CONCEPT programmabegroting 2013
Colofon Dit is een uitgave van Stadsdeel Zuidoost Adres: Anton de Komplein 150 Postbus 12491 1102 CW Amsterdam Zuidoost Fotografie: George Maas/Fotonova, Auke VanderHoek, Wim Salis en stadsdeel Zuidoost September 2012
Inhoudsopgave Besluitenlijst Leeswijzer Samenstelling van de stadsdeelraad en het bestuur Kerngegevens stadsdeel Zuidoost Missive Programmahoofdstukken 1. Dienstverlening 2. Openbare orde en veiligheid 3. Verkeer en infrastructuur 4. Werk, inkomen en economie 5. Onderwijs en jeugd 6. Welzijn en zorg 7. Sport en recreatie 8. Cultuur en monumenten 9. Openbare ruimte en groen 10. Milieu en water 11. Stedelijke ontwikkeling 12. Bestuur en ondersteuning
1 9 19 27 39 53 65 73 83 91 99 113
Paragrafen 1. Totaalbeeld 2. Algemene dekkingsmiddelen 3. Kostenverdeelstaat 4. Lokale heffingen 5. Weerstandsvermogen 6. Onderhoud kapitaalgoederen 7. Financiering 8. Bedrijfsvoering 9. Verbonden partijen 10. Grondbeleid
121 123 131 133 145 156 163 165 172 173
Bijlagen 1. Kerngegevens Zuidoost 2. Financieel kader 3. HSV-gelden, Fonds Sociaal Domein en ISV-gelden 4. Grondexploitaties 5. Subsidiestaat
177 178 179 184 185
.
Amsterdam Zuidoost, 27 november 2012
De stadsdeelraad van het stadsdeel Amsterdam Zuidoost, Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur d.d. 5 oktober 2012 BESLUIT: I. de Programmabegroting 2013 vast te stellen; II. kennis te nemen van de beleidsvoornemens voor 2013 en verder; III. akkoord te gaan met de bestedingsvoorstellen conform het financieel kader (bijlage 2) IV. kennis te nemen van het financieringsoverzicht Hervorming Stedelijke Vernieuwing (bijlage 3) V. akkoord te gaan met de bestedingsvoorstellen conform Fonds Sociaal Domein en afloop ISV 2013-2014 (bijlage 3) VI. akkoord te gaan met de mutatie van de algemene reserve conform de het financieel kader (bijlage 2) VII. akkoord te gaan met de mutaties reserves en voorzieningen conform onderdeel 2 en 3 van de Productenraming 2013 VIII. akkoord te gaan met de investeringen conform onderdeel 4 van de Productenraming 2013
Aldus besloten in de openbare vergadering van de stadsdeelraad d.d. 27 november 2012, met inachtneming van de aangenomen moties en amendementen.
S.Jokhan griffier
W. Eckhardt-Angna voorzitter
Leeswijzer Ten aanzien van afgelopen jaar is de begroting gewijzigd. Zoals elk jaar proberen we een verbeterslag te maken. Daarnaast is vanuit Besturen zonder ballast een format voor een aparte productenraming doorgevoerd waarin producten per programma, reserves en voorzieningen, investeringen en de begroting volgens de functionele indeling zijn verwerkt. Een andere wijziging is dat er een bijlage is over de Herziening Stedelijke Vernieuwing (HSV) en het Fonds Sociaal domein (FSD). Zoals aangekondigd in de Perspectiefnota 2013 betreft HSV een stedelijk budget voor 2013 en FSD een fonds met middelen van de stadsdeelbegroting. De aanvraag voor HSV-gelden is ingediend bij de centrale stad. In bijlage 3 is het projectenoverzicht HSV en het totaaloverzicht van FSDbestedingsvoorstellen opgenomen. De FSD-bestedingsvoorstellen zijn ook terug te vinden in de programmahoofdstukken, bij de prioriteiten (met dekking FSD). De paragraaf Participatiebeleid is in de deze begroting vervallen in verband met het uitgebreide Uitvoeringsprogramma Participatiebeleid dat in dezelfde periode verschijnt als dit begrotingsboek. De financiële gegevens zijn wel terug te vinden in bijlage 3, aangezien het uitvoeringprogramma wordt gefinancierd vanuit het FSD. Programmahoofdstukken In elk programmahoofdstuk van de begroting worden de maatschappelijke effecten benoemd die wij vanaf 2013 willen bereiken. Deze zijn verbonden aan voornemens uit het Bestuursakkoord 2010-2014. De ontwikkelingen ten aanzien van de effecten komen ten tweede aan de orde. Vervolgens worden de relevante beleidskaders en de nummers van de uit te voeren voornemens uit het bestuursakkoord genoemd. Deze voornemens zijn uitgeschreven in de laatste bijlage van het boek. In het vierde programmaonderdeel wordt uiteengezet via welke doelstellingen wij de maatschappelijke effecten trachten te bereiken. De laatste twee programmaonderdelen vormen de financiële toelichting. Hierin wordt eerst ingegaan op de ontwikkeling van de baten en lasten. Tot slot worden mutaties toegelicht. Elk hoofdstuk eindigt met autonome posten en prioriteiten. Paragrafen De begroting omvat vier keuzeparagrafen. Deze hebben betrekking op meerdere programmahoofdstukken en geven daardoor een dwarsdoorsnede: 1. Totaalbeeld: hierin worden de resultaten per programma gegeven. 2. Algemene dekkingsmiddelen: hierbij gaat de aandacht vooral uit naar de ontwikkelingen rond het Stadsdeelfonds. Tevens wordt hier de ontwikkeling van de ruimte voor prioriteiten toegelicht. 3. Kostenverdeelstaat: deze vervangt de bijlage Ontwikkeling apparaatskosten. Conform de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording bevat de begroting de zeven hierna genoemde verplichte paragrafen: 4. Lokale heffingen: hier staat een overzicht van alle lokale heffingen. 5. Weerstandsvermogen: dit is een verder ontwikkelde risicoparagraaf. 6. Onderhoud kapitaalgoederen: dit onderdeel gaat onder meer in op de onderhoudstoestand en de kosten van wegen en gebouwen. 7. Financiering: hier staan beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille. 8. Bedrijfsvoering, dit omvat de besturing en de beheersing van het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen binnen het stadsdeel. 9. Verbonden partijen, dit geeft inzicht in de partijen waarbinnen het stadsdeel bestuurlijke invloed uitoefent én waarmee financiële belangen gemoeid zijn. 10. Grondbeleid: hier komen de uitgangspunten en verwachtingen van het grondbeleid aan de orde. Bijlagen In de begroting zijn tien bijlagen opgenomen: 1. Kerngegevens Zuidoost: hier wordt een overzicht gegeven van de belangrijke areaalgegevens. 2. Financieel kader: in dit overzicht is per programma te zien wat in totaal is aangevraagd aan autonome posten en prioriteiten. 3. Herziening Stedelijke Vernieuwing (HSV), het Fonds Sociaal domein (FSD) en afloop ISV 2013-3014. 4. Grondexploitatie: hier wordt een overzicht gepresenteerd van de actieve grondexploitaties. 5. Subsidiestaat: dit is een overzicht van de te verstrekken subsidies per programmaproduct.
Samenstelling van het bestuur De samenstelling van deelraad Amsterdam Zuidoost op 25 september 2012
PvdA
PPB
De heer L.N. Parsan
De heer R. Bissesar
Mevrouw A.J. Alcántara
Duoleden:
Mevrouw. M.D. Arnhem
Mevrouw E.A.R.M. van den Brink
De heer H.B. Boldewijn Mevrouw A.A. Carr Mevrouw W. Eckhardt-Angna De heer T.A.J. Geenen De heer M.M. Idsinga Mevrouw B.E. Koenen-Wilson Mevrouw B.R. Kwayie Mevrouw A.A. Osei De heer J.K. Wirnkar
CDA De heer H.W. de Boer Duoleden: De heer L.H.M. Grijpma De heer H.M. Res
ChristenUnie De heer J.R. Olsen
D66-OZO De heer M.H.G.M. van de Wiel Mevrouw C.T.M. de Boer De heer W. Mos De heer O. Obahiagbon De heer R. Ristie Duoleden: De heer M.H. Eggink
Duoleden: De heer M.A. Butt Mevrouw S.E. Caster-Esseboom
NSS Mevrouw A. Saranjam Duolid: Mevrouw Y.C. Jaspers
De heer W. Methorst
Raadsgriffier VVD De heer E. Meyer De heer A.D. Bottse De heer R.C.C. van Casteren De heer J. Keijzer Duoleden: Mevrouw D. Badal De heer W.T.G. Clappers De heer R.J. van Haaren
GroenLinks De heer I. Leeuwin Mevrouw E. Muller De heer S.R.H. Blom De heer R.G.A. Noy. Duoleden: • De heer H.N.H. Viel • De heer J.L.M. Walgering
• De heer S. Jokhan
Dagelijks bestuur stadsdeel Zuidoost De samenstelling en de portefeuilleverdeling van het dagelijks bestuur is op 25 september 2012 als volgt: Dagelijks bestuurder Emile Jaensch (VVD)
• • • • • • • • • •
Financiën (incl. bedrijfsvoering) Ruimtelijke Ontwikkeling (incl. Grondzaken) Coördinatie Vernieuwingsgebieden Coördinatie aanpak Holendrecht-West Milieu & Water Sport & Recreatie (inclusief Sportbuurtwerk) Openbare Orde en Veiligheid Economie (incl. Toerisme) Publiekszaken (burgerzaken/dienstverlening) Bestuurszaken
Dagelijks bestuurder Urwin Vyent (GroenLinks)
• • • • • • • •
Zorg & Maatschappelijke Dienstverlening (inclusief WMO) Wijkbeheer (inclusief Milieutechnisch Bedrijf, Handhaving en Beheer Openbare Ruimte) Marktbeheer Verkeer & Vervoer Cultuur & Kunst Personeel & Organisatie Communicatie Participatie/Sociale Activering
Dagelijks bestuurder Muriël Dalgliesh (PvdA)
• • • • • •
Onderwijs (incl. voortijdig schoolverlaters) Welzijn Jeugdbeleid (incl. Ouder-Kind-Centra, VVE) Armoede/Schuldhulpverlening Diversiteit Arbeidsmarkt & Werk
Stadsdeelsecretaris Chris de Graaf
•
Hoofd a.i. ambtelijke organisatie
Kerngegevens stadsdeel Zuidoost
Totale bevolking, per 1 januari
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2004
2002
74.000
totale bevolking, per 1 januari
76.000
78.000
80.000
82.000
84.000
Bevolkinssamenstelling 2012 van 82.266 inwoners
niet-westerse etnische minderheden westerse etnische minderheden autochtonen
86.000
Eén Stad één Opgave 1. De opgave De komende jaren gaan we de gemeentelijke organisatie fundamenteel veranderen. Deze drastische ingreep heeft een aantal redenen. Door de economische crisis kunnen gemeenten rekenen op minder rijksgelden. Om de begroting sluitend te krijgen, zullen we de komende jaren dus moeten bezuinigen. Ons streven is dat Amsterdammers hier zo min mogelijk van merken. Daarom kijken we eerst naar de eigen organisatie. De besturen van stad en stadsdelen hebben besloten dat we door de gemeente Amsterdam, diensten en stadsdelen slimmer en efficiënter te laten werken, in totaal 120 miljoen kunnen besparen in de periode t/m 2015. Door de jaren heen zijn we taken onnodig op meerdere plekken gaan uitvoeren, zijn we uitgedijd en is dienstverlening door teveel procedures en bureaucratie ondoorzichtig geworden. De huidige situatie biedt een natuurlijk moment om de organisatie kritisch tegen het licht te houden, zodat we kunnen komen tot een efficiëntere, transparantere en slimmere organisatie. De inventarisatie van Amsterdam Financieel Gezond heeft uiteindelijk geleid tot een lijst aan besparingsmogelijkheden, waarmee we op termijn 120 miljoen willen besparen. De opgave is te omvangrijk om in een keer door te voeren. Daarom is in de Kadernota besloten om deze in 17 maatregelen uit te werken. In dit hoofdstuk informeren wij u over de uitwerking van deze 17 maatregelen. Na een algemeen beeld volgt de financiële invulling van de besparingen, de maatschappelijke effecten en de uitwerking per maatregel. De 17 maatregelen zijn nauw verweven met de rest van het programma Amsterdam Financieel Gezond, zoals de verandering in de gemeentelijke organisatie, de bedrijfsvoering en de flankerende maatregelen, die in de begroting van de centrale stad worden toegelicht. 2. Algemeen beeld opbrengst Met de uitwerking van de 17 maatregelen zijn de eerste stappen gezet op weg naar een anders werkende organisatie. Deze tussenstand op weg naar de realisatie van 120 miljoen aan besparingen biedt voldoende houvast om verder te kunnen, zowel inhoudelijk als financieel. De periode tot december 2012 wordt gebruikt om de maatregelen verder uit te werken tot concrete organisatie- en/of implementatieplannen. Bij alle maatregelen geldt dat de besparing wordt gekoppeld aan verandering van werkwijze en daarmee aan vermindering van formatie. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van de kadernota om te komen tot een slankere en flexibelere gemeentelijke organisatie. Er zijn een paar grote overstijgende veranderingen ingezet en groot aantal ‘kleinere’ veranderingen van werkwijze. Voorbeelden van grote hervormingen zijn parkeren, dienstverlening en het ruimtelijk domein. Vooral dienstverlening kan onze organisatie op termijn veel besparingen opleveren. Voor het ruimtelijk domein is door stad en stadsdelen een eerste visie ontwikkeld, die leidt tot een ingrijpende herinrichting van de fysieke sector. Voor het sociaal domein gaan we een soortgelijk beeld ontwikkelen, waarvoor al wel bouwstenen liggen. Veel van de ‘kleinere’ maatregelen zijn gericht op slimmer werken zoals bij subsidies, schuldhulpverlening, inkoop, afval, personeel en huisvesting. 3. Maatschappelijk effect Vooralsnog zijn er geen onoverkomelijke maatschappelijke effecten met betrekking tot de kwaliteit van onze dienstverlening aan de Amsterdammer. Er zullen wel veranderingen voor burgers en ondernemers te merken zijn. Ook kunnen de maatregelen leiden tot andere vormen van samenwerking en contractrelaties met externe partijen. In de uitwerking moet dit concreter worden en vereist het voortdurende aandacht. 4. Financieel: de invulling van de besparingen Voor 2013 boeken we de eerste opbrengst in: € 30 miljoen aan besparingen, waarbij de verdeling tussen stad en stadsdelen respectievelijk € 18 miljoen en € 12 miljoen bedraagt. Dit geeft de benodigde ruimte om de maatregelen voor december 2012 goed en zorgvuldig uit te werken. We delen de benodigde besparingen voor 2013 (€ 30 miljoen) eenduidig toe (op detailniveau1) in de begrotingen van stad (€ 18 miljoen) en stadsdelen (€ 12 miljoen). Daarnaast moet de hoofdrichting van de overige € 90 miljoen aan besparingen voor 2014 en 2015 bekend zijn. Een en ander conform de Kadernota 2013.
1
Met detailniveau wordt bedoeld het verwerken van de exacte besparingen per doelstellingen/volgnummer (centrale stad) en per activiteiten/product/kostenplaats (stadsdelen).
a. Verwerking Begroting 2013 De maatregelen hebben voldoende potentie om de overeengekomen taakstelling 2013 (€ 30 miljoen gemeentebreed) te realiseren. De maatregelen en opbrengsten zijn weergegeven in de tabel in de volgende paragraaf (5). Deze toedeling van de besparingen heeft nog het karakter van een stelpost. Deze stelposten worden gevuld na de verdere uitwerking van de maatregelen voor 1 december 2012. Het totaal van de besparingen wordt nu op concernniveau bepaald op een bedrag van € 30 miljoen en toebedeeld aan het stadsdeelfonds voor 40% (= € 12 miljoen) en voor 60 % aan de Algemene dekkingsmiddelen centrale stad (= € 18 miljoen) naar diensten). b. Verwerking van de 17 maatregelen in de begrotingen De maatregelen zijn op hoofdlijnen uitgewerkt; het college en de DB’s werken in het najaar van 2012 de maatregelen vervolgens verder uit. Deze verdere uitwerking van de maatregelen levert de vertaling van de exacte besparingen op per doelstellingen/volgnummer (centrale stad) en per activiteiten/product (stadsdelen). De uiteindelijke uitwerking van de bezuinigingsmaatregelen en de toedeling van de financiële gevolgen daarvan wordt bij de 1e begrotingswijziging 2013 verwerkt. Mocht de verdere uitwerking van de maatregelen voor 1 december 2012 niet tot een meer precieze toedeling leiden dan nu op basis van de gegeven uitwerkingen mogelijk is, worden de besparingen voor 2013 toebedeeld naar de stadsdelen op basis van het verdeelmodel voor de stadsdelen, en voor de diensten op basis van een alternatief verdeelvoorstel dat bij de eerste begrotingswijziging zal worden vastgesteld. c. Investerings- en frictiekosten De meeste maatregelen hebben tot gevolg dat de omvang van het gemeentelijk personeel moet afnemen. We zetten ons maximaal in om deze mensen naar ander werk toe te leiden, mobiliteit is hierbij een belangrijk instrument. Logischerwijs heeft een intensief mobiliteitsbeleid frictiekosten tot gevolg. Om te kunnen besparen zijn investeringen zoals bij dienstverlening en subsidies noodzakelijk. Voor zowel de investeringen als de frictiekosten is geld beschikbaar (zie tabel 1). De investerings- en fictiekosten worden pas toegekend als uit de uitwerking van de maatregel blijkt dat de beoogde besparing werkelijk wordt gerealiseerd. Hiervoor zijn spelregels opgesteld en over de toekenning zal het bestuurlijk team 1 stad 1 opgave (1S1O), dat uit bestuurders van stad en stadsdelen bestaat, besluiten. In tabel 1 is naast het beschikbare bedrag ook de raming van de frictie- en investeringskosten opgenomen voor de maatregelen tot nu toe. Dit bedrag is alleen ter indicatie van de te verwachten frictiekosten; pas bij de definitieve uitwerking van de maatregelen na 1 december wordt over de toewijzing besloten. Tabel 1: Raming frictiekosten 1 stad 1 opgave * € 1 miljoen 1 Beschikbare frictiekosten 2 Benodigde investerings- en frictiekosten 3 Totaal geraamde frictiekosten
3 2
Totaal
2013 26,7 pm 26,7
2014 52,5 pm 52,5
2015 0,0 pm 0,0
Totaal 79,2 68,4 79,2
10,8
Risico’s en beheersmaatregelen Het nog niet toedelen van de besparingen impliceert wel een aantal risico’s; het tempo in de benodigde mobiliteit en mogelijke uitstroom van personeel door afvloeiing, de (tijdige) realisatie van de maatregelen, of de uiteindelijke gevolgen van de besparingen ten gunste komen van de algemene dienst of ten gunste komen van andere budgetten zoals andere organisaties, tarieven of grondexploitaties. Aandachtspunt is dat bij sommige maatregelen sprake is van hoge investeringen en programmakosten. 5. Stand van zaken uitwerking van de maatregelen Op de volgende pagina’s staat een beknopte beschrijving van de stand van zaken van de uitwerking van de maatregelen, zoals in de Kadernota is besloten. In de tabel gaan we in op de veranderde werkwijze en de besparingen.
Maatregelen
Kern van de verandering a. Invulling van de besparing in 2013 b. Verdeelsleutel 2013 c. Totaal te besparen bedrag bestuursopdracht
1+4. Beleidsuitgaven en benchmark Sociaal
Vanwege de overlap en samenhang van beide maatregelen zijn deze gecombineerd
Er is gekeken naar de taken die dubbel worden gedaan, waar taken met minder fte kunnen worden uitgevoerd door de taak geheel of deels te decentraliseren dan wel te centraliseren. In 2013 kan dit door de beleidscapaciteit bij onderwijsbeleid, onderwijshuisvesting, diversiteit en burgerschap en de Openbare bibliotheek, Jeugd/OKC te ontdubbelen. Het is gewenst in 2013 alvast een efficiency slag te maken door de leerplichtambtenaren risicogestuurd in te zetten en de subsidies voor de consensusvoorzieningen (verkeersexamens en schooltuinen) samen te brengen. Voor sport worden scenario’s uitgewerkt met als centrale vraag: in centraal beheer houden of aan de markt overlaten? Samen met de ingezette hervormingen in het sociaal domein vraagt dit om een nieuwe stap in de organisatie van het sociaal domein om het perspectief waar te kunnen (blijven) maken. Het sociaal domein is te complex en moet eenvoudiger. Daarom wordt voor het einde van 2012 een visie ontwikkeld op het sociale domein, waarbij rekening wordt gehouden met de majeure ontwikkelingen zoals de drie decentralisatiebewegingen, de ontwikkeling van het bestuurlijk stelsel en het fysieke domein.
a. 2013: € 4,4 miljoen b. 25% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 17,5 miljoen 2. Subsidies
3. Schuldhulpverlening
5+6. Monitor Ruimtelijke Projecten en RO
De voorstellen voorzien in een ingrijpende verandering van de organisatie van de subsidieverlening via uniformering en standaardisering van de uitvoering. Dit is in lijn met de eerdere verandering die zijn ingezet in Inzet op Herstel 1. Door het anders inrichten van dit proces kan efficiënter worden gewerkt en effectiever met de middelen worden omgegaan. Het eindbeeld is een transparanter subsidieproces binnen de gemeente, een simpeler en eenduidiger proces dat voor zowel verstrekker als ontvanger tot besparingen leidt, De drie belangrijkste onderdelen van het nieuwe subsidieproces zijn: - Het vereenvoudigen van het subsidieproces: deregulering, organisatie en procesoptimalisatie, en subsidies in control - Eén algemene subsidieverordening voor stad en stadsdelen - Per 1 januari 2014 één stedelijk subsidiebureau ter ondersteuning van de beleidsfuncties in de stad en stadsdelen a. 2013: € 0,5 miljoen b. 25% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 2,0 miljoen In de schuldhulpverlening zijn reeds belangrijke verbeteringen ingezet met het herontwerp schuldhulpverlening, gericht op snellere en effectievere schuldhulpverlening. Vanaf dit jaar worden deze verder ingevoerd. Dit is ook vertrekpunt voor de aanvullende maatregelen. Door het opdrachtgeverschap te versterken kan goedkoper en effectiever worden uitgevoerd. Hiervoor worden 2 modellen nader onderzocht, namelijk opdrachtgeverschap en inkoop door stadsdelen en de variant van centrale inkoop. Het gaat om het bundelen van expertise, inkoopkracht en meer gerichtheid op resultaten. Voor 2013 wordt een aantal directe efficiency maatregelen doorgevoerd. a. 2013: € 0,5 miljoen b. 25% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 2,0 miljoen Vanwege de overlap en samenhang van beide maatregelen zijn deze gecombineerd opgepakt. De voorstellen beogen een revisie van de organisatie van de fysieke sector. Drie denkmodellen voor een nieuwe organisatie zijn belicht en vergeleken. Op basis daarvan is gekozen om het denkmodel 3 Taakgebieden: Amsterdam Verkent, Amsterdam Maakt en Amsterdam Beheert verder uit te werken. Bij dit model staat niet de organisatievorm voorop, maar de kernrollen en taken: Beheren (in stand houden), Verkennen (nieuwe kansen zien) en Maken (realisatie). Per taak wordt gekeken hoe en waar het het beste kan worden georganiseerd: stedelijk of gebiedsgericht. Het gaat uit van de bundeling van kennis en expertise en de ontdubbeling van beleidstaken. a. 2013: € 6,3 miljoen b. 25% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 25,0 miljoen De oorspronkelijke financiële opgave was € 18 miljoen in 2015. Door overheveling van € 7 miljoen uit maatregel 11 (benchmark fysiek) is het totaal verhoogd tot € 25 miljoen.
Maatregelen
Kern van de verandering a. Invulling van de besparing in 2013 b. Verdeelsleutel 2013 c. Totaal te besparen bedrag bestuursopdracht
7+8. Openbare Ruimte en inkoop Grond/Weg/Waterbouw (GWW)
9. Afval
10. Parkeren
11. Fysiek
12. Dienstverlening
13. Personeel/versobering arbeidsvoorwaarden
14. Inkoop Overig
Vanwege de overlap en samenhang van beide maatregelen zijn deze gecombineerd opgepakt. Kern is het realiseren van de besparing op inkoop door: - standaardisering van bestratingmaterialen en straatmeubilair - afstemming van werken in aard, tijd en plaats - bereidheid om enige extra hinder te accepteren - alle GWW inkopende stadsdelen en diensten doen mee - naleving en uitbreiding van de scope van de Puccinimethode a. 2013: € 3,5 miljoen bespaard. b. De verdeling is gebaseerd op basis van werkelijke GWW uitgaven (verhouding € 1,3 miljoen tegenover € 2,2 miljoen voor stad en stadsdelen). c. € 12 miljoen. De oorspronkelijke financiële opgave was € 11 miljoen. Door overheveling van € 0,95 miljoen uit Inzet op herstel 2 is het totaal € 12 miljoen. De maategel richt zich in de kern op de volgende drie zoekrichtingen: Efficiënt gebruik grondstoffen (verhoging opbrengsten) en verbetering recycling (papier/textiel); Verbeteren van logistiek Een effectievere inzet van het reinigingsrecht a. 2013: € 0,9 miljoen b. 25% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 3,5 miljoen Voorgesteld wordt om te komen tot één stedelijk parkeer regie orgaan en volledig over te gaan op digitale parkeerhandhaving. a. 2013: € 6,7 miljoen b. 25% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 15 miljoen Deze maatregel behelst geen veranderopgave, dit onderdeel is meegenomen in maatregel 5/6/7/8. Wel richt de maatregel zich op de diensten die geen onderdeel zijn van maatregel 5/6/7/8 en wel tot de fysieke sector behoren. Dit zijn de dienst Zuidas, Haven, Amsterdam, het Afval Energie Bedrijf en Waternet. Vanuit hun rol leveren zij een bijdrage aan de bezuinigingsopgave voor de fysieke sector. a. 2013: € 1,8 miljoen b. 25% in 2013 en 100% stad c. € 7 miljoen. Van de oorspronkelijke opdracht van € 14 miljoen is € 7 miljoen overgeheveld naar maatregel 5+6. In 2013 wordt € 0,2 miljoen incidenteel toegevoegd Een voorstel voor een nieuw retailconcept dienstverlening. Dit behelst op hoofdlijnen: Het inrichten van een frontoffice voor de fysieke dienstverlening van de gehele gemeente op 7 vestigingen Het inrichten van een beperkt team voor dienstverlening Alle producten die de gemeente levert aan de burger worden eenduidig en gestandaardiseerd aangeboden a. In 2013 is er nog geen besparing omdat eerst moet worden geïnvesteerd voordat de maatregel tot netto besparingen leidt. b. – c. € 10 miljoen De besparing moet worden gerealiseerd door de uitgaven in de arbeidsvoorwaarden te beperken Een van de voorstellen is de mogelijkheid tot het verkopen van vakantie-uren (tijdelijk) op te schorten. Voor 1 januari 2013 zal in overleg met de bonden een totaal versoberingspakket worden vastgesteld. a. 2013: € 3,0 miljoen b. een verdeling op basis van werkelijke historische kosten (verhouding € 2,0 miljoen / € 1,0 miljoen stad/stadsdelen). c. € 12 miljoen Door het verbeteren van het inzicht in de inkoopuitgaven, het verhogen van het aandeel gezamenlijke inkoop (op stedelijk niveau) en het professionaliseren van de uitvoering van inkooptrajecten kan aanzienlijk worden bespaard. a. 2013: € 2,0 miljoen b. 100% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 2,0 miljoen
Maatregelen
Kern van de verandering a. Invulling van de besparing in 2013 b. Verdeelsleutel 2013 c. Totaal te besparen bedrag bestuursopdracht
15. Huisvesting
16. Toezicht en handhaving
17. Bestuur en ondersteuning
Door de implementatie van een flexibel huisvestingsconcept wordt het benodigd aantal vierkante meters kantoorruimte voor eigen personeel fors gereduceerd. Met de uitwerking van deze maatregel zetten wij de reeds ingezette hervorming op het gebied van huisvesting voort. Leidend daarbij is de verwachte (forse) afname van het aantal formatieplaatsen. Uitgangspunt is dat gemeentelijke kantoorfuncties zoveel mogelijk worden geclusterd; solitaire vestigingen alleen daar waar loket- en/of uitvoeringfuncties noodzakelijk zijn. a. 2013: b. – c. € 5 miljoen. De structurele besparing is te realiseren. De termijn is afhankelijk van de feitelijke vermindering van het aantal fte en de mogelijkheden tot afstoten van de huuren eigendomspanden. Door (nog meer) informatiegestuurd te gaan handhaven verwacht men gerichter te kunnen handhaven en vooral effectiever te kunnen handhaven. Overtredingen worden sneller en vaker bestraft en dat levert meer inkomsten op. Verder wordt er meer samengewerkt tussen stadsdelen en centrale stad, tussen stadsdelen en tussen centraal stedelijke diensten. Verder is er een aantal efficiencyvoorstellen gericht op flexibiliteit en slagkracht die vooral in 2013 leiden tot opbrengsten a. 2013: € 1,2 miljoen b. 25% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 5 miljoen Deze maatregel gaat over besparingen op burgerzaken, bestuur en ondersteuning. Samen met opdracht 12 (dienstverlening) moet deze opdracht leiden tot een besparing. a. 2013: € 0,5 miljoen b. 25% in 2013 en 60/40% stad/stadsdelen c. € 3 miljoen Na besluitvorming over het nieuwe Bestuurlijk Stelsel wordt het resterende bedrag van € 2,5 miljoen nader uitgewerkt.
Programma 1 Dienstverlening Wij streven naar excellente dienstverlening aan burgers en ondernemers. Dit betekent dat de burger en de ondernemer centraal staan en onze producten en informatie voor hen toegankelijk zijn. Ze worden deskundig en professioneel geholpen en zaken worden tijdig en correct afgehandeld. Dat geldt ook voor het beantwoorden van brieven, e-mails en klachten. Er is een zichtbaar en bereikbaar loket ingericht, waarin de diensten van het stadsdeel zijn gebundeld. Het loket biedt de producten van burgerzaken, van vergunningen en informatie over wonen, zorg en welzijn aan, zowel via de balie als digitaal. De dienstverlening aan de burger en ondernemer omvat meer dan alleen de loketfunctie. Kansrijk Zuidoost biedt dienstverlening ook ‘achter de voordeur’ aan. De medewerkers van Kansrijk Zuidoost geven de bewoners informatie over werk en inkomen, opvoeding, taalvaardigheid en integratie, sociale participatie, onderwijs, veiligheid, wonen en gezondheid. Zij inventariseren de hulpvragen en leiden bewoners die hulp nodig hebben naar de instanties die hen gaan helpen of melden hen aan voor projecten. Met behulp van servicenormen, ook wel dienstverleningsnormen genoemd, wordt de kwaliteit van de dienstverlening gemeten. Deze normen zijn opgenomen in de Servicecode Amsterdam en zijn een belofte aan de burger over het serviceniveau dat zij mogen verwachten.
1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten: 1. De burger en ondernemer zijn tevreden over de dienstverlening die het stadsdeel via de fysieke en digitale loketten (waaronder telefonie) biedt. De mate van tevredenheid blijkt uit de waardering die de burger of ondernemer uitspreekt over de dienstverlening in de jaarlijkse benchmark (BA 109) 2. Burgers zijn tevreden over de dienstverlening die de gemeente Amsterdam biedt via telefoonnummer 14020, Antwoord (BA 108) Effectindicatoren
Nulmeting begroting 2011
1.1. klanttevredenheid dienstverlening stadsdeelkantoor (benchmark)
7.8 (2010)
1.2. tevredenheid wachttijd op stadsdeelkantoor (Benchmark)
7.5 (2010)
1.3. tenminste 75% van de mensen is in de komende 4 jaar (zeer) tevreden over contact met ambtenaar van Zuidoost (burgermonitor Amsterdam)
2014 (Endterm)
2013
minmaal 7.5 (uit bestuursakkoord)
2015 en 2016
minmaal 7.5
minmaal 7.8
7.5
7.5
7.8
75% (2009)
75%
75%
85%
1.4. implementatie Servicecode in de werkprocessen van het stadsdeel, onder voorbehoud van stedelijke ontwikkelingen.
stedelijke dienstverleningsnormen; zie brochure Servicecode Amsterdam
naleven normen uit brochure
naleven normen uit brochure
naleven normen uit brochure
2
7.1 (2010)
7.3 (doelstelling CCA)
7.3 (doelstelling CCA)
7.3 (doelstelling CCA)
klanttevredenheid telefonische dienstverlening Contactcenter Antwoord
Programma 1 Dienstverlening
1
2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Telefonische bereikbaarheid De overstap naar 14 020 is gemaakt. Aansluiting bij 14 020 houdt in dat er naar wordt gestreefd om tachtig procent van de klantvragen af te laten handelen door het contactcenter Amsterdam. Voor de overige twintig procent zal een inspanning geleverd moeten worden door de stadsdeelorganisatie om deze goed op te vangen. Er moet blijvend aandacht zijn voor de bereikbaarheid van het stadsdeel voor vragen die zaak-gerelateerd zijn, dan wel zaken waarbij ambtenaren persoonlijk worden benaderd. Invoering stadsloketten en Servicecode Amsterdam In heel Amsterdam wordt door uniformering van de werkwijzen ernaar gestreefd om de dienstverlening aan de klanten te verbeteren. Als onderdeel hiervan worden optimalisaties doorgevoerd van alle Burgerzaken, vergunningen en sociale loketprocessen. In najaar 2012 zal ook de beslissing worden genomen of de stadsloketten zullen worden uitgebreid met de loketfuncties van alle diensten in Amsterdam. Als tot dit retailconcept dienstverlening besloten wordt, betekent dit dat er nog zeven ‘stadsloketten’ open blijven en dat er geen loketten meer zijn bij de diverse diensten in de stad. Voor de burger heeft dit als voordeel dat op één plek alle vergunningen/producten aangevraagd kunnen worden. In het kader van de invoering van de stadsloketten zullen ook de servicenormen opnieuw bekeken worden. Processen Het programma dienstverlening betreft een meerjarig stedelijk programma. Onderdeel van het programma is optimalisatie van de klantprocessen. In 2013 zijn dat de WIOR, horeca, WABO, objectvergunning, TVM, Splitsingsvergunning en Evenementen. Regionale Uitvoeringsdienst Noordzeekanaal Gebied Per 1 januari 2013 gaat de Regionale Uitvoeringsdienst Noordzeekanaal Gebied (RUD-NZKG) van start. Dit is een samenwerkingsverband van de provincie en een aantal gemeenten bij de uitvoering van specialistische overheidstaken op het gebied van Milieu en Bouwtoezicht. Op diezelfde datum wordt de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) van de gemeente Amsterdam opgeheven. Zuidoost maakt gebruik van specialistische kennis van de DMB, onder andere op het gebied van milieutechniek en bouwconstructies en zal die kennis vanaf 1 januari 2013 van de RUD gaan betrekken. Daarnaast worden alle WABO vergunningen in het grootstedelijke gebied Amstel III/ArenAboulevard door de DMB behandeld. Het is de bedoeling dat per 1 januari 2014 de bevoegdheden in dit gebied worden overgedragen aan Zuidoost.
3. Beleidkaders en bestuurlijke afspraken Voornemens bestuursakkoord: 108 en 109 •
Stadsdeel beleidskaders
Landelijk en stedelijke beleidskaders Vanuit Eén stad één opgave wordt in 2013 een beleidsdocument verwacht als basis voor de concentratie van alle gemeentelijke loketten op zeven locaties (in plaats van de huidige vijftig).
2
Programma 1 Dienstverlening
4. Wat gaat het bestuur hiervoor doen? Maatschappelijk effect: tevredenheid over dienstverlening Stimuleren van internetgebruik door burgers waardoor het aantal digitale aanvragen toeneemt Resultaatindicatoren per doel
Nulmeting begroting 2011
2013
2014
2015 en 2016
Product nr.
adressen bezocht door Kansrijk Zuidoost
2.200
cijfers worden eind 2012 bekend na opverleg van de stuurgroep over 2013 en verder
idem
idem
1.2 verbeteren klantprocessen
29 belangrijke werkprocessen worden in de periode 20112014 doorgelicht en verbeterd
14
29
n.v.t.: alles dient gerealiseerd te zijn
idem
1.1+1.3 Verbetering kennisbank
deze wordt door- afgerond gelicht en aangepast. doel: goede voorlichting door baliepersoneel aan de burger
ingevoerd
afgerond, het is nu een kwestie van beheren
idem
1.1 + 1.3 Competenties personeel
personeel krijgt opleidingen waardoor de burger beter wordt bediend
dienstverlenend personeel krijgt trainingen bv.: slecht nieuwsgesprekken voeren, omgaan met diverse culturen, etc. dit is ondergebracht in een basistraining
continu proces
idem
idem
1.4 ontwikkelen kwaliteitsnormen en rapportages
invoering realistische servicecode en ontwikkeling rapportages voor het delen van best practices door de stadsdelen door het ontbreken van proces– volgsystemen (tgv vertraging in de ICTondersteuning) veel verdagingsituaties en van rechtswege verleende vergunningen
afgerond
ingevoerd
ingevoerd
idem
goedlopende, door ICT ondersteund, vergunningsverlening processen Meetbare verbetering van bijtijds verleende vergunningen
vergunningen bijtijds verleend.
idem
idem
2. toename van het aantal binnen de reguliere tijd verleende vergunningen
Programma 1 Dienstverlening
102; 103 105; 106 107; 108
3
Prioriteit zonder eigen dekking Invoering stijlgids dienstverlening aan de burger In het stedelijk programma dienstverlening is een stijlgids ontwikkeld voor het professionaliseren van het contact met de burger. Het betreft onder andere het schrijven van brieven, e-mails en de baliecontacten. Implementatie van de gids moet ertoe leiden, dat er beter en duidelijker gecommuniceerd wordt met de burger. Daarnaast is ook de telefonische bereikbaarheid een onderdeel van de professionalisering van de klantcontacten. Maatschappelijk effect
BA 109
Bedrag (I/S)
2013: € 20.000 (I)
Programmaproduct
PP0105
Uitbreiding digitale participatiekaart In 2012 maakten stadsdelen een beperkt deel van de participatieactiviteiten in de stadsdelen digitaal toegankelijk via de digitale participatiekaart Jekuntmeer van De Omslag. De wens is om als stadsdelen meer aanbod digitaal te ontsluiten en zo mogelijk onder de site www.amsterdam.nl. De eenmalige kosten voor implementatie worden geschat op € 10.000. Maatschappelijk effect
BA 109
Bedrag (I/S)
2013: € 10.000 (I)
Programmaproduct
PP0105
Informatiebeheer Frontoffice Sociaal Burgers en professionals raken momenteel snel de weg kwijt in het woud aan websites en andere informatiebronnen. Er moet dus iets gebeuren om informatie eenduidiger en toegankelijker te ontsluiten. Dit platform brengt alle initiatieven bijeen en stemt deze zo nodig af; het reikt kaders aan voor inrichting en beheer van informatie en de rol van de gemeente bij de informatievoorziening voor het maatschappelijk middenveld. Met de implementatie van dit informatiebeheer kunnen burgers beter hun weg vinden in hun zoektocht naar de juiste en actuele informatie. In tijden van bezuiniging is deze vorm van ondersteuning extra van belang. Maatschappelijk effect
BA 109 (bestuurlijke en zelfredzaamheid burgers vergroten)
Bedrag (I/S)
2013: € 30.000 (I)
Programmaproduct
PP0105
Antwoord De kosten voor Antwoord zijn door de stadsdeelraad gemaximeerd op een bedrag van € 549.000. De hier aangevraagde prioriteit blijft daar ruimschoots onder. Op 30 november 2010 is door de stadsdeelraad het besluit genomen om tot 2015 middelen voor Antwoord beschikbaar te stellen. Met deze prioriteit wordt de meerjarenbegroting aangepast voor de lasten 2015 en verder vindt actualisatie plaats op basis van de laatste gegevens met betrekking tot de abonnement– en callkosten en de formatieve ondersteuning. Vanaf 2015 wordt een bedrag van € 439.000 structureel aangevraagd. Voor de jaren 2013 en 2014 was middels de Perspectiefnota 2012 budget Antwoord vastgesteld. Dit budget is niet volledig verwerkt in de meerjaren begroting 2012 en 2013 waardoor dekking ontbreekt voor respectievelijk een bedrag van € 112.000 en € 132.000. Met deze aanvraag wordt voornoemde omissie hersteld.
4
Maatschappelijk effect
BA 108 (Bereikbaarheid)
Bedrag (I/S)
2013: € 112.000 (I) 2014: € 132.000 (I) vanaf 2015: € 439.000 (S)
Programmaproduct
PP0106
Programma 1 Dienstverlening
Prioriteit met eigen dekking (uit de stelpost tegenvallende inkomsten) Lagere baten bouwleges Vanaf 2010 is sprake van een forse terugval in de bouwproductie, vooral in de productie van nieuwbouwwoningen. De inkomsten van de bouwleges zijn daardoor sterk afgenomen omdat de legesinkomsten afhankelijk zijn van de aan de bouwproductie gekoppelde investeringsbedragen. In 2013 is vooralsnog geen wezenlijke verbetering te verwachten. Opmerkelijk is dat vanaf 2010 het aantal aanvragen om een Wabo-vergunning slechts zeer licht is afgenomen. Het gaat dan echter om kleinere bouwprojecten met een relatief laag investeringsniveau. Er is tijdens de economische crisis geen investeringsmogelijkheid voor bouwprojecten van 300 woningen tegelijk, zoals enkele jaren geleden het geval was. Het gaat nu vooral om relatief veel kleine aan- en opbouwen en een zeer beperkt aantal nieuwbouwinitiatieven. In de begrotingen van 2011 en 2012 is deze tendens benoemd en zijn verminderde inkomsten als risico opgenomen (€ 550.000 in 2011 en in 2012 is daar € 50.000 bijgekomen). Uitgegaan werd van de verwachting dat in de periode 2010 - 2014 circa 1.200 woningen in de markt konden worden afgezet. In de begroting van 2013 is de verminderde inkomsten bouwleges als incidenteel opgenomen. De incidentele vermindering is geschat aan de hand van 150 niet-gerealiseerde woningen per jaar met een vloeroppervlakte van 24.000m² tegen een bruto vloeroppervlakteprijs van € 1.000 en een gemiddeld legespercentage van drie procent. Daarvan uitgaande vermindert de legesopbrengst met € 540.000. Naast het teruglopen van de investeringen in de bouw zijn er andere factoren die bijdragen aan de daling van de legesinkomsten. De Wabo maakt het mogelijk om meerdere activiteiten tegelijk aan te vragen waarvoor eerst apart leges werden geheven. Verder is het vergunningvrij bouwen en slopen verruimd en zijn de administratieve lasten voor burgers en bedrijven verminderd. Veel zaken kunnen met een melding worden afgedaan. Deze factoren leiden tot minder legesinkomsten maar niet tot evenredige vermindering van de benodigde capaciteit. • De hoogte van de leges wordt berekend aan de hand van de bouwkosten. Bij een vermindering van bouwvolume en het realiseren van tijdelijke bouwwerken vermindert het investeringsbedrag en daarmee de legesinkomsten. • Bij het indienen van een melding ontstaat er van overheidswege geen recht om leges te kunnen heffen. Volgens de wetgever wordt geen dienst verleend, niettemin worden meldingen wel behandeld en beoordeeld. Maatschappelijk effect
BA 109
Bedrag (I/S)
2013 t/m 2016: € 540.000 (I)
Programmaproduct
PP0107
Programma 1 Dienstverlening
5
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012 Baten
-2.590.979
-2.944.411
-3.497.411
-3.497.411
-3.497.411
-3.441.829
Lasten
6.747.382
6.717.175
6.990.525
6.700.125
6.398.211
6.342.629
Resultaat voor bestemming
4.156.402
3.772.764
3.493.114
3.202.714
2.900.800
2.900.800
3.493.114
3.202.714
2.900.800
2.900.800
Onttrekking aan reserves Toevoegen aan reserves Resultaat na bestemming
-162.000 97.000 4.253.402
3.610.764
Ten opzichte van de begroting 2012 bedraagt het resultaat inclusief mutaties reserve € 117.600 voordelig. Ontwikkeling baten De hogere baten inclusief onttrekking reserves bedraagt € 391.000 en bestaat uit: • In de begroting 2012 is rekening gehouden met lagere inkomsten bouwleges. Ten opzichte van begroting 2013 ontstaat er een voordeel van € 600.000 aan inkomsten bouwleges. Bij de prioriteiten wordt er een voorstel gedaan om de inkomsten bouwleges vanaf 2013 structureel te verlagen met € 540.000. • Vanaf 2013 vindt er geen onttrekking meer plaats van de reserve Antwoord waardoor vanaf 2013 een nadeel ontstaat van € 162.000. • De legesinkomsten zijn ten opzichte van 2012 per saldo met € 47.000 naar beneden bijgesteld. Ontwikkeling lasten De hogere kosten bedragen € 273.000:
•
Dit verschil wordt veroorzaakt door hogere doorbelasting van de apparaatskosten. Met ingang van De begroting 2013 is aangesloten bij de kostentoerekening conform Besturen zonder ballast. Voor een toelichting op de apparaatskosten wordt verwezen naar de bijlage kostenverdeelstaat.
Budgettair neutrale ontwikkelingen Voor dit programmahoofdstuk zijn geen budgettair neutrale ontwikkelingen te melden. Mutaties reserves Bij dit programma hoort de volgende reserve: Antwoord • De mutaties in de reserves worden toegelicht in de productenraming.
6
Programma 1 Dienstverlening
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
Baten begroting 2012
-3.497
-3.497
-3.497
Totaal baten begroting 2013
-3.497
-3.497
-3.497
6.990
6.700
6.398
Invoering stijlgids dienstverlening aan de burger
20
0
0
Uitbreiding digitale participatie kaart
10
0
0
Informatiebeheer Frontoffice Sociaal
30
0
0
Antwoord
112
132
439
Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
172
132
439
Lasten begroting 2012 Prioriteiten zonder eigen dekking:
Prioriteiten met eigen dekking: Lagere baten bouwleges
540
540
540
-540
-540
-540
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
7.162
6.832
6.837
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t. 0
0
0
0
Dekking stelpost extra tegenvallers Totaal prioriteiten met eigen dekking
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 1 Dienstverlening
0
7
Programma 2 Openbare orde en veiligheid In het programma Openbare orde en veiligheid is een aantal activiteiten opgenomen om het stadsdeel veiliger te maken. Deze activiteiten zijn hoofdzakelijk preventief van aard en worden ontplooid in samenhang met de (repressieve) activiteiten van veiligheidspartners zoals politie en justitie. Belangrijke projecten voor veiligheid zijn toezicht en cameratoezicht. Speerpunten van het beleid zijn het terugdringen van de overlast veroorzaakt door overlastgevende jeugdgroepen én drugsgebruikers. We organiseren veiligheidsoverleggen op buurtniveau waaraan niet alleen de veiligheidspartners maar ook bewoners deelnemen. 1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten: 1. Een verbeterde score op de veiligheidsindex Amsterdam met 3 punten in de periode 2010-2014 naar objectief 85 en subjectief 82 (BA 119, 120, 121, 123, 127,128 en 130). 2. Afname van de drugsoverlast en overlastgevende aanwezigheid van druggebruikers in het publiek domein (BA 129). 3. Het verminderen van de overlast die sommige groepen jongeren in hun leefomgeving veroorzaken (BA 126). Effectindicatoren
Nulmeting begroting 2011
2013
2014 (Endterm)
2015 en 2016
1.1. objectieve veiligheidsindex*
72
72
85
72
1.2. subjectieve veiligheidsindex
91
87
83
83
2.1. drugsindex
67
65
64
64
815
805
805
805
60
70
72
72
66
68
70
70
90
92
92
92
5
3
3
3
6,4%
6.1%
6%
5,9%
23
22
22
22
2.2. aantal cliënten openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ-cliënten) in traject* 2.3. aantal OGGZ-cliënten met (begeleid) onderdak (%)1 2.4. aantal OGGZ-cliënten met dagbesteding/betaald werk (%) 2.5. aantal OGGZ-cliënten met formeel inkomen (%) 3.1. politiemonitor jeugdgroepen 3.2. aantal verdachte jeugdigen* 3.3. bewoners die overlast ondervinden van jongeren (%)
*Bron 1.1 t/m 2.1: Veiligheidsindex Amsterdam (nulmeting mei 2009-april 2010) *Bron 2.2 t/m 2.5: OGGZ-monitor GGD 2010 *Bron 3.2: Factsheet jeugdcriminaliteit en risicofactoren, juni 20122. Dit cijfer betreft de leeftijdscategorie 12 tot 24 jaar.
1
Dit is exclusief cliënten die ergens inwonend of in onderhuur zijn en cliënten die gebruik maken van nachtopvang.
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
9
2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Algemeen Onze inspanningen op het gebied van veiligheid zijn omvangrijk. De ontwikkelingen leiden tot meer taken, bijvoorbeeld op het gebied van de aanpak van woonoverlast, veilig ondernemen, de gebiedsgerichte aanpak veiligheid en de crisisbeheersing. Er is veel media-aandacht voor veiligheid. Het regionaal college, de burgers en de politiek stellen hoge eisen en zijn veel organisaties betrokken bij veiligheid. Wij vinden het daarnaast ook belangrijk om bewonersbetrokkenheid bij de veiligheid te vergroten. Veiligheidsindex De aandacht voor veiligheid is en blijft belangrijk. Het intensieve veiligheidsbeleid in Zuidoost heeft geleid tot een sterke verbetering van de objectieve veiligheidscijfers. In vergelijking met 2008 is er een verbetering van 33 procent. Stadsdeel Zuidoost is volgens de veiligheidsindex 2011 met een score van 65 dan ook veiliger dan het stedelijk gemiddelde (74). Een lagere score op de veiligheidsindex betekent een verbetering van de veiligheid. In 2011 is de ervaren veiligheid (subjectieve index) ook verbeterd. We willen deze trend voortzetten in 2013. Pleinenaanpak Stedelijk is medio 2012 de pleinenaanpak uitgerold. Ieder stadsdeel ontwikkelt in dit kader een aanpak ter preventie van overlast op pleinen. De nadruk ligt hierbij op het afstemmen, coördineren en regisseren van maatregelen die genomen worden naar aanleiding van wijkanalyses en overleggen met betrokken partners. In Amsterdam Zuidoost gaat het om een plein in de H-buurt. Drugsbeleid In 2012 is een stedelijk experiment gestart voor een betere spreiding van coffeeshops in Amsterdam. Vanuit dit experiment kunnen maximaal vijf coffeeshops worden verplaatst. Indien er een coffeeshop komt in stadsdeel Zuidoost dient in 2013 extra aandacht besteed te worden aan preventie. Dit ter voorkoming van drugsgebruik. Door landelijke bezuinigingen op het aanbod van dagbestedingtrajecten en verschuivingen in de geldstromen zal er een terugloop zijn van het dagbestedingaanbod voor drugsgebruikers. Alhoewel dagbesteding primair onder de verantwoordelijkheid van de centrale stad valt, zullen wij extra inspanningen moeten plegen om deze terugloop op te vangen. Jeugd en Veiligheid Voor 2013 zal de inzet van de afgelopen jaren gecontinueerd worden. Op basis van signalen van de op straat ervaren overlast en de beschikbare onderzoeksgegevens, ondermeer uit de risicofactorenindex en de jeugdcriminaliteitsindex, wordt bepaald waar welke inzet en activiteiten benodigd zijn. Handhaving Er zijn ontwikkelingen die consequenties hebben voor de uitvoering van onze handhavingstaken. Per 1 januari 2013 wordt het toezicht op en de handhaving van de drank en horeca regelgeving vanuit de voedselen warenautoriteit overgedragen aan de gemeenten. Over de wijze waarop deze taak vervolgens wordt uitgevoerd in gemeente Amsterdam, vindt in 2013 de besluitvorming plaats. Hiervoor is een autonome post opgenomen. De Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) wordt per 1 januari 2013 ondergebracht in een regionale uitvoeringsdienst (RUD) waardoor het stadsdeel nieuwe taken krijgt. Onder andere de capaciteit voor vergunningverlening en handhaving die eerder bij de DMB zat voor Arena – Amstel III, wordt overgedragen aan het stadsdeel. Er is een stedelijke regie-unit opgericht om de noodzakelijke samenwerking tussen de centrale stad en de stadsdelen uit te voeren. In 2013 gaat heel Amsterdam werken (handhaven) conform het stedelijk handhavingprogramma (met stedelijke en lokale prioriteiten). De minister van Justitie en Veiligheid heeft besloten om de buitengewoon opsporingsambtenaren (handhavers) verder te professionaliseren. De handhavers zullen naast hun reguliere wettelijk vastgestelde trainingen en opleidingen ook een permanent her- en bijscholingstraject volgen. Stedelijk is besloten om de handhavingstaak van de marktmeesters onder te brengen bij de handhavers openbare ruimte. Met onder ander de opening van Ziggo dome neemt het aantal evenementen in Zuidoost toe.
10
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
In 2012 is het stadsdeel een offensief gestart tegen malafide gebruik van woningen. Inmiddels is gebleken, mogelijk door dit offensief, dat het aantal nieuwe handhavingverzoeken is verdubbeld ten opzichte van 2011. Hieruit kan worden geconcludeerd dat voor het Handhavingsprogramma 2013 afgewogen moet worden op welke wijze en met welke intensiteit wij inzetten op handhaving.
3. Beleidkaders en bestuurlijke afspraken Voornemens bestuursakkoord: 119, 120, 121, 122, 123, 126, 127, 128, 129 en 130 Motie 69 dd. 28 juni 2011, Fatsoenoffensief Motie 33d dd. 26 juni 2012, Veiligheid Stedelijke beleidskaders
•
Veiligheidspan Amsterdam 2012-2014 Regionaal Stadsdeel beleidskaders
•
Regionaal Veiligheidsplan 2012-2014 • Stadsdeel beleidskaders Handhavingsprogramma 2013 (2012) Jaarprogramma Veiligheid 2013 (2012)
Programma Jeugd & Veiligheid (2012 – 2014) Bestrijding drugsoverlast Amsterdam Zuidoost-Rapportage 2008 (2009) Drugsnota Zuidoost 2006-2010 (2006) Convenant Bestrijding Drugsoverlast Amsterdam Zuidoost 2006-2010 (2006) 4.
Wat gaat het bestuur hiervoor doen?
Maatschappelijk effect 1: een verbeterde score op de veiligheidsindex 1. Inzetten van BOA’s. 2. Inzetten van toezichthouders. 3. Inzetten van toezichthouders. Inclusief voor het nachtelijk toezicht in de vernieuwingsgebieden. 4. Inzetten van toezichthouders voor het beheer en uitlezen van camera’s in openbare ruimte. 5. Meerdere malen op meerdere manieren burgers informeren over het veiligheidsbeleid. 6. Inzetten van juristen voor handhaving. Resultaatindicatoren per doel 1. aantal BOA’s 2. aantal toezichthouders
Nulmeting begroting 2011 14 7
2013
2014
15
15
15
202
7
7
7
202 202
2015 en 2016
Product nr.
3. aantal particuliere toezichthouders 4. wekelijks aantal fte aan cameratoezichthouders (4 dagen/week)
7
7
7
7
2
2
2
2
5.1 jaarlijks aantal stadsdeelkrant, huis-aan-huis verspreid 5.2 aantal jaarlijkse veiligheidsmarkten 5.3 jaarlijks aantal veiligheidsoverleggen op buurtniveau 6. aantal juristen
12
24
24
24
202
3
1
1
1
202
4
4
4
4
202
3
3
3
3
202
202
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
11
Maatschappelijk effect 2: afname van de drugsoverlast 1. Versterken samenwerking ketenpartners. 2. Realiseren permanente woonvoorzieningen voor verslaafden. 3. Aanbieden van dagbesteding op maat. Resultaatindicatoren per doel
Nulmeting begroting 2011
1. operationeel overleggen 2. aantal permanente woonvoorzieningen 3. cliënten met dagbesteding/betaald werk (%)
2015 en 2016
Product nr.
2013
2014
12
9
9
9
202
4
5
5
5
202
66
67
70
70
202
Maatschappelijk effect 3: het verminderen van de overlast van jongeren 1. Voorkomen van overlast door jeugdgroepen. Resultaatindicatoren per doel 1. aantal jeugdgroepen waarvoor een plan van aanpak wordt opgesteld en uitgevoerd
12
Nulmeting begroting 2011 nader te bepalen
2013
2014
1
1-2
2015 en 2016 1-2
Product nr. 201
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
Prioriteit zonder eigen dekking Toezicht veiligheid EGK-Buurt De veiligheid in De EGK-buurt is de afgelopen jaren verbeterd, maar de scores voor overlast en geweld gemeten via de veiligheidsindex van de gemeente Amsterdam zijn relatief nog steeds hoog. Ondanks extra inzet door politie en stadsdeel met middelen vanuit de Wijkaanpak, blijft de overlast een punt van aandacht. Vanaf 2013 komt de Wijkaanpak EGK-buurt te vervallen. Voor de continuering van leefbaarheidstoezicht in de EGK-buurt is daarom extra budget nodig. Maatschappelijk effect
BA 119, 120, 121, 123, 127, 128 en 130
Bedrag (I/S)
2013: € 99.742 (I)
Programmaproduct
PP0202 Openbare orde veiligheid
Inhuur cameratoezichthouders Stadsdeel Zuidoost zet bij zes winkelcentra cameratoezicht in voor handhaving van de openbare orde en veiligheid. Wekelijks worden daarvoor 2 fte ingehuurd. De afgelopen jaren zijn de kosten daarvoor structureel gestegen. De hierdoor ontstane tekorten zijn jaarlijks incidenteel gedekt. Voor continuering van de huidige inzet is een structurele verhoging van € 20.000 nodig. Maatschappelijk effect
BA 119, 120, 121, 123, 127, 128 en 130
Bedrag (I/S)
2013: € 20.000 (S)
Programmaproduct
PP0202 Openbare orde veiligheid
Bijdrage stedelijke handhavingsacademie De ICT-projecten zijn belangrijk ter bevordering van stedelijke samenwerking. Een nadere doorrekening van de kosten voor verschillende stedelijke ICT-projecten is nog niet gereed. In het kader van de samenwerking hebben we een handhavingsacademie. De noodzakelijk bijdrage aan de handhavingsacademie is op dit moment voor 2013 en 2014 incidenteel ad € 25.000 in de begroting opgenomen. Deze bijdrage heeft echter een structurele karakter vanaf 2013. Maatschappelijk effect
een verbeterde score op de veiligheidsindex
Bedrag (I/S)
2013: € 25.000 (S)
Programmaproduct
PP0202
Maatschappelijk effect
een verbeterde score op de veiligheidsindex
Bedrag (I/S)
2013: € - 25.000 (I) 2014 € - 25.000 (I)
Programmaproduct
PP0202
Prioriteit met eigen dekking (uit stadsdeelfonds) Overdracht Handhaving Drank- en Horecawet Vanaf 1 januari 2013 zijn gemeenten verantwoordelijk voor handhaving van de Drank- en Horecawetgeving. In Amsterdam zal deze taak door de stadsdelen worden uitgevoerd. In het kader van het veiligheidsprogramma worden door het rijk niet geoormerkte middelen aan het gemeentefonds toegevoegd. Gemeenten dienen de handhaving zelf te gaan organiseren. Vooruitlopend op het Handhavingsprogramma 2013 wordt een extra inzet verwacht van € 100.000. Maatschappelijk effect
een verbeterde score op de veiligheidsindex
Bedrag (I/S)
2013: € 100.000 (S)
Programmaproduct
PP 202
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
13
Prioriteiten met dekking uit Fonds Sociaal Domein Drugspreventie en dagbesteding Drugspreventie is ter voorkoming van drugsgebruik- en misbruik. Er worden preventieactiviteiten voor jongeren uitgevoerd om de aanwas van jonge drugsgebruikers te beperken. Met de mogelijke komst van een coffeeshop in Zuidoost zal extra aandacht besteed moeten worden aan preventie. Door middel van voorlichting op scholen wordt kennis over drugsgebruik bijgebracht en worden de risico’s bespreekbaar gemaakt. Jongerenwerkers, hulpverleners, leerplichtambtenaren en leerkrachten worden getraind in het herkennen van drugsproblematiek zodat zij problemen in een vroeg stadium signaleren en kunnen voorkomen dat problemen uit de hand lopen. Daarnaast worden ouders en verzorgers ook geïnformeerd over drugsgebruik. Maatschappelijk effect
BA 129
Bedrag (I/S)
2013: € 25.000 (I)
Programmaproduct
PP0202 Openbare orde veiligheid
Vergroten bewonersbetrokkenheid bij veiligheid Participatie speelt een belangrijke rol in het veiligheidsbeleid. Door burgers te informeren over de veiligheidssituatie en hen uit te nodigen zelf mee te werken aan de verbetering van de veiligheid wordt de veiligheidsbeleving positief beïnvloed. In 2013 wordt daarom verder ingezet op het verhogen van de betrokkenheid bij veiligheid. We doen dit door het aanbieden van workshops Meld Misdaad Anoniem en trainingen met thema’s zoals conflictbemiddeling bij burenruzies. Maatschappelijk effect
BA 119, 120, 121, 123, 127, 128 en 130
Bedrag (I/S)
2013: € 30.000 (I)
Programmaproduct
PP0202 Openbare orde veiligheid
Jeugd en Veiligheid (budget uit FSD, maar geen onderdeel van het participatieplan) Voor de periode 2012 – 2014 is het programma Jeugd en veiligheid vastgesteld. Voor 2013 en 2014 is al financiering aangevraagd vanuit het budget Hervorming Stedelijke Vernieuwing (HSV) dat door de centrale stad beschikbaar is gesteld voor de buurtcombinaties Bijlmer Centrum en Holendrecht/Reigersbos. Om ervoor te zorgen dat de behaalde resultaten in het terugdringen en voorkomen van jeugdoverlast behouden blijven is conform de begroting van het programma Jeugd & Veiligheid per jaar minimaal een bedrag van € 200.000 nodig. Dit is voor de gebieden, buiten Bijlmer Centrum en Holendrecht/Reigersbos. Het is nodig om te kunnen reageren op signalen van jeugdoverlast. Gedacht wordt aan de EGK-Buurt, waar de financiering vanuit de wijkaanpak komt te vervallen en aan Gein.
14
Maatschappelijk effect
BA 126
Bedrag (I/S)
2013: € 200.000 (I) 2014: € 200.000 (I)
Programmaproduct
PP0202 Openbare orde veiligheid
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Baten
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012
2.568
30
0
0
0
0
377
3.037
1.704
1.624
1.624
1.624
2.191
3.007
1.704
1.624
1.624
1.624
Onttrekking aan reserves
0
0
0
0
0
0
Toevoegen aan reserves
0
0
0
0
0
0
1.704
1.624
1.624
1.624
Lasten Resultaat voor bestemming
Resultaat na bestemming
2.191
3.007
Het resultaat voor bestemming van het programma Openbare orde en veiligheid daalt in 2013 met € 1,3 miljoen (van € 3 miljoen naar € 1,7 miljoen). Er is sprake van € 30.000 lagere baten en € 1,3 miljoen lagere lasten. Ontwikkeling lasten De lagere lasten van € 1,3 miljoen zijn als volgt te verklaren: In 2013 vervallen de volgende incidentele prioriteiten voor een totaal bedrag van € 600.000. Het betreft: • Voor Jeugd en Veiligheid het budget van € 150.000 voor de buurt- en staatcoaches en het algemeen inzetbaar budget van € 250.000, in totaal een budget van € 400.000. • Voor cameratoezicht het budget van € 125.000 voor het cameratoezicht in Holendrecht. • De budgetten van in totaal € 74.000 voor zinvolle dagbesteding en drugspreventie. In 2013 vervalt het incidenteel budget van € 100.000 voor cameratoezicht in Holendrecht, dat in 2012 beschikbaar is vanuit de jaaroverschrijdende projecten, rekening 2011. In 2013 vervalt het budget van € 30.000 voor het vergroten van de bewoners bij veiligheid vanuit het participatie programma is komen te vervallen. De lagere lasten voor een totaal bedrag van € 600.000 zijn het gevolg van de gewijzigde doorbelastingsystemiek. De doorbelastingsystematiek is vanaf 2013 in het kader van Besturen zonder ballast aangepast aan de stedelijke richtlijnen. Ontwikkeling baten De baten zijn in 2013 afgenomen met € 30.000 omdat er in 2013 geen opbrengsten zijn opgenomen voor de mulderfeiten. Mutaties reserves Aan programma 2 zijn geen reserves gekoppeld.
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
15
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
Baten begroting 2012
0
0
0
Totaal baten begroting 2013
0
0
0
1.704
1.624
1.624
Toezicht Veiligheid EGK buurt
100
0
0
Inhuur cameratoezichthouders
20
20
20
Bijdrage Stedelijke Handhavingsacademie
25
25
25
Bijdrage Stedelijke Handhavingsacademie
-25.
-25
0
Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
120
45
45
Lasten begroting 2012 Prioriteiten zonder eigen dekking:
Prioriteiten met eigen dekking: Overdracht handhaving Drank - en horecawet
100
100
100
-100
-100
-100
0
0
0
Drugspreventie en dagbesteding
25
0
0
Vergroting bewonersbetrokkenheid bij veiligheid
30
0
0
Rijksbijdrage Totaal prioriteiten met eigen dekking Prioriteiten met dekking FSD
Jeugd en veiligheid
200
200
0
-255
-200
0
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
1.824
1.669
1.669
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t. 0
0
0
0
Dekking uit stelpost FSD Totaal prioriteiten met dekking FSD
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
16
0
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
17
Programma 3 Verkeer en infrastructuur Het programma Verkeer en infrastructuur richt zich op het in stand houden en verbeteren van de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid in het stadsdeel. Hiervoor wordt verkeersonderzoek verricht, verkeersbeleid opgesteld en verkeersmaatregelen uitgevoerd. Het geformuleerde beleid vormt een bouwsteen voor fysieke ingrepen en ruimtelijke plannen van het stadsdeel. Daarnaast draagt dit programma bij aan het realiseren van stedelijk en regionaal verkeersbeleid.
