PROGRAMMABEGROTING 2013
GEMEENTE MENAMERADIEL
Inhoudsopgave
INLEIDING
5
LEESWIJZER
6
RECAPITULATIE MEERJARENBEGROTING PER PROGRAMMA
10
PROGRAMMA 1 BESTUUR
12
PROGRAMMA 2 VEILIGHEID
16
PROGRAMMA 3 VERKEER EN OPENBARE RUIMTE
20
PROGRAMMA 4 LOKALE ECONOMIE
26
PROGRAMMA 5 ONDERWIJS
30
PROGRAMMA 6 CULTUUR, RECREATIE EN SPORT
34
PROGRAMMA 7 WERK EN INKOMEN
38
PROGRAMMA 8 WELZIJN EN ZORG
40
PROGRAMMA 9 MILIEU
44
PROGRAMMA 10 BOUWEN EN RUIMTE
48
PROGRAMMA 11 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
52
PARAGRAFEN
55
• • • • • • •
Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid Lokale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen Weerstandsvermogen
BIJLAGE
INVESTERINGSSTAAT 2013 – 2016
3
4
Inleiding Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2013 van de gemeente Menameradiel aan. In de begroting is aangegeven waaraan de gemeente in het komende jaar haar geld zou willen besteden en wat dit dan mag kosten voor de uitvoering van haar taken. De gemeenteraad stelt elk najaar de aangeboden programmabegroting vast. De programmabegroting 2013 is de derde begroting van het nieuwe college, bij de opzet is een doorkijk gemaakt naar het jaar 2016. De slogan uit het college akkoord 2010-2014, ‘Wat moet dat moet, maar wat kan moet niet’ is daarbij vertaald in de opgave voor 2013 en moet als opmaat gezien worden voor de periode daarna. Bij de raming van de algemene uitkering is uitgegaan van de junicirculaire 2012, voor de jaren 2009, 2010 en 2011 is het principe van “Samen de trap op, samen de trap af” verlaten. Ingaande 2012 is het principe van “Samen de trap op, samen de trap af” weer in ere hersteld. In de junicirculaire 2012 is er goed nieuws, de korting in 2013 valt relatief mee ten opzichte van eerdere berichtgeving in de diverse media. Dat komt vooral omdat de maatregelen in het zgn. Lente-accoord vooral zijn gezocht in de lastenverzwaring voor de burgers. In de meerjarenraming valt het mee, met een piek in de jaren 2014 en 2016. Gelet op de vorming van een ander kabinet met nieuwe plannen zijn de ontvangsten van het gemeentefonds uiterst onzeker. Het nieuwe kabinet zal waarschijnlijk de lastenverzwaring inwisselen voor maatregelen die wel ten laste van het gemeentefonds gaan. Eveneens zijn met het oog de aanstaande verkiezingen de decentralisaties AWBZ, Jeugdzorg en de wet Werken naar vermogen controversieel verklaard, gevolg is sowieso uitstel van alledrie decentralisaties met een jaar De nota ombuigingen 2012-2014, welke is vastgesteld in uw vergadering van 16 juni 2011, is voor het “groene” gedeelte verwerkt in de begroting 2013. Willen wij de gemeente als ‘betaalbaar met een prettig woonklimaat’ blijven bestempelen dan zullen wij met elkaar de komende jaren de schouders eronder moeten zetten en de lokale overheid daarop moeten inrichten. Wij hebben u als Raad daarbij hard nodig. De programmabegroting 2013 is als volgt opgebouwd: 1. Aanbiedingsbrief 2. Programma’s 3. Paragrafen 4. Investeringsstaat 2013 – 2016 De programmabegroting is niet het enige, maar wel één van de belangrijkste kaderstellende documenten binnen de gemeente. Het is de jaarlijkse verbindende schakel tussen raad en college, waarbij de begrotingsprogramma’s fungeren als afsprakenkaders. Als de in de programma’s geformuleerde doelen helder en taakstellend zijn geformuleerd, fungeren deze als leidraad voor het uitvoeringsbeleid van het college en de ambtelijk hiervoor te leveren prestaties. Het collegeprogramma 2010-2014 is hierbij als uitgangspunt genomen.
Menaam, november 2012.
Het gemeentebestuur van Menameradiel.
5
Leeswijzer Aan de leden van de gemeenteraad van Menameradiel Vernieuwd De programmabegroting 2013 is qua indeling en vormgeving gelijk aan die van 2012. Samengevat gaat het hierbij om: 1. de consistentie: per programmaonderdeel zijn de doelstellingen (“wat willen we bereiken?”) aangegeven, waarna vervolgens de bijbehorende prestaties (“wat gaan we ervoor doen?”) worden genoemd; dus geen doelstellingen zonder prestaties en geen prestaties zonder doelstellingen; 2. de formulering: de beleidsdoelen en prestaties zijn zoveel mogelijk SMART, dat wil zeggen zo specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdgeboden mogelijk, beschreven; vage – niet afrekenbare – aanduidingen als 'bevorderen van' of 'adequaat' komen in principe niet meer voor; 3. de meetbaarheid: de te bereiken maatschappelijke effecten en de te leveren prestaties zijn waar mogelijk meetbaar gemaakt met effect- en prestatie-indicatoren. Met deze opzet beogen wij de relatie tussen doelen, activiteiten en kosten inzichtelijker te maken en meer in onderlinge samenhang te beschrijven, zodat de raad met de begroting zijn kaderstellende en controlerende rol goed kan invullen. De programma's geven vooraf richting aan het beleid, bieden tussentijds aanknopingspunten om beleidsrealisatie te volgen en stellen de raad na afloop in staat het gerealiseerde beleid te controleren en evalueren. Rijpen Wij zijn ons ervan bewust, dat de nieuwe systematiek in de praktijk nog zal moeten 'rijpen'. Ook zijn sommige programma's op onderdelen nog voor verbetering vatbaar. Zo ontbreken hier en daar nog indicatoren, omdat de gegevens nu nog niet bekend zijn. Naast een politieke beoordeling, nodigen wij de raad uit de begroting ook te voorzien van kanttekeningen om deze in technisch opzet verder door te ontwikkelen. Indeling Alle programma's in de begroting kennen een standaard indeling: • missie/programmadoelstelling • context en achtergrond • collegeactieprogramma • kaderstellende beleidsnota's • de programmaonderdelen met steeds dezelfde vragen: - wat willen we bereiken? - wat gaan we ervoor doen? - wat zijn de bijbehorende effect- en prestatie-indicatoren? • financiën (wat mag het kosten?) • de output-effect-keten. Hoofdlijnen De programmabegroting is een begroting op hoofdlijnen. Dit betekent dat in de programma's vooral wordt ingegaan op de speerpunten van beleid. Regulier beleid (going concern) is alleen opgenomen als dit politiek, bestuurlijk relevant is. Hiermee is nadrukkelijk gekozen voor een duale aanpak. De realisatie, dat wil zeggen de uitvoering van de programma's, is een primaire verantwoordelijkheid van het college. Hierover wordt tussentijds in de bestuursrapportage verantwoording afgelegd en na afloop in de programmarekening. De resultaten worden dan vergeleken met de beoogde maatschappelijke effecten. De raad kan zo beoordelen of hij tevreden is met wat is bereikt. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is het gebruik van indicatoren.
6
Indicatoren Nagenoeg elk programmaonderdeel is voorzien van effect- en prestatie-indicatoren. Een effectindicator maakt de beoogde maatschappelijke effecten meetbaar. Naast objectieve (bijv. het aantal deelnemende scholen aan het actieplan Permanente Verkeerseducatie), kennen we subjectieve effectindicatoren, ook wel belevingsindicatoren genoemd (bijv. de waardering door de burger van de gemeentelijke dienstverlening). Deze indicatoren kunnen periodiek worden gemeten. Soms ontbreken deze indicatoren, omdat metingen nu nog niet overal plaatsvinden. Het komende jaar zal dit waar mogelijk worden opgepakt, zodat de ontbrekende gegevens volgend jaar wel in de begroting kunnen worden vermeld. Behalve effectindicatoren zijn ook prestatie-indicatoren opgenomen. Deze hebben een directe relatie met de inspanningen van de organisatie en zeggen iets over de prestaties en de dienstverlening van de gemeente. Als gegevens nu al beschikbaar zijn en dus een zogeheten nulmeting voorhanden is, zijn voor 2013-2016 bij iedere indicator streefcijfers benoemd. Net als bij de financiële cijfers is het streefcijfer voor 2013 als 'hard' te bestempelen, terwijl de cijfers voor 2014 tot en met 2016 indicatief bedoeld zijn. Nb.: er is niet naar gestreefd om bij iedere doelstelling en prestatie een indicator te benoemen. Behalve dat dit soms gewoon niet mogelijk is, zou dit leiden tot een oerwoud van indicatoren. Geprobeerd is kernindicatoren te identificeren, die als vlag de lading van het schip dekken.
7
GEMEENTEBESTUUR College van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders vormt het dagelijks bestuur van de gemeente en zorgt voor de uitvoering van de besluiten die door de gemeenteraad zijn genomen. Het college heeft eigen bevoegdheden maar moet zich wel tegenover de gemeenteraad kunnen verantwoorden. Burgemeester en wethouders bereiden besluiten voor die in de raad worden genomen. Dit betekent dat zij de voorstellen maken waarover de gemeenteraad beslist. Daarnaast zorgen ze ervoor dat allerlei wetten, regelingen en dergelijke van rijk en provincie worden uitgevoerd. Burgemeester T. van Mourik is voorzitter van het college. Verder zijn er drie wethouders actief in Menameradiel. - De heer M. van Asperen - De heer A. Dijkstra - De heer L. Pen. Portefeuilleverdeling In het college hebben burgemeester en wethouders hun specifieke portefeuilles. Deze zijn als volgt verdeeld: Burgemeester T. van Mourik Portefeuille: Algemeen bestuurlijke zaken, politie, brandweer, voorlichting/P.R., monumenten, burgerzaken en personeel & organisatie. Zit namens de gemeente in: Hulpverleningsdienst, BOSL, Hûs en hiem. Wethouder M. van Asperen Portefeuille: Verkeer en openbare ruimte, lokale economie, kunst, cultuur & recreatie en automatisering. Zit namens de gemeente in: Westergozone, Elfstedenvaarroute en Haak om Leeuwarden Wethouder A. Dijkstra Portefeuille: Onderwijs, werk & inkomen, zorg & welzijn, WMO en plattelandsontwikkeling. Zit namens de gemeente in: Fryslân West, Dienst Sozawe en Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland. Wethouder L. Pen Portefeuille: Sport, milieu, ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting, financiën, Bouw & woning toezicht, dorpsvernieuwing en coördinerende dorpenbelangen. Zit namens de gemeente in: Afvalsturing, Milieu Advies Dienst, Fryslân Miljeu, BOSL en plattelandsprojecten.
8
Burgemeester De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders. De heer T. van Mourik is voorgedragen door de Commissaris van de Koningin en voor onbepaalde tijd benoemd. De ambtsperiode is zes jaar waarna hij weer kan worden herbenoemd. In de raadsvergadering heeft hij geen stemrecht, bij collegevergaderingen wel. Een belangrijk onderdeel van de burgemeestersportefeuille is de handhaving van openbare orde en veiligheid. Gemeentelijke organisatie De gemeentelijke organisatie (ambtelijk apparaat) bestaat uit drie afdelingen en een stafafdeling. Hoofd van de gemeentelijke organisatie is de algemeen directeur/ gemeentesecretaris de heer drs. J.K. IJkema. De gemeenteraad De raad staat aan het hoofd van de gemeente en bepaalt het gemeentelijke beleid op hoofdlijnen. Het college van burgemeester en wethouders voert het beleid uit. De raad controleert vervolgens het door het college gevoerde bestuur. Verder neemt de raad andere belangrijke besluiten zoals bijvoorbeeld het vaststellen van algemene regels en verordeningen. Ook verdeelt de raad de beschikbare financiële middelen over de verschillende activiteiten van de gemeente. Eens in de vier jaar vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Iedere stemgerechtigde inwoner kan daaraan deelnemen. Op deze manier heeft de inwoner zelf een stem in wie in de gemeenteraad komt. De gemeenteraad van Menameradiel bestaat sinds 2010 uit 15 leden welke zijn verdeeld over zes partijen, te weten; CDA 3, Gemeente -belangen 4, VVD 2, PvdA 3, FNP 2 en Grien Links 1. De raad van Menameradiel wordt in zijn werk bijgestaan door de raadsgriffier mw W. Bruinsma Contactgegevens van het gemeentekantoor Bezoeksadres: Dyksterbuorren 16 9036 MS Menaam Postadres: Postbus 3, 9036 ZW Menaam Telefoon: (0518) 45 29 00 Fax (0518) 45 29 99 Email
[email protected] Internet www.Menameradiel.nl
9
Recapitulatie meerjarenbegroting per programma Lasten Programma
2013
1
Bestuur
2
Veiligheid
3
Verkeer en openbare ruimte
4
Lokale economie
5
Onderwijs
6
Cultuur, recreatie en sport
7
2014
2015
2016
2.640.066
2.621.996
2.531.615
2.533.856
798.308
797.753
798.151
798.546
2.906.103
2.913.165
2.916.809
2.911.527
100.190
98.990
99.325
95.159
1.230.694
1.231.252
1.231.878
1.212.482
931.331
930.695
930.692
931.739
Werk en inkomen
4.124.640
4.122.228
4.122.274
4.122.315
8
Welzijn en zorg
4.059.120
4.002.046
4.002.776
3.997.460
9
Milieu
2.900.413
2.899.633
2.902.287
2.853.178
10
Bouwen en ruimte
893.449
893.897
896.233
898.565
11
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
1.064.543
1.202.794
1.328.669
1.460.755
Totaal lasten
21.648.856
21.714.451
21.760.709
21.815.582
Totaal baten
21.614.984
21.665.723
21.409.866
21.633.901
Saldo
-33.872
-48.728
-350.843
-181.681
10
Baten Programma
2013
1
Bestuur
2
Veiligheid
3
Verkeer en openbare ruimte
4
2014
2015
2016
222.411
222.411
222.411
222.411
2.372
2.372
2.372
2.372
13.645
13.645
13.645
13.645
Lokale economie
3.748
3.748
3.748
3.748
5
Onderwijs
6.363
6.363
6.363
6.363
6
Cultuur, recreatie en sport
65.170
65.170
65.170
65.170
7
Werk en inkomen
3.388.368
3.388.368
3.388.368
3.388.368
8
Welzijn en zorg
879.079
825.306
825.306
825.306
9
Milieu
2.711.882
2.711.882
2.711.882
2.711.882
10
Bouwen en ruimte
166.833
166.832
166.832
166.832
11
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
14.155.114
14.259.626
14.003.769
14.227.804
21.614.985
21.665.723
21.409.866
21.633.901
Totaal Baten
11
Programma 1 Bestuur Missie / programmadoelstelling De inzet van de gemeente Menameradiel is er op gericht een gemeentelijke dienstverlening te realiseren volgens de eisen die daaraan gesteld mogen worden ten einde de lokale gemeenschap van Menameradiel zo goed mogelijk te kunnen bedienen.
Context en achtergrond Dit hoofdstuk heeft betrekking op het bestuur van de gemeente en de organisatie. Daarbij gaat het om begrippen als democratie, lokale autonomie, verantwoording, integriteit, dualisme, intergemeentelijke samenwerking, maar ook om dienstverlening, klachtenafhandeling en transparantie.
Collegeprogramma In het collegeprogramma 2010-2014 is een aantal ambities neergelegd voor de lopende bestuursperiode. Er wordt een klantgerichte organisatie nagestreefd waarbij kwaliteit en een positief werkklimaat voor de medewerkers voorop staan. Er moet zorgvuldig worden omgegaan met het uitbesteden van incidentele werkzaamheden aan derden en het inhuren van externe adviseurs. Kwalitatieve en/of kwantitatieve krapte moet zoveel mogelijk in Middelseeverband opgelost worden.
Ontwikkelingen De bestuurlijke toekomst van Noordwest-Fryslân is al geruime tijd onderwerp van discussie. Niet alleen de gemeenten maar ook veel andere bestuurlijke en maatschappelijke partijen spelen daarbij een rol. Historisch is in Noordwest een grote verscheidenheid van allerhande samenwerkingsverbanden in en om het lokaal-bestuur gegroeid, met de huidige gemeenten als politiek-bestuurlijke basis. De druk is groot om door opschaling een nieuwe ordening te vinden. Want de bestuurskracht staat onder druk, de Middelseegemeenten hebben besloten de samenwerking af te bouwen en de provincie heeft richtinggevende ideeën gepresenteerd over de toekomstige bestuurlijke inrichting van Noordwest. Intussen komen er nieuwe taken op de gemeenten af, met grote bezuinigingen, en is sprake van sterke betrokkenheid van burgers en maatschappelijke organisaties. Daarnaast zijn ontwikkelingen aan de orde zoals die geïllustreerd zijn in het rapport Kansen spreiden om maatschappelijke armoede te vermijden, over de gevolgen van demografische ontwikkelingen in Noordwest-Fryslân. Al met al is sprake van grote complexiteit. In 2013 zal definitief besloten worden of Menameradiel onderdeel wordt van een nieuwe gemeente in Noordwest-Fryslân. Aan het continu verbeteren van de dienstverlening wordt gewerkt middels het programma Beter! Belangrijk onderdeel daarvan is de overheidsbrede implementatie-agenda dienstverlening eoverheid, kortweg i-NUP. De ambitie hiervan is onder meer een beter bereikbare overheid, beter vindbare en toegankelijke overheidsinformatie én de gemeente als dé herkenbare ingang tot de overheid. Ook het implementeren van een stelsel van basisregistraties is een belangrijk onderdeel van i-NUP. Aan het realiseren van i-NUP werken de komende jaren alle overheden.
12
Onderdelen 1. Openbaar bestuur 2. Dienstverlening 3. Intergemeentelijke samenwerking
1. Openbaar bestuur Wat willen we bereiken? 1.1. Verkiezingen die vlekkeloos verlopen met voldoende deelname 1.2. Bestuurlijke besluiten worden met visie, daadkracht en draagvlak genomen 1.3. De burger kan zijn of haar visie vooraf in het besluitvormingsproces duidelijk kenbaar maken Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1 Na het sluiten van de stembureaus zo spoedig mogelijk de uitslagen op internet 1.2.1 Streven naar het voortijdig oplossen en voorkomen van juridische procedures 1.3.1 Bij de komende beleidsontwikkelingen de burgers goed voorlichten
2. Dienstverlening Wat willen we bereiken? 2.1. Een dienstverlening die laagdrempelig, bereikbaar, snel en vakkundig is 2.2. Aanvragen worden binnen de daartoe gestelde termijnen afgehandeld Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1 Verbetering digitale dienstverlening 2.1.2 Verbetering beschikbaarheid digitale diensten 2.2.1 Doorvoering melddesksysteem Omschrijving
E/P
Aantal producten dat digitaal verkrijgbaar is
P
90% ingediende meldingen via Melddesk wordt afgedaan binnen 4 weken
p
Bron
Nulmeting
Beschikbare digitale 11 (2006) producten via gemeentelijke Realisatie in 2011 website : 170 Via melddesksysteem
2013 200
Streefwaarde 2014 2015 2016 200 200 200
4 wkn
4 wkn
4 wkn
4 wkn
3. Intergemeentelijke samenwerking Wat willen we bereiken? 3.1. Het realiseren van een bestuurskrachtige gemeente in Noordwest-Fryslân. Wat gaan we ervoor doen? 3.1. In 2013 worden de voorbereidingen getroffen om een bestuurskrachtige gemeente in Noordwest-Fryslân te realiseren. Afhankelijk van nadere besluitvorming van de betrokken gemeenteraden zal ook de formele Arhi-procedure worden opgestart.
13
Aansluiting met de productenraming Productnummers 001 002 003 004 005 006
Omschrijving
Portefeuillehouder
Bestuursorganen Bestuursondersteuning college van B & W Burgerzaken Baten secretarieleges burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning raad/rekenkamer(functie)
van Mourik, T van Mourik, T van Mourik, T Pen, L. van Mourik, T van Mourik, T
Kosten en baten Bestuur
Lasten Baten
Rekening 2011 2.595.286 219.139
Begroting 2012 2013 2.691.215 2.640.066 225.221 222.411
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 2.621.996 2.531.615 2.533.856 222.411 222.411 222.411
Per saldo nadelig Per saldo voordelig
2.376.147 0
2.465.994 0
2.399.585 0
2.417.655 0
14
2.309.204 0
2.311.445 0
15
Programma 2 Veiligheid Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil een veilige gemeente zijn. Een gemeente waarin buren elkaar kunnen aanspreken, waarin inwoners zich beschermd weten, waarin regels gehandhaafd worden en waarin ernstige calamiteiten achterwege blijven.
