Programmabegroting
Versie goedgekeurd door Dagelijks Bestuur d.d. 17 januari 2013
2013
Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
Inhoudsopgave 1. Aanbieding ………..……………………………………………………………………………………………….…..……………. 1.1 Inleiding ……………………………………………………………………………………………………………………………….… 1.2 Leeswijzer ………………………………………………………………………………………………………………………………
3 3 5
2. Programma’s ………..……………………………………………………………………………………………….…..………… 2.1 Wat willen we bereiken? ………………………………………………………………………………………………………… 2.2 Wat gaan we doen? ………….…………………….……………………………………………………………………………… 2.3 Wat mag dat kosten? …………………………………………………….…………………………………………………………
6 6 6 15
3. Financiële begroting 2013 -2017 ………………………………………………………………………………………… 3.1 Inleiding………………… …………………………………………………………………………………………………………….. 3.2 Uitgangspunten …………………………………………………………………………………………………………………..… 3.3 Bijdrage: eerst vast daarna outputgericht……………………………………………………………………………… 3.4 Financiële meerjarenbegroting …………………………………………………………………………………………….. 3.5 Toelichting op begrotingsposten ………………………………………………………………………………………….. 3.5 Overheadafspraken …………………………………………………………………………………………….………………..
17 17 17 18 20 21 23
4. Paragrafen ………………………………………………………………………………………………………………………… 4.1 Inleiding ……………………………… ……………………………………………………………………………………………… 4.2 Paragraaf Weerstandsvermogen ………………………………………………………………………………………… 4.3 Paragraaf Financiering ………………………………………………………………………………………….……………… 4.4 Paragraaf Bedrijfsvoering ……………………………………………………………………………………….…………… 4.5 Paragraaf Onderhoud kapitaalsgoederen ……………………………………………………………………………
24 24 24 25 26 27
5. Besluit algemeen bestuur ……………… ………………… ……………………………………………………………
28
Bijlagen ……………………………………..……………………………………………………………………………………….. Bijlage 1 Formatie overzicht ……………………………………………………………………………………................. Bijlage 2 Staat van personele lasten ……………………………………………………………………………….......... Bijlage 3 Staat van reserves ………………………………………………………………………………………............... Bijlage 4. Overzicht bevoorschotting deelnemersbijdrage 2013-2017…………………………………...…
29 29 29 29 30
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 2
Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
1.
Aanbieding
1.1 Inleiding Hierbij ontvangt u de eerste begroting Omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN). Met de vaststelling van de begroting krijgt de ODRN de budgetten om tot de taakuitvoering 2013 over te gaan. Omdat de ODRN op 1 april start, is rekening gehouden met een exploitatie voor 9 maanden. Daarbij is steeds het hele jaar 2013 als vergelijking en in de toelichting (mede) opgenomen. In deze begroting wordt tevens het budget voor de opstartkosten aangevraagd. In het bedrijfsplan is hiervoor de verdeling aangegeven. De facturering van het budget heeft echter nog niet plaatsgevonden. Om die reden wordt u hierbij gevraagd om deze middelen beschikbaar te stellen. Deze worden vervolgens in het eerste kwartaal van 2013 bevoorschot. De gemaakte kosten zullen vervolgens door de ODRN zelf worden betaald. 1.2 ODRN: de omgevingsdienst die kwaliteit borgt! De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! In de regio Nijmegen heeft de provincie met de acht gemeenten een proces op gang gebracht dat nu in een snel en gezamenlijk proces leidt tot de oprichting van de omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN). Naast de verplichte basistaken voert de ODRN voor heel landsdeel Oost de VTH taak voor de BRZObedrijven uit. Daarnaast stelt de ODRN voor Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op. Deze speciale taken maken dat de ODRN naast een kwalitatief goede oriëntatie op de basistaken binnen de eigen regio, ook een sterk buiten de regio liggend takenpakket heeft te behartigen. Taakuitvoering De ODRN behandelt voor de partners de aanvragen voor vergunningen in het kader van het omgevingsrecht (milieudeel en bouwdeel), toetst meldingen, houdt toezicht op en handhaaft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Daarnaast adviseert de ODRN gemeenten en provincie, op verzoek, bij de opstelling van beleid. De dienst werkt binnen de door gemeenten en provincie aangegeven beleidskaders. Meer concreet gelden de volgende deelopdrachten: • De ODRN zorgt er voor dat de taakuitvoering blijft voldoen of gaat voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen • De ODRN zorgt voor een goede afstemming/samenwerking met partijen • De ODRN geeft een positieve prikkel aan de bestuurlijke en ambtelijke handhavingcultuur. Dit is goed voor de kwaliteit en leidt tot eenduidige toepassing van de regelgeving • De ODRN zorgt voor een zo eenduidig mogelijke taakuitvoering in de Regio met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties • De ODRN zorgt er voor dat de taakuitvoering efficiënter gaat plaatsvinden dan de som van de huidige taakuitvoering per einde van 2011 • De ODRN zorgt voor een breed pallet aan ontwikkelingsmogelijkheden in termen van specialismenvorming en doorgroeimogelijkheden, zodat specifieke expertise wordt geborgd en waar mogelijk uitgebreid • De ODRN draagt bij aan verdergaande innovatie in de aanpak en organisatie van VTH taken
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 3
•
De ODRN voert, naast de verplichte basistaken, voor heel landsdeel Oost de VTH taak voor de BRZObedrijven uit en stelt voor IPPC-inrichtingen in de gehele provincie Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op
Meer specifiek voert de ODRN de volgende taken uit: 1. Wabo-vergunningverlening en -handhaving voor de gemeente Nijmegen en de provincie Gelderland voor zover het inrichtingen betreft in de regio van de ODRN. Binnen het grondgebied van de gemeente Nijmegen wordt ook de Wabo-vergunningverlening en –handhaving (activiteit bouwen) uitgevoerd voor particulieren; 2. Vergunningverlening en handhaving bij inrichtingen voor het onderdeel Milieu voor de overige gemeenten binnen de regio van de ODRN; 3. Vergunningverlening voor het onderdeel Milieu bij complexe bedrijven in de provincie Gelderland. Het bevoegd gezag bij deze bedrijven kan liggen bij GS van de provincie Gelderland of bij B&W van één van de gemeenten in de provincie Gelderland (ook wel complexe vv); 4. Wabo-vergunningverlening en -handhaving bij BRZO-bedrijven in de provincies Gelderland en Overijssel. Het bevoegd gezag bij deze bedrijven kan liggen bij GS van de provincie Gelderland of Overijssel of bij B&W van één van de gemeenten in deze provincies; 5. Overige taken die buiten het directe Wabo-takenpakket vallen en waarover nog concrete afspraken met bevoegde gezagen moeten worden gemaakt. Hierbij kan worden gedacht aan bestemmingsplanadvisering, vergunningverlening en handhaving van onderdelen van de Algemene Plaatselijke Verordening, Leegstandwet en Huisvestingswet, Frontofficetaken e.d.. O&F-plan Ten tijde van het opmaken van de begroting was het formatieplan nog niet volledig gereed. De budgettaire kaders wijzigen niet daardoor, wel wellicht de verdeling over afdelingen. Daarnaast is de exacte vormgeving van de werkprocessen nog niet afgerond. Dit vindt in overleg met de deelnemers plaats. In het bijzonder de relatie met andere omgevingsdiensten voor de complexe taken en voor wat betreft de gemeentelijke front-office worden specifieke afspraken gemaakt om een zo goed mogelijke dienstverlening te kunnen verlenen. BTW In de risicoparagraaf (4.2) wordt de afschaffing van het BTW-compensatiefonds behandeld. Al het mogelijke wordt gedaan om te zorgen dat de deelnemers van de ODRN vanwege de afschaffing van het BTW-compensatiefonds niet geconfronteerd worden met extra kostprijsverhogende BTW. Gastheerschap De ODRN heeft in het bedrijfsplan voor de PIOFAH-taken een bedrag geraamd van afgerond € 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft voor het gastheerschap van de PIOFAH-taken aangegeven deze taak voor een structureel bedrag van € 1,2 miljoen te willen verzorgen en in het eerste jaar eenmalig voor een bedrag van € 950.000. Daarbij wordt het mogelijk gemaakt om binnen de begroting van de ODRN de overige deelnemers aan de ODRN in de eerste drie jaren te compenseren ter tegemoetkoming in de kosten van de afbouw van overhead die Nijmegen in mindere mate heeft. Door dit gastheerschap krijgen de ODRN-deelnemers in de aanvang een lagere overheadbegroting dan de afgesproken 52,6%. Verdere uitwerking van de afspraken is opgenomen in paragraaf 3.5
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 4
1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de inhoudelijke beschrijving van de concrete voornemens van de omgevingsdienst Regio Nijmegen per programma opgenomen. In dit hoofdstuk zijn ook de lasten en baten per programma vermeld. Hoofdstuk 3 bevat de financiële begroting met een toelichting op de uitgangspunten, de lasten en de baten. In hoofdstuk 4 staan de verplichte paragrafen beschreven. In de bijlagen zijn voorgeschreven bijlagen opgenomen en de voorschotbijdragen per deelnemer.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 5
Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
2.
