PROGRAMMABEGROTING 2013 (inclusief meerjarenperspectief 2014-2015-2016)
Vooruitblik op: de speerpunten van het jaar 2013
inclusief de financiële planning t/m 2016
1
Voorwoord
Voor u ligt de programmabegroting 2013 van de gemeente Dinkelland. Een sluitende begroting wat ook van toepassing is op de meerjarenraming t/m het jaar 2016. En dat dit ons is gelukt in deze tijden van economische recessie en bezuinigingen stemt mij als wethouder van Financiën bijzonder tevreden en geeft ons als college een trots gevoel. Het gevoerde en te voeren financieel solide beleid werpt zijn vruchten af en is en blijft een waardevol uitgangspunt. Om alle huishoudens, die daarvoor in aanmerking komen, in deze moeilijke tijden enigszins tegemoet te willen komen, wordt een éénmalige lokale lastenverlichting uitgekeerd van € 50. Voor onze gemeente betekent dat in totaal een bedrag van € 500.000! Overal om ons heen wordt er bezuinigd en moeten overheden een beroep doen op de samenleving. Ook Dinkelland ontkomt hier helaas niet aan. Het uitgangspunt “minder overheid, meer samenleving” moet kunnen rekenen op bestuurlijke steun. Het gemeentebestuur wil initiatieven daartoe dan ook van harte ondersteunen. De kracht van de samenleving zelf moet meer gestalte krijgen. Om de gemeente en de gemeenschap draaiende te houden, moeten we met elkaar samenwerken en er voor zorgen dat onze woon –en leefsituatie prettig is én blijft. Samenwerken doen we ook met onze buurgemeente Tubbergen. Vanaf 1 januari 2013 werkt er één ambtelijke organisatie die zich inzet voor twee zelfstandige gemeenten. Deze samenwerking levert de gemeente Dinkelland flinke voordelen op. Door samen te werken kunnen we onze dienstverlening verder verbeteren en meer kwaliteit leveren. Bovendien kunnen we binnen 5 jaar samen met Tubbergen structureel € 2,3 miljoen per jaar besparen. Dat is geen voorspelling maar een keiharde prestatieafspraak. Kortom, samenwerken is nodig, samen zijn we de gemeente en gemeenschap! Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinkelland,
Alfons Steggink Wethouder Financiën
2
.
Inhoud
1. 2. 3.
Inleiding ................................................................................................................................ 4 Vaststelling programmabegroting............................................................................................ 6 Programmavelden .................................................................................................................. 7 3.1. Programmaveld 1 Wonen............................................................................................... 8 3.2. Programmaveld 2: Veiligheid.........................................................................................11 3.3. Programmaveld 3: Economie en toerisme ......................................................................13 3.4. Programmaveld 4: Ontwikkeling en zorg ........................................................................16 3.5. Programmaveld 5: Leefomgeving ..................................................................................19 3.6. Programmaveld 6: Mobiliteit..........................................................................................22 3.7. Programmaveld 7: Burger en bestuur ............................................................................24 4. Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. ............................................................27 5. Overzicht baten en lasten begroting 2013...............................................................................28 6. Paragrafen............................................................................................................................29 6.1. Lokale heffingen...........................................................................................................30 6.2. Weerstandsvermogen ...................................................................................................38 6.3. Onderhoud kapitaalgoederen ........................................................................................41 6.4. Financiering .................................................................................................................46 6.5. Bedrijfsvoering .............................................................................................................49 6.6. Verbonden partijen.......................................................................................................58 6.7. Grondbeleid .................................................................................................................64 6.8. Demografische ontwikkelingen ......................................................................................67 7. Financiële positie ..................................................................................................................69 7.1. Algemene uitkering uit het gemeentefonds ....................................................................69 7.2. Reserves en voorzieningen............................................................................................73 7.3. Incidentele baten en lasten ...........................................................................................78 7.4. Investeringsplan...........................................................................................................80
3
1.
Inleiding
Hierbij presenteren wij u de programmabegroting 2013 van de gemeente Dinkelland. De opzet en de systematiek van de programmabegroting sluit aan bij die van het raadsplan en de jaarstukken. Op deze wijze ontstaat een logisch en helder stramien dat de hanteerbaarheid en continuïteit ten goede komt. Dit biedt een goed handvat om de sturende rol van de raad in de jaarlijkse planning & controldocumenten vorm te geven en te borgen. Sinds een aantal jaren worden de ambities voor het komende jaar uiteengezet met behulp van de bekende 3 “W-vragen”: Wat willen we bereiken Wat doen we daarvoor Wat mag het kosten De programmabegroting 2013 is de financiële doorvertaling op programmaveld-niveau van het raadsplan 2013 en het collegeprogramma 2010-2014 “Samen kiezen voor kwaliteit”. Op haar beurt vormt de programmabegroting de basis voor de door het college op te stellen productenraming, het operationele financiële instrument voor de concrete uitvoering van de collegetaken. De programmabegroting is de financiële meerjarenvertaling van het raadsplan 2013, vastgesteld in de raadsvergadering van 17 april 2012. Daarnaast is de programmabegroting de financiële vertaling van reeds aanvaard beleid en bevat het de verwerking van de consequenties van de junicirculaire 2012 van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de meerjarenraming worden de financiële gevolgen tot uitdrukking gebracht van het beleid dat ten grondslag ligt aan de bedragen opgenomen in de begroting, voor zover die gevolgen voor de periode van de meerjarenraming voorzienbaar zijn. Op basis van aanvaard beleid zijn alle programmavelden meerjarig doorgerekend. Hieronder volgt een overzicht hoe het saldo van de begroting 2013 en de meerjarenraming is opgebouwd. Meerjarenperspectief 2013-2016 (bedragen * € 1.000) Saldo begroting 2012 (voorjaarsbericht) Raadsplan 2013 dividend BNG Autonome ontwikkelingen areaaluitbreiding gemeentefonds (junicirculaire) toeristenbelasting ww-premie (eenmalig) diversen Maatregelen reserve verevening gemeentehuis (1) elimineren rentestelpost 2013 (2) aanpassing egalisatie gemeentefonds ( 3) in 2014 geen vervangingsinvesteringen verlagen dotatie reserve majeure projecten (4) verlagen bijdrage gemeenschappelijke regelingen (ex Wsw) (5) verlagen bijdrage Wsw (m.n. Top Craft) van € 698.000 naar € 598.000 vanaf 2015 (6) verschuiving dotatie reserve onderhoud gebouwen (7) Saldo begroting 2013
2013
2014
2015
2016
326
150
20
450
-43
-43
-43
-43
-23 -477 -4 -130 31
-23 -490 -9
-23 -503 -13
-23 -501 -17
55
87
-10
0 100 50 0 0
0 0 0 140 38
57 0 -50 165 38
105 0 0 155 0
0
100
100
100
0
0
100
100
175 5
85 3
90 25
-50 266
4
Toelichting op het meerjarenperspectief: (1) In 2015 is in de reservering “verevening gemeentehuis” het omslagpunt bereikt en stoppen we met de egalisatie. (2) Omdat er nog miljoenen zijn gereserveerd voor majeure projecten is in de begroting van 2012 een meerjarig oplopende reeks opgenomen voor rentelasten van nog af te sluiten leningen om projecten te kunnen financieren. Gezien de lage rentestand hebben we deze post voor de korte termijn (jaarschijf 2013) geëlimineerd. (3) Door middel van een raadsbericht bent u in een vroegtijdig stadium geïnformeerd over de effecten van de junicirculaire. In afwijking daarvan hebben we op basis van voortschrijdend inzicht in 2013 € 50.000 extra uit de reserve verevening algemene uitkering gehaald om hetzelfde bedrag in 2015 weer terug te storten. Op die manier brengen we meer balans in ons meerjarenperspectief. (4) In 2013-2015 wordt het extra dividend van Cogas ad € 277.800 gedoteerd aan de reserve majeure projecten. Dit bedrag wordt in 2013 voor het laatst aangevuld tot € 400.000 vanuit de reserve grondexploitatie. Voor 2014 en 2015 is de dotatie verlaagd tot € 240.000. Voor 2016 is geen dotatie aan de reserve opgenomen. (5) We verwachten vanaf 2014 nieuwe taakstellingen van gemeenschappelijke regelingen (exclusief Wsw) (6) De verwachting dat de transitie van de Wsw op termijn zeker tot minder kosten zal leiden is verwerkt in 2015 en 2016. (7) Jaarlijks wordt € 175.000 gedoteerd aan de reserve onderhoud gebouwen. De onttrekkingen zijn gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan (MOP) dat in 2010 door de raad is vastgesteld. In verband met de achterstand die is opgelopen in de afgelopen jaren bij de uitvoering van het MOP is de dotatie aan deze reserve in 2013-2015 verlaagd. Vanaf 2016 wordt dit weer gecompenseerd.
De raad van de gemeente Dinkelland dient de programmabegroting 2013 als geheel vast te stellen. Daarmee autoriseert de raad het college van burgemeester en wethouders tot het doen van de in de programmabegroting opgenomen uitgaven en investeringen, respectievelijk tot het realiseren van opgenomen opbrengsten. Tevens geeft de raad door vaststelling opdracht aan het college van burgemeester en wethouders om de opgenomen programmavelden, het daaraan ten grondslag liggende beleid en de paragrafen uit te voeren. Door tussentijdse rapportages middels voor- en najaarsbericht en de jaarstukken vindt de verantwoording plaats.
5
2.
Vaststelling programmabegroting
De raad van de gemeente Dinkelland; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 september 2012; gelet op de Gemeentewet; Besluit vast te stellen de programmabegroting 2013 en • te bevestigen dat de bij het raadsplan 2013 voorgenomen nieuwe beleidsvoornemens / beleidsintensiveringen en investeringen integraal onderdeel uitmaken van deze programmabegroting 2013; • de meerjarenramingen 2014–2016 vast te stellen; • de tarieven: ♦ onroerende zaakbelasting te indexeren met een gewenste meeropbrengst van 2%; ♦ afvalstoffenheffing te indexeren met 2%. Eenmalige lastenverlichting in 2013 van € 50 per huishouden zoals uitgewerkt in de paragraaf lokale heffingen; ♦ rioolrechten te indexeren met 2%; ♦ reinigingsrechten te indexeren met 2%; ♦ forensenbelasting te indexeren met 2%. ♦ hondenbelasting te indexeren met 2%; ♦ leges te indexeren met 2%. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 6 november 2012. De griffier,
De voorzitter,
Mr. O.J.R.J. Huitema
Mr. R.S. Cazemier
6
3.
Programmavelden
De programmavelden zijn opgebouwd volgens een vast stramien, dat bestaat uit de volgende onderdelen:
Beschrijving Een korte omschrijving van de inhoud van het programmaveld.
Financiële vertaling De financiële gevolgen, onderscheiden naar de producten van het programmaveld en onderverdeeld naar baten en lasten, waarbij de volgende kolommen worden onderscheiden: • Rekening 2011 • Begroting 2012 • Begroting 2013 plus meerjarenraming t/m 2016
Beleidsinhoudelijke vertaling De beleidsinhoudelijke doelstellingen: A. Collegeprogramma, B. Majeure projecten en C. Autonome ontwikkelingen, uiteengezet met behulp van de bekende 3 “W-vragen”:
Wat willen we bereiken? Een beschrijving van de concrete beleidsmaatregelen en andere actiepunten die ingezet worden om de doelstellingen te realiseren. Het betreft hier opdrachten aan het college tot uitvoering in het begrotingsjaar.
Wat doen we daarvoor? Een toelichting van datgene wat we gaan doen om de in de programmabegroting geformuleerde doelstelling te bereiken.
Wat mag het kosten? Hierbij wordt aangegeven wat de geformuleerde doelstelling mag kosten. Om een indruk te geven wat de verhoudingen zijn tussen de diverse programmavelden zijn per programmaveld de baten en lasten in een grafiek weergegeven. Programmavelden 2013 x € 1.000
20.000 15.000 10.000 Baten
5.000 0
Lasten 1. Wonen
2. Veiligheid 3. Economie 4. 5. 6. Mobiliteit en toerisme Ontwikkeling Leefomgeving en zorg
7. Burger en bestuur
7
3.1.
Programmaveld 1 Wonen
De gemeente creëert, op basis van een integrale woonvisie, voorwaarden die “wonen op maat” voor alle burgers van Dinkelland mogelijk maakt. De gemeente zet zich er voor in dat aanbod van bouw- en huisvestingsmogelijkheden op een proactieve wijze wordt afgestemd op de vraag en op de demografische ontwikkelingen, ontgroening en krimp. Uitgangspunt is dat Dinkelland voor haar inwoners een levensloopbestendige gemeente is, waarin duurzaamheid leidend is.
Begroting en meerjarenraming In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan dit programmaveld zijn verbonden. Wonen Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve toevoeging Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015 2016 12.687 14.708 16.330 10.887 10.319 10.103 10.524 13.057 14.251 8.852 8.826 7.972 -2.162 -1.651 -2.079 -2.036 -1.493 -2.131 -2.162 2.405 2.229 -2.338
-1.651 779 750 -1.679
-2.079 350 156 -2.273
-2.036 201 26 -2.210
-1.493 767 26 -2.234
-2.131 151 26 -2.255
A. Collegeprogramma
1) Procedure locatie Oude Postkantoor Denekamp afgerond A1. Procedure locatie Oude Postkantoor Denekamp afgerond
Wat willen we bereiken? In het Masterplan Denekamp is een vastgoedontwikkeling voor deze locatie voorzien. Middels een tijdelijke ontheffing is de locatie momenteel in gebruik als parkeerplaats. Vastgoedontwikkeling in het segment zoals in het Masterplan gesteld is in de huidige tijd complex. Hierdoor is het noodzakelijk om deze locatie in het licht van de huidige tijd te overwegen. Is het nu verstandig om de locatie te ontwikkelen, of om nog even een pas op de plaats te maken? Dit zijn vragen die in een op te stellen visie voor deze locatie beantwoord moeten worden. In 2013 zal dit worden gerealiseerd, hiermee bereiken we inzicht in de potentie van deze locatie.
Wat doen we hiervoor? Marktverkenning voor vastgoedontwikkeling om te komen tot ontwikkeling van de locatie.
Wat mag het kosten? Winstmaximalisatie door de verkoop van deze locatie. De studie dient hier een duidelijk beeld over te geven.
8
C. Autonome ontwikkelingen
1) Regionale uitvoeringsdiensten (RUD) 2) Grondexploitatie C1. Regionale uitvoeringsdiensten (RUD) De gemeenten, waterschappen en provincie hebben ook in Overijssel geconstateerd dat sprake is van kwetsbaarheid en het niet voldoen aan kwaliteitscriteria. Wij hebben een eigen visie ontwikkeld op de wijze waarop wij, in regionaal en deels provinciaal verband, de kwaliteit kunnen verbeteren en de kwetsbaarheid van de taakuitvoering kunnen verminderen. Die visie sluit nauw aan op de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en komt tot uitdrukking in het motto “lokale binding en regionale bundeling”. De gemeenten in Overijssel kiezen er gezamenlijk voor om, in een netwerkmodel, onze medewerkers in te zetten voor bundeling van deskundigheid op regionale en soms provinciale schaal, en tegelijkertijd te zorgen dat deze medewerkers binding houden met de lokale situatie en de integrale aanpak die de Wabo van ons vraagt. Hierbij blijven medewerkers, professionals, van toezicht, handhaving en vergunningverlening in dienst bij de eigen organisatie, maar zij worden in de uitvoering aangestuurd door de regionale uitvoeringsdienst, de RUD. De RUD benoemt concrete resultaten en zorgt voor de faciliteiten van de professional in het werkveld om deze resultaten te bereiken. Op deze wijze volgt de structuur de inhoud. Deze nieuwe manier van werken zorgt voor veranderingen en een minder zichtbare hiërarchische structuur. De fysieke banden met de eigen organisatie worden voor de professional losser, maar de banden op inhoud worden sterker doordat hij of zij, met de eigen expertise, voor gemeenten in het gehele netwerkgebied actief ingezet wordt. Hierdoor zal er meer eigen initiatief van de professional gevraagd worden. De RUD als netwerkorganisatie zorgt voor een veel flexibele organisatievorm die toekomstbestendig is voor dit taakveld. In het najaarsbericht 2011 hebben we financieel gezien al rekening gehouden met de generieke korting in de algemene uitkering. De centrale overheid gaat er van uit dat gemeenten door centralisatie van de uitvoering van taken kunnen bezuinigen. Wij herinneren u er aan dat de tegenvaller in inkomsten opliep van € 55.000 in 2012 naar € 95.000 in 2013, om in de jaren daarna uit te komen op ruim € 120.000. In november 2011 (begroting 2012 en najaarsbericht 2011) was nog onduidelijk wat het kosten/opbrengsten plaatje voor onze gemeente zou betekenen. De te verwachten kosten van de RUD maken sinds de begroting 2012 deel uit van een opgenomen stelpost in het kader van de decentralisatie van taken. Door in te stemmen met het organisatie- en besturingsmodel voor de werking van de RUD is er in ieder geval al sprake van een financiële bijdrage in de collectieve kosten van de RUD van € 32.500. Deze is verrekend met genoemde stelpost. C2. Grondexploitatie In onderstaande tabel zijn de te maken kosten voor bouw- en woonrijp maken van exploitaties weergegeven. Categorie bedrijventerreinen woningbouwlocaties bestaande locaties
bedrag complexen € 950.000 De Mors IV (uitbreiding); Sombeek IV € 3.400.000 Deurninger Esch; Rossum Noord; ’t Spikkert; Commanderie; Lattrop Kraakenhof; Noord Deurningen, fase III € 380.000 Brookhuis; De Schil; Diezelkamp; Echelpoel III (bedrijventerrein); Reestman; Pierik fase II; Tilligte West
De te verkopen aantallen woningbouwkavels komen op 58 stuks (met een waarde van € 4,6 miljoen) te liggen. Dit is ten opzichte van 2012 een toename van 36 stuks. Een toename in te verkopen grond
9
in combinatie met een ongunstig economisch tij vraagt om extra alert en actief te zijn. Hiervoor is een verhoogde frequentie van rapporteren georganiseerd met meer diepgang. De risico’s worden beperkt omdat de aantallen woningbouwkavels zijn verdeeld over 13 locaties en diverse complexen een relatief lage boekwaarde hebben. Daarnaast wordt vanaf medio 2012 geconstateerd dat via de website wonenindinkelland.nl de concrete interesse in woningbouwkavels toeneemt. Van daaruit zal ook de vinger aan de pols worden gehouden om tijdig in te kunnen spelen om aan de vraag uit de markt te kunnen blijven voldoen. Voor de bedrijfskavels wordt € 2,2 miljoen aan verkoopopbrengsten geraamd. De grondaankopen bedragen € 3,8 miljoen en hebben vooral betrekking op het afwikkelen van een aankooptransactie in het complex Brookhuis. Het complex Bornsestraat 9 kan naar verwachting eind 2013 worden afgesloten. De focus binnen het grondbedrijf zal in 2013 liggen op het daadwerkelijk verkopen van de geraamde aantallen bouwkavels.
Te verkopen aantallen woningbouwkavels 60 Tilligte West Noord Deurningen derde fase
50
Commanderie bouwclaim
A a n t a lle n b o u w k a v e ls
Commanderie 't Spikkert
40
Bornsestraat 9 Kraakenhof Lattrop
30
Rossum Noord Tilligte 1998
20
Diezelkamp De Schil Rossum Deurninger Esch
10
Reestman Brookhuis
0
't Pierik derde fase Verkocht tot 1 september 2012
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
't Pierik tweede fase
10
3.2.
Programmaveld 2: Veiligheid
De gemeente voert op basis van een integrale benadering van de maatschappelijke veiligheid, een krachtig en preventief veiligheidsbeleid. Handhaving van beleid en regelgeving ten dienste van een veilige en ordelijke samenleving is daarbij een speerpunt.
Begroting en meerjarenraming In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan dit programmaveld zijn verbonden. Veiligheid Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2.513 2.624 5.480 2.520 2.539 2.551 71 171 3.181 236 236 237 -2.442 -2.453 -2.298 -2.284 -2.302 -2.314 -2.442 36 -2.406
-2.453 164 -2.289
-2.298 88 -2.211
-2.284 87 -2.197
-2.302 86 -2.216
-2.314 85 -2.229
C. Autonome ontwikkelingen
1) Overdracht aan Veiligheidsregio Twente 2) Desintegratiekosten Veiligheidsregio Twente C1. Overdracht aan Veiligheidsregio Twente In de besluitvorming van de samenvoeging van de 14 brandweren tot één Brandweer Twente is opgenomen dat de brandweerkazernes door de gemeenten worden overgedragen aan de Veiligheidsregio Twente (VRT). Voor Dinkelland gaat het om de brandweerposten in Denekamp, Weerselo en Ootmarsum. Ook het materieel en personeel gaan over naar de VRT. Eind 2012 en begin 2013 zal samen met de VRT een overdrachtsdossier worden opgesteld om de overdracht van vastgoed, materieel en personeel goed te laten verlopen. Hiervoor zal, samen met de gemeente Tubbergen, één ambtelijke werkgroep worden opgericht die dit traject in goede banen gaat leiden. In de notitie “Eén brandweer Twente” die op 20 maart 2012 door de raad is vastgesteld, is opgenomen dat de brandweerkazernes en materieel tegen boekwaarde worden overgedragen aan de VRT. Naar verwachting zullen wij circa € 2,9 miljoen van de VRT ontvangen. Dit verklaart ook het verschil in baten en lasten van dit programma in 2013 ten opzichte van voorgaande en volgende jaren. C2. Desintegratiekosten Veiligheidsregio Twente De desintegratiekosten (doorlopende overheadkosten waarvoor geen dekking meer is als gevolg van de afsplitsing van de brandweer) in verband met de samenvoeging van de 14 brandweren tot één Brandweer Twente blijven bij de gemeente. Het is een gezamenlijke opdracht van Brandweer Twente en gemeenten om de desintegratieschade zoveel mogelijk op te lossen. Daarom gaan Brandweer
11
Twente en de gemeenten hierover met elkaar in gesprek. Voor Dinkelland bedragen de desintegratiekosten ca. € 160.000 structureel. Bij één van de oplossingsrichtingen, te weten overname van het personeel, wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de beschikbare vacatureruimte naar rato van de desintegratielasten van de afzonderlijke gemeenten. Alle gemeenten zullen hierbij gelijk worden behandeld en gelijke mogelijkheden krijgen bij de invulling van vacatures met gemeentelijk personeel. Wel zullen kwaliteitseisen worden gesteld aan het over te nemen personeel. De werving van gemeentelijk personeel en de benoeming ervan zal naar verwachting begin 2013 plaatsvinden. Nadere uitwerking van het traject om de desintegratiekosten te beperken vindt in 2012 plaats in overleg met de gemeentesecretarissen. Zij zullen in hun traject afspraken maken over de mogelijkheid tot het verstrekken van trekkingsrechten. De kosten voor de desintegratie blijven bij de gemeenten. Het genoemde solidariteitsfonds wordt ook voor dit doel ingezet.
12
3.3.
Programmaveld 3: Economie en toerisme
De gemeente heeft een voorwaardenscheppende en ondersteunende rol gericht op een evenwichtige economische ontwikkeling die aansluit bij het profiel en de potenties van Dinkelland. Het op peil houden van de totale verdiencapaciteit binnen de gemeente in relatie tot de teruglopende agrarische bedrijvigheid vormt daarin een bijzonder aandachtspunt.De gemeente Dinkelland voert een intensief integraal beleid ter versterking van haar positie als toeristisch-recreatieve gemeente.
Begroting en meerjarenraming In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan dit programmaveld zijn verbonden. Economie en toerisme Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve toevoeging Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015 2016 5.945 7.331 6.076 6.066 6.084 5.931 5.742 5.178 4.840 4.847 4.855 4.586 -203 -2.153 -1.237 -1.219 -1.228 -1.346 -203 548 871 119
-2.153 474 1.377 -1.251
-1.237 278 107 -1.407
-1.219 240 30 -1.428
-1.228 240 166 -1.303
-1.346 0 33 -1.313
A. Collegeprogramma
1) 2) 3) 4)
Onderzoek haalbaarheid revitalisatie grensovergang Rammelbeek Afronding beleid verbetering ondernemersklimaat Opstellen beleidsnota Kunst en Cultuur Afronding toerismewaardig maken entrees kernen
A1. Onderzoek haalbaarheid revitalisatie grensovergang Rammelbeek
Wat willen we bereiken? Komen tot een visie op een grensoverschrijdende ontwikkeling van de in dit gebied gelegen gemeentelijke gronden. Dit in samenspraak met de gemeente Nordhorn.
Wat doen we daarvoor? Het opstellen van een stedenbouwkundige visie, waarin de markt als ook de financiële risico’s nadrukkelijk een rol zullen spelen. Wat hebben we al gedaan ? In overleg met de beheerder van het tankstation zijn maatregelen afgesproken voor het verminderen van de overlast die het parkeren van vrachtwagenchauffeurs met zich mee brengt. Het gaat hierbij om het treffen van sanitaire voorzieningen (douche en toilet). De gemeente treedt hier faciliterend op in de vorm van rioleringsvoorzieningen. Verder zijn in 2012 enkele grondposities met het Bureau Beheer Landbouwgronden geruild. Hierdoor is een groter aaneensluitend gebied ontstaan en liggen alle eigendommen centraal in het betreffende gebied.
13
Wat mag het kosten? De werkzaamheden zullen binnen de formatie worden opgepakt. Vooralsnog is het niet de verwachting dat externe inzet hiervoor noodzakelijk is. A2. Afronding beleid verbetering ondernemersklimaat
Wat willen we bereiken? Een aantrekkelijker vestigingsklimaat voor de ondernemer.