Context en achtergrond Veiligheid kan worden onderverdeeld in sociale en fysieke veiligheid. Sociale veiligheid heeft betrekking op criminaliteit, op ernstige vormen van overlast en op subjectieve gevoelens van (on)veiligheid (een veilig gevoel). Fysieke veiligheid heeft betrekking op brandveiligheid, externe veiligheid (zicht op risico’s voor de omgeving van inrichtingen die omgaan met gevaarlijke stoffen) en beheersing van rampen en crises.
Collegeprogramma Het college houdt toezicht op de vergunningverlening en de handhaving hiervan. Het college voert regelmatig overleg met de dorpsbelangen van de diverse dorpen om vroegtijdig te kunnen inspelen op mogelijke wensen en klachten van de inwoners. Met regelmaat vindt overleg plaats tussen politie, gemeente, jongerenwerker en andere organisaties van de veiligheidsketen om overlastsituaties in kaart te brengen en adequaat te kunnen optreden.
Ontwikkelingen In het kader van de Middelseesamenwerking is het taakveld Rampenbestrijding en Integrale Veiligheidszorg in 2011 gebundeld . Voor wat betreft de Brandweerzorg kan verwezen worden naar het beleidsplan Brandweerzorg. Een ontwikkeling welke in 2012 speelt is de invoering van de zogenaamde Oranje Kolom. Dat betekent dat de rampenbestrijdingscapaciteit verder geprofessionaliseerd wordt. Binnen de regio Fryslân zijn er afspraken gemaakt over de inrichting van deze Oranje Kolom, de kosten daarvan bedragen € 1,56 per inwoner. Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. Deze wet heeft gevolgen voor de bevoegdhedenverdeling van gemeenten bij rampen en crises. Tevens zijn landelijke normen vastgelegd ten aanzien van bijvoorbeeld aanrijdtijden van hulpdiensten, de voertuigbezetting, het in kaart brengen van risico’s en over het personeel van de Veiligheidsregio. De brandweerorganisatie wordt als uitvloeisel van de Wet op de veiligheidsregio’s regionaal georganiseerd. In 2012 is daartoe door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio een projectplan vastgesteld. Verschillende projectgroepen zijn bezig om te bewerkstelligen dat al het gemeentelijke brandweerpersoneel per 1-1-2014 in dienst treedt van de Veiligheidsregio.
Kaderstellende beleidsnota's • • •
Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Middelsee Gemeenten 2010-2014 Beleidsplan brandweerzorg NW-Fryslân 2009 – 2013 Rapportage CapGemini en bijbehorend Plan van Aanpak
Programmaonderdelen Het programma Veiligheid kent de onderdelen: 1. Fysieke veiligheid (onderdeel brandveiligheid); 2. Sociale veiligheid (handhaving Algemene Plaatselijke Verordening); 3. Fysieke veiligheid (onderdeel rampenbestrijding).
16
1. Fysieke veiligheid (onderdeel brandveiligheid) Wat willen we bereiken? 1.1. Voorkomen en beperken van slachtoffers en/of schade ten gevolge van branden en ongevallen en explosiegevaar. Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1. We gaan het opleidingsniveau van onze vrijwilligers verhogen om goed voorbereid te zijn voor de repressieve taken. 1.1.2. We gaan extra brandweeroefeningen organiseren. 1.1.3. We gaan bereikbaarsheidskaarten, aanvalsplannen en brandkranenoverzichten digitaliseren. 1.1.4. We gaan de uitrukvoertuigen voorzien van automatiseringsapparatuur. 1.1.5. We gaan meer vrijwilligers werven om het totaal van het vrijwilligersbestand van 32 personen vast te kunnen houden (zie nota paraatheid). 1.1.6. Om bovenstaande zo efficiënt mogelijk te realiseren zijn we per 1 januari 2008 een Gemeenschappelijke regeling aangegaan met de acht brandweerorganisaties van de volgende gemeenten: Vlieland, Terschelling, Harlingen, Franekeradeel, Het Bildt, Ferwerderadiel, Leeuwarderadeel en Menameradiel. 1.1.7. Uitvoeren het Plan van Aanpak naar aanleiding van de rapportage van CapGemini om te voldoen aan de 90 kwaliteitsnormen. Hierbij dient ook het Beleidsplan Brandweerzorg Noordwest Fryslân te worden betrokken. Omschrijving
E/P*
1.1.2 brandweeroefeningen organiseren P
1.1.5 werven vrijwilligers
P
Bron Nulmeting (jaar) 2006 2013 48 uur 70 uur Realisatie in 2011: 70 29 32
Streefwaarde 2014 70 uur
2015 70 uur
2016 70 uur
32
32
32
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
2. Sociale veiligheid Wat willen we bereiken? 2.1. We willen dat de Algemene Plaatselijke Verordening wordt nageleefd. Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1. In 2010 is de nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening door de gemeenteraad vastgesteld. Nieuwe versie eind 2011 ter vaststelling. 2.1.2. In overleg met het handhavingsbureau is een plan ontwikkeld waarin de APV meer aandacht krijgt in het handhavingsbeleid. Ter vaststelling eind 2011. Omschrijving
E/P*
2.1. 2007 inventarisatie handhavingsaanschrijvingen
P
Bron Nulmeting (jaar) 2006 13
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
17
Streefwaarde 2013 6
2014 5
2015 5
2016 5
3. Fysieke veiligheid (onderdeel rampenbestrijding) Wat willen we bereiken? 3.1. Voorkomen en beperken van slachtoffers en/of schade ten gevolge van rampen en andere calamiteiten.
Wat gaan we ervoor doen? 3.1.1. We gaan de processen (13) uit het gemeentelijk rampenplan actualiseren; Eind 2011 wordt een nieuw crisisplan voor Fryslân vastgesteld, hiermee vervallen de gemeentelijke deelplannen; 3.1.2. We gaan het crisisplan jaarlijks oefenen. Omschrijving
E/P*
3.1.1 actualisering nieuw provinciaal crisisplan per 2012 3.1.2 jaarlijks oefenen crisisplan
P
Bron Nulmeting (jaar) 2006 n.v.t
P
1
Streefwaarde 2013 2014 1 1
2015 1
1
1
1
1
1
2016
Aansluiting met de productenraming Productnummers 120 140
Omschrijving
Portefeuillehouder
Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid
van Mourik, T van Mourik, T
Kosten en baten Veiligheid
Lasten Baten Per saldo nadelig Per saldo voordelig
Rekening 2011 726.410 3.635 722.775 0
Begroting 2012 2013 798.308 817.983 3.900 2.372
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 797.753 798.151 798.546 2.372 2.372 2.372
814.083 0
795.381 0
795.936 0
18
795.779 0
796.174 0
19
Programma 3 Verkeer en openbare ruimte Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil een duurzaam en adequaat beheer van de openbare ruimte en een verkeersveilige woonomgeving.
Context en achtergrond Dit programma heeft zowel betrekking op verkeer en vervoer als het beheer van de openbare ruimte. Zie ook de paragraaf kapitaalgoederen. Het onderdeel Verkeer & vervoer richt zich vooral op een verkeersveilige inrichting en de functie en het gebruik van de openbare ruimte. Het beheer daarvan is gerelateerd aan de zorg en het behoud van die openbare ruimte. De openbare ruimte van de gemeente Menameradiel bestaat onder andere uit: • Circa 1.200.000 m² verhardingen • 650.000 m² groen • 13.000 stuks bomen • 16.000 m² water • 2686 Lichtmasten • 23 bruggen, 37 fiets-/voetgangersbruggen en 8 duikerbruggen • 6 km beschoeiing • 30 picknick banken en 33 afvalbakken
Collegeprogramma In het collegeakkoord 2010-2014 wordt de ambitie uitgesproken om het onderhoudsniveau op een acceptabel peil te brengen en de ontstane winterschade aan wegen te herstellen. Ten aanzien van het in 2009 vastgestelde gemeentelijk verkeer en vervoersplan (GVVP) wordt een nadere heroverweging van het GVVP uitvoerings-programma 2010-2013 voorgestaan. De kwaliteit van de openbare ruimte voor wegen en groen is in februari 2011 opnieuw door de raad vastgesteld. Er zijn geen fundamentele wijzigingen aangebracht in de vanaf 2007 ingezette ambitie wat betreft het gewenste onderhouds-niveau voor wegen en groen. Aan de inhaalslag reconstructie wegen ligt een meerjarenprogramma ten grondslag . Het programma bevat een raming van circa 5 miljoen euro en dit programma kan -bij gelijkblijvende middelen- naar verwachting in 2015 worden afgerond. In 2011 en 2012 is de aansturing op de onkruidbeheersing in het openbaar groen verbeterd, gemonitoord en geëvalueerd. Deze werkwijze zal de komende jaren verder geïntensiveerd worden. Bij het Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan 2008-2012 is een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de jaren 2010-2013. In verband met de in het collegeakkoord opgenomen nadere heroverweging is een herzien programma voor de periode tot en met 2014 opgesteld. Het is de intentie een uitvoeringsprogramma voor de jaren 2013 – 2017 op te stellen. De nadruk ligt daarbij op behoud van het huidige verkeersveiligheidniveau in de gemeente.
20
Ontwikkelingen Openbaar vervoer; bushaltevoorzieningen zijn verbeterd en toegankelijk gemaakt voor o.a. rolstoel en minder validen. Menameradiel heeft 68% van de bushaltes toegankelijk gemaakt en voldoet in die zin ruimschoots aan het in de provincie vastgestelde minimum van 44%. In 2012 heeft de provincie de OV concessie gegund aan Arriva. Eind 2012 start men met de uitvoering daarvan. Vanuit bezuinigingsoverwegingen zal de provincie deze concessie in 2013 verder herzien waarbij gebruiksintensiteit en lijndifferentiatie onder de noemer ‘sterke en zwakke lijnen’ belangrijke factoren zijn. Versterking samenwerking; zowel binnen als buiten de organisatie wordt nadrukkelijker samengewerkt op het gebied van onderhoud en inrichting van de openbare ruimte. Hiermee wordt de efficiëntie vergroot en komen werken effectiever tot stand. Op het terrein van verkeer en vervoer is in binnen de zogenaamde gebiedsgerichte aanpak gerapporteerd over de toekomst van landbouwverkeer en de inpassing in het huidige wegbeeld, het huidige weggebruik. Bewegwijzering auto- en fietsverkeer; in 2013 wordt het databeheer van het nationale bewegwijzeringbestand gecentraliseerd en ondergebracht bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het beheer en onderhoud van de fysieke bewegwijzering wordt decentraal geregeld waarbij Menameradiel via een inhaalslag en de invoering van de GBA de bewegwijzering in de gemeente actualiseert. Deze actualisatie loopt parallel aan de aanleg van zowel Noordwesttangent en Haak om Leeuwarden. Bij deze actualisatie wordt tevens een herziening op basis van het duurzaam veilig principe gehanteerd. Het recreatieve fietsknooppunten routenetwerk is in 2012 ondergebracht bij en in beheer gekomen van de Marrekrite. Kabels en leidingen Telecommunicatiewetgeving en de mogelijkheid van het updaten/wijzigen van bestaande contracten van de gemeente met de verschillende nutsbedrijven bieden kansen voor de gemeente om meer zaken m.b.t. het (ver-)leggen van kabels en leidingen bij de nutsbedrijven in rekening te brengen bij de nutsbedrijven. Noordwesttangent; in 2011 is het bestek voor de aanleg van het Noordwesttangent (NWT) aanbesteed. Eind 2012/begin 2013 zal naar verwachting het werk worden afgerond. Het afwaarderen van het traject Bitgummole – Marsum – Leeuwarden naar een 60km zone is eind 2011 gerealiseerd, waarbij de provincie de helft van de verkeersvoorzieningen heeft gefinancierd. Haak om Leeuwarden; Het voor Menameradiel belangrijke Noordelijk deel van het Haakproject is in 2012 verder uitgewerkt en dit project wordt begin 2013 via een Design & Construct contract op de markt gebracht. Uitvoering zal naar verwachting starten medio 2013. De gemeentelijke betrokkenheid in dit project zit met name in de gebiedsinrichting rond Ritsumasyl en ten zuiden van Marsum. Overige infraprojecten; Ter uitwerking van een motie van de raad is in 2012 bepaald dat in beginsel een fietspad tussen Ried en Berltsum wordt aangelegd. De intentie is deze voorziening in 2013 te realiseren. Deze schakel in het fietsnetwerk kan dan onderdeel uitmaken van een recreatieve fietsroute tussen Berltsum en Franeker. Het voornemen is de aanleg van het fietspad samen te laten te vallen met de afwaardering van de weg naar 60 km/u (GVVP) en de reeds geplande reconstructiewerkzaamheden van deze weg. Als dekking zal hiervoor getracht worden met Franekeradeel (naast uniformering van het tracé) cofinanciering te verkrijgen, groter aanbestedingsvoordeel te behalen en daarmee voor een deel ten laste te brengen van de post reconstructie wegen. Een van de laatste onderdelen van het GVVP uitvoeringprogramma is de herinrichting van het kruispunt van de gebiedsontsluitingsweg tussen Menaam en de A31 bij het viaduct, kruising Rypsterdyk/Eastryp even buiten Dronryp. Wij zullen u nog een voorstel doen om passend in de inrichtingkaders voor dit type wegen te komen tot een eenvoudige verkeersoplossing.
21
Uitgangspunt is om dit te betrekken bij de geplande reconstructie van dit wegvak op grond van het meerjarenprogramma reconstructie wegen. Bij dit plan worden tevens betrokken aspecten als verkeersveiligheid en ketenmobiliteit, heel concreet betekent dat ook het onderzoeken van meer mogelijkheden op en nabij de huidige carpoolplaats.
Kaders • • • • • • •
Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (2008 - 2012) Uitvoeringsprogramma GVVP (herzien in 2010) Wegreconstructie-programma (2011-2015) Flora & Faunawet Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Kadernota Openbare Verlichting ( 2007) Uitvoeringsplan Openbare Verlichting (2009)
Programmaonderdelen Het programma verkeer en openbare ruimte kent de onderdelen: 1. Verkeer & vervoer, verkeersveiligheid 2. Beheer openbaar groen 3. Beheer openbare wegen, kunstwerken en openbare verlichting
1. Verkeer en vervoer Wat willen we bereiken? 1.1. Duurzaam verkeersveilig Menameradiel, o.a. door integrale aanpak samen met wegbeheer en nieuwe werken 1.2. Gevolgen tracé Haak en Noord West Tangent duurzaam inpassen in landschappelijke omgeving, passend bij vigerend verkeer en vervoersbeleid. 1.3. Verbetering en bevordering gebruik en toegankelijkheid openbaar vervoer. 1.4. Verbetering en bevordering gebruik recreatieve wandel en fietspaden. 1.5. Actualisatie / herziening bewegwijzering auto en fietsverkeer Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1 Realisatie (herzien) uitvoeringsprogramma GVVP 2013 – 2017 op grond van het collegeprogramma. 1.1.2 Uitvoeren actieplan Permanente Verkeerseducatie 2011 - 2015. 1.1.3 Uitvoeringsplan openbare verlichting; ; wij beperken dit tot waarnodig op grond van het collegeprogramma. 1.2.1 Overleg en deelname aan stuurgroep over de ontwikkelingen Haak, de realisatie van het Noordwesttangent en de ontwikkeling van Nieuw Stroomland om te komen tot gewenste afstemming met en inpassing in infrastructuur en landschap. 1.3.1 versterken ketenmobiliteit (auto/bus/(brom)fiets) 1.4.1 Gericht aanpak van verkeersonveilige situaties en locaties in vooral het buitengebied. 1.4.2 Herziening bewegwijzering conform duurzaam veilige principes, realiseren duurzame verwijzing recreatieve bedrijven en objecten. 1.4.3 Aanleggen stukken ontbrekende schakels in lokale wandelroute (de zg. ‘ommetjes’, meewerken aan het realiseren van paden/routes van het project ‘Oude paden Nieuwe wegen’. 1.4.4 Meewerken aan verbetering en realisatie recreatieve vaarwegen als kleiroute en noordelijke elfsteden vaarroute, deelname aan overleg stuurgroep noordelijk elfsteden vaarroute. 1.4.5 Structureel overleg met dorpsbelangen over in dit programma benoemde punten. 1.4.6 Deelnemen overleg OVVF en ROF. 1.5.1 Digitalisering en actualisering databestanden, inhaalslag beheer en onderhoud op basis duurzaam veilig principe en doorvoering GBA
22
Omschrijving
Indicator
Bron
0 meting
Deelname PVE (verkeersveiligheidlabel)
Prestatie P
ROF
2007/ 1
Gem.
Realisatie in 2011: 3 2007/0
Halteplan (streefwaarde 44% van totale areaal)
Prestatie P
Streefwaarde 2013 6 scholen
2014 8 scholen
2015 10 scholen
2016 12 scholen
incidenteel
Realisatie in 2011:65 %
2. Beheer openbaar groen Wat willen we bereiken? 2.1. Het kwaliteitsniveau van het openbaar groen gekozen door de raad. Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1 Het verzorgend onderhoud uitvoeren op het gekozen kwaliteitsniveau. 2.1.2 Een minimale hoeveelheid beplantingsvakken renoveren. 2.1.3 Dorpenbeheerders van de buitendienst inzetten. 2.1.4 De raad informeren over de gerealiseerde kwaliteit.
3. Beheer openbare wegen, kunstwerken en openbare verlichting Wat willen we bereiken? 3.1. Een beheersbare kwaliteit van de openbare wegen. 3.2. Een verkeersveilige en sociaal veilige openbare verlichting waarbij het buitengebied zo weinig mogelijk verlicht zal worden en een energiebesparing van 50% ten opzichte van peiljaar 2006 nagestreefd wordt Wat gaan we ervoor doen? • Uitvoeren inhaalslag wegen om tot gewenste en beheersbare kwaliteit te komen. • Trachten het beschikbare en feitelijk ontoereikende wegenonderhoudsbudget nog efficiënter aan te wenden middels het nog verdergaand combineren van werkzaamheden, het gezamenlijk aanbesteden in groter (meerdere gemeenten) verband, het deels invoeren van andere wijzen van aanbesteding en het optimaliseren van het gebruik van de BOR-systematiek. • Het uitvoeren van onderhoud aan bruggen en beschoeiingen op basis van de in 2011 gehouden algehele inspectie en daaruit volgende meerjarenplanning en inhaalslag (dringend noodzakelijk onderhoud). • Daar waar mogelijk in het buitengebied lichtmasten vervangen door oriëntatieverlichting in de vorm van reflectoren of LED’s op zonne-energie in het wegdek. • Verlichting fietspaden dimmen naarmate gebruik en tijdstip. • Locaties inventariseren waar onderlinge afstanden tussen masten te klein zijn en daar masten verwijderen. • Nieuwe verlichtingstechnieken als LED toepassen in (pilot)-projecten. • Vervangen SON-verlichting door zuinige witte PLL verlichting met gelijke verspreiding om donkere plekken in het straatbeeld te voorkomen.
Omschrijving
Indicator
Bron
Nulmeting
Inhaalslag wegen
P
BOR
2008 Realisatie in 2011: 65 %
Streefwaarde 2013 2014 80% 90%
2015 100 %
2016 100 %
De percentages zijn gerelateerd aan de weginspectie gegevens van 2007 en 2010 aan de fictieve situatie van het hebben van voldoende budget. Op basis van de inspectiegegevens van 2010 is de benodigde inhaalslag 2011 t/m 2015 bepaald.
23
Gelet op de ervaringen in de recente jaren en gegeven de marktsituatie, wordt er van uitgegaan dat er in de komende paar jaren nog behoorlijke aanbestedingsvoordelen zullen zijn. Tegen deze achtergrond is het uitgangspunt om met het beschikbare budget de gekozen kwaliteit te kunnen bereiken. Aansluiting met de productenraming Productnummers 210 211 240 560
Omschrijving
Portefeuillehouder
Wegen,straten en pleinen Verkeersmaatregelen ter land Waterkering,afwatering en landaanwinning Openbaar groen en openluchtrecreatie
Asperen, M van Asperen, M van Asperen, M van Asperen, M van
Kosten en baten Verkeer en openbare ruimte
Lasten Baten
Rekening 2011 2.837.661 26.017
Begroting 2012 2013 2.861.456 2.906.103 12.232 13.645
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 2.913.165 2.916.809 2.911.527 13.645 13.645 13.645
Per saldo nadelig Per saldo voordelig
2.811.644 0
2.849.224 0
2.899.520 0
2.892.458 0
24
2.903.164 0
2.897.882 0
25
Programma 4 Lokale economie Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil de huidige lokale economie en werkgelegenheid behouden en daar waar mogelijk versterken.
