Programmabegroting 2013 Inclusief meerjarenbegroting 2014-2016
Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray
Samengesteld door gemeente Venray
Programmabegroting 2013
Programmabegroting 2013
Inhoudsopgave Aanbiedingsbrief
5
Vaststellingsbesluit
9
Inleiding en leeswijzer
11
Ontwikkelingen en beleidsconsequenties
13
Inleiding
13
Externe ontwikkelingen
13
Interne ontwikkelingen
14
Beleidsconsequenties
14
Financiële ontwikkelingen
14
1.
17
Programma’s
Programma 1 Venray laat je leven
17
Programma 2 Venray bruist
25
Programma 3 Venray maakt wonen compleet
31
Programma 4 Venray economisch actief
39
Programma 5 Venray kijkt over grenzen
47
Programma 6 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
51
2.
55
Paragrafen
Inleiding paragrafen
55
Paragraaf A Lokale Heffingen
57
Paragraaf B. Weerstandsvermogen
67
Paragraaf C. Onderhoud van kapitaalgoederen
77
Paragraaf D. Financiering
85
Paragraaf E. Bedrijfsvoering
91
Paragraaf F. Verbonden partijen
97
Paragraaf G. Grondbeleid
115
Paragraaf H. Gebiedsgericht werken
123
Paragraaf I. Investeringen en majeure projecten
125
Paragraaf J. Bezuinigingen
129
3.
131
Financieel meerjarenperspectief
3.1
Overige financiële ontwikkelingen
131
3.2
Begrotingsresultaat 2013-2016
131
3.3
Analyse begrotingsresultaat 2013-2016
133
4.
Uitgangspunten financieel meerjarenperspectief
137
4.1
Prijs- en loon/cao-ontwikkelingen
137
4.2
Belastingen
138
4.3
Renteomslag
138
4.4
Onvoorziene uitgaven
139
4.5
MUIP 2013-2017
139
4.6
Taakstellingen/stelposten
139
4.7
Algemene uitkering/gemeentefonds
142
Programmabegroting 2013
Bijlage 1. Financiële begroting
143
1.1.
Recapitulatie-overzicht baten en lasten
143
1.2.
Overzicht mutaties reserves
145
1.3.
Overzicht van investeringen en afschrijvingen
147
1.4.
Overzicht financiering
149
1.5.
Overzicht van reserves
151
1.6.
Overzicht van voorzieningen
153
1.7.
Overzicht EMU-saldo
155
1.8.
Berekening algemene uitkering gemeentefonds
157
1.9
Berekening renteomslag
167
1.10
Overzicht incidentele baten en lasten
169
Bijlage 2. Subsidieplafonds 2013
171
Bijlage 3. Geactualiseerde Exploitatieberekeningen
173
Bijlage 4. Overzicht programma’s, producten, portefeuillehouders, budgethouders en commissies
175
Bijlage 5. Lijst met afkortingen
179
Programmabegroting 2013
Aanbiedingsbrief Gemeenteblad 2012 nr. 340 Venray, oktober 2012 AAN: De Gemeenteraad
Wij bieden u hierbij de Programmabegroting 2013 aan. In de Voorjaarsnota 2012 is al uitgebreid ingegaan op de huidige situatie in de Wereld, Europa, Nederland en daarvan afgeleid Venray. De financiële middelen die beschikbaar zijn om onze doelen te bereiken zijn minder terwijl onze ambities onverminderd groot zijn. Dit noopt tot een kritische blik naar onze uitgaven en inkomsten. Wat positief is in een tijd waarin de middelen beperkter zijn, is dat onze gemeenschap creatiever en innovatiever wordt. Ook heeft het tot gevolg dat het doel tot meer zelfsturing urgenter wordt en onze burgers dat ook beseffen. Het zelf initiatief nemen van de burger is in beweging. Dat is een goede zaak en dit gaan we verder stimuleren. De titel Beste Binnenstad in de categorie kleine kernen mogen we in 2013 ook nog gebruiken. Na afloop van de Floriade zullen we deze titel ook in 2013 benutten. Venray bloeit zal ook in 2013 nog de slogan zijn en dit zal niet ophouden na 2013. We zullen Venray blijvend in de etalage zetten. Dit doen we vanuit ons gerenoveerde gemeentehuis. Belangrijke ontwikkelingen in 2013 zijn: • De gebiedsontwikkeling Ooyen Wanssum • De 4e sporthal • Bouw jongerencentrum • Uitvoering integraal huisvestingsplan onderwijsgebouwen • Voorbereiding projecten verbetering N270 • Uitvoering dorps- wijkontwikkelingsplannen • Start realisering midden gebied Brukske en MFC ( afhankelijk van raadsbesluit op 6 november) • Start Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) • Start Werkplein Venlo/Venray • Bouw hal tafeltennis- en judovereniging • Renovatie gebouw Odeon • Onderzoek cultuurhuis • Realisatie museum • Investeren in veilige en leefbare buurten • Actualiseren Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) • Meer samenwerken met de regio • Onderzoek haalbaarheid deelname DCGV/Klavertje Vier Dit is een greep van de ontwikkelingen die in deze Programmabegroting zijn opgenomen. Hieruit blijkt dat we ondanks de financiële tegenwind toch nog veel ambities kunnen oppakken. De financiële tegenwind heeft er wel toe geleid dat we in navolging van 2010 weer staan voor de besluitvorming en realisering van nieuwe bezuinigingen. Nederland wil in 2013 weer voldoen aan de Europese norm van maximaal 3% overheidstekort. In het lenteakkoord is dit overeen gekomen. Dit leidt en heeft geleid tot kortingen op onze inkomsten waarbij we afhankelijk zijn van het rijk. Ook heeft de recessie invloed op overige inkomsten, zoals verminderende of vertraagde inkomsten van het Grondbedrijf en lagere bouwleges. De uitgaven daarentegen zullen zonder maatregelen ook hoger worden omdat er door de economische situatie meer beroep zal worden gedaan op gemeentelijke voorzieningen. Een gevolg van het lenteakkoord is ook dat de drie oorspronkelijke decentralisatieopgaven niet volgens de oorspronkelijke planning gerealiseerd zullen worden. Wij verwachten en gaan er ook vanuit dat de basis van die opgaven in een volgend kabinet overeind zal blijven. De maatregelen die in het lenteakkoord zijn overeengekomen zullen leiden tot een lagere algemene uitkering de komende jaren. Deze lagere uitkering is op basis van de junicirculaire 2012 in de begroting 2013 verwerkt. Tevens is al aangekondigd dat Nederland nog € 20 tot € 25 miljard moet bezuinigen om in 2017 op een begrotingstekort van 0% te komen. Dit zal de komende jaren leiden tot een verdere verlaging van de algemene uitkering. Daartoe hebben we in deze begroting een extra financiële buffer opgenomen die oploopt tot € 2 miljoen in 2016. 5
Programmabegroting 2013
Op deze manier denken we het financiële risico van de komende bezuinigingsronden op te kunnen vangen. Om dit te kunnen realiseren is het noodzakelijk om in navolging van 2010 een volgende bezuinigingsronde in te gaan. Het te realiseren resultaat is het huidige meerjarenperspectief op basis van de Voorjaarsnota 2012 (inclusief amendementen), rekening houdende met de consequenties van de juni circulaire 2012 en de inschatting van de extra bezuinigingen van het rijk om het tekort op de Nederlandse begroting terug te brengen tot nul. Op basis hiervan zijn de aanvullend te bezuinigen bedragen de komende jaren als volgt.
Bezuiniging
2013
2014
2015
2016
1.885.000
1.682.000
2.314.000
2.518.000
De uitgangspunten om te bepalen waarop we gaan bezuinigen zijn gebaseerd op de strategische visie Venray 2020, het collegeprogramma 2010-2014 Venray, Veilig Vooruit, de verklaring van Wellerlooi en op de input uit de raadsconferentie op 3 april 2012. Deze uitgangspunten zijn: • Verantwoord sociaal vangnet • Verantwoorde kwaliteit van de leefomgeving • Terugleggen van verantwoordelijkheid bij burger • Versoberen waar mogelijk • Vermarkten/zakelijke opstelling • Efficiency De bezuinigingen die tijdens de informatie bijeenkomst op 22 augustus 2012 aan u uitgereikt zijn, zijn integraal opgenomen in deze begroting. Op basis van de raadscarrousel op 10 september 2012 en de informatie die uit uw raad naar ons toegekomen is, hebben wij geen wijzigingen aangebracht in de bezuinigingsvoorstellen of andere aanpassingen. Rekening houdende met de realisatie van de bezuinigingen en met de reguliere wijzigingen bij de samenstelling van de begroting is het (meerjaren) begrotingsresultaat als volgt. 2013 Begrotingsresultaat
97.000
2014
2015
84.000
2016
-57.000
489.000
- = nadeel In de raadsvergadering van oktober 2012 wordt de nota Integraal Huisvestingsplan primair onderwijs (IHP) behandeld die meerjarig een positieve financiële consequentie heeft. In het IHP is geen rekening gehouden met de eventuele komst van het speciaal onderwijs naar Venray. Hierover ontvangt u separaat nog een voorstel. Inmiddels is ook de septembercirculaire 2012 ontvangen. De financiële gevolgen hiervan zijn opgenomen in de 2e Bestuursrapportage 2012. Rekening houdend met een positief besluit van uw raad op de nota IHP en de gevolgen van de 2e Bestuursrapportage 2012 wordt het meerjarig begrotingsresultaat als volgt bijgesteld. 2013 Begrotingsresultaat
2014
2015
2016
97.000
84.000
-57.000
489.000
2.000 -66.000 33.000
47.000 68.000 199.000
91.000 -11.000 23.000
18.000 18.000 525.000
Raadsvoorstellen oktober 2012 - Integraal Huisvestingsplan (IHP) - gevolgen 2e Bestuursrapportage 2012 Totaal resultaat
- = nadeel Dit betekent dat het (meerjaren) begrotingsresultaat in alle jaren positief is. Dit is een momentopname. De effecten uit het nieuwe regeerakkoord zullen ongetwijfeld weer de nodige financiële gevolgen hebben, in positieve of negatieve zin. Wij blijven daar permanent op sturen. Naast de druk op de exploitatie werkt de economische situatie ook door op onze (netto) reserve positie. De weerstandscapaciteit is t.o.v. de Voorjaarsnota 0,04 lager en blijft in de planperiode 6
Programmabegroting 2013
onder de beleidsnorm van 1. Dit wordt m.n. veroorzaakt door herrekende grondexploitaties die een extra beroep doen op de risicoreserve. Door beheersmaatregelen kunnen we de risico’s bij de algemene dienst t.o.v. de Voorjaarsnota iets terug brengen. Daarentegen zien we een toename van de risico’s uit hoofde van garantstellingen. 2013 Weerstandsvermogen
0,95
2014 0,92
2015
2016
0,93
0,99
Ook zijn we in afwachting van de twee aangekondigde begrotingsregels, namelijk de Wet Houdbare Overheids Financiën (Wet HOF) en het verplicht schatkistbankieren. Deze twee regels leggen beperkingen op aan onze financiële vrijheid. De drie decentrale koepelorganisaties – Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) – hebben vlak voor de verkiezingen op 12 september een brandbrief naar de lijsttrekkers van de politieke partijen gestuurd om ze ervan te doordringen dat deze twee nieuwe, door Den Haag bedachte begrotingsregels, ‘onverstandig’ zijn. Indien deze wijzigingen doorgaan betekent dit een beperking in onze mogelijkheden om te investeren en zal het rendement op overtollige financieringsmiddelen lager zijn. Indien deze regels van kracht worden zal dit consequenties hebben voor de realisatie van onze doelstellingen. Indien er meer duidelijkheid is zullen wij u terstond informeren. Door het controversieel verklaren van de Wet Werken naar Vermogen is de situatie bij de NLW veranderd ten opzichte van de uitgangspunten in de Voorjaarsnota. De transitie die is ingezet gaat wel door, maar wel met andere uitgangspunten. Verwacht wordt dat dit op termijn een positief effect heeft op de resultaten van de NLW. Zodra hierover meer duidelijk is zult u worden geïnformeerd. De kans is wel aanwezig dat de nieuwe regering met maatregelen komt die het perspectief van de NLW nadelig zullen beïnvloeden.
Besluitvorming De behandeling en vaststelling van de Programmabegroting 2013 door uw gemeenteraad zijn gepland voor dinsdag 30 oktober en 6 november 2012 Wij -
stellen u voor: De Programmabegroting 2013 voor de gemeente Venray vast te stellen; De subsidieplafonds voor 2013, zoals opgenomen in bijlage 2 vast te stellen Het plafond voor garantierisico’s voor 2013 vast te stellen op € 1,3 miljoen
Namens Burgemeester en Wethouders van Venray,
J.J.P.M. Gilissen, burgemeester
K.G.M.C. Joosten, secretaris
7
Programmabegroting 2013
8
Programmabegroting 2013
10
Programmabegroting 2013
Inleiding en leeswijzer Inleiding Voor u ligt de Programmabegroting 2013 van de gemeente Venray. Met het vaststellen van deze Programmabegroting stelt de gemeenteraad de kaders vast waarop hij het college kan controleren. Het college voert het beleid uit passend binnen de vastgestelde kaders en legt hierover verantwoording af. De voorliggende Programmabegroting is met name gericht op de ontwikkelingen die in 2013 op de planning staan. Voor een beschrijving van het bestaand beleid verwijzen wij u naar de beleidsnota’s zoals opgenomen bij de diverse programma’s. Bij de totstandkoming van deze begroting hebben wij ook gebruik gemaakt van documenten uit de P&C-cyclus zoals de Jaarrekening 2011, de eerste Bestuursrapportages 2012 en de Voorjaarsnota 2012. De budgetten zijn opnieuw tegen het licht gehouden. Daar waar nodig hebben op basis van motiveringen van de budgethouders bijstellingen plaatsgevonden. In alle programma’s hebben we ons gericht op het meerjarig inzichtelijk maken van prestaties. Een bijzondere plaats nemen de bezuinigingen in. De gemeenteraad is na de zomer betrokken bij dit bezuinigingstraject. De uitkomsten uit deze afstemming zijn meegewogen in het bezuinigingsadvies van het college van Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad meegenomen. In deze begroting zijn de oorspronkelijke voorstellen van het college verwerkt. De voorliggende Programmabegroting 2013 is een voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad. Het college heeft dit voorstel in zijn vergadering van 2 oktober 2012 vastgesteld. De gemeenteraad heeft op 30 oktober en 6 november hierover vergaderd en besloten de Programmabegroting 2013 vast te stellen. Leeswijzer In de inleiding is aangegeven uit welke onderdelen deze Programmabegroting is opgebouwd. Deze leeswijzer geeft op elk van deze onderdelen een korte toelichting. Beleidsbegroting De beleidsbegroting bestaat uit de programma’s (hoofdstuk 1) en de paragrafen (hoofdstuk 2). De programma’s geven de prioriteiten van het beleid aan en de paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële en bedrijfsvoeringsaspecten van de Gemeente Venray. In het kader van de duale begroting is elke gemeente vrij programma’s te definiëren. Daarentegen is bepaald dat via een aantal verplicht gestelde paragrafen aandacht aan overstijgende thema’s wordt besteed. De relatie tussen programma’s en paragrafen wordt als volgt gepresenteerd:
Programma’s: omvatten het totale gemeentelijk beleid
Paragrafen: gaan in op bedrijfsvoerings- en financiële aspecten Programma’s De Programmabegroting van gemeente Venray is opgebouwd uit de volgende zes programma’s: • programma 1: Venray laat je leven • programma 2: Venray bruist • programma 3: Venray maakt wonen compleet • programma 4: Venray economisch actief • programma 5: Venray kijkt over grenzen • programma 6: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Wij hebben de programma-indeling gebaseerd op de strategische visie “Venray 2020”. Per programma zijn de speerpunten uit het Collegeprogramma voor de jaarschijf 2013 opgenomen, aangevuld met nieuw/gewijzigd beleid en speerpunten die in 2012 nog niet zijn afgerond.
11
Programmabegroting 2013
Bij elk programma staan drie vragen centraal: 1. Wat willen we bereiken?: Hier geven we aan welke effecten we willen bereiken. 2. Wat gaan we daarvoor doen?: Hier geven we aan welke speerpunten we oppakken om de maatschappelijke effecten te realiseren. 3. Wat mag het kosten?: Hier presenteren we welke baten en lasten de programmaactiviteiten met zich meebrengen. Tevens worden de stortingen of onttrekkingen uit reserves, de opgenomen bedragen uit de MUIP 2013 en de bezuinigingen expliciet opgenomen. Paragrafen De paragrafen gaan in op de financiële en bedrijfsvoeringsaspecten van de Gemeente Venray. Veel van de paragrafen zijn een belangrijke aanvulling op de informatie over de (meerjarige) financiële positie. Het gaat met name om de thema’s waarbij sprake kan zijn van een grote financiële of politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van de beleidsprogramma’s. Het doel van de paragrafen is daarom ook de raad instrumenten te geven om de beleidskaders van deze diverse onderdelen vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren. Het dient om de controlerende en taakstellende rol in te vullen. De wetgever heeft bepaald dat een Programmabegroting zeven verplichte paragrafen bevat. Dit zijn: A. Lokale heffingen B. Weerstandsvermogen C. Onderhoud kapitaalgoederen D. Financiering E. Bedrijfsvoering F. Verbonden partijen G. Grondbeleid. Wij hebben hieraan nog de paragrafen Gebiedgericht werken (H) investeringen en majeure projecten (I) en bezuinigingen (J) toegevoegd. Financieel meerjarenperpectief In de financiële begroting (hoofdstuk 3 en bijlage 1) wordt het financieel meerjarenperspectief gepresenteerd. Uitgangspunten meerjarenperspectief 2013-2016 In hoofdstuk 4 zijn de belangrijkste kaders beschreven waarop de (meerjaren)begroting is gebaseerd..
Bijlagen Bijlage 1 geeft een dieper inzicht in de opbouw/ontwikkeling van enkele belangrijke financiële onderwerpen. Bijlage 2 geeft de subsidieplafonds voor 2013. Bijlage 3 informeert over geactualiseerde grondexploitaties. Bijlage 4 geeft een overzicht van de programma’s en producten in relatie tot de verantwoordelijke portefeuillehouders, budgethouders en commissies. Bijlage 5 bevat de lijst met afkortingen. In tabellen, overzichten en grafieken zijn de opgenomen bedragen in duizenden euro’s, tenzij anders is vermeld.
12
Programmabegroting 2013
Ontwikkelingen en beleidsconsequenties Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op trends en (financiële) ontwikkelingen die de context vormen van de Programmabegroting. Deze zijn ook in de Voorjaarsnota opgenomen en zijn hierna verder geactualiseerd. Trends en ontwikkelingen zijn enerzijds niet beïnvloedbare kansen/bedreigingen uit de wereld om ons heen en geven anderzijds inzicht in de sterktes/zwaktes (intern) van onze organisatie. De mate waarin we bewust zijn van en anticiperen op veranderingen in onze omgeving en in staat zijn een adequate bedrijfsvoering en sturing van de organisatie te realiseren zijn van grote invloed op het (efficiënt) realiseren van het voorgestane beleid en van onze doelstellingen. De wereld om ons heen verandert in snel tempo. Er is sprake van steeds verdergaande schaalvergroting, regionalisering, decentralisatie opgaven vanuit het Rijk, burgers die zich steeds calculerender opstellen ‘ik wil iets en ik wil het nu’ en burgers die steeds meer hun eigen verantwoordelijkheid willen en dienen te pakken. Verder is er sprake van een veranderende samenstelling van de bevolking, terwijl we als overheid nog steeds gericht zijn op regelgeving en controle, onze financiële speelruimte als gevolg van recessie zal afnemen, medewerkers onze belangrijkste succesfactor zijn en we als organisatie flexibel willen blijven inspelen op veranderingen. Dat alles zal onze taak- en rolopvatting veranderen. De uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het samenstellen van het Collegeprogramma 2010-2014 zijn deels achterhaald en moeten herijkt worden. De basis hiervoor wordt gelegd in een geactualiseerde strategische visie. Het proces daartoe is gestart met een raadsconferentie op 3 april 2012. In het voorjaar 2013 zal de herijkte/nieuwe visie er liggen. Deze dient dan als basis voor zowel de Voorjaarsnota 2013 als voor de nieuwe collegeperiode vanaf 2014. Dit betekent dat de concretisering van een aantal veranderingen nu nog niet in deze Programmabegroting is meegenomen. De mogelijkheden die nu al opgepakt worden zijn in de betreffende programma’s verwerkt.
Externe ontwikkelingen Ons land verkeert al enkele jaren in een economische crisis. Er is zelfs sprake van een dubbele dip, waarbij er sprake is van een daling van het bruto binnenlands product. Ons uitgavenpatroon loopt niet in de pas met de inkomsten, waardoor sprake is van een (dreigend) rijksbegrotingstekort van meer dan 3%. In Europees verband is afgesproken dat dan bezuinigd moet worden. In het Lenteakkoord heeft een Kamermeerderheid tot een pakket aan maatregelen besloten dat het nationaal begrotingstekort op maximaal 3% houdt. Echter in de aanloop naar de verkiezingen van september werd reeds getornd aan deze afspraken. Welke gevolgen de uitkomst van de verkiezingen hebben voor Venray is bij het samenstellen van de begroting onbekend. Ook houden we rekening met de doelstelling dat het tekort op rijksniveau in 2017 is teruggebracht naar 0% en de gevolgen daarvan voor Venray. Vooralsnog gaan we uit van uit van een korting van € 1 mln op jaarbasis met ingang van 2014 oplopend naar € 2 mln in 2016. Maar meer duidelijkheid zal er pas komen als er een nieuwe regering zit en er een regeerakkoord ligt dat financieel is uitgewerkt. Naast de kortingen vanuit de rijksuitkeringen hebben we nog te maken met diverse andere gevolgen van de crisis. In het bijzonder noemen we: een toenemende druk op rendementen van beleggingen: de BNG halveert haar dividend tot 2018. Daarentegen kunnen we nog steeds relatief goedkoop geld aantrekken. De onzekerheid over de ontwikkeling op diverse maatschappelijke terreinen, waar we als gemeente een rol hebben, neemt toe. Denk hierbij aan veiligheid en handhaving, de sociaal zwakkeren en de rijkstaken die op ons afkomen, stagnatie in de woning- en bedrijvenmarkt en consequenties voor de grondexploitatie. In de Bestuursafspraken 2011 – 2015 is vastgelegd dat gemeenten taken gaan uitvoeren op het gebied van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten - Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Awbz-Wmo), Jeugdzorg en de onderkant arbeidsmarkt (Wet Werken naar Vermogen). De taakoverheveling geschiedt met een efficiencykorting. Voor de negatieve financiële gevolgen die niet opgevangen kunnen worden is een financiële buffer opgenomen in onze meerjarenbegroting. Indien die buffer (hoofdstuk 4.6 bezuinigingen rijk (25%)) onvoldoende is zal aanvulling noodzakelijk zijn uit de algemene middelen of de algemene reserve. In juni 2012 zijn de decentralisaties Awbz-Wmo en Wwnv controversieel verklaard. Dit betekent dat een nieuw te vormen kabinet moet besluiten over het al dan niet doorgang vinden van deze voorstellen. De algemene verwachting is dat de decentralisaties doorgaan, met wellicht wijzigingen in de uitvoering. De buffer blijft dus in stand en wordt de komende jaren met name ingezet voor de transitiekosten van de NLW. Ook worden we geconfronteerd met toenemende regelgeving en daaraan gekoppeld sanctiebeleid. 13
Programmabegroting 2013
In het bijzonder noemen we Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF), die we hierna nader toelichten omdat die grote consequenties voor onze gemeente kan hebben. Wet HOF bevat strenge regels om te zorgen dat het Nederlandse begrotingstekort binnen de perken blijft. Voor Nederland komen die op termijn neer op een begrotingstekort van ongeveer nul. Als een gemeente de aangewezen norm overschrijdt, wil het kabinet korten op het Gemeentefonds. De vraag is of het demissionaire kabinet dit wetsvoorstel nog zal aanbieden. De wet HOF moet op 1 januari 2013 in werking treden. De kosten van investeringen worden door gemeenten via afschrijvingen over de toekomstige jaren uitgesmeerd. Onder de nieuwe wet tellen de investeringen straks in één jaar mee voor de staatsschuld. De wet maakt hierdoor investeren in schoolgebouwen, riolering, wegen en gebiedsontwikkeling een stuk lastiger. We stappen dan over van een stelsel van baten en lasten naar een kasstelsel. Zonder extra maatregelen heeft dit vergaande gevolgen voor onze meerjarenbegroting. Daarnaast legt schatkistbankieren nog een extra druk op ons rendement. De vrijgekomen middelen uit beleggingen (aan het einde van de looptijd) moeten tegen een laag percentage bij het Rijk worden gestald. Verder vindt in 2014 een herijking plaats van de algemene uitkering, hetgeen nadelige financiële effecten voor onze gemeente kan hebben. Naast deze (inter)nationale ontwikkelingen moeten we ook rekening houden met gevolgen uit provinciale en lokale omstandigheden. Wij noemen in het bijzonder, ontwikkelingen bij het Werkvoorzieningsschap NLW, Werkplein, de Floriade, initiatieven voor regionale samenwerking, invoering van de regionale uitvoeringsdienst (RUD) en de nieuwe omgevingswet.
Interne ontwikkelingen Onze ambitie is gelegen in het realiseren van burgertevredenheid. Dit wil zeggen dat we op effectieve en efficiënte wijze, doch binnen de eisen van “in control zijn”, voorzien in de behoefte van onze burgers. Dit leidt tot uitgangspunten en uitdagingen op het gebied van: het aannemen van een flexibele, klantgerichte houding, lef en vertrouwen; het kritisch kijken naar de noodzaak van meer regelgeving, meer beleid en meer controle; efficiency van onze werkwijzen en interne en externe samenwerking minder zelf uitvoeren en meer in regie en samenwerking realiseren In de verklaring van Wellerlooi (december 2011) geven het management en het college aan welke uitgangspunten leidend zijn in het realiseren van deze doelstellingen en uitvoeren van taken. Zoals eerder geschetst staan de gemeentelijke financiën onder grote druk, hetgeen nog meer dwingt tot het nemen van efficiency- en kwaliteitsmaatregelen. Inmiddels zijn in dit kader al diverse trajecten lopend. Wij noemen in het bijzonder: Doorlichting van de organisatie, gericht op kwaliteitsverbetering van de bedrijfsvoering en het realiseren van doelstellingen d.m.v. het OverheidsOntwikkelModel (OOM). “Lean”-maken: doorlichting van processen op efficiency en effectiviteit. Risicomanagement: het signaleren van en het actief sturen op risico’s. Renovatie gemeentehuis om invulling te geven aan randvoorwaarden voor “Venray’s werken”. De provincie en de accountant geven positieve oordelen af over de beheersing van onze financiën.
Beleidsconsequenties Bovenstaande ontwikkelingen nopen ons tot het maken van ingrijpende keuzes. Dit vraagt om een herijking van onze strategie. Hiermee is begin 2012 een start gemaakt. Echter gedwongen door de financiële ontwikkelingen, zijn nu al antwoorden gegeven op elementaire bezuinigingsvraagstukken. In vervolg op de beleidskeuzes in de Voorjaarsnota 2012, zijn op een zevental thema’s bezuinigingen voorgesteld en verwerkt in deze Begroting. Hiermee realiseren we meerjarig een sluitende begroting (m.u.v. 2015). Financiële ontwikkelingen Het onderstaande overzicht toont de totstandkoming van het begrotingsresultaat 2013 – 2016 met als startpunt het begrotingsresultaat uit de programmabegroting 2012 – 2015. Voor een nadere toelichting op de vermelde ontwikkelingen verwijzen wij u naar hoofdstuk 3 en 4 en de toelichtingen die zijn opgenomen in de Voorjaarsnota 2012. 14
Programmabegroting 2013
Begrotingsresultaat 2013 - 2016 met als vertrekpunt de programmabegroting 2012 Programmabegroting 2012
2013
2014
2015
2016
609.000
604.000
364.000
510.000
-790.000
94.000
424.000
1.501.000
-181.000
698.000
788.000
2.011.000
-676.000
-896.000
-932.000
-1.073.000
-90.000
72.000
63.000
181.000
Junicirculaire 2012 gemeentefonds
-990.000
-823.000
-545.000
-183.000
Decentralisatie WSW
-435.000
-553.000
-657.000
-1.351.000
32.000
284.000
102.000
-88.000
270.000
550.000
420.000
290.000
Aanpassingen OZB
164.000
337.000
518.000
706.000
Overige bijstellingen begroting
119.000
33.000
-329.000
-221.000
-1.000.000
-1.500.000
-2.000.000
Raadsbesluiten 2012 (zie vjn 2012 + startersleningen) Sub-totaal MUIP 2013 - 2016 Amendementen VJN 2012
Jaarwedden Aangepaste prijsinflatie
Verwachte toekomstige bezuinigingen Herverdellingseffecten gemeentefonds Bezuinigingsvoorstellen college
1.884.000
-300.000
-300.000
-300.000
1.682.000
1.815.000
2.017.000
500.000
500.000
-57.000
489.000
Extra taakstelling organisatie Begrotingsresultaat 2013 - 2016
97.000
84.000
- = nadeel
Het begrotingsresultaat voor het jaar 2013 is sluitend. Ook de meerjarenbegroting is, met uitzondering van 2015, sluitend. In de raadsvergadering van oktober 2012 wordt de nota Integraal Huisvestingsplan primair onderwijs (IHP) behandeld die meerjarig een positieve financiële consequentie heeft. In het IHP is geen rekening gehouden met de eventuele komst van het speciaal onderwijs naar Venray. Hierover ontvangt u separaat nog een voorstel. Inmiddels is ook de septembercirculaire 2012 ontvangen. De financiële gevolgen hiervan zijn opgenomen in de 2e Bestuursrapportage 2012. Rekening houdend met een positief besluit van uw raad op de nota IHP en de gevolgen van de 2e Bestuursrapportage 2012 wordt het meerjarig begrotingsresultaat als volgt bijgesteld. 2013 Begrotingsresultaat
2014
2015
2016
97.000
84.000
-57.000
489.000
2.000 -66.000 33.000
47.000 68.000 199.000
91.000 -11.000 23.000
18.000 18.000 525.000
Raadsvoorstellen oktober 2012 - Integraal Huisvestingsplan (IHP) - gevolgen 2e Bestuursrapportage 2012 Totaal resultaat
- = nadeel Dit betekent dat het (meerjaren)begrotingsresultaat in alle jaren positief is. Dit is een momentopname. De effecten uit het nieuwe regeerakkoord zullen ongetwijfeld weer de nodige financiële gevolgen hebben, in positieve of negatieve zin. Wij blijven daar permanent op sturen.
15
Programmabegroting 2013
16
Programmabegroting 2013
1.
Programma’s
Programma 1 Venray laat je leven Doelstelling programma: De Venraynaar van 2020 is in staat om zelfstandig deel te nemen aan de samenleving en voor zijn eigen welzijn te zorgen. Het Venrayse zorgbeleid streeft naar innovatie in de zorg en werkt als trampoline en vangnet voor hen die (tijdelijk) niet voor zichzelf kunnen zorgen. Een omgeving, waarin burgers en bedrijven veilig en gezond kunnen wonen, werken en recreëren is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Iedere inwoner/ bezoeker moet het gevoel kunnen hebben, dat hij of zij op elk uur van de dag, elke plaats in de gemeente veilig kan betreden. Lokale schets Lokaal Gezondheidsbeleid • Vanuit de gezondheidsmonitoren van de GGD blijkt sport en bewegen het sleutelbegrip voor veel voorkomende gezondheidsproblemen. Dankzij sport en bewegen zitten mensen snel en goedkoop beter in hun vel, het bevordert het meedoen, het bevordert een gezonde leefstijl en het draagt bij aan een oplossing van de vijf landelijke speerpunten (voorkomen van depressie, overgewicht, diabetes, roken en schadelijk alcoholgebruik). De WMO en gezondheid hebben overeenkomsten en hebben elkaar veel te bieden. Dit is de reden dat de nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid is geïntegreerd in de nieuwe kadernota WMO 2011-2014. Voor de komende vier jaar zal de aandacht gericht zijn op sport en bewegen. Wet Maatschappelijke Ondersteuning • De WMO is een kaderwet die door bundeling van gemeentebreed beleid overstijgend is aan afdelingen en/of lokale programma’s binnen de Programmabegroting. De algemene visie die we nastreven binnen alle prestatievelden van de WMO is het versterken van de eigen kracht van de burger, van de verenigingen en van de vrijwilligers (stimuleren van het eigen initiatief en daar waar nodig faciliteren en ondersteunen), het centraal stellen van participatie van mensen met een beperking, het verschuiven van een individueel recht naar een collectief aanbod (dit betekent meer luisteren naar de vraag en meer richten op het resultaat (dus niet richten op het bestaande aanbod maar op de uitkomst)) en het centraal stellen van sport en bewegen. • De decentralisatie AWBZ-WMO is controversieel verklaard. Dit betekent dat het nieuwe kabinet een besluit moet nemen over deze decentralisatie. Op basis van deze nieuwe wet- en regelgeving wordt een voorstel aan de gemeenteraad gepresenteerd. In afwachting van deze nieuwe wetgeving gaan we voor zover mogelijk door met de voorbereidingen. • De ontwikkeling Centrum Jeugd en Gezin (CJG) is gevolgd door de transitie jeugdzorg. Met ingang van 1 januari 2015 zijn alle jeugdzorgtaken gedecentraliseerd naar de gemeenten. Het CJG zal in enige vorm dienst doen als voorportaal voor de jeugdzorg. Voor het overige staan de komende jaren in het teken van de voorbereidingen op de transitie jeugdzorg. • Om te voorkomen dat jongeren ongeschoold en daarmee kwetsbaar op de arbeidsmarkt komen is er een integrale aanpak van de gemeentelijke leerplicht -en RMC-functie. Hierin werken de gemeenten nauw samen in de regio Noordelijk Noord Limburg wat betreft leerplicht en regio Noord en Midden Limburg (RMC-regio 38) wat betreft RMC. De rol en verantwoordelijkheid voor het voorkomen van voortijdig schoolverlaten ligt vanuit wet- en regelgeving steeds meer bij het onderwijs, waarbij de gemeenten een regierol en ondersteunende rol hebben. De gemeenten en onderwijsinstellingen in regio 38 en ministerie hebben medio 2012 het nieuwe Convenant VSV 2012-2015 ondertekend, waarin afspraken zijn gemaakt over de gezamenlijke inzet tegen het voortijdig schoolverlaten. Arbeidsmarktbeleid Ten aanzien van arbeidsmarktbeleid wordt samenwerking met economische zaken steeds belangrijker. Zowel binnen onze eigen gemeentelijke organisatie als met de regio. Een van de grootste knelpunten waar we nu al mee te maken hebben is het groeiend tekort aan goed opgeleide arbeidskrachten. Willen we een economisch groeiende en bloeiende regio blijven, dan zullen we moeten investeren in de triple helix gedachte: samenwerking tussen ondernemer onderwijs - overheid. De ingeslagen weg wordt in 2013 verder uitgebouwd. De Wet werken naar vermogen (Wwnv) is controversieel verklaard. Als Regio Venlo zetten we de ingeslagen weg wat betreft werkgeversbenadering en cultuurverandering voort. Immers de gemeente wordt steeds belangrijker als het gaat om de uitvoering van de sociale zekerheid. De algemene verwachting is dat deze beweging zich ook onder een nieuw kabinet voortzet. Een uitdaging die we vol vertrouwen tegemoet zien. Dit overigens zonder de ogen te sluiten voor de grote financiële risico’s waarmee dit gepaard gaat. Ook gaan we met het Werkvoorzieningschap NLW door op de ingeslagen weg zoals beschreven in het transitieplan NLW. Dit betekent dat we maximaal blijven inzetten op de beweging van binnen 17
Programmabegroting 2013
naar buiten: zoveel mogelijk Wsw-geïndiceerden zo regulier mogelijk aan de slag. Door het controversieel verklaren van de Wwnv, moet nogmaals goed gekeken worden naar de financiële onderbouwing/financiële gevolgen van het transitieplan. Dit zal via een raadsvoorstel aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Daarbij zullen we, voor zover mogelijk, ook de (eventuele) gevolgen meenemen van de plannen van de nieuwe regering. We spelen op de grote veranderingen in door de intensieve samenwerking die we zoeken tussen de Werkpleinen Venray en Venlo. Dit is door de raad geaccordeerd door het vaststellen van het Besluitvormingsdocument Werkplein Venray (8 mei 2012). De resultaatafspraken die hierbij zijn gemaakt met de gemeente Venlo leiden tot een afname van ons klantenbestand en daarmee een daling van onze bijstandsuitgaven (zie ook programma 4). Schuldhulpverlening We voeren al jaren schuldhulpverlening uit. De schuldhulpverlening wordt nu in de wet Gemeentelijke schuldhulpverlening verankerd. Deze wet trad op 1 juli 2012 in werking en biedt kaders waarbinnen de schuldhulpverlening uitgevoerd wordt. Gemeenten zijn verplicht een beleidsplan te maken, waarin de kaders van de wet meegenomen zijn. Het beleidsplan Schuldhulpverlening Venray 2012-2015 is op 8 mei 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. We willen de schuldhulpverlening de komende jaren breed toegankelijk houden. Met uitzondering van enkele categorieën is de schuldhulpverlening voor alle burgers van de Gemeente Venray toegankelijk en willen we bevorderen dat de burger kan (blijven) deelnemen aan de maatschappij. Om dit te kunnen bereiken binnen de huidige budgetten doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de burger en zorgen we dat we efficiënter en effectiever werken. De collectieve bijeenkomst is hiervan een voorbeeld. Een eerste evaluatie leert ons dat de nieuwe werkwijze succesvol is en op een grote klanttevredenheid kan rekenen. Van diverse gemeenten en instanties krijgen we de vraag om nader geïnformeerd te worden over deze nieuwe werkwijze. Integraal veiligheidsbeleid De regie over het lokaal veiligheidsbeleid ligt bij het lokale bestuur. Het veiligheidsbeleid is er op gericht dat bewoners van alle generaties zich veilig voelen en bereid zijn om samen met professionele partners de veiligheid te bevorderen. Dit willen we bereiken door het verbinden van de veiligheidspartners en het stimuleren van burgers en ondernemers om zelf initiatieven te nemen. Handhaving Naast veiligheid stelt Venray een gezonde, leefbare en groene leefomgeving centraal. Door middel van preventieve inzet wordt de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsbesef van burgers en ondernemers vergroot. Werkt de preventieve aanpak niet, dan wordt er daadwerkelijk handhavend opgetreden. Begraven en cremeren in Venray In 2011 is het crematorium Boschhuizen geopend. Vanaf dat moment ligt het beheer van de begraafplaats bij DELA. Gemeente Venray blijft hiervoor wel verantwoordelijk. De beheerstaken van DELA zullen in 2013 worden geëvalueerd en waar nodig worden bijgesteld. Dit jaar is natuurbegraafplaats Weverslo gerealiseerd. Door de komst van Crematorium Boschhuizen en een natuurbegraafplaats in de gemeente Venray is het aanbod van voorzieningen voor begraven en asbestemming uitgebreid en wordt in de gemeente Venray ingespeeld op de groeiende behoefte aan begraaf- en asbestemmingsmogelijkheden.
18
Programmabegroting 2013
1.1 Wat willen we bereiken? Effecten Uit de lokale schets worden de volgende effecten gedefinieerd.
1A
Effect Prestatieveld 3 Aantal wijkinformatiepunten met WMO-informatie Prestatieveld 4 Aantal vrijwilligers aangemeld bij Match Prestatieveld 6 Aantal deelnemers regiotaxi Mobiliteit (totaal aantal zones) Aantal vaste woningaanpassingen Hulp bij het huishouden (aantal zorgvragers per 31-12)
Begroting 2013
Begro ting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
3
3
3
3
240
260
280
280
1.450 112.500 120 1.125
1.400 100.000 120 1.150
1.350 100.000 120 1.200
1.350 100.000 120 1.150
Toelichting prestatieveld 6 Ondanks diverse maatregelen om in plaats van het verstrekken van individuele voorzieningen burgers te compenseren met algemene voorzieningen zal er altijd een groep zijn die aangewezen is op het gebruik van individuele voorzieningen. In combinatie met de dubbele vergrijzing is de verwachting dat het aantal gebruikers van de diverse voorzieningen ongeveer gelijk zal blijven. Arbeidsmarktbeleid 1B Indicator (peildatum 31-12): Aantal uitkeringsgerechtigden 18-65 jaar
590
560
540
520
Toelichting m.b.t. de indicator “Aantal uitkeringsgerechtigden 18-65 jaar”. Als gevolg van de samenwerking Werkpleinen Venray en Venlo verwachten we een daling van het bestand. Dit is vastgelegd in het Besluitvormingsdocument. Veiligheid en Handhaving 1C Burgers voelen zich veilig in de eigen buurt Rapportcijfer voor de Veiligheid in de eigen buurt
70% 6
75% 6,5
80% 7
85% 7,5
6 4 1 3
5 3 1 2
4 3 1 2
4 3 1 2
Toelichting: Uit burgerpeiling ‘Waar staat je gemeente’ 1D
Aantal aangekondigde BIBOB-onderzoeken Aantal daadwerkelijke ingewonnen BIBOB-adviezen Aantal negatieve beschikkingen op basis van BIBOB-advies Aantal sluitingen woningen/lokalen op basis van Damoclesbeleid
Toelichting: De praktijk leert dat BIBOB een preventieve werking heeft. Het aankondigen van een BIBOBonderzoek kan aanleiding zijn om een aanvraagprocedure voortijdig te staken. 1E
Bijdragen in de effecten van de andere programma’s: 1 1A, 1C, 2A, 2B, 3A, 3C, 3G. Indicator: Aantal Handhavingsverzoeken Aantal klachten i.v.m. milieuovertredingen Aantal Bestuurlijke strafbeschikkingen
15 82 72
15 80 100
15 75 100
15 75 100
Toelichting: (De stijging of daling van) het aantal handhavingsverzoeken is van belang om de noodzaak van formele procedures –ten opzichte van de wat informelere klachtenbehandeling- vast te stellen. Bestuurlijke strafbeschikkingen geven informatie over overlastfeiten. De noodzaak om het aantal milieu-overtredingen en de klachten daarover nauwlettend te volgen vloeit voort uit de wet en levert informatie over het naleefgedrag bij bedrijven. Inburgering 1F Aantal aangeboden inburgeringtrajecten Schuldhulpverlening Percentage van de opgestarte trajecten die niet succesvol 1G zijn/worden afgesloten.
7
7
7
7
16%
13%
10%
10%
Toelichting: Streven is dit percentage zo laag mogelijk te houden door hogere zelfredzaamheid van de burger en een efficiënter meldingsproces.
19
Programmabegroting 2013
Beleidsnota’s • Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray 2012-2015 • Beleidsnotitie WWB re-integratie 2008-2010 (2007) • Kadernota WWB (2005) • WWB-verordeningen (2008) • Beleidsnota evaluatie WWB/Wij cliëntenraad (2010) • Overeenkomst Jeugdsportfonds (2012) • Beleidsplan ‘Combinatiefuncties 2012-2020’ • Verordening langdurigheidstoeslag (2008) • Beleidsplan hoogwaardige handhaving (2005) • Notitie ‘structuur en ondersteuning jeugd en jongerenwerk’ (2009) • “Mee(r) doen met minder” Nota minimabeleid gemeente Venray (2005) • Kadernota WMO 2011-2014 (2011) • Verordening WMO (2011) • bewaakte fietsenstalling door menskracht (2010) • notitie “daginvulling kwetsbare groepen, naar een wijk- of dorpsgerichte aanpak” • Uitvoeringsnota Mantelzorg 2010 • Aanpak huiselijk geweld (2009) • Verordening Wet Inburgering (2010) • Beleidsnota Wet Inburgering (2008 en 2009) • Beleidsnota / verordeningen modernisering WSW (2008) • Gemeenschappelijke regeling (GR) bundeling Handhaving (2004) • Nota Boa-beleid (2010) • Beleidsvisie gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen • Beleidsplan Veiligheidsregio Limburg-Noord 2011-2015 (2011) • Regionaal Crisisplan 2011-2012 Veiligheidsregio Limburg-Noord (2011) • Rampenbestrijdingsplan Jewa-gas (2011) • Rampenbestrijdingsplan hoogwater Maas (2010) • Wet Veiligheidsregio’s (2010) • Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Limburg-Noord (2012) • Nota bluswatervoorziening Venray (2010) • Criteria bereikbaarheidskaarten (2009) • “Ontwikkelingen brandweer Limburg-Noord: Samenwerking brandweer in de kop van Limburg”, (2009) • Kwaliteitsnormen brandweer Limburg Noord (2009) • Regionalisering brandweerdistrict Venray (2011) • Netwerkregie ‘Jeugd en Veiligheid’, ‘integrale (vroeg)aanpak ontsporende jongeren en aanpak jeugdoverlast’ (2010) • ‘Veilige en Leefbare Buurten in de gemeente Venray’, ‘Safer Neighbourhood vertaald’ (2011). • Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2015 ‘Veiligheid is van ons allemaal’ (2011) met uitvoeringsprogramma 2012-2012 (2012) • Veiligheidsarrangement Station Venray (2011) en Veiligheidsarrangement Maaslijn (2012) • Regionaal Beleidsplan politie-eenheid Limburg ‘Samen doen wat er toe doet’ 2013-2014) (2012) • Coffeeshopbeleid (1999) inclusief 1e wijziging (2012) • Beleidsregels ex. artikel 13b Opiumwet coffeeshops (Wet Damocles) (2012) inclusief 1e wijziging (2012) • Beleidsregels ex. artikel 13b Opiumwet lokalen en woningen (Wet Damocles) (2012) • Beleidskader Samenscholing (2012) • Provinciaal convenant geïntegreerde aanpak georganiseerde misdaad (2012) • Meerjarenbeleidsplan 2013 e.v. jaren Veiligheidshuis Noord-Limburg (2012) • Nota Integraal Handhavingsbeleid 2012-2015 • Nota maatregelen Wmo (2011) • Nota maatregelen leerlingenvervoer (2012) • Verordening leerlingenvervoer (2012) • Besluitvormingsdocument Werkplein Venray (2012)
20
Programmabegroting 2013
1.2 Wat gaan we daarvoor doen? In deze paragraaf worden de speerpunten uit het Collegeprogramma 2010-2014 en de beleidswijzigingen uit de Voorjaarsnota 2012 gericht op het realiseren van de gewenste effecten toegelicht.
Product Activiteiten /prestaties Pro-actie / Preventie / Preparatie In 2013 wordt het project professionalisering gemeentelijke kolom geïmplementeerd, waarbij de operationele informatievoorziening wordt meegenomen Openbare orde en veiligheid In samenwerking met partners en onder regie van de gemeente realiseren van de in het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Venray beschreven doelen door uitvoering van het uitvoeringsprogramma 2013. Verbreding Veilige en Leefbare buurten naar werkgebied en/of werkterrein. Daarbij is het streven van het wijkteam erop gericht om steeds meer inwoners actief betrokken te krijgen bij de leefbaarheid en veiligheid in de eigen woonomgeving. Deze betrokkenheid moet zich niet alleen uiten in meedenken, maar zeker ook in meedoen en uiteindelijk in zoveel als mogelijk zelfstandig initiëren en uitvoeren. Het vaststellen en implementeren van het beleidsplan van het Veiligheids-huis Noord-Limburg met daaraan gekoppeld een meerjarig begroting waarmee een persoonsgerichte aanpak op casusniveau geborgd wordt. De vorming van het nieuwe nationale politiekorps heeft consequenties voor de regionale bestuurlijke inrichting binnen de nieuw te vormen politie-eenheid Limburg. Op het moment van het schrijven van deze tekst is echter niet definitief bekend hoe dit eruit gaat zien. Naar verwachting wijzigt de schaal van het driehoeksoverleg. Tot eind 2012 geeft Venray invulling aan het waarnemend voorzitterschap en daaraan gekoppeld de rol van secretaris. Vooralsnog is onbekend of dit ook in 2013 nog het geval is. Onder de vlag van het in 2012 getekende provinciale convenant geïntegreerde aanpak georganiseerde misdaad wordt de bestuurlijke aanpak van criminaliteit geïntensiveerd. Het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) ondersteunt de gemeente Venray hierbij. Het opzetten en uitvoeren van het project Veilig Honk, waarmee scholieren een veilige pleisterplaats geboden wordt langs de gangbare fietsroutes van huis naar school v.v. Door ontwikkelen meersporenbeleid/ -(vroeg)aanpak met betrekking tot ontsporende jongeren, waarbij aansluiting gezocht wordt met de ontwikkelingen binnen de decentralisatie van de jeugdzorg. Handhaving Per 1 januari 2013 start de regionale uitvoeringsdienst RUD Limburg Noord De doorontwikkeling in de uitbouw van de organisatie vindt plaats in 2013. De inzet van straatcoaches wordt eind 2012 geëvalueerd. Daarbij wordt een definitief standpunt ten aanzien van de voortzetting en de financiering bepaald. De kansen op het vormen van een boa-pool en het opzetten van een opleidingstraject worden aangegrepen als deze zich voordoen. Uitstroombevordering Bewaken prestatieafspraken samenwerking Werkpleinen Venray Venlo Implementatie transitieplan NLW Groep Maatschappelijke Dienstverlening/ WMO Per dorp en wijk tenminste één gebouwde ontmoetingsplek nastreven Voorbereiden decentralisatie AWBZ taken-WMO Voorbereiden decentralisatie Jeugdzorg Invoeren keukentafelgesprekken (zie bezuinigingsvoorstel 1.2) Wet Inburgering Wijziging wet Inburgering Er is een wetswijziging per 1 januari 2013 voorgesteld. In juni 2012 is de wetswijziging controversieel verklaard en niet in behandeling genomen. Vervolgens vindt de lokale uitwerking van de wetswijziging plaats. Maatschappelijke Zorg en Beleid De uitwerking van het beleidsplan schuldhulpverlening vindt in 2013 plaats.
Effect Algemeen
1C
1D
Algemeen
1B 1B Algemeen Algemeen Algemeen Algemeen 1F
1G
21
Programmabegroting 2013
1.3 Wat mag het kosten? a. Totaaloverzicht van baten en lasten REKENING Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 46.516 25.702 20.814
BEGROTING
BEGROTING
2012 47.261 23.806 23.455
2013 46.153 23.057 23.097
MEERJARENBEGROTING 2014 44.702 22.779 21.923
2015 44.246 22.711 21.535
2016 42.943 22.746 20.197
b. Stortingen en onttrekkingen reserves REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Algemene reserve Werkgelegenheidsmaatregelen Overheveling restant exploitatiebudg. Totaal stortingen
518 0 66 584
0 92 0 92
0 92 0 92
0 92 0 92
0 92 0 92
0 92 0 92
Algemene reserve Werkgelegenheidsmaatregelen Wet maatschappelijke ondersteuning Overheveling restant exploitatiebudg. Totaal onttrekkingen
88 30 1.255 73 1.447
470 122 150 66 808
0 0 630 0 630
0 0 10 0 10
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
-863
-717
-539
82
92
92
Saldo programma 1
c. Opgenomen bedragen vanuit het Meerjarig Uitgaven InvesteringsProgramma 2013 Investering Bijdrage Regionaal Informatie en Expertise C entrum (RIEC ) Bruikleenartikelen WMO Bijdragen derden Peuterspeelzalen Vervanging en reparatie brandputten Regionale UitvoeringsDienst (RUD) Veilige en leefbare buurten - wijkteam Straatcoaches (zie ook bezuinigingsvoorstel 3.3) Totaal
0 943 -112 0 0 0 0 0 831
2013 106 21 0 25 151 36 150 81 570
Exploitatielasten 2014 2015 107 108 204 196 0 0 25 26 28 28 36 27 158 160 133 135 690 680
2016 109 187 0 26 28 27 162 136 676
Bovenstaande cijfers zijn inclusief de kosten voor reguliere uren die al gedekt zijn via de algemene dienst.
Voor een nadere toelichting op de belangrijkste investeringen verwijzen we naar paragraaf I “Investeringen en majeure projecten”. d. Bezuinigingsvoorstellen verwerkt in de begroting
nr. 1.1 1.3 1.4 1.5 1.7 3.1e 3.3 3.4 7.7. Totaal
omschrijving aframen WMO reserve terugbrengen uitgaven WMO-voorzieningen aanpassing uren hulp in de huishouding aframen WMO subsidie toegankelijkheid aanpassing minimabeleid anti discriminatie voorziening straatcoaches aantal overlast BOA's verzekeringen
2013 -600 -54 -300 -30 -125 -15 -32 -85 3 -1.239
Exploitatielasten 2014 2015 -96 -92 -350 -355 -10 -125 -128 -15 -15 -53 -54 -99 -101 3 3 -746 -743
2016 -88 -361 -131 -16 -55 -102 3 -750
De nummers van de bezuinigingen sluiten aan bij de oplegnotitie dd 22 augustus 2012. Als gevolg van administratief-technische verwerking kunnen kleine verschillen voorkomen tussen in de oplegnotitie opgenomen (geraamde) bedragen en werkelijk in de begroting doorgevoerde bezuinigingen. 22
Programmabegroting 2013
1.1 Aframen WMO-reserve De WMO is een open einde regeling. Het risico van uitgaven boven de begroting wordt tot op heden afgedekt middels de WMO-reserve. Binnen de gemeentelijke organisatie kennen we meerdere open- einderegelingen. De WMO is de enige regeling waarbij het risico wordt afgedekt door een reserve. Het aframen van de reserve betekent dat eventuele tekorten op WMO-verstrekkingen vanaf 2012 direct ten laste komen van het rekeningresultaat. De risico-effecten zijn gekwantificeerd en opgenomen in het weerstandsvermogen. Dit besluit is dus van invloed geweest op de weerstandsratio vanaf 2013. 1.2 Invoeren Keukentafelgesprek Het ‘keukentafelgesprek’ is de ingang voor de WMO. Met dit gesprek bekijken we met aanvragers naar (gratis) alternatieven en stimuleren we zelfredzaamheid om daarmee het beroep op WMO voorzieningen / hulp in de huishouden te verminderen. De WMO betreft een open einde regeling. Dit betekent dat we niet kunnen stoppen met verstrekken van voorzieningen op het moment dat het begrote bedrag op is. Deze andere manier van werken levert niet direct een voordeel op maar door deze manier van werken willen we maximaal grip houden op de verstrekkingen. 1.3 Terugbrengen uitgaven WMO-voorzieningen De volgende opties zijn in dit verband bekeken: • Het budget WMO voorzieningen wordt verlaagd omdat vanaf 1 oktober 2011 lagere prijsafspraken zijn gemaakt met de aanbieders van hulp bij het huishouden. • Via het CAK worden al eigen bijdragen van aanvragers geheven. Het invoeren van inkomensen vermogensdrempel is op dit moment wettelijk niet mogelijk hoewel er signalen zijn dat de mogelijkheden op dit gebied verruimd gaan worden. Nieuwe wetgeving moet hier dan in gaan voorzien. Aan de andere kant leidt dit waarschijnlijk weer tot landelijke bezuinigingen, waardoor een eventueel voordeel voor gemeenten ongedaan gemaakt wordt. • We maken al maximaal gebruik van het depot voor het verstrekken van voorzieningen. Hierbij werken we samen met zes gemeenten. Gedurende langere tijd, bijvoorbeeld twee jaar, helemaal geen vervangingsinvesteringen doen is geen optie. Daarvoor is het aantal voorzieningen dat beschikbaar is in depot niet toereikend. Bovengenoemde voorstellen hebben een directe relatie met de nota die door uw raad op 30 augustus 2011 is goedgekeurd. Via deze nota is een aantal maatregelen genomen om de kosten binnen de WMO-voorzieningen binnen te perken te houden. Het voordeel dat dit oplevert, moet er voor zorgen dat we binnen de begroting blijven. Naast het voordeel dat deze bezuiniging in dit programma oplevert, werkt dit voorstel ook door in programma 6 met een voordeel van € 5.000 (2014) oplopend tot ruim € 100.000 (2016). 1.4 Aanpassen uren hulp in het huishouden (WMO) Door het sturen op alternatieven en zelfredzaamheid (zie ook voorstel 1.2) kan het aantal aanvragen voor hulp in de huishouding worden teruggebracht. Het invoeren van een minimale bodem is wettelijk niet mogelijk, de gemeente heeft een compensatieplicht, geen eigen beleidsvrijheid. Mogelijk dat toekomstige (wettelijke) ontwikkelingen hiervoor ruimte gaan bieden. 1.5 Aframen WMO subsidie toegankelijkheid Agenda 22 is een speerpunt van het college. Het betreft een tijdelijke, aflopende, subsidieregeling voor de periode 2010-2014. De afgelopen jaren heeft deze subsidie zijn nut bewezen. Van deze regeling is volop gebruik gemaakt. Het doel van deze subsidie is om de toegankelijkheid van accommodaties op een zodanig niveau te brengen dat het voor mensen met een beperking mogelijk is om deel te nemen aan reguliere vrijetijdsactiviteiten en het reguliere verenigingsleven. De incidentele budgetten voor 2013 en 2014 zijn afgeraamd omdat voorzieningen aan accommodaties zijn aangebracht. 1.7 Aanpassing minimabeleid Op basis van huidige kennis, ervaring en verwachting is na herijking van het minimabeleid een besparing van € 125.000 mogelijk. Deze € 125.000 is opgebouwd uit € 100.000 als financiële effect op reeds ingezet beleid en extra rijksinkomsten en € 25.000 als effect op herijking van het minimabeleid Alle burgers met een inkomen < 110% van de bijstandsnorm, kunnen een beroep doen op de minimaregelingen. In 2012 wordt het minimabeleid geëvalueerd en bijgesteld (hoogte inkomensgrens, beperken staffeling van regelingen, zelf doen versus taken uitbesteden, meer mensen aan het werk a.g.v. de samenwerking Werkpleinen). 23
Programmabegroting 2013
3.1 Afbouw preventietaken Gemeentelijke preventietaken zijn te verdelen in wettelijk verplichte preventietaken (zoals Wet tijdelijk huisverbod, Wet veiligheidsregio, BOPZ, BRZO, Bevi) en autonome gemeentelijke preventietaken. Dit zijn taken die voortvloeien uit geïnstitutionaliseerde samenwerkingsverbanden (districtelijk driehoeksoverleg) of in de beleidsmarge van de gemeente (zoals Drank- en Horecawet, Wet op de kansspelen). Deze taken hebben vooral een preventief karakter. Bij een beperking van de gemeente tot de kerntaken past dat de burgers, instellingen, organisaties en ondernemers zelf hun verantwoordelijkheid nemen, ook op het gebied van openbare orde en veiligheid. De afgelopen jaren heeft de gemeente allerlei (preventieve) initiatieven ontplooid om de randvoorwaarden te scheppen dat burgers zelf actief zijn om slachtofferschap te voorkomen. Als bezuinigingsmaatregel wordt deelname aan de volgende projecten stopgezet: a. Subsidie Bureau Halt: stopzetten van de jaarlijkse subsidie die bureau HALT ontvangt voor preventieactiviteiten (o.a. voorlichting op scholen, coördinatie vuurwerkproject) op het gebied van criminaliteit. b. Project “waak voor inbraak”: Venray heeft hieraan vanaf 2008 deelgenomen. Doel van het project is de bewustwording op het gebied van ‘woninginbraken’ vergroten bij burgers, woningcorporaties en andere partners en het treffen van preventieve maatregelen bevorderen. Gemeenten kunnen op individuele basis eventuele acties voortzetten. Dan zal wel extra geld bij moeten. c. Project “Lekker Friz”: Sinds 2009 neemt Venray deel aan het preventieproject ‘Lekker Friz!’ binnen het werkgebied van het politiedistrict Venray met als doel het alcoholgebruik onder jongeren te beïnvloeden. Jongeren en ouders worden geattendeerd op de risico’s van vroegtijdig en/of overmatig alcoholgebruik. d. Keurmerk veilig ondernemen: Vanuit een publiek private samenwerking is voor het winkelgebied Venray-Centrum een Keurmerk Veilig Ondernemen-Winkelgebied voortgekomen. Voor het winkelgebied in Brukske is een vergelijkbare publiekprivate samenwerking opgestart. Het KVO richt zich vooral op het treffen van preventieve maatregelen om criminaliteit te voorkomen c.q. te ontmoedigen. Bedrijven / ondernemers dienen zelf actie te ondernemen om allerlei vormen van criminaliteit te voorkomen c.q. te ontmoedigen. Uitgangspunt is de zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid van de bedrijven / ondernemers. e. Anti Discriminatie Voorziening Limburg: Gemeente Venray organiseert zelf de wettelijk verplichte behandeling van discriminatieklachten. De gemeente is wettelijk verplicht om een anti-discriminatievoorziening voor haar burgers te organiseren. De gemeente Venray heeft tot nu toe aansluiting gezocht bij de Anti Discriminatie Voorziening Limburg (ADV-L) en financiert deze aansluiting middels het bedrag dat jaarlijks vanuit het Rijk toegevoegd wordt aan het gemeentefonds. De ADV-L houdt zich primair bezig met de behandeling van discriminatieklachten. f. Preventietaken fysieke veiligheid: Vanwege een eenduidige werkwijze binnen het takenpakket van Integrale Veiligheid, worden ook preventietaken op het gebied van fysieke veiligheid afgestoten, behoudens de wettelijk vastgelegde taken. De burgers/bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor crisisbeheersing. 3.3 Verminderen inzet straatcoaches De inzet van straatcoaches wordt teruggebracht van 7 naar 5 dagen per week. De inzet van straatcoaches is geen wettelijke verplichting, maar valt binnen de autonome bevoegdheid. De coaches worden (vooralsnog) op inleenbasis ingezet en zijn niet in dienst van de gemeente. De aansturing ligt beleidsmatig bij de gemeente. De voortzetting van het inzetten van straatcoaches hangt direct samen met het verwerven van provinciale subsidiëring. Indien deze financiering vervalt, zal het gemeentebestuur moeten besluiten tot inzet van eigen middelen of het beëindigen van de inzet. De inzet van straatcoaches heeft een preventief effect bij het voorkomen van escalatie en overlast van jongeren, sociale veiligheid voor buurtbewoners en bezoekers winkelcentra, verloedering leefomgeving etc. 3.4 Vermindering aantal overlast-BOA’s De beschikbare formatie wordt met 1 fte teruggebracht naar 3 fte. De technische verwerking van dit voorstel vindt plaats in programma 2 en programma 6. Het totale voordeel van dit voorstel bedraagt € 42.000. Een deel hiervan komt t.g.v. de algemene dienst (€ 28.000) en een deel komt t.g.v. de parkeerreserve (€ 14.000). 7.7 Verlagen budgetten verzekeringen De feitelijke premies zijn lager vastgesteld
24
Programmabegroting 2013
Programma 2 Venray bruist Doelstelling programma: Kleinschalige en grootschalige evenementen vinden zoveel mogelijk aansluiting op elkaar en versterken de stad en de dorpen. Venray ontwikkelt en stimuleert het organiserend vermogen van de samenleving. Venray versterkt het toerisme, bouwt het attractief centrum verder uit en behoudt de kwaliteiten van het omliggende landschap. Lokale schets Attractief centrum Het centrum van Venray vervult een regionale functie en heeft een aantrekkelijk eigentijds karakter met daarbij passende activiteiten. De recent ingezette verbeteringen van de openbare ruimte en de onderlinge samenwerking hebben eind 2011 geleid tot de titel ; Beste (kleine) Binnenstad van Nederland 2011-2013. Venray zet ook de komende jaren krachtig in op het stimuleren van het recreatief winkelen in het centrum (funshoppen) en het verlengen van de verblijfsduur van de centrumbezoekers. De horeca en terrassen spelen daarbij een belangrijke rol. Deze willen we stimuleren om zich verder te ontwikkelen, met name op en nabij de locaties die daarvoor het meest geschikt zijn. Tenslotte is het van belang de aanwezige culturele voorzieningen voor het centrum te behouden en waar mogelijk te versterken.