Wat doen we daarvoor? Regeldruk is één van de factoren die het ondernemersklimaat van een gemeente bepalen. Bij het ondernemersklimaat gaat het om voor de gemeente beïnvloedbare factoren, zoals regelgeving, lokale belastingen, openbare voorzieningen en ondernemersvriendelijkheid. Jaarlijks wordt door het MKB een onderzoek gedaan naar de MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland. Mede aan de hand van het rapport “MKB vriendelijkste gemeente van Nederland” gaan we een actieprogramma opstellen om per 1 januari 2014 te komen tot een vermindering van de regeldruk met 15%. Dit aspect zal nader worden uitgewerkt in het in 2013 op te stellen samenhangende beleid ten behoeve van de verbetering van ondernemersklimaat in Dinkelland. Daarnaast zal zoveel mogelijk afstemming worden gezocht met de overige voor ondernemers relevante punten uit het collegeprogramma 2010-2014. Het ondernemerspanel van de gemeente Dinkelland zal hierbij betrokken worden om het ondernemersklimaat in de gemeente Dinkelland te verbeteren.
Wat mag het kosten? Binnen de bestaande trajecten omtrent het terugdringen van regeldruk en deregulering zal er bijzondere aandacht geschonken worden aan de voor ondernemers relevante regelgeving. In samenspraak met Tubbergen zal, in navolging van de (gezamenlijke) detailhandelsstructuurvisie, worden gekeken naar de mogelijkheden dit samen op te pakken. A3. Opstellen beleidsnota Kunst en Cultuur
Wat willen we bereiken? De rol van de gemeente in het beleidsveld Kunst en Cultuur verleggen naar meer samenleving en minder overheid. Dit door het cultuureducatiebeleid als ook het muziekonderwijs anders te organiseren. Heldere afspraken op voorhand en met elkaar afrekenen op basis van resultaat.
Wat doen we daarvoor? Op het vlak cultuureducatie maken wij afspraken met de scholen. Zij zijn primair aan zet als het gaat om de programmering van cultuureducatie in het lesprogramma. Zowel organisatorisch als inhoudelijk zorgen zij voor vulling van het programma. De randvoorwaarden zijn door de gemeente aangeleverd en de financiering van het programma vindt plaats vanuit zowel provinciaal en gemeentelijk geld als ook gelden die de scholen zelf hebben gebudgetteerd. Onze rol als gemeente groeit hiermee van een inhoudelijk uitvoerende naar een regierol. Ook in het muziekonderwijs is het een en ander verandert. De lokale verenigingen en aanbieders hebben zich verenigd en gaan samen op een efficiënte wijze het muziekonderwijs vormgeven. Tevens zullen zij in overleg met de scholen zoeken naar een goede invulling van de pijler “Muziek” in het cultuureducatiebeleid. De gemeente zal in de vorm van een subsidie-relatie invulling kunnen geven aan de bezuinigingstaakstelling en tegelijkertijd het muziekonderwijs in Dinkelland op een zo efficiënt mogelijke wijze ondersteunen.
14
Wat mag het kosten? Binnen de begroting is er geen extra ruimte om nog aanvullend beleid vorm te geven voor het beleidsveld Kunst en Cultuur. De hiervoor beschreven onderdelen zullen binnen de eigen formatie worden opgevangen. A4. Afronding toerismewaardig maken entrees kernen
Wat willen we bereiken? We willen dat de toerist het gevoel krijgt dat hij, als hij in één van de kernen van de gemeente Dinkelland binnenkomt, in een aantrekkelijk toeristisch gebied komt waar het toeristische voorzieningenniveau en de structuur optimaal is. Hij krijgt in een oogopslag al een indruk van wat de gemeente te bieden heeft, puur natuur en cultuur. De toerist krijgt het gevoel welkom te zijn in onze gemeente (gastvrijheid) wat bijdraagt aan een algeheel positief gevoel over zijn bezoek aan Ootmarsum-Dinkelland. Een positief gevoel leidt tot nieuwe bezoeken.
Wat doen we daarvoor? We willen de entrees zodanig aankleden dat de toerist het gevoel heeft in een aantrekkelijk toeristisch gebied te komen. Te denken valt aan de aankleding van de entrees met toeristische banieren, waarop de toeristische profilering van Ootmarsum-Dinkelland duidelijk wordt. Ook worden de entrees aangekleed met groenvoorzieningen en bloemen. In overleg met onder andere tuincentra in de gemeente wordt gekeken hoe de entrees passend bij de toeristische profilering kunnen worden aangekleed en ook onderhouden. Ook kijken we naar de wijze waarop de toerist vanaf de entree op een eenvoudige manier wordt verwezen naar de voor hem relevante toeristische informatie.
Wat mag het kosten? De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de huidige beschikbare formatie. Eventuele kosten worden opgevangen binnen de budgetten recreatie en toerisme en openbare ruimte.
C. Autonome ontwikkelingen
1) Toekomst Sociale Werkvoorziening (SW) C1. Toekomst Sociale Werkvoorziening (SW) In het rapport Mensenwerk is de ontmanteling van Top Craft aangekondigd. De uitgangspunten zijn vastgelegd in een contourennota die de raad op 24 april jl. heeft vastgesteld. Op basis van de contourennota zal een liquidatieplan worden gemaakt. Uit dat liquidatieplan zullen de financiële consequenties van de liquidatie blijken. In het raadsbericht van 18 juli jl. hebben wij aangegeven dat een voorlopige raming van de eenmalige desintegratiekosten € 8,6 miljoen bedraagt. Ook uit de voorbereiding van de contourennota wordt duidelijk dat de structurele uitgaven van de Wsw aanzienlijk hoger zullen blijven in het geval er geen ontmanteling plaats vindt. De opbouw naar de toekomstige SW-uitvoering valt onder de verantwoordelijkheid van iedere afzonderlijke gemeente. De gemeenten onderzoeken momenteel de lokale voorkeursvarianten. In de commissievergadering van 11 september jl. zijn de contouren van het Werk- en Dienstenbedrijf Dinkelland toegelicht. In deze begroting hebben we een voorzichtige inschatting gemaakt, dat de bijdrage aan de Wsw bedrijven vanaf 2015 met € 100.000 zal afnemen. We streven uiteindelijk naar een sterkere afname van deze lasten.
15
3.4.
Programmaveld 4: Ontwikkeling en zorg
De gemeente voert een integraal voorwaardenscheppend beleid gericht op het behoud en waar mogelijk de verdere ontwikkeling van het welzijn van de burgers en hun deelname aan het maatschappelijk leven, met bijzondere aandacht voor de groepen jeugd en jongeren, ouderen en minder validen. De gemeente zet zich door middel van een actief beleid in voor de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen, jongeren en volwassenen, ondermeer door het waarborgen van de bereikbaarheid van adequate onderwijsvoorzieningen.
Begroting en meerjarenraming In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan dit programmaveld zijn verbonden. Ontwikkeling en zorg Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve toevoeging Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015 2016 20.239 21.472 19.589 17.976 18.703 17.734 5.721 6.418 4.222 4.340 4.363 4.389 -14.518 -15.054 -15.367 -13.636 -14.340 -13.346 -14.518 1.736 2.594 -13.660
-15.054 2.279 3.518 -13.816
-15.367 1.282 3.125 -13.524
-13.636 1.309 1.667 -13.279
-14.340 1.336 2.330 -13.345
-13.346 1.363 1.589 -13.120
B . Majeure projecten
1) Voetbalvereniging DTC ’07 2) Zuinig op sport – kunstgrasvelden 3) Zuinig op sport – onderhoud voetbalvelden en tennisbanen B1. Voetbalvereniging DTC ’07
Motivering In het najaarsbericht 2011 is besloten een complex voor DTC ’07 met hoge prioriteit op te nemen in het raadsplan 2013.
Wat willen we bereiken? In 2007 is de fusievereniging DTC ‘07 ontstaan. Tot op dit moment maakt deze vereniging nog gebruik van 2 complexen in de kernen Tilligte en Lattrop. Doel is de realisatie van één complex voor DTC ‘07.
Wat doen we daarvoor? Komen tot de realisatie van een definitief complex voor DTC ’07 conform bestaand sportaccommodatiebeleid.
16
Volgens de motie van 17 april 2012 tijdens de behandeling van het raadsplan 2013 is besloten: 1) De optie “realisering van één nieuw DTC-sportcomplex in de nabijheid van sterrenwacht Cosmos” weer als volwaardige mogelijkheid op te nemen in het onderzoek- en overlegtraject gericht op de realisering van huisvesting voor DTC ’07; 2) Hierover open en oplossingsgericht overleg te voeren met het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel; 3) Hierover open en oplossingsgericht overleg te voeren met het bestuur van Voetbalvereniging DTC ’07; 4) De raad door een regelmatige informatieverstrekking op de hoogte te houden over de ontwikkelingen en de te zetten stappen.
Wat mag het kosten? Het gaat om een bijdrage van € 500.000 in de realisatie van één complex. Dit bedrag omvat alle door de gemeente te maken kosten, als ook plankosten en voorbereiding. Tevens moet er rekening worden gehouden met een verhoogd btw-tarief van 21%. De financiële paragraaf wordt definitief vastgesteld als de toekomstige locatie voor de huisvesting definitief is bepaald. B2. Zuinig op sport – kunstgrasvelden
Motivering In de raadsvergadering van 9 november 2010 heeft de raad een amendement aangenomen. In het kader van de ontwerpprogrammabegroting 2011 is gevraagd om speciale aandacht te schenken aan het onderwerp kunstgrasvelden. Aangegeven werd dat het in maatschappelijk en politiekbestuurlijk opzicht een actueel onderwerp is in Dinkelland. Voor de raad en het college is het van belang voor kunstgrasvelden een beleids- en afwegingskader te creëren dat recht doet aan de omvang, de complexiteit en de mogelijke impact ervan. Besloten is het beleidsonderwerp kunstgrasvelden tot majeur project te benoemen. Op 18 oktober 2011 heeft de raad besloten om uit het budget majeure projecten € 100.000 per vereniging beschikbaar te stellen voor de aanleg van kunstgras (de resterende € 40.000 komt uit de gekapitaliseerde ruimte die ontstaat door het volledig op achterstand zetten van het onderhoud op sportvelden). Het budget van DTC ’07 is reeds meegenomen in het majeure project rondom de accommodatie en RSC Rossum heeft al kunstgras. Derhalve blijft er € 600.000 over voor het aanleggen van kunstgras.
Wat willen we bereiken? Een financieel en beleidsmatig afwegings- en besliskader voor het formuleren en realiseren van beleid met betrekking tot het onderwerp kunstgrasvelden, dat recht doet aan de omvang en impact van dit onderwerp.
Wat doen we daarvoor? De uitkomsten uit het overleg met de sportverenigingen zijn in een afrondende fase. De resultaten zullen eind 2012, begin 2013 in een concreet voorstel aan u worden voorgelegd.
Wat mag het kosten? In totaal € 600.000 voor zes verenigingen (SDC’12 (DOS’19, Sc Denekamp), KOSC, DSVD, UD Weerselo en Saasveldia). De € 100.000 voor DTC’07 is al verwerkt in een afzonderlijk majeure project. B3. Zuinig op sport – onderhoud voetbalvelden en tennisbanen
Motivering In de raadsvergadering van 18 oktober 2011 heeft de raad een amendement aangenomen. In dit amendement is het college opgedragen om te komen tot een nulmeting per complex en een voorstel inzake de toekenning van een eenmalige financiële bijdrage per voetbalcomplex en per tenniscomplex in de toekomstige uitgaven voor groot onderhoud en vervanging, in het kader van privatisering van de accommodaties. Dit naar aanleiding van de notitie Zuinig op Sport. Op 24 april 2012 is het voorstel van het college geamendeerd en heeft men besloten om het groot onderhoud en
17
vervanging bij de gemeente te laten, tenzij de verenigingen vrijwillig en op basis van maatwerk geprivatiseerd wensen te worden.
Wat willen we bereiken? In het amendement van 24 april 2012 heeft de raad besloten om te komen tot een eenmalige financiële bijdrage voor toekomstig groot onderhoud en vervanging van de voetbal- en tenniscomplexen, in het kader van privatisering van de accommodaties. Dit op basis van maatwerk en vrijwilligheid vanuit de verenigingen.
Wat doen we daarvoor? Inmiddels zijn met alle verenigingen gesprekken gevoerd over de uitvoering van dit amendement. Dit moet resulteren in een voorstel gericht op maatwerk per vereniging.
Wat mag het kosten? Zoals in het raadsplan 2013 aangegeven gaan wij vooralsnog uit van een bedrag van € 354.500 als eenmalige bijdrage voor overdracht van groot onderhoud en vervanging van sportaccommodaties. Na de besprekingen met de verenigingen kunnen de definitieve financiële consequenties in kaart worden gebracht. Het definitieve beschikbaar te stellen bedrag kan hierdoor nog worden gewijzigd. Hiertoe ontvangt u een separaat voorstel.
C. Autonome ontwikkelingen
1) Transitie Awbz naar Wmo 2) Wet werken naar vermogen 3) Intensivering uitvoering transitie jeugdzorg C1. Transitie Awbz naar Wmo De vaste Kamercommissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Vws) heeft tijdens haar overleg van 30 mei 2012 het advies uitgebracht om de overheveling van de Awbz naar de Wmo controversieel te verklaren. Ondanks dat we in een vacuüm zitten tijdens de kabinetsvorming van het Rijk worden er zowel in Twents verband als in de samenwerking met Tubbergen daar waar mogelijk voorbereidingen getroffen op de komende wijzigingen in de Wmo. C2. Wet werken naar vermogen Het wetsvoorstel Werken naar vermogen (Wwnv) is op 5 juni 2012 controversieel verklaard. We zijn in afwachting de vorming van een nieuw kabinet. De Wwnv was bedoeld om meer mensen met een (gedeeltelijke) arbeidsbeperking aan het werk te helpen. C3. Intensivering uitvoering transitie jeugdzorg Het Rijk is voornemens de gehele Wet op de Jeugdzorg te decentraliseren naar de lokale overheid. Hoewel door de landelijke regeringsontwikkelingen en de tweede kamer verkiezingen in het najaar van 2012 er enige onduidelijkheid is ontstaan, wordt verwacht dat deze overgang per 1 januari 2015 gestalte gaat krijgen. Hierbij ligt er voor de gemeenten de uitdaging om te komen tot een vraaggestuurd, efficiënt, betaalbaar en effectief werkend jeugdzorgstelsel dat uit gaat van de cliënt en waarbij het “recht op zorg” wordt vervangen door “het recht op een goede opvoeding”. De hierboven genoemde autonome ontwikkelingen hebben momenteel onze volle aandacht. We werken in een gemeenschappelijke projectstructuur met de gemeente Tubbergen. Uiteraard zullen we daarbij de ontwikkelingen rond de kabinetsformatie volgen.
18
3.5.
Programmaveld 5: Leefomgeving
De gemeente voert een actief beleid gericht op het waarborgen en waar mogelijk verder ontwikkelen van een kwalitatief goede fysieke leefomgeving; bestemming, invulling en gebruik van de schaarse openbare ruimte vindt op verantwoorde en integrale wijze plaats. Behoud van waardevolle historische elementen in de fysieke leefomgeving vormt een bijzonder aandachtspunt.
Begroting en meerjarenraming In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan dit programmaveld zijn verbonden. Leefomgeving Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve toevoeging Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015 2016 13.074 10.361 9.412 8.668 8.638 8.541 9.732 6.149 5.408 5.513 5.620 5.730 -3.342 -4.212 -4.004 -3.155 -3.018 -2.811 -3.342 1.513 1.554 -3.300
-4.212 0 2.529 -1.683
-4.004 0 1.317 -2.687
-3.155 11 489 -2.677
-3.018 68 397 -2.689
-2.811 317 446 -2.682
A. Collegeprogramma
1) Aanvang bouwactiviteiten revitalisering centrum Weerselo A1. Aanvang bouwactiviteiten revitalisering centrum Weerselo
Wat willen we bereiken? Komen tot een financieel haalbaar centrumplan dat ruimte biedt voor ondernemers en een belangrijke bijdrage levert aan het realiseren van de beleidsdoelstelling om Weerselo als verzorgingskern vorm te geven. In 2013 willen we het bouwplan afronden en het bestemmingsplan vaststellen met als doelstelling in 2014 te beginnen met de uitvoering.
Wat doen we daarvoor? Uitwerken van afspraken met ondernemers en adviseurs, begeleiden (bouw)planontwikkeling, volgen planologische procedure en het opstellen van een plan voor de inrichting van het openbaar gebied ter hand nemen, zorgen voor afstemming met bevolking. Daarnaast wordt een plan opgesteld voor de inrichting van het openbaar gebied.
Wat mag het kosten? De kosten bestaan hoofdzakelijk uit advieskosten en komen ten laste van de reserve majeure projecten. Voor het totale project Centrum Weerselo is door de raad € 2.072.000 beschikbaar gesteld vanuit de reserve majeure projecten.
19
B . Majeure projecten
1) Planvorming Dorpsplan plus Tilligte 2) Planvorming Dorpsplan plus Agelo B1. Planvorming Dorpsplan plus Tilligte
Motivering Per amendement bij de behandeling raadsplan 2012 op 28 juni 2011 is besloten het dorpsplan Tilligte als majeur project op te nemen.
Wat willen we bereiken? Een leefbare en veilige kern en omgeving met dorpse allure waar inwoners van Tilligte graag willen verblijven.
Wat doen we daarvoor? De gemeente Dinkelland zal samen met de dorpsraad en inwoners van Tilligte een dorpsagenda opstellen in 2012. Naar aanleiding van deze dorpsagenda wordt een uitvoeringsplan voor Tilligte (dorpsplanplus) opgesteld. Samen met een kleine groep inwoners van Tilligte wordt tijdens een de zogenaamde “dorpstafel” een concept dorpsagenda opgesteld. Deze wordt vervolgens voorgelegd aan alle inwoners van Tilligte tijdens een inloopavond, waarna een uitvoeringsplan wordt opgesteld waarin de punten uit de dorpsagenda concreter worden benoemd. Voor het opstellen van een dorpsagenda is budget beschikbaar.
Wat mag het kosten? Bij het vaststellen van de raadsplannen 2012 en 2013 heeft de raad geen budget beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van een dorpsagenda voor Tilligte. Voor het opstellen van een dorpsagenda is een budget beschikbaar in 2012 van € 50.000 vanuit het Provinciaal meerjarenprogramma (PMJP). Investeringsvolume voor uitvoering is nog niet bekend en zal volgen uit het proces voor het opstellen van het dorpsplan. De eventuele uitvoering van het dorpsplan Tilligte wordt verschoven naar 2014, aangezien wij op dit moment voor 2013 geen financiële ruimte zien. Wij zijn wel voornemens om de dorpsplannen in 2012/2013 op te stellen. De eventuele consequenties uit dit plan kunnen wij u presenteren bij het raadsplan 2014 (in het voorjaar van 2013). Met andere woorden: nu de plannen maken en volgend jaar bij de behandeling van het raadsplan beoordelen of ze uitgevoerd kunnen worden. B2. Planvorming Dorpsplan plus Agelo
Motivering Per amendement bij de behandeling raadsplan 2012 op 28 juni 2011 is besloten het dorpsplan Agelo als majeur project op te nemen.
Wat willen we bereiken? Een leefbare en veilige kern en omgeving met dorpse allure waar inwoners van Agelo graag willen verblijven.
20
Wat doen we daarvoor? De gemeente Dinkelland zal samen met de dorpsraad en inwoners van Agelo een dorpsagenda opstellen. Naar aanleiding van deze dorpsagenda wordt een uitvoeringsplan voor Agelo (dorpsplanplus) opgesteld. Samen met een kleine groep inwoners van Agelo wordt tijdens een de zogenaamde “dorpstafel” een concept dorpsagenda opgesteld. Deze wordt vervolgens voorgelegd aan alle inwoners van Agelo tijdens een inloopavond, waarna een uitvoeringsplan wordt opgesteld waarin de punten uit de dorpsagenda concreter worden benoemd. Voor het opstellen van een dorpsagenda is budget beschikbaar.
Wat mag het kosten? Bij het vaststellen van de raadsplannen 2012 en 2013 heeft de raad geen budget beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van een dorpsagenda voor Agelo. Voor het opstellen van een dorpsagenda is een budget beschikbaar van € 50.000 vanuit het PMJP. Investeringsvolume voor uitvoering is nog niet bekend en zal volgen uit het proces voor het opstellen van het dorpsplan. De eventuele uitvoering van het dorpsplan Agelo wordt verschoven naar 2014, aangezien wij op dit moment voor 2013 geen financiële ruimte zien. Wij zijn wel voornemens om de dorpsplannen in 2012/2013 op te stellen. De eventuele consequenties uit dit plan kunnen wij u presenteren bij het raadsplan 2014 (in het voorjaar van 2013). Met andere woorden: nu de plannen maken en volgend jaar bij de behandeling van het raadsplan beoordelen of ze uitgevoerd kunnen worden.
21
3.6.
Programmaveld 6: Mobiliteit
De gemeente draagt, waar nodig in nauwe samenspraak met andere overheden, zorg voor het handhaven en verder ontwikkelen van een voldoende adequate en veilige wegeninfrastructuur aansluitend bij de mobiliteitsbehoeften van de burger; ten behoeve van het waarborgen van kwantitatief en kwalitatief voldoende openbaar vervoersvoorzieningen voert de gemeente een voorwaardenscheppend beleid.
Begroting en meerjarenraming In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan dit programmaveld zijn verbonden. Mobiliteit Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve toevoeging Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015 2016 5.562 11.695 3.924 3.905 4.125 3.848 448 416 75 95 96 96 -5.114 -11.279 -3.849 -3.810 -4.029 -3.752 -5.114 865 720 -5.259
-11.279 1.465 6.719 -6.025
-3.849 0 0 -3.849
-3.810 0 0 -3.810
-4.029 0 250 -3.779
-3.752 0 0 -3.752
B . Majeure projecten
1) Herinrichting Nordhornsestraat, kop Eurowerft B1. Herinrichting Nordhornsestraat, kop Eurowerft
Wat willen we bereiken? De inrichting van de Nordhornsestraat (gedeelte ten zuiden van rotonde Churchillstraat) herinrichten op een wijze die recht doet aan de gewijzigde gebruiksfunctie
Wat doen we daarvoor? Op het gedeelte van de Nordhornsestraat is het oude wegprofiel, dat is gebaseerd op functies uit de periode vóór de aanleg van de randweg nog aanwezig. Als gevolg van geplande bouwactiviteiten op de Kop van de Eurowerft (plannen voor bouw supermarkt en revitalisering bestaande winkels) is het noodzakelijk dat de inrichting wordt aangepast. Bij de herinrichting zal de asfaltverharding worden vervangen door klinkerbestrating. De fietspaden zullen verdwijnen en de parkeermogelijkheden zullen worden uitgebreid. Het te herinrichten gebied zal na voltooiing deel uitmaken van de 30 km/uur zone. De plannen zullen in samenspraak met buurt en ontwikkelaar worden gemaakt.
Wat mag het kosten? De kosten worden gedekt uit het krediet van € 410.000 dat in 2006 door de raad beschikbaar is gesteld vanuit de reserve majeure projecten.
22
C. Autonome ontwikkelingen
1) Regionale verkeersontwikkelingen 2) Nieuwe concessie busvervoer in Twente C1. Regionale verkeersontwikkelingen
Wat willen we bereiken? Een goede verkeersafwikkeling op het wegennet in onze gemeente, zowel op gemeentelijke wegen als ook op wegen van Rijk en provincie.
Wat doen we daarvoor? Er lopen in de regio een aantal verkeersprojecten die effecten kunnen sorteren op de verkeersafwikkeling op wegen aan de randen, maar ook binnen onze gemeente. Daarvoor worden een aantal studies uitgevoerd. Voor Dinkelland is daarbij een onderzoek naar een directere aansluiting van de Vliegveldstraat op de A1 van belang. De wens daartoe komt voort uit de Twentse Wegenvisie. De vraag houdt direct verband met plannen voor de luchthaven Twente en de Noordelijke Ontsluiting Enschede/Kennispark. Afhankelijk van de gekozen voorkeursvariant zal dit gevolgen hebben voor de verkeersafwikkeling rond Deurningen. Dinkelland is in de diverse projectgroepen vertegenwoordigd, zowel ambtelijk als bestuurlijk.
Wat mag het kosten? Behoudens de ambtelijke inzet die is opgenomen in reguliere begroting, zijn er geen extra kosten voor de gemeente Dinkelland. C2. Nieuwe concessie busvervoer in Twente
Wat willen we bereiken? Zorgdragen voor het in stand houden van goed busvervoer in onze gemeente.
Wat doen we daarvoor? Het busvervoer in Twente wordt op dit moment uitgevoerd door Connexxion. Vanaf december 2013 gaat vervoerder Syntus het busvervoer in de Regio Twente uitvoeren. In Dinkelland gaat het om het regulier busvervoer, maar ook om de buurtbussen. Dit betekent dat er een andere dienstregeling komt. Deze zal in grote lijnen overeenkomen met de huidige. Nieuwe vervoerder Syntus zal in 2013 met de gemeenten in overleg treden om wensen ten aanzien van “openbaar vervoer” ontwikkelingen te bespreken.
Wat mag het kosten? Behoudens de ambtelijke inzet die is opgenomen in de reguliere begroting, zijn er geen extra kosten voor de gemeente Dinkelland
23
3.7.
Programmaveld 7: Burger en bestuur
De uitgangspunten openheid, toegankelijkheid, bekwaamheid, betrouwbaarheid en integriteit staan in het handelen van de gemeente centraal. Er wordt voortdurend gestreefd naar een optimale dienstverlening aan de burger, een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering en een structureel evenwichtige financiële huishouding.
