Programmabegroting 2013
1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Oor voor de stad, oog voor de toekomst Financiële hoofdlijnen 2013 en verder Samenstelling van college en raad Kerngegevens van de stad
4 4 12 14 15
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15
Begrotingsprogramma’s Veiligheid Leefbaarheid en Stedelijk Beheer Onderwijs Werk en Inkomen Economie en Cultuur Milieu en Duurzaamheid Maatschappelijke Voorzieningen Jeugd Sport en Recreatie Verkeer en Vervoer Ruimtelijke Ordening Wonen Dienstverlening Bestuur en Samenwerking Algemene Dekkingsmiddelen
16 18 28 39 47 52 63 70 79 83 88 95 102 111 118 124
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Paragrafen Lokale heffingen Risicomanagement en weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling Verbonden partijen Grondbeleid
129 129 137 143 151 159 165 173
4. 4.1 4.2 4.3
Financiële begroting Van Kadernota naar Begroting Toelichting financiële Begroting Projecten en Strategische Investeringen
178 178 180 190
5. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Bijlagen Overzicht Grote Projecten Overzicht Strategische Investeringen Autorisatieoverzicht programmabegroting en meerjarenbegroting Autorisatieoverzicht routine investeringen Overzicht EMU-saldo Afkortingenlijst
194 194 254 256 258 259 260
1. Inleiding 1.1 Oor voor de stad, oog voor de toekomst Ouverture Dordrecht is een mooie stad in een even mooie omgeving. De historie, die bepalend is geweest in de wordingsgeschiedenis van onze staat, is voelbaar aanwezig in de stad en de cultuur. Het vele water in onze omgeving is eveneens een bepalende kwaliteit voor het totale Eiland van Dordrecht. Wij hebben het voorrecht deze mooie stad te besturen. De strategische ligging van de stad is essentieel voor de verdere economische ontwikkeling, met name in het maritieme en logistieke cluster. Dit doen we samen met onze ‘buren’. Regionale samenwerking in Drechtsteden is een toonbeeld van innovatie op bestuurlijk gebied. Wij geloven dat de ontwikkeling van de stad het meest gebaat is bij een aanpak die gestoeld is op samenwerking met andere partijen (inwoners, maatschappelijke partners en medeoverheden). Met de bestaande én nieuwe allianties kan Dordrecht nog beter het aanwezige potentieel benutten. We doen dit vanuit het concept Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (V&V). Dat biedt nieuwe kansen om maatschappelijke resultaten te bereiken. De rol van de overheid verandert daarbij. In de Tussenbalans hebben wij de resultaten halverwege de bestuursperiode benoemd, zowel op de transformatiedossiers als op de andere gewenste doelen. Tegelijkertijd hebben we in de laatste Kadernota de verkenning van de financiële situatie gemaakt en keuzes over hoe we dit koppelen aan onze inhoudelijke ambities. Ondanks de bezuinigingsopgave waar we voor staan, zien we voldoende mogelijkheden om samenwerking te blijven zoeken en om goede creatieve ideeën te ondersteunen. Juist daardoor wint het debat met partners in de stad en regio aan betekenis. Vandaar de veelzeggende titel ‘Oor voor de stad, oog voor de toekomst’. Trends voor steden algemeen Steden zijn jarenlang dé motor achter de economische groei geweest. Door het vergroten van de woonaantrekkelijkheid zijn steden steeds aantrekkelijker als vestigingslocatie voor bedrijven. Stedelijke en economische ontwikkeling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De huidige economische crisis stelt steden echter voor complexe nieuwe vraagstukken. Zo krijgen steden nu te maken met grenzen van groei. Dat is een trendbreuk ten opzichte van de afgelopen decennia waar groei het denken domineerde. Het is de vraag wanneer en in welke mate de economie weer gaat groeien. Belangrijke pijlers onder de economische groei van de afgelopen decennia zijn echter fundamenteel gewijzigd of zullen fundamenteel wijzigen. Voor steden is een paar zaken essentieel: De werkgelegenheid neemt af. Dit vertaalt zich in een grotere groep inwoners, die geen werk kunnen vinden. Ondanks nieuwe concepten en regels rond toeleiding naar werk en uitkeringsverstrekking, zien we de werkloosheidscijfers ook in Drechtsteden stijgen. In heel Europa staat de waarde van grond en vastgoed enorm onder druk. Dit manifesteert zich wellicht het sterkst op de kantorenmarkt. Het zoeken naar nieuwe bestemmingen is noodzakelijk en biedt nieuwe kansen. Een heel opvallend voorbeeld hiervan is het CBS-gebouw in Heerlen, dat stadslandbouw als totaal nieuwe bestemming kreeg. In Dordrecht is de Biesboschhal een mooi voorbeeld: van scheepswerf tot kunstenaarscentrum DordtYart. Het onlangs gesloten convenant (Platform Vastgoedspecialisten) om leegstand van kantoren tegen te gaan sluit hier goed bij aan. Stadscentra krijgen te maken met ontwikkelingen in de detailhandel. Hoewel dit sterk verschilt per terrein, neemt het digitale koopgedrag van burgers toe. Als gevolg van de crisis gecombineerd met de groei van digitaal winkelen gaan sommige winkels ertoe over hun werkterrein te staken of te verleggen. In deze transitie zien we tegelijkertijd nieuwe bedrijvigheid in stedelijke centra opkomen bijvoorbeeld in de belevingseconomie (horeca, musea, creatieve bedrijven, activiteiten en evenementen). Dordrecht heeft hierbij een gunstige uitgangspositie vanwege het decor van de historische binnenstad. Ook de woningmarkt heeft het moeilijk. Het beleid van financiers en overheid is gewijzigd, wat grote gevolgen heeft voor de dynamiek op die markt. Dat frustreert de doorstroming en de vervolgstappen die mensen in hun woonloopbaan willen zetten. De prijzen van energie en grondstoffen nemen toe en zullen naar verwachting blijven stijgen. Dat heeft zijn weerslag op de economie maar ook op tal van andere terreinen, zoals bijvoorbeeld milieu en duurzaamheid. Een fundamentele wijziging van denken en doen lijkt daarom op zijn plaats. Dit versterkt de noodzaak van het Dordtse transformatiedossier Duurzaamheid: we werken aan nieuwe concepten rond energie (besparing en ‘nieuwe bronnen’ als wind en zon), afval, waterstijging en veiligheid.
4
Al deze ontwikkelingen hebben hun uitwerking op de rol van steden en hun bewoners. Daarnaast wijzigt de bevolkingssamenstelling als gevolg van vergrijzing, ontgroening, veranderde migratiestromen en verdunning van huishoudensamenstelling. In sommige delen van het land leidt dit zelfs tot krimp van de bevolking. Hoewel dit niet verwacht wordt voor Dordrecht of Drechtsteden is bevolkingsgroei niet meer vanzelfsprekend. Grote institutionele partijen (zoals coöperaties, projectontwikkelaars en beleggers) met wie de overheid decennialang heeft samengewerkt in de stedelijke ontwikkeling, zijn daar nu financieel niet meer toe in staat. Tegelijkertijd zijn veel particulieren nog steeds vermogend en wordt er veel gespaard. Dit biedt nieuwe kansen, maar vraagt nieuwe werkwijzen, bijvoorbeeld op het gebied van particulier opdrachtgeverschap. Een belangrijke meerwaarde voor Nederlandse steden ligt in de regionale ontwikkeling. De ruimtelijke, sociale en economische ontwikkeling wordt anno nu bepaald door de aantrekkingskracht van stedelijke gebieden (zoals dat van Drechtsteden). Een krachtig stedelijk gebied moet goed functioneren op alle schaalniveaus, van buurt tot centrum, van regionaal tot nationaal en mondiaal niveau.
Daarom zetten we in op de kracht van het stedelijk gebied met een optimaal aanbod van voorzieningen met een bovenlokaal of bovenregionaal karakter, vooral op het gebied van gezondheidszorg, cultuur en onderwijs. Dat werkt als magneet voor mensen en bedrijven. Het programma Levendige Binnenstad is opgezet om dit te versterken. De aanwezigheid van hoger onderwijs is een duidelijk onderscheidende kwaliteit voor de economische ontwikkeling van stedelijke gebieden. Niet alleen door de aanwezigheid van de jonge creatieve klasse, maar vooral ook vanuit de krapte op de arbeidsmarkt zoeken bedrijven plekken waar jonge professionals samenkomen. Het programma Arbeidsmarktbeleid brengt in dit kader de partijen Ondernemers, Onderwijs en Overheid bij elkaar.
De magneetfunctie van de stad geldt overigens ook voor maatschappelijke problematiek. Hier zijn verschillende oorzaken voor, zoals de aanwezigheid van voorzieningen, het goedkope aanbod van woningen en arbeid, de anonimiteit van de stad. Hierdoor hebben steden ook een grote maatschappelijke opgave, zoals op het terrein van veiligheid, leefbaarheid, gezondheid, welzijn etc. Wij zorgen ervoor dat kwetsbare groepen de zorg krijgen die ze nodig hebben en stimuleren dat inwoners hun eigen verantwoordelijkheid nemen in hun eigen leefomgeving. Tegelijkertijd deinzen we er niet voor terug strenger op te treden als mensen overlast veroorzaken. De aanpak op het gebied van Veiligheid en Leefbaarheid draagt daardoor bij aan de totale aantrekkingskracht van stad en regio.
5
Stad en regio Dordrecht en de Drechtsteden liggen in de Zuidvleugel van de Randstad op het scharnierpunt tussen Holland en Brabant. Deze strategische ligging en de historie van de stad vormen een unieke combinatie die we als kenmerkende kracht moeten versterken. Dat doen we in het besef, dat we steeds meer afhankelijk zijn van het grotere geheel. Op eigen kracht is Dordrecht te klein om positie te hebben in de concurrentie tussen stedelijke gebieden. Dat vraagt om deelname in netwerken en structuren op hogere (zelfs globale) schaalniveaus. Als onderdeel van het stedelijke complex van de Mainport Rotterdam hebben we een gunstige startpositie vanwege de strategische centrumfunctie in het maritieme complex tussen Rijnmond, Breda en Antwerpen. De Atlas voor Gemeenten 2012 heeft als thema ‘Naar een optimale gemeentegrootte’. De onderzoekers stellen, dat de optimale lokale schaal is “waarop problemen op de woningmarkt en arbeidsmarkt efficiënt kunnen worden aangepakt en waarmee een optimaal aanbod aan publieke voorzieningen (op de juiste plek, niet teveel en niet te weinig) kan worden gerealiseerd en gefinancierd.” Het gaat dus om wat je als regio (publieke en private partijen) doet en wat je hebt. Het besef van een gezamenlijke inhoudelijke agenda heeft aan de wieg gestaan van de samenwerking in Drechtsteden. Dit bestuurlijk concept is toonaangevend in Nederland. Het denken vanuit een netwerkstad, waarbij de inhoud bepalend is voor de mate en schaal van samenwerking, is succesvol. Met alle decentralisaties, die vanuit het Rijk en provincie op de gemeenten afkomen, hebben we door de samenwerking tevens een relatief gunstige startpositie. Wat betreft voorzieningen staat Dordrecht sterk door de aantrekkelijke binnenstad en veel grootstedelijke voorzieningen met een verreikend verzorgingsgebied. Dat versterkt de aantrekkelijkheid voor het hele gebied. Dordrecht is nauw vervlochten met Drechtsteden, op bestuurlijk, sociaaleconomisch en ruimtelijk terrein. Samenwerken en samenhangend functioneren op een schaal van 260.000 inwoners is cruciaal om mee te doen in de ontwikkelslag de komende decennia. Een verzorgingsgebied van die omvang is nodig voor de topvoorzieningen die Drechtsteden in bovenregionaal perspectief aantrekkelijk maakt. Wij geloven in verdere uitbreiding en verdieping van de regionale samenwerking. De proeftuinen die in 2012 zijn gestart bieden daarvoor perspectief. Dat is naar onze mening niet vrijblijvend. Bijvoorbeeld binnen de proeftuin Dienstverlening is het moment daar om daadwerkelijke stappen richting intensieve samenwerking te zetten. Door te uniformeren en te standaardiseren kan dit voordeel opleveren op het gebied van kwaliteitsbevordering, risicovermindering en niet in de laatste plaats lagere kosten. Ook als we kijken naar de grote veranderingen die op ons afkomen in het sociaal maatschappelijk domein, bijvoorbeeld met de decentralisaties van de jeugdzorg en delen van de AWBZ, is de meerwaarde van regionale samenwerking duidelijk. Dit biedt ons de kans om beleid effectiever en efficiënter te maken. Wij zijn dit verplicht naar elkaar maar vooral naar de burgers en bedrijven in ons gebied. Daar waar mogelijk en gewenst nemen wij als grootste gemeente in de regio het voortouw. Dat moet echter vergezeld gaan van een gezamenlijk gedragen visie richting een verder liggend perspectief of horizon. Wij willen het debat daarover in alle eerlijkheid voeren. De transformatiedossiers Veiligheid & Leefbaarheid, Arbeidsmarkt en Duurzaamheid alsmede het programma Levendige Binnenstad zijn strategisch gekozen om bij te dragen aan de aantrekkelijkheid en daarmee de bloei van onze Oudhollandse stad. Wij geloven dat de hele regio uiteindelijk profiteert van versterking van de levendige binnenstad met zijn unieke cultureel-historische waarde. In de Atlas voor Gemeenten stijgt Dordrecht de laatste jaren op de woonaantrekkelijkheidsindex; op de sociaal-economische index willen we ook een betere positie verwerven. Uiteindelijk draait alles om het bereiken van gezamenlijke maatschappelijke resultaten. Daarom streven we naar een regionale aanpak met bindende afspraken over het verdelen van woningen, bedrijvigheid en maatschappelijke voorzieningen. Dat versterkt de hele regio op een manier die past bij het typische karakter van het gebied en de inwoners: nuchter, bescheiden, trots en met menselijke maat. Wij kiezen voor een aanpak gericht op samenwerking. Naast bestaande zoeken we ook nieuwe allianties, die in deze tijden kunnen en willen investeren in de stad. Daarnaast verstevigen we de samenwerking in de regio Drechtsteden vanuit een gezamenlijke inhoudelijke agenda: een aantrekkelijke vitale stedelijke omgeving. Daarbij fungeert de stad als motor voor een integrale ontwikkeling: economische bedrijvigheid, kennis en onderwijs, maatschappelijke voorzieningen, aantrekkelijk woonmilieu, ontmoetingsplek etcetera. Dit is goed voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van onze stad en regio voor bewoners, bedrijven en bezoekers.
Financiële positie van Dordrecht Ontwikkelingen Ook Dordrecht ondervindt al enkele jaren de financiële gevolgen van de economische crisis. De afgelopen jaren hebben wij hierop gereageerd via bezuinigingstrajecten en de Brede Doorlichting, waarmee we hebben ingezet
6
op efficiëntie in de eigen organisatie. Mede door deze aanpak bevindt Dordrecht zich in een positie, waarbij ruimte is voor financiële impulsen. De uitkomsten van het Lenteakkoord vlak voor de zomer en de financiële doorvertaling hiervan voorspellen weinig positiefs. De eerste meerjarige rijksbezuinigingen tekenden zich al af in de junicirculaire. Maar inzicht in de exacte omvang laat vanwege het vallen van het kabinet langer op zich wachten. Meer inzicht volgt wanneer een nieuw kabinet met de verwachte aanvullende rijksbezuinigingen komt. Het Rijk voert naast bezuinigingen, ook andere maatregelen door die Dordrecht financieel raken. Financiële spelregels veranderen en worden aangescherpt, wat onze bewegingsvrijheid op onderdelen bemoeilijkt. Zo is in het Begrotingsakkoord 2013 afgesproken dat gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen per 2013 moeten schatkistbankieren. Het Rijk wil met deze maatregel de overheidsschuld verminderen. De exacte financiële effecten hiervan zijn nog niet inzichtelijk, maar duidelijk is, dat Dordrecht hierdoor rente-inkomsten op de langere termijn mis zal lopen. Dordrecht ontkomt hier bovenop niet aan de effecten van de voortdurende situatie van economische recessie, dalende grond- en huizenprijzen en stagnatie van de woning- en kantorenmarkt en voelt dit rechtstreeks via haar projectenportefeuille. De doorlichting van de projecten in de komende maanden, zal op onderdelen leiden tot noodzakelijke afwaarderingen van onze grondposities. Dit heeft impact op het weerstandsvermogen, maar tevens op het risicoprofiel van Dordrecht. Ambities Eerdere bezuinigingsronden zijn zoveel mogelijk op innovatieve wijze opgevangen. Processen zijn slimmer ingericht en het vet op de botten is grotendeels verdwenen. Dit betekent dat de kans dat aanvullende bezuinigingen voelbaar zullen zijn voor burgers en bedrijven steeds groter wordt. Dit effect willen wij zoveel mogelijk beperken. Dordrecht behoort daarnaast tot de gemeenten met de laagste lokale lasten van Nederland. Ook in vergelijking met de grote gemeenten van Nederland steken we positief af. Tegelijkertijd hebben we een goed voorzieningenniveau in onze stad. Bij de Kadernota 2013 hebben wij er nog bewust voor kunnen kiezen om de OZB opbrengst niet te verhogen met de inflatiecorrectie. Door de rijksbezuinigingen eenmalig met onze reserves op te vangen hebben wij de tijd genomen, om weloverwogen keuzes te kunnen maken ten aanzien van de nieuwe bezuinigingsronde en hebben wij de tijd om dit zorgvuldig voor te bereiden. Daarbij kijken wij expliciet ook naar mogelijke bezuinigingen bij verbonden partijen, ook al zijn wij daar mede afhankelijk van de zakelijkheid van de andere deelnemers. We accepteren tegelijkertijd, dat de rijksbezuinigingen voor 2012 en 2013 via eenmalige dekking uit onze algemene reserve worden opgevangen. Dordrecht blijft bovenal een stad met ambities. Om deze waar te maken, is er ook in de toekomst behoefte aan investeringen in onze stad. Wij vinden het belangrijk om ook in onzekere tijden goede ideeën te blijven ondersteunen. Wij kiezen er voor, om zoveel mogelijk in te blijven zetten op die voorstellen die maatschappelijke meerwaarde hebben op meerdere terreinen (het zogenaamde multipliereffect). Speciale aandacht hebben we daarbij voor de sociaaleconomische motor van de stad: het samenstel van impulsen op het terrein van arbeidsmarkt, onderwijs, economie, duurzaamheid, water, binnenstad en bereikbaarheid. De spaargelden van de stad zijn echter al grotendeels bestemd. Om investeringen in de toekomst mogelijk te maken, zullen wij daarom aanvullende middelen vrij moeten maken. Acties Bij de Kadernota 2014 komen wij tot een pakket voorstellen, waarmee wij (1) de aanvullende rijksbezuinigingen opvangen, (2) het weerstandsvermogen op peil houden en waar mogelijk (3) ruimte creëren voor toekomstige investeringen in de stad. Deze drie uitdagingen vragen om een integrale inhoudelijke afweging, waarbij wij specifiek aandacht hebben voor de maatschappelijke effecten. Het bezuinigingspakket is gereed in het tweede kwartaal van 2013 en beslaat de periode van 2014 tot 2017. In dit proces zoeken wij uitdrukkelijk de verbinding met de gemeenteraad, aangezien het belangrijke keuzes zijn ook voor de volgende bestuursperiode. Bij deze begroting slagen we erin tot een sluitend meerjarenperspectief te komen. En hoewel het weerstandsvermogen onder druk staat, zijn de uitkomsten van de stresstest positief en tonen deze aan dat Dordrecht er financieel goed voorstaat. Hiermee vormt de Begroting 2013 de kalme haven van waaruit wij de bewegingen tegemoet kunnen zien.
7
Er zijn verschillende ontwikkelingen die de financiële positie van Dordrecht in de toekomst beïnvloeden. Dordrecht moet een financieel gezonde gemeente blijven en is tegelijk een stad vol met ambities die wij willen waarmaken. Dit maakt, dat wij de komende maanden een nieuwe complexe financiële opgave tegemoet gaan.
Vertrouwen & Verantwoordelijkheid Vertrouwen in de stad De opvatting dat de samenleving maakbaar is – en dat de overheid daarin de centrale architect is – ligt achter ons. We staan samen aan de lat om de stad mooier, schoner, gezonder, veiliger, leefbaarder en duurzamer te maken. Dat vraagt van ons als gemeentebestuur dat we luisteren en de dialoog aangaan. Dat we ruimte maken voor inwoners, maatschappelijke partners en ondernemers. We doen dit vanuit de overtuiging dat Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (V&V) leiden tot betere resultaten. Werken vanuit vertrouwen in onze maatschappelijke partners, met minder controle, toezicht en handhaving. We hebben vertrouwen in bewoners, vanuit de overtuiging dat bewoners vaak onderling in staat zijn om vraagstukken in hun eigen omgeving aan te pakken. De overheid is er dan om sociaal vertrouwen te versterken: kaders creëren, waarbinnen mensen zaken met elkaar kunnen realiseren. Dit vraagt persoonlijke verantwoordelijkheid én ‘samenredzaamheid’ in de stad. We hebben de afgelopen jaren mooie voorbeelden gezien in Dordrecht van co-creatie, zelfbeheer en het overdragen van verantwoordelijkheid. Van de innovatieve werkwijze (Partner in Zelfstandigheid) bij de Sociale Dienst Drechtsteden tot gesponsorde groeninrichting en onderhoud van rotondes in de stad. Ook de samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam is een innovatief voorbeeld van werken vanuit vertrouwen en het zoeken naar een nieuwe alliantie. Tot slot noemen we het fenomeen mandeligheid . Dit is een vorm van beheer waar eigenaren van een gezamenlijk eigendom (bijvoorbeeld woningen, parkeerplaatsen of een tuin) samen verantwoordelijk zijn voor onderhouden, reinigen en het in stand houden hiervan. Op Dordtse Kil III hebben we een overeenkomst hierover met de ondernemers van dit bedrijventerrein. Op het Admiraalsplein streven we ernaar om met winkeliers en bewoners tot een dergelijke overeenkomst te komen. Dit past uitstekend binnen V&V en vraagt om een ‘andere overheid’. Samen maken we de stad Mensen nemen steeds vaker zelf het voortouw om iets te bereiken voor de samenleving. Het project Wijkwensen beoogt dat bewoners zelf verantwoordelijkheid nemen voor de verbetering van de wijk. We zien initiatieven in vrijwel alle maatschappelijke sectoren: van zorg (buurthulp) tot integratie (het ‘handwerklab’ van de Wereldwijven) en van duurzaamheid (Platform Duurzaamheid) tot tegengaan sociaal isolement (Resto VanHarte aan de Groen van Prinstererweg). We zien volop initiatieven die tot stand komen zonder overheid. Beter gezegd: met een andere rol voor de overheid. Soms zien we dat bedrijven of burgers zaken overnemen waar voorheen de gemeente een grote rol had, zoals de organisatie van Wantijpop. Dit is nu in handen van een particulier bedrijf, dat met een andere opzet en een aanzienlijke lagere gemeentelijke subsidie in deze financieel krappe tijden toch een succesvol festival heeft gerealiseerd. Een ander voorbeeld is de overgang van integratie: van doelgroepenbeleid is dit nu ondergebracht in regulier beleid. Dit bespaart geld, maar tegelijkertijd ontstaan er nieuwe allianties, bijvoorbeeld tussen het Turks Platform en de protestantse zorggroep Crabbehof. In het arbeidsmarktbeleid leidt samenwerking tot de vorming van de Werkschool, waar ondernemers en scholen met elkaar praktijkgericht onderwijs bieden. Dit is goed voor de scholier, die een grote kans heeft op het vinden van een baan en voor de ondernemers die geschikt personeel aan zich kunnen binden. Ook realiseren we voor mensen die het zelfstandig niet lukt een baan te vinden dit jaar nog 200 plaatsingen in leerwerkbedrijven. Hiervoor werken we samen met veel instellingen en organisaties, onder andere vanuit de wijken. Tot slot zien we op het terrein van wonen mogelijkheden om vanuit V&V te werken met het concept particulier opdrachtgeverschap. Dit biedt nieuwe kansen voor bewoners om hun eigen droomhuis te bouwen en voor de overheid om in deze moeilijke tijden toch aan gebiedsontwikkeling te kunnen doen. De kracht van de menigte We waarderen het feit dat partijen in de stad waarde hechten aan de continuïteit van mooie evenementen in de stad ook in een tijd van financiële tegenwind. We zien dit bijvoorbeeld bij de Stichting Big Rivers. Die werft ‘vrienden’ om het voortbestaan van het Festival te waarborgen en minder afhankelijk te zijn van de bijdrage van de gemeente. Hierdoor creëert Big Rivers ruimte om nieuwe activiteiten te ontplooien die het evenement en Dordrecht op de kaart te zetten. Deze trend, crowdfunding, is een manier waarbij fondsen worden geworven voor specifieke projecten, vaak via een internetcampagne. Het vormt soms een alternatief, soms een aanvulling op de meer traditionele manier van financiering van goede ideeën via banken, private partijen en de overheid. Het Dordrechts Museum deed in 2008 iets soortgelijks via de actie ‘Geef Dordrecht zijn gezicht terug’. Met deze campagne zamelde het binnen korte tijd een groot bedrag in. Mede met dit geld werd het mogelijk het schilderij weer in de collectie op te nemen.
8
De kracht van social media Nieuwe technologische toepassingen (met name smartphones) zorgen ervoor dat we altijd en overal in contact met elkaar staan. Dit levert veel nieuwe en innovatieve toepassingen op, die het handelen van mensen beïnvloeden en veranderen. Dit biedt ook kansen voor het openbaar bestuur. We noemden vorig jaar al de toepassingen op het terrein van veiligheid zoals AmberAlert en Burgernet. Een ander voorbeeld is de Dordtse wijklijn-app. Burgers kunnen ter plekke een foto maken van een misstand in de openbare ruimte en dit doorsturen naar de wijklijn. Op het terrein van profilering bieden social media nieuwe kansen, bijvoorbeeld in het politieke domein maar ook in de vorm van citymarketing. We gaan experimenteren met burgerparticipatie via social media. We gaan meer doen om al deze informatie structureel en georganiseerd in kaart te brengen. Hiermee maken we gebruik van de oren en ogen van onze inwoners. Social media scheppen extra kanalen om samen te werken aan de stad. Flexibel De nieuwe verhoudingen tussen stad en gemeentebestuur gaan uit van vertrouwen, eigen kracht en cocreatie. Dit schept ruimte, maar maakt grenzen soms ook vaag. Wie vertrouwen geeft, doet dat immers niet op voorhand en onder alle omstandigheden. En wie vertrouwen geniet draagt tevens de verantwoordelijkheid er zorgvuldig mee om te gaan. De overheid als een soort slangenmens: met een grote mate van flexibiliteit en een breed arsenaal aan rollen, die afhankelijk van de situatie kan worden ingezet; vaak stimulerend, uitnodigend en initiërend, maar waar nodig ook beslissend, sturend, handhavend en ‘in control’. Waar de balans dient te liggen in welke situatie, waar de overheid meer had moeten doen of juist zijn handen ver van had moeten houden, is vaak niet eenduidig. Dit vraagt een flexibele bestuurstijl (collectief en individueel) met luisteren naar elkaar en een open dialoog. Basis-Midden-Piek De afgelopen jaren is de spanning tussen de inhoudelijke ambities en de beperkte(re) financiële middelen toegenomen. Desalniettemin hebben wij een bewuste keuze gemaakt vast te houden aan de vastgestelde speerpunten en te blijven investeren in de stad op die terreinen waar dat noodzakelijk is. Uiteraard onder de randvoorwaarde dat het huishoudboekje blijvend op orde is. Voor nu en voor de komende jaren. De bij Begroting 2012 geschetste aanpak is in de kern ongewijzigd. Het hierbinnen opgenomen afwegingskader Piek-Midden-Basis is als drieluik en focus nog immer van kracht en geeft ons houvast bij het maken van keuzes. Het gaat hier uitdrukkelijk niet om een wedijver binnen het drieluik, maar om positionering van doelgroepen en bereik: Dordrecht – (boven)regionaal – (inter)nationaal. Wij streven op elk van de niveaus een hoge kwaliteit na. Daarom hebben wij bij de Kadernota besloten voor alle drie niveaus middelen uit te trekken om te blijven inzetten op onze inhoudelijke ambities. Basis Wij willen ervoor zorgen, dat de basis in onze stad stevig en bestendig is. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Dordtenaren, maatschappelijke instellingen en overheid. Bij een aantal dossiers kiezen we voor gemeentelijk initiatief en stellen we een voorbeeld. Denk hierbij aan de impulsen op het terrein van de duurzaamheid en de aanpak binnen de taskforce Overlast, waarvoor recent aanvullende middelen beschikbaar zijn gesteld en de taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten. Op andere gebieden stimuleren we echter dat anderen zich verantwoordelijk voelen voor de basis. Denk bijvoorbeeld aan inzet van goede professionals in de wijk.
9
Piek = Topkwaliteit - Nationale allure – Aantrekkingskracht bovenregionaal & nationaal – Als je dit doet, moet het goed! Midden = Niveau extra op de basis Aantrekkingskracht bovenlokaal & regionaal - Versterkt basis, hoeft geen piek te zijn.
Basis = Alledaagse voorzieningen voor eigen inwoners – Nabijheid belangrijk – Niet onderscheidend – Moet kwalitatief goed zijn en blijven.
Versterking van de basis zoeken wij ook binnen het arbeidsmarktbeleid via het verder verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs-arbeidsmarkt en het verbeteren van de kennisinfrastructuur in de regio via het aantrekken van diverse vormen van hoger onderwijs. Eerdere impulsen voor versterking van de basis lopen ook komend begrotingsjaar door. We noemen hierbij de kwaliteit van de openbare ruimte, de komst van de nieuwe bioscoop in de nabijheid van het Energiehuis, Filmtheater The Movies, het faciliteren van gratis reizen op stadslijnen van het openbaar vervoer voor 65+ers en recent ook het beter in balans krijgen van de wijken in verbinding met de stad. Zo is de aanpak voor Dordrecht West de afgelopen zeven jaar succesvol geweest, echter in dezelfde periode is de wereld veranderd. Met onze maatschappelijke partners, zoals de woningbouwcorporaties maar ook wijkbewoners, zetten wij daarom in op het duidelijker formuleren van visie, doelen en programma’s in de wijken. Dit leidt ook tot betaalbaarder en beter controleerbare inzet. Tegelijkertijd weten we ook dat onze initiatieven niet altijd vanzelfsprekend een maatschappelijke gedragsverandering teweeg brengen. Hier moeten we alert op zijn en waar mogelijk ook beter aangeven welk verwachtingspatroon we hebben van onze maatschappelijke partners. Zo wordt bijvoorbeeld de komende periode hard gewerkt aan betere sociale verbindingen binnen ‘gedeeld eigenaarschap’ van het Leerpark. Hoofdgedachte hierachter is dat het ook een echt ‘Leefpark’ moet zijn. Midden Het middenniveau betreft voorzieningen met een aantrekkingskracht op bovenlokaal en regionaal niveau. Deze kunnen in hun functie een goede aanvulling zijn op het basisniveau; qua kwaliteit kunnen ze zo hoogwaardig zijn, dat ze bijna een piek zijn. Dordrecht heeft op dit niveau de afgelopen jaren fors geïnvesteerd: Stationsomgeving, Sportboulevard, Leerpark, Gezondheidspark. Van recenter aard noemen we de investeringen in Schouwburg Kunstmin, Energiehuis en Erfgoedcentrum Diep. De Duurzaamheidsfabriek met haar unieke onderwijsconcept, is een recenter voorbeeld op het middenniveau: we willen immers dat vervolgopleidingen steeds beter aansluiten op de regionale arbeidsmarkt. De wens om op de kop van de Stadswerven meer levendigheid te krijgen, maar ook onze blijvende aandacht en steun voor grotere evenementen in de stad als Dordt in Stoom, de Kerstmarkt en het Big Rivers festival, voorzien op adequate wijze in onze ambities op het middenniveau. Piek De piek moet een bovenregionale of zelfs nationale aantrekkingskracht hebben. Het moet om onderscheidende aanvullingen gaan, die passen bij de kracht van het lokale. Als eerste piek kiezen wij voor een vitale en levendige binnenstad met een regionale centrumfunctie. De aantrekkingskracht van de stad op eigen mensen én mensen van buiten willen we blijvend vergroten.
10
Deelactiviteiten van dit programma zijn al op basis- en middenniveau benoemd. Op piekniveau gaat het evenwel om het totaal van al deze kwalitatief hoogstaande activiteiten. Als gevolg van de synergie tussen economie en cultuur ontstaat hierdoor een stevige toeristische infrastructuur. Mensen moeten na een bezoek aan Dordrecht met regelmaat terug willen keren. De komst van het Nationaal Onderwijsmuseum vormt in onze optiek een voorziening op piekniveau. Het museum levert een duidelijke toegevoegde waarde voor de stad: het past in ons (erfgoed)profiel, het versterkt het toeristisch profiel en de levendigheid van de (binnen)stad, het draagt bij aan het vergroten van de aantrekkingskracht van de stad, het biedt meer mogelijkheden in de programmering en educatie en het brengt een nieuw netwerk mee. Op het scharnierpunt van midden- naar piekniveau bevindt zich onze ambitie te komen tot een University College Dordrecht met een onderscheidend en aantrekkelijk (internationaal aansprekend) onderwijsprofiel. Verdere concretisering van deze ambitie vindt in 2013 plaats, maar zeker is dat een University College in vol ornaat kan uitgroeien tot een voorziening op piekniveau. De opleiding geeft een krachtige impuls aan de relatie onderwijs en arbeidsmarkt op het gebied van water, maritiem en deltatechnologie in het hogere segment en levert daarmee impliciet een bijdrage aan enerzijds een hoger opleidingsniveau in de regio en anderzijds een sterkere economische concurrentiekracht. Om tot de vestiging van een University College te komen, is wel inzet nodig van veel partners uit de wereld van onderzoek, onderwijs, overheid en ondernemers. Nationaal park De Biesbosch vormt met 10.000 ha zoetwatergetijdengebied een unieke achtertuin voor stad en regio. Door de natuurwaarden en recreatieve en toeristische potentie vormt het een echte piek. Met flexibele zonering gaan natuur- en recreatieontwikkeling hand in hand: de kern van het gebied is natuur; naarmate we verder van de kern afkomen ontstaan meer mogelijkheden voor recreatieve invulling. Van extensief naar intensief. Voor de Nieuwe Dordtse Biesbosch is een akkoord bereikt over de financiering. Hoewel dit project kleiner is qua opzet en soberder qua inrichting, blijven we met kracht inzetten op deze piek. Samen met partners als het Waterschap Hollandse Delta, de provincie Zuid-Holland, Staatsbosbeheer en Parkschap Nationaal Park de Biesbosch realiseren we de waterkwaliteitsopgave en een groene verbinding tussen de Sliedrechtse en Dordtse Biesbosch. In combinatie met de duurzame inrichting van 530 ha. natuur- en recreatiegebied versterken we de relatie met de stad. Wij blijven investeren in de centrumfunctie van Dordrecht om daarmee de levendigheid en aantrekkingskracht van de stad op inwoners, bedrijven en mensen van buiten blijvend te vergroten. Dat versterkt op termijn onze sociaal-economische positie. We brengen daar een duidelijke focus met drie niveaus: basis, midden en piek. Wij zetten stevig in op alle niveaus!
11
1.2 Financiële hoofdlijnen 2013 en verder Begroting staand beleid De Kadernota 2013 vormde de start van de bestuurlijke planning en controlcyclus 2013. In de Kadernota zijn de uitgangspunten geformuleerd voor het opstellen van de Begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016. Tijdens de behandeling van de Kadernota en Begroting 2012 kwam aan de orde dat u eerder in positie wilt komen om kaders mee te geven en een meer integrale afweging wilt kunnen maken. Deze aandachtspunten zijn meegenomen in de totstandkoming van de Kadernota 2013. Bij de behandeling van deze kadernota heeft u uw Algemene Beschouwingen gehouden, die hebben geleid tot kaderstellende besluiten, uitspraken, moties en amendementen. Autonome ontwikkelingen Begroting staand beleid De programmakaarten en tabellen in dit boekwerk bevatten de beleidsinformatie en financiële informatie over het reeds vastgestelde beleid. Dit betekent dat de besluiten uit de Kadernota 2013 en college- en raadsbesluiten voor de jaren 2013 en verder, die zijn genomen in de eerste helft van 2012 hierin ook zijn verwerkt. Daarnaast is een aantal wijzigingen doorgevoerd als gevolg van autonome ontwikkelingen. Dit • • • De
betekent dat wél zijn verwerkt: de besluiten uit de Kadernota 2013; college- en raadsbesluiten voor de jaren 2013 en verder, die zijn genomen in de eerste helft van 2012; autonome ontwikkelingen. belangrijkste ontwikkelingen lichten wij hieronder toe.
Frictiekosten SCD Bij de begrote besparingen is rekening gehouden met een besparing aan overhead vanuit het Service Centrum Drechtsteden die gelijke tred houdt met de afname van ons personeelsbestand. Een gedeelte van de overhead die wij per FTE doorbelast krijgen bestaat echter uit vaste kosten die niet meebewegen met de omvang van de klantorganisaties (denk bijvoorbeeld aan ICT investeringen). Daardoor ontstaat een hogere prijs per FTE nu het personeelsbestand bij alle klanten van het SCD daalt. Dit prijsverschil hebben we voor de gemeente Dordrecht centraal inzichtelijk gemaakt. In de Kadernota 2014 zullen we verder rapporteren over de voortgang van de besparingen bij het SCD en de effecten van een nieuwe verdeelsleutel voor de overheadkosten over de klantorganisaties. Indexering na kadernota Voor een aantal onderdelen van de begroting was bij de Kadernota 2013 nog niet bekend voor welk bedrag het budget geïndexeerd moest worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de GR Parkschap Nationaal Park de Biesbosch. Deze budgetten zijn nu alsnog opgetrokken naar het huidig prijspeil. Technische reparatie formatie griffie en onderzoeksbureau De formatie van de griffie en het onderzoeksbureau van de rekenkamer(commissie) is door enkele besluiten van raad en presidium in 2010 en 2011 gewijzigd. Deze wijzigingen zijn onjuist verwerkt waardoor de formatie en budget al twee jaar niet in overeenstemming zijn. De systemen zijn nu weer up to date en gekoppeld, en deze technische aanpassing is nu ook verwerkt in de begroting. Buurtwerk accommodaties In de raadsvergadering van 26 juni 2012 is besloten om de vrijvallende middelen voor accommodaties ten gunste van het financieel perspectief te verwerken met ingang van de Begroting 2013, waardoor de algemene reserve in een periode van 4 jaar kan worden aangevuld. Correcties kleiner dan € 100.000 Er hebben verschillende kleine verschuivingen, op- en aframingen plaatsgevonden, die per saldo een nadelig resultaat veroorzaken.
12
Bovenstaande mutaties leiden tot het volgende perspectief, zoals opgenomen in de tabellen van dit boekwerk: Bedragen x € 1.000
2013 604
2014 1.061
2015 2.097
2016 1.620
Frictiekosten SCD
-190
-190
-190
-190
Indexeringen na Kadernota
-121
-121
-121
-121
Technische reparatie formatie
-111
-111
-111
-111
325
417
460
598
-149 359
-51 1.005
-48 2.086
-29 1.767
Eindsaldo Kadernota 2013
Buurtwerk accomodaties lagere subsidie Correctie kleiner dan € 100.000 Saldo Begroting na wijzigingen autonoom
Boekwerk staand beleid en raadsvoorstel De onderstaande ontwikkelingen zijn nog niet in het boekwerk verwerkt: • de Junicirculaire 2012; • de structurele effecten van de Bestuursrapportage 2012; • bijdrage voorbereidingskosten Parkschap Deze posten zijn, samen met overige bestuurlijke keuzes, verwerkt in het raadsvoorstel bij de Begroting. Daarbij wordt ook een actueel overzicht van de meerjarige productbegroting per programma weergegeven (bijlage 3 in dit boekwerk). Voor een verdere toelichting op de financiële begroting wordt verwezen naar het raadsvoorstel behorende bij de begrotingsstukken, de Programmakaarten (hoofdstuk 2) en de Financiële begroting (hoofdstuk 4).
13
1.3 Samenstelling college en raad A.A.M. Brok, burgemeester Portefeuille: Verbonden partijen:
Algemene en kabinetszaken, brandweer, politie, integrale veiligheid, dienstverlening, bestuurlijke betrekkingen en internationale samenwerking. GR Drechtsteden (vz), GR Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (vz).
P.H. Sleeking (BvD), wethouder Portefeuille: Ruimtelijke ordening & binnenstad, vergunningverlening & handhaving (incl. welstand en bouw- en woningtoezicht), milieu en water, personeel en organisatie, huisvesting en ICT, bestuurlijke vernieuwing en participatie, mediabeleid en communicatie. Grote projecten: Stadswerven, Maasterras, Gezondheidspark, Belthurepark. Verbonden partijen: GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (lid), GR Drechtsteden (lid). J. Mos (VVD), wethouder Portefeuille:
Grote projecten: Verbonden partijen:
Economische Zaken en toerisme, havenbedrijf, stadsmarkten, bovenregionale R&E ontwikkeling, verkeer en vervoer, externe veiligheid, grondbedrijf, vastgoedbedrijf, cultuur, monumentenzorg en archeologie. Westelijk Dordtse Oever, Hofkwartier, Energiehuis, Achterom/Bagijnhof. ROM-D, Wegschaptunnel Dordtse Kil.
E. van de Burgt (CDA), wethouder Portefeuille: Financiën en deelnemingen, sociale zaken (incl. inburgering), arbeidsmarktbeleid, onderwijs en educatie, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en Essenhof. Grote projecten: Leerpark. Verbonden partijen: GR Drechtsteden (lid), GR Publieke Gezondheid en Jeugd (lid), Sociale Dienst Drechtsteden, Drechtwerk, Gevudo, Wegschaptunnel Dordtse Kil, HVC, Eneco en Evides, Coöp. Ontwikkeling Leerpark. H.P.A. Wagemakers (BvD), wethouder Portefeuille: Zorg, welzijn en jeugd (incl. buurtwerk, maatschappelijke opvang en individuele voorzieningen), gezondheidszorg (incl. oggz en verslavingszorg), recreatie en duurzaamheid, afval, NMC Weizigt. Grote projecten: Nieuwe Dordtse Biesbosch. Verbonden partijen: GR Publieke Gezondheid en Jeugd (vz), GR Parkschap Nationaal Park De Biesbosch, Stichting de Biesbosch. R.E.C. Reynvaan-Jansen (BvD), wethouder Portefeuille: Wonen, stedelijke vernieuwing, wijkgericht werken, stadsbeheer en sport. Grote projecten: Herstructurering Dordt West en Sportboulevard. Verbonden partijen: M.M. van der Kraan, gemeentesecretaris Algemeen directeur, 1e adviseur college.
13
BvD
3
6
PvdA
D66
3
VVD
VSP
3
CDA
2
Groenlinks
2
ChristenUnie/SGP
2
WEK
5
Zetelverdeling Raad
14
1.4 Kerngegevens van de stad 1.4.1 Kengetallen In onderstaande tabel zijn enkele kengetallen voor de gemeente Dordrecht weergegeven op het gebied van inwoneraantallen, sociale zekerheidsuitkeringen en het aantal huur- en koopwoningen.
Demografie Aantal inwoners Inwoners < 20 jaar Inwoners van 20-64 jaar Inwoners > 64 jaar
1-1-2009 118.408 28.133 72.641 17.634
1-1-2010 118.480 27.831 72.697 17.952
1-1-2011 118.810 27.655 73.031 18.124
1-1-2012 118.913 27.519 72.426 18.968
Sociale zekerheid Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Werkloosheidsuitkeringen Bijstandsuitkeringen
1-1-2009 5.620 1.090 2.730
1-1-2010 5.571 1.840 2.870
1-1-2011 5.671 1.810 3.250
1-1-2012 5.699 1.631 2.900
Fysieke structuur Aantal woningen Koopwoningen Huurwoningen
1-1-2009 53.172 27.398 25.774
1-1-2010 53.364 28.044 25.320
1-1-2011 53.487 28.689 24.798
1-1-2012 53.372 29.077 24.295
Bronnen: CBS, UWV, WOZ (bewerking OCD)
1.4.2 Lokale lasten Op het terrein van de lokale lasten voert Dordrecht een terughoudend tarievenbeleid. De lokale lastendruk wordt grotendeels gevormd door de woonlasten. Tot de woonlasten worden gerekend de OZB-, riool- en afvalstoffenheffing, die zich ten opzichte van 2009 als volgt hebben ontwikkeld: Bedragen x € 1
2009
2010
2011
2012
2013
OZB-eigenaar
186,96
185,39
188,94
194,10
194,10
Afvalstoffenheffing
247,68
234,96
234,96
234,96
240,96
Rioolheffing eigenaar
71,28
74,13
77,10
80,18
83,28
Rioolheffing gebruiker¹ Ontwikkeling lastendruk
91,80 585
95,52 590
69,00 570
71,76 587
74,52 600
Stijging
3,7%
0,9%
-3,4%
3,0%
2,1%
Uit bovenstaande tabel volgt dat de totale woonlasten in Dordrecht in 2013 met 2,1% stijgen ten opzichte van 2012. Verloop lokale lastendruk 2009 - 2013 250,00 230,00 210,00
Bedragen in €
190,00 170,00 150,00 130,00 110,00 90,00 70,00 50,00 2009
2010 OZB-eigenaar
2011 Afvalstoffenheffing
2012
2013
Rioolheffing
Kortheidshalve wordt voor meer informatie en relevante uitgangspunten over de diverse lokale heffingen verwezen naar paragraaf 3.1 Lokale heffingen.
15
2. Begrotingsprogramma’s Voor u ligt de Begroting voor 2013. In dit hoofdstuk vindt u de vijftien programmakaarten, die als volgt zijn opgebouwd. • Informatie vooraf: alle programmakaarten zijn voorzien van overzicht van relevante (sturings)informatie. De programmakaart start met een actuele inleiding. Vervolgens is de informatie opgenomen in op iedere programmakaart terugkerende blokjes zoals een overzicht van programma activiteiten; wettelijke taken; kaderstellende nota’s en afspraken die met medeoverheden zijn gemaakt. • Wat willen we bereiken? Hier leest u de (MJP) doelstellingen van het gemeentebestuur. Ook is een overzicht van bijbehorende indicatoren opgenomen. De doelstellingen, kengetallen en daarbij behorende 0-waarden en streefwaarden blijven gedurende deze collegeperiode staan1. Voor enkele kengetallen zijn nieuwe actuele cijfers beschikbaar. Deze leest u op de programmakaarten. bij de indicatoren is aangeven welke ontwikkeling af te leiden is van de actuele cijfers. Wanneer dit een positieve ontwikkeling weergeeft (richting de streefwaarde) ziet u een (+) staan. Wanneer de ontwikkeling ons op dit moment verder afbrengt van de streefwaarde staat hier een (-). Bij een enkele doelstellingen is geen nieuw cijfer beschikbaar. Bij alle doelstellingen is aangegeven wanneer (opnieuw) nieuwe cijfers te verwachten zijn. • Wat gaan we daarvoor doen? Per MJP-doelstelling is aangegeven welke activiteiten in 2013 gaan plaatsvinden. • Wat mag het kosten? De samenhang tussen de beleidsbegroting en de kosten van de programma-activiteiten komen onder dit onderdeel op de programmakaarten terug. De financiële basisinformatie per programma is inzichtelijk gemaakt door, naast het reguliere meerjarige productoverzicht, de kosten per programma onder te verdelen in de volgende categorieën: 1. bijdragen aan Gemeenschappelijke Regelingen/Verbonden Partijen; 2. kapitaallasten (rente en afschrijving); 3. subsidies; 4. personele budgetten; 5. materiële budgetten; 6. stortingen in voorziening. Nadere toelichting programmakaarten • De begroting richt zich in beginsel op het komende jaar. Om recht te doen aan het politiek moment bij de begrotingsbehandeling, wordt op onderdelen ook meerjarig vooruitgekeken. Wanneer dit meerwaarde heeft wordt informatie ook in een historisch perspectief geplaatst. • De programmakaarten en tabellen in dit boekwerk bevatten de beleidsinformatie en financiële informatie over de huidige staand beleid Begroting. Dit betekent dat wél zijn verwerkt: o de besluiten uit de Kadernota 2013; o college- en raadsbesluiten voor de jaren 2013 e.v. die zijn genomen in de eerste helft van 2012; o autonome ontwikkelingen. Dit betekent dat niet zijn verwerkt: o de Junicirculaire 2012; o de structurele effecten van de Bestuursrapportage 2012; o bijstelling bijdrage GR Parkschap Nationaal Park de Biesbosch. Deze posten zijn, samen met overige bestuurlijke keuzes, verwerkt in het raadsvoorstel bij de Begroting. Daarbij wordt ook een actueel overzicht van de meerjarige productbegroting per programma weergegeven (Bijlage 3 in dit boekwerk). • Vanuit de ‘sturing op transformaties’, behorende bij de prioriteiten van het MJP, worden enkele begrotingsprogramma’s meer uitvoerig geformuleerd dan de anderen. De transformaties zijn aangegeven met het icoon:
•
Beleidsintensiveringen Kadernota 2013. De in de kadernota vastgestelde beleidsintensiveringen (claims) zijn in de programmakaarten verwerkt. Op diverse plaatsen in de programmakaart treft u het symbool . Hiermee geven we aan dat in de desbetreffende programmakaart een beleidsintensivering voortkomend uit de kadernota 2013 is opgenomen. Bij het raadsvoorstel is ook een overzicht opgenomen van de wijze waarop de beleidsintensiveringen in de begroting zijn verwerkt.
1
De nulwaarden en streefwaarden zijn op drie programmakaarten aangepast (Veiligheid, Leefbaarheid & stedelijk beheer, Verkeer & vervoer). Dit is als apart onderdeel opgenomen in het raadsvoorstel.
16
•
Ten aanzien van de (betekenis van de) indicatoren is het volgende van belang: o relatieve betekenis: veel factoren zijn van invloed op de indicatoren. De indicatoren geven niet de ‘absolute waarheid’ weer. Ook geldt dat de gemeente niet als enige aan zet is. We vinden het wél belangrijk de ambitie helder te maken. We stellen ons ten doel te leren van de ontwikkeling zoals die zichtbaar wordt uit de indicatoren én hierover het gesprek aan te gaan met de raad; o Bij de jaarrekening 2011 werd duidelijk, dat de cijfers van het CBS uit 2009 van de Integrale Veiligheidsmonitor niet klopten. Zoals in de jaarrekening 2011 aangekondigd, brengen wij de consequenties van de foutieve CBS-cijfers bij de begroting 2013 in beeld. De foutieve cijfers hebben betrekking op drie programmakaarten: (1) Veiligheid, (2) Leefbaarheid en stedelijke beheer, (3) Verkeer en Vervoer; o Bij de vaststelling van de programmakaart jeugd (als onderdeel van de begroting 2011) is aangegeven dat we indicatoren ontwikkelen die beter passen bij de nieuwe jeugdagenda. De oorspronkelijke indicatoren van de programmakaart 2011 waren daarmee voorlopige prestatie-indicatoren. Inmiddels is het Onderzoekscentrum Drechtsteden bezig met het ontwikkelen van nieuwe prestatie-indicatoren die passen bij het jeugdbeleid. Deze indicatoren zijn naar verwachting begin 2013 beschikbaar. Voorgesteld wordt de nieuwe indicatoren bij de eerst volgende P&C rapportage te verwerken. Naar verwachting is dat het jaarverslag 2012.
Tot slot geeft onderstaand overzicht een beeld van de relatieve financiële omvang van de kosten (inclusief mutaties met reserves) van de 15 programma’s:
Totaal Programma's: € 422,5 miljoen Veiligheid Leefbaarheid & Stedelijk Beheer Onderwijs Werk en Inkomen Economie en C ultuur Milieu en Duurzaamheid Maatschappelijke Voorzieningen
Miljoenen
Jeugd Sport & Recreatie Verkeer en Vervoer Ruimtelijke Ordening Wonen Dienstverlening Bestuur en Samenwerking Algemene Dekkingsmiddelen
Programma's
17
Programma 1: Veiligheid Inleiding Onze inzet is erop gericht de veiligheid in de stad, buurten en wijken in 2013 nog verder te verbeteren. Samen met onze partners geven wij vorm en inhoud aan het integraal veiligheidsbeleid en de diverse maatregelen en activiteiten die in dat kader plaatsvinden. Als onderdeel van het transformatiedossier leefbaarheid en veiligheid geven wij daarbij hoge prioriteit aan de veiligheid in de directe woon- en leefomgeving. In het verlengde van acties ter verbetering van de leefbaarheid zetten we specifieke handhavingsinstrumenten en maatregelen in om de openbare orde en veiligheid zo goed mogelijk te waarborgen. Burgers moeten daarbij kunnen rekenen op de partners in veiligheid; bestuur, politie en openbaar ministerie. Dat is van belang voor het vertrouwen van de burgers in het bestuur. In de recent uitgekomen Misdaadmeter van het Algemeen Dagblad is onze stad weer in positieve zin opgeschoven. Ook het veiligheidsgevoel van de Dordtenaar nam toe. We moeten over de eerste vijf maanden van 2012 helaas wel constateren, dat de vermogenscriminaliteit over de volle breedte (woninginbraken, diefstal van motorvoertuigen en diefstal uit/vanaf auto, et cetera) is toegenomen. Omdat de veiligheidssituatie in 2009 feitelijk beter was dan het CBS ons met de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) voorspiegelde, hebben we na de correctie van deze 0-meting over 2009, ook de streefwaarden positief bijgesteld. Hiermee leggen we onze ambitie voor de komende twee jaar opnieuw vast. Dordrecht doet actief mee in de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit. In de aanpak van hennepteelt, mensenhandel en het misbruik van onroerend goed voor criminele doeleinden wisselt de gemeente informatie uit met onder meer justitie, belastingdienst, politie en speciale opsporingsdiensten. Het doel is handhavingsplannen op maat te maken en gezamenlijke acties te ondernemen. Dit straalt ook uit op de veiligheid in de directe woon- en leefomgeving. De bestrijding van overlast rond coffeeshops heeft met het coffeeshopbeleid dat in 2012 van kracht is geworden een nieuwe impuls gekregen. De criteria voor de exploitatie van coffeeshops zijn aangescherpt en er vindt een stringentere handhaving plaats. In 2013 blijven we daar scherp op toezien en nemen we waar nodig bestuurlijke maatregelen. Iedereen woont of werkt graag in een buurt waar het veilig is en waar je je veilig voelt. We stimuleren dat inwoners en ondernemers ook zelf verantwoordelijkheid voor hun veiligheid nemen. Zo nemen inwoners deel aan één van de buurtpreventieteams, dragen een steentje bij als buurtvader, als vrijwilliger binnen het netwerk Dordtveilig of als buurtbemiddelaar en zijn er ruim dertienduizend inwoners aangesloten op burgernet. Ook nemen bewoners en ondernemers preventiemaatregelen, die het risico op inbraak of brand verkleinen. De betrokkenheid van bewoners bij veiligheid willen we in 2013 vergroten. In dat kader willen we naar Rotterdams voorbeeld, activiteiten inzetten om bewoners te betrekken bij de inzet van politie en toezichthouders in de buurt. We bekijken de mogelijkheden om dit te bundelen met bestaande participatietrajecten. Daar waar sprake is van ernstige overlast in de openbare ruimte en meer nodig is dan de inzet van politie of Toezicht alleen, blijven we de Taskforce Overlast inzetten. Hulpverlening en een repressieve aanpak, onder meer ook door het inzetten van gebiedsverboden, extra toezicht in het betreffende gebied, cameratoezicht en – waar nodig – de inzet van preventief fouilleren, is een formule die werkt. Ook in 2013 levert het Veiligheidshuis een belangrijke bijdrage in de ketensamenwerking, denk daarbij ook aan de sluitende aanpak van overlastgevende jeugdgroepen. We willen dat mensen in 2013 zich in de stad veiliger gaan voelen. We kijken naar mogelijkheden om het veiligheidsgevoel te beïnvloeden. Onder meer door te laten zien wat we doen op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. Daarbij blijven we ook een appèl doen op de inzet van bewoners, bedrijven en andere organisaties om een bijdrage te leveren aan veiligheid. Dat geldt ook voor het nemen van preventieve maatregelen voor de brandveiligheid. Door de gerealiseerde 2e brandweerpost op het Leerpark worden in 2013 de aanrijtijden verder verbeterd.
18
Met de invoering van de nationale politieorganisatie vormt Zuid-Holland Zuid met Rotterdam-Rijnmond één van de tien regionale eenheden in Nederland. Dordrecht wordt één van de vier basiseenheden binnen het nieuwe district Zuid-Holland-Zuid. Aan de hand van het Regionaal Beleidsplan willen we voor 2013 meer inhoud geven aan het sturen op veiligheid met als onderdeel daarvan de taakuitvoering van de politie. De betrokkenheid van de raad bij de totstandkoming van het Regionaal Meerjarenbeleidsplan zal hiertoe worden versterkt. Programma activiteiten • Integraal Veiligheidsprogramma: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid, integriteit; • Integraal Handhavingsprogramma: coördinerend en kaderstellend ten aanzien van de uitvoering van gemeentelijke handhavingstaken; • Sociale veiligheid: advisering, coördinerende en uitvoerende taken; • Openbare orde: advisering, uitvoering en opdrachtgeverschap op het gebied van burgemeestersbevoegdheden, APV en bijzondere wetten; • Fysieke veiligheid: advisering en uitvoerende taken op gebied van externe veiligheid, risicobeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg. Context en achtergrond Samen met de inwoners van onze stad, maatschappelijke organisaties en onze veiligheidspartners willen we het veiligheidsniveau van de stad vasthouden en waar mogelijk verder uitbouwen. We stimuleren de betrokkenheid van inwoners om ook zelf een bijdrage te leveren aan het creëren van een veilige eigen buurt en leefomgeving. Vanuit het Integraal Veiligheidsprogramma 3 (IVP3) sturen we op deze ambitie. Jaarlijks worden er met de ketenpartners afspraken gemaakt over acties, activiteiten en maatregelen. De realisatie van het IVP wordt gevolgd via een jaarverslag. Wettelijke taken Gemeentewet, Politiewet, Wet veiligheidsregio’s, Drank- en horecawet, Opiumwet, Wet openbare manifestaties, Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, Wet tijdelijk huisverbod, Havenbeveiligingswet, Algemene plaatselijke verordening, Wet op de kansspelen, Wet OM-afdoening (bestuurlijke strafbeschikking), Wet bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast. Kaderstellende nota’s Coffeeshopbeleid (2012), Beleidsregels ontheffing straatmuzikanten (2011), Integraal Veiligheidsprogramma 3 (2011), Integraal Handhavingsprogramma (2011), Regionaal Crisisplan Zuid-Holland Zuid (2011), Handhavingsbeleid horeca gemeente Dordrecht (2011), Beleidsregels gebiedsontzeggingen (2011), Convenant Veiligheidshuis ZuidHolland Zuid (2009), Convenant Persoonsgebonden aanpak (2004), Prostitutiebeleid in Dordrecht (2000), Beleid ontheffing openings- en sluitingstijden (2000). Relevante ontwikkelingen Verwachte wetswijzigingen in de periode 2013-2014: de Gemeentewet vanwege de gemeentelijke regiefunctie integraal veiligheidsbeleid, de Wet Veiligheidsregio. Daarnaast verwachten we wetswijzigingen op het gebied van: regulering prostitutie en het bestrijden misstanden seksbranche, kinderbescherming, meldcode huiselijk geweld en de Opiumwet. Per 1 januari 2013 treedt de nieuwe Drank- en horecawet in werking, waarmee het toezicht op de naleving van de wet bij de gemeente komt te liggen. Andere ontwikkelingen zijn: regionalisering brandweerzorg en rampenbestrijding (Veiligheidsregio); schaalvergroting bij politie en justitie als gevolg van nieuwe gerechtelijke kaart en de vorming van de nationale politie; transitie Veiligheidshuizen naar gemeenten en versterken ketensamenwerking in samenhang met ZSM; intensivering bestuurlijke/gecoördineerde aanpak georganiseerde criminaliteit (op de speerpunten hennep, vastgoed, mensenhandel) waarbij het RIEC voortaan als structurele voorziening wordt beschouwd (RIEC ZHZ en RIEC Rotterdam-Rijnmond fuseren per 1/1/2013); vernieuwing convenant Streekdierentehuis; pilot preventieve inzet wet tijdelijk huisverbod. Aanpak in Drechtstedenverband, ZHZ en Rotterdam-Rijnmond De aangekondigde schaalvergroting bij politie en justitie brengt met zich mee dat het Regionaal College in zijn huidige vorm ophoudt te bestaan. In 2013 blijft in ZuidHolland Zuid sprake van regionale samenwerking op het gebied van integrale veiligheid in de vorm van met elkaar verbonden regionale veiligheidsprojecten. De verwachting
19
is dat vanaf 2013 dit aangestuurd wordt door de districtelijke driehoek ‘nieuwe stijl’. Mede naar aanleiding van de reorganisatie politie en OM wordt samen met de regionale partijen in Rotterdam-Rijnmond gekeken naar de mogelijkheden om samen te komen tot vernieuwing van het regionaal samenwerkingsmodel. Ook komen veiligheidsgerelateerde onderwerpen structureel terug op de agenda van het bestuur van de Veiligheidsregio en in diverse stuurgroepen. De stuurgroep Veiligheidshuis ZHZ kent sinds 2012 een bestuurlijk karakter waarbij er invulling wordt gegeven aan de gemeentelijke regierol. Ketenpartners Politie; Brandweer; Omgevingsdienst ZHZ; Veiligheidsregio ZHZ (waaronder GHOR); Waterschap; Sociale Dienst Drechtsteden; Belastingdienst; Openbaar Ministerie; Raad voor de Kinderbescherming; Reclassering Nederland; KLPD; AIVD; Douane. Maatschappelijke instellingen zoals GGD; Bureau Jeugdzorg; bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten, scholen, Leger des Heils; DWO. Private partijen: woningcorporaties, NS, Arriva, Koninklijke Horeca Nederland, Stedin. Bestuurlijke afspraken met medeoverheden Samenwerkingovereenkomst Merwede-Lingelijn; Convenant Vrijplaatsen; Convenant RIEC; Convenant Veiligheidshuis (vernieuwd v.a. 2013); afspraak Regionaal College over regionale veiligheidsprojecten (vernieuwd in 2011). Lokaal Veiligheidsarrangement Dordtse stationsgebieden. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Alle begrotingsprogramma’s. In het bijzonder bestaat een verbinding met (de taskforces van) het programma Leefbaarheid en Stedelijk Beheer.
Wat willen we bereiken? Centrale ambitie: Het realiseren van een veilige stad. Doelstelling 1: Meer inwoners waarderen Dordrecht (en hun buurt) als een veilige stad. Doelstelling 2: Inwoners ervaren minder sociale overlast. Doelstelling 3: Inwoners voelen zich minder bedreigd. Doelstelling 4: Inwoners ervaren minder overlast van vermogensdelicten. Doelstelling 5: Inwoners voelen zich minder onveilig en vertonen minder vermijdingsgedrag. Doelstelling 6: Het beperken van het risico op en het beheersen van calamiteiten, crises en grootschalige verstoringen van de openbare orde.
1
0-waarde (oud)
0-waarde (nieuw)
Actuele waarde
Ontwikkeling1
Streef-waarde 2014 (oud)
Streef-waarde 2014 (nieuw)
Integrale Veiligheidsmonitor
6,5 (2009)
6,7
6,8 (2011)
(=)
6,7
6,9
Integrale Veiligheidsmonitor
3,0 (2009)
2,3
2,3 (2011)
(=)
2,1
2,0
Kengetal
Bron
1) Rapportcijfer veiligheid 2) Schaalscore sociale overlast
In deze kolom wordt de ontwikkeling weergegeven aan de hand van de nieuwe (bijgestelde) waarden.
20
3) Schaalscore bedreiging
Integrale Veiligheidsmonitor
2,1 (2009)
1,6
1,6 (2011)
(=)
1,5
1,4
4) Schaalscore overlast vermogensdelicten
Integrale Veiligheidsmonitor
3,7 (2009)
3,2
2,9 (2011)
(+)
3,4
2,9
5) Schaalscore beleving onveiligheid
Integrale Veiligheidsmonitor
3,6 (2009)
3,4
3,4 (2011)
(=)
3,5
3,2
N.B.: de schaalscores 2 tot en met 5 zijn negatieve indicatoren. Dat betekent dat hoe lager, hoe beter (bijvoorbeeld: hoe lager de beleving van onveiligheid, hoe beter.)
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1) Rapportcijfer veiligheid
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; het rapportcijfer veiligheid komt als volgt tot stand: er is u een aantal vragen gesteld over de buurt waarin u woont. Kunt u voor de veiligheid door middel van een rapportcijfer een beoordeling geven? Welk cijfer zou u geven van 1 tot en met 10 voor de veiligheid in uw buurt?
2) Schaalscore sociale overlast (opgebouwd uit 4 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van aantal vragen naar het vóórkomen van: • dronken mensen op straat; • mensen die op straat worden lastig gevallen; • drugsoverlast; • overlast door groepen jongeren. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe meer overlast men ervaart.
3) Schaalscore bedreiging (opgebouwd uit 8 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van een aantal vragen naar het vóórkomen van: • mensen die op straat worden lastig gevallen; • straatroof; • drugsoverlast; • overlast door groepen jongeren; • geweldsdelicten; • bedreiging; • vrouwen en meisjes die worden nagefloten; • jeugdcriminaliteit. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe meer bedreiging men ervaart.
4) Schaalscore overlast vermogensdelicten (opgebouwd uit 4 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van een aantal vragen naar het vóórkomen van: • fietsendiefstal; • diefstal uit auto’s, beschadiging aan/diefstal vanaf auto’s; • inbraak in woningen. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe meer vermogensdelicten men ervaart.
21
5) Schaalscore beleving van onveiligheid (opgebouwd uit 6 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van een aantal vragen. De indicator bestaat uit twee typen vragen, namelijk of men zich onveilig voelt en of men vormen van vermijdingsgedrag vertoont. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe groter het onveiligheidsgevoel.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Meer inwoners waarderen Dordrecht (en hun buurt) als een veilige stad. Regievoering en ketensamenwerking Regievoering Integraal veiligheidsbeleid
Met het Integraal Veiligheids Programma 2011-2014 (IVP3) en een gemeenschappelijk jaarprogramma integrale veiligheid wordt invulling gegeven aan de gemeentelijke regierol op het gebied van veiligheid. Na de Tweede Kamer verkiezingen (september 2012) besluit de Kamer waarschijnlijk over het wetsvoorstel dat over de wijziging van de regierol van gemeenten in het veiligheidsdomein gaat. De precieze uitkomst van de wetswijziging moeten we afwachten, maar de verwachting is dat Dordrecht met het IVP3 in hoge mate aan de nieuwe eisen voldoet. De aanpak van het Dordtse veiligheidsbeleid loopt ook in 2013 via vijf veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid, integriteit en veiligheid. De activiteiten binnen deze veiligheidsvelden en de dekking hiervoor, worden voor een deel verantwoord in het programma veiligheid. En voor een deel richten andere programma’s zich met doelen en activiteiten (mede) op veiligheidsbeleid. Via het Regionaal Meerjarenbeleidplan 2013-2014 wordt voldaan aan de wettelijke verplichting van de nieuwe Politiewet. Dit regionaal beleidsplan bevat de prioriteiten, doelstellingen en gewenste prestaties voor de regionale politie-eenheid. De gezagsdragers worden in staat gesteld meer te sturen op gewenste prestaties. De prioritering is gemaakt op basis van de integrale veiligheidsplannen van de 38 gemeenten in de nieuwe politieregio. En de betrokkenheid van de raad wordt bij de totstandkoming van dit regionaal beleidsplan versterkt. In 2013 geven we aan de hand het regionaal beleidsplan meer inhoud aan het sturen op veiligheid met als onderdeel daarvan de taakuitvoering van de politie.
Handhavingsprogramma
Het integraal handhavingsprogramma 2011-2015 vormt het beleidskader voor uitvoering van de gemeentelijke handhavingstaken. Binnen de kaders en uitgangspunten die hierin door de raad zijn vastgesteld worden de jaarplannen handhaving en de uitvoeringsplannen van de uitvoerende diensten opgesteld. Toezicht en handhaving wordt, ook in 2013, gericht ingezet op thema’s met prioriteit. Het bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid is daarbij het speerpunt. Ook het stimuleren van verdere professionalisering en het verder verbeteren van de kwaliteit van de handhavingsorganisatie(s) is onderdeel van het handhavingsprogramma.
Regionale veiligheidsprojecten
Vanaf 2013 is er sprake van verschuiving van de middelen tussen de verschillende projecten en is er sprake van een kleine intensivering ten aanzien van de regionale veiligheidsprojecten (ong. € 25.000). Accent bij de verdeling van de middelen komt te liggen bij het Veiligheidshuis. Tevens wordt geanticipeerd op de regionale introductie van Burgernet. Als gevolg van bestuurlijke afspraken worden de voormalige middelen voor het project ‘Verzuip Jij Je Toekomst’, opnieuw regionaal ingezet voor veiligheid. Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) heeft, als gevolg van de aanstaande fusie met het RIEC Rotterdam-Rijnmond, een lagere bijdrage nodig. In 2013 werken we via regionale veiligheidsprojecten samen aan de integrale veiligheid. We doen dat op het schaalniveau van Zuid-Holland Zuid. Mede naar aanleiding van de reorganisatie politie en OM wordt samen met de regionale partijen in Rotterdam-Rijnmond gekeken naar de mogelijkheden om samen te komen tot vernieuwing van het regionaal samenwerkingsmodel. Dit wordt in 2013 verder uitgewerkt.
22
Veiligheidshuis
Door de verhuizing van het Veiligheidshuis naar het politiebureau aan de Overkampweg wordt het Veiligheidshuis onder één dak met het ZSM-concept gebracht. De krachten van deze snelle centrale afhandeling van arrestanten en de persoonsgebonden aanpak van het Veiligheidshuis worden gebundeld. Van elke binnengebrachte arrestant die behoort tot één van de doelgroepen van het Veiligheidshuis wordt direct de expertise ingeroepen van de partners in het Veiligheidshuis. De samenwerking in het Veiligheidshuis wordt nog verder geïntensiveerd, onder meer door meer regie te voeren op de processen waarbij nadrukkelijker de verbinding wordt gelegd tussen zorg en straf. In het kader van de visievorming wordt gekeken naar de mogelijkheden van het Veiligheidshuis om op termijn gemeenten ook te gaan ondersteunen voor doelgroepen met meervoudige en complexe zorgproblematiek. Vanaf 2013 is sprake van een vernieuwd convenant Veiligheidshuis. Ook de financieringsstructuur van het veiligheidshuis zal mede als gevolg van afspraken die tussen rijk en gemeenten gemaakt worden, vernieuwd worden. Voor 2013 kijken we welke consequenties de bestuurlijke afspraken tussen rijk en gemeenten hebben voor de rolneming van de gemeente Dordrecht, als zetelgemeente van de veiligheidsregio waarin dit Veiligheidshuis zich bevindt.
Doelstelling Doelstelling Doelstelling Doelstelling
2: 3: 4: 5:
Inwoners Inwoners Inwoners Inwoners
ervaren minder sociale overlast. voelen zich minder bedreigd. ervaren minder overlast van vermogensdelicten. voelen zich minder onveilig en vertonen minder vermijdingsgedrag. Veilige woon- en leefomgeving
Tegengaan van overlast tussen bewoners en verloedering
We nemen deel aan de Regionale stuurgroep Buurtbemiddeling (gemeenten, politie en woningcorporaties). De gemeente Dordrecht en de twee Dordtse woningcorporaties faciliteren en financieren Buurtbemiddeling. De DWO is belast met de uitvoering en treedt ook op als front-office voor jongerenbemiddeling, zodat de aansluiting tussen beide vormen van buurtbemiddeling is geborgd. We faciliteren en financieren ‘Netwerk Dordt Veilig’, dat een bijdrage levert aan de veiligheid van de stad door beroepskrachten van verschillende organisaties, vrijwilligers van verschillende nationaliteiten en allochtone gemeenschappen regelmatig met elkaar in contact te brengen.
Overlastgevende panden
Wanneer de aanpak van een overlastgevend pand in het kader van het programma Stedelijk beheer/Leefbaarheid onvoldoende effect heeft, wordt het betreffende dossier overgedragen aan de afdeling Openbare Orde en Veiligheid. Afhankelijk van de omstandigheden wordt bekeken of bestuurlijk ingrijpen wenselijk en mogelijk is.
Toezicht
De raad heeft zich via het Integraal Handhavingprogramma in 2011 uitgesproken over welke feiten met voorrang moeten worden gehandhaafd (prio1-feiten). De vijf vastgestelde prioriteiten zijn: overlastgevende personen en (jongeren)groepen; overlast door honden; rommel op straat; bekrassen, bekladden en overig vandalisme; overlast door verkeer. De handhaving van Toezicht is hier ook in 2013 op afgestemd. Cameratoezicht wordt ingezet in de Colijnstraat, op en rondom het station Dordrecht Centraal (bijvoorbeeld bij het busstation en de fietsenstalling), op station Stadspolders en op het Leerpark.
Huiselijk geweld
Naast de aanpak jeugd en veelplegers vindt er in het Veiligheidshuis het ‘screeningsoverleg huiselijk geweld’ plaats. Politie, Openbaar Ministerie, reclasseringsorganisaties, Bureau Jeugdzorg, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de GGD hebben hiervoor een werkplek in het Veiligheidshuis. De gemeente sluit op deze ketenaanpak aan door in voorkomende gevallen tijdelijke huisverboden op te leggen. In 2013 realiseren we een pilot preventieve inzet wet tijdelijk huisverbod.
23
Veelvoorkomende criminaliteit (overig)
Veelplegers staan onder extra belangstelling van politie, Openbaar Ministerie en gemeente. Om recidive van verplegers met succes aan te pakken moet de nazorg door een integrale aanpak van zorg en justitie, geborgd zijn. Bij de SDD wordt een (deeltijd) medewerker ingezet om invulling te geven aan de rol van accountmanager van de SDD in de PGA-veelplegers. De gemeente stelt zich garant voor vier volledige PGAtrajecten ten behoeve van case-management waarvoor een justitiële titel ontbreekt. Op voordracht van het ‘casusoverleg veelplegers’ in het Veiligheidhuis kan de accounthouder dit toewijzen. In de aanpak is er sprake van structurele knelpunten op het gebied van huisvesting, schuldhulpverlening, uitkering, wachttijd e.d. Deze knelpunten moeten in breder verband worden opgelost. De verbinding wordt hierbij gemaakt met de aanpak van de nazorg voor alle ex-gedetineerden.
Drugs- en alcoholoverlast
Voor gebieden waar sprake is van alcoholgerelateerde overlast zetten we een alcoholverbod in. Binnen de daarvoor aangewezen gebieden leggen we verblijfsontzeggingen op als sprake is van drugs- en/of alcoholgerelateerde overlast. De politie oefent intensief toezicht uit op de naleving van de gedoogcriteria van het in 2012 aangescherpte coffeeshopbeleid. In voorkomende gevallen treedt de burgemeester handhavend op conform de ‘maatregelenmatrix’ uit het Coffeeshopbeleid (2011). Nauwlettend houden we in de gaten of de straathandel sinds de invoering van het aangescherpte beleid niet toeneemt.
Zwerfdieren
In samenwerking met de andere Drechtsteden zorgen we voor continuering van de opvang van zwerfdieren conform de wettelijke eisen. Het streekdierentehuis “Louterbloemen”, die de wettelijke taak van de gemeente op dit moment uitvoert, voldoet (nog) niet aan alle eisen van de dierenbescherming. Onderzoek vindt plaats naar de mogelijkheden voor herhuisvesting.
Stationsgebieden
Een convenant is opgesteld met onder andere de NS, Arriva en politie over het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid op en rond de drie NS-stationsgebieden. In het convenant zijn afspraken neergelegd om een pakket aan maatregelen uit te voeren ter verbetering van de objectieve en subjectieve veiligheid in de stationsgebieden (waaronder het cameratoezicht op Dordrecht Centraal). Tevens participeren we in 2013 in het veiligheidsarrangement Merwede-Lingelijn. Dordrecht geeft daarmee uitvoering aan het landelijke ‘Aanvalsplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer’. Speciale aandacht krijgt het nachtnet tussen Breda en Dordrecht waar Dordtse jongeren op zaterdag regelmatig voor overlast zorgden zowel aan de Dordtse als aan de Bredase kant en fietsendiefstal op Dordrecht Centraal.
Veiligheidsbeleving
Het in 2012 ontwikkelde beleid om de veiligheidsbeleving van bewoners te beïnvloeden wordt in 2013 geïmplementeerd in het integraal veiligheidsbeleid, en in het bijzonder in de communicatie over veiligheid en leefbaarheid. Bedrijvigheid en veiligheid
Bedrijventerreinen
De gemeente werkt binnen het Keurmerk Veilig Ondernemen-Bedrijventerreinen (KVO-B) samen met politie, brandweer en ondernemers. Het KVO-B omvat meer dan criminaliteitsbestrijding. Ook verkeersveiligheid, bereikbaarheid, graffiti, onveiligheidsgevoelens door slechte verlichting en openbaar groen zijn aandachtspunten. Alle terreinen in Dordrecht-West zijn gecertificeerd onder dit keurmerk. Hercertificering vindt tweejaarlijks plaats; Dordtse Kil III in 2013 en de overige terreinen in 2014. De Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Dordrecht (SBBD) heeft het initiatief tot het instellen van Bedrijfs Investerings Zones (BIZ’s) genomen. Op die manier vergroten we de veiligheid in de zones die zich ten noorden van de N217 (Kiltunnelweg).
Uitgaan/ horeca
We voeren regie over de uitvoering van het handhavingsarrangement Horeca. Waar nodig passen we bij overtreding van de voorschriften bestuurlijke sanctionering toe.
Grootschalige evenementen
We zetten ons in voor de openbare orde en veiligheid bij de oud-en-nieuwviering. Dit gebeurt in afstemming met de regionale aanpak oud-ennieuw (o.a. voorlichtingscampagne, inzameling vuurwerkafval, kerstboomverbranding). In 2013 ontwikkelen we regionaal multidisciplinair beleid voor publieksveiligheid bij evenementen. De Veiligheidsregio neemt het voortouw in dit project.
24
Jeugd en veiligheid Overlastgevende jeugdgroepen
In 2013 krijgt de samenwerking tussen het Centrum (Dordtse Cirkels) voor Jeugd en Gezin en (de partners van) de veiligheidsketen verder vorm en inhoud. Waar mogelijk gebeurt dit in het Veiligheidshuis. Ook zoeken we aansluiting met het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. De gemeente hanteert in samenwerking met politie, hulpverlenings- en jongerenwerkorganisaties de zogenaamde Beke-methode om criminele, overlastgevende of hinderlijke jeugdgroepen te onderscheiden en vervolgens aan te pakken. Ook in 2013 benaderen we minimaal drie groepen volgens de Beke-methode (vanuit programma Leefbaarheid en Stedelijk Beheer). Hierbij maken we zo mogelijk gebruik van het Tijdelijk Casusoverleg Overlastgevende Jeugd (TCOJ) in het Veiligheidshuis. Op die manier is sprake een sluitende persoonsgerichte aanpak. Het inzetten van gebiedsverboden kan indien nodig en bestuurlijk wenselijk de groepsaanpak versterken. Het Jeugd Preventie Team (JPT) is een belangrijke voorziening op het snijvlak van justitie en jeugdhulpverlening waar jongeren met verhoogd risicogedrag voor een beperkte termijn kunnen worden begeleid. Door de politie gesignaleerde risicojongeren worden doorverwezen naar het JPT. Binnen de jeugdketen is bureau Halt een belangrijke schakel om jongeren die door kleine vergrijpen met de politie in aanraking komen met een werk- en of leerstraf te corrigeren en te behoeden voor het afglijden naar de criminaliteit. Halt gaat per 1 januari 2013 op in een landelijke rechtspersoon.
Doelstelling 6: Het beperken van het risico op en het beheersen van calamiteiten, crises en grootschalige verstoringen van de openbare orde. Fysieke veiligheid Brandveiligheid
De lokale brandweerzorg Dordrecht is de afgelopen jaren op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) uitgevoerd door de regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid. In 2012 vindt bestuurlijke besluitvorming plaats over de volledige regionalisering van de Brandweer in 2013. In 2013 vervalt de DVO en gaan we werken met een regionale DVO/ bekostigingssystematiek. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid verleent en houdt toezicht op gebruiksvergunningen (waarbij onder andere de brandveiligheid van gebouwen wordt gecontroleerd). In 2011 is de 2e uitrukpost op het Leerpark geopend. In 2013 moet dit resulteren in betere opkomsttijden van de Brandweer. Ook moet in 2013 de leer-werkverbinding met het Leerpark worden gerealiseerd. In 2013 besteedt de Brandweer wederom speciale aandacht aan de community safety: het geven van brandveiligheidadviezen en voorlichting op basisscholen en aan andere bijzondere doelgroepen.
Externe veiligheid
De explosievenkaart is een dynamisch overzicht van locaties waar mogelijk explosieven kunnen liggen op het Eiland van Dordrecht. De kaart kan worden geraadpleegd voordat grondwerkzaamheden worden uitgevoerd. Dordrecht heeft een rijkssubsidie ontvangen voor onderzoek en ruiming. Het gebruik van de kaart wordt samen met de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid verder verankerd.
Rampenbestrijding
De piketregeling regelt de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de ambtenaar rampenbestrijding (ARB). In de voorbereiding zorgen we er voor dat de plannen en gegevens actueel zijn en dat de diverse gemeentelijke processen jaarlijks worden beoefend.
Bestuurlijke informatievoorziening
Ook in 2013 nemen we deel aan de landelijke pilot BIJ. We verbeteren de informatievoorziening aan de burgemeester over het (tijdelijk) vrijkomen van plegers van ernstige geweld en zedendelicten ter voorkoming van verstoring van de openbare orde en ernstige (dreigende)
Integriteit en veiligheid
25
justitiabelen (BIJ)
maatschappelijke onrust. Op basis van de ontvangen informatie en risicoanalyse is de burgemeester beter in staat eventuele maatregelen te nemen, hierbij gaat het om onder meer extra toezicht van politie en gesprek met betrokkenen. De verwachting is dat tussen 10 en 20 meldingen per jaar van de Justitiële Informatiedienst (JustID) worden ontvangen.
Radicalisering
Op grond van gemaakte procesafspraken komen mogelijke signalen van radicalisering binnen bij de afdeling Openbare orde en veiligheid.
Terrorisme
Alle bedrijven die in Dordrecht moeten voldoen aan de veiligheidseisen in het kader van Port Security, zijn gecertificeerd. Per 1 juli 2011 wordt het toezicht op de naleving van de regelgeving en de (periodieke) certificering uitgevoerd door het Havenbedrijf Rotterdam.
Georganiseerde criminaliteit
In de regio ZHZ wordt met andere overheden samengewerkt aan de aanpak van georganiseerde criminaliteit binnen de thema’s Vastgoed, Mensenhandel en Hennep. De basis hiervoor ligt in het RIEC-convenant. Het RIEC heeft als doel de gemeenten te ondersteunen bij de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, bijvoorbeeld bij de inzet van de Wet BIBOB. Het fungeert als een soort ‘informatiemakelaar’ om invulling te geven aan een geïntegreerde (multidisciplinaire) aanpak van criminaliteit in ZHZ. De toepassing van de Wet BIBOB wordt uitgebreid naar andere beleidsterreinen (Wabo-vergunningen Bouw en Milieu en – afhankelijk van de wetswijziging – vastgoedtransacties). Daarnaast geven we nadere invulling aan de toepassing van de wet bij aanbestedingen.
26
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Veiligheid: € 16 miljoen
• •
Personele budgetten •
Materiële budgetten •
Bijdragen aan GR'en •
Kapitaallasten
Het personele budget betreft de inzet op het gebied van Toezicht (75 fte) en Openbare Orde en Veiligheid (10 fte). Het materiële budget betreft met name onderhoudsbudget voor de 2e uitrukpost van de Brandweer ad € 0,4 mln en budget voor sociale veiligheid ad € 0,3 mln. De bijdrage aan GR-en betreft hoofdzakelijk de bijdrage aan de regionale Brandweer ad € 10,7 mln. De kapitaallasten betreffen de kosten van rente en afschrijving van de 2e uitrukpost van de Brandweer. De inkomsten ad € 0,4 mln op dit programma betreffen voornamelijk betaald toezichtwerk voor andere programma’s en gemeenten.
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Veiligheid Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Progr. begeleiding en procesveiligheid
967
45
922
953
45
908
953
45
908
953
45
908
Sociale veiligheid
378
32
346
378
32
346
378
32
346
378
32
346
2.402
350
2.052
2.352
350
2.002
2.236
350
1.886
2.234
350
1.884
146
0
146
146
0
146
146
0
146
146
0
146
59
0
59
59
0
59
59
0
59
59
0
59
12.068
0
12.068
11.898
0
11.898
11.427
0
11.427
11.326
0
11.326
16.020
427
15.593
15.786
427
15.359
15.199
427
14.772
15.096
427
14.669
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16.020
427
15.593
15.786
427
15.359
15.199
427
14.772
15.096
427
14.669
Toezicht Openbare orde Rampenbestrijding Brandweer Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
27
Programma 2: Leefbaarheid en Stedelijk Beheer Inleiding Leefbaarheid en Stedelijk Beheer: onlosmakelijk met elkaar verbonden. De leefbaarheid staat direct onder druk als de openbare ruimte niet Schoon, Heel en Veilig is. Tegelijk is een hoge kwaliteit van de openbare ruimte geen garantie voor een leefbare wijk, het zijn ten slotte de bewoners die een wijk maken. Voor zowel Leefbaarheid als Stedelijk Beheer investeren we daarom extra in samenwerking met partners en bewoners. Door een intensievere samenwerking kunnen we meer bereiken. Ook continueren we de Sociale Programma’s in Dordrecht West en Vogelbuurt en pakken we overlast en verloedering aan. Om de kwaliteit van de openbare ruimte op lange termijn vast te houden worden wijzigingen en uitbreidingen van de openbare ruimte vooraf integraal afgewogen. De areaaluitbreidingen zijn verwerkt in het programma voor regulier en groot onderhoud. Stuk voor stuk zijn dit maatregelen die bijdragen aan de leefbaarheid in Dordrecht. Begin 2013 starten we bovendien vitaliteitsprojecten voor buurten waar de leefbaarheid onder druk staat. Dat uit zich onder andere doordat bewoners constateren dat “het niet meer is zoals het geweest is”. In 2013 zetten we daarvoor een quick scan op om buurten te screenen op leefbaarheid. Door slim gebruik te maken van andere onderzoeken, ontstaat een goed beeld van de knelpunten in een buurt. Als er signalen zijn dat een buurt extra aandacht nodig heeft, dan gaan we samen met bewoners en maatschappelijke organisaties, zoals woningcorporaties, zorginstellingen en politie aan de slag met een combinatie van economische, sociale en fysieke maatregelen. We verwachten van bewoners dat zij verantwoordelijkheid nemen waar dat kan en mag. Over de volle breedte van het programma is het streven dat bewoners meer en meer ervaren dat het hun buurt is, dat bewoners zich betrokken voelen op elkaar en de openbare ruimte. Samen de buurt…… maken! is het motto. Om samen de buurt veiliger te maken wordt de methodiek ‘De buurt bestuurt’ geïntroduceerd in Dordrecht. Bewoners gaan gedeeltelijk bepalen waar de inzet van onder meer politie en Toezicht zich op moet richten. De uitwerking daarvan is onderdeel van het programma Veiligheid. Waar extra budget is vrijgemaakt, hebben we onze ambitie verhoogd. Zo boekt de Taskforce Overlast goede resultaten, onder meer door te focussen op de meest overlastgevende personen. Het succes heeft ertoe geleid dat via de Kadernota 2013 een extra investering wordt gedaan in de Taskforce. Daarmee wordt de inzet verbreed. Tegelijk worden de lessen breder toegepast. Zo wordt het handhavingsteam ook ingezet voor andere vormen van overlast. Om doelstelling vier ‘Mensen zijn tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte’ te kunnen blijven realiseren is in de Kadernota 2013 besloten over areaaluitbreiding. Bij de outputbeschrijving van deze doelstelling leest u de informatie over de concrete de activiteiten die we gaan ondernemen. Programma activiteiten Om de onlosmakelijke verbondenheid tussen leefbaarheid en stedelijk beheer in 2013 beter tot uiting te laten komen, is de programmakaart anders ingedeeld dan voorgaande jaren. Er worden vier belangrijke pijlers onderscheiden: • de wijkaanpak (sociale programma’s); • vitale wijken (voorzieningenniveau, regulier en projectmatig onderhoud, vitaliteitsprojecten); • aanpak overlast en verloedering (Taskforce Overlast, jeugdoverlast, overlast gevende panden, en aanpak graffiti); • Samen de buurt………maken! (Wijkwensen, Gewoon doen, wijklijn, informatievoorziening, Actieplan Schoon, lessen uit Bewoners aan Zet). Context en achtergrond In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in samenwerking. Dat geldt intern, waar inmiddels standaard wordt gewerkt volgens de aanpak van ‘Gewoon doen’. Dat wil zeggen: de omgeving en de voorzieningen moeten op orde zijn, er wordt gewerkt aan de bewustwording en gedragsverandering en ten slotte wordt gehandhaafd. Ook
28
worden signalen vanuit de wijken meegewogen in de ontwikkeling van beleid en wordt in het beheer van de openbare ruimte actief de verbinding gezocht met de ambities op het gebied van duurzaamheid. De investering in samenwerking geldt echter net zo goed extern. De gebiedsteams bepalen samen met bewoners en maatschappelijke partners welke prioriteiten gesteld moeten worden. Partijen worden met elkaar verbonden en aangemoedigd om in actie te komen. Wettelijke taken Wet Gemeentelijke Watertaken; de APV; Flora- en faunawet; Wegenwet. Kaderstellende nota’s • Leefbaarheid: Sociale programma's Dordrecht West (2011) en Vogelbuurt (2011); Actieplan Gewoon Doen (2008); Wijkvisie Crabbehof (2012); Wijkvisie Wielwijk (2007); SOK en allonge SOK Wielwijk (2010-2012); Raamwerk Oud Krispijn 2013; Wijkvisie Nieuw Krispijn (2007); Wijkvisie Sterrenburg 2020 (2009); Bewoners aan Zet (2011); Web 2.0 (2010); Beke-aanpak (2006); aanvalsplannen Taskforce overlast (2011); Wijkvisie Reeland (2011). • Stedelijk beheer: Dordrecht Kleurrijk Groen (Nota 1996 en Evaluatienota 2010); Boomstructuurplan + werkplan (2007); Beheervisie Ecologisch Groenbeheer (2009); Gedragscode bestendig beheer en onderhoud (2010); Speelnota (1995-2010); Onkruid vergaat niet (2003); Integraal Wegenbeheerprogramma 2010-2019 (2009); Gemeentelijk Rioleringsplan V (2010); Hemel- en grondwaterbeleid (2008); Nota Openbare Verlichting (verwacht 2012); Havenbeheerplan 2011-2015 (verwacht in 2012); Hondenbeleid (2011); Wildplakken (2009); Kwaliteit Openbare Ruimte (2005); Evaluatie Graffitibeleid (2005); Samen de buurt mooier maken! (2008). Relevante ontwikkelingen • Toename van de inzet van moderne communicatiemiddelen. • Participatie van bewoners lijkt op een keerpunt te komen. Er zijn twee stromingen: aan de ene kant is er minder betrokkenheid op elkaar, aan de andere kant is er de laatste jaren ook een groeiende groep bewoners die juist initiatief neemt in hun eigen omgeving. • Bewoners zijn mobieler, contacten in de buurt oppervlakkiger en functioneler. • Bewoners willen meer bij de fysieke inrichting van hun buurt betrokken worden. Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ: Bij het beheer van de openbare ruimte wordt op een aantal terreinen samengewerkt met andere gemeenten in de Drechtsteden. Het gaat om onder andere markten, nautisch beheer, bomen en openbare verlichting. Ook groenafval wordt gezamenlijk afgevoerd. In het atelier voor samenwerking bij het beheer van de openbare ruimte wordt breder onderzocht welke kansen er zijn bij verdere intensivering van de samenwerking. Ketenpartners Woningcorporaties (Woonbron, Trivire); welzijnsinstellingen (de Twern en de DWO); Verenigingen van Eigenaren; groepen bewoners; politie; Toezicht; scholen; ondernemers; Openbaar Ministerie; HALT; HVC; Drechtwerk; BST; provincie; Waterschap (Hollandse Delta); zorginstellingen (Aafje, Internos, Spectrum, GGD, Leger des Heils, Yulius, De Hoop, Bouman GGZ, verzorgings- en verpleeghuizen); Veiligheidshuis, particuliere bedrijven en aannemers. Afspraken met mede-overheden Met het ministerie van BZK/WWI zijn afspraken gemaakt over de inzet van tijdelijke middelen bewonersbudget en afspraken (in de vorm van een charter) over de sociale programma's in Wielwijk en Crabbehof (Krachtwijken). Daarnaast bestaan afspraken op de terreinen van natuur- en landschapsbeheer, waterbeheer en wegenbeheer. Havenbedrijf Rotterdam heeft per juli 2011 het nautisch beheer van de havens in Dordrecht overgenomen.
29
Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Met name de programma’s Veiligheid, Duurzaamheid en Arbeidsmarkt zijn het vermelden waard. Onkruidbestrijding door middel van heet water en proefprojecten met energiezuinige led-verlichting zijn slechts een paar voorbeelden van het duurzaam beheren van de openbare ruimte. Bij werkzaamheden in de openbare ruimte wordt gebruik gemaakt van Drechtwerk en/of aannemers die kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt inzetten. Vanwege de breedte van de activiteiten zijn er ook relaties met anderen programma’s: Bestuur en Samenwerking; Economie en Cultuur; Milieu en Duurzaamheid; Jeugd; Sport en Recreatie; Verkeer en Vervoer; Ruimtelijke Ordening; Wonen en Dienstverlening.
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Mensen vinden het aantrekkelijk om in Dordrecht te wonen. Doelstelling 2: Mensen ervaren minder overlast en verloedering. Doelstelling 3: Mensen ervaren bij vragen over en knelpunten in hun eigen leefomgeving dat de gemeente goed naar hen luistert. Doelstelling 4: Mensen zijn tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte.
0-waarde 2009 (oud)
0-waarde 2009 (nieuw)
Actuele waarde 2011
Streefwaarde 2014 (oud)
Ontwikkeling
Streefwaarde 2014 (herijkt)
Kengetal
Bron
1) Rapportcijfer leefbaarheid
Integrale Veiligheidsmonitor
6,8
7,0
7,2
(+)
7,0
7,2
2.1) Percentage mensen dat vindt dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt
Integrale Veiligheidsmonitor
19%
16%
15%
(=)
15%
14%
2.2) Schaalscore overige overlast
Integrale Veiligheidsmonitor
2,5
1,9
1,9
(=)
2,1
1,7
2.3) Schaalscore verloedering fysieke woonomgeving
Integrale Veiligheidsmonitor
5,1
4,9
4,4
(+)
4,8
4,4
3) Schaalscore functioneren gemeente
Integrale Veiligheidsmonitor
5,2
5,3
5,6
(+)
5,5
5,6
4) Schaalscore fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen
Integrale Veiligheidsmonitor
5,4
5,6
5,8
(+)
5,5
5,8
N.B.: de schaalscores 2.1, 2.2 en 2.3 zijn negatieve indicatoren. Dat betekent dat hoe lager, hoe beter (bijvoorbeeld: hoe lager de schaalscore verloedering fysieke woonomgeving, hoe beter.)
30
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1) Rapportcijfer leefbaarheid
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; gestelde vraag: er is u een aantal vragen gesteld over de buurt waarin u woont. Kunt u voor de leefbaarheid in uw buurt, door middel van een rapportcijfer een beoordeling geven? Welk cijfer zou u geven van 1 tot en met 10 voor de leefbaarheid in uw buurt.
2.1) Percentage mensen dat vindt dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012.
2.2) Schaalscore overige overlast (opgebouwd uit 5 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van aantal vragen naar het vóórkomen van: • overlast door omwonenden; • andere vormen van geluidsoverlast; • overlast van zwervers/daklozen; • overlast door horeca; • dronken mensen op straat. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe meer overlast men ervaart.
2.3) Schaalscore verloedering fysieke woonomgeving (opgebouwd uit 4 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van vragen naar het vóórkomen van: • bekladding van muren en/of gebouwen; • rommel op straat; • hondenpoep op straat; • vernieling van straatmeubilair. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe ernstiger de ervaren verloedering.
3) Schaalscore functioneren gemeente (opgebouwd uit 6 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van vragen naar: • de gemeente heeft aandacht voor het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in de buurt; • de gemeente informeert de buurt over de aanpak van leefbaarheid en veiligheid in de buurt; • de gemeente betrekt de buurt bij de aanpak van leefbaarheid en veiligheid in de buurt; • de gemeente is bereikbaar voor meldingen en klachten over de leefbaarheid en de overlast in de buurt; • de gemeente reageert op meldingen van klachten over de leefbaarheid en overlast in de buurt; • de gemeente doet wat ze zegt bij het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in uw buurt. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe beter men het functioneren van de gemeente beoordeelt.
4) Fysieke kwaliteit openbare ruimte (opgebouwd uit 5 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van een aantal vragen naar: in de buurt is/zijn: • de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden; • perken, plantsoenen en parken goed onderhouden; • het buiten goed verlicht; • goede speelplekken voor kinderen;
31
• goede voorzieningen voor jongeren. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe beter de kwaliteit van de woonomgeving wordt ervaren.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Mensen vinden het aantrekkelijk om in Dordrecht te wonen. Vitale wijken: doorpakken op leefbaarheidsprojecten
De buurten waar leefbaarheid nu al onder druk staat zijn bekend. In Oost en Centrum gaat het om de buurt Stadspolders, buurten op de Staart, Lijnbaan en delen van Sterrenburg. Daar is de gemeente extra aanwezig om samen met bewoners en partners de buurt te verbeteren. In een aantal gevallen is dat een eenmalige actie, soms wordt voor langere tijd geïnvesteerd. Voorbeelden van activiteiten zijn: • schoonmaakacties; • groendagen; • verkeersveiligheidacties; • aanpak van overlast; • cultuurmarkten; • kennisuitwisseling. Bewonersparticipatie is een essentieel onderdeel van alle acties. Bij acties tegen verloedering en overlast gebruiken we de methodiek “Gewoon Doen”. In de loop van 2013 wordt voor deze buurten een quick scan gehouden om meer focus in de inzet te bereiken (zie hieronder).
Vitale wijken: slim en snel inzetten
In 2013 werken we via een nieuwe aanpak met zogenaamde ‘omslagpunten’. Omslagpunten zijn indicatoren waarvan bewezen is dat zij een belangrijke indicatie vormen voor de ontwikkeling van de leefbaarheid. Door diverse indicatoren slim te combineren met signalen van bewoners en professionals kunnen we de leefbaarheid in onze wijken monitoren en vroegtijdig ingrijpen als dat nodig is. Het instrument daarvoor is een quick scan op buurtniveau. Deze quick scan is afkomstig van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zij hebben eerder de leefbaar-o-meter ontwikkeld. De Quick scan maakt zoveel mogelijk gebruik van informatie die in andere onderzoeken wordt verzameld. Als uit de combinatie van quick scan en signalen uit de buurt blijkt dat één of meer onderdelen negatief scoren, dan wordt specifiek voor die buurt een vitaliteitsproject gestart. Het grootste verschil tussen vitaliteitsprojecten en leefbaarheidsprojecten is dat vitaliteitsprojecten zich veel gerichter focussen op een specifiek onderwerp en een kleiner gebied. Maatregelen worden samen met belanghebbenden opgesteld en uitgevoerd. Het plan van aanpak voor de quick scan wordt na afronding ter informatie voorgelegd aan de raad.
Sociale programma's Dordrecht West
De aanpak voor Dordrecht West is de afgelopen zeven jaar succesvol geweest. Om dat zo te houden is in de Kadernota 2013 investeringsruimte vrijgemaakt. Voor een goed vervolg moeten we de verbeterpunten van twee evaluatieonderzoeken toepassen. In 2012 zijn daarom nieuwe doelstellingen vastgesteld. Essentie van deze doelstelling: elk van de vier wijken is fysiek, sociaal en economisch goed in balans en elk van de wijken heeft een toegevoegde waarde voor de stad Dordrecht. Om de doelstellingen te behalen zijn voor 2013 en verder acht thema’s met activiteiten benoemd die per wijk en per doelgroep kunnen verschillen.
