 2001. Deze wet biedt duidelijke kaders ten aanzien van risicobeheersing en transparantie. Risicobeheersing richt zich daarbij vooral op rente- en kredietrisico’s. Nadere regelgeving is vastgelegd in Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) In het kader van transparantie is de gemeente verplicht een treasurystatuut vast te stellen, alsmede een financieringsparagraaf in begroting en rekening op te nemen. In de raadsvergadering van 26 juni 2008 is een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. Overigens is hierop in verband met de kredietcrisis nog een aanvulling aangebracht die in de raadsvergadering van november 2010 ter vaststelling is aangeboden. In deze paragraaf is voorts opgenomen de verplicht voorgeschreven berekening van het (E) emu-saldo en verwachte ontwikkelingen in 2013 t.w. (F) schatkistbankieren en (G) Wet Hof. A. Risicobeheer In het vigerende treasurystatuut zijn een aantal algemene uitgangspunten geformuleerd die onverkort worden toegepast. Daarnaast worden dwingende eisen gesteld aan het renterisicobeheer, het koersrisicobeheer, het kredietrisicobeheer en het valutarisicobeheer. Ten behoeve van het risicobeheer wordt een analyse gegeven van deze risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente Drimmelen. Valutarisico’s zijn bij de gemeente Drimmelen niet van toepassing. Deze blijven verder in deze paragraaf dan ook buiten beschouwing. A1. Renterisico’s Renterisico’s worden onderscheiden in het renterisico van de vlottende schuld (rekening-courant en/of kasgeld) en het renterisico van de vaste schuld (vaste geldleningen). Renterisico vlottende schuld: Bij aanvang van ieder kwartaal wordt de liquiditeitspositie beoordeeld. Vastgesteld wordt of sprake is van een vlottende schuld dan wel een overschot aan vlottende middelen. De aldus bepaalde positie wordt vervolgens getoetst aan de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is voor onbepaalde tijd vastgesteld op 8,5% van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet is ingesteld om het renterisico op korte financiering beperkt te houden. Indien deze limiet in twee opeenvolgende kwartalen wordt overschreden, dient consolidatie plaats te vinden. Bij consolidatie moet gedacht worden aan financiering met langlopende leningen. De berekening van de limiet op basis van de laatst vastgestelde jaarrekening (2011) is als volgt: ( bedragen x Omschrijving € 1.000) Begrotingstotaal m.u.v. functie 980
51.617
1. Toegestane kasgeldlimiet in procenten van de grondslag in een bedrag
8,50% 4.387
2. Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korten dan 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden korten dan 1 jaar Overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld
0
3. Vlottende middelen Contante in kas Tegoeden in rekening courant
3 3.570 100
Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar 4. Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld (2) - (3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) (1) - (4)
1.000
-4.573 4.387 8.960
Per balansdatum 31 december 2011 beschikt de gemeente Drimmelen over een tegoed in rekening-courant van € 3.570.000. De kasgeldlimiet is in 2012 (t/m september) niet overschreden. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de kasgeldlimiet in het vierde kwartaal 2012 zal worden overschreden. Renterisico vaste schuld: rente risiconorm Het renterisico bestaat uit ongewenste veranderingen van de resultaten van de gemeente door rentewijzigingen van leningen die in enig jaar aan renteaanpassing onderhevig zijn. De renterisiconorm bedraagt een bij aanvang van het begrotingsjaar op basis van de Wet FIDO gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente. De restantschuld van de vaste geldleningen waarop in het begrotingsjaar renteherziening van toepassing is mag de renterisiconorm niet overschrijden. Als vaste schuld wordt aangemerkt het restant bedrag van in het verleden opgenomen vaste geldleningen met een looptijd >1 jaar. Het doel is een zodanige spreiding te krijgen in de leningenportefeuille dat renteherzieningen op vaste geldleningen die contractueel worden overeengekomen (veelal na tien jaar), niet in één of enkele jaren samenvallen waardoor voorkomen wordt dat de begroting in belangrijke mate wordt beïnvloed door renteontwikkelingen. Aan de staat van langlopende geldleningen kunnen voor 2013 de volgende gegevens ontleend: ( bedragen Omschrijving x € 1.000) (exclusief financiering toegelaten instellingen) 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)
0 0 0
3a. Nieuwe aangetrokken vaste schuld 3b. Nieuwe verstrekte lange leningen 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)
0 0 0
5. Betaalde aflossingen 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7. Renterisico op vaste schuld (2+6)
2.900 0 0
Renterisiconorm 8. Begrotingstotaal m.u.v. functie 980 9. Het bij Min. Regeling vastgesteld % 10. Werkelijk renterisiconorm
46.511 20% 9.302
Toets renterisiconorm 10. Werkelijk renterisiconorm 7. Renterisico op vaste schuld 10. Ruimte (+) c.q. overschrijding (-)
9.302 0 9.302
Er vinden in 2013 geen contractuele renteaanpassingen binnen de leningenportefeuille van de gemeente Drimmelen plaats. De medio 2010 voor een periode van drie jaar aangetrokken vaste geldlening van € 2.500.000 dient afgelost te worden. Naar huidige inzichten zal hiervoor geen herfinanciering benodigd zijn. Vooralsnog verwachten wij dat op korte termijn geen vaste geldleningen aangetrokken behoeven te worden. Het renterisico door renteherziening op bestaande vaste geldleningen is uitermate laag, omdat de gemeente Drimmelen een zeer groot gedeelte van haar bezit gefinancierd heeft met eigen vermogen. De vaste schuld per 31 december 2013 wordt geraamd op € 5.025.000. Toch betekent een rentestijging bij herziening van 1% in dit geval toch nog € 50.000 extra kosten. De renteherzieningen komen overigens niet gelijktijdig in enig begrotingsjaar voor en door de jaarlijkse aflossing daalt ook het restantbedrag van de vaste schuld waarop een eventuele renteherziening van toepassing is. Resumerend kan gesteld worden dat het renterisico op de vlottende en vaste schuld beperkt is. 101
A2. Kredietrisico’s Het kredietrisico bestaat uit de risico’s op een waardedaling van een vordering tengevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie en deficit (tekort). Kredietrisico’s worden beperkt door de eisen die de Wet FIDO stelt aan tegenpartijen en producten op de geld- en kapitaalmarkten. In het treasurystatuut zijn daaromtrent strikte uitvoeringsbepalingen opgenomen. Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste is er het risico dat direct wordt gelopen uit hoofde van door de gemeente verstrekte leningen en uitgezette beleggingen. Ten tweede is een kredietrisico aan de orde ten aanzien van verstrekte gemeentegaranties (ook wel borgstellingen genoemd). Dit laatste kan worden omschreven als een indirect kredietrisico. Kredietrisico op leningen en beleggingen De gemeente Drimmelen heeft uit hoofde van haar publieke taak in het verleden leningen verstrekt en beleggingen gerealiseerd. Het kredietrisico hierop is nagenoeg nihil. Kredietrisico ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen) De gemeente Drimmelen staat jegens geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die activiteiten verzorgen die in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Deze borgstellingen beperken zich hoofdzakelijk tot de woningbouwverenigingen, sportverenigingen en Biesbosch Marina Drimmelen. Met betrekking tot de borgstellingen aan een groot gedeelte van de woningbouwverenigingen staat de gemeente Drimmelen garant als achtervang op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Op basis van de jaarrekening 2011 kan het navolgende overzicht worden gegeven. Gewaarborgde geldleningen (bedragen x € 1.000)
Restantbedrag per 31-dec-11
Aflossing 2011
Zorginstellingen Woningbouwverenigingen Sportverenigingen Garantieverleningen op grond van deelnemingen Woningbouwverenigingen onder WSW verband
2.790 3.861 84 9.600 143.579
135 736 9 -508 -5.651
Totaal
159.914
-5.279
Als uitgangspunt hanteert de gemeente Drimmelen het volgende: ‘Geen gemeentegarantie verlenen voor geldleningen die worden aangegaan door derden (stichtingen en verenigingen) met uitzondering van de herfinanciering van reeds bestaande geldleningen waarvoor in het verleden gemeentegarantie is verleend en met uitzondering van geldleningen, aan te gaan door sportverenigingen, alsmede welzijnzorginstellingen, zulks onder voldoende zekerheid, telkens apart te beoordelen’. Als de verkoop van de activa van de jachthaven en de camping van Biesbosch Marina Drimmelen wordt gerealiseerd, kan de borgstelling vervallen waarna. Het kredietrisico m.b.t. de borgstellingportefeuille is dan beperkt van omvang. B. Financieringsfunctie Onder de financieringsfunctie valt het aantrekken van financiële middelen en eventueel uitzetten van tijdelijk overtollige gelden e.e.a. afhankelijk van het tempo waarin de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uitgevoerd worden. De uitvoering van deze financieringsfunctie vereist snelle beslissingen in een complexe geldmarkt. Dit heeft budgettaire gevolgen, onder meer afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de financieringsfunctie valt niet het garanderen van rente en aflossing van geldleningen aan derden. Algemene ontwikkelingen; rentebeleid Een belangrijke algemene ontwikkeling betreft de ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt en dan met name de rente op de kapitaalmarkt. Historisch gezien is de huidige rente op de kapitaalmarkt laag te noemen. Er zijn vooralsnog geen indicaties die wijzen op een stijging van de rente. Keerzijde hiervan is dat de rentevergoeding over een tijdelijk financieringsoverschot minimaal van omvang is. Solvabiliteit Een oordeel over een vermogenspositie kan worden gevormd middels het bepalen van de solvabiliteitsratio. Solvabiliteit kan daarbij worden gedefinieerd als de mate waarin een instelling in staat is aan haar korte - en lange termijn verplichtingen te voldoen. Deze maatstaf kan worden bepaald door de verhouding te bepalen tussen het eigen vermogen (reserves) en het vreemd vermogen (opgenomen financiering). Het spreekt voor zich dat de ratio wordt bepaald aan de hand van het eigen vermogen, omdat dat immers als buffer dient voor het opvangen van eventuele stroppen.
102
Op basis van de laatst vastgestelde jaarrekening kan het navolgende overzicht worden gegeven: Omschrijving
Eigen vermogen Vreemd vermogen Ratio (EV/VV)
Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2010 31-12-2011 (bedragen x € 1.000) (bedragen x € 1.000) 39.434 26.272 150%
45.075 20.324 222%
De solvabiliteit is dus uitermate solide. Financiering vaste activa De waarde van de vaste activa van de gemeente Drimmelen wordt per 1 januari 2013 geraamd op een bedrag van € 56,9 miljoen. Deze zijn gefinancierd door middel van € 49,5 miljoen aan reserves en voorzieningen en € 7,9 miljoen aan vaste geldleningen. Er wordt een financieringsoverschot verwacht van € 0,5 miljoen. Renteomslag De renteomslag wordt bij de begroting en bij de jaarrekening berekend aan de hand van: • de rente van langlopende geldleningen; • de rente van kortlopende leningen; • de rente van eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen); • het totaal geïnvesteerd vermogen (boekwaarde per 1 januari). Voor het jaar 2013 is de renteomslag voor de gemeente Drimmelen berekend op 0,5%. Bij de toerekening van rente op investeringen wordt in het jaar 2013 uitgegaan van een vast rentepercentage van 3%. Wanneer de renteomslag lager is dan de marktrente, kan op het moment dat een nieuwe lening moet worden aangetrokken, een dekkingsprobleem ontstaan. Er is dus gekozen voor een vast rentepercentage, zodat het dekkingsprobleem wordt uitgesloten. Het voordelige verschil (administratief) tussen de toerekening van het rentepercentage en de renteomslag voor het jaar 2013 is berekend op € 507.000 en opgenomen als bate in de begroting 2013. Leningenportefeuille Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat gedurende 2013 geen nieuwe leningen zullen worden aangetrokken. Indien er een financieringsbehoefte gaat ontstaan kan daarin worden voorzien door middelen op korte termijn aan te trekken. Mutaties in de leningenportefeuille gedurende 2013: Omschrijving Bedragen Gemidd. (bedragen x € 1.000) rente Stand per 1 januari 2013 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Rente-aanpassing (oud percentage) Rente-aanpassingen (nieuw percentage) Stand per 31 December 2013
7.925
3,7%
2.900
5.025
C. Kasbeheer Voorlopig wordt aangenomen dat gedurende 2013 er zowel een beperkt tekort als een beperkt overschot aan liquide middelen kan bestaan. Als dit uit oogpunt van rendement wenselijk wordt geacht, wordt een kasgeldlening aangetrokken dan wel belegd in deposito. Voorwaarde hierbij is doorgaans dat het b edrag tenminste € 1 miljoen bedraagt en het tekort c.q. overschot tenminste drie weken zal blijven bestaan. Afhankelijk van het tempo waarin investeringen worden gedaan, kan behoefte bestaan aan een of meerdere vaste geldleningen. Vooralsnog wordt verwacht dat in het begrotingsjaar geen geldleningen aangetrokken dienen te worden. D. Debiteuren- en crediteurenbeheer Door enerzijds zo tijdig mogelijk de invordering van debiteuren ter hand te nemen en anderzijds de betaling aan crediteuren uit te stellen tot op de afgesproken betalingstermijn ontstaat ruimte in de beschikbare liquiditeiten die leiden tot een verlaging van rentekosten dan wel een verhoging van de rente-opbrengsten. Het streven is erop gericht op deze basis tot een optimaal debiteuren- en crediteurenbeheer te geraken.
103
E. EMU-saldo Mede ter bevordering van de bewustwording rond het begrip EMU-saldo, met name in slechte tijden, is sedert 2007 in het BBV de verplichting opgenomen om de berekening van het EMU-saldo op te nemen in de gemeentelijke begroting. Voor het Rijk is deze informatie ten behoeve van het begrotingsproces ook erg belangrijk. Berekening EMU-saldo 2011 2012 2011 Omschrijving Werkelijk Begroting Begroting (bedragen x € 1.000) 1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit 5.641 -381 136 reserves 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 2.974 2.757 2.674 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de 2.829 2.478 2.488 exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans 4.981 8.616 6.887 worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de EU en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: a Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa op exploitatie 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie: a Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord b Op de exploitatie verantwoorde boekwinst op verkoop grond 998 1.106 530 9 Lasten op balanspost voorzieningen voorzover deze 3.177 2.530 2.453 transacties met derden betreffen 10 Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? ja/nee) ja nee nee b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de nihil exploitatie? Berekend EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11) 4.284 -5.186 -3.512 F. Schatkistbankieren In de Voorjaarsnota 2012 zoals deze aan de Tweede Kamer is aangeboden, is voorgesteld om in 2013 verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit in te voeren voor gemeenten, provincies en waterschappen. Schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal een verlagend effect hebben op de EMUschuld. Er is veel weerstand tegen deze maatregel die volgens berekeningen van de VNG de decentrale overheid € 135 miljoen gaat kosten wegens rentederving op de reserves en verder zal leiden tot hoge administratieve lasten. Verwacht wordt dat ondanks de weerstand schatkistbankieren per 1 -1-2013 een feit zal zijn. G. Wet Hof Bij de Tweede Kamer is een voorstel ingediend luidende: Wet inzake houdbare financiën van de collectieve sector (Wet houtbare overheidsfinanciën). Doel van deze wet is het terugdringen van het overheidstekort tot 3% van het bbp. Lokale overheden hebben hierin een aandeel van ca. 0,5%. De gemeenten nemen 0,35% voor hun rekening. Een van de consequenties van de wet Hof is dat de gemeenten geconfronteerd worden met een investeringsplafond. Gevolg is een rem op het tempo waarin investeringen kunnen worden gedaan. Niet langer is uitsluitend bepalend of de kapitaallasten passen binnen een sluitende exploitatie. Ook de omvang van de investeringen van de gezamenlijke gemeenten mag de gestelde norm niet overschrijden. Aan overschrijdingen zouden sancties worden gekoppeld. Het is nog niet bekend of deze wet (ongewijzigd) zal worden aangenomen.
104
H. Informatievoorziening De interne informatievoorziening zal bestaan uit: • Financieringsparagraaf bij begroting c.q. jaarrekening; • Het bij raadsbesluit van 26 juni 2008 geactualiseerde treasurystatuut inclusief de op 25 november 2010 vastgestelde wijziging hierop. De externe informatievoorziening zal bestaan uit: • Kwartaalrapportages betreffende de liquiditeitspositie aan de provincie Noord Brabant; • Kwartaalrapportages ten behoeve van berekening van het EMU-saldo aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
105
§E
Bedrijfsvoering
Algemeen Net als voorgaande jaren is de programmabegroting 2013 (en volgende jaren) - gezien onze financiële situatie – beleidsarm opgesteld. Dit geldt ook voor de paragraaf bedrijfsvoering. (Nieuwe) activiteiten met financiële consequenties zijn vooralsnog niet opgenomen in deze paragraaf. Deze zijn opgenomen in het bijbehorende raadsvoorstel onder nieuwe en bestaande (beleids -) wensen. De raad zal apart tijdens de begrotingsbehandeling in november 2012 over deze zaken besluiten. De onderdelen die de raad goedkeurt, zullen alsnog worden toegevoegd in de digitale programmabegroting 2013. Onderdelen van de paragraaf bedrijfsvoering zijn: A. Personeel en organisatie B. Informatievoorziening en automatisering C. Huisvesting en facilitaire zaken D. E-dienstverlening (DigiDrim) A. Personeel en Organisatie Organisatieontwikkeling Daar waar mogelijk zal samenwerking worden gezocht met de Amerstreekgemeenten en met de 19 gemeenten in de regio. In de paragraaf grote projecten wordt u hierover verder geïnformeerd. In 2013 zal met name aandacht worden besteed aan: • Strategische personeelsplanning, waarbij een kwantitatieve en kwalitatieve analyse wordt gemaakt van de huidige en toekomstige situatie van functiegroepen en kennisvelden. Om van de huidige naar de toekomstige gewenste situatie te komen zijn interventies nodig bijv. activiteiten op het gebied van opleiden, werven, binden/boeien, etc. De strategische personeelsplanning wordt opgepakt voor de eigen organisatie en als partner van de regio ten behoeve van de regionale strategische personeelsplanning. •
Het bevorderen van mobiliteit binnen de organisatie, de Amerstreekgemeenten en de regio WestBrabant, middels uitwisseling en deta chering van medewerkers in de regio. Doel is om de kennis en kwaliteit in de regio optimaal te benutten en te behouden en de inzet van externen te reduceren. Hierbij zal het Mobiliteitscentrum worden betrokken.
•
Het bestaande competentiemanagement verder vorm geven met talentmanagement, waarbij het gaat om het opsporen en in kaart brengen van talenten en deze verder te ontwikkelen.
•
Het stagebeleid vernieuwen/moderniseren, mede in het belang van het aantrekken van jonge medewerkers en het verbeteren van het imago van de gemeentelijke organisatie.
•
Voor de langere termijn zal extra aandacht moeten worden besteed aan het professionaliseren van het onderdeel recruiting, gezien de krapper wordende arbeidsmarkt en het aantrekken van jonge afgestudeerden om de ontgroening binnen de organisatie tegen te gaan en de toekomstige uitstroom van de generatie baby-boomers. Het contacten leggen met het onderwijs, verzorgen van gastcolleges, promoten van de organisatie zullen hierbij onderdeel moeten uitmaken.
B. Informatievoorziening en automatisering De Informatievoorziening is een cruciale succesfactor voor het leveren van de beste dienstverlening in de huidige maatschappij. De modernisering die wordt geambieerd vanuit de landelijke overheid (VNG, KING, ICTU, Ministeries e.d.) heeft niet tot doel om meer diensten via de website aan te bieden, maar heeft tot doel om de gegevenshuishouding op orde te krijgen. Indien dit het geval is, is de gemeente in staat om organisatiebreed publieke dienstverlening, interne bedrijfsvoering en de verantwoording hiervan structureel te verbeteren. Informatievoorziening en automatisering gaan in de gemeente Drimmelen hand in hand en worden beide ingezet om te kunnen blijven voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de informatievoorziening. In het informatiebeleidsplan 2010-2015 is de informatiearchitectuur beschreven die als toetsingskader gehanteerd wordt bij de verdere ontwikkeling op het gebied van ICT. In 2013 zijn alle ontwikkelingen op het gebied van automatisering gericht op de mogelijke samenwerking met de Amerstreekgemeenten. Eén van in onderzoek zijnde opties is het onderbrengen van het beheer en onderhoud van hardware- en netwerkcomponenten in een shared service centre (Equalit). Nader onderzoek moet uitwijzen wat hiervan de consequenties zijn voor de bedrijfsvoering, informatiehuishouding, personele invulling en financiën van de gemeente Drimmelen. C. Huisvesting en facilitaire zaken Geen opmerkingen.
106
D. E-Dienstverlening (DigiDrim) In het verlengde van het Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) is er inmiddels een ondersteuningsprogramma implementatie e-overheid voor gemeenten voor de komende jaren (eindigt in 2014/2015). Gemeenten kunnen hierbij gefaciliteerd worden (niet vrijblijvend, maar gekoppeld aan resultaatverplichtingen). De kosten worden door het Rijk voorgefinancierd middels een kasschuif in het gemeentefonds. Dit betekent dat in de jaren 2011 t/m 2014 het fonds wordt verhoogd en vanaf 2015 structureel verlaagd. Het doel is dat vanaf 2015 gemeenten efficiënter zijn gaan werken door een betere dienstverlening aan te bieden. Binnen de middelen is een generiek en een specifiek ondersteuningsdeel. KING voert, onder regie van de VNG, het generieke ondersteuningsprogramma voor de gemeenten uit. De VNG ontvangt daarom het budget voor dit deelprogramma. Gemeenten ontvangen het specifieke deel. Vooralsnog wordt binnen onze gemeente geen beroep gedaan op deze middelen en zijn ze als algemene middelen ingezet. Op het moment dat de middelen in e-dienstverlening ontoereikend worden, wordt een voorstel ingediend om alsnog de middelen uit het fonds te mogen benutten. Maar zoals aangegeven is dit vooralsnog niet nodig. Uitvoering van het NUP vindt gefaseerd plaats al naar gelang de relevante wetgeving dit vereist. Daarnaast lopen ook interne aanpassingen om de dienstverlening te verbeteren. Inmiddels zijn al veel (belangrijke) ballen uit de zogenaamde dynamische ballenbak gerealiseerd. Voor 2013 staan de volgende projecten gepland: •
Mid-office.(Zaaksysteem) Ter voorbereiding op de verbeteringen van gemeentelijke dienstverlening is de zogenaamde gegevensmakelaar in gebruik genomen. Het goed functioneren van de gegevensmakelaar is één van de voorwaarden voor het goed kunnen gebruiken van een Mid-office-applicatie. In 2013 zal aansluitend aan de ingebruikname van de gegevensmakelaar een keuze gemaakt worden voor een Mid-office-applicatie of beter een zaaksysteem (zaakmagazijn en zaakafhandeling). Hierbij zal zoveel als mogelijk is overleg plaatsvinden met eventuele toekomstige samenwerkingspartners en zal tevens worden bewaakt dat de voor gemeente Drimmelen meest efficiënte werkwijze wordt gekozen. Met deze applicatie is het vormgeven van een Klant Contact Centrum weer een stap dichterbij. Zowel voor de frontofficemedewerkers als ook voor de burger wordt het eenvoudiger de status van een zaak op te vragen, maar ook het registreren en bewaken van aanvragen worden hierbij verbeterd.
