(Concept) Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
Colofon
Delft, november 2014 Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019 Samenstelling Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Phoenixstraat 32 Postbus 3061 2601 DB DELFT tel: 015-2608108 www.hhdelfland.nl
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
2
Delfland in kengetallen
Omschrijving Oppervlakte van het gebied van Delfland Aantal inwoners Aantal gemeenten (gedeeltelijk) binnen Delfland Aantal huishoudens Omschrijving Exploitatiekosten Exploitatie opbrengsten Exploitatieresultaat Investeringsvolume Leningenportefeuille (langlopend) Watergangen in beheer Primaire watergangen Secundaire watergangen Polderwater Boezemwater Oppervlakte boezem
Aantal/eenheid 2013 406 km2 1,2 miljoen
Aantal/eenheid 2014 406 km2 1,2 miljoen
Aantal/eenheid 2015 406 km2 1,2 miljoen
14 478.900
14 482.900
14 485.100
Oorspronkelijke begroting 2013 € 240.731.000 € 232.294.000 -€ 8.437.000 € 57.600.000 € 470.000.000
Oorspronkelijke Begroting 2014 € 233.644.000 € 237.689.000 € 4.046.000 € 53.100.000 € 470.000.000
Begroting 2015 € 233.170.000 € 240.412.000 € 7.242.000 € 58.300.000 € 470.000.000
4.293 1.190 3.103 3.676 617
kilometer kilometer kilometer kilometer kilometer 778 ha
Areaal natuurvriendelijke oevers Areaal vispaaiplaatsen Aantal vispassages
4.293 1.190 3.103 3.676 617
kilometer kilometer kilometer kilometer kilometer 778 ha
4.293 1.190 3.103 3.676 617
kilometer kilometer kilometer kilometer kilometer 778 ha
19 ha 2 ha 9
26 ha 6 ha 16
30 ha 10 ha 20
6 2 2 195
6 2 2 195
6 2 2 192
6 9 1.944
6 9 1.944
6 9 1.977
Aantal windmolens Aantal oppervlaktewater zuivering Aantal polders Aantal peilvakken Lengte primaire waterkering Lengte regionale waterkering Lengte overige keringen
5 1 81 502 54 kilometer 420 kilometer 269 kilometer
5 1 81 502 54 kilometer 400 kilometer 273 kilometer
5 1 81 699 55 kilometer 397 kilometer 272 kilometer
Aantal afvalwaterzuiveringsinstallaties Aantal rioolpersgemalen Aantal riooloverstorten Geproduceerd biogas in miljoen m3 Aantal slibvergistingsinstallaties Lengte rioolpersleidingen
4 34 716 9,5 4 165 kilometer
4 34 719 9,5 4 165 kilometer
4 34 719 10,5 4 165 kilometer
Aantal boezemgemalen Aantal inlaatgemalen Aantal circulatiegemalen Aantal poldergemalen Aantal mobiele pompen permanent geplaatst Aantal sluizen Aantal stuwen
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
3
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
4
Inhoud 1 2
3
4
5
Samenvatting .......................................................................................................... 7 1.1 Hoofdpunten .................................................................................................... 7 1.2 Financiële analyse op hoofdlijnen ...................................................................... 14 Programma’s ......................................................................................................... 17 2.1 Programma Schoon water ................................................................................ 17 2.2 Programma Voldoende water ............................................................................ 22 2.3 Programma Stevige dijken ............................................................................... 26 2.4 Programma Gezuiverd afvalwater...................................................................... 30 2.5 Programma Instrumenten ................................................................................ 35 2.6 Programma Organisatie ................................................................................... 40 2.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ........................................................ 46 Paragrafen ............................................................................................................ 49 3.1 Ontwikkelingen .............................................................................................. 49 3.2 Uitgangspunten en normen .............................................................................. 49 3.3 Financiering ................................................................................................... 51 3.4 Bestemmingsreserves en voorzieningen ............................................................. 54 3.5 Weerstandsvermogen ...................................................................................... 56 3.6 Waterschapsbelastingen .................................................................................. 58 3.7 Verbonden partijen ......................................................................................... 61 3.8 EMU-saldo ..................................................................................................... 72 Financiële overzichten ............................................................................................ 73 4.1 Tabel kosten en opbrengsten ............................................................................ 73 4.2 Voorgenomen investeringen ............................................................................. 74 4.3 Overzicht programma’s naar taken. ................................................................... 77 4.4 Meerjarige balans ........................................................................................... 78 Lijst van begrippen en afkortingen ........................................................................... 79
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
5
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
6
1 Samenvatting 1.1
Hoofdpunten
Op 10 juli 2014 heeft de verenigde vergadering de Kadernota 2015 vastgesteld. De programmabegroting 2015 en de meerjarenraming 2016-2019 zijn een verdere uitwerking van de Kadernota 2015. In de trends en ontwikkelingen zijn de belangrijkste ontwikkelingen per programma opgenomen. In de afzonderlijke programma’s zijn de doelen, resultaten, prestatie indicatoren en de financiën verder uitgewerkt In de financiële analyse op hoofdlijnen worden de afwijkingen en bijstellingen ten opzichte van de Kadernota 2015 toegelicht. Trends en ontwikkelingen Programma Schoon Water Chemische waterkwaliteit
In 2015 wordt verder gewerkt aan het verbeteren van de waterkwaliteit door een combinatie van afspraken met de samenwerkingspartners (gemeenten, glastuinbouw- en andere organisaties), het uitoefenen van toezicht en handhaving en communicatie. Daarnaast zal indien sprake is van een aantoonbaar positief effect op de waterkwaliteit worden doorgegaan met de in 2014 gestarte pilot van het doorspoelen van het watersysteem. Op basis van de eerste positieve signalen over de pilot en voor het voorkomen van onnodige vertraging is in deze begroting in het programma Voldoende Water (programmalijn Regulier beheer polders en boezem) vooralsnog een budget opgenomen voor de kosten van het doorspoelen. Op basis van de inzichten over de effectiviteit, de risico’s en de kosten van het kwaliteitsbaggeren op de waterkwaliteit wordt eind 2014 ook een besluit genomen over het continueren van het kwaliteitsbaggeren. Als het kwaliteitsbaggeren in aanvulling op de reguliere baggercyclus effectief op de waterkwaliteit is, wordt het kwaliteitsbaggeren indien mogelijk gecombineerd met het regulier onderhoud. Samen met de land- en tuinbouwsector, de gemeenten en het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard wordt gewerkt aan het reduceren van emissies van nutriënten en bestrijdingsmiddelen. Dit gebeurt door de uitvoering van maatregelen uit het Afsprakenkader Westland/Oostland, samen op weg naar de emissieloze kas 2027. Op basis van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en het project Kringloopmaatwerk MiddenDelfland en Oostland wordt samen met de melkveehouderijsector gestart met de uitvoering van de maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit. Voor 2015 is het streven om tenminste drie maatregelen uit te voeren. Het toezicht op het naleven van regelgeving en gemaakte afspraken gebeurt door een combinatie van de volgende activiteiten: regulier toezicht, gebiedssurveillance, intensieve aanpak “top 10 bedrijven/activiteiten”, gebiedsgerichte monitoring en handhaving, analyse van registratieverplichtingen en risicogestuurde bedrijfscontroles. Door middel van communicatie en educatie wordt gewerkt aan de bewustwording bij ingelanden en gebiedspartners van de eigen verantwoordelijkheid voor het beschermen en het verbeteren van de waterkwaliteit in ons gebied. Ecologische waterkwaliteit Het jaar 2015 is voor de realisatie van de ecologische voorzieningen (natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen) een scharnierjaar. Aan de ene kant wordt in 2015 de opgave uit het eerste Stroomgebiedsbeheerplan 2010-2015 afgerond. Delfland heeft dan eind 2015 alle KRW resultaatverplichte maatregelen waarvoor zij verantwoordelijk is, gerealiseerd. Voor 2015 betreft dit dan nog de realisatie van 6,5 hectare natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen. Daarnaast worden de eerste maatregelen genomen in het kader van het tweede Stroomgebiedsbeheerplan (2016-2021). Voor deze nieuwe planperiode dient aanvullend 32 hectare aan ecologische voorzieningen (natte ecologische zones) te worden gerealiseerd. Deze
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
7
aanleg betreft gedeeltelijk aanleg en gedeeltelijk ecologisch geoptimaliseerd onderhoud. Op basis van de bestaande gebiedskansen kan in 2015 1,2 hectare van deze opgave worden gerealiseerd. Voor het optimaliseren van het beheer en onderhoud vindt in 2015 een inventarisatie en een gebiedsverkenning plaats. Vismigratie In het Waterbeheerplan 2010-2015 (WBP4) is afgesproken dat tot en met 2015 zoveel mogelijk van de dertig vismigratieknelpunten, maar in ieder geval minimaal acht KRW resultaatverplichte vismigratieknelpunten en twaalf prioritaire (niet KRW verplichte) vismigratieknelpunten, zijn opgelost. Naar verwachting zijn alle resultaatverplichte vismigratieknelpunten opgelost. In 2015 worden vier prioritaire vismigratieknelpunten opgelost. Dat is er één minder dan aanvankelijk was gepland voor 2015 omdat vanwege een gewijzigde aanpak rondom het gemaal Dorppolder de aanleg van de bijbehorende vispassage doorschuift naar 2016. Zwemwater In het WBP4 is besloten om de maatregelen ter bestrijding van blauwalgen te concentreren op zes prioritaire zwemlocaties. Op vijf van deze zes locaties heeft Delfland de omstandigheden gecreëerd om overlast door bacteriën en blauwalgen zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast wordt de effectiviteit van deze maatregelen in 2015 verder gemonitord. Voor de Plas Prinsenbos (gemeente Westland), de Plas Wilhelminapark (gemeente Rijswijk) en de Oostmadeplas (gemeente Den Haag) worden de in 2014 afgesproken maatregelen uitgevoerd. Lokale knelpunten In 2015 worden de maatregelen uit de vierde ronde, zoals vastgesteld in 2014, uitgevoerd en worden de maatregelen voor de vijfde ronde vastgesteld. Het is de bedoeling om in 2015 een begin te maken met het nemen van de maatregelen uit de vijfde ronde. Het maatregelenplan van de vijfde ronde zal in 2016 geheel zijn gerealiseerd. Ook worden in 2015 de overgebleven knelpunten uit de vorige rondes opgelost zoals bijvoorbeeld de riooloverstort in Schipluiden. Ten opzichte van de Kadernota 2015 komen de investeringen voor het programma Schoon Water € 1,1 miljoen hoger uit. Dit komt vooral doordat de projecten voor 2015 concreter worden en daardoor de correcties op de ramingen welke voorzichtigheidshalve in de kadernota waren toegepast, achterwege kunnen blijven. Programma Voldoende water Regulier beheer polders en boezem Vanaf 2015 wordt overgegaan naar het digitaal registeren van de peilschalen door middel van smartphones. Hierdoor wordt naar verwachting in de toekomst meer rendement en kwalitatief betere registratie en rapportage van de oppervlaktepeilen verkregen. In 2015 vindt tevens eenmalig een software aanpassing plaats in de boezemgemalen. Hierdoor zullen de boezemgemalen bij hoge waterstanden automatisch het water op peil houden. Voorkomen wateroverlast polders Begin 2015 zijn 46 van de 83 knelpunten opgelost. Dit betekent dat er voor de jaren tot en met 2017 nog 37 knelpunten moeten worden gerealiseerd. Voor 2015 is de realisatie van relatief eenvoudige knelpunten geprognosticeerd. Op basis hiervan wordt voor 2015 rekening wordt gehouden met 18 op te lossen knelpunten. Goede zoetwatervoorziening De deltabeslissingen rond zoetwater zullen dit jaar door Delfland in samenwerking met de rijksoverheid en de provincie verder worden uitgewerkt en waar mogelijk worden geïmplementeerd. In dit kader zal er gewerkt worden aan het uitwerken van regionale voorzieningenniveaus en aan innovatieve ideeën om de watervraag te verminderen. Daarnaast blijft Delfland betrokken bij ontwikkelingen door derden die invloed hebben op de zoetwatervraag. Belangrijke voorbeelden van deze ontwikkelingen zijn een mogelijk zout Volkerak-Zoommeer en de verdieping van de Nieuwe Waterweg.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
8
Programma Stevige dijken Primaire waterkeringen In 2015 zullen alle primaire waterkeringen op orde worden gebracht. Ook zal door middel van onderhoud, vergunningverlening en handhaving en beleid de veiligheid van de primaire waterkeringen worden geborgd. De deltabeslissing waterveiligheid wordt geïmplementeerd. De deltabeslissing waterveiligheid leidt tot nieuwe normen voor de primaire keringen in 2017. De gevolgen van de nieuwe normering worden in 2015 in beeld gebracht en vertaald naar de activiteiten van Delfland. Zo vindt bijvoorbeeld een proeftoetsing plaats met de nieuwe normen en wordt in de planadvisering rekening gehouden met de nieuwe normering. Regionale waterkeringen In 2015 worden de laatste kilometers risicovolle regionale keringen verbeterd en wordt volop ingezet op het buitengewoon onderhoud, waaronder ook de afstemming van werkzaamheden met de wegbeheerders. Het beleid is op orde en door het uitvoeren van onderhoud, vergunningverlening en handhaving en risicobeheersing is de veiligheid geborgd. Overige waterkeringen In 2015 wordt een normeringsystematiek ontwikkeld voor het toetsen van de overige keringen. Op basis van deze systematiek kan in de jaren daarna de opgave voor de overige keringen worden vastgesteld. Omdat Delfland zelf het initiatief neemt om deze keringen te normeren, bepaalt Delfland dan ook bij de verbetering zelf het tempo en de prioriteitstelling. De kosten en de planning van de verbetermaatregelen kunnen dan ook over meerdere jaren worden verdeeld. Hierbij is dan het streven de verbetermaatregelen in te passen binnen de bestaande financiële en personele randvoorwaarden. Vooruitlopend op de verbetermaatregelen vinden voorbereidende werkzaamheden plaats voor het verbeteren van enkele polderkaden met het oog op de grondwateronttrekking in DelftNoord. Door het uitvoeren van deze verbeteringswerken vermindert het belang van Delfland bij de instandhouding van deze grondwateronttrekking. Daarnaast wordt gestart met het monitoren van de effecten van het terugbrengen van de grondwateronttrekking DSM op de keringen. Tactisch beheer In 2014 is gestart met het uitlijnen en professionaliseren van het tactisch beheer, gericht op het effectiever en doelgerichter aansturen van operationeel beheer en onderhoud. De werkprocessen van proces- & systeembeheer en die van onderhoud, voor de drie hoofdbeheerssystemen Watersysteem, Waterkeringen en Zuiveringen & Transport, zijn op hoofdlijnen beschreven en op elkaar afgestemd voor activiteiten rond beleidsontwikkeling, eenmalige aanpassing en instandhouding, gericht op de doelrealisatie van de programma’s. Witte plekken in de aansturing (vwb taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden), quick wins en oplossingsrichtingen zijn verkend en hebben geresulteerd in een blauwdruk tactisch beheer met verbeterplan, dat in 2015 zal worden uitgerold, gericht op het permanent inbedden van het tactisch beheer binnen Delfland. Programma Gezuiverd afvalwater Transporteren Delfland richt zich op het voldoen aan de afnameverplichting die gezamenlijk is vastgesteld door Delfland en de gemeenten. Verder wordt onderzoek gedaan naar kostenbesparing en het vergroten van de doelmatigheid in de afvalwaterketen conform de afspraak in het Bestuursakkoord Water(BAW). Dit wordt bereikt door afspraken te maken voor een meer intensievere en minder vrijblijvende samenwerking op strategisch, tactisch en op operationeel niveau. Voor de verschillende rioolgemalen die Delfland inzet voor het transport van afvalwater worden inslagpeilen afgegeven aan de gemeenten. Om de inslagpeilen te toetsen worden in 2015 de rioolgemalen waar er sprake is van een vrijverval aanvoer opnieuw ingemeten. Zuiveren Delfland richt zich op het voldoen aan de wettelijke eisen voor zuiveren en slibverwerking.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
9
Het jaar 2015 wordt benut om onderzoek uit te voeren naar de effecten van mogelijke nieuwe toekomstige zuiveringseisen zoals het verwijderen van hormoonverstorende stoffen, medicijnresten en bestrijdingsmiddelen. Deze onderzoeken zijn ook van toepassing voor ontwikkelingen van bijvoorbeeld de zoetwaterfabriek gevolgd door een waterharmonica. (dit wordt verder toegelicht onder de programmalijn doelmatigheid) Delft Blue Water Het project Delft Blue Water zal zich in 2015 met name richten op de gietwatervariant. Delft Blue Water heeft het voornemen in het nieuwe teeltseizoen van 2015 door te gaan met de levering van DBW- gietwater aan twee glastuinbouwbedrijven in Kwintsheul. Doelmatigheid De programmalijn Doelmatigheid richt zich op alle activiteiten die verbeteringen kunnen brengen in de gehele afvalwaterketen (inzameling, transport en zuivering van afvalwater). Dit betreft de komende jaren voornamelijk de uitvoering van de afspraken uit de bestuursovereenkomsten met gemeenten, de bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse Afvalwaterketen (RoSa) en samenwerking met de buurwaterschappen. Daarnaast zal de aandacht zich ook richten op het bepalen van een strategie om de kringlopen voor water, energie en grondstoffen te sluiten met behulp van de zoeterwaterfabriek, de grondstoffenfabriek en de energiefabriek. In de planperiode wordt aan alle drie de kringlopen gewerkt maar ligt de focus de komende jaren op de ontwikkeling van de zoetwaterfabriek (het hergebruik van het gezuiverde afvalwater). Door het nog verder verwijderen van medicijnresten, bestrijdingsmiddelen en stikstof en fosfaat gevolgd door een zogenaamde waterharmonica ontstaat een waterkwaliteit welke als zoetwaterbron op diverse manieren kan worden ingezet. In het kader van de grondstoffenfabriek wordt ingezet op de terugwinning van fosfaat uit de as van het verbrande zuiveringsslib. Deze terugwinning wordt uitgevoerd door HVC. Delfland wint al ruim 40 jaar energie terug door het vergisten van het zuiveringsslib. Door deze terugwinning kan voor ongeveer 40% in de eigen energiebehoefte worden voorzien. Het onderzoek naar een verdere optimalisatie is onderdeel van de normale bedrijfsvoering. In de meerjarenbegroting 2015-2019 is rekening gehouden met de verwachte innovaties op het gebied van terugwinning. Publiek private samenwerking Delfland richt zich op het transporteren en zuiveren volgens wettelijke eisen. Verder worden deze planperiode de gevolgen van de uitwerking van project AHR T&T zichtbaar (onder andere door het opstellen en uitwerken van een toekomstagenda Delfland-Delfluent). Daarnaast wordt in samenwerking met Delfluent Services het gezamenlijke innovatieprogramma uitgevoerd. Investeringen De investeringen in de programmalijn zuiveren betreffen de verbetering van de processen en de installaties. Naast een verbetering van de processen zijn deze investeringen ook noodzakelijk om te voldoen aan de nieuwste inzichten voor explosieveiligheid. In de investeringen voor de programmalijn doelmatigheid is een investering opgenomen voor de aankoop van grond bij de awzi Nieuwe Waterweg voor de toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot een eventuele zoetwaterfabriek. Voor deze aankoop wordt separate bestuurlijke besluitvorming voorbereid. De grote investeringen voor nieuwbouw van het transportstelsel AHR zijn voltooid. Het laatste gereed te komen bouwproject is gemaal Scheveningen. Programma Instrumenten Gebiedsgericht samenwerken Planvorming In 2015 wordt een vergelijkbaar aantal wateradviesaanvragen verwacht als in 2014. Wel zet de trend van meer kleinere plannen die een langere doorlooptijd hebben door. In waterplannen vragen waterkeringen en de vertaling van klimaatadaptatie op gemeentelijk niveau meer aandacht.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
10
Naar verwachting wordt er meer gebouwd waardoor mogelijk kansen voor Delfland ontstaan om de opgaven te realiseren. De omgeving stelt steeds hogere eisen aan de projecten van Delfland. Ook wil de omgeving meer betrokken worden bij de ontwikkeling van projecten van Delfland waardoor meer proces- en omgevingsmanagement nodig is. Ook is meer planvorming benodigd voor het op orde brengen en houden van waterkeringen. De Crisis- en Herstelwet en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) leiden tot meer inzet door Delfland voor infrastructurele projecten. Daarnaast wordt steeds meer gewerkt met geïntegreerde contractvormen die door de opdrachtgevers (bijvoorbeeld Rijkswaterstaat) in een vroegtijdig stadium op de markt worden gezet. Dit vraagt dan ook een grotere inzet van Delfland in het begin stadium van het planvormingsproces. Omgevingsmanagement Daar waar dit mogelijk is combineert Delfland zijn belangen met de belangen van andere partijen in het gebied. Delfland gebruikt daarbij een aanpak van strategisch omgevingsmanagement, die op een reproduceerbare wijze problemen oplost en tevens gelijktijdig bouwt aan een duurzame relatie die gebaseerd is op vertrouwen. Regulering en toezicht De veranderende omgeving en de opgave voor Delfland vragen om nieuwe methoden voor toezicht en opsporing. In 2015 wordt structureel tijd vrijgemaakt om ontwikkelingen te volgen en zo mogelijk pilots uit te voeren om de kwaliteit van het toezicht te vergroten en/of de efficiency te verbeteren. De ontwikkeling van ‘objectgericht toezicht naar ‘gebiedsgericht toezicht’ zet door. Dit betekent dat toezicht en handhavingsinspanningen worden geprioriteerd op de problemen en de risico’s in de primaire processen. Bij de inzet van instrumenten staat het te bereiken effect centraal. Vanuit het programma Schoon water wordt een grotere inspanning van Toezicht en Handhaving gevraagd om emissies naar oppervlaktewater verder te beperken en bij voorkeur te voorkomen. Vanuit Stevige dijken wordt naast het reguliere toezicht, extra inzet voorzien voor het tegengaan en mogelijk saneren van niet-waterkerende objecten (NWO’s). Deze extra inzet staat in relatie tot onder andere kadeverbeteringen en buitengewoon onderhoud. Binnen het vergunningverleningsproces is een verschuiving zichtbaar van tijd en capaciteit van het feitelijk opstellen van de vergunning naar de fase van advisering en het vooroverleg. Ook is er sprake van een grotere verwevenheid van het reguleringsproces met de ruimtelijke processen en planvorming. Dit komt doordat Delfland steeds meer aan de voorkant meekijkt bij nieuwe ruimtelijke processen en daarnaast ook juridische en technische kaders wil meegeven. Het aantal design- en constructprojecten neemt toe, waardoor meer tijd en capaciteit nodig is voor het voeren van vooroverleggen. Communicatie Het voorjaar 2015 staat in het teken van de waterschapsverkiezingen (18 maart 2015) en de maanden na de verkiezingen waarin het nieuwe bestuur wordt gevormd en geïnstalleerd. Delfland participeert in de landelijke communicatieactiviteiten via de Unie van Waterschappen en voert binnen het beheergebied van Delfland activiteiten uit om de opkomst te bevorderen. De strategie is om aansluitend op de landelijke communicatie te zorgen dat de verkiezingen zichtbaar worden in de regio. Er wordt vooral ingezet op gratis publiciteit. In het kader van de verkiezingen en ook bij alle andere gelegenheden wordt aandacht besteed aan het 725- jarig bestaan van Delfland. Tenslotte is een belangrijke rol weggelegd voor de diverse verschijningsvormen van digitale communicatie zoals e-dienstverlening (inclusief een zoveel mogelijk op de klant gerichte website) en sociale media (Twitter, Facebook). Intern wordt vooral een bijdrage geleverd aan het ondersteunen van ‘het nieuwe werken’. Digitale dienstverlening Binnen het programma Organisatie zijn voor zover van toepassing de randvoorwaarden op orde gebracht voor het verder professionaliseren en intensiveren van de digitale dienstverlening. Het gaat hierbij dan om governance, architectuur, capaciteit en kennis. De 3Di-technologie wordt daar waar dit toepasbaar is (met name polders, boezem en calamiteiten) gebruikt voor de beleidsvoorbereidings-, besluitvormings- en werkprocessen.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