Context en achtergrond Het aantal bedrijven, ongeveer 450, binnen onze gemeente blijft op een vrij constant niveau. Veel ondernemers hebben een sociale binding met onze gemeente. Het type onderneming is een mix van kleine en middelgrote bedrijven in zowel de traditionele sectoren van bouw- en metaalnijverheid en transport als kleine gespecialiseerde en veelal vernieuwende bedrijven. Een voorbeeld van die laatste is de glastuinbouw; een sector die ook qua werkgelegenheid van belang is. Een trend die waarneembaar is, is die van de eenmanszaken en zzp’ers in allerlei branches. Veelal gaat het om bedrijven die ter plaatse werkzaamheden verrichten en waarbij de ruimtebehoefte beperkt blijft tot ruimte voor opstal en stalling van materiaal/materieel. Er is vooral vraag naar kavels tussen 1.000 en 2.500 m2., bij voorkeur met de mogelijkheid bij het bedrijf te wonen. Voor de kleinere bedrijven voorzien ook bedrijfsverzamelgebouwen in een behoefte. Een sector van toenemend economisch belang is die van recreatie en toerisme. Dronryp heeft de positie bedrijfsconcentratiekern in het Streekplan van de Provincie Fryslân. De gemeente Menameradiel ligt in de Westergozone, één van de twee economische kernzones van Fryslân.
Collegeprogramma Behoud van de lokale economie vinden wij erg belangrijk. Wij willen blijven investeren in een goede relatie met het bedrijfsleven in Menameradiel. De portefeuillehouder economische zaken heeft regelmatig overleg met de Commerciële club Menameradiel en het bedrijfsleven heeft een vaste contactpersoon binnen de gemeentelijke organisatie. Het college probeert iedere maand twee bedrijven in Menameradiel te bezoeken. Naast het behoud van de huidige bedrijven liggen er voor Menameradiel ook kansen om te groeien. Met name kleinschalige bedrijvigheid en aan recreatie en toerisme gerelateerde bedrijvigheid kunnen zich in de toekomst ontwikkelen tot een nieuwe economische motor. Om de economische effecten van de toeristisch-recreatieve voorzieningen binnen onze gemeente beter te benutten is een samenhangend toeristisch-recreatief beleid gemaakt. Dit beleid zal gericht zijn op het versterken, stimuleren en optimaal benutten van de voorzieningen zodat meer toeristen en recreanten onze gemeente bezoeken. Dit laatste heeft een positief effect op de lokale economie, qua werkgelegenheid en het versterken van de huidige lokale economie. Ook de regionale samenwerking in Westergozone verband draagt bij aan een beter ondernemersklimaat; hiermee kunnen interessante bedrijfsinitiatieven financieel en organisatorisch gestimuleerd worden. Een uitbreiding van het bedrijventerreinen in Dronryp (bedrijfsconcentratiekern) en Berltsum, beide gericht op lichte bedrijvigheid en de mogelijkheid tot wonen bij het bedrijf, moet nieuwe kansen bieden.
Ontwikkelingen Bestaande bedrijven die willen uitbreiden of verplaatsen zullen wij actief van dienst zijn. Omdat het bedrijventerrein Menaam-Noord bijna volledig is uitgegeven, is met de provincie gesproken over een alternatieve invulling van de locatie Empatec in Menaam; in 2011 zijn voorbereidingen getroffen voor de ontwikkeling van het terrein in Dronryp, als pilot-project samen met de provincie. Voor Berltsum wordt fase III in studie genomen.
26
Wij staan open voor initiatieven op het gebied van recreatie en toerisme en waar nodig willen wij deze initiatieven ondersteunen. In Westergoverband zullen wij hier aandacht voor blijven vragen omdat we van mening zijn dat hier groeikansen liggen. De kleiroute en de Elfstedenvaarroute bieden mogelijkheden en deze worden vanuit de markt ook opgepakt. Een ontwikkeling op het snijvlak van recreatie, leefbaarheid en dorpsvernieuwing zijn de plannen van de Stichting Voortvarend Berltsum voor een herinrichting met een eigentijdse invulling van het voormalige veilingterrein. Deze plannen, ontwikkeld door eigen ondernemers, kunnen een belangrijke stimulans voor Berltsum betekenen en worden door ons toegejuicht.
Kaderstellende beleidsnota's
• • • •
De Westergozone in perspectief 2007-2011, 2007 Streekplan Fryslân 2007, Om de kwaliteit fan de romte, 2007 Toeristisch-recreatief beleidsplan Convenant Bedrijventerreinen Noordwest Fryslân 2010-2020
Programmaonderdelen Het programma lokale economie kent de onderdelen: 1. Zorgen voor voldoende aanbod van bedrijventerreinen 2. Benutten van de ligging in en deelname aan de Westergozone 3. Op orde houden van bestaande bedrijventerreinen 4. Bevorderen ondernemersklimaat
1. Zorgen voor voldoende aanbod van bedrijventerreinen Wat willen we bereiken? 1.1 beschikking over voldoende aanbod van bedrijventerrein in alle daartoe aangewezen kernen, aansluitend bij zowel de lokale als de gemeentelijke vraag 1.2 aanbod van bedrijventerrein onder marktconforme voorwaarden 1.3 tot ontwikkeling brengen van Dronryp als bedrijfsconcentratiekern 1.4 duidelijke en efficiënte (planologische) voorwaarden en een duidelijk uitgifte beleid Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1 bedrijfsterreinen (planologisch en exploitatie) ontwikkelen in achtereenvolgens de kernen Dronryp en Berltsum 1.2.1 samenwerken met de provincie aan de pilot van de ontwikkeling van een bedrijventerrein in Dronryp 1.3.1 heldere (procedure-) afspraken maken met provincie, uniforme bouw- en gebruiksvoorschriften opnemen in bestemmingsplannen E/P *
Bron
Aantal ha. Beschikbaar terrein Berltsum
P
Gem.
Aantal ha. Beschikbaar terrein Menaam
P
Gem.
Aantal ha. Beschikbaar terrein Dronryp
P
Gem.
Grondprijs; gemiddelde grondprijs in de regio = 100
E
KvK
Omschrijving
Nulmeting (jaar) 2007: 0 Realisatie in 2011: 0 2007: 2,2 Realisatie in 2011:0,2 2007: 0 Realisatie in 2011:0 2007: 100 Realisatie in 2011:105
27
Streefwaarde 2013 2,0
2014 1,5
2015 1,5
2016 1.5
2,0
1,5
1,0
0,5
3,5
3,0
2,5
2
95105
95105
95105
95105
2. Benutten van de ligging in en deelname aan de Westergozone Wat willen we bereiken? 2.1 stimuleren van economische ontwikkeling in de Westergozone 2.2 meerwaarde ontlenen aan de positie (ligging in en deelname aan) binnen de Westergozone 2.3 Meer betrokkenheid van de ondernemer door aanpassing van de overlegstructuur Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1 benoemde projecten uitvoeren, met ambtelijke, bestuurlijke en financiële inzet 2.2.1 slagingskans van ideeën en projecten bevorderen onder de vlag van Westergo te brengen (business-development) 2.2.2 Westergozone benutten als bestuurlijke springplank voor economische ontwikkeling
3. Op orde houden van bestaande bedrijventerreinen Wat willen we bereiken? 3.1 goed fysiek ondernemersklimaat 3.2 efficiëntie door terreinbeheer en functionele samenwerking tussen bedrijven Wat gaan we ervoor doen? 3.1.1 starten met het uitvoeren van een jaarlijkse schouw van de bedrijventerreinen, met verbeterpunten en uitvoeringsafspraken 3.2.1 aansluiten bij bestaande initiatieven voor parkmanagement Omschrijving
E/P*
Uitvoering schouw
P
Uitgevoerde verbeterpunten in % van de totale lijst van verbeterpunten
P
Bron
Nulmeting (jaar) 2007: 0 Realisatie in 2011: 0 2007:0 Realisatie in 2011: 0
Streefwaarde 2013
2014
2015
2016
1
1
1
1
70
70
75
80
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
4. Bevorderen ondernemersklimaat Wat willen we bereiken? 4.1 een ondernemersklimaat waarbinnen naar aard en schaal passende lokale initiatieven tot ontplooiing kunnen komen 4.2 specifieke aandacht voor doelgroepen (starters) 4.3 een goede verstandhouding tussen (georganiseerde) ondernemers en de gemeente. 4.4 Bevorderen werkgelegenheid (direct en indirect) in de toeristisch-recreatieve sector. Wat gaan we ervoor doen? 4.1.1 met behulp van Westergozone en KvK geven van voorlichting en stimulansen aan (potentiële) lokale startende ondernemers 4.1.2 begeleiden van bedrijven die een nieuwe locatie zoeken. Lokaal en in Westergo-verband 4.3.1 het organiseren van regelmatig ambtelijk en bestuurlijk overleg met CCM en andere vertegenwoordigers van ondernemers 4.3.2 ondersteuning van bedrijvencontactdagen en andere relevante bijeenkomsten 4.3.3 actueel houden van een database met gegevens van alle bedrijven binnen de gemeente, voor intern gebruik bij het doen van aanbestedingen.
28
E/P*
Omschrijving Aantal keren bestuurlijk overleg •
E
Bro n
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2013 2014
2015
2016
Gem .
2007: 4 Realisatie in 2011: 2
4
4
4
4
E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
Aansluiting met de productenraming Productnummers 320 341
Omschrijving
Portefeuillehouder
Industrie Overige agrarische zaken,jacht en visserij
Asperen, M van van Mourik, T
Kosten en baten Lokale economie
Lasten Baten Per saldo nadelig Per saldo voordelig
Rekening 2011 799.209 646.056 153.153 0
Begroting 2012 2013 174.667 100.190 17.740 3.748 156.927 0
96.442 0
29
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 98.990 99.325 95.159 3.748 3.748 3.748 95.242 0
95.577 0
91.411 0
Programma 5 Onderwijs Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil: • leerlingen in staat stellen het basisonderwijs zo dicht mogelijk bij huis te kunnen volgen; • de kwaliteit en betaalbaarheid van het basis onderwijs in de gemeente hoogste prioriteit geven; • een adequate invulling geven aan de huidige schoolgebouwen met het oog op dalende leerlingaantallen; • het leerplichtverzuim tot een minimum beperken.
Context en achtergrond Er zijn 13 basisscholen in de gemeente, waarvan zes openbare basisscholen en één algemeen bijzondere basisschool (ondergebracht bij Onderwijsgroep Fier), vijf protestants christelijke basisscholen en één katholieke basisschool. De uitvoering van de leerplicht is ondergebracht bij de gemeente Leeuwarden. Er worden 10 uren leerplicht per week ingehuurd.
Collegeprogramma Het college heeft in zijn programma opgenomen dat er in Berltsum een brede school zal komen.
Ontwikkelingen In overleg met de peuterspeelzalen en de kinderopvang werkt de gemeente binnen het beschikbare budget aan een zo goed mogelijke invulling van het onderwijsachterstandenbeleid en daarmee aan invulling van de Wet OKE. In de scholen in Marsum, Berltsum, Menaam, Bitgummole en Deinum zijn lytse biebs ondergebracht. In Boksum is de lytse bieb gevestigd in het dorpshuis. In totaal gaat het om zes lytse biebs die onderdak in de school of dorpshuis hebben gekregen. De voorbereidingen voor de realisatie van een brede school in Berltsum zijn in volle gang. De bouw van het nieuwe complex is in september 2012 van start gaan. De leerlingprognoses tonen aan dat de leerlingaantallen in Menameradiel de komende jaren (tot ca 2025) aanzienlijk zullen dalen. Er zijn op dit moment al een aantal scholen die te maken hebben met leegstand. Dit zal de komende jaren alleen maar toenemen. Op dit moment worden lege lokalen opgevuld met o.a. lytse biebs, peuteropvang en kinderopvang. In samenwerking met alle ketenpartners van onze gemeente is er een Toekomstvisie Onderwijs Menameradiel opgesteld in 2012 welke breed wordt gedragen door alle betrokken partijen. In de komende jaren zal uitwerking worden gegeven aan de Onderwijsvisie. De Middelsee Gemeenten bereiden samen een nieuwe huisvestingsverordening voor. De verwachting is dat deze medio 2013 kan worden vastgesteld. Het basisonderwijs bereidt zich voor op de herziening van het stelsel voor Passend Onderwijs. In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
30
De wet Passend Onderwijs zou 1 augustus 2012 van kracht worden. Vanwege de val van het kabinet is de wet vooreerst voor 2 jaar uitgesteld. Ook de daarmee gepaarde Rijksbezuinigingen ( 2013-2015 van in totaal 300 mln zijn vooreerst van de baan.
Kaderstellende beleidsnota's • • • •
Toekomstvisie Onderwijs Menameradiel (2012) Integraal Huisvestingsplan (2008). Verordening Huisvesting 2005. Verordening Leerlingenvervoer 2006.
Programmaonderdelen 1. Onderwijshuisvesting. 2. Onderwijsachterstandenbeleid. 4. Leerplicht.
1. Onderwijshuisvesting Wat willen we bereiken? 1.1 Binnen de kaders van wet- en regelgeving en beschikbare middelen houden we in samenwerking met de schoolbesturen huisvestingsvoorzieningen in stand die voor langere tijd geschikt zijn om te gebruiken ten behoeve van het onderwijsproces. Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1 Vanuit een gezamenlijk geformuleerde visie met behulp van het integraal huisvestingsplan en de toekomstvisie Onderwijs Menameradiel invulling geven aan de huisvesting van de basisscholen. 1.1.2 Samenwerking tussen educatieve instellingen bevorderen om daarmee het voorzieningenniveau te behouden en te versterken.
2. Onderwijsachterstandenbeleid Wat willen we bereiken? 2.1 Vermindering van onderwijsachterstanden. 2.2 Elke leerling een passende vorm van onderwijs aanbieden. Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1 Rijksmiddelen (VVE-gelden) inzetten voor het verbeteren van de aansluiting van peuterspeelzalen op het basisonderwijs. 2.2.1 Onderwijsbegeleiding aanbieden aan leerlingen die dit nodig hebben. Scholen worden in staat gesteld begeleiding in te kopen ten behoeve van het bestrijden van onderwijsachterstanden. 2.2.2 Preventieve middelen inzetten om problemen zo vroeg mogelijk te signaleren.
Omschrijving
E/P*
Aantal peuters dat gebruik maakt van het derde dagdeel op de peuterspeelzaal
E
Bro n
Nulmeting (2008) 17 Realisatie in 2011: 30
2013 40
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
3. Leerplicht Wat willen we bereiken? 3.1 Zoveel mogelijk leerlingen deel laten nemen aan onderwijs.
31
Streefwaarde 2014 2015 40 40
2016 40
Wat gaan we ervoor doen? 3.1.1 Een actief leerplichtbeleid voeren. 3.1.2 Een op de persoon gerichte aanpak voor begeleiding van risico-leerlingen en voortijdig schoolverlaters.
Omschrijving
E/P*
Bro n
Aantal bemiddelingen leerplicht
Nulmeting (2006/2007)
70 Realisatie in 2011:110 15
Ongeoorloofd schoolverzuim
Streefwaarde 12/ 13 60
10
13/14
14/15
15/16
60
60
60
10
10
10
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
Aansluiting met de productenraming Productnummers 423 480 482
Omschrijving
Portefeuillehouder
Bijzonder basisonderwijs,onderw.huisvesting Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs Volwasseneneducatie
Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A.
Kosten en baten Onderwijs
Lasten Baten
Rekening 2011 1.158.698 6.364
Begroting 2012 2013 1.202.711 1.230.694 6.363 6.363
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 1.231.252 1.231.878 1.212.482 6.363 6.363 6.363
Per saldo nadelig Per saldo voordelig
1.152.335 0
1.196.348 0
1.224.889 0
1.224.331 0
32
1.225.515 0
1.206.119 0
33
Programma 6 Cultuur, recreatie en sport Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil dat inwoners (jong en oud) toegang hebben tot een breed aanbod aan culturele- en recreatieve voorzieningen en activiteiten. De gemeente Menameradiel wil dat inwoners (jong en oud) toegang hebben tot een verscheidenheid aan sportvoorzieningen omdat ze het belangrijk vindt dat mensen in het kader van gezondheid en sociale participatie aan sport doen. Kunstgrasveld
Context en achtergrond Onze gemeente heeft een bloeiend verenigingsleven met veel actieve vrijwilligers. Onze gemeente heeft in het bijzonder een rijk amateurmuziek- en toneelklimaat. De gemeente Menameradiel werkt met de gemeenten het Bildt, Leeuwarderadeel en Ferwerderadiel samen in het breedtesportproject GO-4 Sport. GO-4 Sport doet aan sportstimulering, speciaal gericht op onderwijs en jeugd.
Collegeprogramma Wat betreft de subsidieverstrekking is in het collegeprogramma opgenomen dat er maximale budgetten per jaar zouden moeten worden vastgesteld. Dit vraagt een herziening van de algemene subsidieverordening. In 2012 gaf de gemeente nog subsidie voor zwembadabonnementen voor jongeren van 4 t/m 16 jaar uit Menameradiel. In 2013 (einde contract) wil de gemeente geen bemoeienis meer hebben met het zwembad en er dus ook niet in investeren.
Ontwikkelingen Wat recreatie betreft is een beweging aan de gang om ons gebied aantrekkelijker te maken als recreatiegebied voor zowel inwoners als mensen van buiten de gemeente. Gemeente, bedrijven en particulieren werken hierin meer en meer samen. Voorbeelden zijn het bevaarbaar maken voor pleziervaart van vaarwegen (Kleiroute, Elfsteden-vaarroute), het ontsluiten van oude paden en het zichtbaar maken van die voorzieningen (bewegwijzering). De gemeente is in 2011 en 2012 lid van de nieuwe provinciale TIF-structuur. Hierbij hoort een regio-aanjager die als tussenpersoon functioneert tussen instanties, overheid en bedrijven op het gebied van recreatie en toerisme. In 2012 vindt een evaluatiemoment plaats en dan wordt bekeken of de gemeente lid blijft van de Tourist Info Fryslân (TIF, voorheen VVV). Sinds 2012 geldt er een vereenvoudigde procedure voor “kleine” eenmalige culturele subsidies. Dit is vastgelegd in de beleidsregels Welzijn. In de scholen in Marsum, Berltsum, Menaam, Bitgummole en Deinum zijn lytse biebs ondergebracht. In Boksum is de lytse bieb gevestigd in het dorpshuis. In totaal gaat het om zes lytse biebs die onderdak in de school of dorpshuis hebben gekregen. In overleg met Bibliotheken Noardwest Fryslân zal opnieuw naar de toekomst van het bibliotheekwerk in Menameradiel worden gekeken.
34
Kaderstellende beleidsnota's 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Subsidieverordening gemeente Menaldumadeel (2005); Beleidsregels Welzijn (2011); Beleidskader Welzijn (2005); Intentieverklaring over het gebruik van het Fries (2006); GO4Sport projectplan (2011-2015); Elts in byb, 2009 Taalnota (2010) Sportnota (2010) Recreatie- en toerismebeleid
Programmaonderdelen Het programma Cultuur, Recreatie en Sport kent de volgende onderdelen: 5. Kunst en Cultuur; 6. Recreatie; 7. Sport.
1. Kunst en Cultuur Wat willen we bereiken? 1.1 Wij willen een breed aanbod aan culturele voorzieningen en de toegankelijkheid ervan handhaven; 1.2 Wij willen onderzoeken hoe we het bibliotheekwerk in onze gemeente zo efficiënt mogelijk kunnen inzetten om de individuele ontwikkeling van de inwoners van de gemeente te stimuleren; Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1
We maken het verenigingen gemakkelijker om subsidie aan te vragen.
Omschrijving
E/P*
Bron
Het aantal deelnemers aan het muziekonderwijs
P
Subs. form.
Het aantal muziek-, toneel-, volksdans en zangverenigingen
P
idem
Nulmeting (2008) 173 Realisatie 2011: 187 33 Realisatie 2011: 32
2013 s.* w. 165 ...
2014 s. w. 170 ...
2015 s. w. 175 ...
2016 s. 175
31
31
31
31
..
...
...