•
Modernisering GBA Met de invoering van de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP), de opvolger van de huidige Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) komt er één landelijke registratie met persoonsgegevens van ingezetenen van Nederland en van niet-ingezetenen die een relatie hebben met de Nederlandse overheid. Het doel van de BRP is om kwalitatief hoogwaardige persoonsgegevens bij te houden en te verstrekken aan overheidsorganisaties en aangewezen instellingen en personen. De gebruikers van de BRP zijn afnemers en gemeenten die respectievelijk persoonsgegevens uit de BRP ontvangen en bijhouden. De uitgangspunten worden vastgelegd in de nieuwe Wet Basisregistratie Personen (BRP) en het Logisch Ontwerp Basisregistratie Personen (LO BRP). In samenwerking met het Ministerie van BZK wordt door twaalf koplopergemeenten gewerkt aan nieuwe burgerzakenmodulen conform de BRP. In het voorjaar van 2013 zullen deze modulen worden getest. Volgens de planning zullen de koplopers in het najaar 2013 aansluiten op de BRP. Op dit moment is het nog steeds onbekend wat de kosten zijn.
•
E-Herkenning 2012/2013 E-Herkenning regelt dat bedrijven zich digitaal kunnen identificeren wanneer ze online zaken regelen met de overheid. Dat doet e-Herkenning op een efficiënte, betrouwbare en eenvoudige manier. Overheden weten dankzij e-Herkenning met welk bedrijf ze te maken hebben e n of medewerkers gemachtigd zijn om namens het bedrijf te handelen. Voorbereidingen om hiervan gebruik te kunnen maken worden in 2012 opgestart zodat dit in 2013 operationeel gemaakt kan worden.
•
Gegevensbeheer De vacature gegevensbeheer is nog steeds niet ingevuld. Inmiddels is deze formatie gesplitst in een gegevenscontroller (die in 2012 wordt aangesteld; functie is gecombineerd met de functie van een medewerker die de dienst heeft verlaten) en een gegevensbeheerder. Voor deze laatste functie vindt vooralsnog inhuur plaats totdat duidelijk is hoe gegevensbeheer organisatorisch goed kan worden ingebed.
•
Frontoffice In programma 1: relatie met de burger is hierover al het een en ander toegelicht. De gemeente bouwt de digitale dienstverlening (o.a. meer producten online) verder gestaag uit. Verder wordt gebouwd aan slimme koppelingen tussen applicaties en de midoffice-functionaliteit, waardoor de frontofficemedewerkers makkelijker en sneller hun werk kunnen doen. Verder wordt het Kwaliteitshandvest ingevoerd.
•
Reserve E-dienstverlening en exploitatiebudgetten In 2009 is aan de raad een budget gevraagd voor de jaren 2009 t/m 2015. Binnen dit budget zijn diverse bouwstenen inmiddels afgerond of worden binnenkort afgerond. Denk hierbij aan de BAG, GBA en de WOZ. Momenteel wordt hard gewerkt om de BGT (basisregistratie Grootschalige Topografie) ook als 107
basisregistratie in te zetten. Het ene project kan tijdens of achteraf meer kosten dan gepland; het andere project juist goedkoper. Soms lopen we tegen zaken aan die niet vooraf bekend waren en daardoor niet financieel meegenomen. Via de post onvoorzien binnen e-dienstverlening zijn de tegenvallers tot nu toe goed op te vangen met de meevallers. Vooralsnog worden geen extra financiële middelen gevraagd. Wat gaat het kosten ? Tabel financiële consequenties: Begroting 2014
Realisatie 2011
2012
2013
2015
2016
4.849.475
4.789.740
4.955.174
5.221.809
5.309.047
5.255.705
9.040.982
9.623.875
9.650.938
9.601.095
9.308.707
9.288.023
1.016.912
1.079.487
1.028.115
1.017.712
1.004.909
992.106
737.972
910.368
901.671
933.866
968.734
1.011.509
609.965
564.798
567.843
567.843
567.843
567.843
593.048
777.608
636.011
627.968
630.964
641.504
115.538
189.299
103.097
85.411
85.316
91.153
357.917
351.617
318.780
309.924
311.920
302.084
141.469
138.275
129.871
129.019
128.167
127.315
2.954
2.200
3.126
3.126
3.126
3.126
2012
2013
2015
2016
Kapitaallasten Salariskosten Huisvesting ICT Faza/finan Personeel en organisatie E-dienstverlening Tractie en gereedschappen Werk- en opslagplaatsen Front-office
Excl. interne uren en doorbelastingen, incl. kapitaallasten
Mutatie reserves: Realisatie 2011 Reserve E-dienstverlening Reserve kapitaallasten (binnenklimaat) Totaal stortingen
73.736
Reserve E-dienstverlening Reserve frictiekosten Reserve kapitaallasten Alg. reserve (verbetering binnenklimaat) Reserve claims Totaal onttrekkingen
38.498
Saldo mutaties reserves
Begroting 2014
80.000 73.736
80.000
85.529
126.616
159.903
196.369
0
0
0
0
205.411
189.244
180.888
176.918
80.000 103.900
202.928
387.830
605.913
205.411
189.244
180.888
176.918
-314.094
-525.913
-205.411
-189.244
-180.888
-176.918
Tabel investeringen: Begroting 2014
2013
2015
2016
Huisvesting Lamellen Automatisering & Informatisering pc's en laptops servers (incl. noodstroomvoorziening) AS400 (mixed workload) telefooncentrale Geluidsinstallatie /discussie-installatie overige hardware (Scanners) ICT: vervanging AS-400 software ICT: vervanging KA-software ICT: vervanging overige software E-dienstverlening Tractie En Gereedschappen bus dubbelcabine met laadkraan (2 stuks) bestelauto's (5 stuks) aanhangwagen tractor shovel snipperkar hakselaar dranghekkenwagens (2 stuks) klepelmaaier
Totaal investeringen
2017 60.741
18.728
39.229 31.484 79.925 104.829
31.484
121.482 31.484
62.260 9.617 98.198
63.272 132.112 41.506
177.008
5.062
56.009
25.309 12.654 496.558
288.317 305.730
98.198 202.470 2.025 45.556 45.556 17.716 22.778 20.248 6.580
429.236
497.418
108
458.367
676.352
692.751
Toelichting investeringen: Automatisering & Informatisering Pc's en laptops CAD-voorzieningen Het eind evan de economische levensduur van vijf CAD-werkstations wordt in 2013 bereikt. Mede de snelle technische ontwikkeling op het gebied van vastgoedbeheer maakt het noodzakelijk over moderne apparatuur te beschikken. In overleg met de betrokken beheerders worden in 2013 de vijf werkstations vervangen. Overige hardware Smartboard Technisch is de apparatuur en software van Smartboard, zoals deze geïnstalleerd is op de kamer voor het GemeentelijkCrisisteam (kamer Burgemeester), nog niet versleten. Wel moet rekening gehouden worden met de snelle ontwikkelingen op het gebied van Communicatie en Social Media. In overleg met betrokkenen zal begin 2013 besloten worden of de beschikbare apparatuur nog toereikend is of dat deze moet worden vervangen/opgewaardeerd. ICT: vervanging Kantoorautomatiseringsoftware Icontrol (metadatamanager, DSP) Icontrol is het softwareproduct dat de functionaliteit verzorgt voor het verplichte Documentair Structuurplan. Deze software is geïntegreerd in het Document Management Systeem (DMS) beter bekend onder de naam Corsa. De keuze voor een Zaaksysteem, welke in 2012 gemaakt wordt, is medebepalend of de bestaande DSP gehandhaafd kan worden en dus niet vervangen wordt maar een upgrade zal ondergaan, of dat deze in zijn geheel vervangen moet worden voor een betere aansluiting op het Zaaksysteem. JCC klantbegeleidingssysteem Het klantbegeleidingsysteem wordt sinds de ingebruikname van het nieuwe gemeentehuis gebruikt. Door de veranderingen op het gebied van dienstverlening worden steeds nieuwe, hogere eisen gesteld aan een systeem dat de klantcontacten moet begeleiden. In 2013 wordt in overleg met e.v. toekomstige samenwerkingspartners onderzocht welk systeem het best aansluit op het gewenste dienstverleningsconcept. Sportaccommodaties HTA Programma voor het beheren van sportaccommodaties voldoet niet aan de eisen van het verplicht gebruik van de BAG en is ook niet gekoppeld aan de basisregistratie voor personen. Er is geen koppeling met de gegevensmakelaar. In 2013 wordt in overleg met de beheerders onderzocht of het programma vervangen dient te worden of dat een upgrade volstaat. Personeelsinformatiesysteem In 2013 is de economische levensduur (software 5 jaar) voor het personeels informatiesysteem in 2013 verstreken. Het huidige PI-systeem wordt in samenwerking met West-Brabantse gemeente gebruikt. In dit samenwerkingsverband is afgesproken in 2013 te komen tot nadere besluitvorming omtrent eventuele vervanging. Tractie en gereedschappen Vervanging van twee bedrijfswagens dubbelcabine met laadkraan Deze bedrijfswagens zijn nu zeven jaar en laadkranen twaalf jaar oud gezien de oplopende reparatie en onderhoudskosten van de bedrijfswagens en laadkranen zijn ze aan vervanging toe. Vervanging van vijf bedrijfswagens pick-ups. Deze bedrijfswagens zijn nu 7 jaar oud gezien de oplopende reparatie e n onderhoudskosten van de wagens zijn ze aan vervanging toe. Vervanging van aanhangwagen. Deze aanhangwagen is twaalf jaar in gebruik en gezien de oplopende reparatie- en onderhoudskosten aan vervanging toe.
109
§F
Verbonden partijen
Inleiding De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de relaties en verbindingen van de gemeente met verbonden partijen. Van een verbonden partij is sprake wanneer bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en er financiële belangen mee gemoeid zijn. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel hebben in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld en dat bij financiële problemen de gemeente aangesproken kan worden. Concreet gaat het om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Doel verbonden partijen Een gemeente kan bepaalde (wettelijke) taken zelf uitvoeren of de uitvoering regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten, omdat ze te klein is om deze taken zelf efficiënt en effectief uit te kunnen voeren of omdat het wettelijk verplicht is. De gemeente houdt wel de eindverantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds overeenkomen met die van de gemeente en/of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Een tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met verbonden partijen kan lopen. De gemeente zal steeds moeten afwegen welke aanpak de beste garantie geeft dat de taak wordt uitgevoerd op een manier die de gemeente voor ogen heeft. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht, heeft op het uitvoeren van een taak. Wettelijk kader Bij Verbonden Partijen moet rekening worden gehouden met het volgende juridisch kader: 1. De Gemeentewet Grondregel van de gemeentewet is dat publieke taken door de gemeente zelf worden uitgevoerd. 2. Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) In dit besluit is in art 9, lid 2, sub f bepaald dat in de begroting in een afzonderlijke paragraaf de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot Verbonden Partijen. In art. 15 wordt geregeld wat in de paragraaf tenminste moet worden opgenomen zoals een visie op de Verbonden Partijen en de beleidsvoornemens. In art 67 van de BBV is geregeld welke minimale informatie per Verbonden Partij moet worden verstrekt. 3. Wet gemeenschappelijke regelingen Deze wet is een belangrijk juridisch kader en richt zich met name op de samenwerking tussen decentrale overheden (gemeenten; provincies en waterschappen) Bij gemeenschappelijke regelingen gaat het vaak om primaire gemeentelijke taken met een uitvoerend karakter. Intergemeentelijke samenwerking op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) is een vorm van verlengd lokaal bestuur waarbij vrijwilligheid van de samenwerking voorop staat. 4. Verordening ex art 212 Gemeentewet, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 maart 2009. In artikel 19 van deze verordening zijn nadere richtlijnen opgenomen over hetgeen in de begroting en jaarstukken moet worden opgenomen jegens de Verbonden Partijen. Beleid ten aanzien van verbonden partijen In regionaal verband is een nota Verbonden Partijen opgesteld welke in februari 2009 opiniërend in de Raad is besproken en na verwerking van alle ingebrachte op -en aanmerkingen in de raadsvergadering van 25 februari 2010 vastgesteld . In deze nieuwe Nota Verbonden Partijen zijn zeven kaderstellende spelregels benoemd m.b.t.: • Informatievoorziening • Bestuurlijke verantwoordelijkheid en vertegenwoordiging • Zitting in Dagelijks Bestuur • Actieve ondersteuning • Aangaan Verbonden Partij • Financieel instrumentarium • Zienswijze begrotingen en kennisname jaarrekening Op regionaal niveau is in het portefeuilleoverleg van 18 mei 2010 voorgesteld om t.a.v. de ontwikkeling van de begrotingen van de verschillende Verbonden Partijen, voor de jaren 2012 tot en met 2014 een jaarlijkse korting met 3% toe te passen. Aansluitend hierop heeft de raad van de gemeente Drimmelen in haar vergadering van 1 juli 2010 besloten om t.a.v. de Verbonden Partijen voor de jaren 2012 – 2014 een richtinggevende bezuinigingstaakstelling te hanteren van 3% op jaarbasis (totaal 9%). Bij raadsbesluit van 21 juni 2012 heeft de gemeenteraad haar zienswijze kenbaar gemaakt m.b.t. de begrotingen 2013 van de diverse gemeenschappelijke regelingen. Het overgrote deel van de Gr`s heeft de 3% korting gerealiseerd.
110
Uitzondering hierop is de gemeenschappelijke regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant. Deze begroting is door de raad van de gemeente Drimmelen afgekeurd, omdat de gemeentelijke bijdrage weliswaar voldoet aan de gestelde eis van 3 x 3% korting, maar dat deze korting berekend dient te worden over de gemeentelijke bijdrage die bevroren is op het niveau 2011. In de begroting is echter gecalculeerd met een indexering van 1,75% voor 2013. T.a.v. de GR WAVA wordt maatwerk toegepast, waarbij de gemeentelijk bijdrage op het huidige niveau gehandhaafd blijft. Hopelijk is er in het 4 e kwartaal meer duidelijkheid over de toekomstige ontwikkelingen. M.b.t. de regeling Regio West-Brabant heeft de Raad meerdere opmerkingen waarbij de belangrijkste zijn: de raad van mening dat het oplopende begrotingstekort tot € 0,4 mio in 2016 moet worden opgelost binnen de financiële huishouding van de gemeenschappelijke regeling zelf. Gelet op de fors oplopende programmabijdrage verzoekt de raad van de gemeente Drimmelen de bestuurscom missie KCV om maatregelen te onderzoeken en deze toe te voegen aan het algemeen of individueel pakket. Overzicht verbonden partijen Onze gemeente heeft met veel participanten een relatie die onder de verbonden partijen gerekend kunnen worden. In dit kader beperken wij ons in deze rapportage tot die partijen waarbij sprake is van een aanmerkelijk financieel en bestuurlijk belang. De belangrijkste verbonden partijen voor onze gemeente zijn: • Regio West-Brabant • Veiligheidsregio • Openbare Gezondheidszorg West-Brabant • Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord • Werkvoorzieningschap Aanvullend Werk Voor Allen (WAVA) • Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant • Parkschap Nationaal Park De Biesbosch • Milieu en Afval Regio Breda (MARB) Verderop in deze paragraaf wordt ingegaan op de afzonderlijke verbonden partijen. Voorts neemt de gemeente deel in het maatschappelijk kapitaal (aandelen) van: Deelneming Belang Nominaal bedrag Drimmelen (%) 31/12/2012 N.V. Brabant Water 1,4 € 120.251,76 Bank Nederlandse Gemeenten 0,065 € 82.646,99 Beheermaatschappij Jachthaven Drimmelen B.V. 90 € 477.194,90 Intergas Holding B.V. 6,78 € 125.245,32 Hieronder zijn de belangrijkste ontwikkelingen in 2013 van de deelnemingen van de gemeente Drimmelen genoemd. N.V. Brabant Water Onze gemeente bezit 39.015 van de in totaal 2.779.595 uitgegeven aandelen. Bij dit nutsbedrijf vindt geen dividenduitkering plaats. Het bedrijf beschikt daarentegen over aan aanzienlijk eigen vermogen. Inmiddels hebben zich binnen onze regio een aantal gemeenten verenigd om een discussie op gang te brengen over de opties om de winst van het bedrijf in de toekomst anders te besteden. Dividendbeleid zou een onderdeel van deze discussie kunnen zijn. Bij de AVA in juni 2011 is het nieuwe financiële beleidsplan 2012 - 2017 aan de orde gesteld en zijn door het bestuur toezeggingen gedaan die ruimte geven voor een mogelijk toekomstig dividendbeleid. Deze afspraken hebben betrekking op : 1. de procesgang van het TWM - dossier e n de afwikkeling hiervan in de boeken van Brabant Water 2. de solvabiliteitsnorm (vaststellen risicoprofiel) Bank Nederlandse Gemeenten Het dividend van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten was jarenlang stabiel. Mede door de kredietcrisis daalde het dividend per aandeel over 2008 ten opzichte van 2007 van € 1,75 naar € 1,42. Over 2009 werd een dividend per aandeel uitgekeerd van € 2,49. Over 2010 werd een dividend vastgesteld van € 2,30. Als gevolg van de fina nciële crisis worden de kapitaalvereisten voor b anken aanzienlijk verscherpt. Het Basels Comité heeft ondermeer voorgesteld de minimumwaarden voor de solvabiliteitsratio’s te verhogen en een ondergrens voor de leverage ratio - het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal - van 3% in te stellen. Deze waarden zouden met ingang van 2018 van kracht dienen te worden. BNG voldoet reeds ruimschoots aan de aangescherpte eisen voor het BIS tier 1-vermogen. Dat is echter niet het geval voor de leverage ratio. De bank heeft geconcludeerd dat de noodzakelijke groei van het eigen vermogen opgebracht zal moeten worden door een groter deel van de winst in te houden, mogelijk te gelegener tijd aan te vullen met een relatief beperkte uitgifte van hybride schuldbewijzen die het karakter hebben van eigen vermogen. Over het boekjaar 2011 werd het dividend vastgesteld op 25% van de nettowinst (2010: 50%). Voor 2013 wordt rekening gehouden met het dividendniveau van 2011 t.w. € 1,15 per aandeel. 111