Stimuleren initiatieven voor evenementen In de strategische visie ‘Venray 2020’ staat als speerpunt vermeld dat “Venray versterkt inzet op evenementen”. Daartoe ontwikkelt en ondersteunt zij het organiserend vermogen van de samenleving”. Hierbij is aangegeven dat “Venray een aantrekkelijke plaats vormt voor een aantal (culturele) evenementen die mikken op een (boven)regionaal publiek.” “ De gemeente stimuleert en ondersteunt dit waar nodig en wenselijk, conform de kaders en uitgangspunten zoals vastgelegd in het evenementenbeleid. Evenementen met de potentie om uit te groeien en evenementen voor en door de jeugd kunnen op extra belangstelling van de gemeente rekenen.” Specifiek bij thema 4 vrije tijd in Venray is hierover opgenomen: ‘Subsidiëren/garantstellen evenementen”. Voor de jeugdevenementen ontwikkelen van afspraken/beleid rondom jeugdfestivals jongerensozen incl. subsidiëring/garantstellingen in de gemeente Venray. Extra aandacht voor jeugd en jongeren • Het thema jeugd en jongeren komt tot uitdrukking in diverse programma’s. Zo komt bijvoorbeeld het onderwerp Jeugd en gezin tot uitdrukking in programma 1, Voortijdig schoolverlaters in programma 4, Jeugdparticipatie in programma 5 en jeugd in relatie tot sport en cultuur in dit programma. • Algemeen uitgangspunt in het gemeentelijk beleid is dat jongeren recht hebben op een plek in de maatschappij (letterlijk en figuurlijk) om zich te ontwikkelen en te ontplooien tot zelfstandige individuen. Het jeugd- en jongerenwerk vervult een belangrijke rol om jongeren te stimuleren en actief betrokken te zijn bij hun eigen leefomgeving. Hierin is een onderverdeling in: o Vrijwillig jeugd- en jongerenwerk met ondersteuning van volwassenen ten behoeve van kinderen jonger dan 14 jaar binnen eigen leefgebied, dus voornamelijk wijk- en dorpsgebonden. o Vrijwillig jeugd- en jongerenwerk met ondersteuning van jongeren/jong volwassenen ten behoeve van 14/15 jarigen en vrijwillig jeugd- en jongerenwerk met ondersteuning van professioneel jeugd- en jongerenwerk ten behoeve van 16 tot 23 jarigen binnen grotere leefgebied, dus bovenwijkse /bovendorpse voorzieningen. De vijf jongerensozen vervullen een centrale rol ten behoeve van de jongeren in de eigen en omliggende dorpen en wijken. o Ambulant jongerenwerk dat contacten legt met straatgroepen/hanggroepen en zorgt voor eventuele doorverwijzing naar activiteiten en/of hulpverlening. Overlast gevende groepen worden geactiveerd tot participatie. Medio 2013 wordt een multifunctioneel jongerencentrum voor en door jongeren gerealiseerd op sportpark de Wieën, dat past bij de behoeften van jongeren van 14 tot 23 jaar. Het jongerencentrum heeft een gedegen beheersvorm en financiële onderbouwing.
25
Programmabegroting 2013
Kunst en cultuur • De raad heeft de locatie Mgr. Goumansplein aangewezen als meest geschikte locatie voor nieuwbouw voor het Venrays Museum. Er wordt verder gewerkt aan realisatie van de plannen om te komen tot een geschikte huisvesting. In 2011 is het inhoudelijke concept vastgesteld , waarin Venrays Museum, Museum voor de Psychiatrie en alle erfgoedorganisaties gaan samenwerken. • Kunstencentrum Jerusalem gaat vanaf schooljaar 2012-2013 op een andere manier werken. In de kadernota WMO is uitgangspunt dat we streven naar collectieve voorzieningen. Bij het Kunstencentrum betekent dit: subsidiëren van collectief cursorisch aanbod (muziek en amateurkunsten in groepsverband), cultuureducatieprojecten en de Hafa-muziekopleiding. • Het Odapark is een van de Cultuurplaninstellingen in de provincie Limburg. Voor de nieuwe periode (vanaf 2013) is deze instelling wederom voorgedragen. De regionale en euregionale uitstraling van Odapark op het gebied van hedendaagse kunst wordt mede daardoor versterkt. • De uitvoering van de wisseltentoonstellingen op de rotondes is belegd bij Odapark. In 2013 vindt de wisseling voor de laatste keer plaats. • We stimuleren culturele instellingen nadrukkelijk om onderlinge samenwerkingsverbanden tot stand te brengen. Dat heeft eerder al geresulteerd in een convenant tussen de professionele instellingen waarin de bereidheid om waar mogelijk samen te werken, wordt onderschreven. Dit moet nog nader uitgewerkt worden en hierop zal vanuit de gemeente sterk gestuurd worden. • De schouwburg heeft plannen om te renoveren. Deze verbouwing moet in een breder kader bezien worden. • In dat kader worden ook de bibliotheek en het kunstencentrum meegenomen. Sport
o o o
Sport is een verbindend element in onze samenleving en is daarmee een middel om maatschappelijke doelen te bereiken, zoals: een gezonde levensstijl; elkaar ontmoeten; bevordering van integratie en participatie. Door zoveel mogelijk verbindingen te leggen en de krachten te bundelen wordt geprobeerd om het sportaanbod zo goed mogelijk in stand te houden.
Brede impuls Combinatiefunctionarissen Doordat de raad het besluit voor structurele invoering combinatiefunctionarissen heeft aangehouden tot de behandeling van deze begroting, moeten we uitgaan van de besluitvorming tot op heden en stopt financiering van de inzet van de combinatiefunctionarissen in augustus 2013. Dit betekent dat de effecten van hun inzet ook per die datum verdwijnen en een oplossing moet worden gevonden voor de aangegane inhoudelijke verplichtingen, ook al omdat de functionarissen per september 2012 niet meer werkzaam zijn. Het is uiteindelijk aan de raad om te komen tot een integraal afgewogen besluit in dezen. Mocht de raad uiteindelijk positief besluiten op het voorstel tot structurele invoering van de combinatiefunctionarissen, dan zullen de financiële gevolgen zoals opgenomen in het betreffende voorstel en in de MUIP-aanvraag nog verwerkt moeten worden in de begroting. Consequentie voor 2013: - € 7.411 en voor 2014 en verder omstreeks - € 150.000. Voor definitieve bedragen wordt verwezen naar de nota. Met deze bedragen gaan we uit van een inzet van 5,2 fte structureel, waarbij de uitbreiding van 1,3 fte alleen gebeurt op voorwaarde dat dit voor de gemeente budgetneutraal is. Hierbij is al rekening gehouden met financiële bijdragen van derden voor de oorspronkelijke 3,9 fte. Na eventuele positieve besluitvorming kunnen ook de effecten rondom bewegen, sport- en cultuurdeelname, zoals we die willen bereiken, weer opgenomen worden in de begroting. Accommodatiebeleid In 2008 is de kadernota accommodatiebeleid door de raad vastgesteld. Eind 2010 heeft de raad een verdere concretisering van de accommodatienota vastgesteld. In 2011 is deze nota weer verder geconcretiseerd en wordt verbetering van de interne afstemming en organisatie uitgewerkt om meer transparantie, duidelijkheid en eenduidigheid te bereiken. Dit heeft ertoe geleid dat accommodatiebeleid meer onderdeel is geworden van het grotere geheel van vastgoedbeleid. 26
Programmabegroting 2013
In 2012 is een voorstel ontwikkeld om een team vastgoedbeheer binnen de afdeling Openbare Ruimte te concentreren. Doel hiervan is om de exploitatie en het beheer van het gemeentelijk vastgoed verder te integreren in de organisatie. De eerste periode zal worden gebruikt om de basis op orde te brengen en het beheer en de exploitatie meer planmatig te organiseren. Hierdoor moet met name meer professionaliteit, effectiviteit en efficiëntie worden behaald. In het eind 2010 vastgestelde accommodatiebeleid is aangegeven dat voor het onderdeel gemeenschapsaccommodaties vanuit het leefbaarheidsbeleid aanvullend beleid wordt opgesteld. Deze toezegging heeft bij de gemeenschapsaccommodaties en het overkoepelend platform (GHO) verwachtingen gewekt die om duidelijkheid vragen. In 2012 is getracht in overleg de verwachtingen te managen en tot procesafspraken te komen met het GHO. Dit heeft geresulteerd in afzonderlijke afspraken met de verschillende gemeenschapsaccommodaties waarbij, passend binnen de kaders, waar nodig maatwerkafspraken worden gemaakt. Daarnaast is het platform gevraagd samen met de gemeente, op basis van de tijdens de afzonderlijke overleggen opgedane ervaringen, te werken aan de verdere uitwerking van het beleid voor gemeenschapsaccommodaties.
2.1 Wat willen we bereiken? Effecten Uit de lokale schets worden de volgende effecten gedefinieerd. Effect
Attractief centrum 2A Versterken van het functioneren van het centrum van Venray. (compact, attractief en bereikbaar) Indicator: • Verblijfsduur bezoekers: o auto’s dat > 2 uur parkeert t.o.v. het totaal aantal geparkeerde auto’s (op de drie grote terreinen)
Begro ting 2013
Begro ting 2014
Begro ting 2015
Begro ting 2016
22%
23%
24%
25%
Toelichting: in 2011 was het aandeel langparkeerders 20%. In 2010 was dat nog 17,9% en in 2009 15,3%. Gezien de huidige economische situatie is gekozen voor een gematigde verdere toename in de komende jaren. Kunst en cultuur en extra aandacht voor jeugd en jongeren 2D Kunst en cultuur meer onder de aandacht brengen bij de jeugd Indicator: • Percentage deelnemende scholen in kunsteducatie • Aantal deelnemende cultuurorganisaties in kunsteducatie • Deelnemende groepen aan project “Muziek in de klas” Sport en extra aandacht voor jeugd en jongeren 2E Meer deelname aan sportactiviteiten door jongeren: Indicator: • Aantal deelnemers in het project “Jeugdsport kennismaking” o verenigingen o scholieren • Aantal deelnemende scholen en scholieren aan “Lekker Fit ” (v/h “Kies voor hart en sport”) o scholen • aantal basisscholen deskundigheidbevordering beweegcoach • aantal wijken/dorpen aanbod NSCA PO • aantal sportverenigingen individueel ondersteund • aantal verenigingen in traject samenwerking • aantal workshops deskundigheidsbevordering
100% 5 28
100% 5 28
100% 5 28
100% 5 28
28 225
28 215
28 215
28 215
21 0 5 0 0 2
21 0 0 0 0 0
21 0 0 0 0 0
21 0 0 0 0 0
Toelichting: in 2012 zal de raad nog een besluit nemen over structurele inbedding van de combinatiefunctionarissen: daarna worden indicatoren voor 2013-2015 vastgesteld op grond van de samenwerkingsovereenkomsten met de uitvoerende organisaties. Initieel zullen dan de laatste vijf indicatoren wijzigen in 10, 14, 5, 7, 15 uiteindelijk in 2016 Extra aandacht voor jeugd en jongeren 2F Meer jongeren actief bij hun eigen leefomgeving: Indicator: o aantal actieve jongeren tussen 12-23 jaar (per dorp/ wijk 5 tot 10 jongeren) o aantal wensgeldaanvragen o aantal jongerensozen
175 12 5
200 14 5
200 14 5
200 14 5
27
Programmabegroting 2013
Beleidsnota’s • Nota “Ruimte voor kunst” (2008) • Kadernota WMO 2011-2014 (2011) • Nota “Brede impuls combinatiefuncties 2012-2020’ (2012) • Notitie ‘structuur en ondersteuning jeugd en jongerenwerk’ (2009) • Notitie realisatie jongerencentrum (2010, 2011, 2012) • Kadernota integraal accommodatiebeleid “Eenheid in verscheidenheid” (2008) • Kadernota accommodaties 2011-2015 (2010) • Evenementenbeleid (2011) • Kadernota Toerisme en recreatie (2010) • Kermisverhuurvoorwaarden (2009) • Marktverordening (2011) • Actualisatie Standplaatsbeleid (2011) • Standplaatsen en ventbeleid (2006) • Winkeltijdenverordening • Terrassenbeleid (2010) • Integraal Horecabeleid (2001) • Herziening detailhandelsbeleid (2005)
2.2 Wat gaan we daarvoor doen? In deze paragraaf worden de speerpunten uit het Collegeprogramma 2010-2014 en de beleidswijzigingen uit de Voorjaarsnota 2012 gericht op het realiseren van de gewenste effecten toegelicht. Product
Activiteiten /prestaties
Effect
•
2E, 2F
Sport Stimuleren en begeleiden niet-sportende jeugd en niet-sportende senioren tot bewegen. • Implementatie van accommodatienota • Huur sporthal basis De Peel/ 4e sporthal Kunst en cultuur • Opstellen nieuwe visie met in elk geval de bibliotheek, het kunstencentrum en de schouwburg. • Implementatie nieuwe wetgeving cultuureducatie. • Stimuleren en begeleiden jeugd tot deelname aan cultuuractiviteiten. Sociaal cultureel werk • Realiseren van een multifunctionele jongerenaccommodatie Musea/Monumenten/Archeologie • Realiseren Venrays museum na positief besluit gemeenteraad
Alg. Alg. Alg. 2D, Alg. 2D 2E Alg.
2.3 Wat mag het kosten? a. Totaaloverzicht van baten en lasten REKENING Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 8.553 923 7.630
BEGROTING
BEGROTING
2012 8.714 850 7.864
2013 8.617 928 7.689
MEERJARENBEGROTING 2014 8.414 1.082 7.332
2015 8.421 1.103 7.319
2016 8.465 1.085 7.380
28
Programmabegroting 2013
b. Stortingen en onttrekkingen reserves REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Gemeenschapshuis Veulen Accommodatiefonds Totaal stortingen
6 518 523
6 0 6
5 0 5
5 0 5
5 0 5
5 0 5
Algemene reserve Monumenten Gemeenschapshuis Veulen Wet maatschappelijke ondersteuning Accommodatiefonds Totaal onttrekkingen
83 0 9 133 0 225
559 78 9 0 153 799
0 0 9 0 153 162
0 0 9 0 0 9
0 0 9 0 0 9
0 0 8 0 0 8
Saldo programma 2
298
-793
-157
-3
-3
-3
c.
Opgenomen bedragen vanuit het Meerjarig Uitgaven InvesteringsProgramma 2013 Investering
Optisport tweede sporthal Vervanging kunstgrasveld MHC V Vastgoed organisatie Dekking vanuit projecten Renovatie tennisbanen (zie bezuinigingsvoorstel 2.4) Realisatie vierde sporthal Exploitatie nieuw jongerencentrum Totaal
0 179 0 0 0 1.085 0 1.263
2013 85 10 137 0 0 27 33 293
Exploitatielasten 2014 2015 86 88 21 20 137 140 -137 -140 0 0 181 181 67 68 355 356
2016 89 19 140 -140 0 181 69 358
Bovenstaande cijfers zijn inclusief de kosten voor reguliere uren die al gedekt zijn via de algemene dienst.
Voor een nadere toelichting op de belangrijkste investeringen verwijzen we naar paragraaf I “Investeringen en majeure projecten”.
d. Bezuinigingsvoorstellen verwerkt in de begroting nr. 2.4 3.1a 4.1 4.3 4.5 6.5 7.7 7.10 Totaal
omschrijving renovatie tennisbanen afbouw subs bureau Halt verhogen inkomsten evenementen verhogen inkomsten kermis centrum doorbelasten kosten weekmarkt subs monumenten verzekeringen historisch archief
2013 -1 -8 -5 -20 -5 0 -7 -73 -119
Exploitatielasten 2014 2015 -9 -16 -16 -24 -5 -5 -20 -21 -5 -5 -19 -19 -7 -7 -73 -74 -155 -172
2016 -16 -24 -5 -21 -5 -25 -7 -73 -177
De nummers van de bezuinigingen sluiten aan bij de oplegnotitie dd 22 augustus 2012. Als gevolg van administratief-technische verwerking kunnen kleine verschillen voorkomen tussen in de oplegnotitie opgenomen (geraamde) bedragen en werkelijk in de begroting doorgevoerde bezuinigingen. 2.4 Renovatie tennisbanen (MUIP) Voor 2013 kunnen de kosten renovatie/onderhoud tennisbanen opgevangen worden binnen het accommodatiefonds. Met ingang van 2014 moet er een structurele oplossing komen. 3.1a Afbouw subsidie bureau Halt Zie programma 1 (3.1a) 4.1 Verhogen evenementeninkomsten Aanscherpen criteria op basis waarvan de leges berekend worden voor evenementenvergunningen (zwaarte/risico’s, werkzaamheden, inschakeling derden én kosten meenemen). Door tevens meer meldingen in het vergunningstelsel op te nemen neemt de legesopbrengst ook toe. Hiervoor wordt een rekenmodel ontwikkeld. Extra faciliteiten kosten niet de gemeente, maar aanvragers extra geld. Aanvragers zijn 29
Programmabegroting 2013
verantwoordelijk voor het verloop van evenementen en niet de gemeente. Extra faciliteiten zijn mogelijk, maar tegen betaling. Kosten zijn € 36.000, maar de taakstelling ad € 31.000 uit de bezuinigingen 2010 zijn nog niet gerealiseerd. 4.3 Verhogen kermisinkomsten Inkomsten verhogen door o.a. de ritprijzen zodanig aan te passen dat hoger wordt ingeschreven. 4.5 Doorbelasten kosten weekmarkt Een aantal taken (bijv. op gebied van veiligheid, toezicht, kwaliteit, diversiteit en financiële afhandeling van de weekmarkt) bij marktondernemers neerleggen. 6.5 Beëindigen monumentensubsidies Monumentensubsidies zijn in 2010 met 50% gekort. Dat geldt ook voor de personele inzet. Resterende budgetten zijn voor de komende twee jaren grotendeels al ingezet (op basis van bestuurlijk besluitvorming), het restant aan personele inzet is nodig voor de uitvoering van wettelijke taken (toetsing, advisering). Gevolgen zijn o.a. dat het aanwijzen van nieuwe monumenten kan leiden tot juridische procedures en dat de financiering van De Open monumentendag vervalt. 7.7 Verlagen budgetten verzekeringen De feitelijke premies zijn lager vastgesteld. 7.10 Vermindering dienstverlening historisch archief Er is geen wettelijke verplichting rond het minimale aantal uren dat het archief toegankelijk moet zijn noch de bijbehorende begeleiding, projecten e.d. die uitgevoerd worden of hoe de dienstverlening georganiseerd is. Daarin worden keuzes gemaakt die leiden tot vermindering van dienstverlening aan geïnteresseerden in historische archieven. De technische verwerking van dit voorstel vindt plaats in programma 2 en programma 6. Het totale voordeel van dit voorstel bedraagt € 23.000.
30
Programmabegroting 2013
Programma 3 Venray maakt wonen compleet Doelstelling programma: De gemeente Venray onderscheidt zich door een sterk centrum met hoogwaardige voorzieningen, groene woonwijken en dertien kerkdorpen met ieder hun eigen karakter. Venray biedt diversiteit in woonmilieus en woningtypen in elke prijsklasse en voor iedere levensfase. Lokale schets Vraag gestuurd bouwen • In 2011 is de Kadernotitie Wonen vastgesteld. Uitgangspunt hierin is vraag gestuurd bouwen, oftewel bouwen naar behoefte. Dit geldt zowel voor kwaliteit als kwantiteit. Voor de komende jaren is een autonome behoefte van 125 woningen per jaar vastgesteld. • Er is sprake van een planoverschot in de gemeente. • In kernen waar de woningbehoefte fors wordt overschreden door vastgestelde woningbouwplannen, worden geen nieuwe woningbouwinitiatieven toegestaan voor de reguliere woningmarkt. Dit geldt ook voor individuele woningbouwinitiatieven. Uitzondering hierop zijn initiatieven voor bijzondere doelgroepen of met een grote maatschappelijke meerwaarde, mits deze niet concurreren met de bestaande initiatieven. • Bij nieuwbouw staat de vraag van de consument centraal en wordt ingezet op flexibele woningbouwplannen. Vraag gestuurd bouwen is het credo. • Gezien de grote toename van het aantal inwoners van 65 jaar en ouder, wordt in de • woningbouw ingezet op levensloopbestendige woningen die toegankelijk zijn voor diverse doelgroepen. Waar mogelijk ondersteunen we innovatieve woon-zorgconcepten. • Onder het motto van ontwikkelingsplanologie wordt steeds meer de nadruk gelegd op kwaliteit en het zo flexibel mogelijk inspelen op al dan niet voorziene ontwikkelingen. Maatwerk is daarbij belangrijk waarbij de inzet van het instrumentarium onder andere afhankelijk is van de dynamiek in het betreffende gebied en het type ontwikkelingen. Huisvesting buitenlandse werknemers Het aanbieden van een goede woon- of verblijfslocatie voor arbeidsmigranten is een belangrijke doelstelling uit de regionale aanpak arbeidsmigranten. Het uitgangspunt is dat het huidige aanbod van locaties en de capaciteit toeneemt om ervoor te zorgen dat arbeidsmigranten in de gemeente Venray veilig zijn gehuisvest. Milieu • Er dienen Europese en landelijke afspraken gemaakt te worden omdat er steeds meer nadruk komt te liggen op een duurzame leefomgeving. Daarom heeft de gemeente een beleidskader gemaakt voor energie en het klimaat voor de periode 2009-2012. De uitvoering is verlengd met een jaar. In 2013 worden de laatste uitvoeringsprojecten uit dit programma opgestart. Daarnaast is eind 2012 een nieuwe energiestrategie Beesel-Venlo-Venray voor de komende periode opgesteld. • Op 1-1-2013 gaat de Regionale Uitvoeringsdienst, de RUD Limburg-Noord van start. De RUD Limburg Noord is een netwerkorganisatie waarin alle 15 Noord- en Midden Limburgse gemeenten zijn vertegenwoordigd samen met de Provincie. Deze regionale uitvoeringsdienst verzorgt voor alle betrokken gemeenten de basistaken zoals verwoord in het basistakenpakket. Hieronder valt onder andere vergunningverlening milieu. Voor de overige taken die onder deze RUD vallen zoals milieutoezichttaken, handhaving. Met de RUD wordt een kwaliteits- en efficiencyverbetering van de uitvoering gerealiseerd. Huishoudelijk afval Op nationaal niveau is het afvalbeleid vastgelegd in het Landelijk AfvalbeheerPlan 2009-2021. Dit beleid is in 2011 aangevuld met de Afvalbrief van staatssecretaris Atsma, waarin een omslag is gemaakt van denken in afvalstoffen naar denken in grondstoffen. Het afvalbeleid van de gemeente Venray sluit hierop aan en is vastgelegd in de Kadernota afvalbeleid 2013 – 2025. Deze nota wordt naar verwachting in oktober 2012 vastgesteld. Doel van het gemeentelijk afvalbeleid is een forse vermindering van de hoeveelheid restafval in 2025. Restafval is het afval dat niet wordt gescheiden en niet wordt gebruikt als grondstof voor nieuwe producten of materialen. Huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater • In het nationaal bestuursakkoord water is vastgelegd dat de lastenstijging in de waterketen in toom moet worden gehouden. In regionaal verband zijn onderzoeksprojecten gestart waarin gemeenten en waterschap gezamenlijk zoeken naar kostenvermindering, kennisborging en kwaliteitsverbetering. In Noord Limburg heeft dit geleid tot het convenant samenwerking in de afvalwaterketen. Hierin is ook een financiële doelstelling opgenomen. Binnen het convenant
31
Programmabegroting 2013
•
streven de deelnemers samen naar een maatschappelijke kostenbesparing van 10% in 2020 t.o.v. het referentiejaar 2011. Vanuit het convenant zijn diverse onderzoeksprojecten gestart. Voor Venray zijn de volgende bijzonder relevant: o Uitdiepen GRP+, een project waarin 6 gemeenten waterschap en WBL gezamenlijk de bouwstenen van een gemeentelijk rioleringsplan onderzoeken. Dit onderzoek kan de fundering voor een vergaande samenwerking zijn. o Ook het project relining is relevant, hierin worden de mogelijkheden voor het grootschalig toepassen van deze renovatietechniek en de bijbehorende kostenbesparingen onderzocht. Dit project moet leiden tot lagere vervangingsinvestering. Dit op haar beurt vertaalt zich weer in de hoogte van de rioolheffing.
Parkeren • De verkochte parkeeruren van kortparkeerders lopen sinds 2011 terug. Zeer waarschijnlijke oorzaak is de landelijke terugloop van kortparkeerders (trend), ook in Venray als gevolg van leegstand en toenemende internetaankopen. Het is daardoor zeer onzeker of de begrote parkeeropbrengst de komende jaren wordt gerealiseerd. • Daarnaast drukt de structurele inzet van parkeerboa’s na 2013 (conform de Voorjaarsnota 2012) extra op de parkeerbegroting vanwege de overhead die het parkeerbedrijf moet dragen ten opzichte van een situatie met ingehuurde boa’s. Dit bedreigt de kostendekkendheid van het parkeerbedrijf op termijn door leegloop van de parkeerreserve die vanaf 2011 is ingezet. Natuurbeheer De provincie heeft een aantal wijzigingen doorgevoerd in haar subsidiestelsel. Dit heeft negatieve financiële gevolgen voor met name overheidsinstellingen. Enerzijds wordt de gemeente uitgesloten van een aantal deelsubsidies en anderzijds wordt per subsidiepakket minder uitgekeerd. Er vindt een herbeoordeling plaats van te realiseren natuurdoelen en daaraan gekoppelde subsidiepakketten. Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor de uitvoering van het bosbeheer-plan. In de tweede helft van 2012 wordt duidelijk welke gevolgen dit zal hebben voor het bosbeheer. Openbare verlichting In de Voorjaarsnota 2012 is de MUIP voor het vervangingsbudget niet gehonoreerd. Hierdoor zal het op niveau brengen van de verlichting achterlopen op planning en zal de achterstand op onderhoud verder toenemen. Afhankelijk van het nieuwe beheer/beleidsplan dat in 2012 wordt opgesteld, zullen keuzes gemaakt worden voor uitgangspunten op het gebied van openbare verlichting en de daar bijbehorende investerings- en vervangingsbudgetten. Wegen Eind 2010 is het beleidsplan Onderhoud Wegen 2011-2015 vastgesteld. In het eerste kwartaal 2012 is hiervan de eerste monitor aangereikt. In de monitor wordt geadviseerd de systematiek van cyclisch onderhoud opnieuw te bezien. In de tweede helft 2012 wordt dit opgepakt. Het vastgestelde kwaliteitsniveau van de wegen wordt niet beïnvloed. De mogelijke financiële gevolgen van een andere systematiek zijn momenteel nog niet in te schatten en worden meegenomen in de eerste Bestuursrapportage 2013.
3.1 Wat willen we bereiken? Effecten Uit de lokale schets worden de volgende effecten gedefinieerd: Effecten
Begro ting 2013
Begro ting 2014
Begro ting 2015
Begro ting 2016
125 75/50 75 40/60% 80/20%
125 75/50 75 65/35% 66/34%
125 75/50 75 65/35% 66/34%
125 75/50 75 65/35 66/34
1.442/ 1.125
1.317/ 1.000
1.202/ 885
1.077/ 760
Vraag gestuurd bouwen 3A
Bouwen naar behoefte: flexibele woningplannen, bouw van levensloopbestendige woningen, terugdringen planoverschot Indicator: • Nieuwbouwproductie • Aantal grondgebonden woningen versus appartementen • Aantal gerealiseerde levensloopbestendige woningen • Verhouding koop / huur • Verhouding woningbouw kern Venray vs Kerkdorpen • • Aantal nieuwbouwwoningen o.b.v. vastgestelde bestemmingsplannen versus behoefte komende 10 jaar
32
Programmabegroting 2013
Effecten
Begro ting 2013
Begro ting 2014
Begro ting 2015
Begro ting 2016
Toelichting: De bovenstaande indicatoren zijn gebaseerd op de onderzoeken van E,til en Companen, die gezamenlijk een beeld geven van de behoefte aan nieuwbouw en hoe deze vorm dient te krijgen. De nieuwe indicator verhouding aantal nieuwbouwwoningen o.b.v. vastgestelde bestemmingsplannen versus behoefte in de komende 10 jaar geeft weer in hoeverre er sprake is van een planoverschot in de gehele gemeente. Zoals uit dit cijfer blijkt, zijn er meer nieuwbouwwoningen bestemd dan er behoefte is de komende 10 jaar. Dit aantal neemt jaarlijks met 125 woningen af overeenkomstig de autonome behoefte. De behoefte kan bijgesteld worden naar aanleiding van de meest actuele E,tilprognoses. Huisvesting buitenlandse werknemers 3B Beschikken over adequate huisvesting arbeidsmigranten Indicator: • Aantal legale locaties voor buitenlandse werknemers en capaciteit
8/525
9/560
11/595
13/630
Toelichting: Dit betreft het aantal bekende gelegaliseerde locaties in de gemeente Venray (met uitzondering van reguliere woningen) en het aanbod aan slaapplaatsen. Het labour hotel op de Hulst met een capaciteit voor 300 werknemers is meegenomen in dit overzicht. Milieu 3G Bescherming en verbetering van milieukwaliteit Indicator: Aantal veehouderijen en Besluit huisvesting • Totaal aantal veehouderijen (inclusief veehouderijen gestopt na 2010): Verdeling volgens: o IPPC-bedrijven met vergunning die voldoet aan Besluit huisvesting o Niet IPPC-bedrijven waarvan vergunning/melding voldoet aan Besluit huisvesting o Overige bedrijven (bedrijven die gaan stoppen en voldoen aan de stoppersregeling en bedrijven die gestopt zijn)
360
360
360
360
135
140
145
145
160
150
145
145
65
70
70
70
Toelichting: Om de ammoniakemissie bij veehouderijen te beperken worden in het besluit huisvesting eisen gesteld aan de toegepaste stalsystemen. IPPC bedrijven (grote veehouderijen) moeten per direct voldoen aan de normen van het Besluit huisvesting. Voor de overige veehouderijen kent het Besluit huisvesting overgangstermijnen waarbinnen stallen moeten zijn aangepast. Daarnaast is er een zogenaamde stoppersregeling voor de bedrijven die met beperkte maatregelen uiterlijk tot 2020 in werking mogen blijven. Van de gemeente wordt verwacht dat zij tijdig de hiervoor benodigde vergunningen of meldingen beoordeelt. De indicator laat zien wat de voortgang is van het Besluit huisvesting. Huishoudelijk afval 3E Bevorderen van producthergebruik + scheiding huishoudelijk afval. Indicator: • kilogram ongescheiden restafval per inwoner 3F Minimaliseren afvalstoffenheffing (gemiddeld samengesteld tarief). Indicator: • Gemeente Venray (in euro) Toelichting: De Afvalstoffenheffing is een kostendekkend tarief. Openbare verlichting 3J Verbetering van de verkeersveiligheid en sociale veiligheid door uitbreiding van openbare verlichting. Indicator: • Uitbreiding areaal • Voldoen aan verlichtingsnorm in %
140
120
100
90
177
177
177
177
77,0% 65,5%
76,5% 65%
76,0% 64,5%
75,5% 64%
Beleidsnota’s Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende beleidsnota’s: • Strategische visie Venray 2020 (november 2009) • Collegeprogramma 2010-2014 (2010) • Ontwikkelingsperspectief Venray (2005) • Regionale woonvisie (2012) • Woonvisie Venray (2007) • Kadernotitie Wonen (2011) • Nota Grondbeleid gemeente Venray 2011 33
Programmabegroting 2013
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (2006, inclusief latere aanvullingen) Woningbehoefte onderzoek (2010) Bouwtoetsingsbeleid (2005) herziening in 2012 Beleidskader mantelzorg (2010) Economische Visie (2008-2020) Nota Ruimtelijke kwaliteit Venray (2010) herziening in 2012 Integrale gebiedsvisie (Dorpsontwikkelingsplan) Oostrum (2007) Integrale gebiedsvisie (Wijkontwikkelingsplan) Centrum (2007), Brukske (2007), Landweert (2009) Centrum West (2009) en Centrum Oost (2011) Structuurvisie Dorpsontwikkelingsplan Oirlo (2009), Vredepeel, Leunen, Ysselsteyn, Castenray, Heide, Veulen, Merselo en Smakt (2010) en Geijsteren, Wanssum en Blitterswijck (2011) Singelvisie (2007) Reconstructieplan (2005) Gebiedsprogramma 2007-2013 Venray Meerlo-Wanssum (2007) Beleidskader huisvesting buitenlandse werknemers Venray (2011) Beeldkwaliteitsplan “Buitengebied Venray 2010” Ruimtelijk KwaliteitsKader Buitengebied Venray 2010” Structuurvisie bijdrage Ruimtelijke Ontwikkeling 2011 Visie “Wüsterveld, opvallend vernieuwend”2011 Milieubeleidsplan 2003-2007 (2003) Energiestrategie Beesel – Venlo - Venray (2012) Geurverordening veehouderij (2011) Functieklassenkaart (2011) Bodemkwaliteitskaarten voor grondverzet (2011) Reclamebeleid (2010) Gemeentelijk afvalstoffenplan 2005-2012 (in concept: Kadernota Afvalbeleid 2013-2025) Gemeentelijk Rioleringsplan 2005-2015 (vastgesteld in 2005, geactualiseerd in 2009) Venray’s Verkeers- en vervoersplan (VVVP) (vastgesteld 2007, incl. planning deelonderzoeken) Visie Wegenstructuur en wegcategorisering (vastgesteld in 2008, inclusief uitvoeringsprogramma) Beleidsplan openbare verlichting (2004) Beleidsplan wegen 2011-2015 (vastgesteld in 2011) Beheerplan gemeentebossen Venray (2009 – 2020) Beheerplan landschap 2005–2012 Plan zorg voor natuur en landschap 2006-2016 Speelruimteplan (2008) Groenstructuurplan (2005) en daaruit voortvloeiend groenbeheerplan (2011) Parkeerbeleidsplan 2011-2020 (2011) Regionale mobiliteitsvisie (2011)
3.2 Wat gaan we daarvoor doen? In deze paragraaf worden de speerpunten uit het Collegeprogramma 2010-2014 en de beleidswijzigingen uit de Voorjaarsnota 2012 gericht op het realiseren van de gewenste effecten toegelicht. Product Activiteit / prestaties Ruimtelijke Ontwikkeling • Actualiseren bestemmingsplan buitengebied Wanssum, Geijsteren en Blitterswijck • Opstellen partiële herziening bestemmingsplan buitengebied (veegplan) • Uitvoeren van ambities en doelen uit het gebiedsprogramma 2007-2013 van de gebiedscommissie Venray Meerlo-Wanssum in het kader van het reconstructieplan Noord- en Midden Limburg (o.a. project Loobeekdal en “Heidsche Peel”). • Uitvoering plan van aanpak regulier onderhoud bestemmingsplannen (in 2013 primaire focus op de actualisatie en digitalisering van bestemmingsplannen van voor 1 juli 2013) Volkshuisvesting • Faciliteren en coördineren van het aanbieden van goede huisvesting voor arbeidsmigranten. We zijn hiervoor afhankelijk van derden en hun verzoek tot legalisatie. Huishoudelijk afval • Uitvoeren actiepunten in uitvoeringsprogramma van kadernota Afvalbeleid Milieu • Uitvoeringsprogramma beleidskader energie en klimaat
Effect 3A, 3B, 3D
3A, 3B, 3C, 3D
3E, 3F 3G
34
Programmabegroting 2013
Product Activiteit / prestaties Wegen, straten en pleinen • Directe woonomgeving Brukske gefaseerd herinrichten • Aanpassen berekeningsmethode van het cyclisch onderhoud van de wegen Openbare verlichting • Uitvoeren van minimaal onderhoud om de verkeersveiligheid en sociale veiligheid binnen de bestaande middelen zo goed mogelijk te waarborgen. • Uitvoeren huidig beleidsplan Openbare verlichting en voorbereiden uitvoeren pilot op het gebied van innovatie ter voorbereiding van een nieuw beleidsplan. Natuurbeheer • Opstellen visie op bos- en natuurbeheer voor beheer van de bossen vanaf 1 januari 2014. Huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater • Voordelen als gevolg van relinen in plaats van renovatie onderzoeken • Gezamenlijke verdieping GRP (regionaal)
Effect
3J
Algemeen
3L
3.3 Wat mag het kosten? a. Totaaloverzicht van baten en lasten
Totaal lasten Totaal baten Saldo
REKENING 2011 24.006 12.646 11.360
BEGROTING 2012 27.216 14.134 13.082
BEGROTING 2013 24.313 13.114 11.199
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016 24.041 24.173 24.127 13.400 13.487 13.660 10.641 10.686 10.467
b. Stortingen en onttrekkingen reserves REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Algemene reserve Egalisatie riolering Parkeren MW Onderhoud industriehaven Bovenwijkse werken Ruimtelijke ontwikkelingen Totaal stortingen
199 217 80 80 103 56 734
0 267 32 80 98 76 552
0 457 0 80 0 0 537
0 715 0 80 0 0 795
0 879 0 80 0 0 958
0 1.055 0 80 0 0 1.135
Algemene reserve Egalisatie riolering Parkeren Bouwen Wet maatschappelijke ondersteuning MW Onderhoud industriehaven Bovenwijkse werken Totaal onttrekkingen
302 0 0 139 75 132 89 738
882 7 454 0 0 583 0 1.927
149 10 424 0 0 3 0 586
0 36 291 0 0 3 0 329
0 35 195 0 0 3 0 233
0 34 203 0 0 3 0 240
-4
-1.376
-49
466
725
895
Saldo programma 3
c.
Opgenomen bedragen vanuit het Meerjarig Uitgaven InvesteringsProgramma 2013 Investering
Mgr. Goumansplein* Bijdragen derden* Gemeentelijk rioleringsplan Bijdrage egalisatiereserve riolering PIW: herinrichting wegen PIW: verkeersmaatregelen Vervangen speeltoestellen Totaal
0 0 374 0 140 589 149 1.252
2013 172 -115 9 -9 4 15 4 79
Exploitatielasten 2014 2015 0 0 0 0 32 28 -32 -28 12 12 66 114 22 21 101 147
2016 0 0 24 -24 12 161 21 193
Bovenstaande cijfers zijn inclusief de kosten voor reguliere uren die al gedekt zijn via de algemene dienst.
*De MUIP-aanvraag van het Goumansplein is budgettair neutraal. De cijfers tonen echter een saldo van € 57.000. Dit komt doordat de reguliere uren al gedekt zijn en hiervoor geen bijdrage wordt 35
Programmabegroting 2013
ontvangen. Voor een nadere toelichting op de belangrijkste investeringen verwijzen we naar paragraaf I “Investeringen en majeure projecten”.
d. Bezuinigingsvoorstellen verwerkt in de begroting nr. 5.1 5.2 5.3 5.5a 5.6a 5.7 5.8 5.12 5.13 6.4 6.6 7.7 Totaal
omschrijving elementen verhardingen asfaltwegen buitengebied onkruidbestrijding verharding afvaldump OMOP ledigen afvalbakken openbare ruimte watergerelateerd odh riolering bdgt bewonersinitiatieven VVVP Themabudget verkeer VVVP Projectenlijst (herprioritering) verkoop groen- en reststroken verlagen odh bestemmingsplannen verzekeringen
2013 -41 -15 -36 -36 -158 -39 -10 -5 -13 -45 0 -3 -400
Exploitatielasten 2014 2015 -41 0 -15 -16 -36 -36 -36 -37 -158 -162 -38 -38 -10 -10 -18 -17 -47 -46 -54 -19 0 -24 -3 -3 -456 -409
2016 0 -16 -37 -38 -165 -39 -10 -17 -45 -19 -25 -3 -415
De nummers van de bezuinigingen sluiten aan bij de oplegnotitie d.d. 22 augustus 2012. Als gevolg van administratief-technische verwerking kunnen kleine verschillen voorkomen tussen in de oplegnotitie opgenomen (geraamde) bedragen en werkelijk in de begroting doorgevoerde bezuinigingen. 5.1 Besparen op onderhoud wegen met elementenverharding Het herbestraten van wegen met klinkers zoveel mogelijk uitstellen en alleen uitvoeren als dit noodzakelijk is. We moeten rekening houden met mogelijke toename van meldingen en/of claims. 5.2 Afstoten asfaltwegen in buitengebied In het buitengebied circa 10 km weg benoemen die niet veel wordt gebruikt, deze afsluiten voor doorgaand verkeer (alleen bestemmingsverkeer) en geen onderhoud meer plegen. Om milieuschade te voorkomen zullen deze wegen op de lange termijn (25 jaar) moeten worden opgeruimd. De gemeente behoudt de verplichting de wegen gangbaar de houden voor bestemmingsverkeer. 5.3 Chemische i.p.v. mechanische onkruidbestrijding op verharding Chemische bestrijding is goedkoper dan de nu nog gehanteerde mechanische bestrijding, maar wordt naar verwachting op termijn (c.a. 5 jaar) verboden. Omdat de werkzaamheden nu in een bestek zijn vastgelegd, betekent dit een bestekswijziging waarbij de aannemer recht heeft op 10 % over het minderwerk. Dit is reeds verrekend in de bezuinigingen voor 2013 en 2014. Als het verbod in de toekomst uiteindelijk wordt ingevoerd levert dit een extra kostenpost op van € 28.700 per jaar (ten opzichte van het huidige bestek, dus zonder doorgevoerde bezuiniging). 5.5a Kosten afvaldump verrekenen in afvaltarief Het opruimen van afvaldump is nu uitbesteed aan de NLW. De kosten ad € 36.000 vanuit de begroting voor reiniging openbare ruimte, overhevelen naar de afvalstoffenheffing betekent een tariefstijging van € 2. 5.6a Doorberekenen kosten onderhoud groen en kosten afvalbakken in afvaltarief Het ledigen van afvalbakken is nu uitbesteed aan de NLW. De kosten ad € 158.000 vanuit de begroting voor reiniging openbare ruimte, overhevelen naar de afvalstoffenheffing betekent tariefstijging van € 9. 5.7 Doorberekenen water gerelateerde onderhoudskosten in rioolheffing Water gerelateerde onderhoudskosten komen voort uit het maaien van natte sloten buiten de bebouwde kom en het maaien van Wadi’s en greppels binnen de bebouwde kom. Deze onderhoudskosten worden overgeheveld van de algemene middelen naar het budget riolering. Het gevolg is een verhoging van de rioolheffing.
36
Programmabegroting 2013
5.8 Opheffen budget bewonersinitiatieven openbare ruimte Budget voor het leveren van een financiële bijdrage aan bewonersinitiatieven in de openbare ruimte wordt met 25% verlaagd. Een budget voor begeleiding van bewonersinitiatieven vanuit gemeente blijft noodzakelijk om zelfsturing te stimuleren. 5.12 Bezuiniging themabudget verkeer(MUIP) Dit budget wordt ingezet voor een proactieve uitvoering van verkeersbeleid en voor maatregelen in reactie op klachten, meldingen en niet voorziene omstandigheden. Het betreft kleinschalige maatregelen van maximaal € 50.000 per maatregel. van de oorspronkelijke € 250.000 blijft € 50.000 gehandhaafd. Naast het voordeel dat deze bezuiniging in dit programma oplevert, werkt dit voorstel ook door in programma 6 met een voordeel van € 5.000 (2014) oplopend tot € 40.000 (2016). 5.13 Bezuiniging projectenlijst verkeer (MUIP) De projectenlijst verkeer is samengesteld uit de grotere verkeersprojecten (minimaal €50.000) en is gericht op het verbeteren van de verkeersafwikkeling, de verkeersveiligheid en/of de verkeersleef-baarheid. De aanvraag wordt aangepast naar investeringsbedrag van € 500.000, zodat jaarlijks één groot project gerealiseerd kan worden gerealiseerd. Naast het voordeel dat deze bezuiniging in dit programma oplevert, werkt dit voorstel ook door in programma 6 met een voordeel van € 38.000 (2014) oplopend tot ruim € 300.000 (2016). 6.4 Verkoop groen- en reststroken Het verkopen van meer groenstroken levert naast opbrengsten een besparing in beheerkosten op en kan eventueel ook zorgen voor een hogere WOZ (marginaal). Door criteria bij de beoordeling of groen- en reststroken in aanmerking komen voor verkoop te versoepelen zou meer grond verkocht kunnen worden. Ook verlaging van de grondprijs kan leiden tot meer verkoop (ondanks lagere opbrengst). 6.6 Verlagen budget regulier onderhoud bestemmingsplannen Tot 2015 is het niet mogelijk om het budget te verlagen omdat gemeenten voor die tijd moeten voldoen aan de wettelijke verplichting om vóór 1 juli 2013 oudere bestemmingsplannen actueel en digitaal te hebben. Daarnaast moeten in 2013 en 2014 de bestemmingsplannen voor de kerkdorpen worden geactualiseerd. Bij het benoemen van personele bezuinigingen is met deze ontwikkeling al rekening gehouden (o.a. door het vervallen van de functie stedenbouwkundig tekenaar en op termijn terugbrengen van formatie voor juristen/planologen). 7.7 Verzekeringen De feitelijke premies zijn lager vastgesteld.
37
Programmabegroting 2013
38
Programmabegroting 2013
Programma 4 Venray economisch actief Doelstelling programma: Venray zet in op versterking van de regionale samenwerking, bevordert de beschikbaarheid van kennis op alle opleidingsniveaus en legt de nadruk op de kwaliteit en duurzaamheid. Lokale schets Ontwikkeling bedrijvigheid en detailhandel • Het creëren van voldoende en gedifferentieerde werkgelegenheid die aansluit op het (stijgende) opleidingsniveau van de beroepsbevolking is van enorm belang voor een gezonde economische structuur. Hiervoor is ons doel om te zorgen voor een voldoende gedifferentieerd aanbod van goed bereikbare bedrijventerreinen, en het aantrekken van gedifferentieerde hoogwaardige bedrijvigheid. We zetten niet alleen in op de nieuwe terreinen maar vooral ook op herstructurering van de bestaande terreinen. • Gegeven de ontwikkeling naar een kennisintensieve samenleving is het behouden en eventueel aantrekken van voldoende gekwalificeerd personeel noodzakelijk. Bij de activiteiten in dit kader wordt nadrukkelijk het economisch beleid gekoppeld aan de beleidsterreinen arbeidsmarkt en onderwijs/ kennisontwikkeling. Daarnaast wordt hiervoor de samenwerking in de Regio Venlo gezocht (zie ook programma 1 Venray laat je leven). • Het MKB is de motor van de lokale economie. Wij willen het lokale bedrijfsleven de ruimte bieden om zich te ontwikkelen. Voorts stimuleren we startende bedrijven. • Niet alleen in de stad, maar ook op het platteland worden vernieuwende initiatieven gestimuleerd. Daarbij zetten we o.a. in op verruiming van de mogelijkheden die de plattelandseconomie bevorderen. Specifiek ter versterking van de economische positie van de agribusiness richten wij ons op de vernieuwing en transitie van deze sector. Wij steunen in dat kader innovatieve projecten en zoeken daarbij nadrukkelijk de (Eu)regionale samenwerking. • Wij zetten in op versterking van onze winkelgebieden: de Venrayse binnenstad, de dorp- en wijkwinkelcentra en PDV locatie De Brier, en op het voorkomen van leegstand door promotie en acquisitie en indien nodig herbestemming. De verschillende winkelgebieden vullen elkaar aan en ieder gebied heeft zijn eigen functie (funshoppen vs. runshoppen) en uitstraling. Verdieping en verbreding van Onderwijs(faciliteiten) •
•
Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten is een belangrijk item, om er mede voor zorg te dragen dat jongeren voldoende gekwalificeerd de arbeidsmarkt opgaan. Wettelijk criterium hierbij is de zogeheten startkwalificatie, wat inhoudt een diploma op minimaal HAVO, VWO, MBO niveau 2. Samenwerking vanuit een gezamenlijke verantwoordelijk tussen gemeenten en onderwijs is hierbij essentieel. Voor het behalen van een verdere afname (landelijk van 35.000 naar 25.000) van het aantal voortijdig schoolverlaters hebben alle gemeenten in de RMC-regio 38 (Noord en Midden Limburg) een convenant 2012-2015 afgesloten met de scholen voor voortgezeten middelbaar beroepsonderwijs en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Binnen het convenant worden jaarlijks afspraken gemaakt tussen Ministerie, onderwijs en gemeenten over de inzet van de programmagelden t.b.v. de programmalijnen “in school - tussen school -buiten school”. In 2011 heeft de gemeenteraad haar beleid op het peuterspeelzaalwerk vastgesteld, Directe aanleiding vormde de nieuwe wetgeving (de ‘wet Oke’ en de uitbreiding van de wet kinderopvang met kwaliteitseisen voor het peuterspeelzaalwerk) en diverse landelijke beleidsregels waarin de kwaliteitseisen voor het werk zijn vastgelegd. Met het nieuwe rijksbeleid worden de kwaliteitseisen van kinderopvang en peuterspeelzalen grotendeels gelijkgetrokken (‘geharmoniseerd’). Dit draagt bij aan gelijke kansen voor kinderen. De wetgeving geeft kaders aan waarbinnen gemeenten hun eigen beleidskeuzes kunnen maken. Het peuterspeelzaalwerk beoogt een ‘vroege’ bijdrage te leveren aan het jeugdbeleid. Venray heeft gekozen voor een laagdrempelig aanbod waarin peuters gerichte mogelijkheden krijgen aangeboden om zich te ontwikkelen. De leidsters hebben tevens de taak om eventuele ontwikkelingsachterstanden te signaleren en hierover contact op te nemen met de ouders en eventueel de GGD (Jeugdgezondheidszorg). Het peuterspeelzaalwerk is een belangrijke partner in de ontwikkeling van integrale kindcentra. Met het beleidsplan is ook een nieuwe 39
Programmabegroting 2013
•
subsidiesystematiek vastgesteld. Inmiddels heeft een eerste evaluatie (over de periode augustus-december 2011) plaatsgevonden. Dit ter check op de inhoudelijke beleidsuitgangspunten en de nieuwe subsidiesystematiek. Uit deze evaluatie bleek dat het beleid ongewijzigd voortgezet kan worden. In het voorjaar van 2013 vindt een tweede evaluatie plaats. Met het peuterspeelzaalwerk wordt circa de helft van alle peuters in de gemeente Venray bereikt (ongeveer 450 kinderen) In 2011 heeft de raad een nieuw beleidsplan voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) vastgesteld voor de periode 2011-2014. VVE is bedoeld voor kinderen van 2 tot 6 jaar, en is gericht op het tegengaan van achterstanden in de Nederlandse taal zodat kinderen ‘gewoon mee kunnen’ in groep 3 van de basisschool. Venray voert sinds 1998 een gericht beleid om onderwijsachterstanden tegen te gaan. In het recente beleidsplan wordt aangesloten op de afgesloten periode, én het bevat nieuwe elementen. Zo is een heldere definitie van de doelgroep opgenomen, zijn de taken van de betrokken organisaties verbreed, en wordt het aanbod voor doelgroepkinderen in de basisscholen uitgebreid. Met Vve worden circa 200 kinderen per jaar bereikt. Vve is onderdeel van het jeugdbeleid.
Synergie in regionaal verband Venray wil de regionale economische ontwikkeling stimuleren door samenwerking en afstemming met gemeenten in de Regio Venlo. Het binnenhalen van de Floriade 2012 is een eerste succes van deze samenwerking. Daarnaast tracht Venray de voordelen te benutten van haar centrale positionering tussen de steden Eindhoven/Helmond, Arnhem/Nijmegen en Venlo. Een goede bereikbaarheid van ondernemingen, zorginstellingen, winkels etc. levert een belangrijke bijdrage aan het goed functioneren van de Venrayse economie. In dat kader is er bijzondere aandacht voor de N270, de wegverbinding tussen de Regio Eindhoven/Helmond en de oostkant van de Maas die door onze gemeente loopt. Ook het verbeteren van de positie, het functioneren en de bereikbaarheid van de Wanssumse Haven voor het Venrayse bedrijfsleven heeft actieve aandacht. Hierbij wordt nadrukkelijk ook in regionaal en euregionaal verband afstemming en samenwerking gezocht. De ontwikkeling van de Haven is mogelijk geworden door de Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum, waarin een rondweg is opgenomen. Deze rondweg is een randvoorwaarde als ontsluiting voor de Haven en het naastgelegen industriegebied (zie ook paragraaf I Investeringen en majeure projecten, Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum) Toerisme en recreatie • Een belangrijke toeristische trekker is het centrum van Venray dat een breed scala aan voorzieningen (winkels, horeca, evenementen en sociaal-culturele instellingen) biedt. Wij zetten in op de verdere versterking van deze activiteiten in het centrum. Daarnaast stimuleren wij ook de bedrijvigheid op het gebied van toerisme en recreatie in het buitengebied • Wij richten ons op de verbetering van de recreatieve routestructuren en de ontwikkeling van arrangementen. Dit in samenspraak met het Toeristisch Recreatieve Platform Venray. Met betrekking tot algemene promotie van dit gebied werken we ook samen met onze buurgemeenten in de Stichting Promotie Noord-Limburg (SPNL). Wij zetten in op een uiteindelijke samensmelting van SPNL met de Stichting Toerisme Noord-Limburg (de beheerder van de VVV winkels). Effectuering daarvan richt zich op 1 januari 2013 voor een periode van 4 jaar.
40
Programmabegroting 2013
4.1 Wat willen we bereiken? Effecten Uit de lokale schets worden de volgende effecten gedefinieerd: Effecten
Verdieping en verbreding van onderwijs(faciliteiten) 4A Op de behoefte afgestemd onderwijsaanbod voor kinderen: Indicator: Aantal kinderen peuterspeelzaalwerk • • Aantal kinderen voor- en vroegschoolse educatie • Aantal kinderen woonachtig binnen de gemeente Venray dat buiten Venray onderwijs volgt (excl. Smakt): o Speciaal onderwijs (4- circa 12 jaar) cluster 1 t/m 4 o Speciaal basisonderwijs (SBO scholen) o Speciaal voortgezet onderwijs o Islamitische school o Leerweg ondersteunend onderwijs o Bovenschoolse Zorgvoorziening (erg fluctuerend)
Begro ting 2013
Begro ting 2014
Begro ting 2015
Begro ting 2016
457 100
457 100
457 100
457 100
90 37 99 24 30 9
90 37 99 24 30 9
90 37 99 24 30 9
90 37 99 24 30 9
Toelichting speciaal onderwijs: Het betreft hier scholen o.a. voor kinderen met (lichamelijke) beperkingen, leer- en gedragsproblemen, etc. Het aantal kinderen is verspreid over meerdere scholen buiten Venray. In bovenstaande aantallen is geen rekening gehouden met eventuele realisatie van een nevenvestiging voor speciaal onderwijs. 4B
Bevorderen aansluiting van beroepsonderwijs bij arbeidsmarkt: Indicator: • Aantal werkloze jongeren (< 23 jaar) ingeschreven bij UWV Werkbedrijf 4C Betere onderwijskansen voor (jonge) mensen Indicator: % Herplaatsing in opleiding na RMC-traject Ontwikkeling bedrijvigheid/detailhandel 4D Voldoende uitgeefbare bedrijventerreinen hebben. Indicator: Aantal uitgeefbare ha bedrijventerrein per jaar tot de • beschikking hebben (bij gemeente of particulieren) • Beschikking hebben over een gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen (in ha): o 6 voor MKB o 3 grootschalige terreinen o 1 industriehaven • Aantal uitgegeven ha bedrijventerrein per jaar (incl. particuliere verkoop) • Uitbreiding haven Wanssum (ha)
75
50
45
40
50%
50%
50%
50%
41,2
35,2
45,7
39,2
17,8 23,4 0,0
16,3 18,9 0,0
15,8 15,4 14,5
15,3 11,9 12,0
6
6
6 2,5
6 2,5
Toelichting: enkele terreinen zijn deels in particulier eigendom. Hierdoor sluit de verkoop niet aan bij de verkoop van gemeentegrond. 6 voor MKB: De Hulst 1+2, Keizersveld, de Brier, bedrijventerrein Ysselsteyn, Vennendreef 3 grootschalige terreinen: Smakterheide 1+2, de Blakt Uitgifte van grond bij de haven wordt verwacht vanaf 2015 (per jaar 2,5 ha. ) De netto-uitbreiding bedraagt 17 ha. 4E
Versterken van de lokale economische structuur en bevorderen van de economische groei Indicator: • Aantal werkzame personen in de speerpunt sectoren(totaal): o Agribusiness o Industrie o Logistiek o Toerisme en recreatie (incl. horeca) o Zorg o Overige sectoren* • Terugdringen leegstand winkels in het centrum (aantal panden)
26.350 1.950 4.675 4.100 2.160 4.500 8.965 20
26.450 1.925 4.650 4.150 2.170 4.525 9.030 18
26.550 1.900 4.650 4.200 2.180 4.550 9.070 16
26.550 1.875 4.625 4.250 2.200 4.550 9.050 16
Toelichting: Met de indicator, aantal werkzame personen in de speerpunt sectoren kunnen we zichtbaar maken of de werkgelegenheid aantrekt en of dit gebeurt in de sectoren die wij zouden wensen. Gegevens komen voort uit de E,til vestigingenregister Limburg. De cijfers worden aan het eind van het jaar bekend gemaakt met als peildatum april van het betreffende jaar. * De overige sectoren betreft: delfstoffenwinning, bouw, reparatiebedrijven, zakelijke dienstverlening, openbaar bestuur, onderwijs en overige dienstverlening
41
Programmabegroting 2013
Effecten
Begro Begro Begro Begro ting ting ting ting 2013 2014 2015 2016 Naar verwachting zal de werkgelegenheid zich de komende jaren langzaam herstellen en een beperkte groei vertonen. Daarbij zien we tevens een verschuiving optreden, waarbij de dienstverlenende sectoren aan belang winnen te koste van de agrarische en industriële sector. Begin 2012 staan ruim 20 winkelpanden geheel of gedeeltelijk leeg in het centrum van Venray, tendens stijgend. Door gerichte maatregelen (promotie en acquisitie, stimuleren tijdelijke functies en indien nodig herbestemming) wordt getracht de leegstand geleidelijk terug te dringen. 4F
Hoogwaardig opgeleide personen behouden en aantrekken voor de lokale bedrijvigheid. Indicator: • Opleidingsniveau beroepsbevolking rayon Venray • Max. VMBO • Havo / MBO • HBO / WO
26.5% 47,1% 26,4%
26,0% 47,4% 26,6%
25,5% 47,7% 26,8%
25,0% 47,9% 27,1%
Toelichting: Deze informatie is te vinden in de regionale arbeidsmarkt Limburg. Het betreft hier het opleidingsniveau van de inwoners in het rayon Venray (Venray, Horst aan de Maas en Bergen). Synergie in regionaal verband 4G Versterken regionale positie Indicator: • Positie op ranglijst nationale logistieke hotspots
1
1
1
1
Toelichting: jaarlijks wordt er een landelijke ranglijst van meest aantrekkelijke logistieke regio’s opgesteld. Na 2 eerste plaatsen in 2010 en 2011 eindigde de regio Venlo-Venray in 2012 op de tweede plaats. Het is de ambitie om de toppositie te heroveren. Toerisme en recreatie 4H Aantrekkelijk en gevarieerd toeristisch product aanbieden Indicator: • Aantal overnachtingen (bron toeristenbelasting)* • Aantal bezoekers per week in het winkelcentrum Venray
410.000 55.000
454.000 56.000
454.000 57.000
454.000 57.500
Toelichting: Voor het aantal overnachtingen vanaf 2013 zijn we uitgegaan van de voorlopige aantal overnachtingen 2012 voor zover bekend voor de aanslagen 2012,verhoogd met het aantal overnachtingen in het labourhotel. In 2011 lag het gemiddelde aantal bezoekers per week op 52.500.
Beleidsnota’s Het beleid voor dit programma ligt vast in algemene wettelijke bepalingen en is voor Venray specifiek vertaald in de nota’s: • Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs 2012-2021 (in 2012 vast te stellen door de raad) • Beleidsplan Onderwijskansen in de gemeente Venray 2011-2014 (2011) • Peuterspeelzaalwerk in Venray, beleid voor de jaren 2011-2014 (2011) • Overeenkomst tot doordecentralisatie buitenonderhoud huisvesting PO met SPOV (2009) • Convenant doordecentralisatie VO (1999) • Verordening voorzieningen huisvesting Onderwijs Gemeente Venray 2011 (2010)) • Economische Visie gemeente Venray (2008-2020) • Kadernota Toerisme en recreatie (2010) • Strategische visie Venray 2020 (november 2009) • Venray Veilig Vooruit Collegeprogramma 2010-2014 • Nota Grondbeleid gemeente Venray 2011, inclusief uitvoeringsprogramma • Herziening Detailhandelsbeleid Venray (2005) • Herziening POL (Provinciaal Omgevingsplan Limburg) (2009) • Regio in Balans, Strategische Visie Regio Venlo (2012) • Euregio Rijn Maas Noord Visie 2007-2013 • Convenant VSV 2012-2015 (2012) • Regionale mobiliteitsvisie (2011) • Toekomstvisie Haven Wanssum (2011)
42
Programmabegroting 2013
4.2 Wat gaan we daarvoor doen? In deze paragraaf gaan we kort in op speerpunten uit het collegeprogramma 2010-2014 die wij met betrekking tot dit programma uitvoeren of gaan uitvoeren om de gewenste effecten te bereiken. Product Activiteiten /prestaties Basisonderwijs huisvesting • Uitvoeren Integraal Huisvestingsplan 2012-2021 (binnen bezuinigingsopdracht) Lokaal onderwijsbeleid en economische ontwikkeling • Uitvoering Convenant en programma-aanvraag VSV 2012-2015 • Vorm geven passend onderwijs Economische ontwikkeling • Uitvoering MKB-Actieplan. Hierin is een aantal acties opgenomen om de dienstverlening richting ondernemers te verbeteren, waaronder de realisatie van een digitaal bedrijvenloket, instellen van werkgroepen en klankbordgroepen en structurering van de bedrijfsbezoeken. • I.o.m. regiogemeenten verdere voorstellen maken voor verbetering regionale samenwerking in Regio Venlo en Greenport • Meewerken in het onderzoek naar haalbaarheid deelname DCGV/Klavertje Vier • Uitvoering Visie N 270 / via Venray met als activiteiten: • concrete projecten uitvoeren. • Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum/toekomstvisie Haven Wanssum • Voorontwerp PIP laten aansluiten op de bestemmingsplannen • Ontwerp rondweg met het aansluitende wegennet gereed maken • Herstructurering/revitalisering bedrijventerreinen • Uitvoering herziene Detailhandelsnota/Actieplan Venray Centrum Bloeit • I.o.m. regiogemeenten onderzoeken mogelijkheden regionaal acquisitie- en uitgiftebeleid • In RMO-verband onderzoeken haalbaarheid vrachtwagenparkeervoorziening Toerisme en recreatie • Investeren en faciliteren in de Toeristische en recreatieve sector met als uitgangspunt: - toename van de werkgelegenheid in de sector met 3% per jaar - toename van het aantal toeristen en recreanten van 3% per jaar
•
Effect
4B 4D, 4E, 4F, 4G, 4H
4H
Uitvoering geven aan de toeristische agenda, in de vorm van onderstaande projecten: • Verknoping wandelroutes in het buitengebied • Schaopsknikkers (cult.) fietsroute • Kwaliteitsimpuls Fietsinfrastructuur, m.n. langs de Maas • Grenspalenproject Land van Kessel-Land van Cuijk (ic de Historische Platforms in de regio)
Bouwgrondexploitaties • Woningbouwproductie van 40 tot 50 woningen per jaar (verkoop kavels) voor de gemeentelijke grondexploitaties. De totale behoefte is 125 woningen per jaar (dat is inclusief particuliere woningbouw zie programma 3). • Uitgifte van 6 ha industriegrond per jaar • Revitaliseringsproject de Hulst 1. • Zie verdere toelichtingen in de paragraaf G.
4.3 Wat mag het kosten? a. Totaaloverzicht van baten en lasten
Totaal lasten Totaal baten Saldo
REKENING 2011 33.066 22.690 10.376
BEGROTING 2012 31.707 27.366 4.342
BEGROTING 2013 27.163 20.452 6.712
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016 28.483 30.345 26.128 22.095 24.075 20.125 6.389 6.270 6.002
43
Programmabegroting 2013
b. Stortingen en onttrekkingen reserves REKENING 2011 Algemene reserve MW Onderhoud jachthaven/zandvang Algemene risicoreserve grondbedrijf Bovenwijkse werken Ruimtelijke ontwikkelingen Totaal stortingen Algemene reserve overheveling restant exploitatiebudg. MW het nieuwe wanssum - oude maasarm MW Onderhoud industriehaven MW Onderhoud jachthaven/zandvang Algemene risicoreserve grondbedrijf Totaal onttrekkingen Saldo programma 4
c.
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
0 12 719 203 34 968
46 12 2.349 283 409 3.100
0 12 937 210 184 1.343
0 12 809 234 182 1.238
0 12 1.105 238 188 1.543
0 12 1.461 234 101 1.808
183 131 0 0 32 5.447 5.794
552 0 180 72 3 359 1.165
1.067 0 0 0 3 537 1.606
533 0 0 0 3 509 1.045
500 0 0 0 3 517 1.019
500 0 0 0 3 429 931
-4.826
1.935
-263
193
524
877
Opgenomen bedragen vanuit het Meerjarig Uitgaven InvesteringsProgramma 2013 Investering
Integraal HuisvestingsPlan (IHP) Bouwgrondexploitatie uitgaven Bouwgrondexploitatie inkomsten Bouwgrondexploitatie afname boekwaarde grondbedrijf Totaal
2.524 0 0 0 2.524
Exploitatielasten 2013 2014 2015 2016 28 94 161 176 6.951 7.627 8.128 7.255 -11.612 -10.991 -13.507 -10.999 4.661 3.364 5.379 3.744 28 94 161 176
Bovenstaande cijfers zijn inclusief de kosten voor reguliere uren die al gedekt zijn via de algemene dienst.