Begroting en meerjarenraming In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan dit programmaveld zijn verbonden. Burger en bestuur Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve toevoeging Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015 2016 3.921 3.925 4.383 3.833 3.875 3.868 516 457 431 431 596 596 -3.405 -3.468 -3.952 -3.402 -3.279 -3.272 -3.405 0 170 -3.235
-3.468 0 0 -3.468
-3.952 0 500 -3.452
-3.402 0 0 -3.402
-3.279 0 0 -3.279
-3.272 0 0 -3.272
A. Collegeproramma
1) Samenwerking met Tubbergen 2) Interne gemeentelijke producten voorzien van kostprijs 3) Persoonlijke internetpagina voor iedere burger beschikbaar
24
A1. Samenwerking met Tubbergen In het Collegeprogramma 2010-2014 is ten aanzien van de samenwerking met Tubbergen het volgende opgenomen: “Dinkelland opteert voor een verdere uitbouw van de ambtelijke samenwerking
met Tubbergen, waarbij de ‘eigenheid’ van de gemeente niet in gevaar mag komen. In 2013 wordt er op tenminste 8 taakvelden intensief samengewerkt.” Deze doelstelling is inmiddels opgewaardeerd tot de bouw van één ambtelijke organisatie ten behoeve van Tubbergen en Dinkelland, die op 1 januari 2013 operationeel is. Daartoe hebben de gemeenteraden van Tubbergen en Dinkelland op 15 maart 2011 kennis genomen van de notitie “Een verkenning naar samenwerking Tubbergen-Dinkelland, 1+1=3”. In deze verkennende notitie zijn verschillende mogelijkheden voor samenwerking onderzocht en gewogen. Op 19 september 2011 hebben de gemeenteraden van Tubbergen en Dinkelland ingestemd met het stappenplan “Samenwerken op 2 sporen”. Het stappenplan ziet toe op de intensivering van de samenwerking van Tubbergen en Dinkelland op zowel het bestuurlijke alsook het ambtelijke spoor. Het ambtelijke spoor beschrijft de stappen die moeten worden gezet om te komen tot vergaande ambtelijke samenwerking tussen Tubbergen en Dinkelland. Het stappenplan gaat er daarbij vanuit dat de ambtelijke samenwerking gestalte krijgt in de vorm van één nieuw te bouwen ambtelijke organisatie ten behoeve van de gemeenten Tubbergen en Dinkelland, waarbij randvoorwaarde is dat de fysieke dienstverlening vanuit de twee gemeentehuizen zal worden verzorgd. Daarbij is het uitdrukkelijk niet de opzet om organisatieonderdelen ‘in elkaar te schuiven’, maar vanuit een gedegen visie een nieuwe organisatie vorm te geven. Een op te stellen organisatievisie en een visie op dienstverlening zullen dan ook de basis vormen voor de nieuw te bouwen organisatie. Het stappenplan benoemt 1 januari 2013 als beoogde startdatum voor de nieuwe ambtelijke organisatie van Tubbergen en Dinkelland. Bij de vaststelling van het stappenplan hebben beide gemeenteraden een amendement aangenomen. Dit amendement markeert de positie van beide gemeenteraden in het proces van intensivering van de samenwerking tussen Tubbergen en Dinkelland en bepaalt dat aan de gemeenteraden in het eerste en vierde kwartaal van 2012 een voortgangsrapportage wordt voorgelegd. Ten behoeve van de raadsvergadering van Tubbergen van 19 maart en van Dinkelland van 20 maart 2012 is een eerste voortgangsrapportage aangeleverd, waarin uitvoerig de voortgang van alle facetten van het proces van vergaande ambtelijke en bestuurlijke samenwerking van Tubbergen en Dinkelland wordt beschreven. In aanvulling op de besluitvorming van 19 en 20 maart jl. hebben de raden de respectievelijke colleges eveneens opgedragen om een aanvullende rapportage op te stellen om de raden in de gelegenheid te stellen om zich alsnog een gefundeerd oordeel te vormen over het beoordelingsaspect “de verhouding tussen nut en offer, ofwel wat kost dit proces de burger en wat levert het de burger uiteindelijk op”. De raden hebben de respectievelijke colleges daarbij opgedragen om de aanvullende rapportage uiterlijk in juli 2012 aan hen voor te leggen. Op 2 en 10 juli 2012 hebben de raden van Tubbergen respectievelijk Dinkelland met instemming kennisgenomen van de aanvullende rapportage in het kader van de samenwerking van Tubbergen en Dinkelland. Daarbij hebben de raden ingestemd met de verdere bouw van de nieuwe ambtelijke organisatie met inachtneming van de financiële uitgangspunten en de kwalitatieve kaders op het gebied van dienstverlening, zoals verwoord in de aanvullende rapportage. Ter dekking van de te verwachten frictie- en desintegratiekosten hebben de raden eveneens besloten om iedere gemeente afzonderlijk een bedrag van € 500.000 aan te laten laten wenden van de algemene reserve en dit in te zetten als voeding van een in te stellen reserve “desintegratie- en frictiekosten”. Tubbergen en Dinkelland hebben samen een nog te realiseren taakstelling van € 1.268.000. In beide gemeenten is geconstateerd dat de ambtelijke samenwerking van Tubbergen en Dinkelland een wezenlijke voorwaarde is voor het invullen van deze taakstelling. Daarboven bestaat de overtuiging dat de samenwerking aanvullend structureel minimaal € 1 miljoen jaarlijks kan opleveren. Dit bedrag wordt te zijner tijd opgenomen in de meerjarenbegroting. De totale efficiencywinst van de samenwerking komt daarmee uit op minimaal € 2,3 miljoen structureel. Deze te bereiken winst is
25
geen streven, maar een resultaatsverplichting. Inmiddels hebben beide gemeenteraden op 18 en 19 september jl. toestemming verleend voor het instellen van een gemeenschappelijke regeling, welke fungeert als juridische structuur van de nieuwe ambtelijke organisatie. Eveneens hebben beide gemeenteraden ingestemd met het voorgestelde “Verrekenmodel Tubbergen Dinkelland”. A2. Interne gemeentelijke producten voorzien van kostprijs
Wat willen we bereiken? Kosteninzicht vergroot het keuzebewustzijn.
Wat doen we daarvoor? Vanaf 2013 zijn de (interne) gemeentelijke producten voorzien van een kostprijs. Het berekenen van de kostprijs van deze producten zal samen met de gemeente Tubbergen worden opgepakt. Een groot gedeelte van de kostprijs wordt namelijk bepaald door de kosten die worden doorberekend vanuit de gemeenschappelijke regeling, die beide gemeenten gezamenlijk hebben opgericht.
Wat mag het kosten? Deze werkzaamheden zullen worden uitgevoerd binnen de huidige formatie. Geen externe kosten. A3. Persoonlijke internetpagina voor iedere burger beschikbaar
Wat willen we bereiken? Een persoonlijke internetpagina waarop iedere burger met behulp van DigiD kan inloggen. De burger ziet hier onder andere een overzichten aantreffen van zijn aanvragen bij de gemeente en de bekende vastgoedgegevens.
Wat doen we daarvoor? We richten een beveiligde omgeving in waarbij gegevens vanuit de gemeentelijke ICT-systemen worden overgezet naar deze beveiligde omgeving. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn beveiliging en gebruiksvriendelijkheid. Dit wordt uiteraard ook samen met de gemeente Tubbergen opgepakt.
Wat mag het kosten? Deze investering van € 2.500 eenmalig en jaarlijks € 3.000 voor de persoonlijke internetpagina is reeds meegenomen in het opgestelde informatieplan. De bouwstenen voor de persoonlijke internetpagina worden in de aanloop naar 2013 ontwikkeld en getest.
26
4.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.
Het overzicht van algemene dekkingsmiddelen bevat volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) tenminste: 1) lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is; 2) algemene uitkering; 3) dividenden; 4) saldo van de financieringsfunctie; 5) saldo compensabele BTW en uitkering BTW compensatiefonds; 6) overige dekkingsmiddelen. De algemene dekkingsmiddelen mogen en zijn niet als baten in de diverse programmavelden opgenomen doch uitsluitend in dit overzicht. Specifieke dekkingsmiddelen zoals leges, afvalstoffenheffing, rioolheffing en reinigingsrechten zijn wel in de betreffende programmavelden verantwoord. Het bedrag voor onvoorzien dient te worden geraamd voor de begroting in zijn geheel of per programma. Tot nu toe is steeds één budget voor onvoorzien in de begroting opgenomen en er is geen reden om daar nu van af te wijken. Uit praktische overwegingen brengen wij het budget voor onvoorziene uitgaven in mindering op de algemene dekkingsmiddelen. Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene dekkingsmiddelen Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve toevoeging Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015 2016 -329 945 578 846 970 1.191 29.207 29.939 29.641 29.939 29.666 30.220 29.536 28.994 29.062 29.093 28.695 29.029 29.536 8.160 9.454 30.830
28.994 1.281 2.506 30.219
29.062 943 1.289 29.408
29.093 1.122 1.035 29.006
28.695 1.011 1.187 28.871
29.029 1.093 953 28.889
In het overzicht baten en lasten programmabegroting 2013, in het volgende hoofdstuk, zijn de algemene dekkingsmiddelen nader onderverdeeld.
C. Autonome ontwikkelingen
1) Dividend BNG C1. Dividend BNG De Bank Nederlandse Gemeenten heeft aangekondigd de dividenduitkering bij te stellen en de aandeelhouders medegedeeld rekening te houden met een lagere dividenduitkering. In verband met de economische crisis zijn de eisen die aan de banken gesteld worden toegenomen. Eén van die eisen is een verhoging van de minimale omvang van het eigen vermogen (= buffer) van een bank. Omdat de BNG niet in de gelegenheid is om extra spaargelden aan te trekken, kan de BNG dit alleen realiseren door minder of geen dividend meer uit te keren aan haar aandeelhouders. In 2012 is de dividenduitkering al gehalveerd t.o.v. 2011. Zoals aangegeven in het raadsplan 2013 hebben we de dividendopbrengsten met ingang van 2013 structureel afgeraamd van € 43.000 naar € 0.
27
5.
Overzicht baten en lasten begroting 2013 Realisatie 2011 baten
Realisatie 2011 lasten
Realisatie 2011 saldo
Begroting 2012 baten
Begroting 2012 lasten
Begroting 2012 saldo
Begroting 2013 baten
Begrot ing 2013 lasten
Begroting 2013 saldo
( Bedragen x € 1.000 ) a. Omschrijving programma 1. Wonen
10.524
12.687
-2.162
12.936
14.591
-1.655
14.251
16.330
-2.079
71
2.513
-2.442
146
2.535
-2.389
3.181
5.480
-2.298
3. Economie en toerisme
5.742
5.945
-203
4.532
5.674
-1.143
4.840
6.076
-1.237
4. Ontwikkeling en zorg
5.721
20.239
-14.518
4.066
18.414
-14.348
4.222
19.589
-15.367
5. Leefomgeving
2. Veiligheid
9.732
13.074
-3.342
5.598
9.067
-3.470
5.408
9.412
-4.004
6. Mobiliteit
448
5.562
-5.114
66
5.538
-5.472
75
3.924
-3.849
7. Burger en bestuur
516
3.921
-3.405
457
3.847
-3.390
431
4.383
-3.952
32.755
63.942
-31.187
27.801
59.666
-31.865
32.407
65.193
-32.786
Sub-totaal b. Algem ene dekkingsmi ddelen
1. Lokale heffingen 2. Algemene uitkeringen 3. Dividend 4. Saldo financieringsfunctie 5. Overige algemene dekkingsmiddelen Sub-totaal
5.663
0
5.663
5.993
0
5.993
6.268
0
6.268
20.244
0
20.244
20.464
0
20.464
20.039
0
20.039
39
0
39
0
0
0
0
0
0
1.405
231
1.174
2.206
230
1.976
2.163
201
1.962
1.856
-560
2.415
1.277
272
1.005
1.170
337
833
29.207
-329
29.536
29.940
502
29.438
29.641
538
29.102
b. Onvoorzien
6. Onvoorzien
0
0
-0
0
40
-40
0
40
-40
Sub-totaal
0
0
-0
0
40
-40
0
40
-40
61.961
63.613
-1.652
57.740
60.208
-2.468
62.048
65.772
-3.724
2.229
2.405
-175
750
629
121
156
350
-194
36
0
36
89
0
89
88
0
88
871
548
323
146
278
-132
107
278
-170
4. Ontwikkeling en zorg
2.594
1.736
858
1.958
1.256
701
3.125
1.282
1.843
5. Leefomgeving
1.554
1.513
42
897
0
897
1.317
0
1.317
6. Mobiliteit
720
865
-145
1.969
1.465
504
0
0
0
7. Burger en bestuur
170
0
170
0
0
0
500
0
500
Resultaat voor bestemming
c. Mutaties reserves
1. Wonen 2. Veiligheid 3. Economie en toerisme
9. Algemene dekkingsmiddelen
9.454
8.160
1.294
1.562
1.262
301
1.289
943
346
Sub-totaal
17.630
15.227
2.403
7.371
4.889
2.482
6.582
2.853
3.729
Resultaat na bestemming
79.591
78.840
751
65.112
65.097
15
68.630
68.625
5
Totale begroting van alle baten en lasten Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutatie reserve toevoeging Mutatie reserve beschikking Resultaat na bestemming
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 65.772 54.701 55.253 53.768 62.048 54.253 54.258 53.826 -3.724 -448 -995 58 -3.724 2.853 6.582 5
-448 2.883 3.334 3
-995 3.422 4.442 25
58 2.924 3.132 266
28
6.
Paragrafen
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft een aantal paragrafen voor. De zeven voorgeschreven paragrafen zijn: 1) lokale heffingen; 2) weerstandsvermogen; 3) onderhoud kapitaalgoederen; 4) financiering; 5) bedrijfsvoering; 6) verbonden partijen; 7) grondbeleid. De paragrafen handelen over een aantal belangrijke beheersmatige onderwerpen. De paragrafen geven een doorsnede van de programmavelden. In de Financiële verordening zijn afspraken gemaakt over het opstellen (bijstellen) van diverse nota’s welke een relatie hebben met de voorgeschreven paragrafen. Met uitzondering van de paragraaf Verbonden partijen zijn alle voorgeschreven paragrafen gekoppeld aan een nota. De paragrafen gaan in op de kaders voor het beheer die belangrijk zijn voor de uitvoering van ons beleid. De paragraaf “demografische ontwikkelingen” is voor onze gemeente niet verplicht. Met ingang van vorig jaar hebben we deze wel opgenomen. Daarmee anticiperen we samen met de gemeente Tubbergen op de toekomst.
29
6.1.
Lokale heffingen
Op grond van artikel 9, tweede lid van het Besluit begroting en verantwoording bevat de begroting en de jaarrekening ten minste een paragraaf over de lokale heffingen. Deze paragraaf moet volgens artikel 10 ten minste de volgende vijf subparagrafen bevatten: 1) de geraamde inkomsten; 2) het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; 3) een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; 4) een aanduiding van de lokale lastendruk; 5) een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. Welke belastingen en rechten worden in de gemeente Dinkelland geheven ? De gemeentelijke heffingen bestaan uit “belastingen” en “rechten”.
Belastingen Een “belasting” is een gedwongen betaling aan de overheid als zodanig, waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover staat en die krachtens algemene regels wordt geheven. De opbrengsten van de meeste belastingen gaan in principe rechtstreeks naar de algemene middelen van gemeente. De • • • • • • • •
gemeente Dinkelland heft de volgende belastingen: onroerende-zaakbelastingen (OZB) afvalstoffenheffing; rioolheffing; hondenbelasting; toeristenbelasting; forensenbelasting; precariobelasting; bedrijveninvesteringszones (BIZ).
De • • • •
gemeente Dinkelland heft de volgende belastingen niet: roerende woon- en bedrijfsruimtenbelastingen; reclamebelasting; watertoeristenbelasting; baatbelasting.
Rechten (retributies) “Rechten” zijn in tegenstelling tot belastingen betalingen aan de overheid waar wel een individuele tegenprestatie van de overheid tegenover staat. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld reinigingsrechten en gemeentelijke leges. Zowel gemeentelijke belastingen als ook gemeentelijke rechten worden geheven op basis van gemeentelijke belastingverordeningen. De gemeente Dinkelland heft de volgende rechten: • reinigingsrechten; • leges; • marktgelden. Beleid ten aanzien van de lokale heffingen Ten aanzien van de tarieven van de gemeentelijke belastingen en rechten in de begroting 2013 van de gemeente Dinkelland zijn de richtlijnen voor de programma- en productenbegroting 2013 als uitgangspunt genomen. Daarbij is o.a. aangegeven: 1) de onroerende-zaakbelastingen jaarlijks dusdanig te indexeren dat jaarlijks een gewenste meeropbrengst van 2% ontstaat. 2) de afvalstoffenheffing jaarlijks te indexeren met 2%. 3) de rioolheffingen jaarlijks te indexeren met 2%.
30
4) de reinigingsrechten jaarlijks te indexeren met 2%; 5) het beleid “de vervuiler betaalt” voort te zetten, hetgeen tot uitdrukking komt in een 100% kostendekkendheid van de tarieven van de rioolheffing en de reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing/reinigingsrecht). Voor beide taken geldt dat incidentele over- en onderdekking wordt verrekend met een ingestelde (tariefegalisatie)reserve om sterke fluctuaties te dempen. 6) de hondenbelasting jaarlijks te indexeren met 2%. 7) de forensenbelasting jaarlijks te indexeren met 2%. 8) De leges, huren en tarieven zwembad/sporthal Dorper Esch en sportzalen jaarlijks te indexeren met 2%.
Het kabinet heeft bepaald, dat de opbrengststijging voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB) landelijk beperkt moet blijven. Daartoe is een macronorm ingesteld die de maximale opbrengststijging voor een bepaald jaar aangeeft. De macronorm OZB-tarieven voor het belastingjaar 2013 is door de minister van Financiën vastgesteld op 3%. Dit betekent, dat in 2013 voor alle gemeenten samen de opbrengst van de OZB niet meer dan 3% hoger mag zijn dan in 2012. De voorgestane trendmatige opbrengststijging OZB in de gemeente Dinkelland van 2% voor het belastingjaar 2013 is ruim minder dan de voor 2013 vastgestelde macronorm.
Eenmalige lastenverlichting van € 50 per huishouden in 2013 Zoals bekend voert de gemeente Dinkelland een belastingbeleid, waarbij de opbrengst van de gemeentelijke belastingen jaarlijks worden geïndexeerd met twee procent. Daar waar sprake is van kostendekkende heffingen, zoals bijvoorbeeld bij de rioolheffing, moet het tarief soms extra worden verhoogd om ook op termijn de kosten volledig te kunnen blijven dekken. Wij realiseren ons dat in deze periode van financieel ongunstige omstandigheden de lastendruk voor de burger noodgedwongen hoger wordt, maar wij willen daarentegen ook proberen om deze lastenstijging te beperken. Wij hebben daarom nog eens kritisch gekeken naar mogelijkheden om de lastenstijging voor de Dinkellandse burger te beperken of (eventueel gedeeltelijk) ongedaan te maken. Wij hebben geconstateerd dat er beperkte mogelijkheden zijn, maar zien toch kans om alle huishoudens, die daarvoor in aanmerking komen, in Dinkelland een eenmalige lastenverlichting van € 50 uit te keren. Uit praktische en organisatorische overwegingen is het de beste manier om het tarief van de afvalstoffenheffing 2013 te verlagen met € 50. De lastenverlichting geldt dus voor ieder huishouden, dat in 2013 wordt aangeslagen voor afvalstoffenheffing en daarvoor géén kwijtschelding ontvangt. Met andere woorden: alleen die huishoudens, die de heffing ook daadwerkelijk betalen, ontvangen deze vermindering. De reserve afval is momenteel zodanig, dat deze eenmalige lastenverlichting van ongeveer € 500.000 daaruit kan worden betaald. Soort heffing/belasting
(bedragen x € 1.000) Onroerende-zaakbelastingen Afvalstoffenheffing + reinigingsrecht * Rioolheffing Hondenbelasting Toeristenbelasting Forensenbelasting Baatbelasting Precariobelasting BIZ-belasting Totaal
Rekening 2011 5.162 2.366 2.300 144 219 123 3 12 0 10.329
Begroting 2012 5.344 2.192 2.437 146 344 142 0 12 115 10.732
Begroting 2013 5.485 2.232 2.484 148 375 131 0 14 116 10.985
* Als gevolg van de eenmalige lastenverlichting zal de opbrengst van 2013 € 500.000 lager uitvallen. In bovenstaande tabel en de volgende grafiek is er dus sprake van de bruto opbrengst afvalstoffenheffing over 2013.
31
Procentuele verdeling lokale heffingen begroting 2013 Baatbelasting 0% Toeristenbelasting 3%
Precariobelasting 0%
Forensenbelasting 1%
Hondenbelasting 1%
BIZ-belasting 1%
Rioolheffing 23% Onroerendezaakbelastingen 51% Afvalstoffenheffing + reinigingsrecht * 20%
Overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen
Onroerende zaakbelastingen Onder de naam “onroerende-zaakbelastingen” worden van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: • een gebruikersbelasting van degene die – naar omstandigheden beoordeeld – een onroerende zaak die niet in hoofdzaak als woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt. • een eigenarenbelasting van degene die van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Voor de belastingheffing is de situatie op 1 januari van het belastingjaar bepalend. De WOZ-waarde van een onroerende zaak wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. Door deze jaarlijkse hertaxatie sluit de WOZ-waarde van een onroerende zaak beter aan op de marktwaarde. Voor het belastingjaar 2013 moeten de gemeenten de waarde van alle onroerende zaken vaststellen naar de waardepeildatum 1-1-2012. Deze nieuwe waarde geldt voor 2013 als heffingsgrondslag voor de onroerende zaakbelastingen, voor de waterschapslasten, alsmede als basis voor het woningforfait van de inkomstenbelasting. Daarnaast is er de laatste jaren een traject ingezet waarbij de WOZ-waarden, maar ook de gegevens die daaraan ten grondslag liggen, breder kunnen worden ingezet. Hierbij moet gedacht worden aan de bepaling van de erfbelasting (successie), planschade, de bepaling van de hoogte van de opstalverzekering en voor de verstrekking van (tweede) hypotheken. De herwaarderingswerkzaamheden voor het belastingjaar 2013 zijn nog in volle gang en zullen op zijn vroegst eind november van dit jaar worden afgerond. Daarna zullen de aanslagen voor het belastingjaar 2013 met dagtekening 28-02-2013 worden verstuurd. Het is niet mogelijk om nu al de OZB-tarieven voor 2013 te berekenen. Uit de hierop volgende grafiek blijkt, dat de huizenmarkt tussen de vorige peildatum 1-1-2011 en de nieuwe peildatum 1-1-2012 nog steeds dalende is.
32
Bron: Prijsindex bestaande koopwoningen van Kadaster en CBS
Afvalstoffenheffing Deze belasting wordt geheven van degene, die gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de gemeente een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen heeft. Er wordt een tariefsdifferentiatie naar eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens toegepast, waarbij het tarief van een eenpersoonshuishouden € 60 lager is dan van een meerpersoonshuishouding. Het uitgangspunt is 100% kostendekkendheid. Incidentele over- en onderdekking wordt verrekend met een tariefegalisatiereserve. Voor de jaren 2013 e.v. is, conform de uitgangspunten van de programma- en productenbegroting 2013, opnieuw uitgegaan van een trendmatige indexering van 2%. Tarieven afvalstoffenheffing Éénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden
2012 € 166,00 € 226,00
2013 * € 121,00 € 181,00
* In de tarieven van de afvalstoffenheffing 2013 is rekening gehouden met de eenmalige lastenverlichting van € 50.
Reinigingsrechten Deze rechten worden geheven voor zowel het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. Reinigingsrechten zijn in tegenstelling tot de afvalstoffenheffing van toepassing op kleine bedrijven met bedrijfsafval die qua omvang en samenstelling vergelijkbaar zijn met huishoudelijk afval. Het tarief wordt vermeerderd met omzetbelasting. Tarief reinigingsrechten Tarief exclusief btw (2012 19 % 2013 21 %)
2012 € 226,00
2013 € 231,00
33
Rioolheffingen Ten aanzien van de exploitatielasten van gemeentelijke rioleringsvoorzieningen wordt uitgegaan van 100% kostendekking. Incidentele over- en onderdekking wordt verrekend met een egalisatiereserve om sterke tarieffluctuaties op te vangen. In het GRP 2009-2011 (met verlenging tot en met 2012) is op basis van het toen opgestelde kostendekkingsplan een verhoging van het tarief vastgesteld met jaarlijks 6% t/m 2017. Uitgangspunt hierbij waren de forse investeringen voor verbeterings- en vervangingsinvesteringen. Na uitvoering van de verbeteringsmaatregelen t/m 2011 blijkt dat de investeringen lager zijn uitgevallen dan geraamd. Momenteel zijn we bezig met het opstellen van het nieuwe GRP. Hierbij baseren wij ons op de rioolinspecties die zijn uitgevoerd in 2011 en 2012. De uit de inspecties voortvloeiende vervangingsinvesteringen pakken positief uit. In 2012 zijn ook de basisrioleringsplannen voor alle kernen opgesteld. De hieruit voortvloeiende verbeteringsmaatregelen vallen ook mee. De financiële vertaalslag in het nieuwe kostendekkingsplan moet echter nog plaats vinden. De voorlopige inspecties rechtvaardigen niet de verhoging met 6% voor 2013 te handhaven. In tegenstelling tot het uitgangspunt van het raadsplan 2013 wordt voorgesteld om vanaf 2013 uitsluitend de indexering met 2% toe te passen. In het in december 2012 vast te stellen GRP zal op basis van het nieuwe kostendekkingsplan duidelijk worden hoe de tariefstelling voor de komende jaren er uit zal gaan zien.