32
Het sociaal programma van Oud Krispijn stopt na 2013. Daarna gaan we over naar een fase van intensief wijkbeheer, op dit moment ontwikkelen we hiervoor een plan: "Oud Krispijn op eigen benen". Hierover informeren we in het derde kwartaal. Sociaal Programma herstructurering Vogelbuurt
De komende jaren vindt een flinke herstructurering plaats in de Vogelbuurt. Juist in de aanloop naar de herstructurering is het belangrijk dat we extra investeren (zowel vanuit gemeente als Woonbron) in het op peil houden van de leefbaarheid. De aanpak van de afgelopen jaren wordt gecontinueerd. We doen dit in nauwe afstemming met bewoners en andere partners, met extra aandacht voor beheermaatregelen en overlastbestrijding. Op die manier wordt de Vogelbuurt leefbaar en gezellig gehouden.
Foto: Miriam Scha
33
Doelstelling 2: Mensen ervaren minder overlast en verloedering. Aanpak overlast in de openbare ruimte (Taskforce Overlast)
De Taskforce Overlast werkt aan een integrale ketengerichte aanpak van overlastgevers. Iedere partner levert hier vanuit zijn reguliere taken een bijdrage. De gemeente heeft hierin een regisserende en initiërende rol. De 1. 2. 3.
Taskforce werkt aan de aanpak van de overlast in de openbare ruimte door: de aanpak van de lijst van 100 overlastgevers in het centrumgebied; intensivering van handhaving door Toezicht in de stad; het intensiveren van de aanpak in de Colijnstraat gericht op de groep van 140 overlastgevers. Onderdeel daarvan is het handhavingsteam dat inzet op een privaat-, bestuurlijk- en strafrechtelijk traject; 4. voor zowel de Colijnstraat als het centrumgebied te kijken naar het functioneren van voorzieningen in relatie tot de overlast; 5. waar mogelijk een keuze te maken en uit te voeren van die keuze voor spreiding en aanbod van voorzieningen voor dak- en thuislozen; 6. een gedegen communicatie en participatie proces op dit thema in het kader van ‘Gewoon doen’. Het handhavingsteam heeft een belangrijke toezichtfunctie in de binnenstad. De beleving van overlast door bewoners is afgenomen. Om de resultaten van de Taskforce Overlast vast te houden en de aanpak te borgen in regulier werk is bij de Kadernota 2013 extra budget vrijgemaakt. Daarmee wordt het handhavingsteam op meer plekken ingezet dan de Colijnstraat en zetten we extra in op de bestrijding van drugsoverlast. Voor de binnenstad wordt tot slot een tweede aanvalsplan opgesteld met een breder pakket aan maatregelen. Wat betreft de voorzieningen wordt het Foyer Colijnstraat inmiddels verbouwd, is Yulius actief bezig om een alternatieve locatie te zoeken voor haar activiteiten en is ook het Leger des Heils op zoek naar een alternatieve locatie voor hun voorzieningen in het centrum. Deze ontwikkelingen krijgen in 2013 een vervolg. Ten slotte nemen we de succesvolle instrumenten uit de Taskforce op in de reguliere aanpak en het reguliere aanbod van instellingen. Belangrijk is dat we daarbij de doorontwikkelde ‘ketenplaat overlastgevers’ invoeren zodat de samenwerking tussen partijen wordt geprofessionaliseerd.
Aanpak jeugdoverlast
Nieuw is de verbinding van de aanpak van jeugdoverlast met de aanpak van de Taskforce Overlast. De inzet is om instrumenten als het handhavingteam en gebiedsverboden in te zetten op de geïdentificeerde criminele groepen in de BEKE–aanpak. Het stappenplan jeugdoverlast wordt gebruikt bij alle signalen over jeugdoverlast. Allereerst wordt bepaald of er daadwerkelijk sprake is van overlast, of dat de ervaren overlast als normaal onderdeel van het wonen in de stad gezien kan worden. Acties kunnen gericht zijn op groepen, individuen en de plaats van overlast. Ouders en scholen worden nadrukkelijk betrokken bij de aanpak en gewezen op hun rol en verantwoordelijkheid. De BEKE-aanpak wordt in 2013 op minimaal drie groepen ingezet.
Project Overlastgevende panden
In 2013 wordt de aanpak gecontinueerd. De projectmanager Woonoverlast neemt de regie wanneer sprake is van complexe woonoverlast. Doel is de overlast te beëindigen of binnen 3 maanden een traject te starten (bestuurlijk of zorg). In 2012 is het project Taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten geëindigd en zijn alle onderdelen ondergebracht bij reguliere organisaties en afdelingen. Illegale kamerverhuur blijft een risicofactor voor woonoverlast. Een goede samenwerking met OZHZ is daarom van belang. Daarnaast wordt waar mogelijk samengewerkt en afgestemd met relevante projecten zoals de Taskforce Overlast. De zogenaamde ‘overlastgesprekken’ met eigenaren van overlastpanden zijn succesvol en worden voortgezet. Veelal volstaat een
34
snelle gecoördineerde actie met betrokken partners (politie, toezicht, woningcorporaties, GGD, buurtbemiddeling), waardoor de overlast afneemt dan wel verdwijnt. In enkele gevallen is opschaling naar de afdeling OOV noodzakelijk voor bestuurlijk ingrijpen. Graffiti
In 2012 is een aanzet gemaakt om overlast door graffiti krachtig op de kaart te zetten. Deze aanpak krijgt in 2013 een vervolg. We hebben gemeentelijke panden schoongemaakt en bewoners via een persoonlijke benadering gestimuleerd een schoonmaakcontract af te sluiten. Mogelijk wordt in 2013 een ondernemersfonds opgericht. In dat geval zijn de ondernemers zelf verantwoordelijk voor het activiteitenplan, maar wordt hen de suggestie gedaan om een deel van het budget te gebruiken voor graffiti. Een aantal plekken waar graffiti geen overlast geeft wordt gelegaliseerd. Voor strenger handhaven is samenwerking met politie en openbaar ministerie cruciaal. Ook is voorlichting aan ouders, kinderen en veroordeelde daders over de negatieve effecten van graffiti van belang.
Doelstelling 3: Mensen ervaren bij vragen over en knelpunten in hun eigen leefomgeving dat de gemeente goed naar hen luistert. ‘Samen de buurt ……maken!’
Steeds meer inwoners in de stad doen mee. Zij maken zelf plannen voor de (her)inrichting van straat, speelplek en park. Bewoners gaan samen aan de slag met bezem en snoeischaar om ‘Samen de buurt mooier te maken!’. Op het bedrijventerrein Dordtse Kil III en in het winkelgebied Admiraalsplein organiseren we pilots waarbij groepen bewoners en ondernemers zelf verantwoordelijkheid dragen voor het beheer en onderhoud van hun gebied. Vanaf 1 januari 2013 brengen we alle projecten waarbij gemeente, partners en bewoners samenwerken onder één noemer: “Samen de buurt … maken!”. Op de plek van het ontbrekende woord staan woorden als: “gezelliger, veiliger, schoner, prettiger, et cetera”. Kern van het programma is tweeledig; de ambtenaar is minder dan voorheen de beslisser, maar adviseert de bewoner door goed te luisteren, door te vragen en verschillende wensen en belangen te verbinden. En de bewoner weet dat veel mogelijk is wanneer hij zelf mee doet. Het programma bundelt voorgaande projecten als: • Wijkwensen, waarvan de beoordeling in 2013 wordt gedaan door drie bewonersregiegroepen. De regiegroepen worden geadviseerd door gemeente, woningcorporaties en welzijnsorganisaties; • ‘Gewoon doen’, de drieslag “fysiek op orde, gedragsbeïnvloeding, handhaving” maakt onderdeel uit van reguliere werkzaamheden. Een goed voorbeeld is de aanpak van de parkeerproblematiek in Sterrenburg. Nog meer succes is te behalen als bewoners hun gedrag aanpassen en mee doen de verloedering aan te pakken; • het Actieplan Schoon. In samenwerking met bewoners en partners als Trivire, Woonbron en HVC wordt in 2013 een volgende stap gezet in het Actieplan Schoon. Inspiratie daarvoor is onder meer opgedaan in Deventer, waar de Deventer Schoonfamilie succesvol blijkt. Bewoners en organisaties ontvangen bij hun (gratis) lidmaatschap van de familie een schoonmaakpakket. Bovendien worden zij geïnformeerd over de mogelijkheden om mee te doen aan schoonmaakacties of die zelf te initiëren. De prioriteitstelling (beginnen met de wijken die afwijken van het Dordtse gemiddelde) blijft hetzelfde; • de lessen uit “Bewoners aan Zet”, zoals het geven van beslissingsbevoegdheid aan bewoners. De ambtenaar is daarbij adviseur. Ook dit wordt onderdeel van “Samen de buurt… maken!”.
Wijklijn
Bij de Wijklijn komen jaarlijks gemiddeld zo’n 9.000 meldingen binnen. De top drie van deze meldingen gaat over verlichting, groen en wegen. Wijklijnmeldingen worden niet alleen overdag afgehandeld, maar bij spoedeisende gevallen ook ’s avonds en in het weekend. De Wijklijn wordt in 2013 voortgezet waarbij de inzet blijft om een snelle opvolging te geven aan de binnengekomen
35
meldingen. Informatievoorziening
De tevredenheid van bewoners over het functioneren van de overheid is in toenemende mate afhankelijk van de mate waarin bewoners de informatie vinden die zij zoeken. De (wijk)websites van Dordrecht zijn daarvoor een belangrijk kanaal. In 2013 blijven we voor een informatievoorziening zorgen die goed op de behoeften van inwoners aansluit.
Doelstelling 4: Mensen zijn tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte.
Voorzieningen
De openbare ruimte is, net als buurthuizen, scholen en zwembaden, te beschouwen als een voorziening. Zo voorzien onder anderen groen, wegen, riolen, gladheidbestrijding, gemalen en hoogwaterbestrijding en openbare verlichting in een veilige en leefbare woonomgeving. Bloembakken, sfeerverlichting en openbare parken geven extra uitstraling aan de openbare ruimte. In 2013 gaan we aan de slag met de volgende activiteiten: • invoeren nieuw beleid voor speelvoorzieningen. Doelstelling is de voorzieningen goed aan te laten sluiten op de behoeften van bewoners. Speelvoorzieningen stimuleren kinderen en jongeren om voldoende te bewegen; • invoeren van de Wegennota 2014-2019. We leggen de Wegennota uiterlijk begin 2013 voor ter besluitvorming. De financiële consequenties van de beleidsmatige keuzes worden integraal afgewogen bij de Kadernota 2014. • beleidsvoorstel openbare verlichting; • afronding aanleg glasvezelnetwerk, uitgezonderd de historische binnenstad. De investeerder (het nutsbedrijf) sluit dat deel van de stad vooralsnog niet aan omdat de aanlegkosten niet opwegen tegen de te verwachten opbrengsten; • uitwerking raadsinformatiebrief ‘boomziekten’ naar een plan van aanpak. Boomziekten zijn een potentiële bedreiging voor de stedelijke boomstructuur. Via het plan van aanpak zorgen we er voor dat na het kappen en herplanten van bomen een prettige uitstraling gerealiseerd wordt.
Regulier onderhoud
Het merendeel van het werk in de openbare ruimte is vastgelegd in regulier onderhoudsprogramma’s. De onderhoudsprogramma’s worden opgesteld per taak en onderling afgestemd. Het gaat om achtereenvolgens: • groen (bijvoorbeeld boomonderhoud en onderhoud van de ecologische gebieden in lijn met de Stedelijke Ecologische Structuur); • speelvoorzieningen; • wegen (onder meer bebording, herstel van vorstschade en onkruidbestrijding); • (ondergrondse) kabels & leidingen; • verkeersregelinstallaties; • openbare Verlichting; • parkeren (beheer van parkeerautomaten); • bereikbaarheid; • constructies (onder meer bruggen, maar ook baggerwerkzaamheden en nautische constructies zoals kades en afmeervoorzieningen); • riolen (in 2013 wordt een deel van het riool van Krispijn gereinigd en geïnspecteerd als onderdeel van het reguliere programma); • gemalen.
36
Regulier onderhoud wordt voor het merendeel uitgevoerd door marktpartijen. We zoeken actief naar innovatieve manieren om samen te werken. In de pilot Stadspolders wordt bijvoorbeeld gezocht naar mogelijkheden om aannemers te beoordelen op basis van bewonertevredenheid. Op deze manier stimuleren we ook partners goed te luisteren naar vragen en knelpunten van bewoners. In 2013 wordt een aantal werkzaamheden opnieuw aanbesteed: het gaat bijvoorbeeld om het onderhoud in de Binnenstad, Staart, Reeland, Dubbeldam, Sterrenburg en Krispijn, maar ook om ondergronden voor speelvoorzieningen. Samen met het waterschap Hollandse Delta wordt een nieuw bestek gemaakt voor wateronderhoud. Daarin krijgt de rol van bewoners een prominente plaats. Voor het beheer van het grondwater wordt onder meer het primaire peilbuizennet gemeten. Dat gebeurt maandelijks. Ook het onderhoud van gemeentelijke drainage- en infiltratiesystemen is een voorbeeld op het gebied van grondwaterbeheer. Projectmatig onderhoud
Grotere werkzaamheden worden projectmatig uitgevoerd en zo veel als mogelijk gecombineerd. Op die manier proberen we hinder voor inwoners zoveel als mogelijk te voorkomen. Groot onderhoud aan verkeersregelinstallaties volgt het programma voor onderhoud aan wegen, groot onderhoud aan wegen volgt op haar beurt zoveel als mogelijk het programma voor rioolvervanging. Indien nodig worden ook werkzaamheden aan het openbaar groen uitgevoerd. De werkzaamheden worden afgestemd op maatschappelijke ingrepen (wijkaanpak), functionele aanpassingen (met het oog op bereikbaarheid, doorstroming en verkeersveiligheid) en andere beleidsmatige ambities, zoals het verminderen van geluidshinder. Concreet gaat het in 2013 om de vervanging van het riool in grote delen van Krispijn en Wielwijk. Dit volgt uit de herstructureringsaanpak voor deze wijken. Lijnbaan en Wittenstein worden ook in combinatie met wegonderhoud uitgevoerd. Grote wegenprojecten staan verder gepland voor de volgende straten: • Weerdestein; • Junolaan (herbestrating na afronding rioleringswerkzaamheden in 2012); • Lijnbaan; • Bremstraat; • Acaciastraat; • Copernicusweg – Kometenlaan. Ook de renovatie van speelvoorzieningen en groepsgewijze vervanging van lampen (openbare verlichting) wordt projectmatig aangepakt. Tot slot staat in 2013 de vervanging van de aandrijving van de Damiatebrug op de planning. Om te beoordelen of herstelmaatregelen nodig zijn aan kademuren in de havens van de binnenstad, wordt een vervolgonderzoek gedaan naar de stabiliteit daarvan. Initiatief voor de projectmatige uitvoering van werkzaamheden ligt in een aantal gevallen bij derden. Zo gaat HVC in 2013 verder met de aanleg van het warmtenet en zal Stedin een deel van haar netwerk voor gasleidingen vervangen.
37
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten. • De personele budgetten op dit programma betreft de personele inzet op het gebied van leefbaarheid en stedelijk beheer (ongeveer 130 fte). Programma Leefbaarheid en Stedelijk beheer: € 44,2 miljoen • De materiële budgetten betreffen met name kosten voor het onderhoud van wegen, groen, openbare verlichting, verkeersmeubilair, constructies en speelvoorzieningen. • De bijdrage aan GR'en betreft de bijdrage aan de Belastingdienst Drechtsteden inzake Personele budgetten rioolrechteninning ad € 0,5 mln en bijdrage aan het wegschap Kiltunnel ad € 0,3 mln. • De kapitaallasten betreffen met name de rente en afschrijving van de riolering (€ 5,3 Materiële budgetten mln), havenwerken (€ 1,3 mln), constructies (€ 0,9 mln), VRI's (€ 0,6 mln) en openbare verlichting (€ 0,4 mln). Bijdragen aan GR'en • De storting in de voorziening is de verwachte storting in de onderhoudsvoorziening voor de riolering. Kapitaallasten • De inkomsten op dit programma hebben met name betrekking op de rioolheffing ad € 10,4 mln. Daarnaast zijn er (beperkte) inkomsten uit lichtreclames en verschillende Bedrag storting in de werkzaamheden voor derden. voorzieningen Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Leefbaarheid en Stedelijk Beheer Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
11.139
229
10.910
11.270
229
11.041
11.258
229
11.029
11.245
229
11.016
Groen
8.169
57
8.112
8.250
57
8.193
8.224
57
8.167
8.188
57
8.131
Openbare verlichting
1.844
29
1.815
1.843
29
1.814
1.841
29
1.812
1.824
29
1.795
Verkeersmeubilair en VRI's
1.556
450
1.106
1.551
450
1.101
1.528
450
1.078
1.496
450
1.046
C onstructies
2.422
9
2.413
2.437
9
2.428
2.435
9
2.426
2.441
9
2.432
Speelvoorzieningen
1.051
0
1.051
1.011
0
1.011
990
0
990
988
0
988
Havens C iviel
1.984
33
1.951
1.965
33
1.932
1.948
33
1.915
1.934
33
1.901
Riolering Soc. Herstructureringswijken/ Dordt West Leefbare wijken
9.691
10.488
-797
9.688
10.485
-797
9.688
10.485
-797
9.688
10.485
-797
3.261
1.195
2.066
4.778
26
4.752
2.646
54
2.592
2.947
2.353
594
Wegen
Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
3.102
0
3.102
3.062
0
3.062
2.519
0
2.519
2.519
0
2.519
44.219
12.490
31.729
45.855
11.318
34.537
43.077
11.346
31.731
43.270
13.645
29.625
85
401
-316
0
3.183
-3.183
0
2.772
-2.772
80
853
-773
44.304
12.891
31.413
45.855
14.501
31.354
43.077
14.118
28.959
43.350
14.498
28.852
38
Programma 3: Onderwijs Inleiding Binnen het programma Onderwijs gaan we op verschillende terreinen aan de slag. De gemeente wil tussen 2012 en 2015 het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang in elkaar laten opgaan. In 2011 heeft de gemeente hiervoor een advies gevraagd. Dit advies is in 2012 met de raad besproken en vormt vanaf 2013 de leidraad om dit uit te voeren. Door de uitkomst van de inspectie van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) van het ministerie van OCW, hebben kinderopvang, het peuterspeelzaalwerk en de scholen in 2012 stevig ingezet op het terugdringen van de taal- en ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen. In 2013 gaan bovenstaande partijen en de gemeente hiermee door. In 2013 gaan partners en gemeenten aan de slag met de afspraken die zijn vastgelegd in het stedelijk convenant “Effectief benutten van VVE en extra leertijd van jonge kinderen”. Concreet betekent dit een betere spreiding van het aanbod van VVE over de wijken; een groter bereik, ouderbetrokkenheid en een verhoging en borging van de kwaliteit van VVE en Schakelklassen. Voor onderwijs is het belangrijk dat de vraag van de arbeidsmarkt en het talent van jongeren in het onderwijs beter op elkaar aangesloten zijn. In 2012 hebben het Da Vinci College en alle VMBO’s hierover samenwerkingsafspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in het uitvoeringsprogramma ‘Masterplan Beroepskolom’. In 2013 is het doel een goede verbinding te maken tussen het uitvoeringsprogramma Masterplan Beroepskolom en de bedrijfslevenbenadering in de Maritieme Campus en het University College. Hierdoor zijn voortgezet onderwijs, MBO, HBO, HBO-plus en WO in de maritieme sector beter op elkaar afgestemd. Voor leerlingen is een carrière in de maritieme sector daardoor beter haalbaar. Programma activiteiten De activiteiten vanuit het programma Onderwijs zijn verdeeld over Dordrecht en de Drechtsteden. • Dordrecht: Brede schoolontwikkeling/doorgaande lijn 0-12 jaar, vroeg- en voorschoolse educatie, bestrijden van taalachterstanden, zorg dragen voor goede indicatiestelling en doorverwijzing zorgleerlingen (regionaal), huisvesting onderwijs en kinderopvang/peuterspeelzalen, leerlingenvervoer. • Dordrecht/Drechtsteden: programma Arbeidsmarktbeleid: faciliteren onderwijsvernieuwing; verbetering aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt; aantrekken hoger onderwijs; stimuleren ondernemerschap binnen het onderwijs. • GR ZHZ: tegengaan voortijdig schoolverlaten, bestrijding jeugdwerkloosheid en de werkschool. Context en achtergrond In het politiek akkoord is arbeidsmarktbeleid één van de drie thema’s waarop deze collegeperiode een transformatie wordt verwacht en waar in de vorm van een stadsprogramma extra inzet op wordt gepleegd. Een deel van het huidige onderwijsprogramma maakt onderdeel uit van dit nieuwe programma Arbeidsmarktbeleid. Dit programma is opgezet en wordt gecoördineerd vanuit de gemeente Dordrecht en is integraal onderdeel van het Regionaal Meerjaren Programma Drechtsteden. Dit is een speerpunt, waarvoor wij extra middelen hebben vrijgemaakt. Deze zijn terug te vinden op de Programmakaart Economie en Cultuur. De focus van het Stadsprogramma Arbeidsmarktbeleid ligt op de sectoren zorg, maritiem en toerisme. De 1. 2. 3.
hoofddoelstellingen van het programma arbeidsmarkt zijn: het verbeteren van de matching tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt; het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs-arbeidsmarkt; aantrekken van Hoger onderwijs.
39
In deze programmakaart zijn de onderwijsgerelateerde activiteiten die deel gaan uitmaken van het programma Arbeidsmarktbeleid herkenbaar opgenomen. Daarnaast is een aantal onderwijsgerelateerde taken gedelegeerd en gemandateerd aan de GR Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid. Vanuit een samenhangende aanpak wordt ingezet op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en het bestrijden van jeugdwerkloosheid. De kaderstellende nota’s die hieraan ten grondslag liggen zijn: het aanvalsplan laaggeletterdheid, het actieplan jeugdwerkloosheid, de nota ‘Als een spin in het WEB’ (uitvoering wet educatie 2008-2011) en het convenant VSV RMC regio 30. In 2011 is de overdracht voorbereid van de uitvoering van Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) aan de Sociale Dienst Drechtsteden; het wordt daarmee onderdeel van het Participatiebudget en komt financieel terug op de Programmakaart Werk en Inkomen. Invloed en betrokkenheid over de gedelegeerde bevoegdheden wordt primair via de regionale platforms georganiseerd. Wettelijke taken • Regie op voor- en vroegschoolse educatie. • Zorgdragen voor adequate onderwijshuisvesting (IHP). • Leerlingenvervoer. • Toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. • Toezicht en handhaving openbaar onderwijs. • Invoering Passend onderwijs. Kaderstellende nota’s 0-12 jaar Dordrecht: • startnotitie ‘Verkenning ontwikkeling brede scholen’; • integraal Huisvestingsplan Onderwijs en de daarbij behorende jaarlijkse herijkingen; • beleidskader multidisciplinaire samenwerking. Ten • • •
behoeve van het programma Arbeidsmarktbeleid: programmaplan Arbeidsmarktbeleid 2011-2014; University College; Masterplan beroepsonderwijs.
Relevante ontwikkelingen 0-12 jaar Dordrecht: • meer inzet maatschappelijke functie onderwijs (relatie CJG); • rol overheid: naast wettelijke taken meer verbinden, faciliteren, initiëren en stimuleren; • harmonisering kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, gastouderopvang, Wet OKE; • ontwikkeling hoogwaardige pedagogische basisvoorziening voor kinderen van 0-12 jaar (opvang, onderwijs, welzijn/sport/cultuur/gezondheid) zet verder door; • invoering Passend onderwijs Ten • • • •
behoeve van programma Arbeidsmarktbeleid: toenemend belang verbinding onderwijs – arbeidsmarkt; inzet op samenhangende aanpak voortijdig schoolverlaten, werkschool en bestrijding jeugdwerkloosheid; toenemend tekort technisch opgeleid personeel; ontwikkeling vakcolleges;
40
• •
competentiegericht en zelfstandig leren in MBO, onderwijsvernieuwing noodzakelijk; brede aandacht voor ontwikkelen ondernemerschap.
Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ: Programma Arbeidsmarktbeleid wordt in regionaal perspectief beschouwd, net als de keuze voor focus op de speerpuntsectoren maritiem, zorg en toerisme. Het realiseren van een optimale organisatie en transparantie in indicatiestelling en doorverwijzing van zorgleerlingen zal ook in samenwerking binnen de Drechtsteden ingevuld worden. Ketenpartners 0-12 jaar Dordrecht: • kinderopvangorganisaties; • peuterspeelzalen; • scholen primair onderwijs; • CJG; • zorginstellingen Ten behoeve van programma Arbeidsmarktbeleid: • onderwijsinstellingen (primair, voortgezet, VMBO, MBO, HBO); • werkgevers(organisaties). Afspraken met medeoverheden Diverse specifiek geoormerkte middelen vanuit het Rijk zoals onder andere bestrijden Voortijdig School Verlaten, onderwijsachterstandenbeleid. Hieraan gekoppeld zijn inspanningsverplichtingen. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Jeugd; Werk en Inkomen; Economie en Cultuur.
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Realiseren doorgaande lijn voor kinderen van 0-12 jaar en het bestrijden van taalachterstand. Doelstelling 2: Realiseren van optimale organisatie en transparantie in indicatiestelling en doorverwijzing van zorgleerlingen. Doelstelling 3 (programma Arbeidsmarktbeleid): Verbeteren aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt via onderwijsvernieuwing en versterking van de onderwijsinfrastructuur (aantrekken hoger onderwijs).
Kengetallen
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde
1.1) Deelname kinderopvang (2-3 jarigen) en/of peuterspeelzaal
VVE monitor/ Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
kinderopvang 32% (2008) peuterspeelzaal 56% (2008)
kinderopvang 36% (2010) peuterspeelzaal 54% (2010)
(+)
kinderopvang 45% peuterspeelzaal 45%
(-)
41
1.2) Deelname voorschoolse educatie gewichtenkinderen (2- en 3-jarigen) op peuterspeelzalen en kinderopvang
VVE monitor/ Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
63% (2008) absoluut aantal: 366
absoluut aantal: 414*
(+)
550 (95%)
1.3) Deelname vroegschoolse educatie gewichtenleerlingen (4- en 5-jarigen) in het basisonderwijs
VVE monitor/ Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
56% (2007)
76% (2010)
(+)
95%
3.1) Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters
VSV-verkenner OCW/Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
491 (‘08/’09)
516 (‘09/’10) 413 (‘10/’11, voorlopig cijfer)
(+)
390
3.2) Schoolverzuim (langdurig en relatief)
Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten/ Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
langdurig verzuim 45 (‘08/’09) relatief verzuim 347 (‘08/’09)
langdurig verzuim 5** (‘09/’10)
(nvt)
relatief verzuim 229** (‘09/’10)
(nvt)
langdurig verzuim 40 relatief verzuim 210
Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
VMBO 219 (’08-‘09)
VMBO 185 (’09-’10) VMBO 169 (’10-‘11) VMBO 172 (’11-’12)
(-)
VMBO 500
MBO 1.173 (’08-‘09)
MBO 1.168 (’09-‘10) MBO 1.114 (’10-’11) MBO 1.080 (’11-’12)
(-)
MBO 1.500
VMBO 225 (‘08/’09)
VMBO 183 (’09-’10) VMBO 185 (’10-’11) VMBO 198 (’11-’12)
(-)
VMBO 350
MBO 1.241 (’08-‘09)
MBO 1.258 (’09-‘10) MBO 1.258 (’10-’11) MBO 1.268 (’11-’12)
(+)
MBO 1.100
1.348 (‘08/’09)
1.396 (’09-’10) 1.459 (’10-’11) 1.358 (’11-’12)
(+)
2.000
3.3) Aantal techniek leerlingen VMBO-MBO in Dordrecht
3.4) Aantal leerlingen in zorgonderwijs VMBO-MBO in Dordrecht
3.5) Aantal studenten HBO in Dordrecht
Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
Onderwijsmonitor Dordrecht (OCD)
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1.1) Aantal 2- en 3 jarigen in kinderopvang/peuterspeelzaal ten opzichte van het totaal aantal 2- en 3 jarigen
2012
Volgende meting levert gegevens over 2011.
42
1.2) Aandeel gewichtenkinderen met een VVEprogramma in het peuterspeelwerk (2- en 3 jarigen) ten opzichte van het totaal aantal gewichtenkinderen (2- en 3-jarigen)
2012
* Als gevolg van het niet kunnen vaststellen van het aantal gewichtenkinderen (2- en 3jarigen) kan deze indicator niet meer worden bepaald. Het OCD stelt voor om voorlopig het absolute aantal gewichtenkinderen met een VVE-programma op te nemen.
1.3) Aandeel gewichtenkinderen met een VVEprogramma in het basisonderwijs (4- en 5 jarigen) ten opzichte van het totaal aantal gewichtenkinderen (4- en 5-jarigen)
2012
Volgende meting levert gegevens over 2011.
3.1) Aantal leerlingen die zonder startkwalificatie de school verlaten
2013
Volgende meting levert definitief cijfer over schooljaar 2010/2011 en een voorlopig cijfer over 2011/2012; een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of een diploma niveau 2 of hoger; voorlopig cijfers 0-waarde (2008/2009) en 2009/2010 zijn aangepast en nu definitief; cijfer actuele waarde (2010/2011) is voorlopig.
3.2) Aantal leerplichtige leerlingen die langdurig verzuimen of ten onrechte verzuimen
2012
Volgende meting levert gegevens over schooljaar 2010/2011; schoolverzuim is te onderscheiden in langdurig en relatief verzuim; onder langdurig verzuim verstaan we leerplichtige jongeren die langer dan een maand aaneengesloten geen onderwijs genieten, maar wel ingeschreven staan bij een school; van relatief verzuim is sprake als een jongere spijbelt, zich (onterecht) ziek meldt of geregeld niet op school verschijnt of zonder toestemming van school wegblijft vanwege een vakantie. ** Door wijziging van definitie en registratie moeten de actuele waarden als ‘voorlopig’ worden beschouwd. Het OCD gaat hierover later in het jaar in gesprek met BLVS.
3.3) Aantal techniek leerlingen VMBO-MBO in Dordrecht
2013
Volgende meting levert gegevens over schooljaar 2012/2013 (per 1.10.2012); VMBO: Wartburg College, Insula College, Stedelijk Dalton. MBO: Da Vinci College (leslokaties Dordrecht).
3.4) Aantal leerlingen in zorgonderwijs VMBO-MBO in Dordrecht
2013
Volgende meting levert gegevens over schooljaar 2012/2013 (per 1.10.2012); VMBO: Wartburg College, Insula College, Stedelijk Dalton. MBO: Da Vinci College (leslokaties Dordrecht).
3.5) Totaal aantal studenten op HBO-scholen in Dordrecht
2013
Volgende meting levert gegevens over schooljaar 2012/2013 (per 1 sept. 2012); Hogeschool Rotterdam, InHolland, Da Vinci College, Christelijke Hogeschool Ede, ABC Hogeschool Dordrecht.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Realiseren doorgaande lijn 0-12 jaar en het bestrijden van taalachterstand. Subsidieregeling Brede School
Als opvolger voor SIS (overgangsperiode van 2 jaar vanaf schooljaar 2011/2012) maken we werk van de uitvoering en evaluatie van de subsidieregeling Brede School. In 2013 loopt de huidige subsidieregeling namelijk af.
43
Stuurgroep en platform doorgaande lijn en brede schoolmarkt
In 2013 neemt de gemeente deel aan de stuurgroep die zich richt op kennisontwikkeling en uitwisseling met partners in de stad. De rol van de gemeente is in 2013 minder regisserend en meer faciliterend. We zetten de partners in de positie om samen de agenda te bepalen en het voorzitterschap op te nemen.
Toezicht kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
Jaarlijks verleent de gemeente opdracht aan GGD Zuid-Holland Zuid voor de uitvoering van het risicogestuurde toezicht op de kwaliteit. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit. Alle locaties voor buitenschoolse opvang, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en gastouderbureaus in Dordrecht worden in 2013 geïnspecteerd. Daarnaast wordt met behulp van een steekproef een deel van de gastouders geïnspecteerd.
Jaarverslag Wet Kinderopvang voor 01-07-2013
Het college biedt de raad en de minister van OCW jaarlijks een jaarverslag aan.
Voortzetten overdrachtsformulier peuter-kleuters door alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven
In 2013 worden gegevens over de ontwikkeling van kinderen overgedragen door de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven wanneer de kinderen overstappen naar de basisschool. Deze zogenaamde ‘warme’ overdracht wordt hiermee gecontinueerd.
Uitwerking harmonisering en integratie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
Vanaf 2012 en doorlopend in 2013 bouwen de huidige peuterwerkaanbieders hun aanbod om naar peuteropvang en betrekken zij de toeslag kinderopvang in hun bedrijfsvoering.
Uitvoering VVE beleid via kinderdagverblijven en peuterspeelzaalwerk
90% van de doelgroepkinderen wordt bereikt, via peuterspeelzalen en kinderdagverblijven (8). In 2013 continueren we onze inzet.
Beheer en beleid onderwijshuisvesting
In 2013 continueren we onze reguliere taken op grond van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en verordening.
Voorbereiden decentralisatie onderhoud Primair Onderwijs
De wetswijziging is in voorbereiding. We anticiperen daarom op implementatie die per 01-01-2014 gerealiseerd moet worden.
44
Doelstelling 2: Realiseren van optimale organisatie en transparantie in indicatiestelling en doorverwijzing van zorgleerlingen. Inventariseren van de zorg die wordt geleverd in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het MBO
Met de scholen afspraken maken over de zorg op school en de optimale aansluiting tussen de verantwoordelijkheden van het onderwijs (passend onderwijs) en de gemeente (preventief jeugdbeleid).
Doelstelling 3 (programma Arbeidsmarktbeleid): Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt via onderwijsvernieuwing en versterking van de onderwijsinfrastructuur (aantrekken hoger onderwijs). Het aantrekken van HBO-onderwijs in Dordrecht
Belangrijk is dat we blijven investeren in een doorlopende leerlijn van MAVO/HAVO-MBOHBO. Ook in 2013 werken we daarom aan het uitvoeringsplan Masterplan Beroepskolom. Belangrijk onderdeel is het realiseren van het University College Dordrecht waar opleidingen in de maritieme sector op bachelor niveau worden aangeboden. In de programmakaart Economie en Cultuur en Werk en Inkomen leest u daar ook informatie over.
Wegnemen van barrières voor het betreden van de arbeidsmarkt bij kwetsbare jongeren. Barrières zijn o.a. wonen, inkomen, maatschappelijke participatie, werk/dagbesteding, gezondheid, persoonlijkheid en sociaal netwerk.
Voor dit onderdeel verwijzen we u naar de programmakaart Jeugd, onderdeel multiproblem jeugd.
Structureel maken van voorzieningen overbelaste jongeren met koppeling naar arbeidsmarkt
In samenwerking met de landelijke stichting Werkschool is een Werkschool voor het creëren van een sluitend netwerk van onderwijs, zorg en werk voor jongeren uit het praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en laagste niveau beroepsonderwijs operationeel. De ambitie in 2013 is door te groeien naar 125 leerlingen.
Faciliteren van de opzet van onderwijsleerbedrijven in de speerpuntsectoren techniek, zorg en toerisme
In 2013 initiëren we een maritieme campus voor de verbinding van onderwijs en arbeidsmarkt. Deze netwerkaanpak verbindt de behoefte van het bedrijfsleven aan geschoold personeel met het beschikbare onderwijsaanbod en bedrijfsscholen voor de sectoren Zorg en Maritieme techniek in de ZuidVleugel.
Verder ontwikkelen van vakonderwijs c.q. doorlopende leerlijnen in het technisch onderwijs (VMBO-MBO) en start met realisering vakonderwijs in de zorg
We ondersteunen de uitvoering van het Masterplan beroepskolom VMBO-MBO-HBO Drechtsteden. In dit plan wordt samengewerkt door scholen, bedrijfsleven en gemeenten. Doel hierbij is onderwijs en bedrijfsleven met elkaar te verbinden.
Leerlingen verleiden te kiezen voor richtingen waar vraag op de arbeidsmarkt is (bijv. techniek) en daarmee met (loop)baanperspectief onderwijs te volgen
We realiseren in 2013 een programma Beroepenoriëntatie voor leerlingen in groep 7/8 en voortgezet onderwijs. In dit programma waarin wordt samengewerkt met de Leonardo Experience, het Havenbedrijf en de Duurzaamheidfabriek.
Opbouwen relatienetwerk en aanboren van derde geldstromen
Via sectorfondsen (Opleiding & Ontwikkelingsfondsen), Platform Betatechniek, provincie Zuid-Holland, ministeries (Top Sectorenbeleid), het Agentschap en Kennisalliantie ZuidHolland werken we aan een netwerk dat help bij het aanboren van derde geldstromen.
45
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten. •
Programma Onderwijs: € 29,2 miljoen •
Personele budgetten
•
Materiële budgetten
•
Bijdragen aan GR'en
•
Kapitaallasten •
Bedrag Subsidies •
De personele budgetten betreft formatie op het gebied van onderwijs (ongeveer 11 fte). De materiële budgetten betreffen met name het onderhoud en de exploitatie van de onderwijsgebouwen en de bijdragen in het kader van leerlingenvervoer. De bijdrage aan GR'en ad 1,2 mln betreft de bijdrage aan BLVS (inzake Regionale Meld- en Coördinatiepunt VSV en Leerplicht). De subsidies hebben betrekking op diverse bijdragen op het gebied van VVE, VSV, SiS en overige onderwijsaangelegenheden. De kapitaallasten betreffen met name de kosten van rente en afschrijving voor de onderwijsgebouwen (basis- en middelbaar onderwijs). De inkomsten op dit programma bestaan uit een Rijksbijdrage inzake onderwijsachterstandenbeleid ad € 4 mln en de Rijksbijdrage voor RMC en Voortijdig Schoolverlaten ad 0,9 mln. Ook worden (beperkt) inkomsten ontvangen vanuit huisvesting kinderdagverblijven en BSO.
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Onderwijs Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Sluitende aanpak VSV
2.877
946
1.931
2.823
946
1.877
2.791
946
1.845
2.791
946
1.845
Voor- en vroegschoolse educatie
6.146
4.038
2.108
5.632
4.037
1.595
5.634
4.037
1.597
5.634
4.036
1.598
485
0
485
485
0
485
485
0
485
485
0
485
1.700
0
1.700
1.696
0
1.696
1.696
0
1.696
1.696
0
1.696
29
0
29
29
0
29
29
0
29
29
0
29
964
561
403
975
535
440
925
509
416
925
484
441
School in de samenleving (SIS) Onderwijsaangelegenheden Leerpark Kinderopvang Onderwijshuisvesting Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
17.055
290
16.765
16.677
299
16.378
16.684
299
16.385
16.605
299
16.306
29.256
5.835
23.421
28.317
5.817
22.500
28.244
5.791
22.453
28.165
5.765
22.400
0
2.270
-2.270
0
1.823
-1.823
0
1.809
-1.809
0
1.756
-1.756
29.256
8.105
21.151
28.317
7.640
20.677
28.244
7.600
20.644
28.165
7.521
20.644
46
Programma 4: Werk en Inkomen Inleiding Vraag van de arbeidsmarkt en talent van mensen centraal. In 2012 is het programma Arbeidsmarktbeleid (AMB) volop tot ontwikkeling gekomen en zijn goede resultaten geboekt. Zo is de Werkschool van start gegaan, zijn met partners afspraken gemaakt over de ontwikkeling van Leerwerkbedrijven en is de maritieme campus onderdeel geworden van het investeringsprogramma ZuidVleugel. Door Talent Verzilveringsafspraken te maken met ondernemers en maatschappelijke organisaties is het urgentiebesef van tekorten op de arbeidsmarkt bij hen verdiept. Het programma AMB is opgezet en wordt gecoördineerd door de gemeente Dordrecht. Het is onderdeel van het Regionaal MJP 2010-2014. Het heeft een regionale werking met Dordtse accenten. Voorbeelden daarvan zijn de komst van de University College in de Wereldwaag en de realisering van 200 banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt in Dordrecht. Het accent van dit programma voor 2013 ligt in het versterken van de relatie tussen het stimuleren van economische ontwikkeling en de arbeidsmarkt. Dit laatste door de behoefte aan opgeleid personeel toe te voegen aan de acquisitie van bedrijven. De doelstellingen van de programmakaart Werk en Inkomen zijn het vergroten van arbeidsparticipatie en verbetering in ‘matching’ van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn opgenomen in het programma AMB. Het programma werkt samen met onderwijs, bedrijfsleven en maatschappelijke partners met als doel de werking van de regionale arbeidsmarkt te verbeteren. Dit bereiken we door de aansluiting van school naar werk, van werk naar werk en van uitkering naar werk makkelijker te maken. En via het creëren van een arbeidsmarkt die aansluit op de (toekomstige) vraag van het bedrijfsleven. Ook wordt het talent van mensen centraal gesteld. Programma activiteiten In 2011 is Werk en Inkomen in nauwe relatie gebracht met het Stadsprogramma Arbeidsmarktbeleid (zie ook de programma’s Onderwijs, Economie en Cultuur). De Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) is daarbij een belangrijke partner. Tevens is de regievoering over de WSW ondergebracht bij de SDD met ingang van 2011. Vanwege de aan de GR Drechtsteden gedelegeerde bevoegdheden op het gebied van Werk en Inkomen worden twee categorieën activiteiten onderscheiden: • Regionaal/de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD): werk (werken aan zelfstandigheid, bijstandverlening, re-integratie en tegengaan jeugdwerkloosheid); armoedebeleid/bijzondere bijstand; schuldhulpverlening; inburgering; • Dordrecht: beschikbare werk in wijken en de stad en mensen met een uitkering worden bij elkaar gebracht. Context en achtergrond De activiteiten van de SDD vallen onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD). In het rapport van de commissie Scholten II is aangegeven dat deze taken en bevoegdheden integraal onderdeel worden van het Drechtstedenbestuur. Via dit begrotingsprogramma informeren we de raad over de meest relevante ontwikkelingen. Invloed en betrokkenheid over de gedelegeerde bevoegdheden wordt echter primair via de regionale platforms georganiseerd.
Vier programmalijnen. Het programma AMB is opgezet en wordt gecoördineerd vanuit de gemeente Dordrecht en is integraal onderdeel van het Regionaal Meerjaren Programma Drechtsteden. Arbeidsmarkt is een speerpunt, waarvoor extra middelen zijn vrijgemaakt. Deze middelen zijn terug te vinden bij de Programmakaart Economie en Cultuur en vallen onder de verantwoordelijkheid van de directeur Arbeidsmarktbeleid. De focus van het programma AMB ligt op de sectoren zorg, maritiem en toerisme. Het programma heeft 4 programmalijnen: 1. vergroten uitstroom uit uitkering; een betere match tussen vraag/aanbod;
47
2. 3. 4.
beperken van instroom in uitkering door betere aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt; verstevigen van de kennisinfrastructuur in de regio; het organiseren van hoger onderwijs in de regio en het aantrekken van studenten (zie ook programmakaart Onderwijs doelstelling 2 en 3); het vergroten van het urgentiebesef bij werkgevers over toekomstige (sectorale) tekorten op de arbeidsmarkt door middel van regionale arbeidsmarktinformatie en communicatie.
Vier veranderopgaven Bovenop de vier programmalijnen zijn sinds 2011 vier veranderopgaven geïnitieerd: 1. een impuls aan de onderkant van de arbeidsmarkt met een sterk lokaal accent; 2. uitrol van een Werkschool; 3. Leer/Werk- en Werk naar Werk bedrijven; 4. Maritieme Campus Drechtsteden. Wettelijke taken Wet werk en bijstand (Wwb); Wet Investeren in Jongeren (WIJ), Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), Wet inburgering (WI); de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW); De Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Zelfstandigen (IOAZ); De Wet kinderopvang; Schuldhulpverlening; Re-integratie. Kaderstellende nota’s MJP Drechtsteden 2011 – 2014; Programmaplan Arbeidmarktbeleid 2011-2014. Relevante ontwikkelingen • De invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) die in de plaats zou komen van Wajong, WSW, WWB en WIJ is (voorlopig) van de baan. Hierdoor worden gemeenten, naast de huidige groep WWB en WIJ, niet verantwoordelijk voor personen die voorheen zouden instromen in de Wajong en WSW. Door de Drechtsteden is echter besloten onverminderd in te zetten op het laten participeren op de reguliere arbeidsmarkt van mensen met een uitkering en wordt gezocht naar een regionale invulling van het instrument loondispensatie. • Drechtsteden vergrijst in snel tempo: o de groep van 0-15 jaar is sinds 2008 kleiner dan de groep 50-65 jaar; o het verschil in het aantal personen tussen deze twee leeftijdsgroepen groeit snel namelijk 3.200 in 2010 tot 9.300 in 2015. Dit verschil is het grootst in 2024; o hoewel de bevolking tot 2040 nog zal toenemen daalt de potentiële beroepsbevolking van 301.000 in 2010 tot 267.000 in 2040. • Op de middenlange termijn dreigt een tekort aan arbeidskrachten in bepaalde sectoren als gevolg van de vervangingsvraag met name in de (maritieme)- techniek, zorg, onderwijs. • Non-participatie van 25.000 mensen in de Drechtsteden met grote maatschappelijke kosten als vervolg. • De SDD verwacht betere resultaten door de zelfstandigheid van mensen centraal te stellen en regie over eigen bestaan te benadrukken. Hierdoor worden ook betere resultaten verwacht op het budget inkomensondersteuning. • De mogelijke bezuinigingen door het Rijk op de WSW voorziening heeft nadelige gevolgen voor de financiële middelen. De omvang hiervan hangt af van keuzes van het nieuwe kabinet. • De decentralisatie van activering en begeleiding vanuit de AWBZ naar gemeenten krijgt voorlopig nog geen vorm door het lenteakkoord. De rol van de SDD in de uitvoering daarvan zal te zijner tijd aan de orde komen.
48
Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ De uitvoering van het programma met betrekking tot de doelstelling Vergroten arbeidsparticipatie is grotendeels belegd bij SDD. Dit is onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD). Ketenpartners UWV; Da Vinci College; Drechtwerk; Gemeente Breda en Rotterdam; Bedrijven; brancheorganisaties en kenniscentra. Afspraken met medeoverheden Afspraken Rijk over resultaten inburgering. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Onderwijs; Economie en Cultuur; Maatschappelijke Voorzieningen; Jeugd. Ook nauw verbonden met het programma AMB.
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Vergroten arbeidsparticipatie. Doelstelling 2: Verbeteren ‘matching’ vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Kengetallen
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde
1.1) Ontwikkeling netto arbeidsparticipatie (ten opzichte van landelijk gemiddelde)
CBS (Enquête beroepsbevolking)
66,7% t.o.v. Ned. 67,5% (‘07/’09)
66,4% t.o.v. Nederland 67,4% (‘09/’11)
(-)
We streven naar een % boven het landelijk gemiddelde)
2.1) Ontwikkeling aantal niet-werkende werkzoekenden 15-64 jaar (ten opzichte van landelijk gemiddelde)
UWV en CBS (Bewerking OCD)
4,0% t.o.v. Ned. 4,6% (1.1.2010)
3,6% t.o.v. Ned. 4,4% (1.1.2012)
(-)
We streven naar een % onder het landelijk gemiddelde.
absoluut voor Dordrecht = 3.174
absoluut voor Dordrecht = 2.901
3,6% t.o.v. Ned. 2,5% (1.1.2010) absoluut voor Dordrecht = 2.870
3,6% t.o.v. Ned. 2,8% (1.1.2012) absoluut voor Dordrecht = 2.900
(-)
We streven naar een % op of onder het landelijk gemiddelde.
2.2) Ontwikkeling aantal personen met een bijstandsuitkering 15-64 jaar (ten opzichte van landelijk gemiddelde)
Definitie 1.1) % van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële
CBS (Bewerking OCD)
Volgende meting
Opmerking
2013
Volgende meting levert gegevens over 2010/2012; % betreft driejaarsgemiddelde.
49
beroepsbevolking 2.1) Aantal niet-werkende werkzoekenden 15-64 jaar als % van de bevolking 15-64 jaar
2013
Volgende meting levert gegevens met peildatum 1.1.2013.
2.2) Aantal personen met een bijstandsuitkering (WWB) als % van de bevolking 15-64 jaar
2013
Volgende meting levert gegevens met peildatum 1.1.2013; deze indicator wordt geconcretiseerd in het MJP van de SDD. Besluitvorming vindt plaats in de Drechtraad. Dit is onze inzet in de besluitvorming.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Vergroten arbeidsparticipatie (Dordt Werkt) Regionaal: Realisatie van het MJP Drechtsteden 2011-2014
De doelstelling een uitkeringenniveau van 4.700 ultimo 2011 is indicatief doorgetrokken naar 4.400 ultimo 2012 en als zodanig financieel vertaald. (Doelstellingen zijn pas definitief na vaststelling van de beleidsrijke begroting door de Drechtraad, najaar 2012).
Voor Dordrecht: beschikbare werk in wijken en de stad en mensen met een uitkering worden bij elkaar gebracht
In Dordrecht creëren we minimaal 200 extra banen voor de onderkant van de arbeidsmarkt.
Doelstelling 2: Verbeteren de matching tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Programma Arbeidsmarktbeleid 20112014
Uitvoering door het programma AMB 2011-2014. De veranderopgaven die in 2012 zijn opgestart zoals de Werkschool, Maritieme Campus, Werk-naar-Werkbedrijven en het versterken van het urgentiebesef bij werkgevers gaat in 2013 onverminderd door. In 2013 wordt mede in lijn met de kadernota claim de volgende opgaven geïnitieerd: • de ontwikkeling van een innovatieve inzet van SROI voor de realisering van banen aan de onderkant. • de verdere ontwikkeling van leerwerkplekken in samenwerking met sociale Wijkteam, SDD/Drechtwerk, maatschappelijke organisaties en de ontwikkeling van wijkeconomie. • de ontwikkeling van een Revolving Fund waarmee initiatieven met terugverdiencapaciteit gefinancierd kunnen worden. En middelen naar de gemeente terugvloeien wanneer winst wordt gemaakt. • stimuleren van werkgelegenheid en economische groei door: de ontwikkeling van Human Capital met de ontwikkeling van de Maritieme Campus in de ZuidVleugel, samenwerking met het Ondernemersloket en in regionaal verband promotie en acquisitie van bedrijven in samenwerking met ROM-D en Havenbedrijf. Zie ook programmakaart Onderwijs voor de ambitie verbeteren aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt en aantrekken hoger onderwijs.
50
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Werk en Inkomen: € 99,4 miljoen •
Personele budgetten
•
Materiële budgetten
•
Bijdragen aan GR'en
•
Kapitaallasten •
Dit programma bestaat grotendeels uit de bijdrage die Dordrecht overmaakt aan de Sociale Dienst Drechtsteden ad € 72 mln voor zowel het werk- en inkomensdeel als de bijdrage aan de apparaatskosten. Ook de doorbetaling van de Rijksbijdrage WSW aan Drechtwerk ad € 21,5 mln en de gemeentelijke bijdrage ad € 2,6 mln vallen onder dit programma. De personele budgetten betreffen uren van de sector Maatschappelijke Ontwikkeling op het gebied van educatie (1 fte). De kapitaallasten ten slotte betreffen de rente- en afschrijvingskosten van het bedrijfsverzamelgebouw. Een groot gedeelte van de uitgaven worden gedekt uit Rijksinkomsten die één op één worden doorgesluisd naar de SDD en Drechtwerk.
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Werk en Inkomen Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Werk
34.643
31.326
3.317
35.239
32.111
3.128
34.137
32.111
2.026
34.135
32.111
2.024
Bijstandsverlening SDD
60.557
43.434
17.123
60.557
43.434
17.123
60.557
43.434
17.123
60.557
43.434
17.123
3.416
0
3.416
3.416
0
3.416
3.416
0
3.416
3.416
0
3.416
25
0
25
25
0
25
25
0
25
25
0
25
785
785
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
99.426
75.545
23.881
99.237
75.545
23.692
98.135
75.545
22.590
98.133
75.545
22.588
Armoedebeleid / bijzondere bijstand Schuldhulpverlening Inburgering Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
99.426
75.545
23.881
99.237
75.545
23.692
98.135
75.545
22.590
98.133
75.545
22.588
51
Programma 5: Economie en Cultuur Inleiding Stad en regio werken hard aan de economische strategie, waarbij de keuze is gemaakt voor ‘delta & maritiem’ als beeldbepalende sector. De keuze voor deze sector sluit aan bij het kabinetsbeleid, waarin bij de Topsector Water voor Dordrecht en regio een prominente positie is weggelegd. De ambitie is om uit te groeien tot dé Topregio van Nederland. De samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam in de Zeehaven van Dordrecht maakt daar onderdeel van uit. De Uitvoeringsagenda Economie & Arbeidsmarktbeleid vertaalt de ambitie naar concrete projecten zoals University College en de Maritieme Campus. Wij werken met volle aandacht aan de ontwikkeling van de Binnenstad. In 2012 is het programma Levendige Binnenstad goedgekeurd. Doel is een bijdrage leveren aan een vitale en levendige binnenstad, met een centrumfunctie voor de hele regio. De relatie tussen economie en cultuur wordt binnen het programma Levendige Binnenstad verder versterkt. In 2013 opent in elk kwartaal een culturele of stedelijke voorziening. Wij besteden aandacht aan de invulling van de Visbrug en omgeving, onder andere vanwege de oplopende winkelleegstand in de Voorstraat. De economische crisis blijft voelbaar. Hierin is Dordrecht niet uniek, wel is het reden om ook in de toekomst te blijven investeren in de stad. Context en achtergrond De gemeente is op lokaal niveau verantwoordelijk voor het scheppen van de juiste voorwaarden voor een duurzame economische groei. Bijvoorbeeld door het vereenvoudigen van regelgeving, door te bemiddelen tussen bedrijven en kennisinstellingen en door ruimte te creëren voor ondernemerschap. Het zijn vervolgens de ondernemers die de groei moeten maken. Vanuit een programmatische samenhang onderscheiden we twee economische ruimtelijke ontwikkelingsgebieden, te weten: de Westelijke Dordtse Oever (WDO) en de Binnenstad. Het accent ligt daarnaast op meer kleinschalige (her)ontwikkeling van locaties en optimalisatie van de bestaande terreinen. Naast de economische spin-off voor de (binnen)stad biedt de toeristische sector goede kansen voor werkgelegenheid voor specifieke groepen in de samenleving. Onze ambitie is het vasthouden van de bezoekersaantallen van toeristen van buiten de regio aan de (binnen)stad, door een groei van het dagbezoek, meer overnachtingen en een betere bekendheid van en meer bezoek aan de binnenstad in combinatie met onder andere de Biesbosch. Cultuur heeft betekenis voor de stad, het draagt bij aan het karakter van de stad. Cultuur versterkt de kracht van de stad ook in economische zin. Het draagt bij aan de aantrekkingskracht van de stad als vestigingsplaats en als toeristische bestemming. Programma activiteiten Economie en cultuur is een omvangrijk programma. In samenhang draagt het – in belangrijke mate – bij aan de aantrekkelijkheid van de stad, zowel voor bewoners als voor ondernemers. • ondernemings- en vestigingsklimaat: ondernemerschap en bedrijvigheid, Westelijk Dordtse Oever; havensamenwerking; Merwedehavens (incl. Oostpoort); gemeentelijke dienstverlening; acquisitie; relatiebeheer; kantoren; zorg; maritiem. • stedelijke voorzieningen: binnenstad, toerisme, citymarketing, commerciële voorzieningen; leisure; evenementenbeleid en -subsidies; bioscoop; detailhandel; horeca. • cultuur, monumenten en archeologie: cultuureducatie en –participatie; cultuurbeleid; cultuurprogrammering en -subsidies; culturele instellingen, Kunstmin; Nieuwe Dordtse Cultuurorganisatie; Energiehuis; Hofkwartier.
52
Kaderstellende nota’s • nationaal: Bestuursakkoord, Drank- en Horecawet, BAO/Aanbestedingswet; Havenvisie 2030 Havenbedrijf Rotterdam; Ministerie EL&I: “Naar de top, de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid”. • regionaal: Uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen Drechtsteden (2010); Regionale kantorenstrategie (2007) – herijken in 2013; Regionale structuurvisie Detailhandel & Horeca (2002) – herijken in 2013; ‘Uiteindelijk gaat het om de regio’ beleidskader regionale economische marketing, promotie en acquisitie (2010); Pieken in de Drechtsteden; Regionaal schaalsprong programma Delta/Maritiem (2011); Samen stad in uitvoering – regionaal meerjarenprogramma Drechtsteden 20112014 (2011), Nucleus Delft-Rotterdam-Drechtsteden – werk maken van water (2011). • lokaal: Structuurvisie Dordrecht 2020; Uitvoeringsprogramma/convenant Westelijke Dordtse Oever; Agenda Toerisme; (door)startnotitie Levendige Binnenstad; Cultuurnota 2011 – 2014 ‘De kracht van het lokale’. • convenanten: Convenant ‘Versterking van de positie van de binnenstad Dordrecht 2010-2014’ (lokaal partijen binnenstad); Convenant Strategische Economische Samenwerking (nationaal G32 Stedennetwerk); Convenant Verbeteren Dienstverlening (nationaal G32 Stedennetwerk); Convenant Duurzame ontwikkeling bedrijventerreinen (regionaal/provinciaal). Relevante ontwikkelingen Algemeen: • Financiële positie van de gemeente: minder middelen en minder capaciteit. Dit kan consequenties hebben voor de balans tussen ambities, doelen en middelen. • De rol van de overheid ten opzichte van de ondernemers verandert. De overheid opereert steeds meer als een gelijkwaardige partner en doet een steeds groter beroep op de zelfredzaamheid van bedrijven. Economie: • Overdracht van taken van rijk naar provincie. Provincie is verantwoordelijk voor faciliteren van regionale kennisdriehoek, bedrijventerreinenbeleid, regionaal vestigingsklimaat en ruimtelijke inpassing van bedrijvigheid en kennisinstellingen. Het Rijk is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van negen topsectoren, waaronder ‘water’. • Toenemend belang van regio’s: Zuidvleugel, Deltapoort, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, as Rotterdam – Antwerpen. • Regionale afstemming binnen de Drechtsteden. • Gevolgen economische crisis voor de korte, middellange en lange termijn op vraag en aanbod bedrijventerreinen, kantoren, retail (bestrijden leegstand). • Demografische ontwikkeling in relatie tot beschikbaarheid beroepsbevolking (investeren in arbeidmarktbeleid en onderwijs). • Toenemend belang van een onderscheidend economisch profiel en ondernemingsklimaat (positionering). Cultuur: • In toenemende mate concurreren steden onderling op basis van onderscheidend cultureel en historisch profiel. Het kennen en herkenbaar maken van “het karakter van de stad” is daarbij van groot belang. Het culturele aanbod in de stad is een belangrijke drager van “het karakter van de stad”, zie ook de Atlas voor Gemeenten 2012. • Op rijksniveau en op gemeentelijk niveau wordt er op een steeds zakelijkere wijze naar de cultuursector gekeken. Daarbij gaat om de economische betekenis van de cultuursector, maar ook om verzakelijking in de aansturing van instellingen. Instellingen worden aangesproken op hun ondernemerschap, innovatiekracht en op het verwerven van eigen inkomsten. • De cultuursector heeft te maken met de gevolgen van de economische recessie: teruglopende bezoekersaantallen, sponsorbijdragen en subsidies. • Dordrecht heeft fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van de culturele infrastructuur van de stad. De komende jaren worden deze ontwikkelingen nog doorgezet en worden de nieuwe mogelijkheden benut door een aansprekende en kwalitatieve programmering.
53
Aanpak in Drechtsteden De beleidskaders (zie kaderstellende nota’s) worden lokaal vertaald in projecten, ontwikkel- en herstructureringslocaties, etc. Het accent komt de komende periode te liggen op duidelijke keuzes, pioritering en regionale afstemming van planvoorraad in relatie tot de ontwikkeling van de marktvraag en -opname. Daarnaast wordt ook in regionaal verband ingezet op de pieken Binnenstad en Water (twee van de drie pieken in het Meerjarenperspectief van de Drechtsteden). De Piek Binnenstad richt zich op het vergroten van de aantrekkingskracht van de binnenstad op regiobewoners. De Piek Water richt zich voor wat betreft dit programma op de valorisatie van kennis in de driehoek kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven (= triple helix), de fysieke ruimte voor binnenvaart en de maritieme sector en op promotie en acquisitie. Ketenpartners Drechtsteden; ROM-D; Havenbedrijf Rotterdam; Provincie Zuid-Holland; Zuidvleugel; Rotterdam; West-Brabant; Rijk VROM/EL&I, MIRT; Stichting Dordrecht Marketing; georganiseerd stedelijk overleg (platform binnenstad, adviesraad detailhandel, horeca overleg platform, et cetera); ondernemers,- werkgevers- en brancheverenigingen; Kamer van Koophandel; KING, VNG, (gesubsidieerde) cultuurinstellingen en verenigingen; interne cultuurbedrijven; onderwijsinstellingen; Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. Afspraken met medeoverheden Bestuursakkoord: kwaliteit van dienstverlening aan ondernemers waar mogelijk verbeteren en regeldruk verminderen door afname administratieve lasten. Gebruik van de e-overheid is hiervoor randvoorwaardelijk. Afspraken met EL&I over WDO: versnelde realisatie (Dordtse Kil IV); herstructurering bestaande terreinen en aanvullend maatregelenpakket (o.a. fly-over A16/N3 en extra aansluiting A16). Regionale afspraken over kantoren, bedrijventerreinen en de detailhandelsontwikkeling. Fonds voor podiumkunsten: subsidiering Hollands Diep; Fonds Cultuurparticipatie: cofinanciering programma cultuurparticipatie. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Werk en Inkomen; Onderwijs; Verkeer en Vervoer; Ruimtelijke Ontwikkeling; Leefbaarheid en Stedelijk Beheer; Milieu en Duurzaamheid; Sport en Recreatie.
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Verbeteren van het vestigings- en ondernemingsklimaat Doelstelling 2: Versterken stedelijk voorzieningenaanbod en de toeristische infrastructuur Doelstelling 3: Versterken aantrekkelijkheid van de stad door de ontwikkeling van een cultuuraanbod dat past bij het karakter van de stad.
Kengetallen
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Streefwaarde
1) Score Dordrecht op ‘economische prestaties’
Bureau Louter (LISA, IBIS, KvK, CBS e.d.)
7,17 / 59e positie (2009)
7,10 69e positie (2011)
Top 70 ranglijst economische prestaties
Tellingen Locatus/Easycount
248.800 (2010, Locatus)(Easycount niet beschikbaar)
248.100 (2011) -
Score boven landelijke trend
2) Bezoekers 2.1) Bezoekersaantallen binnenstad
54
2.2) Aantal toeristische bezoekers
Continu Vakantieonderzoek (CVO)
711.000 (2008)
818.000 (2011)
Score boven landelijke trend
3.1) Oordeel inwoners over culturele voorzieningen
Omnibusonderzoek (OCD)
49% (2009)
38% (2011)
55%
3.2) Cultuurparticipatie
Onderzoek cultuurbereik (OCD)
32% (2009)
-
29%
3) Cultuur
Definitie 1. Score op basis van 41 indicatoren, verdeeld over 4 clusters
Bezoekers 2.1. Aantal passanten in het Dordtse kernwinkelgebied op een doorsnee zaterdag in het voorjaar Gemiddeld druktebeeld kernwinkelgebied op zaterdag van 10.00 – 17.00 uur 2.2. Aantal bezoekers van buiten Dordrecht voor ontspanning en/of plezier 3. Cultuur 3.1. % van de bevolking dat (zeer) tevreden is over de culturele voorzieningen 3.2. % van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden geen enkele geselecteerde voorstelling of evenement heeft bezocht (‘geen interesse’) + % van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden 1-4 keer naar een geselecteerde voorstelling of evenement geweest is (‘weinig interesse’)
Volgende meting 2013
Opmerking Score 2011 gepubliceerd in Elsevier in april 2012; in de vier clusters zit: • structuur bedrijvigheid: aantal banen per 1.000 inwoners, onderscheiden naar tien economische sectoren; • structuur ‘overig’: voorraad bedrijventerreinen en kantoorruimte, opleidingsniveau beroepsbevolking, deel ervan dat werkt, toegevoegde waarde en productiviteit; • groei bedrijvigheid: ontwikkeling van de werkgelegenheid voor tien sectoren; • groei ‘overig’: aantal starters in tien sectoren, nieuwbouw en leegstand kantoren, uitgifte van bedrijventerreinen, groei bevolking en potentiële beroepsbevolking.
2.
2013 Locatus
Tellingen van Locatus maken vergelijkingen met andere binnensteden mogelijk.
2012
Druktebeeld wordt via Easycount gemeten met 6 camera’s in het kernwinkelgebied.
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012.
2013
Tot en met 2009 werd dit gemeten via de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid. Vanaf 2011 wordt het om de twee jaar gemeten via het Omnibusonderzoek Onderzoek uitgevoerd i.k.v. Actieplan Cultuurbereik 2005-2008. Op basis van de mate van bezoek aan culturele voorstellingen en culturele evenementen is een maat voor cultuurbereik samengesteld. Deze maat houdt zowel rekening met het al dan niet bezocht hebben van de voorstellingen en evenementen als met het aantal keer dat ze bezocht zijn.
2013
55
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Verbeteren van het vestigings- en ondernemersklimaat Westelijke Dordtse Oever
In het ‘grote project’ Westelijke Dordtse Oever wordt in 2013 verder gewerkt aan de uitvoering van 8 maatregelen, zoals het verbeteren interne en externe bereikbaarheid, kwaliteitsimpuls bestaand terrein en het ontwikkelen van een aantrekkelijk nieuw terrein. Zie voor verdere informatie hierover het Projectblad Westelijke Dordtse Oever.
Bestemmingsplan Dordtse Kil I, II, III en Amstelwijck west
Bestemmingsplan wordt vastgesteld in 2013.
Herstructurering Merwedehavens – onderdeel van regionale cluster 'Merwede'
In 2013 continueren we de voortgang van bestaande inzet.
Uitvoeringsagenda Economie en Arbeidsmarktbeleid
Uitwerking en realisering van de 7 investeringslijnen in co-creatie met het bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere overheden: • Herstructurering bedrijventerreinen in Deltri-verband • Bevorderen transport schone schepen (LNG/ Schone motor); • Maritieme Campus; • University College; • EcoShape; • Showcase Kop van ’t Land; • Promotie en acquisitie. Zie ook Programma 4 Werk en Inkomen. o initiëren van Werk-naar-Werkbedrijven in de sectoren maritiem, techniek, zorg en toerisme; o initiëren van een Maritieme Campus op het Leerpark voor de verbinding van onderwijs en arbeidsmarkt.
University College EcoShape
University College geeft een krachtige impuls aan de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt op het gebied van water, maritiem en deltatechnologie in het hogere segment. Het gaat een bijdrage leveren aan zowel de vergroting van het “human capital”, als aan de versterking van de economische concurrentiekracht van de regio, als de levendigheid van de binnenstad. Met middelen beschikbaar gesteld vanuit de Kadernota 2013: • gaat een kwartiermaker en een werkorganisatie in 2013 concreet vorm en inhoud geven aan het vestigen van een University College in Dordrecht. Zij hebben de opdracht om een robuust financieel, programmatisch en organisatorisch fundament te leggen onder de bacheloropleiding bestaande uit het verkrijgen van een accreditatie en het samenstellen van een uniek, onderscheidend, aantrekkelijk en kwalitatief onderwijscurriculum; • wordt de entree en één verdieping van het pand De Wereldwaag als startlocatie voor het University College bestemd. Het pand wordt in zowel uitstraling als faciliteiten gereed gemaakt tot een representatieve, eigentijdse en uitnodigende onderwijslocatie voor groepen studenten van de University College. De Wereldwaag zal in de aanloop tot oprichting worden benut voor colleges; • blijft kennisinstituut EcoShape met het innovatieprogramma Building with Nature voor de periode 2013 – 2018 in Dordrecht gehuisvest, waarbij zij zich als onderzoeksinstituut verbindt aan het University College door de kennis uit het innovatieve programma van Ecoshape te vertalen naar onderwijsmodulen. Zie ook Programma 3 Onderwijs.
56
Kantoren Leegstand
Herijking van de regionale kantorenstrategie en herprogrammering van de planvoorraad kantoren is eind 2012 afgerond. Besluitvorming in regionaal verband en uitwerking en follow up volgt in 2013. • Uitvoeren en uitwerken van het in 2012 vastgestelde Actieplan ‘Leegstand’, waaronder transformatiebeleid, tijdelijk gebruik, overleg eigenaren en herintroductie van ‘Wonen boven winkels’. Zie ook Programma 11 Ruimtelijke Ordening. •
Dienstverlening aan ondernemers
Zie Programma 13 Dienstverlening.
Economische positionering, marketing en acquisitie
We zetten in op: langdurige profilering van de (inter)nationaal onderscheidende speerpuntclusters maritiem, zorg en leisure op basis van de nota ‘Uiteindelijk gaat het om de regio’, het beleidskader regionale economische marketing, acquisitie en promotie. De economische marketing en promotie gebeurt in nauwe samenwerking met ROM-D en andere partners, zoals Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), Rotterdam Investment Agency (RIA) en HbR. De focus ligt qua marketing en acquisitie meer op de speerpuntclusters (maritiem en binnenstad). Vanuit het regionaal uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarktbeleid is met maritiem/delta als één van de topsectoren en de economische agenda Zuidvleugel middelen beschikbaar gesteld voor gerichte promotie en acquisitie.
Vanuit het acquisitiefonds zijn incidenteel middelen beschikbaar om strategisch belangrijke bedrijven te behouden en/of nieuwe bedrijven aan te trekken op basis van het kwantitatieve aantal arbeidsplaatsen, de mate van kwalitatief hoogwaardige werkgelegenheid en de meerwaarde voor het imago en aantrekkingskracht van Dordrecht. De continuering van het acquisitiefonds is mogelijk dankzij een bijdrage beschikbaar gesteld vanuit de Kadernota 2013. ROM-D
De regio maakt nadere analyse van nut, noodzaak en financiële positie ROM-D, vervolgens herijking van rol en taak van ROM-D. Vervolgens met de regio specifieke afspraken over de organisatie, over de inzet van personeel en over de bovenregionale economische marketing, promotie en relatiebeheer.
Doelstelling 2: Versterken stedelijk voorzieningenaanbod en de toeristische infrastructuur Convenant Binnenstad
‘Platform Binnenstad’ geeft structurele samenwerking van partijen die allen belang hebben bij een goed functionerende binnenstad. De partijen hebben de afspraken vastgelegd in het ‘Uitvoeringsconvenant Binnenstad’. De gemeente heeft de rol ingenomen van partner. Vanuit het Programma Levendige Binnenstad wordt het Platform ondersteund. In het Convenant staan o.a. de volgende projecten die in 2013 een vervolg krijgen: • Actieprogramma Horeca; • Vereniging Commerciële Eigenaren Onroerend goed Dordrecht – speerpunten functiewijziging, branchering en thematisering, kwaliteit en uitstraling in relatie tot huurprijzen, wonen boven winkels; • Keurmerk Veilig Ondernemen – Binnenstad – initiatief van stichting Centrummanagement; • Ondernemersfonds – implementeren; • Marketing voor de Binnenstad; • Branchering en acquisitie: op basis van het vastgestelde brancheringsrapport vindt gerichte acquisitie plaats op (ontbrekende) winkelketens en horeca; • Duurzame Stedelijke Distributie – Binnenstadservice Dordrecht implementeren; zie ook Programma 6 Milieu en Duurzaamheid; • Aanpak leegstaande commerciële ruimten.
57
Wolff Bioscoop Stadswerven
De opening staat gepland voor het 4e kwartaal van 2013.
Recreatieve verbindingen over water, zoals binnenstad – Biesbosch
Stimuleren en faciliteren van marktinitiatieven gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid van de stad, van de verbinding tussen Stadswerven en de Binnenstad (Circle Line), van de verbinding tussen Binnenstad/Stadswerven en Biesbosch. Voorbeelden: de aanleg van een extra steiger voor de waterbus bij de Ark van Noach; steigers voor sloepen in de stad en het initiatief van de Gebrs. Barone. De aanpak Visbrug kan hierin ook stimulerend zijn.
Toeristische infrastructuur
Stimuleren en faciliteren van marktinitiatieven gericht op het verbeteren van de toeristische infrastructuur in Dordrecht, zoals de Ark van Noach en het Onderwijsmuseum. Soms in samenhang met de regio. In 2013 verrichten we ook nader onderzoek naar rol en betekenis van de plezier- en recreatievaart.
Marketing van de Stad
Jaarlijks te maken afspraken met de Stichting Dordrecht Marketing (inclusief VVV) over doelstellingen en te leveren prestaties op het gebied van toerisme, citymarketing, promotie, evenementen, wonen en werken. Het in 2012 verschenen Merkboek Dordrecht dient als inspiratie voor campagnes (ook door derden) vorm te geven via Merkateliers. Dordrecht Marketing geeft o.a. aandacht aan: • Marketing campagnes: o Corporate campagne: via uitingen als grote billboards langs snelwegen, tv spots, posters op stations wordt aandacht gevraagd voor Dordrecht; o Collectieve culturele campagne: in samenwerking met en medegefinancierd door de culturele instellingen; o Wooncampagne met woondag en woonkrant mede in opdracht van Drechtsteden; o Binnenstadscampagne: onder andere verspreiding van Maggezien in Dordrecht en een ruime regio. • Gast in Eigen Stad: Dordrecht Marketing en de VVV organiseren circa 4 keer Gast in Eigen Stad voor nieuwe inwoners; • De stichting Regionale VVV Zuid-Holland Zuid heeft de opdracht om Dordrecht (en de regio) op toeristisch gebied te promoten. De VVV Zuid-Holland Zuid zet steeds meer nieuwe technieken in om de informatie over de stad en regio op locatie bij de gasten en inwoners te brengen.
Evenementen/Programmering
De doelstellingen voor het evenementenbeleid zijn vastgelegd in de nota ‘Het blijft feest’, in 2008 door de raad vastgesteld. De hierin vernoemde doelstellingen zijn nog steeds actueel: • het heroveren van de positie als een van de vijf meest vooraanstaande evenementensteden van Nederland; • het vergroten van de economische spin-off; • behoud van de vrijwilligerscultuur (mede als sociaal bindmiddel); • het benutten van evenementen als communicatiedrager voor de versterking van positionering en naamsbekendheid; • verhoging van de levendigheid voor bewoners en bezoekers; • het bewaren van het evenwicht tussen overlast en levendigheid, met name in de binnenstad – via de APV en de spelregels Elk jaar wordt door het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) een groot evenement tegen het licht gehouden. Zie ook Levendige Binnenstad. De Sportboulevard ontwikkelt zich steeds meer als locatie voor aansprekende evenementen met een uitstraling naar de stad. De functie van het Jaap Edenplein op de Sportboulevard voor evenementen, zoals het circus, wordt nader bekeken.
58
Doelstelling 2: Versterken stedelijk voorzieningenaanbod en de toeristische infrastructuur Doelstelling 3: Versterken aantrekkelijkheid van de stad door de ontwikkeling van een cultuuraanbod dat past bij het karakter van de stad Levendige Binnenstad
We hebben de ambitie om de binnenstad te blijven ontwikkelen als een vitale en levendige binnenstad met een centrumfunctie voor de hele regio. Daartoe ondernemen we de volgende activiteiten: • in het programma Levendige Binnenstad wordt stevig ingezet op een inhoudelijke programmering waarbij de relatie tussen economie en cultuur, tussen festivals en evenementen en culturele instellingen verstevigd wordt. En waarbij er verbindingen komen met bereikbaarheid, verblijfsklimaat, kwaliteit openbare ruimte en leefbaarheid; • 2020 is de stip aan de horizon die in een samenhangende aanpak als aanjager dient voor onder andere (culturele) infrastructuur en stedelijke, culturele- en evenementen ontwikkeling en programmering. De gemeente speelt een stimulerende rol om samenhang te realiseren en samenwerking met de partners in de stad. Een mijlpaalagenda maakt onderdeel uit van de aanpak; • Op de mijlpaalkalender voor 2013 staat vooralsnog gepland: o Energiehuis Stadswerven: 1e kwartaal; o Movies Hofkwartier: 3e kwartaal; o Paradium III/Achterom/Bagijnhof: 3e kwartaal; o Wolff Bioscoop Stadswerven: 4e kwartaal. • Het programma maakt gebruik van de volgende pijlers: o Programmering: onder andere samenhangende programmering, aandacht voor positionering mijlpalen, locatie Sinterklaashuis; o Gastvrijheid & marketing: onder andere discussie over openingstijden, koopavonden en koopzondagen is afgerond, de ‘gastvrije stad’, ‘ambassadeurs van de stad’, haalbaarheid Dordts UITburo; o Leegstand & branchering: onder andere uitvoering speerpunten VCOD: functiewijziging, branchering en thematisering, kwaliteit en uitstraling in relatie tot huurprijzen, wonen boven winkels; specifieke aandacht voor Visbrug en omgeving, haalbaarheidsonderzoek verplaatsing reguliere markt; o Leesbaarheid & bereikbaarheid: onder andere routing in de stad en naar Stadswerven, routing kernwinkelgebied – havenkwartier; o Jeugd & jongeren: ontwikkeling langs 3 lijnen: voorzieningen, onderwijs en netwerk. • Het Nationaal Onderwijs Museum heeft zich in 2012 in Dordrecht gevestigd tijdelijk in het pand Nieuwe Haven 26. Het museum vestigt zich definitief in Gebouw ‘De Holland’. Met middelen beschikbaar gesteld vanuit de Kadernota 2013 krijgt dit gemeentelijk monumenten, na een grondige verbouwing, weer een aantrekkelijke publieke bestemming. Opening staat gepland 3e kwartaal 2014.
Doelstelling 3: Versterken aantrekkelijkheid van de stad door de ontwikkeling van een cultuuraanbod dat past bij het karakter van de stad Monumenten en archeologie
Monumenten hebben ook een functie en relatie met het culturele-, toeristische- en economische aanbod in de binnenstad. Bezoeken aan Dordrecht worden bevorderd door openstelling van cultureel erfgoed. Daarnaast zoekt Monumentenzorg en Archeologie zoveel mogelijk de publiciteit, al dan niet vanuit samenwerking met de nieuwe cultuurorganisatie, d.m.v. onderwijs, workshops, tentoonstellingen, bijzondere projecten, DiEP magazine en andere publicaties. (Nieuwe) kennis wordt gedeeld door middel van de website, publicaties, lezingen, cursussen en rondleidingen. Zie ook Programma 11 Ruimtelijke Ordening.
59
Cultuurnota
Eind 2011 is de cultuurnota ‘De kracht van het lokale 2.0’ vastgesteld. • De pijlers zijn het cultuurhistorische erfgoed en de podiumkunsten uitgevoerd door respectievelijk de Nieuwe Dordtse Cultuurorganisatie (NDC), Schouwburg Kunstmin/Stichting Energiehuis (‘Huis voor de Podiumkunsten’); • Een deel van de uitvoeringsagenda maakt onderdeel uit van het programma Levendige Binnenstad; • De speerpunten van 2013 zijn daarnaast de herdefiniëring van cultuureducatie, een meer resultaatgerichte invulling van de subsidierelatie met de grotere cultuurinstellingen en het opnieuw vormgeven van het subsidiekader voor Culturele Initiatieven.
Amateurkunst
Parallel aan de herdefiniëring van cultuureducatie wordt het subsidiekader voor de amateurkunst tegen het licht gehouden. Met het amateurveld maken we meer resultaatafspraken, gericht op samenwerking en het genereren van meer eigen inkomsten.
Energiehuis
De officiële opening van het Energiehuis staat gepland voor begin 2013. In 2013 is Dordrecht met het Energiehuis een veelzijdig, levendige, laagdrempelige ontmoetingsplek rijker waar iedereen podiumkunsten kan beleven en creëren. De beheersorganisatie beheert en verhuurt het Energiehuis dusdanig dat de aldaar gehuisveste instellingen zich optimaal kunnen profileren en ontwikkelen, door het stimuleren, initiëren en ondersteunen van samenwerkingsvormen, zowel programmatisch als facilitair. In de subsidierelatie met de gebruikers van het Energiehuis maken we specifieke afspraken, gericht op een gezonde exploitatie, samenwerking en een interessante (bovenregionale) programmering ook in het kader van de Levendige Binnenstad.
Hofkwartier
Centraal staat de programmering in het Hofkwartier. • Filmhuis The Movies gaat in het 3e kwartaal 2013 open; • In het Hof van Dordrecht wordt ‘het verhaal van de geschiedenis van de stad’ op een aantrekkelijke en voor een breed publiek toegankelijke manier verteld. De opening staat gepland in het 1e kwartaal 2015; • De programmering uit de Kunstkerk vindt vanaf 2013 in het Energiehuis plaats onder de noemer MuziekStroom.
Schouwburg Kunstmin
De tweede helft van 2012 is Schouwburg Kunstmin dicht gegaan voor een restauratie. In 2013 wordt de verzelfstandiging verder voorbereid. In de middenzaal van het Energiehuis en op locaties in de stad wordt een deel van de programmering van Kunstmin ingevuld, op die manier blijft de schouwburg zichtbaar voor de stad en haar bezoekers. Heropening staat het 3e kwartaal van 2014 gepland.
Organisatie en bedrijfsvoering
Samenvoegen van kracht en kwaliteit en het zo efficiënt en effectief mogelijk uitvoeren van taken staat centraal bij de ontwikkeling van onze cultuurorganisaties. Aan de orde blijven de volgende ontwikkelingen: • de externe verzelfstandiging van Schouwburg Kunstmin; • de ontwikkeling van de Nieuwe Dordtse Cultuurorganisatie (Dordtse Musea, Erfgoedcentrum DiEP en CBK); • inzicht in de producten die ToBe voor Dordrecht levert.
60
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Economie en Cultuur: € 24,4 miljoen
•
•
Personele budgetten Materiële budgetten
•
Kapitaallasten •
Bedrag Subsidies Bedrag Stelposten
• •
De personele budgetten betreft de formatie van de NDC en Kunstmin, (108 fte) alsmede de gecombineerde ureninzet van een aantal sectoren op het gebied van cultuur en economie (ongeveer 20 fte). Enkele van de grotere materiële budgetten betreffen de bijdrage aan Stichting Dordrecht Marketing/VVV ad € 2 mln, het budget voor Stadsprogramma Arbeidsmarktbeleid ad € 0,4 mln en kosten voor de reguliere exploitatie van de NDC. De subsidies betreft, naast een groot aantal kleinere subsidies op het gebied van cultuur en evenementen, de subsidie aan ToBe voor kunsteducatie ad € 2,3 mln. De kapitaallasten hebben met name betrekking op de kosten van rente en afschrijving voor gebouwen en installaties van de NDC en project Hofkwartier. De inkomsten betreffen met name de opbrengst van de havengelden ad € 3,5 mln en de entreegelden van de NDC ad € 1,1 mln. Tot slot kent dit programma een aantal projecten, waarvan de kosten (nog) niet (geheel) zichtbaar zijn in onderstaande cijfers. Sommige van deze middelen staan begroot in 2012, maar een groot gedeelte van deze projecten kent externe financiering of financiering middels reserves. Voorbeelden van deze projecten zijn het project WDO, project Hofkwartier en de middelen voor de Levendige Binnenstad.
61
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Economie en Cultuur Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
C ulturele educatie
2.416
0
2.416
2.415
0
2.415
2.415
0
2.415
2.415
0
Saldo 2.415
C ulturele subsidies
1.872
237
1.635
1.867
237
1.630
1.967
237
1.730
1.967
237
1.730
Volksfestiviteiten
178
218
-40
178
218
-40
178
218
-40
178
218
-40
Havenexploitatie
1.889
3.465
-1.576
1.843
3.465
-1.622
1.805
3.465
-1.660
1.802
3.465
-1.663 269
Werkgelegenheid Toerisme en Zorg
780
0
780
674
0
674
269
0
269
269
0
Economische innovatie
119
4
115
119
0
119
119
0
119
19
0
19
Binnenstad
349
0
349
347
0
347
163
0
163
163
0
163
3.060
10
3.050
3.060
10
3.050
3.055
10
3.045
3.055
10
3.045
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
456
0
456
453
0
453
445
0
445
445
0
445
Detailhandel en ambulante handel
367
279
88
363
279
84
362
279
83
359
279
80
Droge- en natte bedrijven
105
0
105
85
0
85
84
0
84
84
0
84
Hofkwartier
827
0
827
824
0
824
821
0
821
817
0
817
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.289
160
2.129
3.373
969
2.404
3.375
969
2.406
3.360
969
2.391
C BK
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Dordtse Musea
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
9.691
1.065
8.626
9.571
1.066
8.505
9.674
1.255
8.419
9.652
1.255
8.397
24.398
5.438
18.960
25.172
6.244
18.928
24.732
6.433
18.299
24.585
6.433
18.152
380
311
69
325
311
14
319
311
8
394
311
83
24.778
5.749
19.029
25.497
6.555
18.942
25.051
6.744
18.307
24.979
6.744
18.235
Toerisme en Marketing Marketing Ondersteuning ondernemerschap
Diep Schouwburg Kunstmin
Kunst en geschiedenis Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
62
Programma 6: Milieu en Duurzaamheid Inleiding Binnen het projectenportfolio Duurzaamheid brengen we een belangrijke versnelling aan in de uitvoering van duurzaamheidsprojecten. Duurzaamheid staat inmiddels zowel intern als extern breed op de agenda. Daarnaast zijn belangrijke resultaten behaald samen met onze partners waaronder HVC en de corporaties. Het Restwarmtenet wordt aangelegd en we starten met warmtelevering vanuit tijdelijke centrales. De Energie Coöperatie Dordrecht (ECD) is inmiddels een feit. Met de ECD versnellen we de uitvoering van het energiebeleid. De ECD maakt het mogelijk een brug te slaan tussen de betrokkenheid van inwoners en bedrijfsleven enerzijds en duurzame energie en energiebesparingprojecten anderzijds. Om de afvalscheiding te verbeteren werken we aan nieuwe voorstellen. In 2011 is 5,3 kg/inwoner aan kunststof verpakkingen ingezameld, tegen 4,5 kg in 2010 (in 2010 was het gemiddelde van de vergelijkbare steden 1,3 kg/inwoner). Deze goede prestatie heeft in 2012 geresulteerd in een beloning vanuit de Plastic Hero campagne. Een goede milieukwaliteit is de basis voor een duurzaam Dordrecht. Met de komst van de hybride stadsbussen is het brandstofverbruik van de busdienst en hiermee de emissies naar de lucht met ca. 50% verbeterd. Na een moeizame start draagt ook “walstroom” bij aan de realisatie van zowel geluid- als luchtkwaliteitdoelstellingen. Op het gebied van stedelijke distributie zijn stappen gezet met de introductie van de binnenstadservice Dordrecht, een activiteit uit het regionaal programma Luchtkwaliteit Drechtsteden. Goederen worden buiten de stad afgeleverd en vervolgens in een klein duurzaam voertuig bij de winkeliers afgeleverd. Dit project moet een belangrijke reductie van vrachtverkeer opleveren en de verwachting is dat daarmee een sterke verbetering van het leefklimaat (lucht, geluid, trillingen) in de Binnenstad wordt gerealiseerd. Programma activiteiten Duurzaamheid; waterkwantiteit; waterkwaliteit; waterveiligheid; watergebruik en beleving; energiebesparing; duurzame energieopwekking; afvalscheiding en inzameling; geluidoverlast en sanering; luchtkwaliteit; bodemsanering en nazorg; groen; natuur in en om de stad en ecologie; duurzaam en klimaatbestendig bouwen; natuur- en milieueducatie; omgevingsvergunning en toezicht; externe veiligheid (bedrijven). Context en achtergrond Het treffen van maatregelen en bevordering van milieubewust handelen van inwoners en bedrijven, een bijdrage te leveren aan een leefbaar en duurzaam Dordrecht, gericht op een gezond en veilig wonen en werken, in een aantrekkelijke leefomgeving, te midden van een vitale natuur, zonder de mondiale biodiversiteit aan te tasten of de natuurlijke hulpbronnen uit te putten, hier en nu en elders en later (uit Milieubeleidsplan Dordrecht 2005-2010). Om snel duidelijke resultaten te boeken is wat betreft Duurzaamheid gekozen voor de uitvoering van een ‘Projectenportfolio-Plus’. Wettelijke taken Wet milieubeheer; Natuurbeschermingswet; Flora en Faunawet; Wet bodembescherming; Wet geluidhinder; Waterwet; Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Kaderstellende nota’s Geactualiseerd Milieubeleidsplan Dordrecht; Beleid hogere grenswaarden Wet geluidhinder; Actieplan Geluid 2008-2013; Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015 (geactualiseerd 2012); Beleidsplan Stedelijke Ecologische Structuur 2008-2013; Meerjarenuitvoeringsprogramma Bodemsanering 2010-2015; Waterplan Dordrecht 20092015; Gemeentelijk Rioleringsplan; Energiebeleid Dordrecht, tranche 2009-2013; Afvalbeleidsprogramma 2005-2010; Portfolioplan duurzaamheid.
63
Relevante ontwikkelingen • Vernieuwing geluidwetgeving. • Introductie nieuwe fijn stofnorm. • Omgevingswet: deze gaat onder meer 15 bestaande wetten, waaronder de Waterwet, de Crisis- en herstelwet en de Wet ruimtelijke ordening vervangen. • Werken aan waterveiligheid (onder andere Deltaprogramma en kennisontwikkeling). • Wettelijke aanscherping van energieprestatie-eis voor nieuwbouw. Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ: Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015; Geactualiseerd Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015; Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013; Visie en uitvoeringsprogramma Groenblauwnetwerk; Lobby-dossier Externe Veiligheid; Wateragenda Drechtsteden; Programma externe veiligheid Zuid-Holland Zuid. Ketenpartners HVC; Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid, Corporaties; Waterschap Hollandse Delta; provincie Zuid-Holland; Regio Drechtsteden; Samenwerkingsverband Zuidvleugel. Afspraken met medeoverheden • Het plan van aanpak luchtkwaliteit Dordrecht 2006-2015 maakt onderdeel uit van Geactualiseerd Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015; het regionaal programma maakt onderdeel uit van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Het Rijk heeft hiervoor circa € 4 miljoen aan de Drechtsteden uitgekeerd voor uitvoering. • Het Waterplan Dordrecht is een samenwerkingsafspraak met Waterschap Hollandse Delta. • In het akkoord Zuidvleugel Zichtbaar Groener (2005) hebben de provincie Zuid-Holland, het Rijk en de vijf regiobesturen de voorwaarden vastgelegd om 4.200 hectare nieuwe recreatieve groengebieden te realiseren. • Nieuwe Dordtse Biesbosch: samenwerking tussen Waterschap Hollandse Delta, gemeente Dordrecht, provincie Zuid-Holland, Staatsbosbeheer en Recreatieschap. De uitvoering is in handen van Dienst Landelijk Gebied. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Verkeer en Vervoer; Economie en Cultuur; Ruimtelijke Ordening; Wonen.
Wat willen we bereiken? Centrale ambitie: Verbeteren milieukwaliteit en een duurzamer Dordrecht. Doelstelling 1: Afvalinzameling en nuttig gebruik van afval (hergebruik): in 2015 voldoen aan doelstelling Landelijk Afvalbeheerplan: verhogen van het nuttig (her)gebruik van huishoudelijk afval naar 60%. Doelstelling 2: Bodemsanering: in 2014 zijn alle gevallen van bodemverontreiniging waar de gemeente verantwoordelijk voor is gesaneerd. Doelstelling 3a: Energiebesparing: in 2015 is 11% energiebesparing gerealiseerd. Doelstelling 3b: 3% van de energie wordt duurzaam geproduceerd. Doelstelling 4: Water: het verbeteren van de waterkwaliteit (volgens de Kaderrichtlijn Water), waterkwantiteit (volgens de Nationaal Bestuursakkoord Water-Actueel) en verhogen van de waterveiligheid (volgens de Waterwet en Nationaal Waterplan).
64
Doelstelling 5: Het verbeteren van de Stedelijke ecologische structuur. Doelstelling 6: Luchtkwaliteit: in 2015 voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit. Doelstelling 7: Geluid: het aantal woningen met te grote geluidsbelasting verminderen. Doelstelling 8: Milieubewust gedrag en handelen bevorderden (NMC Weizigt en eigen organisatie).
1
Kengetallen
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde
1) Het aandeel van het totaal aan huishoudelijk afval dat nuttig (her)gebruikt wordt
Netwerk
48,4% (2008)
50,1% (2009) 51,2% (2010) 52% (2011) 1
(+)
60% (2015)
2) Het aandeel gesaneerde locaties van de totale werkvoorraad van locaties die gesaneerd moeten worden
Omgevingsdienst/Gemeente Dordrecht
251 (2010)
59 (2012)/23%
(+)
0 (100% vermindering) (2014)
3.1) Geschat energiegebruik corporatiewoningen voor ruimteverwarming
Trivire, Woonbron
100% (2009)
-
(nvt)
90% (2015)
3.2) Verwachte energiebesparing die bereikt wordt door afgesproken ambities en energiemaatregelen door burgers en ondernemingen
Gemeente Dordrecht/HVC/Da Vinci
4,4 PJ/jaar (100%; 2009)
-
(nvt)
90% (2015)
3.3) Het aantal woningen dat aangesloten is op een nog aan te leggen warmtenet, dat gebruik maakt van restwarmte bij bedrijven
HVC/Eneco
0 (2009)
-
(nvt)
3.000 (2015)
3.4) Percentage duurzaam geproduceerde energie
Gemeente Dordrecht
0% (2009)
-
(nvt)
3% (2015)
7) Aantal woningen met een geluidsbelasting (aan de gevel boven de plandrempel van 65 dB(A)
Gemeente Dordrecht
1.226 (2006)
-
(nvt)
0 (2020)
8) Aantal leerlingen dat gebruik maakt van de educatieve programma’s van NMC Weizigt
NMC Weizigt
20.150 (2011)
(nvt)
20.000 jaarlijks
Op basis van de eerste 9 maanden van 2011.
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1) Percentage nuttige toepassing van het totaal aan huishoudelijk afval
2013
Uit Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021.
2) Percentage gesaneerd/beheerst van werkvoorraad bodemverontreinigingen
2013
De werkvoorraad is door het uitvoeren van aanvullende onderzoeken, screening van bodemrapporten en uitgevoerde saneringen teruggebracht tot 59 locaties.
3.1) Geschat energiegebruik corporatiewoningen voor ruimteverwarming
2013
In kader van PALT-afspraken (prestatie afspraken lange termijn); berekening op basis van kengetallen van geplande en gerealiseerde energiemaatregelen.
65
3.2) Energiebesparing aan de hand van afgesproken ambities en energiemaatregelen door burgers en ondernemingen
2013
Nulmeting 'masterplan duurzame energie Dordrecht' energiegebruik Dordrecht minus in Dordrecht opgewekte duurzame energie, exclusief transportbrandstoffen en oliederivaten.
3.3) Aansluitingen restwarmtenet
2013
Aantal woningen/woonequivalenten waarover tussen HVC/Eneco, corporaties en ontwikkelaars contract voor aansluiting op restwarmte is gesloten.
3.4) Percentage energie duurzaam opgewekt
2013
Het gaat hierbij om zekere plannen (besluitvorming voorbij) en gerealiseerd vermogen.
7) Aantal woningen met een gevelbelasting > 65 db(A)
2013
Betreft berekeningen in kader van de actualisatie geluidbelastingskaarten in 2012.
8) Aantal leerlingen dat educatieve programma’s NMC Weizigt volgt
2013
Het NMC Weizigt wil met haar educatieve programma’s jaarlijks circa 20.000 leerlingen bereiken.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Centrale ambitie: Verbeteren milieukwaliteit en een duurzamer Dordrecht (doelstelling 1 tot en met 8) Uitvoeren Afvalprogramma 2005-2010 en actualiseren afvalprogramma
Op basis van de discussie met de raad, in het najaar van 2012, wordt het vervolg bepaald.
Uitvoering meerjarenuitvoeringsprogramma bodemsanering 2010-2014
We saneren alle spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging waar de gemeente verantwoordelijk voor is.
We saneren drie resterende locaties: polder Stededijk, WWC Wieldrechtsezeedijk (fase 2) en Kilkade 7.
Uitvoering Energieprogramma 2009-2013 (deels in samenwerking met de Drechtsteden)
De corporaties realiseren 2% energiebesparing per jaar. Voor 2013 betekent dit dat corporaties een monitoringsrapportage aanleveren. Deze wordt in het portefeuilleoverleg met de corporaties besproken. In 2013 neemt OZHZ de energiedoelstellingen mee bij vergunningverlening en handhaving, conform afspraken gemaakt in 2011: branchegerichte aanpak (zorginstellingen, supermarkten en voortgezet onderwijs) en gericht op grootverbruikers. Dordtse Kil IV wordt energieneutraal ontwikkeld. De aanvraag voor de omgevingsvergunning voor de plaatsing van de vier windmolens is in behandeling genomen. Het bestemmingsplan dient plaatsing verder mogelijk te maken. We realiseren kansen voor verduurzaming bij de Westelijke Dordtse Oever (WDO). In 2012 is een subsidieaanvraag (EFRO) ingediend voor uitbreiding (dimensionering pijpen) van het warmtenet naar WDO. In 2013 en 2014 wordt het warmtenet naar Dordrecht-West aangelegd. Daarna is het doortrekken en restwarmtelevering binnen WDO mogelijk bij voldoende deelname van bedrijven. In 2012 is gestart met de actualisatie van de nota Grootschalige Windenergie (2005). De ruimtelijke afweging en inpassing van nieuwe locaties (uit provinciale nota Wervelender) vindt plaats in het kader van de herijking van de Dordtse Structuurvisie. De herijking van het wind(molen)beleid wordt in 2013 afgerond.
66
Uitvoering Waterplan Dordrecht 2009-2015
Om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water/Nationaal Bestuursakkoord Water geven we uitvoering aan het maatregelplan. Wegens financiële problemen bij Waterschap Hollandse Delta zijn de jaarschijven van voorgaande jaren doorgeschoven naar 2013. We realiseren daarom de jaarschijven 2013 en 2011/2012. Dit betreft onder meer: vergroten duikers in Nassauvijvers, Weizigtpark en Reeland; onderzoek verbetering waterkwaliteit Park Merwesteijn. Daarnaast worden de ontwikkelde resultaten uit het in 2012 afgeronde MARE project verder in de praktijk gebracht. Het gaat daarbij om een methode voor wateroverlast door regenval en een integrale waterveiligheidsstrategie voor het hele ‘Eiland van Dordrecht’ met optimaal inzetten van de mogelijkheden van de meerlaagsveiligheid benadering.
Participatie Deltaprogramma RijnmondDrechtsteden
De Drechtsteden werken mee aan de ‘gebiedsgerichte aanpak’ van deltadeelprogramma Rijnmond Drechtsteden. De Alblasserwaard en Dordrecht zijn aandachtgebieden met een waterveiligheidsopgave richting de toekomst. Met deze gebiedsgerichte aanpak ontwikkelen partijen uit de regio (Dordrecht en Drechtsteden) zelf een ‘gebiedsgerichte strategie’ die aansluit bij de lokale karakteristieken van dat gebied.
Uitvoeringsprogramma Stedelijke Ecologische Structuur (2009-2013)
Realisatie van in totaal 56 projecten tot en met 2013. Realisatie van circa 10 projecten in 2013, zoals onder meer faunapassages en -voorzieningen in Sterrenburg en Dubbeldam. Projecten zijn gericht op versterking van de stedelijke ecologische structuur en het oplossen van knelpunten.
Uitvoering Plan van aanpak luchtkwaliteit 20062015 (onderdeel van Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015)
Het Plan van aanpak hangt sterk samen met de activiteiten uit het programma Verkeer en Vervoer en is gericht op doorstroommaatregelen Glazenplein-Laan der VN-Dokweg en doorstroommaatregelen Sumatraplein-Merwedestraat. Oprichting Binnenstadservice Dordrecht: 2012 stond in het teken van de zoektocht naar een ondernemer, lokatie en klanten. Bij een positief verloop zal in 2013 uitrol van BS plaatsvinden; de gemeente faciliteert en ondersteunt de ondernemer daarbij onder meer op het gebied van communicatie en PR. Duurzame mobiliteit: medio 2012 is traject ingegaan om uiterlijk 1 november als Drechtsteden een Lean and Green award te ontvangen; in dat kader worden in 2013 zowel regionaal als lokaal projecten/ activiteiten uitgevoerd met/en door bedrijven op het gebied van duurzame mobiliteit, gericht op schoner en duurzamer vracht en woon-werkverkeer.
Uitvoering Actieplan Geluid 2010-2013/ autonome geluidsanering
In 2012 wordt het net van oplaadpunten aangelegd: na het door HVC in 2011 gerealiseerde oplaadpunt een uitbreiding met tenminste vijf laadpunten met 10 aansluitingen. De eerste ervaringen met deze laadpunten zijn in 2013 bekend. Bij energieadvisering aan bestaande bouw wordt waar nodig akoestische maatregelen betrokken (integraal advies). Opstellen Actieplan geluid, gebaseerd op de Geluidbelastingskaarten 2012. Vaststelling uiterlijk 18 juli 2013. In 2012 is bij het ministerie van I&M subsidie aangevraagd voor de aanpak van oude weigeraars niet zijnde Alijstwoningen. Als subsidie wordt toegekend wordt in 2013 een start gemaakt met het aanschrijven en afhandelen van deze oude weigeraars.