1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten: 1. Een goed bereikbaar stadsdeel Zuidoost (BA 68, 69, 70, 71, 72). 2. Een verkeersveilige openbare ruimte stadsdeel Zuidoost. 3. Voldoende parkeervoorzieningen (BA 66, 67). Effectindicatoren 1. 2. 3.
toename tevredenheid openbaar vervoer vermindering geregistreerde verkeersslachtoffers toename tevredenheid parkeervoorzieningen
Nulmeting
2013
begroting 2011
2014 (Endterm)
2015 en 2016
7,5 (2009)
7,6
7,7
7,7
89 (IVV 2010)
88
87
87
6,9 (2009)
6,9
7,7
7,7
2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Openbaar Vervoer Op regionaal niveau werkt het stadsdeel mee aan het Rijksproject Planstudie OV-SAAL. In deze studie wordt onderzoek gedaan naar de optimalisatie van de openbaar vervoerverbindingen tussen SchipholAmsterdam-Almere en Lelystad. Wij leveren een bijdrage aan diverse door de Stadsregio Amsterdam geïnitieerde openbaar vervoerstudies. En aan de voltooiing van het project Zuidtangent. Dit is een rechtstreekse snelbusverbinding die IJmuiden met IJburg moet gaan verbinden via Haarlem, Schiphol, Amstelveen en Zuidoost. De voorgenomen bezuinigingen van het kabinet op het openbaar vervoer hebben verstrekkende gevolgen voor Zuidoost, bijvoorbeeld mogelijke vermindering van de frequentie van busdiensten en beperking van de bereikbaarheid van wijken met het openbaar vervoer. Wij willen deze ontwikkelingen tegenhouden. Ook blijven wij pleiten voor een 24-uursdienst van de metro omwille van de bereikbaarheid van het ArenAPoort/Zuidoostlob-gebied; Zuidoost als het tweede uitgaanscentrum van de stad; en om de werkgelegenheidskansen voor bewoners van Zuidoost te verbeteren. Fijnmazig openbaar vervoer Het stadsdeel streeft naar een gereguleerd en betaalbaar fijnmazig openbaar vervoersysteem dat zoveel mogelijk voldoet aan de behoeften van gebruikers. Begin 2012 is een programma van eisen voor dit fijnmazig openbaar vervoersysteem vastgesteld. In 2012 is hiervoor een plan van aanpak en een businesscase gemaakt, de onderzoeksresultaten worden in het najaar 2012 aangeboden aan de raad. Na goedkeuring van de businesscase en het plan van aanpak zal met de voorbereiding van de uitvoering worden gestart. Aan het invoeren van het Pilotproject Fijnmazig Vervoer zijn kosten verbonden. Het gaat hier voornamelijk om de kosten van voorbereiding en implementatie en promotie. Hiervoor is in 2013 incidenteel aanvullende financiering nodig.
Programma 3 Verkeer en infrastructuur
19
Regie op evenementenverkeer - bereikbaarheid ArenaPoort/Zuidoostlob Voor het borgen van de bereikbaarheid in het ArenAPoort gebied/Zuidoostlob, vooral bij evenementen, wordt een publiek-private Regieorganisatie ingesteld. Hier nemen wij aan deel samen met de centrale stad, Ouderamstel, Diemen en evenementenorganisaties. Wij participeren op bestuurlijk en ambtelijk niveau en in de uitvoering. De Regieorganisatie zorgt voor de regie en uitvoering van BLVC1-maatregelen bij evenementen en stelt een integrale gebiedsgerichte visie /aanpak voor Zuidoost op, binnen de
ruit. Mobiliteitsbeleid Door mobiliteitsmanagement en duurzaam mobiliteitsbeleid wordt de samenhang tussen de diverse vervoersvormen, de gebruikers en de beschikbare infrastructuur verbeterd. Het integraal mobiliteitsmanagement en duurzaam mobiliteitsbeleid wordt vastgelegd in een nota. Het deel Integraal Mobiliteitsmanagement heeft een tijdshorizon van 2012-2020 en richt zich op het efficiënt gebruik van spoor-, weg- en parkeercapaciteit in relatie tot de leefbaarheid en de verkeersveiligheid. Het deel Duurzaam Mobiliteitsbeleid met een tijdshorizon 2020-2040 geeft de beleidsvisie van het stadsdeel weer en schept de verkeerskundige voorwaarden voor de realisatie van de Structuurvisie Zuidoost. Deze producten worden van 2012 tot 2013 uitgewerkt waarbij de Nota Mobiliteitsmanagement prioriteit heeft. Bij de totstandkoming van de nota worden de volgende ontwikkelingen betrokken: • het verkeer en vervoersplan Zuidoostlob (VVPZOL) dat najaar 2012 wordt vastgesteld; • de Mobiliteitsaanpak Amsterdam (MAA): het overkoepelend stedelijk mobiliteitsbeleid van de gemeente Amsterdam dat najaar 2012 wordt vastgesteld en een breed scala aan mobiliteitsvraagstukken behandeld zoals het nieuwe parkeerbeleid, MJP Fiets, OV visie en de uitwerking van plusnetten, P+R beleid, Touringcarbeleid, Taxibeleid, het meerjarenplan Verkeersveiligheid en Luchtkwaliteit.
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken Voornemens uit het bestuursakkoord: 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72 en 73 Motie 70 dd. 28 juni 2011, Kosten onderzoek fijnmazig openbaar vervoer • Stedelijke beleidskaders Duurzaam mobiliteitsbeleid (2013) Nota mobiliteitsmanagement (2012) Meerjarenplan Fiets 2012-2016 (2012) Beleidsvisie Openbaar Vervoer (2012) Uitvoeringsbeleid Parkeren (2011) • Stadsdeel beleidskaders Duurzaam mobiliteitsbeleid (2013) Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening stadsdeel Zuidoost 2012 (2012) Fietsnota Zuidoost 2012-2014 (2011) Notitie parkeerbeleid (2011)
1
Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie
20
Programma 3 Verkeer en infrastructuur
4.
Wat gaat het bestuur hiervoor doen?
Maatschappelijk effect 1: Een goed bereikbaar stadsdeel Zuidoost 1. Er wordt een nota over de bereikbaarheid en mobiliteit in het stadsdeel opgesteld. 2. realisatie van gereguleerd, betaalbaar, fijnmazig vervoer. 3. Maatregelen uit de Acties fietsnota Zuidoost op de Fiets 2010-2014 worden uitgevoerd, in samenhang met maatregelen uit het stedelijke Meerjarenplan Fiets 2012-2016 Resultaatindicatoren per doel 1 mobiliteitsnota ZO is opgesteld
2. pilotproject fijnmazig vervoer wordt uitgevoerd
3. meerjarenuitvoeringsplan fietsbeleid is gereed en in uitvoering genomen
Nulmeting
2013
begroting 2011
besluit tot opstellen van de nota vastgesteld PVE voor een uitvoeringsplan van de pilot met behulp van particuliere initiatieven fietsnotitie is vastgesteld
2014 (Endterm)
2015 en 2016
Product nr.
nota vastgesteld
uitvoering
uitvoering
301
uitvoering pilot
uitvoering, monitoring en evaluatie gaande
maatregel n.a.v. 2014
301
uitvoering wordt gestart
uitvoering wordt voortgezet
idem
301
Maatschappelijk effect 2: Een verkeersveilige openbare ruimte in stadsdeel Zuidoost Periodiek onderzoek naar de verkeersveiligheid in het stadsdeel om in geval sprake is van verslechtering maatregelen te nemen. Resultaatindicatoren per doel Uitvoering verkeersveiligheid monitor
Nulmeting
2013
begroting 2011
monitor wordt uitgevoerd
monitor uitgevoerd
2014 (Endterm) monitor uitgevoerd
2015 en 2016 monitor uitgevoerd
Product nr. 301
Maatschappelijk effect 3: Voldoende parkeervoorzieningen 1. Betaald parkeren wordt ingevoerd als proef in vier gebieden (H-buurt in 2013). 2. Er wordt periodiek een onderzoek uitgevoerd om de effecten van het parkeerbeleid te meten en inzicht te krijgen waar knelpunten zich voordoen. Resultaatindicatoren per doel
Nulmeting
2013
begroting 2011
1. betaald parkeren is ingevoerd in delen van het stadsdeel
er is geen betaald parkeren
2. onderzoek is uitgevoerd naar effecten van parkeerbeleid
n.v.t.
Programma 3 Verkeer en infrastructuur
invoering fiscaal parkeren in uitvoering (H-buurt) inzicht in effecten van parkeerbeleid door parkeeronderzoeken
2014 (Endterm)
2015 en 2016
Product nr.
evaluatie
afhankelijk van 2014
303
voorstellen voor maatregelen ter oplossing van knelpunten
afhankelijk van 2014
303
21
Prioriteit zonder eigen dekking Parkeeronderzoeken en Parkeermotiefmetingen Het parkeerbeleid van het stadsdeel is geëvalueerd. Het evaluatierapport naar de doelmatigheid van de uitvoering concludeert onder anderen: In de begroting is er alleen voor het project ‘Invoeren betaald Parkeren’ een budget opgenomen’. Om buiten het pilotgebied parkeergedrag doeltreffend te kunnen monitoren, om snel en efficiënt te kunnen reageren op ongewenste parkeerontwikkelingen en om klachten het parkeren betreffend snel en doelmatig te kunnen afhandelen (binnen zes weken), zijn parkeeronderzoeken nodig. Het gaat hierbij om onderzoeken naar de parkeerdruk, de parkeerduur, het parkeermotief en onderzoek naar de herkomst van de parkeerders. Hiervoor is een budget nodig. Om het parkeergedrag buiten de pilotgebieden te kunnen monitoren zijn, circa tien parkeeronderzoeken per jaar nodig. Een dergelijk onderzoek kost gemiddeld ca. € 5000. Voor 2013 wordt voor deze tellingen een incidentele prioriteit voorgesteld van € 25.000. Voor 2014 zal worden bekeken of deze kosten kunnen worden gedekt uit het parkeerfonds ZO. Hier wordt in de begroting 2014 nader op teruggekomen. Maatschappelijk effect
BA 66 en 67. Tevredenheid over parkeervoorzieningen
Bedrag (I/S)
2013: € 25.000 (I)
Programmaproduct
PP0303
Pilotproject Fijnmazig vervoer in Zuidoost. In 2012 zal het plan van aanpak en de businesscase voor de pilot Fijnmazig vervoer gereed komen. Indien deze vastgesteld worden betaalt stadsdeel Zuidoost de kosten van de voorbereiding en de promotie. Hiervoor is incidenteel financiering nodig voor 2013. De uitvoeringskosten van de pilot worden geschat op € 300.000. Hiervoor wordt gezocht naar externe financiering. In de 1ste Bestuursrapportage 2013 zal dit weer aan de orde komen. Maatschappelijk effect
BA 68, 69, 70, 71 en 72. Tevredenheid Openbaar Vervoer
Bedrag (I/S)
2013: € 30.000 (I)
Programmaproduct
PP0301
Aanleg blauwe zones K-Buurt Er vindt een onderzoek plaats naar de aanleg van een blauwe zone in de K-buurt. De totale kosten voor de aanleg worden vooralsnog geraamd op € 125.000. Een dekkingsbron voor de aanlegkosten is nog niet voorhanden.
22
Maatschappelijk effect
Voldoende parkeervoorzieningen
Bedrag (I/S)
2013: € 125.000 (I) 2014: € 75.000 (I)
Programmaproduct
PP0303
Programma 3 Verkeer en infrastructuur
Uitvoeringsplan Fietsbeleid Op basis van de acties uit de fietsnota Zuidoost op de fiets 2010-2014 worden projecten en activiteiten uitgevoerd. Voor de hieronder genoemde projecten is voor € 11.000 dekking uit ISV-gelden. Daarnaast wordt hier nog € 54.000 aangevraagd voor 2013. Aanpak verkeerssituatie kruising Dalwijkdreef-Dolingadreef op aanwijzing van de stedelijke werkgroep Blackspots. Deze aanpassing heeft tot doel de verkeerssituatie voor fietsers te verduidelijken en te voorkomen dat fietsers op de Daalwijkdreef belanden. Het stadsdeel is verplicht wenselijke aanpassingen die worden vastgesteld door deze werkgroep te financieren. De kosten voor deze aanpassing bedragen € 50.000. Aanpassing bewegwijzering doorgaande fietsroutes: bij de vernieuwing zijn verschillende doorgaande fietsroutes verplaatst. Als gevolg hiervan is de te volgen route, vooral bij de plangrenzen, niet altijd meer duidelijk en komt het voor dat fietsers van de doorgaande route afraken en in een woonwijk belanden. Om dit te herstellen dient extra bewegwijzering aangebracht te worden. Hiervoor is een investering noodzakelijk van € 15.000. Maatschappelijk effect
Een goed bereikbaar stadsdeel Zuidoost
Bedrag (I/S)
2013: € 54.000 (I)
Programmaproduct
PP0301
Prioriteit met eigen dekking Handhaving blauwe zones In 2013 – 2014 zullen de blauwe zones gehandhaafd dienen te worden. Door deze handhaving zullen er inkomsten gegenereerd worden op basis van de ‘vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving parkeren en overlast’ (Mulderfeiten). De inkomsten worden gebruikt ter dekking van de parkeerhandhavers die sinds 1 april 2012 van de Dienst Stadstoezicht zijn overgekomen en nu in dienst zijn van het stadsdeel. In de risicoparagraaf wordt dit onderwerp ook behandeld. Maatschappelijk effect
Voldoende parkeervoorzieningen
Bedrag (I/S)
2013: € 100.000 (I) 2014: € 100.000 (I)
Programmaproduct
PP0303
Programma 3 Verkeer en infrastructuur
23
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Baten
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012
268
265
1
131
131
131
Lasten
1.333
1.813
1.190
1.156
1.156
1.156
Resultaat voor bestemming
1.065
1.548
1.189
1.025
1.025
1.025
Onttrekking aan reserves
391
18
200
200
Toevoegen aan reserves
400 1.071
825
825
Resultaat na bestemming
1.065
1.557
1.025
Het resultaat voor bestemming van het programma Verkeer en infrastructuur daalt in 2013 met € 358.000. Er is sprake van € 264.000 lagere baten en € 622.000 lagere kosten. Ontwikkeling baten De lagere baten van € 264.000 hebben betrekking op onderstaande ontwikkeling: • € 100.000 lagere inkomsten vanuit de parkeerhandhaving Blauwe Zones. Deze post wordt elk jaar incidenteel opgenomen in afwachting van de besluitvorming omtrent betaald parkeren. In de perspectiefnota 2013 zijn incidentele prioriteiten voor 2013 en 2014 aangevraagd voor € 100.000. • In de begroting 2012 is € 164.000 opgenomen aan inkomsten uit betaald parkeren. De inkomsten en uitgaven voor betaald parkeren worden nog opgenomen in de begroting 2013. Ontwikkeling lasten De lagere lasten van € 623.000 hebben betrekking op onderstaande ontwikkelingen: • € 20.000 lagere lasten vanuit het Pilot project fijnmazig vervoer. In de perspectiefnota 2013 is voor de begroting 2013 een incidentele prioriteit aangevraagd van € 30.000 ter voorbereiding van de uitvoering. • € 100.000 lagere lasten uit de parkeerhandhaving Blauwe Zones. Deze post wordt elk jaar incidenteel opgenomen in afwachting van de besluitvorming omtrent betaald parkeren. In de perspectiefnota 2013 zijn incidentele prioriteiten voor 2013 en 2014 aangevraagd voor € 100.000. • € 25.000 lagere kosten verkeersregelaars. In de perspectiefnota 2013 is een incidentele prioriteit aangevraagd. Zolang er nog geen besluit wordt genomen over de feitelijke verplaatsing van de zaterdag markt op Ganzenhoef dienen de verkeersregelaars te worden ingezet. • € 501.000 lagere lasten invoeren betaald parkeren als gevolg van incidentele prioriteiten in 2012 ter invoering van betaald parkeren. • € 23.000 per saldo hogere lasten als gevolg van doorbelastingseffecten van apparaatskosten en diverse kleine mutaties binnen dit programma. Budgettair neutrale ontwikkelingen Voor dit programmahoofdstuk zijn geen budgettair neutrale ontwikkelingen te melden. Mutaties reserves Bij dit programma horen de volgende reserves • Reserve Parkeerfonds • Reserve Parkeerhandhaving De mutaties in de reserves worden toegelicht in de productenraming.
24
Programma 3 Verkeer en infrastructuur
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000 Baten begroting 2012 Totaal baten begroting 2013 Lasten begroting 2012
2013
2014
2015
1
131
131
-1
-131
-131
1.190
1.156
1.156
25
0
0
Prioriteiten zonder eigen dekking: Parkeeronderzoeken en Parkeermotief metingen Pilotproject Fijnmazig vervoer in Zuidoost Aanleg Blauwe zones K-Buurt Uitvoeringsplan Fietsbeleid Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
30
0
0
125
75
0
65
0
0
245
75
0
Prioriteiten met eigen dekking: 100
100
0
-100
-100
0
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
1.435
1.231
1.156
Onttrekking aan reserves 2012
18
200
200
200
200
0
0
Handhaving blauwe zones Inning parkeerboetes Totaal prioriteiten met eigen dekking
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013 Onttrekking aan reserves begroting 2013
n.v.t. 18
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 3 Verkeer en infrastructuur
0
25
Programma 4 Werk, inkomen en economie Dit programma gaat over beleid en uitvoering ten aanzien van werk (werkgelegenheid en re-integratie), inkomen (schuldhulpverlening) en economie (o.a. markten, winkelgebieden, horeca en overige ondernemingen). Wij willen sturen op ondernemerschap, werkgelegenheid en zelfredzaamheid. De economische ontwikkeling van het stadsdeel, juist in deze tijd, blijft belangrijk. Wij zullen daar waar mogelijk de lokale economie stimuleren en lokaal ondernemerschap bevorderen door in te zetten op zelfstandige ondernemers, maar ook op creatieve ondernemers en ontwikkeling van fysieke ruimte voor ondernemers. De mensen en ondernemers in het stadsdeel hebben zicht op perspectief nodig, om zo een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van het stadsdeel. Er zal blijvend ingezet worden op een sterke economie en ondernemersondersteuning, maar ook op werkgelegenheid. Wij zullen initiatieven stimuleren die het stadsdeel aantrekkelijk maken om bezocht te worden. Het centrumgebied de ArenAPoort vervult hierbij met zijn entertainmentfunctie een belangrijke rol. De ambitie is om ArenAPoort door te laten groeien tot een gebied met regionale aantrekkingskracht. Voorzieningen als de Heineken Music Hall, de Pathé bioscoop, de Ziggo Dome en de Mediamarkt zijn essentieel, maar ook de hotelontwikkelingen en Endemol. Dit alles draagt bij aan de economische kracht van het centrumgebied en Amsterdam Zuidoost. Hierbij is de inzet op de bereikbaarheid van Zuidoost met de metro gedurende 24 uur per dag van belang en het verder versterken van het voorzieningenniveau in Amsterdam Zuidoost. Ook zal er inzet zijn op de (sociaaleconomische) ontwikkeling en activering van de bewoners van Amsterdam Zuidoost. Onder de beroepsbevolking is sprake van hogere werkloosheid dan gemiddeld. Veel werklozen beschikken niet over de juiste papieren en door de economische crisis wordt het voor deze groep steeds moeilijker werk te vinden. Inzet is dan ook om in samenwerking met de partners in het stadsdeel werkgelegenheids- en opleidingstrajecten op te blijven zetten en uit te voeren. Het succes wordt bepaald door het samenspel met de afzonderlijke ketenpartners (DWI, UWV, Jongerenloket, bedrijfsleven en onderwijs) en dit vraagt dan ook om continue afstemming, contact en bijsturing.
1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten: 1. Grotere tevredenheid van de bewoners over de eigen buurt (BA 45, 46, 47, 49, 52, 58). 2. Grotere tevredenheid over de ontwikkeling van de eigen buurt (BA 45, 46, 54, 55, 57). 3. De koopkrachtbinding aan het stadsdeel is toegenomen (BA 49, 53, 45, 47). 4. De bedrijvigheid in het stadsdeel is toegenomen (BA 46). 5. Het werkzaam deel van de beroepsbevolking is verhoogd (BA 59). Effectindicatoren 1. tevredenheid bewoners over eigen buurt (nulmeting is niet op buurtniveau) 2. tevredenheid bewoners over buurtontwikkeling (nulmeting is niet op buurtniveau) 3. percentage koopkrachtbinding aan het eigen stadsdeel, dagelijks en niet-dagelijks. 4. bedrijfsvestigingen 5. werkzaam deel beroepsbevolking in procenten
6,8 (2009)
6,8
2014 (Endterm) 6,8
6,5 (2009)
6,8
7,0
7,0
82 (2009-2010) 63 (2009-2010) 4.629 (2010)
82
82
82
68
70
70
4.800
4.800
4.800
90 (2010)
92
93
93
Nulmeting
Programma 4 Werk, inkomen en economie
2013
2015 en 2016 6,8
27
2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Arbeidsmarkt, werk en inkomen Werkgelegenheid Wij zetten breed in op het stimuleren van werkgelegenheidsprojecten in samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven en de centrale stad. Dit is ook een belangrijk onderdeel van het participatieprogramma. Daarnaast worden er evenementen gehouden zoals de banenmarkt. Voor Amsterdam en specifiek voor Zuidoost liggen er kansen in de zorg, dienstverlening en ICT. Schiphol, Aalsmeer en Amstel III met ondermeer het AMC zijn belangrijke gebieden met werkgelegenheid. Er zal verder worden geïnvesteerd in het ‘werkend netwerk’ onder meer om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te bevorderen.Hiervoor is het vaak noodzakelijk dat wij het eerste initiatief nemen om partijen bijeen te brengen en zo mogelijkheden af te tasten. Dit actieve netwerk van belangrijke partners voor de arbeidsmarkt in Zuidoost is bedoeld om gezamenlijke initiatieven te laten ontstaan. Vaak is het noodzakelijk dat wij het voortouw nemen om partijen bijeen te brengen en zo mogelijkheden af te tasten. Kansrijk Zuidoost is hierbij een belangrijk samenwerkingspartner, zeker waar het gaat om het bereiken van inwoners en het toeleiden naar (regulier) aanbod. Leerwerktrajecten De werkgelegenheid staat door de economische ontwikkelingen onder druk. Tegelijkertijd kent Zuidoost te veel mensen die aan de kant staan. Wij zetten ons in 2013 nadrukkelijk in om zoveel mogelijk mensen naar werk te begeleiden. Middels Offensief 100 van de raad en middels het Programma Participatie 2012-2014 zijn in 2012, samen met de jaarlijkse structurele inzet (werkgelegenheid en social return), vele tientallen leerwerktrajecten aangeboden. In 2013 intensiveren wij deze inzet nog eens. Mede door de extra financiering vanuit de zogenaamde HSV-gelden starten in 2013 minimaal 250 leerwerktrajecten. Om dit te realiseren werken wij nauw samen met Dienst Werk en Inkomen, Kansrijk, opleidingsinstanties en het lokale bedrijfsleven. Er wordt ingesprongen op mogelijkheden en behoeften die er liggen op de (lokale) arbeidsmarkt. De focus hierbij ligt op kansrijke economische sectoren, zoals de zorg, entertainment en leisure, ICT, dienstverlening en de auto- en transportbranche. Taaltrajecten Vanuit het Rijk is gekozen voor een forse herziening van het inburgeringbeleid. De verantwoordelijkheid voor de inburgering komt bij de inburgeraar te liggen. Subsidies voor inburgering en integratie worden afgeschaft. Dit betekent voor Amsterdam in de komende twee jaar een afbouw van de inburgering zoals wij die tot nu toe kennen, naar een nulstand in 2014. Onduidelijk is of er nog een inburgeringstaak voor de gemeente overblijft. Voor Zuidoost heeft dit tot gevolg dat er in 2013 geen nieuwe reguliere trajecten meer zijn voor inburgeraars uit het stadsdeel. Lopende trajecten kunnen worden afgerond. Als alternatief stelt DWI verkorte taaltrajecten beschikbaar. Deze zijn korter dan inburgeringstrajecten en leiden niet toe naar een officieel examen. De exacte omvang van het aantal voor Zuidoost beschikbare verkorte trajecten in 2013 en 2014 is nog onduidelijk. De prognose van het aantal taaltrajecten voor 2013 en 2014 wordt naar beneden bijgesteld. Ondernemersbeleid Ondernemershuis Zuidoost Het Ondernemershuis wordt gecontinueerd. Het doel is het zelfstandig ondernemerschap en de financiële zelfredzaamheid van kleinschalige ondernemers actief te stimuleren en te ondersteunen. Ondernemershuis Zuidoost is opgezet als netwerkorganisatie die onder meer intensief samenwerkt met de Kamer van Koophandel en DWI. Het ondernemershuis zet onder meer in op: • Actief opzoeken van gevestigde ondernemers om hun vragen, wensen, behoeften en groeikansen in kaart te brengen. De ondernemers te ondersteunen in de vertaling hiervan naar een concreet trajectplan. Bij de uitvoering van het plan worden de ondernemers begeleid of doorverwezen naar netwerkpartners van het Ondernemershuis. • Actief opzoeken van creatieve ondernemers en hen ondersteunen bij de doorgroei of start van hun onderneming;
28
Programma 4 Werk, inkomen en economie
•
Organiseren van netwerkbijeenkomsten en collectieve voorlichtingsbijeenkomsten (bijvoorbeeld workshop duurzaam ondernemen).
Uitvoeringsagenda Ondernemersnota In het eerste kwartaal 2012 is de Ondernemersnota Zuidoost 2011 – 2014 door de stadsdeelraad vastgesteld. De Ondernemersnota geeft een vertaling van de economische ambities van stadsdeel Zuidoost en beschrijft de maatregelen die worden uitgevoerd. De Ondernemersnota Zuidoost 2011 – 2014 vormt de basis voor de opgestelde Uitvoeringsagenda Ondernemersnota Amsterdam Zuidoost 2012-2014. In dit document zijn de maatregelen uit de Ondernemersnota vertaald in concrete projecten en activiteiten (zoals Masterclasses voor ondernemers). Voor een deel gaat het om bestaande projecten en activiteiten die in uitvoering zijn genomen. Soms betreft het projecten en activiteiten die nieuw worden ontwikkeld en zullen worden uitgevoerd. Deze maatregelen en projecten zijn in nauwe samenwerking met partners uit het werkveld opgesteld. Startersfonds Zuidoost Het Startersfonds is opgezet om aan startende ondernemers krediet te verstrekken, dat niet door een bank verstrekt zou kunnen worden. Dit biedt ondernemers de kans om zo hun sociaaleconomische positie te verbeteren. Er wordt samengewerkt met het landelijke fonds microkredieten Qredits en het Garantiefonds Microkredieten Amsterdam. Daardoor kunnen niet alleen ondernemers uit het voormalig D2gebied, maar ook andere ondernemers uit Zuidoost aan een krediet worden geholpen. Kleinschalig vastgoed In 2013 wordt verder vorm gegeven aan de realisatie van kleinschalig vastgoed in Kortvoort. De Frankemaheerd wordt steeds meer een vestigingsplaats voor kleinschalige ondernemers. Ontwikkelingen elders in Amsterdam Zuidoost, zoals in het Amstel III gebied of rond het Anton de Komplein worden gefaciliteerd. Warenmarkten De economische versterking en een hogere kostendekkendheid van de markten staat centraal. De markten staan voor ingrijpende veranderingen. Een eerste stap is gezet met de verplaatsing van de markt Kraaiennest naar het Anton de Komplein. Horeca Zuidoost De wens is om kwalitatieve hoogwaardige horeca toe te voegen aan het bestaande aanbod en zo de aantrekkelijkheid van het stadsdeel te verhogen. Deze wens is bij diverse marktpartijen uitgezet. Belangrijke opgave hierbij is een horecagelegenheid in het Groengebied. Daarnaast biedt World of Food in de D-buurt mogelijkheden voor startende cateraars om een horecaonderneming op te zetten. Ook in Frankemaheerd schuilt een belangrijke horecaopgave. Wederom is er in 2013 het streven om evenementen en bijzondere markten te (laten) plaatsvinden die het stadsdeel op de kaart zetten. Inzet zal ook worden gepleegd op de ontwikkeling rond het Bijlmer Sportcentrum. Hier is in de plint horeca met terras voorzien. Ook is het zaak om de verschillende hotelontwikkelingen in het stadsdeel goed tot wasdom te laten komen.
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken • Stedelijke beleidskaders Amsterdam Winkelstad: Ruimtelijk Detailhandelsbeleid Amsterdam 2011 – 2015 Amsterdam Onderneemt! Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 Uitvoeringsagenda Amsterdam Onderneemt! 2011 – 2014 Werken het doel, Participeren de norm. Beleid re-integratie, inkomen, volwasseneneducatie en inburgering 2011 – 2014 (DWI). Kansen voor West / Kansen voor Amsterdam 2007-2013
Programma 4 Werk, inkomen en economie
29
• Stadsdeel beleidskaders (bestaand) Discussienotitie Economische Kansenzone (2009) Notitie Kostendekkendheid markten (2009) Notitie markt voor kleinschalig (betaalbaar) bedrijfsvastgoed in Amsterdam Zuidoost (2009) Plan van Aanpak arbeidsmarktbeleid (2008) Terrassen in Zuidoost (2008) Stagenotitie (2007) Notitie Social Return (2007) Beleidsplan Warenmarkten (2007) Horecanota 2007- 2012 (2007) Detailhandelsnota stadsdeel Amsterdam Zuidoost (2007) • Stadsdeel beleidskaders (nieuw) Ondernemersnota Amsterdam Zuidoost (2012) Uitvoeringsagenda Ondernemersnota Amsterdam Zuidoost (2012) Notitie verbetering warenmarkten Amsterdam Zuidoost (2012) Uitvoeringsplan Participatie Zuidoost 2012 (2012) Programma Participatie Zuidoost 2012-2014 (2011) ZO levendig en gastvrij. Nota Evenementenbeleid Amsterdam Zuidoost (2010)
4. Wat gaat het bestuur hiervoor doen? Maatschappelijk effect 1: grotere tevredenheid van bewoners over de eigen buurt 1. Eigenaar Frankemaheerd stimuleren tot (her)ontwikkeling gebouw met visies en ambities stadsdeel. 2. Cursus Duurzaam Ondernemen opzetten (toegankelijk voor alle ondernemers). 3. In samenwerking met sponsor wordt jaarlijkse ondernemersprijs ingesteld met duurzaamheid als criterium. 4. De inrichting van een ondernemershuis nieuwe stijl (netwerkorganisatie, ondersteuning/begeleiding jonge bestaande ondernemers, beperkte instroom nieuwe ondernemers met potentie). 5. In het kader van het Startersfonds wordt het verlenen van financieringen gecontinueerd. Resultaatindicatoren per doel
2013
1.
functiewijzigingen mogelijk maken
2.
de cursus is gestart
3.
ondernemersprijs uitge- voornemen is reikt akkoord
4.
het nieuwe Ondernevoornemen operationeel mershuis is in gebruik genomen vijf financieringen wor- Startersfonds in 10 financierinden jaarlijks toegekend uitvoering gen verleend door kredietverstrekker
5.
30
Nulmeting begroting 2011
overleg is gaan- uitvoering de waarbij stadsdeel eigen visie en ambities meegeeft voornemen is geen cursus. In akkoord plaats daarvan workshops prijs uitgereikt
2014
2015 en 2016
Product nr.
uitvoering
uitvoering
402
geen cursus. in plaats daarvan workshops
402
prijs uitgereikt
geen cursus. in plaats daarvan workshops prijs uitgereikt
operationeel
operationeel
402
20 financieringen verleend
30 financieringen verleend
402
402
Programma 4 Werk, inkomen en economie
Maatschappelijk effect 2: grotere tevredenheid over de ontwikkeling van de eigen buurt 1. Maatregelen in het kader van Kansenzone worden vastgesteld. 2. Het stadsdeel stimuleert de realisatie van een World of Food in Amsterdam Zuidoost. 3. Nagaan hoe het CEC-gebouw nog meer een hot spot c.q. multifunctioneel gebouw kan worden. 4. Met betrokkenen een integraal revitalisatieplan op- en vaststellen voor winkelcentrum Venserpolder. Resultaatindicatoren per doel 1. mix van maatregelen is gerealiseerd
2. plan is opgesteld door initiatiefnemer en wordt vastgesteld 3. plan van aanpak CEC gereed en verkenning uitgevoerd
4. revitalisatieplan is vastgesteld en ten uitvoer gebracht
Nulmeting Holendrecht aangewezen als kansenzone en investeringsaanvraag gedaan haalbaarheids onderzoek loopt besluit tot verkenning over te gaan
revitalisatieplan wordt met betrokkenen opgesteld
2013
2014
2015 en 2016
Product nr.
Kansenzone is afgelopen. budget is op.
Kansenzone is afgelopen. budget is op
Kansenzone is afgelopen. budget is op
402
World of Food wordt ontwikkeld. geen verkenning vanuit het stadsdeel. verkenning voert CEC en eigenaar uit. Stadsdeel volgt ontwikkelingen nauwlettend. uitvoering plan met betrokkenen
plan gerealiseerd
plan gerealiseerd
401
stadsdeel volgt ontwikkelingen nauwlettend
stadsdeel volgt ontwikkelingen nauwlettend
401
uitvoering plan met betrokkenen
uitvoering plan met betrokkenen
401
Maatschappelijk effect 3: koopkrachtbinding aan eigen stadsdeel 1. Ten behoeve van warenmarkten opstellen en uitvoeren promotieplan en aansluiting zoeken bij onderzoek stedelijke werkgroep herpositionering marktzaken en verbetering warenmarkten. 2. Ten behoeve van bijzondere markten wordt evenementenbeleid vastgesteld en worden initiatiefnemers gezocht om minimaal vier bijzondere markten te houden. 3. Inspanningen om minimaal vijf kwalitatieve horecagelegenheden in Zuidoost toe te voegen. Resultaatindicatoren per doel 1. promotieplan is opgesteld en uitgevoerd. stedelijk PvA over verbeterpunten is gereed
2. aantal markten waarvoor initiatiefnemers zijn gevonden 3. inspanningen gepleegd om mimimaal vijf kwalitatieve horecagelegenheden te laten realiseren
Nulmeting begroting 2011 stedelijk onderzoek wordt afgerond
2013
aanbevelingen uit stedelijk onderzoek overnemen, o.a. over integriteit. promotieplan is af overleg met overleg gaande. partijen is gaan- 1 bijzondere of de themamarkt wordt gehouden overleg met overleg met partijen is gaan- partijen over de invulling kwal. horeca in centrumgebied en groengebieden
Programma 4 Werk, inkomen en economie
2014
2015 en 2016
Product nr.
afgerond en in uitvoering
in uitvoering
401
initiatiefnemer(s) voor vier bijzondere markten 5 horecagelegenheden zijn gerealiseerd
initiatiefnemer(s) voor zes bijzondere markten 5 horecagelegenheden zijn operationeel en overleg gaande voor bijkomende horecagelegenheden
401
402
31
Maatschappelijk effect 4: de bedrijvigheid in het stadsdeel is toegenomen 1. Er wordt naar mogelijkheden gezocht om een containerpark voor ondernemers te realiseren. 2. Er wordt 1.400m2 betaalbare kleinschalige bedrijfsvastgoed gerealiseerd in Amsterdam Zuidoost door betrokkenen in lijn met het bestuursakkoord. 3. Lobbyen bij projectbureau Zuidoostlob opdat eigenaren van leegstaande panden in Amstelgebied panden ter beschikking stellen aan stadsdeel (zie 10 bedrijfsvestigingen). Resultaatindicatoren per doel 1. haalbaarheidsanalyse locaties en containerpark is uitgevoerd 2. er is een financiële reservering geplaatst ter stimulering van de realisatie van kleinschalige betaalbare bedrijfsvastgoed 3. lobby starten
2013
2014
2015 en 2016
verkenning wordt opgestart overleg met marktpartijen is gaande
verkenning gestaakt
verkenning gestaakt
verkenning gestaakt
401
realisatie betaalbare kleinschalige bedrijfsvastgoed
doelstelling is gehaald
lobby t.b.v. realisatie kleinschalig vastgoed wordt gecontinueerd
402
voorbereiding is gaande
lobby wordt gecontinueerd
lobby wordt gecontinueerd
lobby wordt gecontinueerd
402
Nulmeting begroting 2011
Product nr.
Maatschappelijk effect 5: werkzaam deel beroepsbevolking is verhoogd. 1. Toeleiding werklozen naar de arbeidsmarkt bevorderen door jaarlijks vijftig trajecten te realiseren. 2. Afstemming van maatregelen ten aanzien van arbeidsparticipatie met arbeidsmarktpartners. 3. Toepassen van Social Return. 4. Bevorderen van stagemogelijkheden. 5. Inburgeraars naar taaltrajecten leiden. Resultaatindicatoren per doel
32
Nulmeting begroting 2011
2013
2014
50
50
50
405
is onderdeel van het programma Participatie (uitwerking Offensief 100). definitief uitvoeringsplan is vastgesteld. uitvoeringsplan 2013 wordt tegelijk met de begroting vastgesteld
is onderdeel van het programma Participatie (uitwerking Offensief 100). definitief uitvoeringsplan is vastgesteld. uitvoeringsplan 2013 wordt tegelijk met de begroting vastgesteld 110
405
2015 en 2016
Product nr.
1. aantal gerealiseerde toeleidingstrajecten
project is geformuleerd
2. afspraken over vast te stellen prioriteiten arbeidsmarkt
conferentie gehouden
3. aantal geworven stageen arbeidsplaatsen in kader van Social Return 4. afspraken met ketenpartners voor voldoende aanbod stageplaatsen: aantal stageplaatsen in stadsdeelorganisatie 5. 350 taaltrajecten realiseren; 250 participatietrajecten zijn gerealiseerd
85 stages gerealiseerd
95
is onderdeel van het programma Participatie (uitwerking Offensief 100). definitief uitvoeringsplan is vastgesteld. uitvoeringsplan 2013 wordt tegelijk met de begroting vastgesteld 100
overleg wordt gevoerd
375
500
500
405
voornemen geaccordeerd
200 50
100 50
100
405
405
50
Programma 4 Werk, inkomen en economie
Prioriteiten zonder eigen dekking Ontwikkelingen markten Deze prioriteit wordt ten eerste ingezet voor de verkeersregelaars tijdens de zaterdagmarkt op Ganzenhoef. Zij zijn nodig voor een goede doorstroming van het verkeer. Ten tweede voor frictiekosten die volgen uit de verhoging van de kostendekkendheid van de markten; er wordt onderzoek gedaan naar de kostencomponent reiniging van de markten. Ten derde is deze prioriteit bedoeld om de markt te verbeteren; beoogd wordt om alle noodzakelijke maatregelen en acties uit het verbeterplan voor de warenmarkten door te voeren en de overgangsfase te begeleiden. Vanwege de expertise die op dit gebied nodig is kan dit het beste gerealiseerd worden door een externe partij. De marktmanager krijgt een leidende rol bij onder meer versterking markten, professionaliseren marktondernemers, promotie markt en aantrekken van nieuwe marktondernemers. Maatschappelijk effect
BA 51 Kostendekkendheid markten
Bedrag (I/S)
2013: € p.m. (I)
Programmaproduct
PP0402 Economie
Economische structuurversterking Het IVES-budget valt weg vanaf 2013. IVES-gelden werden ingezet om de economische structuur in Amsterdam Zuidoost te versterken. Inzet op dit gebied zal zijn de economische ontwikkeling van het stadsdeel op punten als zorg, ICT, horeca, detailhandel, dienstverlening, onderzoek en entertainment, leisure en voorzieningen. Het is inzet op een mix van stuwende en verzorgende sectoren die bijdragen aan een positief imago van het stadsdeel. Het gaat hier bijvoorbeeld om het kunnen blijven uitvoeren van KVO-trajecten, economische promotie van het stadsdeel en economische versterking mede met behulp van een winkelstraatmanager. Maatschappelijk effect
BA 44 Ondersteunen ondernemers en groei economie
Bedrag (I/S)
2013: € 150.000 (I)
Programmaproduct
PP0402 Economie
Duurzaam ondernemen Het stadsdeel wil duurzaam ondernemen stimuleren. Daartoe wordt er een prijs à € 5.000 uitgereikt voor de beste duurzame ondernemer van Zuidoost. Daarnaast worden er workshops gehouden om het duurzaam ondernemen verder te promoten. Maatschappelijk effect
BA 43 Ondersteunen ondernemers en groei economie
Bedrag (I/S)
2013: € 15.000 (I)
Programmaproduct
PP0402 Economie
Vervolg The Way-up Op verzoek van de stadsdeelraad wordt een ondersteunende voorziening ontwikkeld voor startende ondernemers. Het biedt hun de mogelijkheid ervaring op te doen in diverse branches met als doel om zelfstandig succesvol een bedrijf te kunnen voeren. De ervaringen en competenties van de uitvoerders van The Way Up worden meegenomen bij het begeleiden en ondersteunen van de startende. Er wordt een startersbegeleidingstraject aangeboden. (deze prioriteit sluit aan op motie SDR 120529/31) Maatschappelijk effect
BA 43 Ondersteunen ondernemers en groei economie
Bedrag (I/S)
2013: € p.m. (I)
Programmaproduct
PP0402 Economie
Programma 4 Werk, inkomen en economie
33
Prioriteiten met dekking Fonds Sociaal Domein Zuidoost Werkt! (Inclusief De Vakschool, Kansrijk werkt! Leerkans en fietsproject, UZO Werkt!/ Baanbrekend) Zuidoost Werkt! zet in op het effectief en efficiënt toeleiden van bewoners richting werk, dan wel
richting erkende leerwerktrajecten in kansrijke economische sectoren. Er zal extra inzet gepleegd worden om leerwerkplekken te creëren bij leveranciers (met social return verplichtingen), het bedrijfsleven en andere organisaties. Deze plekken worden bestemd voor inwoners van Zuidoost met een (duidelijke) afstand tot de arbeidsmarkt. Hier zoekt het stadsdeel nauwe samenwerking met DWI. Er wordt gezocht naar een intermediaire rol ten behoeve van de afstemming tussen vraag naar en aanbod van arbeid. Binnen zo een leerwerktraject kunnen bewoners zowel een opleiding aangeboden krijgen als werkervaring opdoen. Een van de belangrijkste kernpunten is de betrokkenheid en het gedeeld belang van werkgevers bij het project, waardoor sprake is van toeleiding naar banen die daadwerkelijk beschikbaar zijn. Met name het bereiken van concrete resultaten is leidend. Deelnemers aan trajecten moeten uitzicht hebben op een baan. Aanbieders van dergelijke trajecten zullen op uitstroom worden afgerekend. Maatschappelijk effect
BA 59 Bevorderen werkgelegenheid
Bedrag (I/S)
2013: € 150.000 (I)
Programmaproduct
PP0402
Activering- en toeleidingsactiviteiten (Kansrijk) Tijdens de huisbezoeken worden door Kansrijk diverse tekortschietende competenties en vaardigheden geconstateerd die het lastig maken voor bewoners om volwaardig te participeren. Sinds enige jaren biedt Kansrijk deze bewoners cursussen en trajecten, bijvoorbeeld gericht op budgettering, computervaardigheden, fietsen, etc. Deze cursussen en trajecten bieden de kwetsbare bewoners kansen op activering en een mogelijke toeleiding naar (betaald) werk. Voor 2013 en 2014 is voor dergelijke cursussen en trajecten financiering aangevraagd vanuit het budget dat in het kader van de Hervorming Stedelijke Vernieuwing door de centrale stad beschikbaar is gesteld. Om de cursussen en trajecten ook in de overige gebieden in Zuidoost te kunnen aanbieden, is een extra budget van € 70.000 nodig. Maatschappelijk effect
BA 59 Bevorderen werkgelegenheid
Bedrag (I/S)
2013: € 70.000 (I)
Programmaproduct
PP0402 Economie
Ondernemershuis Zuidoost In 2013 wordt Ondernemershuis Zuidoost gecontinueerd. Daarbij is een centrale taak van de bedrijfsadviseurs om actief ondernemers in wijk op te zoeken en te versterken. Het stadsdeel kent ook een groep verborgen ondernemers. Hiervoor is een apart traject opgezet waarbij gebruik wordt gemaakt van de inzet van ‘keyplayers’ uit het netwerk van Zuidoost. De keyplayers dringen door tot de haarvaten van het stadsdeel, genieten het vertrouwen van de verborgen ondernemers en stimuleren deze tot het maken van een professionaliseringsslag. Daarna wordt de ondernemer doorgeleid naar het Ondernemershuis Zuidoost en de bedrijfsadviseurs. De keyplayers worden naast de bedrijfsadviseur ingezet gedurende de looptijd van het project Ondernemershuis. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie van D66/)OZO om ook ambitieuze creatieve pre-startende ondernemers te ondersteunen bij het opstarten van een bedrijf. Voor dit deel wordt € 25.000 aangevraagd. Daarnaast schuilt er een opgave in het professionaliseren van de ondernemers van de markten. Hiervoor wordt in samenwerking met netwerkpartners een apart traject opgestart bestaande uit individuele coaching en collectieve bijeenkomsten. De kosten hiervan worden geraamd op € 25.000.
34
Maatschappelijk effect
BA 44 Ondersteunen ondernemers en groei economie
Bedrag (I/S)
2013: € 50.000 (I)
Programmaproduct
PP0402 Economie
Programma 4 Werk, inkomen en economie
Banenmarkt De banenmarkt wordt georganiseerd in samenwerking met DWI, UWV en het stadsdeel. De doelstelling hierbij is om bij te dragen aan de bewustwording bij werkgevers en werkzoekenden wat betreft elkaars mogelijkheden. Enerzijds laten werkgevers zich op een laagdrempelige manier aan de inwoners van Amsterdam Zuidoost zien. Anderzijds kunnen inwoners van Zuidoost kennis nemen van de eisen waaraan werkgevers werknemers toetsen. Werkzoekenden uit Zuidoost worden breed uitgenodigd om de banenmarkt te bezoeken en deel te nemen aan workshops om sollicitatievaardigheden te vergroten. Maatschappelijk effect
BA59 Bevorderen werkgelegenheid
Bedrag (I/S)
2013: € 20.000 (I)
Programmaproduct
PP0402 Economie
Programma 4 Werk, inkomen en economie
35
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012 Baten
434
592
617
642
642
642
Lasten
2.357
3.093
2.061
1.639
1.539
1.538
Resultaat voor bestemming
1.923
2.502
1.445
997
897
897
Onttrekking aan reserves
0
0
0
0
0
0
Toevoegen aan reserves
0
0
0
0
0
0
1.923
2.502
1.445
997
897
897
Resultaat na bestemming
Ten opzichte van de begroting 2012 ontstaat er een voordeel van € 1.057.000. Dit wordt veroorzaakt door lagere lasten ten bedrage van € 1.032.000 en hogere baten van € 25.000. Ontwikkeling lasten Het voordeel op de lastenontwikkeling bestaat op hoofdlijnen uit het volgende: • Met betrekking tot arbeidsmarktbeleid is in 2012 een incidentele prioriteit opgenomen van € 100.000. • Met betrekking tot product evenementen is in 2012 een incidentele prioriteit opgenomen van € 50.000 voor de professionalisering van het Zomerfestival en € 200.000 ten behoeve van communicatie rondom de evenementen. • Op product stimulering werkgelegenheid is over 2012 een incidentele prioriteit opgenomen van € 710.000 voornamelijk ter uitvoering van de participatienota. Het verschil tussen de begrotingsjaren 2014 (en verder) en begroting 2013 wordt voornamelijk veroorzaakt door de heroverwegingstaakstelling markten en vrijval incidentele posten bij programmaproduct Economie. Ontwikkeling baten De baten zijn toegenomen in verband met een toename van de legesinkomsten markten. •
Budgettair neutrale ontwikkelingen Voor dit programmahoofdstuk zijn er geen budgettair neutrale ontwikkelingen te melden. Mutaties reserves Binnen dit programma zijn geen reserves.
36
Programma 4 Werk, inkomen en economie
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000 Baten begroting 2012 Totaal baten begroting 2013
2013
2014
617
2015 642
642
617
642
642
2.061
1.639
1.539
Ontwikkelingen markten
p.m.
0
0
Economische structuurversterking
150
0
0
15
0
0
Vervolg ‘The Way Up’
PM
0
0
Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
165
0
0
Lasten begroting 2012 Prioriteiten zonder eigen dekking:
Duurzaam ondernemen
Prioriteiten met dekking FSD: Zuidoost Werkt!
150
0
0
Stimulering vrijwilligerswerk
30
0
0
Activering- en toeleidingsactiviteiten
70
0
0
Ondernemershuis Zuidoost
50
0
0
Banenmarkt
20
0
0
Werkend Netwerk
20
0
0
-340
0
0
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
2.226
1.639
1.539
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t. 0
0
0
0
Dekking stelpost FSD Totaal prioriteiten met dekking FSD
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 4 Werk, inkomen en economie
0
37
Programma 5 Onderwijs en jeugd Programma 5 Onderwijs en jeugd, focust op de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren via het onderwijs, brede talentontwikkeling en verschillende arrangementen rondom opgroeien, opvoeden en jeugdzorg. In de vorige bestuursperiode hebben stad en stadsdelen een integrale aanpak in het jeugden onderwijsbeleid vormgegeven in het beleidskader Jong Amsterdam. Wij zetten dit beleid voort en dit beleid is voor Zuidoost uitgewerkt in een lokaal beleidskader Jong Zuidoost en een Uitvoeringsplan jeugd. Daarin onderscheiden wij drie programmalijnen. Ten eerste Succesvolle schoolloopbaan /ontwikkelingskansen. Dit betreft alle acties en interventies van het stadsdeel, de stad en schoolbesturen voor goed onderwijs. Het doel is dat meer leerlingen doorstromen naar hogere vormen van het voortgezet onderwijs en dat zoveel mogelijk leerlingen uiteindelijk een goede beroepskwalificatie behalen voor de arbeidsmarkt. De tweede programmalijn is Brede talentontwikkeling. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen zich ook buiten het regulier schoolprogramma om ontwikkelen. Kinderen en jongeren hebben aangeboren talenten die ze moeten ontdekken en tot ontwikkeling kunnen brengen. In deze programmalijn gaat het er vooral om ervoor te zorgen dat kinderen hun talenten ontdekken en dat competenties worden bijgebracht door een grote variatie aan activiteiten aan te bieden. De derde programmalijn is Sluitende aanpak zorg rondom opgroeien en opvoeden met als doel om een positief opvoed- en opgroeiklimaat te creëren waarin jeugdigen gezond, evenwichtig, veilig en succesvol kunnen opgroeien. 1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken in 2013 1. Verhoging van het opleidingsniveau van kinderen en jongeren. Om een hoger opleidingsniveau te bereiken hebben kinderen en jongeren goed onderwijs nodig. Daarmee verbeteren zij ook hun kansen op een succesvolle maatschappelijke loopbaan (BA 6, 7, 16). 2. Optimale ontwikkeling van de talenten van kinderen en jongeren: kinderen en jongeren die de kans hebben om hun talenten optimaal te ontwikkelen, zijn beter in staat actief deel te nemen aan de samenleving (BA 12, 13, 28, 30 en 40). 3. Goede begeleiding van kinderen en jongeren bij hun groei naar volwassenheid: voor een evenwichtige groei naar volwassenheid is een goede begeleiding vanuit de leefomgeving van kind en jongere essentieel. Dat houdt ook in dat ouders de vaardigheden hebben die voor een goede opvoeding van hun kinderen nodig zijn (BA 20). 2014 (EndNulmeting 2013 term) Effectindicatoren 2015 en 2016 begroting 2011 1.1 gemiddelde Cito-score (BMS tabel 5,4)
534,2 (2009)
534,7
535,2
535,2
1.2 rapportcijfer basisonderwijs: waardering van het basisonderwijs door ouders. (BMS, tabel 5,3) 2. percentage kinderen dat aan brede schoolactiviteiten deelneemt 3.1.gebruik OKC
7,3 (2009)
7,3
7,3
7,3
21% (2009)
24%
27%
27%
de registratie De stedelijke NVT NVT is in ontwikkeOKC-monitor is ling in gebruik 3.2 deelname Triple P* 270 800 800 800 (2008) * Effect 3.2 wordt vooralsnog gemeten met cijfers over gebruikmaking van de diensten van het OKC (indicator is in ontwikkeling) en over deelname van ouders aan het opvoedingsprogramma Triple P.
Programma 5 Onderwijs en jeugd
39
2.
Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten
Verhoging van het opleidingsniveau van kinderen en jongeren De kinderen en jongeren van Zuidoost hebben recht op optimale ontplooiing en een succesvolle schoolloopbaan. Wij ondersteunen hen daarbij door samen te werken met scholen, schoolbesturen en alle partners die activiteiten aanbieden in het kader van het flankerend onderwijsbeleid. Het stadsdeel ondersteunt waar nodig het realiseren van extra aanbod, aanvullend op het curriculum. Wij overleggen ook in 2013 met scholen over het verhogen van de onderwijskwaliteit. De gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor kwaliteitsverbeteringsprogramma’s voor basis- en voortgezet onderwijs, Kwaliteitsaanpak Basis Onderwijs Amsterdam en Kwaliteitsaanpak VO Amsterdam, Stadsdeel Zuidoost ondersteunt deze programma’s door activiteiten in het kader van flankerend onderwijsbeleid mogelijk te maken. Voor specifieke doelgroepen, waaronder anderstalige nieuwkomers, is er een extra aanbod zodat zij met minder achterstanden kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs. Wijl continueren de andere vormen van ondersteuning gericht op het verbeteren van ontwikkelingskansen van leerlingen in primair en voortgezet onderwijs. De ondersteuning bestaat uit mogelijkheden bieden voor het extra oefenen van leerstof maar ook uit begeleiding bij het leerproces (mentoraten). De ondersteuning vindt plaats na schooltijd, in het weekend en in de zomervakantie. In 2013 worden verschillende projecten ‘leerbegeleiding’ verder met elkaar verbonden en inhoudelijk afgestemd op het reguliere onderwijs. Naschoolse leerlabs worden uitgerold over Zuidoost en ingebed in de Brede school. De zomerschool voor leerlingen in het PO wordt gecontinueerd. Naast de faciliteiten die VO-scholen nu al bieden komt er een studiehuis voor jongeren die buiten het stadsdeel studeren. Het Weekendcollege ondersteunt kwetsbare jongeren woonachtig in Zuidoost. Hierdoor werken wij aan het voortijdig school verlaten en wordt geleidelijk aan het gemiddelde opleidingsniveau hoger. Deze activiteiten passen dan in de beleidslijn leerbegeleiding Zuidoost en het project leerondersteuning. De systematiek van het Weekendcollege wordt ingebed in het totale aanbod van leerondersteuning (PO, VO, MBO). Er komt ook ondersteuning voor ouders o.a. gericht op verbeteren van de eigen taalvaardigheid en het beter kunnen ondersteunen van de eigen kinderen bij het maken van huiswerk. Betrokkenheid van ouders is een belangrijke voorwaarde voor het doorlopen van een succesvolle schoolloopbaan van hun kind(eren). Het stimuleren van de betrokkenheid maakt deel uit van onderwijsprojecten ter bevordering van leerresultaten; daarnaast zijn er specifieke projecten ouderbetrokkenheid. In de Uitvoeringsplan Participatie Zuidoost 2012 deel 2 zijn projecten ouderbetrokkenheid opgenomen die in 2012 van start zijn gegaan. Binnen het kader van de nota Ouders zijn Partners zijn ook middelen gereserveerd voor de uitvoering van het programma ouderbetrokkenheid. Verbeteringen in het binnenklimaat van bestaande scholen worden gerealiseerd om betere leerprestaties mogelijk te maken. Het project Energieke Scholen doet dit door het aanbrengen van luchtbehandelingskasten in de schoollokalen en gevelisolatie. Bevorderen van talentontwikkeling In de brede scholen ontwikkelen kinderen en jongeren hun talenten op het gebied van sport, kunst en cultuur, natuur en techniek en media. Wij stimuleren een doorgaande lijn en doorstroom van kinderen naar hogere niveaus van talentontwikkeling. De doorgaande lijnen tussen activiteiten in en na schooltijd zorgen voor verwerking van lesstof, dragen bij aan wereldoriëntatie en taal- en rekenvaardigheid, een gezonder leefpatroon en het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn voor zelfredzaamheid en burgerschap. In 2013 ontwikkelen drie buurten (negen scholen) zich verder door hun brede school aanbod uit te breiden. De overige scholen (twintig) zetten in op meer verbinding tussen reguliere lessen en extra activiteiten binnen het huidige aanbod. In de clusters DE en Wijk (Kantershof en Geerdinkhof) is in het schooljaar 2012-2013 een pilot van start gegaan waarbij een deel van het brede school aanbod deel uitmaakt van het regulier onderwijsaanbod en daarmee verplicht is voor alle kinderen. De rest van het aanbod blijft vrijwillig en wordt na schooltijd aangeboden. De scholengemeenschap Reigersbos en het Bindelmeercollege verbreden hun brede school aanbod: er komen naast sport ook activiteiten kunst, cultuur en participatie. Er is een stedelijk beleidskader ‘Amsterdams Jongerenwerk Nieuwe Stijl’ met bijhorend basispakket vastgesteld. Het beleidskader geeft op hoofdlijnen richting aan het jongerenwerk in deze stad en is gebaseerd op de principes van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Welzijn Nieuwe Stijl. Het
40
Programma 5 Onderwijs en jeugd
kader is een deelvisie van de Amsterdamse Visie Om het Kind: Visie hervorming zorg voor de jeugd. Zowel de stedelijke diensten als de stadsdelen zijn in hun rol als opdrachtgever van het jongerenwerk autonoom. Daar staat tegenover dat alle jongeren en Amsterdammers baat hebben bij eenduidigheid aanbod, doorverwijzing en de kwaliteit en meetbaarheid van het aanbod. Voor deze eenduidigheid biedt het beleidskader houvast. Het basispakket ‘Amsterdams Jongerenwerk Nieuwe Stijl’ is een uitwerking van het beleidskader in concrete prestatieafspraken over de minimale inzet van jongerenwerk voor alle stadsdelen in Amsterdam. Het is een set basisafspraken met ruimte voor lokaal maatwerk. In het basispakket zijn afspraken opgenomen over de speerpunten van het jongerenwerk. Het jongerenwerk richt zich op vijf doelen: binding aan de samenleving (volwaardige participatie), vorming (educatie en talentontwikkeling), gedragsbeïnvloeding (zoals identiteitvorming, weerbaarheid, maar ook overlastbestrijding), ontmoeting (sociale contacten) en ontspanning. Het basispakket legt nadruk op vier groepen: jongeren van 10 tot 18 jaar, meiden, jongeren met een beperking en jongeren zonder startkwalificatie. Het uitgangspunt is om vanaf 1 januari 2013 in een ‘overgangsjaar’ toe te werken naar het behalen van de resultaten. Goede begeleiding naar volwassenheid Een essentieel doel van het jeugdbeleid is het creëren van een positief opvoed- en opgroeiklimaat zodat kinderen en jongeren gezond, evenwichtig en veilig kunnen opgroeien. Het Ouder- en Kindcentrum (OKC) is het centrum van waaruit hiervoor opgezette programma’s en activiteiten worden uitgevoerd. Volgens de stedelijk vastgestelde criteria is Stadsdeel Zuidoost verantwoordelijk voor het realiseren van een tweede OKC. Hiervoor heeft de raad in 2011 een krediet beschikbaar gesteld. Om dit OKC tot een voor ouders en kinderen aantrekkelijke plek te maken, wordt ook het speelplein uitnodigend gemaakt. Door middel van campagnes willen wij het werk van de beide OKC’s bekender maken. Vanaf 2013 bieden wij voor het eerst opvoedingsondersteuning in de thuissituatie aan. Homestart is een door de stad erkende OKC-activiteit die goed aansluit bij de gezinnen in Zuidoost. De aanbieder van Homestart werft vrijwilligers die vanuit een coördinatiepunt vooral aan geïsoleerde gezinnen praktische en pedagogische ondersteuning aanbieden in de thuissituatie. In 2013 gaan wij verder met de voorbereiding op de grote transities die plaatsvinden binnen het jeugddomein. Het visiedocument Om het kind is het kader waarbinnen deze veranderingen worden voorbereid en uitgevoerd. De veranderingen moeten leiden tot snelle, effectieve en goedkopere hulp in de directe omgeving waarbij voldoende ruimte gegeven wordt aan de eigen kracht en de eigen verantwoordelijkheid van het gezin. Zuidoost realiseert in 2013 en 2014 een proeftuin in Venserpolder. De proeftuin wordt in samenwerking met de gemeente Amsterdam uitgevoerd en houdt in dat verschillende elementen van het visiedocument Om het kind uitgevoerd worden. Er wordt in Venserpolder een pedagogische en educatieve infrastructuur gerealiseerd met als spil een zelfsturend multidisciplinair team dat zowel preventieve als curatieve activiteiten ontplooit. Dit team bestaat uit professionals op het gebied van jeugdgezondheidszorg, pedagogische advisering, algemeen maatschappelijk werk en jeugdzorg. Het team werkt vanuit een locatie in Venserpolder bij gezinnen thuis. Het biedt op verzoek van de gezinnen of bij het gezin betrokken professionals informatie, advies, lichte ondersteuning én ambulante jeugdzorg. Het team benut daarbij altijd de kracht van gezinsleden, familie, buurtbewoners of andere personen uit het persoonlijk sociaal netwerk of de collectieve netwerken die in de buurt aanwezig zijn. Bij zeer specifieke of ernstige problemen worden andere vormen van hulpverlening ingeroepen. Het bevorderen van de samenwerking tussen de civil society (opvoeders, actieve buurtbewoners en zelforganisaties) en professionele opvoeders gaat niet vanzelf. Daarom is dit als apart activiteit in de proeftuin opgenomen. Andere onderdelen van de proeftuin zijn het implementeren van de in 2012 ontwikkelde werkwijze Direct Verwijzen en de voorbereiding van scholen op het Passend Onderwijs. In 2012 is op basis van een extern onderzoek en ervaringen van de stadsdeeltafel jong volwassenen een uitvoeringsplan opgesteld voor de ondersteuning en hulpverlening aan risicojongeren en jong volwassenen tot ongeveer 27 jaar met complexe problemen. Deze jongeren krijgen een op maat gesneden coachingstraject aangeboden. De coach “vindt” de jongeren en jong volwassenen op scholen, bij jeugdzorginstellingen maar vooral ook via bezorgde ouders en vrienden, in buurthuizen of andere plekken in de openbare ruimte. Een casemanager ondersteunt de coach en de jongere bij het zoeken naar passende hulpverlening en/of activerings- of leerwerktrajecten die parallel met het coachingstraject worden aangeboden.
Programma 5 Onderwijs en jeugd
41
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken Voornemens uit het Bestuursakkoord: 6, 7, 12, 13, 16, 20, 28, 30 en 40 Motie 59, d.d. 28 juni 2011 Begeleidingstrajecten excellente leerlingen Motie 65, d.d. 28 juni 2011 Gezinscoach • Stedelijke beleidskaders Om het kind Visie hervorming zorg voor de jeugd (2012) Actieve ouders Ouderbetrokkenheid in het onderwijs Uitvoeringsagenda 2012-2014 (2012) Beleidskader Amsterdams Jongerenwerk Nieuwe Stijl (2012) Basispakket Amsterdams Jongerenwerk Nieuwe Stijl (2012) Kwaliteitskader voor- en vroegschoolse educatie 2010-2014 (2011) Stedelijk Huisvesting- en spreidingsplan OKC (2011) Convenant stadsdelen en GGD Amsterdam (2011) Kadernota Strategische uitgangspunten en kaders voor de implementatie Matchpoint in de stadsregio Amsterdam (2010) Basispakket OKC 2008 Jong Amsterdam 2006-2010 (2006) • Stadsdeel beleidskaders Beleidsnota Ouders zijn Partners, Ouderbetrokkenheid en Ouderparticipatie in Onderwijs (2012) Uitvoeringsnota Jeugd- en Jongeren beleid (2012) Investeringsbesluit OKC Reigersbos (2012) Beleidsnotitie Leerondersteuning 2011-2014 (2011) Uitvoeringsplan Jongerenservicepunt Zuidoost (2011) Nota seksualiteit (2011) Jong Zuidoost II 2010-2012 (2011) Implementatieplan ‘Opvoeden doet ertoe’ (2010) Meerjarenplan voor- en vroegschoolse educatie (VVE) 2011-2014 (2011) Sluit de rijen!; beleidsnotitie kwaliteitsaanbod basisonderwijs (2009) Jong Zuidoost, Halverwege 2006-2010 (2008) Meerjarenplan Brede School Amsterdam Zuidoost 2008-2010 (2008) Beleidsnota ‘Opvoeden doet ertoe’ (2008) Meerjarenplan NME (2008)
42
Programma 5 Onderwijs en jeugd
4.
Wat gaat het bestuur hiervoor doen?