Programma’s
2.1 Wat willen we bereiken? Uitvoering passend bij visie en missie In het Bedrijfsplan en in het Uitvoeringsplan is aangegeven met welke visie en missie de ODRN het werk oppakt. Voor vergunningverlening, toezicht en handhaving betekent dit het uitvoeren van de opgedragen taken zodanig dat dit dienstbaar is aan een veilige fysieke leefomgeving. De uitvoering vindt plaats op kwalitatief goed niveau, efficiënt en met oog voor de klant. Extra aandacht wordt hierbij gegeven aan de risicovolle (bedrijfs)activiteiten in het kader van het toezicht op majeure risicobedrijven (o.a. BRZO) en de vergunningverlening bij complexe bedrijven. Startpunt Door de deelnemers is de uitvoering van de milieutaken in het kader van toezicht, handhaving en vergunningverlening op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en daarmee samenhangende regels neergelegd bij de ODRN. Daarnaast hebben de gemeente Nijmegen en de Provincie Gelderland het volledige Wabo-pakket ingebracht. In het kader van het Gelders stelsel van omgevingsdiensten zal binnen de ODRN de vergunningverlening voor complexe bedrijven uit de hele provincie plaats vinden. Op basis van landelijke afspraken over de BRZO zal toezicht en handhaving van majeure risicobedrijven voor landsdeel Oost (Gelderland + Overijssel) onder verantwoordelijkheid van de ODRN plaats vinden. Beleidskaders / Kaders voor de uitvoering Bij de uitvoering van deze taken geldt, naast wat wettelijk is voorgeschreven, het volgende: § dat wat er in het bedrijfsplan en het uitvoeringsplan is aangegeven over de ambities rond processen en termijnen; § dat wat de verschillende partners inbrengen als beleids- en/of toetsingskaders. Ontwikkelingen De wet- en regelgeving is dynamisch. De ODRN speelt tijdig in op veranderingen en brengt deze ook voor de partners in beeld. Voor wat betreft wetgeving is het wachten op de opvolger van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: de Omgevingswet. De planning is dat medio 2013 het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat. Voor met name vergunningen zijn er ontwikkelingen waarbij meer vergunningvrij mogelijk is. Werkzaamheden verschuiven al gaandeweg van vergunningverlening naar toetsing van meldingen. Wat vergund moet worden, zal meer maatwerk vragen en daarmee ook meer tijd. 2.2 Wat gaan we doen? Binnen de programma’s is een onderverdeling gemaakt naar Vergunningverlening (Programma 1), Handhaving & Toezicht (Programma 2), BRZO en Complexe Vergunningverlening (Programma 3) en Projecten en Bovenregionale taken (Programma 4).
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 6
Programma 1.
Vergunningverlening Kernactiviteiten Op het gebied van Vergunningverlening wordt er een diversiteit aan producten geleverd: • Omgevingsvergunningen: regulier en uitgebreid betreffende bouwen (incl. monumenten), milieu, brandveiligheid, aanleggen en alles wat verder onder de Wabo valt; • Afhandeling meldingen: milieu (o.a. activiteitenbesluit), brandveilig gebruik gebouwen slopen; • Adviezen m.b.t. milieuaspecten bij ontwikkeling ruimtelijke plannen; • Adviezen in het kader van ontwikkeling bouwprojecten (toepassing Bouwbesluit, aanpasbaar en toegankelijk bouwen, GPR, EPC etc.); In de verschillende dienstverleningsovereenkomsten tussen de ODRN en de deelnemers wordt o.a. vastgelegd welke advisering er over en weer tussen de ODRN en de partners plaatsvindt. Belangrijke adviezen zijn: • van partners naar ODRN: adviezen over planologische afwijkingen/strijdigheden bij aanvragen om vergunning; • van ODRN naar partners: milieuadviezen (bodem, lucht, geluid, geur) in kader ontwikkeling ruimtelijke plannen; • van VRGZ naar ODRN: adviezen over brandveiligheidsvraagstukken bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast heeft de ODRN de zorg voor het verzamelen van productiegegevens t.b.v. monitoren en (jaar-) verslaglegging. Wijze van uitvoering De vergunningaanvragen worden geregistreerd en vervolgens ter afhandeling aan de afdelingen aangeboden. Aanvragen worden zo veel als mogelijk digitaal behandeld en afgedaan. De processen zijn zoveel mogelijk geoptimaliseerd, waarmee wordt bereikt dat de vergunningen binnen de (wettelijke) termijnen worden geleverd. De inzet van menskracht en deskundigheid is zodanig gepland dat producten integraal en van kwalitatief voldoende niveau tot stand komen. Bij dat alles staat het klantgericht werken centraal.
Bij het opstellen van vergunningen en andere producten wordt gebruik gemaakt van kengetallen. Voor het bouwdeel is een eerste aanzet gemaakt om goede kengetallen te ontwikkelen. Gaandeweg dit jaar zullen de kengetallen zuiverder worden. Voor het milieudeel zijn concept kentallen beschikbaar welke komend jaar getoetst en indien nodig aangescherpt worden.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 7
Programma 2.
Handhaving en Toezicht Kernactiviteiten Eén van de kerntaken van de ODRN is het verzorgen van toezicht en handhaving in het kader van de Omgevingsregelgeving. Er kunnen hierbij een aantal producten worden onderscheiden: • • • • • • •
Milieucontroles; Afhandelen van Milieuklachten; Gebieds- en branchegericht toezicht in het kader van de milieuregelgeving; Bouwinspecties bij nieuw- en verbouw; Bouwinspecties bij bestaande bouw; Gebiedsgericht toezicht illegale bouw; Controles in het kader van slopen, reclame.
De controles en het toezicht in het kader van de milieuregelgeving vinden plaats voor alle deelnemers van de ODRN. De controles op het gebied van bouwen, slopen etc. vinden plaats voor de gemeente Nijmegen en voor de Provincie Gelderland. Het grootste volume zal hierbij liggen bij de gemeente Nijmegen. Indien overtredingen geconstateerd worden zal handhavend worden opgetreden. Hoe hierbij wordt opgetreden is afhankelijk van het handhavingsbeleid van de betreffende gemeente/provincie. Komend jaar zullen we onderzoeken waar afstemming van beleid wenselijk is (en waar juist niet) zodat voor de bedrijven in verschillende gemeenten min of meer vergelijkbare toezichts- en handhavingscriteria bestaan. Tevens wordt onderzocht in hoeverre toezicht milieu en bouwen verder geüniformeerd kan worden. Ten behoeve van de opdrachtgevers zal jaarlijks een toezicht- en handhavingverslag worden opgesteld dat voldoet aan de wensen zoals door de opdrachtgevers geformuleerd. Jaarlijks zal ook een toezichtprogramma worden opgesteld ten behoeve van de opdrachtgevers waarbij de opvattingen van de opdrachtgevers leidend zijn. In het eerste jaar is hierbij sprake van een overgangsjaar waarbij nadrukkelijk wordt aangesloten bij de gemeentelijke en provinciale programma’s.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 8
Wijze van uitvoering De beschikbare milieuhandhavingscapaciteit zal planmatig worden ingezet. Daarin is een risico analyse leidend. Afhankelijk van de aard van het bedrijf, naleefgedrag, en eventuele klachten vindt het toezicht minder of juist meer intensief plaats. De bedrijven kunnen ook projectmatig worden gecontroleerd. Inspectie op de uitvoering van bouwplannen vindt plaats voor bouwwerken waarvoor een omgevingsvergunning is verstrekt door de gemeente Nijmegen of de Provincie. De frequentie van het toezicht wordt bepaald door het handhavingsbeleid en zal variëren afhankelijk van de aard van het bouwwerk en de klachten/signalering. Indien hiervoor aanleiding bestaat wordt er steeksproefsgewijs of themagericht toezicht gehouden op de bestaande bebouwing. Ook zal toezicht worden gehouden met het oog op tegengaan van illegale bouw. Eveneens wordt toezicht gehouden op voorschriften die betrekking hebben op het slopen van bouwwerken (inclusief astbestverwijdering) het kappen van bomen, het plaatsen van reclame en het aanleggen van uitritten. Bij overtredingen zal het bestuursrechtelijke instrumentarium worden aangewend om de overtredingen te beëindigen. We behandelen klachten en handhavingverzoeken van burgers en bedrijven.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 9
Programma 3.