Afspraken maken met de Milieudienst
In 2013 wordt energie in vergunningverlening en toezicht meegenomen.
Uitvoeren Projectenportfolio-Plus Duurzaamheid
Op 6 juli 2012 is de Energie Coöperatie Dordrecht (ECD) formeel opgericht. De ECD richt zich op advisering over en stimulering van de toepassing van duurzame energiebronnen voor Dordrecht. Met de ECD wordt de uitvoering van het energiebeleid versneld. De ECD slaat een brug tussen de betrokkenheid van inwoners en bedrijfsleven enerzijds en duurzame energie en energiebesparingprojecten anderzijds. In 2012 is gestart met het project energiebesparing bestaande woningbouw. Dit wordt in 2013 voortgezet. Voor het
67
opwekken van duurzame energie is in 2012 een tweetal opties verder uitgewerkt: • zonne-energie voor gemeentedaken • grootschalige windenergie. In 2013 wordt met de uitvoering van zon op gemeentedaken gestart Restwarmtenet: Aanleg van de hoofddistributieleidingen van het warmtenet in 2012, 2013 en 2014. Start van warmtelevering vanuit tijdelijke warmtecentrales in 2012. Start van warmtelevering vanuit de afvalcentrale vanaf eind 2013/begin 2014. Aansluiting van gemeentelijke gebouwen (Kunstmin, Energiehuis, Regiokantoor) en nieuwbouwprojecten (Stadswerven alle deellocaties, Sportboulevard, Gezondheidspark, Maasterras, Zuidhof, Leerpark) op het restwarmtenet. Afspraken over stoomlevering van HVC aan Dupont. De Duurzaamheidsfabriek biedt plaats aan 5300 m2 bedrijfsruimte, met plek voor laboratoria, ateliers, werk- en ontmoetingsplekken. In 2013 is de fabriek volop in bedrijf. De betrokken bedrijven hebben hun installaties ingebouwd. In het begin van het jaar zullen ook de opleidingen technologie van Da Vinci overgaan en werken (en leren) vanuit de Duurzaamheidsfabriek. Voor de Nieuwe Dordtse Biesbosch (NDB) is een overeenkomst opgesteld met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de provincie Zuid-Holland, waarin de realisatie van in totaal 530 ha natuur en recreatiegebied is vastgelegd. In 2013 vindt de uitwerking plaats van de ‘brede’ aanpak van het duurzaam bezoekersmanagement dat via allerlei methodes bezoekers stuurt, uitdaagt en inspireert. We bouwen weliswaar nog een nieuw informatiecentrum, maar zetten daarnaast vooral in op hedendaagse informatiekanalen, voorbeeldondernemers en -locaties (Green Key), nieuwe routes, et cetera. Ook elektrisch vervoer (boot, fiets) wordt gestimuleerd door het plaatsen van de benodigde oplaadpunten. Plus activiteiten: Visie & communicatiestrategie: uitvoering van activiteiten beschreven in Jaarplan communicatie duurzaamheid. We zetten een breed instrumentarium aan communicatiemiddelen in om regelmatig de aandacht te vestigen op duurzaamheid zoals persberichten, gemeentenieuws, website, Dordt Duurzaam (Twitter en website) en diverse interne en externe kanalen (als Dordt Onderneemt, ondernemersverenigingen, MVO netwerk). Educatie en gedragsverandering (vanuit Duurzaamheidscentrum Weizigt): • Inwoners: faciliteren minimaal vier Duurzaamheidscafé’s, wijkgerichte activiteiten bijv. Week van Dordrecht Schoon, duurzaamheidsvoorlichting, buurtmoestuinen; bezoekers Stadsboerderij: 100.000. • Bedrijfsleven: minimaal 3 bijeenkomsten MVO Bedrijvennetwerk Drechtsteden, onderzoeken mogelijkheden aanbieden MVO-cursussen, MVO-award. • Onderwijs: uitvoering educatief aanbod (lessen, projecten, excursies) voor primair en voortgezet onderwijs binnen de Drechtsteden. Monitoring: zichtbaar maken van de behaalde resultaten o.a. door middel van een duurzaamheidsdashboard. Interne verduurzaming: • Breed Duurzaamheidsoverleg • Workshops Duurzaam bouwen en inrichten, workshops duurzaam inkopen Voortzetting activiteiten/projecten zoals beschreven in Actieplan Interne Duurzaamheid, o.a. verduurzamen inkoop, gemeentelijk vastgoed, energie, bedrijfsafval en vervoer.
68
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten. •
Programma Milieu en Duurzaamheid: € 18,5 miljoen •
Personele budgetten
•
Materiële budgetten •
Bijdragen aan GR'en •
Kapitaallasten Bedrag Stelposten
•
Personele budgetten betreft de formatie van NMC Weizigt ad € 1,2 mln (16 fte), uren voor afval- en milieucontroles ad € 1 mln (12 fte) en ureninzet op het gebied van milieu- en afvalbeleid (9 fte). De materiële budgetten betreffen met name kosten voor afvalinzameling ad € 11,5 mln,, exploitatiemiddelen Stadsboerderij ad € 0,3 mln; kosten Stedelijke Ecologische Structuur (SES) ad € 0,2 mln (t/m 2013) en voor programma Duurzaamheid ad € 0,2 mln (t/m 2014). De bijdrage aan GR'en hebben betrekking op de bijdrage aan de Milieudienst ad € 1,6 mln, de inwonerbijdrage milieu aan ZHZ ad 0,5 mln en de begrote kwijtschelding afvalstoffenheffing ad € 1 mln. De kapitaallasten betreffen met name de kosten van rente en afschrijving voor ondergrondse afvalcontainers en de stadsboerderij; De inkomsten op dit programma betreffen de opbrengst van de afvalstoffenheffing ad € 12,9 mln, milieucontroles voor derden ad € 0,2 mln. en inkomsten die NMC Weizigt genereert ad € 0,2 mln. Tot slot kent dit programma een aantal projecten, waarvan de kosten (nog) niet (geheel) zichtbaar zijn in onderstaande cijfers. Sommige van deze middelen staan begroot in 2012, maar een groot gedeelte van deze projecten kent externe financiering van de provincie of Rijkswaterstaat en lopen dus niet over de Dordtse begroting. Voorbeelden van deze projecten zijn De Nieuwe Dordtsche Biesbosch en het algemene Bodemsaneringsprogramma.
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Milieu en Duurzaamheid Product Afvalinzameling en verwerking Milieubeheer Ecologie Natuur- en Milieucentrum Duurzaamheid Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
Begroting 2013 Lasten
Baten
13.024 3.092
Begroting 2014 Saldo
Lasten
Baten
12.842
182
13.021
174
2.918
3.016
Begroting 2015 Saldo
Lasten
Baten
12.842
179
13.018
174
2.842
3.004
Begroting 2016 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
12.842
176
13.009
12.842
167
174
2.830
3.004
174
2.830
229
0
229
22
0
22
22
0
22
22
0
22
1.939
281
1.658
1.926
281
1.645
1.921
281
1.640
1.915
281
1.634
239
0
239
239
0
239
60
0
60
60
0
60
18.523
13.297
5.226
18.224
13.297
4.927
18.025
13.297
4.728
18.010
13.297
4.713
0
486
-486
0
482
-482
0
479
-479
0
470
-470
18.523
13.783
4.740
18.224
13.779
4.445
18.025
13.776
4.249
18.010
13.767
4.243
69
Programma 7: Maatschappelijke Voorzieningen Inleiding De basis voor alle maatschappelijke voorzieningen in Dordrecht is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Op 20 maart 2012 is het Wmo-beleidsplan 2012-2014 door de raad vastgesteld. Dit plan geeft het kader voor de uitvoering van beleid in 2013. Speerpunten zijn de inzet vanuit de samenleving, waarop het nieuwe Wmobeleidsplan is gestoeld (vrijwillige inzet, mantelzorg), welzijn nieuwe stijl met een nieuwe visie op buurtwerk en een strategische visie op Maatschappelijke zorg. Met deze inzet bieden we ondersteuning en/of zorg aan mensen die dit nodig hebben. Doel daarbij is hun zelfredzaamheid en participatie in de samenleving te vergroten. Een goede invulling van het geschetste kader voor de uitvoering van de Wmo is voorwaardelijk om de decentralisatie van de AWBZ begeleiding met ingang van 2014 uit te kunnen voeren. De verwachting is dat deze decentralisatie, die met de val van het kabinet in 2012 controversieel is verklaard, onder een nieuw kabinet doorgang vindt. De in 2012 gestarte voorbereiding voor de uitvoering, krijgt in 2013 een vervolg. De Stichting Mee Drechtsteden (samenvoeging van delen van de DWO en Mee) geeft in 2013 met haar dienstverlening inhoud aan Welzijn nieuwe stijl. Ook het nieuwe accommodatiebeheer maakt onderdeel uit van Welzijn nieuwe stijl. De gemeente gaat de gemeentelijke wijkaccommodaties beheren, en bemiddelt via een gemeentelijke website in het beschikbaar stellen van meer accommodaties voor maatschappelijke doeleinden aan burgers en instellingen. De pilot Sociaal Wijkteam in Wielwijk wordt verbreed naar andere delen van de stad. We willen voorkomen dat mensen in de meervoudige zorg terechtkomen (preventie). Toch blijven er altijd mensen die op enig moment opgevangen moeten worden omdat ze (tijdelijk) nergens anders terecht kunnen. Het is niet voldoende deze mensen bed, bad en brood te bieden. De gemeente ziet het als haar verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat deze mensen zo snel mogelijk – met behoud van zoveel mogelijk zelfstandigheid – verder kunnen zonder opnieuw grote risico’s te lopen op straat te belanden. Daarbij is er ook zorg voor een goede re-integratie van mensen die momenteel in de opvang en in begeleiding verblijven (nazorg). Deze geschetste werkwijze is toegepast bij de doorontwikkeling van de Centrale Toegang en de Taskforce Overlast. Resultaat is een model voor ketensamenwerking voor mensen met complexe multiproblematiek (die vaak ook overlast geven). Dit model is in 2013 voor overlastgevers volledig operationeel en wordt uitgebreid naar andere doelgroepen. De medio 2012 gevormde nieuwe ‘GR publieke gezondheid en jeugd’ heeft in haar begroting 2013 de doelstellingen en activiteiten benoemd voor de publieke gezondheid. De GGD geeft daar uitvoering aan. Programma activiteiten Individuele maatschappelijke voorzieningen; Maatschappelijke ondersteuning; Wijkaccommodaties; Integratie; Bibliotheek; Maatschappelijke opvang; Vrouwenopvang; Zorgregie; Opdrachtverlening aan de GGD (GR publieke gezondheid en jeugd); Bestuurlijke afspraken met coöperatie VGZ over samenwerking in preventie en zorg. Context en achtergrond De opgaven moeten met minder middelen gerealiseerd worden. De verlagingen van de decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang/Verslavingszorg en het budget voor Wmo/hulp bij het huishouden, werken door in 2013. De overkomst van de AWBZ begeleiding naar de gemeente gaat gepaard met een aanzienlijke budgetkorting. Wettelijke taken Wmo; Wet publieke gezondheid.
70
Kaderstellende nota’s Wmo beleidsplan 2012-2014; Beleidskader Wmo Drechtsteden 2006; Hulp voor de Helpers: nota mantelzorgondersteuning Dordrecht 2009-2010; Zorg voor elkaar, Plan Maatschappelijke Zorg Zuid-Holland Zuid 2011-2014 als onderdeel van het Wmo beleidsplan (vaststelling eind 2011); Besluitvorming hostelvoorziening; Besluitvorming capaciteit vrouwenopvang; Taskforce overlast; Nota gezondheidsbeleid (plan 2011-2014 in voorbereiding); Bibliotheekvisie Trefpunt Kennis en Informatie 2005; Allemaal Dordtenaren, Beleidskader Participatie Dordtse Migranten 2011-2014. Relevante ontwikkelingen • Maatschappelijke ontwikkelingen: vergrijzing, individualisering, extramuralisering, toenemend beroep op eigen/persoonlijke verantwoordelijkheid; • Regelgeving: decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ, decentralisatie jeugdzorg; • Financieel: nieuw verdeelmodel decentralisatie-uitkering MO/VO/OGGZ per 2010: nadeel centrumgemeente Dordrecht oplopend tot € 0,825 miljoen in 2013; • Financieel: nieuw verdeelmodel Wmo per 2011: nadeel op Hulp bij het huishouden; • Financieel: nieuw landelijk verdeelmodel voor de vrouwenopvang is in voorbereiding. Ingangsjaar en consequenties voor Dordrecht zijn nog onbekend. Aanpak in Drechtstedenverband Beleid/uitvoering van de individuele voorzieningen van de Wmo en de uitvoering van het programma is grotendeels belegd bij de SDD. Decentralisatie begeleiding wordt ook in Drechtstedenverband voorbereid. Beleid voor de Maatschappelijke Zorg richt zich op de Drechtsteden en Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. De uitvoeringsregie hiervoor is grotendeels belegd bij de GGD. Ketenpartners Stichting Mee Drechtsteden; Zorgaanbieders (V&V, GGZ, GZ, gezondheidszorg); Vrijwilligersorganisaties; MEE; Zorgkantoor/zorgverzekeraar; Bibliotheek A tot Z; Opvangorganisaties (Leger des Heils, Rivas, Blijf van m’n Lijf, Yulius, Bouman GGZ), Veiligheid/Justitiële organisaties: OM, politie, DJI, Reclassering. Woningcorporaties Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Jeugd (Wmo); Veiligheid (MZ); Werk en Inkomen (Wmo/vrijwillige inzet); Dienstverlening (Wmo-loket).
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Bevorderen maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van mensen die dit nodig hebben. Doelstelling 2: Bevorderen van samenwerking tussen ketenpartners in verslavingszorg, openbare geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke opvang ten behoeve van mensen met complexe meervoudige hulpvraag. Doelstelling 3: Gezondheidsbevordering door preventie, wijkgerichte aanpak en integrale benadering.
Kengetallen
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde
1.1) Deelname vrijwilligerswerk
Participatiemonitor (OCD)
32% (2009)
-
(nvt)
32% (2013)
1.2) Lidmaatschap organisatie of vereniging
Participatiemonitor (OCD)
76% (2009)
-
(nvt)
76% (2013)
1.3) Geven van mantelzorg
Participatiemonitor (OCD)
18% (2009)
-
(nvt)
20% (2013)
71
2.1) Aantal feitelijke daklozen (inclusief zwerfjongeren)
Monitor Maatschappelijke Zorg (GGD)
432 (2009)
250 (2010)*
afname met 10%
2.2) Aantal residentieel daklozen (inclusief zwerfjongeren)
Monitor Maatschappelijke Zorg (GGD)
240 (2009)
187 (2010)*
afname met 10%
2.3) Aantal zwerfjongeren
Monitor Maatschappelijke Zorg (GGD)
138 (2009)
93 (2010)*
afname met 10%
2.4) Aantal overlastgevers
Monitor Maatschappelijke Zorg (GGD)
127 (2009)
227 (2010)*
afname met 10%
2.5) Aantal verslaafden
Monitor Maatschappelijke Zorg (GGD)
1.400 (2009)
-
(nvt)
afname met 10%
3) Ervaren gezondheid
Gezondheidsenquête (GGD)
15% (2009)
-
(nvt)
15% (2013)
N.B.: kengetallen voor 2.1 tot en met 2.4 betreffen de regio Zuid-Holland Zuid waarbinnen Dordrecht centrumgemeente is. Een uitsplitsing van de cijfers op lokaal niveau is bij deze doelgroepen niet mogelijk. Het overgrote deel van deze groepen verblijft in Dordrecht, waardoor de nagestreefde daling met name in Dordrecht merkbaar is. * De cijfers 2010, afkomstig uit de monitor Maatschappelijke Zorg, geven geen volledig beeld omdat de partnerinstelling Yulius de gegevens niet volledig heeft aangeleverd.
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1.1) % van de bevolking dat wel eens vrijwilligerswerk doet
2013
De landelijke trend is een afname.
1.2) % van de bevolking dat lid is van een organisatie of vereniging
2013
1.3) % van de bevolking dat het afgelopen jaar mantelzorg heeft gegeven
2013
Stijging in verband met ontwikkelingen in de zorg.
2.1 t/m 2.5) definities op basis van omvangschatting van de doelgroep Maatschappelijke Zorg
2012
De gegevens 2010 zullen vergelijkbaar zijn met de gegevens 2012
3) % van de bevolking dat de eigen gezondheid als matig of slecht beoordeelt
2013
Ervaren gezondheid is al jaren stabiel.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Bevorderen maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van mensen die dit nodig hebben. Individuele maatschappelijke voorzieningen
Beleid/uitvoering van de individuele voorzieningen van de Wmo en de uitvoering van het programma is grotendeels belegd bij de SDD. Om de druk op deze voorzieningen te beperken wordt in 2013, zowel regionaal als in Dordrecht, geïnvesteerd in de Kanteling van de Wmo (ofwel: beroep op eigen kracht van inwoners en de samenleving).
Decentralisatie AWBZ begeleiding
De decentralisatie van AWBZ begeleiding wordt (ondanks de controversieel verklaring door de Tweede Kamer, mei 2012) naar verwachting met aangepast tijdspad door een nieuw te vormen Kabinet doorgezet. Daarom wordt de huidige regionale aanpak zoals vastgelegd in de ‘bestuursopdracht extramurale begeleiding’
72
onverminderd doorgezet, met dien verstande dat de planning wordt aangepast aan de nieuwe realiteit en dat een aantal onderwerpen (o.a. PGB, aanpassing Wmo verordening) tijdelijk wordt geparkeerd. Op deze wijze kan het beleidsontwikkelingsproces tijdig worden afgerond, zodat in het 1e kwartaal 2013 lokale besluitvorming op visie en beleid kan plaatsvinden en het implementatietraject tijdig kan worden ingezet (vooralsnog uitgaande van invoering op 1 januari 2014). Maatschappelijke Ondersteuning
Collectieve en individuele ondersteuning kwetsbare groepen 2013 is het eerste jaar waarin door MEE-drechtsteden (Perceel sociaal cultureel werk van DWO samen met cliënt- en mantelzorgondersteuning van MEE) gestart wordt met het nieuwe dienstverleningsconcept, gericht op het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid van mensen met een beperking. De vernieuwde diensten sluiten aan op het nieuwe WMO beleidsplan en de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl en de Kanteling. Zowel het collectieve als het individuele ondersteuningsaanbod richt zich op de kwetsbare groepen in Dordrecht. In de werkwijze staan eigen kracht, het benutten van het sociaal netwerk en het organiseren van ondersteuning dichtbij de burger, op wijk niveau samen met professionals uit andere disciplines Mantelzorgondersteuning Het beleid gericht op mantelzorgondersteuning wordt vooruitlopend op de decentralisatie van extramurale begeleiding AWBZ, doorontwikkeld. Het beleid is gericht op het voorkomen van overbelasting bij mantelzorgers door: 1. versterken van eigen kracht van mantelzorgers door het versterken van het sociaal netwerk van mantelzorgers, met ondersteuning van vrijwilligers en nuttige verbindingen met hulpverlening; 2. we organiseren een goede informatie en adviesfunctie over de mogelijkheden om mantelzorgers te ontlasten; 3. mantelzorgondersteuning wordt ingebed in de nieuwe organisatie voor maatschappelijke ondersteuning MEE Drechtsteden; 4. vergroten van de bewustwording bij mantelzorgers en eerstelijnszorg. Vrijwilligerswerk Het gemeentelijke beleid ten aanzien van vrijwillige inzet (onderdeel van het Wmo-beleidsplan 2012-2014), is gericht op: • het benutten van ontwikkelingen om het vrijwilligerswerk verder te ontwikkelen; • het interesseren van meer vrijwilligers voor het bieden van maatschappelijke ondersteuning; • het ontwikkelen van een ondersteuningsaanbod dat gericht is op de vraag van nieuwe vrijwilligers; • het bevorderen van het gebruik van nieuwe media; • het verhogen van de competenties en ontplooiingsmogelijkheden voor vrijwilligers (vrijwilligersacademie); • het aantrekkelijk maken van het vrijwilligerswerk voor de scholieren in het kader van de maatschappelijke stage, zodat een groot deel van deze scholier later vrijwilligerswerk doen. De uitvoering vindt plaats door Stichting Mee Drechtsteden en de SSKW. Deze twee organisaties hebben op aandringen van de gemeente een Agenda Vrijwillige Inzet ontwikkeld waarin afbakening en samenwerkingsafspraken zijn opgenomen. Projecten maatschappelijke ondersteuning Binnen de Wmo ondersteunt de gemeente een aantal projecten die een bijdrage leveren aan de doelstellingen
73
participatie en zelfredzaamheid van met name kwetsbare groepen (o.m. Verlengde keten dementie, Wijk voor wijk, wijkleerbedrijf Helpende Handen Sterrenburg). Door deze projecten wordt in 2013 verder gewerkt aan vernieuwing en verbreding, passend binnen de ontwikkelingen Kanteling Wmo, decentralisatie AWBZ begeleiding en werken naar vermogen (met name groep 3). De pilot Sociaal Wijkteam Wielwijk wordt bij een positieve evaluatie eind 2012, in 2013 verbreed naar andere delen van de stad. Incidentele participatie-initiatieven Ook in 2013 is er ruimte om subsidie te verlenen aan initiatieven die als doel hebben de maatschappelijke participatie en zelfstandigheid van de doelgroep van de Wmo te bevorderen. Bij de beoordeling van de aanvragen weegt de betrokkenheid van verschillende lokale organisaties, instellingen en maatschappelijke actoren mee bij de uitvoering van de activiteiten. Ook de actieve inzet van de samenleving (vrijwillige inzet, informele zorg), het innovatieve karakter en de voorbeeldwerking zijn van belang. Maatschappelijke dienstverlening De diensten van Vivenz – voorheen Maatschappelijk Welzijn (= maatschappelijk werk) – zijn gericht op ondersteuning van de kwetsbare burger en het bieden van psychosociale ondersteuning voor de lichtere problematiek ter voorkoming van zwaardere zorg. Door de zorg dichtbij in de buurt/wijk te organiseren wordt gerichte ondersteuning geboden aan kwetsbare mensen. Vivenz is zichtbaar aanwezig in de stedelijke netwerken om op basis van signalen actief mensen te benaderen waar zorg over is. Vivenz ontwikkelt zich tot een organisatie waarbij het eigen kracht principe en zelfregie de belangrijkste uitgangspunten zijn. De medewerkers worden in 2013 allen geschoold in de veranderde attitude. Hulpverlening is niet het uitgangspunt, maar coachen van de eigen kracht van de burger en het betrekken van het netwerk voor eventuele ondersteuning. De professionals van Vivenz werken in de front-office en werken vanuit een generalistische visie en hebben hiervoor de benodigde competenties ontwikkeld. Wijkaccommodaties
In 2013 wordt de hervorming van het voormalige perceel beheer en exploitatie accommodaties, verder vormgegeven. Met ingang van 2013 is de gemeente verantwoordelijk voor de exploitatie en het beheer van een 5-tal gemeentelijke wijkaccommodaties en participeert de gemeente in de Prinsemarij. De wijkaccommodaties vormen de uitvalsbasis voor de dienstverlening van MEE-Drechtsteden en andere partners die in de wijken actief zijn. Naast deze dienstverlening vormen de wijkaccommodaties een plek waar leer-werktrajecten, communityjobs, vrijwilligers en professionals samen komen. De accommodaties bieden ook ruimte voor nieuwe maatschappelijke initiatieven. Om bij te dragen aan een efficiënte verhuur en programmering van accommodatie(s) met maatschappelijke doeleinden als bestemming, zoals wijkaccommodaties, sport- en spelzalen en onderwijsruimte, wordt het voor burgers en instellingen mogelijk om via de gemeentelijke website breed inzicht te krijgen in de beschikbare accommodaties met bijbehorende tarieven. Tevens kan men via deze portal direct een verzoek indienen wanneer men een accommodatie wenst te huren.
Participatie Dordtse migranten
Ook in 2013 worden activiteiten ondernomen in het kader van de uitvoering van ‘Allemaal Dordtenaren, Beleidskader Participatie Dordtse Migranten 2011-2014’. In dit beleidskader zijn beleidsdoelen en maatregelen opgenomen ter bevordering van participatie van migranten in de sectoren zorg, onderwijs en arbeidsmarkt. Interculturalisatie is een belangrijk uitgangspunt bij de realisatie van de beleidsvoornemens: algemene voorzieningen
74
dienen meer open en toegankelijk te zijn voor iedere Dordtenaar; tegelijkertijd worden migrantengroepen gevraagd daarbij een belangrijke rol te spelen in ‘twinnings’ met de algemene instellingen. De migrantengroepen worden daartoe gefaciliteerd via hun organisaties, de migrantenzelforganisaties (MZO’s), die vervolgens aanspraak kunnen maken op gemeentelijke subsidie. De kern van de aanpak van participatie van migranten kan worden onderscheiden in drie aanpakmethodieken: 1. twinnings; 2. netwerkbenadering; 3. inclusief maken van beleid. Vanaf 2013 vallen de rijksmiddelen voor Antillianenaanpak weg. We hebben besloten om de gemeentelijke middelen voor de aanpak in 2013 en 2014 in te zetten op: • Taskforce Colijnstraat; • nazorg ex-gedetineerden; • stedelijke aanpak Integraal casemanagement; • school maatschappelijk werk. Bibliotheek
Vanaf 2012 wordt de businesscase (BC) van de bibliotheek A tot Z in uitvoering gebracht. De BC voorziet in vernieuwend en ‘toekomstbestendig’ bibliotheekwerk met een nieuw dienstverleningsconcept. Daarbij wordt uitgegaan van drie pijlers voor het toekomstige bibliotheekwerk: • fysieke bibliotheek; • digitale bibliotheek en; • bedrijvige bibliotheek. In het nieuwe dienstverleningsconcept zien we een verschuiving van de fysieke bibliotheek naar een meer digitale en bedrijvige bibliotheek. Deze accentverschuiving heeft tot gevolg dat twee fysieke bibliotheekvestigingen in de wijken Sterrenburg en Dubbeldam de deuren sluiten, respectievelijk in 2013 en 2014, nadat in deze wijken alternatieve voorzieningen gerealiseerd zijn. Met de uitvoering van de BC wordt met ingang van 2015 op het bibliotheekbudget een structurele besparing van 138.000 gerealiseerd.
Doelstelling 2: Bevorderen van samenwerking tussen ketenpartners in verslavingszorg, openbare geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke opvang ten behoeve van mensen met complexe meervoudige hulpvraag. Maatschappelijk opvang
De centrumgemeente Dordrecht wil mensen die gebruik moeten maken van de maatschappelijke opvang zo snel mogelijk en zo veel mogelijk aanspreken op eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Hoe sneller iemand geholpen wordt om de weg naar zelfstandigheid weer op te pakken, hoe groter de kans op blijvend succes voor de cliënt. We voorzien in een aanbod van opvangplaatsen voor mensen die (tijdelijk) niet in staat zijn een eigen dak boven het hoofd te vinden: • Dagopvang (Leger des Heils); • Nachtopvang (Leger des Heils); • 24-uurs Opvang (De Hoop); • Begeleid Wonen (Leger des Heils, De Hoop, BoumanGGZ, Rivas);
75
• Ambulante woonbegeleiding (Leger des Heils, BoumanGGZ). Daarnaast wordt in 2012/2013 gestart met een pilot volgens het concept van ‘Housing First’. Binnen deze nieuwe vorm van woonbegeleiding worden mensen vanaf de start van hun traject zelf verantwoordelijk gemaakt voor hun eigen woon- en begeleidingstraject. Vrouwenopvang
Ook binnen de vrouwenopvang komt de komende periode meer nadruk te liggen op kleinschalig wonen en ambulante begeleiding. De vrouwenopvang Zuid-Holland Zuid moet meegaan in de landelijke ontwikkelingen op het gebied van vrouwenopvang. De komende periode wordt de transitie ingezet van specifieke ‘vrouwenopvang’ naar ‘opvangvoorzieningen met specifieke expertise op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties’. In 2013 bieden we een nieuw basisaanbod aan voorzieningen op het gebied van vrouwenopvang. De opvang op het geheim adres van Blijf van m’n Lijf, heeft plaatsgemaakt voor een ander aanbod van Blijf van m’n Lijf, dat past binnen de huidige tijd: • Crisisopvang (Blijf van m’n Lijf); • Begeleid wonen groepsgericht (Blijf van m’n Lijf); • Begeleid wonen individueel (Blijf van m’n Lijf, Rivas); • Ambulante begeleiding (Blijf van m’n Lijf).
Zorgregie
Preventie en nazorg onderbrengen binnen lokale verantwoordelijkheid regiogemeenten Ambities op het gebied van preventie vanuit de centrumgemeente zijn gericht op specifieke signalering en het voorkomen van erger (secundaire en tertiaire preventie). De nazorg aan ex-gedetineerden is hiervan een voorbeeld. Algemene preventieprogramma’s en vroege interventies worden niet langer vanuit de centrumgemeente gefinancierd. Hierover vindt afstemming plaats met de regiogemeenten zodat deze programma’s al dan niet in de regio m.b.v. eigen financiering kunnen worden overgenomen. Geweld in afhankelijkheidsrelaties (voorheen: Huiselijk Geweld) De ambitie is om ook op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties, in het geval van complexe meervoudige problematiek, de integrale ketenaanpak als instrument in te zetten. Deze ketenaanpak richt zich op het volledige systeem waarin het geweld plaatsvindt. In 2012/2013 wordt gestart met de ketenontwikkeling Geweld in Afhankelijkheidsrelaties. In 2013 wordt ook een regiovisie Huiselijk Geweld opgeleverd waarin de gemeenten in ZuidHolland Zuid hun aanbod in preventie, zorg en nazorg op elkaar afstemmen. Nazorg ex-gedetineerden Met ingang van 2014 vervalt de volledige rijksbijdrage voor de coördinatie van nazorg aan ex-gedetineerden. In 2013 maken we de transitie van rijksfinanciering naar gemeentelijke financiering. De ambitie is de nazorg aan exgedetineerden te positioneren binnen het Veiligheidshuis in een cofinanciering van alle deelnemende gemeenten. Centrale Toegang De Centrale Toegang is operationeel voor de doelgroepen: ex-gedetineerden en overlastgevers. Binnen de Taskforce Aanpak Overlast is gewerkt aan een professionalisering van de ketenaanpak. In 2013 wordt op basis van de geleerde lessen uit de overlastketen gestart met de doorontwikkeling van de ketenaanpak voor de doelgroep ex-gedetineerden.
76
Ketenimplementatie Taskforce Overlast In 2012 is de overlastketen conform de vernieuwde aanpak ingevoerd. In 2013 wordt in een continu proces gewerkt aan verdere versterking van de keten. In de 2e helft van 2013 vindt de eerste evaluatie plaats. Er wordt geëvalueerd op het gebied van output, outcome en ketensamenwerking.
Doelstelling 3: Gezondheidsbescherming, -bevordering en preventie door wijkgerichte aanpak en integrale benadering. Opdrachtverlening aan de GGD (GR publieke gezondheid en jeugd)
In de begroting 2013 voor de nieuwe ‘GR publieke gezondheid en jeugd’ staan de doelstellingen en activiteiten benoemd ten aanzien van publieke gezondheid, waar onze GGD uitvoering aan geeft. Het betreft de volgende hoofdactiviteiten: • het leveren van individuele preventieve gezondheidszorg (o.a. infectieziektebestrijding); • zorgregie op het terrein van Maatschappelijke Zorg (o.a. Centrale Toegang); • het bevorderen van de collectieve publieke gezondheid (o.a. toezicht kwaliteit kinderopvang); • ketenregie publieke gezondheid (o.a. gezondheidsbevorderende programma’s); • onderzoek, advies en opgeschaalde publieke gezondheid (o.a. onderzoek naar en monitoren van gezondheid).
Bestuurlijke afspraken met coöperatie VGZ over samenwerking in preventie en zorg.
In juli 2012 is een convenant gesloten tussen coöperatie VGZ en de gemeente Dordrecht met als doelstelling: de gezondheid en het welzijn van de inwoners van de Gemeente Dordrecht te bevorderen en de (groei van de) kosten van de WMO, ZVW en AWBZ terug te dringen. Daarnaast wensen VGZ en de gemeente Dordrecht de samenwerking te versterken ten einde meer efficiency te bereiken in het zorg- en hulpaanbod bij hulpvragen op het samenhangende terrein van WMO, ZVW, WPG en AWBZ, waardoor de klant/burger beter, langduriger en doelmatig in zijn eigen omgeving geholpen wordt. Hiertoe zetten zij hun beschikbare middelen gezamenlijk in. Om deze doelstellingen te bereiken is een 4-jarig gezamenlijk uitvoeringsprogramma opgesteld dat in 2013 verder wordt geconcretiseerd en tot uitvoering gebracht.
77
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Maatschappelijke Voorzieningen: € 37,4 miljoen • •
Personele budgetten
•
Materiële budgetten Bijdragen aan GR'en
•
Bedrag Subsidies
De personele budgetten betreffen de inzet op het gebied van gezondheidsbeleid, welzijn en maatschappelijke ondersteuning (18 fte). De materiële budgetten betreffen, naast veel kleine diverse budgetten, een budget voor de uitvoeringskosten van de WMO ad € 0,5 mln. De bijdrage aan GR'en betreffen met name de bijdrage aan de Sociale Dienst inzake uitvoering van de WMO ad € 16 mln en de bijdrage aan de GR PG&J basisgezondheid ad € 1,5 mln. De subsidies betreffen een grote verscheidenheid aan bijdragen aan verschillende instanties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning gezondheidsbeleid (jeugdgezondheidszorg), buurt- en vrijwilligerswerk en de bibliotheek.
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Maatschappelijke Voorzieningen Product Welzijnsaccommodaties Bibliotheek Participatie Dordtse migranten Lokaal gezondheidsbeleid
Begroting 2013 Lasten
Baten
314
23
3.338
0
Begroting 2014 Saldo
Lasten
Baten
291
298
23
3.338
3.381
0
Begroting 2015 Saldo
Lasten
Baten
275
298
23
3.381
3.227
0
Begroting 2016 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
275
294
23
271
3.227
3.227
0
3.227
904
0
904
1.443
0
1.443
1.423
0
1.423
1.423
0
1.423
3.821
0
3.821
3.809
0
3.809
3.809
0
3.809
3.962
0
3.962
WMO hulpmiddelen en hoppers
4.931
0
4.931
4.931
0
4.931
4.931
0
4.931
4.931
0
4.931
WMO individuele voorzieningen
11.441
0
11.441
11.441
0
11.441
11.441
0
11.441
11.441
0
11.441
Maatschappelijke ondersteuning
3.764
0
3.764
3.758
0
3.758
3.758
0
3.758
3.758
0
3.758
Maatschappelijke zorg
5.877
0
5.877
5.870
0
5.870
5.770
0
5.770
5.770
0
5.770
Buurtwerk
2.064
2.361
23
2.338
2.268
23
2.245
2.225
23
2.202
2.087
23
Vrijwilligerswerk
433
0
433
432
0
432
432
0
432
432
0
432
Overige maatschappelijke voorzieningen
169
0
169
168
0
168
168
0
168
168
0
168
37.353
46
37.307
37.799
46
37.753
37.482
46
37.436
37.493
46
37.447
153
166
-13
153
115
38
153
115
38
0
115
-115
37.506
212
37.294
37.952
161
37.791
37.635
161
37.474
37.493
161
37.332
Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
78
Programma 8: Jeugd Inleiding In 2011 hebben het college en de raad de jeugdagenda 2011 – 2014 vastgesteld. Een belangrijk onderdeel van de jeugdagenda is een betere ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren. Hiervoor zal de gemeente in 2013 het Centrum voor Jeugd en Gezin verbeteren, samen met de betrokken organisaties en instellingen, zoals scholen, jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk en vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en hun ouders. In 2015 wordt de jeugdzorg overgedragen aan gemeenten. Jeugdzorg is nu een taak van de provincies. Om dit te bereiken hebben de 19 gemeenten in Zuid-Holland Zuid in 2012 de bestuursopdracht Transformatie jeugdzorg Zuid-Holland Zuid vastgesteld en een gezamenlijke visie geformuleerd. In 2013 maken de gemeenten een gezamenlijk ontwerp en transformatieplan. Hierdoor kunnen de 19 gemeenten zelf besluiten hoe zij de jeugdzorg in hun gemeente of in samenwerkingsverband met anderen gaan uitvoeren. De gemeente betrekt lokale partners, vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en hun ouders bij de uitwerking van de jeugdagenda en de uiteindelijke transformatie. Programma activiteiten Centra voor Jeugd en Gezin (CJG); jeugdgezondheidszorg; schoolmaatschappelijk werk; zorg advies teams; opvoedingsondersteuning; multi-probleemjongeren en gezinnen; decentralisatie jeugdzorg; verwijsindex risicojongeren; lokale verwijsindex zorg voor jeugd; wijksignaleringsnetwerken; kindervoorzieningen. Context en achtergrond Voorliggende programmakaart is gebaseerd op de vernieuwde visie van het jeugdbeleid: de jeugdagenda Opgroeien en Opvoeden in Dordrecht 2011–2014. Wettelijke taken • WMO: ten aanzien van CJG. • Wet publieke gezondheid: preventieve jeugdgezondheidszorg. • Wet op de jeugdzorg: aansluiting jeugdzorg en preventief beleid en verwijsindex risicojongeren. Kaderstellende nota’s • Jeugdagenda Opgroeien en opvoeden in Dordrecht 2011-2014. • Naar een integrale en toekomstbestendige aanpak voor Multi-probleemjongeren in Dordrecht (februari 2011). Relevante ontwikkelingen • Decentralisatie van de jeugdzorg: verschuiving van verantwoordelijkheid van provincie naar gemeente. • Onzekerheid over de omvang van de opvolger van de Brede Doel Uitkering CJG vanaf 2012. • Onzekerheid beschikbaarheid RAS middelen (Regionale Agenda Samenleving) vanaf 2013. • Veiligheidshuis raakt preventief jeugdbeleid. • Landelijke verwijsindex risicojongeren. Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ: • Aansluiting preventief jeugdbeleid en geïndiceerde jeugdzorg via GR Drechtsteden (RAS-middelen). • Afspraken over lokale verwijsindex Zorg voor Jeugd met Drechtsteden, gemeenten Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (AV) en de Hoekse Waard (vanaf juni 2011).
79
• •
ZHZ: Voorbereiding en anticiperen op decentralisatie jeugdzorg. Drechtsteden: Samenhang en samenloop 3 Decentralisaties (Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding en Wet werken naar vermogen).
Ketenpartners Onderwijs; peuterspeelzalen; Careyn; GGD; Flexus Jeugdplein; Bureau Jeugdzorg; De Twern (jongerenwerk); Stichting Mee; Leger des Heils; Yulius; Trivium Lindenhof; Politie. Afspraken met medeoverheden Beschikking ten aanzien van basismodel CJG (voormalig ministerie Jeugd en Gezin). Provinciale middelen vanuit het programma Regionale Agenda Samenleving voor inzet op jeugd in de Drechtsteden. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Sport en Recreatie; Economie en Cultuur; Onderwijs, Werk en Inkomen; Maatschappelijke Voorzieningen. De integrale jeugdgezondheidszorg en de bijbehorende middelen en activiteiten vallen onder het programma Maatschappelijke Voorzieningen.
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Optimaliseren van het CJG. Doelstelling 2: Optimaliseren ondersteuning “multiproblem” jongeren (intensieve ondersteuning). Doelstelling 3: Voorbereiden op decentralisatie jeugdzorg (specialistische ondersteuning).
Kengetallen
Bron
0-waarde
Streefwaarde
1. bereik: bekendheid met aanbieders en aanbod; 2. tevredenheid: tevredenheid met de ondersteuning; 3. resultaat: effect op zelfredzaamheid, inzet hulp netwerk en afname problematiek; 4. samenwerking (integraal aanbod; één gezin, één plan). NB: dit zijn voorlopige gebieden waarop prestatie-indicatoren worden geformuleerd; de komende maanden wordt onderzoek gedaan op deze gebieden door het Onderzoekcentrum Drechtsteden. Hierbij worden de precieze formulering van de indicatoren, de 0-waarden en streefwaarden vastgesteld.
Definitie
Volgende meting
Opmerking
Bij de vaststelling van deze programmakaart (Begroting 2011) is aangegeven dat we indicatoren ontwikkelen die beter passen bij de nieuwe jeugdagenda. De oorspronkelijke indicatoren van de programmakaart 2011 waren voorlopige prestatie-indicatoren. Inmiddels is het Onderzoekcentrum Drechtsteden bezig met een onderzoek naar prestatie-indicatoren die passen bij het jeugdbeleid. Deze prestatie-indicatoren bestaan uit de onderdelen bereik, tevredenheid en resultaat van de ondersteuning die wordt geboden aan kinderen en ouders. Het onderzoek naar het bereik is eind 2012 afgerond en het onderzoek naar tevredenheid en resultaat is eind 2013 afgerond. Zodra de nieuwe indicatoren gereed zijn verwerken we die in de eerst volgende P&C rapportage. Naar verwachting worde de cijfers over het bereik toegevoegd aan het jaarverslag 2012.
80
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Optimaliseren van het CJG Centrum voor Jeugd en Gezien
We zetten ons in voor het optimaliseren van het Dordtse CJG. We doen dat samen met de betrokken organisaties en instellingen, zoals scholen, jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk en vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en hun ouders. We gaan aan de slag met het: • betere aansluiting tussen vraag en aanbod in het CJG; • verbeteren van de samenwerking tussen de partijen in het CJG; • monitoren van de klanttevredenheid en het resultaat van de inzet van opvoedingsondersteuning; • vergroten herkenbaarheid van het CJG in Dordrecht; • in stand houden Digitaal Opvoedplein.
Voorwaarden scheppen voor integrale ondersteuning
In 2013 zetten we in op het: • doorontwikkelen van de samenwerking met partners rondom de verwijsindex Zorg voor Jeugd; • uitvoeren van verbetervoorstellen uit de ‘Verbeteragenda Zorg voor Jeugd’. Agendapunten zijn onder andere: het effectiever en efficiënter organiseren van de overlegstructuren over jeugdigen en gezinnen; het verbeteren van de zorgcoördinatie; het optimaliseren van de kwaliteit van de professionals door de organisaties; • met partners doorontwikkelen van het principe van één gezin, één plan, één generalist.
Optimaliseren opgroei- en opvoedondersteuning
• •
optimaliseren opgroei- en opvoedondersteuning in samenwerking met onze partners; anticiperen op de gewenste opgroei- en opvoedondersteuning voor de toekomst, rekening houdend met de gewenste organisatie van de jeugdzorg.
Ontwikkelen prestatie-indicatoren om het resultaat van het jeugdbeleid te kunnen meten.
• •
verwerken uitkomsten uit de onderzoeksopdracht naar het bereik onder ouders en kinderen; uitkomsten in samenspraak met de partners omzetten naar aanpassingen van het beleid.
Doelstelling 2: Optimaliseren ondersteuning “multiproblem” jongeren (intensieve ondersteuning) Ontwikkelen integrale casemanagementaanpak
Verbeteren van het integraal casemanagement zodat de aanpak beter aansluit op de vraag van de doelgroep.
Verbeteren samenwerking Veiligheidshuis
Afhankelijk van de uitkomsten van de nieuwe visie van het Veiligheidshuis op het niveau van Zuid-Holland Zuid wordt in 2012/2013 gewerkt aan een intensievere samenwerking tussen jeugd, zorg en veiligheid.
Doelstelling 3: Voorbereiden op decentralisatie jeugdzorg (specialistische ondersteuning) Voorbereiden op decentralisatie jeugdzorg
•
•
We werken mee aan het tot stand komen van een regionaal ontwerp voor de getransformeerde jeugdzorg. We stellen in 2013 samen een transformatieplan op. Met dat plan kunnen wij lokaal bepalen op welke schaal we de diverse jeugdzorgtaken gaan uitvoeren. In vervolg op het regionale proces treffen wij in 2013 voorbereidingen voor de lokale en/of bovenlokale implementatie van de jeugdzorg. Daarnaast bereiden wij ons lokaal voor op de decentralisatie van de jeugdzorg door ons CJG en de ondersteuning van jongeren en gezinnen met (complexe) vragen te optimaliseren. Dit doen we door samen met onze partners
81
•
de benodigde cultuurverandering in gang te zetten. Vanaf 2013 gaan we de voorstellen rechtstreeks aan jongeren en hun ouders voorleggen.
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Jeugd: € 3,7 miljoen
De personele budgetten bestaan uit de kosten van 8 fte op het gebied van jeugd- en opvoedingsbeleid. Het materiële budget heeft voornamelijk betrekking op het onderhoud van speeltuinen. De subsidies hebben betrekking op verschillende bijdragen op het gebied van opvoedingsondersteuning, kinder- en jongerenvoorzieningen en de lokale verwijsindex zorg voor jeugd.
•
Personele budgetten •
Materiële budgetten
•
Bedrag Subsidies
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Jeugd Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Sluitende aanpak jeugd
260
0
260
259
0
259
259
0
259
259
0
259
Kindervoorzieningen
592
0
592
591
0
591
591
0
591
591
0
591
Opvoedingsondersteuning
1.280
0
1.280
1.276
0
1.276
1.275
0
1.275
1.275
0
1.275
Jongerenvoorzieningen
1.566
0
1.566
1.565
0
1.565
1.565
0
1.565
1.565
0
1.565
3.698
0
3.698
3.691
0
3.691
3.690
0
3.690
3.690
0
3.690
25
32
-7
25
33
-8
25
33
-8
25
33
-8
3.723
32
3.691
3.716
33
3.683
3.715
33
3.682
3.715
33
3.682
Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
Saldo
82
Programma 9: Sport en Recreatie Inleiding In de voorbije jaren zijn op elk van de vijf spaken van het Dordt Sportwiel aansprekende resultaten behaald. De spaken versterken elkaar en dat is de kracht van ons sportbeleid. Daar houden we dan ook aan vast. Om er voor te zorgen dat het sportbeleid ook in de komende jaren kan worden uitgevoerd hebben we eind 2011 het nieuwe uitvoeringsprogramma sport 2011-2015 “Spaken Spannen” vastgesteld. Met dit uitvoeringsprogramma zijn we in staat de komende jaren het sportwiel inclusief de vijf spaken, door te laten draaien. Sportieve ambities zijn zorgvuldig gecombineerd met financiële uitdagingen waarbij we stevig inzetten op verdergaande samenwerking met maatschappelijke partners, private partijen, sportbonden en -verenigingen. Het realiseren van nieuwe natuur en recreatie in de Nieuwe Dordtse Biesbosch (NDB) gaat dóór. Wel in een afgeslankte vorm. Als gevolg van landelijke bezuinigingen kwamen de oorspronkelijke plannen voor de NDB onder druk te staan. Met een nieuw akkoord met de provincie Zuid-Holland (2012) is deze dreiging van de baan. Van bezuinigingen hebben onze partners ook last. Natuur en recreatie moet het met minder rijksmiddelen doen. Hier spelen we op in door te zoeken naar nieuwe allianties (alliantie West Brabant), private partnerships en verbinding met aangrenzende gebieden. Door het Parkschap zijn meer mogelijkheden en kansen ontstaan voor recreatieontwikkeling, nu de natuur- en recreatieschappen aan de Hollandse en Brabantse kant zijn samengevoegd (2011). Kansen liggen met name in het vergroten van de variatie in recreatief aanbod en ontsluiting van bestaande gebieden met recreatieve waarde in de Biesbosch. Als participant in het Parkschap blijven we dit volgen en aansturen op verzilvering van kansen die de recreatieve mogelijkheden vergroten. Programma activiteiten Sportbeleid, Sportboulevard, Sportbedrijf en Recreatie. Context en achtergrond Naast het realiseren van een goed sport- en recreatieklimaat in Dordrecht met goede voorzieningen en sterke verenigingen zetten we sport en recreatie ook in als middel om diverse maatschappelijke doelen te realiseren. Dit kan variëren van participatie- tot en met gezondheidsdoelstellingen. Kaderstellende nota’s Beleidskader ‘Dordt Sport’; Uitvoeringsprogramma ‘De Demarrage’ 2007-2011 en ‘Spaken spannen’ 2011-2015. Relevante ontwikkelingen Sport: • Realisatie uitvoeringsprogramma; vernieuwde, integrale benadering van sport, gezondheid en onderwijs met een focus op inactieven, accommodatievisie, talentontwikkeling, topsport en evenementen; • Actualisatie organisatieplan Sportbedrijf vanwege nieuwe beleidsmatige en financiële kaders, inclusief oriëntatie op mogelijkheden regionale samenwerking; • Samenwerking met en toezicht op Optisport inzake exploitatie en onderhoud Sportboulevard. Recreatie: • uitvoering plannen Nieuwe Dordtse Biesbosch; • duurzaamheid belangrijk uitgangspunt bij recreatiebeleid; • regionale samenwerking Drechtsteden; • regionale samenwerking Biesboschregio en Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
83
Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ: Recreatie inzet op regionale samenwerking binnen de ‘pieken’ Binnenstad en Hollands Glorie. Ketenpartners Sport: Sportbedrijf, Sportraad, Optisport, Onderwijs, GGD, Welzijnsorganisaties, Sportverenigingen en Sportbonden. Recreatie: Drechtsteden, Hollandse Biesbosch. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Sport: Jeugd; Onderwijs; Ruimtelijke Ontwikkeling, Maatschappelijke Voorzieningen. Recreatie: Economie en Cultuur; Verkeer en Vervoer; Milieu en Duurzaamheid; Ruimtelijke Ordening.
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Versterken sportinfrastructuur en stimuleren sportdeelname (sportwiel). Doelstelling 2: Garanderen voldoende gevarieerd en bereikbaar recreatief aanbod.
Kengetallen
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde
1.1) Oordeel inwoners over sportvoorzieningen
Monitor Leefbaarheid (OCD)
77% (2009)
72% (2011)
(-)
77%
1.2) Sportdeelname Dordtse bevolking
Sportmonitor (OCD)
58% (2008)
58% (2010)
(0)
60%
2.1) Oordeel inwoners over natuur- en recreatievoorzieningen
Recreatie in Dordrecht (OCD)
88% (2008)
89% (2012)
(=)
88%
2.2) Bezoek inwoners aan natuur- en recreatiegebieden in Dordrecht: - de Hollandse Biesbosch’/’de Merwelanden’ - bos- en recreatiegebied ‘de Elzen’ - natuurpad, wandel-/fietsgebied tussen Zuid- en Oosthaven
Recreatie in Dordrecht (OCD) 54% en 7,9 keer 48% en 8,6 keer 55% en 5,9 keer (2008)
69% en 7,7 keer 36% en 12,8 keer 32% en 7,7 keer (2012)
(+) (-) (-)
54% 48% 55%
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1.1) % van de bevolking dat (zeer) tevreden is met de sportvoorzieningen
2013
Tot en met 2009 werd dit gemeten via de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid. Vanaf 2011 wordt het gemeten via het Omnibusonderzoek.
1.2) % van de bevolking dat het afgelopen jaar 12 keer of meer heeft gesport
2013
3-jaarlijks
2.1) % van de bevolking dat (zeer) tevredenheid is met de natuur- en recreatievoorzieningen
-
4-jaarlijks
84
2.2) % van de bevolking dat het afgelopen jaar de volgende natuur- en recreatievoorzieningen heeft bezocht + gemiddeld aantal keer: natuur- en recreatiegebied 'de Hollandse Biesbosch'/'de Merwelanden - bos- en recreatiegebied 'de Elzen' - natuurpad, wandel-/fietsgebied tussen Zuid- en Oosthaven
-
4-jaarlijks
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Versterken sportinfrastructuur en stimuleren sportdeelname (sportwiel). Aantrekkelijke accommodaties
Op basis van de verkregen inzichten, gegevens, aanwezige financiële middelen en inspraak van de gebruikers worden de gemaakte keuzes over sloop, verbouw en realisatie van gymzalen uitgevoerd. De uitkomsten van de visie en de lopende ontwikkelingen rond de sportparken worden in 2013 besproken met alle betrokkenen en er wordt gestart met een gefaseerde uitvoering. Voor de Sportboulevard geldt dat aanvullende eisen en tekortkomingen, o.a. vanuit de bouw van het gebouw in 2013 van een oplossing zijn voorzien. Daarnaast wordt met Optisport bekeken hoe het recreatief gebruik van de Sportboulevard verder gestimuleerd kan worden.
Sterke sportverenigingen
Wanneer sportverenigingen in Dordrecht problemen ondervinden bij het uitoefenen van hun ‘core business’ kunnen ze ondersteuning van het Sportbedrijf krijgen. Met verenigingen die meer actief een bijdrage willen leveren aan de Dordtse ambities op het terrein van actieve en gezonde leefstijl, accommodaties, talentontwikkeling of topsport en evenementen werkt het Sportbedrijf graag samen. Die samenwerking vraagt wel van sportverenigingen dat zij ondernemen en professionaliseren. De inzet van studenten, combinatiefunctionarissen en sportbonden zijn daarbij onmisbaar. Het Sportbedrijf en de sector Maatschappelijk Ontwikkeling (MO) zetten zich actief in om deze verbindingen in de stad tot stand te brengen.
Sportieve en gezonde wijken
Het bevorderen van een actieve en gezonde leefstijl in de wijk is een speerpunt. Het programma ‘Doe ff Gezond’ heeft in 2012 een formele status gekregen. Het programma is vastgesteld en breed bestuurlijk draagvlak alsmede aansluiting bij de landelijke beweging JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht) is gerealiseerd. Het programma ‘Doe ff Gezond’ richt zich in het bijzonder op de Dordtse wijken waar gezondheidsrisico’s en inactiviteit het hoogst zijn. De focus ligt daarom op Dordrecht West, op preventie en op de koppeling sport en gezondheid. Het programmaplan maakt deel uit van zowel het lokale sport- als gezondheidsbeleid. In 2013 richten we ons op het continueren, en daar waar mogelijk uitbreiden van de samenwerking met 10 scholen 7 sportclubs en 4 private partijen. Samen met betrokken organisaties in de wijken willen we de activiteiten verder inbedden in het beleid en de dagelijkse uitvoering. Voor het speciaal onderwijs is het landelijke concept ‘Special Heroes’ opgezet. In Dordrecht doen al 4 SO-scholen mee. In 2013 breiden we dit uit naar ook 3 SBO-scholen. Voor 45+ers zetten we in op de goed lopende projecten (Natuurfit & Clubfit). Wij streven er naar het aanbod voor zowel het speciaal (basis-)onderwijs als de doelgroep 45+ financieel en organisatorisch te versterken met de landelijke (subsidie-)initiatieven Sportimpuls en Beweegkuur.
Ruimte voor talent en topsport
De Dordtse sporttalenten en Regionale Talent Centra (RTC’s) worden ondersteund vanuit het ‘talentensupportcentrum’, dat we in 2013 ook daadwerkelijk een fysieke en organisatorische plaats in de stad willen geven. Sportbonden, -verenigingen, lokale partners en de gemeente participeren in dit samenwerkende netwerk en het Sportbedrijf zet combinatiefunctionarissen in voor de uitvoering. De ondersteuning richt zich op circa 300 topsporters/toptalenten, 7-8 regionale talentcentra/initiatieven gericht op sportspecifieke talentontwikkeling met een basis in Dordrecht.
Aansprekende evenementen
Uitvoering en doorontwikkeling van de programmering van (jeugd-)evenementen in de speerpuntsporten in hoofdzakelijk de
85
Sportboulevard. In 2013 worden naast de ‘reguliere’ kalender in ieder geval de Premier League Karate, de World Cup Shorttrack en de RTV Rijnmond Korfbal Cup in Dordrecht georganiseerd. Evenementen vormen een vliegwiel voor de andere spaken in het wiel, ze bieden Dordrecht kansen voor o.a. promotie van sport, uitbreiden en verbinden van (sportieve) netwerken en uitbreiding van (sponsor-) inkomsten.
Doelstelling 2: Garanderen voldoende gevarieerd en bereikbaar recreatief aanbod. Stimuleren gevarieerd recreatief aanbod en recreatieve verbindingen met focus op lopende plannen (Nieuwe Dordtse Biesbosch (NDB), Ondergedompeld in de Biesbosch, SES)
Ontwikkelingen die gericht zijn op het vergroten van de recreatieve mogelijkheden en toegankelijkheid: • realiseren van recreatiemogelijkheden (zwemplas, wandelen en fietsen) in de NDB op basis van het nieuwe akkoord met de provincie Zuid-Holland. Naar aanleiding van bezuinigingen is het project afgeslankt van 777ha naar 530ha. De provincie levert een bijdrage van € 18,8 miljoen voor de resterende grondaankopen, de inrichting en (een deel van) het beheer over de eerste 10 jaar van de NDB. Realisatie van het totale project wordt gefaseerd uitgevoerd met als uiterste realisatiedatum 2018. Het beheer van 150ha wordt ondergebracht bij het Parkschap (compartiment Hollandse Biesbosch). Dit leidt tot een grotere financiële bijdrage van de participanten (Dordrecht is participant). Het beheer van de overige hectares wordt ondergebracht bij Staatsbosbeheer (350ha) en particulier natuurbeheer (30ha); • via de samenwerking in het Parkschap wordt de bereikbaarheid en recreatieve aantrekkelijkheid van de Biesbosch vergroot. Veerverbindingen, nieuwe fiets- en wandelroutes en overnachtingsmogelijkheden staan in 2013 op de agenda. Zo willen we onder andere de nieuwe zonnepont breder inzetten voor wandelaars en fietsers op nog nader te bepalen trajecten in de Biesbosch (afhankelijk van vergunningen) en de mogelijkheden van de Ecolodge (overnachten op het water) verder benutten; • de Stedelijke Ecologische Structuur wordt benut om ook recreatieve verbindingen te maken en de stad met het buitengebied te verbinden.
Toekomstvisie ‘de Biesbosch in 2021’ van het Parkschap
Eind 2012 is de toekomstvisie van het Parkschap vastgesteld. Hoofdlijnen zijn: topnatuur, topwaardering en topambassadeurs. Het college en de raad worden indien nodig geadviseerd over het verloop van de uitvoering.
Zwembad De Dubbel – zwembadconfiguratie vanaf 2018
In 2012 is besloten om middelen beschikbaar te stellen om zwembad De Dubbel voor een periode van 5 jaar (2013 t/m 2017) open te houden. Dit biedt ruimte om de periode vanaf 2018 nader te verkennen. Zwembad De Dubbel is immers een verouderde accommodatie, waarmee niet tot in lengte van dagen kan worden doorgegaan. Vernieuwing, renovatie, (gedeeltelijke) sluiting zijn opties voor de middellange termijn (vanaf 2018). Naast het bestaande aanbod aan zwembaden spelen markt- en demografische ontwikkelingen daarbij een rol. Een eerste onderzoek geeft in dat verband aan dat we qua aanbod over veel zwemwater beschikken, dat bestaande baden een eigen identiteit hebben, dat de bestaande baden onderling concurrerend zijn, dat de bevolking vergrijst en dat in de nabije omgeving op korte termijn nieuwe zwembaden worden gerealiseerd. Deze constateringen zijn aanleiding om te bezien wat voor de (middel)lange termijn een passend aanbod van zwemwater in Dordrecht zou kunnen zijn. Vanaf 2013 worden toekomstscenario’s nader onderzocht als opmaat voor definitieve besluitvorming naar dit passende aanbod vanaf 2018.
86
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Sport en Recreatie: € 15,6 miljoen
De personele budgetten betreft de formatie van het Sportbedrijf (38 fte) en formatie voor sport- en recreatiebeleid (3 fte). De materiële budgetten hebben betrekking op het onderhoud en de exploitatie van een aantal sportcomplexen, verenigingshallen, gymnastieklokalen, alsmede budgetten voor programma sportstimulering, sportevenementen en kwaliteitsimpuls talentontwikkeling. De bijdrage aan GR'en betreft de bijdrage aan het Parkschap Nationaal Park de Biesbosch. De subsidies bestaan uit verschillende bijdragen aan o.a. Optisport (voor de exploitatie Sportboulevard), sportsubsidies aan verenigingen, bijdrage zwembaden en de sterrenwacht. De kapitaallasten betreffen de rente- en afschrijvingskosten voor de Sportboulevard en een aantal kleinere sportcomplexen en recreatieve voorzieningen. Stortingen in de voorzieningen betreft onderhoudsvoorzieningen Sportboulevard en onderhoudsvoorziening Sportvelden. De inkomsten op dit programma tenslotte betreffen de huuropbrengsten van een aantal sportcomplexen (waaronder de Sportboulevard).
• •
Personele budgetten •
Materiële budgetten
•
Bijdragen aan GR'en Kapitaallasten
•
Bedrag Subsidies •
Bedrag storting in de voorzieningen
•
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Sport en Recreatie Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Recreatie
1.625
49
1.576
1.566
49
Sportboulevard Kapitaallasten
2.270
0
2.270
2.270
0
11.631
5.274
6.357
11.709
71
0
71
70
15.597
5.323
10.274
15.615
Sportbedrijf Sportbeleid Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
Lasten
Baten
1.517
1.558
49
2.270
2.270
0
5.324
6.385
11.573
5.324
0
70
70
0
5.373
10.242
15.471
5.373
Begroting 2016 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1.509
1.572
49
1.523
2.270
2.270
0
2.270
6.249
11.547
5.320
6.227
70
70
0
70
10.098
15.459
5.369
10.090
0
164
-164
0
164
-164
0
0
0
0
0
0
15.597
5.487
10.110
15.615
5.537
10.078
15.471
5.373
10.098
15.459
5.369
10.090
87
Programma 10: Verkeer en Vervoer Inleiding: besturen voor bereikbaarheid De open bestuursstijl van het college blijft ook voor de tweede helft van deze periode goed zichtbaar in de aanpak van diverse verkeer- en vervoersvraagstukken. In 2012 zijn markante projecten gerealiseerd zoals bijvoorbeeld de herstructurering van de Laan der VN. Maar ook de doop van de nieuwe Waterbus van en naar Papendrecht illustreert de investeringen in deze stad. In 2013 wordt de Mijlweg verbreed en daarmee krijgt de bereikbaarheid van het Zeehaven gebied, Louter Bloemen en de Dordtse Killen een impuls. In 2013 wordt ook uitwerking gegeven aan de aanpassingen aan de gevaarlijkste rotonde in Dordrecht (Groene Zoom – Noordendijk). Met de realisatie van de bioscoop en het Energiehuis moet de bereikbaarheid per auto en fiets (aanrijden en parkeren) en Waterbus (halte nabij de Ark) geregeld worden. Naast projecten in de stad wordt er ook achter de schermen gewerkt aan een beter bereikbaar Dordrecht. Denk hierbij aan de intercity kwaliteit, het terugdringen van de risico’s van gevaarlijke stoffen over het spoor door de stad. Om de betrokkenheid bij de maatschappij te borgen, biedt Dordrecht haar 65 plussers, ook in 2013, gratis reizen met het openbaar vervoer aan. Ook wordt verder gewerkt aan een stevige visie op de bereikbaarheid van de binnenstad en haar 19e eeuwse schil (verkeersstructuurplan centrum). De stad pakt verkeer en vervoersvraagstukken niet solistisch op. De visie op het openbaar vervoer wordt bijvoorbeeld samen met de Drechtsteden opgesteld. Net zoals diverse projecten gericht op verkeersveiligheid. Kortom in 2013 wordt samen met inwoners, ondernemers en de regio Drechtsteden gewerkt aan een bereikbare en leefbare stad en regio Programma activiteiten Auto (infrastructuur, doorstroming, parkeren, parkeergarages, verkeerslichten); openbaar vervoer (Waterbus, Merwede-Lingelijn, Stedenbaan, HOV-D, stations); fiets (fietspaden en stallingen); verkeersveiligheid (verkeersveiligheidsarrangementen, educatie); mobiliteitsmanagement; duurzame mobiliteit; ketenmobiliteit; externe veiligheid, luchtkwaliteit en energie. Context en achtergrond De gemeente Dordrecht kiest voor een bereikbare en leefbare stad. Bereikbaarheid met de auto, openbaar vervoer of de fiets is een basisvoorwaarde voor een vitale en economisch sterke stad. Bij alle transformaties of het nu leefbaarheid, arbeidsmarktbeleid of duurzaamheid betreft; het verkeer- en vervoersbeleid vormt een onmisbare bouwsteen om de ambities voor de komende jaren waar te maken. Wettelijke taken Planwet verkeer en vervoer; Wegenverkeerswet; Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). Kaderstellende nota’s Structuurvisie Infrastructuur en ruimte (SVIR), Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), Meerjarenprogramma verkeer en vervoer (provincie ZuidHolland); Mobiliteitsplan Drechtsteden en Mobiliteitsplan Dordrecht.
88
Relevante ontwikkelingen Alle trends die maken dat Dordtenaren en bezoekers zich verplaatsen zijn van invloed op het verkeer en vervoersbeleid van de stad. Een niet uitputtende greep uit trends zijn: • demografische ontwikkelingen (vergrijzing, samenstelling van de bevolking); • economische ontwikkelingen (economische crisis, meer evenementen en bezoekers, leegstand kantoren); • culturele ontwikkelingen (individualisering, meer en kleinere huishouders, hoger autobezit, meer parkeerproblemen); • technologische ontwikkelingen (Het Nieuwe Werken, on-line reisinformatie, OV chipkaart); • milieu en duurzaamheid (het college streeft mogelijke duurzame ontwikkelingen na).; • Rijksontwikkelingen (het bezuinigingspakket van het Rijk, afschaffen reiskosten forfait, hogere BTW). Aanpak in Drechtstedenverband In regio verband wordt (1) lokaal mobiliteitsbeleid afgestemd, (2) regionaal beleid ontwikkeld (bijv, het regionaal mobiliteitsplan, de visie op het openbaar vervoer of verkeersveiligheid), (3) de Rijkssubsidie Brede Doeluitkering (BDU) verdeeld over de projecten in de regio, (4) de bovenregionale lobby afgestemd en de menskracht georganiseerd. Dordrecht zet in op een verdere samenwerking binnen de regio. Staand beleid en (keten)partners Met diverse (keten)partners heeft Dordrecht een relatie opgebouwd. De relaties die Dordrecht aangaat zijn heel divers. Van informeren tot een gemeenschappelijke regeling. Het aantal relaties en overeengekomen afspraken zijn te omvangrijk om kort op te sommen. Zonder volledig te kunnen zijn, ziet het palet er als volgt uit: • maatschappelijk: inwoners, bezoekers en bedrijven; • publiek: Drechtsteden, provincies, Rijk, politie, waterschappen, openbaar ministerie, samenwerkingsverband West Brabant, Stadsregio Rotterdam, (buur)gemeenten; • semi-publiek: Nederlandse spoorwegen, pro-Rail, Havenbedrijf Rotterdam; • privaat: vervoerders (Arriva, Aquabus), adviesbureaus, aannemers, taxi’s; • (belangen)organisaties zoals ANWB, fietsersbond, werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel, Veilig Verkeer Nederland. Afspraken met medeoverheden Met de ketenpartners zijn overeenkomsten, contracten en samenwerkingsverbanden afgesloten. Vaak betreft het overeenkomsten gericht op de realisatie van projecten of om een structurele vorm van samenwerking. Enkele voorbeelden van projecten met een zeer forse subsidie zijn de Fly-over A16/N3 (€ 34 mln.), verbreden Mijlweg (€ 13 mln.) of de aansluiting DK4-A16 (€ 20 mln.). Daarnaast maakt Dordrecht deel uit van het programma HOV-D en stuurt mee op de aanbestedingen (concessie) van het buslijnnet en de waterbus. Ook op het gebied van verkeersveiligheid (RPV) zijn afspraken gemaakt. Veel afspraken zijn op basis van cofinanciering met Rijk en provincie Zuid-Holland. De komende jaren staat het uitvoeren van de projecten waarover afspraken zijn gemaakt centraal. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid, Economie en Cultuur, Werk en Inkomen, Veiligheid (verkeersveiligheid en externe veiligheid), Sport en Recreatie en Leefbaarheid en Stedelijk Beheer.
89
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Verbeteren bereikbaarheid. • Optimaal benutten van de hoofdinfrastructuur (auto); • Het bieden van voldoende parkeerruimte; • Versterken van het openbaar vervoer. Doelstelling 2: Verminderen verkeersoverlast. • Versterken positie fietsers en voetgangers; • Verbeteren verkeersveiligheid. Doelstelling 3: Verbeteren externe veiligheid.
Kengetallen
Bron
0-waarde (oud)*
0-waarde nieuw
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde (oud)*
Streefwaarde (nieuw)
1.1) Oordeel inwoners over doorstroming autoverkeer op hoofdwegen
Omnibusonderzoek Dordrecht
6,1 (2011)
(nvt)
-
(nvt)
verbetering
(nvt)
1.2) Bezettingsgraad gemeentelijke parkeergarages
Parkeerverwijzingssysteem (bewerking OCD)
66,5% (2009)
(nvt)
nog niet beschikbaar
(nvt)
66,5%
(nvt)
1.3) Oordeel inwoners stad en regio over bereikbaarheid Dordtse binnenstad met OV
Omnibusonderzoek Dordrecht/Drechtsteden
Dordrecht: 6,8 Overige Drechtsteden: 6,4 (2011)
(nvt)
-
(nvt)
verbetering
(nvt)
2.1) Schaalscore verkeersoverlast
Integrale Veiligheidsmonitor
5,1 (2009)
4,7 (2009)
4,4 (2011)
(+)
4,9
4,2
2.2) Voortschrijdend 5-jaarsgemiddelde doden en gewonden bij ongevallen
SWOV (via SO/IS-S&V)
45 (2005/2009)
(nvt)
31 (2007/2011)
(+)
verbetering
(nvt)
* De nulmeting (2009) van de schaalscore verkeersoverlast is door het CBS van 5,1 bijgesteld naar 4,7. Dat betekent dat in 2009 sprake was van minder verkeersoverlast dan eerder is opgegeven. De streefwaarde is op basis van de nieuwe nulwaarde aangepast van een 4,9 naar een 4,2.
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1.1) Gemiddeld rapportcijfer Dordtse autogebruikers voor de doorstroming op de Dordtse hoofdwegen
2013
Vraag wordt steeds opgenomen in het Omnibusonderzoek (voorjaar).
1.2) Gemiddelde bezetting op zaterdagen 4e kwartaal (excl. kerstmarkt en eventuele
Cijfers zijn nog niet ingevoerd; probleem zal de tijdelijke sluiting van Spuihaven zijn en de toevoeging van Achterom; nieuwe 0-meting noodzakelijk (4e kwartaal 2011).
90
feestdagen) tussen 11.00 en 17.00 uur 1.3) Rapportcijfer inwoners stad en regio over bereikbaarheid Dordtse binnenstad met OV
2013
Vraag wordt steeds opgenomen in het Omnibusonderzoek (voorjaar).
2.1) Schaalscore verkeersoverlast (opgebouwd uit 4 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van aantal vragen naar het vóórkomen van: • agressief verkeersgedrag; • geluidsoverlast door verkeer; • te hard rijden • parkeeroverlast. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe meer overlast men ervaart. In 2012 heeft het CBS de uitkomsten van de meting in 2009 gecorrigeerd. Dit betekent een aanpassing van de 0-waarde.
2.2) Aantallen doden en gewonden bij ongevallen
2013
Voortschrijdend gemiddelde over vijf jaar; bijgewerkt tot en met 2011. Daling is deels te verklaren door een afnemende registratiegraad.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Verbeteren bereikbaarheid 1.1 Optimaal benutten van de hoofdinfrastructuur (auto) Uitvoeren programma aansluitingen Hoofdwegennet /onderliggend wegennet
1.
2.
Vanuit het programma aansluitingen zijn afspraken gemaakt over de aanpassing van de knoop A16/N3. Ondanks de vertraging blijft de gemeente inzetten op een spoedige aanpak. Eind 2012 volgt de raming en het ontwerp. Begin 2013 maken we afspraken met Rijkswaterstaat over de daadwerkelijke uitvoering. Eveneens vanuit het programma aansluitingen verbreden we in 2013 de Mijlweg naar 2x2 rijstroken. In overleg met het bedrijfsleven beperken we zoveel wordt de tijdelijke overlast zoveel als mogelijk beperkt.
Realisatie directe aansluiting Dordtse Kil 4/A16
Binnen het programma Westelijke Dordtse Oever (WDO) zijn financiële afspraken gemaakt over een directe aansluiting van het nieuwe bedrijventerrein Dordtse Kil 4 met de A16. Dit is een voorwaarde om het logistieke programma (gericht op de bovenregionale markt) te kunnen realiseren. Deze directe aansluiting is een uitbouw van de aansluiting A16/N3. Het ontwerp en de raming volgen wanneer afspraken over de knoop A16/N3 definitief zijn.
Aanpassen Rotonde Groene Zoom
In het najaar 2012 volgt een voorstel tot aanpassing van de rotonde Groene Zoom. Een ongelijkvloerse variant voor fietsers maakt hier deel van uit. De realisatie staat voor 2013 op de agenda.
Ontsluitingsweg Wieldrechtsezeedijk
De verzwaring van de dijk langs het Dordtse Kil wordt gecombineerd met een nieuwe noord-zuid ontsluitingsweg tussen de Zeehaven en de Dordtse Killen 1, 2, 3 en uiteindelijk 4. De voorbereiding staat voor 2013 op de agenda. De realisatie is beoogd in 2014.
Entree Sterrenburg vanaf N3 via Copernicusweg (rotonde Kometenlaan)
In 2013 bereiden we de aanpassing rotonde Kometenlaan voor.
91
Verkeersstructuurplan centrum
In 2012 wordt het verkeersstructuurplan samen met bewoners en ondernemers opgesteld. Naar verwachting volgt bestuurlijke vaststelling in de raad begin 2013. In het verkeersstructuurplan zoeken we een balans tussen leefbaarheid en bereikbaarheid.
Ontwerp stadsas Merwedestraat - Oranjelaan
De stadsas (centrum – N3) staat in het Meerjarenprogramma Groot Onderhoud (MOP). De aansluiting van de Maastraat (Stadswerven), de krappe Prins Hendrik brug en de aansluiting van de Noordendijk (Stadswerven Zuid) en het Sumatraplein (onoverzichtelijk) vraagt om een samenhangende visie. Hierbij staat ruimtelijk inpassing en verkeerskundige kwaliteit centraal. In 2013 wordt deze visie opgesteld. De uitvoering volgt vanuit Stadswerven en het onderhoudsprogramma (MOP).
Dynamisch verkeersmanagement (DVM)
In 2012 bestuderen we samen met Rijkswaterstaat en Provincie Zuid-Holland of benuttingsmaatregelen op de A15, A16 en de N3 tot een verbetering van de doorstroming kan leiden. Eventuele uitvoering vindt in 2013 plaats.
Uitvoeringsplan verkeerslichten
Ook in 2013 wordt het programma verder uitgevoerd.
Bewegwijzeringsplan
In 2013 en 2014 stellen we een nieuw bewegwijzeringsplan op.
Ontsluiting Stadsweren Zuid
Met een nieuwe aansluiting op de Noordendijk verbeteren we in 2013 de ontsluiting van Stadswerven Zuid (bioscoop, parkeergarage en Energiehuis). Ook de fietsinfrastructuur wordt aangepast. 1.2 Het bieden van voldoende parkeerruimte
Uitbreiden parkeren: parkeergarages Kromhout; Steegoversloot; Ark en parkeergarage Stadswerven-Zuid
• • •
In 2013 realiseren we de parkeergarage Stadswerven Zuid. In 2012 volgt een voorstel voor herontwikkeling van de locatie Steegoversloot. In 2013 geven we hier uitwerking aan. In 2012 is de gemeente nog in overleg met de ontwikkelaar over de locatie Kromhout. Afhankelijk van het resultaat volgen in 2013 acties.
Parkeerregulering op drukke dagen
In 2013 doen we onderzoek naar de (uitbreiding) parkeerregulering op drukke dagen rondom evenementen.
Uitbreiden parkeerservice
In 2013 realiseren we ondermeer de invoering van Belparkeren en de digitale parkeervergunning. Ook introduceren we (mogelijk al in 2012) PIN betalingen in de parkeergarages. 1.3 Versterken van het openbaar vervoer
Twee nieuwe stations, te weten Copernicusweg en Leerpark Gratis OV 65+
In 2013 volgt de verkenning van de haalbaarheid van station Copernicusweg. De verkenning wordt uitgevoerd in samenwerking met NS, Pro-Rail en de provincie Zuid-Holland. Zoals besloten bij de Kadernota 2013 continueren we het gratis openbaar vervoer 65 plus tot en met 2014. In de tweede helft van 2012 volgt een voorstel over de exacte vorm waarin het gratis vervoer wordt gecontinueerd.
HOV-D /hoogwaardig openbaar vervoer Drechtsteden
Evenals in voorgaande jaren voeren we het regionale programma HOV-D uit. Een aantal onderdelen van het programma heeft prioriteit: bussen bij verkeerslichten (KAR), busbanen, Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS) en marketing
Stedenbaan Plus
Stedenbaan Plus is een samenwerkingsverband tussen provincie, pro-rail en NS. De inzet is om Dordrecht CS maximaal te bedienen met intercity’s en sprinters naar zowel Rotterdam als Breda, om de bereikbaarheid per bus en fiets te verbeteren. Maar ook om de risico met gevaarlijke stoffen (externe veiligheid) tot een acceptabel niveau terug te dringen.
92
Visie openbaar vervoer
In 2012 werkt de regio aan het opstellen van een nieuwe visie op het openbaar vervoer. In 2013 wordt regionaal en lokaal uitwerking gegeven aan deze visie.
Afmeervoorziening Ark van Noach
In 2013 realiseren we een afmeervoorziening voor de Waterbus en Watertaxi’s.
Verkeerssituatie zuidzijde centraal station
In 2013 volgt een voorstel voor verbetering van P+R plaatsen, het fietsparkeren, bushalte bij calamiteiten op het spoor en de verbinding Wijzigtpark.
verbeteren
Concessie beheer DAV (bus en Merwedelinge Lijn) en concessie beheer Waterbus
De regio Drechtsteden toetst (in samenwerking met concessie eigenaar; de provincie Zuid-Holland) de jaarlijkse ontwikkelplannen van de vervoerder Arriva c.q. Waterbus. Tevens stimuleert en adviseert zij de vervoerders tot het continue verbeteren van het vervoersproduct richting de reizigers.
Doelstelling 2: Verminderen verkeersoverlast 2.1 Versterken positie fietsers en voetgangers Bewaakt stallen binnenstad
Ook in 2013 blijft het bewaakt stallen van de fiets in de binnenstad gratis.
Fietsproblematiek station (zuid zijde)
In 2013 pakken we de fietsproblematiek aan de Krispijnse zijde van het station aan, door onder meer de realisatie van meer fietsenrekken.
Aanscherping fietsbeleid “Dordt fietst door”
Onderdeel van de aanscherping van het fietsbeleid is de aanmelding voor de prijs Fietsstad 2014. We leggen daarbij nadrukkelijk een relatie met andere vervoerswijzen zoals het varende fietspad (Waterbus); het rollende fietspad (Merwede Lingelijn) en de e-fiets.
Fietsparkeren
Nabij het Energiehuis en de bioscoop realiseren we een fietsenstalling.
Verkeersveiligheidsplan
In 2013 stellen we het verkeersveiligheidplan op. Een onderdeel hiervan is de wegencategoriseringsplan (Duurzaam Veilig).
Verkeerseducatie
In 2013 doet Dordrecht mee met de Europese mobiliteitsweek en speciale verkeerseducatie programma’s voor de jeugd (scholen op seef). Ook ondersteunt Dordrecht de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid (RPV) actief.
2.2 Verbeteren verkeersveiligheid
Doelstelling 3: Verbeteren externe veiligheid Continueren lobby externe veiligheid spoor
In 2012 heeft de Tweede Kamer bij de behandeling van de wet vervoer gevaarlijke stoffen een motie aangenomen die van de minister vraagt om voor eind 2012 een voorstel te doen voor uitvoering van de zogenaamde “alles uit de kast” maatregelen. In 2013 wordt gewerkt aan verbetering van de veiligheid door uitvoering van deze maatregelen. Verder nemen we deel aan het (goederen deel van) Programma Hoogfrequent Spoor waar de zogenaamde ‘Boog bij Meteren’ deel van uit maakt. Met de bouw van de boog (voor 2020) is verdere veiligheidswinst gerealiseerd (Ca. 10%). Binnen het zogenaamde Deltri verband wordt gestreefd naar agendering van de VEZA boog die een soort gelijk effect kent als de boog bij Meteren.
93
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten. De personele budgetten betreft de inzet op het gebied van verkeer en vervoer (11 fte) toezicht (20 fte) en de stadswinkel (5 fte). Tevens valt onder deze categorie de huur van de PG's Veemarkt, Spuihaven, Achterom en een deel van de PG GZP die aan het Vastgoedbedrijf worden betaald. Materiële budgetten betreft budget voor onderhoud garages, fietsenstallingen, parkeerapparatuur, geldafhandeling, parkeervergunningen en enkele kleinere posten voor verkeersonderzoek- en –veiligheid. Bijdrage aan GR betreft met name de bijdrage aan de Waterbus ad € 0,3 mln en aan de Belastingdienst voor naheffingsaanslagen parkeren ad € 0,2 mln. Subsidies is de bijdrage aan het veer Kop van’ t Land ad € 0,2 mln. Kapitaallasten betreffen met name de rente- en afschrijvingskosten voor de parkeerapparatuur. De inkomsten op dit programma tenslotte betreffen de parkeerinkomsten van de gemeente Dordrecht. De belangrijkste hiervan zijn de opbrengsten van de parkeergarages ad € 4,1 mln, het straatparkeren ad € 2,5 mln en het vergunninghoudersparkeren & naheffingsaanslagen ad € 2,2 mln. Tot slot kent dit programma een aantal projecten, waarvan de kosten (nog) niet zichtbaar zijn in bovenstaande cijfers. Sommige van deze middelen staan begroot in 2012, maar een groot gedeelte van deze projecten kent externe financiering van de provincie of Rijkswaterstaat en lopen dus niet over de Dordtse begroting. Voorbeelden van deze projecten zijn de verbreding van de Provincialeweg en de aansluiting tussen de A16 en Dordtse Kil IV.
•
Programma Verkeer en Vervoer: € 10,5 miljoen
• •
Personele budgetten Materiële budgetten Bijdragen aan GR'en Kapitaallasten
• • • •
Bedrag Subsidies •
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Verkeer en Vervoer Product Externe veiligheid verkeer en vervoer Verkeersveiligheid Hoofdinfrastructuur Parkeren Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
250
50
200
249
50
199
248
50
198
248
50
198
1.792
137
1.655
1.758
137
1.621
1.168
137
1.031
1.167
137
1.030 -1.143
8.498
8.934
-436
8.272
8.934
-662
7.818
8.934
-1.116
7.791
8.934
10.540
9.121
1.419
10.279
9.121
1.158
9.234
9.121
113
9.206
9.121
85
1.591
2.361
-770
3.124
2.253
871
3.567
2.245
1.322
3.583
2.237
1.346
12.131
11.482
649
13.403
11.374
2.029
12.801
11.366
1.435
12.789
11.358
1.431
94
Programma 11: Ruimtelijke Ordening Inleiding In 2011 werd duidelijk dat door het veranderd economisch tij en nieuwe bestuurlijke afspraken de plannen uit de Structuurvisie Dordrecht 2020 dienden te worden herzien. De ambities blijven overeind, maar er moesten een aantal andere keuzes worden gemaakt. In 2012 hebben we daarom het Arrangement Stedelijke Programmering vastgesteld en de Actualisering van de Structuurvisie voorbereid. Doelstelling hierbij is het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf op de langere termijn op niveau te houden. We werken aan Stadswerven als prioriteit omdat dit project het meest bijdraagt aan onze doelstellingen van een levendige binnenstad en een gezond Grondbedrijf. Voor de realisatie van een duurzame ontwikkeling van Dordrecht is het van belang de bestaande activiteiten richting andere overheden en partners te continueren. Het gaat dan vooral om het oplossen van onze externe veiligheidsproblemen door het goederenvervoer en onze ligging te midden van water. Programma activiteiten Ruimtelijk beleid/structuurvisie, nota van uitgangspunten; bestemmingsplannen; grondexploitatie; risicoanalyses; Bovenwijkse Voorzieningen (BOVO); uitgifte gronden (erfpacht, huur, verkoop); monumentenzorg en archeologie; stedenbouwkundige plannen; KOR; welstandsnota; erfgoed; cultuurhistorie; relaties andere overheden en andere partners om lokale doelstellingen te realiseren. Context en achtergrond Voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Dordrecht hebben we als stad een visie met duidelijke uitgangspunten nodig. Interne beslissingen worden daardoor meer in samenhang genomen. En voor burgers, bedrijfsleven en andere belanghebbenden is duidelijk wat in de stad kan en mag en wat de gemeente in de planning heeft. Dordrecht ligt misschien letterlijk op een eiland, maar wat er om ons heen gebeurt is van invloed op wat we willen en kunnen. Daarom is het belangrijk aan te sluiten bij ontwikkelingen om ons heen. Andere overheden als Rijk, provincie, regio’s en waterschappen en bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties hebben we hard nodig, voor de oplossing van onze ruimtelijke problemen op het gebied van water- en externe veiligheid. De komende jaren zal daarom op deze twee dossiers inzet nodig blijven, om de veiligheid van Dordrecht te borgen en de kwaliteit van de spoorzone te verbeteren. Rijk en provincie leggen ons wetten en regels op die we moeten uitvoeren. De afgelopen jaren hadden nieuwe belangrijke wetten grote invloed op ons werk en financiële mogelijkheden, zoals de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening, Grondexploitatie en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht. Ook in 2013 krijgen we in ons werk te maken met de voorbereiding van nieuwe wetgeving, zoals het permanent worden van de Crisis- en Herstelwet per 1 januari 2014 en de Omgevingswet (invoering nog onduidelijk). Van de, nu nog tijdelijke, Crisis- en herstelwet hebben we tot op heden nog niet of nauwelijks gebruik gemaakt. Wettelijke taken Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Grondexploitatiewet (Grex); Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo); Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG); Monumentenwet 1988; Monumentenverordening. Kaderstellende nota’s • (Rijks-)Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en AMVB-Ruimte; • Bovenregionaal: Provinciale structuurvisie, verordening Ruimte, Gebiedsagenda Zuidvleugel, Visie Dynamische Delta 2040 uit de Verkenning Antwerpen-Rotterdam; • Regionaal: Ruimte geven, realisatiestrategie, sectorale nota’s en nieuw op te stellen regionale structuurvisie; • Lokaal: (geactualiseerde) Structuurvisie Dordrecht, Nota Grondbeleid, Welstandsnota, KOR, Monumentenverordening en erfgoednota, gebiedsvisies, Nota’s van Uitgangspunten, bestemmingsplannen en sectorale nota’s.
95
Relevante ontwikkelingen • Inhoudelijke trends: van uitbreidingslocaties naar binnenstedelijke ontwikkeling, bestrijden leegstand, verduurzaming, klimaatsveranderingen-waterveiligheid, energietransitie, mobiliteitstoename, ontgroening, vergrijzing, stabilisering in de groei; • Bovenregionale trajecten, lobbydossiers en documenten als: o Zuidvleugel-gebiedsagenda, Topsectorenbenadering, Schaalsprong Maritiem, Stedenbaan, Deltapoort- gebiedsvisie, Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden; o Deltri, Vlaams-Nederlandse Delta, alliantie met West-Brabant en Brabantstad, ZuidWestelijke Delta; o Project Hoogfrequent Spoor (PHS) (en voor zover nog van toepassing Basisnet); o TransEuropeanNetworks 2014-2020 van EU (TenT) in het bijzonder corridor 9: Rotterdam-Lyon-Marseille (ong. 30 mld. voor gehele EU); o In Drechtstedenverband en Zuid-Holland-Zuid: Regionale structuurvisie, werken voor de regio en Omgevingsdienst. • Algemeen: wijzigingen wet- en regelgeving RO zoals de nieuwe Omgevingswet en het permanent worden van de huidige tijdelijke Crisis- en herstelwet. Staand gemeentelijk beleid Lokaal: (geactualiseerde) Structuurvisie Dordrecht 2020, Nota Grondbeleid, Welstandsnota, KOR (Kwaliteit Openbare Ruimte), Monumenten en archeologiebeleid, gebiedsvisies. Afspraken met medeoverheden • Provincie Zuid-Holland: ruimtereservering Robel in provinciale structuurvisie; • Bestuurlijke afspraken MIRT-VAR (Verkenning Antwerpen-Rotterdam): goederenstromenonderzoek door ’t Rijk, dat eind 2012 gereed is. Begin 2013 wordt deze gelegd naast de door de regio inmiddels in beeld gebrachte ruimtelijke en stedenbouwkundige gevolgen van gevaarlijke stoffenvervoer per spoor door stedelijk gebied; • Stedenbaan: Ruimtelijke ontwikkelingen stimuleren in nabijheid van Stedenbaanstations, inzet ontwikkeling twee stations ten zuiden van Dordrecht CS (Copernicus en Leerpark). Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Verkeer en Vervoer; Economie en Cultuur; Wonen; Milieu en Duurzaamheid.
Wat willen we bereiken? Centrale ambitie: Vitale en duurzame stad (en regio) met aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bewoners en bedrijfsleven. Doelstelling 1: Bovenstedelijk ruimtelijke belemmeringen voor een duurzame ontwikkeling oplossen. Doelstelling 2: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de stad NB met betrekking tot kengetallen: voor de Structuurvisie is een monitor ontwikkeld die bestaat uit verschillende bestaande indicatoren uit andere monitoren en onderzoeken. Om die reden bevat dit programma geen eigen indicatoren. Kengetallen staan op de overige programma’s vermeld.
96
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Bovenstedelijk ruimtelijke belemmeringen voor een duurzame ontwikkeling oplossen. Verwerken bovenstedelijke (beleids)ontwikkeling in eigen beleid en vice versa realiseren eigen programma door lobby naar andere overheden en trajecten; in het bijzonder op dossiers als: • externe veiligheid; • bereikbaarheid (spoor, weg water); • waterveiligheid en zoetwatervoorziening
Dossier Externe Veiligheid: continueren lobby in zich daartoe lenende trajecten/gremia: Project Hoogfrequent Spoor (PHS), voor zover nog van toepassing Basisnet, Deltri, Vlaams-Nederlandse Delta, (alliantie met) West-Brabant en Brabantstad In 2013 nemen we deel aan het Deltadeelprogramma Rijnmond Drechtsteden. In 2013 nemen we deel aan de trajecten zoals die bij ‘relevante ontwikkelingen’ zijn genoemd. Een voorbeeld is op het niveau van de Zuidvleugel waarbij we deelnemen aan de voorbereiding van het Bestuurlijk Overleg MIRT.
Doelstelling 2: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Sturen op het stedelijk ruimtelijke programma (structuurvisie) • actualiseren structuurvisie; • monitoren structuurvisie; • onderzoeken; • sturen op uitvoering.
In de periode 2011-2013 gaan we de structuurvisie gedeeltelijk herzien. Daarbij is onder meer aandacht voor Zuidpolder, Oostpoort en Maasterras. In 2012 is gestart met het opstellen van de visie. Onderdeel van de nieuwe visie is ook een nieuwe uitvoeringsstrategie. In kaart brengen van de gevolgen van de wijzigingen van de structuurvisie voor de bovenregionale afspraken en bestemmingsplannen (planschade). In 2013 ronden we het onderzoek naar de mogelijkheden voor (her)ontwikkelingslocaties af. We geven aan welke locaties in aanmerking komen voor ontwikkeling, mede in het kader van de Zuidpolder. Inzichtelijk houden van de stedelijke programmering op lokaal en regionaal niveau.
•
• •
Sturen op en inzichtelijk maken van mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor deelgebieden (Gebiedsvisies/nota van uitgangspunten) opstellen nota van uitgangspunten voor bestemmingsplannen; vertalen structuurvisie naar de bestemmingsplannen.
Concrete activiteiten die we in 2013 ondernemen zijn: • Krispijn (Oud- en Nieuw Krispijn – Maasterras); • Stadsstrand Stadswerven (Aantrekkelijker maken Stadswerven-Noord voor tijdelijk gebruikKadernota 2013); • Evaluatie bestemmingsplanprocedures en voorstellen al dan niet aanpassing.
Actueel houden en inzichtelijk maken van mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen op specifieke locaties (bestemmingsplannen) • waar nodig aanpassen en actualiseren van bestemmingsplannen; • actualiseringgebieden; • afhandelen particuliere initiatieven, ontwikkelgebieden; • digitaliseren bestemmingsplannen; • na de actualiseringslag per uiterlijk 1 juli 2013 vanwege wettelijke
In 2013 geven we vervolg aan de procedurele doorloop van de in 2012 opgestelde plannen. Hierbij gaat het om: • Derde Merwedehaven; • Zeehavens; • DK I, II, III; • Staart; • Dubbeldam;
97
verplichting daartoe elk bestemmingsplan binnen 10 jaar herzien en actualiseren.
• • • • •
Reeland; Nieuwe Sliedrechtse Biesbosch; Wielwijk/Crabbehof (nieuw traject start in 2013); Krispijn (start voorzien in 2014); Ontwikkelgebieden (afhankelijk van aanvragen);
Aanpak Leegstand, in het bijzonder van kantoren
Uitvoeren en uitwerken van het in 2012 opgestelde actieprogramma Leegstand.
In stand houden en uitbreiden van cultuurhistorisch erfgoed en monumenten. Monumenten: • modernisering monumentenzorg; • aanwijzen monumenten; • inpassen monumentenwet (erfgoedverordening). Erfgoed: • herbestemmen erfgoed; • cultuurhistorie; • ontwikkelen beleidskaarten cultuurhistorie; • toepassen in bestemmingsplannen.
Aanwijzen monumenten en erfgoed buitengebied en individuele monumenten. Opstellen Nota monumentenzorg en archeologie (2012). Voorraadlijst: ring ’20-’40 en ’40-’60. Mogelijk inpassen nieuwe wetgeving (Omgevingswet) en naar aanleiding daarvan passen we ook de erfgoedverordening aan.
Bewaken van de kwaliteit van de openbare ruimte en woonomgeving, Stedenbouwkundig plan, KOR (Kwaliteit Openbare Ruimte) en Welstandsnota; elke ingreep in de openbare ruimte wordt voorgelegd aan de AKOR (Adviescommissie Kwaliteit Openbare Ruimte).
Afronden herziening KOR nota (start 2012), rekening houdend met het voornemen om de inzet op de kwaliteit van de openbare ruimte aan te passen.
Actieve regierol in grondzaken. Uitvoeren en actualiseren grondbeleid: • positie grondbeleid per locatie kiezen; • toepassen ontwikkelingstrategie; • inzetten benodigde middelen; • uitgifte grond.
Uitvoeren huidig grondbeleid; uitvoeren huidig beleid; bovenwijkse voorzieningen; prognose Grondbedrijf; herzien en opstellen erfpachtcontracten; herzien contracten; opstellen contracten huur en verkoop gronden; actualiseren risicoanalyse (lopende en nieuwe projecten); actualiseren grondexploitatie (lopende en nieuwe projecten); grondprijzen en parameterbrief. Voorraadlijst: Nota grondbeleid herzien 2013-2014 en Nota Bovenwijkse Voorzieningen herzien 2013-2014.
Overige activiteiten Uitvoeren van wettelijke taken en toepassen wet en regelgeving: • Wet ruimtelijke ordening en grondexploitatie (grex); • Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht; • Wet Voorkeursrecht Gemeenten; • Crisis- en herstelwet; • Bouwplantoetsing; • Monumentenwet 1988;
Naast reguliere, wettelijke verplichtingen zetten we ons in 2013 in voor: • de afronding actualiseringsoperatie bestemmingsplannen; • het volgen en meedenken in ontwikkeling van nieuwe Omgevingswet en; • het bezien van de (on-)wenselijkheid van verdere toepassing van de Crisis- en herstelwet (resulterend in het al dan niet aanmelden van projecten bij het Ministerie, tot op heden is dat niet gebeurd). Ten behoeve van het behoud van het kwaliteitsniveau van de uitvoering van de bouwplantoetsing is een éénmalige intensivering in 2013 voorzien ter compensatie van de lagere voorziene legesinkomsten (sobere variant).
98
•
Erfgoedverordening Dordrecht
Professionaliseren en werkzaamheden verrichten voor de regio Drechtsteden
• • • • • •
Economische-, ruimtelijke- en mobiliteitsadvisering aan individuele regiogemeenten. Realisatie van diverse opdrachten voortkomend uit de regionale proeftuin Beleid. Bijdrage leveren aan de regionale bestuursopdracht ‘programmatische samenhang’. Vanuit de regionale proeftuin RO (planjuridisch en stedenbouwkundig) opdrachten realiseren voor andere gemeenten. Cultuurhistorische adviezen voor de regio (archeologie en monumentenzorg). Activiteiten grondexploitatie vanuit Dordrecht voor de regiogemeenten.
Foto: Miriam Scha
99
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
•
•
Programma Ruimtelijke Ordening: € 83,7 miljoen • •
Personele budgetten
•
Materiële budgetten
•
Bijdragen aan GR'en Kapitaallasten
• •
Algemeen: het grootste gedeelte van dit programma bestaat uit de kosten en opbrengsten van de grondexploitaties. Dit zijn gesloten producten: de resultaten van de grondexploitaties worden verrekend met de Algemene Reserve Grondbedrijf. De personele budgetten betreft de personele inzet op het gebied van ruimtelijke ordening (22 fte). De materiële budgetten hebben betrekking op de aankoop van gronden of het bouwrijp maken van ontwikkellocaties. De bijdrage aan GR'en betreft de bijdrage aan de Omgevingsdienst inzake Bouwen/Wonen ad € 2,8 mln en handhaving van de openbare ruimte ad € 0,7 mln. De kapitaallasten betreffen met name de rentekosten van een aantal gronden die de gemeente in haar bezit heeft. Veruit het grootste gedeelte van de kosten van dit programma heeft betrekking op grondexploitaties, waarvan het saldo van inkomsten en uitgaven geactiveerd wordt op de balans. Dat is ook zichtbaar aan het grote bedrag aan "inkomsten" op dit programma. Daarnaast staan de begrote inkomsten uit bouwleges ad € 2,7 mln. op dit programma begroot, alsmede de verwachte inkomsten uit erfpacht. Tot slot kent dit programma een aantal projecten, waarvan de kosten (nog) niet zichtbaar zijn in bovenstaande cijfers. Sommige van deze middelen staan begroot in 2011, maar een groot gedeelte van deze projecten kent externe financiering van de provincie of Rijkswaterstaat en lopen dus niet over de Dordtse begroting. Voorbeelden van deze projecten zijn Achterom/Bagijnhof en de planvoorbereiding Maasterras. De (grote) projecten met een grondpositie zoals Leerpark, Gezondheidspark, Belthurepark, zitten in de prognose Grondbedrijf en zijn daarmee wel onderdeel van bovenstaande cijfers.