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator * s. / w. = streefwaarde / werkelijk aantal
2. Recreatie Wat willen we bereiken? 2.1 Wij willen de recreatieve voorzieningen in de gemeente zo goed mogelijk onderhouden. 2.2 Wij willen dat de recreatieve sector meer directe en indirecte werkgelegenheid gaat opleveren. Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1 Wij participeren in het project om het noordelijk deel van de Elfstedenvaarroute bevaarbaar te maken. 2.1.2 Wij stimuleren initiatieven op het gebied van recreatie en toerisme. 2.2.1 Wij stimuleren samenwerking tussen gemeente, bedrijven en particulieren. 2.2.2 Wij ondersteunen de regio-aanjager van de VVV met kennis en informatie voor het ontwikkelen van de toerisme en recreatie sector in deze regio.
35
3. Sport Wat willen we bereiken? 3.1 Door specifiek aandacht te schenken aan doelgroepen proberen zoveel mogelijk inwoners aan het sporten en bewegen te krijgen. 3.2 Het niveau van de sportvoorzieningen zoveel mogelijk op peil houden. 3.3 Sportverenigingen mee verantwoordelijk maken voor de sportvoorzieningen. Wat gaan we ervoor doen? 3.1.1
In samenwerking met de Middelseegemeenten het project Go4sport op verfrissende en vernieuwende wijze voortzetten.
3.3.1
We geven uitvoering aan het onderhoudsplan voor de Roelengahal.
3.3.2
We verlenen investeringssubsidies aan verenigingen/stichtingen die hun accommodatie renoveren.
3.3.3
We maken afspraken met sportverenigingen over het zelf beheren en onderhouden van de sportvelden
Omschrijving
E/P*
Aantal uren dat de sporthal in gebruik is.
Bron
P
Nulmeting (2008) 1087 Realisatie in 2011: 1099
2013 1250
Streefwaarde 2014 2015 1300 1350
2016 1350
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
Aansluiting met de productenraming Productnummers 510 511 530 531 540 541 580
Omschrijving
Portefeuillehouder
Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Sport Groene sportvelden en terreinen Kunst Oudheidkunde/musea Overige recreatieve voorzieningen
Asperen, M van Asperen, M van Pen, L. Pen, L. Asperen, M van van Mourik, T Asperen, M van
Kosten en baten Cultuur, recreatie en sport
Lasten Baten
Rekening 2011 1.092.751 65.327
Begroting 2012 2013 1.174.210 931.331 67.842 65.170
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 930.695 930.692 931.739 65.170 65.170 65.170
Per saldo nadelig Per saldo voordelig
1.027.424 0
1.106.368 0
865.525 0
866.161 0
36
865.522 0
866.569 0
37
Programma 7 Werk en inkomen Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil zoveel mogelijk mensen uit de gemeente aan het werk krijgen en houden en er zorg voor dragen dat uitkeringsgerechtigden op een efficiënte en rechtvaardige wijze geholpen worden.
Context en achtergrond De gemeente Menameradiel neemt deel aan de Dienst SoZaWe die voor acht gemeenten de Wet Werk en Bijstand, aanverwante wetten en de prestatievelden 5 (Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem) en 6 (Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer) van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uitvoert. De Dienst SoZaWe probeert daarbij zoveel mogelijk samenwerking te zoeken met diverse partners uit het bedrijfsleven. De Dienst SoZaWe vergroot hiermee het aanbod aan werkervaringsplaatsen, stageplaatsen, vrijwilligerswerk, cursussen, enzovoort.
Ontwikkelingen Toename van de zorgvraag door vergrijzing en door een autonome toename van de zorgvraag. Een andere werkwijze van de Dienst SoZaWe (centralisering van de diensten) als gevolg van de bezuinigingsopdracht van de gemeenten. Een stijging van het aantal bijstandsgerechtigden als gevolg van de economische recessie. Als gevolg van rijksbeleid lopen de re-integratiegelden drastisch terug.
Programmaonderdelen Het programma Werk en Inkomen kent de onderdelen: 1. Werk 2. Inkomen
1. Werk Wat willen we bereiken? 1.1 Het cliëntenbestand in 2013 zo laag mogelijk proberen te houden (geldt voor totale werkgebied van de Dienst SoZaWe). 1.2 De zelfredzaamheid en participatie van cliënten vergroten (ondermeer door samenwerking met Omtinkerij Menameradiel en de vrijwilligerscentrale Middelsee). Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1 De instroom van nieuwe cliënten beperken (d.m.v. een actieve poortwachter) 1.1.2 De doorstroom van cliënten bevorderen (d.m.v. gerichte re-integratie- en leertrajecten)
38
Omschrijving
E/P*
ontwikkeling aantal bijstandsgerechtigden
Bron
P
Nulmeting (2009) 102
2013 150
Streefwaarde 2014 2015 140 130
2016 120
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
2. Inkomen Wat willen we bereiken? 2.1 Zorgdragen voor een uitkering wanneer mensen (nog) niet zelf in de kosten voor levensonderhoud kunnen voorzien. 2.2 Het aantal bijstandsgerechtigden zo klein mogelijk houden. Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1 Op een rechtmatige en efficiënte wijze WWB-uitkeringen toekennen en verstrekken. 2.1.2 Het aantal toegekende uitkeringsaanvragen terugdringen (actieve poortwachter) Aansluiting met de productenraming Productnummers 310 610 611 614
Omschrijving
Portefeuillehouder
Handel en ambacht Inkomen Werk Gemeentelijk minimabeleid
Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A.
Kosten en baten Werk en inkomen
Lasten Baten Per saldo nadelig Per saldo voordelig
Rekening 2011 3.805.288 3.152.638 652.650 0
Begroting 2012 2013 4.124.640 4.145.735 3.382.850 3.388.368 762.885 0
736.272 0
39
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 4.122.228 4.122.274 4.122.315 3.388.368 3.388.368 3.388.368 733.860 0
733.906 0
733.947 0
Programma 8 Welzijn en zorg Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil dat alle burgers van de gemeente op een zo gelijkwaardig mogelijke wijze kunnen deelnemen aan de samenleving door toegankelijke zorg- en welzijnsvoorzieningen, het stimuleren van ontmoeting, sociale samenhang en vrijwilligerswerk. .
omtinkers
Context en achtergrond Welzijn staat sterk onder invloed van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de uitvoering die de gemeenten daar aan moeten geven. Gevolg hiervan is dat op een andere manier naar de verschillende beleidsterreinen van welzijn moet worden gekeken.
Collegeprogramma In het collegeprogramma zijn geen specifieke aandachtspunten of ambities benoemd voor zorg en welzijn. Dit betekent dat op de ingeslagen weg door wordt gegaan.
Ontwikkelingen Het omtinkersconcept (door middel van integrale cliëntondersteuning / keukentafelgesprekken invulling geven aan de gemeentelijke informatie- en adviestaak in de Wmo) krijgt steeds vastere vormen. Zorg- en welzijnsorganisaties hebben een gemeenschappelijke visie en missie geformuleerd. Er worden steeds meer verbindingen gelegd. De verbinding met de vrijwilligerscentrale is daarvan een goed voorbeeld. PR voor Omtinkerij en de mogelijkheden daarvan voor onze inwoners blijft belangrijk. Dat we op de goede weg zijn bevestigt de Kanteling: landelijk beleid met dezelfde werkwijze als Omtinkerij. De gemeente krijgt er op het gebied van zorg de komende jaren waarschijnlijk steeds meer taken bij. Eén van deze taken is de functie begeleiding die vanuit de AWBZ overkomt naar gemeenten. Het is een uitdaging om met de partners van Omtinkerij te bekijken hoe we dat zo goed mogelijk kunnen opvangen. Ook de jeugdzorg (nu een taak van de provincie) gaat over naar de gemeente. Het is de bedoeling dat het Centrum voor Jeugd en Gezin daarin een grote rol zal spelen: er komt nog meer nadruk te liggen op preventie. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Middelsee bestaat sinds 31 mei 2012. In het CJG Middelsee werken verschillende partners samen om ervoor te zorgen dat het aanbod toegankelijker wordt en dat kinderen/ouders met hulpvragen op een goede manier worden geholpen. Het is zaak het CJG Middelsee de komende tijd uit te bouwen naar een stevig netwerk dat berekend is op de extra taken die de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeente, het overbrengen van de functie “begeleiding” uit de AWBZ naar de gemeente en “Passend Onderwijs” met zich meebrengen. Onze gemeente krijgt de komende jaren te maken met de gevolgen van demografische ontwikkelingen. Er is niet zo zeer sprake van krimp, maar wel van verandering van de samenstelling van de bevolking: minder kinderen, meer ouderen en een kleinere
40
beroepsbevolking. Dit heeft gevolgen voor onze dorpen en de voorzieningen in die dorpen. Door middel van een nieuw op te stellen Nota Ouderenbeleid willen we inspelen op deze ontwikkeling. Welzijn Nieuwe Stijl is een werkwijze die landelijk ingevoerd wordt en aansluit bij de manier waarop wij binnen Omtinkerij werken. Met ingang van 2012 werken we met Stichting Welzijn Middelsee volgens de werkwijze van Welzijn Nieuwe Stijl. De ervaring die we met hen opdoen willen we gebruiken voor het maken van afspraken met bijvoorbeeld Welzijn Centraal en MEE Friesland.
Kaderstellende beleidsnota's • • • • • • •
Integrale Nota Jeugdbeleid (Een goed jeugdbeleid begint thuis, 8 december 2005) Visiedocument annex Beleidsplan WMO (Dienst SoZaWe en gemeenten, 6 juni 2006) Beleidskader Welzijn (2005) Subsidieverordening en beleidsregels Welzijn (2011) Nota Ouderenbeleid (2002) Wmo-beleidsplan De krêft fan minsken (2008) Gezondheidsnota Sûn de klok rûn (2009)
Programmaonderdelen Het programma Welzijn en zorg kent de onderdelen: 1. Maatschappelijke zorg 2. Sociaal-cultureel werk (jeugd- en jongerenwerk en dorpshuizen) 3. Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 4. Jeugdgezondheidszorg
1. Maatschappelijke zorg Wat willen we bereiken? 1.1 Een lokaal netwerk van zorg en dienstverlening. 1.2 Een aanbod aan voorzieningen dat toegankelijk en flexibel is. 1.3 Inwoners van de gemeente Menameradiel participeren in de samenleving op een manier die bij hen past. Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1 Een omtinkersteam in stand houden waarin de functies van ouderenadviseur, wijkverpleegkundige, maatschappelijk werker, klantadviseurs en opvoedondersteuner worden gebundeld. 1.1.2 In nauwe samenwerking met de Dienst SoZaWe en huisartsen de ondersteuning van mensen dichterbij de cliënt organiseren. 1.1.3 Een relatie leggen tussen het omtinkersteam en het CJG Middelsee. 1.2.1 De omtinkers op zo’n manier toerusten dat de bereikbaarheid en informatievoorziening goed geregeld is. 1.3.1 Vrijwilligers en mantelzorgers betrekken in het omtinkersconcept. 1.3.2 Het Wmo-platform actief betrekken bij de invulling van het Wmo-beleid. 1.3.3 Jongeren via de maatschappelijke stage mogelijkheden bieden tot het doen van vrijwilligerswerk.
41
2. Sociaal-cultureel werk Wat willen we bereiken? 2.1. Voorzieningen voor jeugd (consultatiebureau, kinderopvang, peuterspeelzaal, basisonderwijs, voortgezet onderwijs) sluiten op elkaar aan waardoor er een goed netwerk ontstaat waarbinnen wordt samengewerkt. 2.2. Een voor jongeren aantrekkelijk activiteitenaanbod binnen de gemeente realiseren. Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1. Via de lokale educatieve agenda (LEA) beleid op elkaar afstemmen en concrete praktische afspraken maken. 2.2.1. In overleg met de jongeren en de jongerenwerker onderzoeken aan welke activiteiten behoefte is en daar uitvoering aan geven. 2.2.2. Besturen van dorpsbelangen betrekken bij en faciliteren in thema’s rond jongeren. 2.2.3. In overleg met de jongeren een gemeentelijk ketenbeleid opstellen. 2.2.4. Maatschappelijke stages faciliteren voor jongeren.
Omschrijving Aantal lokale activiteiten waarin de jongerenwerker een bijdrage levert
E/P* P
Nulmeting (2009)
Bron jongerenwerk er
2 Realisatie 2011: 4
Streefwaarde 2013
2014
2015
2016
5
6
6
6
3. Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Wat willen we bereiken? 3.1. Kwalitatief goede en betaalbare voorzieningen (kinderopvang en peuterspeelzalen) in de gemeente Menameradiel. 3.2 Alle peuterspeelzalen voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie, 2012) en minimaal 1 peuterspeelzaal biedt Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) aan. Wat gaan we ervoor doen? 3.1.1. Kinderopvang en peuterspeelzalen periodiek laten inspecteren door GGD Fryslân 3.1.2. Inspelen op de door het rijk voorgenomen harmonisatie van de voorschoolse voorzieningen (kinderdagverblijven en peuterspeelzalen). 3.1.1. In samenwerking (overleg) met Stichting Welzijn Middelsee de aanpassingen voor de kwaliteitseisen Wet OKE realiseren. 3.1.2. Inspecties uit laten voeren door de GGD om te controleren of er wordt voldaan aan de kwaliteitseisen.
4. Jeugdgezondheidszorg Wat willen we bereiken? 4.1 Het bewustzijn bij ouders omtrent gezonde voeding en overgewicht vergroten. 4.2 Verandering van gedrag bewerkstelligen bij jongeren die overmatig alcohol gebruiken. 4.3 Jongeren met problemen zo snel, zo efficiënt en zo passend mogelijk helpen. Wat gaan we ervoor doen? 4.1.1 Door een goede signalering op het consultatiebureau, peuterspeelzaal en kinderopvang problemen bij kinderen zo vroeg mogelijk onderkennen en oplossen. 4.1.2 Ouders via school/GGD Fryslân gericht adviseren over gezonde voeding. 4.1.3 Basisscholen faciliteren in de aanleg van en kennis over schooltuinen.
42
4.2.1 Met behulp van speciaal op jongeren en ouders gerichte voorlichtingsprojecten kinderen en ouders bewust maken van de risico’s en gevolgen van overmatig alcoholgebruik (verbinding met het ketenbeleid).
4.3.1 Het Centrum voor Jeugd en Gezin Middelsee uitbouwen tot een stevig netwerk waarbinnen verschillende partners samenwerken om zorg en ondersteuning zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Aansluiting met de productenraming Productnummers 620 622 623 630 650 652 714 715 716 724
Omschrijving
Portefeuillehouder
Maatschappelijke zorg Huishoudelijke verzorging Participatiebudget Sociaal cultureel werk Kinderopvang Voorzieningen gehandicapten Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg van de Centra voor jeugd en gezin WMO van de Centra voor jeugd en gezin Gemeentelijke graven
Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A. Dijkstra, A. van Mourik, T
Kosten en baten Welzijn en zorg
Lasten Baten
Rekening 2011 4.924.800 1.887.302
Begroting 2012 2013 4.059.120 4.732.954 1.146.242 879.079
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 4.002.046 4.002.776 3.997.460 825.306 825.306 825.306
Per saldo nadelig Per saldo voordelig
3.037.498 0
3.586.712 0
3.176.740 0
3.180.041 0
43
3.177.470 0
3.172.154 0
Programma 9 Milieu Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil samen met de inwoners streven naar een veilige, milieubewuste duurzame leefomgeving.
Context en achtergrond De aandacht voor de aspecten die ons milieu bepalen neemt toe. Milieubeleid is al jaren verweven in landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid. Milieubeleid op het gebied van bodem, water en geluid is wettelijk verplicht. Naast de vele landelijke normen die er zijn om milieuveiligheid op een zo hoog mogelijk plan te regelen, komen er steeds meer beleidsvoornemens die juist gemeenten een eigen aandeel geven in de ontwikkeling en realisering nieuwe mogelijkheden. Zo wil het kabinet in 2020 30% minder CO2-uitstoot in vergelijking met 1990. Energiebesparing moet naar 2% per jaar groeien en het gebruik van duurzame energie in 2020 moet zijn opgelopen naar 20% van het totaal. Het overgangsbeleid m.b.t. bodembeleidsplan met bodemkwaliteitskaarten is in 2012 komen te vervallen. Daarom is er een nieuwe Nota bodembeheer inclusief bodemkaarten (kwaliteit en functie) in samenwerking met 17 omliggende gemeenten opgesteld. Het doel hiervan is om grondverzet binnen de gemeente eenvoudiger, eenduidiger en goedkoper te maken.
Collegeprogramma De gemeente is tegenstander van de zoutwinning in de gemeente en opslag van CO² . De gemeente wil een bijdrage leveren aan het verminderen van de CO2-uitstoot. In het streven van de gemeente naar een duurzame ontwikkeling past een zorgvuldige omgang met de bodem, waardoor verontreiniging en uitputting worden voorkomen en waardevolle bodemelementen zo min mogelijk worden aangetast.
Ontwikkelingen De afgelopen jaren is afvalverwerking goedkoper geworden voor de burger en groeit het milieurendement. Met de ondertekening van het Noordelijk Energie Akkoord hebben we de intentie de EPC-norm terug te dringen. Er zal uitvoering worden gegeven aan het nieuwe bodembeleid binnen de gemeente om grondverzet gemakkelijker te maken. Verder zal er meer aandacht worden geschonken aan het thema ´Ruimte voor bodem’. Hierbij valt te denken aan het stimuleren van het gebruik van aardwarmte door middel van warmtepompen. De afgelopen jaren heeft de provincie op milieuterrein de regie in de professionalisering bij de taakonderdelen vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het Rijk wenst daarvoor regionale milieudiensten in te richten. In Fryslân zal het oprichten van de Fryske Útfieringstsjinst Miljeu (FUMO) in de periode 2013-2014 naar verwachting zijn beslag krijgen.
Kaderstellende beleidsnota's • • •
Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP); Convenant Handhaving Middelsee-gemeenten 2007; Noordelijk Energieakkoord 2008
44
• • • • • • • •
Onderzoek afvalscheiding en afvalpreventie 2005; Plan van aanpak Zwerfafval september 2007; Gemeentelijk rioleringsplan 2012 (vGRP4) Waterplan Middelsee 2010-2015 (2010) Kadernota Openbare Verlichting Gemeente Menameradiel d.d. 5 juli 2007; Uitvoeringsplan Openbare Verlichting 29 januari 2009; Nota Bodembeheer incl. bodemkaarten 2012; Nieuw bodembeleid (Impuls Lokaal Bodembeheer) 2012.
Programmaonderdelen Het programma bereikbaarheid kent de onderdelen: 1. Afvalverwijdering en verwerking 2. Riolering en waterzuivering 3. Milieubeheer
1. Afvalverwijdering en verwerking Wat willen we bereiken? 1.1 Minimaal 60% van het huishoudelijke afval gescheiden in te zamelen ten behoeve van nuttige toepassing conform de doelstelling van het landelijke afvalbeheersplan behouden; 1.2 Landelijke normering afvalscheiding per component nastreven; 1.3 Handhaven en mogelijk lokaal verbeteren van de schoonheidsgraad A. Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1 Uitvoeren van het actieplan met betrekking tot afvalscheiding en –preventie naar aanleiding van het onderzoek afvalscheiding en –preventie Menameradiel en het gefaseerd uitvoeren daarvan; 1.1.2 Periodieke communicatie met betrekking tot inzamelresultaten; 1.3.1 Onderzoek naar mogelijkheden om zwerfafval te verminderen;
Omschrijving
E/P*
Huishoudelijk rest-afval P (inclusief grof huishoudelijk afval) GFT-afval P Oud papier en karton P Verpakkingsglas P Textiel P KCA P Wit- en bruingoed P Grof restafval P Grijs: onder landelijke norm
Bron: Omrin Nulmeting (2010): percentage bronscheiding 2010 (67)
2010 (80) 2010 (76) 2010 (87) 2010 (56) 2010 (97) 2010 (52) 2010 (88)
Landelijk Norm Afvalscheiding
Streefwaarde 2013
2014
2015
2016
LAP (60)
67
67
67
67
LAP (55) LAP (85) LAP (90) LAP (50) LAP (90) LAP (90) LAP (75)
80 85 90 56 97 90 90
80 85 90 56 97 90 90
80 85 90 56 97 90 90
80 85 90 56 97 90 90
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator
2. Riolering en waterzuivering Wat willen we bereiken? 2.1 Realisatie van integraal waterbeheer volgens het GRP; Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1 Het beleid als vastgelegd in het GRP uitvoeren.