BRZO en Complexe vergunningverlening Kernactiviteiten In Gelderland zijn circa 400 bedrijven als ‘complex’ gedefinieerd. Dit wil zeggen dat voor het opstellen van de omgevingsvergunning met de activiteit milieu voor deze bedrijven specifieke expertise nodig is. Van deze bedrijven vallen er ongeveer 250 onder het bevoegd gezag van de provincie en ca 150 onder het bevoegd gezag van individuele gemeenten. De ODRN is verantwoordelijk voor het opstellen van de Wabovergunning voor het onderdeel milieu. Het gaat hierbij om alle soorten milieuvergunningen en -meldingen die hierbij aan de orde kunnen zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan: • • • • • • •
de oprichtingsvergunning; de revisievergunning; de veranderingsvergunning; actualiseringen n.a.v. wetswijzigingen of ontwikkelingen in jurisprudentie; meldingen in het kader van het Actualiteitenbesluit; Mer beoordelingen en Mer; Advisering ten behoeve van bestemmingsplanaangelegenheden, bijvoorbeeld op het gebied van externe veiligheid, geurhinder, luchtkwaliteit, geluidsoverlast, etc.
De ODRN is aangewezen als één van de 6 omgevingsdiensten in Nederland die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wabo-taken bij de majeure risico bedrijven (BRZO of IPPC categorie 4). De ODRN zal die taken uitvoeren voor de bedrijven in zowel Overijssel als Gelderland. Het gaat hierbij momenteel om 54 bedrijven, waarvan 34 gelegen zijn in Gelderland en 20 in Overijssel. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de uitvoering ligt hierin bij de ODRN, de bevoegdheid blijft, conform de reguliere vergunningverlening en handhaving, bij de provincies of, indien een gemeente bevoegd gezag is, bij de individuele gemeenten. De ODRN zorgt ervoor dat de hiervoor benodigde expertise en ervaring aanwezig is bij de medewerkers zodat een kwalitatief goede taakuitoefening voor de complexe vergunningverlening en het toezicht op de majeure risico bedrijven geborgd is. Wijze van uitvoering Voor de uitvoering van de complexe vergunningverlening is een goede afstemming met de 6 andere omgevingsdiensten in Gelderland een belangrijk aandachtspunt. Hierin zal dan ook worden geïnvesteerd. Deze investering zal enerzijds plaats vinden in de informatie-uitwisseling. Door de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) zal de informatie over de complexe bedrijven vanuit de 7 omgevingsdiensten worden gehost en beschikbaar komen voor de individuele omgevingsdiensten. Anderzijds is het ook noodzakelijk dat vanuit de ODRN een hechte samenwerking wordt opgebouwd met vergunningverleners van andere omgevingsdiensten. Een belangrijk aspect bij de complexe vergunningverlening vormt de kwaliteit en actualiteit van de considerans en voorschriften zoals die worden opgenomen in de vergunning. Sinds een jaar of 5 wordt hierin door de provincies landelijk samengewerkt en zijn hiervoor, in samenwerking met Infomil, zogenaamde kaderstellende teksten ontwikkeld. Deze teksten worden onderhouden en up-to-date gehouden. Hierdoor is er landelijk één systeem van standaardteksten voor considerans en voorschriften waardoor bedrijven met vestigingen in verschillende regio’s vergelijkbare vergunningen krijgen.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 10
Voor de uitvoering van de Wabo-taken voor majeure risico bedrijven zal in 2013 extra aandacht worden besteed aan de landelijke afstemming met de vijf andere omgevingsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze taken. Voorts vindt synchronisatie plaats van werkwijzen in Gelderland en Overijssel. Hiertoe is één pool van BRZO-toezichthouders gevormd die in wisselende samenstelling met elkaar zullen samen werken. Voor de uitvoering van het toezicht in het kader van de BRZO wordt nauw samengewerkt met de regionale brandweer en de arbeidsinspectie. De bedrijfscontroles worden planmatig en gezamenlijk door de drie partijen uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de bevindingen kan het nodig zijn dat er door één of meerdere partijen handhavend wordt opgetreden. Onderzocht wordt in hoeverre het Wabo-toezicht kan worden geïntegreerd in deze gezamenlijke BRZO-inspecties en wat de meerwaarde is van het laten uitvoeren van de Wabo-inspecties door dezelfde BRZO-inspecteur.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 11
Programma 4.
Projecten en bovenregionale taken Kernactiviteiten Dit programma bestaat uit twee onderdelen, te weten: a) Projecten b) De bijdrage aan het bovenregionaal stelstel Projecten Op termijn is de verwachting dat de ODRN diverse projecten ter hand zal nemen. Het ambitieniveau zal in overleg met het bestuur worden bepaald. De ODRN gaat wel in 2013 en 2014 invulling geven aan het Gelders Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (GUEV) waaruit projecten Externe Veiligheid worden bekostigd. Het bedrag dat door de huidige budgethouder, MARN, voor het jaar 2013 is aangevraagd bedraagt in totaal € 158.000. Dit is het bedrag voor het hele jaar 2013. Omdat hiermee een functionaris wordt bekostigd, zal voor het jaar 2013 driekwart van het budget, te weten € 118.500, beschikbaar worden gesteld. Het bestuur van de MARN zal formeel besluiten de taak over te dragen en daarmee het resterende budget. De regeling GUEV heeft een doorlooptijd tot en met 2014. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben bij de aanvang van de regeling een verdeling vastgesteld van de gelden die zij vanuit het Provinciefonds hebben geoormerkt. Op basis van deze verdeling bedraagt het bedrag voor de regio Nijmegen in 2014 € 152.000. Hoe de financiering na het jaar 2014 zal verlopen is nu nog onbekend en zal pas in een later stadium duidelijk worden. De bijdrage aan het bovenregionaal stelstel In Gelderland hebben gemeenten en provincie gekozen voor een samenhangend stelsel van omgevingsdiensten waarin nabijheid, samenhang, kwaliteit en efficiency belangrijke uitgangspunten zijn. Goede dienstverlening is het leidende principe. De keus om zo veel mogelijk in regionale organisaties te blijven werken, maakt samenwerking tussen de omgevingsdiensten nodig en gewenst. Nodig omdat: 1. de taken voor risicovolle bedrijven (BRZO) in Gelderland en Overijssel aan de ODRN zijn opgedragen; 2. niet elke regio in staat is voor iedere taak te voldoen aan de kwaliteitseisen, die Rijk, IPO en VNG hebben vastgesteld. De omgevingsdiensten in de regio’s Arnhem en Nijmegen zullen de taken uitvoeren waarvoor de andere omgevingsdiensten niet robuust zijn; 3. de omgevingsdienst De Vallei de zorg voor de Coördinatie en de Kwaliteit van het stelsel heeft, de omgevingsdienst Veluwe en IJssel de taak portaal en kenniscentrum verzorgt en de omgevingsdienst Rivierenland de taak ketentoezicht behartigt voor het hele stelsel. Voor de onder 3 genoemde taak draagt de ODRN financieel bij en dat wordt financieel verantwoord bij de baten en lasten op dit programma.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 12
Wijze van uitvoering In samenwerking met de provincie wordt jaarlijks een programma Externe Veiligheid op hoofdlijnen opgesteld. Dit programma is globaal van aard en wordt in overleg met de partners gaandeweg het jaar nader ingevuld. Hiervoor is er geregeld overleg met betrokken ambtenaren. Door de partners worden voorstellen voor nieuwe projecten gedaan. De overige contacten met de partners zijn op basis van behoefte. Deze behoefte is in het verleden vooral bepaald door de ruimtelijke ontwikkeling in de betreffende gemeenten. Voor de programmataken stellen de omgevingsdienst-directeuren jaarlijks een programma op met onderwerpen en thema’s die zij vanuit de stelselverantwoordelijkheid samen zullen oppakken. De omgevingsdienst de Vallei is verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van het programma voor de regie over het stelsel. Daarover pleegt de directeur van De Vallei regelmatig overleg en stemt af met de collega-directeuren, waaronder de directeur van de ODRN. De voorzitters van de besturen van de omgevingsdiensten bekrachtigen het programma en zien toe op de uitvoering.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 13
Overzicht
Algemene dekkingsmiddelen Algemene bijdrage De omgevingsdienst Regio Nijmegen heeft geen algemene dekkingsmiddelen anders dan de bijdragen van de deelnemers. Deze zijn als volgt (voor de specificatie: zie bijlage 4):
Deelnemer Provincie Gelderland Gemeente Beuningen Gemeente Druten Gemeente Groesbeek Gemeente Heumen Gemeente Millingen Gemeente Nijmegen Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen Totaal
Voorschotbedrag 2013 (9 maanden) 1.494.730 261.015 168.268 121.327 84.860 29.717 4.250.175 26.562 197.922 6.634.575
2013 volledig 1.992.973 348.019 224.358 161.770 113.146 39.622 5.666.900 35.416 263.896 8.846.100
Naast deze algemene dekkingsmiddelen (inclusief de compensatie) ontvangt de ODRN gelden van andere omgevingsdiensten voor BRZO en complexe vergunningverlening. Deze zijn verantwoord als baten op programma 3. Bijdrage opstartkosten Zoals in de inleiding is gemeld, wordt in deze begroting tevens het budget voor de opstartkosten aangevraagd. In het bedrijfsplan is hiervoor de verdeling aangegeven. De facturering van het budget heeft echter nog niet plaatsgevonden. Om die reden wordt u hierbij gevraagd om deze middelen beschikbaar te stellen. Deze worden vervolgens in het eerste kwartaal van 2013 bevoorschot. De verdeling is daarbij als volgt: Deelnemer Provincie Gelderland incl. bovenregionaal deel Gemeente Beuningen Gemeente Druten Gemeente Groesbeek Gemeente Heumen Gemeente Millingen Gemeente Nijmegen Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen Totaal