Beheermaatschappij Jachthaven Drimmelen B.V. De Beheermaatschappij Jachthaven Drimmelen B.V. keerde tot 2008 jaarlijks een vast dividend uit van € 24.504. Wegens teleurstellende resultaten wordt sedertdien geen dividend meer uitgekeerd. Op 26 juni 2008 heeft de raad van de gemeente Drimmelen besloten tot het verlenen van een mandaat aan het college om onderhandelingen met derden aan te gaan om te komen tot verkoop van de gemeentelijk aandelen in de Beheermaatschappij c.q. verkoop van activa. Medio maart 2012 heeft de gemeenteraad het principebesluit genomen om de jachthaven en de camping onder voorwaarden te verkopen. Na afwikkeling van de verkoop kan tot liquidatie van de beheermaatschappij worden besloten. De gemeente loopt ook een risico. Zie daarvoor paragraaf Weerstandsvermogen, onder risico's, onderdeel d. Intergas Holding B.V. Bij raadsbesluit van 28 april 2011 heeft uw raad besloten om in te stemmen met de verkoop van Intergas Energie B.V. aan Enexis Holding N.V. Het definitieve besluit is genomen in de AVA van 16 juni 2011. De netto-opbrengst uit de verkoop bedraagt € 100 miljoen. Het aandeel voor onze gemeente hierin is 6,78% of te wel € 6,7 miljoen. Dit bedrag moet echter verminderd worden met € 2,6 miljoen a.g.v. de in 2010 verstrekte kapitaalinjectie en de boekwaarde van de aandelen. Netto leverde de verkoop onze gemeente een bedrag op van circa € 4,0 miljoen. De uitbetaling zal plaatsvinden in drie tranches waarvan de 1e medio 2011 heeft plaatsgevonden en de 2e in 2012. De 3 e betaling zal plaatsvinden in 2018 (na afwikkeling fiscale verplichtingen). De belangrijkste participaties op een rij: De gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant. Vestigingsplaats Het West-Brabanthuis te Etten-Leur. De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Het RWB is een organisatie die ontstaan is door samenvoeging van het Programmabureau, het regiobureau Breda, het Marb, het KCV, het loopbaancentrum en het SES met als doel om gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen onder meer door te komen tot de opstelling, vaststelling en uitvoering van de strategische agenda en de strategische visie voor de regio West-Brabant. Relatie met programma en doelstellingen Binnen de gemeenschappelijke regeling opereren een aantal bestuurscommissies/ programma`s, zoals: 1. Sociaal economische zaken 2. Ruimtelijke Ordening en Volksontwikkeling 3. Mobiliteit 4. Zorg, Welzijn en Onderwijs 5. Duurzaamheid 6. Middelen 7. Algemeen Bestuur 8. Kleinschalig Collectief Vervoer. Deze bestuurscommissies raken diverse programma’s van de begroting. In bovenstaande programma`s zijn de voormalige Gr`s geïncorporeerd. Bestuurlijk belang Bestuurscommissie Zw O M. van Oosterhout (voorzitter) Bestuurscommissie Duurzaamheid M. Vos-Kroeze (voorzitter) Bestuurscommissie Middelen M. van Oosterhout (lid) Bestuurscommissie KCV J.W. Stoop (lid) Bestuurscommissie Mobiliteit J.W. Stoop (lid) Bestuurscommissie Sez M. Vos-Kroeze (lid) Bestuurscommissie RO/wonen A.J.G. Oomen (lid) De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in zowel het AB als het DB van de gemeenschappelijke regeling. Participanten De 18 West-Brabantse gemeenten en de Zeeuwse gemeente Tholen. Uitredingsbepalingen De West-Brabantse vergadering regelt na overleg met de betrokken gemeenten, onder mededeling aan de Gedeputeerde Staten de financiële verplichtingen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding. Financieel belang en risico De begroting bestaat uit een algemeen deel, waarin de kosten die samenhangen met de West-Brabantse vergadering; het Dagelijks Bestuur en de strategische visie en agenda zijn opgenomen en deelbegrotingen per programma. De financiële verplichting bestaat derhalve in een bijdrage in de apparaatskosten (=algemeen deel) en een bijdrage in de programmakosten (bestuurscommissie) hetgeen afhankelijk is van de afname van goederen en diensten. De bijdrage in de apparaatskosten over 2013 dalen t.o.v. 2012 met zo`n € 11.000,-- hetgeen een gevolg is van de overeengekomen 3 x 3% korting. 112
De bijdrage voor 2013 is als volgt opgebouwd: Algemene bijdrage Algemeen Bestuur 12.341,-Middelen 771,-KCV 7.529,-Zorg, welzijn en onderwijs 1.470,-Economische zaken (bijdrage SES) 26.151,-Economische zaken (Bijdrage Rewin) 44.229,-Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 14.140,-Mobiliteit 12.304,-Duurzaamheid 20.347-Bijdrage bestuursopdracht Jeugd 2013 2.779,-Totaal 142.061,-Vermogenspositie Eigen vermogen Vreemd vermogen 1
31-12-2010 31-12-2010
€ -/- 77.000 € 2.336.000
Programmakosten 3.000,-499.755,-14.000,-9.000,-17.000,-542.755,--
31-12-2011 31-12-2011
€ 2.348.000 1 € 2.548.000
betreffen bestemmingsreserves
Resultaat verbonden partij n.v.t. Ontwikkelingen De meerjarenbegroting van het RWB laat een tekort zien van € 113.000 in 2013 oplopend naar € 400.000 in 2016. Er ligt derhalve een zware bezuinigingstaakstelling bij de Regio West-Brabant om uiteindelijk tot een sluitende begroting en meerjarenperspectief te komen. Om die reden, maar ook gezien de ervaringen met de gekozen structuur van de gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant en de ambities in de onlangs vastgestelde Strategische agenda West-Brabant wordt in de 2e helft van 2012 begonnen met: • Een evaluatie over de werking van de gemeenschappelijke regeling zowel bestuurlijk als ambtelijk; • Op basis van deze evaluatie te beoordelen of de structuur van de gemeenschappelijke regeling en de taken tot een aanpassing moeten leiden; • Een kerntakendiscussie. Onderdeel van de evaluatie en de takendiscussie is de vraag wat de verschillende rollen en taken van het dagelijks Bestuur, het algemeen Bestuur, de Bestuurscommissies en de ARG zijn, zowel voor strategische, tactische en operationele taken. Dit zou mogelijkerwijs op termijn kunnen leiden tot een andere inrichting van de RWB, maar in ieder geval tot een sluitende meerjarenbegroting. De uitkomst van die discussie hoopt het dagelijks Bestuur eind 2012 aan de colleges te kunnen voorleggen Het regiofonds is voor 2012 en 2013 voldoende om in de vraag te voorzien. Vanaf 2014 is dit echter anders: om de Strategisch agenda tot 2020 te kunnen uitvoeren is een structurele bijdrage van € 700.000,-- noodzakelijk. Bij de begroting 2013 is een aankondiging opgenomen van de discussie die hierover gevoerd moet gaan worden. Bij raadsbesluit van 21 juni 2012 heeft de raad haar zienswijze uitgesproken over de begroting 2013 van het RWB. De raad is van mening dat het oplopende begrotingstekort tot € 0,4 miljoen in 2016 in principe moet worden opgelost binnen de financiële huishouding van de gemeenschappelijke regeling zelf. Veiligheidsregio Vestigingsplaats Tilburg De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Per 1 januari 2005 is de gemeenschappelijke regeling “Veiligheidsregio Midden - en West Brabant” in werking getreden. Een samenwerkingsverband tussen de brandweerregio Midden - en West Brabant, de GHORorganisatie en de Gemeenschappelijke meldkamer (GMK). Het doel van Veiligheidsregio is het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing en voorts het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen. Dit alles onder één regionale bestuurlijke regie. Relatie met programma en doelstellingen De ontwikkelingen in de Veiligheidsregio dragen mede bij aan de hoofddoelstelling van het programma Veiligheid genoemd in de programmabegroting; het verhogen van het algemene veiligheidsgevoel. Met name waar het de subdoelstelling betreft waarin staat vermeld de politie- en brandweerkorpsen op voldoende sterkte te houden, voldoende geoefend te blijven en zoveel mogelijk te komen tot regionale samenwerking. Bestuurlijk belang De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in het AB van de Veiligheidsregio. In het AB zitten de portefeuillehouders van de 26 deelnemende gemeenten. 113
Participanten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert. Uittredingsbepalingen Een rechtspersoon kan alleen uittreden na ins temming van het algemeen bestuur dat de gevolgen van uittreden regelt (art. 33). Financieel belang en risico De gemeente betaalde jaarlijks een bijdrage per inwoner. Voor 2013 is de gemeentelijke bijdragen opgebouwd uit een bijdrage voor gemeenten op basis van solidariteit, berekend aan de hand van (het transitiepad van) het kostenverdeelmodel en daarnaast voor sommige gemeenten een bijdrage voor de intekentaak FLO. In totaal is onze bijdrage aan de Veiligheidsregio MWB in 2013 van € 1.181.561,-. Vermogenspositie Eigen vermogen Vreemd vermogen
31-12-2010 31-12-2010
€ 7.285.481 € 41.443.838
31-12-2011 31-12-2011
€ 13.123.486 € 35.438.234
Resultaat verbonden partij Exploitatieresultaat 2011 verbonden partij € 2.056.865. Ontwikkelingen In 2013 e.v. staan de navolgende ontwikkelingen op stapel: • Implementatie Regionaal Crisis Plan (RCP); • Actualiseren en vaststellen van de rampenbestrijdingsplannen (38 stuks); • Onderzoek naar de brandveiligheid van BRZO-bedrijven op grond van art 31 van de wet • Veiligheidsregio’s; • Opbouwen van publiek-private brandweerzorg Moerdijk; • Het invoeren van de werkwijze netcentrisch werken (NCW); • Het professionaliseren van de crisisorganisatie MWB; • Het intensiveren van multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen (MOTO); • Het implementeren van de aanbevelingen uit (externe) rapporten van inspecties ea naar aanleiding van brand Moerdijk binnen de VR-organisatie, met name de brandweerorganisatie; • Positiebepaling bedrijfsschool/VOC brandweer inclusief implementatie van de b estuurlijke besluiten in 2012/2013. Openbare Gezondheidszorg West-Brabant Vestigingsplaats Breda De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd De Openbare gezondheidszorg West-Brabant heeft als doel bij te dragen aan de voorbereiding van en uitvoering te geven aan het beleid van de gemeente Drimmelen op het terrein van de openbare gezondheidszorg in het algemeen en de collectieve preventie in het bijzonder. Het samenwerkingsverband geeft in dat kader inhoud en uitvoering aan de voor de gemeente Drimmelen gewenste samenwerking op het terrein van de openbare gezondheidszorg. Relatie met programma en doelstellingen Programma Zorg. De gemeente Drimmelen heeft de zorg voor kwetsbare inwoners die onvoldoende in staat zijn om zelfredzaam te opereren, o.a. gezondheid of leefomstandigheden. De gemeentelijke taken richten zich op uitvoering van o.a. collectieve preventieve gezondheidszorg. Bestuurlijk belang Wethouder dhr. M. van Oosterhout vertegenwoordigt de gemeente in het Algemeen Bestuur van de Openbare Gezondheidszorg West-Brabant. Participanten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert. Uittredingsbepalingen Opzegtermijn is één jaar. Eerste drie jaar na uittreding is een boete verschuldigd van respectievelijk 100% (1e jaar), 66% (2e jaar), 33% (3e jaar).
114
Financieel belang en risico De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage per inwoner. Voor 2013 is de totale bijdrage voor de GGD vastgesteld op een bedrag van € 474.772,-. Met dit bedrag voldoet de GROGZ aan de uitgangspunten c.q. randvoorwaarden op basis van het normenkader. De voor 2013 ingeboekte bezuinigingen zijn definitief en dus daadwerkelijk ingevuld; voor 2014 moeten deze bezuinigingen nog worden ingevuld in samenspraak met het Algemeen Bestuur. Deze zullen worden ingevuld binnen de door het Algemeen Bestuur vastgestelde uitgangspunten van 14 april 2011, t.w. bezuiniging van 3x3% van de bijdrage 2010. Elektronisch kinddossier (EKD) Voor de invoering van het EKD zijn door de rijksoverheid via het gemeentefonds specifieke middelen beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn echter niet toereikend voor de bekostiging van de totale kosten EKD. Daarom is besloten om voor 2011 en volgende jaren rekening te houden met een structurele bijdrage van € 48.000 per jaar voor de financiering van het EKD voor GGD en Thuiszorginstellingen in de regio. Vermogenspositie Eigen vermogen Vreemd vermogen
31-12-2010 31-12-2010
€ 2.999.000 € 14.022.000
31-12-2011 31-12-2011
€ 4.485.000 € 13.073.000
Resultaat verbonden partij Resultaat 2011 verbonden partij € 1.486.000. In de beleidsbegroting 2013 zijn een aantal bezuinigingsmaatregelen opgenomen die samen leiden tot een bezuiniging van 3%. Het gaat hierbij o.a. om huisvesting, voorlichting beschermende maatregelen reizigers, preventieve gezondheidsonderzoeken jeugdgezondheidszorg; publieksinformatie en documentatie en preventieprogramma’s bevolking. Daarnaast is wel een loon- en prijsindexering doorgevoerd zoals laatstelijk besproken in het Algemeen Bestuur van 12 april 2012. Indien besloten wordt om meer te bezuinigen op de GGD begroting dan n u vermeld in de beleidsbegroting 2013, dan heeft dat de volgende consequenties tot gevolg: • de nieuw te ontstane frictiekosten kunnen niet meer worden opgevangen binnen de GGD begroting; • de GGD heeft niet meer voldoende mensen om in te zetten in crisissituaties, bijv. bij infectieziekteuitbraak, meer grootschalige ramp of maatschappelijke onrust • het flexibiliseringtraject, waarbij gemeenten veel meer zelf kunnen bepalen wat lokaal de behoefte is en hoe zij op onderdelen hun wettelijke taken willen invullen, wordt negatief beïnvloed. • innovatietrajecten, die gevolgen van bestaande bezuinigingen moeten opvangen, zijn niet langer mogelijk. Aan de gemeenteraad is verzocht om over deze beleidsbegroting 2013 zijn zienswijze kenbaar te maken. Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord Vestigingsplaats ’s-Hertogenbosch De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg ten behoeve van zieken en gewonden alsmede het leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen in het werkgebied. De GR RAV Brabant Midden-West-Noord heeft tot taak: • Het instellen en instandhouden van een Regionale Ambulancevoorziening ten behoeve van het werkgebied West- en Midden-Brabant en Brabant-Noord; • Het instandhouden van een meldkamer ambulancezorg ten behoeve van het werkgebied Midden-en West-Brabant en Brabant-Noord; • Het vaststellen en (doen) uitvoeren van het Regionaal Ambulance Plan van de regio’s Midden-en WestBrabant en Brabant-Noord; • Het (doen)leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden-en West-Brabant en de Hulpverleningsdienst BrabantNoord. Relatie met programma en doelstellingen De programma’s Zorg en Veiligheid; een goed functionerende RAV dient de hoofddoelstelling van dit programma: het verhogen van het algemene veiligheidsgevoel. Tevens is het verweven in het programma Zorg. Bestuurlijk belang Wethouder dhr. M. van Oosterhout vertegenwoordigt de gemeente in het Algemeen Bestuur van GR RAV Brabant Midden-West-Noord. Participanten West-Brabant: Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert. 115
Midden-Brabant: Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk. Brabant Noord: Boxtel. Haaren, ’s Hertogenbosch, Sint Michielsgestel, Schijndel, Heusden, Vught, Bernheze, Landerd, Lith, Maasdonk, Oss, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en St. Hubert, St. Anthonis, St. Oedenrode, Uden en Veghel. Uittredingsbepalingen Opzegtermijn is twee jaar, de financiële gevolgen hiervan worden door het Algemeen Bestuur bepaald. Financieel belang en risico De begroting 2013 is kostendekkend. Er is geen gemeentelijke bijdrage opgenomen. Vermogenspositie Eigen vermogen Vreemd vermogen
31-12-2010 31-12-2010
€ 11.620.070 € 16.211.315
31-12-2011 31-12-2011
€ 8.704.722 € 19.168.924
Resultaat verbonden partij Resultaat 2011 verbonden partij € -2.915.348 Ontwikkelingen Wet Ambulancezorg (WAZ). De voor 1 januari 2011 geplande invoering van het nieuwe Wet Ambulance Zorg (WAZ) heeft geen doorgang gevonden. De WAZ is ingetrokken en vervangen door de Tijdelijke Wet Ambulancezorg (TWAZ). Naar verwachting treedt de TWAZ op 1 januari 2013 in werking. De belangrijkste wijziging in de TWAZ ten opzichte van de WAZ is het toekennen van een tijdelijke vergunning voor vijf jaar aan de RAV’s op 1 oktober 2011 als enige aanbieder van ambulancezorg binnen de grenzen van Veiligheidsregio. Voor het verstrijken van de vijf jaren termijn op 1 januari 2017 zal de minister het definitieve beleid ten aanzien van de ambulancezorg bepalen. Met de komst van de TWAZ is het idee van Europese aanbesteding weliswaar verlaten, maar op het departement wordt in toenemende mate gesproken over het aanbesteden van het zgn. besteld en interklinisch vervoer na het verstrijken van de vergunningtermijn van vijf jaar. Opschaling meldkamers In 2012 wordt ProQA op de meldkamers ambulancezorg in Tilburg en ’s -Hertogenbosch ingevoerd. ProQA is een meldkamertriagesysteem, waarmee de RAV de patiëntveiligheid van de burgers wil verbeteren en de burgers beter van dienst wil zijn. Op 20 februari 2012 heeft de minister van Veiligheid en Justitie een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met als strekking dat er één nieuwe meldkamerorganisatie komt die verantwoordelijk wordt voor de meldkamers in Nederland. Het aantal locaties van de meldkamers gaat terug van 25 naar 10. In 2015 zijn de bestaande meldkamers opgeschaald naar 10 locaties. Efficiencykorting Ambulancesector In het convenant tussen Ambulancezorg Nederland en VWS is een efficiencykorting overeengekomen van 1,5%, te realiseren in 2011, 2012 en 2013. Daarnaast is voor RAV’s een productiestijging overeengekomen van 2,5% per jaar. Indien deze productiestijging over drie jaar minder bedraagt dan 7.5%, wordt het budget vanaf 2014 evenredig gekort Overschrijdingspercentage urgentie A1 (spoedritten). In het werkgebied Midden/West-Brabant is de spreiding en paraatheid van ambulances zo geregeld dat 95% van de inwoners binnen de normtijd van 15 minuten kan worden aangereden. In 2011 bedroeg het percentage A1 overschrijdingen op RAV-niveau voor de regio Midden/West-Brabant 7,6%, een daling van 3% ten opzichte van 2010. Landelijk gezien, wil men af van overschrijdingspercentages op basis van de 15 minutennorm. Er wordt meer aansluiting gezocht bij een dekkingsgraad op basis van standplaatsen. Een bijkomende ontwikkeling is dat het aantal spoedeisende hulpafdelingen bij ziekenhuizen op termijn met de helft zal worden teruggebracht. In overleg met VWS en ketenpartners is de RAV bereid om de acute zorg in de pré-hospitale fase te optimaliseren. Verwacht wordt dat hierbij de focus wordt verlegd van tijdnormeringen naar de te realiseren gezondheidswinst. In 2011 was in MWB sprake van een overschrijdingspercentage van 7,6% (in Drimmelen 11,2% (was 14,6% in 2010). De RAV MWB heeft de ambitie om in 2013 een overschrijdingspercentage urgentie A1 te behalen van 5% en hiermee te voldoen aan de landelijke norm.