45
3. Milieubeheer Wat willen we bereiken? 3.1 Borging van kwaliteit op gebied van handhaving/toezicht en vergunningverlening; 3.2 goede milieukwaliteit nastreven en daarmee een bijdrage leveren aan een duurzame leefomgeving op basis van gezond en veilig, energie en klimaat, natuur; 3.3 Regionale uitwisseling van grondstromen eenvoudiger zal worden en normkaders zullen eenvoudiger worden; 3.4 Nieuwe ontwikkelingen op gebied van bodem worden vroegtijdig in de ruimtelijke planvorming betrokken; 3.5 benutten van gebruikskansen van de bodem; 3.6 Minimaliseren van de aantasting van de bodem. Wat gaan we ervoor doen? 3.1.1 Samenwerking met andere gemeenten op gebied van handhaving/toezicht en vergunningverlening; 3.1.2 in het kader van de verruimde reikwijdte (VR) in de Wet milieubeheer milieuvoorschriften, die betrekking hebben op afvalpreventie en afvalscheiding, energiebesparing, en waterbesparing in de milieuvergunning opnemen en bij de handhaving betrekken; 3.1.3 uitvoering geven aan de Nota Bodembeheer 2012; 3.1.4 om CO2 terug te dringen de kansen van benutten van aardwarmte d.m.v. warmtepompen onderzoeken en stimuleren; 3.1.5 bij ruimtelijke plannen en ontwikkelingen op locaties met bodemverontreiniging wordt beoordeeld of de bodem ondanks de verontreiniging geschikt is of geschikt is te maken voor het beoogde gebruik. Eventuele bodemsanering en ruimtelijke ontwikkelingen worden op elkaar afgestemd; 3.1.6 ondergronds ruimtegebruik (bijv. bij infrastructuur, bouwwerken, boringen, grondwerken, bodemwarmtewisselaars) zorgvuldig benutten en beschermen en betrekken bij planvorming.
Omschrijving
E/P*
Bron
Uit te voeren Integrale controles Uit te voeren hercontroles Sanctionerende handhaving Klachten bedrijven
P
Werkprogramma Handhaving 2013 Werkprogramma Handhaving 2013 Werkprogramma Handhaving 2013 milieujaarverslag 2011 Milieujaarverslag 2011 MUP 2012
Klachten nietinrichting gebonden voorlichtingsactie • •
P P E E P
Nulmeting (jaar) Realisatie (jaar) 2009 (77) 2011 (116) 2009 (23) 2011(23) 2009 (2) 2011 (3) 2009 (5) 2011 (11) 2008 (40) 2011 (3) 2007 (1) 2011 (1)
Streefwaarde 2013
2014
2015
2016
77
77
77
77
23
23
23
23
3
3
3
3
5
5
5
5
40
40
40
40
1
1
1
1
E = effectindicator en P = Prestatie-indicator NB: de basis van het bovenstaande is het aantal bedrijven (500+) en de toezichtfrequentie uit het Handhavingsbeleidplan van 2011; uitgangspunt is dat dit ongewijzigd blijft, ook in geval van een mogelijke nieuwe taakverdeling tussen gemeente, handhavingsbureau en FUMO.
46
Aansluiting met de productenraming Productnummers 721 723 725 726 729 730 731
Omschrijving
Portefeuillehouder
Afvalverwijdering en verwerking Milieubeheer Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing Baten rioolrechten Huishoudelijk / bedrijfsafvalwater Hemelwater Grondwater
Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L.
Kosten en baten Milieu
Lasten Baten Per saldo nadelig Per saldo voordelig
Rekening 2011 2.794.767 2.707.731 87.036 0
Begroting 2012 2013 1.679.690 2.900.413 2.927.203 2.711.882 0 1.247.513
188.531 0
47
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 2.899.633 2.902.287 2.853.178 2.711.882 2.711.882 2.711.882 187.751 0
190.405 0
141.296 0
Programma 10 Bouwen en ruimte Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil samen met haar inwoners, dorpsbelangen en woningbouwcorporaties een woonomgeving realiseren waarin iedereen zich thuis voelt
Context en achtergrond Het inwoneraantal van de kernen is de laatste jaren licht afgenomen. De verwachting is dat de vraag naar woningen de komende jaren zal afvlakken, maar, aansluitend bij de landelijke trend tot gezinsverdunning, per saldo redelijk op peil zal blijven. Hierbij zal met name vraag blijven naar levensloopbestendige woningen en starterswoningen, waarbij de kwaliteit van de woningen belangrijker is dan de kwantiteit. Op dit moment bestaat bijna een kwart van het woningaanbod uit huurwoningen. Deze zijn voor het overgrote deel Wonen Noordwest Friesland. In 2012 is de uit 2009 stammende woonvisie geactualiseerd aan de veranderende tijden. In de woonvisie is vastgelegd hoeveel woningen er de komende jaren worden gebouwd, voor welke specifieke doelgroepen en waar deze worden gesitueerd. De woonvisie is tot stand gekomen in overleg met het Bestuurlijk Overleg Stadsregio Leeuwarden (BOSL) en de provincie Fryslân. Binnen de bestaande bebouwde omgeving mag zonder meer gebouwd worden, daarbuiten zijn beperkte mogelijkheden. De afgelopen jaren zijn er de nodige uitbreidingslocaties rondom de dorpen ingevuld of bestemd; de komende jaren zal de nadruk liggen op inbreiding, herstructurering van vrijkomende locaties en het op peil houden van de kwaliteit van de bestaande voorraad. Het actualiseren en digitaliseren van de bestemmingsplannen is een continue proces en gesteld kan worden dat we de beschikking hebben over een actueel beleidsmatig en juridisch kader.
Collegeprogramma Inbreiding, herstructurering van vrijkomende locaties en het bij de tijd houden van de kwaliteit van de bestaande voorraad staat de komende jaren centraal. Wij willen kritisch naar de dorpsstructuren kijken als het woningbouw betreft. Bij zowel gemeentelijke als particuliere grondexploitaties willen wij meer sturen op kwaliteit door middel van het vooraf stellen van duidelijke kaders aan de ontwikkelaars. In toekomstige nieuwbouwplannen moeten voldoende huur- , levensloopbestendig en betaalbare woningen worden gerealiseerd. Daarnaast willen wij meer aandacht voor het aspect duurzaamheid, met name ten aanzien van het energieverbruik. Wij hebben regelmatig contact met woningbouwcorporaties en als uitvloeisel van de Woonvisie zullen prestatieafspraken met hen worden gemaakt.
Ontwikkelingen Voor het gebied rondom de Haak om Leeuwarden heeft de raad in 2011 de intergemeentelijke structuurvisie Nieuw Stroomland vastgesteld. De komende jaren zal uitvoering worden gegeven aan de uitwerking van deze visie, onder ander door uitvoeringsgerichte plannen voor de dorpen Marsum en Deinum. In 2013 zal verder worden gewerkt aan een aantal herstructurerings- en inbreidingslocaties, zoals De Pôlle in Berltsum en Wassenaar in Bitgummole, alsmede de uitbreidingslocatie De Boech-Súd in Menaam. Voor Dronryp is in 2012 op unieke wijze een vraaggericht plan voor Fûgellân fase 3 ontwikkeld; de eerste 10 kavels zullen in 2013 beschikbaar komen. Voor met name Berltsum zal de komende tijd worden bekeken op welke wijze het toenemend aantal “lege plekken” (door sloop of leegstand) in het dorp op verantwoorde
48
wijze ingevuld kan worden. Eenzelfde aanpak wordt voor Dronryp en Menaam gevolgd vanwege de ontwikkelingen in de zorgvoorzieningen aldaar. Door de verruiming van de wetgeving die betrekking heeft op geluidsbelasting rond militaire luchthavens zijn woningbouwlocaties in het bestemmingsplan voor Ingelum en Marsum opgenomen; deze zullen de komende tijd worden uitgewerkt. Bij al deze projecten zullen de betreffende dorpsbelangen betrokken blijven en duidelijk is dat gelet op de verwachte demografische ontwikkelingen de nadruk nog meer zal komen te liggen op bouwen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.
Kaderstellende beleidsnota's
• • •
• • • • • • • •
•
• • •
Rijk: Nota Ruimte 2005 Provincie: Streekplan Fryslân 2006, vastgesteld door GS bij besluit van 13 december 2006 Landschapsontwikkelingsplan 2005 , in opdracht van het BOSL, burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2005, geactualiseerd 2012; Regiovisie Westergozone, raad 18 december 2003; Welstandsnota, raad 24 juni 2004, geactualiseerd najaar 2008 Geactualiseerde bestemmingsplannen; Hoofdlijnennotitie gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland, 2008 Landschapsvisie Deinum-Marssum-Ritsumasyl, 2009 SGBO-onderzoek “bevolking en voorzieningen in 2016”, februari 2003; Woningbehoeftenonderzoek Fryslân 2007; Woonplan 2009/2012; Intentieovereenkomst met Wonen Noordwest Friesland, 2004; Energieakkoord Noord Nederland, 2008 Intergemeentelijke Structuurvisie Nieuw Stroomland, raad 17 februari 2011 Verordening Romte Provincie Fryslân, 2012
Programmaonderdelen Het programma bouwen en ruimte kent de onderdelen: 1. wonen in de kernen; 2. volkshuisvesting.
1. Wonen in de kernen Wat willen we bereiken? 1.1 optimale woon- en leefomgeving; 1.2 bouwen levensloopbestendige en energiezuinige woningen; 1.3 een actueel en accuraat beleidsmatig en juridisch kader. Wat gaan we ervoor doen? 1.1.1 herstructurering, inbreiding, op peil houden bestaande voorraad, invullen vrijkomende locaties; 1.1.2 jaarlijks bezoeken van de verenigingen van dorpsbelangen met betrekking woonwensen; 1.2.1 streven naar de bouw van levensloopbestendige en energiezuinige woningen; 1.3.1 voortdurend actualiseren en digitaliseren van bestemmingsplannen.
Volkshuisvesting Wat willen we bereiken? 2.1 goede huisvesting voor diverse doelgroepen (starters/senioren) in onze gemeente; 2.2 handhaven huidig leegstandsniveau. 2.3 een actueel en accuraat beleidsmatig kader (woonvisie)
49
Wat gaan we ervoor doen? 2.1.1 bouwen voor doelgroepen als senioren, starters en huurders, in overleg met partners in regioverband; 2.1.2 (prestatie)afspraken maken met woningcorporaties;
Nota Bene: de hieronder genoemde indicatoren zijn voorlopig en indicatief. Op basis van de Woonvisie kunnen betere indicatoren worden benoemd. Omschrijving
E/ P*
Bron
“aanhaken” bij het Wobof * Woningen voor starters
P P
Wobof Wobof
Woningen voor senioren
P
Wobof
Leegstand
E
Wobof
Energiezuinige woningen
P
Wobof
Levensloopbestendige woningen
P
Wobof
Nulmeting (jaar) Realisatie (jaar) 2007 2007 2011 (6) 2007 2011 (29) 2007 2011 (0-10) 2007 2011 (43) 2007 2011 (5)
Streefwaarde 2013
2014
2015
2016
7
7
8
7
14
14
15
14
0-10
0-10
0-10
4
15
15
15
10
7
7
8
8
* E = effectindicator en P = Prestatie-indicator * = levert informatie op voor komende jaren
Aansluiting met de productenraming Productnummers 810 820 821 822 823 830
Omschrijving
Portefeuillehouder
Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Dorpsvernieuwing Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie
Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L.
Kosten en baten Bouwen en ruimte
Lasten Baten Per saldo nadelig Per saldo voordelig
Rekening 2011 1.313.921 538.849 775.071 0
Begroting 2012 2013 928.763 893.449 166.833 170.888
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 893.897 896.233 898.565 166.832 166.832 166.832
757.875 0
727.065 0
726.616 0
50
729.401 0
731.733 0
51
Programma 11 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Missie / programmadoelstelling De gemeente Menameradiel wil een duurzaam sluitende begroting realiseren welke de basis is voor de realisatie van het gemeentelijk beleid in concrete en zichtbare resultaten.
Context en achtergrond Het financiële beleid stoelt op een reëel sluitende begroting en een zo mogelijk sluitend meerjarenperspectief. Structurele lasten moeten worden gedekt uit structurele middelen, op deze manier kunnen nieuwe projecten langdurig in stand worden gehouden. De lastenstijgingen voor de burgers worden zoveel mogelijk beperkt. Voor het rioolrecht, de afvalstoffenheffing en leges geldt dat zo mogelijk kostendekkende tarieven worden gehanteerd.
Kaders Algemene kaders (gelden voor alle programma's en producten): Beleidskader Begroting 2012 Meerjarenraming 2012 – 2015 Kadernota 2012 opmaat programmabegroting 2013 Besluit begroting en Verantwoording Treasurystatuut Financiële verordening (art. 212 GW) Controleverordening (art. 213 GW) Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid (art. 213a GW) Nota reserves en voorzieningen Nota activerings- en afschrijvingsbeleid Nota lokale heffingen Nota weerstandsvermogen Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen Verordening op de heffing en invordering van leges (Tarieventabel) Verordening op de heffing en invordering forensenbelasting
52
Jaar 2012 2012 2012 2003 2005 2004 2003 2004 2011 2011 2005 2009 2012 2012 2012
Aansluiting met de productenraming Productnummers 330 913 914 921 922 930 931 932 935 940 960 980 990
Omschrijving
Portefeuillehouder
Nutsbedrijven Overige financiele middelen Geldleningen en uitzettingen > dan 1 jaar Algemene uitkeringen Algemene baten en lasten Uitvoering Wet WOZ Baten onroerende- zaakbel., gebruikers Baten onroerende- zaakbel., eigenaren Baten forensenbelasting Heffing en invordering gemeentelijke belastingen Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves i.v.m. hfdf. 0 t/m 9 Saldo rekening baten/lasten, na bestemming
Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L. Pen, L.
Kosten en baten Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten
Rekening 2011 2.629.863 15.425.596
Begroting 2012 2013 2.318.119 1.064.543 14.188.986 14.767.024
Per saldo nadelig Per saldo voordelig
0 12.795.732
0 12.448.905
0 13.124.443
53
Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 1.202.794 1.328.669 1.460.755 14.308.354 14.354.611 14.409.485 0 0
0 13.025.943
0 12.948.730
54
PARAGRAFEN
Paragraaf bedrijfsvoering In de paragraaf bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op het secundaire (ondersteunende) proces van de organisatie. De bedrijfsvoering is primair een verantwoordelijkheid van het college, daarom komt op hoofdlijnen het volgende aan de orde: • uitgangspunten; • human resource management; • informatie & communicatietechnologie; • planning & control; • rechtmatigheid. Uitgangspunten Evenals vele andere gemeenten wordt Menameradiel geconfronteerd met schaarser wordende middelen. Rijksbezuinigingen en decentralisaties van taken naar gemeenten - voorzien van taakstellingen - zijn daar mede veroorzakers van. Dit heeft uiteraard ook zijn weerslag op de bedrijfsvoering. Om toch een adequate ondersteuning van het primaire proces te waarborgen, is en wordt op verschillende terreinen samengewerkt. Gelet ook op de ontwikkelingen van de lokaal-bestuurlijke inrichting, zal in 2013 de samenwerking op het terrein van bedrijfsvoering in Middelseeverband verder worden gestabiliseerd dan wel worden afgebouwd. De contacten met de gemeenten in Noordwest-Fryslân zullen worden versterkt. Gelet op de bestuurlijke horizon van een fusie per 1 januari 2015, zullen er de komende jaren geen nieuwe grootschalige organisatorische projecten worden opgestart, immers het rendement van dergelijke projecten wordt pas zichtbaar na enkele jaren. Er zal – mede gelet op de beschikbare middelen – meer gekozen worden voor het doorontwikkelen van de organisatie. Daarbij zullen keuzes moeten worden gemaakt. Algemeen uitgangspunt is daarbij het ‘fusieproof’ maken van zowel de individuele medewerker als de organisatie. Human resource management Human resource management speelt een essentiële rol in de doorontwikkeling van de organisatie. De omgeving van onze gemeente blijft veranderen en dat vraagt ook om ontwikkeling van de medewerkers. Niet alleen de werkgever is daarvoor verantwoordelijk, maar ook de individuele medewerker zelf. Daarvoor is reeds in 2012 gestart met het bewustwordingsproces van medewerkers om zelf regie te houden op hun loopbaanontwikkeling. In 2013 zal weer structuur worden gegeven aan de gesprekkencyclus. In deze gesprekken zal nadrukkelijk worden stilgestaan bij onder meer loopbaanontwikkeling, zelfreflectie en ook op het resultaatgericht werken. Informatie- en communicatietechnologie Voor 2015 moeten alle gemeenten hebben voldaan aan het NUP (Nationale Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid). De gemeente als eerste overheid en digitalisering spelen daarbij een belangrijke rol. Middels het programma Beter! wordt, samen met de Middelseegemeenten, op projectmatige basis gewerkt aan het realiseren van de doelstellingen. Zo zijn en worden de komende jaren verplichte basisregistraties ingevoerd en is onze website NUP-proof gemaakt. In 2013 zal onder meer ook gestart worden met het digitaliseren van de documentaire informatievoorziening. Het tijdig en goed realiseren van het NUP vergt overigens een behoorlijke financiële investering en vraagt veel kennis en capaciteit van onze medewerkers. Om de kwetsbaarheid van de ICT-voorziening te beperken, is in Middelseeverband een gezamenlijke ICT-eenheid gevormd. Deze is gehuisvest in Menameradiel. Gelet op de ontwikkelingen op ICT is op basis van onderzoek een intentiebesluit genomen om per 1 januari 2014 aan te sluiten bij het ICT Samenwerkingsverband Zuidwest-Fryslân (ISZF). Door op een
55
grotere schaal samen te werken kan door het bundelen van kennis, ervaring en capaciteit, de bedrijfsvoering en de dienstverlening verder worden verbeterd. In 2013 zullen vervolgstappen worden gezet om aan te kunnen sluiten. Definitieve besluitvorming zal ook plaatsvinden in 2013 en zal moeten worden afgestemd met de ontwikkelingen op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Noordwest-Fryslân. Planning & control De planning & controlcyclus vindt binnen onze gemeente plaats conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de door de raad vastgestelde verordening(en). Voor de Raad zijn daarbij de belangrijkste (bij)sturings- en verantwoordingsdocumenten: de kadernota, de programmabegroting, de tussenrapportages en de programmarekening. Gelet op de tevredenheid van de Raad, de auditcommittee en de bevindingen van de externe accountant, zal op het gebied van planning & control geen intensief verbeteringstraject worden opgestart. Rechtmatigheid Door de externe accountant wordt jaarlijks een oordeel gegeven over de getrouwheid van de jaarrekening en over de rechtmatigheid van lasten, baten en balansmutaties. Daarnaast stelt het college jaarlijks een intern controleplan vast. In dit plan, afgestemd met de accountant, worden de processen vastgelegd die het komende jaar door onze interne controlemedewerker worden geaudit. De bevindingen van de externe accountant en de interne controlemedewerker kunnen leiden tot het treffen van maatregelen op het terrein van rechtmatigheid en / of doelmatigheid.
56
Paragraaf financiering Inleiding In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente. De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders zoals gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze wet staan vooral transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt daarbij tot uitdrukking in voorschriften voor een verplicht Treasury Statuut alsmede een treasury- c.q. financieringsparagraaf in begroting en rekening. Voor uitzettingen dienen de gemeenten zich verder ook te houden aan de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Wet Ruddo). Het begrip treasury kan worden gedefinieerd als het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen, waarbij een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement wordt belegd, en het daarbij afdekken van met name rente- en kredietrisico’s. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de treasuryfunctie, zoals vastgelegd in het Treasurystatuut van de gemeente Menameradiel, is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet fido. De belangrijkste doelstellingen van de treasuryfunctie betreffen het beheersen van de financiële risico’s (zoals renterisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s), het minimaliseren van de rentekosten van de leningen en het optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten.