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
2013 344.200 36.000 21.900 24.800 13.300 3.900 516.600 3.600 26.700 991.000
| p. 14
2.3 Wat mag het kosten?
Programma
2013 (9 maand)
2013 volledig
2014
2015
2016
2017
1. Vergunningverlening Lasten
2.459.811
3.279.748
3.299.074
3.266.242
3.187.571
3.166.877
2. Handhaving en toezicht Lasten
3.088.430
4.117.906
4.142.170
4.100.949
4.002.173
3.976.190
3. BRZO en complexe vergunningverlening Lasten Baten
2.356.084 -1.446.750
3.141.446 -1.929.000
3.159.956 -1.889.700
3.128.509 -1.851.400
3.053.156 -1.813.200
3.033.334 -1.776.400
4. Projecten en bovenregionale taken Lasten opstartkosten Lasten Baten
991.000 218.250 -118.500
291.000 -158.000
285.000 -152.000
133.000 0
133.000 0
133.000 0
4. Overzicht algemene dekkingsmiddelen Baten opstartkosten Baten
-991.000 -6.634.575
-8.846.100
-8.947.500
-8.880.300
-8.665.700
-8.636.000
-77.250
-103.000
-103.000
-103.000
-103.000
-103.000
77.250 0
103.000
103.000
103.000
103.000
103.000
0
0
0
0
0
Resultaat vóór bestemming Dotatie weerstandsvermogen Resultaat na bestemming
Toelichting op de begrotingscijfers De totale lasten van de begroting 2013 bedragen € 8,1 miljoen (inclusief de opstartkosten € 9,0 miljoen). Vanwege de start van de nieuwe organisatie ontbreken de voorgeschreven jaarrekeningcijfers en de cijfers van het voorgaande begrotingsjaar. De verdeling naar de programma’s Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving en BRZO en complexe vergunningverlening is gebaseerd op de formatieve inzet. Duidelijk zichtbaar in de raming is de daling van de lasten door de efficiencytaakstelling. Op programma 3 zijn bij de baten de bijdragen van de provincie en andere omgevingsdiensten geraamd. De ODRN voert, naast de verplichte basistaken, voor heel landsdeel Oost de VTH-taak voor de BRZObedrijven uit en stelt voor IPPC-inrichtingen in de gehele provincie Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op. Aangezien dit een aanzienlijk taak is, zal ook voor deze taak bevoorschotting plaatsvinden naar de andere omgevingsdiensten.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 15
Het programma BRZO en complexe vergunningverlening is kostendekkend. De kosten worden gedekt door de provincie (BRZO) en de andere omgevingsdiensten (BRZO-gemeenten en complexe vergunningverlening). Deze zijn zichtbaar op programma 3. De bijdrage van de ODRN-deelnemers voor BRZO-gemeenten en complexe vergunningverlening zijn opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Dat is onderstaand zichtbaar gemaakt. In de baten van derden is duidelijk het lineair dalende verloop zichtbaar van de 2,5%. In de bijdrage van de ODRN is ook het gastheercompensatie-effect zichtbaar. Programma BRZO en complexe vergunningverlening
20139 mnd
2013
2014
2015
2016
2017
Lasten Baten provincie BRZO en andere RUD’s Bijdrage ODRN-deelnemers
2.356.084
3.141.446
3.159.956
3.128.509
3.053.156
3.033.334
-1.446.750 -909.334
-1.929.000 -1.212.446
-1.889.700 -1.270.256
-1.851.400 -1.277.109
-1.813.200 -1.239.956
-1.776.400 -1.256.934
0
0
0
0
0
0
Saldo
Op het programma Projecten en bovenregionale taken zijn de kosten en de baten van de GUEV-regeling (zie programma 4) en de kosten van het Gelders Stelsel opgenomen waaraan de ODRN meebetaalt. Dit betreft de programmatische taken van de omgevingsdiensten De Vallei (Kwaliteit en Coördinatie Stelsel), Rivierenland (Ketentoezicht) en Veluwe en IJssel (Rivierenland), Portaal en Kenniscentrum (Vallei en IJssel). Er zijn nog geen andere projecten geraamd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de financiële begroting. Voor de toelichting op de opstartkosten wordt verwezen naar het overzicht Algemene dekkingsmiddelen. In de baten van de algemene dekkingsmiddelen is de gastheercompensatie verwerkt.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 16
Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
3.
Financiële begroting 2013-2017
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de financiële begroting van de ODRN weergegeven. Deze is gebaseerd op de definitieve initiële inbreng per deelnemer. Voor de exploitatie van de ODRN is een realistische maar tevens zo scherp mogelijke begroting gemaakt. Alle mogelijke kosten voor de taakuitvoering zijn daarin opgenomen. 3.2 Uitgangspunten De programmabegroting is gebaseerd op de uitgangspunten van het bedrijfsplan. Daar waar een afwijking van het bedrijfsplan wordt gedaan, wordt dit toegelicht. De begroting is samengesteld op de volgende uitgangspunten: Inbreng De ODRN beoogt een wettelijk vereist kwaliteitsniveau te bereiken tegen gelijke kosten. De begroting is daarbij gebaseerd op de volgende inbreng per deelnemer. Deze inbreng is inclusief 5,05 FTE inhuur): Deelnemer Provincie Gelderland Gemeente Beuningen Gemeente Druten Gemeente Groesbeek Gemeente Heumen Gemeente Millingen Gemeente Nijmegen Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen Overige Omgevingsdiensten Gelderland Totaal
FTE 19,53 4,99 2,74 2,06 1,41 0,51 54,24 0 3,44
Bedrag 2013 1.479.020 258.283 166.489 120.057 83.972 29.378 3.606.042 26.312 195.856
16,97 105,89
1.235.756 7.201.165
Uitgangspunten meerjarenbegroting: 1. De salariskosten zijn gebaseerd op het maximum van de schaal van de inbreng, prijspeil 2013. 2. Voor de periode 2014-2017 is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf 2017. 3. De overhead bedroeg in het Bedrijfsplan 52,6% opslag over de totale loonsom primair proces, zijnde 32,6% management en ondersteuning en 20% materiële overhead. Op basis hiervan waren de PIOFAH-taken geraamd op € 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft aangeboden dit voor een bedrag van structureel € 1,2 miljoen te willen uitvoeren en in het eerste jaar voor € 950.000. De bruto raming van € 1,5 miljoen is gehandhaafd om hieruit de gastheerbijdrage te bekostigen en vanwege de situatie dat de definitieve uitwerking nog niet is afgerond. De compensatie is wel reeds in de bijdragen verwerkt. De afspraken hierover zijn opgenomen onder 3.6 en de financiële vertaling per deelnemer is opgenomen in bijlage 4.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 17
4.
5.
6.
7.