Maatschappelijk effect 1: ontwikkelingskansen 1. Goed onderwijs, hoger opleidingsniveau en succesvolle maatschappelijke loopbaan. 2. Meer doorstroom naar hogere vormen van vervolg onderwijs. 3. Voorkomen voortijdig schoolverlaten. 4. Optimale taalontwikkeling peuters en kleuters door hoog kwalitatieve voor-en vroegschoolse educatie (vve). 5. Betrokken ouders. 6. Voldoende eigentijdse schoolgebouwen met bijbehorende gymgebouwen. ResultaatindicatoNulmeting 2013 2014 2015 Product ren per doel begroting nr. en 2016 2011 jaarlijkse gesprekken worden gevoerd
501
plannen uitin uitvoering voeren. Leerlabs: 300 kinderen. Zomerschool: 96 kinderen. Buurtschool: 180 kinderen. uitvoering plan leerondersteuning gerealiseerd besluit uitgevoerd
in uitvoering
501
besluit uitgevoerd
501
registratie op orde en overdracht loopt uitvoeringsplan o.b.v. visiedocument is in uitvoering jaarprogramma is uitgevoerd
in uitvoering
in uitvoering
501
uitvoeringsplan o.b.v. visiedocument is in uitvoering jaarprogramma is uitgevoerd
uitvoeringsplan 501 o.b.v. visiedocument is in uitvoering jaarprogram503 ma 505 is uitgevoerd
1. ambitiegesprekken en afspraken met schoolbesturen in het kader van de doelen en de prioriteiten Jong Amsterdam/Jong Zuidoost 2. afspraken met schoolbesturen over de kwaliteit en kwantiteit van flankerende ondersteuning van leerlingen d.m.v. extra leerbegeleiding
afspraken bejaarlijkse getreffen de perio- sprekken worde 2010-2014 den gevoerd
3. besluit inzake integrale aanpak en doorgaande lijn leerbegeleiding Po-Vo-Mbo en afspraken met de centrale stad en de andere stadsdelen over een stedelijk aanpak terugdringen schoolverzuim 4. overdracht en kwaliteitszorg en registratie van de vve in orde 5. visieontwikkeling en besluit verbetering ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid 6. besluit over bijgesteld Integraal huisvestingplan onderwijsvoorzieningen uitvoering conform verordening van jaarlijks onderwijshuisvestingsprogramma
gerealiseerd
afspraken gemaakt
afspraken gemaakt gestart
gerealiseerd
Programma 5 Onderwijs en jeugd
jaarlijkse gesprekken worden gevoerd
43
Maatschappelijk effect 2: talentontwikkeling 1. Meer mogelijkheden voor kinderen om hun talenten te ontwikkelen. 2. Voorzien in aanvullend aanbod aan leerlingen in het primair onderwijs binnen schoolverband ten aanzien van schooltuinwerk, schoolzwemmen, verkeerslessen, en cultuureducatie (consensusvoorzieningen). 3. Bevorderen van talentontwikkeling van jeugd en jongeren in het kader van het aanbod jeugd- en jongerenwerk. 4. Vergroten van kennis en inzicht in natuur en milieu door gerichte educatieve activiteiten voor kinderen en jongeren. Resultaatindicatoren 2015 Nulmeting Product nr. 2013 2014 per doel begroting 2011 en 2016 1.1. besluit over bijge-
steld Meerjarenplan brede school 2010-2014
1.2. afspraken met
schoolbesturen, scholen en het projectenbureau primair onderwijs over het door de school gewenste uitvoeringsmodel cf het Meerjarenplan brede school en de bijhorende prestatie-afspraken t.a.v. aanbod en bereik 1.3. uitvoering van activiteiten in het kader van de brede school cf modellen van meerjarenplan brede school 2.1. afspraken met
schoolbesturen over deelname van scholen/ leerlinggroepen aan deze zogeheten consensusvoorzieningen 3.1. heroriëntatie op het aanbod van het jongerenwerk o.b.v. de uitkomsten van het lopende jeugdonderzoek 4.1. uitvoering van activi-
teiten op de schooltuinen, kinderboerderijen en de scholen in lestijd en in de school
44
nog niet gereali- Meerjarenplan meerjarenplan meerjarenplan 510 seerd is in uitvoering is uitgevoerd is uitgevoerd
nog niet gereali- is uitgevoerd seerd
is uitgevoerd
is uitgevoerd
510
nog niet gereali- is uitgevoerd seerd (wel gerealiseerd is het aanbod cf oude Meerjarenplan 2008-2010) afspraken gein uitvoering maakt
is uitgevoerd
is uitgevoerd
510
in uitvoering
in uitvoering
508
nog niet gereali- basispakket seerd Jongerenwerk Nieuwe stijl is in uitvoering.
nieuwe afspra- nieuwe afspra- 511 ken over aan- ken over aanbod bod
gerealiseerd op aanvraag door scholen
activiteiten zijn activiteiten zijn activiteiten zijn 508 uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd
Programma 5 Onderwijs en jeugd
Maatschappelijk effect 3: opgroeien en opvoeden/sluitende aanpak zorg 1. Basistakenpakket Ouder- en Kindcentra (OKC) is beschikbaar voor alle ouders/opvoeders en hun kinderen van -9 maanden tot 23 jaar 2. Realisatie en beheer OKC-netwerk bestaande uit 2 volwaardige OKC’s en meerdere OKCsatellieten (= OKC-producten vanuit gezondheidscentra). 3. Uitvoeren proeftuin Venserpolder: realiseren van een effectieve educatieve en pedagogische infrastructuur. 4. Coördinatie lokale gezinsaanpak en aanpak jong volwassenen en passend aanbod risicojongeren en jongvolwassenen (stadsdeeltafel Jeugd&Gezin) 5. Faciliteren opvang kinderen met specifieke sociaal-medische problematiek Resultaatindicatoren Nulmeting 2015 Proper doel begroting 2013 2014 duct nr. en 2016 2011 1. aanbieding informatie en advies jeugdgezondheidszorg en opvoed- en opgroeiondersteuning, kortdurende ondersteuning en aanbodcoördinatie 2. OKC-netwerken
in ontwikkeling OKCmonitor, subsidiemonitor, monitor Checkpoint Zuidoost
activiteiten zijn uitgevoerd
activiteiten zijn uitgevoerd
activiteiten zijn uitgevoerd
514
1 OKC en 6 OKCsatellieten
idem
idem
514
3. uitvoering pilot Decentralisatie toegangstaken Bureau Jeugdzorg
gestart
gerealiseerd
gerealiseerd
514
4. bekostiging kinderopvang op sociaalmedische indicatie
stedelijke afspraken vastgesteld
2 volwaardige OKC’s en meerdere OKCsatellieten w.o. pedagogische infrastructuur met outreachend multidisciplinair team in Venserpolder pilot afgerond: werkwijze wordt ingevoerd op alle PO en VO scholen stedelijke afspraken vastgesteld
stedelijke afspraken vastgesteld
stedelijke afspraken vastgesteld
512
Programma 5 Onderwijs en jeugd
45
Prioriteit zonder eigen dekking Uniformering losse interieur OKC Reigersbos In het najaar van 2013 wordt het tweede Ouder- en Kindcentrum (OKC) opgeleverd. Stadsdeel Zuidoost is verantwoordelijk voor een harmonische en uniforme inrichting van het OKC. GGD Amsterdam zal uit eigen middelen het meubilair bekostigen. De Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) (onderaannemer JGZ 0-4 jaar) en Swazoom hebben geen eigen middelen. Daarom zullen deze organisaties hoogstwaarschijnlijk extra financiering voor het aanschaffen van meubilair aanvragen. Maatschappelijk effect
BA 20 Opvoeden en opgroeien: stedelijke huisvesting- en spreidingsplan OKC
Bedrag (I/S)
2013: € 50.000 (I)
Programmaproduct
PP514
Speeltoestellen op schoolpleinen Als stimulans voor het plaatsen van speeltoestellen op schoolpleinen zal in de vorm van een project een bedrag beschikbaar worden gesteld aan de schoolbesturen. In de projectopzet staan cofinanciering en ouder-/leerlingparticipatie centraal. De bijdrage bedraagt louter de aanschafkosten van materialen. Maatschappelijk effect
Ontwikkelingskansen
Bedrag (I/S)
2013: € 50.000 (I)
Programmaproduct
PP503/PP505
Ontwerp fase II Energieke scholen Als gevolg van een amendement in de gemeenteraad heeft DMO-opdracht gekregen een vervolg te maken op Energieke scholen fase I. Voor fase II hanteert de B&W een uitvoeringslijst. Het project is bedoeld voor verbetering van het binnenklimaat in schoolgebouwen door gevelisolatie en luchtbehandelingskasten. Dit om betere leerprestaties mogelijk te maken. Tegelijkertijd reduceert hierdoor de CO2uitstoot. Het nieuwe projectvoorstel vraagt van het stadsdeel een investering. De hoogte van deze investering komt aan de orde in de 1ste Bestuursrapportage 2013. Van de investering zal een deel worden vergoed door DMO. Maatschappelijk effect
Verhoging van het opleidingsniveau van kinderen en reductie CO2uitstoot
Bedrag (I/S)
2013: p.m. (I) 2014: p.m. (I)
Programmaproduct
PP508
Perinatale sterfte Uit onderzoek van onder meer het AMC blijkt dat in drie Amsterdamse stadsdelen, waaronder stadsdeel Zuidoost, het risico op babysterfte in de periode rond de geboorte (perinatale sterfte) beduidend hoger is dan het landelijk gemiddelde. Er zijn cijfers bekend dat in Nederland gemiddeld 10 op de 1.000 baby’s sterven, in Zuidoost zou dat 21 tot 25 op de 1.000 zijn. De specifieke oorzaken hiervan worden momenteel nader onderzocht in vervolgonderzoeken door het AMC. Vooruitlopend op de resultaten van dit onderzoek willen wij activiteiten ondersteunen zoals voorlichting over gezonde zwangerschap en geboorte door verloskundigen, kraamzorg en de GGD. Hiervoor wordt een bedrag van € 25.000 geadviseerd dat als cofinanciering zou kunnen dienen bij projecten van bijvoorbeeld de GGD en verzekeraars.
46
Maatschappelijk effect
Verbeteren van ontwikkelingkansen van kinderen en vergroten van de opvoedingscompetentie van ouders
Bedrag (I/S)
2013: € 25.000 (I)
Programmaproduct
PP514
Programma 5 Onderwijs en jeugd
Prioriteit met eigen dekking BSO op Maat Partou en het Medisch Orthopedagogisch Centrum (MOC) zijn in 2011 gestart met een buitenschoolse opvang voor kinderen uit het speciaal onderwijs (maximaal 26 kindplaatsen). Het speciaal onderwijs heeft geen wettelijke verplichting om kinderopvang aan te bieden zoals dat wel geldt in het regulier onderwijs. Voor deze kinderen is extra personeel en zorg nodig waardoor de kinderopvangaanbieder extra kosten maakt die niet vanuit de Wet kinderopvang gecompenseerd worden. Er zijn gesprekken met de gemeente Amsterdam om dit aanbod stedelijk aan te bieden en eventueel te bekostigen uit de Awbzpakketmaatregel. Mocht blijken dat geen dekking wordt toegekend vanuit centrale stad, dan komen we hierop terug in de 1ste Bestuursrapportage 2013. Maatschappelijk effect
BA 20 opvoeden en opgroeien: naschoolse opvang
Bedrag (I/S)
2013: € 90.000 (I)
Programmaproduct
PP512
Ouder- en Kindcentrum (OKC): Programmering en beheer pand Uit onderzoek naar de benodigde activiteiten die nodig voor het uitvoeren van het stedelijk basispakket OKC en het realiseren van de 2e OKC Reigersbos (Stedelijk bepaald) is gebleken, dat de toevoeging in het stadsdeelfonds ontoereikend is. In de Perspectiefnota 2013 is voorgesteld om de benodigde structurele middelen ten bedrage van € 0,5 miljoen te ontrekken uit de stelpost Fonds Sociaal Domein. Verbeteren van ontwikkeling- en onderwijskansen van Maatschappelijk effect Bedrag (I/S)
kinderen/jongeren en vergroten van de opvoedingscompetentie van ouders 2013: € 500.000 (S)
Programmaproduct
PP0514
OKC inrichten buitenplein Reigersbos In het najaar van 2013 wordt het tweede Ouder- en Kindcentrum (OKC) opgeleverd. Voor het realiseren van het OKC heeft de stadsdeelraad in 2011 een krediet beschikbaar gesteld. Het buitenplein van het OKC nodigt op dit moment niet uit voor verblijf. Om het OKC een aantrekkelijker plek te maken waar ouders en kinderen graag komen, is het van belang dat het buitenplein uitnodigend wordt gemaakt. Naar dekking wordt nog gezocht, mogelijk kan het binnen HSV worden gefinancierd. Dit komt aan de orde in de 1ste Bestuursrapportage 2013. Maatschappelijk effect
(BA 20) Opvoeden en opgroeien: aantrekkelijk buitenplein 2e OKC
Bedrag (I/S)
2013: € 100.000 (I)
Programmaproduct
PP514
Programma 5 Onderwijs en jeugd
47
Prioriteiten met dekking uit Fonds Sociaal Domein Buurtschool Plus Sinds 2010 organiseert Kansrijk het initiatief Buurtschool Plus, in verschillende wijken. De deelnemende kinderen krijgen in de Buurtschool Plus leerondersteuning en bewegingsprogramma’s aangeboden, door professionele krachten en vrijwilligers. Voor 2013 en 2014 is voor het initiatief financiering aangevraagd vanuit het budget dat in het kader van de Hervorming Stedelijke Vernieuwing door de centrale stad beschikbaar is gesteld. Om Buurtschool Plus ook in de overige gebieden in Zuidoost te kunnen voortzetten, is een extra budget van € 90.000 nodig. Hiervoor kunnen twee locaties een jaar lang draaien, waarmee in totaal zeventig kinderen een jaar lang worden begeleid. De kosten zitten met name in lesmateriaal, vergoedingen voor docenten en vrijwilligers, de accommodaties en de coördinatie door Kansrijk. Maatschappelijk effect
Succesvolle schoolloopbaan/ontwikkelingskansen
Bedrag (I/S)
€ 90.000 (I)
Programmaproduct
PP508
Co ouder In 2012 wordt een start gemaakt met het project Co ouder. Het initiatief is onderdeel van het uitvoeringsplan participatie. Binnen Co ouder worden ouders van kinderen uit het primair onderwijs begeleid door mondige, goed geïnformeerde ouders die fungeren als mentor. Om Co ouder in 2013 te kunnen voortzetten, is een budget van € 25.000 nodig. Maatschappelijk effect
Opvoeden en opgroeien
Bedrag (I/S)
€ 25.000 (I)
Programmaproduct
PP508
Studiehuis Het studiehuis gaat in het schooljaar 2012-2013 van start in Frankemaheerd, dichtbij de Openbare Bibliotheek. Het is een voorziening waar talentvolle kinderen en studenten na schooltijd onder begeleiding van een professional en vrijwilligers kunnen studeren. Om het studiehuis ook in het schooljaar 20132014 te kunnen exploiteren, is een budget van € 50.000 nodig. Maatschappelijk effect
Succesvolle schoolloopbaan/ontwikkelingskansen
Bedrag (I/S)
€ 50.000 (I)
Programmaproduct
PP508
Mentorpool Het stadsdeel zet in 2012 een pool op van studenten (HBO en WO) die als mentor fungeren van leerlingen van het primair onderwijs die deelnemen aan een Leerlab. De mentoren kunnen ook op een andere manier worden ingezet voor het versterken van leerbegeleiding aan kinderen uit Zuidoost. De kosten van het opzetten en onderhouden van de mentorpool zitten in de praktische organisatie, het begeleiden (en eventueel bijscholen) van de studenten en de vrijwilligersvergoeding die de studenten ontvangen. Om de mentorpool in 2013 te kunnen voortzetten is een budget van € 50.000 nodig. Maatschappelijk effect
Succesvolle schoolloopbaan/ontwikkelingskansen
Bedrag (I/S)
€ 50.000 (I)
Programmaproduct
PP508
Weekend College Voor de uitvoering van de activiteiten van het Weekend College (samenwerkingsverband van stadsdeel en ROCvA) is een bedrag op jaarbasis nodig van € 125.000. Vanuit de beleidslijn leerbegeleiding, waar de methodiek van het Weekend College ingebed zal worden voor een integraal aanbod, is hier € 100.000 voor gereserveerd. Op jaarbasis is een extra bedrag van € 25.000 nodig.
48
Maatschappelijk effect
Ontwikkelingskansen (BA 6, 7, 16).
Bedrag (I/S)
€ 25.000 (I)
Programmaproduct
PP501
Programma 5 Onderwijs en jeugd
Children’s University /Ambassadeursnetwerk ZO De activiteiten van Children University@ZO zijn bedoeld voor high potentials en zullen worden opgezet vanuit een hoger onderwijsinstelling, museum, science centre of maatschappelijke organisatie. De activiteiten zijn: zomerprogramma’s, lezingenreeksen, kleine onderzoeksprojecten of groepsexperimenten onder begeleiding van studenten, docenten en begeleiders. Maatschappelijk effect
Kinderen en jongeren hebben een hoger opleidingsniveau; Kinderen en jongeren bereiken hogere schoolresultaten; Academische vorming kinderen en jongeren.
Bedrag (I/S)
€ 50.000 (I)
Programmaproduct
PP501
Brede school, voortgezet onderwijs Door het wegvallen van het DMO budget ‘Kleurrijke Lycea’ in 2011, is de aanvraag van de middelen voor brede schoolactiviteiten in het voortgezet onderwijs hoger dan structureel begroot. In 2012 is dit verschil opgevangen door gebruik te maken van incidentele middelen vanuit DWI. Voor 2013 is een budget van € 50.000 nodig. Maatschappelijk effect
Succesvolle schoolloopbaan/ontwikkelingskansen
Bedrag (I/S)
€ 50.000 (I)
Programmaproduct
PP510
Poeftuin Om het kind (Venserpolder) In samenwerking met de gemeente Amsterdam wordt in Venserpolder een proeftuin uitgevoerd waarin wordt geëxperimenteerd met verschillende elementen uit het visiedocument Om het kind. Er wordt een effectieve en efficiënte pedagogische en educatieve infrastructuur gerealiseerd met als spil een outreachend multidisciplinair team dat aan huis zowel preventieve als curatieve activiteiten ontplooit. De infrastructuur bestaat uit huidige professionals op het gebied van opvoeden en opgroeien (w.o. OKC), een outreachend team van professionals en de opvoeders en hun individuele en collectieve netwerken. De jeugdzorgwerkers in het team worden door de stadsregio gefinancierd. De preventieve werkers van het outreachende team worden deels gefinancierd uit de middelen Hervorming Stedelijke vernieuwing. Voor een aanvulling ten behoeve van het outreachende team (€ 30.000) en voor het bevorderen van structurele samenwerking tussen professionals en civil society (€ 60.000) wordt een prioriteit aangevraagd. Maatschappelijk effect
(BA 20) opvoeden en opgroeien / sluitende aanpak
Bedrag (I/S)
Aanvulling outreachende team Venserpolder: 2013: € 30.000 (I) 2014: € 30.000 (I) Samenwerking professionals en civil society: 2013: € 60.000 (I) 2014: € 60.000 (I)
Programmaproduct
PP514
Opvoedingsondersteuning in de thuissituatie Vanuit het Ouder- en Kindcentrum (OKC) dient opvoedingsondersteuning in de thuissituatie aangeboden te worden. Stadsdeel Zuidoost is het enige stadsdeel in Amsterdam dat geen structureel aanbod hieromtrent heeft. Homestart is een door de stad erkende OKC-activiteit en sluit goed aan bij de doelgroepen in Zuidoost. Vanuit een coördinatiepunt worden vrijwilligers geworven om in, over het algemeen geïsoleerde, gezinnen praktische en pedagogische ondersteuning te bieden op een zeer laagdrempelige manier.Diverse organisaties bieden deze activiteit aan. Maatschappelijk effect
(BA 20) Opvoedingscompetentie van ouders vergroten
Bedrag (I/S)
€ 56.000 (I)
Programmaproduct
PP514
Programma 5 Onderwijs en jeugd
49
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012
Baten
16.000
20.291
20.291
20.291
20.291
14.624
Lasten
32.608
35.832
37.186
36.511
36.231
30.564
Resultaat voor bestemming
16.608
15.541
16.895
16.220
15.940
15.940
Onttrekking aan reserves
500
0
0
0
0
0
Toevoegen aan reserves
1.786
3.000
0
0
0
0
17.894
18.541
16.895
16.220
15.940
15.940
Resultaat na bestemming
Het begrote resultaat 2013 van Programma 5 Onderwijs en jeugd stijgt ten opzichte van het begrote resultaat 2012 voor bestemming met € 1,4 miljoen (van € 15,5 miljoen naar € 16,9 miljoen). Er is sprake van € 1.354.000 hogere lasten. Ontwikkeling lasten • In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met de toekomstige kapitaallasten voor onderwijsinvesteringen. Jaarlijks wordt hiervoor een onderwijshuisvestingsprogramma vastgesteld. Over het jaar 2012 is bij berekening van de kapitaallasten een incidenteel budget van € 1.126.000 vrijgevallen (inclusief € 426.000 OSB). Deze is betrokken bij de eerste bestuursrapportage 2012. Hierdoor ontstaat ten opzichte van de begroting 2012 voor het jaar 2013 een nadeel van € 1.126.000. • Daarnaast is ten opzichte van de begroting 2012 over de diverse producten een nadeel van per saldo € 228.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door toename van de kosten ten gevolge van de OKC-decentralisatie en afname van de (incidentele) budgetten op de producten toezicht regelgeving openbaar onderwijs, lokaal onderwijs, Jeugd- en Jongerenwerk en kinderopvang. Budgettair neutrale ontwikkelingen Voor dit programmahoofdstuk zijn geen budgettair neutrale ontwikkelingen te melden. Mutaties reserves Bij dit programma hoort de volgende reserve: • Reserve Decentralisatie OKC De mutaties in de reserves worden toegelicht in de productenraming.
50
Programma 5 Onderwijs en jeugd
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
Baten begroting 2012
-20.291
-20.291
-20.291
Totaal baten begroting 2013
-20.291
-20.291
-20.291
37.186
36.511
36.231
Lasten begroting 2012 Prioriteiten zonder eigen dekking: Uniformering losse interieur OKC Reigersbos Bekendheid OKC Speeltoestellen op schoolpleinen Onderwerp: fase II Energieke scholen Perinatale sterfte Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
50
0
0
p.m.
0
0
50
0
0
p.m.
p.m.
0
25
0
0
125
0
0 0
Prioriteiten met eigen dekking: BSO op maat
90
0
Bijdrage Centrale Stad
-90
0
0
OKC: Programmering en Beheer pand
500
500
500
-500
-500
-500
100
0
0
-100
0
0
0
0
0
Buurtschool Plus
90
0
0
Oudereducatie
30
0
0
Co ouder
25
0
0
Studiehuis
50
0
0
Mentorpool
50
0
0
Weekend College
25
0
0
Children’s University@ZO/Ambassadeursnetwerk
50
0
0
Brede school, voortgezet onderwijs
50
0
0
Poeftuin Om het kind
90
90
0
Opvoedingsondersteuning in de thuissituatie
65
0
0
Bijdrage stelpost FSD OKC, Inrichten buitenplein Reigersbos Bijdrage HSV-gelden Totaal prioriteiten met eigen dekking Prioriteiten met dekking FSD
OKC: Opvoedondersteuning na gezinshereniging
25
0
0
-550
-90
0
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
37.311
36.511
36.231
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t.
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
0
Toevoeging aan reserves 2012
0 n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t. 0
0
Bijdrage uit stelpost FSD Totaal prioriteiten met dekking FSD
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 5 Onderwijs en jeugd
0
51
Programma 6 Welzijn en zorg Dit programma gaat over beleid inzake welzijn en zorg, gericht op zelfredzaamheid en participatie. Hieronder vallen het helpen oplossen van fysieke woonproblemen, het bieden van mogelijkheden om een zelfstandige huishouding te kunnen blijven voeren, gezondheidsbevordering, het stimuleren van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Het krijgen van kansen en mogelijkheden om een goed bestaan op te bouwen, vormt het centrale thema. Het stadsdeel schept hiervoor de voorwaarden en zorgt voor faciliteiten. Bewoners die zorg nodig hebben, moeten op een juiste manier naar de voorzieningen worden toegeleid. Lokale organisaties kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Onderdeel van dit programma is ook het voorkomen of beperken van problematische schulden. Die schulden kunnen leiden tot (maatschappelijke) uitsluiting. Hetgeen nog ernstiger wordt als er kinderen in het spel zijn.
1. De maatschappelijke effecten die wij in deze bestuursperiode (2010-2014) willen bereiken Maatschappelijke effecten: Levering van passende zorg aan mensen die zichzelf onvoldoende kunnen redden. Dit is om 1. mensen, ongeacht eventuele beperkingen, zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen in de eigen buurt en woning. Zo kunnen zij ook langer meedoen in de maatschappij (BA 19, 22 en 23). 2. Verbetering van de gezondheidstoestand van de bevolking; een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid is pas mogelijk als mensen zich meer bewust zijn van factoren die hun gezondheid schaden en een gezonde leefstijl ontwikkelen (BA 24, 34, 35 en 36). 3. Verhoging van de maatschappelijke participatie; de maatschappelijke samenhang is ermee gebaat als bewoners actiever deelnemen aan de samenleving en zo ook hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten (BA 1). Nulmeting 2014 (End2013 term) Effectindicatoren begroting 2015 en 2016 2010 1. ervaren fysieke belem64% 63% 62% 62% meringen (BMS tabel 6,7) 2. inwoners die goede ge67% 72% 75% 75% zondheid ervaren (BMS (2008) tabel 6,14) 3. maatschappelijke parti20% 21% 22% 22% cipatie (BMS tabel 6.14) (2008) 2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Vrijwilligerswerk en Mantelzorg De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat ervan uit dat bewoners, buren en familieleden zorg en welzijnstaken overnemen van de gemeenten. Daarnaast is dagopvang uit de AWBZ gehaald voor de lichte (zorg)gevallen. Dit betekent dat er een goede infrastructuur van mantelzorg en zorgvrijwilligers in het stadsdeel moet zijn. Er wordt door deze bezuinigingen steeds meer een beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. In 2013 richten we een Burgeracademie Zuidoost op waar trainingen worden gegeven voor vrijwilligers en mantelzorgers. De Buurtacademie kan als platform fungeren voor uitwisselingsbijeenkomsten met formele en informele organisaties. Zorgvrijwilligers worden steeds belangrijker aangezien door de bezuinigingen op de AWBZ minder geld beschikbaar is voor de dagopvang van mensen met een lichte beperking die wel zorg nodig hebben. We gaan in 2013 stimuleren dat het aantal zorgvrijwilligers in het stadsdeel toeneemt zodat er voor bewoners in het stadsdeel in elk geval voldoende vrijwilligers zijn die informele zorg kunnen bieden.
Programma 6 Welzijn en zorg
53
Woonservicewijken In het programakkoord is afgesproken om nog twee nieuwe woonservicewijken te ontwikkelen in deze bestuursperiode. In 2013 wordt de vierde woonservicewijk ontwikkeld. Kenniscentrum voor multiculturele ouderenzorg In 2012 is een haalbaarheidsstudie verricht naar het opzetten van een Kenniscentrum Multiculturele Ouderenzorg in Zuidoost. We hebben met oudere bewoners, vertegenwoordigers van de gezondheidszorg, met welzijnsinstellingen, met maatschappelijke dienstverleners en lokale organisaties gesproken over de betekenis van multiculturele ouderenzorg; over de verschillende activiteiten en projecten die er op dit terrein al zijn en over de mogelijke samenwerking en afstemming. Op basis hiervan is duidelijk geworden dat het bundelen en delen van kennis een meerwaarde heeft voor de kwaliteit van de multiculturele ouderenzorg. Het streven is dat op termijn ook andere stadsdelen en gemeenten gebruik gaan maken van de expertise over multiculturele ouderenzorg in Zuidoost. Door de interactieve werkwijze van de haalbaarheidsstudie zijn tijdens dit proces al samenwerkingsverbanden ontstaan tussen partijen, waardoor het Kenniscentrum in 2013 al van start kan gaan. Huiselijk geweld Naar verwachting zal de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in 2013 in werking treden. De wet draagt bij aan het sneller signaleren van gevallen van huiselijk geweld en kindermishandeling. We zetten in op preventie van huiselijk geweld. Dat betekent dat bewoners, lokale organisaties en professionele instellingen op verschillende manieren bewust worden gemaakt van huiselijk geweld en de gevolgen van deze meldcode. Wij gaan in 2013 voorlichting geven in de vorm van onder meer trainingen voor professionals, theatervoorstellingen, empowermentcursussen voor mannen en vrouwen, informatieavonden en radio-uitzendingen waarin het voorkomen van huiselijk geweld centraal staat. BuurtHuizen De buurthuizen hebben een centrale rol voor wat betreft het sociaal-cultureel aanbod in de wijken. Door samenwerking met partners wordt het aanbod beter afgestemd en een optimaal bereik mogelijk gemaakt. Naast een beter aanbod voor jongeren worden er meer activiteiten voor ouderen aangeboden.. We zorgen dat de buurthuizen optimaal toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Buurthuis Holendrecht is begin 2013 volledig gerenoveerd en krijgt de beschikking over een Grand Café met een restaurant. In samenwerking met partners zoals het ROC, de Dienst Werk en Inkomen (DWI) en stadsdeel wordt een werkgelegenheidsproject opgezet dat bewoners uit Zuidoost in staat stelt om werkervaring op te doen in het restaurant. Dit project richt zich vooral op deelnemers uit trede 2 ‘maatschappelijke participatie’ van de participatieladder. Jongerenschuldhulpverlening Jongeren met schulden krijgen te maken met specifieke problemen die moeilijker op te lossen zijn dan bij volwassen. Zij hebben een eigen aanpak nodig. De portefeuillehouders van de zeven stadsdelen hebben in februari 2012 afgesproken dat schuldhulpverlening aan jongeren een speerpunt wordt in het armoedebeleid. Dit is ook opgenomen in een stedelijk vastgesteld meerjarenplan voor armoedebestrijding. In 2012 is een voorstel geschreven om de schuldhulpverlening aan jongeren beter te organiseren. Dit wordt in 2013 ingevoerd. Samen doen in de buurt Het stedelijk programma Samen doen in de buurt heeft het doel de hulpverlening aan multiprobleemgezinnen effectiever en doelmatiger te organiseren onder regie van het stadsdeel. Dit programma is inmiddels ingevoerd en wordt in 2013 uitgebreid van twee naar drie buurtteams. Het programma hanteert een nieuwe werkwijze waardoor het noodzakelijk is dat we in 2013 nieuwe uitvoeringsafspraken maken met diverse organisaties. Hulpverlening wordt steeds meer een zaak van samenwerkingafspraken tussen verschillende organisaties.
54
Programma 6 Welzijn en zorg
Diversiteit We zijn intermediair tussen lokale organisaties en reguliere instellingen in de zin dat we een optimale samenwerking mogelijk willen maken in het lokaal sociaal beleid. De uitvoering van de nota Diversiteit draagt ertoe bij dat alle inwoners van stadsdeel Zuidoost de kansen en diensten krijgen waar zij recht op hebben, en dat niemand wordt uitgesloten. In 2013 wordt de uitvoering van het diversiteitbeleid geëvalueerd. Op basis van de aanbevelingen wordt een voorstel met projectvoorstellen geschreven ter aanscherping van het diversiteitsbeleid. Deze nieuwe projecten worden vanaf 2013 uitgevoerd.
3. Beleidkaders en bestuurlijke afspraken Voornemens uit het bestuursakkoord: 1, 2, 4, 5, 19, 22, 23, 24, 29, 34, 35 en 36 • Landelijke beleidskaders Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (2013) Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (2012) Wet maatschappelijke ondersteuning (2007) Stedelijke beleidskaders Wmo beleidsplan Amsterdam 2012-2016 (2012) Meerjarenbeleidsplan Armoedebestrijding 2012-2015 (2011) Werken het doel, Participeren de norm. Beleid re-integratie, inkomen, volwasseneneducatie en inburgering 2011-2014 (2010)
•
• Stadsdeel beleidskaders (bestaand) Uitvoeringsplan Participatie Zuidoost (2012) Visie op Zorg: Samenredzaam in Zuidoost (2012) Uitvoeringsprogramma Schuldhulpverlening (2012) Plan van Aanpak Woonservicewijk Kplus (2011) Programma Participatie Zuidoost 2012-2014 (2011) Sociaal Structuurplan (2010) Visienota De verbindende kracht van diversiteit (2009) Plan van Aanpak basispakket mantelzorg (2009) Implementatieplan Woonservicewijk Holendrecht (2008)
4.
Wat gaat het bestuur hiervoor doen?
Maatschappelijk effect 1: sociaal basispakket 1. Uitbreiding woonservicewijken; 2. Uitvoering Kansrijk Zuidoost; 3. Regie sluitende aanpak zorg volwassenen en uitvoering breed sociaal loket; Resultaatindicatoren per doel
Nulmeting begroting 2010
1. aantal woonservicewijken
2
4
4
2. aantal bewoners begeleid door Kansrijk Zuidoost
1890
1900
1900
3. aantal wijken waar de methode Samendoen in de buurt wordt uitgevoerd.
N.v.t.
3
3
Programma 6 Welzijn en zorg
2013
2014
2015 en 2016 4 1900
Product nr. 602 602
3
606
55
Maatschappelijk effect 2: gezondheidsbevordering 1. Bevorderen aanbod gezondheidspreventie; 2. Kennis delen over multiculturele ouderenzorg. Resultaatindicatoren per doel
2013
Nulmeting
2014
begroting 2010
1. aantal projecten voor gezondheidsbevordering
2
2. exploitatie kenniscentrum n.v.t. multiculturele ouderenzorg
6 kenniscentrum gerealiseerd
2015 en 2016
8 idem
8 idem
Product nr. 609 609
Maatschappelijk effect 3: maatschappelijke activering 1. Bevorderen van vrouwempowerment; 2. Aanpakken van armoedeproblemen en effectieve schuldhulpverlening; 3. Deelname van (vrijwillige) inburgeraars aan taaltrajecten. Resultaatindicatoren per doel 1.1 Aantal subsidies voor activiteiten voor vrouwempowerment 1.2 Percentage daarvan gericht op toeleiding naar werk of activering 2.1 Percentage curatieve voorzieningen t.o.v. het percentage preventieve voorzieningen 3.1 Aantal taaltrajecten
Nulmeting
2013
2014
10
10
begroting 2010
10
50
70
70-30
360
80
60-40
200
60-40
100
2015 en 2016 10
80
Product nr. 611
606
60-40
602
lopende trajecten afgebouwd
611
Maatschappelijk effect 4: civil society 1. Bevorderen van bewonersparticipatie en jeugdparticipatie; 2. Uitvoering samenwerkingsmodel diversiteit; 3. Ontwikkeling Buurthuizen; 4. Werven van zorgvrijwilligers; 5. Bevorderen van vrijwilligerswerk. Resultaatindicatoren per doel 1.1 aantal actieve deelnemers in de buurten 2.1 aantal samenwerkingsverbanden in kader Uitvoeringsnota diversiteit (samenwerkingsmodel) 3.1 aantal bezoeker bij de 4 buurthuizen 4.1 percentage zorgvrijwilligers stijgt in 2014 met 25% t.o.v. 2010 5.1 aantal vrijwilligers ingeschreven bij Venzo
56
Nulmeting
2013
2014
200
250
250
611
10
10
10
611
84.000
102.000
102.000
611
begroting 2010
n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
2015 en 2016
Product nr.
89
100
112
112
605
120
120
120
120
605
Programma 6 Welzijn en zorg
Autonome ontwikkeling Opname Wmo-loket in stadsdeelfondsuitkering Vanaf 2013 is het budget voor de Wmo-voorziening niet geoormerkt, maar het wordt toegekend via het stadsdeelfonds. Met deze prioriteit wordt het budget behouden voor de Wmo. We besteden dit jaarlijks aan het up-to-date houden van kennis van de medewerkers van het Wmo-loket. Daarnaast wordt het ingezet om informatie en advies ook in de wijken te verspreiden. Verder wordt het gebruikt voor onderhoud van ICT-voorzieningen. In 2013 wordt de dienstverlening vanuit het Loket verder uitgebreid en zal worden aangesloten op de aanpak Samen doen. Maatschappelijk effect
Verbeterde maatschappelijke participatie
Bedrag (I/S)
2013: € 120.000 (S)
Programmaproduct
PP0612
Prioriteiten zonder eigen Dekking Voedselbank Het stadsdeel draagt al enkele jaren € 15.000 bij aan de Voedselbank. Structureel is er € 5.820 beschikbaar. Het extra budget vervalt vanaf 2013. Om de bijdrage vanaf 2013 op peil te houden is € 9.180 nodig. Deze middelen worden ingezet om de cliënten van de Voedselbank naar de Madi toe te geleiden via wekelijkse spreekuren, uitgevoerd door consulenten van Madi. Maatschappelijk effect
Verbeterde maatschappelijke participatie
Bedrag (I/S)
2013: € 10.000 (I)
Programmaproduct
PP0606
Digitale marktplaats In de door de stadsdeelraad vastgestelde nota Visie op zorg is de ambitie opgenomen om een zogenaamde ‘digitale marktplaats’ te ontwikkelen. Dit is een digitale module die een vraag en aanbod van bewoners en organisaties op gebied van maatschappelijke participatie en onderlinge ondersteuning bij elkaar brengt. Maatschappelijk effect
Verbeterde leefbaarheid (civil society)
Bedrag (I/S)
2013: € 20.000 (I)
Programmaproduct
PP0604
Kwaliteitsverbetering dienstverlening Madi De stadsdelen hebben gezamenlijk in 2012 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de schuldhulpverlening door de Madi Zuidoost en Diemen. Wij hebben onderzoek gedaan naar de volledige dienstverlening van de Madi Zuidoost en Diemen. Op basis van deze onderzoeken zijn aanbevelingen gedaan. Om de aanbevelingen in 2013 goed te kunnen implementeren en zo de dienstverlening aan burgers te verbeteren is een incidenteel budget nodig naast de financiële inzet van Madi Zuidoost en Diemen. Maatschappelijk effect
Verbeterende maatschappelijk participatie
Bedrag (I/S)
2013: € 50.000 (I)
Programmaproduct
PP0602
Programma 6 Welzijn en zorg
57
Prioriteiten met eigen Dekking Mantelzorg Vanaf 2010 is aan het stadsdeel een subsidie beschikt van € 82.050 voor het basispakket mantelzorg door Dienst Zorgen Samenleven. Met een brief van de centrale stad d.d. 4 oktober 2011 is aangekondigd dat het stadsdeel vanaf 2012 geen subsidie meer ontvangt maar dat € 82.050 aan de begroting van het stadsdeelfonds wordt toegevoegd, bestemd voor het basispakket mantelzorg en niet meer apart gesubsidieerd. In het bestuursakkoord is opgenomen dat mantelzorgers beter bereikt, gekend en ondersteund moeten worden en er dient specifieke aandacht te zijn voor de doelgroep jonge mantelzorgers door o.a. voorlichting op scholen (BA 22). Om dit te bereiken en het beleid van de afgelopen jaren te continueren is het nodig het budget van € 35.231 dat structureel in de stadsdeelbegroting is opgenomen voor het basispakket mantelzorg, structureel aan te vullen met € 82.000. Maatschappelijk effect
Verbeterde leefbaarheid (civil society)
Bedrag (I/S)
2013: € 82.000 (S)
Programmaproduct
PP0604
Prioriteiten met dekking uit Fonds Sociaal Domein Kansrijk huis-aan-huis-aanpak In het huidige bestuursakkoord zijn diverse doelstellingen opgenomen waar Kansrijk Zuidoost door haar huis-aan-huisaanpak jaarlijks een bijdrage aan levert. In de begroting is meerjarig tot en met 2014 een budget van € 416.000 opgenomen. Dit is echter niet toereikend om in de vraag, het achter de voordeur bezoeken en ondersteunen van bewoners uit Zuidoost, te voorzien. Vanwege het verslechterde economische klimaat is de vraag naar ondersteuning vanuit Kansrijk Zuidoost groter geworden, tegelijkertijd zijn minder middelen beschikbaar vanuit de partners en derden. Gevraagd wordt naar extra budget om de huis-aan-huisaanpak in de huidige vorm te borgen in 2013 en 2014. De middelen die beschikbaar worden gesteld door de partners en externe organisaties en de middelen die voortvloeien uit de stedelijke vernieuwing en het stadsdeel, worden ingezet voor de projecten in het flankerend beleid. De extra bijdrage uit de stadsdeelbegroting zal worden gebruikt voor dekking van de bewonersadviseurs, assistent bewonersadviseurs en ondersteuning, inclusief de huisvesting tot 1 mei 2014. Voor de uitvoering van de activiteiten zal bijdragen gevraagd worden van derden, zijnde de partners in de stuurgroep. Maatschappelijk effect
Verbeterde maatschappelijke participatie
Bedrag (I/S)
2013: € 250.000 (I)
Programmaproduct
PP0606
Jouw idee, maak het waar! Jouw idee, maak het waar! is een voortzetting van een aanvankelijk stedelijk lopend subsidieprogramma voor jongeren van 12 tot en met 23 jaar. Aangezien een groot deel van de aanvragen afkomstig bleek van jongeren uit Zuidoost, heeft het stadsdeel het project in 2012 voortgezet met behulp van financiering uit het Uitvoeringsplan Participatie 2012. Stichting Vrijwilligers en ZO krijgt opdracht voor het begeleiden van de jongeren bij het uitvoeren van hun projectidee. Er is maximaal € 2.000 subsidie per initiatief. Voor 2013 en 2014 is voor Jouw idee, maak het waar! financiering aangevraagd vanuit het budget dat in het kader van de Hervorming Stedelijke Vernieuwing door de centrale stad beschikbaar is gesteld. Om in 2013 ook aanvragen van jongeren uit andere wijken te kunnen honoreren, is een extra budget van € 10.000 nodig.
58
Maatschappelijk effect
Verbeterde maatschappelijke participatie
Bedrag (I/S)
2013: € 10.000 (I)
Programmaproduct
PP0514
Programma 6 Welzijn en zorg
Jongeren schuldhulpverlening De portefeuillehouders Armoede hebben in 2012 afgesproken dat bij schuldhulpverlening extra aandacht nodig is voor jongeren omdat zij specifieke hulpvragen hebben. In 2012 is hier stedelijk een voorstel voor geschreven. Om deze methode ook in Zuidoost in te kunnen voeren zijn extra middelen noodzakelijk. De middelen worden ingezet om een schuldhulpverleningstraject aan jongeren met meervoudige problemen aan te bieden, waar het stabiliseren van schulden deel van uitmaakt. (Het budget is gebaseerd op de begroting van stadsdeel Zuid, dat al werkt met deze methode en er is rekening gehouden met vijftig procent cofinanciering van DWI). Maatschappelijk effect
Verbeterende maatschappelijk participatie
Bedrag (I/S)
2013: € 50.000 (I)
Programmaproduct
PP0606
Participatiemarkten Na een succesvolle pilot in 2011, is de organisatie van participatiemarkten in 2012 voortgezet op basis van een financiering van DWI (in het kader van de Wmo/Wwb-pilot). De doelstelling van het initiatief is het toeleiden van trede 1 en 2 klanten richting het lokale, wijkgerichte participatievoorzieningenaanbod. Aan de basis van de markten staat een samenwerking tussen lokale informele en formele zorg- en welzijnsorganisaties, waarbij Onderneming Sociale sector Amsterdam (OSA) de rol heeft van coördinator en aanjager. Uiteindelijk dient er een structuur en methodiek te ontstaan waarmee de lokale keten van formele en informele organisaties op eigen initiatief en op eigen kracht de markten structureel kan voortzetten. Voor 2013 en 2014 is voor de participatiemarkten een financiering aangevraagd vanuit het budget dat in het kader van de Hervorming Stedelijke Vernieuwing door de centrale stad beschikbaar is gesteld. Om in 2013 ook in de overige wijken in Zuidoost de markten te kunnen laten plaatsvinden, is een extra budget van € 50.000 nodig. Maatschappelijk effect
Verbeterde maatschappelijke participatie
Bedrag (I/S)
2013: € 50.000 (I) PP0611
Programmaproduct
Eigen kracht conferenties In navolging van motie 127/2012 is in 2012 een samenwerking aangegaan met de stichting Eigen Kracht Centrale voor het organiseren van Eigen Kracht conferenties in Zuidoost. Deze conferenties kunnen in veel verschillende situaties worden ingezet, variërend van problemen binnen een huishouden tot problemen in een buurt door bijvoorbeeld overlast. Coördinatoren van stichting Eigen Kracht Centrale organiseren en begeleiden de conferenties. Uitgangspunt van de afspraken is dat tot het organiseren van een conferentie wordt overgegaan, zodra zich een aanleiding voordoet. Derhalve kan niet exact aangegeven worden hoeveel conferenties in een periode van een jaar zullen plaatsvinden. Voor 2013 en 2014 is financiering aangevraagd vanuit het budget dat in het kader van de Hervorming Stedelijke Vernieuwing door de centrale stad beschikbaar is gesteld. Om in 2013 ook in de overige gebieden in Zuidoost Eigen Kracht conferenties te kunnen laten plaatsvinden, is een extra budget van € 10.000 nodig. Maatschappelijk effect Bedrag (I/S)
Verbeterde maatschappelijke participatie 2013: € 10.000 (I)
Programmaproduct
PP0611
Programma 6 Welzijn en zorg
59
Gezondheidsweek, inclusief gezondheidsmarkt In het Integraal Wmo-beleidsprogramma Zuidoost is opgenomen dat een goede gezondheid een basisvoorwaarde is om te kunnen deelnemen aan onze samenleving. Het bevorderen van voorlichting en preventie, onder andere op het gebied van bewegen, seksuele vorming en gezonde voeding zijn belangrijke doelstellingen in dit programma. Naar aanleiding van de aangenomen motie van de stadsdeelraad van Zuidoost (van 30 november 2011) is besloten om een structurele gezondheidsweek mogelijk te maken. Voor de continuering en uitbreiding van de jaarlijkse gezondheidsmarkt naar een gezondheidsweek is jaarlijks een extra bedrag van € 20.000 nodig. Tot nu toe zijn deze activiteiten geheel vanuit het Wmobudget gefinancierd. Op dit moment is een bedrag gereserveerd van € 25.000 uit het Wmo-budget voor het organiseren van een gezondheidsbevorderende activiteit. Gezien de kosten die het voorgaande jaar gemaakt zijn en het gegeven dat sprake is van een uitbreiding, is een extra bedrag van € 20.000 nodig voor 2013. Maatschappelijk effect
Bevordering gezondheids- en welzijnssituatie
Bedrag (I/S)
2013: € 20.000 (I)
Programmaproduct
PP0609
Multicultureel Kenniscentrum voor Ouderen
Voor de coördinatie en programmering van het kenniscentrum is budget nodig. De hoogte van het budget moet nog blijken uit het haalbaarheidsonderzoek. Maatschappelijk effect
Verbeterde maatschappelijke participatie
Bedrag (I/S)
2013: 50.000 (I)
Programmaproduct
PP0611
Prioriteiten met dekking uit Fonds Sociaal Domein (geen onderdeel van het Uitvoeringsplan participatie 2013) NoLIMIT structurele uitvoeringskosten (budget uit FSD, maar geen onderdeel van het participatieplan) De structurele kosten voor NoLIMIT zijn vanaf de oprichting uiterlijk per 1 januari 2013 begroot op € 810.000 Er is binnen de huidige stadsdeelbegroting € 400.000 beschikbaar en de opbrengsten zijn op € 260.000 gepland. De stadsdeelraad heeft besloten tot een aanvullende structurele dekking van € 150.000 per 1 januari 2013. Maatschappelijk effect Bedrag (I/S)
Verbeterde leefbaarheid € 150.000 (S)
Programmaproduct
PP0611
Samen doen (budget uit FSD, maar geen onderdeel van het participatieplan) Het stedelijk programma Samen doen in de buurt is ingevoerd en wordt in 2013 uitgebreid van twee naar drie buurtteams, waaraan medewerkers van verschillende hulpinstellingen deelnemen. Het programma hanteert vanaf een nieuwe werkwijze waardoor het noodzakelijke is nieuwe uitvoeringsafspraken te maken met diverse organisaties. De bestaande afspraken sluiten onvoldoende aan bij deze praktijk en er worden frictiekosten gemaakt door tijdelijke overlap vanwege gebiedsgewijze invoering en deskundigheidsopbouw van bestaande formatie.
60
Maatschappelijk effect Bedrag (I/S)
Verbeterde leefbaarheid € 50.000 (I)
Programmaproduct
PP0611
Programma 6 Welzijn en zorg
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012
Baten
3.158
3.677
1.315
1.315
1.315
670
Lasten
15.519
17.083
12.708
12.450
11.923
11.202
Resultaat voor bestemming
12.361
13.406
11.393
11.135
10.608
10.532
Onttrekking aan reserves
258
208
0
0
0
0
Toevoegen aan reserves
208
0
0
0
0
0
12.311
13.198
11.393
11.135
10.608
10.532
Resultaat na bestemming
Het begrote resultaat 2013 van Programma 6 Welzijn en zorg daalt ten opzichte van het begrote resultaat 2012 voor bestemming met € 2,0 mln. (van € 13,4 mln. naar € 11,4 mln.). Er is sprake van € 2,3 mln. lagere baten en € 4,3 mln. lagere lasten. Ontwikkeling baten De per saldo lagere baten van € 2,3 mln. kunnen als volgt worden verklaard: • Budgettair neutraal € 2,3 mln. (dit wordt verderop toegelicht). • Lagere baten van € 0,1 mln. in verband met in 2012 incidentele bijdragen van DWI en DMO voor participatiemarkten en netwerk taalondersteuning. • Hogere opbrengsten van € 0,1 mln. voor NoLIMIT en de Buurthuizen vanaf 2013 door de in 2012 te realiseren verbeteringen aan de panden, wat de verhuurbaarheid ten goede komt. Ontwikkeling lasten De lagere lasten van per saldo € 4,3 mln. worden voornamelijk veroorzaakt door: • Budgettair neutrale ontwikkelingen van € 2,3 mln. (zie verderop) • Lagere lasten van € 1,9 mln. voor sociale samenhang en actief burgerschap; voor € 0,6 mln. is dit toe te schrijven aan NoLIMIT vanwege incidenteel in 2012 toegekende prioriteiten en voor € 1,0 mln. aan de Buurthuizen vanwege de ombuigingstaakstelling, de overige € 0,3 mln. betreffen voornamelijk incidentele prioriteiten voor 2012 en een lager subsidiebudget voor opbouwwerk. • Lagere lasten van per saldo € 0,1 mln. ten opzichte van de begroting 2012 met name op de producten sociale redzaamheid en huiselijk geweld. Budgettair neutrale ontwikkelingen Voor dit programmahoofdstuk zijn de volgende budgettair neutrale ontwikkelingen te melden. In totaal gaat het om € 2,3 mln. lagere lasten en baten: • De programmabudgetten voor zelfstandige huishouding en sociale redzaamheid laten € 1,4 mln. lagere lasten en baten zien ten opzichte van de begroting 2012. Dit wordt veroorzaakt doordat de budgetten pas in de begroting 2013 worden opgenomen wanneer de beschikkingen met betrekking tot de schuldhulpverlening en de WMO-uitkering van de centrale stad zijn ontvangen. • Ten opzichte van de begroting 2012 is het budget AWBZ 2013 € 0,5 mln. lager begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat in de begroting 2012 rekening is gehouden met het restantbudget 2011. Het betreft hier een doeluitkering van de centrale stad. • Het programmabudget voor sociale redzaamheid laat € 0,3 mln. lagere lasten en baten zien als gevolg van het vervallen van incidentele prioriteiten en bijdragen voor Kansrijk Zuidoost van Ymere en Rochdale. • Voor Mantelzorg en Vrijwilligerswerk zijn de begrote baten en lasten in de begroting 2013 t.o.v. de begroting 2012 € 0,1 mln. lager omdat in de begroting 2012 restantbudgetten van 2011 zijn opgenomen. Het betreft hier doeluitkeringen van de centrale stad.
Programma 6 Welzijn en zorg
61
Mutaties reserves Bij dit programma horen de volgende reserves: • Reserve Participatie • Reserve Hoogopgeleide inburgeraars De mutaties in de reserves worden toegelicht in de productenraming.
62
Programma 6 Welzijn en zorg
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000 Baten begroting 2012
2013
2014
-1.315
2015
-1.315
-1.315
Totaal baten begroting 2013
-1.315
-1.315
-1.315
Lasten begroting 2012
12.708
12.450
11.923
Opname WMO – loket in stadsdeelfondsuitkering
120
120
120
Totaal autonome posten
120
120
120
Voedselbank
10
0
0
Digitale marktplaats
20
0
0
Kwaliteitsverbetering dienstverlening Madi
50
0
0
Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
80
0
0
Autonome posten:
Prioriteiten zonder eigen dekking:
Prioriteiten met eigen dekking: Mantelzorg
82
82
82
-82
-82
-82
0
0
0
250
0
0
Jou idee, maak het waar
10
0
0
Wegwijs in het stadsdeel voor VO
15
0
0
Jongeren schuldhulpverlening
50
0
0
Participatiemarkten
50
0
0
Eigen kracht conferenties
10
0
0
Zorgvrijwilligers
15
0
0
Gezondheidsweek, inclusief gezondheidsmarkt
20
0
0
Multicultureel kenniscentrum voor ouderen
50
0
0
Informele taalonderdersteuning
20
0
0
150
0
0
50
0
0
-690
0
0
Dekking stadsdeelfonds Totaal prioriteiten met eigen dekking Prioriteiten met dekking FSD: Kansrijk huis - aan - huisaanpak
NoLimit, uitvoeringskosten Samen doen Dekking stelpost FSD Totaal prioriteiten met dekking FSD
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
12.908
12.570
12.043
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t. 0
0
0
0
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 6 Welzijn en zorg
0
63
Programma 7 Sport en recreatie Dit programma betreft het sportbeleid, het uitvoeren van sportactiviteiten, het exploiteren en beheren van sportaccommodaties en activiteiten ten aanzien van overige recreatieve voorzieningen. Sport draagt bij aan de maatschappelijke participatie, gezondheid en talentontwikkeling. Daarnaast biedt sport veel mogelijkheden voor zinvolle vrijetijdsbesteding. Sport is leuk om te doen én voor veel mensen leuk om naar te kijken. Het sportbeleid heeft drie speerpunten. Ten eerste het verhogen van de sportparticipatie van de bewoners, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan mensen die nog helemaal niet sporten. Ten tweede het verhogen van de bezettingsgraad van sportaccommodaties. Het derde speerpunt is het verbreden van de doelgroepen van het sportbuurtwerk.
1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten: 1. Verhoging van de sportparticipatie; een hogere sportparticipatie van jongeren en volwassenen draagt mede bij aan de sociale cohesie in het stadsdeel en de gezondheidssituatie van de bewoners (BA 32, 33, 34, 37 en 38). 2. Toename van het aantal leden van sportverenigingen onder jongeren en volwassenen; het lidmaatschap van een vereniging draagt mede bij aan het ontwikkelen van sociale competenties. Effectindicatoren 1.1 sportparticipatie (BMS tabel 7.1) 1.2 sociale cohesie (BMS tabel 6.19) 2. ledenaantal van sportverenigingen (BMS figuur 7.2)
2.
Nulmeting
2013
2014 (Endterm)
begroting 2011
2015 en 2016
46%(2008)
51
52
52
6,2 (2008)
6.3
6,4
6,4
25% van de bevolking (2008)
27
28%
29%
Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten
Verhogen van de sportparticipatie De overkoepelende doelstelling van het sportbeleid in de huidige bestuursperiode is het verhogen van de sportparticipatie. Daarvoor is een samenhangend geheel aan instrumenten noodzakelijk, zoals voldoende en kwalitatief goede accommodaties, een aanbod van sportactiviteiten (sportbuurtwerk), sportstimulerende projecten, vitale sportverenigingen. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan het opzetten van sportbuurtclubs (verenigingen die gekoppeld worden aan (brede) scholen en onderling aan competities deelnemen), of aan het organiseren van kleinschalige sporttoernooien en aandacht voor groepen bewoners die een extra drempel ervaren om aan sportbeoefening te kunnen doen. Onder deze laatste categorie vallen bijvoorbeeld mensen met een beperking en mensen met een laag inkomen. De afgelopen jaren zijn de sportaccommodaties in Zuidoost grotendeels vernieuwd en uitgebreid. Het jaar 2013 zal voor een belangrijk deel in het teken staan van een nadere concretisering en invulling van de sportparticipatie. Hiermee is aan een belangrijke voorwaarde voor het verhogen van de sportparticipatie voldaan. Met ingang van 2012 is de opzet en uitvoering van het sportbuurtwerk vernieuwd, nadat een proces van openbare aanbesteding heeft plaatsgevonden. Vanaf april 2011 heeft de uitvoering van het sportbuurtwerk een andere opzet. In het eerste kwartaal van 2012 is hierover een evaluatie aan de Stadsdeelraad gezonden. In 2012 zijn extra activiteiten ondernomen om het sporten van mensen met een beperking te intensiveren. In 2012 gestarte projecten zullen voor een deel ook doorlopen in 2013. Daarnaast zullen ook aanvullende activiteiten worden opgezet. Hierbij moet gedacht worden aan sportprojecten voor mensen met (extreem) overgewicht en een aanbod aan laagdrempelige beweegactiviteiten voor volwassenen die nog
Programma 7 Sport en recreatie
65
helemaal niet aan sport doen. Hiervoor zal een netwerk worden gevormd om deze activiteiten goed op elkaar af te stemmen en daarin vraaggericht te kunnen werken. Het bestaan van een dergelijk netwerk is ook voorwaarde om in aanmerking te kunnen komen voor, gedeeltelijke, stedelijke financiering van deze projecten. Sport wordt meer en meer ingezet als middel om maatschappelijke effecten te bereiken, zoals het terugdringen van (jongeren)overlast en het bestrijden van overgewicht bij jongeren en volwassenen. Deze toepassingen worden in 2013 voortgezet. Sportstimulering In samenwerking tussen stad en stadsdelen is gewerkt aan een nieuw sportplan 2013-2016. Om dat plan uit te voeren dienen wij in de periode 2013-2016 jaarlijks € 75.000 te reserveren voor de cofinanciering. Dit bedrag wordt ingezet voor activiteiten sportstimulering die bijdragen tot een verhoging van de sportparticipatie. Op aandringen van de stadsdelen stelt het college van B&W voor om met ingang van 2013 één financiële regeling in het leven te roepen om de jeugd in staat te stellen georganiseerde sport uit te oefenen. Ouders/verzorgers kunnen een bijdrage voor de contributie aanvragen. Bijlmer Sportpark Het Bijlmer Sportpark heeft veel nieuwe gebruikers aangetrokken. Het wordt gebruikt door het bedrijfsleven en er worden specifieke projecten uitgevoerd, bijvoorbeeld voor leerlingen met een verstandelijke beperking en mensen met (extreem) overgewicht. Behalve (nieuwe) verenigingen maken scholen van binnen en buiten Zuidoost er gebruik van. Een gevarieerd gebruik stelt hoge eisen aan het beheer en de exploitatie van het sportpark. In 2012 is daarom nader onderzocht of het wenselijk is de exploitatie te privatiseren en op welke wijze dit eventueel zou moeten gebeuren. Concrete besluiten hierover worden in 2013 voorbereid. Bijlmer Sport Centrum Hoewel met de realisatie van het Bijlmer Sport Centrum een prachtige accommodatie is ontstaan, blijft vooral het zwembadgebruik ver achter bij de verwachtingen. Dit heeft een negatief exploitatieresultaat tot gevolg voor de exploitant. In overleg tussen stadsdeel en exploitant zijn in 2012 acties ingezet om het exploitatieresultaat te verbeteren. Deze hebben succes gehad, maar voor een kostendekkende exploitatie worden met de exploitant in 2013 aanvullende prestatie-afspraken gemaakt. Sporthal Gaasperdam De sporthal Gaasperdam kampt al jaren met een exploitatietekort ten gevolge van tegenvallende inkomsten uit verhuur. Het negatieve exploitatieresultaat is ooit ontstaan door het wegvallen van huurinkomsten van de tegenoverliggende scholengemeenschap. De verhuurproblematiek doet zich uitsluitend overdag voor. ’s Avonds is de hal goed bezet. De stichting voert promotie- en marketingactiviteiten uit om sportactiviteiten van onderwijsorganisaties naar de sporthal te halen en hiermee voor 2013 tot een sluitend exploitatieresultaat te komen. Het stadsdeel kan binnen bestaande (sport)netwerken actief wijzen op de mogelijkheid om sportruimte te huren in de sporthal. Tot nu heeft jaarlijks een afweging plaatsgevonden om via een subsidie bij te dragen aan het verkleinen van het exploitatietekort.
66
Programma 7 Sport en recreatie
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken Voornemens uit het bestuursakkoord: 32, 33, 34, 37 en 38 • Landelijke beleidskaders Programma sport en bewegen in de buurt (2011) • Stedelijke beleidskaders Sportplan 2013 – 2016 (2012) • Stadsdeel beleidskaders Notitie intensiveren sporten voor mensen met een beperking, augustus (2012) Sportplan 2013-2016 (2012) Uitvoeringsnotitie sportbuurtwerk nieuwe stijl (2011)
4. Wat gaat het bestuur hiervoor doen? Maatschappelijk effect 1: sportparticipatie 1. Beheren en exploiteren van sportparken. 2. Het realiseren van kleinschalige sport- en spelterreinen in buurten. 3. Aansturen van beheer en exploitatie Bijlmer sportcentrum. 4. Aansturen en coördineren van het sportbuurtwerk. 5. Aansturen en coördineren van sportstimuleringsprojecten. 6. Stimuleren van sportdeelname door mensen met een beperking. Resultaatindicatoren per doel 1.
Nulmeting begroting 2011
aantal goedgekeurde sportvelden (met ISA-keurmerk) - kunstgrasvelden - cricket pitches - natuur grasvelden
2013
2014
2015 en 2016
Product nr. 703
6 2 2 1
6 2 2 4
6 2 2 4
6 2 2 4 100% gerealiseerd
2.
gerealiseerde Cruyff courts
3.
gerealiseerde afspraken uit beleidsdocument exploitatiecontract Optisport aantal deelnemers
80% gerealiseerd
90% gerealiseerd
100% gerealiseerd
6.500
8.000
8.500
5.
uitgevoerde projecten
4
4
5
5
701
6.
gerealiseerde aantal extra activiteitenaanbod
0
6
6
6
704
4.
Programma 7 Sport en recreatie
9.000
704 703
701
67
Maatschappelijk effect 2: sportbevordering 1. Het ondersteunen van verenigingen middels een sportloket. 2. Het stimuleren van verenigingslidmaatschap. 3. Het ontwikkelen en coördineren van sportstimuleringsprogramma’s met participatie van verenigingen. Resultaatindicatoren per doel 1.