Tarief rioolheffing Rioolheffing (basistarief tot 300m3)
2012 € 220,00
2013 € 224,40
Hondenbelasting Deze belasting wordt geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente. Jaarlijks vindt er steekproefsgewijs controle op de aangifteplicht plaats. Voor het jaar 2013 is, conform de uitgangspunten van de programma- en productenbegroting 2013, uitgegaan van een trendmatige indexering van 2%. Er zijn in de gemeente Dinkelland ongeveer 2.460 geregistreerde honden alsmede 9 kennels. Tarieven hondenbelasting eerste hond tweede hond elke volgende hond kenneltarief
2012 € 53,70 € 107,40 € 136,30 € 297,40
2013 € 54,80 € 109,60 € 139,00 € 303,40
Toeristenbelasting Deze belasting wordt geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen. Jaarlijks vindt er een controle op de aangiftes toeristenbelasting plaats. Insteek hierbij is niet alleen de aangiftes op juistheid en volledigheid te controleren, maar ook om de exploitanten, daar waar nodig, te adviseren bij een doelmatiger opzet van de administratie zodat het invullen van de aangifte toeristenbelasting eenvoudiger en sneller kan geschieden. Volgens prognoses zal het aantal overnachtingen de komende jaren als gevolg van versterkte promotie en marketing en nieuwe verblijfsrecreatieve ontwikkelingen beduidend toenemen. Daarnaast zijn de tarieven in 2012 naar aanleiding van de notitie “Ambities en middelen in balans” aanmerkelijk verhoogd en opgetrokken naar het landelijke gemiddelde.
34
De toeristenbelasting maakt sinds 2012 onderdeel uit van het ondernemersfonds. De gemeente doet ten behoeve van de professionalisering van de promotie en marketing van Dinkelland elk jaar een afdracht uit de toeristenbelasting aan de Stichting Ondernemersfonds Dinkelland van minimaal € 60.000 per jaar. Vanaf 2014 is een bedrag van € 110.000 geraamd. De tariefsbepaling en opbrengstenraming voor de toeristenbelasting is gepaard gegaan met de samenstelling van de meerjarenbegroting van het ondernemersfonds. De gemeente heeft een uitvoeringsovereenkomst gesloten met de Stichting Ondernemersfonds waarin is vastgelegd dat wijzigingen in de toeristenbelasting door de gemeente vooraf en tijdig met de stichting besproken worden (artikel 7 van de uitvoeringsovereenkomst). In het raadsplan 2013 is in de opsomming van de verhoging van belastingen, de toeristenbelasting ten onrechte meegenomen. Op de toeristenbelasting is de nullijn van toepassing. Tarieven Toeristenbelasting (prijs per persoon per nacht) Hotel, pension, appartement, boerderijkamer recreatiewoningen, niet beroepsmatig verhuurde ruimten Kampeermiddelen: mobile kampeeronderkomens, stacravans Groepsaccommodaties (kampeerboerderij)
2012 € 1,60 € 1,00 € 0,60 € 0,60
2013 € 1,60 € 1,00 € 0,60 € 0,60
Forensenbelasting Deze belasting wordt geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar te houden. Voor het jaar 2013 is, conform de uitgangspunten van de programmaen productenbegroting 2013, uitgegaan van een trendmatige indexering van 2%. Tarief forensenbelasting Forensenbelasting: vast bedrag per gemeubileerde woning
2012 € 270,00
2013 € 275,00
Precariobelasting Deze directe belasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De raad heeft besloten om de precariobelasting met ingang van 2003 te beperken tot de horecaterassen. De precariotarieven zijn als volgt: Precariobelasting
2012
2013
Vaste terrassen - Binnenstad Ootmarsum - Overige delen van de gemeente
€ 12,00 € 9,50
€ 12,00 € 9,50
€ 4,00 € 4,00
€ 4,00 € 4,00
Tijdelijke terrassen - Binnenstad Ootmarsum - Overige delen van de gemeente
Bedrijfs Investeringzones (BIZ) Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone. De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaar jaarlijks geheven ter zake van binnen de BIzone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen. De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die op 1 januari van het betreffende kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken gebruiken. Indien een onroerende zaak op 1 januari van het betreffende kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar van die zaak. Als eigenaar wordt aangemerkt degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. De raad heeft op 20 december 2011 de Verordening BI-zone Denekamp 2012 en de Verordening BIzone Ootmarsum 2012 vastgesteld. 2012 is het eerst jaar van heffen. Voor 2013 wordt een zelfde
35
opbrengst verwacht als in 2012. De BIZ-opbrengsten worden één op één overgeheveld naar de Stichting Ondernemersfonds Dinkelland.
Leges Deze rechten worden geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in de verordening en in de daarbij behorende tarieventabel. De legestarieven worden in 2013 met 2% geïndexeerd en afgerond op in de praktijk hanteerbare tarieven. Bij de leges geldt de wettelijke norm dat de tarieven in de legesverordening niet zodanig mogen worden vastgesteld dat de baten de lasten overtreffen, waardoor er dus feitelijk winst op deze producten wordt gemaakt. Uit jurisprudentie mag geconcludeerd worden dat het niet noodzakelijk is dat elk tarief niet meer dan kostendekkend is. Echter, de belastingrechter wil in bepaalde situaties toch een specifieker inzicht met betrekking tot de lasten en baten per soort leges. In verband hiermede is het gewenst om in elk geval per categorie dienst (bijvoorbeeld omgevingsvergunningen) een analyse te hebben van de kosten en de opbrengsten, zodat de tarieven ook transparant worden. Lokale lastendruk Om een indruk te geven van de lastendrukontwikkeling als gevolg van aanvaard beleid worden hierna de gevolgen voor een eenpersoonshuishouding en een meerpersoonshuishouding met of zonder eigen woning weergegeven. In deze vergelijking zijn meegenomen de onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Bij de berekening van de woonlasten is zowel voor 2012 als voor 2013 rekening gehouden met een gemiddelde woningwaarde van € 268.000.
Daling van de lokale lastendruk Zoals u in het volgende staatje kunt zien is er voor 2013 sprake van een daling van de lasten ten opzicht van 2012. Om alle huishoudens in deze moeilijke tijden enigszins tegemoet te willen komen, krijgt elk huishouden in 2013 een éénmalige lokale lastenverlichting uitgekeerd van € 50 euro per huishouden. Ten opzichte van 2012 is de rioolheffing geïndexeerd met 2%. Door in tegenstelling tot de laatste jaren de verhoging tot 6% niet door te voeren wordt een extra lastenverzwaring van € 8,80 per aansluiting niet doorgevoerd. Soort huishouden
OZB gemiddelde woning € 268.000
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing basistarief
Totaal 2013
Daling tov 2012
Huurder van een woning éénpersoonshuishouding meerpersoonshuishouding
n.v.t. n.v.t.
€ 121,00 € 181,00
€ 224,20 € 224,20
€ 345,20 € 405,20
€ 40,60 € 40,60
€ 121,00 € 181,00
€ 224,20 € 224,20
€ 670,20 € 730,20
€ 34,60 € 34,60
Eigenaar van een woning éénpersoonshuishouding meerpersoonshuishouding
€ 325,00 € 325,00
Kwijtscheldingsbeleid Op grond van artikel 255 van de Gemeentewet bestaat de mogelijkheid om belastingplichtigen wegens financieel on- of minvermogen kwijtschelding te verlenen van hun belastingschuld. Daarbij mogen de gemeenten besluiten om een (deels) soepeler kwijtscheldingsbeleid te voeren dan de Rijksbelastingdienst. De meeste gemeenten, zo ook de gemeente Dinkelland, hanteren 100% (maximaal) van de bijstandsnorm als inkomensnorm waar beneden kwijtschelding wordt verleend. Kwijtschelding is één van de wijzen waarop een schuld tenietgaat. Kenmerk van kwijtschelding is dat het gaat om belastingschuldigen die niet in staat zijn anders dan met buitengewoon bezwaar de belasting te betalen.
36
Bij de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek vindt eerst een vermogenstoets plaats. Onder vermogen wordt verstaan de waarde in het economisch verkeer van de bezittingen verminderd met de schulden die hoger bevoorrecht zijn dan de belastingen. De belangrijkste afwijkingen op dit simpele uitgangspunt zijn: • inboedel blijft bij de bepaling van het vermogen buitenbeschouwing voor zover de waarde (executiewaarde) hiervan niet meer bedraagt dan € 2.269; • een auto blijft bij de bepaling van het vermogen buiten beschouwing voor zover de waarde (executiewaarde) hiervan niet meer beloopt dan € 2.269; • voor ieder persoon die op 31 december 1999 65 jaar of ouder was, blijft bij de bepaling voor het vermogen een bedrag van € 2.269 aan financiële middelen buiten beschouwing; • bank en girosaldi blijven bij de bepaling van het vermogen buiten beschouwing voor zover die saldi niet meer bedragen dan het totaalbedrag van het voor de verzoeker geldend normbedrag van de kosten van bestaan, de te betalen woonlasten tot een bepaald bedrag, de niet door de werkgever ingehouden premies ziektekostenverzekering, de premie voor een zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en de premie, bedoeld in artikel 17 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, verminderd met de normpremie, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de zorgtoeslag, voor zover reeds begrepen in de bijstandsnorm zoals die voor de belastingschuldige geldt. Pas als het vermogen ontoereikend is om hieruit de aanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, wordt overgegaan tot de bepaling van de belastingcapaciteit (netto-besteedbaar inkomen). Het nettobesteedbaar inkomen wordt gevormd door alle inkomsten (loon e.d) te verminderen met bepaalde uitgaven, zoals huur, hypotheekrente en zorgpremie. Als het netto-besteedbaar inkomen per maand lager is dan het normbedrag (100% bijstandsnorm) wordt in principe volledige kwijtschelding verleend. Gemeenten mogen zelf bepalen welke belastingsoorten in aanmerking komen voor kwijtschelding. In de gemeente Dinkelland geldt kwijtschelding uitsluitend voor de volgende heffingen: • afvalstoffenheffing • rioolheffing • onroerende-zaakbelastingen Geen kwijtschelding wordt verleend voor: • hondenbelasting • reinigingsrechten • leges • toeristenbelasting • forensenbelasting • precariobelasting • BIZ In de begroting 2013 is rekening gehouden met een totaalbedrag van € 65.000 aan kwijt te schelden lokale heffingen. Het betreft hier plusminus 180 kwijtscheldingsverzoeken, waarvan er vanuit wordt gegaan dat ongeveer 150 verzoeken geheel of gedeeltelijk gehonoreerd worden. Het gemiddelde kwijtscheldingbedrag per verzoek bedraagt daardoor ongeveer € 430.
37
6.2.
Weerstandsvermogen
NARIS Naris is een internetapplicatie, waarmee de gemeente in staat is om risico’s in kaart te brengen. Er ontstaat een totaalbeeld van risico’s en de daarmee gepaard gaande kosten. Deze applicatie heeft 3 voordelen: • ieder afdelingshoofd kan toegang krijgen tot het systeem en zo zijn eigen risico’s managen; • kennisbank; • veelzijdige rapportagemogelijkheden. Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen is eind 2011 voor het eerst gebruik gemaakt van deze applicatie. Er zijn echter wel twee belangrijk verschillen ten opzichte van de tot nu toe gebruikte methode. • voor de beoordeling van het weerstandsvermogen wordt géén splitsing meer aangebracht tussen algemeen en grondzaken. Er wordt dus één totaalbeeld gegeven; • bij Naris wordt gerekend met een zekerheidspercentage. Dat wil zeggen dat er van wordt uitgegaan dat niet alle risico’s zich gelijktijdig zullen voordoen. 1. Aanleiding en achtergrond De gemeente Dinkelland acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te kunnen verkrijgen is er een risico-inventarisatie uitgevoerd. Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de risico-inventarisatie. Op basis van de geïnventariseerde risico’s is tevens het weerstandsvermogen berekend. 2. Risicoprofiel Om de risico's van de gemeente Dinkelland in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Uit de inventarisatie zijn in totaal 107 risico's in beeld gebracht. In het onderstaande overzicht wordt echter alleen het aantal risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit met een maximum van 10. Tabel 1: Belangrijkste financiële risico's Gevolgen Kans Financieel gevolg Onvoorziene Financieel-Onvoorziene 30% max weersomstandighede werkzaamheden aan het € 4.000.000 n (langdurige vorst) wegdek
Risico
Onvoldoende liquide middelen bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Financieel-garanstellingen of borgstellingen door gemeente moeten worden uitbetaald
10%
max. € 8.500.000
Invloed 15.12%
10.63%
38
Risico
Gevolgen
Kans
Financieel gevolg max. € 4.300.000 max. € 1.345.000
Invloed
Eénmalige verlaging van grondprijzen Vertraging in de kaveluitgifte *1
Financieel-negatief resultaat complexen Financieel-30% minder bouwkavels verkocht
20%
Het niet verkopen Financieel-afboeken leidt tot van onroerend goed financiele schade in 2012
50%
max. € 1.000.000
6.27%
50%
10.62% 8.38%
Overschrijden van termijnen
Financieel-Het niet binnenhalen van subsidies
10%
max. € 4.000.000
4.91%
Verhoogde vraag naar voorzieningen (WMO)
Financieel-verhoging van het budget
90%
max. € 300.000
3.35%
Bezuinigingen *2
Financieel-De Algemene Uitkering valt lager uit dan begroot
90%
max. € 250.000
2.79%
Politieke interrupties Financieel-Aanpassing van lopende en toekomstige (Den Haag) *2 projecten
40%
max. € 500.000
2.45%
Financieel-financiële tegenvallers en onvoorziene uitgaven tegevallers binnen de investering (o.a. bodemsanering, kabels en leidingen, etc.)
40%
max. € 500.000
2.45%
*1 In overleg met de accountant zijn de financiële gevolgen van een vertraging in de kaveluitgifte van 30% doorgerekend. Dit in verband met de forse opgave in het aantal te verkopen kavels in de komende jaren. *2 Vermeldenswaardig zijn de decentralisaties van het Rijk.
Totaal grote risico's: Overige risico's: Totaal alle risico's:
€ 24.695.000 € 11.317.000 € 36.012.000
Naris gaat er van uit dat niet alle risico’s zich gelijktijdig voordoen, rekening houdend met een dekkingspercentage van 90%. Dit betekent dat we de zekerheid hebben dat 90% van alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 7.153.582 (benodigde weerstandscapaciteit). 3. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Dinkelland bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstand 2013 Algemene reserve Onvoorzien Reserve grondexploitatie Totale weerstandscapaciteit
€ 7.108.000 € 40.000 € 1.719.000 € 8.867.000
2014
2015
2016
€ 7.108.000 € 40.000 € 1.770.000 € 8.918.000
€ 6.608.000 € 40.000 € 2.393.000 € 9.041.000
€ 6.608.000 € 40.000 € 2.416.000 € 9.064.000
39
4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Risico's:
Weerstandscapaciteit :
Bedrijfsproces Financieel Imago / politiek Informatie / strategie Juridisch / aansprakelijkheid Letsel / Veiligheid Materieel Milieu Personeel / arbo Product
Algemene reserve Onvoorzien Reserve grondexploitatie
Weerstandvermogen De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
=
€ 8.867.000 € 7.154.000
= 1.24
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio. Waarderingscode A B C D E F
Ratio > 2,0 1,4 - 2,0 1,0 - 1,4 0,8 - 1,0 0,6 - 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Het ratio van onze gemeente valt in klasse C. Dit duidt op een voldoende weerstandsvermogen. In de nota weerstandsvermogen heeft de raad bepaalt dat het weerstandsvermogen minimaal 1,4 of hoger moet zijn. In 2013 bedraagt de ratio 1,24. Dit is dus onder het gewenste niveau. In de nota reserves en voorzieningen was al aangekondigd dat gedurende een aantal jaren een lagere ratio voor het weerstandsvermogen van 1,4 moet worden geaccepteerd. Op basis van het meerjarig verloop van de algemene reserve en reserve grondexploitatie ontwikkelt de ratio zich als volgt: Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio
2013 8.867.000 1,24
2014 8.918.000 1,25
2015 9.041.000 1,26
2016 9.064.000 1,27
40
6.3.
Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen gaat in op de vraag of en hoe de duurzame instandhouding is gewaarborgd van de fysieke gemeentelijke infrastructuur. Dit betreft: 1) wegen en bruggen 2) riolering en water 3) groen 4) openbare verlichting 5) speeltoestellen 6) gebouwen Op de hiervoor genoemde gebieden zijn reeds deels onderhoudsplannen opgesteld. In de onderhoudsplannen wordt een bepaald kwaliteitsniveau aangegeven. Goede onderhoudsplannen en consequente uitvoering daarvan is noodzakelijk. Door het onderhoud conform planvorming uit te voeren kunnen aansprakelijkheidsstellingen tot een minimum worden beperkt. Begin 2009 zijn wij begonnen met het vervangen van het Beheersysteem Openbare Ruimte. Aan de implementatie van het beheersysteem wordt nog gewerkt. Het systeem bestaat uit de onderdelen: • Riool • Wegen • Groen • Openbare Verlichting • Verkeerstekens • Kunstwerken • Kabels en leidingen • Gebouwen Op dit moment zijn we bezig de onderdelen Riool, Wegen en Groen te implementeren. Alle onderdelen zullen deel gaan uitmaken van het integrale beheersysteem openbare ruimte (IBOR). De afzonderlijke onderdelen kunnen ook zelfstandig worden gebruikt. Integraal bekent in deze zin dat bijvoorbeeld wijzigingen met betrekking tot groen die gevolgen hebben voor wegen direct vertaald worden naar het beheersysteem wegen. Daarnaast zullen bij reconstructies van wegen integraal riool en groen worden meegenomen. Het integrale karakter van het systeem maakt het een sterk instrument om gestructureerd beleid uit te stippelen ten aanzien van de openbare ruimte en hierdoor optimaal met kosten om te gaan. In de gemeente Tubbergen werkt men reeds op deze manier. Door middel van beeldkwaliteitplannen, binnen het traject IBOR (integraal beheer openbare ruimte), wordt door de politiek bepaald welke kwaliteit men wenst in de openbare ruimte. Een beeldkwaliteitplan bestaat uit foto’s van de openbare ruimte met hierop per niveau een foto met behorend onderhoud volgens een landelijk veel toegepaste systematiek. Heeft men een keuze voor een bepaald niveau onderhoud gemaakt, dan is hieraan een bepaald maatregelenpakket gekoppeld met bijbehorende kosten. Het bestek voor het uitvoeren van de werken, gebruikt als basis de maatregelenpakketten uit het beheersysteem openbare ruimte. Met behulp van het bestek worden de werken uitbesteed en uitgevoerd. Na uitvoering kan men door het gebruiken van de vooraf gedefinieerde beelden controleren of aan de eisen voldaan is. Uiteindelijk moeten de beelden overeen komen met de vooraf gedefinieerde. Het is dan aan de politiek om eventuele wijzigingen aan te brengen in de kwaliteit van de beelden waardoor de maatregelen aangepast dienen te worden. Dit is dan de start van een nieuwe cyclus. In 2013 zal het IBOR traject worden afgestemd voor de onderdelen riool, wegen en groen van Tubbergen en Dinkelland. Van groot belang is dat er een ‘up to date’ gevuld systeem openbare ruimte voor deze onderdelen is.
41
1. Wegen en bruggen
Beleidskader Voor de begroting 2013 wordt voor het onderhoud aan de wegen uitgegaan van het meerjaren maatregelenprogramma 2013 uit het wegbeheersysteem. Het meerjarenprogramma 2013 wordt na invoering van de resultaten van de visuele inspectie, die in het 3e kwartaal van 2012 wordt uitgevoerd, in het wegbeheersysteem geactualiseerd. Voor het onderhoud aan de bruggen dient het onderhoudsplan bruggen als beleidskader.
Uit beleidskader voortvloeiende consequenties In 2012 is met extra middelen de vorstschade en de achterstand gedeeltelijk weggewerkt. De resultaten van de visuele inspectie worden in het 4e kwartaal van 2012 in het systeem verwerkt. Na actualisatie van het wegbeheersysteem is het maatregelenpakket 2013 beschikbaar. Het maatregelenpakket 2013 wordt afgestemd op de in de begroting opgenomen budgetten. Indien de budgetten onvoldoende zijn zal aanvullende budgetruimte moeten worden gevonden of zal gekozen moeten worden voor een lager onderhoudsniveau.
Vertaling financiële consequenties in de begroting 2013 In de begroting 2012 inclusief het voorjaarsbericht en de begroting 2013 zijn de volgende budgetten opgenomen voor onderhoud wegen en bruggen. Naast de onderhoudskosten zijn ook de verbruikte materialen en uren van tractie en eigen personeel in de budgetten opgenomen. Onderhoudsbudgetten wegen en bruggen (in €) Wegen met asfaltverharding * Wegen met elementenverharding Zandwegen Onderhoud bruggen en kunstwerken Reconstructies Duikers Totaal
Begroting 2012 2.029.510 539.063 112.418 59.149 81.319 35.325
Begroting 2013 942.494 560.327 109.674 59.329 82.888 34.011
2.856.784
1.788.723
* In de begroting 2012 wordt € 1.085.000 gedekt uit de reserve onderhoud wegen.
2. Riolering en water
Beleidskader en de daaruit voortvloeiende consequenties De vulling van het rioolbeheersysteem heeft de afgelopen jaren veel tijd en energie gevergd. Inmiddels is het systeem nagenoeg gevuld en zijn op basis van deze gegevens de inspectieprogramma’s gestart en worden de basisrioleringsplannen opgesteld als basis voor het nieuw op te stellen GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan). Omdat de maatregelen in het kader van de basisinspanning in 2011 gereed zijn gekomen, zal het accent de komende jaren verschuiven naar rioolrenovaties die uit het meerjarenprogramma rollen. Hierbij zal waar mogelijk afstemming gezocht worden bij het meerjarenprogramma vanuit wegbeheer. Het nieuwe GRP zal eind 2012 vastgesteld worden voor de periode 2013-2018. Dit GRP leidt tot verbeterde inzichten en een actuele financiële vertaling op basis van de vervangingsinvesteringen en de opgestelde basisrioleringsplannen. Bij het opstellen van het nieuwe GRP is er voor gekozen samen met Tubbergen 1 document op te stellen met daarin zoveel mogelijk afstemming waar dit mogelijk is. Waar dit niet kan worden zowel voor Dinkelland als Tubbergen verschillende paragrafen toegevoegd. In onderling overleg met de gemeente Tubbergen is ook besloten één waterplan op te stellen voor beide gemeenten. Deze werkzaamheden zijn inmiddels opgestart en zullen eind 2012 worden afgerond.
42
Vertaling financiële consequenties in de begroting 2013 In de begroting 2012 inclusief het voorjaarsbericht en de begroting 2013 zijn de volgende budgetten opgenomen voor onderhoud riolering. Naast de onderhoudskosten zijn ook de verbruikte materialen en uren van tractie en eigen personeel in de budgetten opgenomen. Onderhoudsbudgetten riolering (in €) Rioolinspecties Reiniging riolen Onderhoud riolering Gemalen Totaal
Begroting 2012 57.240 149.104 377.136 315.946
Begroting 2013 56.595 159.953 390.810 305.888
899.426
913.246
3. Groen
Beleidskader Op dit moment wordt volop gewerkt aan de implementatie van de arealen groen inclusief bomen welk onderdeel deel zal gaan uitmaken van het integrale beheersysteem openbare ruimte (IBOR). Uw raad heeft uitgesproken dat dit in eigen beheer dient te gebeuren. In de gemeente Tubbergen heeft men reeds de arealen groen in beeld en naar verwachting zal het bomenbestand (ca. 20.000 bomen) eind 2012 middels een Visual Tree Assessment (VTA) inspectie in beeld zijn gebracht. De gemeente Dinkelland heeft naar verwachting eind 2012 de arealen groen in beeld maar dient haar bomenbestand (ca. 40.000 bomen) nog middels een VTA-inspectie in beeld te brengen. Over hoe we dit gaan doen dient nog overleg en afstemming met de gemeente Tubbergen plaats te vinden.
Gemeentelijk Groenplan Dinkelland Voor het openbare groen binnen de kernen is het Gemeentelijk Groenplan Dinkelland 2005 van toepassing. In oktober 2011 is er een inspectie uitgevoerd. Daarbij werd geconcludeerd dat de technische staat van het groen laag scoort. Het onderdeel verzorging scoort gemiddeld. Na invoering van het IBOR kunnen keuzes gemaakt worden in de kwaliteitniveaus.
Bomennota Gemeente Dinkelland Op 10 juli 2012 is geamendeerd vastgesteld de ontwerp-Bomennota aan te merken als een ondersteunend document voor de uitvoering van het gemeentelijk bomenbeleid en bomenbeheer en in meer bredere zin voor het integrale beheer van de openbare ruimte, waarbij het uitgangspunt sober en doelmatig maatgevend is. Uit een inspectie in oktober 2011 bleek dat het lage kwaliteitsniveau voor het onderdeel bomen vooral veroorzaakt wordt door achterstand in de kroon van bomen. De gemeente heeft op basis van het Nieuw Burgerlijk Wetboek een zorgplicht voor haar kapitaalgoed bomen. Rekening moet worden gehouden dat wanneer straks uit de VTA-inspecties blijkt dat er sprake is van een achterstand in het onderhoud wat mogelijk gevaar voor de omgeving kan opleveren er extra geïnvesteerd zal moeten worden vanwege het lage kwaliteitsniveau van de bomen op dit moment.
Implementatie flora- en faunawetgeving (organisatiebreed) In het kader van de flora- en faunawetgeving hebben de gezamenlijke kringgemeenten (op dit moment doen er 15 gemeenten aan mee) een extern bureau opdracht gegeven voor ondersteuning en implementatie van de flora- en faunawetgeving in samenspraak met de “Gegevensautoriteit Natuur” (GaN). Op dit moment is nog niet bekend wat de implementatie van dit beleid de gemeente zal gaan kosten.