11
Hierbij spelen zowel de verwerkingssnelheid van data binnen modellen als de visuele driedimensionale presentatie van resultaten van modelberekeningen een belangrijke rol. De inzetbaarheid van 3Di (technologie) heeft bij de voorbereiding op calamiteiten en tijdens calamiteiten, zowel binnen Delfland als in samenwerking met de veiligheidsregio bijzondere aandacht. Vanuit het project gegevensbeheer wordt gewerkt aan het effectief en efficiënt vullen van de databases, die door 3Di en door andere (beheer)systemen worden geraadpleegd. De data betreffen dan gevalideerde gegevens die door de buitenmedewerkers in toenemende mate digitaal worden ingewonnen met mobiele digitale apparatuur. Ook worden data beschikbaar gesteld vanuit (grootschalige) basisadministraties waar Delfland op is aangesloten. Alle contacten tussen Delfland en haar klanten via de e-mail, (gescande) post, website of Klantcontactcentrum, worden met behulp van de digitale workflow van het zaakgericht werken afgehandeld. Het uitgangspunt hierbij is dat de (digitale) klantcontacten en de bewerkingsprocessen voldoen aan vastgestelde kwaliteitsnormen. Programma Organisatie Sturing Medio 2015 wordt het Waterbeheerplan 5 aangeboden ter vaststelling door de Verenigde Vergadering. In het plan beschrijft Delfland zijn langetermijnvisie voor de periode 2016-2021 en worden doelen beschreven die bijdragen aan de invulling van de taken van Delfland tegen het licht van de ontwikkelingen in en rond ons waterschap. Om te komen tot het nieuwe waterbeheerplan doorloopt Delfland een gebiedsproces, dat in 2015 wordt afgerond. De organisatie bereidt zich in 2015 voor op de nieuwe waterbeheerplan-periode. Nu de motie Dijkema cs. is uitgevoerd, en de daarbij behorende taakstelling is behaald, richt de organisatie zich met name op verdere verbetering van de doelmatigheid en de doeltreffendheid. Binnen het kader van de concern-sturing betekent dit dat werkprocessen worden doorgelicht en dat de verhouding tussen op te leveren resultaten en in te zetten mensen en middelen zal worden gemeten. Zo nodig worden voorstellen gedaan voor aanpassing. Zoals in de Kadernota 2015 is aangegeven wil de organisatie inspelen op de verdergaande flexibilisering van het arbeidspotentieel. Dit betekent een benadering van de personele component die meer gericht is op financiële beheersing dan op formatietechnische aspecten. Dat vergroot de flexibiliteit en stelt de organisatie in staat om beter in te spelen op de behoeften van de organisatie en veranderende omstandigheden. In 2015 wordt een verkenning uitgevoerd wat de mogelijkheden zijn en wat dit zou kunnen betekenen voor de organisatie. Het streven naar zo laag mogelijke (personele) kosten, het vergroten van de flexibiliteit en het beschikken over de juiste competenties en vaardigheden om de afgesproken bestuurlijke doelen te kunnen verwezenlijken vormen daarbij de uitgangspunten. Vooruitlopend hierop is in de begroting van 2015 een deel van de personele begroting flexibel ingevuld. Personeel Ten aanzien van de personele bezetting vormt de vastgestelde formatie, die na afronding van de taakstelling is bereikt, het uitgangspunt. Knelpunten in de capaciteit worden binnen deze formatie opgelost waarbij eventueel gebruik wordt gemaakt van een flexibele schil. Daarmee kan worden ingespeeld op de behoeften van de organisatie en de mogelijkheden van de arbeidsmarkt. Voor de flexibele schil is financiële ruimte beschikbaar binnen de begrenzing van de totale financiële personeelsbegroting. De personeelsbegroting is daarmee een effectief sturingsinstrument om te kunnen beschikken over de competenties die de continuïteit van de organisatie waarborgen, binnen de afgesproken financiële kaders. Het is evenwel niet uitgesloten dat er door een nieuwe CAO toch een verhoging komt van de personele lasten. Daarom worden de personele lasten in 2015 geïndexeerd. Voor de gemiddelde loonkostenindexering wordt 1,5% gehanteerd. Voor de autonome loonkostenontwikkeling wordt uitgegaan van 1%. Ter bevordering van de gewenste doorstroom onderneemt Delfland initiatieven om de inzetbaarheid van medewerkers te verbreden, zoals uitwisseling van personeel of detacheringen, onder andere bij andere waterschappen. Indien mogelijk betreft dit ook uitzendingen naar het buitenland. Dit vindt plaats binnen het kader van het in 2014
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
12
vastgestelde buitenlandbeleid ‘van Delfland naar buitenland (en weer terug)’. Het accent ligt hierin op het – samen met andere organisaties – ondersteunen van waterbeheer en de organisatie daarvan in Myanmar, Zuid-Afrika, Indonesië en de Verenigde Staten. Het gaat daarbij niet alleen om het delen van de kennis die Delfland in de loop der jaren op dit gebied heeft verzameld, maar ook om onszelf en andere Nederlandse partijen te laten profiteren van ervaringen en mogelijkheden in het buitenland. Eventuele verzoeken uit andere landen zullen op deze wijze worden beoordeeld. De mogelijkheid om tijd- en plaatsonafhankelijk te kunnen werken, speelt een belangrijke rol bij de verbetering van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de organisatie en de sturing die daarop plaats vindt. De vormgeving van de Delflandse Manier van Werken, in combinatie met de huisvestingsstrategie, is gericht op efficiënt, effectief en plezierig werken, passend bij de innovatieve, kennisgerichte organisatie die Delfland wil zijn. In de komende planperiode betekent dit de ontwikkeling van flexibele werkplekken, in huisvesting en ICT, maar ook de manier van (samen)werken. De afspraken die in dit kader in de CAO zijn gemaakt vormen de randvoorwaarden. De invulling van de huisvestingsstrategie wordt in maart 2015 door de Verenigde Vergadering vastgesteld. Gedurende 2015 wordt in gezamenlijkheid met de Verenigde Vergadering invulling gegeven aan het strategisch huisvestingsbesluit uit november 2012. Afhankelijk van het besluit van de nieuwe Verenigde Vergadering over de uitwerking van de bouwstenen die tot uitvoering moeten komen, wordt bepaald welke vervolgstappen gezet kunnen worden en hoe die uitvoering plaats zal vinden. Informatievoorziening Bij Delfland wordt een model gehanteerd voor besturing en beheersing van informatievoorziening, zoals dit is voorgelegd aan de commissie BOB op 16 april 2014 en vastgesteld in het college van D&H op 27 mei 2014 . Door het kanaliseren en richten van de vraagstelling, het gecontroleerd opbouwen van het I&A landschap en het grip krijgen op de totale uitgaven op het gebied van I&A is Delfland in staat om de informatievoorziening op een effectieve en efficiënte wijze te borgen. In 2015 wordt volgens dit principe de ictprojectportfolio bepaald en uitgevoerd en wordt de informatiearchitectuur ingevuld. Samenwerking met anderen blijft één van de basisprincipes in ons ICT-domein, want dit geeft ons de mogelijkheid om de kwetsbaarheid te verminderen, de kosten te verlagen en de kwaliteit te verhogen. De hoogheemraadschappen van Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard gaan samen een organisatorische eenheid opzetten, waar Delfland in de toekomst eventueel bij kan aansluiten. Intussen blijft Delfland open staan voor het delen van elkaars ‘best practices'. Innovatie De omgeving van Delfland legt steeds meer nadruk op open innovatie. Dit is een vorm van innovatie waarbij Delfland samenwerkingsverbanden met andere overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven benut. De Rijksoverheid bepleit dit in haar topsectorenbeleid en Delfland sluit hierop aan. Op basis hiervan bouwt Delfland in zijn innovatieagenda 2015 voort op het ingezette kennis- en innovatieprogramma. Duurzaamheid en klimaatadaptatie zijn daarvoor bij Delfland onverminderd belangrijk. De doelstellingen voor duurzaamheid zijn afkomstig uit het klimaatakkoord Unie-Rijk, dat Delfland heeft onderschreven. De belangrijkste doelstellingen hebben betrekking op energie (besparing en eigen winning), duurzaam inkopen en duurzame mobiliteit (personen en transport (bulktransport: grond, slib). Zoals genoemd in de programmalijn Sturing zullen binnen Delfland processen worden doorgelicht. Op basis van de eerder uitgevoerde benchmark bij decentrale overheden ‘Vensters voor Bedrijfsvoering’ worden ook binnen de bedrijfsvoering enkele processen hiervoor geselecteerd. Dit zal aantonen waar een verbetering kan plaats vinden in de interne dienstverlening. In overleg met de interne afnemers zullen eventuele maatregelen benoemd en ingepland worden om de doelmatigheid en de doeltreffendheid te verbeteren. Voor de ondersteunende werkprocessen en documentstromen geldt in zijn algemeenheid dat deze verder gedigitaliseerd worden en zoveel mogelijk worden ondergebracht in een nieuw document management systeem. Het HRM-beleid wordt in 2015 afgestemd op de flexibilisering van de personeelsbegroting, zodat instroom van nieuw personeel en doorstroom van zittend personeel zoveel mogelijk bijdraagt aan het gewenste competentie- en kennisniveau van de organisatie. Daarbij bestaat
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
13
gelet op de bestaande diversiteit geen aanleiding voor actieve sturing op bepaalde doelgroepen. Zoals onder de programmalijn sturing is vermeld zal in 2015 een verkenning worden gedaan naar de mogelijkheden van flexibilisering en wat dit voor de organisatie betekent. Onze omgeving wordt steeds complexer, kennisontwikkeling gaat steeds sneller en meervoudige kennis (technisch, ICT, procesmatig, netwerkmanagement/omgaan met stakeholders, gebiedskennis) is nodig. Rekening houdend met o.a. de flexibilisering van de arbeidsmarkt is er een traject gestart dat tot doel heeft kennismanagement vorm te geven bij Delfland. Dit is belegd bij de eenheid Strategie en Innovatie. Dit traject heeft tot doel om passende oplossingen te vinden voor kennisoverdracht van senior naar junior medewerkers, kennisdeling tussen teams, kennisdeling tussen Delfland en relevante externe partijen, etc. Er wordt bij bestaande kennismanagement initiatieven in de organisatie aangesloten. Ook voor burgers en belanghebbenden wordt kennis en informatie in toenemende mate belangrijk. Delfland wil dat kennis daadwerkelijk kan worden gedeeld. Op dit moment is kennis versnipperd aanwezig bij de waterschappen en bestaat het risico dat dezelfde kennisvragen meermaals worden uitgezet. Delfland pleit op Unieniveau voor een digitaal kennisvenster (virtueel venster) waardoor kennisontwikkeling en kennisdeling worden bevorderd. In de komende planperiode krijgt dit initiatief verder vorm. Investeringen De investeringen voor het programma Organisatie betreffen de huisvesting, de waterschapsverkiezingen en het meerjarig automatiseringsplan. 1.2
Financiële analyse op hoofdlijnen
Exploitatie Uit de geactualiseerde meerjarenraming 2015-2019 blijkt dat ten opzichte van de Kadernota 2015 de exploitatie in alle jaarschijven voordelig wordt bijgesteld. De hieronder weergegeven tabel geeft een overzicht van de saldi over de jaren 2015-2019. Saldi kadernota 2014 en meerjarenraming 2015-2019 (bedragen * € 1.000 en - = nadelig)
2016
2017
2018
2019
Saldi Kadernota 2015
7.977
10.762
16.169
23.034
26.897
Saldi meerjarenraming 2015-2019
7.242
10.169
15.728
22.066
27.691
-735
-593
-441
-968
794
Verschil MJR 2015-2019 versus Kadernota 2015
2015
Het betreft op hoofdlijnen de volgende (structurele) bijstellingen: Kapitaallasten In de Kadernota 2015 was in de berekening van de kapitaallasten nog uitgegaan van een activering van het investeringsvolume over 2013 van € 55 miljoen. Het werkelijke investeringsvolume voor 2013 bedroeg € 35 miljoen. Het uitgangspunt is dat investeringen een gemiddelde looptijd hebben van 2 jaar. Dit betekent dat investeringen in jaar T leiden tot kapitaallasten in jaar T+2. Op basis van een verwachte looptijd van 20 jaar en een rentepercentage van 3,5% leidt deze lagere activering tot lagere kapitaallasten van afgerond € 1,5 miljoen. Personeelskosten De actualisatie van de personeelsbegroting voor 2015 leidt tot een verlaging van de personeelskosten ten opzichte van de Kadernota 2015 met € 1,6 miljoen. De lagere kosten zijn het gevolg van de actualisatie van de personeelsbegroting (gewijzigde sociale lasten, invulling van de taakstelling, vrijval van de stelpost indexering ). Schoon water In het programma Schoon water zijn ten opzichte van de Kadernota 2015 geen mutaties van directe kosten en opbrengsten. Voldoende water In 2015 is sprake van eenmalige hogere electriciteitskosten voor de pilot ‘doorspoelen’ (hogere kosten € 300.000). Deze pilot vormt onderdeel van het programma Schoon water.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
14
Daarnaast is sprake van een inhaalslag op de achterstand van de peilbesluiten waardoor in 2015 de maatregelen uit de peilbesluiten worden geïntensiveerd (eenmalige kosten € 100.000). Ook worden de peilen digitaal opgenomen. Stevige dijken Het bijhouden van de legger en het beheerregister kan inmiddels vrijwel in eigen beheer worden uitgevoerd. Hierdoor hoeft minder te worden uitbesteed. (lagere kosten € 120.000) De kosten voor de uitbesteding van de opgavenbepaling zijn gedaald vanwege de effecten van de markt (goedkoper uitbesteden) en daarnaast kost het toetsen van kunstwerken, Niet Waterkerende Objecten, minder dan werd verwacht (lagere kosten € 220.000). De onderhoudskosten van overige keringen zijn lager omdat sprake is van minder beschoeiing. Daarnaast wordt het ophogen van kades in 2015 beschouwd als een investering (lagere kosten € 164.000). Gezuiverd afvalwater De bijstelling in dit programma betreft lagere kosten voor het PPS contract als gevolg van gewijzigde prognoses (€ 463.000). Ook is sprake van lagere kosten van € 274.000 voor afwaterbehandeling door derden. Dit betreft onder andere gewijzigde kostenverdeelsleutel voor verrekening met derden en de rijksheffing. Instrumenten De bijstelling voor 2016-2019 betreft lagere kosten voor E-dienstverlening. Organisatie In de Kadernota 2015 was nog sprake van een aantal investeringen, welke alsnog in deze begroting ten laste van de exploitatie worden gebracht (hogere kosten € 225.000). In 2015 worden de kosten voor mobiele telefonie gecentraliseerd in het programma organisatie (€ 300.000). Ook is sprake van éénmalige saneringskosten voor dienstwoning de Zaaijer (€ 150.000). De lagere kosten betreffen de actualisatie van de personeelskosten in het kader van de bijzondere regelingen (€ 162.000). Algemene dekkingsmiddelen In de begroting 2014 was de bijdrage aan de RBG lager ingeschat doordat sprake was van een stelpost huisvesting bij de RBG. De bijstelling voor 2015 is gebaseerd op de actuele begroting van de RBG inclusief de nieuwe huisvesting en de aansluiting van de gemeente Schiedam. Daarnaast is sprake van een structureel lagere opbrengst van € 107.000 voor leges en precario. Mutatie belastingopbrengst Op basis van een actuele opgave van de belastingeenheden door de RBG moet rekening worden gehouden met een lichte daling van het aantal bedrijven. Daarnaast is de totale WOZ-waarde gedaald en is het aantal te verlenen kwijtscheldingen hoger dan waarmee in de kadernota werd gerekend. In de begroting is voor 2015 rekening gehouden met een stijging van het tarief voor de watersysteemheffing met 1,5% en 2,5% voor de zuiveringsheffing. Dit leidt tot een lagere belastingopbrengst ten opzichte van de Kadernota 2015 van € 4.064.000. Voor de jaren 2016 tot en met 2019 is gerekend met een jaarlijkse tariefstijging van 3% voor de watersysteemheffing en 4% voor de zuiveringsheffing. Investeringen Ten behoeve van de Programmabegroting 2015 zijn de investeringsramingen van de programma’s tegen het licht gehouden. De bijgestelde prognoses voor 2014 zijn hierin meegenomen Het investeringsvolume voor 2015 stijgt ten opzichte van de Kadernota 2015 van € 54,3 naar € 58,3 miljoen. In onderstaande tabel wordt per programma het investeringsvolume van de Kadernota 2015 en de Begroting 2015-2019 weergegeven.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
15
Investeringsraming 2015 (* € 1 miljoen)
Schoon water
Voldoende water
Stevige dijken
Gez. Afvalwater
Instrumenten
Organisatie
Totaal
Raming Kadernota 2015
2,5
16,1
20,5
0,8
0,0
14,1
54,3
Raming Begroting 2015-2019
3,6
16,2
20,6
2,2
0,1
15,6
58,3
Schoon water Ten opzichte van de Kadernota 2015 komen de investeringen voor het programma Schoon Water € 1,1 miljoen hoger uit. Dit kan deels verklaard worden doordat het zwaartepunt van de uitgaven voor een aantal projecten in plaats van in 2014, in 2015 zal vallen (lokale knelpunten 3de ronde, vispassage gemaal Westland en natuurvriendelijke oever Slinksloot) en voor een deel doordat een aantal projecten zijn toegevoegd waarvan de ramingen voldoende concreet zijn (vispaaiplaats Wennetjessloot, riooloverstort Schipluiden). Gezuiverd afvalwater In de meerjarenraming is rekening gehouden met projecten die een relatie hebben met het nog vast te stellen Waterbeheersplan 2016 – 2021. In de raming voor 2015 zijn de kosten van € 1,3 miljoen opgenomen voor de aankoop van een perceel grond bij awzi Nieuwe Waterweg. De aankoop van de grond is bedoeld voor toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot een eventuele zoetwaterfabriek. Voor deze aankoop wordt separate bestuurlijke besluitvorming voorbereid. Organisatie De bijstelling van het investeringsvolume betreft voornamelijk ICT investeringen. In Hoofdstuk 4 Financiële overzichten is in onderdeel 4.2 Voorgenomen investeringen een investeringsplanning op projectniveau voor de jaarschijf 2015 opgenomen. Belastingopbrengsten De uitgangspunten voor de berekening van de belastingtarieven en de feitelijke tarieven met voorbeelden zijn weergegeven in de paragrafen 3.2 en 3.7. In de begroting 2015 en meerjarenraming 2015-2019 is voor de watersysteemheffing (categorie ingezetenen) uitgegaan van een tariefstijging van 1,5% voor 2015 en 3% voor de jaren 2016 en verder. Voor wat betreft de zuiveringsheffing is uitgegaan van een tariefstijging van 2,5% voor 2015 en 4% voor de jaren 2016 en verder. In de onderstaande tabel zijn de saldi van de meerjarenraming 2015-2019 opgenomen verdeeld over de diverse programma’s. Tabel meerjarenraming 2015-2019 saldi exploitatie per programma Programma(bedragen * € 1.000) (- = nadelig)
Rekening
Begroting
Schoon water
2013 -2.882
2014* -3.858
2015 -4.298
2016 -3.875
2017 -3.777
2018 -3.762
2019 -3.884
Voldoende water
-37.544
-31.101
-33.111
-32.010
-31.126
-29.943
-29.537
Stevige dijken
-10.197
-11.763
-11.420
-12.355
-13.172
-14.136
-14.926
-106.874 -106.945
-104.207
-105.103
-103.566
-102.133
-103.339
Gezuiverd afvalwater Instrumenten Organisatie Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal (- = nadelig) * na Burap 2 2014
-8.041
-10.099
-9.795
-9.519
-9.457
-9.332
-9.470
-26.888
-25.995
-28.116
-27.365
-27.307
-27.085
-27.307
194.682 2.253
202.576 12.815
198.190 7.242
200.397 10.169
204.133 15.728
208.456 22.066
216.154 27.691
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
16
2 Programma’s 2.1
Programma Schoon water
Binnen het programma Schoon water is een onderscheid gemaakt in de volgende vijf programmalijnen: Chemische waterkwaliteit Ecologische waterkwaliteit Vismigratie Zwemwateren Lokale knelpunten. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten, prestatie-indicatoren en beschikbare middelen weer. Programmalijn Chemische waterkwaliteit Doel De chemische waterkwaliteit voldoet aan de normen van de beleidsdoelstelling uit het WBP
Resultaat Het stikstofgehalte in de West- en Oostboezem bedraagt respectievelijk maximaal 3,5 en 2,2 mg/l. Het percentage aangetroffen bestrijdingsmiddelen in de boezem en de gemiddelde concentratie van de aangetroffen bestrijdingsmiddelen is afgenomen t.o.v. 2010. Het aantal meetpunten dat voldoet aan de waterkwaliteitsnormen is toegenomen t.o.v. 2010.
Prestatie indicator Het in de West- en Oostboezem gemeten stikstofgehalte bedraagt respectievelijk maximaal 3,5 en 2,2 mg/l. Het percentage aangetroffen bestrijdingsmiddelen in de boezem en de gemiddelde concentratie van de aangetroffen bestrijdingsmiddelen is 25% lager dan in (de Waterkwaliteitsrapportage) 2010. Het aantal meetpunten dat voldoet aan de waterkwaliteitsnormen is toegenomen ten opzichte van het aantal meetpunten dat voldeed in (de Waterkwaliteitsrapportage) 2010.
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
2.118 0
Begroting 2016
1.964 0
Begroting 2017
Begroting 2018
1.930 0
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
1.938 0
Begroting 2019
2.096 0
17
Programmalijn Ecologische waterkwaliteit Doel Realiseren ecologische voorzieningen in aangewezen waterlichamen
Resultaat Van de gedurende de looptijd van het eerste Stroomgebiedsbeheersplan te realiseren 28,2 ha ecologische voorzieningen wordt 6,5 ha gerealiseerd. Voor de gedurende de looptijd van het tweede Stroomgebiedsbeheerplan te realiseren 32 ha natte ecologische zones wordt 1,2 ha gerealiseerd. De ecologische voorzieningen/natte ecologische zones zijn conform doelstellingen onderhouden.
Prestatie indicator Realisatie van 6,5 ha natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen. Realisatie van 1,2 ha natte ecologische zones. Circa 32 ha aan natuurvriendelijke oevers, vispaaiplaatsen en natte ecologische zones is conform doelstellingen onderhouden.
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
634 1.282
Begroting 2016
Begroting 2017
628 2.500
Begroting 2018
623 2.500
617 2.500
Begroting 2019
597 2.500
Programmalijn Vismigratie Doel Binnen het watersysteem van Delfland vrije vismigratie mogelijk maken
Resultaat In 2015 zijn 8 KRW resultaatsverplichte en 11 niet-KRW prioritaire vismigratieknelpunten opgelost. Alle vismigratievoorzieningen functioneren conform de vereisten.
Prestatie indicator Vier vismigratieknelpunten worden opgelost. Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
340 1.237
Begroting 2016
289 1.000
Begroting 2017
Begroting 2018
280 1.000
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
274 1.000
Begroting 2019
269 1.000
18
Programmalijn Zwemwater Doel De aangewezen zwemwaterlocaties zijn geschikt voor zwemmen
Resultaat Alle 17 zwemwaterlocaties voldoen aan de bacteriële normen die de EUzwemwaterrichtlijn stelt aan aanvaardbaar* zwemwater. Op de zes prioritaire zwemwaterlocaties is slechts bij hoge uitzondering sprake van een tijdelijk negatief zwemadvies als gevolg van blauwalgen.
Prestatie indicator Alle 17 zwemwaterlocaties voldoen aan de bacteriële normen die de EUzwemwaterrichtlijn stelt aan aanvaardbaar* zwemwater. Voor de zes prioritaire zwemwaterlocaties samen geldt maximaal 18 weken een negatief zwemadvies als gevolg van blauwalgen.
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Exploitatie 943 869 822 811 800 Investeringen 200 1.200 * Op basis van de bacteriegehalten valt een zwemwater in de categorie uitstekend, goed, aanvaardbaar of slecht (Europese Zwemwaterrichtlijn)
Programmalijn Lokale knelpunten Doel Zoveel mogelijk afgesproken lokale knelpunten worden opgelost binnen taakstellend budget.
Resultaat Door binnen een taakstellend budget lokale knelpunten aan te pakken wordt op die plaatsen wateroverlast voorkomen of de kans daarop verminderd.
Prestatie indicator Zeven lokale knelpunten worden opgelost. Het maatregelenplan lokale knelpunten 5de ronde is vastgesteld.