116
Werkvoorzieningschap Aanvullend werk Voor Allen (WAVA) Vestigingsplaats Oosterhout De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Het doel van het werkvoorzieningschap is het uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) in het rechtsgebied van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) door op een zo doelmatig mogelijke wijze de taken en bevoegdheden op het terrein van de gesubsidieerde arbeid en de arbeidsreïntegratie te behartigen. Het werkvoorzieningschap heeft voor de uitvoering van haar taken de werkmaatschappij GO BV opgericht. Deze werkmaatschappij is onderdeel van WAVA Beheermaatschappij BV. De GR WAVA is de enige aandeelhouder van deze beheermaatschappij en kan zo sturing aan het gehele proces geven. De belangrijkste taak van de GR is toe te zien op een juiste uitvoering van de WSW. Hiertoe is met GO een overeenkomst afgesloten (incl. verhuur onroerend goed en detachering personeel). Relatie met programma en doelstellingen De hoofddoelstelling van het programma Zorg is, dat de gemeente wil bevorderen dat ook kwetsbare groepen mee blijven doen aan de samenleving en wil voorkomen dat mensen in een kwetsbare positie terechtkomen. Onderdeel van deze hoofddoelstelling is de inzet van werkgelegenheidsmaatregelen, arbeidsreïntegratie en de invulling van de wettelijke taak op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW). De GR WAVA is in regionaal verband in het leven geroepen om de gemeentelijke zorgplicht WSW en de reïntegratieplicht te kunnen vervullen. Bestuurlijk belang De gemeente heeft één vertegenwoordiger, te weten wethouder mevr. M. Vos – Kroeze, in het Dagelijks Bestuur (DB) van WAVA. In dit DB zitten de portefeuillehouders van de zes deelnemende gemeenten. Ook heeft de gemeente één vertegenwoordiger, te weten wethouder de heer M. van Oosterhout, in het Algemeen Bestuur (AB) van WAVA. In het AB zijn alle WAVA-gemeenten vanuit het college van B&W vertegenwoordigd, aangevuld met twee externe deskundigen op WSW-gebied en financieel/ bedrijfseconomisch gebied. In het kader van de nieuwe juridische structuur van WAVA hebben dus twee vertegenwoordigers vanuit het college van B&W van iedere gemeente in het WAVA-bestuur zitting. De gemeenteraad heeft op 13 december 2007 met de betreffende statutenwijziging ingestemd. Bij schrijven van 20 mei 2010 zijn de door alle WAVA-gemeenten ondertekende nieuwe statuten door GR WAVA toegezonden. Participanten Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Werkendam en Woudrichem. Uittredingsbepalingen Uittreding per raadsbesluit. AB stelt in overleg met uittredende gemeente uiterlijk drie maanden vóór uittreding een bindende regeling vast met alle gevolgen. Gemeente kan pas uittreden als aan alle verplichtingen is voldaan. Financieel belang en risico De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage per geplaatste WSW-er (€ 2.250 per persoon; 73 personen) plus een bijdrage in het eventueel dan nog resterende exploitatietekort (aandeel Drimmelen 12,15%). Voor 2013 is deze bijdrage in totaal geraamd op € 164.250. Voorts hebben de deelnemende WAVA-gemeenten, waaronder Drimmelen, zich uitgesproken om het gemeentelijke opdrachtgeverschap richting WAVA/GO als “preferred supplier” via inbesteding, contractcompliance, social return te intensiveren. Zie ook onder ontwikkelingen. Vermogenspositie Eigen vermogen Vreemd vermogen
31.12.2010 31.12.2010
674.000,11.478.000,-
31.12.2011 31.12.2011
715.000,10.935.000,-
Resultaat verbonden partij Resultaat voor bestemming 31.12.2010 28.000,31.12.2011 41.000,Dit is het resultaat nà verwerking van de gemeentelijke bijdragen in de exploitatie als bate Het boekjaar 2011 sluit t.o.v. de begroting met een positief saldo van € 41.000,--. Besloten is dit batig saldo binnen het bedrijf te laten door toevoeging aan het eigen vermogen. Dit bescheiden positieve saldo is enerzijds gerealiseerd door het vinden van nieuwe omzetmogelijkheden (o.a. bij gemeenten) en anderzijds door forse bezuinigingen. Allereerst is het wsw-bedrijf in 2011 geconfronteerd met een onverwachte daling in de taakstelling hetgeen een “gat” sloeg in de begroting van € 1,2 miljoen. Daarnaast werd het wsw-bedrijf geconfronteerd met een lagere reïntegratieomzet hetgeen een inkomstenderving van € 0,4 miljoen veroorzaakte. Het wsw-bedrijf is er in geslaagd om deze tegenvallers als volgt te compens eren: • Besparingen binnen de bedrijfsvoering € 550.000,• Besparingen op personele kosten € 650.000,• Extra netto omzet bij gemeenten € 260.000,• Eenmalige baten/lasten € 285.000,(w.o. afwikkeling voormalige accountant) ---------------Totaal € 1.645.000,117
Ontwikkelingen Per 1 januari 2013 zou de gemeente belast worden met de uitvoering van de Wet Werken naar Vermogen. Het betreft een brede voorziening welke in de plaats komt van verschillende bestaande regimes zoals de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). Insteek van de nieuwe wetgeving is om vanaf 2015 een structurele bezuiniging te realiseren van € 650 miljoen. Door de val van het kabinet en het daaropvolgende Lenteakkoord is de invoering van de WWNV door de Tweede Kamer (na het meireces) controversieel verklaard en dus wordt besluitvorming doorgeschoven naar een nieuw kabinet. Gevolg hiervan is, dat de oorspronkelijk ingeboekte bezuinigingen op de wsw geheel of gedeeltelijk komen te vervallen. De toekomst van het wsw-bedrijf is ongewis en zal bepaald worden door de wijze waarop de deelnemende gemeenten met Wava/!GO om willen gaan met de opgaven die zij vanuit het rijk opgelegd krijgen. Samen met de Gr WAVA en de participanten in deze gemeenschappelijk regeling is er een werkgroep gevormd om te bezien hoe deze bezuinigingen op grond van het Bestuursakkoord kunnen worden opgevangen en hoe tot een duurzame en financieel gezonde exploitatie en vermogenssituatie van het wsw-bedrijf WAVA/GO kan worden gekomen. De werkgroep buigt zich over de beleidsuitgangspunten en bestuurlijke keuzes over de financiële gezondmaking van GR WAVA en toekomst ervan. Het betreffende rapport/advies wordt in de loop van het 1e halfjaar 2013 verwacht. Als gevolg van de val van het kabinet is er op dit moment onduidelijkheid over de ontwikkelingen in 2013 e.v.. De verwachting is dat een nieuw kabinet met een gewijzigd wetsvoorstel zal komen. Hierdoor zal de invoeringsdatum van de WWNV minimaal verschuiven naar 2014. In de begroting 2013 van WAVA is er nog van uitgegaan dat de rijksbijdrage per SW-arbeidsjaar verlaagd zal worden van € 25.759,-- in 2012 naar € 24.768,-- in 2013. Daarnaast is al rekening gehouden met per saldo extra uitgaven voor (toekomstige) herstructurering. Mede als gevolg hiervan wordt in de begroting 2013 uitgegaan van een aanvullend tekort van € 666.000,--. Het Bestuur van GR WAVA hecht er aan om wel een beeld te geven van de meerjarige cijfers bij ongewijzigde voortzetting van het huidige beleid. Het lijkt er nu echter op dat de verlaging van het rijksbudget in 2013 niet zal doorgaan. Dit betekent dat de totale rijksbijdrage voor WAVA ruim € 0,5 miljoen hoger wordt en het aanvullende tekort derhalve aanmerkelijk lager wordt. In de vergadering van 21 juni 2012 heeft de gemeenteraad van Drimmelen besloten, dat t.a.v. de begroting WAVA/GO 2013 toepassing van het regionaal vastgestelde normenkader niet realistisch is en er m.b.t. het WSWbedrijf WAVA/GO aan maatwerk niet te ontkomen is. Tevens is besloten de voor het jaar 2013 opgestelde begroting op bais van ongewijzigde voortzetting van het huidige beleid voor kennisgeving aan te nemen. Aangezien de hoogte van het WSW-budget 2013, de gemeentelijke taakstelling 2013 als ook het uitgavenbeleid op dit moment nog grote onzekerheden kent, verdient het aanbeveling zowel t.a.v. inkomsten- als uitgavenramingen een pas op de plaats te maken. Dit betekent, dat de gemeentelijke bijdrage van € 2.250 per geplaatste WSW-medewerker (is in totaal € 1.3 miljoen voor heel WAVA) voorlopig het best op het huidige niveau gehandhaafd kan blijven. Naar verwachting zal op z’n vroegst in het 4e kwartaal van dit jaar meer duidelijkheid zijn over de toekomstige ontwikkelingen. De financiële consequenties hiervan kunnen worden verwerkt via afzonderlijke begrotingswijziging resp. worden opgenomen in de Bestuursrapportage. Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (vanaf 1 januari 2013) Vestigingsplaats: Tilburg De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd: Het oprichten van een landelijk netwerk van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) voor met name het milieudeel van de Wabotaken is voortgekomen uit een packagedeal tussen Rijk, IPO en VNG. De RUD’s moeten zich met name bezig gaan houden met het milieudeel van de Wabotaken (vergunningverlening, toezicht en handhaving). Doelen van de RUD’s zijn: maken kwaliteitsslag op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving, tegengaan versnippering in toezicht/handhaving en het creëren van een level playing field. Deelname aan de RUD’s is niet vrijblijvend (de Minister kan ingrijpen) evenmin als het in brengen van minimaal het landelijke basistakenpakket: • Milieudeel omgevingsvergunning en milieutoezicht BRZO- en IPPC-bedrijven; • Omgevingsvergunning en toezicht in geheel bij voormalige provinciale inrichtingen; • Milieudeel omgevingsvergunning en milieutoezicht overige vergunningsplichtige gemeentelijke inrichtingen; • Ketentoezicht/milieucriminaliteit. Meer complex milieutoezicht niet-vergunningsplichtige gemeentelijke inrichtingen (is lijst van opgesteld). In de regio Midden- en West-Brabant komt er ook één RUD: de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Deze Omgevingsdienst wordt de verlengde backoffice van de gemeente, de gemeente blijft het bevoegd gezag.
118
Relatie met programma en doelstellingen: De gemeente Drimmelen brengt het landelijke basistakenpakket en de daarmee samenhangende verzoektaken, zoals beoordelen bodemrapporten bij vergunningaanvragen en verrichten geluidsmetingen in het kader van een klacht in bij de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Dit raakt de programma’s Milieu en Veiligheid van de begroting. Bestuurlijk belang: De Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant wordt een openbaar lichaam onder een GR. Het is een GR van colleges van Burgemeester en Wethouders en van Gedeputeerde Staten. Een vertegenwoordiger van het college zal daarom deel uit gaan maken van het Algemeen Bestuur. De GR moet echter nog definitief worden gemaakt en de besluitvorming in worden gebracht. Dit zal eind derde kwartaal/begin vierde kwartaal 2012 zijn. Participanten: De gemeenten Bergen op Zoom, Woensdrecht, Steenbergen, Roosendaal, Moerdijk, Halderberge, Rucphen, Zundert, Etten-Leur, Drimmelen, Breda, Werkendam, Woudrichem, Aalburg, Geertruidenberg, Oosterhout, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Gilze-Rijen, Waalwijk, Loon op Zand, Dongen, Tilburg, Goirle, Oisterwijk en Hilvarenbeek en de provincie Noord-Brabant. Uittredingsbepalingen: Uittreding is niet mogelijk. Vermogenspositie N.v.t. Financieel belang en risico: Dit is nog niet bekend. De begroting komt in het najaar van 2012. Vanuit het Rijk is ook uitstel verleend voor het indienen van de begrotingen van de Regionale Uitvoeringsdiensten omdat zij nog in oprichting zijn. Parkschap Nationaal Park De Biesbosch Ter kennisneming: Het betreft hier een nieuwe gemeenschappelijke regeling welke op 1 januari 2011 in werking is getreden. (raadsbesluit 25 november 2010) Het betreft een samenvoeging van twee gemeenschappelijke regelingen nl. het Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch en de GR Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch. Vestigingsplaats: Stadskantoor Dordrecht. De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd: Het Parkschap behartigt de bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden en recreatie van het gebied de Biesbosch in combinatie met een meer integraal en eenduidig bestuur over het gebied. Relatie met programma en doelstellingen: In programma Economische zaken, is als subdoelstelling in dit programma opgenomen: het op de kaart zetten van de gemeente en het toeristisch en recreatief product. Gestreefd wordt naar verdere samenwerking op het gebied van natuurbeheer. Bestuurlijk belang: De gemeente Drimmelen heeft in het Algemeen Bestuur één vertegenwoordiger zitten in de persoon van wethouder Vos. Participanten: Provincie Noord-Brabant en provincie Zuid-Holland alsmede Staatsbosbeheer, de gemeenten Dordrecht, Werkendam, Sliedrecht en Drimmelen. Uittredingsbepalingen: Het algemeen bestuur stelt met tweederde van het aantal stemmen de voorwaarden vast waaronder de uittreding kan worden geëffectueerd en regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding. Financieel belang en risico: De participanten in de nieuwe regeling zijn: de provincie`s Noord-Brabant en Zuid-Holland (ieder voor 25%) en de gemeenten Dordrecht; Sliedrecht; Drimmelen en Werkendam. De gemeenten dragen voor 50% bij in het nadelige saldo echter naar rato van het aantal inwoners per gemeente. De bijdrage voor 2013 voor onze gemeente wordt geraamd op € 19.710 (inclusief Compartiment Brabantschap). Bij de kerntakendiscussie is besloten om de kosten te dekken uit de netto -opbrengst van de toeristenbelasting.
119
Vermogenspositie: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2011 (*)
Rek. 2010
Rek. 2011
€ 518.361 € 2.957.916
€ 749.973 € 3.448.692 € 19.441
Begr.2012 (#) (31.12.2012) € 749.973 € 2.447.142
Begr. 2013 (31.12.2013) € 539.812 € 3.066.939
(*) Nog te bestemmen jaarrekeningresultaat 2011 (#) Op basis van Begroting 2013 (d.d. 1 mei 2012)
Resultaat verbonden partij: Het te bestemmen jaarrekeningresultaat 2011 bedroeg ca. € 19.441 positief. Opgemerkt dient te worden bij de jaarrekening over 2011 dat in de paragraaf Weerstandsvermogen de risico’s niet zijn gekwantificeerd, waardoor het niet mogelijk is om te toetsen of het beschikbare vermogen een toereikende buffer is voor de geïdentificeerde risico’s (zie accountantsverslag Deloitte). Ontwikkelingen: Heroriëntatie bezoekerscentrum Drimmelen. Nadat Staatsbosbeheer in 2010 besloot te stoppen met de exploitatie van het Biesboschcentrum Drimmelen, zijn gemeente, huurders en Staatsbosbeheer in overleg gegaan om het centrum in stand te houden. Na twee jaar van onzekerheid zal het centrum vanaf 2013 een nieuwe toekomst tegemoet gaan, door publiekprivate samenwerking. Het Parkschap, Staatsbosbeheer en de gemeente hebben voorwaarden ontwikkeld voor een externe partij, zijn op de moment bezig met het ontwikkelen van voorwaarden voor een externe partij, waarmee een vraag in de markt uitgezet kan worden. Deze vraag moet nog omschreven worden en in de raad vastgesteld. Indien een externe partij bereid gevonden is om in 2013 het centrum te continueren, zal dit voorgelegd worden aan de raad. Gemeente Drimmelen heeft aangegeven budget toe te willen kennen aan de lokale en regionale informatievoorziening. Belangrijkste financier is echter het Parkschap. Onzeker blijft echter de financiering in de toekomst, gezien landelijke ontwikkelingen, van het Parkschap en daarmee de informatie/educatievoorziening over het Nationaal Park. Het Nationaal Park heeft een stuur/werkgroep opgezet met als doel de primaire entreepoorten op elkaar af te stemmen. Het doel is om de samenwerking te versterken, maar ook het Nationaal Park de Biesbosch meer op de kaart te zetten. Compartiment Brabantse Biesbosch - Integrale Veiligheid. Voor de komst van het Parkschap de Biesbosch op 1 januari 2012 werd het secretariaat en de coördinatie ten aanzien van het project integrale veiligheid uitgevoerd door de gemeente Drimmelen. De basis hiervoor was vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst (DVO)van mei 2001. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden werd jaarlijks een subsidieaanvraag ingediend bij en toegekend door het Nationaal Park de Biesbosch. Bij de aanvraag werd verwezen naar het vastgestelde Beheersen inrichtingsplan uit 2004. De hoogte van deze subsidie bedroeg € 11.500. Later is voor de implementatie van het BOA registratie systeem (BRS) nog eens een bedrag van € 5.000 aangevraagd en toegekend hetgeen een totaal aan subsidie bijdrage van het Nationaal Park brengt op € 16.500. Daarnaast werd van de voormalige recreatieschappen ieder een bedrag van € 4.537,80, totaal € 9076,60 ontvangen. Ook dit is vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. Totale inkomsten werken t.b.v. derden op het budget Biesbosch bestemd voor het uitvoeren van secretariaatswerkzaamheden, coördinatie integrale veiligheid en BRS bedroeg € 25.575,60. Met de komst van het Parkschap worden voornoemde taken aan het Parkschap overgedragen dus ook de gelden. Milieu en Afval Regio Breda (MARB) (nazorg stortplaatsen) Vestigingsplaats: Breda. Besluitvorming: Raadsbesluit d.d. 28 februari 2001. Gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2010. De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd: De Gemeenschappelijke Regeling Milieu en Afval heeft als doel het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde afstemming tussen de gemeenten op de beleidsterreinen milieu en afval en de uitvoering van gemeenschappelijke taken op het gebied van afval, alsmede het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten bij de nazorg van de Regionale Stortplaats Zevenbergen en de Afvalstoffenberging Bavel-Dorst. Relatie met programma en doelstellingen: De taken van het MARB zijn per 1.1.2011 ondergebracht in de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio WestBrabant. De huidige gemeenschappelijke regeling beperkt zich tot nazorg van de gesloten stortplaatsen BavelDorst en Zevenbergen. Bestuurlijk belang: Onze gemeente wordt vertegenwoordigd door wethouder Vos in het Algemeen Bestuur van de MARB. In dit AB zitten de portefeuillehouders van de twaalf aangesloten gemeenten.
120
Participanten: Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Moerdijk, Oosterhout, Werkendam, Woudrichem en Zundert. Uittredingsbepalingen: De opzegtermijn is één jaar en 2/3 van het aantal participanten moet instemmen met de uittreding. Het dagelijks bestuur doet een voorstel aan de raden van de participanten over de financiële verplichtingen alsook over de overige gevolgen van de uittreding. Financieel belang en risico: Bijdrage per inwoner in 2013 is nihil. Betreft alleen nazorg stortplaatsen. Vermogenspositie (GR Milieu en Afval Regio Breda incl. stortplaatsen) Rek. 2010 Rek. 2011 Begr.2012 (#) Begr. 2013 (31.12.2012) (31.12.2013) Reserve FPU 58plus € 28.013 € 1.334 €0 €0 Algemene risico€ 1.271.848 € 1.473.662 € 1.470.962 € 1.470.962 reserve afval(*) verwerking Voorziening Nazorg € 7.065.101 € 7.258.264 € 7.454.366 € 7.655.861 Bavel Voorziening Nazorg € 14.391.809 € 14.664.801 € 14.913.699 € 15.094.747 Zevenbergen (*) Saldo na resultaatbestemming (Jaarrekening 2011). Voorgesteld wordt om het positief saldo van 2011 ad. € 326.087 te storten in de Algemene risicoreserve afvalverwerking. (#) Op basis van Ontwerpbegroting 2013 (d.d. 19 april 2012). Resultaat verbonden partij: Het boekjaar 2011 werd met een positief resultaat afgesloten met een bedrag van € 326.087 welke gestort is in de Algemene Risicoreserve (bedoeld om mogelijke tegenvallers bij de nazorgverplichtingen van de beide stortplaatsen op te kunnen vangen). Ontwikkelingen: Wat betreft de gesloten stortplaats Bavel-Dorst is er in Dagblad De Stem onlangs een publicatie verschenen over een mogelijke herinrichting van het terrein zijn er nog steeds geen concrete ontwikkelingen voor de herinrichting hiervan. Wel zijn er steeds ideeën hierover. Het doelvermogen voor de gesloten stortplaats Zevenbergen zou door de provincie in 2005 reeds worden vastgesteld. Tot op de dag van vandaag is dit nog niet gebeurd. Verwacht wordt dat dit doelvermogen in 20132014 wel bekend is.
121
§G
Grondbeleid
Onder grondbeleid verstaan we het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om de vastgestelde ruimtelijke, en deels ook economische, doelstellingen te realiseren. Een gemeente speelt bij de uitvoering van het grondbeleid een actieve of een faciliterende rol met uiteraard diverse gradaties daar tussen. A. Grondnota Op 24 februari 2011 heeft de raad de Grondnota en de daarin genoemde beleidsregels c.q. spelregels vastgesteld. Deze Grondnota vormt het beleidskader waarbinnen activiteiten op het gebied van grondexploitatie plaatsvinden. Daarnaast maken ook externe factoren, zoals de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de nieuwe Wro en de wettelijke eisen op het gebied van rechtmatigheid dat een geformaliseerd beleidskader wenselijk is. De vigerende Grondnota gaat in op de volgende onderwerpen: • strategische visie rondom de grondexploitaties • beleidsregels rondom winstneming • reservepositie • risico-inschatting • grondprijzen • (budget voor) strategische verwervingen • spelregels voor grondexploitaties • informatievoorziening • toerekening van apparaatskosten • control op het gebied van grondexploitaties • omgang met marktpartijen Passief of actief grondbeleid Een gemeente speelt bij de uitvoering van het grondbeleid een actieve of een faciliterende rol met uiteraard diverse gradaties daartussen. Van actief grondbedrijf is sprake als de gemeente zelf gronden aankoopt, zo nodig tijdelijk beheert en vervolgens uitgeeft. Het exploitatierisico is bij een actief grondbeleid maximaal. Hiertegenover staat dat substantiële winsten kunnen worden gegenereerd. In de praktijk blijkt echter dat ontwikkelaars veelal een dermate grond-positie innemen dat volledige planuitvoering door de g emeente niet mogelijk is. In Drimmelen is dit dikwijls het geval. Hierdoor wordt de gemeente in een andere, meer faciliterende rol gedwongen. De gemeente wordt dan verzocht het bestemmingsplan te herzien om het bouwen van nieuwe woningen, dan wel bedrijventerrein mogelijk te maken. In de meeste gevallen worden anterieure overeenkomsten op grond van de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening met projectontwikkelaars afgesloten voordat een bestemmingsplan wordt gewijzigd. Met deze overeenkomsten wordt, voor zover mogelijk, gezorgd voor een volledige verrekening van de gemeentelijke kosten en realisering van gemeentelijke doelstellingen. Ook het risico van planschade wordt middels de anterieure overeenkomst bij de ontwikkelaar in rekening gebracht.. Nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening i.c.m. Grondexploitatiewet Met ingang van 1 juli 2008 is de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (Wro) en het nieuwe besluit Ruimtelijke Ordening (Bro) in combinatie met de nieuwe grondexploitatiewet (Grex) in werking getreden. Doelstelling van de nieuwe wet is een goede regeling voor kostenverhaal, binnen-planse verevening en enkele locatie-eisen bij particuliere projectontwikkeling. Deze zijn dus meerledig: • het duidelijk inkaderen van wettelijk privaatrechtelijk kostenverhaal; • verbetering publiekrechtelijk kostenverhaal; • wettelijke basis voor het stellen van locatie-eisen aan aanleg openbare ruimte; • de mogelijkheid tot het stellen van eisen aan sociale huur en particulier opdracht-geverschap. Op grond van de Grex kunnen gemeenten zowel via het privaatrechtelijke spoor als publiekrechtelijke spoor trachten het kostenverhaal en de ‘locatie-eisen’ te regelen. Het privaatrechtelijke spoor baseert zich op het principe dat de gemeente een overeenkomst sluit met de eigenaar van de desbetreffende, te ontwikkelen, gronden en in die overeenkomst het kostenverhaal regelt. Het publiekrechtelijke spoor heeft gestalte gekregen in de vorm van het exploitatieplan. De Grex verplicht de gemeenten niet vóórafgaand aan het vaststellen van een exploitatieplan of daarna met eigenaren c.q. ontwikkelaars in onderhandelingen te treden om tot overeenkomsten te komen. Een gemeente mag ook direct kiezen voor het privaatrechtelijke spoor door middel van het sluiten van anterieure overeenkomsten. Vooralsnog wordt door het overgrote deel van de gemeenten geprobeerd overeenkomsten af te sluiten. Het sluiten van overeenkomsten biedt meer voordelen, zoals: • meer zekerheid over tempo, aard en omvang van het bouwprogramma; • meer kans op hogere opbrengsten; • mogelijkheden tot verevenen; • meer regiezaken kunnen regelen; • mogelijkheden tot maatwerkafspraken; • andere aspecten ook te regelen, zoals grondoverdracht of exploitatie van vastgoed; • besparing bestuurlijke lasten en procedures. 122
Verder is in artikel 6.24 Grex bepaalt dat het college van B&W in de overeenkomst bepalingen kan opnemen inzake financiële bijdragen aan de grondexploitatie en de verrekening van plan-schades. Indien een gemeente dergelijke financiële bijdragen wil regelen, zal zij dit via een overeenkomst met een ontwikkelaar, te sluiten vóórafgaand aan de vaststelling van het exploitatieplan, moeten regelen. Daarnaast kan het college in een overeenkomst zaken regelen die niet in het exploitatieplan kunnen worden vastgelegd. Voor de gemeente geldt de verplichting een exploitatieplan vast te stellen in de volgende gevallen: • het verhaal van kosten van de grondexploitatie is niet anderszins verzekerd; • er is sprake van een ‘bouwplan’; • het bepalen van een tijdvak waarbinnen de exploitatie zal plaatsvinden of fasering van de uitvoering van werken en werkzaamheden is noodzakelijk; • het stellen van eisen voor werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte of regels omtrent het uitvoeren van deze werken en werkzaamheden is noodzakelijk; • de uitwerking van de regels met betrekking tot de uitvoerbaarheid is noodzakelijk. • Het exploitatieplan dient gelijktijdig vastgesteld en bekendgemaakt te worden met het bestemmingsplan, de wijziging, het projectbesluit of het besluit waarop het betrekking heeft. Structuurvisie Plus Voor het jaar 2012 stond het opstellen van een nieuwe geactualiseerde Structuurvisie Plus gepland. De totstandkoming heeft wat vertraging opgelopen. Dat heeft tot gevolg dat alles in het werk wordt gesteld om u de geactualiseerde structuurvisie plus in 2013 ter vaststelling aan te bieden. De voor Drimmelen geldende Structuurvisie Plus dateert van 29 november 2001 en heeft een looptijd tot 2015. Het plan zoals het er nu ligt, is niet echt verouderd, maar vraagt mede in het licht van de wetsherziening een actualiseringslag. Structuurplanning heeft een vlucht genomen sinds de komst van de lagenbenadering in het provinciale streekplan. Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wro in werking getreden. Vanaf dat moment zijn Structuurvisies een verplicht instrument voor het rijk, de provincies en de gemeenten. Bouwactiviteiten in 2013 Hiervoor wordt verwezen naar programma 7. Ruimte en Wonen. B. Financiële positie grondexploitatie Ten behoeve van de bepaling van het weerstandsvermogen voor de grondexploitatie zijn de verwachte boekwaarden en financiële risico’s voor de plannen in beeld gebracht. Daarbij is er van uitgegaan dat de niet in exploitatie genomen gronden, dus indien er nog geen overeenkomst is getekend, als een risico aangemerkt worden. Daarnaast wordt tevens uitgegaan van (executie)waarden indien sprake is van eigen onroerend goed. Deze worden uiteraard in mindering gebracht op het te lopen risico (boekwaarden). Met andere woorden de opgesomde risico’s zijn berekend op basis van projectbeëindiging (reeds geïnvesteerde bedragen c.q. boekwaarden) en na aftrek van eventueel verkoop van goederen tegen minimaal te verwachten waarden (executiewaarden). Het risico is derhalve te kenmerken als een geprognosticeerde theoretisch maximaal risico (momentopname). B1. Stand van zaken eigen projecten (zgn. 100-projecten) Dit betreft de exploitatie van eigen gronden van de gemeente Drimmelen waarbij geen gronden van derden betrokken zijn. De resultaten van deze eigen lopende projecten worden niet rechtstreeks ten laste of ten gunste gebracht van exploitatie van het grondbedrijf, maar worden verantwoord via de boekwaarden welke zijn opgenomen in de balans. Hieronder is een overzicht gegeven van de geprognosticeerde boekwaarden van zowel in exploitatie genomen gronden en niet in exploitatie genomen gronden, inclusief onder-bouwingen. De totale geprognosticeerde negatieve boekwaarden worden verantwoord op de balans bij de voorraden.