Voor een nadere toelichting op de belangrijkste investeringen verwijzen we naar paragraaf I “Investeringen en majeure projecten”.
d. Bezuinigingsvoorstellen verwerkt in de begroting nr. 2.5 2.6 7.7 7.8 Totaal
omschrijving IHP getemporiseerd subs BCO onderwijsadvies verzekeringen MUIP Brukske
2013 -50 -43 -30 0 -122
Exploitatielasten 2014 2015 -108 -20 -104 -104 -30 -30 0 -40 -242 -194
2016 3 -106 -31 -41 -175
De nummers van de bezuinigingen sluiten aan bij de oplegnotitie d.d. 22 augustus 2012. Als gevolg van administratief-technische verwerking kunnen kleine verschillen voorkomen tussen in de opleg-notitie opgenomen (geraamde) bedragen en werkelijk in de begroting doorgevoerde bezuinigingen. 2.5 Temporiseren Integraal Huisvestingsplan (MUIP) De investeringen in de MUIP-aanvraag worden getemporiseerd: • Renovatie/nieuwbouw van de Toverbal gaat naar 2014 • Budget ter bestrijding leegstandskosten niet in één keer beschikbaar stellen in 2013 maar uitsmeren over de jaren 2013 en 2015. • Investeringen “frisse scholen” verder uitsmeren, naar 4 i.p.v. 3 tranches. Naast het voordeel dat deze bezuiniging in dit programma oplevert, werkt dit voorstel ook door in programma 6 met een voordeel van € 4.000 (2014) oplopend tot € 20.000 (2016). 2.6 Bezuiniging subsidie BCO onderwijsadvies De subsidiebijdrage BCO heeft tot doel de medefinanciering van het basispakket leerlingenzorg. De gemeente heeft geen verplichting m.b.t. het in stand houden van de instelling. Aan het college 44
Programmabegroting 2013
wordt medio 2012 een voorstel voorgelegd waarin gemeentelijke verantwoordelijkheden i.r.t. de consequenties van bezuiniging in beeld worden gebracht. 7.7 Verlagen budgetten verzekeringen De feitelijke premies voor verzekeringen zijn inmiddels lager vastgesteld. 7.8 Exploitatiebijdrage Brukse Het besluit is genomen om de exploitatielasten van het MFC-Brukske te maximeren op € 240.000. In de huidige begroting is nog rekening gehouden met een bedrag van € 280.000 aan exploitatielasten. Het verschil kan met ingang van 2015 worden ingeboekt op de bezuinigingen.
45
Programmabegroting 2013
46
Programmabegroting 2013
Programma 5 Venray kijkt over grenzen Doelstelling programma: Venray verbindt zijn identiteit in de regio nadrukkelijk met zijn verleden. Venray stimuleert actief de ontwikkeling van een visie op de regio. Daarbij zijn samenwerking, gelijkwaardigheid en partnerschap van alle gemeenten in deze regio kernbegrippen. Venray wil samen met de regio Noord-Limburg kansen benutten in de (provincie) grensoverschrijdende regio. Lokale schets Vergroten bestuurskracht door regionale samenwerking De herindeling in Noord-Limburg –van veertien naar acht gemeenten- is achter de rug en heeft geleid tot een sterke vermindering van bestuurlijke drukte. De dynamiek waarin de gemeenten zich bevinden is echter groot, net als de inhoudelijke, organisatorische en financiële uitdagingen waarvoor de gemeenten zich gesteld zien. Een nieuwe heroriëntatie binnen de Noord-Limburgse gemeenten vindt plaats. Samenwerkende gemeenten hebben niet alleen elkaar veel te bieden, maar versterken daarmee ook de Regio Venlo. De regionale afstemming van beleid en projecten verloopt al sinds 2011 via de zogenaamde Regionale Overlegtafels. Daarnaast werken Venray en Venlo met ingang van 2013 samen op het gebied van het Werkplein. Stimuleren van actief burgerschap en zelfsturing De maatschappelijke tendens is dat de burger steeds vaker zelf het initiatief neemt. Het is de uitdaging voor de gemeente om hier goed mee om te gaan; buiten is veel kennis en ervaring voorhanden. In het licht van de veranderende rolverdeling tussen de overheid, haar burgers en het maatschappelijk middenveld stimuleert het college zijn burgers om een meer actieve en initiërende rol te spelen (zie Collegeprogramma 2010-2014). Op het niveau van dorpen en wijken wordt ingespeeld op de kracht van deze gemeenschappen zelf; initiatieven die groepen bewoners zelf opzetten en vervolgens in samenwerking met gemeente, gebiedspartners en dorps- of wijkraad worden gerealiseerd versterken deze kracht. Hieruit kan het proces van Zelfsturing ontstaan: bewoners nemen de regie in handen en bepalen en realiseren wat zij zelf voor hun dorp of wijk belangrijk vinden. De gemeente krijgt hierdoor een andere rol: van ontwikkelaar naar volger, van doener naar ondersteuner. Het is vooral belangrijk om burgerinitiatieven niet over te nemen, maar deze juist te ondersteunen. Zodat het eindresultaat voor alle betrokken partijen meerwaarde heeft. Ook een belangrijk rol van de dorps- en wijkraden kan hierdoor veranderen; van initiatiefnemer/uitvoerder naar communicatieplatform/ondersteuner. Zelfsturende gemeenschappen zijn binnen het Directieplan ‘Ramen en deuren open’ belangrijke aanjagers van de gewenste doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie en dienstverlening. Ter stimulering van het proces van Zelfsturing staat in 2013 voor de eerste maal het Raamkrediet Zelfsturing ter beschikking. De belangrijkste wensen uit de uitvoeringsprogramma’s van de DOPs/WOPs , die door initiatiefnemers zelf worden opgepakt en uitgewerkt, komen tot in 2018 in aanmerking voor financiële ondersteuning. De gemeente hanteert bij de beoordeling van de uitgewerkte plannen een bijzondere wegingsmethodiek. Hieruit blijkt dat de gemeente veel waarde hecht aan draagvlak, bijdrage aan leefbaarheid en duurzaamheid, inzet door de gemeenschap en de aandacht voor demografische ontwikkelingen. Voor gedetailleerde informatie wordt verwezen naar Paragraaf H: Gebiedsgericht Werken Communicatie versterken De gemeente Venray wil op een klantgerichte, vraaggerichte en eigentijdse wijze communiceren, een wijze die aansluit bij onze visie op dienstverlening ‘Venray voorkomt vragen’. De ontwikkelingen op het gebied van vooral digitale communicatie hebben een koerswijziging ingezet. Dienstverlening en interactie met burgers vindt steeds meer op digitale wijze plaats vinden. De vernieuwde website speelt hierbij een belangrijke rol. In de communicatie worden burgers gestimuleerd om digitaal diensten af te nemen waar dit kan. Daarnaast gaan we meer sociale media inzetten. Venray onderhoudt de persoonlijke communicatie waar dat kan. De klant heeft keuzevrijheid in kanaal en daarmee ook in de mate van persoonlijke benadering.
47
Programmabegroting 2013
5.1 Wat willen we bereiken? Effecten Uit de lokale schets worden de volgende effecten gedefinieerd: Effecten
Begro ting 2013
Vergroten bestuurskracht door Regionale samenwerking 5A De samenwerking versterken en daarmee de positie van de regio en Venray in de regio versterken Indicator: • Het aantal samenwerkingsverbanden 8 • Het aantal beleidsterreinen waarop wij 10 samenwerken Stimuleren van actief burgerschap en zelfsturing 5B Stimuleren en promoten van actief burgerschap en zelfsturing via de gebiedsgerichte werkwijze en via het stimuleren van leefbaarheidsinitiatieven Indicator: • Het aantal ingerichte gebiedspanels (structureel) 23 = max. • Gerealiseerde burgerinitiatieven 10 • Gerealiseerde topprioriteiten DOP’s/WOP’s 1 middels Zelfsturing • Aantal betrokken wijkbewoners bij het project 50 Leefbare en veilige buurten per gebied Communicatie versterken 5C Een open en actieve informatie uitwisseling tussen burgers, instellingen, bedrijven en bestuur Indicator: • Aantal werkbezoeken door college 25 • Bekendheid met gemeentepagina in weekblad 80% Peel en Maas • Percentage van deze groep die de pagina leest nooit 5% soms of regelmatig of vaak 95% • Bekendheid met de internetsite van de 90% gemeente Venray • Aantal bezoeken 325.000 1.600.000 • Aantal pageviews (bezochte pagina’s) • Aantal verzonden tweets 150
Begro ting 2014
Begro ting 2015
Begro ting 2016
8 10
8 10
8 10
23 15 3
23 15 2
23 20 2
50
60
75
25 80%
25 80%
25 80%
5% 95% 90%
5% 95% 90%
5% 95% 95%
350.000 1.600.000 200
400.000 1.600.000 200
425.000 1.600.000 200
Toelichting: Er wordt actief ingezet op meer digitale dienstverlening, het aantal bezoekers van de website zal hierdoor stijgen De verwachting is dat het aantal pageviews zal dalen in verband met de betere vindbaarheid op de site.
Beleidsnota’s Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende beleidsnota’s: • Strategische visie Venray 2020 (november 2009) • Collegeprogramma 2010-2014 • Bestuurskrachtmonitor (2007) • Euregio Rijn Maas Noord Visie 2007-2013 • Nota Samen werken aan Partnerschap (2010) • Beleidskader Gebiedsgericht Werken (april 2005) • Integrale gebiedsvisie (Dorpsontwikkelingsplan) Oostrum (2007) • Integrale gebiedsvisie (Wijkontwikkelingsplan) Centrum (2007), Brukske (2007), Landweert (2009) en Centrum West (2009) • Structuurvisie Dorpsontwikkelingsplan Oirlo (2009) • Structuurvisies Dorpsontwikkelingsplan Vredepeel, Leunen, Ysselsteyn, Castenray, Heide, Veulen (2010) • Visiedocument ‘Leefbaarheid 2020’- Routeplanner voor vitale dorpen en wijken – (2010) • Structuurvisies Dorpsontwikkelingsplan Merselo, Geijsteren, Blitterswijck, Wanssum en Wijkontwikkelingsplan Centrum-Oost (2011) • Nota Stimuleren zelfsturing dorpen en wijken (2012) • Structuurvisies Dorpsontwikkelingsplan Smakt-Holthees en Wijkontwikkelingsplan St. Antoniusveld, Veltum, Vlakwater, Brabander en Smakterheide (2012) 48
Programmabegroting 2013
• • • •
Burgerparticipatie (2007) Externe communicatie (2010) Interne communicatie (2010) Strategische Agenda Regio Venlo 2011-2014
5.2 Wat gaan we daarvoor doen? In deze paragraaf worden de speerpunten uit het Collegeprogramma 2010-2014 en de beleidswijzigingen uit de Voorjaarsnota 2012 gericht op het realiseren van de gewenste effecten toegelicht. Product Activiteiten /prestaties Bestuurlijke samenwerking • Uitvoering geven aan de Regiovisie • Bijdrage leveren aan de actualisatie van een visie voor Euregio Rijn-Maas-Noord Communicatie • Uitbreiden digitaal loket (stimuleren digitale dienstverlening) • Doorontwikkeling bestuurlijk informatiesysteem • Inzet sociale media vergroten.
Effect 5A 5A 5C 5C 5C
5.3 Wat mag het kosten? a. Totaaloverzicht van baten en lasten REKENING Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 5.279 197 5.082
BEGROTING
BEGROTING
2012 5.320 121 5.199
2013 5.010 52 4.957
MEERJARENBEGROTING 2014 5.105 53 5.052
2015 4.740 53 4.687
2016 4.660 54 4.606
b. Stortingen en onttrekkingen reserves REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Algemene reserve Totaal stortingen
759 759
753 753
753 753
0 0
0 0
0 0
Algemene reserve Totaal onttrekkingen
200 200
168 168
33 33
0 0
0 0
0 0
Saldo programma 5
559
585
719
0
0
0
c.
Opgenomen bedragen vanuit het Meerjarig Uitgaven InvesteringsProgramma 2013 Investering
Raamkrediet zelfsturing dorpen en wijken Totaal
801 801
2013 20 20
Exploitatielasten 2014 2015 71 70 71 70
2016 68 68
Bovenstaande cijfers zijn inclusief de kosten voor reguliere uren die al gedekt zijn via de algemene dienst.
Voor een nadere toelichting op de belangrijkste investeringen verwijzen we naar paragraaf I “Investeringen en majeure projecten”.
d. Bezuinigingsvoorstellen verwerkt in de begroting omschrijving
7.1 7.3
kst gemeentepagina oogmerk in analoge vorm afschaffen
-38 -8
-38 -8
-39 -8
-40 -8
7.5
rekenkamer
-15
-15
-15
-16
0 -61
0 -61
0 -62
0 -64
7.7 verzekeringen Totaal
2013
Exploitatielasten 2014 2015
nr.
2016
49
Programmabegroting 2013
De nummers van de bezuinigingen sluiten aan bij de oplegnotitie dd 22 augustus 2012. Als gevolg van administratief-technische verwerking kunnen kleine verschillen voorkomen tussen in de oplegnotitie opgenomen (geraamde) bedragen en werkelijk in de begroting doorgevoerde bezuinigingen. 7.1 Beperken publicatiekosten via de gemeentepagina De publicatie beperken tot een halve pagina per week met verwijzing naar verplichte publicaties op de website. Dit past bij de digitale kanaalsturing. 7.3 Oogmerk in analoge vorm afschaffen Relevante personeelsberichten afzonderlijk via intranet/nieuwsbrief publiceren. Concept intranet (need to know) veranderen in een concept waar ook nice to know (berichten oogmerk) een plaats krijgen. Bezuinigen op drukkosten en eventueel uren voor controle en redactie. 7.5 Een “slapende” rekenkamer hanteren De Griffier adviseert om een rekenkamer te behouden met een budget dat teruggebracht wordt met € 15.000 naar € 25.000. De gemeenteraad zal een principieel standpunt moeten innemen over de vraag of Venray een rekenkamerfunctie moet hebben. In de evaluatie van de rekenkamercommissie (eind 2012) moet besluit omtrent het bezuinigingsvoorstel worden meegenomen. 7.7 Verlagen budgetten verzekeringen De feitelijke premies voor verzekeringen zijn inmiddels lager vastgesteld.
50
Programmabegroting 2013
Programma 6 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Doelstelling programma: Het bepalen van de financiële kaders voor bestuurlijke keuzes. Lokale schets Meerjarig materieel evenwicht Elke gemeente is verantwoordelijk voor een reëel en structureel sluitende begroting. Gemeenten moeten in toenemende mate kritisch omgaan met de schaarse middelen. Ons streven is om de financiële ontwikkelingen beheersbaar te houden. Hierbij is budgetdiscipline vanzelfsprekend en worden zodanige keuzes gemaakt dat de inhoudelijke programma’s op het gewenste niveau kunnen worden uitgevoerd. Redelijk niveau belastingdruk Het belastingniveau dient een reële bijdrage te leveren aan de gestelde ambities. Tevens is het streven naar een belastingdruk per meerpersoonshuishouden, dat zoveel mogelijk gelijk aan of onder het gemiddelde van de provincie Limburg ligt. De ontwikkeling van de belastingdruk en overige ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen zijn opgenomen in paragraaf A van deze begroting. Dienstverlening In onze visie op dienstverlening “Venray voorkomt vragen” gaan wij uit van een dienstverlening die de klant centraal stelt. Om hieraan invulling te geven zijn diverse projecten, waaronder de realisatie van een KlantContactCenter, opgenomen in het gemeentelijke informatiebeleidsplan. Informatiebeleidsplan • Zowel landelijk als lokaal beleid maakt het noodzakelijk diverse investeringen te plegen in digitale informatiesystemen, dit beleid is aangemerkt als Operatie NUP, een programma van KING in opdracht van VNG. Dit is de basis voor het informatiebeleidsplan voor de periode 2013/2015. • Het KlantContactCentrum krijgt in 2013 concreet gestalte, hiervoor zullen nog enkele koppelingen met achterliggende systemen en gegevensbronnen gerealiseerd moeten worden. • Digitalisering. In 2013 wordt een extra impuls gegevens om de archieven en dossiers te digitaliseren. • Ondersteunen van de invoering van zaakgericht werken (EVA).
6.1 Wat willen we bereiken? Effecten Uit de lokale schets worden de volgende effecten gedefinieerd: Tabel 6.1: Effecten Effecten
Belastingdruk 6A Bereiken van een redelijk niveau van belastingdruk Indicator: • Gemiddelde belastingdruk / belastingpakket meerpersoonshuishouden Venray
Begro ting 2013
Begro ting 2014
645,98
662,44
Begro ting 2015
685,84
Begrot ing 2016
710,02
Toelichting: bij de berekening is uitgegaan van: - OZB: een waardedaling van 1,5% per jaar en de toepassing van de macronorm van 3% vanaf 2014. - GRP: een jaarlijkse stijging met 5,5% - Afvalheffing: stijging met het inflatie percentage
51
Programmabegroting 2013
Effecten
Begro ting 2013
Begro ting 2014
Begro ting 2015
Begrot ing 2016
5%
5%
5%
5%
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
7,9 7,6 7,5 40
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
8,0 7,8 7,8 30
7,5
n.v.t.
7,8
n.v.t.
40
n.v.t.
30
n.v.t.
Kwaliteit van dienstverlening 6B
Doorgroeien naar een vraaggerichte organisatie Indicator: • Percentage van aantal ingekomen klachten dat leidt tot een beschikking of beslissing • Rapportcijfer, totaal oordeel balie vanuit benchmark • Rapportcijfer, totaal oordeel telefonie vanuit benchmark • Rapportcijfer, totaal oordeel digitaal vanuit benchmark • Ranglijstscore dienstverlening (totaal 69 deelnemers in 2012) • Rapportcijfer, Oordeel dienstverlening aan ondernemers vanuit benchmark ondernemers. • Ranglijstscore dienstverlening ondernemers
Toelichting: Gemeente Venray doet vanaf 2012 mee aan de benchmark publiekszaken en waarstaatjegemeente.nl, die tweejaarlijks gehouden wordt. Met bovenvermelde scores bereikt de gemeente minimaal dezelfde waardering als gemeenten in dezelfde grootteklasse. Verder wordt in het andere jaar, tweejaarlijks de benchmark ondernemers gehouden.
Beleidsnota’s Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende beleidsnota’s: • Verordening op de uitgangspunten financieel beleid, financieel beheer en inrichting van de financiële organisatie (2005). • Verordening voor de controle op het financieel beheer en inrichting van de financiële organisatie (2005). • Activabeleid (2006). • Beleid reserves & voorzieningen (2007). • Kadernota post onvoorziene uitgaven (2007) • Verordeningen gemeentelijke heffingen (jaarlijkse actualisatie). • Voorjaarsnota 2012 (jaarlijkse actualisatie). • Budgethoudersregeling (2007). • Treasurystatuut (2010). • Inkoop en aanbestedingsbeleid (2010) • Kwaliteitshandvest (2007) • Visie op telefonische dienstverlening (2006) • Visie op dienstverlening (2009) • (interne) Regeling klachten en meldingen • Nota werken op afspraak (2012) • Ontwerpplan KCC (november 2011)
6.2 Wat gaan we daarvoor doen? In deze paragraaf worden de speerpunten uit het Collegeprogramma 2010-2014 en de beleidswijzigingen uit de Voorjaarsnota 2012 gericht op het realiseren van de gewenste effecten toegelicht. Tabel 6.2: speerpunten Product Activiteiten /prestaties Gemeentelijke Basisadministratie • Moderniseren/Opstarten invoering GBA uiterlijk 2015 gereed Kostenplaatsen • Vervanging BAVAK-klantgeleidingssyteem • Implementatie OrganisatieOntwikkelModel en verdere doorlichting vakafdelingen • Werkgroep "Anders Werken" • Bezuinigingsvoorstellen: uitvoering realiseren Dienstverlening • Implementatie KCC, m.n. Koppelingen leggen tussen Kantcontactsysteem en zaaksysteem. Aansluiten op 14+ netnummer Op productniveau realiseren van een transactionele dienstverlening, start uittreksels GBA en Burgerlijke stand en verhuizingen. • Ontwikkelen en implementeren kwaliteitshandvest •
Effect 6B 6B
Algemeen
52
Programmabegroting 2013
Informatiebeleidsplan-ICT • Ontwikkelen en implementeren Basisregistratie Midoffice • Digitaal loket, ontwikkelen elektronische dienstverlening • Invoeren van een interactief , flexibel digitaal personeelsdossier (VWM)
6B
6.3 Wat mag het kosten? a. Totaaloverzicht van baten en lasten
Totaal lasten Totaal baten Saldo
REKENING 2011 3.926 58.819 -54.893
BEGROTING 2012 4.618 57.983 -53.365
BEGROTING 2013 4.191 56.594 -52.403
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016 5.701 5.805 8.347 56.902 56.677 58.425 -51.201 -50.872 -50.078
b. Stortingen en onttrekkingen reserves REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Algemene reserve Frictiegelden personeel Bijdrage grondbedrijf publiekshal Overheveling restant exploitatiebudg. Renovatie gemeentehuis Totaal stortingen
5.754 793 3 0 1.077 7.626
0 479 2 155 908 1.544
0 2.638 2 0 1.094 3.734
0 535 1 0 1.057 1.594
0 440 1 0 1.020 1.462
0 346 0 0 985 1.331
Algemene reserve Egalisatie riolering BTW compensatiefonds Frictiegelden personeel Bijdrage grondbedrijf publiekshal Overheveling restant exploitatiebudg. Renovatie gemeentehuis Algemene risicoreserve grondbedrijf Totaal onttrekkingen
2.302 0 267 311 13 0 268 0 3.160
430 0 0 132 12 0 1.182 0 1.756
2.000 0 0 489 12 53 1.840 400 4.794
0 46 0 333 11 72 1.788 300 2.550
0 180 0 206 11 30 1.738 200 2.365
0 325 0 130 10 0 1.689 100 2.254
Saldo programma 6
4.465
-212
-1.060
-956
-904
-923
De personele bezuiniging is als taakstelling opgenomen in het collegeprogramma. In 2010 werd de taakstelling geaccepteerd zonder enig beroep te doen op een budget/voorziening om eventuele (tijdelijke) fricties op te kunnen vangen. Door diverse ontwikkelingen is de uitdaging die er nu ligt, in de praktijk niet realiseerbaar. Daarnaast constateren we dat de rijksmaatregelen die mensen stimuleert om langer door te werken tot gevolg heeft dat eerder beoogde afvloeiingen niet haalbaar zijn omdat men er eerder voor kiest om tot 65-jarige leeftijd te blijven doorwerken. Dit alles maakt dat de oorspronkelijke uitdaging zonder een frictiebudget niet meer reëel is. Bij de Voorjaarsnota is dan ook voorgesteld om het bestaande saldo van de frictiereserve aan te vullen uit de algemene reserve (€ 2 mln) en de reserve grondbedrijf (2013 t/m 2016 in totaal € 1 mln), dit is in deze begroting verwerkt. Het maximumsaldo van de frictiereserve wordt hiervoor tijdelijk verhoogd met het bedrag van de extra stortingen. Vanaf 2013 zullen onttrekkingen plaats vinden op basis van concrete voorstellen aan het college. c.
Opgenomen bedragen vanuit het Meerjarig Uitgaven InvesteringsProgramma 2013 Investering
Budget personele fricties Bijdrage algemene reserve Bijdrage algemene risicoreserve grondbedrijf IC T SBG voor Key2Geïntegreerd Heffen Aanschaf en implementatie BIS-RIS IC T C AD stations IC T infra beheer systeem Vervanging Impromptu IC T implementatie JBOSS Totaal
0 0 0 43 0 35 74 30 0 181
2013 2.400 -2.000 -400 1 97 1 5 5 84 193
Exploitatielasten 2014 2015 300 200 0 0 -300 -200 10 10 44 44 13 13 22 21 11 11 19 19 119 118
2016 100 0 -100 10 45 12 20 11 20 117
Bovenstaande cijfers zijn inclusief de kosten voor reguliere uren die al gedekt zijn via de algemene dienst.
Voor een nadere toelichting op de belangrijkste investeringen verwijzen we naar paragraaf I “Investeringen en majeure projecten”. 53
Programmabegroting 2013
d. Bezuinigingsvoorstellen verwerkt in de begroting nr. 1.3 2.5 3.4 5.12 5.13 6.8 7.7 7.10 Totaal
omschrijving verlagen fysieke WMO-voorzieningen IHP getemporiseerd aantal overlast BOA's VVVP Themabudget verkeer VVVP Projectenlijst (herprioritering) toeristenbelasting verzekeringen historisch archief
2013 0 0 57 0 0 -50 -1 51 56
Exploitatielasten 2014 2015 -5 -54 -4 -16 79 81 -5 -23 -38 -171 -100 -102 -1 -1 51 51 -22 -235
2016 -101 -20 81 -40 -302 -105 -1 50 -437
De nummers van de bezuinigingen sluiten aan bij de oplegnotitie d.d. 22 augustus 2012. Als gevolg van administratief-technische verwerking kunnen kleine verschillen voorkomen tussen in de opleg-notitie opgenomen (geraamde) bedragen en werkelijk in de begroting doorgevoerde bezuinigingen. 1.3 Terugbrengen uitgaven WMO-voorzieningen Zie programma 1. 2.5 Temporiseren Integraal Huisvestingsplan (MUIP) Zie programma 4 3.4 Vermindering aantal overlast-BOA’s Zie programma 1. 5.12 Bezuiniging themabudget verkeer(MUIP) Zie programma 3. 5.13 Bezuiniging projectenlijst verkeer (MUIP) Zie programma 3. 6.8 Extra inkomsten uit toeristenbelasting De MUIP-aanvraag inzake het project arbeidsmigranten is bij de Voorjaarsnota 2012 vervallen. Dit project wordt regulier opgepakt. Extra punt is wel dat de realisatie van het labourhotel een bezetting van 350 arbeidsmigranten kan realiseren. Uitgaande van een gemiddelde bezetting van 300 personen het gehele jaar door is de inschatting dat dit € 100.000 euro structureel extra baten oplevert voor de toeristenbelasting. 7.7 Verlagen budgetten verzekeringen De feitelijke premies voor verzekeringen zijn inmiddels lager vastgesteld. 7.10 Vermindering dienstverlening historisch archief Zie programma 2
54
Programmabegroting 2013
2.
Paragrafen
Inleiding paragrafen In het kader van de duale begroting is elke gemeente vrij programma’s te definiëren. Daarentegen is bepaald dat via een aantal verplicht gestelde paragrafen aan overstijgende thema’s aandacht wordt besteed. Het betreft de volgende thema’s: A. Lokale heffingen B. Weerstandsvermogen C. Onderhoud van kapitaalgoederen D. Financiering E. Bedrijfsvoering F. Verbonden partijen G. Grondbeleid H. Gebiedsgericht werken Vanwege de politiek- bestuurlijke relevantie is er voor het gebiedsgericht werken een afzonderlijke paragraaf opgenomen. I. Investeringen en majeure projecten Voor een totaalbeeld omtrent investeringen en om de voortgang/status van de majeure projecten te volgen is een paragraaf Investeringen opgenomen. J. Bezuinigingen Gezien de importantie van de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen binnen de financiële begroting, wordt de voortgang van de bezuinigingstrajecten afzonderlijk toegelicht.
55
Programmabegroting 2013
56
Programmabegroting 2013
Paragraaf A Lokale Heffingen 1. Inleiding Deze paragraaf bevat informatie over het rijks- en gemeentelijk beleid over de gemeentelijke belastingen. Ook wordt ingegaan op de consequenties van dit beleid voor de inwoners. Bedragen zijn in hele euro’s. 2. Algemeen De gemeentelijke heffingen vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente Venray. Belangrijk omdat wij deze heffingen zelf opleggen aan onze burgers. Bij de lokale heffingen maken we onderscheid in heffingen die vallen onder de algemene dekkingsmiddelen en heffingen die daar niet onder vallen. Bij de eerste groep moet gedacht worden aan bijvoorbeeld de onroerende zaakbelasting. Bij de tweede groep moet gedacht worden aan de rioolheffingen en afvalstoffenheffing die slechts maximaal kostendekkend mogen worden opgelegd. De lokale heffingen vormen een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Ze raken tenslotte de burger direct in de portemonnee. Dat is ook vaak de reden dat de burger waar voor zijn geld wil zien. De lokale heffingen zijn en blijven dan ook sterk in de (politieke) belangstelling staan. De lokale heffingen kunnen worden onderverdeeld in heffingen waarvan de besteding gebonden is en heffingen waarvan de besteding ongebonden is. De opbrengsten van de heffingen waarvan de besteding ongebonden is, kunnen worden beschouwd als Algemene dekkingsmiddelen en kunnen door de gemeente vrij naar keuze aangewend worden. Hiermee kan zowel nieuw als bestaand beleid betaald worden. Als ongebonden heffingen zijn te noemen, de onroerende zaakbelasting (OZB) , toeristenbelasting, parkeerbelastingen en marktgelden. Bij de heffingen waarvan de besteding gebonden is, mag de opbrengst niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan waar de heffing betrekking op heeft. Tevens mogen deze heffingen maximaal 100%-kostendekkend zijn. Voorbeelden van gebonden heffingen zijn de rioolheffingen en afvalstoffenheffing. Aangezien de rioolrechten een gebonden heffing is, dient de opbrengst hiervan aan de riolering te worden besteed en mogen er bijvoorbeeld geen lantaarnpalen voor worden gekocht. Met name bij de lokale heffingen die als algemeen dekkingsmiddel kunnen worden ingezet is het van belang dat de gemeente aan de burgers kan laten zien wat zij hiervoor terugkrijgen. Er is dan ook een belangrijke taak voor de raad weggelegd haar normerende, sturende en controlerende taak goed uit te voeren om naast het beheersbaar houden van de ontwikkeling van de lastendruk ook te blijven nagaan of de burger wel waar voor zijn geld krijgt. Hiermee is dan ook meteen het belang van deze paragraaf aangegeven. 3. Onderdelen In deze paragraaf gaan we niet nader in op de totstandkoming van de verschillende heffingen. Hiervoor dienen immers de verordeningen. Ook in het duale stelsel stelt de gemeenteraad de belastingverordeningen vast. Tarieven voor de gemeentelijke belastingen en heffingen zijn daarin integraal opgenomen. Voor het belastingjaar 2013 zal daarvoor nog een afzonderlijke raadsvoorstel worden gedaan. Deze paragraaf dient ertoe om de Raad een betrouwbaar inzicht te bieden op een aantal onderdelen. In deze paragraaf wordt verder ingegaan op de navolgende onderdelen: 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De geraamde inkomsten Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen Aanslaggegevens Een aanduiding van de lokale lastendruk Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid
4. De geraamde inkomsten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de totale inkomsten uit gemeentelijke heffingen over diverse jaren. Hierin zijn de effecten van de bezuiniging verwerkt. In het verlengde hiervan wordt in hoofdlijnen een toelichting gegeven op de ontwikkelingen.
57
Programmabegroting 2013
Samenstelling en geraamde inkomsten gemeentelijke heffingen. Omschrijving
2013
2014
2015
2016
Onroerende zaakbelastingen
11.866 12.229
11.113
11.483
- gebruikersgedeelte niet-woning
2.665
2.748
2.834
2.922
- eigenaren-gedeelte niet woning
3.870
3.990
4.114
4.241
- eigenaar-gedeelte woning
4.581
4.748
4.921
5.069
-3
-3
-3
-3
3.138
3.173
3.233
3.241
3.227
3.262
3.324
3.334
-89
-89
-91
-93
4.253
4.491
4.627
4.767
4.306
4.544
4.681
4.823
-53
-53
-54
-56
8
6
1
1
493
550
559
568
2.108
2.185
2.221
2.355
1.384
1.404
1.426
1.448
724
781
795
907
1.858
1.894
1.934
1.935
1.565
1.597
1.633
1.633
244
248
251
251
- vergunningen
49
49
50
51
Marktgelden
31
32
33
34
3
3
3
3
Lijkbezorgingrechten
122
124
126
126
Havengelden
200
200
200
200
90
90
90
90
23.417
24.231
- kwijtscheldingen Afvalstoffenheffing - opbrengst - kwijtscheldingen Rioolheffing - opbrengst - kwijtscheldingen Baatbelasting Water-/toeristenbelasting Leges - bouwleges - leges (overig) Parkeerbelasting - opbrengst - boetes
Brandweerrechten
BIZ-Smakterheide Reclamebelasting* Totaal
24.893 25.549
*Opbrengst reclamebelasting is nog niet begroot in afwachting van de evaluatie reclamebelasting in het najaar van 2012. 5. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen 5.a. Rijksbeleid Gemeenten kunnen vanaf 1 januari 2008 zelf de OZB-tarieven bepalen. Er worden door het Rijk geen maximale tarieven meer opgelegd. Wel wordt er een macronorm ingesteld. Voor 2013 is deze vastgesteld op 3,00%. De macronorm is geen wettelijke norm, maar het betreft een gemiddeld stijgingspercentage voor alle gemeenten. 5.b. Gemeentelijk beleid Algemeen beleid ten aanzien van de gemeentelijke heffingen De gemeenteraad stelt jaarlijks de belastingverordeningen vast. Voor de gemeentelijke belastingen en heffingen zijn daarin de tarieven integraal opgenomen. Hiervoor zullen afzonderlijke raadsvoorstellen worden gedaan, die in de reguliere raadsvergadering van 18 december 2012 ter behandeling worden voorgelegd. In het collegeprogramma 2010-2014 “Venray Veilig Vooruit” staat ten aanzien van financiën dat de recessie zijn invloed heeft op de rijksmiddelen en dus op de uitkering die Venray van het rijk ontvangt. De lokale ontwikkelingen worden zichtbaar door teruglopende inkomsten (leges) en oplopende uitgaven (uitkeringen). Het bestuur komt met voorstellen om de begroting, net zoals in het verleden en ondanks de financiële problemen, meerjarig sluitend te maken zodat (weer) kan worden gesproken van een solide financiële basis. Ons uitgangspunt is een constante omvang van de opbrengst van de OZB en een jaarlijkse aanpassing van de OZB tarieven met het inflatiepercentage. In de Voorjaarsnota 2010 is besloten om hierop een uitzondering te maken en voor de jaren 2011 en 2012 de macronorm te hanteren. De raad heeft in de vergadering van 26 juni 2012 besloten om 58
Programmabegroting 2013
de OZB tarieven voor het jaar 2013 te verhogen met de inflatiecorrectie en géén verhoging met de macronorm toe te passen. Daarna wordt voor de jaren 2014 tot en met 2016 de macronorm toegepast. Vanaf 2017 geldt dan weer het inflatiepercentage. Bezuinigingen In de bezuinigingsvoorstellen zijn (onderhouds)kosten doorberekend aan de producten afval en riolering. De financiële effecten zijn verwerkt in het overzicht onder 4 (hierboven). Deze kosten worden doorberekend in de betreffende heffingstarieven. Voor afvalstoffenheffing heeft dit reeds geleid tot tariefsaanpassing zoals opgenomen in deze paragraaf (onderdeel 6: afvalstoffenheffing). Voor riolering zijn de tarieven nog niet aangepast in deze paragraaf. In het kader van de bezuinigingen is rekening gehouden met de komst van het labourhotel, dat op jaarbasis naar verwachting € 100.000,- aan extra inkomsten toeristenbelasting. Toeristenbelasting Er is een verzoek door een onderneming ingediend om de mogelijkheden te onderzoeken voor het toepassen van een forfaitair tarief in gevallen van een langer verblijf op vaste jaarplaatsen, (vaste) seizoensplaatsen of seizoen- of toeristische plaatsen. De (her)invoering van dit forfait wordt gedragen door de branche. Dit is gebleken uit een telefonisch onderzoek bij enkele grote campingondernemers. Het Toeristisch Platform wordt steeds geïnformeerd over het onderzoek naar het forfait en de bevindingen hiervan. Dit onderzoek vindt plaats tijdens het toeristisch seizoen 2013. Zodat het forfait, met ingang van, het jaar 2014 ingevoerd kan worden. Leges evenementenvergunningen In het kader van de bezuinigingen wordt een voorstel ontwikkeld waarbij de kosten voor faciliteiten, zoals dranghekken, ureninzet, energiekosten en kosten afvalverwijdering, mogelijk worden doorbelast naar de organiserende instanties. Reclamebelasting Bij de invoering van de reclamebelasting is afgesproken dat deze belasting tot en met 2012 wordt opgelegd. In 2012 wordt deze belasting, samen met de ondernemers, geëvalueerd en wordt besloten of de reclamebelasting na 2012 wordt voorgezet of juist wordt beëindigd. Aan het college en de gemeenteraad wordt hierover, in het najaar, een voorstel ingediend. Overeenkomstig dit voorstel kunnen dan eventuele budgetten in de begroting worden opgenomen. Bouwleges De inkomsten van bouwleges staan als gevolg van de teruglopende bouwaanvragen onder druk. In juni 2012 heeft hierover besluitvorming in uw raad plaatsgevonden. De doorwerking naar 2013 en volgende jaren wordt nauwlettend gevolgd. Daarnaast wordt intern onderzocht op welke wijze processen efficiënter kunnen worden uitgevoerd, waarbij tevens de verantwoordelijkheid voor volledige en tijdige aanlevering van stukken nadrukkelijker bij de burger wordt teruggelegd. Aan het einde van 2012 wordt aparte besluitvorming met betrekking tot de bouwleges wederom aan uw raad aangeboden. 6. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen Het gemeentelijk beleid inzake lokale heffingen kent een aantal uitgangspunten. Deze zijn ook in de Voorjaarsnota geformuleerd en als zodanig door de raad vastgesteld: Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Iedere eigenaar van een onroerende zaak, zoals een woning of niet-woning is belastingplichtig in het kader van de OZB. Een gebruiker van een onroerende-zaak zijnde niet-woning is ook belastingplichtig in het kader van de OZB. Dit met uitzondering van het woondeel van een nietwoning. Per 1 januari 2006 is het OZB gebruikersdeel, voor zowel woningen als het woondeel van niet-woningen, afgeschaft. De gemeenteraad stelt jaarlijks de Verordening onroerende zaakbelastingen vast. Aan de hand van de situatie van 1 januari wordt jaarlijks bepaald wie belastingplichtig is (zijn). Uitgangspunt is een constante omvang van de opbrengst van de OZB en een jaarlijkse aanpassing van de OZB tarieven met het inflatiepercentage. In de raadsvergadering van 26 juni 2012 is, door middel van het amendement, besloten om de OZB opbrengst voor 2013 met het inflatiepercentage te verhogen en géén macronorm toe te passen. Afvalstoffenheffing Basis voor de afvalstoffenheffing is tariefdifferentiatie ( diftar, oftewel: “de vervuiler betaalt”). Voor het inzamelen en beheer van afvalstoffen heft de gemeente afvalstoffenheffing van 59
Programmabegroting 2013
particuliere huishoudens op grond van de jaarlijks door de gemeenteraad vastgestelde Verordening afvalstoffenheffingen. De gemeente heeft een wettelijke inzamelplicht voor het hele grondgebied van de gemeente Venray. Dat betekent dat de gemeente het vastrecht van de afvalstoffenheffing ook heft als in feite geen afval aangeboden wordt. Het variabel recht (de ledigingen) wordt alleen geheven indien er afval wordt aangeboden. Er is sprake van een bestemmingsheffing. De afvalstoffenheffing is in beginsel gekoppeld aan de gebruiker van een perceel. Het uitgangspunt is 100% kostendekkende tarieven, waardoor prijsstijgingen of –dalingen automatisch gevolgen hebben voor de afvalstoffenheffing. Op 11 september 2012 heeft de gemeenteraad het nieuwe afvalbeleidsplan vastgesteld. Doel is zoveel mogelijk hergebruik van afval als nieuwe grondstof, waarbij de afvalkosten voor de burger minimaal gelijk blijven en op termijn dalen. Onderstaande tarieven zijn voorlopige tarieven, niet rekening houdend met het nieuwe afvalbeleid. Het nieuwe beleid voorziet in een andere verdeling van deze tarieven, bestaande uit een lager tarief voor het aanbieden van gft-afval (in plaats van een gelijk tarief voor restafval en gft-afval). Door de nieuwe kaders wordt afvalscheiding gestimuleerd. Het verwachte effect hiervan is dat inwoners vanaf 2013 hun container voor restafval minder vaak gebruiken en dus een lagere lastendruk hebben. Op 18 december worden de definitieve tarieven voorgesteld, waarin dit nieuwe beleid wel is meegenomen. Wel zijn in onderstaande tarieven de bezuinigingsvoorstellen verwerkt m.b.t. doorberekening kosten afvaldump en afvalbakken (zie programma 3). Afvalstoffenheffing
2012
Vast tarief
2013
89,64
116,52
variabel tarief 25
ltr mini-container
1,11
1,14
variabel tarief 40
ltr mini-container
1,78
1,82
ondergrondse voorziening (60 liter afvalzak)
2,66
2,73
variabel tarief 80 ltr mini-container
3,55
3,64
variabel tarief 140 ltr mini-container
6,22
6,36
variabel tarief 240 ltr mini-container
10,66
10,91
Rioolheffing Een belangrijke taak van de gemeente is de zorg voor afval-, grond-, en hemelwater. Voor de kosten van de inzameling, afvoer en zuivering van het huishoudelijk afvalwater en de kosten voor de inzameling en de afvoer van het hemelwater vraagt de gemeente een vergoeding in de vorm van een rioolheffing. Basis voor de rioolheffing is het door de raad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan (lees: GRP), met kostendekkende tarieven. In dit GRP is opgenomen dat de tarieven de komende jaren met 5,50%, inclusief inflatie zullen stijgen. In 2013 wordt een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP 2014-2018) opgesteld en aan de gemeenteraad aangeboden. In het navolgende overzicht zijn de voorlopige tarieven voor de rioolheffing 2013 opgenomen, rekening houdend met de bezuinigingsvoorstellen. De definitieve tarieven voor het belastingjaar 2013 worden in de raadsvergadering van 18 december 2012 vastgesteld.
Rioolheffing
eigenaar/ gebruiker
basisheffing vastrecht rioolheffing afvoerrecht afvalwater méérpersoonshuishouden (W) afvoerrecht afvalwater éénpersoonshuishouden (W) afvoerrecht afvalwater per eenheid van 500 m³ (N-W) afkoppeling hemelwater woningen afkoppeling hemelwater nietwoning per eenheid van 200 m²
Eig.
niet afgekoppeld
2012
afgekoppeld
2013
2012
2013
85,26
90,87
85,26
90,87
Gebr.
124,91
132,45
124,91
132,45
Gebr.
62,45
66,23
62,45
66,23
Gebr.
124,91
132,45
124,91
132,45
Eig.
2,99
3,86
0,00
0,00
Eig.
2,99
3,86
0,00
0,00
Het afkoppelbedrag neemt toe tot € 20,52 per eenheid van 200 m² in 2027. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald door de investeringen die de gemeente tot 2027 moet doen om te voldoen aan de eisen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Als huishoudens besluiten af te koppelen 60
Programmabegroting 2013
betekent dit minder investeringen voor de gemeente en daarmee vervalt het onderdeel afkoppeling hemelwater (woningen / niet-woningen) voor de aanslagoplegging. In 2012 heeft een grote onderneming toestemming gekregen om het gereinigde proceswater te lozen op de Oostrumse beek. Hierdoor vervalt een groot deel van de huidige lozing op de gemeentelijke riolering. De rioolheffing van deze onderneming zal in 2013 en de volgende jaren €175.000 minder zijn dan voorheen. Dit betekent dat we vanaf 2013 5% minder inkomsten hebben op de rioolheffing. Daarentegen heeft in september/oktober 2011 een optimalisatie van de lijst met rioolaansluitingen plaatsgevonden. Hieruit kwam naar voren dat een groot aantal percelen wél aangesloten zijn op het riool, maar geen heffing betaalden. Dit betekent dat vanaf 2011 en de jaren daarna € 100.000 meer rioolheffing wordt geïnd, dan begroot conform het GRP. Het nadeel van € 75.000 in 2013 vangen we op in de reserve Riolering. Bovengenoemde wijzigingen zullen we meenemen in het nieuwe GRP. Het is nog niet mogelijk om een uitspraak te doen over het effect van het nieuwe GRP op de tarieven. Dit omdat er veel wijzigingen zijn ten opzicht van het vorige GRP. De meest belangrijke wijzigingen zijn: - Uitbreiding areaal met riool uit Meerlo-Wanssum - Uitbreiding heffingseenheden met inwoners Meerlo-Wanssum - Uitbreiding rioolfonds met rioolfonds Meerlo-Wanssum - Verlaagde vervangingskosten door grootschalig toepassen nieuwe renovatietechniek (Relinen) - Doorvoeren bezuinigingen - Lagere inkomsten door het wegvallen van lozingen op de gemeentelijke riolering door een grote onderneming - Extra inkomsten door het optimaliseren van de lijst met aansluitingen (Water)toeristenbelasting Belast is een overnachting in vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, vaste standplaatsen en logiesverblijven. De aanslag toeristenbelasting wordt opgelegd aan de hotelier, pensionhouder, campinghouder etc., maar ook op locaties waar buitenlandse werknemers verblijven. De toeristen zelf ontvangen geen aanslag, ze zien het bedrag echter meestal wel op de rekening verschijnen want de toeristenbelasting kan worden doorberekend. Door middel van deze heffing worden algemene inkomsten verkregen. Uitgangspunt is een jaarlijkse aanpassing van de tarieven met het inflatiepercentage. Dit zal pas worden doorgevoerd, zodra het tarief afgerond kan worden op 5 cent. Uit onderstaande tabel blijkt dat het tarief voor de toeristenbelasting ingaande 2013 wordt verhoogd met 5 cent naar € 1,15. 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2,25%
2,25%
1,75%
2,00%
2,25%
2,25%
berekend tarief
1,10
1,12
1,14
1,17
1,19
1,22
werkelijk tarief
1,10
1,10
1,15
1,15
1,20
1,20
inflatiepercentage *
* voor 2011 en 2012 is betreft dit percentage de prijsindex zoals die is vastgesteld voor de resp. begrotingsjaren zoals vastgesteld in de begroting; vanaf 2013 wordt het inflatiepercentage van het CPB toegepast.
Havengelden Elk schip dat de haven van Wanssum aandoet is havengeld verschuldigd. Dit is vastgelegd in de havengeldverordening. De havengeldverordening is afgestemd op de actuele activiteiten in de haven van Wanssum. In deze op maat gesneden verordening is daarom een gedifferentieerde tariefstelling opgenomen voor containerschepen en bulkschepen. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd. In 2011 is het tarief voor containerschepen aangepast en in overeenstemming gebracht met de grondslag voor bulkschepen. Dat wil zeggen dat een schip volledig gelost en weer beladen kan worden en daarvoor één keer havengeld is verschuldigd. De basis voor heffing blijft het laadvermogen (in tonnen) van het schip. Voor containerschepen wordt het tarief per TEU bepaald door de maximale beladingscapaciteit (TEU x 2) af te zetten tegen het verschuldigde havengeld op basis van laadvermogen. De Limburgse havens zijn met elkaar in gesprek om te komen tot uniformering van de heffingsgrondslag voor havengeld. Denk bijvoorbeeld aan heffing per laadvermogen van het schip voor alle schepen of een gedifferentieerd tarief voor bulk- én containerschepen. Het is nadrukkelijk niet uitgangspunt om de tarieven te harmoniseren, immers elke gemeente past haar eigen kostenverdeelsystematiek toe waardoor er verschillen in tariefstelling zullen blijven. Echter wel is de bedoeling om concurrentie tussen de Limburgse havens door verschil in tariefstelling te vermijden. 61
Programmabegroting 2013
Uniformering van de grondslag voor havengeld is wenselijk om een betere concurrentiepositie van de Limburgse havens te bewerkstelligen ten opzichte van de overige havens in Nederland. Daarnaast wordt beoogd duidelijkheid en eenduidigheid voor schippers en bedrijven te realiseren en het vervoer over water te stimuleren door het voor schippers goedkoper te maken. Zo wordt het invoeren van een abonnement voor schepen, die de haven frequenteren, overwogen. Een eventuele aanpassing van de tarieven wordt naar verwachting pas in 2013 doorgevoerd. Uitgangspunt van de gemeente Venray is op termijn een verdubbeling van het overslagvolume. Voorwaarde daarvoor is uitbreiding van haven en bedrijventerrein en modernisering van havenfaciliteiten. Het verwachte herstel van de economische situatie is in 2011/2012 achtergebleven bij de verwachtingen. Vooralsnog wordt uitgegaan van een lichte toename ten opzichte van de verwachte opbrengst voor 2012. Idem voor de jaren daarna. Op dit moment zijn de tarieven voor 2013 nog niet bekend. Gelet op de beoogde uniformering van de tarieven tussen de Limburgse havens wordt vooralsnog voorgesteld om de tarieven voor 2013 te indexeren op basis van inflatie en werkelijke cijfers t.a.v. de kosten en opbrengsten. Een voorstel tot vaststelling van de definitieve tarieven wordt in de raadsvergadering van 18 december 2012 aan de orde. Baatbelastingen De baatbelastingen worden geheven op basis van de door de raad in het verleden genomen raadsbesluiten en hebben betrekking op bijvoorbeeld de aanleg van een trottoir of riolering. De laatste baatbelasting van de gemeente Venray vervalt in 2016. Het betreft de baatbelasting voor de aanleg van het riool in de buitengebieden van de kerkdorpen Blitterswijck, Geijsteren. Parkeerbelasting Parkeertarieven: De afgelopen jaren zijn de parkeertarieven met alleen de jaarlijkse inflatiecorrectie gestegen. Op basis van het Parkeerbeleidsplan 2011-2020 lijkt een extra tariefsverhoging voor het jaar 2013 bovenop de inflatiecorrectie voorlopig niet noodzakelijk. Kanttekening is de landelijke terugloop van het aantal verkochte parkeeruren die ook in Venray zichtbaar is als gevolg van de crisis, leegstand en toenemend en toenemende aantal internetaankopen. Onzeker is af de indexatie van 1,75% in 2013 voldoende is om de begrote opbrengsten (parkeergelden en boetes) daadwerkelijk te realiseren. De definitieve tarieven voor het belastingjaar 2012 worden in de raadsvergadering van 18 december 2012 vastgesteld. Reclamebelasting De reclamebelasting is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Venray, dat omsloten wordt door (en aan weerszijde van de hierna genoemde straten) : Hofstraat – Julianasingel – Poststraat – Paterstraat (in zijn geheel)– Kortestraat – Leeuwstraat- De Gouden Leeuw – Kempweg – Schouwburgplein – Merseloseweg - Deken Tielenstraat – Hoenderstraat – Marktstraat - Grote Markt - Hofstraat. De belasting wordt geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. Eind 2012 volgt een evaluatie hierover met de Ondernemersvereniging Venray Centraal. Gezien de hiermee opgedane ervaringen zal naar verwachting voorgesteld worden om hiermee de komende jaren op dezelfde wijze verder te gaan (zelfde gebied en zelfde tarief). BIZ-Smakterheide O.b.v. de Experimentenwet Bedrijven–Investerings-Zones (BI-zones) d.d. 19 maart 2009 is het mogelijk om binnen een nader af te bakenen gebied (zoals een bedrijventerrein) alle ondernemers gezamenlijk mee te laten betalen aan de kwaliteitsverbetering van de bedrijfsomgeving. Of wel om gezamenlijk de kosten te bestrijden die zijn verbonden aan activiteiten gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander publiek belang in de openbare ruimte van de BIZ. Hiermee wordt het “freeriders” gedrag voorkomen. Eind 2011 heeft de Ondernemersvereniging van Smakterheide de gemeente verzocht hieraan per 2012 medewerking te gaan verlenen, nadat daartoe een meerderheid van de ondernemers hiermee had ingestemd. De Gemeente int de bijdragen en betaalt deze, onder inhouding van 5% inningskosten, uit aan de Ondernemersvereniging. Overige belastingen, rechten en tarieven Bij de overige belastingen, rechten en tarieven hebben we het over de volgende belastingen: Leges, marktgelden, precariobelasting en lijkbezorgingrechten (begraafrechten) en brandweerrechten. In de Voorjaarsnota is voorgesteld om de tarieven voor 2013 te verhogen met 1,75%.
62
Programmabegroting 2013
7. Aanslaggegevens Gecombineerde aanslag / WOZ-beschikking De gemeente Venray kent een gecombineerde aanslag waarop de belangrijkste belastingen op een aanslagbiljet worden verenigd. Het gaat om de bekendmaking van de WOZ-waarde 2013 (naar de waardepeildatum 1-1-2012), OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Vanaf 2011 wordt ook de reclamebelasting voor de centrumondernemers meegenomen op deze aanslag. Tarieven Hieronder treft u een overzicht aan van de tarieven voor de begrotingsjaren 2012 en 2013. Voor een toelichting verwijzen wij naar het vorige punt alwaar een toelichting op hoofdlijnen is gegeven op de ontwikkelingen van de inkomsten ten gevolge van gewijzigde aantallen en inflatiecorrecties. Overzicht tarieven Omschrijving
2012
Onroerende Zaakbelasting gebruikersgedeelte niet-woning Onroerende Zaakbelasting (OZB) eigenaargedeelte - woning
0,1938%
0,2030% *
2013
0,1128%
0,1173% *
- niet woning
0,2420%
0,2535% *
Afvalstoffenheffing**
170,50
192,84
Rioolheffing
213,16
227,18
1,10
1,15
Toeristenbelasting
* De definitieve percentage worden vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 18 december 2012. Uitgaande van een inflatiepercentage van 1,75% en een waardedaling van de woning met 2,25%, betekent dit een tariefstijging van 4%. De voorlopige waardedaling voor niet-woning wordt geschat op -3,0%. Dat bekent een stijging van het tarief van 3,0% + 1,75% = 4,75%. ** Gebaseerd op een gemiddelde aantal aanbiedingen van een minicontainer van 140 liter: 2011: 14 ledigingen. 2012: 13 ledigingen 140 liter. 2013: 12 ledigingen. Door een lager gft-tarief en stimuleren van afvalscheiding (waardoor het aantal ledigingen daalt en de afvalkosten voor de burger verminderen) komt het definitieve gemiddeld tarief voor de afvalstoffenheffing uiteindelijk lager uit.
Lokale lastendruk 2012 en 2013 meerpersoonshuishouden Gemiddelde RioolAfvalstofeconomische OZB Rioolheffing heffing fenheffing* Lastendruk waarde eigenaar gebruiker eigenaar * gebruiker 2012 2013
199.493 195.103
224,00* 228,00
124,91 132,45
88,25 94,73
170,50 192,84
295,41 325,29
Lastendruk eigenaar en gebruiker 607,66 648,02
* I.v.m. wettelijke afrondingen OZB 2012 (199.000 x 0,1128 % = € 224,00) 2013 (195.000 x 0,1173 % = € 228,00) ** Het gemiddeld tarief bestaat uit het vast tarief en het variabel tarief. Het variabel tarief is het gemiddeld aantal ledigingen van de 140 liter bak. Voor het jaar 2012 is uitgegaan van 13 ledigingen en voor 2013 van 12 ledigingen. Lokale lastendruk 2012 en 2013 éénpersoonshuishouden Gemiddelde economische waarde 2012 2013
199.493 195.103
OZB eigenaar 224,00* 228,00
Rioolheffing gebruiker 62,45 66,23
Rioolheffing eigenaar 88,25 94,73
Afvalstoffenheffing ** 142,84 165,53
Lastendruk gebruiker 205,29 231,76
Lastendruk eigenaar en gebruiker 517,54 554,49
* I.v.m. wettelijke afrondingen OZB 2012 (199.000 x 0,1128 % = € 224,00) 2013 (195.000 x 0,1173 % = € 228,00) ** Het gemiddeld tarief bestaat uit het vast tarief en het variabel tarief. Het variabel tarief is het gemiddeld aantal inworpen van een afvalzak van 60 liter in de ondergrondse afvalcontainer. Voor het jaar 2012 is uitgegaan van 20 inworpen en voor 2013 van 18 inworpen.
Gemiddelde economische waarde 2012 2013
Lokale lastendruk bedrijven RioolRioolOZB OZB heffing heffing eigenaar gebruiker gebruiker eigenaar
520.000€ 1.294,00* 505.000 1.280,00
1.036,00 1.025,00
124,91 131,26
88,25 90,06
Lastendruk gebruiker 1.160,91 1.156,26
Lastendruk eigenaar en gebruiker 2.543,16 2.526,32
* I.v.m. wettelijke afrondingen OZB eigendom 2012 (520.000 x 0,2420 % ) = € 1.294 en bij een daling voor
63
Programmabegroting 2013
2013 van de waarde voor niet-woningen van circa 3% OZB eigendom 2013 (505.000 x 0,2535 % )= € 1.280 OZB gebruik 2012 met een tarief 0,1938% en OZB gebruik 2013 uitgaande van een tarief 0,2030%
Informatie en betalen in termijnen Vanaf 2012 wordt de bijsluiter niet meer bij de aanslag gevoegd. De bijsluiter staat op de website van de gemeente Venray en kan op verzoek worden opgestuurd of afgehaald. In deze bijsluiter wordt de burger uitgebreid geïnformeerd over de heffingen, de OZB, de tarieven, het hoe en wanneer er betaald moet worden, wanneer er ontheffing mogelijk is en hoe en wanneer er bezwaar gemaakt kan worden. Gemeentelijke belastingzaken digitaal Op de gemeentelijke website is veel informatie terug te vinden over de gemeentelijke heffingen en de Wet WOZ. Een aantal belastingzaken kan via de computer thuis worden geregeld. Via de site www.venray.nl kan de burger bijvoorbeeld het formulier ” WOZ, taxatieverslag” downloaden, Ook kan de burger een bezwaarschrift formulier of een machtigingskaartje voor de automatische incasso van de gemeentelijke heffingen downloaden. 8. Lastendruk 2013 Het uitgangspunt is om de gemeentelijke lastendruk voor de burgers zo laag mogelijk te houden, is uitgevoerd. Dit blijkt uit verstrekte cijfers van de provincie Limburg. Bij de berekening van de lokale lastendruk per gemeente houden we rekening met de Onroerende Zaakbelasting eigenaar woning, de rioolrechten (meerpersoonshuishouden) en de afvalstoffenheffing. De lastendruk is berekend zowel voor een huurder (de gebruiker) als voor een eigenaar (tevens gebruiker). In het overzicht zijn gemeenten meegenomen met een vergelijkbaar inwonertal (tussen 20.000 en 50.000 inwoners). Berekening lokale lastendruk 2012 Gemeente
Landgraaf
153.419
233,35
94,20
69,55
287,19
Lastendruk eigenaar en gebruiker 381,39 684,29
Venlo
170.133 214.161
256,90
177,55
0,00
242,46
420,01
168,33
251,04
0,00
259,80
507,72
676,05
Horst a/d Maas Brunssum
220.215
303,68
0,00
202,00
161,80
161,80
667,48
143.247
195,39
0,00
249,12
220,12
220,12
664,63
Kerkrade
138.829
211,58
178,00
0,00
262,80
440,80
652,38
Echt-Susteren
184.841
214,90
0,00
229,49
195,42
195,42
639,81
Peel en Maas
226.106
188,12
234,60
0,00
210,89
445,49
633,61
Weert
Gemiddelde woz- waarde
Venray
199.493
Bergen
204.590
OZB eigenaar
225,03* 196,41
Rioolheffing gebruiker
Rioolheffing eigenaar
124,91
88,25
0,00
181,13
Afvalstoffen heffing
176,72* 206,94
Lastendruk gebruiker
301,63
676,91
614,91*
206,94
584,48
* De provincie heeft bij de berekening van de OZB de wettelijke afrondingen niet toegepast en is voor de berekening van de afvalstoffenheffing uitgegaan van 14 ledigingen, hierdoor ontstaat het verschil tussen de lastendruk van de provincie en de lastendruk berekent door de gemeente Venray (zie punt 7 aanslaggegevens lastendruk meerpersoonshuishoudens).
Uit bovenstaande overzicht blijkt dat de gemeente Venray, ten opzichte van vergelijkbare Limburgse gemeenten, een relatief lage lastendruk per huishouden heeft (bron: Provincie Limburg). De gemiddelde lastendruk per huishouden (eigenaar en gebruiker) in de provincie Limburg bedraagt € 654,83 en de gemiddelde lastendruk voor de huurder (gebruiker) € 334,03. 9. Kwijtscheldingsbeleid Het aanvragen van kwijtschelding is mogelijk voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. De kwijtschelding van gemeentelijke belastingen heeft, in het kader van het armoededebat, de afgelopen jaren ruim aandacht gekregen. Het is toegestaan dat gemeenten een ruimer kwijtscheldingsbeleid voeren dan in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 is geregeld. Waar de rijksregeling uitgaat van een percentage van 90% van de bestaanskosten mogen gemeenten dit met ingang van 1 januari 1997 vaststellen op maximaal 100%. Omdat de raad in het verleden heeft 64
Programmabegroting 2013
besloten de regeling voor kwijtschelding zo ruim mogelijk toe te passen, is door de raad het normbedrag voor levensonderhoud vastgesteld op 100% van de bijstandsnorm. Of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt getoetst aan de hoogte van het vermogen en daarna aan de betalingscapaciteit (en de hoogte van het vermogen) van een belastingschuldige. Dit aan de hand van landelijke normeringen. Minimaal 80% van de betalingscapaciteit dient te worden aangewend ter voldoening van belastingschulden. De betalingscapaciteit wordt berekend door het in de komende 12 maanden te verwachten netto inkomen te verminderen met de genormeerde kosten van bestaan. De genormeerde kosten zijn gerelateerd aan de bijstandsnorm en zoals eerder vermeldt, hanteert de gemeente Venray de 100%-norm. Om belastingplichtigen te prikkelen in hun aanbiedgedrag van huishoudelijk afval kan kwijtschelding worden verleend voor het variabele deel van de afvalstoffenheffing. Het proces voor de kwijtschelding van het variabele deel van de afvalstoffenheffing is gewijzigd. In plaats van een individuele toets wordt vanaf 2012 gebruik gemaakt van genormeerde aantallen ledigingen waarvoor kwijtschelding wordt verleend. Aantal kwijtscheldingsverzoeken Aantal kwijtscheldingsverzoeken Totaal
2010 762
2011 668
2012 706 *
* incl. geautomatiseerde kwijtschelding. Stand per juni 2012. Voor 2012 zijn in totaal 295 kwijtscheldingsverzoeken geautomatiseerd afgehandeld. Daarnaast zijn 411 schriftelijke verzoeken ontvangen. De afhandeling van de aanvragen voor kwijtschelding in 2012 is op dit moment nog niet afgerond. Dit zijn dus voorlopige cijfers, maar gezien de economische crisis is het niet ondenkbeeldig dat het aantal verzoeken zal stijgen.
65
Programmabegroting 2013
66
Programmabegroting 2013
Paragraaf B. Weerstandsvermogen In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op het weerstandsvermogen: het vermogen van de gemeente om substantiële tegenvallers op te vangen zonder dat het bestaande beleid daarvoor moet worden aangepast. Hiervoor is inzicht vereist in de omvang van de aanwezige reserves (weerstandscapaciteit) en in de risico's. Een risico is een onzekere of onverwachte gebeurtenis met een bepaalde kans die schade, een nadelig effect of zelfs een bedreiging kan vormen voor de te behalen doelstellingen waarbij de ernst of de impact ervan kan verschillen. De gesignaleerde risico’s zijn beoordeeld, geclassificeerd en hieraan zijn risicostrategieën gekoppeld: • Beheersen, door aanvullende maatregelen in de administratieve organisatie/interne controle. • Overdragen, door verzekeren, uitbesteden, garanties, etc. • Vermijden, door staken van activiteiten, doelen te veranderen/aanpassen, etc. • Accepteren, door het bewust nemen van een (aanvaardbaar) risico om de doelen te bereiken. Op basis van de risico-inventarisatie en de bepaalde strategie worden materiële risico’s omgerekend naar financiële consequenties. Hierbij is rekening te houden met reeds gevormde voorzieningen en reserves. Overigens bevat deze paragraaf geen volledige risico-inventarisatie. Voor een deel zijn risico’s onvoldoende te concretiseren en is kwantificering niet mogelijk/zinvol. De weerstandscapaciteit bestaat uit de vermogenscomponenten en andere bronnen waarover de gemeente beschikt en die niet nodig zijn voor de reguliere bedrijfsvoering. Het weerstandsvermogen is de mate waarin de gemeente in staat is om risico’s van materiële betekenis te kunnen opvangen, zonder te hoeven ingrijpen in de normale bedrijfsvoering. De gemeente streeft naar een weerstandsratio van minimaal 1,0. Dit betekent dat 100% van de risico’s afgedekt moet zijn door de aanwezige weerstandscapaciteit. Hiermee sluiten we aan bij het advies van de provincie. Deze paragraaf geeft uw raad inzicht in het weerstandsvermogen. Dit wordt nader toegelicht in de ontwikkeling van de risico’s en van de weerstandscapaciteit. De volgende onderdelen worden onderscheiden: 1. Weerstandsvermogen: samenvatting van het eindresultaat in een stuurindicator en in de belangrijkste financiële grootheden. De afzonderlijke componenten die tot dit resultaat leiden (risico en weerstandscapaciteit) worden in 2 en 3 verder uitgewerkt. 2. Risico’s: toelichting op de omvang en ontwikkelingen van de risico’s, in financiële zin en tekstueel. 3. Weerstandscapaciteit: toelichting op omvang en ontwikkeling van de vermogenscomponenten en andere bronnen die dienen om de risico’s op te vangen. 1. Weerstandsvermogen 2013 Algemene reserve Risicoreserve grondbedrijf Bestemmingsreserves Niet benutte deel belastingcap. Essentgelden/claims
2014
2015
16.802
16.268
-
-
2016
15.769
15.269
388
1.320
62
62
62
62
137
141
146
150
-7.569
-7.569
-7.569
-7.569
Netto weerstandscapaciteit
9.432
8.902
8.796
9.232
Risico's
9.885
9.702
9.467
9.294
-453
-800
-671
-62
2.912
2.364
1.809
1.213
-3.365
-3.164
-2.480
-1.275
0,95
0,92
0,93
0,99
Netto vrije ruimte - Algemeen - Grondbedrijf Weerstandsvermogen Opbouw weerstandsvermogen
Netto vrije ruimte: verschil tussen de weerstandscapaciteit (minus Essentgelden, claims en toezeggingen) en de gekwantificeerde risico’s. Weerstandsvermogen: netto weerstandscapaciteit/risico’s
67
Programmabegroting 2013
Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2012 is de netto vrije ruimte structureel € 0,4 mln lager en blijft negatief. Dien ten gevolge is de ratio weerstandsvermogen 0,04 lager en blijft de ratio in de planperiode onder de grenswaarde van 1,0. Vanaf 2017 verwachten we weer te voldoen aan de minimale eis. De algemene dienst kent meerjarig een voldoende dekking voor de gecalculeerde risico’s. Ondanks dat er in 2013 een bedrag van € 2 mln onttrokken wordt aan de algemene reserve voor bijdrage aan de frictiekosten. De netto vrije ruimte voor de algemene dienst is jaarlijks € 0,5 mln hoger dan in de Voorjaarsnota opgenomen door lagere risico’s en extra ruimte door het niet benutte deel belastingcapaciteit De risicoreserve van het grondbedrijf blijft onder het vereiste niveau. De netto vrije ruimte binnen het grondbedrijf is jaarlijks € 0,9 mln lager als gevolg van een lagere risicoreserve, i.v.m. herrekening grondexploitaties. Voor de gekwantificeerde risico’s signaleren we een lichte daling in de periode 2013-2016.