Vertaling financiële consequenties in de begroting 2013 Vanwege het opheffen van de reserve groenvoorziening eind 2011 zullen de mogelijke opbrengsten die worden verkregen uit het project “oneigenlijk in gebruik genomen groen en verkoop niet functioneel groen” worden toegevoegd aan de algemene reserve.
43
De financiering voor het meerjarenprogramma inzake het kapitaalgoed groen zal als gevolg hiervan conform de ‘nota reserves en voorzieningen 2011-2014’ in het kader van integrale afwegingen moeten worden gemaakt. In de begroting 2012 inclusief het voorjaarsbericht en de begroting 2013 zijn de volgende budgetten opgenomen voor onderhoud groen. Naast de onderhoudskosten zijn ook de verbruikte materialen en uren van tractie en eigen personeel in de budgetten opgenomen. Onderhoud groen (in €) Beekdalen Groenbeheers- structuurplan Gazons en ruw gras Beheer en onderhoud inzake bomen Houtwallen Totaal
Begroting 2012
Begroting 2013
14.837 515.889 119.660 292.013 183.748
14.722 529.572 124.379 278.909 178.032
1.126.147
1.125.614
4. Openbare Verlichting
Beleidskader Voor de instandhouding is de bestaande onderhoudsovereenkomst het kader. In het kader van de samenwerking wordt de overeenkomst eind 2012 herzien. Voor vervanging is een plan opgesteld, dat in 2012 met de beschikbare kredieten gedeeltelijk wordt uitgevoerd. Een in het 3e kwartaal 2012 te actualiseren vervangingsplan dient als kader voor de komende jaren.
Uit beleidskader voortvloeiende consequenties De middelen voor het uitvoeren van de onderhoudsrondes zijn in de begroting opgenomen.
Vertaling financiële consequenties in de begroting 2013 In de begroting 2012 inclusief het voorjaarsbericht en de begroting 2013 zijn de volgende budgetten opgenomen voor onderhoud verlichting. Het systematisch vervangen van armaturen en masten op basis van afschrijvingstermijnen wordt waar mogelijk in combinatie met reconstructies uitgevoerd. Onderhoud straatverlichting (in €) Onderhoud en reparaties
Begroting 2012 125.625
Begroting 2013 122.644
5. Speeltoestellen
Beleidskader De lijn die op dit moment wordt gehanteerd is dat er binnen genormeerde afstanden speelplaatsen beschikbaar dienen te zijn voor kinderen van verschillende leeftijden. Daar waar mogelijk worden buurtspeelplaatsen aangelegd in combinatie met speelvoorzieningen op basisscholen. Het onderhoud vloeit voort uit het Attractiebesluit, waarin de gemeente als beheerder van de speelplaatsen verantwoordelijk is gesteld voor kindveilige speeltoestellen.
Uit beleidskader voortvloeiende consequenties Conform het Attractiebesluit zullen in 2013 de speeltoestellen worden geïnspecteerd op veiligheid, worden de logboeken aangepast en de nodige reparaties uitgevoerd. Daarnaast worden op basis van een programma de verouderde speeltoestellen vervangen en worden indien nodig de ondergronden daarvan aangepast in verband met een goede valdemping.
44
Vertaling financiële consequenties in de begroting 2013 In de begroting 2012 inclusief het voorjaarsbericht en de begroting 2013 is de volgende raming opgenomen voor het beheer en onderhoud van speeltoestellen. Onderhoud speeltoestellen (in €) Onderhoud en reparaties
Begroting 2012 121.533
Begroting 2013 125.062
6. Gebouwen
Beleidskader In 2010 is de nota gemeentelijke gebouwen vastgesteld. Hierin is een verdeling gemaakt naar een bedrijfsvoeringvoorraad, een maatschappelijke voorraad, een monumentale voorraad en een bovenmatige voorraad aan gebouwen.
Uit beleidskader voortvloeiende consequenties De vastgestelde nota gemeentelijke gebouwen en het daadwerkelijk verkopen van af te stoten panden, zal bepalend zijn voor de mate van te plegen onderhoud aan te behouden en af te stoten panden. Op basis van de beleidsnotitie is een inventarisatie gemaakt van financiële claims die op bepaalde locaties rusten. Claims welke ten tijde van de economische hoogconjunctuur zijn ontstaan. Daarnaast is in beeld gebracht wat de financiële potentie van de verschillende locaties is. Op dit moment is het duidelijk geworden dat de veranderende omstandigheden op de vastgoedmarkt geen incident zijn maar een structureel karakter en gevolgen hebben. Dalende marktwaardes vastgoed, moeilijke verhuurbaarheid van de bedrijfspanden, lastig voor investeerders om kredietfaciliteiten te kunnen verkrijgen, grote onzekerheid op de financiële markten en politieke onzekerheid etc. Gelet op deze veranderende marktomstandigheden is het wenselijk om de gevolgen hiervan voor het gemeentelijke vastgoed in beeld te kunnen brengen. Op basis van de huidige inzichten (medio 2012) en de nog steeds onzekere (en dus verslechterende) vooruitzichten wordt getracht om een eerste beeld van de financiële gevolgen voor de gemeente in kaart te brengen.
Vertaling financiële consequenties in de begroting 2013 De taakstelling om te komen tot marktconforme huren in de door de gemeente geëxploiteerde gebouwen wordt pas op langere termijn gerealiseerd gezien de geldende duur van de meeste contracten. In 2012 en 2013 zal de taakstelling verhoging van de huuropbrengst van € 25.000 ruimschoots gehaald worden door hogere huuropbrengsten van het voormalig gemeentehuis in Weerselo. In 2012 wordt de jaarschijf van het Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) 2013 aanbesteed. De geraamde bedragen verschillen per begrotingsjaar. Zij zijn echter in de nota gebouwenbeheer voor de gehele looptijd van het Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) zichtbaar. Daarnaast zullen de vervangingsinvesteringen 2013 uitgevoerd worden. Door over te gaan tot daadwerkelijke verkoop van diverse locaties kunnen de financiële claims worden afgebouwd en het resterende risico worden beperkt. Door de locaties met financiële potentie te ontwikkelen en te bestemmen ten behoeve van het afdekken van dit resterende risico kunnen de financiële consequenties naar huidige inzichten worden opgevangen. In de begroting 2012 inclusief het voorjaarsbericht en de begroting 2013 is de volgende raming opgenomen voor het beheer en onderhoud van gebouwen. Onderhoud gebouwen (in €) Meerjarig onderhoudsplan Vervangingsinvesteringen Totaal
Begroting 2012 266.690 801.493
Begroting 2013 268.027 132.800
1.068.183
400.827
45
6.4.
Financiering
Algemeen Per 1 januari 2001 geldt de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). Doel van deze wet is het bevorderen en transparant maken van het financieringsbeleid van de overheden. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is het beheersen van de financiële risico’s. Hierbij staat het renterisico centraal. Om een grens te stellen aan het te lopen renterisico kent de wet Fido een tweetal randvoorwaarden, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. In 2008 is besloten tot wijziging en aanscherping van de Wet Fido. Deze wetswijziging ging per 1 januari 2009 in en was met name bedoeld ter verbetering van de financieringsfunctie. De belangrijkste wijzigingen waren: • beëindiging van de hypotheekverstrekking aan eigen personeel • mogelijkheid tot variabele kasgeldlimiet voor gemeenschappelijke regelingen • de kwartaalrapportages voor het toezicht op de kasgeldlimiet vervallen • de renterisiconorm mag voor gemeenten niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Algemene ontwikkelingen
Geldleningen In 2013 zullen geen renteherzieningen van geldleningen plaatsvinden. Wel vervalt er in januari een geldlening van € 6 miljoen. Waarschijnlijk zal er dan wederom een liquiditeitstekort ontstaan en opnieuw geld moeten worden aangetrokken.
Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 verplicht gaan schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Schatkistbankieren houdt in dat eventuele tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. De rente die vergoed wordt zal gelijk zijn aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. Deze maatregelen heeft waarschijnlijk geen gevolgen voor de gemeente Dinkelland omdat wij al jarenlang geen overtollige middelen hebben gehad en de meerjaren liquiditeitsprognose deze ook niet voorziet.
Single Euro Payments Area (SEPA) Nationale betalingssystemen (overschrijvingen en incasso’s) gaan over op Europese standaarden. Dit moet uiterlijk 1 februari 2014 zijn gerealiseerd. Daarna zijn de huidige rekeningnummers en betaalmiddelen niet meer te gebruiken. De invoering van SEPA heeft ook grote gevolgen voor de bedrijfsvoering van de gemeente Dinkelland. Enkele veranderingen die doorgevoerd moeten worden zijn: • De gemeente gaat gebruik maken van een langer rekeningnummer, IBAN (International Bank Account Number). • Alle rekeningnummers in onze administraties moeten worden omgezet naar IBAN. Denk bijvoorbeeld aan de salarisadministratie, de uitkeringsadministratie, de financiële administratie en de belastingen. • De standaarden van de meeste betaalmiddelen worden vervangen door nieuwe SEPAstandaarden. Dit heeft gevolgen voor overschrijvingen en incasso’s. Met name de incasso’s verschillen van de huidige. Daarnaast krijgen we voor het verzenden van grote hoeveelheden overschrijvingen en incasso’s te maken met nieuwe technische standaarden. • Aanpassing betaalkaartsystemen, zoals pinautomaten bij burgerzaken en zwembad Dorper Esch.
46
De werkzaamheden om de datum van 1 februari 2014 te kunnen halen, zullen eind 2012 en in 2013 worden uitgevoerd. Dit zal samen met de gemeente Tubbergen en de softwareleverancier worden opgepakt.
Wet HOF (Wet houdbare overheidsfinanciën) Nederland wil gezien de Europese afspraken “strengere” begrotingsregels opnemen in de wet HOF. De beoogde ingangsdatum van deze wet is 1 januari 2013. Gemeenten, provincies en waterschappen dragen bij aan het begrotingstekort van de collectieve sector. Het wetvoorstel bepaalt dat niet alleen het Rijk maar ook het lokale bestuur zich moeten houden aan de strengere begrotingsregels en sanctiemogelijkheden. Het aandeel van de lagere overheden in de 3% is 0,5%. Het gaat om 0,38% voor de gezamenlijke gemeenten, 0,07% voor de provincies en 0,05% voor waterschappen. De lagere overheden dienen hun tekort te houden onder de af te spreken percentages. Tot nu toe worden de lasten van investeringen door gemeenten, anders dan bij het Rijk, over een aantal jaren uitgesmeerd in hun streven naar begrotingsevenwicht. Dit uitsmeren is wellicht verleden tijd hetgeen betekent dat eerst gespaard zal moeten worden alvorens investeringen gedaan kunnen worden. Dit zal er ongetwijfeld toe leiden dat gemeenten minder investeren met alle gevolgen van dien voor de (lokale) economie.
EMU Saldo Het EMU saldo is in grote lijnen het exploitatiesaldo voor bestemming plus de afschrijvingen min de investeringen over een bepaald jaar. Het saldo is te vergelijken met het financieringsresultaat van het Rijk. In 2013 is dit voor de gemeente Dinkelland € 2,167 miljoen. Dat is een begrotingsoverschot van 3,16%. Risicobeheer
Kasgeldlimiet en korte financiering De kasgeldlimiet heeft als doel de financiële gevolgen van schommelingen in de rente op korte leningen (< 1 jaar) te beheersen. De limiet is bepaald op 8,5% van de totale begroting. Kasgeldlimiet Begrotingstotaal 2013 Vastgesteld percentage Kasgeldlimiet
€ (x 1 miljoen) € 68,6 8,50% € 5,83
Een kasgeldlimiet van € 5,83 miljoen betekent dat de gemeente Dinkelland in 2013 tot een bedrag van € 5,83 miljoen met kort geld ( looptijd < 1 jaar) mag financieren.
Renterisiconorm en lange financiering De renterisiconorm is een instrument voor de beheersing van het risico van een rentewijziging. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Er mag dus maar 1/5e deel van de totale begroting aan rentegevoeligheid onderhevig zijn. Renterisiconorm Begrotingstotaal 2013 Vastgesteld percentage
€ (x 1 miljoen) € 68,6 20%
Renterisiconorm Renterisico: herfinanciering + renteherziening
€ 13,7 € 6,2
Ruimte
€ 7,5
In 2013 wordt beperkt renterisico gelopen. Deze blijft echter binnen de renterisiconorm.
47
Gemeentefinanciering
Leningen Onderstaande tabellen geven inzicht in de opgenomen en uitgezette geldleningen: € (x 1 miljoen)
Leningen (opgenomen) Beginstand per 1 januari 2013 Bij:
€ 28,8
nieuwe leningen t.b.v. investeringen
€0
Af:
reguliere aflossingen vervroegde aflossingen Eindstand per 31 december 2013 Leningen (uitgezet) (in €)
Enexis Vordering op Enexis Verkoop Vennootschap Vitens *1 10 jaar Nederlandse staatslening + 1 % punt
Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten Enexis Publiek Belang Elektriciteitsproductie Attero Holding Cogas Vitens Wadinko
€ 7,7 €0 € 21,1 Bedrag ultimo 2012 136.134 874.790 286.410 1.698.956
Rente percentage 9,00% 4,65% *1
Rente bedrag 12.252 0 0 95.019
16.934 96.993 96.993 96.993 463 43.085 93
Dividend 2013 €0 € 70.388 €0 €0 € 740.800 € 32.754 €0
Aantal
Beleggingsportefeuille De gemeente is in 2000 een overeenkomst inzake vermogensbeheer aangegaan met Schretlen en Co. Uit de verkoop van de Bouwfondsaandelen zijn overtollige middelen buiten de publieke taak gezet door de aankoop van aandelen en obligaties in de verhouding 20/80. In 2009 is een begin gemaakt met geleidelijke afbouw van de effectenportefeuille. Ultimo 2011 bezat de gemeente nog voor € 534.700 aan obligaties. In 2013 zal naar verwachting alles zijn verkocht.
48
6.5.
Bedrijfsvoering
Inleiding De bedrijfsvoering zal met ingang van 2013 worden uitgevoerd door de gemeenschappelijke regeling “Werkorganisatie Tubbergen-Dinkelland”. Voor de volledigheid is deze paragraaf exact hetzelfde opgenomen in de begrotingen van zowel de gemeenschappelijke regeling als de beide deelnemende gemeenten. Op 15 maart 2011 is een eerst stap gezet in de intensivering van de bestuurlijke en ambtelijke samenwerking tussen Tubbergen en Dinkelland. Op die datum hebben de gemeenteraden van Tubbergen en Dinkelland ondermeer kennis genomen van de notitie ‘Een verkenning naar samenwerking Tubbergen-Dinkelland, 1+1=3’. In de daarop volgende periode is hard gewerkt aan een stappenplan om de vergaande bestuurlijke en ambtelijke samenwerking concreet vorm te geven. Dit ‘Stappenplan vergaande bestuurlijke en ambtelijke samenwerking Tubbergen – Dinkelland’’ met als ondertitel ‘Samenwerken op 2 sporen’, is op 19 september 2011 door beide gemeenteraden vastgesteld. Voor de ambtelijke samenwerking is daarbij het uitgangspunt vastgelegd dat we één ambtelijke organisatie gaan bouwen ten behoeve van de gemeenten Tubbergen en Dinkelland. Daarbij is het beslist niet de bedoeling om organisatieonderdelen ‘in elkaar te schuiven’, maar vanuit een gedegen visie een nieuwe organisatie vorm te geven. Met ingang van 1 januari 2013 is de nieuwe ambtelijke organisatie een feit. Om één organisatie gestalte te geven is op publiekrechtelijke basis een openbaar lichaam opgericht. Een openbaar lichaam kan als rechtspersoon zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen en draagt bij aan een gemeenschappelijke cultuur en identiteit van de ambtelijke organisatie. Het openbaar lichaam is bij gemeenschappelijke regeling opgericht per 19 september 2012. De gemeenschappelijke regeling benadrukt dat de afzonderlijke gemeenten en haar bestuursorganen behouden blijven. De meeste taken van het openbaar lichaam worden dan ook uitgevoerd in naam van de gemeentelijke bestuursorganen. Dat betreffen: beleidsontwikkeling en beleidsvoorbereiding; uitvoering van het door de gemeentelijke bestuursorganen vastgestelde beleid; inkoop en aanbesteding van opdrachten, behoudens voor zover het de bedrijfsvoering betreft; uitvoering van door de rijksoverheid opgedragen medebewindstaken; toezicht op en handhaving van de hiervoor genoemde uitvoering; Uitsluitend zaken die specifiek zien op de bedrijfsvoering worden in eigen naam van het openbaar lichaam uitgevoerd.
49
Organogram
Toelichting Organigram Gemeenschappelijke Regeling Tubbergen – Dinkelland
Bestuur Gemeenschappelijke Regeling De Gemeenschappelijke Regeling heeft een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). De samenstelling van het AB en het DB is gelijk en bestaat uit de voltallige colleges van burgemeester en wethouders van Tubbergen en Dinkelland.
Directie ambtelijke organisatie Tubbergen – Dinkelland De beide gemeentesecretarissen vormen gezamenlijk de algemene leiding van de nieuwe ambtelijke organisatie. Ze zijn daartoe voorlopig benoemd. Organisatievisie In de organisatievisie op de ambtelijke organisatie Tubbergen-Dinkelland van 1 december 2011 is de doelstelling van de organisatie als volgt geformuleerd:
Wij ondersteunen onze gemeentebesturen in hun streven naar een vitale en zelfredzame samenleving. Een samenleving die vanuit eigen kracht en initiatief maatschappelijke doelen realiseert. Wij zorgen er daarbij voor dat kwetsbare groepen binnen de samenleving mee kunnen blijven doen.
Om aan deze doelstelling te kunnen voldoen is een organisatie met specifieke kenmerken noodzakelijk. Een flexibele, efficiënte, zelfbewuste en professionele ambtelijke organisatie die in staat is om nieuwe ontwikkelingen snel en adequaat op te pakken.
50
Waar de gemeente vertrouwt op een hoge mate van zelfredzaamheid van de samenleving, zal de overheid maatschappelijke initiatieven moeten stimuleren. Bij een ondernemende samenleving hoort dan ook een ondernemende ambtelijke organisatie. Waar de gemeente primair inzet op taken die specifiek door de overheid uitgevoerd moeten worden, zal de gemeente helder moeten zijn in taken die zij wel uitvoert, maar ook in taken die zij niet uitvoert. Daarbij moet de gemeente geen verantwoordelijkheden van derden overnemen. Daarbij hoort zakelijkheid als kernwaarde. Om ons werk als ambtelijke organisatie goed te kunnen doen, moeten wij ons betrokken voelen bij de lokale samenleving, in het bijzonder bij de kwetsbaren in de samenleving. Wij beseffen dat het werkgebied van de nieuwe ambtelijke organisatie verweven is met de typisch Twentse identiteit. De uitwerking van de kernwaarden moet dan ook telkens worden gezien in relatie tot de Twentse volksaard, waarin ‘noaberschap’ zo vanzelfsprekend is. Ook kenmerkende eigenschappen als ‘saamhorig’, ‘nuchter’, ‘betrouwbaar’ en ‘nijver’ sluiten goed aan bij de gekozen kernwaarden voor de nieuwe ambtelijke organisatie. Ten behoeve van de bedrijfsvoering wordt er in de organisatievisie gewag gemaakt van de navolgende relevante uitgangspunten: -
extern gericht pro-actief positief kritisch verantwoordelijkheid laag in de organisatie stimuleren, faciliteren en regisseren en in mindere mate zelf uitvoeren streven naar efficiëncy en effectiviteit resultaatgericht innovatief betrouwbaar verdergaande digitalisering planmatig sensitief horizontale verhoudingen integraal management kwaliteit
Bedrijfsvoering van ‘buiten naar binnen’ Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, planning en control en huisvesting. Voorheen was het aspect van gemeentelijke bedrijfsvoering een interne aangelegenheid waar de buitenwacht weinig weet en interesse in had. Tegenwoordig is dit beeld volledig verlaten en wordt de aard en vorm van de bedrijfsvoering nu meer 'gedicteerd' van 'buiten naar binnen'. De burger verwacht van de gemeente dat deze rechtmatig handelt en betrouwbaar, transparant, doelmatig, doeltreffend en alert is. Daaruit vloeien criteria voort voor de uitkomsten van de bedrijfsvoering. Het welslagen van de begrotingsprogramma's is in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Bovendien is de bedrijfsvoering bij een externe gerichtheid van de gemeente zichtbaar geworden voor de burgers en daarmee een factor voor het imago van de gemeente. Voor de raad is inzicht in de kwaliteit van de bedrijfsvoering daarmee van groot belang. Daartoe zijn de financiële verordening, de verordening doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken en de controleverordening (artikelen 212, 213 en 213a Gemeentewet) vastgesteld.
51
De paragraaf bedrijfsvoering geeft op hoofdlijnen inzicht in de kwaliteit van de bedrijfsvoering. De volgende onderwerpen komen hierbij aan de orde: • Planning en control; • Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid; • Rechtmatigheid en interne controle; • Personeel en organisatie; • Communicatie; • Facilitaire dienstverlening; • Informatievoorziening; • Centrale inkoopcoördinatie. Een goede bedrijfsvoering is geen doel op zich, maar draagt er toe bij dat de doelstellingen van de organisatie worden gerealiseerd. Een moderne bedrijfsvoering en goed gemotiveerd en gekwalificeerd personeel zijn voor het realiseren van de bestuurlijke en organisatorische doelstellingen een vereiste. Leidinggevenden zijn, gegeven de te realiseren doelstellingen, met name verantwoordelijk voor de inzet van middelen en de zorg voor het personeel. "Het werk" wordt primair door de medewerkers van de afdelingen ter hand genomen. De sturingsfilosofie wordt periodiek geactualiseerd. Planning en control Organisatiebreed worden dezelfde methodieken toegepast die er toe leiden dat op een uniforme inzichtelijke en snelle wijze inzicht verkregen wordt in de stand van zaken op het gebied van voortgang in planning, projecten en financiën. Dit is vanzelfsprekend ook van invloed op de kwaliteit van de periodieke informatievoorziening aan de gemeenteraad. De planning en verantwoording geschiedt op een getrapte wijze: van individuele werkplannen per medewerker tot afdelings- managementplannen en van deze plannen tot de uiteindelijke programmaen productenbegroting. Tussentijds wordt via het voor- en najaarsbericht aan de raad gerapporteerd over de voortgang van planning, projecten en financiën. Ten behoeve van de nieuwe organisatie wordt momenteel gewerkt aan een voorstel om te komen tot een eenduidige, transparante en moderne planning en controlsystematiek voor de beide gemeenten als wel de gemeenschappelijke regeling werkorganisatie Tubbergen-Dinkelland. Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid In het kader van artikel 213a Gemeentewet is het college verplicht om periodiek onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. Deze onderzoeken worden primair ingezet om de bedrijfsvoering continu te verbeteren. Om dit te bereiken worden de onderzoeken objectief uitgevoerd, waarbij draagvlak en kwaliteit voorop staan. Jaarlijks wordt een onderzoeksplan door het college opgesteld waarin het voornemen om een onderzoek op te pakken over de doelmatigheid en doeltreffendheid van een bepaald proces voor dat jaar kenbaar wordt gemaakt. Rechtmatigheid en interne controle De accountant dient vast te stellen dat de baten en lasten en balansmutaties in de jaarrekening rechtmatig tot stand zijn gekomen. De gemeenteraad heeft de afkadering van de rechtmatigheidcontrole nader geregeld en vastlegt in een zogenoemd controleprotocol, zoals de te hanteren goedkeuringstolerantie, de rapporteringtolerantie, het voor de rechtmatigheidcontrole toe te passen (lokale) normenkader, de wijze en het tijdstip van aanleveren van de te controleren jaarrekening, het te voeren overleg en eventuele tussentijdse rapportages, enzovoorts. Periodiek, drie keer per jaar, worden interne rechtmatigheidaudits uitgevoerd. Sinds een aantal jaar heeft dit er toe geleid dat van de accountant een goedkeurende controleverklaring op het aspect rechtmatigheid is verkregen bij de jaarstukken. Ook in 2013 zijn onze inspanningen er op gericht te waarborgen dat de financiële beheershandelingen plaatsvinden in overeenstemming met de van toepassing zijnde (interne) wet- en regelgeving.
52
Personeel en organisatie De omgeving waarbinnen de gemeente opereert als ook de diverse ontwikkelingen binnen de gemeentelijke overheid zijn zeer dynamisch. Er is sprake van een toename van taken wegens decentralisatie. Denk b.v. aan de Wet werken naar vermogen. Daar staat een centralisatie van taken tegenover. Zo is besloten de brandweer per 1 januari 2013 te regionaliseren en te organiseren in zogenaamde veiligheidsregio’s. Binnen gemeenten wordt gediscussieerd over de opschaling van gemeentelijke taken. Denk b.v. aan de ontwikkeling van regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s), het ontstaan van gemeenschappelijke belastingkantoren, werkpleinen voor sociale uitvoeringsregelingen etc. Binnen de regio is discussie gaande over de opzet van diverse shared services ondermeer ten aanzien van de bedrijfsvoering. Dit alles leidt tot meer principiële discussies binnen gemeenten over haar rol en positie binnen haar maatschappelijke omgeving. Gemeenten gaan hier verschillend mee om. Blijven we zoveel mogelijk autonoom of worden we regiegemeente, steken we in op intergemeentelijke samenwerking of gaan we fuseren. Gaan we taken afstoten en /of uitbesteden. Daarnaast spelen qua bedrijfsvoering nieuwe ontwikkelingen zoals toenemende digitalisering en het nieuwe werken.