123
Begrote resultaten / boekwaarden 2012 / 2013 van de in exploitatie genomen gronden Project Project nummer naam
G.101 G.110 G.116 G.118 G.119 G.122 G.125
Lage Zwaluwe West Burg. Smitsplein Prinsenpolder Made Dahliastraat Made Thijssenweg / Zoutopslag Ruitersvaartseweg Terh Stuivezand Totaal
Project Project nummer naam
G.101 G.110 G.116 G.118 G.119 G.122 G.125
Lage Zwaluwe West Burg. Smitsplein Prinsenpolder Made Dahliastraat Made Thijssenweg / Zoutopslag Ruitersvaartseweg Terh Stuivezand Totaal
Boekwaarde 31-12-2011
Voorziening Boekwaarde 31-12-2011
82.417 2.635.931 -1.299.037 406.634 0 -723.966 1.188.921 2.290.900 Boekwaarde 31-12-2012
1.640.000 224.000
130.000 1.994.000
82.417 995.931 -1.299.037 182.634 0 -723.966 1.058.921 296.900
Voorziening Boekwaarde 31-12-2012
119.000 1.732.334 -163.334 409.971 0 -435.007 132.868 1.795.833
1.640.000 224.000
130.000 1.994.000
119.000 92.334 -163.334 185.971 0 -435.007 2.868 -198.167
Begrote lasten 2012 56.583 196.793 475.289 3.337 52.893 288.959 122.156 1.196.010 Begrote lasten 2013
Begrote opbrengsten 2012 -20.000 -1.100.390 -439.585
Begroot expl. resultaat
Overb NIEGGIEGG
Begrote Voorziening boekwaarde 31-12-2012
1.100.000 -52.893
-1.178.209 -2.738.183 Begrote opbrengsten 2013
73.321 69.231 520.759 52.496
-30.000 -188.000 -500.000 -241.175
376.996 3.070 1.095.873
-959.175
1.047.107 Begroot expl. resultaat
0 Overb NIEGGIEGG
0
119.000 1.732.334 -163.334 409.971 0 -435.007 132.868 1.795.833
0 1.640.000 0 224.000 0
0
119.000 92.334 -163.334 185.971 0 -435.007 2.868 -198.167
130.000 1.994.000
Begrote Voorziening boekwaarde 31-12-2013 162.322 1.613.565 -142.574 221.292 0 -58.011 135.938 1.932.531
Begrote boekwaarde 31-12-2012
Begrote boekwaarde 31-12-2013
0 1.640.000 0 224.000 0 130.000 1.994.000
* - is positief resultaat / + is negatief resultaat G.101 Lage Zwaluwe West Zie toelichting paragraaf H. Grote projecten. G.110 Burgemeester Smitsplein (Made) Vanuit haar grondpositie heeft Woningstichting Volksbelang het plan opgepakt om de mogelijkheden tot herontwikkeling van het Burgemeester Smitsplein verder te onderzoeken. Hiertoe heeft zij een plan laten opstellen dat voorziet in ondermeer het oprichten van drie appartementengebouwen, een parkeervoorziening op maaiveldniveau en de inrichting van de overige ruimten tussen de gebouwen met wandelpaden en groen. De gemeenteraad heeft op 16 juni 2011 ingestemd met de verkoop van de gemeentelijke eigendommen en benodigde openbare ruimte aan het Burgemeester Smitsplein overeen-komstig het definitieve voorstel c.q. bod van Woningstichting Volksbelang van 27 april 2011. De verkoopopbrengst wordt, op de gebruikelijke wijze, verantwoord binnen de exploitatie “Burge-meester Smitsplein” van het Grondbedrijf . Op 24 mei 2012 is het bestemmingsplan “1 e Herziening Burgemeester Smitsplein, Made” vastgesteld. Er is geen beroep ingesteld bij Raad van State. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn dan ook onherroepelijk. Inmiddels heeft de sloop van de bestaande opstallen plaatsgevonden en is met de nieuwbouw gestart. Als alles volgens planning verloopt, zijn de bouwwerkzaamheden voor 1 januari 2014 gereed. G.116 Prinsenpolder (Made) Woningbouwplan Prinsenpolder is gelegen aan de noodwestzijde van de kern Made en wordt begrensd door de Prinsenpolderstraat, Fresiastraat, Geraniumstraat en de Haagstraat. Het bestemmingsplan “Made, Prinsenpolder” is 26 november 2009 vastgesteld en met ingang van 2 april 2010 onherroepelijk geworden. Op basis van de opgestelde verkaveling is ruimte voor 192 woningen, waarbij een aanzienlijk deel in de sociale sfeer (goedkope en betaalbare koop/huurwoningen) is gerealiseerd. Met de Bouwcombinatie, bestaande uit Woningstichting Volksbelang te Made en Stichting WSG te Geertruidenberg, zijn de gebruikelijke overeen-komsten afgesloten. Hoewel inmiddels een groot deel van de woningbouw binnen de projectlocatie werd gerealiseerd, heeft de Bouwcombinatie recent bij ons college een verzoek ingediend om een ander type woningbouw te mogen realiseren aan de westzijde van de Prinsenhof. Als gevolg van de verslechterde omstandigheden op de woningmarkt wil de Bouwcombinatie op deze locatie rijenwoningen (laten) realiseren. Inmiddels heeft ons college de bereidheid uitgesproken daaraan onder voorwaarden medewerking te willen verlenen, maar dienen daarover nog nadere afspraken gemaakt te worden die in een aanvullende overeenkomst worden vastgelegd. Tevens wordt van de Bouwcombinatie het verzoek verwacht om in het voorjaar van 2013 tot het woonrijp maken van (delen van) het plangebied over te gaan. G.118 Dahliastraat (Made) Naar aanleiding van het beëindigen van twee bedrijven en sloop van een pand zijn in het verleden deze bedrijven aangekocht en is in september 2010 het voorontwerp bestemmingsplan Dahliastraat Made opgesteld. Hierin wordt ingegaan op het herbestemmen van in totaal vijf percelen aan de Dahliastraat. Het betreft het omvormen van twee bedrijfsbestemmingen naar woonbestemming, het positief bestemmen van een agrarisch bouwblok naar een woonbestemming en het positief bestemmen van een perceel naar tuin als gevolg van sloop van een opstal ter plaatse. Vooruitlopend op de bestemmingsplanprocedure werden met partijen de noodzakelijke overeenkomsten gesloten. Inmiddels is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden en heeft de daadwerkelijke overdracht van het perceel, plaatselijk bekend Dahliastraat 76, plaatsgevonden. De verkoop van het perceel Dahliastraat 75a dient nog plaats te vinden. Inmiddels is per ultimo 2011 in dit plan per saldo een bedrag geïnvesteerd van ongeveer € 406.634 voornamelijk als gevolg van de aankopen in de jaren 2006 en 2008. Dit bedrag is inclusief de baat ten gevolge van de verkoop van Dahliastraat 75a. 124
162.322 -26.435 -142.574 -2.708 0 -58.011 5.938 -61.469
Verwacht wordt dat deze investering niet geheel kan worden terugverdiend middels de verkoop van de beschikbare bouwgrond. Voor het verwachte verlies werd in 2009 een voorziening ad ca. € 224.000 gevormd. Als alles volgens planning verloopt, wordt de verkoop van het perceel Dahliastraat 75a in het 1 e kwartaal 2013 gestart, waarna dit project in 2013 vermoedelijk budgettair neutraal kan worden afgesloten (rekening houdende met het al eerder opgenomen verlies). G.119 Thijssenweg / Zoutopslagloods (Wagenberg) Uit de transacties rondom de voormalige zoutopslagloods werd conform het raadsbesluit van 28 mei 2009 een bedrag gereserveerd voor toekomstige werkzaamheden Thijssenweg. Op 25 februari 2010 is de raad definitief akkoord gegaan met de herinrichting van de Thijssenweg en om geld vanuit de Reserve bovenwijkse voorzieningen hiervoor beschikbaar te stellen. Het begrote bedrag voor herinrichting van de Thijssenweg van € 488.000 wordt voldoende geacht om de totale kosten te dekken. In 2011 werden diverse kosten verantwoord en onttrokken uit de reserve bovenwijkse voorzieningen tot een bedrag van € 266.397. Voor de restant van de werkzaamheden in 2012 stond nog een bedrag gereserveerd van € 122.212 maar door voordelige uitvoering van werkzaamheden dient een geringer bedrag uit de reserve boven-wijkse voorzieningen ontrokken te worden. In 2012 wordt dit project afgesloten. G.122 Ruitersvaartseweg Terheijden (F-veld) (Terheijden) Het F-veld ligt aan de noordzijde van de kern Terheijden en is in eigendom van de gemeente. Het plangebied wordt globaal begrensd door Klein Ruitersvaart, woningen aan de Vlierlaan en het E-veld (trainingsveld van SVT). Startersvereniging Dynamisch Jong Drimmelen heeft het initiatief genomen om middels Collectief Particulier Opdrachtgeverschap woningen voor starters te ontwikkelen. In samenwerking met Woningstichting Volksbelang en in nauw overleg met de gemeente is een schetsplan vervaardigd. Naast twintig koopwoningen voor starters is er ruimte voor tien huurwoningen en vier vrije sectorwoningen (duurder segment). Inmiddels zijn alle woningen binnen dit project gerealiseerd en wordt in samenspraak met de bewoners van het plangebied gestart met het woonrijp maken van het plangebied. Naar verwachting wordt dit project in 2013 afgesloten. G.125 Stuivezand bedrijventerrein Al sinds de jaren ’90 is de gemeente Drimmelen voornemens het verouderde bedrijventerrein Stuivezand te herstructureren en een kwaliteitsimpuls te geven. In september 2007 heeft de gemeenteraad het besluit genomen voor het herstructureren van het bedrijventerrein en tot het vestigen van Wet Voorkeursrecht Gemeenten op diverse percelen binnen het gebied. In samenspraak met een stedenbouwkundig bureau is in 2009 een structuurvisie opgesteld. Deze is in de gemeenteraad van januari 2010 definitief vastgesteld. Verder heeft de gemeenteraad ingestemd met de randvoorwaarde dat de investeringen in het private gebied budgettair neutraal moeten plaatsvinden. In 2010 werden een tweetal panden aangekocht welke grenzen aan de gemeentelijke grond. Inmiddels is één pand weer doorverkocht. Voor de afstoting van het andere pand en de gemeentelijke grond zijn in 2010 initiële overeenkomsten afgesloten met een derde partij. In 2011 hebben vervolggesprekken met de derde partij plaatsgevonden en naar het zich laat aanzien worden nog in 2012 de definitieve overeenkomsten gesloten. De eerder gevestigde Wet Voorkeursrecht Gemeenten op het bedrijventerrein zijn in het najaar van 2011 vervallen. In oktober 2010 is middels een vertrouwelijke raadsbrief de voortgang van dit project medegedeeld. Daarbij is tevens aangegeven dat door het aan- en verkopen van de diverse percelen grond en de ontwikkelingen daarvan door de gemeente een positiever resultaat behaald kan worden ten opzichte van het niet ontwikkelen van deze gronden. Indien er geen wijzigingen in het gebied hadden plaatsgevonden, diende de boekwaarde van het project en de agrarische gronden afgeboekt te worden tot een bedrag van ca. € 346.555. Door bovengenoemde ontwikkelingen wordt uitgegaan dat dit project kan worden afgesloten met een negatief exploitatiesaldo van ca. € 128.218. Concreet betekenen deze ontwikkelingen een positiever resultaat voor de gemeente, gezien de boekwaarde van de overgedragen agrarische gronden per 31 december 2010 van € 182.666. Vooruitlopend op het vaststellen van het bestemmingsplan en het vertrouwelijk ter inzage leggen van de geactualiseerde exploitatieopzet is in 2011 een voorziening opgenomen voor het verwachte verlies van € 130.000. Op basis van het onherroepelijk bestemmingsplan kunnen nieuwe bedrijfsloodsen worden opgericht t.b.v. een zittende ondernemer aan de Oude Kerkstraat 52 – 54 te Made. Nadat de bouwvergunningen zijn verleend zal het notariële transport plaats vinden en de gemeentelijke eigendommen worden verkocht. Op 30 maart 2012 is de gemeente eigenaar geworden van een perceel grond ten westen van de Watertorenstraat. In augustus 2012 is het bestemmingsplan Stuivezand – Oude Kerkstraat 52 – 54 + retentiewater onherroepelijk geworden. Dit maakt de weg vrij om een waterberging aan te leggen aan de westzijde van de Watertorenstraat ter voorkoming van wateroverlast op bedrijventerrein Stuivezand. Naar verwachting kan de waterberging in het eerste kwartaal 2013 worden gegraven. In 2012 is ook een ander initiatief op bedrijventerrein Stuivezand gaan lopen. Er is een voorontwerp bestemmingsplan voor perceel Kerkdijk 1 te Made in procedure gebracht waarbij agrarische grond gelegen op bedrijventerrein Stuivezand wordt omgezet in een bedrijfsbestemming. Binnen dit plan is eveneens ruimte voor het oprichten van een drietal vrijstaande woningen evenwijdig aan de Geraniumstraat. Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de onderhanden werken, gronden niet in exploitatie De gemeenteraad heeft voor deze (voorgenomen) gebiedsontwikkelingen nog geen grond-exploitatiebegroting vastgesteld. Deze (nog) niet in exploitatie genomen (bouw)grond is meestal anticiperend of strategisch aangekocht. De grond past wel in de verwachtingen over gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Deze verwachting is gebaseerd op interne besluitvorming of de bestaande structuurvisie die aan een bestemmingsplan voorafgaat. 125
De met deze ontwikkelingen samenhangende kosten worden tegen maximaal de marktwaarde van de betreffende gronden geactiveerd ofwel bijgeschreven op het balansactief voorraad bouwgrond. Bij overschrijding van deze marktwaarde wordt dat verlies onmiddellijk genomen in de vorm van een voorziening. Begrote resultaten / boekwaarden 2012 /2013 van de niet in exploitatie genomen gronden Project Project nummer naam
G.111 G.113 G.114 G.115 G.127 G.128 G.901
Oranjeplein De Ligne Dorpsstraat Drimm Oude begraafplaatsen Made Van Hooijdonklaan L Zwal Grondruil Gerstr/Cyclaamstr Ruilgronden Totaal
Project Project nummer naam
G.111 G.113 G.114 G.115 G.127 G.128 G.901
Oranjeplein De Ligne Dorpsstraat Drimm Oude begraafplaatsen Made Van Hooijdonklaan L Zwal Grondruil Gerstr/Cyclaamstr Ruilgronden Totaal
Boekwaarde Voorziening 31-12-2011
0 101.982 76.537 182.333 17 5.505 1.114.717 1.481.092
101.982 76.537 182.333
582.649 943.502
Boekwaarde Voorziening 31-12-2012
0 102.702 76.537 182.333 2.339 0 1.114.717 1.478.628
102.702 76.537 182.333
582.649 944.222
Boekwaarde 31-12-2011
0 0 0 0 17 5.505 532.068 537.590 Boekwaarde 31-12-2012
0 0 0 0 2.339 0 532.068 534.407
Begrote lasten 2012
Begrote opbrengsten 2012
12.714 720
Begroot expl. resultaat
Begrote Voorziening boekwaarde 31-12-2012
-12.714
2.322 15.227
-27.000
6.267
30.983
-27.000
-6.447
Begrote lasten 2013
Overb NIEGGIEGG
Begrote opbrengsten 2013
53.015 2.498 159
-567.115
Begroot expl. resultaat
0 Overb NIEGGIEGG
-567.115
514.100
514.100
102.702 76.537 182.333
582.649 944.222
Begrote Voorziening boekwaarde 31-12-2013
18.510
74.182
0 102.702 76.537 182.333 2.339 0 1.114.717 1.478.628
0
0 105.200 76.697 182.333 20.849 0 1.114.717 1.499.796
105.200 76.697 182.333
582.649 946.879
Begrote boekwaarde 31-12-2012 0 0 0 0 2.339 0 532.068 534.407 Begrote boekwaarde 31-12-2013 0 0 0 0 20.849 0 532.068 552.917
Jaar van afsluiting
onbekend onbekend onbekend onbekend onbekend 2012 onbekend
* - is positief resultaat / + is negatief resultaat G.111 Oranjeplein (Terheijden) De gemeente Drimmelen heeft in samenwerking met Woningstichting Volksbelang het initiatief opgepakt om te komen tot herontwikkeling van een aantal gebieden nabij het Oranjeplein te Terheijden. De aanleiding voor deze herontwikkeling is enerzijds gelegen in basisschool Zonzeel, een schoolgebouw dat verouderd is en in functioneel opzicht ook niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd. Nieuwbouw van de basisschool is nodig om in de toekomst op een goede manier te kunnen onderwijzen. Anderzijds is een cluster van 16 seniorenwoningen aan de Brabantsstraat sterk verouderd. De bouwtechnische staat van de woningen is slecht, waardoor Volksbelang het voornemen heeft deze woningen te slopen en nieuwbouw te plegen. De twee bovengenoemde initiatieven vormen de basis van het project, maar in de loop van de tijd zijn meer deelgebieden betrokken geraakt, zoals de locatie van de bibliotheek en het voormalig politiebureau. Op 26 maart 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de bouw van een brede school en appartementen en de verkoop van een drietal deelgebieden. De opbrengsten komen ten gunste van de bouw van de Brede School. Hiervoor werd een krediet gevoteerd met een bruto investering van € 3.375.432, gedekt uit het grondbedrijf. Op 22 december 2010 werd een overeenkomst afgesloten voor de bouw van de Brede School inclusief 18 appartementen (plandeel 4) met Woningstichting Volksbelang. De bouw is in het tweede kwartaal van 2012 afgerond en zowel het schoolgebouw als bovenliggende woningen zijn in gebruik genomen. Het Oranjeplein is na realisatie van de verkoop van de diverse gronden geen project voor het grondbedrijf. In 2011 is de boekwaarde van dit project (€ 49.623) als verlies geboekt ten laste van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf. Voorts zijn de appartementsrechten behorende bij bouw brede school en appartementen (plandeel 4) in 2011 ontvangen van woningstichting Volksbelang en ten gunste van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf gebracht (€ 400.000). Voor de plandelen 1, locatie Brabantstraat, 2, oude bibliotheek, 3, voormalig politiebureau dienen de definitieve overeenkomsten nog gesloten te worden met woningstichting Volksbelang. Vanwege gewijzigde invulling van de locaties Brabantstraat (plandeel 1) en de locatie Oude Bibliotheek (plandeel 2) en het feit dat daarover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden, zijn de eventueel daaraan verbonden financiële consequenties op dit moment nog niet bekend. Dit project krijgt zijn vervolg in 2012/2013. G.113 De Ligne (Made) Het project De Ligne betreft de invulling van het gebied dat ligt ingeklemd tussen de Nachtegaalstraat, de Stuivezandsestraat, de huidige begraafplaats en het fietscrossterrein aan de Vinkenlaan te Made. Omdat dit project niet is gelegen in het, in provinciaal beleid aangeduide, stedelijk gebied komen ontwikkelings mogelijkheden van dit gebied in principe pas aan de orde als de projectlocaties binnen het stedelijk gebied zijn ingevuld. G.114 Dorpsstraat (Drimmelen) Het college heeft eind 2009 besloten dat voor de hele kern Drimmelen (inclusief havens) een integrale stedenbouwkundige visie dient te worden voorbereid. Deze stedenbouwkundige visie werd op 1 juni 2011 behandeld in de opiniërende raadsvergadering. Naar verwachting wordt de visie in het eerste kwartaal van 2013 ter vaststelling aangeboden, waarbij de locatie Dorpsstraat onderdeel zal uitmaken van deze totaalvisie. Vooruitlopend op de integrale stedenbouwkundige visie is bij de opstelling van de jaarrekening voor de boekwaarde per 31 december 2011 ten bedrage van € 76.537 een voorziening getroffen ten laste van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf.