68
Nulmeting
2013
2014
begroting 2011
2015 en 2016
Product nr.
aantal ondersteuningsverzoeken verenigingen (via sportloket en verenigingsondersteuning DMO) 2.1. aantal schoolsportverenigingen
35
40
45
45
701
1
4
5
5
702
2.2. doorstroom van sportprojecten naar verenigingslidmaatschap 3. aantal programma’s
20 nieuwe leden
60
80
1
3
4
80
702
4
701
Programma 7 Sport en recreatie
Prioriteiten zonder eigen dekking Sportgebouw sportpark De Toekomst Het verenigingsgebouw op sportpark De Toekomst blijft in iedere geval nog tot en met 2016 nodig voor honkbalgebruik. Het gebouw verkeert in slechte staat en er zijn geen middelen voor onderhoud gereserveerd. Voor het in stand houden van het gebouw is jaarlijks € 20.000 nodig. Het gebouw moet aan minimale eisen blijven voldoen om een geldige gebruiksvergunning te behouden. Maatschappelijk effect
Voldoende sportaccommodaties voor de breedtesport
Bedrag (I/S)
2013 t/m 2016 jaarlijks € 20.000 (I)
Programmaproduct
PP0703
Aanleg vierde Cruyff Court in Kortvoort Door het DB is op 17 juli 2012, conform het bestuursakkoord, besloten om een vierde Cruyff court aan te leggen in Kortvoort mits hiervoor middelen beschikbaar zijn in de begroting 2013. De totale stadsdeelkosten aanleg Cruyff court bedragen € 100.000. De dekking is deels geregeld in de begroting 2012 (€ 25.000 onder no. 7070383/4434850). Aanvullend is nog € 25.000 nodig. Maatschappelijk effect
Verhogen van sportparticipatie van de Zuidoost bevolking
Bedrag (I/S)
2013 € 25.000 (I)
Programmaproduct
PP0702
Prioriteiten met dekking uit Fonds Sociaal Domein Stimuleringsregeling lidmaatschap sportverenigingen In 2012 is de ‘stimuleringsregeling lidmaatschap sportverenigingen’ gestart. De financiering van € 20.000 komt uit het Uitvoeringsplan Participatie 2012. Middels de regeling wordt aan kinderen en jongeren een korting van minstens vijftig procent gegeven op de contributie van een sportvereniging, met als doel een stimulans te geven aan de sportparticipatie het aantal lidmaatschappen bij sportverenigingen te verhogen. Er wordt speciaal ingezet op sporten en verenigingen waarvoor de interesse van kinderen en jongeren uit Zuidoost nog achterblijft zoals cricket, tennis, hockey. Voor 2013 en 2014 is financiering aangevraagd vanuit het budget dat in het kader van de Hervorming Stedelijke Vernieuwing door de centrale stad beschikbaar is gesteld. Om de stimuleringsregeling in 2013 ook voor kinderen en jongeren uit andere wijken van Zuidoost beschikbaar te stellen, is een extra budget van € 10.000 nodig. Maatschappelijk effect
Verhogen van sportparticipatie van de Zuidoost bevolking
Bedrag (I/S)
2013: € 10.000 (I)
Programmaproduct
PP0702
Cofinanciering uitvoering Sportplan Voor 2013 tot en met 2016 wordt in samenwerking tussen stad en stadsdelen een geactualiseerd sportplan ontwikkeld. Financiering door het stadsdeel is een voorwaarde om financiële bijdragen van de centrale stad te kunnen verwerven voor de uitvoering van het plan. Voor 2013 t/m 2016 willen we jaarlijks € 40.000 inzetten. Hiermee wordt tevens een extra impuls gegeven aan het intensiveren van sporten door volwassenen en mensen met een beperking. Ook wordt de cofinanciering van sportstimulerende programma’s hieruit gefinancierd. Deze zijn een belangrijk instrument om de sportparticipatie te verhogen. Maatschappelijk effect
Verhogen van sportparticipatie van de Zuidoost bevolking
Bedrag (I/S)
2013: € 40.000 (I)
Programmaproduct
PP0702
Programma 7 Sport en recreatie
69
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012
Baten
1.070
914
740
740
710
710
Lasten
5.057
5.528
5.420
5.349
5.319
5.319
Resultaat voor bestemming
3.986
4.614
4.680
4.609
4.609
4.609
Onttrekking aan reserves
0
0
0
0
0
0
Toevoegen aan reserves
0
0
0
0
0
0
3.986
4.614
4.680
4.609
4.609
4.609
Resultaat na bestemming
Het resultaat voor bestemming van het programma Sport en recreatie stijgt in 2013 met € 0,1 mln. (van € 4,6 mln. naar € 4,7 mln.). Er is sprake van € 174.000 lagere baten en € 108.000 lagere lasten. Ontwikkeling baten De baten dalen met een bedrag van € 174.000 als gevolg van een budgettair neutrale ontwikkeling. Ontwikkeling lasten De lasten dalen per saldo met een bedrag van € 208.000. De daling wordt voor een bedrag van € 174.000 veroorzaakt door budgettair neutrale ontwikkelingen (zie verderop). De toename van per saldo € 34.000 wordt veroorzaakt door hogere lasten voor een bedrag van € 345.000 en lagere lasten voor een bedrag van € 311.000. Hogere lasten • De hogere lasten zijn voor een totaal bedrag van € 270.000 het gevolg van de gewijzigde doorbelastingsystematiek van apparaatskosten. De doorbelastingsystematiek is vanaf 2013 in het kader van Besturen zonder Ballast aangepast aan de stedelijke richtlijnen. • In 2013 is het budget voor kapitaallasten toegenomen met € 50.000. Deze toename is onder meer het gevolg van lopende investeringen zoals de aanleg Bijlmer Sportpark en sportvelden Driemond. • In de begroting 2013 is rekening gehouden met een hoger budget voor de aanleg van het vierde Cruijff Court in Kortvoort. Het beschikbaar budget in 2013 is € 50.000. Dit is € 25.000 hoger dan in 2012. Lagere lasten In 2013 vervalt voor een bedrag van € 311.000 aan incidentele budgetten. Deze afname wordt voornamelijk veroorzaakt door: • Het vervallen van een aantal incidentele prioriteiten voor een bedrag van € 158.000. • Het meerjarig stadsdeelbudget voor de uitvoering van het stadsdeelsportplan komt in 2013 te vervallen. Het gaat om een bedrag van € 75.000. • In 2012 is incidenteel een budget van € 53.000 dat beschikbaar is gesteld voor het preventief vervangen van bouten in het Bijlmersportcentrum. • In 2013 vervalt het budget van € 25.000 voor de stimulering van sportparticipatie van minder validen. Budgettair neutrale ontwikkelingen Naast de genoemde ontwikkeling zijn in dit programma ook nog een aantal budgettair neutrale ontwikkelingen te melden voor een bedrag van € 174.000. • In 2013 vervallen de volgende budgetten die gefinancierd worden door derden (subsidies) voor een bedrag van € 59.000: o Bijdrage van DMO van totaal € 30.000 voor aangepast sporten en stimulering sportparticipatie van gehandicapten en chronisch zieken;
70
Programma 7 Sport en recreatie
Restant budget van de Johan Cruijff Foundation voor de aanleg Cruijff Court in de DE-buurt voor € 14.000; o Voor ‘’Sport lokaal samen’’ vervalt in 2013 een bedrag van € 15.000 (budget van derden is doorgeschoven uit 2011). • In de begroting is er vanuit gegaan dat er per 2013 een beheersstichting is opgericht voor het Bijlmersportpark. De geraamde exploitatiekosten en baten zijn gesaldeerd opgenomen. Hierdoor is er een budgettair neutraal effect in de begroting 2013 van € 115.000. o
Mutaties reserves Bij dit programma zijn geen reserves.
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
Baten begroting 2012
740
740
Totaal baten begroting 2013
740
740
710
5.420
5.349
5.319
Lasten begroting 2012
710
Autonome posten: Beheertoetsen Dennenrode en maaiveld E-Buurt
24
Totaal autonome posten
24
0
0
Sportgebouw sportpark De Toekomst
20
20
20
Aanleg 4de Cruyff court Kortvoort
25
0
0
Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
45
20
20
Stimuleringsregeling lidmaatschap sportverenigingen
10
0
0
Cofinanciering Sportplan
40
0
0
Dekking uit stelpost FSD
-50
0
0
Prioriteiten zonder eigen dekking:
Prioriteiten met dekking FSD
Totaal prioriteiten met dekking FSD Lasten begroting 2013
0
0
0
5.489
5.369
5.339
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t.
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 7 Sport en recreatie
0
71
Programma 8 Cultuur en monumenten Met kunst en cultuur wordt de sociale cohesie versterkt, kunst en cultuur kunnen verbinden en stimuleren tot maatschappelijke participatie. Speerpunt binnen het programma cultuur is daarom cultuurparticipatie; inwoners van Zuidoost en bezoekers van buiten moeten kennismaken met en/of deelnemen aan diverse vormen van kunst en cultuur of culturele activiteiten en evenementen en voorzieningen in Zuidoost bezoeken. Een bloeiend cultureel klimaat en kwalitatief voorzieningenniveau is versterkend voor het imago van Zuidoost. Het trekt bezoekers van buiten en heeft een aantrekkende werking op de middenklasse en het bedrijfsleven. CBK Zuidoost vervult binnen het stadsdeel een bijzondere functie als netwerkpartner binnen de ontwikkeling en uitvoering van culturele ambities, vooral op het gebied van het toegankelijk maken van hoogwaardige beeldende kunst, realisatie van kunst in openbare ruimte, cultuureducatieve programma’s en positioneren van Zuidoost als plek voor creatieve bedrijvigheid. Speerpunt binnen dit programma is daarom cultuureducatie en talentontwikkeling. Ingezet wordt op kansen voor kinderen en jongeren om hun talenten te ontplooien, tonen en ontwikkelen. Leerlingen moeten in het basisonderwijs laagdrempelig kennismaken met diverse vormen van kunst en cultuur, waarbij zoveel mogelijk doorstroom moet zijn van binnenschools naar Brede school naar de vrije tijd. Het gaat niet alleen om het ontwikkelen van artistieke vaardigheden; door cultuureducatie kunnen ook andere talenten worden aangesproken die (uiteindelijk) sociaaleconomische kansen bieden. Het gaat dan om competenties die nodig zijn voor een succesvolle schoolloopbaan, voorbereiding op de arbeidsmarkt en maatschappelijke participatie. Een ander speerpunt in het programma Cultuur en monumenten is het stimuleren van creatieve industrie en cultureel ondernemerschap. De leefbaarheid wordt verbeterd door het creëren van broedplaatsen en het stimuleren van creatieve bedrijvigheid en professionalisering daarvan. (Jonge) cultureel ondernemers in Zuidoost dragen bij aan het cultureel en economisch klimaat. Door stimuleren van creatieve industrie en het vermarkten van de eigenheid van het cultureel talent in Zuidoost worden sociaaleconomische kansen geboden door betere aansluiting op arbeidsmarkt en opleiding, het creëren van een goed vestigingsklimaat en versterking van het imago van Zuidoost. Het zorgt voor een versterking van de positie van culturele instellingen, initiatieven en (jonge) creatieve ondernemers, maar creëert ook levendigheid en vernieuwing binnen het cultureel klimaat van Zuidoost.
Programma 8 Cultuur en monumenten
73
1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten uit het meerjarenplan: 1. Grotere maatschappelijke en culturele participatie (BA 42). 2. Bijdragen aan een groter gebruik van cultuurvoorzieningen en ontwikkelen van kansen voor kinderen om hun talenten te ontwikkelen (BA 40). 3. Verbetering van de leefbaarheid, door het creëren van broedplaatsen en voorkomen van leegstand en stimuleren van creatieve bedrijvigheid (BA 41). Effectindicatoren 1.1. percentage jongeren dat podiumkunsten bezoekt (BMS tabel 8.4) 1.2. percentage jongeren die amateurkunst beoefenen (BMS tabel 8.3) 1.3. percentage volwassenen die amateurkunst beoefenen (BMS tabel 8.3) 1.4. aantal leden Openbare bibliotheek (BMS tabel 8.1) 1.5. score sociale cohesie (BMS tabel 6.19) 2. scholen met een beleidsplan cultuureducatie in het primair onderwijs (BMS tabel 8.5) 3. startende ondernemers in de creatieve industrie (BMS tabel 4.26)
2014 (Endterm)
2013
Nulmeting begroting 2011
2015 en 2016
48 (2010)
54
55
57
51 (2010)
55
60
65
49 (2010)
55
60
65
13.261 (2010)
14.000
14.000
14.000
6.2 (2010) 24 (2010)
6.3
6.3
6.4
28
29
30
72 (2010)
90
100
100
2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Cultuurparticipatie en versterking creatieve industrie Versterking professionele instellingen Wij ambiëren dat de kunst en cultuur in en uit Zuidoost opgemerkt wordt in heel Amsterdam. We hebben zorg voor een gezonde exploitatie en doorontwikkeling van onze belangrijkste professionele cultuurvoorzieningen. We voeren regie op het aanbod en culturele voorzieningen met als doel bevordering van een culturele infrastructuur, vernieuwing van aanbod, optimaal publieksbereik, voorkomen van overlap en het stimuleren van samenwerking. We willen dat er voldoende goede plekken zijn waar grotere, maar ook kleinschalige initiatieven plaats kunnen vinden. Er is natuurlijk het prachtige Bijlmer Parktheater, maar ook NoLIMIT en plekken als CBK Zuidoost, Imagine IC en Bibliotheek, CEC, Boerderij Langerlust en de culturele broedplaatsen bieden mooie faciliteiten voor eigen programmering of programmering door anderen. Stimuleringsbudget ‘Bijlmermakers’ We willen ruimte creëren voor levendigheid en vernieuwing binnen het cultureel klimaat van Zuidoost. Dit betekent ruimte, vertrouwen en de nodige tijd geven aan nieuwe initiatieven die het experiment durven aan te gaan, nieuwe publieksgroepen willen aanboren of een bijzondere kwaliteit kennen. We kiezen er dan ook voor om veel meer dan voorheen, de eerste, meest riskante ontwikkelbijdragen voor haar rekening te nemen. Dit programmabudget richt zich op bijzondere projectvoorstellen van Bijlmermakers, die een nieuw gezicht laten zien van cultureel Zuidoost en ook nieuw en ander publiek trekken.
74
Programma 8 Cultuur en monumenten
Programmatische versterking broedplaatsen We hebben ons tot doel gesteld om de culturele broedplaatsen programmatisch te verstevigen. Er wordt ingezet op inhoudelijke versterking van de broedplaatsen en het creëren van een duidelijke visie en profiel met de broedplaatsen, waarmee ze ook zichtbaar zijn voor bewoners en een positieve uitwerking hebben op de buurt. We willen voor divers(re) samenstelling in de broedplaatsen: aantrekken verschillende disciplines, diverse achtergronden en leeftijden. We sturen aan op programmatische samenwerking tussen diverse broedplaatsen en partijen die daarbij inhoudelijk betrokken zijn. Zo ontwikkelt het creatief ondernemerschap zich en heeft het positieve effecten op de sociale cohesie en ontwikkeling van de buurt. Kunst in de openbare ruimte en erfgoed Het publieksbereik voor kunst in de openbare ruimte en beeldende kunst in brede zin in Zuidoost willen we vergroten en verbreden. Er is bij het publiek nog te weinig bekendheid met kunst in de openbare ruimte. Daarom wordt aandacht besteed aan betrokkenheid van bewoners bij nieuwe kunst in de openbare ruimte en het bijzondere erfgoed van de Bijlmer. Ook willen we binnen het beeldend domein een platform realiseren waarbij lokale kunstenaarsverbindingen aan kunnen gaan met initiatieven en ontwikkelingen binnen het beeldend domein binnen en buiten het stadsdeel, vooral aangrenzende gemeenten. Talentontwikkeling entertainmentindustrie Een doelstelling op het gebied van talentontwikkeling is om het aanwezige talent door te laten breken naar het stedelijke en landelijke circuit. Er wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van ‘urban art and culture’; het bieden van een podium aan toptalent en daarbij relaties leggen met commerciële podia en programmeurs en ontwikkelingen in Amsterdamse en Europese stedelijke cultuur. Ook zetten we in op het versterken van de producerende kant van kunst en cultuur in Zuidoost, zodat ook de producten van het aanwezige potentieel aan theatermakers, muzikanten, dansers en kunstenaars en andere ‘Bijlmermakers’ in voldoende mate herkenbaar en te beleven zijn. Het gaat niet alleen om het geven van ruimte aan culturele producten en talenten van eigen bodem en het bieden van een podium aan toptalenten, maar ook om expertiseontwikkeling en verbinden van netwerken. Samenwerking met de creatieve sector buiten Zuidoost zorgt voor verbreding en verduurzamen van netwerken. Dat betekent inzet op talentontwikkeling waarbij ook expertise van buiten Zuidoost wordt ingezet. Evenementen en festivals en promotie kunst en cultuur We hebben het doel om bestaande culturele evenementen te versterken. Dit betekent een meer integrale benadering van evenementenbeleid en gezamenlijke ambities op het gebied van kunst en cultuur, economie, sport, horeca en imagoversterking van Zuidoost. Ook willen we investeren in bestaande succesvolle (culturele) evenementen waar Zuidoost mee op de kaart gezet wordt. Met samenwerking in programmering en bundeling van budgetten en het zoeken naar commerciële partners en cofinanciers groeien evenementen in professionaliteit en uitstraling. Amateurkunst We willen amateurkunst in Zuidoost zichtbaar maken. Veel mensen in Zuidoost doen aan amateurkunst, maar dit is op gebied van beeldend en literatuur of amateurkunst op straat, vooral op muziekgebied, nauwelijks zichtbaar aanwezig. We willen dat kunst en cultuur niet enkel tussen muren beleefd worden. Dit betekent dat culturele organisaties en initiatieven met hun programma’s naar buiten treden en de openbare ruimte opzoeken. Professionalisering creatief ondernemers Creatief ondernemerschap richt zich op vele facetten van kunst en cultuur, media en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening. We willen de creatieve ondernemers in Zuidoost ondersteunen in hun zakelijke ontwikkeling en versterken van bruikbare netwerken, zorgen voor doorstroom naar mogelijke opdrachtgevers en naar opleiding en arbeidsmarkt.
Programma 8 Cultuur en monumenten
75
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken Voornemens uit het bestuursakkoord: 40, 41 en 42 •
Landelijke beleidskaders Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid 2013-2016
•
Stedelijke beleidskaders Kunstenplan 2013-2016 Buitenkunst. Beleidskader kunst in de openbare ruimte Amsterdam 2009-2015 Voor elk kind kunst en cultuur’ Basispakketkunst- en cultuureducatie voor kinderen van 4 tot 12 jaar in Amsterdam (2010)
•
Stadsdeel beleidskaders
Ambitienota Cultuur Zuidoost 2012. Kickstart voor ‘Bijlmermakers’ (2012) Creatieve Coalitie Zuidoost (2008) Beleidsplan kunst in de openbare ruimte 2008 – 2012 Nota cultuureducatie 2008-2011 Sociaal Structuurplan, deel 1 (2010) Uitvoeringsprogramma Jeugd (2012) Uitvoeringsplan Participatie, deel 2 (2012) 4. Wat gaat het bestuur hiervoor doen? Maatschappelijk effect 1: Grotere maatschappelijke en culturele participatie 1. prestatieafspraken beheer en exploitatie, bezettingsgraad, openstelling en werkgelegenheid bij het Bijlmer Parktheater 2. afspraken over kerntaken met culturele organisaties ter bevordering van een dekkende culturele infrastructuur, voorkomen van overlap, regievoering op afstemming, samenwerking en kwaliteit 3. prestatieafspraken met culturele organisaties over aantal activiteiten, voorstellingen, evenementen en publieksbereik Resultaatindicatoren per doel 1.1 bezettingsgraad Bijlmer Parktheater 1.2 openstelling Bijlmer Parktheater 1.3. aantal stagiaires/ werkervaringsplekken 2 aantal culturele organisaties met specifieke kerntaken in de uitvoering 3.1 aantal activiteiten van overige culturele organisaties 3.2 publieksbereik van overige culturele organisaties
76
2013
Nulmeting
2014
2015 en 2016
begroting 2011
Product nr.
-
60%
65%
67%
801
4800 uur
4800 uur
4800 uur
4.800 uur
45
45
45
45
16
16
16
16
801
154
170
190
210
801
25.750
26.600
29.500
32.000
Programma 8 Cultuur en monumenten
Maatschappelijk effect 2: Bijdragen aan een groter gebruik van cultuurvoorzieningen en ontwikkelen van kansen voor kinderen om hun talenten te ontwikkelen 1. prestatieafspraken met Muziekcentrum Zuidoost over lesaanbod cultuureducatie en bereik 2. prestatieafspraken met partnerorganisaties in het Bijlmer Parktheater over lesaanbod cultuureducatie en bereik 3. prestatieafspraken met culturele organisaties over lesaanbod cultuureducatie en talentontwikkeling en bereik 4. realisatie van een Coördinatiepunt Cultuureducatie voor afstemming en ondersteuning vraag en aanbod culturele instellingen en onderwijs (in %) Resultaatindicatoren per doel 1.1 aantal cultuureducatie activiteiten Muziekcentrum Zuidoost 1.2 aantal leerlingen Muziekcentrum Zuidoost 2.1 aantal cultuureducatie activiteiten Bijlmer Parktheater 2.2 aantal deelnemers cultuur educatie activiteiten Bijlmer Parktheater 3.1 aantal cultuureducatie activiteiten overige culturele organisaties 3.2 aantal deelnemers cultuureducatie activiteiten overige culturele organisaties 4 Het percentage van het realiseren van het Coördinatiepunt Cultuureducatie
2013
Nulmeting
2014
2015 en 2016
begroting 2011
43
45
49
52
5.476
5.489
5.928
6.100
-
55
60
62
-
3.080
3.400
3.600
13
17
20
23
192
223
245
275
?
75
100
100
Product nr. 803
803
803
803
Maatschappelijk effect 3: Verbetering van de leefbaarheid, door het creëren van broedplaatsen en voorkomen van leegstand en stimuleren van creatieve bedrijvigheid 1. Ondersteunen van cultureel ondernemerschap 2. prestatieafspraken met culturele organisaties over aantal activiteiten, doorstroommogelijkheden en bereik ter bevordering van talentontwikkeling en cultureel ondernemerschap Resultaatindicatoren per doel 1.
aantal initiatieven voor ondersteuning cultureel ondernemerschap 2.1 aantal initiatieven ter bevordering van talentontwikkeling 2.2 aantal initiatieven ter bevordering van cultureel ondernemerschap
2
9
12
15
Product nr. 803
7
25
28
30
803
2
8
10
11
2013
Nulmeting
2014
2015 en 2016
begroting 2011
Programma 8 Cultuur en monumenten
77
Prioriteiten met eigen dekking Implementatie Basispakket Cultuureducatie Het stedelijk Basispakket Cultuureducatie zal vanaf 2013 gefaseerd ingevoerd worden in Amsterdam. Het Basispakket schrijft voor dat elk kind op de basisschool wekelijks les krijgt in muziek, beeldende vorming en cultureel erfgoed. De consensusvoorzieningen cultuur (de kunstkijkuren en binnenschoolse muziekeducatie) worden gezien als een invulling van een deel van het basispakket. De implementatie van het Basispakket Cultuureducatie en de ondersteunende maatregelen kunnen met instandhouding van de huidige budgetten in progamma 8 en 5 (cultuureducatie consensusvoorzieningen) worden gerealiseerd. Deze prioriteit is als ambitie benoemd in de Ambitienota cultuur, waarin de ambities staan benoemd waar we ons in de periode 2013-2016 voor gaan inzetten. Maatschappelijk effect
BA 40. Bijdragen aan een groter gebruik van cultuurvoorzieningen en ontwikkelen van kansen voor kinderen om hun talenten te ontwikkelen
Bedrag (I/S)
2013: € 150.000 (S)
Programmaproduct
PP0803 (Consensusvoorzieningen Cultuureducatie)
Prioriteiten met dekking uit Fonds Sociaal Domein Professionalisering creatieve ondernemers Het stadsdeel wil creatieve ondernemers in Zuidoost professionaliseren om doorstroming naar arbeidsmarkt te stimuleren. Deze ambitie kan worden gerealiseerd door inzet van de projecten ‘Even Zakelijk’ (gericht op ondersteuning op maat ondersteunen in de zakelijke ontwikkeling van creatief ondernemers) en ‘Face2Face’ (gericht op creëren van aansluiting tussen mogelijke opdrachtgevers en het bedrijfsleven voor de creatieve talenten in Zuidoost). Financiële dekking kan worden gerealiseerd door herijking van budgetten via inzet van het Fonds Sociaal Domein. Voor het onderdeel cultuur is hierin vooralsnog € 30.000 gereserveerd. Deze prioriteit is als ambitie benoemd in de Ambitienota cultuur. Maatschappelijk effect
Verbetering van de leefbaarheid, door het creëren van broedplaatsen en voorkomen van leegstand en stimuleren van creatieve bedrijvigheid (BA 41)
Bedrag (I/S)
2013: € 30.000 (I)
Programmaproduct
PP0803
Amateurkunst Het stadsdeel wil de zichtbaarheid van amateurkunst op diverse disciplines vergroten en hiervoor de faciliteiten aanbieden. Het stadsdeel wil daarom een jaarlijkse ‘week van de amateurkunst’ instellen met bundeling van allerlei (bestaande) amateurkunstactiviteiten. Ook wil het stadsdeel aanbod voor amateurkunstenaars creëren binnen de disciplines beeldend en literatuur. De bandjescultuur en creativiteit op straat, in de wijken en in de horeca wil het stadsdeel zichtbaar maken om daarmee de kwaliteit en uitstraling van amateurkunstaanbod te verbeteren. Er is hiervoor een stimuleringsbudget amateurkunst nodig. Voorstellen zullen in 2013 verder worden uitgewerkt met culturele organisaties en initiatieven. Deze prioriteit is als ambitie benoemd in de Ambitienota cultuur.
78
Maatschappelijk effect
Grotere maatschappelijke en culturele participatie (BA 42)
Bedrag (I/S)
2013: € 15.000 (I)
Programmaproduct
PP0803
Programma 8 Cultuur en monumenten
Stimuleringsbudget ‘Bijlmermakers’ Met een stimuleringsbudget voor bijzondere projectvoorstellen van makers uit Zuidoost kunnen nieuwe, experimentele initiatieven worden gehonoreerd zonder dat dit financiële consequenties voor bestaande professionele programmerende organisaties heeft. Het gaat dan om producties van talent uit Zuidoost, met een eigenheid die alleen maar in Zuidoost kan ontstaan, vaak in de vorm van crossovers buiten de grenzen van kunstdisciplines. Hiermee kan Zuidoost zich op de markt zetten met eigen culturele producten buiten het stadsdeel. Deze prioriteit is als ambitie benoemd in de Ambitienota cultuur. Maatschappelijk effect
Grotere maatschappelijke en culturele participatie (BA 42) Bijdragen aan een groter gebruik van cultuurvoorzieningen en ontwikkelen van kansen voor kinderen om hun talenten te ontwikkelen (BA 40)
Bedrag (I/S)
2013: € 50.000 (I)
Programmaproduct
PP0803
Programmatische versterking broedplaatsen Het stadsdeel wil inzetten op inhoudelijke versterking van de broedplaatsen, waardoor deze ook zichtbaarder worden voor bewoners en positief uitwerken op de buurt. Daarnaast wil het stadsdeel inzetten op samenwerking, de kwaliteit, professionalisering en dynamiek van de bij de broedplaatsen aangesloten creatief ondernemers. Daarvoor is een programmabudget broedplaatsen nodig voor versterking van het aanbod, kwaliteit, samenwerking, dynamiek en uitstraling in de wijk. Deze prioriteit is als ambitie benoemd in de Ambitienota cultuur. Maatschappelijk effect
Grotere maatschappelijke en culturele participatie (BA 42) Bijdragen aan een groter gebruik van cultuurvoorzieningen en ontwikkelen van kansen voor kinderen om hun talenten te ontwikkelen (BA 40)
Bedrag (I/S)
2013: € 50.000 (I)
Programmaproduct
PP0803
Kunst in openbare ruimte en erfgoed Er is tot en met 2012 een jaarlijks budget beschikbaar om vanuit het stadsdeel het opdrachtgeverschap voor kunst in de openbare ruimte in te kunnen vullen. Dit budget geldt tevens als cofinanciering voor bijdragen van bijvoorbeeld het Amsterdams Fonds voor de Kunsten (AFK) of corporaties. Vanaf 2013 is structurele continuering van dit budget noodzakelijk, waarmee het beleid kunst in openbare ruimte vanaf 2013 kan worden gecontinueerd en opdrachten voor kunst in openbare ruimte, beheer en onderhoud kunnen worden voortgezet. Daarbij moet ook ruimte zijn voor projecten rondom het erfgoed van de Bijlmer. Deze prioriteit is tevens als ambitie benoemd in de Ambitienota cultuur. Maatschappelijk effect
Grotere maatschappelijke en culturele participatie (BA 42)
Bedrag (I/S)
2013: € 45.000 (I)
Programmaproduct
PP0803
Talentontwikkeling entertainmentindustrie Het Productiebureau Evenementen biedt talent uit Zuidoost kansen voor een carrière achter de schermen in de entertainmentindustrie. Het is een op maat gemaakt opleidingstraject, in combinatie met een werk-leertraject waarbij de opgedane kennis in praktijk kan worden toegepast. Het Productiebureau is in 2011 als pilot opgestart en gecontinueerd in 2012, vanaf 2013 is hiervoor geen budget meer beschikbaar op de stadsdeelbegroting. Het Productiebureau Evenementen heeft daarbij de opdracht om financiering van derden voor het opleidingstraject binnen te halen, waarmee vanaf 2014 de stadsdeelbijdrage jaarlijks kan afnemen. Deze prioriteit is als ambitie benoemd in de Ambitienota cultuur. Maatschappelijk effect
Bijdragen aan een groter gebruik van cultuurvoorzieningen en ontwikkelen van kansen voor kinderen om hun talenten te ontwikkelen (BA 40)
Bedrag (I/S)
2013: € 35.000 (I)
Programmaproduct
PP0803
Programma 8 Cultuur en monumenten
79
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Baten
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012
381
576
211
162
162
162
Lasten
4.604
5.289
4.524
3.939
3.854
3.824
Resultaat voor bestemming
4.223
4.713
4.312
3.778
3.693
3.662
Onttrekking aan reserves
0
91
0
0
0
0
Toevoegen aan reserves
0
0
0
0
0
0
4.223
4.623
4.312
3.778
3.693
3.662
Resultaat na bestemming
Het begrote resultaat 2013 van Programma 8 Cultuur en monumenten daalt ten opzichte van het begrote resultaat 2012 voor bestemming met € 0,4 mln. (van € 4,7 mln. naar € 4,3 mln.). Er is sprake van € 365.000 lagere baten en € 770.000 lagere lasten. Ontwikkeling baten De baten dalen met een bedrag van € 365.000. Deze daling is volledig het gevolg van budgettair neutrale ontwikkelingen (zie hierna). Ontwikkeling lasten De lasten dalen met een bedrag van € 770.000. Een daling van € 365.000 is het gevolg van budgettair neutrale ontwikkelingen. De daling van de lasten voor een bedrag van € 405.000 is het gevolg de volgende ontwikkelingen: •
• • •
•
De realisatie van Kunst in de openbare ruimte: zowel het meerjarig incidenteel budget van € 40.000 komt in 2013 te vervallen als het incidenteel beschikbaar budget van € 91.000 dat uit de reserve Kunst in de openbare ruimte wordt gefinancierd. In totaal is er in 2013 € 131.000 minder budget dan in 2012. In 2013 vervalt het incidentele budget van € 70.000 voor het opknappen van het kunstwerk Bijlmermobiel. Het subsidiebudget voor de stichting Bijlmer Parktheater is in 2013 € 18.000 lager dan in 2012. Het budget van totaal € 45.000 vanuit het participatie programma voor de professionalisering creatieve ondernemers van € 30.000 en de amateurkunst in relatie tot de dag van 1000 culturen van € 15.000 is vervallen in 2013. De doorbelaste apparaatskosten zijn in 2013 € 141.000 lager dan in 2012. Voor een bedrag van € 78.000 is dit het gevolg van de gewijzigde doorbelastingsystematiek. De doorbelastingsystematiek is vanaf 2013 in het kader van Besturen zonder Ballast aangepast aan de stedelijke richtlijnen. Een lagere doorbelasting voor een bedrag van € 63.000 is het gevolg van het vervallen van het tijdelijk budget uit de frictiebudget voor de convergentie voor de functie publieksmedewerker bij het Centrum voor Beeldende Kunst.
Budgetneutrale ontwikkelingen De budgettair neutrale ontwikkelingen voor een bedrag van € 365.000 zijn als volgt te verklaren: • In 2012 is vanuit het Programma Maatschappelijke Investeringen een budget verleend voor de verbouw van gebouw Frankemaheerd dat wordt uitgevoerd door derden. In 2013 vervalt hierdoor een bedrag van € 250.000. • Het Centrum voor Beeldende Kunst heeft in de periode tot en met 2012 een meerjarige subsidie verleend gekregen van DMO voor uitvoering van het Kunstenplan. Ook had het CBK meerjarige opdrachten voor het verzorgen van kunst van derden. In de begroting 2013 zijn hiervoor nog geen bedragen opgenomen omdat nog niet zeker of er weer een meerjarige subsidie wordt verleend en projecten door derden worden gefinancierd. In totaal vervalt in 2013 een bedrag van € 100.000.
80
Programma 8 Cultuur en monumenten
•
In de begroting 2012 en 2013 is een aantal interne verrekeningen begroot. In 2013 zijn deze per saldo € 15.000 lager dan in 2012. In 2013 vervalt de interne verrekening voor Kunst in de Openbare ruimte van € 45.000. De interne verrekening voor het onderzoek naar de museale functie is in 2013 € 30.000 hoger. Dit is gevolg dat voor het onderzoek in 2012 een incidenteel budget beschikbaar is gesteld van € 20.000 en in 2013 een budget van € 50.000.
Mutaties reserves Bij dit programma hoort de volgende reserve: • Kunst in de openbare ruimte De mutaties in de reserves worden toegelicht bij de reserves en voorzieningen in de productenraming.
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000 Baten begroting 2012 Totaal baten begroting 2013 Lasten begroting 2012
2013
2014
211
2015 162
162
211
162
162
4.524
3.939
3.854
Prioriteiten met eigen dekking: Implementatie Basispakket Cultuureducatie
150
150
150
-150
-150
-150
0
0
0
Professionalisering creatieve ondernemers
30
0
0
Amateurkunst
15
0
0
Versterking professionele instellingen (meerjarige subsidiesystematiek)
50
0
0
Stimuleringsbudget ‘Bijlmermakers’
50
0
0
Programmatische versterking broedplaatsen
50
0
0
Kunst in openbare ruimte en erfgoed
45
0
0
Talentontwikkeling entertainmentindustrie
35
0
0
-275
0
0
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
4.524
3.939
3.854
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t. 0
0
0
0
Consensusvoorziening Totaal prioriteiten met eigen dekking Prioriteiten met dekking FSD
Dekking uit stelpost FSD Totaal prioriteiten met dekking FSD
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 8 Cultuur en monumenten
0
81
Programma 9 Openbare ruimte en groen Het programma Openbare ruimte en groen richt zich op het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte en van de voorzieningen daarin, zoals viaducten, wegen, bestrating, groen, straatmeubilair, speelplaatsen en speeltoestellen. Het gehele beheer en onderhoud van de openbare ruimte valt binnen dit programma, evenals het schoonmaken (vegen) van de openbare ruimte en de gladheidsbestrijding. Beheer is het in stand houden van de kwaliteit van de openbare ruimte; onderhoud betreft de (incidentele) maatregelen die worden getroffen om die kwaliteit weer op niveau te brengen. Wij streven ernaar de beschikbare gelden en middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Voor het beheer en onderhoud is het integraal wijkbeheer van belang. Integraal wijkbeheer maakt eveneens onderdeel uit van dit programma. Het integraal wijkbeheer richt zich niet alleen op het fysiektechnische beheer van een wijk, maar ook op het sociaal-maatschappelijke beheer alsook op de wijkveiligheid.
1. Het maatschappelijk effect dat wij willen bereiken Maatschappelijke effect: 1. Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte (BA 76, 77, 78, 81, 82, 84, 113). Effectindicatoren
Nulmeting begroting 2011
tevredenheid van bewoners met de inrichting woonomgeving (BMS 9.4) tevredenheid van bewoners over onderhoud straten en stoepen (BMS 9.6) tevredenheid van bewoners over onderhoud groenvoorziening (BMS 9.7) schoonheidsgraden (BMS 9.10) oordeel van bewoners over schoonhouden van straten en stoepen (BMS 9.11) ervaren overlast van vervuiling (BMS 9.12) verloederingsscore (BMS 9.13)
2013
2014 (Endterm)
2015
6,7
6,4
6,4
6,4
6,3
6,1
6,1
6,1
6,7
6,3
6,3
6,3
8
7,5
7,5
7,5
6,1
6,6
6,6
6,6
5,8
6,3
6,3
6,3
30% (2008)
30%
30%
30%
Bron : Basismeetset 2010
1. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten
Onderhoud verhardingen
In 2012 is het Beheerplan Verhardingen aan de raad aangeboden, Dit plan zal jaarlijks worden bijgewerkt en aangevuld. Gezien de beschikbare middelen is het noodzakelijk gebleken af te stappen van integraal groot onderhoud waarbij alle verhardingen in een wijk tegelijkertijd worden vervangen. Ten aanzien van verhardingen wordt in 2013, naast het noodzakelijk klein onderhoud, volledig ingezet op de reconstructie van de dreven. Nog niet alle projecten vanuit het programma MGO 20072011 zijn afgerond. In 2013 worden in het kader van dit programma werkzaamheden uitgevoerd in Gein III en Geldershoofd.
Programma 9 Openbare ruimte en groen
83
Beheer openbare ruimte In december 2011 is het Beheerkwaliteitplan (BKP) vastgesteld, hierin zijn ambities vastgelegd ten aanzien van de beeldkwaliteit van de openbare ruimte binnen stadsdeel Zuidoost. Een belangrijk aspect van de implementatie van het BKP is het opstellen van beheerplannen waarin wordt opgenomen welke werkzaamheden plaatsvinden om de gewenste beeldkwaliteit te bereiken. In 2012 zijn de beheerplannen opgesteld voor de belangrijkste aspecten van de openbare ruimte.
Om de beeldkwaliteit van de openbare ruimte beoordelen, en te toetsen aan de in de in het BKP vastgelegde ambitieniveaus, zullen in 2013 vier metingen plaatsvinden in het kader van de beeldmonitor OR. Over deze metingen wordt gerapporteerd aan de raad. Zelfbeheer In 2012 is de notitie Zelf meedoen door en met Groen ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. In 2013 en verder zal binnen het stadsdeel conform de in deze nota vastgelegde richtlijnen invulling gegeven worden aan zelfbeheer van openbaar groen. Communicatie Schoon Met woningcorporaties en opbouwwerk wordt samenwerking gezocht en een plan van aanpak opgesteld om de Schoonste Straatverkiezing te organiseren voor Zuidoost. Hierbij wordt aangesloten bij de initiatieven die al plaatsvinden op het gebied van schoon. Bewoners kunnen hun straten aanmelden, maar moeten dit als groep van minimaal 5 personen doen. In de winkelcentra, met antwoordkaarten en online kunnen bewoners stemmen. De winnende straat krijgt een buurtfeest en een bord ‘winnaar schoonste straat verkiezing 2013’. Continuering en verbreding van de participatie van bewoners bij het schoon houden van Zuidoost Bomenplan In 2012 is gestart met het opstellen van het openbare ruimteplan. Het bomenplan wordt hierin opgenomen, met als onderdeel onderzoek naar de mogelijkheden voor het planten van bomen. Bewonersparticipatie is onderdeel van het openbare ruimteplan; bewoners kunnen suggesties doen voor locaties. Indien deze haalbaar zijn, kunnen ze worden meegenomen in de uitwerking. (dit is afhankelijk van kabels, leidingen, afstand tot bebouwing en veiligheid). In 2013 wordt de aanplant van een deel van de bomen gerealiseerd (BA 93 en motie 2011/141). Het doel van het openbare ruimteplan is om de kwaliteitsambities – zoals verwoord in het programma Groen & Blauw – te vertalen naar concrete voorstellen voor de inrichting van de openbare ruimte. De voorstellen dragen ook bij aan de versterking van de wijkidentiteit. Het openbare ruimteplan wil de cruciale plaats van bomen in het stadsdeel duidelijk maken en daar ook naar handelen, zowel in het ontwerp, de aanleg en het beheer. In het plantseizoen van 2012 – 2013 wordt een start gemaakt met de aanplant van 1.000 bomen. Beheerplan Blauw Medio 2012 zijn inspecties gehouden in het kader van het opstellen van het beheerplan Blauw. In dit beheerplan is uitsluitend de onderhoudsnoodzaak van de viaducten opgenomen. De eerste conceptdoorrekening geeft aan dat de reguliere budgetten vanaf 2013 niet toereikend zullen zijn. Dit kom door verscherpte regelgeving die sinds 2011 in werking is getreden. Eind 2012 begin 2013 zal bestuurlijke besluitvorming over het beheerplan Blauw plaatsvinden en wordt dit aan de orde gebracht in de stadsdeelraad.
84
Programma 9 Openbare ruimte en groen
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken Voornemens uit het bestuursakkoord: 76, 77, 78, 81, 82, 84, 94, 113, 115 • Stedelijke beleidskaders Verordening Werken in de Openbare Ruimte 2009 Puccinimethode 2008 •
Stadsdeel beleidskaders
Beleidskader Beheer (2012) Beheerplan Verhardingen (2012) Beheerkwaliteitplan (2011) Handboek Inrichting Openbare Ruimte (2006, laatstelijk gewijzigd 2011) Bomenverordening (2005, laatstelijk gewijzigd in 2010) Besluit beschermde bomen in Zuidoost (2009) Spelen in Amsterdam Zuidoost (2003)
4. Wat gaat het bestuur hiervoor doen? Maatschappelijk effect 1: een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte 1. Groot onderhoud verhardingen. 2. Beheer openbare ruimte. 3. Zelfbeheer Resultaatindicatoren per doel
Nulmeting be-
2013
2014
2015
groting 2012
Product nr.
1. groot onderhoud verhardingen
beheerplan Verhardingen is vastgesteld
uitvoering conform planning en budget
uitvoering conform planning en budget
uitvoering conform planning en budget
902
2. beheer openbare ruimte conform normering in Beheerkwaliteitplan (BKP)
beeldkwaliteitplan vastgesteld
5 nieuwe initiatieven op het gebied van zelfbeheer van openbaar groen ten opzichten van 1 jan 2012
Beheer wordt uitgevoerd conform norm BKP continuering beleid zelfbeheer openbaar groen
Beheer wordt uitgevoerd conform norm BKP continuering beleid zelfbeheer openbaar groen
904
3. zelfbeheer
Beheer wordt uitgevoerd conform norm BKP continuering beleid zelfbeheer openbaar groen
Programma 9 Openbare ruimte en groen
85
Autonome ontwikkeling Meevaller afdeling Uitvoering Beheer en Handhaving In de heroverwegingen 2010-2014 is een aantal activiteiten voor in totaal € 780.000 opgenomen, waarvan de kosten nu niet volledig worden doorberekend aan de afvalstoffenheffing. De doorbelasting van de kosten vegen in de ASH voor 33% en schoonmaakkosten bij milieudelicten zijn reeds (gedeeltelijk) opgenomen in het ASH tarief 2013. Deze hogere doorbelastingen en verbeterde bedrijfsvoering leiden voor 2013 tot een incidentele posterioriteit van € 300.000. Dit bedrag is opgenomen in het financieel kader. Het is een basis voor het realiseren van de heroverwegingen in 2014. De invoering van een aantal heroverwegingen m.b.t. de afvalstoffenheffing zijn echter kwetsbaar. Nader onderzoek is nodig om te kunnen beoordelen in hoeverre deze kosten opgenomen worden in de onderbouwing van het tarief. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag (I/S)
2013: - € 300.000 (I)
Programmaproduct
PP0902/PP0904
Beheertoetsen Dennenrode en maaiveld E-Buurt Voor het stedenbouwkundige plan studentenhuisvesting Dennenrode is een beheertoets gemaakt. Op grond hiervan is er een extra budget ad € 19.670 nodig voor het beheer van de (nieuwe) openbare ruimte. Ook voor de herinrichting van het maaiveld in de E-buurt is een beheertoets gemaakt. Op grond hiervan is er een extra budget ad € 4.043 nodig voor het beheer van de (nieuwe) openbare ruimte. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag (I/S)
2013: € 24.000 (S)
Programmaproduct
PP0902/PP0904
Prioriteiten zonder eigen dekking Onkruidbeheer Op basis van het rapport Onkruidbeheer op verharding gebeurt het onkruidbeheer vanaf 2013 op een andere wijze. In de gekozen variant wordt een methode gebruikt met voor tachtig procent chemisch onkruidbeheer en twintig procent niet-chemisch onkruidbeheer. Hiervoor is € 43.260 extra nodig. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag (I/S)
2013: € 43.260 (S)
Programmaproduct
PP0904
Investering Bomenplan In het plant seizoen van 2012–2013 wordt een start gemaakt met de aanplant 1.000 bomen. Naast de hier voorgestelde dekking wordt gezocht naar externe financiering van € 75.000 per jaar. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag (I/S)
2013: € 250.000 (I) 2014: € 250.000 (I)
Programmaproduct
86
PP0904
Programma 9 Openbare ruimte en groen
Beheer bomenplan Na het aanplanten dienen de bomen die in het kader van het Bomenplan zijn aangeplant beheerd te worden. Uit de benchmark 2011 blijkt dat de gemiddelde beheerkosten voor een boom binnen Amsterdam € 30 per boom per jaar is. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag (I/S)
2013: € 3.750 (I) 2014: € 10.000 (I) 2015: € 17.500 (I) 2016: € 30.000 (S) 2016: - € 7.500 (I)
Programmaproduct
PP0904
Prioriteiten met eigen dekking Beheerplan Verhardingen Voor het Bijlmerpark is een aantal jaren geleden een Beheertoets opgesteld en structureel verwerkt in de meerjarenbegroting. Het betrof zowel het beheer van het park als ook de nieuwe woonwijken. De woonwijken zullen voorlopig niet gerealiseerd worden. De beheerskosten zullen in 2013-2015 incidenteel € 250.000 lager zijn. Voorgesteld wordt dit bedrag voor de periode 2013-2015 toe te voegen aan de reserve Beheerplan Verhardingen. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag (I/S)
2013: € 250.000 (I) 2014: € 250.000 (I) 2015: € 250.000 (I)
Programmaproduct
PP0902/0904
Prioriteiten met dekking uit Fonds Sociaal Domein Verkiezing schoonste straat van Zuidoost Met woningcorporaties en opbouwwerk wordt samenwerking gezocht en een plan van aanpak opgesteld om de Schoonste Straatverkiezing te organiseren voor Zuidoost. Hierbij wordt aangesloten bij de initiatieven die al plaatsvinden op het gebied van schoon. Bewoners kunnen hun straten aanmelden, maar moeten dit als groep van minimaal vijf personen doen. In de winkelcentra, met antwoordkaarten en online kunnen bewoners stemmen. De winnende straat krijgt een buurtfeest en een bord ‘winnaar schoonste straat verkiezing 2013’. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag
2013: € 10.000 (I)
Programmaproduct
901
Zuidoost Schoon Zuidoost Schoon is een communicatieproject om verkeerd aanbiedgedrag van afval en grofvuil tegen te gaan. Het doel is om bewoners bewust te maken van dat gedrag en hen te stimuleren om bij te dragen aan een schoon Zuidoost. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag
2013: € 15.000 (I)
Programmaproduct
Programma 9 Openbare ruimte en groen
87
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012
Baten
2.968
1.820
1.820
1.820
1.890
1.590
Lasten
19.620
20.466
19.930
19.290
19.572
19.542
Resultaat voor bestemming
16.652
18.646
18.110
17.470
17.682
17.952
300
300
18.346
17.810
17.470
17.682
17.952
Onttrekking aan reserves Toevoegen aan reserves Resultaat na bestemming
3.154 19.806
Het resultaat voor bestemming van het programma Openbare ruimte en groen daalt in 2013 met € 536.000 ( van € 18.646 naar € 18.110 ). Er is sprake van € 536.000 lagere lasten Ontwikkeling lasten De lagere lasten van € 536.000 hebben betrekking op onderstaande ontwikkeling: • • • • • • •
Het project Schoonste straat van Zuidoost-verkiezing ad € 10.000 is incidenteel in 2012 verantwoord. Dit geldt ook voor het project Zelfbeheer Groen ad € 30.000. Het incidentele budget ad € 150.000 voor de uitvoering van het grasplan vervalt. Ook de incidentele prioriteit in 2012 voor de aanplant van 250 bomen ad € 100.000 vervalt. De kosten vegen zijn € 175.000 lager door lagere stortkosten en een hoger doorbelasting aan de afvalstoffenheffing. Apparaatskosten zijn € 400.000 lager door verantwoording van kosten op ander programmaproducten (sport en milieueducatie) en incidenteel lagere kapitaallasten. De beheertoetsen Bijlmerpark leiden vanaf 2013 tot een extra budget van € 250.000. Dit wordt betrokken bij de begrotingsbehandeling 2013. Door herschikking van de kapitaallasten stijgen de lasten binnen dit programma met € 80.000.
Budgettair neutrale ontwikkelingen Voor dit programmahoofdstuk zijn de volgende/geen budgettair neutrale ontwikkelingen te melden. Mutaties reserves Bij dit programma hoort/horen de volgende reserve: • Reserve Onderhoud Arena • Reserve Onderhoud woondekken Amsterdamse Poort. De mutaties in de reserve worden toegelicht in de bijlage Reserves en voorzieningen.
88
Programma 9 Openbare ruimte en groen
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
Baten begroting 2012
1.820
1.820
1.890
Totaal baten begroting 2013
1.820
1.820
1.890
19.930
19.290
19.572
Beheertoetsen Dennenrode en maaiveld E-Buurt
24
24
24
Totaal autonome posten
24
24
24
43
Lasten begroting 2012 Autonome posten:
Prioriteiten zonder eigen dekking: Onkruidbeheer Investering 1000 bomenplan Beheer 1000 Bomenplan Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
43
43
250
250
0
3
10
17
296
303
60
Prioriteiten met eigen dekking: Beheerplan Verhardingen
250
250
250
-250
-250
-250
0
0
0
Schoonste straat van Zuidoost verkiezing
10
0
0
Zuidoost Schoon
15
0
0
-25
0
0
0
0
0
20.250
19.617
19.656
0
0
0
0
Lagere beheerskosten Totaal prioriteiten met eigen dekking Prioriteiten met dekking FSD:
Dekking stelpost FSD Totaal prioriteiten met dekking FSD Totaal lasten begroting 2013 Onttrekking aan reserves 2012 Hogere/lagere onttrekking begroting 2013 Onttrekking aan reserves begroting 2013
300 n.v.t. 300
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 9 Openbare ruimte en groen
0
89
Programma 10 Milieu en water Het programma Milieu en water richt zich op de bevordering van een duurzame, veilige en schone leefomgeving. Dat doen wij samen met de bewoners en ondernemers. Wij voeren daarvoor de wettelijk verplichte taken uit van inzamelen, afvoeren en verwerken van huishoudelijk afval. Daarnaast zijn wij verantwoordelijk voor de uitvoering van wettelijke taken op het gebied van milieuvergunningen, het toezicht en de handhaving van milieuregelgeving en regels omtrent de leefomgeving. De gemeentelijke Dienst Milieu en Bouwtoezicht biedt daarbij ondersteuning. Wij baggeren zelf de sierwateren uit en Waternet doet voor het stadsdeel de hoofdwateren. Voor de komende jaren stellen we een duurzaamheidsplan op. Hierin zijn diverse langlopende projecten opgenomen, waaronder de uitvoering van het klimaatbeleid. Het geven van het goede voorbeeld als duurzame stadsdeelorganisatie en de communicatie over duurzaamheid met bewoners en bedrijven vormen een belangrijk onderdeel van het duurzaamheidsplan. Wij blijven een actieve bijdrage te blijven leveren aan het verminderen van het verbruik van brandstoffen als olie en aardgas en aan het betaalbaar houden van de energierekening voor onze bewoners met een smalle beurs. Inzicht in het eigen gedrag en verbetering naar een milieuvriendelijker gedrag wordt daarmee gestimuleerd. Door het plaatsen van elektrische oplaadpunten wordt elektrisch rijden bevorderd, wat ook een bijdraagt aan een betere luchtkwaliteit.
1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten: 1. Duurzaamheid bevorderen (BA 101), verlagen van de CO2-uitstoot en verbeteren luchtkwaliteit (BA 86, 87, 89). 2. Leefmilieu dat voldoet aan milieuregelgeving (BA 79). Effectindicatoren 1a. rapportage meetresultaten Luchtmeetnet Amsterdam van de GGD. Meetresultaten 2009 Kantershof, jaargemiddelde stikstofoxide (NO2) in de buitenlucht) 1.b. CO2-uitstootrapportage gemeente Amsterdam (voor gehele gemeente Amsterdam; nog geen goede gegevens beschikbaar op stadsdeelniveau)
Nulmeting
2013
begroting 2011
NO2: 26 µg/m31 (2009)
geldende normNO2 : kleiner dan 60 µg/m3
2014 (Endterm) geldende normNO2 : kleiner dan 60 µg/m3
2015 en 2016 geldende norm NO2 kleiner dan 40 µg/m3
reductie gemidreductie gemid4.971 kton CO2 deld 1,45% per deld 1,45% per (2009+ 1,9% jaar (gemeentejaar (gemeentet.o.v. 2008* lijk beleid **) lijk beleid**) 5.045 kton CO2 2010+ 1,5% ( t.o.v. 2009* * Bron: uitstoot CO2 uitstootrapportage 2010, Programmabureau Klimaat en Energie gemeente Amsterdam ** Bron Amsterdam Beslist Duurzaam, Duurzaamheidsprogramma 2011 – 2014: Doel 40% minder CO2-uitstoot in 2025 t.o.v. 1990.
1
4.730 kton CO2 (2008)
µg/m3 is microgram per kubieke meter; 1 microgram is 0,000001 gram.
Programma 10 Milieu en water
91
2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Duurzaamheid 2012 – 2014 Het terugdringen van zwerfafval en 2-uitstoot zijn belangrijke thema’s binnen het plan. Andere thema’s uit het bestuursakkoord, zoals klimaatneutraal en duurzaam bouwen, elektrisch vervoer en groene daken zijn terugkerende onderdelen in het plan. Nieuwe aspecten in het nog goed te keuren duurzaamheidsplan zijn stadslandbouw en de inzameling van kleine elektrische apparaten. Als duurzame stadsdeelorganisatie willen wij het goede voorbeeld geven. Afbreukrisico’s binnen ontwikkeling duurzaamheid 2012 – 2014 Sinds 2011 is de inhoudelijke expertise m.b.t. de traditionele milieuthema’s geluid, bodem, water, lucht en externe veiligheid niet meer beschikbaar binnen de stadsdeelorganisatie. Dit heeft tot gevolg dat meer expertise moet worden ingehuurd om de wettelijke taken en regelingen uit te voeren. De uitvoering van deze taken komt nog meer onder druk te staan door de uitputting van het beschikbare budget vanuit de SLOK-regeling (Stimulering lokaal klimaatbeleid). Naar verwachting is het beschikbare budget eind 2012/begin 2013 uitgeput. De dekking voor de uitvoeringskosten klimaatbeleid wordt ten laste gebracht van de reguliere budgetten. Het te realiseren duurzaamheidsplan 2012 – 2014 zal uitwijzen of de reguliere budgetten toereikend zijn om de wettelijke en regelingen uit te voeren Duurzame energie Wij hebben een vernieuwd convenant met de provincie Noord-Holland getekend om samen te werken aan duurzame energie en energiebesparing. Door het tekenen van het convenant zijn vanuit de provincie financiën vrijgekomen om duurzame energie en energiebesparing bij eigenaars/bewoners van ons stadsdeel te subsidiëren. De stadsdelen werken samen aan een plan om een nieuwe subsidieregeling vorm te geven, te meer daar de regeling voor zonnepanelen is stopgezet. De stadsdelen zijn gestopt met het geven van subsidie op zonnepanelen. De landelijke subsidieregeling en de lage prijzen van zonnepanelen maken een stedelijke subsidieregeling overbodig. In plaats daarvan gaan wij particulieren, bedrijven en verenigingen informeren – en waar mogelijk partijen bij elkaar brengen – om kennis te delen en gezamenlijk dakoppervlakten effectief te gebruiken. Deze initiatieven hebben begrotingstechnisch geen gevolgen, omdat deze gefinancierd worden met provinciale middelen. Windvisie en plaatsing windmolens Amsterdam streeft naar meer grote windmolens. In dit kader wordt de Windvisie vastgesteld. Hierin worden gebieden aangewezen, waar deze molens geplaatst kunnen worden. Een aantal zoeklocaties bevindt zich in Zuidoost. Waterplan en uitvoeringsplan Het doel van het Waterplan is de realisatie van een duurzaam watersysteem. Gezamenlijk hebben we met onze bewoners en partners (Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV)) gewerkt aan de totstandkoming van het Waterplan Zuidoost (‘Leven met water in Zuidoost’). We streven naar een duurzame aanpak van de waterproblematiek. Om tot een duurzaam watersysteem te komen, zijn er in het waterplan verschillende maatregelen benoemd. In een uitvoeringsprogramma worden deze maatregelen in de tijd nader uitgezet. De kosten voor het uitvoeringsprogramma zal tussen de vier en vijf miljoen euro bedragen, waarvan het stadsdeel een bedrag van € 50.000 voor 2013 voor haar rekening neemt. Voor de bijdrage van het stadsdeel aan de kosten voor 2014 wordt nog onderzocht of deze gedekt kunnen worden uit bestaande subsidieregelingen. Voor 2013 en 2014 worden prioriteiten aangevraagd. Afvalscheiding Bij stedelijk overleg over afvalscheiding wordt prioriteit gegeven aan het verhogen van de scheidingspercentages. Door meer service te bieden aan de bewoners wordt de inzameling van gescheiden afvalstromen geïntensiveerd. In de jaren 2013 en 2014 starten we met diverse pilots, waaronder de inzameling van kleding (2012) en klein elektrisch afval (2013). In samenwerking met Wecycle vervullen wij een voortrekkersrol met de inzameling van klein elektrisch afval. Voor de jaren 2013 en 2014 stellen we een uitvoeringsplan op om de inzameling van gescheiden afvalstromen (afhankelijk van de resultaten uit de pilots) te verbreden.
92
Programma 10 Milieu en water
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken Voornemens uit het bestuursakkoord: 43, 86, 87, 89 en 101 •
Landelijke beleidskaders
Duurzaamheidsagenda (2011) Stedelijke beleidskaders Duurzaamheidsprogramma 2011 – 2014 Amsterdam Beslist Duurzaam (2010) Amsterdam Uitgesproken Duurzaam: perspectief voor 2040 (2010) Evaluatie wettelijke milieutaken (2009) Gemeenteraadsbesluit Klimaatneutraal bouwen vanaf 2015 (2008) Actieplan Geluid Amsterdam, (2008) Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam (2006) •
•
Stadsdeel beleidskaders
Vastgestelde maatregelenpakket voor de Gaasperplas Europese Kader Richtlijn Water (2010) Warmte/Koudevisie Zuidoost (2010) Klimaatbeleid Stadsdeel Amsterdam Zuidoost 2009 – 2012 Afvalstoffenverordening Amsterdam (2009) Aanvalsplan Zuidoost Schoon (2009 Programma Groen en Blauw (2009) Checklist: Energiebesparende maatregelen bij nieuwbouw in Zuidoost (2008) Algemene Plaatselijke Verordening (2008) Beleidsnotitie afvalinzameling (2007) Bodembeheerplan stadsdeel Zuidoost (2007) Milieu Effect Rapportage in relatie met bestemmingsplan De Nieuwe Bijlmer (2002)
Programma 10 Milieu en water
93
4. Wat gaat het bestuur hiervoor doen? Maatschappelijk effect 1: duurzaamheid inclusief terugdringen gebruik fossiele brandstoffen 1. Klimaatplan zuidoost 2009-2013. 2. Vaststellen waterplan. 3. Stimulering subsidies groene daken. Resultaatindicatoren doel
per
Nulmeting
2013
2015 en 2016
2014
begroting 2011
1. klimaatplan zuidoost 2009-2013
acties uit Klimaatplan zijn in uitvoering
2. vastgesteld Waterplan met concrete maatregelen voor een duurzamer watersysteem 3. subsidie groene daken stimuleren via lokale media
waterplan opstellen
september 2013 einde bijdrageregeling SLOK vastgesteld in 2012
publicatie (adver- publicatie en tentie) in lokale informatie krant; interview aangeleverd met gebruiker subsidie in stadsdeelkrant Zuidoost; informatie op energiemarkt
Product nr.
-
-
1001
uitvoeringsprogramma
uitvoeringsprogramma
1001
publicatie en informatie aangeleverd
publicatie en informatie aangeleverd
1001
Maatschappelijk effect 2: leefmilieu dat voldoet aan milieuregelgeving Het stadsdeel streeft naar een leefmilieu dat schoon en veilig is, met een verzorgd straatbeeld waar bewoners tevreden over zijn. Door strikt te handhaven op overtredingen in de openbare ruimte draagt het stadsdeel bij aan een goed leefmilieu. Ondanks inkrimping van de totale handhavingformatie wordt met verschuiving van taken voldaan aan de bestuurlijke ambitie inzake handhaving leefmilieu. Resultaatindicatoren per doel aantal uren handhaving leefmilieu conform voornemens handhavingsprogramma
94
Nulmeting
2013
2014
8.500
8.500
begroting 2011
8.500 (2010)
2015 en 2016 8.500
Product nr. 1007
Programma 10 Milieu en water
Prioriteiten zonder eigen dekking Expertise milieu Sinds de convergentie is inhoudelijke expertise van de traditionele milieuthema’s geluid, bodem, water lucht en externe veiligheid niet meer binnen de stadsdeelorganisatie beschikbaar. Dit heeft tot gevolg dat er vaker expertise moet worden ingehuurd, bijvoorbeeld bij de Regionale Uitvoeringsdienst (voorheen Dienst Milieu en Bouwtoezicht), om de meest noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren. In 2012 is er beschikking over het reguliere milieubudget en SLOK gelden (Stimuleringsregeling Lokaal Klimaatbeleid). Naar verwachting is het SLOK budget in 2013 uitgeput (op dit moment is er nog € 60.000 van de oorspronkelijke € 180.000 SLOK subsidie over, terwijl de verwachte uitgaven voor dit jaar de € 60.000 overschrijden). Dit betekent dat ook de kosten voor klimaatbeleid in 2013 uit het reguliere milieubudget betaald moeten worden. Daarmee wordt het milieubudget te krap om ook de benodigde expertise in te huren. Maatschappelijk effect
verbeteren van de leefomgeving
Bedrag (I/S)
2013: € 20.000 (I) 2014: € 20.000 (I)
Programmaproduct
Uitvoeringsprogramma Waterplan Naar aanleiding van het Waterplan Amsterdam Zuidoost, dat in mei 2012 is vastgesteld in de raad, is een Uitvoeringsprogramma opgesteld waarin maatregelen benoemd zijn voor de komende jaren met de daaraan verbonden kosten. De kosten die voor 2013 opgevoerd zijn bevatten maatregelen betreffende optimalisering van waterrecreatie, het zichtbaar maken van historie, studie naar een duurzame waterhuishouding en communicatie over water. Maatschappelijk effect
verbeteren van de leefomgeving
Bedrag (I/S)
2013: € 47.000 (I)
Programmaproduct
Meevaller afdeling uitvoering 2013 In de heroverwegingen 2010-2014 is een aantal activiteiten voor in totaal € 780.000 opgenomen, waarvan de kosten nu niet volledig worden doorberekend aan de afvalstoffenheffing. De doorbelasting van de kosten vegen in de ASH voor 33% en schoonmaakkosten bij milieudelicten zijn reeds (gedeeltelijk) opgenomen in het ASH tarief 2013. Deze hogere doorbelastingen en verbeterde bedrijfsvoering leiden voor 2013 tot een incidentele posterioriteit van € 300.000. Dit bedrag is opgenomen in het financieel kader. Het is een basis voor het realiseren van de heroverwegingen in 2014. De invoering van een aantal heroverwegingen m.b.t. de afvalstoffenheffing zijn echter kwetsbaar. Nader onderzoek is nodig om te kunnen beoordelen in hoeverre deze kosten opgenomen worden in de onderbouwing van het tarief. Maatschappelijk effect
Een hele, schone en daardoor veilige openbare ruimte
Bedrag (I/S)
2013: € 300.000 (I)
Programmaproduct
PP0902/PP0904
Programma 10 Milieu en water
95
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012 Baten
13.637
13.265
12.547
12.756
12.756
12.756
Lasten
11.607
11.014
10.698
11.573
11.573
11.573
2.030
2.251
1.848
1.182
1.182
1.182
2.030
2.251
1.848
1.182
1.182
1.182
Resultaat voor bestemming Onttrekking aan reserves Toevoegen aan reserves Resultaat na bestemming
Het resultaat voor bestemming van het programma Milieu en Water daalt in 2013 met € 402.000. Er is sprake van € 316.000 lagere baten en € 718.000 lagere kosten. Ontwikkeling baten De lagere baten van € 316.000 zijn te verklaren door: - de mutatie in de kosten zullen de inkomsten uit de afvalstoffen heffing dalen met € 366.000. - In begroting 2012 zijn de inkomsten uit bedrijfsafval, vooruitlopend op het beëindigen van deze activiteit op nihil begroot. Er zijn echter diverse werkzaamheden die nog wel worden uitgevoerd. Hierdoor stijgen de inkomsten met € 50.000. Ontwikkeling lasten De lasten dalen met een bedrag van € 718.000: • De incidentele prioriteit 2012 ad € 40.000 voor het faciliteren van zonnepanelen op andermans dak is vervallen. • De kosten zijn verlaagd door een bijdrage uit de voorziening afvalstoffenheffing van € 275.000. • Door de zich voortzettende vermindering van te verwerken afval zijn de verwerkingskosten met € 193.000 verlaagd. • In 2012 zijn de huisvestingskosten te hoog begroot ad € 185.000. • De kosten van het wagenpark zijn hoger, ad € 164.000 omdat de brandstofprijs is gestegen. Tevens worden er meer kilometers gereden en zijn de kosten voor vervangende inhuur hoger dan in 2012 begroot. • Door een lagere bezetting van het wagenpark zijn de personeelskosten met € 131.000 verlaagd. • Door de invulling van de taakstelling op de staf van de afdeling uitvoering dalen de kosten met € 103.000. • De doorbelasting van de veegkosten naar de kosten van de inzameling huisvuil is gestegen van 30 naar 33% gegaan. Hierdoor zijn de kosten gestegen met € 52.000. • De kapitaallasten stijgen met € 84.000 nadat deze in 2012 incidenteel met dit bedrag waren verlaagd. • Door verandering in de doorbelasting systematiek zijn de doorbelaste interne kosten € 91.000 lager dan in 2012.
96
Programma 10 Milieu en water
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
Baten begroting 2012
12.547
12.756
12.756
Totaal baten begroting 2013
12.547
12.756
12.756
Lasten begroting 2012
10.698
11.573
11.573
20
20
0
Uitvoeringsprogramma waterplan
47
0
0
Meevaller afdeling uitvoering 2013
300
0
0
Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
367
20
0
Totaal lasten begroting 2013
11.065
11.593
11.573
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t. 0
0
0
0
Prioriteiten zonder eigen dekking: Expertise milieu
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 10 Milieu en water
0
97
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling Het programma Stedelijke ontwikkeling omvat beleid en uitvoering op het gebied van de bebouwde omgeving. Daaronder verstaan we: bestaande bouw, stedelijke vernieuwing, ruimtelijke ontwikkeling, gebiedsontwikkeling, handhaving en vastgoed. Wij streven naar een stedelijke omgeving, waarin de leefkwaliteit en een schone, veilige leef- en woonomgeving voor de bewoners centraal staan. Wij stimuleren een gevarieerd woningaanbod, waarmee alle doelgroepen bediend worden. Het tempo van de woningproductie wordt beïnvloed door externe factoren die vraag en aanbod sturen. In de Woonvisie Zuidoost, het Sociaal Structuurplan en het bestuursakkoord Zuidoost 2010-2014 ‘Werken aan evenwicht’ worden de sociale doelgroep jongeren/studenten en de middenklasse expliciet genoemd als groepen die extra aandacht behoeven omdat er voor deze doelgroepen een woningtekort is. Hun aanwezigheid levert een positieve bijdrage op aan Zuidoost en daarom spannen wij ons tijdens deze bestuursperiode in om aan de woonbehoefte van de middenklassen tegemoet te komen. Om Zuidoost aantrekkelijk te maken/houden voor draagkrachtigen, gezinnen en senioren moet Zuidoost zich ook in deze bestuursperiode richten op het toevoegen van de volgende schaarse woningtypen: kwalitatief hoogwaardige seniorenwoningen in kleinschalige complexen; bijzondere (duurdere) woningtypen, bijvoorbeeld twee-onder-een-kapwoningen; zelfbouw, uitgifte van kavels waar bewoners hun eigen woning kunnen realiseren; voor Amsterdams begrip goedkope vrije sectorhuur, voor huishoudens die niet meer in de sociale huur terecht kunnen door nieuwe Europese regelgeving (€ 700 tot € 900 per maand). Daarbij blijft het uitgangspunt dat dertig procent van de productie bedoeld is voor sociale huur. 1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten: 1 De leefbaarheid en de aantrekkelijkheid van het stadsdeel nemen toe. 2 Bevorderen gebiedsontwikkeling. 3 Duurzaamheid van gebouwen vergroot 4 Verhogen van de natuurwaarden in het stadsdeel (BA 95). Effectindicatoren
Nulmeting begroting 2011
2013
2014
2015 en 2016
1.