2. Risico’s Bij de berekening van risico’s hanteren we een bestendige gedragslijn: de concreet aanwijsbare en kwantificeerbare risico’s worden meegenomen. Er zijn dus ook risico’s die we wel kunnen benoemen, maar waarvan de omvang niet bekend is en/of de kans op manifesteren zeer ongewis is. Derhalve moeten de uitkomsten als richtinggevend worden geïnterpreteerd. Aan de bepaling van de uitgangspunten en calculaties liggen onzekerheden ten grondslag. We noemen o.a. inschattingen van stelposten en haalbaarheid van bezuinigingen en aannames bij macro-ontwikkelingen. In algemene zin is sprake van (een toenemende) algehele onzekerheid, waardoor relatieve zekerheden van nu snel in een ander perspectief kunnen komen te staan. De omvang van de risico’s wordt bepaald onder aftrek van de (eventueel) getroffen voorzieningen. Structurele risico’s worden voor een periode van vier jaren meegenomen. De risico’s van de gemeente worden ingedeeld in de volgende categorieën: A. Financiële risico’s (met specifieke subparagraaf grondbedrijf). B. Risico’s op eigendommen. C. Operationele risico’s samenhangend met de interne bedrijfsvoering. Risico's per categorie Financiën
2013
2014
2015
2016
6.253
6.271
6.332
6.432
267
267
267
267
PM
PM
PM
PM
Totaal algemeen
6.520
6.538
6.599
6.699
Grondbedrijf
3.365
3.164
2.868
2.595
Totaal
9.885
9.702
9.467
9.294
Eigendommen Interne bedrijfsvoering
Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2012 zijn de risico’s structureel neerwaarts bijgesteld met € 0,8 mln (oorzaak binnen de algemene risico’s). Op basis van de nieuwe inzichten ontwikkelt het totale risico zich tot 2016 in neerwaartse richting (- € 0,2 mln jaarlijks): de algemene risico’s nemen tot 2016 licht toe. de risico’s in het Grondbedrijf dalen jaarlijks met € 0,3 mln. Overigens is te bedenken dat bij het inschatten van de omvang van toekomstige risico’s de onzekerheid toeneemt naarmate de tijdshorizon verder ligt. We hanteren de risico’s uit de Voorjaarsnota 2012 als uitgangspunt. Indien voor de jaren 2013 – 2016 voor specifieke risico’s de omvang significant afwijkt wordt dit hierna toegelicht. A1. Financiële risico’s algemeen De toename van onder deze categorie vallende risico’s ten opzichte van de Voorjaarsnota 2012 kent enkele hoofdoorzaken: Het risico van open-eind regelingen nemen af met - € 0,6 mln in 2013 tot - € 1,4 mln in 2016. o WWB: door overheveling van taken naar Werkplein Venlo en een nieuwe afspraken tussen VNG en Rijk wordt een sterke daling van de uitkeringen verwacht ter grootte van € 3 mln in 2016. Daarnaast is de methode van risico-calculatie aangepast en sluit beter aan bij de daadwerkelijke risico-oorzaken. Risico-effect: + € 0,2 mln 2013 tot - € 0,5 mln in 2016. o WMO: er wordt sterker gestuurd op zelfredzaamheid. Verder wordt in de berekening van het risico enkel rekening gehouden met de uitgaven voor verstrekkingen. Interne uren worden niet meer meegenomen. Structureel effect - € 0,5 mln 68
Programmabegroting 2013
Leerlingenvervoer: het budget op leerlingenvervoer is structureel verhoogd, waardoor het risico met € 0,4 mln is verminderd. Het risico op garantiestellingen neemt sterk toe. In de Voorjaarsnota gingen we uit van een gelijkblijvend volume aan garanties met een risico van € 1,1 mln. We houden nu rekening met een toename aan garantiestellingen t.b.v. Stichting Wonen en ook aan maatschappelijke organisaties. We verwachten een jaarlijkse risicotoename van € 150.000. Het risico op beleggingen is afgenomen door een verwacht hogere koerswaarde dan ultimo 2011. Positief effect € 0,1 mln. Er zijn geen nieuwe risico’s toegevoegd. o
OJC Dingus Het Hof in Den Bosch heeft op 17 oktober 2006 bepaald dat Dingus ter zake de door haar gestelde en van de gemeente te vorderen schade als gevolg van achterstallig onderhoud, het achterstallige onderhoud, de schade en het oorzakelijk verband tussen beide moet aantonen. Daarvoor moet Dingus een afzonderlijke schadestaatprocedure opstarten. Dingus is van mening dat een aanzienlijke schade van € 2,1 mln (incl. wettelijke renten tot heden) aantoonbaar is, waarvoor vergoeding van de gemeente kan worden gevorderd. Voorts onderzoekt Dingus reeds een aantal jaren mogelijkheden de arresten van het Hof aan te vechten, vanwege beweerdelijk door de gemeente gepleegd bedrog. Dit laatste is echter een complexe procedure, met naar onze inschatting geringe kans van slagen. Het verzoek van Dingus om de gestelde schade af te kopen met € 1,2 mln, is door het college afgewezen. Het financiële risico wordt voor 2013 als gering ingeschat en indien dan geen duidelijkheid is, vanaf 2014 afgevoerd. Circuit de Peel De gemeente en de provincie hebben met de heer Maessen een vaststellingsovereenkomst gesloten. Het betreft een overeenkomst inzake de verplaatsing van het oude circuit de Peel naar de nieuwe locatie. In deze overeenkomst is voor de externe kosten bepaald dat deze (gelimiteerd) voor rekening komen van de heer Maessen. Overigens kunnen deze kosten pas worden verhaald wanneer de benodigde besluiten onherroepelijk zijn. Tot die tijd loopt de gemeente risico. Dit risico wordt als laag ingeschat Los van deze overeenkomst is bepaald, dat (externe) kosten vanaf 2012 worden betaald door de heer Maessen, mits hij de betreffende offertes goedkeurt. Hierover loopt de gemeente geen risico. Het Nieuwe Wanssum In het kader van de planontwikkeling van Het Nieuwe Wanssum, voorheen door de gemeente Meerlo-Wanssum, is samengewerkt met o.a. planontwikkelaar BAG. BAG heeft daarbij in- en externe kosten gemaakt. De overeenkomst, waarop de samenwerking met BAG was gebaseerd, is al geruime tijd verlopen. BAG spreekt de gemeente aan op vergoeding van de gemaakte kosten, incl. rente. De gemeente stelt zich op het standpunt dat zij geen contractuele verplichting meer heeft. Er is een geringe kans dat de claim (geheel/gedeeltelijk) via een gerechtelijk besluit gehonoreerd wordt. Open einde regelingen Open einde regelingen zijn door hun aard steeds een structurele risicofactor en kunnen leiden tot hogere uitgaven dan oorspronkelijk werd beoogd. Dit betreft m.n. het beleidsterrein sociale zaken en werkgelegenheid. De belangrijkste open einde regelingen en waarvan de risico’s zijn gekwantificeerd betreffen: Wet Werk en Bijstand Wet Maatschappelijke Ondersteuning Leerlingenvervoer Bijzondere bijstand Wet inburgering Wet Werk en Bijstand (WWB) In 2011 liep het bestuursakkoord tussen de VNG en het Rijk af, waarop de rijksbijdrage tot en met 2011 werd gebaseerd. Dit akkoord was erg nadelig voor onze gemeente en heeft geleid tot forse tekorten. Tot nu toe is dit akkoord leidend geweest in de meerjarenraming en bij het bepalen van ons risico. Vanaf 2012 is een nieuwe situatie ontstaan, die voor ons gunstig uitpakt. Op basis van deze nieuwe uitgangspunten is m.u.v. 2013 geen sprake meer van een tekort. Op 1 januari 2013 start de samenwerking tussen de Werkpleinen Venray en Venlo. Er zijn met Venlo prestatieafspraken gemaakt over het terugdringen van het aantal uitkeringsgerechtigden en dientengevolge van de uitkeringen tot € 6,5 mln in 2015. Voor 2016 gaan we uit van € 5,7 mln aan
69
Programmabegroting 2013
uitkeringen. In deze begroting levert de nieuwe systematiek voor de jaren 2013-2016 een stabiele rijksbijdrage van € 7,5 mln (voorzichtig ingeschat) en terugvorderingen van € 0,2 mln per jaar. Uit risico-oogpunt moeten we rekening houden met de onzekerheden in de gehanteerde uitgangspunten in de (meerjaren) begroting: uitkeringen en rijksbijdrage. Bij een aanhoudend slecht economisch klimaat zou het aantal uitkeringsgerechtigden niet zoals gepland kunnen teruglopen. In de risicoberekening gaan we ervan uit dat de uitkeringen max. 5% hoger uitpakken dan begroot. De rijksbijdrage is al voorzichtig begroot en we schatten geen risico in dat dit bedrag lager uitkomt. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) De WMO-uitgaven zijn in 2011 ten opzichte van 2010 toegenomen. Dit is onder andere veroorzaakt door de toename van de kosten van de voorzieningen en de toename van het aantal WMO-klanten met de voorziening hulp bij het huishouden. In 2011 is het aantal WMO-aanvragen ten opzichte van 2010 afgenomen. Dit is mede veroorzaakt door “strenger” te indiceren en door een aantal voorstellen dat gedaan is zoals het opleggen van een eigen bijdrage bij verschillende voorzieningen. Ook is een start gemaakt met veel meer te gaan kijken wat mensen nog wel kunnen in plaats van naar de beperkingen. De komende jaren wordt hierop nog meer ingezet. Daarnaast wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van algemene voorzieningen die voor iedereen zonder indicatie toegankelijk zijn. Op deze manier wordt geprobeerd de uitgaven op de individuele WMO-voorzieningen in de hand te houden. Echter de dubbele vergrijzing zorgt mogelijk voor extra aanspraken. Er is een reëel risico dat het budget de komende jaren, ondanks alle maatregelen, wordt overschreden. In de risicoberekening gaan we uit van een jaarlijkse overschrijding van 10% van het WMO-budget (excl. uren). Voorheen kon dan worden teruggevallen op de WMO-reserve. Echter onder invloed van de bezuinigingen is deze reserve vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Dit betekent een verhoging van het risico. Bijzondere Bijstand In 2011 is het budget bijzondere bijstand structureel opgehoogd, zodat deze veel meer in lijn ligt met de feitelijke uitkeringen. Huidige minimabeleid wordt binnenkort geëvalueerd en zal zo nodig worden herijkt. Een belangrijk streven daarbij is om te komen tot een betere grip op de uitgaven zonder de minima tekort te willen doen. In de risicocalculatie houden we rekening met een budgetoverschrijding van 5%. Leerlingenvervoer Het leerlingenvervoer is tot augustus 2016 aanbesteed. Het budget is toen structureel verhoogd, waarmee het risico is terug gebracht naar nihil. Wet inburgering De middelen voor de uitvoering van de Wet inburgering maken deel uit van het Participatiebudget. In de komende jaren zal een overgang plaatsvinden van een stelsel waarin gemeenten inburgeringprogramma’s aanbieden naar een stelsel waarin de inburgeraar zelf (financieel) verantwoordelijk is voor zijn of haar inburgering. Hiervoor zal de Wet inburgering worden gewijzigd. In 2012 gaat het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Het is bekend dat gemeenten vanaf 2013 geen inburgeringstrajecten uit het participatiebudget mogen bekostigen en dat het Rijk vanaf 2014 geen inburgeringmiddelen ter beschikking stelt aan de gemeenten. Het inburgeringsbudget voor 2012 is meer dan gehalveerd ten opzichte van het budget 2011, en het budget van 2013 wordt wederom gehalveerd ten opzichte van het budget van 2012. Dit terwijl we nog wel lopende verplichtingen hebben. Daarbij is er sprake van overgangsrecht voor bepaalde inburgeringsplichtigen die voorafgaand aan de inburgering in 2012 een alfabetiseringscursus volgen. Zij behouden hun recht op een inburgeringstraject, ook na 2014. We verwachten 7 inburgeringstrajecten à € 4.000 per jaar te moeten verstrekken op basis van dit overgangsrecht. De taakstelling huisvesting statushouders en de daarbij behorende maatschappelijke begeleiding van de nieuwkomers blijft tot onze verantwoordelijkheid behoren. De maatschappelijke begeleiding is overigens geen wettelijke verplichting. De verwachting is dat de middelen uit de beschikking, aangevuld met gelden op de tussenrekening en de reserve Wet inburgering, toereikend zijn om de verwachte kosten en de terugbetalingsverplichtingen op te vangen. We lopen een risico m.b.t. eventueel lagere definitieve beschikkingen van het rijk over de hoogte van de rijksmiddelen, meerkosten en hogere terugbetalingsverplichtingen dan verwacht. Dit risico wordt als klein ingeschat. Daarnaast blijft de huisvestingstaakstelling financieel gezien een risico voor wat betreft de personele uren vanaf 2013. Dit betreft een beperkt risico.
70
Programmabegroting 2013
Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente een risico loopt indien bij de verbonden partij in financiële problemen komt. Verbonden partijen voeren vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. De gemeente blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Bij de risicocalculatie gaan we uit van een risico van 25% op ons financieel belang. In de paragraaf verbonden partijen gaan wij nader in op de soorten verbonden partijen en de bijbehorende financiële risico’s. Deze info is uitgangspunt bij de berekening van het risico. Er wordt uitgegaan van een risico van 25%. Met ingang van 2012 is het risico bij NLW hoger ingeschat (50%)in verband met de onzekere (financiële) gevolgen die de Wet werken naar vermogen heeft voor de Wsw in het algemeen en de NLW-groep in het bijzonder. Met het controversieel verklaren van de Wwnv en de onzekerheden omtrent de keuzes van het nieuwe kabinet zou het verhoogde risico niet meer van toepassing zijn. Totdat het definitieve standpunt duidelijk is laten we (voorzichtigheidshalve) het risico op 50% staan. Garantstellingen Op 20 december 2011 is door de raad het garantstellingsbeleid vastgesteld. In dit beleid is bepaald hoe we omgaan met de risico’s van verleende garantstellingen in relatie tot het weerstandsvermogen. Enkele bijzondere posten nader toegelicht: Het grootste aandeel in de garantstellingen is afgegeven aan Stichting Wonen Limburg. Ultimo 2013 staat de gemeente naar verwachting garant voor € 71 mln. We gaan er vanuit dat er de door Wonen Limburg een doorlopend beroep wordt gedaan op nieuwe gemeentelijke garanties van € 7 mln/jaar (netto). Door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw is in 2012 de jaarrekening 2010 en de prognose 2012-2014 van Wonen Limburg onderzocht. Uit dit onderzoek is gebleken dat aan de eisen van kredietwaardigheid voldoet. Op basis van de algemene ontwikkelingen bij woningcorporaties is navraag gedaan naar de risico’s uit hoofde van derivaten bij Stichting Wonen Limburg. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting geeft aan dat geen extra toezicht nodig is. We schatten het risico als laag in: 1%( € 0,7 mln). Maar door de jaarlijkse toename van nieuwe garanties loopt het risico in 2016 op tot € 1,0 mln.Door Wonen Limburg is voor een totaalbedrag van € 77 mln fixe-leningen met een lange looptijd afgesloten. Aflossing vindt eerst aan het einde van de looptijd in één bedrag plaats waardoor het risico voor de gemeente gedurende de gehele looptijd van de lening ongewijzigd blijft. NHG verwacht dat er voor de jaren 2012-2017 geen beroep op de achtervangfunctie nodig zal zijn. Desondanks handhaven we onze risico-inschatting. Per ultimo 2011 stond er voor € 350 mln aan NHG-gegarandeerde hypotheken uit met een risico van € 0,2 mln. In de jaarrekening 2011 is melding gemaakt van een hoger risico op de garantstelling voor een lening ad € 1,2 mln aan de Vestia Groep. Inmiddels is er met 11 banken overeenstemming bereikt over afkoop van de derivatenportefeuille waarbij Vestia € 1,3 miljard betaalt en het resterende bedrag ad € 700 mln wordt bijgedragen door de andere woningcorporaties. Op grond hiervan is het risico voor de garantstelling voor deze lening verlaagd. Als gevolg van een terugtrekkende overheid in diverse maatschappelijke geledingen, verwachten we voor 2013 e.v. jaren een toenemend vraag naar garantstellingen en achtergestelde geldleningen. In de begroting gaan we uit van een risicotoename van €80.000/jaar. Starters leningen. De gemeente heeft in totaal € 630.000 gestort in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten voor het verstrekken van startersleningen. Deze leningen worden onder strikte voorwaarden verstrekt onder Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Terugbetaling zal na verloop van tijd met inachtneming van de financiële draagkracht plaatsvinden. In de begroting hebben vooralsnog geen risico hiervoor ingerekend. Dit item zal vanuit risicoperspectief nader worden opgepakt. Het risico op garantstellingen door de gemeente loopt op basis van bovenstaande aannames op van € 1,1 mln ultimo 2011 naar € 1,75 mln in 2016. In het garantiebeleid is bepaald, dat jaarlijks bij de begroting het plafond voor garantierisico’s voor dat jaar wordt vastgesteld. Voor 2013 bedraagt het plafond € 1,3 mln. Beleggingen Volgens het treasurystatuut mag de gemeente enkel beleggen in fondsen met een beperkt risicoprofiel (o.a. minimale AA-rating). Bij afsluiten van de betreffende overeenkomsten wordt hieraan strikt de hand gehouden. Alle beleggingen worden normaliter geacht de looptijd uit te dienen, waarna aflossing tegen pari plaatsvindt. Gedurende de looptijd van beleggingen kan de 71
Programmabegroting 2013
koers onder pari noteren o.a. door de hoogte van de couponrente versus de actuele marktrente, maar ook door een gewijzigde kredietwaardigheid van een instelling. In het laatste geval bestaat het risico dat de belegging aan het einde van de looptijd onder pari wordt afgelost dan wel al eerder als oninbaar wordt afgeboekt. In het laatste geval heeft Griekenland in maart 2012 een wet aangenomen die heeft geleid tot een verplichte afstempeling van de obligaties Griekenland waardoor voor Venray op de "Griekse inleg" een verlies is ontstaan van € 242.953. Spanje en Italië verkeren in zwaar weer, echter van een eerder beroep op financiële steun uit het noodfonds European Stability Mechanism (ESM) is voorlopig afgezien waardoor de koersen van deze obligaties zich enigszins herstelden. Er is dus nog geen aanleiding tot afwaardering van deze obligaties, omdat vooralsnog de verwachting is dat deze staatsleningen aan het einde van de looptijd tegen pari worden afgelost. Deze landen zijn voor nominaal € 1 mln in onze portefeuille opgenomen. Voorzichtigheidshalve nemen we in de risicoberekening het verschil tussen de nominale en actuele koerswaarde (per 6-8-2012) mee als risico. Bouwleges Voor de komende jaren wordt uitgegaan van kostendekkende legesopbrengsten. Hiertoe zijn de tarieven aangepast en is o.a. een kostentaakstelling opgenomen. Derhalve nemen we op dit dossier geen risico meer op. A2. Financiële risico’s grondbedrijf De risicoreserve Grondbedrijf heeft als doel dekking te geven aan risico’s die het grondbedrijf kan lopen. In de door de gemeenteraad vastgestelde nota Grondbeleid is aangegeven welke risico’s de gemeente loopt bij het proces van planontwikkeling en exploitatie van gronden. Genoemd zijn: • Waarderingsrisico’s; Het risico dat “niet in exploitatie genomen grond” niet tegen de boekwaarde/gecalculeerde waarde in exploitatie kan worden genomen, dan wel niet op het veronderstelde tijdstip in exploitatie wordt genomen. Wanneer de grond naar verwachting binnen 10 jaar in exploitatie wordt genomen, moet jaarlijks worden gewaardeerd tot maximaal verwachtingswaarde. Wanneer de grond helemaal niet in exploitatie wordt genomen, moet worden afgewaardeerd tot de waarde bij huidige bestemming. Daarna volgt het afstoten van de balans van het Grondbedrijf. • Marktrisico’s; Het risico dat door externe invloeden de verwachte inkomsten, uitgaven en eindwaarde van “in exploitatie genomen grond” niet wordt gerealiseerd. Door hogere kosten(stijging), lagere opbrengsten(stijging) en lagere afzetsnelheid. • Organisatierisico’s; Het risico dat reeds gemaakte voorbereidingskosten (uren) niet worden gedekt doordat de raad niet instemt met een voorgelegd projectplan of voorgelegde grondexploitatie. Dit heeft tot gevolg dat de voorbereidingskosten moeten worden afgeboekt ten laste van de risicoreserve Grondbedrijf. Voor de verliesgevende exploitaties zijn voorzieningen getroffen. Desalniettemin worden deze projecten meegenomen in de berekening van de benodigde reserve, omdat door hierboven omschreven risico’s de verliezen groter kunnen worden dan nu verwacht. Risico's grondbedrijf Waarderingsrisico Marktrisico Organisatierisico Totaal
2013
2014
2015
2016
259
259
259
259
2.723
2.435
2.047
1.693
383
470
562
643
3.365
3.164
2.868
2.595
Ontwikkeling risico’s grondbedrijf
Tot -
2016 zien we een afname van de risico’s binnen het grondbedrijf: het waarderingsrisico op niet in exploitatie genomen gronden blijft gelijk. het marktrisico neemt af met name door verlaging boekwaarden de Hulst en Greenpark. het organisatierisico neemt toe door verhoging boekwaarde exploitatie ’t Brukske.
De economische recessie heeft veel invloed op de woningmarkt en de bedrijvenmarkt. In 2012 zijn de gevolgen nog steeds merkbaar; ook in 2013 zal daar nog niet veel verandering in komen. Terughoudendheid bij consumenten bij het kopen van een nieuwe woning is één van de oorzaken van de stagnatie op de markt. Veelal blijven consumenten zitten met hun bestaande woning, zodat de wenselijke doorstroming niet op gang komt. Financiële instellingen stellen strengere eisen aan hypotheken en financieringen. Ook bedrijven, waaronder ook projectontwikkelaars, zijn hierdoor voorzichtiger geworden. Zij kampen ook nog met problemen bij het aantrekken van vreemd vermogen. 72
Programmabegroting 2013
Ook in Venray is de markt sterk teruggelopen. In 2012 is de verkoop van woningbouwkavels voor het eerst zo goed als stil gevallen. De belangrijkste risico’s betreffen de volgende projecten. • Gouden leeuw De woningbouw en openbare ruimte van fase 1 is door de Gouden Leeuw BV en gemeente Venray in mei 2012 afgerond. Er wordt op dit moment in overleg samen met ontwikkelaar en Albert Heijn onderzocht hoe fase 2 het beste kan worden ontwikkeld. Het streven van de gemeente is om de grondexploitatie hierdoor te optimaliseren. In de resterende verwachte looptijd (t/m 2015) wordt er vooralsnog van uitgegaan dat de ontwikkeling van fase 2 wordt gerealiseerd. • Greenpark Op de locatie van Venlo GreenPark werd in 2012 de Floriade gehouden. Vijf van de zes samenwerkende Regio Venlo gemeenten ontwikkelen Businesspark Venlo GreenPark. Deze gemeenten hebben daartoe een samenwerkingsverband op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) opgericht. Gemeente Venray participeert in de WGR GreenPark en is daarmee één van de initiatiefnemers. Venray is daarmee ook mede financieel verantwoordelijk voor de grondexploitatie. Voor de planprocedures is Venlo als grondgebiedgemeente verantwoordelijk. Naast een voorfinanciering van het te verwachten tekort heeft Greenpark ook een kostenindexering van € 4 mln ten behoeve van de exploitatie Floriade voorgefinancierd. Daarnaast wordt vanuit de grondexploitatie het tekort op verkregen subsidies ten behoeve van de Floriade ad € 1,2 mln voorzien. Voor 20% van het verwachte verlies is inmiddels ten laste van de risicoreserve grondbedrijf een voorziening getroffen. Na afloop van de Floriade kan worden geconstateerd of de ambities van de exploitaties reëel zijn gebleken. • Floriade In 2003 is met het raadsbesluit te participeren in een Floriade BV een nominaal tekort op de exploitatie begroot van 7 mln. Waarvoor Venray € 1,5 mln voor haar rekening zal nemen. Door de exploitatie Greenpark wordt € 4 mln indexering en een tekort op ontvangen subsidies voorgefinancierd ad € 1,2 mln. Indien de Floriade 2 miljoen bezoekers trekt heeft de Floriade een sluitende begroting en zullen de bovengenoemde bijdragen door de regio moeten worden voldaan. Uit voorzorg is er door Venray rekening gehouden met een voorziening ter hoogte van 20% van 7+4+1,2= € 12,2 mln. Pas na afloop van de Floriade zal bekend zijn wat het resultaat is en wat het effect is op de voorziening. Onder ander het bezoekersaantal zal het financieel resultaat bepalen. • Villa Flora In maart 2011 heeft uw raad een besluit genomen over deelname aan de opstalontwikkeling van Villa Flora (op het Floriadeterrein). Deze opstalontwikkeling waar de gemeente Venray voor 1/5e deel aan deelneemt kent een zeer waarschijnlijke winstneming na ca. 9 jaar exploitatie (2021). B. Risico’s op eigendommen Onderhoud gebouwen In de komende jaren worden diverse contracten geactualiseerd (bijv. Optisport). Daarnaast moet er nog besluitvorming plaatsvinden over nieuwe accommodaties (bijv. museum, vierde sporthal). Het is niet aan te geven welke effecten dit heeft op de risico’s uit hoofde van onderhoud gemeentelijke accommodaties en verzelfstandigingvergoedingen. Vooralsnog gaan we uit van een gelijkblijvend risico. C. Operationele risico’s samenhangend met de interne bedrijfsvoering De risico’s in deze categorie zijn onuitputtelijk en moeilijk/niet kwantificeerbaar. Teneinde geen schijnzekerheid te willen creëren, nemen we geen risico’s op. Een eventueel surplus aan weerstandscapaciteit dient als dekking voor de niet geïdentificeerde risico’s. Niet gekwantificeerde risico’s Verder onderkennen we risico’s, die dusdanig algemeen zijn of onvoldoende concreet zijn, dat ze niet kunnen worden gekwantificeerd. Mochten deze risico’s zich manifesteren, moeten ze door de algemene reserve worden opgevangen. We noemen onder andere. Economische recessie Zoals eerder is aangekondigd, zijn de gevolgen van de recessies ook voor de Gemeente Venray aanzienlijk. Zowel de inkomsten- als de uitgavenkant staan onder druk. De inkomstenkant krijgt onder andere te maken met kortingen van het rijk, verminderde of latere inkomsten van het grondbedrijf en met lagere bouwleges. De uitgaven daarentegen zullen zonder maatregelen ook 73
Programmabegroting 2013
hoger worden omdat door de economische situatie er meer beroep zal worden gedaan op gemeentelijke voorzieningen. In de Voorjaarsnota 2010 zijn maatregelen voorgesteld om deze ontwikkelingen te pareren. Een groot bezuinigingspakket met maatregelen is in de Programmabegroting 2011 verwerkt. Dit bezuinigingspakket is of wordt in 2012 grotendeels gerealiseerd. Uw raad wordt periodiek geïnformeerd over de voortgang. Ook maatregelen om de kosten te beperken zijn genomen. Denk aan het Werkplein en het lean maken van het bouwproces. Het inmiddels gevallen kabinet was met de VNG een onderhandelaarsakkoord (geen bestuursakkoord) overeengekomen. Daarin zijn met name de gevolgen van de drie decentralisatie opgaven opgenomen. In onze begroting hebben we een financiële buffer opgenomen die oploopt naar € 1,9 mln in 2015 om de bezuinigingen van het rijk die we niet in beleid kunnen doorvoeren op te kunnen vangen. Nadat het kabinet in het voorjaar 2012 was gevallen is bijna direct daarna een “lenteakkoord” gesloten met vijf partijen die samen een meerderheid hebben in de 2e kamer. Daarin is overeengekomen dat Nederland onder de begrotingsnorm van 3% blijft in 2013. De gevolgen hiervan zijn o.a. dat de drie decentralisatie opgaven niet volgens de oorspronkelijke planning gerealiseerd zullen worden. De basis van die opgaven zullen in een volgend kabinet naar alle waarschijnlijkheid overeind blijven. Hierdoor en gezien de lastige situatie waarin de NLW zit houden we die buffer in stand. Vooralsnog gaan we er vanuit dat deze buffer toereikend is en houden we geen rekening met extra risico’s. Door de eurocrisis moet Nederland verder bezuinigen om onder de 3% begrotingsnorm te blijven. De maatregelen die daartoe in het “lenteakkoord” zijn overeengekomen hebben geleid tot een lagere algemene uitkering de komende jaren. Deze lagere uitkering is op basis van de juni circulaire 2012 in deze begroting verwerkt. Tevens is al aangekondigd dat Nederland nog € 20 tot € 25 miljard moet bezuinigen om in 2017 op een begrotingstekort van 0% te komen. Dit zal de komende jaren leiden tot een verdere verlaging van de algemene uitkering. Om dit risico af te vangen is in deze begroting een extra financiële buffer opgenomen die oploopt tot € 2 mln en in 2016. Wet Houdbare Overheidsfinanciën In de conceptwet Houdbare Overheidsfinanciën wil het Rijk, op basis van Europese afspraken, ook begrotingsregels voor gemeenten opnemen. Vanwege deze nieuwe begrotingsregels worden gemeenten met name beperkt om investeringen te doen omdat het risico bestaat dat het in een jaar opgelegde individuele plafond wordt overschreden en de gemeente een boete kan worden opgelegd. Dit wetsvoorstel moet nog door de 2e Kamer worden aangenomen en zou met ingang van 2013 doorgang kunnen vinden. Overigens hebben de VNG, de Unie van Waterschappen en het Interprovinciaal Overleg (IPO) in een 1e reactie richting de minister aangegeven niet met het voorliggende wetsvoorstel in te stemmen. Zoals het er nu naar uitziet bestaat voor 2013 nog voldoende investeringsruimte; echter de mate waarin in 2012 investeringen geen/gedeeltelijk doorgang vinden en worden doorgeschoven naar 2013 kan van nadelige invloed zijn op de investeringsruimte. Het is dus van belang om nog zoveel mogelijk in 2012 geplande investeringen daadwerkelijk in 2012 uit voeren. Vooralsnog hebben we op dit dossier geen risico gecalculeerd. Algemene uitkering De gevolgen van het lenteakkoord zijn verwerkt in de junicirculaire 2012 gemeentefonds. Het is echter zeer reëel te veronderstellen dat de nadelen vanuit de junicirculaire 2012 groter nadeliger zullen uitpakken. Waarschijnlijk zal het nieuwe kabinet kiezen voor een verschuiving van lastenverzwaringen voor de burger naar bezuinigingen die een nadelig effect hebben op de algemene uitkering. Daar bovenop wordt door het Rijk een onderzoek uitgevoerd naar een andere verdeling van het gemeentefonds. Hierin worden ook de gevolgen meegenomen van de wet BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen). De wijzigingen van deze herverdelingsoperatie zullen (waarschijnlijk) met ingang van het jaar 2014 worden ingevoerd. De verwachting is dat er sprake zal zijn van forse aanpassingen in de verdeelmethodiek en daardoor een (nu nog onbekend) negatief effect op de hoogte van de algemene uitkering. In het meerjarenperspectief is rekening gehouden met extra bezuinigingen/taakstellingen, waarmee het risico van tegenvallers moet worden gecompenseerd. Bedrijfsvoering In de dagelijkse bedrijfsvoering is ook een (welhaast onbeperkt) aantal risico’s te onderkennen. Denk aan uitval computersystemen en uitstroom van sleutelfunctionarissen. Deze zijn moeilijk/niet kwantificeerbaar en derhalve niet meegenomen.
74
Programmabegroting 2013
Voorziening wegenonderhoud Jaarlijks genereert de gemeente Venray vanuit de weginspecties een begroting voor het wegenonderhoud. De eerste vijf jaar van de begroting zijn gebaseerd op de actuele schades die waargenomen zijn tijdens de weginspecties en geven een reëel beeld van de onderhoudsbehoefte. Na vijf planjaren rekent het systeem met het zogenaamd Cyclisch onderhoud. Hierbij gaat het systeem niet uit van waargenomen schades maar van een theoretische onderhoudsbehoefte. Uitgaande van de monitor 2011 ontstaat er vanaf 2017 een tekort op de onderhoudsvoorziening wegen, omdat vanuit het theoretisch model verwacht wordt, dat de hoogte van de voorziening inclusief de jaarlijkse toevoeging niet voldoende zal zijn om het benodigde onderhoud op het vastgesteld niveau te dekken. Uit ervaring is echter gebleken dat het zeer moeilijk is om een exacte afschrijvingstermijn vast te leggen. Er is wat dat betreft weinig bekend omdat er weinig asfaltwegen ouder dan 50 jaar zijn. Binnen onze gemeente is tussen 1960 en 1970 een groot deel van de buitenwegen aangelegd, die vanaf 2017 cyclisch aan vervanging toe zouden zijn. Gedurende de planjaren wordt duidelijk in hoeverre de asfaltwegen aan rehabilitatie toe zullen zijn. 3. Weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit 2013 Algemene reserve* Bestemmingreserves Stille reserves Niet-benutte deel belastingscap. Totaal algemeen
Essentgelden/claims Netto weerstandscapaciteit
2015
16.268
2016
15.769
15.269
62
62
62
62
pm
pm
pm
pm
137
141
146
150
17.001
16.471
15.977
15.481
Risicoreserve grondbedrijf Weerstandscapaciteit
2014
16.802
388
1.320
17.001
-
16.471
-
16.365
16.801
-7.569 9.432
-7.569 8.902
-7.569 8.796
-7.569 9.232
Ontwikkeling weerstandscapaciteit
Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2012 komt de netto weerstandscapaciteit structureel lager uit (- € 0,8 mln). Dit wordt veroorzaakt een lagere risicoreserve grondbedrijf door actualisatie van grondexploitaties. Op basis van de nieuwe inzichten signaleren we tot 2015 een daling van de weerstandscapaciteit en voor 2016 weer een verbetering. Hierna volgt een nadere specificatie en toelichting op de ontwikkeling van de afzonderlijke componenten. Algemene reserve De stand van de reserves ontwikkelt zich als volgt. stand ultimo
2013
2014
2015
2016
Algemene reserve
16.802
16.268
15.769
15.269
Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2012 zijn er slechts minimale verschillen. We zien een daling van deze reserve als gevolg van onttrekkingen uit hoofde van MUIP 2011-2015 en MUIP 20122016 die betrekking hebben op Ooijen-Wanssum en buitengebied Wanssum, Gijsteren en Blitterswijck. Risicoreserve grondbedrijf Risicoreserve grondbedrijf
2013
2014
2015 -
2016
Saldo per 1-1
-
-
Winstnemingen
620
775
1.105
1.461
388
Bijdragen - grondbedrijf
-536
-508
-517
-429
- frictiegelden Algemene Dienst
-400
-300
-200
-100
aanvulling tekort GB door de AD
316
33
Saldo per 31-12
-
388
1.320
-
75
Programmabegroting 2013
Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2012 komt de risicoreserve grondbedrijf lager uit, door actualisering van grondexploitaties. Was er toen sprake van een positief saldo van € 1,1 mln ultimo 2012. Nu komen we uit op een tekort van € 0,3 mln, dat wordt aangevuld vanuit de Algemene Dienst. Tevens is er een gewijzigde systematiek bij winstneming op restkavels toegepast (verdeling over meerdere jaren i.p.v. toerekenen aan één jaar) en is de bijdrage frictiegelden één jaar opgeschoven. Bovenstaande winstnemingen is het totaal aan winstnemingen van gronden in exploitatie én winst bij verkoop van restkavels (gronden niet in exploitatie). Bij gronden in exploitatie is rekening gehouden met tussentijdse winstnemingen gebaseerd op het principe dat de negatieve boekwaarde groter is dan de gecalculeerde nog te maken kosten. De bijdragen aan het grondbedrijf betreft de afboeking van niet door te berekenen algemene kosten van het grondbedrijf en de jaarlijkse ophoging van verliesvoorzieningen. Eventuele toekomstige vertragingen in de uitvoering van exploitaties kunnen grote invloed hebben op bovenstaande cijfers. Tevens is besloten dat het grondbedrijf voor de jaren 2013-2016 een bijdrage levert in de vorming van de reserve frictiegelden, a.g. v. de bezuinigingen. Bestanddelen van de bestemmingsreserve De bestemmingsreserves liggen vast en mogen daardoor niet meegenomen worden in het weerstandsvermogen. Hierop is één uitzondering: de niet geoormerkte bestemmingsreserve monumenten. Stille reserves In bezittingen die tegen nul zijn gewaardeerd of waarvan de boekwaarde (beduidend) onder de handelswaarde ligt is een onbepaald vermogen opgesloten. Het gaat daarbij onder andere om aandelen, gemeentelijke gebouwen en gronden. De mogelijke meeropbrengsten die bij verkoop ontstaan kunnen voor andere doeleinden worden aangewend. Dit geldt alleen voor die bezittingen die op de markt te verkopen zijn. Venray beschikt wel over dergelijke activa, echter daarvan is de marktwaarde niet bepaald. Niet benutte deel belastingcapaciteit Er is besloten om de onroerend zaakbelasting in 2013 te laten stijgen met het inflatiepercentage (1,75%), daar waar de macronorm (3,0%) maximaal mogelijk was. Dit betekent omgerekend € 140.000 niet benutte deel belastingcapaciteit. Netto weerstandscapaciteit Bij de hoogte van de algemene reserve dient rekening te worden gehouden met bedragen die zijn gelabeld en waarover niet vrij kan worden beschikt. Dit betreft Essentgelden. Een gedeelte van de weerstandscapaciteit is ontstaan door boekwinst op de verkoop van Essentaandelen. Na afboeking van activa met maatschappelijk nut in 2010 resteert nog een bedrag van € 7,2 mln. Deze middelen zijn belegd om rendement te genereren, ter compensatie van vervallen dividendinkomsten en kunnen derhalve niet worden aangewend voor andere doeleinden omdat dan (rente)inkomsten wegvallen. Daarnaast bestaat er nog een claim uit hoofde van de afspraken uit de herindeling Meerlo-Wanssum. Dit betreft gemeenschapshuis de Zandhoek in Wanssum (€ 0,3 mln).
76
Programmabegroting 2013
Paragraaf C. Onderhoud van kapitaalgoederen Deze paragraaf gaat in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot de “grotere” kapitaalgoederen in onze gemeente. Onder Kapitaalgoederen verstaan we “duurzame productiemiddelen”: de spullen die we nodig hebben om de diensten en goederen die wij aan onze burgers leveren te produceren. Daarbij gaat het om grotere goederen die meerdere jaren meegaan en veel waarde hebben. Hierbij moet worden gedacht aan de kosten van instandhouding van wegen, verlichting, riolering, groen, sportfaciliteiten en gebouwen (inclusief de scholen). Een groot deel van het “vermogen” van onze gemeente ligt in de grond of op het openbaar gebied. Het is dan ook van belang dat hierover een zorgvuldig beheer wordt gevoerd. Met het onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Om die reden dienen de kosten van de instandhouding dan ook hun weerslag te vinden in onderhoudc.q. beheerplannen. De vaststelling hiervan is voorbehouden aan de raad. Hiermee wordt invulling gegeven aan het dualisme namelijk kaders stellen voor het onderhoud van wegen, riolering, gebouwen enz. Investeringen in het openbaar gebied maken in onze gemeente een belangrijk deel uit bij het realiseren van de gemeentelijke programma’s. Deze paragraaf geeft hier invulling aan. Dit wordt geïllustreerd door de volgende cijfers: Omschrijving Oppervlakte van de gemeente Venray (ha) Verharde wegen (m2) Aantal lichtmasten Aantal kolken
Hoeveelheid 16.500 3.141.667 8.100 16.000
Aantal pompen en gemalen
682
Vrijverval riool (km) Persleiding (km)
297 182
Bos. incl. natuurterreinen (ha) Beplanting/openbaar groen (m2) Gras/openbaar groen, excl. bermen buitengebied (m2)
1.380 616.146 1.123.984
Artikel 12 van het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft expliciet voor dat van de kapitaalgoederen moet worden aangegeven: het beleidskader; de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Wij • • • • • • •
zullen nader ingaan op de volgende onderdelen: Onderhoud wegen Onderhoud riolering Onderhoud haven Onderhoud openbaar groen Onderhoud bossen, natuurgebieden en landschappelijke elementen Onderhoud openbare verlichting Onderhoud gebouwen
Onderhoud wegen (programma 3) Doel Instandhouding van het verharde wegennet, zodanig dat de mobiliteit van de gebruikers gewaarborgd en van voldoende comfort blijft. Beleidskader In Venray wordt de strategie toegepast dat het juiste onderhoud op het juiste tijdstip wordt uitgevoerd, om een zo rendabel mogelijk beheer van de verhardingen te realiseren. In het huidige beleidsplan, geactualiseerd in 2011, is aangegeven dat veel gebruikte verhardingen een hoger kwaliteitscijfer mogen hebben dan minder of niet gebruikte verhardingen. Er is gekozen voor 77
Programmabegroting 2013
gedifferentieerde kwaliteit, waarbij extra aandacht besteed zal worden aan de verhardingen in de centra van Venray en kerkdorpen en verhardingen ten behoeve van de voet- en fietspaden. In 2011 is een nieuw beleidsplan wegen 2011-2015 vastgesteld. Hierin zijn de dorpen Wanssum, Blitterswijck en Geijsteren meegenomen. In het nieuwe beleidsplan is naar aanleiding van de voorgestelde bezuinigingen gekozen voor een lager kwaliteit niveau. Op alle wegen binnen Venray zal de kwaliteit in de komende vijf jaar een stap naar beneden gaan. Zoals aangeven in het beleidsplan wegen heeft dit op kort termijn een besparing tot gevolg. Echter opgemerkt dient te worden dat wanneer over een aantal jaren het niveau weer opgehaald moet worden, dit betekent dat er ook een financiële inhaalslag gemaakt dient te worden. Beleidsmatig is gekozen voor een zo integraal mogelijke aanpak van alle werkzaamheden, waaronder riolering, verkeer, groen en openbare verlichting. Ook afdelingsoverstijgend wordt extra aandacht gegeven aan een efficiënte afstemming. Bij totale vervanging van de wegverharding worden aparte kredieten aangevraagd, vaak in combinatie met rioolvervanging en aanleg verkeersmaatregelen. Het dagelijks onderhoud wordt uitgevoerd op basis van inspecties en periodieke schouwen door de weginspecteurs en eigen waarnemingen van beheerders en toezichthouders. Sinds de invoering van wijkbeheer wordt ook door de wijkteams geïnspecteerd en gerepareerd. De resterende noodzakelijke reparaties worden uitgevoerd n.a.v. klachten en meldingen van derden. Financiële consequenties en vertaling in de begroting Voor de uitvoering van het onderhoud en investeringen in wegen en verkeersmaatregelen zijn in 2013 en verder de volgende bedragen beschikbaar gesteld: Omschrijving Onderhoud wegen en verkeersmaatregelen Bruto investeringen in herinrichtingen wegen en verkeersmaatregelen
2013
2014 *
2015*
2016*
0,85 mln
0,85 mln
0,86 mln
0,86 mln
1,46 mln
2,43 mln
2,43 mln
2,44 mln
*De investeringen voortvloeiende uit het MUIP 2013-2016 worden door de Raad alleen voor de jaarschijf 2013 vastgesteld. De jaren vanaf 2014 gelden als richtinggevend en worden als stelpost in de begroting opgenomen. In bovenstaande tabel zijn deze voor de volledigheid wel weergegeven.
Stand van zaken planuitvoering en programma begrotingsjaar 2013 In 2013 wordt conform het wegenbeleidsplan (groot) onderhoud gepleegd aan diverse wegen. In zijn algemeenheid vinden reconstructies plaats in combinatie met andere projecten.
Onderhoud riolering (programma 3) Doel Doelmatige inzameling en afvoer van afvalwater, minimaliseren van wateroverlast en beperken van verontreiniging bodem c.q. oppervlakte- en grondwater door ongezuiverde lozingen. Beleidskader Zoals aangegeven in het GRP, zal het bestaande en nieuw aan te leggen rioleringsstelsel zo efficiënt mogelijk worden gemaakt. Dit betekent o.a. dat jaarlijks een deel van de riolering wordt geïnspecteerd volgens het opgestelde rioolbeheerplan. Schades worden gerepareerd en riolen die niet meer voldoen worden vervangen of gerelined. Verder zal jaarlijks hemelwaterafvoer worden afgekoppeld van de riolering. Het regenwater wordt geïnfiltreerd naar de bodem. Om een zo hoog mogelijke kwaliteit van het afvalwatersysteem te realiseren zoeken we vergaande samenwerking met het waterschap en andere overheden op. Het gehele rioleringsstelsel wordt onderhouden door het innen van een rioolheffing bij de gebruikers hiervan. Dit kostendekkend verhaal is doorgerekend en in 2009 opgenomen in het geactualiseerde GRP.
78
Programmabegroting 2013
Financiële consequenties en vertaling in de begroting Voor het rioolbeheer en voor investeringen in rioolvervangingen zijn in 2013 de volgende bedragen beschikbaar gesteld: Omschrijving
2013
2014 *
2015*
2016*
Rioolbeheer (incl. kapitaallasten + interne uren)
3,40 mln
3,39 mln
3,36 mln
3,33 mln
Investeringen rioolvervanging en systeemverbetering
0,42 mln
1,85 mln
1,98 mln
2,27 mln
* De investeringen voortvloeiende uit het MUIP 2013-2016 worden door de Raad alleen voor de jaarschijf 2013 vastgesteld. De jaren vanaf 2014 gelden als richtinggevend en worden als stelpost in de begroting opgenomen. In bovenstaande tabel zijn deze voor de volledigheid wel weergegeven.
Stand van zaken planuitvoering en programma begrotingsjaar 2013 Jaarlijks wordt er afgekoppeld in de openbare ruimte. Dit gaat samen met de onderhoudswerkzaamheden aan ons wegennet. De riolen die technisch vervangen moeten worden, zullen worden vervangen, of indien mogelijk worden deze riolen gerelined. Dit is vaak goedkoper dan de riolering vervangen. Medio 2012 zijn we een onderzoekstraject gestart naar het grootschalig toepassen van relinen. We hopen hiermee onze vervangingsinvesteringen te verlagen. De resultaten van dit onderzoek worden verwerkt in het kostendekkingsplan. In 2013 wordt een nieuw gemeentelijke rioleringsplan gemaakt en wordt ook het kostendekkingsplan opnieuw berekend. In Wanssum is gestart met het afkoppelen van het industrieterrein. Dit kan nog niet helemaal worden uitgevoerd vanwege de plannen met de rondweg en de nieuwe brug. Uiteindelijk moet bijna al het regenwater van dit industrieterrein van het riool afgekoppeld worden.
Onderhoud haven (industriehaven programma 3; jachthaven programma 4) Doel Het in standhouden van de industrie- en jachthaven. Beleidskader In 2011 en begin 2012 is de toestand van de haven (en jachthaven) geïnventariseerd om een beter beeld te krijgen van de aanwezige voorzieningen en de kwaliteit van deze voorzieningen. Met de nieuwe gegevens is een beheerplan opgesteld. Gebleken is dat we jaarlijks een groter bedrag voor onderhoud nodig hebben dan voor heen werd aangenomen. Met het beheerplan als onderligger is besloten de bestaande onderhoudsreserve om te zetten naar een onderhoudsvoorziening. In deze voorziening vindt jaarlijks een gelijkblijvende dotatie voor het onderhoud plaats. Voor de kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen, die in de toekomst plaats moeten vinden, wordt gespaard in een egalisatiereserve. Door het hanteren van deze financieringsconstructie heeft één en ander geen invloed op het begrotingsresultaat. Momenteel worden enkel de hoogst noodzakelijke onderhouds- en herstelmaatregelen getroffen, om verdere schade en kosten te voorkomen en de onderhoudstoestand op een acceptabel niveau te brengen en te houden. Verdere investeringen voor modernisering en revitalisering van industrie- en jachthaven worden bezien in relatie tot de verdere ontwikkelingen van de haven en het bedrijventerrein (lees: Het Nieuwe Wanssum en gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum / Reactivering oude Maasarm en eventuele regionale samenwerking tussen havens). De jachthaven is verhuurd. Een deel van het onderhoud rond de jachthaven wordt uitgevoerd door de huurder. Het op diepte houden van de jachthaven en oeverbescherming is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Voor de uitvoering van onderhoud aan jachthaven en industriehaven was een onderhoudsvoorziening beschikbaar. Aangezien geen actueel onderhoudsplan voor handen was, is deze voorziening omgezet in een reserve totdat een nieuw onderhoudsplan opgesteld is. Het nieuwe onderhoudsplan is in het voorjaar van 2012 opgesteld en is in september door de raad aangenomen. In dit plan wordt de industriehaven, jachthaven en de zandvang in de Grote Molenbeek behandeld. Het meerjarenonderhoudsplan maakt deel uit van dit beheerplan. Op basis van dit plan kan dan weer gewerkt worden met een voorziening. Voor 2012/2013 was een verdere verdieping van de industriehaven voorzien. Daarvoor is cofinanciering geregeld in het kader van de Quick-Wins I-regeling. Gebleken is dat het uitvoeren van baggerwerkzaamheden niet mogelijk is zonder eerst maatregelen te nemen ter versteviging/ stabilisering van de damwanden en oevers. Mede in het kader van de gebiedsontwikkeling Ooijen79
Programmabegroting 2013
Wanssum wordt nu bekeken of deze maatregelen gecombineerd kunnen worden met een verdere verhoging/versteviging van de primaire waterkering rond de haven nodig om het gewenste beschermingsniveau van 1:250 te realiseren. Financiële consequenties en vertaling in de begroting De raad heeft d.d. 11 september 2012 ingestemd met het beheerplan, het omzetten van de onderhoudsreserve naar onderhoudsvoorziening en het instellen van de egalisatiereserve. Dit besluit is nog niet verwerkt in deze begroting. Echter uitgaande van het nieuwe beheerplan zijn in 2013 en verder de volgende bedragen beschikbaar gesteld. Omschrijving
2013
2014 *
2015*
2016*
Onderhoud en inspectie industriehaven en jachthaven
0,04 mln
0,06 mln
0,00 mln
0,01 mln
Vervangingsinvesteringen industriehaven en jachthaven
0,36 mln
0,00 mln
0,00 mln
0,16 mln
Stand van zaken planuitvoering en programma begrotingsjaar 2013 Conform nieuw vast te stellen onderhoudsplan worden in 2013 de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • Een nader onderzoek naar de tijdelijke maatregelen nabij de laadstijger van SDH • Aanbrengen van 90 meter damwand per plaatse van perkoenpalen-beschoeiing nabij Geelen Beton. • Het peilen van de haven • Het uitvoeren van een slibaanwas onderzoek.
Onderhoud openbaar groen (programma 3) Doel Het in standhouden en verbeteren van de openbare groenvoorzieningen, om een comfortabel leefklimaat te handhaven. Hierbij worden met gericht beheer en onderhoud de verschillende functies van het openbaar groen, zoals aankleding, afscherming en verkeersgeleiding gewaarborgd. Beleidskader Het openbaar groen maakt integraal deel uit van het algeheel stedelijk woon- en leefklimaat. Om zowel de visueel/ruimtelijke, gebruiks- als ecologische functie te kunnen waarborgen moet het groen zo goed en efficiënt mogelijk onderhouden worden. Binnen de beschikbare middelen wordt gezocht naar efficiënter en effectiever onderhoud. In 2005 is een meerjarenvisie opgesteld door de vaststelling van een groenstructuurplan en in 2011 is het groenbeheerplan vastgesteld. Door de ontwikkeling van werkwijzen en besteksopzet kan het groen beter worden onderhouden. In 2009 is gestart met de beeldbestekken en is een 1-op-1 relatie aangegaan met het NLW Buitenbeheer. Door deze werkwijze is het onderhoudsbeeld binnen alle wijken op een hoger en door het jaar heen gelijkmatiger niveau gekomen. Uitgangspunt hierbij is dat het groen op minimaal basisniveau wordt onderhouden, om verwaarlozing en daardoor groenrenovaties te voorkomen. In de begroting is een jaarlijks een (ongeveer vast) bedrag opgenomen voor het onderhoud van groen. Daarnaast is voor de jaren 2011 t/m 2017 jaarlijks € 75.000 uitgetrokken voor een inhaalslag, gebaseerd op het groenbeheerplan. In dit groenbeheerplan zijn bezuinigingen opgenomen, vertaald naar lagere onderhoudsniveaus. Deze zijn zo gekozen dat kapitaalvernietiging wordt voorkomen en deze niveaus zonder hoge investeringen weer op een hoger niveau getild kunnen worden. De gevolgen van de bezuinigingen zijn wel duidelijk zichtbaar in de openbare ruimte zoals hoger gras, rommeliger knipbeeld hagen en minder frequent onkruid verwijderen op verharding. In 2009 is het bomenfonds ingesteld. Met het bomenfonds kunnen particulieren financieel tegemoet gekomen worden in het onderhouden van monumentale en waardevolle bomen. Door bij de ontwikkeling van nieuwe wijken en uitbreidingsplannen zoveel mogelijk rekening te houden met wijze van beheer kan een hoge kwaliteit van het openbaar groen gewaarborgd blijven. Financiële consequenties en vertaling in de begroting Voor het onderhoud van het openbaar groen zijn in 2013 de volgende bedragen beschikbaar gesteld. Omschrijving Bomen, plantsoenen
2013 1,33 mln
2014 1,31 mln
2015 1,34 mln
2016 1,37 mln
80
Programmabegroting 2013
Stand van zaken planuitvoering en programma begrotingsjaar 2013 In 2013 zal verder uitvoering gegeven worden aan het groenbeheerplan.
Onderhoud bossen, natuurgebieden en landschappelijke elementen (programma 3) Doel Het in standhouden van bossen, natuurterreinen en landschappelijke elementen. Daarnaast het versterken van natuurontwikkeling en landschapskwaliteit en het verhogen van recreatiemogelijkheden in buitengebied. Beleidskader Bossen en natuurterreinen zijn eigendom van de gemeente Venray en worden beheerd door stichting De Marke. Samen met de gemeente en andere betrokkenen worden wensen en behoeftes op het gebied van recreatie en natuurbeleving afgestemd op de ontwikkeling van de landschapsecologische kwaliteit. In 2009 is een nieuw beheerplan bossen 2009-2015 vastgesteld. De kleinere natuurterreinen en landschapselementen worden door de gemeente zelf beheerd onder andere in samenwerking met de stichting IKL. In 2013 loopt het 6-jarige contract af met stichting de Marke Venray. Op dit moment wordt uitgezocht wat de efficiëntste, beste wijze (qua partner) is van beheren voor in de toekomst. Eind 2013 loopt tevens de 6-jarige subsidieperiode af. In 2013 wordt opnieuw aangevraagd, maar zoals het er op dit moment naar uitziet, verminderd de subsidiebijdrage met circa € 32.000. Financiële consequenties en vertaling in de begroting Voor het onderhoud van bossen, natuurgebieden en landschapselementen zijn in 2013 de volgende bedragen beschikbaar gesteld: Omschrijving Natuurbeheer
2013 0,24 mln
2014 0,24 mln
2015 0,24 mln
2016 0,25 mln
Stand van zaken planuitvoering en programma begrotingsjaar 2013 Vanwege de onder druk staande begroting van stichting de Marke Venray zal het natuurbeheer zeer sober uitgevoerd worden.
Onderhoud openbare verlichting (programma 3) Doel Het verlichten van de openbare ruimte en het verbeteren en in standhouden van de openbare verlichting. Beleidskader Een goede openbare verlichting is noodzakelijk voor een veilige openbare ruimte, zowel op sociaal als verkeersveilig gebied. Hiervoor dient de openbare verlichting te voldoen aan verlichtingsnormen. Door het wegbezuinigen van het vervangingsbudget en de beperkt mogelijkheden tot meeliften met onderhouds- en herinrichtingwerkzaamheden zal niet meer kunnen worden voldaan aan deze wens. Op dit moment bestaat er door eerdere bezuinigingen nog een achterstand in de vervanging van ca. 240 armaturen en 120 masten. Dit aantal zal door de nieuwe bezuinigingen per jaar met ca. 400 armaturen en 200 masten toenemen. De vervangingskosten hiervoor bedragen € 210.000 per jaar. Hierdoor moet op termijn rekening worden gehouden met een zeer grote vervangingsinvestering door de verdere veroudering van de installatie. In het milieubeleidsplan is de wens opgenomen om meer openbare verlichting in LED uit te voeren. In dat kader wordt LED-verlichting indien mogelijk bij onderhoud en uitbreiding toegepast. Inmiddels zijn wel diverse projecten met LED gerealiseerd. Financiële consequenties en vertaling in de begroting Voor het beheer van openbare verlichting (energie, schilderwerk masten en vervanging lampen) en investeringen (vervanging van masten en armaturen, aanpassingen en knelpunten) zijn in 2013 de volgende bedragen beschikbaar gesteld:
81
Programmabegroting 2013
Omschrijving Beheer openbare verlichting Invest. in openbare verlichting
2013 € 620.961 €0
2014 * € 644.582 € 125,092
2015 *
2016 *
€ 669.279
€ 695.106
€ 126,968
€ 130,806
*De investeringen voortvloeiende uit het MUIP 2013-2016 worden door de Raad alleen voor de jaarschijf 2013 vastgesteld. De jaren vanaf 2014 gelden als richtinggevend en worden als stelpost in de begroting opgenomen. In bovenstaande tabel zijn deze voor de volledigheid wel weergegeven
Stand van zaken planuitvoering 2012 en programma begrotingsjaar 2013 In 2012 worden een aantal lokale knelpunten, zo mogelijk in combinatie met andere projecten opgelost. Door prioriteit voor de kostbare aanpak van de problemen op de pleinen en onderdoorgangen in het centrum wordt de uitbreiding / verbetering met 3,5% conform het beleidsplan mogelijk niet gehaald
Onderhoud gebouwen (diverse programma’s) Doel Het (technisch) in standhouden van alle gemeentelijke gebouwen, accommodaties en kunstwerken die in eigen beheer zijn, alsmede die gebouwen, accommodaties en kunstwerken die door derden geëxploiteerd worden. Beleidskader basisscholen Voor de 18 basisscholen van SPOV wordt het onderhoud uitgevoerd door SPOV (Stichting Primair Onderwijs Venray). Met ingang van 2009 is de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud overgeheveld naar de SPOV waarvoor per jaar een bedrag beschikbaar wordt gesteld. Jaarlijks wordt de besteding van de gelden verantwoord. Renovaties blijven wel de verantwoordelijkheid van de gemeente. Bij verbouwingen en uitbreidingen wordt nog wel vooraf een aanvraag ingediend en door de gemeente getoetst, enz., maar is SPOV opdrachtgever tijdens de uitvoering. In het IHP (Integraal Huisvestingsplan) wordt het meerjarenbeleid geformuleerd en via het HVP (Huisvestingsprogramma) worden de benodigde budgetten voor renovatie, nieuwbouw en uitbreidingen jaarlijks vastgesteld. In 2011 zijn er 2 schoolgebouwen overgeheveld naar accommodatiebeheer, zijnde de gebouwen in Heide en in Vredepeel. Vanaf 1 augustus 2009 is in de schoolwoningen in de wijk Landweert montessorionderwijs van Stichting MOZON gehuisvest. Met ingang van 1 januari 2010 zijn er, als gevolg van de grenscorrectie, 3 basisscholen bijgekomen in Wanssum, Blitterswijck en Geijsteren. Deze scholen vallen onder het schoolbestuur van Dynamiek Scholengroep. Het onderhoud van deze scholen is niet doorgedecentraliseerd. In 2010 is er door SPOV een nota uitgegeven gericht op o.a. de toekomstige spreiding van de basisscholen van SPOV. Eveneens in 2010 is er een analyse uitgevoerd omtrent deze rapportage. De resultaten hiervan worden meegenomen in een nieuw op te stellen IHP. Het IHP betreft de jaren 2012-2021. Aandachtspunten hierin zijn: renovatie/nieuwbouw van De Toverbal, renovatie van De Bongerd, beleid om leegstand te verminderen en de aanpak van het binnenmilieu van de basisscholen. De besluitvorming over dit IHP wordt in het najaar van 2012 afgerond. Beleidskader overige gebouwen De Gemeente Venray heeft een aantal gebouwen, accommodaties en kunstwerken in eigendom, waarvan het beheer en onderhoud op verschillende plaatsen is ondergebracht. Voor het gemeentehuis dat wordt verbouwd is het pand Westsingel 1 als tijdelijk gemeentehuis in gebruik genomen door de gemeentelijke organisatie. De brandweer, voorheen een onderdeel van de gemeentelijke organisatie, is m.i.v.2012 ondergebracht bij de VeiligheidsRegio Limburg Noord (VRLN). De brandweerkazerne die door de VRLN wordt gebruikt blijft eigendom van de Gemeente Venray. Over de gebruiksvorm en overdracht wordt nog overleg gevoerd. Het onderhoud van deze gebouwen blijft in eigen beheer. Ook zijn er panden die aan particulieren en verenigingen worden verhuurd en die soms door de huurder en soms door de gemeente worden onderhouden. Bij, aan derden in beheer en onderhoud gegeven panden, accommodaties en kunstwerken stelt de gemeente financiële middelen beschikbaar voor het onderhoud. Aan de hand van een periodieke schouw wordt beoordeeld of de beschikbaar gestelde middelen afdoende zijn ingezet. In het onderhoudsbeheersysteem zijn de relevante gegevens van de gebouwen vermeld, gekoppeld aan een meerjaren onderhoudsplan, met weergave van financiële consequenties. Het beleid is erop gericht om eigendommen af te stoten, die nu en in de toekomst geen functie meer vervullen ten opzichte van de gemeentelijke taken, of die als compensatieobject de 82
Programmabegroting 2013
realisering van toekomstige bestemmingsplannen niet in de weg staan en die ook niet nodig zijn als compensatieobject. Van de 3 woningen in Wanssum is er 1 verkocht en 1 is als tijdelijk in gebruik gegeven aan een anti-kraak bedrijf. Financiële consequenties en vertaling in de begroting Basisscholen In de begroting is een voorziening opgenomen voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. In Venray betreft dat in totaal 22 scholen: 18 scholen van SPOVenray, 3 scholen van Dynamiek Scholengroep en 1 school van Mozon (Montessorischool). Met ingang van 1 januari 2009 is een deel van dat budget doorgedecentraliseerd naar SPOVenray. Met de vaststelling van het Integraal Huisvestingsplan in het najaar van 2012, worden de financiële consequenties hiervan duidelijk. Geprivatiseerde en niet-geprivatiseerde gebouwen/ accommodaties In onderstaande tabel zijn de onderhoudskosten van de niet-geprivatiseerde gebouwen/accommodaties opgenomen. Dit betreffen dus accommodaties waarvoor de gemeente zelf het onderhoud regelt. De geprivatiseerde gebouwen zijn buiten beschouwing gelaten, omdat hiervoor verenigingen over het algemeen zelf voor het onderhoud zorg dragen en hiervoor in de verzelfstandigingvergoeding worden gecompenseerd. Omschrijving Gemeentehuis Sport- welzijn- en overige accommodaties
2013
2014
2015
2016
214.000
214.000
214.000
214.000
114.000
75.000
272.000
134.000
Stand van zaken planuitvoering en programma begrotingsjaar 2013 Het gemeentehuis In oktober 2012 werd het gerenoveerde gemeentehuis, aan de Raadhuisstraat, in gebruik genomen. Vanaf dat moment wordt invulling gegeven aan de noodzakelijke reguliere onderhoudswerkzaamheden conform het meerjarig onderhoudsplan. De oude watermolen en de Hork Onderzocht wordt de mogelijkheid van de inzet van de oude watermolen voor sociaal-culturele activiteiten nadat dit pand is gerestaureerd, waarbij het beheer en de exploitatie gebeurt door de Stichting Gemeenschapshuis Oostrum. Uitvoering van deze renovatie en in welke hoedanigheid is afhankelijk van de sloop van De Hork en de inzet van de Watermolen. Inmiddels is besloten de Hork te slopen, waardoor de restauratieplannen van de Watermolen verder kunnen worden ontwikkeld. Merseloseweg 61 In verband met de renovatie van het gemeentehuis is dit pand voor 2 jaar in gebruik voor de opslag van archiefmateriaal. Voor dit archiefmateriaal is geen ruimte beschikbaar in het tijdelijke gemeentehuis aan de Westsingel, maar dit archief moet wel regelmatig kunnen worden geraadpleegd. De huuropbrengsten, die ten laste komen van de renovatie van het gemeentehuis, dienen als dekking van de exploitatielasten. Muur Kerkpad De muren langs het Kerkpad verkeren deels in slechte staat. Deze muren zijn deels rijksmonument (zuidzijde van het Kerkpad) en deels gemeentelijk monument (noordzijde). De start van de renovatie van de muren van het Kerkpad is uitgesteld i.v.m. de ontwikkelingen rond het plan Goumansplein. Afhankelijk van deze ontwikkelingen zal in 2012 worden gestart. Sport- en evenementenhal Volgens planning is de nieuwe sport- en evenementenhal in 2010 in gebruik genomen. De realisatie van een dojo (judo ruimte) is ondergebracht in een separaat project. De uitgangspunten hiervoor zijn op 21 juni 2011 aan de Raad voorgelegd. In oktober 2011 is de raad akkoord gegaan met de uitvoering van het project en het benodigde budget hiervoor ter beschikking gesteld . De besteksvoorbereiding is in volle gang. Hierna volgt er een aanbestedingsprocedure en wordt het college een “go or no go” gevraagd. Bij een “go” (aanbesteding past binnen budget) kan de uitvoering van het project nog in 2012 starten. 83
Programmabegroting 2013
Langeweg 92 In de voormalige Dr. Poelsschool op het adres Langeweg 92 zijn zowel “omroep Venray”, als de “Zangers van St. Frans” gehuisvest. Daarnaast zal, ingevolge de renovatie van het gemeentehuis, de opslag van het museum die tot dan toe onder de bestuursvleugel van het gemeentehuis was opgeslagen daar worden opgeslagen. Met Omroep Venray en de Zangers van St. Frans is een eerste overleg gestart inzake de evaluatie van de bestaande overeenkomsten, met als doel om te komen tot “uniforme” overeenkomsten binnen het gemeentelijke vastgoed. Brandweerkazerne De regionalisering van de brandweer is m.i.v. 2012 een feit. De brandweerkazerne is aangepast voor het gebruik door de Veiligheidsregio Limburg Noord (VRLN). Ook is op het terrein van de brandweerkazerne de tijdelijke huisvesting van de RAV (ambulance vervoer) gerealiseerd. Over de overdrachtsvorm van het gebouw met het bijbehorende terrein worden nog besprekingen gevoerd. Zodra hierover besluitvorming heeft plaatsgevonden zal, indien nodig, het meerjarenonderhoudsplan worden aangepast. Voormalige scholen Heide en Vredepeel De voormalige basisscholen in Heide en Vredepeel zijn overgedragen aan gebouwbeheer, met een minimale financiële bijdrage voor instandhouding. Voor de school in Heide zijn ontwikkelingen gaande die mogelijk leiden tot een definitief gebruik. Voor de school in Vredepeel wordt nog gezocht naar een bestemming / oplossing, i.s.m. de besturen van de dorpsraad en het gemeenschapshuis. Kruitweg 12 M.i.v. 2011 heeft Gilde Opleidingen de huur voor het pand Kruitweg 12 opgezegd. Dit pand is overgedragen aan gebouwbeheer, zonder financiële middelen. Vanuit MD / onderwijs is aangegeven dat dit gebouw nog beschikbaar moest blijven i.v.m. een mogelijke komst van speciaal onderwijs naar Venray. De basisexploitatielasten voor verwarming, verzekering, beveiliging e.d. blijven bestaan en komen t.l.v. de onderhoudsvoorziening accommodaties. Veltumse Kapel In 2010 en 2011 zijn verschillende renovatiewerkzaamheden uitgevoerd aan de Veltumse Kapel. Denk hierbij aan het dak van het priesterkoor, de angelustoren en de behandeling en reparatie van een constructiebalk. Ook zijn er in 2012 enkele verwilderde en uit de kluiten gegroeide struiken verwijderd, waardoor de kapel weer zichtbaar is. In 2012 wordt de riolering van de hemelwaterafvoeren nog hersteld. In 2013 wordt een deel van het voegwerk worden hersteld, evenals een deel van het schilderwerk. Podium, Kruisstraat 2B In oktober 2011 is het pand ’t Podium onbruikbaar geworden ten gevolge van brand. De gemeenteraad heeft besloten dit pand af te stoten. De besprekingen met de exploitant van ’t Podium over vroegtijdige beëindiging van het huurcontract dat formeel in mei 2012 zou worden beëindigd, zijn afgerond. Dr. Poelsstraat 8 Na wat afstemmings- en inregelproblemen loopt e.e.a. naar wens. Wel is er, ten gevolge van vernielingen schade ontstaan aan de verwarmingsketels. Het verwarming- /ventilatiesysteem werkt naar wens. Parkeergarage De parkeergarage is in 2009 in gebruik genomen. Door de ondergrondse ligging brandt de verlichting de gehele en een groot deel van de avond en de nacht. Veiligheid speelt hierbij een belangrijke rol. Beproefde ontwikkelingen op het gebied van LED verlichting tonen aan dat het elektriciteitsverbruik aanzienlijk kan worden verminderd. De investering die hiervoor nodig is wordt binnen 3 jaar terug verdiend. Zodra de technische levensduur van de huidige TL-lampen af loopt, zullen deze worden vervangen door LED verlichting.