126
G.115 Oude begraafplaatsen (Made) In 2008 zijn de boekwaarden van de gemeentelijke begraafplaatsen aan de Julianastraat en Voogtstraat te Made door het Grondbedrijf overgenomen van de algemene dienst. Dit in afwachting van beëindiging van het gebruik als begraafplaats. De investeringen in dit project bedragen ultimo 2012 ca € 182.000 en worden in de ontwikkeling van het gebied meegenomen. Naar verwachting zullen er ook in 2013 nog geen ontwikkelingen plaatsvinden. G.127 van Hooijdonklaan (Lage Zwaluwe) Met het raadsbesluit van 25 februari 2010 is ter dekking van de kosten voor de Brede School Lage Zwaluwe West de boekwaarde van de locatie aan de Van Hooijdonklaan te Lage Zwaluwe ingebracht. Deze boekwaarde van € 900.000 is in 2010 geboekt ten laste van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf. In mei 2012 is besloten het vrijgekomen oude schoolgebouw aan de Van Hooijdonklaan te gaan slopen, en het terrein te gaan egaliseren en inzaaien met gras. In juni 2012 is hierop door de raad een motie ingediend om alsnog de mogelijkheden voor woningbouw te gaan onderzoeken. Het is vooralsnog ongewis of woningbouw wordt gezien als een reële optie. Voor een eventueel toekomstig woningbouwproject Van Hooijdonklaan is een project aangemaakt en de voorbereidings- en onderzoekskosten voor het opstellen van het bestemmingsplan worden hierop verantwoord. G.901 Agrarische gronden Naast de hiervoor genoemde gronden die al of niet in exploitatie zijn, heeft de gemeente agrarische gronden in bezit die verpacht worden. Deze gronden van in totaal 21,28 ha. worden uit oogpunt van voorzichtigheid gewaardeerd op € 2,50 per m 2, wat resulteert in een balans -waarde van € 532.068. Daarnaast zijn nog meer gronden in eigendom, zoals de zogenaamde restgronden. Momenteel heeft de gemeente nog geen sluitende registratie van de gemeentelijke eigendommen. B2. Projecten (met infrastructuur) in ontwikkeling bij derden (zgn. 200 projecten) Dit betreft de exploitatie van gronden met infrastructuur van derden waarbij geen gronden van de gemeente Drimmelen betrokken zijn. Deze projecten worden rechtstreeks ten laste of ten gunste gebracht van de Algemene reserve Grondbedrijf. Dit betekent dat geen boekwaarden in de balans worden opgenomen. Enkel de vorderingen die onderbouwd zijn door afgesloten exploitatie- of anterieure overeenkomsten worden opgenomen in de balans onder debiteuren. Begrote resultaten 2013 van de projecten (met infrastructuur) in ontwikkeling bij derden Project Project nummer naam
G.201 G.205 G.206 G.207 G.212 G.216 G.218 G.230 G.237 G.238 G.263 G.266 G.267 G.268 G.2xx
Achter de Dreef Made Markstraat/Markhof Terheijden Antwerpsestraat Made Plukmadehof Made Kastanjelaan Made Postweg 15 Wagenberg Parkbos Terheijden Brouwerijstraat Wagenberg Made Oost Centrumplan Wagenberg Elsakker Wagenberg Prinses Margrietstraat Hooge Zwaluwe Rozenbloemhof Made Zandstraat 42 Made Dorpsstraat 2 Wagenberg
Lasten werken door derden
Lasten aankoop gronden
Lasten advies- en onderzoeks kosten
Lasten ambtelijke uren
278.853
1.594 18.734 2.376 1.682 3.985 2.877
157.000
34.640
Rechtsreekse ambtelijke uren Totaal
Baten bijdragen reserves
Baten overige ontvangsten
50.000
Baten verkoop gronden
-278.853
Baten plan schades -50.000
-157.000
3.002 23.820 319 12.274 3.750 15.626 13.948 7.970
500.000
191.750
Lasten plan schades
12.400
-500.000
-191.750
-6.200
-34.640
6.775 1.127.603
34.640
0
118.731
62.400
0
-1.127.603
-34.640
-56.200
Resultaat voor Afdrachten Totaal bestemming reserves tlv/tgv tlv/tgv AR GB AR GB 1.594 18.734 2.376 1.682 3.985 2.877 0 3.002 30.020 319 12.274 3.750 15.626 13.948 7.970
1.594 18.734 2.376 1.682 3.985 2.877 0 3.002 30.020 319 12.274 3.750 15.626 13.948 7.970
6.775
6.775
124.931
0
124.931
* - is positief resultaat / + is negatief resultaat t.g.v. / t.l.v. Algemene Reserve Grondbedrijf G.201 Achter de Dreef (Made) Reeds enkele jaren terug zijn plannen voorbereid voor woningbouwontwikkeling in het gebied gelegen op en achter het perceel Dreef 34. In 2006 hebben Gedeputeerde Staten echter goedkeuring onthouden aan het bestemmingsplan, waarna voor het gebied Achter de Dreef eind 2010 een nieuw plan in procedure werd gebracht. Het bestemmingsplan is op 16 juni 2011 door de gemeenteraad vastgesteld en op 12 augustus 2011 in werking getreden. Met de initiatiefnemers zijn de gebruikelijke overeenkomsten aangegaan waarin de afspraken en voorwaarden zijn vastgelegd waaronder medewerking wordt verleend aan de realisatie van dit project. De gemaakte kosten worden verhaald op de ontwikkelende partij. Naar verwachting wordt in het eerste kwartaal van 2013 gestart met het bouwrijp maken van de projectlocatie. Inmiddels zijn vanwege de stagnerende woningmarkt met ontwikkelaar aanvullende afspraken gemaakt over het moment van betaling van de ambtelijke bijdragen en de bijdrages in de reserves. De sloopwerkzaamheden op de projectlocatie zijn inmiddels gestart. G.205 Marktstraat / Markhof (Terheijden) Voor de voormalige bedrijfslocatie van Rasenberg aan de Markstraat in Terheijden is een aantal jaar geleden al een schetsplan ingediend. In 2011 heeft Volksbelang de planvorming opgepakt. Voor de betreffende locatie is een wijzigingsmogelijkheid in het bestemmingsplan Kern Terheijden opgenomen. Het schetsplan is verder nog niet in behandeling genomen. Het college heeft in het voorjaar van 2012 besloten alle planvorming aan te houden die direct grenst aan het terrein van het Puzzelbad. 127
G.206 Antwerpsestraat 9b (Made) Het plan aan de Antwerpsestraat, genaamd Blasiushof, betreft de wijziging van een bedrijfslocatie naar een kleine woningbouwontwikkeling. De wijzigingsprocedure is reeds in 2007 afgerond en inmiddels is het terrein bouwrijp gemaakt en is gedeeltelijk met de woningbouw gestart. De kosten verbonden aan het bouwrijp maken van de projectlocatie zijn inmiddels bij de ontwikkelaar in rekening gebracht. Op dit moment is niet te voorzien wanneer de locatie woonrijp gemaakt kan worden. G.207 Plukmadehof / Kalverstraat (Made) Voor rekening en risico van Woningstichting Volksbelang zijn acht woningen en elf zorgappartementen gerealiseerd, nadat het bestemmingsplan in 2010 onherroepelijk was geworden. Alle kosten verbonden aan het bouw- en woonrijpmaken van de projectlocatie, uitgekeerde planschades en daaraan verbonden kosten worden op basis van de afgesloten overeenkomsten in rekening gebracht bij de Woningstichting. Naar het zich laat aanzien zullen de werkzaamheden in 2012 gereed zijn en kan het project afgesloten worden. G.212 Kastanjelaan (Made) Momenteel onderzoekt de eigenaar van deze grond, of en zoja op welke wijze een invulling aan deze locatie gegeven kan worden. Inmiddels is wel duidelijk dat de eigenaar niet tot realisatie van een eventuele ontwikkeling zal overgaan. Tot heden gemaakte kosten zullen bij een eventuele ontwikkeling via de gebruikelijk af te sluiten overeenkomsten in rekening worden gebracht. G.216 Postweg 15 (Wagenberg) Het bestemmingsplan Postweg is inmiddels onherroepelijk geworden en de ontwikkelaar is met de bouw van de woningen gestart. Met ontwikkelaar zijn in 2011 de gebruikelijke overeenkomsten aangegaan, voor de overdracht van de openbare ruimte binnen en de verrekening van kosten. G.218 Parkbos / Gruytpark (Terheijden) Het project is grotendeels afgewikkeld met uitzondering van de overdracht van de openbare ruimte. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de overdracht van de openbare ruimte voor 1 december 2012 zal plaatsvinden. G.230 Brouwerijstraat 25a (Wagenberg) Dit projectplan bestaat uit een bestaande woning, drie nieuwe woningen en vier woningen met loods tussen de Brouwerijstraat 25a en Thijssenweg te Wagenberg. In 2006 zijn hiervoor reeds overeenkomsten aangegaan. Daarna is besloten tot herinrichting van de Thijssenweg. Door hernieuwde wetgeving is een nieuwe overeenkomst met de ontwikkelende partij gesloten. In 2011 heeft de overdracht van de openbare ruimte plaatsgevonden en is gestart met het bouwrijp maken van de projectlocatie. De kosten verbonden aan de grondoverdracht en het bouw-, en te zijner tijd woonrijp maken werden op basis van de afgesloten overeenkomsten bij de ontwikkelaar in rekening gebracht. G.237 Made Oost / Kalverstraat / Voorstraat (Made) Het bestemmingsplan Made Oost is in het 4 e kwartaal van 2011 onherroepelijk geworden waarna in april 2012, in samenspraak met ontwikkelaars, werd gestart met het bouwrijp maken van het plangebied. Bij de planning werd er vanuit gegaan dat de werkzaamheden eind oktober 2012 gereed zouden zijn. Echter, als gevolg van een faillissement van een van de ontwikkelaars, was het lang onzeker of het totale plangebied bouwrijp gemaakt zou kunnen worden. Inmiddels heeft ook deze ontwikkelaar zijn deel van de openbare ruimte aan de gemeente Drimmelen over kunnen dragen en wordt binnenkort gestart met het bouwrijp maken van dit gedeelte van de openbare ruimte. Behoudens onvoorziene weersomstandigheden wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat de werkzaamheden van bouwrijp maken eind november 2012 gereed zullen zijn. In samenspraak met de ontwikkelaars zijn afspraken gemaakt over het moment van betaling van de kosten van bouwrijp maken van de totale projectlocatie. Inmiddels is op verschillende plaatsen gestart met de bouw van rijwoningen en 2/1 kappers. Daarnaast zijn een aantal bouwkavels binnen de projectlocatie verkocht. Het is gelet op het economisch klimaat vooralsnog ongewis in welke snelheid het plan uiteindelijk tot uitvoering komt. De ontwikkelaars zullen pas overgaan tot het bouwen van woningen, op het moment dat 70% van de woningen in een blokdeel is verkocht. De gemeente heeft hierop geen invloed. Bij de opstelling van de exploitatieopzet is uitgegaan van de eerder ondertekende overeenkomsten in 2008 en 2010 en deze overeenkomsten zijn ter inzage gelegd voor de gemeenteraad bij het raadsbesluit van 25 april 2010. Deze exploitatieopzet laat een verwacht verlies zien van € 220.496. Dit wordt veroorzaakt door de afspraken welke gemaakt zijn met Ruimte voor Ruimte waardoor diverse kosten en bijdragen niet in rekening gebracht kunnen worden. De gecalculeerde bijdragen door Ruimte voor Ruimte voor de Reserves bovenwijkse voorzieningen en groenaanleg zijn in 2011 al op voorhand geboekt ten gunste van deze reserves. Voor dit verwachte verlies van € 220.496 werd in 2011 conform wettelijke regels een voorziening getroffen te ten laste van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf. G.238 Plexat centrumplan (Wagenberg) Eventuele ontwikkelingen worden niet eerder dan na 2020 verwacht. G.263 Elsakker (Wagenberg) In het kader van het rapport Vitaal Wagenberg kunnen op de locatie tien kavels voor vrije sectorbouw worden uitgegeven. Hiervoor wordt een bestemmingsplan voorbereid. Mocht blijken dat in de nabije toekomst meer behoefte is om ter plaatse te bouwen dan zullen hiertoe de planologische mogelijkheden worden onderzocht.
128
G.266 Prinses Margrietstraat (Hooge Zwaluwe) Momenteel onderzoekt de eigenaar van deze grond, of en zoja op welke wijze een invulling aan deze locatie gegeven kan worden. Inmiddels is wel duidelijk dat de eigenaar niet tot realisatie van een eventuele ontwikkeling zal overgaan. Tot heden gemaakte kosten zullen bij een eventuele ontwikkeling via de gebruikelijk af te sluiten overeenkomsten in rekening worden gebracht. G.267 Rozenbloemhof (Made) Een ontwikkelaar heeft een plan in voorbereiding voor de bouw van 25 woningen op deze locatie. De benodigde gronden zijn inmiddels voor een deel in eigendom van de ontwikkelaar. Met ontwikkelaar zijn inmiddels de gebruikelijk overeenkomsten afgesloten voor de overdracht van de openbare ruimte binnen het project en de vergoeding van kosten. Het bestemmingsplan Rozenbloemhof is op 21 juni 2012 door de raad vastgesteld. De voorbereidingen voor de realisatie van dit project worden eind 2012, begin 2013 opgestart. G.268 Zandstraat 42 (Made) Betreft een ontwikkeling waarin de bouw van 31 woningen mogelijk wordt gemaakt. Op dit moment vindt de voorbereiding plaats van een voorontwerp bestemmingsplan. Naar verwachting wordt de ruimtelijke procedure eind 2012 / begin 2013 gestart. Met de ontwikkelaar zullen de gebruikelijke overeenkomsten worden gesloten voor de overdracht van de openbare ruimte binnen de projectlocatie en het vergoeden van onkosten en bijdragen. G.2xx Dorpsstraat 2 (Wagenberg) In het kader van het geldende bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid van kracht om ter plaatse de bouw van vijf woningen mogelijk te maken. De ontwikkelaar wordt gevraagd in 2013 met een plan voor deze locatie te komen. B3. Projecten (zonder infrastructuur) in ontwikkeling bij derden (zgn. 300 projecten) Dit betreft de exploitatie van gronden van derden zonder infrastructuur waarbij geen gronden van de gemeente Drimmelen betrokken zijn. Deze projecten worden rechtstreeks ten laste of ten gunste gebracht van de algemene reserve grondbedrijf. Projecten in ontwikkeling bij derden (300 projecten) Voor het jaar 2013 zijn de volgende lasten en baten begroot Omschrijving Ambtelijke uren Planschades Bijdrage planschades Bijdrage planvoorbereiding Bijdrage res Bovenwijkse Voorz Bijdrage res Groenaanleg Bijdrage res Ruimtelijke Ontwikk Overige ontvangsten stortingen reserves Totaal
Begroot bedrag 91.671
91.671
* - is positief resultaat / + is negatief resultaat t.l.v. Algemene Reserve Grondbedrijf Planschades Als gevolg van woningbouwprojecten kan de gemeente aansprakelijk gesteld worden voor planschades. Verhaal van (een deel van de) uitgekeerde planschades op ontwikkelaars was in het verleden niet altijd mogelijk, vanwege het ontbreken van een wettelijke basis daarvoor. Voor het jaar 2013 zijn de volgende planschades te verwachten. Voor het jaar 2013 zijn de volgende planschades begroot en eventueel te verhalen Project Project nummer naam G.101 G.110 G.201 G.237
Lage Zwaluwe West Burgemeester Smitsplein Made Achter de Dreef Made Made Oost Totaal
Begroot bedrag
Te verhalen bedrag
30.000 60.000 50.000 12.400
-30.000
152.400
-73.800
-50.000 6.200
B4. Te verwachte risico’s projecten De projectenportefeuille van het grondbedrijf is gevuld met projecten in verschillende stadia van ontwikkeling. Hierdoor zijn sommige verwachte projectresultaten nog onzeker (bv. door nog niet definitief overeengekomen anterieure overeenkomsten met derden, de langere looptijd van de projecten als gevolg van een stagnerende economie, de daarmee samenhangende kosten-ontwikkeling en stabilisatie van de verkoopprijzen). Ook zijn voor 129
sommige projecten nog geen exploita tieopzetten vastgesteld. Een extra buffer is dan nodig voor het afdekken van deze veronderstelde te verwachten risico’s. Veiligheidshalve worden dan deze risico’s berekend en meegewogen in de presentatie van de financiële positie en de berekening van de weerstands -capaciteit van het Grondbedrijf. De risico’s zijn berekend op basis van het stopzetten, dan wel geen doorgang vinden van de projecten waaraan nog geen definitieve overeenkomsten en/of exploitatieopzetten ten grondslag liggen. De per saldo voor deze projecten gedane investeringen (negatieve boek-waarden) zijn hiervoor leidend. De betreffende risicovolle projecten zijn in onderstaande tabel samengevat. Voor het jaar 2013 zijn de volgende risico's projecten te verwachten Project Project nummer naam
G.101 G.101 G.113 G.114 G.115 G.125 G.127
Lage Zwaluwe West Lage Zwal West (bijdr brede school) De Ligne Made Dorpsstraat Drimmelen Oude begraafplaatsen Made Stuivezand bedrijventerrein Van Hooijdonklaan Lage Zwaluwe
G.237
Made Oost Totaal
Risico's executieStorting te verwachte verwachte waarde voorziening risico's boekwaarde 31-12-2013 162.322 162.322 800.000 800.000 105.200 105.200 0 76.697 76.697 0 182.333 182.333 0 5.938 5.938 20.839 20.839 0 0 220.497 220.497 0 1.353.329
20.839
364.230
968.260
B5. Reserves grondbedrijf in relatie tot de risico’s Grondexploitaties kunnen een financieel risico vormen voor de begroting van de gemeente (algemene dienst). Om deze risico’s te beperken zijn volgende reserves gevormd: • Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf • Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Deze reserves worden in de beschouwing van de weerstands capaciteit van het grondbedrijf (zie hierna B6. Weerstandscapaciteit Grondbedrijf) betrokken. Verder beschikt de gemeente nog over de reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen. Deze reserve wordt voor de bepaling van het weerstandscapaciteit van het grondbedrijf buiten beschouwing gelaten, aangezien de reserve ruimtelijke ontwikkeling via de grondnota 2010 is beklemd. Verder dienen voor de definiteve onttrekkingen uit deze reserve nog regels vastgesteld te worden door de gemeenteraad. Deze notitie zal binnen afzienbare tijd (voor vaststelling jaarrekening 2012) aan de gemeenteraad worden aangeboden. Bovenstaande reserves worden gevoed uit verkoop van gronden of door specifieke bijdragen van derden. Onderstaand wordt per reserve een toelichting gegeven.