Er is geen rekening gehouden met een kostprijsverhogend BTW-effect. Er wordt uitgegaan van het in rekening brengen van BTW bij de deelnemers. Vanwege het kabinetsvoornemen om het BTWcompensatiefonds af te schaffen, is dit een actueel onderwerp. In provinciaal verband zijn afspraken met de belastingdienst gemaakt,die een voorbehoud maken op het punt van invoering BCF. Als de afschaffing doorgaat, willen de omgevingsdiensten kunnen overgaan tot het fiscaal meest gunstige systeem voor de deelnemers. De bijdrage aan de programmatische bovenregionale taken van de omgevingsdiensten De Vallei, Rivierenland en Veluwe en IJssel (afspraken van het Gelders Stelsel) zijn verwerkt op basis van de opgave van de provinciale regie. De bijdrage is gebaseerd op de verdeelsleutel 1/7 (50%) en inwoners (50%). Er is afgesproken dat er geen materiële budgetten van het primair proces worden meegenomen. Dit betreft proceskosten, onderzoeks- en advieskosten en publicatiekosten. Voor de laatste is dat correct omdat de publicatiekosten voor rekening van de deelnemers blijven (bevoegd gezag). Voor de proceskosten en de onderzoeks- en advieskosten zal in de praktijk moeten blijken of dit werkzaam is. Er zijn wel budgetten hiervoor bij de deelnemers beschikbaar. In de Najaarsnota wordt daar een voorstel voor gedaan. Door het ontbreken van een eigen budget voor directe uitvoering en door de afspraak geen raming op te nemen voor onvoorziene uitgaven, kan de ODRN niet zelfstandig handelen. De efficiency staat hierdoor te zeer onder druk. Om die reden is een post onvoorzien opgevoerd van 1%. Hierdoor kan de ODRN in ieder geval van start. Voor de opbouw van het weerstandsvermogen is een dotatie aan de reserve opgenomen van jaarlijks 1% van de totale kosten tot een maximum van 5% in 2017.
3.3 Bijdrage: eerst vast daarna outputgericht De ODRN start met een inputbegroting. Er worden gegevens verzameld om naar een outputmodel te kunnen toewerken (uiterlijk na 3 jaar). Een outputmodel houdt in dat de omgevingsdienst (zoveel mogelijk) op basis van geleverde prestaties en afgenomen producten wordt bekostigd (kostprijs per prestatie/product). Dus de eerste jaren geldt: wat er wordt ingebracht qua budget primair proces wordt vertaald in uren. Het is daarnaast gewenst dat de ODRN een reservepositie opbouwt. De reserve mag oplopen tot 5% van het totaal van de lasten in de jaarrekening. In de begroting is een opbouw van de reservepositie geraamd. De begroting legt feitelijk een lump sum voor de eerste drie jaar vast. Dat is overigens gebruikelijk voor startende omgevingsdiensten. Bij veel milieudiensten die thans door deelname van provincies omgevingsdiensten worden, is al een outputsysteem actief. Dit outputsysteem houdt in dat betaald wordt naar de afgenomen producten. Dit is altijd wel beperkt (meestal 2%), bij een hogere variatie moeten frictiekosten worden betaald. De flexibele schillen (vacatureruimte en inhuur) van deze milieudiensten zijn veelal drastisch beperkt. Veel milieudiensten verrichten overigens voornamelijk WM-taken, waarin de dynamiek van werkvoorraad lager is dan het Wabo-bouwdeel. Er worden bij de start van de ODRN twee uurtarieven vastgesteld voor alle ODRN-medewerkers. Eén voor de BRZO-taken en complexe vergunningverlening en één voor de overige taken. Dit zal in de werkbegroting nader worden uitgewerkt. Elke deelnemer krijgt een urenbudget op basis van zijn bijdrage. De bijdrage van elke deelnemer is gebaseerd op het ingebrachte formatiebudget met opslag voor overhead, inhuurbudget, bijdrage bovenregionale taken en dotatie weerstandsvermogen.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 18
De deelnemer (regiefunctionaris) overlegt periodiek met de directeur van de ODRN over de inzet van de uren t.b.v. de begroting. Elke partner gaat in overleg met de directeur van de ODRN de beschikbare uren inplannen op basis van de prioriteitstelling van de betreffende partner. Zo ontstaan de handhaving- en vergunningenplannen. De ODRN schrijft vervolgens per gemeente tijd zodat elke gemeente ‘waar voor zijn inbreng’ krijgt. In principe wordt aan de deelnemer drie jaar lang een vaste voorschotbijdrage in rekening gebracht. Dit wordt minus de efficiencybijdrage bevoorschot. Na een jaar uitvoering van de werkzaamheden wordt de jaarrekening opgemaakt (naast de tussentijdse rapportages). Doordat aan de deelnemers een bijdrage wordt gevraagd die gebaseerd is op voorcalculatie van uren, bestaat het jaarresultaat uit het resultaat op directe kosten. Dus: meer of minder salaris dan begroting, meer of minder directe uitgaven. Bij een positief resultaat gaat in principe het saldo naar de algemene reserve. Een negatief resultaat zonder reserve leidt tot een aanvullende bijdrage van de deelnemers. Urenverschillen De deelnemers worden bevoorschot op de inbrengbijdrage. De directeur van de ODRN heeft begrotingstechnisch feitelijk 3 opdrachten: • Uitvoeren van de taken binnen de budgetten van de begroting; • De opdracht om de afgesproken urenproductie van de deelnemers te realiseren; • De efficiencydoelstelling te behalen. De flexibele schil (vacatureruimte en inhuur) van de ODRN-directeur is nodig voor het realiseren van de efficiencytaakstelling. De eerste drie jaar betalen de deelnemers een vaste bijdrage (lump sum). Urenverschillen die ontstaan (bijvoorbeeld door (hoog of laag) ziekteverzuim of zwangerschapsverlof) moeten door de directeur van de ODRN in evenredigheid over de deelnemers worden verdeeld, dit kan ook over de jaren heen. De directeur zorgt dus voor evenredigheid over de deelnemers. Dat moet ook inzichtelijk worden gemaakt in de rapportages. Echter vanwege de efficiencytaakstelling kunnen de eerste drie jaar vanaf 2014 de urenverschillen niet financieel worden verrekend. Na 2016 is er voldoende informatie om dit wel te doen. Blijkt de flexibele schil (vacatureruimte en inhuur) groot genoeg te zijn en het realiseren van de taakstelling voorspoedig, dan kan dit ook eerder worden gerealiseerd. Dan moet echter wel een afspraak gemaakt worden over de toegestane fluctuatie. BRZO en Complexe vergunningverlening Voor de BRZO en Complexe vergunningverlening heeft de directeur een opdracht aanvullend op de hiervoor geschetste werkwijze. Deze taak wordt bekostigd door andere omgevingsdiensten. Het is de opdracht om te sturen op de werkvoorraad, de formatie en de bijdragen. Hier moet een goed systeem van planning en control op worden gemaakt om dit budgettair neutraal te laten plaatsvinden.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 19
3.4 Financiële meerjarenbegroting Onderstaand is de financiële meerjarenbegroting van de ODRN vermeld, die vervolgens per onderdeel wordt toegelicht. Hierin is niet de begroting van de opstartkosten opgenomen. Financiële begroting
2013 9 mnd
2013volledig
2014
2015
2016
2017
5.158.425 621.075 0 105.000 105.000 64.500 242.475
6.877.900 828.100 140.000 140.000 86.000 323.300
6.833.900 823.100 -231.300 140.000 140.000 86.000 323.300
6.833.900 823.100 -456.800 140.000 140.000 86.000 323.300
6.833.900 823.100 -679.600 140.000 140.000 86.000 323.300
6.833.900 823.100 -896.100 140.000 140.000 86.000 323.300
Piofah-taken gastheer Piofah-budget minus gastheer Piofah-gastheercompensatie
712.500 427.125 -450.000
950.000 569.500 -600.000
1.200.000 310.200 -240.000
1.200.000 310.200 -120.000
1.200.000 310.200 -150.000
1.200.000 310.200
Huisvesting en verzekeringen Kapitaallasten Overige ICT kosten Accountant Onvoorzien Budget Externe Veiligheid Bijdrage bovenregionaal stelsel Totaal lasten
308.250 299.250 177.000 21.225 112.500 118.500 99.750 8.122.575
411.000 399.000 236.000 28.300 150.000 158.000 133.000 10.830.100
411.000 399.000 236.000 20.000 150.000 152.000 133.000 10.886.200
411.000 399.000 236.000 20.000 150.000