100
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Ruimtelijke Ordening Product Vergunningen Handhaving milieu Monumenten
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
3.881
2.625
1.256
3.425
3.639
-214
3.405
3.639
-234
3.405
3.639
-234
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
551
66
485
546
66
480
536
66
470
536
66
470
Beheer en ontwikkelen van wijken
898
0
898
887
0
887
867
0
867
867
0
867
Planologisch juridisch instrumentarium
318
0
318
365
0
365
359
0
359
359
0
359
Exploitatie bouwgronden wonen Exploitatie gemeentelijke eigendommen -erfpacht Grondbeleid en ontwikkeling
50.682
52.670
-1.988
21.043
21.248
-205
29.193
29.353
-160
28.212
28.457
-245
16.567
19.225
-2.658
1.208
3.866
-2.658
1.208
3.866
-2.658
1.208
3.866
-2.658
267
0
267
265
0
265
259
0
259
260
0
260
Exploitatie economische ontwikkeling
10.481
22.670
-12.189
1.361
1.434
-73
1.372
1.445
-73
1.393
1.466
-73
5
0
5
5
0
5
5
0
5
5
0
5
83.650
97.256
-13.606
29.105
30.253
-1.148
37.204
38.369
-1.165
36.245
37.494
-1.249
20.317
3.681
16.636
2.916
178
2.738
2.870
178
2.692
2.955
178
2.777
103.967 100.937
3.030
32.021
30.431
1.590
40.074
38.547
1.527
39.200
37.672
1.528
Exploitatie kantoorlocaties Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
101
Programma 12: Wonen Inleiding Vergroten van de regionale aantrekkelijkheid is het hoofduitgangspunt van de regionale Woonvisie Drechtsteden. In het collegeprogramma hebben we dit voor Dordrecht vertaald in accenten voor de komende periode: aantrekken en blijven binden van de hogere inkomens en meer aandacht voor de bestaande wijken. Intussen zit de woningmarkt als gevolg van de economische crisis en het gebrek aan consumentenvertrouwen ernstig op slot. Tegelijkertijd zijn de beschikbare middelen aanzienlijk beperkt. Rijkssubsidies zijn er niet meer, de ruimte voor corporaties is door het Rijk fors teruggebracht. Ook marktpartijen hebben weinig financiële mogelijkheden. Desondanks boeken we voortgang in de herstructurering en de nieuwbouw, in nauwe samenwerking met corporaties, marktpartijen en bewoners. De herstructurering in Dordrecht-West vordert nog steeds gestaag. In 2012 hebben de corporaties en gemeente de ambities voor Dordrecht-West bijgesteld. De nadruk komt minder op de fysieke aspecten te liggen en verschuift meer naar de sociale kant. Ook de economische omstandigheden maken het noodzakelijk de fysieke aanpak te temporiseren. De uitvoering van de nota particuliere woningverbetering wordt in 2013 ter hand genomen. De Subsidieregeling Funderingsherstel is beëindigd. Ook buiten Dordrecht-West wordt in een langzamer tempo het nodige gebouwd, zoals op de Spuiboulevard en met kleine tranches in Wilgenwende. In Stadswerven gaat een eerste deelproject in uitvoering. Met het project WOW in Wielwijk komt ook het collectief opdrachtgeverschap in beeld. Sinds 2009 dalen de afzetcijfers van de nieuwbouw gestaag. Met beperkte aanpassingen, uitstel van plannen en verschuiving naar de huursector wordt ingespeeld op de huidige marktsituatie. We blijven daarbij inzetten op kwaliteit door het toevoegen van ontbrekende duurdere woningen en meer differentiatie in woonmilieus. Regionaal hebben we afgesproken om nu geen nieuwe plannen aan het bestaande planaanbod toe te voegen en waar mogelijk het planaanbod beter op elkaar af te stemmen. Programma activiteiten Rapportage Wonen in de Drechtsteden (monitor/woningbouwprogramma/bewaken Woonvisie); PALT-afspraken met corporaties; Platform Drechtsteden Bouwt (overleg met ontwikkelaars en corporaties); toepassen ‘Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Gebouw’ (GPR: levensloopbestendigheid, veiligheid, duurzaamheid); programma’s DordrechtWest; nieuw beleid particuliere woningverbetering; programma funderingsaanpak; taskforce huisvesting arbeidsmigranten (wat betreft regelen van voldoende goede huisvesting voor de doelgroep); onderzoek locaties woningbouw in bestaande stad; programma voor particulier opdrachtgeverschap; beleid woonwagens. Wettelijke taken Op grond van de Huisvestingswet hebben we als gemeente een wettelijke plicht om vergunninghouders – asielzoekers met een verblijfsvergunning – te huisvesten. De gemeente ontvangt daartoe ieder half jaar een taakstelling. De provincie ziet er op toe dat de taakstelling wordt ingevuld. Diezelfde Huisvestingswet verplicht ons ook om een klachtencommissie voor de woonruimteverdeling te hebben omdat we de uitvoering van de woonruimteverdeling via overeenkomsten hebben uitbesteed aan de woningcorporaties. In onze regio opereert de klachtencommissie onder de vlag van de regio Drechtsteden maar worden de leden wel door de afzonderlijke gemeentes benoemd.
102
De Woningwet schrijft voor dat de raad een Bouwverordening vaststelt die onder meer voorschriften bevat betreffende het gebruik van woningen, de brandveiligheid, het aantal personen dat in een woning mag wonen en het slopen van woningen. Verder verplicht de Woningwet de raad om een Welstandsnota vast te stellen. Context en achtergrond We werken aan de gezamenlijke ambitie voor een vitale stad met een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Samen met de andere gemeenten dragen we zorg voor voldoende en kwalitatief goede woningen voor de inwoners van de Drechtsteden. Slechte woningen worden aan de woningvoorraad onttrokken en nieuwe betere woningen worden aan de voorraad toegevoegd, vooral in het hogere prijssegment. Dit gebeurt in aansprekende woonmilieus, vooral het centrumstedelijke en de rustige en groene milieus worden versterkt. De nieuwbouw is beperkt ten opzichte van de bestaande woningvoorraad. Daarom besteden we extra aandacht aan de bestaande woonwijken: de woningen en de woonomgeving. Aan nieuwe woningen worden eisen gesteld, om ze geschikt te laten zijn voor de toekomst: levensloopbestendig, toegankelijk, veiligheid en duurzaamheid. Speciale aandacht gaat uit naar specifieke groepen zoals studenten en arbeidsmigranten, en de afronding van het programma voor woonwagenstandplaatsen. Deze ontwikkelingen kunnen alleen in samenspraak met de andere partners tot stand worden gebracht. Daarom worden afspraken gemaakt, met zowel de woningcorporaties als de marktpartijen, over de gewenste ontwikkeling en de condities waaronder deze tot stand komen. Kaderstellende nota’s (inclusief aanpak Drechtstedenverband en afspraken medeoverheden) • Bovenregionaal: Rijksregelgeving (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), huurregulering, corporaties enzovoort); Woonvisie PZH; Woonvisie BZK; • Regionaal: Woonvisie Drechtsteden; Uitwerking in afspraken Jaarplan Wonen Drechtsteden 2010 (afspraken regiogemeenten); Rapportage Wonen in de Drechtsteden 2012; PALT-afspraken (Prestatie afspraken lange termijn met corporaties); Verstedelijkingsafspraken (afspraken Rijk en provincie); convenant GPR; • Lokaal: afspraken Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV-III / afspraken met BZK/WWI); Dordrecht-West: Dordrecht-West op stoom (afspraken met corporaties). Relevante ontwikkelingen • Demografie: afnemende groei; vergrijzing en ontgroening; toenemend aantal 1-persoonshuishoudens; inkomensdaling, maar wel meer opgebouwd vermogen; • Maatschappelijk: functiemenging wonen, werken en recreëren; wonen met gelijkgestemden; opkomst transnationaal wonen; opkomst ‘meerhuizigheid’; vervlechting aanbod wonen en dienstverlening; meer ervaren overlast en verloedering; • Economisch: crisis; vertraging afzet; bezuinigingen Rijk, regelgeving Europese Unie en herordening woningmarkt (onzekerheid hypotheekrenteaftrek, aanscherping hypotheekregels, eisen EU sociale huursector waardoor middengroepen in de knel komen, verminderde financieringscapaciteit corporaties, vervallen subsidies). Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ Afstemming woningbouwprogramma, zie rapportage Wonen in de Drechtsteden 2012. Ketenpartners De andere Drechtstedengemeenten; provincie Zuid-Holland; Zuidvleugel; Rijk BZK/WWI; G32-gemeenten; bewoners; maatschappelijke organisaties; corporaties; ontwikkelaars; makelaars; politie; welzijnsinstellingen. Afspraken met medeoverheden Verstedelijkingsafspraken, ISV-afspraken. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Ruimtelijke Ordening; Economie en Cultuur; Milieu en Duurzaamheid; Leefbaarheid en Stedelijk Beheer, in het bijzonder de Taskforce huisvesting arbeidsmigranten.
103
Wat willen we bereiken? Centrale ambitie: Vitale stad (en regio) met aantrekkelijk vestigingsklimaat. Doelstelling 1: Beter woningaanbod. • Beter woningaanbod hogere inkomens. • Betere kwaliteit in sociale sector, meer spreiding regio. • Meer levensloopbestendige woningen. • Voldoende aanbod speciale doelgroepen. • Betere toekomstwaarde, levensloopbestendigheid, veiligheid, duurzaamheid. Doelstelling 2: Meer differentiatie woonmilieus. • Beter aanbod levendig stedelijk woonmilieu. • Beter aanbod rustig groen woonmilieu. • Herstructureringswijken op orde: Dordrecht West. • Versterken kwaliteit bestaande wijken: leefbaarheid op orde, schoon, heel en veilig.
Kengetallen
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde
1.1) Ontwikkeling gemiddelde woningwaarde
CBS
D: € 188.000 (1-1-2009)
D: € 180.000 (1-1-2011) Dordrecht: -4,3% Nederland: -1,7%
(-)
Stijging boven landelijke gemiddelde stijging (1-1-2013)
1.2) % woningen in sociale sector
Woonmonitor Drechtsteden (OCD)
54% (1-1-2010)
63% (1-1-2011)
(-)
52% (1-1-2014)
1.3) % woningen in duurdere categorie
Woonmonitor Drechtsteden (OCD)
17% (1-1-2010)
14% (1-1-2012)
(-)
19% (1-1-2014)
2.1) Woonaantrekkelijkheidsindex
Atlas voor gemeenten 2010
23e positie (2009)
19e positie (2012)
(+)
20e positie (2013)
2.2) % huishoudens met midden en hoge inkomens
Regionaal Inkomensonderzoek (CBS)
resp. 38,4% en 16,7% (2007)
resp. 39,1,% en 17,2,% (2009)
(+) (+)
resp. 40% en 18% (2011)
2.3) Rapportcijfer leefbaarheid in Dordrecht-West
Integrale Veiligheidsmonitor
6,6 (2009)
6,8 (2011)
(+)
6,7 (2013)
2.4) Schaalscore sociale cohesie in Dordrecht-West
Integrale Veiligheidsmonitor
5,4 (2009)
5,4 (2011)
(0)
5,5 (2013)
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1.1) Ontwikkeling gemiddelde WOZwaarde van woningen in Dordrecht ten
2012
Volgende meting levert gegevens per 1.1.2011; 0-waarde en actuele waarde zijn voorlopig.
104
opzichte van landelijke ontwikkeling 1.2) % woningen in sociale sector van de totale woningvoorraad
2013
Volgende meting levert gegevens per 1.1.2013; prijsgrens sociale sector wordt jaarlijks aangepast (1.1.2010: € 174.000; 1.1.2011: € 181.000; 1.1.2012: € 183.200).
1.3) % woningen vanaf € 250.000 in totale woningvoorraad
2013
Volgende meting levert gegevens per 1.1.2013; door crisis is gemiddelde WOZ-waarde gedaald
2.1) Positie van Dordrecht in de rangorde van de 50 grootste gemeenten
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; de woonaantrekkelijkheid van een gemeente is gemeten aan de hand van een index waarin de volgende acht factoren zijn opgenomen (in volgorde van gewicht): • bereikbaarheid van banen, • culturele aanbod (podiumkunsten), • veiligheid (geweldsmisdrijven/vernielingen), • aandeel koopwoningen in de woningvoorraad, • bereikbaarheid van natuurgebieden, • kwaliteit van het culinaire aanbod, • aanwezigheid van een universiteit, • historische karakter van de stad (percentage woningen gebouwd vóór 1945).
2.2) % particuliere huishoudens met midden en hoge inkomens in Dordrecht ten opzichte van Nederland
2012
Volgende meting levert gegevens over 2010; Midden: het inkomen in deze groep bedraagt € 25.100 tot € 46.500 (Nederland 40%). Hoog: het inkomen in deze groep bedraagt € 46.500 of meer (Nederland 20%). Gegevens over 2009 komen beschikbaar in 2011.
2.3) Rapportcijfer leefbaarheid in Dordrecht-West
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; gestelde vraag: Er is u een aantal vragen gesteld over de buurt waarin u woont. Kunt u voor de leefbaarheid in uw buurt, door middel van een rapportcijfer een beoordeling geven? Welk cijfer zou u geven van 1 tot en met 10 voor de leefbaarheid in uw buurt.
2.4) Schaalscore sociale cohesie in Dordrecht-West (opgebouwd uit 4 indicatoren)
2013
Volgende meting levert gegevens over 2012; samengestelde score op basis van vragen naar: • de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks; • de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om; • ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is; • ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe beter de kwaliteit van de ervaren woonomgeving.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1 Beter woningaanbod hogere inkomens. 1.1 Beter woningaanbod hogere inkomens Onderzoek naar geschikte en mogelijk vrijkomende locaties voor duurdere woningbouw
In het in 2012 vastgestelde Arrangement Stedelijke Programmering is uitgewerkt welke locaties zijn aangewezen voor duurdere woningbouw. Jaarlijks monitoren we de voortgang en wordt het arrangement
105
aangepast aan actuele ontwikkelingen. Afstemmen bouwproductie in samenwerking met ontwikkelaars
In het licht van de crisis op de woningmarkt is in ‘Wonen in de Drechtsteden’ uitgewerkt hoeveel marktruimte er is voor nieuwbouw, vervolgens is dit naast het bestaande planaanbod gezet. Er is geen sprake van grote discrepantie, wel van een ruim aanbod, met financiële risico’s voor de betrokken partijen. Per cluster wordt subregionaal overlegd over mogelijke bijsturing. De taakverdeling is als volgt: regionale monitoring, intergemeentelijke afstemming, lokale sturing. Regionaal wordt gezamenlijk overlegd met ontwikkelaars in het (regionale) Platform Drechtsteden Bouwt. In Dordrecht is een bestuurlijke regiegroep ingesteld voor sturing en prioritering.
Afspraken maken met ontwikkelaars over projecten
Maken van specifieke afspraken per project. De belangrijkste daarvan zijn: Stadswerven (ontwikkeling in kleine (sub)tranches, particulier opdrachtgeverschap, financieringsvormen, locatie marketing), Leerpark, Gezondheidspark (schrappen appartementen, beleggerswoningen, ander (zorg)programma), Dordrecht West (kleine tranches voor specifieke doelgroepen), Wilgenwende (programma aanpassingen, financieringsvorm) en Belthurepark (ontwikkelafspraken aanpassen aan markt c.q. nieuwe afspraken grondaankoop/-afname, fasering, flexibiliteit, behoud van kwaliteit).
Stimuleren particulier opdrachtgeverschap (P.O.): aanwijzen van locaties voor kavels en stadskavels, afspraak maken over minimaal één project collectief P.O. (voor 2015)
Op restkavels van de gemeente worden waar mogelijk nieuwe PO projecten opgestart. Naast reguliere vrije kavels zoeken we naar andere mogelijkheden: rijwoningen in PO en collectief PO (CPO), ook voor middeninkomens. Bestaande locaties worden tegen het licht gehouden om te bekijken waar mogelijkheden voor PO of CPO liggen. In Wielwijk en in de 19e eeuwse schil worden CPO projecten gerealiseerd door respectievelijk Woonbron en Trivire. De gemeente zet in op promotie en stimuleren van eigenbouw.
1.2 Betere kwaliteit in sociale sector, meer spreiding regio Afspraak maken met de Woningcorporaties in regionaal verband (PALT).
Uitvoeren van in 2010 vastgestelde afspraken onder andere gericht op verbetering en beperking van de sociale woningvoorraad; monitoren en bewaken van de afspraken, zo nodig tussentijds actualiseren.
Uitwerking geven aan afspraken met de lokale corporaties (zie 2.3)
De lokale uitwerking van PALT is met name gericht op Dordrecht-West. In 2013 richten we onze inzet op het verder toespitsen op wijkgericht werken en op verbetering van de woningvoorraad van de corporaties in de Vogelbuurt.
Verbetering van bestaande particuliere woningen (zie 2.4)
Continueren van het ingevoerde beleid particuliere woningverbetering. 1.3 Meer levensloopbestendige woningen
Bij de start van projecten afspraken maken over levensloopbestendigheid (zie 1.5)
Zie 1.5.
Eisen aan nieuwbouw voor levensloopbestendigheid
Zie 1.5
Zoeken naar mogelijkheden om binnen het nieuwbouwprogramma een deel uit te voeren als zorgwoning
In het bouwprogramma zijn voldoende ‘nultredenwoningen’ opgenomen. Voor een deel is een combinatie van aanbod met zorg gewenst. Daarover wordt in overleg met het Zorgkantoor op reguliere basis gekeken naar de noodzakelijke inzet. In 2013 geven we uitvoering aan het lokale beleid voor realisatie van woonservicezones (zie 2.4). Alle reguliere nieuwbouwwoningen moeten bij het onderdeel ‘gebruikskwaliteit’ van het GPR Gebouw systeem minimaal een 8,5 scoren, waardoor deze woningen levensloopbestendig zijn.
106
1.4 Voldoende aanbod speciale doelgroepen Convenant huisvesting spreiding specifieke en bijzondere doelgroepen
In 2011 is een korte evaluatieronde uitgevoerd over de werking van het convenant. Hieruit is gebleken dat het convenant niet goed werkt. Eind 2011 zijn nieuwe afspraken gemaakt met een meer pragmatische insteek. Aanvragen worden door de corporaties en gemeenten afgehandeld, pas als er geen geschikte locatie is, wordt dit regionaal opgepakt. Het primaat ligt bij het PFO Sociaal, indien nodig worden nieuwe huisvestingsvragen in de Stuurgroep PALT geagendeerd.
Huisvesting arbeidsmigranten
Vanaf 2008 is de aanpak van misstanden bij huisvesting jaarlijks met incidenteel projectgeld opgepakt. In de periode 2010-2012 bedroeg dit jaarlijks circa € 1,2 miljoen. Na de afronding van de Taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten eind 2012 is het huisvestingsbeleid ondergebracht in het reguliere huisvestingsbeleid. Door besluitvorming in de Kadernota kunnen we blijven inzetten op het tegengaan van misstanden en leegstand in de particuliere woningvoorraad. Het beschikbare budget voor 2013 en verder is ten behoeve van structurele handhaving op illegale kamerverhuur. Binnen de bestaande begroting wordt het toezicht op de legale kamerverhuurpanden opgevangen.
Afspraken maken over studentenhuisvesting (in de bestaande woningvoorraad of nieuwbouw)
Vanuit belang van een aantrekkelijke stad willen we in aanbod voor studentenhuisvesting voorzien, ook al is het vanuit de vraag op dit moment in Dordrecht geen direct knelpunt. Dordrecht zet in op de gewenste uitbreiding van het HBO-aanbod en de oprichting van een University College. In overleg met de onderwijsinstellingen en de corporaties wordt uitgewerkt het in aanvullende huisvesting voor studenten kan worden voorzien. We onderzoeken daarnaast of er voldoende algemene vraag is voor een gericht aanbod voor studenten.
Afronding programma woonwagenlocaties
Na de opheffing van het regionale woonwagenkamp wordt de inspanning gericht op een goede beheerssituatie.
1.5 Betere toekomstwaarde, levensloopbestendigheid, veiligheid, duurzaamheid Invoeren GPR-methodiek: eisen aan levensloopbestendigheid, veiligheid, toekomstwaarde, energiezuinigheid en duurzaamheid van nieuwbouw
In 2011 hebben de gemeenten in de Drechtsteden de GPR-methodiek ingevoerd. Jaarlijks wordt geinventariseert hoe de nieuwe projecten scoren op deze punten.
Vooraf afspraken maken met corporaties en marktpartijen over de toepassing van de GPR-eisen
Eind 2011 is een convenant afgesloten met ontwikkelaars en corporaties om nieuwbouw aan de regionale kwaliteitseisen te laten voldoen. Hiervoor maken we gebruik van de methodiek ‘GPR-Gebouw’, met normen op het gebied van gebruikswaarde en duurzaamheid. De afspraken uit het convenant worden in ieder project bevestigd en contractueel vastgelegd.
Start met aansluiting woningen warmtenet
In de periode 2013-2015 wordt het warmtenet voor HVC aangelegd en worden 6.000-8.000 woningen/woonequivalenten (bedrijven omgerekend naar het warmtegebruik van woningen) aangesloten, waarvan 4.200 corporatiewoningen.
107
Doelstelling 2 Meer differentiatie woonmilieus. 2.1 Beter aanbod levendig stedelijk woonmilieu Werken aan aantrekkelijk stedelijk woonmilieu met breder aanbod stedelijke voorzieningen. In de woonvisie is de binnenstad aangewezen als hoogstedelijk woonmilieu.
Dordrecht investeert aanzienlijk in nieuwe voorzieningen in de Binnenstad. Zie het programma levendige binnenstad als onderdeel van het programma Economie en Cultuur.
Uitvoeren Masterplan Stadswerven
Zie ‘projectblad’ Stadswerven. 2.2 Beter aanbod rustig groen woonmilieu
Uitvoeren plan Belthurepark
Zie ‘projectblad’ Belthurepark.
Binnen de bestaande stad zoeken naar locaties om te voorzien in rustig groen woonmilieu
Met het vervallen van de locatie Zuidpolder is er behoefte aan alternatieve locaties voor een rustig groen woonmilieu. Zie 1.1 en programma Ruimtelijke Ordening
Voortzetten herstructurering Dordrecht-West: DordrechtWest op Stoom.
In 2012 is het programma Dordrecht-West en onderliggende programma’s herijkt. In 2013 gaan we aan de slag met voortzetting van de uitvoering.
Uitvoeren Raamwerk Oud-Krispijn 2013
We gaan (o.a.) aan de slag met de volgende activiteiten: • start bouw 17 woningen deelgebied 5 in Koopgarant (Louis Apolstraat e.o.); • start bouw 81 woningen Brouwersdijk/Aagje Dekenstraat, oplevering 10 sociale huurwoningen Schaepmanstraat • sloop deelgebied 1 continueren, bouw uitgesteld tot dat de markt aantrek zal pas na 2013 starten, bestemmingsplan is vastgesteld.
Aanpak Dichterskwartier
Per 31-3-2013 wordt de procesbegeleiding van de aanpak particuliere woningverbetering Dichterskwartier beëindigd. In overleg met de raad wordt gekeken naar de vervolgoplossing.
Uitvoeren herstructurering met als uitgangspunt Wijkvisie Wielwijk, charter en SOK Wielwijk
We geven uitvoering aan SOK, o.a. met de start bouw (gedeeltelijk) van de Naereboutstraat, Van Kinsbergenstraat en Sweersstraat en de inrichting openbaar gebied Reddersbuurt.
Uitvoeren fysiek programma rondom Nassauweg Nieuw Krispijn
We continueren de fasegewijze herinrichting openbare ruimte. Ook starten we de nieuwbouw Weizigtschool en de sloop van 21 woningen Trivire J.W. Frisostraat
Voorraad planvorming overig
Herstructurering van de Vogelbuurt: voorbereiding nieuwbouw Vogelplein; fysieke herstructurering Nieuw Krispijn; fysieke herstructurering Crabbehof: start bouw 87 woningen Vorrinklaan.
2.3 Herstructureringswijken op orde
2.4 Versterken kwaliteit bestaande wijken: leefbaarheid op orde, schoon, heel en veilig Inventariseren knelpunten in woningvoorraad en woonomgeving bestaande buurten
Regionaal is afgesproken de knelpunten te inventariseren. Deze actie wordt vanuit bestaande monitoren en wijkgericht werken opgepakt.
Opstellen nieuw beleid particuliere woningvoorraad en bestaande woonomgeving
In 2013 voeren we het in 2012 vastgestelde beleid voor particuliere woningverbetering uit. Dit beleid is, op preventieve maatregelen gericht. De nadruk ligt op de ondersteuning van VVE’s. Ten aanzien van de bestaande omgeving verwijzen we naar het programma Leefbaarheid en Stedelijk Beheer.
108
Verlengen van het beleid en de geldigheidsduur van de Subsidieregeling Funderingsherstel voor bepaalde tijd en een afbouw ervan in deze raadsperiode
De Subsidieregeling Funderingsherstel is op 10 juli 2012 beëindigd. De dan ingediende aanvragen worden in 2013 nog behandeld.
Onderzoek naar mogelijkheid hergebruik leegstaande (kantoor)panden
Ook Dordrecht kent leegstand. Vooral kantoorgebouwen hebben met leegstand te maken, in het bijzonder in Schil-West. In 2013 voeren we daarom het in 2012 vastgestelde actieprogramma Leegstand uit. De visie Schil-West (2012) is daarbij één van de kaders. Er wordt een relatie gelegd met de in 2013 vast te stellen regionale kantorenstrategie.
Realisatie van woonservicezones
De uitvoering van woonservicezones ligt in handen van de partners in de zorgsector (zie 1.3). De gemeente faciliteert het overleg tussen zorgpartijen en corporaties in de wijken Crabbehof, Staart, Vogelbuurt en Nieuw-Krispijn.
Overig activiteiten Bijdragen aan regionaal beleid wonen: monitoring, programmering en regievoering, overleg corporaties, afstemming Rijk en provincie, woonruimteverdeling, woonpromotie
Bijdragen aan regionale projecten, werkzaamheden van Dordrecht wordt hiervoor betaald door de regio. Uit oogpunt van bevorderen van de woningverkoop en het onder de aandacht brengen van de regio is woonpromotie een belangrijk project voor Dordrecht. De regio werkt aan verbreding van woonpromotie tot gebiedspromotie en de organisatie van de jaarlijkse woondag.
Voorraadbeleid wonen, monitoren, sturen
In het Regieteam wordt invulling gegeven aan de lokale bewaking van het programma. Regionaal zijn afspraken gemaakt voor overleg over een betere afstemming (regionaal: monitoring, subregionaal afstemming, lokaal sturing).
Projecten in voorbereiding nemen en uitvoeren
In het regionaal Woningbouwprogramma (Wonen in de Drechtsteden 2012) zijn alle plannen opgenomen.
109
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Wonen: € 1,9 miljoen
De personele budgetten betreft de personele inzet op het gebied van woonbeleid (5 fte). De materiële budgetten betreft het budget voor de taskforce huisvesting arbeidsmigranten ad € 0,3 mln (alléén in 2013 en 2014), voor het stadsstrand ad € 0,15 mln (alleen 2013) en voorkomen herstructureringswijken ad € 90.000 (structurele intensivering uit begroting 2011). De kapitaallasten betreffen de rentelasten voor de deelneming in SVN (funderingsleningen). De inkomsten op het programma zijn de verwachte rente-inkomsten van de funderingsleningen.
• •
Personele budgetten Materiële budgetten Kapitaallasten
•
Bedrag Subsidies
•
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Wonen Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Woonwagens
-2
0
-2
-2
0
-2
-2
0
-2
-2
0
-2
Funderingen
11
0
11
11
0
11
11
0
11
11
0
11
Wonen Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
Saldo
1.866
224
1.642
1.711
224
1.487
1.403
224
1.179
1.403
224
1.179
1.875
224
1.651
1.720
224
1.496
1.412
224
1.188
1.412
224
1.188
114
368
-254
114
368
-254
0
368
-368
0
368
-368
1.989
592
1.397
1.834
592
1.242
1.412
592
820
1.412
592
820
110
Programma 13: Dienstverlening Inleiding Dienstverlening is niet alleen het visitekaartje van de gemeente. Dienstverlening draagt ook bij aan de realisatie van de beleidsdoelen van de gemeente. De politiek bepaalt wat ‘de gemeente’ wil bereiken, welke regelingen hiervoor nodig zijn en hoe deze regelingen uitgevoerd en gecontroleerd worden. Dienstverlening legt de verbinding met de stad: via balie, telefoon of website kunnen inwoners en ondernemers een beroep doen op de overheidsvoorzieningen, hun verplichtingen naleven en hun zaken regelen. Uitzonderingen op de regel De afgelopen jaren is hard gewerkt aan standaardisering (systemen, procedures en regels) om veelgestelde vragen eenduidig, efficiënt en naar tevredenheid van de klant te kunnen beantwoorden. Om ook bij complexere of afwijkende vragen en situaties de klant goed van dienst te kunnen zijn, is het van belang dat we de uitzonderingen herkennen en – waar dit echt nodig is – maatwerk kunnen leveren. Maatwerk begint aan de “voorkant” (bijvoorbeeld in de Stadswinkel en het callcenter), maar vraagt ook veel van de “achterkant”: beleidsafdelingen van de gemeente en partners in de stad en regio, waar de gemeente nauw mee samenwerkt. Want juist “aan de achterkant” liggen vaak de taken die grote maatschappelijke impact hebben. Prettig en efficiënt In 2013 werken we aan alle kanten aan een betere dienstverlening. “Aan de voorkant”: met het openen van ons eigen callcenter en het gebruik van begrijpelijke taal in onze (standaard)brieven, informatie op de website en alle andere schriftelijke communicatie. En “aan de achterkant”: door het verbeteren van de samenwerking met ketenpartners en het aanpassen van de werkwijze op een manier die logisch is voor de klant. Allemaal activiteiten die ervoor moeten zorgen dat inwoners, instellingen en ondernemers op een prettige en efficiënte manier hun zaken met de gemeente kunnen regelen. Essenhof: maatwerk is de standaard Bij de gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium Essenhof is maatwerk de standaard. De diversiteit van de Dordtse bevolking op cultureel en religieus gebied is groot en de wensen en behoeften rondom een uitvaart verschillen dan ook sterk. Om hierop in te kunnen spelen, staat de klant centraal bij alle activiteiten die Essenhof onderneemt. En dat blijkt ook uit het Masterplan Essenhof, dat in 2010 is vastgesteld en inmiddels heeft geresulteerd in een toegankelijk publiekskantoor, een nieuw crematorium en een opnieuw ingerichte aula. In 2013 is de Zuidendijk aan de beurt met ondermeer de aanleg van een nieuwe urnentuin. Programma activiteiten Publieke dienstverlening aan burgers, instellingen en bedrijven: één centrale ingang voor burgers, ondernemers en instellingen tot de dienstverlening van de gemeente; sturing op internet als primair kanaal voor de dienstverlening; bevorderen ondernemerschap en ondernemingsklimaat; versterken van de dienstverleningscultuur gemeentebreed; regionalisering van de dienstverlening; gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium Essenhof. Context en achtergrond: • Klantgericht en integraal: e-dienstverlening, de 6 principes van klantgerichtheid (hostmanship: dienstbaar zijn, verantwoordelijkheid nemen, consideratie tonen, de dialoog aangaan, kennis inzetten, het geheel zien), standaardisatie versus maatwerk. • Minder regels, meer service: vermindering van de regeldruk. Administratieve lastenvermindering. Herontwerp werkprocessen vanuit logica van klant. • Multichanel en kanaalonafhankelijk: gerichte inzet kanalen volgens het principe click, call, face. Sturing op gebruik én doorontwikkeling van de website. Via elk kanaal hetzelfde, juiste antwoord.
111
Wettelijke taken De Essenhof voorziet in de gemeentelijke plicht om de lijkbezorging te faciliteren. Het begraven, het cremeren, het verzorgen van de uitvaartbijeenkomsten en het onderhoud van de (monumentale) grafakkers en het groen vormen gezamenlijk een maatschappelijke voorziening, die gebaseerd is op de volgende Wet en regelgeving: Wet op de lijkbezorging 2010, Besluit op de lijkbezorging 1997, Inspectierichtlijn lijkbezorging (VROM), Beheersverordening Essenhof. Kaderstellende nota’s • Landelijk: Programma e-Overheid voor burgers, waarin het streven naar Antwoord© fase 5 is vastgelegd, Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP), Versnellingsagenda, Convenant ‘Verbeteren dienstverlening, verminderen regeldruk’; • Regionaal: Regionale Visie op Dienstverlening, Proeftuinplan Dienstverlening, waarin geïntegreerd het Regionaal Programmaplan Dienstverlening Drechtsteden, ROM-D en regionale samenwerking accountmanagers op het gebied van acquisitie; Kadernota regionale economische marketing promotie en acquisitie: ‘Uiteindelijk gaat het om de regio (2010)' Relevante ontwikkelingen • Elektronische overheid: 89 procent van alle huishoudens heeft een vaste of mobiele internetaansluiting. Eind 2010 bezat 34% van de Nederlanders een smartphone, eind 2011 al 52% (8,2 miljoen mensen). In het tweede kwartaal van 2012 gebruikten 2,6 miljoen Nederlanders een tablet. De verwachting is, dat tablets in 2014 verantwoordelijk zijn voor 10 procent van al het internetverkeer. Mensen zijn door gebruik van internet gewend om op elke plaats en elk moment contact met elkaar en met bedrijven te kunnen leggen. Dit verwachten zij ook van de overheid. • Andere trends: social media, co-creatie (wiki’s, digitale participatie), personalisatie (informatie op maat op basis van gegevens internetbezoek). • Belangrijkste wijzigingen wet- en regelgeving: invoering Basisregistraties (onder andere Basisregistratie Personen, modernisering Gba, Basisregistratie Gebouwen, Nieuw Handelsregister), wijziging Drank- en horecawet (per 1-1-2013). • Terugtredende overheid: De rol van de overheid ten opzichte van de burgers verandert. De overheid doet een steeds groter beroep op het initiatief en de zelfredzaamheid van zowel burgers als bedrijven. Concrete voorbeelden hiervan vormen de “kanteling” van de Wmo (van claimgericht naar vraaggericht denken en handelen) en deregulering bouwregelgeving. • Afname inkomsten gemeentefonds met een verwachte toename van taken (gedelegeerd door Rijk/provincie en door de ontwikkeling naar fase 4/fase 5 van Antwoord©). De financiële krapte dwingt ook in de dienstverlening tot het maken van scherpe keuzes en temporisering. • Langere levensverwachting: Door de terugloop van het sterftecijfer zal de groei van het aantal uitvaarten de komende jaren minder groot zijn dan verwacht. Dit vereist bijstelling van de geraamde inkomsten en nieuwe keuzes met betrekking tot het beheer van de begraafplaatsen. Aanpak in regionaal verband • Proeftuin Dienstverlening, onderdeel van de Bestuursopdracht Toekomstperspectief op de Drechtsteden: pilot gericht op vergaande samenwerking tussen de afdelingen Publieksdienstverlening van de zes Drechtsteden. Voortzetting afhankelijk van verdere besluitvorming, najaar 2012. • Versterken van de ketensamenwerking tussen Gemeente Dordrecht en de regionale samenwerkingspartners (SDD, OZHZ, GBD) op het gebied van dienstverlening. • Positionering van Dordrecht als vestigingsstad voor bedrijven door deelname aan diverse Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s): ROM-D (samenwerking binnen de Drechtsteden), ROM DelTri (gericht op de ontwikkeling van een maritieme en logistieke topregio, gekoppeld aan de Mainport Rotterdam, de regio Rotterdam, Drechtsteden en West-Brabant in de Rijn/Maas Delta) en ROM Zuidvleugel (in oprichting, gericht op internationale positionering als topregio, samen met Den Haag, Delft, Leiden, Dordrecht en Rotterdam). (Keten)partners • Als front-office handelen de Stadswinkel en Dordt Onderneemt de klantcontacten af namens én in nauwe samenwerking met de gemeentelijke en regionale vakafdelingen. De samenwerking is van belang voor de afhandeling van complexere klantvragen, maar zeker ook op tactisch en strategisch niveau om bijvoorbeeld de
112
• •
vermindering van de administratie lasten en afname van regeldruk te kunnen realiseren. Hierin vervult de dienstverlening een signalerende en aanjagende rol. Medewerking van beleidsafdelingen is randvoorwaardelijk om daadwerkelijke veranderingen door te kunnen voeren. Enkele belangrijke samenwerkingspartners zijn ROM-D, Kamer van Koophandel, Omgevingsdienst ZHZ, Gemeentebelastingen Drechtsteden, Sociale Dienst Drechtsteden, IP&A, KING, Topkring Antwoord©, Havenbedrijf Rotterdam. Essenhof onderhoudt intensieve contacten met uitvaartondernemers in de regio en werkt onder meer samen met crematorium Zuylen in Breda bij (mogelijke) storingen in de bedrijfsvoering. De samenwerking met de gemeentelijke begraafplaatsen in de Drechtsteden heeft een eerste aanzet gekregen via de oprichting van een kennisplatform.
Afspraken met medeoverheden Bestuursakkoord 2011–2015 (afhankelijk van besluitvorming): het Rijk en medeoverheden verminderen gezamenlijk de administratieve lasten voor burgers en bedrijven met minimaal 5% per jaar vanaf 2012. De vermindering van regeldruk gaat samen met een verbetering van de dienstverlening, waarbij het gebruik van de e-overheid randvoorwaardelijk is. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Economie en Cultuur; Bestuur en Samenwerking.
Wat willen we bereiken? Centrale ambitie: Burgers en ondernemers ervaren de dienstverlening van Gemeente Dordrecht als toegankelijk en professioneel. Doelstelling 1: Voor de dienstverlening aan burgers scoren we een positie in de landelijke top van 100.000+ gemeenten. Doelstelling 2: Verbetering dienstverlening aan ondernemers. Doelstelling 3: Burgers en ondernemers kiezen voor het meest passende en kostenefficiënte kanaal. Doelstelling 4: Klantvragen worden volgens een vraaggerichte, transparante en efficiënte lijn afgehandeld.
Kengetal
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde 2014
1) Oordeel burgers over kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening
1) Benchmark Publiekszaken
7,5 (2010)
7,8 (2011)
(+)
7,8 (gemiddelde 2006-2009)
2) Oordeel ondernemers over kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening
2) Benchmark Ondernemersklimaat
6,6 (2010)
-
(nvt)
6,8
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1) Waardering van bezoekers van de publieksbalie over de kwaliteit van dienstverlening uitgedrukt in een rapportcijfer van 1 tot 10
2013
Deelname aan benchmark eens per 2 jaar. In 2011 is een onderzoek uitgevoerd. In 2013 vindt de volgende benchmark plaats.
113
2) Rapportcijfer van ondernemers voor de gemeentelijke dienstverlening
2013
Deze meting zou (volgens het MJP 2010 – 2014) in 2012 plaatsvinden. De meting is doorgeschoven naar 2013 om aan te kunnen sluiten bij de Benchmark Ondernemersklimaat (uitgevoerd onder de G32 gemeenten door Ecorys) of het Onderzoek Gemeentelijk Ondernemersklimaat (uitgevoerd onder de Drechtsteden-gemeenten, door het OCD). Aansluiting bij één van beide onderzoeken heeft twee voordelen: we hoeven geen extra kosten te maken voor het opzetten van een eigen onderzoek en de onderzoeksresultaten zijn beter vergelijkbaar met het onderzoek dat in 2010 is uitgevoerd. Gestelde vraag aan ondernemers: Kunt u, om te beginnen, een algemeen rapportcijfer geven voor de dienstverlening van uw gemeente aan ondernemers/instellingen? (1 = zeer slecht, 10 = zeer goed)
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: Voor de dienstverlening aan burgers handhaven we onze positie in de landelijke top van 100.000+ gemeenten. Start en doorontwikkeling intern callcenter
Op 1 januari opent ons nieuwe callcenter de lijnen. Het callcenter is onderdeel van de afdeling Publieksdiensten, zodat de dienstverlening over de verschillende kanalen (telefoon, web en balie) goed op elkaar afgestemd kan worden. In de eerste maanden na de start gaan onze eigen callcentermedewerkers gefaseerd alle zakelijke en dienstverleningsgesprekken voor gemeente Dordrecht en Zwijndrecht zelf afhandelen en wordt het contract met het externe callcenter afgebouwd. De focus ligt in eerste instantie op teamvorming, het opbouwen van kennis, competenties en routine, en de afstemming met de vakafdelingen. Doel: het realiseren van de servicenormen. In de tweede helft van het jaar vragen we interne en externe klanten naar hun ervaringen en op welke punten de telefonische dienstverlening verbeterd kan worden en hier gaan we dan ook daadwerkelijk mee aan de slag.
Focus op de menselijke factor
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan standaardisering (systemen, procedures en regels) om veelgestelde vragen eenduidig, efficiënt en naar tevredenheid van de klant te kunnen beantwoorden (resultaat: rapportcijfer 7,8). Om ook bij complexere of afwijkende vragen en situaties de klant goed van dienst te kunnen zijn, is het van belang dat we “de uitzonderingen” herkennen en daar waar dit echt nodig is maatwerk kunnen leveren. In 2013 gaan we (eerst in de Stadswinkel en afhankelijk van de ervaringen later wellicht ook bij andere publieksgerichte afdelingen) aan de slag met de volgende drie principes van klantgerichtheid: • kennis hebben: vaardig en deskundig zijn om de eigen rol te kunnen uitoefenen en op de hoogte zijn van andere gebruiken en culturen. Nieuwsgierig zijn naar de klant en zijn wensen; • verantwoordelijkheid nemen: de wil en het vermogen om in te spelen op de behoeften die de klant heeft en te reageren op problemen die de klant tegenkomt, ongeacht wie, wat of hoe een probleem is ontstaan; • het geheel zien: jezelf zien door de ogen van de klant. Begrijpen dat je deel uitmaakt van de totale beleving van de klant en daarnaar handelen.
114
Klachtvoorkoming: • ontevreden klanten actief benaderen, voordat ze een klacht indienen; • signalen gebruiken om continu te verbeteren.
Testen van een nieuw ingericht proces om signalen snel op te kunnen pikken en trends te signaleren, waarmee we onze producten en diensten kunnen verbeteren. Hoe doen we dat? 1. Via een online media monitor willen wij gedurende een jaar leren omgaan met het oppikken van de signalen op internet over de gemeente Dordrecht. 2. De medewerkers van onze ‘diensten op straat’ registreren de opgevangen signalen. 3. De opgevangen signalen van de straat, van internet en via de klachtenprocedure worden gebundeld, geanalyseerd en naar aanleiding daarvan worden verbetervoorstellen ontwikkeld en uitgevoerd.
Begrijpelijke taal de standaard voor alle schriftelijke communicatie vanuit de gemeente.
Dichtbij de stad betekent ook: communiceren met de inwoners, instellingen en ondernemers op een toegankelijke en begrijpelijke manier. We gebruiken dus geen vaktermen, geen lange zinnen, geen moeilijke woorden. Kortom: in 2013 zetten we gemeentebreed in op begrijpelijke taal in onze (standaard)brieven, informatie op de website en alle andere schriftelijke communicatie gericht op de stad.
Doelstelling 2: Verbetering dienstverlening aan ondernemers. Doelgroepgerichte benadering van ondernemers via www.dordrecht.nl en social media.
Gevestigde ondernemers, startende zelfstandigen, grote bedrijven, ZZP-ers… De diversiteit in ondernemers is groot. Een doelgroepgerichte benadering is dan ook noodzakelijk om aan te sluiten op de specifieke informatiebehoefte van de diverse doelgroepen. We kiezen hierbij zoveel mogelijk voor digitale middelen, omdat je hierbij tegen relatief lage kosten goed kunt differentiëren, ondernemers steeds meer digitaal hun zaken regelen en we als gemeente Dordrecht het voorbeeld willen geven in een duurzame aanpak. Minimaal twee maal per jaar organiseren we een zogenaamde “laboratoriumsessie”. Met een groep van 10-15 ondernemers gaan we in gesprek over onze informatievoorziening en dienstverlening om te toetsen of we de juiste keuzes hebben gemaakt. En om signalen op te halen waar het beter kan en beter moet.
Onderzoek onder ondernemers naar de beleving van de dienstverlening van gemeente Dordrecht.
Deelname aan de Benchmark Ondernemersklimaat (uitgevoerd onder de G32 gemeenten door Ecorys) of het Onderzoek Gemeentelijk Ondernemersklimaat (uitgevoerd onder de Drechtsteden-gemeenten, door het OCD). Op basis van de resultaten van het onderzoek worden verbeteracties geïnitieerd.
Acquisitie en ketensturing
Afhankelijk van de besluitvorming in de raad (eind 3e kwartaal 2012) nemen we in 2013 een geautomatiseerd relatiebeheersysteem (CRM) in gebruik. Het CRM dient ter ondersteuning van de contacten met ondernemers. Door klantcontacten en afspraken centraal vast te leggen, wordt het mogelijk de ondernemers op maat en efficiënter te bedienen. Ontwikkelen van een regionale aanpak acquisitie. Organiseren van bijeenkomsten om het gemeentelijke netwerk uit te breiden en de samenwerking tussen ondernemers te faciliteren en te verstevigen.
De basis leggen voor ‘eenmalige registratie – meervoudig gebruik’
Voortzetting deelname aan de landelijk pilot Horeca Digitaal: een digitaal dossier voor horecaondernemers, gericht op hergebruik van reeds aangeleverde informatie. 'Horeca Digitaal' is een voorloopproject in de aanloop naar het 'Elektronisch Ondernemers Dossier' voor het gehele bedrijfsleven. Invoeren E-herkenning voor bedrijven: dit is een digitale handtekening voor bedrijven, waardoor identificatie via het web mogelijk wordt. De invoering van E-herkenning is van groot belang voor de doorontwikkeling van e-dienstverlening voor bedrijven.
115
Doelstelling 3: Burgers en ondernemers kiezen voor het meest passende en kostenefficiënte kanaal. Burgers en ondernemers nadrukkelijk stimuleren tot het gebruik van de website
Al onze communicatie-inspanningen zijn gericht op: • het vergroten van de kennis over de website (wat kun je allemaal direct zelf via internet regelen?); • het ondersteunen van een positieve houding ten aanzien van e-dienstverlening (internet positioneren als ‘best choice’); • een verandering van het gedrag (het grootste deel van de klanten kiest primair voor internet, dan pas voor de andere opties click, call, face). De vernieuwde website www.dordrecht.nl wordt in overleg met inwoners en ondernemers interactief opgezet. Inwoners en bedrijven kunnen aangeven welke 'facetten' er terug dienen te komen in de website en hoe snel een en ander gevonden moet kunnen worden. In sommige gevallen geven we ook bewust minder bekendheid aan de mogelijkheid andere kanalen (balie, telefoon) te gebruiken of we maken deze kanalen zelfs minder aantrekkelijk om de verschuiving naar het web te stimuleren.
E-dienstverlening makkelijker maken Inrichten van de dienstverlening vanuit het principe: zakelijk (web) als het kan, persoonlijk (telefoon of balie) als het écht nodig is
We willen in 2013 het aanvragen en betalen van diensten/producten vereenvoudigen, door de introductie van: • vooringevulde formulieren; • een eenvoudiger betaalfunctionaliteit (winkelwagentje). Dordrecht zet internet centraal waar het gaat om dienstverlening aan inwoners, ondernemers en instellingen. Maar we erkennen ook, dat voor sommige diensten en doelgroepen internet niet de beste keuze is. Door geldende wetgeving, het ontbreken van vaardigheden, maar ook bij complexe of gevoelige onderwerpen. In 2013 willen we meer inzicht krijgen in het “voorkeurskanaal” per dienst of product en inspelen op behoeften van specifieke doelgroepen. Dit doen we onder andere door de inzet van: • een gastvrouw in de Stadswinkel; • klantenpanels; • polls op de website; • discussiegroepen via social media.
Doelstelling 4: Klantvragen worden volgens een vraaggerichte, transparante en efficiënte lijn afgehandeld. Processen op Scherp Herinrichten van processen vanuit klantperspectief
Klanten, frontoffice, backoffice en partners in de stad/regio lichten gezamenlijk bestaande ketenprocessen door. Er wordt een optimaal proces geschetst, waarbij klantgerichtheid en efficiency centraal staan (Business Proces Redesign). Uitgaande van vertrouwen en verantwoordelijkheid worden overige schakels en controles geschrapt, wordt kritisch gekeken naar de indieningsvereisten en onderzoeken we hoe we reeds aanwezige klantgegevens beter kunnen benutten. Op basis van de uitkomsten worden bestaande processen aangepast en de voorgestelde verbeteringen stapsgewijs geïmplementeerd.
Overig Masterplan Essenhof
De uitvoering van het Masterplan Essenhof wordt in 2013 afgerond. Overige speerpunten zijn: de professionalisering van de dienstverlening en de regionale samenwerking.
116
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Dienstverlening: € 9,3 miljoen • •
Personele budgetten
•
Materiële budgetten
•
Bijdragen aan GR'en
•
Kapitaallasten
De personele budgetten betreft de formatie van de Stadswinkel (54 fte) en de Essenhof (19 fte). De materiële budgetten hebben betrekking op de exploitatie van de Essenhof en de Stadswinkel ad € 1,6 mln en een werkbudget voor het Sociaal Geografisch Bureau ad € 0,2 mln. De bijdrage aan GR'en betreft de bijdrage aan het SCD voor het pluspakket ad € 1,1 mln. De kapitaallasten betreffen de kosten van rente en afschrijving voor gebouwen en installaties van de Essenhof. De inkomsten op het programma betreffen de inkomsten van de begraafplaats Essenhof (vooral crematieopbrengsten en grafrechten) ad € 2,7 mln; inkomsten vanuit de stadswinkel (paspoorten, rijbewijzen e.d.) ad € 2,3 mln en inkomsten voor de dienstverlening van het Sociaal Geografisch Bureau ad € 0,4 mln.
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Dienstv erlening Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Plechtigheden (Essenhof)
3.030
2.670
360
3.035
2.746
289
3.007
2.787
220
2.991
2.771
220
Basisregistratie vastgoed
1.229
468
761
1.229
468
761
1.229
468
761
1.229
468
761
Publieke dienstverlening
5.004
2.258
2.746
4.816
2.258
2.558
4.906
2.258
2.648
4.912
2.258
2.654
9.263
5.396
3.867
9.080
5.472
3.608
9.142
5.513
3.629
9.132
5.497
3.635
175
259
-84
180
225
-45
202
225
-23
203
225
-22
9.438
5.655
3.783
9.260
5.697
3.563
9.344
5.738
3.606
9.335
5.722
3.613
Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
117
Programma 14: Bestuur en Samenwerking Inleiding Het college gelooft in de kracht van de samenleving. Dat ziet u terug in onze bestuursstijl. We zijn zichtbaar en aanspreekbaar in de stad, we willen weten wat er speelt bij de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Op die manier kunnen we ons beleid en onze projecten goed afstemmen op de ontwikkelingen in de stad en kunnen we de stad waar nodig ondersteunen bij eigen initiatieven. Een open bestuursstijl betekent niet ‘men vraagt en wij draaien’ We spreken burgers en belangengroepen aan op hun eigen verantwoordelijkheid, op zelfredzaamheid en eigen kracht. Waar mogelijk werken we samen aan verbeteringen in de stad en nemen we met elkaar beslissingen over stad, wijk en buurt. Het krachtenveld waarin Dordrecht en de Drechtsteden opereren wordt meer en meer bepaald door ontwikkelingen op rijksniveau en bovenregionaal niveau, zoals de metropoolvorming Rotterdam – Den Haag. Voor 2013 zullen de Tweede Kamer verkiezingen en de aansluitende kabinetsvorming leiden tot beleidswijzigingen, takendiscussies en verdere bezuinigingen. Dit vraagt om een bestuur, lokaal en regionaal, dat snel op veranderende omstandigheden kan inspelen. In samenspel met de Drechtsteden, denken we na op welke manier dat in de toekomst het beste kan. De ‘Verkenning Toekomst Netwerkbestuur’ past in dit beeld. Het vraagt ook om slimme uitvoering. Dit uit zich in de ambtelijke proeftuinen ‘Toekomst Netwerkorganisatie Drechtsteden’ en in de intensieve samenwerking met partners, die eveneens vaak (boven)regionaal georganiseerd zijn. Programma activiteiten • Bestuurlijke vernieuwing, waaronder identificeren en begeleiden kansrijke dossiers voor dialoog & participatie; verankering open bestuursstijl in de organisatie (Dordtse Aanpak); doorontwikkeling instrumenten passend bij de open bestuursstijl (ondersteunen bewonersiniatief, inzet web 2.0); voorlichting & communicatie. • Bestuurlijke samenwerking, waaronder samenwerking in de Drechtsteden; relatie met mede-overheden; lobby; internationale betrekkingen. Context en achtergrond Dit college geeft prioriteit aan en investeert in een open bestuursstijl. Doel is het vergroten van het vertrouwen tussen stadsbestuur en inwoners, door het versterken van de mogelijkheden voor burgerparticipatie en dialoog. In deze collegeperiode zetten we een nieuwe stap op weg naar samenspraak en co-creatie. De open bestuursstijl raakt al het handelen van de gemeente (raad, college en ambtelijke organisatie) en werkt door in alle begrotingsprogramma’s. Zo veel en zo vroeg mogelijk worden (beleids)processen en projecten in samenspraak met de stad ontwikkeld. Inwoners en maatschappelijke partners denken, praten, doen en beslissen soms ook mee. Het college werkt ‘van buiten naar binnen’ en is zichtbaar en aanspreekbaar in de stad. Het stadsbestuur geeft ruimte aan initiatiefkracht uit de samenleving en spreekt burgers en maatschappelijke partners aan op hun (mede)verantwoordelijkheid. In het programma Bestuur en Samenwerking rapporteren we hierover op ‘totaalniveau’ en op het niveau van concrete activiteiten. De inzet op bestuurlijke samenwerking in de regio gaat uit van de gedachte ‘sterke stad door een sterke regio en andersom’. De grenzen van wat mogelijk en nodig is in de samenwerking zijn nog niet bereikt. We zien dat terug bij de activiteiten in het traject ‘Toekomst Drechtsteden’. Via samenwerking zetten we in op een efficiëntere en effectievere uitvoeringsorganisatie. We streven naar een efficiënt en democratisch gelegitimeerd besluitvormingsproces in de regio. Daarnaast voeren we ook in 2013 het gesprek over nieuwe initiatieven die de kwaliteit van het regionale democratische proces kunnen verbeteren. Wettelijke taken N.v.t., met uitzondering van wettelijke verplichte inspraak op voorgenomen besluiten van college of raad en de actieve en passieve informatievoorziening in het kader van de Wob.
118
Kaderstellende nota’s Bestuurlijke vernieuwing: • Raadsinformatiebrief Open Bestuursstijl (2011); • Raadsinformatiebrief Bewoners aan Zet (naar aanleiding van motie Sterke Wijken: buurt aan zet) (2011); • Leertraject Dordtse Aanpak (2004 en 2007) en Leertraject Dordtse Aanpak, de Verlenging: Burgers aan Zet (2008). Bestuurlijke samenwerking: • Regionaal Meerjarenprogramma Drechtsteden (2010 – 2014) en Tussenbalans Drechtsteden (2012) • Toekomstperspectief Drechtsteden (2011); • Evaluatie bestuurlijke samenwerking Drechtsteden (commissie Scholten II, 2010); • Rapportage Visitatiecommissie Drechtsteden (commissie Meijdam, 2010). Relevante ontwikkelingen ‘Goed bestuur’ stelt eisen aan de wijze waarop we invulling geven aan de rol van het gemeentebestuur bij maatschappelijke vraagstukken op alle schaalniveaus. In de relatie tussen overheid en burgers en bedrijven gaat het niet alleen om ‘participatie bij overheidsinitiatief’, maar juist ook om ‘overheidsparticipatie bij initiatief vanuit de samenleving’. Samenwerking, regievoering, netwerksturing, zelfsturing, interactie en participatie behoort daarom in het DNA van ons bestuur en van onze ambtenaren. Dordtse en regionale ambities zijn verweven, en worden steeds sterker beïnvloed door Europese – soms zelfs mondiale – kaders. Het is van belang om te investeren in de kennis van Europees beleid en Europese besluitvorming. Tot slot beïnvloedt ook de bezuinigingsopgave en bijbehorende takendiscussie van een nieuw kabinet de reikwijdte van bestuurlijke samenwerking. Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ/Ketenpartners/Afspraken met medeoverheden Afspraken en samenwerking met medeoverheden, zowel in Drechtstedenverband, als regio ZuidHolland Zuid of anderszins, zijn niet los te zien van de programma activiteiten bestuurlijke samenwerking. Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Bestuurlijke vernieuwing en bestuurlijke samenwerking zijn onderwerpen die verweven zijn in alle andere begrotingsprogramma’s. Een directe relatie is er tussen activiteiten in het kader van bestuurlijke vernieuwing en het programma Leefbaarheid en Stedelijk Beheer (onder andere Bewoners aan Zet).
119
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: Vergroten van het vertrouwen tussen stadsbestuur en inwoners, door: • het versterken van mogelijkheden voor burgerparticipatie & dialoog (samenspraak, inspraak enzovoort); • vergroten van de tevredenheid bij inwoners bij deelname aan participatieve processen; • sterkere inzet op actief burgerschap en medeverantwoordelijkheid; • inzet op open en transparante communicatie en informatie. Doelstelling 2: Continueren en vergroten van de invloed op besluitvormingsprocessen van andere overheden (provincie, Rijk, EU), door voortzetten en waar mogelijk intensiveren van bestuurlijke en ambtelijke (regionale en bovenregionale) allianties, om daarmee tot efficiënte en effectieve beleidsafstemming en uitvoering te komen. Kengetallen
Bron
0-waarde
Actuele waarde
Ontwikkeling
Streefwaarde
1.1) Vertrouwen inwoners in de gemeente
Monitor Communicatie en Bestuur (OCD)
69% (2009)
1.2) Oordeel inwoners over stadsbestuur
Monitor Communicatie en Bestuur (OCD)
6,4 (2009)
76% (2011)
(+)
76%
6,5 (2011)
(0)
6,7
1.3) Oordeel inwoners over betrokkenheid bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen
Waarstaatjegemeente.nl/ Omnibusonderzoek Dordrecht (OCD)
5,6 (2011)
-
(nvt)
> 6,1 (we streven naar een waarde boven het landelijk gemiddelde; in 2011 een 6,1).
Definitie
Volgende meting
Opmerking
1.1) % van de inwoners dat redelijk tot volledig vertrouwen heeft in de gemeente
2013
Volgende meting Omnibusenquête voorjaar 2013
1.2) Rapportcijfer van inwoners over het stadsbestuur
2013
Volgende meting Omnibusenquête voorjaar 2013
1.3) Rapportcijfer van inwoners over hun betrokkenheid bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen
2013
Volgende meting Omnibusenquête voorjaar 2013. Voor de indicator 'Oordeel inwoners over betrokkenheid bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen' bestaat geen officieel landelijk gemiddelde. Wél beschikbaar is een gemiddelde van de gemeenten die de burgerpeiling van waarstaatjegemeente.nl hebben laten uitvoeren; het gemiddelde van de gemeenten die deelnemen aan waarstaatjegemeente.nl is een 6,1 (2011).
120
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: vergroten van het vertrouwen tussen stadsbestuur en inwoners
Betrekken van de stad bij belangrijke dossiers via een proces van dialoog en participatie
Voortzetten van de werkwijze in 2010 en 2011, waarbij de nadruk ligt op een passende vorm van participatie per proces (maatwerk) en waar mogelijk samenspraak en co-creatie (zoals in Bewoners aan Zet in 2011 en 2012). De focus ligt in 2013 op (projecten in het kader van) de drie transformatiedossiers: veiligheid en leefbaarheid, arbeidsmarktbeleid en duurzaamheid. Daarnaast zijn belangrijke dossiers voor 2013 de collegeprioriteit Levendige Binnenstad en de herziening van de Structuurvisie i.c.m. de Toekomstverkenning Dordt2040.
Doorontwikkeling en frequentere inzet raadpleging/draagvlakmeting
Uit onderzoek van het OCD (2011) en de Benchmark Burgerparticipatie (2011 en 2012) blijkt dat bijna de helft van de Dordtenaren wil participeren. Er is een voorkeur voor snelle en gemakkelijke vormen van participatie (meedoen aan een opinieonderzoek, reageren op een internetforum). De afgelopen jaren is al veel ervaring opgedaan met het raadplegen van (een deel van de) inwoners over voorgenomen plannen of beleidsrichtingen en allerlei vormen van opiniepeilingen en draagvlakmetingen, onder meer via de BegrotingsWijzer (2010) en in de wijken. In 2013 sturen we actiever op de inzet van dergelijke vormen van raadplegen, niet alleen onder direct belanghebbenden (vaak gebiedsgericht), maar ook bij stadsbrede thema’s. We zetten hiervoor onder andere het Digitaal Bewonerspanel in en verkennen de mogelijkheid om de stad wederom te betrekken bij begrotings- en bezuinigingskeuzes.
Doorontwikkeling (wettelijke) inspraak
Ook de wettelijke inspraakprocedure is een vorm van burgerparticipatie. Het is een manier om plannen te toetsen op aanvaardbaarheid en onvolkomenheden. Burgers kunnen kennis nemen van de koers van het gemeentebestuur en de argumentatie daarbij. Dit bevordert het draagvlak van het beleid. Door het doel van wettelijke inspraak goed te communiceren: ‘we willen graag een laatste check op ons concept’ neemt het vertrouwen in dat beleid toe. Dit verkleint de kans op vertraging door bezwaar- en beroepsprocedures als de besluitvorming eenmaal is afgerond. In 2013 willen we een slag maken in de professionalisering van (wettelijke) inspraakprocedures, onder andere in bestemmingsplanprocedures, in termen van communicatie, verslaglegging en het zichtbaar maken van de wijze waarop de inspraakreactie doorwerkt in de uiteindelijke besluitvorming.
Verhuizing RTV Dordrecht naar Leerpark
Een goed functionerende regionale omroep is belangrijk voor de democratie. Dit is een van de redenen waarom het gemeentebestuur bij de Kadernota 2013 een reservering heeft gemaakt voor de verhuizing van RTV Dordrecht naar het Leerpark. Er wordt gewerkt aan een businessplan, dat als basis dient voor de nieuwe uitzendmachtiging voor de lokale omroep (2013-2017). Een belangrijk speerpunt hierbij is samenwerking met andere partijen in de stad. Een ander uitgangspunt is huisvesting op het Leerpark, waarvoor een plan van eisen wordt opgesteld. De verhuizing biedt inhoudelijke kansen (betere aansluiting onderwijs, clustering creatieve organisaties) en schaalvoordelen door het delen van ruimte, apparatuur, diensten en content met de andere toekomstige gebruikers (Davincimedia.nl en RTV Rijnmond).
121
Doelstelling 2: continueren en vergroten van de invloed op besluitvormingsprocessen van andere overheden (provincie, Rijk, EU), door voortzetten en waar mogelijk intensiveren van bestuurlijke en ambtelijke (regionale en bovenregionale) allianties, om daarmee tot efficiënte en effectieve beleidsafstemming en uitvoering te komen. Toekomstperspectief Drechtsteden
Bestuurlijk: permanent onderzoeken we de mogelijkheden om bestuurlijke drukte in de Drechtsteden tegen te gaan. In 2012 is de Verkenning Toekomst Netwerkbestuur uitgevoerd. Daarin is – zonder afbreuk te doen aan de (bestuurlijke) autonomie van de zes gemeenten – gezocht naar mogelijkheden om de kwaliteit van het netwerkbestuur te versterken. Daarbij zijn opties als het vaker toepassen van regionaal portefeuillehouderschap en het versterken van de kracht en kwaliteit van het DSB onderzocht. In augustus 2012 is het resultaat van deze verkenning aangeboden aan het DSB. De Drechtraad heeft aangegeven dit najaar het gesprek aan de hand van de verkenning aan te willen gaan. De kans is groot dat dit leidt tot vervolgacties/-onderzoek in 2013. Ambtelijk: in 2012 hebben we via ‘proeftuinen’ geëxperimenteerd met nieuwe vormen van ambtelijke samenwerking. Op die manier willen we tot betere samenwerking op onze inhoudelijke agenda komen, meer efficiënt werken en de kwaliteit van ons ambtelijke apparaat versterken. Begin 2013 evalueren we de proeftuinen en bespreken we voorstellen voor het vervolg.
Bestuurlijke lobby
Voortzetten deelname overleggen rond interbestuurlijke betrekkingen in het algemeen (provincie, Rijk, EU); positionering richting ministerie van BZK, relatie met provincie en participatie in VNG-gremia.
Sociaal-maatschappelijke lobby
Voortzetten en versterken (boven)regionaal overleg (o.a. VNG/G32) rond de Regionaal Sociaal-maatschappelijke agenda, inclusief decentralisatieopgaven.
Ruimtelijk-economische lobby
Voortzetten en versterken (boven)regionaal overleg op dossiers in Zuidvleugel- en Vlaams-Nederlandse Delta verband (o.a. externe veiligheid, bereikbaarheid, MIRT, economie en havengerelateerde Deltri-samenwerking Rotterdam-Breda/West-Brabant); uitbouwen Europese netwerken.
122
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten. •
Programma Bestuur en Samenwerking: € 17,3 miljoen
•
Personele budgetten Materiële budgetten
•
Bijdragen aan GR'en
•
Kapitaallasten •
Bedrag Subsidies
•
De personele budgetten betreft de formatie van het Stadsbestuurscentrum (59 fte), de griffie (11 fte), het college (6 fte), de directieraad (8 fte) en de rekenkamer (3 fte). De materiële budgetten op dit programma zijn zeer divers en omvatten o.a. budgetten voor de fractievergoedingen, presentiegelden, het Raadsinformatiesysteem, onderzoeksbudget voor de Rekenkamer, het gemeentenieuws, contributies, collegevervoer, organisatie-ontwikkeling, college onderzoeksprogramma en de flexpool. De bijdrage aan GR'en betreffen met name de algemene inwonerbijdragen aan de GRD ad € 1,7 mln en aan PG&J ad € 0,6 mln. De subsidies betreffen de structurele subsidie aan RTV Dordrecht ad € 0,35 mln, de éénmalige bijdrage inzake verhuizing naar Leerpark ad € 0,15 mln en de structurele subsidies aan de 5 partnersteden van Dordrecht ad € 0,14 mln. De kapitaallasten betreffen met name de kosten van rente en afschrijving van de vergaderkamers in de Oostvleugel van het Stadskantoor. De inkomsten op dit programma betreffen detacheringen van medewerkers van het Stadsbestuurscentrum en de Rekenkamer.
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Bestuur en Samenwerking Product Mediazaken Griffie Rekenkamer Bestuur Bestuurlijke samenwerking Internationale betrekkingen Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
601
0
601
449
0
449
447
0
447
445
0
Saldo 445
2.523
0
2.523
2.617
0
2.617
2.507
0
2.507
2.509
0
2.509
482
60
422
469
50
419
469
50
419
469
50
419
11.205
186
11.019
11.415
193
11.222
11.116
164
10.952
11.282
163
11.119
2.250
0
2.250
2.250
0
2.250
2.250
0
2.250
2.250
0
2.250
142
0
142
142
0
142
142
0
142
142
0
142
17.296
246
17.050
17.435
243
17.192
17.024
214
16.810
17.190
213
16.977
29
0
29
29
0
29
29
0
29
29
0
29
17.325
246
17.079
17.464
243
17.221
17.053
214
16.839
17.219
213
17.006
123
Programma 15: Algemene Dekkingsmiddelen Inleiding De financieel-economische vooruitzichten zijn voor Dordrecht, gelijk aan de andere Nederlandse gemeenten, niet gunstig. De financiële positie staat onder druk door onder andere: • de rijksbezuinigingen uit het Lente-akkoord en mogelijke nieuwe bezuinigingen; • de risico’s bij verbonden partijen door de aanhoudende economische recessie (o.a. druk op legesinkomsten en bijstandsgerechtigden); • de risico’s bij het grondbedrijf. Tegenover deze ontwikkelingen staat dat de gemeente op de meeste indicatoren van de financiële stresstest uit april 2012 goed scoort. We houden vast aan de gestelde prioriteiten uit het Politiek Akkoord binnen de financiële kaders van een sluitende (meerjaren)begroting, voldoende weerstandsvermogen en lage woonlasten. Om de ambities te kunnen realiseren in deze (financieel) moeilijke tijden is het belangrijk om een zorgvuldige en verantwoorde financiële strategie toe te passen waarbij rekening gehouden moet worden met een incidentele en een structurele component. In deze begroting presenteren wij onze aanpak om te komen tot een sluitend meerjarenperspectief en voldoende weerstandsvermogen. Belangrijke peilers hierbij zijn: • het accepteren dat de rijksbezuinigingen in 2013 niet volledig binnen de exploitatie kunnen worden opgevangen, maar wordt opgevangen binnen het weerstandsvermogen; • het behoudend omgaan met structurele intensiveringen en deze te beperken tot met name 2013 en 2014; • het actualiseren van pakket B met extensiveringsvoorstellen uit de begroting 2012 om een aantal voorstellen achter de hand te hebben als eerste reeks voor mogelijke besparingsvoorstellen. Op deze manier nemen wij de tijd om zorgvuldig te kunnen reageren op de nieuwe bezuinigingsronde die komen gaat. Hierbij is nog onzekerheid over de omvang van de bezuinigingsopgave voor zowel de structurele als de incidentele component. De aanpak voor de bezuinigingsopgave zal richting de Kadernota 2014 worden voorbereid en die moet leiden tot een afweegbare keuze in (de aanloop naar) diezelfde Kadernota 2014. Met deze financiële strategie kunnen we vasthouden aan de investeringen in de stad op het gebied van Veiligheid & Leefbaarheid, Arbeidsmarktbeleid en Duurzaamheid. Uiteraard sluiten we de ogen niet voor de actuele financiële ontwikkelingen en de mogelijke gevolgen daarvan voor Dordrecht. Alertheid hierop blijft dus geboden om daar adequaat op te kunnen blijven reageren. Programma activiteiten: (Beleids)Uitvoering Planning & Control-cyclus; (beleids)uitvoering lokale heffingen. Context en achtergrond Het programma Algemene dekkingsmiddelen is ten opzichte van de overige programma’s enigszins afwijkend, omdat een groot deel van de gemeentelijke inkomsten via dit programma in de begroting worden verwerkt. De ontwikkelingen in dit programma hebben een grote weerslag op de beleidsdoelstellingen en de uit te voeren activiteiten in de andere programma’s. Op deze programmakaart lichten we alleen de relevante ontwikkelingen over de te volgen financiële strategie voor een financieel gezonde gemeente toe inclusief de ontwikkelingen van het weerstandsvermogen en de gemeentelijke belastingen.
124
Wettelijke taken Opstellen P&C-cyclus en uitvoering lokale heffingen. Kaderstellende nota’s Politiek Akkoord 2010-2014; Meerjaren Beleidsprogramma 2010-2014; Kadernota 2013; Meerjarenbegroting 2013-2016; Junicirculaire 2012; Financiële beheersverordening; Nota reserves en voorzieningen; Besluit Begroten en Verantwoorden; Gemeentewet; Wet Financiering Decentrale Overheden; Belastingsverordeningen. Relevante ontwikkelingen • Bestuursafspraken VNG en Rijk; • Bezuinigingen Rijk en gevolgen voor het gemeentefonds; • Keten- en systeemwijzigingen richting gemeenten; • Autonome ontwikkelingen; • Extensiveringsproces na 2013. Aanpak in Drechtstedenverband en in ZHZ/Ketenpartners/Afspraken met medeoverheden Op dit moment zijn (nog) geen specifieke afspraken meer gemaakt om in regionaal verband met de mede-overheden te participeren in de nieuwe toekomstige bezuinigingsopgaven. Wel vragen we onze Verbonden Partijen nadrukkelijk bij te dragen aan onze besparingsopgave Verbinding met andere begrotingsprogramma’s Alle overige programma’s.
Wat willen we bereiken? Doelstelling 1: De meerjarenbegroting is structureel sluitend met een gezonde reservepositie en een adequaat weerstandsvermogen. Doelstelling 2: Gemeentelijke belastingen zijn zo laag mogelijk in relatie tot het aanwezige voorzieningenniveau in de stad.
Wat gaan we daarvoor doen? Toelichting 2013
Doelstelling 1: De meerjarenbegroting is structureel sluitend met een gezonde reservepositie en een adequaat weerstandsvermogen. Structureel sluitende meerjarenbegroting
Via het nemen van de benodigde (beleids)maatregelen wordt ingezet op een sluitende meerjarenbegroting om de ontwikkelingen in Rijksbudgetten en economische ontwikkelingen op te vangen. Uitgangspunten hierbij zijn: • vasthouden aan prioriteiten uit het Politiek Akkoord; • integrale afweging bij kadernota of begroting; • eerst verdienen, dan pas uitgeven; • structurele uitgaven worden gedekt door structurele inkomsten; • uitvoering van decentralisaties en beleidsmutaties vanuit het Rijk worden zoveel mogelijk 1 op 1 gekoppeld aan de beschikbaar gestelde middelen;
125
• • Adequaat weerstandsvermogen in relatie tot de aanwezige risico’s
afdoende weerstandsvermogen; terughoudend beleid op lokale lasten
Door een actief jaarlijks risicobeleid wordt gestreefd naar het beheersen en minimaliseren van de risico’s met een daarbij behorend weerstandsvermogen met een norm tussen de bandbreedte 1,0 en 1,4. Daarnaast zal het proces om het weerstandsvermogen te versterken verder worden vormgegeven. Dit zal gebeuren door o.a. het verder borgen van risicomanagement in de interne organisatie en het heroverwegen van eventuele nieuwe componenten van het weerstandsvermogen. Eind 2012 wordt de raad daartoe een geactualiseerde Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen ter vaststelling aangeboden. Zie voor meer achtergrondinfo de paragraaf Risicomanagement en weerstandsvermogen.
Doelstelling 2: Gemeentelijke belastingen in verhouding tot het aanwezige voorzieningenniveau in de stad Aanpassing gemeentelijke belastingen autonoom
Bij het aanpassen van de gemeentelijke belastingen wordt gekeken naar de ontwikkeling van de CPI-index en de kostendekkendheid van de tarieven. Voor de Onroerende zaakbelasting en de bouwleges vindt geen indexatie van het tarief plaats.
Aanpassing gemeentelijke belastingen i.r.t. aanwezige (toekomstige) voorzieningen
Voor 2013 is de indexatie van de gemeentelijke belastingen voor de Onroerende zaakbelasting en bouwleges nihil. De stijging van de overige tarieven en afvalstoffenheffing zijn beperkt tot de ontwikkeling van de CPI-index. Verder is de stijging voor de kostendekkendheid van de tarieven verwerkt zoals in de kadernota 2013 is aangekondigd. Voor de ontwikkelingen in de gemeentelijke belastingen na 2013 zal gekeken worden naar nut en noodzaak in relatie tot de aanwezige (toekomstige) voorzieningen in de stad. Voor een verdere toelichting omtrent de gemeentelijke belastingen wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.
126
Wat mag het kosten? Hieronder wordt de opbouw van de kosten van het programma weergegeven voor het jaar 2013 (exclusief mutaties met reserves). Tevens wordt een korte toelichting gegeven op de betreffende kostensoorten.
Programma Algemene Dekkingsmiddelen: € 11,4 miljoen
•
•
Personele budgetten
•
Materiële budgetten Bijdragen aan GR'en
•
Kapitaallasten
•
Stelposten Storting in de voorziening
• •
De stelposten op dit programma betreffen de nog te verdelen besparingen vanuit de Brede Doorlichting fase 5 (product stelposten) de aflopende taakstelling op projecten van Stadsontwikkeling, de post onvoorzien en het saldo op product resultaatrekening. De personele budgetten betreft de formatie van het Vastgoedbedrijf (6 fte). De materiële budgetten op dit programma betreft budget voor belastingen, verzekeringen, servicekosten, onderhoud en reparatie voor de gemeentelijke panden. De bijdrage aan GR'en betreft de bijdrage aan de regionale belastingsdienst voor uitvoering van de wettelijke taken inzake gemeentelijke belastingen. De kapitaallasten betreffen de afschrijvings- en rentekosten van gemeentelijke panden ad € 7,2 mln en de rentekosten van geldleningen en beleggingen ad € 2 mln. De storting in de voorziening is de storting in de onderhoudsvoorziening van het Vastgoedbedrijf. De inkomsten op dit programma vormen een groot gedeelte van de totale gemeentelijke inkomsten. Dit bestaat vooral uit de algemene uitkering, inkomsten uit belastingen en beleggingen, verwachte renteresultaten vanuit de rente-omslagmethodiek en het positieve saldo van het Vastgoedbedrijf.
127
Hieronder wordt de financiële meerjarenbegroting van het programma weergegeven, onderverdeeld naar de verschillende producten. Tevens zijn, indien van toepassing, de omvang van de inkomsten en mutaties met reserves in deze tabel zichtbaar.
Algemene Dekkingsmiddelen Product
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
151.160
-151.160
0
150.616
-150.616
0
144.500
-144.500
0
144.500
-144.500
Belastingheffing
1.872
20.980
-19.108
1.872
20.961
-19.089
1.872
20.961
-19.089
1.872
20.961
-19.089
Geldleningen
1.124
1.124
0
1.055
1.055
0
994
994
0
921
921
0
790
17.323
-16.533
790
13.801
-13.011
790
13.801
-13.011
790
13.801
-13.011
Onvoorzien
1.000
0
1.000
1.000
0
1.000
1.000
0
1.000
1.000
0
1.000
Stelposten
3.166
0
3.166
2.002
0
2.002
-510
0
-510
49
0
49
Bedrijfvoering Stad
2.835
11.859
-9.024
2.835
11.461
-8.626
3.529
11.305
-7.776
3.529
10.511
-6.982
Algemene uitkering
Beleggingen
Resultaatsrekening Budget Stadsontwikkeling Saldi kostenplaatsen overig Budget Vastgoed Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
359
0
359
1.005
0
1.005
2.086
0
2.086
1.767
0
1.767
-903
0
-903
-412
0
-412
76
0
76
76
0
76
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.127
2.305
-1.178
990
0
990
887
561
326
621
0
621
11.370 210.310 -198.940 29.021
22.929
6.092
40.391 233.239 -192.848
11.137 203.260 -192.123 11.361
10.907
454
22.498 214.167 -191.669
10.724 197.041 -186.317 9.714
8.400
1.314
20.438 205.441 -185.003
10.625 195.198 -184.573 8.099
8.263
-164
18.724 203.461 -184.737
128
3. Paragrafen In de paragrafen worden de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot de beheersmatige aspecten. De paragrafen beogen – steeds vanuit een ander perspectief – een vergroting van het inzicht in de financiële positie en geven een dwarsdoorsnede van de begroting. Achtereenvolgens worden de volgende paragrafen behandeld: 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Lokale heffingen Risicomanagement en weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling Verbonden partijen Grondbeleid
3.1 Lokale heffingen 3.1.1 Inleiding De lokale heffingen kunnen we onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Gebonden wil zeggen dat de besteding gerelateerd is aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Dit zijn in de regel retributies (bijvoorbeeld leges, marktgeld) of bestemmingsheffingen (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing, rioolheffing). Deze heffingen worden verantwoord op de betreffende programma’s en niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Ongebonden lokale heffingen zijn zuivere belastingen, waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Het gaat hierbij om de onroerendezaakbelastingen (OZB), hondenbelasting en precariobelasting. Deze heffingen zijn niet verbonden aan een inhoudelijk programma en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen.
3.1.2 Ontwikkelingen en Rijksbeleid OZB tarieven De macronorm voor het begrotingsjaar 2013 is 3,0% over € 3,237 miljard (de OZB-opbrengst op basis van de gemeentelijke begrotingen 2012). Het percentage van 3,0% is opgebouwd uit een reële trendmatige groei van het Bruto Binnenlandse Product (BBP) van 1,25% en een inflatiepercentage van 1,75% – prijsontwikkeling Nationale Bestedingen op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2012. In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 10 mei 2012 is aangekondigd dat de overschrijding van de macronorm over 2012 ter grootte van € 7,7 miljoen in mindering wordt gebracht op de ruimte voor 2013. Op grond van deze bestuurlijke afspraak en de macronorm van 3,0% zal de totale OZB-opbrengst in 2013 niet hoger mogen zijn dan € 3,3264 miljard. Daarmee komt de reële macronorm op 2,76%.
3.1.3 Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten Onderstaande tabel geeft een overzicht, ingedeeld naar algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen, van de geraamde opbrengst voor 2012 en 2013, evenals de verantwoorde opbrengsten over 2011. Wij merken op dat de verschillen tussen 2013 ten opzichte van 2012 geen indicatie geven van de stijging of daling van de tarieven, maar van de totale opbrengst. Factoren zoals ontwikkelingen in de WOZ-waarde en areaaluitbreiding spelen hierbij een belangrijke rol.
129
Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Heffingsoort
Begroting na wijz. 2012
Begroting 2013
Mutatie 2013 t.o.v. 2012
Algemene dekkingsmiddelen (ongebonden heffingen) Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Precariobelasting
21.771 ¹ 555
20.164 ²
66 ³
20.230
573
589
16
177
156
160
4
22.503
20.893
20.979
86
Afvalstoffenheffing
12.088
12.529
12.904
Rioolheffing/-recht
8.909
9.923
10.320
375 ³ 397 ³
Lijkbezorgingsrechten
2.099
2.519
2.375
-144
Leges omgevingsvergunning
2.491
1.790
2.625
835
Leges
2.444
2.339
2.251
Parkeerbelastingen
8.025
8.824
8.934
-88 110 C
218
215
220
5
-
21
19
-2
Subtotaal Gebonden heffingen
Marktgeld Bedrijven InvesteringsZones Havengelden Subtotaal
3.471 39.745
3.565 ² 41.725
3.465 43.113
-100 1.388
TOTAAL
62.248
62.618
64.092
1.474
¹ Opbrengst OZB 2011 is incl. het incidentele voordeel uit de Jaarrekening 2011 (de inhaalslag 2009/2010 'niet woningen'). ² Inclusief begrotingswijziging Bestuursrapportage 2012. ³ Indexering conform Kadernota 2013. C Verschil ontstaat door areaalmutaties en niet door aanpassing van het tarief.
Aandeel per heffingsoort 2013
Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Precariobelasting Afvalstoffenheffing Rioolheffing Lijkbezorgingsrechten Leges omgevingsvergunning Leges Parkeerbelastingen Marktgeld Bedrijven InvesteringsZones Havengelden
130
3.1.4 Woonlasten (lokale lastendruk) Tot de woonlasten worden gerekend de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee grotendeels de lokale lastendruk. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de woonlasten volgens de Atlas van de lokale lasten van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) voor meerpersoonshuishoudens in euro’s weergegeven over de laatste vier jaren. In de kolom 2013 zijn de gevolgen van de belastingvoorstellen verwerkt. Bedragen x € 1
2009
2010
2011
2012
2013
OZB-eigenaar
186,96
185,39
188,94
194,10
194,10
Afvalstoffenheffing
234,96
234,96
234,96
240,96
247,68
Rioolheffing eigenaar
71,28
74,13
77,10
80,18
83,28
Rioolheffing gebruiker¹ Ontwikkeling lastendruk
91,80 585
95,52 590
69,00 570
71,76 587
74,52 600
Stijging
3,7%
0,9%
-3,4%
3,0%
2,1%
¹ Met ingang van 2011 kent Dordrecht voor rioolheffing gebruiker één tarief voor zowel één- als meerpersoonshuishoudens. Hierdoor is de lastendruk voor meerpersoonshuishoudens in 2011 gedaald.
Bij de berekening van de woonlasten voor 2013 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd, conform Kadernota 2013: • Onroerende-zaakbelastingen 0% • Afvalstoffenheffing + 2,8 % • Rioolheffing +4% Uit voorgaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in Dordrecht in 2013 met 2,1% zullen stijgen ten opzichte van het jaar ervoor. Hieronder treft u per heffing een toelichting aan.
Verloop lokale lastendruk 2009 - 2013 250,00 230,00 210,00
Bedragen in €
190,00 170,00 150,00 130,00 110,00 90,00 70,00 50,00 2009
2010 OZB-eigenaar
2011 Afvalstoffenheffing
2012
2013
Rioolheffing
131
Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De onroerende-zaakbelastingen (OZB) genereren de hoogste belastingopbrengst. De OZB worden gesplitst in een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. De opbrengst vloeit naar de algemene middelen van de gemeente. De raad bepaalt de tarieven en daarmee het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen. De heffingsgrondslag is de waarde van de onroerende zaak. Deze wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor 2013 gelden de WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2012. Sinds 2009 wordt de OZB berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Uitgangspunt bij het bepalen van de tarieven is de raming in de begroting van de meer- of minderopbrengst ten opzichte van het jaar ervoor. Tevens dient rekening gehouden te worden met de WOZ-waardeontwikkeling. De percentages voor 2013 kunnen pas berekend worden wanneer de ontwikkelingen (daling/stijging) van de WOZ-waarden bekend zijn. Deze zijn op dit moment onvoldoende bekend. Het is de verwachting dat de gemiddelde WOZ-waardeontwikkeling een daling zal laten zien, waardoor het tarief hierop zal worden gecorrigeerd. Bij het aanbieden van de tariefsverordeningen in december zal dit op de juiste wijze in de tarieven worden verwerkt. Onderstaande tabel laat zien hoe de OZB-tarieven zich in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. Bedragen x € 1
OZB Eigenaar woning
2009
2010
2011
2012
2013
0,1005
0,0995
0,1051
0,1100
0,1100
Eigenaar niet-woning
0,1938
0,1938
0,2003
0,2091
0,2091
Gebruiker niet-woning
0,1554
0,1554
0,1606
0,1677
0,1677
Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven ter dekking van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Uitgangspunt is dat dit kostendekkend gebeurt. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld. Bedragen x € 1
Afvalstoffenheffing Tarief
2009 234,96
2010 234,96
2011 234,96
2012 240,96
2013 247,68
Stijging
0,00%
0,00%
0,00%
2,55%
2,80%
Rioolheffing Met ingang van 2010 is het rioolrecht ex artikel 229 van de Gemeentewet vervangen door de rioolheffing ex. artikel 228a van diezelfde wet. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Hiermee hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om naast de kosten van zorgplicht voor het afvalwater ook de kosten van de zorg voor het hemel- en grondwater te verhalen via de rioolheffing. Tot 2010 konden alleen de kosten van aanleg en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel via het rioolrecht worden verhaald. Welke kosten via de nieuwe rioolheffing worden verhaald dient met het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te zijn vastgesteld. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld. Bedragen x € 1
Rioolheffing
2009
2010
2011
2012
2013
Eigendom Gebruik
71,28 91,80
74,13 95,52
77,10 69,00
80,18 71,76
83,28 74,52
4,00%
4,00%
-13,90%
4,00%
4,00%
Stijging
Dordrecht heft van eigenaren van panden een vast bedrag per jaar. Hierbij is de situatie per 1 januari bepalend. Ook van gebruikers van panden wordt rioolheffing geheven. Tot en met 2010 waren eenpersoonshuishoudens geen rioolheffing verschuldigd. Ingaande 2011 is dit onderscheid vervallen en betalen één- en meerpersoonshuishoudens hetzelfde tarief. Daardoor zijn er meer belastingplichtigen, waardoor het tarief, althans voor meerpersoonshuishoudens, aanmerkelijk is gedaald.
132
3.1.5 Vergelijking woonlasten 2011 met grote gemeenten en de Drechtsteden Om inzicht te krijgen in het algemene verloop van de hoogte van de woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) is het goed een vergelijk met andere gemeenten te maken. Ook het landelijk gemiddelde is hierin opgenomen. Vergelijking met grote gemeenten Om tegemoet te komen aan de maatschappelijke behoefte aan informatie over de lokale belastingen heeft het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) besloten jaarlijks een overzicht van de kerngegevens voor de grote gemeenten uit te brengen. Tot grote gemeenten worden gerekend de gemeenten met meer dan 90.000 inwoners en de provinciehoofdsteden. Het gaat om 35 gemeenten waar 37% van de Nederlandse bevolking woont. Het rapport is terug te vinden op www.coelo.nl. Het onderzoek is erop gericht de gemeentelijke tarieven, belastingopbrengsten, de belastingdruk en de woonlasten per gemeente te vergelijken. In dit onderzoek worden de woonlasten vergeleken voor een huishouden met een gemiddelde gezinsomvang in een woning met een gemiddelde WOZ-waarde. Volgens dit onderzoek neemt Dordrecht in 2012 met € 587 de 7e plaats in. Dat betekent dat in 28 van de grote gemeenten de lokale woonlasten hoger liggen. Alkmaar is het goedkoopst en neemt met € 542 de eerste plaats in. Emmen is het duurst van de grote gemeenten en neemt met € 769 de laatste plaats in. De gemiddelde verhoging van de woonlasten 2012 bedraagt 1,7% voor geheel Nederland en 2,3% bij de grote gemeenten. De grootste stijging vormt de rioolheffing. In Eindhoven dalen de woonlasten het sterkst, met 2,4 procent. In Rotterdam stijgen de woonlasten het meest, met 9,2%. Een vergelijking met een aantal gemeenten in het land, die van vergelijkbare omvang zijn op basis van de tarieven 2012 toont het volgende overzicht (x € 1). Deze gegevens zijn gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2012 van COELO op www.coelo.nl en geven de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden weer. Bedragen x € 1
Gemeente Alkmaar Dordrecht Haarlem Breda Delft Leiden Landelijk gemiddelde
Gemidd. WOZwaarde 204.000 176.000 248.283 250.575 192.150 227.412 228.000
Tarief OZB woningen 0,0890 0,1100 0,1019 0,0870 0,1223 0,1627 0,1050
OZB eigenaar 182 194 253 218 235 370 239
Riool heffing eig./gebr. 113 152 131 160 169 63 177
Afval stoffen heffing 247 241 189 275 199 131 267
Totaal 542 587 573 653 603 564 683
Rangnr. meerphuish. 6 36 220 241 261 292
De indicatie in de laatste kolom betekent hoe lager het rangnummer hoe lager de woonlasten.
Vergelijking met de Drechtstedengemeenten Vergelijking van woonlasten kan worden gemaakt met de Drechtstedengemeenten. Deze is gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2012 op www.coelo.nl en geeft de woonlasten van een meerpersoonshuishouden weer. De woonlasten in 2012 in Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht laten zich samenvatten in onderstaand schema. Bedragen x € 1
Gemidd. WOZwaarde
Tarief OZB woningen
Alblasserdam
216.000
Dordrecht H.I. Ambacht
Gemeente
OZB eigenaar
Riool heffing eig./gebr.
Afval stoffen heffing
Totaal
Rangnr. meerphuish.
0,1130
244
250
264
758
331
176.000
0,1100
194
152
241
587
36
233.000
0,1207
281
145
300
726
281
Papendrecht
211.000
0,1124
237
228
222
687
191
Sliedrecht Zwijndrecht
190.000 193.000
0,0903 0,1127
172 218
199 204
213 285
584 707
32 246
Landelijk gemiddelde
228.000
0,1050
239
177
267
683
De indicatie in de laatste kolom betekent hoe lager het rangnummer hoe lager de woonlasten.
133
3.1.6 Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen Als een belastingplichtige als gevolg van financiële omstandigheden niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid en komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan 90% van de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken, dat deze inkomensgrens wordt verruimd naar 100% van de bijstandsnorm. Onze gemeente hanteert de zogeheten 100%-norm, wat betekent dat inwoners met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Er vindt ook een vermogenstoets plaats. Een groot deel van de kwijtscheldingen wordt geautomatiseerd getoetst met als doel om zo de administratieve lasten voor de burger te verminderen. Op het gebied van kwijtschelding is een aantal ontwikkelingen gaande die wellicht aanleiding geven om de kwijtscheldingsverordening te wijzigen. Het gaat om kwijtschelding van de privébelastingen van ondernemers, mensen met kinderopvang en de kwijtscheldingsnorm voor 65-plussers. Hiervoor zullen waar nodig nadere voorstellen worden gedaan. Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. In Dordrecht kan kwijtschelding worden verleend voor: • Onroerende-zaakbelastingen; • Afvalstoffenheffing; • Rioolheffing gebruikers/eigendom; • Hondenbelasting; • Leges huisvestingsvergunning en urgentieverklaring. Naar verwachting wordt in 2013 voor de volgende bedragen kwijtschelding verleend: Bedragen x € 1.000
Onroerende zaakbelasting
Werkelijk
Begroting
Begroting
2011 12
2012 0
2013 0
1170
1050
1050
335 47
243 44
243 44
1564
1337
1337
Afvalstoffenheffing Rioolheffing Hondenbelasting Totaal
3.1.7
Overige lokale heffingen
Bedrijven InvesteringsZones (BIZ) Gemeenten hadden op grond van een experimentenwet tot 1 januari 2012 een nieuw instrument om tegemoet te komen aan wensen van ondernemers in een bepaald gebied/zone (BI-zone). Zij konden de gemeente verzoeken om een belasting in te voeren ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de desbetreffende zone. Deze belasting wordt ook wel BIZ, BIZ-bijdrage of BIZheffing genoemd. De geheven belasting wordt middels een subsidie uitgekeerd aan een daartoe opgerichte BIZstichting. De experimentenwet wordt naar verwachting dit jaar geëvalueerd. Uit deze evaluatie kan wellicht worden geconcludeerd of deze wetgeving definitief gemaakt kan worden. Dordrecht kent met ingang van 2012 een dergelijke heffing voor het bedrijventerrein Louter Bloemen. De heffing en de tariefstelling zijn voor de duur van 5 jaar vastgesteld en de tariefsstelling is ingericht in tariefklassen gebaseerd op de WOZ-waarde. Havengelden De zeehavengelden worden geheven door het Havenbedrijf Rotterdam. De wettelijke basis voor de havengelden die worden geheven voor het gebruik van de overige havens (zijnde de binnenhaven en de jachthavens) is de Gemeentewet en de Binnenhavengeldverordening. In de begroting 2013 is nog geen rekening gehouden met de tariefsverhoging voor 2013. Deze wordt eind december 2012 in afstemming met het Havenbedrijf Rotterdam bepaald en verwerkt in de begroting 2013. Hondenbelasting Onder de naam hondenbelasting wordt door de gemeente een belasting geheven ter zake van het houden van honden. De hondenbelasting is een zuivere belasting die, net als de onroerende- zaakbelastingen, naar de
134
algemene middelen van de gemeente vloeit. De wettelijke basis voor de heffing is de gemeentewet en de verordening hondenbelasting. Voor 2013 is het tarief verhoogd met 2,80%, zoals vastgesteld in de Kadernota. Leges Omgevingsvergunning Zoals in de kadernota 2013 gemeld, heeft de kredietcrisis vanaf 2009 een negatieve invloed gehad op de legesinkomsten van de omgevingsvergunning (c.q. bouw-/sloopvergunningen). Om die reden is eerder in de begroting tot en met 2013 de begrote inkomsten voor de bouwleges met € 1 miljoen verlaagd ten opzichte van 2009, tot een bedrag van € 2,4 miljoen. De daadwerkelijke legesinkomsten voor 2012 worden geschat op € 1,5 miljoen. Vanaf begrotingsjaar 2014 is de oude inkomstenomvang (van voor de kredietcrisis) van € 3,4 miljoen weer begroot. Het is echter de vraag of, mede gezien de macro-economische ontwikkelingen, dit bedrag wel realistisch is. Op basis van de inkomstenrealisatie over 2012 zal bij de Kadernota 2014 ingeschat worden welk niveau van inkomsten realistisch is. Inzet bouwleges voor uitvoering wettelijke taken De terugloop van legesinkomsten is niet evenredig met de benodigde inzet voor de legesgebonden taken. Met name de terugloop van het aantal grote bouwprojecten heeft een groot negatief effect op de legesinkomsten. Op de grote projecten wordt van oudsher verdiend, op de kleinere projecten moet geld worden bijgelegd. In 2011 zijn de legesgebonden kosten in beeld gebracht. Op grond van het huidige werkaanbod bedragen de jaarlijkse kosten die samenhangen met de legesinkomsten circa € 2,4 miljoen. Op basis van de geaccordeerde kadernotaclaim 2013 voor de verbetering van de bouwplantoetsing komt daar nog maximaal € 3 ton bij. Dat geeft een totaal van circa € 2,7 miljoen voor de uitvoering van de legesgebonden taken, gebaseerd op het huidige werkaanbod. Hoewel er is gestuurd op de kosten en de inzet op de taken sinds 2006 met circa 8 fte is afgenomen, is de balans op dit moment dus negatief. De legesinkomsten zijn lager dan de kosten van de daaraan verbonden taken. Over 2012 zullen opnieuw de inkomsten en kosten in beeld worden gebracht. Het streven is volledige kostendekkendheid. Meer mag op grond van wet- en regelgeving niet (je mag niet verdienen aan legesinkomsten), een (blijvend) lagere kostendekkendheid is financieel ongewenst. Uit het resultaat over 2012 volgt in 2013 mogelijk een voorstel voor aanpassing van de legestarieven. Ook wordt nagedacht over de vorming van een fonds of egalisatiereserve voor de bouwleges, alhoewel het startmoment bij een negatieve balans daarvoor niet optimaal is. In de jaren voor 2009 zijn de (soms forse) overschotten op legesinkomsten ten goede gekomen van de algemene middelen. Leges Publieksdiensten Onder de naam leges worden rechten geheven voor namens het gemeentebestuur verstrekte diensten en stukken. De wettelijke basis voor de heffing is de gemeentewet en de legesverordening. Een aantal tarieven zijn wettelijk gemaximeerd, zoals het tarief voor paspoorten of bijvoorbeeld een uittreksel Burgerlijke Stand. Bij bepaalde producten moet een deel van de leges worden afgedragen aan het Rijk of aan andere overheidsinstanties. De legesinkomsten Rijbewijzen zijn conform de kadernota 2013 verlaagd met € 150.000 i.v.m. het wetsvoorstel waarbij de prijs van het Rijbewijs wordt gemaximeerd. In verband met de val van het kabinet is de verwachte invoerdatum verschoven naar 1-1-2013. Daarnaast zijn alle secretarieleges met 2,8% verhoogd, conform Kadernota 2013. Lijkbezorgingsrechten Voor het verlenen van diensten door en/of het gebruik van de faciliteiten van de Essenhof worden rechten geheven betreffende cremeren en asbestemming, begraven, onderhoudsrechten, accommodatiegebruik en andere lijkbezorgingsrechten. De wettelijke basis voor de heffing is de Gemeentewet en de Heffingsverordening Essenhof. De Essenhof heeft een gesloten exploitatie, wat wil zeggen dat alle lasten gedekt worden uit de (rechten)opbrengsten (=100% kostendekkendheid). Dit betekent dat verhoging van kosten verdisconteerd worden in de heffing op de lijkbezorgingsrechten en hiermee een budgettair neutraal effect hebben op de gemeentelijke begroting. Conform de raadsinformatiebrief “Masterplan Essenhof” uit augustus 2010 zijn de tarieven van de Essenhof voor 2012 in totaal met 8% gestegen (3% reguliere stijging en een éénmalige stijging van 5%). In 2013 zullen deze met 3% stijgen. Zoals gebruikelijk ontvangt u in november de heffingsverordening van de Essenhof voor de tarieven 2013, waarmee de hoogte van de lijkbezorgingsrechten formeel worden vastgesteld.
135
Marktgeld Marktgeld wordt geheven voor het innemen van stand- of staanplaatsen voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op markten en openbare plaatsen. De wettelijke basis voor de heffing is de gemeentewet en de verordening marktgeld. In de begroting 2013 is nog geen rekening gehouden met de tariefsverhoging van 2,8% die voor 2013 is vastgesteld. Parkeerbelastingen Onder de naam parkeerbelasting wordt een belasting geheven in het kader van de parkeerregulering. Betaling vindt plaats via een geldige parkeervergunning of bij de parkeerapparatuur zoals de parkeermeter, parkeerautomaat of de persoonlijke parkeermeter. Als er niet of onvoldoende parkeergeld is betaald wordt een naheffingsaanslag parkeerbelastingen opgelegd. De wettelijke basis voor de heffing is de Gemeentewet, de Wegenverkeerswet en de Parkeerverordening Dordrecht. Ten aanzien van de ontwikkeling van de parkeertarieven is in de nota egalisatiereserve parkeren (2008) afgesproken dat de tarieven jaarlijks worden geïndexeerd met de CPI van de voorafgaande maand september en dat de stijging van de kortparkeertarieven in tranches van 10 eurocent worden geëffectueerd. De eerste ophoging van de kortparkeertarieven met 10 eurocent is in 2012 geëffectueerd. Voor 2013 wordt op basis van de CPI-index niet verwacht dat een volgende tranche van 10 eurocent wordt bereikt. Voor een uitgebreide toelichting op het verwachte verloop van de parkeerreserve wordt verwezen naar het separate voorstel “prognose 2012 parkeren”. Wel is er voor 2012 sprake van een met ingang van 1 oktober 2012 verhoging van het hoge BTW-tarief van 19 naar 21 procent hetgeen ook van invloed is op de parkeertarieven. Zodra de exacte inflatiecijfers over september bekend zijn, wordt een separaat voorstel gedaan inzake de parkeertarieven voor 2013. Aangezien de inflatiecijfers nog niet bekend zijn is dit effect hiervan op de begrote opbrengsten nog niet meegenomen. In 2010 is een brede doorlichting case opgesteld om de betalingsbereidheid van de burgers te verhogen. Dit heeft geresulteerd in een beleidsverandering qua controle bij de parkeercontroleurs van Toezicht. In 2013 wordt verwacht dat er ten opzichte van 2012 € 100.000 meer aan opbrengsten (inkomsten uit naheffingsaanslagen) wordt gerealiseerd. Na de werkzaamheden in 2011 is ten gevolge van de recessie de bezetting van parkeergarage Spuihaven en Veemarkt nog niet op zijn oude niveau teruggekomen. Mede ten gevolge van de doorgevoerde tariefdifferentiatie in 2012 heeft dit zich in 2012 op het niveau van 2011 gestabiliseerd en is bijstelling van de begroting in neerwaartse zin voorkomen. De bezetting van parkeergarage Achterom laat een stijgende lijn conform de prognose zien. Na realisatie van de winkelketen Saturn en de autoluwe herinrichting van het Bagijnhof wordt verwacht dat de bezettingsgraden zich verder positief zullen ontwikkeling in Parkeergarage Achterom. Precariobelasting Precariobelasting wordt geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Hierbij moet worden gedacht aan een winkeluitstalling, opslag van bouwmaterialen, terrassen of reclame voorwerpen. De precariobelasting is een zuivere belasting. De opbrengst is sterk afhankelijk van wisselende activiteiten in de openbare ruimte. De wettelijke basis voor de heffing is de gemeentewet en de verordening precariobelasting. Voor 2013 is het tarief verhoogd met 2,80%, zoals vastgesteld in de Kadernota 2013.
