Programmabegroting 2013
2/106
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .......................................................................................................................... 3 1.
Aanbiedingsbrief ................................................................................................................ 5
2.
Financiële beschouwing ....................................................................................................... 7
3.
Programma’s ................................................................................................................... 10 Programma 01. Burgerzaken en algemeen bestuur .................................................................... 10 Programma 02. Openbare orde en veiligheid / integrale handhaving ............................................. 15 Programma 03. Verkeer, vervoer en openbare ruimte................................................................. 20 Programma 04. Economische zaken en toerisme ........................................................................ 26 Programma 05. Milieu en water ............................................................................................... 31 Programma 06. Sport en cultuur ............................................................................................. 36 Programma 07. Maatschappelijke zorg ..................................................................................... 40 Programma 08. Integraal jeugdbeleid ...................................................................................... 44 Programma 09. Werk en inkomen............................................................................................ 50 Programma 10. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting ........................................................... 54 Programma 11. Algemene dekkingsmiddelen ............................................................................ 60
4.
Recapitulatie programmabegroting ..................................................................................... 64
5.
Incidentele lasten en baten ................................................................................................ 66
6.
Vaststelling programmabegroting 2013-2016 ....................................................................... 68
7.
Paragrafen ...................................................................................................................... 69 7.1
Weerstandsvermogen................................................................................................ 69
7.1.1
Inleiding .......................................................................................................... 69
7.1.2
Berekening weerstandscapaciteit ......................................................................... 69
7.2 7.2.1 7.2.2 7.3
Verbonden partijen ................................................................................................... 76 Publiekrechtelijke rechtspersonen........................................................................ 76 Privaatrechtelijke rechtspersonen ........................................................................ 82 Onderhoud kapitaalgoederen ...................................................................................... 85
7.3.1
Onderhoud wegen ............................................................................................. 85
7.3.2
Onderhoud riolering .......................................................................................... 85
7.3.3
Onderhoud groen .............................................................................................. 85
7.3.4
Onderhoud gebouwen ........................................................................................ 85
7.4
Lokale heffingen ....................................................................................................... 87
7.4.1
Harmonisatie belastingverordeningen in kader van samenwerking met Asten ............. 88
7.4.2
Onroerende-zaakbelastingen (OZB) ..................................................................... 88
7.4.3
Hondenbelasting ............................................................................................... 89
7.4.4
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten ............................................................... 89
7.4.5
Rioolheffing...................................................................................................... 90
7.4.6
Rioolaansluitrecht ............................................................................................. 90
7.4.7
Niet-ingezetenenbelasting .................................................................................. 90
7.4.8
Leges .............................................................................................................. 91
7.4.9
Woonlasten meerpersoonshuishouden regionaal .................................................... 92
7.4.10
Kwijtschelding .................................................................................................. 93
3/106
7.5
Bedrijfsvoering ......................................................................................................... 94
7.5.1
Inleiding .......................................................................................................... 94
7.5.2
Kerntakendiscussie ........................................................................................... 94
7.5.3
Samenwerking met Asten .................................................................................. 94
7.5.4
Artikel 213a Onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid...................................... 95
7.5.5
Samenwerking in de Peel ................................................................................... 95
7.5.6
Verdere ontwikkelingen ..................................................................................... 95
7.5.7
Ontwikkeling van de bedrijfsvoering .................................................................... 96
7.6
Financiering ............................................................................................................. 97
7.6.1
Inleiding .......................................................................................................... 97
7.6.2
Treasurybeheer ................................................................................................ 97
7.6.3
Gemeentefinanciering ........................................................................................ 98
7.7
Grondbeleid ........................................................................................................... 100
7.7.1
Bestuurlijke doelstelling ................................................................................... 100
7.7.2
Beleidsuitgangspunten ..................................................................................... 100
7.7.3
Samenvatting van gemeentelijke doelstellingen grondbeleid.................................. 101
7.7.4
Stelsel nieuwe regelgeving ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 in werking getreden .. 101
7.7.5
Doelstellingen ................................................................................................ 102
7.7.6
Resultaat grondexploitaties in de gemeente Someren ........................................... 103
7.7.7
Verkoop gronden, handhaving illegaal grondgebruik............................................. 105
4/106
1.
Aanbiedingsbrief
Algemene inleiding Met genoegen bieden wij u de programmabegroting 2013 aan. Hierin is tevens opgenomen de meerjarenbegroting 2013-2016. Als basis van de voorliggende programmabegroting hebben alle in de programma’s genoemde beleidsnota’s gediend. Daarnaast heeft een verdere actualisatie van het in het voorjaar 2010 gepresenteerde coalitieprogramma plaatsgevonden. Alle gewenste investeringen zijn opgenomen in het Investeringsprogramma 2013-2016. Opbouw De programmabegroting 2013 van de gemeente Someren is als volgt opgebouwd: *
Aanbiedingsbrief;
*
Financiële beschouwing;
*
Programma’s inclusief programmakaarten;
*
Recapitulatieoverzicht programma’s;
*
Vaststelling programmabegroting 2013-2016;
*
Paragrafen
Programma’s Evenals voorgaande jaren is er voor gekozen om voorgenomen activiteiten in de vorm van programmakaarten te presenteren. Paragrafen In de wettelijk voorgeschreven paragrafen wordt het beleid van een aantal onderdelen nader belicht. Het betreft hier niet een extra programma bovenop de zelf gekozen programma’s, maar het gaat om onderwerpen die in principe dwars door alle programma’s heen kunnen lopen. De verplichte paragrafen zijn achtereenvolgens: lokale lasten, grondbeleid, verbonden partijen, kapitaalgoederen, weerstandsvermogen, treasury en bedrijfsvoering. Financiën In juni werd de Kadernota 2013 gepresenteerd waarin naast de resultaten van de kerntakendiscussie ook het voorgenomen investeringsprogramma 2013-2016 is verwerkt. Een vergelijking van de begrotingscijfers 2012 met de destijds gepresenteerde voordelige resultaten volgens de Kadernota 2013 is opgenomen in het volgende overzicht.
5/106
Meerjarenperspectief exploitatie 2013-2016 Jaar
kadernota
begroting
verschil
2013
-103
538
641
2014
44
312
268
2015
-307
-245
62
2016
-175
-564
-389
Resultaten volgens Kadernota 2013 en begroting 2013 Op de korte termijn is er sprake van een positieve ontwikkeling van het resultaat die meerjarig een dalende tendens vertoond en in 2016 omslaat in een verdere toename van het te verwachten nadelig resultaat. Een nadere analyse van de verschillen is opgenomen in het hoofdstuk financiële beschouwingen. Autorisatie begroting De raad dient de begroting als geheel vast te stellen. Uiteraard kan de raad daaraan voorafgaand wijzigingen aanbrengen in het voorliggende voorstel. Met het vaststellen door de raad autoriseert de raad het college tot het doen van de in de programmabegroting opgenomen uitgaven en investeringen respectievelijk tot het realiseren van baten. Tevens geeft de raad met het vaststellen van de begroting opdracht aan het college de opgenomen programma’s, het daaraan ten grondslag liggende beleid en de paragrafen uit te voeren. Over deze uitvoering legt het college verantwoording af aan de raad middels de zomernota en de jaarstukken. De presentatie van deze stukken zullen ook gebaseerd zijn op de programma-indeling. Behandelprocedure Voor de behandeling van de programmabegroting 2013 wordt de volgende procedure voorgesteld. In week 41 wordt de begroting behandeld in de functionele commissies. Op 8 oktober wordt raadsen commissieleden de gelegenheid geboden tot het stellen van detail- en technische vragen. Het is niet de bedoeling dat in die bijeenkomst bestuurlijke of beleidsmatige verklaringen worden afgelegd. Indien bestuurlijke of beleidsmatige vragen worden gesteld, dan zullen deze worden doorverwezen. De inhoudelijke behandeling van de programmabegroting 2013 vindt plaats in de raadsvergadering van woensdag 31 oktober 2012. Tot slot Wij hopen dat deze begroting u in staat stelt uw kaderstellende en controlerende taak zodanig uit te oefenen, dat op een verantwoorde wijze richting kan worden gegeven aan de toekomst van Someren. Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. A.P.M. de Kok,
A.P.M. Veltman.
6/106
2.
Financiële beschouwing
Inleiding Zoals in de Kadernota reeds aangegeven hebben we, in afwijking van de geformuleerde beleidsdoelstelling om een meerjarig sluitende begroting te presenteren, gekozen voor een sluitende begroting 2013. Aanleiding hiervoor zijn de vele onduidelijkheden als het gaat om de toekomstige financiële positie van de gemeente. Wij hopen dat we bij het opstellen van de Kadernota 2014 hierover meer duidelijkheid zullen krijgen van het nieuw te vormen kabinet. Op basis van de beschikbare informatie mag worden verwacht dat we nog verder zullen worden gekort op de algemene uitkering. Vooruitlopend hierop zijn we inmiddels bezig om diverse scenario’s in beeld te brengen zodat we deze “op de plank” hebben liggen zodra er meer inzicht bestaat in de hoogte van te verwachten korting op de algemene uitkering. Meerjarenperspectief In onderstaand overzicht is een analyse opgenomen van de ontwikkeling van de resultaten ten opzichte van de in de Kadernota gepresenteerde resultaten. Stand kadernota Saldo
2013
2014
-103
2015
2016
44
-307
-175
Opheffen nadelig resultaat Kadernota: Aanpassing storting wegen naar inc. Div. aanp. buitengebied naar inc.
86 21
Operatie "Lucht uit de begroting"
63
63
63
63
-77
-91
-40
-40
-161
-161
-161
13 64 87 47 498
12 61
-79 41
-161 -96 -86 -19
384
238
-50
538
312
-245
-564
Kerntakendiscussie Overige bijstellingen: Bijstandsuitkeringen Vervallen bijdrage BTW-compensatiefonds Asielzoekers Reïntegratie Algemene uitkering Onderuitputting Overige posten met name grondexploitatie Resultaat
Nadere toelichting Opheffen nadelig resultaat Kadernota Om te komen tot een sluitende begroting 2013 hebben we besloten de IP-posten aanpassing storting wegen en diverse aanpassingen buitengebied niet ten laste van de exploitatie te brengen maar deze te betalen uit de reserve incidenteel.
7/106
Operatie lucht uit de begroting Naar aanleiding van het forse rekeningresultaat 2011 zijn alle begrotingsposten nog eens kritisch doorgelopen. In het gepresenteerde meerjarenperspectief van de Kadernota 2013 werd rekening gehouden met een voordeel van € 200.000,-. Uiteindelijk leverde deze operatie € 263.000,- op. Kerntakendiscussie De kerntakendiscussie levert op basis van de huidige inzichten een te verwachten bijstelling op van € 40.000,-. Dit betreft de post straatverlichting. Het opgenomen nadeel is op te splitsen in twee elementen: 1. Niet gerealiseerd deel van de taakstelling (€ 20.000,-). De opgenomen taakstelling van € 25.000,- blijkt in de praktijk zeer lastig te realiseren. Met name de keuze van het gewenste verlichtingsniveau is hierbij van essentieel belang. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat van deze taakstelling € 5.000,- wordt gerealiseerd. 2. Niet in begroting opgenomen exploitatiekosten (€ 20.000,-). Vanwege uitbreiding van het aantal lichtmasten gedurende de afgelopen jaren en stijging van de energiekosten verwachten we jaarlijks € 17.000,- extra nodig te hebben. Daarnaast is er nog een bedrag van € 3.000,- nodig. Dit betreft de jaarlijkse kosten van het groencertificaat en de hogere kosten die verband houden met het inkopen van energie. De extra opgenomen kosten in de jaren 2013 en 2014 worden veroorzaakt door een tijdelijke compensatie in de vorm van extra subsidie aan de Ruchte. Dit in verband met opgetreden leegstand in diverse ruimten in de Ruchte. Voor de jaren 2013 en 2014 wordt jaarlijks € 35.000,-beschikbaar gesteld. Overige bijstellingen Bijstandsuitkeringen De laatste jaren zijn de kosten van bijstandverlening constant gebleven waarbij de ramingen in de begroting achter bleven bij de werkelijke cijfers. Daar de huidige economische malaise naar verwachting veel langer zal duren dan oorspronkelijk werd aangenomen, wordt voorgesteld het begrotingsbedrag voor de jaren tot en met 2016 met € 161.000,- te verhogen. Met deze bijstelling komen wij op het niveau van de werkelijke bijstandsverlening 2011 en de verwachte bijstandsverlening 2012. Vervallen bijdrage BTW-compensatiefonds Tot met 2015 wordt jaarlijks een bijdrage vanuit het BTW-compensatiefonds aan de exploitatie gedaan. In 2016 is de stand van de reserve nihil en wordt de bijdrage aan de exploitatie beëindigd. Asielzoekers/Reïntegratie Vanaf 2012 zijn de door het Rijk vastgestelde budgetten fors gedaald. Het lastennivo van reïntegratie en asielzoekers daarentegen is nagenoeg gelijk gebleven.
8/106
De komende begrotingsjaren worden derhalve flinke tekorten verwacht. De eerste jaren kunnen deze tekorten nog ten laste van de hiervoor bestemde reserves (basisvoorziening en asielzoekers) worden gebracht. In 2015 wordt het tekort nog deels uit de reserves betaald. Met ingang van 2016 zijn deze echter volledig opgesoupeerd en komen tekorten volledig ten laste van de exploitatie. Algemene uikering Dit bedrag betreft de transitiekosten Jeugdzorg en AWBZ welke wel als kosten werden opgevoerd maar niet in het bedrag van de algemene uitkering werden betrokken. Onderuitputting Dit betreft het in de begroting opgenomen incidenteel voordeel als gevolg van vertraging van investeringen. Overige posten met name grondexploitatie Belangrijkste oorzaak van het verschil in het resultaat ten opzichte van de Kadernota 2013 is de grondexploitatie. De grondexploitatie als zodanig maakt geen onderdeel uit van het resultaat van de begroting. Financiële resultaten van het grondbedrijf worden namelijk direct verrekend met de algemene reserve grondbedrijf. De gemeente zorgt echter wel voor de financiële middelen van het grondbedrijf. In de functie van bankier ontvangt de gemeente jaarlijks rente. Deze rente wordt berekend over het in het grondbedrijf geïnvesteerde vermogen. De huidige economische malaise heeft geleid tot een forse vertraging van de uitgifte van gronden. Daarnaast is onlangs de grond van het Laurus-complex aangekocht. Beide aspecten hebben tot gevolg dat het geïnvesteerde vermogen onverminderd hoog blijft (veertien miljoen euro hoger dan bij het opstellen van de begroting 2012 werd aangenomen). De hogere rentelasten van het grondbedrijf leiden tot meer rente-inkomsten voor de gemeente en hebben als zodanig een positief effect op de begrotingsresultaten. Vanaf 2014 wordt een duidelijk herstel van de uitgifte verwacht waardoor de jaarlijkse rentevoordelen voor de gemeente geleidelijk afnemen Dit is ook de belangrijkste verklaring voor de afname van het begrotingsresultaten. De met de forse investeringen gepaard gaande extra rentelasten van het grondbedrijf brengen ook financiële risico’s met zich mee. Het is dan ook van groot belang de ontwikkeling van de resultaten van de diverse grondexploitaties nauwlettend te volgen. Om risico’s van de grondexploitaties te beperken is op basis van de richtlijnen van de provincie de toegerekende rente aan de grondexploitatie verlaagd van 4,5% naar 4%. In de berekeningen van de resultaten van de bestemmingsplannen, zoals opgenomen in de paragraaf grondbeleid, is rekening gehouden met de vertraagde uitgifte en deze verlaagde rente. De gepresenteerde resultaten laten zien dat vooralsnog geen aanvullende maatregelen nodig zijn.
9/106
3.
Programma’s
Programma 01. Burgerzaken en algemeen bestuur Inleiding Someren stelt het belang van haar burgers centraal, maar wil geen betuttelende overheid zijn die alles wil regelen, controleren en beheersen. We kiezen er voor om de regie te voeren en te faciliteren. We laten meer over aan onze inwoners en verenigingen, zodat zij meer vrijheid, zeggenschap en verantwoordelijkheid krijgen. Dit vraagt om een goede samenwerking en rekening houden met elkaar. Wijkraden vormen daarin een belangrijke toegevoegde waarde, maar hun rol en inbreng moet wel duidelijk zijn. Om burgers meer bij gemeentelijk beleid te betrekken wordt burgerparticipatie steeds belangrijker. Dorps- en wijkraden kunnen bij de invulling van burgerparticipatie een rol spelen. In 2012 is de notitie burgerparticipatie vastgesteld. Hierin is in kaart gebracht hoe Someren met burgerparticipatie en de inzet van dorps- en wijkraden omgaat. De notitie bevat een praktische handleiding, waarmee medewerkers per onderwerp kunnen zien wanneer en op welke manier zij burgerparticipatie kunnen inzetten. Daarnaast worden de uitgangspunten van burgerparticipatie in begrijpelijke vorm gecommuniceerd aan de inwoners en dorps- en wijkraden. Tevens zijn de afgelopen jaren diverse stappen ondernomen tot verdere deregulering. Dit zal de komende jaren nog verder worden doorgevoerd. Een ander speerpunt uit het coalitieprogramma 2010-2014 is een dienstverlening met duidelijke meerwaarde voor de burgers. De gemeente Someren heeft deze periode een inhaalslag te maken op het gebied van moderne, digitale toekomstgerichte dienstverlening. In de afgelopen jaren zijn reeds stappen in deze richting gezet. Deze stappen krijgen de komende jaren een vervolg. In 2013 wordt een nieuwe website in gebruik genomen waarbij de burger nog meer centraal wordt gesteld. De gemeenten Asten en Someren trekken hier wederom samen in op. Voor de nieuwe website is samen met Asten een visie opgesteld waarlangs de website wordt ontwikkeld. Voor de doorontwikkeling van de dienstverlening is het landelijke programma Antwoord© leidend met een centrale rol voor het klantcontactcentrum (KCC). Deze doorontwikkeling wordt vormgegeven aan de hand van het projectplan Antwoord/KCC dat in 2011 is opgesteld. Op 1 januari 2012 is het KCC op de begane grond van het gemeentehuis in gebruik genomen. Sinds 1 april 2012 wordt volledig op afspraak gewerkt. Op 1 juni 2013 moet de volgende mijlpaal in die ontwikkeling bereikt zijn en het KCC nadrukkelijker aan de voorkant een groot deel van de vragen kunnen afvangen. Er wordt fasegewijs gewerkt aan de ontwikkeling van diverse instrumenten en dienstverleningsprocessen om op 1 januari 2015 te voldoen aan de doelstellingen van Antwoord© fase 4 (Gemeente heeft Antwoord©). Een belangrijk onderdeel bij doorontwikkeling van de dienstverlening is het regelmatig monitoren. Een van de instrumenten die hiervoor gebruikt kunnen worden is de benchmark Waarstaatjegemeente.nl.
10/106
Met deze benchmark kan op relatief eenvoudige en goedkope wijze inzicht verkregen worden in de effecten van de wijzigingen welke doorgevoerd zijn in de dienstverlening. Deze benchmark is niet enkel gericht op de dienstverlening aan de burger. Het onderzoek is breder en geeft bijvoorbeeld ook informatie over het functioneren van de raad, hoe staat de gemeente tegenover de burger als bewoner, de burger als kiezer en de burger als belastingbetaler. Eerder is er voor gekozen om de benchmark in te zetten op die momenten in de ontwikkeling van de dienstverlening waarop de effecten van ingevoerde maatregelen kunnen worden gemeten. Om die reden ligt het voor de hand om in 2013, een jaar na ingebruikname van het KCC, wederom aan de benchmark deel te nemen. Als uitwerking van de aansturingvisie wordt dit samen met Asten uitgevoerd. Hiervoor wordt nog een voorstel gedaan. Gelet op de schaal van onze gemeente is samenwerking essentieel om de gemeentelijke taken te kunnen blijven verrichten. De 21 SRE-gemeenten hebben unaniem uitgesproken ook in de toekomst te willen blijven samenwerken. Door de Regionale Agenda 2011-2014 vast te stellen het toekomstdocument voor de betreffende periode- is de samenwerking op het gebied van economie, leefomgeving en sociale leefbaarheid vastgelegd. De SRE-regio wordt bestuurd op verschillende overheidsniveaus: lokaal, subregionaal en regionaal. Om de meest passende schaal van overheidssamenwerking bij projecten te kunnen bepalen is de Regionale Agenda in 2011 door drie hiervoor ingestelde werkgroepen nader uitgewerkt. De resultaten hiervan zijn in het Werkprogramma 2012 opgenomen. Bestuurlijke kaders
Landelijk project Minder regels, meer service
Kwaliteitshandvest 2009
Position paper Someren 2020
Coalitieprogramma Someren 2010-2014
Stappenplan burgerparticipatie
Communicatienota 2010-2014
Programma Antwoord©
Realisatieplan e-gemeenten
Regionale Agenda SRE
Besluitvorming kerntakendiscussie
Ontwikkelingen In 2012 is de Visienota Bestuur en bestuurlijke inrichting aangeboden aan de Tweede Kamer. Onderdeel hiervan is de afschaffing van de WGR+ status. Dit betekent dat een aantal verplichte wettelijke taken, waaronder Verkeer, weggaan bij het SRE en naar de provincie gaan. Gelet op de politieke ontwikkelingen is het nog onduidelijk welke gevolgen deze visienota zal hebben voor het SRE en de gemeenten. Eerder presenteerde de commissie Gemeentelijke Dienstverlening (commissie Jorritsma) haar visie op de dienstverlening. De kern van deze visie luidt: Uiterlijk in 2015 is op basis van de behoefte en logica van de burger sprake van een sterk gedigitaliseerde en burgergerichte publieke
11/106
dienstverlening waarbij 80% van de eerste contacten met de burger worden afgehandeld door de gemeente. Deze visie is door het kabinet onderschreven. De consequentie van deze visie is dat de gemeente op dat moment nagenoeg alle vragen van burgers, bedrijven en instellingen via alle kanalen moet kunnen afhandelen. Deze visie is uitgewerkt in het programma Antwoord © en is ook leidend voor de wijze waarop wij onze dienstverlening de komende periode verder gaan inrichten. Bij die verdere inrichting wordt gebruik gemaakt van de samenwerking met Asten. Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
01.01.1
Vergaande deregulering
Uitvoering
Uitvoering
Minder administratieve
en terugdringen van
dereguleringsplan
dereguleringsmaatregel
lasten voor burgers en
bureaucratie.
(conform kerntaken-
en
bedrijven.
discussie zie K01) 01.02.1
Herbezinning op de
Herbezinning op
Uitvoering geven aan
Lagere structurele
taken die we als
gemeentelijke taak
Plan van aanpak
lasten.
gemeente uitvoeren. 01.03.1
kerntakendiscussie
Een dienstverlening met
KCC conform Antwoord
Uitvoering gezamenlijk
Op 1-1-2015 is fase 4
duidelijke meerwaarde
©.
projectplan KCC.
van Antwoord ©
voor de burgers. 01.03.2
bereikt.
Een dienstverlening met
Website conform NUO-
Uitvoering gezamenlijk
De in het projectplan
duidelijke meerwaarde
Webrichtlijnen.
projectplan
voor 2013 beoogde
doorontwikkeling
resultaten.
voor de burgers.
website. 01.04.1
Een korte afstand
Actieprogramma
Uitvoeren
Een korte afstand
tussen burger en
communicatie 2013
actieprogramma
tussen burger en
communicatie 2013.
bestuur.
bestuur. 01.04.2
Een korte afstand
Actieprogramma
Opstellen
Een korte afstand
tussen burger en
communicatie 2014
actieprogramma
tussen burger en
communicatie 2014
bestuur.
bestuur.
12/106
Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Lasten
Meerjaren 2014
2015
2016
-3.712
-3.434
-3.284
-3.275
-3.173
-3.174
479
335
317
317
317
317
-3.233
-3.099
-2.967
-2.958
-2.856
-2.857
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-3.233
-3.099
-2.967
-2.958
-2.856
-2.857
Baten
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
-2.967.286
Saldo begroting 2012
-3.099.236
Totaal verschil
131.950
Investeringsprogramma 2013
0
Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten) Verschil bestaand beleid Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
0 131.950 191.905
Kerntakendiscussie: - Volksfeesten, doorbelasting kosten aan ondernemens deels overgeheveld naar programma 3 .
-7.000
College van B&W/MT: - Lagere pensioenverzekering voormalig wethouders i.v.m. overstappen verzekering.
16.700
Burgerzaken: - Lagere legesopbrengsten ID-kaarten (2012 piekjaar i.v.m. wetswijziging).
-10.000
Gis / Kadaster: - Overheveling onderhoudskosten software GIS.