411.000 399.000 236.000 20.000 150.000
411.000 399.000 236.000 20.000 150.000
133.000 10.628.700
133.000 10.375.900
133.000 10.309.400
-118.500 -1.446.750
-158.000 -1.929.000
-152.000 -1.888.700
-1.849.300
-1.811.000
-1.773.600
-348.019 -379.027 -383.865 -372.480 -224.358 -244.268 -247.433 -240.114 -161.770 -176.187 -178.492 -173.167 -113.146 -123.256 -124.829 -121.062 -39.622 -43.112 -43.705 -42.431 -5.666.900 -5.485.100 -5.373.400 -5.263.100 -35.416 -38.623 -39.063 -37.929 -263.896 -287.473 -291.138 -282.449 -1.992.973 -2.170.453 -2.198.375 -2.132.968 -10.933.100 -10.989.200 -10.731.700 -10.478.900
-381.000 -245.500 -177.100 -123.800 -43.400 -5.155.900 -38.800 -288.900 -2.181.600 -10.412.400
Salariskosten primair proces Salariskosten management/staf Efficiency-taakstelling Opleidingskosten Personeelskosten Mobiliteitskosten Inhuur
Subsidie Externe Veiligheid Baten bovenregionale taken Deelnemersbijdragen Gemeente Beuningen Gemeente Druten Gemeente Groesbeek Gemeente Heumen Gemeente Millingen Gemeente Nijmegen Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen Provincie Gelderland Totaal Baten
-261.015 -168.268 -121.327 -84.860 -29.717 -4.250.175 -26.562 -197.922 -1.494.730 -8.199.825
Dotatie weerstandsvermogen BEGROTINGSSALDO
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
77.250 0
103.000 0
103.000 0
103.000 0
103.000 0
| p. 20
103.000 0
3.5 Toelichting op begrotingsposten Personele kosten (salariskosten, opleidingskosten, personeelskosten) Onder de personele kosten zijn de salariskosten opgenomen gebaseerd op de inbreng exclusief het ingebrachte inhuurbudget. Dit is gedaan tegen het maximum van de schaal, prijspeil 2013. In de inbreng van Nijmegen zit in 2013 incidenteel 0,7 fte handhavingsformatie. Onder deze post zijn ook het deel van de personele kosten van het management en de staf opgenomen dat niet in het gastheercontract met Nijmegen zit. Dit bestaat uit: Management en Staf
Fte
Directeur
1,0
Afdelingshoofden
5,0
Secretariaat
3,5
Totaal management en staf buiten gastheercontract
9,5
Voor opleiding en algemene personeelskosten is gerekend met afgerond 4% van de directe loonkosten. Mobiliteitskosten Er is nog geen mobiliteitsbeleid. Er kunnen daarom nog geen uitspraken worden gedaan over het wagenpark: lease of eigen auto’s dan wel in combinatie met het declareren van kilometers. Daarom is enkel een bedrag opgenomen ter hoogte van ca. 1% van de directe loonkosten.. Efficiencytaakstelling Voor de periode 2014-2017 is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf 2017. Deze korting is berekend over de begrotingsposten salariskosten primair proces, management en staf, inhuur en PIOFAH-taken. Inhuur derden Dit budget betreft de ingebrachte huidige inhuurbudgetten. PIOFAH-taken De raming van het budget voor de PIOFAH-taken is gedaan tegen de afgesproken norm in het bedrijfsplan. Hierdoor is er na aftrek van de kosten voor het gastheerschap van Nijmegen ruim budget over. Hier kan in de jaren 2013-2015 de gastheerbijdrage worden bekostigd (alleen in 2013 is sprake van een beperkt tekort, maar dit wordt binnen de begroting opgevangen). Na 2017 zou de 310.200 kunnen vrijvallen en ten gunste aan alle deelnemers kunnen komen. Omdat het gastheerschap nog niet is uitgewerkt in een dienstverleningsovereenkomst, is hier in deze fase nog niet toe over gegaan. Zie hiervoor ook 3.6. Huisvestingskosten en verzekeringskosten Onder de huisvestingskosten zijn de kosten opgenomen voor vergaderruimten en werkplekken. Er is een duidelijke samenhang van centrale huisvesting van de ODRN en de fysieke nabijheid van de huisvesting bij de gastheer. Gezamenlijk is gezocht naar evenwicht in de wens van het voorkomen van frictiekosten, fysieke nabijheid en de dienstverlening als gastheer. De ODRN heeft taxaties laten uitvoeren voor het vaststellen van de economische huurwaarde van het kantoorpand. Bij de waardering is rekening gehouden met de locatie, aard, parkeergelegenheid, bestemming, referenties en afwerkingsniveau. Op basis van de beoordeling is locatie Elckerlyc gekozen in het bijzonder vanwege de centrale ligging prima. Het aanbod van de gemeente Nijmegen hiervoor is inclusief uitgebreide facilitaire diensten. De aangeboden kantoorruimte kan vanaf 1 januari 2013 in gebruik genomen worden.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 21
Onder deze post zit ook het budget voor aansprakelijkheidsverzekering, de werkgeverschapsverzekering en de inventarisverzekering. Kapitaallasten De ODRN doet investeringen in huisvesting en ICT van de organisatie. Deze investeringen hebben de volgende opbouw: Investering 1. Inrichting (meubilair, vloerbedekking etc) 2a. ICT Applicaties 2b. ICT Integraal systeem Gelderland 2c. ICT Servers 3. ICT Pc’s, laptops, tablets, printers Totaal
Bedrag 1.000.000 400.000 430.000 50.000 180.000 2.060.000
Kapitaallast 130.000
203.000 66.000 399.000
De investeringen worden annuïtair afgeschreven om een gelijkblijvende kapitaallast te krijgen. De afschrijvingstermijn voor investering 1 = 10 jaar, voor investering 2 = 5 jaar en voor investering 3 = 3 jaar. Het inkoopbeleid is hierbij sober, als geen nieuwe apparatuur nodig is, wordt dit niet aangeschaft maar worden reeds bestaande voorzieningen benut. Overige ICT kosten Dit betreft het budget voor directe ICT-kosten die niet worden geactiveerd. Dit gaat om licenties van kantoorautomatisering en expertsystemen. De raming is bepaald binnen de overheadnormen. Accountant De ODRN is een zelfstandige organisatie met een eigen jaarrekening en heeft derhalve te maken met een eigen accountantscontrole. De bedragen in 2013 zijn incidenteel hoger vanwege de incidentele formatieve inbreng van Nijmegen in 2013. Onvoorzien Door het ontbreken van een eigen budget voor directe uitvoering en door de afspraak geen raming op te nemen voor onvoorziene uitgaven, kan de ODRN niet zelfstandig handelen. De efficiency staat hierdoor te zeer onder druk. Om die reden is een post onvoorzien opgevoerd van 1%. Hierdoor hoeft de ODRN alleen voor exceptionele proces- en onderzoeksuitgaven een beroep op de deelnemer te doen. Kosten bovenregionale stelsel In het Gelders stelsel van omgevingsdiensten zijn er programmatische bovenregionale taken die belegd zijn bij drie omgevingsdiensten, te weten De Vallei, Rivierenland en Veluwe en IJssel (in totaal 9 Fte). Hiervoor is een bijdrage verschuldigd. Budget en subsidiebijdrage Externe Veiligheid De ODRN gaat de taak Externe Veiligheid, die de MARN heeft in het kaders van het GUEV, overnemen. Hiervoor wordt de ODRN de subsidie-ontvanger. Uit deze regeling worden de kosten van de regionaal coördinator en de projecten externe veiligheid bekostigd. De ramingen zijn gebaseerd op informatie van de MARN. De regeling loopt tot en met 2014.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 22
Bijdragen andere omgevingsdiensten en deelnemende gemeenten en provincie Voor de BRZO-taken en de taken complexe vergunningverlening ontvangt de ODRN van andere omgevingsdiensten bijdragen. De raming is thans gebaseerd op de formatieve opbouw, maar zal nader moeten worden uitgewerkt. Gelet op de omvang van de taken zal ook richting de andere omgevingsdiensten met bevoorschotting gewerkt gaan worden. De bijdrage van de directe ODRN-deelnemers is opgebouwd uit drie componenten: 1. Inbreng salarisbudget; 2. Bijdrage overhead en onvoorzien; 3. Gastheercompensatie en projectgeld. Component 1 en 2 zijn structureel, component 3 is incidenteel (projectgeld alleen 2013, gastheercompensatie t/m het eerste kwartaal van 2016). Op basis van het nog nader te bepalen uurtarief, kan per deelnemer worden berekend hoeveel uren de deelnemer hiervoor beschikbaar krijgt. Dat is niet automatisch meer gelijk aan het oude aantal uren omdat een ‘ODRN-uur’ een gemiddelde is van alle deelnemers.