136
3.2 Risicomanagement en weerstandsvermogen 3.2.1 Inleiding De afgelopen jaren is de aandacht voor het weerstandsvermogen en de hierbij behorende weerstandsratio van de gemeente Dordrecht toegenomen. Dat is een trend die voor alle gemeenten geldt: begrotingen staan onder druk, algemene reserves kalven af en de mogelijkheden om buffers op te bouwen vanuit bijvoorbeeld grondexploitaties liggen niet meer automatisch voor de hand. Voor Dordrecht geldt een soortgelijke ontwikkeling, echter dan wel vanuit een relatief rijke positie: naast het weerstandsvermogen kent Dordrecht een aantal indicatoren die positief bijdragen aan de financiële positie van de stad. We noemen hierbij de omvang van de bestemmingsreserves, waaronder enkele aanzienlijk inkomensreserves, de lage schuldratio (ook per inwoner) en de verhoudingsgewijs lage woonlasten. Een van de andere indicatoren is aldus het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen kan worden omschreven als het vermogen van de gemeente Dordrecht om financiële risico’s/tegenvallers op te kunnen vangen. Dit vermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, dit zijn de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken, en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen. Het weerstandsvermogen geeft hiermee een indicatie hoe robuust de begroting is. Dit is van belang wanneer zich een financiële tegenvaller voordoet. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat een financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen. Naar verwachting zal de ratio voor het weerstandsvermogen per 01-01-2013 uitkomen op een waarde van 0,99. De waarde wijkt hiermee iets af van de eerder bij Kadernota 2013 afgegeven hoogte (0,98). Vanzelfsprekend zal deze waarde gedurende het begrotingsjaar wijzigen (zie ook raadsvoorstel). Ten opzichte van de laatste feitelijke stand uit de Jaarstukken 2011 (0,93) is dit een lichte verbetering. Dit komt met name doordat het totaalbedrag aan risico’s meer is afgenomen dan de afname van het totaal aan algemene reserves. Beleid voor risicomanagement Binnen de private en publieke sector is sprake van toenemende aandacht voor de beheersing van risico’s. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te wijzen, zoals rampen die hebben plaatsgevonden, kostenoverschrijdingen van grote projecten en andere incidenten. Een andere ontwikkeling is dat van organisaties wordt geëist dat zij hun beleidsdoelstellingen expliciet maken én realiseren, terwijl ze daarbij in toenemende mate met onzekerheden te maken krijgen. Risicomanagement, het continue proces van risico’s identificeren en kwantificeren, het ontwikkelen van optimale maatregelen om risico’s te beheersen, (het toezien op) de naleving van de getroffen maatregelen en het regelmatig actualiseren van risico’s en de bijbehorende risicobeheersing, komt meer en meer op de voorgrond. Risicomanagement is niet koste wat kost risico’s vermijden, soms is het bewust accepteren van een risico de meest optimale beheersingmaatregel. Risicomanagement verschaft, wanneer goed uitgevoerd, een organisatie de mogelijkheid optimaal om te gaan met onzekerheden en dus ook de mogelijkheid om de voordelen te benutten die onzekerheden soms bieden. De huidige Nota risicobeheersing en weerstandsvermogen die de raad eind 2006 heeft vastgesteld, is het beleidskader voor de paragraaf weerstandsvermogen en bespiegelingen hieromtrent. De doelstellingen hierin voor risicomanagement zijn: tijdig inzicht krijgen in de risico’s die de gemeente Dordrecht loopt en het beheersen van deze risico’s; beperken van de gevolgen van risico’s op de uitvoering van het bestaande beleid van de gemeente Dordrecht; het risicobewust maken van de medewerkers van de gemeente ter voorkoming van risico’s of het beperken van de gevolgschade; beoordeling van de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit en hiermee het weerstandsvermogen van de stad en het grondbedrijf. Alhoewel veel doelstellingen en uitgangspunten uit de huidige nota nog immer actueel zijn, vinden wij het noodzakelijk de raad nog voor de jaarwisseling een nieuwe geactualiseerde nota te presenteren. In de financiële verordening is afgesproken dat de raad om de vijf jaar, indien daar aanleiding toe is, een actuele nota vaststelt. Gelet op de toegenomen aandacht voor risicomanagement en sturing op risico’s vinden wij het van het grootste belang u via de nota te laten zien hoe wij ondermeer invulling geven aan het beheersen van onze risico’s en hiermee het weerstandvermogen op peil houden. Impliciet gebeurt er binnen de gemeente Dordrecht al veel op het terrein van risicomanagement. Het expliciet op de kaart zetten van risicomanagement draagt bij aan het risicobewustzijn van het management en geeft managers meer mogelijkheden proactief te sturen op risico’s. Wij vinden dat Dordrecht hierin ambitieus moet
137
zijn en in 2013 een verdere doorgroei kan maken. Dat past bij een stad die veel investeert en die tegelijkertijd alert moet blijven haar begroting zowel financieel als beleidsinhoudelijk te realiseren. De risico-simulatie in deze paragraaf, zal bij iedere begroting of jaarverslag een andere uitkomst laten zien omdat de risico’s dan geactualiseerd worden. De bepaling van het (minimaal) noodzakelijk weerstandsvermogen zal echter meer continuïteit moeten bieden en meerjarig te hanteren moeten zijn. Periodiek zal hiervoor de minimale omvang van de algemene reserve tegen het licht gehouden moeten worden (laatst vastgesteld: Kadernota 2010). We hebben in de lijn van eerdere jaarverslagen als volgt gehandeld: als norm voor het weerstandsvermogen wordt een ratio aangehouden tussen de 1,0 en 1,4, binnen de bandbreedte die het ministerie van BZK adviseert; de norm voor het weerstandsvermogen van de algemene reserve wordt periodiek herijkt op basis van de ontwikkeling van de berekende risico’s. Daartoe wordt een termijn van 3 jaar gehanteerd hetgeen herijking betekent bij de Kadernota 2013; tenzij er aanleiding is om dit te vervroegen; als het berekende risico op enig moment hoger is dan het werkelijke weerstandsvermogen dan dient onderzocht te worden of er weerstandscapaciteit te ontlenen is aan andere vermogensbestanddelen (bijvoorbeeld inkomens- en investeringsreserves). Er kunnen regelmatig wijzigingen optreden in de risico’s en de weerstandscapaciteit. Het is daarom van belang jaarlijks op een aantal momenten hierbij stil te staan. De rapportagemomenten aan de raad zijn als volgt: Jaarrekening: inventarisatie risicoprofiel, beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen; Begroting: actualisatie risicoprofiel, beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen; Kadernota en Bestuursrapportage: nieuwe risico’s, tussentijds opgetreden risico’s en afgehandelde risico’s; Tussentijds in raadsvoorstellen bij projecten waar relevante risico’s worden gelopen.
3.2.2 Risico’s Op basis van een periodieke risico-inventarisatie krijgen we inzicht in de aard en omvang van de risico’s. Dit wordt ook wel het risicoprofiel van de stad genoemd. Wij definiëren hierbij een risico als de kans op een gebeurtenis dat een nadelig effect kan hebben op de organisatie, de doelen die zijn gesteld of de financiële (meerjaren)positie van de gemeente Dordrecht. In 2009 is besloten om het risico-informatiesysteem van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (Naris) in te voeren. Dit systeem biedt de organisatie een handvat om op continue en systematische wijze de organisatie op risico’s te analyseren, met als uiteindelijk doel een balans te vinden tussen risico’s nemen en risico’s beheersen. De risico’s zijn geïnventariseerd met de volgende uitgangspunten: risico’s met een structureel gevolg worden opgenomen met een impact van maximaal 2,5 keer het jaarlijkse gevolg. Wij gaan ervan uit dat er binnen een termijn van circa 2,5 jaar een structurele voorziening in de begroting is gevonden voor structurele risico’s, c.q. het risico op een andere wijze is afgedekt of overgedragen; de gemeente Dordrecht maakt onderscheid in risico’s voor de stad en risico’s bij het grondbedrijf (grondexploitatieprojecten). Voor zowel de stadsrisico’s als voor de risico’s bij het grondbedrijf (zie paragraaf Grondbeleid) is een aparte risicobeschouwing opgesteld; de risico’s van de Grote Projecten zijn in Naris opgenomen. De risico’s die binnen de top-10 vallen zijn in de tabel hieronder opgenomen. Voor een risicobeschrijving op de overige projecten zoals Leerpark, Gezondheidspark en Hofkwartier verwijzen we u naar de projectbladen in de bijlage; wegvallen van risico’s of verschuivingen in het risicoprofiel ontstaan mede doordat wij er bewust voor gekozen hebben deze risico’s al begrotingstechnisch in het perspectief te verwerken. In de onderstaande tabel staan de tien belangrijkste risico’s van de stad (exclusief Grondbedrijf) ten tijde van het opstellen van de Begroting 2013 weergegeven. De tien risico’s nemen ruim 50% van het totale risicoprofiel van de stad voor hun rekening. De volgorde in de tabel wordt bepaald door de netto financiële gevolgen in combinatie met de kans van optreden. De risico’s zijn oplopend in omvang en impact op het weerstandsvermogen. Ten opzichte van de laatste risico-opstelling uit de Jaarstukken 2011 is het grote risico van de Rijksbezuinigingen uit de Top-10 weggevallen. Bij Kadernota 2013 is besloten hiervoor dekking binnen de begroting op te nemen. Ook de risico’s PWA-kade, Schefferspleinbrug en Laan der Verenigde Naties komen niet meer in de lijst voor. Genoemde risico’s manifesteren zich de komende periode. Nog in 2012 maken wij u inzichtelijk hoe de risico’s financieel worden opgevangen.
138
Als gevolg van het vervallen en het hierdoor doorschuiven van andere risico’s zijn nieuw in de Top-10: Personele formatie Stadsontwikkeling en Sportboulevard. Top 10 risico’s Stad* 1. Financiële positie GGD GR PG&J heeft vanwege financiële problematiek haar reservepositie zien afnemen. Deze is nu op een dergelijk laag niveau, dat de GR onvoldoende/geen vermogen heeft om alle (voorziene) risico's op te vangen. Als deze risico’s bij vnl. GGD zich voordoen kunnen aanvullende facturen naar de deelnemende gemeenten gaan. Daarnaast zijn er nog meerdere factoren die de financiën beïnvloeden. Zo is per 1 juli 2012 de jeugdgezondheidszorg, die verspreid is over de GGD en diverse thuiszorgorganisaties, ondergebracht bij het consortium van Rivas en Careyn. De GGD verliest hierdoor haar aandeel in de jeugdgezondheidszorg en zal met ca. 40% moeten afslanken. Hierdoor ontstaan frictiekosten en mogelijk hogere tarieven voor andere GGD-diensten. Daarnaast is er nog geen adequate “offerte” m.b.t. de implementatie van het digitaal dossier jeugdgezondheidszorg (DDJGZ). Dit is wettelijk verplicht. Implementatie is uitgesteld tot de effectuering van de jeugdgezondheidszorg bij het consortium, waarna een aanbesteding volgt Beheersing 1. GR PG&J heeft een saneringsplan opgesteld om de kosten van de GGD te verlagen en de opbrengsten te verhogen. 2. Een gewijzigde mandaatstructuur bij de GGD. 3. Een herziene organisatiestructuur bij de GR 4. De frictiekosten kunnen deels gedekt worden uit: o het gereserveerde bedrag van de doelmatigheidswinst gedurende 3,5 jaar; o extra huurinkomsten, als nieuwe huurders kunnen worden geworven voor de vrijvallende huisvesting aan de Gezondheidsboulevard; o overname van GGD-personeel door het consortium. 5. GR PG&J stelt een herzien programma van eisen voor DDJGZ op. 2. Noordoevers Dordrecht heeft, evenals de andere gemeenteraden van de Drechtsteden, ingestemd met het voorstel van het Drechtstedenbestuur om het project Noordoevers-Transformatiezone gefaseerd door te ontwikkelen en tevens om dit project los te koppelen van de ROM-D. Deze loskoppeling zorgt ervoor dat de Drechtsteden ook risicodragers worden, waarbij de risico's op grond van het solidariteitsbeginsel worden gedragen. Dit leidt voor Dordrecht tot het opnemen van het Dordtse aandeel van de risico's die horen bij de uitvoering van fase 1 van het project met een totaal risicobedrag van € 1,8 mln. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe projectdefinitie en wat naar alle waarschijnlijkheid zal leiden tot een aangepast risicoprofiel. Bij deze projectdefinitie is het genoemde risicoprofiel, waarvan € 1,8 mln. voor Dordrecht, als kaderstellend uitgangspunt gehanteerd. Indien een hoger risicoprofiel wordt gekwantificeerd, zal hierover aanvullende regionale besluitvorming moeten plaatsvinden. Beheersing We zijn inhoudelijk intensief betrokken bij de uitvoering van het project Noordoevers. Daarnaast zal het Drechtstedenbestuur de gemeenteraden voorstellen doen ten aanzien van de sturing op de programmering en het risicoprofiel. Prioriteit daarin zal zijn sturing en daarmee beperking en beheersing van de risico’s. Een belangrijk instrument voor beheersing van de risico’s is de periodieke verantwoording aan de Drechtraad en gemeenteraden op risico’s, gekoppeld aan de P&C-cyclus van de GRD. 3. Effect economische crisis op borgstellingen De economische crisis leidt tot inkomstenproblemen voor instellingen, werkzaam op maatschappelijk gebied; daaronder begrepen sportverenigingen. Voor veel van die verenigingen/ stichtingen staat de gemeente voor leningen borg of heeft deze zelf leningen verstrekt. Afnemende leden-, sponsor- en kantinebaten kunnen leiden tot financiële problemen waardoor de vereniging/ stichting niet meer in staat is om aan verplichtingen te voldoen. De zorgsector staat door rijksbezuinigingen onder druk. In het verleden zijn ook in deze sector borgstellingen verleend. Getracht wordt deze risico's over te dragen naar het Waarborgfonds voor de Zorg (WfZ). Dit kost echter de nodige tijd ivm acceptatie bij zowel WfZ als het bestuur van de betrokken instelling zelf. Ook in de bouwsector zijn er financieringsproblemen. Het is denkbaar dat op de gemeenten een beroep wordt gedaan om hierin een rol te gaan vervullen. Voor het maximale risico is uitgegaan van ongeveer 1% van het totaal uitstaande rechtstreekse risicobedrag (dus exclusief achtervangconstructie voor woningbouwcorporaties). Beheersing Er wordt zoveel mogelijk in een vroegtijdig stadium overleg gevoerd met de betrokken partijen in kwestie. De beïnvloedingsmogelijkheden zijn echter vaak niet groot. Met name in de zorgsector zijn deze geheel afwezig door regelgeving. 4. Schoolbesturen openbaar onderwijs De schoolbesturen voor het openbaar onderwijs, SDL en OPOD, zijn enkele jaren geleden verzelfstandigd. Beide schoolbesturen hebben het financieel moeilijk. Enerzijds komt dit door de terugloop van het aantal leerlingen in Dordrecht. Voor de beide schoolbesturen levert dit minder inkomsten op van het Rijk, terwijl de kostenposten (personeel en exploitatie huisvesting) onvoldoende snel kunnen worden aangepast. Anderzijds is het mogelijk dat de ter beschikking gestelde ‘bruidschat’ te beperkt is geweest. In 2012 zal een en ander nader worden onderzocht en in beeld worden gebracht. Beheersing De gemeente past beter toezicht toe op het schoolbestuur via het beoordelen van de jaarrekening en andere financiële stukken. De eisen zijn aangescherpt doordat ook een meerjarenbegroting moet worden overlegd. Naar verwachting worden hierdoor toekomstige problemen eerder zichtbaar en kan het schoolbestuur op tijd maatregelen nemen om de problemen op te lossen.
139
Top 10 risico’s Stad* 5. Personele formatie Stadsontwikkeling De formatie van SO wordt voor een substantieel deel gefinancierd uit projectmiddelen (inclusief de zogenaamde werken derden). Het resterende deel wordt bekostigd uit stadsmiddelen (exploitatie). Door de bezuinigingen op projecten en exploitatie enerzijds en terugloop in het aantal projecten (kredietcrisis o.a.) anderzijds is sprake van overcapaciteit; voor niet alle medewerkers is ruimte op de project- resp. exploitatiebudgetten. Beheersing Bijsturing vindt plaats door in het kader van het Strategisch Personeelsplan van SO de formatie te verkleinen en te werken met een flexibele schil. De uitvoering van dit plan verloopt in de praktijk echter trager dan de verwerking van de bezuinigingen in de begroting. Dit resulteert daarom in het risico van overcapaciteit. Er wordt actief gezocht naar nieuwe opdrachten/projecten, bijvoorbeeld bij andere gemeenten in de regio. Bijsturing vindt ook plaats door vacatures niet of minder snel in te vullen en door inhuur zoveel mogelijk te voorkomen en personeel te detacheren. 6. Grondwaarden woningbouw Dordt-West De grondopbrengsten in de huidige exploitatie zijn normatief bepaald. de bandbreedte varieert tussen en € 6 en € 10 mln. Door de huidige marktomstandigheden bestaat het risico dat de grondopbrengst lager is dan geprognosticeerd. De grondopbrengsten voor de gemeente Dordrecht liggen in het deelgebied Wielwijkpark. Deze woningen zijn gepland voor 2015 en verder. Beheersing Om zo goed mogelijk in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de markt in de komende jaren, wordt nu gestart met het opstellen van een masterplan voor dit deelgebied. Hiermee kan de gemeente veel beter sturen op het juiste product, (specifieke wensen van kopers en mogelijke vormen van aanbod),voor de juiste prijs op het juiste tijdstip. 7. Funderingsleningen De gemeente Dordrecht heeft voor ruim € 20 miljoen aan funderingsleningen uitstaan aan huiseigenaren. De woning dient als onderpand voor deze (achtergestelde) leningen. In de huidige economische situatie zijn stijgende huizenprijzen niet meer vanzelfsprekend. De verwachting is dat huizenprijzen de komende tijd verder zullen dalen. Hierdoor bestaat het risico dat, in geval van gedwongen verkoop, de verkoopopbrengst van de woning te laag is om hieruit de lening aan de gemeente terug te betalen. De lening wordt dan een persoonlijke lening zonder onderpand, waarbij de gemeente minder zekerheid heeft dat de gehele lening terugbetaald zal worden. Beheersing Na de afronding van de subsidie-regeling in 2012 wordt duidelijk wat de totale omvang van de leningsrisico's is. Hierop volgend ontwikkelen we specifieke beheersmaatregelen voor particulieren die in een situatie van gedwongen verkoop terechtkomen. 8. Sportboulevard aanvullende eisen en tekortkomingen Nu het sportcomplex ruim 2 jaar in gebruik is, is er sprake van tekortkomingen in met name klimaat-, legionellabeheersing en boarding ijsbaan die aan het licht komen en verholpen moeten worden. Daarnaast worden er aanvullende (niet eerder voorziene) eisen gesteld aan gebruikte RVS-materialen en bereik van communicatiemiddelen van hulpdiensten in het gebouw (C2000). Beheersing Aanvullende maatregelen in techniek of beheer worden onderzocht en daar waar urgent direct getroffen. Voor grote incidentele werkzaamheden wordt de raad via een separaat voorstel gevraagd middelen beschikbaar te stellen, met bijbehorende mogelijkheden qua dekking vanuit de exploitatie en/of dekking vanuit de meerjaren onderhoudsvoorziening. Waar mogelijk wordt de aansprakelijkheid verlegd naar derden. 9. Plankosten Maasterras Plankosten zouden worden gedekt uit de subsidie Manden Maken. Vanuit Manden Maken heeft een finale afrekening plaatsgevonden voor een bedrag van € 2,5 mln. Inmiddels is er € 3,5 mln. uitgegeven aan plankosten waarvan er € 0,3 mln. in de aanvangsjaren uit de exploitatie zijn gedekt. Voor het resterende bedrag van € 0,7 mln. alsmede voor de geschatte plankosten 2012-2013 van € 0,1 mln. is mogelijk geen dekking aanwezig. Wellicht kan er voor dit bedrag een claim worden gedaan op subsidie BIRK, echter behoud van deze BIRK subsidie is momenteel onzeker. In het najaar van 2012 wordt een voorstel gedaan voor financiële afhandeling van de boekwaarde op de woningen en de al gemaakte plankosten. Beheersing Maatregel: in gesprek gaan /blijven met het ministerie om de BIRK subsidie te behouden en de plankosten uit deze subsidie te dekken. 10. Ingenieursburo Drechtsteden Het verschil (tekort) tussen de door IBD gevraagde omzet en door Dordrecht verwachte omzet kan leiden tot een verlies voor het IBD, waaraan Dordrecht contractueel voor circa 80% moet bijdragen. Dit verschil bedraagt naar schatting ongeveer € 1 miljoen voor 2012. Gezien de huidige financiële situatie van Dordrecht is de verwachting dat de inschatting van Dordrecht voor IBD-opdrachten realistisch is en in ieder geval niet positief zal afwijken. In tegenstelling tot eerdere verwachtingen zijn over 2011 compenserende opdrachten gekomen vanuit andere opdrachtgevers. Evenwel is onzeker of dit voor 2013 ook mogelijk is. Beheersing Op bestuurlijk niveau wordt vanuit de gezamenlijke eigenaarsrol die Dordrecht en Zwijndrecht hebben, getracht middels een arrangement tot afspraken te komen met de overige 4 Drechtstedengemeenten over (geleidelijke) uitbreiding van de
140
Top 10 risico’s Stad* eigenaarsrollen. Hierdoor zou het risico-aandeel van Dordrecht in het IBD op termijn lager worden. Twee gemeenten (Sliedrecht en Alblasserdam) hebben inmiddels aangegeven hier positief tegenover te staan. Daarnaast wordt op ambtelijk niveau vanuit de gezamenlijke opdrachtgeversrol die Dordrecht en Zwijndrecht hebben, getracht om samen met het IBD tot een gedragen en realistische omzetplanning voor 2013 en verder te komen. * De Top 10 risico's van het grondbedrijf worden gevormd door de algemene risico's als gevolg van schommelingen in de economische groeiverwachting en risico's als gevolg van de kans op lagere grondopbrengsten en renteverliezen door vertraging. Deze worden niet hier maar in de paragraaf Grondbeleid nader toegelicht.
3.2.3 Weerstandsvermogen Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we de relatie tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit enerzijds en de beschikbare weerstandscapaciteit anderzijds. De relatie tussen beide wordt in onderstaande figuur weergegeven.
Benodigde weerstandscapaciteit Op basis van de risico-inventarisatie uit Naris bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit, bij een gangbare zekerheidspercentage van 90%, ten minste € 42,6 miljoen (Stad en Grondbedrijf). Dit betekent dat er € 42,6 miljoen nodig is om de risico’s financieel af te dekken. Beschikbare weerstandscapaciteit per 1-1-2013 De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken, zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Primair dienen de algemene reserves als buffer voor financiële tegenvallers. Dordrecht heeft twee grote algemene reserves, namelijk de algemene stadsreserve (verwachte stand per ultimo 2012 € 32,9 miljoen) en de algemene reserve van het Grondbedrijf (verwachte stand ultimo 2012 € 9,3 miljoen). Naast de algemene reserve beschikt de gemeente ook over bestemmingsreserves (o.a. rentereserve) en over onbenutte belastingcapaciteit. Ook aan de bestemmingsreserves zou de gemeente weerstandscapaciteit kunnen ontlenen, zei het dat deze veelal via eerder genomen raadsbesluiten vast liggen in projecten en niet meer heroverweegbaar zijn. In de Nota risicobeheersing en weerstandsvermogen is afgesproken de bestemmingsreserves in principe niet in te zetten als beschikbare weerstandscapaciteit. Ditzelfde geldt voor de onbenutte belastingcapaciteit en de structurele post onvoorzien. De gemeente Dordrecht rekent beiden niet mee in de telling. De ratio van het weerstandsvermogen De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, zetten we af tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio van het weerstandsvermogen. In onderstaande tabel worden de diverse ratio’s van het weerstandsvermogen gepresenteerd.
141
Verwachte specificatie van het weerstandsvermogen per 1-1-2013
Weerstandscapaciteit Algemene reserve Stad
Bedragen x € miljoen
Stand 1-1-2013
Risico’s
Ratio weerstandsvermogen
€ 32,9
€ 13,1
2,51
Algemene reserve Grondbedrijf
€ 9,3
€ 29,5
0,32
Totaal Stad en Grondbedrijf
€ 42,2
€ 42,6
0,99
De ratio van het weerstandsvermogen is geen statisch gegeven. Zo weten we dat er al eind 2012 wijzigingen zullen optreden in verband met besluitvorming op een aantal onderdelen (o.a. Hofkwartier/Diep, Sportboulevard). Ook gedurende het begrotingsjaar 2013 staat de ratio niet stil (zie hiervoor ook het raadsvoorstel en de verwachte meerjarige ratio). Relevant hierbij zijn ondermeer de besluiten die bij de Bestuursrapportage 2012 en Kadernota 2013 zijn genomen en de uitwerking van enkele dekkingsvoorstellen die pas in 2013 bekend zullen worden. Bij de Kadernota 2014 laten wij, conform toezegging, een completer beeld zien van de verwachte meerjarige ratio. De actualisatie van de risico’s op grote projecten en grondexploitaties zal dan gereed zijn alsmede de impact hiervan op de meerjarige ratio. Gedurende begrotingsjaar 2013 noemen we de volgende zaken die impact hebben op de ratio van het weerstandsvermogen: doorlichting risicoprofiel grote projecten (m.n. grondexploitaties), resulterend in een verwachte toename van de benodigde weerstandscapaciteit; incidentele verkoopopbrengst vanuit Havenbedrijf Rotterdam (Krabbepolder en Kilkade 7); mogelijke vrijval binnen enkele grote projecten waaronder Hofkwartier; bij de herziening van de nota mogelijk meewegen van de rentereserve en de post onvoorzien in het beschikbare weerstandsvermogen; de gehonoreerde incidentele voorstellen uit de Kadernota 2013; een eventueel jaarrekeningtekort of -overschot in 2012;
142
3.3 Onderhoud kapitaalgoederen 3.3.1 Inleiding De gemeente heeft op haar grondgebied kapitaalgoederen in de vorm van wegen, gebouwen, constructies, riolering, water en groen. Onderhoud hierop is van groot belang voor het functioneren van de gemeente op vele gebieden zoals milieu, onderwijs, verkeer, recreatie en vervoer. Het onderhoud en het beheer zijn zoveel mogelijk vastgelegd in beleidsnota’s en meerjaren onderhoudsplannen. De kapitaalintensieve investeringen leggen een aanzienlijk beslag op de gemeentelijke middelen, zowel in aanschaf als in exploitatiekosten (rente, afschrijving, kosten van groot en klein onderhoud en beheerskosten).
3.3.2 Gebouwen Gebouwen Vastgoedbedrijf Beleidskader Het bedrijfsplan Vastgoedbedrijf (2006, wordt in 2012 geëvalueerd). Doel beleid Het huisvesten van de eigen organisatie en bestuurlijk gelieerde organisaties, accommodatie van maatschappelijke doelgroepen. Daarnaast het in stand houden van gebouwd cultureel erfgoed en het anticiperen op ruimtelijke/economische ontwikkelingen in de stad. Dit tegen zo gering mogelijke kosten, met waar relevant een mogelijke optimalisatie van de vermogenswaarde en met een transparante kosten en opbrengsten structuur. Stand van zaken Het Vastgoedbedrijf heeft een jaarlijkse financiële taakstelling, welke wordt geëffectueerd door het verkopen van complexen, wijzigen van de afschrijvingssystematiek, besparingen op onderhoud en besparingen door een efficiënter gebruik van de complexen. In 2009 is er een gedifferentieerd afschrijvingsbeleid ingevoerd en heeft er een waarderingstelselwijziging plaatsgevonden. De hiermee gerealiseerde eenmalige vrijval is in de bedrijfsreserve gestort en wordt gebruikt ten behoeve van de jaarlijkse bezuinigingstaakstelling, kleine investeringen en voor het aanvullen van de onderhoudsvoorziening voor achterstallig onderhoud. Gezien de huidige ontwikkelingen op de vastgoedmarkt is het risico aanwezig dat de opbrengsten uit verkopen zullen afnemen. Binnen nu en 5 jaar is de voorraad te verkopen panden gereduceerd tot nihil. De doorlooptijd van in verkoop zijnde complexen is aanzienlijk langer en ook de verkoopprijzen dalen nog steeds. Daarnaast zullen vanaf 2012 een aantal panden leeg komen door diverse verhuisbewegingen. De huurinkomsten nemen hierdoor af terwijl de lasten doorlopen. Wat gaan we doen in 2013? Aan de portefeuille van het Vastgoedbedrijf zowel panden toevoegen als panden onttrekken. Daarnaast het uitvoeren van planmatig onderhoud aan vastgoed binnen de budgettaire kaders van het jaarplan 2013. Bedragen × € 1.000
Gebouwen Vastgoedbedrijf Kosten beheer vastgoed Inkomsten vastgoed Dotatie voorziening groot onderhoud Onttrekking voorziening groot onderhoud
2013 11.989 13.444 2.158 2.444
2014 11.887 13.480 2.159 2.400
2015 12.386 14.083 2.160 2.400
2016 12.145 14.109 2.161 2.400
Onderwijsgebouwen (inclusief peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang) Beleidskader Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs (2009). Daarnaast wordt het beleidskader gevormd door de onderwijswetgeving (Wet op het Primair Onderwijs, Wet op de Expertise Centra en de Wet op het Voortgezet onderwijs), Programma Onderwijshuisvesting en het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Doel beleid In het IHP en het Programma Onderwijshuisvesting is vastgelegd hoe de huisvestingsmiddelen in de komende jaren besteed gaan worden. Uitgangspunt is dat voornamelijk de schoolbesturen plannen maken, optreden als bouwheer, eigen onderhoudsplannen uitvoeren en zoveel mogelijk zelfstandig opereren. De gemeente maakt
143
het beleidskader, in goed overleg met de schoolbesturen, financiert de plannen en toetst op basis van het beleidskader. In de praktijk treedt echter de gemeente meestal op als bouwheer. Stand van zaken Uitgangspunt voor de onderwijshuisvesting is sober en doelmatig. Met de uitvoering van het IHP, waarbij ook oude gebouwen worden vervangen door nieuwbouw, zal de kwaliteit geleidelijk toenemen. Het onderhoudsbeheer van onderwijsgebouwen voor primair onderwijs vindt plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplanning. Van alle scholen zijn Meerjaren Onderhoudsplanningen (MOP’s). Op dit moment vindt er landelijk onderzoek plaats naar de doordecentralisatie van het onderhoud voor het primair onderwijs per 1 januari 2014. Indien dit plaatsvindt, gaat de Rijksvergoeding voor het gehele onderhoud rechtstreeks naar de schoolbesturen. Indien dit niet doorgaat, waar vooralsnog niet van wordt uitgegaan, dienen de MOP’s als basis voor de financiële onderbouwing van de onderhoudsvoorzieningen bij de gemeente. In deze herziening worden ook nieuwe aspecten van onderhoudsbeheer opgenomen zoals de problematiek platte daken, asbest, brandveiligheid, luchtkwaliteit en calamiteiten, welke nu nog zo veel mogelijk ad hoc worden opgelost binnen de huidige budgetten. De reserve Onderwijshuisvesting bedraagt per 31 december 2012 naar verwachting € 9,8 miljoen (na extra onttrekking van 4 miljoen voor onderwijsmuseum). Voor de inrichting van de openbare ruimte is er € 1 miljoen nodig die uit de Reserve Onderwijshuisvesting zal worden gedekt. In 2014 moeten alle werkzaamheden van het IHP volgens planning gereed zijn. De kosten van rente en afschrijving stijgen dan van € 8,0 miljoen in 2012 naar circa € 10,6 miljoen in 2017. Om deze stijgende kapitaallasten op te kunnen vangen wordt in de periode 2013 t/m 2017 jaarlijks zo‘n € 1,5 miljoen uit de Reserve Onderwijshuisvesting gehaald om het exploitatietekort te verlagen. In 2020 is de Reserve Onderwijshuisvesting niet meer toereikend om € 1,2 miljoen aan de exploitatie toe te voegen. Vanaf 2020 zal het tekort op de kosten van Onderwijshuisvesting met € 1,2 miljoen per jaar toe gaan nemen. Dit zal financieel nog gedekt moeten worden. Wat gaan we doen in 2013? IHP-investeringskredieten Voor het jaar 2012 bedraagt het beschikbare krediet € 39,4 miljoen. Het totale krediet voor 2012 t/m 2014 bedraagt nog € 63 miljoen. Deze cijfers zijn gebaseerd op de herijking 2011 en wijziging van deze kredieten zijn vastgesteld bij Bestuursrapportage in 2011. In onderstaande tabel ziet u de verdeling over de jaren. Bedragen × € 1 miljoen
2012 € 39,4
2013 € 21,3
2014 € 2,3
Totaal € 63,0
Met deze € 63 miljoen worden onderstaande investeringen uitgevoerd: Overzicht nog lopende investeringen 2012 afronding van de volgende investeringen: Fundering, brandveiligheid en ventilatie schoolgebouwen
€ 0,5 miljoen
Renovatie complex Stadspolders
€ 0,5 miljoen
Diversen (onderwijskundige vernieuwingen (9 scholen) en afrekening 6 nieuw gebouwde scholen)
€ 0,6 miljoen
Nieuwbouw OBS Dubbeldam
€ 4,2 miljoen
Grond-, bouwkosten en inventaris gymzalen
€ 1,8 miljoen
Renovatie en aanpassing school Noordhove
€ 2,2 miljoen
Renovatie en uitbreiding Statenschool
€ 2,8 miljoen
Renovatie en uitbreiding school De Repelaer
€ 0,9 miljoen
2013 afronding van de volgende investeringen: Renovatie en nieuwbouw J. de Witt-gymnasium
€ 9,5 miljoen
Grond-, bouwkosten en inventaris gymzalen
€ 6,3 miljoen
Nieuwbouw school Kiem (Blije Gaarde, Buitenschool en De Vlij)
€ 7,0 miljoen
Nieuwbouw Beatrixschool
€ 4,1 miljoen
Nieuwbouw De Driehoek
€ 3,1 miljoen
Dr. H. Bavinckschool
€ 3,1 miljoen
Nieuwbouw Parkschool
€ 1,8 miljoen
144
Nieuwbouw Montessori Kind Centrum
€ 3,7 miljoen
Nieuwbouw J.F. Kennedyschool
€ 3,2 miljoen
2014 afronding van de volgende investeringen: Nieuwbouw Albatros/Fontein
€ 4,0 miljoen
Insula College, uitbreiding
€ 1,5 miljoen
Grond-, bouwkosten en inventaris gymzalen
€ 2,2 miljoen
TOTAAL
€ 63,0 miljoen
Onderwijshuisvestingprogramma Het programma voorzieningen onderwijshuisvesting wordt jaarlijks door het college vastgesteld. Het totale aangevraagde bedrag voor 2013 bedraagt € 783.000. In de begroting 2013 is dekking aanwezig voor deze uitgaven. De kosten zijn inbegrepen in het hieronder vermeld bedrag van € 17.067. De uitgaven betreffen: onderhoud gebouwen € 410.000, huursportterreinen € 58.000, gebruik en huur van onderwijsruimten € 122.000, 1e inrichting onderwijsleerpakket en 1e inrichting gymzaal € 119.000 en vergoedingen gebruik gebouwen bewegingsonderwijs door scholen € 74.000. Exploitatie Onderwijsgebouwen Uitgaven Inkomsten
Bedragen × € 1.000
2013 17.067 2.559
2014 16.689 2.122
2015 16.696 2.108
2016 16.617 2.055
3.3.3 Openbare ruimte Algemeen Beleidskader Handboek kwaliteit openbare ruimte (2008). Doel beleid De doelstelling van het handboek kwaliteit openbare ruimte (KOR) is een integrale benadering van ontwerp, inrichting en beheer van de openbare ruimte. Stand van zaken Voor het beheer van de openbare ruimte beschikt de gemeente over: beheersystemen waarin van alle objecten de relevante data zijn ingebracht. Op grond daarvan worden de onderhoud- en vervangingsplanningen opgesteld; de jaarlijkse schouw naar de onderhoudsgesteldheid van de objecten. Aan de hand van de bevindingen rond de technische kwaliteit wordt het beheersysteem geactualiseerd. Mutaties in het areaal worden doorlopend bijgewerkt; een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP), waarin de jaarlijkse bestemming van de beschikbare middelen voor groot onderhoud en vervanging is bepaald. De planning leidt ertoe dat werkzaamheden zoveel mogelijk worden gecombineerd; de eigenlijke onderhoudswerkzaamheden worden zoveel mogelijk via bestekken aan marktpartijen opgedragen. (uitbesteden op basis van een meerjarig integraal wijkbestek, met als sturingsmethodiek o.a. de beeldkwaliteit, is aan de hand van een pilot toepasbaar en succesvol gebleken). Financiën onderdelen openbare ruimte (saldo producten) 2013 Wegen 11.910 Groen 8.117 Openbare verlichting 1.815 Verkeersregelinstallaties (VRI’s) 1.106 Constructies 2.413 Speelvoorzieningen 1.051 Havens 1.951
Bedragen × € 1.000
2014 11.041 8.193 1.814 1.101 2.428 1.011 1.932
2015 11.029 8.167 1.812 1.078 2.426 990 1.915
2016 11.016 8.131 1.795 1.046 2.426 990 1.915
145
Wegen Beleidskader Budgetten wegen (2001); Nota onkruid op verharding (2003); Integraal Wegenbeheerprogramma (Wegennota) 2010-2019 (2009). Doel beleid Het doel van het Integraal Wegenbeheerprogramma is het bieden van een meerjarenprogrammering 20102013 van het wegenonderhoud van de Dordtse hoofdwegen en het onderliggende wegennet en een doorkijk voor de 6 jaren daarna. Stand van zaken Sinds 2005 is de gemeente gecertificeerd voor het duurzaam terreinbeheer wat in de nota ‘Onkruid op verharding’ is vastgelegd. In september 2009 is het “Integraal Wegenbeheerprogramma 2010-2019” vastgesteld. Aanleiding was de vaststelling van een toename van noodzakelijk onderhoud aan zowel de asfaltwegen als elementverhardingen. De kwaliteit van de wegen staat onder druk, veroorzaakt door externe invloeden, de leeftijdsopbouw van het areaal en de opgelopen achterstand. Het betreft met name de staat van het asfalt en de funderingen welke op diverse plekken slecht en zorgwekkend is. Met de nota is een omvangrijk vervangingsonderhoudsprogramma vastgesteld voor de Dordtse hoofdwegen en onderliggende wegennet voor de jaren 2010-2013 en een doorkijk voor de 6 jaren daarna. Met de uitvoering van het Integraal Wegenbeheerprogramma wordt ernaar gestreefd het kwaliteitsniveau van het wegennet op peil te houden. Voor het totale wegennet lukt dit. We zien wel de trend dat de kwaliteit van asfaltwegen min of meer gelijk blijft en dat de kwaliteit van elementenverharding licht daalt. Deze constatering wordt bevestigd door het burgertevredenheidsonderzoek in 2011 naar de kwaliteit van de wegverhardingen. Uit dit onderzoek blijkt dat de burgertevredenheid gelijk is gebleven ten opzichte van 2009. In het meerjarenprogramma is zowel het dagelijks en regulier (klein en middelgroot) onderhoud opgenomen als ook de kleine en grote projecten. De onderhoudsingrepen, die initieel vanuit technisch beheer voortkomen, worden verrijkt met ingrepen vanuit een breed (maatschappelijk) vigerend beleidskader. In 2009 is er een egalisatiefonds wegen ingesteld voor het gehele beheers- en onderhoudsbudget van wegen dat nog niet in het lopende jaar wordt uitgegeven en tijdelijk wordt gealloceerd (maximaal 3 jaar). Dit is nodig omdat bijna alle grote projecten een lange doorlooptijd hebben. In 2012-2013 wordt de wegennota 2014-2019 voorbereid en vastgesteld om het verhardingenbeleid tot en met 2019 vast te leggen. Wat gaan we doen in 2013? Regulier onderhoud van wegen. Een belangrijk onderdeel hiervan zijn de grote projecten volgens de jaarschijf 2013 van de Meerjaren Onderhoud Planning Stadsbeheer. Als voorbeelden worden genoemd: Wegonderhoud op verschillende locaties (in combinatie met de aanleg van het warmtenet van HVC); Copernicusweg (in combinatie met het verbeteren van de verkeersdoorstroming door de aanleg van een bypass bij de rotonde); Wielwijk (in combinatie met de wijkaanpak (Redersbuurt Noord, Westervoeg en Isaac Sweersstraat); Lijnbaan (in combinatie met rioolwerkzaamheden); Bremstraat (idem); Acaciastraat (idem); Weerdestein (in combinatie met verbeteren van verkeersveiligheid, parkeren, verlichting en groenvoorzieningen); Junolaan (in combinatie met rioleringswerkzaamheden); Cannenburg (idem); Noordhoevelaan.
Groen Beleidskader Nota Dordrecht Kleurrijk Groen (1995). Deze nota is in 2002 geëvalueerd; Nota Parken (2005); Boomstructuurplan (2007); Raamplan Eiland van Dordrecht (2006); Nieuwe bomenlijst met beschermde bomen (2010). Doel beleid In de Nota Dordrecht Kleurrijk Groen (DKG) is een kaderstellende visie op het groen ontwikkeld. In het kader van de Rijksplannen met betrekking tot de Ecologische Hoofdstructuur is het Raamplan Eiland van Dordrecht vastgesteld dat voorziet in de realisatie van het Strategisch Groenproject.
146
Stand van zaken Het groenbeheersysteem voor regulier onderhoud is op orde. Wat gaan we doen in 2013? In 2013 bestaat het groenonderhoud uit het onderhoud dat past binnen de vastgestelde beleidsafspraken en reguliere financiële middelen. Extra maatregelen vinden eventueel plaats in het kader van projecten zoals “Samen de buurt beheren” en “Wijkwensen”. Renovaties en bestrijding van boomziekten vinden vooral plaats binnen projecten van andere disciplines zoals wegonderhoud. De bestrijding van boomziekten heeft in toenemende mate aandacht nodig. In 2013 wordt hiervoor een uitvoeringsplan opgesteld.
Openbare verlichting Beleidskader Nota Beleid en beheer openbare verlichting 2004–2013 (2004). Eind 2012/begin 2013 zal er een nieuwe nota worden opgesteld. Verlichtingsplan Binnenstad (2006). Doel beleid De openbare verlichting speelt een belangrijke rol bij de leefbaarheid en de veiligheidsgevoelens onder de bewoners. Het doel is, om tegen acceptabele kosten, een energiezuinige en milieuvriendelijke openbare verlichtingsinstallatie duurzaam in stand te houden voor de leefbaarheid, de sociale veiligheid en de verkeersveiligheid. Stand van zaken De gemeente hanteert als richtlijn voor de toepassing van openbare verlichting de aanbevelingen van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) en de Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR) op. Eind 2011 voldeed 84% aan de richtlijn. Wat gaan we doen in 2013? Conform de beleid- en beheernota 2004-2013 streven we dat de openbare verlichting in 2015 voldoet aan de NSVV aanbevelingen of NPR. Voor 2013 is het streven om 89% te halen. Naar verwachting worden de doelstellingen en de financiën in de nieuw op te stellen nota bijgesteld.
Verkeersregelinstallaties (VRI’s) Beleidskader Nota Doordacht geregeld (2008). Doel beleid Het doel van ‘Doordacht geregeld’ is het in stand houden, vervangen en ondersteunen van VRI’s. In dit beleidskader staan actiepunten die deels betrekking hebben op het in stand houden van de installaties, waarbij de nadruk ligt op het functionele beheer, maar ook op heroverweging van installaties die op de nominatie staan om vervangen te worden. Daarnaast zijn er maatregelen ter ondersteuning, zoals rechtsaf voor fietsers vrij en wachttijdvoorspellers voor fietsers en voetgangers. Stand van zaken In 2010 is de kwaliteitscentrale, die is aangeschaft voor het functionele beheer, operationeel geworden. Diverse verkeersregelinstallaties zijn inmiddels aangesloten en worden gemonitord. Een aantal zaken die zijn benoemd in de nota ‘Doordracht geregeld’ zijn verder uitgewerkt. Naast de Nota zijn er uiteraard werkzaamheden die betrekking hebben op de nieuwbouw/vervanging van verkeersregelinstallaties. Wat gaan we doen in 2013? Onderhoud plegen aan Verkeersregelinstallaties (VRI’s), Binnenstadafsluiting (Pollers), camerasystemen (OO&V), PRIS en Drissystemen (Regionaal). Verkeerscomputer en beheersystemen op orde houden. De te heroverwogen VRI’s worden verwijderd conform nota ‘Doordacht geregeld’ en VRI’s worden vervangen met invoeren Korte Afstand Radio (KAR) Drechtsteden. Collectief aanbesteding doen voor 1e en 2e lijn onderhoud VRI’s in de Drechtsteden gemeenten.
Constructies Beleidskader Nota Kunstwerken (constructies) beheer en onderhoud (2003). In 2013 wordt er een nieuwe nota opgesteld. Doel beleid
147
Het beleid beoogt de goede instandhouding van constructies. Onder constructies vallen bruggen, viaducten, dam- en keerwanden, fonteinen, hekwerken, trappen, kunstwerken in de openbare ruimte en bijzondere bushaltes. Stand van zaken Het jaarlijks onderhoud wordt uitgevoerd volgens het onderhoudsplan van het beheersysteem ‘KUBIS’. Het groot onderhoud wordt uitgevoerd in het kader van de meerjaren investeringsplanning. Wat gaan we doen in 2013? het in stand houden van de objecten die zijn opgenomen in het beheersysteem KUBIS, alle objecten moeten veilig en heel zijn; bijdragen aan een aantrekkelijke leefomgeving door het mooi en schoon houden van alle objecten in KUBIS; door rationeel beheer een optimale balans realiseren tussen kosten, resultaat en het garanderen van de veiligheid van objecten; het schoon en toonbaar houden van de openbare ruimte door middel van het verwijderen van graffiti; het beperken van overlast ten gevolge van een extreem hoge waterstand in de Oude Maas.
Speelvoorzieningen Beleidskader Interimnota Speelvoorzieningen (2003); Startnotitie Speelruimtebeleid (2012) in voorbereiding op nieuwe Speelnota. Doel beleid Streven naar een woonomgeving met kwalitatief en kwantitatief goede speelruimte voor de verschillende leeftijdsgroepen. Het realiseren van goed gesitueerde en ingerichte speelplaatsen is hierbij van groot belang. We streven naar een evenwichtige verdeling van de voorzieningen over de wijken, overeenkomstig de huidige en toekomstige kinderaantallen. Naast het dagelijks onderhoud worden jaarlijks ca. 15 tot 20 speelplaatsen gerenoveerd. Stand van zaken De uitvoering van het speelonderhoud en het beheersysteem is op orde. In 2012 is een nieuwe speelnota opgesteld waarbij de kaders voor de komende 5 jaar zijn herijkt. Wat gaan we doen in 2013? Naast het regulier onderhoud voeren we in 2013 zo’n 10 - 15 renovatieprojecten uit. Hierbij houden we rekening met de technische noodzaak en de behoefte die er bij bewoners is. Daarnaast is ook 2013 het eerste jaar waarbij het nieuwe speelbeleid kaderstellend zal zijn voor de uitvoering.
Havens Beleidskader Meerjaren onderhoudsplan 2009–2019 (2009). Doel beleid Het onderhoud van de havenvoorzieningen wordt conform het meerjaren onderhoudsplan 2009–2019 uitgevoerd ten laste van de onderhoudsvoorziening havens. Stand van zaken Dit fonds is toereikend om de geplande baggerwerkzaamheden en onderhoud aan steenglooiingen en vloeipalen uit te voeren. Wat gaan we doen in 2013? Uitvoering onderhoud aan steenglooiingen, vloeipalen en afmeerpontons waterbus, conform meerjarenbegroting 2013-2018. Verder zullen de jaarlijkse inspecties plaatsvinden aan de objecten binnen de havens. In het kader van de havensamenwerking gaat met ingang van 2013 het beheer en onderhoud van het zeehavengebied over naar het HBR (Havenbedrijf Rotterdam). Gemeente Dordrecht en Havenbedrijf Rotterdam gaan gezamenlijk constructieverbeteringen toepassen aan onderwateroevers, steenglooiingen en afmeervoorzieningen. De kosten van deze werkzaamheden worden gezamenlijk gedragen: ieder 50%.
148
3.3.4 Riolering, afval en water Riolering Beleidskader Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan V (2011-2015). Doel beleid Invulling geven aan de wettelijke zorgplicht inzake een doelmatige inzameling en transport van afvalwater. Stand van zaken In 2008 is de Wet tot verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken in werking getreden. In die wet zijn aanvullende gemeentelijke taken ten aanzien van de verwerking van regenwater en de inspanningsverplichting ten aanzien van grondwaterproblemen geregeld. De wet verplicht gemeenten om uiterlijk 2013 te beschikken over een Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). In 2011 is het verbrede GRP V (2011-2015) in werking getreden. Met ingang van 2011 is het tariefstelsel gewijzigd: zowel eenpersoons- als meerpersoonshuishoudens betalen de zelfde rioolheffing. Het onderscheid tussen gebruikers en eigenaren is onveranderd gebleven. Risico’s zijn: meer extreme weersomstandigheden door klimaatverandering en ingroeiende boomwortels. Extreme regenval kan leiden tot overstroming van gebouwen en meer riooloverstorten, dus meer vervuiling van het oppervlaktewater. Op basis van de huidige inzichten was er 1 kwetsbare locatie voor wateroverlast aanwezig, namelijk het Papeterspad. In 2012 is daar een ondergrondse waterkelder voor de opvang van regenwater in gebruik genomen zodat de risico’s tot aanvaarbare proporties zijn teruggebracht. Als bevoegd gezag voor de kwaliteit van rijkswater is Rijkswaterstaat met 6 eigenaren van historische woningen aan de Wolwevershaven en 13 eigenaren van historische schepen in de Wolwevershaven in overleg om het ongezuiverd lozen van afvalwater in de haven te beëindigen. De gemeente is hierbij betrokken en heeft een bemiddelende en ondersteunde rol. Het Gerechtshof in Den Haag heeft op 15 maart 2011 in hoger beroep uitspraak gedaan over de vraag of de gemeente Dordrecht aansprakelijk is voor schade die is ontstaan aan de houten fundering van huizen in deze gemeente. Het Hof heeft, net als de rechtbank, geoordeeld dat de gemeente voor die schade niet verantwoordelijk kan worden gehouden. De vordering tot vergoeding van schade die de Belangenvereniging Funderingsproblematiek (BVFP) samen met een viertal huiseigenaren had ingesteld, is afgewezen. De BVFP is in cassatie gegaan tegen dit vonnis. De uitspraak wordt in 2013 verwacht. Wat gaan we doen in 2013? Uitvoering geven aan het Gemeentelijk rioolplan. Het GRP V is gebaseerd op een meerjaren kostendekkingsplan waarvan de kosten en de baten zijn geschat op ervaringscijfers, landelijke kengetallen en herziene financiële uitgangspunten. In het Meerjaren OnderhoudsPlan zijn de volgende projecten voorzien: Wielwijk (rioolvervanging door een gescheiden stelsel in combinatie met de wijkaanpak); Lijnbaan (combinatie met wegonderhoud); Weerdestein (in combinatie met wegonderhoud, verbeteren verkeersveiligheid, parkeren, verlichting en groenvoorzieningen); Junolaan (combinatie met wegonderhoud); Cannenburg (idem); Wittestein (idem); Weerdestein (idem); Krispijn (Hendrikstraat, Mariastraat en Mauritsweg). Kosten product Riolering
Bedragen × € 1.000
2013 9.961
2014 9.688
2015 9.688
2016 9.688
Ondergrondse containers restafval Het project ondergrondse containers werd uitgevoerd in overleg met Netwerk. Uiteindelijk is er voor gekozen om de investeringen en het onderhoud geheel door Netwerk te laten uitvoeren. Zij verwerken deze zaken in de tarieven voor het ophalen en verwerken van afval. Hiermee vervalt het kapitaalgoed voor de gemeente.
Water Beleidskader Het Waterplan Dordrecht 2009–2015 (2009); Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan V (2011-2015).
149
Doel beleid Het Waterplan speelt in op de mondiale klimaatveranderingen die ingrijpende gevolgen zullen hebben voor het eiland van Dordrecht. Het Waterplan Dordrecht 2009-2015 richt zich op het op orde brengen van het stedelijk watersysteem, het verbeteren van de waterkwaliteit en het aantrekkelijk maken van de stad met extra water. Speerpunt is de waterveiligheid voor het hele eiland van Dordrecht.
Foto: Miriam Scha
Stand van zaken Bij het Waterplan is een maatregelenplan opgenomen, waarvoor bij de gemeente ook financiële dekking is. Bij het Waterschap zal de financiering van de maatregelen per maatregel geregeld moeten worden. Maatregelen die in 2013 uitgevoerd gaan worden zijn vanuit de Kader Richtlijn Water (KRW) onderzoek waterlichaam Stadspolder en het verzorgingsgebied Stadspolder (Waterbalansstudie) en vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) een wateropgave van 1400m2 in het gebied rondom de Krommedijk door vervangen kunstwerk. Daarnaast zal blad en kroos overlast in de parken (zoals Merwesteijn Park) worden verwijderd. Overige watertaken zijn aanleg, vervanging en doorspuiten van drainages, maandelijks meten van grondwaterstanden in de primaire peilbuizen (379 stuks) en het afwikkelen van klachten over grondwater (hoog/laag). Wat gaan we doen in 2013? Het beleidskader ‘Waterplan Dordrecht 2009-2015’ blijft gelijk ten opzichte van 2012. Er komt in 2013 budget vrij voor een beperkt aantal maatregelen. Deze maatregelen worden door het Waterschap Hollandse Delta uitgevoerd. De planning van maatregelen per ‘peilgebied’ is beschreven in het ‘werkboek water’ (praktijkhandleiding Waterplan Dordrecht 2009-2015). Voor 2013 heeft de gemeente geen maatregelen in de planning. Daarnaast loopt in 2013 de waterbalansstudie in het waterlichaam Stadspolders door. Dit onderzoek, in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW), is in 2009 opgestart in samenwerking met Waterschap Hollandse Delta. De resultaten moeten uiterlijk 2014 beschikbaar zijn om aan te kunnen geven of de doelstellingen t.a.v. de waterkwaliteit (nutriënten) nog in 2015 gehaald kunnen worden of verschoven moeten worden (naar uiterlijk 2027). Tot slot wordt in 2013 gewerkt met het werkboek waterplan, waarin snel duidelijk is welke verplichtingen er nog zijn of welke acties nog moeten worden ondernomen op het gebied van water in projecten in de ruimtelijke inrichting.
150
3.4 Financiering In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente. Dit zijn onder andere risicobeheer (met name rente- en kredietrisico), de financieringspositie, het kasbeheer en de informatievoorziening.
3.4.1 Algemeen De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders zoals gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze wet staan vooral transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt daarbij tot uitdrukking in voorschriften voor een verplicht financieringsstatuut alsmede een financieringsparagraaf in begroting en rekening. De risicobeheersing binnen de Wet fido richt zich op renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Het begrip treasury kan worden gedefinieerd als het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen, waarbij een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement wordt belegd, en het daarbij afdekken van met name rente- en kredietrisico’s. Binnen de financiële functie van de gemeente is het van belang het onderscheid te herkennen tussen de treasury- en de controlfunctie. Treasury zorgt voor de beschikbaarheid van geldmiddelen; de controlfunctie is belast met het toezicht en de bewaking van de aanwending ervan. Vanuit deze rollen is de focus bij treasury gericht op feitelijke in- en uitgaande kasstromen, terwijl de controlfunctie veelal redeneert in termen van baten en lasten. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de treasuryfunctie van de gemeente Dordrecht is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet fido. Met ingang van 1 januari 2012 is een nieuw Financieringsstatuut in werking getreden waarin het gemeentelijke treasurybeleid op onderdelen is geactualiseerd. De gemeente Dordrecht heeft de advisering over en de uitvoering van haar treasurybeleid opgedragen aan het Servicecentrum Drechtsteden. Ontwikkelingen De huidige de schuldenproblematiek in Europees verband heeft er toe geleid dat ook op nationaal niveau er meer focus is gekomen op begrotingsdiscipline en schuldposities. Op dit moment is er in Nederland op twee fronten nieuwe wetgeving in de maak die mogelijk grote financiële gevolgen gaan krijgen voor gemeenten, te weten: 1. de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF). Deze wet zal een vertaling worden van EUbegrotingsrichtlijnen, waarin is vastgelegd dat het maximale begrotingstekort van de overheid 3% van het BBP mag bedragen. Becijferingen hebben uitgewezen dat 0,38% van dit tekort voor rekening komt van gemeenten. Via de Wet HOF zal deze tekortlimiet worden verankerd. Per gemeente zal een berekening worden gemaakt op kasbasis (het zgn. EMU-saldo) in plaats van het gebruikelijke baten/lastenstelsel. Via deze wet zullen vergaande bevoegdheden aan het kabinet worden toegekend om in te grijpen indien de norm wordt overschreden, zoals kortingen op het gemeentefonds. De beoogde datum van inwerkingtreding van deze wet is 1 januari 2013. Na de val van het kabinet Rutte is dit wetsvoorstel echter controversieel verklaard. 2. Schatkistbankieren. In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 (tijdelijke) overschotten aan geldmiddelen verplicht bij het Rijk zullen moeten stallen. Dit wordt aangeduid als schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Het is dus beter om te spreken van schatkistbeleggen. Het aanhouden van overschotten bij het Rijk betekent de Nederlandse Staat minder geld hoeft te lenen op de financiële markten, hetgeen een voordelig effect geeft op de staatsschuld. Voor gemeenten betekent dit echter een aantasting van de autonomie met betrekking tot de wijze waarop zij met haar overtollige middelen wenst om te gaan en feitelijk ook een nog verdere inperking van haar handelingsvrijheid zoals deze in de Wet fido is uitgewerkt. Belangrijkste effect is dat gemeenten genoegen moeten nemen met lagere rendementen. Hoewel een wettelijke grondslag nog moet worden gecreëerd is al wel bepaald dat alle na 4 juni 2012 vrijkomende middelen onder de nieuwe regels zullen vallen. Een neveneffect kan optreden bij o.a. onze huisbankier BNG. Als gevolg van deze maatregelen is het voorstelbaar dat zij minder gemakkelijk grote hoeveelheden geld kan uitlenen omdat zij zelf de middelen ook niet heeft. Naast het vraagstuk van financierbaarheid kan dit betekenen dat de resultaten van de bank verslechteren en
151
dividenden, ook aan Dordrecht, nog verder zullen verminderen. De BNG voldoet thans al niet geheel aan de zgn. Basel-eisen. Schatkistbankieren verslechtert de verdienmogelijkheden van de BNG. Zodra beide geschetste ontwikkelingen in wetgeving verankerd zijn zal worden bezien in hoeverre het gemeentelijke Financieringsstatuut moet worden aangepast en een eventuele schadeclaim bij de Staat ter zake van schatkistbelegging succesvol kan worden ingediend. Het afgelopen jaar heeft de renteontwikkeling het volgende beeld laten zien: Grafiek 1: Renteverloop medio 2011 t/m medio 2012
Verloop rentetarieven 1 juli 2011 - 1 juli 2012 4,00%
10-jaars IRS 3-maands Euribor Percentage
3,00%
2,00%
1,00%
1-jul-12
1-jun-12
1-mei-12
1-apr-12
1-mrt-12
1-feb-12
1-jan-12
1-dec-11
1-nov-11
1-okt-11
1-sep-11
1-aug-11
1-jul-11
0,00%
Datum
De ontwikkeling van de korte rente, die blijkens deze grafiek gedurende het afgelopen jaar met circa 90 basispunten daalde tot een niveau van rond 0,65%, staat vooral onder invloed van het monetaire beleid zoals uitgevoerd door de Europese Centrale Bank (ECB). Om de oplopende inflatie te beteugelen zag de ECB zich genoodzaakt om de voorschotsrente (‘refirente’) eind 2011 in twee stapjes van 0,25% te verlagen van 1,50% naar het huidige niveau van 1%. De geldmarkt heeft deze beweging in versterkte mate gevolgd. Op de kapitaalmarkt was het afgelopen jaar eveneens een dalende rente zichtbaar, zelfs in forse mate. De lange rente (Interest Rate Swap, IRS) daalde in die periode namelijk, geheel tegen de verwachtingen in, met maar liefst circa 1,5 procentpunt van 3,45% naar een actueel niveau van iets onder de 2%. Deze daling werd veroorzaakt door de Europese schuldencrisis. In het licht hiervan behoorde de Nederlandse staat namelijk het afgelopen jaar, samen met Duitsland en enkele Scandinavische landen, tot een vluchthaven voor centrale banken en grote institutionele beleggers. Dit grote aanbod van kapitaal vertaalde zich in een lagere rente. Uit voorgaande grafiek blijkt echter wel dat de lange rente gedurende de maand juni 2012 ineens gevoelig opliep. Deze rentestijging werd met name veroorzaakt doordat Spanje zich nadrukkelijk bij het Europese schuldenloket had gemeld, een beroep dat tot een veelvoud aan steun zou kunnen leiden dan ten aanzien van Griekenland het geval is. De onzekerheid over in hoeverre dergelijke bijdragen door landen als Nederland gedragen kunnen worden deden de rente flink oplopen. Afgewacht moet worden in hoeverre dit effect doorzet. Voor het komende jaar wordt door een aantal sector- en grootbanken gemiddeld de volgende renteontwikkeling voorzien, waarbij benadrukt moet worden dat dit een momentopname is die dagelijks wijzigt.
152
Tabel 1: Renteverwachting komend jaar (rentevisie)
Actueel ten tijde van opstelling begroting 2013
Gemiddelde verwachting grootbanken van stand over 1 jaar
Toe-/afname
Korte rente (3-maands Euribor), ca.
0,65%
0,76%
0,11%
Lange rente (10-jaars IRS), ca.
1,96%
2,50%
0,54%
Spread
1,31%
1,74%
0,43%
Omschrijving
Opgemerkt moet worden dat banken bij het verstrekken van financiering, afhankelijk van de leninglooptijd, nog wel opslagen berekenen bovenop de aangegeven IRS-niveaus. Deze opslagen zijn het afgelopen jaar opgelopen en bedragen ten tijde van opstelling van deze begroting circa 0,8% (80 basispunten) voor een 10-jaars lening. Door ontwikkelingen als de schuldencrisis en strengere vermogensvereisten voor banken, de zogenoemde Basel III-richtlijnen, kunnen deze opslagen verder oplopen. Geconcludeerd kan worden dat met name voor de lange rente een stijging wordt verwacht. Het renteverschil tussen korte en lange rente zal daarmee oplopen.
3.4.2 Financieringspositie Financiering activa De activa van de gemeente Dordrecht zullen per begin 2013 naar verwachting als volgt gefinancierd zijn: Tabel 2: Financieringspositie per 1-1-2013
Bedragen x € 1 miljoen Omschrijving
Bedrag per 1-1-2013
Totale boekwaarde investeringen
€
913,4
Vaste financieringsmiddelen: Reserves
€
445,4
Voorzieningen
€
10,4
Langlopende leningen
€
288,1
Financieringstekort
€
743,9
€
169,5
Interne rente Voor de interne doorberekening van de netto rentekosten naar de investeringen hanteert de gemeente Dordrecht een omslagrente van 4%. De gemeente hanteert hierbij een (egalisatie)reserve. Leningenportefeuille Opgenomen langlopende leningen Onderstaande tabel geeft inzicht in het verwachte verloop van de leningportefeuille in 2013: Tabel 3: Mutaties leningenportefeuille OG 2013 Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Gemiddeld percentage
Bedrag
Stand per 1 januari 2013
€
288.071
3,99%
Nieuwe leningen
€
15.000
4,40%
Reguliere aflossingen
€
Vervroegde aflossingen
€
1.909-
Rente-aanpassing (oud percentage)
€
2.269-
4,30%
Rente-aanpassing (nieuw percentage)
€
2.269
4,30%
Stand per 31 december 2013
€
301.162
4,00%
-
153
De in bovenstaande tabel weergegeven nieuwe lening komt voort uit de meest actuele liquiditeitenplanning. Op grond van deze planning wordt voor de jaren na 2013 niet direct een aanvullende financieringsbehoefte voorzien. Zie ook hierna onder het kopje Kasbeheer. Uitzettingen Onder uitzettingen worden verstrekte langlopende geldleningen en beleggingen verstaan. De gemeente Dordrecht heeft de volgende uitzettingen: Tabel 4: Mutaties uitzettingen 2013 Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Gemiddeld percentage
Bedrag
Verstrekte geldleningen: Stand per 1 januari 2013
€
29.285
4,11%
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen
€
Vervroegde aflossingen
€
1.944-
Rente-aanpassing (oud percentage)
€
2.269-
4,31%
Rente-aanpassing (nieuw percentage)
€
2.269
4,30%
Stand per 31 december 2013
€
27.341
4,12%
Beleggingen: Stand per 1 januari 2013
€
108.499
Afloop/expiratie
€
-
Afschrijving
€
-
Herbeleggingen
€
-
Nieuwe beleggingen
€
1.350
Stand per 31 december 2013
€
109.849
Totaal uitzettingen per 1 januari 2013
€
137.784
Totaal uitzettingen per 31 december 2013
€
137.190
(1)
Opmerking bij tabel 4: (1) Dit betreft het gegarandeerde jaarlijkse rendement op de duurzame belegging (€ 30 miljoen). Dit wordt jaarlijks als boekwaardevermeerdering (te vorderen) verantwoord; daadwerkelijke uitkering van het totale rendement vindt contractueel plaats aan het eind van de looptijd van de belegging. Zie verderop in Tabel 7 voor de specificatie naar risicocategorie.
3.4.3 Risicobeheersing Zoals eerder benoemd vormt risicobeheersing één van de pijlers van de Wet fido. De belangrijkste risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de gemeentelijke treasuryfunctie betreffen rente- en kredietrisico’s. Renterisico Renterisico’s kunnen vanuit Wet fido-optiek worden bezien op de korte en op de langere termijn. Renterisico op korte schuld: de kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten vóór bestemming, dus met uitzondering van stortingen in reserves. Indien hierbij de kasgeldlimiet bij herhaling wordt overschreden dient er geconsolideerd te worden ofwel moet een deel van de kortlopende middelen worden omgezet in een langlopende financiering.
154
Voor 2013 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Dordrecht als volgt worden bepaald: Tabel 5: Berekening kasgeldlimiet 2013
Begrotingstotaal
€
474,0 miljoen
Relevant percentage Kasgeldlimiet
8,5% €
40,3 miljoen
Bovendien is door middel van zogenoemde CAP’s, een soort verzekering, het renterisico over een bedrag van in totaal € 20 miljoen aan kortlopende financiering voor de komende jaren afgedekt tegen het niveau van de omslagrente, te weten 4%. Deze CAP’s hebben een looptijd tot respectievelijk medio 2014 (€ 10 miljoen) en medio 2016 (€ 10 miljoen). Omdat met dergelijke CAP’s een renterisico wordt afgedekt mag dit bedrag worden betrokken bij de beoordeling van de kasgeldlimiet. De totale limietruimte bedraagt aldus € 60,3 miljoen. De gemeente Dordrecht verwacht in 2013 binnen de totale limietruimte (kasgeldlimiet + CAP’s) te opereren. Oogmerk van het door het SCD uit te voeren gemeentelijke saldobeheer is om de limietruimte optimaal te benutten. De liquiditeitenplanning is hierbij een uitstekend hulpmiddel. Renterisico op langlopende schuld: de renterisiconorm De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet fido de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar te voorkomen, één en ander ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie. Met deze norm bevordert de Wet fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Conform voorschrift van de geactualiseerde Wet fido wordt het renterisico in onderstaande tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar. Tabel 6: Berekening renterisiconorm Bedragen x € 1.000
Renterisico's
2013
2014
2015
2016
Renteherzieningen
€
2.269
€
11.085
€
-
€
-
Aflossingen
€
1.909
€
1.955
€
5.748
€
9.397
Renterisico
€
4.178
€
13.040
€
5.748
€
9.397
€
474.000
€
94.800
Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal 2013 Percentage cf. regeling Renterisiconorm 2013
20%
Toetsing renterisico aan norm: Renterisico
€
4.178
Renterisiconorm
€
94.800
Onderschrijding
€
90.622-
Uit deze opstelling blijkt dat de gemeente Dordrecht naar verwachting zowel in 2013 als in de komende jaren ruim binnen de grenzen van de renterisiconorm zal opereren. Kredietrisico Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartijen bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen, beleggingen) of uit verleende garanties. Kredietrisico op leningen en beleggingen Het kredietrisico wordt door de Wet fido beperkt door minimale eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van tegenpartijen en de verplichte hoofdsomgarantie bij beleggingen.
155
De hiervoor in tabel 4 gespecificeerde uitzettingen kunnen als volgt worden gerubriceerd naar risicocategorie: Tabel 7: Specificatie uitzettingen naar risicocategorie Bedragen x € 1.000
Verwachte stand per Specificatie leningen en beleggingen naar risicogroep:
1-1-2013
31-13-2013
% per eind 2013
Gemeenten / Provincies
€
-
€
-
Overheidsbanken
€
-
€
-
0,0%
Woningcorporaties met garantie WSW
€
17.922
€
16.769
12,2%
Semi-overheidsinstellingen
€
20.707
€
20.707
15,1%
Financiële ondernemingen (A en hoger) Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut Niet-toegestane instellingen volgens Treasurystatuut
€
87.723
€
89.073
64,9%
€
11.432
€
10.641
7,8%
€
-
€
-
0,0%
€
137.784
€
137.190
100,0%
Totaal
0,0%
De nul bij overheidsbanken houdt verband met de schatkistbeleggingen. Naar aanleiding van de kredietcrisis, waarbij onder andere onzekerheden zijn ontstaan rond een door Dordrecht gedane uitzetting bij het IJslandse Landsbanki, is aan de raad toegezegd dat in de financieringsparagraaf voortaan de gehele beleggingsportefeuille naar kredietwaardigheid zal worden gespecificeerd. Deze portefeuille is in bovenstaande tabel aangeduid als Financiële ondernemingen (A en hoger). Zie daartoe de navolgende tabel. Tabel 8: Specificatie uitzettingen bij financiële instellingen (kredietwaardigheid A en hoger)
Bedragen x € 1.000
Tegenpartij
Jaar Jaar aanvang afloop
Boekwaarde Coupon per 01-01-2013
Creditratings S&P juli 2012 Opm.
EZH-beleggingen CLN HBOS/General Electric Euro Capital
2008
2016
6,250% €
16.000
A/AA
CLN ING Bank/GE Euro Capital
2008
2021
5,600% €
11.000
A/AA
CLN RBS/GE Euro Capital
2008
2018
5,500% €
11.000
A/AA
CLN Barclays/GE Euro Capital
2011
2020
3,150% €
9.240
A/AA
2007
2018
4,500% €
36.975
A/BBB
(1)
2007
2009
4,790% €
3.508
-
(2)
€
87.723
Duurzame belegging Halifax Bank of Scotland/UniCredit Additioneel Landsbanki Islands TOTAAL
Opmerkingen bij tabel 8: (1) Duurzaam garantieproduct via APG Investments; het vermelde bedrag is inclusief € 6.975 miljoen opgebouwd rendement dat bij afloop van de belegging zal worden uitgekeerd. (2) Landsbanki kwam eind september 2008 in acute liquiditeitsproblemen. Op dat moment had zij een A2rating. Door deze problemen kon de belegging van nominaal € 8 miljoen op het contractuele moment van afloop (begin juli 2009) niet terugbetaald worden. Nadat de vordering van de Nederlandse overheden in 2011 door de IJslandse curator definitief als preferent werd erkend zijn er in het eerste halfjaar 2012 inmiddels twee uitkeringen gedaan van in totaal circa € 3,7 miljoen. De voorziening voor oninbaarheid bedraagt € 0,8 miljoen. Rekening houdend met deze twee posten bedraagt de boekwaarde per begin 2013 dus € 3,5 miljoen.
156
Ten opzichte van de jaarrekening 2011 bevinden zich de meeste beleggingen nog in de A–categorie, dit met uitzondering van het bij UniCredit belegde deel van de duurzame belegging (€ 10 miljoen). De rating van deze bank is door S&P verlaagd naar BBB. Deze neerwaartse bijstelling kwam vooral tot stand in navolging van de ratingverlaging van de Italiaanse Staat. De creditrating van Unicredito valt onder de zogenoemde eerbiedigende werking van de Wet fido en hoeft dus niet tussentijds van de hand te worden gedaan. Kredietrisico ten aanzien van borgstellingen (gemeentegaranties) Borgstellingen kunnen op twee manieren voorkomen: 1. Directe borgstelling; 2. Achtervang. Bij directe borgstellingen staat de gemeente jegens geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door lokale organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die veelal activiteiten verzorgen welke in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Achtervang houdt in dat de gemeente, al dan niet samen met het Rijk, een rol speelt in de zekerheidsstructuur van een waarborgfonds, bijvoorbeeld de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Door deze structuur kunnen instellingen die bij een waarborgfonds zijn aangesloten tegen de laagste rente lenen. Mede vanwege de strenge toelatingscriteria en periodieke toetsing door het fonds loopt de gemeente hierbij een veel lager risico dan bij directe borgstellingen. De verwachting van de ontwikkeling van de borgstellingen van Dordrecht gedurende 2013 luidt als volgt: Tabel 9: Specificatie borgstellingen per categorie
Bedragen x € 1.000,Verwachte stand per Specificatie gemeentelijke borgstellingen naar categorie:
1-1-2013
31-12-2013
% per eind 2013
Directe borgstellingen Instellingen in zorgsector
€
5.363
€
4.577
1,2%
Verbonden partijen
€
75.719
€
71.610
19,4%
Verenigingen
€
8.441
€
8.109
2,2%
Overig
€
8.212
€
7.996
2,2%
Subtotaal €
97.735
€
92.292
25,0%
€
277.149
€
277.149
75,0%
€
374.884
€
369.441
100,0%
Achtervang WSW (woningcorporaties) Totaal
Het in bovenstaande tabel per eind 2013 genoemde bedrag van € 71,6 miljoen voor verbonden partijen kan als volgt worden gespecificeerd: € 17,2 miljoen Wegschap Tunnel Dordtse Kil; € 38,6 miljoen HVC Alkmaar via GR Gevudo; € 15,9 miljoen overige gemeenschappelijke regelingen (Drechtsteden, Veiligheidsregio, Omgevingsdienst, GGD, Drechtwerk, Parkschap Biesbosch). Het bij de categorie Overig vermelde bedrag betreft hoofdzakelijk de borgstelling voor Coöperatie Ontwikkeling Leerpark UA ten behoeve van de realisatie van de Duurzaamheidsfabriek: € 7,8 miljoen.
157
3.4.4 Kasbeheer Betalingsverkeer De inrichting van het betalingsverkeer (het beheer van het gemeentelijke rekeningstelsel, het coördineren van bevoegdheden en het verrichten van feitelijke betalingen) alsmede de saldoregulatie wordt verzorgd vanuit Servicecentrum Drechtsteden (SCD). De NV Bank Nederlandse Gemeenten is huisbankier van de gemeente Dordrecht. Daarnaast heeft de gemeente betalingsverkeerrelaties met ABN Amro, ING en Rabobank.
Liquiditeitenplanning Een hulpmiddel bij de saldoregulatie is de liquiditeitenplanning. In nauw overleg met het SCD wordt deze planning periodiek geactualiseerd. Op grond van het beeld dat uit een dergelijke planning naar voren komt wordt bezien of aanvullende financiering moet worden opgenomen en voor welke termijn die behoefte zal gelden. Volgens de meest recente planning zal de gemeente Dordrecht in 2013 voor € 15 miljoen aan aanvullende langlopende financiering moeten opnemen. Voor de jaren na 2013 zou dit vooralsnog niet aan de orde zijn. Een en ander is echter sterk afhankelijk van het moeilijk voorspelbare politieke en economische klimaat. In de planning is echter nog geen rekening gehouden met de omstandigheid dat de gemeente Dordrecht het regionale project Noordoevers gaat uitvoeren en de projectfinanciering ervan op zich neemt. Daarbij zullen de andere Drechtstedengemeenten echter pro rato risico moeten dragen; volgens de bestaande verdeelsleutel GRD. De financieringsbehoefte is afhankelijk van de door alle gemeenteraden nog inhoudelijk te nemen besluiten. Ook de uitwerking van Stedelijke (project) programmering zal financieringseffecten met zich meebrengen. Bij het opstellen van deze begroting waren deze nog niet bekend.
3.4.5 Informatievoorziening Op grond van het Financieringstatuut vindt jaarlijks, dus ook in 2013, in beginsel viermaal overleg plaats in Treasury Comité-verband over de uitvoering van de treasuryfunctie en de voortgang van het Treasury Jaarplan. Naast dit gereguleerd overleg bestaat altijd de mogelijkheid tot tussentijdse afstemming, overleg of behoefte aan incidentele advisering door de treasuryspecialisten van het SCD. Voor zover relevant zullen door het SCD rapportages worden opgeleverd voor in- of extern gebruik.
158
3.5 Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling 3.5.1 Inleiding In deze paragraaf worden de voorgenomen activiteiten voor 2013 op het gebied van de bedrijfsvoering en de organisatieontwikkeling van de gemeente Dordrecht beschreven. Maatschappelijke en arbeidsmarktveranderingen Om de Dordtse samenleving optimaal te kunnen ondersteunen met publieke taken, de ontwikkeling van de stad te bevorderen en de doelen te bereiken die gesteld zijn door het bestuur, moeten wij als gemeente blijven anticiperen op nieuwe realiteiten; zoals een krapper wordende arbeidsmarkt, de opkomst van nieuwe technologie, burgers die een snelle respons en oplossingen op maat verwachten, schaalvergroting, forse bezuinigingsopgaven, nieuwe allianties, nieuwe taken als gevolg van decentralisatie gecombineerd met efficiencykortingen en verdergaande regionalisering. Ook werken we steeds meer in netwerken samen met organisaties, instellingen en bewoners en steeds minder in hiërarchische structuren. Doordat de uitdagingen in de omgeving elkaar snel opvolgen neemt de complexiteit van vraagstukken toe. Deze externe en interne ontwikkelingen vragen om een organisatie die daar flexibel op in kan spelen. De organisatie ontwikkelt zich daarom van een lijnorganisatie naar een flexibele netwerkorganisatie. Betekenis voor de organisatieontwikkeling De gemeente heeft reeds stappen gezet in de ontwikkeling naar een flexibele netwerkorganisatie; maar nu is het tijd om door te pakken. Waar komt in 2013 de focus op te liggen? Wat gaat de gemeente ondernemen om in de veranderende context zichzelf zo te organiseren dat de organisatie blijft verbeteren? Ook voor organisatieontwikkeling geldt dat er keuzes gemaakt worden. In 2013 geven we het thema flexibele netwerkorganisatie verder vorm. Dit thema is niet nieuw, zeker niet voor Dordrecht. Met de Drechtsteden-samenwerking geldt Dordrecht landelijk als een koploper in netwerken. De ontwikkeling naar een flexibele netwerkorganisatie betekent echter ook veel voor de eigen organisatie, namelijk denken over de grenzen van de eigen organisatie heen en integraal werken, vanuit de inhoud van de opgave. Met de partners die daarbij intern en extern betrokken zijn. Met de expertise die daaraan kan bijdragen, ongeacht waar die vandaan komt. Dordrecht wil met haar organisatie ontwikkeling geen vernieuwing van de organisatiestructuur organiseren, maar een vernieuwing van de organisatiecultuur. Het effectief werken in een complexe, dynamische en digitale netwerkomgeving vraagt om een andere houding en gedrag van de medewerkers en leidinggevenden en het stelt andere eisen aan het organiseren van werk. Het spreekt voor zich dat binnen deze thema’s permanente aandacht blijft bestaan om de ‘basis’ (brieven, archief, juridische kwaliteit, etcetera) en ICT voorzieningen op orde te hebben. Doel is om tot een goede afweging te komen tussen maatschappelijk en financieel belang. Om de ambities te behalen is het belangrijk dat de gemeente: • van buiten naar binnen werkt: oog & oor heeft voor de wensen en behoeften van de Dordtse samenleving; • Dordtse burgers snel van een passend antwoord kan voorzien; • gekwalificeerd en professioneel personeel aantrekt en behoudt; • in beweging blijft; flexibel inspeelt op voornoemde veranderingen in een complexe omgeving. De gemeente heeft voor de periode 2011-2014 de volgende ambities geformuleerd: Ambitie 1: “Dordrecht is een sterspeler in netwerksturing”; Ambitie 2: “Dordrecht behoort tot de beste gemeentelijke werkgevers”; Ambitie 3: “Dordrecht is een flexibele organisatie”. Deze ambities komen uit de notitie ‘DNA Dordrecht’. Hierin is de organisatievisie omschreven en is benoemd wat de organisatie nodig heeft om de door de politiek gedefinieerde inhoudelijke doelstellingen te kunnen behalen en om te kunnen aansluiten bij de maatschappelijke en arbeidsmarktontwikkelingen. Deze ambities zijn leidend bij de vormgeving van de bedrijfsvoering van de gemeente Dordrecht. Ze zijn bovendien nader uitgewerkt en worden gemonitord in de concernportefeuille Organisatieontwikkeling met daarin drie sporen: Spoor 1: DNA; Spoor 2: HRM Flexibilisering; Spoor 3: Het Nieuwe Werken.
159
Het beste voor Dordrecht en de Drechtsteden
Van een lijnorganisatie naar een flexibele netwerkorganisatie
MTO’s en benchmarks
Portefeuille Organisatie Ontwikkeling Spoor 1 DNA
Spoor 2 HRM / Flexibilisering
Spoor 3 Het Nieuwe Werken
mensen
HR instrumenten
faciliteiten
Basis / Reguliere bedrijfsvoering (PDCA)
In de volgende paragrafen worden de activiteiten die zijn gepland voor 2013 beschreven.
3.5.2 Spoor DNA DNA staat voor het DNA dat in de genen van elke Dordtse ambtenaar zit: onze kerncompetenties. ‘Vertrouwen & Verantwoordelijkheid’, ‘Initiatief’ en ‘Samenwerken’ passen we toe in ons werk voor de stad en regio. Hoe precies, dat verschilt per functie, situatie of opdracht. DNA gesprekken Via gesprekken met medewerkers over DNA en de ontwikkeling naar een flexibele netwerkorganisatie werken we verder aan bewustwording in de organisatie. Alle directeuren gaan met de medewerkers in gesprek over wat deze ontwikkelingen voor medewerkers betekenen. Door middel van deze gesprekken verbinden we DNA ontwikkeling aan de sectorale ontwikkelingen en inhoudelijke werkpraktijk van de medewerkers. Leiderschap Binnen deze ontwikkelingen is een belangrijke rol voor de leidinggevende weggelegd. Leidinggevenden signaleren en weten wat er speelt op de werkvloer. Daarnaast verandert door de veranderende context ook de essentie van de rol en het bijbehorende gedrag van leidinggeven. Naast het zorgen voor een goed functionerende thuisbasis, inclusief personele ontwikkeling, wordt de opdrachtgeverrol steeds belangrijker. Ook voor opdrachten die de eigen unit overstijgen met medewerkers uit andere sectoren en organisaties. In 2008 is een gezamenlijk leiderschapstraject gestart. Het leiderschapstraject krijgt een sterkere focus op de ontwikkeling naar de flexibele netwerkorganisatie, waarbij nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan gedragsaspecten (sturen op resultaat, uitgaan van vertrouwen en verantwoordelijkheid, het bieden van heldere kaders en sturing en het beste uit mensen weten te halen). In 2013 worden diverse plenaire bijeenkomsten voor alle leidinggevenden georganiseerd. Daarnaast neemt een aantal leidinggevenden deel aan intervisie (regionaal) en maatwerktrainingen. Tevens wordt verbreding richting een regionaal leiderschapstraject in 2013 vormgegeven, met als thema ‘netwerkleiderschap’.
3.5.3 Spoor HRM en Flexibilisering HRM We zetten als organisatie de ontwikkeling van medewerkers op 1. We verwachten dat elke medewerker werkt aan zijn ontwikkeling, ongeacht de functie die hij vervult. De gemeente Dordrecht ondersteunt dit maximaal en passend bij de levensfasen van medewerkers. Personeelsgesprekken DNA proof In de personeelsgesprekken maken leidinggevende en medewerker afspraken over functioneren, (loopbaan)ontwikkeling, competentieontwikkeling en te behalen resultaten. Het personeelsgesprek geeft inzicht in die zaken die de Dordtse medewerker bezighoudt: kwaliteit, gezondheid, loopbaanontwikkeling, levensfase en combinatie werk en privéleven. Voor leidinggevenden en medewerkers worden trainingen aangeboden in het
160
voeren van deze gesprekken. Het doel is dat leidinggevenden in 2013 met alle medewerkers ‘DNA proof‘ personeelsgesprekken voeren. Door middel van het ‘DNA proof’ maken van de personeelsgesprekken en het implementeren van 360 graden feedback werken we aan de borging van de ontwikkeling van de organisatie naar een netwerkorganisatie. Gezondheidsmanagement In het voorjaar 2010 werd het gezondheidsplan 2010 – 2013 vastgesteld, waarin doelen werden geformuleerd, welke voor 2013 wederom leidend zijn. Namelijk, een verdere terugdringing van het verzuim (van 6,2% ultimo 2009 naar 5,5% netto verzuim 2013) en een verhoging van de medewerkerstevredenheid. Kwalitatieve strategische personeelsplanning Strategische personeelsplanning is een essentieel instrument dat in 2012 actief is ingezet en benut. Het huidige gemeentelijke personeelsbestand is afgezet tegen het gewenste bestand de komende jaren. Daarbij houden we rekening met de opgaven en taakstellingen waar we ons voor gesteld zien staan en de aankomende uitstroom van de babyboomgeneratie. Dit geeft inzicht in welke acties nodig zijn om van de huidige naar de gewenste situatie te komen. Sectoren en bedrijven spelen hierin een grote rol. In 2013 is het tijd voor de vervolgstap. Naast de verdere verfijning van de cijfers gaan we een slag maken in de kwalitatieve sfeer. Op medewerkerniveau gaan we afspraken maken en vervolgens in kaart brengen, met name waar mobiliteit gewenst of noodzakelijk is. Voor de sturing van in-, door- en uitstroom bij vacatures zetten we de mobiliteitsraad en de ‘frontdesk Inhuur & Mobiliteit’ in. Maandelijks wordt het personeelsverloop en de financiële ontwikkelingen gemonitord. Stagebegeleiding Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, kennismaking voor studenten met het werkveld van de lage overheid en frisse blikken in onze organisatie, is een streefpercentage van 7% stagiaires gewenst. Dat doel is in 2011 met een bezetting van 64 stagiaires gehaald, de verwachting is dat dit voor 2012 wederom het geval zal zijn. Voor 2013 blijft dit streefcijfer overeind. Flexibilisering Sinds 2012 is het thema flexibilisering ondergebracht in de concernportefeuille organisatieontwikkeling. Het doel hiervan is te werken aan een organisatiecultuur en -perspectief, waarbij de structuur van de organisatie niet beperkend is. De organisatie kan dan flexibel en actiegericht inspelen op de verschillende vraagstukken die ter tafel komen. Ook wordt met dit spoor de vermindering van externe inhuur verder beoogd. Onderdeel hiervan is gerichte regie op vrijkomende ruimte in vacatures en werkzaamheden en de maximale vervulling door eigen medewerkers alvorens extern in te huren. Om de flexibele inzet van eigen medewerkers te ondersteunen zijn alle medewerkers per 1 januari 2012 in algemene dienst. Flexibiliseringinstrumentarium Binnen dit spoor werken we aan de ontwikkeling van een eigentijds flexibiliseringinstrumentarium, waarbij ruimte, variëteit en maatwerk de uitgangspunten zijn. De frontdesk is het scharnierpunt tussen de diverse mobiliteitsinitiatieven, Loopbaancentrum Drechtsteden en de vacaturehouders. Inzet op gebruikmaking door alle betrokkenen en investering in adequate bemensing door Dordrecht en het SCD is van cruciaal belang voor het toenemend succes van deze werkwijze voor de flexibilisering van onze organisatie. Flexibele arbeidsvoorwaarden, diversiteit en flexibele beloning Bij flexibilisering van de organisatie horen ook verdergaande flexibele arbeidsvoorwaarden. Van leidinggevenden wordt de komende tijd verwacht dat zij durven te differentiëren bijvoorbeeld in aanstellingsvormen, aansturing en beloning. Het is dus zaak om binnen de huidige CAO de grenzen op te zoeken om maximaal in te kunnen spelen op de behoeften van organisatie en medewerkers. Dat vraagt om instrumenten en beloningsvormen die daarbij passen. Ook in 2013 ligt de focus op het faciliteren van deze veranderende manier van werken en belonen. Gezien de bezuinigingstaakstelling ligt het in de lijn der verwachting dat de totale personele uitgaven geleidelijk verminderen en de totale formatie afneemt. Daarnaast krimpt, ten behoeve van flexibiliteit en mobiliteit, de vaste formatie ten faveure van de groeiende interne flexibele schil.
161
3.5.4 Spoor Het Nieuwe Werken Effectief werken in een complexe, dynamische en digitale netwerkomgeving stelt andere eisen aan het organiseren van werk en het vraagt een visie op de benodigde faciliteiten inclusief huisvesting. Dit anders organiseren is Het Nieuwe Werken. Een verzamelterm waaronder vele initiatieven worden verstaan die uitgaan van meer autonomie en flexibiliteit voor medewerker en leidinggevende. Het Nieuwe Werken gaat uit van resultaatgerichte sturing, tijd- en plaatsonafhankelijk werken, vrije kennis- en informatie-uitwisseling en een arbeidsrelatie op maat. Doelstelling van het spoor Het Nieuwe Werken is om de Dordtse organisatie aan te laten sluiten bij de algemene ontwikkeling van Het Nieuwe Werken. Denk aan: het stimuleren van het maken van resultaatafspraken in de personeelsgesprekken, het stimuleren van innovatieve werkwijzen en -methoden, de ontwikkeling van de mobiele ICT omgeving, het verbeteren van de flexwerkplekken en er zorg voor dragen dat de faciliteiten aansluiten bij de wensen van Het Nieuwe Werken, onder andere door implementatie van de flexregeling in 2012. Eind 2013 wordt de flexregeling herzien in verband met implementatie van de werkkostenregeling. Omdat de basis in 2011 en 2012 is neergezet, is de werkwijze van dit spoor grotendeels vraaggericht. Om de faciliteiten en werkwijzen zinvol te laten zijn voor de collega’s die er dagelijks in werken, laten we het aanbod afhangen van de behoefte in de organisatie. We stimuleren de vraag door te vertellen hoe we kunnen faciliteren en te vragen waar behoefte aan is. Omdat we vraaggericht werken, hangt de daadwerkelijke invulling van activiteiten af van de behoeften in de organisatie. Reguliere bedrijfsvoering (basis) op orde Uiteraard zorgen we ervoor dat de basis, ofwel de reguliere bedrijfsvoering, in lijn is met de ambitie een flexibele netwerkorganisatie te zijn en andersom dat de acties vanuit deze portefeuille worden geborgd in de basis. Denk hierbij onder andere aan het integriteitbeleid en de effecten van Het Nieuwe Werken op bezettingsvraagstukken. Daarnaast het up-to-date houden van zaken als gezondheidsmanagement en informatievoorziening voor nieuwe medewerkers. Om onze ambities waar te maken, meten we de kwaliteit in onze organisatie. We gebruiken hiervoor het medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO). Op basis hiervan scherpen we bestaande acties of uitgangspunten aan, en/of bepalen we nieuwe beleidsuitgangspunten. Het eerst volgende MTO vindt plaats in het eerste kwartaal van 2013.
3.5.5 Overige organisatieontwikkeling Deze paragraaf beschrijft de activiteiten vanuit de focus van de inrichting van de (regionale) organisatie. Brede Doorlichting Vanaf 2009 tot 2012 is in het traject Brede Doorlichting de gemeentelijke organisatie en het gemeentelijk beleid doorgelicht. Hiermee werd beoogd: • verdere verbetering en innovatie in de organisatie; • aanpassing van werkprocessen, uitgaande van vertrouwen & verantwoordelijkheid; • nieuwe impulsen voor continue kwaliteitsverbetering; • een totaalbedrag van € 10 miljoen aan (herinzetbare) financiële ruimte opleveren. Met ruim 60 projecten en maatregelen is de besparingsopgave nu ingevuld. In 2013 zullen wij de voortgang van de uitvoering en het realiseren van de financiële opgaven blijven monitoren. Bovendien zetten we onze processen van continue kwaliteitsverbetering en innovatie voort. Met de Brede Doorlichting is een grote besparing gerealiseerd, maar de financieel mindere tijden strekken zich lang uit. Het opnieuw boeken van winst op efficiency zal naar verwachting onvoldoende bijdragen om de aanvullende bezuinigingen volledig op te vangen. In de nieuwe bezuinigingsopgave in 2013 zullen wij opnieuw kijken naar mogelijkheden voor efficiencywinst, maar het resultaat zal naar verwachting niet van dezelfde omvang zijn als de Brede Doorlichting. Regionale samenwerking De belangrijkste meerwaarde van intensievere samenwerking ligt in de regionale ontwikkeling zelf. Versterking van het lokaal bestuur is hét uitgangspunt van samenwerking in de Drechtsteden. De ruimtelijke, sociale en economische ontwikkeling wordt komende decennia bepaald door de trekkracht van stedelijke gebieden. Een krachtig stedelijk gebied moet goed functioneren op alle schaalniveaus, van buurt tot centrum, van regionaal tot nationaal en zelfs mondiaal niveau.
162
Alle zes gemeenten in de Drechtsteden zijn nauw met elkaar vervlochten. Het motto ‘Samen stad aan het water’ sluit daar naadloos op aan. Door de decentralisaties van het Rijk en de economische crisis staat de gemeente gezamenlijk voor de uitdaging om in verhouding meer te realiseren met minder middelen. Dit kan worden gerealiseerd door op gepaste wijze te streven naar schaalvergroting en het versterken van de regionale samenwerking. Sinds 2008 hebben de Drechtsteden ongeveer een derde van hun ambtelijke apparaat georganiseerd in een gemeenschappelijke (GRD-) organisatie. Daarnaast is er altijd onderlinge samenwerking tussen de gemeentelijke organisaties zelf geweest door uitwisseling van kennis en capaciteit. In 2012 zijn experimenten (proeftuinen) georganiseerd om ervaring op te doen met het systematisch organiseren van deze rechtstreekse uitwisseling. Wij geloven in verdere uitbreiding en verdieping van de regionale samenwerking. De proeftuinen bieden daarvoor perspectief. Dat is naar onze mening niet vrijblijvend. Bijvoorbeeld binnen de proeftuin Dienstverlening is het moment daar om daadwerkelijke stappen richting intensieve samenwerking te zetten. Door te uniformeren en te standaardiseren kan dit voordeel opleveren op het gebied van kwaliteitsbevordering, risicovermindering en niet in de laatste plaats lagere kosten. Ook als we kijken naar de grote veranderingen die op ons afkomen in het sociaal maatschappelijk domein, bijvoorbeeld met de decentralisaties van de jeugdzorg en delen van de AWBZ, is de meerwaarde van regionale samenwerking duidelijk. Dit biedt ons de kans om beleid effectiever en efficiënter te maken. Wij zijn dit verplicht naar elkaar maar vooral naar de burgers en bedrijven in ons gebied. Werken vanuit een open bestuursstijl Bestuurlijke vernieuwing verwijst naar de open en transparante bestuursstijl waar dit college in investeert. Doel is het vergroten van het vertrouwen tussen stadsbestuur en inwoners, door het versterken van de mogelijkheden voor burgerparticipatie en dialoog. Bestuurlijke vernieuwing raakt al het handelen van de gemeente (raad, college en ambtelijke organisatie) en werkt door in alle begrotingsprogramma’s. Zo veel en zo vroeg mogelijk worden (beleids)processen en projecten in samenspraak met de stad ontwikkeld. Inwoners en maatschappelijke partners denken, praten, doen en beslissen soms ook mee. Het college werkt ‘van buiten naar binnen’ en is zichtbaar en aanspreekbaar in de stad. Het stadsbestuur geeft ruimte aan initiatiefkracht uit de samenleving en spreekt burgers en maatschappelijke partners aan op hun (mede)verantwoordelijkheid. Medewerkers in onze organisatie moeten in staat zijn om inhoud te geven aan deze gewenste open (bestuurs)stijl, om te luisteren naar de stad, om verwachtingen te managen, om de juiste werkvormen in te zetten en zorgvuldig te communiceren. Leren staat centraal. We blijven daarom in 2013 inzetten op de deskundigheidsbevordering via het (ambtelijk en bestuurlijke) Leertraject Dordtse Aanpak. We ontwikkelen extra kracht om te zorgen dat participatie doordringt tot in de vezels van de organisatie. Dat doen we langs drie ontwikkelingslijnen: 1. inbedden en verankeren van kennis en vaardigheden; 2. inbouwen van participatie in routines en werkprocessen; 3. zichtbaar maken van aansprekende participatieve projecten en instrumenten. Keten- en netwerksturing Onze samenleving is in feite een netwerk samenleving, waarin steeds meer organisaties en mensen deel uitmaken van netwerken. Samenwerken in netwerken gebeurt om gezamenlijke opgaven te realiseren, zowel in organisaties als binnen teams. Ook in onze organisatie werken we steeds meer in netwerken. Als overheid hebben we steeds vaker andere partijen nodig om een resultaat te bereiken. Denk aan het programma arbeidsmarkt, het netwerk van de Drechtsteden, de taskforces Veiligheid en Duurzaamheid of de netwerken waarin we burgers en bedrijven vragen te participeren in beleidsontwikkeling. Ook werken we steeds vaker in ketens: een meer gestructureerde procesaanpak waarin de verschillende ketenpartners verantwoordelijkheid hebben voor een onderdeel van de keten om een maatschappelijk resultaat te behalen. Werken in netwerken en ketens vraagt een andere manier van werken. Onze organisatie en onze mensen zijn daar nog niet altijd voor uitgerust. We werken daarom in de organisatieontwikkeling aan een flexibele netwerkorganisatie. In aanvulling daarop ontwikkelen we in de portefeuille keten- en netwerksturing kennis en vaardigheden rond ketens en netwerken. Enkele activiteiten in deze portefeuille zijn kennislabs over werken in ketens en netwerken, het in kaart brengen van ketens en netwerken waarin we opereren en de wijze waarop we dat doen, kennisdeling faciliteren door middel van web 2.0 en ontwikkelen van praktische tools als checklists ketensamenwerking en netwerksamenwerking.
163
ICT Strategie Burgers en bedrijven willen hun zaken met de overheid goed en makkelijk kunnen regelen. Snel, op het moment en op de wijze die hen het beste uitkomst. Zij verwachten betrouwbare informatie in duidelijke taal, één aanspreekpunt en geen overbodige vragen, regels en procedures. Onze gemeente speelt in op deze behoefte en wil de dienstverlening op peil houden en verbeteren. Onder andere door de mogelijkheden tot online contact te verbeteren. Het doel is een efficiënte overheid, een overheid die door optimale samenwerking ook als één overheid wordt ervaren. In de gemeenschappelijke visie op dienstverlening verwoorden gemeenten, provincies, waterschappen, uitvoeringsorganisatie en het Rijk hun gedeelde ambitie: één overheid die makkelijk toegankelijk is. Voor burgers en bedrijven betekent dit dat zij steeds vaker het digitale kanaal kunnen gebruiken om zaken met de overheid te regelen. Andere kanalen, zoals balie, telefoon en post, blijven bestaan en zijn ondersteunend. De overheden stelden met elkaar de agenda voor de komende vier jaar vast, verwoord in ‘i-NUP, de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en E-overheid. Door de besluitvorming in de kadernota kunnen wij onze ambities op het gebied van IP&A blijven waarmaken. De afgelopen jaren is er in de Drechtsteden via het IP&A programma gebouwd aan de basisinfrastructuur die elektronische informatie-uitwisseling tussen overheden onderling en tussen overheid en burgers en bedrijven. Ook zijn er in het IP&A programma goede vorderingen gemaakt met de E-overheid. Maar hiermee is het werk aan de volledige invoering van de E-overheid niet klaar. Het gaat hierbij om een ingrijpende verandering die meerjarige effecten heeft. Bovendien heeft de rijksoverheid de afgelopen periode besloten tot enkele nieuwe wettelijk verplichte basisregistraties en bouwstenen. De komende jaren komt het er in het herijkte IP&A programma op aan om deze voorziening ook daadwerkelijk en op grote schaal in gebruik te nemen. Niet alleen om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren, maar ook omdat digitaal zaken doen loont. Er zijn door het efficiënt gebruik van ICT op termijn immers aanzienlijke besparingen te behalen. Gemeenten krijgen hiervoor een stimuleringsimpuls via het Gemeentefonds. Het (nieuwe) ICT netwerk voor de Drechtsteden biedt, naast een hogere continuïteit, snelheid en betrouwbaarheid, ook de mogelijkheid om thuis te werken en ondersteunt onze organisatie bij het verwezenlijken van haar ambities. Door onder andere de introductie van Het Nieuwe Werken zien we de vraag naar aanvullende ICT voorzieningen voor kenniswerkers toenemen. Hierom zijn wij in de Drechtsteden met een experiment gestart. Via dit experiment trachten wij gezamenlijk de faciliteiten voor kenniswerk in beeld te brengen en te ondersteunen.