84
Programmabegroting 2013
Paragraaf D. Financiering In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot de geldstromen van de gemeente Venray. Dit zijn onder meer risicobeheersing (met name rente- en kredietrisico), de financieringspositie, het kasbeheer en de informatievoorziening.
1. Algemeen De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders zoals gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de Regeling uitzettingen derivaten decentrale overheden (Ruddo). In de Wet Fido staan vooral transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt daarbij tot uitdrukking in voorschriften voor een verplicht Treasurystatuut alsmede een treasury- c.q. een financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening. Het begrip treasury betreft het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen, waarbij een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement en zonder risico (Ruddo) wordt belegd en het daarbij afdekken van met name rente- en kredietrisico’s. Belangrijk onderscheid voor de treasury is dat deze zich richt op de feitelijke kasstromen en niet op het stelsel van baten en lasten. Verder wordt nog benadrukt dat de doelstelling van de treasuryfunctie van de gemeente Venray uitsluitend de lokale publieke taak dient en dat een zo prudent mogelijk beleid wordt gevoerd binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet Fido en Ruddo. Renteontwikkeling Door de kwakkelende economie en tegelijkertijd de afnemende inflatiedruk zijn de rentetarieven in de voornaamste markten weer gedaald. Er lijkt overigens meer rust te komen op de financiële markten dankzij de afspraken die op de Europese top in Brussel eind juni 2012 zijn gemaakt om onder andere via het noodfonds de noodlijdende bankensector in Spanje te helpen, maar ook dat er een vorm van gezamenlijk bankentoezicht in het leven zal worden geroepen. Wat betreft de korte rente wordt in het 3e kwartaal 2012 nog een daling verwacht terwijl over een periode van 12 maanden gezien met een stijgende korte rente rekening moet worden gehouden. Ondanks deze verwachte stijging blijft de financiering op de geldmarkt nog steeds aantrekkelijk. De lange rente zal volgens verwachting van analisten de komende maanden nog wel gelijk blijven , maar zal in 2013 waarschijnlijk weer gaan oplopen. Het voorgenomen kabinetsbesluit inzake het verplichte schatkistbankieren voor decentrale overheden kan ook van negatieve invloed zijn op de rentetarieven voor langlopende geldleningen die onze huisbankier de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) hanteert.
Rente-ontwikkeling 1 augustus 2011 t/m 31 juli 2012 korte en lange rente 5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0
%
1 mnd kasgeld 25 jaar vast
Maand
Risicobeheersing Zoals reeds hiervoor genoemd vormt risicobeheersing één van de pijlers van de Wet Fido. Hierna wordt verder ingegaan op de risicoaspecten die verbonden zijn aan de gemeentelijke treasuryfunctie. Deze kunnen in beginsel worden onderscheiden in renterisico, kredietrisico, koersrisico en valutarisico. De 2 laatstgenoemde risico’s zijn voor de gemeente Venray niet van toepassing.
85
Programmabegroting 2013
Renterisico In de Wet Fido zijn een kasgeldlimiet (korte schuld) en een renterisiconorm (lange schuld) opgenomen ten einde de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten te beperken. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is de norm voor het maximum bedrag waarbinnen de gemeente haar bedrijfsvoering met kortlopende gelden (met een rentetypische looptijd van 1 jaar) mag financieren en bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Indien de kasgeldlimiet gedurende een langere periode wordt overschreden dient de gemeente tot consolidatie over te gaan en dat betekent dat een kortlopende schuld moet worden omgezet in een langlopende geldlening. Voor 2013 is de kasgeldlimiet als volgt bepaald: Begrotingstotaal
178.216
Relevant percentage
8,50%
Kasgeldlimiet
15.148
Kwartaalrapportage kasgeldlimiet
2011
2012
4e kw. Gemiddelde vlottende schuld
€
Gemiddeldev vlottende middelen
1e kw.
8.822
€
13.549
2e kw.
13.219
€
12.589
3e kw.
20.487
€
13.956
630-
€
6.853 21.631
Gemiddeld vlottend overschot
€
4.727
€
Kasgeldlimiet
€
10.435
€
14.793
€
14.793
6.531- € €
14.793
14.778
Ruimte onder kasgeldlimiet
€
15.162
€
14.164
€
8.263
€
29.571
De renterisiconorm De renterisiconorm heeft tot doel het beheersen van renterisico’s op de vaste schuld door o.a. het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille en daardoor een stabiele rentelast te bewerkstelligen. In overeenstemming met de Wet Fido wordt het renterisico in onderstaand overzicht voor de komende 4 jaar bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar: 2013 Begrotingstotaal Percentage regeling Renterisiconorm Renteherzieningen
2014
178.216 20% 35.643 0
2015
175.504 20% 35.101 0
2016
174.231 20% 34.846 0
173.440 20% 34.688 0
Aflossingen
5.813
6.233
6.685
6.154
Renterisico
5.813
6.233
6.685
6.154
35.643
35.101
34.846
34.688
29.830
28.868
28.161
28.534
Renterisiconorm Ruimte onder risiconorm
Alhoewel de ruimte onder de risiconorm nog groot is en landelijk gezien Venray, qua schuldpositie, een goede middenmoter is wordt toch extra aandacht gevraagd voor het beheersen van de schuldpositie. Kredietrisico Kredietrisico op leningen en beleggingen In het volgende overzicht zijn de leningen opgenomen die door de gemeente zijn verstrekt en beleggingen. Voor wat betreft de beleggingen is gehandeld in overeenstemming met de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, ook wel Ruddo genoemd.
86
Programmabegroting 2013
Leningen/beleggingen per risicogroep Woningcorporatie met garantie WSW Staatsleningen (eurozone) Financiële instellingen met rating A en hoger Startersleningen Overige toegestane instellingen Totaal
1-1-2013 10.305 6.126 9.721 630 2.413 29.195
31-12-2013 10.342 6.179 9.904 630 2.434 29.489
% ult. 2013 35,1% 21,0% 33,6% 2,1% 8,3% 100%
Onder de beleggingen in Staatsleningen en bij Financiële instellingen met rating A en hoger vallen de eind 2009 contant ontvangen gelden uit de aandelenverkoop van Essent die zijn belegd in obligaties en ondergebracht gebracht bij 2 vermogensbeheerders, te weten Forza Asset Management en het Limburgs Kapitaalmarkt Fonds van de BNG. Onderstaand is een overzicht van deze beleggingen opgenomen waarin zowel de ontwikkeling van de portefeuille vanaf de start (eind november 2009) t/m september 2012 als ook de resultaten in vergelijking met de prognose over genoemde periode zijn opgenomen. Het gepresenteerde overzicht is voor wat ontwikkeling van de portefeuille betreft gebaseerd op de koersen van 13 september 2012 en ondervindt dagelijks wijziging als gevolg van fluctuatie in de koersen. Periode eind november 2009 t/m 13 september 2012
Forza Asset Management
Limburg Kapitaalmarkt Fonds
Totaal
Ontwikkeling portefeuille Inleg Verkopen Aankopen Afstempeling obligaties Griekenland Herbelegde rente 2010 Totaal belegd Marktwaarde per 13-09-2012 Overwaarde per 13-09-2012 Resultaten Ontvangen rente liquide middelen en couponrente Lopende rente obligaties/liquide middelen Verkoopresultaten Verlies a.g.v. afstempeling Griekenland Provisie Beheer- en administratiekosten Totaal resultaat
€
8.045 -1.063 1.490 -243
€
€
8.229 8.497 268
€
882 168 22 -243 -16 -45 768
€
516 328
€
€
845
€
€
€
€
Netto rendement prognose versus realisatie Prognose eind november 2009 t/m 13-09-2012 Gerealiseerd Lager rendement
€
981 768 €
213
8.218
243 8.461 8.789 328
€
€ €
1.147 845 €
302
16.263 -1.063 1.490 -243 243 16.689 17.286 596
1.398 496 22 -243 -16 -45 1.612
2.128 1.612 €
516
Cijfers afgerond op € 1.000
In maart 2012 heeft een verplichte afstempeling van de obligaties Griekenland plaatsgevonden. Dit leverde een verlies op van € 323.000. Hiervoor in de plaats werden diverse nieuwe obligaties Griekenland en obligaties van het European Financial Stability Facility ter waarde van € 80.000 verkregen waardoor per saldo een verlies is ontstaan van € 243.000. Dit verlies is in de Berap 2012 verwerkt. De nieuw verkregen obligaties leveren nagenoeg geen rente op. Het lagere netto-rendement van in totaal € 516.000 ten opzichte van de prognose is enerzijds veroorzaakt binnen de portefeuille van Forza Asset Management door het verlies van € 243.000 op de gedwongen verkoop van de obligaties Griekenland en anderzijds de te hoge rendementsverwachting uit het Limburgs Kapitaalmarkt Fonds. In werkelijkheid leverde de laatste portefeuille een rendement op van 3,6%, terwijl bij aanvang van de belegging eind 2009 was uitgegaan van een jaarlijks netto rendement van 5 %.
87
Programmabegroting 2013
Kredietrisico garanties Garanties (zie 1.4. Overzicht financiering, gewaarborgde geldleningen) kunnen op twee manieren voor komen: 1. Directe garanties. 2. Achtervang. Ad 1. Bij directe garanties staat de gemeente tegenover geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door lokale organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die veelal activiteiten verzorgen welke in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Ad 2. Achtervang betekent dat de gemeente, al dan niet samen met het Rijk, een rol speelt binnen de zekerheidsstructuur van een waarborgfonds, bijvoorbeeld de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Door deze structuur kunnen instellingen die bij een waarborgfonds zijn aangesloten tegen de laagste rente lenen. Mede vanwege de strenge toetsingscriteria en periodieke toetsing door het fonds loopt de gemeente Venray hierbij een veel lager risico dan bij directe borgstellingen. Gemeente Venray staat voor € 71 miljoen garant voor leningen die zijn aangegaan door Wonen Limburg. In mei 2012 heeft het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) een onderzoek bij deze corporatie uitgevoerd naar de jaarrekening 2010 en de prognose 2012-2014. Uit dit onderzoek is gebleken dat Wonen Limburg voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid. Opvallend is dat de laatste jaren door de woningcorporaties voor een totaalbedrag van € 77 miljoen fixeleningen met een lange looptijd zijn afgesloten waarvoor gemeente Venray garant staat. Aflossing vindt eerst aan het einde van de looptijd in één bedrag plaats waardoor het risico voor de gemeente gedurende de gehele looptijd van de lening ongewijzigd blijft. Voor wat betreft de Nationale Hypotheek Garantie komen verstrekte garanties vanaf 2011 geheel voor rekening van het Rijk. Tot en met 2010 nemen het Rijk en de gemeente een achtervang positie in, elk voor 50%. Schatkistbankieren Het demissionaire kabinet Rutte wil per 1 januari 2013 het verplichte schatkistbankieren voor o.a. gemeenten invoeren. Dit betekent dat Venray haar tegoeden moet aanhouden bij de Nederlandse Staat. De belangrijkste redenen voor het verplichte schatkistbankieren zijn het verlagen van de EMU-schuld en het verder beperken van de risico’s door tegoeden niet bij financiële instellingen (beleggingsfondsen en staatsobligaties) aan te houden. Voor onze beleggingen betekent dit dat wanneer het einde van de looptijd is bereikt deze vrijgekomen gelden bij het Rijk moeten worden gestald. In 2009 is de opbrengst uit de verkoop van de Essent-aandelen in een beleggingsportefeuille ondergebracht met het doel om de gemiste dividendinkomst van Essent minimaal te compenseren. Schatkistbankieren brengt in de praktijk veel minder rente op dan de rente die uit de beleggingen wordt verkregen. Overigens heeft Venray, in navolging van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en andere gemeenten, bezwaar tegen het voorgenomen besluit bij de minister aangetekend. Financieringspositie Per 1 januari 2013 wordt de gemeente geconfronteerd met een financieringstekort van ruim € 16 mln. Rekening houdend met investeringen in 2013 loopt dit tekort zelfs op tot € 23 mln. De gemeente Venray financiert haar uitgaven zoveel mogelijk binnen de ruimte van de kasgeldlimiet omdat de korte rente op een historisch dieptepunt staat. Het keerpunt is niet voor 2013 te verwachten. Wanneer de kasgeldlimiet is bereikt zal worden overgegaan tot het afsluiten van een of meerdere vaste geldleningen. In principe wordt de looptijd van de lening zoveel mogelijk afgestemd op de afschrijvingsduur van de investering. EMU-saldo en Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) In de conceptwet Houdbare Overheidsfinanciën wil het Rijk, op basis van Europese afspraken, ook begrotingsregels voor gemeenten opnemen. De decentrale overheden zijn gehouden tot het treffen van adequate maatregelen om een gelijkwaardige inspanning als geldt voor het Rijk te leveren aan het respecteren van de normen voor: -
de middellange termijndoelstelling voor het structurele EMU-saldo van Nederland; en het feitelijke jaarlijkse EMU-saldo van Nederland; en de feitelijke EMU-schuld van Nederland.”
De voorgestelde wet schrijft voor de bepaling van het EMU-saldo het kasstelsel voor terwijl gemeenten hun begroting hebben gebaseerd op het baten- en lastenstelsel. Dit betekent bijvoorbeeld bij een sluitende gemeentelijke begroting met name dat bij investeringen het 88
Programmabegroting 2013
volledige bedrag van de investering meetelt voor de bepaling van het EMU-saldo terwijl binnen het baten- en lastenstelsel alleen de afschrijvingen worden meegerekend. Vanwege deze nieuwe begrotingsregels wordt de gemeente met name beperkt om investeringen te doen omdat het risico bestaat dat het in een jaar opgelegde individuele plafond wordt overschreden en de gemeente een boete kan worden opgelegd. Voor een voorlopige berekening van de investeringsruimte voor 2013 wordt verwezen naar 1.7. Overzicht EMU-saldo.
89
Programmabegroting 2013
90
Programmabegroting 2013
Paragraaf E. Bedrijfsvoering Inleiding Bedrijfsvoering is de sturing en beheersing van de primaire en de ondersteunende processen om het voorgenomen beleid en de daarmee samenhangende doelstellingen van de gemeente te kunnen realiseren. Een goede bedrijfsvoering is een voorwaarde voor het uitoefenen van het gemeentelijk beleid, de dienstverlening aan burgers en de uitvoering van projecten. De kwaliteit van de uitvoering van de programma’s is in grote mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. De doelstellingen van de organisatie zijn verwoord in de Directiebrief en gebaseerd op de ‘verklaring van Wellerlooi’: “(…) Onze centrale opgave bestaat uit het faciliteren van een organisatieontwikkeling, gericht op de beweging van een activiteitgerichte en beheersmatige organisatie, naar een procesgerichte organisatie, gericht op ontwikkeling, sámen met interne en externe partners die waarde toevoegen aan de gemeenschap. De huidige organisatie is over het algemeen meer uitvoerend en activiteitengericht bezig. Als gevolg van wet- en regelgeving is de organisatie op onderdelen sterk gericht op ‘controle’ en heeft daarmee elementen van een klassieke bureaucratie die minder goed aansluit op de veranderende maatschappij. (….) We streven naar een organisatie die zich beweegt van taken zelf uitvoeren naar meer samenwerking en regie, vooral in en met de regio (…)”. Om deze opgave vorm te geven is het nodig ‘ramen en deuren open’ te zetten. Dit doen we door onze medewerkers te stimuleren ‘Venrays te gaan werken’. En wat is dan die Venrayse manier van werken? “Venrays werken is dé aanjager voor de verbetering van onze dienstverlening door klantgericht en vraaggericht te werken. Dit doen we door efficiënt en effectief te werken, samen met onze partners en elk met een eigen verantwoordelijkheid. De kracht van de gemeenschap is de basis voor ons handelen. We faciliteren Venrays werken door medewerkers overal, met goede hulpmiddelen, omgeven door de juiste mensen en door het benutten van talenten, met plezier hun werk te laten doen”. In deze paragraaf geven we inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de bedrijfsvoering voor 2013 voor de organisatie- en resultaatgebieden van het OverheidsOntwikkelMode (OOM)l, aangevuld met een aantal PIJOCAFF-onderdelen die binnen de organisatie in 2013 van belang zijn (communicatie, rechtmatigheid, juridische zaken, facilitair). organisatie
resultaat
Waardering door medewerkers
Management
Beleid & strategie
Medewerkers
Processen
Waardering door doelgroepen
Eindresultaten
Financiën Waardering door derden Informatie
Leren verbeteren
OverheidsOntwikkelModel (Bestuursacademie Nederland) 1. Organisatiegebieden Beleid en strategie Wat willen we bereiken? Onze visie op Dienstverlening: “‘Venray voorkomt vragen’ staat centraal in 2013. Alles is er op gericht om de klant proactief volledige informatie aan te bieden en duidelijk te zijn over onze servicenormen. Onze klanten maken gebruik van alle mogelijke communicatiekanalen (schriftelijk, telefonisch, digitaal en persoonlijk). Wij richten ons continu op het verbeteren en eenduidiger maken van de dienstverlening aan de klant via deze communicatiekanalen. Wij streven naar adequate, vriendelijke en volledige dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten. In één keer 91
Programmabegroting 2013
goed. De gemeente is hét kanaal, dé ingang van de overheid in 2015. Niet alleen vanwege de wijze waarop de dienstverlening is georganiseerd, maar ook vanwege de waardering die klanten daar aan geven”. Wij hanteren daarbij de volgende uitgangspunten: Het contact met de klant vindt op een adequaat niveau plaats. Het contact vindt op klantgerichte wijze plaats. Efficiënte dienstverlening. We zijn zorgzaam voor mensen die dat nodig hebben. We zien de ‘klant’ als partner en participant met eigen verantwoordelijkheden. We zijn proactief en geven gevraagd en ongevraagd advies op basis van de behoefte van de klant. We streven naar samenwerking met partners om producten en diensten collectief te kunnen aanbieden. Op basis van de ‘verklaring van Wellerlooi’ zal deze visie worden geactualiseerd met onze visie op vraaggericht werken waarbij het begrip ‘klant’ een andere lading krijgt. Daarnaast kiest de organisatie nadrukkelijk voor ‘samenwerking en regie’ met partners in de regio, in 1e instantie met name gericht op het terrein van bedrijfsvoering. Wat gaan we daarvoor doen? • Visie op dienstverlening herijken. • Klantcontactcentrum inrichten. • Kwaliteitshandvest, prestatieafspraken vastleggen en communiceren aan de klant. • Inzetten op digitale dienstverlening, waarmee informatie gestructureerd beschikbaar komt en voor iedereen makkelijker vindbaar en toegankelijk is (KCC, digitaal loket). • Voorstellen voor regionale samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering (eind 2012). • Inrichting Regionale UitvoeringsDienst (RUD)/Werkplein . Communicatie Wat willen we bereiken? De gemeente Venray wil op een klantgerichte, vraaggerichte en eigentijdse wijze communiceren, een wijze die aansluit bij onze visie op dienstverlening ‘Venray voorkomt vragen’. De ontwikkelingen op het gebied van vooral digitale communicatie vragen om een koerswijziging. Dienstverlening en interactie met burgers zal steeds meer op digitale wijze plaats vinden. Als gemeente willen we hier klaar voor zijn: we kennen de mogelijkheden van sociale media en zetten ze op een slimme manier in. Venray onderhoudt de persoonlijke communicatie waar dat nodig is. Wat gaan we daarvoor doen? • Vaststelling visie op communicatie, inclusief digitale communicatie • Aan de visie een dynamisch actieplan communicatie verbinden dat aansluit bij ontwikkelingen zoals de digitale werkomgeving, het Venrays werken en de ontwikkeling van het Klant Contact Centrum. Uitvoering van het actieplan en bijstelling daarvan als nieuwe ontwikkelingen daarom vragen • Doorontwikkeling van de website als virtuele stad voor iedereen die Venray een warm hart toedraagt • Meer inzet van sociale media en daarvan leren • Doorontwikkeling burgerparticipatie in relatie tot gemeenschapsontwikkeling en zelfsturing (initiatieven vanuit de gemeenschap en eigenaarschap) Management en Medewerkers Wat willen we bereiken? Venray ziet medewerkers als de belangrijkste succesfactor bij het behalen van organisatiedoelen. Dit past bij de uitgangspunten van Human Resource Management. Het doel hiervan in Venray is: ‘het realiseren van de doelstellingen van Venray door middel van een kwantitatief en kwalitatief goed personeelsbestand waarbinnen medewerkers hun talenten optimaal willen blijven inzetten en ontplooien voor welzijn en welvaart voor Venray’. Ontwikkelingen als ontgroening en vergrijzing, flexibilisering, de balans tussen werk en privé, digitalisering, bezuinigingen en de veranderende rol van de overheid ten opzichte van de maatschappij vragen het nodige van ons personeelsbeleid en de eisen die we stellen aan onze medewerkers. Wat betreft de kwantiteit van personeel zorgt de recessie ervoor dat op de korte en middellange termijn de arbeidsmarkt tijdelijk minder gespannen is en dat van schaarste minder sprake is. De arbeidsmarkt voor de openbare sector zal de komende jaren sterk worden beïnvloed door de
92
Programmabegroting 2013
bezuinigingen op de personeelskosten. Daarnaast komen er meer taken vanuit het Rijk naar gemeenten. Het aanbod van personeel zal in die periode toenemen, de vraag dalen. We zullen meer met minder moeten doen. Dat betekent een terughoudend kwantitatief formatiebeheer in combinatie met verdere efficiencyverbeteringen binnen onze processen. Wat betreft de kwaliteit van personeel realiseren we ons dat de veranderende rol van de overheid vraagt om een meer vraaggerichte en klantgerichte houding en competenties van onze medewerkers die zelfredzaamheid van burgers en partners bevordert. Dit noemen we Venrays Werken. Om onze ambities waar te maken zullen we moeten blijven investeren in een kwalitatief hoogwaardig ambtelijk apparaat. Wij beseffen, juist in het licht van de financieel moeilijke tijden, dat wij van onze organisatie het nodige vragen. Wat gaan we daarvoor doen? • Opstellen HRM-visie die past bij veranderende rol overheid • Inzetten Strategische personeelsplanning • Faciliteren van proces rond personele bezuinigingen (begeleiding re-integratie trajecten, mogelijkheden benutten om frictiekosten te reduceren) • Onderzoek naar mogelijkheden van regionale samenwerking om inhuur terug te dringen, maximaal gebruik te maken van kwaliteiten in de regio en mobiliteit van personeel te bevorderen • Venrays werken: verandertraject gericht op het kennisnemen van en aanleren van een nieuwe werkwijze die past bij de veranderende rol van de overheid, ondersteund door een flexibele, digitale werkomgeving. • E-HRM: efficiency winst door middel van digitalisering en deregulering binnen HRM-processen. • Investeren in management development Financiën Wat willen we bereiken? Uitgangspunt in Venray is en blijft een meerjarig sluitende begroting zodat we de doelen uit onze strategische visie en het collegeprogramma 2010-2014 kunnen bereiken. Hiervoor is het noodzakelijk dat door landelijke ontwikkelingen Venray weer voor een stevige bezuinigingsoperatie staat. Ook voor de organisatie betekent dit bovenop de opgave die er al is van de vorige bezuinigingsoperatie een extra opgave. Hiervoor is nog noodzakelijker dat onze medewerkers en het management zich ontwikkelen van activiteitgericht naar procesgericht denken en werken. We gaan verder inzicht geven aan de gemeenteraad dat we de doelen uit het collegeprogramma realiseren binnen de gestelde kaders en met de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. Hierbij willen we komen tot een andere manier van informeren van de gemeenteraad door de hoeveelheid informatie terug te brengen zonder dat dit leidt tot minder inzicht of een groter risico van het niet realiseren van de doelen. De raad kan zich hierdoor meer richten op het kaderstellen en neemt de controlerende taak minder tijd in. Wat gaan we daarvoor doen? • In 2012 doen we dit al door het proces van de Bestuursrapportages efficiënter en effectiever te organiseren. Deze pilot zal uitwijzen of dit succesvol is en we hiermee verder gaan in 2013. • Het proces van bezuinigingen sturen zodat de taakstellingen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Periodiek zal middels een voortgangsrapportage verantwoording richting uw raad worden gegeven. • Verder blijven we consequent inhoud geven aan risicomanagement door periodiek, tijdens een breed overleg, met de managers en coördinatoren op zoek te gaan naar de mogelijke risico’s die zij kunnen lopen. Hierbij wordt geadviseerd welke risicostrategie kan worden toegepast om de risico’s te elimineren of te beperken • Onderzoeken hoe we met minder informatie en controlemomenten de gestelde doelen kunnen realiseren (afbouwen controletoren) Rechtmatigheid Wat willen we bereiken? We willen aan onze burgers/klanten laten zien dat we een betrouwbare en transparante partner zijn, ons houden aan regelgeving. Dus we werken overeenkomstig externe regelgeving zoals wetten, Europese regelgeving en eigen verordeningen. Wat gaan we daarvoor doen? • In onze werkprocessen bouwen we toetsmomenten in om hiermee rechtmatig werken te bevorderen en uiteindelijk te garanderen. Per jaar worden op basis van een risicoanalyse een aantal processen opgepakt. • Op basis van eigen interne controle en accountantscontrole zetten we hierbij verbeterstappen door te werken volgens de plan-do-check-act methodiek 93
Programmabegroting 2013
Informatie Wat willen we bereiken? De verbetering van de dienstverlening en de e-overheid staat in Venray prominent op de agenda. Trajecten zoals het ‘Venrays werken’, Zaakgericht werken en de ontwikkeling van het KlantContactCentrum zijn gestart in 2012 maar zullen in 2013 de nodige ondersteuning vereisen om enerzijds de medewerkers te begeleiden met deze hulpmiddelen te werken en anderzijds de nodige koppelingen met andere systemen te realiseren. Landelijk beleid, aangemerkt als Operatie NUP (Nationaal UitvoeringsPlan) in opdracht van VNG, bevat een aantal bouwstenen, waarvoor geldt dat alle gemeenten wettelijk verplicht zijn ze in te voeren. Deze bouwstenen hebben betrekking op een digitaal gemeentelijk loket voor burgers en bedrijven, strakke regels voor gebruik en beheer van de 13 aangewezen basisadministraties, gebruikmaking van standaards binnen alle elektronische communicatie en een set met resultaatverplichting. Op basis hiervan zal in de 1e helft van 2013 een nieuw informatiebeleidsplan worden opgesteld voor de periode 2013/2015. Samenwerkingsinitiatieven in de regio Noord- en Midden-Limburg zullen door een werkende ICTarchitectuur ondersteund moeten worden. Wat gaan we daarvoor doen? Beleid en advies: • Laatste fase opbouw ICT-organisatie: het ontwikkelen van een moderne en professionele ICT beheerorganisatie • Opbouwen Venrays informatiearchitectuur, Venray wil een Plug- and Play gemeente zijn. Het verder concretiseren van samenwerkingsverbanden ICT met andere gemeenten • Digitaal werken expliciet op de agenda zetten met als primaire focus; ‘papierloos werken’ Projecten: • Uitvoerige NUP impactanalyse opstarten en vaststellen van het informatiebeleidsplan 2013/2015 • Verankering van het klantencontactcentrum (KCC) en digitaal zaakgericht werken • Uitwerken van een opzet voor Gegevensmagazijn Venray, alle 13 basisadministraties zijn hierin opgenomen. Dit principe maakt ons ICT landschap geschikt voor regionale samenwerking • Modernisering GBA • Toetsen hoe onze klanten onze digitale dienstverlening ervaren op basis van een eerste nul meting • Opzet en projectleiding van verdere digitalisering van bestaande archieven en BIS/RIS • Digitaal werken verder doorvoeren zoals zaakgericht en digitaal werken. Processen Wat willen we bereiken? Om optimale dienstverlening te kunnen garanderen, dient onze manier van werken ook efficiënt en effectief te zijn. Dat betekent aandacht voor efficiënte processen en gerichtheid op het behalen van helder geformuleerde resultaten. De geplande digitalisering van onze werkprocessen levert naar verwachting ook een bijdrage aan een efficiëntere werkwijze. Dit betekent ook streven naar minder regeldruk en deregulering waar dat mogelijk is. Regelgeving en beleid moet toegevoegde waarde hebben voor een maatschappelijk vraagstuk. Wat gaan we daarvoor doen? • Onze werkprocessen zo beschrijven, inrichten en implementeren dat deze de ondersteuning bieden bij het groeien naar procesgericht denken en werken. Per jaar zullen we een aantal processen oppakken. • Efficiency verbetering van een aantal belangrijke nog nader te bepalen klantprocessen met behulp van de Lean management methode • Onderzoek doen naar mogelijke efficiency-/kostenbesparing van bedrijfsprocessen (ICT, facilitair, post/archief) • Kritisch toetsen van B&W voorstellen t.a.v. onnodige uitbreiding van de bestaande regelgeving • Het MT screent de afdelingsplannen 2013 en schrapt voorstellen die zullen leiden tot onnodige vergroting van regeldruk • Het MT brengt in beeld welke zaken op het gebied van beleid in aanmerking komen voor vermindering van de regeldruk. Beleid moet duidelijk toegevoegde waarde hebben en een maatschappelijke vraagstuk een stap verder helpen, en niet gericht zijn op ‘controledrift’.
94
Programmabegroting 2013
Juridische zaken Wat willen we bereiken? We willen van reparatie achteraf (behandeling bezwaar- en beroepschriften) naar vooraf beïnvloeden (beleid, risicomanagement, rechtmatigheid, werkprocessen). Het proces meer en meer aan de voorkant organiseren. Dit vereist een werkwijze van m.n. onze juridisch medewerkers die hierop is gericht. Wij faciliteren hen om deze veranderslag te realiseren. Door deze veranderslag geven wij ook inhoud aan juridische kwaliteitszorg in de praktijk. Inzicht verschaffen in juridische processen/kaders is noodzakelijk om onnodige risico’s te voorkomen. Wat gaan we daarvoor doen? • Op basis van een nog binnen de gemeentelijke organisatie te houden inventarisatie van juridische vraagstukken (eind 2012) de inzetbaarheid van de juristenpool bepalen • Onderzoeken of afhandeling bezwaar en beroep belastingzaken onderdeel kan uitmaken van centrale afhandeling bezwaarschriften bij BZ • Onderzoeken of regionale samenwerking mogelijk is bij de afhandeling van bezwaarschriften Facilitair Wat willen we bereiken? Optimaal gebruik van de faciliteiten in het gerenoveerde gemeentehuis. Met deze huisvesting willen we een optimale bijdrage leveren aan een schone, veilige en energiezuinige (werk)omgeving voor medewerkers en bezoekers. Deze faciliteiten zijn gericht op het stimuleren van samenwerking waardoor we nog betere dienstverlening kunnen verzorgen. Dat geldt zowel voor onze externe als interne dienstverlening. Wat gaan we daarvoor doen? • Medewerkers stimuleren optimaal gebruik te maken van de nieuwe faciliteiten met de nadruk op goed gebruik van de flexibele werkplekken en digitale manier van werken • Optimaliseren van de Service-desk (combinatie facilitair en ICT) • Trainen van onze BHV-organisatie, zodat adequaat kan worden opgetreden • Cameratoezicht ter bevordering van de veiligheid van medewerkers en bezoekers 2. Resultaatgebieden De organisatie blijft investeren in de verdere verbetering van bedrijfsvoering. Het Overheid Ontwikkel Model helpt om goed inzicht te krijgen in de investeringen in de diverse organisatiegebieden (zie hierboven) én biedt inzicht in wat deze investeringen aan resultaten opleveren. Zoals de meeste overheidsorganisaties, is de afgelopen jaren met name gekeken naar input en is output nauwelijks gemeten. In 2013 wil de organisatie hierin meer systematisch inzicht krijgen om zo meer ‘in control’ te komen, te ‘leren en verbeteren’ en effectief te kunnen werken (Plan Do Check Act). Waardering door medewerkers/doelgroepen/derden Wat willen we bereiken? Tevreden medewerkers die met plezier hun beste talenten inzetten voor het behalen van organisatiedoelen. Daarnaast streven we naar externe doelgroepen en ‘derden’ (organisaties waarmee we samenwerken) die tevreden zijn over de producten en diensten die we verlenen. Wat gaan we daarvoor doen? • Uitvoeren van een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) • Vergelijking met het MTO van 2010 om te kunnen bepalen in hoeverre de organisatie verbeteringen heeft doorgevoerd (leren en verbeteren) • Met betrekking tot de waardering van doelgroepen staan in 2013 geen organisatiebrede benchmarks of klanttevredenheidsonderzoeken op het programma omdat de gemeente Venray in 2012 heeft deelgenomen aan de Benchmarking Publiekszaken en de Burgerpeiling van Waar Staat Je Gemeenten (wsjg.nl). Er vinden wel enkele doorlopende metingen plaats bijvoorbeeld bij de digitale balie. Eindresultaten bedrijfsvoering Wat willen we bereiken? Meer inzicht op het effect van investeringen in bedrijfsvoering. Wat gaan we daarvoor doen in 2013? We gaan een start maken met het: • Bepalen welke bedrijfsvoeringeffecten we concreet willen bereiken (opnemen in begroting); • Benoemen van een aantal concrete en meetbare indicatoren op diverse onderdelen van bedrijfsvoering; 95
Programmabegroting 2013
• •
Effecten meten; Inzicht geven in wat daadwerkelijk is bereikt, wat hebben we ervan geleerd en wat gaan we anders doen? (jaarrekening).
3. Leren en verbeteren Wat willen we bereiken? Systematische en integrale verbetering van onze bedrijfsvoering en daarmee onze dienstverlening. We gebruiken onder andere het OO model om inzicht te krijgen in de fase van ontwikkeling waarin de organisatie/afdeling zich bevindt en om te kunnen bepalen welke organisatie- of resultaatgebieden prioriteit dienen te krijgen bij de gewenste ontwikkeling. Wat gaan we daarvoor doen? • Doorlichting afdeling BZ en Afdeling Middelen en evt. concern met behulp van het OO model • Verbeteringen doorvoeren naar aanleiding van de resultaten uit de benchmark Publiekszaken en waarstaatjegemeente.nl. • Systematisch en tijdig doorvoeren van verbeteracties op basis van doorlichtingen o.b.v. het OOM-model, interne controles, opmerkingen vanuit de provincie en de accountant • Regelmatig toetsen van voorgenomen verbeteracties
96
Programmabegroting 2013
Paragraaf F. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente Venray zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen deelnemingen door de gemeente in publiekrechtelijke samenwerkingsorganisaties(gemeenschappelijke regelingen), privaatrechtelijke samenwerkingsorganisaties (NV’s, BV’s, stichtingen en verenigingen, etc.) en publiekprivate samenwerkingsorganisaties (PPS-constructies). Deze paragraaf gaat in op de ontwikkelingen die zich bij deze partijen voordoen. Veiligheidsregio Limburg-Noord Partijen Op 23 september 2008 heeft de raad een gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio LimburgNoord vastgesteld. Deze regeling is aangegaan tussen alle 15 gemeenten in Noord en Midden Limburg. De Veiligheidsregio Limburg-Noord is gevestigd te Venlo. Op 4 mei 2012 heeft het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord besloten om een wijziging door te voeren. De gemeenteraad van Venray dient deze nieuwe gemeenschappelijke regeling nog vast te stellen. Openbaar belang De Veiligheidsregio Limburg-Noord is een openbaar lichaam, ingesteld bij gemeenschappelijke regeling en geeft vorm en inhoud aan intergemeentelijke samenwerking op de schaal van Noorden Midden-Limburg en heeft tot doel; de behartiging van de belangen van de gemeenten en hun ingezetenen op het gebied van: a. de brandweerzorg; b. de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; c. de rampenbestrijding en crisisbeheersing; d. het bevorderen van de multidisciplinaire uitvoering van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de bestrijding van zware ongevallen; e. het bevorderen van een samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio; f. de publieke gezondheid en de maatschappelijke zorg. Besturingsmodel De 15 gemeenten in Noord- en Midden-Limburg zijn de opdrachtgever van de Veiligheidsregio Limburg-Noord middels hun vertegenwoordiging in het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. De afzonderlijke gemeenteraden vormen hierbij het hoogste politieke orgaan. Zij geven bestuurlijk opdracht en dragen de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de aansturing van de Veiligheidsregio. De bestuurlijk opdrachtnemer vormt het dagelijkse bestuur van de Veiligheidsregio. Het dagelijkse bestuur op zijn beurt is opdrachtgever aan de ambtelijke organisatie, waarbij de veiligheidsdirectie de ambtelijke opdrachtnemer is. Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden, de voorzitter inbegrepen. De overige leden worden door het algemeen bestuur benoemd voor een periode van vier jaar. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijkheid voor het beheer en de begrotingscyclus van de veiligheidsregio. Naast het algemeen en dagelijks bestuur kent de Veiligheidsregio een bestuurscommissie GGD. Deze bestaat uit de gemeentelijke portefeuillehouders gezondheidszorg. De bestuurscommissie is opdrachtnemer van de gemeenteraden voor de taken van de Veiligheidsregio voor de publieke gezondheid. De relatie tussen de opdrachtgevers (gemeenteraden en algemeen bestuur) en opdrachtnemers (dagelijks bestuur, bestuurscommissie GGD en ambtelijke organisatie) geeft ruimte aan de opdrachtnemers bij het uitvoeren van hun opdracht, binnen de door de opdrachtgever gespecificeerde inhoudelijke kaders en richtlijnen, resultaten en randvoorwaarden. De opdrachtnemer voert uit en legt verantwoording af over het bereikte resultaat. Standpunt gemeente Venray Venray stelt zich op het standpunt dat samenwerkingsverbanden flexibel en resultaatgericht moeten zijn en meerwaarde voor Venray moeten hebben. Dit zal steeds de toetssteen zijn voor deelname aan (nieuwe) samenwerkingsverbanden. Ontwikkelingen In de bestuursconferenties van 2010 en 2011 zijn afspraken gemaakt die er toe moeten leiden dat de leden van het algemeen bestuur nauwer betrokken worden bij de inhoudelijke aansturing van de veiligheidsregio. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe gemeenschappelijke regeling. In het 3e of 97
Programmabegroting 2013
4e kwartaal 2012 zal deze nieuwe gemeenschappelijke regeling worden vastgesteld door de gemeenteraad. Bezuinigingen In begroting van de gemeente Venray is bij de bezuinigingsvoorstellen uit de Voorjaarsnota 2010 uitgegaan van een efficiency voordeel als gevolg van de regionalisering van de brandweer. Dit voordeel bedraagt structureel € 200.000 vanaf 2014. Het definitieve efficiencyvoordeel bij regionalisering van de brandweer zal duidelijk worden wanneer de Veiligheidsregio haar begroting voor 2014 vaststelt (najaar 2013). Dit zal verder tot uitdrukking komen in de hoogte van de bijdrage die de gemeenten in rekening gebracht krijgen vanaf 2014. wijze van behartiging
relatie progr. 1
Burgemeester lid van het dagelijks bestuur en algemeen bestuur. Wethouder Volksgezondheid lid van de bestuurscommissie GGD.
financiële relatie in 2013 Bijdrage circa € 83,01 per inwoner (inclusief bijdrage brandweer Venray)
maximum gemeentelijk risico 9,79% van de vaste kosten
Vermogensontwikkeling (x € 1.000) eigen vermogen vreemd vermogen resultaat
2009
2010
2011
5.468
14.642
15.682
23.867
16.380
17.638
800
1.607
1.077
Openbaar lichaam Euregio Rijn-Maas-Noord Partijen Het grensoverschrijdende samenwerkingsverband Euregio Rijn-Maas-Noord bestaat circa 25 jaar en is sinds 2003 een zelfstandige, Openbaar Lichaam naar Duits recht ingevolge het Duits-Nederlands Verdrag van Anholt. Een van de voornaamste taken is het wederzijds begrip van de Nederlandse en Duitse inwoners van de euregio versterken, de contacten verdiepen en samenwerking stimuleren. Van de euregio Rijn-Maas-Noord maken tegenwoordig 28 gemeenten en instellingen deel uit. In het Nederlandse deel van de euregio zijn dat de gemeenten Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Peel en Maas, Maasgouw, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert en de Kamer van Koophandel Limburg. Weert heeft het lidmaatschap opgezegd. Nederweert daarentegen denkt aan toetreding. Aan Duitse kant gaat het om de steden Mönchengladbach en Krefeld, het zuidelijk deel van de Kreis Kleve, de gemeenten Weeze, Brüggen, Niederkrüchten, Straelen, Geldern, Nettetal en Wassenberg, de Kreis Viersen, de Rhein-Kreis Neuss, de Industrie- und Handelskammer Mittlerer Niederrhein en de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer in Duisburg. Aan Duitse kant heeft Weeze het lidmaatschap opgezegd. Tegelijker tijd is Weekbergen toegetreden. Openbaar belang Het belang van euregionale samenwerking wordt steeds meer onderkend. Wij zijn ons er steeds meer van bewust dat welvaart en kwaliteit van leven voor Venray in regionaal en euregionaal verband gezien moet worden. De Euregio Rijn-Maas-Noord is de kleinste Euregio aan de Nederlands Duitse grens, maar in economisch opzicht zeker niet de minst belangrijke. Om goed invulling en sturing te kunnen geven aan de taken van de Euregio is er een Visie op de Euregio Rijn-Maas-Noord op economisch, sociaal maatschappelijk en cultureel terrein in 2007 vastgesteld . Ook is er een sterkten/zwakten, kansen en bedreigingen analyse voor alle Nederlands Duitse Euregio’s uitgevoerd in het kader van de nieuwe ronde ETS subsidies (Europese Territoriale Samenwerking periode 2007-2013). Er wordt gewerkt aan een nieuwe visie op de Euregio Rijn Maas Noord. Via de Regio Venlo zorgen wij dat onze belangen behartigd worden. In 2013 moet de Euregio visie gereed zijn. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De Euregio Rijn-Maas-Noord is een zelfstandige publiekrechtelijke organisatie en is gevestigd in Mönchengladbach. De organisatie houdt zich als europees territoriaal orgaan voor een belangrijk deel bezig met het programmamanagement inzake Interreg-projecten. Steeds belangrijker wordt het stimuleren van grensoverschrijdende samenwerking en belangenbehartiging van de regio binnen het cohesiebeleid van Europa. De Euregioraad of te wel ALV (algemene ledenvergadering) is het hoogste orgaan van de Euregio en wordt gevormd door bestuurders en raadsleden van alle 98
Programmabegroting 2013
deelnemende organisaties. Iedere gemeente in Noord- en Midden Limburg heeft op grond van een verdeelsleutel een aantal stemmen in de Euregioraad. Venray heeft drie stemmen. Wijze van behartiging Burgemeester Lid DB, ALV en voorzitter commissie Interreg Wethouder Loonen lid ALV en commissie Business to Business Wethouder Janssen lid commissie People to People Wethouder Busser Lid commissie Interregen commissie People tot People Wethouder Lucien Peeters Lid commissie Government to Government en lid ALV
Relatie progr. 5
Financiële relatie in 2013 Bijdrage € 10.320 per jaar
Max. gemeentelijk risico geen
Vermogensontwikkeling (x € 1.000)
2009
2010
2011
eigen vermogen
257
296
320
vreemd vermogen
336
337
341
57
39
24
resultaat
Repressieve brandweerzorg in de drie nieuwe kerkdorpen (Blitterswijck, Geijsteren en Wanssum). Partijen Sinds 1 januari 2011 maakt de brandweerpost Meerlo onderdeel uit van de gemeente Horst aan de Maas. Repressief, dus operationeel, bedient de post nog steeds de nieuwe kerkdorpen Blitterswijck, Geijsteren en Wanssum. Hierover is met de gemeente Horst aan de Maas een dienstovereenkomst afgesloten. Openbaar belang Het is voor elke gemeente van belang de brandweerzorg zo goed mogelijk te organiseren. Om dit te realiseren in de nieuwe kerkdorpen (Blitterswijck, Geijsteren en Wanssum) heeft de gemeente Venray een dienstovereenkomst met Horst aan de Maas hierover afgesloten. In deze dienstovereenkomst is geregeld dat de repressieve brandweerzorg in deze dorpen wordt verzorgd door de brandweer Horst aan de Maas, post Meerlo. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Elke gemeente is zelf verantwoordelijk voor de brandweerzorg in binnen de gemeenten. Dit kan een gemeente zelf organiseren of uitbesteden. Omdat de post Meerlo sinds 1 januari 2011 deel uitmaakt van de gemeente Horst aan de Maas heeft Venray de repressieve brandweerzorg in de nieuwe kerkdorpen (Blitterswijck, Geijsteren en Wanssum) uitbesteed aan de gemeente Horst aan de Maas, brandweerpost Meerlo. De gemeente Venray blijft eindverantwoordelijk. Wijze van behartiging Er is hierover een dienstovereenkomst getekend door de burgemeesters van de gemeente Venray en Horst aan de Maas
Relatie progr. 1
Financiële relatie in 2013 Financiële bijdrage aan Horst aan de Maas in 2013 is € 130.880
Max. gemeentelijk risico Gemeente blijft altijd eindverantwoordelijk
Vermogensontwikkeling Niet van toepassing.
99
Programmabegroting 2013
Regionale handhavingsorganisatie Partijen In 2012 zijn de dienstverleningsovereenkomsten in het kader van de samenwerking op het gebied van handhaving uitgevoerd. Het betreft hier de samenwerking tussen de gemeenten Horst aan de Maas en Venray. Openbaar belang Op een efficiënte manier uitvoering geven aan de handhavingstaken met als doel om te komen tot betere onderlinge afstemming en betere handhaving. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Binnen de organisatie gemeente Venray is de regionale handhaving van de gemeenten Horst aan de Maas en Venray gevestigd. Conform jaarlijks vast te stellen handhavingsprogramma’s worden de werkzaamheden uitgevoerd. De 2 gemeenten hebben een mandaat voor de uitvoering van toezicht en handhaving bij de afdeling V&H neergelegd. De uitgevoerde werkzaamheden zijn bepaald via intensieve contacten tussen de vergunningverlenende afdelingen van Horst aan de Maas en Venray en de afdeling Veiligheid en Handhaving. Ontwikkelingen De gemeente Horst aan de Maas voert vanaf 2015 een bezuiniging door op de uren die afgenomen worden van de afdeling V&H. De afdeling doet er alles aan om deze korting op uren gecompenseerd te krijgen met opdrachten van andere opdrachtgevers. wijze van behartiging Venray draagt in opdracht van deelnemende gemeenten zorg voor uitvoering handhaving
relatie progr. 1
financiële relatie in 2013 Gemeente Horst aan de Maas betaalt in 2013 circa € 1,1 mln voor de aan hen geleverde handhavingsdiensten.
maximum gemeentelijk risico Wegvallen bijdrage deelnemende gemeente (begroting 2015): circa € 1.1
Vermogensontwikkeling De gemeente Horst aan de Maas heeft tot en met 2014 repressief toezicht gekregen van Provincie Limburg. Werkvoorzieningschap Noord Limburg West (NLW) Partijen De gemeenten: Venray, Peel en Maas en Horst aan de Maas. Openbaar belang 1. Het op bedrijfsmatig verantwoorde wijze uitvoeren dan wel doen uitvoeren van taken van en voor gemeenten op het terrein van de gesubsidieerde arbeid. Primair betreft dit de taken in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Daarnaast kan dit bij afzonderlijk besluit ook gelden voor andere vormen van gesubsidieerde arbeid. 2. Het initiëren, creëren, organiseren en uitvoeren van werk en het bevorderen van mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor met name diegenen die in de toetreding tot de arbeidsmarkt worden belemmerd. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Per 1-1-2003 is er bij het Werkvoorzieningschap NLW een externe verzelfstandiging doorgevoerd. Dit betekent dat de uitvoering van de WSW en alle bijbehorende bedrijfsactiviteiten ingaande deze datum door de NLW Groep NV worden uitgevoerd. Het schap NLW voert na de verzelfstandiging nog de volgende taken uit: • Regiefunctie c.q. opdrachtgever voor de uitvoering Sociale Werkvoorziening. • Houder van de aandelen in de NV en uitoefenen van de zeggenschapsrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders. Ontwikkelingen Het algemeen bestuur van het schap NLW heeft in oktober 2011 een bestuursbesluit genomen ten aanzien van de toekomst van de NLW Groep. Dit besluit is vertaald in een transitieplan voor de jaren 2012-2016. In 2012 wordt gestart met de uitvoering van het transitieplan en dit zal gezien de looptijd van het plan de komende jaren verder zijn beslag krijgen.
100
Programmabegroting 2013
wijze van behartiging Wethouder is voorzitter bestuur NLW. Rijksbijdrage en gemeentelijke bijdrage per arbeidsjaar en bedrag per inwoner voor bestuur en commissie
relatie progr. 1
financiële relatie in 2013 Naast de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie en de bestuurskosten (begroot 2013: € 333.308,=) ontvangt het schap sinds 1-1-08 ook de rijksbijdrage via de gemeente. Daarnaast een verstrekte geldlening € 1.695.000 (incl. deel Meerlo-Wanssum)
maximum gemeentelijk risico Aansprakelijk voor tekort en renteloze lening € 1.695.000.
Vermogensontwikkeling (x € 1.000) eigen vermogen vreemd vermogen resultaat
2009
2010
2011
209
240
196
32.023
18.354
19.137
0
28
16
Regio Venlo Partijen In 2002 zijn de gemeenten Venlo, Venray, Helden, Horst aan de Maas en later Gennep een informeel samenwerkingsverband onder de naam Regio Venlo aangegaan, gericht op economische structuurversterking in Noord-Limburg. Sinds 1-1-2010 bestaan de deelnemers uit de gemeenten Venlo, Venray, Peel en Maas, Horst aan de Maas, Gennep, Beesel en Bergen. De verkrijging van de status Greenport Venlo geeft de Regio inmiddels extra kansen om samen met ondernemers, onderwijs- en onderzoeksinstellingen te werken aan de economische structuurversterking in Noord-Limburg. Medio 2010 heeft de Regio Venlo de Strategische agenda Regio Venlo 2011-2014 vastgesteld, die kan worden gezien als de overheidsagenda binnen Greenport Venlo. Hierin is een drietal thema ’s vastgesteld (Innovatie, Gebiedsontwikkeling, Quality of Life), waaraan prioriteit gegeven wordt. Aan het thema ‘Innovatie’ wordt in Greenport Venlo verband uitvoering gegeven door het Greenport Venlo Innovation Center waarin Venray samen met de andere regiogemeenten participeert. De gebiedsontwikkeling Klavertje 4 is in handen gelegd van de Development Company Greenport Venlo (DCGV). Venray neemt hierin niet deel maar momenteel wordt wel studie verricht naar de voorwaarden waaronder dat zou kunnen gebeuren. De ‘Quality of Life’ is een breed thema dat zich richt op het verhogen van de aantrekkelijkheid van de regio voor bewoners, bezoekers en ondernemers. Een van de manieren waarop dit gebeurt is via de regionale toeristisch promotieorganisatie (STNL). Met deze nieuwe agenda is een verbreding aangebracht en wordt naast economie ook op andere gebieden de samenwerking in Regio Venlo verband gezocht. Dit heeft in 2011 geleid tot de oprichting van regionale bestuurlijke ‘overlegtafels’ voor de thema’s Economische Zaken en Ruimtelijke Ontwikkeling, Welzijn, Zorg, Onderwijs en Jeugd en Gemeenschapsontwikkeling. Deze verbreding van de regionale activiteiten is vastgelegd in een nieuwe strategische visie die in 2012 is vastgesteld. De visie wordt in de loop van 2013 verder geconcretiseerd. Openbaar belang Regio Venlo is een vrijwillig samenwerkingsverband waarbij de partners op jaarbasis een bedrag van € 4 per inwoner beschikbaar stellen. De burgemeesters geven in het bestuurdersoverleg (BO) onder voorzitterschap van de burgemeester van Venlo sturing aan Regio Venlo. Jaarlijks stelt het BO de begroting vast. De wethouders Economische Zaken (EZ) hebben zitting in het portefeuillehouders EZ en sturen op de economische ontwikkeling van de Regio. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Teneinde de regionale projecten te kunnen uitvoeren is een Regio Bureau opgericht. Het Regio Bureau is inhoudelijk o.a. verantwoordelijk voor de regie rondom de regionale spin off die de Floriade 2012 oplevert en de (overheids)inbreng in Greenport. Daarnaast draagt het Regio Bureau zorg voor de facilitering van de besluitvormingsprocessen binnen de Regio Venlo en de afstemming tussen de zes gemeenten en de diverse projectorganisaties in de regio.
101
Programmabegroting 2013
wijze van behartiging
relatie progr. 5
Burgemeester neemt deel aan het BO Wethouder EZ neemt deel aan het Pfh-EZ
financiële relatie in 2013 Bijdrage per inwoner € 4,00
maximum gemeentelijk risico n.v.t.
Vermogensontwikkeling (x € 1.000)
2009
2010
2011
eigen vermogen
609
447
659
vreemd vermogen
149
275
147
resultaat
117
-161
73
NV Regio Venlo Partijen 7 gemeenten in Noord-Limburg en het LIOF. Openbaar belang Eén van de eerste activiteiten van de Regio Venlo (de samenwerking van de gemeenten Venlo, Venray, Horst aan de Maas, Helden en Gennep) was het oprichten in 2005 van de NV Economische Impuls Regio Venlo ofwel NV Regio Venlo. De NV is bij oprichting een uitvoeringscontract aangegaan met het LIOF. Het LIOF heeft op basis daarvan een programmamanager aangesteld en een uitvoeringsorganisatie ingericht. De NV is de afgelopen jaren betrokken geweest bij een groot aantal regionale projecten op het gebied van de logistiek en de maakindustrie die hebben bijgedragen aan de versterking van de regionale economie. De NV Regio Venlo is per 1 januari 2012 opgegaan in de NV Greenport Venlo Innovation Center (GVIC) dat door gemeenten, Provincie en bedrijfsleven samen wordt gefinancierd. De middelen die voor de NV Regio Venlo beschikbaar waren (€ 1,36/inwoner) zijn daarbij volledig overgeheveld naar het GVIC . Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De NV Regio Venlo was een uitvoeringsorganisatie die t/m 2011 was belast met het initiëren, coördineren en in voorkomende gevallen uitvoeren van majeure regionale projecten. De beschikbare prioriteitsaandelen (67% van het totaal) zijn bij oprichting van de NV verdeeld tussen de 5 gemeenten van de Regio Venlo en het LIOF. Alle gemeenten in Noord-Limburg (m.u.v. Mook en Middelaar) leverden een bijdrage van jaarlijks € 1,36 per inwoner aan de NV. Het bestuur van de NV was samengesteld uit 5 vertegenwoordigers uit het regionale bedrijfsleven. Drie daarvan waren benoemd door de Regio Venlo en twee door het LIOF. Regio en LIOF samen hadden een onafhankelijk voorzitter benoemd. Per 1-1-2012 is de NV opgeheven en zijn haar taken overgegaan naar NV Greenport Venlo Innovation Center. De definitieve afrekening van de NV vindt plaats in de 2e helft van 2012. wijze van behartiging
relatie progr. 5
recht tot benoeming van 3 bestuursleden
financiële relatie in 2013 Geen. NV per 1-1-2012 opgeheven. Definitieve afrekening vindt plaats in 2e helft 2012
maximum gemeentelijk risico n.v.t.
Vermogensontwikkeling (x € 1.000) eigen vermogen
2009 609
2010 447
vreemd vermogen
149
275
resultaat
117
161-
2011 Definitieve afrekening volgt 2e helft 2012
102
Programmabegroting 2013
NV Greenport Venlo Innovation Center Partijen 7 regiogemeenten, Provincie Limburg en Ondernemend Limburg Openbaar Belang Een van de pijlers onder de Greenport Venlo is de ontwikkeling en stimulering van kennis en innovatie in Noord-Limburg. Daartoe is in 2012 de NV Greenport Venlo Innovation Center (GVIC) opgericht. Kernopgave van het GVIC is het versterken van het innovatievermogen van bedrijven en clusters van bedrijven met als doelstelling om te komen tot product-, markt- en systeeminnovaties. Het GVIC richt zich daarbij op de sectoren agro-food, industrie en logistiek. Doelstelling is om de toegevoegde waarde die deze sectoren voor de regionale economie hebben te laten groeien van € 1 miljard naar € 2 miljard. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De leiding van GVIC is in handen van het bestuur dat bestaat uit vertegenwoordigers van bedrijfsleven. Regiogemeenten, Provincie en Ondernemend Limburg zijn aandeelhouder van de NV en hebben zitting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). De AvA stelt jaarlijks het jaarplan vast en keurt het jaarverslag en jaarrekening vast. De dagelijkse aansturing ligt in handen van de directie. wijze van behartiging Deelname in AvA
relatie progr. 5
financiële relatie in 2013 Jaarlijkse bijdrage ca. € 55.000,--. Daarnaast bezit Venray een pakket aandelen t.w.v. € 2.361,--.
maximum gemeentelijk risico Aandelen € 2.361,--.
Vermogensontwikkeling Het gaat hier om een nieuwe verbonden partij, waarvan nog geen financiële gegevens beschikbaar zijn. Stichting Administratiekantoor Regio Venlo Floriade 2012 Partijen De Regio Venlo gemeenten en de Nederlandse Tuinbouwraad. Openbaar belang De gemeente Venray participeert sinds eind 2005 in de Stichting "Administratiekantoor Regio Venlo Floriade 2012" en is met een collegelid in het bestuur daarvan vertegenwoordigd. De overige bestuurszetels worden ingenomen door vertegenwoordigers van de overige 4 gemeenten in de Regio Venlo en van de Nationale Tuinbouwraad (NTR). De Stichting heeft een BV opgericht die is belast met de organisatie van de Floriade. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De Stichting controleert of de afspraken die met de BV met betrekking tot de Floriade zijn gemaakt, adequaat worden uitgevoerd en beheert daartoe de aandelen van de Floriade BV. Het bestuur van de Stichting heeft alle rechten die krachtens de wet aan de aandeelhouders zijn toegekend. De Floriade BV rapporteert over de voortgang aan de Stichting in de aandeelhoudersvergadering en stelt jaarlijks een verslag op. Op dit moment wordt rekening gehouden met een aandeel van Venray bij een bezoekersaantal van 2 mln in het oorspronkelijk voorzien tekort van € 7 mln , de € 4 mln indexeringskosten en een niet ontvangen subsidies van € 1,2 mln. De begroting van de Floriade houdt hierin rekening met bijdragen van de regiogemeenten Het risico dat we hiermee lopen is afgedekt door het vormen van een voorziening. De begroting is, zoals bekend, gebaseerd op prijspeil 2002 (opgenomen in het bidbook). Indexering is toen niet meegenomen. Inmiddels is de door de regio gemeenten te betalen indexering vastgesteld op een bedrag van € 4,0 mln. Voorfinanciering van dit bedrag vindt, evenals de € 8,0 mln, plaats uit de grondexploitatie van Venlo GreenPark. De eindafrekening van de € 8,0 mln, de indexering en het resultaat van de Floriade vindt eind 2012 begin 2013 plaats.
103
Programmabegroting 2013
wijze van behartiging
relatie progr. 4
Wethouder lid van bestuur stichting
financiële relatie in 2013
maximum gemeentelijk risico Per 31-12-2011 is in de In de risicoreserve risicoreserve grondbedrijf een grondbedrijf is een bedrag bedrag opgebouwd van 2,4 van mln euro. € 2,4 mln. opgebouwd ter dekking van een eventueel tekort (19,9% van € 12,2 mln)
Vermogensontwikkeling Onderstaande cijfers hebben betrekking op de Regio Venlo Floriade 2012 B.V. De stichting administratiekantoor beheert alleen de aandelen van de BV en heeft een zeer beperkt eigen vermogen en maakt geen inhoudelijk jaarverslag. (x € 1.000)
2009
eigen vermogen vreemd vermogen
2010
2011
18
18
18
15.723
19.690
32.032
63-
47-
331
resultaat
Bedrijvenschap Greenpark Venlo Partijen De Regio Venlo gemeenten Venlo, Horst aan de Maas, Helden, Gennep en Venray. Openbaar belang De gemeente neemt sinds eind 2005 deel in het Bedrijvenschap Venlo Greenpark, een samenwerking van 5 gemeenten in de zin van de Wet Gemeenschappelijke Regeling. Behalve Venray nemen er 4 Regio Venlo-gemeenten (Venlo, Horst aan de Maas, Peel en Maas en Gennep) deel in het bedrijvenschap. Elke gemeente is met twee collegeleden in het algemeen bestuur hiervan vertegenwoordigd. De portefeuillehouder Economische Zaken (EZ) is lid van het dagelijks bestuur. Het Bedrijvenschap heeft tot taak het businesspark Venlo GreenPark aan te leggen en te exploiteren. Directe aanleiding voor de oprichting is de Floriade die in 2012 op het GreenPark terrein plaatsvindt. In 2011 is besloten een onderzoek te starten naar de mogelijkheden om Venlo Greenpark onder te brengen bij de Development Company Greenport Venlo (DCGV) die is belast met de gebiedsontwikkeling van het Klavertje 4 gebied. In 2012/2013 worden daarvan de resultaten verwacht. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Het Bedrijvenschap heeft tot taak het businesspark Venlo GreenPark aan te leggen en te exploiteren. Voor het risico dat we met deze exploitatie lopen is in de risicoreserve grondbedrijf voorzien. Jaarlijks wordt bij het opmaken van de jaarrekening het risico bepaald aan de hand van de boekwaarde van het plan. wijze van behartiging
relatie progr. 4
Wethouder EZ is lid DB
financiële relatie in 2013 Belang Venray is 20%.
maximum gemeentelijk risico 1/5 van de boekwaarde gronden. Per 1/1/2012 is dat € 10 mln. In de benodigde risicoreserve grondbedrijf is dit opgenomen. Voor het huidig voorzien tekort is een voorziening getroffen. Na afloop van de Floriade kan worden geconcludeerd of de voorziene spin off werkelijkheid wordt.