130
Algemene reserve Grondbedrijf De Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf dient als buffer voor de activiteiten van het grondbedrijf. De risico’s welke uit het grondbedrijf voortvloeien, moeten door deze reserve worden opgevangen. Het verloop van de reserve is in onderstaand overzicht opgenomen. Overzicht algemene reserve Grondbedrijf werkelijke omvang per 31 december 2011
168.704
Reeds genomen besluiten berap II 2011 en begroting 2012 Verwacht resultaat eigen projecten (directe lasten) Verwacht resultaat eigen projecten (winstneming grondruil) Verwacht resultaat eigen projecten (Prinsenpolder) Verwacht resultaat projecten van derden met infrastructuur
-84.320 8.781 1.100.000 -77.975
Totaal Resultaat Oranjeplein, Bibliotheek plandeel 1 Resultaat Oranjeplein, woningbouw Brabantstraat plandeel 2 Resultaat Oranjeplein, vrm politieburau plandeel 3 Resultaat Oranjeplein, totaal Resultaat Oranjeplein, onzeker plandeel 2* Totaal stortingen
946.486 440.000 196.000 111.300 747.300 -196.000 551.300 1.497.786 1.666.490
Verwachte omvang per 31 december 2012 (opstelling jaarrekening 2011) Mutaties Marap II 2012 Correctie verwachte resultaat projecten van derden zonder infra Correctie verwacht resultaat projecten van derden met infrastructuur Correctie verwacht resultaat eigen projecten (directe lasten) Grondruil gerstr/cyclaamstr Made Oranjeplein verliesneming ambtel uren De ligne extra voorziening Totaal mutaties
-57.938 27.153 27.477 -2.513 -12.714 -720
Oranjeplein Correctie Oranjeplein plandeel 1 (collegebesluit 26-9-2012) Correctie Oranjeplein plandeel 3 (collegebesluit 26-9-2012) Totaal Oranjeplein
-440.000 -111.300
Prinsenpolder Correctie resultaat Prinsenpolder (collegebesluit 26-9-2012) Totaal Prinsenpolder
0
Lage Zwaluwe West (vorderingen) Waterberging Lage Zwaluwe West (raadsbesluit 8-6-2012) Totaal Lage Zwaluwe West
-250.000
-19.254
-551.300
0
-250.000
Verwachte omvang algemene bedrijfsreserve per 31 december 2012 Mutaties begroting 2013 Grondverkoop Oranjeplein plandeel 1 Grondverkoop Oranjeplein plandeel 3 Verwacht resultaat Oranjeplein (ambtelijke uren) Verwacht resultaat eigen projecten (directe lasten) Verwacht resultaat projecten van derden met infrastructuur Verwacht resultaat projecten van derden zonder infrastructuur Verwacht resultaat De Ligne extra voorziening Verwacht resultaat Dorpsstraat Drimm extra voorziening Totaal mutaties Verwachte omvang algemene bedrijfsreserve per 31 december 2013
131
845.936
440.000 90.000 -15.900 -77.733 -124.931 -91.671 -2.498 -159 217.108 1.063.044
Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Grondbedrijf Deze reserve werd gevoed door een bijdrage van belanghebbenden die een woningproject in de gemeente Drimmelen realiseerden op basis van “oude” regelgeving van vóór 1 juli 2 008. Eind 2009 heeft een actualisatie plaatsgevonden van deze reserve (raadsbesluit 28 januari 2010) waarbij is vastgesteld de eerder vastgestelde criteria voor onttrekking te verruimen. Verder is vastgesteld dat het vrij besteedbare bedrag enkel te beklemmen voor de aanleg van parkeervoorzieningen en het restant van de reserve onbeklemd te laten en mee te wegen in de beschouwing van de weerstandcapaciteit van het Grondbedrijf. Het verloop van de reserve is in onderstaand overzicht opgenomen. Overzicht Reserve Bovenwijkse Voorzieningen werkelijke omvang per 31 december 2011
641.086
Reeds genomen besluiten berap II 2011 en begroting 2012 Kadernota 2009 parkeeronderzoek bijdrage 2012 herinrichting Thijssenweg, raad februari 2010 afstemming verkeersdeelnemers, begroting 2012 uiitvoering visie Hooge en Lage Zwaluwe, begroting 2012 Totaal onttrekkingen Verwachte bijdragen opslag werken 300-projecten Totaal stortingen
-15.000 -122.212 -10.000 -45.000 -192.212 20.550 20.550 469.424
Verwachte omvang per 31 december 2012 (opstelling jaarrekening 2011) Mutaties Marap II 2012 Correctie herinrichting Thijssenweg Correctie verwachte bijdragen projecten
69.319 13.147 Totaal mutaties
82.466
Verwachte omvang Reserve BV per 31 december 2012
551.890
Mutaties begroting 2013 Oranjeplein plandeel 1
31.293 Totaal mutaties
31.293
Verwachte omvang Reserve BV per 31 december 2013
583.183
Het vrij besteedbare deel van de reserve bovenwijkse voorzieningen per 31-12-2013: € 583.183. Dit bedrag is ingevolge de nota Actualisatie Reserve bovenwijkse voorzieningen onderdeel van van het totale weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf. Reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen De kosten van bovenwijkse voorzieningen, die geheel of voor een gedeelte aan het project kunnen worden toegerekend, kunnen met de nieuwe wetgeving rechtstreeks aan een projectontwikkelaar in rekening worden gebracht als exploitatiebijdrage, in plaats van een bijdrage aan een reserve. Sinds de invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro; 1 juli 2008) kan de gemeente ook een financiële bijdrage voor ruimtelijke ontwikkelingen opleggen in de vorm van een bijdrage aan een reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen. Met de vaststelling van de geactualiseerde grondnota 2011 is de reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen ingesteld. De spelregels hiervoor werden toegepast op de projecten die ingevolge de nieuwe Wro worden ontwikkeld. De criteria profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit zijn van toepassing. Mede hierdoor kan deze reserve niet worden meegewogen in de beschouwing van de weerstandscapaciteit van het grondbedrijf. Overzicht Reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen Omvang per 31 december 2011
740.772
Mutaties begroting/ marap II 2012 220.810 28.391 5.880 15.856
* bijdrage 100 projecten * bijdrage 200 projecten * bijdrage 300 projecten * bijdrage ontwikk Laakdijk Terheijden
270.937 1.011.709
Verwachte omvang Reserve RO per 31 december 2012 Mutaties begroting 2013 9.428
* bijdrage 100 projecten
Verwachte omvang Reserve RO per 31 december 2013
132
9.428 1.021.137
B6. Financiële positie Grondbedrijf (weerstandscapaciteit) Het weerstandvermogen is te zien als een buffer die binnen een gemeente aanwezig moet zijn om de mogelijke risico’s in het kader van de door haar ondernomen activiteiten op het gebied van bouwprojecten op te vangen. Hiervoor is in de Grondnota 2010 de doelstelling van de algemene bedrijfsreserve grondbedrijf geformuleerd. Bij de nota actualisatie reserve boven-wijkse voorzieningen (raadsbesluit 28 januari 2010) is vastgesteld dat het totale reservevolume van het grondbedrijf, wat niet beklemd is, wordt meegenomen om het weerstandscapaciteit te berekenen. De onderdelen voor de berekening van de weerstandscapaciteit van het grondbedrijf van de gemeente dienen te bestaan uit: • Beschikbare nog vrij besteedbare deel van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf na stortingen en onttrekkingen op basis van raadsbesluiten (hieronder vallen ook de voorlopige winstnemingen) en na aftrek van de berekende risico’s; • Beschikbare nog vrij besteedbare deel van de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen; • Berekende te verwachten risico’s projecten; • Vaste buffer voor het opvangen van financiële tegenvallers. Het vrij beschikbare deel van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf en het vrij beschikbare deel van de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen is bepaald bij B5. hiervoor. De te verwachten risico’s zijn berekend bij B4. hiervoor. De vaste buffer van € 1,0 miljoen werd in de Grondnota 2005 vastgelegd en is bij actualisatie van de grondnota niet aangepast. De weerstandscapaciteit is dan als volgt in beeld te brengen:
Verwacht weerstandscapaciteit Grondbedrijfexploitaties per 31-12-2013 Vrije Algemene Reserve Grondbedrijf Berekende risico's lopende projecten Nog vrij te besteden Algemene Reserve Grondbedrijf Aan te houden buffer opvangen tegenvallers
1.063.044 968.260 94.784 -1.000.000
Beschikbaar in Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf Beschikbaar in Reserve Bovenwijkse Voorzieningen
-905.216 583.183
Beschikbaar als verwacht weerstandscapaciteit per 31-12-2013
-322.033
De beschouwing van de weerstandscapaciteit is een momentopname en gaat uit van het verloop van de projectontwikkelingen zoals deze momenteel bekend zijn en volgens de eerder vastgestelde overeenkomsten ook daadwerkelijk ontwikkeld worden. De opstelling van het verwachte weerstandscapaciteit per eind december 2013 laat zien dat de weerstandscapaciteit inclusief het vastgestelde volume van € 1,0 milj ten behoeve van het opvangen van tegenvallers per 31 december 2013 negatief bedraagt. De reserves zijn zelf niet negatief, maar door de vastgestelde buffer is niet toereikend. Conclusie In het Besluit Begroting en Verantwoording is opgenomen dat de reserves van de gemeente niet negatief mogen zijn. De gemeente Drimmelen voldoet aan deze regel, maar gezien de beleidsregel van de gemeenteraad voor het creëren van de buffer van € 1,0 milj. Is de weerstandscapaciteit niet voldoende. Bij de opstelling van de jaarrekening 2012 wordt de financiële positie van het Grondbedrijf geactualiseerd en de eventuele risico’s verder in beeld gebracht. Ingevolge de gemeentelijke beleidsregel voor het aanhouden van een buffer van € 1,0 milj wordt voorgesteld om de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf te verhogen, zodanig dat de er een toereikende buffer aanwezig is voor het opvangen van risico’s. Deze ophoging wordt ten laste gebracht van het Vast Kapitaal van de Algemene Dienst. Voor de begroting 2013 dient de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf verhoogd te worden met een bedrag van € 322.103. Tevens dient rekening gehouden te worden met 3% minder dekking over het te onttrekken deel uit het Vast Kapitaal. Dit betekent concreet een structurele inkomstenderving voor de begroting 2013 e.v. van € 9.661.
133
Hieronder is een overzicht van de aangepaste weerstandscapaciteit weergegeven: Verwacht weerstandscapaciteit Grondbedrijfexploitaties per 31-12-2013 Vrije Algemene Reserve Grondbedrijf Aanvulling ABG t.l.v. Vast Kapitaal AD Berekende risico's lopende projecten Nog vrij te besteden Algemene Reserve Grondbedrijf
1.063.044 322.033 -968.260 416.817
Aan te houden buffer opvangen tegenvallers
-1.000.000
Beschikbaar in Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf Beschikbaar in Reserve Bovenwijkse Voorzieningen
-583.183 583.183
Beschikbaar als verwacht weerstandscapaciteit per 31-12-2013
0
Zoals uit bovenstaand overzicht kan worden geconcludeerd, is dat de reserve Bovenwijkse Voorzieningen beklemd is en niet kan worden ingezet voor ander beleid, zoals bijvoorbeeld parkeervoorzieningen. Naar aanleiding van de motie van de gemeenteraad inzake het oplossen van de parkeerproblematiek wordt voorgesteld om voor de uitvoering van de Parkeernota voor het jaar 2013 een bedrag ter beschikking te stellen van € 101.250 (zie bijlage 2. raadsvoorstel) en deze ten laste te brengen van de Reserve Ruimtelijke ontwikkelingen.
134
135
§H
Grote projecten
Overzicht Grote projecten: 1.
Samenwerking Amerstreek.
2.
Kerntakendiscussie.
3.
Decentralisaties Jeugdzorg, Begeleiding en Sociale Zekerheid.
4.
Projecten Grondbedrijf Made-Oost en Lage Zwaluwe West.
5.
Ontwikkeling Haven Lage Zwaluwe.
6.
Duurzaamheid.
7.
Bestemmingsplan buitengebied.
8.
Biesbosch Marina Drimmelen.
Toelichting Grote projecten: 1. Samenwerking Amerstreek. Portefeuillehouder: Wethouder: J-W. Stoop Verantwoordelijke projectleider: Secretaris: C. Smits Met de gemeenten Oosterhout en Geertruidenberg zijn wij sinds 2011 aan het verkennen of samenwerking mogelijk is. Tot op heden zijn de gesprekken over mogelijkheden tot samenwerking vooral “van onderop” tot stand gekomen. Er is onderzocht op welke terreinen samenwerking het meest kansrijk is, waar de meeste efficiency- en kwaliteitsvoordelen zijn te halen. Deze vorm van samenwerken is volledig gebaseerd op vrijwilligheid en vrijblijvendheid. Zowel ambtelijk als politiek is echter behoefte aan een meer intensieve samenwerking. In het najaar 2012 is hiertoe een onderzoeksopdracht met als “Ambtelijke samenwerking Amerstreek-gemeenten” opgesteld. De onderzoeksopdracht richt zich op de vragen op twee samenwerkingsniveaus (samenwerken op taakvelden en samenwerken binnen één organisatie), waar bij alle vragen steeds wordt gekeken naar de voor- en nadelen zowel voor het samenwerkingsverband als voor de drie individuele gemeenten. De planning is dat rond 1 april 2013 het onderzoek kan worden afgerond. De onderzoeksrapportage moet dan antwoord geven op de vraag welke schaal en vorm van samenwerking tussen de Amerstreekgemeenten het meest passend is zodat verdere stappen kunnen worden gezet. 2. Kerntakendiscussie. Portefeuillehouder: Wethouder: M. van Oosterhout Verantwoordelijke projectleider: Afdeling Middelen: J. Lunenburg De gemeenteraad heeft op 12 mei 2011 ingestemd met een bezuiniging van bijna € 6 ton in 2012 oplopend tot een bezuiniging van ruim € 1,7 miljoen vanaf 2015 . Voor een deel van de bezuinigingen is echter nog niet zeker of deze gerealiseerd gaat worden; voor een deel van de bezuinigingen is de gemeente echter mede afhankelijk van derden. Om deze reden wordt de voortgang periodiek gemonitord. Bij zowel de jaarrekening als bij de tussentijdse rapportages (Berap’s) wordt de raad geïnformeerd over de behaalde resultaten. De bezuinigingstaakstelling op de door de raad aangewezen producten wordt ook voor 2013 voortvarend ter hand genomen. Ten opzichte van de bezuiniging van 2012 moet in 2013 nog zo’n € 80.000 worden gerealiseerd. Van de opdrachten aan het college zijn enkele reeds uitgevoerd (o.a. nieuw subsidiebeleid verenigingen, binnensportaccommodaties, jeugdbeleid) en zijn enkele opdrachten ‘onderhanden’, zoals bedrijfsvoering regionale samenwerking, buitensportaccommodaties, verkoop gemeentelijke gebouwen, onderzoek gemeentewerf. Voor de opdracht ‘privatisering zwembaden’ is inmiddels een andere koers aangenomen op grond van het coalitieakkoord ‘Bouwen aan vertrouwen’ van mei 2012. In dit akkoord is aangegeven dat in 2012 een structurele oplossing wordt gecreëerd inclusief structurele dekking. Voor het jaar 2013 wordt een bedrag van maximaal € 250.000 beschikbaar gesteld voor het beheer en de exploitatie van de beide openluchtbaden. Inmiddels is een voorstel gemaakt voor de raad waarin enkele mogelijke dekkingsvarianten worden gepresenteerd, waaruit de raad een keuze kan maken.
136
De taakstellingen met betrekking tot communicatie, personeel (rechtspositionele regelingen) binnensport en bedrijfsvoering zijn inmiddels gerealiseerd en in de begroting 2013 verwerkt. Ook aan de bezuinigingstaakstelling op personeelskosten (uren) wordt inmiddels al i nvulling aan gegeven. Deze taakstelling moet uiteindelijk in 2015 zijn gerealiseerd. 3. Decentralisaties Jeugdzorg, Begeleiding en Sociale Zekerheid. a. Jeugdzorg. Portefeuillehouder: Wethouder M. van Oosterhout Verantwoordelijk Projectleider: Afdeling Maatschappelijke Aangelegenheden: J. van den Hoogen Het Rijk is voornemens om de jeugdzorg te decentraliseren. Per 2015 wordt hoogst waarschijnlijk de ondersteuning en zorg voor jeugd ondergebracht bij de gemeenten. Gemeenten kunnen dan maatwerk bieden afgestemd op de lokale en individuele situatie. Er komt een nieuwe Jeugdwet, die nodig is om de transitie mogelijk te maken. De concepttekst is gepubliceerd en voor consultatie vrijgegeven, waarna behandeling in de eerste en tweede Kamer plaatsvindt. De nieuwe Wet zal niet alleen de huidige Wet op de jeugdzorg vervangen, maar ook de verschillende andere onderdelen van zorg voor jeugd die nu nog onder de Zvw (jeugd-GGZ) en de Awbz (jeugd-LVG) vallen een plek bieden. De jeugdbescherming en jeugdreclassering zu llen onderdeel uitmaken van deze nieuwe wet. Op macroniveau wordt een korting op het totale budget toegepast, voor de invoering en uitvoering worden middelen aan de gemeente ter beschikking gesteld. De voorbereidingen zijn gestart en krijgen een vervolg i n 2013 in samenwerking met de gemeenten in West-Brabant. Op basis van een regionale visie is een regionale transitieagenda opgesteld. Ten behoeve van de invoering Transitie Jeugdzorg heeft het Rijk voor 2012 € 19.163 beschikbaar gesteld voor de invoeringskosten jeugdzorg. Voor 2013 wordt wederom een voorbereidingsbudget verwacht van ongeveer eenmalig € 29.000. In de Stelpost bestuursakkoord 2013 e.v. is een post opgenomen om de risico’s van de decentralisatiekorting van de transitie Jeugdzorg op te vangen. b. Begeleiding. Portefeuillehouder: Wethouder M. van Oosterhout Verantwoordelijk Projectleider: Afdeling Maatschappelijke Aangelegenheden: S. Terlouw Per 2013 zouden de gemeenten in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning verantwoordelijk worden voor begeleiding (per 2013 nieuwe aanvragen en per 2014 alle huidige klanten), die tot op heden vanuit de AWBZ gefinancierd wordt. De transitie van de extramurale begeleiding gaat echter per 2013 niet door vanwege de val van het Kabinet. Het wetsvoorstel is controversieel verklaard. Naar verwachting worden de plannen door het nieuwe kabinet echter wel voortgezet. De voorbereidingen voor de transitie van de begeleiding worden daarom gecontinueerd. De Gemeente Drimmelen pakt de voorbereiding samen op met de Dongemondgemeenten en alle betrokken zorgaanbieders en klantenorganisaties. De gemeente ontvangt voor 2013 wederom voorbereidingsgelden, maar moet deze aan het Rijk terugbetalen indien de transitie uiteindelijk toch geen doorgang vindt. In afwachting van het nadere Rijksbeleid worden daarom in 2013 verdere voorbereidingen getroffen voor de decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar de gemeente. De verdere landelijke ontwikkelingen worden op de voet gevolgd. De Gemeente Drimmelen ontvangt voor 2012 € 86.787 en voor 2013 € 57.431 ten behoeve van de voorbereiding van de transitie begeleiding. Het bedrag voor 2012 wordt ingezet voor financiering pilot vrijwilligerscentrale/ sociale makelaar en voorbereidingskosten regionale samenwerking. De middelen voor 2013 worden vooralsnog niet ingezet vanwege het risico van terugbetaling. In de Stelpost bestuursakkoord 2013 e.v. is een post opgenomen om de eventuele risico’s van nieuwe wetgeving met betrekking tot de transitie begeleiding af te dekken. c. Sociale Zekerheid. Portefeuillehouder: Wethouder M. Vos-Kroeze Verantwoordelijk Projectleider: Afdeling Maatschappelijke Aangelegenheden: M. Suijkerbuijk
137
Per 2013 zou de Wet werken naar vermogen (Wwnv) ingevoerd worden, een brede voorziening die in plaats zou komen van verschillende regimes, namelijk de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), Wet werk en arbeids ondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). In het zogenaamde Lenteakkoord 2012 is opgenomen dat de Wwnv per 2013 geen doorgang vindt. Het wetsvoorstel werd ingetrokken en daarmee is de Wwnv van de baan. Het feit dat de Wwnv niet doorgaat, heeft een groot aantal gevolgen. De belangrijkste zijn: • er blijven verschillende regimes bestaan voor mensen met arbeidsvermogen; • de Wajong wordt niet beperkt tot mensen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en komt niet naar de gemeenten; • er vindt geen aanscherping plaats van de indicatiestelling van de Wsw; • gemeenten krijgen niet de beschikking over het instrument loondispensatie; •Nieuer komt geen gebundeld participatiebudget; Een alternatieve visie over vormgeving van de sociale zekerheid is afhankelijk van een nieuw kabinet. De verwachting is daarom dat het nog zeker tot medio 2014 zal duren voordat er duidelijkheid is over een nieuwe wet. Het WAVA bestuur heeft op verzoek van de zes Dongemondgemeenten een Perspectiefnota opgesteld, met daarin een verkenning van een aantal scenario’s waarop de gemeenten in overleg met WAVA de Wwnv zouden kunnen gaan uitvoeren. Nu het wetsvoorstel Wwnv is ingetrokken, is de Perspectiefnota niet meer actueel. De ingestelde projectstructuur Wwnv komt, gelet op de landelijke ontwikkelingen, te vervallen. De Dongemondgemeenten zullen echter, zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau, blijven samenwerken op gebieden als de werkgeversbenadering, samenwerking met het UWV Werk-bedrijf Breda en beleidsvoorbereiding op het gebied van sociale zekerheid. In de Stelpost bestuursakkoord 2013 e.v. is een post opgenomen om de eventuele risico’s van nieuwe wetgeving af te dekken. 4. Projecten Grondbedrijf Made-Oost en Lage Zwaluwe West a. Made-Oost Portefeuillehouder: Wethouder J. Oomen Verantwoordelijk Projectleider: Afdeling Grondgebied: P. Bauer Het bestemmingsplan Made Oost is in het 4e kwartaal van 2011 onherroepelijk geworden waarna in april 2012, in samenspraak met ontwikkelaars, werd gestart met het bouwrijp maken van het plangebied. Het plangebied is inmiddels nagenoeg bouwrijp gemaakt en zal naar verwachting eind november 2012 gereed zijn. Inmiddels worden de eerste woningen gebouwd en zullen deze woningen in 2013 worden betrokken. Afhankelijk van de voortgang in de verkoop van woningen en kavels zal het plan door ontwikkelaars de komende jaren verder worden vorm gegeven. b. Lage Zwaluwe West. Portefeuillehouder: Wethouder J. Oomen Verantwoordelijk Projectleider: Afdeling Grondgebied: H. van Steenoven Voor het plan Lage Zwaluwe-West zijn het bestemmingsplan en het exploitatieplan op 29 oktober 2009 door de raad gewijzigd vastgesteld. Met ingang van 19 mei 2011 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden, waarna met de realisatie van het plan gestart zou kunnen worden. Echter, kort voor het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is gebleken dat de bouwcombinatie om uiteenlopende redenen niet tot realisatie van het voorliggende plan kan overgaan. In vervolg hierop hebben een aantal gesprekken plaatsgevonden, waarbij is gesproken over de voortgang van het project op hoofdlijnen. Hoewel de bouwcombinatie te kennen heeft gegeven nog steeds tot ontwikkeling van (onderdelen van) het plan te willen overgaan, wordt door de bouwcombinatie op dit moment met externe partijen gesproken over deelname aan / overname van de realisatie van onderdelen van het plan. Onderwerp van gesprek daarbij zijn onder andere de noodzakelijke en gewenste nieuwbouw van Zorgcentrum “de Ganshoek”, de bouw van het nieuwe winkelcentrum en de realisatie van de woningbouw. Na intern overleg heeft woningstichting Goed Wonen de realisatie van de sporthal voor haar rekening genomen en werd deze medio 2012 opgeleverd. 138
In 2013 wordt de gemeenteraad verder geïnformeerd over het verloop en de financiële consequenties van dit project. 5. Ontwikkeling Haven Lage Zwaluwe. Portefeuillehouder: Wethouder J. Oomen Verantwoordelijk Projectleider: Afdeling Grondgebied: M. Verschuren Doel van het project is het in kaart brengen van de knelpunten en mogelijke kansen in het gebied haven Lage Zwaluwe en hoe deze op adequate wijze het hoofd geboden c.q. benut kunnen worden op de schaal van Lage Zwaluwe, met bijbehorende financiële consequenties. Daarnaast zal inzicht gegeven worden in de consequenties als er niets wordt gedaan. Aan het eind van het project zullen er concrete afspraken liggen met partijen over het uitvoeringprogramma. Stand van zaken: een inventarisatie is afgerond. Deze zal voorgelegd worden aan het college, waarna de Raad geïnformeerd zal worden hierover (najaar 2012). Een voorstel met een plan van aanpak volgt in 2013. 6. Duurzaamheid. Portefeuillehouder: Wethouder M. Vos Verantwoordelijk projectleider: Afdeling Grondgebied: K. van der Spek In het coalitieakkoord is opgenomen dat er een beleidsplan duurzaamheid moet komen. Ook in de Toekomstvisie ‘2040 Drimmelen in zicht, het blauwgroene perspectief’ ligt de nadruk op duurzaamheid. Daarom is besloten dat er een beleidsplan duurzaamheid moet komen met: 1. een duidelijke begripsomschrijving van wat Drimmelen verstaat onder duurzaamheid; 2. een heldere visie op wat we als gemeente (organisatie en samenleving) in 2040 willen bereiken met betrekking tot duurzaamheid (duidelijke stip aan de horizon); 3. doelstellingen voor de eerste vier jaar; 4. beschrijving van de weg in hoofdlijnen naar het bereiken van de doelstellingen en de visie. Belangrijk hierbij is dat het beleidsplan in samenwerking met de externe partners tot stand komt. Voor een groot deel van het realiseren van duurzaamheid is tenslotte de gemeente niet zelf aan zet. Vanwege de kerntakendiscussie en de beschikbare capaciteit is het projectplan aangepast en is pas in mei 2012 gestart met de uitvoering van het project. In mei 2012 heeft de startbijeenkomst met het projectteam plaatsgevonden. Vervolgens is een inventarisatie verricht naar hetgeen de gemeentelijke organisatie al doet op het gebied van duurzaamheid. Op 20 september heeft de startbijeenkomst duurzaamheid met externe partners plaats gevonden. Verder staan de volgende zaken voor 2012 nog op de planning: • begripsdefiniëring duurzaamheid; • visie 2040; • eerste voorbereidingen voor het conceptbeleidsplan. De volgende zaken staan voor 2013 op de planning: • afronden conceptbeleidsplan; • opstellen definitief beleidsplan; • opstellen uitvoeringsprogramma voor de eerste vier jaar. • Besluitvorming over het beleidsplan en het uitvoeringsprogramma. Het is de bedoeling dat het beleidsplan duurzaamheid medio 2013 gereed is. 7. Bestemmingsplan buitengebied. Portefeuillehouder: Wethouder J. Oomen. Verantwoordelijk Projectleider: Afdeling Grondgebied: P. Bastiaansen Begin 2013 zullen naar verwachting de inspraakreacties beoordeeld zijn en zal het college van B&W het ontwerp van het bestemmingsplan vaststellen en verder in procedure brengen. Alle belanghebbenden kunnen vanaf dat moment reageren door een zienswijze op het ontwerp van het bestemmingsplan in te dienen. Deze worden vervolgens beoordeeld en via een voorstel van het college van B&W ter besluitvorming aan de gemeenteraad aangeboden. Naar verwachting kan de raad het bestemmingsplan in juli 2013 vaststellen.