Tevredenheid over eigen buurt
6,8
6,8
6,8
6,8
1.
Tevredenheid over buurtontwikkeling
6,5 (2009)
6,5
6,5
6,5
2.
Tevredenheid over groenvoorziening
7,0 (2009)
7,2
7,3
7,3
2.
Aantal woningen in bedrijvengebied Amstel III (O+S buurten T92abcde)
aantal 2009 = 1
1
1
2.
Saldo toegevoegde woningen (11.22)
76 (2009)
120+ 700 tijdelijke
200
200
2.
Aantal verhuringen met campuscontract door woningcorporaties. (indicator wordt nog niet bijgehouden door O+S of AFWC, AFWC heeft wel het aantal verhuringen via Studentenwoningweb per marktgebied (Zuidoost+Nieuw West+Noord))
445 (in drie stadsdelen)
250
250
250
2.
Gemiddelde inschrijfduur starters WoningNet (Jaarboek AFWC)i
6,3
5,8
5,5
5,5
500 studentenwoningen
i som verkochte sociale huurwoningen onder € 145.000 (OGA)+gelabelde jongerenwoningen + nieuwe (tijdelijke) woonprojecten voor Jongeren (PVB). De woningmarkt voor sociale huurwoningen is een regionale markt waarvan de regels regionaal zijn overeengekomen. Zuidoost heeft geen directe invloed op de regels en wachttijd. Het effect kan dus niet bereikt worden.
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
99
3.
3.
4.
Effectindicator voor duurzaamheid op gebouwniveau Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR) in Zuidoost inzetten; Voor duurzaamheid op stedenbouwkundig niveau zijn instrumenten in ontwikkeling; Aantal duurzaamheidsprojecten Beheerniveau van panden. Dit wordt uitgedrukt in conditiemeting. Schaal 1 t/m 5 waar 1 uitstekend is en 5 onvoldoende. Natuurwaardenkaart Bijlmerweide score toestand van de natuur/-natuurwaardenkaart). (Bron: dRO: het is onzeker of de dRO de waarden in 2012 en 2014 herijkt)
0 keer toegepast
1 keer toegepast
1 keer toegepast
1 keer toegepast
2
3
3
3
Nulmeting 2007: 3
3
4
4
2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Prioritering en realisatie woningbouw Vanwege de huidige kredietcrisis houdt het stadsdeel zich actief bezig met de prioritering van de woningbouw en de uitrol hiervan. Wij streven ernaar in de komende twee jaar 400 woningen te realiseren. Om de mobiliteit binnen de woningmarkt te blijven stimuleren worden initiatieven omarmt zoals de projecten vrije kavels. Er zijn vrije kavels uitgegeven en het project zal de komende jaren voortgezet worden met kavels in Driemond en Drostenburg. De gebieden K-buurt, E-buurt, Kortvoort, Gooisekant en het gebied rond het Bijlmer Sportcentrum (cluster 6) hebben prioriteit binnen de realisatie van het woningbouwprogramma. Op basis van de ideeën die we hebben ontwikkeld in het Bidboek voor de Floriade willen wij creatief omgaan met de tijdelijk braakliggende terreinen zoals de randen van het Bijlmerpark. Beheerplan Gemeentelijk vastgoed Bij het opstellen van het beheerplan voor ons gemeentelijk vastgoed is tijdens een inspectie geconstateerd dat bij verschillende panden maatregelen dienen te worden genomen om te voldoen aan de wet – en regelgeving. Dit heeft grote (incidentele) financiële gevolgen. Daarnaast laten de eerste financiële doorrekeningen zien dat de beschikbare middelen ontoereikend zijn voor de onderhoudsopgave die we kunnen verwachten vanaf 2013. Hierover informeren wij de stadsdeelraad via de commissie Middelen en Veiligheid in het najaar van 2012. Dan wordt het beheerplan Gemeentelijk vastgoed aangeboden aan de stadsdeelraad van Zuidoost. Rouwcentrum Na de selectie van een marktpartij voor de realisatie en exploitatie van een rouwcentrum, wordt in samenwerking met een kandidaat het programma en ontwerp voor een rouwcentrum en de inrichting van de direct omliggende openbare ruimte opgesteld. Wij faciliteren de partij bij de juridisch planologische procedure, maar zullen geen financiële verplichtingen aangaan en subsidies verlenen. De kosten voor het stadsdeel beperken zich tot de personele inzet ter begeleiding van het proces, communicatie en voorbereidingskosten. Overkluizing A-9 Rijkswaterstaat maakt plannen voor het verdubbelen van het aantal rijstroken van de Gaasperdammerweg in de vorm van een 2,5 kilometer lange halfverdiepte tunnel. Dit is onderdeel van het project voor de wegverbreding van het tracé Schiphol - Amsterdam - Almere. Samen met de centrale stad en Rijkswaterstaat wordt gewerkt aan plannen voor de landschapinrichting en gebiedsontwikkeling van het dak van de tunnel en de directe omgeving. Focus hierbij is om de nieuwe groene ruimte die centraal in het stadsdeel ligt, in te zetten als verbinding tussen de Bijlmer en Gaasperdam. Eind 2012 worden de werkzaamheden van het stadsdeel voor de door Rijkswaterstaat aan te leggen tunnel grotendeels afgerond. In 2013 zal de focus liggen op het ruimtelijk onderzoek als gevolg van de nadere inpassingsopgaven van de tunnel, de verdere uitwerking van de tijdelijke verkeerssituaties gedurende de bouw van de tunnel en de communicatie naar bewoners en belanghebbenden.
100
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
Feestzaalaccommodaties Overeenkomstig het voornemen uit het bestuursakkoord hebben wij in de afgelopen twee jaar meerdere marktpartijen ondersteund bij het realiseren van feestaccommodaties. De initiatiefnemers zijn ondersteund bij de vergunningsprocedures. Op bestuurlijk niveau en ambtelijk niveau zijn de voorwaarden geschapen om initiatiefnemers de mogelijkheden te bieden hun plannen te realiseren. In de locaties Keienbergweg, buurthuis Holendrecht, NoLIMIT, MatchZO, Borchland en de Ziggo Dome zijn mogelijkheden gecreëerd voor feesten en partijen. Daarnaast zijn de buurthuizen volgens de nieuwe stijl gaan werken. Sindsdien worden in de buurthuizen meer feesten en partijen georganiseerd. Wij willen een laagdrempelig aanbod van feestzalen. Er is geconstateerd dat informatie over feestzalen in en om Zuidoost versnipperd wordt aangeboden. Daarom wordt voor het publiek in 2013 relevante informatie over feestzalen in Zuidoost en de directe omgeving op de website van het stadsdeel aangeboden en in de stadsdeelkrant gepubliceerd. Overdracht Amstel III Per 1 januari 2014 komt de aanwijzing van Amstel III (inclusief AMC en ArenAPoort) tot grootstedelijk gebied te vervallen en daarmee verandert de bevoegdhedenverdeling. Er komen taken en bevoegdheden naar het stadsdeel. Dit betreft voornamelijk taken die gericht zijn op de ontwikkeling van het gebied. In 2013 worden de inhoudelijke, organisatorische en financiële consequenties in kaart gebracht. In het gebied Amstel III is rond het AMC de voorbereiding gestart voor de realisatie van studentenwoningen. Met nieuwbouw of transformatie van kantoorgebouwen kunnen circa vijfhonderd permanente studentenwoningen worden gerealiseerd. Jongeren- en studentenhuisvesting Het labelen van woningen voor jongeren zetten we voort. Wij spelen hiermee in stedelijk verband een belangrijke rol wat betreft de woningvoorraad voor jongeren. Desalniettemin is de verwachting dat stagnatie op de woningmarkt de inschrijfduur voor startende jongeren niet zal verminderen, ondanks het labellen. Met het uitbreiden van de voorraad studentenwoningen speelt Zuidoost een belangrijke rol in het tekort aan huisvesting voor studenten. In 2012 is de bouw gestart van de Spinozacampus in de D-buurt. Deze bevat zevenhonderd tijdelijke studentenwoningen. Voortgang vernieuwing Bijlmermeer In de D-buurt worden na de sloop van garage Dennenrode de resterende studenteneenheden geplaatst en wordt de openbare ruimte ingericht. Wij doen op korte termijn voorstellen over het al of niet tijdelijk hergebruik van de garages Daalwijk en Develstein. In de E-buurt renoveert Rochdale de kop van de flat Gravestein. Aansluitend zullen wij de openbare ruimte inrichten. Het voornemen is om de garages in de E-buurt te slopen. Op deze locatie wordt onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van woningbouw in de vrije huursector en de uitgifte van vrije kavels. Zo mogelijk wordt hierover in 2013 besluitvorming voorgelegd aan voor de stadsdeelraad. In de tweede helft van dat jaar starten de voorbereidingen voor de nieuwbouw rond het Bijlmer Sportcentrum. De bouw zal gefaseerd plaatsvinden. Het bouwrijp maken van de vrije kavels aan de ’s Gravendijkdreef is gestart, daarna worden de woningen in aanbouw genomen. In de K-buurt wordt de sloop van winkelcentrum Kraaiennest en de bovenliggende parkeergarage medio 2013 afgerond. Intussen wordt gewerkt aan de voorbereiding van een nieuwbouwproject door Habion, de Kingmaschool en nieuwbouw voor De Bonte Kraai. De geplande nieuwbouw rond de vier garages aan de Karspeldreef stagneert. Vóór de zomer verwachten wij dat er duidelijkheid zal zijn over de belangstelling voor de kluswoningen in Kleiburg, zodat hierin een volgende stap kan worden gezet. In de H-buurt werken wij aan een aanpak van de garages Hakfort en Huigenbos. De kosten en opbrengsten die samenhangen met al deze projecten komen voor het overgrote deel ten laste c.q. ten bate van de grondexploitatie vernieuwing Bijlmermeer, het maaiveldfonds en de middelen voor de sanering van de garages. Stedelijke hervorming in relatie met de stedelijke ontwikkelingen (Hervorming Stedelijke Vernieuwing (HSV-gelden)) De centrale stad heeft in 2011 besloten bestaande subsidiestromen te bundelen in een subsidie om de stedelijke vernieuwing te hervormen. Het betreft de subsidies uit het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing 2013/2014 (ISV), het Programma Maatschappelijke Investeringen, de knelpuntenpot Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, de Wijkaanpak en de openbare ruimte en groengelden. Het nieuw gevormde budget met de naam Hervorming Stedelijke Vernieuwing (HSV) wordt ingezet voor acht
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
101
stedelijke vernieuwingsgebieden (voorheen waren het er 33) buiten de centrumring. Twee van de aangewezen focusgebieden (buurtcombinaties) liggen in stadsdeel Zuidoost: Bijlmer Centrum en Holendrecht/Reigersbos. De focusgebieden hebben de laagste scores op zowel de waardering van de leefkwaliteit als de sociaal economische positie van bewoners. Door de inzet van het budget voor de stedelijke vernieuwing wordt voorkomen dat de meest kwetsbare gebieden verder afglijden en dat de verschillen binnen de stad groter worden. Tegelijkertijd wordt geprobeerd - in een tijd met minder financiële middelen - effecten te realiseren door een geconcentreerde inzet van middelen en verbeterde sturing. Voor de focusgebieden zijn vanuit de centrale stad twee doelstellingen geformuleerd: het verbeteren van de waardering van de leefkwaliteit en van de sociaal economische positie van de bewoners. De monitoring en sturing wordt op die doelstellingen toegespitst. Om aanspraak te kunnen maken op de HSV-middelen is in de zomer van 2012 een subsidieaanvraag bij Burgermeester en Wethouders van Amsterdam ingediend. Per focusgebied zijn interventies voorgesteld vanuit vier programmalijnen: meer kansen voor de jeugd; zelfredzaamheid (integratie en participatie); wijkeconomie (werk en inkomen) en leefbaarheid. Daarmee wordt voortgebouwd op eerder in gang gezette gebiedsprogramma’s van stadsdeel Zuidoost. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de bij de centrale stad gevraagde budgetten. Gevolgen van HSV voor ISV-projecten Met de herziening van de Stedelijke Vernieuwingsgelden komt een einde aan het Subsidie Investeringfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV). In de begroting 2012 is reeds een meerjarig voorstel opgenomen aan welke projecten deze zogeheten ISV-sleutelgelden besteed gaan worden. Om de overgang van de oude subsidieregelingen naar de nieuwe regeling mogelijk te maken zullen wij naar verwachting een budget ontvangen dat breder mag worden ingezet. Het betreft de zogenoemde ‘zachte landingsbudgetten’. Deze budgetten maken het mogelijk om de projecten die in eerste instantie vanuit de ISV-budgetten betaald zouden worden alsnog deels te kunnen uitvoeren met externe middelen. Verderop in dit programma, maar ook in het financieel kader wordt aangeven in hoeverre de oude prioriteiten met dekking vanuit ISV met deze externe middelen worden gefinancierd. Nieuwbouw buurthuis de Bonte Kraai Onder leiding van het projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer wordt nieuwbouw blok EF voorbereid. Naast een nieuwe Kingmaschool en zorgwoningen wordt hierin de nieuwbouw van buurthuis de Bonte Kraai ingepland. Daarmee wordt een nieuwe stap gezet in het accommodatiebeleid voor buurtgerichte accommodaties (vastgesteld in 2009). Het bouwplan is ook een belangrijk sluitstuk in de vernieuwing van de K-buurt. Naar verwachting wordt in 2012 nog een investeringsbesluit genomen. Dit besluit zal mogelijk leiden tot hogere kapitaallasten. In de 1ste Bestuursrapportage 2013/Perspectiefnota 2014 zal waarschijnlijk een structureel budget worden aangevraagd voor 2016 en verder. Floriade 2022 In 2010 zijn de gemeente Amsterdam en stadsdeel Zuidoost een traject gestart om zich te kandideren voor de organisatie van de Wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade 2022. De gemeente Amsterdam heeft zich eind 2011 kandidaat gesteld en is in het voorjaar van 2012 samen met drie andere gemeentes geselecteerd om een bidboek op te stellen. Dit bidboek is begin juli 2012 ter beoordeling aan de Tuinbouwraad aangeboden. In september 2012 is bekend geworden dat Almere de Floriade mag organiseren. Het Bidboek voor de Floriade daagde ons uit om innovatief na te denken over ontwikkelingen met een belangrijke economische sector met een positieve uitstraling, namelijk tuinbouw. We gaan nu bekijken hoe we de onderdelen uit het Bidboek kunnen voortzetten of realiseren. Bijvoorbeeld wat betreft de verdere uitvoering van motie 58 d.d. 26 juni 2011 waarin wordt verzocht om aandacht te vragen bij gemeente en vastgoedeigenaren voor de mogelijkheid om leegstaande (kantoor)gebouwen in te zetten voor tuinbouw. We gaan nu bekijken hoe we dit kunnen continueren samen met de Greenport Aalsmeer en de centrale stad. Overname parkeergebouwen In 2012 zullen de gesprekken met Dienst infrastructuur en verkeer (Divv) over sloop of overdracht van de parkeergarages in Zuidoost worden afgerond. Daarna vindt de bestuurlijke besluitvorming in de gemeente- en stadsdeelraad plaats. Vanaf 2013 worden de besluiten in uitvoering genomen. Vooralsnog zullen in dat jaar alleen het vernieuwingsgebied D- en K-buurt daarin betrokken worden.
102
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken Voornemens uit het Bestuursakkoord:
19, 30, 45, 46, 47, 52, 53, 54, 55, 81, 83, 86, 90, 91, 93, 95, 97, 98, 99, 100, 102, 107, 111 en 113. Motie19, dd. 27 maart 2012 Prioritering woningbouw Zuidoost Motie 141, dd. 29 november 2011 Aanplanten 2000 extra bomen Motie 58, dd. 28 juni 2011 Leegstaande gebouwen Motie 60, dd. 28 juni 2011 Vrije kavels Motie 12 en 13, dd. 15 februari 2011 Toekomst Kleiburg • Stedelijke beleidskaders Structuurvisie Amsterdam (2011) Kader afspraken voor sociale plannen bij sloop en verbetering 2009 tot en met 2010 (maart 2010) Regionale huisvestingsverordening stadsregio Amsterdam (2010) convenant wijksteunpunt wonen 2009–2010 (2009) Centraal stedelijke beleidsregel woningonttrekking, -samenvoeging en –omzetting (2009) Regionaal convenant woonruimteverdeling (2008) Regionaal convenant woonruimteverdeling (2008) Woonvisie Amsterdam 2020: Wonen in de metropool (2008) Beleidsovereenkomst Wonen Amsterdam 2007–2010 (2008) Convenant splitsen en verkoop sociale huurwoningen 2008 tot en met 2016 (2008) Stedelijk programma Regelgeving en Handhaving (2007) • Stadsdeel beleidskaders Notitie prioriteiten woningbouw Zuidoost 2011-2014 (2011) Sociaal Structuurplan Zuidoost (2010) Woonvisie (2009) Programma Groen & Blauw (2009) De Welstandsnota (2007) Programma Maatschappelijke Investeringen Zuidoost (2006) De verkoop van huurwoningen in Zuidoost, een inventarisatie en een visie (2003 en 2006) Voorzieningen in Gaasperdam en Venserpolder (2005) Structuurvisie Zuidoost (2005) Sociaal Ruimtelijk Programma Bijlmermeer (2003) Het Finale plan van aanpak Vernieuwing Bijlmermeer (2002)
4. Wat gaat het bestuur hiervoor doen? Maatschappelijk effect 1: de leefbaarheid en de aantrekkelijkheid van het stadsdeel nemen toe 1 Zorgen voor integrale gebiedsaanpak door: a. maatregelen te nemen in het kader van Kansenzone (investeringssubsidie, 40-plus wijken, KVO, Wijkaanpak 2010); b. zorgen voor integraal plan Holendrecht-west en c. met betrokkenen een integraal plan op te stellen. 2 Het stadsdeel voert het ruimtelijk en economisch verbeterplan van winkelcentrum Gein uit. 3 Inspanning plegen om minimaal vijf kwalitatieve horecagelegenheden in Zuidoost toe te laten voegen, alsmede een feestzaal en een coffeeshop. 4 Uitvoering geven aan het programma Groen en Blauw door middel van opstellen en bestuurlijk vaststellen van: a Plan natuurzoom; b. Waterplan; c. Natuurplan (Ecologienota); d. plan Openbare Ruimte, waarin wordt onderzocht hoe de buurten groener kunnen - vergroenen. 5 Continueren vernieuwing Bijlmermeer door realiseren van bouwplannen voor nieuwe buurten D, E, G, H en K. 6 Uitwerken van de ingezette planontwikkeling voor de gebieden: Bijlmerpark, Gooise kant, Wisseloordplein, Driemond, Kortvoort ZO-kwadrant en Drostenburg. 7 Stadsdeel Zuidoost bevordert a. meer woonruimte voor studenten. Woningcorporaties worden gestimuleerd om meer woningen voor studenten beschikbaar te stellen; b. meer woonruimte voor de stedelijke doelgroep jongeren.
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
103
8
Handhaving en gebruik woningen en gebouwen: a handhavingsprogramma en uitvoeringsplan opstellen en uitvoeren; b. ontwikkelen van een informatieve website over handhaving met informatie over de project- en wijkgerichte wijze van handhaven; c Onderzoeken van de samenwerking met vve’s en mogelijke andere partners om het preventiebeleid te versterken. 9 Het realiseren van een groen dak of daktuin op eigen gebouwen en meer hoogwaardig groen op het terrein. 10 Het stadsdeel ontwikkelt een voorstel voor de aanleg van een strand (bij Nellestein). 11 Goede en betaalbare huisvesting van sociale en culturele voorzieningen door middel van het realiseren en het beheren van vastgoed met een vastgesteld meerjarig onderhoudsplan en het evalueren van de exploitatie van NoLIMIT. Ondersteuning bij de realisatie van: a. een mandir; b. een rouwcentrum; c. renovatie of nieuwbouw De Ruige Hof. Resultaatindicatoren per doel 1.
integrale gebiedsaanpak Holendrecht-West inclusief Amstel III en een overbruggingsplan
2.
a. minder horeca in Gein; b. meer parkeerruimtes; c. uitvoering renovatie; d. nieuwe ondernemers aantrekken
3.
a) minimaal 5 kwalitatieve horecagelegenheden gerealiseerd evenals een b) een feestzaal c) een coffeeshop
4.
uitvoering programma Groen en blauw door: a. Plan Natuurzoom b. Waterplan c. Natuurplan (Ecologienota) d plan openbare ruimte voor groenere buurten bomenplan vergroening van twee wijken is uitgevoerd; een bomenplan vastgesteld en er zijn extra bomen geplant
104
Nulmeting (begroting 2011)
a1. Holendrecht is aangewezen als kansenzone, investeringsaanvraag is gedaan. Overbruggingsplan is bestuurlijk vastgesteld en in uitvoering genomen a2: voornemens in akkoord opgenomen b. voorbereiding integraalplan is gestart nieuw bestemmingsplan Winkelcentrum Gein; ruimtelijk en economisch verbeterplan vastgesteld
2013 a. maatregelen pan integrale gebiedsaanpak plan zijn in voorbereiding b. uitvoering genomen
a. gerealiseerd b. toename parkeerplaatsen c. 1ste fase is gereed d. in uitvoering a. overleg a. zijn gerealigaande seerd b. initiatieven b. voorbereiom exploitant te ding gaande vinden c. voorwaarden gerealic besluit genoseerd men
Product nr.
a. en b. integraal plan is uitgevoerd
2015 en 2016 a. en b. integraal plan is uitgevoerd
a. gerealiseerd b. gerealiseerd c. 3de en laatste fase. renovatie is gereed. d. geen leegstaande winkels a. zijn gerealiseerd b. initiatiefnemer gevonden en start realisatie c. voorwaarden gerealiseerd. a. plan natuurzoom vastgesteld b. Waterplan in uitvoering
1101
2014
a. voornemen
a. plan voorbereiding
b. voornemen is vastgelegd
b. Waterplan in uitvoering
a. gerealiseerd b. toename parkeerplaatsen c. 2de fase is gereed d. geen leegstaande winkels a. zijn gerealiseerd b. initiatiefnemer gevonden en start realisatie c. voorwaarden gerealiseerd. a. plan natuurzoom vastgesteld b. Waterplan in uitvoering
c. voorbereiding plan is gestart
c. Natuurplan is vastgesteld
c. Natuurplan in uitvoering
c. Natuurplan in uitvoering
d. beleidsvoornemens zijn vastgelegd
d. bomenplan vastgesteld Vergroening in uitvoering
d. gerealiseerd: de bomen zijn gepland
d. gerealiseerd: de bomen zijn gepland
1101
1101
1101
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
Resultaatindicatoren per doel
Nulmeting (begroting 2011)
5.
bouwplanontwikkeling in de D- E, G, H- en K-buurt
start bouw 150 woningen plus inrichten openbare ruimte
6.
Planontwikkeling voor a. Bijlmerpark b Gooiseweg west en Flierbosdreef c. Gooisekant d. Kortvoort ZOkwadrant (SPvE en ‘uitvoeringsbesluit’ plot 1) e. Investeringsbesluiit Droste Drostenburg/Dubbe-link (SDR 26-05-2009) f. Kern Driemond g. Seizoenenhof Noord Driemond 30 vrije kavels
a. planontwikkeling loopt b. nieuwe fasering bouwenveloppen wordt voorbereid c. bouwrijp maken gereed d. start bouw EBG-kerk, overeenkomst met ontwikkelaar woningen en voorzieningen e. voorbereiding, start bouw Mytyl/Tyltylschool, principebesluit nieuwbouw Praktijkschool De Dreef f. voorbereiden ontwikkelovereenkomst g. voorbereiding vrije kavels
7.
a. stijging van het aantal verhuringen met campuscontract (wordt nog niet bijgehouden door O+S) b. verhuur sociale huurwoningen aan jongeren
a.b. voornemen is vastgesteld
8.
a. handhavingprogramma, handhavings- en uitvoeringsplan 2011 opgesteld - bestrijding onrechtmatig gebruik woningen en gebouwen b. informatiewebsite c. samenwerking met vve’s aantal groene daken/ daktuinen op eigen gebouwen
a./b./c. voornemen is vastgesteld
9.
voornemen is vastgesteld
2013 start bouw 300 woningen plus inrichten openbare ruimte a. planontwikkeling loopt b. voorbereiding treffen c. uitvoering is afhankelijk van derden (projectontwikkelaars) d. bouw woningen en voorzieningen Kortvoort
e. sloop bestaande M/Tschool, bouw gezondheidscentrum en woningen, oplevering Praktijkschool De Dreef f. start uitvoering
2014 start bouw 300 woningen plus inrichten openbare ruimte a. planontwikkeling loopt b. voorbereiding treffen c. uitvoering is afhankelijk van derden d. bouw Kortvoort gereed; d./e. uitvoering maaiveld in relatie tot oplevering nieuwbouw Kortvoor en Drostenburg en Dubbelink in relatie tot oplevering nieuwbouw
2015 en 2016
1104
1101 b. in plandeel Huntum komen 2 nieuwe schoolgebouwen c. loopt
f. uitvoering gereed
a. plan wordt uitgevoerd b. website is beschikbaar
g. uitvoeringsplan gereed a. geen stijging te verwachten b. labelling gaat door. Naar verwachting toevoeging jongerenwoningen bij nieuwbouw a. plan wordt uitgevoerd b. website is beschikbaar
a. geen stijging te verwachten b. labelling gaat door. Naar verwachting toevoeging jongerenwoningen bij nieuwbouw a. plan wordt uitgevoerd b. website is beschikbaar
c. wordt uitgevoerd
c. wordt uitgevoerd
c. wordt uitgevoerd
maatregelen worden uitgevoerd
aantal daktuinen zijn gerealiseerd zoals gepland
aantal daktuinen zijn gerealiseerd zoals gepland
g. voorbereiding en ontwerp a. stijging aantal studentenwoningen afhankelijk van ontwikkeling Amstel III b. idem
Product nr.
1104
1103
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
105
Resultaatindicatoren per doel 10.
11.
het planvoorstel strand bij Nellestein waarin de afspraken zijn opgenomen tussen het stadsdeel en Groengebied Amstelland over de aanleg van een strand is gerealiseerd a. huisvesting voor sociale en culturele voorzieningen door goed beheer en onderhoudsplan b. exploitatie NoLIMIT Ondersteuning bij realisatie van c: mandir d. rouwcentrum e. renovatie of nieuwbouw Ruige Hof
Nulmeting voornemen is vastgesteld
is opgenomen in pva parkenwig
is opgenomen in pva parkenwig
2015 en 2016 is opgenomen in pva parkenwig
a. besluit is genomen meerjarig en onderhoudsplan vastgesteld
a. onderhoud wordt voortgezet
a. renovatie is afgerond
a. renovatie is afgerond
b. uitwerking van het besluit
b. uitwerking van het besluit
b. uitwerking van het besluit
c. de initiatiefnemers worden ondersteund
c. de initiatiefnemers worden ondersteund
c. de initiatiefnemers worden ondersteund
d. start voorbereiding realisatie rouwcentrum e. plan wordt uitgewerkt
d. realisatie rouwcentrum
d. realisatie rouwcentrum
e. plan wordt uitgewerkt
e. plan wordt uitgewerkt
(begroting 2011)
b. evaluatie is voorbereid c. overleg met particuliere ontwikkelaar wordt gevoerd d. voorbereiding is gestart e. voorbereiding is gestart
106
2013
2014
Product nr. 1101
1101
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
Maatschappelijk effect 2: bevorderen gebiedsontwikkeling 1 Realiseren bestemmingsplannen voor de gebieden: Vernieuwingsgebied Bijlmerweide, Hoge Dijk, Driemond, Venserpolder, H-buurt, Amsterdamse Poort en Frankemaheerd. 2 We spreken met projectontwikkelaars af om bijzondere woningtypen en marktwoningen te realiseren. 3 We stellen vrije kavels beschikbaar om bewoners een woning naar eigen wens te laten realiseren. 4 Onderzoek verlaging in relatie tot ontwikkelingsperspectieven en inkomstenbronnen en bestuurlijk vaststellen ontwikkelingsplan Parkenwig. Resultaatindicatoren per doel 1.
2013
Nulmeting
2014
(begroting 2011)
2015 en 2016
Product nr.
bestemmingsplannen zijn vastgesteld voor: Bijlmerweide, Hoge Dijk, Driemond, Venserpolder, Hbuurt,Amsterdamse Poort en Frankemaheerd overleggen over woningprogramma’s
plannen worden voorbereid
plannen zijn vastgesteld
plannen zijn gereed
plannen zijn gereed
1101
gestart
aantal te realiseren woningen is overeengekomen
het pilotproject vrije kavels is uitgevoerd.
afspraak over de pilot gemaakt
de pilot is uitgevoerd
bouw bijzondere woningen gestart, overeenkomstig het overeengekomen aantal de pilot is uitgevoerd
1104
3.
bouw bijzondere woningen gestart, overeenkomstig het overeengekomen aantal de pilot is uitgevoerd
4.
ontwikkelingsplan Parkenwig is gerealiseerd
voornemen is vastgelegd in bestuursakkoord
start planontwikkeling
het plan is vastgesteld
het plan is vastgesteld
1101
2.
1104
Maatschappelijk effect 3: duurzaamheid van gebouwen wordt vergroot 1 Verhogen beheerniveau panden. Resultaatindicatoren per doel 1. beheerniveau van panden. Dit wordt uitgedrukt in conditiemeting. Schaal 1 t/m 5 waarbij 1 uitstekend is en 5 onvoldoende
2013
Nulmeting
2014
(begroting 2011)
3
2
3
2015 en 2016 3
Product nr. 1102 1106
Maatschappelijk effect 4: natuurwaarde van het stadsdeel is verhoogd Door investeringen in natuurvriendelijke oevers en in de natuurzoom worden de natuurwaarden in Zuidoost verhoogd. Resultaatindicatoren per doel investeringen zijn gedaan Bijlmerweide score toestand van de natuur/-natuurwaardenkaart). (Bron dRO: het is onzeker of dRO de waarden in 2012 en 2014 herijkt)
Nulmeting (begroting 2011)
2007: 3
2013
2014
2015
3
4
4
Product nr. 1101
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
107
Prioriteit zonder eigen dekking Tijdelijke parkeerplaatsen voor Bijlmer Parktheater Het Bijlmer Parktheater heeft een verzoek ingediend om in de nabijheid van het theater tijdelijk betaalde parkeerplekken aan te leggen. Daarmee wordt wild parkeren voorkomen en hoeven mensen minder ver te lopen. Locatie-onderzoek laat zien dat op de voormalige locatie van de tijdelijke 24uursopvang 24 parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd. Implementatie van deze parkeerplaats kan worden meegenomen in de planning ‘uitvoering betaald parkeren’ voor de H-buurt en het Anton de Komplein. De kosten bedragen € 65.000. Dit kan niet worden betaald uit de grondexploitatie. Een deel van de investering kan te zijner tijd worden hergebruikt. Maatschappelijk effect Bedrag (I/S)
2013: € 65.000 (I)
Programmaproduct
Prioriteit met eigen dekking Beheerplan vastgoed In het Beheerplan gemeentelijk vastgoed wordt een meerjarig financieel perspectief geschetst voor de onderhoudsnoodzaak van panden in Zuidoost en de daaraan verbonden huurinkomsten. De inspectie die als basis dient voor het onderhoudsplan, heeft vastgesteld dat verschillende panden niet voldoen aan wet- en regelgeving. Dit is vooral het geval wat betreft brandveiligheid en energiebesparende maatregelen. Het is dus niet zo dat we tot sluiting dienen over te gaan, maar het is noodzakelijk om maatregelen te nemen. Voor 2013 is een bedrag ad € 750.000 begroot voor deze maatregelen. De dekking zal worden gevonden uit de verkoop van een aantal panden. Mocht de opbrengst van deze panden niet toereikend zijn dan zal hierover in de 1ste Bestuursrapportage 2013 worden gerapporteerd en alternatieve dekkingen worden gepresenteerd. Zo kan de egalisatiereserve Investeringen mogelijk worden ingezet ter dekking van deze uitgaven.
108
Maatschappelijk effect
Vergroten van de duurzaamheid van de gebouwde omgeving
Bedrag (I/S)
2013: p.m. (I)
Programmaproduct
PP1102, PP1106
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr.
2013
2014
2015
2016
2012
Baten
21.014
45.471
44.194
10.688
7.388
7.688
Lasten
25.295
50.568
48.474
14.560
10.988
10.988
4.281
5.097
4.280
3.872
3.600
3.300
Onttrekking aan reserves
303
600
0
0
0
0
Toevoegen aan reserves
423
0
0
0
0
0
4.401
4.497
4.280
3.872
3.600
3.300
Resultaat voor bestemming
Resultaat na bestemming
Het begrote resultaat 2013 van Programma 11 Stedelijke Ontwikkeling laat ten opzichte van het begrote resultaat 2012 voor bestemming afgerond € 0,8 miljoen voordeel zien. Er is sprake van afgerond € 1,3 mln. lagere baten (nadeel) en € 2,1 mln. lagere lasten (voordeel). Ontwikkeling baten De ontwikkeling van de baten laat op hoofdlijnen het volgende beeld zien: • Een budgetneutrale ontwikkeling van € 1,2 mln. lagere baten (zie verderop). • Een niet te realiseren heroverwegingstaakstelling 2012 met betrekking tot huuropbrengsten braakliggende terreinen van € 0,1 mln. Ontwikkeling lasten De ontwikkeling van de lasten laat op hoofdlijnen het volgende beeld zien: • Een budgetneutrale ontwikkeling van € 1,2 mln. lagere lasten (zie hierna). • In 2012 (bij de perspectiefnota en begroting) zijn ten aanzien van de projecten Kleiburg en Kraainest incidentele middelen (impulsbudget) beschikbaar gesteld voor in totaal € 0,7 mln. Voor de begroting 2013 levert dit een voordeel op. • Met betrekking tot vastgoed is vanaf 2013 de taakstelling heroverweging ten bedrag van € 0,3 mln. opgenomen. Dit levert ten opzichte van de begroting 2012 een voordeel op van € 0,3 mln. • Daarnaast is met betrekking tot vastgoed bij de begroting 2012 een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 0,3 mln. (dekking uit bestemmingsreserve accommodatiebeleid). Dat houdt in dat er ten opzichte van de begroting 2012 een voordeel ontstaat van € 0,3 mln. • Tenslotte is er een begrotingsnadeel bij de lasten ten opzichte van 2013 vanwege de niet te realiseren heroverwegingstaakstelling 2012 met betrekking tot het kostendekkend maken van uitvoeringsopdrachten en het declarabel maken van advisering van in totaal € 0,4 mln. Budgetneutrale ontwikkelingen • Met betrekking tot de restantgelden ISV voorgaande jaren wordt jaarlijks bij de 1ste bestuursrapportage de resterende incidentele middelen aan de begroting toegevoegd. Dit heeft ook plaatsgevonden voor het jaar 2012. Ten opzichte van 2012 levert dit voor het begrotingsjaar 2013 zowel lagere lasten als lagere baten op van € 1,2 mln. Mutaties reserves Aan dit programma zijn in 2013 de volgende reserves gekoppeld: • Bestemmingsreserve Onderhoud beheer onroerend goed • Bestemmingsreserve Vereveningsfonds • Bestemmingsreserve Accommodatiebeleid (onttrekking in 2012 € 0,2 mln.) • Bestemmingsreserve Maaiveld Vernieuwing Bijlmermeer (onttrekking in 2012 € 0,4 mln.) • Bestemmingsreserve Voortzetting PVB De mutaties in de reserves worden toegelicht bij de reserves en voorzieningen in de productenraming.
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
109
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
Baten begroting 2012
44.194
10.688
7.388
Totaal baten begroting 2013
44.194
10.688
7.388
Lasten begroting 2012
48.474
14.560
10.988
Tijdelijke parkeerplaats Bijlmer Parktheater
65
0
0
Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
65
0
0
p.m.
0
0
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
48.539
14.560
10.988
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t. 0
0
0
0
Prioriteiten zonder eigen dekking:
Prioriteiten met eigen dekking: Beheerplan vastgoed Totaal prioriteiten met eigen dekking
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
110
0
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
111
Programma 12 Bestuur en concern Het programma Bestuur en concern beschrijft de randvoorwaarden voor het bestuurlijk handelen: een goed functionerende stadsdeelorganisatie en participatie van burgers in het stadsdeelbeleid. In het verlengde hiervan gaat dit programma in op de samenwerking met bewoners, organisaties en ondernemingen in het kader van de integrale gebiedsaanpak.
1. De maatschappelijke effecten die wij willen bereiken Maatschappelijke effecten: 1. De mening van bewoners over het functioneren van het stadsdeelbestuur is positiever; het bestuur van het stadsdeel wordt ervaren als herkenbaar en effectief. 2. De verbondenheid van bewoners met het stadsdeel is vergroot; bewoners voelen zich betrokken bij het stadsdeel en zijn bekend met de eisen die de overheid namens de gemeenschap aan hen stelt. 3. De tevredenheid van bewoners over de eigen buurt blijft gelijk; bewoners waarderen de omgeving waarin zij wonen. 4. De tevredenheid van bewoners over de ontwikkeling van hun buurt blijft gelijk; bewoners verwachten dat de leefkwaliteit van hun buurt zal toenemen. Effectindicatoren 1.
2.
3.
4.
percentage bewoners dat functioneren van stadsdeelbestuur ‘goed’ vindt (Basismeetset 12.4, 2009) percentage bewoners dat zich verbonden voelt met het stadsdeel (BMS 6.20, 2009) tevredenheid van bewoners over de eigen buurt (BMS 9.1, 2009) tevredenheid bewoners over buurtontwikkeling (BMS 9.2, 2009)
Programma 12 Bestuur en concern
2013
2014 (Endterm)
28
33
35
35
62
64
65
65
6,8
6,8
6,8
6,8
6,5
6,5
6,5
6,5
Nulmeting
2015 en 2016
113
2. Ontwikkelingen ten aanzien van de maatschappelijke effecten Procesgericht en integraal werken Sinds de convergentie in 2011 werkt de stadsdeelorganisatie procesgericht. Beleid, uitvoering en beheer zijn hierdoor beter op elkaar afgestemd. Het bestuur wordt op alle beleidsterreinen integraal geadviseerd. Het convergentietraject is in het najaar van 2012 geëvalueerd. Participatie en communicatie Het stadsdeel wil de bewoners zo veel mogelijk betrekken bij de plannen en het beleid van het stadsdeel. Wanneer mensen geïnformeerd zijn, weten waar ze hun ideeën in kunnen brengen en erop kunnen vertrouwen dat met hun mening rekening wordt gehouden, lukt het beter om samen te werken aan een sterkere lokale samenleving. Communicatie is hierbij een sleutelwoord. Zuidoost wil zelfbewust en (pro)actief met bewoners, organisaties en ondernemingen communiceren. Waar mogelijk wordt een optimistische inslag gekozen, zonder uit het oog te verliezen welke maatschappelijke kwesties nog moeten worden aangepakt. Bewust wordt ook gekozen voor tweerichtingsverkeer in de communicatie, de dialoog: enerzijds laat het stadsdeel zien wat de plannen en regels van het stadsdeel zijn, anderzijds creëert het ruimte voor de inbreng van bewoners en het maatschappelijk middenveld. De hoofddoelen van het communicatiebeleid zijn: • de burger duidelijk maken wat verwacht mag worden van stadsdeel Zuidoost; • de burger tijdig en juist informeren over wat er in het stadsdeel speelt; • interactieve beleidsvorming stimuleren en vooral de inbreng van jongeren bevorderen. Ook in 2013 zal sprake zijn van een actieve en veelzijdige inzet van communicatiemiddelen. Door de creatieve inzet van diverse media, waaronder lokale radio, de geïntegreerde website van stad en stadsdelen, de maandelijkse stadsdeelkrant, de geschiedschrijving door middel van een Canon van Amsterdam Zuidoost en andere publicaties, worden bewoners, ondernemers en belangrijke stakeholders op een positieve manier bij het stadsdeel betrokken. Het intensief gebruik van de social media en het actief uitdragen van de stadsdeeletiquette zullen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Daarnaast is er uiteraard voldoende ruimte voor formele invloedsuitoefening, zoals inspraakprocedures. Burgers zullen bovendien meer mogelijkheden hebben om het stadsdeelbestuur een standpunt te vragen over zaken die zij willen inbrengen, door de invoering van het burgerinitiatief in 2013. Citymarketing Om te werken aan het imago van het stadsdeel bij zowel bewoners, bedrijven, bezoekers en buitenstaanders is het nodig de positieve eigenschappen van het stadsdeel en aantrekkelijke gebeurtenissen en evenementen goed over het voetlicht te brengen. Het stadsdeel zal daarom blijven investeren in citymarketing. Hierbij zal nauw worden samengewerkt met de media, instellingen en bedrijven die de kwaliteiten en verbeteringen van Zuidoost kunnen promoten. Integrale gebiedsaanpak Veel burgers zetten zich in voor verbetering van hun woonomgeving en wijk en verwachten dat het stadsdeel hun inbreng benut. Inmiddels zijn positieve ervaringen met buurtgericht werken en een gebiedsgerichte aanpak opgedaan, onder meer in het kader van het programma Wijkaanpak. Die ervaring is geborgd in een nieuwe, gebiedsgerichte manier van werken en sturen. De eigen kracht van bewoners en het inventariseren van ideeën die onder hen leven over de leefbaarheid van hun buurt, vormt de kern van de gebiedsgerichte aanpak. Het actief betrekken van bewoners, ondernemers en organisaties bij ontwikkelingen in wijken en buurten levert een schat aan ideeën op. Het zorgt voor draagvlak en uiteindelijk voor goed en breed gedragen resultaten. Om op bovenstaande beter te kunnen sturen heeft het stadsdeel in 2012 voor vijf afzonderlijke gebieden gebiedsprogramma’s opgesteld die in 2013 verder zullen worden uitgevoerd. Rondom deze gebiedsprogramma’s moeten goede samenwerkingsverbanden met bewoners, ondernemers en organisaties ontstaan. Gewerkt wordt met een gebiedsindeling die samenhangt met de beleving, het gevoel en de verbondenheid die bewoners hebben met hun buurt of wijk; het gaat om de gebieden Venserpolder, Bijlmer, Gaasperdam, Driemond en het Centrumgebied ArenApoort. Jaarlijks worden gebiedscon-
114
Programma 12 Bestuur en concern
ferenties en bijeenkomsten georganiseerd die het participatieproces rondom gebiedsgericht werken moeten ondersteunen en faciliteren. Burgers worden zo mede-eigenaar van de ontwikkelingen in hun eigen leefomgeving. Hun ideeën en initiatieven worden zoveel mogelijk meegenomen en dankzij deze hun inbreng kan maatwerk per wijk worden geleverd. Doelstellingen worden Smart geformuleerd. Op deze manier worden breed gedragen gebiedprogramma’s per wijk opgesteld, waarmee strategisch gestuurd wordt op maatregelen ten behoeve van de leefbaarheid in de wijken, de zelfredzaamheid van bewoners in die wijken, het versterken van de wijkeconomie en het versterken van de jeugd in wijken. In een aantal kwetsbare buurtcombinaties worden deze thema’s nog intensiever aangepakt. De centrale stad heeft zich voorgenomen om verschillende subsidiestromen te bundelen onder de noemer Herziening Stedelijke vernieuwing (HSV) te weten: het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing 2013/2014, het Programma Maatschappelijke Investeringen, de knelpuntenpot Stimuleringsfonds volkshuisvesting, de Wijkaanpak en de openbare ruimte- en groengelden. Dit totaalbudget wordt in hoofdzaak besteed aan 8 stedelijke vernieuwingsgebieden, die alle buiten de Ring A 10 liggen. Hieronder vallen de buurtcombinaties Holendrecht-Reigersbos en Bijlmer Centrum (Venserpolder, Amsterdamse Poort, FDH-buurt en Vogeltjeswei). Inzet is de verschillen binnen de stad tegen te gaan en te voorkomen dat de meest kwetsbare gebieden verder afglijden. Tegelijkertijd wordt beoogd, in een tijd waarin minder financiële middelen voorhanden zijn, door middel van sterke concentratie en sturing opwaartse effecten te bewerkstelligen. De programma’s voor deze gebieden zijn nu in de maak. Zij zullen bestaan uit maatregelen die effect sorteren op de sociaaleconomische positie van bewoners en/of op de kwaliteit van de woonomgeving in genoemde buurtcombinaties. Stedenband Stadsdeel Zuidoost ondersteunt samen met bewoners en non-gouvernementele organisaties kleinschalige duurzame projecten in Ghana en Suriname met het doel bij te dragen aan een verbetering van de leefomstandigheden.
3. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken Voornemens bestuursakkoord 2010-2014: 111, 112, 114. Motie 63 d.d. 28 juni 2011, Ketenaanpak • Stadsdeel beleidskaders Gebiedsprogramma’s Amsterdam Zuidoost, 2012 Hoofdlijnennotitie Gebiedsprogrammering, 2012 Organisatieplan Stadsdeel Zuidoost, 2011 Strategisch communicatiebeleidsplan, 2011
Programma 12 Bestuur en concern
115
4. Wat gaan wij hiervoor doen? Maatschappelijk effect 1: mening over functioneren stadsdeelbestuur verbeteren’ Maatschappelijk effect 2: verbondenheid van bewoners met het stadsdeel vergroten 1. Publicatie van persberichten in het kader van beleidscommunicatie. Verspreiden van persberichten aan de media, op de website en via de social media. 2. Houden van interviews met bewoners in het kader van dialoog met de overheid. Interviews met bewoners voor stadsdeelkrant, Canon ZO, midterm en burgerjaarverslag. 3. Publiceren van bewonersbrieven in het kader van beleidscommunicatie. Publiceren van bewonersbrieven voor bekendmakingen, openbare orde en ruimtelijke ontwikkelingen. 4. Organiseren van wijkcontactbijeenkomsten als onderdeel van de dialoog met het dagelijks bestuur. Organiseren van wijkcontactbijeenkomsten voor contacten met het voltallige dagelijks bestuur over specifieke onderwerpen. 5. Informeren van bewoners via overige media-uitingen, publicaties en als onderdeel van de dialoog. Informeren van bewoners via overige publicaties zoals via de lokale grassroot media, debatten en markten. 6. Bewoners zijn van mening dat zij invloed hebben op de stadsdeelpolitiek; zij vinden dat zij in redelijke mate wat over de politiek van het stadsdeelbestuur te zeggen hebben. Resultaatindicatoren per doel
Nulmeting (2010)
2013
2014
2015 en 2016
Product nr.
1. persberichten
77
80
85
85
1203
2. interviews
40
45
50
50
1203
3. bewonersbrieven
51
30
30
30
1203
4. wijkcontactbijeenkomsten
2
4
4
4
1203
5. publicaties
5
3
3
3
1203
6. percentage bewoners dat vindt dat zij invloed op de stadsdeelpolitiek hebben (BMS 12.5, 2008)
28
30
30
30
30
Maatschappelijk effect 3: tevredenheid bewoners over de eigen buurt blijft gelijk. Maatschappelijk effect 4: tevredenheid bewoners over de ontwikkeling van hun buurt. Het strategisch sturen op maatregelen ten behoeve van de leefbaarheid in de wijken, de zelredzaamheid van bewoners in die wijken, het versterken van de wijkeconomie en de jeugd in de wijken, door middel van jaarlijkse gebiedsprogramma’s voor de wijken Venserpolder, Bijlmer, Gaasperdam , Driemond en ArenaPoort. Resultaatindicatoren per doel gebiedsprogramma’s
116
Nulmeting (2010) 1 wijkjaarprogramma en 3 buurtuitvoeringsprogramma’s
2013
2014
2015 en 2016
5 gebiedspro- 5 gebiedsprogramma’s gramma’s
5 gebiedsprogramma’s
Product nr. 1203
Programma 12 Bestuur en concern
Prioriteiten zonder eigen dekking Marge stadsdeelraad Met de Programmabegroting 2013 besluit de stadsdeelraad een bedrag van € 100.000 beschikbaar te stellen om bij de begrotingsbehandeling 2013 eigen voorstellen in te kunnen dienen. Maatschappelijk effect
Diverse
Bedrag (I/S)
2013: € 100.000 (I)
Programmaproduct
Diverse
Prioriteiten met dekking uit Fonds Sociaal Domein Bewonersinitiatieven EGK-Buurt 2013 Er worden budgetten beschikbaar gesteld om bewonersinitiatieven te ontlokken en mogelijk te maken. Het doel daarvan is dat bewoners zich meer betrokken voelen bij hun woonomgeving en hierover meer zeggenschap krijgen. Dit maakt een substantiële en grotere participatie aan het oplossen van problemen in de buurt mogelijk en stimuleert het een partnerschap tussen overheid en burgers. Bewonersinitiatieven dragen bij aan de sociale cohesie in wijken, doordat mensen elkaar leren kennen en ook na deelname aan een initiatief met elkaar in contact blijven. Financiering vanuit de wijkaanpak valt na eind 2012 weg. Voor het continueren van het project in 2013 is een bedrag nodig van €75.000. Maatschappelijk effect
BA 2, 4, 5
Bedrag (I/S)
2013: € 75.000 (I)
Programmaproduct
PP1205 Buurtgerichte aanpak
Buurtambassadeurs EGK-Buurt 2013 Het project Buurtambassadeur draait om ‘het opsporen’ en vervolgens inzetten van bewoners die het verschil kunnen maken, en die als een soort ‘ambassadeurs van de leefbaarheid’ als rolmodel fungeren en mede zorg dragen voor een hoge leefkwaliteit, de sociale cohesie in de wijk en de participatie van de bewoners hieraan. Het project is in Nieuw Grunder gestart als pilot. Het project buurtambassadeurs is een EGK wijkaanpakproject. Dit project wordt vanwege het succes met de pilot in Nieuw Grunder uitgebreid naar de E- en de K-buurt. Financiering vanuit de wijkaanpak is na eind 2012 niet meer mogelijk. Voor het continueren van het project in 2013 is een incidenteel bedrag nodig van € 40.000. Maatschappelijk effect
BA 2, 4, 5
Bedrag (I/S)
2013: € 40.000 (I)
Programmaproduct
PP1205 Buurtgerichte aanpak
Programma 12 Bestuur en concern
117
5. Ontwikkeling baten en lasten Bedragen x €1.000
Rek 2011
Begr. 2012
2013
2014
2015
2016
Baten
1.674
2.373
86
0
0
0
Lasten
8.949
10.713
7.497
7.360
7.205
7.205
Resultaat voor bestemming
7.276
8.340
7.412
7.360
7.205
7.205
Onttrekking aan reserves
59
0
0
0
0
0
Toevoegen aan reserves
116
0
0
0
0
0
7.333
8.340
7.412
7.360
7.205
7.205
Resultaat na bestemming
Het resultaat van het programma Bestuur en Concern is in 2013 per saldo afgenomen met ruim € 0,9 mln. Er is sprake van € 2,3 mln. aan lagere baten en € 3,2 mln. aan lagere lasten. Ontwikkeling baten De baten dalen in 2013 met een bedrag van € 2,3 mln.. Deze afname is het gevolg van budgettair neutrale ontwikkelingen (zie verder). Ontwikkeling lasten De lasten dalen per saldo met een bedrag van € 3,2 mln. Een bedrag van € 2,3 mln. kan worden verklaard door budgettair neutrale ontwikkelingen (zie verder). Een daling van de lasten van per saldo € 0,93 mln. wordt veroorzaakt door een afname van € 0,97 mln. en een toename van € 0,04 mln. Lagere lasten De lagere lasten van totaal € 970.000 worden vooral veroorzaakt door onderstaande ontwikkelingen. In 2013 vervalt in totaal een budget van € 653.000 voor de onderstaande (meerjarige) prioriteiten: • Het meerjarige incidentele budget voor de cofinanciering van het Efro-programma vervalt per 2013. Hierdoor zijn er in 2013 € 508.000 minder lasten dan in 2012. • Het restant van de stelpost Raad uit 2012 van € 95.000 vervalt in 2013. • In 2013 vervalt het incidenteel toegekend budget van € 50.000 voor het maken van het plan van aanpak voor de ketenaanpak. Vanuit het participatieprogramma is in 2012 in totaal een budget beschikbaar gesteld van € 162.000. Van dit budget is € 5.000 bestemd voor het project Jaar van de wijk en € 157.000 voor programma-ondersteuning. De extra heroverweging op de budgetten van de griffie en de stadsdeelraad van € 100.000 zal vanaf 2013 worden geëffectueerd. Hierdoor is in 2013 het budget € 100.000 lager dan in 2012. Op 18 september 2012 heeft het presidium ingestemd met het voorstel van de griffier om deze extra heroverweging te realiseren door onder andere de formatie van de griffie te verkleinen met 0,67 fte. Door de heroverwegingen op een andere wijze te realiseren is het mogelijk om de fractiebudgetten op het niveau van 2012 te handhaven. In 2013 vervalt het incidenteel budget van € 46.000 dat voor de raadswerkzaamheden dat beschikbaar is gesteld vanuit de jaaroverschrijdende projecten, rekening 2011.
118
Programma 12 Bestuur en concern
Hogere lasten De toename van de lasten voor een bedrag van € 40.000 komt doordat bij de begroting 2011 voor het jaar 2013 een budget van € 40.000 is toegekend voor de canon van Zuidoost. Budgettair neutrale ontwikkelingen In dit programma is voor een bedrag van € 2,3 mln. aan budgettair neutrale ontwikkelingen als gevolg van het wegvallen van de externe bijdragen voor de Wijkaanpak. In 2012 is voor € 2,3 mln. aan baten en lasten opgenomen. Deze subsidiestroom zal vanaf 2013 onderdeel uitmaken van de focusgelden Herziening Stedelijke Vernieuwing (zie ook programma 11). Deze zijn nog niet in de begroting 2013 opgenomen. Mutaties reserves Aan dit programma is één reserve gekoppeld, de reserve Cofinanciering inkomende subsidies. Deze wordt toegelicht bij de reserves en voorzieningen in de Productenraming.
6. Toelichting mutaties Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
Baten begroting 2012
86
0
0
Totaal baten begroting 2013
86
0
0
7.497
7.360
7.205
Marge Stadsdeelraad
100
0
0
Totaal prioriteiten zonder eigen dekking
100
0
0
Bewonersinitiatieven EGK-Buurt 2012
75
0
0
Buurtambassadeurs EGK-Buurt 2012
40
0
0
-115
0
0
0
0
0
Totaal lasten begroting 2013
7.597
7.360
7.205
Onttrekking aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere onttrekking begroting 2013
n.v.t. 0
0
0
0
Lasten begroting 2012 Prioriteiten zonder eigen dekking:
Prioriteiten met dekking uit FSD
Dekking stelpost FSD Totaal prioriteiten met dekking FSD
Onttrekking aan reserves begroting 2013
0
Toevoeging aan reserves 2012
n.v.t.
Hogere/lagere toevoeging begroting 2013
n.v.t.
Toevoeging aan reserves begroting 2013
Programma 12 Bestuur en concern
0
119
Paragraaf 1. Totaalbeeld In deze paragraaf worden financiële tabellen gepresenteerd voor het totaal van de baten, lasten en het saldo van alle programma’s en de algemene dekkingsmiddelen. Voor de toelichting op de ontwikkeling wordt verwezen naar de programmahoofdstukken en de paragraaf algemene dekkingsmiddelen. Financiële tabellen voor baten, lasten en saldo Programma's (x € 1.000) P01 Dienstverlening P02 Openbare orde en veiligheid P03 Verkeer en infrastructuur P04 Werk, inkomen en economie
Baten 2013
Baten 2014
Baten 2015
Baten 2016
3.497
3.497
3.497
3.497
0 1
0 131
0 131
0 131
592
617
642
642
20.292
20.292
20.292
20.292
1.315
1.315
1.315
1.315
P07 Sport en recreatie
740
740
710
710
P08 Cultuur en monumenten
212
162
162
162
P05 Onderwijs en jeugd P06 Welzijn en zorg
P09 Openbare ruimte en groen
1.820
1.820
1.890
1.890
P10 Milieu en water
10.698
11.363
11.363
11.363
P11 Stedelijke ontwikkeling
44.394
10.988
7.688
7.988
P12 Bestuur en ondersteuning
86
0
0
0
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming
77.074 160.719
76.815 127.738
73.095 120.784
72.255 120.244
Totaal mutaties reserves Totaal (afgerond)
446 160.273
0 127.738
0 120.784
0 120.244
Programma's (x € 1.000)
Lasten 2013
Lasten 2014
Lasten 2015
Lasten 2016
P01 Dienstverlening P02 Openbare orde en veiligheid
6.991 1.704
6.700 1.624
6.398 1.624
6.398 1.624
P03 Verkeer en infrastructuur P04 Werk, inkomen en economie
1.190 2.011
1.156 1.614
1.156 1.539
1.156 1.538
37.186 12.808
36.511 12.550
36.231 11.923
36.231 11.889
5.435 4.524
5.364 3.939
5.334 3.854
5.333 3.824
P09 Openbare ruimte en groen P10 Milieu en water
19.915 12.547
19.275 12.546
19.557 12.546
19.557 12.546
P11 Stedelijke ontwikkeling P12 Bestuur en ondersteuning
47.399 7.497
13.265 7.360
10.369 7.205
10.369 7.205
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming
5.493 164.700
8.124 130.027
3.247 120.984
2.572 120.244
Totaal mutaties reserves Totaal (afgerond)
4.427 160.273
2.289 127.738
200 120.784
0 120.244
P05 Onderwijs en jeugd P06 Welzijn en zorg P07 Sport en recreatie P08 Cultuur en monumenten
Paragraaf 1. Totaalbeeld
121
Programma's (x € 1.000)
Saldo 2013
Saldo 2014
Saldo 2015
Saldo 2016
P01 Dienstverlening
3.493
3.203
2.901
2.901
P02 Openbare orde en veiligheid
1.704
1.624
1.624
1.624
P03 Verkeer en infrastructuur
1.189
1.025
1.025
1.025
P04 Werk, inkomen en economie
1.420
997
897
897
P05 Onderwijs en jeugd
16.895
16.220
15.940
15.940
P06 Welzijn en zorg
11.494
11.235
10.608
10.574
P07 Sport en recreatie
4.695
4.624
4.624
4.624
P08 Cultuur en monumenten
4.312
3.778
3.693
3.662
P09 Openbare ruimte en groen
18.095
17.455
17.667
17.667
P10 Milieu en water
1.848
1.182
1.182
1.182
P11 Stedelijke ontwikkeling
3.006
2.277
2.681
2.381
P12 Bestuur en ondersteuning
7.412
7.360
7.205
7.205
Algemene dekkingsmiddelen
-71.581
-68.691
-69.847
-69.682
Resultaat voor bestemming
3.982
2.289
200
0
Totaal mutaties reserves
3.982
2.289
200
0
0
0
0
0
Totaal (afgerond)
122
Paragraaf 1. Totaalbeeld
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen De dekkingsmiddelen zijn vrij besteedbare middelen en vormen een belangrijke deel van de financiële basis van de begroting. Onder de algemene dekkingsmiddelen vallen de inkomsten waarvan de besteding niet gebonden is aan een bepaald programma.
Algemene dekkingsmiddelen. Bedragen x € 1.000 Rek. 2011 Lasten Algemene lasten Rente voor geldleningen korter dan 1 jaar Invorderingskosten
Begr. 2012
Begr. 2013
Begr. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
403 0 122
1.908 0 123
3.590 0 123
6.388 0 123
5.871 0 123
5.107 0 123
3.500 4.025
1.639 3.670
340 4.053
- 544 5.967
- 1.226 4.768
-225 5.005
78.564 2.789 4.481 434 249 121 86.638
76.711 1.037 3.300 476 184 612 82.320
75.304 669 300 476 184
74.625 669 300 476 184
73.905 669 300 476 184
73.905 669 300 476 184
76.933
76.254
75.534
75.534
Saldo exclusief reserves Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves
- 82.613 12.129 7.184
- 78.650 8.236 2.756
- 72.880 4.009 446
-70.287 1.989
- 70.766
-70.529
Saldo inclusief reserves Autonome ontwikkeling: Formatieaanpassing i.v.m. wettelijke taken
- 87.558
- 84.130
- 76.443
- 72.276
- 70.766
-70.529
413
443
443
443
350 500
350 500 514
350 500 584
- 70.845
- 68.959
- 68.652
- 70.845
- 68.959
- 68.652
Saldo van kostenverdeelstaat Totaal Lasten Baten Algemene uitkeringen (Stadsdeelfonds) Algemene baten Rente voor geldleningen korter dan 1 jaar Baten reclamebelasting Baten precariobelasting Saldo van kostenverdeelstaat Totaal Baten
Prioriteiten zonder eigen dekking: Bedrijfsvoeringsakkoord stadsdelen Ontwikkeling Amsterdam Management Informatie (AMI) Formatieaanpassing o.b.v. convergentie Kieskompas Stelpost Niet te realiseren heroverwegingen Stelpost buffer voor kwetsbare maatregelen Stelpost nieuw beleid
36 25 550 30
Saldo inclusief prioriteiten Prioriteit met eigen dekking: Stelpost niet te realiseren heroverweging 2013 Incidentele formatie uitvoering bestuursakkoord Extra capaciteit ESEO
- 87.558
Saldo inclusief prioriteiten
- 87.558
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen
- 84.130
- 75.389
138
1300 382 p.m. - 84.130
- 75.389
123
Beleidskaders Binnen de algemene dekkingsmiddelen is sprake van de volgende budgetten: - algemene uitkeringen (Stadsdeelfonds) - algemene baten/lasten - rente voor geldleningen korter dan 1 jaar - invorderingskosten - baten reclamebelasting - baten precariobelasting - saldo van kostenverdeelstaat Het voordelig saldo van de algemene dekkingsmiddelen neemt ten opzichte van 2012 af met € 9 mln. tot € 75,1 mln.. De budgetten worden in deze paragraaf toegelicht. Algemene uitkeringen (Stadsdeelfonds) Bij de Perspectiefnota 2013 is stilgestaan bij de ontwikkeling van het stadsdeelfonds conform de effecten die voortvloeien uit Amsterdam Financieel Gezond/één Stad één opgave. Het project is gestart vanwege het feit dat het financiële perspectief van de stad en de stadsdelen de komende jaren verder verslechterd. Hoe precies laat zich moeilijk voorspellen in deze tijd. Bezuinigingen op Rijksniveau zijn nog niet officieel doorgerekend in het gemeentefonds, de effecten van de voorgenomen rijksdecentralisaties zijn ook nog niet bekend. Financiële opgave Bij de Perspectiefnota 2013 hebben wij rekening gehouden met een structurele bezuinigingsopgave voor stad en stadsdelen oplopend tot € 120 mln. in 2015. Dit is een robuuste inschatting. Afgesproken is dat de verordening op het stadsdeelfonds leidend is en blijft voor bepaling van de omvang van het stadsdeelfonds. Bij een verdeling van deze schatting zal de opgave conform de spelregels van het stadsdeelfonds voor de periode 2013 tot en met 2015 neerkomen op ongeveer € 48 mln. voor rekening van de gezamenlijke stadsdelen. Voor het stadsdeel betekent dit een verslechtering van € 5,8 mln. vanaf 2015. Op een verslechtering van het financiële beeld is geanticipeerd door samen met de centrale stad het project Eén Stad, één opgave te starten. Het resultaat daarvan is dat er (voldoende) mogelijkheden zijn gedefinieerd om deze opgave (grotendeels) op te lossen. Eén Stad één opgave (ESEO) Eén stad, één opgave maakt onderdeel uit van het project Amsterdam Financieel Gezond (AFG) maar onderscheidt zich hierin vanwege de gezamenlijke aansturing door stad en stadsdelen. De drijfveren achter ESEO zijn dat: stad en stadsdelen hoe dan ook de komende jaren voor een forse bezuinigingsopgave staan; de impact van de bezuinigingen op de dienstverlening aan de burgers en voorzieningen in de stad maximaal beperkt kunnen worden door als stad en stadsdelen gezamenlijk op te trekken; lastenverhogingen voor de burgers in principe ongewenst zijn; de bestaande bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen stad en stadsdelen gerespecteerd worden. De dagelijks besturen van de stadsdelen hebben aangegeven dat zij graag samen met de centrale stad de verantwoordelijkheid nemen waar het gaat om slimmer/efficiënter werken en het wegsnijden van dubbele taken tussen diensten en stadsdelen. Door slimmer te werken en dubbele taken weg te snijden kunnen de stadsdelen en de centrale stad naar verwachting een groot deel van de dalende inkomsten uit het gemeentefonds en stadsdeelfonds opvangen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de domeinen Sociaal, Fysiek en Dienstverlening. Door slimmer werken in de vorm van o.a. bundeling van activiteiten, centraliseren van beleid en invoering van uitvoeringsdiensten zal uiteraard ook gekeken worden naar verdere besparingen op de inzet van personeel in relatie tot de benchmark die voor verschillende taken uitgevoerd is en de doorlichting van de stedelijke diensten. De zoekrichtingen moeten nog nader worden uitgewerkt, maar datgene waarover overeenstemming is levert tot en met 2015 naar verwachting € 92,6 mln. op. Het risico bestaat echter wel dat het tempo van
124
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen
bepaalde heroverwegingen te ambitieus is. Ook in dat geval zijn misschien incidentele andere bezuinigingen nodig om het verschil te overbruggen. De uitwerking In het najaar van 2012 werken stad en stadsdelen de bezuinigingsmogelijkheden uit tot een realistische, haalbare en van een tijdpad voorziene set van maatregelen. De ambitie is om bij de begroting voor 2013 -en mogelijk ook al voor 2014- concrete voorstellen voor te leggen. De gemeenteraad en de stadsdeelraden beslissen uiteindelijk bij de begroting 2013 en volgende jaren welke van besparingsmogelijkheden daadwerkelijk ingezet worden. In het financieel perspectief is hierop geanticipeerd, echter nog niet inhoudelijk. De voorstellen die thans nader uitgewerkt worden, in samenwerking tussen Centrale Stad en stadsdelen, zullen wanneer ze voor besluitvorming gereed zijn als separaat advies geagendeerd worden. Wij hopen dit bij de behandeling van de begroting 2013 te betrekken, maar hierover bestaat nog onzekerheid. De bestaande spelregels tussen stad en stadsdelen voorzien in een escalatiemodel waarmee, mocht het belang van de stad als geheel in het geding zijn, de gezamenlijkheid van de aanpak gewaarborgd kan worden. In het geval van Eén stad, één opgave betekent dit dat bij verschillen van inzicht over de te benutten mogelijkheden de gemeenteraad het laatste woord heeft. De daadwerkelijke financiële effecten voor het stadsdeel worden pas concreet na de uitwerking van de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen. De reden hiervan is, dat pas dan bekend is wat enerzijds het effect is op de taakverdeling tussen stad en stadsdelen en anderzijds wat de directe lastenverlichting is voor de stadsdelen zelf bij bijvoorbeeld centralisatie van activiteiten (bijv.: Daling formatie en uitvoeringskosten). Op dat moment wordt het ook helder wat het effect is hoe de financiële verhouding tussen stad en stadsdelen in de nieuwe situatie eruit ziet. De werkelijke korting op het stadsdeelfonds wordt dus in dit geval niet bepaald door de verdeelmatrix maar wordt mede bepaald door de impact van de genomen maatregel (maatregelafhankelijk). Dit volgt ook uit de systematiek van één stad, één opgave waarbij het vooraf niet bekend is in welke verhouding stad en (afzonderlijke) stadsdelen profijt trekken bij het gezamenlijk doorvoeren van de besparingsvoorstellen. Op korte termijn zal hierover ook weinig duidelijkheid komen, bijvoorbeeld omdat veel voorstellen een herverdeling van taken inhouden waarvan de uitkomst onbekend is. Om die reden wordt in het financieel kader de korting van het stadsdeelfonds op basis van de gehanteerde verdeelsystematiek stad – stadsdelen (voor stadsdeel zuidoost € 5,8 mln.) met de helft gecorrigeerd. Per saldo is bij de perspectiefnota 2013 in het financieel meerjarenperspectief rekening gehouden met een korting van € 2,9 mln. op het stadsdeelfonds vanaf 2015. In de 1ste bestuursrapportage 2013 en de Perspectiefnota 2014 wordt hierop teruggekomen. Beide worden behandeld in het voorjaar 2013. Ontwikkeling na perspectiefnota 2013 In de perspectiefnota was de volgende tekst opgenomen: ‘Tussen stad en haar stadsdelen is afgesproken dat in 2013 en 2014 geen prijscompensatie wordt doorgerekend in de begrotingen. De prijscompensatie, verdisconteerd in het accres, van de algemene uitkering wordt binnen de stad Amsterdam in een nieuw op te richten fonds frictiekosten gestopt. Wij hebben dit geïnterpreteerd als ‘er wordt geld toegevoegd aan het SDF en dit wordt direct weer uitgenomen voor de vorming van de frictiepot’. In de perspectiefnota 2013 is het bedrag dan ook neutraal gepresenteerd (zie P-nota 2013 blz.10). Nu, na uitwerking door de centrale stad blijkt dat er per saldo rekening moet worden gehouden met een uitname van € 10,7 mln. voor 2013 en € 21 mln. voor 2014. Deze wordt niet gecompenseerd en is dus een nadeel ten opzichte de perspectiefnota van SDZO. Voor het stadsdeel en negatieve ontwikkeling van respectievelijk € 0,9 mln. en € 2,2 mln. incidenteel. Hierover zal in overleg tussen de stadsdelen en de centrale stad nog nader op worden teruggekomen. Gezien het feit dat de maatregelen nu nog leidend is, hebben we dit reeds opgenomen in het financieel kader. Het stadsdeelfonds wordt daarnaast wel structureel gedeeltelijk gecompenseerd door een aantal ‘technische mutaties’ (uitkeringsbasis gemeentefonds, uitkeringsbasis Amsterdam, etc.) wat per saldo een plus veroorzaakt van € 0,6 mln.