Visie Human Resource Mangement (HRM) In HRM staat de afstemming tussen de belangen en ontwikkeling van de medewerker(s) en de doelen en ontwikkeling van de organisatie centraal. De nieuwe medewerker denkt niet in regels, maar durft grenzen te verleggen en denkt in oplossingen. Medewerkers zijn hierbij in staat hun meerwaarde aan te tonen en vragen de kans om zich te bewijzen. Ze brengen mensen bij elkaar en organiseren oplossingen om bij te dragen aan de ontwikkeling van de samenleving om zo mensen verder te helpen. De nieuwe organisatie biedt de mogelijkheid aan medewerkers om tijd- en plaatsonafhankelijk hun werk te doen, waarbij het management stuurt op het behalen van resultaten en het inzetten van de talenten van medewerkers. Deze organisatie zal kenmerken hebben van een flexibele organisatie, waarin vastomlijnde takenpakketten en organisatieonderdelen niet meer bestaan. Vertrouwen is de basis voor deze relatie tussen de medewerker en de organisatie. Er moet ruimte zijn om te leren, maar ook verantwoordelijkheid genomen worden voor de prestaties. Flexibiliteit en aanpassingsvermogen zijn hierbij voorwaarden, om zo te ondernemen met lef. Dit betekent dat men loyaal is aan elkaar, de organisatie en de samenleving. Dit wordt met trots en respect naar elkaar uitgedragen. HRM adviseert en ondersteunt het management en de medewerkers in deze afstemming en relatie. Dit vertaalt zich naar het streven kwaliteiten en talenten optimaal te benutten in de organisatie. Hierbij is oog voor de balans tussen werk en privé.
HRM gesprekkencyclus Bij het streven kwaliteiten en talenten van medewerkers optimaal te benutten in de organisatie is een HRM gesprekkencyclus van groot belang. Immers het actief volgen van en investeren in medewerkers levert een bijdrage aan het behalen van organisatiedoelen omdat zij daarin de succesfactor zijn. De HRM gesprekkencyclus bestaat uit een aantal formele gesprekken tussen medewerker en leidinggevende in het jaar. Leidinggevende en medewerker maken aan de start van een jaar afspraken over te behalen resultaten en de daarbij benodigde ondersteuning/faciliteiten. Gedurende het jaar gaan medewerker en leidinggevende met elkaar aan de slag om de afspraken na te komen. De persoonlijke ontwikkeling van een medewerker krijgt ook de ruimte en wordt gestimuleerd. Na afloop van het jaar maken medewerker en leidinggevende de balans op. Zijn de resultaten behaald? Aan de hand van deze conclusie worden ook weer afspraken voor het nieuwe jaar gemaakt, zo loopt de cyclus door.
53
Strategische personeelsplanning: Naast vergrijzing en ontgroening zijn er ook andere ontwikkelingen waardoor de arbeidsmarkt verkrapt en fragmenteert. Werk staat namelijk steeds minder centraal in het leven van mensen, ze krijgen daardoor ook een andere binding met de organisatie waar ze werken. Daarnaast groeit de diversiteit sterk. Er zijn verder verschillende levensfasen te benoemen en iedere levensfase brengt een andere behoefte met zich mee. Als organisatie zullen we op al deze ontwikkelingen moeten inspringen om zo een kwalitatief personeelsbestand te behouden. Via strategische personeelsplanning zullen we hier de komende jaren op moeten inspringen. Het gaat dan om het vinden, om het boeien en binden, maar ook om het vertrek van medewerkers.
Interne mobiliteit Het getuigt van goed personeelsbeleid maar ook de situatie op de arbeidsmarkt noopt ertoe dat bij het invullen van vacatures er eerst intern gekeken wordt of er kandidaten zijn. Een interne arbeidsmarkt is gerealiseerd voor personeelsleden van alle Twentse plattelandsgemeenten. Vacatures binnen de deelnemende gemeenten worden voor de personeelsleden intern gelijktijdig opengesteld alvorens tot externe werving wordt overgegaan. Hierdoor worden de kansen op doorstroom voor medewerkers vergroot. Kandidaten behoeven niet voor 100% te passen in het competentieprofiel, wel is het noodzakelijk dat binnen een afzienbare periode iemand zich hiernaar kan ontwikkelen. Interne mobiliteit betekent naast organisatorische voordelen (de investeringen in de medewerkers blijven renderen binnen de eigen organisatie) voor de medewerkers een geweldige stimulans. Het komt voor dat medewerkers om diverse redenen hun functie verliezen of zich niet meer op hun plek voelen. Vanuit goed werkgeverschap wordt in die situaties gestreefd om medewerkers naar een andere interne functie of naar een andere organisatie te begeleiden. Afhankelijk van diverse aspecten kan dit naar een structurele functie zijn of op basis van detachering. Gelet op de intergemeentelijke samenwerking op HRM gebied zijn de mogelijkheden hiertoe vergroot.
Taakstelling personele begroting Tubbergen en Dinkelland kennen beide een nog te realiseren taakstelling van € 1.268.000. In beide gemeenten is geconstateerd dat de ambtelijke samenwerking van Tubbergen en Dinkelland een wezenlijke voorwaarde is voor het invullen van deze taakstelling. Daarboven bestaat de overtuiging dat de samenwerking aanvullend structureel minimaal € 1 miljoen jaarlijks kan opleveren. Dit bedrag wordt te zijner tijd opgenomen in de meerjarenbegroting. De totale efficiencywinst van de samenwerking komt daarmee uit op minimaal € 2,3 miljoen structureel. Deze te bereiken winst is geen streven, maar een resultaatsverplichting. Deze voordelen worden bereikt door het treffen van een scala van maatregelen op het terrein van de bedrijfsvoering. Voorbeelden daarvan zijn: • een reductie van ongeveer 30% op het management van de nieuwe ambtelijke organisatie ten opzichte van de huidige twee afzonderlijke organisaties van Tubbergen en Dinkelland.; • een aanzienlijk efficiencyvoordeel op bij de uitvoering van de taken waarvoor de nieuwe ambtelijke organisatie staat, door middel van harmonisatie van beleid en regelgeving. Dit kan bij volledige harmonisatie voor de beleidsvoorbereiding en –uitvoering oplopen tot 35% van de arbeidsinzet. Tubbergen en Dinkelland hebben samen op dit moment ongeveer 180 verordeningen en 150 beleidsregelingen. • een aanzienlijke besparing binnen de werkprocessen, onder meer op het terrein van de informatievoorziening. Op dit moment gebruiken de twee gemeenten gezamenlijk ruim 250 applicaties. We hebben de reële verwachting dat het aantal applicaties met 40% verminderd zal worden. Daarnaast levert een verdere standaardisatie van werkprocessen een substantieel efficiencyvoordeel op. • een substantieel efficiencyvoordeel door een efficiëntere inrichting van de planning- en controlcyclus. Deze opsomming is vanzelfsprekend niet uitputtend, maar geeft wel een indicatie van de aspecten van bedrijfsvoering waarbinnen efficiencyvoordeel wordt behaald.
54
Om dit efficiencyvoordeel te realiseren zijn er wel een aantal harde uitgangspunten/voorwaarden overeengekomen. Zo is er een termijn van vijf jaren genomen alvorens het volledige resultaat is bereikt. Ook is er een budget voor frictiekosten beschikbaar van € 1 miljoen. De kost gaat immers voor de baat uit. Het te realiseren efficiencyvoordeel is bovendien gekoppeld aan de uitvoering van de huidige taken. Dat betekent concreet dat de efficiencykorting wordt toegepast op de uitvoering van het takenpakket, zoals dat bestond op het moment van bekrachtiging van de intensivering van de samenwerking; 19 september 2011. Het takenpakket en de daarmee samenhangende kosten van bedrijfsvoering die op dat moment werd uitgevoerd (en die verwoord en becijferd zijn in de begroting 2012), vormt de basis voor het te behalen efficiencyvoordeel. Voor de uitvoering van nieuwe taken, zoals bijvoorbeeld de decentralisatie van rijkstaken, zal nieuw geld beschikbaar moeten komen. Het is vanzelfsprekend dat efficiencyvoordelen beter te realiseren zijn, naarmate de nieuwe ambtelijke organisatie meer eenduidig kan functioneren. Harmonisatie van beleid is daarbij een absolute voorwaarde. Er wordt uit gegaan van een harmonisatie van 65% van alle verordeningen en 50% van alle beleidsregels. Mochten deze percentages in de praktijk niet gerealiseerd kunnen worden, dan heeft dit vanzelfsprekend een nadelig effect op het te bereiken efficiencyvoordeel. Andersom betekent dit ook dat met een nog verdere harmonisatie van beleid en regelgeving een hoger efficiencyvoordeel kan worden bereikt. Communicatie De gemeente is een dienstverlenende organisatie. Kenmerk daarvoor is dat het beeld dat inwoners, bedrijven, instellingen en andere stakeholders van de gemeente hebben voor een groot deel wordt bepaald door de medewerkers. Wat we vertellen, hoe we ons gedragen, hoe we communiceren en hoe we dienst verlenen. Over beleid, ad hoc situaties, politieke kwesties, regelingen, enz. Dat doen we op alle mogelijke manieren. In de raad, in de media, in een klantencontact aan de balie, op verjaardagen, per brief, per mail, via internet, enz. Communicatie speelt een belangrijke rol in het beeld dat de buitenwereld van de gemeente als dienstverlener heeft. Om optimaal te kunnen opereren als dienstverlener moet communicatie volgens onze visie gericht zijn op interactie, transparantie, acceptatie, verwachtingen, begrip en profilering.
Interactie, transparantie, acceptatie en verwachtingen De gemeente Dinkelland en Tubbergen vinden het belangrijk dat inwoners en stakeholders (kunnen) bijdragen aan de ontwikkelingen in de gemeenten. Door mee te praten, mee te beslissen, zelf ideeën aan te dragen, maar ook door zelf initiatief te nemen (zelfredzaamheid). Hoe meer verantwoordelijkheid burgers zelf nemen, hoe kleiner de rol van de overheid kan worden. Uiteindelijk speelt de overheid dan alleen nog maar een ondersteunende rol: burgers en bedrijven nemen het initiatief en de overheid voegt zich daar pas bij als het nodig is. Zo vindt een omslag plaats van burgerparticipatie (burgers doen met de overheid mee) naar overheidsparticipatie (de overheid doet met burgers mee). Dit sluit aan bij de inhoudelijke opgave ‘meer samenleving, minder overheid’. Anderzijds willen we dat communicatie bijdraagt aan de acceptatie van de gemeente en het gemeentelijk beleid. We willen draagvlak voor onze plannen en geloofwaardige bestuurders die in samenhang, consequent en transparant kunnen opereren. Van belang is dat inwoners en andere stakeholders begrijpen wat wij als gemeenten in al hun facetten willen betekenen, wat we daar concreet aan bijdragen en ondernemen, wat zij van hun gemeente kunnen verwachten en wat de gemeenten van hen verwacht. Facilitaire dienstverlening In de afgelopen jaren is een gemeentelijk gebouwenbestand ontstaan dat omwille van de beheersbaarheid vraagt om een goed overzicht en actueel inzicht in de staat van onderhoud. Bovendien vraagt een dergelijk gebouwenbezit periodiek om herbezinning op het doelmatig en efficiënt gebruik van de gebouwen.
55
Het gebouwenbeheer van alle gemeentelijke gebouwen is op een centrale plek binnen de organisatie ondergebracht. Van alle gemeentelijke gebouwen is een meerjarig (10 jaar) onderhoudsprogramma opgesteld. De brandweerkazernes zullen in het kader van de regionalisering van de brandweer, Veiligheidsregio Twente, per 1 januari 2013 overgedragen worden aan de Veiligheidsregio. Informatievoorziening Informatievoorziening zorgt voor de samenhang in processen, informatiestromen, gegevens en techniek. Ingezet wordt op vergaande digitalisering waarbij een zaak- en procesgerichte werkwijze met vastgestelde normen en standaardisatie ervoor zorgen dat de informatie transparant, actueel, volledig en betrouwbaar is. De informatievoorziening wordt zodanig ingericht dat de organisatie plaats- en tijdsonafhankelijk kan werken. Door een flexibele inrichting kan worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. I-principes zijn concrete richtinggevende uitspraken waaraan het handelen op informatiegebied moet voldoen. Deze principes geven kaders en brengen focus aan. 1. De organisatie richt haar processen zodanig in dat ze de verwachtingen van de klant kan managen; 2. De processen worden kanaalonafhankelijk ingericht; 3. De processen worden efficiënt en effectief ingericht; 4. De organisatie werkt samen met partners binnen en buiten de gemeentegrenzen; 5. De organisatie werkt onder informatiearchitectuur; 6. Vergaande digitalisering als richting en investeren in verdere ontwikkeling van de mogelijkheden voor optimale digitale dienstverlening en modern werkgeverschap. Eén digitale overheid: betere service, meer gemak. Deze landelijke ambitie uit het i-NUP geeft ook voor de nieuwe organisatie een belangrijke richting aan voor onze informatievoorziening. Hierbij moeten burgers en bedrijven zelf hun zaken met de overheid goed en makkelijk kunnen regelen. Snel, op het moment en op de wijze die hen het beste uitkomt. Burgers en bedrijven verwachten betrouwbare informatie in duidelijke taal, één aanspreekpunt en geen overbodige vragen, regels en procedures. Dit vormen onze externe ambities. Ook vanuit de bedrijfsvoering worden nadrukkelijk eisen gesteld en richting gegeven aan onze informatievoorziening. Dit zijn onze interne ambities die we willen realiseren om onze externe ambities waar te kunnen maken. De ambities voor onze gezamenlijke informatievoorziening zijn als volgt, rekening houdend met zowel landelijke, regionale als lokale ambities: Externe ambities 1. Gemeente als loket voor de overheid We presenteren ons als één overheid die voor iedereen toegankelijk en bereikbaar is. Dit betekent dat we ons conformeren aan landelijke standaarden en gebruikmaken van de bouwstenen vanuit het i-NUP. 2. Inwoners, bedrijven en instellingen kunnen zaken met de gemeente tijd- en
plaatsonafhankelijk regelen en de voortgang volgen Voor die producten die digitaal aangevraagd kunnen worden, faciliteren we deze mogelijkheid. Hierbij kan een aanvraag niet alleen digitaal ingediend worden, ook kan de voortgang gevolgd worden alsmede alle documenten die betrekking hebben op de zaak. Op elk gewenst tijdstip kan een aanvraag ingediend en gevolgd worden. Ook andere aanvragen en gegevens die voor hem van toepassing zijn, kan de klant in één en dezelfde afgeschermde internetomgeving raadplegen. Hierbij zorgen we voor goede beveiliging en gaan we zorgvuldig om met de gegevens.
56
Interne ambities 1. We werken plaatsonafhankelijk en tijdsonafhankelijk waar mogelijk Voor de uitvoering van hun taken zijn collega’s in de nieuwe organisatie niet gebonden aan een vaste werkplek of vaste werktijden (openingstijden van balies uitgezonderd). 2. De nieuwe organisatie werkt papierloos In de nieuwe organisatie zijn we voor de uitvoering van onze processen niet langer afhankelijk van papier. Wat wettelijk gezien niet geprint hoeft te worden, leidt enkel een digitaal bestaan. Dat betekent dat we digitaal zaak- en procesgericht gaan werken. 3. Door informatie vast te leggen en te koppelen maken we het mogelijk om zowel betrokken als
efficiënt te werken Klantrelaties zijn van belang bij een ‘betrokken’ organisatie’. Je moet kennis hebben van je klant en de zaken die hij bij de gemeente heeft lopen. Dit maakt het ook mogelijk om je klantcontact efficiënt af te handelen, Datgene wat al bekend is in onze basisregistraties, hoeft niet nogmaals uitgevraagd te worden. 4. Wij hebben op elk moment inzicht in de voortgang, kosten, aantallen en uren om de
organisatie te (be)sturen Het stellen van doelen en het sturen op die doelen is noodzakelijk als je efficiënt wil werken. Daarvoor is het van belang dat je deze doelen meetbaar en inzichtelijk maakt. We moeten toe naar een situatie waarbij het vaststellen van normen, het daarop aanspreekbaar zijn en het willen verbeteren van deze processen ingebakken zit in onze dagelijkse bedrijfsvoering. 5. We werken procesgericht Onze processen vormen de basis voor ons handelen. We onderscheiden hierbij primaire, ondersteunende en besturende processen. We richten onze processen hierbij horizontaal in, met de blik naar buiten gericht. We zijn er tenslotte voor de samenleving. Naast procesgerichtheid zijn flexibiliteit en creativiteit eveneens belangrijke pijlers onder ons handelen. Centrale inkoopcoördinatie Per februari 2010 hebben de gemeenten Dinkelland, Losser en Tubbergen de handen ineen geslagen en gezamenlijk een inkoopcoördinator aangesteld. In 2010 is allereerst gezamenlijk beleid opgesteld. In dit beleid staat wat de uitgangspunten en doelstellingen van de gemeenten zijn bij het inrichten van de inkoopfunctie en het uitvoeren van de inkooptaken. Doel van het nieuwe inkoop- en aanbestedingsbeleid is de organisaties in staat te stellen om bedrijfsmatig, rechtmatig, doelmatig, integer en transparant in gezamenlijkheid in te kopen. De inkoopfunctie wordt gedefinieerd als: Het geheel van activiteiten dat in organisaties wordt vervuld om producten (werken, leveringen en diensten) van externe bronnen te betrekken tegen de voor de organisatie meest gunstige voorwaarden. Medio 2011 heeft de gemeente Losser de samenwerking per 1 januari 2012 beëindigd in verband met de samenwerking die zij zijn aangegaan met Enschede. De gemeenten Dinkelland en Tubbergen streven niet alleen naar samenwerking tussen deze gemeenten, maar ook naar verdere regionale inkoopsamenwerking, tussen de negen Twente plattelandsgemeenten. Naast kennisuitwisseling kunnen hier ook gezamenlijke aanbestedingen uit resulteren. En in een aantal dossiers wordt inmiddels regiobreed opgetrokken. Jaarlijks dienen de gemeenten een aanbestedingskalender op te stellen. Hierin zullen alle voorziene aanbestedingen opgenomen worden. Deze komen uit het contractenregister (aflopende contracten van dat jaar) en uit de geplande projecten voor het komende jaar.
57
6.6.
Verbonden partijen
Algemeen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is, of waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. Het aangaan van banden met verbonden derde partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Het is een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Deze paragraaf is om twee redenen van belang voor de raad. Op de eerste plaats voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe zelf ook kan doen. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Er blijft dus voor de raad nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over bij die programma’s. De tweede reden betreft de kosten – het budgettaire beslag- en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De verbonden partijen, waarbij de gemeente Dinkelland betrokken is, worden hieronder beschreven. Naam Verbonden partij Tubbergen - Dinkelland Het regionaal openbaar lichaam Tubbergen Dinkelland is een samenwerkingsverband van de gemeenten Tubbergen en Dinkelland in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. De vestigingsplaats is Denekamp.
Activiteiten
Bestuurlijk belang
Financieel belang
1.
Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit de leden van de aan de regeling deelnemende bestuursorganen. Het algemeen bestuur wijst al zijn leden aan als leden van het dagelijks bestuur.
De gemeente Dinkelland draagt voor 56,35% bij aan de begroting van de gemeenschappelijke regeling.
2.
In naam van de deelnemende bestuursorganen is het openbaar lichaam in ieder geval belast met: a. beleidsontwikkelin g en beleidsvoorbereidi ng; b. uitvoering van het door de gemeentelijke bestuursorganen vastgestelde beleid; c. inkoop en aanbesteding van opdrachten, behoudens voor zover het de bedrijfsvoering betreft; d. uitvoering van door de rijksoverheid opgedragen medebewindstake n; e. toezicht op en handhaving van de hiervoor genoemde uitvoering. In eigen naam is het openbaar lichaam in ieder geval belast met:
58
Naam Verbonden partij
Activiteiten
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Regio Twente vervult werkzaamheden op het gebied van verkeer en vervoer, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, economische zaken, veiligheid, volksgezondheid, recreatie en toerisme. Sinds 1 januari 2006 is Regio Twente een zogenaamde plusregio in het kader van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waardoor op onderdelen sprake is van verplichte samenwerking.
De gemeenteraad benoemt uit zijn midden én uit het midden van het college een (plaatsvervangend) lid ten behoeve van het algemeen bestuur (Regioraad). De stemverhouding binnen de Regioraad is gebaseerd op het inwonertal van de deelnemende gemeenten.
De deelnemende gemeenten betalen een jaarlijkse bijdrage, naar rato van het inwonertal. De bijdrage van Dinkelland voor 2013 bedraagt: € 938.000.
Veiligheidsregio Twente heeft tot doel de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding. De verplichting tot instelling van en deelname aan een veiligheidsregio vloeit rechtstreeks voort uit de Wet veiligheidsregio’s die op 1 oktober 2010 in werking is getreden. Met ingang van 2013 zal de gemeentelijke brandweer worden overgeheveld naar de Veiligheidsregio.
Op grond van artikel 11 van de Wet veiligheidsregio’s vormen de burgemeesters van de deelnemende gemeenten het algemeen bestuur. Elk lid van het algemeen bestuur beschikt in de vergadering over één stem. Indien het gaat om de vaststelling van de begroting, wijzigingen daarvan en de jaarrekening, beschikt een lid van het algemeen bestuur over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners van zijn gemeente bij aanvang van het kalenderjaar waarin de stemming plaatsvindt (analoog aan de stemverhouding binnen Regio Twente).
De deelnemende gemeenten betalen een jaarlijkse bijdrage op basis van de financiële foto 2011. De bijdrage van Dinkelland voor 2013 bedraagt: € 1.550.000.
EUREGIO heeft tot doel het stimuleren, ondersteunen en coördineren van regionale grensoverschrijdende samenwerking.
De EUREGIO-raad is het politieke orgaan van EUREGIO. De samenstelling is gebaseerd op een partijpolitieke en regionale sleutel. De uitslag van de
De jaarlijkse bijdrage bedraagt € 0,35 per inwoner. De afdracht maakt onderdeel uit van de jaarlijkse bijdrage aan Regio Twente.
a. b.
de bedrijfsvoering; inkoop en aanbesteding van opdrachten ten behoeve van de bedrijfsvoering.
Het openbaar lichaam voert uitsluitend taken uit voor bestuursorganen van Dinkelland en Tubbergen. Regio Twente Het regionaal openbaar lichaam Regio Twente is een samenwerkingsverband van alle 14 Twentse gemeenten in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Regio Twente is gevestigd in Enschede.
Veiligheidsregio Twente Het openbaar lichaam Veiligheidsregio Twente is een verplicht samenwerkingsverband van alle 14 Twentse gemeenten in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. De gemeenschappelijke regeling is op 1 januari 2011 in werking getreden. Veiligheidsregio Twente is gevestigd in Enschede.
EUREGIO EUREGIO is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband van 131 Nederlandse en Duitse overheden. EUREGIO is een eingetragener Verein (e.V.)
Dinkelland heeft in de Regioraad 26.046 van de in totaal 623.612 stemmen. De Regioraad heeft uit zijn midden de burgemeester van Dinkelland aangewezen als lid van het Dagelijks Bestuur van Regio Twente.
59
Naam Verbonden partij
Activiteiten
naar Duits recht. Via Regio Twente is Dinkelland indirect lid van EUREGIO. EUREGIO is gevestigd in Gronau (D)
Bestuurlijk belang
Financieel belang
gemeenteraadsverkiezingen bepaalt welke partijen in de EUREGIO-raad vertegenwoordigd zijn. Het inwonertal bepaalt het aantal zetels per deelnemende gemeente. Dinkelland bezet 2 van de 41 Nederlandse zetels; één collegelid van Lokaal Dinkelland en één raadslid van het CDA.
WOT Het openbaar lichaam Werkvoorzieningschap Oost Twente (WOT) is een samenwerkingsverband van Dinkelland, Losser en Oldenzaal in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. WOT is gevestigd in Oldenzaal.
Het WOT voert voor de deelnemende gemeenten de Wet sociale werkvoorziening uit. Het WOT is 100% aandeelhouder van Top Craft BV, het uitvoeringsbedrijf van het WOT.
Het college wijst uit haar midden twee (plaatsvervangende) leden ten behoeve van het algemeen bestuur aan. In het algemeen bestuur heeft Dinkelland 2 van de 6 stemmen. Één collegelid is daarnaast lid van de Raad van Commissarissen van TopCraft BV.
De deelnemende gemeenten dragen bij in de exploitatielasten. In de begroting is een bijdrage van Dinkelland voor 2013 opgenomen van: € 698.000.
Crematoria Twente Het Openbaar Lichaam Crematoria Twente (OLCT) is een samenwerkingsverband van 13 Twentse en Achterhoekse gemeenten door middel van een gemeenschappelijke regeling. OLCT is gevestigd in Enschede.
Het OLCT is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet op de lijkbezorging. Per 1 januari 2000 zijn deze taken ondergebracht in Crematoria Twente / OostNederland B.V.
De gemeenteraad benoemt uit zijn midden, dan wel uit het midden van het college, één (plaatsvervangend) lid ten behoeve van het algemeen bestuur, op aanbeveling van het college. Door de gemeenteraad is thans een raadslid benoemd in het algemeen bestuur.
Crematoria Twente / OostNederland B.V. keert jaarlijks dividend uit aan OLCT, die het dividend aan de deelnemende gemeenten uitkeert naar rato van het aantal crematies per deelnemende gemeente. Voor 2013 is geen dividenduitkering geraamd.
De Stadsbank Oost Nederland is een intergemeentelijke kredietbank die zich ten behoeve van ingezetenen van de deelnemende gemeenten op maatschappelijk en zakelijk verantwoorde wijze bezighoudt met kredietverstrekking, budgetbeheer, schuldhulpverlening, preventie en voorlichting.