7.500
Bestuurlijke samenwerking: - Overheveling bijdrage speciale taken SRE naar Algemene Bijdrage (zie programma
-57.100
4 en 5). Overige verschillen per saldo. Totaal verschil bestaand beleid
-10.055 131.950
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers
13/106
van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
14/106
Programma 02. Openbare orde en veiligheid / integrale handhaving Inleiding De kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2013-2016 zal de basis vormen voor het veiligheidsbeleid van de komende jaren. Aangezien het niet mogelijk is om alle activiteiten tegelijkertijd en met dezelfde intensiteit op te pakken, is het noodzakelijk om keuzes te maken en prioriteiten te stellen. In de kadernota worden daarom op basis van het leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek en de veiligheidsmonitor een aantal veiligheidsthema’s tot speerpunt benoemd. Op basis van de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid wordt er jaarlijks een uitvoeringsprogramma uitgewerkt. In dit uitvoeringsprogramma zijn de acties opgenomen die op de verschillende veiligheidsvelden uitgevoerd gaan worden. Om de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid te kunnen volgen en de effecten van het gevoerde veiligheidsbeleid te kunnen meten wordt er tweejaarlijks een veiligheidsmonitor uitgevoerd, waarbij inwoners van Someren gevraagd wordt aan te geven hoe zij de veiligheid ervaren. Deze gegevens vormen input voor het te voeren beleid. Het collegeprogramma voor de periode 2010-2014 geeft de richting aan waar we naar toe willen gaan met de handhaving. In februari 2011 heeft de raad het Handhavingbeleidsplan 2011-2015 vastgesteld, waarin de prioriteiten van de handhavingstaken voor de komende jaren zijn opgenomen. 1. De integrale handhaving in de Gemeente Someren wordt naar een hoger niveau getild. Het integraal werken is in 2009 ingevoerd en wordt voortgezet. Op basis van de ervaring en het voortschrijdend inzicht wordt structureel gewerkt aan dit doel. 2. We gaan strakker handhaven met als uitgangspunt dat we niet gedogen. Regels zijn regels en afspraken zijn afspraken. In het Handhavingbeleidsplan is de te volgen strategie vastgelegd. 3. Er komt extra inzet op handhaving van overlast door vernieling en vervuiling en verkeersovertredingen. Dit aspect wordt in 2012 opgepakt. 4. Strak handhaven van bestemmingsplan en milieuwetgeving. Dit aspect wordt meegenomen bij de integrale aanpak. 5. Bij bedrijfscontroles controleren we op hoofdlijnen als er ook al door andere instanties wordt gecontroleerd. Dubbele controles moeten worden voorkomen. Aan dit aspect wordt nu invulling gegeven door samenwerking met andere instanties. De uitvoering ligt vast in het jaarlijks op te stellen handhavingprogramma. Over de uitvoering wordt jaarlijks een verslag opgesteld. In het verslag wordt aangegeven of er aanleiding bestaat tot het tussentijds bijstellen van de prioriteiten in het handhavingsbeleid. Bestuurlijke kaders Coalitieprogramma 2010-2014 Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2013-2016 Handhavingbeleidsplan 2011-2015 Brandweerbeleidsplan 2011- 2015
15/106
Regionaal crisisplan Besluitvorming kerntakendiscussie Ontwikkelingen In 2012 is bestuurlijk besloten om aan te sluiten bij het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Zuidoost Nederland. Het RIEC vloeit voort uit de Convenant Bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad in Brabant-Zuidoost. Het is de bedoeling om naast extra inzet op opsporing en vervolging ook instrumenten te ontwikkelen voor een bestuurlijke aanpak van de georganiseerde misdaad. Binnen de bestuurlijke aanpak speelt de gemeente een belangrijke rol. Het RIEC ondersteunt bij de (bestuurlijke) aanpak van de georganiseerde misdaad. Speerpunten hierbij zijn: mensenhandel, georganiseerde hennepteelt, misbruik vastgoed, witwassen / onverklaarbaar verkregen vermogen, milieucriminaliteit en verwevenheid onderwereld en bovenwereld. Onder invloed van het landelijk programma, de vorming van de nieuwe politieregio, bezuinigingen en overige inhoudelijke ontwikkelingen is in 2012 de opdracht verstrekt aan de betrokken bestuurders van de Veiligheidshuizen in Oost-Brabant om een verkenning te starten voor een verdergaande vorm van samenwerking tussen de vier Veiligheidshuizen in de nieuw te vormen politieregio. De gemeente Someren maakt deel uit van het Veiligheidshuis Peelland. Daarnaast zal in 2013 verder vorm worden gegeven aan de regionalisering van de rampenbestrijding. In het Brandweerbeleidsplan 2011 – 2015 zijn de activiteiten voor de komende periode opgenomen. Eveneens is ruimschoots aandacht besteed aan de ontwikkelingen die zich voor zullen doen op het gebied van de organisatie van brandweertaken. Medio oktober 2010 is de nieuwe Wet Op de Veiligheidsregio’s (VR) behandeld. Daarbij is de minister bij motie opgedragen om tot een wettelijk verplichte regionalisering van de brandweertaken te komen. Dat betekent dat ook de vrijwilligers naar de regio zullen overgaan. Op dit moment ligt er de wetswijziging voor bij de 1e Kamer. Waarschijnlijk zullen de vrijwilligers dan uiterlijk per 1 januari 2014 overgaan naar de regio. Het Algemeen Bestuur van de VR heeft besloten om zich voor te bereiden op de verplichte regiovorming, zonder echter onomkeerbare besluiten te nemen. Verdere regionalisering zou de laatste fase betekenen in een ontwikkeling waarin in de afgelopen periode inmiddels al de vaste brandweerfuncties (commandant, preperatist en onderhoud) en de zg. 3P-taken (preventie, preparatie en pro-actie) zijn overgegaan. Van belang is dat de uitvoering van de brandweertaken ook in de toekomst op hetzelfde niveau zal blijven, als we nu in onze gemeente gewend zijn. U mag van ons verwachten dat we daarover adequate afspraken met de VR zullen maken. Het Rijk heeft ingezet op de vorming van regionale uitvoeringsdiensten (RUD,s). Deze diensten gaan tenminste het milieudeel behandelen van aanvragen om vergunning voor de zogenaamde BRZO (veiligheidsrisicovolle) en IPPC (grote agrarische) bedrijven en daarop het toezicht uitoefenen. In 2012 wordt hierover besluitvorming verwacht.
16/106
In 2012 loopt het project Samen sterk in het buitengebied af. Binnen dit project werken de gemeenten in het SRE gebied samen om de aantasting van het buitengebied tegen te gaan. Er zal in 2012 een besluit worden genomen over het al dan niet doorgaan met dit project. Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
02.01.1
Het waarborgen van de
Kadernota IVB
Vaststellen van
Een veilige woon- en
veiligheid van de
(integraal Veiligheids-
Kadernota IVB 2013-
leefomgeving voor de
burger.
Beleid) 2013-2016
2016.
burger.
Het waarborgen van de
Voortgangsrapportage
Uitvoeren
Een veilige woon- en
veiligheid van de
actieprogramma IVB
actieprogramma IVB
leefomgeving voor de
2013 en vaststellen
burger.
02.01.2
burger.
actieprogramma IVB 2014. 02.02.1
Een goed op zijn taken
Brandweerbeleidsplan
Uitvoeren jaarschijf
Een goed op zijn taken
toegeruste brandweer
2013
2013 van
toegeruste brandweer.
en rampenbestrijdings-
Brandweerbeleidsplan
organisatie. 02.02.2
Een goed op zijn taken
Regionaal opleidings-
Deelnemen aan
Een goed op zijn taken
toegeruste rampen-
en oefenplan
regionaal opleidings- en
toegeruste rampen-
bestrijdingsorganisatie.
rampenbestrijding.
oefenplan
bestrijdingsorganisatie.
rampenbestrijding. 02.03.1
Een integrale aanpak
Handhavingprogramma
Uitvoeren
Resultaten conform
van de handhaving.
2013
Handhavingprogramma
programma.
2013 + tussenrapportage in juli. 02.03.2
Een integrale aanpak
Jaarverslag handhaving
Opstellen Jaarverslag
Vastgesteld verslag,
van de handhaving.
2012
Handhaving 2012
met evaluatie met mogelijk gevolgen voor beleidsprogramma.
02.03.3
Een integrale aanpak
Handhavingprogramma
Opstellen
Een integrale aanpak
van de handhaving.
2014
Handhavingprogramma
van de handhaving.
2014 J
17/106
Investeringsposten IP nr. 12-40205
Naam
Bedrag 2013
Vervanging bluskleding
19.800
De bluskleding is afgeschreven en dient vervangen te worden. 12-40206
Vervanging materieel brandweer
33.000
De vervanging betreft een aggregaat, een voorbouwlier, een staaldraadtakel, compressor, motorkettingzaag, hef- en lekdichtkussens, overdruk ventilator en administratieve benodigdheden. 12-40207
Vervanging materieel brandweer
17.100
De vervanging betreft gereedschap, FR-kleding en een beamer.
Wat mag het kosten?
Lasten
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
-1.205
-1.363
-1.409
-1.409
-1.410
-1.411
56
36
32
32
32
32
-1.149
-1.327
-1.377
-1.377
-1.378
-1.379
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-1.149
-1.327
-1.377
-1.377
-1.378
-1.379
Baten
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
18/106
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
-1.376.640
Saldo begroting 2012
-1.327.386
Totaal verschil
-49.254
Investeringsprogramma 2013
0
Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten)
0
Verschil bestaand beleid Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-49.254 -47.253
Brandbestrijding: - Lager budget personele kosten vrijwillige brandweer o.b.v. ervaringscijfers
voorgaande jaren
20.000
- Hogere bijdrage veiligheidsregio
-5.500
Openbare orde en veiligheid: - Hogere kosten integraal veiligheidsbeleid door deelname aan het Veiligheidshuis en een bijdrage aan het RIEC voor criminaliteitsbestrijding
-15.000
Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
-1.501 -49.254
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
19/106
Programma 03. Verkeer, vervoer en openbare ruimte Inleiding Doel van dit programma is te zorgen voor een schone, groene en veilige leefomgeving met behoud van het natuurlijke en dorpse karakter van de gehele gemeente. Bestuurlijke kaders Nota mobiliteit Regionaal Verkeers- en VervoersPlan (RVVP) Gemeentelijk VerkeersVeiligheidsplan (GVVP) Landschapsbeleidsplan Landschapsbeheersplan Landschapsontwikkelingsplan Beleids- en beheersplan Openbare Verlichting 2004 Gemeente Someren Reconstructieplan de Peel Beheersvisie beschermd natuurmonument Beuven e.o. Bosnota gemeente Someren – geïntegreerd bosbeheer Gemeentelijk Rioleringsplan 3 Bomenbeleidsplan Onderhoudsprogramma wegen, groen, riolering Besluitvorming kerntakendiscussie Ontwikkelingen Om het doel te bereiken zal worden gezorgd dat alle verkeersdeelnemers, in het bijzonder de kwetsbare weggebruikers, veilig gebruik kunnen maken van het openbaar gebied. Bovenlokale ontwikkelingen zullen daarbij worden betrokken. Acties zullen worden uitgezet voor het waarborgen van een goede doorstroming van verkeer en het voorkomen van doorgaand (vracht)verkeer in de kernen. Hiervoor zullen aanpassingen (in de vorm van aanleg van rotondes, verkeermaatregelen, aanleg/aanpassingen van wegen e.d.) worden doorgevoerd om de infrastructuur/inrichting van het openbaar gebied daarop aan te passen. Wij blijven ons inzetten voor handhaving van de kwantitatieve en kwalitatieve dienstverlening op het gebied van het openbaar vervoer in Someren. De burger en de wijkoverleggen zullen bij de beleidsontwikkeling en de inrichting van de directe leefomgeving worden betrokken. De samenwerking met Asten op het gebied van het beheer van de openbare ruimte wordt verder uitgebreid.
20/106
Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
03.1.1
Beschermen kwetsbare
Fietsvoorziening SV
Veilige fietsvoorziening
Meer veiligheid met
verkeersdeelnemers.
Someren.
naar SV Someren. IP
name voor kinderen.
50304 03.2.1
Vergroten
Verkeersmaatregelen
Uitvoeren
Vermindering
verkeersveiligheid en
Lierop.
herinrichtings-
verkeersoverlast Lierop.
wegnemen overlast
maatregelen Lierop.
doorgaand verkeer in kernen. 03.2.2
Verkeersmaatregelen
Verminderen hinder bij
Herinrichting van de
dorpshart Someren
invulling dorpshart
openbare ruimte is o.a.
Eind.
Someren Eind.
afhankelijk van de oplossing voor het verkeer en de bouwplannen.
03.2.3
S-bocht
Aanpassen S bocht
Een verkeerveilige weg
Nederweertseweg.
Nederweertseweg.
voor alle
Indien zich kansen
weggebruikers.
voordoen om de benodigde gronden aan te kopen hiervan gebruik maken. 03.3.1
02.04.1
Groenbeheerplan.
Een veilige oprit naar de A67
Oprit A67 Lierop.
Opstellen
Een beleidsplan dat
Groenbeheerplan.
verder vorm geeft aan
Opstellen op basis
groenonderhoud binnen
waarvan politieke
de door de Raad te
keuzes gemaakt kunnen
stellen financiële
worden.
kaders.
Een planologische
Brug ten behoeve
procedure voor de
van verlengde oprit
realisatie van de
naar A67.
verlengde oprit en de benodigde geluidwerende voorzieningen.
21/106
Investeringsposten IP nr. 12-40302
Naam
Bedrag 2013
Vervanging brugpeilers
16.400
De brugpeilers van de brug over de Loovevijver zijn teveel aangetast en moeten worden vervangen. 13-40304
Rehabilitatie licht belaste verharding wegen
86.000
Voor de rehabilitatie van licht belaste wegen is structureel een aanzienlijk bedrag tekort (conform raadsbesluit). 12-40308
Renovatie openbare verlichting
85.700
Voor de uitvoering van het openbare verlichtingsbeheerplan is jaarlijks een bedrag van € 100.000,- incl. btw nodig, tot alle werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens het beheersplan. 12-50302
Inventarisatie civieltechnische kunstwerken (bruggen / keerwanden / e.d.)
15.300
Binnen Someren liggen een groot aantal civieltechnische kunstwerken. In de afgelopen jaren hebben we een aantal van deze kunstwerken onder handen moeten nemen (brug Julianapark, keerwand Loovevijver nieuwe keerwand Den Dilleman). Om te voorkomen dat we verrast worden met hoge onderhoudskosten voor dergelijke kunstwerken willen we deze civiel en cultuurtechnische kunstwerken in een beheerprogramma opnemen, zodat we ze beter onder controle blijven houden en er kostentechnisch rekening mee kunnen houden in de begroting. 13-50304
Parkeerterrein SV Someren
45.000
Het parkeerterrein van voetbalclub SV Someren is te klein. Dit levert onveilige situaties op voor met name de kinderen. Een gedeelte van het parkeerterrein is momenteel ongeschikt voor het parkeren van auto's. Door dit gedeelte anders in te richten en een gedeelte groenstrook om te vormen naar parkeerterrein wordt de parkeercapaciteit aanzienlijk vergroot. Bovendien wordt de veiligheid voor de kinderen hierdoor aanmerkelijk vegroot. De bedoeling is om de materialen te vergoeden en dat SVSomeren de werkzaamheden zelf uitvoert. 13-50306
Ontsluiting Potackerweg
40.000
De Potackerweg is momenteel de centrale toegangsweg naar sportpark De Potacker. Er maken veel (jeugdige) fietsers gebruik van. Doordat de weg vrij smal is, ontstaan er gevaarlijke verkeerssituaties tussen fietsverkeer en auto's. Tevens is de aansluiting van de Potackerweg op de Boerenkamplaan voor fietsers onveilig. De beste oplossing is om de fietsers via een oversteek met een tussensteunpunt de Boerenkamplaan te laten oversteken. Bekeken wordt nog of het vervolgens verstandig is om in de Potackerweg éénrichtingverkeer in te stellen voor de auto’s. Het betreft hier een extra krediet omdat het bestaand krediet ontoereikend is. 12-50307
Kleine aanpassingen openbaar gebied
21.400
Om tegemoet te kunnen komen aan bepaalde wensen vanuit de wijkraad of van bewoners om aanpassingen in het openbaar gebied, is een jaarlijks budget wenselijk. 13-50330
Rotonde Kanaaldijk Someren-Eind
PM
Onderdeel van het budget aanleg vaste oeververbinding kwart voor XII is het verbeteren van de ontsluiting van Someren Eind op de kanaaldijk. In overleg met de provincie wordt naar een goede oplossing gezocht. Mogelijk leidt dit ertoe dat een rotonde moet worden aangelegd. Hiervoor zijn dan mogelijk extra middelen nodig en daarom wordt een PM post opgenomen. 12-50308
Verlagen bermen buitengebied
25.000
Het verlagen van de bermen is noodzakelijk om een veilig gebruik van de weg te kunnen waarborgen. Hierdoor kan het hemelwater van het wegdek afvloeien. Bijkomend voordeel is dat deze maatregel een prima verschralingsmethode is in het kader van ecologisch bermbeheer.
22/106
12-50310
Opwaarderen infra Heihorsten
200.000
Na afronding van de bestemmingsplannen voor de ontwikkelingen in de Heihorsten dienen de wegen opgewaardeerd te worden om het toegenomen recreatieverkeer aan te kunnen. M.b.t. de Maarheezerdijk, Kuilvenweg en Kuilerstraat wordt ervan uitgegaan dat het overgrote deel van de kosten door de betrokken ondernemers aan deze wegen, zal worden vergoed 13-50310
Subsidie stimuleringskader groen/blauwe diensten
41.000
Het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten (STIKA) is inmiddels vier jaar in werking in de gemeente Someren. Op 1 januari 2013 eindigt het Peelbrede meerjarencontract. Wij hebben een budget beschikbaar gesteld van € 41.000,-- per jaar als onderdeel van de regeling. De regeling is een succes: de verwachting is dat eind 2012, wanneer de eerste vier jaar van het STIKA aflopen, in Someren het totale budget gespendeerd zal zijn. Het is van belang om een besluit te nemen omtrent het opnieuw jaarlijks ter beschikking stellen van
€
41.000,-- voor de periode 2013 tot en met 2016. 12-50311
Opwaarderen Infra LOG
1.176.469
De provincie heeft besloten geen subsidie beschikbaar te stellen voor het opwaarderen van de infra LOG. Daarnaast is op basis van het onderzoek doorgaand vrachtverkeer Someren Heide/Someren Eind besloten om geen omleidingroute, via de Hollandseweg of een andere weg, voor het doorgaand verkeer aan te leggen. Rekening houdend hiermede zal een voorstel worden uitgewerkt om de beschikbare middelen van dit IP anders in te zetten onder andere voor het opwaarderen van diverse wegen en een deel van de middelen ten behoeve van het veiligstellen van de Idopsubsidie. 12-50318
Aanpassen verkeersstructuur Lierop
375.000
In kerkdorp Lierop zullen aanpassingen in de verkeersstructuur worden uitgevoerd. Vanuit de exploitatie van Lierop Zuid is rekening gehouden met een investering van €387.000 (excl. BTW) voor de realisatie van een aansluiting op de Lieropsedijk en een aanpassing van het wegvak tussen deze aansluiting en de bestaande bebouwde komgrens. Daarnaast is besloten om uit de heroverweging van de bermkantverhardingen € 375.000,-- te verschuiven naar dit project (zie 50321). 12-50319
Realisatie alternatief doorgaand vrachtverkeer SE/SH (IDOP)
1.244.273
De provincie heeft besloten geen subsidie beschikbaar te stellen voor het opwaarderen van de infra LOG. Daarnaast is op basis van het onderzoek doorgaand vrachtverkeer Someren Heide/Someren Eind besloten om geen omleidingroute, via de Hollandseweg of een andere weg, voor het doorgaand verkeer aan te leggen. Rekening houdend hiermede zal een voorstel worden uitgewerkt om de beschikbare middelen van dit IP anders in te zetten onder andere voor het opwaarderen van diverse wegen en een deel van de middelen ten behoeve van het veiligstellen van de Idopsubsidie. 12-50327
Project rolstoeltoegankelijk centrum
50.000
Rolstoeltangelijkheid vinden wij belangrijk in Someren. Zo is er het Allemanspad en is er een unieke scootmobieloefenbaan in het Slievenpark aangelegd. Deze structuur willen we verder uitbreiden, om te beginnen met een route door het centrum van centrum. 12-50329
Extra parkeerplaatsen centrum a.g.v. blauwe zone
50.000
Door de realisatie van de blauwe zone worden langparkeerders geweerd uit dit gebied. Hierdoor zal een grotere druk komen op de parkeerplaatsen direct buiten de blauwe zone. Om deze druk op enkele plaatsen te kunnen verlagen willen we een extra parkeerplaatsen creeren voor langparkeerders.
23/106
Wat mag het kosten?
Lasten
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
-3.950
-4.455
-5.558
-3.824
-3.964
-3.992
645
695
1.680
228
228
228
-3.305
-3.760
-3.878
-3.596
-3.736
-3.764
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-3.305
-3.760
-3.878
-3.596
-3.736
-3.764
Baten
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
24/106
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
-3.878.074
Saldo begroting 2012
-3.759.996
Totaal verschil
-118.078
Investeringsprogramma 2013
-655.100
Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten)
-768.237
Verschil bestaand beleid Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-231.215 2.299
Kerntakendiscussie: - Aframing lasten incidenteel onderhoud bermen o.b.v. kosten in voorgaande jaren
9.100
- Openbare verlichting, niveau herzien en uitbesteden
5.000
- Lagere veegkosten straatreiniging
8.500
Gemeentelijke verkeersveiligheid: - Hogere kapitaallasten i.v.m. nieuwe projecten
-11.200
Wegen, straten en pleinen: - Indexering storting voorziening wegen - Hogere kapitaallasten i.v.m. nieuwe projecten
-8.100 -200.700
- Incidenteel hogere lasten onkruidbestrijding verhardingen in 2013 i.v.m. proef met de WAVE methode
-5.000
- Hogere lasten openbare verlichting a.g.v. prijsstijgingen, uitbreidingen, kosten energie-inkoop en het groencertificaat - Aframing lasten stortkosten straatreiniging o.b.v. kosten in voorgaande jaren
-22.500 4.900
Natuurbescherming: - In 2012 incidenteel negatief saldo opgenomen conform werkplan 2012
43.500
Plantsoenen en parken: - Hogere lasten groen a.g.v. prijsstijging, uitbreiding etc. Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
-48.700 -8.314 -231.215
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
25/106
Programma 04. Economische zaken en toerisme Inleiding Het doel van dit programma is om, rekening houdende met een goede balans tussen wonen/werken en recreëren, extra te investeren in de economie. Particuliere initiatieven en ondernemerschap worden daarbij gestimuleerd. De speerpunten van de economische activiteiten in de gemeente Someren zijn: 1. doorontwikkeling van Someren tot een toeristische gemeente, met een accent op de doorontwikkeling van het gebied Heihorsten; 2. de infrastructuur voor de bedrijven in de vorm van voldoende bedrijventerrein met een goede ontsluiting van deze terreinen; 3. een landbouwkundige infrastructuur waarin het landbouwontwikkelingsgebied Someren-Heide haar ontwikkeling zal kennen; 4. het creëren van een aantrekkelijker centrum in Someren Dorp; beter verblijfs- en economisch klimaat. In 2011 en 2012 is hier met name in geïnvesteerd. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat een deel van de uitwerking van dit programma een overlap met programma 10 heeft. Bestuurlijke kaders Streekplan Noord-Brabant (2002) Economisch Actieprogramma Asten-Someren (2009) Visie Bedrijventerreinen Asten-Someren 2009 - 2023 (2009) Reconstructieplan De Peel (2005) Regionaal structuurplan SRE/uitwerkingsplan provincie Notitie aan huis gebonden beroepen Beleidsnotities van provincie en SRE (duurzame locaties buitengebied; intensivering en zuinig ruimtegebruik bedrijventerreinen) Strategische visie gemeente Someren Structuurschets Buitengebied in Ontwikkeling Structuurvisie buitengebied Landbouwontwikkelingsplan Structuurvisie projectgebied De Heihorsten Visie en beleidsnota Toerisme en Recreatie “De Kracht van Toerisme” (2010) Bestemmingsplan Buitengebied (2011) en andere bestemmingsplannen Verordening Ruimte van de Provincie (2010) Visiedocument Ruimtelijke functionele visie Centrum Someren (2010) Besluitvorming kerntakendiscussie
26/106
Ontwikkelingen De hoofdfuncties in het buitengebied bestaan met name uit agrarische en agrarisch verwante bedrijvigheid, recreatie en toerisme en wonen. Dit is vastgelegd in het Bestemmingsplan Buitengebied en de beleidsnota Toerisme en Recreatie “De Kracht van Toerisme”. Daarbij wordt rekening gehouden met de afwaartse beweging en (afbouw) van agrarische bedrijven en het provinciale beleid dat daarop betrekking heeft. De uitvoering van een aantal projecten binnen het grootschalige recreatiegebied Heihorsten is volop aan de gang. Bedrijven moeten zich met name vestigen op bedrijventerreinen. Daarvoor worden nieuwe bedrijventerreinen – o.a. PDV-locatie Witvrouwenbergweg - en bedrijfsverzamelgebouwen in de kerkdorpen ontwikkeld en worden oudere bedrijventerreinen en/of bedrijfslocaties zoals Vaartje I en het Lauruscomplex herontwikkeld. Ook ten behoeve van de detailhandel is nieuw beleid ontwikkeld, met name voor het centrum van Someren. Daarbij wordt een aantrekkelijk “Zummers” dorpscentrum gecreëerd met winkelvoorzieningen die zijn afgestemd op Someren. Horecavoorzieningen krijgen daarin ook voldoende ontwikkelingsmogelijkheden. Dit alles gebeurt in samenspraak met OVS, ICAS, Stichting Someren Natuurlijk, LTA Someren, RECRON, ZLTO, IVN en ondernemers uit de recreatieve sector. Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
04.1.1
Een krachtig
Uitvoeringsprogramma
Acties uit het
Geactualiseerd
detailhandelsbeleid met
Ruimtelijk Economische
Uitvoeringsprogramma
detailhandelsbeleid.
mogelijke verruiming
Visie.
horende bij de
04.2.1
04.3.1
van het
Ruimtelijk Economische
kernwinkelgebied.