Vermogensontwikkeling (x € 1.000)
2009
eigen vermogen vreemd vermogen resultaat
20.000
2010
2011
7.000
13.200
40.000
50.000
1.500
1.500
104
Programmabegroting 2013
Stichting Innovatiefonds Centrum Venray Partijen Gemeente Venray, Venray Centraal en Gebiedspanel Centrum. Openbaar belang De gemeente heeft van 2007 t/m 2011 deelgenomen in de Stichting Innovatiefonds Centrum Venray. De portefeuillehouder EZ was lid van het bestuur van de Stichting dat bestond uit 3 leden. Behalve de gemeente waren dat vertegenwoordigers van de ondernemersvereniging Venray Centraal en het Gebiedspanel Centrum. De Stichting richtte zich op de financiering van projecten die een bijdrage leverden aan het vergroten van de economische aantrekkingskracht van het winkelcentrum van Venray. Het moest daarbij gaan om innovatieve projecten d.w.z. projecten die nog niet eerder in Venray waren uitgevoerd. De gemeentelijke bijdrage was daarbij afhankelijk van de bijdrage die ondernemers in het Fonds storten. Voor elke euro die ondernemers beschikbaar stelden, stortte de gemeente er twee bij. De maximale gemeentelijke bijdrage was € 60.000 per jaar. Projecten die in de loop der jaren daarmee tot stand zijn gebracht zijn o.a. het woonevent, het mode-event en Culirooy. Formeel was 2010 het laatste projectjaar. De laatste uitgaven en de (financiële) afwikkeling van de projecten vinden plaats in 2012. Door de instelling van de reclameheffing is een alternatieve wijze van projectfinanciering gecreëerd. Hiermee is ook een einde gekomen aan het fonds. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De gemeente Venray had t/m 2011 in de persoon van de wethouder EZ zitting in het bestuur van de Stichting. Het Stichtingsbestuur beoordeelde projecten op basis van concrete schriftelijke aanvragen en kende daaraan al dan niet een bijdrage toe. wijze van behartiging Wethouder lid van stichtingsbestuur
relatie progr. 4
financiële relatie in 2013 In 2012 vinden financiële afwikkeling en laatste uitgaven plaats.
maximum gemeentelijk risico geen
Vermogensontwikkeling (x € 1.000)
2009
eigen vermogen
2010 16
2011 36
nvt
vreemd vermogen
nvt
nvt
nvt
resultaat
nvt
nvt
nvt
Samenwerkingsovereenkomst “Brabander - Aan den Heuvel” (zie ook paragraaf G) Partijen De gemeente Venray en Ontwikkelingsmaatschappij Loobeek BV. In 2002 is een samenwerkingsovereenkomst met Ontwikkelingsmaatschappij Loobeek BV gesloten om de woningbouwlocatie gebied Brabander-Rest te ontwikkelen. In de overeenkomst is o.a. geregeld dat de grondexploitatie loopt voor rekening en risico van de partijen gezamenlijk in de verhouding 50% gemeente en 50% ontwikkelaar. Ook het resultaat, wat resteert na aftrek van alle kosten uit de bouwexploitatie van de door deze ontwikkelaar te realiseren woningen, zal worden gedeeld in de verhouding 50% gemeente en 50% ontwikkelaar. Via een stuurgroep en een projectgroep waarin beide partijen zitting hebben wordt uitvoering gegeven aan de overeenkomst. Openbaar belang Het realiseren van een woningbouwprogramma van ca. 635 woningen in het gebied van de Brabander deelgebied, Aan den Heuvel, voorheen deelgebied Brabander- Rest. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Het realiseren van een woningbouwprogramma van ca. 635 woningen in het gebied van de Brabander deelgebied, Aan den Heuvel, voorheen deelgebied Brabander-Rest. De grondexploitatie Aan den Heuvel is gesplitst in twee deelexploitaties (deel A en deel B) waardoor overzichtelijker deelgebieden en looptijd ontstaan. Deze splitsing is in samenwerking met onze partner in dit gebied, Ontwikkelingsmaatschappij Loobeek BV, tot stand gekomen.
105
Programmabegroting 2013
wijze van behartiging
relatie progr. 3
Ambtelijk opdrachtgever lid stuurgroep. Aandeel Venray 50% in exploitatie en risico
financiële relatie in 2013 Belang Venray is 50%
maximum gemeentelijk risico Door langere looptijd exploitatie en achterblijvende verkopen hogere rentelasten.
Vermogensontwikkeling De winstprognose is € 5,2 mln te verdelen tussen beide partners. (x € 1.000)
2009
boekwaarde
2010
6.719
6.233
2011 6.919
Samenwerkingsovereenkomst “De Blakt” (zie ook paragraaf G ) Partijen De gemeente Venray en Maessen Project BV (ontwikkelaar). In januari 2006 is een samenwerkingsovereenkomst met Maessen Projecten BV gesloten voor het bedrijventerrein “de Blakt”. In de overeenkomst is o.a. geregeld dat de grondexploitatie loopt voor rekening en risico van de partijen gezamenlijk in de verhouding 50% gemeente en 50% ontwikkelaar. Het exploitatieresultaat van de ontwikkeling van het bedrijventerrein zal worden gedeeld in de verhouding 50% gemeente en 50% ontwikkelaar. Via een stuurgroep en een projectteam, waarin beide partijen zitting hebben, wordt uitvoering gegeven aan de overeenkomst. Openbaar belang Het realiseren van de ontwikkeling van ca. 50 ha uitgeefbaar industrieterrein “de Blakt”. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Het realiseren van de ontwikkeling van ca. 50 ha uitgeefbaar industrieterrein "de Blakt”, conform de geldende regelgeving en met een aanvaardbaar financieel resultaat. wijze van behartiging
relatie progr. 4
Ambtelijk een bestuurlijk opdrachtgever is lid van de stuurgroep. Aandeel Venray 50% in exploitatie en risico
financiële relatie in 2013 Belang Venray 50%
maximum gemeentelijk risico Door langere looptijd exploitatie en achterblijvende verkopen hogere rentelasten.
Vermogensontwikkeling De winstprognose is € 8,7 mln te verdelen tussen beide partners. (x € 1.000) boekwaarde
2009 1.642
2010 1.124
2011 2.244
Samenwerkingsovereenkomst “De Gouden Leeuw” (zie ook paragraaf G) Partijen De gemeente Venray en 3W Vastgoed BV (ontwikkelaar). Openbaar belang Het realiseren van het stedenbouwkundig plan “Gouden Leeuw” d.d. juli 2001, door de bouw van woningen, commerciële ruimten, parkeergarage en overige voorzieningen. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Het realiseren van het stedenbouwkundig plan "Gouden Leeuw" d.d. juli 2001 door de bouw van woningen, commerciële ruimten, parkeergarage en overige voorzieningen. wijze van behartiging Wethouder lid stuurgroep
relatie progr. 3
financiële relatie in 2013 Belang Venray: Realisatie 0% Ontwikkeling 100%
maximum gemeentelijk risico Door langere looptijd exploitatie en achterblijvende verkopen hogere rentelasten waardoor exploitatie negatiever wordt.
106
Programmabegroting 2013
Vermogensontwikkeling Geprognosticeerd nadelig resultaat € 1.745.000 Hiervoor is een voorziening gevormd ten laste van de risicoreserve Grondbedrijf. In voorgaande jaren zijn reeds voor € 2,7 mln verliezen genomen. (x € 1.000)
2009
boekwaarde
2010
3.533
2.794
2011 1.804
Samenwerkingsovereenkomst “Herontwikkeling St. Anna en St. Servatiusterrein” Partijen De gemeente Venray en Vincent van Gogh Instituut. Voorheen GGZ Noord en Midden Limburg. In juli 2001 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de gemeente Venray en de Stichting Vincent van Gogh Instituut Venray om in samenspraak en samenwerking het St Servatiusterrein meer dan voorheen een openbaar karakter te geven en daarmee de toegankelijkheid te vergroten. Gelijktijdig is de Vincent van Gogh Instituut gestart met de samenvoeging van het grootste deel van alle functies op het St. Servatiusterrein. Daarvoor is een Globaal Stedenbouwkundig plan opgezet en inmiddels vrijwel geheel uitgewerkt. Met de gemeente zijn afspraken gemaakt over de ontsluiting van het terrein op de openbare weg. Aan de rand van het terrein is inmiddels basisschool de Hommel gebouwd. Voor de woningbouwontwikkelingen aan de rand van het terrein zijn door het Vincent van Gogh Instituut onderhandelingen gevoerd met private partijen. Inmiddels zijn deze overleggen vooralsnog stopgezet omdat er geen overeenstemming tussen het Vincent van Gogh instituut en de private partij kon worden bereikt. Hierdoor is ook de voortgang rondom de aanpassing van de ontsluiting van het terrein op de openbare weg stil komen te liggen. T.b.v. de patiënten uit het St. Bernard gebouw (Anna-terrein) zijn dit jaar op het St. Servatiusterrein binnen de vigerende bestemmingsplangrenzen tijdelijke units geplaatst. Deze actie was nodig omdat in geval van calamiteiten in de avond en nacht de veiligheid van de patiënten in St Bernard niet kon worden gegarandeerd. Het St. Annaterrein wil het Vincent van Gogh Instituut grotendeels afstoten. De toekomstige invulling van het terrein moet plaatsvinden middels een door de gemeente en het Vincent van Gogh Instituut uitgewerkt en in mei 2009 door de gemeenteraad van Venray als structuurvisie vastgesteld Globaal Stedenbouwkundig plan. Met de nadere uitwerking en vaststelling van het voorontwerpbestemmingsplan is gewacht totdat de nieuwe eigenaar van het St. Annaterrein bekend is. Met deze toekomstige partij zou de gemeente in haar publiekrechtelijke rol invulling willen geven aan het nieuwe bestemmingsplan conform de vastgestelde structuurvisie. Inmiddels is duidelijk dat de verkoopbaarheid van het St Annaterrein door de economische omstandigheden onder druk staat. De samenwerkingsovereenkomst wordt met wederzijds goedvinden beëindigd. De gemeente en het Vincent van Gogh Instituut hebben wel afgesproken met elkaar contact te houden over de voortgang van de activiteiten op het St Annaterrein. Openbaar belang Herontwikkeling en herbestemming locaties St. Anna en St. Servatius. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Voor zowel St. Anna als St. Servatius is een gemeenschappelijke stuurgroep aanwezig, waarin een wethouder lid is van de stuurgroep. De stuurgroep is op dit moment niet actief. Het St. Servatiusterrein krijgt meer dan in het verleden een openbaar karakter. Daarom zijn voor het St. Servatiusterrein gedetailleerde afspraken gemaakt over de inrichting van de openbare ruimte, de ontsluiting van het terrein en de financiële consequenties. Zoals weergegeven is inmiddels een Globaal Stedenbouwkundig plan voor St Anna als structuurvisie in mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Over een eerder traject, om te komen tot een Globaal Stedenbouwkundig plan, is tussen de gemeente en GGZ NML een verschil van mening gerezen over de kostenverdeling. Dit geschil is beslecht. Het St. Annaterrein zal door de GGZ NML worden afgestoten. Daarover worden met diverse partijen onderhandelingen gevoerd. wijze van behartiging Wethouder lid stuurgroep. Gemeente
relatie progr. 3
financiële relatie in 2013
maximum gemeentelijk risico
107
Programmabegroting 2013
Vermogensontwikkeling Samenwerkingsovereenkomst Herontwikkeling St. Anna (x € 1.000)
2009
2010
boekwaarde
2011
1.424
0
Samenwerkingsovereenkomst "Herontwikkeling St. Servatiusterrein” (x € 1.000)
2009
2010
boekwaarde
-101
2011 0
Samenwerkingsovereenkomst Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum Partijen Betrokken partijen zijn de provincie Limburg, de gemeente Horst a/d Maas, gemeente Venray Rijkswaterstaat en het Waterschap Peel en Maasvallei. Op 10 november 2011 is door de provincie met het Rijk en met de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas een bestuursakkoord gesloten waarmee de financiering van het totale project Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum zeker is gesteld. Openbaar belang Het openbaar belang is het garanderen van de veiligheid bij hoogwater van de Maas en de leefbaarheid in de meest brede zin van het woord. Het aanleggen van een rondweg om Wanssum als vervanging van de huidige N270 die door Wanssum heen loopt. Het maken van veilige aansluitingen van zowel de diverse wegen van het dorp alsook de aansluiting van de haven en het bedrijventerrein. Het daarmee vergroten van de leefbaarheid van Wanssum. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep Gebiedsontwikkeling OoijenWanssum. In deze stuurgroep is ook een wethouder economie van Venray vertegenwoordigd. Besluitvorming in de stuurgroep waaraan financiële verplichtingen gekoppeld zijn voor de gemeente Venray en/of andere bestuurlijke partijen kan alleen plaatsvinden na besluitvorming in het college van B&W en de gemeenteraad van Venray. De raad heeft op 27 september 2011 besloten om de komende jaren € 7 mln voor de Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum beschikbaar te stellen onder de voorwaarde dat ook het Rijk voldoende financiële middelen beschikbaar stelt. In de MUIP aanvraag 2012 en volgende jaren is de verdeling van die € 7.000.000,- opgenomen. ( € 5,5 mln in geld en € 1,5 mln in grond. Tevens is de ambtelijke capaciteit aan de hand van het projectplan voor de komende vier jaar opgenomen. (€ 268.000 in 2012; €265.000 in 2013; €261.000 in 2014; € 194.000 in 2015) Deze zo nauwkeurig mogelijke inschatting zal jaarlijks zo nodig worden bijgesteld. In juni 2012 heeft het Projectteam een verkenningennota opgesteld ten behoeve van het voorkeursbesluit van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dit voorkeursbesluit wordt in het najaar 2012 verwacht. Daarmee wordt een volgende stap gezet in de voorbereiding van dit omvangrijke project met goedkeuring van het Ministerie. wijze van behartiging Wethouder lid stuurgroep
relatie progr. 4
financiële relatie in 2013 Zie projectplan Gebiedsontwikkeling OoijenWanssum, goedgekeurd d.d. 27-09-11
maximum gemeentelijk risico -
Samenwerkingsovereenkomst ontwikkelingsfase MFC Brukske Partijen De gemeente Venray, de Stichting Wonen Limburg en de Stichting Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Venray Openbaar belang De ontwikkeling en realisatie van een Multifunctioneel Centrum in het Brukske vormt een wezenlijk onderdeel van het Masterplan Brukske. Dat Masterplan is in 2007 opgesteld in samenwerking met 108
Programmabegroting 2013
alle betrokken partijen in het Ondernemend Gezelschap Brukske en beoogt de herstructurering van de wijk in fysiek en maatschappelijk opzicht. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De overeenkomst regelt de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen in de ontwikkelingsfase tot en met het voorlopig ontwerp van het MFC inclusief het bijbehorend financieel kader. De gemeente is in deze fase leidend in het gehele planproces, Wonen Limburg is opdrachtnemer, in het bijzonder t.a.v. de vastgoedontwikkeling en de ontwikkeling van kaders voor exploitatie en beheer. SPOVenray heeft als bevoegd gezag de verantwoordelijkheid om er voor te zorgen dat de huisvesting van de school in het MFC aan alle eisen gesteld vanuit wet- en regelgeving m.b.t. schoolgebouwen en onderwijsaspecten voldoet. Ontwikkelingen In het kader van deze samenwerking is eind 2011 op basis van een Europese selectie een opdracht verstrekt aan een architectenbureau. Deze heeft in nauwe samenwerking met alle toekomstige gebruikers van het gebouw een voorlopig ontwerp opgesteld dat in juni 2012 aan de besturen van de bij deze SOK betrokken partijen ter goedkeuring is voorgelegd. De raad heeft ingestemd met dit ontwerp onder de voorwaarde dat de jaarlijkse meerkosten voor de gemeente worden teruggebracht van € 280.000,- naar € 240.000,-. Het is een gezamenlijke inspanning van de partijen om vóór de begrotingsbehandeling 2013 aan deze voorwaarde te voldoen. wijze van behartiging De stuurgroep, samengesteld uit bestuurders van de 3 partijen zorgt voor de centrale aansturing van het project. In het kernteam vindt de integrale afstemming en coördinatie van het volledige werkproces plaats.
relatie progr. 3
financiële relatie in 2013 De gemeentelijke bijdrage in de voorbereidingsfase en in deze ontwerpfase bedraagt € 450.000
maximum gemeentelijk risico Totale kosten van de voorbereiding en voorlopig ontwerpfase € 900.000 komen bij eenzijdig terugtrekken ten laste van de gemeente.
Vermogensontwikkeling Niet van toepassing. Intentieovereenkomst Uitvoeringsagenda Havenbeheer Limburg Partijen Betrokken partijen zijn de provincie Limburg, de gemeente Horst a/d Maas, de gemeenten Gennep, Venray, Venlo, Roermond, Leudal, Weert, Maasgouw, Echt-Susteren, Sittard, Geleen, Stein, en Maastricht. Deze partijen hebben daartoe op 24 februari 2011 een Intentieovereenkomst getekend. Openbaar belang Het openbaar belang is het versterken van de economische ontwikkeling van Limburg en het vestigingsklimaat voor bedrijven in de Provincie Limburg in de meest brede zin van het woord. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd in het Portefeuillehoudersoverleg. In dit overleg is de wethouder economische zaken van Venray vertegenwoordigd. Besluitvorming waaraan financiële verplichtingen gekoppeld zijn voor de gemeente Venray en/of andere bestuurlijke partijen kan alleen plaatsvinden na besluitvorming in het college van B&W en de gemeenteraad van Venray. Voorstellen daartoe zullen uiterlijk 1 mei van elk jaar worden aangeboden zodat ze in de Voorjaarsnota kunnen worden opgenomen en er tijdig formele besluitvorming over kan worden georganiseerd. Wijze van behartiging Wethouder lid portefeuillehoudersoverleg
Relatie progr. 4
Financiële relatie in 2013
Max. gemeentelijk risico
Geen afzonderlijke relatie. Opgenomen in N.v.t. diverse andere onderdelen van de begroting
109
Programmabegroting 2013
Aandelen Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang, is de gemeente Venray in het bezit van aandelen in een aantal vennootschappen. Overigens wijzen wij erop dat deze aandelen niet vrij verhandelbaar zijn. De via aandelen verbonden partijen van de gemeente worden hierna beschreven.
Omschrijving
Aantal Aandelen per 31-12-2011
Nominale waarde per 31-12-2011
Balanswaarde per 31-12-2011
Attero Holding NV Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV
370.845
€
3.708,45
€
3.708,45
370.845
€
3.708,45
€
3.708,45
Enexis Holding NV
370.845
€
370.845
€
370.845
CBL Vennootschap BV
4.955
€
49,55
€
49,55
Verkoop Vennootschap BV
4.955
€
49,55
€
49,55
Claim Staat Vennootschap BV
4.955
€
49,55
€
49,55
Vordering op Enexis BV
4.955
€
49,55
€
49,55
15
€
66.334
€
66.334
NV Waterleiding Maatschappij Limburg NV Bank Nederlandse Gemeenten
54.202
€
135.505
€
123.725
Nazorg Limburg BV
860
€
390
€
390
Industriebank LIOF
5
€
567
€
567
3%
€
2.858
€
2.858
Stichting Administratiekantoor Knowhouse
Attero Holding NV, Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV, CBL Vennootschap BV, Verkoop Vennootschap BV, Claim Staat Vennootschap BV en Vordering op Enexis BV Partijen Nederlandse gemeenten en Provincies. Openbaar belang Deze vennootschappen zijn opgericht in navolging van de aandelenverkoop van Essent. Attero en Publiek Belang Elektriciteitsproductie (PBE) zijn buiten de verkoop gehouden. Met betrekking tot PBE kan worden vermeld dat in 2011 aan de aandeelhouders van PBE een interim-dividend is verstrekt in verband met de verkoop van de aandelen. Formeel zijn de aandelen echter nog niet overgedragen. De overige vennootschappen zullen te zijner tijd weer worden opgeheven zodra de wettelijke termijnen (m.n. claims) hiervoor zijn verstreken. Aandeelhouderschap Rekening houdend met voorgaande zullen de aandelen in de genoemde vennootschappen (voorlopig) in publieke handen blijven. Enexis Holding NV Partijen Nederlandse gemeenten en Provincies. Openbaar belang Op 1 januari 2009 is het netwerkbedrijf Enexis opgericht waardoor de ontwikkeling en het onderhoud en het beheer van het distributienetwerk van Essent zijn afgesplitst en hierdoor is voldaan aan de Wet Onafhankelijk Netbeheer (Splitsingswet). Deze wet bepaalt onder meer dat, met ingang van 1 januari 2011, energieproductie-, handels- en leveringsbedrijven niet meer tot dezelfde groep mogen behoren als netwerkbedrijven. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Enexis heeft de taak er voor te zorgen dat gas en elektriciteit van de diverse energieleveranciers veilig bij de klant terecht komen. Enexis is verantwoordelijk voor de aanleg, onderhoud en beheer 110
Programmabegroting 2013
van de transport (middenspanning) en distributienetten voor elektriciteit en gas en voor de aansluiting van ongeveer 2,6 mln huishoudens, bedrijven en overheden. wijze van behartiging
relatie progr. 6
0,247755% van aandelenkapitaal en vertegenwoordiging via de AvA
financiële relatie in 2013 Dividend € 241.549. Voor 2011 circa € 0,77 per aandeel. Nominale waarde € 370.845 zijnde 370.845 aandelen á € 1,00
maximum gemeentelijk risico Boekwaarde aandelen met een verlies van € 200.064. Geen inzicht in exploitatieresultaat
Vermogensontwikkeling 2009
2010
eigen vermogen
2.849 mln
2.964 mln
3.131 mln
vreemd vermogen
2.828 mln
2.948 mln
3.371 mln
263 mln
194 mln
229 mln
resultaat
2011
NV Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) Partijen Limburgse gemeenten en de provincie Limburg. Openbaar belang De WML is de drinkwaterproducent en –leverancier voor de gehele provincie Limburg. De WML keert geen dividend uit. Elke 5 jaar vindt een herverdeling van het aantal aandelen plaats. Daarbij worden de aandelen tussen de Limburgse gemeenten verdeeld naar evenredigheid van het aantal inwoners. Met dien verstande dat iedere Limburgse gemeente tenminste 1 aandeel in eigendom heeft. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden WML heeft de taak tot het maken en leveren van leidingwater met drinkwaterkwaliteit voor inwoners en bedrijven in de provincie Limburg. WML is een Naamloze Vennootschap waarin de Algemene Vergadering van Aandeelhouders het hoogste orgaan is en waarbij de belangrijkste bevoegdheid is het vaststellen van de jaarrekening en het vaststellen van de watertarieven voor de consumentenmarkt. wijze van behartiging 2,8% van aandelenkapitaal en vertegenwoordiging via de AvA
relatie progr. 6
financiële relatie in 2011 Er wordt geen dividend uitgekeerd. De nominale waarde is € 63.559 zijnde 15 aandelen á €4.237 per aandeel
maximum gemeentelijk risico Boekwaarde aandelen met een verlies van € 63.559
Vermogensontwikkeling 2009
2010
2011
eigen vermogen
148 mln
148 mln
152 mln
vreemd vermogen
385 mln
399 mln
395 mln
resultaat
-11 mln
0,2 mln
4 mln
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Partijen Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). Openbaar belang De BNG is de bank voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid. De BNG keert jaarlijks dividend uit en levert daarmee een bijdrage aan de algemene middelen. 111
Programmabegroting 2013
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De taak van de bank betreft onder meer het aantrekken en uitzetten van gelden, het op andere wijze verlenen van kredieten, het stellen van garanties en het verzorgen van het betalingsverkeer. De vennootschap is bevoegd tot het verrichten van al hetgeen onmiddellijk of middellijk voor haar doel bevorderlijk kan zijn. De Raad van Bestuur is bevoegd de bank in en buiten rechte te vertegenwoordigen. wijze van behartiging 0,0973 % van aandelenkapitaal en vertegenwoordiging via AvA
relatie progr. 6
financiële relatie in 2013 Dividend 2011 € 124.665. Nominale waarde aandelen € 135.505 zijnde 54.202 aandelen á € 2,50
maximum gemeentelijk risico Boekwaarde aandelen met een verlies € 123.725 en jaarlijkse geraamde exploitatiebaten van € 125.000
Vermogensontwikkeling 2009
2010
2011
2.253 mln
2.259 mln
1.897 mln
102.243 mln
116.274 mln
134.563 mln
278 mln
257 mln
256 mln
eigen vermogen vreemd vermogen resultaat
Nazorg Limburg BV Partijen Provincie Limburg (50%) Limburgse gemeenten (50%) Openbaar belang De vennootschap heeft ten doel het aanbrengen en in standhouden van een voldoende voorzieningenniveau op stortplaatsen voor afval na beëindiging van de exploitatie. Het betreft een zestal stortplaatsen die zijn gesloten voor 1996 en dus niet onder de werking van de wet milieubeheer vallen. Het gaat om de stortplaatsen Ubach over Worms, Belvedère, Langen Akker, Zuringspeel, Beukenberg en Mook. Nazorg Limburg keert geen dividend uit. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De belangrijkste taak van deze vennootschap betreft het beheren en beheersen van afgewerkte stortplaatsen in Limburg. Het beheer omvat onder andere het in opdracht van de aandeelhouders opsporen, analyseren en managen van milieurisico’s van stortplaatsen en andere verontreinigde locaties. Op deze wijze wordt de verantwoordelijkheid van Nazorg BV vorm gegeven. wijze van behartiging 1,56% van aandelenkapitaal en vertegenwoordiging via AVA
relatie progr. 6
financiële relatie in 2013 geen dividenduitkering. 860 aandelen á € 0,45
maximum gemeentelijk risico Balanswaarde van de aandelen € 390
Vermogensontwikkeling (x € 1.000)
2009
eigen vermogen vreemd vermogen
2010
2011
-238.854
220.304
niet
17.905.427
Niet bekend
bekend
1.176.090
459.158
resultaat
Industriebank LIOF Partijen Staat der Nederlanden (94,4%) provincie Limburg (5,4%) Limburgse gemeenten en Kamers van Koophandel (0,2%). Openbaar belang De Industriebank LIOF is de Limburgse ontwikkelingsmaatschappij. LIOF draagt bij aan de welvaart van de provincie Limburg door de (sociaal-)economische structuur verder te versterken en
112
Programmabegroting 2013
werkgelegenheid te verbeteren. De industrie en stuwende dienstverlening zijn de doelgroepen waarop LIOF zich richt. De Industriebank LIOF keert geen dividend uit. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De vijf kerntaken Participaties, Ontwikkeling & Innovatie, Investeringsbevordering & Business Development, Bedrijventerreinen en Bedrijvencentra hebben betrekking op respectievelijk het risicodragend participeren in perspectiefvolle Limburgse bedrijven, het stimuleren kennisintensieve en innovatieve activiteiten met het doel hun concurrentiekracht te versterken, het werven van nieuwe binnen- en buitenlandse bedrijven alsmede het behoud daarvan, het uitvoeren van het provinciaal beleid met betrekking tot de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen en het faciliteren van nieuwe (starters en bestaande bedrijvigheid. wijze van behartiging 0,0009% van aandelenkapitaal en vertegenwoordiging via AvA
relatie progr. 6
financiële relatie in 2013 geen dividenduitkering. Nominale waarde aandelen € 567 zijnde 5 aandelen á € 113,45.
maximum gemeentelijk risico Balanswaarde van de aandelen € 567,-
Vermogensontwikkeling (x € 1.000)
2009
eigen vermogen
2010
2011
101.000
101.000
101.000
65.201
62.000
66.000
400
203
241
vreemd vermogen resultaat
Stichting Administratiekantoor Aandelen Knowhouse BV Partijen Houbensteyn, Nelissen Oirlo, Prime Champ, Christiaens Group, Coöperatieve Nederlandse Champignonkwekersvereniging (CNC), Heveco, Kuijpers Kip, Vitelia, Mertens, Laarakkers, Pro Plant International, Industiebank LIOF, Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (LLTB), Maurice Kassenbouw, Nijsen Granico, Wageningen Business Generator,(Wageningen UR), Universiteit Maastricht, Provincie Limburg, Rabobank Maashorst, Van Rijsingen Beheer, SaWeCo, Stichting Asperge Fonds, Development Company Greenport Venlo en de gemeenten Venlo, Horst aan de Maas en Venray. Openbaar belang De gemeente neemt sinds eind 2005 deel in de Stichting Administratiekantoor Knowhouse BV. De gemeente is daarmee mede eigenaar van een pakket aandelen en heeft een achtergestelde lening beschikbaar gesteld. De portefeuillehouder EZ is lid van het bestuur van de Stichting. De Stichting beheert alle aandelen van het bedrijf Knowhouse BV dat zich richt op het bevorderen van innovatie bij bedrijven uit de agribusiness. Het bedrijf speelt een belangrijke rol bij de vernieuwing van de regionale plattelandseconomie, een thema dat ook voor Venray nadrukkelijk van belang is. Behalve Venray nemen ook de gemeenten Horst aan de Maas en Venlo alsmede een aantal agrobedrijven en instellingen deel in de Stichting. Knowhouse heeft in 2011 diverse projecten uitgevoerd, onder meer op het gebied van de duurzame glastuinbouw, life science producten en de gebiedsprofilering. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De gemeente Venray heeft in de persoon van de wethouder Economische Zaken (EZ) zitting in het bestuur van de Stichting. Het Stichtingsbestuur controleert en adviseert namens de participanten de directie van Knowhouse BV en heeft de bevoegdheid de directie van het bedrijf te benoemen of te ontslaan. In de loop van 2012 vindt een beperkte wijziging in de structuur van Knowhouse plaats. De certificaten van aandelen worden herverdeeld en er zal een verzoek aan de certificaathouders worden gedaan om de achtergestelde lening kwijt te schelden en om een jaarlijkse bijdrage beschikbaar te stellen. Besluitvorming hierover vindt einde 2012 plaats. wijze van behartiging Wethouder lid van stichtingsbestuur, 3% van aandelen kapitaal en achtergestelde lening
relatie progr. 6
financiële relatie in 2013 Belang Venray: 3%
maximum gemeentelijk risico boekwaarde aandelen € 2.858 en de hoogte de achtergestelde lening € 6.658
113
Programmabegroting 2013
Vermogensontwikkeling (x € 1.000) eigen vermogen vreemd vermogen
2009
2010
2011
-282
-318 *
1.757
1.611 *
7
-36 *
resultaat * jaarcijfers nog niet beschikbaar.
Inkoopcentrum Zuid Partijen Per 1-4-2012 is het samenwerkingsverband INML zoals dit bestond sinds 1-4-2008 beëindigd. Uit de evaluatie van het INML bleek dat deze vorm van inkoopsamenwerking minder goed past bij de nieuwe visie op inkoopsamenwerking. Binnen deze visie wordt nadrukkelijker ingezet op gezamenlijk inkopen. Per 1-4-2012 is een nieuwe vorm van inkoopsamenwerking in het leven geroepen, in de vorm van een zgn. inkoopcoöperatie, het Inkoopcentrum Zuid genaamd. Alle voormalige deelnemers in het INML zijn lid geworden van de nieuwe inkoopcoöperatie. Dit zijn de gemeenten Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Leudal, Mook en Middelaar, Peel en Maas Roerdalen en Venray alsmede de Veiligheidsregio (GGD en Brandweer). Speerpunt in het nieuwe bedrijfsplan van het Inkoopcentrum is het operationaliseren van een aankoopcentrale die raamovereenkomsten sluit voor haar leden met een daarbij behorend verdienmodel waarbij besparingen gerealiseerd kunnen worden door de leden van de coöperatie. Statutair is vastgesteld bij de oprichting. Openbaar belang Op 15 november 2011 heeft het College het voornemen uitgesproken om lid te worden van de op te richten Vereniging Inkoopcoöperatie u.a., als opvolger van het INML. Er is aangegeven dat hiervoor voldoende deelname moet zijn van publiekrechtelijke organisaties. In maart 2012 heeft het college na goedkeuring van de raad ingestemd met de rechtsvormwijziging van de stichting regionaal inkoopbureau Noord- en Midden-Limburg in een coöperatieve vereniging met uitgesloten aansprakelijkheid en de bijbehorende statutenwijziging. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De Gemeente Venray is in de persoon van de concerncontroller vertegenwoordigd in zowel het algemeen als dagelijks bestuur van de inkoopcoöperatie. wijze van behartiging De concerncontroller is lid van het DB
relatie progr. alle
114
Programmabegroting 2013
Paragraaf G. Grondbeleid Inleiding In deze paragraaf wordt nader ingegaan op het grondbeleid van de gemeente Venray. Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Ruimtelijke Ordening (RO) en Volkshuisvesting, Verkeer en Vervoer, Cultuur sport en recreatie, Volksgezondheid en milieu en tenslotte op het programma economische structuur. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente. Nota grondbeleid Het geldende grondbeleid van de gemeente Venray is opgenomen in de nota ‘Grondbeleid gemeente Venray 2011’. In deze nota is ‘grondbeleid’ als volgt gedefinieerd: ‘Grondbeleid is het op zodanige wijze handhaven van bestaand grondgebruik, dan wel het realiseren van de gewenste veranderingen in dit grondgebruik, dat dit in overeenstemming is met de door de gemeente gewenste bestuurlijke doelen’. Belangrijk uitgangspunt in de nota grondbeleid 2011 is dat op basis van een uit te voeren analyse, de gemeente Venray per geval bepaalt welke rol zij zelf wil spelen in de realisatie van een specifieke ruimtelijke ontwikkeling, wil zij actief dan wel passief optreden, welke vorm van kostenverhaal daarbij het meest wenselijk is en welke instrumenten zij daarbij toepast. Kiest de gemeente de actieve rol dan betekent dit dat er een gemeentelijke grondexploitatie binnen het grondbedrijf gestart wordt. Het grondbedrijf bevat alle huidige en toekomstige grondexploitaties. De doelstellingen van het grondbeleid 2020 luiden als volgt: 1. Het grondbeleid levert een bijdrage aan het realiseren van een bestemming in de vorm van uitvoering zoals door de gemeente, maatschappelijk, wordt gewenst. 2. Middels het grondbeleid kunnen nieuwe ontwikkelingen tijdig en tegen aanvaardbare maatschappelijke offers en kosten worden gerealiseerd. 3. Het grondbeleid oefent invloed op de kwaliteit van het ruimtegebruik uit. 4. Het grondbeleid streeft naar evenwichtiger verdeling van de (financiële) voor- en nadelen van de realisatie van ruimtelijke plannen. Op basis van deze doelstellingen en de Strategische visie Venray 2020 zijn de strategische keuzes van het grondbeleid en het grondbedrijf geformuleerd: • Op grond van een uitgebreide analyse bepaalt Venray per geval welke type grondbeleid wordt gevoerd, maar is terughoudend bij het aangaan van nieuwe grondexploitaties en daarmee dus terughoudend bij het voeren van actief grondbeleid. • Keuzes maken in lopende grondexploitaties. • Keuzes maken in toekomstige grondexploitaties/strategische eigendommen. • Investeren? Zeer terughoudend en o alleen daar waar het kwantitatieve aanbod niet voldoet aan de behoefte en de markt het initiatief niet oppakt; o indien vanuit kwalitatief oogpunt gekozen wordt voor een actieve gemeentelijke rol (bijv. herstructurering).In beide gevallen geldt dat een expliciete afweging gemaakt moet worden of de ontwikkeling via het grondbedrijf loopt en zo ja of de Algemene dienst een bijdrage moet doen. • Geen medewerking verlenen aan particuliere initiatieven (die afwijken van de geldende bestemmingsplannen) indien bestaande grondexploitaties, zowel gemeentelijke als particuliere, reeds voldoen aan de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte naar woningbouw of anderszins. Uitzondering hierop gelden initiatieven voor bijzondere doelgroepen of met een grote maatschappelijke meerwaarde. Deze initiatieven mogen niet concurreren met de bestaande initiatieven. Recessie De economische recessie heeft veel invloed op de woningmarkt en de bedrijvenmarkt. In 2012 zijn de gevolgen nog steeds merkbaar; ook in 2013 zal daar nog niet veel verandering in komen. Terughoudendheid bij consumenten bij het kopen van een nieuwe woning is één van de oorzaken van de stagnatie op de markt. Veelal blijven consumenten zitten met hun bestaande woning, zodat de wenselijke doorstroming niet op gang komt. Financiële instellingen stellen strengere eisen aan hypotheken en financieringen. Ook bedrijven, waaronder ook projectontwikkelaars, zijn hierdoor voorzichtiger geworden. Zij kampen ook nog met problemen bij het aantrekken van vreemd vermogen. Ook in Venray is de markt sterk teruggelopen. In 2012 is de verkoop van woningbouwkavels voor het eerst zo goed als stil gevallen.
115
Programmabegroting 2013
Ter stimulering van de woningbouw zijn naast de hier onder genoemde tijdelijke grondprijsverlaging een tweetal stimuleringsmaatregelen ingevoerd: uitgestelde betaling/betaling in termijn afzien van vragen waarborgsom. Tot op heden is er geen gebruik gemaakt van deze maatregelen. Grondprijzen De recessie leidt tot: • Het onder druk staan van de VON-prijzen van nieuwbouwwoningen. • Dalende woningbouwprijzen bestaande bouw. • Stijgende behoefte aan goedkopere woningen, met name starters en bijzondere doelgroepen. • Dalende vraag naar kantoorruimte/bedrijfsruimte. Venray kiest er daarom al een aantal jaren voor om de grondprijzen voor woningbouw te bevriezen. De verwachting is niet dat de grondprijzen per 1 januari 2013 weer gaan stijgen. Ter stimulering van de woningbouw is in een aantal kerkdorpen de grondprijs tijdelijk verlaagd naar € 180 per m2. Deze verlaging geldt tot 1 april 2013 en voor de dorpen: • Vredepeel • Veulen • Heide • Castenray. De tussentijdse evaluatie in juli 2012 wijst uit dat de pilot nog niet geleid heeft tot de verkoop van kavels. De verwachting is dat er in 2013 wel kavels verkocht worden in Heide en Castenray. Deze kavels zijn nu nog niet uitgeefbaar. Wanneer deze wel uitgeefbaar zijn en daadwerkelijk verkocht worden is aldus niet geheel meetbaar of de grondprijsverlaging daar invloed op heeft gehad. Verkoopteam Een aantal van de gemeentelijke grondexploitaties zijn ‘slapende’ woningbouwprojecten waarbij de werkzaamheden zich beperken tot de uitgifte van bouwkavels. Om deze projecten efficiënter in te richten is een verkoopteam opgericht. Doelstelling van het verkoopteam is om actiever en op een nieuwe wijze kavels aan te bieden om de verkoop van kavels te stimuleren en de ureninzet op ‘slapende’ projecten te verminderen. In eerste instantie concentreert het verkoopteam zich op woningbouwkavels. Mogelijk wordt het takenpakket later uitgebreid naar het aanbieden en promoten van bedrijfskavels. Het verkoopteam handelt binnen de vigerende gemeentelijke beleidskaders. De verwachting is dat de inzet van dit verkoopteam in 2013 leidt tot efficiëntere uitgifte van kavels en mogelijk op termijn, door de andere wijze van aanbieden, tot een toename van de uitgifte van kavels. Grondexploitaties Zoals reeds eerder vermeld kan het grondbeleid van grote invloed zijn op de financiële huishouding van de gemeente. Allereerst vanwege de omvang van de lasten en baten en ten tweede vanwege de aan de uitvoering verbonden risico’s. Het is dan ook belangrijk om ontwikkelingen goed te blijven volgen, maatregelen te nemen waar nodig en behoedzaam om te gaan met het opnieuw in exploitatie nemen van nieuwe gebieden/plannen. De actuele stand van zaken betreffende de projecten en de marktontwikkelingen worden permanent gemonitord. De exploitaties worden jaarlijks bij de jaarrekening herzien. Indien er significante afwijkingen zijn, vindt tussentijds bijstelling plaats. Onderstaand worden de belangrijkste ontwikkelingen van de lopende actuele gemeentelijke grondexploitaties - in het kort – doorgenomen. Woningbouw (in exploitatie) Aan de Heuvel deel A De verkoop van de kavels voor de projectwoningen staat niet stil maar ook in 2012 en 2013 zal de economische situatie merkbaar zijn. De start van projectwoningen worden meer en kleinschaliger gefaseerd. Ondanks de voorzichtige raming bij de jaarrekening 2011 is de fasering van de verkopen in de exploitatie aangepast en is de looptijd met 1 jaar verlengd. Daarnaast is op verzoek van de stuurgroep de opbrengstindexering naar beneden bijgesteld. De gevolgen hiervan zijn in de exploitatie verwerkt. De winst uit Aan de Heuvel deel A blijft nagenoeg gelijk. De extra kosten/lagere opbrengstindexeringen wordt nagenoeg gecompenseerd door de renteopbrengsten uit de positieve boekwaarde. Voor 2013 heeft Wonen Limburg aangegeven aan de slag te gaan met de sociale woningbouw in fase 1. Voor een overzicht van de geactualiseerde exploitatie wordt verwezen naar bijlage 3. Aan de Heuvel deel B Het resultaat is met € 1,1 miljoen naar beneden bijgesteld. Wijziging betreft hoofdzakelijk rentekosten door langere looptijd en aanpassing opbrengstindexering op verzoek van de 116
Programmabegroting 2013
stuurgroep. Voor 2013 heeft Wonen Limburg aangegeven aan de slag te gaan met de sociale woningbouw in fase 3. De gevolgen hiervan zijn in de exploitatie meegenomen. Voor een overzicht van de geactualiseerde exploitatie wordt verwezen naar bijlage 3. Laagheide De economische crisis is in Laagheide goed zichtbaar. De looptijd van de grondexploitatie is met 1 jaar verlengd en de fasering is opgerekt. Dit heeft tot gevolg dat het resultaat met € 170.000,naar beneden is bijgesteld, van € 308.000 naar € 138.000. Hoofdzakelijk veroorzaakt door extra rentekosten door de langere looptijd. Voor een overzicht van de geactualiseerde exploitatie wordt verwezen naar bijlage 3. Ysselsteyn fase II In 2013 zullen we indien verkoopresultaten hiertoe aanleiding geven delen van het plan woonrijp maken. Veulen Op de inschrijving /loting van de kavels, in het najaar 2010 is geen reactie ontvangen. Als tijdelijke stimulering woningbouw in het kerkdorp Veulen is de grondprijs tijdelijk verlaagd van € 230 naar € 180 per m2. Echter begin 2012 heeft deze verlaging van de grondprijs nog geen respons opgeleverd. De pilot grondprijzen loopt nog tot 1 april 2013. Vredepeel Het plangebied is bouwrijp en op de inschrijving van de kavels, in het najaar 2008 is geen respons ontvangen. De kavels voor de projectwoningen zijn nog niet verkocht. Als tijdelijke stimulering woningbouw in het kerkdorp Vredepeel is de grondprijs tijdelijk verlaagd van € 230 naar € 180 per m2. Echter tot halverwege 2012 heeft deze verlaging van de grondprijs nog geen respons opgeleverd. Gouden Leeuw De woningbouw en openbare ruimte van fase 1 is door de Gouden Leeuw BV en gemeente Venray in mei 2012 afgerond. Er wordt op dit moment in overleg samen met ontwikkelaar en AH onderzocht hoe fase 2 het beste kan worden ontwikkeld. Het streven van de gemeente is om de grondexploitatie hierdoor te optimaliseren. In de resterende verwachte looptijd (t/m 2015) wordt er vooralsnog van uitgegaan dat de ontwikkeling van fase 2 wordt gerealiseerd. Oirlo Kerkhoek De begrote kosten voor civiele werken zijn naar beneden bijgesteld. Door een wijziging in de verkaveling zijn de grondverkopen opnieuw gefaseerd over de resterende looptijd. Per saldo is het verwacht tekort hierdoor van € 352.000 naar € 227.000 bijgesteld. Voor een overzicht van de geactualiseerde exploitatie wordt verwezen naar bijlage 3. Heide De woningbehoefte voor Heide is laag. Hier is rekening mee gehouden in de exploitatie. Wegens het kleine verschil in de te maken kosten wordt geen fasering van bouwrijp maken toegepast. Hierdoor zijn in een eerder stadium meer mogelijkheden met betrekking tot de verkoop van kavels. Bedrijventerreinen (in exploitatie) De Blakt De ramingen van 2013 zijn gebaseerd op de prognosegetallen die we tot op heden ook gehanteerd hebben. In 2012 en 2013 zal een procedure gevolgd worden om een aantal kleine wijzigingen van het bestemmingsplan mogelijk te maken. De Hulst II Verder lopen de onderhandelingen om te komen tot een constructie voor het tijdelijk gebruik van een deel van de zichtlocatie voor de realisatie van een labourhotel. Indien dit gebeurt zal de erfpacht voor de daarvoor benodigde grond vanaf 2012 of 2013 worden ingezet. Verder lopen er nog steeds enkele opties op de zichtlocatie.
117
Programmabegroting 2013
Toekomstige projecten Om in de toekomst nieuwe projecten te kunnen ontwikkelen moeten er voorbereidende werkzaamheden worden verricht. Indien blijkt dat projecten van het grondbedrijf niet leiden tot een concrete ontwikkeling, dan komen de voorbereidingskosten ten laste van de risicoreserve grondbedrijf. Opgemerkt wordt dat door de economische crisis en o.a. de te verwachten bevolkingskrimp de opstart van nieuwe projecten gering zal zijn. Onder de toekomstige nieuwe projecten vallen o.a.: Toekomstige exploitatie ’t Brukske Eind 2007 is het Masterplan Brukske door de raad vastgesteld. Dit Masterplan behelst een ingrijpend programma van maatregelen om de leefbaarheid en het imago van de wijk te verbeteren met een doorlooptijd van 10 jaar. Het betreft de herontwikkeling van het middengebied met nieuwbouw van een multifunctioneel centrum, een nieuw winkelcentrum en woningen, de renovatie van een groot deel van de woningen, herinrichting van de openbare ruimte en een sociaal activeringsprogramma. Begin 2009 is met Wonen Limburg afgesproken dat het Masterplan leidend blijft, maar gefaseerd wordt uitgevoerd. Het sociaal activeringsprogramma wordt daarbij gezamenlijk opgepakt. Wonen Venray neemt het initiatief voor de renovatie van de woningen, de gemeente pakt de ontwikkeling van het middengebied ter hand evenals de aanpassing van de openbare ruimte. Bij de aanpassing van de openbare ruimte buiten het centrumgebied is de gemeente volgend op de renovatiewerkzaamheden van Wonen Limburg. In juni 2012 heeft de raad een besluit genomen over de daadwerkelijke realisatie van het MFC en de herontwikkeling van het middengebied van het Brukske beide onder strikte financiële randvoorwaarden. De kosten voor de gemeentelijke onderdelen in het MFC mogen jaarlijks niet meer dan € 240.000 ‘nieuw geld’ bedragen en de grondexploitatie voor de herontwikkeling het middengebied moet sluitend zijn. Aan beide voorwaarden moet bij de begrotingsbehandeling in de raad zijn voldaan. Om te voldoen aan de laatst gestelde voorwaarde zijn naar aanleiding van het raadsbesluit een aantal acties uitgezet. In samenwerking met Wonen Limburg wordt onderzocht welke woningbouwontwikkelingen in het middengebied haalbaar zijn en welke opbrengsten ten gunste van de grondexploitatie dat oplevert. In de onderhandelingen met Jumbo/C1000 Vastgoed over de inbreng van het bestaande winkelcentrum en de grondverkoop voor het nieuwe winkelcentrum is ingezet op hogere opbrengsten. Voorts wordt onderzocht of er op de realisatiekosten nog kan worden bezuinigd en of er andere dekkingsmiddelen en aanvullende subsidies kunnen worden gevonden. Molenhof Blitterswijck De locatie Molenhof in Blitterswijck is een gemeentelijke locatie en gelegen aan de Pastoor Verheggenstraat. De ontwikkeling van deze locatie was aanvankelijk gebaseerd op initiatieven om in Blitterswijck te komen tot een project “bouwen in eigen beheer” op deze locatie. Echter de belangstelling is zover afgenomen dat er geen sprake meer is van collectief particulier opdrachtgeverschap. De locatie wordt ontwikkeld tot een bouwlocatie voor 12 tot 17 woningen. Uitgangspunt is een gevarieerd woningbouwprogramma en een zo flexibel mogelijke verkaveling. Najaar 2011 heeft de Raad ingestemd met het projectplan (incl. concept exploitatieopzet) voor het opstellen van een bestemmingsplan en bouwrijp maken. De ruimtelijke procedure is begin 2012 opgestart, zodat begin 2013 het bestemmingsplan in werking kan treden en percelen bouwrijp kunnen worden geleverd. Bij het vaststellen van het bestemmingsplan door de raad wordt tevens de definitieve exploitatieopzet vastgesteld. Castenray Verdere woningbouwontwikkeling in Castenray is voorzien op de voormalige locatie van een loonbedrijf aan de Lollebeekweg. In totaliteit kunnen hier circa 37 woningen worden gerealiseerd voor verschillende doelgroepen. Een projectplan (inclusief concept exploitatieopzet) voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan is eind 2011 door de Raad vastgesteld. Planning is dat dit bestemmingsplan najaar 2012 in werking treedt zodat begin 2013 kavels kunnen worden uitgegeven. Bij het vaststellen van het bestemmingsplan door de raad wordt tevens de definitieve exploitatieopzet vastgesteld. Overig Floriade In 2003 is met het raadsbesluit te participeren in een Floriade BV een nominaal tekort op de exploitatie begroot van 7 mln. Waarvoor Venray € 1,54 mln voor haar rekening zal nemen. Door de exploitatie Greenpark wordt 4 mln indexering en een tekort op ontvangen subsidies voorgefinancierd ad 1,2 mln. Indien de Floriade 2 mln bezoekers trekt heeft de Floriade een sluitende begroting en zullen de bovengenoemde bijdragen door de regio moeten worden voldaan. 118
Programmabegroting 2013
Uit voorzorg is er door Venray rekening gehouden met een voorziening ter hoogte van 1/5 e deel van 7+4+1,2= € 12,2 mln. Pas na afloop van de Floriade zal bekend zijn wat het resultaat is en wat het effect is op de voorziening. Het bezoekersaantal zal het financieel resultaat bepalen. Venlo GreenPark (VGP) Op de locatie van Venlo GreenPark wordt in 2012 de Floriade gehouden. Vijf van de zes samenwerkende Regio Venlo gemeenten ontwikkelen Businesspark Venlo GreenPark. Deze gemeenten hebben daartoe een samenwerkingsverband op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) opgericht. Gemeente Venray participeert in de WGR GreenPark en is daarmee één van de initiatiefnemers. Venray is daarmee ook mede financieel verantwoordelijk voor de grondexploitatie. Voor de planprocedures is Venlo als grondgebiedgemeente verantwoordelijk. Naast een voorfinanciering van het te verwachten tekort heeft Greenpark ook een kostenindexering van € 4 mln ten behoeve van de exploitatie Floriade voorgefinancierd. Daarnaast wordt vanuit de grondexploitatie het tekort op verkregen subsidies ten behoeve van de Floriade van € 1,2 mln voorzien. Voor 1/5e deel van het verwachte verlies is inmiddels ten laste van de risicoreserve grondbedrijf een voorziening getroffen. Na afloop van de Floriade kan worden geconstateerd of de ambities van de exploitaties reëel zijn gebleken. Villa Flora In maart 2011 heeft uw raad een besluit genomen over deelname aan de opstalontwikkeling van Villa Flora (op het Floriadeterrein). Deze opstalontwikkeling waar de gemeente Venray voor 1/5 deel aan deelneemt kent een zeer waarschijnlijke winstneming na ca. 9 jaar exploitatie (2021). Financieel Algemeen Zoals reeds eerder vermeld kan het grondbeleid van grote invloed zijn op de financiële huishouding van de gemeente. Allereerst vanwege de omvang van de lasten en baten en ten tweede vanwege de aan de uitvoering verbonden risico’s. Het is daarom ook belangrijk inzicht te hebben in de financiële positie van de grondexploitaties. De grondexploitaties worden dan ook jaarlijks allemaal geactualiseerd bij het vaststellen van de jaarrekening en tussentijds bij significante wijzigingen. Ontwikkelingen resultaten exploitaties Het saldo van de lasten en baten in enig dienstjaar wordt als boekwaarde geactiveerd onder de betreffende exploitatieopzet. De daaruit voortvloeiende rentekosten worden toegerekend aan de betreffende exploitatie. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de nog te maken kosten en de vermoedelijke opbrengsten waardoor inzicht ontstaat in het te verwachten eindresultaat. De verwachte resultaten van de lopende exploitaties op eindwaarde (waarbij rekening is gehouden met verwachte tussentijdse winstnemingen die aan de risicoreserve grondbedrijf worden toegevoegd) laten het volgende beeld zien:
119
Programmabegroting 2013
Afsl. jaar expl.
2017 2013
2014
2015
2016
e.v.
totaal
Woningbouw; Winstgevende exploitaties Brabander ad Heuvel A: betreft 50% aandeel in het eindresultaat (1)
2019
0
0
0
352
2.234
2.586
Brabander ad Heuvel B: betreft 50% aandeel in het eindresultaat (1)
2023
0
0
0
0
0
0
Ysselsteyn
2020
208
312
641
615
1.795
3.571
Veulen
2030
0
0
0
0
388
388
Vredepeel
2017
0
0
0
0
107
107
208
312
641
967
4.524
6.652
Totaal winstgevende expl. woningbouw Woningbouw; Verliesgevende exploitatie Brabander - Laagheide
2019
0
0
0
0
-308
-308
De Gouden Leeuw (2)
2015
0
0
-1.745
0
0
-1.745
Heide
2030
0
0
0
0
-1.062
-1.062
Oirlo - zuidoost
2024
0
0
0
0
-227
-227
Voorziening Brabander - Laagheide
2019
0
0
0
0
308
308
Voorziening De Gouden Leeuw
2015
0
0
1.745
0
0
1.745
Voorziening Heide
2030
0
0
0
0
1.062
1.062
Voorziening Oirlo - zuidoost
2024
0
0
0
0
227
227
0
0
0
0
0
0
Totaal verliesgevende expl. woningbouw Industrie; winstgevende exploitaties De Blakt: betreft 50% aandeel in het eindresultaat (1)
2018
0
0
0
0
4.363
4.363
De Hulst II
2016
0
0
0
29
0
29
0
0
0
29
4.363
4.392
Totaal winstgevende expl. industrie
(1) In het kader van de overeengekomen PPS-overeenkomsten bedraagt het aandeel van de gemeente Venray 50% van het totale exploitatieresultaat. In het bovenstaande overzicht is het 50% aandeel van de gemeente Venray gepresenteerd. (2) In voorgaande jaren (1997, 2000 en 2001) zijn voor de Gouden Leeuw al verliezen genomen ad. € 2.700.000. Daarnaast wordt een verlies verwacht van € 1.745.158 op basis van de laatst herziene exploitatie bij de jaarrekening 2011. Hiervoor is een voorziening getroffen op basis van contante waarde ten laste van de risicoreserve.
Daarnaast dient nog te worden opgemerkt dat gewijzigde omstandigheden kunnen leiden tot afwijkingen die mogelijk van materiële invloed zijn op de tussentijdse winstnemingen en de verwachte eindresultaten van de exploitaties. Er zijn ook exploitaties die op basis van de regels voor resultaatbepaling (bijv. meer dan 90% gereed) zijn afgesloten, maar die wel nog positieve resultaten zullen opleveren na grondverkopen:
120
Programmabegroting 2013
2013
2014
2015
2016
2017 e.v.
totaal
Afgesloten exploitaties; restkavels afgesloten exploitaties
407
457
457
457
457
2.235
Totaal afgesloten exploitaties
407
457
457
457
457
2.235
In het verleden zijn voor deze afgesloten exploitaties al winsten genomen (t.g.v.) / kosten afgeboekt (t.l.v.) de risicoreserve Grondbedrijf. Deze zijn niet in bovenstaande tabel opgenomen. Financiële positie/risico’s De Risicoreserve Grondbedrijf heeft als doel dekking te geven aan risico’s die het grondbedrijf kan lopen. Schematisch kan dat als volgt worden weergegeven: Risicoreserve Grondbedrijf Benodigde reserve Overschot/Tekort
-/-
De Risicoreserve Grondbedrijf vormt de werkelijk opgebouwde reserve. De benodigde reserve is een opsomming van de risico’s die het grondbedrijf loopt. In de door de gemeenteraad vastgestelde nota Grondbeleid is aangegeven welke risico’s de gemeente loopt bij het proces van planontwikkeling en exploitatie van gronden. Genoemd zijn waarderingsrisico’s, marktrisico’s en organisatierisico’s. • Waarderingsrisico’s; Het risico dat “niet in exploitatie genomen grond” niet tegen de boekwaarde/gecalculeerde waarde in exploitatie kan worden genomen, dan wel niet op het veronderstelde tijdstip in exploitatie wordt genomen. Wanneer de grond naar verwachting binnen 10 jaar in exploitatie wordt genomen, moet jaarlijks worden gewaardeerd tot maximaal verwachtingswaarde. Wanneer de grond helemaal niet in exploitatie wordt genomen, moet worden afgewaardeerd tot de waarde bij huidige bestemming. Daarna volgt het afstoten van de balans van het Grondbedrijf. • Marktrisico’s; Het risico dat door externe invloeden de verwachte inkomsten, uitgaven en eindwaarde van “in exploitatie genomen grond” niet wordt gerealiseerd. Door hogere kosten(stijging), lagere opbrengsten(stijging), lagere afzetsnelheid. • Organisatierisico’s; Het risico dat reeds gemaakte voorbereidingskosten (uren) niet worden gedekt doordat de raad niet instemt met een voorgelegd projectplan of voorgelegde grondexploitatie. Dit heeft tot gevolg dat de voorbereidingskosten moeten worden afgeboekt ten laste van de risicoreserve Grondbedrijf. In de nota Grondbeleid is een methodiek vastgesteld voor berekening van de benodigde reserve, deze wordt jaarlijks bij het vaststellen van de jaarrekening toegepast. Als het saldo van de Risicoreserve Grondbedrijf -/- de benodigde reserve positief is, dan betekent dit dat de risico’s van het grondbedrijf door de Risicoreserve Grondbedrijf worden gedekt. Indien het saldo negatief is, dan zijn de risico’s van het grondbedrijf dus niet volledig gedekt door de Risicoreserve Grondbedrijf. Volgens berekening bij de begroting 2013 zal de Risicoreserve Grondbedrijf in 2013 € 3.365.000 lager zijn dan benodigd. Naar verwachting zal de Risicoreserve Grondbedrijf op basis van de huidige vastgestelde planvoorraad, verwachte winstnemingen en bijdragen aan verliesgevende projecten in 2017 weer aan de eisen voldoen. De ontwikkeling van de reservepositie is sterk afhankelijk van het verloop van de recessie en toekomstig vast te stellen exploitaties. Besloten is om vanuit de Algemene Dienst niet bij te dragen in het volledige tekort van de reserve grondbedrijf (risicoreserve vs benodigde reserve), omdat de verwachting is dat er in 2017 weer een positief saldo zal zijn. Wel wordt vanuit de Algemene reserve het saldo in de risicoreserve grondbedrijf aangevuld tot € 0 indien de risicoreserve grondbedrijf bij de samenstelling van de jaarrekening lager is dan € 0.
121
Programmabegroting 2013
122
Programmabegroting 2013
Paragraaf H. Gebiedsgericht werken De definitie van gebiedsgericht werken luidt: gebiedsgericht werken is het proces van structurele samenwerking tussen de gemeente en haar partners in een bepaald gebied, voor die producten en/of diensten die het individuele belang overstijgen en waarvoor een gebiedsgerichte aanpak een meerwaarde heeft. Gebiedsgericht werken is dus een integrale werkwijze op gebiedsniveau waar alle vakafdelingen aan bijdragen. Het team Gebiedsgericht Werken heeft een procesverantwoordelijkheid in de structurele samenwerking met de gebiedspartners van de gemeente Venray (onder andere dorpsen wijkraden, Politie Limburg Noord, Synthese en Wonen Limburg) en in het realiseren van de Structuurvisies Dorps- en Wijkontwikkelingsplan (SV’s DOP/WOP). Status Structuurvisies Dorps- en Wijkontwikkelingsplan (SV’s DOP/WOP) per gebied. De richtinggevende basisdocumenten voor de gebiedsgerichte werkwijze zijn de SV’s DOP/WOP. Deze plannen hebben een ruimtelijke, economische en maatschappelijke component die een uitwerking vormen van de strategische visie. Ze bestaan uit drie delen: Een algemeen deel, een integrale (gebieds)visie en een uitvoeringsprogramma. In nauwe samenwerking met de gebiedspartners worden de SV’s DOP/WOP opgesteld. Deze samenwerking vindt plaats in gebiedspanels. In 2012 worden de laatste van de 23 DOP’s/WOP’s ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Bijkomende beoogde doelstelling is om bewoners van de wijken Veltum, Vlakwater, Brabander en Smakterheide te interesseren om een steentje bij te dragen aan de leefbaarheid in de eigen wijk, want deze 4 wijken kennen momenteel geen wijkvertegenwoordiging. Nadat de gemeenteraad een plan heeft goedgekeurd gaan de partners in het gebiedspanel aan de slag met het uitvoeringsprogramma. Uitvoeringsprogramma’s Een compleet overzicht van de wensen, ideeën en projecten uit alle uitvoeringsprogramma’s wordt jaarlijks aan de raad aangeboden. Voor de eerste maal is dit in het voorjaar 2012 gedaan; het document heet Bundel Uitvoeringsprogramma’s Dorps- en Wijkontwikkelingsplannen en geeft op transparante wijze inzicht in de status en voortgang van de uitvoeringsprogramma’s. ‘Vitale dorpen en wijken’ In december 2010 is het visiedocument ‘Leefbaarheid 2020’- Routeplanner voor vitale dorpen en wijken – vastgesteld. De hierin geschetste maatschappelijke tendens is dat burgers zelf meer verantwoordelijkheid (mogen) nemen voor hun directe leefomgeving en dat hiermee de verhoudingen binnen de driehoek Burgers – Overheid – Maatschappelijk middenveld gaan verschuiven. Deze verschuiving is in 2011 in gang gezet. In meerdere dorpen en wijken zijn particuliere initiatieven ontstaan, gebaseerd op de vastgestelde Structuurvisies DOP/WOP. ‘Stimuleren zelfsturing’ Op 8 mei 2012 heeft dit geleid tot vaststelling van de nota ‘Stimuleren zelfsturing dorpen en wijken’. Dorpen en wijken die op eigen kracht het belangrijkste project uit hun DOP of WOP willen realiseren, krijgen daarvoor van de gemeente van 2013 t/m 2018 de ruimte. Zowel voor ondersteuning als voor het meefinancieren van de uitvoering heeft de gemeenteraad het Raamkrediet Zelfsturing ingesteld. Hiermee wordt de hierboven geschetste verschuiving zichtbaar gemaakt in de gemeentelijke bedrijfsvoering; zowel in de prioriteitstelling van de belangrijkste uitvoeringsprojecten als in financiële bijdragen. Op 30 september 2012 eindigt de inschrijftermijn voor de eerste tranche voor de indiening van deze zelfsturingtrajecten uit de dorpen en wijken. Deze projecten worden beoordeeld (via de tijdelijke wegingmethodiek) en in de vergadering van december 2012 besluit de gemeenteraad over toekenning van middelen en volgorde van uitvoering. Uitvoering start in 2013. De indieningstermijn voor de tweede tranche eindigt op 31 januari 2013. De projecten die dan worden ingediend, worden door de gemeenteraad beoordeeld en in volgorde gezet bij de Voorjaarsnota 2013. Uitvoering kan dan starten in 2014, en volgende jaren. Doorontwikkeling Gebiedsgericht Werken Zoals gemeld zijn in 2012 alle Structuurvisies DOP/WOP (23 stuks) gereed. In samenhang met de uitvoering van het Visiedocument wordt door het Gebiedspanel in 2012 een evaluatie GGW uitgevoerd. Op basis van deze evaluatie wordt de in- en externe positie van Gebiedsgericht Werken bepaald. Voor de diverse bestuursrapportages bestaat op voorhand het beeld dat de paragraaf Gebiedsgericht Werken kan gaan vervallen en bijvoorbeeld opgaat in het onderdeel Bedrijfsvoering of mogelijk in een nieuwe paragraaf ‘Ramen en deuren open’, zoals het leidende thema van het (meerjarig) directieplan luidt.