Algemene ontwikkelingen Voor het jaar 2013 worden er geen wijzigingen in de treasuryfunctie of –organisatie verwacht. De Bank Nederlandse Gemeenten blijft als huisbankier fungeren, terwijl daarnaast een aantal financiële zaken via de plaatselijke bank geregeld is. Het betalingsverkeer loopt uitsluitend via de Bank Nederlandse Gemeenten. In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal naar verwachting de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. De regering heeft besloten dat in 2013 verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit wordt ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen, en gemeenschappelijke regelingen. Dit heeft een positief effect op de omvang van de staatsschuld. Depositotarieven en inleentarieven worden geharmoniseerd. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s een rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. Lagere overheden zijn derhalve niet meer vrij om (tijdelijk) overtollige middelen bij derden tegen hogere vergoedingen uit te zetten dan het Rijk vergoedt. Ook ontstaat het risico dat door het verplicht Schatkistbankieren er hogere rentevergoedingen verschuldigd zijn bij het aantrekken van (langlopende) leningen. Risicobeheer De belangrijkste onderdelen van het risicobeheer binnen de gemeente betreffen het renterisicobeheer en het kredietrisicobeheer. Renterisicobeheer Hieronder wordt verstaan het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. Dit risico is voor de gemeente beperkt aangezien de leningenportefeuille bestaat uit vastrentende (veelal 25-jaar rentevast periode) leningen. Één lening waarvan de rente na 10 jaar wel herzien kan worden, betreft een lening
57
welke is doorverstrekt aan een derde (Stichting Palet). Eventuele rentewijziging heeft derhalve voor de gemeente geen invloed. De rente van deze lening is in 2005 herzien. Kredietrisicobeheer Hieronder wordt verstaan de risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. Aan vaste uitzettingen heeft de gemeente wegens uitzettingen in het kader van de publieke taak een bedrag van € 400.167,00. De belangrijkste uitzettingen betreffen aandelen BNG, deelname BV Fryslân Miljeu, deelname CV Zeehaven Harlingen, aansluiting Gemeentelijke Kredietbank Friesland en Vordering Enexis. Verder zijn er renteloze leningen aan verenigingen verstrekt en hypothecaire leningen aan personeelsleden. Het risico is voor de gemeente beperkt. Ten aanzien van debiteuren wordt een stringent invorderingsbeleid gehanteerd. Indien nodig wordt een incassobureau ingeschakeld. Renterisico van de vlottende schuld c.q. de kasgeldlimiet De omvang van de begroting per 1 januari 2013 bedraagt € 21.648.857,00. De kasgeldlimiet (het bedrag waaronder de gemeente nog met kort geld kan financieren) volgens artikel 3 van de Wet financiering decentrale overheden en artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden bedraagt met ingang van 2003 8,5% van de omvang van de begroting per 1 januari, derhalve € 1.840.153,00. Uitgaven kunnen tot dit bedrag gefinancierd worden met vlottende middelen. Is dit niet toereikend dan zal een langlopende geldlening aangetrokken dienen te worden. RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD PER 01-01-2013 (Bedragen x EUR 1.000) 2013 2014 2015 2016 Renterisico op vaste schuld budget budget budget budget 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 0 0 0 0 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a 1b) 0 0 0 0 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) 0 0 0 0 3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) 0 0 0 0 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) 0 0 0 0 5. Betaalde aflossingen 1.236 1.241 8.878 1.108 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 0 0 0 0 7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 0 0 0 0 Renterisiconorm 8. Stand van de begroting per 1 januari 9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 10. Renterisiconorm Toets Renterisiconorm 10. Renterisiconorm 7. Renterisico op vaste schuld 11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7)
58
21.649
21.714
21.761
21.816
20% 4.330
20% 4.343
20% 4.352
20% 4.363
4.330 0 4.330
4.343 0 4.343
4.352 0 4.352
4.363 0 4.363
Paragraaf grondbeleid Algemeen Het grondbeleid heeft een grote invloed op een samenhang met de realisatie van programma’s zoals op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting en economische zaken. De resultaten op grondexploitaties en de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente. Gelet op deze risico’s is in het Besluit begroting en verantwoording (BBV) een afzonderlijke paragraaf voor het grondbeleid verplicht gesteld. Onder grondbeleid verstaan wij het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om de vastgestelde ruimtelijke en economische doelstellingen te realiseren. De raad heeft in zijn vergadering van 31 januari 2008 de nota grondbeleid Menaldumadeel vastgesteld. In hoofdstuk 9 is een samenvatting vermeld van het te voeren beleid. Voor de volledigheid leek het ons goed de samenvatting hier over te nemen en daar waar noodzakelijk toegeschreven naar de gewijzigde wet/regelgeving. Beleid: • daar waar mogelijk een actief grondbeleid voeren, met name waar het gaat om stimulering van eerdergenoemde publiekrechtelijke doelen, doch daar waar het niet anders kan zal in samenwerking met derden getracht worden uitvoering te geven aan het voorgenomen beleid; gelet op de economische situatie van dit moment zijn wij uiteraard zeer terughoudend in de verwerving van gronden; Aankoop: • het accent ligt, daar waar mogelijk, op een actief grondbeleid; vroegtijdige verwerving van gronden is noodzakelijk, hierbij mogen geen onevenredige financiële risico’s worden genomen; samenwerking met private partijen wordt niet uitgesloten, dit echter wel onder voorwaarde van handhaving van de publiekrechtelijke doelstellingen en een reëel kostenverhaal; Verkoop: • bij prijsvaststelling van de bouwkavels uitgaan van een vergelijking van de prijzen met de omliggende/vergelijkbare gemeenten, waarbij rekening wordt gehouden met de overeenkomsten en verschillen en met de signalen uit de markt en waarbij wordt uitgegaan van minstens een sluitende exploitatie; • bij de verkoop van reststroken uitgaan van hetgeen onder 5.2 onder 1 t/m 7 is opgenomen tegen de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde prijs; • bij de verkoop van overige gronden uitgaan van de marktwaarde; • de algemene verkoopbepalingen zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2002 zijn van toepassing; • bij de uitgifte van bouwterreinen wordt, indien nodig, uitgegaan van de voorrangsregeling zoals die is opgenomen in bijlage III. Bouwgrondexploitatie: • uitgangspunt bij het in exploitatie brengen van plannen, is minstens een sluitende exploitatie, tenzij er omstandigheden zijn, welke een tekort rechtvaardigen; in dat geval komt het nadelige saldo ten laste van de exploitatie middels de vorming van een voorziening; • ter beperking van de financiële risico’s worden de marktontwikkelingen nauwlettend gevolgd voor zowel de kosten als de opbrengsten, zodat herzieningen van de kredieten en de verkoopprijzen in een vroegtijdig stadium kunnen worden bijgesteld; • na de eerste vaststelling worden de budgetten en de verkoopprijzen minimaal éénmaal per jaar herzien; de benodigde kredieten worden door de gemeenteraad beschikbaar gesteld;
59
•
de risicoanalyse voor de exploitatie van gronden wordt regelmatig, maar minimaal éénmaal per jaar, geactualiseerd.
Kostenverhaal: • de grootte van het project, het type private partijen (lokale bouwondernemers of grote projectontwikkelaars), het aantal partijen, de complexiteit van het project, de eigendomsposities van de gemeente, de inrichting van het gebied, etcetera zijn allemaal factoren die invloed hebben op de keuze van één van de hiervoor genoemde modellen; • in het algemeen zijn PPS-constructies uitvoeringsinstrumenten van het ruimtelijk ordeningsbeleid die gericht zijn op integrale ontwikkeling van een project waarbij samenwerking en doelstellingen zowel maatschappelijke als commerciële kenmerken hebben; de samenwerking kan, zoals blijkt uit de modellen qua intensiteit zeer uiteenlopen; de meerwaarde van samenwerking kan zijn: risicoreductie en –spreiding, waarborging realisatie maatschappelijke voorzieningen en kwaliteitseisen, gebruik maken van elkaars deskundigheid en ervaring, vergroting slagvaardigheid, fiscale aspecten, efficiëncyvoordelen bij aanleg infrastructuur; • uitgangspunt is een actief grondbeleid; kostenverhaal via de gronduitgifte is dan ook een uitgangspunt; in de gevallen dat dit niet mogelijk is, omdat een private partij de gronden reeds in handen heeft, wordt getracht een exploitatie-overeenkomst dan wel een PPSconstructie aan te gaan; Beheer: • de agrarische gronden binnen de door de raad vast te stellen prijzen van jaar tot jaar bij voorkeur verpachten aan een agrariër; • het vestigen van een recht van erfpacht dan wel opstal voor de gebouwen op een sportveld; • bij de verkoop van openbaar groen/reststroken uitgaan van hetgeen onder 5.2 onder 1 t/m 7 is opgenomen; • de volkstuinen uit een oogpunt van efficiency alleen nog verhuren aan verenigingen; • het gebruik/beheer van de sportvelden is vastgelegd in de sportnota. Uitvoering De uitvoering van het grondbeleid is ondergebracht bij de afdeling ROMTE en heeft tot taak om in het kader van het gemeentelijk (RO en ander) beleid gronden aan te kopen, bouwrijp te maken, bouwrijpe gronden te verkopen en het openbaar gebied woonrijp te maken en hierover verantwoording af te leggen. Risico’s in de grondexploitatie Als algemene risico’s in de grondexploitatie kunnen genoemd worden: • conjunctuur- en renterisico’s waardoor de vraag naar bouwgrond in kan zakken en renteverliezen kunnen ontstaan; • verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes tussen het tijdstip van tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond waardoor het product niet meer aansluit op de vraag; • het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen; • milieurisico’s; • planschadeclaims; • juridische risico’s in geval van bezwaar- en beroepsprocedures; • hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in de exploitatieberekeningen; • bodemverontreiniging, archeologie, ecologie en wateraspecten; • politieke besluitvorming, zowel op rijks- als op provinciaal niveau;
60
•
het niet, niet tijdig of slechts gedeeltelijk kunnen krijgen van voldoende woningbouwcontingent.
Financiële positie Een financieel uitgangspunt bij grondexploitaties is het realiseren van minimaal een sluitende exploitatie, waarin alle kosten voor het realiseren van het openbaar gebied worden verhaald in de grondopbrengst. De grondexploitatie vormt een geheel met de totale financiële huishouding van de gemeente. Exploitaties/Resultaatverwachting Per 1-1-2013 zijn de volgende complexen in exploitatie te verwachten resultaat: • • • • • • • • • • •
Bitgum – De Kline en It Tiltsje Bitgummole– Fuormanderij (locatie Wassenaar) overheidsbijdrage Berltsum – herstructurering De Pôlle overheidsbijdrage Dronryp – Kúkshiem overheidsbijdrage Dronryp – Fugellân fase 3 Dronryp – herstructurering zijtak Ljouwertertrekwei Menaam - de Boech Zuid Menaam - bedrijventerrein Noord Menaam – Bitgumerdyk (v/m Empatec) Wier - Lautawei/Terpeleane (nog 1 bouwterrein) Wier – K.J. v.d. Akkerstrjitte herstructurering (voorheen Lautawei 1).
particuliere exploitatie particulier
met
particulier
met
particulier
met
positief particuliere exploitatie positief neutraal particuliere exploitatie positief particuliere exploitatie
Daarnaast worden er voorbereidingen getroffen voor: • •
Berltsum – bedrijventerrein 3e fase Dronryp – 3e fase bedrijventerrein – locatiekeuze
neutraal neutraal
en is er een pas op de plaats gemaakt met de voorbereidingen van: • Menaam – Bitgumerdyk-Oost positief • Bitgum – Frânskepark particuliere exploitatie
Overzicht van niet in exploitatie genomen gronden, niet zijnde volkstuintjes, sportvelden, ijsbanen etc. dorp
ligging
kadastraal sectie gemeente
Bitgum
geen
Bitgummole
Ingelumerdyk
Beetgum Beetgum
F B
282 2097
00.64.20 00.28.65
Berltsum
hoek Jetskereed/Gernierswei
Berlikum
E E
313 312
01.28.50 00.77.60
Blessum
geen eigendommen
61
nr.
oppervlakte
Boksum
geen eigendommen
Deinum
Aldeleane nabij brug Van Harinxmakanaal
Dronryp
Ingelum Marsum Menaam
C C
3124 dls 2344
00.40.50
Hearewei Ljouwertertrekwei
A B B
2365 1628 1629
00.56.35 01.60.90 01.32.10
Strjitwei - bedrijventerrein totaal: 08.99.55 ha
E E E E E E
40 45 46 47 49 50
01.86.05 01.22.55. 02.19.20 01.40.60 02.05.65 00.25.50
Hatzum - manege
C C C C
513 1209 750 748
00.22.80 00.37.00 00.41.10 00.21.40
F F A
1076 397 3472
00.60.00 00.35.70 00.56.70
E E C
272 1157 2962 2960
01.49.50 00.95.28 01.77.60 02.06.90
2974 2973
01.08.30 01.25.00
2976
00.81.70
2461 1662
06.14.55 00.47.10
achter kaatsveld achter dorpshuis Franjumbuorsterpaed
Deinum Deinum
Beetgum Deinum
Gralda Graldasingel Bitgumerdyk - Molenaar
Beetgum
BOUWGROND IN EXPLOITATIE - temporisering Dronryp
Puoldyk - Fûgellân fase 3 idem
Dronrijp
A B
Hierbij wordt opgemerkt dat er in 2012 is overgegaan tot verkoop van een perceel grond met een oppervlakte van 02.03.87 ha gelegen naast de ijsbaan te Berltsum en een perceel grond gelegen aan het Heechpaed te Dronryp groot 01.38.00 ha. Daarnaast beraden wij ons op de eventuele verkoop van niet strategisch gelegen gronden. Tenslotte. Gelet op de huidige economische situatie en de vooruitzichten daarin en het gegeven dat de woningbouw en de bouw van bedrijfsgebouwen volledig op slot zit hebben wij ons in onze vergade-
62
ring van 24 januari 2012 beraden op onze grondpositie en de resultaten hiervan zijn in de raadscommissie van 23 februari 2012 voor kennisgeving aangenomen.
63
Lokale heffingen Uitgangspunten tarievenbeleid, gemeentelijke lastenontwikkeling per woning De belastingen die tot woonlasten leiden, zijn in de gemeente Menameradiel de onroerende zaakbelastingen voor eigenaar, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing (basisheffing vermeerderd met een afvoeraansluiting op het rioolstelsel). De tarieven voor de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing voor het belastingjaar 2013 zijn nog niet bekend. De differentiatie in tarieven onroerende zaakbelastingen voor woningen en niet-woningen is ook na de laatste herwaardering blijven bestaan. De tarieven onroerende zaakbelastingen voor niet-woningen bedragen bijna 145% van die voor woningen ( o.z.b.-tijdvak 2012 ). Dit is noodzakelijk om het verschil in lastendruk tussen woningen en niet-woningen te nivelleren. Dit verschil ontstond voornamelijk na de herwaarderingsronden (peildata 1 januari 1999 en 1 januari 2003) door de sterkere waardetoename van woningen ten opzichte van niet-woningen. Overigens zij nog opgemerkt dat ten behoeve van woonschepen geen ozb wordt geheven, de stijging van de ligplaatsvergoeding is evenwel gekoppeld aan de opbrengstverhoging van de ozb. De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn bepaald op 100% kostendekking zie kaderstelling Kadernota 2012 en vaststelling GRP 2008 – 2012 (rbsl. 5 juni 2008, nr. 7). In de loop van 2012 zal een hercalculatie van de rioolheffing plaatsvinden ( in samenhang met het nieuwe GRP 20132017). Voor de tarieven en achtergronden van alle gemeentelijke belastingen en heffingen wordt verwezen naar de separaat aan de Gemeenteraad aan te bieden tariefsvoorstellen voor 2013.
Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van de gemeentelijke woonlasten van 2006 tot en met 2012 voor een meerpersoonshuishouding: Jaar : OZB1 : Rioolrecht : Afvalstoffenheffin Totaal: g: 2007 € 200,97 € 187,30 € 282,00 € 670,27 2008 € 202,52 € 193,40 € 282,00 € 677,92 2009 € 208,03 € 207,25 € 274,00 € 689,28 2010 € 220,14 € 218,00 € 259,00 € 697,14 2011 € 228,33 € 229,00 € 249,00 € 706,33 2012 € 237,25 € 240,00 € 259,00 € 736,25
Procentuele stijging der gemeentelijke woonlasten ten opzichte van het voorgaande jaar: Jaar : Totale lasten : Procentuele stijging t.o.v. vorige jaar: 2007 € 670,27 3,07% 2008 € 677,92 1,14% 2009 € 689,28 1,68% 2010 € 697,14 1,14% 2011 € 706,33 1,32% 2012 € 736,25 4,24% 1
Betreft onroerende-zaakbelasting van een eigenaar van een fictieve woning met een waarde van € 193.215,00 vanaf 2007, een waarde van € 207.700,00 vanaf 2008, een waarde van € 211.200,00 vanaf 2009, een waarde van € 207.100,00 vanaf 2010, een waarde van € 203.500,00 vanaf 2011 en een waarde van € 199.200,00 vanaf 2012.
64
Ten opzichte van de landelijke ontwikkelingen kan de ontwikkeling van de lokale lastendruk in deze gemeente de laatste jaren als gematigd worden aangemerkt (gemiddeld 2,1% per jaar). Verder kan worden geconstateerd dat de tarieven voor de rioolheffing voor een meerpersoonshuishouding vanaf 2010 hoger zijn uitgevallen door de invoering van tariefsdifferentiatie.
Forensenbelasting en rechten Naast de belastingen die behoren tot de woonlasten kent de gemeente Menameradiel een belasting die wordt geheven van personen die niet binnen onze gemeente wonen maar wel een woning voor zichzelf ter beschikking houden. De eigenaar, de tweede woningbezitter wordt hiermede belast. De totale opbrengst bij een viertal tweede woningen bedraagt € 1.800,00. Tot de rechten worden de leges gerekend, zoals leges voor een paspoort, rijbewijs, bouwvergunning, enzovoort. Uitgangspunt bij deze rechten is, voor zover de tarieven niet door het Rijk worden voorgeschreven, dat ze zomogelijk kostendekkend dienen te zijn.
Ontwikkelingen In het in 2007 tussen de VNG en het Rijk afgesloten Bestuursakkoord zijn nieuwe afspraken met betrekking tot het gemeentelijk belastinggebied vastgelegd. Met name het vervallen van de limitering van de OZB per 1 januari 2008 was een opvallend punt. Wel is een macronorm ingesteld ( 2013: 3% ), om een stok achter de deur te hebben om exorbitante stijgingen te kunnen corrigeren via het Gemeentefonds.
Kwijtschelding Het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid maakt onderdeel uit van het gemeentelijk minimabeleid. Het percentage van de bijstandsnorm dat ten behoeve van de beoordeling of een verzoek wel of niet kan worden gehonoreerd is gesteld op 100%. Gelet op dit gegeven kan worden gesteld dat maximaal gebruik wordt gemaakt van de wettelijke vrijheden op dit gebied. Kwijtschelding kan worden gevraagd door particuliere belastingplichtigen voor de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen, de zogenaamde kleine ondernemers, kunnen sinds 1 april 2011 ook kwijtschelding aanvragen. De voorwaarden waaronder kwijtschelding aan een kleine ondernemer wordt verleend, zijn gelijk aan de voorwaarden die voor natuurlijke personen / niet-ondernemers gelden. Dat wil zeggen dat van dezelfde betalingscapaciteit en dezelfde vermogensvrijstelling wordt uitgegaan. De kleine ondernemer zal achteraf een inkomensverklaring van de Belastingdienst over de betrokken periode moeten overleggen. In de tussenliggende tijd wordt de kleine ondernemer uitstel van betaling verleend. Blijkt dat na overlegging van de inkomstenverklaring dat de kleine ondernemer geen recht op kwijtschelding heeft, dan moet hij de belasting alsnog betalen. Overeenkomstig de Nota Ombuigingen 2012-2014 worden de bedragen aan kwijtgescholden afvalstoffenheffing en rioolrecht verdisconteerd in de desbetreffende heffingen.
Nota lokale heffingen 2005 Voor het overige wordt verwezen naar de Nota Lokale heffingen 2005 vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2005, nr. 7.