Visie.
Creëren van een
Centrum Someren Dorp
Acties uit het
Aantrekkelijker centrum
aantrekkelijker centrum
verbeteren.
Uitvoeringsprogramma
Someren Dorp.
in Someren Dorp: beter
horende bij de
verblijfsklimaat,
Ruimtelijk Economische
versterking economisch
Visie en het
klimaat en aandacht
uitvoeringsprogramma
voor horeca.
Recreatie en Toerisme.
Uitwerking van de
Ontwikkelen en
Uitgifte
Ontwikkelen en
bedrijventerreinenvisie
herstructureren
bedrijventerreinen
herstructureren
door ontwikkeling van
bedrijventerreinen.
bedrijventerreinen.
nieuwe bedrijventerreinen ‘t Vaartje, Lage Akkerweg en PDV lokatie Witvrouwenbergweg in combinatie met herstructurering
27/106
(Lauruscomplex) in samenwerking met Asten. 04.3.2
Vestigingsmogelijk-
Ontwikkelen van
Vastgesteld
heden bedrijven.
vestigingsmogelijkheden
bestemmingsplan.
voor bedrijven op nieuwe bedrijventerreinen. 04.4.1
Flinke doorontwikkeling
Doorontwikkeling
Kaders vastgelegd in
van de toeristische
toeristische sector.
toeristische beleidsnota.
sector.
Beleidsnota R&T.
Ondernemers faciliteren.
04.5.1
Passende grootschalige
Doorontwikkelen
Faciliteren van
toeristische
Heihorsten.
bestaande en nieuwe
ontwikkeling in de
grootschalige
Heihorsten met
initiatieven.
dagtrekker en
Faciliteren dagtrekker.
Beleidsnota R&T.
verblijfsrecreatie. 04.6.1
Neerzetten van een
Dienstverlening aan
Reguliere uitvoering,
adequate
bedrijven.
geen verbijzonderde
dienstverlening vanuit
Regulier.
acties.
het gemeentehuis middels een bedrijvenloket en bedrijfscontactfunctionaris. 04.7.1
Deregulering en minder
Deregulering.
Uitvoering
Verminderde
bureaucratie.
dereguleringsmaat-
bureaucratie en
Vermindering
regelen.
administratieve
administratieve
lastendruk.
lastendruk. 04.8.1
Meer mogelijkheden
Bedrijfsverzamelgebou
Afronding IDOP
Realisatie
voor
wen.
Someren-Heide en
bedrijfsverzamel-
Lierop.
gebouw.
bedrijfsverzamelgebouwen, zeker ook in de kernen. 04.9.1
Combinatie wonen en
Combinatie Wonen en
Wonen+ concept in
Opgenomen in
werken alléén op
Werken.
vaststelling andere
geactualiseerde
specifiek daarvoor
bestemmingsplannen.
bestemmingsplannen.
bestemde plaatsen.
Middels uitvoering visie
28/106
bedrijventerreinen mogelijkheid tot specifieke locaties wonen / werken op bedrijventerreinen. 04.10.1
Doorontwikkeling van
Doorontwikkeling
In 2010 is het
Uitvoering
een sterke,
agrarische sector.
meerjarenprogramma
jaarprogramma.
toekomstgerichte
plattelandsontwikkeling
agrarische sector in
vastgesteld. Jaarlijks
verwevingsgebieden en
wordt daar een
LOG gebied, samen
jaarprogramma uit
met maatschappelijk
gedestilleerd. Zowel in
bewuste ondernemers.
het
Als het gaat om de
meerjarenprogramma
glastuinbouw zetten we
als de jaarprogramma
in op verbreding en
vervult de ontwikkeling
duurzaamheid (met
van de agrarische sector
name energie
een belangrijke plaats.
warmtewinning). 04.11.1
Afwaartse beweging in
Afwaartse beweging.
Begeleiden stoppers en
agrarische sector
Afwaartse beweging.
verplaatsers.
stimuleren. 04.12.1
Innovatie en
Innovatie en duurzame
Bij alle renovatie- en
Stimulans innovatie
vernieuwing
energie.
nieuwbouwprojecten
duurzame energie.
stimuleren, zeker op
wordt dit betrokken.
het gebied van duurzame energie.
Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
Lasten
-547
-529
-424
-418
-418
-418
Baten
394
130
99
101
101
101
-153
-399
-325
-317
-317
-317
Saldo voor Resultaat bestemming
29/106
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-153
-399
-325
-317
-317
-317
Saldo na resultaat bestemming
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
-325.409
Saldo begroting 2012
-398.457
Totaal verschil
73.048
Investeringsprogramma 2013
0
Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten)
-32.750
Verschil bestaand beleid
40.298
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-21.123
Kerntakendiscussie: - Verhoging staangeld bij invoering weekmarkt
11.500
Industrie: - Lagere lasten SRE Stimuleringsfonds en Brainport Development
23.400
Overig openbaar groen en openluchtrecreatie: - Lasten beleidsnota recreatie en toerisme worden in 2013 t.l.v. algemene reserve vrij aanwendbaar gebracht i.p.v. exploitatieresultaat
20.000
- Vanaf 2013 wordt de subsidie van het SRE inzake toeristische recreatieve taak opgenomen onder algemene bijdragen
19.800
- Een gedeelte van de werkzaamheden voor de kermis wordt vanaf 2013 uitbesteed aan een extern bureau. Tegenover deze verhoging staat een verlaging van personele kosten.
-13.200
Deze kosten worden verantwoord op op de betreffende kostenplaats. Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
-79 40.298
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
30/106
Programma 05. Milieu en water Inleiding Het doel van dit programma is om een schone en duurzame leefomgeving te creëren met een balans tussen wonen, recreëren en bedrijvigheid. Dit doel wordt bereikt door invoering van lokale regelgeving en uitvoering van bovenlokale regelgeving. Door middel van het op een adequate wijze verlenen en handhaven van omgevingsvergunningen, het faciliteren van voorzieningen zoals afvalinzameling en (riool)waterafvoer, een verantwoord klimaatbeleid en samenwerking met andere overheidsinstellingen dient dit doel bereikt te worden. Bestuurlijke kaders Verordening geurhinder en veehouderij 2010 Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) Natura 2000 (Vogel- en Habitatrichtlijn) EVZ’s (Ecologische verbindingszones) LOG (Landbouw ontwikkelingsgebied) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) Afwaartse beweging Landelijk AfvalbeheersPlan (LAP II) Afvalbeleidsplan Waterplan Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP 2008-2012) v-GRP (2012-2017) Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) Besluit glastuinbouw Besluit landbouw milieubeheer Besluit mestbassins milieubeheer Wet luchtkwaliteit Nota Industrielawaai Wet geluidhinder Bodemkwaliteitskaart / bodemfunctieklassenkaart Nota bodembeheer Nota archeologiebeleid Beleidsvisie externe veiligheid Besluit externe veiligheid Buisleidingen Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Inkoopbeleidsplan in het kader van Duurzaam inkopen Slok-klimaatbeleid Milieu effect rapportage (MER) Besluitvorming kerntakendiscussie
31/106
Ontwikkelingen Integraal werken tussen afdelingen en teams is een belangrijke opgave. De invoering van de WABO brengt met zich mee dat processen worden beschreven waardoor onderlinge coördinatie wordt vastgelegd en geborgd. Uitgangspunt is dat gegevens voor de omgevingsvergunning vanuit de verschillende disciplines binnen 2 weken worden aangeleverd. Hierdoor kan de omgevingsvergunning binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld. De wetgever geeft aan dat een deel van de WABO ondergebracht moet worden bij een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Het doel is om per 2013 van start te gaan. De consequenties voor onze gemeente zijn nog niet bekend. Het Afvalbeleidsplan is vastgesteld waarin is aangegeven op welke wijze en met welke speerpunten het afvalbeleid in Someren de komende jaren zal worden uitgevoerd. De kosten qua uitvoering zijn verwerkt in een kostendekkend afvalstoffentarief. Bestuursakkoord Water Rijk, provincies, gemeenten waterschappen en drinkwaterbedrijven hebben concrete afspraken gemaakt over een doelmatiger waterbeheer, vastgelegd in het bestuursakkoord Water. Grote inspanningen blijven nodig om te zorgen voor voldoende zoetwater van goede kwaliteit en om wateroverlast tegen te gaan (watersysteem) en om drinkwaterbereiding, riolering en waterzuivering (de waterketen) optimaal te laten werken. Kenmerkend voor de nieuwe aanpak is een solide, simpel en sober waterbeheer. Door verdergaande samenwerking in de (afval)waterketen is een structurele besparing mogelijk en een beperkte stijging van de waterlasten voor burgers en bedrijven tot 2020. (V)GRP Wettelijk moet er in alle Nederlandse gemeentes op 1-1-2013 een verbreed gemeentelijk rioleringsplan (V)GRP aanwezig zijn. Er zijn de laatste jaren grote ontwikkelingen gaande op riolerings- en grondwatergebied, die mogelijk financiële consequenties hebben. Omdat de gemeente Asten ook haar GRP wilde herzien hebben we besloten om beide (V)GRP’s gezamenlijk in de markt te zetten. Bij de uitwerking van het beleid bestaat de intentie om het beleid daar waar mogelijk op elkaar af te stemmen. In de Kaderrichtlijn Water zijn de Ecologische VerbindingsZones (EVZ’s) opgenomen als verplichting. De provincie overweegt echter om de 100% subsidie voor de aanleg van de EVZ’s in te trekken. Indien dit gebeurt zullen wij de te plegen investering voor realisatie van de EVZ’s moeten heroverwegen. In samenwerking met Rijkswaterstaat zal worden gewerkt aan verdere planvorming voor de beperking van geluidsoverlast in de kom Lierop als gevolg van de Rijksweg A67 alsmede het verlengen van de oprit. De gemeente zal haar voorbeeldfunctie oppakken waar het gaat over milieuvriendelijke alternatieven bij onder andere vervanging wagenpark en duurzaam inkopen.
32/106
Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
05.1.1
Een schone en
Plan Milieu en Water.
Reguliere uitvoering,
Het uitvoeren van de
duurzame leefomgeving
geen verbijzonderde
acties vastgelegd in het
die in balans is met de
acties.
Plan Milieu en Water.
gewenste bedrijvigheid. 05.2.1
Een prettige woon- en
Ecologische
EVZ inrichting
Indien de subsidie op
leefkwaliteit.
VerbindingsZone.
afhankelijk van inzet
de EVZ niet wordt
provincie opstarten.
verstrekt, zal een heroverweging van de investering nodig blijken.
05.3.1
Integrale afgifte van
Afgifte Omgevings-
Reguliere uitvoering,
Alle omgevings-
vergunningen
vergunningen.
geen verbijzonderde
vergunningen worden
acties.
integraal en efficiënt
(wettelijke verplichting).
verleend binnen de wettelijke termijnen.
05.4.1
Beperken
Geluidsoverlast Lierop.
Min. van I&M zal op
Kerkdorp Lierop dat
geluidsoverlast in Lierop
onze aanvraag een
minder geluidsoverlast
als gevolg van de A67.
definitieve beschikking
ondervindt van de A67.
tot realisatie van het geluidscherm nemen. 05.5.1
Een goed beheer
Waterbeheer.
Daar waar afkoppelen
Gerealiseerde
(kwalitatief en
mogelijk is wordt dit in
gescheiden riolering.
kwantitatief) van water.
bestaande projecten opgepakt.
05.6.1
05.7.1
Someren levert een
Reguliere uitvoering,
Someren levert een
lokale bijdrage aan een
geen verbijzonderde
lokale bijdrage aan een
verantwoord klimaat.
acties.
verantwoord klimaat.
Reguliere uitvoering,
Voldoen aan de in het
adequaat gescheiden
geen verbijzonderde
beleidsplan opgenomen
aanbieden van afval.
acties.
acties.
Bevorderen van het
Klimaat.
Afvalscheiding.
33/106
Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
Lasten
-3.712
-3.557
-3.284
-3.398
-3.295
-3.353
Baten
3.045
2.930
2.986
3.198
3.117
3.173
-667
-627
-298
-200
-178
-180
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-667
-627
-298
-200
-178
-180
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
-298.164
Saldo begroting 2012
-627.373
Totaal verschil
329.209
Investeringsprogramma 2013 Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten) Verschil bestaand beleid Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-50.000 -58.400 320.809 -45.052
Kerntakendiscussie: - Reductie kosten energiebeleid / asbest (deels via kostenplaatsen).
6.500
Riolering en waterzuivering: - Lagere bespaarde rente (compensatie: rente-nadeel programma 11.
60.400
Het rentevoordeel op dit programma leidt tot een rente-nadeel op programma 11. - In het voorgaande GRP is bij het vaststellen van de hoogte van de rioolheffing
195.600
geen rekening gehouden met de BTW component van investeringen. Deze meeropbrengst komt als voordeel tot uitdrukking in dit programma. In het het onlangs vastgestelde GRP worden de kosten van waterlossingen voor 100% doorberekend in de rioolheffing. Voorheen werd 50% in het tarief betrokken.
70.600
Milieuontwikkeling: - Lasten van de milieudienst zijn vanaf 2013 deels opgenomen in de algemene bijdrage. Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
29.300 3.461 320.809
34/106
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
35/106
Programma 06. Sport en cultuur Inleiding Someren maakt zich sterk voor een optimale participatie van alle inwoners op cultureel en sportief gebied. De rol van de gemeente zal daarin vooral faciliterend en voorwaardenscheppend zijn. Er wordt o.a. ingezet op het realiseren en in stand houden van kwantitatief en kwalitatief goede (sport-)voorzieningen en de toegankelijkheid daarvan, zodat mensen met beperkingen kunnen deelnemen aan sport en vrijetijdsbesteding (Agenda 22). Agenda 22 betreft 22 VN Standaard Regels Gelijke Kansen voor mensen met beperkingen. Zo worden overheden geacht maatregelen te treffen voor gelijke kansen voor beoefening van sport en recreatie door mensen met beperkingen. Ten aanzien van cultuur betreft het vooral activiteiten op de terreinen kunstzinnige vorming en amateuristische kunstbeoefening. Bestuurlijke kaders Strategische visie 2006 Coalitieprogramma 2010-2014 “Samen voor een sterker Someren! Meer met minder!” Cultuurnota Gemeente Someren 2005 Sportnota 2008 Algemene en specifieke subsidieverordeningen, subsidiecontracten, bestuursovereenkomsten, gemeenschappelijke regelingen 2009 Besluitvorming kerntakendiscussie Ontwikkelingen Landelijk (Rijksoverheid) Samen met de partners uit de onderwijs- en sportsector, de naschoolse opvang en de gemeenten wil het kabinet de komende jaren een grote stap voorwaarts maken in de structurele samenwerking tussen sport en onderwijs, het creëren van een doorlopend sport- en beweegaanbod en uiteindelijk de toename in sport en beweging door de jeugd. Lokaal (gemeente Someren) Wij zetten in op de aanleg van kunstgrasvelden. De Kadernota “Sportbeleid Someren” is aangepast om tot feitelijke realisatie te komen. Daarnaast wordt sportstimulering actief opgepakt middels het project Sjors Sportief dat tot doel heeft meer basisschoolkinderen aan het sporten te krijgen en daarmee de gezondheid te bevorderen. Verenigingen die specifieke jeugdactiviteiten organiseren, zoals bijvoorbeeld een bouwdorp of zeskamp willen wij extra ondersteunen. Het subsidiebeleid is daar inmiddels op aangepast.
36/106
Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
06.1.1
De participatiegraad bij
Kunstgrasveld SVSH
Reguliere uitvoering,
Nieuw kunstgras
sport en cultuur moet
geen verbijzonderde
voetbalveld.
ten minste gelijk blijven
acties.
aan het bestaande niveau en liefst toenemen, met specifieke aandacht daarin voor jeugdigen en achterstandsgroepen. 06.2.1
De gemeente Someren
Subsidiebeleid en
Reguliere uitvoering,
BCF financiering /
wil het lezen in z'n
Jaarstukken bibliotheek.
geen verbijzonderde
uitleningen tenminste
acties.
gelijk gebleven.
algemeenheid bevorderen, en in het bijzonder onder de jeugd.
Investeringsposten IP nr. 13-40601
Naam
Bedrag 2013
Vervanging hoofdleiding ondergrondse beregening
42.975
De ondergrondse hoofdleidingen inclusief hydranten zijn zodanig versleten dat ze komend jaar allemaal vervangen moeten worden. In het IP 2012-2015 zijn ze per sportpark per jaar aangevraagd. De ondergrondse hoofdleidingen zijn zodanig slecht dat ze komend jaar op alle parken aangepast moeten worden. Uit noodzaak zijn al een aantal leidingen bij een aantal velden vervangen. De globale kosten worden geschat op ongeveer € 50.000,-- incl BTW. Rekening houdend met compensabele BTW, wordt er een bedrag van € 43.000,-opgenomen.
12-50601
Aanleg kunstgras voetbalveld
460.000
Twee voetbalverenigingen , SSE en SV Lierop, hebben desgevraagd aangegeven een kunstgrasveld te willen. Gezien de beperkte financiële mogelijkheden achten wij het aanvaardbaar niet twee achtereenvolgende jaren een kunstgrasveld aan te leggen, maar wordt voor 2013 en 2015 de aanleg van een veld voorzien. De kosten worden in deze jaren geraamd op € 460.000,-- exclusief btw. In de huidige situatie, waarbij geen sprake is van gelegenheid geven tot gebruik, is de btw niet verrekenbaar. In het investeringsprogramma wordt ervan uitgegaan dat deze BTW verrekenbaar is en dat voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden. Hiertoe is het noodzakelijk dat de huidige huurovereenkomsten worden vervangen door gebruiksovereenkomsten.
37/106
Wat mag het kosten?
Lasten
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
-2.882
-3.085
-2.993
-3.013
-2.975
-3.001
452
475
469
469
468
468
-2.430
-2.610
-2.524
-2.544
-2.507
-2.533
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-2.430
-2.610
-2.524
-2.544
-2.507
-2.533
Baten
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
38/106
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
-2.524.729
Saldo begroting 2012
-2.609.645
Totaal verschil
84.916
Investeringsprogramma 2013
0
Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten)
-115.000
Verschil bestaand beleid
-30.084
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-3.102
Kerntakendiscussie: - Hogere salarislasten sporthal / zwembad a.g.v. deeltijdpensionering medewerker
-18.300
- Lagere huurinkomsten gymzalen en microhal o.b.v. inkomsten voorgaande jaren
-3.900
- 15% verbetering exploitatie zwembad a.g.v. verhoging entreegelden
6.000
Openbaar bibliotheekwerk: - Hogere subsidie bibliotheek a.g.v. indexering
-4.400
Kunst en cultuur: - Hogere subsidie muziekschool a.g.v. indexering
-3.400
- Lagere subsidie cultuur t.b.v. beleidsregel participatie bijzondere groepen en versterking verenigingen (zie programma 7)
10.900
Sport: - Hogere subsidielasten a.g.v. tariefsverhoging en uitbreiding met kunstgrasveld
-14.000
- Lagere subsidie sportverenigingen t.b.v. beleidsregel participatie bijzondere groepen en versterking verenigingen (zie ook programma's 7 en 8) - Hogere kapitaallasten a.g.v. hogere uitgaven lopend project en nieuw project
8.500 -11.800
Archief: - Lagere subsidie Regionaal Historisch Centrum (conform begroting SRE) Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
5.900 -2.482 -30.084
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
39/106
Programma 07. Maatschappelijke zorg Inleiding Hoofddoelstelling van het gemeentelijk beleid op de terreinen welzijn, gezondheid en maatschappelijke zorg, is het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer door alle inwoners van Someren. Ten aanzien van volksgezondheid en de WMO ligt de regierol nadrukkelijk bij de gemeente. Ook in de raadsperiode 2010-2014 willen we blijven investeren in maatschappelijke ondersteuning, zeker voor hen die dat echt nodig hebben. Echter wel met minder regels en minder bureaucratie. Vooral verenigingen zullen hierbij worden betrokken. Uitgangspunt is het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid. Kwetsbare groepen willen we extra ondersteunen en hun positie in en deelname aan de lokale samenleving versterken. Bestuurlijke kaders
Strategische visie
Coalitieprogramma 2010-2014 “Samen voor een sterker Someren! Meer met minder!”
Kadervisie Beleidsplan WMO 2012 - 2015
Wmo beleidsplan 2012–2015 (december 2011, incl. Lokaal Gezondheidsbeleid)
Verordening Maatschappelijke Ondersteuning (september 2012)
Besluit Maatschappelijke Ondersteuning (juni 2012)
Algemene en specifieke subsidieverordeningen, subsidiecontracten, bestuursovereenkomsten en gemeenschappelijke regelingen
Besluitvorming kerntakendiscussie
Ontwikkelingen Landelijk (Rijksoverheid) Nederland gezond en wel. Dat is het motto van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het is de ambitie om iedereen zo lang mogelijk gezond te houden en dat iedereen, zoveel als mogelijk, deel kan nemen aan de samenleving. Ook wil het ministerie mensen met een beperking ondersteunen en bevorderen dat mensen gezonde leefstijlkeuzes maken. Lokaal (gemeente Someren) In december 2011 zijn de beleidsplannen Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en Lokaal gezondheidsbeleid (LGB) vastgesteld, waarin deze onderwerpen zijn opgenomen. Wij zetten in op meedoen in de breedste zin van het woord; iedereen jong of oud, beperking of geen beperking kan meedoen in Someren. De gemeente ondersteunt waar mensen niet zelf de regie hebben of ondersteuning kunnen krijgen in hun eigen omgeving. Zelfredzaamheid en deelname zijn de kernwoorden.
40/106
Wmo Het Beleidsplan Wmo 2012-2015 is opgesteld langs 5 clusters, waaronder leefbaarheid, jeugd- en gezin, en zorg en welzijn. Hiermee kan ook beter worden aangesloten bij “De Kanteling” (VNG project). De Kanteling gaat over het anders vormgeven van de compensatieplicht in de Wmo. Daarbij staat de vraag centraal; welke ondersteuning heeft de burger echt nodig om te kunnen participeren, met regie over het eigen leven en zelfredzaamheid als belangrijkste pijlers. De nieuwe nota WMO vormt tevens het kader voor de decentralisatie van de AWBZ. Middels de bestuursrapportages beleidsplan Wmo zullen wij de raad informeren over de voortgang. Volksgezondheid De gemeente heeft een verantwoordelijkheid, op basis van de Wet publieke gezondheid, in het creëren van een gezonde omgeving zodat de burger de eigen verantwoordelijkheid om gezond te leven goed kan invullen. De GGD, als partner, adviseert de gemeente, doet onderzoek naar de lokale gezondheidssituatie en vervult tal van taken op het gebied van infectiebestrijding, medische milieukunde, technische hygiëne etc. op basis van de Gemeenschappelijke Regeling GGD BrabantZuidoost. Jaarlijks wordt door de deelnemende gemeenten gezamenlijk afgesproken hoe deze taken invulling krijgen (via het uniform takenpakket). Het lokaal gezondheidsbeleid is 1 van de vijf clusters binnen de nieuwe nota WMO 2012-2015. Bijna geheel overeenkomstig aan de landelijke nota LGB, zijn de speerpunten alcohol- en drugsgebruik, overgewicht, depressie en roken, met de focus op bewegen en leefstijlkeuzes. Over de voortgang zal uw raad periodiek worden geïnformeerd middels de bestuursrapportages beleidsplan Wmo.
Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
07.1.1
Het behalen van
Uitvoeringsprogramma
Actualiseren
Bestuursrapportage
gezondheidswinst voor
LGB 2012 – 2015.
07.2.1
uitvoeringsprogramma
Beleidsplan WMO–GGD-
de inwoners van
LGB, met daarbij
monitor.
Someren (iedereen
speciale aandacht voor
zolang mogelijk
de rol van verenigingen
gezond).
en vrijwilligers.