123
Programmabegroting 2013
Dit doet recht aan de katalyserende werking die van Gebiedsgericht Werken uitgaat. Opgestart vanuit een bestuursopdracht om de kloof tussen burger en gemeentebestuur te verkleinen, heeft de werkwijze bijgedragen aan de ontwikkeling en implementatie van een organisatiebreed gedachtegoed. Het gedachtegoed van zelfsturing en gemeenschapsontwikkeling. Waarin gemeenschappen de ruimte en het vertrouwen krijgen om de leefbaarheid in Venray te versterken. Voor de gemeente en haar bedrijfsvoering betekent dit een omslag. Zowel in denken als doen. Het besef is er dat we daar meerdere jaren voor nodig hebben. Dat geldt ook voor onze burgers en gebiedspartners. In 2012 zijn de eerste funderingsbalken gestort. Denk aan de Directiebrief 2012, de Verklaring van Wellerlooi, het besluit om dorpen en wijken te faciliteren en het vaststellen van de Regiovisie waarin vitale gemeenschappen ook een sterke rol spelen. In 2013 gaan we aan den lijve ondervinden welke dynamiek de zelfsturingtrajecten uit de dorpen en wijken meebrengt. Niet alleen op het vlak van verschuivende rollen en verantwoordelijkheden (extern én intern), maar ook welke invloed dat gaat hebben op bijvoorbeeld de planning & controle cyclus. Kortom, er is een dynamisch veranderingsproces gestart, waarin de klassieke verhouding tussen overheid en burger wijzigt. Hiermee heeft Venray een oplossing in handen voor één van de grotere uitdagingen waarvoor de Nederlandse samenleving zich geplaatst ziet.
124
Programmabegroting 2013
Paragraaf I. Investeringen en majeure projecten In deze paragraaf geven wij een totaaloverzicht van de investeringen die voor 2013 staan gepland. Daarnaast besteden wij aandacht aan de majeure projecten. Investeringen Restantinvesteringen 2012 Onderstaand overzicht geeft de stand van de bruto restantinvesteringen van 2012 en eerdere jaren weer, exclusief het grondbedrijf, uitgezet in de tijd (bedragen in euro’s).
Omschrijving Sporthal
Totaal oorspronkelijk beschikbaar
Verwacht restant eind 2012
Uitgaven in 2013
Uitgaven in 2014
Uitgaven in 2015
6.921.992
257.483
257.483
803.157
50.000
50.000
Onderwijs
2.352.138
2.324.701
2.324.701
Informatiebeleidsplan/ICT
4.322.716
24.050
24.050
Jeugd
1.746.812
859.172
805.511
53.661
Gebiedsontw. Ooijen-Wanssum
7.000.000
6.405.000
1.750.885
1.500.000
1.500.000
Overige restant kredieten
5.824.598
30.000
30.000
28.971.414
9.950.405
5.242.629
1.553.661
1.500.000
Rehabilitaties wegen
Totaal
Investeringsprogramma en uitgavenverhoging 2013 Onderstaande tabel geeft de investeringsbedragen (dus exclusief exploitatie-uitgaven) 2013 conform de Voorjaarsnota 2012 weer. Deze investeringen zijn dus aanvullend op het hierboven opgenomen overzicht met restantinvesteringen 2012.
Omschrijving Verkeersmaatregelen Venray
Totaal oorspronkelijk beschikbaar 588.633
Uitgaven in 2013
140.000
140.000
GRP Venray
418.670
418.670
Informatiebeleidsplan/ICT
181.000
181.000
2.523.761
534.075
Stimuleringsfonds Dorpen en Wijken
800.870
800.870
Sporthal 4
1.084.568
1.084.568
Overige kredieten Venray
1.071.150
1.071.150
6.808.652
4.818.966
Totaal
Uitgaven in 2015
588.633
Rehabilitaties wegen Venray
Onderwijs
Uitgaven in 2014
1.739.686
250.000
1.739.686
250.000
Majeure projecten Ontwikkeling de Gouden Leeuw De woningbouw en openbare ruimte van fase 1 is door de Gouden Leeuw BV en gemeente Venray in mei 2012 afgerond. Er wordt op dit moment in overleg samen met ontwikkelaar en Albert Heijn onderzocht hoe fase 2 het beste kan worden ontwikkeld. Het streven van de gemeente is om de grondexploitatie hierdoor te optimaliseren. In de resterende verwachte looptijd (t/m 2015) wordt er vooralsnog van uitgegaan dat de ontwikkeling van fase 2 wordt gerealiseerd. De onderhandelingen over de 2e fase Gouden Leeuw met enkele partners lopen maar zijn nog niet afgerond. Er kan dus nog niet aangegeven worden wat het resultaat daarvan betekent voor de totale exploitatie. In paragraaf G zijn de financiële verschuivingen toegelicht voor wat betreft de grondexploitatie. Informatiebeleidsplan Met de uitrol van het zaakgericht digitaal en flexibel werken (digitalisering, zaaksysteem, virtualisatie, office 2010, etc.) en de verhuizing in 2012 is het informatiebeleidsplan 2007-2010 zo goed 125
Programmabegroting 2013
als afgerond. Daarbij is tevens een nieuwe ICT organisatie ontwikkeld, waarvoor de teams Informatie-management en ICT beheer in 2012 zijn geïmplementeerd. In 2012 wordt een nieuw informatie-beleidsplan opgesteld voor de periode 2013-2015, waarin NUP (Nationaal UitvoeringsProgramma Dienstverlening en E-overheid) de hoofdrol opeist. Daartoe dient tevens de informatiearchitectuur volgens het GEMeentelijk Model Architectuur (GEMMA) te worden uitgewerkt. Uitgaande van dit plan kunnen de projecten worden gedefinieerd en uitgevoerd. In 2013 worden er stappen gemaakt voor regionale samenwerking op het gebied van Informatiemanagement en ICT beheer, hierbij kan gedacht worden aan GEO, informatiearchitectuur, uitwijk bij calamiteit, backup, AS400 beheer, delen van applicaties, etc. Met welke gemeente(n) en in welke (gefaseerde) mate zal vooraf worden onderzocht, uitgewerkt en ter besluitvorming worden voorgelegd. Naast het ontwikkelen van een nieuw informatiebeleidsplan en ICT samenwerking zijn voor 2013 de volgende projecten reeds ingepland. • Het KCC wordt verder uitgebreid door het koppelen van statusinformatie van zaken (EVA – zaaksysteem) en van de beschikbaarheid medewerkers (OCS/LYNC), Tevens zal in dit kader ook een nieuw telecommunicatiebeleid worden opgesteld. • Verdere digitalisering zal worden uitgevoerd, waaronder facturen, college- en raadsinformatie en nadere te bepalen archiefdossiers. (BIS/RIS) • Digitale ondersteuning van het bestuurlijke besluitvorming proces (BBV). • Verdere realisatie van basisregistraties en kernregistraties (NUP bouwstenen). • Informatie verstrekken aan medewerkers van de gemeente Venray welke eisen er gesteld worden aan de 13 basisregistraties en hoe deze te gebruiken. • Ontwikkelen en beheren van breed te gebruiken rapportages (via Cognos), die voor meerdere doeleinden kunnen worden ingezet, zoals voor controles oneigenlijk gebruik, kwaliteitsbewaking en managementinformatie. Greenpark Venlo De ontwikkeling van Greenpark heeft tot aan het begin van de Floriade in het teken gestaan van de werkzaamheden t.b.v. dit evenement. De voor dit evenement noodzakelijke infrastructurele werkzaamheden zijn voor aanvang van de Floriade geheel afgerond. Daarnaast zijn op het terrein de Villa Flora en de Innovatoren gerealiseerd en is een bedrijfskavel verkocht t.b.v. de bouw van een pand voor het bedrijf Enexis. In 2011 is ook besloten een onderzoek te starten naar de mogelijkheden om Venlo Greenpark onder te brengen bij de Development Company Greenport Venlo (DCGV). DCGV is belast met de ontwikkeling van het Klavertje 4 gebied waarin ook Venlo Greenpark is gelegen. De resultaten van deze studie worden eind 2012 verwacht. Besluitvorming hierover bij de in Venlo Greenpark deelnemende gemeenten vindt plaats in 2013. Verplaatsing Circuit de Peel Eind 2010 is er op basis van het alternatievenonderzoek een locatiekeuze gemaakt. Nadat de locatie bekend was, kon er dan ook de projectMER en het bestemmingsplan worden opgesteld. Deze stukken zijn in 2011 afgerond. Inmiddels heeft ook het ontwerp bestemmingsplan (inclusief de integrale MER) ter inzage gelegen en zijn er zienswijzen naar voren gebracht. De integrale MER, het ontwerp bestemmingsplan en de inhoud van de zienswijzen zijn ter advisering aan de Commissie MER voorgelegd. Deze commissie heeft nu ook een positief advies uitgebracht. De zienswijzen kunnen nu worden afgewogen. Afhankelijk van de uitkomst van deze belangenafweging kan vervolgens het bestemmingsplan worden vastgesteld. Parallel aan deze bestemmingsplanprocedure loopt nog een omgevingsvergunningprocedure voor de milieuactiviteit. Masterplan Brukske In juni 2012 heeft de raad het stedenbouwkundig plan voor het middengebied van het Brukske en het voorlopig ontwerp voor het Multi Functioneel Centrum vastgesteld en besloten tot realisatie onder een tweetal financiële randvoorwaarden. Allereerst moet het tekort op de grondexploitatie vóór de begrotingsbehandeling worden teruggebracht tot 0. Daarnaast dienen de jaarlijkse meerkosten voor het MFC die ten laste van de gemeente komen worden teruggebracht van € 280.000 naar € 240.000. Indien in november 2012 aan deze beide randvoorwaarden is voldaan zal de daadwerkelijke uitvoering van het Masterplan in 2013 starten. In 2013 en 2014 vindt dan de bouw van het MFC plaats en in de jaren daarna volgt de bouw van het nieuwe winkelcentrum, de ontsluiting vanaf de Henri Dunantstraat, aanvullende woningbouw en de herinrichting van de openbare ruimte. Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum / Haven Wanssum Op 27 augustus 2011 is de Toekomstvisie haven Wanssum vastgesteld door de raad waarmee het kader is geschapen waar de ontwikkeling aan moet voldoen. Tegelijkertijd is het projectplan vastgesteld en is een opzet voor de financiering voor de € 7 mln bijdrage van Venray aan de gebieds-ontwikkeling bepaald. Daarmee is de basis geschapen voor alle projectonderdelen waar
126
Programmabegroting 2013
Venray betrokkenheid bij heeft en waarmee de komende jaren gewerkt kan worden aan de uitwerking. Op 10 november 2011 is de Bestuursovereenkomst tussen de Provincie Limburg en het Ministerie Infrastructuur en Milieu ondertekend waarmee de financiering is geregeld voor de Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum. Deze mijlpaal is de opmaat voor het Voorkeursbesluit Meerjaren InvesteringsProgramma Infrastructuur en Transport in juli 2012. Waterveiligheid, infrastructuur, haven, natuur en degelijke worden in gezamenlijk overleg ontwikkeld ten behoeve van inpassing in het in 2012 en 2013 op te stellen Provinciaal Inpassingsplan (PIP). De gemeente heeft in mei subsidie gevraagd ten behoeve van de uitbreiding van de haven van Wanssum in het kader van de Quick Win III regeling. Op 9 mei heeft minister Schultz Haegens deze aanvraag gehonoreerd en heeft zij € 4 mln toegekend aan Venray. De subsidieaanvraag in het kader van de cofinanciering met de provincie is door de provincie in behandeling genomen. Verwacht wordt dat de provincie eerdaags de beschikking zal afgeven voor een bedrag van € 2 mln. In juni 2012 heeft het Projectteam een verkenningennota opgesteld ten behoeve van het voorkeursbesluit van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dit voorkeursbesluit wordt in september 2012 verwacht. Daarmee wordt een volgende stap gezet in de voorbereiding van dit omvangrijke project met goedkeuring van het Ministerie. De cofinancieringsbijdrage van de gemeente maakt onderdeel uit van de bijdrage die de raad reeds ter beschikking heeft gesteld aan de gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum. De ontwikkeling (uitbreiding) van de haven c.a. van Wanssum is een belangrijk deelproject van GOW. Voor dit deelproject is bezien op welke wijze de ontwikkeling het beste zou kunnen worden opgepakt. Met de provincie Limburg, projectbureau Ooijen Wanssum en met de grondeigenaren in het gebied is gesproken over de mogelijkheden tot ontwikkeling van de haven c.a.. Na een zorgvuldige afweging en na raadpleging van diverse specialisten wordt een ontwikkeltraject met een van de grondeigenaren het meest kansrijk geacht. Met het ondertekenen van de intentieovereenkomst Uitbreiding Westelijk deel Haven Wanssum (voorzien oktober 2012), wordt beoogd te onderzoeken hoe de ontwikkeling van de haven het beste gestalte kan krijgen binnen de contouren van de GOW. Het eindresultaat is een getekende overeenkomst (anterieure overeenkomst) tussen projectontwikkelaar/grondeigenaar en provincie, vooruitlopend op het besluit tot vaststelling van het PIP. Sportpark Noord De gemeenteraad heeft op 14 december 2010 de adviesnota Multifunctioneel Sportpark Noord vastgesteld. Hiermee zijn de kaders vastgesteld voor de realisatie van het sportpark. De verdere start van de realisatie is voorzien in 2012. Het concreet plan van aanpak voor 2011/2012 is in het eerste kwartaal van 2011 vervaardigd. Stichting de Meulenbèèk heeft op maandag 19 september 2011 een schetsontwerp met het daarbij behorende kostenoverzicht gepresenteerd, zowel stichtingskosten als exploitatiekosten. Verder heeft Stichting Meulenbèèk een verzoek ingediend voor garantstelling voor de financiële verplichtingen die zij zullen aangaan. Momenteel ligt er een principe verzoek tot aanpassing bestemmingsplan. Op zaterdag 17 december 2011 heeft er een ceremoniële start van de werkzaamheden plaatsgevonden. De termijn voor het doorlopen van een omgevingsvergunning is maximaal 24 weken, zodat in het uiterste geval met bouwactiviteiten gestart kunnen worden in de tweede helft 2012. Echter de aanleg van de sportvelden hoeft daar niet op te wachten. De bestekken voor de uit te voeren werkzaamheden zijn gereed en het aanbestedingstraject is gestart De aanbesteding is gepland voor 1 september 2012. Op basis van de totale aanbesteding en de daaruit voortvloeiende stichtingskosten zal een voorstel tot definitieve goedkeuring aan het college worden voorgelegd. Bij een go kan direct worden gestart met de aanleg van de infra werkzaamheden van het sportpark. De planning voor de start van de uitvoering wordt dan oktober 2012. Noord- Westhoek In mei 2011 heeft de raad de ontwikkelingsvisie Noordwesthoek Centrum vastgesteld. Deze stedenbouwkundige visie vormt het kader voor de ontwikkelingen in de deelprojecten Mgr. Goumansplein, de Laathof, Blekersveld en de hoek Merseloseweg – Deken Thielenstraat. De eerste 2 genoemde deelprojecten zijn in 2012 in ontwikkeling genomen. Voor de Laathof is met de ontwikkelaar een overeenkomst gesloten. Deze heeft in 2012 een plan ingediend voor de vervanging van de witte huizen en nieuwbouw aan de Bontekoestraat. Sloop van de witte huizen staat gepland in de eerste maanden van 2013, de nieuwbouw volgt aansluitend. Ten behoeve van de herontwikkeling van het Mgr. Goumansplein zijn in 2011 en 2012 intensieve onderhandelingen gevoerd met de belangrijkste grondeigenaar in het gebied. Deze hebben in 2012 geleid tot ondertekening van overeenkomsten. In 2011 is subsidie verkregen bij de provincie in het kader van ISV3 voor de inrichting van de openbare ruimte en de vestiging van het Venrays 127
Programmabegroting 2013
museum. De raad heeft in mei besloten tot vestiging van het museum op deze locatie. In 2012 en 2013 worden ontwerpen opgesteld voor zowel de vastgoedontwikkeling als de inrichting van de openbare ruimte. Uitvoering zal volgens de planning vanaf 2013 plaatsvinden. MFC Brukske In juni 2012 heeft de raad het stedenbouwkundig plan voor het middengebied van het Brukske en het voorlopig ontwerp voor het Multi Functioneel Centrum vastgesteld en besloten tot realisatie onder een tweetal financiële randvoorwaarden. Allereerst moet het tekort op de grondexploitatie vóór de begrotingsbehandeling worden teruggebracht tot 0. Daarnaast dienen de jaarlijkse meerkosten voor het MFC die ten laste van de gemeente komen, worden teruggebracht van € 280.000,- naar € 240.000,-. Indien in november 2012 aan deze beide randvoorwaarden is voldaan zal de daadwerkelijke uitvoering van het Masterplan in 2013 starten. Van medio 2013 tot eind 2014 vindt volgens de planning de bouw van het MFC plaats. Decentralisatie Maatschappelijke taken Op 14 februari 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met het beschikbaar stellen van middelen voor het project Decentralisatie Maatschappelijke taken. In juni 2012 zijn 2 van de 3 decentralisaties (AWBZ-Wmo en Wwnv) controversieel verklaard. Dit betekent dat een nieuw te vormen kabinet moet besluiten over het al dan niet doorgang vinden van deze voorstellen. Na besluitvorming door het nieuwe kabinet zullen herziene projectvoorstellen (indien noodzakelijk) ter besluitvorming worden voorgelegd. De Wwnv zal, ook bij een positief besluit door het kabinet, niet meer uitgevoerd worden vanuit de gemeente Venray. In verband met de overheveling van het Werkplein en de bijbehorende taken naar Venlo per 1 januari 2013, worden nieuwe ontwikkelingen opgepakt vanuit Venlo. In september 2012 zal omtrent de gevolgen van het huidige rijksbeleid een notitie worden voorgelegd aan het college.
128
Programmabegroting 2013
Paragraaf J. Bezuinigingen Bezuinigingen 2010 In de Voorjaarsnota 2010 is een pakket aan bezuinigingen opgenomen om zo op termijn een sluitende meerjarenbegroting te kunnen presenteren. Vanaf de vaststelling van de Voorjaarsnota 2010 is steeds periodiek gerapporteerd aan de raad over de voortgang van de realisatie. De laatste rapportage is aan de raad aangeboden op 8 mei 2012. De voorgestelde bezuinigingen bestaan enerzijds uit beleidsinhoudelijke maatregelen en anderzijds uit een organisatietaakstelling. Onderstaande tabel toont het totaal van de bezuinigingen en hetgeen daarvan gerealiseerd is per april 2012. Bezuinigingen (volgens rapportage april 2012)
2012
2013
2014
2015
Totaal bezuinigingen inhoudelijk
2.558
2.715
2.927
2.980
gerealiseerd
2.177
2.358
2.416
2.469
Restant inhoudelijke bezuinigingen
380
357
511
511
Totaal organisatiebezuiniging
865
2.261
2.373
2.602
Gerealiseerd
1.061
1.255
1.306
1.293
Restant organisatiebezuinigingen
-196
1.006
1.067
1.309
Totaal voorgestelde bezuinigingen
3.422
4.976
5.299
5.583
Gerealiseerd
3.238
3.613
3.722
3.762
184
1.362
1.577
1.821
Restant bezuinigingen (totaal)
De raad wordt ook in 2013 periodiek geïnformeerd over de bezuinigingen vanuit de Voorjaarsnota 2010. Bezuinigingen 2013 In de Voorjaarsnota 2012 is aangegeven dat er vanaf 2013 opnieuw aanvullende maatregelen genomen moeten worden om te komen tot een sluitende begroting voor 2013 en een positief meerjarenperspectief . Hierop is de organisatie aan de slag gegaan om bezuinigingsmogelijkheden in beeld te brengen. Vanuit de in de Voorjaarsnota 2012 genoemde zoekgebieden en vanuit vooraf geformuleerde uitgangspunten heeft dit uiteindelijk geresulteerd in een evenwichtig pakket aan bezuinigingsmaatregelen waarmee aan de bovengenoemde doelstelling van een meerjarig sluitende begroting wordt voldaan. De onderliggende visie en uitgangspunten van waaruit de bezuinigingsmogelijkheden in beeld zijn gebracht en uiteindelijk de keuzes zijn gemaakt, zijn opgenomen in de “Oplegnotitie bezuinigingen 2013” zoals die op 22 augustus 2012 aan de raad is voorgelegd. Het pakket aan bezuinigingen zoals is uitgewerkt in een zevental thema’s. In onderstaand overzicht is opgenomen wat er per thema wordt bezuinigd. Nr.
Thema
2013
2014
2015
2016
1
Zorg
1.109
586
629
681
2
Sociaal cultureel & onderwijs
100
231
149
137
3
Openbare orde en veiligheid
109
138
148
150
4
Evenementen
5
Openbare ruimte en natuurbeheer
6
Economie
7
Overige
30
30
31
31
306
398
513
665
95
173
165
174
119
119
161
165
Bezuiniging cf Oplegnotitie 22-8-2012
1.866
1.675
1.796
2.003
Verschil i.v.m. administratieve verwerking*
19
7
18
15
1.885
1.682
1.814
2.018
Financieel in begroting verwerkt
*Als gevolg van administratief-technische verwerking zijn er kleine verschillen ontstaan tussen in de oplegnotitie opgenomen (geraamde) bedragen en de werkelijk in de begroting doorgevoerde bezuinigingen. 129
Programmabegroting 2013
De nadere uitwerking van de separate voorstellen is opgenomen in het totale bezuinigingspakket 2013 zoals dit op 22 augustus 2012 aan de raad is gepresenteerd. De bovenstaande bezuinigingsvoorstellen hebben betrekking op de beleidsinhoud. Deze voorstellen bevatten o.a. ook het schrappen van taken. De bedragen zoals die hierboven zijn opgenomen zijn inclusief een aantal personele gevolgen (ca. € 250.000 structureel). Naast deze beleidsinhoudelijke bezuinigingen wordt vanaf 2015 een extra taakstelling opgelegd aan de gemeentelijke organisatie van structureel € 500.000. Deze moet vooral gerealiseerd worden door het treffen van efficiencymaatregelen m.n. als gevolg van (regionale) samenwerking. Bij deze programmabegroting 2013 worden derhalve de onderstaande bedragen als nieuwe bezuiniging ingeboekt. 2013 Beleidsinhoudelijke bezuinigingen Extra taakstelling organisatie Totaal
2014
2015
2016
1.885
1.682
1.814
2.018
-
-
500
500
1.885
1.682
2.314
2.518
Evenals de bezuinigingen uit 2010 wordt de raad over deze “nieuwe” bezuinigingen 2013 periodiek geïnformeerd.
130
Programmabegroting 2013
3. Financieel meerjarenperspectief Inleiding De Voorjaarsnota 2012 is in juni 2012 door uw raad behandeld en heeft als uitgangspunt gediend voor de voorliggende Programmabegroting 2013 – 2016. Tijdens de behandeling zijn vijf amendementen aangenomen: A n
Amendementen voorjaarsnota 2012
2013
Schouwburg
2015
2016
0
0
0
122.000
7.000
164.000
151.000
151.000
31.000
31.000
31.000
31.000
-137.000
-141.000
-146.000
-150.000
9.000
18.000
27.000
27.000
-90.000
72.000
63.000
181.000
C ombinatiefunctionarissen Afschaffen vergoedingen computer- en internet gebruik raads- en commissieleden Toepassing inflatiecorrectie voor 2013 ipv macronorm (vanaf 2014 weer toepassing van de macronorm)
2014
Gedeeltelijke afbouw subsidie moerdercentrum
Deze amendementen zijn in de onderliggende Programmabegroting 2013 verwerkt. We zijn uitgegaan van de laatste stand van zaken en de budgetten zijn opnieuw beoordeeld. Daar waar nodig heeft een bijstelling plaatsgevonden. Ook zijn de financiële consequenties van raadsbesluiten tot en met de raadsvergadering van 26 juni 2012 opgenomen. Tevens is de B&W-nota over de junicirculaire 2012 opgenomen die in september 2012 door het college is vastgesteld en waarover uw raad tussentijds (via een raadsinformatiebrief) over de resultaten is geïnformeerd. Daarnaast zijn natuurlijk de voor de komende jaren aanvullend te bezuinigen bedragen verwerkt. Na verwerking van alle uitgangspunten en ontwikkelingen is het begrotingssaldo voor 2013 € 97.000 voordelig. Meerjarig sluit de begroting ook, met een positief resultaat in 2016 van € 489.000. In dit hoofdstuk vindt u een nadere toelichting op de financiële ontwikkelingen en in hoofdstuk 4 treft u een nadere toelichting aan op de gehanteerde uitgangspunten. 3.1 Overige financiële ontwikkelingen Sinds de vaststelling van de Voorjaarsnota 2012 hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op het financieel meerjarenperspectief: Raad- en B&W-besluiten, genomen ná vaststelling van de Voorjaarsnota 2012 en verwerkt in de Programmabegroting 2013 Startersleningen In B&W van 8 mei 2012 en de raad van 19 juni 2012 is ingestemd met de nota startersleningen Venray. Gemeentefonds: junicirculaire 2012 De junicirculaire 2012 kon vanwege het late tijdstip van verschijnen niet meer verwerkt worden in de Voorjaarsnota 2012. Via een afzonderlijke raadsinformatiebrief bent u van de eerste berekeningen op de hoogte gesteld. De junicirculaire 2012 is doorgerekend en door het college in september 2012 vastgesteld. Omschrijving B&W 8 mei 2012 / raad 19 juni startersleningen B&W september 2012 Gemeentefonds: junicirculaire 2012 Totaal verwerkt in de begroting 2013 - = nadeel
2013 -8.250 -990.485 -998.735
2014 -8.250 -822.634 -830.884
2015 -8.250 -545.013 -553.263
2016 -8.250 -182.664 -190.914
3.2 Begrotingsresultaat 2013-2016 In dit onderdeel wordt uitleg gegeven over het begrotingsresultaat 2013 -2016. Het financiële meerjarenperspectief van deze begroting ziet er als volgt uit. 2013 Begrotingsresultaat
97.000
2014 84.000
2015 -57.000
2016 489.000
- = nadeel
131
Programmabegroting 2013
Bovenstaand overzicht toont het nieuwe (meerjaren)perspectief, inclusief aanvullende B&W- en raadsbesluiten die verwerkt zijn in de begroting. De post onvoorzien (€ 122.000) is daarbij meerjarig volledig intact. De begroting 2013 is sluitend. Ook de meerjarenbegroting is sluitend. Alleen in 2015 is sprake van een klein tekort. Onderstaand wordt op hoofdlijnen het verloop getoond van het resultaat 2013 – 2016 ten opzichte van het begrotingsresultaat volgens de programmabegroting 2012 – 2015: Begrotingsresultaat 2013 - 2016 met als vertrekpunt de programmabegroting 2012 Programmabegroting 2012
2013 609.000
Raadsbesluiten 2012 (zie vjn 2012 + startersleningen) Sub-totaal MUIP 2013 - 2016 (zie voorjaarsnota 2012) Amendementen VJN 2012
2014 604.000
2015
2016
364.000
510.000
-790.000
94.000
424.000
1.501.000
-181.000
698.000
788.000
2.011.000
-676.000
-896.000
-932.000
-1.073.000
-90.000
72.000
63.000
181.000
Junicirculaire 2012 gemeentefonds
-990.000
-823.000
-545.000
-183.000
Decentralisatie WSW (zie voorjaarsnota 2012)
-435.000
-553.000
-657.000
-1.351.000
32.000
284.000
102.000
-88.000
Aangepaste prijsinflatie (zie voorjaarsnota 2012)
270.000
550.000
420.000
290.000
Aanpassingen OZB (zie voorjaarsnota 2012)
164.000
337.000
518.000
706.000
Overige bijstellingen begroting (zie onderdeel 3.3)
119.000
33.000
-329.000
-221.000
Verwachte toekomstige bezuinigingen (zie hoofdstuk 4.6)
-1.000.000
-1.500.000
-2.000.000
Herverdellingseffecten gemeentefonds (zie voorjaarsnota 2012)
-300.000
-300.000
-300.000
1.682.000
1.815.000
2.017.000
500.000
500.000
-57.000
489.000
Jaarwedden (zie onderdeel 3.3)
Bezuinigingsvoorstellen college (zie paragraaf J Bezuinigingen)
1.884.000
Extra taakstelling organisatie (zie paragraaf J bezuinigingen) Begrotingsresultaat 2013 - 2016
97.000
84.000
- = nadeel
Voor een nadere toelichting op de gepresenteerde cijfers verwijzen wij naar de betreffende onderdelen in deze Programmabegroting 2013 of naar de Voorjaarsnota 2012. In de raadsvergadering van oktober 2012 wordt de nota Integraal Huisvestingsplan primair onderwijs (IHP) behandeld die meerjarig een positieve financiële consequentie heeft. In het IHP is geen rekening gehouden met de eventuele komst van het speciaal onderwijs naar Venray. Hierover ontvangt u separaat nog een voorstel. Inmiddels is ook de septembercirculaire 2012 gemeentefonds ontvangen. De financiële gevolgen hiervan zijn opgenomen in de 2e Bestuursrapportage 2012. Rekening houdend met een positief besluit van uw raad op de nota IHP en de gevolgen van de 2e Bestuursrapportage 2012 wordt het meerjarig begrotingsresultaat als volgt bijgesteld. 2013 Begrotingsresultaat
2014
2015
2016
97.000
84.000
-57.000
489.000
2.000 -66.000 33.000
47.000 68.000 199.000
91.000 -11.000 23.000
18.000 18.000 525.000
Raadsvoorstellen oktober 2012 - Integraal Huisvestingsplan (IHP) - gevolgen 2e Bestuursrapportage 2012 Totaal resultaat
- = nadeel Dit betekent dat het (meerjaren) begrotingsresultaat in alle jaren positief is. Dit is een momentopname. De effecten uit het nieuwe regeerakkoord zullen ongetwijfeld weer de nodige financiële gevolgen hebben, in positieve of negatieve zin. Wij blijven daar permanent op sturen. De Gemeentewet stelt dat de raad toeziet op evenwicht in de begroting. Gedeputeerde Staten (GS) van Limburg zien toe op de naleving van deze bepaling. Indien hier niet aan wordt voldaan kan de gemeente onder preventief toezicht gesteld worden. GS respecteren de autonomie van gemeenten. Dit betekent dat de gemeente de keuzen maakt en GS beoordelen de financiële 132
Programmabegroting 2013
uitkomst van de gemaakte keuzen. Hierbij hanteert GS de criteria die de Gemeentewet geeft. De Gemeentewet bepaalt dat de begroting 2013 in evenwicht moet zijn. Van evenwicht is sprake als de structurele lasten door structurele baten gedekt worden. Als de gemeente daar niet in slaagt, zal zij het evenwicht uiterlijk aan het eind van de meerjarenperiode moeten hebben hersteld. Zoals uit het begrotingsresultaat 2013 – 2016 blijkt is het jaar 2013 sluitend. Daarnaast blijkt uit het overzicht incidentele baten en lasten (zie bijlage 1.10) dat de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten. Hierdoor voldoen we dus aan de eis van GS. Daarnaast is ook het jaar 2016 sluitend waarmee we, indien het jaar 2013 niet sluitend zou zijn geweest, we ook aan de aanvullende eis van GS zouden voldoen. Wij gaan er vanuit dat we voor onze programmabegroting, na beoordeling door GS, in aanmerking komen voor repressief toezicht. 3.3 Analyse begrotingsresultaat 2013-2016 Een analyse van het begrotingsresultaat 2013-2016 ten opzichte van het meerjarenperspectief geschetst in de oplegnotitie bezuinigingen 2013.In de oplegnotitie bezuinigingen 2013 is (voortbordurend op de Voorjaarsnota 2012) een financieel meerjarenperspectief geschetst. Onderstaand wordt op hoofdlijnen een toelichting gegeven op de afwijkingen van het resultaat 2013 – 2016 volgens deze begroting en het meerjarenperspectief geschetst in de oplegnotitie. Bedragen in hele euro’s. Analyse meerjarenperspectief programmabegroting 2013-2016 t.o.v. oplegnotitie bezuinigingen Meerjarenresultaat oplegnotitie bezuinigingen 2013
2013
2014
2015
2016
5.000
244.000
419.000
779.000
Startersleningen (raad 19 juni 2012)
-8.000
-8.000
-8.000
-8.000
Junicirculaire 2012 gemeentefonds (B&W september 2012): wijziging resultaten junicirculaire
60.000
-1.000
46.000
143.000
Bezuinigingsvoorstellen college
18.000
7.000
19.000
14.000
-97.000
-191.000
-204.000
-218.000
313.000
Voorstellen ten laste van het meerjarenperspectief na het opstellen van de voorjaarsnota 2011 (zie onderdeel 3.1)
Jaarwedden
Overige: bijstellingen begroting Brukske
166.000
NLW/Wsw
163.000
313.000
314.000
RMC
62.000
63.000
64.000
66.000
Rentevoordeel / bespaarde rente
27.000
26.000
-218.000
-210.000
Overige personeelslasten
22.000
78.000
1.000
Financiele scheiding GB/AD
18.000 126.000
Voorziening wegen
-33.000
-34.000
-34.000
-89.000
Storting pensioenvoorziening wethouders
-47.000
-44.000
-36.000
-44.000
Havengelden industriehaven
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
Beleggingen en dividenden
-58.000
-141.000
-229.000
-342.000
Werkplein
-79.000
-32.000
-6.000
84.000
Diversen
-54.000
-146.000
-135.000
-93.000
119.000
33.000
-329.000
-221.000
97.000
84.000
-57.000
489.000
Tussentotaal overige bijstellingen begroting Begrotingsresultaat 2013 - 2016 - = nadeel
Junicirculaire 2012 gemeentefonds Na het verschijnen van de junicirculaire 2012 is deze op hoofdlijnen doorgerekend en is uw raad via een raadsinformatiebrief van de resultaten op de hoogte gesteld. In september 2012 is door ons college de B&W nota junicirculaire 2012 gemeentefonds vastgesteld waarin de definitieve resultaten zijn verwerkt. De definitieve resultaten wijken in positieve zin af van de eerste doorrekeningen doordat o.a. meer recentere aantallen bijstandsontvangers in de berekeningen zijn verwerkt.
133
Programmabegroting 2013
Bezuinigingsvoorstellen college Als gevolg van administratief-technische verwerking zijn er kleine verschillen ontstaan tussen de in de oplegnotitie opgenomen (geraamde) bedragen en de werkelijk in de begroting doorgevoerde bezuinigingen. Jaarwedden Het verschil in salariskosten bestaat uit meerdere verschillen zoals het vervallen van premiekorting oudere werknemers, de toename van sociale lasten en FUWA-besluiten. Brukske In de meerjarenschijven van de begroting 2012 is er nog vanuit gegaan dat de gemeente de gebouwen realiseert en gebruikt. In deze begroting 2013 is conform raadsbesluit alleen de huur verwerkt. Aangezien we volgens de planning van het raadsvoorstel halverwege 2014 gaan huren ontstaat in 2013 een incidenteel voordeel door het vervallen van de rente op de investering. NLW/Wsw Zoals al genoemd in de Voorjaarsnota en hiervoor onder de lokale schets, zet het controversieel verklaren van de Wwnv de financiële gevolgen van het transitieplan NLW in een nieuw daglicht. Het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningschap NLW heeft desondanks besloten om door te gaan met het uitvoeren van het transitieplan NLW. Dit om op termijn een zo gezond mogelijk SW-bedrijf (NLW) over te houden. De kosten gaan in dit geval nadrukkelijk voor de baten uit. Om ook financieel de ruimte te hebben en te houden om deze beweging te kunnen maken houden we in onze (meerjaren)begroting vast aan de financiële gevolgen zoals deze in het transitieplan staan verwoord. Dit wel in de wetenschap dat er nog een nieuw raadsvoorstel zal komen, waarbij de (herziene) financiële gevolgen van het transitieplan aan de raad zullen worden voorgelegd. Dit vanuit het perspectief van het controversieel verklaren van de Wwnv en indien mogelijk de plannen van het nieuwe kabinet op dit gebied. Het in de voorgaande tabel opgenomen voordeel vloeit voort uit het feit dat bij het opmaken van de Voorjaarsnota geen rekening is gehouden met de al begrote gemeentelijke bijdrage in de exploitatiekosten NLW. Voor het jaar 2013 is dit lager omdat het voordeel voortvloeiend uit het terugdraaien van de bezuinigingen 2013 op de WSW, bij de Voorjaarsnota te hoog is geraamd. RMC Doordat vooral meer salariskosten toegerekend kunnen worden aan de regionale regeling RMC en gedeclareerd kunnen worden bij het rijk ontstaat hier een voordeel. Rentevoordeel / bespaarde rente De bespaarde rente is over alle jaren aanmerkelijk lager doordat de omvang van de reserves is afgenomen. Daar tegenover is de verwachting dat er in 2013 en 2014 sprake zal zijn rentevoordelen die deze nadelen zullen compenseren. Met name de crisis op de financiële markten heeft ertoe geleid dat zowel de korte als de lange rente laag zijn ten opzichte van de rente waarmee in de begroting 2012 is gerekend. In deze begroting is meer ingestoken op het aangaan van kasgeldleningen omdat de verwachting is dat de korte rente nog relatief laag blijft. Na 2014 is echter de verwachting dat de renteniveaus zullen toenemen Overige personeelslasten Per saldo ontstaat op overige personeelslasten een voordeel dat wordt veroorzaakt door enerzijds lagere kosten door lagere indexering en hogere FPU kosten. Meerjarig wijzigt dit voordeel met name door fluctuaties in de FPU kosten. Financiële scheiding GB/AD In de begroting 2012 bleken de reserves van het grondbedrijf niet goed verwerkt te zijn voor het jaar 2016. Dit is in de meerjarenbegroting 2013 aangepast waardoor er in 2016 een voordeel ontstaat van € 126.000 ten opzichte van de meerjarenbegroting 2012. Voorziening wegen De voorziening wegen is geactualiseerd op basis van de monitor 2011 die begin 2012 is vastgesteld. Op basis hiervan zijn de dotaties aan de voorziening verhoogd. Pensioenvoorziening wethouders Bij de berekening van de pensioenvoorziening wethouders wordt nu rekening gehouden met de opbouw van wachtgeldwethouders. Voor hen geld, dat zij gedurende de periode dat ze wachtgeld genieten, over dat wachtgeld geheel of gedeeltelijk pensioen opbouwen.
134
Programmabegroting 2013
Havengelden Op grond van het achterblijven van de havengelden bij de geraamde opbrengsten worden de opbrengsten havengelden met € 50.000 naar beneden bijgesteld. Beleggingen / Dividenden De vooruitzichten voor Enexis zijn niet ongunstig; daarnaast is het uitkeringspercentage van het dividend ingaande 2011 verhoogd naar 50%.Binnen de portefeuille van Forza wordt ingaande september 2013 voor de participaties BNP de rente op een andere wijze vergoed nl een vast % van 4,05 plus de 3-maands Euribor; In totaal is de geraamde rente voor 2013 voor deze participatie ingeschat op 4,713%, terwijl de rente voor de aanpassing 8 2/3% bedroeg, Zowel in de portefeuille van Forza als van het Limburg Kapitaalmarkt Fonds zijn participaties begrepen die een expiratiedatum hebben die ligt in de jaren 2013 t/m 2017. De hierdoor vrijgekomen middelen zullen naar verwachting niet meer belegd worden maar zullen als financieringsmiddel worden gebruikt waardoor minder geleend behoeft te worden. Werkplein In het raadsvoorstel Werkplein was voor 2013 rekening gehouden met een coördinator (0,6fte). Deze functie vervalt in werkelijkheid echter pas vanaf 2014. Het voordeel in 2016 is vooral te verklaren door het vervallen van hogere salariskosten dan waarmee rekening was gehouden. Diversen Op een veelheid van budgetten zijn door de budgethouders autonome ontwikkelingen doorgevoerd.
135
Programmabegroting 2013
136
Programmabegroting 2013
4. Uitgangspunten financieel meerjarenperspectief Inleiding In de Voorjaarsnota 2012 zijn de kaders neergezet voor de komende jaren en hiermee zijn de financiële en inhoudelijke uitgangspunten bepaald voor de Programmabegroting 2013. In dit hoofdstuk wordt aangegeven in hoeverre de kaders vanuit de Voorjaarsnota 2012 verwerkt zijn in de Programmabegroting 2013. 4.1 Prijs- en loon/cao-ontwikkelingen De begroting en de meerjarenraming moeten structureel in evenwicht zijn. Dat is primair de verantwoordelijkheid van de gemeenten en de provincie houdt hier toezicht op. Om dat te kunnen bepalen zal onder meer vast moeten staan dat aan de baten- en lastenkant is uit gegaan van eenzelfde prijs- en loonindex. Voor de prijs- en loonindex wordt normaliter uitgegaan van de meest recente ramingen van het Centraal Plan Bureau (CPB). In het kader van een materieel sluitende begroting is, conform de Voorjaarsnota 2012, voor de jaren 2013 en 2014 een bezuiniging doorgevoerd door de lasten niet te verhogen met een prijs- of loonindex, tenzij aantoonbaar gemaakt kan worden dat indexering onontkoombaar is. Vanaf 2015 is voor de lasten de CPB raming van 2,25% gehanteerd. Voor de batenkant wordt daarentegen wel vanaf 2013 de CPB-raming gevolgd. Uitzondering: Op bovenstaande richtlijn zijn er uitzonderingen voor bijvoorbeeld subsidies. In het kader van de bezuinigingen is bij de Programmabegroting 2011 besloten om diverse subsidies met 10% te korten en daarna voor de periode 2011-2015 te bevriezen. Op grond van het amendement dat is aangenomen bij vaststelling van de Voorjaarsnota 2011, is besloten aan verenigingen en vrijwilligersorganisaties op het brede terrein van de WMO voor 2012 wel een inflatiecorrectie van 2,25% toe te kennen. De bevriezing voor de periode tot en met 2015 blijft gehandhaafd. Natuurlijk heeft de verhoging voor 2012 met 2,25% wel een meerjarige doorwerking. Een ander voorbeeld is de stijging van de Onroerend Zaak Belasting (OZB) voor 2013 met de inflatie en vanaf 2014 met de macronorm van 3%. Zie voor een nadere toelichting het navolgende onderdeel belastingen. Voor de cao-loonstijging is voor 2013 en 2014 de nullijn (0%) gehanteerd en vanaf 2015 2,25%. Het CPB gaat vanaf 2015 weliswaar uit van een verwachte loonstijging van 3,25% maar dit is naar onze inschatting aan de hoge kant. In de onderliggende loonbedragen is rekening gehouden met het CAO akkoord: een loonstijging van 1% per 1 januari 2012, een loonstijging van 1% per 1 april 2012 en een eenmalige uitkering. Verder heeft het ABP per 1 april 2012 de pensioenpremies verhoogd met een herstelopslag van 2,2% als maatregel om de financiële situatie van het ABP te verbeteren. Van deze verhoogde pensioenpremies komt 70% ten laste van de werkgever. Tenslotte is er in de loonkostenberekening nog rekening gehouden met een verhoging van overige sociale lasten van 0,5%. In het onderstaande overzicht worden de prijs- en loonindexen voor de komende jaren samengevat: 2013
2015
2014
2016
Prijsstijging - lasten
0%
0%
2,25%
2,25%
- baten
1,75%
2,00%
2,25%
2,25%
Loonstijging - lasten
0%
0%
2,25%
2,25%
- baten
1,00%
2,25%
2,25%
2,25%
Gehanteerde prijs- en loonontwikkelingen
137
Programmabegroting 2013
4.2 Belastingen 2013
2014
2015
OZB
1,75 %
3,00 %
3,00 %
2016 3,00 %
Rioolheffing
5,50%
p.m.
p.m.
p.m. kostendekkend
Afvalstoffenheffing
kostendekkend
kostendekkend
kostendekkend
Toeristenbelasting
4,55%
0,00 %
4,34%
0,00 %
Parkeerbelastingen Overige belastingen
inflatie inflatie/ kostendekkend
inflatie inflatie/ kostendekkend
inflatie inflatie/ kostendekkend
inflatie inflatie/ kostendekkend
Tariefontwikkeling belastingen, rechten, tarieven, huren en pachten
De gemeenteraad stelt jaarlijks de belastingverordeningen vast. Voor de gemeentelijke belastingen en heffingen zijn daarin de tarieven integraal opgenomen. Hiervoor zullen afzonderlijke raadsvoorstellen worden gedaan, die in de reguliere raadsvergadering van 18 december 2012 ter behandeling worden voorgelegd. Uitgangspunt is een constante omvang van de opbrengst van de OZB en een jaarlijkse aanpassing van de OZB-tarieven met het inflatiepercentage. In de Voorjaarsnota 2010 is besloten om hierop een uitzondering te maken en voor de jaren 2011 en 2012 de macronorm te hanteren. De raad heeft in de vergadering van 26 juni 2012 besloten om de OZB tarieven voor het jaar 2013 te verhogen met de inflatiecorrectie en géén verhoging met de macronorm toe te passen. Daarna wordt voor de jaren 2014 tot en met 2016 de macronorm toegepast. Vanaf 2017 geldt dan weer het inflatiepercentage. 4.3 Renteomslag Het renteomslagpercentage wordt gehanteerd voor het doorrekenen van o.a. investeringen, grondexploitaties en als vergoeding voor de inzet van eigen middelen in de exploitatie zoals (structureel deel) reserves en voorzieningen. In de Programmabegroting 2013 gaan we uit van een percentage van 5%. Dit is overeenkomstig het bepaalde bij de Voorjaarsnota 2012. Uitgangspunten voor de bepaling van de renteomslag 2013 tot en met 2017: gemiddelde rentepercentage aangetrokken geldleningen; verwacht rentepercentage van gemiddeld 4,44% voor de lange rente voor 2013 t/m 2017 uitgaande van de rentestanden per 14 augustus 2012 voor langlopende geldleningen op basis van informatie uit externe bronnen; voor de investeringen van de renovatie is projectfinanciering aangetrokken en derhalve uitgezonderd voor de renteomslagberekening; uitzondering van investeringen waarover geen rente wordt berekend dan wel over een gedeelte van het jaar rente wordt berekend (zie Bijlage 1.9); geplande (vervangings)investeringen in 2013 van € 12 mln met geldleningen gedurende 25 en 40 jaar te financieren tegen 3,75% en 4,25% (basis is rentestand per 14 augustus 2012); voorspellingen Europese Centrale Bank en het Centraal Plan Bureau.
Rente %
Overzicht gemiddeld rentepercentage begrote leningen (excl. renovatie)
4,62% Rente % geldleningen 2013 MJB
4,41% 4,20%
Jaar
Verwachte ontwikkeling gemiddelde rente van de geldleningen
138
Programmabegroting 2013
Op basis van de rentestanden van 14 augustus 2012 kunnen de investeringen 2013 nog tegen relatief lage percentages worden gefinancierd. De terugkeer van de rust op de financiële markten en het herstel van de economie wereldwijd zal volgens externe bronnen de rentestand omhoog kunnen duwen. Met name binnen de Eurozone zijn maatregelen getroffen zoals het invoeren van bankentoezicht maar ook het aanbieden van hulp aan noodlijdende banken zal de rust moeten doen terugkeren. Maar er is wat dat betreft nog een weg te gaan en de mate waarin het herstel zal intreden bepaalt de opwaartse druk van de rente. Dit blijft vooralsnog een onzekere factor. De gemiddelde rente voor de jaren 2013 tot en met 2017 van de uitstaande geldleningen en rekening houdend met de in 2013 t/m 2017 aan te trekken geldleningen zal naar verwachting 4,44% (excl. renovatie gemeentehuis) gaan bedragen. We verwachten dat de stijging in 2013 wat sterker doorzet en voor de jaren daarna weer afvlakt. Vanwege deze aannames moeten we waakzaam blijven op renteveranderingen. Dit in ogenschouw nemend maar gezien eerder genoemde onzekere factoren die de rente in versneld tempo nadelig zouden kunnen beïnvloeden wordt het renteomslagpercentage 2013 t/m 2017 vastgesteld op 5%. 4.4 Onvoorziene uitgaven In de begroting wordt jaarlijks een budget geraamd ten behoeve van onvoorziene zaken. De omvang van dit budget was tot de programmabegroting 2011 altijd gebaseerd op de Provinciale norm. In 2008 is deze norm (0,6% van het genormeerd uitgavenniveau) ook als gemeentelijk uitgangspunt gehanteerd in de kadernota post onvoorziene uitgaven. Deze provinciale norm wordt door de provincie echter niet meer gehanteerd. Gezien de oplopende tekorten is vanaf de programmabegroting 2011 de post onvoorzien verlaagd. Met ingang van de programmabegroting 2011 is een (structureel) bedrag van € 122.000 beschikbaar en wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen incidenteel en structureel. 4.5 MUIP 2013-2017 Nieuw beleid wordt ingebracht via de MUIP (Meerjaren Uitgaven- en Investerings Plan). Door vaststelling van de Voorjaarsnota 2012 zijn de MUIP voorstellen richtinggevend toegewezen. Deze voorstellen en de aangenomen amendementen zijn inhoudelijk en financieel verwerkt in de voorliggende programmabegroting 2013. De jaarschijf 2013 is ‘functioneel’ opgenomen. De jaarschijven 2014-2016 zijn via een stelpost op programma 6 algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien in de meerjarenbegroting verwerkt omdat deze richtinggevend zijn (zie onder taakstellingen / stelposten). Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2012 is rekening gehouden met aanpassingen door: de nieuwe uurtarieven voor 2013; actuele gegevens datum ingebruikname; amendementen Voorjaarsnota 2012. Voor de financiële gevolgen van de MUIP verwijzen wij u naar onderdeel 3.2 ‘Begrotingsresultaat 2013 – 2016’. In de programmabegroting 2013 is per programma een overzicht opgenomen van de exploitatieen investeringslasten. Voor een nadere toelichting op de investeringen verwijzen wij naar deze programma’s, de paragraaf I “Investeringen en majeure projecten” en de Voorjaarsnota 2012. Via de vaststelling van de programmabegroting 2013 geeft u ons opdracht tot realisatie van de bij de programma’s opgenomen investeringen en exploitatiebudgetten voor de jaarschijf 2013 en de hieraan onlosmakelijk verbonden achterliggende jaren. 4.6 Taakstellingen/stelposten Taakstellingen In de huidige (meerjaren) programmabegroting zijn reeds diverse nog te realiseren taakstellingen (bezuinigingen) en ingeboekte stelposten (extra financiële ruimte) opgenomen. In deze paragraaf volgt een nadere inhoudelijke toelichting op de ontwikkelingen in de taakstellingen en stelposten. We verwijzen ook naar de bezuinigingsrapportage B&W 8 mei 2012.
139
Programmabegroting 2013
Taakstellingen Personele bezuinigingen
2013 -647
2014 -695
Extra taakstelling organisatie Frictie
-189
-199
Projecturen
-378
-378
Vermindering politieke ambtsdragers Totaal taakstellingen
-1.214
-1.272
2015
2016
-737
-759
-500
-500
-205
-212
-384
-386
-279
-279
-2.105
-2.136
Personele bezuinigingen Bij het bezuinigingsproces heeft de organisatie een taakstelling gekregen om te bezuinigen op de personele kosten. Deze taakstelling kwam bovenop de taakstelling zoals die er lag in het kader van de grenscorrectie en de renovatie van het gemeentehuis. Voor 2013 resteert er nog een bezuinigingstaakstelling van € 647.000 oplopend naar €759.000 in 2017. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de gevolgen vanuit handhaving Horst. De organisatie heeft inmiddels al diverse denkrichtingen ontwikkeld om meerjarig deze taakstelling op te lossen. Voor 2013 en volgende jaren zullen er dan ook nadrukkelijkere keuzes gemaakt moeten worden. Op basis van politieke ambities zal het management hier in goed overleg met het college voorstellen voor doen. Extra taakstelling organisatie Als onderdeel van de nieuwe bezuinigingsvoorstellen 2013 heeft het college voorgesteld om vanaf 2015 € 500.000 extra te bezuinigen op de organisatie met name te realiseren door extra efficiencymaatregelen o.a. door regionale samenwerking Taakstelling Frictie In de Programmabegroting 2013 is voor 2,83 fte jaarwedden in 2013 voor functies buiten het basiscapaciteitsplan geraamd. Dit betreft een bedrag van € 188.697 in 2013 oplopend tot € 219.000 in 2017. Tevens is in de Programmabegroting 2013 en volgende jaren ter grootte van deze bedragen een taakstelling opgenomen. In de loop van het begrotingsjaar 2012 en 2013 wordt middels separate voorstellen aangegeven hoe deze jaarwedden gedekt worden. Projecturen Op dit budget staan uren van projectmedewerkers geraamd die bij het opstellen van de Programma-begroting 2013 nog niet toe te wijzen zijn aan concrete projecten. In de loop van 2012 en 2013 dienen deze uren toegekend te worden aan dan lopende projecten of zal er bezuinigd moeten worden op de formatie. Omdat de dekking van de kosten binnen de projecten gevonden moet worden, is voor dit bedrag een taakstelling opgenomen In totaliteit betreft dit 5.890 uur (zijnde 4,5 fte). Binnen deze uren is een taakstelling opgenomen ter grootte van 3.635 uur (zijnde 2,8 fte). Omdat daarvoor dekking van de kosten binnen projecten gevonden moet worden. Dit betreft een bedrag van € 378.000. Vermindering politiek ambtsdragers Het (demissionaire) kabinet wil het aantal politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen met minstens een kwart verminderen. Dit was al aangekondigd in het regeerakkoord. Daartoe is (via de meicirculaire 2011) onze algemene uitkering met ingang van 2015 vermindert met € 279.000. In 2015 zal de wetgeving echter zodanig zijn aangepast dat het aantal politiek ambtsdragers ook daadwerkelijk lager zal zijn. Onze loonkosten zullen vanaf 2015 dan ook voor eenzelfde bedrag lager (moeten) zijn. Doordat in de begroting vanaf 2015 rekening wordt gehouden met een uitname uit het gemeentefonds moeten we ook rekening houden met lagere loonkosten vanaf 2015. Daartoe is in de programmabegroting voor € 279.000 in 2015 een taakstelling op de loonkosten opgevoerd. Volgens de laatst bij ons bekende informatie is het wetsvoorstel voor vermindering van het aantal politieke ambtsdragers nog steeds in ambtelijke voorbereiding.
140
Programmabegroting 2013
Stelposten Stelposten
2013
2014
Stelpost MUIP Onderuitputtingen investeringen
846
1.586
-200
-200
-200
1.000
1.500
2.000
140
532
1.811
Bezuinigingen rijk (25%) Totaal stelposten
-200
2016
166 -200
Verwachte toekomstige rijkbezuinigingen
2015
1.106
2.678
5.197
Stelpost MUIP In de voorliggende Programmabegroting 2013 is de jaarschijf 2013 van het MUIP 2013-2016 functioneel opgenomen. De jaarschijven 2014-2016 zijn richtinggevend waardoor de hieruit volgende lasten op de MUIP-stelpost worden opgenomen met uitzondering van de investeringen/ lasten die onlosmakelijk samenhangen met de jaarschijf 2013. Deze lasten zijn ook functioneel verwerkt. De lasten die zijn opgenomen in de stelpost komen weer terug in de Voorjaarsnota 2013 bij de MUIP 2014-2017. Onderuitputting investeringen Onze organisatie is ervan doordrongen dat investeringsopdrachten gerealiseerd moeten worden in het jaar dat ze zijn gepland. Wij sturen daar ook op. U kunt dit volgen via onze bestuursrapportages en de programmaverantwoordingen. De ervaring is echter dat zowel interne als externe factoren er toe kunnen leiden dat vertragingen ontstaan bij de uitvoering van onze investeringsopdracht. Daartoe wordt sinds de Programmabegroting 2011 een structurele onderuitputting op investeringen ten gunste van de begroting opgenomen van € 200.000. Verwachte toekomstige rijksbezuinigingen De verwachting is dat na de verkiezingen van september 2012 een nieuw kabinet de lastenverzwaringen voor de burgers zal inwisselen voor maatregelen die ten laste van de gemeenten komen o.a. via het gemeentefonds. Het CPB en de Nederlandse Bank hebben in mei/juni 2012 het advies uitgebracht aan het nieuwe kabinet om de komende jaren zeker 20 – 25 miljard euro te bezuinigen. Om dit te kunnen opvangen houden wij in deze begroting hier al zoveel mogelijk rekening mee: voor 2014 € 1 mln., voor 2015 € 1.5 mln. en vanaf 2016 € 2 mln.. Bezuinigingen rijk/reservering 25% efficiencykorting Vanuit de programmabegroting 2012 zijn voor de jaren vanaf 2012 bedragen gereserveerd als buffer voor te verwachten efficiencykortingen voor de decentralisatieopdrachten: in 2012 € 475.000, in 2013 € 950.000, in 2014 € 1.425.000 en vanaf 2015 € 1,9 mln. Het volledig gereserveerde bedrag voor 2012 en € 381.000 van het gereserveerde bedrag van 2013 zijn reeds door uw raad ter beschikking gesteld voor de dekking van de invoeringskosten decentralisatie maatschappelijke taken. Voor de jaren 2014 en 2015 is er mogelijk sprake van een claim op deze post van € 140.000 respectievelijk € 141.000. Hiermee rekening houdend resteren van de gereserveerde bedragen voor 2013 € 569.000, voor 2014 € 1.285.000, voor 2015 € 1.759.000 en vanaf 2016 € 1.900.000. Deze gereserveerde bedragen zijn in deze begroting (voor zover benodigd) ingezet ter dekking van (per saldo) de tekorten op de NLW/Wsw en het Werkplein. Voor 2013 € 569.000, 2014 € 1.285.000, 2015 € 1.368.000 en 2016 € 89.000. Dit betekent dat de navolgende stelposten resteren: voor 2014 € 140.000, 2015 € 532.000 en 2016 € 1.811.000. 2012
2013
2014
2015
2016
Buffer 25% rijksbezuinigingen: - Programmabegroting 2012 - Raadsvoorstel decentralisatie maatschappelijke taken - Inzet tbv werkplein / NLW/Wsw Totaal
475 -475 0
950
1.425
1.900
1.900
-381
0
0
0
-569
-1.285
-1.368
-89
0
140
532
1.811
Opbouw stelpost efficiencykortingen decentralisatieopdrachten
141
Programmabegroting 2013
4.7 Algemene uitkering/gemeentefonds De groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven (netto gecorrigeerde rijksuitgaven). Deze systematiek wordt ook wel ‘samen trap op en samen trap af’ genoemd. De ramingen voor het gemeentefonds in deze begroting zijn gebaseerd op junicirculaire 2012. De resultaten voortvloeiende uit deze junicirculaire 2012 zijn negatief. Over deze negatieve resultaten is uw raad geïnformeerd door middel van een raadsinformatiebrief ‘junicirculaire 2012 gemeentefonds’. Voor een nadere toelichting over de resultaten van de junicirculaire 2012 verwijzen wij u naar de B&W nota junicirculaire 2012 gemeentefonds die in september 2012 door het college is vastgesteld. In deze begroting is in bijlage 1.8 de berekening opgenomen van de gelden die Venray de komende jaren naar verwachting uit het gemeentefonds zal ontvangen. Zoals gezegd is de basis van deze berekening de junicirculaire 2012. Ten aanzien van het gemeentefonds zijn er ontwikkelingen gaande die in de toekomst mogelijk van grote invloed op het gemeentefonds kunnen zijn. Deze ontwikkelingen willen we hier op hoofdlijnen toelichten: De algemene uitkering is de laatste jaren sterk in beweging en wordt de afgelopen jaren gekenmerkt door (vele) onzekerheden. Grote onzekerheden die nu gelden zijn o.a. het onderzoek naar de integrale herverdeling van het gemeentefonds. Deze herverdeling zal waarschijnlijk met ingang van 2014 worden doorgevoerd. De exacte ingangsdatum is echter nog onbekend. De VNG heeft eerder zelfs gepleit voor uitstel tot na de huidige raadsperiode. Tegelijkertijd zal ook de BAG (Basisadministratie Adressen en gebouwen) worden ingevoerd. Deze invoering lijkt voor een groot aantal gemeenten (waaronder ook Venray) te leiden tot een forse verlaging van de algemene uitkering. In het meest sombere scenario leidt dit (met ingang van het jaar 2014) tot een veel kleinere woonvoorraad zonder dat er in de feitelijke situatie iets verandert. Dit heeft een lagere algemene uitkering tot gevolg. Door 40 gemeenten (waaronder Venray) is bij de Minister van Binnenlandse Zaken het verzoek ingediend om gezamenlijk naar een passende oplossing te zoeken waarmee de onbedoelde, onaanvaardbare en onevenredige herverdeeleffecten worden uitgesloten. Ook de VNG heeft de minister verzocht om de systematiek voor het vaststellen van de woningvoorraad nog niet per 2013 te wijzigen maar gelijk te laten lopen met de herverdeling van het gemeentefonds. Op 2 mei 2012 is van de minister een positieve reactie op ons verzoek ontvangen. De minister heef toegezegd om de invoering van de BAG uit te stellen en te koppelen aan bovengenoemde herverdeling van het gemeentefonds. Ook heeft de minister daarbij aangegeven dat de onbedoelde herverdeeleffecten van dit specifieke onderdeel tot een minimum wordt beperkt. Het maximale negatieve herverdeeleffect vanaf 2014 bedraagt € 15 per inwoner per jaar. Voor Venray betekent dat ongeveer € 0,6 miljoen. De helft van dat bedrag ramen we in als korting, gezien de ervaringen uit het verleden, € 0,3 miljoen.