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
262 878
Begroting 2016
125 400
Begroting 2017
Begroting 2018
122 400
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
122 400
Begroting 2019
122 400
19
Wat mag het kosten? Exploitatie: Onderstaande tabellen geven de totale kosten per programmalijn en de totale kosten van het programma weer. Kosten per programmalijn Programma Schoon water per programmalijn
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
(bedragen * € 1.000) Programmalijn Chemische waterkwaliteit
2.118
1.964
1.930
1.938
2.096
Ecologische waterkwaliteit
634
628
623
617
597
Vismigratie
340
289
280
274
269
Zwemwateren
943
869
822
811
800
Lokale knelpunten Saldo programma
262
125
122
122
122
4.298*
3.875
3.777
3.762
3.884
*Door het gereedkomen van het Stroomgebied beheerplan 2 hoeven er vanaf 2016 en verder geen kosten meer te worden gemaakt voor het opstellen van het plan. Totale kosten programma Programma Schoon water totaal (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2013
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 na 2015 2016 2017 2018 2019 Burap 2
Lasten Directe kosten
1.650
2.009
1.905
1.590
1.550
1.550
1.700
Toegerekende salarissen
1.353
1.542
1.412
1.331
1.328
1.341
1.371
289
789
1.254
1.229
1.170
1.146
1.107
3.291
4.340
4.571
4.149
4.048
4.036
4.177
Directe opbrengsten
-409
-483
-274
-274
-272
-274
-293
Totaal baten
-409
-483
-274
-274
-272
-274
-293
2.882
3.858
4.298
3.875
3.777
3.762
3.884
Rente en afschrijving Totaal lasten Baten
Saldo programma
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag van in totaal € 3,6 miljoen voor 2015 per programmalijn weergegeven. Ten opzichte van de Kadernota 2015 komen de investeringen voor het programma Schoon Water € 1,1 miljoen hoger uit. Dit kan deels verklaard worden doordat het zwaartepunt van de uitgaven voor een aantal projecten in plaats van in 2014, in 2015 zal vallen (lokale knelpunten 3de ronde, vispassage gemaal Westland en natuurvriendelijke oever Slinksloot) en voor een deel doordat een aantal projecten zijn toegevoegd waarvan de ramingen voldoende concreet zijn (vispaaiplaats Wennetjessloot, riooloverstort Schipluiden). Tabel geraamde investeringen Schoon water (bedrag * € 1 miljoen) Programmalijn Chemische waterkwaliteit
2015
Ecologische waterkwaliteit
1,3
Vismigratie
1,2
Zwemwateren
0,2
Lokale knelpunten
0,9
Totaal
3,6
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
20
* Voor de programmalijn Chemische waterkwaliteit is geen investeringsvolume opgenomen omdat de kosten van de activiteiten voor deze programmalijn worden gedekt uit exploitatiebegroting 2015.
Risicomanagement Chemische waterkwaliteit De chemische waterkwaliteit is, zoals bekend afhankelijk van natuurlijke factoren en processen en antropogene bronnen. De exacte effecten van maatregelen op de chemische waterkwaliteit is hierdoor niet tot in detail te voorspellen. Het risico bestaat dat het effect van een maatregel kleiner is dan we op basis van de huidige kennis en inzichten inschatten, waardoor doelen voor de chemische waterkwaliteit niet bereikt worden. Beheermaatregel: De kwaliteitsontwikkeling wordt gedurende het jaar gemonitord. Waar nodig worden (extra) maatregelen getroffen. Ecologische waterkwaliteit Voor de realisatie van de opgave van de programmalijn Ecologische waterkwaliteit is Delfland afhankelijk van participatie, medewerking en steun van de gebiedspartners. Om het risico van het niet behalen van de KRW-opgave te beperken vindt met deze partijen regelmatig overleg plaats over de voortgang, ook op bestuurlijk niveau. Inmiddels is gebleken dat het project ‘bochtafsnijding Schie’ door bezwaren vanuit de omgeving zoveel vertraging oploopt dat het risico groot is dat de hierbij horende KRW-opgave niet tijdig wordt gerealiseerd. Omdat dit deel van de KRW-opgave een verantwoordelijkheid is van de Provincie, wordt dit met regelmaat onder de aandacht van de Provincie gebracht. Indien Delfland door het Rijk hier op wordt aangesproken, zullen de consequenties bij de Provincie worden gelegd. Verder is op dit moment is nog niet duidelijk of er voldoende ruimtelijke kansen in het gebied voor het Stroomgebied Beheerplan 2 aanwezig zijn. Datzelfde geldt voor het ecologisch geoptimaliseerd onderhoud om duurzaam waterplantzones in stand te kunnen houden. Beheermaatregel: Als beheermaatregel zullen in 2015 naast een inventarisatie voor het optimaliseren van het beheer en onderhoud ook met de gebiedspartners concrete afspraken gemaakt worden om voldoende ruimtelijke kansen voor de KRW opgave te faciliteren. De basis hiervoor vormt het in december te ondertekenen nieuw Bestuursakkoord KRW. Zwemwater Door genomen maatregelen zijn de randvoorwaarden gecreëerd om overlast door blauwalgen en bacteriën zoveel mogelijk te voorkomen. Er blijft echter een risico op overlast. Deze risico’s schuilen veelal in moeilijk beïnvloedbare factoren, bijvoorbeeld het weer of watervogels: - Hogere temperaturen leiden tot een verlenging van het groeiseizoen van blauwalgen. - De toename van het aantal zware buien leiden tot een toename aan riooloverstorten. Dit leidt tot een extra belasting van (een deel van de prioritaire) zwemwateren waardoor de kans op blauwalgen en bacteriën toeneemt. - Menselijke activiteiten, zoals het voeren van watervogels, leiden tot een aanzienlijke belasting van het zwemwater waardoor de kans op het optreden van blauwalgen- en bacteriënoverlast toeneemt. Beheermaatregel: Bij het optreden van bacteriële problemen of blauwalgenoverlast wordt hierover duidelijk gecommuniceerd, wordt met beheerders gezocht naar maatregelen en worden, zo mogelijk, passende maatregelen genomen. Hierdoor verbetert de kans op goed zwemwater. Bij jaarlijks terugkerende problemen, die niet of moeilijk oplosbaar zijn, wordt met de provincie besproken of de functie zwemwater voor de betreffende locatie realistisch is, waarna de provincie de afweging maakt of de functie moet worden gehandhaafd. Lokale knelpunten De maatregelen voor de 5de ronde worden medio 2015 vastgesteld. Aard en omvang van deze maatregelen is op voorhand niet bekend, zodat voor de begroting 2015 hiervoor geen onderbouwd bedrag is opgenomen. Beheermaatregel: Op het moment dat aard en omvang wel bekend zijn, wordt een voorstel ter besluitvorming aangeboden.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
21
2.2
Programma Voldoende water
Binnen het programma Voldoende water is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Optimaal regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polders Goede zoetwatervoorziening. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten, prestatie-indicatoren en beschikbare middelen weer. Programmalijn Regulier beheer polders en boezem Doel Het op orde houden van het bestaande watersysteem
Resultaat Een kwantitatief goed functionerend watersysteem, zoals vastgelegd in de legger Onderhoud en technisch beheer voor het in standhouden van de installaties in het watersysteem Het bereiken van het vastgestelde peil door het inzetten van de daartoe ingerichte objecten. De belangen van Delfland ten aanzien van Voldoende water veilig stellen Gebiedsdekkend actuele peilbesluiten 10 knelpunten van het boezemsysteem fysiek opgelost in 2017
Delfland heeft actueel beleid en instrumentarium en benut en ontwikkelt kennis om het watersysteem op een efficiënte en indien mogelijk innovatieve manier te beheren en te onderhouden.
Actuele beleidsnota’s, legger en waterakkoorden
Er is een goed beeld op de werkelijke knelpunten en mogelijke oplossingrichtingen, gerelateerd aan de wettelijk vastgelegde norm.
Via een vraag gestuurd proces zijn watersysteemanalyses uitgevoerd.
Tijdige en kwalitatief goede adviezen. Het model instrumentarium en software zijn op orde. Technische ontwikkelingen zijn bekend en worden verkend om te implementeren.
Prestatie indicator Het onderhoud aan 1222 kilometer watergangen. Het aantal te baggeren kilometers. In het seizoen 2014-2015 163 kilometer, in het seizoen 2015-2016 134 kilometer. Het percentage ingepland onderhoud installaties dat wordt uitgevoerd. In 2015 is 90% van het ingeplande onderhoud installaties uitgevoerd. Het percentage beheergebied met peil conform het peilbesluit. In 2015 is dit 90%. Het aantal knelpunten dat is opgelost (t/m 2017).
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
22
In 2015 zullen 8 van de 10 knelpunten zijn opgelost. Er zijn 3 knelpunten in uitvoering. Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
22.942 9.210
Begroting 2016
22.270 3.495
Begroting 2017
Begroting 2018
21.720 1.575
21.381 2.073
Begroting 2019
21.175 1.490
Programmalijn Voorkomen wateroverlast polders Doel In 2050 voldoen alle polders aan de NBW normering. Om dat te bereiken zijn in 2015 de grootste (grootste kans op grote wateroverlast) knelpunten opgelost
Resultaat 83 knelpunten van het polderwatersysteem zijn opgelost in 2017 Het poldersysteem voldoet 100% aan de provinciale verordening in 2050
Prestatie indicator Het aantal knelpunten opgelost dat opgelost is. Eind 2015 zullen 64 van de 83 knelpunten zijn opgelost. Er worden in 2015 15 knelpunten opgelost, plus 3 knelpunten vanuit 2014. Dus in totaal 18 knelpunten. Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
9.991 7.010
Begroting 2016
Begroting 2017
9.561 9.695
Begroting 2018
9.225 7.775
8.379 8.073
Begroting 2019
8.179 7.490
Programmalijn Goede zoetwatervoorziening Doel Delfland zet zich in voor een (kosten)effectieve zoetwatervoorziening nu en in de toekomst
Resultaat De belangen van Delfland ten aanzien van zoetwatervoorziening zijn geborgd in planvorming van derden. Er is kennis ontwikkeld om voor de lange termijn de zoetwatervoorziening te borgen.
Prestatie indicator Het aantal onderzoeken in voorbereiding/uitvoering/gereed afgezet tegen de planning. In 2015 is dit 100%. Financiën (bedragen * € 1.000) Exploitatie
Exploitatie Investeringen
Begroting 2015
179
Begroting 2016
180
Begroting 2017
Begroting 2018
181
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
183
Begroting 2019
183
23
Wat mag het kosten? Exploitatie: Onderstaande tabellen geven de kosten per programmalijn en de totale kosten van het programma weer. Kosten per programmalijn Programma Voldoende water per programmalijn
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
(bedragen * € 1.000) Programmalijn Regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polders Goede zoetwatervoorziening Saldo programma
22.942
22.270
21.720
21.381
21.175
9.991
9.561
9.225
8.379
8.179
179
180
181
183
183
33.111
32.010
31.126
29.943
29.537
Totale kosten programma Programma Voldoende water totaal (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2013
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 na 2015 2016 2017 2018 2019 Burap 2
Lasten Directe kosten
15.175
14.095
12.236
11.815
11.815
11.815
5.847
5.908
5.677
5.761
5.813
5.860
6.056
Rente en afschrijving
17.532
17.650
16.565
15.808
14.885
13.661
13.164
Totaal lasten
38.554
37.654
34.477
33.384
32.513
31.336
31.036
Directe opbrengsten
-1.010
-6.553
-1.366
-1.374
-1.387
-1.393
-1.498
Totaal baten
-1.010
-6.553
-1.366
-1.374
-1.387
-1.393
-1.498
37.544
31.101
33.111
32.010
31.126
29.943
29.537
Toegerekende salarissen
11.815
Baten
Saldo programma
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag van in totaal € 16,2 miljoen voor 2015 per programmalijn weergegeven. Tabel geraamde investeringen Voldoende water (bedrag * € 1 miljoen) Programmalijn Regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening Totaal
2015 9,2 7,0 0,0 16,2
Risicomanagement Doorspoelpilot Als uit de evaluatie van eind 2014 blijkt, dat het voortzetten van de doorspoelpilot niet opportuun is, zullen de financiële middelen die hiervoor in de begroting beschikbaar zijn gesteld terugvloeien naar de algemene middelen. Schade wateroverlast Delfland spant zich in om, binnen de beperkte middelen die ter beschikking staan, het gebied te laten voldoen aan de normen uit de Provinciale Waterverordening op het tijdstip dat de
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
24
provincie vaststelt. De kans bestaat dat, rekening houdend met het klimaatscenario 2050, bepaalde delen van het gebied op dat tijdstip niet voldoen aan de normen voor wateroverlast. Het gevolg daarvan is dat de rechter kan oordelen dat Delfland aansprakelijk is voor de schade die ontstaat door wateroverlast. Daarbij worden de volgende beheermaatregelen ingezet: Zo snel mogelijk samen met andere waterschappen en de Unie van waterschappen proberen de termijn, waarop het watersysteem aan de normen moet voldoen, bij de provincie vast te leggen; Aantonen welke maatregelen zijn genomen om wel aan de normen te voldoen en eventuele gevolgschade te beperken en, voor zover dat niet mogelijk is, wat Delfland heeft gedaan om de normen bespreekbaar te maken dan wel de termijn waarop aan de normen moet worden voldaan op te schuiven.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
25
2.3
Programma Stevige dijken
Binnen het programma Stevige dijken is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten, prestatie-indicatoren en beschikbare middelen weer. Programmalijn Primaire waterkeringen Doel Het beleid en de kennis en innovatie is op orde
Resultaat Het beleid, het beheerregister en de leggers zijn actueel. Innovaties worden gestimuleerd en er wordt actief geparticipeerd in toegepast onderzoek
Aan de hand van de normeringen zijn de primaire keringen getoetst
Veiligheidstoetsing primaire waterkeringen is uitgevoerd
Het onderhoud van de primaire keringen is op orde
Onderhoudsprogramma is uitgevoerd: het aantal km dat onderhoud heeft gekregen (cf. planning Maaien: 27 km) In 2015 is 1,1 kilometer Zwakke Schakels en afgekeurde dijkvakken uit de derde toetsronde op orde De bijdrage aan HWBP is gedaan
Prestatie indicator In 2015 is 100% van de primaire waterkering op orde: 50 meter Delflandse Dijk (Spuihaven) 1.050 meter goedkeuring traject Merwehaven (door de inspectie)
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen HWBP
3.039
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
4.066
5.049
5.993
6.846
12.145
12.145
12.145
12.145
1.260 12.145
Programmalijn Regionale waterkeringen Doel Het beleid en de kennis en innovatie is op orde
Resultaat Het beleid, het beheerregister en de leggers zijn actueel. Innovaties worden gestimuleerd en er wordt actief geparticipeerd in toegepast onderzoek
Aan de hand van de normeringen zijn de regionale keringen getoetst
De eerste ronde van de toetsing regionale keringen is uitgevoerd
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
26
Het onderhoud van de regionale keringen is op orde
Onderhoudsprogramma uitgevoerd: het aantal km dat onderhoud heeft gekregen (cf. planning Maaien: 5.900 are; BGO: 9,4 km) Het herstel en beperking van schade aan waterkeringen door beheer van muskusratten
Het verbeteren van de stabiliteit van de regionale keringen is gerealiseerd
34 km risicovolle kering voldoet in 2015 aan de norm
Prestatie indicator In 2015 is volgens planning de volledige 34 kilometer risicovolle keringen op orde. Er wordt circa 3,5 kilometer verbeterd. Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
8.166 6.920
Begroting 2016
Begroting 2017
8.073 2.874
Begroting 2018
7.906 3.510
7.925 4.110
Begroting 2019
7.838 5.310
Programmalijn Overige waterkeringen Doel Het beleid en de kennis en innovatie is op orde
Resultaat Het beleid, het beheerregister en de legger(s) is actueel.
Aan de hand van de normeringen zijn de overige keringen getoetst
De eerste ronde van de toetsing overige keringen is uitgevoerd
Het onderhoud van de overige keringen is op orde
Onderhoudsprogramma is uitgevoerd: aantal kilometer dat onderhoud heeft gekregen (cf. planning BGO: 3,5 kilometer)
Prestatie indicator In 2015 vinden geen verbeteringswerken plaats Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
216 225
Begroting 2016
Begroting 2017
217 1.000
Begroting 2018
217 0
217 0
Begroting 2019
242 0
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het geplande Buitengewoon groot onderhoud (BGO) voor 2015. Planning Buitengewoon onderhoud alle gemeenten categorie
groene kades
totaal opgave (meters)
Planning 2015 (meters) netto opgave
bruto opgave
0
8.500
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
27
wegen op kades
22.796
3.000
4.500
complex BGO
24.108
4.600
11.500
restcategorie
2.273
0
0
Wat mag het kosten? Exploitatie: Onderstaande tabellen geven de kosten per programmalijn en de totale kosten van het programma weer. Kosten per programmalijn Programma Stevige dijken
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
(bedragen * € 1.000) Programmalijn Primaire waterkeringen
3.039
4.066
5.049
5.993
6.846
Regionale waterkeringen
8.166
8.073
7.906
7.925
7.838
216
217
217
217
242
11.420
12.355
13.172
14.136
14.926
Overige waterkeringen. Saldo programma
Totale kosten programma Programma Stevige dijken totaal (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2013
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 na 2015 2016 2017 2018 2019 Burap 2
Lasten Directe kosten
4.329
5.112
4.109
4.104
4.127
4.159
4.073
Toegerekende salarissen
2.193
2.179
2.214
2.246
2.266
2.299
2.416
Rente en afschrijving
4.002
4.647
5.246
6.128
6.915
7.810
8.514
10.525
11.938
11.568
12.478
13.308
14.268
15.003
Directe opbrengsten
-328
-175
-148
-123
-136
-133
-78
Totaal baten
-328
-175
-148
-123
-136
-133
-78
10.197
11.763
11.420
12.355
13.172
14.136
14.926
Totaal lasten Baten
Saldo programma
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag van in totaal € 20,5 miljoen voor 2015 per programmalijn weergegeven. Tabel geraamde investeringen Stevige dijken (bedrag * € 1 miljoen) Stevige dijken Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen
2015 1,4 6,9 0,2
HWBP
12,1
Totaal
20,6
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
28
Risicomanagement Buitengewoon onderhoud Het onderhoud wordt altijd buiten uitgevoerd en is daarmee weersafhankelijk. Bijzondere weersomstandigheden kunnen de uitvoering van het werk vertragen. Buitengewoon Onderhoud bij kades met wegen Als het gaat om het buitengewoon onderhoud bij kades met wegen wordt er afgestemd met de wegbeheerders (werk met werk maken). Dit vraagt capaciteit binnen de organisatie (zowel kwalitatief als kwantitatief). Als gevolg van onzekerheden over de beschikbare capaciteit op de lange termijn en vanwege de benodigde afstemming met de wegbeheerders zijn er risico’s voor het halen van de planning en daarmee de uitgave. Met de gemeenten wordt scherp onderhandeld over kosten de voor het buitengewoon onderhoud in de situaties dat de gemeente het werk uitvoert.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
29
2.4
Programma Gezuiverd afvalwater
Binnen het programma gezuiverd afvalwater is een onderscheid gemaakt in de volgende vier programmalijnen: Transporteren Zuiveren Doelmatigheid Publieke private samenwerking De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten, prestatie-indicatoren en beschikbare middelen weer. Programmalijn Transporteren Doel Delfland voldoet aan de afnameverplichting die gezamenlijk is vastgesteld door Delfland en de gemeenten
Resultaat - Het transportstelsel wordt doelmatig beheerd. - Het in standhouden van het transportstelsel door onderhoud en technisch beheer.
Prestatie indicator Delfland voldoet voor 100% aan de met de gemeenten afgesproken afnameverplichting. In 2015 is de inschatting* van de volgende kengetallen: - de verpompte hoeveelheid afvalwater 150.000.000 m3 - het elektriciteitsverbruik van de rioolgemalen 10.500.000 kWh. De technische beschikbaarheid van het transport systeem, wordt door middel van een (meerjarig) onderhoudsplan en een onderhoudbeheersysteem op een zo’n hoog mogelijk niveau gehouden. PI technische beschikbaarheid benodigd om het transport proces te garanderen is 99% Financiën (bedragen * € 1.000) Exploitatie
Exploitatie Investeringen
Begroting 2015
Begroting 2016
4.312 0
4.251 400
Begroting 2017
Begroting 2018
4.047 400
3.988 400
Begroting 2019
3.935 400
* De werkelijke getallen kunnen door weersomstandigheden afwijken van deze kengetallen. Programmalijn Zuiveren Doel Het voldoen aan de wettelijke eisen voor zuiveren en slibverwerking
Resultaat De zuivering en slibverwerking worden doelmatig beheerd. Het in standhouden van de installaties voor de zuivering en slibverwerking door onderhoud en technisch beheer.
Prestatie indicator Delfland Delfland voldoet voor 100% aan de wettelijke eisen voor het zuiveren van afvalwater en het verwerken van zuiveringsslib. In 2015 is de inschatting* van de volgende kengetallen: - Totaal behandeld afvalwater (influent): 135.000.000 m3 - Totaal ontvangen vuilvracht als daggemiddelde (influent): 1.500.000 vervuilingeenheden (ve) - Rest ve’s t.b.v. Rijksheffing als daggemiddelde (effluent): 55.000 ve - Verwijderingrendement vervuilingeenheden: 92,5%
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
30
-
Verwijderingrendement stikstof: 79,0% Verwijderingrendement fosfaat: 75,5% Elektriciteitsverbruik zuiveringen: 53.000.000 kWh Elektriciteitproductie (eigen opwekking): 22.000.000 kWh Hoeveelheid afgevoerd ontwaterd slib: 85.500 ton Gemiddelde drogestofgehalte slibontwatering: 21,4%
De technische beschikbaarheid van het zuiveringsproces, wordt door middel van een (meerjarig) onderhoudsplan en een onderhoudbeheersysteem op een zo hoog mogelijk niveau gehouden. PI technische beschikbaarheid benodigd om het zuiveringsproces te garanderen is 99% Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
14.565 350
Begroting 2016
Begroting 2017
14.272 500
Begroting 2018
13.751 500
12.339 500
Begroting 2019
12.295 500
* De werkelijke getallen kunnen door weersomstandigheden afwijken van deze kengetallen. Programmalijn Doelmatigheid Doel Vergroting van de doelmatigheid en duurzaamheid conform de doelen overeengekomen met ketenpartners (RoSA, NAD, samenwerking waterschappen en de innovatie programma ’s Delfland en Delfluent)
Resultaat - Op basis van resultaten uit de projecten van RoSA en NAD is de samenwerking geëvalueerd en geactualiseerd en zijn vervolgactiviteiten en maatregelen benoemd om de doelen te bereiken. - Delfland en het Hoogheemraadschap van Rijnland onderzoeken mogelijkheden tot intensievere samenwerking. De zomerperiode en het najaar van 2014 worden gebruikt om eigen interne onderzoeken af te ronden, afspraken over samenwerking zullen eind 2014 en begin 2015 worden gemaakt. - Met alle gemeenten zijn er actuele afspraken over de afnameverplichting - Er worden innovatie- optimalisatie- en onderzoeksprojecten uitgevoerd op het gebied van energie en grondstoffen uit afvalwater en hergebruik van effluent op basis van het kennis- en innovatieprogramma van Delfland en het samenwerkingsprogramma van Delfland en Delfluent.
Prestatie indicator Programma RoSA is geactualiseerd op basis van evaluatie en nieuwe inzichten.
Programma NAD is geactualiseerd op basis van evaluatie en nieuwe inzichten.
Voor elke zuivering is er een verkenning gereed naar de wijze waarop in de periode 20162027 de ketens voor water, energie en grondstoffen kunnen worden gesloten. Dit vormt input voor uitvoeringsprogramma WBP5. Afhankelijk van bestuurlijke besluitvorming in 2014, worden in 2015 tussen de
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
31
hoogheemraadschappen van Delfland en Rijnland na positieve onderzoeksresultaten, afspraken gemaakt over structurele samenwerking om de doelmatigheid en duurzaamheid te vergroten. Voor 100% van de aangeleverde rioleringsplannen is door Delfland, binnen de vastgestelde wettelijke termijnen, integraal advies geleverd op basis van actueel afvalwaterketenbeleid Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
1.586 1.850
Begroting 2016
Begroting 2017
1.542 175
Begroting 2018
991 170
Begroting 2019
997 100
1.024 100
Programmalijn Publieke private samenwerking Doel Transporteren en zuiveren volgens wettelijke eisen.