Het bevorderen van een
Uitvoeringsprogramma
Opstellen
Bestuursrapportage
deelname aan het
WMO 2012 – 2015.
uitvoeringsprogramma
Beleidsplan WMO –
maatschappelijk
WMO met daarbij
Benchmark en
verkeer door alle
speciale aandacht voor
cliënttevredenheid-
inwoners van Someren.
de rol van verenigingen
onderzoek.
en vrijwilligers. 07.2.2
Het in standhouden en
IDOP’s S-H, S-E en
Uitvoeren Opleggers
Uitgevoerde diverse
verbeteren van de
Lierop.
S-H, S-E en Lierop.
projecten uit de
leefbaarheid in de
oplegger.
41/106
kleine kernen. 07.3.1
Adequate betaalbare en
Gebruik gemeenschaps-
De Ruchte moet in 2013
Betaalbare en
beschikbare
huizen door
en 2014 op basis van
beschikbare
gemeenschapshuizen.
verenigingen.
plan van aanpak het
gemeenschapshuizen.
structureel exploitatietekort wegwerken.
Wat mag het kosten?
Lasten
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
-5.362
-5.492
-5.332
-5.213
-5.180
-5.165
854
640
656
631
631
631
-4.508
-4.852
-4.676
-4.582
-4.549
-4.534
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-4.508
-4.852
-4.676
-4.582
-4.549
-4.534
Baten
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
42/106
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
-4.676.113
Saldo begroting 2012
-4.852.595
Totaal verschil
176.482
Investeringsprogramma 2013
0
Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten)
-80.000
Verschil bestaand beleid
96.482
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-31.812
Kerntakendiscussie: - Lagere lasten 70+ vervoersregeling
15.000
- Lagere subsidie samenlevingsopbouw
70.700
- Lagere subsidie De Ruchte
40.000
WMO voorzieningen: - Lager budget woningaanpassing gehandicapten o.b.v. kosten voorgaande jaren
40.000
Sociaal cultureel werk: - Lagere subsidie samenlevingsopbouw t.b.v. ouderenbonden en t.b.v. beleidsregel participatie bijzondere groepen en versterking verenigingen (zie ook progr. 6 en 8)
64.800
- Lagere kapitaallasten gemeenschapshuizen i.v.m. later startjaar afschrijving en lagere uitgaven ultimo 2011 dan oorspronkelijk gepland
9.000
- Lagere kapitaallasten herijking gemeenschapshuizen
6.000
- Raming budget t.b.v. beleidsregel participatie bijzondere groepen en versterking verenigingen (zie programma's 6, 7 en 8)
-86.600
Maatschappelijke begeleiding en advies: - Raming lasten decentralisatie AWBZ
-45.000
- Raming contributielasten "Slimmer leven 2020"
-5.000
- Hogere subsidie ouderenbonden
-7.800
- Hogere kapitaallasten lokaal loket a.g.v. hogere uitgaven dan geraamd
-7.300
- Lagere SZW-bijdrage participatiebudget - Hogere kapitaallasten lokaal loket a.g.v. overeenkomst wet inburgering begin 2012 - Lagere WWI-bijdrage participatie
-11.000 -7.400 -20.100
Huishoudelijke zorg: - Lager budget huishoudelijke verzorging o.b.v. lastenontwikkeling 2012
25.000
- Hogere eigen bijdragen huishoudelijke verzorging o.b.v. batenontwikkeling 2012
47.000
Openbare gezondheidszorg: - Hogere subsidie GGD a.g.v. overheveling budget Elektronisch KindDossier (zie programma 8) Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
-8.000 8.994 96.482
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
43/106
Programma 08. Integraal jeugdbeleid Inleiding Dit programma richt zich op het creëren van gunstige omstandigheden voor alle jeugdigen in Someren op de leefgebieden gezondheid, opvoeding, arbeid, veiligheid, onderwijs en vrije tijd, zodat zij zich in een vloeiende lijn kunnen ontwikkelen tot volwaardige deelnemers aan het maatschappelijke leven. Bestuurlijke kaders
Strategische visie
Coalitieprogramma 2010-2014
Wet Oké 2010
Integraal Huisvestingsplan 2008-2017
Verordening onderwijshuisvesting 2011
Onderwijs huisvestingsprogramma
Verordening leerlingenvervoer
Algemene subsidieverordening, subsidiecontracten, bestuursovereenkomsten en gemeenschappelijke regelingen
Nota integraal jeugdbeleid “Investeren in de jeugd, is investeren in Someren” (2005)
Beleidsvisie Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Asten-Someren 2009
Besluitvorming kerntakendiscussie
Ontwikkelingen Landelijk (Rijksoverheid) Jeugd Doelstelling rijksoverheid: Elk kind verdient de kans op een goede opvoeding- en opgroeisituatie. Het kabinet wil voorkomen dat het aantal jeugdigen met problemen toeneemt. Daarom zet het kabinet in op decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten, waarbij het Centra voor Jeugd en Gezin een belangrijke basis vormt, op beperking van de wachtlijsten voor jeugdzorg en op het tegengaan van kindermishandeling. Decentralisatie jeugdzorg In het regeerakkoord ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’ geeft het kabinet Rutte aan zich grote zorgen te maken over het functioneren van de jeugdzorg. Het – inmiddels demissionaire - kabinet wil dan ook de effectiviteit van de jeugdzorg verbeteren met een stelselherziening. Hiervoor moeten de volgende maatregelen worden genomen: -
er moet één financieringsstroom komen voor het huidige preventieve beleid, de huidige provinciale jeugdzorg (vrijwillige jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering), de jeugd-LVB (licht verstandelijk beperkten) en de jeugd-GGZ (geestelijke gezondheidszorg);
44/106
-
gemeenten worden financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor alle jeugdzorg die nu onder het rijk, de provincies, de gemeenten, de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) en de Zvw (Zorgverzekeringswet) valt;
-
de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) zullen bij de overheveling naar (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front-office voor alle jeugdzorg in de gemeenten.
Bij de decentralisatie, of transitie, van de jeugdzorg omvat de jeugdzorg dus alle ondersteuning aan jeugdigen en hun ouders/opvoeders op het gebied van opvoeden en opgroeien. Het gaat om alle lichte, zware en/of gedwongen hulp. Daarbij gaan het niet alleen om de transitie van de jeugdzorg, maar ook om transformatie (omvorming) om de beoogde verbetering van kwaliteit, effectiviteit en efficiency. De transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten vindt plaats in de periode 2014 – 2016, waarbij op dit moment het voornemen is om per 1-1-2015 de gemeenten in één keer verantwoordelijk te maken voor alle zorg aan jeugdigen. Onderwijs Het actuele landelijk onderwijsbeleid is onder andere gericht op het voorkomen en bestrijden van ontwikkelingsachterstanden. De uitvoering hiervan is vastgelegd in de Wet Oké en de uitvoering ligt bij de gemeenten en betrokken organisaties, waaronder de scholen voor primair onderwijs. De uitvoering van de Wet Oké staat onder toezicht van de Onderwijsinspectie en GGD. In 2012/2013 zullen ook de kleinere gemeenten aan de beurt komen voor deze inspectie. Passend onderwijs zal in 2013 lokaal en regionaal ingevuld worden. Primaat ligt bij de schoolbesturen PO en VO, de uitvoering kan consequenties hebben voor de gemeenten. Het betreft dan de terreinen onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer. Het eerder ingezette traject ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten wordt in 2013 gecontinueerd. Het streven is om het aantal nog verder terug te dringen. Een van de maatregelen hiertoe is de versterking van de rol van de leerplicht.
Lokaal (Gemeente Someren). Onderwijs Het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden en vroegtijdig uitval staat op onze agenda. Daarvoor is een tijdige signalering van eventuele leer- en ontwikkelingsachterstand noodzakelijk. Deze signalering start al in de leeftijd van 0-2 jaar en wordt gecontinueerd tot uiterlijk 23 jaar. Uitwisseling van informatie tussen de instellingen is van belang om een doorgaande informatielijn te realiseren. Hiervoor is een samenwerking tussen de betrokken instellingen noodzakelijk. Dit zijn onder andere de volgende instelling: Zorgboog, kinderopvangorganisaties, primair – en voortgezet onderwijs, GGD, LEV-groep en Bibliotheek Helmond-Peel. De gemeente voert hierin de regie en maakt afspraken met deze instellingen. De afspraken hebben ook betrekking op een aangepast ontwikkelings-/onderwijsaanbod ter voorkoming en bestrijding van ontwikkelings-/onderwijsachterstand. De Inspectie primair onderwijs controleert Kinderopvang, Primair Onderwijs en de gemeenten hierop. Naast de ontwikkeling heeft de gemeente een (afgeleide) taak in het kader van Passend Onderwijs.
45/106
In eerste instantie is het de verantwoordelijkheid van het onderwijs om een passend onderwijsaanbod voor iedere leerling te realiseren. Voor de gemeente kan dit consequenties hebben op het gebied van huisvesting en leerlingenvervoer. Met de schoolbesturen wordt overleg gevoerd over de vormgeving van Passend Onderwijs. Landelijk wordt prioriteit gegeven aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Dit vertaalt zich in een aangescherpt gemeentelijk leerplichtbeleid, waarbij de leerlingen intensief gevolgd worden tot hun 18e en in mindere mate tot hun 23e jaar. Informatie over inschrijving of het gemis hiervan wordt verkregen via DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs), waar alle scholen in/uitschrijvingen en verzuim melden. Problemen worden gesignaleerd via leerplicht en indien nodig doorgeleid naar het CJG. In regionaal verband wordt uitvoering gegeven aan een centrale leerlingenadministratie. In kleiner verband worden afspraken gemaakt en samen gewerkt om de uitvoering van leerplicht te versterken. Jeugd en jeugdzorg De gemeente Someren zal starten met de voorbereidingen voor de decentralisatie (ook wel transitie genoemd) jeugdzorg. Daarbij wordt waar noodzakelijk of gewenst samengewerkt in (sub)regionaal verband. Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
08.1.1
Centrum voor Jeugd en
Transitie Jeugdzorg
Realiseren inlooppunt
Inlooppunt
Gezin, waarbij de
realisatie inlooppunt.
opvoeding bij
gerealiseerd.
aandacht en zorg voor
kinderopvang in
onze kinderen,
Someren.
jongeren en ouders centraal staat. 08.1.2
Evaluatie CJG Asten-
Evaluatie CJG Asten-
* Ouders stellen
Someren.
Someren op basis van
gemakkelijker en
gegevens Zorgboog,
eerder hun vragen over
Bureau Jeugdzorg en
opvoeden en opgroeien.
instellingen over de
* Vragen worden
instroom van cliënten.
minder snel grotere problemen en is er minder geïndiceerde zorg nodig.
08.2.1
Realiseren van
Transitieplan lokaal en
vereenvoudiging van
(sub)regionaal.
Voorbereiding transitie
Besluit over organisatie
jeugdzorg. Het is een
en aansturing.
overlegstructuren. Het
omvangrijk takenpakket
Start van een pilot
kind staat centraal en
dat richting gemeenten
niet de wirwar van
komt. Er is daarom een
instanties.
fasering in de tijd
46/106
Decentralisatie
aangebracht. Op basis
jeugdzorg.
van een transitieplan wordt de decentralisatie uitgevoerd. Waarschijnlijk moet uiterlijk in 2015 de decentralisatie van alle onderdelen van de jeugdzorg gerealiseerd zijn. De budgetten zullen wij vooralsnog voor dit doel oormerken.
08.2.2
Nota Herijking
Herijking jeugdbeleid.
Nota Herijking
jeugdbeleid Asten-
Afgestemd met en zo
jeugdbeleid Asten-
Someren.
mogelijk geïntegreerd
Someren.
met preventie (CJG) en zorg (transitie jeugdzorg). 08.3.1
Jongerenparticipatie
Onderzoek
Onderzoek naar
Aanbevelingen voor
met thematische
Jongerenparticipatie.
mogelijkheden om
participatie jongeren.
invulling, zoals
jongeren te laten
bijvoorbeeld het
meedenken in de
gebruik van de Comeet
doorontwikkeling van
en de actie ‘vroeg op
het Centrum voor Jeugd
stap’.
en Gezin (mogelijk via maatschappelijke stage).
08.4.1
Het voorkomen en
Rapportage onderwijs-
Deelname peuters aan
100% bereik doelgroep-
bestrijden van
achterstanden.
VVE, inventarisatie
peuters, positief
onderwijsachterstanden
taalniveau in voor- en
resultaat van onderzoek
en vroegtijdige
vroegschoolse periode.
onderwijsinspectie.
schooluitval.
Voldoen aan uitwerking Wet Oké.
08.4.2
Schooluitval
In overleg met
10% minder
onderwijsveld bepalen
schooluitval.
welke instrumenten nodig zijn om doelstelling verminderde schooluitval te bereiken.
47/106
08.5.1
Adequate
Blokhutten Titus
Uitbreiding blokhutten
Adequate
accommodaties voor
Brandsma en Someren-
Scouting Titus
accommodatie.
alle jeugdverenigingen.
Dorp.
Brandsma SomerenEind en Scouting Someren.
Investeringsposten IP nr. 12-40801
Naam
Bedrag 2013
Vervanging speeltoestellen
21.800
Het betreft het vervangen van speeltoestellen welke niet meer voldoen aan de wettelijke eisen en/of versleten of kapot zijn. Voor 2012 is er € 30.000,-- benodigd, voor 2013 € 26.000,--, voor 2014 € 32.000,-- en voor 2015 € 30.000,--. De genoemde bedragen zijn incl. BTW. Deze taak is opgenomen in de kerntakendiscussie en daarom zijn de bedragen nog onderhevig aan wijzigingen. 13-50801
Renovatie / uitbreiding blokhut scouting Someren-dorp
123.000
Al geruime tijd geleden is op initiatief van de gemeente Someren onderzoek gedaan naar en overleg gepleegd over de kwaliteit van de Somerense jeugdaccommodaties. De laatste accommodatie die nog aan de maat gebracht moet worden is die van Scouting Someren. Op basis van de geldende subsidieregeling is een bijdrage nodig van € 123.000,--. (50% bouwkundige- en 100% installatietechnische kosten).
Wat mag het kosten?
Lasten
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
-2.714
-2.879
-3.054
-3.019
-2.989
-2.985
876
136
154
154
154
154
-1.838
-2.743
-2.900
-2.865
-2.835
-2.831
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-1.838
-2.743
-2.900
-2.865
-2.835
-2.831
Baten
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
48/106
Totaal verschil
-155.947
Investeringsprogramma 2013 Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten) Verschil bestaand beleid Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
0 -36.000 -191.947 1.974
Kerntakendiscussie: - Aframing VES-subsidie, subsidie t.l.v. budget onderwijsachterstandenbeleid
26.095
Jeugd- en jongerenwerk: - Hogere kapitaallasten speeltuinen a.g.v. hogere uitgaven
-12.100
- Hogere kapitaallasten clubhuizen a.g.v. start afschrijving in 2013 van div. projecten
-10.600
- Lagere subsidie jeugdorganisaties t.b.v. beleidsregel participatie bijzondere groepen en versterking verenigingen (zie ook programma's 6 en 7)
7.600
- Lagere subsidie jeugdbeleid en - zorg o.b.v. lastenontwikkeling 2012
5.000
Huisvesting onderwijs: - Hogere kapitaallasten huisvesting bijzonder basisonderwijs a.g.v. start afschrijving in 2013 van diverse projecten - Hogere belastingen/heffingen onderwijs o.b.v. lastenontwikkeling 2012
-184.700 -6.900
Gemeenschappelijke baten / lasten onderwijs: - Hogere lasten leerplicht a.g.v. invoering centrale leerlingenadministratie
-6.000
- Hogere doeluitkering onderwijsachterstandenbeleid
34.100
Kinderdagopvang: - Hogere lasten medische indicatie kinderdagopvang
-6.000
- Lagere huurinkomsten Tuimel-In a.g.v. verhuizing naar basisschool De Vonder
-8.700
Jeugdgezondheidszorg: - Hogere subsidie jeugdgezondheidszorg uniform a.g.v. overheveling budget Electronisch KindDossier (zie ook programma 7)
-15.000
(programma 11) - Aframing budget Elektronisch KindDossier (zie ook programma 7) - Raming lasten transitie jeugdzorg Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
23.000 -48.657 8.941 -191.947
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
49/106
Programma 09. Werk en inkomen Inleiding Iedere inwoner van Someren wordt een bestaansminimum gegarandeerd. Vanuit het motto "werk boven inkomen" ontvangen inwoners die daadwerkelijk zijn aangewezen op een inkomensvoorziening, een gemeentelijke uitkering. Daarbij worden de daarvoor gestelde criteria en regels scherp gehanteerd waarbij het de verantwoordelijkheid van de inwoner zelf is om het benodigde inzicht te geven in de persoonlijke omstandigheden. Van de consulent Werk - Inkomen Zorg mogen zij een klantvriendelijke, stimulerende en ondersteunende houding verwachten. Bij vermoeden van misbruik van inkomensvoorzieningen zal strikt volgens de daarvoor geldende regels worden opgetreden. Naast het bieden van een inkomensvoorziening heeft toeleiden naar werk prioriteit waarbij gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke trede op de participatieladder. Vooral bij jongeren zal dit in de vorm van een plan van aanpak gerealiseerd worden met duurzame arbeidsparticipatie als hoofddoel. Onderdelen:
Inkomensondersteuning;
Re-integratie;
Armoedebeleid;
Participatie/Zelfredzaamheid;
Schuldhulpverlening.
Bestuurlijke kaders
Verordening toeslagen en verlagingen WWB (Wet Werk en Bijstand) 2012
Afstemmingsverordening Wet Werk en Bijstand / Bbz 2012
Afstemmingsverordening Ioaw en Ioaz 2012
Re-integratieverordening Wet Werk en Bijstand 2012
Verordening hoogwaardige handhaving Wet Werk en Bijstand
Verordening boete Wet Inburgering Nieuwkomers
Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand
Verordening Kinderopvang 2005
Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012
Verordening cliëntenparticipatie Wsw Someren 2008
verordening persoonsgebonden budget Someren 2008
verordening volgorde plaatsing wachtlijst Someren 2008.
Handhavingsverordening Werk en Inkomen 2010
Reglement participatiecommissie wsw 2008.
Minimaverordening Meedoen 2012
Uitvoeringsregels re-integratie
Heronderzoekplannen:
50/106
-
periodieke uitkeringen WWB
-
periodieke uitkeringen IOAW en IOAZ
-
debiteuren WWB
-
debiteuren IOAW, IOAZ
Uitvoeringsregels vermogen in onroerend goed WWB
Uitvoeringsregels categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken en gehandicapten
Uitvoeringsregels terugvordering Wwb, Ioaz, Ioaw en verhaal Wwb
Handboek WWB (in dit digitale handboek is de uitvoering van het gemeentelijke beleid vastgelegd)
Armoedebeleidsplan 2007
Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2015
Nadere regels uitvoering Wsw Someren 2011
Besluitvorming kerntakendiscussie
Ontwikkelingen Landelijk (Rijksoverheid) Meer mensen aan het werk is een belangrijke opdracht van de huidige regering. Het regeerakkoord stelt dat mensen niet afhankelijk mogen worden gemaakt van een uitkering. Voorkomen moet worden dat mensen worden afgeschreven en permanent aan de kant staan. Werk biedt mensen perspectief, zelfrespect, sociale contacten en sociale betrokkenheid. De Wwb moet optimaal activerend zijn. Door de val van het kabinet Rutte en het akkoord van 5 partijen om een pakket maatregelen uit te voeren om het begrotingstekort 2013 onder de 3% te houden is de situatie sterk veranderd. Een van de maatregelen uit dit Begrotingsakkoord 2013 is het vervallen van de huishoudinkomenstoets met terugwerkende kracht per 1-1-2012. Ook is besloten om de Wet werken naar vermogen controversieel te verklaren. De voorgenomen korting op de Wsw van € 100 miljoen is geschrapt. Ook zijn de middelen voor de financiering van de herstructurering Wsw ( € 400 milj) teruggedraaid. Of en hoe de Wet werken naar vermogen door het nieuw te vormen kabinet vorm gegeven zal worden is niet bekend. Vooralsnog zal het huidig beleid in 2013 nog van kracht blijven. Lokaal (gemeente Someren) Afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen zal in 2013 meer duidelijkheid komen over de uitvoering van de “drie transities”. Op dit moment zijn onderzoeken gestart naar regionalisering van deze taken. Belangrijk is hoe wij als gemeente ons uitgangspunt --het integraal werken ( Wmo – Wwb) kort bij de burger -- vorm kunnen blijven geven in de regionale samenwerkingsconstructies.
51/106
Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
09.1.1
Iedere inwoner van
Kosten van
Reguliere uitvoering,
Een t.o.v. landelijke
Someren een
dienstverlening team
geen verbijzonderde
benchmark cijfers
bestaansminimum
Werk, Inkomen en Zorg
acties.
vergelijkbaar
garanderen. Vanuit het
(WIZ).
kostenniveau.
motto “werk boven inkomen”.
Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
Lasten
-5.888
-5.960
-5.870
-5.820
-5.821
-5.820
Baten
4.883
4.902
4.815
4.815
4.815
4.815
-1.005
-1.058
-1.055
-1.005
-1.006
-1.005
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-1.005
-1.058
-1.055
-1.005
-1.006
-1.005
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
52/106
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
-1.055.028
Saldo begroting 2012
-1.058.301
Totaal verschil
3.273
Investeringsprogramma 2013
0
Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten)
0
Verschil bestaand beleid Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen Lagere lasten minimaverordening Meedoen p.b.v. lasten voorgaande jaren Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
3.273 -19.574 16.000 6.847 3.273
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
53/106
Programma 10. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Inleiding Het algemene doel binnen het Somerense ruimtelijk ordening en woonbeleid is om een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat te creëren. Uitgangspunt is een natuurlijk dorps karakter met een goede balans tussen wonen, werken, natuur en recreëren. De gewenste groei van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen past bij de ambitie van Someren om een zelfstandige vitale plattelandsgemeente te zijn en blijven. Om stappen te zetten richting het algemeen doel zetten we de nodige instrumenten en middelen in. Dit betreft bijvoorbeeld actuele bestemmingsplannen, voldoende harde plancapaciteit voor woningbouw, een reëel woningbouwprogramma, een actief grondbeleid met inzicht in de financiële risico’s, integrale inzet op het verbeteren van de bestaande bedrijfsterreinen en bij aangetoonde behoefte de realisatie van nieuwe bedrijfsterreinen, uitvoeren van de Nota Toerisme en Recreatie (zoals het grootschalig recreatiegebied de Heihorsten) , de ruimtelijk-functionele visie voor het centrum van Someren en het reconstructieproces. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat een deel van de uitwerking van dit programma een overlap met programma 4 heeft. Bestuurlijke kaders
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (ontwerp)
Verordening Ruimte Provincie Noord-Brabant
Structuurvisie Ruimtelijke ordening van Provincie Noord-Brabant van 1 januari 2011
Regionaal woningbouwprogramma 2010-2015
Structuurvisie Buitengebied juli 2010
Woonvisie Gemeente Someren 2012
Nota Grondbeleid 2011
Visie bedrijventerreinen Asten en Someren 2009-2023
Beleidsnota Toerisme en Recreatie “De kracht van toerisme”, december 2010.
Ruimtelijk-functionele visie Someren-centrum, juni 2011
Gebiedsvisie en structuurschets projectgebied De Heihorsten.
Diverse bestemmingsplannen.
Notitie wonen, welzijn en zorg in Someren.
Structuurvisie Arbeidsmigranten.
Diverse andere beleidsnota’s.
Besluitvorming kerntakendiscussie
Ontwikkelingen Bij Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting dient rekening te worden gehouden met externe ontwikkelingen. Immers het Rijk, de Provincie Noord-Brabant, het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en de waterschappen De Dommel en Aa en Maas stellen ook wetten, verordeningen,
54/106
beleid en besluiten vast waar gemeenten rekening mee moeten houden. Voorbeelden daarvan zijn de Wet ruimtelijke ordening, de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, de Wet Milieubeheer, de Provinciale Verordening en Structuurvisie. Ook kan samenwerking met externe partijen en de economische situatie invloed hebben op bijvoorbeeld de voortgang van ruimtelijke ontwikkelingen. Als gevolg van onder andere de afwaartse beweging en het Besluit Ammoniakemissie Huisvesting Veehouderij, zullen veel agrarische bedrijven stoppen of gaan her- of doorontwikkelen. Door de slechtere woningmarkt staan de opbrengsten voor het grondbedrijf onder druk. Keuzes zullen moeten worden gemaakt op welke wijze hiermede wordt omgegaan. Ingezet wordt op het actualiseren van de bestemmingsplannen. Hierbij is ook aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit, daarom wordt ook ingezet op adequate beeldkwaliteitplannen. Bijvoorbeeld aan de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied, is een beeldkwaliteitsplan gekoppeld. Nieuwe ontwikkelingen worden hieraan getoetst. Het bestemmingsplan Buitengebied geeft ook een duidelijke visie welke activiteiten daar gewenst zijn. Primair zijn dat de agrarische bedrijven, toerisme/recreatie en wonen. Een nieuw fenomeen in het buitengebied is de plattelandswoning. Qua woningbouw ligt de ontwikkeling op het behoud van voldoende harde planologische woningbouwcapaciteit en het creëren van de voorwaarden dat ondanks de crisis de woningbouw toch voortgang blijft behouden. In economisch opzicht wordt ingezet op het verbeteren van de bestaande bedrijfsterreinen, onder meer door het herontwikkelen van het terrein van het Vaartje I en het Lauruscomplex. Ook worden nieuwe bedrijventerreinen ontwikkeld als de PDV-locatie Witvrouwenbergweg en Lage Akkerweg.