De gemeenteraad benoemt uit zijn midden, dan wel uit het midden van het college, één (plaatsvervangend) lid ten behoeve van het algemeen bestuur. Door de gemeenteraad is thans een collegelid benoemd in het algemeen bestuur.
De bijdrage is deels gebaseerd op een vast bedrag per inwoner en deels op de afname van producten. In 2013 is een bijdrage van Dinkelland geraamd van € 93.000.
De Alte Weberei is het Cultuur- en Toerismecentrum in Nordhorn dat zich ten doel stelt om grensoverschrijdende cultuur en toerisme verder te ontwikkelen.
Dinkelland wordt in de vennootschapsvergadering vertegenwoordigd door de gevolmachtigd portefeuillehouder grensgebied.
Dinkelland heeft € 5.112 bijgedragen in het inlegsaldo van de GmbH en heeft daarmee voor 20% zeggenschap. De GmbH keert geen winst uit.
Stadsbank Oost Nederland Het openbaar lichaam Stadsbank Oost Nederland is een samenwerkingsverband van 22 Twentse en Achterhoekse gemeenten door middel van een gemeenschappelijke regeling. Stadsbank Oost Nederland is gevestigd in Enschede.
Alte Weberei Kultur- und Tourismuszentrum “Alte Weberei” Nordhorn (D) – Denekamp (NL) Betriebsgesellschaft mbH is een vennootschap naar Duits recht (GmbH), waarvan de “aandelen” in handen zijn van de VVV Nordhorn, de vereniging
De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hebben inmiddels een besluit genomen tot liquidatie. Een voorlopige raming van de eenmalige desintegratiekosten bedraagt: € 8,6 miljoen.
60
Naam Verbonden partij
Activiteiten
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Cogas voorziet ondermeer in de behoefte aan openbare nutsvoorzieningen in de gemeenten die in de vennootschap deelnemen en in haar concessie- en machtigingsgebieden. Dinkelland valt onder het verzorgingsgebied van Cogas.
Dinkelland wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. vertegenwoordigd door een gevolmachtigd raadslid.
Dinkelland bezit 463 aandelen (9,1%), waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. De uitkering aan Dinkelland voor 2013 bedraagt: € 740.800.
Enexis beheert het energienetwerk in zeven provincies in Noord-, Oost-, en Zuid-Nederland, waaronder Overijssel. Dinkelland valt onder het verzorgingsgebied van Enexis.
Dinkelland wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. vertegenwoordigd door de burgemeester.
Dinkelland bezit 96.993 aandelen (0,06%), waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Voor 2013 is een dividenduitkering geraamd van € 70.388.
N.v.t.
N.v.t.
De vordering (geldleningen) van Dinkeland op Enexis bedraagt € 1.166.387. Dit belang is in de administratie gewaardeerd tegen € 12,96. In 2012 is Tranche A (1 geldlening) volledig afgelost. Er is geen renteuitkering geraamd.
N.v.t.
N.v.t.
De vordering (escrow) van Dinkelland op Verkoop Vennootschap B.V. bedroeg € 518.000. Door een schikking is in 2011 een bedrag van € 232.000 ontvangen. In 2015 ontvangen we € 260.000 min eventuele claims die ondertussen worden ingediend.
Het doel van deze holding is het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en – verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval
Dinkelland wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. vertegenwoordigd door de burgemeester.
Evenals het belang in Enexis, neemt Dinkelland voor 0,06% deel in Attero Holding B.V. Dit belang is in de administratie gewaardeerd tegen € 12,96. Voor 2013 is geen dividenduitkering geraamd.
cultuurcentrum Alte Weberei en Dinkelland. Alte Weberei is gevestigd in Nordhorn (D). Cogas De aandelen van de Naamloze Vennootschap Cogas Holding zijn in handen van 9 Overijsselse gemeenten. Cogas is gevestigd in Almelo
Enexis Holding N.V. In 2009 is besloten om het belang in de commerciële activiteiten van Essent NV te verkopen aan RWE en om aandelen te gaan houden in Enexis Holding N.V. (voormalige Essent Netwerk BV). De aandelen van de naamloze vennootschap Enexis Holding zijn in handen van 6 provincies en 130 gemeenten. Enexis is gevestigd in ’sHertogenbosch. Vordering op Enexis B.V. 4-tal leningen van Essent aan Enexis inzake de verkoop van economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten. Deze lening (vordering) is niet verkocht aan RWE, maar overgedragen aan de aandeelhouders.
Verkoop Vennootschap B.V. De verkopende aandeelhouders hebben een aantal garanties gegeven aan RWE. Het overgrote merendeel van deze garanties is overgedragen aan deze deelneming.
Attero Holding N.V. Afvalverwerkingsbedrijf Essent Milieu heet sinds 1 januari 2010 Attero. Provincies en gemeenten, die ook de aandelen van Essent in handen hadden, blijven aandeelhouders. Essent Milieu is in 2009 buiten de verkoop aan RWE
61
Naam Verbonden partij
Activiteiten
gehouden. Het was de bedoeling om de afvalverwerker aan een andere partij te verkopen, maar dit is niet gelukt omdat er te weinig geld geboden werd.
tot producten voor hergebruik en energieopwekking.
Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. De rechter heeft 2009 N.v.t. bepaald dat Essent haar 50% belang in NV Elektriciteit Productiemaatschappij ZuidNederland (EPZ) niet mag verkopen aan RWE. EPZ is eigenaar en exploitant van de kerncentrale in Borselle. De verkopende aandeelhouders hebben dit belang van Essent in EPZ overgenomen en zal t.z.t. worden verkocht. CBL Vennootschap B.V. Deze vennootschap N.v.t. vertegenwoordigt de verkopende aandeelhouders als medebeheerder van het Cross Border Lease (CBL) Fonds. Dit fonds is een bankrekening (escrow) waarop een adequaat bedrag aan voorziening wordt aangehouden. Claim Staat Vennootschap B.V. Eventuele N.v.t. schadevergoedingsvordering van Essent N.V. en Essent Nederland B.V. op de Staat der Nederlanden die zou kunnen voortvloeien uit de procedure waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de splitsingswetgeving onverbindend zijn. Als gevolg hiervan lijden de aandeelhouders schade. Twence B.V. Op 11 mei 2011 heeft het algemeen bestuur van de Regio Twente (Regioraad) besloten om de aandelen Twence over te dragen aan de aan Regio Twente deelnemende gemeenten. Door de aandelenoverdracht wordt ondermeer Dinkelland individueel aandeelhouder in Twence B.V. Op 28 juni 2011 heeft het college van Dinkelland, gehoord de
Twence B.V. is het afvalverwerkingsbedrijf dat al het huishoudelijke afval en veel van het bedrijfsafval binnen de regio Twente verwerkt. De oorspronkelijke overweging voor Regio Twente om in Twence B.V. deel te nemen was om in regionaal verband bedrijfs- en huisafval te verwerken waarbij de schaalgrootte
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Dinkelland wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. vertegenwoordigd door de burgemeester.
In 2012 heeft Enexis haar belang verkocht aan RWE. Hierdoor heeft de gemeente een bedrag van € 560.000 ontvangen. Voor 2013 is geen dividenduitkering geraamd.
N.v.t.
Dit belang is in de administratie gewaardeerd tegen € 12,96. Er is geen rente ontvangen in 2012. Voor 2013 is geen renteuitkering geraamd.
N.v.t.
Dit belang is in de administratie gewaardeerd tegen € 12,96.
Overeenkomstig het collegebesluit van 28 juni 2011 wordt Dinkelland in de Algemene vergadering van Aandeelhouders van Twence B.V. vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Afval.
Dinkelland bezit 34.056 aandelen (4,2%). Twence keert jaarlijks € 2,5 miljoen + 40% van de netto winst na belasting als dividend uit. Het extra dividend boven de basisuitkering van € 2,5 miljoen is de komende 10 jaren bestemd voor de Agenda van Twente.
62
Naam Verbonden partij
Activiteiten
gemeenteraad, besloten tot deelname aan Twence B.V.
zou resulteren in voor burgers (en bedrijven) acceptabele tarieven.
Vitens De aandelen van de Naamloze Vennootschap Vitens zijn in handen van 5 provincies en 109 gemeenten. Vitens is gevestigd in Utrecht.
Wadinko De aandelen van de Naamloze Vennootschap Wadinko zijn in handen van de provincie Overijssel en 24 gemeenten. Wadinko is gevestigd in Zwolle.
BNG De aandelen van de Naamloze Vennootschap Bank Nederlandse Gemeenten zijn voor de helft in handen van de Staat en voor de andere helft in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. BNG is gevestigd in Den Haag.
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland en verzorgt de drinkwatervoorziening voor 5,4 miljoen mensen in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in Drenthe en Noord-Holland. Dinkelland valt onder het verzorgingsgebied van Vitens.
Dinkelland wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. vertegenwoordigd door de burgemeester.
Dinkelland bezit 43.085 aandelen (0,858%), waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Voor 2013 is een dividenduitkering geraamd van € 32.754.
Wadinko is een regionale participatiemaatschappij, die de bedrijvigheid - en daarmee de werkgelegenheid - wil bevorderen in Overijssel, de Noord-Oostpolder en Zuidwest Drenthe. Wadinko is opgericht vanuit de Waterleiding Maatschappij Overijssel, waar ook Dinkelland in deelnam.
Dinkelland wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. vertegenwoordigd door de burgemeester.
Dinkelland bezit 93 aandelen (3,893%), waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Voor 2013 is geen dividenduitkering geraamd.
De BNG heeft ten doel de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. De BNG is huisbankier van Dinkelland.
Dinkelland wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. vertegenwoordigd door de burgemeester.
Dinkelland bezit 16.934 aandelen (0,03%), waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Voor 2013 is geen dividenduitkering geraamd (zie hoofdstuk algemene dekkingsmiddelen).
63
6.7.
Grondbeleid
Algemeen De bouwgrondverkopen blijven in de eerste helft van 2012 achter bij de prognoses. Dit wordt met name veroorzaakt door aanhoudende onzekerheid in de markt, terughoudendheid van financiële instellingen om kredieten te verstrekken, de arbeidsmarktsituatie, de discussie hypotheekrenteaftrek en forse bezuinigingen van de overheid. Stagnerende verkopen hebben gevolgen voor de grondexploitaties; daardoor zullen de rentelasten gaan toenemen. Door continue de vinger aan de pols te houden en bij te sturen daar waar dat noodzakelijk is, wordt getracht om het grondbedrijf voor de langere termijn financieel gezond te houden. Grondbeleid In 2011 is de nieuwe nota grondbeleid door de raad vastgesteld. Verschillende ontwikkelingen hebben hier aan ten grondslag gelegen: • Voor het grondbeleid relevante wet- en regelgeving is gewijzigd. Met name van belang zijn de nieuwe Wet ruimtelijke ordening met daarin de grondexploitatiewet en de recente jurisprudentie rondom het aanbestedingsrecht. • De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 een omgevingsvisie en omgevingsverordening vastgesteld voor de periode 2010-2015. Belangrijke uitgangspunten zijn dat Dinkelland alleen nog mag bouwen voor lokale (eigen) behoefte en er dient een verschuiving plaats te vinden naar binnenstedelijke ontwikkelingen. • In het kader van de prestatieafspraken met de Provincie Overijssel zijn afspraken gemaakt over het aantal woningen dat Dinkelland tot 2015 mag realiseren. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over het aantal hectares waarop Dinkelland bedrijventerrein mag realiseren tot 2015. • Sociaal maatschappelijke ontwikkelingen, zoals vergrijzing en krimp. De nota grondbeleid gaat er vanuit dat het reeds jarenlange gevoerde actieve grondbeleid niet in zijn oude omvang wordt doorgezet. Omdat de prognoses voor bouwkavelverkopen neerwaarts zijn bijgesteld, conform de Woonvisie en de prestatieafspraken met de provincie, kan voor de komende jaren worden volstaan met de bouwgrondvoorraden binnen de huidige complexen. Om de prognoses ook daadwerkelijk te kunnen realiseren zal de gemeente steeds actiever moeten gaan handelen. Bijvoorbeeld een beter gedifferentieerd kavelaanbod, passende grondverkoopvoorwaarden etc. De complexen in 2012 en verder In 2012 zijn alle complexen geactualiseerd. Daarnaast is een geactualiseerd overzicht opgesteld van de te verwachten kosten en opbrengsten per complex. Zie het overzicht bouwgrondexploitaties per 31 december 2011 (Jaarstukken 2011, Pagina 111). Hierbij is een verdeling gemaakt in complexen in exploitatie en complexen nog niet in exploitatie.
A. Complexen nog niet in exploitatie. Het gaat hierbij om de complexen waarvoor de raad nog geen grondexploitatie heeft vastgesteld. De verwachting is dat de boekwaarde van “complexen nog niet in exploitatie” naar beneden kan worden bijgesteld. Vanuit de nog op te stellen beleidsnota Ruilgronden, welke betrekking zal hebben op het complex Ruilgronden, zal worden bezien welke gronden ontwikkelpotentie hebben en welke al dan niet kunnen worden afgestoten. Een van de doelen van de beleidsnota Ruilgronden is het verlagen van de huidige boekwaarde op complex Ruilgronden.
64
B. Complexen in exploitatie. Het gaat hierbij om de complexen waarvoor de raad een grondexploitatie heeft vastgesteld. In het overzicht van de in exploitatie genomen complexen is rekening gehouden met toekomstige waardeontwikkeling. Hierbij wordt geen rekening gehouden met tussentijdse winstnemingen. Dit met name vanuit het risico dat eerst de opbrengsten moeten zijn gerealiseerd. In de huidige onzekere marktomstandigheden wordt dus niet geanticipeerd op nog te realiseren grondopbrengsten. Dit is volgens de regels van BBV niet toegestaan. Door elk jaar alle grondexploitaties te actualiseren zal bij vaststelling van de jaarrekening een voorstel worden gedaan omtrent eventuele winstnemingen. Zowel het uitgifte-tempo als ook de prognose van de grondverkoopprijzen zijn hierin doorgevoerd. Voorlopig wordt geen rekening gehouden met een verdere grondprijsverlaging danwel stijging. Financiële situatie De verwachting is dat naast investeringen in de nieuwe complexen aanzienlijk meer bouwgrond zal moeten worden verkocht waardoor uiteindelijk de totale boekwaarde van alle complexen de komende jaren verder zal kunnen gaan afnemen. Dit is afhankelijk van de hoeveelheid daadwerkelijk verkochte bouwgrond. Het afzetrisico, door de aanhoudende onzekere marktomstandigheden, van de bouwkavels zal de komende tijd een steeds groter risico gaan vormen. Om dit risico voor de gemeente beheersbaar te houden zullen we nog actiever de markt gaan benaderen, de gronduitgifte voorwaarden actueel houden en de verkavelingen nog beter afstemmen op de vraag uit de markt. Alle grondexploitaties (van de complexen in exploitatie) zijn geactualiseerd en doorgerekend op basis van de vastgestelde grondprijzen 2012, verwachtingen kosten bouw- en woonrijp maken en de meest actuele boekwaarde per 1-1-2012. Ook de fasering van de gronduitgifte is voorzichtig toegepast. Deze past binnen de Woonvisie en de prestatieafspraken met de Provincie. De verwachtingen voor de vastgestelde grondexploitaties voor woningbouwcomplexen zullen de komende jaren sterk afhankelijk zijn van de verkoopresultaten van woningbouwkavels en de hoogte van de gronduitgifteprijzen. Voor de bedrijventerreinen zijn de vooruitzichten financieel somber. Dit wordt veroorzaakt doordat deze complexen een hoge boekwaarde hebben in combinatie met een vertragende kaveluitgifte. Daardoor blijven de boekwaardes van deze complexen aan de hoge kant. Deze grondexploitaties kunnen dus weinig tot geen financiële tegenvallers meer opvangen. Reserve grondexploitatie Door een winstneming in 2011 uit het Pierik is de reserve in 2011 van voldoende omvang geweest om een aantal verliesnemingen op te kunnen vangen. Ook voor de komende jaren wordt op winstnemingen uit het Pierik gerekend om toekomstige tegenvallers (verliesnemingen) op te kunnen vangen. De geprognosticeerde winstnemingen (bij afsluiting van de complexen) voor de jaren 2013 t/m 2016 zijn: Bedragen x € 1.000 Winstnemingen
2013 -21
2014 17
2015 587
2016 -25
Door de winstnemingen zou de reserve in bepaalde scenario’s van voldoende omvang kunnen blijven. Daarvoor zullen in 2012 nog risicoscenario’s worden geschetst. Door continue de vinger aan de pols te houden (jaarrekening, voorjaars- en najaarsbericht) zal een zo betrouwbaar mogelijk beeld worden geschetst. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de reserve grondexploitatie voor de komende jaren van voldoende omvang zal zijn.
65
Reserve Dusinksweg De eerste fase is financieel afgedekt. Over de tweede fase heeft nog geen politieke besluitvorming plaatsgevonden en zijn ook nog geen dekkingsmiddelen gereserveerd. Gelet op de huidige financiële situatie van de verschillende grondexploitaties en de hoogte van de reserve grondexploitatie is het niet te verwachten dat de komende jaren financiële middelen hieruit overblijven ten behoeve van de aanleg van de tweede fase Dusinksweg. Samengevat De gemeente blijft nog steeds bouwkavels verkopen. Daarbij kan op voorhand niet worden uitgesloten dat de prognoses niet altijd zullen worden gehaald. Vooralsnog zijn de grondexploitaties voorzichtig geprognosticeerd en wordt niet geanticipeerd op winstnemingen. Mochten de bouwgrondverkopen verder achteruitgaan en/of verdere grondprijsverlagingen worden toegepast dan dient rekening te worden gehouden dat een aantal grondexploitaties met tekorten worden geconfronteerd. Waarbij een beroep op de reserve grondexploitatie zal moeten worden gedaan. De ingezette wijze van een actieve marktbenadering zal zeker worden voortgezet en daar waar mogelijk worden geïntensiveerd. Ook de uitkomsten van het woningmarktonderzoek 2012 zullen worden meegenomen om eventueel bij te kunnen sturen om de komende jaren marktconform bouwkavels te kunnen blijven verkopen.
66
6.8.
Demografische ontwikkelingen
Aanleiding Dinkelland wil tijdig inspelen op een veranderende demografische context en de gevolgen daarvan voor de samenleving. Onderzoek leert dat in zowel Dinkelland als Tubbergen de eerste verschijnselen van krimp optreden. In Dinkelland manifesteert de krimp zich op dit moment sterker dan in Tubbergen. Beide gemeenten kennen een afnemende bevolkingsgroei. De voornaamste oorzaak is het kleiner aantal kinderen dat geboren wordt. Er is dan ook al enige tijd sprake van een proces van ontgroening. Het aantal jongeren is nog wel relatief groot in verhouding tot de regio Twente en Nederland, maar zal door het dalende geboortecijfer de komende jaren afnemen. Een belangrijke trend in beide gemeenten is de groei van het aantal alleenstaanden. Opmerkelijk is het grote aantal mensen in de leeftijd 40 tot 60 jaar. De vergrijzing is nu nog zeer gering, maar zal gelet op het grote aantal mensen in deze leeftijdsgroep de komende jaren snel toenemen. Deze demografische realiteit staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een complex geheel van economische, sociale, politieke en financiële ontwikkelingen. Dergelijke ontwikkelingen grijpen in elkaar en kunnen niet los van elkaar worden beschouwd. De lokale overheid heeft op de meeste van deze ontwikkelingen slechts beperkt invloed. Bovendien zijn de demografische trends op zichzelf niet of nauwelijks beïnvloedbaar. In dat licht is het verstandig om demografische processen in ogenschouw te nemen, ook in het perspectief van andere “grote” trends. Echter niet om deze trends te willen keren, maar om goed te kunnen inschatten wat de concrete gevolgen ervan zijn voor de gemeente, haar inwoners en de voorzieningen. Met deze kennis kan zinvol beleid worden gemaakt, dat binnen de reikwijdte en invloedssfeer van de gemeente ligt. Stand van zaken Zowel binnen Dinkelland alsook binnen Tubbergen bestaat een groeiend besef dat bevolkingsontwikkelingen relevant zijn. De uitdaging is nu om van besef tot gedragsverandering te komen. De veranderende demografische context biedt zowel perspectief als noodzaak voor versterkte samenwerking tussen beleidsterreinen. Specifiek gaat het daarbij om onderwijs, werken, wonen alsmede zorg en welzijn. Reeds in 2011 is ervoor gekozen om in samenwerking met Tubbergen de inhoudelijke gevolgen van krimp te analyseren en ideeën en argumenten daarover uit te wisselen. In ambtelijke en bestuurlijk themabijeenkomsten is vastgesteld dat krimp niet alleen een dreiging is, maar ook kansen biedt om in de komende tijd het gemeentelijk beleid toekomstbestendig te (her)formuleren. Hoewel er sinds 2011 ten aanzien van demografische ontwikkelingen met name ingezet op coördinatie tussen beleidsterreinen en afstemming tussen Dinkelland en Tubbergen, zijn inmiddels wel degelijk concrete resultaten te benoemen. Zo is ten aanzien van de onderwijshuisvesting een goede basis gelegd met het rapport “Samen scholen 2030”. Dit is evenwel niet voldoende om de maatschappelijke effecten die samenhangen met demografische ontwikkelingen op adequate wijze tegemoet te treden. De effecten die samenhangen met krimp vragen een wezenlijk andere benadering dan de positie die de lokale overheid tot op heden heeft gekozen. De rol van de gemeente zal mede als gevolg van demografische ontwikkelingen fundamenteel veranderen. Vervolgaanpak Om de veranderende rol van de overheid, mede als gevolg van demografische ontwikkelingen, op een goede wijze in te vullen, wordt binnen de nieuwe “Werkorganisatie Tubbergen-Dinkelland” een organisatieonderdeel ingericht dat zich primair richt op het bereiken van maatschappelijke effecten: het domein ‘Maatschappelijke Effecten’. Binnen dit domein wordt met een programmatische aanpak expliciet gestuurd op het bereiken van doelen die een zichtbare bijdrage moeten leveren aan de beoogde maatschappelijke effecten. Deze doelen worden nagestreefd in afzonderlijke programma’s,
67
die onderling samenhangende doelen kennen. Aangezien krimp een sociaal-maatschappelijk gegeven is en als zodanig niet of nauwelijks te beïnvloeden, wordt er uitdrukkelijk niet voor gekozen om demografische ontwikkeling of krimp als afzonderlijk programma te benoemen. In plaats daarvan zullen demografische ontwikkelingen een speerpunt vormen binnen alle nog te definiëren programma’s. Juist vanwege de sociaal-maatschappelijke impact van krimp vormen demografische ontwikkelingen de verbindende schakel tussen de verschillende programma’s. Elk programma wordt namelijk beïnvloed door de maatschappelijke effecten die demografische ontwikkelingen met zich meebrengen. Momenteel wordt door de nieuwe programmamanagers de laatste hand gelegd aan de inrichting van de verschillende programma’s. Naar verwachting zullen deze programma’s op korte termijn ter bestuurlijke bespreking worden voorgelegd. Deze programma’s zullen daarbij expliciet worden beoordeeld op de mate waarin demografische ontwikkelingen zijn betrokken. Vanzelfsprekend zullen bij de verdere uitwerking van de programma’s actuele onderzoeken en ontwikkelingen worden betrokken. Over de programma’s, en daarmee vanzelfsprekend ook over demografische ontwikkelingen, zal periodiek gerapporteerd worden binnen de planning- en controlcyclus.
68
7. In 1) 2) 3) 4)
Financiële positie
dit hoofdstuk zal (meerjarig) inzicht worden verschaft in: algemene uitkering uit het gemeentefonds reserves en voorzieningen incidentele baten en lasten investeringsplan
7.1.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Juni circulaire 2012 Jaarlijks informeert het Rijk door middel van de diverse circulaires de gemeenten over de ontwikkelingen van het Gemeentefonds en de daarmee samenhangende algemene uitkering. De meicirculaire is daarbij voor de gemeenten belangrijk, omdat die op basis van de recente macro economische cijfers een doorkijk biedt voor het lopende jaar en de jaren daarna. Dit jaar is er een junicirculaire verschenen, en niet een meicirculaire zoals we gewend zijn. Dat heeft alles te maken met het Begrotingsakkoord 2013 en het Overhedenoverleg dat daarover op 4 juni 2012 heeft plaatsgevonden. Het akkoord en het overleg stonden vanzelfsprekend in het teken van de moeilijke budgettaire situatie van de overheid. In het Begrotingsakkoord zijn keuzen gemaakt om de financiële positie van Nederland te verbeteren door middel van een pakket aan maatregelen van afgerond 12 miljard euro in 2013. Iedereen wordt dan ook geraakt door het Begrotingsakkoord. De financiële uitdagingen waar ons land voor staat vragen ook bijdragen van provincies en gemeenten. In deze circulaire zijn de budgettaire gevolgen van de voorjaarsbesluitvorming voor het gemeentefonds verwerkt, alsmede de mutaties als gevolg van eerdere besluitvorming. De uitkomsten hiervan zijn in de junicirculaire verwerkt en vormen daarmee de basis voor de begroting 2013. Financiële gevolgen voor de gemeente Dinkelland:
Algemene uitkering van 2013 t/m 2016: Hieronder een overzicht van de ontwikkeling van de algemene uitkering. We volgen de bedragen van de decembercirculaire (voorjaarsbericht 2012) richting de financiële situatie van de junicirculaire 2012 (begroting 2013). BRUTO mutatie algemene uitkering Financiële analyse algemene uitkering uit het gemeentefonds (junicirculaire 2012) BRUTO Bedragen x € 1.000 Jaar 2013 Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Decembercirculaire 2011 20.673 20.926 20.551 21.206 Junicirculaire 2012 20.146 20.436 20.148 20.805 BRUTO-effect op de begroting
-527
-490
-403
-401
Het betreft hier de bruto mutaties. Taakmutaties, specifieke uitkeringen en (aanpassingen in) vereveningen hebben effect op de exploitatie. Deze worden verderop uitgewerkt om te komen tot een overzicht van het netto effect op de (meerjaren)begroting.