3.6 Overheadafspraken In het bedrijfsplan is een raming opgenomen voor de overheadkosten van 52,6%. De ODRN heeft voor de PIOFAH-taken een bedrag geraamd van afgerond € 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft voor het gastheerschap van de PIOFAH-taken aangegeven deze taak voor een structureel bedrag van € 1,2 miljoen te willen verzorgen en in het eerste jaar eenmalig voor een bedrag van € 950.000. Daarbij wordt het mogelijk gemaakt om binnen de begrotingskaders van de ODRN de overige deelnemers in de ODRN in de eerste drie jaren te compenseren ter tegemoetkoming in de kosten van de afbouw van overhead die Nijmegen in mindere mate heeft. De bruto raming van € 1,5 miljoen is gehandhaafd tot de definitieve uitwerking is afgerond, de compensatie is in de bijdrage verwerkt, De gastheerbijdrage is hierop in de begroting in mindering gebracht. In de financiële begroting van 3.4 is dit goed zichtbaar in de 3 regels die met ‘PIOFAH‘ beginnen. Het aanvankelijke in het bedrijfsplan opgenomen te compenseren bedrag was tot en met 2015 € 960.000 maar door het gebroken begrotingsjaar 2013 zal dat met € 150.000 worden verlaagd, waarna dit in het eerste kwartaal van 2016 zal worden vergoed. De aanloopkosten voor de gastheer vanaf 1 januari tot aan de start per april 2013 komen ten laste van de projectbegroting. Hiermee loopt de gastheer geen financiële schade en blijven de gastheerafspraken van het bedrijfsplan in tact. In bijlage 4 is goed zichtbaar gemaakt hoe de verdeling van de gastheercompensatie per deelnemer is verdeeld. Indien na 2017 het geraamde bedrag boven het gastheerschap (€ 310.200) niet meer nodig is, kan dit vrijvallen. Daarmee komt de overheadbegroting structureel onder de genormeerde 52,6%. Omdat het gastheerschap nog niet is uitgewerkt in een dienstverleningsovereenkomst, is daar in deze begroting nog niet toe over gegaan.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 23
Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
4.
Paragrafen
4.1 Inleiding In het Besluit Begroting en Verantwoording zijn 7 verplichte paragrafen opgenomen voor provincies, gemeenten en hun gemeenschappelijke regelingen. Deze zijn niet allemaal relevant voor de omgevingsdienst. Om die reden zijn de paragrafen lokale heffingen, grondbeleid en verbonden partijen niet opgenomen. 4.2 Paragraaf weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de omgevingsdienst Regio Nijmegen in staat is tegenvallers op te vangen. 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen; a) de weerstandscapaciteit; zijnde de middelen en de mogelijkheden waarover de omgevingsdienst Regio Nijmegen beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b) alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: a) een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b) een inventarisatie van de risico’s; c) het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, op te kunnen vangen. Tot de aanwezige weerstandscapaciteit van de omgevingsdienst kunnen slechts twee posten worden gerekend: Reserves; Post onvoorzien. Aangezien de omgevingsdienst Regio Nijmegen per 2013 start, beschikt de dienst nog niet over reserves. Daarmee is de weerstandscapaciteit gelijk aan de post onvoorzien. Vrij aanwendbare reserves (middelen) behorend tot weerstandscapaciteit Reserves Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
1 januari 2013 €0 € 112.500 € 112.500
Na uitnutting van deze capaciteit is de omgevingsdienst op de bijdrage van de deelnemers aangewezen. De gekwantificeerde risico’s dienen op de weerstandscapaciteit in mindering te worden gebracht.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 24
Risico’s Deze begroting kent een aantal risico’s waarvan de belangrijkste zijn: a) Risico’s taakuitvoering. Hieronder verstaan we het risico van aansprakelijkstelling bij de reguliere taakuitvoering. Een groot deel van dit risico zal worden verzekerd. b) Contractonderhandelingen. Bij het opmaken van de begroting waren de contractbesprekingen over gastheerschap, huisvesting en ICT nog niet afgerond. Er wordt echter vanuit gegaan dat de bedragen in de begroting leidend zijn voor de ODRN voor de betreffende onderdelen. c) Taakstelling. De omgevingsdienst heeft een aanzienlijke besparingstaakstelling meegekregen. Bij het opmaken van de begroting waren de voorbereidingen van het plaatsingsproces in volle gang. De mate van flexibiliteit van de personeelsbegroting bepaalt sterk de ruimte voor de directeur om de taakstellingen te realiseren. d) Afspraken dienstverleningsovereenkomsten. Met de deelnemers worden afspraken gemaakt over de dienstverlening en de informatievoorziening over en weer voor de taakuitoefening. De begroting is gebaseerd op een uniforme VTH-procesgang. Afwijkende situaties per deelnemer kunnen de efficiencydoelstellingen onder druk zetten. Het is ook van belang de afspraken met de andere omgevingsdiensten juridisch goed te verankeren omdat de ODRN werkgever is van medewerkers die door de provincie en andere omgevingsdiensten worden bekostigd (voor BRZO en complexe vergunningverlening). De genoemde risico’s kunnen wellicht deels binnen de begroting kunnen worden opgevangen, maar het kan ook dat een beroep op de deelnemers moet worden gedaan. Afschaffen van het BTW-compensatiefonds Een risico dat niet binnen de huidige begroting kan worden opgevangen, is de consequentie van het afschaffen van het BTW-compensatiefonds. In eerste instantie is door de provinciale regisseur fiscaal advies ingewonnen en is door de Gelderse omgevingsdiensten gekozen voor fiscaal ondernemerschap. Dit levert bij het instandblijven van het BCF een eenvoudig systeem op. Bij het afschaffen van het BCF is dit ongunstig, omdat BTW over de personele component in rekening wordt gebracht, die alsdan niet meer kan worden gecompenseerd. Deze personele component zit thans niet in de BTW-heffing. Dit betreft een risico van € 1,6 miljoen kostprijsverhogende BTW. Om die reden is een voorbehoud gemaakt dat t.z.t. maatregelen kunnen worden genomen om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van de koepelvrijstelling zodat net als thans het geval is bij de deelnemers alleen BTW over de materiële kosten in rekening wordt gebracht bij (doorgeschoven naar) de deelnemers. 4.3 Paragraaf Financiering Volgens de Wet fido (Wet financiering decentrale overheden), is elke gemeenschappelijke regeling verplicht om een financieringsparagraaf in haar begroting en jaarrekening op te nemen. Daarin worden de ontwikkelingen aangegeven met betrekking tot de kasgeldlimiet, de ontwikkelingen wat betreft de renterisiconorm, de verwachte toe- of afname van geldleningen of uitzettingen en het verdere beleid ten aanzien van treasury. Deze paragraaf Financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft aan in welke mate in de financiering van investeringen mag worden voorzien in de vorm van kortlopende middelen. Volgens de Wet fido bedraagt de kasgeldlimiet 8,2% van het totaal van de (primitieve) begroting en dat is voor 2013 € 0,9 miljoen (volledig jaar).