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen
125
Ontwikkelingen 2014 en verder Er bestaat nog onzekerheid over de ontwikkeling van de algemene uitkering (en dus stadsdeelfonds) na 2013. Wat wel bekend is, is dat de herverdeling van het vaste bedrag binnen de algemene uitkering dat beschikbaar is voor de G4 vooruit wordt geschoven door het Ministerie van Binnenlandse zaken. Er zal dus in overleg met de centrale stad beoordeeld moeten worden in hoeverre dit doorwerkt in de bezuinigingsopdracht van € 120 mln. In de circulaires van het gemeentefonds worden – naar mening van DMC - geen serieuze voorspellingen gedaan voor 2014. In de perspectiefnota 2013 van het stadsdeel is (conform kadernota centrale stad) uitgegaan van een extra uitname uit het stadsdeelfonds van € 24 mln. in 2014. Ons aandeel in de korting is al verwerkt in de begroting 2014 en verder. Dit betekent dus dat we uitgaan van het ‘zwartste scenario’. Onzekerheden Door een succesvolle uitvoering van één stad, één opgave kunnen de effecten voor de bewoners van de stad van de bezuinigingsopgave waarvoor we staan, beperkt worden. Gezamenlijkheid is daarbij cruciaal. Voorwaarde daarvoor is dat de besluitvorming in de gemeenteraad en de afzonderlijke stadsdelen resulteert in een substantieel pakket aan gezamenlijke bezuinigingen. Alleen dan kunnen de vruchten van slimmer en efficiënter werken geplukt worden. In gezamenlijkheid zal ook ingespeeld moeten worden op de onzekerheden die er nog zijn over: de uiteindelijke korting op gemeentefonds en stadsdeelfonds de marge in de opbrengst van de nu geïnventariseerde zoekrichtingen de doorwerking naar afzonderlijke stadsdelen, inclusief de impact van de herijking van de bekostiging het tempo van een aantal heroverwegingen voor 2014 is ambitieus. In dat geval zijn misschien incidentele bezuinigingen nodig om te overbruggen de doorwerking naar stadsdelen van andere maatregelen van de centrale stad in het kader van Amsterdam Financieel Gezond De geïnventariseerde bezuinigingsmogelijkheden zullen de komende maanden onder gezamenlijke bestuurlijke regie van stad en stadsdelen worden uitgewerkt. De ambitie is de totale noodzakelijke bezuiniging uiterlijk in 2015 structureel te realiseren en in de verschillende jaren in te boeken. Mochten deze risico’s ertoe leiden dat de benodigde bezuinigingen met de gezamenlijke aanpak niet gehaald worden dan werkt het binnen de spelregels van het bestuurlijk stelsel als volgt: eerst worden mogelijkheden die passen binnen Eén stad, één opgave verder verkend en waar mogelijk ingezet; levert dat onvoldoende op dan zullen stad en stadsdelen ‘in eigen huis’ maatregelen moeten nemen. Algemene baten/lasten In de stelposten zijn bedragen opgenomen die nog moeten worden verdeeld over de programma’s. Kapitaallasten De stelpost kapitaallasten is onderdeel van de heroverweging en wordt jaarlijks bij de vrijval van de kapitaallasten verrekend. Ruimte nieuw beleid Perspectiefnota 2013 Uit de Perspectiefnota 2013 volgt de meerjaren ruimte nieuw beleid. Voor 2013 bedraagt deze ruimte € 0,9 mln. wat afloopt tot € 0,1 mln. vanaf 2016. Inzet vanuit de algemene reserve is niet mogelijk. De omvang van de algemene reserve in relatie tot het benodigde weerstandsvermogen biedt hiervoor geen ruimte. Na vaststelling van de begroting 2013 wordt deze stelpost verwerkt in de programma’s waarop de prioriteiten betrekking hebben. In bijlage 2 (Financieel kader) wordt de verdeling van deze ruimte verder toegelicht. Taakstelling heroverweging De heroverwegingsoperatie 2010-2014 is afgerond en verwerkt in de meerjarenbegroting. Stelpost financiële tegenvallers Deze stelpost is ingericht om tegenvallers bij de realisatie van de nieuwe bezuinigingsoperatie (ESEO) op te kunnen vangen. Hierover is bij de perspectiefnota 2013 besloten. De stelpost bestaat uit twee
126
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen
onderdelen, te weten stelpost ‘financiële tegenvallers’ en de stelpost ‘tegenvallende inkomsten’ ten bedrage van respectievelijk € 1,5 mln. en € 0,7 mln. vanaf 2014, in totaal € 2,2 mln. structureel. In het financieel kader wordt voor de jaren 2013 en verder ter dekking van de tegenvallende inkomsten bouwleges een bedrag van € 0,5 mln. ingezet ten laste van de stelpost ‘tegenvallende inkomsten’. Conform de behandeling bij de perspectiefnota 2013 is met betrekking tot de stelpost ‘financiële tegenvallers’ wordt voor 2013 een bedrag van € 0,5 mln. oplopend tot € 1,5 mln. vanaf 2014 ingezet ter dekking van de prioriteiten (nieuw beleid) en de consequenties uit bezuinigingsoperatie ESEO op te vangen. Stelpost Fonds Sociaal Domein Bij de vaststelling van de begroting 2012 (december 2011) is structurele ruimte gecreëerd ten bedrage van € 2,5 mln. in de vorm van een stelpost Fonds sociaal domein. In een separaat voorstel zullen de beschikbare middelen worden toegerekend naar activiteiten die een relatie hebben met thema's als arbeidsmarktparticipatie/sociale activering, onderwijsparticipatie, kunst en cultuur en met de ketenaanpak jeugd en veiligheid. Afgeleide inkomsten btw in verband met de Afvalstoffenheffing Het gedeelte van de inkomsten vanuit de Afvalstoffenheffing dat binnen de algemene dekkingsmiddelen wordt gepresenteerd hangt samen met de btw-kosten die in het tarief van de afvalstoffenheffing zijn opgenomen (voor 2013 is dit een bedrag van € 643.000). Dit omdat de inkomsten Stadsdeelfonds bij de invoering van de BCF-systematiek zijn gekort en deze afgeleide btw-inkomsten ter compensatie dienen van de korting BCF. Voor meer informatie over de ontwikkeling van het tarief Afvalstoffenheffing wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. Rente voor geldleningen korter dan 1 jaar Rente rekening-courant De structureel begrote rente op het rekening-courant saldo bedraagt € 300.000 uitgaande van een rekening-courantrente van 3,50% in 2013. De raming is afhankelijk van de hoogte van de rekeningcourant van het stadsdeel met de centrale stad. Er is onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de liquiditeitspositie voor de komende jaren. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de rentevergoeding structureel met een bedrag van € 0,3 mln. opgewaardeerd kan worden. De verhoging is opgenomen in het financieel kader in bijlage 2. Rente leningfonds Jaarlijks wordt aan de centrale stad op basis van een rekenrente de verschuldigde rente over de kapitaalschuld vergoedt. Het verschil tussen de werkelijke betaalde rente van de gemeente Amsterdam en de in rekening gebracht rente bij de stadsdelen en diensten wordt gemuteerd in de bestemmingsreserve leningsfonds dat bij de centrale stad is ingesteld. Daarbij is wel afgesproken dat wanneer de maximumomvang is bereikt, het restant wordt uitbetaald. Voor het jaar 2013 houden wij rekening met een incidentele baat van € 1,0 mln. Invorderingskosten Tegenover de baten reclame- en precariobelasting staan de invorderingskosten van de dienst Gemeentebelastingen. Baten reclamebelasting De reclamebelasting wordt opgelegd en geïnd door de dienst Gemeentebelastingen. Baten precariobelasting De precariobelasting wordt opgelegd en geïnd door de dienst Gemeentebelastingen Saldo van kostenverdeelstaat Het saldo van de kostenverdeelstaat wordt gebruikt om de meerjarige aanpassingen in de indirecte kosten te verantwoorden. Het betreft een administratieve verantwoording die geen invloed heeft op financieel kader.
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen
127
Autonome ontwikkeling Organisatorische inbedding uitvoering wettelijke taken 2013: € 303.000 (I) 2013: € 110.000 (I) 2014: € 443.000 (S)
Een aantal (nieuwe) wettelijk taken zijn tot op heden in beginsel incidenteel geborgd binnen de organisatie om eerst inzicht te krijgen in de structureel benodigde capaciteit. Adequate uitvoering van de taken vereist echter structurele borging. Voor 2013 en 2014 is daarvoor een bedrag van € 303.000 resp. € 443.000 noodzakelijk. Het betreft de volgende taken: verstrekking Wior-vergunning (Werken in de openbare ruimte) registratie kinderopvang als gevolg van landelijke verscherping beleid Kinderopvang - toename evenementen vergunningen. Het aantal (grote) evenementen in Zuidoost groeit sterk. In 2012 zijn er o.a. vijf grote evenementen bijgekomen op het Arenapark. Deze groei lijkt zich de komende jaren voort te zetten (bijv. Koninginnedag 2013) - stedelijk toename vereiste inzet stadsdeel coördinatie veiligheid Daarnaast is vooralsnog voor 2013 € 110.00 nodig voor informatiebeveiliging en privacy coördinatie om invulling te geven aan de stedelijk verscherpte maatregelen.
Prioriteiten zonder eigen dekking Bedrijfsvoeringsakkoord Stadsdelen 2013: € 36.000 (I) Het bedrijfsvoeringsakkoord geeft uitvoering aan de samenwerkingsafspraken tussen de stadsdelen. Het betreft onder andere samenwerking op het vlak van financiën waaronder de uniformering van de legestabel, Besturen zonder ballast en de samenwerking op het vlak van ICT. Voor 2013 is naar € 36.000 extra nodig uitvoering van de hoofdlijnenplanning ICT 2013 en de legesonderzoeken. Ontwikkeling Amsterdam Management Informatie (AMI) 2013: € 25.000 (I) Voor aansluiting op het nieuw financieel systeem (AFS) dient ook het huidige management informatie systeem van de gemeente Amsterdam te worden vervangen. Management informatie is van belang om budgetten en de bijhorende administratie op orde te houden. De bijdrage van ons stadsdeel aan de voorgenomen businesscase bedraagt € 25.000 (I) in 2013. De hoogte van de structurele kosten is afhankelijk van de uitkomst van de businesscase. 2013: € 30.000 (I) Kieskompas Het Kompas Zuidoost is een trendrapport waarin de onderzoekscijfers en relevante toekomstige trends over het stadsdeel worden samengebracht. Aan de hand van thema’s zoals bevolking, onderwijs, veiligheid en economie worden de te verwachten ontwikkelingen voor de komende jaren beschreven. Voorts worden de strategische opgaven voor het stadsdeel in de komende periode in beeld gebracht. Het Kompas is zowel een naslagwerk voor bestuurders, raadsleden, ambtenaren, organisaties en geïnteresseerde burgers als een strategische wegwijzer. De laatste versie van het Kompas bestrijkt de periode 2010-2014. Het is de bedoeling een nieuwe en actuele versie uit te brengen voor de bestuursperiode 2014-2018. Deze editie dient medio 2013 gereed te zijn.
Formatieaanpassing op basis van evaluatie convergentie 2013: € 550.000 (I) 2014: € 137.500 (I)
Uit de evaluatie van de convergentie blijkt dat door het ontbreken van een aantal functies het procesgericht werken binnen de organisatie onvoldoende wordt ondersteund. Er is ondersteuning nodig voor het subsidieproces en het besluitvormingsproces. Voor het besluitvormingsproces zijn directiesecretarissen nodig die de kwaliteit, tijdigheid van de besluitvorming borgen en toezien op een
128
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen
correcte aanlevering aan de raad. De ondersteuning op het subsidieproces is momenteel als gevolg van de convergentie ontoereikend. Om de voortgang van het proces te borgen is ondersteuning noodzakelijk. In het licht van 1 stad 1 opgave en de voorgenomen herindeling van de ambtelijke organisatie wordt vooralsnog een prioriteit ingediend voor 2013 en het eerste kwartaal 2014. Bij de perspectiefnota 2014 komen wij hierop terug. Stelpost niet te realiseren heroverwegingen vanaf 2014 € 350.000 (S) In het financieel kader van de 1e bestuursrapportage is rekening gehouden dat niet alle heroverwegingsmaatregelen gerealiseerd worden. In het jaar 2014 is uitgegaan van een bedrag van € 2,25 mln.. Bij de bepaling van de hoogte van dit bedrag is per abuis een post vergeten op te nemen ten bedrage van € 350.000. U bent hierover geïnformeerd in de afsluitende rapportage heroverwegingsoperatie 2011-2014 op 25 september 2012. Stelpost buffer voor kwetsbare maatregelen 2014 € 500.000 (S) In de raadsvoordracht van 25 september 2012 over de afsluitende rapportage heroverwegingsoperatie 2011-2014 is aangegeven dat een aantal kwetsbare maatregelen te onderkennen is. Deze maatregelen zullen mogelijkerwijs pas na 2014 volledig gerealiseerd worden. Het risicovolle bedrag in de totale ombuigingstaakstelling van de kwetsbare maatregelen bedraagt circa € 1 mln.. Om het risico ten aanzien van deze maatregelen deels te kunnen afdekken wordt een voorstel gedaan om in te stemmen met een stelpost van € 500.000 vanaf het jaar 2014. Met deze stelpost komt dan een financiële buffer beschikbaar voor de helft van het ingeschat risico. Stelpost nieuw beleid 2015 € 514.000 (S) 2016 € 584.000 (S) In de meerjarenraming voor 2015 en 2016 is ruimte voor nieuw beleid beschikbaar ter hoogte van respectievelijk € 514.000 en € 584.000. Prioriteit met eigen dekking Incidentele uitvoeringscapaciteit bestuursakkoord Budgetneutraal In het bestuursakkoord Werken aan evenwicht zijn bestuurlijke voornemens opgenomen voor de bestuursperiode 2010 – 2014. Bij de uitvoering van de in het bestuursakkoord opgenomen voornemens zal naast de vaste formatie ook tijdelijke uitvoeringscapaciteit ingezet moeten worden binnen de budgettaire kaders. Voor projecten wordt veel gewerkt met tijdelijke arbeidscontracten. Voor 2013 is hiervoor een bedrag van € 382.000 nodig om de voornemens uit het bestuursakkoord te realiseren. De dekking wordt gevonden binnen de beschikbare vacatureruimte en budgettaire ruimte van de diverse beleidsvelden, waaronder bijvoorbeeld doekuitkeringen (Wmo; VVE), uitvoeringskosten binnen het Fonds Sociaal Domein en subsidiebudgetten. Bovenstaande betekent een budgetneutrale verwerking. Extra capaciteit vanwege Eén Stad Eén Opgave en de centralisatie van de Pijofach1-taken. 2013: € p.m. (I) Om ook in de toekomst financiële ruimte en daarmee de regie te houden, zet het College van B&W fors in op hervorming van de gemeentelijke organisatie. Op termijn leidt dit tot een andere organisatiestructuur. Dit is een ingrijpend maar noodzakelijk besluit om te kunnen blijven investeren in de stad. De aansturing en organisatie van de ondersteunende bedrijfsvoering en concernbrede staffuncties wil het College centraal beleggen. Dat betekent één ambtelijke organisatie met centrale aansturing van de bedrijfsvoering. Dit betekent dat stappen richting concernvorming en professionalisering van de bedrijfsvoering gezet moeten worden. Belangrijk hierbij zijn de bundeling van bedrijfsvoering in concernvoorzieningen, herpositionering van diensten en bedrijven, clustering van diensten in allianties en verbeteringen in het bestuurlijk stelsel. Het toewerken naar één ambtelijke organisatie, de 1 PIJOFACH staat voor Personeel, Informatie, Juridisch, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen
129
aanpassingen in het strategisch personeelsbeleid en de wijze van bekostiging zal tot januari 2014 in beslag nemen. Samenhang in de uitvoering en implementatie van deze veranderingen is cruciaal. Om al deze aanpassingen te kunnen ondersteunen zonder daarbij de aandacht op de primaire taakvelden te verliezen is een projectorganisatie nodig. In de huidige bezetting zoals vastgesteld is geen rekening gehouden met dergelijke zeer intensieve trajecten. Er wordt vooralsnog van uitgegaan dat de kosten gedekt kunnen worden uit de (centrale) reserve frictiekosten. Bij de eerste bestuursrapportage 2013 komen wij hierop terug. Stelpost niet te realiseren heroverweging 2013 Budgetneutraal In september 2012 is de afsluitende rapportage heroverwegingsoperatie 2011-2014 vastgesteld. In deze rapportage is aangegeven dat met betrekking tot het jaar 2013 een incidenteel bedrag van € 1,3 mln. nog nader te concretiseren taakstelling verwerkt dient te worden. Uw raad heeft bij de vaststelling van de begroting 2011 een besluit genomen om een heroverwegingsoperatie van in totaal € 16,1 mln. uit te voeren. De invulling van deze taakstelling is verdeeld over de jaarschijven 2011–2014. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met deze te realiseren taakstellingen, waarbij over het jaar 2013 een incidenteel verhoogde taakstelling in het financieel kader is opgenomen. Reeds bij de eerste bestuursrapportage 2012 is ruimte vrijgemaakt van € 2, mln. over 2013, oplopend tot € 2,2 mln. vanaf 2014, om niet te realiseren taakstellingen op te vangen. Aangezien over het jaar 2013 financieel een versnelde invoer van taakstelling is opgenomen ontstaat er in 2013 slechts een beschikbare vrije ruimte van afgerond € 0,7 mln. in plaats van € 2 mln. Derhalve een incidenteel nadeel van € 1,3 mln. De dekking vindt plaats ten laste van de algemene reserve conform besluitvorming bij de 2de bestuursrapportage 2012.
130
Paragraaf 2. Algemene dekkingsmiddelen
Paragraaf 3. Kostenverdeelstaat 1. Apparaatskosten Apparaatskosten zijn de kosten van de ambtelijke organisatie. Deze maken onderdeel uit van de interne begroting. De apparaatskosten worden door middel van een kostenverdeelstaat doorberekend naar de programmaproducten. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de apparaatskosten. In dit overzicht zijn de verschillen tussen de begroting 2012 en 2013 zichtbaar. De doorberekening van de apparaatskosten wordt gepresenteerd conform de nieuwe systematiek (watervalmethode) dat is vastgesteld in Besturen zonder Ballast. Voor de doorberekening van de apparaatskosten gelden verschillende tarieven die aan de afzonderlijke programmaproducten worden doorbelast Dit zijn bijvoorbeeld huisvesting, ICT, financiën en personeel. Kostenverdeelstaat 2012-2016 Programma
Geactualiseerde Begroting begroting 2012 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
01 Dienstverlening
5.079.511
5.399.308
5.283.408
5.212.134
5.212.134
02 Openbare Orde en veiligheid
1.776.514
1.172.904
1.093.117
1.093.117
1.093.117
940.074
969.700
965.422
965.422
965.422
04 Werk, inkomen en economie
1.340.488
1.351.305
1.335.441
1.335.441
1.335.268
05 Onderwijs en Jeugd
2.345.576
2.068.213
2.000.181
2.000.181
1.999.824
06 Welzijn en zorg
03 Verkeer en infrastructuur
3.736.194
3.320.777
3.218.050
3.163.050
3.162.984
07 Sport en recreatie
524.960
693.444
669.649
669.649
669.388
08 Cultuur en monumenten
881.447
740.313
716.143
716.143
716.143
09 Openbare ruimte en groen
11.554.332 11.900.664 11.900.664 11.900.664 11.900.664
10 Milieu en water
6.920.496
6.292.763
6.291.693
6.291.693
6.291.693
11 Stedelijke ontwikkeling
9.752.610
9.608.008
9.598.383
8.788.945
8.788.945
12 Bestuur en ondersteuning
5.353.633
5.299.921
5.213.183
5.213.183
5.213.183
13 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
2.243.360
9.419
-1.353.386
-2.379.510
-1.921.510
PRGTOT Totaal Programma
52.449.195 48.826.739 46.931.948 44.970.112 45.427.255
In de geactualiseerde begroting 2012 (na verwerking van de Perspectiefnota 2013) bedraagt de totale doorberekening van de apparaatskosten € 52,4 miljoen. De doorberekening daalt in 2013 met een bedrag van € 3,6 miljoen naar € 48,8 miljoen. Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt doordat in de geactualiseerde begroting 2012 incidentele effecten zijn verwerkt die geen meerjarig effect hebben op de doorbelasting van de apparaatskosten voor de periode 2013-2016. We zien de kosten in de periode 2013-2016 geleidelijk dalen als gevolg de afwikkeling van de heroverwegingsmaatregelen en afname van de frictiekosten convergentie.
Paragraaf 3. Kostenverdeelstaat
131
2. Personeel van derden Meerjarig ziet de ontwikkeling van het budget Personeel van derden na verwerking van de Perspectiefnota 2013 er als volgt uit (exclusief mogelijke tijdelijke inhuur in verband met vacatures of ziekte).
Inzet personeel van derden (x € ) Inhuur % capaciteit personeelsbegroting in € Extra capaciteit inhuur 1e berap 2012 Piekcapaciteit Burgerzaken Piekcapaciteit Vergunningen Antwoord Coördinatie bewonersparticipatie Communicatie Organisatie OKC Projecten stedelijke ontwikkeling MtB Veegdienst / Huisvuilinzameling Handhaving Openbare Ruimte Totaal inhuur derden
Geactualiseerde Begroting Begroting Begroting Begroting begroting 2012 2013 2014 2015 2016 581.757 581.757 581.757 581.757 808.658 600.000 0 0 0 0 130.000 130.000 90.000 90.000 90.000 90.000 15.000 15.000 15.000 15.000 75.900 75.900 0 0 0 75.000 75.000 75.000 0 0 145.305 145.305 145.305 145.305 145.305 352.981 352.981 352.981 352.981 352.981 555.969 572.513 572.513 572.513 572.513 280.000 280.000 280.000 280.000 280.000 3.113.813 2.228.456 2.112.556 2.037.556 2.037.556
3. Voormalig personeel In het kader van Besturen zonder Ballast wordt een overzicht gepresenteerd van de totale kosten die in de begroting zijn opgenomen voor voormalig personeel.
Verplichtingen gerelateerd aan jaarlijks terugkerende arbeidskosten (* € 1.000) wachtgeldverplichtingen ambtenaren uitkering voormalig personeel ziektekostenvergoeding gepensioneerden Functionele werktijdstop TOTAAL
132
2013 2014 2015 2016 520.001 520.001 51.351 509.351
447.920 447.920 447.920 447.920 967.921 967.921 499.271 957.271
Paragraaf 3. Kostenverdeelstaat
Paragraaf 4 Lokale heffingen A. Inleiding In deze paragraaf zijn alle heffingen opgenomen waarmee bewoners en ondernemers in Amsterdam te maken hebben. Belastingen De opbrengst van de ‘echte’ belastingen - zoals onroerende zaakbelasting, toeristenbelasting en hondenbelasting - gaan naar de algemene middelen van de gemeente. Deze opbrengst is dus vrij aanwendbaar door de gemeente. Heffingen Daarnaast zijn er heffingen die neerkomen op het verhaal van bepaalde kosten die de gemeente maakt, de zogenaamde rechten en (bestemmings)heffingen. De geraamde opbrengst van een dergelijke heffing mag niet hoger zijn dan de geraamde kosten. Voorbeelden van rechten zijn rioolrechten, voorbeelden van heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de leges. Een gemeente is niet verplicht voor de volle honderd procent de gemaakte kosten te verhalen op degenen die daarvan profiteren. De opbrengsten van heffingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor het doel waarvoor de heffing is ingesteld. Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de heffingen die door het stadsdeel worden geheven en ontvangen en de heffingen die door de centrale stad of het waterschap worden geheven en ontvangen. Stadsdeel
Centrale stad
Waterschap
afvalstoffenheffing
onroerende zaakbelasting (OZB)
watersysteemheffing ingezetenen
reinigingsrecht
roerende-ruimtenbelasting (RRB)
leges
rioolheffing
watersysteemheffing gebouwd en ongebouwd
precariobelasting (w.o. liggelden)
watergeld
marktgelden
hondenbelasting
reclamebelasting
toeristenbelasting
parkeerbelasting
binnenhavengeld
Begraafplaats Driemond
vermakelijkheidsretributie te water
De stadsdeelraad stelt zelf de verordeningen vast van de heffingen, met uitzondering van de parkeer- en reclamebelasting. Deze worden door de gemeenteraad vastgesteld. De heffingen die de centrale stad heft en ontvangt worden niet aan het stadsdeel uitgekeerd. Alleen van de onroerende zaakbelasting (OZB) en de roerende-ruimtenbelasting (RRB) wordt een deel door de centrale stad toegevoegd aan het stadsdeelfonds. Verder in deze paragraaf wordt per heffing een toelichting gegeven.
B. Beleidsuitgangspunten Kwijtschelding De gemeente Amsterdam voert een actief kwijtscheldingsbeleid. Dit betekent dat personen met een inkomen op bijstandsniveau, die niet beschikken over vermogen, in aanmerking komen voor kwijtschelding van een aantal lokale heffingen. Dit geldt voor de afvalstoffenheffing (ASH) die wordt geheven door de stadsdelen, de verontreinigingsheffing en ingezetenenomslag die door het waterschap wordt geïnd (rioolrecht) en de OZB/RRB die door de centrale stad worden geïnd. Ter compensatie voor de gederfde inkomsten als gevolg van kwijtschelding van de afvalstoffenheffing wordt een vaste solidariteitsbijdrage in de tarieven van de afvalstoffenheffing verwerkt. De
Paragraaf 4. Lokale heffingen
133
gemeenteraad bepaalt jaarlijks de hoogte van deze bijdrage en vult de gederfde inkomsten die niet gedekt worden uit de solidariteitsbijdrage aan. De voorlopige solidariteitsbijdrage 2013 ten behoeve van de kwijtschelding bedraagt € 48,27 per huishouden. Dienstenrichtlijn (regelgeving)
De tarieven van de clusters Bouwen en wonen, Burgerzaken en Overig behoren tot dezelfde verordening en mochten als collectief maximaal kostendekkend zijn (artikel 229b Gemeentewet). De inwerkingtreding van de Dienstenrichtlijn (28 december 2009) heeft dit veranderd. Sinds 2010 dient de kostendekkendheid van vergunningen welke onder de Dienstenrichtlijn vallen onderbouwd te worden c.q. maximaal kostendekkend te zijn per sterk samenhangende vergunningstelsel. Uniformiteit en kostendekkendheid leges en ASH In 2008 hebben de stadsdelen de afspraak gemaakt de definiëring en tariefstelling van de tarieven zoveel mogelijk te uniformeren. Dit betekent dat de verordening, omschrijving van de producten en de tarieven van de stadsdelen door een stadsdeelbrede werkgroep worden voorbereid en alle stadsdelen hier zoveel mogelijk op aansluiten. De standaard legestabel 2013 is volledig overgenomen. Op deze wijze is het tarievenbeleid van de stadsdelen voor de Amsterdamse burgers inzichtelijk en begrijpelijk. Nog resterende verschillen kunnen worden verklaard aan de hand van nader overeen te komen verschillende niveaus van dienstverlening. Daarnaast hebben de stadsdelen afgesproken te werken naar kostendekkende tarieven waarbij als uitgangspunt is genomen dat lastenverzwaringen voor burgers en bedrijven zo beperkt mogelijk worden gehouden. In de stedelijke afspraken is opgenomen dat het geheel aan legesinkomsten op begrotingbasis kostendekkend zou moeten zijn. Voor de overige legesverordeningen zoals de begraafplaats Driemond, Marktgelden en de Precariobelasting bepaalt het stadsdeel zelf de uitgangspunten. De begraafplaats Driemond wordt beheerd door De Nieuwe Ooster, onderdeel van stadsdeel Oost. De tarieven worden dan ook met dit stadsdeel afgestemd. Meerjarig onderzoekstraject leges en ASH Op het gebied van de legestarieven gaan we een nieuwe fase in waarbij de hoogtes van de legestarieven binnen Amsterdam vrijwel gelijk is. In 2011 is besloten om de (uniforme) tarieven in de gezamenlijke legestabel te gaan onderbouwen met behulp van een generiek kostprijsmodel. Daarvoor is een meerjarig onderzoekstraject gestart in 2012. Verder blijft het vraagstuk van kostendekkendheid van belang: welke verhouding tussen profijtbeginsel (de gebruiker betaalt) en maatschappelijke relevantie (bijleggen van algemene middelen) streven we na. Tot slot doet zich de noodzaak voor van kostenreductie. Dit kan bereikt worden door procesoptimalisatie en door beleidsmatige keuzes. In 2013 worden de kwesties gemeentebreed besproken en worden acties uitgezet ten behoeve van de uniformering en kostenreductie. Tariefaanpassing 2013 Wat betreft tarieven wordt in de basis uitgegaan van een nominale ontwikkeling van nul procent in 2013, omdat deze lijn voor de gehele begroting wordt gehanteerd (geringe stijging van de salarissen en materiële kosten). Daarnaast wordt een aantal tarieven aangepast op basis van de kostprijsonderzoeken, zie hieronder. Kostprijsonderzoek 2012 Vergunningen: Het meerjarig onderzoeksprogramma 2012 is gestart met: - Gehandicaptenparkeervergunning - Horecavergunning - Wior (opbreken weg) vergunning - Evenementenvergunning - Tijdelijke verkeersmaatregelvergunning - Plaatsen van voorwerpen - Wabo-vergunningen Uit het kostprijsonderzoek 2012 blijkt dat bij de meeste onderzochte vergunningen de kostprijs boven het huidige tarief (2012) ligt.
134
Paragraaf 4. Lokale heffingen
GPK, Wior en Wabo Met betrekking tot de gehandicaptenparkeervergunning, de Wior en de Wabo is het voorstel het tarief te handhaven op het niveau van 2012. Vanuit de gedachte dat de GPK een maatschappelijke voorziening betreft, rechtvaardigt dat gehandicaptenparkeervoorzieningen niet kostendekkend hoeven te zijn. Tevens geldt voor GPK, Wior en Wabo dat tariefverhogingen overbodig dienen te worden gemaakt door aan voorstellen op termijn te werken in de sfeer van procesoptimalisatie of beleidsmatige alternatieven; hiervoor zullen nog voorstellen worden aangeleverd in het voorjaar van 2013. Wabo overig • De bepalingen in de gemeentelijke bouwverordening over slopen vervallen. Op grond van het Bouwbesluit 2012 volstaat een sloopmelding. Hierdoor zijn de tariefbepalingen in de legesverordening die op dit slopen betrekking hebben vervallen. Bij de sloopmelding op grond van het Bouwbesluit 2012 volstaat in de meeste gevallen een ontvangstbevestiging. • Aangezien de tarieven stadsdelen m.b.t. de bouwleges gelijk zijn getrokken kunnen de oorspronkelijk gemaakte afspraken over de bandbreedte vervallen. Voor de bouwleges was voor 2012 een bandbreedte afgesproken van 10%. • Een voorstel vanuit de stedelijke werkgroep is tevens om in 2013 te starten met een egalisatiereserve voor bouwleges. Een egalisatiereserve voorkomt dat aan het eind van een boekjaar een eventueel overschot aan legesinkomsten (met name van onvoorziene incidentele grote projecten) toevloeit naar de algemene middelen c.q. dat er ‘winst’ wordt gemaakt. Horeca, Evenementen, Tijdelijke verkeersmaatregel, Plaatsen van voorwerpen In een aantal gevallen wordt voorgesteld wel een verhoging te laten plaatsvinden in verband met andere gedragslijnen, zoals reële kostenontwikkelingen of kostendekkendheid en de uniformering aan de tarieven die in de stadsdelen gelden. Op basis van de kostprijsonderzoeken is het voorstel om de tarieven horeca, evenementen en plaatsen van voorwerpen aan te passen: Horecavergunning Voorstel is om de tarieven meer in de pas te laten lopen met de tarieven van stadsdeel Centrum. In lijn van voorgenoemd voorstel zijn de tarieven voor 2013 met 20% verhoogd. Evenementenvergunning In de huidige situatie is de productgroep evenementen niet kostendekkend. De tarieven voor de grote evenementen zijn hoger dan de kostprijs, maar het grootste deel van de werkvoorraad bestaat uit kleinere evenementen, waarbij het legestarief juist lager is dan de kostprijs. Wens is om de tarieven voor kleine evenementen laag te houden en voor evenementen met minder dan 500 bezoekers een apart, lager tarief te (her)introduceren. Dit leidt tot het volgende tariefvoorstel voor 2013, waarbij:
1. de tariefverhoging voor evenementen tot 2000 bezoekers enigszins beperkt wordt, door de evenementen in de categorieën vanaf 2.000 bezoekers duurder te maken (van € 1.494 tot € 3.947 naar € 2.098 tot € 4.579); 2. de tariefverhoging in twee stappen (per 2013 en 2014) wordt doorgevoerd; 3. het tarief voor kleine evenementen (< 500 bezoekers) opnieuw wordt ingevoerd, ad € 68. Tijdelijke verkeersmaatregelen Voorstel is om de tarieven in twee stappen (per 2013 en 2014) kostendekkend te maken. De eerste stap is een tariefverhoging in 2013. Een tweede tariefverhoging dient overbodig te worden gemaakt door voorstellen in de sfeer van procesoptimalisatie of beleidsmatige alternatieven; hiervoor zullen voorstellen worden aangeleverd in het voorjaar van 2013. Op basis van het onderzoek wordt voorgesteld om het grote verschil in tarief tussen de dag- en jaarontheffing RVV te laten vervallen.
Paragraaf 4. Lokale heffingen
135
6.3
ONTHEFFINGEN RVV (Regl. verkeersregels en -tekens)
6.3.1
6.3.2
6.3.3
ontheffing als bedoeld in art. 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens waarbij ontheffing kan worden gegeven van een aantal artikelen van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 voor de periode van een jaar (jaarontheffing) ontheffing als bedoeld in art. 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens waarbij ontheffing kan worden gegeven van een aantal artikelen verboden van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 voor de periode van een dag of dagdeel (dagontheffing) een besluit als bedoeld in art. 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel)
tarief 2012
tarief kostendekkend
Tariefvoorstel 2013
€ 82,00
€ 137,93
€ 115,56 2014: 2e stap
€ 52,00
€ 137,93
€ 103,56 2014:2e stap
€ 75,00
€ 128,29
€ 90,00 2014:2e stap
Plaatsen van voorwerpen Het voorstel is om de tarieven in 2 stappen (per 2013 en 2014) kostendekkend te maken. De eerste stap is een tariefverhoging in 2013. Een tweede tariefverhoging dient overbodig te worden gemaakt door voorstellen in de sfeer van procesoptimalisatie of beleidsmatige alternatieven; hiervoor zullen voorstellen worden aangeleverd voorjaar 2013. 5.1
PLAATSEN VAN VOORWERPEN
5.1.1 5.1.2
5.1.3
Tarief 2012
Plaatsen van voorwerpen in de openbare ruimte, algemeen € 87,50 tarief Plaatsen van voorwerpen in de openbare ruimte ten behoeve van bouwwerkzaamheden zoals vaste steigers, etc. zonder € 98,50 opbreking van de weg
Tarief kosten dekkend € 118,22
Tarief voorstel 2013 vervalt vervalt
€ 118,22
Plaatsen van voorwerpen in de openbare ruimte
-
€ 118,22
Jaarvergunning (maximaal vijf werkdagen plaatsen van afzonderlijke puincontainers, rolsteigers e.d.)
€ 116,50
€ 207,37*
€ 110,33 2014: 2e stap € 171,02 2014: 2e stap
Vervolgonderzoek Voor het vervolg van de kostprijsonderzoeken in de tweede helft 2012 en 2013 worden onderstaande vergunningsoorten voorgesteld. • • • • • • • • • • • • • •
136
Naam vergunning Horeca deel 2: overige tarieven/Wabo deel 2: overige tarieven Vergunning voor het onttrekken, samenvoegen en omzetten Geschiktheidsverklaring voor prostitutiebedrijven Kansspelen Prostitutie en seksinrichtingen Winkels Activiteiten op de openbare weg Milieu Reclame Ambulante handel Parkeren Binnenwater Kinderopvang
Paragraaf 4. Lokale heffingen
C. Geraamde inkomsten De lokale heffingen die door het stadsdeel rechtstreeks worden ontvangen zijn in de volgende tabel weergegeven. Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Afvalstoffenheffing
Begroting 2012
Begroting 2013
Verschil 2013 / 2012
9.022
9.475
9.477
2
Reinigingsrecht
221
232
232
0
Precariobelasting
548
183
183
0
Leges
2.537
2.477
2.899
422
Marktgelden
375
553
578
25
Reclamebelasting
472
476
476
0
0
0
0
0
Parkeerbelasting
Effect tariefswijzigingen 2013 De gevolgen van de tariefsverhogingen leges zijn niet betrokken bij de begroting 2013. Gezien het feit dat voor een groot gedeelte van de tarieven de nullijn is aangehouden, wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat de voorgestelde tariefsaanpassingen geen significante wijzigingen met zich mee zal brengen als het gaat om de totale inkomsten. In de 1e bestuursrapportage 2013 zullen we hier op terugkomen.
D. Toelichting op hoofdlijnen per heffing Afvalstoffenheffing Op grond van de Wet milieubeheer is een gemeente wettelijk verplicht tot het ophalen van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing dient ter dekking van de huisvuilinzamelingskosten en mag wettelijk gezien alleen worden ingezet ter dekking van de kosten van huisvuilinzameling en –verwerking; er mag geen winst op worden gemaakt. De volledige reikwijdte van het effect van het gemeentelijk project Uniformering van tarieven op de tariefontwikkeling van de Afvalstoffenheffing (ASH) zal de komende vier jaar de intensieve aandacht vergen van het dagelijks bestuur. Enerzijds streven wij er naar dat er vanwege de uniformering geen opwaartse druk op de tarieven ontstaat. Anderzijds is het gewenst dat het stadsdeel de taakstellingen uit de kadernota 2011 zal realiseren. Op verzoek van het portefeuillehoudersoverleg Stadsdelen Fysiek heeft er een onderzoek plaats gevonden naar de toepassing van het uniforme kostprijsmodel voor de afvalstoffenheffing (ASH) in de zeven Amsterdamse stadsdelen. De hoofdconclusie is dat er stadsbreed nog geen sprake is van een uniforme kostprijsberekening van de ASH. De methodiek van kostentoerekening, die wordt toegepast is in de stad hetzelfde. De feitelijke toerekening van kosten is echter verschillend. Zo worden bepaalde overheadkosten in sommige stadsdelen wel en in andere niet toegerekend. De stadsdelen kunnen (nog) niet precies bepalen hoeveel (indirecte) kosten voor reiniging (vegen) en handhaving direct te relateren zijn aan afvalinzameling. Daarom wordt gebruik gemaakt van vooraf vastgestelde percentages van 33,3% van de veegkosten en 50% van de handhavingskosten. De werkelijke kosten kunnen mogelijk hoger of lager zijn. Het bepalen van het ASH-tarief is mede afhankelijk van de areaalgegevens van de Dienst Belastingen van de gemeente Amsterdam (DBGA). De gegevens worden 2 x per jaar aangeleverd. Dit leidt tot verschillende tarieven, omdat Stadsdelen op verschillende wijzen met de nog ontbrekende gegevens omgaan. In het kader van Eén stad één opgave zal nader onderzoek worden verricht om te komen tot een uniform ASH-tarief.
Paragraaf 4. Lokale heffingen
137
Uitgangspunten voor het ASH-tarief vanuit de stuurgroep Uniforme tarieven gemeente Amsterdam zijn: Kostendekkendheid: 100% Midpoint tarief: € 352 Ondergrens tarief Meerpersoonshuishouden: € 334 Bovengrens tarief Meerpersoonshuishouden: € 370 De tarieven worden bevroren. Bijna alle stadsdelen voldoen aan het midpoint tarief van € 352 met een bandbreedte van 10% en een kostendekkendheid van 100%. Alleen Stadsdeel Noord zit daarboven.
Tariefontwikkeling stadsdeel Zuidoost In de hierna volgende tabel wordt een overzicht geboden van de ontwikkeling van het tarief van de afvalstoffenheffing. Het tarief wordt zo gekozen dat het twaalf gelijke maandelijkse termijnen zijn. Afvalstoffenheffing
2011
2012
2013
Eenpersoonshuishouden
€ 304,20
€ 306,60
€ 299.16
Meerpersoonshuishouden
€ 357,84
€ 360,60
€ 351.96
Het ASH-tarief kan in 2013 incidenteel met 2,2% worden verlaagd door de onttrekking van € 210.000 uit de voorziening afvalstoffenheffing ten gunste van de kosten van de afvalstoffen heffing. Hierdoor komt het tarief in het Stadsdeel Zuidoost op het midpoint niveau 2013 van de gemeente Amsterdam. De belangrijkste ontwikkelingen van de kosten zijn: • De verbetering van de bedrijfsvoering van de huisvuilinzameling is zichtbaar in de daling van de personeelskosten. De kosten van het wagenpark zijn hoger omdat de brandstofprijs is gestegen. Tevens worden er meer kilometers gereden en zijn de kosten voor vervangende inhuur hoger dan in 2012 begroot. • Het Stadsdeel Zuidoost kent hoge verwerkingskosten. Dit komt voornamelijk door het hoge aanbod van rest- en grof afval en een lager aanbod van glas. • Er is sprake van een daling van de verwerkingskosten (lagere hoeveelheden bij de huisvuilinzameling en een hogere prijs voor het oud papier). • In de heroverwegingen 2010-2014 is een aantal activiteiten voor in totaal € 780.000 opgenomen, waarvan de kosten nu niet volledig worden doorberekend aan de afvalstoffenheffing. De doorbelasting van de kosten vegen in de ASH voor 33% en schoonmaakkosten bij milieudelicten zijn reeds (gedeeltelijk) opgenomen in het ASH-tarief 2013. Deze hogere doorbelastingen en verbeterde bedrijfsvoering leiden voor 2013 tot een incidentele posterioriteit van € 300.000. Dit bedrag is opgenomen in het financieel kader. Het is een basis voor het realiseren van de heroverwegingen in 2014. • De invoering van een aantal heroverwegingen m.b.t. de afvalstoffenheffing zijn echter kwetsbaar. Nader onderzoek is nodig om te kunnen beoordelen in hoeverre deze kosten opgenomen worden in de onderbouwing van het tarief. Het betreft de doorbelasting van extra handhavingskosten ad. € 100.000 en de schoonmaakkosten bij de milieudelicten voor € 30.000 (uiteindelijke doelstelling 2014: € 60.000). Ook de onderbouwing van de percentages veegkosten en handhavingskosten maken het volledig realiseren van deze heroverwegingen onzeker. De veegkosten m.b.t. het Arenagebied zijn niet opgenomen in de doorbelasting van de ASH. Voor de ontwikkeling van het tarief 2014 en volgende zijn de volgende punten van belang: • De verdere verbetering van de bedrijfsvoering van de huisvuilinzameling blijft van groot belang bij het streven naar een beheersbare ontwikkeling van de afvalstoffenheffing. • Ook de herpositionering van de huisvuilinzameling moet tot aanzienlijke kostenbesparingen leiden. Deze besparingen zullen in het kader van 1 Stad 1 Opgave pas na 2014 kunnen worden gerealiseerd. • De korting voor het tarief van de afvalstoffenheffing voor eenpersoonshuishoudens in deze bestuursperiode, conform de eerdere uitspraak van de stadsdeelraad op vijftien procent te handhaven. • De mogelijke (extra) positieve resultaten in de bedrijfsvoering van de huisvuilinzameling te doteren aan een egalisatiereserve. Dit om de stijging van de ASH in 2014 en volgende te dempen.
138
Paragraaf 4. Lokale heffingen
Ontwikkeling grondslag Stadsdeel Zuidoost Aantal huishoudens
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Eenpersoonshuishouden
13.590
13.498
13.396
Meerpersoonshuishouden
21.264
21.169
21.111
Totaal
34.854
34.667
34.507
Er bestaat een afhankelijkheid van de areaalgegevens van de DBGA, die slechts twee keer per jaar worden verstrekt waardoor er geen real time-inzicht bestaat. Dit leidt tot tariefverschillen binnen de gemeente Amsterdam, omdat stadsdelen op verschillende wijzen met de nog onbekende gegevens omgaan bij de tariefberekening. Onderbouwing tarief afvalstoffenheffing (ASH) Stadsdeel Zuidoost Naam baten/lasten
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
Bedragen x 1.000
2011
2012
2013
2014
2015
2016
1. Verwerkingskosten – stortkosten AEB
2.765
3.060
2.789
2.789
2.789
2.789
2.204
2.075
2.075
2.075
2.075
2. Directe loonkosten 1.713 3. Voertuigen
1.036
1.195
1.360
1.360
1.360
1.360
4. Containers
643
620
620
620
620
620
279
609
509
509
509
509
Totale directe kosten
6.436
7.688
7.353
7.353
7.353
7.353
7. Veegkosten toegerekend aan ASH
1.037
1.213
1.288
1.288
1.288
1.288
8. Handhavingskosten toegerekend aan ASH
557
599
595
595
595
595
9. BTW
540
643
643
643
643
643
10. Afdeling- en sectoroverhead
522
470
487
487
487
487
11. Stadsdeeloverhead
359
307
332
332
332
332
Totale lasten
9.451
10.920
10.698
10.698
10.698
10.698
13. Opbrengst afvalstoffenheffing betalende burgers
9.117
9.522
9.211
9.486
9.486
9.486
297
280
251
251
251
251
1.401
1.031
961
961
961
961
-1.405
0
275
9.410
10.833
10.698
10.698
10.698
10.698
5. Uitbesteed werk 6 Overige directe kosten
14. Overige baten 15. Bijdrage kwijtschelding aan centrale stad* 16. Mutaties egalisatiereserve (of voorziening) Totale baten
* De bijdrage kwijtschelding aan de centrale stad bestaat uit het aantal verwachte kwijtscheldingen (MPH/1PH) maal het tarief MPH/1PH minus de berekende solidariteitsbijdrage (aantal betalende MPH/1PH huishoudens maal de solidariteitsbijdrage)
Paragraaf 4. Lokale heffingen
139
E. Reinigingsrecht Het reinigingsrecht heeft betrekking op het inzamelen en verwerken van bedrijfsvuil. Het inzamelen van bedrijfsvuil valt onder de juridische noemer van reinigingsrechten waarbij een recht in rekening gebracht mag worden door de overheid voor het verstrekken van een dienst in de vorm van het ophalen van bedrijfsvuil of voor het mogen gebruiken van een gemeentelijke minicontainer. Op grond van artikel 229 lid 1 van de Gemeentewet geldt hier het principe dat, als sprake is van een dienstverlening, door de overheid een vergoeding gevraagd kan worden die maximaal kostendekkend mag zijn. Het reinigingsrecht is dus een recht waarvoor een individuele tegenprestatie van de gemeente vereist is. Daarbij geldt voor het ophalen van het bedrijfsafval geen wettelijke inzamelplicht voor de gemeente of het stadsdeel. Dit in tegenstelling tot de huishoudelijke afvalstoffen waarbij op grond van de Wet milieubeheer deze verplichting wettelijk is vastgelegd. De maximale hoeveelheid aan te bieden bedrijfsafval bedraagt op grond van de verordening van het stadsdeel negen huisvuilzakken, ofwel ten hoogste vier hectoliter per week. Voor hoeveelheden daarboven dient een particulier contract afgesloten te worden. Dit soort contracten kan ook met particuliere bedrijfsvuilophalers worden afgesloten. Aangezien het aangaan van particuliere contracten een bedrijfsmatige activiteit betreft, mag op die activiteit wel winst gemaakt worden. In de hiernavolgende tabel wordt een overzicht geboden van de ontwikkeling van het tarief van het reinigingsrecht in het stadsdeel over de afgelopen twee jaar. Het tarief is voor 2013 wordt gelijk gehouden. Tarieven reinigingsrecht
2011
2012
2013
Maximaal 396 liter per week
€ 522
€ 537,12
€ 537,12
F. Precariobelasting Op grond van de precariobelastingverordening wordt precariobelasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond. Er wordt onderscheid gemaakt naar enkele soorten voorwerpen, zoals gestalde bouwmaterialen, winkeluitstallingen en terrassen. De inning van precariobelasting geschiedt door de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) tegen vergoeding van perceptiekosten, dit zijn kosten van administratie en inning. De tabel behorende bij de Verordening Precariobelasting wordt jaarlijks aangepast. Het stadsdeel heeft ervoor gekozen om den nominale ontwikkeling van 0% in 2013 aan te houden. Voor 2013 zijn de opbrengsten precariobelasting evenals in 2012 geraamd op € 183.000. De liggelden voor woonschepen vormen ook onderdeel van de precariobelasting. Voor het in gebruik nemen van de openbare ruimte (water) dient liggeld per vierkante meter te worden betaald, afhankelijk van de afmetingen en de ligduur. Het tarief is opgenomen in de precariobelastingverordening.
G. Leges Leges zijn de vergoedingen voor het genot door of vanwege het stadsdeelbestuur verstrekte diensten. Het gaat dan bijvoorbeeld om het behandelen van verzoeken om verlening van een vergunning en het verstrekken van een paspoort of rijbewijs. Bij vergunningverlening wordt niet zozeer de afgifte van de vergunning als belastbaar feit aangemerkt, alswel het in behandeling nemen van de aanvraag. De belastingplicht ontstaat dan op het moment dat het stadsdeel begint met de werkzaamheden, zodat ook leges kunnen worden berekend als de vergunning wordt geweigerd. Het stadsdeel heeft dan immers al een inspanning geleverd. In bepaalde gevallen, in de Legesverordening omschreven, wordt bij weigering van de vergunning een deel van de betaalde leges terugbetaald.
140
Paragraaf 4. Lokale heffingen
Overzicht lasten en baten legesclusters
Bedragen x € 1.000 1 Leges bouwvergunning
Rekening 2011
Dekkings
Lasten
Baten
1.210
550
% 45%
Begroting 2013
Dekkings
Lasten
Baten
1.691
760
45%
47
24
51%
2 Leges overig bouwen en wonen
%
3 Leges bestuurszaken
355
76
21%
223
100
45%
4 Leges openbare ruimte
324
119
37%
327
168
51%
5 Leges verkeer en vervoer
349
163
47%
349
169
48%
6 Leges producten burgerzaken
2.842
1.629
57%
2.101
1.678
80%
5.080
2.537
50%
4.738
2.899
61%
193
65
34%
284
52
Leges binnen de legesverordening 7 Niet leges producten burgerzaken & Vergunningen
18%
Ten opzichte van 2011 is de kostendekkendheid van leges toegenomen van 50% naar 61%. Dat is vooral te verklaren door lagere lasten ad. € 0,34 mln. en hogere inkomsten ad € 0,36 mln. De lagere lasten kunnen deels verklaard worden door een aangepaste kostentoerekening van de overhead en hogere baten hebben te maken met hogere vaststelling van de baten bouwleges. Toelichting De totale legesopbrengsten zijn voor 2013 geraamd op € 2,9 miljoen. 1. Omgevingsvergunning Per 2010 zijn de opbrengsten van de bouwleges sterk gedaald. Hoewel het aantal bouwaanvragen slechts licht is afgenomen, is het investeringsbedrag per bouwaanvraag sterk gedaald. De legesinkomsten zijn namelijk gebaseerd op het investeringsbedrag. Enkele jaren geleden ging het vooral om bouwaanvragen voor 200 à 300 woningen tegelijk (met navenant investeringsbedrag). Tegenwoordig gaat het om kleinere investeringen zoals een dakopbouw of verbouwing. Daar zijn veel lagere investeringen mee gemoeid (en de behandeling van deze bouwaanvragen kosten relatief veel ambtelijke capaciteit). Voor 2013 wordt geen verbetering verwacht. Bouwleges zijn conjunctuurgevoelig: bij een groeiende economie stijgt het aantal gevraagde bouwvergunningen, bij een afname van de economische groei daalt de vraag. De lastenkant van de bouwleges is aan deze schommelingen minder onderhevig omdat de kosten overwegend structureel van aard zijn (zowel directe als indirecte loonkosten als overig). Een gevolg van voornoemde ontwikkelingen is dat de voorheen kostendekkende bouwleges vanaf 2010 niet meer kostendekkend zijn. In de begrotingen van 2011 en 2012 is deze tendens benoemd en zijn verminderde inkomsten als risico opgenomen (€ 500.000 in 2011 en in 2012 is daar € 100.000 bijgekomen). Uitgegaan werd van de verwachting dat in de periode 2010 - 2014 circa 1.200 woningen in de markt konden worden afgezet. De baten bouwleges laten in 2012 een ander beeld zien en vallen hoger uit dan verwacht. Dit wordt verklaard door het aantal bijzondere bouwprojecten zoals de studentenhuisvesting aan de Daalwijkdreef. Het gaat hier om incidentele gebeurtenissen en incidentele inkomsten. De woningbouwproductie stagneert nog steeds en het ziet er niet naar uit dat deze op korte termijn aantrekt. In de begroting van 2013 zijn de begrote baten, evenals voorgaande jaren, aangepast. De structurele vermindering is geschat aan de hand van 150 niet-gerealiseerde woningen per jaar met een vloeroppervlakte van 24.000 m² tegen een bruto vloeroppervlakteprijs van € 1.000 en een gemiddeld
Paragraaf 4. Lokale heffingen
141
legespercentage van drie procent. De verminderde legesopbrengst is, zo berekend voor 2013 op € 540.000 incidenteel. Om geen vertekend beeld te krijgen t.o.v. de kostendekkendheid in 2011 zijn in de tabel de begrote inkomsten reeds gecorrigeerd met bovengenoemd bedrag. Naast het teruglopen van de investeringen in de bouw zijn er andere factoren die bijdragen aan de daling van de legesinkomsten. De Wabo maakt het mogelijk om meerdere activiteiten tegelijk aan te vragen waarvoor eerst apart leges werden geheven. Verder is het vergunningvrij bouwen en slopen verruimd en zijn de administratieve lasten voor burgers en bedrijven verminderd. Veel zaken kunnen met een melding worden afgedaan. Deze factoren leiden tot minder legesinkomsten maar niet tot evenredige vermindering van de benodigde capaciteit. 2. Leges overig bouwen en wonen Vanaf 1 januari 2011 wordt leges geheven voor woningonttrekkingen. Het gaat in stadsdeel Zuidoost om geringe aantallen. De verwachting is dat onttrekking ook in het komende jaar weinig zal voorkomen. Gelet op de woningvoorraad in stadsdeel Zuidoost zal er weinig sprake zijn van het samenvoegen van kleine woningen tot grote. Dat geldt ook voor het splitsen van grote woningen in kleine woningen, zodat in Zuidoost zeer beperkt splitsingsvergunningen worden gevraagd. De lasten met betrekking tot de periodieke controles van openbare gebouwen door de brandweer zijn in de tabel opgenomen. 3. Leges bestuurszaken De leges bestuurszaken zijn een van de minst kostendekkende tarieven door de relatieve hoge kosten (zowel directe als indirecte loonkosten als overig). Onder de leges bestuurszaken vallen de producten evenementen- en horecavergunningen. De begroting 2013 toont ten opzichte van de rekening 2011 een hogere kostendekkendheid van 24%. De werkzaamheden van het afgeven van de vergunningen zijn zodanig arbeidsintensief dat de kosten ver achterwege blijven bij de baten. Het behandelen van bijvoorbeeld een evenementenvergunning vergt veel tijd omdat er ter beoordeling van de aanvraag bij externe partijen als politie, brandweer, DMB en GGD advies moet worden ingewonnen. 4. Leges openbare ruimte Bij de leges openbare ruimte gaat het om producten die te maken hebben met werken in de openbare ruimte (Wior), plaatsen van voorwerpen in de openbare ruimte en ambulante handel. De begroting 2013 laat ten opzichte van de rekening 2011 een hogere kostendekkendheid zien. De aantallen vergunningen stijgen sterk en door een verbeterd werkproces zijn de baten toegenomen en zijn de lasten slechts beperkt gestegen. Evenals bij leges bestuurszaken vallen deze leges onder de Europese Dienstenrichtlijn. 5. Leges verkeer en vervoer Bij leges verkeer en vervoer gaat het onder andere om de gehandicaptenparkeerkaart (GPK) en de ontheffingen reglement verkeersregels en -tekens (RVV). De begroting 2013 toont ten opzichte van de rekening 2011 een gelijke tred. De kostendekkendheid is relatief laag. Een van de redenen daarvan is dat een aantal producten kosteloos wordt afgegeven (bijvoorbeeld ontheffingen Venserpolder). De effecten van de pilot betaald parkeren zijn in de cijfers nog niet meegenomen 6. Leges producten burgerzaken De tarieven van het cluster Burgerzaken worden grotendeels bepaald door het Rijk, maar ook door DBI (dienst Basis Informatie) in samenspraak met de hoofden Burgerzaken van de stadsdelen. Er vindt afstemming plaats met betrekking tot de leges voor huwelijken/partnerschapsregistratie en uittreksels gemeentelijke basisadministratie. Ook bij leges Burgerzaken is er geen sprake van kostendekkende tarieven. Een verklaring hiervoor is dat onze inwoners meer dan 130 nationaliteiten hebben. Hierdoor worden standaardwerkzaamheden arbeidsintensiever, zonder dat hier een dekking tegenover staat. (Arbeidsintensief omdat er bij buitenlandse nationaliteiten gewerkt dient te worden conform de wetgeving van de betreffende staten). Bij Burgerzaken betreft een groot gedeelte van de tarieven rijkstarieven. Het stadsdeel heeft geen invloed op de indexering hiervan. Vanaf 2013 wordt bijvoorbeeld het landelijke tarief voor rijbewijzen maximaal € 36. Ten opzichte van 2012 is dit € 9 lager. Alleen de tarieven betreffende huwelijken worden door de stadsdelen bepaald, maar een verhoging hiervan zal een gering effect hebben op de totale leges.
142
Paragraaf 4. Lokale heffingen
Ook de producten waarvoor betaald wordt (bv. paspoorten en identiteitskaarten) zijn niet kostendekkend, de prijzen zijn gebaseerd op een maximumprijs die bepaald is door BZK. Dienst Basis Informatie eist kwalitatief hoogwaardig werk. Een onvoldoende in de werkprocessen wordt niet geaccepteerd. Daarom zijn er veel extra controlewerkzaamheden ten aanzien van de werkprocessen. Dit maakt de werkprocessen arbeidsintensiever dan gebruikelijk in andere gemeentes. De controle(kosten) bijstellen vergroot het risico dat we een rode kaart krijgen van DPG en het stadsdeel de dienstverlening vervolgens moet stoppen. De kostendekkendheid in de begroting 2013 is ten opzichte van de rekening met twintig procent gestegen. Ook dit komt vooral door de maatregelen die genomen zijn op basis van de heroverweging over de periode 2011-2014 en de gewijzigde structuur van de organisatie sinds juni 2011 die van grote invloed op de lastenkant is. In de volgende tabel wordt inzicht gegeven in de (verwachte) aantallen over de periode 2010- 2014. Leges producten burgerzaken Nr. Product (in aantallen)
Begr. 2011
Begr. 2012
Begr. 2013
Begr. 2014
Begr. 2015
1
ID-kaart
6.000
6.000
5.000
5.000
5.000
2
Paspoort
11.500
11.500
14.000
14.000
14.000
3
Rijbewijs
6.000
6.000
4.000
4.000
4.000
4
Verklaring
30.000
30.000
25.000
25.000
25.000
7. Niet-legesproducten burgerzaken In 2013 heeft stadsdeel Zuidoost conform Besturen zonder Ballast c.q. uniformering de inrichting van de baten en kosten aangepast. Bij niet leges producten gaat het om de afgifte van producten door de afdeling Burgerzaken waarvoor geen vergoeding wordt gevraagd. Producten in de categorie niet-legesproducten burgerzaken hebben betrekking op diverse producten van de burgerlijke stand. Volledige kostendekkendheid bij de afdeling Burgerzaken kan nooit worden bereikt omdat veel diensten gratis moeten worden uitgevoerd. De hoeveelheid gratis werkzaamheden verschilt per stadsdeel, daarom zullen er ook verschillen in kostendekkendheid optreden. In onderstaande lijst wordt een overzicht gegeven van de producten waarvoor geen leges worden geheven: verhuizingen binnen Amsterdam; verhuizingen naar Amsterdam; geboorteaangiften; erkenningen; ontkenningen; naamswijzigingen.
H. Marktgelden Marktgelden worden geheven voor het innemen van een plaats op de als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater, voor de verkoop van goederen waarvoor de desbetreffende markt bestemd is. Basis voor het heffen van Marktgelden is de Verordening Marktgelden. Bedragen x € 1.000 Marktgelden
Paragraaf 4. Lokale heffingen
Rekening 2011 Baten
Lasten
376.168
914.365
Dekking 41%
Begroting 2013 Baten
Lasten
578.726
914.343
Dekking 63,2%
143
Toelichting Marktgelden zijn rechten die het stadsdeel heft voor het innemen van een plaats, dan wel het hebben van een vaste plaats op een markt. De tarieven voor deze plaatsen zijn opgenomen in een tabel behorend bij de Heffingsverordening Marktgelden. Deze tarieventabel wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. De totale opbrengsten zijn voor 2013 geraamd op € 578.726. • In de begroting 2010 is bij de heroverwegingen bepaald dat in 2014 de kostendekkendheid van de markten tachtig procent moet bedragen. Deze verhoogde kostendekkendheid moet in 2014 leiden tot een besparing van € 300.000. • Naast een te realiseren kostenreductie ad € 200.000 worden de tarieven in de periode 20112014 jaarlijks met vijf procent extra verhoogd. De inkomsten stijgen hierdoor vier jaar lang met gemiddeld € 25.000 per jaar. • In 2013 worden de tarieven op basis van ingezette heroverwegingsoperatie met 5% verhoogd. • Voor de kooplieden betekent dit dat het tarief voor een kraam van vier meter per dag breed stijgt van € 14,35 per dag naar € 15,07 (een stijging met € 0,72). De kostendekkendheid van de markten in 2013 wordt begroot op 63,2%.