Programmakaart Nr
Doelstelling
Naam
Activiteit 2013
Resultaat
10.1.1
Het natuurlijke en
Structuurvisie RO.
Alle ontwikkelingen
Vaststelling
dorpse
worden aan dit
Structuurvisie.
plattelandskarakter van
uitgangspunt getoetst.
de gemeente goed
In 2012 wordt de
bewaken, ook
algehele structuurvisie
in het centrum.
vastgesteld. Hierin is dit
Terughoudend zijn met
een belangrijk
verdere inbreidingen in
uitgangspunt.
het centrum en met hoogbouw. 10.2.1
De actualisatie van
Actualiseren
Start eerste actualisatie
bestemmingsplannen
Bestemmingsplannen.
BP buitengebied nadat
heeft topprioriteit en
de beroepszaak bij de
dan met name het
Raad van State is
bestemmingsplan
afgerond.
Start voorbereiding.
buitengebied, LOG, bedrijventerreinen en
55/106
kernwinkelgebied. 10.2.2
10.2.4
Bestemmingsplannen
Vaststelling bp
Van kracht worden
Eind en Dorp.
Someren-Eind, en
actueel
Someren-Dorp.
bestemmingsplan.
Bestemmingsplannen
Vaststelling
Van kracht worden
projecten Heihorsten.
bestemmingsplannen
actueel
van projecten in de
bestemmingsplan.
Heihorsten.
10.2.5
Bestemmingsplan
Opstellen van een
Van kracht worden
Buitengebied “witte
actueel
actueel
vlekken”.
bestemmingsplan
bestemmingsplan.
buitengebied 2012 voor de “witte vlekken” uit BP 2011 en het LOG gebied. 10.2.6
Bestemmingsplannen
Actualisatie
Van kracht worden
bedrijventerreinen.
bestemmingsplannen
actueel
voor bedrijventerrein
bestemmingsplan.
Someren en SomerenEind. 10.3.1
Herontwikkeling locaties
Herontwikkeling
Opstart planologische
Ter inzagelegging
Paulus- en
schoollocaties.
procedures voor de
ontwerp-
herontwikkeling van de
bestemmingsplan en
locaties Paulus en
getekende
Petrusschool en
samenwerkings-
samenwerkings-
overeenkomst.
Petrusschool.
overeenkomst aannemer. 10.4.1
Bouwen naar behoefte
Woonbeleid.
Uitvoeren van
Voldoende harde
met name voor de
geactualiseerd
plancapaciteit voor
belangrijkste
woonbeleid.
woningbouw.
CPO-initiatieven worden
Bouw tweede CPO-
senioren of een
actief ondersteund en
project in Waterdael III.
combinatie op basis van
gefaciliteerd.
doelgroepen starters, ouderen en sociale woningbouw, ook in de kernen. 10.5.1
CPO voor starters,
CPO-initiatieven.
eigen initiatief ondersteunen.
56/106
10.6.1
Grotendeels afstappen
Beeldkwaliteitplannen.
Vaststellen van een
Een beperkt
van welstand.
geactualiseerd
welstandsbeleid en
Vervangen door
gemeentelijk
goede en adequate
adequate
beeldkwaliteitsplan.
beeldkwaliteitsplannen.
beeldkwaliteitplannen. Karakteristieke panden, pleinen en gehuchten dienen als zodanig beschermd te worden. 10.7.1
Het concept
Concept
Bezien of
Juridisch correcte
‘plattelandswoning’ zien
‘plattelandswoning’.
plattelandswoning stand
weergave in de 1e
wij als een goede
houdt bij eventuele
actualisatie van het
oplossing.
Raad van State
bestemmingsplan
behandeling,
Buitengebied.
vervolgens concept invoeren in het gehele buitengebied bij volgende actualisatie BP buitengebied. 10.8.1
Actief inzetten op
Plattelandsontwikkeling.
plattelandsontwikkeling.
In 2010 is het
Jaarprogramma
meerjarenprogramma
plattelandsontwikkeling
plattelandsontwikkeling
2013.
vastgesteld, waaruit jaarlijks een jaarprogramma wordt gedestilleerd.
Investeringsposten IP nr. 13-51001
Naam Uitvoering Peelagenda
Bedrag 2013 8.400
In september 2011 heeft de gebiedscommissie de Peel, waarvan ook de gemeente Someren deel uitmaakt, de Peelagenda vastgesteld. De Peelagenda bevat een aantal ambities, waarvan we als gemeente moeten bepalen in hoeverre we werk willen maken van die ambities. Wij willen minimaal een aantal van die ambities oppakken en hier werk van maken, bijvoorbeeld door middel van kleine projecten in de voorlichtende of communicatieve sfeer.
57/106
Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
Lasten
-2.992
-15.817
-8.398
-10.519
-3.425
-6.909
Baten
2.380
14.566
9.356
12.258
6.209
5.873
-612
-1.251
958
1.739
2.784
-1.036
Toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen uit reserves
0
0
0
0
0
0
-612
-1.251
958
1.739
2.784
-1.036
Saldo voor Resultaat bestemming
Saldo na resultaat bestemming
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
957.657
Saldo begroting 2012
-1.250.746
Totaal verschil
2.208.403
Investeringsprogramma 2013 Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten) Verschil bestaand beleid Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-8.400 -100.800 2.116.003 23.106
Kerntakendiscussie: - Welstand vrij vanaf 2013
30.000
Volkshuisvesting: - Hogere lasten woningen i.v.m. vastgoedbescherming pand Nieuwendijk 28 - In 2012 zijn incidentele lasten geraamd i.v.m. regionaal woningmarktonderzoek
-7.100 5.900
Grondexploitatie: - Hogere afstorting resultaten grondexploitaties in algemene reserve grondbedrijf conform exploitatieplannen. Deze hebben geen effect op het begrotingsresultaat. Tegenover het voordeel op dit programma staat een nadeel op programma 11. Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
2.061.100 2.997 2.116.003
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle
58/106
programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
59/106
Programma 11. Algemene dekkingsmiddelen Inleiding De bekostiging van het voorzieningenniveau in de gemeente wordt onder meer gevonden in algemene dekkingsmiddelen. Deze betreffen de inkomsten van de gemeente, die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen. Het gaat met name om de onroerende zaakbelastingen (OZB) en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Deze middelen hebben in tegenstelling tot de hondenbelasting, de toeristenbelasting, het rioolrecht en de afvalstoffenheffing geen vooraf bestemd bestedingsdoel (ze zijn dus niet geoormerkt). Daarnaast heeft de gemeente inkomsten uit bespaarde rente van het eigen vermogen en uit dividend en beleggingen. Bestuurlijke kaders
Nota reserves en voorzieningen 2011;
Nota activabeleid 2011
Nota herijking financieel beleid 1998;
Treasurystatuut 2010;
Coalitieprogramma 2011-2014;
Kadernota 2013.
Financiële verordeningen
Besluitvorming kerntakendiscussie
Ontwikkelingen Wij willen een gezonde financiële positie van de gemeente bereiken, waarbij sprake is van een sluitende begroting en een sluitend meerjarenperspectief met inbegrip van een verantwoorde belastingdruk en een afgewogen prioriteitenstelling van meerjarige investeringen en nieuw beleid. De financiële positie laat het toe dat onvoorziene uitgaven kunnen worden opgevangen. Eventuele rekeningoverschotten worden toegevoegd aan de Algemene reserve vrij aanwendbaar ter versterking van de financiële positie in de toekomst. Algemene uitkering gemeentefonds In het jaar 2013 worden we geconfronteerd met een fikse korting op de algemene uitkering van het gemeentefonds. De ontwikkelingen in de hoogte van de te verwachten uitkering hangen nauw samen met de ontwikkeling van de Rijksuitgaven. Hierbij wordt het principe “samen de trap op, en samen de trap af” gehanteerd. De afname in het jaar 2013 houdt met name verband met de nullijn voor de salarissen van rijksambtenaren die doorwerkt via ‘samen de trap af’. Verder valt de korting in 2013 relatief mee ten opzichte van eerdere berichtgeving in de diverse media. Dat komt vooral omdat de maatregelen in het zgn. Lente-akkoord vooral zijn gezocht in lastenverzwaring voor de burgers. Die vallen buiten de netto gecorrigeerde rijksuitgaven en leiden dus niet tot ‘samen de trap af’. De ontwikkeling van de hoogte van de algemene uitkering over de jaren na 2014 is positief. Ze zijn vooral het gevolg van geplande investeringen in de infrastructuur.
60/106
Die jaren zijn echter nog ver weg, er kan nog veel gebeuren voor het zover is. Vertegenwoordigers van het ministerie BZK en de VNG geven al aan dat deze cijfers met een dikke korrel zout, ja zelfs met een heel pak zout genomen moeten worden. De uitkomsten van de kerntakendiscussie hebben tot concrete besparingsresultaten geleid. Deze zijn in deze begroting verwerkt. Vastgelegde Algemene Reserve De rentebaten van de Vastgelegde Algemene Reserve worden aangewend als dekkingsmiddel in de gemeentebegroting. Dit betekent dat ieder beroep op deze reserve ook direct leidt tot een daling van de inkomsten op de gemeentebegroting. In zo’n geval is het renteverlies 4,5% van het te onttrekken bedrag. Gemeentelijke belastingen De macronorm is voor 2013 vooralsnog vastgesteld op 3%. (Mogelijk vindt hiervan nog een bijstelling plaats in de septembercirculaire). In Someren stijgt, op grond van het bestaand beleid, de totale opbrengst OZB voor 2013 met 7,8%. De bovenstaande uitgangspunten resulteren voor 2013 in de volgende concept-percentages: OZB eigenaar woningen
0,1038 %
OZB eigenaar niet-woningen
0,1379 %
OZB gebruiker niet-woningen
0,1287 %
Bij de berekening van deze tarieven is uitgegaan van een geraamde waardedaling van 3%. Pas na afronding van de herwaardering is de daadwerkelijke waardedaling inzichtelijk. Bij de vaststelling van de Verordening onroerende zaakbelastingen 2013 worden de tarieven definitief vastgesteld. Kwijtschelding Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van een volledige kwijtschelding (100 % norm) van de geheven belasting. Kwijtschelding maakt deel uit van het minimabeleid.
Investeringsposten IP nr. 12-21101
Naam
Bedrag 2013
Tijdelijke formatie projectleider woningbouw
21.500
Naar aanleiding van het college advies d.d. 17 april 2008 worden de resterende loonkosten tot 1 april 2013 opgenomen in de reguliere begroting. De kosten zullen in 2012 € 86.000,-- zijn en in 2013 € 21.500,--. Deze worden betaald uit de algemene reserve grondbedrijf. 12-21105
Beveiliging gemeentehuis
43.800
Enkele jaren geleden is er een nieuw toegangssysteem ingevoerd in het gemeentehuis. Dat was de eerste stap naar een veiliger gebouw voor medewerkers en bescherming van informatie. De volgende fase is het beveiligen van de toegang naar de kantoren. Op de begane grond zijn de afdelingen versneld beveiligd in verband met het nieuwe Klantencontactcentrum.
61/106
Daarnaast moeten op de eerste t/m derde etage de toegangsdeuren van de gangen worden beveiligd. Naast beveiligingsproducten zullen ook bouwkundige voorzieningen moeten worden getroffen. Ook voor de inbraakbeveiliging moeten nog zaken worden doorgevoerd. 12-41101
Vervanging 3 auto’s toezichthouders RBO
69.500
In 2013 is het omslagpunt voor de vervanging van de 3 auto’s van de toezichthouders van RBO. Nagegaan zal worden om een goedkopere oplossing te realiseren. 12-41102
Vervanging Hyundai 95-BX-GD
43.100
De Hyundai 95-BX-GD is meer dan 7 jaar oud en wordt altijd gebruikt met gladheidsbestrijding. Hierdoor is deze onderhevig aan veel strooizout; en dient vervangen te worden. 12-41103
Vervanging bordenwagen
9.400
Aanhanger is in 2013 18 jaar oud en aan vervanging toe.
Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
Lasten
-2.048
-2.276
-1.565
-1.580
-1.479
-1.694
Baten
22.005
22.340
21.293
21.334
21.038
21.266
Saldo voor Resultaat
19.957
20.064
19.728
19.754
19.559
19.572
Toevoegingen aan reserves
-10.962
-2.269
-3.470
-4.182
-5.080
-1.269
Onttrekkingen uit reserves
11.526
4.036
3.324
2.445
1.853
1.569
Saldo na resultaat
20.521
21.831
19.582
18.017
16.332
19.871
bestemming
bestemming
62/106
Verschillenanalyse Saldo begroting 2013
19.581.129
Saldo begroting 2012
21.830.464
Totaal verschil
-2.249.335
Investeringsprogramma 2013
-757.325
Investeringsprogramma 2012 (excl. structurele posten)
-515.458
Verschil bestaand beleid Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-2.007.468 -19.950
Geldleningen: - Bespaarde rente - Minder rente-inkomsten kortlopend geld
99.000 -107.000
- Lagere kapitaallasten
56.000
- Hogere couponrente
95.000
Algemene uitkering: - Lagere algemene uitkering
-395.000
Algemene baten en lasten: - Vervallen stelpost welzijnsplan
5.000
Gemeenschappelijke belastingen: - Hogere opbrengst OZB gebruikers - Hogere opbrengst OZB eigenaren
46.000 204.000
- Hogere opbrengst niet-ingezetenenbelasting
2.000
- Hogere opbrengst hondenbelasting
1.000
Reserves: - Hogere toevoeging reserves
-1.763.000
Kostenplaatsen: - Hogere salariskosten met name CAO wijzigingen (zie kadernota) - Hogere kapitaallasten i.v.m. nieuwe projecten Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
-178.600 -45.700 -6.218 -2.007.468
Voor wat betreft de verschillen-analyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen. Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma’s samen is het verschil in de kostenplaatsen ruim € 30.000,-- voordelig. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er in 2013 ruim € 30.000,-- meer aan interne kosten wordt doorberekend aan projecten dan in 2012.
63/106
4.
Recapitulatie programmabegroting Bedragen x 1.000
Lasten
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjaren 2014
2015
2016
P01
Burgerzaken en Algemeen Bestuur
-3.712
-3.434
-3.284
-3.275
-3.173
-3.174
P02
Openb orde en veiligh/Integr. handhaving
-1.205
-1.363
-1.409
-1.409
-1.410
-1.411
P03
Verkeer,vervoer en openbare ruimte
-3.950
-4.455
-5.558
-3.824
-3.964
-3.992
P04
Economische zaken en toerisme
-547
-529
-424
-418
-418
-418
P05
Milieu en water
-3.712
-3.557
-3.284
-3.398
-3.295
-3.353
P06
Sport en cultuur
-2.882
-3.085
-2.993
-3.013
-2.975
-3.001
P07
Maatschappelijke zorg
-5.362
-5.492
-5.332
-5.213
-5.180
-5.165
P08
Integraal jeugdbeleid
-2.714
-2.879
-3.054
-3.019
-2.989
-2.985
P09
Werk en inkomen
-5.888
-5.960
-5.870
-5.820
-5.821
-5.820
P10
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
-2.992
-15.817
-8.398
-10.519
-3.425
-6.909
P11
Algemene dekkingsmiddelen
-2.048
-2.276
-1.565
-1.580
-1.479
-1.694
-35.012
-48.847
-41.171
-41.488
-34.129
-37.922
Rekening
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Totaal lasten
Baten P01
Burgerzaken en Algemeen Bestuur
P02
Openb orde en veiligh/Integr. handhaving
P03
Meerjaren 2014
2015
2016
479
335
317
317
317
317
56
36
32
32
32
32
Verkeer,vervoer en openbare ruimte
645
695
1.680
228
228
228
P04
Economische zaken en toerisme
394
130
99
101
101
101
P05
Milieu en water
3.045
2.930
2.986
3.198
3.117
3.173
P06
Sport en cultuur
452
475
469
469
468
468
P07
Maatschappelijke zorg
854
640
656
631
631
631
P08
Integraal jeugdbeleid
876
136
154
154
154
154
P09
Werk en inkomen
4.883
4.902
4.815
4.815
4.815
4.815
P10
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
2.380
14.566
9.356
12.258
6.209
5.873
P11
Algemene dekkingsmiddelen
22.005
22.340
21.293
21.334
21.038
21.266
36.069
47.185
41.857
43.537
37.110
37.058
1.058
-1.664
684
2.049
2.981
-864
Toevoegingen aan reserves
-10.962
-2.269
-3.470
-4.182
-5.080
-1.269
Onttrekkingen uit reserves
11.526
4.036
3.324
2.445
1.853
1.569
1.623
103
538
312
-245
-565
Totaal Baten
Resultaat voor bestemming
Resultaat na bestemming
64/106
Geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Bedragen x € 1.000
Omschrijving - Toevoeging bespaarde rente - Toevoeging resultaten grondexploitatie aan algemene reserve grondbedrijf - Toevoeging rente algemene risicoreserve aan vastgelegde algemene reserve - Storting reserve automatisering Subtotaal structurele toevoegingen - Onttrekking reserve algemene reserve grondbedijf tbv kapitaallasten IHP 2008-2017 - Onttrekking rente algemene risicoreserve tbv vastgelegde algemene reserve - Onttrekking reserve basisvoorziening - Onttrekking reserve asielzoekers
Begroting 2013
Meerjaren 2014
2015
2016
-443
-466
-518
-599
-2.098
-2.789
-3.828
0
-68
-68
-68
-68
-150
-150
-150
-150
-2.759
-3.473
-4.564
-817
244
238
233
228
68
68
68
68
81
81
60
0
81
98
7
0
- Onttrekking reserve automatisering
150
200
272
278
- Onttrekking reserve heractivering tbv kapitaallasten geheractiveerde activa
484
470
456
427
1.108
1.155
1.096
1.001
-1.651
-2.318
-3.468
184
Subtotaal structurele onttrekkingen Saldo structurele toevoegingen en onttrekkingen
65/106
5.
Incidentele lasten en baten Bedragen x € 1.000 Omschrijving
Begroting 2013
Meerjaren 2014
Programma 1 Burgerzaken en algemeen bestuur
2015
2016
-15
Programma 2 Openbare orde en veiligheid/integrale handhaving Programma 3 Verkeer, vervoer en openbare ruimte
-2.105
-91
-50
-150
Programma 7 Maatschappelijke zorg
-80
-35
Programma 8 Integraal jeugdbeleid
-49
-91
-41
-24
-20
Programma 4 Economische zaken en toerisme Programma 5 Milieu en water Programma 6 Sport en cultuur
Programma 9 Werk en inkomen Programma 10 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Programma 11 Algemene dekkingsmiddelen Subtotaal incidentele lasten
-31
-27
-692
-382
-43
-33
-3.007
-700
-158
-94
Programma 1 Burgerzaken en algemeen bestuur Programma 2 Openbare orde en veiligheid/integrale handhaving Programma 3 Verkeer, vervoer en openbare ruimte
1.451
Programma 4 Economische zaken en toerisme Programma 5 Milieu en water
150
Programma 6 Sport en cultuur Programma 7 Maatschappelijke zorg Programma 8 Integraal jeugdbeleid Programma 9 Werk en inkomen Programma 10 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Programma 11 Algemene dekkingsmiddelen
107
0
0
0
Subtotaal incidentele baten
1.558
150
0
0
Resultaat voor bestemming
-1.449
-550
-158
-94
Incidentele toevoeging aan reserves Incidentele onttrekkingen aan reserves Resultaat na bestemming
-706
-702
-509
-446
2.218
1.289
757
568
63
37
90
28
Structureel evenwicht Door de externe toezichthouders wordt steeds meer de nadruk gelegd op het structureel in evenwicht zijn van de begroting. Om een juist beeld te kunnen geven van de exploitatie is het hierbij noodzakelijk inzicht te hebben in de incidentele baten en lasten. Het is, zowel voor de raad als de toezichthouder, een belangrijk overzicht om een oordeel van de materiële sluitendheid van de begroting, meerjarenraming en daarmee de financiële positie van de gemeente te kunnen vormen. Aan de hand van het gepresenteerde overzicht incidentele baten is beoordeeld of de begroting structureel in evenwicht is.
66/106
Dit levert het volgende meerjarig resultaat op:
Resultaat begroting Resultaat incidentele baten en lasten Structureel resultaat (
2013 538 -63 475
2014 312 -37 275
2015 -245 -90 -335
2016 -564 -28 -592
Structureel evenwicht 2013 Zoals reeds is opgemerkt hebben we gekozen voor een sluitende begroting 2013. In dit kader moeten we rekening houden met de volgende twee aspecten. In het kader van het toezicht dienen ook de onderuitputting van investeringen vóór 2013 alsmede de kapitaallasten van investeringen in het jaar 2013 bij de beoordeling van het structureel evenwicht 2013 te worden betrokken. Het bedrag van de onderuitputting bedraagt € 47.000,--. Ingevolge de nota vaste activabeleid worden de kapitaallasten van investeringen eerst doorberekend in het jaar na realisatie van investeringen. Het betreft hier een bedrag van € 257.000,- (component afchrijvingen). Voor het bepalen van het structureel evenwicht dienen deze lasten in het jaar van investering als last te worden opgenomen. Indien deze twee aspecten bij de beoordeling van het structureel evenwicht worden betrokken bedraagt het saldo voor 2013: Resultaat Onderuitputting Onderuitputting investeringen 2013 Saldo
475 -47 -257 171
Uit bovenstaande gegevens kunnen we concluderen dat de begroting 2013 structureel in evenwicht is.
67/106
6.
Vaststelling programmabegroting 2013-2016
De raad van de gemeente Someren; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
B
e
s
l
u
i
t
:
1. Vast te stellen de meerjarenbegroting 2013-2016; 2. Het Investeringsprogramma 2013-2016 vast te stellen. Incidentele uitgaven in het kader van het IP ten laste te brengen van algemene reserve vrij aanwendbaar. Deze onttrekkingen bedragen achtereenvolgens: 2013 € 213.500,-2014 € 99.440,-2015 € 99.440,-2016 € 49.400,--. 3. Vast te stellen de tarieven voor 2013 zoals genoemd in de paragraaf grondbeleid. Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,
de raadsgriffier,
de voorzitter,
J. Laurens Janse-Oostdijk
A.P.M. Veltman
68/106
7.
Paragrafen
7.1 7.1.1
Weerstandsvermogen Inleiding
Informatie over het weerstandsvermogen is van belang om te weten of en in hoeverre financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Deze tegenvallers kunnen incidenteel en structureel van aard zijn, maar hebben altijd invloed op de financiële positie van de gemeente. Hoe hoog het weerstandsvermogen zou moeten zijn is niet exact aan te geven. De omvang is afhankelijk van de (financiële) risico’s die de gemeente loopt en de kans dat de risico’s daadwerkelijk effectief worden. De definitie van een risico = kans x effect.
7.1.2
Berekening weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit van de gemeente wordt berekend uit de algemene reserve, de post onvoorzien, de stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit. Voor het financieel toezicht op de gemeenten heeft de provincie een beleidskader opgesteld. In dit beleidskader zijn normen opgenomen over de hoogte van de algemene reserve, de reserve grondbedrijf en de post onvoorziene uitgaven. Deze provinciale norm wordt als basis gebruikt om de hoogte van de algemene reserve, de reserve grondbedrijf en de post onvoorzien te bepalen. Om een uitspraak te kunnen doen over de mate waarin de gemeente Asten financiële tegenvallers kan opvangen is inzicht nodig in: 1.
De risico’s: met welke (materiële) risico’s hebben we te maken?
2.
De buffer: hoe groot is onze “spaarpot” om deze risico’s op te kunnen vangen?
Beschikbare weerstandscapaciteit (buffer) Weerstandsvermogen
=
/ Benodigde weerstandscapaciteit (risico’s)
Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente wordt berekend uit: 1.
Algemene reserve
2.
Post onvoorzien
3.
Stille reserves
4.
Onbenutte belastingcapaciteit
69/106
Ad 1. Algemene reserve Stand 01-01-2013 Algemene risicoreserve Algemene reserve vrij aanwendbaar Algemene reserve grondbedrijf
1.500.000 712.000 3.970.000
Reserve bijzondere werken
388.000
Reserve artikel 22
375.000
Reserve buitengebied in ontwikkeling Totaal
•
1.126.000 8.071.000
De algemene risicoreserve is ter afdekking van financiële tegenvallers. De gemeente Someren hanteert een norm van 10% van de algemene uitkering.
•
De algemene reserve vrij aanwendbaar wordt ingezet voor onvoorziene investeringen.