164
3.6 Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen deelnemingen door de gemeente in publiekrechtelijke samenwerkingsorganisaties (gemeenschappelijke regelingen), privaatrechtelijke samenwerkingsorganisaties (NV’s, BV’s, stichtingen etc.) en publiekprivate samenwerkingsorganisaties (PPS-constructies). Een groot deel van de gemeentelijke middelen wordt via verbonden partijen ingezet ten behoeve van realisatie van doelen, uitvoering van processen en ondersteuning van de bedrijfsvoering. Dordrecht participeert momenteel in 22 verbonden partijen. Vanwege de vaak aanmerkelijke bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen is inzicht in en effectieve sturing op deze verbonden partijen gewenst. Het afgelopen jaar zijn er bij de verbonden partijen verschillende grote ontwikkelingen geweest, zoals de ontwikkelingen rond Noordoevers, de vorming van de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd en de voorbereidingen voor de regionalisering van de brandweer. Het Dordtse college heeft zich nadrukkelijk met al deze ontwikkelingen bezig gehouden. Het afgelopen jaar is daarnaast ingezet op het reduceren van bestuurlijke drukte in het netwerk. Hier zijn belangrijke stappen in gezet door het vormen van de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd en door de ontvlechting van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst. Het netwerk en de sturing op deze partijen is hiermee efficiënter ingericht. Ook de gezamenlijke sturing op verbonden partijen in de Drechtsteden is in ontwikkeling. De zes colleges van de Drechtsteden hebben inmiddels ingestemd met het voorstel vanuit de Proeftuin Beleid om te komen tot regionale adviesteams. Hierdoor ontstaat efficiencywinst en neemt de slagkracht van bestuurders toe. Zo’n 40 procent van ons financiële belang is bij verbonden partijen is belegd. Het is daarmee logisch dat zij ook mee moeten besparen om de rijksbezuinigingen op te vangen. Tegelijk zitten partijen zoals de Sociale Dienst en Drechtwerk juist in de hoek waar de financiële klappen vallen, waardoor verdere bezuinigingsmogelijkheden worden beperkt en de bezuinigingsopgave voor gemeenten wellicht juist groeit. Zo blijkt steeds opnieuw, dat sturing op verbonden partijen belangrijk is om onze bestuurlijke ambities waar te maken en de financiën op orde te houden. Het Dordtse college blijft daarom inzetten op de versterking van sturing op verbonden partijen en blijft de belangrijkste dossiers intensief volgen.
165
3.6.1 Beschouwing van de ontwikkelingen De verbonden partijen van de gemeente zullen in deze paragraaf nader worden beschouwd. In de paragraaf wordt een update gegeven van het beeld bij de jaarrekening 2011. De paragraaf bevat de belangrijkste ontwikkelingen en risico’s van verbonden partijen en de gemeentelijke bijdragen aan de verbonden partijen. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de verbonden partijen van de gemeente Dordrecht: •
• • • •
GR Drechtsteden: Servicecentrum Drechtsteden (SCD), Sociale Dienst Drechtsteden (SDD), Ingenieursbureau Drechtsteden (IBD), Onderzoekscentrum Drechtsteden (OCD), Gemeentelijke Belastingdienst Drechtsteden (GBD), Bureau Drechtsteden (BD); GR Publieke Gezondheid en Jeugd*: Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Holland Zuid (GGD), Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS); GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid; GR Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid: Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland-Zuid (RAV). GR Sociale Werkvoorziening Drechtsteden (Drechtwerk); GR Gevudo (Afvalverwerking Dordrecht HVC Afvalcentrale); GR Wegschap Tunnel Dordtse Kil; GR Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
Besloten vennootschappen
• • • •
B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides; GEM de Hoven Beheer B.V.; Merwedelingelijn Beheer B.V.; ROM-D Capital B.V.
Naamloze vennootschappen
• • • • •
N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC); ENECO Holding N.V.; Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden Beheer N.V.; Holding Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden N.V.; Bank Nederlandse Gemeenten.
Stichtingen**
•
Stichting Breedband Drechtsteden;
Coöperaties
• •
Coöperatie Ontwikkeling Leerpark U.A. Coöperatie Kennis- en Opleidingscentrum Veiligheid ZHZ
Andere rechtsvorm
• •
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij C.V. (Commanditaire Vennootschap) GEM de Hoven C.V.
Gemeenschappelijke Regelingen (GR)
• • •
* Voorheen de GR Zuid-Holland Zuid ** Stichting de Biesbosch is per 1 mei 2012 ontbonden en is om die reden niet langer opgenomen in deze paragraaf.
Onderstaande geeft een korte beschouwing van de belangrijkste ontwikkelingen en/of risico’s bij de verbonden partijen. Waar de situatie met betrekking tot risico’s en ontwikkelingen rondom een verbonden partij niet is gewijzigd ten opzichte van de informatie bij de jaarrekening 2011, is in deze paragraaf geen informatie opgenomen. De gemelde risico’s worden in eerste instantie opgevangen door eigen middelen en weerstandsvermogens binnen de verbonden partijen. Pas in tweede instantie kunnen de financiële tegenvallers effect hebben op de gemeente. Met betrekking tot de volgende verbonden partijen zijn ten opzichte van de Jaarrekening 2011 geen nieuwe belangrijke ontwikkelingen te melden: • GR Wegschap Tunnel Dordtse Kil; • B.V. Gemeenschappelijke Bezit Evides; • Coöperatie Kennis- en Opleidingscentrum Veiligheid ZHZ; • Holding Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden N.V. (ROM-D); • GR Gevudo; • Stichting Breedband Drechtsteden; • ROM-D Beheer N.V.
166
3.6.2 Gemeenschappelijke regelingen Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) In de eerste burap 2012 heeft de SDD opgenomen dat zij haar doelstelling in het terugdringen van het aantal bijstandsuitkering van 4.674 naar 4.324 zal behalen. Dit ondanks het schrappen van de huishoudinkomenstoets. De herziene Rijksbijdrage heeft daarnaast een positief effect van € 2,2 miljoen voor de Drechtsteden. Voor 2013 zijn pas financiële uitspraken te doen nadat de SDD eind 2012 haar begroting beleidsrijk heeft gemaakt. Een belangrijk risico is het verwachte tekort op de inkomensvoorziening. De economische crisis heeft nog steeds haar uitwerking, waardoor het beroep op de Sociale Dienst fors zal blijven. Een uitbreidend klantenbestand in combinatie met een flinke financiële opgave, een lage reservepositie en de inhoudelijke noodzaak om beleid en uivoering verder aan te passen, maken dat 2012 en de komende jaren niet zonder risico’s zijn. IBD Het grootste risico rond het Ingenieursbureau is de opdrachtenstroom vanuit de klantorganisatie Dordrecht en Zwijndrecht. Beiden partijen hebben zich garant gesteld dat 90% van de begrote omzet door beide partijen wordt afgenomen. Indien dit niet gehaald wordt loopt Dordrecht het risico dat een extra bijdrage aan het IBD geleverd moet worden. Service Centrum Drechtsteden (SCD) ICT blijft één van de belangrijkste kostenposten van het SCD. ICT kent veel vaste kosten, gerelateerd aan gedane investeringen. Applicatieconsolidatie leidt op lange termijn tot lagere vaste kosten en op korte termijn tot minder personele kosten (vast te stellen d.m.v. business cases applicatieconsolidatie). De huidige verrekensystematiek voor de klantorganisaties van het SCD is gebaseerd op het aantal FTE’s op peildatum T-1. Dit houdt in dat bij mutaties in het aantal FTE’s het SCD één jaar de tijd krijgt om de organisatie en bijbehorende kosten aan te passen. In tijden van krimpende formaties bij de klantorganisaties is het de vraag in hoeverre het SCD zich kan aanpassen. Daarom heeft het SCD van het PFO middelen de opdracht gekregen een voorstel op te stellen voor de invoering van een nieuwe verrekensystematiek van het SCD, met mogelijkheden voor directe sturing. Het SCD heeft in het DSB van 16 mei 2012 een voorstel gedaan voor een nieuwe verrekensystematiek met een nadrukkelijkere relatie tussen prijs en prestatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen direct beïnvloedbare kosten en kosten die op langere termijn beïnvloedbaar zijn en waarbinnen sturing mogelijk is. De nieuwe systematiek leidt tot herverdelingseffecten met voor- en nadeelgemeenten. Voor Dordrecht als grootste klant kunnen deze effecten substantieel zijn. De financiële consequenties worden uitgewerkt in een apart voorstel dat dit najaar in procedure gebracht wordt. Met name de verdeling van de ICTkosten, waarbij de sleutel bestaat uit een mix van werkplekken, accounts en applicaties, kan grote consequenties hebben voor onze gemeente. Gevolgen zijn: • herverdeeleffecten: indicatie is dat gemeenten meer gaan betalen en GR’en minder; • bijdrage aan SCD gaat iets omhoog door extra kosten flexibele schil (macro circa € 34.000).
Gemeenschappelijke regeling Regio Publieke Gezondheid en Jeugd De 19 colleges hebben ingestemd met de gewijzigde GR Publieke Gezondheid en Jeugd. De oude GR ZuidHolland Zuid is conform gewijzigd. Daarnaast hebben de eigenaren ingestemd met het uittreden van de GR Zuid-Holland Zuid als eigenaar en toetreding van de gemeenten als eigenaar van de GR Omgevingsdienst ZHZ (OZHZ) per 2013. Hiermee zijn de gemeenten rechtstreeks deelnemer in de GR OZHZ, waardoor de stuurbaarheid is toegenomen en bestuurlijke drukte is afgenomen. Eén van de uitwerkingspunten binnen de gewijzigde GR PG&J is de toekomstige bestuurlijke advisering. Vanuit de proeftuin beleid is voorgesteld dat we de advisering van het AB organiseren vanuit een regionaal kernteam. Dit kernteam maakt één regionaal advies, waarin primair aandacht is voor het (versterken van) opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap en de link tussen inhoud en financiën. Bovendien wordt zowel vanuit het perspectief van de eigenaarsrol als opdrachtgeversrol gekeken. GR PG&J verwacht een beperkt nadelig resultaat voor 2012, onder vermelding van wat grote risico’s. Daarom hebben we het risico op een grotere afwijking opgenomen in onze risico paragraaf. De begroting 2013 van de GR Publieke Gezondheid en Jeugd (ZHZ) is vastgesteld. De GR stelt in haar begroting, dat deze moet worden gezien als een overgangsbegroting. Verdere verfijning vindt in de loop van 2012 plaats, wat zal leiden tot een eerste begrotingswijziging in december 2012. Met de vastgestelde versie is voldaan aan de wettelijke verplichtingen. De aanbesteding van de i-JGZ zorgt ervoor dat de GGD fors moet afslanken, wat tot frictiekosten leidt. Als beheersmaatregelen worden hiervoor een gedeelte van de doelmatigheidswinst gereserveerd als dekking van eventuele frictiekosten en wordt het resterende GGD-
167
personeelsbestand verder (met 10 fte) afgebouwd. Verder heeft overleg plaatsgevonden met het consortium, over een mogelijke gedeeltelijke compensatie. Volgens de GR PG&J zou dan het oorspronkelijke nadeel aan begrote frictiekosten van circa € 685.000 fors lager uitvallen en mogelijk zelfs kunnen omslaan in een voordeel (voor de gemeenten). De frictiekosten zullen in 4 jaar worden afgebouwd en terugbetaald.
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Op dit moment worden de financiële en kwalitatieve consequenties van de regionalisering van alle gemeentelijke brandweerkorpsen voorbereid. Per 1 januari 2013 is er sprake van één regionale brandweer binnen de veiligheidsregio ZHZ. Deze ontwikkeling is van invloed op de huidige DVO tussen de gemeente Dordrecht en de veiligheidsregio ZHZ. De verwachting is dat besparingen gerealiseerd worden door een betere kostenverdeling binnen de regio. De businesscase van de Veiligheidsregio (VR) met betrekking tot de ontvlechting van het SCD is akkoord bevonden. Dit betekent voor de VR dat zij de ICT diensten op de markt gaat aanbesteden. De p-kolom gaat zij samen met de GR’en PG&J en OZHZ aanbesteden. De financiële taken neemt zij in eigen beheer. Door deze beweging ontstaan er frictiekosten, welke worden opgevangen door de lagere toekomstige kosten.
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid De eigenaren hebben ingestemd met het uittreden van de GR Zuid-Holland Zuid (PG&J) als eigenaar en toetreding van de gemeenten als eigenaar van de GR OZHZ per 2013. Hiermee zijn de gemeenten rechtstreeks deelnemer in de GR OZHZ, waardoor de stuurbaarheid toeneemt en bestuurlijke drukte afneemt. De gemeente heeft een taakstelling opgelegd aan de OZHZ van 10% ten opzichte van 2010. Voor 2013 is besloten de nullijn voor indexatie te hanteren. Dit geldt als extra taakstelling. Om de frictiekostenregeling uit de bijdrageverordening te omzeilen wordt de financiële taakstelling uitgesmeerd over de jaren 2012 t/m 2015. Bij de kadernota 2013 van Dordrecht is € 340.000 beschikbaar gesteld als extra middelen voor bouwplantoetsing, gekoppeld aan een nieuw beleidskader inzake de wijze van toetsen van bouwaanvragen. Dit extra budget is toegekend voor 2013. Bij de Kadernota 2014 zal opnieuw een afweging moeten worden gemaakt. Leges De kredietcrisis heeft vanaf 2009 een negatieve invloed gehad op de legesinkomsten op de omgevingsvergunningen. De terugval in de inkomsten is in de Begroting verwerkt door de begrote inkomsten tot en met 2013 met € 1 miljoen te verlagen. Dit betekent dat vanaf begrotingsjaar 2014 de oude inkomsten weer zijn begroot. Het is echter de vraag of het oude niveau (€ 3,4 miljoen aan legesinkomsten) vanaf 2014 wel realistisch is. Op basis van de inkomstenrealisatie over 2012 zal bij de Kadernota 2014 ingeschat worden welk niveau van inkomsten realistisch is. Daarnaast mag het niveau van kostendekkendheid van de legesinkomsten niet boven 100 procent komen. Oftewel er mag geen winst worden gemaakt op vergunningverlening. Door verbeterd inzicht in de kostentoerekening van vergunningverlening is duidelijk dat het oude niveau van inkomsten leidt tot een kostendekkendheid boven de 100 procent. Beide ontwikkelingen leiden tot de voorlopige conclusie dat de legesinkomsten structureel in evenwicht moeten worden gebracht met de te maken kosten voor vergunningverlening. Bij de kadernota 2014 zal inzicht worden geboden in het meerjarenperspectief van kostendekkendheid en zal indien nodig een voorstel worden ingediend om het evenwicht te herstellen. Hiertoe zal bij de actualisatie van de legesverordening voor 2013 de systematiek van kostentoerekening van vergunningverlening verder worden verbeterd. De actualisatie maakt het mogelijk het percentage van kostendekkendheid en daarmee de benodigde intensivering preciezer vast te stellen.
Gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening Drechtsteden (Drechtwerk) De wet werken naar vermogen vindt geen doorgang, waardoor de herstructureringsfaciliteit van € 400 miljoen komt te vervallen. De afgelopen maanden hadden wij er rekening mee gehouden, dat wij de herstructureringsfaciliteit in konden zetten ter dekking van de kosten herstructurering bij Drechtwerk (2011 t/m 2018). Met het vervallen van deze faciliteit is deze mogelijkheid ook vervallen. De financiële impact voor Dordrecht is zichtbaar geworden na het herzien van de begroting 2013 t/m 2016 door Drechtwerk. In die begroting zijn uitgangspunten geformuleerd voor 2013 en volgende jaren. Voor 2013 zijn die redelijk zeker, echter voor de jaren daarna zal moeten worden gewacht op het nieuwe rijksbeleid na de verkiezingen. Pas na de verkiezingen van september 2012 zal meer duidelijk worden voor het opstellen van een meerjarenraming. Dit heeft met name betrekking op de taakstelling van het aantal SW-medewerkers en het verder dalen van de subsidie per SE. In de huidige meerjarenraming wordt uitgegaan van de systematiek van de beoogde Wet werken naar vermogen. In de Drechtraad is besloten dat Drechtwerk de geest van de Wwnv voor ogen moet houden wat betekent dat zoveel mogelijk mensen ‘naar vermogen’ gaan werken. Het besluit in de Drechtsteden om in de geest van de Wet werken naar vermogen te blijven ontwikkelen kan gevolgen hebben voor de rol en functie van Drechtwerk.
168
Gemeenschappelijke regeling Gevudo De gemeente kan als medeparticipant GR worden aangesproken door de HVC als de stortplaats in 2015 niet door de provincie in nazorg wordt geaccepteerd als gevolg van handelingen en gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden of hun oorsprong vinden voor de overdrachtsdatum. Vooralsnog is er een goedgekeurd nazorgplan en zijn er schriftelijke provinciale verklaringen waaruit blijkt dat het beheer op grond van de vergunning op orde is.
Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch Financiële middelen voor natuur- en recreatieontwikkelingen stonden en staan landelijk en provinciaal onder druk. Dit raakte onder andere de Nieuwe Dordtse Biesbosch. De gemeente heeft daarom eind 2011 een bod aan de provincie gedaan. In 2012 is een akkoord bereikt tussen provincie en gemeente over de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Het project gaat in afgeslankte vorm (van 770ha naar 530ha) door en zal gefaseerd worden uitgevoerd. Het Parkschap gaat 150ha recreatiegebied beheren. Eind 2012/begin 2013 zal, op basis van het akkoord, een aangepast inrichtingsplan inclusief planning worden gemaakt. Dan zal duidelijk worden wanneer, in welke omvang en voor welk gebied het beheer van het Parkschap gaat spelen.
3.6.3 Besloten vennootschappen Merwedelingenlijn Beheer B.V. Het station Stadspolders is qua oplevering iets uitgelopen, oplevering wordt nu verwacht in september/oktober 2012. In 2013 zullen er mogelijk nog enige werkzaamheden worden gedaan aan station Dordrecht Centraal. Als alle werkzaamheden gereed zijn, naar verwachting in 2014, kan de verbonden partij worden opgeheven en naar verwachting in 2015 worden geliquideerd. GEM de Hoven Beheer B.V. De bouw van De Hoven bevindt zich in de afrondende fase. Naar verwachting wordt de GEM in 2012 opgeheven en in 2013 geliquideerd. Voor het opheffen van de GEM dient de openbare ruimte, de watergangen en de peilregulerende kunstwerken eerst juridisch naar de gemeente overgedragen te worden. Dit gebeurt naar verwachtring voor 31 december 2012. ROM-D Capital B.V. Er is een nieuwe entiteit opgericht onder de naam ‘ROM-D Capital B.V.’ van waaruit ROM-D CV met publiek kapitaal zal worden gefund. In de toekomst zal voor ieder (nieuw) project een nieuwe CV/BV worden opgericht en tevens gefund vanuit ROM-D Capital. De gemeente Dordrecht is zowel direct aandeelhouder van Capital B.V. als indirect als aan deelnemer in de ROM-D Holding. Andere aandeelhouder is de Provincie Zuid-Holland. Als vertegenwoordiger van Dordrecht is wethouder Mos aangewezen. Op dit moment staan de uitplaatsing van Noordoevers, het al dan niet splitsen van CV's en het voldoen aan de eisen van de Provincie voor het verkrijgen van de 10 miljoen op de agenda.
3.6.4 Naamloze vennootschappen Eneco Holding N.V. Het dividend komt in toenemende mate onder druk te staan vanwege marktomstandigheden in zowel afzet als productie. Niet zozeer voor 2013 (uitkering resultaat 2012; met inbegrip van incidentele baten), maar wel voor de periode daarna. De economische situatie zorgt voor moeizamere afzet en meer concurrentie. Met betrekking tot de cassatieprocedure rondom de splitsing van het bedrijf is er geen verandering ten opzichte van onze melding in het jaarverslag 2011: de Hoge Raad heeft op 24 februari 2012 besloten vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de verenigbaarheid van de Wet Onafhankelijk Netbeheer, ook wel bekend als de ‘Splitsingswet’, met het Europese recht. Naar verwachting van energiesectorjuristen zal uitspraak pas in 2014 of later volgen. Dit is gunstig voor aandeelhouders. N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) HVC ervaart inmiddels bij banken grenzen aan haar mogelijkheden tot het verwezenlijken van duurzaamheidsambities, ten genoegen van haar aandeelhouders. In 2012 vindt besluitvorming in de AvA plaats over de te voeren strategie, voor zowel afval als energieproductie. Bank Nederlandse Gemeenten In onze P&C rapportages is melding gemaakt van druk op dividendmogelijkheden als gevolg van Basel III eisen. In de Bestuursrapportage 2012 hebben wij moeten melden dat dit risico zich heeft gemanifesteerd. Wij
169
schatten in dat het schatkistbankieren, waarbij gemeentelijke kasgelden in plaats van bij een bank bij de Staat moeten worden belegd, tot een extra tegenvaller kan leiden vanaf dividend-ontvangstjaar 2013. Verder is in juli 2012 de outlook van BNG verlaagd naar negatief. Daarbij is vooral gekeken naar het perspectief van de Staat. De triple A rating is echter nog wel gehandhaafd.
3.6.5 Coöperaties Coöperatie Ontwikkeling Leerpark U.A. Zie voor informatie omtrent de coöperatie Ontwikkeling Leerpark U.A. de separate projectrapportage en risicoanalyse Leerpark in het bijlagenboek.
3.6.6 Andere rechtsvormen Regionale Ontwikkelingsmaatschappij C.V. De Bank Nederlandse Gemeenten wil de C.V. dit jaar nog gesplitst zien. Een en ander moet nog worden uitgewerkt en vergt nadere besluitvorming, omdat de gevolgen verstrekkend kunnen zijn. Daarnaast wordt de grond Noordoevers uitgenomen en verkocht tegen een nog definitief te bepalen bedrag. GEM de Hoven C.V. Van één kunstwerk is het recht van opstal nog niet gevestigd doordat een derde partij niet mee wil werken. Dit gegeven vormt echter geen belemmering meer voor het waterschap om aan overdracht mee te werken. Inmiddels wordt de laatste hand gelegd aan de redactie van de notariële transportaktes. Alles is erop gericht deze transacties voor 31 december 2012 te effectueren. Naar verwachting kan ook de GEM de Hoven C.V. in 2013 worden geliquideerd.
170
3.6.7 Financiële gegevens In de onderstaande tabellen vindt u de gemeentelijke bijdragen aan de verbonden partijen, welke in 2013 zijn begroot op € 67,2 miljoen. Naast dat de gemeente verschillende financiële bijdragen verstrekt aan verbonden partijen, ontvangt zij ook baten uit beleggingsdeelnemingen, heeft zij leningen of werkkapitaal verstrekt aan diverse partijen, staat zij garant voor verbonden partijen en/of bezit zij grond wat in de verbonden partij is ingebracht. In de tabel hieronder worden alleen alle gemeentelijke bijdragen aan verbonden partijen inzichtelijk gemaakt. Omdat niet alle verbonden partijen een bijdrage van de gemeente ontvangen komen zij niet allemaal terug in de tabel. Bij de Jaarrekening 2012 wordt wederom inzicht gegeven in alle andere financiële belangen (leningen, opbrengsten uit deelnemingen e.d.) van de gemeente in de verbonden partijen.
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden: Onderdeel: SDD
SC D
Bijdrage apparaatskosten Apparaatskosten WMO Saldo Bijstand Kinderopvang Minimabeleid WMO Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies Totaal SDD
Jaarrekening 2011 16.812 325 7.347 402 4.333 5.666 0 34.885
Basispakket Pluspakket Additioneel pakket IP&A C ognos Totaal SCD
9.710 1.299 1.501 2.598 0 15.108
IBD
0
OC D GBD
Bureau Drechtsteden
Belastingen Parkeren Riolering Afvalstoffenheffing Onroerende zaakbelasting Totaal GBD Algemene Inwonerbijdrage Bijdrage wonen Voorrangscommissie Klachtencommissie Regionale platform verkeersveiligheid Kanteling WMO WMO Regiegroep Natuur en milieueducatie Wet educatie beroepsonderwijs Waterbus Walstroom Energieprogramma Totaal Bureau Drechtsteden
GRD Bestuur en staf
Algemene Inwonerbijdrage
GRD
Compensatie kostenindexering
Totaal GRD
Begroting Begroting 2012 2013 17.521 17.123 362 362 427 3.386 4.931 25 26.652
386 3.386 5.341 25 26.623
9.127 1.299 1.409 2.436 27 14.298
8.579 1.299 1.409 2.436 0 13.723
0
0
672
356
355
170 221 117 2.111 2.619
170 221 117 1.823 2.331
169 221 118 1.891 2.399
1.169 172 31 23 36
601 172 31 23 36 56 11 28 23 364 34 61 1.440
597 172 31 23 36 0 0 28 23 364 34 60 1.368
896
889
28 23 364 34 63 1.943 -531 -
54.696
-
45.973
45.357
Aanvullende o pmerkingen : De bedragen zijn exclusief (specifieke) uitkeringen die we van het Rijk ontvangen en aanwenden ten behoeve van de Gemeenschappelijke Regelingen. Dit geld voor alle financiële tabellen in deze paragraaf.
171
Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd: Jaarrekening Onderdeel: 2011 Regiostaf 588 BLVS 336 Jeugd Preventie Teams 111 GGD 1.577 Totale bijdrage GR ZHZ (zonder baten) 2.612 Verwachte rente baten -25
Begroting 2012 571 320 114 1.504 2.509 -12
Begroting 2013 580 324 76 1.575 2.555
2.588
2.497
2.555
Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid: Onderdeel: Jaarrekening 2011 Omgevingsdienst ZHZ DVO Bouwen/Wonen 3.121 Milieu-activiteiten, variabele taken 1.582 Overig 0 Totaal GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 4.703
Begroting 2012 3.055 1.577 0 4.632
Begroting 2013 3.415 1.494 0 4.911
Jaarrekening 2011 45 220
Begroting 2012 45 220
Begroting 2013 45 220
962 1.741 8.264 10.967
1.027 1.496 8.154 10.677
927 1.360 8.104 10.391
Totaal GR ZHZ (met baten)
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio: Onderdeel: Bestuursondersteuning GHOR Brandweer ZHZ
inwonerbijdrage reg. brandweer FLO-Levensloop DVO Totaal Brandweer ZHZ
Totaal GR Veiligheidsregio Overige Gemeenschappelijke Regelingen: GR Sociale Werkvoorziening Drechtsteden GR Wegschap Tunnel Dordtse Kil GR parkschap Nationaal Park de Biesbosch Overige Verbonden Partijen: C ooperatie Ontwikkeling Leerpark U.A.
Totaal alle verbonden partijen
11.232
10.942
10.656
Jaarrekening 2011 3.834 383 1.017
Begroting 2012 3.572 327 970
Begroting 2013 2.297 325 987
139
83
83
78.591
68.996
67.172
172
3.7 Grondbeleid De paragraaf grondbeleid maakt onderdeel uit van de begroting om daarmee op hoofdlijnen inzicht te geven in de ontwikkelingen bij het Grondbedrijf. Voor een verdere verdieping op de financiële positie van het Grondbedrijf, wordt de ‘Voorlopige prognose 2013’ opgesteld. Deze wordt separaat in navolging op deze begroting aangeboden. Hierin wordt een zo goed mogelijk beeld gegeven van het te verwachten resultaat bij de Jaarrekening 2012 en het lange termijn resultaat voor de Prognose 2013. Vanuit de BBV is een aantal verplichtingen opgenomen voor de inhoud van deze paragraaf. Deze zijn onderverdeeld naar de verschillende subparagrafen. 1. Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; 2. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; 3. Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; 4. Een onderbouwing van de geraamde winstneming; 5. De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken.
Managementsamenvatting In navolging van de Bestuursrapportage 2012, waarbij een actualisatie is gegeven van de jaarschijf 2012 en de Prognose 2012, wordt in deze paragraaf grondbeleid een doorkijk gegeven naar 2013. De basis voor deze doorkijk is de Prognose 2012 met de wijzigingen van de Bestuursrapportage 2012. Geconcludeerd wordt dat het weerstandsvermogen zowel op de korte als op de lange termijn verder verslechtert per 31-12-2012. Voor 2013 wordt een verdere negatieve ontwikkeling van de financiële positie van het Grondbedrijf verwacht. De weerstandsratio Grondbedrijf bedraagt 0,32 en is van grote invloed op de ratio van de stad. Belangrijkste risico op de verdere ontwikkeling van het vermogen Grondbedrijf is een negatieve bijstelling van het scenario voor de economische ontwikkeling. In dat geval zal het nu gehanteerde middenscenario worden bijgesteld in de richting van het zwakke scenario. Andere mogelijke negatieve effecten die zich voor kunnen doen, zijn bijstellingen in programma’s van projecten als gevolg van regionale overprogrammering. Dit risico is vertaald in een bandbreedte die continue wordt gemonitord. Bij de Bestuursrapportage 2012 is aangekondigd dat projectherzieningen worden voorbereid die integraal onderdeel zullen zijn van de kadernota 2014. Op dit moment is er op basis van publicaties van CBS en CPB geen aanleiding om de ontwikkelingsverwachting meer bij te stellen dan gedaan bij de Bestuursrapportage 2012. Mocht dit in de aanloop naar de kadernota wel het geval zijn, dan zal het Grondbedrijf naar verwachting niet meer zelf in staat zijn dit verlies te dragen en is hiervoor een bijdrage vanuit stadsmiddelen noodzakelijk. Dit effect is nu vertaald in het risicoprofiel. Indien de stadsratio op 1,0 uitkomt heeft de stad voldoende middelen om de risico’s bij het Grondbedrijf op te vangen.
3.7.1 Grondbeleid in de gemeente Dordrecht Het grondbeleid van de gemeente Dordrecht is vastgelegd in de Nota grondbeleid 2009. Het grondbeleid is bedoeld om uitvoering te geven aan de ruimtelijke kaders die gesteld zijn binnen de Structuurvisie 2020. De richting van het gemeentelijke grondbeleid voor Dordrecht is aangegeven in de structuurvisie 2020. Dit laat overigens onverlet dat voor de gemeente Dordrecht op voorhand geen vormen van grondbeleid zijn uitgesloten. De Structuurvisie 2020 wordt op dit moment geactualiseerd. Het grondbeleid bij de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen wordt hier bij betrokken. Door de verschillende kenmerken van ontwikkelgebieden, is het van belang een goede keuze te maken in het te voeren grondbeleid om op die manier de gewenste sturing te kunnen geven aan de ruimtelijke ontwikkelingen in het betreffende gebied. De gemeente Dordrecht kiest hierbij voor een sturend grondbeleid. Sturend grondbeleid hoeft hierbij niet altijd gekoppeld te worden aan een actief grondbeleid. Onder sturen kan ook regisseren in een procesmatige rol worden verstaan. Hierbij ligt de nadruk op het creëren van een gemeenschappelijk gedragen visie door alle bij een ontwikkeling betrokken partijen.
173
Dit houdt in dat de feitelijke keuze voor een specifieke vorm van grondbeleid afhankelijk is van de concrete situatie. Door het college van burgemeester en wethouders wordt op basis van een analyse de keuze bepaald. Leidend is steeds de wens tot maximale gewenste regievoering op de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling. Het gaat om de, indien gewenst, tijdige inzet van grondbeleidsinstrumenten, toegespitst op de locatie en situatie, die leidt tot de bestuurlijk gewenste verandering in het ruimtelijk grondgebruik. De hoofdlijn van het grondbeleid in Dordrecht is dat ontwikkelingen onderverdeeld worden in drie categorieën ontwikkelgebieden. De mate van grondbezit speelt hierbij een belangrijke rol. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar: 1. Strategische ontwikkelprioriteit. 2. Derdenontwikkeling. 3. Vereveningslocatie.
3.7.2 Visie grondbeleid in relatie tot de realisatie van doelstellingen begrotingsprogramma’s Verantwoording en inzicht in de financiële consequenties van het gevoerde grondbeleid vindt plaats in de Prognose Grondbedrijf. Met financieel economische haalbaarheid (en financiële kaderstelling) als uitgangspunt, bestaat een wisselwerking tussen het Grondbeleid en het ruimtelijke beleid. De Prognose wordt jaarlijks opgesteld en in het voorjaar ter besluitvorming aangeboden, volgend op de jaarrekening. Via de bestuursrapportage wordt het beeld eventueel bijgesteld en in het najaar wordt een tussentijdse prognose opgesteld waarin dieper ingegaan wordt op de financiële positie van het Grondbedrijf op de lange termijn dan bij deze paragraaf grondbeleid voor de Begroting 2013. Het ruimtelijk beleid wordt vertaald in het Programma Ruimtelijke Ontwikkeling. Voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de stad zijn heldere visies en uitgangspunten nodig, zodat intern beslissingen in samenhang genomen worden. Dit is ook van belang om burgers helderheid te geven wat in de stad kan en mag en wat de gemeente in de planning heeft. De komende jaren zal het grondbeleid en daarmee de inzet van het Grondbedrijf gericht zijn op continue sturen op het resultaat van het Grondbedrijf. Uitgangspunt hierbij is dat de financiële positie van het Grondbedrijf op de lange termijn (vermogenspositie) niet mag verslechten en moet verbeteren indien mogelijk. Het team Stedelijke Programmering speelt hierbij een belangrijke rol voor de afweging voor toevoeging van nieuwe projecten en het monitoren van (markt-) ontwikkelingen. Daarnaast vindt sturing plaats door het blijvend actualiseren van beleidsnota’s, zoals de nota grondbeleid en de nota Bovo eens per vier jaar, maar ook door het uitgeven van gronden. Dit gebeurt zowel door verkoop van gronden als door het in erfpacht uitgeven van gronden. Ook worden gronden die reeds in bezit zijn, marktconform verhuurd en verpacht om kosten van het bezit te minimaliseren. De resultaten van de grondexploitaties worden waar mogelijk geoptimaliseerd en gevolgen van voorgenomen wijzigingen in de uitgangspunten worden doorgerekend. Jaarlijks vind een actualisatie van de kosten en opbrengsten en de risico’s plaats. Dit gebeurt door middel van een actieve rol van de planeconoom in samenwerking met de projectcontroller. Ook de rol van het opdrachtgeverschap is hierbij van belang. De opdrachtgever geeft dit vorm door richting te geven aan de ontwikkeling van projecten middels strakke kaders. Om de samenwerking met de private partijen bij deze ontwikkelingen in goede banen te leiden worden gemaakte afspraken vertaald in samenwerkingsovereenkomsten. Vaak worden contacten met de afnemers van gronden onderhouden door het ondernemersloket.
3.7.3 Prognose verwachte resultaten totale grondexploitatie Om inzicht te krijgen in de toekomstige positie van het Grondbedrijf, wordt hieronder weergegeven wat de verwachting is voor het gehele jaar 2012 van het verloop van de boekwaarde. Deze cijfers zijn conform de Prognose Grondbedrijf 2012 en inclusief aanpassingen uit de bestuursrapportage 2012. Daarnaast worden alle toekomstige investeringen en opbrengsten benoemd.
174
(bedragen × 1 miljoen)
Boekwaarde Bouwgrondexploitaties aan het begin van het begrotingsjaar 2012: Niet in exploitatie genomen bouwgronden Bouwgronden in exploitatie
181,41 60,8 120,6
De geraamde investeringen in het begrotingsjaar 2012: De geraamde opbrengsten in het begrotingsjaar 2012: De geraamde rentelasten in het begrotingsjaar 2012: De verwachte boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar 2011:
19,6 7,9 7,3 200,5
De geraamde nog te maken kosten (vanaf 2013)*: De geraamde opbrengsten (vanaf 2013)*: De geraamde rentelasten (vanaf 2013) *:
109,3 230,2 41,7
* een onderbouwing hiervan is terug te vinden in de bijlage van de Prognose 2012
Daarnaast dient dit bezien te worden in relatie tot het totaalresultaat van alle grondexploitaties. Hierbij is geen rekening gehouden met de reeds getroffen verliesvoorzieningen ten laste van de algemene reserve Grondbedrijf. (bedragen × 1 miljoen)
Verwachting resultaat grondexploitaties 2013 exclusief verliesvoorzieningen Het geraamde eindresultaat 2012: (NCW per 31-12-2012 van de actieve grondbedrijfscomplexen): Het geraamde eindresultaat 2012: (NCW per 15-05-2012 van de actieve grondbedrijfscomplexen):
-/- 27,51 (negatief)
-/- 30,00 (negatief)
Het resultaat laat zien dat de totale projectportefeuille van de grondexploitaties een negatief resultaat zal kennen. Dit is een som van positieve en negatieve exploitaties. Binnen de regelgeving van de BBV zijn gemeenten verplicht negatieve grondexploitaties af te dekken met een verliesvoorziening. Dit zorgt voor een ander beeld van de totale verwachte financiële positie van het Grondbedrijf op de lange termijn. De verliesvoorzieningen worden onttrokken aan de algemene reserve van het Grondbedrijf. De ontwikkeling van de reserve Grondbedrijf komt terug in paragraaf 3.7.5. Naast de resultaten grondexploitaties dient ook het resultaat erfpachtexploitaties in de totale beschouwing te worden betrokken. Deze bedraagt per 31-12-2011 € 21,13 miljoen positief op contante waarde over een periode van 10 jaar. Duidelijk mag zijn dat het resultaat van de erfpachtexploitaties een grote bijdrage levert aan de vermogenspositie van het Grondbedrijf. Als rekening wordt gehouden met de getroffen voorzieningen, de stand van de algemene reserve Grondbedrijf en de risico’s, is het verwachte resultaat van het Grondbedrijf op de lange termijn per ultimo 2011 € 13,61 miljoen negatief. Door de actualisatie bij de Bestuursrapportage 2012 is de het resultaat bijgesteld naar € 16,73 miljoen negatief. Dit wordt benoemd als de vermogenspositie van het Grondbedrijf. De verwachte opbrengsten voor 2013 staan als gevolg van de economische situatie onder druk. Voor dit moment is de meest reële raming opgenomen en bijgesteld naar aanleiding van de Bestuursrapportage 2012. De raming van de kosten en opbrengsten voor 2013 zal opnieuw kritisch worden bekeken bij de najaarsrapportage. Indien hier wijzigingen uit voort vloeien voor de raming ten opzichte van de huidige begroting, zullen deze wijzigingen op de begroting verwerkt worden bij de najaarsprognose. Welke invloed de crisis heeft op de vermogenspositie van het Grondbedrijf, wordt aan de orde gesteld bij de risico’s.
3.7.4 Verlies en winstneming Met betrekking tot de projecten die een nadelig exploitatieresultaat laten zien, zijn, conform regelgeving, verliesvoorzieningen gevormd. Mogelijk zullen enkele projecten in 2013 worden afgesloten. Het afsluiten van de projecten betekent een definitieve verliesneming ten laste van de algemene reserve Grondbedrijf die gelijk is aan de al getroffen verliesvoorziening. Dit heeft daarom geen effect op de algemene reserve. Op basis van de nota Winst en Verliesneming is tussentijdse winstneming mogelijk als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: • als het project onderverdeeld is in duidelijk herkenbare delen;
175
• • •
als de winst (nagenoeg) is gerealiseerd; als het deelproject kan worden afgesloten; als er voldoende voorzieningen zijn getroffen voor verwachte verliezen op deelprojecten.
Gelet op de huidige stand van de projecten en de Prognose 2012 en Bestuursrapportage 2012, is het niet de verwachting dat in 2013 tussentijds winst wordt genomen. Wel zullen de exploitaties voor Kilkade 7, Marconiweg en Krabbepolder worden afgesloten in 2013 als gevolg van de te sluiten overeenkomst met het Havenbedrijf Rotterdam.
3.7.5 Toelichting op de financiële positie en de risico’s In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de financiële positie van het Grondbedrijf aan de hand van de risico’s in relatie tot de reserves. Dit geeft inzicht in het weerstandsvermogen, de financiële positie van het Grondbedrijf op de korte termijn (< 3 jaar), en de lange termijn (> 3 jaar). Risico’s Om risico’s in kaart te brengen wordt binnen de gemeente Dordrecht gewerkt met de Risman-methode. Dit is een stappenplan om risico’s te kwalificeren en te kwantificeren. De uitkomsten van de risicoanalyses worden vertaald in het gemeentebreed gehanteerde systeem Naris. Dit zorgt ervoor dat de risico’s beter bespreekbaar zijn en meer transparant worden. Deze lijn wordt ook bij de begroting 2013 doorgezet. Hiervoor zijn de al in Naris opgenomen risico’s geanalyseerd en daar waar een actualisatie van toepassing is, is deze doorgevoerd passend binnen de door de raad gestelde projectkaders. In het geval er wordt geconstateerd dat er aanleiding is de risico’s te actualiseren, zal binnen het project een nieuwe risicoanalyse worden uitgevoerd die ter besluitvorming zal worden aangeboden aan de raad. Daarna zullen de uitkomsten hiervan worden verwerkt in Naris en meewegen in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. Binnen de risico’s wordt onderscheid gemaakt tussen de positieve en negatieve risico’s. De positieve risico’s zijn de geprognosticeerde resultaten van de grond- en erfpachtexploitaties. De negatieve risico’s zijn conform de nota grondbeleid 2009 onderverdeeld in algemene risico’s en projectspecifieke risico’s. De projectspecifieke risico’s hebben betrekking op de grondexploitaties en de algemene risico’s zijn van toepassing op algemene uitgangspunten zoals deze worden gehanteerd bij de actualisatie van de grondexploitaties en risico’s die van toepassing zijn op alle grond- en erfpachtexploitaties. Lange termijn (> 3 jaar) In totaliteit rekent het Grondbedrijf met een risicobedrag van € 60,63 miljoen, dat is opgebouwd uit algemene risico’s voor alle projecten en projectspecifieke risico’s. Daarnaast worden een aantal positieve risico’s gekwantificeerd. Hieronder vallen de verwachte opbrengsten uit grond- en erfpachtexploitaties. Deze bedragen in totaal € 34,60 miljoen. Korte termijn (< 3 jaar) Aan de hand van de risico’s die op de korte termijn, binnen drie jaar, relevant kunnen zijn, wordt het benodigde weerstandsvermogen bepaald. Dit wordt aangeduid als de norm voor het weerstandsvermogen. De norm is per ultimo 2011 vastgesteld op € 25,75 miljoen. Per ultimo 2012 zal worden bezien of deze norm gehandhaafd kan blijven. De norm wordt beïnvloedt door ontwikkelingen in de risico’s binnen de projecten en andere mogelijk toegenomen risico’s. Daarnaast wordt bij het bepalen van de norm rekening gehouden met winstverwachting. Indien met een bepaalde mate van zekerheid inkomsten kunnen worden verwacht op de algemene reserve van het Grondbedrijf, wordt hiermee weerstandscapaciteit gegenereerd die het weerstandsvermogen positief beïnvloedt. Bij de actualisatie van de risico’s ten behoeve van de begroting 2013 bedraagt het benodigd weerstandsvermogen € 29,5 miljoen. Afgezet tegen de weerstandscapaciteit per 31-12-2012 van € 9,3 miljoen bedraagt de ratio voor het Grondbedrijf 0,32. De ratio is gebaseerd op het huidige beleid, vastgestelde projectuitgangspunten en de begroting. Besluitvorming in het kader van het stedelijk programmeren kan effect hebben op deze ratio. Economie De feitelijke gevolgen van de crisis worden continue gemonitord. De ontwikkeling van de economie is vertaald in parameters voor inkomsten- en kostenstijging in de komende jaren. Bij de Bestuursrapportage 2012 is de hoogte van de gehanteerde parameter voor kostenstijging bijgesteld als gevolg van werkelijk gerealiseerde kostenstijging over 2011 en uitblijvende maatregelen van het kabinet. Het blijft van belang om inzicht te geven
176
in de situatie dat de verwachting voor de economische groei negatief bijgesteld moet worden. Hierbij moet rekening worden gehouden met het zogenaamde ‘zaagtand’-effect waarbij op korte termijn schommelingen worden verwacht in de economische groeiverwachting. De scenarioanalyse geeft hier een goed handvat voor. Er wordt gewerkt met drie scenario’s, goed weer, midden en slecht weer scenario. De scenarioanalyse op de totale projectvoorraad laat een bandbreedte zien van € 20 miljoen ten opzichte van de vermogenspositie op basis van het gekozen middenscenario. Op de korte termijn zal dit niet leiden tot een extra verlies van € 20 miljoen. De negatieve bandbreedte heeft ook betrekking op positieve exploitaties. Deze worden wel minder positief, maar leiden niet tot een extra verlies. Voor de verliesgevende exploitaties zal verder verslechterende economische groei leiden tot het verhogen van de verliesvoorzieningen ten laste van de algemene reserve van het Grondbedrijf. Hierover wordt bij de ‘Najaarsprognose’ in november uitgebreid gerapporteerd. Aansluitend op de nota grondbeleid 2009 en passend binnen het thema ‘Vertrouwen en verantwoordelijkheid’, zullen risico’s in projecten worden beperkt door het voeren van een facilitair grondbeleid. Het instrumentarium, dat de grondexploitatiewet biedt ten behoeve van kostenverhaal, zal waar nodig worden ingezet. Dit betekent dat een actief grondbeleid zeer selectief en slechts strategisch zal worden ingezet. Actief grondbeleid zal daarmee eerder een uitzondering zijn dan regel. Het functioneren van de gemeente als grondbank zal daarom kritisch moeten worden bekeken.
3.7.6 Verloop algemene reserve Grondbedrijf Terugblik Jaarrekening 2012 De algemene reserve Grondbedrijf is het resultaat van de winst- en verliesnemingen in het verleden en de reserve erfpachtexploitaties, verminderd met eventuele afdrachten aan de reserve Strategische Investeringen in het geval dat de reserve Grondbedrijf hoger is dan de norm voor het weerstandsvermogen. Het totaal van de algemene reserve Grondbedrijf van het Grondbedrijf bedroeg per ultimo 2011 € 8,6 miljoen positief. Verwachting 2012, 2013 en verder De verwachting is dat de reserve Grondbedrijf in 2012 zal stijgen. Dit moet echter worden afgezet tegen de toegenomen risico’s. Hierover is uitgebreid gerapporteerd bij de Bestuursrapportage 2012. De stijging is hoofdzakelijk het gevolg van een rentebijstelling conform het rentebeleid van de gemeente en inkomsten uit de erfpachtexploitatie. Het totaal van de algemene reserve Grondbedrijf bedraagt per ultimo 2012 naar verwachting € 9,28 miljoen positief. Als een doorkijk wordt gegeven naar de stand van de reserve eind 2013, laat deze naar verwachting een stijging zien, als gevolg van de samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam en de zeker inkomsten uit de erfpacht exploitatie. Verder zijn enkele kleinere gronduitgiftes gepland voor 2013 die voor inkomsten zullen zorgen. Hierbij wordt nadrukkelijk de kanttekening gemaakt dat deze verwachte stijging onder voorbehoud is van een negatieve bijstelling van de economische groeiverwachting en herziening van project in het kader van de stedelijke programmering. Omdat hierover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden, is dit effect in de risico’s beschouwd. Bij de Bestuursrapportage 2012 is al aangekondigd dat in het kader van het Stedelijk Programmeren projectherzieningen worden voorbereid. In de aanloop naar de kadernota 2014 wordt u hierbij betrokken. Deze eventuele neerwaartse bijstelling maakt onderdeel uit van de scenarioanalyse en is vertaald in een risico ten laste van het weerstandsvermogen. Indien deze situatie zich voordoet zal het Grondbedrijf naar verwachting niet zelf in staat zijn de tekorten op te vangen door het verhogen van de verliesvoorzieningen. Afwaarderingen resulteren direct in een verslechtering van onze reservepositie. De sector Stadsontwikkeling heeft in gezamenlijk overleg tussen de afdelingen beleid, stedenbouw en het Grondbedrijf mogelijke toekomstige ontwikkellocaties in beeld gebracht die mogelijk positieve invloed kunnen uitoefenen op de reserve Grondbedrijf. In het kader van de Stedelijke Programmering zijn deze vertaald in het voorkeursarrangement. Mogelijke nieuwe ontwikkelingen die hieruit voortvloeien zullen in separate besluitvorming worden aangeboden aan de raad.
177
4. Financiële begroting De financiële begroting beoogt het inzicht in de gemeentelijke financiën te vergroten en biedt daartoe een samenhangend inzicht in de ontwikkeling van de exploitatie vanaf de Kadernota naar de Begroting. We gaan vervolgens in op verschillende onderdelen van de Begroting, zoals de financiële positie, incidentele baten en lasten, meerjarenontwikkeling reserves en voorzieningen en het meerjarenoverzicht van de baten en lasten per programma inclusief de jaarrekening 2011. Tot slot wordt verdere toelichting gegeven op de projecten.
4.1 Van Kadernota naar Begroting 4.1.1 Kadernota De Kadernota 2013 vormt het startpunt voor de Begroting 2013 en borduurt verder op het geactualiseerde meerjarenperspectief van de Begroting 2012. We geven hier kort weer welke financiële ontwikkelingen in de Kadernota 2012 zijn vastgesteld. Verwerking autonome ontwikkelingen in de kadernota Bij de kadernota zijn autonome ontwikkelingen in het financieel perspectief verwerkt. Dit betreft de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan tussen het moment van vaststellen van de Begroting 2012 en het opstellen van de Kadernota 2013. Voorbeelden van autonome ontwikkelingen zijn de na begrotingsbehandeling aangenomen amendementen, de septembercirculaire van het Rijk en structurele effecten uit de jaarrekening 2011. Ontwikkelingen in de lasten In de Kadernota is de ontwikkeling van lonen en prijzen vastgesteld. Daarnaast is per Gemeenschappelijke Regeling de omvang van onze bijdrage geactualiseerd. Bij de berekeningen voor de Begroting 2013 zijn onderstaande uitgangspunten uit de Kadernota gehanteerd: Parameter Lonen gemeente
% 2%
Toelichting Op basis van de CAO-afspraken en ter dekking van de tijdelijk gestegen pensioenpremies, stellen wij voor in 2013 rekening te houden met 2%, en vanaf 2014 met 1% loonindexatie. Om enige ruimte in het meerjarenperspectief te creëren, stellen wij voor de prijsontwikkeling van 2,8% niet toe te kennen op de prijsgevoelige budgetten.
Overige kosten (prijs)
0%
Rente omslag investeringen
4%
Rente reserves
2,8%
Egalisatiebijdrage reserves
0%
Index subsidie Bibliotheek
1,6%
Compensatie bibliotheek voor 75% loondeel op index 1,25 % (CAO bibliotheek) en voor 25% prijsdeel op index 2,8%.
Index subsidie Kunsteducatie
0,7%
Compensatie ToBe voor 75% loondeel op index 0% (CAO kunsteducatie) en 25% prijsdeel op index 2,8%.
Index subsidie Welzijn
0,7%
Compensatie overige welzijnsubsidies voor 75% loondeel op index 0% (CAO Welzijn) en voor 25% prijsdeel op index 2,8%.
Conform de nota “Rentebeleid vanaf 2006”, wordt de omslagrente telkens voor een periode van drie begrotingsjaren vastgesteld. In de Kadernota 2012 is besloten tot een rente van 4% voor 2012 t/m 2014. Conform de nota Rentebeleid wordt de prijsontwikkeling gevolgd voor de bijschrijving van rente op reserves, met een minimum van 1,5%. De egalisatiebijdrage, onderdeel van de renteomslag-methodiek, zorgt voor de voeding van de Rentereserve zodat die zijn egalisatiefunctie kan uitvoeren. Conform de nota “Rentebeleid vanaf 2006” wordt de toevoeging aan de rentereserve t.b.v. egalisatiefunctie van deze reserve gemaximeerd op 1% ter voorkoming van bovenmatige reservevorming. Omdat op dit moment het maximum van de rentereserve is bereikt hoeft de rentereserve niet verder gevoed te worden, de egalisatiebijdrage reserves kan daarmee op 0% worden gesteld.
178
Ontwikkeling in de baten De inkomsten uit belastingen en heffingen zijn in de Kadernota geïndexeerd en zijn in deze Begroting verder uitgewerkt in de paragraaf Lokale heffingen. Bij de verdere berekeningen zijn de uitgangspunten uit de Kadernota gehanteerd: Parameter OZB-tarieven Bouwleges
% 0% 0%
Overige lokale heffingen
2,8%
Havengelden Afvalstoffenheffing
0% 2,8%
Rioolheffing
4%
Lijkbezorgingsrechten
3%
Parkeertarieven
0%
Toelichting De OZB-tarieven worden dit jaar niet verhoogd. We stellen voor de tarieven voor bouwleges voor 2013 niet te laten stijgen. Wij stellen voor tarieven voor producten van de stadswinkel, hondenbelasting, marktgelden en precariobelasting te laten stijgen met de index voor prijsstijgingen. Deze is gesteld op 2,8%. HBR bepaalt een eventuele stijging m.i.v. 2013. De afvalstoffenheffing wordt met de CPI-index voor prijsstijgingen verhoogd. Deze is gesteld op 2,8%. De basis voor dit percentage is het vastgestelde GRP-5. Hierin is een jaarlijkse aanpassing voorzien van 4% met inbegrip van een gemiddelde inflatiecorrectie voor de GRP-periode van 2% per jaar. Conform RIB “Masterplan Essenhof”. De parkeertarieven volgen de stijging van de CPI. Afspraak is dat de tarieven met stappen van € 0,10 eurocent stijgen. Voor 2013 wordt niet verwacht dat een volgende tranche van € 0,10 eurocent wordt bereikt.
Structurele investeringen Tot slot is er invulling gegeven aan een viertal structurele investeringen die het meerjarenperspectief beïnvloeden. Met inbegrip van de investeringen en de bovenstaande ontwikkelingen is de Kadernota gesloten met wat financiële ruimte: Bedragen x € 1.000
Saldo Begroting 2012 1. Autonome ontwikkelingen 2. Loon- en prijscompensatie (indexering) 3. Heffingen en tarieven 4. Ontwikkeling algemene uitkering 5. Structurele investeringen Eindsaldo Kadernota 2013
2013
2014
2015
2016
239 321
429 44
1.345 328
885 328
-1.393
-906
-903
-905
98
98
98
98
2.000
2.000
2.000
2.000
-661
-605
-772
-787
604
1.061
2.097
1.620
4.1.2 Begroting Autonome ontwikkelingen Begroting staand beleid De programmakaarten en tabellen in dit boekwerk bevatten de beleidsinformatie en financiële informatie over de huidige staand beleid Begroting. Dit betekent dat de besluiten uit de kadernota 2013 en college- en raadsbesluiten voor de jaren 2013 e.v. die zijn genomen in de eerste helft van 2012 hierin zijn verwerkt. Bovenstaande mutaties leiden tot het volgende perspectief, zoals opgenomen in de tabellen van dit boekwerk: Bedragen x € 1.000
2013 604
2014 1.061
2015 2.097
2016 1.620
Frictiekosten SCD
-190
-190
-190
-190
Indexeringen na Kadernota
-121
-121
-121
-121
Technische reparatie formatie
-111
-111
-111
-111
325
417
460
598
-149 359
-51 1.005
-48 2.086
-29 1.767
Eindsaldo Kadernota 2013
Buurtwerk accomodaties lagere subsidie Correctie kleiner dan € 100.000 Saldo Begroting na wijzigingen autonoom
179
4.2 Toelichting financiële Begroting In deze toelichting wordt meer informatie gegeven over de Begroting. We vergelijken de Begroting met de werkelijke baten en lasten uit de Jaarrekening 2011. Het gedeelte van de Begroting dat incidenteel is wordt afzonderlijk toegelicht. Ook de reserves en voorzieningen en de boekwaarde van de activa worden aan u gepresenteerd.
4.2.1 Overzicht baten en lasten Programma’s Hieronder staat het overzicht van baten en lasten per programma. In dit overzicht – dat gebaseerd is op staand beleid – zijn de financiële effecten van de besluitvorming tot en met de Kadernota 2013 verwerkt. In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt eerst het saldo voor bestemming gepresenteerd, vervolgens de mutatie(s) in de reserves en uiteindelijk het saldo na bestemming. De lasten en baten van de gemeente die niet rechtstreeks aan een programma zijn toe te rekenen, de algemene dekkingsmiddelen en een bedrag voor onvoorzien, zijn op het programma Algemene Dekkingsmiddelen opgenomen. U vindt een gedetailleerde weergave van de kosten per programma terug op de programmakaarten. In bijlage 3 is daarnaast een totaaloverzicht van de ramingen per product, gerangschikt naar de begrotingsprogramma’s, weergegeven voor de jaren 2013-2016. Bedragen x € 1.000
Begroting 2013 Programma
Lasten
Veiligheid Leefbaarheid en Stedelijk Beheer Onderwijs Werk en Inkomen Economie en Cultuur
2014
2015
2016
Saldo
Saldo
Saldo
Baten
Saldo
16.021
427
-15.594
-15.359
-14.772
-14.670
44.219
12.489
-31.730
-34.538
-31.731
-29.625
29.257
5.834
-23.423
-22.500
-22.454
-22.401
99.426
75.545
-23.881
-23.692
-22.590
-22.588
24.399
5.437
-18.962
-18.929
-18.299
-18.154
Milieu en Duurzaamheid
18.524
13.297
-5.227
-4.926
-4.727
-4.713
Maatschappelijke Voorzieningen
37.354
45
-37.309
-37.755
-37.437
-37.447
Jeugd Sport en Recreatie
3.698
0
-3.698
-3.690
-3.690
-3.690
15.597
5.323
-10.274
-10.241
-10.097
-10.091
Verkeer en Vervoer
10.540
9.122
-1.418
-1.158
-111
-84
Ruimtelijke Ordening
83.650
97.257
13.607
1.149
1.165
1.250
Wonen
1.875
224
-1.651
-1.496
-1.188
-1.189
Dienstverlening
9.263
5.396
-3.867
-3.609
-3.631
-3.635
Bestuur en Samenwerking
17.297
246
-17.051
-17.193
-16.811
-16.979
Algemene Dekkingsmiddelen
11.010
210.309
199.299
193.127
188.402
186.339
422.130
440.951
18.821
-810
2.029
2.323
51.889
33.427
-18.462
1.817
56
-558
474.019
474.378
359
1.007
2.085
1.765
Begroting voor bestemming Mutatie reserves Begroting na bestemming
De tabel op de volgende pagina geeft een vergelijking van de bedragen per programma uit de Begroting 2013 met de huidige Begroting 2012 en de Jaarrekening 2011.
180
Jaarrekening 2011 Programma
Bedragen x € 1.000 Begroting 2013
Begroting 2012
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Voor bestemming
16.663
3.254
-13.409
16.433
427
-16.006
16.021
427
Mutaties reserves
2.000
356
-1.644
0
0
0
0
0
0
18.663
3.610
-15.053
16.433
427
-16.006
16.021
427
-15.594
Voor bestemming
49.598
14.500
-35.098
46.906
12.287
-34.619
44.219
12.489
-31.730
Mutaties reserves
32
6.013
5.981
0
6.109
6.109
85
401
316
49.630
20.513
-29.117
46.906
18.396
-28.510
44.304
12.890
-31.414 -23.423
Veiligheid
Na bestemming
-15.594
Leefbaarheid en Stedelijk Beheer
Na bestemming Onderwijs Voor bestemming
27.017
7.516
-19.501
32.967
7.518
-25.449
29.257
5.834
Mutaties reserves
4.208
2.813
-1.395
296
3.471
3.175
0
2.270
2.270
31.225
10.329
-20.896
33.263
10.989
-22.274
29.257
8.104
-21.153
Voor bestemming
115.711
83.295
-32.416
102.272
74.739
-27.533
99.426
75.545
-23.881
Mutaties reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
115.711
83.295
-32.416
102.272
74.739
-27.533
99.426
75.545
-23.881
Voor bestemming
35.878
13.294
-22.584
38.824
14.007
-24.817
24.399
5.437
-18.962
Mutaties reserves
697
5.067
4.370
11.176
15.880
4.704
380
311
-69
36.575
18.361
-18.214
50.000
29.887
-20.113
24.779
5.748
-19.031
Voor bestemming
20.137
15.166
-4.971
22.249
14.385
-7.864
18.524
13.297
-5.227
Mutaties reserves
3.402
3.534
132
0
2.977
2.977
0
486
486
23.539
18.700
-4.839
22.249
17.362
-4.887
18.524
13.783
-4.741
Voor bestemming
40.888
2.262
-38.626
42.195
246
-41.949
37.354
45
-37.309
Mutaties reserves
0
942
942
0
521
521
153
166
13
40.888
3.204
-37.684
42.195
767
-41.428
37.507
211
-37.296
Voor bestemming
4.101
2.071
-2.030
3.669
0
-3.669
3.698
0
-3.698
Mutaties reserves
4
140
136
25
31
6
25
32
7
4.105
2.211
-1.894
3.694
31
-3.663
3.723
32
-3.691 -10.274
Na bestemming Werk en Inkomen
Na bestemming Economie en Cultuur
Na bestemming Milieu en Duurzaamheid
Na bestemming Maatschappelijke Voorzieningen
Na bestemming Jeugd
Na bestemming Sport en Recreatie Voor bestemming
15.285
3.889
-11.396
15.791
5.273
-10.518
15.597
5.323
Mutaties reserves
1.662
1.471
-191
0
120
120
0
164
164
16.947
5.360
-11.587
15.791
5.393
-10.398
15.597
5.487
-10.110 -1.418
Na bestemming Verkeer en Vervoer Voor bestemming
17.046
9.905
-7.141
14.881
9.789
-5.092
10.540
9.122
Mutaties reserves
134
6.101
5.967
1.533
5.917
4.384
1.591
2.361
770
17.180
16.006
-1.174
16.414
15.706
-708
12.131
11.483
-648
Na bestemming Ruimtelijke Ordening Voor bestemming
47.413
38.788
-8.625
55.224
46.039
-9.185
83.650
97.257
13.607
Mutaties reserves
6.717
10.733
4.016
2.994
9.519
6.525
20.317
3.681
-16.636
54.130
49.521
-4.609
58.218
55.558
-2.660
103.967
100.938
-3.029
Voor bestemming
5.403
1.702
-3.701
4.006
869
-3.137
1.875
224
-1.651
Mutaties reserves
126
1.498
1.372
114
1.235
1.121
114
368
254
5.529
3.200
-2.329
4.120
2.104
-2.016
1.989
592
-1.397
Voor bestemming
9.413
5.647
-3.766
8.925
5.625
-3.300
9.263
5.396
-3.867
Mutaties reserves
752
1.321
569
173
225
52
175
259
84
10.165
6.968
-3.197
9.098
5.850
-3.248
9.438
5.655
-3.783
Voor bestemming
18.940
2.790
-16.150
17.115
447
-16.668
17.297
246
-17.051
Mutaties reserves
93
459
366
29
68
39
29
0
-29
19.033
3.249
-15.784
17.144
515
-16.629
17.326
246
-17.080
Voor bestemming
24.393
240.355
215.962
19.372
217.369
197.997
11.010
210.309
199.299
Mutaties reserves
22.076
30.897
8.821
16.603
18.680
2.077
29.021
22.929
-6.092
Na bestemming
46.469
271.252
224.783
35.975
236.049
200.074
40.031
233.238
193.207
447.886
444.434
-3.452
440.829
409.020
-31.809
422.130
440.951
18.821
42.028
71.470
29.442
32.943
64.753
31.810
51.890
33.428
-18.462
489.914
515.904
25.990
473.772
473.773
1
474.020
474.379
359
Na bestemming Wonen
Na bestemming Dienstverlening
Na bestemming Bestuur en Samenwerking
Na bestemming Algemene Dekkingsmiddelen
Totaal Programma's Voor bestemming Mutatie reserves Na bestemming
181
Toelichting op tabel: Het saldo van de jaarrekening 2011 ad € 25,99 miljoen sluit aan op het jaarrekeningresultaat 2011 voor technische resultaatbestemming. Het saldo van de Begroting 2012 is, na verwerking van het raadsvoorstel bij de Begroting 2012, logischerwijs nihil (sluitende begroting). Het saldo van de staand beleid Begroting 2013 geeft, zoals eerder aangegeven, een resultaat van € 359.000. De omvang van de primitieve begroting 2013 is fors kleiner dan de omvang van de primitieve begroting 2012. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een krimpende projectenportefeuille (met name binnen de programma Economie & cultuur en Ruimtelijke ordening) en anderzijds door ingeboekte bezuinigingen vanuit extensiveringen en de Brede Doorlichting.
182
4.2.2 Overzicht incidentele baten en lasten Vanuit het BBV (art. 19 en 28) is voorgeschreven dat de gemeente zowel bij begroting als bij jaarrekening een overzicht (inclusief toelichting) van incidentele baten en lasten dient te presenteren. Een en ander houdt verband met het op adequate wijze kunnen beoordelen van het materieel evenwicht van de Begroting. De beoordeling hiervan geschiedt door de provincie. Bij de uitwerking van het overzicht is gehandeld in lijn met de betreffende themacirculaire van de Provincie Zuid-Holland. Tegelijkertijd dient het overzicht voor eigen gebruik. Iedere gemeente moet er op toezien dat de incidentele baten in de pas blijven met de incidentele lasten. In onderstaand overzicht zijn meerjarig de volgende incidentele baten en lasten per programma opgenomen, hieruit blijkt dat er sprake is van materieel evenwicht. Er zijn geen structurele lasten die worden afgedekt met incidentele baten (er zijn meer incidentele lasten dan baten). Omdat de Begroting daarnaast op totaalniveau (incidenteel + structureel) in evenwicht is, is er materieel evenwicht.
Overzicht incidentele baten en lasten Bedragen x € 1.000 Programma
lasten Veiligheid Leefbaarheid en Stedelijk Beheer Onderwijs Werk en Inkomen Economie en Cultuur Milieu en Duurzaamheid Maatsch. Voorzieningen Jeugd Sport en Recreatie Verkeer en Vervoer Ruimtelijke Ordening Wonen Dienstverlening Bestuur en Samenwerking Algemene Dekkingsmiddelen Totaal
2013 baten
saldo
lasten
2014 baten
254
-254 24
650
-1.545 0 -767 -204 0 0 -164 -842 -340 -477 0 -650
5.267
3.524 -1.743
767 204
164 842 340 477
3.500
saldo
lasten
2016 baten
saldo
0
0
0
-514
0
0
610
0 0 -582 0 0 0 -164 -586 0 -327 0 -610
0 0 -100 0 0 0 0 0 0 0 0 -260
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -260
2.783
0 -2.783
0
1.569
saldo
2015 lasten baten
514
582
164 586 327
3.500
100
260
0
260
0
0 360
0
-360
260
0
-260
Mutataties in reserves Bedragen x € 1.000 Programma
lasten Veiligheid Leefbaarheid en Stedelijk Beheer Onderwijs Werk en Inkomen Economie en Cultuur Milieu en Duurzaamheid Maatsch. Voorzieningen Jeugd Sport en Recreatie Verkeer en Vervoer Ruimtelijke Ordening Wonen Dienstverlening Bestuur en Samenwerking Algemene Dekkingsmiddelen Totaal Totaal
2013 baten
saldo
lasten
2014 baten
0 254
254
1.470 50
100
114
164 842 340 477 150
1.470 0 50 0 0 0 164 842 340 363 0 150
6.659
4.758
6.823
saldo
2015 lasten baten
164 586
lasten
2016 baten
saldo
0
0
514
0
0
0 0 0 0 0 0 164 586 0 213 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-541
0
0 514
saldo
114
327
-1.901
1.300
2.162
862
541
8.555
1.732
1.414
3.753
2.339
541
0
-541
0
0
0
12.090 12.079
-11
4.197
3.753
-444
901
0
-901
260
0
-260
183
Programma Leefbaarheid en Stedelijk Beheer • Taskforce Overlast € 254.000 in 2013 en € 514.000 in 2014 vanuit Kadernota. Programma Onderwijs • Aflopende huren gebouwen in 2013 € 24.000. • Kosten gebouw Noordendijk 268 € 99.815, kosten openbare ruimte € 1.000.000 en tijdelijke huisvesting € 469.620 in 2013. Mutaties reserves Dekking kosten openbare ruimte € 1.000.000 en kosten tijdelijke huisvesting € 469.620 vanuit reserve onderwijshuisvesting in 2013. Programma Economie en Cultuur • Tijdelijke intensivering ruimtelijk/economisch strategie 2013-2015 € 100.000. • Inzet coördinator binnenstad en horeca in 2013 en 2014 € 82.040. • Intensivering arbeidsmarktbeleid in 2013 en 2014 € 400.000. • Restauratie Kunstmin projectbudget in 2013 € 85.000. • Arbeidsmarktbeleid in 2013 € 100.000 uit Kadernota. Mutaties reserves • Verrekening voorgeschoten middelen afboeking geldlening exploitatie Sybold met algemene reserve in 2013 € 50.000. • € 100.000 vanuit Kadernota 2013 Arbeidsmarktbeleid vanuit algemene reserve. Programma Milieu en Duurzaamheid • Stedelijke ecologische structuur in 2013 € 204.300. Programma Sport en Recreatie • Sportstimulering in het kader van Nationaal Actieplan Sport & Bewegen in 2013-2014 € 164.270. Mutaties reserves Sportstimulering in het kader van Nationaal Actieplan Sport & Bewegen in 2013-2014 € 164.270 uit reserve NASB. Programma Verkeer en Vervoer • • •
Handhaving wegens fietsoverlast stationsomgeving € 117.000 in 2013 + € 86.000 in 2014 uit Kadernota. Gratis openbaar vervoer voor 65+-ers in 2013 en 2014 € 500.000. Invoering belparkeren en betaald parkeren op (koop)zondagen € 225.000 in 2013.
Mutaties reserves • Invoering belparkeren en betaald parkeren op (koop)zondagen € 225.000 uit reserve Parkeren. € 500.000 in 2013 en 2014 vanuit Kadernota 2013 voor Gratis OV 65+ vanuit algemene reserve. • € 117.000 in 2013 en € 86.000 in 2014 vanuit Kadernota 2013 Fietsen problematiek vanuit algemene reserve. Programma Ruimtelijke Ordening • Bouwplantoetsing in 2013 € 340.000 vanuit Kadernota. Mutaties reserves € 340.000 Kadernota 2013 voor Bouwplantoetsing vanuit algemene reserve. Programma Wonen • Taskforce huisvesting arbeidsmigranten € 327.000 in 2013 en 2014 vanuit Kadernota. • Stadsstrand in 2013 € 150.000. Mutaties reserves • € 114.000 in 2013 + 2014. In voorgaande jaren zijn kosten voor project woonwagens uit algemene reserve van de stad gehaald. Deze "voorgeschoten" bedragen worden in 2013 en 2014 teruggestort naar de stad. • € 150.000 Kadernota 2013 voor Stadstrand Stadswerven vanuit algemene reserve. • € 327.000 in 2013 en 2014 vanuit Kadernota 2013 voor Taskforce huisvesting arbeidsmigranten vanuit algemene reserve.
184
Programma Bestuur en Samenwerking • Flankerende activiteiten gemeenteraadsverkiezingen in 2014 € 110.000. • Verhuizing RTV Dordrecht naar leerpark € 150.000 in 2013 vanuit Kadernota. • Verkiezingen in 2014 (€ 500.000), 2015 (€ 260.000), 2016 (€ 260.000). • Eénmalige extra bijdrage pensioenpremies personeel in 2013 € 500.000. Programma Algemene Dekkingsmiddelen • Extra dividend Eneco in 2013 € 3.500.000. Mutaties reserves • Doorstorten Eneco dividend naar algemene reserve in 2013 € 3.500.000. • Doorstorten surplus rentereserve naar algemene reserve in 2013 € 2.500.000. • Intertemporele compensatie voorgaande jaren naar algemene reserve in 2013 en 2014 € 250.000. • Vormen reserve frictiekosten in 2013 € 409.000, in 2014 € 1.050.000 en in 2015 € 541.000. • Bijdrage uit surplus rentereserve in 2013 € 2.500.000. • Bijdrage uit algemene reserve voor incidentele claims exploitatie in 2013 € 1.938.000 en in 2014 € 1.427.000, uitgaven zijn ondergebracht bij de afzonderlijke programma's. • Intertemporele compensatie voorgaande jaren uit algemene reserve in 2013 € 320.000 en in 2014 € 735.000.
4.2.3 Ontwikkeling reserves en voorzieningen Ontwikkeling Reservepositie De ontwikkeling van de reserves vanaf 2011 is in de volgende tabel weergegeven: Bedragen x € 1.000 Stand per 31-12
Storting Onttrekking 2013 2013
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
27.276
37.861
6.464
13.140
31.185
28.635
28.635
28.635
28.635
8.610
9.821
17.123
337
26.608
28.908
31.209
33.509
35.810
536
536
207
0
743
895
1.068
1.241
1.414
Overige bestemmingsreserves
130.089
41.335
25.238
12.101
54.472
57.836
61.180
65.852
73.061
Beklemde reserves
327.458 362.291
3.104
8.466 356.929 351.846 345.972 339.384 332.707
493.969 451.844
52.136
34.044 469.937 468.120 468.064 468.621 471.627
Algemene reserves Algemene reserve Grondbedrijf
Bestemmingsreserves egalisering tarivering
Totaal
Algemeen De stand van de reserves per ultimo 2011 sluit aan met de stand zoals gepresenteerd bij de Jaarrekening 2011 (bijlage 3: staat van reserves). De stand van de reserves per ultimo 2012 geeft de stand op begrotingsbasis weer, aangezien boekjaar 2012 nog niet is afgesloten. Aan het eind van het boekjaar worden de daadwerkelijke onttrekkingen uit reserves geboekt, op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Algemene Reserve De algemene reserve is onderdeel van het weerstandsvermogen en dient ter afdekking van de risico’s. De toename van de Algemene Reserve van 2011 naar 2012 wordt veroorzaakt door de storting van het jaarrekeningresultaat 2011 van € 10,2 miljoen (na technische resultaatbestemming). De stortingen in 2013 worden grotendeels verklaard door het dividend Eneco (€ 3,5 miljoen) en het surplus van de Rentereserve (€ 2,5 miljoen) conform Kadernota 2013. De onttrekkingen in 2013 en 2014 worden grotendeels verklaar door de incidentele intensiveringen uit de Kadernota 2013. Het effect van het eindsaldo van de Bestuursrapportage 2012 is nog niet verwerkt in de bovenstaande tabel. Dit effect zal zichtbaar zijn bij de Jaarrekening 2012. Algemene Reserve Grondbedrijf Deze Algemene Reserve dient ter afdekking van de risico’s van het grondbedrijf. De begrote storting in 2013 wordt met name verklaard door de overdracht van een aantal gronden aan het Havenbedrijf Rotterdam (€ 14,5 miljoen). De resterende jaarlijkse stijging van de reserve wordt veroorzaakt door de positieve saldi vanuit de erfpachtexploitatie. Het effect van de mutaties in de Bestuursrapportage 2012 op de Algemene Reserve Grondbedrijf zijn nog niet verwerkt in de bovenstaande tabel. Dit effect zal zichtbaar zijn bij de Jaarrekening 2012.
185
Egalisatiereserve Essenhof Deze egalisatiereserve bestaat om te voorkomen dat de fluctuaties in de kosten van de begraafplaats direct leiden tot fluctuaties in de tarieven voor de lijkbezorging. Beklemde reserves Binnen het totaal van de bestemmingsreserves is een viertal reserves als “beklemde” reserves te benoemen. De rente op de inkomensreserve en de exploitatiereserve EZH-middelen wordt ingezet in de exploitatiesfeer. Daarnaast dienen de reserve afschrijving economisch nut en de reserve onderwijshuisvesting ter dekking van de afschrijvingslasten van eerder gedane investeringen. Heroverweging op deze reserves is enkel mogelijk wanneer hier voor ten minste eenzelfde bedrag aan extensiveringen in de exploitatie tegenover staan. Gezien de omvang van deze beklemde reserves hebben wij deze als aparte categorie opgenomen in bovenstaande tabel. Overige bestemmingsreserves Binnen deze categorie vormt de reserve Strategische Investeringen veruit de grootste reserve. In bijlage 2 is, zoals gebruikelijk, een specificatie van deze reserve opgenomen. In 2012 is voor een bedrag van ongeveer € 60 miljoen aan onttrekkingen uit SI begroot. Dit zit vooral in een aantal grote projecten zoals het Achterom Bagijnhof, de restauratie van Schouwburg Kunstmin, het Hofkwartier en Dordt-West. Daarnaast vindt in 2012 een onttrekking plaats van € 26 miljoen aan de reserve resultaten voorgaand dienstjaar. Dit bedrag is gelijk aan het jaarrekeningresultaat 2011 (voor technische resultaatbestemming). Vanaf 2013 stijgt de omvang van de overige bestemmingsreserves weer. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de jaarlijkse begrote storting (surplus) in de Rentereserve. Deze storting is gebaseerd op de huidige (lage) rente. Gezien de huidige volatiliteit van de financiële markten adviseren wij het verloop van de bestemmingsreserves met de nodige omzichtigheid te beschouwen. Voor meer informatie over het verwachte verloop van de reserves wordt verwezen naar de paragraaf Risicomanagement en weerstandsvermogen. Ontwikkeling voorzieningen De ontwikkeling van de voorzieningen vanaf 2011 is in de volgende tabel weergegeven: Bedragen x € 1.000 Stand per 31-12
Storting Onttrekking 2013 2013
2011
2012
Voorzieningen i.v.m. bijdragen van derden 436
785
1.041
304
2013
2014
2015
2016
2017
1.522
2.236
2.841
3.411
3.970
Onderhoudsvoorzieningen
7.570
6.817
3.448
3.335
6.930
6.873
6.693
6.768
6.624
Overige voorzieningen
2.800
2.800
0
0
2.800
2.800
2.800
2.800
2.800
10.806
10.402
4.489
3.639
11.252
11.909
12.334
12.979
13.394
Totaal
Voorziening bijdragen van derden De belangrijkste voorziening in deze categorie betreft de onderhoudsvoorziening riolering. Onderhoudsvoorzieningen De belangrijkste voorzieningen in deze categorie zijn de onderhoudsvoorziening vastgoedbedrijf en de onderhoudsvoorziening wegen. Overige voorzieningen Dit betreft de bij de Jaarrekening 2011 gevormde voorziening Noordoevers. Voor meer informatie over het onderhoud van de kapitaalgoederen wordt verwezen naar de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen (4.3).
186
4.2.4 Ontwikkelingen activa en kapitaallasten Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) onderscheidt investeringen naar economisch en maatschappelijk nut. Investeringen met een economisch nut betreffen vaste activa die verhandelbaar zijn (gebouwen, grond, voertuigen) of waar inkomsten tegenover staan (rioleringen, leges e.d.). Deze investeringen moeten worden geactiveerd en reserves mogen niet op deze investeringen in mindering worden gebracht. Daarnaast mag er niet resultaatgericht worden afgeschreven en moet consistent worden afgeschreven. Wel mogen bijdragen van derden die direct gerelateerd zijn aan de investering in mindering worden gebracht. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut zijn meestal investeringen waarop langdurig onderhoud moet worden gepleegd (wegen, bruggen, rotondes, water, pleinen, parken, openbaar groen e.d.). Het goed verwerken van het onderhoud in Begroting en meerjarenraming wordt belangrijker geacht dan het inzicht in de financiële positie via activering. Er bestaat een nauwe relatie met de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Deze investeringen worden bij voorkeur niet geactiveerd. Indien dat wel gebeurt dan wordt in een zo kort mogelijke termijn afgeschreven. Onderstaande tabel geeft inzicht in het (verwachte) verloop van de boekwaarden van de verschillende categorieën activa per jaareinde. Ook de hiermee verband houdende kapitaallasten in de Begroting zijn zichtbaar. Zoals onderstaand overzicht aangeeft is het niveau van de kapitaallasten redelijk constant in de meerjarenbegroting. Ook de omvang van de meeste categorieën activa is vrij constant. De mutatie in de categorie bedrijfsgebouwen betreft de nieuwbouw en verbouw van schoolpanden.
187
Boekwaarde per 31-12:
2011
2012
2013
2014
bedragen × € 1.000 2015 2016
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa economisch nut 3.0 Erfpachtsgronden 3.1 Overige gronden en terreinen 3.2 Woonruimten 3.3 Bedrijfsgebouwen 3.4 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 3.5 Vervoermiddelen 3.7 Overige machines, apparaten & installaties 3.8 Overige materiële vaste activa Totaal Materiële vaste activa: investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatsch. nut 4.4 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 4.7 Overige machines, apparaten & installaties 4.8 Overige materiële vaste activa Totaal
23.467 23.467 23.467 23.467 23.467 23.467 26.044 29.181 29.820 29.727 29.621 29.780 4.304 2.911 2.829 2.744 2.655 2.563 312.856 381.648 395.413 390.382 382.289 374.263 79.607 87.970 87.588 86.707 86.145 85.884 749 844 894 891 860 835 15.778 23.387 21.946 20.537 19.167 17.633 8.046 9.659 8.774 7.888 6.969 6.173 470.851 559.067 570.731 562.343 551.174 540.598
24.132 6.143 191 30.466
25.627 7.509 115 33.251
24.993 7.125 039 32.156
24.383 6.732 001 31.116
23.751 6.358 000 30.108
23.116 6.017 000 29.134
Financiële vaste activa 5.1 Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 19.702 19.702 19.702 19.702 19.702 19.702 5.2 Kapitaalverstrekkingen aan gem. regelingen 0 0 0 0 0 0 5.3 Kapitaalverstrekkingen aan ov. verbonden partijen 18 18 18 18 18 18 5.4 Leningen aan woningcorporaties 19.109 17.922 16.769 15.571 14.328 13.037 5.5 Leningen aan deelnemingen 000 000 000 000 000 000 5.6 Leningen aan ov. verbonden partijen 569 697 573 452 367 281 5.7 Overige langlopende leningen 29.243 28.673 28.006 27.439 26.871 26.354 5.8 Overige uitzettingen rentetypische looptijd >= 1jr 98.134 90.492 91.842 93.192 94.542 95.892 5.9 Bijdrage aan activa in eigendom van derden 1.452 1.737 1.774 1.504 1.236 989 Totaal 168.227 159.240 158.684 157.878 157.064 156.272 TOTAAL VASTE ACTIVA
669.544 751.559 761.571 751.337 738.346 726.003
VLOTTENDE ACTIVA Niet in exploitatie genomen gronden 9.0 Strategische verwervingen NIEGG 9.1 Niet in exploitatie genomen bouwgronden 9.5 Voorzieningen Niet in expl.gen.gronden Totaal
60.801 2.076 -9.432 53.445
61.164 3.421 -9.466 55.119
61.131 3.336 -9.466 55.001
61.098 3.251 -9.466 54.883
61.064 3.166 -9.466 54.765
61.031 3.082 -9.466 54.646
Onderhanden werk inzake grondexploitaties 9.2 Onderhanden werken iz grondexploitaties 9.6 Voorzieningen Onderhanden werk iz grondexpl. Totaal
118.565 -38.299 80.266
120.177 -40.099 80.078
119.373 -39.871 79.502
119.589 -39.902 79.687
119.805 -39.933 79.873
120.021 -39.963 80.058
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
133.711 135.197 134.503 134.570 134.637 134.704
TOTAAL GENERAAL
803.254 886.756 896.074 885.907 872.983 860.707
KAPITAALLASTEN (rente en afschrijving) Vaste activa economisch nut Vaste activa maatschappelijk nut Financiële vaste activa Vlottende activa TOTAAL KAPITAALLASTEN
2013 35.275 3.207 3.093 5.408 46.983
2014 36.342 3.146 3.043 5.380 47.911
2015 36.375 3.035 2.963 5.383 47.755
2016 35.910 2.961 2.857 5.385 47.114
Ontwikkeling kapitaallasten In de Begroting 2013 is gerekend met een rente omslag van 4%. Autorisatieoverzicht routine investeringen In bijlage 4 is het autorisatie overzicht van de routine investeringen opgenomen.
188
4.2.5 Overzicht EMU (Europees Monetaire Unie) saldo De gemeente is wettelijk verplicht om het overzicht EMU-saldo ter kennisname in de financiële begroting op te nemen. Dit overzicht is opgenomen in bijlage 5.
4.2.6 Onvoorzien en arbeidskosten gerelateerde verplichtingen In de BBV wordt aangegeven dat in de financiële begroting aandacht besteed moet worden aan de post Onvoorzien en de jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen. Post onvoorzien De post Onvoorzien is opgenomen onder het programma Algemene Dekkingsmiddelen, product onvoorzien, ter grootte van € 1 miljoen per jaar. Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume is geen voorziening opgenomen. Het gaat hierbij om opgebouwde rechten vakantiegeld, opgenomen vakantiedagen, wachtgelden, wethouderspensioenen en IZA-premies van oud-werknemers. Deze jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen zijn opgenomen in de reguliere exploitatie en de meerjarenbegroting.
189
4.3 Projecten en Strategische Investeringen 4.3.1 Algemeen Zoals gebruikelijk wordt in dit hoofdstuk allereerst een actueel overzicht gegeven van de in 2012 actieve projecten per programma met gereserveerde en gevoteerde bedragen. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de bedragen die via restantkredieten worden overgeheveld van boekjaar 2011 naar boekjaar 2012. In de volgende paragraaf worden relevante ontwikkelingen per project beschreven. Tot slot volgt het onderdeel Strategische Investeringen, nog steeds een belangrijke dekkingsbron voor veel projecten.
4.3.2 Overzicht Projecten Een project is een eenmalige en eindige taak of activiteit met een concreet gedefinieerd eindresultaat, waarvan de uitvoering zich over meerdere jaren uitstrekt. De hiermee genoemde reserveringen zijn bij voorgaande Kadernota’s of MJP’s genomen besluiten om financiële middelen te reserveren voor de uitvoering van een benoemd project. Kredieten zijn formeel door de raad geautoriseerde beschikbaar gestelde budgetten (vanuit de reserveringen dus) ten behoeve van de voorbereiding en/of uitvoering van een formeel voorgenomen project. In onderstaande tabel is binnen de kolom projecten een onderscheid zichtbaar naar reserveringen verband houdende met grondexploitaties (GREX) en reserveringen ten behoeve van overige projecten. De bedragen genoemd bij de grexen zijn feitelijk allemaal reserveringen die grotendeels worden gedekt uit toekomstige verwachte grondopbrengsten. Bij de overige projecten vormt het reserveringsbedrag de afspiegeling van het totaal aan verwachte uitgaven dat nodig is om het project te realiseren en waarvoor al zekere financiële dekking aanwezig is. Naast de totale reserveringen en kredieten is in de tabel ook zichtbaar wat de tot op heden verrichte uitgaven per project bedragen. Hiermee wordt zichtbaar welk gedeelte van het krediet al is uitgegeven en welk gedeelte dus nog beschikbaar (en eventueel heroverweegbaar) is. Een laatste slag die in de tabel gemaakt zou kunnen worden is het zichtbaar maken van de dekkingsbronnen van de verschillende projecten. We hebben ervoor gekozen dat niet in deze tabel op te nemen. Het zou de tabel vooral onnodig complex maken zonder dat dit veel toegevoegde waarde heeft. De belangrijkste interne (gemeentelijke) dekkingsbron van veel projecten, de reserve Strategische Investeringen, wordt per project afzonderlijk inzichtelijk gemaakt in bijlage 2 van de Begroting.
190
Overzicht actieve projecten 2012: per programma met meerjarige kredieten Programma
OMSCHRIJVING
1. Veiligheid
19e eeuwse Schil (WvP Binnenstad)
€ 867.000
€ 467.000
€ 382.857
Buiten de pollers (WvP Binnenstad)
€ 1.716.000
€ 1.716.000
€ 1.434.194
€ 703.000
€ 703.000
€ 543.361
€ 15.732.000
€ 15.732.000
€ 15.732.737
€ 19.018.000
€ 18.618.000
€ 18.093.149
€ 3.768.235
€ 3.768.235
€ 1.448.037
€ 3.768.235
€ 3.768.235
€ 1.448.037
WvP Binnenstad evaluatie 2e Uitrukpost Brandweer Leerpark Totaal Veiligheid 2. Leefbaarheid en Stedelijk Beheer
Verkeersregelinstallaties (VRI)
Totaal Leefbaarheid en Stedelijk Beheer 5. Economie en Cultuur
Actieplan Jeugdwerkloosheid
€ 4.791.322
€ 4.641.674
€ 2.684.931
€ 76.046.032
€ 70.883.497
Hofkwartier
€ 20.792.003
€ 17.838.200
€ 1.177.036
€ 1.035.000
€ 1.037.000
€ 815.114
€ 100.000
€ 100.000
€ 12.123
€ 16.340.000
€ 2.655.000
€ 1.128.601
Restauratie Kunstmin Totaal Economie en Cultuur
€ 137.774.810
€ 102.317.906
€ 76.701.302
Bodemsanering
€ 9.300.000
€ 9.300.000
€ 9.184.308
Dordtwijkzone
€ 7.569.774
€ 6.596.654
€ 7.299.084
Energie op maat
€ 840.000
€ 840.000
€ 658.138
MARE (water)
€ 634.375
€ 634.375
€ 605.791
Nieuwe Dordtse Biesbosch Totaal Milieu en Duurzaamheid
€ 3.835.954 € 21.583.275 € 2.562.883
€ 3.429.495
€ 2.764.705
€ 1.998.288
€ 360.508
€ 317.536
Fietsbrug A-16 ontsluiting
€ 1.249.467
€ 1.249.467
€ 1.197.824 € 349.710
Functionele aanpassingen wegen
€ 400.000
€ 400.000
Parkeren Oostelijke Stadsdelen
€ 400.000
€ 400.000
€ 22.821
€ 16.765.080
€ 16.765.080
€ 13.647.276 € 1.618.523
Nota nieuwe parkeermaatregel
€ 2.862.520
€ 2.862.520
Diverse projecten parkeren
€ 3.317.557
€ 3.266.223
€ 2.956.143
Provinciale Weg
€ 5.012.000
€ 5.012.000
€ 3.893.278
Toegankelijkheid Bushaltes
€ 2.010.000
€ 2.010.000
€ 1.520.749
Westelijke Dordtse Oever
€ 3.637.212
€ 3.637.212
€ 479.161
€ 41.081.619
€ 38.727.715
€ 28.565.904 € 37.715.396
Achterom / Bagijnhof
€ 43.500.000
€ 43.500.000
Belthurepark
€ 18.401.994
€ 9.067.440
€ 5.154.371
Energiehuis
€ 33.286.000
€ 33.286.000
€ 15.318.431
Gezondheidspark
€ 46.084.203
€ 58.990.132
€ 47.459.826
Gemeentelijke monumentenlijst
€ 275.000
€ 275.000
€ 199.984
Lichtplan
€ 917.000
€ 917.000
€ 848.394
€ 18.062.180
€ 18.062.180
€ 9.897.493
€ 600.000
€ 600.000
€ 588.764
€ 149.176.428
€ 71.701.567
€ 63.381.106
Mijlweg Ontwikkel(de) Spoorzone Stadswerven Stationsomgeving Totaal Ruimtelijke Ordening
€ 16.321.416
€ 16.217.416
€ 16.761.394
€ 339.530.150
€ 241.086.429
€ 195.949.536
Herstructurering Dordt West
€ 72.200.000
€ 53.492.097
€ 33.573.315
Funderingen
€ 31.611.446
€ 28.257.346
€ 25.594.438
€ 629.068
€ 629.068
€ 166.933
€ 104.440.514
€ 82.378.511
€ 59.334.686
Kwaliteit Particuliere Woningvoorraad Totaal Wonen
€ 3.681.690 € 21.052.719
Copernicusweg
Totaal Verkeer en Vervoer
12. Wonen
€ 8.965.900 € 27.310.049
Dordt West N3/A16
Maasterras
11. Ruimtelijke Ordening
Uitgaven
€ 94.716.485
Creatieve Economie
10. Verkeer en Vervoer
Krediet
Leerpark Ontwikkeling Voorstraat Noord
6. Milieu en Duurzaamheid
Reservering
De grondexploitaties, niet behorende tot de 11 grote projecten, zijn niet in bovenstaande tabel opgenomen. Voor nadere informatie over grondexploitaties wordt verwezen naar de prognose Grondbedrijf en de paragraaf Grondbeleid.
191
4.3.3 Begrotingsmethodiek projecten Het overgrote deel van de meerjarig verstrekte projectkredieten in zijn geheel begroot in de huidige jaarschijf (in dit geval jaarschijf 2012). Op basis van de per jaareinde werkelijk geboekte uitgaven worden de restantkredieten overgeheveld naar het volgende jaar. Bij de Jaarrekening 2011 zijn de restantkredieten overgeheveld naar 2012. Het werken met jaarschijven heeft vooral tot doel inzicht te bieden in de liquiditeitenstroom binnen de gemeente. Daarnaast geeft het een betere indicatie van de voortgang van een project. Dat laatste is echter vooral een inhoudelijke verantwoording. Afwijkingen op jaarschijfniveau hebben daarom geen invloed op de rechtmatigheid of het budgetrecht van de raad. Bijkomstig voordeel van het werken met jaarschijven is dat de meerjarenbegroting een realistischer en, ten opzichte van het huidige begrotingsjaar, minder fluctuerend beeld van de te verwachten projectuitgaven en projectinkomsten zal geven. Tevens zullen een aantal programma’s vanaf de Jaarrekening 2011 uiteindelijk (voor bestemming) een minder groot saldo op inkomsten en uitgaven vertonen ten opzichte van de begroting dan in eerdere jaarrekeningen. De projectenportefeuille van de gemeente neemt langzaam af. Veel projecten zijn in uitvoering en het aantal nieuwe projecten is lang niet zo groot meer als een aantal jaar geleden. De restantkredieten die nu zijn overgeheveld vanuit het jaar 2011, zullen naar verwachting ook grotendeels in 2012 worden uitgegeven. Vandaar dat er geen middelen naar 2013 zijn overgeheveld.
Restantkredieten exploitatieprojecten Programma Leefbaarheid en Stedelijk Beheer
Restant 2011
Naar 2012
€ 4.772.897
€ 4.772.897
€ 984.846
€ 984.846
Economie en Cultuur
€ 9.943.679
€ 9.943.679
Milieu en Duurzaamheid
€ 1.464.425
€ 1.464.425
Onderwijs
€ 107.654
€ 107.654
Verkeer en Vervoer
€ 3.878.780
€ 3.878.780
Ruimtelijke Ordening
Sport en Recreatie
€ 7.449.802
€ 7.449.802
Wonen
€ 735.229
€ 735.229
Totaal
€ 29.337.312
€ 29.337.312
Bovenstaand overzicht , afkomstig uit de jaarstukken 2011, geeft per begrotingsprogramma de restantkredieten weer van de exploitatieprojecten die naar 2012 zijn overgeheveld. De grootste projecten die onder bovenstaande programma’s en bedragen vallen zijn Dordt-West, Achterom/Bagijnhof, verbreding Mijlweg, en een aantal parkeer- en bodemsaneringsprojecten.
4.3.4 Relevante ontwikkelingen per project In de inleiding van de Bestuursrapportage 2012, die u onlangs heeft behandeld, zijn reeds een aantal actuele ontwikkelingen op enkele projecten beschreven. Deze ontwikkelingen zullen hier dan ook niet worden herhaald. Er is op dit moment geen sprake van het afsluiten van projecten; daar is deze paragraaf als onderdeel van de jaarstukken 2012 ook een meer logische plek voor. Deze paragraaf is, tot slot, niet bedoeld om op projectniveau besluiten te (laten) nemen of kredieten vast te laten stellen; hiervoor zijn separate raadsvoorstellen het geëigende instrument.
192
4.3.5 Strategische Investeringen De belangrijkste interne dekkingsbron van de Dordtse projecten wordt gevormd door de reserve Strategische Investeringen (SI). In de Kadernota 2013, waarin een actualisatie van de huidige en toekomstige vrije ruimte binnen SI is opgenomen, is uitgegaan van een vrije investeringsruimte van € -0,1 miljoen. Dit betekent dat er feitelijk geen ruimte is voor nieuwe investeringen binnen het huidige perspectief van SI. De vrije ruimte wordt pas weer positief wordt na rentebijschrijvingen in de jaren 2012 en 2013 (zie ook raadsvoorstel bij Begroting 2011). Bij de Kadernota 2013 zijn er geen investeringsvoorstellen geweest die een beroep hebben gedaan op de investeringsruimte in SI. Hierdoor is het beeld binnen SI voor wat betreft het totaal aan reserveringen en de vrije ruimte hierbinnen ongewijzigd gebleven. Ten opzichte van de standen bij Jaarrekening 2011 zijn er via separate raadsvoorstellen kredietvoteringen geweest op de volgende projecten: Energiehuis, Parkeergarage Bioscoop, Programma Levendige Binnenstad, Schouwburg Kunstmin en Duurzaamheid. In bijlage 2 treft u het actuele overzicht SI aan. De kredieten in dit overzicht zijn bijgewerkt tot en met augustus 2012.
193
Bijlage 1: Projectbladen 11 Grote Projecten Op de volgende pagina’s zijn de rapportages van de 11 MJP projecten opgenomen. Het betreft de volgende projecten: 7. Achterom/Bagijnhof 1. Gezondheidspark 8. Dordt West 2. Westelijke Dordtse Oever 9. Belthurepark 3. Energiehuis 10. Maasterras 4. Stadswerven 11. Nieuwe Dordtse Biesbosch 5. Hofkwartier 6. Leerpark Zoals besloten bij de Begroting 2012, zijn de projectbladen Sportboulevard en Ondertunneling Laan der VN bij het Jaarverslag 2011 afgesloten. Projectblad Zeehavengebied is vanaf de Begroting 2012 vervangen door projectblad Westelijke Dordtse Oevers. a. Wat willen we bereiken? Onder deze kop zijn de outcomedoelstellingen opgenomen, die we met het project willen bereiken. Deze outcomedoelstellingen zijn conform de in het MJP geformuleerder doelstellingen. b. Hoe willen we dat bereiken? Hier staat vermeld wat we gaan doen om aan de outcomedoelstellingen te voldoen. Concreet betekent dit een algemene omschrijving van het project en op hoofdlijnen de activiteiten hierbij. c. Wat hebben we gedaan? Dit betreft zowel de ‘harde/fysieke’ als de ‘zachte/papieren’ mijlpalen. In de eerste kolom staat de maand/jaar waarin de mijlpaal bereikt is. d. Wat gaan we nog doen? In kolom 1 staat de ‘vorige planning’. Dit is de planning die in de laatste bestuurlijk vastgestelde planning. Eerdere planningen zijn daarmee in de voortgangsrapportage niet meer relevant en zijn daarom niet opgenomen in dit overzicht. De totale vertraging van het project is hieruit dus niet op te maken; In kolom 2 staat de ‘huidige planning’. Hier worden dus afwijkingen gemeld t.o.v. de vorige bestuurlijk vastgestelde planning. Bij het vaststellen van de projectbladen worden de afwijkingen formeel vastgesteld, waarmee deze de nieuwe planning worden; Actie/mijlpaal: hier worden zowel de geplande ‘harde/fysieke’ als de geplande ‘zachte/papieren’ mijlpalen opgenomen. Dit betekent dat dus ook informatiemomenten over het project aan de Raad (anders dan in de reguliere P&C cyclus) zijn opgenomen; Fase: in de laatste kolom is de benoemde projectfase van een mijlpaal opgenomen. Deze zijn conform de kaders grote projecten. e. Wat mag het kosten? In taartvorm is hier de meest actuele stand van zaken m.b.t. de reservering voor het project weergegeven. Nadrukkelijk gaat het om reserveringen van middelen en niet om daadwerkelijk verstrekte kredieten. f. Besluitvorming Alle relevante financiële én niet financiële besluitvorming is hier gegroepeerd. Daarmee zijn alle reserveringen (optellend tot het bedrag onder e.), alle kredieten, maar ook de niet-financiële besluitvorming terug te vinden. De datumverwijzing geeft de sleutel om de betreffende besluiten terug te vinden in het Raadsinformatiesysteem. g. Financiële prognose Grafisch wordt het financiële verloop weergegeven. De stippellijn is het verwachte kasritme van de totale uitgaven. h. Risicoprofiel Sinds 2009 is het risico-informatiesysteem van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (Naris) bij de gemeente Dordrecht in gebruik. Dit systeem biedt de organisatie een handvat om op continue en systematische wijze de organisatie op risico’s te analyseren, met als uiteindelijk doel een balans te vinden tussen risico’s nemen en risico’s beheersen. Financiële risico’s van grote projecten zijn opgenomen in Naris voor zover deze geen onderdeel zijn van de gereserveerde projectmiddelen (als post onvoorzien).