65
Onderhoud kapitaalgoederen Algemeen: Deze paragraaf gaat over het beleid met betrekking tot de zorg voor de kapitaalgoederen.Tot de kapitaalgoederen van de gemeente behoren de wegen inclusief kunstwerken, riolering, water, groen en gebouwen. De kwaliteit van de openbare ruimte wordt direct door de inwoners beleefd en ervaren. Overhangend groen, hondenpoep, losse trottoirtegels, onkruidbestrijding of wateroverlast, zijn zaken die de inwoner in de directe woonomgeving direct raken. Mensen kunnen dit ook melden en doen dat ook, getuige de aard en hoeveelheid van de meldingen binnen het systeem van Melddesk. De afhandelingen van meldingen wordt daarin gestructureerd bijgehouden en heeft de organisatie goed inzicht in aard, aantal en hoeveelheid van meldingen ten aanzien van meet name de openbare ruimte. Het digitaal gebruik van Melddesk wordt gestimuleerd in combinatie met het digitaal Waterloket om meldingen zoveel als mogelijk te registreren en controleerbaar af te handelen. In 2007 heeft de raad de kwaliteit van de openbare ruimte bepaald. De raad heeft daarbij in eerste instantie gekozen voor de zogenaamde “versoberde herziene ambitie”. Bij dit scenario is de kwaliteit van de openbare ruimte overal laag met uitzondering van de winkelstraten in de kernen. De winkelstraten zijn op het niveau basis vastgesteld. Wegen In 2008 heeft de gemeente een uitvoeringsplan opgesteld om het gemeentelijke wegennet te verbeteren. Met een aantal jaren een extra bedrag van € 750.000,-, in combinatie met het reguliere onderhoudsbudget, moet dit resulteren in een hoogwaardiger kwaliteitsniveau van het gemeentelijke wegennet. Uitgangspunt is ook synergie binnen projecten en dus combinaties te maken met rioleringswerk, herinrichtingprojecten, verkeersmaatregelen, onderhoud e.d. Verkeer en vervoer heeft in algemene zin in het collegeprogramma 2010-2014 geen hoge prioriteit. Projecten worden al een flink aantal jaren zo integraal mogelijk uitgevoerd, waarbij aan alle mogelijke facetten, waaronder verkeersveiligheid, aandacht wordt besteed. De onderhoudskosten zijn opgenomen in de verschillende onderhoudsplannen. De gemeente Menameradiel beschikt over diverse beheerplannen op het werkterrein van haar kapitaalgoederen. Hiervoor wordt een digitaal systeem gebruikt van Geografische Basis Informatie, kortweg GBI. Het systeem bevat GBI-wegen, kunstwerken (NEBEST), groen (GBIgroen), riolering (GBI-riolering) en gebouwen. Deze GBI-toepassingen zijn grafisch georiënteerd en sinds 2008 is het mogelijk om de relatie tussen kwaliteit en budget direct inzichtelijk te maken. Voor kunstwerken is het achterstallig onderhoud in kaart gebracht en ook dat zal in het beheerprogramma voor de kunstwerken worden ingebracht. De doelstelling is om optimaal gebruik van het digitale systeem te maken. Gebouwen Het meerjarig budgettair beslag is per gebouwcategorie berekend. De structurele gevolgen van de vorming van de voorzieningen voor gebouwonderhoud zijn in de Nota gebouwenonderhoud verwerkt. De nota gebouwonderhoud betreft uitsluitend onderhoud en voorziet niet in uitbreiding van gebouwen. De nota wordt jaarlijks geactualiseerd. Groen Zoals vermeld was de oorspronkelijke kwaliteitskeuze voor het openbaar groen in 2007 zodanig dat heroverweging daarvan noodzakelijk is. De nieuwe kwaliteitskeuze en het budgettaire beslag dientengevolge is inmiddels in deze primitieve begroting verwerkt. Omtrent de systematiek en de bedrijfsvoering is het gemeentebestuur frequent voorgelicht. Voor de iepziektebestrijding heeft de gemeente een langlopende overeenkomst met de Stichting Iepenwacht Fryslân. Deze Stichting voert deze werkzaamheden in vrijwel heel Fryslân uit.
66
Openbare verlichting De openbare ruimten worden verlicht op basis van de uitgangspunten die zijn vastgesteld in de ‘Kadernota Openbare Verlichting’ van 5 juli 2007. Op grond van deze Kadernota is januari 2009 een uitvoeringsplan vastgesteld, waarbij de nadruk ligt op milieuvriendelijker en energiezuiniger verlichten. De gemeente Menameradiel telt bijna 2700 lichtmasten. Sinds de overdracht van het lichtmastenbestand van Dynamicom aan de gemeente ligt het beheer en onderhoud als taak bij de gemeenteHet onderhoud van deze lichtmasten is voor de jaren 2008 tot en met 2012 onderhands aanbesteed buiten de zogenaamde OV-pool. Riolering De zorgplicht voor de riolering van de gemeente Menameradiel is op grond van de Wet Milieubeheer vastgelegd in het Gemeentelijk Riolering Plan (GRP). Op grond van deze zorgplicht en de wettelijke eisen voor de inhoud van het GRP alsmede de diverse provinciale en gemeentelijke plannen wordt het beleid vertaald in doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden. Het GRP komt tot stand in nauwe samenwerking met het Wetterskip Fryslân. Dit derde GRP heeft een geldingsduur van 5 jaar. De laatste vaststelling heeft plaatsgevonden in 2009. De eerstvolgende evaluatie vindt plaats in 2012. In de gemeente Menameradiel ligt circa 100 km. vrijverval riolering (70 km gemengd, 27 km gescheiden stelsel en 3 km verbeterd gescheiden stelsel. De gemiddelde levensduur is volgens het GRP (gemeentelijk rioleringsplan) gebaseerd op 60 jaar. Het investeringsniveau is hierop afgestemd. Op middellange termijn en lange termijn zullen de kaders van het GRP worden gevolgd, waarbij gelet op de huidige ontwikkelingen op landelijk en provinciaal niveau, een stijging van het investeringsniveau wordt verwacht. Een klein gedeelte van het buitengebied is aangesloten op drukriolering. De gemeente Menameradiel heeft 30 km drukriool en 70 pompunits. De overige panden (huishoudens en agrarische bedrijven) zijn nog niet aangesloten en lozen via de bestaande voorziening als septictank op het oppervlaktewater. Het onderzoek, het onderhoud, het doen van investeringen alsmede de verbeteringsmaatregelen, worden overeenkomstig de kaders van het GRP uitgevoerd. De wateropgave zoals genoemd in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zal gezamenlijk met It Wetterskip Fryslân in beeld worden gebracht. Daarnaast zal de samenwerking met It Wetterskip in de waterketen gestalte krijgen door het gezamenlijk uitvoeren van een optimalisatiestudie afvalwatersysteem. De komende jaren zal het accent vooral liggen bij de mogelijkheden tot afkoppelen van verharde oppervlakken, het voorkomen van wateroverlast en het inventariseren van knelpunten in het buitengebied nabij de kernen. Sinds 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken van kracht geworden. De gemeenten hebben hierbij naast de zorgplicht van het afvalwater eveneens de zorgplicht voor het oppervlaktewater en het grondwater in het bebouwd gebied gekregen. Deze wet betekent daarmee een taakuitbreiding van de gemeenten. De hieruit voortvloeiende verplichtingen zijn inmiddels opgenomen in het GRP 2009. De heffing rioolrecht is hier in 2009 al op aangepast. Water De kosten voor het bewaken van de kwaliteit van het oppervlaktewater zijn bij het onderdeel riolering inbegrepen. Het beleid op het gebied van integraal waterbeheer is gezamenlijk met de waterschappen neergelegd in het waterplan Menameradiel “Visie op water”. Dat plan heeft als doel “een gemeenschappelijke visie en een doorkijk naar benodigde maatregelen of acties voor duurzaam en integraal waterbeheer in de gemeente Menameradiel”. Gezamenlijk met de toenmalige waterschappen is in het kader van het waterplan een breed baggerplan opgesteld voor stedelijk water. Het merendeel van de wateren in het buitengebied is in beheer en onderhoud bij Wetterskip Fryslân. Op grond van de inventarisatie in 2010 zijn er nog een aantal hoofdwatergangen in
67
bebouwd gebied, die in aanmerking komen om in beheer en onderhoud over te dragen aan It Wetterskip Fryslân. Daarover is de gemeente nog in gesprek met het Wetterskip.
68
Verbonden partijen Inleiding. Verbonden partijen zijn rechtspersonen (zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk) waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Dat zijn deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: het hebben van zeggenschap van de gemeente in een derde partij, hetzij omdat de gemeente een zetel in het bestuur heeft, hetzij omdat ze via aandelen mee kan stemmen. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente financieel belang heeft in een derde partij, als de gemeente de middelen die aan die partij ter beschikking zijn gesteld niet terug krijgt bij faillissement van de partij of indien financiële problemen bij de derde partij kunnen worden verhaald op de gemeente. Het verstrekken van subsidie, ook al gaat het om omvangrijke bedragen, valt niet onder het begrip financieel belang. De gemeenteraad heeft een kaderstellende en controlerende taak op de vraag of de doelstellingen van de verbonden partij nog steeds overeenkomen met de doelstellingen van de gemeente of dat de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partij gerealiseerd worden. Algemeen beleid t.a.v. verbonden partijen. Op diverse terreinen vindt intergemeentelijke samenwerking plaats. Meestal is de aanleiding voor deze samenwerking gelegen in het feit dat op die wijze beter in oplossingen voor problemen kan worden voorzien. De vorm van samenwerking is hetzij in de vorm van een gemeenschappelijke regeling (publiekrechtelijk) hetzij in de vorm van een privaatrechtelijke regeling (met name bij nutsbedrijven). Daarnaast worden minder formele bestuursconvenanten gesloten (publiekrechtelijke afspraken). Publiekrechtelijke partijen: Partij:
Gemeenschappelijke Regeling Middelsee Maatwerk. Gemeenschappelijke regeling aangegaan bij collegebesluit van 16 november 2010, nr.2. Instemming raad bij besluit van 7 oktober 2010, nr. 02.
Hoofdlijnen beleidstaken:
Het samenwerkingsverband streeft door middel van een duurzame, robuuste samenwerking na, dat de deelnemende gemeenten hun bestuurskracht versterken. Deelnemende gemeenten: Ferwerderadiel, het Bildt, Leeuwarderadeel en Menameradiel. Bestuursacademie Noord De gemeenschappelijke Nederland. regeling fungeert na Gemeenschappelijke regeling privatisering als een aangegaan bij raadsbesluit vangnetvoorziening voor van 20 april 1989, nr. 7. Bij doorlopende raadsbesluit van 20 juni 2002, werkgeversverplichtingen nr. 9 ingestemd met wijziging van de “oude” en deelname aan gemeenschappelijke Gemeenschappelijke regeling regeling. garantievoorziening Deelnemende voormalige Bestuursacademie gemeenten: de Noord Nederland. Waarbij gemeenten van de tevens toetreding tot provincies Drenthe, Steunvereniging Groningen en Fryslân.
Relatie met doelstellingen Gemeentelijke programma en visie op de bijdrage/deelneming: verbonden partij in relatie tot realisatie van deze doelstellingen: 01 – Bestuur Geraamde bijdrage 2013: Visie: In kader van Provinciaal - diverse kosten GR voorstel aangaande € 1.250,00; gemeentelijke indeling Noord- kosten samenwerking Fryslân ligt afbouw in de rede. algemeen € 10.000,00; - kosten inkoop- en controlfunctie / informatiemanager € 50.000,00.
Geen.
69
Geraamde bijdrage 2013 in de vangnetvoorziening € p.m. per inwoner. Jaarlijkse bijdrage aan de Steunvereniging Bestuursacademie € p.m.
Bestuursacademie. Bestuurlijk Overleg Stadsregio Leeuwarden (BOSL), aangegaan bij raadsbesluit van 27-5-1999 (Bestuursconvenant).
Het Bestuurlijk Overleg draagt zorg voor de coördinatie en de uitvoering van de afspraken zoals neergelegd in het Convenant Samenwerking Stadsregio 2010-2020. Het betreft hier de navolgende taken op het gebied van: wonen; werken; voorzieningen; infrastructuur; communicatie. Ten behoeve van de uitvoering van projecten is een fonds ingesteld, hetwelk wordt gevuld door gemeentelijke bijdragen. Deelnemende gemeenten: Boarnsterhim, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Tytsjerksteradiel. Centrum voor Automatisering De gemeenschappelijke Noord Nederland (CEVAN is regeling is in liquidatie en geliquideerd per 1-1-1992). handelt de Gemeenschappelijke regeling werkgeversverplichtingen oorspronkelijk aangegaan bij af van het voormalig raadsbesluit van 27-5-1971, personeel van het CEVAN. nr. 2-IIe. Deelnemende gemeenten: vrijwel alle gemeenten van de provincies Drenthe, Groningen en Fryslân. Westergozone , Het doel van het samenwerkingsovereenkomst, samenwerkingsverband is aangegaan bij raadsbesluit verbetering van de van 30-11-1995, nr. 7. De werkgelegenheidssituatie, samenwerking is bij versterking van de economische structuur op collegebesluiten van 20 januari 1998, nr. 10 en 19 zowel de middellange als februari 2008, nr. 5 de lange termijn en het gecontinueerd. benutten van de (Convenant Westergozône ontwikkelingspotenties. 2007 – 2013) Deelnemende partijen: provincie Fryslân, de gemeenten Leeuwarden, Menameradiel, Franekeradeel en Harlingen. Gemeenschappelijke Het doel van de Regeling Brandweer gemeenschappelijke Noordwest Fryslân regeling is het bundelen aangegaan bij raadsbesluit van het beroepspersoneel van 15 februari 2007, nr. 7 ( en het afspreken en principebesluit ). Datum van realiseren van een ingang 1 mei 2008. gezamenlijk kwaliteitsniveau voor de brandweren van de
01 – Bestuur; 03 – Verkeer en openbare ruimte; 04 – Lokale economie; 10 – Bouwen en ruimte. Visie: continuering van het convenant.
In 2013 is een bedrag ad € 26.973,00 geraamd als bijdrage in het fonds.
Geen.
Geraamde bijdrage voor 2013 € 0,00 per inwoner. Eigen vermogen is naar raming toereikend om de geraamde verplichtingen te dekken.
04 – Lokale economie. De geraamde bijdrage Visie: continuering van de voor 2013 bedraagt samenwerkingsovereenkomst. € 22.000,00.
02 – Veiligheid. Visie: blijven deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling tot Regionalisering Brandweer m.i.v. 2014.
70
In de begroting 2013 is (budgettair) rekening gehouden met een bijdrage ad. € 176.071,00.
Gemeenschappelijke regeling Hulpverleningsdienst Fryslân, aangegaan bij raadsbesluit van 18 mei 2006, nr. 7. Datum van ingang 1 januari 2007, tegelijkertijd zijn per die datum opgeheven de gemeenschappelijke regelingen Brandweer Fryslân en Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Fryslân. Naamswijziging per 1-42012 in Veiligheidsregio Fryslân.
Gemeenschappelijke regeling van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noordwest Fryslân, aangegaan bij raadsbesluit van 17-9-1998.
Werkvoorzieningschap Fryslân-west. Gemeenschappelijke regeling, aangegaan bij raadsbesluit van 14-11-2001, nr. 3. (fusie tussen de voormalige werkvoorzieningschappen Westergo Bedrijven en de Marrelân groep).
deelnemende gemeenten. Deelnemende gemeenten: het Bildt, Ferwerderadiel, Franekeradeel, Harlingen, Leeuwarderadeel, Menameradiel, Terschelling en Vlieland. Het doel van de gemeenschappelijke regeling is het behartigen van belangen van de deelnemende gemeenten in het samenwerkingsgebied op de terreinen van: a. Collectieve preventieve volksgezondheid en infectieziektenbestrijd ing; b. Brandweerzorg; c. Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; d. Rampen- en crisisbestrijding; e. Het instandhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer. Deelnemende gemeenten: alle gemeenten van de provincie Fryslân. Het doel van de gemeenschappelijke regeling is uitvoering van diverse wetten in het kader van de sociale zekerheid/WMO waarvan de uitvoering aan de gemeenten is opgedragen. Deelnemende gemeenten: het Bildt, Franekeradeel, Harlingen, Menameradiel en Vlieland. Met ingang van 2005 zijn tevens toegetreden de gemeenten Ferwerderadiel, Leeuwarderadeel en Terschelling. Het doel van de gemeenschappelijke regeling is het op een bedrijfsmatig verantwoorde wijze doen uitvoeren van taken van en voor de deelnemende gemeenten op het terrein van de gesubsidieerde arbeid. Deelnemende
02 – Veiligheid. 08 – Welzijn en zorg. Visie: blijven deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling.
De gemeentelijke bijdrage is voor 2013 voor het onderdeel GGD en Brandweer geraamd op € 402.624,00 respectievelijk € 87.921,00. Ten behoeve van de “Oranjekolom” is geraamd € 18.796,00. Totaal derhalve: € 509.341,00.
07 – Werk en inkomen; 08 – Welzijn en zorg. Visie: blijven deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling.
De gemeentelijke bijdrage in de apparaatskosten 2013 is geraamd op € 918.804,00 die van de programmakosten € 1.842.231,00. Daarnaast wordt het budget inkomen en participatiebudget (onderdelen re-integratie en inburgering) één op één doorbetaald aan de Dienst.
07 – Werk en inkomen. Visie: blijven deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling.
De gemeentelijke bijdrage is geraamd op € 500,00 per geplaatste werknemer afkomstig uit deze gemeente. Bijdrage 2013 totaal: € 26.500,00. Daarnaast wordt het budget WSW één op één doorbetaald aan het Schap.
71
Regio Noord-Friesland. Gemeenschappelijke regeling, aangegaan als “Regeling Regio Leeuwarden” bij raadsbesluit van 16 augustus 1973, nr. 12, bij raadsbesluit van 16 augustus 1979, nr. 18 gecontinueerd onder de naam Regio Friesland-Noord ; bij raadsbesluit van 17 december 1998, nr. 4. gereduceerd tot de taken Milieuadviesdienst en budgethouderschap Besluit Woninggebonden Subsidies
Hûs en Hiem (welstandszorg). Gemeenschappelijke regeling, aangegaan bij raadsbesluit van 17 maart 1983, nr. 7., de regeling is aangepast met ingang van 1994.
gemeenten: Skarsterlân, Lemsterland, Littenseradiel, Gaasterlân/Sleat, Súdwest Fryslân, Franekeradeel, Harlingen, het Bildt, Menameradiel, Boarnsterhim, Leeuwarderadeel, Terschelling en Vlieland. Het doel van de gemeenschappelijke regeling is het behartigen van de belangen van het milieubeheer en het budgethouderschap Besluit Woninggebonden Subsidies voor zover dit een behartiging op regionaal niveau vraagt. Deelnemende gemeenten: Ameland, het Bildt, Boarnsterhim, Dantumadeel, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Franekeradeel, Harlingen, Kollumerland c.a., Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Menameradiel, Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Het doel van de gemeenschappelijke regeling is het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkunstige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Deelnemende gemeenten: alle Friese gemeenten.
09 – Milieu; 10 – Bouwen en ruimte. Visie: blijven deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling. Ontwikkelingen ten aanzien van RUD/FUMO blijven volgen.
De gemeentelijke bijdrage is voor 2013 geraamd op € 9.457,00 ten behoeve van de algemene dienst, € 4.346,00 ten behoeve van volkshuisvesting alsmede ten behoeve van specialistische adviezen, vergunningverlening en beschikbaarheidsregeling € 18.507,00, € 21.496,00 respectievelijk € 2.293,00. Totale bijdrage € 56.098,00.
10 – Bouwen en ruimte. Visie: blijven deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling.
De gemeenschappelijke regeling brengt kostendekkende tarieven in rekening. Tekorten die niet kunnen worden bestreden uit reserves worden op basis van het inwonertal van het desbetreffende jaar omgeslagen over de deelnemende gemeenten.
Privaatrechtelijke partijen: Partij: Hoofdlijnen beleidstaken:
Enexis Holding B.V. te Eigendom en beheer ‘s-Hertogenbosch netwerk kabels en leidingen.
72
Relatie met doelstellingen programma en visie op de verbonden partij in relatie tot realisatie van deze doelstellingen: Geen. 03 – Lokale economie. Eén van de bedrijven waarin
Gemeentelijke bijdrage/deelneming:
Gestort aandelenkapitaal € 10.102,00
wordt deelgenomen na verkoop Essent. Deelneming per 1-10-2009. Essent Milieu Holding Verwerking van Geen. N.V. (Attero) te Arnhem huishoudelijk en 03 – Lokale bedrijfsafval. economie. Eén van de bedrijven waarin wordt deelgenomen na verkoop Essent. Deelneming per 1-10-2009. Publiek Belang Elektriciteitsproductie Geen. Elektriciteitsproductie (energiecentrale). 03 – Lokale economie. B.V. te ’sHertogenbosch. Eén van de (Overdracht aan RWE bedrijven waarin behoort tot de wordt deelgenomen mogelijkheden). na verkoop Essent. Deelneming per 1-10-2009. Diverse geringe Behartiging belangen. Geen. deelnemingen ter 03 – Lokale afhandeling transactie economie. verkoop Essent. N.V. Bank Nederlandse De BNG is de bank Gelet op de wijze Gemeenten, voorheen van en voor waarop de BNG het Gemeentelijke overheden en openbaar belang Credietbank, Den Haag instellingen voor het behartigt, is het aan opgericht bij akte van 23 maatschappelijk te bevelen om het december 1914. belang. Met aandelenbezit een gespecialiseerde duurzaam karakter te laten behouden. financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Haventerreinontwikkeling Versterken 03 – Lokale Harlingen C.V., Westergozone. economie. deelname bij Deelnemende raadsbesluit 21 januari partijen: Provincie 1999, nr. 3. Fryslân en de gemeenten Harlingen, Franekeradeel, Menameradiel en Leeuwarden. Haventerreinontwikkeling Versterken 03 – Lokale Harlingen B.V., Westergozone. economie. deelname bij Deelnemende raadsbesluit 21 januari partijen: Provincie
73
Gestort aandelenkapitaal € 1.955,00
Gestort aandelenkapitaal € 4.236,00 Totaal geraamd dividend/rentevergoeding van de voormalige Essent-bedrijven € 15.000,00
Gestort aandelenkapitaal totaal € 8,00 ( 4 maal € 2,00) Gestort aandelenkapitaal 24.375 aandelen à € 2,50 = € 60.937,50 is 0,04377% in het totaal vermogen en aanspraak op dividend. Stemrecht één stem per aandeel. Er hebben zich geen veranderingen voorgedaan het belang dat de gemeente in de BNG heeft. Geraamde dividenduitkering 2013 € 28.515,00.