142
Programmabegroting 2013
Bijlage 1. Financiële begroting 1.1. Recapitulatie-overzicht baten en lasten REKENING VENRAY LAAT JE LEVEN Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 46.516 25.702 20.814
REKENING VENRAY BRUIST Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 8.553 923 7.630
REKENING VENRAY MAAKT WONEN COMPLEET Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 24.006 12.646 11.360
REKENING VENRAY ECONOMISCH ACTIEF Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 33.066 22.690 10.376
REKENING VENRAY KIJKT OVER GRENZEN Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 5.279 197 5.082
REKENING ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN Totaal lasten Totaal baten Saldo
2011 3.926 58.819 -54.893
BEGROTING
BEGROTING
2012 47.261 23.806 23.455
2013 46.153 23.057 23.097
BEGROTING
BEGROTING
2012 8.714 850 7.864
2013 8.617 928 7.689
BEGROTING
BEGROTING
2012 27.216 14.134 13.082
2013 24.313 13.114 11.199
BEGROTING
BEGROTING
2012 31.707 27.366 4.342
2013 27.163 20.452 6.712
BEGROTING
BEGROTING
2012 5.320 121 5.199
2013 5.010 52 4.957
BEGROTING
BEGROTING
2012 4.618 57.983 -53.365
2013 4.191 56.594 -52.403
MEERJARENBEGROTING 2014 44.702 22.779 21.923
2015 44.246 22.711 21.535
2016 42.943 22.746 20.197
MEERJARENBEGROTING 2014 8.414 1.082 7.332
2015 8.421 1.103 7.319
2016 8.465 1.085 7.380
MEERJARENBEGROTING 2014 24.041 13.400 10.641
2015 24.173 13.487 10.686
2016 24.127 13.660 10.467
MEERJARENBEGROTING 2014 28.483 22.095 6.389
2015 30.345 24.075 6.270
2016 26.128 20.125 6.002
MEERJARENBEGROTING 2014 5.105 53 5.052
2015 4.740 53 4.687
2016 4.660 54 4.606
MEERJARENBEGROTING 2014 5.701 56.902 -51.201
2015 5.805 56.677 -50.872
2016 8.347 58.425 -50.078
* Totaal lasten 2011 inclusief boeking resultaat boekjaar 2011 van € 216.000,- ten gunste van algemene reserve. Saldo voor bestemming
370
577
1.251
BEGROTING
BEGROTING
2011 11.194 11.564 -370
2012 6.046 6.623 -577
2013 6.464 7.812 -1.348
2014 3.723 3.943 -220
2015 4.060 3.626 433
2016 4.370 3.433 937
0
0
-97
-84
57
-489
REKENING 2011 132.540 132.540 0
BEGROTING 2012 130.882 130.882 0
BEGROTING 2013 121.911 122.009 -97
REKENING MUTATIES RESERVES Totaal lasten Totaal baten Saldo Totaal saldo na bestemming
TOTAAL Totaal lasten Totaal baten Saldo
136
-376
-1.426
MEERJARENBEGROTING
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016 120.169 121.790 119.039 120.253 121.732 119.529 -84 57 -489
- = positief
143
Programmabegroting 2013
144
Programmabegroting 2013
1.2. Overzicht mutaties reserves Venray laat je leven Bedragen (x € 1.000)
REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Algemene reserve Werkgelegenheidsmaatregelen Overheveling restant exploitatiebudg. Totaal stortingen
518 0 66 584
0 92 0 92
0 92 0 92
0 92 0 92
0 92 0 92
0 92 0 92
Algemene reserve Werkgelegenheidsmaatregelen Wet maatschappelijke ondersteuning Overheveling restant exploitatiebudg. Totaal onttrekkingen
88 30 1.255 73 1.447
470 122 150 66 808
0 0 630 0 630
0 0 10 0 10
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
-863
-717
-539
82
92
92
Saldo programma 1
Venray bruist Bedragen (x € 1.000)
REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Gemeenschapshuis Veulen Accommodatiefonds Totaal stortingen
6 518 523
6 0 6
5 0 5
5 0 5
5 0 5
5 0 5
Algemene reserve Monumenten Gemeenschapshuis Veulen Wet maatschappelijke ondersteuning Accommodatiefonds Totaal onttrekkingen
83 0 9 133 0 225
559 78 9 0 153 799
0 0 9 0 153 162
0 0 9 0 0 9
0 0 9 0 0 9
0 0 8 0 0 8
Saldo programma 2
298
-793
-157
-3
-3
-3
Venray maakt wonen compleet Bedragen (x € 1.000)
REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Algemene reserve Egalisatie riolering Parkeren MW Onderhoud industriehaven Bovenwijkse werken Ruimtelijke ontwikkelingen Totaal stortingen
199 217 80 80 103 56 734
0 267 32 80 98 76 552
0 457 0 80 0 0 537
0 715 0 80 0 0 795
0 879 0 80 0 0 958
0 1.055 0 80 0 0 1.135
Algemene reserve Egalisatie riolering Parkeren Bouwen Wet maatschappelijke ondersteuning MW Onderhoud industriehaven Bovenwijkse werken Totaal onttrekkingen
302 0 0 139 75 132 89 738
882 7 454 0 0 583 0 1.927
149 10 424 0 0 3 0 586
0 36 291 0 0 3 0 329
0 35 195 0 0 3 0 233
0 34 203 0 0 3 0 240
-4
-1.376
-49
466
725
895
Saldo programma 3
145
Programmabegroting 2013
Venray economisch actief Bedragen (x € 1.000)
REKENING 2011
Algemene reserve MW Onderhoud jachthaven/zandvang Algemene risicoreserve grondbedrijf Bovenwijkse werken Ruimtelijke ontwikkelingen Totaal stortingen Algemene reserve overheveling restant exploitatiebudg. MW het nieuwe wanssum - oude maasarm MW Onderhoud industriehaven MW Onderhoud jachthaven/zandvang Algemene risicoreserve grondbedrijf Totaal onttrekkingen Saldo programma 4
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
0 12 719 203 34 968
46 12 2.349 283 409 3.100
0 12 937 210 184 1.343
0 12 809 234 182 1.238
0 12 1.105 238 188 1.543
0 12 1.461 234 101 1.808
183 131 0 0 32 5.447 5.794
552 0 180 72 3 359 1.165
1.067 0 0 0 3 537 1.606
533 0 0 0 3 509 1.045
500 0 0 0 3 517 1.019
500 0 0 0 3 429 931
-4.826
1.935
-263
193
524
877
Venray kijkt over grenzen Bedragen (x € 1.000)
REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012 2013
MEERJARENBEGROTING 2014 2015 2016
Algemene reserve Totaal stortingen
759 759
753 753
753 753
0 0
0 0
0 0
Algemene reserve Totaal onttrekkingen
200 200
168 168
33 33
0 0
0 0
0 0
Saldo programma 5
559
585
719
0
0
0
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Bedragen (x € 1.000)
REKENING 2011
BEGROTING BEGROTING 2012
2013
MEERJARENBEGROTING 2014
2015
2016
Algemene reserve Frictiegelden personeel Bijdrage grondbedrijf publiekshal Overheveling restant exploitatiebudg. Renovatie gemeentehuis Totaal stortingen
5.754 793 3 0 1.077 7.626
0 479 2 155 908 1.544
0 2.638 2 0 1.094 3.734
0 535 1 0 1.057 1.594
0 440 1 0 1.020 1.462
0 346 0 0 985 1.331
Algemene reserve Egalisatie riolering BTW compensatiefonds Frictiegelden personeel Bijdrage grondbedrijf publiekshal Overheveling restant exploitatiebudg. Renovatie gemeentehuis Algemene risicoreserve grondbedrijf Totaal onttrekkingen
2.302 0 267 311 13 0 268 0 3.160
430 0 0 132 12 0 1.182 0 1.756
2.000 0 0 489 12 53 1.840 400 4.794
0 46 0 333 11 72 1.788 300 2.550
0 180 0 206 11 30 1.738 200 2.365
0 325 0 130 10 0 1.689 100 2.254
Saldo programma 6
4.465
-212
-1.060
-956
-904
-923
-370
-577
-1.348
-220
433
937
Saldo totaal
146
Programmabegroting 2013
1.3. Overzicht van investeringen en afschrijvingen Om schrijving
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen
Totaal uitgaven per 01-01-2013
+/+ -/Totaal uitgaven Reeds Afschrijving Aflossing in Boekw aarde per Boekw aarde per Vermeerderingen Verminderingen per 31-12-2013 afgeschreven in 2013 2013 01-01-2013 31-12-2013 2013 t/m 2012 2013 625.751 0 0 625.751 449.370 32.422 0 176.381 143.959
Rente in 2013
Totaal Kapitaallasten
0
32.422
Kosten onderzoek en ontw ikkeling
1.400.541
0
0
1.400.541
326.622
224.188
0
1.073.919
849.731
48.558
272.746
Gronden en terreinen (econ.nut)
5.265.357
0
0
5.265.357
382.685
0
0
4.882.672
4.882.672
244.134
244.134
117.685
0
0
117.685
0
0
0
117.685
117.685
5.884
5.884
Bedrijfsgebouw en (econ.nut)
53.418.542
6.496.023
0
59.914.565
15.657.903
1.391.959
0
37.760.639
42.864.703 2.072.341
3.464.301
Grond, w eg en w aterbouw kundige w erken (econ.nut)
45.364.410
2.091.519
1.107.135
46.348.794
9.922.462
1.080.740
0
35.441.948
35.345.592 1.988.059
3.068.799
62.602
0
0
62.602
5.520
12.520
0
57.082
44.561
2.567
15.088
4.945.252
256.536
0
5.201.788
2.214.178
379.746
0
2.731.075
2.607.864
142.604
522.350
Overige materiele vaste activa (econ.nut)
23.899.557
2.249.320
112.000
26.036.877
6.233.481
2.489.252
0
17.666.076
17.314.144
870.130
3.359.382
Grond, w eg en w aterbouw kundige w erken (maatsch.nut)
25.462.511
957.883
0
26.420.394
9.566.220
875.131
0
15.896.291
15.979.042
800.223
1.675.355
302.581
0
0
302.581
180.967
15.259
0
121.614
106.356
5.651
20.910
29.090
0
0
29.090
29.090
0
0
0
-0
0
0
3.863.741
0
0
3.863.741
0
0
0
3.863.741
3.863.741
25.956
25.956
Gronden en terreinen eco.nut in erfpacht
Vervoermiddelen (econ.nut) Machines, apparaten en installaties (econ.nut)
Machines, apparaten en installaties (maatsch.nut) Overige materiele vaste activa (maatsch.nut) Deelnemingen Leningen aan w oningbouw corporaties Overige verbonden partijen Overige langlop.geldleningen Overige uitzettingen met rentetypische looptijd > 1 jaar activa van derden onderhanden w erken (grondexploitatie) Eindtotaal
14.545.825
0
0
14.545.825
4.873.929
0
332.104
9.671.895
9.339.791
428.607
760.711
1.699.200
0
0
1.699.200
0
0
0
1.699.200
1.699.200
84.960
84.960
630.000
0
0
630.000
0
0
0
630.000
630.000
0
0
16.461.922
0
0
16.461.922
113.260
38.047
0
16.348.662
16.310.615
24
38.070
1.191.300
1.290.356
0
0
1.290.356
72.240
26.816
0
1.218.116
60.291
87.107
25.989.912
7.742.881
10.258.969
23.473.824
0
0
0
25.989.912
23.473.824 1.222.845
1.222.845
225.374.834
19.794.162
11.478.104
233.690.892
50.027.927
6.566.080
332.104
175.346.907
176.764.781 8.002.836
14.901.020
147
Programmabegroting 2013
148
Programmabegroting 2013
1.4.
Overzicht financiering
Vaste geldleningen begroting 2012 VASTE GELDLENINGEN BEGROTING 2013 LENING
BEDRAG
NR.
LENING
RAAD/B&W OMSCHRIJVING DATUM
VERVAL- LAATSTE RENTE- ANNUITEIT ANNUITEIT DATUM
AFL.IN
PERC.
RESTANT
VERSTREKT
RENTE
AFLOSS.
RESTANT
31-12-2012
2013
2013
2013
31-12-2013
1.063
4.537.802
02-03-99
BNG 40.0089605
2-3
2024
4,770%
lin
2.178.146
96.706
181.512
1.996.634
1.064
4.537.802
08-06-99
BNG 40.0090029
8-6
2024
4,960%
lin
2.178.146
102.960
181.512
1.996.634
1.069
4.537.802
20-11-01
BNG 40.0093675
22-11
2026
5,030%
lin
2.541.169
126.820
181.512
2.359.657
1.071
5.000.000
17-09-02
BNG 40.0095493
18-9
2027
4,850%
lin
3.000.000
142.736
200.000
2.800.000
1.072
5.000.000
25-02-03
BNG 40.0096790
18-2
2028
4,475%
lin
3.200.000
135.427
200.000
3.000.000
1.073
5.000.000
22-10-03
BNG 40.0098347
22-10
2028
4,720%
lin
3.200.000
149.230
200.000
3.000.000
1.075
5.000.000
13-12-04
BNG 40.0099788
13-12
2029
4,020%
lin
3.400.000
136.261
200.000
3.200.000
1.076
27.459.341
19-04-06
BNG 40.101608
4 p.j.
2041
5,450%
lin
22.359.748
1.195.543
784.553
21.575.195
1.077
11.000.000
NWB 1-25028
15-5
2026
4,525%
lin
8.250.000
357.562
550.000
7.700.000
1.078
15.000.000
BNG 40.104004
29-10
2033
4,900%
lin
12.600.000
615.993
600.000
12.000.000
1.079
7.000.000
BNG 40.105977
29-10
2020
2,810%
lin
5.600.000
153.911
700.000
4.900.000
1.080
6.000.000
BNG 40.105976
29-10
2035
3,388%
lin
5.520.000
212.543
240.000
5.280.000
1.081
4.000.000
BNG 40.105977
29-10
2015
2,100%
lin
2.400.000
47.454
800.000
1.600.000
1.082
4.912.500
BNG 40.105978
2-7
2027
3,640%
lin
4.912.500
172.838
327.500
4.585.000
1.083
5.275.000
BNG 40.105979
2-7
2037
3,600%
lin
5.275.000
186.092
211.000
5.064.000
1.084
10.200.000
BNG 40.105807
2-7
2052
4,100%
lin
10.200.000
412.958
255.000
9.945.000
1-7
2038
3,750%
lin
5.867.436
5.867.436
1-7
2053
4,250%
lin
5.137.123
5.137.123
Totaal langlopende leningen
96.814.709
11.004.559
4.245.034
5.812.589
102.006.679
0350
3.072.151 09-12-1987
PV 2615 HERFIN.
30-12
2030
4,44%
635.409
184.558 ann
2.254.998
100.122
84.437
2.170.561
0351
2.596.392 09-12-1987
PV 2629 HERFIN.
30-12
2030
4,44%
537.008
155.977 ann
1.905.785
84.617
71.361
1.834.424
HERFIN 0361
1-3
2016
3,74%
71.916 ann
1.126.279
42.123
29.793
1.096.486
Herfin.Div.complex NWB
16-12
2028
4,565%
543.973
226.174 ann
2.528.921
115.445
110.729
2.418.192
86.300
35.785
1.820.129
428.607
332.105
0361
1.283.788 30-1-2006
0364
3.830.608
36.145
0367
2.254.380 20-12-1988
PPNH 73084-89 HERF
1-9
2039
4,65%
272.184
122.085 ann
1.855.914
0373
1.226.569 01-01-1991
BNG 40.0100637.00
1-9
2019
5,02%
272.455
123.635 ann
0
Totaal w oningbouw leningen Totaal - generaal
9.671.898 106.486.607
0 11.004.559
4.673.641
6.144.694
9.339.793 111.346.472
149
Programmabegroting 2013
Gewaarborgde geldleningen Geldnem er
Geldgever
Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg Ned. Waterschapsbank Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg Coop Rabo Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg Ned. Waterschapsbank Vestia Groep
Ned. Waterschapsbank
Stg Wonen Limburg WestLB AG Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stichting Mooiland
BNG Den Haag
Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Stg Wonen Limburg Ned. Waterschapsbank Stg Wonen Limburg Ned. Waterschapsbank Stg Wonen Limburg BNG Den Haag Woonzorg BNG Den Haag Nederland Woonzorg Aegon Nederland levensverzekering NV Achtervangpositie Nationale Hypotheekgarantie Stichting L.V.O.
BNG Den Haag
Stichting BiblioNu
ABN AMRO Bank
Stichting BiblioNu
BNG Den Haag
Waarborg
Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Rechtstreeks via gemeente Rechtstreeks via gemeente Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stg. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen Rechtstreeks via gemeente Rechtstreeks via gemeente Rechtstreeks via gemeente Rechtstreeks via gemeente Rechtstreeks via gemeente
Stichting Venray Rabobank Venray Events Gymnastiekverenigi ng St. Christoffel Betreft garantstelling bij exploitatieverliezen door Rechtstreeks via Wijkcentrum Veltum huurderving in blok 2 gemeente * van ParcVelt Bouledrome Sportpark Noord
Waarborg perc.
Hoofdsom ( x 1.000)
Rente %
Restant Door de bedrag gem eente Risico% 2013 ( x gew aarborgd 1.000) (x 1.000)
Gekw antificeerd risico
50%
566
3,730%
441
221
1%
2.205
50%
11.000
4,530%
11.000
5.500
1%
55.000
50%
11.000
4,530%
11.000
5.500
1%
55.000
50%
4.538
4,410%
3.707
1.854
1%
18.535
50%
4.538
6,950%
2.319
1.160
1%
11.595
50%
6.000
4,990%
4.472
2.236
1%
22.360
50%
9.422
4,300%
7.213
3.607
1%
36.065
50%
11.812
3,750%
8.344
4.172
1%
41.720
50%
5.500
4,990%
4.293
2.147
1%
21.465
50%
9.625
5,345%
7.650
3.825
1%
38.250
50%
15.000
3,133%
15.000
7.500
1%
75.000
50%
8.000
8.000
4.000
1%
40.000
50%
6.353
4,490%
4.923
2.462
1%
24.615
50%
1.200
4,395%
1.200
600
1%
6.000
50%
10.000
4,080%
10.000
5.000
1%
50.000
50%
8.000
4,959%
8.000
4.000
1%
40.000
50%
3.678
3,870%
3.257
1.629
1%
16.285
50%
9.000
3,995%
9.000
4.500
1%
45.000
50%
332
5,780%
296
148
1%
1.480
50%
4.000
4,950%
4.000
2.000
1%
20.000
50%
2.269
1.038
519
1%
5.190
100%
6.965
4,330%
5.249
5.249
1%
52.490
100%
6.807
5,570%
3.101
3.101
1%
31.010
50%
5.000
5.000
2.500
1%
25.000
50%
799
792
396
1%
3.960
50%
7.376
7.376
3.688
1%
36.880
50%
36.000
36.000
18.000
1,0%
180.000
100%
3.176
5,600%
2.921
2.921
1%
29.210
100%
150
4,100%
81
81
10%
8.100
100%
203
7,250%
127
127
10%
12.700
50%
150
105
53
10%
5.250
100%
100
92
92
10%
9.200
100%
10
10
10
0%
0
100
100
100
10%
10.000
100
100
100
10%
208.769
186.207
98.994
10.000 1.039.565
150
Programmabegroting 2013
1.5. Overzicht van reserves
151
Programmabegroting 2013
152
Programmabegroting 2013
1.6. Overzicht van voorzieningen
Naam voorziening
Saldo per Toevoeging Onttrekking Saldo per Toevoeging Onttrekking Saldo per Toevoeging Onttrekking Saldo per Toevoeging Onttrekking Saldo per 1-1-2013 2013 2013 31-12-2013 2014 2014 31-12-2014 2015 2015 31-12-2015 2016 2016 31-12-2016
VOORZIENINGEN Onderhoud Primair Onderwijs Onderhoud Gemeentehuis Accommodatiebeheersysteem Alg. Pensioenwet Politieke Ambtsdr. Onderhoud Wegen Oudkomers Lokaal Isv-2 05-09 Vordering verkoop vennootschap bv MW uitkeringen/pensioenen wethouders Bomen Totaal voorzieningen algemene dienst
1.571 572 166 3.586 573 0 160 1.083 0 9 7.719
353 140 171 209 903 0 0 0 0 34 1.809
69 214 114 59 435 0 80 0 0 34 1.005
1.855 498 222 3.736 1.041 0 80 1.083 0 9 8.523
358 140 171 207 916 0 0 0 0 34 1.827
65 214 75 65 435 0 80 0 0 34 967
2.149 424 318 3.878 1.523 0 0 1.083 0 9 9.383
363 140 172 199 970 0 0 0 0 34 1.879
855 214 272 76 475 0 0 0 0 34 1.925
1.658 350 218 4.001 2.018 0 0 1.083 0 9 9.337
369 140 173 191 984 0 0 0 0 34 1.890
444 214 134 117 474 0 0 0 0 34 1.418
1.582 276 257 4.075 2.528 0 0 1.083 0 9 9.809
VOORZIENINGEN GRONDBEDRIJF Bouwrijp Maken C omplexen Verwacht tekort floriade Verwacht tekort greenpark Totaal voorzieningen grondbedrijf
51 2.424 303 2.778
0 0 15 15
0 0 0 0
51 2.424 319 2.793
0 0 16 16
0 0 0 0
51 2.424 335 2.809
0 0 17 17
0 0 0 0
51 2.424 351 2.826
0 0 18 18
0 0 0 0
51 2.424 369 2.843
10.497
1.825
1.005
11.316
1.843
967
12.192
1.896
1.925
12.163
1.908
1.418
12.653
TOTAAL VOORZIENINGEN
153
Programmabegroting 2013
154
Programmabegroting 2013
1.7. Overzicht EMU-saldo
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)?
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
5
6
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.? (alleen transactie met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11
Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
2012 x € 1.000 Volgens realisatie tot en met juli 2012, aangevuld met raming resterende periode
2013 x € 1.000
2014 x € 1.000
Volgens begroting 2013
Volgens meerjarenraming in begroting 2014
-3.720
- 684
-442
5.339
6.606
6.674
1.866
1.881
1.899
37.110
11.934
9.196
-
3.610
1.219
856
7.052
5.787
6.658
10.255
10.705
11.435
3.180
1.061
1.023
nee
nee
nee
-29.991
945
3.545
155
Programmabegroting 2013
In de conceptwet Houdbare Overheidsfinanciën wil het Rijk, op basis van Europese afspraken, ook begrotingsregels voor gemeenten opnemen. Vanwege deze nieuwe begrotingsregels worden gemeenten met name beperkt om investeringen te doen omdat het risico bestaat dat het in een jaar opgelegde individuele plafond wordt overschreden en de gemeente een boete kan worden opgelegd. Dit wetsvoorstel moet nog door de 2e Kamer worden aangenomen en zou met ingang van 2013 doorgang kunnen vinden. De uitwerking van dit wetsvoorstel geeft voor de investeringsruimte voor 2013 het volgende beeld: Begrotingstotaal vóór mutatie reserves Afschrijvingen t.l.v. exploitatie EMU-referentiewaarde 2013 Investeringsplafond
+ + +
683.9416.606.080 5.702.000 11.624.139
Investeringen 2013
13.040.781
Investeringsruimte in ruime zin
BBP begroting 2012 Te verdelen aandeel gemeenten Begrotingstotaal 2012 alle gemeenten
1.416.642-
0,38%
Begrotingstotaal 2012 Venray Vastgestelde EMU-referentiewaarde 2013 o.b.v. begrotingstotaal
€ 622.235.000.000 € 2.364.493.000 € 52.268.177.000 €
126.054.000 5.702.000
156
Programmabegroting 2013
1.8. Berekening algemene uitkering gemeentefonds Gemeentefonds Het gemeentefonds is een fonds met belastinggeld van het Rijk. Gemeenten krijgen elk jaar geld uit het gemeentefonds om een deel van hun uitgaven te betalen, de algemene uitkering. Gemeenten mogen zelf bepalen waar ze dit geld aan besteden. Gemeenten gebruiken het geld voor bijvoorbeeld wegen, schoolgebouwen en de brandweer. Meer informatie over het gemeentefonds staat in de Financiële-verhoudingswet. Verdeling gemeentefonds Hoeveel geld individuele gemeenten uit het gemeentefonds krijgen is afhankelijk van de kenmerken en de belastingcapaciteit van de gemeenten. Kenmerken Het Rijk hanteert bij de verdeling van het gemeentefonds over individuele gemeenten onder meer de volgende gegevens: • het aantal inwoners; • het aantal jongeren; • het aantal uitkeringsgerechtigden • de oppervlakte van het land; • een vast bedrag. Dit worden maatstaven genoemd. Er zijn ruim 60 maatstaven. Elke maatstaf heeft een bedrag ‘per eenheid’. De gemeente krijgt dus geld voor iedere inwoner, iedere jongere enzovoort. Inkomsten De gemeente heeft inkomsten uit de gemeentebelasting, bedrijfsmatige activiteiten, rechten en heffingen en eigen bezittingen, bijvoorbeeld gebouwen. De gemeente krijgt een groot deel van haar belastinginkomsten uit onroerend zaakbelasting (OZB). Het Rijk doet ieder jaar onderzoek naar het systeem van verdeling van het gemeentefonds. De uitkomsten van dit onderzoek staan in het Periodiek Onderhoudsrapport (POR). Dit rapport is een bijlage bij de begroting van het gemeentefonds. Omvang gemeentefonds (accres) Het bedrag in het gemeentefonds is gekoppeld aan de uitgaven van het Rijk (samen de trap op, samen de trap af). Deze groei (of krimp) heet het accres. Als het Rijk meer geld uitgeeft, gaat het bedrag in het gemeentefonds omhoog (en omgekeerd). Het Rijk informeert de gemeenten jaarlijks in de mei (juni)- en septembercirculaire over het accres van het gemeentefonds. De laatste jaren is er echter ook in december een circulaire verschenen. In de circulaires worden gemeenten daarnaast ook geïnformeerd over nieuwe gemeentelijke taken of taken die vervallen. Bijstelling ramingen Met ingang van 2012 verschijnt dus tweemaal per jaar een gemeentefondscirculaire die de gemeenten over de omvang en de verdeling van het fonds informeert. Die circulaires spelen een belangrijke rol in het gemeentelijke begrotingsproces. De raming in de primitieve begroting is gebaseerd op de laatst ontvangen mei/junicirculaire. De werkelijk ontvangen algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds zijn gebaseerd op de ten tijde van het opstellen van de jaarrekening bekende informatie. De ontwikkelingen en de financiële consequenties van de circulaires worden vastgelegd in een nota welke, na vaststelling door het college, ter kennisname gebracht wordt aan de gemeenteraad. Via de 1e en 2e Bestuursrapportage vindt verankering plaats in de begroting. Oormerken onderdelen van de algemene uitkering Nieuwe taken zijn vaak gekoppeld aan nieuwe budgetten. Dit betekent dat voor de uitvoering van die taken moet worden volstaan met de aldus benoemde budgetten. Onze eigen beleidsregel is dat aldus benoemde budgetten (indien > € 10.000) beschikbaar worden gehouden en pas beschikbaar komen op het moment dat er een nota door het college is vastgesteld over de inzet van dit geld. In sommige gevallen (als wij minder ontvangen) kan een oormerk ook leiden tot een taakstelling (bezuiniging). Ook dan moet er een nota door het college worden vastgesteld met oplossingen voor die tegenvaller. De oormerken komen in een afzonderlijke raming in de begroting tot uitdrukking.
157
Programmabegroting 2013
Herindelingsbijdrage Daarnaast ontvangt de gemeente Venray vanaf 2010 een herindelingsbijdrage. Door de samenvoeging van Venray met Wanssum, Geysteren en Blitterswijk heeft Venray recht op een herindelingsbijdrage. Deze bijdrage wordt uitgekeerd in 4 jaarlijkse termijnen (tot en met 2013): 40% van het bedrag in 2010 en 20% van het bedrag in elk van de drie daarop volgende uitkeringsjaren. Vanaf 2010 wordt ook een gedeelte van de algemene uitkering geoormerkt voor de gemeente Horst aan de Maas. Dat gedeelte heeft namelijk betrekking op de aan de gemeente Venray toegekende algemene uitkering voor de kerkdorpen Meerlo, Tienray en Swolgen van de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum. Maatstaf krimpgemeenten In de maartcirculaire 2010 is aangekondigd dat vanaf 2011 een krimpmaatstaf geïntroduceerd wordt voor voorlopig 5 jaar. De krimpmaatstaf geeft een vergoeding aan gemeenten die de laatste 7 jaar met meer dan 1% zijn gekrompen ( 2011 wordt vergeleken met het inwonertal 2004, 2012 met 2005, enz.) én die gelegen zijn in de provincie Groningen, Zeeland of Limburg Gemeenten die aan genoemde criteria voldoen krijgen in 2011 een bedrag van ruim € 600 per ‘verloren’ inwoner boven de gehanteerde drempel van 1%. Aan het eind van de looptijd van de tijdelijke maatstaf, namelijk 5 jaar, moet een duidelijk beeld zijn ontstaan van de financiële gevolgen van bevolkingsdaling voor gemeenten. Aan de tijdelijke krimpmaatstaf zijn geen (bestedings)voorwaarden verbonden. Gemeenten die in aanmerking komen voor een krimpmaatstaf wordt verzocht een krimpparagraaf op te nemen in zowel de begroting als de jaarrekening. Venray komt (op basis van onze inwoneraantallen) niet in aanmerking voor deze uitkering. Gewijzigde verdeling gemeentefonds Door het Rijk wordt een onderzoek uitgevoerd naar een andere verdeling van het gemeentefonds. Hierin worden ook de gevolgen meegenomen van de wet BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen). De wijzigingen van deze herverdelingsoperatie zullen (waarschijnlijk) met ingang van het jaar 2014 worden ingevoerd. De verwachting is dat er sprake zal zijn van forse aanpassingen in de verdeelmethodiek en daardoor een (nu nog onbekend) negatief effect op de hoogte van de algemene uitkering. In het meerjarenperspectief is rekening gehouden met extra bezuinigingen/taakstellingen, waarmee het risico van tegenvallers moet worden gecompenseerd. Junicirculaire 2012 De gevolgen van het lenteakkoord zijn verwerkt in de junicirculaire 2012 gemeentefonds. Het is echter zeer reëel te veronderstellen dat de nadelen vanuit de junicirculaire 2012 groter nadeliger zullen uitpakken. Waarschijnlijk zal het nieuwe kabinet kiezen voor een verschuiving van lastenverzwaringen voor de burger naar bezuinigingen die een nadelig effect hebben op de algemene uitkering. Daar bovenop wordt
158
Programmabegroting 2013
Gemeente:
Venray
Opgave:
Junicirc 2012
Circulaire:
junicirculaire 2012 (2012 - 0000347887) dd 13 juni 2012
Jaar:
2012, 2013, 2014, 2015, 2016
Uitkeringsfactor:
Lopende prijzen 2012: 1,4960 / 2013: 1,4750 / 2014: 1,5050 / 2015: 1,5100 / 2016: 1,5460
Uitgezette maatstaven:
maatstafnummers: 39a, 40, 41, 42, 43, 44, 53
Datum afgerond:
22-6-2012
Eigen toelichting: Datum rapport:
30-8-2012 8:56
Onderdeel A - Inkomstenmaatstaven Maatstaf
2012
2013
2014
2015
2016
-1.275.727,81
-1.314.437,48
-1.311.651,02
-1.308.920,97
-1.319.334,46
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1f Waarde niet-woningen gebruikers (onder aftrek amendement De Pater)
-1.028.272,11
-1.059.967,08
-1.057.720,07
-1.055.518,55
-1.063.916,02
1a Waarde woningen eigenaren
-3.071.197,29
-3.145.115,34
-3.102.312,79
-3.060.366,50
-3.049.863,05
1c Waarde niet-woningen eigenaren 1b Waarde niet-woningen gebruikers
Subtotaal
-5.375.197,21 -5.519.519,90 -5.471.683,89 -5.424.806,03 -5.433.113,53
Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is Maatstaf 1e OZB waarde niet-woningen
2012
2013
2014
2015
2016
307.594,34
305.364,48
304.717,14
304.082,91
306.502,12
159
Programmabegroting 2013
10a WWB schaalnadeel
74.377,20
73.516,13
71.975,54
70.651,11
69.747,54
10b WWB schaalvoordeel
1.083.761,40
1.052.784,96
1.000.304,63
957.661,76
929.499,34
8 Bijstandsontvangers
1.031.620,48
998.210,40
941.733,03
896.058,58
865.837,38
151.708,44
153.924,24
155.844,60
157.469,52
158.946,72
2 Inwoners
5.732.539,02
5.778.956,37
5.725.138,32
5.300.862,48
5.508.881,28
4 Inwoners: jongeren < 20 jaar
2.275.723,92
2.259.282,13
2.232.029,30
2.199.596,18
2.159.730,47
591.701,10
613.340,55
636.316,80
666.478,35
689.371,05
60.758,37
64.018,71
66.671,19
70.594,65
73.136,61
447.329,00
450.265,40
450.109,85
450.006,15
450.006,15
1.161.731,34
1.160.469,04
1.155.448,28
1.150.934,14
1.146.702,22
12 Minderheden
814.609,40
811.407,72
820.920,12
830.749,60
840.579,08
11 Uitkeringsontvangers
431.331,91
429.226,56
424.621,26
415.016,60
409.690,30
15b Extra groei leerlingen VO
--
--
--
--
--
15c Extra groei jongeren
--
--
--
--
--
2.347.149,00
2.357.284,65
2.366.751,45
2.375.292,15
2.383.369,80
14 Klantenpotentieel regionaal
662.544,00
665.407,80
668.070,36
670.485,24
672.760,80
15e Leerlingen VO
847.557,72
940.718,69
966.840,34
980.375,76
982.352,78
15d Leerlingen (V)SO
139.447,16
125.064,72
127.566,01
137.571,19
140.697,81
38 Bedrijfsvestigingen
270.887,10
281.310,24
291.160,68
302.041,98
313.381,44
19.487,38
19.487,38
19.487,38
19.487,38
19.487,38
30 Historische woningen in bewoonde kernen
--
--
--
--
--
27a Oppervlak historische kernen basisbedrag
--
--
--
--
--
27b Oppervlak historische kernen, opslag kernen > 40 ha
--
--
--
--
--
27c Oppervlak historische kernen, opslag kernen > 65 ha
--
--
--
--
--
28 Historische waterweg
--
--
--
--
--
31a ISV (a) stadsvernieuwing
6.644,58
6.644,58
6.644,58
6.644,58
6.644,58
31b ISV (b) herstructurering
6.806,44
6.806,44
6.806,44
6.806,44
6.806,44
3a Eén-ouder-huishoudens
5 Inwoners: ouderen > 64 jaar 5a Inwoners: ouderen > 74 en < 85 jaar 7 Lage inkomens 7a Lage inkomens (drempel)
13 Klantenpotentieel lokaal
29 Historische woningen in bewoonde oorden 1930
160
Programmabegroting 2013
36 Meerkernigheid
134.288,70
134.288,70
134.288,70
134.288,70
134.288,70
37 Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied
208.753,86
208.753,86
208.753,86
208.753,86
208.753,86
84.542,28
84.542,28
84.542,28
84.542,28
84.542,28
8.143,85
8.143,85
8.143,85
8.143,85
8.143,85
10.532,33
10.544,09
10.561,49
10.568,84
10.573,25
1.193.488,43
1.230.347,08
1.245.052,38
1.259.080,59
1.272.840,77
33 Omgevingsadressendichtheid * percentage slechte grond totaal
--
--
--
--
--
17 Oppervlakte land * percentage slechte grond totaal
--
--
--
--
--
16 Oppervlakte land
536.278,05
536.278,05
536.278,05
536.278,05
536.278,05
18 Oppervlakte land * bodemfactor gemeente
486.946,35
512.102,25
513.409,05
514.389,15
515.695,95
19 Oppervlakte binnenwater
6.649,50
6.903,60
6.916,80
6.926,70
6.939,90
20 Oppervlakte buitenwater
--
--
--
--
--
23 Oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied
437.918,46
442.857,39
447.796,32
452.735,25
457.674,18
22 Oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor woonkernen
730.991,80
744.282,56
757.573,32
770.864,08
784.154,84
21 Oppervlakte bebouwing
232.444,08
236.270,32
240.096,56
243.922,80
247.749,04
3.510.898,30
3.577.832,05
3.601.928,20
3.623.703,98
3.644.408,82
546.235,90
556.649,65
560.398,60
563.786,54
567.007,86
--
--
--
--
--
24a Nieuwbouwwoningen
121.532,60
121.532,60
121.532,60
121.532,60
121.532,60
39 Vast bedrag
276.621,66
276.226,36
263.524,60
263.524,60
263.524,60
6a Inwoners Waddeneilanden tot en met 2500
--
--
--
--
--
6b Inwoners Waddeneilanden van 2501 t/m 7500
--
--
--
--
--
6c Inwoners Waddeneilanden boven de 7500
--
--
--
--
--
58 Bevolkingskrimp
--
--
--
--
n.v.t.
36a Kernen met 500 of meer adressen 34 Oeverlengte * bodemfactor gemeente 35a Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor 32 Omgevingsadressendichtheid
24 Woonruimten 25 Woonruimten * bodemfactor woonkernen 26 Woonruimten * percentage slechte grond totaal
Subtotaal
26.991.575,45 27.241.045,87 27.179.953,96 26.771.908,62 26.998.239,85
161
Programmabegroting 2013
Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf) Jaren Uitkeringsfactor Subtotaal (B x C (=uf))
2012
2013
2014
2015
2016
1,4960
1,4750
1,5050
1,5100
1,5460
40.379.396,88 40.180.542,66 40.905.830,71 40.425.582,01 41.739.278,81
Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is Maatstaf
2012
2013
2014
2015
2016
3.506,00
--
--
--
--
52 Monumenten
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
53a Overgangsmaatregel ISV (VHROSV)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
59 Suppletie-uitkering wijziging verdeelstelsel 2011
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
61 Suppletieregeling OZB
214.615,00
214.615,00
214.615,00
214.615,00
214.615,00
55 WUW-middelen Gemeentefonds (IU)
257.350,00
--
--
--
--
45 Herindeling
822.800,86
822.800,86
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
1.298.271,86
1.037.415,86
214.615,00
214.615,00
214.615,00
51 Rioleringen
70 Suppletieregeling wijziging verdeelstelsel 1-1-2008 135 Suppletie-uitkering Bommenregeling Subtotaal
Onderdeel E - Integratie- en decentralisatieuitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is Maatstaf 62 Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) 63 Amendement De Pater (IU) 64 Knelpunten verdeelproblematiek (SU) 67 Tijdelijke stim.regeling opsporing en controle ABW (DU)
2012
2013
2014
2015
2016
3.776.845,00
3.770.864,00
3.770.864,00
3.770.864,00
3.770.864,00
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
--
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
162
Programmabegroting 2013
68 Regionale platforms fraudebestrijding (IU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
8.748,00
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
104.160,00
104.160,00
104.160,00
104.160,00
104.160,00
--
--
--
--
--
73 Aanpak kindermishandeling (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
74 Bewonersinitiatieven wijken (G18) (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
75 Drank- en Horecawet (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
77 Homo-emancipatiebeleid (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
79 Taalcoaches (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
80 Tijdbeleid (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
81 Polarisatie en radicalisering (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
82 Veilige publieke taak (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
83 Bewonersinitiatieven wijken (G31) (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
84 Wijkactieplannen (G18) (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
86 Vrouwen uit etnische minderheden (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
87 Pilot gemengde scholen (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
92 Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
93 Innovatietrajecten inburgering (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
95 Uitkering vanwege definitiewijziging maatstaf bijstandsontvangers
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
97 Onderwijsachterstandenbeleid (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
100 Overbruggingsuitkering Antillianengemeenten (DU)
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
101 Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren (DU)
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
102 Maatschappelijke opvang en OGGz (DU)
--
--
--
--
--
103 Gezond in de stad (DU)
--
--
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
69 Bibliotheken (IU) 71 Impuls Brede scholen combinatiefuncties (DU) 72 Beeldende kunst en vormgeving (DU)
78 Nationaal actieplan sport en bewegen (DU)
88 Cultuurparticipatie (DU)
104 Leefbaarheid en Veiligheid (DU)
163
Programmabegroting 2013
106 Vrouwenopvang (DU)
--
--
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
--
--
--
n.v.t.
110 WMO, psycho-sociaal (IU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
111 WMO, nadeelgemeenten (IU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
112 Jeugdwerkloosheid (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
122.308,90
122.308,90
122.308,90
122.308,90
122.308,90
114 Herbestemming en herontwikkeling aandachtswijken (DU)
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
115 Jeugd (DU)
--
--
--
--
--
116 ISV (DU)
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
117 Bodemsanering (DU)
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
118 Herstructurering bedrijfsterreinen (DU)
--
--
--
--
--
904.538,00
904.538,00
904.538,00
904.538,00
904.538,00
124 Alle troeven in handen (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
125 Uitvoeringskosten inburgering, extra bijdrage (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
126 Instapcursussen inburgering (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
127 Bijdrage aan knelpunten inburgering (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
129 Duizend en één Kracht (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
130 Uitvoeringskosten Wwik (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
131 Hogeschool Almere (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
132 Zuiderzeelijn (DU)
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
133 Rolstoelvoorzieningen (DU)
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
134 Praktijkteam Zaltbommel (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
136 Krimp (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
137 Uitvoeringskosten pilot loondispensatie (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
138 Bevordering arbeidsinschakeling alleenstaande ouders (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
107 Budget 40+ wijken (DU) 109 Spoorse doorsnijdingen (DU)
113 Peuterspeelzaalwerk (DU)
119 Centra voor jeugd en gezin (DU)
128 Vadercentra (DU)
164
Programmabegroting 2013
139 Wachtlijsten kinderopvang (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
140 Coffeeshops (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
141 Bedrijventerreinen Topperprojecten (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
142 Winkelstraatmanagement (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
143 Pieken in de Delta (DU)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
144 Nationale gebiedsontwikkelingen (DU)
--
--
--
--
n.v.t.
145 VSV-programmagelden RMC-regio (DU)
--
--
--
--
n.v.t.
146 Bestaand Rotterdams gebied (DU)
--
--
--
--
n.v.t.
147 Sterke regio (DU)
--
--
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
26.894,00
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
157 Nationaal programma kwaliteitssprong Zuid
--
--
--
--
n.v.t.
158 Sociale acceptatie van LHBT-emancipatiebureau
--
--
--
n.v.t.
n.v.t.
159 Rijksbijdrage IODS kwaliteitsprojecten
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
--
n.v.t.
n.v.t.
--
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
--
--
--
--
4.943.493,90
4.901.870,90
4.901.870,90
4.901.870,90
4.901.870,90
148 Regionale coördinatie nazorg ex-gedetineerden (DU) 149 Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg (DU) 151 Eigen kracht (DU) 154 Woon Oversampeling 2011-2012 (DU) 155 Green Deal Rotterdam (DU) 156 Onderwijs experiment Zwanenbos (DU)
160 Zichtbare schakel 161 Landelijk platform woonoverlast 162 Veiligheidshuizen (DU) Subtotaal
165
Programmabegroting 2013
Onderdeel F - Aanvullingen van de gebruiker Aanvullingen v/d gebruiker
2012
2013
2014
2015
2016
Behoedzaamheidsreserve
--
--
--
--
--
Buffer wijziging accres (= helft behoedz heids res)
--
--
--
--
--
Subtotaal
--
--
--
--
--
Totaal
41.245.965,43 40.600.309,52 40.550.632,73 40.117.261,88 41.422.651,18
166
Programmabegroting 2013
1.9
Berekening renteomslag
GEAKTIVEERDE KAPITAALUITGAVEN Geïnvesteerd bedrag per 1 januari 2013 LANGLOPENDE SCHULDEN Totaal langlopende geldleningen 1-1-2013 Totaal woningbouwleningen 1-1-2013
A)
171.946.936
B)
155.081.933
96.814.709 9.671.898 106.486.607
RESERVES EN VOORZIENINGEN Algemeen Algemene reserve 1-1-2013 Bestemmingsreserves 1-1-2013 Voorzieningen 1-1-2013
19.299.255 17.494.763 7.718.568 44.512.586
Grondbedrijf Algemene reserve 1-1-2013 Bestemmingsreserves 1-1-2013 Voorzieningen 1-1-2013
0 1.304.677 2.778.064 4.082.741 48.595.326
TE FINANCIEREN
16.865.003
RENTELASTEN Langlopende geldleningen -rente langlopende geldleningen -rente woningbouwleningen
4.245.034 428.607
- afschrijving herfinanciering
4.673.641 32.422 4.706.063
Reserves en voorzieningen - toevoeging rente aan reserves - bespaarde rente reserves en voorzieningen
466.706 1.418.267 1.884.973
Overigen - rente rekening-courant - rente kasgeldleningen - rente langlopende geldleningen - rentevoordeel
433.064 150.000 209.803 652.756 1.445.623
TOTALE RENTEKOSTEN
C)
8.036.659
167
Programmabegroting 2013
UIT TE ZONDEREN VAN RENTE-OMSLAG Product
100262 121061 121065 121161 121461 122161 131062 142161 153061 153061 154061 158061 163061 165261 172161 172261 182262 183061 191361 599800 599800 599800 599800 599850
Boekwaarde per 1-1-2013 Bestuursondersteuning Wegen, straten en pleinen Openbare verlichting Verkeer Parkeren Binnenhavens en waterwegen Economische ontwikkeling Huisvesting primair onderwijs Sport Buitensportaccommodaties Cultureel Centrum Overige recreatieve voorzieningen Sociaal Cultureel Werk Wet Maatschappelijke Ondersteuning Inzameling huisvuil Huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater Volkshuisvesting Bouwgrondexploitatie Beleggingen Hulpkostenplaats kapitaallasten Hulpkostenplaats ict.infrastructuur Hulpkostenplaats ict back-office applicaties Hulpkostenplaats middelen Hulpkostenplaats ditale kaart en gegevensbeheer
585.760 86.384 18.496 165.277 4.700 81.710 540.939 12.542 531.935 165.229 1.042.577 994.076 5.956 18.807.895 10.301.895 25.102.118 19.692.778 176.381 366.890 26.523 4.419 78.714.480 D
Rente in 2013
20.022 34.481 5.560 33.236 4.477 127 16.094 171.856 65.529 6.138 31.916 11.433 72.176 62.733 161 1.158.431 428.607 1.178.432 0 17.996 1.812 2.408 64 3.323.689
BEREKENING RENTE-OMSLAG Geinvesteerd bedrag per 1 januari 2013 Uit te zonderen van renteomslag Restant, waarover rente wordt omgeslagen
A) D)
171.946.936 78.714.480 93.232.456
Totale rentekosten Uit te zonderen van rente-omslag Totaal via rente-omslag
C) D)
8.036.659 3.323.689 4.712.970
RENTEOMSLAG
4.712.970 ---------------- X 100 % 93.232.456
=
5%
168
Programmabegroting 2013
1.10 Overzicht incidentele baten en lasten Op basis van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) dient in de Programmabegroting een overzicht incidentele baten en lasten te worden opgenomen. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij de totstandkoming van het overzicht incidentele baten en lasten: 1. Incidenteel karakter: maximaal 3 jaar. 2. Stuctureel karakter: minimaal 4 jaar. En daarmee geen onderwerp in dit overzicht. 3. Het nieuwe begrotingsjaar is telkens het basisjaar. Er wordt dus alleen vooruit gekeken en niet naar het verleden. 4. Prijs en looninflaties of afwijkende inflaties bijv. op basis van inwoneraantallen, worden niet gezien als een incidentele last of baat. 5. Systematische dalingen of stijgingen van budgetten met bijv. € 50.000 of € 100.000 per jaar, worden niet gezien als incidenteel. 6. Een onderwerp als 'verkiezingen', waarvoor 1x in de 4 jaar extra kosten gemaakt worden, wordt wel als incidentele last gezien. 7. Budgetten die jaarlijks voor 1 jaar 'verlengd' worden, maar niet structureel in de meerjarenbegroting opgenomen zijn, worden als incidenteel beschouwd. 8. De basis post 'onvoorzien structureel en incidenteel' wordt niet meegenomen in het overzicht incidentele baten en lasten (jaarrekening). Alleen de extra toevoeging middels raadsvoorstellen wordt opgenomen in het overzicht incidenteel. 9. De MUIP aanvragen met een budget voor maximaal 3 jaar worden opgenomen in het overzicht incidenteel. 10. Begrotingswijzigingen worden voorzien van een label incidenteel dan wel structureel, afhankelijk van het aantal jaren waarover de begrotingswijziging loopt. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de incidentele baten en lasten zoals opgenomen in de Programmabegroting 2013 – 2016. Incidentele baten en lasten Incidentele baten Veiligheid & handhaving: boa's Wet inburgering Jeugd- en jongerenwerk Basismilieutaken Ontwikkeling Goumansplein Parc velt Mutatie reserves Totaal incidentele baten
Incidentele lasten Overige personeelslasten ICT applicaties Veiligheid & handhaving: boa's Publieksdiensten: opleidingen/overige uitgaven Maatschappelijke diensten: overige uitgaven Verkiezingen Gemeentelijke herindeling Bluswatervoorzieningen Uitvoering RMC Combinatiefuncties Accomodatiefonds Sportaccomodaties
2013
173.767 100.531 35.000 45.000 115.011 2.734.861 3.204.170
26.148 78.000 109.540 39.410 18.350 0 33.400 120.000 17.419 252.771 153.334 19.566
2014
2015
2016
35.000
35.000
0
108.296 115.437 258.733
30.000 65.000
0 0
5.999
58.240
29.335
101.266
46.662
17.161
18.698
17.830
169
Programmabegroting 2013
Incidentele baten en lasten
2013
Vervolg incidentele lasten Zwemmen 10.269 Decentralisatie maatschappelijke taken 267.496 Toegankelijkheid accomodaties 30.000 Basismilieutaken 45.000 bp buitengebied Wanssum, Geijsteren, Blitterwswijck 35.000 Ontwikkeling Goumansplein 80.000 Gemeentefonds: doorbetaling herindelingsbijdrage HadM 69.736 Boventallig personeel 243.940 Mutatie reserves 3.069.143 Overige 26.227 Totaal incidentele lasten 4.744.749 Saldo incidentele baten en lasten
-1.540.579
2014
2015
2016
10.000
33.437 5.647 250.448
93.827
0
8.285
-28.827
0
170
Programmabegroting 2013
Bijlage 2. Subsidieplafonds 2013 Hieronder worden per beleidsveld de subsidieplafonds voorgesteld voor 2013. De bedragen in dit overzicht komen overeen met de budgetten die in de begroting 2013 zijn opgenomen. Beleidsterrein Kunst en cultuur Sport Jeugd en jongeren Participatie allochtonen Ouderen Maatschappelijke dienstverlening en belangenbehartiging Dorps- en wijkraden Peuterspeelzalen Verkeerseducatie Natuureducatie Evenementen Totaal professionele instellingen
Totaal
2012 308.411 131.550 315.255
12.231 34.398 265.704
2013 243.986 131.550 293.689 40.569 34.398 188.651
116.262 116.262 275.909 300.909 26.039 26.039 110.263 110.263 37.831 37.830 3.975.214 4.008.003 5.609.067 5.532.149
171
Programmabegroting 2013
172
Programmabegroting 2013
Bijlage 3. Geactualiseerde Exploitatieberekeningen Aan de Heuvel (deel A) exploitatie begroting 2013 Grondverwerving
Aan de Heuvel (deel B)
laatst vastgestelde exploitatie
exploitatie begroting 2013
verschil
laatst vastgestelde exploitatie
verschil
5.242.159
5.242.159
0
4.994.622
4.994.622
0
125.654
125.654
0
132.937
132.937
0
4.522.841
4.522.841
0
1.988.533
1.988.533
0
groen
698.980
698.980
0
116.700
116.700
0
verlichting/brandkranen
259.528
259.528
0
81.650
81.650
0
bijdrage in grote werken
0
0
0
0
0
0
milieuvoorzieningen
547.503
547.503
0
349.560
349.560
0
kostenstijgingen
161.417
108.659
52.758
190.279
187.940
2.339
70.440
70.440
0
0
0
0
5.472.166
5.442.166
30.000
1.459.579
1.453.420
6.159
162.397
162.397
0
69.599
69.599
0
bijdrage bovenwijks
503.338
503.338
0
208.684
208.684
0
andere fondsvormingen
305.200
305.200
0
130.800
130.800
0
2.542.983
2.823.526
-280.543
6.321.464
5.597.170
724.294
Bouwrijp maken: sloop civiele werken
Omzetbelasting Voorbereiding+toezicht Beheers- en administratiekosten Kosten bovenw. vrz. ca.
Financieringskosten Exploitatiekosten
134.149
113.471
20.678
54.454
54.454
0
Risicovoorziening
3.361.124
2.218.695
1.142.429
0
0
0
Uitname resultaat
5.172.962
6.283.436
-1.110.474
0
0
0
Voorziening bouwrijp maken
0
0
0
0
0
0
Afname Boekwaarde
0
0
0
0
0
0
29.282.839
29.427.992
-145.153
16.098.860
15.366.068
732.792
1.585
1.585
0
42
42
0
Rijksbijdragen
0
0
0
0
0
0
Bijdr. Gem. (voorz. verwacht tekort)
0
0
0
0
0
0
Overige bijdragen
0
0
0
-355.841
-355.841
0
Exploitatieopbrengsten
0
0
0
0
0
0
1.585
1.585
0
-355.799
-355.799
0
29.284.424
29.429.577
-145.153
15.743.061
15.010.269
732.792
-275.222
-420.375
145.153
-609.687
-1.019.324
409.637
woningwetbouw
0
0
0
0
0
0
premiebouw
0
0
0
0
0
0
openbare en bijzondere gebouwen
0
0
0
-313.200
-313.200
0
-26.945.881
-26.945.881
0
-11.459.050
-11.459.050
0
0
0
0
0
0
0
-2.063.323
-2.063.323
0
-3.361.124
-2.218.695
-1.142.429
0
0
0
0
0
0
-29.284.425
-29.429.578
145.153
-15.743.061
-15.010.269
-732.792
-1
-1
0
0
0
0
TOTAAL (a) Bijdragen artikel 12 e.d.
TOTAAL (b) TOTAAL (c) a+b Opbrengst gronduitgifte: opbrengststijgingen
bouw in vrije sector industrie overige Toename Boekwaarde TOTAAL (d) TOTAAL GENERAAL (c+d)
173
Programmabegroting 2013
Oirlo zuidoost
Laagheide exploitatie begroting 2013 Grondverwerving
6.608.227
laatst vastgestelde exploitatie
exploitatie begroting 2013
verschil
laatst vastgestelde exploitatie
6.608.227
0
615.807
615.807
verschil
0
Bouwrijp maken: sloop
287.627
287.627
0
146.707
146.707
0
3.239.047
3.239.047
0
443.203
693.203
-250.000
groen
597.814
597.814
0
42.930
42.930
0
verlichting/brandkranen
184.744
184.744
0
0
0
0
civiele werken
bijdrage in grote werken
0
0
0
0
0
0
241.078
241.078
0
-30.280
-30.280
0
kostenstijgingen
55.914
47.544
8.370
47.382
51.165
-3.783
Omzetbelasting
23.008
23.008
0
80
80
0
2.226.503
2.209.503
17.000
760.374
760.374
0
579.707
577.707
2.000
79.490
79.490
0
347.309
347.309
0
87.500
95.000
-7.500
milieuvoorzieningen
Voorbereiding+toezicht Beheers- en administratiekosten Kosten bovenw. vrz. ca. bijdrage bovenwijks andere fondsvormingen
106.009
106.009
0
99.855
99.855
0
2.143.354
1.921.802
221.553
1.109.984
821.608
288.376
Exploitatiekosten
34.562
33.562
1.000
13.947
13.947
0
Risicovoorziening
0
0
0
0
0
0
Uitname resultaat
0
0
0
2.871
2.871
0
Voorziening bouwrijp maken
0
0
0
0
0
0
Afname Boekwaarde
0
0
0
0
0
0
16.674.903
16.424.980
249.922
3.419.850
3.392.756
27.093
-234.673
-234.673
0
0
0
0
Financieringskosten
TOTAAL (a) Bijdragen artikel 12 e.d. Rijksbijdragen
-48.068
-48.068
0
0
0
0
Bijdr. Gem. (voorz. verwacht tekort)
-307.880
-137.896
-169.984
-226.808
-352.070
125.262
Overige bijdragen
-596.808
-596.808
0
0
0
0
-639
-639
0
0
0
0
TOTAAL (b)
-1.188.068
-1.018.084
-169.984
-226.808
-352.070
125.262
TOTAAL (c) a+b
15.486.835
15.406.897
79.938
3.193.042
3.040.686
152.355
Exploitatieopbrengsten
Opbrengst gronduitgifte: opbrengststijgingen
-276.560
-196.622
-79.938
-313.761
-160.484
-153.277
woningwetbouw
0
0
0
0
0
0
premiebouw
0
0
0
0
0
0
openbare en bijzondere gebouwen
0
0
0
0
0
0
-15.004.730
-15.004.730
0
-2.877.460
-2.878.380
920
0
0
0
0
0
0
-205.545
-205.545
0
-1.821
-1.821
0
0
0
0
0
0
0
-15.486.835
-15.406.897
-79.938
-3.193.042
-3.040.685
-152.357
0
0
0
0
1
-1
bouw in vrije sector industrie overige Toename Boekwaarde TOTAAL (d) TOTAAL GENERAAL (c+d)
174
Programmabegroting 2013
Bijlage 4. Overzicht programma’s, producten, portefeuillehouders, budgethouders en commissies Programma 1 Venray laat je leven
Omschrijving product
Portefeuille
Budgethouder
Commissie
houder Pro Actie/preventie
I. Busser
Afdelingsmanager Veiligheid en Handhaving
Commissie B
Preparatie
I. Busser
Afdelingsmanager Veiligheid en Handhaving
Commissie B
Repressie / nazorg
I. Busser
Afdelingsmanager Veiligheid en handhaving
Commissie B
Openbare Orde en Veiligheid
H. Gilissen
Afdelingsmanager Veiligheid en handhaving
Commissie B
Bijzondere Wetten
I. Busser
Afdelingsmanager Veiligheid en handhaving
Commissie B
Inkomensvoorziening
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Uitstroombevordering
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Wet Maatschappelijke
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Gemeentelijk minimabeleid
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Maatschappelijke Dienstverlening
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Maatschappelijke Zorg en
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Vreemdelingen
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Kinderopvang
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Openbare gezondheidszorg
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Lijkbezorging
I. Busser
Afdelingsmanager Publieksdiensten
Commissie B
Handhaving
I. Busser
Afdelingsmanager Veiligheid en Handhaving
Commissie B
Portefeuille
Budgethouder
Commissie
Ondersteuning
Begeleiding
Programma 2: Venray bruist
Omschrijving product
houder Markten
I. Busser
Afdelingsmanager Veiligheid en Handhaving
Commissie B
Openbaar bibliotheekwerk
L. Peeters
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Kunstzinnige vorming
L. Peeters
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Emancipatie en Mondiale
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Sport
L. Peeters
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Zwemmen
L. Peeters
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Buitensportaccommodaties
L. Peeters
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Cultureel centrum
L. Peeters
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
vraagstukken
175
Programmabegroting 2013
Omschrijving product
Portefeuille
Budgethouder
Commissie
houder Kunst en cultuur
L. Peeters
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Historische archieven en
L. Peeters
Afdelingsmanager Publieksdiensten
Commissie M
Musea/monumenten/archeologie
L. Peeters
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
Kermissen en andere
I. Busser
Afdelingsmanager Veiligheid en Handhaving
Commissie B
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Commissie W
collecties
evenementen Sociaal-cultureel werk
Programma 3: Venray maakt wonen compleet
Omschrijving product
Portefeuille
Budgethouder
Commissie
houder Wegen, straten en pleinen
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Bermen, bermsloten en
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Kunstwerken
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Schoonhouden wegen
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Openbare verlichting
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Straatmeubilair
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Wijkbeheer
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Verkeer
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Openbaar vervoer
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Parkeren
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Baten parkeerbelasting
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Natuurbeheer
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Openbaar groen
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Overige recreatieve voorzieningen I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Inzameling huisvuil
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Huishoudelijk- en
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Binnenhavens en waterwegen
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Milieu
I. Busser
Afdelingsmanager Wonen en Werken
Commissie B
Baten reinigingsrechten en
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Inkomsten riolering
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie B
Ruimtelijke ontwikkeling
L. Peeters
Afdelingsmanager Wonen en Werken
Commissie R
onverharde wegen
bedrijfsafvalwater
afvalstoffenheffing
176
Programmabegroting 2013
Omschrijving product
Portefeuille
Budgethouder
Commissie
houder Gemeentelijke onroerende zaken
J. Loonen
Afdelingsmanager Wonen & Werken
Commissie R
Stads- en Dorpsvernieuwing
L. Peeters
Afdelingsmanager Wonen en Werken
Commissie R
Bouwen
L. Peeters
Afdelingsmanager Wonen en Werken
Commissie R
Volkshuisvesting
L. Peeters
Afdelingsmanager Wonen en Werken
Commissie R
Leges bouwprocedures
L. Peeters
Afdelingsmanager Wonen en Werken
Commissie R
Programma 4: Venray is kennisintensief
Omschrijving product
Portefeuille
Budgethouder
Commissie
houder Economische ontwikkeling
J. Loonen
Afdelingsmanager Wonen en Werken
Commissie M
Openbare basisonderwijs
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke
Commissie W
Diensten Huisvesting primair onderwijs
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke
Commissie W
Diensten Voortgezet onderwijs huisvesting
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke
Commissie W
Diensten Lokaal onderwijsbeleid
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke
Commissie W
Diensten Volwasseneneducatie
T. Jansen
Afdelingsmanager Maatschappelijke
Commissie W
Diensten Toerisme en recreatie
J. Loonen
Afdelingsmanager Wonen & Werken
Commissie M
Bouwgrondexploitatie
J. Loonen
Afdelingsmanager Wonen en Werken
Commissie M
Budgethouder
Commissie
Programma 5: Venray kijkt over grenzen
Omschrijving product
Portefeuille houder
Bestuursorganen
H. Gilissen
Griffie
Commissie M
Representatie en kabinet
H. Gilissen
Afdelingsmanager Bestuurszaken
Commissie M
Rechtsbescherming
H. Gilissen
Afdelingsmanager Bestuurszaken
Commissie M
Bestuursondersteuning
H. Gilissen
Afdelingsmanager Bestuurszaken
Commissie M
Communicatie
H. Gilissen
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Voorlichting
H. Gilissen
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Verkiezingen
H. Gilissen
Afdelingsmanager Publieksdiensten
Commissie M
Bestuurlijke samenwerking
L. Peeters
Afdelingsmanager Bestuurszaken
Commissie M
Bestuursondersteuning Raad en
H. Gilissen
Afdelingsmanager Bestuurszaken
Commissie M
Rekenkamer(functie)
177
Programmabegroting 2013
Programma 6: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Omschrijving product
Portefeuille
Budgethouder
Commissie
houder Gem. Basisadministratie
H. Gilissen
Afdelingsmanager Publieksdiensten
Commissie M
Bijzondere wetten Publiekszaken
H. Gilissen
Afdelingsmanager Publieksdiensten
Commissie M
Opbrengst leges
I. Busser
Afdelingsmanager Publieksdiensten
Commissie M
Beleggingen
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Bespaarde rente / rentevoordeel
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Gemeentefondsuitkeringen
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Algemene baten en lasten
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Boventallig / voormalig personeel
I. Busser
Afdelingsmanager Bestuurszaken
Commissie M
Uitvoering wet WOZ
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie M
Baten onroerende-zaakbelasting
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie M
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie M
Baten baatbelasting
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie M
Baten toeristenbelasting
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie M
Lastenverlichting Rijk
I. Busser
Afdelingsmanager Openbare Ruimte
Commissie M
Baten reclamebelasting
I. Busser
Afdeling Wonen en Werken
Commissie M
Lasten heffing en invordering
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Saldo van kostenplaatsen
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Saldo van baten en lasten voor
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Mutaties reserves
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Saldo BCF
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
Saldo rekening baten en lasten na
I. Busser
Afdelingsmanager Middelen
Commissie M
gebruikers Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren
gemeentelijke belastingen
bestemming
bestemming
178
Programmabegroting 2013
Bijlage 5. Lijst met afkortingen Afkorting ABP APPA APV AWBZ B&W BAG BBV BBP BCF BCO BIBOB BIS BNG BOA BZK BP BWS BZK CAO CAK CAR CBS CC CEP CJG COA CPB CSO DCGV Diftar DOP ECB ETIL FPU FTE Fido GAP GBA GFT GGD GGW GGZ GHA GRP GS GVVP HHA HVP IBOR IC IHP IMF INML IPB IPO IPPC KCC KLPD
Uitgeschreven Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers Algemene Plaatselijke Verordening Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Burgemeester & Wethouders Basisregistratie adressen en gebouwen Besluit Begroten & Verantwoorden Bruto Binnenlands Product BTW compensatiefonds BegeleidingsCentrum Onderwijs Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Bestuurlijk InformatieSysteem Bank Nederlandse Gemeenten Buitengewoon OpsporingsAmbtenaar Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties BestemmingsPlan Besluit Woninggebonden Subsidie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Collectieve Arbeidsovereenkomst Centraal Administratie Kantoor Collectieve ArbeidsvoorwaardenRegeling Centraal Bureau voor de Statistiek ConcernControl Centraal Economisch Plan Centrum voor Jeugd en Gezin Centraal Orgaan Asielzoekers Centraal Plan Bureau Convenant Samenwerkende Overheden Development Company Greenport Venlo Gedifferentieerde tarieven DorpsOmgevingsProgramma Europese Centrale Bank Regionaal economisch onderzoeksbureau Flexibel Pensioen en Uittreden Full Time Employee Financiering Decentrale Overheden Gemeentelijk AfvalstoffenPlan Gemeentelijke Basis Administratie Groente Fruit en Tuin Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst GebiedsGericht Werken Geestelijke GezondheidsZorg Grof Huishoudelijk Afval Gemeentelijk RioleringsPlan Gedeputeerde Staten Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan Huishoudelijk Afval HuisVestingsProgramma Integraal Beheer Openbare Ruimte InnovatieCentrum Integraal Huisvestingsplan Internationale Monetaire Fonds Inkoopbureau Noord en Midden Limburg InformatieBeleidsPlan Interprovinciaal Overleg Integrated Pollution Prevention and Control Klant Contact Centrum Korps Landelijke Politiediensten 179
Programmabegroting 2013
KRW LIOF LLTB LV MFC MKB MJO Stichting MOZON MUIP NIEG NLW NML NSA PO NSA VO NTR OEM OOM OZB PBE PIP POL POZ PPS RIEC RIS RMC RMN RMO RUD RUDDO RWE RWS SDV SMART SPNL SPOV SV TEU UVW UWO UWV VGP VNG VON VRLN VSV VVE VVVP WABO WGR WIJ WMO WOP WOZ WRO WsW WSW WWB WWnV ZZP
Kader Richtlijn Water Limburgs Investerings- en Ontwikkelings Fonds Limburge Land en Tuinbouw Bond Landelijke Voorziening MultiFunctioneel Centrum Midden en Klein Bedrijf MeerJaren Onderhoudsplan Montessorie Onderwijs Zuid Oost Nederland Meerjarig Uitgaven- en Investerings Plan de Niet In Exploitatie genomen Gronden Noord Limburg West Noord en Midden Limburg Naschools Sportaanbod Primair Onderwijs Naschools Sportaanbod Voortgezet Onderwijs Nationale TuinbouwRaad Overige Eigen Middelen Overheids Ontwikkel Model Onroerend Zaak Belasting Publiek Belang Electriciteitsproductie Provinciaal InpassingsPlan Provinciaal Omgevingsplan Limburg Periodiek Onderzoeksrapport Publiek Private Samenwerking Regionaal Informatie en Expertisecentrum RaadsInformatieSysteem Regionaal Meld- en Coördinatiecentrum Euregio Rijn-Maas-Noord Regionaal Mobiliteits Overleg Regionale UitvoeringsDienst Regeling Uitzettingen Derivaten en Decentrale Overheden Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk Rijkswaterstaat Stads- en Dorps Vernieuwing Specifiek, Meetbaar, Acceptabel en Realistisch Stichting Promotie Noord-Limburg Stichting Primair Onderwijs Venray Structuur Visie Twenty feet Equivalent Unie Van Waterschappen UitWerkingsOvereenkomst Uitvoeringsinstelling WerknemersVoorzieningen Venlo Greenpark Vereniging Nederlandse Gemeenten Vrij Op Naam VeiligheidsRegio Limburg Noord Voortijdige SchoolVerlater Voor- en Vroegschoolse Educatie Venrays Verkeers en VervoersPLan Wet Algemene Bepalingen Omgevingsvergunning Wet Gemeenschappelijke Regeling Wet Investeren in Jongeren Wet Maatschappelijke Ondersteuning WijkOmgevingsProgramma Wet Onroerende Zaakbelasting Wet op de Ruimtelijke Ordening Wet Sociale Werkvoorziening Waarborgfonds sociale woningbouw Wet Werk en Bijstand Wet Werken naar Vermogen Zelfstandige Zonder Personeel
180