•
De algemene reserve grondbedrijf is om financiële tegenvallers binnen het grondbedrijf af te dekken. Op basis van provinciale richtlijnen kan een norm worden gehanteerd van € 6.100.000,-. Dit is een zeer globale richtlijn welke is afgeleid van het gemiddelde bedrag van grondverkopen van de afgelopen vijf jaren en de komende vijf jaren. Volgens de prognoses groeit de reserve grondbedrijf van € 5.487.000,- per 1-1-2014 naar een bedrag van € 7.679.000 per 1-1-2015 en groeit deze verder door naar een bedrag van € 11.193.000,- per 1-1-2016. Inmiddels heeft een risicoanalyse plaatsgevonden van de grondexploitatie waarbij diverse scenario’s zijn doorgerekend. Zelfs in het meest negatieve scenario, waarbij uitgegaan wordt van een verlenging van de looptijd van de plannen met vijf jaren, bedraagt het resultaat van alle exploitaties op basis van de eindwaardemethodiek bijna € 8.000.000,voordelig. Aangezien bij de huidige exploitatieopzetten van de plannen reeds rekening is gehouden met de vertraging van grondverkopen en gelet op de voordelige resultaten van de lopende exploitaties is de huidige omvang van de reserve grondbedrijf ruim voldoende om risico’s op te vangen.
•
De reserve bijzondere werken is bedoeld voor de aanleg van bovenwijkse voorzieningen. Vanuit de grondexploitatie wordt een vast bedrag per m² uitgegeven grond in deze reserve gestort. Een uitgewerkte financiële onderbouwing van deze reserve ontbreekt. Om deze reden wordt deze als algemeen dekkingsmiddel (reserve) aangemerkt.
•
De reserve artikel 22 is bedoeld voor investeringen in het kader van de volkshuisvesting. Een uitgewerkte financiële onderbouwing van deze reserve ontbreekt. Om deze reden wordt deze als algemeen dekkingsmiddel (reserve) aangemerkt.
•
De reserve buitengebied in ontwikkeling is bedoeld voor reconstructiedoeleinden. Vanuit de grondexploitatie wordt een vast bedrag per m² uitgegeven grond in deze reserve gestort. Een uitgewerkte financiële onderbouwing van deze reserve ontbreekt. Om deze reden wordt deze als algemeen dekkingsmiddel (reserve) aangemerkt. Inmiddels is een aanvang gemaakt met het onderbouwen van deze reserve.
70/106
Ad 2. Post onvoorzien Onvoorzien begroting 2013
incidenteel
Onvoorzien Totaal
structureel
538.000
140.000
538.000
140.000
De post onvoorzien is ter dekking van niet voorziene uitgaven in 2013. Het onder incidenteel vermelde bedrag betreft het begrotingsresultaat 2013.
Ad 3. Stille reserves Stille reserves zijn niet-bedrijfsgebonden eigendommen van een gemeente met een hogere waarde in het economisch verkeer dan de boekwaarde. Stille reserves dragen bij aan de weerstandscapaciteit, omdat een deel van de eigendommen kan worden verkocht boven de boekwaarde waardoor winst ontstaat. Deze winst kan worden ingezet ter afdekking van financiële tegenvallers. De stille reserves zijn vooralsnog niet inzichtelijk gemaakt omdat de mogelijk in aanmerking komende bezittingen (b.v. sportaccommodaties) tot de normale bedrijfsvoering worden gerekend en er geen voornemen bestaat om deze verkopen. Asten Ad 4. Onbenutte belastingcapaciteit De gemeente kan haar belastingen verhogen om financiële tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de opbrengsten bij maximale tarieven en de geraamde opbrengsten is de onbenutte belastingcapaciteit. Het maximale tarief dat een gemeente mag heffen is 0,1540% van WOZwaarde. De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Someren bedraagt € 500.000,=. Overzicht beschikbare weerstandscapaciteit In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de geprognosticeerde beschikbare weerstandscapaciteit per 1-1-2013. Beschikbare weerstandscapaciteit 1-1-2013
per Incidenteel
Structureel
538.000
140.000
a. Weerstandscapaciteit exploitatie: - Onvoorzien - Onbenutte belastingcapaciteit
500.000
b. Weerstandscapaciteit vermogen: - Algemene reserves
4.101.000
- Algemene reserve grondbedrijf
3.970.000
- Stille reserves Totaal beschikbaar
p.m. 8.609.000
640.000
and apaciteit 01-01-2009 Incidenteel Structureel
71/106
Benodigde weerstandscapaciteit Risico’s In deze paragraaf worden de bekende risico’s geconcretiseerd. Hierbij dient opgemerkt te worden dat geen volledige risico-inventarisatie heeft plaatsgevonden. Het implementeren van een structurele aanpak van risicomanagement is volop in ontwikkeling. De gemeente Someren heeft in 2012 samen met de gemeente Asten hierover een probleemanalyse risicomanagement opgesteld. Het doel hiervan is om beter inzicht te krijgen in de risico’s die de gemeente loopt, in de beheersmaatregelen en in de financiële vertaling van de risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen. Vanaf het begrotingsjaar 2014 zal de uitwerking hiervan terug te vinden zijn in de paragraaf weerstandsvermogen. De risico’s van de gemeente Someren zijn uitgewerkt in een tabel. Hierbij is een inschatting gemaakt van de kans op het optreden van het risico en het financiële gevolg als het risico zich voordoet. Bij het schatten van de kans is onderscheid gemaakt in hoog, gemiddeld en laag risico. De categorieën komen overeen met de volgende percentages.
Klasse
Percentage
Hoog
75%
Middel
50%
Laag
10%
Wanneer het financieel gevolg van een risico structureel is, heeft het niet alleen financiële gevolgen voor 2013, maar ook voor verdere jaren. Wanneer een structureel risico zich voordoet zal in de toekomst structurele dekking binnen de begroting moeten worden gezocht. Financieel Risico
Opmerking
Kans
gevolg 2013 (kans x gevolg)
Lagere opbrengsten
Afname van de vraag naar
grondverkopen /
nieuwbouwkoopwoningen kan leiden
bouwleges
tot een vertraging in
Hoog
3.970.000 (stand reserve GB per 1-1-2013)
woningbouwprojecten en daling van de resultaten (zie paragraaf grondbeleid)
72/106
Onzekerheid over de opbrengst van de
Hoog
100.000
Hoog
€ 40.000
Middel
PM
Middel
PM
Middel
PM
Hoog
PM
Laag
PM
Laag
PM
Middel
PM
leges omgevingsvergunning Open einde regelingen
Bij de raming 2013 is geen rekening
sociale sector(WMO,
gehouden met incidentele grote
bijzondere bijstand)
aanvragen voor woningaanpassingen Toename aanvragen / uitkeringen op grond van niet hiervoor genoemde open-eind regelingen (oa gebundelde uitkering, kinderopvang). Bijv. a.g.v. afschaffen huishoudtoets meer bijstandsuitkeringen te verstrekken dan initieel verwacht
Lagere algemene
Indien de algemene uitkering fors
uitkering / veranderende
lager wordt dan opgenomen in de
regelgeving
taakstelling scenario ontwikkeling
Rijksoverheid Indien er maximumtarieven voor bijv. reisdocumenten en rijbewijzen worden vastgesteld, die lager zijn dan Someren nu hanteert Wijziging van de Wet Veiligheidsrisico’s: kan tot gevolg hebben dat de brandweervrijwilligers en de uitvoering van brandweertaken volledig overgaan naar de Veiligheidsregio. Daardoor en door onzekerheid over de repressieve capaciteit. N.a.v. rapportages wordt terughoudend omgegaan met aanschaf en vervanging van materieel en materialen Afschaffen BTW compensatiefonds, de stuurgroep begrotingsruimte stelt dit in haar rapport voor, omdat het BCF niet heeft geleid tot meer uitbesteding van gemeentelijke taken. Gemeenten zijn geen voorstander van het afschaffen van het BCF, vanwege de administratieve rompslomp en bijbehorende kosten Invoeren vennootschapsbelasting voor gemeenten: herziening belastingspositie overheidsbedrijven omdat zij concurrentievoordeel (kunnen) hebben doordat zij geen vennootschapsbelasting betalen Minder renteopbrengst deposito’s
73/106
a.g.v. schatkistbankieren Grote projecten
Precontractuele fase, tijdsdruk,
(financieel, juridisch en
technische zaken, planschaderisico,
imago risico’s)
kwaliteit overeenkomsten
Afhankelijkheid van ICT
Tijdige beschikbaarheid juiste ICT
systemen
middelen / Beheersing grote trajecten,
Middel
PM
Middel
PM
Laag
PM
Laag
PM
Laag
PM
Hoog
PM
Laag
€ 3.600.000
Middel
€ 12.500
Laag
PM
Laag
PM
Middel
PM
Hoog
PM
bv DMS, front-mid-backoffice Informatiebeveiliging Juridisering samenleving
Burger is mondiger, claimcultuur Met juridische procedures zijn hoge kosten gemoeid
Imago, aansprakelijkheid
KCC verstrekt verkeerde info
bij verstrekken van
Gemeente verantwoordelijk voor
onjuiste informatie
actueel houden risicokaart, WKPB etc Negatieve berichtgeving media Met klachtenafhandeling zijn hoge kosten gemoeid
Beveiliging van
Beveiliging van reisdocumenten,
reisdocumenten
impact groot indien in verkeerde handen
Hoogte stortingen in
Niet alle onderhoudsplannen zijn
onderhoudsvoorzieningen
geactualiseerd, hierdoor is onduidelijk of de voorzieningen van voldoende niveau zijn
Verzekeringen /
Gemeentelijke borgstellingen: de
garantstelling /
gemeente heeft een achtervangfunctie
aansprakelijkheid (oa bij
indien een corporatie in financiële
schade burger)
problemen komt Het eigen risico van de diverse verzekeringen en aansprakelijkheden komt t.l.v. de gemeente Someren
Fraude door eigen
Juiste werking administratieve
personeel
procedures, kwaliteit interne controle (gemeente heeft fraudeverzekering)
Verbonden partijen
Verbonden partijen die in de problemen komen (zie paragraaf verbonden partijen)
Transities, (regionale)
Kiezen juiste schaalgrootte
samenwerking, RUD’s
Beheersing processen Kleine gemeente kan alle ontwikkelingen niet bolwerken Indien RUD in 2013 start, zal dit extra (aanvangs)kosten voor de gemeente met zich meebrengen tegen een wellicht lagere kwaliteit
74/106
Personeelsafbouw SRE milieudienst
Hoog
464.000
Bodemverontreiniging
Nederland schoon in 2030
Laag
PM
Vergunningen die van
Indien BP-en ouder zijn dan 10 jaar,
Laag
PM
rechtswege verleend
mogen er geen leges inkomsten
worden
geheven worden
Niet tijdige
Het (juridisch) risico op niet tijdige
Laag
PM
besluitvorming
besluitvorming en de daaraan gekoppelde dwangsom € 8.186.500
Weerstandsvermogen Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit (buffer) / benodigde weerstandscapaciteit (risico’s). Aan de ratio kan een waardering worden gegeven.
Waardering
Ratio
Betekenis
A
> 2,0
Uitstekend
B
1,4 – 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 – 1,4
Voldoende
D
0,8 – 1,0
Matig
E
0,6 – 0,8
Onvoldoende
F
< 0,6
Ruim onvoldoende
Door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door het totale financieel gevolg 2013. De ratio komt voor de gemeente Someren uit op 1,13. Dit is conform bovenstaand overzicht voldoende.
75/106
7.2 Verbonden partijen Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijk dito risico’s is het gewenst dat in de begroting en jaarstukken meer aandacht wordt besteed aan derde rechtspersonen, waarmee de gemeente Someren een bestuurlijke en financiële band heeft. Dat zijn deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van een stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente Someren. Het inzichtelijk maken van de verbonden partijen is om twee redenen van belang. De eerste reden is dat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. De tweede reden betreft de kosten/het budgettaire beslag en de financiële risico’s, die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. Hieronder is een overzicht gegeven van publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de gemeente Someren participeert, die onder de noemer van verbonden partijen kunnen worden gerangschikt.
7.2.1
Publiekrechtelijke rechtspersonen
Hierna zijn 6 gemeenschappelijke regelingen vermeld waarin de gemeente Someren participeert. De uitgaven die voortvloeien uit deelname aan gemeenschappelijke regelingen zijn verplichte uitgaven die in de begroting opgenomen dienen te worden. Op grond van het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen heeft de gemeenteraad de mogelijkheid opmerkingen over de begroting kenbaar te maken aan het algemeen bestuur van de betreffende gemeenschappelijke regeling. Naam verbonden partij
1. G.G.D. Brabant Zuid-Oost
Vestigingsplaats
Eindhoven, Helmond
Programma
Maatschappelijke zorg
Doel en openbaar belang
Gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de gezondheid(szorg). Kosten worden betaald uit bijdragen deelnemende gemeenten, rijksbijdragen, bijdragen ziektekostenverzekeraars, ambulancehulpverlening en bijdragen particulieren.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, HeezeLeende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre.
76/106
Bestuurlijk belang
De gemeenteraad wijst een lid en plaatsvervangend lid aan voor het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur wordt door en uit het algemeen bestuur gekozen. De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur gekozen.
Eigen vermogen
Per 31-12-2011 € 2.405.000,--
Vreemd vermogen
Per 31-12-2011 € 12.325.000,-
Financieel resultaat
In het jaar 2011 € 185.000,-- voordelig.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 280.161,--
Risico’s
Begin 2011 is een is een risico-inventarisatie uitgevoerd. De weerstandscapaciteit kwam hierbij uit op een bedrag van € 1.900.000,-- om alle eventuele toekomstige risico’s af te dekken. Voor het afdekken van deze risico’s is een reserve gevormd. Mochten er zich de komende jaren voor een hoger bedrag tekorten voordoen terwijl de weerstandscapaciteit/ algemene reserve niet is aangevuld, dan dragen de deelnemende gemeenten daarvan het financiële risico.
Ontwikkelingen
Zie onderdeel risico’s
Rapportages
Jaarrekening 2011
Naam verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
Vestigingsplaats
Eindhoven
Programma
Openbare Orde en Veiligheid
Doel en openbaar belang
Taken: -Adequaat reageren op spoedeisende hulpaanvragen van burgers, instellingen en bedrijven. -Het organiseren en coördineren van geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen. -Het voorkomen en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en/of ongevallen bij brand en alles wat hiermee verband houdt. Ook de coördinatie van de werkzaamheden op dit gebied behoort tot deze taak. -Het organiseren, coördineren en uitvoeren van ambulancezorg, de bijbehorende procesregistratie en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instellingen voor intramurale zorg. -Het ondersteunen van de hulpverlening door gemeenten.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-
77/106
Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre. Bestuurlijk belang
De gemeenteraad wijst een lid aan voor het algemeen bestuur. Dit lidmaatschap is gekoppeld aan de functie van burgemeester.
Eigen vermogen
Per 31-12-2011 nog niet bekend.
Vreemd vermogen
Per 31-12-2011 nog niet bekend.
Financieel resultaat
In het jaar 2011 Nog niet bekend.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 167.590,--.
Risico’s
Financiële gevolgen van overdracht van taken aan regio zijn nog niet volledig in beeld. Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten op basis van aantal inwoners.
Ontwikkelingen
Werkzaamheden als gevolg van overdracht van taken aan regio zijn nog niet afgerond.
Rapportages
Jaarrekening 2011
Naam verbonden partij
Regeling hypotheekfonds Noord-Brabantse gemeenten
Vestigingsplaats
Eindhoven
Programma
Algemene dekkingsmiddelen
Doel en openbaar belang
Oorspronkelijk bevorderen eigen woningbezit in gemeenten in Noord-Brabant. Thans in te staan voor de verplichtingen, die zijn overgegaan op NV Bouwfonds Nederlandse gemeenten en toezien op tijdige uitbetalingen door NV Bouwfonds Nederlandse Gemeenten aan de deelnemende gemeenten.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn: Aalburg, Alphen-Chaam, Asten, Baarle Nassau, Bergen op Zoom, Bergeyk, Bernheze, Best, Bladel, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Breda, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Dongen, Eersel, Eindhoven, Etten-Leur, Geertruidenberg, Geldrop, Gemert-Bakel, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, HeezeLeende, Helmond, ’s Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Laarbeek, Landerd, Lith, Loon op Zand, Maasdonk, Made, Mierlo, Mill en St. Hubert, Moerdijk, Nuenen c.a., Oirschot, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Ravenstein, Reusel-de Mierden, Roosendaal, Rucphen. Schijndel, Sint Anthonis, SintMichielsgestel, Sint Oedenrode, Someren, Son en Breugel, Steenbergen, Tilburg, Uden, Valkenswaard, Veghel, Veldhoven, Vught, Waalre, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert, Ammerzoden, Hedel en Maasdriel.
78/106
Bestuurlijk belang
Algemeen bestuur telt 1 lid per Brabantse gemeente. De leden worden benoemd door en uit de gemeenteraden, de voorzitter inbegrepen.
Eigen vermogen
H.N.G. is in Liquidatie. Aandelen zijn overgedragen aan N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten.
Vreemd vermogen
idem
Financieel resultaat
n.v.t.
Financieel belang
Er is geen jaarlijkse bijdrage verschuldigd.
Risico’s
Met de verkoop aan N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten is het doel van de gemeenschappelijke regeling gewijzigd en beperkt tot het instaan voor de gevolgen ingeval N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten niet aan zijn verplichtingen voldoet. Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten. Het betreft hier een slapen regeling. In artikel 1, lid 3 van de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat de regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de regeling wordt opgeheven zodra de N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten de totale koopsom krachtens de overname-overeenkomst heeft afgelost (2020). Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten op basis van aantal inwoners.
Ontwikkelingen
n.v.t.
Rapportages
n.v.t.
Naam verbonden partij
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
Vestigingsplaats
Eindhoven
Programma
Diversen
Doel en openbaar belang
Aard activiteit en financiële middelen De regio moet voorzien in de behoefte aan werken, wonen, recreëren, maatschappelijke participatie en een veilige leefomgeving zonder dat daarmee kansen voor toekomstige generaties verloren gaan. Het SRE wil een organisatie zijn die op een flexibele wijze kan inspelen op de behoeften van de gemeenten en op doelmatige wijze mede inhoud kan geven aan de regionale vraagstukken. Takenpakket is deels wettelijk verankerd, deels vrijwillig overgedragen (milieu, streekarchief, volwasseneneducatie). Financiering op basis van rijks- en provinciale bijdragen, middelen EU, derden en gemeentelijke bijdragen.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-
79/106
Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre. Bestuurlijk belang
Door de gemeente Someren is 1 lid in de regioraad afgevaardigd.
Eigen vermogen
Per 31-12-2011 € 11.145.000,--
Vreemd vermogen
Per 31-12-2011 € 61.788.000,--
Financieel resultaat
In het jaar 2011 € 2.607.000,-- voordelig.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 325.769,--
Risico’s
Beleidsverantwoordelijk openbaar vervoer, adequate besteding EU-middelen (Stimulus), wegvallende of tekortschietende derde geldstromen. Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten.
Ontwikkelingen
N.v.t.
Rapportages
Jaarrekening 2011
Naam verbonden partij
Regeling voor het openbaar lichaam Atlantgroep
Vestigingsplaats
Helmond
Programma
Werk en Inkomen
Doel en openbaar belang
Integrale uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening, alsmede activiteiten op het vlak van arbeidsreïntegratie en aangepaste arbeid aan personen uit de deelnemende gemeenten, die op afstand staan van de reguliere arbeidsmarkt.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Deurne, , Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek, , Someren,.
Bestuurlijk belang
De gemeente Someren heeft het recht uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, 1 lid aan te wijzen voor het algemeen bestuur. Het lid van het algemeen bestuur is tevens lid van het dagelijks bestuur.
Eigen vermogen
Per 31-12-2011 €14.870.000,--
Vreemd vermogen
Per 31-12-2011 € 9.539.000,-
Financieel resultaat
In het jaar 2011 € 1.964.000,-- voordelig.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 228.948,--
Risico’s
Sterke afhankelijkheid van rijksbeleid met betrekking tot de financiering. Omzet is afhankelijk van economische ontwikkelingen. Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten.
Ontwikkelingen
Op dit moment is nog niet bekend wat de impact is van de nieuwe regelgeving in het kader van “werken naar vermogen”.
Rapportages
Jaarrekening 2011
80/106
Naam verbonden partij
Welstandszorg Noord Brabant
Vestigingsplaats
Den Bosch
Programma
Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting
Doel en openbaar belang
Voor de welstandadvisering is de gemeente Someren aangesloten bij Welstandszorg Noord- Brabant.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn: Aalburg, Alphen-Chaam, Asten, Baarle Nassau, Bergen op Zoom, Bergeyk, Bernheze, Best, Bladel, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Breda, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Dongen, Eersel, Eindhoven, Etten-Leur, Geertruidenberg, Geldrop, Gemert-Bakel, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, HeezeLeende, Helmond, ’s Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Laarbeek, Landerd, Lith, Loon op Zand, Maasdonk, Made, Mierlo, Mill en St. Hubert, Moerdijk, Nuenen c.a., Oirschot, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Ravenstein, Reusel-de Mierden, Roosendaal, Rucphen. Schijndel, Sint Anthonis, SintMichielsgestel, Sint Oedenrode, Someren, Son en Breugel, Steenbergen, Tilburg, Uden, Valkenswaard, Veghel, Veldhoven, Vught, Waalre, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert, Ammerzoden, Hedel en Maasdriel.
Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur bestaat uit één lid per deelnemende gemeente. De leden worden door de raden van de deelnemende gemeenten uit hun midden, de voorzitter van de raad inbegrepen, op aanbeveling van burgemeester en wethouders aangewezen.
Eigen vermogen
Niet bekend
Vreemd vermogen
Niet bekend
Financieel resultaat
Niet bekend
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 5.000,--
Risico’s
Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten op basis van aantal inwoners.
Ontwikkelingen
Gemeenschappelijke regeling welstandszorg wordt opgeheven
Rapportages
--
81/106
7.2.2
Privaatrechtelijke rechtspersonen
Hierbij gaat het om deelnemingen in stichtingen, naamloze of besloten vennootschappen en verenigingen voor de behartiging van in oorsprong gemeentelijke taken. Buiten beschouwing zijn gebleven de lidmaatschappen van de verenigingen van Nederlandse gemeenten (VNG) en Brabantse gemeenten (VBG). Genoemde lidmaatschappen zijn gericht op gezamenlijke belangenbehartiging en/of kennisoverdracht. De gemeente participeert in de navolgende privaatrechtelijke rechtspersonen. Naam deelneming
Stichting Bureau Inkoop en aanbestedingen Zuid-Oost brabant (BIZOB)
Vestigingsplaats
Deurne
Programma
Algemene dekkingsmiddelen
Aard van de activiteiten
Verzorgen inkoopfunctie voor deelnemende gemeenten
Bestuurlijke betrokkenheid
In het bestuur is elke deelnemende gemeente, ongeacht de fysieke grootte of het inwoneraantal, met twee personen vertegenwoordigd.
Risico’s
De termijn van een individuele, bilaterale samenwerkingsovereenkomst is 4 jaar, waarna er de mogelijkheid van uittreding of continuering (al dan niet onder gewijzigde voorwaarden) bestaat.
Naam deelneming
Stichting Streekontwikkeling “de Peel”
Vestigingsplaats
Gemert-Bakel
Programma
Economische zaken, recreatie en toerisme
Aard van de activiteiten
Verbeteren organiserend vermogen alle deelnemende partijen met het oog op het creëren van een structurele basis voor de soc.-econ. ontwikkeling. Financiering middels subsidies.
Bestuurlijke betrokkenheid
De gemeente Someren is in het algemeen bestuur vertegenwoordigd met 1 zetel.
Risico’s
Financiële betrokkenheid is afhankelijk van te ontplooien activiteiten en juridische vormgeving daarvan.
Naam deelneming
Stichting “Stap”
Vestigingsplaats
Helmond
Programma
Werk en inkomen
Aard van de activiteiten
Het aanbieden in samenwerking met de gem. regeling Helso /STAP van een dienstenpakket op het gebied van de totale arbeids-(re)integratie en aangepaste arbeid aan werkzoekenden met een manifest dan wel latent arbeidsmarktprobleem
82/106
binnen het werkgebied van de stichting. Financiering o.m. middels subsidies en verrekeningen met gem. regeling Helso /Stap. Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuur is identiek aan dagelijks bestuur gem. regeling Helso/Stap. Indirect heeft collegelid zitting in stichtingsbestuur
Risico’s
1. Wegvallen subsidies 2. Samenwerkingsverband met Atlant vraagt om Transparante verhoudingen.
Naam deelneming
Brabant Water NV
Vestigingsplaats
Den Bosch
Programma
Economische zaken, recreatie en toerisme
Aard van de activiteiten
Verzorgen watervoorziening
Bestuurlijke betrokkenheid
Jaarlijkse aandeelhoudersvergadering
Risico’s
Geen
Naam deelneming
NV Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats
Den Haag
Programma
Algemene dekkingsmiddelen
Aard van de activiteiten
Voorzien in financieringsbehoefte van publiekrechtelijke rechtspersonen.