Gestort aandelenkapitaal € 45.378,02. Geen dividend geraamd voor 2013.
Gestort aandelenkapitaal € 3.630,24. Geen dividend geraamd voor 2013.
1999, nr. 3.
Stichting tot behoud van Monumenten in de gemeente Menaldumadeel, opgericht per 14 december 1988. De voorzitter wordt voorgedragen door en uit de raad, gemeente verstrekt budgetsubsidie en ambtelijke ondersteuning. N.V. Fryslân Miljeu en B.V. Fryslân Miljeu Noordwest ( privatisering huisvuilophaaldienst ), opgericht per 1 januari 1999, deelname bij raadsbesluit van 17 december 1998, nr. 14. Per 1 januari 2005 zijn de bedrijven verder gegaan onder de naam Omrin. N.V. Afvalsturing Friesland, opgericht per 1 januari 1995 voortvloeiend uit het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Friesland (OLAF). Deelname bij raadsbesluit van 15 september 1994, nr. 14. Per 1 januari 2005 is het bedrijf verder gegaan onder de naam Omrin.
Fryslân en de gemeenten Harlingen, Franekeradeel, Menameradiel en Leeuwarden. Beheer 5-tal kerktorens (Bitgum, Deinum, Dronryp, Ingelum en Marsum).
06 – Cultuur, recreatie en sport. Visie: blijvend subsidiëren.
Gemeentelijk budgetsubsidie 2013 geraamd op € 30.655,00.
Het bevorderen van het hergebruik en nuttige toepassing van goederen en grondstoffen, die anders als afvalstoffen zouden worden gestort en verbrand en hiermede verband houdende activiteiten.
09 – Milieu. Visie: Blijvend deelnemen aan zowel N.V. Fryslân Miljeu als BV Fryslân Miljeu Noordwest.
Gestort aandelenkapitaal € 24.980,60, deelname in de algemene reserve € 9.558,43. Geraamd primair dividend en rentevergoeding € 1.749,00 respectievelijk € 669,00 (7%).
Het voorkomen van het ontstaan van afvalstoffen dan wel te komen tot een doelmatige en uit een oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport, bewerking, verwerking van afvalstoffen. Deelnemende partijen: alle Friese gemeenten.
09 – Milieu. Visie: Blijvend deelnemen aan N.V. Afvalsturing Friesland.
Gestort aandelenkapitaal ƒ 45.000,00 ( € 20.420,11). In 2013 geraamd primair dividend € 1.429,00 (7%).
74
Weerstandsvermogen Inleiding Het weerstandsvermogen is gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Menameradiel om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit (dat zijn de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen voor zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming. Een (net) sluitende begroting zonder weerstandsvermogen houdt in dat iedere tegenvaller een probleem gaat opleveren. In dat geval staat het te voeren beleid van de gemeente onder druk. De behoefte aan weerstandsvermogen is afhankelijk van de risico’s die een organisatie loopt. De basis voor het berekenen van het weerstandsvermogen vormt een inventarisatie van risico’s, het zogenaamde risicoprofiel. Conform de Nota weerstandsvermogen en risicomanagement moet voor ieder risico het financiële gevolg in beeld worden gebracht. De kans vermenigvuldigt met het financiële gevolg is nodig voor de berekening van het weerstandsvermogen. Voor het beheersen van risico’s moet een keuze worden gemaakt uit de volgende vier maatregelen: vermijden, verminderen, overdragen of accepteren. Als een risico niet wordt vermeden, verminderd of wordt overgedragen, dan wordt een risico geaccepteerd en zal de eventuele financiële schade volledig middels de weerstandscapaciteit moeten worden afgedekt. Bepalen weerstandscapaciteit begroting 2013 De vrije financiële middelen die de gemeente kan inzetten voor het dekken van tegenvallers wordt de weerstandscapaciteit genoemd. De weerstandscapaciteit bestaat uit vier componenten: 1 het (eigen) vermogen (Incidenteel) 2 de voorzieningen (voor een aantal risico’s zijn toereikende voorzieningen gevormd, dezen kan worden verwezen naar de nota reserves en voorzieningen 2011) 3 de onbenutte belastingcapaciteit (structureel) 4 de ruimte op de begroting (structureel) BESTANDSDEEL
BEDRAG
INCIDENTEEL: Vermogen Algemene reserve II (vrij besteedbaar) Bestemmingsreserves (exclusief beklemde reserves) Onvoorzien incidenteel 2013 Saldo van de begroting 2013 Stille reserves 2013 (afgerond)* Totaal (afgerond) STRUCTUREEL: Exploitatie Onbenutte belastingcapaciteit 2013-2016*
75
4.015.281 706.550 74.543 -400.000 5.196.000
in
BESTANDSDEEL - onroerende zaakbelastingen - afvalstoffenheffing - rioolheffing - forensenbelasting
BEDRAG p.m. 0 0 p.m.
Onbenutte belastingmogelijkheden - toeristenbelasting - parkeerbelasting - hondenbelasting - overige belastingen en rechten Eventuele mogelijke besparingen
p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
Ruimte op de begroting Onvoorzien structureel / nieuw beleid Saldo van de meerjarenraming 2013-2016 (verwacht)
31.600 0
Totaal
BESTANDSDEEL
31.600
BEDRAG
Weerstandscapaciteit incidenteel Weerstandscapaciteit structureel
5.196.000 31.600
Totale beschikbare weerstandscapaciteit begroting 2013*
5.227.600
* Toelichting: Stille reserves: Dit betreft 50% van de waarde van A: Gronden in exploitatie en B: Gronden niet in exploitatie (NIEGG), in dezen kan worden verwezen naar bijlage 2 van het B&W-rapport dd 19 januari 2012 aangaande grondbeleid / grondpositie. Onbenutte belastingcapaciteit: De gemeente Menameradiel kan haar belastingen verhogen en haar heffingen kostendekkend maken om financiële tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de fictieve opbrengsten bij maximale heffings- en belastingtarieven en de begrote opbrengsten is de onbenutte belastingcapaciteit. Voor de belastingen wordt vooralsnog een p.m. bedrag opgenomen. De gemeente is (min of meer) vrij in het vaststellen van de hoogte van het belastingbedrag. Wat betreft de heffingen zijn wij aan regels gebonden: de tarieven mogen maximaal kostendekkend zijn, waarbij voor de reinigings- en rioolrechten de compensabele BTW in de tarieven mag worden doorberekend. Voor het bepalen van de onbenutte belastingcapaciteit wordt voor heffingen het dekkingsresultaat meegenomen. Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 2013: Aan de hand van de huidige berekening wordt een beschikbare weerstandscapaciteit van €. 5.227.600,-- berekend.
76
Risicoanalyse
Programma
Risico
Beheersmaatregel
1
Onduidelijke (bestuurlijke) toekomst voor de gemeente Menameradiel.
3
Winterschade gemeentelijke kapitaalgoederen
In de komende periode worden beslissingen genomen over de (bestuurlijke) toekomst van de gemeente Menameradiel Afwijkingen melden via de reguliere P&C-cyclus.
4
Schadeclaims / rechtsgedingen De AWB legt grote nadruk op zorgvuldig overheidshandelen. Preventie kan risico’s beperken Financiële verantwoordelijkheid bij verzelfstandigd openbaar onderwijs (Onderwijsgroep Fier)
Kans van optreden
Financieel gevolg risico
Weerstandsvermogen?
1/4
400.000
100.000
In geval aansprakelijkheid heeft de gemeente een WAverzekering afgesloten met ER van € 5.000 Bespreking periodieke (kwartaal) rapportages tussen Fier en vertegenwoordigers (financieel) van de 4 gemeenten. Leerlingenvervoer is een open einde Afwijkingen melden via regeling. Dit kan financiële gevolgen hebben. reguliere P&C-cyclus.
1/2
5.000
2.500
1/4
1.000.000
250.000
1/2
20.000
10.000
7
De huidige economische recessie brengt risico’s met zich mee inzake de bijstand (Risico is het resultaat na IAU = incidenteel aanvullende uitkering inkomen)
1/1
152.000
7
Vergrijzing: op korte en middellange termijn heeft de vergrijzing gevolgen voor een stijging van de WMO-aanvragen (b.v. woningaanpassingen)
1/2
200.000
5
5
Afwijkingen melden via reguliere P&C-cyclus. Begroting SoZaWe 2013 reeds geconsolideerd in onze begroting 2013 Afwijkingen melden via reguliere P&C-cyclus. Begroting SoZaWe 2013 reeds geconsolideerd in
77
100.000
Programma
Risico
7
Decentralisatie AWBZ (controversieel verklaard: sowieso 1 jaar uitgesteld)
7
Decentralisatie Werken naar vermogen (controversieel verklaard: sowieso 1 jaar uitgesteld)
9
Niet alle vervuilde bodemlocaties binnen de gemeente zijn in beeld gebracht. Financieel risico laat zich moeilijk in geld uitdrukken.
10
Grondexploitatie Gelet op de huidige economische situatie en de vooruitzichten, en het gegeven dat de woningbouw en de bouw van bedrijfsgebouwen volledig op slot zitten is het beraden op voortzetting huidige beleid een actueel issue.
11
Algemene Uitkering/bezuinigingen: De gevolgen van de juni-circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn opgenomen in de Programmabegroting 2013. In hoeverre hier opvolgend het Rijk verder gaat bezuinigen op het
Beheersmaatregel
Kans van optreden
Financieel gevolg risico
Weerstandsvermogen?
onze begroting 2013 Eventuele meerkosten (naast de bijdrage van het Rijk) mee te nemen in de regulier P&C-cyclus
Eventuele meerkosten (naast de bijdrage van het Rijk) mee te nemen in de regulier P&C-cyclus Afwijkingen melden via reguliere P&C-cyclus.
Middels uitvoering van het B&W-rapport van 19 januari 2012 zijn de exploitatiegebieden Dronryp-Harnzer-trekfeart en Dronryp-Fûgel-lân opgeknipt in twee fasen. Door deze aanpassing in de grondpositie zijn de belangrijkste financiële risico’s weggenomen. Beleid wordt afgestemd op de “financiële horizon” van de Kadernota 2013.
78
1/5
500.000
100.000
Programma
Risico
Beheersmaatregel
Kans van optreden
Financieel gevolg risico
Weerstandsvermogen?
Gemeentefonds is nu nog niet bekend. Eventuele verdere decentralisatie: zie hiervoor programma ov. 11
Rentestijgingen Alle leningen zijn afgesloten op vaste rente gedurende de hele looptijd.
Afwijkingen melden in de P&C-cyclus.
11
Prijs- en loonindexatie
Afwijkingen melden in de P&C-cyclus.
11
Het dividend van de BNG is bijna gehalveerd t.o.v. het jaar 2011. In de herziene begroting 2013 is hier al rekening mee gehouden. Hierdoor daalt het financiële risico.
Het dividend van de BNG kan door gewijzigde economische omstandigheden afnemen.
Ov.
Verbonden partijen: b.v. Veiligheidsregio Fryslân, Sociale Dienst Noordwest Fryslân, Empatec en Omrin
Verbonden partijen hebben een directe (financiële) relatie met de gemeente. Financiële problemen of zelfs een eventueel faillissement kunnen leiden tot extra financiële bijdragen. Extra aandacht hiervoor in bestuurlijk overleg. Zeker bij behandeling van de jaarstukken.
Ov.
Gemeentelijke garantstellingen / onderhandse geldleningen
Voor het geval dat de gemeente wordt aangesproken voor een
79
1/5
1.000.000
200.000
Programma
Risico
Beheersmaatregel
Kans van optreden
Financieel gevolg risico
Weerstandsvermogen?
garantstelling is een bestemmingsreserve gevormd. Geraamd stand per 1 januari 2013: € 94.666 Ov.
Toenemend aantal aanvragen planschade. In de Wro is ingevoerd dat men binnen 5 jaar een claim kan indienen en tevens is er sprake van een maatschappelijk risico van 2%.
Ov.
Eventuele meerkosten ISZF
Ov.
Decentralisatie rijkstaken Vaak worden rijkstaken naar gemeenten overgedragen zonder voldoende geldmiddelen hiertegenover te stellen. Steeds meer worden dwingende termijnen opgelegd in de regelgeving. Overschrijding van deze termijnen kan leiden tot ongewenste situaties en extra kosten.
Ov.
Ov.
Bevolkingskrimp Uit prognoses blijkt dat onder meer het noorden van Friesland de komende jaren qua bevolkingsaantal zal krimpen. Dit heeft gevolgen voor de inkomsten van de gemeenten (Algemene Uitkering / OZB etc.)
Ov.
Financiële problemen als gevolg van schatkistbankieren. Het schatkistbankieren verplicht gemeenten tegoeden onder te brengen bij het rijk i.p.v. bij banken, met het
Afdekking van dit soort claims door het onderbrengen van de risico’s in betreffende exploitatie dan wel sluiten van overeenkomsten. Afwijkingen melden in de P&C-cyclus. Via landelijk overleg (VNG) meer aandacht hieraan besteden. Op orde hebben c.q. actualiseren van de (werk)processen. Afwijkingen worden gemeld via het regulier P&C-cyclus Beleidsmatige aandacht voor deze ontwikkeling samen met provincies, overige gemeenten en maatschappelijke organisaties in NoordFriesland. Afwijkingen melden in de P&C-cyclus.
80
1/3
75.000
25.000
p.m.
p.m.
1/2
200.000
100.000
1/1
5.000
5.000
onbekend
Programma
Risico
Beheersmaatregel
oog op de EMU-schuld. Uitgaande van een gemiddeld tegoed van € 1.000.000,00 is de verwachting een lagere opbrengst van 0,5 %.
Totaal benodigde weerstandsvermogen €. 892.500,--.
81
Kans van optreden
Financieel gevolg risico
Weerstandsvermogen?
Beoordeling weerstandsvermogen Volgens de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement Menameradiel wordt de volgende formule gehanteerd om het weerstandsvermogen te beoordelen. Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit --------------------------------------------------------------: Benodigde weerstandscapaciteit €. 5.227.600,-------------------- = 5,86 €. 892.500,-De ratio is dus berekend op 5,86. Volgens de beoordelingstabel is de kwalificatie dan goed. Een extra noot hierbij is wel dat veel risico’s vermeld staan zonder dat hiervoor risicovermogen afgezonderd is. Deze risico’s dienen als deze zich voordoen opgevangen te worden binnen de gemeentelijke exploitatie. Deze exploitatie staat erg onder druk door verminderende rijksinkomsten en economische - en demografische ontwikkelingen. Hiernaast bestaat de beschikbare weerstandscapaciteit voor een bedrag van € 31.600,-- uit de beschikbare ruimte onvoorzien structureel en nieuw beleid. In hoeverre de lijst uitputtend is en de vermelde bedragen reëel zijn, is moeilijk in te schatten. Vanuit de gedachte dat men via een groeimodel steeds meer inzicht hierin verkrijgt, kan men stellen dat door herhaling dit inzicht wordt vergroot. Conclusie De risico’s waar onze gemeente mee wordt geconfronteerd kan worden, zijn grotendeels te overzien en maar voor een klein deel te kwantificeren. De middelen om deze risico’s op te kunnen vangen, achten wij in voldoende mate aanwezig. Van vitaal belang hierbij is de vraag hoe wij met eventuele risico’s om gaan. Voor het beheersen van risico’s moet een keuze worden gemaakt uit de volgende vier maatregelen: vermijden, verminderen, overdragen of accepteren. Als een risico niet wordt vermeden, verminderd of wordt overgedragen, dan wordt een risico geaccepteerd en zal de eventuele financiële schade volledig middels de weerstandscapaciteit moeten worden afgedekt. Daar waar risico’s zijn te kwantificeren dienen voorzieningen te worden getroffen om hen op te vangen. Voor het overig wordt verwezen naar de Nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2009 vastgesteld bij raadsbesluit 2 april 2009, nr. 7.
82
Lijst van investeringen 2013 - 2016 op basis van rentepercentage 4,5 % Bijdrage derden
Omschrijving: 2013
2014
2015
2016
Netto investering
Afschrijving jaren an/lin
2013
2014
2015
2016
Interne producten: 5.008.2 Technische infrastructuur* Vervangen hard- en software
50.000
50.000
5.011 Vervanging tractie/diverse apparatuur* Vervangen tractie en diverse apparatuur
100.000
100.000
100.000
Totaal interne producten
150.000
150.000
100.000
Externe producten: 6.120.1 Brandbestrijding en hulpverlening* Verv / aansch hefkussens Menaam / Marsum Tankautospuit Menaam met bepakking Bepakking TAS Menaam Pakket hulpverleningsgereedschappen Menaam Uitrukkleding Helmen Valbeveiliging Veterlaarzen
0
0
22.780
300.000
7
lin
18.786
36.893
54.321
52.284
30.176
59.673
77.101
75.064
31.267 4.467 2.792
30.380 4.340 2.713 3.945 2.630
29.493 4.213 2.634 3.802 2.535
400.000
lin lin lin lin
80.000 75.000 2.900.000
10 25 25 25
lin lin lin lin
96.000
144.000
25
lin
40.000
150.000
150.000 40.000 150.000
25 25 25
lin lin lin
50.000
50.000
20
175.000 525.000
25 25
15.000 25.000 650.000
40.000
25.000
25.000 750.000
25.000 750.000
25.000 750.000
240.000
150.000 80.000
Algeheel totaal
22.780
10 15 15 15
40.000 280.000 40.000 25.000 1.800
Totaal externe producten
22.780
40.000 280.000 40.000 25.000 tlv eenm midd
PM-wagen Marsum Tankautospuit Marsum met bepakking Bepakking TAS Marsum Pakket hulpverleningsgereedschappen Marsum Aanschaf expl. Gevaarmeter EX 2000 (2x)
6.821.1 Projecten dorpsvernieuwing/ISV* (Eigen) bijdrage subsidiabele projecten ( ISV/ILG/POP/dorpsvisie) Cofinanciering projecten gebiedsontwikkeling (Haak -Nieuwstroomland)
11.390
lin lin lin lin lin lin lin lin
21.000 14.000 5.000 7.000
6.530.2 Sporthal* Upgrading buitenzijde sporthal
ann
7 15 15 15 7 7 10 7
280.000 40.000 25.000
6.240.1 Waterbeheersing* Herstel loswal te Dronryp Aanlegvoorziening Menamerfeart tbv recreatievaart Herstel oevervoorziening Ritsumazijl-Deinum
5
tlv eenm midd 280.000 40.000 25.000 21.000 14.000 tlv eenm midd tlv eenm midd
8.000
6.210.1 Wegen* Aanpassingen bewegwijzering Implementatie GVVP (restant GVVP 2009 - 2012) Implementatie GVVP 2013 - 2017 (ingaande 2014) Reconstructie wegen Reconstructie Rypsterdyk / aansluiting A31 (€100.000,- uit reconstructieonderh)
100.000
5.800 31.267 4.467 2.792
2.175 2.125 55.250
7.904 2.077 2.125 117.575
11.268 2.029 4.202 178.475
10.888 1.981 6.231 237.950
12.240
11.966
11.692
11.418
12.750
12.465
12.750 3.400 12.180
12.465 3.324 11.895
lin
4.750
4.631
4.512
4.393
lin lin
14.875 14.875
14.542 29.417
14.209 43.626
13.876 42.627
175.000 175.000
175.000
175.000
1.488.000
1.335.000
1.252.000
1.161.800
136.000
5.054.000
119.040
241.227
342.350
444.049
1.638.000
1.485.000
1.352.000
1.161.800
136.000
5.454.000
149.216
300.900 151.684
419.451 118.551
519.113 99.662
toename t.o.v. vorige jaar * Deze investeringen zijn compensabel (excl BTW) ** Deze investeringen zijn niet compensabel (incl BTW)
83
84
Aldus besloten door de raad van de gemeente Menameradiel in zijn openbare vergadering van 8 november 2012;
de griffier,
de voorzitter,
85