69
Analyse junicirculaire ten opzichte van decembercircualire 2013 2014 2015 2016 Berekening beginstand 20.673.412 20.926.378 20.551.467 21.205.866 Uitkeringsfactor
Accresmutaties 2012 - 2016 in junicirc. 2012 tov voorgaande circulaires *1 Verdeelreserve 2010 Overige ontwikkelingen (incl. integraties) Afrondingsverschil Subtotaal:
-552.346 13.809
-356.249 13.702
-269.090 13.454 13.454
-339.419 13.577
-538.537
-342.548
-242.181
13.577 -312.266
-69.043 -69.043
-219.230 -219.230
-228.726 -228.726
-162.921 -162.921
-6.658 -17.025
-6.786
-6.781
-6.939
-23.684
-6.786
-5.650 -12.431
-6.939
104.784
104.784
104.784
104.784
106.080 -5.915 204.949
106.080 -5.915 204.949
106.080 -5.915 204.949
106.080 -5.915 204.949
-102.973 -102.973
-129.061 -129.061
-128.416 -128.416
-129.058 -129.058
Ontwikkeling uitkeringsbasis
Ontwikkeling uitkeringsbasis 2012 ev in junicirc 2012, mutaties tov voorgaande circulaires *2 Subtotaal:
Taakmutaties
Uitvoeringskosten inburgering mGBA Nationaal uitvoeringsprogramma Subtotaal:
IU/DU/SU
Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) *3 Impuls Brede scholen combinatiefuncties (DU) *4 Centra voor jeugd en gezin (DU) *5 Subtotaal:
WOZ
WOZ-herwaardering en aanpassing rekentarieven *6 Subtotaal:
Kleine verschillen (redenen met bedragen onder € 5.000) Totaal verschil Berekening eindstand
1.454 2.783 2.875 5.269 -527.834 -489.893 -403.930 -400.966 20.145.579 20.436.485 20.147.537 20.804.900
*1 Accresmutaties De doorwerking van de voorjaarsbesluitvorming en de maatregelen uit het Begrotingsakkoord leiden via de trap-op-trap-afsystematiek tot afnemende accressen. Bij de herberekening van de accressen in september 2012 vindt mogelijk een correctie plaats in verband met de btw-verhoging van 2% punt in oktober 2012, indien deze noodzakelijk is om dubbele compensatie te voorkomen. De btw-verhoging heeft mogelijk een opwaarts effect op de accressen, terwijl tegelijkertijd gemeenten en provincies reeds worden gecompenseerd voor de btw-verhoging via het BTW compensatiefonds. Doet het opwaartse effect zich inderdaad voor dan zal het worden gecorrigeerd. *2 Ontwikkeling uitkeringsbasis Het betreft hier macro-economisch effecten die voor alle gemeenten samen worden uitgerekend en die de uiteindelijke uitkeringsbasis als een soort grote gemene deler bepalen. Het is een technisch verhaal, waarbij dit keer met name de raming van de komende jaren van het aantal bijstandsontvangers, fluctuaties in de raming van de waarde woningen en niet-woningen, het aantal geschatte woonruimten en inwoners bepalen waar de rekenfactoren van 2013 t/m 2016 op uit komen. *3 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Het gaat hier om een deel van de algemene uitkering, die wij jaarlijks ontvangen en die we los moeten zien van de uitgaven en inkomsten die we doen. Die zijn immers afhankelijk van het beleid zoals we dat zelf invullen. *4 Impuls Brede scholen combinatiefuncties De Brede impuls combinatiefuncties richt zich op de realisatie van combinatiefuncties, inclusief buurtsportcoaches. Deze impuls betreft de bestaande Impuls brede scholen, sport en cultuur, uitgebreid met de inzet van buurtsportcoaches vanuit het VWSprogramma Sport en bewegen in de buurt. De impuls gaat verder onder de naam “Brede impuls combinatiefuncties”.
70
De gemeente Tubbergen neemt al deel aan deze regeling. Wij gaan samen met de gemeente Tubbergen door een externe partij een onderzoek laten uitvoeren. De kosten vallen onder de reikwijdte van de impuls en kunnen hieruit worden gedekt. Uit het onderzoek zal moeten blijken of in 2013 de gemeente Dinkelland een start kan worden gemaakt met de uitvoering van deze impuls. Voorlopig is een bedrag als last opgenomen dat gelijk is aan de inkomst binnen de algemene uitkering. Dat komt tot uiting in de berekening van het netto effect dat u verderop aantreft. *5 Centra voor jeugd en gezin Dit betreft een correctie op de decentralisatie-uitkering waarover we eerder hebben gecommuniceerd. Ook hier een bijstelling aan de uitgavenkant (netto effect) die is verwerkt in deze begroting. *6 WOZ waarden Sinds 1997 wordt op basis van de nieuwe Financiële-verhoudingswet in het gemeentefonds rekening gehouden met verschillen in de belastingcapaciteit van gemeenten. Als gevolg van verschillen in waarde van de onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit uiteen tussen gemeenten. De belastingcapaciteit waar in het gemeentefonds rekening mee wordt gehouden, wordt voor iedere gemeente met dezelfde tarieven berekend. Deze tarieven worden de rekentarieven genoemd en zijn in het verleden vastgesteld op het gemiddelde tarief op dat moment van alle gemeenten.
Verevening algemene uitkering: Fluctuaties in de algemene uitkering worden met name veroorzaakt door de ontwikkeling van uitgaven van het Rijk en taakmutaties. Om de uitkering beter in de pas te laten lopen met onze structurele uitgaven en inkomsten is bij de begroting 2012 een “egalisatiereserve algemene uitkering” gevormd. Met deze reserve vangen we ook de door het Rijk gehanteerde “kasschuif” op. Wij stellen voor de bedragen aan te passen conform onderstaand overzicht: Verevening algemene uitkering Jaar 2013 Correctie verevening algemene uitkering Junicirculaire 2012 20.146
Bedragen x € 1.000
kasschuif NUP (najaarsbericht 2011) Verevening conform voorjaarsbericht 2012 Correctie richting jaarlijkse stijging 1 % Correctie na raadsbericht junicirculaire 2012 Stand na junicrculaire 2011 Stijging circa 1 % per jaar
-50 -125 150 50 20.171
Jaar 2014
Jaar 2015
Jaar 2016
20.436
20.148
20.805
-50 -175 100
210 150
-100
20.311
-50 20.458
20.705
140
147
247
Door middel van een raadsbericht bent u in een vroegtijdig stadium geïnformeerd over de effecten van de junicirculaire. In afwijking daarvan hebben we op basis van voortschrijdend inzicht in 2013 € 50.000 extra uit de reserve verevening algemene uitkering gehaald om hetzelfde bedrag in 2015 weer terug te storten. Op die manier brengen we meer balans in ons meerjarenperspectief. Hieronder de ontwikkeling van de egalisatiereserve. Ontwikkeling egalisatiereserve algemene uitkering Jaar 2013 Jaar 2014 stand 1 januari 235 210 kasschuif NUP 50 50 verevening conform voorjaarsbericht 2012 125 175 verevening in begroting 2013-2016 -200 -100 stand 31 december 210 335
Bedragen x € 1.000
Jaar 2015 335 -210 -150 50 25
Jaar 2016 25 100 125
71
Netto effect op de begroting: NETTO effect ontwikkeling algemene uitkering uit het gemeentefonds (junicirculaire 2012) Bedragen x € 1.000 Jaar 2013 Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016
Algemene uitkering na verevening decembercirculaire 2011 (voorjaarsbericht 2012) junicirculaire 2012
20.498 20.171
20.701 20.311
20.911 20.458
21.106 20.705
-327
-390
-453
-401
Impuls brede scholen combinatiefuncties Centra voor jeugd en gezin
-106 6
-106 6
-106 6
-106 6
subtotaal effect op de exploitatie
-100
-100
-100
-100
NETTO-effect op de begroting
-427
-490
-553
-501
subtotaal netto mutatie algemene uitkering Effect op de exploitatie
In het raadsplan 2013 hadden we op basis van eerdere bezuinigingsronden een bedrag van € 0,9 miljoen als structurele tegenvaller aangekondigd maar niet verwerkt. Gezien de financiële ontwikkeling op basis van de junicirculaire werden we bij het opstellen van deze begroting genoodzaakt maatregelen te nemen tot een bedrag van € 0,5 miljoen.
Actuele zaken: • • •
•
De herverdeling van de gemeentefondsclusters is uitgesteld tot 2014. We moeten rekening houden met een forse aanpassing in de verdeelmethodiek. De overgang van de Awbz-begeleiding per 2013 is voorlopig uitgesteld. De Wet Werken naar Vermogen is controversieel verklaard. De kans is groot dat het niet doorgaat. Die geldstroom zou overigens niet via de algemene uitkering geleid worden, maar via een specifieke uitkering. De decentralisatie van de taak jeugdzorg gaat volgens huidige planning nog gewoon door. Echter niet meer vanaf 2014 gefaseerd, maar in één keer in 2015, wel met een voorbereidingsjaar.
72
7.2.
Reserves en voorzieningen
Reserves Omschrijving Bedragen x € 1.000
Jaar
Algemene reserve
2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016
Reserve dekking kapitaallasten accommodaties
Reserve bovenwijkse voorzieningen
Reserve grondexploitatie
Reserve rente egalisatie
Reserve digitalisering archief en bestemmingsplannen
Reserve ICT plan/ dienstverleningsconcept
Reserve gemeentehuis
Reserve onderhoud gebouwen
Reserve huisvesting onderwijs
Reserve dividend WMO beheer
Reserve dekk.kap.lst. Kinderopvang brede school meander
Reserve majeure projecten
Reserve FPU
Reserve dekking kapitaallasten werf en kazernes
Reserve invoering Wmo en zorgloket
Reserve conversie aandelen Vitens
Saldo begin van het jaar 7.608 7.108 7.108 6.608 3.393 3.343 3.298 3.257 748 987 1.166 1.094 1.826 1.719 1.770 2.393 908 908 908 908 67 68 69 70 346 337 381 521 451 273 176 129 772 504 428 -10 315 406 510 637 8.000 8.000 8.000 8.000 234 227 220 213 1.559 336 576 816 123 74 41 0 2.470 2.341 2.212 2.083 170 79 -3 0 1.698 1.509 1.320 1.131
Dotatie
0 0 0 0 215 213 210 208 239 179 178 173 40 76 648 48 36 36 36 36 1 1 1 1 7 44 140 10 18 11 7 5 0 90 85 225 1.237 1.263 1.290 1.317 320 320 320 320 0 0 0 0 400 240 240 0 2 1 1 0 0 0 0 0 3 13 37 0 0 0 0 0
Onttrekking
Dekking i.v.m. afschr
500 0 500 0 0 0 0 0 0 0 250 0 147 25 25 25 36 36 36 36 0 0 0 0 16 0 0 126 193 105 51 34 268 166 523 214 256 285 314 342 320 320 320 320 0 0 0 0 1.623 0 0 0 51 34 42 0 0 0 0 0 94 95 34 0 189 189 189 189
0 0 0 0 265 258 251 224 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 3 3 3 0 0 0 0 890 874 849 830 0 0 0 0 7 7 7 7 0 0 0 0 0 0 0 0 129 129 129 129 0 0 0 0 0 0 0 0
Saldo einde van het jaar 7.108 7.108 6.608 6.608 3.343 3.298 3.257 3.241 987 1.166 1.094 1.267 1.719 1.770 2.393 2.416 908 908 908 908 68 69 70 71 337 381 521 405 273 176 129 97 504 428 -10 1 406 510 637 782 8.000 8.000 8.000 8.000 227 220 213 206 336 576 816 816 74 41 0 0 2.341 2.212 2.083 1.954 79 -3 0 0 1.509 1.320 1.131 942
73
Omschrijving Bedragen x € 1.000
Jaar
Reserve Basispakketten bibliotheek 2011-2015
2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016
Reserve dekk.kap.lst archiefstellingen/digitale infoborden
Reserve dekking afschrijving sportcomplex De Es Saasveld
Reserve Dusinksweg
Reserve riolering
Reserve afval
Reserve Essentgelden
Reserve flexibel personeelsbeleid
Reserve onderhoud wegen
Reserve egalisatie algemene uitkering
Reserve dekking afschrijvingslasten gymzaal Lattrop
Totaal
Saldo begin van het jaar 14 9 4 0 40 32 24 16 246 228 210 193 0 0 0 0 2.340 1.713 1.225 836 1.447 899 909 977 5.000 5.000 5.000 5.000 453 462 471 480 0 0 0 0 235 210 335 25 931 893 855 817 41.394 37.665 37.213 36.194
Dotatie
Onttrekking
Dekking i.v.m. afschr
5 5 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 627 488 389 440 548 0 0 0 150 150 150 150 0 0 0 0 0 0 0 0 200 100 310 0 0 0 0 0 5.223 1.998 3.137 1.876
0 0 0 0 8 8 8 8 18 18 17 17 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 38 38 38 38 1.358 1.335 1.302 1.256
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 186 0 10 68 131 150 150 150 150 9 9 9 10 0 0 0 0 175 225 0 100 0 0 0 0 2.852 2.881 3.420 2.920
Saldo einde van het jaar 9 4 0 0 32 24 16 8 228 210 193 176 0 0 0 0 1.713 1.225 836 582 899 909 977 1.108 5.000 5.000 5.000 5.000 462 471 480 490 0 0 0 0 210 335 25 125 893 855 817 779 37.665 37.213 36.194 35.982
Toelichting reserves
Algemene reserve De onttrekking in 2013 van € 500.000 betreft de storting in de reserve desintegratie- en frictiekosten van de GR werkorganisatie Tubbergen-Dinkelland. De onttrekking in 2015 van € 500.000 betreft de restant boekwaarde van het complex Dorper Esch wat moet worden afgeboekt i.v.m. de privatisering van het complex.
Reserve dekking kapitaallasten accommodaties De jaarlijkse onttrekkingen betreffen de kapitaallasten van diverse accommodaties, maar met name het sportcomplex Dorper Esch.
Reserve bovenwijkse voorzieningen Jaarlijks wordt € 5 per verkochte m2 bouwgrond gedoteerd aan deze reserve.
Reserve grondexploitatie Jaarlijks worden de geprognosticeerde winstnemingen gedoteerd aan deze reserve. In 2013 wordt eenmalig € 122.200 overgeheveld naar de reserve majeure projecten (aanvulling tot € 400.000).
74
Reserve rente egalisatie Geen mutaties. Deze reserve heeft haar maximum bereikt.
Reserve flexibel personeelsbeleid Geen mutaties.
Reserve digitalisering archief en bestemmingsplannen Geen mutaties.
Reserve ICT en dienstverleningsconcept Deze reserve egaliseert de kosten van ICT (zowel exploitatie- als kapitaallasten) tot een constant niveau van € 1,3 miljoen.
Reserve gemeentehuis De dotaties en onttrekkingen betreffen de egalisatie van het verschil tussen huren en het realiseren in eigen beheer van het gemeentehuis in Denekamp. In 2015 is het omslagpunt bereikt en stoppen we met de egalisatie. Tevens worden jaarlijks de kapitaallasten van de herinrichting van de raadzaal in 2010 ten laste van deze reserve gebracht.
Reserve onderhoud gebouwen Jaarlijks wordt € 175.000 gedoteerd aan deze reserve. De onttrekkingen zijn gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan (MOP) dat in 2010 door de raad is vastgesteld. In verband met de achterstand die is opgelopen in de afgelopen jaren bij de uitvoering van het MOP is de dotatie aan deze reserve in 2013-2015 verlaagd. Vanaf 2016 wordt dit weer gecompenseerd.
Reserve onderwijshuisvesting Jaarlijks worden middelen toegevoegd op basis van de algemene uitkering. Uitgangspunt is daarbij het jaar 2003 waarop jaarlijks een index van 1,5% wordt toegepast. De reserve wordt ingezet om de kapitaallasten van investeringen in onderwijshuisvesting te kunnen dekken. Ook een deel van het onderhoud komt voor rekening van de gemeente. De reserve is in 2012 geactualiseerd aan de hand van het rapport “Samen scholen”, dat door de raad is vastgesteld.
Reserve dividend WMO Beheer Jaarlijks wordt € 320.000 onttrokken uit deze reserve ten gunste van de exploitatie ter compensatie van het structurele verlies aan dividend.
Reserve dekking kapitaallasten kinderopvang brede school De Meander De jaarlijkse onttrekkingen betreffen de afschrijvingslasten van de investeringen in het gedeelte van de brede school waarin de kinderopvang is gevestigd.
Reserve majeure projecten In 2013-2015 wordt het extra dividend van Cogas ad € 277.800 gedoteerd aan de reserve. Dit bedrag wordt in 2013 voor het laatst aangevuld tot € 400.000 vanuit de reserve grondexploitatie. Voor 2014 en 2015 is de dotatie verlaagd tot € 240.000. Voor 2016 is geen dotatie aan de reserve opgenomen. In 2013 worden de volgende bedragen ten laste van deze reserve gebracht: • project Zuinig op sport: € 600.000 voor de kunstgrasvelden en € 354.500 voor het onderhoud aan voetbalvelden en tennisbanen; • verplaatsing van voetbalvereniging DTC’07: € 500.000; • laatste jaarschijf voor de realisatie van het gebiedsprogramma 2008-2013: € 168.700.
Reserve FPU De onttrekkingen betreffen de FPU-verplichtingen aan medewerkers. In 2015 worden de laatste medewerkers die van de FPU-regeling gebruik maken 65 jaar.
Reserve dekking kapitaallasten centrale gemeentewerf en kazernes De jaarlijkse onttrekkingen betreffen de kapitaallasten van de centrale gemeentewerf in Ootmarsum en de brandweerkazernes in Weerselo en Ootmarsum.
75
Reserve Wmo en zorgloket De jaarlijkse onttrekkingen betreffen de kosten voor de ontwikkeling van een zorgloket.
Reserve conversie aandelen Vitens Jaarlijks wordt een bedrag van € 188.773 onttrokken uit deze reserve ten gunste van de exploitatie. Dit loopt parallel met de aflossing van de lening.
Reserve basispakketten bibliotheek 2011-2015 In de jaren 2011-2015 worden jaarlijks een bijdrage van € 4.620 verstrekt aan de bibliotheek inzake het project “basispakketten”.
Reserve dekking kapitaallasten archiefstellingen en digitale informatieborden De jaarlijkse onttrekkingen betreffen de afschrijvingslasten van de investeringen in archiefstellingen en informatieborden in 2007.
Reserve dekking kapitaallasten sportcomplex De Es Saasveld De jaarlijkse onttrekkingen betreffen de kapitaallasten van de investeringen in het sportcomplex De Es in Saasveld.
Reserve Dusinksweg Deze reserve heeft een saldo van nihil, omdat er nog geen gelden beschikbaar zijn ter dekking van de € 1.150.000 die benodigd is voor de 2e fase.
Reserve riolering De dotaties en onttrekkingen betreffen de egalisatie van het verschil tussen de rioolheffing en de lasten van riolering (zowel exploitatielasten als kapitaallasten).
Reserve afval De dotaties en onttrekkingen betreffen de egalisatie van het verschil tussen de afvalstoffenheffing en de lasten van afvalinzameling en -verwijdering (zowel exploitatielasten als kapitaallasten).
Reserve Essentgelden Jaarlijks wordt € 150.000 onttrokken uit deze reserve ten gunste van de exploitatie ter compensatie van het structurele verlies aan dividend.
Reserve egalisatie algemene uitkering Fluctuaties in de algemene uitkering worden met name veroorzaakt door de ontwikkeling van uitgaven van het Rijk en taakmutaties. Met name de grote afwijking in 2015 vraagt om een verevening. De uitkering loopt dan ook beter in de pas met onze structurele uitgaven en inkomsten.
Reserve dekking afschrijvingslasten gymzaal Lattrop De jaarlijkse onttrekkingen betreffen de afschrijvingslasten van de investeringen in de gymzaal in Lattrop. Deze reserve is afgezonderd van de reserve majeure projecten.
76
Voorzieningen Omschrijving Bedragen x € 1.000
Jaar
Voorziening pensioenaanspraken wethouders
2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016
Voorziening hoogrenovatieregeling (RGSVH 1987)
Voorziening egalisatie wachtgeld wethouders
Totaal
Saldo begin van het jaar 1.551 1.562 1.574 1.585 12 7 2 1 159 44 20 20 1.722 1.613 1.596 1.606
Dotatie
96 96 96 97 0 0 0 0 0 0 0 0 96 96 96 97
Aanwending
85 84 85 86 5 5 1 0 115 24 0 0 205 113 86 86
Saldo einde van het jaar 1.562 1.574 1.585 1.596 7 2 1 1 44 20 20 20 1.613 1.596 1.606 1.617
Toelichting
Voorziening pensioenaanspraken wethouders De dotaties betreffen de rekenrente en de pensioenopbouw van de huidige wethouders. De onttrekkingen betreffen pensioenbetalingen aan voormalig wethouders, die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben.
Voorziening hoogrenovatieregeling Tot 2015 dient nog jaarlijkse een bedrag van € 5.230 betaald te worden aan een persoon die in 2006 niet akkoord is gegaan met de afkoop van de jaarlijkse bijdragen in het kader van de hoogrenovatieregeling.
Voorziening egalisatie wachtgeld ex-bestuurders De onttrekkingen betreffen wachtgeldbetalingen aan 2 ex-bestuurders. Voor deze ex-bestuurders loopt deze verplichting af in 2014.
77
7.3.
Incidentele baten en lasten
4 Ontwikkeling & Zorg
5 Leefomgeving
6 Mobiliteit
7 Burger & Bestuur
Algemene Dekkingsmiddelen
totaal totaal totaal totaal
incidenteel incidenteel incidenteel incidenteel
begroting begroting begroting begroting
2013 2014 2015 2016
13.193 7.777 7.720 6.847 2.946 0 0 0 278 278 278 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 16.416 8.055 7.998 6.847
228 201 767 151 0 0 0 0 278 240 240 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 505 441 1.007 151
34 26 26 26 0 0 0 0 101 24 160 27 1.597 131 859 170 651 2 9 8 0 0 250 0 500 0 0 0 46 13 0 9 2.930 197 1.304 240
Saldo incidentele lasten en baten
beschikking reserve
3 Economie & Toerisme
toevoeging reserve
2 Veiligheid
2013 13.035 2014 7.608 2015 6.984 2016 6.727 2013 2.946 2014 0 2015 0 2016 0 2013 101 2014 24 2015 160 2016 27 2013 1.612 2014 146 2015 914 2016 170 2013 684 2014 35 2015 42 2016 41 2013 0 2014 0 2015 250 2016 0 2013 500 2014 0 2015 0 2016 0 2013 207 2014 207 2015 207 2016 207 2013 19.086 2014 8.021 2015 8.557 2016 7.172
Baten
1 Wonen
Lasten
Programma
Begrotingsjaar
Hieronder volgt het overzicht van de incidentele baten en lasten.
-36 -5 -5 -5 0 0 0 0 0 38 38 0 -15 -15 -55 0 -33 -33 -33 -33 0 0 0 0 0 0 0 0 -161 -195 -207 -198 -245 -209 -262 -236
78
De belangrijkste incidentele baten en lasten betreffen: • Grondexploitatie (dekking reserve) • Overdracht brandweerkazernes en materieel tegen boekwaarde aan de Veiligheidsregio Twente. Naar verwachting circa € 2,9 miljoen. • Extra dividend Cogas 2013 en 2016 van € 277.800; 2014 en 2015 € 240.000 • Majeure projecten (dekking reserve) • Afboeking boekwaarde zwembad Dorper Esch in 2015 van € 500.000 (dekking reserve) • Voeding reserve “desintegratie- en frictiekosten” van de GR. In 2015 € 500.000 (dekking reserve) • Onvoorzien (€ 40.000) • Lokale lastenverlichting € 500.000 (dekking reserve)
79
7.4.
Investeringsplan
Investeringen 2013
Riolering De investeringen in riolering zijn opgenomen in het in 2010 vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). De kapitaalslasten die voortkomen uit deze investeringen worden gedekt uit de reserve riolering.
Onderwijshuisvesting Voor onderwijshuisvesting is nog geen bedrag bekend aan investeringen voor 2013 omdat het nieuwe onderwijshuisvestingsprogramma pas eind 2012 door de raad wordt vastgesteld. De kapitaalslasten die voortkomen uit deze investeringen worden gedekt uit de reserve onderwijshuisvesting.
Vervangingsinvesteringen Het jaarlijks beschikbare bedrag voor vervangingsinvesteringen van € 175.000 is met ingang van 2013 verlaagd naar € 140.000 (zie raadsplan 2013). Dit in verband met de overgang van de brandweer naar de Veiligheidsregio Twente. De vervangingsinvesteringen voor 2013 hebben betrekking op gebouwtechnische installaties, inrichting sportzalen, informatievoorziening en automatisering. De kapitaallasten van deze investeringen passen binnen het herziene beschikbare bedrag van € 140.000. Investeringen 2014-2016 De gemeente heeft ook in de meerjarenraming een budget voor vervangingsinvesteringen opgenomen van € 140.000. Jaarlijks bepaalt het college welke activa voor vervanging in aanmerking komen. Voor de jaarschijf 2014 schrappen we de vervangingsinvesteringen.
80
Gemeente Dinkelland Nicolaasplein 5 7591 MA Denekamp Tel. 0541 85 41 00 www.dinkelland.nl 81