Bestuurlijke betrokkenheid
Jaarlijkse aandeelhoudersvergadering
Risico’s
Geen
Naam deelneming
Vereniging Onderlinge Gemeentelijke Bosbrandverzekering W.A.
Vestigingsplaats
Zeist
Programma
Openbare ruimte en natuur
Aard van de activiteiten
Scheppen van gelijkwaardige risico’s tegen brandschade
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuur wordt gevormd door burgemeesters deelnemende gemeenten
Risico’s
Naheffing in geval dat de jaarlijkse premie niet toereikend is.
Naam verbonden partij
Nederlandse Vereniging van Boseigenaren
Vestigingsplaats
Zeist
Programma
Openbare ruimte en natuur
Aard van de activiteiten
Belangenbehartigende organisatie van gemeenten en andere overheden voor de bossen in hun privaatrechtelijk bezit.
Bestuurlijke betrokkenheid
Gemeente Someren is lid van vereniging en als zodanig aanwezig bij de algemene ledenvergadering.
Risico’s
Gemeente is enkel contributie verschuldigd. Geen financiële risico’s.
83/106
Naam verbonden partij
Coöperatieve Bosgroep Zuid-Nederland U.A.
Vestigingsplaats
Heeze
Programma
Openbare ruimte en natuur
Aard van de activiteiten
Bos- en natuurbeheer. De Bosgroep ondersteunt de leden op diverse manieren bij de ontwikkeling, inrichting en beheer van hun bos- en natuurterreinen.
Bestuurlijke betrokkenheid
Gemeente Someren is lid van bosgroep.
Risico’s
De leden zijn slechts aansprakelijk tot het bedrag van hun contributie en hoeven niet mee te betalen en tekorten.
84/106
7.3 Onderhoud kapitaalgoederen De paragraaf kapitaalgoederen geeft een dwarsdoorsnede van de begroting. Met het onderhoud van kapitaalgoederen zijn vaak grote bedragen gemoeid. Met name de onderhoudskosten voor de volgende kapitaalgoederen vormen een substantieel deel van de begroting: •
Onderhoud wegen;
•
Onderhoud riolering;
•
Onderhoud groen;
•
Onderhoud gebouwen.
De uitgaven aan kapitaalgoederen bedragen per gemeente gemiddeld 15% van de begroting. Daarom is het belangrijk om kritisch te kijken naar het onderhoud van deze kapitaalgoederen.
7.3.1 Onderhoud wegen De voorziening wegen is bedoeld voor het onderhoud aan de verhardingen. Hiervoor wordt jaarlijks een storting gedaan in het wegenfonds. In het najaar van 2012 is besloten om deze storting structureel te verhogen met € 50.000,-- zodat de onderhoudskosten (exclusief rehabilitatie) gedekt waren. In de kadernota 2012-2015 zijn de middelen voor rehabilitatie deels beschikbaar gesteld via een structurele ophoging van de storting, deels via een éénmalige storting in het wegenfonds en deels via IP’s.
7.3.2 Onderhoud riolering Onlangs is het GRP geactualiseerd en vastgesteld door de raad. De gevolgen van het nieuwe (V)GRP zijn opgenomen in de begroting 2013.
7.3.3 Onderhoud groen Uit het kostendekkingsplan 2011 blijkt een jaarlijks tekort van € 50.000,-- voor onderhoud. Via de kadernota 2012-2015 zijn de noodzakelijke middelen beschikbaar gesteld. Omdat we in 2012 en 2013 groen gaan omvormen en verkopen, verwachten deze € 50.000 besparing te kunnen realiseren.
7.3.4 Onderhoud gebouwen a. Voorziening gebouwen exclusief onderwijs De saldi van de onderhoudsvoorzieningen voor de gemeentelijke gebouwen (excl. schoolgebouwen) bedragen op begrotingsbasis per 1 januari 2013 € 975.000,--. In de begroting 2013 wordt een bedrag van € 543.000,-- in de voorziening onderhoud gebouwen gestort, terwijl voor de uitgaven in 2013 een bedrag van € 487.000.-- is geraamd. Voor de gebouwen wordt een voortschrijdend tienjarenplan als uitgangspunt genomen. Rekening houdend met het huidig niveau van de jaarlijkse stortingen kan gesteld worden dat het geraamde onderhoud aan de gebouwen voor de komende 10 jaar binnen de bestaande voorziening kan worden opgevangen.
85/106
In 2012 heeft een uitbreiding plaatsgevonden van het aantal gebouwen en zijn een aantal bestaande gebouwen uitgebreid. Begin 2013 zal de begroting worden geactualiseerd en zal de storting worden bijgesteld. In het kader van de samenwerking met Gemeente Asten zal in 2013 ook afstemming plaats gaan vinden over de begrotingssystematiek. b. Voorziening schoolgebouwen Het saldo van deze voorziening bedraagt op begrotingsbasis per 1 januari 2013 € 794.000,--. In 2013 zal de meerjaren onderhoudsplanning voor de scholen voor primair onderwijs geheel worden geactualiseerd . Een aantal scholen is aan de onderwijsbestemming is onttrokken, een nieuwe school is gebouwd en diverse uitbreidingen zijn gerealiseerd aan de bestaande schoolgebouwen. Het effect op de noodzakelijke voorziening beperkt zijn.
86/106
7.4 Lokale heffingen Deze paragraaf heeft betrekking op de gemeentelijke belastingen en heffingen. Belastingen en heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten. Deze paragraaf bevat een verantwoording van de beleidsvoornemens en geeft een overzicht op hoofdlijnen van de diverse belastingen en heffingen. De lokale lasten zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid; ze raken namelijk de burger direct in de portemonnee en daarbij wil de burger waar voor zijn geld. Lokale belastingen en heffingen staan momenteel sterk in de (politieke) belangstelling. Ingegaan wordt op de ontwikkelingen in de lokale heffingen in 2013. Om meer inzicht te geven in de positie van de gemeente Someren is een overzicht opgenomen op regionaal niveau. Hierbij moet worden aangetekend dat de verschillen in lastenpotentie tussen de gemeenten in belangrijke mate worden gecompenseerd door het verdeelsysteem van het gemeentefonds. Daardoor zijn de verschillen in tarieven tussen de gemeenten in belangrijke mate het gevolg van het verschil in kwantiteit en kwaliteit van de lokale voorzieningen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van de beleidsuitvoering. Hierbij is een normerende, sturende en controlerende functie voor het bestuur weggelegd. Dit laatste niet alleen om de lastendruk te beheersen maar evenzeer om na te gaan of de burger waar voor zijn geld krijgt. Onderstaand is een overzicht van de opbrengsten weergegeven.
Overzicht belastingopbrengsten Belastingsoort
Begroting 2013
Begroting 2012
Onroerende zaakbelastingen
3.469.000
3.219.000
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
1.162.350
1.207.900
Rioolheffing
1.119.101
969.500
67.750
66.250
Niet-ingezetenenbelasting
135.700
133.400
Leges publiekzaken
196.300
206.300
Leges omgevingsvergunning (bouwen)
465.000
465.000
6.615.201
6.268.250
Hondenbelasting
Totaal
Bij de redactie van de belastingverordeningen gelden de modelverordeningen van de VNG als leidraad. In de onderstaande toelichting op de verschillende belastingen worden de tarieven voor 2013 dan wel de uitgangspunten daarvoor, voorgesteld.
87/106
7.4.1
Harmonisatie belastingverordeningen in kader van samenwerking met Asten
In het kader van de samenwerking met Asten per 1 januari 2012, zal de harmonisatie van de belastingverordeningen zo veel mogelijk worden voortgezet. Dit om een efficiënte uitvoering te bewerkstelligen. De gevolgen die dit heeft voor de individuele belastingverordeningen zullen u te zijner tijd worden voorgelegd.
7.4.2
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
De OZB is een algemeen dekkingsmiddel. Deze belasting wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak (WOZ-waarde). Onder de naam “onroerende zaakbelastingen” (OZB) worden van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee belastingen geheven: 1. Een gebruikersbelasting van degene die op 1 januari van het kalenderjaar een niet-woning in gebruik heeft. 2. Een eigenarenbelasting van degene die op 1 januari het eigendom heeft van een woning of nietwoning. De macronorm voor 2013 is vooralsnog vastgesteld op 3,0%. (Mogelijk vindt hiervan nog een bijstelling plaats in de septembercirculaire). In Someren stijgt, op grond van het bestaand beleid, de totale opbrengst OZB voor 2013 met 7,8%. Op basis van eerdere besluitvorming wordt voor 2013 uitgegaan van : • Een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld; • Een jaarlijkse vermeerdering van de totale waarde met € 10 miljoen als gevolg van bouw, verbouw etc. (€ 5 miljoen voor de woningen en € 5 miljoen voor de niet-woningen). Daarnaast wordt de opbrengst OZB voor woningen en niet-woningen extra verhoogd met 5%. Op basis hiervan kunnen de volgende uitgangspunten worden geformuleerd voor de berekening van de opbrengst OZB: 1.
Een verhoging conform bestaand beleid met het inflatiepercentage voor het jaar 2011, te weten 2,3 %;
2.
Een vermeerdering van de totale waarde met € 10 miljoen, (€ 15.000,- OZB).
3.
Een extra verhoging van de opbrengst van 5%.
Toepassing van uitgangspunten resulteren voor 2013 in de volgende concept-percentages: OZB eigenaar woningen
0,1038 %
OZB eigenaar niet-woningen
0,1383 %
OZB gebruiker niet-woningen
0,1290 %
88/106
Bij de berekening van deze tarieven is uitgegaan van een geraamde waardedaling van 3%. Pas na afronding van de herwaardering is de daadwerkelijke waardedaling inzichtelijk. Bij de vaststelling van de Verordening onroerende zaakbelastingen 2013 worden de tarieven definitief vastgesteld. Wet waardering onroerende zaken De WOZ-waarde van onroerende zaken wordt jaarlijks vastgesteld. De herwaardering 2013 wordt gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2012. De woningen worden geautomatiseerd gewaardeerd met behulp van het pakket GeoTax. De courante en incourante niet-woningen worden door een extern taxatiebureau gewaardeerd. De agrarische bedrijven worden getaxeerd met behulp van landelijke taxatiewijzers. De landelijke cijfers van Kadaster en NVM laten zien dat de marktprijzen in 2011 een daling vertonen van gemiddeld 3,4%. Voor de provincie Noord-Brabant, alsmede voor de regio Zuidoost Brabant is ten opzichte van de waardepeildatum 1 januari 2010 sprake van een daling van ca. 3,3% van de marktwaarde. De vergoeding van de kosten voor de uitvoering van de Wet WOZ vindt plaats door een specifieke uitkering aan elke gemeente via het gemeentefonds. Deze vergoeding is berekend aan het aantal woningen, het aantal niet-woningen en het aantal adressen in het buitengebied.
7.4.3
Hondenbelasting
De hondenbelasting is vormgegeven als een bestemmingsheffing, waarbij de opbrengst is gerelateerd aan de kosten. Hondenbelasting wordt geheven van houders van honden die binnen de bebouwde kom woonachtig zijn. De honden in het buitengebied zijn vrijgesteld van hondenbelasting; deze honden veroorzaken geen overlast waarvoor maatregelen moeten worden getroffen cq. kosten worden gemaakt. Als criterium voor de “bebouwde kom” wordt de verkeerstechnische grens (komborden) toegepast. Bij de opbrengst hondenbelasting 2013 wordt uitgegaan van 100% kostendekking. Op basis van het huidige aantal honden (1330 eerste honden, 148 volgende honden en 7 kennels) wijzigen de tarieven niet: Tarieven hondenbelasting 2013, per jaar: Eerste hond
€
42,60
Tweede en volgende hond
€
64,80
Kennel
€ 114,00
7.4.4
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
De opbrengst is bestemd voor de inzameling en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en is maximaal 100% kostendekkend op begrotingsbasis. Uitgangspunt bij de berekening van de tarieven is dat de vaste kosten verwerkt zijn in het vaste tarief en de variabele kosten verwerkt zijn in het variabel tarief.
89/106
De afvalstoffenheffing/reinigingsrechten wordt geheven door middel van een vast recht in combinatie met een bedrag per lediging van een afvalcontainer (DIFTAR). Als gevolg van de lopende aanbesteding met vijf omliggende gemeenten zijn voor 2013 de kosten van de huisvuilinzameling pas in het najaar van 2012 bekend. Bij de vaststelling van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013 wordt uitgegaan van de geactualiseerde bedragen.
7.4.5
Rioolheffing
Met de rioolheffing worden de kosten die de gemeente maakt voor de uitvoering van de zorgplichten voor afvalwater en voor hemel- en grondwater verhaald. Deze heffing mag hooguit kostendekkend zijn. Het nieuwe “Verbreed gemeentelijk rioleringsplan” (v-GRP) met bijbehorend kostendekkingsplan is in de raadsvergadering van augustus 2012 behandeld. Hierin is de hoogte van de heffing in 2013 en de ontwikkeling van de heffing voor de daarop volgende jaren aangegeven. De rioolheffing wordt geheven van de eigenaar van een perceel dat op 1 januari direct of indirect is aangesloten de gemeentelijke riolering. De tarieven zijn gedifferentieerd naar woning, niet-woning en een “kwart”-tarief voor objecten met een vloeroppervlak dat kleiner is dan 40 m².
7.4.6
Rioolaansluitrecht
De aansluitkosten voor aansluiting op een gemengd stelsel en voor aansluiting op een gescheiden stelsel worden conform bestaand beleid verhoogd met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld, zijnde 2,3%.
7.4.7
Niet-ingezetenenbelasting
Niet-ingezetenenbelasting wordt op grond van artikel 224 van de Gemeentewet geheven van nietingezetenen. Bij de heffing geldt geen restrictie dat het om toeristische of recreatieve overnachtingen moet gaan. De niet-ingezetenenbelasting van een belastingjaar wordt opgelegd en ingevorderd in het daarop volgende jaar. Bij de vaststelling van de Verordening niet-ingezetenenbelasting 2011 zijn tevens afspraken gemaakt voor de tariefstelling voor de komende jaren. Het tarief voor 2012 bedraagt € 1,15 per overnachting. Zoals aangenomen bij de Kadernota 2012 wordt het tarief voor 2013 reeds bij de begroting 2012 vastgesteld, uitgaande van een verhoging met het inflatiecijfer over 2011. Een verhoging met het inflatiecijfer 2010, zijnde 1,3% resulteert in een tarief voor 2013 van € 1,16 per overnachting. Daarbij wordt opgemerkt dat het tarief eerst wordt aangepast, indien de gecumuleerde verhogingen afgrond 5 eurocent bedragen. Het tarief voor 2013 zal daarom worden gehandhaafd op € 1,15. In onderstaande raming van de opbrengst 2013 wordt, rekeninghoudend met de vrijstelling van de niet-ingezetenenbelasting voor jongeren tot de leeftijd van 16 jaar die onder verantwoordelijkheid
90/106
van een georganiseerde jeugdbeweging in een groepsaccommodatie verblijven inclusief de leiding, uitgegaan van 73.000 toeristische overnachtingen en 45.000 overnachtingen door arbeidsmigranten. Raming opbrengst 2013 Toeristen Overnachtingen Opbrengst
Totaal
Arbeidsmigranten 73.000
45.000
118.000
€ 83.950
€ 51.750
€ 135.700
Tarief niet-ingezetenenbelasting 2014 Voor het bepalen van de niet-ingezetenenbelasting wordt uitgegaan van een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld. Het tarief voor 2014 wordt reeds bij de begroting 2013 vastgesteld, uitgaande van een verhoging met het inflatiecijfer over 2011. Een verhoging met het inflatiecijfer 2011, zijnde 2,3% resulteert in een tarief voor 2014 van € 1,19 per overnachting. Het tarief voor 2014 zal daarom worden gehandhaafd op € 1,15.
7.4.8
Leges
De legesopbrengst wordt grotendeels opgebracht door de opbrengsten van bouwgerelateerde leges (omgevingsvergunning) en de leges voor de producten van publiekszaken. Uitgangspunt is dat de tarieven (uitgezonderd de wettelijke en rijkstarieven) integraal verhoogd worden met het inflatiecijfer van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld, derhalve 2,3% Lokale lastendruk Variabele gegevens 2010
2011
2012
2013
304.000
296.000
287.000
278.000
Aantal ledigingen restafvalcontainer 240 L
9
8
8
8
Aantal ledigingen gft-container 140 L
5
5
5
5
2010
2011
2012
2013
245,94
261,96
273,22
288,56
Rioolheffing
98,69
112,51
120,00
120,00
Afvalstoffenheffing vast recht
94,80
94,80
85,20
85,20
Bedrag ledigingen
98,05
93,22
93,50
93,50
537,48
562,49
573,75
587,26
Gemiddelde waarde woning eigenaar
Verschuldigde belasting OZB-eigenaar woning
TOTAAL
91/106
Percentage t.o.v. vorig jaar
6,3%
4,7%
2,0%
2,4%
2010
2011
2012
2013
OZB-eigenaar woningen
0,0809%
0,0885%
0,0952%
0,1038%
OZB-eigenaar niet-woningen
0,1134%
0,1227%
0,1279%
0,1383%
OZB-gebruiker niet-woningen
0,1068%
0,1155%
0,1198%
0,1290%
98,69
112,51
120,00
120,00
148,03
168,75
180,00
180,00
24,67
28,12
40,00
40,00
Gehanteerde tarieven
Rioolheffing woningen Rioolheffing niet-woningen Rioolheffing kwart-tarief Afvalstoffenheffing/Reinigingsrecht Vast recht
94,80
94,80
85,20
85,20
140 l rest-afval
5,20
5,41
6,15
6,15
140 l gft-afval
4,40
4,58
2,70
2,70
240 l rest-afval
8,45
8,79
10,00
10,00
240 l gft-afval
7,35
7,64
4,50
4,50
40 l restafval
2,15
2,24
2,55
2,55
25 l gft-afval
1,65
1,72
1,00
1,00
2010
2011
2012
2013
eerste hond
40,56
42,60
42,60
42,60
volgende hond
61,56
64,80
64,80
64,80
112,32
114,00
114,00
114,00
0,60
0,65
1,15
1,15
Overige tarieven Hondenbelasting
Kennel Niet-ingezetenenbelasting
Ten aanzien van de tarieven voor 2013 voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt het volgende opgemerkt. De OZB-percentages zijn ramingen. Pas na afronding van de herwaardering kunnen deze percentages definitief berekend worden. De tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn in het overzicht gelijk aan 2012. Aangezien nog geen geactualiseerde cijfers bekend zijn voor 2013, in verband met onder andere een aanbesteding van de huisvuilinzameling, worden de tarieven definitief berekend bij de vaststelling van de verordeningen.
7.4.9
Woonlasten meerpersoonshuishouden regionaal
In onderstaande tabel zijn de woonlasten voor meerpersoonshuishouden 2012 in de regio gemeenten weergegeven. Deze gegevens zijn afkomstig van de “Atlas van de lokale lasten 2012” die is uitgegeven door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). De woonlast is het totaal dat een meerpersoonshuishouden in een woning met een gemiddelde waarde betaalt aan onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing.
92/106
Het bedrag van de gemiddelde belastingdruk 2012 voor Someren wijkt in de Coelo tabel af van de hiervoor opgenomen tabel lokale lastendruk. Het verschil wordt verklaard doordat de Coelo bij de afvalstoffenheffing uitgaat van een hoger aantal ledigingen van de afval-containers. Tabel belastingdruk 2012 per woonruimte in de regio-gemeenten
in % hoger dan Someren
Someren
€ 634,00
0%
Asten
€ 598,00
-5,7%
Geldrop/Mierlo
€ 609,00
-3,9%
Laarbeek
€ 634,00
0%
Gemert-Bakel
€ 766,00
21%
Cranendonck
€ 692,00
9,1%
Helmond
€ 707,00
12%
Deurne
€ 820,00
29%
Heeze-Leende
€ 951,00
50%
7.4.10
Kwijtschelding
Op grond van de belastingverordeningen in Someren kan kwijtschelding worden verleend voor de betaling van afvalstoffenheffing. Of een belastingplichtige in aanmerking komt voor kwijtschelding, wordt beoordeeld aan de hand van een inkomens- en vermogenstoets op grond van door het Rijk vastgestelde normen. De daarbij te hanteren kosten van bestaan worden vastgesteld op 100% van de inkomsten van de belastingplichtige. Beleid in Someren is dat aan bijstandsgerechtigden automatisch kwijtschelding wordt verleend als voldaan wordt aan de inkomenstoets. Jaarlijks wordt in Someren aan ongeveer 150 belastingplichtigen kwijtschelding verleend.
93/106
7.5 Bedrijfsvoering 7.5.1 Inleiding In het coalitieprogramma 2010 – 2014 is richting gegeven aan de ontwikkeling van de bedrijfsvoering. Belangrijke steekwoorden zijn daarbij: professionaliteit, ontwikkelingsgerichtheid en flexibiliteit. Belangrijke randvoorwaarden om aan deze ontwikkelingen sturing te geven zijn: bedrijfsmatig werken, een soberder bedrijfsvoering en strakke aansturing door het management.
7.5.2 Kerntakendiscussie De besluitvorming over de kerntakendiscussie zoals die in 2010 is gevoerd is afgerond. Op dit moment wordt nog uitvoering gegeven aan de afspraken die voor 2012 en volgende jaren zijn gemaakt. Wij sluiten niet uit dat, gelet op de kabinetsvoornemens die dit voorjaar zijn gemaakt, aanvullende bezuinigingen op de gemeenten af zullen komen. Dat noopt ons opnieuw naar ruimte in de begroting te zoeken. Mogelijk al voor 2013, maar naar verwachting zeker voor de jaren 2014 e.v. Op grond daarvan hebben wij ons voorgenomen een vervolg te geven aan de kerntakendiscussie 2010/2011. Separaat zullen wij u daarover voorstellen doen toekomen.
7.5.3 Samenwerking met Asten Periodiek houden wij u op de hoogte van de voortgang in de samenwerking met Asten. In 2013 zullen de volgende acties zijn of worden afgerond: 1.
na de samenvoeging van de bedrijfsvoerende onderdelen I&A, P&O, financieel beheer en beleid en belastingen worden de teams planning & control en digitale informatievoorziening (Div) worden samengevoegd.
2.
Het onderzoek naar de samenwerking op het gebied van onderhoud en beheer van de openbare ruimte (buitendiensten) is eveneens op 1 januari 2013 afgerond. Dat betekent dat besluiten kunnen worden genomen over onder andere: het samenvoegen van deze diensten onder regie van Asten op de gemeentewerf van Asten en taken en werkzaamheden die kunnen worden uitbesteed aan marktpartijen.
3.
Op dit moment wordt verdere samenvoeging onderzocht en voorbereid op de terreinen: •
beheer van gemeentelijke gebouwen,
•
werkzaamheden op het terrein van integrale en externe veiligheid, brandweer, rampenbestrijding en crisisbeheersing; in een volgende fase wordt dit uitgebreid naar de uitvoering van de APV en bijzondere wetten.
4.
In 2013 zullen verdergaande stappen worden gezet op het terrein van de doorontwikkeling van de E-gemeente. Wij noemen de volgende aspecten: •
uitbreiding van de Website
•
in gebruik name van het Document management Systeem; in de ontwikkeling naar het papierloze kantoor de meest ingrijpende ontwikkeling van dit moment.
94/106
•
De verdere ontwikkeling en in gebruikname van de basisregistraties en het zakenmagazijn.
In de uitwerking van de afspraken in de Samenwerkingsovereenkomst zoals die door de beide raden in 2010 is afgesloten zal 2013 een cruciaal jaar worden op allerlei terreinen die de samenwerking Asten en Someren raken.
7.5.4
Artikel 213a Onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid
In de raad van 30 mei 2012 is de gewijzigde verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Someren vastgesteld. De onderzoeksfrequentie is verlaagd naar periodiek, met de aanvulling dat er minimaal 1 onderzoek per 3 jaar wordt uitgevoerd. In de gemeente Asten is de verordening op dezelfde manier aangepast. Voor 2013 zal een 213a onderzoek uitgevoerd worden naar de Verbonden partijen. Dit onderzoek zal door Kwaliteit en Control (Asten) en Planning en Control (Someren) uitgevoerd worden voor de gemeenten Asten en Someren. Met dit onderzoek wordt mede invulling gegeven aan het advies in beide gemeenten van Ernst en Young n.a.v. de interimcontrole 2011: formaliseer het beleid rondom inventarisatie, het risicobeheer en de verantwoording van verbonden partijen en vertaal deze in procedures en werkafspraken met de betreffende organisaties. De precieze onderzoeksopdracht voor het 213a onderzoek moet nog opgesteld worden.