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 25
Er is een treasurystatuut opgesteld voor de omgang met liquide middelen en financiering. Het uitgangspunt daarbij is dat met een nader te bepalen bank een overeenkomst hiertoe wordt gesloten waardoor dit weinig formatieve capaciteit vraagt. Gebruik van derivaten wordt niet toegestaan. Geleend wordt alleen voor kapitaaluitgaven die de reguliere bedrijfsvoering betreffen. De ODRN vraagt voor de inrichting van de ICT-omgeving en de huisvesting kredieten aan voor een totaal van € 2,1 miljoen. Om die reden kan de ODRN niet enkel met kortlopende leningen de investeringen plegen, maar zijn ook middelen nodig met een looptijd langer dan één jaar. Hiervoor zal een liquiditeitsprognose worden opgesteld in het eerste kwartaal van 2013. 4.4 Paragraaf Bedrijfsvoering Personeel en Organisatie Het Uitvoeringsplan van de ODRN is bij het opstellen van deze begroting nog niet vastgesteld. In dit plan staat beschreven hoe de organisatie is opgebouwd, wat de organisatieprincipes zijn en hoe de ondersteuning van het primaire proces zal plaatsvinden. De organisatiestructuur is als volgt:
In de komende maanden zal het management en de staf van de ODRN de ondersteuning van het primair proces vormgeven. Zeer belangrijk daarin is het invullen van het opdrachtgeverschap naar de gastheergemeenten voor huisvesting, ICT, Advies en Ondersteuning (PIOFAH-taken). Dit gebeurt middels dienstverleningsovereenkomsten. Daarin worden afspraken gemaakt over zaken als werkplekken, ICTomgeving, financiële administratie en de personeels- en salarisadministratie. Daarnaast wordt bepaald welke ondersteunende (staf) taken in de organisatie van de ODRN ingevuld moeten worden. Het betreft dan vooral strategische functies die van belang zijn voor het realiseren van de organisatiedoelstellingen en de sturing van de organisatie. Kaderstellende notities Voor de ODRN zijn ook enkele kaderstellende nota’s opgesteld: een Treasurystatuut, de Financiële verordening en de Controleverordening. Ook is afgesproken dat er een notitie over het weerstandsvermogen wordt opgesteld alsmede over afspraken over inkoop- en aanbestedingsbeleid. In het Treasurystatuut worden de afspraken van de omgang met liquide middelen en benodigde financiering voor investeringen vastgelegd. In de financiële verordening worden onder meer de afspraken vastgelegd over de aanbieding van rapportages. In de controleverordening staan de afspraken over de accountantscontrole.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 26
Dienstverleningovereenkomsten en mandaten Belangrijk daarnaast is het opstellen van een dienstverleningovereenkomst (DVO) die gesloten wordt tussen de ODRN en de individuele opdrachtgevers. Daarvoor is een concept-modelovereenkomst aangeleverd. Deze zal door elke opdrachtgever specifiek voor die partner moeten worden ingevuld, omdat niet alle partners dezelfde diensten wensen af te nemen -of dezelfde rollen hebben- behoudens het verplichte pakket waaraan ieder zich heeft verbonden. Bovendien zal een mandaatregeling voor de publiekrechtelijke bevoegdheden worden opgesteld waarbij de besturen van de opdrachtgevers mandaat verlenen aan de directeur van de ODRN tot het voorbereiden en nemen van publiekrechtelijke besluiten van alle betrokken opdrachtgevers. ICT Gemeente Nijmegen is bezig om voor de ODRN een Citrix omgeving te bouwen waarin het gedigitaliseerde werkproces van de gemeente Nijmegen is ondergebracht. Daarnaast is dit het platform om in fase 1 de systemen van de partners te kunnen benaderen. Uitgangspunt hierbij is dat Het Nieuwe Werken mogelijk is. Huisvesting Op een aantal punten vraagt het huisvestingsaanbod van de gemeente Nijmegen nog om nadere informatie en afstemming. Aandachtspunten zijn o.a. de actuele marktconformiteit van het aanbod, de potentiële uitbreidingscapaciteit wat betreft het aantal werkplekken en parkeercapaciteit en aanpassingsmogelijkheden t.b.v. de inrichting van werkplekken. Huisvesting zal gaan voldoen aan het uitgangspunt van “het nieuwe werken”. De dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Nijmegen zal moeten voorzien in de volledige bij de huisvesting behorende facilitaire ondersteuning, zoals gebruik van vergaderzalen, sanitaire voorzieningen, catering, telefooncentrale en receptie. BTW Voor gemeenschappelijke regelingen gelden twee fiscale regimes: doorschuif-methode of het fiscaal ondernemerschap. Gelet op het voornemen van het kabinet om het BTW-compensatiefonds af te schaffen, heeft in provinciaal verband overleg plaatsgevonden over het BTW-regime van de omgevingsdiensten in Gelderland. De begroting is exclusief BTW opgesteld. 4.5 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Investeringen die omgevingsdiensten hebben, zitten regulier in huisvesting, ICT en wagenpark. Dit geldt ook voor de ODRN, waarbij het onderdeel wagenpark thans nog niet is uitgewerkt. De paragraaf kapitaalgoederen heeft tot doel om te laten zien hoe de ODRN de instandhouding van de kapitaalgoederenvoorraad waarborgt. Aangezien er geen panden in bezit zijn, betreffen dit de huurdersinvesteringen in de nieuwe werkplekken en de ICT-investeringen. Deze worden tegen een reële termijn annuïtair afgeschreven zodat er na het einde van de levensduur een vrijval is die gelijk is aan de jaarlast en enkel nog voor prijsontwikkelingen geïndexeerd hoeft te worden.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 27
Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
5.
Besluit Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen; Gezien de tijdige toezending van de ontwerpbegroting aan de Raden van de deelnemende gemeenten en aan Provinciale Staten van Gelderland; Gelet op artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen; Gelet op het advies van de Regionale Adviesfunctie Regio Nijmegen; Gelet op de ingebrachte zienswijzen van de Raden van de deelnemende gemeenten en de Provinciale Staten van Gelderland; Gelezen het voorstel van de Dagelijks Bestuur van 17 januari 2013;
B E S L U I T: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De begroting van lasten en baten op programma’s voor het jaar 2013 vast te stellen; De meerjarenbegroting voor de jaren 2014 – 2017 voor kennisgeving aan te nemen; Een krediet van € 1.000.000 beschikbaar te stellen voor Kantoorinrichting en de kapitaallasten (afschrijving 10 jaar annuïtair) te dekken binnen de begroting; Een krediet van € 880.000 beschikbaar te stellen voor ICT-serves en applicaties en de kapitaallasten (afschrijving 5 jaar annuïtair) te dekken binnen de begroting; Een krediet van € 180.000 beschikbaar te stellen voor ICT-werkplek hardware en de kapitaallasten (afschrijving 3 jaar annuïtair) te dekken binnen de begroting De bevoorschotting conform bijlage 4 vast te stellen, waarbij de opstartkosten wordt bevoorschot in de eerste voorschotnota; Het Dagelijks Bestuur ODRN op te dragen na vaststelling van de begroting deze zo spoedig mogelijk toe te zenden aan het Ministerie van BZK onder gelijktijdige verzending aan de Raden van de deelnemende gemeenten en de Provinciale Staten.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 11 maart 2013.
De secretaris,
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
De voorzitter,
| p. 28
Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
Bijlagen Bijlage 1. Formatie overzicht De organisatie bestaat uit naast de directeur en de staf uit 2 handhavingsafdelingen, 2 vergunningverleningsafdelingen en 1 afdeling juridische zaken. In de HH-afdelingen en de VV-afdelingen worden de BRZO-taken uitgevoerd. Dit overzicht is exclusief inhuur en naar de nieuwe situatie. Formatie 1-1-2013
Organisatie-onderdeel Management en staf Afdelingen Handhaving incl. BRZO Afdelingen Vergunningverlening incl. BRZO Afdeling Juridisch
9,50 44,50 44,10 14,25
Totale formatie
112,35
Bijlage 2. Staat van Personele lasten (bedrag is exclusief opleidingskosten en personeelskosten) Organisatie-onderdeel
Personele lasten 2013-9
Personele lasten 2013
mnd
volledig
Management en staf Afdelingen Handhaving incl. BRZO Afdelingen Vergunningverlening incl. BRZO Afdeling juridisch
621.075 2.224.275 2.172.075 762.075
828.100 2.965.700 2.896.100 1.016.100
Totale personele lasten
5.779.500
7.706.000
Bijlage 3. Staat van reserves en voorzieningen Reserves
2013
Algemene Reserve: dotatie Reserve projectgeld: dotatie
0 0
Totaal Reserves: saldo
0
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
2014
2015
2016
77.250 p.m 77.250
103.000 p.m. 180.250
103.000 p.m. 283.250
| p. 29
Bijlage 4. Overzicht bevoorschotting deelnemersbijdrage 2013-2017 Deelnemersbijdrage Beuningen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Druten Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Groesbeek Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Heumen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Millingen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Nijmegen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Ubbergen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Wijchen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal
2013 2013-9 mnd
2014
2015
2016
2017
413.700 -65.681 348.019
36.000 310.275 -49.260 297.015
405.300 -26.273 379.027
397.000 -13.135 383.865
388.900 -16.420 372.480
381.000
266.700 -42.342 224.358
21.900 200.025 -31.757 190.168
261.200 -16.932 244.268
255.900 -8.467 247.433
250.700 -10.586 240.114
245.500
192.300 -30.530 161.770
24.800 144.225 -22.898 146.127
188.400 -12.213 176.187
184.600 -6.108 178.492
180.800 -7.633 173.167
177.100
134.500 -21.354 113.146
13.300 100.875 -16.015 98.160
131.800 -8.544 123.256
129.100 -4.271 124.829
126.400 -5.338 121.062
123.800
47.100 -7.478 39.622
3.900 35.325 -5.609 33.616
46.100 -2.988 43.112
45.200 -1.495 43.705
44.300 -1.869 42.431
43.400
5.666.900
516.600 4.250.175
5.485.100
5.373.400
5.263.100
5.155.900
5.666.900
4.766.775
5.485.100
5.373.400
5.263.100
5.155.900
42.100 -6.684 35.416
3.600 31.575 -5.013 30.162
41.300 -2.677 38.623
40.400 -1.337 39.063
39.600 -1.671 37.929
38.800
313.700 -49.804 263.896
26.700 235.275 -37.353 224.622
307.400 -19.927 287.473
301.100 -9.962 291.138
294.900 -12.451 282.449
288.900
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
381.000
245.500
177.100
123.800
43.400
38.800
288.900
| p. 30
Deelnemersbijdrage Provincie Gelderland Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal TOTAAL Algemeen Totaal opstartkosten TOTAAL
2013 2013-9 mnd
2.369.100 -376.127 1.992.973 8.846.100 8.846.100
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
344.200 1.776.825 -282.095 1.838.930 6.634.575 991.000 7.625.575
2014
2015
2016
2017
2.320.900 -150.447 2.170.453
2.273.600 -75.225 2.198.375
2.227.000 -94.032 2.132.968
2.181.600
8.947.499
8.880.300
8.665.700
8.636.000
8.947.499
8.880.300
8.665.700
8.636.000
2.181.600
| p. 31