Resultaat Beheer PPS middels toezicht en controle op afstand Investeringen transportstelsel AHR
Prestatie indicator De mate waarin wordt voldaan aan alle wettelijke eisen op het gebied van zuiveren van afvalwater, verwerken van zuiveringsslib en voldoen aan de afnameverplichting welke met de gemeenten zijn overeengekomen. In 2015 wordt voor 100% voldaan aan de wettelijke eisen. Voor kengetallen zie de programmalijnen Transporteren en Zuiveren. In 2015 wordt het project AHR T&T verder uitgevoerd. Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
83.744 0
Begroting 2016
Begroting 2017
85.038 0
Begroting 2018
84.777 0
Begroting 2019
84.809 0
86.085 0
Wat mag het kosten? Exploitatie: Onderstaande tabellen geven de kosten per programmalijn en de totale kosten van het programma weer. Kosten per programmalijn Programma Gezuiverd afvalwater
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
(bedragen * € 1.000) Programmalijn Transporteren Zuiveren Doelmatigheid Publieke private samenwerking Saldo programma
4.312
4.251
4.047
3.988
3.935
14.565
14.272
13.751
12.339
12.295
1.586
1.542
991
997
1.024
83.744
85.038
84.777
84.809
86.085
104.207
105.103
103.566
102.133
103.339
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
32
Totale kosten programma Programma Gezuiverd afvalwater totaal (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2013
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 na 2015 2016 2017 2018 2019 Burap 2
Lasten Directe kosten
83.855
86.114
85.819
83.888
79.131
80.203
3.277
3.616
3.585
3.516
3.556
3.578
3.650
40.689
38.332
35.971
35.569
34.078
31.597
31.222
127.820
128.062
125.375
122.974
116.766
115.379
116.639
Directe opbrengsten
-20.946
-21.117
-21.168
-17.870
-13.200
-13.246
-13.300
Totaal baten
-20.946
-21.117
-21.168
-17.870
-13.200
-13.246
-13.300
106.874
106.945
104.207
105.103
103.566
102.133
103.339
Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten
81.768
Baten
Saldo programma
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag van in totaal € 2,2 miljoen voor 2015 per programmalijn weergegeven. Tabel geraamde investeringen Gezuiverd afvalwater (bedrag * € 1 miljoen) Programmalijn Transporteren
2015 0,0
Zuiveren
0,4
Doelmatigheid
1,8
PPS
0,0
Totaal
2,2
Transporteren Geen opmerkingen. Zuiveren Vanuit de exploitatie ontstaan regelmatig mogelijkheden voor verbeteringen aan het proces of de installaties. In de begroting zijn projecten opgenomen voor verbetering van de luchtbehandeling op awzi De Groote Lucht, voor aanpassingen aan de biogasleidingen op De Groote Lucht en geurloos slibverladen. Deze verbeteringen leiden tot betere arbeidsomstandigheden, minder hinder voor de omgeving. Daarnaast zijn deze investeringen noodzakelijk voor het voldoen aan de nieuwste inzichten voor explosieveiligheid. Doelmatigheid In de meerjarenraming is rekening gehouden met projecten die een relatie hebben met het nog vast te stellen Waterbeheersplan 2016 – 2021. In de raming voor 2015 zijn de kosten opgenomen voor de aankoop van een perceel grond bij awzi Nieuwe Waterweg. De aankoop van de grond is bedoeld voor toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot een eventuele zoetwaterfabriek. Voor deze aankoop wordt separate bestuurlijke besluitvorming voorbereid. Als wordt besloten om niet tot aankoop over te gaan zal het investeringsvolume voor 2015 € 1,3 miljoen lager zijn. De toekomstige investeringen met betrekking tot bijvoorbeeld de zoetwaterfabriek worden in de volgende kadernota in beeld gebracht, waarna deze ook in het uitvoeringsprogramma WBP5 worden opgenomen. In 2014 is een onderzoekskrediet aangevraagd voor onderzoeken t.b.v. de zoetwaterfabriek voor de waterharmonica. In 2015 zal € 0,05 miljoen worden uitgegeven.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
33
PPS De grote investeringen voor nieuwbouw van het transportstelsel AHR zijn voltooid. Het laatste gereed te komen bouwproject is gemaal Scheveningen. Risicomanagement OZB Harnaschpolder (programmalijn PPS) De consequenties voor 2015 zullen voort bouwen op de resultaten van het door de gemeente Midden-Delfland ingestelde hoger beroep bij het Gerechtshof en kunnen ten tijde van het opstellen van deze tekst (juli 2014) nog niet worden ingeschat. De zitting van dit hoger beroep is op 3 september 2014. Verleggen persleidingen(Programmalijn Transporteren) Delfland heeft tientallen kilometers persleiding in beheer. In de meeste gevallen is Delfland niet de eigenaar van de grond waarin deze persleidingen liggen. Er bestaat dan het risico dat de grondeigenaar Delfland zal verzoeken de persleiding te verleggen. Om dit risico in de toekomst te beperken moeten voor persleidingen waarvoor dat nog niet is gebeurd, overeenkomsten worden gesloten met de grondeigenaar. Dit kan door bijvoorbeeld het vestigen van een recht van opstal. Exploitatiebijdrage Vastgoedzone (Programmalijn PPS) De gesprekken tussen de gemeente en het college van Delfland voor een definitieve oplossing zijn in een afrondende fase. De consequenties voor 2015 zullen afhangen van het overleg van de portefeuillehouders van Delfland en de gemeente Midden-Delfland in het najaar van 2014 en indien nodig in 2015. Het resultaat zal worden voorgelegd aan de VV. Nooduitlaat effluentstelsel Het effluent van de AWZI Harnaschpolder wordt via twee effluentleidingen en via twee tracés afgevoerd naar het effluentgemaal op AWZI Houtrust. Er is op dit systeem geen nooduitlaat aanwezig. Op het terrein van AWZI Houtrust lopen de leidingen over enkele honderden meters direct naast elkaar. In het geval van een calamiteit kunnen beide leidingen beschadigen en moeten wellicht buiten gebruik gesteld worden. De kans hierop is klein, maar de gevolgen voor imago, ecologie en gemeentelijke rioolstelsels zijn aanzienlijk. Om dit risico te verkleinen kan de aanleg van een nooduitlaat nabij de AWZI Harnaschpolder uitkomst bieden. Deze nooduitlaat kan mogelijk ook gebruikt worden voor inlaat van effluent voor peilhandhaving en waterkwaliteitsverbetering. Hiermee vergroot de redundantie van de zoetwatervoorziening. Tot een nooduitlaat is gerealiseerd blijft het risico bestaan en wordt het risico beheerst door adequaat onderhoud en een voldoende toegeruste calamiteitenorganisatie. Vergoeding aan Delfluent Meevallende indices hebben in de afgelopen jaren geleid tot minder uitgaven voor de vergoeding aan Delfluent dan bij de begroting werd aangenomen. De vergoeding wordt mede bepaald door de werkelijke prestaties van Delfluent en het verloop van een aantal indices. Voor de Kadernota 2015 is op basis van ervaring een inschatting gemaakt. Het risico is dat de definitieve indices hoger of lager uitvallen dan voorzien. Dit kan leiden tot een overschrijding van de begroting. Delfland beoordeelt en maakt periodiek melding van dit risico aan de hand van de voortgang van de prestaties, de werkelijke ontwikkeling van de indexcijfers en de bijgestelde prognoses van Delfluent. Dit is een risico dat zowel positief (toch een nog lagere
vergoeding) als negatief (een hogere vergoeding) kan uitvallen. Pompcapaciteit gemaal Morsestraat Bij het gerenoveerde gemaal Morsestraat is een probleem geconstateerd met de capaciteit van de pompen. Er wordt uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken en mogelijke oplossingen. Kosten voor het uitvoeren van dit uitgebreide onderzoek komen ten laste van de exploitatie. Na vaststelling van de oorzaken zullen de te maken herstelkosten verhaald worden op de verantwoordelijke partij. Het risico bestaat dat een deel van of alle herstelkosten niet verhaald kunnen worden op een andere partij. Deze kosten komen dan ten laste van Delfland.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
34
2.5
Programma Instrumenten
Doelen programma De doelstelling van het programma Instrumenten is de doelmatige en effectieve ontwikkeling, inzet en uitvoering van (een mix van) instrumenten om de inhoudelijke programmadoelen te bereiken en wettelijke taken uit te voeren. Binnen het programma instrumenten is een onderscheid gemaakt in de volgende vier programmalijnen: Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie. Digitale Dienstverlening De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten, prestatie-indicatoren en beschikbare middelen weer. Programmalijn Gebiedsgericht samenwerken Doel Delfland levert inbreng in en beïnvloedt planvorming van derden en voert planvorming uit. De gebieds- en beleidsagenda is actueel.
Resultaat De uitvoeringsprogramma’s op basis van de waterplannen zijn actueel. Uitgangspunt is dat Delfland niet meewerkt aan het opstellen van nieuwe gemeentelijke waterplannen. Indien een gemeente een nieuw (beknopt) waterplan wil opstellen, besluit Delfland of en op welke wijze Delfland deelneemt. In ruimtelijke plannen ten behoeve van het realiseren van de inhoudelijke doelen is inbreng geleverd. In complexe plannen van derden is eenduidige inbreng geleverd om het belang van Delfland efficiënt en effectief te borgen. De contacten op bestuurlijk en ambtelijk (werkvloer en management) niveau zijn geoptimaliseerd. Een ambtelijke en bestuurlijke Watertafel zijn georganiseerd. De beleidsagenda is actueel. Een schets van het beleidshuis (opbouw en structuur beleid) is gereed.
Het uitvoeren van de watertoets op binnengekomen ruimtelijke plannen en het verbeteren en verder digitaliseren van de dienstverlening.
De dienstverlening bij de watertoets op ruimtelijke plannen, en afhandeling binnen de termijn is verbeterd ten opzichte van 2014. Het proces van de watertoets is (voor zover als het gedigitaliseerd kan worden) gedigitaliseerd.
Prestatie indicator Alle uitvoeringsprogramma’s zijn actueel.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
35
Alle watertoetsen zijn binnen de geldende termijn afgehandeld. Er zijn twee watertafels georganiseerd.
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
2.238
Begroting 2016
Begroting 2017
2.255
Begroting 2018
2.272
2.296
Begroting 2019
2.310
Programmalijn Regulering en toezicht Doel Bijdrage aan doelstellingen van inhoudelijke programma’s door beleidsinstrumentarium, regulering en toezicht en Delfland zorgt voor 25% minder regeldruk in 2015 (t.o.v. 2010).
Resultaat Aanvragen om vergunning zijn binnen de geldende termijn afgehandeld. Het beleid met betrekking tot beleidsinstrumenten is op orde. Meldingen zijn binnen de geldende richtlijn/termijn afgehandeld. Realisatie van de speerpuntactiviteiten uit het uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving. Nautisch beheer en vaarwegbeheer is geïmplementeerd en wordt uitgevoerd conform bestuurlijke afspraken.
Prestatie indicator 90% van de aanvragen om vergunning is afgehandeld binnen de geldende termijn. 25% van alle aanvragen waar toestemming op grond van de Keur voor nodig is, is afgedaan met een melding (in plaats van een aanvraag om toestemming/vergunning). 90% van de meldingen is afgehandeld binnen de geldende richtlijn/termijn. 90% van de speerpuntactiviteiten uit het uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving is gerealiseerd. De bestuurlijke afspraken over nautisch beheer en vaarwegbeheer zijn geïmplementeerd (Vaarverordening) en worden uitgevoerd (communicatie, handhaving, beheer).
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
5.363
Begroting 2016
5.390
Begroting 2017
Begroting 2018
5.360
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
5.400
Begroting 2019
5.512
36
Programmalijn Communicatie Doel Delfland draagt met communicatie bij aan de reputatie van Delfland bij burgers en stakeholders en maakt daarbij optimaal gebruik van digitale middelen.
Resultaat Communicatieplannen zijn opgesteld en uitgevoerd.
Prestatie indicator 55% van de artikelen over Delfland in de media is conform kernboodschap en met de gewenste toonzetting. 75% van de medewerkers beoordeelt de mate waarin zij geïnformeerd zijn over en zij zich betrokken voelen bij de (veranderingen in) de organisatie met minimaal een voldoende.
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
1.351
Begroting 2016
Begroting 2017
1.360
Begroting 2018
1.368
1.376
Begroting 2019
1.385
Programmalijn Digitale Dienstverlening Doel Het verbeteren van de interne en externe dienstverlening door het ontsluiten, organiseren en digitaliseren van gegevens en processen.
Resultaat 3Di is geïmplementeerd binnen Delfland. Gegevens worden efficiënter gebruikt doordat ze gecoördineerd ingewonnen, beter toegankelijk, van een hoge kwaliteit en betrouwbaar zijn. Alle klantcontacten verlopen via de digitale workflow zaakgericht werken en voldoen aan kwaliteitsnormen.
Prestatie indicator
3Di is in vijf projecten toegepast.
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
842 117
Begroting 2016
515
Begroting 2017
Begroting 2018
457
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
259
Begroting 2019
263
37
Wat mag het kosten? Exploitatie: Onderstaande tabellen geven de kosten per programmalijn en de totale kosten van het programma weer. Kosten per programmalijn Programma Instrumenten
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
(bedragen * € 1.000) Programmalijn Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht
2.238
2.255
2.272
2.296
2.310
5.363
5.390
5.360
5.400
5.512
Communicatie
1.351
1.360
1.368
1.376
1.385
Digitale Dienstverlening Saldo programma
842
515
457
259
263
9.795
9.519
9.457
9.332
9.470
Totale kosten programma Programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2013
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 na 2015 2016 2017 2018 2019 Burap 2
Lasten Directe kosten
1.559
2.361
2.048
1.828
1.768
1.568
1.568
Toegerekende salarissen
6.952
7.930
7.875
7.658
7.656
7.732
7.871
60
57
39
39
38
37
36
8.571
10.349
9.963
9.524
9.462
9.337
9.475
Directe opbrengsten
-531
-249
-168
-5
-5
-5
-5
Totaal baten
-531
-249
-168
-5
-5
-5
-5
8.041
10.099
9.795
9.519
9.457
9.332
9.470
Rente en afschrijving Totaal lasten Baten
Saldo programma
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag van in totaal € 0,1 miljoen voor 2015 per programmalijn weergegeven. Tabel geraamde investeringen Instrumenten (bedrag * € 1 miljoen) Programmalijn Digitale dienstverlening Totaal
2015 0,1 0,1
Risicomanagement Verwevenheid met de omgeving De mate waarin Delfland haar doelen kan realiseren hangt in toenemende mate samen met ontwikkelingen in de omgeving. Enkele belangrijke actoren en factoren zijn: - Door bezuinigingen, decentralisatie van rijkstaken en verschuivingen van middelen binnen gemeenten, kost het gemeenten steeds meer moeite om afspraken (in bijvoorbeeld waterplannen) na te komen. Dit kan effect hebben op het bereiken van de doelstellingen van Delfland. - Als projecten of complexe plannen waarin partners (gemeenten, provincie, private partijen) een belangrijke rol spelen door ontwikkelingen aan de kant van partners vertragen, versnellen
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
38
of van scope wijzigen, kan dit gevolgen hebben voor de doelstellingen van Delfland en/of de inzet van middelen. - De verwachting is dat de doorlooptijd van planvormingsprocessen de komende jaren toeneemt. Dit kan gevolgen hebben voor de doelrealisatie van Delfland. - Delfland wordt in meer, kleinere planvormingsprocessen betrokken om (vroegtijdig) haar belangen te borgen (coalitieplanologie). Dit vraagt zowel continuïteit als flexibiliteit in capaciteit en organisatie. Zodra de economie aantrekt en de planvorming bij partners wordt versneld, kan dit tot knelpunten leiden en tot druk op die onderdelen van de organisatie die daar bij betrokken zijn. - Het behalen van de resultaten bij met name de programma’s Voldoende Water en Schoon Water) is afhankelijk van kansen die extern ontstaan. Delfland zoekt deze kansen actief op, verkent ze en indien kansrijk, worden ze gereed gemaakt voor programmering en realisatie. Of deze zich daadwerkelijk voor doen is afhankelijk van derden en ontwikkelingen in b.v. de woningmarkt. - Het werkaanbod bij bijvoorbeeld de watertoetsers hangt af van derden. Beheersmaatregel: Door de diversiteit in actoren en factoren is er geen sprake van een totale alle risico afdekkende beheersmaatregel. In ieder geval wordt regelmatig overlegd met betrokken externen. De nadruk ligt op vroegtijdig in gesprek gaan, meedenken en adviseren. Afwijkingen (in bijvoorbeeld in de doorlooptijd van planvormingsprocessen, planningen, inhoud of randvoorwaarden) worden gesignaleerd en gerapporteerd via de programmalijnen. Knelpunten worden inzichtelijk gemaakt via de P&C-cyclus, en indien nodig worden voorstellen gedaan om de knelpunten op te lossen. Daarnaast wordt dit onderwerp meegenomen de uitwerking van het WBP5. In het kader hiervan worden voorstellen ontwikkeld hoe Delfland hier mee om wil gaan (flexibel), inclusief een strategie van prioritering van kansen. Het Nieuwe Water In het project ‘Het Nieuwe Water’ (gemeente Westland) ligt de opgave om op termijn extra boezemberging en natuurvriendelijke oevers te realiseren. Door ontwikkelingen binnen de Ontwikkelings Maatschappij het Nieuwe Westland (ONW) is het onzeker of dit gerealiseerd gaat worden op deze locatie. Tevens is de governance van ONW onderwerp van gesprek tussen de betrokken partijen. Het streven is deze te vereenvoudigen. Dit kan gevolgen hebben voor de positie van Delfland in ONW en het ingebrachte kapitaal (maximaal € 903.000). Besluitvorming wordt eind 2014 verwacht, maar is afhankelijk van derden. Beheersmaatregel: Delfland onderzoekt in nauwe samenwerking met de gemeente Westland op welke wijze het belang van Delfland in de Poelpolder of in de directe omgeving daarvan geborgd kan worden en wat dat betekent voor haar rol in ONW. Ook vindt een nieuwe uitwerking van het plan voor het ‘Nieuwe water” plaats waar tevens onderzocht wordt op welke wijze invulling kan worden gegeven aan de wateraspecten. Besluitvorming hierover wordt in de loop van 2014 of eerste helft van 2015 verwacht.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
39
2.6
Programma Organisatie
Binnen het programma Organisatie is een onderscheid gemaakt in de volgende twee programmalijnen: Sturing Ondersteunende producten. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten, prestatie-indicatoren en beschikbare middelen weer. Programmalijn Sturing Doel Op concernniveau wordt sturing gegeven aan een doelmatige en doeltreffende inrichting van de organisatie
Resultaat De organisatie licht zijn processen door in relatie tot de beoogde doelen en maakt een planning van de eventuele doelmatigheids- en doeltreffendheidsmaatregelen. Binnen de grenzen van de formatieve - en financiële personeelsbegroting voorziet de organisatie in de benodigde capaciteit. De invoering van Integraal Project Management bij het Project Management Bureau wordt afgerond. De Delflandse Manier van werken wordt vormgegeven door de verdere flexibilisering van werkplekken.
De uitvoering van de huisvestingsstrategie wordt voorbereid en in de eerste helft van 2015 aan de nieuwe VV ter besluitvorming voorgelegd. De informatievoorziening wordt geleid aan de hand van informatievisie en –beleid en de hierbij behorende doelarchitecturen en gecoördineerd met behulp van adequaat portfoliomanagement.
De koers en positionering van Delfland is toekomstbestendig.
In- en externe ontwikkelingen zijn zo mogelijk beïnvloed ten behoeve van of verbonden met de doelen van Delfland. Samenwerking met buurwaterschappen wordt op het gebied van Vastgoed en I&A concreet vormgegeven door het instellen van organisatievormen voor gezamenlijk eigendommenbeheer en voor een gezamenlijk datacenter.
Medio 2015 wordt het WBP5 aangeboden ter vaststelling door de VV.
De doelen van Delfland worden met innovatie beter en slimmer gerealiseerd.
Het innovatiefonds wordt optimaal ingezet om kansrijke innovaties te financieren. Vernieuwing is structureel ingebed in de werkwijze van de organisatie bij het realiseren van de doelen van Delfland.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
40
Subsidiemogelijkheden zijn optimaal ingezet om de doelen van Delfland te realiseren.
De doelstellingen uit het klimaatakkoord Unie-Rijk worden behaald
De doelstellingen uit het klimaatakkoord en de implementatie van duurzaamheid en klimaatadaptatie in de teams/ sectoren wordt gemonitord. Delfland geeft gedurende 2015 vorm aan de klimaatdoelstellingen door: - het uitvoeren van de MJA-3 afspraken bij zuiveringsbeheer (energiewinning) - verbetertrajecten voor het duurzaam inkopen (o.a. bedrijfsvoering en Duurzame GWW) verduurzaming van de mobiliteit (elektrificatie van het wagenpark)
Prestatie indicator 25% van alle besturende, primaire en ondersteunende processen is in 2015 doorgelicht
De financiële personeelsbegroting wordt niet overschreden. Het aantal flexibele werkplekken is in 2015 met 50% toegenomen t.o.v. 2014
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
6.285 12.000
Begroting 2016
Begroting 2017
6.333
Begroting 2018
6.246
6.160
Begroting 2019
6.151
Programmalijn Ondersteunende producten Doel De bedrijfsvoering en de (bestuurlijke) informatievoorziening is kwalitatief verbeterd en ondersteunt de organisatie optimaal.
Resultaat De Planning en Control cyclus is op orde en draagt bij aan de levering van tijdige, juiste en rechtmatige management- en verantwoordingsinformatie. De kwaliteit en de kwantiteit van de ondersteuning van de bedrijfsvoering wordt in overleg met de organisatie op het gewenste niveau gehouden. Het Human Resource Management draagt proactief bij aan de flexibele instroom, doorstroom en uitstroom van het personeel en aan het behoud en de bundeling van kennis. Er wordt een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden tot flexibilisering van de personeelsbegroting. Instrumenten ten behoeve van de rechtmatige, duurzame en doelmatige inkoop
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
41
van Delfland worden ontwikkeld en ter beschikking gesteld. Gronden en gebouwen die niet meer bijdragen aan de doelstellingen van Delfland zijn vervreemd. De ondersteunende werkprocessen en documentstromen worden zoveel mogelijk gedigitaliseerd en in een nieuw document management systeem ondergebracht. De archieven van Delfland zijn in goede, geordende en toegankelijke staat, waarbij de basis op orde is en het cultuurhistorisch erfgoed (roerende goederen) toegankelijk is voor het publiek. De ondersteuning van bestuurders en de bestuursprocessen zijn goed georganiseerd (ook digitaal) en de bestuurders zijn goed ingewerkt.
Delfland levert een bijdrage aan de voorbereidingen van de waterschapsverkiezingen in maart 2015 en de organisatie van de benoeming van een nieuw bestuur, coalitievorming, overdracht en afscheid.
De opkomstbevorderende bijdrage van Delfland aan de verkiezingen en de benoeming van nieuwe AB- en DB-leden, ondersteunde coalitievorming en het afscheid van zittende AB- en DB-leden, zijn tijdig en rechtsgeldig.
De crisisbeheerorganisatie is op orde.
De crisisbeheerorganisatie is goed getraind en heeft een relevant extern netwerk.
Prestatie indicator Over 2014 wordt een goedkeurende accountants- en rechtmatigheidsverklaring verkregen.1 In het tweede kwartaal van 2015 wordt inzicht gegeven over 2014 in de termijnen van afdoening middels het jaarverslag bezwaarschriften commissie en het jaarverslag klachtencommissie. In 2014 is 100% binnen de gestelde termijnen afgehandeld. De crisisbeheerorganisatie is optimaal bezet, in 2015 is de bezetting 100%. Alle actieteams, inclusief het Operationeel team en het Beleidsteam zijn minimaal 1 maal per jaar getraind.
Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
1
21.831 3.895
Begroting 2016
21.032 1.475
Begroting 2017
Begroting 2018
21.061 920
20.925 520
Begroting 2019
21.157 790
Op deze prestatie-indicator wordt gerapporteerd door middel van vaststelling van de jaarrekening 2014.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
42
Wat mag het kosten? Exploitatie: Onderstaande tabellen geven de kosten per programmalijn en de totale kosten van het programma weer. Kosten per programmalijn Programma Organisatie
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
(bedragen * € 1.000) Programmalijn Sturing
6.285
Ondersteunende producten Saldo programma
6.333
6.246
6.160
6.151
21.831
21.032
21.061
20.925
21.157
28.116
27.365
27.307
27.085
27.307
Totale kosten programma Programma Organisatie (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2013
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 na 2015 2016 2017 2018 2019 Burap 2
Lasten Directe kosten
54.352
56.859
58.662
56.484
54.911
54.465
54.533
Toegerekende salarissen
12.824
12.959
11.202
12.744
12.622
12.513
12.500
Rente en afschrijving
2.919
1.829
1.537
1.078
996
918
878
Saldo financieringsfunctie
5.272
4.162
979
1.802
2.504
2.895
3.365
Doorbelasting
-38.236
-38.772
-38.170
-37.490
-37.063
-37.265
-38.169
Totaal lasten
37.265
35.280
35.753
34.495
33.861
33.513
33.432
Directe opbrengsten Mutaties reserves/voorzieningen
-10.376
-8.535
-7.636
-7.130
-6.554
-6.428
-6.125
0
-750
0
0
0
0
0
Totaal baten
-10.376
-9.285
-7.636
-7.130
-6.554
-6.428
-6.125
Saldo programma
26.888
25.995
28.116
27.365
27.307
27.085
27.307
Baten
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag van in totaal € 15,7 miljoen voor 2015 per programmalijn weergegeven. Tabel geraamde investeringen Organisatie (bedrag * € 1 miljoen) Programmalijn Sturing Ondersteunende producten Totaal
2015 12,0 3,7 15,7
Innovatie De innovatiethema’s voor 2015 Voor 2015 kiest Delfland ervoor om de lijn van 2014 voort te zetten en tevens aan te sluiten bij de ambities uit het strategisch deel van het concept WBP5. In onderstaande paragrafen is de inhoudelijke focus verder uitgewerkt. Innovatie in het watersysteem Delfland werkt aan het toekomstbestendig maken van het watersysteem. In tegenstelling tot
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
43
vroeger wordt niet eenzijdig geprobeerd water weg te pompen naar rivieren of de zee, maar ook nuttig vast te houden op de plek waar het terecht komt. Is vasthouden niet meer mogelijk, dan wordt het tijdelijk elders geborgen. Naast de kwantitatieve en veiligheidsaspecten liggen er in Delfland ook grote uitdagingen voor het verbeteren van het aquatisch ecosysteem. Delfland zal nauw moeten samenwerken, zowel intern als extern, om de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te kunnen behalen. Delfland wil innovaties stimuleren die bijdragen aan een beter en efficiënter functionerend watersysteem. Innovatie in de afvalwaterketen Afvalwater wordt inmiddels gezien als een bron van water die gebruikt kan worden voor allerlei processen. Delfland richt zich op efficiëntere zuiveringsprocessen, prioritaire stoffen, terugwinnen van energie en grondstoffen en het produceren van grondstoffen. Door toepassing van nieuwe technieken is het zuiveren van afvalwater de afgelopen decennia verbeterd, maar innovatie is noodzakelijk om efficiënt te zuiveren en het gezuiverde water in te zetten voor het waterbeheer en andere maatschappelijke doelstellingen. Innovatie op snijvlak van systeem en keten Van oudsher zijn de waterketen en het watersysteem aan elkaar gekoppeld. Deze fysieke koppeling van de systemen vraagt ook om een beleidsmatige koppeling. Hieruit komen meerdere vraagstukken voort, die zowel in de eigen organisatie als in de omgeving om innovaties vragen. Bijvoorbeeld hoe je om gaat met tijdelijk water op straat en hoe je de vuilbelasting van de waterketen op het watersysteem vermindert. Accenten voor 2015 Slim meten/monitoren/volgen en sturen De mogelijkheden om de situatie van het watersysteem, waterketen en meteorologische gegevens te meten en te simuleren, nemen in belangrijke mate toe. Maar welke ontwikkelingen zijn voor ons wenselijk? Delfland wil de staat van het watersysteem en waterketen te allen tijde actueel in beeld kunnen brengen om daarmee de sturing in het dagelijks beheer en bij extreme omstandigheden inzichtelijk te maken. Waterbeheer = gebiedsinrichting Delfland is een gebied met een intensief ruimtelijk gebruik. Het watersysteem kan in een sterk ontwikkeld gebied niet los worden gezien van gebiedsinrichting. Delfland wil de kansen die de combinatie van landinrichting en waterinfrastructuur biedt, intensiever ontwikkelen. Naast een technische uitdaging is dit veelal ook een uitdaging op het gebied van bestuur, beheer, onderhoud, en juridische aansprakelijkheid. Grondwater en ondergrond De wijziging in het gebruik van de ondergrond en het grondwater neemt toe. Innovaties die een goed beeld geven van de mogelijke gebruiksvormen (zoals ondergrondse waterberging) en de ontwikkelingen in de ondergrond die daarop van invloed kunnen zijn, zijn belangrijk om een goede maatschappelijke rol als grondwaterbeheerder in te vullen. Sociale innovatie Sociale innovatie is een vernieuwing van de wijze waarop het werk is georganiseerd, om slimmer en efficiënter te kunnen werken, en om technische innovaties te kunnen inbedden in de organisatie. Ook in 2015 wil het waterschap op dit vlak minimaal één innovatief project realiseren. Maatschappelijk innovatie Maatschappelijke innovatie richt zich op nieuwe manieren van interactie met de maatschappij. Delfland kan bijdragen aan de kennis, export en economische groei van de watersector, door gunstige voorwaarden te scheppen voor innovatie. Door het combineren van doelstellingen kan worden samengewerkt met kennisinstellingen en bedrijfsleven en kan er een win-win situatie ontstaan. Het doel is om in 2015 op innovatieve wijze minimaal één project of taak van Delfland onder de aandacht te brengen bij het grote publiek. Hiermee kan worden beoogd de bekendheid te vergroten, en bijvoorbeeld gedragsverandering te realiseren.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
44
Risicomanagement Kennisbehoud Het behoud van de aanwezige kennis en kunde vormt voor Delfland een risico. Doordat de arbeidsmarkt flexibiliseert en circa 25% van de medewerkers ouder is dan 55 jaar bestaat het risico dat kennis binnen afzienbare tijd wegvloeit. Delfland zet in op het behoud van kennis en kunde en op de kwalitatieve ontwikkeling van het personeel. Kennismanagement wordt actief toegepast. De ontwikkeling van medewerkers wordt geïntensiveerd door een verstevigd opleidingsaanbod. De uitwisseling van personeel, de roulatie van leidinggevenden en mentorschap dragen bovendien bij aan de bevordering van de inzetbaarheid van medewerkers. Informatiebeveiliging Burgers en bedrijven moeten er altijd op kunnen vertrouwen dat Delfland zorgvuldig met informatie omgaat en deze goed beveiligt. Met behulp van wachtwoorden, firewalls, etc. voldoet Delfland aan de gangbare norm voor informatiebeveiliging. In een wereld waarin informatie en systemen binnen en buiten Delfland steeds meer met elkaar verknoopt raken, wordt het veiligheidsbewustzijn van medewerkers steeds belangrijker. Ook werken we steeds meer tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk. Door al deze ontwikkelingen zijn de bestaande beschermingsmaatregelen alléén niet meer voldoende. Voor de verdere versterking van de informatieveiligheid volgt Delfland de aanpak en de architectuurprincipes van de taskforce BID. Dit wordt door I&A in de praktijk gebracht via haar informatiebeleid. Het informatiebewustzijn van alle medewerkers van Delfland, wordt in 2015 langs vier lijnen aangepakt, met behulp van de daartoe door de Taskforce BID te lanceren campagne iBewustzijn Overheid: 1. Binnen de muren. Alles over bewust en veilig werken binnen de kantoormuren; 2. Buiten. Alles over verantwoord thuis en onderweg werken; 3. Achter je scherm. Alles over digitale bedreigingen herkennen en vermijden (hacks, virussen, phishing mails, etc.); 4. In de cloud. Verantwoord omgaan met cloudomgevingen, sociale media en andere (open source) online tools. Aanbestedingen De Aanbestedingswet 2012 stelt aangescherpte regels voor het aanbesteden van opdrachten onder marktpartijen. Het niet naleven van deze regels levert risico’s op: klachten van marktpartijen, met als die naar de rechter gaan een kans op vernietiging van een overeenkomst en een verplichting tot schadevergoeding, en imagoschade. Delfland vergroot het aantal raamovereenkomsten, waardoor specifieke opdrachten sneller op rechtmatige wijze kunnen worden verstrekt, en onderzoekt verschillende nieuwe vormen van aanbesteden, waarmee het risico op niet-naleving van de aanbestedingsregels vóóraf wordt verkleind. Verkiezingen De waterschappen zijn wettelijk verplicht om eenmalig voor de verkiezingen in 2015 per stemgerechtigde € 1,84 te betalen voor de organisatie van de verkiezingen door de gemeenten. Binnen Delfland wonen ca. 954.000 stemgerechtigden. Dit betekent dat van Delfland een verplichte bijdrage van 1,75 miljoen wordt gevraagd. De totale verwachte kosten van de verkiezingen komen daarmee op € 2,5 miljoen. Voor € 1,0 miljoen is reeds krediet verleend in 2012. Voor de overige € 1,5 miljoen zal medio 2015 aanvullend krediet worden gevraagd. Voor de toekomst is nog niet duidelijk in hoeverre de waterschappen moeten blijven bijdragen aan de organisatie van verkiezingen. Dat betekent dat op dit moment ook geen inzicht kan worden gegeven in de noodzaak tot het opnemen van een reservering in de meerjarenbegroting.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
45
2.7
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Programmalijn Algemene dekkingsmiddelen Doel Het tijdig, juist en volledig opleggen van belastingaanslagen door de Regionale Belastinggroep
Resultaat De verordening watersysteemheffing wordt jaarlijks door de VV vastgesteld. De verordeningen zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing wordt jaarlijks door de VV vastgesteld. De leges- en precarioverordening worden door de VV vastgesteld. Delfland betaalt de RBG een dienstverleningsvergoeding.
Prestatie indicator Afspraken tussen Delfland en de RBG liggen vast in het afgesloten prestatiecontract. Financiën (bedragen * € 1.000) Exploitatie
Exploitatie Investeringen
Begroting 2015
-201.468
Begroting 2016
-209.428
Begroting 2017
-217.967
Begroting 2018
-226.100
Begroting 2019
-236.050
Programmalijn Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves Doel Het voldoen aan de verplichting tot het opnemen in de begroting van ramingen voor onvoorzien en zo nodig opnemen van stelposten voor frictiekosten en indexering en het vormen en muteren van reserves op basis van VV-besluiten
Resultaat Jaarlijks neemt Delfland in zijn begroting bedragen op voor onvoorziene uitgaven (wettelijk verplicht) en zo nodig voor frictiekosten personeel en organisatie, (contractuele) schadevergoedingen alsmede stelposten voor indexering (loonkosten/goederen en diensten) Het vormen van, storten in of onttrekken uit de reserves is voorbehouden aan de VV. Besluitvorming hierover vindt in ieder geval plaats bij de bestemming van het resultaat van de jaarrekening
Prestatie indicator Financiën (bedragen * € 1.000) Begroting 2015
Exploitatie Investeringen
3.278
Begroting 2016
9.031
Begroting 2017
Begroting 2018
13.834
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
17.644
Begroting 2019
19.896
46
Wat mag het kosten? Exploitatie Kosten per programmalijn Programma Organisatie
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018 2019
(bedragen * € 1.000) Programmalijn Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien etc. Saldo programma
-201.468
-209.428
-217.967
-226.100
-236.050
3.278
9.031
13.834
17.644
19.896
-198.190 -200.397 -204.133 -208.456 -216.154
Totale kosten programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Jaar rekening 2013
Begroting 2014 na Burap 2
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
(bedragen * € 1.000)
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Mutaties reserves/voorzieningen Onvoorzien Totaal lasten
1.262
4.335
10.150
11.460
12.810
14.179
13.154
17
34
0
0
0
0
0
0
0
1.312
5.466
8.902
11.229
13.504
6.533
0
979
1.802
2.504
2.895
3.365
0
0
0
0
0
0
0
7.812
4.368
12.442
18.728
24.216
28.303
30.023
-194.333
-200.826
-208.818
-216.888
-225.577
-233.879
-242.804
-2.891
-1.957
-834
-435
-268
15
-8
-5.272
-4.162
-979
-1.802
-2.504
-2.895
-3.365
-202.496
-206.944
-210.631
-219.125
-228.349
-236.759
-246.177
-194.682
-202.576
-198.190
-200.397
-204.133
-208.456
-216.154
Baten Directe opbrengsten Mutaties reserves/voorzieningen Saldo financieringsfunctie Totaal baten Saldo programma
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
47
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
48
3 Paragrafen 3.1
Ontwikkelingen
Nieuwe algemene en specifieke ontwikkelingen in de meerjarenraming 2015-2019 ten opzichte van de meerjarenraming 2014-2018 staan vermeld bij de verschillende programma’s en paragrafen. 3.2
Uitgangspunten en normen
Voor het opstellen van de Programmabegroting 2015 en de hierop aansluitende meerjarenraming tot en met 2019 zijn verschillende uitgangspunten en normen gehanteerd. Veelal heeft besluitvorming daarover al plaatsgevonden bij de op 10 juli 2014 door de verenigde vergadering vastgestelde Kadernota 2015. De belangrijkste uitgangspunten zijn hieronder in het kort vermeld. Inflatie Voor alle jaren is uitgegaan van een indexering van 1,5%, overeenkomstig het besluit bij de Kadernota 2015. Loonkosten De huidige CAO loopt door tot en met 2013. Voor de jaren vanaf 2014 is uitgegaan van een jaarlijkse loonkostenontwikkeling van 1,5% overeenkomstig hetgeen is opgenomen in de Kadernota 2015. In de loonkostenontwikkeling zijn tevens de effecten van de motie Dijkema c.s. opgenomen. De vaste formatie per 31 december 2014 bestaat uit 462 fte. Per 1 januari 2014 bedroeg dit aantal 471 fte. Doorberekening personeelskosten aan externen Voor de opgave van personeelskosten in verband met externe subsidieaanvragen en voor het leveren van diensten aan derden wordt een uurtarief berekend gebaseerd op de salarisschaal van de medewerker en een opslag voor overheadkosten. De voor 2015 toe te passen uurtarieven op basis van salarisschalen zijn opgenomen in onderstaande tabel. Tabel uurtarieven 2015 Component / schaal (in €) 5
6
7
8
9
10
11
12
13
Loonkosten
31,48
35,19
38,89
43,70
50,37
56,30
63,33
70,52
78,52
Overhead
36,58
36,58
36,58
36,58
36,58
36,58
36,58
36,58
36,58
Uurtarief
68,07
71,77
75,47
80,29
86,96
92,88
99,92
107,10
115,10
Onvoorzien en frictiekosten In de meerjarenraming is een centrale post van € 0,5 miljoen voor onvoorziene kosten opgenomen en een post van € 1,0 miljoen voor onvoorziene personeelskosten als gevolg van wijzingen in de budgetteringsprocedures. Beide posten zijn gebaseerd op ervaringscijfers en blijven ongewijzigd ten opzichte van de meerjarenraming 2014-2018. Bruto investeringen In het kader van het voorzichtigheidsprincipe zijn de bruto investeringsuitgaven geraamd in plaats van de netto investeringsuitgaven. Dat wil zeggen dat er geen rekening is gehouden met mogelijke ontvangen subsidies en/of bijdragen. Krediet “project onvoorzien” In de bijeenkomst van de verenigde vergadering van 20 december 2012 is ingestemd met het instellen van een krediet “project onvoorzien”. Daarbij is de hoogte van het krediet bepaald op 5% van de waarde van het bij de begroting door de VV vastgestelde overzicht van voorgenomen investeringen voor het betreffende begrotingsjaar. Exploitatie of investering Alle uitgaven groter dan € 50.000 en een levensduur van meer dan één jaar worden als
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
49
investering aangemerkt en geactiveerd. Alle andere uitgaven komen rechtstreeks ten laste van de exploitatie. Een en ander is specifiek uitgewerkt in de Nota investerings- en activabeleid. Activeren van bouwrente Aan bouwrente wordt een vast percentage van 3,5% toegerekend aan de projecten op basis van de uitgangspunten in de nota Investeringen en Activabeleid. Activeren van manuren Alle directe uren van het Project en Ingenieursbureau (PIB) ten behoeve van investeringsprojecten worden door middel van tijdschrijven toegerekend aan deze projecten. Indirecte kosten De ondersteunende producten, zoals management, huisvesting en automatisering, worden door middel van specifieke verdeelsleutels (bijvoorbeeld: uren, kosten, werkplekken) doorbelast naar de primaire producten. Afschrijvingen Overeenkomstig de Nota investerings- en activabeleid wordt afgeschreven vanaf het eerste boekjaar na het afsluiten van de nazorgfase. Investeringen worden lineair afgeschreven. Belastingen Voor de berekening van de belastingtarieven zijn de volgende aannames wat betreft de heffingsgrondslagen gehanteerd (zie ook paragraaf 3.7): • Een groei van het aantal huishoudens met 0,3% per jaar. Hiermee is gerekend bij de berekening van de tarieven voor de ingezetenen en de zuiveringsheffing; • Voor 2015 wordt een verdere daling van de economische waarde verwacht waarbij onder meer gekeken is naar de cijfers waar de rijksoverheid rekening mee houdt. In de meicirculaire 2014 van het gemeentefonds wordt rekening gehouden met een daling van de waarde van woningen van 3% en voor niet-woningen van 3,5%. Voor 2016 en verder wordt niet gerekend met een mutatie op de economische waarde vanwege de stagnatie in de woningbouwmarkt en de economische recessie. Met deze ontwikkeling is rekening gehouden bij de berekening van het tarief voor de categorie gebouwd; • Het aantal hectares voor de categorieën ongebouwd en natuur zijn ongewijzigd gebleven; • De enkele jaren geleden ingezette neerwaartse trend in de opbrengst zuiveringsheffing bedrijfsruimten zet zich voort. Oorzaak hiervan zijn onder andere een stijging van het aantal faillissementen, een toename van de leegstand van bedrijfsgebouwen (winkels/kantoren) en een daling van bedrijfsactiviteiten. Daarnaast wordt met name door productiebedrijven in het kader van kostenbeheersing de bedrijfsvoering aangepast, hetgeen zich vertaalt in minder lozing. Ook gaan ziekenhuizen meer en meer over op plaatsing van een Pharmafilter installatie, waardoor een lozing van vele honderden vervuilingseenheden wordt gereduceerd tot een lozing van slechts enkele tientallen vervuilingseenheden. Beide laatste ontwikkelingen zullen ook na economisch herstel hun neerwaartse invloed op de opbrengst van de zuiveringsheffing blijven behouden; • Het aantal toegekende kwijtscheldingen en het bedrag voor oninbaar is ongewijzigd gebleven; • De geraamde opbrengsten in 2015 voor precario en leges zijn neerwaarts aangepast aan de gerealiseerde opbrengsten in 2013. Kostentoerekening 2 Kosten en opbrengsten worden zoveel mogelijk direct ten laste of ten gunste gebracht van een product. Een belangrijke uitzondering vormen de personeelskosten: deze kosten worden door middel van tijdschrijven doorbelast aan de producten. De ondersteunende producten (bijvoorbeeld: management, huisvesting, automatisering) worden via specifieke verdeelsleutels (zoals uren, m2,kosten, werkplekken) naar de primaire producten doorbelast. Uiteindelijk worden de onderstaande primaire producten verdeeld over de wettelijke taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer op basis van de volgende vastgestelde verdeelsleutel per product:
2
De kostentoerekening is mede gebaseerd op het advies van de Unie van Waterschappen.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
50
Tabel kostentoerekening Programma A Schoon water
B Voldoende water
C Stevige dijken D Gezuiverd afvalwater
E Instrumenten
F Organisatie: I. Sturing F Organisatie: II. Bestuur, communicatie en crisisorganisatie G Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Producten
Watersysteem beheer
Zuiverings beheer
Aanleg en onderhoud watersystemen Baggeren en sanering waterbodems
100% 100%
0% 0%
Monitoring watersystemen
100%
0%
Aanleg en onderhoud watersystemen
100%
0%
Baggeren en sanering waterbodems
100%
0%
Beheer hoeveelheid water
100%
0%
Beheersinstrumenten watersystemen Monitoring watersystemen
100% 100%
0% 0%
Aanleg en onderhoud waterkeringen
100%
0%
Beheersinstrument waterkering
100%
0%
Afvalwaterbehandeling door derden
0%
100%
Getransporteerd afvalwater
0%
100%
Gezuiverd afvalwater Verwerkt slib
0% 0%
100% 100%
Handhaving keur
75%
25%
Handhaving Wvo
75%
25%
Externe communicatie
75%
25%
Rioleringsplannen en subsidies lozingen
75%
25%
Vergunningen en keurontheffingen Sturing
75% 70%
25% 30%
Bestuur en calamiteitenzorg
80%
20%
100%
0%
0%
100%
Opbrengsten watersysteemheffing Opbrengsten zuiveringsheffing Mutaties reserves watersysteemheffing
100%
0%
Mutaties reserves zuiveringsheffing
0% 100%
100% 0%
0%
100%
Belastingopbrengsten watersysteemheffing Belastingopbrengsten zuiveringsheffing
3.3
Financiering
Inleiding De kaders voor het treasurybeleid van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido), de Verordening Beleids- en Verantwoordingsfunctie (ex artikel 108 Waterschapswet), het Waterschapsbesluit en het Treasurystatuut van Delfland. HetTtreasurystatuut is in 2012 geactualiseerd en vastgesteld. In deze paragraaf wordt ingegaan op de financieringsactiviteiten van Delfland in relatie tot bovengenoemde kaders. Beleid Delfland ten aanzien van financiering Het treasurybeleid van het Hoogheemraadschap van Delfland heeft als voornaamste doelstelling het beheersen van de financiële risico’s en het minimaliseren van de rentekosten (paragraaf 3.3 van het Treasurystatuut). De benodigde liquiditeitsbehoefte zal zoveel mogelijk worden ingevuld met eigen geldmiddelen. Indien onvoldoende eigen geldmiddelen beschikbaar zijn dan wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het aantrekken van kort geld. Het korte geld wordt verkregen door gebruik te maken van het beschikbare rekening-courantkrediet bij de huisbankier, de Nederlandse Waterschapsbank (NWB), of door het afsluiten van en kas- of daggeldleningen met een maximale looptijd van 1 jaar. Het aantrekken van kort geld is de eerste keuze omdat het rentepercentage voor kort geld over het algemeen lager is dan het rentepercentage voor lang geld. Ook is een afweging voor het aantrekken van kort geld dat gedurende het jaar sprake is van fluctuaties in de benodigde financiering. Hierbij is dan sprake van situaties met een minder tekort of zelfs een situatie met een overschot aan liquide middelen.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
51