139
8. Biesbosch Marina Drimmelen. Portefeuillehouder: Wethouder M. van Oosterhout / J. Oomen. Verantwoordelijk Projectleider: Afdeling Middelen / Grondgebied: T. van de Lindeloof / C. Segeren. Op 22 maart 2012 heeft de gemeenteraad van Drimmelen besloten akkoord te gaan met verkoop van de jachthaven in Drimmelen aan Castle Marinas uit Birdham (GB) en verkoop van de camping nabij de nieuwe jachthaven aan De Koninggroep uit Oosterhout. In 2012 moet blijken of Castle Marinas het principe bod handhaaft. De uitkomsten uit de ‘due dilligence’ onderzoek zullen hiervoor richtinggevend zijn. De Koning wil zijn activiteit welke betrekking heeft op het schilderen van luxe jachten vanuit Oosterhout verplaatsen naar Drimmelen. Hiertoe dient de huidige recreatieve bestemming te worden omgezet naar een bedrijvenbestemming. Een partiële herziening zal in 2013 ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd. Zoals bekend bereidt de BNG een veiling van de OMJD-gronden voor. Hiermee is de toekomstige eigenaar en daarmee zijn / haar plannen onzeker. Vooralsnog wordt het ruimtelijk kader van de OMJD-gronden bepaald door de vigerende bestemmingsplannen.
140
Bijlage Leges omgevingsvergunning
Onderdeel bouw Prognose 2013-2016
141
1.
INLEIDING
In 2012 blijven de inkomsten van de bouwleges achter bij de verwachte inkomsten, zoals die in de primaire begroting van 2012 zijn vastgesteld. Het blijkt elk jaar weer lastig om een reële schatting te geven van de te verwachten opbrengst aan bouwleges. In deze notitie wordt een analyse gegeven van de ontwikkeling van de bouwleges in de afgelopen jaren, en een doorkijk gegeven naar de te verwachten opbrengsten van de bouwleges in de periode van 2013 t/m 2016. Tevens wordt een aantal aanbevelingen gedaan om beter om te kunnen gaan met de schommelingen in de opbrengsten van bouwleges. Voor de leesbaarheid wordt in deze notitie de term “bouwleges ” gebruikt. Vanaf de introductie van de WABO dient hier feitelijk te staan: “leges Omgevingsvergunning, onderdeel bouw”
2.
TARIEF BOUWLEGES
Elk jaar stelt de gemeenteraad de legestarieven vast. In bijlage 1 is een overzicht gegeven van de hoogte van de leges van alle Noord-Brabantse gemeenten. Zowel landelijk als in de provincie Noord-Brabant bevindt Drimmelen zich in de middenmoot op het gebied van de hoogte van de bouwleges. In de omliggende regio is het beeld als volgt: Bouwleges 2012 Breda Drimmelen Geertruidenberg Oosterhout Moerdijk
Omgevingsvergunning Omgevingsvergunning Omgevingsvergunning bouwsom € 10.000 bouwsom € 45.500 bouwsom € 130.000 € 398 € 1.336 € 3.614 € 359 € 1.211 € 3.209 € 274 € 1.169 € 3.341 € 389 € 1.005 € 2.387 € 238 € 889 € 2.438
Vermelde leges zijn excl. btw, incl. welstand, afgerond op hele euro’s
Breda hanteert in de regio de hoogste leges. De leges in Drimmelen zijn bovengemiddeld hoog.
3.
DEKKINGSGRAAD BOUWLEGES
Het ‘Besluit Begroting Verantwoording voor provincies en gemeenten’ en jurisprudentie bepalen dat de kosten van een bepaald product niet zomaar worden verdisconteerd in de leges. De kosten die in de heffing betrokken kunnen worden zijn dié kosten die de verleende dienst veroorzaakt. Als voorbeeld mogen de kosten van het toetsen van vergunningen aan de geldende kaders, inclusief de daarbij behorende overhead, wel worden verdisconteerd in de leges. De kosten van het ontwikkelen van beleid heeft geen directe relatie tot het verlenen van een dienst en kunnen daarom niet in de leges worden verdisconteerd. In 2011 zijn met de introductie van de WABO de legestarieven aangepast en is de wijze van tijdregistratie verbeterd. Hierdoor zijn de activiteiten beter toe te rekenen aan de specifieke producten en verdwijnen er minder kosten op algemene posten die niet worden verhaald met leges. De dekkingsgraad van de leges geeft aan in welke mate alle verhaalbare kosten daadwerkelijk in de bouwleges zijn verdisconteerd. In de volgende tabel staat de dekkingsgraad van verschillende onderdelen van de omgevingsvergunning, waaronder de leges voor de omgevingsvergunning onderdeel bouwen/bouwleges in 2010 (vóór de WABO-aanpassing) en 2011 (ná deze aanpassing). Onderdelen Omgevingsvergunning Brandveilig gebruik Kappen van een boom Monumenten Bouw Ruimtelijke ordening Totale omgevingsvergunning
Dekkings% 2010 23,2 % 4,3 % 0% 83,6 % 33,7 % 73,8 %
Dekkings% 2011 50,2 % 4,3 % 99,8 % 99,9 % 50,3 % 91,2 %
De dekkingsgraad van de omgevingsvergunning is in 2011 sterk verbeterd, maar er zit op onderdelen nog enige ruimte om de tarieven te verhogen. De ruimte zit met name op de onderdelen kap, brandveiligheid en RO. De dekkingsgraad voor het onderdeel bouwen is nagenoeg 100%.
De dekkingsgraad van de bouwleges is in 2011 sterk verbeterd. Het tarief in Drimmelen voor bouwleges is vanuit regionaal perspectief hoger dan gemiddeld en is nagenoeg kostendekkend. Er is geen mogelijkheid om de tarieven voor de bouwleges te verhogen.
142
4.
OPBRENGST EN KOSTEN BOUWLEGES
In de volgende tabel staan de opbrengsten en kosten van de bouwleges voor de periode 2005 t/m 2011 weergegeven.
Opbrengst en Kosten Bouwleges 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2005
2006
2007
2008
Werkelijke ontvangsten
2009
2010
2011
Werkelijke uitgaven
De jaarlijkse kosten en opbrengsten van de bouwleges fluctueren sterk.
5
ONTWIKKELINGEN
Bij de kosten en opbrengsten van de bouwleges hebben een aantal ontwikkelingen de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld. Een aantal van deze ontwikkelingen zal ook de komende jaren nog van invloed zijn op de bouwleges. Afschaffing Welstandtoets In mei 2009 heeft de gemeenteraad de Welstands nota 2009 vastgesteld. In het nieuwe welstandsbeleid wordt alleen welstandsbeleid gevoerd voor de beschermde dorpsgezichten van Hooge en Lage Zwaluwe en Drimmelen, het nationale park de Biesbosch en monumenten. Voor alle overige gebieden is de welstandstoets vervallen. Met deze beleidswijziging zijn een groot deel van de leges voor de welstandtoets, evenals de bijbehorende kosten voor de welstandstoets vervallen. WABO Door de invoering van de WABO op 1 oktober 2010 zijn er verschuivingen geweest in de werkzaamheden voor de vergunningverlening. Met de samenvoeging van vele oude vergunningstelsels tot één geïntegreerd vergunningsstelsel, zijn administratieve lasten verschoven van de burger naar de gemeente. Voor de aanvrager van een vergunning is het daarmee eenvoudiger geworden om de benodigde vergunningen te krijgen. Voor de gemeente heeft dit gezorgd voor een toename van de benodigde capaciteit voor coördinatie en administratie van de vergunningverlening. In totaal is hierdoor één fte verschoven van de vergunningverlening/bouwplantoetsing naar de nieuwe functie van accountmanager Omgevingsvergunning. De afname van de toetsingscapaciteit is mogelijk geworden door het vergunningsvrij bouwen. Vergunningsvrij bouwen Met de introductie van de WABO is een aantal bouwplannen vergunningsvrij geworden: het vergunningsvrij bouwen. Als gevolg hiervan zijn een aantal –relatief kleine- bouwplannen komen te vervallen voor vergunningverlening. Door het vergunningvrij bouwen onttrekken veel verbouwingen zich buiten het zicht van de gemeente. Hierdoor vindt een verschuiving plaats in de werkzaamheden van de gemeente: van vergunningverlening (kosten die in de leges verhaalbaar zijn) naar toezichthouden, klachtbehandeling en registratie (niet verhaalbaar). Sloopmelding Op 1 april 2012 is het Bouwbesluit 2012 in werking getreden. Het Bouwbesluit bestaat uit technische voorschriften voor het slopen, (ver)bouwen en gebruiken van gebouwen en andere bouwwerken. Het nieuwe Besluit vervangt niet alleen het oude Bouwbesluit 2003, maar komt daarnaast ook in de plaats van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken. Bovendien vervangt het een deel van het Besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels en het vervangt alle gemeentelijke bouwverordeningen. Het doel van het samenvoegen si namelijk de samenhang binnen de bouwregelgeving te vergroten, de regeldruk te verminderen en de toegankelijkheid te verbeteren. 143
Een belangrijke wijziging in het Bouwbesluit is dat de sloopvergunningplicht is vervallen. Iedere gemeente hanteerde voorheen andere regels voor de sloopvergunning. Vanaf 1 april 2012 is geen vergunning meer nodig voor het slopen van asbesthoudend materiaal. In de nieuwe situatie wordt de sloopvergunning vervangen door de meldingsplicht. De meldingsplicht is in heel Nederland hetzelfde en houdt in dat vier weken voor aanvang van de sloopwerkzaamheden een melding moet worden ingediend bij de gemeente. De melding bestaat uit een informatiedossier. Als de sloopmelding incompleet is of niet is aangeleverd bij de gemeente, mag de sloop niet beginnen. Dat houdt in dat opnieuw een melding moet worden gedaan. In de praktijk betekent dat in dat geval de start van werkzaamheden vertraging oploopt. Hierdoor vervallen de tariefbepalingen in de legesverordening die op slopen betrekking hebben. Jaarlijks gaat het hierbij om circa € 5.000. Economische crisis Recente cijfers van het CBS laten zien dat landelijk nog nooit zo weinig bouwvergunningen voor nieuwbouwhuizen zijn verleend als in 2011. Met een daling van 9 procent ten opzichte van 2010 kwam het aantal uit op 55.804 tegenover 61.028 een jaar eerder. Sinds 1953 is dit niet zo laag geweest. Ook in Drimmelen is een terugloop van het aantal vergunningen te zien.
Aantal verleende bouwvergunningen voor nieuwbouw in NL (CBS)
Ook in Drimmelen is een teruggang van het aantal bouwvergunningen te zien. In het volgende overzicht is het verloop van het totaal aantal verleende bouwvergunningen (nieuw- én verbouw) weergegeven: Jaar 2008 # verleende bouwvergunningen 317
2009 261
2010 224
2011 176
2012 131
Deze terugloop van het aantal verleende vergunningen heeft twee belangrijke oorzaken: de economische crisis én het vergunningvrij bouwen.
Afname bouwsom Tot slot heeft de economische crisis nog een bijkomend effect: de gemiddelde bouwsom van woningen neemt af, waardoor ook de legesinkomsten lager zijn.
144
6.
PROGNOSE BOUWLEGES
In bijlage 2 is de prognose uitgewerkt voor de opbrengsten van de bouwleges in de periode van 2013 t/m 2016. In de bijlage is voor alle grote bouwprojecten (met onderscheid tussen woningbouw en overige bouwprojecten) benoemd wanneer de vergunningverlening van deze projecten wordt verwacht. Op basis van een conservatieve inschatting van de bouwsom zijn voor elk project de bouwleges berekend. Naast de grote bouwprojecten is er jaarlijks een veelheid aan kleine bouwprojecten, zoals kleine verbouwingen en aanpassingen, realisatie van een aan- of bijgebouw, etc. Op basis van de legesinkomsten van de afgelopen 5 jaar is het reëel om uit te gaan van een ondergrens van € 200.000 voor deze bouwprojecten. Dit leidt tot het volgende financiële perspectief:
Opbrengst bouwleges - volume 2012 Opbrengst bouwleges - indexering 2013 (3,25%) Vastgestelde meerjarenvolume 2013
€ 632.743 € 20.564 € 653.307
Gemiddelde inkomsten bouwleges 2013-2016 Structureel lagere inkomsten bouwleges Aframing kosten 2013 e.v. Structureel tekort t.o.v. meerjarenbegroting 2012
€ 511.000 € 142.307 € 21.077 € 121.230
7.
(gemiddelde o.b.v. prognose bouw bijlage 2) (lagere inkomsten) (lagere kosten, inhuur derden e.d.)
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Zowel landelijk als in de provincie N oord-Brabant bevindt Drimmelen zich in de middenmoot op het gebied van de hoogte van de bouwleges. Binnen de omliggende zijn de leges in Drimmelen bovengemiddeld hoog. De dekkingsgraad van de bouwleges is in 2011 sterk verbeterd en bijna 100%, er is daarom geen mogelijkheid om de tarieven voor de bouwleges te verhogen. Het aantal verleende bouwvergunningen is de afgelopen jaren teruggelopen. Belangrijke oorzaken hiervan zijn de economische crisis en het vergunningvrij bouwen. Hierdoor zijn ook de legesinkomsten teruggelopen. De jaarlijkse kosten en opbrengsten van de bouwleges fluctueren sterk. Ook de kostendekkendheid van de bouwleges laat een erg wisselend beeld zien. Om jaarlijkse schommelingen in de kosten en opbrengsten van de bouwleges beter op te kunnen vangen, wordt geadviseerd om een egalisatiereserve “Omgevingsvergunning – leges bouwdeel” in te richten. De verwachte legesinkomsten voor het bouwdeel van de omgevingsvergunning dient in de begroting voor 2013 met € 138.230 en vanaf 2014 e.v. met € 121.230 te worden verlaagd. In 2013 is de verlaging hoger dan gemiddeld dan de navolgende jaren daar de inkomsten in 2013 lager zijn dan het gemiddelde van € 511.000 en er een onttrekking dient plaats te vinden. Echter dit betekent dat er dan een negatieve reserve ontstaat, hetgeen niet is toegestaan.
145
Bijlage 1 Overzicht tarieven bouwleges Noord-Brabant
Noot: de rang op de lijst betreft de landelijk rang.
146
Bijlage 2 Prognose bouwleges 2013-2016
WONINGBOUW Achter de Dreef, Cozminstraat Antwerpsestraat 9b, Blaziushof Burg. Smitsplein Burg. van Campenhoutstr./ Hofstedestr. Dahliastraat 74 Dahliastraat 75a e.o. (eigendom gemeente) Dahliastraat 76 De Ligne Uitbreidingsplan Hoek Dorpsstraat / Kerkstraat, Wagenberg Dorpstraat 2 (melkfabriek) Wagenberg Elsakker II Wagenberg G.Schalkenstraat-vd Houtstraat, Made (vm. Nijntje) Haagstraat (Intermedium) Haagstraat 12 Haagstraat 29 Hoefkensstraat 7, Made (vm. Notariskantoor), Industriestraat 1-16, Lage Zwaluwe Julianastraat 8, Hooge Zwaluwe Kastanjelaan, Made (voormalig pindafabr.Cohen/v.Iersel) Kerkstraat 14, Made (Brasserij) Kerkstraat 41, Lage zwaluwe (Quirijns) Laakdijk 10 (BIO-woning), Terheijden Lage Zwaluwe-west1 Made-Oost, Made
SCHATGESCHATTE BOUWLEGES 2013-2016 AANTAL TING WONINGEN BOUWSOM … - 2012 2013 2014 2015 2016 2017- … 12 € 1.280.000 X 1 € 5.400 54 € 6.610.000 X ca.20 €0 1 € 5.400 1 € 5.400 1 € 5.400 34 n.b. X 5 € 13.500 5 € 22.500 10 € 39.000 18 € 43.500 3 € 13.500 4 € 18.000 1 € 5.400 21 € 37.000 5 n.b. X 8 € 800.000 n.b. n.b. X n.b. n.b. 1 € 5.400 1 € 440.000 € 5.400 300 € 150.000 € 150.000 X 74 X
SCHATGESCHATTE BOUWLEGES 2013-2016 AANTAL TING WONINGBOUW WONINGEN BOUWSOM … - 2012 2013 2014 2015 2016 € Made-Oost, Made 78 € 100.000 € 100.000 € 90.000 13.500.000 Markstraat (Markhof), Terheijden n.b. Nieuwstraat, Wagenberg 12 € 31.000 Olmhof- Kon.Gustav Adolfstraat 28 Oranjeplein, Terheijden, locatie vm. bibliotheek 16 € 35.000 Oranjeplein, Terheijden, locatie vm. Politiebureau 2 € 14.000 Oranjeplein, Terheijden, vervanging woningen Brabantstraat 12 Postweg 45, Wagenberg (Van Alphen & Roest) 2 € 440.000 Postweg 15, Wagenberg (=Scheermakershof 1 -10) 12 € 1.236.000 X Scheermakershof 11 en 12, Wagenberg 2 X Prinsenpolder, Made 179 X Prinsenpolder, Made 17 € 50.000 Prinsenpolder, Made 13 € 2.925.000 € 31.250 € 31.250 Prinsenpolderstraat 65, Made 1 € 5.400 Prinses Margrietstraat, Hooge Zwaluwe ca.12 Rozenbloemhof , Made 24 € 2.400.000 X Stuivezandsestraat 12, Made - ruimte voor ruimte 2 Van Hooijdonklaan 2 Lage Zwaluwe (vm. Willibrordusschool) n.b. n.b. Voorstraat (tussen 6A en 6B), Made - ruimte voor ruimte 1 n.b. Zandstraat, Made (starterswoningen Zwaluwe BV) 31 € 66.500 Zorgcentrum De Wijngaerd, Made, tijdelijke huisvesting 4500 76 € 43.000 m2 Zorgcentrum De Wijngaerd, Made 92 € 69.700 SUBTOTAAL WONINGEN
148
€294.350 €379.450 €368.100 €150.000
2017- …
X
X
X
X
GESCHATTE BOUWLEGES 2013-2016 OVERIGE BOUW Amerhal Made, uitbreiding Gymzaal DOJO Romboutsstraat Kerkdijk 1, Made Oude Kerkstraat 54, Made (Segeren) Thijssenweg, Brouwerijstr 25a (Meulenpad) Thijssenweg Locatie C op 4, Verhoef Thijssenweg (Zwaluwe BV) Lage Zwaluwe-west - Scouting Steelhovensedijk 2, Made (stallen en mestopslag) SUBTOTAAL OVERIG
SCHATTING BOUWSOM € 872.000 € 250.000
…. 2012
2013
2014 € 22.500 € 6.000
2015
2016
2017….
X € 24.500 X X X X
€ 600.000 € 1.700.000 n.b. n.b. €0
€ 53.000
X €0
€0
GESCHATTE BOUWLEGES 2013-2016 AUTONOME BOUWLEGES KLEINE PROJECTEN 2013-2016
…. - 2012
TOTAAL
2013
2014
€ 200.000 € 200.000
2015
2016
€ 200.000
€ 200.000
2017- ….
GESCHATTE BOUWLEGES 2013-2016
INKOMSTEN BOUWLEGES 2013-2016 TOTAAL
…. - 2012
2013
2014
2015
2016
€ 494.350
632.450
€ 568.100
€ 350.000
2017- ….
149