I. Reclamebelasting Reclamebelasting wordt geheven over openbare aankondigingen in letters en symbolen zichtbaar vanaf de openbare weg. Aankondigingen die vlak tegen de gevel zijn bevestigd, onverlicht zijn en kleiner zijn dan een meter zijn hiervan vrijgesteld. De verordening op de reclamebelasting wordt door de centrale stad vastgesteld. Stadsdelen kunnen de centrale stad verzoeken om wijzigingen. De centrale stad kan vervolgens beslissen deze verzoeken al dan niet over te nemen. De reclamebelasting kent evenals de precariobelasting een differentiatie van het tarief naar gebieden. Daarnaast is er een differentiatie naar verlicht of onverlicht, waarbij verlichte reclame zwaarder wordt belast. Conform 2012 wordt voor 2013 wordt een opbrengst van circa € 476.000 begroot.
J. Parkeerbelasting Conform de besluitvorming oktober 2011 wordt betaald parkeren per oktober 2012 ingevoerd in de Fbuurt, de Vogeltjeswei en Venserpolder-Zuid. In 2013 wordt de invoering in de H-buurt gerealiseerd.
144
Paragraaf 4. Lokale heffingen
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen Aanleiding en achtergrond In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 11) is de verplichting opgenomen voor het formuleren van beleid ten aanzien van de weerstandscapaciteit en de risico’s. De bedoeling daarvan is dat jaarlijks via de paragraaf weerstandsvermogen in de programmabegroting en –rekening een oordeel kan worden gegeven over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s met financiële gevolgen. De paragraaf moet tenminste bevatten: 1. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; 2. een inventarisatie van de risico’s; 3. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s.
1. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van het stadsdeel bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico’s in financiële zin af te dekken. De afzonderlijke middelen worden onder de tabel toegelicht. Overzicht weerstandscapaciteit (* € 1.000) Weerstandscapaciteit Algemene reserve Stille reserve Post onvoorzien Bestemming reserve Totaal
Capaciteit 1-1-2013
Begrote Begrote toevoegingen onttrekkingen
Capaciteit 31-12-2013
4.207
2.045
3.800
2.452
0
0
0
0
168
0
0
168
7.343
30
511
6.862
12.218
2.075
4.311
9.482
Algemene reserve Voor de begroting 2012 bedraagt het beginsaldo van de algemene reserve € 9,6 mln. Het saldo na begrote onttrekkingen/toevoegingen bedraagt per 31 december 2012 € 4,2 mln. De algemene reserve bedraagt aan het begin van het begrotingsjaar 2013 € 4,2 mln. Op het moment van het opstellen van de begroting is nog geen duidelijkheid over exacte dotaties of onttrekkingen in het kader van de 2e bestuursrapportage 2012. In deze cijferopstelling is dus geen rekening gehouden met deze mutaties. Aan de algemene reserve wordt een bedrag van € 2 mln. toegevoegd en een bedrag van € 3.8 mln. onttrokken op basis van eerdere besluitvorming. Hierna resteert een bedrag van € 2.45 mln. voor de incidentele weerstandscapaciteit. Stille reserve Van stille reserves is sprake als activa onder de opbrengstwaarde of tegen nul zijn gewaardeerd, maar direct verkoopbaar zijn als men dat zou willen (MinBZK, 2003). Bij verkoop van deze bezittingen ontstaan dus winsten die eenmalig vrij inzetbaar zijn. Van een stille reserve is echter pas sprake als activa niet duurzaam aan de bedrijfsuitoefening zijn verbonden. Voor het stadsdeel geldt dat de meeste gemeentelijke eigendommen voor de uitvoering van gemeentelijke taken en in het kader van de instandhouding van sociale activiteiten worden ingezet.
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
145
Post onvoorzien In de stadsdeelbegroting is een structurele post onvoorzien opgenomen conform de verplichting uit artikel 189 van de Gemeentewet ten bedrage van € 0,17 mln. De weerstandscapaciteit is onder te verdelen in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is bedoeld om calamiteiten en eenmalige tegenvallers te kunnen opvangen. Het leidt niet tot een aanpassing van het voorzieningenniveau binnen de programma’s. De structurele weerstandscapaciteit kan worden ingezet om tegenvallers binnen de lopende exploitatie op te vangen zonder aantasting van het voorzieningenniveau. De omvang van de weerstandscapaciteit is vooral afhankelijk van de risico’s die het stadsdeel loopt. De incidentele weerstandscapaciteit bedraagt € 2,45 mln. De structurele weerstandscapaciteit, bestaande uit de post ‘onvoorzien’, bedraagt € 0,17 mln. Bij elkaar opgeteld, is sprake van een beschikbare weerstandscapaciteit van € 2.62 mln. Bestemmingsreserve De bestemmingsreserves van het stadsdeel worden toegelicht in bijlage Productenraming. Wanneer sprake is van een bestemmingsreserve heeft de deelraad een bedrag gereserveerd voor een bepaald doel. Een kenmerk van bestemmingsreserves is dat de bestemming kan worden gewijzigd. Deze reserves worden beschouwd als eigen vermogen en maken om die reden deel uit van de weerstandscapaciteit. Omdat de deelraad te allen tijde kan besluiten om een bestemmingsreserve anders aan te wenden ontstaat de mogelijkheid om bij tegenvallers de bestemmingsreserve in te zetten. Bestemmingsreserves waar bestuurlijk juridische toezeggingen jegens derden zijn aangegaan zijn niet vrij inzetbaar.
146
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
2. Inventarisatie van de risico’s De risico’s worden gecategoriseerd in kwantificeerbaar en niet kwantificeerbaar. De kwantificeerbare risico’s komen als eerste aan bod in paragraaf 2a. De overige risico’s worden toegelicht in 2b.
2 a. Kwantificeerbare risico’s overzicht risico's ( * € 1.000) kwantificeerbare risico’s
omvang €
kans %
overgang personeel Stadstoezicht naar stadsdelen
100
25
25 de formatie die vrij komt door natuurlijk verloop zal niet onmiddellijk door vaste aanstellingen opnieuw worden bezet
38
50
19 verkoop mantelbuizennetwerk of andere exploitatie mogelijkheden onderzoeken. het stadsdeel is in gesprek met een potentiele koper
Bijlmerpark Sportpark
200
5
10 overleg Bureau Fiscaal Advies & Control (FAC) en stadsdeel om fiscale voorwaarden m.b.t. gelegenheid geven tot sportbeoefening te toetsen en af te stemmen met Rijksbelastingdienst
Bijlmerpark
900
25
garantstellingen
370
25
225 B&W hebben op 4 september 2012 het besluit genomen om de overschrijding te dekken uit de eerste verstratingsgelden. dit ligt nu voor besluitvorming bij de gemeenteraad 93 het stadsdeel verricht verschillende inspanningen om de opeisbaarheid van garantstellingen zo klein mogelijk te houden
Inburgering
115
50
Betaald parkeren
1.000
10
Totaal
2.723
kabelgotennetwerk Amsterdamse Poort
risico €x%
beheersmaatregelen
58 afbouw Taalwijzer middels detachering (outplacement) en/of plaatsing op vacante functies 100 voor het eventueel stopzetten van betaald parkeren zal een ander reguleringssysteem worden ingevoerd. maatregelen zullen getroffen worden om het risico te verkleinen 530
Risico overdracht personeel Stadstoezicht Ingaande per 1 april 2012 zijn de taken m.b.t. de handhaving van Mulderfeiten, voorheen uitgevoerd door de Dienst Stadstoezicht (DST), gedecentraliseerd. Dit betekent dat twee personeelsleden van DST in dienst zijn getreden bij het stadsdeel Zuidoost. Op grond van de ‘Vergoedingsregeling gemeenten voor Handhaving parkeren en overlast’ heeft het stadsdeel Zuidoost recht op een vergoeding voor het opleggen van bepaalde bestuurlijke boetes. In de begroting zijn deze inkomsten en de uitgaven voor de handhaving budgettair neutraal begroot ad. € 100.000. De regeling zal door het rijk worden geëvalueerd. De mogelijkheid dat de regeling wordt versoberd of afgeschaft is aanwezig. We verwachten een budgettair neutrale ontwikkeling voor de komende jaren. Er is echter enig risico dat kosten blijven bestaan (personeel), maar dat de inkomsten door een lagere vergoeding achterwege blijven. De ontwikkeling van de kosten en de inkomsten zullen nauwgezet gevolgd worden. De formatie die vrij komt door natuurlijk verloop zal niet onmiddellijk door vaste aanstellingen opnieuw worden bezet. Hoogte risico € 100.000 Kans 25% Programma 3 Verkeer en infrastructuur
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
147
Risico kabelgotennetwerk Amsterdamse Poort Versterking van het ondernemersklimaat in winkelcentrum Amsterdamse Poort is een structurele prioriteit. Naast veiligheid, woon- en verblijfklimaat gaat het om multifunctionaliteit en toekomstgerichtheid. Om in te spelen op een wens van de ondernemersvereniging Amsterdamse Poort, Ymere en WPM (vastgoedbeheerder namens ING) om een glasvezelnetwerk te hebben in de Poort, heeft het DB in februari 2007 ingestemd met aanleg van een mantelbuizennetwerk in het winkelcentrum. Er wordt gezocht naar een private partij voor de exploitatie van het netwerk. Mocht de exploitatie stilliggen dan betekent dit dat de jaarlijkse kapitaallasten met een hoogte van € 38.000 voor rekening van het stadsdeel komen. Het stadsdeel is in gesprek met een potentiële koper. Hoogte risico € 38.000 Kans 50% Programma 4 Werk, inkomen en economie
Risico Bijlmerpark Sportpark Door de realisatie van het Bijlmer Sportpark biedt het stadsdeel gelegenheid tot sportbeoefening. Als gevolg hiervan is het mogelijk om de btw van de aanleg en de beheerkosten van het toekomstige Sportpark terug te vorderen bij de Rijksbelastingdienst. Tussen het Bureau Fiscaal Advies & Control (FAC) van gemeente Amsterdam en de Rijksbelastingdienst is overleg om de huidige wetgeving met betrekking tot ‘het bieden van sportgelegenheid’ te vertalen naar de fiscale voorwaarden waaraan het stadsdeel moet voldoen om voor het terugvorderen van de btw in aanmerking te komen. Wij zijn voornemens om ‘het bieden van de gelegenheid tot sportbeoefening’ over te dragen aan een stichting. Over deze constructie is in beginsel mondeling overeenstemming tussen FAC en de Rijksbelastingdienst. Om geen risico te lopen zullen wij tot het moment van definitieve goedkeuring door de Rijksbelastingdienst, eerst zelf gelegenheid geven tot sportbeoefening. Voor in ieder geval de periode 2010 – 2012. Het stadsdeel heeft in overleg met FAC een berekeningsgrondslag voor de terugvordering van de btw gehanteerd. Deze grondslag is nodig omdat voor een deel sprake is van vrijgestelde btw (kinderopvang). Tot het moment van definitieve goedkeuring van de Rijksbelastingdienst over deze berekeningsgrondslag loopt het stadsdeel een risico dat de in vooraftrek genomen btw niet juist is toegepast en op basis van een andere berekeningsgrondslag moet worden toegepast. De hoogte van het risico bedraagt maximaal € 200.000. Hoogte risico € 200.000 Kans 5% Programma 7 Sport en Recreatie
Dekkingsrisico Bijlmerpark De financiële afronding van de grondexploitatie met betrekking tot de herinrichting van het Bijlmerpark is aanstaande. De grondexploitatie zal naar verwachting in het najaar van 2012 worden afgesloten. Geconstateerd is dat een overschrijding van ca. € 900.000 in het bouwrijp maken van het Bijlmerpark niet regulier gedekt kan worden. Er is een alternatieve dekking voorgesteld, namelijk om de middelen voor de eerste verstrating niet daar voor te gebruiken, maar aan te wenden ter dekking van de overschrijding. Inmiddels is er onderzoek verricht naar het risico op verzakkingen in de toekomst, waardoor wellicht het zogenaamde ‘eerste verstratingsgeld’ alsnog aangewend zou moeten. De gegevens en conclusies van dit onderzoek zijn vastgelegd in het rapport ‘Restzetting ondergrond Bijlmerpark’ d.d. 28 juni 2012. In de samenvatting van dit rapport is aangegeven dat gezien de mogelijke lichte zettingen die gelijkmatig verlopen binnen de richtlijnen, er geen schade of weinig schade in de eerst komende 20 tot 30 jaar zal optreden. Hiermee is dus ook vastgesteld dat door investeringen vooraf de ondergrond van het park stabiel zal blijven en de eerste verstratingsgelden in de toekomst niet aangewend hoeven te worden. In de stukken met betrekking tot het afsluiten van de grondexploitatie is het rapport ten behoeve van besluitvorming door B&W meegestuurd. Op 4 september 2012 hebben B&W positief ingestemd met het afsluiten van de grondexploitatie. Tot aan de besluitvorming door de Gemeenteraad blijft dit risico bestaan. Hoogte risico € 900.000 Kans 25% Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
148
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
Risico garantstellingen Het stadsdeel heeft een aantal garantstellingen afgegeven. Er bestaat daarom een risico van opeisbaarheid. Het stadsdeel heeft zich garant gesteld voor: • de verplichtingen van de Sporthal Gaasperdam, voortvloeiend uit een lening ter hoogte van € 205.000 (peildatum augustus 2011). De lening loopt in 2022 af; • De stichting Cultureel Educatief Centrum is een verbonden partij (paragraaf 10). Het
Stadsdeel staat garant voor de huurbetalingen van een deel van de (onder)huurders. De garantstelling wordt gefaseerd afgebouwd. Met de directie van de stichting vindt regelmatig overleg plaats om het risico van de garantstelling te beperken. De garantstelling betreft maximaal 227m2. Hiermee is een bedrag gemoeid van maximaal € 30.000; • Exploitatie van de Kandelaar voor een bedrag van maximaal € 100.000 voor maximaal 5 jaar (vanaf 1 november 2007). Rochdale mag een eventuele claim indienen tot vijf jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden (art. 3:307 BW) • De huur en bijkomende kosten van door het stadsdeel gesubsidieerde ouderenorganisatie Anbo Gaasperdam. Deze organisatie is gehuisvest in het pand van Arkin. Het gaat om een maximaal bedrag van € 35.000 per jaar tot 2014. Het stadsdeel is in samenwerking met Anbo Gaasperdam en Arkin bezig met het zoeken van vervangende, goedkopere huisvesting. De garantstelling is tot 2014 in de begroting afgedekt. Hoogte risico € 370.000 Kans 25% Programma 11 Stedelijke ontwikkeling
Risico Inburgering De afbouw van de Taalwijzer loopt minder voorspoedig dan gepland. Op dit moment wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot detachering. De plaatsing van medewerkers op andere functies heeft een sterke relatie met het aantal beschikbare vacatures. Vooralsnog bedraagt het risico in 2013 maximaal € 115.000. Er wordt continue gewerkt aan bemiddeling (outplacement) en mogelijkheden tot detachering. Hoogte risico € 115.000 Kans 50% Programma 1 Dienstverlening
Risico betaald parkeren De stadsdeelraad heeft op 25 oktober 2011 besloten dat betaald parkeren wordt ingevoerd als pilot. Op 1 oktober 2012 gaat het betaald parkeren, als gevolg van dit besluit, van start in de F-Buurt, de Vogeltjeswei en de Venserpolder-Zuid. Het stadsdeel moet ten behoeve hiervan een contract afsluiten met de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV) voor het leveren, plaatsen en onderhouden van benodigde parkeerautomaten. De pilot betaald parkeren zal worden geëvalueerd. Als de stadsdeelraad besluit om na de proefperiode van 18 maanden het betaald parkeren in deze drie wijken definitief stop te zetten, dan moet het stadsdeel verwijderingkosten van ongeveer € 0,7 mln., aan DIVV betalen. Om te voorkomen dat er na stopzetting van het betaald parkeren opnieuw parkeerproblemen ontstaan, moet in de genoemde wijken een ander parkeer reguleringsysteem worden ingesteld. De blauwe zone ligt dan het meest voor de hand. Aan het opnieuw instellen van blauwe zones is dan een bedrag van ongeveer € 0,3 mln. gemoeid. Hoogte risico € 1000.000 Kans 10% Programma 3 Verkeer en infrastructuur
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
149
2 b. Niet-kwantificeerbare risico’s De risicoparagraaf vermeldt risico’s waarvoor geen voorziening is gevormd omdat de omvang nog onzeker en niet kwantificeerbaar is. Bij die risico’s is het dus niet goed mogelijk een redelijke inschatting te maken van de bedragen van eventuele schade of het verlies. Er is sprake van een risico indien een partij (de rechter, de centrale stad, de Rijksoverheid, leverancier, burger, etc.) in de externe omgeving van het stadsdeel op het tijdstip van de risico-inventarisatie (begroting, jaarrekening) een maatregel overweegt die de financiële positie nadelig kan beïnvloeden. De vermelding van de bestaande risico’s kan slechts tot gevolg hebben dat wordt besloten de algemene reserve te vergroten. Als een dergelijk risico zich vervolgens voordoet legt het beslag op de weerstandscapaciteit van het stadsdeel. De risicoparagraaf bevat geen uitputtende opsomming van alle mogelijke gevaren en onbekendheden. Hiervoor geldt dat deze van voldoende relevantie c.q. materiële betekenis moet zijn voor de besluitvorming. De bij de risico-inventarisatie naar voren gekomen risico’s zijn samengevat in onderstaande tabel. niet-kwantificeerbare risico’s beheersmaatregelen Overdracht handhavingstaken
Overdracht parkeergebouwen
Er zijn diverse bestuurlijke ontwikkelingen m.b.t. de overdracht van de handhavingstaken naar de gemeenten. Het is nog onbekend welke extra inspanningen van het stadsdeel nodig zijn bij de verdere ontwikkeling van het stedelijk handhavingsbeleid. De ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd. Er vindt bestuurlijk overleg plaats met DIVV en het stadsdeel
Risico open einde regeling Kinderopvang SMI
In stedelijk verband richten de stadsdelen zich erop de financiële gevolgen van de SMI-regeling te beperken en eventueel af te bouwen door het maken van afspraken met desbetreffende partijen.
Asbest inventarisatie scholen Vergoeding gebruik schoolgebouwen tbv brede school
Asbestinventarisatie conform PO-raad In Zuidoost is met schoolbesturen tot nu toe de afspraak dat zowel stadsdelen als schoolbesturen de kosten van het gebruik van de eigen ruimten voor hun rekening nemen. Het beheersbaar houden van de risico’s vraagt strakke sturing op het bedrijfsplan door middel van voortgangsrapportages. Optisport heeft maatregelen genomen om het exploitatietekort terug te dringen. Om de bijdrage uit het Stadsdeelfonds voor het beheer van het Arena-gebied op het gewenste niveau te krijgen, ondernemen wij initiatieven met de centrale stad. Indien dit niet succesvol is zal de ambitie van het kwaliteitsniveau naar beneden moeten worden bijgesteld. Een juridische procedure is gestart
Ontwikkeling Buurthuizen en NoLIMIT Exploitatie Bijlmer Sportcentrum Beheer Arena gebied dekking CS
Beheer Arena gebied dekking reclame inkomsten Overdracht Amstel III
Beheerplan Verhardingen Beheerplan Civiele Kunstwerken Verlaging bijdrage centrale stad ten behoeve van Solidariteitsheffing en de Afvalstoffenheffing
Afstemming vindt plaats met OGA over de hoogte van de toekomstige (extra) beheerkosten, de overdracht van verantwoordelijkheden m.b.t. het onderhoud en andere taken zoals vergunningverlening en handhaving. O.b.v. het nog vast te stellen Beheerplan verhardingen worden groot onderhoudswerkzaamheden voor de komende periode vastgesteld. Er vindt nu vervolgonderzoek plaats waaruit zal moeten blijken welke risico’s gelopen worden. Efficiencymaatregelen in de bedrijfsvoering van de afvalinzameldiensten van de stadsdelen. Stadsdeel Zuidoost heeft echter ook in het kader van de heroverwegingen een aantal efficiencymaatregelen opgenomen.
Afvalservice Oost
Er wordt gewerkt aan een verdiepingsslag m.b.t. de maatregelen die genomen kunnen worden om het dekkingstekort van de achterblijvende organisatie af te bouw.
Onderhoud Onroerend Goed
In 2012 worden scenario’s uitgewerkt voor een meerjarig plan waarin risico’s zullen worden afgedekt.
Leegstand en oninbare huurvorderingen
We hebben een procedure gestart voor de verkoop van een aantal panden. Het succesvol afronden van de verkoop zal leegstand en huurderving kunnen verminderen. Verder wordt stevig ingezet op het aanschrijven en/of aanspreken van de debiteuren en het opmaken van een analyse van de status van de debiteuren. In 2012 zal een opgeschoond overzicht zijn van de openstaande vorderingen.
150
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
Programma 2 Openbare Orde en Veiligheid Risico Overdracht handhavingstaken Er zijn diverse bestuurlijke ontwikkelingen m.b.t. de overdracht van de handhavingstaken naar de gemeenten. Het betreft hierbij onder meer de Drank- en Horeca wet en de instelling van de Regionale Uitvoering Dienst (milieu). Het is op dit moment onduidelijk welke taken op welke wijze worden overgedragen. Het is nog onbekend welke extra inspanningen van het Stadsdeel nodig zijn bij de verdere ontwikkeling van het stedelijk handhavingsbeleid m.b.t. inzet, opleidingseisen en ICT. De ontwikkelingen zullen nauwlettend worden gevolgd. Programma 3 Verkeer en infrastructuur Risico overdracht parkeergebouwen In de hele stad, behalve in Zuidoost, zijn de bewonersgarages onder de bevoegdheid van de stadsdelen gebracht. Het college van B&W heeft in maart 2011 ingestemd met de wijze waarop de parkeergarages en de garageboxen in de Bijlmermeer worden afgestoten. Ten aanzien van de parkeergarages die geen dekkende exploitatiebegroting hebben, is besloten dat de garages worden overgedragen aan stadsdeel of mogelijk aan verenigingen van eigenaren en anders worden gesloopt. Het stadsdeel voert overleg met dienst IVV/PG om per parkeergarage tot een goede oplossing te komen waarbij er uiteraard voldoende maatschappelijk draagvlak moet bestaan voor de keuze. Indien er overeenstemming zal worden bereikt een parkeergarage te slopen zullen onder andere nadere afspraken gemaakt moeten worden over: • de oplevering van het terrein na sloop van een parkeergarage • de compensatie van het aantal parkeerplaatsen dat na sloop verdwijnt en volgens de parkeernorm op het maaiveld zal moeten worden teruggebracht • de compensatie voor de extra onderhoudskosten waarmee het stadsdeel te maken krijgt bij vervangende parkeerplaatsen op het maaiveld • de wijze waarop met de mogelijke waarde van de grond wordt omgegaan Als het stadsdeel ervoor kiest om een parkeergarage in beheer te nemen en te exploiteren dan zullen de exploitatiekosten en -baten in kaart moeten worden gebracht. Hierin speelt de invoering van betaald parkeren een rol, maar ook het groot onderhoud dat naar verwachting vijf jaar na overdracht moet plaatsvinden. Beheersmaatregel: De financiële consequenties van deze overdracht zijn nog niet bekend. Er vindt ambtelijk overleg plaats met DIVV en het stadsdeel. Programma 5 Onderwijs en jeugd Risico open-einde-regeling kinderopvang SMI Zowel het budget voor handhaving kinderopvang als het uitvoeringsbudget voor de regeling kinderopvang voor ouders met een sociaal-medische indicatie hebben het karakter van een openeinde. In stedelijk verband richten de stadsdelen zich erop de financiële gevolgen van de SMI-regeling te beperken door het maken van afspraken met desbetreffende partijen (minder dagdelen per kind en meer verwijzing naar Voorschool). Door het nemen van deze kostenbesparende maatregelen zijn in 2012 de kosten al aanzienlijk gedaald. De uitvoerende partij (Chikuba) gaat in 2012 contracten aan met stad en stadsdelen. Hierbij kunnen stadsdelen ervoor kiezen om de open-einde-regeling af te bouwen waardoor een van te voren vastgesteld aantal kindplaatsen ingekocht wordt. Het risico is wel dat een wachtlijst ontstaat. Risico asbestinventarisatie scholen in zuidoost De aanwezigheid van asbesthoudende materialen neemt af. De nog in de scholen aanwezige asbest is hetzij ingepakt, onbereikbaar òf hechtgebonden asbest. De verwijdering daarvan is alleen noodzakelijk bij renovatie of sloop dan wel als de conditie van het materiaal afneemt waardoor besmetting dreigt. Noodzakelijke asbestverwijdering kan aangevraagd worden bij het stadsdeel. Asbestinventarisatie is een taak van de schoolbesturen. In Zuidoost hebben asbestinventarisaties plaatsgevonden in 1998 en in 2005. Als een schoolbestuur besluit asbest preventief te verwijderen dragen zij de kosten. Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
151
Schoolbesturen zijn op aanraden van de PO-raad (Sectororganisatie voor het Primair Onderwijs) en de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) bezig de asbestinventarisatie van gebouwen voor 1994 te actualiseren, eind 2012 worden deze rapporten verwacht. Hieruit volgen mogelijk extra huisvestingsaanvragen. Op basis van de nu beschikbare gegevens worden geen grote financiële risico’s verwacht. Vergoeding gebruik schoolgebouwen voor de Brede school Schoolbesturen primair onderwijs in Amsterdam hebben een onderzoek laten uitvoeren over beheer en exploitatie van Brede scholen in multifunctionele accommodaties. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek op drie basisscholen heeft het BBO (Breed Bestuurlijk Overleg Primair Onderwijs Amsterdam, een stedelijk overleg van alle schoolbesturen primair onderwijs) een brief gestuurd aan de wethouder onderwijs van de gemeente Amsterdam en de portefeuillehouders onderwijs van de stadsdelen. Er zou sprake zijn van een niet-kostendekkende exploitatie en een verschil in vergoedingen per stadsdeel. Het BBO vindt dit ongewenst en geeft te kennen dat ieder stadsdeel zijn verantwoordelijkheid moet nemen voor zover het gaat om niet-onderwijsgebruik van de Brede scholen. Het zou gaan om € 8.000 tot € 9.000 per groep van 115 m². In Zuidoost is met schoolbesturen tot nu toe de afspraak dat zowel stadsdeel als schoolbesturen de kosten van het gebruik van de eigen ruimten voor hun rekening nemen. In Zuidoost zijn 29 Brede scholen met een verschillende mate van programmering van Brede schoolactiviteiten per buurt of per school. Een positieve reactie van de wethouder en portefeuillehouders kan een risico betekenen bij de begroting onderwijs voor 2013. Nog niet in te schatten is of dit inderdaad het geval is en om welk bedrag het gaat. Dit zal uit verder overleg tussen gemeente, stadsdelen en onderwijs moeten blijken. Programma 6 Welzijn en Zorg Risico ontwikkeling BuurtHuizen en NoLIMIT Per 1 januari 2013 worden de activiteiten van No Limit en de vier buurthuizen ondergebracht in een nog op te richten Stichting Programmabureau Zuidoost. Ondanks de sluitende meerjarenbegroting van de Stichting i.o. is er geen weerstandsvermogen aanwezig om risico’s (waaronder tegenvallende verhuurinkomsten of tegenvallende uitgaven) op te kunnen vangen. Hierdoor loopt de Stichting en dus het stadsdeel als subsidieverstrekker een risico. Dit is een bestuurlijk risico en het is goed de raad hiervan ook op hoogte te stellen. Om de aan dit project verbonden risico’s te managen en naar de toekomst toe de vorming van een weerstandsvermogen te realiseren is het van belang maandelijks met de stichting in gesprek te gaan en per kwartaal een rapportage op te stellen inclusief bestuurlijke afstemming over de stand van zaken. Op deze manier zijn we in staat in een vroeg stadium beheersmaatregelen te nemen om de risico’s beheersbaar te houden. Programma 7 Sport en recreatie Risico Exploitatie Bijlmer Sportcentrum Optisport exploiteert het Bijlmer Sportcentrum voor eigen rekening en risico. Hiertoe is een contract afgesloten voor tien jaar. Optisport ontvangt hiervoor een subsidie. Optisport heeft aangegeven dat zij sinds de opening van het BSC een exploitatietekort heeft als gevolg van tegenvallende bezoekersaantallen in het zwembad. Alhoewel Optisport maatregelen heeft genomen om het exploitatietekort terug te dringen, bestaat de mogelijkheid dat het haar niet lukt om een kostendekkende exploitatie te realiseren. Programma 9 Openbare ruimte en groen Risico beheer Arenagebied dekking centrale stad Op basis van de eerste ervaringen in de periode 2008 - 2011 worden enkele ontwikkelingen op gebied van kosten en inkomsten zichtbaar die van belang zijn voor het langere termijn beheer. De uitgaven zullen bij gelijkblijvend kwaliteitsniveau van beheer en toename intensiteit gebruik van het gebied vanaf 2014 naar schatting met € 350.000 structureel stijgen. Er is nog geen duidelijkheid in hoeverre een relatieve stijging van het aantal evenementen c.q. bezoekers vanaf 2014 ook leidt tot hogere inkomsten voor het stadsdeel met betrekking tot de reclamegelden en milieuvergunningen.
152
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
De extra bijdrage uit het Stadsdeelfonds blijft achter bij de toegezegde bedragen. In de berekeningen wordt ervan uitgegaan dat voor het beheer van het Arenagebied een extra structurele bijdrage uit het stadsdeelfonds mag worden verwacht van ca. € 750.000. In 2011 is de extra structurele bijdrage voor het Stadsdeelfonds vastgesteld op € 450.000. Om de bijdrage voor het Stadsdeelfonds op het gewenste niveau te krijgen zal het stadsdeel initiatieven ondernemen met de centrale stad. In het beheer kwaliteitsplan is het kwaliteitsniveau inmiddels naar beneden bijgesteld en is nu standaard. Door het stijgend aantal evenementen staat de effectiviteit van de handhaving en het toezicht onder druk. De bijdrage in het Stadsdeelfonds met betrekking tot Arena staat op de agenda van het portefeuillehouderoverleg. Risico beheer Arenagebied dekking reclame inkomsten De uitvoering van de reclame contracten m.b.t. het Arena gebied heeft juridische complicaties. Dit betekent een verlies van begrote inkomsten en geen extra inkomsten. Een juridische procedure is gestart. Risico overdracht Amstel III Het beheer van bedrijventerrein Amstel III zal naar verwachting in 2014 worden overgedragen aan het stadsdeel Zuidoost. Op ambtelijk niveau heeft overleg plaats gevonden met het Ontwikkelingsbedrijf van de Gemeente Amsterdam (OGA). Dit overleg heeft zich toegespitst op de verantwoordelijkheid m.b.t. het onderhoud van de openbare ruimte. Er is consensus bereikt m.b.t. de werkzaamheden groot onderhoud, die door OGA tot 2014 zullen worden uitgevoerd. Het overleg heeft ook een aantal gebieden in Amstel III geïnventariseerd, die nog niet in beheer over te dragen zijn. Het gaat hierbij om de kavels, die nog in ontwikkeling zijn. Belangrijk is om tot een goede afstemming te komen met OGA over de hoogte van de toekomstige (extra) beheerkosten. De uitkomsten van de beheertoetsen moeten tijdig worden aangemeld voor de begrotingsbehandeling. Er vindt nog overleg plaats over een aantal kavels met specifieke aandachtspunten. Naast de overdracht van de verantwoordelijkheden m.b.t. het onderhoud van de openbare ruimte zullen ook andere taken (bv. vergunningverlening en handhaving) nader moeten worden geanalyseerd. Deze taken kunnen zowel tot extra uitgaven als ook tot extra inkomsten leiden. In de 1ste bestuursrapportage van 2013 zal hier meer duidelijkheid over worden gegeven. Risico Beheerplan Verhardingen Op basis van het nog vast te stellen Beheerplan verhardingen worden de groot onderhoudswerkzaamheden voor de komende periode vastgesteld. Er is extra aandacht besteed aan de staat van de dreven. Uit de inventarisatie van de staat van de verharding binnen Zuidoost is gebleken dat er sprake is van een onderhoudsachterstand voornamelijk van het asfalt op de dreven. De onderhoudstoestand is dusdanig dat dit op enkele wegvakken de ‘kritieke’ veiligheidsgrens nadert. Dit houdt in dat de komende vier jaar maatregelen genomen dienen te worden om te voorkomen dat wij als wegbeheerder aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade van de weggebruiker. Bij het vaststellen van de ‘Meerjarenanalyse 2012-2014’op 14 december 2011 door het college van B&W is besloten dat de dreven in het stadsdeel Zuidoost gedurende de werkzaamheden aan de A9 (Gaasperdammerweg) voor de periode 2014-2021 in een optimale staat dienen te zijn. Dit zal een groot beslag leggen op de onderhoudsmiddelen van het Stadsdeel. Ook wordt het stadsdeel geconfronteerd met het uitstellen van groot onderhoud aan de hoofdnetten door de dienst IVV. Dit betekent voor het stadsdeel een extra belasting op het klein onderhoud budget. Op dit moment wordt er gewerkt aan het uitwerken van de keuzemogelijkheden om het onderhoud uit te voeren. Ook wordt geïnventariseerd welke dekkingsmogelijkheden er zijn. Hierbij wordt ook de gewijzigde wet- en regelgeving betrokken met betrekking tot het financieren van MGO werkzaamheden met een krediet. Het beeld wat we op dit moment hebben is, indien het stadsdeel voornemens is om het wegareaal op het gewenste niveau te brengen, het budgettair kader niet toereikend zal zijn. Op basis van het nog vast te stellen onderhoudsniveau wordt in het najaar 2012 het Beheerplan Verhardingen 2012-2015 vastgesteld. Risico Beheerplan Civiele Kunstwerken Er vindt nu onderzoek plaats t.b.v. het beheerplan Civiele Kunstwerken. De voorlopige uitkomsten geven een onderhoudsachterstand aan. Vervolgonderzoek zal duidelijk moeten maken welke risico’s gelopen worden.
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
153
Programma 10 Milieu en water Risico solidariteitsheffing en de afvalstoffenheffing De komende jaren kunnen er mogelijk vanuit het college van B&W voorstellen komen om de bijdrage van de centrale stad aan de stadsdelen, ten behoeve van de solidariteitsheffing, te verlagen. Dit kan resulteren in een lastenverzwaring, via de Afvalstoffenheffing, voor de Amsterdamse huishoudens. Dit is een onwenselijke situatie. Deze lastenverzwaring kan mogelijk (gedeeltelijk) gecompenseerd worden door lagere verwerkingskosten van het afval energiebedrijf (AEB). Een andere optie is de verlaging van de kosten door efficiencymaatregelen in de bedrijfsvoering van de afval inzamel diensten van de stadsdelen. Het stadsdeel Zuidoost heeft echter ook in het kader van de heroverwegingen een aantal efficiencymaatregelen opgenomen. Er is op dit moment nog geen duidelijkheid met betrekking tot de hoogte van de solidariteitsheffing en het afvalverwerkingtarief AEB. Risico Afvalservice Oost Het stadsdeel Zuidoost en het stadsdeel Oost hebben het voornemen om de huisvuilinzameling (HVI) van beide stadsdelen onder te brengen binnen een nieuwe stichting genaamd Afval Service Oost (ASO). Als deze samenwerking doorgaat zal de doorbelasting van kosten van het stadsdeel naar de HVI en dus ook de Afvalstoffenheffing (ASH) grotendeels wegvallen en dus ook de daarbij behorende dekking. Gezien de huidige omstandigheden in Amsterdam (project 1S1O) en de businesscase die vanuit dit project nog uitgewerkt moet worden voor de afvalketen Amsterdam wordt verdere voortgang van het besluitvormingstraject m.b.t. op- en inrichting van Afvalservice Oost uitgesteld totdat de resultaten van deze businesscase gepresenteerd zijn. Programma 11 Stedelijke ontwikkeling Risico Onderhoud Onroerend Goed Bij het opstellen van het beheerplan is vast komen te staan dat middelen voor (facilitair) onderhoud ontoereikend zijn, het toezicht en inspectie op vigerende normen en wetgeving niet is belegd en dat middelen ten aanzien van contractvorming niet zijn toegewezen. Binnen de huidige middelen is er verder geen ruimte om te voldoen aan de gestelde ambities van het verduurzamen van het vastgoed en het realiseren van groene daken. In het komende jaar worden inspecties uitgevoerd die de behoeftes en de benodigde middelen inzichtelijk gaan maken om invulling te geven aan de verduurzaming van ons vastgoed. Beschikbaar budget is niet in overeenstemming met de staat van onderhoud van het vastgoed en aansprakelijkheidsstelling voor schaden ten gevolge van onvoldoende onderhoud. In 2012 worden scenario’s uitgewerkt voor een meerjarig plan waarin bovengenoemde risico’s zullen worden afgedekt. Tot aan het definitieve plan bestaat de kans van optreden van risico’s. Risico Leegstand en oninbare huurvorderingen Het risico van oninbare huurvorderingen als gevolg van liquiditeitsproblemen bij de huurders is aanwezig. Het betreft veelal vorderingen op stichtingen die niet over middelen beschikken om de huur alsnog te voldoen, huurders die al zijn vertrokken en/of failliet zijn gegaan. In ieder individueel geval zal worden afgewogen of het maken van kosten voor het verhaal verstandig is. Ook ontstaat door faillissement en vertrek van huurders leegstand en worden inkomsten niet gerealiseerd. In de 1ste bestuursrapportage 2012 is een prioriteit ad € 165.000 toegekend in het kader van de lagere huurinkomsten i.v.m. leegstand. Ook worden er kosten gemaakt om deze panden verhuur klaar te maken, te verkopen of te slopen. We hebben een procedure gestart voor de verkoop van een aantal panden. Het succesvol afronden van de verkoop zal leegstand en huurderving kunnen verminderen. Het stadsdeel heeft stevig ingezet op het aanschrijven en/of aanspreken van de debiteuren en het opmaken van een analyse van de status van de debiteuren (bijvoorbeeld oninbaarheid). Met een aantal partijen zijn betalingsregelingen afgesproken. In 2012 zal er een opgeschoond overzicht zijn van de openstaande vorderingen.
154
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
3. Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s Het weerstandsvermogen is gedefinieerd als ‘het vermogen van Stadsdeel Zuidoost om risico’s met financiële gevolgen op te kunnen vangen met het eigen vermogen (beschikbare weerstandscapaciteit) teneinde zijn taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen enerzijds de beschikbare weerstandscapaciteit en anderzijds de aanwezige risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen voor zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van het stadsdeel. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande tabel weergegeven. Overzicht risico's (*€ 1.000) Risico Gekwantificeerde maximale risico's Niet gekwantificeerde risico's Totaal verwachte risico's Beschikbare Weerstandscapaciteit Ratio beschikbare weerstandscapaciteit/ gekwantificeerde maximale risico’s
Omvang € 2.723 p.m. 530 2.620 Ratio 1
Sinds jaar en dag wordt door het stadsdeel gewerkt met een algemene globale norm voor de minimaal beschikbare weerstandscapaciteit. De door de raad in 2008 vastgestelde norm, bedraagt één procent van het begrotingstotaal en is gedurende een reeks van jaren afgerond op € 1,8 mln. Het stadsdeel gebruikt in de praktijk in eerste instantie de incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken. Voor de structurele tegenvallers zal vervolgens bij de eerstvolgende begroting dekking worden gezocht. Lukt dit niet dan rest de structurele weerstandscapaciteit als dekkingsmiddel. Beleid risicomanagement In 2012 heeft het Directieteam Zuidoost de nota Risicomanagement Zuidoost vastgesteld. In de nota wordt aangegeven hoe, systematischer dan voorheen, risico’s geïnventariseerd en gemanaged gaan worden. Gekozen is te werken volgens de RISMAN –methode, die ook stedelijk als standaard geldt. Verder is besloten de risico’s vast te gaan leggen met behulp van NARIS, een applicatie die ook toegang geeft tot de risico-inventarisaties van andere stadsdelen en gemeenten. Dit maakt het makkelijker om van anderen te leren. De implementatie van dit beleid start in 2012 met aanschaf en inrichting van het systeem en workshops, en zal in 2013 worden voortgezet. We streven ernaar in 2014 de nieuwe werkwijze stadsdeelbreed te hebben geïmplementeerd. Verder worden in het kader van de administratieve organisatie (A.O.) de processen binnen het stadsdeel beschreven, waarbij ook aandacht is voor de risico’s die binnen dat proces worden gelopen. Door het aanbrengen van functiescheiding, het maken van afspraken over de werkwijze en middels rapportagemogelijkheden worden risico’s zoveel mogelijk beperkt of wordt tijdig onderkend dat risico’s bestaan waarna vervolgens bijsturing kan plaatsvinden. Ook de accountant (in de managementletters en accountantsverslagen) en de internal auditor (middels auditrapporten) brengen risico’s in beeld. Tot slot worden binnen stadsdeel Zuidoost risico’s, naast beheersmaatregelen, ook op andere manieren afgedekt, bijvoorbeeld via verzekeringen en voorzieningen.
Paragraaf 5. Weerstandsvermogen
155
Paragraaf 6. Onderhoud Kapitaalgoederen In 2011 heeft het bestuur het Beheer kwaliteitplan (BKP) vastgesteld. Met het vaststellen van het BKP is een stevige stap gezet naar een systematisch en planmatig beheer van de openbare ruimte in Zuidoost. Beheerplannen maken deel uit van de implementatie van het BKP. In beheerplannen wordt verder invulling gegeven aan de cyclus van beheer en onderhoud. Beheerplannen maken inzichtelijk op welke wijze en tegen welke kosten de in het BKP vastgestelde beeldkwaliteit wordt bereikt. Op deze wijze kan een beter inzicht worden verschaft in de huidige en toekomstige (gewenste) onderhoudskwaliteit en kunnen keuzes beter worden afgewogen. In 2012 zijn de volgende beheerplannen opgesteld: • Beheerplan Verhardingen, • Beheerplan Groen ( incl. boomziektes en dierenplaag bestrijding ) • Beheerplan Speeltoestellen & Straatmeubilair vastgesteld. • Beheerplan Arenagebied • Beheerplan Blauw ( bruggen, viaducten en oeververdedigingswerken ) • Beheerplan Vastgoed • Beheerplan Kunst in de openbare ruimte Het kader voor de beheerplannen is, naast het BKP, de wet- en regelgeving en het eigen vastgestelde ruimtelijk beleid (bv. Het Programma Groen en Blauw, Gebiedsplannen, Structuurvisie, Speelbeleid). In de beheerplannen wordt de meerjarige onderhoudsbehoefte geïnventariseerd. Het is wenselijk de jaarlijkse fluctuaties in de beheersuitgaven per beheerplan te egaliseren. Om die reden is bij de 2de bestuursrapportage 2012 voor de verschillende beheerplannen nieuwe bestemmingsreserves ingesteld.
Onderhoud openbare ruimte 1. Beheerplan verhardingen 2012 – 2016 In 2012 is het beheerplan Verhardingen opgesteld. Om te komen tot een investering/ onderhoudbehoefte is in 2011 de verharding in Zuidoost geïnspecteerd op beeldkwaliteit. Daarnaast is in 2012 de technische inspectie van de verhardingen op kwaliteit en verwachte levensduur uitgevoerd. Uit de inventarisatie van de staat van de verharding binnen Zuidoost is gebleken dat er sprake is van een onderhoudsachterstand voornamelijk van het asfalt op de dreven. De onderhoudstoestand is dusdanig dat dit op enkele wegvakken de 'kritieke' veiligheidsgrens nadert. Dit houdt in dat de komende vier jaar maatregelen genomen dienen te worden om te voorkomen dat de toestand van de asfaltverhardingen in Zuidoost verder achteruit gaat (kapitaalvernietiging) en het stadsdeel als wegbeheerder aansprakelijk gesteld wordt voor eventuele schade van de weggebruiker. Een ontwikkeling die ook een belangrijke rol speelt, is dat door het college van B&W is besloten dat de dreven in het stadsdeel Zuidoost gedurende de werkzaamheden aan de A9 (Gaasperdammerweg) voor de periode 2014-2021 in een optimale staat dienen te zijn (Meerjaren analyse 2012-2014). Op basis van de inventarisatie, inspectie en de werkzaamheden, die samenhangen met de ontwikkeling van de A9 is er een investering- en onderhoudsbehoefte m.b.t. verhardingen voor de periode 2012-2016 van € 34.560.420. In de volgende tabel zijn de prioriteiten opgenomen om binnen de beschikbare budgetten de belangrijkste werkzaamheden uit te kunnen voeren.
156
Paragraaf 6. Onderhoud kapitaalgoederen
Financieel Overzicht beheerplan Verhardingen 2012 - 2016
Begrote Stadsdeelmiddelen t.b.v. Beheerplan Verhardingen * Structurele budgetten
19.392.215
* Krediet verhardingen
6.200.000
* Bestemmingsreserve t.b.v. Investeringen Openbare Ruimte
3.100.000
* Incidentele budgetten: - Vrijval kapitaallasten 2012-2013 (1ste Berap 2012 )
972.000
- Beheertoetsen Bijlmerpark 2013-2015 (P nota 2013)
750.000
- Prognose vrijval kapitaallasten 2014-2015
100.000
- Toevoeging reserve Verhardingen (2e berap 2012)
153.521
- Verstratingsgelden Gein IV
626.647
- Reserve Arena
447.134 3.155.302
* Resultaat MGO 2007-2011
-633.517
Totale dekking
31.214.000
Begrote Uitgaven in het kader van de prioriteiten in het Beheerplan Verhardingen Dreven
12.167.000
Dreven fundering
7.824.292
Dreven Asfaltconstructie
2.675.531
Dreven deklaag
1.667.177
Arenboulevard Gein IV Amsterdamse Poort Venserpolder H-buurt Overige werkzaamheden Asfalt verharding en Rijweg element volgens optie 2
447.000 4.638.000 141.000 1.021.000 325.000 4.675.000 23.414.000
Klein onderhoud Totale begrote uitgaven optie 2 (maximale variant)
7.800.000 31.214.000
Huidige prognose Beheerplan Verhardingen
0
Gevolg van deze keuze is dat noodzakelijk geachte maatregelen in de overige gebieden met een investeringsbehoefte, voornamelijk gelegen in woonwijken, provisorisch, door middel van klein onderhoud, worden opgelost wat ten koste zal gaan van de beeldkwaliteit. Het krediet wordt uitsluitend ingezet voor de werkzaamheden voor de aanleg van een nieuwe fundering van de dreven en de aanleg van nieuwe asfaltconstructies. Dit zijn levensduur verlengende werkzaamheden, die niet tot de reguliere onderhoudscycli behoren. Deze werkzaamheden worden gefinancierd uit het krediet verhardingen, dat bij de besluitvorming rondom het beheersplan verhardingen beschikbaar wordt gesteld.
Paragraaf 6. Onderhoud kapitaalgoederen
157
In de heroverweging 2010-2014 is er voor een bedrag ad € 200.000 strategische inkoopvoordeel ingebracht. De taakstelling is oorspronkelijk ingebracht vanuit het uitgangspunt dat er besparingen gerealiseerd kunnen worden door binnen de gemeente Amsterdam intensiever samen te werken. Binnen het project ESEO is het besparingspotentieel van samenwerking binnen het fysiek domein verder uitgewerkt. Voor het Stadsdeel Zuidoost betekent dit een extra besparingspotentieel van ruim € 100.000. De ontwikkeling van het beheerplan verhardingen moet nauwgezet gevolgd worden om de (structurele) realisatie van de besparingen te kunnen monitoren. Areaal gegevens Verhardingen:
opp. verhardingen m2 % Asfaltverharding 1.313.700 Rijweg 766.032 Fietspad 283.166 Overig 264.502 Elementenverharding 1.946.165 Rijweg 438.265 Fietspad 22.184 Overig 1.485.716 Betonverharding 29.363 Rijweg 16.748 Overig 12.615 Totaal 3.289.228
39,94% 23,29% 8,61% 8,04% 59,17% 13,32% 0,67% 45,17% 0,89% 0,51% 0,38% 100,00%
2. Meerjaren Groot onderhoud (MGO) 2007-2011 Naast het beheerplan verhardingen wordt het MGO 2007-2011 de komende periode afgerond. Onderstaand een overzicht van de geactualiseerde MGO 2007-2011 ter afronding van het MGO 20072011. De voorziening FGO en 1ste verstrating dienen ter dekking. Financiering Meerjarig groot onderhoud (MGO) 2007-2011
Rekening 2011
Begroting 2013
Mutatie
Geraamde totale uitgaven
39.071.747
33.122.341
-/- 5.949.000
Dekking 1ste verstratingsgelden
10.955.251
10.328.604
-/- 626.647
6.788.490
6.788.490
0
21.328.000
16.005.647
-/- 5.322.359
21.238.000
14.728.000
-/- 6.600.000
0
-/- 1.257.247
-/- 1.257.247
Inzet Saldo onvoorzien MGO 2007-2011
-/- 623.730
-/- 623.730
Saldo Meerjarig groot Onderhoud MGO 2007-2011 betrokken bij Beheerplan Verhardingen
-/- 633.517
-/- 633.517
Dekking werkzaamheden in opdracht van derden Noodzakelijke stadsdeel middelen In de stadsdeelbegroting opgenomen middelen MGO 20072011: Saldo tekort
158
Paragraaf 6. Onderhoud kapitaalgoederen
De actualisatie van het MGO vindt steeds plaats t.o.v. het vorige P&C-document. De begroting 2013 geeft dus een actualisatie van het MGO 2007-2011 ten opzichte van de rekening 2011. De belangrijkste wijzigingen zijn: Budget • Totale uitgaven verlaagd met € 5.949.000 o Gein IV ad € 5.934.000 wordt doorgeschoven naar beheerplan verhardingen o Verkeersveiligheid Evergreen ad € 15.000 is uitgevoerd binnen het klein onderhoud programma •
Totale dekking 1ste verstratinggelden verlaagd met € 626.647 o Gein IV is doorgeschoven naar beheerplan verhardingen, waarbij ook de 1ste verstratinggelden zijn doorgeschoven.
•
Totale dekking stadsdeelmiddelen is verlaagd met € 6.600.000.
Doordat de regelgeving m.b.t. de financiering van onderhoud is aangescherpt kan het in het MGO opgenomen krediet ad. € 6,6 miljoen niet worden aangewend t.b.v. de onderhoudswerkzaamheden. Hierdoor is het tekort binnen het MGO 2007-2011 ontstaan. In het beheerplan verhardingen zal dit krediet worden aangewend. Tijd De planning voor het project Geldershoofd geeft aan dat dit project pas in 2014 zal zijn uitgevoerd. 3. Beheerplan Blauw In het najaar 2012 zal het beheerplan water worden opgesteld. In dit plan wordt het beheer en onderhoud van het water – schouw, baggeren en drijfvuil - en de kunstwerken – bruggen en viaducten beschreven. Onderstaand de areaal/objecten die in beheer zijn bij stadsdeel Zuidoost Onderdeel Oppervlakte water Oevers Viaducten Bruggen hout/kunststof Bruggen beton Bruggen staal Duikers beton Steigers
Hoeveelheid 16 ha 135 km 79 91 64 6 19 34
3 a Viaducten Medio 2012 zijn inspecties van viaducten gehouden in het kader van het opstellen van het beheerplan Blauw. De eerste concept doorrekening geeft aan dat de reguliere budgetten vanaf 2013 niet toereikend zullen zijn. Dit komt door verscherpte regelgeving die sinds 2011 in werking is getreden. Eind 2012 begin 2013 zal bestuurlijke besluitvorming over het beheerplan Blauw plaatsvinden en wordt dit knelpunt aan de orde gebracht in de stadsdeelraad. Hierbij zal prioriteit gegeven worden aan de noodzakelijke werkzaamheden aan viaducten in het kader van de A9. 3 b Water Stadsdeel Zuidoost is niet verantwoordelijk voor de rioleringen in het stadsdeel. Het waterbeheer is een verantwoordelijkheid van Waternet. Het stadsdeel is verantwoordelijk voor de volgende beheertaken: beheer van de secundaire wateren ( baggeren, schouw ) - drijfvuilverwijdering voor alle wateren - beheer van alle oevers en beschoeiingen
Paragraaf 6. Onderhoud kapitaalgoederen
159
4. Beheerplan Speeltoestellen & straatmeubilair Het huidige areaal aan speelvoorzieningen en straatmeubilair in stadsdeel Zuidoost bestaat uit 345 sport- en speellocaties met een totaaloppervlak van 62.889 m². Op dit oppervlak staan onder meer 807 sport- en speeltoestellen, 1.803 zitbanken en afvalbakken. De totale kapitale waarde bedraagt € 9.766.795. De kwaliteit van het areaal is gemiddeld gezien goed. In de beheerbudgetten is geen ruimte voor investeringen en vervangingen. Een investerings- en vervangingsplan zal nog worden opgesteld. De huidig gebruikte prullenbak zorgt voor veel overlast. Niet alleen is de huidige prullenbak vooral een voederbak voor vogels en geeft deze veel overlast (zwerfafval) in de directe omgeving maar de prullenbak is ook niet ‘hufterproof’. Op dit moment wordt stadsbreed (De projectgroep Puccini) gewerkt aan het uitwerken van het programma van eisen voor deze nieuwe prullenbak. De verwachting is dat dit traject (van het schrijven van het bestek tot de levering van de nieuwe prullenbakken) in het najaar van 2013 is afgerond. Stadsdeel Zuidoost participeert in dit aanbestedingstraject als het gaat om de eisen die aan de prullenbak worden gesteld. Echter een voorlopige inschatting op basis van marktonderzoek geeft aan dat de kosten per bak uitkomen op ongeveer €. 700 per stuk. Naast een aanpassing in het Handboek Beheer Inrichting Openbare Ruimte (HBIOR) moet, als het stadsdeel op basis van de hierboven aangegeven argumenten over wil gaan tot aanschaf van een nieuw model prullenbak, ook financiële dekking worden gezocht. Bij de Perspectiefnota 2014 wordt hierover nader gerapporteerd. 5. Beheerplan Arena In de komende jaren zal de nadruk liggen op het verder versterken en verbeteren van de kwaliteit van het beheer. In 2012 heeft er een meting plaatsgevonden. De resultaten van deze meting geven aan dat de kwaliteit van de openbare ruimte gedaald is. Het centrumgebied scoort lager dan de vastgestelde gewenste niveau. Binnen dit beheerplan zijn de volgende gebieden opgenomen: het Arenagebied het Hoekenrodeplein de Woondekken Amsterdamse Poort het Winkelcentrum Amsterdamse Poort het Bijlmerplein het Anton de Komplein de Frankemaheerd 5 b. Woondekken Amsterdamse Poort De woondekken Amsterdamse Poort zijn dringend toe aan een groot onderhoudsbeurt c.q. herinrichting. Zowel de fysieke situatie als diverse leefbaarheidsproblemen nopen daartoe. Omdat er lange tijd onduidelijkheid heeft bestaan over de (financiële) verantwoordelijkheden rondom de dekken, is het Groot Onderhoud aan de dekken nog niet opgenomen in de Meerjaren Onderhoudsraming. In 2008 heeft het vooronderzoek kostenindicatie en financieringsmogelijkheden plaatsgevonden. Er is een uitspraak gedaan met betrekking tot de eigendomssituatie. Dit heeft ertoe geleid dat Ymere als eigenaar van de woningen en de VVE Amsterdamse Poort bij willen dragen aan de herinrichting. In het najaar van 2012 worden de kosten, kansen en risico’s voor de wettelijke onderhoudstaak in beeld gebracht voor twee varianten. Dit betreft een variant met een aangepast huisvuilinzamelsysteem en een uitgebreide variant met aanpassing van de openbare ruimte. Verwacht wordt dat het project in 2013 zal starten. 6. Beheerplan kunst in de openbare ruimte Amsterdam Zuid-Oost kent een groot scala aan kunstwerken in de openbare ruimte. Deze werken zijn in de afgelopen jaren, op initiatief van verschillende partijen in Zuid-Oost, Stadsdeel, bewoners, bedrijven en kunstinitiatieven geplaatst. In eerste instantie heeft het onderhoud van het actuele areaal prioriteit. Er bevinden zich nog een aantal kunstwerken in ‘Archief’. Mogelijke terugplaatsing zal worden opgenomen in een plan Kunst in de openbare ruimte. M.b.t. de het kunstwerk ‘Bijlmermobiel’ zijn in de 2de Berap 2012 hiervoor middelen gereserveerd. Realisatie in 2013 is afhankelijk van bijdragen door derden.
160
Paragraaf 6. Onderhoud kapitaalgoederen
7. Beheerplan Groen In het BKP zijn functionele gebieden gekoppeld aan ambitieniveaus 'extra', 'standaard' en 'sober'. Op budgettaire gronden is door de raad uiteindelijk voor een lager ambitieniveau gekozen dan was beoogd. Het openbaar groenareaal totaal 483 ha kent een onderverdeling in twee hoofdcategorieën: • 'basisgroen' 370 ha ( bomen, gazon, ruw gras, hagen, struiken en perkplanten) • 'niet basisgroen' 113 ha ( bosplantsoen en opslagbos/ruigte )
In 2012 is gestart met het opstellen van het openbare ruimteplan. Het bomenplan wordt hierin opgenomen, met als onderdeel onderzoek naar de mogelijkheden voor het planten van 2.000 bomen. Bewonersparticipatie is onderdeel van het openbare ruimteplan; bewoners kunnen suggesties doen voor locaties. Indien deze haalbaar zijn kunnen ze worden meegenomen in de uitwerking. (dit is afhankelijk van kabels, leidingen, afstand tot bebouwing en veiligheid). In 2013 wordt de aanplant van een deel van de 2000 bomen (BA 93 en motie 2011/141) gerealiseerd. Zoals in het beheerplan groen is aangegeven is geen ruimte voor het vervangen van dood plantmateriaal. Door de weersomstandigheden in februari 2012, waarbij sprake was van een periode van betrekkelijk warm weer gevolgd door een periode met strenge vorst is er aanzienlijke vorstschade opgetreden. In 2013 wordt u geïnformeerd hoe dit zich verhoudt met het totale groenbeeld in het Stadsdeel.
Zelfbeheer Stadsdeelbewoners leveren op verschillende plaatsen een bijdrage aan het beheer van het openbaar groen. Het stadsdeel is hier blij mee, omdat het voorstander is van deze participatie. Hierdoor wordt niet alleen de betrokkenheid van de bewoners bij de openbare ruimte vergroot, maar kan ook een bijdrage worden geleverd aan de sociale samenhang binnen het stadsdeel. De extra kosten en inspanningen die deze participatie met zich meebrengt, zijn in dit plan niet meegenomen. In het kader van fonds Sociaal Domein worden initiatieven ondersteunt.
Boomziekten en dierplaag bestrijding Stadsdeel Zuidoost beperkt zich in de bestrijding van plaagdieren en boomziekten tot de wettelijke taken van de gemeentelijke overheid. In het beheerplan 'Boomziekten en Dierplaag bestrijding wordt een uitgebeid overzicht gegeven van de activiteiten die het stadsdeel op dit vlak ontplooid.
8. Beheerstoets kwaliteitsplan Voor vernieuwde gebieden wordt een financiële beheertoets in het kader van de vernieuwing uitgevoerd en vanaf het moment van oplevering op het gewenste niveau beheerd. Dit allemaal onder het motto ‘wat goed is moet goed blijven’. Tijdens de planvorming worden de toekomstige beheerstoetsen berekend en afgezet tegen de bestaande beheerbudgetten van dat gebied. Over het algemeen is sprake van hogere toekomstige beheerskosten en dus sprake van een tekort. Bij de oplevering van de gebieden worden de benodigde extra middelen als autonome ontwikkeling in de begroting opgenomen.
Beheer Onroerend Goed Onderhoud kapitaalgoederen Het onroerend goed van het stadsdeel kan verdeeld worden in de volgende categorieën: - Dienstgebouwen - Sociaal Culturele gebouwen - Gebouwen ten behoeve van kinderopvang - Gymzalen - Sportaccommodaties - Bewonersparkeergarages Bij het opstellen van het beheerplan voor ons gemeentelijk vastgoed is tijdens een inspectie geconstateerd dat bij verschillende panden maatregelen dienen te worden genomen om te voldoen aan de wet –en regelgeving. Dit heeft grote (incidentele) financiële gevolgen. Daarnaast laten de eerste financiële doorrekeningen zien dat de beschikbare middelen ontoereikend zijn voor de
Paragraaf 6. Onderhoud kapitaalgoederen
161
onderhoudsopgave die we kunnen verwachten vanaf 2013. Hierover informeren wij de stadsdeelraad via de commissie Middelen en Veiligheid in het najaar van 2012. Dan wordt het beheerplan Gemeentelijk vastgoed aangeboden aan de stadsdeelraad van Zuidoost. Bewonersparkeergarages In 2009 heeft het stadsdeel 4 bewonersgarages aangekocht van dienst IVV. Het betreft de garages Kralenbeek, Kempering, Klieverink en Kouwenoord. De aankoop heeft plaatsgevonden in het kader van de Vernieuwing Bijlmermeer. Het stadsdeel beheert en exploiteert de garages vooruitlopend op de definitieve bestemming: sloop, behoud of ontwikkelen voor andere doeleinden. Het onderhoud wordt tot het minimum beperkt. De kosten en opbrengsten van deze tijdelijke exploitatie komen per saldo ten laste van de grondexploitatiebudgetten Vernieuwing Bijlmermeer.
162
Paragraaf 6. Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf 7. Financiering 1. Beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer Deze paragraaf heeft betrekking op de financieringsfunctie. Hiermee wordt gedoeld op alle aspecten rondom het aantrekken van geld (lenen) en het beleggen van geld (in aandelen, obligaties, spaartegoeden, etc.). Ook het beheer van de lopende rekening valt onder de financieringsfunctie. In de paragraaf dient het beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille te worden opgenomen. Met andere woorden: welke beleggingen (met de daarbij behorende risico’s) zijn door uw raad al dan niet toegestaan. Dit om te voorkomen dat meer risico’s worden genomen met gemeenschapsgeld dan wenselijk is. Binnen de gemeente Amsterdam wordt dit beleid vastgesteld door de centrale stad. Dit is afgesproken bij het vaststellen van de bevoegdheden van de stadsdeelraden. Stadsdeel Zuidoost heeft daarom ook geen beleggingen uitstaan. De bevoegdheden van het stadsdeel zijn feitelijk beperkt tot het debiteurenen crediteurenbeheer en de mate van voorzichtigheid bij het vaststellen van de begroting. Alle gemeentelijke onderdelen worden gefinancierd door de centrale stad. In de praktijk heeft het stadsdeel dus een bankrekening bij de centrale stad. Hieronder de soorten rentes die door de centrale stad wordt gehanteerd Omslagrente (over kapitaalschuld; vanuit het leningfonds) Voor door de centrale stad verstrekt kapitaal wordt als rente het zogenaamde ‘omslagpercentage’ in rekening gebracht. Dit percentage wordt gelijktijdig met de begrotingscirculaire vastgesteld en bedraagt voor 2013 4,50%. (Voor 2012 bedroeg de omslagrente ook 4,5%). Op dit moment is de prognose van de omslagrente voor 2013, 2014 en 2015 4,50%. Rekening-courantrente Met ingang van 1 januari 2011 is het stelsel voor de rekening-courantrente gewijzigd. De achterliggende redenen zijn de bewegingen van de 1-maands EURIBOR wat grote verschillen veroorzaakte tussen de begroting en de jaarrekening. Met deze stelselwijziging wordt een vaste rente van 3,5% gehanteerd voor zowel de rentebaten als de rentelasten en wordt de rente niet langer achteraf in rekening gebracht. Rente over reserves Voor de algemene reserve wordt door de centrale stad de omslagrente vergoed. Voor de overige reserves wordt hetzelfde percentage vergoed als voor de rekening-courant. Ontwikkelingen rentepercentages ziet er als volgt uit: Rente Rekeningcourant 2010 +3,50% Rente Rekeningcourant 2011 +3,50% Rente Rekeningcourant 2012 +3,50% Rente Rekeningcourant 2013 +3,50% Rente Leningfonds (omslagrente) 2010 Rente Leningfonds (omslagrente) 2011 Rente Leningfonds (omslagrente) 2012 Rente Leningfonds (omslagrente) 2013
+4,00% +4,25% +4,50% +4,50%
Startersfonds Zuidoost Ons stadsdeel heeft sinds 2006 een eigen microkredietenfonds: Startersfonds Zuidoost. Het Startersfonds is opgezet om aan startende ondernemers krediet te verstrekken dat niet door banken verstrekt zou kunnen worden. Dit biedt ondernemers de kans om hun sociaaleconomische positie te verbeteren. Het streven is het Startersfonds volledig in te brengen bij het landelijke fonds microkredieten Qredits. Door samenwerking met Qredits kan bij uitputting van Startersfonds Zuidoost teruggevallen worden op het budget van Qredits. Zo blijft ook in 2013 de mogelijkheid voor ondernemers bestaan om een lening te krijgen. Voor stadsdeel Zuidoost heeft dit geen financiële consequenties. Over de
Paragraaf 7. Financiering
163
voortgang inzake de verstrekte leningen van dit zogeheten ‘revolving fund’ wordt periodiek gerapporteerd aan het stadsdeel door Qredits. Het doel is om twaalf kredieten te verstrekken in 2013 uit het Startersfonds Zuidoost aan (door)startende ondernemers in Amsterdam Zuidoost. 2. Risicobeheer Mogelijke risico’s voor het stadsdeel hangen samen met: a. Hoogte van rentepercentages In de begroting wordt uitgegaan van de rentepercentages voor omslagrente en rente rekening-courant zoals opgenomen in het meerjarig financieel perspectief van het gemeentefonds. Op dit moment worden door de economische crisis geplande bouwactiviteiten getemporiseerd en dus vertraagd uitgevoerd. Stedelijk vindt afstemming plaats over de temporisering van de bouwactiviteiten binnen de totale gemeente Amsterdam. Dit staat echter haaks op de economische stimuleringsmaatregelen vanuit het Rijk in infrastructurele werken, onderhoud en bouw scholen. Die maatregelen houden in dat investeringen naar voren worden gehaald om de werkgelegenheid op peil te houden. De wetgeving om deze maatregelen te bevorderen is hiervoor onlangs aangepast. Bovenstaande houdt in dat de rentebaten voorlopig onder druk blijven staan. b. Crediteurenbeheer Tijdig betalen van ontvangen facturen is altijd een punt van aandacht. Het stimuleren van de lokale economie is immers een belangrijke taak van het stadsdeel. Naast de wettelijke verplichting om de facturen binnen dertig dagen te betalen zal het stadsdeel er altijd naar streven om het betaalgedrag te optimaliseren. Over het eerste halfjaar 2012 is het gemiddelde betaaltermijn rond 29 dagen. Voorts is in juli 2011 een begin gemaakt met de digitale verwerking van de inkoopfacturen. De verwachting is dat het werken met een digitaal verwerkingssysteem op termijn zal leiden tot kortere betaaltermijnen. c. Debiteurenbeheer Het is van belang dat door het stadsdeel verzonden facturen voor geleverde prestaties aan derden tijdig door de debiteuren worden betaald, dat wil zeggen binnen de wettelijke betalingstermijn van dertig dagen. Overschrijding van deze termijn leidt tot rentederving voor het stadsdeel en de gemeente Amsterdam als gevolg van een lager girosaldo bij het stadsdeel en de gemeente. Voor de vorderingen ouder dan dertig dagen worden wekelijks herinneringen verzonden. De vorderingen ouder dan zestig dagen worden na onderzoek overgedragen aan het incassobureau. In een enkel geval wordt er een betalingsregeling getroffen. Voor dubieuze vorderingen wordt een voorziening getroffen om het risico van onverwachte financiële tegenvallers zoveel mogelijk te beperken. De omvang van de voorziening dubieuze debiteuren is € 2,2 mln. d. Kasbeheer Binnen stadsdeel Zuidoost is er een centrale kas bij de directie Dienstverlening waarin jaarlijks een contant bedrag van circa € 700.000 wordt gestort. Om de financiële risico’s zoveel mogelijk te beperken zijn kas- en kluisprocedures opgesteld die periodiek worden geactualiseerd en gecontroleerd op naleving. Naast de centrale kas is er een aantal kleine kassen waar weinig geld in omgaat.