Wel wordt het maximumbedrag voor het aantrekken van kort geld begrensd door de wettelijke vastgestelde kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet bedraagt conform de wet Fido 23% van het begrotingstotaal. Voor Delfland is de kasgeldlimiet even hoog als de toegestane kredietlimiet bij de NWB. De kasgeldlimiet mag maximaal drie kwartalen worden overschreden als aannemelijk kan worden gemaakt dat deze overschrijding van tijdelijke aard is. Na de overschrijding van de kasgeldlimiet gedurende drie achtereenvolgende kwartalen kan bij de provincie ontheffing worden gevraagd zodat nog niet tot het aantrekken van een langlopende geldlening hoeft te worden overgegaan. Wel moet dan sprake zijn van een dekkingsplan waarin wordt aangegeven hoe na een overschrijding van de kasgeldlimiet met drie kwartalen deze overschrijding op korte termijn wordt opgelost. Als uit dit dekkingsplan blijkt dat een langlopende geldlening moet worden aangetrokken zal hiervoor een onderbouwing worden gemaakt. In de afweging over de looptijd en de vorm van een mogelijk aan te trekken langlopende geldlening wordt rekening gehouden met de meerjarige liquiditeitsplanning om te voorkomen dat Delfland overliquide raakt. Daarnaast moet bij de keuze van de rentevast periode en de looptijd van een aan te trekken langlopende geldlening rekening worden gehouden met de zogenaamde renterisiconorm conform de wet Fido. Risicobeheer Kasgeldlimiet In de wet Fido is vastgelegd dat de hoogte van de kortlopende financiering wordt beperkt door middel van de vastgestelde kasgeldlimiet. Voor waterschappen is deze limiet wettelijk vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal op 1 januari van het betreffende jaar. Voor 2015 betekent dit een kasgeldlimiet van 23% van € 240 miljoen is € 55,2 miljoen. Door de huidige zeer lage marktrente voor kort geld zal maximaal gebruik worden gemaakt van financiering met kortlopende geldmiddelen. Renterisiconorm De renterisico’s op de vaste schuld worden ingekaderd door toepassing van de renterisiconorm. Het doel van de renterisiconorm is het beperken van renterisico’s door spreiding in de looptijden van langlopende geldleningen. De renterisiconorm houdt in dat het bedrag aan aflossingen en het leningbedrag dat in aanmerking komt voor renteherziening in enig jaar de vastgestelde renterisiconorm niet mag overschrijden. De renterisiconorm is wettelijk vastgesteld op 30% van het begrotingstotaal per 1 januari van het begrotingsjaar. De renterisiconorm voor Delfland over 2015 bedraagt 30% van het begrotingstotaal van € 240 miljoen is in totaal een bedrag van € 72 miljoen. Op basis van de huidige leningenportefeuille bedraagt in 2015 de aflossing en het leningbedrag voor renteherziening in totaal € 50 miljoen zodat Delfland ruimschoots binnen de vastgestelde renterisiconorm van € 72 miljoen blijft. Ook voor de jaren na 2015 wordt op basis van de huidige leningenportefeuille geen overschrijding van de renterisiconorm voorzien. Derivaten Op basis van het geldende Treasurystatuut is het niet toegestaan derivaten af te sluiten. Kredietrisico Doordat in 2015 naar verwachting geen sprake zal zijn overtollige liquide middelen wordt geen kredietrisico gelopen. Daarnaast is in de loop van 2013 het zogenaamde schatkistbankieren verplicht gesteld. Dit betekent voor Delfland dat overtollige liquide middelen alleen bij het rijk mogen worden uitgezet waarbij geen sprake is van enig (rente)risico. Koersrisico De aandelen die Delfland in bezit heeft (onder andere van de Nederlandse Waterschapsbank) kunnen niet op een beurs worden verhandeld en zijn om deze reden niet onderhevig aan koersrisico’s. Valutarisico Delfland handelt en betaalt niet in vreemde valuta waardoor ook geen valutarisico kan worden gelopen.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
52
Kasbeheer Rekening-courant De huisbankier van Delfland is de Nederlandse Waterschapsbank (NWB). Door Delfland wordt jaarlijks bij de NWB een kredietlimiet voor de rekening-courant rekening aangevraagd. Voor 2015 zal de maximale aan te vragen kredietlimiet gelijk zijn aan de maximaal toegestane kasgeldlimiet van € 55,2 miljoen. Door de verwachte lage rekening-courantrente zal naar verwachting maximaal gebruik worden gemaakt van de toegestane kredietruimte bij de NWB. Ontwikkelingen Lange rente Op de geld- en kapitaalmarkt was in 2014 net als voorgaande jaren sprake van een situatie waarbij de rentepercentages voor kortlopende geldleningen aanzienlijk lager waren dan de rentepercentages voor langlopende financiering. In juni 2014 bedroeg het rentepercentage voor een fixe-lening met een looptijd van 30 jaar 3,3% (begin 2011: 4,14 %) en voor een lineaire lening 2,89% (begin 2011: 3,8 %). Korte rente Gedurende het jaar 2014 schommelde de rente voor 1-maands kasgeldleningen rond een percentage van 0,10% op jaarbasis. Ten opzichte van de percentages voor de langlopende financiering is het nog steeds financieel zeer aantrekkelijk om de liquiditeitsbehoefte in te vullen met kortlopende geldleningen. Waterschapsfinanciering Leningenportefeuille Op 1 september 2014 bestond de leningenportefeuille uit 26 leningen met een totaalbedrag van € 495 miljoen. Het gemiddelde rentepercentage van deze geldleningen bedraagt 4,42%. In deze leningenportefeuille bevinden zich nog een lening met een huidige restantschuld van € 35 miljoen, welke in 2015 moeten worden afgelost en waarvoor in 2008 reeds een herfinanciering heeft plaatsgevonden tegen een rentepercentage van 4,795%. Het college van D&H heeft hierover op 10 juni 2008 een besluit genomen. Daarnaast is ook een lening van € 50 miljoen aangetrokken met een looptijd van 1 jaar. Deze lening moet in januari 2015 worde geherfinancierd. Liquiditeitsprognose Op grond van de berekende cashflow waarin rekening is gehouden met het verwachte investeringsvolume, de vrijval van de afschrijvingen en het verwachte exploitatieresultaat, wordt verwacht dat in 2015 maximaal voor een bedrag van € 51 miljoen aan extra kortlopende geldmiddelen zal moeten worden aangetrokken. Het verwachte financieringstekort per 1 januari bedraagt € 37 miljoen. De toename van het verwachte financieringstekort met € 15 miljoen kan als volgt worden gespecificeerd. Liquiditeitsprognose * € 1 miljoen) Exploitatieresultaat resultaat begrotingsjaar Investeringsvolume 2014 incl HWBP Vrijval uit afschrijvingen Aflossing geldleningen (leaseverplichting) Verwachte cashflow
Ultimo 2015 10 -58 40 -6 -14
Financiering In de onderstaande tabel wordt het financieringstekort over 2015-2019 cijfermatig weergegeven. Hierbij betreft het financieringstekort het verschil tussen de boekwaarde van de activa en het hiervoor beschikbare eigen en vreemd vermogen.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
53
Tabel financieringsbehoefte 2015-2019 Financieringspositie (bedragen * € 1 miljoen)
Eind 2014
Eind 2015
Eind 2016
Eind 2017
Eind 2018
Eind 2019
936
951
951
949
949
946
Opgenomen leningen
521
521
521
521
521
521
Langlopende leaseverplichtingen
259 55
253 55
245 55
237 55
230 55
222 55
64
71
83
101
126
155
Totaal financieringsmiddelen (b)
899
900
904
914
932
953
Financieringstekort (b-a)
-37
-51
-47
-35
-17
7
Te financieren Vaste activa (geactiveerd en onderhanden werk) (a) Financieringsmiddelen
Rekening courant krediet Eigen financieringsmiddelen reserves/voorzieningen
Voor de toerekening van de betaalde rente aan de geactiveerde investeringen en het onderhanden werk wordt gerekend met een rekenrente. Over 2015 bedraagt deze rekenrente voor de toerekening aan de exploitatie 3,5%. Het verschil tussen de werkelijk betaalde rentekosten en het bedrag van de toegerekende rente, het zogenaamde renteresultaat vormt onderdeel van het exploitatieresultaat en wordt normaliter door middel van resultaatbestemming toegevoegd aan de egalisatiereserve renteomslag. Tabel renteresultaat Omschrijving (bedragen * 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
Rentekosten langlopende geldleningen
20,5
20,4
20,4
20,4
20,4
Rentekosten kortlopende geldleningen
0,6
0,6
0,6
0,6
0,6
Rentekosten financieringstekort
1,3
1,5
1,4
1,2
1,0
Totaal rentelasten
22,4
22,5
22,4
22,2
22,0
Exploitatie (kapitaallasten staat vaste activa)
21,9
22,8
23,4
23,6
23,9
Onderhanden werk (geactiveerde rente) Totaal toegerekend Renteresultaat (positief =voordeel)
3.4
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
23,4
24,3
24,9
25,1
25,4
1,0
1,8
2,5
2,9
3,4
Bestemmingsreserves en voorzieningen
Deze paragraaf bevat een overzicht van de vermogensbestanddelen die niet behoren tot het weerstandsvermogen. Deze vermogensbestanddelen betreffen de (tariefs)egalisatiereserves, de bestemmingsreserves en de voorzieningen. De tariefsegalisatiereserves worden toegelicht in paragraaf 3.7 Waterschapsbelastingen. Tabel egalisatiereserve renteomslag Egalisatiereserves (bedragen * € 1.000) Egalisatiereserve renteomslag
Stand 1-1-2015 13.509
Toevoegingen 2015 979
Onttrekkingen 2015
Stand 31-12-2015 14.489
Egalisatiereserve renteomslag De kapitaallasten van Delfland worden toegerekend met een vast renteomslagpercentage. Voor 2015 bedraagt dit percentage 3,5%. Het verschil tussen de werkelijke rentekosten en de toegerekende rentekosten op basis van de vastgestelde renteomslag worden in het begrotingsjaar gestort dan wel onttrokken aan deze reserve. Voor 2015 wordt een voordelig renteresultaat verwacht van € 994.000.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
54
Tabel reserves Bestemmingsreserves (bedragen * € 1.000)
Stand 1-1-2015
Reserve onderhoud bruggen
Toevoegingen 2015
Onttrekkingen 2015
Stand 31-12-2015
300
Reserve frictiekosten
5.380
Totaal bestemmingsreserves
5.680
300 900
4.480 5.680
Reserve onderhoud bruggen Voor het (achterstallig) onderhoud van over te dragen bruggen aan de gemeenten MiddenDelfland en Westland is een reserve beschikbaar. Reserve frictiekosten De reserve frictiekosten is bestemd voor de dekking van de personele en materiële uitgaven die voortkomen uit de organisatiemaatregelen op grond van de Kadernota 2011 (verlaging van het investeringsvolume en de bezuinigingen op de exploitatie en de formatie). Voorzieningen (bedragen * € 1.000)
Stand 1-1-2015
Toevoegingen 2015
Onttrekkingen 2015
Stand 31-12-2015
Voorziening wachtgeld
739
0
0
739
Voorziening pensioenen
226
0
37
189
4.438
0
850
3.588
450
3.600
3.600
450
0
0
0
0
Voorziening onderhoud watergangen
400
3.600
3.600
400
Voorziening onderzoekskosten
210
0
0
210
Voorziening zuiveringtechnische werken
239
1.000
645
594
Voorziening bijdrage slibverbrandingsinstallaties Voorziening onderhoudsbaggeren Voorziening kwaliteitsbaggeren
Voorziening jubileumuitkering Totaal voorzieningen
600
0
0
600
7.303
8.200
8.732
6.771
Voorziening wachtgeld De voorziening wachtgeld dekt de toekomstige wachtgeldaanspraken van ex-medewerkers en collegeleden. Voorziening bijdrage slibverbrandingsinstallatie De onttrekking uit deze voorziening betreft de dekking van de kapitaallasten van de bij deze voorziening behorende investeringen. Voorziening onderhoudsbaggeren Op basis van het beheerplan onderhoudsbaggeren is een voorziening baggeren ingesteld. In 2015 wordt € 3,6 miljoen zowel toegevoegd en onttrokken aan de voorziening. Voorziening pensioenen Op grond van de BBVW moeten de pensioenen van de oud-bestuurders worden afgedekt door een hiertoe gevormde voorziening. Voorziening onderhoud watergangen Op basis van het beheerplan onderhoud watergangen is met ingang van 2014 een voorziening onderhoud watergangen ingesteld. In 2015 wordt € 3,2 miljoen zowel toegevoegd en onttrokken aan de voorziening. Voorziening onderzoekskrediet Over het algemeen leiden de gemaakte kosten van onderzoek tot een investeringsproject. Voor de dekking van de onderzoekskosten die niet leiden tot een investeringsproject is een voorziening gevormd.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
55
Voorziening jubileumuitkeringen Deze voorziening is gevormd voor de dekking van de kosten van jubileumuitkeringen wegens langjarige dienstverbanden. Voorziening Groot onderhoud zuiveringtechnische werken Op basis van het beheerplan voor het groot onderhoud van zuiveringtechnische werken is een voorziening ingesteld. Op basis van de verwachte onderhoudsvervangingen over de periode 2014-2019 wordt jaarlijks ten laste van de exploitatie een bedrag van € 1 miljoen in de voorziening gestort. Het onderstaande overzicht geeft het verwachte verloop van de onderhoudsvervangingen over de periode 2014 tot en met 2020 weer. Beheerplan Gezuiverd Afvalwater begroting 2015 Onderhoudsvervangingen Boekhoudkundig Vervangen Object nr. Omschrijving asset
Opstart jaar afgeschreven in in jaar
Kosten
Jaartotalen
65302 NWA Gashouder
1985
2000
2014
€ 330.000
65202 DGL Luchtbehandeling
1982
1997
2014
€ 190.000
65302 NWA Beluchtingselementen
1998
2005
2014
€ 185.000
65210 Rg De Lier electrotechnisch frequentie omvormer
1998
2013
2014
€ 80.000
65211 Rg Maasland electrotechnisch frequentie omvormer
1998
2013
2014
Totaal 2014
€ 80.000 € 865.000
65202 DGL Gascompressoren
1982
1997
2015
65302 NWA Gasmotor
1998
2013
2015
Totaal 2015
€ 265.000 € 380.000 € 645.000
65302 NWA Effluentpompen
1994
2009
2016
€ 290.000
65214 Rg Merellaan electrotechnisch frequentie omvormer
2001
2016
2016
€ 120.000
65215 Rg Maassluis electrotechnisch frequentie omvormer
2001
2016
2016
Totaal 2016
€ 865.000
€ 645.000
€ 120.000 € 530.000
€ 530.000
€0
€0
2017 Totaal 2017 65202 DGL Gasmotor 1, 2 en 3
1999
2014
2018
Totaal 2018 65201 DGL Slibontwatering
€ 1.680.000 € 1.680.000
1999
2014
2019
Totaal 2019
€ 1.745.000 € 1.745.000
65202 DGL Terrein en wegen asfalteren
2010
2020
2020
€ 355.000
65302 NWA Harkroosterpersinstallatie 2
2000
2015
2020
€ 200.000
65302 NWA Procesautomatisering vervanging 5 controllers
1998
2008
2020
Totaal 2020 Totaal kosten beheerplan 2014- 2020
3.5
€ 1.680.000
€ 1.745.000
€ 880.000 € 1.435.000
€ 1.435.000 € 6.900.000
Weerstandsvermogen
Algemeen Delfland vindt het wenselijk de risico’s die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. De hiertoe in 2010 opgestelde nota Risico’s en weerstandsvermogen is geactualiseerd en in de verenigde vergadering van 5 juni 2014 vastgesteld als ‘nota Risicomanagement’. Het uitgangspunt van de nota is het invulling geven aan risicomanagement. Hierbij zijn de volgende besluiten genomen:
De nota Risicomanagement wordt eenmaal per vier jaar geëvalueerd en vastgesteld; De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserves en de post onvoorzien; Gestreefd wordt naar een ratio van het weerstandsvermogen tussen 1,0 en 1,4; De paragraaf weerstandsvermogen van de diverse planning en control producten geeft inzicht in de relatie tussen de resultaten van de risicoanalyse, het actuele weerstandsvermogen en het benodigde weerstandsvermogen; In elk voorstel aan de verenigde vergadering wordt een expliciete risicoafweging gemaakt; Jaarlijks wordt een zogenaamde ‘stresstest’ uitgevoerd.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
56
Door het vaststellen van een risicoratio wordt een deel van het eigen vermogen afgezonderd als weerstandsvermogen. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de risico’s die Delfland loopt en het vermogen om deze risico’s op te kunnen vangen. Het gaat hier vooral om de risico’s die financiële gevolgen kunnen hebben. Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de afdekking van het bedrag van risico’s en de verwachte begrotingstekorten. Voor 2015 is de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 36,6 miljoen, zoals hieronder is toegelicht.
Omvang risico’s. Waterschappen zijn wettelijk verplicht om de risico’s die ze lopen in kaart te brengen en beleid te ontwikkelen om deze risico’s af te dekken. Een deel van de risico’s wordt afgedekt door afgesloten verzekeringen of gevormde voorzieningen. Op basis van een inventarisatie zijn per programma in totaal de mogelijke risico’s benoemd. Daar waar mogelijk zijn deze risico’s financieel onderbouwd en is de kans op optreden aangegeven. Op basis van alle risico’s is een concernbreed risicoprofiel gemaakt. Het maximale bedrag van de geïnventariseerde risico’s bedraagt € 22,2 miljoen. Doordat de risico’s niet allemaal tegelijk en maximaal zullen optreden is een risicosimulatie uitgevoerd. Op basis van deze simulatie blijkt dat de risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 11,2 miljoen;
Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel aan middelen dat beschikbaar is om de risico’s financieel af te dekken. Naast de (wettelijk verplichte) post voor onvoorzien gaat het hier om de algemene reserve weerstandsvermogen voor zowel het watersysteem als waterzuivering. De omvang van deze middelen per 1 januari 2015 bedraagt € 36,6 miljoen zoals weergegeven in onderstaande tabel. Tabel beschikbare weerstandscapaciteit 2015 Beschikbare weerstandscapaciteit per 1-1-2015 (bedragen * € 1 miljoen)
Bedrag 0,5
Onvoorzien Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem
21,2
Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering
2,1
Voordelig resultaat 2014 (uit Burap 2)
12,8
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
36,6
Beoordeling weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt beoordeeld op grond van een bestuurlijk vastgestelde ratio tussen enerzijds de beschikbare weerstandscapaciteit en anderzijds de benodigde weerstandscapaciteit zijnde de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten plus (eventueel) de negatieve exploitatiesaldi. De berekening van het weerstandsvermogen van Delfland per 1 januari 2015 luidt als volgt: Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandcapaciteit
=
36,6 11,2
= 3,3
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen streeft Delfland een ratio van het weerstandsvermogen na van tussen de 1,0 en 1,4 volgens onderstaande waarderingstabel. Tabel ratio weerstandsvermogen Waarderingscijfer
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
A
2,0 < x
B
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 < x < 1,4
Voldoende
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
Uitstekend
57
D
0,8 < x < 1,0
Matig
E
0,6 < x < 0,8
Onvoldoende
F
x < 0,6
3.6
Ruim onvoldoende
Waterschapsbelastingen
Belastingeenheden Tabel belastingeenheden 2015-2019 Belastingsoort
Eenheid
2015
2016
2017
2018
2019
Watersysteemheffing: ingezetenen
Huishoudens
485.100
486.600
488.100
489.600
491.100
gebouwd
WOZ (mln)
125.950
125.950
125.950
125.950
125.950
ongebouwd (overig)
Hectare
14.600
14.600
14.600
14.600
14.600
ongebouwd (wegen)
Hectare
4.800
4.800
4.800
4.800
4.800
natuur
Hectare
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Verontreinigingsheffing
Verv.eenheid
400
400
400
400
400
Zuiveringsheffing
Verv.eenheid
1.410.800
1.414.000
1.417.300
1.420.600
1.423.900
Het vermelde aantal huishoudens en vervuilingseenheden is vóór aftrek van kwijtschelding en oninbaar. Rond 54.000 huishoudens (11%) komen in aanmerking voor kwijtschelding. Voor oninbaar wordt rekening gehouden met 9.000 huishoudens (2%). Het kwijtscheldingsbeleid is gebaseerd op de 100%-norm. Opbrengsten, jaarresultaat en algemene reserve Hoe de belastingopbrengsten, de jaarresultaten en de algemene reserves zich de komende jaren ontwikkelen is in onderstaande tabel weergegeven. Bij de watersysteemheffing is voor 2015 gerekend met een tariefstijging van 1,5% (categorie ingezetenen) en vanaf 2016 met een jaarlijkse tariefstijging van 3%. De verdeling over de verschillende categorieën is gebaseerd op de kostentoedelingsverordening die is vastgesteld voor de jaren 2014 en 2015. De zuiveringsheffing gaat uit van een tariefstijging van 2,5% voor 2015 en van 4% voor de jaren hierna. Tabel belastingopbrengsten en jaarresultaten 2015-2019 Belastingopbrengst, jaarresultaat en reserves (x 1.000 euro)
2015
2016
2017
2018
2019
a. Watersysteembeheer ingezetenen (netto)
49.101
50.729
52.411
54.149
55.943
gebouwd
34.007
35.202
36.733
37.914
39.180
ongebouwd (overig)
1.349
1.391
1.436
1.480
1.498
ongebouwd (wegen)
2.218
2.287
2.361
2.434
2.462
natuur
9
9
9
9
10
38
39
41
42
44
86.722
89.657
92.992
96.028
99.137
7.067
6.983
6.903
7.315
8.028
b. Zuiveringsbeheer
121.308
126.443
131.797
137.376
143.192
Netto opbrengst zuivering
121.308
126.443
131.797
137.376
143.192
175
3.186
10.989
14.750
19.662
Verontreinigingsheffing Netto opbrengst watersysteem Jaarresultaat
Jaarresultaat
Op grond van wet- en regelgeving dient het laatste jaar van de meerjarenraming structureel
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
58
sluitend te zijn met positieve reserves. De financiële positie van Delfland voldoet hieraan. Leges en precario In de meerjarenraming is gerekend met jaarlijkse belastingopbrengsten voor leges en precario van € 250.000 respectievelijk € 225.000. Tariefsegalisatie reserves gebouwd, ingezetenen en ongebouwd De afwijking van de belastingopbrengsten tussen de oorspronkelijke begroting en de gerealiseerde cijfers wordt jaarlijks bij de jaarrekening per categorie verrekend met elk van de egalisatiereserves. De reserves worden meerjarig ingezet bij de tariefberekening. In onderstaande tabel wordt het verloop van de tariefsegalisatie reserves in 2015 weergegeven. Tabel tariefsegalisatie reserves 2015 Tariefsegalisatie reserve (bedragen * € 1.000)
Stand
Toevoegingen
Onttrekkingen
Stand
1-1-2015
Egalisatiereserve ingezetenen
31-12-2015 -88
Egalisatiereserve gebouwd
196
1.935
Egalisatiereserve ongebouwd Totaal
298
-190
827
1.108
-317
145
50
-222
1.530
341
1.175
696
Tarieven Hieronder volgt een gespecificeerde berekening van de tarieven 2015 en de uitwerking van de tarieven voor verschillende categorieën van belastingbetalers. Basis voor de watersysteemheffing is een tariefstijging van 1,5% voor de categorie ingezetenen en de door de verenigde vergadering voor de jaren 2014 en 2015 vastgestelde kostentoedelingsverordening. Volgens deze verordening bedraagt het kostenaandeel van de categorieën als volgt: ingezetenen 57%, gebouwd 38,93%, ongebouwd 4,06% en natuur 0,01%. Tabel tariefsopbouw categorieën watersysteem 2015 Watersysteemheffing (in euro’s, tarief gebouwd in %)
Ingezetenen
Taakkosten conform kostentoedelingsverordening
Gebouwd
Ongebouwd
Natuur
48.750.756
33.295.911
450.000
1.476.000
-101.362
-826.743
94.153
Totale kosten
49.099.395
33.945.168
3.566.576
8.553
Aantal netto belastingeenheden
422.700
125.950 mln
14.600 ha
2.000 ha
(huishoudens)
(WOZ-waarde)
(agrar./ov.)
Specifieke kosten (verkiezingen en WOZ gemeente) Egalisatiereserves categorie (jaarrekening 2009-2013)
3.472.422
8.553
4.800 ha (wegen) Tarieven (totale kosten gedeeld door eenheden) a. Taakkosten
115,33
0,0264%
b. Specifieke kosten categorie
1,06
0,0012%
c. Egalisatiereserves categorie
-0,24
-0,0007%
2,44
116,16
0,0270%
92,40
Tarief
89,96
4,28
4,28
In onderstaande tabel zijn de verschillende effecten weergegeven die hebben geleid tot de mutaties tussen het tarief 2014 en het tarief 2015 voor de verschillende categorieën. Tabel tariefmutaties categorieën watersysteem 2015 (in euro’s m.u.v. gebouwd)
Ingezetenen
Gebouwd
Ongebouwd
Natuur
Tarief 2014
114,44
0,0258%
90,91
4,22
Tarief 2015
116,16
0,0270%
92,40
4,28
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
59
Mutatie (in euro’s)
1,72
0,0012%
1,49
0,06
1,5%
4,7%
1,6%
1,4%
a. Tariefstijging
1,80
0,0002%
0,89
0,06
b. Nieuwe kostentoedelingsverordening
0,00
0,0000%
0,00
0,00
c. Mutaties betreffende o.m.: - nieuwe opgave eenheden door RBG (huishoudens, ha, WOZ, kwijtschelding) - egalisatiereserves - directe toerekening kosten
-0,08
0,0010%
0,60
0,00
1,72
0,0012%
1,49
0,06
Mutatie (in procenten)
Opbouw mutatie (in euro’s):
Toelichting: a. Uitgangspunt is een tariefstijging van 1,5% voor de categorie ingezetenen; b. De in de verenigde vergadering van 26 september 2013 vastgestelde kostentoedelingsverordening geldt voor de jaren 2014 en 2015; daardoor geen mutatie in 2015. De nieuw gekozen VV zal in 2015 een besluit nemen over de toedeling vanaf 2016; c. Er is enerzijds een lichte stijging van het aantal huishoudens maar anderzijds ook een stijging van het aantal verleende kwijtscheldingen. Voor 2015 is gerekend met een daling van de WOZ-waarde (gebouwd) van 129,8 naar 125,9 miljard euro (-3%). Deze daling is in overeenstemming met de meicirculaire van het gemeentefonds. Dit heeft weliswaar een opwaarts effect voor het tarief gebouwd maar leidt niet tot een extra opbrengst. Het aantal hectares voor ongebouwd en natuur is niet gewijzigd. De uitkomsten van de jaarrekening 2013 hebben geleid tot (relatief kleine) mutaties in de tariefberekening. Het effect is berekend over een periode van vijf jaar. De aan de categorieën ingezetenen en gebouwd direct toe te rekenen kosten (verkiezingen respectievelijk WOZ-kosten) zijn geactualiseerd. Voor de zuiveringsheffing (en verontreinigingsheffing) is uitgegaan van een tariefstijging van 2,5%. Tabel tariefsopbouw zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing 2015 Zuiveringsheffing
Woningen en bedrijven
a. Taakkosten in euro’s
121.307.000
b. Aantal netto vervuilingseenheden
1.285.300 Tarief in euro’s
94,38
Verontreinigingsheffing
Woningen en bedrijven
a. Taakkosten in euro’s
38.000
b. Aantal netto vervuilingseenheden
400 Tarief in euro’s
94,38
In 2015 is sprake van een stijging van het aantal huishoudens maar ook van het aantal te verlenen kwijtscheldingen. Het aantal vervuilingseenheden bij bedrijven is licht gedaald. Het tarief van de verontreinigingsheffing (directe lozingen) is wettelijk gekoppeld aan zuiveringstarief. Tabel ontwikkeling tarieven 2015-2019 (in euro’s m.u.v. gebouwd)
2015
2016
2017
2018
2019
Watersysteembeheer Stijging tarief (gemiddeld) Tarief ingezetenen per huishouden Tarief gebouwd in proc. economische waarde
1,5%
3,0%
3,0%
3,0%
3,0%
116,16
119,64
123,23
126,93
130,74
0,0270%
0,0279%
0,0292%
0,0301%
0,0311%
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
60
Tarief ongebouwd per ha.
92,40
95,30
98,38
101,40
102,57
462,00
476,50
491,92
507,00
512,86
4,28
4,43
4,57
4,72
4,86
94,38
98,16
102,08
106,16
110,41
Stijging tarief
2,5%
4,0%
4,0%
4,0%
4,0%
Tarief woningen en bedrijven per v.e.
94,38
98,16
102,08
106,16
110,41
Tarief ongebouwd per ha. (wegen) Tarief natuur per ha. Tarief verontreinigingsheffing per v.e.