194
De risico’s krijgen op basis van ‘kans maal effect’ een rode, oranje of groene codering. Indien een zuivere berekening niet mogelijk is gebeurt dit op basis van inschatting (bijv. afbreukrisico’s). Aan de raad worden tenminste zowel de rode als de oranje risico’s op de projectbladen toegelicht. Bij enkele projecten is geen risicoprofiel opgenomen of staat het risicobedrag op p.m. In dat geval bevat de risicoanalyse financieel- en/of marktgevoelige informatie die de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden indien ze gedetailleerd verwoord en toegelicht zouden worden. Rood: Rode risico’s zijn risico’s die het college nadrukkelijk onder de aandacht van de raad wil en moet brengen. De kleurcodering gebeurt op basis van: de kansinschatting dat het risico zich voordoet gerelateerd aan het verwachte financiële effect. Indien dit groter is dan € 500.000 wordt het risico in ieder geval als rood gekwantificeerd; subjectieve inschatting door het college: indien kans maal effect kleiner is dan € 500.000, of wanneer het financiële risico niet in te schatten is, maar het college de niet financiële gevolgen (politiek, omgeving, ruimtelijk, juridisch) beoordeelt als groot wordt het risico ook als rood aangemerkt. Oranje: Risico’s worden als oranje gekwalificeerd wanneer het college risico’s onderkent die weliswaar bekend moeten zijn bij de raad, maar die binnen het ‘normale’ risicoprofiel van een project passen. Het college is alert op deze risico’s, stuurt hierop bij, maar acht het niet noodzakelijk hierover met de raad uitgebreid van gedachten te wisselen. Oranje risico’s zijn per definitie géén bedreiging voor de voortgang of kwaliteit van het project. De kleurcodering gebeurt op basis van: de kansinschatting dat het risico zich voordoet gerelateerd aan het verwachte financiële effect. Indien deze ligt tussen € 100.000 en € 500.000 wordt het risico als oranje gekwantificeerd; subjectieve inschatting door het college: indien kans maal effect kleiner is dan € 100.000, of wanneer het financiële risico niet in te schatten is, maar het college de niet financiële gevolgen (politiek, omgeving, ruimtelijk, juridisch) beoordeelt als gemiddeld wordt het risico ook als oranje aangemerkt. Groen: Risico’s worden als groen aangemerkt wanneer het college risico’s onderkent waarvan de kans dat deze zich voordoen bijzonder klein worden ingeschat en/of waarvan de mogelijke gevolgen ook klein zijn. Deze risico’s worden wel gemeld, maar zowel vanuit de raad als vanuit het college behoeven deze risico’s geen extra aandacht. Binnen de ambtelijke organisatie zijn deze risico’s goed in beeld. De kleurcodering gebeurt op basis van: de kansinschatting dat het risico zich voordoet gerelateerd aan het verwachte financiële effect. Indien dit kleiner is dan € 100.000 wordt het risico als groen gekwantificeerd; subjectieve inschatting door het college: Wanneer het financiële risico niet in te schatten is, maar het college de niet financiële gevolgen (politiek, omgeving, ruimtelijk, juridisch) beoordeelt als zeer gering wordt het risico ook als groen aangemerkt. Modelmatige kleurbepaling risicomodel Kansweging (K): Laag = X 0,2 Midden = X 0,5 Hoog = X 0,8
Effect (E): Max. financieel risico
Kleurbepaling Rood (altijd toelichten, raad én college) KxE >= € 500.000 of subjectieve inschatting door college van niet financiële risico’s Oranje (toelichten, raad én college) KxE > € 100.000 en < € 500.000 of subjectieve inschatting door college van niet financiële risico’s Groen (wel melden, eventueel toelichten) KxE =< € 100.000 of subjectieve inschatting door college van niet financiële risico’s
195
i. Private partijen Informatief zijn alle bij het project betrokken private partijen op het projectblad opgenomen. Inhoudelijk wordt er niet op deze samenwerking ingegaan, omdat deze informatie vaak niet openbaar is. Relevante ontwikkelingen zullen door de desbetreffende portefeuillehouder op gepaste wijze aan de raad gemeld worden.
196
1. Gezondheidspark
Portefeuillehouder : P.H. Sleeking Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Het versterken van de stedelijke en sociaal-economische (voorzieningen)structuur, in het bijzonder op het gebied van sport en zorg. b. Hoe willen we dat bereiken? Bij het Gezondheidspark is sprake van een geïntegreerde planontwikkeling waarbij een multifunctionele stadswijk wordt gerealiseerd. Daarbij worden sportvoorzieningen en gezondheidszorg gecombineerd met een stedelijk woonprogramma, gebouwde parkeervoorzieningen, commerciële en maatschappelijke voorzieningen. Grote investeringen van Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) en investeerders voor woningen, kantoren en bedrijven worden hiervoor gedaan, waarbij de gemeente vooral investeert in de openbare ruimte en de ‘eigen’ voorzieningen. c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
10 2005
Ondertekening samenwerkingsovereenkomst (SOK) AM Vastgoed/Albert Schweitzer ziekenhuis/Gemeente Dordrecht
Gereed
03 2006
Opdrachtgeving parkeergarage Sportzone
Gereed
05 2006
Eerste paal politiebureau geslagen
Gereed
05 2006
Opdrachtgeving landschapsontwerp
Gereed
06 2006
Verwerving tennishal
Gereed
06 2006
Verwerving Drechtwerk
Gereed
07 2006
Verklaring van geen bezwaar door Provincie
Gereed
08 2006
Opstelling projectrisico’s
Gereed
08 2006
Uitvoering archeologisch onderzoek
Gereed
08 2006
Sloop tennishal
Gereed
10 2006
Eerste paal parkeergarage Sportzone
Gereed
10 2006
Oplevering Overkampweg en deel van hoofdinfrastructuur
Gereed
10 2006
Sloop Drechtwerk
Gereed
02 2007
Eerste paal tunnel Karel Lotsyweg
Gereed
02 2007
Opdrachtgeving bouwrijp maken Sportzone
Gereed
09 2007
Oplevering parkeergarage Sportzone
Gereed
10 2007
Invoering betaald parkeren
Gereed
10 2007
Oplevering regionaal politiebureau
Gereed
07 2008
1e paal Sportboulevard
Gereed
07 2008
Oplevering tunnel Karel Lotsyweg
Gereed
07 2008
Overeenkomst parkeergarages D + E
Gereed
08 2008
Aanvang bouwplanontwikkeling Middenzone fase 1
Initiatieffase
197
Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
09 2008
1e paal uitbreiding ziekenhuis
Gereed
05 2009
Archeologische opgravingen Amnesty Internationalweg
Gereed
05 2009
Vestigingsbesluit hostel op Gezondheidspark
Gereed
09 2009
Hoogste bouwkundige punt Sportboulevard
Gereed
10 2009
Hoogste bouwkundige punt uitbreiding ASz
Gereed
12 2009
Aanvang gefaseerde bouwkundige oplevering uitbreiding ASz, 1e oplevering betrof kantoorgebouw GGD
Gereed
04 2010
Aanvang BRM/WRM Sportzone Middenzone
Gereed
05 2010
Ingebruikname GGD nieuwbouw ASz
Gereed
07 2010
Aanvang aanleg bedieningsweg Sportboulevard
Gereed
07 2010
Aanvang sloop bestaande sportvoorzieningen
Gereed
07 2010
Ingebruikname Huisartsenpost / Spoedeisende hulp nieuwbouw ASz
Gereed
e
07 2010
Start 1 Woontoren AM in Overkampzone, realisatie 01-08-2011
Gereed
08 2010
Ingebruikname Da Vinci Hoofdgebouw nieuwbouw ASz
Gereed
11 2010
Ingebruikname Sportboulevard
Gereed
01 2011
Start procedure bestemmingsplan Middenzone fase 1
Uitvoeringsfase
01 2011
Bouwrijpe oplevering Middenzone fase 1
Gereed
06 2011
Bouwrijpe oplevering locatie Hostel
Gereed
08 2011
Aanvang bouw Hostel
Uitvoeringsfase
08 2011
(Gefaseerde) ontwikkeling Middenzone
Initiatieffase
d. Wat gaan we nog doen? Vorige Planning
Huidige planning
Actie/Mijlpaal
Fase
N.v.t.
01-01-2012
Ontwikkeling nieuwbouw t.b.v. bloedbank e.a.
Ontwerpfase
03 2013
06 2012
Bouwrijpmaken (ged.) Middenzone
Initiatieffase
07 2013
07 2013
Aanvang bouw Middenzone fase 1 incl. parkeergarage D
Ontwerpfase
01 2012
2013
Start bouw woningen Overkampweg fase 2
Uitvoeringsfase
07 2013
2015
Start bouw woningen Overkampweg fase 3
Uitvoeringsfase
07 2015
10 2015
Oplevering Middenzone fase 1
Ontwerpfase
Onbekend
Onbekend
Start bouw Middenzone fase 2 incl. parkeergarage E
N.v.t.
Onbekend
Onbekend
Ingebruikname busstation
N.v.t.
Onbekend
Onbekend
Oplevering Middenzone fase 2
N.v.t.
Onbekend
Onbekend
Oplevering evenemententerrein
N.v.t.
Toelichting: Van de drie woontorens in de Overkampzone is de eerste toren inmiddels opgeleverd. Omdat we niet weten wanneer de bouw van de twee overige torens zal aanvangen, is in de huidige planning deze mijlpaal slechts zeer indicatief bepaald. Het bouwrijp maken van (een deel van) de Middenzone heeft betrekking op de infrastructurele voorbereiding van de (mogelijke) nieuwbouw. Binnen de ziekenhuiszone is een plan in voorbereiding voor de huisvesting van met name de bloedbank; In augustus 2011 is de bouw gestart van het hostel aan de Amnesty Internationalweg. Oplevering vindt plaats in het 3e kwartaal 2012. Aan de invulling van fase 1 van de Middenzone wordt met veel inzet gewerkt; over de ontwikkeling van fase 2 valt op dit moment niets te melden. Recent is duidelijk geworden, dat de bloedbank niet of mogelijk in afgeslankte vorm door zal gaan. De uiteindelijke consequenties, ook voor de overige partners, zijn op dit moment nog niet duidelijk. Zeer recent is een reactie van de Provincie in het kader van het bestemmingsplan ontvangen. De gevolgen van deze weinig positief getoonzette reactie voor het ontwikkelingsproces zijn op dit moment nog niet voldoende uitgekristalliseerd.
198
Effecten van de Stedelijke Programmering en de schuifnotitie zijn nog niet in de huidige grondexploitatie en planning verwerkt. De effecten voortvloeiend uit de stedelijke programmering zullen voor het eerst hun weerslag krijgen in een herziene grondexploitatie welke in het voorjaar 2013 zal worden aangeboden.
Ontwikkeling van de Middenzone heeft vanuit allerhande overwegingen permanent een hoge prioriteit. Met het oog hierop is in de afgelopen periode de druk op de marktpartijen verzwaard en wordt actief ingezet op de totstandkoming van een realistisch en ook realiseerbaar programma. Dit heeft inmiddels geresulteerd in een (overwegend) woon/winkel en parkeerprogramma voor de Esplanade. Dit is uitgewerkt in de vorm van een ontwikkelmodel waarbij verschillende parkeervarianten worden bekeken en ook de mogelijkheden worden onderzocht om tot gefaseerde, marktconforme ontwikkeling te komen. Dit model is voorzien van een ruimtelijke vertaling en een financiële opzet. Met betrekking tot de financiële effecten van het ontwikkelmodel is recent een proces van onderhandeling gestart. Hierbij gaat het zowel om de effecten op de grondexploitatie als de parkeerexploitatie. Per raadsinformatiebrief d.d. 13-12-2011 is zowel het college als de raad geïnformeerd over de huidige stand van zaken, het toekomstperspectief en de financiële verwachtingen. Toegevoegd is een herijkte risico-analyse en een memo met betrekking tot de juridische positie van de gemeente. Op 31 januari 2012 is hierover met (een deel van) de raad van gedachten gewisseld. Daar waar het gaat om het toekomst-perspectief is er aanleiding om onderzoek te doen naar mogelijk aanvullende ontwikkelingsmogelijkheden. Planonderdelen als het evenemententerrein en het busstation zullen bij dit onderzoek worden betrokken. In het najaar van 2012 zullen college en raad opnieuw worden geïnformeerd en waar mogelijk om (richtinggevende) besluitvorming worden gevraagd. T.b.v. deze totaalontwikkeling is door de gemeente inmiddels een ontwerp-bestemmingsplan in procedure gebracht. De huidige, in de stuurgroep vastgestelde planning gaat er op dit moment nog vanuit, dat de bouw van fase 1 van de Middenzone eind 2013 zal aanvangen met een verwachte oplevering in het 4e kwartaal van 2015. Eind vorig jaar is duidelijk geworden dat het Albert Schweitzer Ziekenhuis voornemens is strategische keuzes door te voeren in de verdeling van de zorg over de ziekenhuislocaties. Dit heeft indirect zijn weerslag op zowel de inhoud als de voortgang van de planontwikkeling. Binnen het Gezondheidspark werd tot voor kort ook voorzien in herontwikkeling en nieuwbouw van Yulius (voorheen psychiatrisch ziekenhuis De Grote Rivieren). Om meerdere redenen moet worden aangenomen, dat deze ontwikkeling op de huidige locatie geen vervolg krijgt. Gezocht wordt naar alternatieve mogelijkheden, waaronder ook de Middenzone.
199
e. Wat mag het kosten? Actuele raming en dekking: € 59,0 miljoen
Verrekeningen AsZ; € 12.224.852 ; 21%
Grondverkopen; € 28.082.923 ; 47%
Voorziening grondbedrijf; € 5.685.015 ; 10%
Strategische investeringen; € 11.334.529 ; 19% Exploitatie parkeren; € 1.666.670 ; 3%
Toelichting: De raad heeft op 19 juni 2012, met het vaststellen van de prognose van het Grondbedrijf, de geactualiseerde grondexploitatie voor het Gezondheidspark vastgesteld. De totale projectuitgaven inclusief de rentecomponent zijn geraamd op € 59,0 miljoen. De uitgaven per 31-5-2012 bedragen € 46,0 miljoen en voor 2012 is er, inclusief rente een bedrag van € 1,5 miljoen geraamd. Het uitvoeringskrediet is grotendeels benut voor verwervingen, bouw- en woonrijp maken (incl. sloop), planontwikkelings- en engineerskosten en de financiële verrekening met het ASz. Voor 2012 worden de grondexploitatie en de parkeerexploitatie geactualiseerd. Omdat wijzigingen in het programma nog niet door de raad zijn vastgesteld en goedgekeurd, wordt de grondexploitatie slechts geactualiseerd op basis van eerder vastgestelde uitgangspunten en op basis van wijzigingen op de planning. De geactualiseerde grondexploitatie zal met de prognose van het grondbedrijf aan de raad worden aangeboden en kan dan worden vastgesteld; volgens de meest recente inzichten zal de geactualiseerde grondexploitatie, hoofdzakelijk door vertraging van het project, een verslechtering laten zien van ca. € 1,0 miljoen. Naar verwachting zal in het voorjaar van 2013 de grondexploitatie, door aanpassingen in de huidige programmering en onder invloed van de huidige economische omstandigheden, worden herzien en opnieuw kunnen worden vastgesteld.
f. Besluitvorming De raad heeft op 09-02-2010 met het voorstel inzake de herziening van de grondexploitatie, de actualisatie van de parkeerexploitatie, de risicoanalyse en met de aanvraag voor een uitvoeringskrediet 2009/2010 ingestemd. Op 19 juni 2012 is door de raad de geactualiseerde grondexploitatie vastgesteld, het huidige totaal krediet bedraagt daardoor € 47,5 miljoen.
Financiële besluiten Datum Raadsbesluit
Omschrijving/fase
29-05-2001
Reservering SI O01 Grote projecten
29-06-2004
Reservering SI SV04 Gezondheidspark
10-06-2009
Reservering Grondexploitatie
Reservering
Krediet
Realisatie
2.343.321 9.000.000 38.518.651
200
07-11-2000
Planvorming
113.445
06-03-2001
Planvorming
363.024
10-07-2001
Planvorming
08-10-2002
Planvorming1
910.000
36.302
08-10-2002
Parkeren1
690.000
03-06-2003
Planvorming
11-05-2004
Uitvoeringskrediet1
26-04-2005
Uitvoeringskrediet1
1.625.019
31-01-2006
Uitvoeringskrediet1
16.580.000
09-10-2007
Uitvoeringskrediet1
09-02-2010
Uitvoeringskrediet1 2009-2010/Herz. grondexploitatie
875.550 6.225.225
3.400.000 4.380.643
12.520.304
(Technische) correctie krediet3
1.796.430
28-06-2011
Vastgestelde prognose grondbedrijf
1.743.557
19-06-2012
Vastgestelde prognose grondbedrijf
580.970 58.990.132
1
(gedeeltelijke) gefinancierd uit grondexploitatie.
2
realisatie is bijgewerkt t/m 30-06-2011.
3
betreft een “technische” correctie ter reparatie van eerder gerapporteerde bedragen.
47.459.826
46.084.203
De kredietruimte bedraagt per 31-5-2012 ca. € 1,4 miljoen. De gevoteerde kredieten voor de realisatie van parkeergarages A + B + C vallen buiten de grondexploitatie van het project en worden daarom in de onderstaande tabel apart behandeld. Datum Raadsbesluit
Omschrijving/fase
Reservering
Krediet
Realisatie
18-05-2004
Aanleg parkeergarages A + B + C
7.339.100
7.339.100
7.339.100
02-06-2008
Aanvullend krediet parkeergarages
2.862.561
2.862.561
2.362.561
10.201.661
10.201.661
9.701.661
Toelichting: Het krediet voor de realisatie van parkeergarage B, ter grootte van € 6,1 miljoen, is volledig benut. Binnen het totale krediet dient ook parkeergarage A van het project Sportboulevard gerealiseerd te worden, welke voor een vooraf vastgesteld bedrag van € 3,6 miljoen zal worden doorbelast. Deze doorbelasting is in de bovenstaande tabel onder realisatie meegenomen. De realisatie van parkeergarages A en B komt hierdoor uit op € 9,7 miljoen, wat betekent dat voor de realisatie van parkeergarage C vooralsnog een krediet € 0,5 miljoen resteert.
Overige (niet financiële) besluiten Datum Raadsbesluit Omschrijving 05-03-2002
Vaststellen van het voorbereidingsbesluit "Kombipark Ziekenhuis"
12-11-2002
Instemmen met het functioneel programma en stedenbouwkundig plan voor het gezondheidspark Dordwijk
11-05-2004
Instemmen met de realisatie Gezondheidspark Dordwijk en het programma Sportboulevard
26-04-2005
Verklaren van voorbereiding bestemmingsplan
04-10-2005
Wensen en bedenkingen Samenwerkingsovereenkomst Gezondheidspark
19-12-2006
Vaststellen van het stratenbeloop omgeving Gezondheidspark
03-02-2009
Aanpassing masterplan Gezondheidspark
201
g. Financiële prognose Bedragen x € 1.000
€ 70.000 € 60.000
Reservering 2012 Realisatie
€ 50.000
Actuele planning
€ 40.000 € 30.000 € 20.000 € 10.000 €0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
h. Risico’s De risicoanalyse van eind 2009 liet een negatief gewogen risicowaarde zien. Op 09-02-2010 heeft de raad deze rapportage vertrouwelijk voor kennisgeving aangenomen. Eind 2011 heeft een actualisering van de risico’s en vooral de risicobedragen plaatsgevonden. Met de huidige inzichten wordt voorzien dat de negatieve risicowaarde zal toenemen, verwezen wordt naar de raadsinformatiebrief van 13-12-2011. Dit heeft vooral te maken met het wegvallen van eerder vermelde positieve risico’s en de marktomstandigheden die hun invloed hebben op de planning en noodzakelijk geachte en verwachte bijstellingen in de programmering welke in februari 2012 door de raad vertrouwelijk ter kennisgeving is aangenomen. In samenhang met de ontwikkeling van fase 1 en 2 zal de risicoanalyse inclusief de beheersmaatregelen worden geactualiseerd. Omdat de risicoanalyse financieel- en marktgevoelige informatie bevat, die de financiële positie van de gemeente zou kunnen schaden, worden de individuele risico’s niet gedetailleerd verwoord en toegelicht en wordt er geen gebruik gemaakt van het gebruikelijke format in dit projectblad. i. Betrokken private partijen het Albert Schweitzer ziekenhuis; Multi Vastgoed; Van der Vorm vastgoed; AM Wonen.
202
2. Westelijke Dordtse Oever
Portefeuillehouder : J. Mos : september 2012 Datum rapportage Datum vorige rapportage : september 2011 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Het project op de Westelijke Dordtse Oever (WDO) heeft tot doel een aantrekkelijk en duurzaam bedrijvengebied te creëren door de interne en externe bereikbaarheid te verbeteren, bestaand terrein te herstructureren en nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen. Dit project voorziet in een alternatieve locatie van het bovenregionale bedrijventerrein, dat oorspronkelijk in de Hoeksche Waard gerealiseerd zou worden. Op 20 april 2009 is een Bestuurlijke overeenkomst bedrijventerrein "de Westelijke Dordtse Oever" gesloten tussen het rijk, de provincie Zuid-Holland, het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Dordrecht. Kort samengevat is vastgelegd dat partijen zich gezamenlijk zullen inspannen om een versnelde ontwikkeling en realisatie (voor 2020) van het bedrijventerrein op de locatie Westelijke Dordtse Oever te realiseren, overeenkomstig de businesscase WDO. Onder meer door een bijdrage van € 17 miljoen door het ministerie van EL&I, een provinciale bijdrage gericht op infrastructuur van € 8 miljoen en een investering van het Havenbedrijf in havengeëigende projecten van € 10 miljoen. De gemeente Dordrecht draagt € 22 miljoen bij aan het totale maatregelenpakket. b. Hoe willen we dat bereiken? Het uitvoeren van het WDO-maatregelenpakket bestaande uit acht deelprojecten: 1. Ontsluiting N3/A16: het voorkomen van congestie (nu en in de toekomst) op het kruispunt N3/A16 door Rijkswaterstaat. 2. Aanleg parallelstructuur langs A16: het aan weerszijden van de A16 tot stand brengen van een parallelrijbaan, welke aangesloten worden op het bestaande viaduct N3/A16 en een nieuw viaduct over de A16 ten zuiden van de Wieldrechtse Zeedijk. Hierdoor ontstaat de benodigde directe ontsluiting voor het bedrijventerrein Dordtse Kil-IV. 3. Herstructurering bedrijventerreinen DK-I en –II en Amstelwijck-West: in samenwerking met onder meer het gevestigde bedrijfsleven het verhogen van de kwaliteit van de bestaande bedrijventerreinen door inventarisatie en vervolgens aanpak van de verbeterpunten (bijv. uitstraling openbaar gebied/private terreinen, aanpak leegstand). 4. (Her)ontwikkeling Zeehavengebied: verbetering van het functioneren van het Zeehavengebied door intensieve samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam (HbR). Het HbR beheert, exploiteert en ontwikkelt het Zeehavengebied van Dordrecht overeenkomstig het opstelde ontwikkelprofiel. 5. Westelijke ontsluiting bedrijventerreinen: het langs de Dordtsche Kil gelegen deel van de Wieldrechtse Zeedijk wordt door het Waterschap Hollandse Delta verzwaard. Gelijktijdig met deze dijkverzwaring kan een bredere verbindingsweg vanaf het Zeehavengebied, langs de terreinen Dordtse Kil I t/m -III naar Dordtse Kil-IV worden aangelegd. 6. Zuidwestelijk deel bedrijventerrein Dordtse Kil-III: om ook het resterende zuidwestelijke deel van het bedrijventerrein Dordtse Kil III geschikt te maken voor bedrijfsvestiging en voor de noordelijke ontsluiting van het bedrijventerrein Dordtse Kil-IV, is – na verplaatsing van de bestaande functies en verwijdering van de bebouwing – in het gebied van en rond het woonwagenkamp bodemsanering noodzakelijk. 7. Ontwikkeling bedrijventerrein Dordtse Kil-IV: ontwikkelen van het nieuwe bedrijventerrein Dordtse Kil IV, waarbij vestigingsmogelijkheden voor bovenregionale, logistieke en havengerelateerde bedrijvigheid
203
8.
ontstaat. Bij de ontwikkeling van het terrein wordt uitgegaan van een duurzame ontwikkeling (o.a. door plaatsing van windmolens) en de behoefte uit de markt. Vrachtwagenparkeren: terugdringen van parkeeroverlast van vrachtwagens en te zijner tijd het (laten) realiseren van een (beveiligd) parkeerterrein.
c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
Ondertekening bestuurlijke overeenkomst WDO door Rijk, Provincie, Havenbedrijf Rotterdam en Gemeente Dordrecht
Initiatief
Algemeen 20 04 2009 18 03 2010
Ontvangen subsidiebesluit ministerie Economische zaken, Landbouw en Innovatie
Initiatief
29 11 2010
Ontvangen subsidiebeschikking Provincie Zuid-Holland
Initiatief
08 2012
Afspraken met min. EL&I over bevoorschotting en/of decentralisatie rijksbijdrage
Initiatief
1. Ontsluiting N3/A16 11 09 2009
Ondertekening convenant Provincie Zuid-Holland, Regio Haaglanden, Rijkswaterstaat, Wegschap Tunnel Dordtse Kil en gemeente Dordrecht
Initiatief
04 2012
Verkeerskundig onderzoek naar functioneren fly-over en kostenraming
Initiatief
2. Parallelstructuur 11 2011
Voorontwerp parallelstructuur
Ontwerp
3. Herstructurering bedrijventerreinen DK-I en –II en Amstelwijck-West 05 2012
Vaststelling startnotitie door gemeenteraad
Initiatief
4. (Her)ontwikkeling Zeehavengebied 12 2010
Vaststelling hoofdlijnendocument Havenbedrijf Rotterdam – Gemeente Dordrecht
Initiatief
2011
Vaststelling SOK1 en uitvoering afspraken
Realisatie
2012
Geluidhersteltraject
Realisatie
02 2012
Hogere grenswaarde 31 woningen Dordrecht-West
Realisatie
02 2012
Afwegen en opstellen geluidverkavelingsplannen
Realisatie
04 2012
Vaststelling hogere grenswaarden ‘s Gravendeel
Realisatie
03 2012
Actualisatie zonebeheerplan Groote Lindt
Realisatie
07 2012
Aansluiting zonegrenzen Dordrecht en Zwijndrecht
Realisatie
5. Westelijke ontsluiting bedrijventerrein 05 2012
Overeenstemming definitief dijkontwerp tussen gemeente en Waterschap
09 2012
Ontwerp en samenwerkingsovereenkomst gemeente en Waterschap
Initiatief
09 2012
Start bestemmingsplanprocedure t.b.v. verbreding Wieldrechtse Zeedijk
Initiatief
6. Zuidwestelijke deel bedrijventerrein Dordtse Kil-III 05 2012
Overdracht en start sloop manege Beerwijckhoeve
Realisatie
05 2012
Start bodemsanering deel zuidwest-hoek
Realisatie
7. Versnelde ontwikkeling bedrijventerrein Dordtse Kil-IV 01 04 2008
Vaststelling doorstartnotitie Dordtse Kil-IV
Definitie
30 08 2011
Afronding definitiefase en start alsmede beschikbaarstelling krediet ontwerpfase
Definitie
05 2012
Actualisatie marktonderzoek
Definitie
05 2012
Bodemgesteldheid onderzoek
Definitie
2019
Uitgifte eerste kavels (ihkv de bestuurlijke overeenkomst wordt onderzocht waar versnelling van uitgifte mogelijk is)
8. Vrachtwagenparkeerplaats 06 2012
Pilot handhaven vrachtwagenparkeren Dordtse Kil I en -II
Definitie
204
d. Wat gaan we nog doen? Vorige planning
Huidige Planning
Actie/Mijlpaal
Fase
02 2013
Uitwerking voorkeursvariant, opstellen schetsontwerp en raming ter bestuurlijke besluitvorming voorleggen
Initiatief
11 2013
Samenwerkingsovereenkomst RWS en gemeente tbv aanleg infrastructuur
Realisatie
1. Ontsluiting N3/A16
2. Parallelstructuur langs A16 02 2013
Vaststelling programma van eisen en voorontwerp met financiële consequenties door college
3. Herstructurering bedrijventerreinen DK-I en –II en Amstelwijck-West 02 2013
Voorstel herstructureringsmaatregelen
Definitie
4. (Her)ontwikkeling Zeehavengebied 12 2012
Vaststelling bestemmingsplan Zeehaven
Realisatie
01 2013
Overdracht Haven aan HbR
Realisatie
2013
Uitvoering geven aan afspraken in SOK 2
Realisatie
5. Westelijke ontsluiting bedrijventerreinen 2013
Afstemming over realisatie dijkverzwaring, onder meer afsluiting en wegomlegging
Realisatie
6. Zuidwestelijk deel bedrijventerrein Dordtse Kil-III nnb
Levering percelen (fasegewijs) aan ROM-D
Realisatie
7. Versnelde ontwikkeling bedrijventerrein Dordtse Kil-IV 06 2013
Resultaten en afronding ontwerpfase en opdrachtformulering uitwerkingsfase (definitief stedenbouwkundig plan en civieltechnisch ontwerp)
Ontwerp
06 2013
Start uitwerkingsfase - onderzoeken MER procedure
Uitwerking
01 2014
Start MER - Bestemmingsplan procedure
Realisatie
01 2016
Resultaten uitwerkingsfase en opdracht realisatiefase (incl. 1 jaar voorlopige voorziening bij beroep BP)
2019
Eerste uitgifte kavels
Realisatie
8. Vrachtwagenparkeerplaats 12 2012
Vaststellen geactualiseerd beleid vrachtwagenparkeren
Realisatie
2019
Voorstel omtrent (bewaakte) vrachtwagenparkeerplaats
Definitie
e. Wat mag het kosten? Het totale tekort van het maatregelenpakket WDO is berekend op € 57 miljoen. Dat betreft: Maatregel
Tekort x € 1 mln.
1. Ontsluiting N3/A16
0
2. Parallelstructuur langs A16
15
3. Herstructurering bedrijventerreinen DK-I en –II en Amstelwijck-West
13
4. (Her)ontwikkeling Zeehavengebied
13
5. Westelijke ontsluiting bedrijventerreinen
4
6. Zuidwestelijk deel bedrijventerrein Dordtse Kil-III
3
7. Versnelde ontwikkeling bedrijventerrein Dordtse Kil-IV
7
8. Vrachtwagenparkeerplaats
2
Totaal tekort WDO-maatregelen
57
205
In de bestuurlijke overeenkomst is het totale tekort als volgt over de partijen verdeeld:
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gemeente Dordrecht
Provincie ZuidHolland Havenbedrijf Rotterdam Het totale maatregelen pakket WDO is begroot op 57 miljoen, waaronder 13 miljoen herstructurering Zeehaven. In SOK 1 is vastgelegd dat HbR de eerder toegezegde bijdrage à 10 miljoen in natura voldoet. Deze investeringsgelden staan op de begroting van HbR. Hierdoor vervalt het gemeentelijk tekort op de revitalisering van de Zeehaven. De herstructurering wordt door HbR ter hand genomen. Tevens is vastgelegd dat een deel van de investeringen (alsnog) door Dordrecht worden uitgevoerd en de fiscale overdrachtskosten door beide partijen voor 50% worden betaald. (zie de memo ‘Toelichting optimalisatietraject geluid en financiële aspecten van de havensamenwerking’ (onder punt 2) behorende bij het raadsvoorstel d.d. 28 mei 2011). Dekking van het maatregelenpakket WDO voor/na vaststellen samenwerkingsovereenkomst HbR: Tekort x € 1 mln. Voor ovk HbR
Na ovk HbR
8
8
Ministerie van Economische Zaken
17
17
Havenbedrijf Rotterdam
10
0
Gemeente Dordrecht
22
22
Totaal tekort WDO-maatregelen
57
47
Provincie Zuid-Holland
f. Besluitvorming Hieronder volgt een overzicht van raadsbesluiten m.b.t. de ontwikkeling van de WDO en door de raad beschikbaar gestelde kredieten. Datum Raadsbesluit
Omschrijving/fase
Reservering
Beschikbaar gesteld
Algemeen 30-11-2010
Omlabellen reserve Economische Structuurversterking naar WDO
30-11-2010
Voorbereidingskrediet WDO maatregelen
1.787.212 750.000
3. Herstructurering bedrijventerreinen DK-I en –II en Amstelwijck-West 29-05-2012
Startnotitie Kwaliteitsimpuls Dordtse Kil I en II en Amstelwijck West
29-05-2012
Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Dordtse Kil I en II en Amstelwijck West
7. Dordtse Kil IV 30-08-2011
Voorbereidingskrediet ontwerpfase
1.850.000
206
g. Financiële prognose Per maatregel zal met het opstellen van een plan van aanpak en planning ook een detailbegroting worden opgesteld. Op basis hiervan zal gerapporteerd worden over de prognose van uitgaven en inkomsten gedurende de looptijd van de WDO. Na de ondertekening van de samenwerkingovereenkomst met het Havenbedrijf Rotterdam kan juridische overdracht plaats vinden. Op dat moment kunnen de gronden in financieel technische zin als uitgegeven worden beschouwd. Dit heeft als gevolg dat de nu nog geprognosticeerde opbrengsten van de gronduitgiften (grondwaarde) in het zeehavengebied daadwerkelijk worden toegevoegd aan de algemene reserve van het Grondbedrijf. Dit heeft een positief effect op het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf.
h. Risico’s Omgevings risico’s
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
Budgetrisico
Grondbedrijfrisico
X
X
Organisatierisico
Vertragingsrisico
Algemeen ruimtelijk risico
Continuïteit in exploitatie
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
Algemeen omgevingsrisico
Financieringrisico
Maximaal risicobedrag X € 1.000
Kans (H/M/L)
Kans x Effect
X
Algemeen Dekking gemeentelijk aandeel WDO
Oranje
M
p.m.
X
NB. Het risicobedrag staat op p.m. omdat het opnemen van een bedrag in een openbaar stuk de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden.
Toelichting: Dekking gemeentelijk aandeel WDO De geplande opbrengsten grondverkoop o.a. bedrijventerrein Dordtse Kil IV komen lager uit of worden later gerealiseerd. Bijvoorbeeld door hogere verwervingskosten of een vertraging in het (geplande) uitgiftetempo. Dan is te zijner tijd op andere wijze dekking van het gemeentelijk aandeel en een eventuele rentecomponent noodzakelijk. Naast het opstellen en bewaken van een integrale WDO planning, inclusief een kasstroomprognose, zal voor bedrijventerrein Dordtse Kil IV worden ingezet op een goede ontwikkelingsstrategie. De maatregel ontsluiting N3/A16 wordt niet binnen het WDO programma gefinancierd maar vanuit separaat rijksbudget. Rijksbezuinigingen vormen een risico voor de realisatie.
i. Betrokken private partijen Havenbedrijf Rotterdam; Werkgevers Drechtsteden; de Dordtse Ondernemersvereniging; de Stichting Beveiliging bedrijventerreinen Dordrecht (SBBD); Individuele vastgoedeigenaren en gebruikers de ROM-D; de Vereniging van eigenaren bedrijventerrein Dordtse Kil-III.
207
3. Energiehuis
Portefeuillehouder Datum rapportage Datum vorige rapportage
: J. Mos : september 2012 : maart 2012
a. Wat willen we bereiken (outcome doelstelling)? Versterking van de voorzieningenstructuur. Vergroten van de aantrekkingskracht van Dordrecht. b. Hoe willen we dat bereiken? Het Energiehuis verbouwen tot regionaal “huis voor de podiumkunsten” van de Drechtsteden. In het nieuw cultureel centrum voor de regio worden activiteiten zoals theater, muziek en toneel in een hoogwaardige voorziening geclusterd. Het synergetisch effect uit deze clustering en de huisvesting in een markant gebouw zal de aantrekkelijkheid van Dordrecht op cultureel gebied vergroten. c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
01 2005
Afronden vingeroefeningen mogelijkheden Energiehuis
Initiatief
06 2006
Afronden verkenning haalbaarheid herbestemming Energiehuis als cultuurcentrum
Initiatief
12 2007
Raadsvoorstel voorkeursmodel, exploitatie en investering
Initiatief
04 2009
Voorlopig ontwerp
Voorbereiding
12 2009
Aanvraag bouwvergunning
Voorbereiding
01 2010
Opstarten inspraakprocedure belanghebbenden
Voorbereiding
02 2010
Definitief ontwerp (inclusief exploitatie) afgerond
Voorbereiding
05 2010
Aanbesteding sanering en sloop (niet constructieve delen)
Uitvoering
06 2010
Sloopvergunning verleend
Uitvoering
06 2010
Uitvoering sloop, sanering en fundering
Uitvoering
06 2010
Stichting Energiehuis i.o.
Uitvoering
07 2010
Aanbesteding heiwerk (niet gegund)
Uitvoering
09 2010
Afronden bestek
Voorbereiding
10 2010
Afronden aanbesteding renovatie (voorlopig gegund aan Van Wijnen)
Uitvoering
12 2010
Afronden bedrijfsplan/exploitatie Energiehuis Stichting (door Beheerstichting)
Voorbereiding
12 2010
Collegebesluit realisatiekrediet
Voorbereiding
01 2011
Accountantsrapport mbt bedrijfsplan Energiehuis
Voorbereiding
01 2011
Raadsbesluit overhevelen budget (800.000) naar GREX Stadswerven tbv tijdelijke terreininrichting Energiehuis
Uitvoering
02 2011
Collegebesluit accountantsrapport en aanbieding aan raad
Voorbereiding
02 2011
Raadsbesluit realisatiekrediet
02 2011
Verlening bouwvergunning renovatie Energiehuis
02 2011
Definitieve gunning aan Van Wijnen en ondertekening contract
Voorbereiding
208
04 2011
Start bouwwerkzaamheden (renovatie)
Uitvoering
04 2011
Afronding bestek theatertechniek
Voorbereiding
04 2011
Aanbesteding theatertechniek
Voorbereiding
07 2011
Officiële start bouw (communicatiemoment)
Uitvoering
10 2011
Raadsinformatiebrief stand van zaken Energiehuis
Uitvoering
02 2012
Raadsbesluit vervolg post onvoorzien
Uitvoering
04 2012
Raadsbesluit krediet theatertechniek
Uitvoering
04 2012
Gunning onderdeel theatermechanica
Uitvoering
05 2012
Start aanbesteding onderdelen tribunes en geluid (theatertechniek)
Uitvoering
05 2012
Collegebesluit ongegrond verklaren bezwaren op bouwvergunning (start beroepsprocedure)
Uitvoering
06 2012
Collegebesluit kredietaanvraag restant post onvoorzien
Uitvoering
d. Wat gaan we nog doen? Vorige planning
Huidige planning
10 2012 12 2012
12 2012
Actie/Mijlpaal
Fase
07 2012
Start aanbesteding licht (theatertechniek)
Uitvoering
12 2012
Realisatie afgerond (oplevering)
Oplevering
Oplevermoment
Oplevering
Toelichting De renovatie verloopt conform de bij- en vastgestelde planning. In de delen M3 en K3 (Kunstmin en Bibelot) vindt de afwerking plaats. In K2 (ToBe) is de staalconstructie tot aan de toneelvloer geplaatst en worden binnenkort de dakspanten aangebracht. De gevel rondom de genoemde delen is hersteld. De slechte staat van de gevel heeft geleid tot forse meerkosten, die gedekt worden uit de post onvoorzien. De raad is hierover in juni 2012 geïnformeerd. De renovatie is ook gestart voor de delen K1 en M1. In eerste instantie vinden hier sloopwerkzaamheden plaats en wordt de gevel hersteld. De renovatie wordt eind 2012 afgerond. De raad heeft in april 2012 het krediet theatertechniek vrijgegeven. Direct hierop volgend is de eerste opdracht met betrekking tot de theatermechanica verleend. Dit onderdeel laat een negatief resultaat zien van € 98.600 als gevolg van het ontbreken van de voor M3 noodzakelijke zijbruggen in het bestek. De aanbesteding van twee volgende onderdelen, geluid en tribunes, is in mei gestart. De aanbesteding van de tribunes is afgerond. Deze laat een positief resultaat zien (€ 75.000). Dit voordeel wordt gebruikt om al eerder goedkeurde meerwerken te dekken. De aanbestedingsresultaten van geluid laten een negatief resultaat zien. Er volgt een nieuwe onderhandelingsronde met de partijen, het definitieve resultaat wordt eind augustus verwacht. De aanbesteding van het onderdeel licht start in juli 2012. Het onderdeel stoffering volgt na het zomerreces 2012. De raad heeft in juni 2012 ingestemd met de kredietaanvraag voor het laatste deel van de post onvoorzien. Met deze kredietaanvraag is de raad ook geïnformeerd over de uitputting van de post onvoorzien. De twee belangrijkste zaken hierbij zijn, de hierboven genoemde slechte staat van de gevel en de brandwerende (voorzet) kozijnen. De staat van de gevel was beduidend slechter dan voorzien. De meerkosten voor het herstel van de gevel worden geschat op € 325.000. De brandwerende (voorzet)kozijnen zoals opgenomen in het bestek werden niet goedgekeurd door de Brandweer. Dit heeft geleid tot een wijziging van de brandwerende (voorzet)kozijnen. De meerkosten zijn geraamd op € 330.000. De definitieve kosten worden in augustus 2012 vastgesteld. Met deze posten is de post onvoorzien nagenoeg besteed. Zoals aangegeven laten de eerste resultaten van de aanbestedingen voor theatertechniek overschrijdingen op het geraamde budget zien. Dit heeft tot gevolg dat het benodigde budget voor het dekken van de theatertechnische voorzieningen van Bibelot niet (geheel) binnen het beschikbare krediet opgevangen kan worden. Met betrekking tot de dekking volgt nader overleg met de sector Maatschappelijke Ontwikkeling. Het college heeft in mei 2012 de ingediende bezwaren op de bouwvergunning ongegrond verklaard. Hiermee is de beroepstermijn gestart. Inmiddels is bekend dat in ieder geval een van de indieners van de bezwaren
209
gebruik gaat maken van de beroepsmogelijkheid. De inhoudelijke onderbouwing en verdere procedure bij de rechtbank worden afgewacht. Met de klankbordgroep van bewoners is gesproken over het oprichten van een beheergroep Stadswerven Zuid. De klankbordgroep heeft unaniem besloten over te willen gaan in deze gebiedsbrede beheergroep. De klankbordgroep Energiehuis zal hiermee ophouden te bestaan. Openstaande acties van de klankbordgroep worden overgedragen naar de beheergroep. In juni vindt een informatiebijeenkomst Stadswerven Zuid plaats. Hier zal ook het Energiehuis vertegenwoordigd zijn. Het monitoren van de grondwaterstand is afgerond. Na het zomerreces 2012 wordt de raad geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek. De aanbesteding van de horeca door de Stichting Energiehuis is in gang gezet. In juli worden de resultaten verwacht.
e. Wat mag het kosten Actuele raming en dekking: € 33,3 miljoen
Gekapit. Huuropbrengst € 5.394.000 16% Manden Maken (subsidie) € 2.600.000 8%
Strategische Investeringen € 25.292.000 76%
f. Besluitvorming Datum Raadsbesluit
Omschrijving/fase
26 apr 05
SI- initiële reservering ontwikkeling Energiehuis
Reservering
10 jul 07
SI- verhoging reservering
5.800.000
18 dec 07
Gekapitaliseerde huuropbr. commerciële horeca
2.500.000
27 mrt 08
Manden maken-Toekenning bijdrage (*)
2.600.000
11 nov 08
SI-Verhoging reservering t.b.v. middenzaal Kunstmin
7.500.000
11 nov 08
Gekap.huuropbrengsten-verhoging ivm middenzaal
1.600.000
Kadernota
SI reserve prijsindexatie investering Energiehuis
1.192.000
Gekapitaliseerde huuropbrengsten-herijking o.b.v.
1.294.000
Krediet
Realisatie
10.800.000
2010 16 feb 10
DO 1 mei 11
Overheveling GREX Stadswerven
18 dec 07
Krediet planvoorbereiding
27 mrt 08
Deelkrediet mandenmaken t.b.v. planvoorbereiding Totaal planvoorbereidingskrediet
800.000 2.000.000 429.000 2.429.000
2.403.599
210
16 feb 10 14 dec 10
Krediet bouwvoorbereiding
2.000.000
Krediet overbrugging bouwvoorbereiding-
500.000
realisatiefase Deelbetaling mandenmaken t.b.v. bouwvoorbereiding
275.000
Totaal bouwvoorbereidingskrediet 22 feb 10
2.775.000
Krediet realisatiefase renovatie bouwkundig-
2.778.522
21.307.000
installaties Ingediend
Slotbetaling MM (n.t.o.)
21 feb 12
Deel Onvoorzien
1 mei 12
Slot onvoorzien
10 apr 12
Krediet theatertechniek
1.896.000 555.000 555.000 3.769.000
Totaal realisatie bouw
Totaal
28.082.000
9.336.310
33.286.000 33.286.000
15.318.431
De planvoorbereidingsfase is afgerond, evenals de fase van de bouwvoorbereiding.
Overige (niet financiële) besluiten Raad 30-06-2009 – instemming Voorlopig Ontwerp. Raad 16-02-2010 – instemming Definitief Ontwerp.
g. Financiële prognose Hieronder wordt het kasstroomoverzicht van het project (planning vs realisatie) weergegeven.
h. Risico’s Omgevings risico’s
X
Organisatierisico
Budgetrisico
X
Grondbedrijfrisico
Vertragingsrisico
X
Algemeen ruimtelijk risico
X
Continuïteit in exploitatie
p.m.
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
Financieringrisico
M
Algemeen omgevingsrisico
Maximaal risicobedrag X € 1.000
Oranje
Kans (H/M/L)
Kans x Effect
1. Planning
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
NB. Het risicobedrag staat op p.m. omdat het opnemen van een bedrag in een openbaar stuk de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden.
211
De hier gemelde risico’s zijn op basis van het definitief ontwerp en de procesmatige voortgang van het project. De risicoanalyse voor het project Energiehuis is in november 2010 geactualiseerd. Ad 1: Planning De druk op de planning van het project is fors. Er strak gestuurd op de planning. Dit is geborgd in de organisatiestructuur. Het risico met betrekking tot de planning is op dit moment niet te kwantificeren, maar behoeft wel aandacht.
i. Betrokken private partijen Stichting ToBe (inclusief popcentrale), Bibelot, Hollands Diep; Exploitant Horeca voorzieningen (nog niet bekend).
212
4. Stadswerven
Portefeuillehouder : P.H. Sleeking Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Vergroten aantrekkingskracht Dordrecht. Binden/aantrekken van midden/hoge inkomens. b. Hoe willen we dat bereiken? Herontwikkeling binnenstedelijk gebied De Stadswerven tot een multifunctioneel gebied met een stedelijk karakter, in verbinding met de historische binnenstad. Het ontwerp Masterplan Stadswerven omvat de ontwikkeling van woningen, kantoren, horeca, onderwijs, winkelvoorzieningen en parkeerfaciliteiten. c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
09 2008
Raad stelt ambities en uitgangspunten nieuwe plan vast (kaderstelling)
Gereed
05 2009
Vaststelling Masterplan Stadswerven
Gereed
01 2010
Vaststelling stedenbouwkundig plan, grondexploitatie, parkeerexploitatie en globale uitvoeringsplanning
Gereed
05 2010
Planvoorbereiding Watertorenterrein met Leyten
Loopt
05 2010
Start voorbereiding deelgebied B/Maasstraat
Voorbereiding
11 2010
Afronding contract NCB
Gereed
11 2010
Bestuurlijk akkoord tijdelijk gebruik Biesboschhal door Dordtmij
Gereed
01 2011
Addendum met Villa Augustus op overeenkomst d.d. 2006
Gereed
01 2011
Vaststelling overeenkomst Leyten inz. Watertorenterrein
Gereed
04 2011
Vaststelling overeenkomst met OCW
Gereed
07 2011
Start procedure bestemmingsplan watertorenterrein
Uitvoering
07 2011
Oplevering cascoherstel Biesboschhal
Gereed
09 2011
Watervergunning RWS ontvangen
Gereed
09 2011
Start bouwrijpmaken Stadswerven-Noord
Gestart
04 2012
Besluit tot bouw bioscoop en parkeergarage in Stadswerven-Zuid
Genomen
05 2012
Bestemmingsplan Watertorenterrein
Vastgesteld
06 2012
Aanleg parkeerterrein Ark van Noach
Gereed
07 2012
Markttoetsing deelgebied B door OCW: stedenbouwkundig plan B aangepast aan plan
Vastgesteld
07 2012
Beeldkwaliteitplan uitwerking deelgebied B-De Erven gereed
Vastgesteld
213
d. Wat gaan we nog doen? Vorige planning
Huidige planning
Actie/Mijlpaal
Fase
12 2011
07 2012
Start bouw Watertorenterrein
Verkoop
11 2012
08 2012
Rapportage kraanbaan
Tekenen en rekenen
12 2011
08 2012
Voorontwerp aangepast bestemmingsplan deelgebied B
Overleg OCW wordt verwerkt
gereed 08 2012
08 2012
Sloop deel bedrijfsbebouwing Touwslagersstraat
In voorbereiding
12 2012
10 2012
Bouwrijpmaken gebied bioscoop/parkeergarage,
In voorbereiding
Woonrijpmaken omgeving Energiehuis, vernieuwing riool Lijnbaan 01 2013
04 2013
Start bouw Deelgebied B-De Erven
Architect aan het werk
-
03 2013
Voorstel verkoop gronden deelplan B aan OCW
-
11 2013
Oplevering parkeergarage
-
11 2013
Oplevering bioscoop
e. Wat mag het kosten? Actuele raming en dekking: € 149,0 miljoen
Opbrengst niet woningbouwe € 9.007 6%
Exploitatiebaten € 307 0%
Opbrengst woningbouw € 106.074 72%
Bijdragen € 2.809 2%
Overige opbrengsten € 4.510 3% Opbrengstenstijging € 6.573 4%
Verliesvoorziening negatieve grondexploitaties € 19.896 13%
Voor het project Stadswerven wordt gestreefd naar een gunstig financieel resultaat, dit betekent dat de gronden parkeerexploitatie voor wat betreft de kosten en opbrengsten zoveel mogelijk in evenwicht moeten zijn. De onderhandelingen met de projectontwikkelaars zijn afgerond, echter, overeengekomen is dat de grondopbrengst per uit te geven (deel-) deelgebied marktconform wordt vastgesteld. Dat betekent dat de gemeentelijke inkomsten afhankelijk zijn van de marktontwikkeling: slechte markt slechte prijs; goede markt goede prijs. Bij de vaststelling van het stedenbouwkundig plan, grondexploitatie en parkeerexploitatie in januari
214
2010 is de raad – onder geheimhouding – geïnformeerd over de financiële stand van zaken. Inmiddels is bij de Jaarrekening 2011 de jaarschijf 2012 van de grondexploitatie vastgesteld.
f. Besluitvorming Financiële besluiten Datum Raadsbesluit
Omschrijving/fase
26-04-2005
Initiële reservering t.l.v. reserve SI
26-04-2005
Grondexploitatieberekening per 1-1-2005 (vervallen)
08-07-2008
Vervallen reservering t.l.v. SI (Kadernota 2009)
28-06-2011
Prognose Grondbedrijf 2012
Reservering
Krediet
Realisatie t/m mei 2012
5.400.000
0
0
0
0
0
- 5.400.000
0
0
149.176.428 71.701.567
63.381.106
De afgelopen jaren is binnen het Grondbedrijf een raming opgenomen voor de jaarlijkse uitgaven. In januari 2010 is een nieuwe grondexploitatie Stadswerven 2010-2024, inclusief verwerking van de risicoparagraaf door de raad vastgesteld. Vanuit deze lopende grondexploitatie worden de uitgaven bekostigd. Deze uitgaven hebben betrekking op plankosten, verwervingen, kosten bouwrijpmaken, saneringen en rentekosten.
Overige relevante (niet financiële) besluiten Raad 04-03-2008 – raadsvoorstel Stadswerven: Feitenrelaas en Verschillenanalyse; Raad 09-09-2008 – vaststellen van de Notitie "Ambities en uitgangspunten Stadswerven 2005-2008; Raad 12-05-2009 – vaststellen Masterplan Stadswerven; Raad 26-01-2010 – instemmen met de stedenbouwkundige uitwerking van Stadswerven c.a., alsmede de financiën, grondexploitatie, parkeerexploitatie en de relaties met externe partijen; Raad 15-06-2010 – Prognose 2010 Grondbedrijf; Raad 16-11-2010 – afronding contract NCB (geen wensen & bedenkingen); Raad 23-11-2010 – instemming tijdelijke invulling Biesboschhal door Dordtmij; Raad 11-01-2011 – vaststelling addendum Villa Augustus (geen wensen & bedenkingen); Raad 18-01-2011 – vaststelling voorovereenkomst Leyten (geen wensen & bedenkingen); Raad 19-04-2011 – vaststellen Raamkoopovereenkomst met OCW.
g. Financiële prognose
€ 160.000 € 140.000 € 120.000 € 100.000 € 80.000 € 60.000 € 40.000
Reservering
€ 20.000
Realisatie A ctuele planning
€0 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021 2022
215
h. Risico’s Omgevings risico’s
Budgetrisico
Grondbedrijfrisico
X
X
X
X
X
X
Organisatierisico
Vertragingsrisico
X X
Algemeen ruimtelijk risico
X
Continuïteit in exploitatie
p.m. p.m.
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
Financieringrisico
H M
Algemeen omgevingsrisico
Maximaal risicobedrag X € 1.000
2. Hogere kosten
Kans (H/M/L)
Rood Oranje
Kans x Effect
1. Lagere opbrengsten
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
NB. Het risicobedrag staat op p.m. omdat het opnemen van een bedrag in een openbaar stuk de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden.
Toelichting algemeen: Bij de besluitvorming over het stedenbouwkundige plan en grondexploitatie, is door het Grondbedrijf een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd. Deze risicoanalyse geeft aan dat indien de gemeente Dordrecht de risico’s van het project Stadswerven wil afdekken er een risicoreservering nodig is. Risicomanagement binnen het project Stadswerven is een dynamisch proces. Nieuwe inzichten worden direct in de risicomodule verwerkt en periodiek meegenomen bij herziening van de risico’s en het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf. Met het oog op de nog lopende onderhandelingen met projectontwikkelaars wordt voor informatie omtrent de risico’s geheimhouding in acht genomen. Ad 1: Lagere opbrengsten als gevolg van marktsituatie De grootste risico’s betreffen hier uiteraard de marktfluctuaties (kredietcrisis): hoe is het opnamevermogen van de markt in de komende periode van 15 jaar? De wijze waarop de marktrisico’s over de partijen verdeeld worden, bepaalt het risico dat elke partij heeft. De afspraken die hierover met de ontwikkelende partijen gemaakt worden, bepalen de verdeling van de risico’s. Voor het gemeentelijk risicodeel zijn voorzieningen getroffen. Beheersmaatregelen: Mogelijkheden worden onderzocht om te komen tot een marktconforme fasering. Uitgangspunt is een ontwikkelstrategie en flexibele projectaanpak, waarbij kan worden ingespeeld op fluctuaties in de woningafzet en bouw. Ad 2: Hogere kosten (verwervingen, plankosten, bouwrijpmaken e.d.) Een gebiedsontwikkeling als deze kent risico’s zowel voor de gemeente als voor de marktpartijen, die de invulling op zich nemen. Deze risico’s zijn beschreven in vertrouwelijke financiële stukken. Beheersmaatregelen: Een scherpe en regelmatige (financiële) sturing en control op activiteiten, risico’s en kosten.
i. Betrokken private partijen OntwikkelingsCombinatie de Werven (AM, JP van Eesteren en Dura Vermeer Bouw Rotterdam); Leyten; Dordtmij; Wolff bioscopen.
216
5. Hofkwartier
Portefeuillehouder : J. Mos Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Het project Hofkwartier heeft als kerndoel de rijke geschiedenis van onze stad beter zichtbaar en toegankelijk te maken en daarmee Dordrecht als historische stad steviger op de kaart te zetten. Het project beoogt een ambitieuze "make-over" van het historische hart van de stad en het, samen met in- en externe partners, realiseren van een culturele/cultuurhistorische programmering. b. Hoe willen we dat bereiken? In het Hofkwartier willen we functies huisvesten die in samenhang met elkaar voor de nodige synergie en economische spin-off moeten gaan zorgen. Het gaat daarbij om de functies kunst en cultuur, geschiedenis, verdieping en toerisme en vrije tijd. Later zijn hier ook openbare ruimte en wonen aan toegevoegd. Met de vaststelling van het structuurplan Hofkwartier, medio 2005, en het beschikbaar stellen van de benodigde financiële middelen is een begin gemaakt met de verdere uitwerking en uitvoering. c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie / Mijlpaal
Fase
06 2006
VO Erfgoedcentrum DiEP Statenschool/Berckepoort
Aangepast
09 2008
Oplevering Kloostertuin
Gereed
09 2008
Start pilot Kunstkerk
Gereed
09 2008
Start Verbouwing Museum
Gereed
07 2009
Kunstkerk Pilot + evaluatie
Gereed
09 2009
Herijking programma - Programmaraad opgericht
Gereed
09 2009
Keuze voor variant 2 voor huisvesting Erfgoedcentrum DiEP
Gereed; deels niet doorgegaan
03 2010
Herijken Programma van Eisen voor huisvesting Erfgoedcentrum DiEP, deel Hofcarré
Gereed
04 2010
Nieuw/gewijzigd plan (school met kinderopvang) voor Vest
Niet doorgegaan
04 2010
Wijziging programma locatie Vest; nieuwbouw Statenschool vervallen
Niet doorgegaan
09 2010
Contractuele afhandeling met Trivire over realisatie filmhuis
Gereed
09 2010
Alternatief plan met filmhuis voor Nieuwstraat
Gereed
09 2010
Overeenkomst met Trivire over verkoop Augustijnenkamp 66 (met overname van huurder Nieuwstraat 60-62)
Gereed
10 2010
Overdracht locatie Vest aan GBD/VGB
Gereed
10 2010
Formele overdracht Nieuwstraat 60-62 aan Trivire
Gereed
10 2010
Bouwkundige oplevering Dordrechts Museum
Gereed
11 2010
Formele overdracht Augustijnenkamp 66 aan Trivire
Gereed
11 2010
Feestelijke heropening van het Dordrechts Museum
Gereed
05 2011
Presentatie en besluit hernieuwd VO Erfgoedcentrum DiEP, Hofcarré, publieksfuncties = fase 1
Gereed
217
d. Wat gaan we nog doen? Vorige planning
Huidige planning
Actie/Mijlpaal
Fase
Doorlopend
Gezamenlijke ontwikkeling programmering Hofkwartier met de belanghebbende partijen onder regie van gemeente in samenhang met ontwikkeling NDC
Planvorming
2011
I.s.m. Stadsbeheer en Stadsontwikkeling plan van aanpak opstellen openbare ruimte
Planvorming
04-2011 afhankelijk van NDC
Definitief Ontwerp DiEP/HOF Herijken Programma van Eisen voor resthuisvesting Erfgoedcentrum DiEP, fase 2
Gereed
2012
Na overgang programmering Kunstkerk naar Energiehuis pand verkopen
In ontwikkeling
01-07-2012
Start uitvoering digitalisering 600 m archief
In voorbereiding
01-10-2012
Start uitvoering renovatie en verbouwing het Hof (no. 5 t/m 13)
In voorbereiding
Jaarafsluiting
Financiële afwikkeling plankrediet en krediet verbouwing Dordrechts Museum
Afronding
Toelichting Algemeen De ontwikkeling van het Hofkwartier verloopt langs twee duidelijke lijnen. Allereerst de huisvesting van de sleutelspelers zoals het Dordrechts Museum, het Erfgoedcentrum DiEP en het Filmhuis. De tweede lijn is die van de verbindende integrale programmering in het gebied. Deze programmering krijgt extra diepgang als de sleutelspelers ook daadwerkelijk binnen het Hofkwartier hun eigen activiteiten vorm kunnen geven binnen de verbindende integrale programmering. Hiermee worden de fysieke projecten in lijn gebracht met de structuurvisie zoals vastgesteld in 2005. De diverse in de afgelopen jaren getroffen organisatorische maatregelen in het programma Hofkwartier, waaronder de projectinrichting naar onderdelen, hebben geleid tot een betere sturing en beheersing van het project. Erfgoedcentrum DiEP/Het Hof Na instemming van de raad 31 mei 2011 met het VO Bouw en Inrichting Hofcarré is dat uitgewerkt in een DO. Op verzoek van de raad heeft een consult van externe expert plaatsgevonden en dat advies is meegenomen in de uitwerking van het DO. Het DO is een uitwerking van het VO met behoud van dezelfde uitgangspunten: maximaal behoud van het monument en een presentatie met de focus op de Eerste Vrije Statenvergadering en de Synode van Dordrecht. Het DO is maart 2012 vastgesteld door de gemeenteraad en tegelijk is door de gemeenteraad een uitvoeringskrediet verleend. Het digitaliseringsplan is aanbesteed. Momenteel lopen de verificatiegesprekken. Zodra een en ander definitief is afgerond, worden de opdrachten verleend. De digitalisering van het archief is gereed uiterlijk eind 2014. De website en digitale studiezaal staan gepland medio 2013, terwijl de oplevering van Het Hof gepland is eind 2014/begin 2015. Planning uitvoeringsfase bouw en inrichting obv besluitvorming. besluitvorming DO en uitvoeringskredieten gereed opstellen bestekken bouw gereed verlenen omgevingsvergunning aanbesteding en gunning bouw melding aan gemeenteraad start bouw research, programmering en conservering gereed oplevering bouw diverse aanbestedingen inrichting productieperiode inrichting/indrogen gebouw start inrichting opening Het Hof van Dordrecht
afgerond juni 2012 gereed september 2012 gereed september 2012 via projectbladen 01-10-2012 eind 2012 begin 2014 vanaf augustus 2012 gereed medio 2014 medio 2014 eind 2014
218
Openbare Ruimte Het programma Hofkwartier bevat na de herijking In 2008 en 2009 nog 2 fysieke projecten, waaronder de Openbare Ruimte naast de herhuisvesting van Erfgoedcentrum DiEP. Een aantal aanpassingen in de Openbare Ruimte zijn noodzakelijk in het kader van het gereedkomen van het Museum in 2010/2011 en de oplevering van het Filmhuis eind 2012. Daarnaast is het van belang het binnenplein van het Hof aan te passen en af te stemmen op de plannen voor het Hofcarré en te onderzoeken welke kwalitatieve verbeteringen nodig zijn in bijvoorbeeld de Museumstaat en de route Museum – Kloostertuin – Het Hof. In het programma Hofkwartier is hiervoor € 1.571.200 gereserveerd. Met een deel van dit budget, te weten € 571.200, worden de noodzakelijke aanpassingen uitgevoerd en wordt daarnaast nader onderzocht welke kwaliteiten in het gebied dienen te worden toegevoegd. Vooralsnog zijn de navolgende onderdelen opgenomen: Binnenplein Hof: sobere aanpassing binnenplein Hof, afgestemd op plannen Hofcarré; verbeterde verlichting Hof. Filmhuis: te slopen garage en realisatie doorgang Kloostertuin-Augustijnenkamp; herinrichting openbare ruimte grenzend aan Filmhuis, inclusief fietsenstalling. Museumstraat: realiseren van een fietsenstalling; onderzoek kwalitatieve verbetering Museumstraat, incl. bereikbaarheid; onderzoek verbetering bewegwijzering Museum – Kloostertuin – Hof. Voor wat betreft het Binnenplein Hof heeft analyse van de bestaande situatie plaatsgevonden en geleid tot een schetsontwerp. De garage bij het Filmhuis is gesloopt en nu de verbouwing van het geheel door Trivire is gestart kan op termijn de bijbehorende doorgang worden ontworpen en gerealiseerd. Rondom de Museumstraat is de inventarisatie gaande. Tenslotte is een eerste opzet van een communicatieplan vervaardigd zodat de betrokken (interne en externe partijen zo doelmatig mogelijk kunnen worden geïnformeerd en betrokken bij de activiteiten. Herhuisvesting Zoals hierboven reeds is vermeld, omvat het programma Hofkwartier o.a. nog de herhuisvesting van de medewerkers van Erfgoedcentrum DiEP en de herhuisvesting van het restauratie/conserveringsatelier. De totale kosten voor de herhuisvesting bedragen € 510.000. De raad is voorgesteld hiermee in te stemmen.
Toelichting Stand van Zaken per onderdeel van het Hofkwartier: DiEP/Hof – in ontwikkeling: studie naar alternatieven afgerond (3 varianten in totaal); projectorganisatie opnieuw ingericht; varianten gepresenteerd in de raadscommissie; raadskeuze voor variant 2; project herhuisvesting Erfgoedcentrum DiEP gestart met integrale afstemming Bouw, Inrichting en DigitaliseringProces; Hof 10-12, Hof 5-9, Steegoversloot 19 in exploitatie en beheer naar Erfgoedcentrum DiEP Programmering Erfgoedcentrum DiEP in Hof 1012; aanpassing VO variant 2 na wegvallen Statenschool; aanpassing PVE t.b.v. Hofcarré (fase 1); instemming college en raad 31-05-2011; Start deelproject digitalisering; DO voor renovatie/bouw en inrichting Het Hof; onderzoek nieuwe locatie en PvE resterende huisvesting Erfgoedcentrum DiEP (fase 2).
Het Hof – in ontwikkeling: integraal onderdeel geworden van DiEP; in variant 2 wordt Hof 10-12, Hof 5-9, Steegoversloot 19 betrokken bij huisvesting en exploitatie Erfgoedcentrum DiEP; vanaf besluit voor variant 2 is Het Hof opgenomen in project herhuisvesting Erfgoedcentrum DiEP; Statenschool als school gehandhaafd; oplossing zoeken voor gebruik Het Hof door Waalse Kerk voor renovatie/bouw en inrichting Het Hof. De Kunstkerk: pilot concertante muziekzaal; op basis van evaluatie programma voortgezet; herhuisvesting programma in Energiehuis; daarna verkoop pand. Openbare ruimte - planvorming: Kloostertuin opgeleverd; beheer Kloostertuin overgedragen; krediet ten behoeve van eerste fase van onderzoek en aanpassing rondom Museumstraat en Hofplein is toegekend; diverse Ontwerpfases opgestart.
219
e. Wat mag het kosten? Actuele raming en dekking Hofkwartier:
€ 20,8 miljoen
SI; € 18.965.441 ; 91% Verkoop panden; € 1.166.562 ; 6% Manden maken; € 660.000 ; 3%
Financiële stand van zaken: Datum Raadsbesluit
Omschrijving/fase
03 2009
DIEP-voorbereidingskrediet
25 05 10
Filmhuis-eenmalige exploitatiebijdrage Trivire (SI)*
31 05 11
DiEP Voorbereidingskrediet bouw
1.239.500
31 05 11
DiEP Uitvoeringsfase digitaliseren
2.246.000
14 02 12
Uitwerken aanpassingen Openbare Ruimte
27 03 12
Verlenen krediet uitvoering bouw en inrichting project Hofcarré ad € 10.881.500
06 12 05
Planexploitatie 2005 (SI)
Reservering
800.000
Realisatie 799.857
2.100.000
571.200
4.176
10.881.500 10.545.470
Exploitatie Hof (SI)
510.000
Kadernota 2010
Herijking programma HK-o.a Nieuwe huisv. DiEP (SI)
5.600.000
11 2009
Diep-RV huisvesting cf variant 2 (incl. verk panden)
1.166.562
25 05 10
Filmhuis (eenmalige exploitatiebijdrage Trivire (SI)
2.100.000
12 2010
Bijdrage vastgoedbedrijf Vest via SI
570.000
4e kw 2011
Taakstellende bezuiniging via SI
-64.097
4e kw 2011
Taakstellende bezuiniging via SI
-295.932
12 2011/ 1e kw 2012
Manden maken via SI Totaal
Krediet
373.003
660.000 20.792.003
17.838.200
1.177.036
* Afgesproken is dat voornoemde bijdrage Trivire vooralsnog gedekt zou worden uit de reserve Strategische Investeringen (SIB10 Hofkwartier). Hierdoor ontstaat een overreservering op deze reserve van maximaal € 2,1 miljoen. Deze overreservering wordt (in het investeringscomplex) opgelost door de jaarlijkse exploitatievrijval als gevolg van het sluiten van Cinode vanaf 2012 af te storten naar de reserve SI totdat de overreservering teniet is gedaan.
220
Kredietverantwoording Manden maken Er zijn tot nu toe twee declaraties manden maken ingediend, namelijk voor een bedrag ad €647.500 en €660.000. Van dit laatste bedrag is €500.000 ten gunst van de verbouwing museum gebracht. De resterende bedragen zijn ten gunste van de planexploitatie geboekt. De declaratie over de jaarrekening 2010 is eveneens in de cijfers verwerkt en de resterende slotdeclaratie is inmiddels ingediend en wacht op afwikkeling. Filmhuis De start van de verbouwing van Nieuwstraat 60-62 door Trivire is vertraagd als gevolg van besluitvorming omtrent het bestemmingsplan Binnenstad. De eerste deelbetalingen op basis van de bouwvoortgang hebben hierdoor nog niet plaatsgevonden. Eind juli 2011 is de omgevingsvergunning verleend. Naar het zich nu laat aanzien zullen de toegekende (deel)betalingen in het verdere verloop van 2012 plaatsvinden. f. Besluitvorming. Datum Raadsbesluit
Agendapunt
Omschrijving
29-05-2001
4
Beschikbaar stellen krediet voor de programma ontwikkeling ten behoeve van het Hofkwartier (bijl.nr. 86).
21-05-2002
17
Wijzigen begroting kunsten over 2002 in verband met aankoop Museumstraat 63-65 en Augustijnenkamp 66 (bijl.nr. 92).
08-04-2003
7
Instemmen met de toekomstvisie voor Het Hofkwartier en beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van proceskosten, marketing en programmering voor het proces Hofkwartier.
17-05-2005
4
Behangsels Dordrechts Museum
06-12-2005
16
Beschikbaar stellen van een krediet voor de uitwerking van het Structuurplan Hofkwartier.
08-07-2008
21
Beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de renovatie en uitbreiding van het Dordrechts Museum (592)
16-12-2008
658
Raadsinformatiebrief over programma Hofkwartier CULT/2008/471
29-09-2009
15
Raadsinformatiebrief over programma Hofkwartier CULT/2009/11
03-10-2009
23
Raadsinformatiebrief over het tekort op de verbouwing van het Dordrechts Museum MUS/2009/73
03-11-2009
23
Keuze voor huisvesting- en programmeringsvariant 2 voor Erfgoedcentrum Erfgoedcentrum DiEP, plus voorbereidingskrediet van € 800.000 voor bouw en digitalisering
15-12-2009
23
Raadsinformatiebrief over afspraken met Trivire inzake Filmhuis
16-02-2010
53
Raadsbesluit Dordrechts museum: extra middelen t.l.v. gekapitaliseerde huuropbrengsten horeca ad € 1.000.000
25-05-2010
23
Raadsbesluit exploitatiebijdrage Filmhuis t.b.v. Trivire ad € 2,1 miljoen
25-05-2010
42
Raadsbesluit aanvraag extra krediet Dordrechts museum via de resultaatbestemming 2009
13-07-2010
23
Raadsinformatiebrief over bijdrage Filmhuis
15-03-2011
6
Beschikbaar stellen van krediet voor de afronding van de projectonderdelen Nieuwstraat 60-62 (filmhuis) en Vest.
31-05-2011
7
Aanwenden gereserveerde middelen tussentijdse programmering in 't Hof.
31-05-2011
23
Kennisnemen van de huisvesting publieksfuncties Erfgoedcentrum DiEP en verlenen voorbereidingskrediet t.b.v. VO Project Hofcarré; te weten € 1.239.500 voorbereiding bouw en € 2.246.000 uitvoeringsfase digitaliseren.
14-02-2012
7
Verlenen krediet ad € 571.200 ten behoeve van uitwerking en uitvoering aanpassingen openbare ruimte, w.o. verlichtingsplan en voorstellen kwalitatieve verbeteringen Museumstraat en route Museum – Kloostertuin – binnenplein.
27-03-2012
4
Verlenen krediet uitvoering bouw en inrichting project Hofcarré ad € 10.881.500
221
g. Financiële prognose.
Bedragen x € 1.000
25.000 20.000 Reservering
15.000
Realisatie 10.000
Prognose
5.000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Verwachtingen verloop 2012. Naar verwachting worden in 2012: de toegekende bijdragen Trivire-Filmhuis uitbetaald; de verbouwing ten behoeve van Erfgoedcentrum DiEP grotendeels gerealiseerd.
h. Risico’s Bij enkele projecten is geen risicoprofiel opgenomen. In dat geval bevat de risicoanalyse financieel- en/of marktgevoelige informatie die de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden indien ze gedetailleerd verwoord en toegelicht zouden worden.
i. Betrokken private partijen Woningstichting Trivire en the Movies.
222
6. Leerpark
Portefeuillehouder : E. van de Burgt Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Versterken onderwijsinfrastructuur. Verbeteren van het innovatief vermogen van bedrijfsleven en onderwijs. Circa Circa Circa Circa Circa Circa
50.000 m2 onderwijsvoorzieningen en sportgebouw 11.000 m2 kantoren en 24.000 m2 bedrijven (incl. 9.000 m2 onderwijsleerbedrijven) 2.000 m2 detailhandel 450 woningen 2.000 m2 overige voorzieningen 40.000 m2 openbare ruimte
b. Hoe willen we dat bereiken? De regio dient economisch vitaal, innovatief en aantrekkelijk voor jonge mensen te blijven. Een optimaal functionerende kennisinfrastructuur is daarbij onmisbaar. De ontwikkeling van een dergelijke infrastructuur verloopt ongelijkmatig en langs uiteenlopende lijnen. Wat we willen bereiken is een imagoversterking van het onderwijs en het leerpark, een goede voorlichting naar diverse doelgroepen, stimuleren van onderwijskundige samenhang, een verbeterde doorlopende leerlingenzorg, een uitwisseling en creatie van kennis binnen de regio tussen bedrijven en kennisinstellingen en een vervlechting van beroepspraktijk met beroepsonderwijs. c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
03 2006
Realisatie informatiecentrum/Leonardo Plaza
Uitvoering
04 2006
Website Leerpark vernieuwd
Gereed
06 2006
Kick Off domeinteams/route 2004 inbrengen in Leerpark
Gereed
2006+2007
Doorlopende (jaarlijkse) activiteiten: in stand houden infocentrum; functie versterken en uitbreiden doelgroep; website actueel houden; website kennis infrastructuur Drechtsteden; nieuwsbrieven en brede communicatie; ontwikkelingen en doorlopende onderwijsactiviteiten in domeinen; Dordtse Onderwijsdagen (Leerpark Connect).
Uitvoering
06 2007
Participatie in Deltaplan Metalectro
Gereed
2007
Oprichting BV Kennisbedrijven
Gestopt
2007
Implementeren stageplanner
Gereed
2007
Oplevering Insula College
Gereed
2007
Oplevering Da Vinci College
Gereed
2007
Start bouw Samenwerkingsgebouw en Stedelijk Dalton Lyceum
Gereed
2007
Officiële opening Da Vinci College door HKH Prinses Maxima
Gereed
2007
Vestigen Kenniscentrum Veiligheid
Gereed
223
Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
10 2008
Oplevering Stedelijk Dalton Lyceum
Gereed
07 2008
Oplevering Samenwerkingsgebouw (Praktijkgebouw)
Gereed
12 2008
Oplevering Warmte Koude Opslag
Gereed
06 2008
Start Sportgebouw
Gereed
12 2008
Activiteiten bureau KIS-D*/Leerpark
Gestopt
01 2009
Samenwerking vmbo’s en MBO
Doorlopend
02 2009
Start programma Leonardo Experience
Gereed
12 2008
Ontwikkeling van Onderwijs Leerbedrijven
Uitvoering
02 2008
Proces-/parkmanagement en veiligheid op het Leerpark
Doorlopend
12 2008
Realisatie ICT voorzieningen
Doorlopend
07 2009
Oplevering Sportgebouw
Gereed
e
07 2011
Oplevering 2 uitrukpost Brandweer 6e
Gereed
07 2012
Verplaatsing DLTC
Gereed
Toelichting In het 4e kwartaal 2009 is de aanbesteding voor de bouw van een 2e uitrukpost Brandweer met succes afgerond en is de bouw van de 2e brandweerpost inclusief aanleg van de ontsluitingsroute naar de N3 gestart. In 2009 is een uitvoeringskrediet door de raad ter beschikking gesteld. Oplevering en ingebruikname van de 2e brandweerpost inclusief ontsluitingsroute was gepland in april 2011. De oplevering is enigszins vertraagd ivm verwerking van en onderzoek naar vorstschade. De officiële opening heeft op 24 augustus 2011 plaatsgevonden.
d. Wat gaan we nog doen? Vorige Planning
Huidige planning
Actie/Mijlpaal
07 2012
07 2012
Oplevering Duurzaamheidsfabriek
6C1
Uitvoering
12 2012
12 2012
Woningen met plint Leerbedrijven (LB)
1B
Uitvoering
12 2012
12 2012
Woningen met plint Leerbedrijven tussen SDL - SW
2D
Uitvoering
07 2012
07 2012
Ambulance + kantoor veiligheidsregio
2E
Uitvoering
12 2014
09 2013
Leerbedrijven in bestaand gebouw
2F
Voorbereiding
12 2012
07 2013
Leonardo Plaza
2G
Voorbereiding
06 2014
06 2014
Fase
e
Woningen & Singel (ggb & 50 app) fase 1- 1 deel
5A
Voorbereiding
06 2015
06 2015
Idem – 2 deel
5A
Voorbereiding
06 2015
06 2015
Woningen & Singel (ggb & 50 app) fase 2
5B
Niet gestart
07 2016
07 2016
Woningen vlindergebouw (50 app) fase 3
5C
Niet gestart
12 2013
12 2013
Woningen en Bedrijven (spoorzijde) Leerboulevard
6A
Voorbereiding
12 2013
12 2013
Woningen en Bedrijven Leerboulevard
6B
Niet gestart
e
Nb
Nb
Woningen en Bedrijven (onder voorbehoud)
6C
Niet gestart
12 2014
12 2014
Bedrijven gebouw I&J (DVC) + Kantoren
6D II
Niet gestart
Toelichting Vanwege marktomstandigheden (stijgende bouwkosten en gelijkblijvende opbrengsten) is een aantal gebouwen vertraagd. De woningbouw op perceel 1B is gestart in november 2010. Inmiddels is rijkssubsidie verkregen en is de bouw gevorderd. In de zomer van 2011 is de bouw gestart van de Duurzaamheidsfabriek op het Leerpark. De Duurzaamheidsfabriek zal een toonaangevend, aansprekend, innovatief en technologisch centrum moeten gaan worden, waar vernieuwende en intensieve samenwerking tussen het bedrijfsleven en onderwijs op het gebied van duurzame ontwikkeling vormt krijgt. Het realisatiebesluit voor de Duurzaamheidsfabriek is in december 2010 door de raad vastgesteld. In 2012 is € 0,3 mln subsidie van de Provincie en € 1,6 mln EFRO-subsidie ontvangen.
224
Verder is de afgelopen periode gewerkt aan de aanpassing van het bestemmingsplan, waarmee het Leerpark een aantrekkelijkere locatie wordt voor (onderwijs-) leerbedrijven om zich te vestigen. Dit plan is in het najaar in procedure gegaan. Inmiddels zijn van 4 partijen zienswijzen ontvangen. Overleg met provincie over (plan)aanpassingen heeft veel tijd gevergd. Naar verwachting wordt het ontwerp wordt in het najaar van 2012 aan het college en de raad voorgelegd.
e. Wat mag het kosten? Actuele raming en dekking: € 95 miljoen
Bijdrage Onderwijs / MO; € 5.278.000 ; 6%
Bijdrage Scholen; € 1.982.000 ; 2% Regio Manden maken; € 1.790.000 ; 2%
Provinciale subsidie; € 981.000 ; 1%
Bijdrage Grondbedrijf; € 43.790.561 ; 46%
Strategische Investeringen SV01; € 40.894.924 ; 43%
De totale financiële omvang van het project Leerpark is toegenomen tot € 95 miljoen door stijgende uitgaven en inkomsten voor de grondexploitatie (Grondbedrijf). De investeringen c.q. uitgaven grondexploitatie zijn volgens de meest recente prognose geraamd op € 43,8 miljoen en worden voor € 30,1 miljoen gedekt door verkoopopbrengst gronden voor woningen, kantoren en bedrijven. Het restant wordt gedekt binnen het Grondbedrijf.
f. Besluitvorming Financiële besluiten Datum Raadsbesluit
Omschrijving / fase
Reservering
Bijdrage Onderwijs (MO)
5.278.000
12-12-2000 Toekenning bijdrage uit Manden Maken
1.790.000
Krediet
Realisatie
5.278.000
5.278.000
1.790.000
1.790.000
1.982.000
1.982.000
1.982.000
981.000
981.000
981.000
Reservering SI SV01 Leerpark
40.894.924
38.954.451
38.096.576
Grex Leerpark
43.790.561
27.060.581
22.755.921
94.716.485
76.046.032
70.883.497
en 08-11-2005 (besluit Drechtsteden oktober 2007) Bijdrage Leerpark scholen Provinciale subsidies
Totaal
225
Specificatie SI Bouw scholen 08-04-2003 School Wartburg
1.705.000
1.705.000
05-10-2004 School Boogerman
1.204.000
1.204.000
05-10-2004 School Albert Schweitzer
855.000
855.000
05-10-2004 School Wartburg nieuwbouw
5.539.000
5.539.000
06-12-2005 Insulacollege (1)
6.808.660
5.226.748
14-05-2007 Stedelijk Dalton Lyceum (1)
5.815.690
5.109.447
14-05-2007 Samenwerkingsgebouw (1)
7.335.656
7.323.620
11-11-2008 Sportgebouw Leerpark (bouw) (1)
5.965.062
5.992.270
Ruimte vrijval BTW sportgebouw tbv DZHF
1.200.000
Kunstbudget scholen Initiële reservering Bijdrage Grondbedrijf Burap 2011 Vrijval SI Burap 2011 Kadernota 2010 Vrijval SI Kadernota 2010
140.000 -1.400.000
-1.400.000
-500.000 -1.300.000 33.228.068
31.695.084
55.000
56.351
Leerpark Voorzieningen 09-11-2007 Bezoek Maxima 26-06-2007 BV Kennisbedrijven (agio en bijdrage)
150.000
21.400
30-06-2009 Jongerenvoorzieningen
100.000
100.000
102.340
102.340
2007 Film Inspirae 09-06-2009 Leonardo Plaza Ontwikkelkosten 24-05-2007 ICT Visie 05-02-2008 Beveiliging Leerpark 15-05-2009 WKO
60.000
54.700
247.500
193.931
94.500
286.209
250.000
250.402
Leerpark bracnhe-/beroepsveldencie
105.841
HaitiYes I care Kadernota 2009 Servicepunt Leren
46.976 300.000
300.000
10.000
10.000
1.369.340
1.547.349
05-10-2005 Organisatiekosten Leerpark t/m 2004
724.543
710.877
05-10-2005 Huisvesting Leerpark
190.000
181.288
08-11-2005 Leerpark Organisatie 2005/2006
950.000
1.040.897
10-07-2007 Leerpark Organisatie 2007/2008
440.000
491.468
30-06-2009 Programma- en organisatiekosten 2009
302.500
371.080
Filopnamen Urgenda
19.200
Leerpark Organisatiekosten
Nog te voteren Programma- en organisatiekosten 2010
260.493
Nog te voteren Programma- en organisatiekosten 2011
245.000
Nog te voteren Programma- en organisatiekosten 2012
42.382 2.607.043
3.343.485
1.750.000
1.510.657
Leerpark Bijdragen grondbedrijf en scholen Initiële reservering Bijdragen Grondbedrijf en scholen
226
Duurzaamheidsfabriek 23-11-2010 realisatiebesluit duurzaamheidsfabriek; instemmen met aantrekken lening van € 8 milljoen Grondexploitatie Leerpark (3) Prognose 2012
Bruto investeringen/uitgaven
Omschrijving Prognose 2012
43.790.561
27.060.581
22.755.921
43.790.561
64.265.032
59.341.840
Bruto investeringen
43.790.561
Opbrengsten Saldo (Eindwaarde)
Prognose Realisatie 2011 t/m 05/2012
Reservering
27.060.581
22.755.921
30.095.541
8.197.776
5.679.928
13.695.020
18.862.805
17.075.993
De gemeentelijke investeringen in het Leerpark worden voor het hoofddeel gefinancierd vanuit de Strategische Investeringen Leerpark € 40,8 miljoen. Initiële besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden bij de behandeling van het Masterplan Leerpark, zie raadsvergadering 12-12-2000 en het definitief ontwikkelbesluit Leerpark, zie raadsvergadering 08-11-2005. De stand van de huidige bijdrage vanuit de Strategische Investeringen SV01 Leerpark is incl. bijstelling t.b.v. indexering conform Kadernota 2008, 2009 en 2010, respectievelijk € 1,4 miljoen, € 0,98 miljoen en 0,44 miljoen. Daarnaast is de afgelopen jaren ook besloten de reservering te verlagen Kadernota 2010 € 1,3 mln, Burap 2011 € 0,5 mln. Binnen SI01 is € 1,2 mln gelabeld voor mogelijke dekking van de Duurzaamheidsfabriek. In bovenstaande opstelling zijn de financiële effecten van de Kadernota 2013 nog niet verwerkt. In de Kadernota 2013 zijn afspraken gemaakt om de activiteiten van de Leerpark organisatie tot en met 2014 te kunnen voortzetten. Op die manier kan de gemeente bij de ontwikkeling van het Leerpark de samenwerking tussen VMBO-, MBO- en HBO-onderwijs blijven stimuleren. Ook kunnen we inzet leveren voor de realisatie van de sociale agenda van het Leerpark. In het projectblad Leerpark is ook informatie over dit onderwerp opgenomen. De investeringen c.q. uitgaven grondexploitatie zijn volgens de meest recente prognose geraamd op € 43,8 miljoen en worden voor € 30,1 miljoen gedekt door verkoopopbrengst gronden voor woningen, kantoren en bedrijven. Het restant wordt gedekt binnen het grondbedrijf. De gerealiseerde verkoopopbrengsten blijven achter op de prognose, vanwege uitgestelde grondtransacties.
Overige (niet financiële) besluiten Datum raadsbesluit
Omschrijving
07-12-1999
Vaststellen van de intentieverklaring van het project Leerpark en beschikbaar stellen krediet voor het inwinnen van een extern organisatieadvies (bijl.nr. 251).
12-12-2000
Vaststellen Masterplan Leerpark, alsmede het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet (bijl.nr. 217).
09-07-2002
Instemmen met de voorstellen voor ontwikkeling van het Leerpark en het reserveren van extra middelen (bijl.nr. 124).
10-12-2002
Beschikbaar stellen van een werkbudget voor de ontwikkeling van het Leerpark (bijl.nr. 250).
08-04-2003
Voornemen tot het oprichten van een coöperatie ontwikkeling Leerpark.
01-03-2005
Vaststellen van het bestemmingsplan “Leerpark”.
08-04-2003
Voornemen tot het oprichten van een coöperatie ontwikkeling Leerpark.
10-07-2007
Raadsinformatiebrief over rapportage visitatiecommissie 2007 m.b.t. het Leerpark MO/2007/2349
10-07-2007
Raadsvoorstel benoemen openbare ruimte Leerpark
04-09-2007
Raadsinformatiebrief inzake wijziging statuten BV Kennisbedrijven Drechtsteden. Wensen- en bedenkingenprocedure LP/2007/59
05-02-2008
Proces-/Parkmanagement en veiligheid op het Leerpark LP/2007/116
30-06-2009
Uitvoeringskrediet Brandweer Leerpark en ontsluiting N3
30-06-2009
Programma- en organisatiekosten Leerpark 2009 (o.a. Ontwikkelkosten (voorbereiding) Leonardo Experience, Jeugdvoorzieningen Leerpark, Samenwerking onderwijs en bedrijfsleven en Samenwerking onderwijs vmbo’s en MBO)
227
30-06-2009
Verkoop Warmte Koude Opslag
19-01-2010
Visie en businessplan Duurzaamheidsfabriek
09 2010
Besluit kenniscentrum Veiligheid
25-05-2012
Raadsinformatiebrief Duurzaamheidsfabriek
g. Financiële prognose
€ 100.000 € 90.000
bedragen x € 1.000
€ 80.000 € 70.000 € 60.000 € 50.000 € 40.000 € 30.000 € 20.000 € 10.000 €0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ev
Reservering
jaren
Realisatie Actuele planning
h. Risico’s Omgevings risico’s
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
Organisatierisico
X
Grondbedrijfrisico
Vertragingsrisico
X
X
Budgetrisico
Algemeen ruimtelijk risico
Continuïteit in exploitatie
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
Algemeen omgevingsrisico
Financieringrisico
Maximaal risicobedrag X € 1.000
Kans (H/M/L)
Kans x Effect
X
X
1. Bestemmingsplan
Groen
L
0
2. Uitstel grondtransacties
Oranje
M
p.m.
3. Exploitatie Leonardo Plaza
Groen
L
p.m.
X
X
X
X
X
4. Duurzaamheidsfabriek
Groen
L
p.m.
5. Gebouwde parkeervoorziening
Oranje
M
p.m.
6. Kosten bouwrijpmaken Openbare ruimte
Oranje
M
p.m.
X
7. Tegenvallende opbrengst 6c
Oranje
M
p.m.
X
NB. Het risicobedrag staat op p.m. omdat het opnemen van een bedrag in een openbaar stuk de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden.
Ad 1: Bestemmingsplan Het bestemmingsplan biedt geen ruimte voor commerciële exploitatie van leerbedrijven, dit heeft een remmende werking op het aantrekken van leerbedrijven. Dit risico valt niet te kwantificeren in termen van tijd of geld.
228
Beheersmaatregel: Herziening bestemmingsplan is in procedure, bestuurlijke besluitvorming. Voorts is nieuwe regeling externe veiligheid beschikbaar, die meer mogelijkheden voor het bestemmingsplan biedt. Vaststellingsvoorstel aan de raad wacht hierop. Ad 2. Uitstel grondtransacties Enkele grondtransacties zijn soms noodgedwongen uitgesteld, waardoor verwachte cashflow later wordt gerealiseerd. Beheersmaatregel: De mogelijkheden worden onderzocht om i.o.m. de ontwikkelaar en Da Vinci te komen tot een marktconforme fasering van de bouw. Hierna zal de planning (spoorboekje) grondtransacties worden geactualiseerd, inclusief afspraken over indexering en rentevergoeding na overeengekomen afnamedatum cf. gemeentelijke rente). Ad 3. Exploitatie Leonardo Plaza De gemeente betaalt stichtingskosten van het Leonardo Plaza. De exploitatievorm is nog niet bekend. Beheersmaatregel: Da Vinci heeft toegezegd achtervang ten behoeve van de exploitatie te zijn. De bijzondere functie voor het Leerpark is hiermee nog niet in elk geval vormgegeven. Dat gebeurt in nader overleg met het Da Vinci College. Ad 4. Duurzaamheidsfabriek Realisatieovereenkomst inzake de Duurzaamheidsfabriek is afgerond. Lening is bij de Triodosbank aangetrokken; de bouw is gestart. Aantrekken huurders loopt. Verhuurrisico is aanwezig. Beheersmaatregel: Het risico in de bouw is zo goed mogelijk afgezekerd door een fixed price met de aannemer af te spreken. Er is bij de gemeente en Da Vinci een reservering van € 1.2 miljoen voor tegenvallers in de exploitatie. Da Vinci heeft de bereidheid zo nodig een deel van het gebouw te verwerven. Subsidie is verkregen: daarmee is het risico sterk verkleind. Ad 5. Exploitatierisico gebouwde parkeervoorziening De coöperatie en de marktpartij hebben tot taak een deel van het parkeertekort gebouwd te realiseren. Rekening is gehouden met een mogelijk gekapitaliseerd verlies op de exploitatie. Beheersmaatregel: Er wordt zoveel mogelijk geprobeerd met goedkope parkeervoorzieningen en lage exploitatielasten het parkeertekort op te lossen. Een voorbeeld hiervan is de “tijdelijke” parkeervoorziening, waarvan de investering binnen 3 jaar is terugverdiend. Ad 6. Kosten bouwrijpmaken openbare ruimte Bouwrijpmaken zijn mogelijk te laag begroot. Blijkt meermalen tot nu toe. Beheersmaatregel: Beperking van afwijkingen; sobere uitvoering; trachten binnen de begroting te dekken. In april 2012 is een voorstel voor extra middeleninzet aan de raad voorgelegd. Ad 7: Tegenvallende opbrengst 6c De begrote opbrengst van 6c, buiten de aanbesteding van Heijmans gehouden vanwege veronderstelde hoge opbrengstpotentie, blijkt (te) hoog in de markt te liggen. Kan bij uitgifte tegenvallen. Beheersmaatregel: Geen: is marktafhankelijk.
i. Betrokken private partijen Coöperatie Leerpark U.A.; is opdrachtgever voor de totale realisatie (inclusief Onderwijsleerbedrijven, woningen en openbare ruimte) van het Leerpark; Scholen; Da Vinci College, Stedelijk Dalton Lyceum, Insula College en Wartburg College; Ontwikkelaars: Heijmans B.V./Proper-Stok; Architecten: Mecanoo, DKV Architecten, Architectuurstudio Hertzberger, SeARCH en West 8; Bedrijfsleven in Onderwijs Leerbedrijven.
229
7. Achterom/Bagijnhof
Portefeuillehouder : J. Mos Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken? Stimuleren economische concurrentiepositie. Vergroten aantrekkingskracht Dordrecht. Terugdringen structurele werkloosheid/vergroten werkgelegenheid. b. Hoe willen we dat bereiken? De herstructurering van het kernwinkelgebied Achterom/Bagijnhof/Spuiboulevard/Johan de Wittstraat bestaat uit: (her)ontwikkelen ca. 15.000 m2 winkels en woningen; realiseren van een parkeergarage met een capaciteit van circa 400 plaatsen; realiseren van een stalling voor ca. 900 fietsen; realiseren van een nieuw woonprogramma aan de oostzijde van het Achterom en de Spuiboulevard; formuleren van een ontwikkelingsvisie voor de Visstraat; herinrichting van de openbare ruimte (incl. Visstraat). c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
08 2004
Bouwrijp maken (gestopt na gerechtelijke interventie)
Gereed
12 2005
Integrale behandeling bij de rechtbank/Raad van State
Gereed
12 2005
Bouwvergunning voor aanpassing van het Winkelcentrum Drievriendenhof
Gereed
09 2006
Afronding aanpassing WC Drievriendenhof en directe aanloopstraten
Gereed
03 2007
Vestiging Intree Dordrecht aan Spuiboulevard
Gereed
12 2007
Vaststelling doorstart notitie en herijking financiële kader
Gereed
04 2008
Herontwikkeling Achterom Oost (planonderdeel Multi)
Gereed
06 2008
Oplevering Achterom-West en fietsenstalling
Gereed
09 2008
Tijdelijke herinrichting Visstraat
Gereed
01 2009
Visie ontwikkeling Visstraat
Gereed
05 2009
Vastlegging VO openbaar gebied Achterom-Bagijnhof openbare ruimte en Verkeerscirculatieplan
Gereed
06 2009
Hoogste punt gebouw Achterom-Oost en parkeergarage
Gereed
12 2009
Tijdelijke inrichting Achterom
Gereed
02 2010
Herijking financieel kader door de Raad
Gereed
02 2010
Vastlegging DO openbaargebied Achterom-Bagijnhof, fasering en definitieve planning voorleggen aan de Raad
Gereed
02 2010
Vastlegging visie ontwikkeling Visstraat bij de raad
Gereed
02 2010
Gesprekken herontwikkeling Spuiboulevard/Johan de Wittstraat afronden.
Gereed
230
Resultaten voorleggen aan de raad. 02 2010
Start uitvoering Spuiboulevard - Johan de Wittstraat
Gereed
03 2010
Oplevering Achterom-Oost plus parkeergarage
Gereed
04 2010
Besluitvorming kunstuiting (politiek akkoord)
Gereed
06 2010
Afronden wensen & bedenkingenprocedure contracten m.b.t. herontwikkeling Spuiboulevard/Johan de Wittstraat
Gereed
04 2011
Overdracht bouwkundige delen Kunstuiting
Gereed
Onduidelijk
Contractuele en financiële afhechting herontwikkeling Spuiboulevard/Johan de Wittstraat
Gereed
N.v.t.
Aanpassing DO/herijking financieel kader – besluitvorming door de raad
Gereed
12 2011
Start uitvoering gefaseerde herinrichting openbaar gebied Achterom-Bagijnhof
3e kw2013
11 2011
Start uitvoering herontwikkeling Spuiboulevard/Johan de Wittstraat
3e kw.’13
d. Wat gaan we nog doen? Vorige planning
Huidige plannin g
Actie/Mijlpaal
Fase
N.v.t.
10 2012
Start uitvoering nieuwbouw hoek Achterom/Spuiboulevard
Voorbereiding uitvoering
08 2013
Afronding project
Uitvoering
Toelichting Uitvoering herinrichting Openbare ruimte De Openbare ruimte wordt voor een taakstellend budget van € 5 miljoen heringericht. De planning van deze herinrichting is als volgt: de herinrichting van het Achterom en de Raamstraat is gestart in december 2011 en wordt voor de zomer van 2012 opgeleverd; aansluitend worden de Visstraat, het (Verlengde) Bagijnhof (inclusief de slagschaduw van het voormalige postkantoor) en de Vest aangepakt; als laatste worden de expeditiehof en de Johan de Wittstraat heringericht. De start van de bouw van de Mediamarkt/Saturn heeft eind 2011 plaatsgevonden. De oplevering van de openbare ruimte in de Johan de Wittstraat is afgestemd met als uitgangspunt dat bij de opening van de Mediamarkt/Saturn de herinrichting van de openbare ruimte gereed zal zijn. In de planning wordt uitgegaan van het derde kwartaal 2013.
e. Wat mag het kosten? Actuele raming en dekking: € 43.862.925 Exploitatie parkeergarage € 13.375.439 30%
Opbrengst koopcontract € 260.286 1%
Bijdrage Stadsbeheer € 227.200 1%
Strategische Investeringen € 30.000.000 68%
231
NB Naast de gemeentelijke investeringen wordt door ontwikkelaars voor ruim € 60 miljoen geïnvesteerd in het plangebied. De bijdrage vanuit Stadsbeheer en de opbrengst uit het koopcontract leveren aanvullende financiering.
f. Besluitvorming Financiële besluiten De realisatiecijfers in onderstaand overzicht hebben betrekking op de stand per 31-12-2011 en zijn exclusief de voorbereidingskosten van de Kunstuiting. Presentatie beperkt tot openbare besluitvorming en realisatie op totalen Datum Raadsbesluit
Omschrijving Fase
Reservering
2002
Initiële reservering S.I.
20.337.891
06-11-2007
Verhoging reservering progr. begroting ‘08
15-09-1998
Initiatief, Plankosten alg.
Krediet
9.662.109
158.823
11-11-2003
Initiatief, Plankosten alg.
01-02-2005
Planontwikkeling, Plankosten alg.
1.100.000
08-11-2005
Planontwikkeling, Plankosten alg.
350.000
04-12-2007
Uitvoering, Plankosten alg.
303.177
16-02-2010
Exploitatietekort Achterom West
448.000
16-02-2010
Uitvoering, Plankosten alg.
188.000
1.172.000
Subtotaal plankosten algemeen 04-02-2006
3.720.000
Lenghen-/Lindenstraat
950.000
04-12-2007
Achterom-Oost (Multi)
9.061.088
28-02-2006
Fietsenstalling
3.300.000
16-10-2007
Fietsenstalling
1.005.465
04-12-2007
Visstraat visieontwikkeling
29-06-2004
Uitvoering BRM Openbare ruimte
26-05-2009
Tijdelijk maatregelen herinr. Openb. Ruimte
3.669.107
40.000 3.200.000 150.000
16-02-2010
Herinrichting Openbare Ruimte
7.050.000
16-02-2010
Gewijzigd financieel kader
1.523.447
Subtotaal uitvoering Achterom Bagijnhof 17-06-2008
Realisatie
26.280.000
20.670.850
13.500.000
13.500.000
13.375.439
Subtotaal parkeergarage
13.500.000
13.500.000
13.375.439
Totaal Achterom-Bagijnhof
43.500.000
43.500.000
37.715.396
Bouw parkeergarage Achterom
Het gewijzigd financieel kader is niet verdeeld over de deelprojecten vanwege geheimhouding van de besluitvorming. Overige (niet financiële) besluiten Raad 01-02-2005 – planontwikkeling Achterom-Bagijnhof-Spuiboulevard-Johan de Wittstraat; Raad 31-05-2005 – instemmen met de notitie Achterom; Raad 16-02-2010 – instemmen met de plannen van Van Pelt Projektontwikkeling inclusief de financiële paragraaf, de plannen voor herinrichting van de openbare ruimte in het gebied Achterom/Bagijnhof, de Visie Visstraat, het onderzoek naar een afgeslankte variant van de kunstuiting Achterom en het laten vervallen van de plannen voor de Lenghen-/Lindenstraat; Raad 150-6-2010 – afronden wensen & bedenkingenprocedure, instemmen met de koopovereenkomst en packagedeal met Van Pelt; Raad 23-11-2010 – kennisgeving van de voorbereidingskosten van het voormalig Verborgen Museum; Raad 21-04-2011 – instemmen met een herziening van de inrichting Openbare ruimte vanwege huidige wensen/eisen in samenhang met de verkeerssituatie.