7.5.5
Samenwerking in de Peel
In 2011 is de aanzet gegeven om te komen tot een hechtere samenwerking tussen de zgn. Peelgemeenten (Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren). Afspraken zijn gemaakt over verdere nauwe samenwerking op de terreinen: Toerisme en recreatie, Food, belasting en verzekering, personeel en organisatie, waterbeheer en toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Op deze gebieden zijn verdere stappen gezet. Hoewel voor ons de samenwerking met Asten prioriteit nummer 1 is en we steeds hebben aangegeven dat de Peelsamenwerking de samenwerking met Asten niet in de weg mag staan, zullen wij ook in 2013 verdere energie in de samenwerking met onze partners in de Peel blijven steken. Als gevolg van de decentralisatie van rijkstaken in het maatschappelijk domein heeft de samenwerking in de Peel in 2012 een nieuwe dimensie gekregen. Nauwe samenwerking op de terreinen van de uitvoering van de Awbz en jeugd is ingezet en zal in 2013 verder uitvoering krijgen.
7.5.6
Verdere ontwikkelingen
Op meerdere terreinen zien we ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering en de omvang en structuur van de ambtelijke organisatie. Niet altijd zijn deze bewegingen congruent. De hiervoor genoemde transities zullen taken naar de gemeente toe brengen. Daarnaast zijn er ontwikkelingen waarbij juist taken bij de gemeente zullen verdwijnen.
95/106
1.
Vorming Regionale uitvoeringsdiensten (RUD). Per 1 januari 2013 zal de RUD in de regio Zuidoost-Brabant van start gaan. In de RUD worden taken op het gebied van toezicht en handhaving en milieu worden ondergracht. Daarnaast kunnen we er als gemeente voor kiezen ook andere taken onder te brengen.
2.
Brandweertaken. De aanpassing van de Wet op de Veiligheidsregio's zorgt ervoor dat alle brandweertaken, inclusief de zorg voor de vrijwilligers, zullen overgaan naar de veiligheidsregio (VR). Op dit moment is daarvoor onder coördinatie van de VR een stappen- en tijdplan opgesteld. Naar verwachting is deze beweging in 2014 afgerond. Daarnaast is al eerder besloten dat de zgn. 3P-taken (pro-actie, preparatie en preventie) over zullen gaan naar de regio. Hierbij is sprake van enige vervlechting met de taken van de hiervoor genoemde RUD.
7.5.7 Ontwikkeling van de bedrijfsvoering Wat we hiervoor geschetst hebben is een grootscheepse herverdeling van taken. Enerzijds tussen rijk en gemeenten (sociaal maatschappelijk domein), anderzijds tussen gemeenten onderling (Asten/Someren en Peel) en gemeenten en regio’s (brandweer, RUD). Het is vanzelfsprekend dat deze ontwikkelingen diepgaande gevolgen zullen hebben voor de gemeentelijke organisatie. De gemeenten zullen zich steeds meer moeten gaan bezinnen op de eigen taken, de relatie met andere overheden en niet in het minst de relatie met de burger. Wat doet de gemeente nog wel en in welke omvang en wat doet de gemeente niet (meer). Deze ontwikkelingen en de verdergaande ontwikkeling van de E-gemeente zorgen er voor dat de ambtelijke organisatie binnen enkele jaren een metamorfose zal ondergaan. Uiteraard houden wij ons op dit moment al met deze ontwikkelingen bezig.
96/106
7.6 Financiering 7.6.1
Inleiding
Per 1 januari 2001 is de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) in werking getreden. In samenhang met deze wet zijn in de comptabiliteitsvoorschriften bepalingen opgenomen ter bevordering van de transparantie van de financiële verslaglegging door openbare lichamen. Meer concreet houdt dit in dat openbare lichamen financieringsparagrafen in hun jaarverslag moeten opnemen. Deze paragraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het financieringsstatuut geeft de infrastructuur voor de inrichting van de financieringsfunctie. Situatie gemeente Someren Inmiddels is een januari 2010 een nieuw treasurystatuut vastgesteld. Aanpassing was noodzakelijk vanwege gewijzigde uitvoeringsregelingen alsmede ontwikkelingen op de internationale geld- en kredietmarkten. Door deze aanpassingen wordt weer voldaan aan bestaande regelgeving en beschikken we weer over een adequaat beleidskader.
7.6.2
Treasurybeheer
Omschrijving
Boekwaarde
Mutaties
Boekwaarde
01-01-2013
2013
31-12-2013
Investeringen: Materiële vaste activa (gewone dienst)
30.079.377
-865.873
29.213.504
0
0
0
Financiële vaste activa
16.617.166
-1.341.398
14.934.523
Grondexploitatie
14.278.606
-2.645.713
11.632.893
Totaal (a)
60.633.904
-4.852.984
55.780.920
48.030.155
146.695
48.176.850
4.550.849
-901.842
3.749.007
Immateriële vaste activa
Financieringsmiddelen: Reserves Voorzieningen Langlopende geldleningen
13.500.000
Totaal (b)
66.081.004
-655.147
13.500.000 65.425.857
Financieringsoverschot (b-a)
5.447.100
4.197.837
9.644.937
Er bestaat op dit moment geen specifieke financieringsbehoefte. De aandacht gaat dan ook uit naar verschillende beleggingsmogelijkheden teneinde met het beschikbare vermogen een zo groot mogelijk rendement te halen. Uit de opstelling blijkt dat er aan het eind van 2013 sprake is van een financieringsoverschot van bijna € 10 mln. Ten opzichte van het financieringsoverschot aan het begin van het jaar neemt het overschot toe met 2 miljoen. Deze daling is met name het gevolg van de afname van investeringen in het grondbedrijf. In de loop van 2012 werd een lening aangetrokken van € 13.500.000,-- met een looptijd van 5 jaar en een rentepercentage van 2,28.
97/106
De lening werd name aangetrokken voor financiering van de grondaankoop van het Lauruscomplex.
7.6.3
Gemeentefinanciering
De gemeente voert, gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren, een risicomijdend treasury beleid. Binnen dit risicomijdend beleid stelt de gemeente zich ten doel een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen en/of zo laag mogelijke kosten over leningen te realiseren, binnen duidelijk geformuleerde randvoorwaarden ter beperking van risico’s. De gemeente Someren heeft momenteel een spaarrekening. Het rendement op deze spaarrekening bedraagt momenteel 1,9%. De nominale waarde van de belegde gelden bedraagt € 16.550.000,--. Dit bedrag is belegd in het Klassiek Obligatiemandaat. De betreffende beleggingsportefeuille is opgebouwd uit obligaties (schuldbewijzen) van een aantal nationale en internationale banken. Het behaalde brutorendement op de belegde gelden bedraagt in 2013 4,50%. De portefeuille ziet er medio september 2012 als volgt uit: Product
Nominaal
%
Jaar van
Rente opbrengst
aflossing
2013
BNP Paribas 02/12
1.250.000,00
2,500
2012
31.250,00
ABN AMRO bank 03/14
1.250.000,00
4,750
2014
59.375,00
Den Danske bank 05/18
1.250.000,00
4,100
2018
51.250,00
UBS Jersey 04/19
1.250.000,00
4,500
2019
56.250,00
ING bank 04/19
1.250.000,00
4,625
2019
57.812,50
Banco Bilbao Vizcaya Arg 04/19
1.000.000,00
4,375
2019
43.750,00
Royal Bank of Scotland 04/21
1.300.000,00
4,625
2021
60.125,00
SNS bk 14
1.250.000,00
4,625
2014
57.812,50
Landesbank Berlin 15
1.400.000,00
4,375
2015
61.250,00
HSBC France 13
1.250.000,00
5,750
2013
51.250,00
Dekabank 43
1.250.000,00
4,375
2014
54.687,50
Rabobank 14
1.250.000,00
4,250
2014
53.125,00
Nord L/B Lux 15
1.250.000,00
3,625
2015
45.312,50
350.000,00
4,750
2017
16.625,00
Intesa Sanpaolo 07/17 Totalen
16.550.000,00
699.875,00
Nadere toelichting In de begroting is rekening gehouden met een opbrengst van € 699.875,--. Voor herbelegging van de leningen is uitgegaan van een percentage van 2,5. Het betreft hier de leningen van BNP Paribas die eind 2012 wordt afgelost en de lening van HSBC die in juni 2013 wordt terugbetaald.
98/106
Schatkistbankieren In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. Het Kabinet heeft besloten dat in 2013 verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit wordt ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen, en gemeenschappelijke regelingen. Dit heeft een positief effect op de omvang van de staatsschuld. Decentrale overheden zullen op de deposito’s een rente vergoed krijgen die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. Contracten en beleggingen die zijn aangegaan vóór 18.00 uur op 4 juni 2012 zullen worden geëerbiedigd. Zodra de looptijd van die beleggingen is verstreken, vallen de middelen in de schatkist. Voor beleggingen die geen bepaalde looptijd hebben, zoals die in fondsen, en voor decentrale overheden die hun vermogensbeheer meerjarig hebben aanbesteed, is nader overleg nodig over de wijze waarop deze middelen in de schatkist zullen vloeien. Contracten en beleggingen die zijn aangegaan op of na 18.00 uur op 4 juni 2012 zullen vallen onder de nog op te stellen nieuwe regels, waarvoor op zo kort mogelijke termijn een wettelijke grondslag zal worden gecreëerd. De maatregel is bedoeld om een snelle stijging van de schuldquote van de staat te stoppen. Overheden worden dan namelijk verplicht hun tegoeden bij het rijk te stallen. De Nederlandse staatsschuld daalt hiermede in één klap met 5% tot 3%. Ander argument voor invoering is het verlagen van het risico dat overheden lopen bij het uitzetten van middelen. Keerzijde van de medaille is dat gemeenten en provincies minder rendement behalen uit de tegoeden. Het is nog maar de vraag of het daadwerkelijk zal worden doorgevoerd. Volgens deskundigen is verplicht schatkist bankieren in strijd met Europese regelgeving. Voorts bestaat er heel veel verzet tegen de invoering (VNG, gemeenten, provincies en waterschappen). Ontwikkelingen worden vooralsnog afgewacht.
99/106
7.7 Grondbeleid De paragraaf grondbeleid geeft de visie op het gemeentelijk grondbeleid in relatie tot de wijze waarop wordt getracht de doelstellingen, zoals opgenomen in de programmabegroting, te realiseren. Transparantie van het grondbeleid voor de raad is om twee redenen van belang. In de eerste plaats vanwege het financiële belang en de risico’s en in de tweede plaats vanwege de relatie met de doelstellingen zoals aangegeven in de programma’s.
7.7.1
Bestuurlijke doelstelling
De hiervoor genoemde elementen betekenen dat de gemeente een effectief en strategisch beleid moet volgen op alle deelterreinen. De bestuurlijke doelstelling van het grondbeleid kan als volgt worden geformuleerd: “Met het grondbeleid actief richting geven aan vastgestelde, of nader vast te stellen bestuurlijke doelen. Daarbij inspelend op de meest wenselijke ontwikkeling van volkshuisvestelijke-, economische-, maatschappelijke-, sociale-, culturele- of financiële doelstellingen.”
7.7.2
Beleidsuitgangspunten
In het kader van ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Someren kunnen vanuit de grondexploitatie de volgende in de grondbeleidsnota 2011 vastgestelde beleidsuitgangspunten worden geformuleerd. A. Ontwikkelen van bouwlocaties 1. Zelf actief grond verwerven en ontwikkelen voor zover dat omwille van zorgvuldig financieel risicobeheer verantwoord is (selectief actief grondbeleid). 2. Voor ontwikkeling van locaties ter realisering van de ruimtelijke doelstellingen worden de gronden die reeds in eigendom van de gemeente zijn als eerste benut. Daarna komt eventueel pas ontwikkeling van particuliere grond aan bod. 3. Indien de gemeente niet in staat is of er vanaf ziet om gronden actief te verwerven en te ontwikkelen, dan in nauwe samenwerking met de eigenaar of eigenaren de gronden ontwikkelen dan wel privaatrechtelijke overeenkomsten sluiten voor ontwikkeling door de grondeigenaren (faciliterend grondbeleid). 4. Het investeren van de gemeente in planontwikkeling door participatie in menskracht en geld. 5. Het zorgen voor een optimaal rendement uit de opbrengst van de te ontwikkelen bouwlocaties gericht op het volkshuisvestings-, economisch- en sociaal beleid van de gemeente. B. Verwerven van onroerende zaken 1. Een actief gemeentelijk beleid om tijdig en tegen aanvaardbare condities gronden en opstallen te verwerven.
100/106
2. Selectief verwervingsbeleid passend binnen de bestuurlijke kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling van Someren. 3. Actief verwervingsbeleid binnen aanvaardbare risicomarges. 4. Als ultimum remedium onteigening toepassen als instrument van gemeentelijke grondpolitiek, gericht op het veilig stellen van gemeentelijk beleid voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. 5 Continue volgen van marktontwikkelingen. 6. Bij onzekerheid of onbekendheid van de bodemgesteldheid wordt vooraf adequaat onderzoek verricht naar de bodemgesteldheid. C. Uitgifte van onroerende zaken 1. Flexibel inspelen op marktontwikkelingen door marktgericht uitgiftebeleid. 2. Uitgifte van gronden en opstallen gericht op het realiseren van het gemeentelijk beleid op het gebied van wonen en werken en maatschappelijke-, sociale- en culturele doelstellingen. 3. Uitgifteprijzen primair marktconform, rekening houdend met de berekende kostprijs van de gronden.
7.7.3 Samenvatting van gemeentelijke doelstellingen grondbeleid Doelstellingen zoals opgenomen in de nota Grondbeleid 2011. Uitgangspunt is het voeren van een selectieve actieve grondpolitiek. De gemeente blijft een actieve rol vervullen in het aankopen van grond. Belangrijk onderdeel in het kader van de verwervingsstrategie is de risicoanalyse. In deze analyse dient te worden afgewogen welke ruimtelijke of maatschappelijke noodzaak er is om tot actieve werving over te gaan. Daarnaast dienen de financiële risico’s van verwerving in beeld te worden gebracht. In toenemende mate wordt de gemeente echter geconfronteerd met het gegeven dat gronden in het bezit zijn van projectontwikkelaars. In dergelijke situaties zal worden getracht tot afspraken en samenwerking te komen. Hiertoe heeft de gemeente de in deze nota genoemde instrumenten ter beschikking. Telkens zal zorgvuldig worden afgewogen of ontwikkeling op de betreffende locaties wel gewenst is of dat ontwikkeling op andere locaties, waar de gemeente meer vrijheid van handelen heeft, de voorkeur verdient.
7.7.4 Stelsel nieuwe regelgeving ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 in werking getreden De nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn op 1 juli 2008 in werking getreden. Onderdeel hiervan is het hoofdstuk Grondexploitatie van de Wro die de gemeente ruimere bevoegdheden geeft om kosten van herinrichting van de openbare ruimte, aanleg van infrastructuur, maar ook planschades te verhalen op alle eigenaren in een gebied.
101/106
Hieraan zijn echter strikte voorwaarden gesteld, zoals het opstellen van een exploitatieplan dat een grondexploitatie bevat en regels voor het omslaan van de kosten over verschillende uitgiftecategorieën. Ervaring is inmiddels opgedaan door opstelling en vaststelling van het exploitatieplan Waterdael III. De nieuwe wetgeving raakt alle afdelingen die bemoeienis hebben met ruimtelijke ontwikkelingen. Intern is een traject voor de implementatie uitgezet. Hierbij zal een nieuwe opzet en borging van de grondexploitatie per plan worden opgezet. Eveneens zal het huidige grondbeleid aan een evaluatie worden onderworpen. De gevolgen van beide delen zullen zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve omvang nader bepaald worden.
7.7.5
Doelstellingen
Voor de doelstellingen wordt verwezen naar het Programma Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting. Andere belangrijke onderdelen voor de paragraaf grondbeleid zijn: a. Winstnemingen grondbedrijf In de praktijk kan de ontwikkeling van resultaten gedurende de looptijd van het plan sterk fluctueren. Gezien deze omstandigheid hanteren wij een systematiek die rekening houdt met de daadwerkelijk gerealiseerde winst. Dit wordt bereikt door afroming van de winst naar rato van het aantal verkochte m² in relatie tot het totaal. Voorwaarde voor het afromen van de winst is echter dat de gerealiseerde opbrengsten hoger zijn dan de gerealiseerde kosten. b. Reservepositie Voor de financiële risico’s in de bouwgrondexploitatie is een algemene reserve grondbedrijf gevormd. Deze reserve dient om schommelingen binnen de grondexploitaties op te vangen. Bij financiële afwikkeling van complexen worden de voordelige of nadelige exploitatiesaldi verrekend met deze reserve. Ook kunnen aankopen, waarvan het niet verantwoord is de kosten volledig ten laste van het exploitatiegebied te brengen, ten laste van deze reserve worden gebracht. Daarnaast wordt de algemene reserve grondbedrijf gebruikt als tijdelijk dekkingsmiddel om het tijdstip tussen de aankoop en het daadwerkelijk in exploitatie nemen van de grond te kunnen overbruggen. Rekening houdend met bestaande claims heeft de algemene reserve grondbedrijf enkel nog de functie van weerstandsvermogen. Daarnaast wordt de reserve ingezet als tijdelijk dekkingsmiddel voor gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen en/of waarvoor nog geen exploitatieberekening voor handen is. De financiële ruimte hiervoor is echter beperkt. Daarom is besloten om voorzichtig om te gaan met het oormerken van gelden uit deze reserve. Hoogte algemene reserve grondbedrijf. Het beleid van de gemeente Someren is erop gericht dat jaarlijks een prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie wordt opgesteld. Indien hieruit verliezen blijken, worden hiervoor voorzieningen gevormd. De berekening van de resultaten geschiedt op basis van contante waarde. Voor de resultaatbepaling wordt de grondexploitatie als één geheel gezien. Met andere woorden, verwachte verliezen en winsten mogen worden gesaldeerd. Voor een eventueel nadelig saldo dient dekking te worden gevonden.
102/106
Echter, in die gevallen dat verliesgevende complexen in de tijd gezien eerder worden afgesloten dan complexen waarvan de winsten nodig zijn voor dekking van de geprognosticeerde verliezen, kan compensatie van verliezen en winsten uit het oogpunt van voorzichtig beleid niet onverkort plaatsvinden. In het kader van het inzichtelijk maken van risico’s van de exploitatie wordt een onderscheid gemaakt in twee soorten risico’s. Dat zijn: a. Voorzienbare risico’s (risico’s op planniveau). Voorzienbare risico’s worden jaarlijks bij de actualisatie van de exploitatieopzetten berekend. Voor verwachte verliezen wordt een voorziening getroffen c.q. dient de getroffen voorziening te worden aangepast. b. Onvoorzienbare of algemene risico’s (conjuncturele of marktrisico’s). Onder onvoorzienbare of algemene risico’s zijn te verstaan risico’s die samenhangen met conjuncturele ontwikkelingen waardoor de gronduitgifte over de hele linie stagneert. Ook komt de toerekening van interne apparaatskosten in gevaar. In het beleidskader voor het financieel toezicht zijn door Gedeputeerde Staten uitgangspunten opgenomen voor de berekening van de gewenste hoogte van de buffer voor onvoorziene risico’s. De uitgangspunten luiden als volgt: de hoogte van de buffer wordt bepaald op het voortschrijdend gemiddelde van de werkelijke verkoopopbrengsten van de afgelopen vijf jaar en de verwachte verkoopopbrengsten in de komende vijf jaar. Daarbij geldt een ondergrens van € 0,5 miljoen en een bovengrens van € 11 miljoen. Toepassing van het door Gedeputeerde Staten gehanteerde uitgangspunt betekent voor de gemeente Someren een aan te houden buffer van € 6,1 miljoen. Inmiddels heeft een risicoanalyse plaatsgevonden van de grondexploitatie waarbij diverse scenario’s zijn doorgerekend. Zelfs in het meest negatieve scenario, waarbij uitgegaan wordt van een verlenging van de looptijd van de plannen met vijf jaren, bedraagt het resultaat van alle exploitaties op basis van de eindwaardemethodiek bijna € 8.000.000,-.voordelig. Aangezien bij de huidige exploitatieopzetten van de plannen reeds rekening is gehouden met de vertraging van grondverkopen en gelet op de voordelige resultaten van de lopende exploitaties is de huidige omvang van de reserve grondbedrijf ruim voldoende om risico’s op te vangen.
7.7.6
Resultaat grondexploitaties in de gemeente Someren
Hierna wordt een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie gegeven. Deze resultaten zijn exclusief de stortingen in de reserve bijzondere werken en buitengebied in ontwikkeling (beiden € 5 per uitgegeven m2).
103/106
Bedragen x € 1.000,--
*) Tijdens het jaarwerk 2011 is voor de laatste keer gerapporteerd ten aanzien van de verwachte resultaten van de grondexploitaties. **) Dit betreffen verwachte resultaten ten tijde van het opstellen van deze begroting, deze zijn dus nog niet gerealiseerd! De belangrijkste verschillen tussen het verwacht resultaat in het jaarwerk 2011 en de begroting 2013 zijn als volgt: •
Met betrekking tot Waterdael III is er besloten om de grondprijs van 6.000 m2 te verlagen van vrije sector naar sociale woningbouw. In plaats van vrije sectorwoningen worden hier starterwoningen gebouwd. Hierdoor is het verwachte resultaat met € 420.000,-- verlaagd.
•
De provincie schrijft voor dat we vanaf 2013 nog maar maximaal 4% rente mogen doorberekenen aan het grondbedrijf. Tot nu toe werd er 4,5% gehanteerd. Deze aanpassing leidt tot een hoger verwacht resultaat van € 275.000. Dit verschil heeft met name betrekking op Groote Hoeven.
•
In september 2011 is de exploitatie Brim IV uitgebreid omdat er plannen waren om een aangrenzend strook grond aan te kopen en uit te geven. Dit heeft toen tot een hogere resultaatverwachting ad. € 72.000 geleid. Deze transactie is nu weer teruggedraaid.
•
Met betrekking tot uitbreiding Lierop Kromvenweg is de exploitatiebijdrage afgeraamd met € 54.0000,--.
•
Met betrekking tot Eegelshoeve is de geplande grondaankoop ten behoeve van het fietspad ad. € 40.000,-- afgeraamd.
Gronden nog niet in exploitatie Voor het complex ’t Vaartje I (voormalig Bakker Beton terrein) is een bouwgrondexploitatie geopend. Gezien de huidige economische omstandigheden en nog beschikbare grondvoorraad op de bedrijventerreinen zal de rest van het gebied ’t Vaartje voorlopig niet in exploitatie genomen worden.
104/106
Vanwege de elders nog beschikbare plancapaciteit wordt de toekomstige woningbouwlocatie Groote Hoeve voorlopig nog niet in exploitatie genomen. In verband met de samenhang tussen de voorgenomen ontwikkeling op de PDV locatie Witvrouwenbergweg en de herontwikkeling van het Lauruscomplex zal een bouwgrondexploitatie worden geopend. Conform een globale toetsing van economische haalbaarheid verwachten we voor het Lauruscomplex een verlies. Verwacht wordt dat dit verlies voordelig wordt gecompenseerd met het te verwachten voordelig resultaat van de PDV locatie Witvrouwenbergweg. Conform het BBV is verrekening van resultaten niet toegestaan. Om deze reden wordt vanuit de algemene reserve grondbedrijf te zijner tijd een verliesvoorziening gevormd voor het Lauruscomplex.
Grondverkoopprijzen De grondverkoopprijzen voor 2012 zijn als volgt: Verkoopprijs per m²
Prijs in € in 2012
Sociale huurwoningen
186,--
Sociale koopwoningen
186,--
Vrije sector
265,--
Wonen+
265,--
Bedrijventerrein (basistarief)
145,--
Bedrijventerrein (zichtlocatie
)
Kantoren c.a. Witvrouwenbergweg
165,-172,--
Alle prijzen zijn exclusief BTW. Gelet op de huidige financieel-economische situatie waardoor de woningmarkt stagneert en ook de investeringen door bedrijven achter blijven, vinden wij het niet gewenst om de grondprijzen te verhogen. Dit zou ons inziens een verkeerd signaal zijn en de verkoop van gronden niet bevorderen. Wij stellen dan ook voor om geen verhoging van de grondprijzen door te voeren en de prijzen van 2012 voor 2013 te handhaven.
7.7.7
Verkoop gronden, handhaving illegaal grondgebruik
Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 80.000 m2 grond van de gemeente illegaal bij particulieren in gebruik is. In 2012 is in de vorm van een pilot gestart met de aanpak van het illegaal gebruik. Voornaamste doelstelling daarvan is een eind daaraan te maken door zoveel mogelijk van die gronden te verkopen. Daarnaast worden grondstroken verkocht die in het kader van het lopende project Omvorming openbaar groen als overtollig worden aangemerkt. Resultaat is een eenmalige opbrengst uit de verkoop van die gronden en structurele vermindering van beheer- en onderhoudslasten. De aanpak is succesvol gebleken en zal dan ook voor de rest van het gemeentelijk grondgebied worden toegepast.
105/106
Voor die zogenaamde reststroken in de pilot Loove wordt 50% korting tot een maximum van € 4.000 gegeven op de volgende grondprijzen: - bij sociale huur- en koopwoningen
186,--/m2
- bij vrije sectorwoningen
265,--/m2
In afwijking daarvan is de grondprijs voor reststroken aansluitend aan voortuinen vastgesteld op € 70,--/m2. Wij stellen voor deze prijzen voor 2013 te handhaven.
106/106