Zuiveringsbeheer
Deze tariefsberekening is gebaseerd op: de kostentoedelingsverordening zoals deze is vastgesteld voor de jaren 2014 en 2015. Vooralsnog is deze verordening ook toegepast voor de jaren 2016 en verder. De nieuw gekozen VV zal in 2015 een besluit nemen over de toedeling vanaf 2016; de ontwikkeling van de belastingeenheden; de afwikkelingen per categorie over voorgaande jaren (egalisatiereserves); de tariefstijging als gevolg van de verwachte kostenontwikkeling in de komende jaren. In de volgende tabel zijn -aan de hand van een achttal profielen- de feitelijk op te leggen aanslagen weergegeven. Wat betreft de WOZ-waarde is voor beide jaren uitgegaan van in de voorbeelden genoemde waarden. Gemiddeld zal de waarde van woningen in 2015 echter met 3% zijn afgenomen en van niet-woningen met 3,5%. In de voorbeelden c) d) en e) zal de werkelijke stijging van 2014 naar 2015 over het algemeen dus iets lager uitvallen dan in de tabel weergegeven. De mate waarin zal per geval kunnen verschillen. Tabel voorbeelden te betalen bedragen 2014-2015 (tarieven in euro’s)
2014
2015
stijging 2015 t.o.v. 2014
a) Alleenwonend, geen eigenaar
€ 206,52
€ 210,54
1,9%
b) Meer personen, geen eigenaar
€ 390,68
€ 399,30
2,2%
c) Alleenwonend, woning WOZ-waarde 250.000 euro
€ 271,02
€ 278,04
2,6%
d) Meer personen, woning WOZ-waarde 250.000 euro
€ 455,18
€ 466,80
2,6%
€ 10.498,00
€ 10.788,00
2,8%
€ 3.636,40
€ 3.696,00
1,6%
€ 11.363,75
€ 11.550,00
1,6%
€ 105,50
€ 107,00
1,4%
e) Bedrijfspand, WOZ-waarde 5 mln euro, 100 v.e. f) Veeteeltbedrijf, 40 ha g) Openbare landweg, 25 ha h) Natuurterrein, 25 ha
3.7
Verbonden partijen
Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Per partij (een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie) is sprake van een financieel en een bestuurlijk belang. Financieel belang: ‘een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt’. Bestuurlijk belang: ‘zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht’. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de met Delfland verbonden partijen en de eventuele ontwikkelingen voor 2015. Voor een meer volledig overzicht van relevante gegevens met betrekking tot de verbonden partijen wordt verwezen naar de ‘Nota verbonden partijen.’
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
61
Overzicht direct verbonden partijen Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB) Gemeenschappelijke Regeling Slibverwerking Holding IOPW NV Gemeenschappelijke Regeling Regionale Belastinggroep (RBG) Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord Gemeenschappelijke Regeling Aquon Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Unie van Waterschappen Vereniging van Zuid-Hollandse Waterschappen Kosten voor gemene rekening Muskusrattenbestrijding Overzicht indirect verbonden partijen Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ BV HVC Stowa Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ CV Stichting het Waterschapshuis Ontwikkelingen Aquon In 2013 heeft de VV uitgesproken per 1 januari 2017 uit de GR Aquon te willen treden, tenzij is gebleken dat Aquon concurrerend is in de markt waarop zij actief is. In 2015 worden de nodige stappen gezet om de concurrentiepositie van Aquon inzichtelijk te maken en, zo nodig, uittreden voor te bereiden. Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord De gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord ziet sinds 2009 toe op het beheren van de omvangrijke grondwateronttrekking welke eerder van DSM was. Deelnemers aan de regeling zijn de provincie Zuid Holland, gemeente Delft en Delfland. Bij start van de gemeenschappelijke regeling had de provincie aangegeven na 5 jaar uit te treden en dat feit heeft in mei 2014 plaatsgevonden. De overgebleven partijen zijn momenteel in gesprek om nieuwe afspraken te maken over bekostiging, organisatie en samenstelling van deze gemeenschappelijke regeling. Waterschapshuis De transitie van Stichting naar Gemeenschappelijke regeling (GR) Het Waterschapshuis (HWH) heeft in januari 2013 plaatsgevonden. Het onderzoek naar HWH 2.0 heeft geleid tot een voorstel van het dagelijks bestuur van HWH dat eind 2013 behandeld is in het algemeen bestuur van HWH. Tussen collectieve en facultatieve programma’s komt een harde juridische en financiële scheidsmuur, een “loden deur”. Deze “loden deur” is nodig om te voorkomen dat GR deelnemers die niet aan een facultatief programma deelnemen daar toch risico’s door lopen. Het dagelijks bestuur GR HWH heeft de opdracht gekregen het juridisch kader uit te werken en de begroting 2014 zodanig om te bouwen dat ook daar een, voor geld, ondoordringbare scheiding is tussen collectief en facultatief. De omvang van HWH dient zoveel mogelijk af te hangen van het aantal programma’s dat HWH heeft en kan worden beperkt door de inzet van medewerkers van bij bepaalde programma’s betrokken waterschappen. HWH dient flexibel te zijn en te kunnen meebewegen met de huidige en toekomstige behoefte van waterschappen. De uitwerking van bovenstaand besluit en het gevolg daarvan op de begroting wordt in de loop van 2014 verwacht. Het gemeenschappelijke informatiesysteem IRIS wordt in de tweede helft van 2014 uitgefaseerd. Dat betekent dat er vanaf 2014 gezocht moet worden naar een vervanging. De bijdrage van Delfland aan IRIS zal in 2014 afgebouwd worden naar 0 euro in 2015. De vrijgekomen geld op de Delflandse begroting zal deels aangewend moeten worden voor de vervanging van IRIS. De consequenties voor Delfland worden op dit moment onderzocht en uitgewerkt. Het gezamenlijke onderzoek met de hoogheemraadschappen van Delfland, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard om deze consequenties in beeld te krijgen wordt halverwege 2014 afgerond.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
62
DRSH Zuiveringsslib N.V. (HVC) In 2013 is sprake geweest van een mogelijke wijziging in de garantieverlening aan DRSH Zuiveringsslib (HVC). Eind 2009 is door de Zuid-Hollandse waterschappen ingestemd met de aandelenruil DRSH-HVC. Daarbij is bedongen dat gedurende een periode van drie jaar beoordeeld kan worden of de aandelenruil aan de verwachtingen voldoet, de zogenaamde optout periode. Als onderdeel van de besluitvorming over de evaluatie is op het verzoek van de GR door externe juristen een (juridische) toets uitgevoerd op rechtmatigheid van de deelname van de waterschappen als volledig aandeelhouder (aandeelhouderschap A). In het advies van deze deskundigen is aangegeven dat de rechtmatigheid van aandeelhouderschap A gegeven de huidige wettelijke context onvoldoende kan worden onderbouwd. Dit heeft voornamelijk te maken met de bevoegdheden in het kader van de Waterschapswet (Wsw). In 2013 is vanuit de GR in overleg met HVC de uitwerking van het aandeelhouderschap B dat recht doet aan de rechtmatigheidscriteria afgerond. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van HVC heeft op 4 juli 2013 ingestemd met de continuering van het aandeelhouderschap B van de GR Slibverwerking in HVC. Daarmee is bereikt dat de waterschappen alleen garant staan voor activiteiten die een directe relatie hebben met de slibverwerking. Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het Nieuwe Westland’ (ONW) Delfland participeert sinds 2002 in de Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het Nieuwe Westland’. Van de door Delfland indertijd toegezegde maximale inbreng aan eigen vermogen van afgerond € 903.000 is € 801.000 gestort. Delfland heeft de verplichting om op verzoek ook de resterende circa € 102.000 te storten. In overleg met de partners binnen de Ontwikkelingsmaatschappij ONW wordt gesproken over een vereenvoudigde governance structuur van de ONW. Dit als gevolg van de recessie op de woningmarkt. De besluitvorming over deze structuur heeft nog niet plaatsgevonden. Ook vindt een nieuwe uitwerking plaats van het plan ‘Waelpark’ (voorheen ‘Het Nieuwe Water’). Daarin zijn de wateraspecten op hoofdlijnen uitgewerkt in overleg met Delfland. Tevens zal in een gebiedsproces worden onderzocht op welke wijze invulling kan worden gegeven aan een calamiteitenberging. Besluitvorming over het ‘Waelpark’ én de vereenvoudigde governance structuur wordt in de loop van 2014 verwacht. Gemeenschappelijke Regeling Regionale Belastinggroep (RBG) Na eerdere aansluitingen van de gemeenten Delft en Vlaardingen gaat naar verwachting vanaf 1 januari 2015 de RBG ook de belastingtaken voor de gemeente Schiedam uitvoeren. De RBG verwacht in de toekomst gecontroleerd verder te groeien door aansluiting van meer inliggende gemeenten. In 2014 heeft het AB van de RBG besloten om de zeggenschapsverhouding te baseren op de bijdrage van de deelnemers in de begroting van de RBG en de stemverhouding in het AB daarop aan te passen. Deze aanpassing zal worden ingevoerd bij de herziening van de gemeenschappelijke regeling als gevolg van de toetreding van een nieuwe gemeente (naar verwachting 1 januari 2015). Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB) Begin 2011 heeft de NWB Bank besloten tot een maximale reservering van de jaarlijkse winsten, zolang niet wordt voldaan aan de Bazelse 3%-norm voor leverage ratio. Deze ratio van de NWB is op dit moment minder dan 2%. Om in de aanloop naar 2018 toe te groeien naar de vooralsnog vereiste norm van 3%, is de winst over 2011 ingehouden. Ook voor toekomstige winsten is het voornemen deze in te houden en dus geen dividend uit te keren. In de begroting 2015-2019 van Delfland is hier rekening mee gehouden. Garantstellingen Aan diverse verbonden partijen zijn financiële garanties verleend. Van de verleende garanties wordt het volgende overzicht gegeven:
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
63
Overzicht garanties Verbonden partij
DRSH Zuiveringsslib N.V. (HVC) Regionale belastinggroep Waterschapshuis Gr Delft Noord Nieuwe Westland CV
Aquon
Geldgever
% deelneming
Hoofdsom
Rente%
diverse % diverse %
NWB
24%
70.914.800
NWB
52%
4.006.000
100% 50,00%
NWB NWB (rekcourant) (Nog te storten) aandelenkapitaal NWB
5,97%
Totaal
Restant schuld 31 december 2014 60.860.360
Gegarandeerde restantschuld 14.606.486
4.006.000
2.085.924
1.255.000 1.000.000
1.255.000 1.000.000
1.255.000 500.000
903.023
903.023
903.023
16.287.500 84.311.883
972.364 20.322.797
18.755.000 96.833.823
Diverse %
Direct verbonden partijen De direct verbonden partijen betreft partijen waarin Delfland, conform de definitie van verbonden partijen, zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB) Vestigingsplaats
Den Haag
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Ingangsdatum
1954
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Als huisbankier van de waterschappen levert de NWB diensten op het gebied van betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Doelstelling van de bank is het zo gunstig mogelijk en exact op maat aanbieden van de gewenste financieringen, Maatschappelijke relevantie, hoge kwaliteit, een sterke financiële positie en integriteit zijn de hoekstenen van het beleid van de bank. Delfland is eigenaar van 755 aandelen A en 60 aandelen B van de NWB. De nominale waarde van deze aandelen bedraagt in totaal € 114.425. Het bestuurlijk belang wordt gestalte gegeven door deel te nemen aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Ieder aandeel A geeft recht op 1 stem en ieder aandeel B geeft recht op 4 stemmen. 31-12-2013 31-12-2012 1.256 1.226 71.750 74.858 34 40 F – Organisatie
Verantwoordelijke sector
EFZ / MEFZ
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Risico’s Overige informatie
Begin 2011 heeft de NWB Bank besloten tot een maximale reservering van de jaarlijkse winsten, zolang niet wordt voldaan aan de Bazelse 3%-norm voor leverage ratio. Deze ratio van de NWB is nu minder dan 2%. Om in de aanloop naar 2018 toe te groeien naar de vooralsnog vereiste norm van 3%, is de winst over 2011 ingehouden. Ook voor toekomstige winsten is het voornemen om deze in te houden en dus geen dividend uit te keren.
GR Slibverwerking Vestigingsplaats
Rotterdam
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke Regeling
Ingangsdatum
1 januari 2010
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
De GR behartigt de belangen van de deelnemende waterschappen op het terrein van: het (doen) transporteren van zuiveringsslib naar
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
64
GR Slibverwerking
Financiële kerncijfers (€): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
eindbestemmingen; het gecontroleerd (doen) storten of verwerken van zuiveringsslib; het (doen) afvoeren of storten van asresten of andere restproducten van de verwerking van zuiveringsslib; het (doen) afzetten van zuiveringsslib en/of restproducten; het produceren van duurzame energie en de interne afzet daarvan. Samen met vier andere waterschappen participeert Delfland in de GR Slibverwerking. De GR houdt, namens de deelnemende waterschappen, 12% van de aandelen in het kapitaal van NV Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC). De GR ontvangt jaarlijks een garantstellingsprovisie van HVC en betaalt deze door aan de deelnemende waterschappen. Namens Delfland heeft één hoogheemraad zitting in het algemeen- en het dagelijks bestuur van de GR. De GR heeft één vertegenwoordiger benoemd in de Raad van Commissarissen van HVC. 31-12-2013 31-12-2012 0 0 18.044 18.044 0 0 D – Gezuiverd afvalwater
Verantwoordelijke sector / team
ZTO / PCA
-
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Risico’s Overige informatie
Wanneer binnen een periode van drie jaar mocht blijken dat de verwachtingen van de waterschappen in de meerwaarde van de samenwerking met HVC niet bewaarheid kunnen worden en partijen geen vertrouwen meer hebben dat die meerwaarde alsnog bereikt wordt, dan zijn partijen gehouden aan het beëindigen van de samenwerking hun volle medewerking te verlenen op een wijze die recht doet aan de wederzijdse belangen en het vertrouwen waarmee de samenwerking gestart is. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van HVC heeft op 4 juli 2013 ingestemd met de continuering van het aandeelhouderschap B van de GR Slibverwerking in HVC. Daarmee is bereikt dat de waterschappen alleen garant staan voor activiteiten die een directe relatie hebben met de slibverwerking.
Holding IOPW NV Vestigingsplaats
Naaldwijk
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Ingangsdatum
16 mei 2002
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Het doel is het verbreden van de Westlandse economie en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Dit betreft een PPS-constructie uit 2002 met drie overheidspartijen (gemeente Westland, provincie ZuidHolland, Delfland) en een private partij (BNG g.o.). Delfland neemt hieraan vooral deel om vanuit dit samenwerkingsverband in de planvorming een aantal ABC Delfland maatregelen in het Westland zeker te stellen (en werk met werk te maken). Delfland is houder van 480 aandelen in de Holding IOPW. De nominale en historische aanschafwaarde van de aandelen bedraagt € 4.800 (circa 9%). Vanuit Delfland als ontwikkelende partij invloed uitoefenen welke projecten in het kader van de ‘Greenport Westland 2020’ ter hand worden genomen. De bestuurlijke vertegenwoordiging van Delfland in de AvA wordt gevormd door 1 lid van het dagelijks bestuur en twee leden van het algemeen bestuur. In de RvB heeft 1 lid van het dagelijks bestuur van Delfland zitting.
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
65
Holding IOPW NV Financiële kerncijfers: -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
31-12-2012 96.929 0 -16.032 B – Voldoende water
31-12-2011 108.328 0 5.667
Verantwoordelijke sector
B&O / RP
Risico’s
Door de huidige recessie krimpt de woningmarkt in het duurdere segment. Dit leidt tot minder rendement op het eigen vermogen dan de beoogde 15% (contractueel 11%).
Overige informatie Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ CV Vestigingsplaats
Naaldwijk
Rechtsvorm
Commanditaire Vennootschap
Ingangsdatum
16 mei 2002
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financiële kerncijfers:(in € 1.000) -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Het doel is het verbreden van de Westlandse economie en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Dit betreft een PPS-constructie uit 2002 met drie overheidspartijen (gemeente Westland, provincie ZuidHolland, Delfland) en een private partij (BNG g.o.). Delfland neemt hieraan vooral deel om vanuit dit samenwerkingsverband in de planvorming een aantal ABC Delfland maatregelen in het Westland zeker te stellen (en werk met werk te maken). Delfland heeft sinds 2001 een belang in Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ CV. Dit belang is gemaximeerd op € 903.023 (ca. 4% van het eigen vermogen). . In 2013 heeft een aanvullende kapitaalstortingen plaatsgevonden van €143.000 plaatsgevonden. De totale kapitaalstorting bedraagt nu € 797.000. Delfland is in deze CV stille vennoot. De bestuurlijke vertegenwoordiging van Delfland wordt gevormd door één lid van het dagelijks bestuur (i.c. de dijkgraaf) in de raad van vennoten van de CV. 31-12-2012 31-12-2011 13.951 16.579 19.838 20.070 -2.628 -3.510 B – Voldoende water
Verantwoordelijke sector
B&O / RP
Risico’s
Zie onder Holding IOPW NV.
Overige informatie
Uitgangspunt verhouding eigen vermogen / vreemd vermogen is 1:3.
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Regionale Belastinggroep (RBG) Vestigingsplaats
Schiedam
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum
1 januari 2010
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
De doelstelling van de gemeenschappelijke regeling is om de kwaliteit van de werkprocessen en de kennis op het gebied van belastingen te waarborgen en te komen tot een kostenreductie. De RBG heft en int de waterschapsbelastingen voor de Hoogheemraadschappen van Schieland en de Krimpenerwaard en Delfland en de gemeentelijke belastingen voor de gemeenten Delft (vanaf 2013) en Vlaardingen (2014). Delfland betaalt voor de door de RBG verrichte diensten en is volledig financieel aansprakelijk. De bijdrage van Delfland voor 2015 zal naar verwachting € 7.145.000 bedragen (hierbij is ervan uitgegaan dat vanaf 2015 ook
Financieel belang Delfland
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
66
Regionale Belastinggroep (RBG) de gemeente Schiedam zal deelnemen aan de RBG). Bestuurlijk belang Delfland
Financiële kerncijfers (€): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Kosten Bijdrage aan RBG
Namens Delfland hebben drie hoogheemraden zitting in het algemeen bestuur van de RBG. De dijkgraaf is plaatsvervangend lid. 31-12-2013 Financiële kerncijfers (€): 690.000 -Eigen vermogen 413.000 -Vreemd vermogen 595.000 -Jaarresultaat Kosten 6.368.000 Bijdrage aan RBG
Relatie met programma
G – Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Verantwoordelijke sector
BDV / Financiën
Risico’s Overige informatie
Na eerdere aansluitingen van de gemeenten Delft en Vlaardingen gaat naar verwachting vanaf 1 januari 2015 de RBG ook de belastingtaken voor de gemeente Schiedam uitvoeren. De RBG verwacht in de toekomst gecontroleerd verder te groeien door aansluiting van meer inliggende gemeenten. In 2014 heeft het AB van de RBG besloten om de zeggenschapsverhouding te baseren op de bijdrage van de deelnemers in de begroting van de RBG en de stemverhouding in het AB daarop aan te passen. Deze aanpassing zal worden ingevoerd bij de herziening van de gemeenschappelijke regeling als gevolg van de toetreding van een nieuwe gemeente (naar verwachting 1 januari 2015).
Gemeenschappelijke regeling Beheer grondwater onttrekking Delft Noord Vestigingsplaats
Delft
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum
1 mei 2009
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financiële kerncijfers: -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat
Gemeenschappelijke regeling voor het overnemen van de verantwoordelijkheid voor de grondwateronttrekking van DSM Gist. Met ingang van 1 mei 2014 nemen Delfland en de gemeente Delft ieder voor de helft deel in de gemeenschappelijke regeling. Namens Delfland zijn er twee hoogheemraden vertegenwoordigd in de gemeenschappelijke regeling, waarvan 1 als voorzitter. Delfland is penvoerder. 31-12-2013 Financiële kerncijfers: 750.000 -Eigen vermogen -Vreemd vermogen 0 -Jaarresultaat
Relatie met programma
C – Stevige dijken
Verantwoordelijke sector
WB / OWW
Risico’s
Voor de GR Delft Noord heeft Delfland zich voor 50% garant gesteld voor het door de NWB verleende rekeningcourantkrediet van maximaal € 1 miljoen. Op 23 juni 2009 is de samenstelling van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling vastgesteld en zijn de overeenkomsten ten behoeve van de uitvoering van de grondwateronttrekking getekend. Daarmee zijn per 1 mei 2009 de verantwoordelijkheid voor uitvoering van de grondwateronttrekking en het eigendom van de installatie voor de grondwateronttrekking door DSM Anti-infectives overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling.
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Overige informatie
Aquon Vestigingsplaats
’s-Hertogenbosch
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
67
Aquon Ingangsdatum
1 juli 2011
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
De regeling heeft tot doel het verrichten van laboratoriumwerkzaamheden (bemonstering en analyse) voor de deelnemers en hierbij te komen tot vergroting van efficiency, vermindering van de kwetsbaarheid, benutting van de mogelijkheden tot continue kwaliteitsborging, kwaliteitsverbetering en versterking van de innovatiekracht. Delfland is mede-eigenaar, met een aandeel van 5,5 % in de omzet. De bijdrage van Delfland voor 2013 bedroeg in totaal € 1.367.941. Een hoogheemraad heeft zitting in het algemeen bestuur.
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland Financiële kerncijfers (x € 1 mln.): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Verantwoordelijke sector Risico’s
Overige informatie
31-12-2013 10.019.367 0
31-12-2012 0 5.284 0
A – Schoon water B – Voldoend water D – Gezuiverd afvalwater E - Instrumenten B&O / WSK AQUON kende in 2012 een begrotingsoverschrijding. De bedrijfsvoering was niet op orde. Hierop is geacteerd door het opstellen van een plan van aanpak en het aanstellen van een verandermanager om de bedrijfsvoering op orde te brengen. Dit om het risico op begrotingsoverschrijding in 2013 te minimaliseren. AQUON bundelt de laboratoriumwerkzaamheden van negen waterschappen. Aan de gemeenschappelijke regeling nemen, naast Delfland, ook de waterschappen Hollandse Delta, Brabantse Delta, De Dommel, AA en Maas en Rivierenland deel en de hoogheemraadschappen van Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden.
Het Waterschapshuis Vestigingsplaats
Amersfoort
Rechtsvorm
Op dit moment zowel stichting als gemeenschappelijke regeling 2005
Ingangsdatum Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland
Financiële kerncijfers (x € 1 mln.): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Het Waterschapshuis (HWH) is de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 25 waterschappen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie. Het Waterschapshuis heeft als doel het bevorderen van samenwerking op het gebied van ICT tussen de waterschappen en de andere overheden die actief zijn in de natte sector. Onder begeleiding van Het Waterschapshuis spannen de waterschappen zich gezamenlijk in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Daarnaast is het streven gericht op een aanzienlijke kostenbesparing op alle ICT-uitgaven. De bijdrage van Delfland voor 2013 bedroeg in totaal € 890.503. De stichting Het Waterschapshuis legt verantwoording af aan de Unie van Waterschappen en de VDW (Vereniging van Directeuren van Waterschappen). De GR legt nu nog verantwoording af aan de stichting. Delfland is vertegenwoordigd in de algemeen besturen van de stichting en de GR 31-12-2013 31-12-2012 1.334.358 324.431 0 0 0 0 F – Organisatie
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
68
Het Waterschapshuis Verantwoordelijke sector
MID / IGIS
Risico’s
Delfland heeft een garantstelling verleend van € 1,2 miljoen. In 2010 is besloten HWH om te vormen van een stichting naar een GR met als doel meer sturingsmogelijkheden te geven op de activiteiten van HWH. De feitelijke transitie van de activiteiten en de activa en passiva van de stichting naar de GR heeft echter nog niet plaatsgevonden, met name vanwege de onduidelijkheden over de afwikkeling van het Tax-I project. Inmiddels is er meer duidelijkheid over de afwikkeling van Tax-I, maar er is nog geen zicht op een datum voor de transitie. Voor de transitie is unanieme besluitvorming vereist. Daarnaast is het toerekenen van algemene kosten aan concrete producten in de begroting van HWH voor 2013 en volgende jaren voor Delfland een randvoorwaarde om in te kunnen stemmen met de transitie. Ondanks dat we dit de afgelopen jaren als meerdere keren hebben aangegeven in onze zienswijzen op de programmabegrotingen van HWH en ondanks beloften dat hieraan tegemoet zou worden gekomen, is hier vooralsnog geen gehoor aan gegeven.
Overige informatie
Unie van Waterschappen Vestigingsplaats
Den Haag
Rechtsvorm
Vereniging
Ingangsdatum
1927
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
De Unie treedt namens de waterschappen op als vertegenwoordiger naar het parlement, de Rijksoverheid en organisaties als het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De Unie neemt ook het initiatief zelf onderwerpen op de politieke agenda te zetten.
Financiële kerncijfers (x € 1 mln.): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Visie De Unie van Waterschappen wil leidend zijn in de strategische discussie over regionaal waterbeheer in zowel de nationale als de internationale context, met als doel ‘Duurzaam waterbeheer’. Jaarlijks wordt contributie betaald aan de Unie. Voor 2013 bedroeg de contributie afgerond € 574.000. In de ledenvergadering hebben de voorzitters van alle waterschappen zitting. 31-12-2013 31-12-2012 2.773.669 7.692.490 -337.072 F – Organisatie
Verantwoordelijke sector
BCC
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland
Risico’s Overige informatie Vereniging van Zuid-Hollandse Waterschappen Vestigingsplaats
Delft
Rechtsvorm
Vereniging
Ingangsdatum
22 december 1910 (als Zuid-Hollandse Waterschapsbond, vanaf 27 juli 2007 verder als vereniging) De vereniging heeft tot doel de behartiging van de belangen van de waterschappen in het algemeen en in het bijzonder van die, welke geheel of gedeeltelijk in de provincie ZuidHolland zijn gelegen. Jaarlijkse contributie € 1.500. Daarnaast droeg de vereniging zorg voor
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financieel belang Delfland
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
69
Vereniging van Zuid-Hollandse Waterschappen de inning van de door de provincie ZuidHolland in rekening gebrachte kosten voor muskusrattenbestrijding. Namens Delfland zit de dijkgraaf in het bestuur van de vereniging. 31-12-2013 31-12-2012 18.480 14.028
Bestuurlijk belang Delfland Financiële kerncijfers (€): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
4.450
243
Stevige dijken
Verantwoordelijke sector
WB / OWW
Risico’s Overige informatie
M.i.v. 2012 is de muskusrattenbestrijding de verantwoordelijkheid geworden van de waterschappen en verloopt de vergoeding niet mee via de vereniging, maar is een overeenkomst van kosten voor gemene rekening aangegaan opgesteld tussen verschillende waterschappen.