164
Paragraaf 7. Financiering
Paragraaf 8. Bedrijfsvoering 1. Organisatie In deze bestuursperiode is de stadsdeelorganisatie overgegaan van het sectormodel naar het directiemodel. De essentie van deze nieuwe organisatiestructuur is dat we procesgericht en integraal werken. Hiermee willen we de burgers en ondernemers van Zuidoost nog beter van dienst zijn. De overgang naar de nieuwe organisatie heeft geleid tot veranderingen in de cultuur, werkwijzen en processen. In 2013 zullen de veranderingen voortgezet worden.
2. Eén stad één opgave en stadsdeel Zuidoost Het voornemen is om per 1 januari 2014 één ambtelijke organisatie onder leiding van de gemeentesecretaris te formeren. De herinrichting van de gemeentelijke organisaties is ook van invloed op de bedrijfsvoeringfuncties (PIJOFACH1). De besluitvorming ten aanzien van de nieuwe gemeentelijke organisatiestructuur wordt verwacht in het najaar van 2012. 2013 zal in het teken staan van het implementeren van de nieuwe inrichting.
3. Concerncontrol Sinds 1 juni 2011 is er een aparte unit Concerncontrol. Deze unit zier erop toe dat de kwaliteit van de beleidsvoering en bedrijfsvoering van de stadsdeelorganisatie op het gewenste niveau is en dat concernbrede risico’s worden beheerst. Concerncontrol adviseert de organisatie in het kader van risicomanagement en naar aanleiding van (management)rapportages, de overige P&C-producten, de (externe) onderzoeken, zoals artikel 213a-onderzoeken en audits. Daarnaast zorgt Concerncontrol samen met de directies Bedrijfsvoering en Strategie & Beleid voor de doorontwikkeling van P&Cinstrumenten. Risicomanagement In 2012 heeft het Directieteam Zuidoost de nota Risicomanagement Zuidoost vastgesteld. De nota schrijft voor hoe risico’s geïnventariseerd en gemanaged dienen te worden. De implementatie van dit start eind 2012 en zal in 2013 uitgebreid worden voortgezet. Het is de bedoeling dat de nieuwe systematiek in 2014 gemeentebreed is geïmplementeerd.
Onderzoek In 2013 worden opnieuw twee artikel 213a-onderzoeken uitgevoerd en wordt een aantal interne audits uitgevoerd. Voorts wordt de opvolging van de aanbevelingen uit eerdere onderzoeken gemonitord. Sturingsinformatie In 2012 is sturingsinformatie ontwikkeld in de vorm van kwartaalrapportages voor de directies. In 2013 wordt deze sturingsinformatie verder ontwikkeld. De nadruk ligt op zaken die de aandacht van het management vragen, zodat (tijdige) bijsturing kan plaatsvinden. Deze kwartaalrapportages beschrijven afwijkingen ten aanzien van gemaakte afspraken. Concern control levert advies over gewenste bijsturing. De kwartaalrapportages dienen als basis voor de bestuursrapportage en voor de verantwoording in de rekening.
1
PIJOFACH staat voor Personeel, Informatie, Juridisch, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting
Paragraaf 8. Bedrijfsvoering
165
Klachtencoördinatie In 2013 wordt naast de monitoring op tijdigheid ook ingezet op het volgen van de voorgeschreven klachtprocedure, zoals de tijdige verzending van een behandelbericht, het horen van de klager, het tijdig informeren van de klager en het verbeteren van de kwaliteit van de afhandeling richting de burger. Deze processtappen zijn in de tweede helft 2012 geïmplementeerd in het document managementsysteem. Iedere medewerker ontvangt haar of zijn post digitaal en krijgt dan bij elke te nemen stap een signaal. Ook in 2013 zullen de knelpunten bij de behandeling van klachten in het managementteam Zuidoost aan de orde komen in de zogenoemde Ambtenarentafel klachtbehandeling. Het management wordt bij klachtenbehandeling ondersteund door de klachtencoördinator, die bij dreigende termijnoverschrijdingen en knelpunten het management informeert en om maatregelen vraagt. De knelpunten zijn onderwerp van de Ambtenarentafel klachtbehandeling die voorgezeten wordt door de stadsdeelsecretaris. Juridische Control Door de Juridische Controller is in 2012 een nulmeting uitgevoerd om de stand van zaken met betrekking tot de juridische kwaliteit te bepalen. De door de gemeenteraad in 2002 vastgestelde normen voor juridische kwaliteitszorg dienden daarbij als toetsingskader. Naar aanleiding daarvan is een verbeterprogramma opgesteld. Uitvoering hiervan is gestart in 2012 en loopt door in 2013.
4. Financiën Planning & Control Sinds de begroting 2011 wordt de begroting opgesteld op basis van de stedelijke handreiking P&C die is ontwikkeld vanuit het project Besturen zonder ballast om de P&C-cyclus, programmabegroting en productindeling gemeentebreed te uniformeren. In 2011 zijn al grote stappen gezet: de structuur van de begroting en producten zijn geconverteerd naar een nieuw model en met gebruik van indicatoren zijn maatschappelijke effecten en doelen SMART geformuleerd. Dit alles is doorontwikkeld in de begroting 2012 en de voorliggende begroting 2013. Met ingang van de begroting 2013 is een aantal nieuwe verbeteringen aangebracht via het project Besturen zonder Ballast. Het betreft het vergelijkbaar maken van de methode van kostentoerekening tussen de stadsdelen, het vergelijkbaar maken van de programmabegroting en de productenraming (met als effect dat stadsdeel Zuidoost vanaf 2013 weer een productenraming zal opstellen). Ook zijn er ontwikkelingen op het vlak van stedelijke uniformeren van de indicatoren op basis van input vanuit de raadswerkgroep Besturen zonder ballast. Accountant en rekeningcommissie Mede op basis van de aanbevelingen van rekeningcommissie en de accountant worden continu verbeterslagen gemaakt in de bedrijfsvoering en verslaglegging. Voor de Jaarrekening 2011 heeft het stadsdeel een goedkeurende controleverklaring ontvangen voor de getrouwheid zonder beperkingen. Project Amsterdam Financieel Systeem Stadsdeel Zuidoost gaat in principe op 1 april 2013 over op een nieuwe financieel systeem van de gemeente Amsterdam, genaamd Amsterdam Financieel Systeem (AFS). In juli 2012 heeft de gemeenteraad definitief ingestemd met het implementatietraject van het AFS. Er zijn zowel centraal als decentraal voorbereidingen getroffen en er worden projectorganisaties ingericht. De eerste deelnemers die overgaan tot AFS zijn voornemens het systeem per 1 januari 2013 te implementeren. De stadsdelen hebben naast de lokale projectorganisaties ook een gezamenlijk team ingericht ter optimalisatie van de implementatie. Subsidieproces Het stadsdeel heeft het subsidieverleningsproces de afgelopen jaren beter georganiseerd. In 2013 blijft er expliciet aandacht voor de overstap naar procesgericht werken. De workflow zal opnieuw tegen het licht gehouden worden, inclusief het gebruik van de ICT (met name het document managementsysteem). We blijven uiteraard ook aandacht houden voor de rechtmatigheidsaspecten: voldoen we aan onze subsidieverordening en aan de Algemene wet bestuursrecht? En voor de doelmatigheidsaspecten: zijn de verleende subsidiegelden goed besteed? In het kader van de
166
Paragraaf 8. Bedrijfsvoering
Gemeentewet worden doelmatigheidsonderzoeken gedaan en controleert de accountant subsidies op rechtmatigheid en naleving van de AO-procedure. Naast het bovenstaande is er een stedelijke ontwikkeling om het subsidieproces te uniformeren. In het najaar van 2012 wordt een plan bekend gemaakt over de totstandkoming van een uniform proces in geheel Amsterdam. Borging Fiscaliteiten Sinds de invoering van het btw-Compensatiefonds (bcf) kan de gemeente Amsterdam vrijwel alle btw op kosten en investeringen die zij maakt voor haar overheidstaken compenseren. Hiervoor heeft gemeente Amsterdam in lijn met Besturen zonder ballast een standaard labelling opgesteld. Dit gebeurt in samenwerking met bureau Fiscaal Advies en Control (een dienst van de centrale stad). De herlabelling van onze activiteiten kan leiden tot een budgettaire voor- of nadeel. Dit zal blijken bij de Jaarrekening 2013. Het stadsdeel wil voldoen aan de eisen voor het toepassen van horizontaal toezicht met de Belastingdienst van de gemeente Amsterdam. De verwachting is dat in 2013 de verschillende fiscale processen zijn vastgelegd in het Tax Control Framework (TCF). In dit document worden onder andere de procesbeschrijvingen van de afzonderlijke belastingregelingen verzameld. Hierbij kan worden gedacht aan de btw en bcf, de integratieheffing, de BUA-regeling en de doorschuif-btw. In het Tax Control Framework wordt ook het grondslagendocument vastgelegd met betrekking tot de labelling van de verschillende activiteiten van het stadsdeel. Inkoopproces en ontwikkelingen De eerste stappen naar de professionalisering van het inkoopproces zijn gezet. In juni 2011 is Team Inkoop ingesteld dat deel uitmaakt van de afdeling Financiën en Inkoop. De inkoopprocessen worden zo veel mogelijk centraal gecoördineerd en uitgevoerd door inkoopprofessionals. Het proces wordt systematisch doorlopen waardoor verbetering is opgetreden in het waarborgen van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid. Begin 2012 is een programmamanager Inkoopfunctie stadsdelen aangesteld met als doel samenwerking tussen de stadsdelen te bevorderen en de inkoopfunctie verder te professionaliseren. Social return en duurzaamheid In haar onderzoek naar inkoop en aanbesteding in relatie tot social return en duurzaamheid van maart 2010, doet de Rekenkamer aanbevelingen op het gebied van doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid. Onderdeel van de professionalisering van het inkoopproces is de aanstelling van een medewerker social return naast inkoopprofessionals. Door de aanstelling van de medewerker in juni 2011 is er extra aandacht en kennis en komt er meer grip op de bovengenoemde beleidsdoelstellingen waardoor we beter in staat zijn om de aanbevelingen om te zetten in verbeteracties en resultaten. De social return processen worden verder geprofessionaliseerd. Samenwerkingsverbanden worden strakker aangehaald. Inkooptaakstelling In het kader van de heroverweging is Amsterdam breed onderzoek gedaan naar mogelijke inkoopbesparingen. Voor stadsdeel Zuidoost ligt hierin een uitdaging en is de opgave om het beïnvloedbare inkoopvolume om te zetten in besparingen. Team inkoop levert een positieve bijdrage aan het maximaliseren van het inkoopvoordeel. Zij adviseert de directies wat betreft hun inkopen en aanbestedingen en ziet toe op het behalen van de inkooptaakstelling.
5. Juridische kwaliteitszorg (stedelijke normen) De stadsdeelorganisatie heeft zich sinds 2004 geconformeerd aan de stedelijk vastgestelde normen voor juridische kwaliteitszorg. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om adequate verordeningen en mandaten en een goed beheer van de overeenkomsten waarbij het stadsdeel partij is. Door de Juridische Controller is in 2012 een rapportage over de stand van zaken bij de juridische kwaliteitszorg uitgebracht. Hierbij is tevens een verbeterprogramma opgenomen, waarvan de uitvoering is gestart in 2012.
Paragraaf 8. Bedrijfsvoering
167
Voor het jaar 2013 staan onder meer de volgende acties op het programma: relevante juridische informatie, handreikingen en checklisten worden via intranet beter toegankelijker gemaakt voor de medewerkers; het opstellen van een leidraad voor het aangaan van overeenkomsten, met aandacht voor zaken als opzegging, betaling, aansprakelijkheid, levering etc.; het opstellen van een onderhandelingsprotocol voor overeenkomsten; het opnemen van de beleidsregels in het gemeentelijk regelgevingregister. In 2013 zal de deelname aan het juridisch opleidingsprogramma stadsdelen (Jops) voor de nietjuridische medewerkers worden voortgezet. Aan de medewerkers worden verschillende juridische cursussen aangeboden, gericht op versterken van de basiskennis die nodig is om de dagelijkse werkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Meer bewustwording inzake juridische risico’s en het op peil houden van de basiskennis op juridisch gebied zijn doelen van het Jops. In 2013 wordt het project bellen met de burger voortgezet en geëvalueerd. Dit is gestart in de tweede helft van 2011. De ervaringen in 2012 zijn positief; in een aanzienlijk aantal gevallen heeft de methode geleid tot een oplossing van het geschil met de indiener en kon een formeel-juridische behandeling van de bezwaarschriften achterwege blijven. Als gevolg van de inwerkingtreding van de stedelijke Algemene Verordening Nadeelcompensatie treedt Juridische zaken (JZ) op als coördinator bij het afhandelen van te ontvangen claims op grond van deze verordening. Hiervoor wordt in 2013 een procesbeschrijving opgesteld. Naar aanleiding van de uitwerking van de Kadernota 2013 zullen binnen de gemeente Amsterdam samenwerkingsafspraken op het juridisch vlak meer vorm krijgen. JZ zal hierbij een rol spelen. Hiermee samenhangend zal JZ in 2013 tevens een bijdrage leveren aan de juridische overgangsproblematiek in verband met aanstaande wijzigingen van het bestuurlijk stelsel als gevolg van het Wetsvoorstel opheffing deelgemeenten.
6. Facilitaire zaken Voor de komende jaren is de opgave op het vlak van facilitaire zaken het realiseren van de heroverwegingstaakstellingen. De maatregelen zijn gericht op: − uniforme dienstverlening − regieorganisatie − het nog scherper inkopen van facilitaire diensten en producten − het terugbrengen van de afname van producten, bv. drukwerk door digitalisering − versoberen van facilitaire voorzieningen Uniforme dienstverlening vraagt om een ander soort inrichting van de facilitaire processen dan traditioneel aanwezig. Waar dat leidt tot efficiëntie, of waar dat nodig is om uniforme dienstverlening over meerdere gebouwen te kunnen laten plaatsvinden, zullen de gebouwgebonden facilitaire taken worden gecentraliseerd. De facilitaire contracten en budgetten zullen daarbij centraal bij facilitaire zaken worden belegd en beheerd. Een aantal facilitaire taken kan beter door derden worden uitgevoerd dan door eigen personeel. Dit is over het algemeen goedkoper en er is minder eigen personeel nodig, waardoor de facilitaire organisatie flexibeler wordt. Om deze leveranciers goed aan te kunnen sturen is de inrichting van goed opdrachtgeverschap van groot belang. Dat betekent dat specialisten (DFM) verantwoordelijk zijn voor de inkoop en implementatie van contracten. Door de opzet van nieuwe facilitair beheer kan vermoedelijk verder op de organisatiegebonden kosten worden bespaard. Dergelijke besparingen zitten in het slimmer afsluiten van contracten en het samenvoegen van facilitaire functies. Zo is het wellicht niet nodig dat er per dienstgebouw meerdere bedrijfsrestaurants aanwezig zijn.
168
Paragraaf 8. Bedrijfsvoering
7. Informatie en communicatietechnologie Concernsystemen Het belang van de stedelijke component van de organisatorische, financiële en technische ICTontwikkelingen neemt ook in 2013 verder toe. Conform het bestuurlijk convenant ‘Samen, tenzij’ tussen stad en stadsdelen, worden vrijwel alle investeringsvoornemens vooraf afgestemd op centrale kaders rond technische architectuur, samenhang in planning, sluitende financiering en structureel technisch en functioneel beheer na de projectmatige ontwikkeling. Het in 2012 ingevoerde Project Portfolio Management wordt in 2013 verder doorgevoerd binnen het ICT stelsel, waardoor de uitbouw van generieke voorzieningen, basisinfrastructuur en standaard applicaties over de volle breedte van de gemeente Amsterdam verder kan worden geregisseerd. Stedelijk is er voor 2013 een hoofdlijnenplanning opgesteld voor de ICT-projecten 2013 van de stad en stadsdelen. ICT-Bedrijfsvoering In 2013 zal het zwaartepunt worden verlegd naar implementeren van plaats- en tijdsonafhankelijk werken door realisatie van mobiele werkplekken, volledig digitale dossiers en automatisering van kritische bedrijfsprocessen. Eén van de pijlers van de nieuwe organisatie betreft het procesgericht samenwerken aan diensten en producten voor burger, ondernemer en bezoeker. In 2012 is daarom voornamelijk gewerkt aan het realiseren van de technische randvoorwaarden om digitaal procesgericht en flexibel te kunnen werken.
8. Personeelsbeleid Management Development In maart 2012 is het Management Development Programma gestart. Deelnemers hieraan waren alle leidinggevenden van het stadsdeel. Het MD-traject is gericht op de ontwikkeling van het leiderschap met een focus op het vormgeven en sturen van de nieuwe procesgerichte werkwijze. In januari 2013 wordt het programma geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie wordt het programma van 2013 ingevuld en vormgegeven. Strategische Personeelsplanning Grote vraagstukken op het gebied van personeelsbeleid moeten het hoofd kunnen worden geboden. Te denken valt aan de steeds krapper wordende arbeidsmarkt door demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en ontgroening. In samenwerking met de stadsdelen en diensten wordt een toekomstbestendig personeelsbeleid ontwikkeld. Daarbij moet rekening worden gehouden met de ambitie om als gemeentelijke organisatie een afspiegeling te zijn van de Amsterdamse beroepsbevolking. Ook zal in dat licht de borging van gezonde arbeidsomstandigheden en extra aandacht aan mobiliteit aandacht vragen. Diversiteit Om sturing te geven aan medewerkers die diversiteit als natuurlijk onderdeel van hun handelen beschouwen, werd in de periode maart tot en met juni 2012 het trainingstraject ZO! Diversiteit van binnen en buiten uitgevoerd binnen het stadsdeel. Alle leidinggevenden van het stadsdeel hebben het traject doorlopen evenals de medewerkers van de afdelingen Talentontwikkeling, Burgerzaken en Informatie en Beheer en Toezicht. In 2013 wordt voor het management het accent gelegd op verbindend leiderschap. Het doel van het vervolgtraject is het aanreiken van handvaten aan de managers om een succesvolle verbinding te maken met hun divers samengestelde team en te leren hoe de verbinding binnen het team kan worden versterkt. Het project Succesvol functioneren In 2012 is de cyclus van functioneren, beoordelen en ontwikkelen (FBO) ingevoerd. Dit is een nieuwe werkwijze voor de stadsdeelorganisatie. Alle medewerkers van de organisatie hebben de training en workshop doorlopen en iedereen is begonnen met het voeren van planningsgesprekken. In de tweede helft van 2013 wordt het gehele traject geëvalueerd.
Paragraaf 8. Bedrijfsvoering
169
Inhuur derden Er is in 2011 een start gemaakt met het terugdringen van de inhuur derden. Er is sprake van een spanningsveld in de zin dat we tegelijkertijd specifieke deskundigheid nodig hebben. Voor inhuur derden is een procedure ontwikkeld waarin elk voornemen tot inhuur wordt getoetst. Waar externe inhuur niet vermeden kan worden wordt zoveel mogelijk gewerkt via detachering van ambtenaren van de gemeente Amsterdam. Waar dit niet mogelijk blijkt, wordt uit de flexibele schil ingehuurd. Integriteitsbeleid Bureau Integriteit Amsterdam heeft een scenario ontwikkeld om invulling te geven aan het traject om kwetsbare functies in kaart te brengen. Kwetsbare functies zijn functies waarin medewerkers kunnen worden blootgesteld aan verleidingen en/of triggers die haaks staan op integriteitbeleid. Op basis van de inventarisatie kan het management zo worden getraind dat integriteit naar verwachting beter worden geborgd in de organisatie. Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement legt de nadruk op de bewustwording met betrekking tot gezondheid en vitaliteit, en daarmee op het duurzaam inzetbaar kunnen houden van mensen. We organiseren activiteiten die bijdragen aan stress- en werkdrukreductie, voorkoming van RSI, het stimuleren van sport, beweging en aan de keuze voor gezonde voeding. Te denken valt aan workshops die zich richten op de balans tussen werk en privé, omgaan met financiële zaken, workshops over voeding en beweging en dergelijk. Gezondheidsmanagement is gericht op een gezonde bedrijfsvoering en omvat alle maatregelen en activiteiten waardoor werknemers hun werkzaamheden goed en gezond kunnen uitvoeren. Daarnaast heeft de organisatie ook oog voor het welzijn van de medewerkers. Opleiding- en ontwikkelbeleid Eén stad één opgave (ESEO) is een grote stedelijke operatie die ertoe moet leiden dat de centrale stad en de stadsdelen slimmer en efficiënter gaan werken. In het kader daarvan zijn de speerpunten voor de opleiding en ontwikkeling van de medewerkers gericht op twee thema’s: wendbaarheid en weerbaarheid. In overleg met de directeuren worden de thema’s uitgewerkt in concrete activiteiten, opleidings-, en ontwikkeltrajecten. Opleidingsplannen worden in hoge mate als strategisch instrument binnen de organisatie toegepast om een betere afstemming te verkrijgen op de organisatiedoelen en de opleidingsinvesteringen. Procesgericht werken Op het ambtelijk domein is procesgericht werken sterk in opkomst met als doel dat de bedrijfsvoering sterker gericht is op het resultaat voor de burgers. Procesmanagement schept ook kansen voor een sterke sturing door de managers. Voor het doorgaande optimalisering van de bedrijfsvoering (meer kwaliteit, minder kosten) worden de stappen van de bedrijfsprocessen in beeld gebracht, evenals de bijbehorende documenten. Hierdoor zijn wij in staat om de processen vergaand te informatiseren. In 2013 ligt de nadruk op het voorspoedig implementeren van processen.
170
Paragraaf 8. Bedrijfsvoering
Inventarisatie van de risico’s bij de bedrijfsvoering van SDZO Niet kwantificeerbaar Risico van de transformatie naar één gemeentebegroting In de kadernota van de gemeente Amsterdam is aangegeven dat de gemeente streeft naar één gemeentebegroting met ingang van 1 januari 2014. Hiermee zouden de afzonderlijke begrotingen van de stadsdelen komen te vervallen. Ook zal sprake zijn van één gemeentelijke organisatie vanaf 1 januari 2014. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe de transformatie van zowel de organisatie als de begroting plaats gaat vinden. Een dergelijke transformatie is in de regel complex en vraagt om extra capaciteit. Risico naleving fiscale regelgeving Fiscale wetgeving is omvangrijke en complexe materie waarvoor specialisatie vereist is. De kennis over de fiscaliteiten is nu zeer verspreid in de organisatie. Dit vergroot het risico dat een advies onvoldoende fiscaal getoetst wordt, waardoor het stadsdeel mogelijk compensatie misloopt. We moeten ervoor zorgen dat de fiscale toets onderdeel wordt van de beoordeling van de beleidsadviezen, vooral bij vastgoed. Om dit risico te beheersen wordt voorafgaand aan besluitvorming inzake complexe investeringsprojecten fiscaal advies ingewonnen bij Bureau Fiscaliteiten Advies & Control (FAC). In het 2e kwartaal van 2012 is een fiscale scan uitgevoerd door het FAC. De uitkomsten zijn nog niet bekend. Risico bestuursrechtelijk, privaatrechtelijk, feitelijk en niet handelen Het stadsdeel levert in het kader van zijn overheidstaak in verschillende vormen diensten aan inwoners, bedrijven en instellingen. Deze diensten moeten onder meer voldoen aan juridische kwaliteitsnormen. Het niet halen van deze normen kan aanleiding zijn tot het instellen van (bestuursrechtelijke) bezwaaren beroepsprocedures tegen het stadsdeel, waaraan eventueel financiële gevolgen kunnen zijn verbonden. Het stadsdeel sluit ook door het privaatrecht beheerste contracten met derden af. Geen of onvoldoende juridische kennis bij het aangaan en uitvoeren van dergelijke overeenkomsten kan leiden tot een juridisch (en eventueel ook financieel) nadelige positie van het stadsdeel. Naast het bestuursrechtelijk en het privaatrechtelijk handelen van het stadsdeel, kan ook feitelijk of niet handelen leiden tot juridische problemen. Hierbij kan gedacht worden aan de situatie dat het stadsdeel als wegbeheerder de bestrating onjuist aanbrengt of nalaat een beschadigd wegdek te (laten) repareren. In oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in werking getreden. Volgens deze wet is de overheid verplicht in bepaalde gevallen na ontvangst van een ingebrekestelling dwangsommen te betalen als niet binnen de wettelijke termijnen een besluit op aanvraag wordt genomen.
Paragraaf 8. Bedrijfsvoering
171
Paragraaf 9. Verbonden partijen Visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen Verbonden partijen zijn partijen waarmee het stadsdeel een bestuurlijke relatie onderhoudt èn waarin zij een financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat het stadsdeel op enigerlei wijze zeggenschap heeft: hetzij omdat het stadsdeel een zetel in het bestuur heeft, hetzij omdat het via aandelen mee kan stemmen. Van een financieel belang is sprake als het stadsdeel de middelen die aan een derde partij ter beschikking zijn gesteld niet terugkrijgt bij faillissement van die partij, of als financiële problemen bij de derde partij kunnen worden verhaald op het stadsdeel. Bij een gewone subsidierelatie is dit niet het geval. Om deze reden is de stichting Zuidoost Partners, waarin het stadsdeel een bestuurlijk belang heeft en waarmee een subsidierelatie wordt onderhouden niet genoemd als verbonden partij. Vooral bij garantstellingen kan sprake zijn van verbonden partijen. Partijen waaraan alleen een financieel risico kleeft worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Partijen waarmee een bestuurlijk belang gediend is en waaraan geen juridisch afdwingbare financiële verplichtingen kleven, maken onderdeel uit van een programma. Verbonden partijen kunnen samenwerkingsverbanden, stichtingen of verenigingen zijn. En ook een NV of BV kan hieronder vallen als het stadsdeel aandelen bezit. Stadsdeel Zuidoost volgt het Amsterdamse beleid. Dit schrijft voor dat zeer terughoudend wordt omgegaan met garantstellingen. Momenteel heeft Stadsdeel Zuidoost van doen met één verbonden partij. Dit betreft de Stichting Cultureel Educatief Centrum Ganzenhoef (CEC), gevestigd te Amsterdam. Niet alleen heeft het stadsdeel een bestuurlijk belang (het stadsdeel levert één bestuurslid), ook is sprake van een financieel belang; het stadsdeel staat garant voor de huurbetalingen van een deel van de (onder)huurders.
172
Naam
Cultureel Educatief Centrum
Juridische vorm
Stichting
Vestigingplaats
Amsterdam
Publiek belang
Huisvesten van organisaties die een rol spelen op het gebied van educatie, empowerment, inburgering, arbeidstoeleiding e.d. voor doelgroepen in Zuidoost
Programma
11
Doelstelling
Invloed in bestuur
Betrokkenen
Stichting CEC
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordiging in het bestuur van de stichting
Financieel belang
Garantiestelling t.b.v. huurverplichting bepaalde onderhuurders
Participatie
Bestuurslid
Financiële bijdrage
n.v.t.
Financiële risico’s
Risico’s die voortvloeien uit het niet nakomen van huurbetaling door onderhuurder(s)
Beleidsrealisatie
n.v.t.
Ontwikkelingen
De garantiestelling wordt gefaseerd afgebouwd door afname van onderhuurders waarop deze regeling van toepassing is
Paragraaf 9. Verbonden partijen
Paragraaf 10. Grondbeleid A.
Visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen
Het grondprijsbeleid is een bevoegdheid van de centrale stad. Jaarlijks stelt het Ontwikkelingsbedrijf van de Gemeente Amsterdam (OGA) het grondprijsbeleid vast. De grondprijzen worden gepubliceerd in de grondprijzenbrief. Uitgangspunt voor het gemeentelijk grondprijsbeleid is de residuele bepaling van de grondwaarde. Tevens voert Amsterdam een functionele grondprijspolitiek. Dit houdt in dat de waarde van de grond gerelateerd is aan de daarop te realiseren bestemming. Voor een aantal functies worden vast (lage) grondprijzen gehanteerd, zoals voor sociale woningbouw en sociaal-culturele voorzieningen. Het per functie op hoofdlijnen vastgestelde grondprijsbeleid is uitgewerkt in de Handleiding Grondprijsbepaling, die is vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam. Overigens gelden voor de vernieuwing van de Bijlmermeer afwijkende grondprijzen die zijn vastgelegd in een overeenkomst met woningstichting Rochdale.
B.
Wijze waarop grondbeleid wordt uitgevoerd
De uitvoering van het grondbeleid is een bevoegdheid van het stadsdeel. Echter besluiten tot afwijkingen van de vastgestelde grondprijzen zijn door het College van B&W gemandateerd aan de Directeur OGA. Op 19 juli 2011 is het Verbetering Beheer Vereveningsfonds door het College van B&W opgesteld. Dit heeft zich vertaald in het invoeren van een aantal nieuwe instrumenten en een nieuwe weerstandsnorm. Op 12 april 2011 heeft het College van B&W de bestuurlijke reactie op het rapport van de Commissie Wijntjes vastgesteld. Er is besloten om alle stadsdeelplannen met een totaal kosten- en opbrengstenniveau tot € 5 miljoen voor rekening en risico van de stadsdelen te laten komen. Deze regeling wordt thans uitgewerkt, maar de overheveling van de plannen tot € 5 miljoen naar de stadsdelen is vooralsnog vertraagd vanwege de discussie omtrent het opheffen van de stadsdelen. Tevens zal, gezien het bovenstaande, binnenkort door directeur OGA aan B&W worden voorgesteld om de bouwportemonneeplannen en bonus/malusregeling af te schaffen.
C.
Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie
In Amsterdam worden veel plannen gemaakt als uitvoering van het ruimtelijk beleid. De fases die de plannen doorlopen staan beschreven in het zogenaamde Plaberum. De grondexploitatie is de financiële vertaling van een ruimtelijk plan. Een grondexploitatie wordt opgesteld volgens de regels van de Handleiding Grondexploitaties. Jaarlijks worden alle actieve plannen geactualiseerd. De financiële en fysieke resultaten en de financiële gevolgen voor de fondsen worden vastgelegd in het rapport Resultaat Actieve Grondexploitaties (RAG). De stand van zaken en eventuele afwijkingen worden ook gemeld aan de portefeuillehouder van het stadsdeel.
D.
Onderbouwing geraamde winst- of verlies
Bij afsluiting van de grondexploitaties kwam voorheen het eventuele nadelige of positieve saldo ten laste of ten gunste van het zogenaamde centraal vereveningsfonds, tenzij het plan betrof met een kosten- dan wel opbrengstenniveau tot € 500.000. Inmiddels is door het College van B&W besloten het eventuele nadelig of positieve saldo van plannen met een kosten- dan wel opbrengstenniveau tot € 5 miljoen ten laste of ten gunste te brengen van het Stadsdeelvereveningsfonds. Uitzondering hierop zijn de plannen die vallen binnen de vernieuwing van de Bijlmermeer. De vernieuwing van de Bijlmermeer kent zijn eigen financieel kader binnen het centraal vereveningsfonds.
Paragraaf 10. Grondbeleid
173
E.
Uitgangspunten reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken
De risico’s van saldoverslechtering van de grondexploitaties welke zijn vastgesteld als zogenoemde bouwportemonneeplannen (waaronder Gooisekant/Bijlmerpark, Driemond, Kortvoort, Drostenburg/Dubbelink en Wisseloord (winkelcentrum Gein) kwamen voorheen, op het moment van afsluiting van de grondexploitatie, ten laste van het stadsdeelvereveningsfonds. Dit jaar wordt nog door directeur OGA aan B&W voorgesteld om de bouwportemonnee af te schaffen en tevens de reeds vastgestelde bouwportemonneeverschillen te laten vervallen. Voor het stadsdeel zal dit verder geen risico’s of negatieve gevolgen met zich meebrengen. De grexen Kortvoort, Wisseloord (winkelcentrum Gein) en het restwerkenplan Voltooiingswerken Gaasperdam hebben een kosten- dan wel opbrengstenniveau tot € 5 miljoen en zullen in de tweede helft van 2012 worden overgeheveld naar het stadsdeel. De risico’s voor de grexen Kortvoort en Wisseloord komen dan in zijn geheel voor rekening en risico van het Stadsdeel. Op dit moment zijn er nog geen aanmerkelijke afwijkingen in het saldo voor deze twee plannen. Het restwerkenplan Voltooiingswerken Gaasperdam kent geen risico’s. De overige hierboven genoemde grexen komen na het afschaffen van de bouwportemonnee, in zijn geheel voor risico en rekening van het centraal vereveningsfonds.
174
Paragraaf 10. Grondbeleid
Paragraaf 10. Grondbeleid
175
procentueel
procentueel
procentueel
procentueel
procentueel
absoluut
jaar
25 jaar en ouder
0-24 jarigen
niet-westerse etnische minderheden
westerse etnische minderheden
autochtonen
Huishoudens
gemiddelde woonduur op adres
schooljaar
absoluut
absoluut
absoluut
absoluut
Onderwijs
leerlingen basisonderwijs
leerlingen speciaal onderwijs
leerlingen voortgezet onderwijs
leerlingen praktijkonderwijs
177
absoluut
absoluut
werkzame personen
absoluut
potentiële beroepsbevolking
vestigingen met werkzaam personeel
procentueel
werkloosheid
Economie
absoluut
eenheid
Totale bevolking, per 1 januari
Bevolking
Stadsdeel Zuidoost
BIJLAGE 1
3.249
633
8.645
2001/'02
51.641
3.993
59.841
10,7%
6,3
41.651
31,5%
8,6%
59,9%
36,0%
64,0%
84.811
2002
Zuidoost
172
2.819
606
7.581
2005/'06
51.193
3.778
56.639
10,5%
7,3
39.673
29,1%
8,3%
62,7%
34,7%
65,3%
78.907
2006
177
2.758
540
7.492
2006/'07
60.139
3.662
55.912
10,0%
7,4
39.229
28,9%
8,1%
63,1%
34,5%
65,5%
77.917
2007
Bijlage 1. Kerngegevens Zuidoost
2.869
620
8.142
2003/'04
51.464
3.777
58.353
10,5%
6,9
40.827
29,8%
81.978
2004
179
2.723
620
7.644
2007/'08
60.804
3.970
56.624
8,9%
7,4
39.682
28,4%
8,2%
63,4%
34,5%
65,5%
78.922
2008
177
2.723
593
7.668
2008/'09
62.555
4.350
57.838
9,7%
7,4
40.640
28,0%
8,4%
63,6%
34,3%
65,7%
80.490
2009
188
2.650
609
7.722
2009/'10
61.202
4.629
58.506
9,4%
7,5
40.671
27,4%
8,5%
64,1%
34,0%
66,0%
81.508
2010
62.880
5.259
59.351
6,5%
8,0
41.604
26,7%
9,1%
64,1%
33,4%
66,6%
82.866
2012
163
2.754
620
7.581
153
3.011
620
7.556
2010/ '11 2011/”12
62.573
4.927
58.818
8,6%
7,7
40.956
27,1%
8,7%
64,3%
33,8%
66,2%
82.008
2011
1.305
37.392
4.744
59.658
2010/ '11
475.277
91.628
576.227
4,9%
8,2
427.200
49,5%
15,5%
35,0%
28,7%
71,2%
790.044
2012
Amsterdam
BIJLAGE 2 begroting 2013: Financieel kader 2013-2016 Directie
Item
13
BV
Inzet financiele ruimte begroting 2013 financiele ruimte na autonome ontwikkeling pnota 2013 Ruimte/ Tekort 2013
989.165 i 989.165
1.394.347 1.394.347
i
875.253 i 875.253
134.687 i 134.687
13 13 13
BV BV BV
Ontwikkeling stadsdeelfonds incidenteel Ontwikkeling stadsdeelfonds structureel Nog extra in te vullen bezuinigingen (ESEO)
-971.000 i 900.000 s PM s
-2.300.000 i 900.000 s PM s
-1.060.000 i 900.000 s PM s
PM i 900.000 s PM s
PRG.
Totaal SDF
13 13
BV BV
13 13 13 13 13 13
BV BV BV BV BV BV
Incidentale baten / lasten Inzet stelpost financiele tegenvallers Rente leningfonds Rente rekening courant Totaal incidentele baten / lasten
Stelpost niet te realiseren heroverwegingen 2010-2014 Stelpost voor kwetsbare maatregelen Dotatie aan algemene reserve Onttrekking uit algemene reserve in 2014 Stelpost voor nieuw beleid 2015-2016 structureel Stelpost voor nieuw beleid 2015-2016 incidenteel totaal overig Totaal Algemene ontwikkelingen (+ is ruimte/ - is tekort) - Waarvan structureel - Waarvan incidentel
2013
2014
-71.000
2015
-1.400.000
2016
-160.000
900.000
500.000 s 1.000.000 i 300.000 s 1.800.000
1.500.000 s 0 i 300.000 s 1.800.000
1.500.000 s 0 i 300.000 s 1.800.000
1.500.000 s 0 i 300.000 s 1.800.000
0 s 0 s -350.413 i
-350.000 s -500.000 s
-350.000 s -500.000 s
-350.000 s -500.000 s
-735.740 s 222.247 i -1.363.493
-705.740 s -122.187 i -1.677.927 1.156.760 1.144.260 s 12.500 i
350.413
-350.413
i
-499.587
2.367.752 1.700.000 s 667.752 i
1.294.760 1.850.000 s -555.240 i
1.151.760 1.114.260 s 37.500 i
120.000 s
120.000 s
120.000 s
120.000 s begroting
24.000 s 443.000 s
s begroting 24.000 s begroting 443.000 s begroting
Autonome ontwikkelingen
6
REA
9 9 App App
B&H B&H div. div.
Opname Wmo-loket in SDF uitkering (wegvallende inkomsten) Meevaller afdeling uitvoering 2013 Beheertoetsen Dennenrode en maaiveld E-Buurt Organisatorische inbedding uitvoering wettelijke taken Organisatorische inbedding uitvoering wettelijke taken
-300.000 24.000 303.000 110.000
i s i i
24.000 s 443.000 s
Totaal autonome ontwikkelingen - Waarvan S - Waarvan I
257.000 144.000 s 113.000 i
587.000 587.000 s 0 i
begroting
587.000 587.000 s 0 i
587.000 587.000 s 0 i
1
D&V
Prioriteiten zonder eigen dekking Invoering stijlgids dienstverlening aan de burger
0
i
1 1 1 2
D&V D&V D&V SB/BH
Uitbreiding digitale participatie kaart Informatiebeheer Frontoffice Sociaal Antwoord Toezicht Veiligheid EGK buurt
10.000 30.000 112.000 99.742
i i i i
0 0 132.000 0
i i i i
0 0 439.000 0
i i s i
0 0 439.000 0
i begroting i begroting s begroting i begroting
2 2 2 3 3 3 3 4 4 4 4 5 5
B&H B&H B&H REA REA REA REA B&H REA div REA REA REA
Inhuur cameratoezichthouders Bijdrage Stedelijke Handhavingsacademie Bijdrage Stedelijke Handhavingsacademie Parkeeronderzoeken en Parkeermotief metingen Pilotproject Fijnmazig vervoer in Zuidoost Aanleg Blauwe zones K-Buurt Uitvoeringsplan Fietsbeleid Ontwikkelingen markten Economische structuurversterking Duurzaam ondernemen Vervolg 'The Way Up' Uniformering losse interieur OKC Reigersbos Speeltoestellen op schoolpleinen
20.000 25.000 -25.000 25.000 30.000 125.000 54.000 PM 150.000 15.000 PM 50.000 50.000
s s i i i i i i i i i i i
20.000 s 25.000 s -25.000 i 0 i 0 i 75.000 i 0 i 0 i 0 i 0 i 0 i 0 i 0 i
20.000 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
s s i i i i i i i i i i i
20.000 25.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
s begroting s begroting i begroting i pnota i pnota i pnota i pnota i begroting i begroting i begroting i begroting i begroting i pnota
5 5 6 6 6 7 7 9
REA REA REA REA REA REA REA B&H
Onderwerp: fase II Energieke scholen Perinatale sterfte Voedselbank Digitale marktplaats Kwaliteitsverbetering dienstverlening Madi Sportgebouw sportpark De Toekomst Aanleg 4de Cruyff court Kortvoort Onkruidbeheer
PM 25.000 10.000 20.000 50.000 20.000 25.000 43.260
i i i i i i i s
PM i 0 i 0 i 0 i 0 i 20.000 i 0 i 43.260 s
0 0 0 0 0 20.000 0 43.260
i i i i i i i s
0 0 0 0 0 20.000 0 43.260
i begroting i begroting i begroting i begroting i begroting i pnota i begroting s pnota
9 9 9 10 10 11 12 13 13 13 13
REA B&H B&H REA REA REA DB App. App. App. App.
Investering bomenplan Beheer bomenplan Beheer bomenplan Expertise milieu Uitvoerinsprogramma waterplan Tijdelijke parkeerplaatsen Bijlmer Parktheater Marge Stadsdeelraad Bedrijfsvoeringsakkoord stadsdelen Ontwikkeling Amsterdam Management Informatie Kompas formatie aanpassing o.b.v. evaluatie convergentie Totaal prioriteiten zonder eigen dekking - Waarvan S - Waarvan I
0 i 17.500 i
0 30.000 -7.500 0 0 0 0 0 0 0 0 569.760 557.260 12.500
i pnota s begroting i begroting i pnota i begroting i begroting i begroting i begroting i begroting i begroting i begroting
Saldo (+/+ = resterende ruimte) Waarvan Structureel Waarvan Incidenteel
1 2
D&V B&H
3 5 5 5 6 8 9 11 13 13 13
B&H REA REA REA REA REA B&H B&H Div App. FIN
Prioriteiten met eigen dekking Lagere baten bouwleges Overdracht handhaving Drank - en horecawet Handhaving blauwe zones BSO op maat OKC: Programmering en Beheer pand OKC, Inrichten buitenplein Reigersbos Mantelzorg Implementatie Basispakket Cultuureducatie Beheerplan Verhardingen Beheerplan vastgoed Incidentele uitvoeringscapaciteit bestuursakkoord Extra capaciteit vanwege ESEO en centralisatie PIJOFACH Bijstelling stelpost niet te realiseren heroverweging 2013 Totaal prioriteiten met eigen dekking Waarvan Structureel Waarvan Incidenteel
20.000 i
250.000 i 3.750 i 20.000 47.000 65.000 100.000 36.000 25.000 30.000 550.000 2.110.752 88.260 1.442.492
i i i i i i i
250.000 10.000
i i
0 i
s i
20.000 i 0 i 0 i 0 i PM i 0 i 0 i 137.500 i 707.760 88.260 s 482.000 i
0
0
1.467.740 s -887.740 i
1.174.740 s -1.037.240 i
0 s 0 i
0 s 0 i
540.000 i 100.000 s
540.000 i 100.000 s
540.000 i 100.000 s
540.000 i begroting 100.000 s begroting
i i s i s s i i
100.000 i 0 i 500.000 s 0 i 82.000 s 150.000 s 250.000 i 0 i
0 0 500.000 0 82.000 150.000 250.000 0
0 0 500.000 0 82.000 150.000 0
i i
PM i 0 i 1.722.000 832.000 s 890.000 i
i
0
100.000 90.000 500.000 100.000 82.000 150.000 250.000 PM 382.000 PM 1.300.000 3.594.000 832.000 2.380.000
178
0
s i
0 0 0 0 0 0 0 0 564.760 527.260 37.500
i i i i i i i i
0 i begroting
s i
i i s i s s i i
s i
i pnota i begroting s pnota i begroting s begroting s pnota i pnota i begroting begroting
0 i 1.622.000 832.000 s 790.000 i
0 i begroting 1.372.000 832.000 s 540.000 i
Bijlage 3. HSV en FSD Hervorming Stedelijke Vernieuwing (HSV) De centrale stad is voornemens een aantal activiteiten onder de noemer ‘stedelijke vernieuwing’ te hervormen. Beoogd wordt om: 1.
2. 3. 4.
verschillende subsidiestromen te bundelen: budgetten uit het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing 2013/2014, het Programma Maatschappelijke Investeringen, de knelpuntenpot Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, de Wijkaanpak en de openbare ruimte en groengelden worden gebundeld tot een gemeentelijke doeluitkering Hervorming Stedelijke Vernieuwing (HSV); dit budget op een sterk toegespitste wijze in te zetten: van de 33 stedelijke vernieuwinggebieden blijven er nog 8 over; doelstellingen voor de focusgebieden te integreren en te reduceren tot twee hoofddoelstellingen: 1. verbetering van de sociaal economische positie van de bewoners en 2. verbetering van de waardering van de leefkwaliteit van de buurt; de monitoring en sturing verder toe te spitsen en te intensiveren.
De definitieve toekenning van de stedelijke middelen vindt plaats bij de vaststelling van de begroting 2013 van de gemeente Amsterdam. Er zijn binnengemeentelijke afspraken gemaakt over de realisatie van geformuleerde doelstellingen. Daarbij is de keuze gemaakt voor buurtcombinaties met de laagste scores op zowel de waardering van de leefkwaliteit als de sociaaleconomische positie. Daarmee wordt beoogd te voorkomen dat de meest kwetsbare gebieden verder afglijden en dat verschillen binnen de stad groter worden. Tegelijkertijd wordt geprobeerd, in een tijd dat minder financiële middelen voorhanden zijn, door middel van sterke concentratie en sturing effecten te bewerkstelligen. Voor stadsdeel Zuidoost zijn Bijlmer Centrum en Holendrecht/Reigersbos als stedelijke vernieuwingsgebieden vastgesteld. In het hierna opgenomen overzicht staan de voorgestelde activiteiten per programmalijn die zijn ingediend bij de centrale stad. Bij de 1ste Bestuursrapportage 2013 wordt nader gerapporteerd over de besluitvorming in de gemeenteraad wat betreft het programma HSV 2013. De verantwoording van deze middelen geschiedt te zijner tijd onder dezelfde voorwaarden als de afrekening van de ISV- en Prachtwijkgelden.
Fonds Sociaal Domein (FSD) In de Programmabegroting 2012 is de stelpost Fonds Sociaal Domein (FSD) ingesteld. Zoals aangekondigd in de Perspectiefnota 2013 betreft FSD een structureel fonds met middelen van de stadsdeelbegroting. In deze bijlage is behalve het projectenoverzicht HSV een totaaloverzicht van FSD-bestedingsvoorstellen opgenomen. De FSD-bestedingsvoorstellen zijn ook terug te vinden in de programmahoofdstukken, bij de prioriteiten (met dekking FSD). De voorstellen komen, op drie voorstellen na, uit het Uitvoeringsplan Participatie 2013.
Afloop ISV 2013-2014 In de 1ste Bestuursrapportage 2012 en Perspectiefnota 2013 hebben wij gemeld dat het Investeringsfond Stedelijke Vernieuwing (ISV) met ingang van 2013 wordt afgebouwd door het beschikbaar stellen van € 0,6 miljoen door de centrale stad om eventuele knelpunten op te vangen. In het hierna opgenomen financieel overzicht treft u, conform eerdere besluitvorming (1ste Bestuursrapportage 2012 en Perspectiefnota 2013) het bestedingsvoorstel aan van de aflopende ISV projecten tot en met 2014. De restantmiddelen dienen uiterlijk in 2014 besteed te worden. Met de huidige middelen dienen de huidige projecten te worden afgerond.
179
Hervorming Stedelijke Vernieuwing (HSV)
PROGRAMMALIJNEN PER FOCUSGEBIED
Begroting 2013 €
Holendrecht/ Reigersbos Programmalijn 1. Meer kansen voor de jeugd Programmalijn 2. Zelfredzaamheid (integratie en participatie) Programmalijn 3. Wijkeconomie ( werk en inkomen) Programmalijn 4. Leefbaarheid
939.000 739.000 575.000 3.090.000
Overig
482.500
Totaal
5.825.500
PROGRAMMALIJNEN PER FOCUSGEBIED
Begroting 2013
Bijlmer Centrum Programmalijn 1. Meer kansen voor de jeugd Programmalijn 2. Zelfredzaamheid (integratie en participatie) Programmalijn 3. Wijkeconomie ( werk en inkomen) Programmalijn 4. Leefbaarheid
180
997.000 909.000 575.000 3.510.000
Overig
507.500
Totaal
6.498.500
Zuidoost Werkt! (Inclusief Kansrijk werkt!, De Vakschool, Leerkans en Fietsproject, UZO werkt!) Activerings- en toeleidingsactivivteiten (Kansrijk) Ondernemershuis Zuidoost Banenmarkt
Buurtschool Co ouder Studiehuis Mentorpool Weekendcollege Childeren's University/Ambassadeursnetwerk ZO Brede School voortgezet onderwijs Jouw idee, maak het waar!
Stimuleringsregeling lidmaatschap sportverenigingen Co financiering uitvoering Sportplan Proeftuin om het kind (Venserpolder) Opvoedingsondersteuning in de thuissituatie
Jongerenschuldhulpverlening
Participatiemarkten Eigen kracht conferenties Drugspreventie en dagbesteding Gezondheidsweek, incl. gezondheidsmarkt Multicultureel Kenniscentrum voor ouderen
Professionalisering creatieve ondernemers Amateurkunst Stimuleringsbudget Bijlmermakers Programmatische versterking broedplaatsen Kunst in openbare ruimte en erfgoed Talentontwikkeling entertainmentindustrie
4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 6
7 7 5 5 6
6 6 2 6 6
8 8 8 8 8 8
PRG Naam interventie 6 Kansrijk huis aan huis aanpak
€ 10.000 € 40.000 € 90.000 € 56.000 € 50.000 € 596.000 € 50.000 € 10.000 € 25.000 € 20.000 € 50.000 € 155.000 € 30.000 € 15.000 € 50.000 € 50.000 € 45.000 € 35.000
€ 150.000 € 70.000 € 50.000 € 20.000 € 290.000 € 90.000 € 25.000 € 50.000 € 50.000 € 25.000 € 50.000 € 50.000 € 10.000
Geen Geen Geen Geen Geen Geen
Geen Geen
geen geen
Geen
Geen Geen Geen Geen Geen Geen
Geen Geen
181
€ 40.000 Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport € 200.000 Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport Totaal programmalijn Jeugd, Onderwijs en Sport € 136.000 Zorg € 20.000 Zorg € 140.000 Zorg Zorg Zorg Totaal programmalijn Zorg Cultuur Cultuur Cultuur Cultuur Cultuur Cultuur
€ 1.050.000 Werk € 202.000 Werk Werk Werk Totaal programmalijn Werk € 346.000 Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport Jeugd, Onderwijs en Sport € 46.000 Jeugd, Onderwijs en Sport
Co financiering Benodigd budget focusgebieden 2013 en 2014 2013 (bedragen zijn voor 2 jaar) Programmalijn € 250.000 Geen Front office € 250.000 Totaal programmalijn Front Office
Prioriteiten vanuit Fonds Sociaal Domein 2013 (= Uitvoeringsplan Participatie 2013 + overige prioriteiten)
Bewonersinitiatieven Vergroting bewonersbetrokkenheid bij veiligheid Verkiezing schoonste straat van Zuidoost Buurtambassadeurs Zuidoost Schoon
Beschikbare ruimte FSD 2013
Totaal beschibaar budget
Bij P-nota opgevoerde prio met eigen dekking tlv FSD inzake OKC (blijft beslispunt bij begroting 2013)
Totaal opgevoerde prio's FSD Totaal beschibaar budget in begroting d.d. 16082012
2 Jeugd en veiligheid 6 frictiekosten Samen Doen 6 No Limit: structurele uitvoeringskosten
12 2 9 12 9
PRG Naam interventie
64.000
2.480.000
€ 2.416.000
€ 2.016.000 € 200.000 € 50.000 € 150.000 € 400.000
Benodigd budget 2013 € 225.000 € 75.000 € 30.000 € 10.000 € 40.000 € 15.000 € 170.000 € 180.000 € 150.000
182
Totaal Uitvoeringsplan Participatie 2013 € 1.300.000 Overig FSD Overige prio's buiten FSD Overige prio's buiten FSD Totaal overig FSD
Co financiering focusgebieden 2013 en 2014 (bedragen zijn voor 2 jaar) Programmalijn Totaal programmalijn Cultuur € 450.000 Civil Society en Veiligheid Geen Civil Society en Veiligheid Geen Civil Society en Veiligheid € 160.000 Civil Society en Veiligheid € 60.000 Civil Society en Veiligheid Totaal programmalijn Civil Society en Veiligheid Uitvoeringskosten Programma Participatie (inclusief communicatie) Uitvoeringskosten Programma Participatie inzet directie realisatie
183
1.950.000
30.000 30.000 40.000 20.000 140.000 20.000 100.000 75.000 60.000 30.000 75.000 55.000 310.000 170.000 20.000 10.000 0 0 0 0 0 0 0
200.000 140.000 160.000 20.000 40.000 145.000 60.000
1.855.000
200.000 140.000 160.000 20.000 30.000 120.000 120.000 0 30.000 15.000 40.000 20.000 120.000 20.000 100.000 75.000 40.000 50.000 0 55.000 310.000 170.000 20.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1.746.903
1.461.616
0 230.000 11.616
125.000 100.000 0 5.000 30.000 0 0 0 20.000 15.000 0 20.000 240.000 20.000 50.000 75.000 0 40.000 0 0 310.000 170.000 0 0 0 0 0
saldo ISV 2013-2014
Budget ISV periode 2013-2014 1. Restbudgetten 2011 en 2012 2. Landingsgelden 2013 3. prio aanvraag gaasperdam studie en uitwerking 2012 Totaal ISV 2013-2014
1.555.000
310.000 170.000 20.000 0 0 0 0 0 0 0 0
200.000 140.000 160.000 0 20.000 120.000 120.000 0 0 15.000 40.000 0 100.000 20.000 100.000 0 0 20.000 0
169.732 91.884 269.036 9.000 22.610 92.086 35.423 0 15.115 37.500 53.840 16.650 191.114 14.865 77.174 5.891 8.100 2.340 90.209 48.477 310.000 170.000 0 0 0 138 13.300 2.420 0 0 1.175.500
0 220.500
0 30.000 0 0 310.000 170.000 0 0 0 0 0
125.000 100.000 0 0 20.000 0 0 0 0 10.000 0 0 140.000 0 50.000
0
3.747.669 586.350 50.000 4.384.019
4.384.019
419.732 291.884 269.036 14.000 72.610 92.086 35.423 0 35.115 62.500 53.840 36.650 571.114 34.865 177.174 80.891 8.100 72.340 90.209 48.477 930.000 510.000 0 0 0 138 13.300 2.420 0 450.500 0
Begroting 2012
Begroting 2014
Totaal Actualisatie Actualisatie Actualisatie benodigd voor begroting begroting begroting afronding ISV 2012** 2013 2014 tot 2014
Begroting 2013
Actualisatie ISV ten behoeve van programmabegroting 2013
Verdeling ISV gelden programmabegroting 2012
** Actualisatie begroting 2012 is gebaseerd op prognose uitgaven tot en met september 2012. Bij de 1e bestuursrapportage 2013 wordt op basis van de werkelijke uitgaven 2012 een actualisatie opgesteld. De afloop van het ISV-budget zal periodiek worden bijgesteld.
*Hiervoor wordt ook €54.000 aangevraagd in programma 3
Subtotaal
1 Bijlmerpark 2 Parkenwig (BA 39,98 en 106) 3 ArenaPoort Oost 4 Feestzaal 5 Driemond 6 Centrumgebied Holendrecht West 7 Integrale gebiedsaanpak Holendrecht Proceskosten Holendrecht 8 Mandir 9 Kortvoort 10 Drostenburg-Dubbelink 11 Rouwcentrum 12 Winkelcentrum Gein 13 Verkoop Vrije Kavels 14 Juridische ondersteuning stedelijke vernieuwing 15 Openbare ruimte plan (BA93) 16 Bomenplan (BA93) 17 Natuurzoom (BA95) 18 Floriade en Stadslandbouw 19 Heesterveld 20 PVB 21 Onderzoek Openbare Ruimte door WB 22 Toeristisch recreatieve ontwikkeling zuidzijde ZO 23 Openbaar vervoer Schiphol A'dam Almere Lelystad 24 Verkeers- en vervoersplan 25 Waterplan 26 Ecologienota 27 Vervolgonderzoek Elsrijkdreef 28 Ruimtemonitor Zuidoost Openbare ruimte Holendrecht uitvoering fietsbeleid*
Projectomschrijving
BIJLAGE ACTUALISATIE ISV 2013-2014
BIJLAGE 4 Grondexploitatie omschrijving
plannummer
boekwaarde
verwacht
1-1-2012
eindjaar
PP 100104 Grondexpl. Vernieuwing Bijlmermeer: 2012
Restwerken Bijlmerdreven
280.05
3.802
Voorzieningenstrook Grubbehoeve
280.40
45.055
Grubbehoeve/Grunder won.bouw
280.41
5.623.320-
2012
Restwerken Voorzieningenstrook
280.43
463.715
2011
Noordoostzijde/ 's Gravendijkdreef
280.44
46.301
2016
E-buurt West
280.45
9.873.031-
2013
E-buurt Oost
280.47
10.406
2020
Marktplein
280.50
4.799.070
2015
Hoofdinfra
280.54
27.568.258
2012
Marktplein Zuid
280.55
5.524.539
2013
F-eiland Zuid
280.65
2.055.456-
2013
D- buurt
280.70
2.635.940
2016
K- midden
280.81
25.768.935
2015
Laag Kralenbeek
280.84
4.008.126-
2014
Laag Kouwenoord
280.87
5.282.822-
2015
Kromwijkdreef
280.88
201.922
2012
Restwerken Kempering
280.92
569.622
2013
Hakfort Huigenbos
280.97
568.210-
2016
Totaal PP 100104 Vernieuwing bijlmermeer
40.226.602
PP 100206 Grondexpl. Centraal Vereveningsfonds: 2012
Wisseloordplein
219.26
213.184-
Restwerken Voltooiingswerken
219.27
147.237
Gooiseweg Oost
280.52
2.619.322
2015
Bijlmerpark Midden
280.57
26.791.814
2014
Centrumgebied Zuidoost
282.02
24.940.425-
2015
Loosdrechtdreef
282.12
1.335.551
Winkelcentrum Reigersbos
282.15
2011 2011
Kortvoort
282.20
1.502.472
2013
Driemond
282.21
247.008
2015
Totaal PP 100206 Centraal Vereveningsfonds
Totaal generaal Grond exploitatie
184
7.489.795
47.716.397
185
PG13 Financiering en algemene dekkingsmiddele
PG12 Bestuur en ondersteuning
PG11 Stedelijke ontwikkeling
PG11 Stedelijke ontwikkeling
PG11 Stedelijke ontwikkeling
PG09 Openbare ruimte en groen
PG08 Cultuur en monumenten
PG08 Cultuur en monumenten
PG08 Cultuur en monumenten
PG07 Sport en recreatie
PG07 Sport en recreatie
PG07 Sport en recreatie
PG07 Sport en recreatie
PG07 Sport en recreatie
PG07 Sport en recreatie
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG06 Welzijn en zorg
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG05 Onderwijs en Jeugd
PG04 Werk, inkomen en economie
PG02 Openbare Orde en veiligheid
Programma
I/S MJB 2013 MJB 2014 MJB 2015 MJB 2016 S 81.979,00 81.979,00 81.979,00 81.979,00 I 100.000,00 100.000,00 0 0 S 828.916,00 828.916,00 828.916,00 828.916,00 I 436.000,00 0 0 0 S 736.153,00 723.653,00 723.653,00 723.653,00 S 241.780,00 241.780,00 241.780,00 241.780,00 S 1.398.136,00 1.398.136,00 1.398.136,00 1.398.136,00 S 38.627,00 38.627,00 38.627,00 38.627,00 S 251.005,00 251.005,00 251.005,00 251.005,00 I 5.360.734,00 5.596.734,00 5.596.734,00 5.596.734,00 S 1.225.706,00 1.225.706,00 1.225.706,00 1.225.706,00 S 745 745 745 745 S 2.328.357,00 2.328.357,00 2.328.357,00 2.328.357,00 I 75.000,00 75.000,00 0 0 S 54.383,00 54.383,00 54.383,00 54.383,00 S 35.231,00 35.231,00 35.231,00 35.231,00 S 157.879,00 157.879,00 157.879,00 157.879,00 S 188.942,00 188.942,00 188.942,00 188.942,00 I 42.500,00 0 0 0 S 36.024,00 36.024,00 36.024,00 36.024,00 S 2.471.976,00 2.391.977,00 2.391.977,00 2.391.977,00 S 154.599,00 154.599,00 154.599,00 154.599,00 S 10.120,00 10.120,00 10.120,00 10.120,00 S 33.093,00 33.093,00 33.093,00 33.093,00 I 11.508,00 0 0 0 S 1.329.271,00 1.331.857,00 1.331.857,00 1.331.857,00 I 30.000,00 30.000,00 0 0 S 35.634,00 35.634,00 35.634,00 35.634,00 S 1.734.139,00 1.284.139,00 1.284.139,00 1.284.139,00 S 1.555.523,00 1.555.523,00 1.555.523,00 1.555.523,00 I 50.000,00 40.000,00 30.000,00 0 S 41.781,00 41.781,00 41.781,00 41.781,00 S 74.614,00 74.614,00 74.614,00 74.614,00 I 22.500,00 22.500,00 22.500,00 0 S 420 420 420 420 I 15.000,00 15.000,00 0 0 S -16.244,00 -18.830,00 -18.830,00 -18.830,00 21.172.031,00 20.365.524,00 20.135.524,00 20.083.024,00
* De subsidieverstrekking aan Peuterspeelzaalwerk wordt gedekt uit de VVE - middelen, dus budgetneutraal. De subsidieverstrekking aan de Peuterspeelzaalwerk is dus afhankelijk van de bijdrage uit de VVE - middelen. Vooralsnog gaan we uit van de bijdrage uit de VVE-gelden.
Programmaproduct PP0202 Openbare orde en veiligheid PP0402 Economie PP0501 Lokaal onderwijs- en jeugdbeleid PP0501 Lokaal onderwijs- en jeugdbeleid PP0508 Lokaal onderwijs PP0508 Lokaal onderwijs PP0510 Brede school activiteiten PP0511 Jeugd- en jongerenwerk PP0513 Peuterspeelzaalwerk PP0513 Peuterspeelzaalwerk* PP0514 Ouder- en Kindcentra (OKC) PP0514 Ouder- en Kindcentra (OKC) PP0602 Zelfstandige huishouding PP0602 Zelfstandige huishouding PP0603 Fysieke woonproblemen PP0604 Mantelzorg PP0605 Vrijwilligerswerk PP0606 Sociale redzaamheid PP0606 Sociale redzaamheid PP0609 Gezondheidsbevordering PP0611 Sociale samenhang en actief burgerschap PP0612 WMO (algemeen) PP0701 Sportbeleid PP0702 Sportactiviteiten PP0703 Sportaccommodaties PP0703 Sportaccommodaties PP0703 Sportaccommodaties PP0704 Overige recreatieve voorzieningen PP0802 Openbaar bibliotheekwerk PP0803 Kunst en cultuur PP0803 Kunst en cultuur PP0904 Openbaar groen PP1104 Wonen PP1104 Wonen PP1104 Wonen PP1203 Bestuurs-ondersteuning PP1308 Saldo van kostenplaatsen Totaal
Bijlage 5 Subsidiestaat 2013-2016