232
g. Financiële prognose
€ 50.000.000 € 45.000.000 € 40.000.000 € 35.000.000 € 30.000.000 € 25.000.000 € 20.000.000 € 15.000.000 Reservering
€ 10.000.000
Realisatie
€ 5.000.000
A ctuele planning
€0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
De financiële prognose is gebaseerd op het doorgaan van de planontwikkeling Spuiboulevard/Johan de Wittstraat conform de liggende contracten. De planning voor de uitvoering van de herinrichting Openbare Ruimte is aangepast.
h. Risico’s Omgevings risico’s
L
3. Openbare Ruimte: aanbestedingsrisico
Groen
L
4. Openbare Ruimte: planningsrisico
Groen
L
5. Openbare Ruimte: hoogteverschil Mediamarkt
Groen
M
6. Openbare Ruimte: schaduw postkantoor
Groen
M
7. Openbare Ruimte: beperken plangebied
Groen
H
25
X
X X
0 100
X
X
0
X X
p.m. 0
Organisatierisico
Groen
Grondbedrijfrisico
2. Expeditiehof Achteromplaats
Budgetrisico
X
Vertragingsrisico
Algemeen omgevingsrisico
X
Algemeen ruimtelijk risico
Financieringrisico
p.m.
Continuïteit in exploitatie
Maximaal risicobedrag X € 1.000
H
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
Kans (H/M/L)
Rood
Kans x Effect
1. Aangehouden financiële kwestie bij contractvorming
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
X
X
X
X
X
X
NB. Het risicobedrag staat op p.m. omdat het opnemen van een bedrag in een openbaar stuk de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden.
De externe risicoanalyse uitgevoerd door het bureau Metrum dateert van januari 2010. Ad 1 Herontwikkeling Spuiboulevard/Johan de Wittstraat: aangehouden financiële kwestie bij contractvorming Risico: De gemeente Dordrecht en Van Pelt hebben na langdurige onderhandeling overeenstemming bereikt; de contracten zijn getekend en het notarieel transport heeft plaatsgevonden. Het geschil rond mogelijke vertragingschade is middels gerechtelijke interventie geparkeerd, dit is mogelijk niet voor onbepaalde tijd. Beheersmaatregel: Geen.
233
Ad 2 Expeditiehof/Achteromplaats: blokkeren parkeergarage bij drukte laden & lossen Risico: Een verkeerskundige toets heeft uitgewezen dat de fysieke capaciteit van de expeditiehof toereikend is. In de praktijk kan het voorkomen dat op gezette tijden knelpunten ontstaan. Beheersmaatregel: Indien nodig worden aanvullende afspraken (bijv. invoeren venstertijden) gemaakt. Ad 3 Openbare Ruimte: aanbestedingsrisico Risico: Aanbestedingsrisico herinrichting, aanbesteding valt hoger uit dan taakstellend budget. Inmiddels is de aanbesteding een feit; alle voorgenomen en gewenste werkzaamheden kunnen verricht worden binnen het beschikbare, taakstellende budget. Beheersmaatregel: N.v.t. Ad 4 Openbare Ruimte: planningsrisico Risico: de planning van de uitvoering van de herinrichting Openbare Ruimte vindt in nauwe afstemming met Van Pelt Projectontwikkeling. Hoewel de gemeente qua oplevering geen contractuele verplichtingen heeft, betekent vertraging bijvoorbeeld extra beheerkosten Openbare Ruimte. Beheersmaatregel: Nauwe afstemming met Van Pelt Projectontwikkeling. Ad 5 Openbare Ruimte: hoogteverschil Mediamarkt Risico: Het hoogteverschil tussen de openbare ruimte en de entree van de toekomstige MediaMarkt/Saturn moet worden overbrugd. Over de wijze waarop en de verantwoordelijkheid hiervan bestaat nog geen eenduidigheid. Beheersmaatregel: In overleg treden met betrokken partijen. Ad 6 Openbare Ruimte: schaduw postkantoor c.a. Risico: Een politieke discussie heeft geresulteerd in een amendement tot aanpassing van het ontwerp openbare ruimte met een schaduw van het voormalige postkantoor, het herinrichten van de Verlengde Bagijnhof en de Visstraat. De slagschaduw zal worden bekostigd uit dan wel het aanbestedingsvoordeel van fase 2 en indien niet toereikend, uit het Fonds Stads- en wijkverfraaiing. De uitkomst van de aanbesteding was tevens bepalend voor de herinrichting van de Visstraat en de Verlengde Bagijnhof. Inmiddels is de aanbesteding een feit; alle voorgenomen en gewenste werkzaamheden kunnen verricht worden binnen het beschikbare, taakstellende budget. Beheersmaatregel: Geen. Ad 7 Openbare Ruimte: beperken plangebied Risico: de herinrichting van de Johan de Wittbrug en de Soetgensbrug is in alle planvarianten als gevolg van het taakstellend budget vervallen. Aan deze bruggen moet naar verwachting extra onderhoud worden verricht. De projectgroep stelt voor, in afwijking van de eigen richtlijn om het aanbestedingsvoordeel van ruim € 0,5 miljoen in te zetten voor de herinrichting van deze bruggen. Naast het aanbestedingsvoordeel wordt er door effectief sturen op plan- en uitvoeringskosten op dit project een besparing verwacht van € 0,5 tot € 1 miljoen. Pas in een later stadium van de uitvoering zal meer uitsluitsel gegeven kunnen worden of deze voordelen zich daadwerkelijk hebben voorgedaan. Voorgesteld wordt om het efficiencyvoordeel – conform gedragslijn – in te zetten ten gunste van de aflopende taakstelling op projecten. Beheersmaatregel: Geen.
i. Betrokken private partijen A.B. van Pelt Projectontwikkeling.
234
8. Herstructurering Dordrecht West
Portefeuillehouder : R.E.C. Reynvaan Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Fysiek-economisch In Dordrecht West ontstaan verschillende wijken die fysiek en economisch goed in balans zijn en die van toegevoegde waarde zijn voor de stad, door: het realiseren van een betere woningvoorraad door meer variatie in woningen; het realiseren van een beter niveau van de openbare ruimte; het zorgen voor een eigentijds voorzieningenniveau en economische ontwikkeling op diverse locaties. Sociaal-cultureel en sociaal-economisch In Dordrecht West ontstaan verschillende wijken waarin de sociaal-culturele en sociaal-economische positie van diverse groepen meer in balans worden gebracht door in te zetten op de volgende thema's: actieve participatie van wijkbewoners; verbetering van de gezondheid van de mensen; verhoging van het aantal mensen dat zelfredzaam is en een goede balans in draagkracht en draaglast; het begeleiden naar (meer passend) werk, waardoor tevens de financiële huishoudboekjes beter op orde kunnen zijn; het verhogen van zowel de objectieve veiligheid als het veiligheidsgevoel. b. Hoe willen we dat bereiken? De bovenstaande doelstellingen dienen als volgt bereikt te worden: uitvoeren Sociaal Programma Oud Krispijn conform raamwerkovereenkomst Oud Krispijn 2013; uitvoeren Fysiek Programma Oud Krispijn conform raamwerkovereenkomst Oud Krispijn 2013; uitvoeren Sociaal Economisch Programma Wielwijk tot en met 2017 conform SOK Wielwijk; uitvoeren Fysiek Economisch Programma tot en met 2017 conform SOK Wielwijk; uitvoeren Sociaal Economisch Programma Crabbehof volgens wijkvisie Crabbehof 2012-2027; uitvoeren Fysiek Economisch Programma Crabbehof volgens wijkvisie Crabbehof 2012-2027; uitvoeren Sociaal Economisch Programma Nieuw Krispijn tot en met 2017; uitvoeren Fysiek Economisch Programma Nieuw Krispijn volgens wijkvisie Woontypologie Nieuw Krispijn; c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
11 2004
Najaarsdocument Dordrecht West op stoom getekend door Gem. Dordrecht
Voorbereiding
01 2005
Vorming één stuurgroep voor geheel Dordrecht West
Voorbereiding
02 2005
Vaststelling organisatiemodel voor de periode van planontwikkeling die begin 2007 afgerond moet zijn
Voorbereiding
05 2005
Projectleiders aangesteld voor Wielwijk, Nieuw Krispijn en Crabbehof
Voorbereiding
06 2005
Opdrachtverstrekking ontwikkeling stedenbouwkundige visie Wielwijk
Voorbereiding
11 2005
Visieontwikkeling 2005-2013
Voorbereiding
04 2006
Start cultuurhistorisch onderzoek
Voorbereiding
06 2007
Vaststelling visies voor Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn plus uitvoering
Voorbereiding
235
van het programma 12 2007
Oud Krispijn: MFA De Koloriet gereed
Gereed
04 2008
Opstellen Sociaal programma Crabbehof
Voorbereiding
05 2008
Opstellen Sociaal programma Nieuw Krispijn
Voorbereiding
07 2008
Oud Krispijn Start herstructurering Krispijnse Driehoek
Uitvoering
11 2008
Opstellen masterplanning herstructurering Wielwijk
Uitvoering
08 2009
Aanvragen externe financiering van Dordt West voor de periode na 2009
Uitvoering
10 2009
Wielwijk: samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Woonbron met daarin meerjarige vervolgafspraken
Voorbereiding
10 2009
Opstellen fysiek programma vanuit WAP Crabbehof
Voorbereiding
10 2009
Herijken en opnieuw vastleggen Sociaal Programma Wielwijk periode 2010-2012
Voorbereiding
10 2009
Herijken en opnieuw vastleggen Sociaal Programma Crabbehof periode 20102012
Voorbereiding
10 2009
Herijken en opnieuw vastleggen Sociaal Programma Nieuw Krispijn periode 2010-2012
Voorbereiding
10 2009
Kredietaanvraag Dordrecht West 2010-2012
Voorbereiding
10 2009
Crabbehof Start planvorming herontwikkeling portieketagewoningen Talmaweg/Hugo van Gijnweg
Uitvoering
12 2009
Uitvoering sociaal programma Wielwijk
Uitvoering
12 2009
Uitvoering WAP Crabbehof
Uitvoering
12 2009
Uitvoering Sociaal programma Nieuw Krispijn
Uitvoering
2009
Start uitvoering fysieke herstructurering Wielwijk
Uitvoering
05 2010
Uitvoering “de Compagnie” en het wijkcentrum Wielwijk
Uitvoering
e
07 2010
Vaststelling 1 herziening bestemmingsplan Oud en Nieuw Krispijn
Gereed
10 2010
Nieuw Krispijn Violenstraat. Herinrichting woonomgeving na sloop 12 woningen
Uitvoering
12 2010
Crabbehof Start onderzoek naar toekomst complexen soc. Huurwoningen
Voorbereiding
12 2010
Crabbehof Start onderzoek naar alternatieve woonconcepten
Voorbereiding
12 2010
Crabbehof Start onderzoek naar kansen voor een economische impuls
Voorbereiding
12 2010
Crabbehof Start visie ontwikkeling en planvorming upgrading Winkelcentrum
Voorbereiding
12 2010
Crabbehof Start conceptontwikkeling Crabbehoff-Vijverhof
Voorbereiding
12 2010
Uitvoeren nieuwe risico inventarisatie Dordrecht West
Uitvoering
01 2011
Nieuw Krispijn Start bouw Prinsemarij (Locatie voormalig Politiebureau)
Uitvoering
01 2011
Nieuw Krispijn Start bouw Nassauweg/Frisostraat locatie Woonbron
Uitvoering
01 2011
Wielwijk vaststelling Postzegel bestemmingsplan Naereboutstraat (voorheen postzegel bestemmingsplan Reddersbuurt)
Voorbereiding
02 2011
Opstellen fysiek programma Nieuw Krispijn rondom Nassauweg
Voorbereiding
03 2011
Crabbehof Start stedenbouwkundige studie Westrand
Voorbereiding
03 2011
Crabbehof Start stedenbouwkundige studie Spoorstrook
Voorbereiding
03 2011
Crabbehof Start stedenbouwkundige studie geheel Cr.hof. (Spoorstrook en Westrand worden hierin geïntegreerd)
Voorbereiding
03 2011
Oud krispijn oplevering 11 koopwoningen Goeverneurstraat.
Gereed
05 2011
Wielwijk - Van den Kloosterstraat: oplevering 39 appartementen
Uitvoering
05 2011
Start Sportpark Wielwijk Noord
Uitvoering
06 2011
Oud krispijn oplevering project Omslag, 55 huurwoningen
Gereed
12 2011
Opstellen van uitwerking en aanvulling op Wijkvisie “Kansen voor Crabbehof”
Voorbereiding
08 2011
Opleveren definitief stedenbouwkundige plannen Reddersbuurt en Westervoeg in Uitvoering Wielwijk
09 2011
Wielwijk vaststelling Postzegel bestemmingsplan Westervoeg (inclusief hoofdinfra)
Voorbereiding
12 2011
Vaststelling van het bestemmingsplan voor zowel de kop van de Patersweg
Uitvoering
236
02 2012 e
(locatie Da Vinci College) en deelgebied 1 (zijstraten Patersweg) Sloop en nieuwbouw deelgebied 1
Voorbereiding
Herijking doelstellingen Dordrecht West
Voorbereiding
3 kw 2012
Oud Krispijn oplevering Goeverneurplein
Uitvoering
Eind 2012
Financiering Dordrecht West periode 2013-2017 geregeld
Voorbereiding
d. Wat gaan we nog doen? Vorige Planning
Huidige planning
2010-2012
2010-2012
Actie/Mijlpaal
Fase
Uitvoeren herijkte sociale programma’s Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn
Uitvoering
Doorlopend
Doorlopend
Dordrecht west Verkoop sociale huurwoningen
Uitvoering
Doorlopend
Doorlopend
Crabbehof Faciliteren particuliere initiatieven Nieuwbouw Crabbehof Vijverhof; Nieuwbouw Vorrinklaan 3-5; Nieuwbouw Vorrinklaan 7-9; Nieuwbouw Sporthal Deetos; Nieuwbouw Kateelterrein Talmaweg; Nieuwbouw Smitshoek (opgeleverd).
Voorbereiding/ Uitvoering
2010
2012
(her)ontwikkeling winkelstrip Brouwersdijk
voorbereiding
Eind 2014
04 2012
Planvorming en opstarten fysieke herstructurering Crabbehof
Voorbereiding
Eind 2010
07 2012
Nw Krispijn start nieuwbouw Thureborgh/vertraging ontstaan door problematiek externe veiligheid
Uitvoering
12 2011
09 2012
Oud krispijn start bouw deelgebied 5 (Zuiderpoort), 64 koopwoningen
Uitvoering 1e fase
09 2011
10 2012
Wielwijk Westervoeg: start bouw 34 eengezinswoningen (voorgenomen, afhankelijk van planontwikkeling en verkoop).
Uitvoering
12 2011
11 2012
Wielwijk start aanleg weg langs A16
Uitvoering
09 2011
12 2012
Wielwijk Naereboutstraat: start bouw 18 appartementen en 36 eengezinswoningen (voorgenomen, vooral afhankelijk van verkoop)
Uitvoering
12-2012
12 2012
Herijking programma’s Dordrecht West op basis van nieuwe doelstellingen
Voorbereiding
Eind 2012
Eind 2012
Aanpak particuliere voorraad Dichterskwartier
Uitvoering
03 2013
03 2013
Masterplan Wielwijk Park en Tromptuinen gereed
Voorbereiding
1e kw. 2012
3e kw. 2013
Oud Krispijn start bouw vervangende nieuwbouw Dr. Schaepmanstraat
Uitvoering
3e kw 2012
2e kw. 2013
Oud krispijn start bouw woningen Brouwersdijk/Aagje Dekenstraat
Uitvoering
Eind 2013
Eind 2013
Afronden sociaal en fysieke herstructurering Oud Krispijn volgens raamwerk 2013
Uitvoering
Eind 2014
Eind 2014
Nw Krispijn Uitvoeren fysiek programma rondom Nassauweg
Uitvoering
Eind 2014
Eind 2014
Planvorming en opstarten fysieke herstructurering Nw. Krispijn
Voorbereiding
Eind 2017
Eind 2017
Afronden herstructurering Wielwijk volgens Wijkvisie Wielwijk, Charter en SOK
Uitvoering
Eind 2017
Eind 2017
Uitvoeren fysiek programma vanuit WAP Crabbehof
Uitvoering
Toelichting De ontwikkelingen in Wielwijk volgen elkaar momenteel in snel tempo op. De Kloosterstraat is opgeleverd, de renovatie van de eengezinswoningen in de Reddersbuurt is gereed en de verkoop van de Stormhoek en de CPO projecten zijn gaande. Voor de stormhoek is het 70% voorverkoop van de woningen bijna gehaald. Twee van de drie bestaande flats worden alvast gesloopt. Voor het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) bij het
237
project Wensen Ontwikkelen Wonen (WOW) zijn wel voldoende kandidaten gevonden om met de ontwikkeling te kunnen starten. Inmiddels heeft de raad de allonge SOK Wielwijk vastgesteld en een krediet voor uitvoering Westervoeg verstrekt. Ook is het bestemmingsplan Westervoeg inmiddels vastgesteld. In het laatste kwartaal 2012 zal begonnen worden met de voorbelasting van de weg langs de A16. Een belangrijk mijlpaal is de herijking van de doelstellingen Dordrecht West. Over de uitgangspunt is met de raad eind 2011 van gedachten gewisseld en in juni 2012 zijn ze definitief vastgesteld door raad. In dit projectblad zijn de nieuwe doelstellingen dan ook voor het eerst weergegeven. De herontwikkeling van de deelgebieden 1 en 5 in Oud Krispijn lopen moeizaam. De voorverkoop van Zuiderppot heeft niet de gewenste percentage opgeleverd. Inmiddels heeft Trivire besloten het aantal in verkoop te brengen woningen te verlagen naar 17, de verkoopprijs met 15% te korten en het gewenste voorverkooppercentage te laten zakken van 70% naar 50%. Met deze maatregelen zullen de woningen opnieuw in de markt worden gezet. Wel is duidelijk dat de herontwikkeling van deze gebieden als totaal langer gaat duren. Voor de braak liggende terreinen zal een creatieve tijdelijke invulling worden gezocht.
e. Wat mag het kosten? Actuele raming en dekking: € 72,2 miljoen
SI € 19.400 27%
Verv.w aarde openb.ruimte € 4.500 6%
GSB Sociaal € 4.800 7%
Financierings behoefte € 7.423 10%
Overig (o.a. corporaties, subsidies) € 7.806 11% ISV3 € 11.136 15%
ISV2 € 17.135 24%
f. Besluitvorming Datum Raadsbesluit
Omschrijving/fase
2000
Raamwerk Oud Krispijn
06-12-2005
Ontwikkelingskosten Dordrecht West 20052006
Reservering
Krediet
Realisatie
11.800.000
11.800.000
11.321.817
1.990.881
1.990.881
1.990.881
Initiële reservering
30-01-2007
Sociaal Programma Wielwijk (07-09)
4.400.000
4.400.000
4.098.382
26-06-2007
Dordrecht West op Stoom 2
1.161.670
1.161.670
1.161.670
27-05-2008
Sociaal Programma Nieuw Krispijn
1.606.300
1.606.300
1.121.328
08-07-2008
Dordrecht West op Stoom 3
1.474.950
1.474.950
1.474.950
11-11-2008
Sociaal Programma Crabbehof
1.062.000
1.062.000
937.231
12-01-2010
Wielwijk plankosten
1.523.798
1.523.798
1.139.058
12-01-2010
Oud Krispijn grond exploitatie
7.135.812
7.135.812
3.152.540
26-01-2010
Dordrecht West op Stoom 4
9.395.000
9.395.000
6.489.773
08-02-2011
Dichterskwartier, part. woningverbetering
2.400.000
2.400.000
377.961
238
19-04-2011
Wielwijk, Reddersbuurt, Kloosterstraat
22-11-2011
Nieuw Krispijn, Nassauweg
227.500
227.500
220.634
1.700.000
1.700.000
23.014
20-06-2012
e
Wielwijk Fysiek 1 fase
5.225.836
5.225.836
64.076
20-06-2012
Wielwijk Fysiek riolering uit GRP-V
2.388.350
2.388.350
0
11-2006
Saldo Reservering extra impulsen (SI)
53.492.097
33.573.315
373.037
06-2012
Reservering extra impulsen (SI)
8.800.000
06-2012
Vervangingswaarde Wielwijk openbare ruimte
2.111.650
Verdere financieringsbehoefte tot einde project.
7.423.216 72.200.000
g. Financiële prognose
€ 80.000.000 € 70.000.000 € 60.000.000 € 50.000.000 € 40.000.000 € 30.000.000 Reservering
€ 20.000.000
Realisatie
€ 10.000.000
A ctuele planning
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
€0
h. Risico’s Omgevings risico’s
H
p.m.
X
1. Toestroom lage inkomens
Oranje
M
p.m.
X
2. Economische crisis
Oranje
M
p.m.
X
3. Beheerbudget in Oud Krispijn na 2013 is onvoldoende
Oranje
M
p.m.
X
X
Organisatierisico
Groen
Grondbedrijfrisico
2. Financieel gemeentelijk tekort
Budgetrisico
X
Vertragingsrisico
p.m.
Algemeen ruimtelijk risico
M
Continuïteit in exploitatie
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
Algemeen omgevingsrisico
Maximaal risicobedrag X € 1.000
Financieringrisico
Kans (H/M/L)
Oranje
Kans x Effect
1. Bijstelling nieuwbouw programma
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
Fysiek X
Sociaal
X
NB. Het risicobedrag staat op p.m. omdat het opnemen van een bedrag in een openbaar stuk de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden.
239
Uit een onderzoek van Metrum begin 2011 zijn de onderstaande risico’s als de meest relevante risico’s naar voren gekomen. Eind 2012 zal deze risico inventarisatie opnieuw worden uitgevoerd. Ad 1 Fysiek: Bijstelling Nieuwbouwprogramma Dordrecht West Door de moeizame verkoop van woningen wordt het programma bijgesteld. Hierdoor worden de doelstellingen niet gehaald. Beheersmaatregel: Opzetten van een specifieke marketing voor de woningen. Naast segmentatie op inkomen tevens kijken naar specifieke wensen van kopers en mogelijke vormen van aanbod (bijvoorbeeld vrije kavels en/of Collectief Particulier Opdrachtgeverschap).Tevens een analyse uitvoeren of het mogelijk is om opbrengstgenererende kavels in de planning naar voren te halen. Medio 2012 loopt de verkoop van nieuwbouw woningen nog altijd gestaag door en wordt er de komende periode gestart met een eerste CPO project in Wielwijk. Ad 2 Fysiek: Financieel gemeentelijk tekort Financieel tekort in de periode na 2012 door niet ontvangen benodigde financiën. O.a. door niet doorgaan ISV-4 en andere bronnen. Beheersmaatregel: In de kadernota is voor Dordrecht West voor de periode tot en met 2017 inmiddels 8,8 miljoen opgenomen. Het risico is hiermee komen te vervallen. Ad 1 Sociaal: Toestroom lage inkomens in Dordrecht West Aanpassing van programmaonderdelen (down-grading) leidt tot de toestroom van meer lagere inkomens en sociaal zwakkere inwoners. Beheersmaatregel: Dit risico is op dit moment niet actueel. Het risico wordt wel actueel indien de risico’s uit de onderdelen FYSIEK 1 tot en met 5 (zie hierboven) zouden optreden. Voor deze risico’s zijn de beheersmaatregelen voorheen al benoemd. Ad 2 Sociaal: Economische crisis Dordrecht West De economische crisis zorgt voor onvoldoende stijging inkomens en tegenvallende afname van woningen, uitloop van de planning en vervallen financiële dekking. Het stellen van prioriteiten (keuzes maken) bedreigt de overall doelen van Dordrecht West. Beheersmaatregel: De economische crisis is landelijk en de invloed die hierop kan worden uitgeoefend is nihil. Om in te spelen op de huidige situatie wordt al gedacht over het verhogen van de efficiency van de projectorganisatie, dus het focussen op die maatregelen die het meeste effect hebben binnen de huidige economische omstandigheden. Ad 3 Sociaal: Beheerbudget in Oud Krispijn na 2013 is onvoldoende Oud Krispijn: na het programma (2014) bestaat het risico dat de reguliere budgetten niet voldoende zijn voor behoud van basisvoorzieningen en de inzet in de wijk. Beheersmaatregel: Voor het continueren van de inspanning in Oud Krispijn zal draagvlak gezocht moeten worden. Dit om bij de vaststelling van de beheersbudgetten in de toekomst voldoende middelen te krijgen (inschatting is dat huidige beheer middelen onvoldoende zullen zijn). Tevens wordt met diverse instanties (bijvoorbeeld Stadsbeheer, DWO, Scholen, et cetera) die betrokken zijn bij beheer binnen en buiten de gemeente gezocht naar samenwerking. Bijvoorbeeld voor de continuering van de ‘werkmakelaar’. Hiervoor wordt de samenwerking met uitkeringsinstanties gezocht. Ten behoeve van de overdracht bij afronding van het project worden in een vroegtijdig stadium de beheerders meegenomen. Het overdrachtsdocument wordt in coproductie opgesteld. Deze maatregelen worden overigens al uitgevoerd onder het traject “Oud Krispijn op eigen benen”.
i. Betrokken private partijen De corporaties Woonbron en Trivire zijn inhoudelijk en financieel partner in de herstructurering Dordrecht West. Inmiddels worden andere investeerders uit de wijk steeds intensiever betrokken. Dit zijn op dit moment ABNAMRO-MeesPierson en Zorgcentrum Crabbehoff.
240
9. Belthurepark
Portefeuillehouder : P.H. Sleeking Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Binden/aantrekken van midden en hoge inkomens. Vergroten aantrekkingskracht Dordrecht. Stimuleren economische concurrentiepositie. b. Hoe willen we dat bereiken? Bovenstaande outcome doelstellingen willen we bereiken door het realiseren van: luxe woningen conform bestemmingsplan; bij luxe woningen geïntegreerd 18-holes golfcomplex; door projectontwikkelaar te faciliteren. c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
1998
Initiatief integrale planontwikkeling Dordtwijkzone Zuid: Intentieovereenkomst met ontwikkelaar afgesloten
Startfase
07 2003
Ruimtelijk besluit Gemeenteraad met instemming programma
Definitie
04 2005
Samenwerkingsovereenkomst met ontwikkelaar ondertekend
Voorbereiding
12 2005
Voorontwerp Bestemmingsplan gereed
Ontwerp
03 2006
Inspraak/overlegfase artikel 10
Uitwerking
04 2006
Planning geactualiseerd
Uitwerking
01 2007
Bestuurlijke behandeling inspraak/overleg ontwerp bestemmingsplan
Uitwerking
05 2007
Ter inzage legging ontwerp bestemmingsplan en B&W besluit vestiging Wvg (art. 6)
Uitwerking
10 2007
Raadsbesluit tot vaststellen bestemmingsplan, vestiging Wvg (art.2)
Uitwerking
10 2007
Bestemmingsplan naar GS verzonden ter goedkeuring (+6 wk ter inzage)
Uitwerking
02 2008
Reactie gemeente op bedenkingen verstuurd naar GS
Uitwerking
04 2008
Taxatierapport ten tijde van samenwerkingsovereenkomst 2005
Uitwerking
06 2008
Goedkeuring bestemmingsplan (besluit GS)
Uitwerking
07 2008
Raadsbesluit tot vaststellen bekostigingsbesluit
Uitwerking
07 2008
Inwerkingtreding van bestemmingsplan
Uitwerking
08 2008
Ter inzage legging goedgekeurde bestemmingsplan
Uitwerking
12 2008
Behandeling Beroepen
Uitwerking
01 2009
Reactie op beroep naar de Raad van State
Uitwerking
2009
Afronding onderzoek staatssteun
Uitwerking
08 2009
Hoorzitting bestemmingsplan Raad van State
Uitwerking
10 2009
Uitspraak Raad van State
Uitwerking
02 2010
Indienen nieuw plan van aanpak ontwikkelaar
Uitwerking
05 2010
Start toetsing plan van aanpak/fasering ontwikkelaar
Uitwerking
241
Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
11 2011
Start bespreking allonge samenwerking gemeente en ontwikkelaar
Uitwerking
d. Wat gaan we nog doen? Vorige Planning
Huidige planning
Actie/Mijlpaal
Fase
09 2012
Tekst allonge samenwerking gereed
Uitwerking
09 2012
12 2012
Vaststellen allonge samenwerking
Uitwerking
2013
2013
Overdracht gronden aan ontwikkelaar en uitgifte van reststroken aan bewoners
Uitwerking
00 0000
00 0000
Start bouwrijp maken
Realisatie
00 0000
00 0000
Start aanleg golfbaan
Realisatie
00 0000
00 0000
Start bouw woningen (1e fase)
Realisatie
00 0000
00 0000
Woningbouw 1e fase gereed
Realisatie
00 0000
00 0000
Aanleg golfbaan gereed
Realisatie
00 0000
Gehele plan 2020/2022 gereed
Toelichting Belthurepark is een derden ontwikkeling, de gemeente heeft daarbij een faciliterende rol en draagt geen eigen risico. Wegens verandering van de markt wil de ontwikkelaar het gebied gefaseerd aanleggen. Hiervoor wordt een allonge op de reeds bestaande samenwerkingsovereenkomst vastgesteld. Om voor de toekomst te borgen dat de gemeente geen risico’s gaat lopen, zullen hierover nadere afspraken in de allonge worden vastgelegd. Het gefaseerd aanleggen heeft directe gevolgen voor de planning. De planning van het project wordt na afronding van de gesprekken gemaakt, vandaar dat de planning van de realisatie op 00 0000 is gezet. Op dit moment is het niet mogelijk om op het project op haar planning aan te sturen. Grondaankopen
e. Wat mag het kosten?
Herinrichting sportvelden Vergoeding planschade Kostenstijging € 274.111,00 1%
Bodemsanering € 280.708,00 1%
Bijdrage Fonds Bovo
Rentevergoeding € 336.739,00 2%
Openbare ruimte Plankosten Rentevergoeding
Sloop kosten € 500.000,00 3%
Bodemsanering Grondaankopen € 2.846.331,00 15%
Rentevergoeding € 930.620,00 5%
Sloop kosten Kostenstijging Rentevergoeding
Herinrichting sportvelden € 3.300.000,00 18%
Plankosten € 1.582.873,00 9%
Vergoeding planschade € 1.296.493,00 7%
Openbare ruimte € 5.466.619,00 30% Bijdrage Fonds Bovo € 1.587.500,00 9%
Toelichting In de raming en dekking van € 18.401.994,- zijn alle elementen van de grondexploitatie opgenomen (o.a. verwervingen, uren, kapitaallasten, inrichtingskosten e.d.). In de overeenkomst zijn geen afspraken gemaakt over de verrekening van de ambtelijke kosten na 2006. Op dit moment komen de ambtelijke kosten ten laste van de grondexploitatie.
242
f. Besluitvorming Datum Raadsbesluit
Reservering
Omschrijving/fase
Krediet
Realisatie per 31/12
t/m 2006
Prognose Grondexploitatie 2006
484.435
484.435
484.435
10-07-2007
Prognose Grondexploitatie 2007
9.152.019
3.309.488
3.309.488
08-07-2008
Prognose Grondexploitatie 2008
685.546
414.408
414.408
07-07-2009
Prognose Grondexploitatie 2009
9.118.000
308.983
308.983
15-06-2010
Prognose Grondexploitatie 2010
-\- 1.068.000
302.329
302.329
28-06-2011
Prognose Grondexploitatie 2011
-\- 93.420
281.283
182.283
Rekening 2011
Prognose Grondexploitatie 2012
123.414
4.148.567
216.748
18.401.994
9.249.493
5.317.674
Reservering
Prognose 2012
Realisatie 2012
Bruto investeringen/uitgaven (incl. rente)
18.401.994
9.249.493
5.317.674
Opbrengsten
18.401.994
182.053
163.303
0
9.067.440
5.154.371
Grondexploitatie Belthurepark
Saldo
In de Prognose 2012 Grondbedrijf, vastgesteld bij de Jaarrekening 2011, is de geactualiseerde exploitatieopzet opgenomen. Kaders en uitgangspunten zijn niet gewijzigd, de lopende samenwerkingsovereenkomst met de projectontwikkelaar is nog steeds basis voor de grondexploitatie die voor de gemeente volledig budgettair neutraal is. De financiële afspraken in de samenwerkingsovereenkomst zijn in bruto bedragen verwerkt. Dit houdt in dat de uitgaven en inkomsten met de zelfde bedragen zijn verhoogd.
g. Financiële prognose bedragen x € 1.000
€ 25.000
€ 20.000
€ 15.000
€ 10.000 Reservering
€ 5.000
Realisatie A ctuele planning
€0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
243
h. Risico’s Omgevings risico’s
Organisatierisico
X
X X
Grondbedrijfrisico
X
Budgetrisico
p.m.
X
Vertragingsrisico
p.m.
M
Algemeen ruimtelijk risico
H
Groen
Continuïteit in exploitatie
Oranje
3. Kwaliteit (ruimtelijk/ planologisch)
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
2. Onzekerheid afzetmarkt
Algemeen omgevingsrisico
Maximaal risicobedrag X € 1.000
p.m.
Oranje
Financieringrisico
Kans (H/M/L)
Kans x Effect
H
1. Grondverwerving
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
X X
NB. Het risicobedrag staat op p.m. omdat het opnemen van een bedrag in een openbaar stuk de (financiële) positie van de gemeente zou kunnen schaden.
Ad 1: Grondverwerving. De grondverwerving is vanaf aanvang de grootste risicofactor (geweest) in de planontwikkeling. Eind 2008 beschikt de ontwikkelaar over 50,13% (incl. 27,70% in eigendom van gemeente) van de gronden. De ontwikkelaar ziet geen kans op minnelijke wijze de gronden te verwerven. Beheersmaatregel: De gemeente ondersteunt door inzet van de Wvg en deskundigheid, de effectiviteit van het verwervingsproces. Over de inzet van andere instrumenten is nog geen besluit genomen. Overige condities waaronder de gemeente medewerking geeft binnen de bestemmingsplan worden in een allonge verwerkt. De gemeente houdt vooralsnog vast aan de eerder vastgestelde beleidslijnen en gemaakte afspraken, onder andere dat de geplande golfbaan zal worden aangelegd. Ad 2: Onzekerheid afzetmarkt De huidige krediet- en economische crisis kan mogelijk gevolgen hebben voor de afzetmarkt. Beheersmaatregel: Vasthoudend aan de in het bestemmingsplan vastgelegde ambities en randvoorwaarden wordt gekeken naar een mogelijke fasering van het plan. Ad 3: Aantasting kwaliteit plan Concessie t.a.v. kwaliteit, indien de gemeente niet krijgt wat ze wil. Risico is dat het programma niet wordt gerealiseerd (rood vs groen concept). Beheersmaatregel: De gemeente dient kwaliteitseisen te borgen. Vasthoudend aan de in het bestemmingsplan vastgelegde ambities en randvoorwaarden wordt gekeken naar mogelijke fasering van het plan.
i. Betrokken private partijen Wilgendael; Bouwfonds Ontwikkeling (voorheen Rabo Bouwfonds).
244
10. Maasterras Portefeuillehouder : P.H. Sleeking Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Verbeteren van de kwaliteit van de stadsentree en (leef)omgeving. Vergroten van de aantrekkelijkheid. b. Hoe willen we dat bereiken? De gebiedsontwikkeling Maasterras is ingezet om de ontwikkelingspotentie van het gebied, gelegen tussen de stations van Dordrecht en Zwijndrecht en ingesloten door Rijksweg A16 en spoorlijn, optimaal te benutten ten aanzien van wonen en werken in de regio Drechtsteden en voor de Zuidvleugel van de Randstad, middels het maken van een onderscheidend gebied met hoge identiteitswaarde voor de regio. De huidige economische omstandigheden en de beperkte kantorenmarkt maken het noodzakelijk om de huidige programmering opnieuw te onderzoeken. Om optimale flexibiliteit te bereiken is het programma in de structuurvisie bijgesteld en wordt het gebied “kansgericht en marktconform ontwikkeld”. Hierbij focust de gemeente haar aandacht op het Weeskinderendijkgebied, rivierpark en Dokweg. Er wordt vastgehouden aan de realisatie van een levendig stedelijk milieu in het gebied. De ambitie om een kwalitatief verbeterde stadsentree te realiseren blijft overeind. Voor de nieuwe aanpak wordt een realisatiestrategie en projectvoorstel met betrekking tot de doelstellingen, op te leveren resultaten en gewijzigde aanpak van het project voorbereid. De strategie en projectvoorstel wordt in het najaar van 2012 aan het college en vervolgens aan de raad voorgelegd. c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie / Mijlpaal
Fase
06 2004
Maasterras/Spoorzone opgenomen in eindbod Mandenmaken
Ontwerp
05 2005
Masterplan Maasterras vastgesteld door gemeenteraden Dordrecht en Zwijndrecht
Ontwerp
2005– heden
Aankoop panden Weeskinderendijk
Ontwerp
03 2007
Besluitvorming colleges en gemeenteraden Dordrecht en Zwijndrecht over Realisatieprogramma Maasterras
Ontwerp
03 2008
Vaststelling bestuursopdracht 2008/2009 in colleges van Dordrecht en Zwijndrecht (samenwerkingsovereenkomsten, activiteiten- en beheersplan t.b.v. realisatie Structuurvisie, Grondexploitatie en Ontwikkelstrategie)
Voorbereiding
06 2008
Instemming gemeenteraden Dordrecht en Zwijndrecht met bestuursopdracht 2008/2009
Voorbereiding
09 2008
Vaststelling bestuursopdracht in Drechtstedenbestuur
Voorbereiding
10 2008
Samenwerkingsovereenkomsten gemeenten en regio ondertekend
Voorbereiding
10 2008
Conceptuele Visie vastgesteld in colleges van Dordrecht en Zwijndrecht
Voorbereiding
12 2008
Goedkeuring planoptimalisaties in colleges
Voorbereiding
12 2008
Aankoopvoorstel bewoners Weeskinderendijk
Voorbereiding
08 2009
Subsidie ‘Spoorse Doorsnijdingen Zwijndrecht’ verkregen
Voorbereiding
11 2009
Aankoopregeling woningen Weeskinderendijk per 1-11-2009 afgerond
Voorbereiding
12 2009
Vaststelling structuurvisie/financiële doorrekening/ontwikkelstrategie in colleges; raden geïnformeerd
Voorbereiding
12 2010
Structuurvisie met oplegnotitie vastgesteld in colleges Dordrecht/Zwijndrecht en aangeboden aan de raden.
Voorbereiding
03 2011
Vaststelling structuurvisie met oplegnotitie in gemeenteraad
Voorbereiding
12 2011
Aanpassing organisatiestructuur project/overdragen beheer naar Gebiedsteam Dordrecht West
Uitvoering
2012
Overleg met alle belanghebbenden
Uitvoering
245
d. Wat gaan we nog doen? Vorige planning
Huidige planning
2011
Actie/Mijlpaal
Fase
2012
Aangehaakt blijven in (boven)regionale beleidsdossiers, BIRKsubsidie vasthouden. Geen inhoudelijke verdieping aan Dordtse zijde Maasterras
Voorbereiding
07 2012
Opstellen en vaststellen realisatiestrategie en projectplan (nieuwe aanpak project)
Voorbereiding
10-2012
Vaststellen realisatiestrategie en nieuwe aanpak project in college en raad
Voorbereiding
N.v.t.
10 2012
Projectvoorstel inrichting rivieroever en voorstel krediet (m.b.t. al gemaakte en toekomstige kosten)
Voorbereiding
05 2011
12 2012
Contract NS locatie huidig BP station
Voorbereiding
N.v.t.
12-2012
Opstellen advies m.b.t. de woningen en achterliggend bedrijventerrein in het Wkd-gebied met afweging van de verschillende mogelijke scenario’s en hun consequenties
Uitvoering
09-2012
Opstellen consoliderend bestemmingsplan
Uitvoering
Toelichting In de oplegnotitie bij de structuurvisie is de gewenste flexibiliteit in programmering en fasering beschreven. Voor het project wordt een nieuw projectplan en realisatiestrategie opgesteld. Deze worden in het najaar van 2012 aan college en raad voorgelegd (in planning iets verschoven als gevolg van overdracht ambtelijk opdrachtgeverschap project). Na vaststelling hiervan zal een projectvoorstel worden opgesteld met betrekking tot de groene inrichting van de rivieroever. In dit kader wordt de aankoop van de BP locatie verkend. De locatie is eigendom van NS Poort en is zwaar vervuild. Verkend wordt of NS bereid is tot verkoop dan wel verhuur van de locatie. Ook wordt een afweging gemaakt met betrekking tot sanering van de locatie. Ook zal een visie op het gemeentelijk woningbezit in het Weeskinderendijkgebied worden opgesteld. De gemeente zal niet actief en niet risicodragend in een ontwikkeling participeren. Ontwikkelinitiatieven door derden worden juridisch-planologisch gefaciliteerd. Gemeentelijke kosten worden hierbij in rekening gebracht. Communicatie met bewoners in het gebied wordt voortaan georganiseerd vanuit het Gebiedsteam Dordrecht West, in de hoop en verwachting een beter evenwicht in de communicatie met buurt-bewoners te krijgen over de huidige woonsituatie (leefbaarheid, overlast, veiligheid, beheer en onderhoud woningen e.d.) en mogelijke veranderingen.
e. Wat mag het kosten? Actuele raming en dekking Met de vaststelling van de realisatieovereenkomst Maasterras op 6 maart 2007 is ook de uitgangspuntennotitie ten behoeve van de financiële doorrekening vastgesteld. Een definitieve grondexploitatie is nog niet vastgesteld. Pas na vaststelling van de grondexploitatie worden de cijfers in deze rapportage overgenomen. Door de Drechtsteden was een Manden Maken budget beschikbaar gesteld van € 4 mln., hiervan is uiteindelijk na bestuurlijk overleg de eindafrekening opgemaakt en € 2,5 miljoen uitgekeerd. VROM heeft in 2005 een BIRK-subsidie beschikbaar gesteld van € 7,2 mln. Doordat een belangrijke kwaliteitsdrager (nieuwe op-/afrit voor de Zwijndrechtse brug) is komen te vervallen is de hoogte van het subsidiebedrag met 3,4 mln. naar beneden bijgesteld tot een bedrag van 3,8 mln. Het door het ministerie beschikbaar gestelde subsidie bedrag is tot op heden nog niet omgezet in een krediet. Van de beschikbare subsidie is € 1 mln. verwerkt in de aankoop van woningen aan de Weeskinderendijk. De overige € 2,8 mln. zal worden meegenomen met de overige voorbereidingskosten in de nog op te stellen grondexploitatie.
246
f. Besluitvorming Datum Raadsbesluit Omschrijving/fase
Beschikbaar gesteld
Reservering
Realisatie
Planvoorbereiding 26-04- 2005
Voorbereiding
6-03-2007
Realisatiepogramma Maasterras vastgesteld (incl. uitgangspuntennotitie grondexploitatie)
330.000
19-06-2007
Voorbereidingskrediet Manden Maken
900.000
17-02-2009
Voorbereidingskrediet Manden Maken
1.500.000
Totaal planvoorbereiding
2004 – heden
2.730.000
Manden Maken/BIRK subsidie ¹
3.912.077
Aankoop Weeskinderendijk diverse panden
9.418.250
Mutatie boekwaarde
3.499.226
10.148.050
704.753
Totaal aankoopregeling
10.123.003
10.148.050
Totaal generaal
16.765.080
13.647.276
¹ Een deel van de gemaakte voorbereidingskosten wordt gedekt door de bijdrage Manden Maken en de BIRK subsidie, maar moet nog door de raad worden gevoteerd.
g. Financiële prognose
€ 18.000 € 16.000 € 14.000 € 12.000 € 10.000 € 8.000 € 6.000 € 4.000
Reservering
€ 2.000
Realisatie
€0
A ctuele planning
t/m 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2002
h. Risico’s Omgevings risico’s
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
Budgetrisico
X
X
1b. Bijdrage Subsidie BIRK
Rood
H
€ 1.000
X
X
X
X
X
X
1c. Boekwaarde Weeskinderendijk
Rood
H
€ 10.148
X
X
X
X
X
X
1d. Plankosten niet gedekt
Rood
H
€ 800
X
X
X
2. Externe veiligheid
Groen
L
€0
3. Concurrentie locaties
Oranje
M
€0
X
4. Draagvlak i.r.t. looptijd
Groen
L
€0
X
5. Afhankelijkheid regionale en landelijke politiek
Groen
L
€0
X
Organisatierisico
Vertragingsrisico
X
Grondbedrijfrisico
Continuïteit in exploitatie
X
Algemeen ruimtelijk risico
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
X
Algemeen omgevingsrisico
X
Financieringrisico
€0
Maximaal risicobedrag X € 1.000
L
Kans (H/M/L)
Groen
Kans x Effect
1a. Bijdrage Drechtsteden manden maken
1. Beïnvloedbaarheid financiën
X X X
247
De risico’s zijn ten opzichte van de vorige rapportage bijgesteld aan de hand van de laatste stand van zaken van het project. Met het op te stellen projectplan en het voorstel met betrekking tot de financiële afhandeling wordt de gehele risico-analyse geactualiseerd. Hierover zal in de volgende rapportageperiode worden gerapporteerd. Ad 1a: Bijdrage Drechtsteden Mandenmaken Vanuit Mandenmaken was een budget aan Maasterras gekoppeld van € 4 mln. Op basis van bestuursopdrachten van het Drechtstedenbestuur in 2007, 2008 en 2009 zijn werkzaamheden ten laste van dit budget uitgevoerd, verantwoord en gedeclareerd. Het restant budget Mandenmaken was onderwerp van een bestuurlijk overleg met de regio; inmiddels heeft de eindafrekening plaatsgevonden en is er uiteindelijk in totaal een bedrag van ruim € 2,5 uitgekeerd. Ad 1b: Bijdrage Subsidie BIRK (VROM) Als einddatum voor deze subsidie geldt 2020. Zoals hierboven aangegeven is het subsidiebedrag bijgesteld naar 3,8 mln. De eventuele consequentie van de nieuwe aanpak van het project en de realisatiestrategie voor de hoogte van de BIRK-subsidie is nog niet bekend. Hierover volgt nog contact met VROM. Ad 1c: Boekwaarde Weeskinderendijk De boekwaarde als gevolg van aankoop en beheer van woningen bedraagt op dit moment ca. € 10,1 mln. Niet alle woningen zijn verworven. Wanneer er geen ontwikkeling plaatsvindt nemen de rentelasten toe. Het grondbedrijf zal een advies opstellen met betrekking tot sloop, (tijdelijk) beheer, verkoop van woningen met afweging van de verschillende scenario’s en hun (financiële) programmatische en ruimtelijke consequenties. Ad 1d: Plankosten niet gedekt Er is momenteel 3,5 miljoen euro aan plankosten uitgegeven; hiervan is ruim 0,3 miljoen gedekt uit de exploitatie, de overige € 3,2 miljoen zou uit Mandenmaken worden gedekt; uiteindelijk is na bestuurlijk overleg maar een bedrag van € 2,5 miljoen uitgekeerd. Hiermee is er, rekening houdend met nog te verwachten plankosten, een mogelijk financieringstekort van € 0,8 miljoen op plankosten. Met het projectvoorstel inrichting rivieroever en de visie op het gemeentelijk woningbezit zal ook een voorstel worden gedaan voor financiële afhandeling van de boekwaarde op de woningen en de al gemaakte plankosten. Ad 3: Concurrentie locaties Als gevolg van de economische situatie vertragen projecten. Om te voorkomen dat als gevolg van opeenhoping aan vertraagde plannen concurrentie optreedt tussen verschillende locaties dient continue (regionale) afstemming plaats te vinden en zullen er in het kader van de stedelijke programmering scherpere keuzes gemaakt moeten worden.
i. Betrokken private partijen Grondeigenaren zijn actief op deelgebiedniveau: Indofin Group (eigenaar houthandelslocatie) heeft in het verleden ontwikkelaar VolkerWessels Vastgoed ingeschakeld om herontwikkelingsmogelijkheden naar woningbouw te onderzoeken, dit heeft geen vervolg gekregen. Indofin is lange termijn investeerder en zoekt naar rendement op kavel of verkoop/ruil gronden; Van Pelt Ontwikkeling is eigenaar van een kavel (Ozon-locatie) van ca. <1 ha. Van Pelt is op zoek naar ontwikkelingsmogelijkheden, bij voorkeur in overleg/combinatie met Van Twist; Van Twist (eigenaar Showroom Opel) wil o.b.v. vrijstelling, c.q. verruiming van het bestemmingsplan verhuurmogelijkheden vergroten om zo pand te exploiteren; Van Twist (exploitant brandstofverkooppunt BP-Dokweg) wil verplaatsen om grotere winkelruimte te kunnen realiseren en werkt daarbij mee aan de gemeentelijke wens om de rivieroever groen in te richten. NS Poort (eigenaar BP-locatie) wil de grond t.p.v. het brandstofverkooppunt verkopen in het kader van uit te ponden locaties en de bodem saneren, grond is echter zwaar vervuild.
248
11. Nieuwe Dordtse Biesbosch
Portefeuillehouder : H.P.A. Wagemakers Datum rapportage : september 2012 Datum vorige rapportage : maart 2012 a. Wat willen we bereiken (outcome doelstellingen)? Verbeteren van milieu/milieukwaliteit. Realiseren nieuwe natuur en nieuwe recreatiegebieden. b. Hoe willen we dat bereiken? Realisatie van het Strategisch Groen Project de Nieuwe Dordtse Biesbosch op het Eiland van Dordrecht. Het plan betreft het ontwikkelen en inrichten van 777ha nieuw natuur- en recreatiegebied. Voor het blijvende landbouwgebied (circa 1.100 ha) wordt een visie opgesteld en een ontsluitingsweg aangelegd. c. Wat hebben we gedaan? Realisatie
Actie/Mijlpaal
Fase
04 2006
Ratificatie van het Convenant Zuidvleugel Zichtbaar Groener
Voorbereiding
07 2006
Vaststelling Raamplan SGP
Voorbereiding
09 2006
Aanvang opstellen uitvoeringsstrategie
Voorbereiding
07 2007
Vaststelling richtinggevende uitspraken college voor de inrichting van de recreatiegebieden
Voorbereiding
10 2007
331ha natuur Sliedrechtse Biesbosch gereed
Uitvoering
12 2007
Mer gereed, en vastgesteld door college
Voorbereiding
03 2008
Herinrichtingsplan Bos de Elzen gereed
Ontwerp
04 2008
Voorontwerp bestemmingsplan gereed
Ontwerp
04 2008
Ter visie leggen voorontwerp Bestemmingsplan en MER
Voorbereiding
06 2008
Goedkeuring MER door cie-MER
Voorbereiding
05 2008
Start Art. 19.2 procedure Tongplaat , LC-polder en Landbouwweg
Voorbereiding
09 2008
Vaststellen inrichtingsplannen Tongplaat en LC-polder
Voorbereiding
Sinds 1994 is in wisselend tempo gewerkt aan de planvorming
01 2009
Vaststellen trace Landbouwontsluitingsweg
Voorbereiding
04 2009
Feestelijke opening Elzen zuid (speelbos)
Uitvoering
05 2009
Tongplaat in eigendom en pachtvrij
Voorbereiding
05 2009
Louisapolder en Cannemanspolder in eigendom en pachtvrij
Voorbereiding
07 2009
Vaststellen ontwerp bestemmingsplan gemeente
Voorbereiding
08 2009
Inrichtingschets Noorderdiepzone en Elzen Noord vastgesteld
Ontwerp
08 2009
Inrichtingschets Alloijzenbovenpolder vastgesteld
Ontwerp
08 2009
Inrichtingschets Noordbovenpolder vastgesteld
Ontwerp
11 2009
Landbouwweg fase 1 in eigendom en pachtvrij
Voorbereiding
12 2010
Opening Louisapolder en Cannemanspolder
Uitvoering
12 2010
Oplevering inrichtingsplan Dordtwijkzone
Ontwerp
12 2011
Overeenstemming beheer Zuidplaatje (PNB)
Gereed
249
06 2012
Opening Tongplaat
Uitvoering
d. Wat gaan we nog doen? Vorige Planning
Huidige planning
Actie/Mijlpaal
Fase
12 2014
12 2014
Vaststellen peilbesluiten
Voorbereiding
10 2012
10 2013
Landbouwweg fase 2/3 in eigendom en pachtvrij
Voorbereiding
03 2011
08 2012
Vaststellen bestemmingsplan gemeente
Voorbereiding
12 2012
12 2013
Opening Zuidplaatje
Uitvoering
Opening Noord Bovenpolder
Valt buiten project
10 2013
07 2015
Opening Landbouwontsluitingsweg
Uitvoering
04 2014
10 2016
Opening Noorderdiepzone en Elzen Noord
Uitvoering
04 2014
10 2016
Opening Aloijzenbovenpolder (recreatieplas en KopvhL)
Uitvoering
08 2014
12 2017
Afsluiting project SGP Eiland van Dordrecht
Uitvoering
04 2014
Toelichting Algemeen: Als gevolg van de rijksbezuinigingen en de heropening van de onderhandelingen met de provincie over de financiering van het project is forse vertraging opgetreden. De opleverdatum van 2013 is losgelaten en de planning van de resterende projectonderdelen is hierop aangepast. De Noordbovenpolder maakt geen onderdeel meer uit van de afspraken met de provincie, maar het behoort nog wel tot de ambities van de gemeente om hier binnen de bestemmingsplantermijn getijdenatuur te realiseren (indien externe financiering kan worden gevonden en er geen additionele gemeentelijke middelen nodig zijn). Vertragingen: Ten opzichte van de vorige rapportage zijn forse vertragingen ontstaan als gevolg van de onderhandelingen tussen rijk, provincie en gemeente over de bezuinigingen. Risico’s: De eerder opgelopen vertraging bij de bestemmingsplanprocedure heeft directe gevolgen voor het tempo van grondaankoop en gevolgen voor de oplevering van het project. Deze oplevering is doorgeschoven van 2014 naar 2016. In het werkplan wordt nog rekening gehouden met nazorg van het project in 2017. Als gevolg van de krappere budgetten zal komende jaren meer aandacht worden besteed aan risicomanagement en budgetbewaking.
e. Wat mag het kosten? Algemeen Op basis van de nog geldende afspraak tussen gemeente, provincie en waterschap De totale kosten van het project Nieuwe Dordtse Biesbosch bedroegen circa 115 miljoen euro. De belangrijkste kostenpost betrof de aankoop van 777 ha landbouwgrond. Deze kosten werden gedragen door het Rijk op basis van de afspraken tussen rijk en provincie over het Investeringsbudget Landelijk Gebied. De Dienst Landelijk Gebied heeft de gronden aangekocht tegen volledige schadeloosstelling in opdracht van de provincie Zuid Holland. De kosten voor inrichting waren begroot op circa 34 miljoen euro en werden gedekt op basis van afspraken die zijn gemaakt met verschillende partijen. Deze kosten van 115 miljoen euro waren exclusief de kosten voor beheer. Hierbij was de afspraak gemaakt dat 650 ha in beheer komt bij Staatsbosbeheer (financiering door het Rijk) en 150 ha bij het Recreatieschap. Het beheer van de landbouwweg komt bij de gemeente. Bijdrage andere partijen in de inrichtingskosten Voor uitvoering van het Raamplan (exclusief de Sliedrechtse Biesbosch) waren door provincie Zuid-Holland, gemeente Dordrecht en Waterschap Hollandse Delta middelen ter beschikking gesteld. In het bestuurlijk akkoord Zuidvleugel Zichtbaar Groener waren deze bijdragen vastgelegd. Deze bijdragen waren ook verwerkt in het financieringsarrangement dat in concept gereed ligt en vrijwel gereed is voor ondertekening.
250
Hierin waren de volgende bijdragen opgenomen: Bijdragen provincie: 9,7 miljoen euro voor aanleg van recreatiegebieden; 11,8 miljoen euro voor aanleg van natuurgebieden; 0,5 miljoen euro voor aanleg van fietspad 220. Bijdrage waterschap: 3,1 miljoen euro voor aanpassing van het watersysteem; 2,3 miljoen euro voor aanvullende maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit op basis van de Synergiegelden Water; 0,1 miljoen euro voor bijdrage De Elzen. Bijdrage gemeente: 5,8 miljoen euro voor aanleg landbouwweg; 0,5 miljoen euro voor aanleg fietspad 220; 0,2 miljoen euro voor structuurverbetering plangebied. In 2011/2012 is overleg gevoerd tussen rijk en provincie voor het doorvoeren van een bezuiniging van enkele tientallen miljoenen euro’s op de budgetten voor de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Dit heeft gevolgen gehad voor de omvang van het project en de financiële bijdrage van de provincie. Gemeente en provincie hebben onlangs overeenstemming bereikt over de bijstelling van het project NDB als gevolg van de rijksbezuinigingen. Dit houdt in dat het project wordt verkleind van 777 naar 530 ha. Voor de resterende grondaankopen en kosten voor inrichting stelt de provincie een bedrag beschikbaar van € 18,8 miljoen (prijspeil 01-01-2011). De oplevertermijn voor het project is verlengd tot 2017. Deze afspraken (incl. afspraken over het beheer) moeten nog formeel worden vastgelegd in een nieuwe overeenkomst. Dit is gepland na definitieve besluitvorming door Provinciale Staten over de Groenagenda in oktober van dit jaar. In deze overeenkomst zullen nadere afspraken moeten worden vastgelegd over evt. planbijstellingen met het oog op de risicobeheersing. Aanvullende kredietvotering De kosten voor het bestemmingsplan zullen hoger uitvallen dan geraamd. Met name in 2010 zijn extra inspanningen verricht als gevolg van de invoering van de nieuwe grondexploitatiewet. Ook de voorbereidingskosten voor de landbouwweg zullen hoger uitvallen in verband met de moeizame grondverwerving en overleg met Evides. De kosten die dit met zich mee heeft gebracht waren op voorhand niet ingeschat. Daarnaast zullen de bezuinigingen op de budgetten van het RODS/EHS waarschijnlijk tot noodzakelijke planaanpassingen en extra voorbereidingskosten leiden. Op korte termijn zal een voorstel voor aanvullende kredietvotering worden aangeboden (incl. de toekenningsbrief van de provincie voor de bijdrage van 18,8 miljoen euro).
Actuele raming en dekking gemeente Dordrecht: € 9,0 miljoen
Bijdragen derden € 2.645 30%
Strategische Investeringen € 6.321 70%
251
f. Besluitvorming Datum Raadsbesluit Omschrijving/fase
Reservering
div. besluiten
Voorbereidingskosten t/m 2005
04-07-2006
Initiële reservering
2.976.515
705.175
15-11-2006
MJP 2006-2010
2.100.000
Rekening 2008
Bijdrage derden
175.210
07-07-2009
Kadernota 2010, SI
B&W 2009
Bijdrage verkopen St. de Biesbosch
500.000 2.500.000 8.956.900
Datum Omschrijving/fase
Krediet
div. besluiten
Voorbereiding/onderzoek t/m 2005
04-07-2006
Vaststelling raamplan en start voorbereiding
Realisatie
705.175
705.175
2.976.515
3.130.779
3.681.690
3.835.954
Om de werkzaamheden in 2012 te kunnen voortzetten zal het krediet moeten worden opgehoogd.
g. Financiële prognose
€ 10.000 € 9.000 € 8.000 € 7.000 € 6.000 € 5.000 € 4.000 € 3.000 Reservering
€ 2.000
Realisatie
€ 1.000
A ctuele planning
€0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
h. Risico’s Omgevings risico’s
X
500
X
X
Organisatierisico
50
H
X
Grondbedrijfrisico
M
Oranje
Budgetrisico
Groen
4. Bezuinigingen budgetten RODS/EHS
X
Vertragingsrisico
3. Capaciteit gronddepot
X
Algemeen ruimtelijk risico
X
Continuïteit in exploitatie
X
300
Politiek/bestuurlijk risico/draagvlak
Financieringrisico
75
M
Algemeen omgevingsrisico
Maximaal risicobedrag X € 1.000
M
Oranje
Kans (H/M/L)
Groen
2. Aanleg landbouwweg
Kans x Effect
1. Grondverwerving
Organisatie risico’s
Projectrisico’s
X X X
X
X
252
Toelichting op risico’s en beheersmaatregelen Ad 1: Grondverwerving Aankoop van gronden vindt in principe plaats op basis van vrijwilligheid met als uitgangspunt volledige schadeloosstelling. Slechts in uitzonderingsgevallen kan het middel van onteigening worden toegepast. Dit zijn langlopende procedures die de realisatie van de plannen fors kunnen vertragen. Beheersmaatregel: Door constructief overleg met de LTO en afspraken met DLG en provincie over maatregelen ter versnelling van de grondaankoop wordt getracht om lange procedures bij onteigening te voorkomen. Ad 2: Vertraging aanleg landbouwweg Er wordt nog overleg gevoerd met Evides over de kruising Landbouwweg-waterleiding. Dit kan nog leiden tot kostenverhoging en vertraging. De verkoop van de waterboot aan Evides is niet doorgegaan. Dit betekent dat op dat punt geen kostenbesparing mogelijk is. De economische situatie en (wereld) politiek hebben een zeer grote invloed op bijvoorbeeld de prijzen van asfalt. Als het tij meezit kunnen hierdoor aanbestedingsvoordelen worden behaald. Voor de aansluiting op de Rijksstraatweg zijn nog enkele varianten in onderzoek. Beheersmaatregel: Voorstellen worden besproken met Evides. Ad 3: Capaciteit gronddepot Landbouwweg De capaciteit van het gronddepot is onvoldoende voor de hoeveelheid af te voeren grond. Als onderstaande beheersmaatregelen onvoldoende blijken, zullen extra kosten gemaakt moeten worden om de grond af te voeren. Beheersmaatregel: Er zijn meer oplossingsrichtingen mogelijk: mogelijkheden nagaan om meer grond te storten op grond DLG (combinatie met F220 en of bufferzone); aannemer om oplossing vragen; grond naar grondbank brengen; grond voor parkeerterrein gebruiken; Ad4: Bezuinigingen budgetten RODS/EHS Er ligt een principe overeenkomst tussen provincie en gemeente over de bijstelling van het project NDB als gevolg van de rijksbezuinigingen. Dit moet komend najaar resulteren in een nieuwe overeenkomst tussen gemeente, provincie en waterschap. Binnen de nieuwe afspraken zullen de budgetten voldoende zijn voor de restant opgave voor aanleg van de landbouwweg en de nieuwe natuur- en recreatiegebieden. Wel zal de financiële speelruimte om tegenvallers op te vangen kleiner zijn en zullen de risico’s voor budgetoverschreiding voor een groter deel bij de gemeente komen te liggen. Over het beheer moeten nog nadere afspraken worden gemaakt.
i. Betrokken private partijen Eigenaren van gronden, daarnaast geen private partijen.
253
Bijlage 2: Overzicht Strategische Investeringen 1 Veiligheid
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
Restant reservering (res -/- kred)
W33
Buiten de pollers
1.676.000
1.676.000
1.209.395
V01
Verkeersmanagement
1.655.325
1.655.325
1.344.054
0
V20
Verkeersstructuurplan centrum
1.400.000
65.000
0
1.335.000
4.731.325
3.396.325
2.553.448
1.335.000
2 Leefbaarheid en stedelijk beheer B15
Aanpak reclameborden
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
SV01
Leerpark
136.134
136.134
120.552
0
136.134
120.552
0
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
W42
Bioscoop
W43
Levendige Binnenstad
W46
Parkeergarage Stadswerven
B10
Restant reservering (res -/- kred)
46.220.771
43.290.626
43.272.907
2.930.145
46.220.771
43.290.626
43.272.907
2.930.145
5 Economie en cultuur
Restant reservering (res -/- kred)
136.134
3 Onderwijs
0
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
Restant reservering (res -/- kred)
1.500.000
1.500.000
0
0
500.000
500.000
0
0
2.000.000
2.000.000
0
0
Hofkwartier
41.536.843
37.534.827
26.271.504
4.002.016
W22
Energiehuis
30.686.000
29.011.000
7.056.936
1.675.000
W24
Schouwburg Kunstmin
17.091.512
17.091.512
2.368.600
0
W34
Inrichtingskosten Diep
3.505.403
3.109.500
0
395.903
W35
Inrichtingskosten Dordrechts Museum
2.693.700
2.693.700
2.620.029
0
W36
Inrichtingskosten 't Hof
833.800
833.800
501.684
0
E12
Voorstraat Noord - ontwikkelingsprogramma
995.000
995.000
738.803
0
101.342.258
95.269.339
39.557.555
6.072.919
6 Milieu en duurzaamheid
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
Restant reservering (res -/- kred)
W41
Duurzaamheid
500.000
500.000
13.654
0
W10
Bodemsanering
1.295.805
526.650
444.971
769.155
W11
Eiland van Dordrecht
9.428.235
3.681.690
3.265.941
5.746.545
W26
Energie op maat
640.000
640.000
640.000
0
W30
Stadsboerderij
3.260.000
3.260.000
3.118.879
0
15.124.040
8.608.340
7.483.445
6.515.700
7 Maatschappelijke voorzieningen W37
Hostelvoorziening
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
510.731
510.000
104.255
731
510.731
510.000
104.255
731
9 Sport en recreatie W17
Actieplan Watersport
Restant reservering (res -/- kred)
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
Restant reservering (res -/- kred)
1.295.500
1.295.500
1.102.409
0
1.295.500
1.295.500
1.102.409
0
254
Bijlage 2: Overzicht Strategische Investeringen 10 Verkeer en vervoer V22
Gratis openbaar vervoer
W39
Parkeerproblemen oostelijke stadsdelen
W40
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
Restant reservering (res -/- kred)
1.500.000
1.500.000
1.500.000
400.000
400.000
2.655
0 0
Rotonde Groene Zoom
1.500.000
0
1.500.000
1.500.000
3.928.162
3.928.162
2.000.000
0
885.000
885.000
798.433
0
W31
Wegennota
V03
Fietsbrug A16
V07
Doorstroming openbaar vervoer (DRS)
1.068.382
1.068.382
801.171
0
V08
Inframaatregelen auto
2.569.744
2.160.206
2.032.419
409.538
V14
Doortrekken Copernicusweg
2.115.084
2.065.363
1.826.700
49.721
V15
Binnenstad, handhaven autoluwe karakter
950.020
950.020
766.361
0
V16
Merwedestraat - Oranjelaan (VRI) Doorstroming
300.000
300.000
0
0
W32
Provinciale weg
2.750.000
2.750.000
1.648.725
0
17.966.392
16.007.133
12.876.464
1.959.259
11 Ruimtelijke ontwikkeling
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
Restant reservering (res -/- kred)
B02
Achterom/Bagijnhof
30.000.000
27.778.553
23.614.239
2.221.447
B13
Stadshotel
377.644
377.644
377.644
0
W27
Lichtplan 2006-2015
153.000
153.000
132.179
0
E01
Westelijke Dordtse Oevers
2.422.729
2.176.671
1.164.287
246.058
E07
Kade Krabbepolder (risicoreservering)
2.143.352
1.638.771
1.638.771
504.581
E13
Ontwikkelde spoorzone
400.000
400.000
385.715
0
E15
Geluid Zeehaven
955.289
790.289
713.122
165.000
E11
Upgrading zeehavengebied
1.800.000
1.800.000
1.694.768
0
V12
N3/A16 Mijlweg
4.347.016
4.347.016
3.893.176
0
V17
Dokweg A16 Doorstroming aansluiting
100.000
100.000
383
0
V19
Deltapoort
200.000
200.000
89.970
0
V21
Parkeerterrein Smitsweg
666.000
666.000
357.314
0
43.565.030
40.427.944
34.061.567
3.137.086
12
Restant reservering (res -/- kred)
Wonen
Reservering
W20
Dordt West
19.406.038
10.226.961
317.163
W38
Voorkomen nieuwe herstructureringswijken
300.000
0
0
300.000
19.706.038
10.226.961
317.163
9.479.077
Krediet
Onttrekkingen
15 Algemene dekkingsmiddelen O01
Manden Maken (dekking tekort)
Eindtotaal
Reservering
Krediet
Onttrekkingen
9.179.077
Restant reservering (res -/- kred)
140.000
140.000
140.000
0
140.000
140.000
140.000
0
250.738.219
219.308.302
141.589.765
31.429.917
De kredietverstrekkingen zijn bijgewerkt t/m augustus 2012. De onttrekkingen (cumulatieve uitgaven) zijn conform Jaarstukken 2011. Onttrekkingen vinden één keer per jaar plaats (bij jaarrekening) op basis van daadwerkelijke realisatie.
255
Bijlage 3:Autorisatieoverzicht programmabegroting en meerjarenbegroting Veiligheid Product
Begroting 2013 Lasten
Baten
Begroting 2015
Begroting 2014 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2016 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Progr. begeleiding en procesveiligheid
967
45
922
953
45
908
953
45
908
953
45
Sociale veiligheid
378
32
346
378
32
346
378
32
346
378
32
346
2.402
350
2.052
2.352
350
2.002
2.236
350
1.886
2.234
350
1.884
146
0
146
146
0
146
146
0
146
146
0
146
59
0
59
59
0
59
59
0
59
59
0
Toezicht Openbare orde Rampenbestrijding Brandweer Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Leefbaarheid en Stedelijk Beheer
908
59
12.068
0
12.068
11.898
0
11.898
11.427
0
11.427
11.326
0
11.326
16.020
427
15.593
15.786
427
15.359
15.199
427
14.772
15.096
427
14.669
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16.020
427
15.593
15.786
427
15.359
15.199
427
14.772
15.096
427
14.669
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Product
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Wegen
11.139
229
10.910
11.270
229
11.041
11.258
229
11.029
11.245
229
11.016
Groen
8.169
57
8.112
8.250
57
8.193
8.224
57
8.167
8.188
57
8.131
Openbare verlichting
1.844
29
1.815
1.843
29
1.814
1.841
29
1.812
1.824
29
1.795
Verkeersmeubilair en VRI's
1.556
450
1.106
1.551
450
450
1.046
1.101
1.528
450
1.078
1.496
Constructies
2.422
9
2.413
2.437
9
2.428
2.435
9
2.426
2.441
9
Speelvoorzieningen
1.051
0
1.051
1.011
0
1.011
990
0
990
988
0
988
Havens Civiel
1.984
33
1.951
1.965
33
1.932
1.948
33
1.915
1.934
33
1.901
Riolering Soc. Herstructureringswijken/ Dordt West Leefbare wijken
9.691
10.488
-797
9.688
10.485
-797
9.688
10.485
-797
9.688
10.485
-797
3.261
1.195
2.066
4.778
26
4.752
2.646
54
2.592
2.947
2.353
594
3.102
0
3.102
3.062
0
3.062
2.519
0
2.519
2.519
0
2.519
44.219
12.490
31.729
45.855
11.318
34.537
43.077
11.346
31.731
43.270
13.645
29.625
Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Onderwijs Product
2.432
85
401
-316
0
3.183
-3.183
0
2.772
-2.772
80
853
-773
44.304
12.891
31.413
45.855
14.501
31.354
43.077
14.118
28.959
43.350
14.498
28.852
Begroting 2013
Begroting 2015
Begroting 2014
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Sluitende aanpak VSV
2.877
946
1.931
2.823
946
1.877
2.791
946
1.845
2.791
946
1.845
Voor- en vroegschoolse educatie
6.146
4.038
2.108
5.632
4.037
1.595
5.634
4.037
1.597
5.634
4.036
1.598
School in de samenleving (SIS) Onderwijsaangelegenheden Leerpark Kinderopvang Onderwijshuisvesting Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Werk en Inkomen
Baten
Saldo
485
0
485
485
0
485
485
0
485
485
0
485
1.700
0
1.700
1.696
0
1.696
1.696
0
1.696
1.696
0
1.696
29
0
29
29
0
29
29
0
29
29
0
29
964
561
403
975
535
440
925
509
416
925
484
441
17.055
290
16.765
16.677
299
16.378
16.684
299
16.385
16.605
299
16.306
29.256
5.835
23.421
28.317
5.817
22.500
28.244
5.791
22.453
28.165
5.765
22.400
0
2.270
-2.270
0
1.823
-1.823
0
1.809
-1.809
0
1.756
-1.756
29.256
8.105
21.151
28.317
7.640
20.677
28.244
7.600
20.644
28.165
7.521
20.644
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Product
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Werk
34.643
31.326
3.317
35.239
32.111
3.128
34.137
32.111
2.026
34.135
32.111
2.024
Bijstandsverlening SDD
60.557
43.434
17.123
60.557
43.434
17.123
60.557
43.434
17.123
60.557
43.434
17.123
3.416
0
3.416
3.416
0
3.416
3.416
0
3.416
3.416
0
3.416
25
0
25
25
0
25
25
0
25
25
0
Armoedebeleid / bijzondere bijstand Schuldhulpverlening Inburgering Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Economie en Cultuur Product
Saldo
25
785
785
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
99.426
75.545
23.881
99.237
75.545
23.692
98.135
75.545
22.590
98.133
75.545
22.588
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
99.426
75.545
23.881
99.237
75.545
23.692
98.135
75.545
22.590
98.133
75.545
22.588
Saldo
Lasten
Saldo
Lasten
Saldo
Lasten
Begroting 2013 Lasten
Baten
Begroting 2014 Baten
Begroting 2016
Begroting 2015 Baten
Baten
Saldo
Culturele educatie
2.416
0
2.416
2.415
0
2.415
2.415
0
2.415
2.415
0
2.415
Culturele subsidies
1.872
237
1.635
1.867
237
1.630
1.967
237
1.730
1.967
237
1.730
Volksfestiviteiten
178
218
-40
178
218
-40
178
218
-40
178
218
-40
Havenexploitatie
1.889
3.465
-1.576
1.843
3.465
-1.622
1.805
3.465
-1.660
1.802
3.465
-1.663
780
0
780
674
0
674
269
0
269
269
0
269
Werkgelegenheid Toerisme en Zorg Economische innovatie Binnenstad Toerisme en Marketing
119
4
115
119
0
119
119
0
119
19
0
19
349
0
349
347
0
347
163
0
163
163
0
163
3.060
10
3.050
3.060
10
3.050
3.055
10
3.045
3.055
10
3.045
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
456
0
456
453
0
453
445
0
445
445
0
445
Detailhandel en ambulante handel
367
279
88
363
279
362
279
359
279
Droge- en natte bedrijven
105
0
105
85
0
85
84
0
84
84
0
84
Hofkwartier
827
0
827
824
0
824
821
0
821
817
0
817
Marketing Ondersteuning ondernemerschap
Diep Schouwburg Kunstmin CBK Dordtse Musea Kunst en geschiedenis Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Milieu en Duurzaamheid
84
83
80
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.289
160
2.129
3.373
969
2.404
3.375
969
2.406
3.360
969
2.391
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
9.691
1.065
8.626
9.571
1.066
8.505
9.674
1.255
8.419
9.652
1.255
8.397
24.398
5.438
18.960
25.172
6.244
18.928
24.732
6.433
18.299
24.585
6.433
18.152
380
311
69
325
311
14
319
311
8
394
311
83
24.778
5.749
19.029
25.497
6.555
18.942
25.051
6.744
18.307
24.979
6.744
18.235
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Product
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Afvalinzameling en verwerking
13.024
12.842
182
13.021
12.842
179
13.018
12.842
176
13.009
12.842
167
3.092
174
2.918
3.016
174
2.842
3.004
174
2.830
3.004
174
2.830
229
0
229
22
0
22
22
0
22
22
0
22
1.939
281
1.658
1.926
281
1.645
1.921
281
1.640
1.915
281
1.634
239
0
239
239
0
239
60
0
60
60
0
60
18.523
13.297
5.226
18.224
13.297
4.927
18.025
13.297
4.728
18.010
13.297
4.713
0
486
-486
0
482
-482
0
479
-479
0
470
-470
18.523
13.783
4.740
18.224
13.779
4.445
18.025
13.776
4.249
18.010
13.767
4.243
Milieubeheer Ecologie Natuur- en Milieucentrum Duurzaamheid Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Maatschappelijke Voorzieningen Product Welzijnsaccommodaties Bibliotheek Participatie Dordtse migranten
Begroting 2013
Begroting 2014 Saldo
Begroting 2015 Saldo
Saldo
Begroting 2016
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
314
23
291
298
23
275
298
23
275
294
23
271
3.338
0
3.338
3.381
0
3.381
3.227
0
Saldo 3.227
3.227
0
Saldo 3.227
904
0
904
1.443
0
1.443
1.423
0
1.423
1.423
0
1.423
Lokaal gezondheidsbeleid
3.821
0
3.821
3.809
0
3.809
3.809
0
3.809
3.962
0
3.962
WMO hulpmiddelen en hoppers
4.931
0
4.931
4.931
0
4.931
4.931
0
4.931
4.931
0
4.931
WMO individuele voorzieningen
11.441
0
11.441
11.441
0
11.441
11.441
0
11.441
11.441
0
11.441
3.764
0
3.764
3.758
0
3.758
3.758
0
3.758
3.758
0
3.758
Maatschappelijke ondersteuning Maatschappelijke zorg
5.877
0
5.877
5.870
0
5.870
5.770
0
5.770
5.770
0
5.770
Buurtwerk
2.361
23
2.338
2.268
23
2.245
2.225
23
2.202
2.087
23
2.064
433
0
433
432
0
432
432
0
432
432
0
Vrijwilligerswerk Overige maatschappelijke voorzieningen Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
432
169
0
169
168
0
168
168
0
168
168
0
168
37.353
46
37.307
37.799
46
37.753
37.482
46
37.436
37.493
46
37.447
153
166
-13
153
115
38
153
115
38
0
115
-115
37.506
212
37.294
37.952
161
37.791
37.635
161
37.474
37.493
161
37.332
256
Jeugd Product
Begroting 2013 Lasten
Baten
Begroting 2014 Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2015 Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2016 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Sluitende aanpak jeugd
260
0
260
259
0
259
259
0
259
259
0
Kindervoorzieningen
592
0
592
591
0
591
591
0
591
591
0
591
1.280
0
1.280
1.276
0
1.276
1.275
0
1.275
1.275
0
1.275
Opvoedingsondersteuning Jongerenvoorzieningen Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Sport en Recreatie Product
259
1.566
0
1.566
1.565
0
1.565
1.565
0
1.565
1.565
0
1.565
3.698
0
3.698
3.691
0
3.691
3.690
0
3.690
3.690
0
3.690
25
32
-7
25
33
-8
25
33
-8
25
33
-8
3.723
32
3.691
3.716
33
3.683
3.715
33
3.682
3.715
33
3.682
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Baten
Recreatie
1.625
49
1.576
1.566
49
1.517
1.558
49
1.509
1.572
49
1.523
Sportboulevard Kapitaallasten
2.270
0
2.270
2.270
0
2.270
2.270
0
2.270
2.270
0
2.270
11.631
5.274
6.357
11.709
5.324
6.385
11.573
5.324
6.249
11.547
5.320
6.227
Sportbedrijf Sportbeleid Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Verkeer en Vervoer Product Externe veiligheid verkeer en vervoer Verkeersveiligheid Hoofdinfrastructuur Parkeren Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Ruimtelijke Ordening Product
Saldo
71
0
71
70
0
70
70
0
70
70
0
70
15.597
5.323
10.274
15.615
5.373
10.242
15.471
5.373
10.098
15.459
5.369
10.090
0
164
-164
0
164
-164
0
0
0
0
0
0
15.597
5.487
10.110
15.615
5.537
10.078
15.471
5.373
10.098
15.459
5.369
10.090
Saldo
Lasten
Saldo
Lasten
Saldo
Lasten
Begroting 2013 Lasten
Baten
Begroting 2014 Baten
Begroting 2015 Baten
Begroting 2016 Baten
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
250
50
200
249
50
199
248
50
198
248
50
198
1.792
137
1.655
1.758
137
1.621
1.168
137
1.031
1.167
137
1.030
0
-1.143
8.498
8.934
-436
8.272
8.934
-662
7.818
8.934
-1.116
7.791
8.934
10.540
9.121
1.419
10.279
9.121
1.158
9.234
9.121
113
9.206
9.121
1.591
2.361
-770
3.124
2.253
871
3.567
2.245
1.322
3.583
2.237
1.346
12.131
11.482
649
13.403
11.374
2.029
12.801
11.366
1.435
12.789
11.358
1.431
Begroting 2013
Begroting 2015
Begroting 2014
85
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
3.881
2.625
1.256
3.425
3.639
-214
3.405
3.639
-234
3.405
3.639
-234
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Monumenten
551
66
485
546
66
480
536
66
470
536
66
470
Beheer en ontwikkelen van wijken
898
0
898
887
0
887
867
0
867
867
0
867
Vergunningen Handhaving milieu
Planologisch juridisch instrumentarium
0
318
0
318
365
0
365
359
0
359
359
0
Exploitatie bouwgronden wonen Exploitatie gemeentelijke eigendommen -erfpacht Grondbeleid en ontwikkeling
50.682
52.670
-1.988
21.043
21.248
-205
29.193
29.353
-160
28.212
28.457
-245
16.567
19.225
-2.658
1.208
3.866
-2.658
1.208
3.866
-2.658
1.208
3.866
-2.658
267
0
267
265
0
265
259
0
259
260
0
260
Exploitatie economische ontwikkeling
10.481
22.670
-12.189
1.361
1.434
-73
1.372
1.445
-73
1.393
1.466
5
0
5
5
0
5
5
0
5
5
0
5
83.650
97.256
-13.606
29.105
30.253
-1.148
37.204
38.369
-1.165
36.245
37.494
-1.249
20.317
3.681
16.636
2.916
178
2.738
2.870
178
2.692
2.955
178
2.777
103.967
100.937
3.030
32.021
30.431
1.590
40.074
38.547
1.527
39.200
37.672
1.528
Exploitatie kantoorlocaties Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Wonen Product Woonwagens Funderingen Wonen Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Dienstverlening Product
Begroting 2013
Begroting 2015
Begroting 2014
359
-73
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
-2
0
-2
-2
0
-2
-2
0
-2
-2
0
Saldo -2
11
0
11
11
0
11
11
0
11
11
0
11
1.866
224
1.642
1.711
224
1.487
1.403
224
1.179
1.403
224
1.179
224
1.188
224
1.188
114
368
-254
114
368
-254
0
368
-368
0
368
-368
1.989
1.875
592
224
1.397
1.651
1.834
592
1.242
1.412
592
820
1.412
592
820
Begroting 2013
1.720
224
1.496
Begroting 2014
1.412
Begroting 2015
1.412
Begroting 2016
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Plechtigheden (Essenhof)
3.030
2.670
360
3.035
2.746
289
3.007
2.787
220
2.991
2.771
Basisregistratie vastgoed
1.229
468
761
1.229
468
761
1.229
468
761
1.229
468
761
Publieke dienstverlening
5.004
2.258
2.746
4.816
2.258
2.558
4.906
2.258
2.648
4.912
2.258
2.654
9.263
5.396
3.867
9.080
5.472
3.608
9.142
5.513
3.629
9.132
5.497
3.635
Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Bestuur en Samenwerking Product Mediazaken Griffie Rekenkamer Bestuur Bestuurlijke samenwerking Internationale betrekkingen Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming Algemene Dekkingsmiddelen Product
Saldo 220
175
259
-84
180
225
-45
202
225
-23
203
225
-22
9.438
5.655
3.783
9.260
5.697
3.563
9.344
5.738
3.606
9.335
5.722
3.613
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2013 Lasten
Baten
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016 Saldo
601
0
601
449
0
449
447
0
447
445
0
445
2.523
0
2.523
2.617
0
2.617
2.507
0
2.507
2.509
0
2.509
482
60
422
469
50
419
469
50
419
469
50
419
11.205
186
11.019
11.415
193
11.222
11.116
164
10.952
11.282
163
11.119
2.250
0
2.250
2.250
0
2.250
2.250
0
2.250
2.250
0
2.250
142
0
142
142
0
142
142
0
142
142
0
142
17.296
246
17.050
17.435
243
17.192
17.024
214
16.810
17.190
213
16.977
29
0
29
29
0
29
29
0
29
29
0
29
17.325
246
17.079
17.464
243
17.221
17.053
214
16.839
17.219
213
17.006
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Begroting 2013
Begroting 2014
Baten
Saldo
Begroting 2015
Begroting 2016 Baten
Saldo
0
151.160
-151.160
0
150.616
-150.616
0
144.500
-144.500
0
144.500
-144.500
Belastingheffing
1.872
20.980
-19.108
1.872
20.961
-19.089
1.872
20.961
-19.089
1.872
20.961
-19.089
Geldleningen
1.124
Algemene uitkering
Lasten
1.124
0
1.055
1.055
0
994
994
0
921
921
0
790
17.323
-16.533
790
13.801
-13.011
790
13.801
-13.011
790
13.801
-13.011
Onvoorzien
1.000
0
1.000
1.000
0
1.000
1.000
0
1.000
1.000
0
1.000
Stelposten
3.166
0
3.166
2.002
0
2.002
-510
0
-510
49
0
49
Bedrijfvoering Stad
2.835
11.859
-9.024
2.835
11.461
-8.626
3.529
11.305
-7.776
3.529
10.511
-6.982
Resultaatsrekening
359
0
359
1.005
0
1.005
2.086
0
2.086
1.767
0
1.767
-903
0
-903
-412
0
-412
76
0
76
76
0
76
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Beleggingen
Budget Stadsontwikkeling Saldi kostenplaatsen overig Budget Vastgoed Begroting voor bestemming Mutaties met de reserves Begroting na bestemming
0
1.127
2.305
-1.178
990
0
990
887
561
326
621
0
621
11.370
210.310
-198.940
11.137
203.260
-192.123
10.724
197.041
-186.317
10.625
195.198
-184.573
29.021
22.929
6.092
11.361
10.907
454
9.714
8.400
1.314
8.099
8.263
-164
40.391
233.239
-192.848
22.498
214.167
-191.669
20.438
205.441
-185.003
18.724
203.461
-184.737
257
Bijlage 4: Autorisatie overzicht routine investeringen Bedragen x € 1.000
Investeringen per programma
Investeringsbedrag
Dienst-verlening
2013
Reconstructie Zuidendijk fase 2
350 350 2013
Economie en Cultuur Audiovisuele apparatuur 2016 Audiovisuele dragers 2016 Conserveringsmaterialen 2016 Transportmiddelen Stadsdepot 2016 Investeringen dm 2015 (afschrijving 5 jaar) Investeringen dm 2013 (afschrijving 5 jaar) Investeringen dm 2014 (afschrijving 5 jaar) DM Tentoonstellings-materialen (2016) DM; Archiveringsmatariaal 2016 DM; Rest. apparatuur 2016 Bedrijfssoftware 2016 Internetapplicaties 2016 Investeringen hvg 2015 (afschrijving 10 jaar) Investeringen hvg 2013 (afschrijving 5 jaar) Investeringen hvg 2013 (afschrijving 10 jaar) Investeringen hvg 2014 (afschrijving 5 jaar) Investeringen hvg 2015 (afschrijving 5 jaar) Leefbaarheid en stedelijk beheer PROM: Vervoermiddelen 2013 PROM: Vervoermiddelen 2014 PROM: Vervoermiddelen 2015 PROM: Vervoermiddelen 2016 PROM: Mechanisatie Groen 2013 PROM: Mechanisatie Groen 2014 PROM: Mechanisatie Groen 2015 PROM: Mechanisatie Groen 2016 PROM: Vervanging verlichting 2013 PROM: Kunstwerken 2013 PROM: Rioolprogramma 2013 Onderwijs Grondkosten gymzaal Binnenstad Bouw Gymzaal Binnenstad Nieuwbouw De Albatros/Fontein in Wielwijk Driehoek, nieuwbouw+2 BSO en 1 PSZ. Driehoek 41 Sport en recreatie Aanleg kunstgras DMHC Veld N-Schenkeldijk Aanleg kunstgras DMHC Veld R-Schenkeldijk Case IH, model JX 90 U (2013) Ford Transit 2.4 16V + Hiab 013-TA1 (2013) Kubota RTV 900 nr 2 (2016=>2013) Kubota RTV 900 nr 1 (2016=>2013) Miedema HST 80 volume kipper (2016) JCB 354 compact+ferri armmaaier+knipper (2016) Fiat Strada 1,3 JTD Multijet Adventure (2015) Ford Transit T200S (2014) Redemix Charterhouse vertid-drain 7521 (2013) John Deere 1905 Kooimaaier (2013) John Deere 1515 Cirkelmaaier (2014) Case IH model JX1070c+ransomes kooimaaier (2014) Ford Transit connect T23LTDCI (2015) Homburg drainreiniger type JU-M135 (2015) TOTALEN
2014
2014
2015
2015
Kapitaallasten 2016
2013
2014
2015
2016
18 18 2013
18 18 2014
18 18 2015
10 25 30 15
10
95 60
21 13 20
13
13 20
19 2
19 2 19
34 2013
73 2014
37
36 32
34 31 5
19
18 22
18 21 6
289 2016
28 30 91 205 2013
28 30 128 294 2014
27 30 127 299 2015
2016
12 46 133 152 343 2013
12 112 177 152 453 2014
12 112 177 152 453 2015
11 6 5 2 2
20 6 5 2 2
20 6 5 2 2
90 35 15 23 55 25 15 85 20 85 165 2013
175 2014
85 195 2015
233 2016
154 135
2 19 2 19 19 125 2015
135 135 135 154 154 154 314 468 2.265 3.336 2013 290 1.155 3.000 1.297 5.742 2013
289 2014
289 2015
1.061 231 1.292 2014
2015
269 269 45 43 20 20 18 45 15 17 28 84
3 10 56 94
509 10.102
167 1.923
17 15 47 531
332 854
39 639
4 3 10 7 12
71 909
3 4 3 10 7 12 4 2 80 975
258
Bijlage 5: Overzicht EMU-saldo Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
2012 x € 1000,-
2013 x € 1000,-
2014 x € 1000,-
Volgens realisatie tot en met sept. 2012, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2013
Volgens meerjarenraming in begroting 2013
-56.373
18.452
-811
14.208
15.034
15.643
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4.015
4.184
4.586
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
61.627
26.295
7.362
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord
0
0
0
20.906
21.446
12.663
28.371
50.133
17.369
4.369
3.335
3.536
0
0
0
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 a b
Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
ja
nee
-96.681
ja
nee
36.726
ja
nee
13.226
259
Afkortingenlijst AB AIVD AKOR ANWB AMB AMvB APV ARB ASz AV AvA AWBZ
BABW BOA BBP BBV BC BD BDU BIBOB
BIJ BIRK BIZ BLVS BNG BoVo BP BRM BS BSO BST BTW Burap BVFP BV B&W BZK
CA. CAO CBK CBS CEP CJG
Algemeen Bestuur Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Adviescommissie Kwaliteit Openbare Ruimte Koninklijke Nederlandse Toeristenbond stadsprogramma Arbeidsmarktbeleid Algemene Maatregel van Bestuur Algemene Plaatselijke Verordening Ambtenaar rampenbestrijding Albert Schweitzer ziekenhuis Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Algemene Vergadering Van Aandeelhouders Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten Bruto Binnenlands Product Besluit Begroting en Verantwoording Businesscase Bureau Drechtsteden Brede Doeluitkering Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Bestuurlijke informatievoorziening justitiabelen Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit Bedrijfsinvesteringszones Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Bank Nederlandse Gemeenten Bovenwijkse Voorzieningen Bestemmingsplan bouwrijp maken Binnenstadservice Dordrecht Buitenschoolse Opvang Buurt Service Team Belasting Toegevoegde Waarde Bestuursrapportage Belangen Vereniging Funderingsproblematiek Besloten Vennootschap Burgermeester en Wethouders Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties circa Collectieve arbeidsovereenkomst Centrum Beeldende Kunst Centraal Bureau voor Statistiek Centraal Economisch Plan Cirkels voor Jeugd en Gezin
COELO CPB CPI CPO CRM CV CVO
DAV DJGZ DiEP DJI DK DKG DLG DLTC DNA DO DRIS DRS DSB DVC DVO DWO
ECB ECD EFRO EHS EL&I EMU EU EZH
Fido FLO FTE
Gba GBD GGD GGZ GHOR GPR GR GRD Grex(en)
Centrum voor Onderzoek v/d Economie v/d Lagere Overheden Centraal Plan Bureau Consumentenprijsindex Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Customer Relationship Management Commanditaire Vennootschap Continu vakantie onderzoek Drechtsteden, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden Digitaal dossier jeugdgezondheidszorg Erfgoedcentrum DiEP Dienst Justitiële Inrichtingen Dordtse Kil Dordrecht Kleurrijk Groen Dienst Landelijk Gebied Dordrechtsche Lawn Tennis Club De Nieuwe Ambtenaar en erfelijke informatiedrager Definitief Ontwerp Dynamisch Reizigers Informatie Systeem Doorstroming openbaar vervoer Drechtstedenbestuur Da Vinci-college Dienstverleningsovereenkomst Dordtse Welzijnsorganisatie Europese Centrale Bank Energie Coöperatie Dordrecht Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Ecologische hoofdstructuur Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Europees Monetaire Unie Europese Unie Elektriciteitscentrale Zuid-Holland Wet Financiering decentrale overheden Functioneel Leeftijdsontslag fulltimerequivalent Gemeentelijke Basisadministratie Gemeentelijke Belastingdienst Drechtsteden Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Gemeenschappelijke Regelingen Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Grondexploitatie(‘s)
260
GRP GS GSB GZ GZP
Gemeentelijk Rioleringsplan Gedeputeerde Staten Grote Steden Beleid Gezondheidszorg Gezondheidspark
Ha
Hectare Lik-op-stuk afhandeling van bepaalde soorten criminaliteit door jeugdigen Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Hoger Beroepsonderwijs Havenbedrijf Rotterdam Hofkwartier Hoogwaardig Openbaar Vervoer Dordrecht Human Resources Human Resource Management Huisvuilcentrale
LB LISA Lng LTO
HALT
HAVO HBO HbR HK HOV-D HR HRM HVC
IBD IBIS ICT IHP i-JGZ I&M i.o. IOAW
IOAZ
IP&A IRS IS ISV IVP (3) IZA
JGZ JOGG JPT JustID
KAR KING KLDP KOR KRW KUBIS KvK KVO(B)
MARE MBO MEE MER MFA MIRT MJP MO MOP MTO
Ingenieursbureau Drechtsteden Interactief Burger Informatie Systeem Informatie- en communicatietechnologie Integraal Huisvestingsplan integrale Jeugdgezondheidszorg Ministerie van Infrastructuur en Milieu in oprichting Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Zelfstandigen Progr. Informatievoorziening, Processen & Automatisering Interest Rate Swap Inrichting Stadsdelen Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing Integraal Veiligheidsprogramma 3 Zorgverzekeraar
MVO
Jeugdgezondheidszorg Jongeren op Gezond Gewicht Jeugd Preventie Team Justitiële Informatiedienst
O&A
Korte Afstand Radio Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten Korps landelijke politiediensten Kwaliteit Openbare Ruimte Kaderrichtlijn Water Kunstwerkenbeheerssysteem Kamer van Koophandel Keurmerk Veilig Ondernemen (Bedrijventerreinen)
MZ MZO
Naris NASB NCB NCW NDB NDC NFIA NIEGG Nnb NMC NO-T NPR NS NSVV NUP NV
Obs OCW OCD OGGZ OKE OM OOV OV Ovk OZB OZHZ
Leerbedrijven Landelijk Informatie Systeem Arbeidsorganisaties Liquefied natural gas, ook wel vloeibaar aardgas Land- en Tuinbouw Organisatie Managing Adaptive Responses to Flood Risk in the North Sea Region Middelbaar Beroepsonderwijs Meedoen, meehelpen, meepraten Milieu Effect Rapportage Multifunctionele accommodatie Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport Meer Jaren Beleidsprogramma Maatschappelijke Opvang of (sector) Maatschappelijke Ontwikkeling Meerjaren Onderhoudsplan Medewerkers Tevredenheids Onderzoek Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Maatschappelijke Zorg Migranten zelforganisatie Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Projectontwikkelaar Netto contante waarde Nieuwe Dordtse Biesbosch Nieuwe Dordtse Cultuurorganisatie Netherlands Foreign Investment Agency Niet in exploitatie genomen gronden Nog niet bekend Natuur en Milieu Centrum Noordoevers-Transformatiezone Nederlandse Praktijk Richtlijn Nederlandse Spoorwegen Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde Nationaal Uitvoeringsprogramma Naamloze Vennootschap Onderwijs en Arbeidsmarkt Openbare basisschool Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Onderzoekscentrum Drechtsteden Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Openbaar Ministerie Openbare Orde en Veiligheid openbaar vervoer overeenkomst Onroerende zaakbelastingen GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
261
PALT P&C PDCA PFO PG PGA PGB PG&J PHS P.M. P.O. POP PPS PR PRIS PvE PZH
RAS RAV R&E RIA RIB RIEC Risman RMC
RO RODS ROM’s ROM-D RPV RTC RWS
SBBD SBO SCD SDD SES SGP SI SIS SO SOK SROI SSKW S&V SVIR SVN SWOV
Prestatieafspraken voor de Lange Termijn Planning en Control Plan, Do, Check, Act Portefeuillehoudersoverleg parkeergarage Persoonsgebonden aanpak Persoonsgebonden budget Publieke Gezondheid en Jeugd Programma Hoogfrequent Spoor Pro Memorie Particulier Opdrachtgeverschap Plattelandontwikkelings-programma Publiekprivate Samenwerkingsorganisaties Public Relations Parkeer route informatiesysteem Programma van Eisen Provincie Zuid-Holland Regionale Agenda Samenleving Regionale Ambulance Voorziening Research en Educatie Rotterdam Investment Agency Raadsinformatiebrief Regionale Informatie en Expertisecentra Risicomanagement Regionale Meld- en Coördinatiefunctie vroegtijdig schoolverlaten Ruimtelijke Ordening Recreatie om de stad Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid Regionaal Talentcentra Rijkswaterstaat Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Dordrecht Speciaal Basisonderwijs Servicecentrum Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden Stedelijk Ecologische Groenstructuur Strategisch Groen Project Strategische Investeringen School in de Samenleving Stadsontwikkeling Samenwerkingsovereenkomst Social Return on Investment Samenwerkingsverband Sociaal Kultureel Werk Stedenbouw en Verkeer Structuurvisie Infrastructuur en ruimte Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeente Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
TCOJ
Tijdelijk Casus Overleg Jeugdzorg
UA
Uitgesloten aansprakelijkheid Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
UWV
Vavo VAR VCOD
VEZA VGB VGZ VMBO VN VNG VO VR VRI VROM
V&V VSV VVE VVV VWO vz
Wabo Wajong WAP WC WDO WEB WfZ Wi WIJ WKO Wmo WO Wob WOW WOZ Wpg WPO WRM Wro WSW WVG WWC Wwb
Volwassenonderwijs Verkenning Antwerpen-Rotterdam Vereniging van eigenaren van Commercieel Onroerend goed Dordrecht Verbinding Zeeland-Antwerpen Vastgoedbedrijf uitvoerder van ziektekostenverzekeringen Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Verenigde Naties Vereniging Nederlandse Gemeenten Vrouwenopvang of Voorlopig Ontwerp Veiligheidsregio’s of Voorlopige rekening Verkeersregelinstallaties Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Verpleging en verzorging Vroegtijdige Schoolverlater Vroeg en Voorschoolse Educatie of Vereniging Van Eigenaren Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs voorzitter Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten Wijk Actie Plan Winkelcentrum Westelijke Dordtse Oever Wet Educatie en Beroepsonderwijs Waarborgfonds voor de Zorg Wet inburgering Wet Investeren in jongeren Warmte Koude-opslag Wet maatschappelijke ondersteuning Wetenschappelijk Onderwijs Wet openbaarheid van bestuur Wensen Ontwikkelen Wonen Wet Waardering Onroerende Zaken Wet publieke gezondheid Wet op het primaire onderwijs woonrijp maken Wet ruimtelijke ordening Wet sociale werkvoorziening Wet Voorkeursrecht Gemeenten of Wet Voorzieningen Gehandicapten Woonwagen Centrum Wet werk en bijstand
262
WWI WWNV
ZHZ ZSM
Zvw
Directoraat-generaal Wonen, Wijken en Integratie Wet Werken naar Vermogen Zuid-Holland Zuid Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk Zorgverzekeringswet
263