Muskusrattenbestrijding Vestigingsplaats
Houten (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden )
Rechtsvorm
Overeenkomst van kosten voor gemene rekening (KvGR)
Ingangsdatum
1-1-2012
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten) Financieel belang Delfland
Muskusrattenbestrijding is de verantwoordelijkheid geworden van de waterschappen. Bijdrage van 5,3% van de totale kosten. Voor 2014 bedragen de geschatte kosten ca. € 533.000 (excl. Eventuele frictiekosten) Bestuurlijk overleg met per waterschap 1 collegelid
Bestuurlijk belang Delfland Financiële kerncijfers (): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Stevige dijken
Verantwoordelijke sector
WB / OWW
Risico’s
De werkelijke kosten worden achteraf doorberekend o.b.v. de vooraf afgesproken verdeelsleutels. KvGR is een vorm van samenwerking waarbij geen rechtspersoon of orgaan wordt opgericht; het is een bijzondere vorm van doorbelasting van kosten. Met het aangaan van een overeenkomst voor gemene rekening wordt voorkomen dat de kosten die door een waterschap voor een prestatie worden gemaakt, welke prestatie ook wordt uitgevoerd voor een ander waterschap, bij doorberekening aan het andere waterschap met BTW moeten worden belast.
Overige informatie
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Indirect verbonden partijen Naast de partijen die volgens bovengenoemde definitie zijn aan te merken als verbonden partij, zijn er ook partijen waarmee Delfland indirect verbonden is. Bij deze partijen is er wel sprake van een financieel belang, maar ontbreekt het directe bestuurlijke belang in de indirect verbonden partij, bijvoorbeeld omdat de indirect verbonden partij een stichting is. Een andere mogelijkheid is dat een verbonden partij bijvoorbeeld aandeelhouder of bestuurder is van de, achterliggende, en daarmee indirect verbonden partij. Hoewel er in voorkomende gevallen volgens de letter van de definitie dus geen sprake is van een verbonden partij, is het bestaan van een financieel belang reden genoeg om ook aan deze indirect verbonden partijen aandacht te besteden.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
70
Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ BV Vestigingsplaats
Naaldwijk
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
Ingangsdatum
16 mei 2002
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Het doel is het verbreden van de Westlandse economie en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Dit betreft een PPS-constructie uit 2002 met drie overheidspartijen (gemeente Westland, provincie Zuid-Holland, Delfland) en een private partij (BNG g.o.). Delfland neemt hieraan vooral deel om vanuit dit samenwerkingsverband in de planvorming een aantal ABC Delfland maatregelen in het Westland zeker te stellen (en werk met werk te maken). Financiële inbreng betreft het aandelenkapitaal van de Holding IOPW NV. Delfland heeft zitting in de Raad van Commissarissen en toezichthoudend in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De bestuurlijke vertegenwoordiging van Delfland wordt gevormd door twee leden van het dagelijks bestuur. Zij vertegenwoordigen daarbij niet Delfland, maar het bedrijfsbelang van de BV. 31-12-2012 31-12-2011 100 105.000
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland
Financiële kerncijfers: -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
-26
-9.000
B –Voldoende water
Verantwoordelijke sector / team
B&O / RP
Risico’s
Zie onder Holding IOPW NV.
Overige informatie
Verhouding vermogen publiek / privaat is 50% / 50%.
HVC Vestigingsplaats
Alkmaar
Rechtsvorm
NV
Ingangsdatum
1-1-2010 (HVC opgericht op 10 april 1991)
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financiële kerncijfers (x € 1.000): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
NV HVC is een overheidsvennootschap van 52 gemeenten en 6 waterschappen die samenwerken op het gebied van afvalbeheer en duurzame energie. In verband met leningen aan HVC ten behoeve van slibverbrandingsactiviteiten heeft Delfland, samen met de andere waterschappen in de GR, een hoofdelijke garantstelling afgegeven aan de NWB. Geen; de GR Slibverwerking 2009 houdt, namens de deelnemende waterschappen, 12% van de aandelen in HVC. Daarnaast zit er namens de GR één vertegenwoordiger in de RvC van HVC. 31-12-2013 31-12-2012 63.178 68.145 780.847 806.808 -4.937 -19.485 D – Gezuiverd Afvalwater
Verantwoordelijke sector / team
ZTO / PCA
Risico’s
Per 31 december 2014 bedraagt de restant hoofdsom van alle aan HVC gegarandeerde geldleningen € 60,8 miljoen. Wanneer binnen een periode van drie jaar mocht blijken dat de verwachtingen van de waterschappen in de meerwaarde van de samenwerking niet bewaarheid kunnen worden en partijen geen vertrouwen meer hebben dat die meerwaarde alsnog bereikt wordt, dan zijn partijen gehouden aan het beëindigen van de samenwerking hun volle medewerking te verlenen op een wijze die recht doet aan de wederzijdse belangen en het vertrouwen waarmee de samenwerking gestart is.
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Overige informatie
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
71
Stowa Vestigingsplaats
Den Haag (statutair)
Rechtsvorm
Stichting
Ingangsdatum
13 september 1971 (als STORA, m.i.v. 1992 STOWA)
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
STOWA ontwikkelt, vergaart en verspreidt kennis die nodig is om de opgaven waar waterbeheerders voor staan, goed uit te voeren. De reguliere jaarlijkse bijdrage voor 2014 is € 449.000.
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland Financiële kerncijfers (x € 1.000): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Verantwoordelijke sector / team
Geen; er zitten minimaal 4 en maximaal 6 waterschapsvertegenwoordigers in het bestuur van Stowa. 31-12-2011 31-12-2010 4.437 4.437 2.067 2.067 136 136 A – Schoon water D – Gezuiverd Afvalwater E – Instrumenten S&I / MS&I
Risico’s Overige informatie
3.8
EMU-saldo
Het EMU-saldo (de feitelijke kasstroom) op basis van de Begroting 2015-2019 wordt in onderstaande tabel weergegeven. In de tabel is ook de individuele referentiewaarde van het Emu saldo voor Delfland over de periode 2015-2019 opgenomen. Uit de tabel blijkt dat voor Delfland het geraamde Emu saldo over alle jaren (ruimschoots) binnen de toegestane individuele referentiewaarde blijft en daarmee voldoet aan de eisen van de wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOF). Meerjarig Emu-saldo (bedragen * € 1.000) Exploitatiesaldo (voor bestemming resultaat)
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
6.488
10.836
17.414
24.575
30.979
-58.000
-42.000
-42.000
-42.000
-42.000
Afschrijvingen Toevoegingen aan voorzieningen ten laste van de exploitatie Onttrekkingen aan voorzieningen ten gunste van de exploitatie
40.098
42.543
43.577
42.781
44.605
8.200
8.200
8.200
8.200
8.200
-850
-850
-850
-850
-850
Betalingen rechtstreeks uit voorzieningen
-7.845
-7.730
-7.200
-8.880
-8.945
Totaal EMU-saldo
-11.909
10.999
19.141
23.826
31.989
Referentiewaarde Emu saldo voor Delfland
-32.419
-33.214
-28.370
-28.370
-28.370
Investeringsuitgaven (bruto)
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
72
4 Financiële overzichten 4.1
Tabel kosten en opbrengsten3
(Bedrag in € 1.000)
Rekening
Begroting
Kosten
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Externe rentelasten
21.582
23.193
22.348
22.472
22.402
22.222
21.955
Afschrijvingen van activa
40.259
37.783
40.098
42.543
43.577
42.781
44.605
Salarissen huidig personeel en bestuurders
29.101
31.874
29.764
29.992
30.350
30.956
31.464
Sociale premies
5.710
5.817
7.268
7.207
7.189
7.230
7.296
Overige personeelslasten
1.782
2.015
1.858
1.877
1.902
1.883
1.890
Personeel van derden
4.074
3.073
2.171
1.742
1.342
1.342
1.342
Duurzame gebruiksgoederen Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen
1.330
1.253
1.475
1.373
1.563
1.458
1.388
973
1.102
1.114
1.113
1.113
1.113
1.113
Energie
2.064
2.792
2.658
2.358
2.358
2.358
2.358
Huren en rechten
1.152
781
788
783
783
783
783
66.502
67.390
66.608
65.063
60.207
61.106
62.526
Leasebetalingen operational lease Pachten en erfpachten Verzekeringen Belastingen
3
4
4
4
4
4
4
276
282
282
282
282
282
282 2.235
2.196
2.209
2.235
2.235
2.235
2.235
Onderhoud door derden
14.035
13.060
9.441
8.974
8.932
8.851
8.740
Overige diensten door derden
31.135
32.935
33.905
33.938
34.753
35.608
34.902
Bijdragen aan bedrijven
447
65
65
65
65
65
65
Bijdragen aan overheden
-65
923
357
357
357
356
356
0
1.173
0
0
0
0
0
5.753
4.300
8.200
8.200
8.200
8.200
8.200
0
1.620
1.550
1.550
1.550
1.550
1.550
0
0
0
0
0
Bijdragen aan overigen Toevoegingen aan voorzieningen en reserves Onvoorzien Doorbelasting kostensoorten Totaal kosten
228.308
233.644
232.191
232.129
229.166
230.382
233.055
Externe rentebaten
-202
-203
-203
0
0
0
0
Baten i.v.m. salarissen en sociale lasten
-170
0
0
0
0
0
0
Uitlening van personeel
-377
0
0
0
0
0
0
Verkoop van grond
-803
0
0
0
0
0
0
Verkoop van overige goederen
-135
0
-100
-100
-100
-100
-100 -516
Opbrengsten
Opbrengst uit grond en water Huuropbrengst uit overige eigendommen Diensten voor derden Bijdragen van overheden Bijdragen van overigen Waterschapsbelastingen totaal Kwijtscheldingen Oninbaar verklaringen Onttrekkingen aan voorzieningen
-529
-556
-516
-516
-516
-516
-7.143
-7.114
-7.139
-5.150
-434
-434
-434
-14.823
-12.385
-13.557
-12.290
-12.337
-12.385
-12.439
-694
-1.571
-458
-433
-446
-130
-75
-34
-246
-37
-36
-34
-32
-32
-215.904
-222.132
-227.123
-235.939
-245.411
-254.842
-264.614
14.643
15.026
16.006
16.638
17.282
17.964
18.672
2.593
3.013
3.087
3.201
3.340
3.474
3.613
-2.074
-1.116
-2.476
-2.484
-2.494
-2.502
-2.627
Geactiveerde lasten
-7.182
-8.450
-6.163
-5.856
-5.430
-5.454
-5.482
Totaal opbrengsten
-232.835
-235.733
-238.678
-242.965
-246.580
-254.958
-264.034
4.527
2.089
6.488
10.836
17.414
24.575
30.979
979
1.802
2.504
2.895
3.365
-3.261
-1.957
-1.734
-1.135
-818
-385
-78
2.258
4.046
7.242
10.169
15.728
22.066
27.691
Exploitatieresultaat voor bestemming ( - = nadeel) mutatie reserves Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves Exploitatieresultaat na bestemming ( - = nadeel)
5.530
3
De jaarschijf 2014 geeft de initiële begroting van 2014 weer. Hierin zijn dus niet de mutaties van BURAP I en II verwerkt.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
73
4.2
Voorgenomen investeringen
De voor 2015 opgenomen investeringsramingen zijn getoetst op realisme en haalbaarheid in de planvorming en de uitvoering. Dat laat onverlet dat zich toch nog onvoorziene gebeurtenissen kunnen voordoen die zich vertalen in een afwijking in de realisatie. De totale raming voor 2015 bedraagt € 58,3 miljoen. Voor 2016 en verder wordt vooralsnog een jaarlijks investeringsvolume gehanteerd van gemiddeld € 42 miljoen. In de tabel investeringen 2015-2019 wordt een overzicht gegeven van de geraamde investeringen over 2015 voor de verschillende programma’s. Daarnaast wordt voor elk in 2015 te starten project een investeringsplan en krediet aan de VV gevraagd. In onderstaande tabellen is de investeringsplanning 2015-2019 in totaal op programmaniveau en per programma op projectniveau voor de jaarschijf 2015 opgenomen. Tabel investeringen 2015 – 2019 per programma Programma (bedragen Begroting 2015 Begroting 2016 * € 1 miljoen) Schoon water 3,6 5,1 Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Instrumenten Organisatie
16,2 20,5 2,2 0,1 15,7
9,7 16,0 1,1 0,0 1,5 8,6 42,0
Nog in te vullen Totaal
Begroting 2017
58,3
Tabel Investeringen op projectniveau 2015 Naam project Nummer
Programmalijn
Begroting 2018
3,9 7,8 15,7 1,1 0,0 0,9 12,6 42,0
Begroting 2019
3,9 8,1 16,3 1,0 0,0 0,5 12,2 42,0
Investerings plan
Investerings krediet
3,9 7,5 17,5 1,0 0,0 0,8 11,3 42,0
Raming 2015
Schoon Water Poelzone KRW
701524
Ecologie
1.188.000
1.188.000
247.500
NVO bypass
701621
Ecologie
520.000
415.000
201.195
Boomawatering
701644
Ecologie
550.000
142.000
32.400
VVP Wennetjessloot
701800
Ecologie
0
48.009
161.224
nieuw
Ecologie
Ecologische voorziening nader te bepalen Vispassage Nootdorp
639.275
701591
Vismigratie
680.000
680.000
379.226
Vispassage Westland/Wateringsesluis Vispassage nader te bepalen
701688
Vismigratie
0
91.000
484.056
nieuw
Vismigratie
Zwemwater nader te bepalen
nieuw 701666
Zwemwater Lokale knelpunten
805.000
795.000
701791 nieuw
Lokale knelpunten
220.000
209.000
147.825 184.375
3.963.000
3.568.009
3.596.756
3e LKP Doorstroom Delft, DYH, NLD 4e LKP Schenkstrook DH Lokale knelpunten nader te bepalen
373.605 200.000 546.075
Lokale knelpunten
Totaal Schoon Water Voldoende water 73331 Alternatief afvaltracé Pijnacker Poelzone
700873
Regulier beheer
8.820.000
8.255.000
3.000.000
701523
Regulier beheer
1.983.556
1.983.556
350.000
Duiker Molenweg
701663
Regulier beheer
1.280.000
1.223.000
25.000
gemaal Akkerdijksepolder
701667
Regulier beheer
2.330.000
235.000
1.200.000
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
74
Vergroting Boezemberging
701694
Regulier beheer
6.320.000
5.433.554
800.000
Capaciteit gemaal Lage Broekpolder Gemaal ZD Rotterdamseweg
701702
Regulier beheer
175.000
139.000
400.000
701738
Regulier beheer
1.660.000
1.644.000
500.000
Capaciteit gemaal Noordpolder van Berkel Gemaal Winsemius
701786
Regulier beheer
0
18.000
660.000
701797
Regulier beheer
0
25.000
300.000
Onderhoud gemalen 2014
701798
Regulier beheer
0
42.465
530.000
Gemaal Westland besturing
nieuw
Regulier beheer
100.000
Vervolgserie gemalen 2014
nieuw
Regulier beheer
200.000
Onderhoud gemalen serie 2015
nieuw
Regulier beheer
120.000
Te vervangen duikers, nog in te plannen Peilbesluit polder van Nootdorp (verbeteren afvoer vrijen ban (701796) Vernieuwing BOS
nieuw
Regulier beheer
500.000
nieuw
Regulier beheer
225.000
nieuw
Regulier beheer
250.000
Nieuwe projecten (groene schakel en berging Vlietzone) waterkwant. Mtrg. Delfshaven
nieuw
Regulier beheer
50.000
701288
Wateroverlast polders
1.745.000
1.585.000
Poldergemaal Kerstanjewetering
701499
Wateroverlast polders
1.925.000
1.807.932
50.000
Waterberging Oude polder van Pijnacker waterberging Laakweg
701506
Wateroverlast polders
830.000
830.000
400.000
701574
Wateroverlast polders
370.000
370.000
250.000
Dorppolder gemaal
701577
Wateroverlast polders
2.235.000
250.009
700.000
Gemaal Harnaschpolder
701652
Wateroverlast polders
1.960.000
1.865.712
130.000
waterberging Voorafschepolder
701664
Wateroverlast polders
805.000
774.000
470.000
by pass bergboezem Berkel
701689
Wateroverlast polders
4.415.000
3.846.542
200.000
Aanpassen maalkom gem westpolder Poldergemaal Berkel
701695
Wateroverlast polders
440.000
374.660
90.000
701696
Wateroverlast polders
2.915.000
2.776.000
100.000
Watergang Woudsepolder
701705
Wateroverlast polders
455.000
429.000
170.000
Waterspoorpark Park 't Loo
701706
Wateroverlast polders
2.559.000
507.000
150.000
Stuw Oude campse polder
701741
Wateroverlast polders
825.000
780.000
150.000
verg. cap. Gemaal Laakmolen
701742
Wateroverlast polders
1.655.000
95.000
600.000
Waterberging Oude polder van Pijnacker Boostergeml Kerstanjewetering
701743
Wateroverlast polders
1.200.000
93.000
600.000
701748
Wateroverlast polders
2.240.000
2.050.932
100.000
Waterberging Bergboezem
701749
Wateroverlast polders
3.355.000
400.000
50.000
Watergang Noord-zuid verbinding vullen en ledigen bergboezem
701750
Wateroverlast polders
1.430.000
96.000
20.000
701751
Wateroverlast polders
1.760.000
166.000
80.000
Waterberging Akkerdijksepolder
701790
Wateroverlast polders
0
13.300
500.000
Vervangen Duiker Delftse Wippolder Charlotte de Bourbonstraat Nieuw gemaal Klaas Engelbrechtspolder Van Wijklaan Stuw Klaas engelbrechtspolder in oksel A4 berging 18.000 m3 Verbreden hoofdwatergang incl. duiker Lage Abtwoudse polder uitbreiden gemaal Westwijk
nieuw
Wateroverlast polders
80.000
nieuw
Wateroverlast polders
50.000
nieuw
Wateroverlast polders
500.000
nieuw
Wateroverlast polders
250.000
nieuw
Wateroverlast polders
50.000
Uitbreiden gemaal Babberspolder schetsontwerpen
nieuw
Wateroverlast polders
50.000
nieuw
Wateroverlast polders
50.000
Verbreden en verdiepen watergang Korftlaan
nieuw
Wateroverlast polders
500.000
Totaal Voldoende Water
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
55.687.556
38.108.662
670.000
16.220.000
75
Stevige Dijken Kadestrekking Kl. Engelbr.pld
701489
Regionale keringen
195.000
186.500
60.000
HWBP 2011 t/m 2017
701606
Primaire keringen
Kade 16 Duifpolder
701648
Regionale keringen
61.500.000
61.500.000
12.144.746
2.060.000
1.858.000
410.000
Kade 32 Vlaardingsekade
701649
Regionale keringen
Kadeverb. langs de Bovenvaart
701693
Regionale keringen
840.000
765.000
190.000
4.775.409
4.141.202
Kade. vakken A en B Zuidbuurt
701726
Regionale keringen
550.000
0
150.000
90.000
Kadeverb. Delfl. Dijk 7 en 12
701734
Primaire keringen
Kadeverb. kade 31, pld Schiev.
701740
Regionale keringen
740.000
240.000
75.000
0
85.000
1.020.000
Kadeverbet. Zwethkade
701755
Regionale keringen
1.454.000
498.000
210.000
Kdverb Trj3 Voorbzm Tedbrkpld Kdverb trj7 Mariahoeve/Marlot
701778
Regionale keringen
580.000
459.000
5.000
701779
Regionale keringen
255.000
245.000
5.000
Complex BGO, Algemeen
701785
Regionale keringen
0
500.000
115.000
BGO Cluster 10 (Den Haag)
701802
Regionale keringen
0
602.790
200.000
BGO Cluster 6 (Delft Oost)
701803
Regionale keringen
0
816.840
340.000
BGO Cluster 1+2 (Berkel)
701804
Regionale keringen
0
2.562.750
1.160.000
BGO Cluster 8 (Westland)
701805
Regionale keringen
310.000
BGO Cluster 3 (Schiedam)
701806
Regionale keringen
90.000
BGO Cluster 4 (Vlaardingen)
701807
Regionale keringen
270.000
BGO Cluster 11 (Leidschendam)
701808
Regionale keringen
150.000
BGO Cluster 5 (De Lier-Wstrlee)
701809
Regionale keringen
90.000
BGO Cluster 7 (Delft West)
701810
Regionale keringen
90.000
BGO Cluster 9 (Poeldijk)
701811
Regionale keringen
130.000
Keersluis Maassluis
701815
Primaire keringen
1.600.000
1.451.000
940.000
Vlaardinger driesluis
701816
Regionale keringen
1.445.000
176.000
550.000
Delflandse Buitensluis
701817
Primaire keringen
680.000
131.000
245.000
BGO kades met wegen
701819
Regionale keringen
6.250.000
2.000.000
100.000
BGO kades met wegen algemeen keringen n.a.v. DSM onttrekking
701819
Regionale keringen
701826
Regionale keringen
nieuw
Regionale keringen
50.000
nieuw
Regionale keringen
360.000
minder risicovolle keringen PIB 2020 (5 km) BGO groene kades 2015 e.v. Totaal Stevige Dijken
375.000 0
12.500
225.000
82.374.409
78.380.582
20.549.746
Gezuiverd Afvalwater verbeteren luchtbehandeling DGL Aanpassen biogasleidingen DGL Geurloos verladen DGL
nieuw
Zuiveren
0
0
150.000
nieuw
Zuiveren
0
0
150.000
nieuw
Zuiveren
0
0
50.000
700929
Doelmatigheid
5.581.273
3.341.723
500.000
Waterharmonica
nieuw
Doelmatigheid
0
0
50.000
Optie extra grond bij NWA
nieuw
Doelmatigheid
OAS DGL
Totaal Gezuiverd Afvalwater
0
0
1.300.000
5.581.273
3.341.723
2.200.000
730.000
700.000
117.000
730.000
700.000
117.000
Instrumenten E-dienstverlening
701671
Digitale dienstverlening
Totaal Instrumenten Organisatie Huisvesting/HNW
701752
Sturing
Verkiezingen
701611
Ondersteuning
1.000.000
1.000.000
2.000.000
Aansluiten basisregistratie
701546
Ondersteuning
300.000
300.000
150.000
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
12.000.000
76
Digitaal samenwerken
701683
Ondersteuning
350.000
350.000
250.000
Vervanging SAN
701761
Ondersteuning
0
0
550.000
vervanging IRIS
nieuw
Ondersteuning
0
0
170.000
701773
Ondersteuning
0
0
400.000
nieuw
Ondersteuning
0
0
150.000
1.650.000
1.650.000
15.670.000
149.986.238
125.748.976
58.353.502
Update GIDS Vervanging ERGO Totaal Organisatie Totaal investeringen 2015
4.3
Overzicht programma’s naar taken.
De onderstaande tabel geeft de verdeling van de saldi van de programma’s naar de hoofdtaken Watersysteemheffing (Ws) en Zuiveringsheffing (Zh)weer voor doorbelasting bedrijfsvoering. De bedragen zijn in € 1 miljoen. Programma
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Ws
Zh
Totaal
Ws
Zh
Totaal
Ws
Zh
Totaal
Ws
Zh
Totaal
2,9
0,0
2,9
4,1
0,0
4,1
4,3
0,0
4,3
3,9
0,0
3,9
Voldoende water
37,5
0,0
37,5
35,5
0,0
35,5
34,1
0,0
34,1
33,1
0,0
33,1
Stevige dijken Gezuiverd afvalwater
10,2
0,0
10,2
11,1
0,0
11,1
11,4
0,0
11,4
12,4
0,0
12,4
0,0
106,9
106,9
0,0
106,6
106,6
0,0
104,2
104,2
0,0
105,1
105,1
5,7
1,9
7,6
7,8
2,6
10,3
6,6
2,2
8,7
6,3
2,1
8,4
2,1
0,7
2,8
4,6
2,2
6,8
4,0
2,3
6,3
4,0
2,3
6,3
7,6
22,0
14,1
7,8
21,8
13,5
7,5
21,0
115,8 -200,4
-81,6
-116,6
-198,2
-80,2
-7,1
-0,2
-7,2
-7,0
Schoon water
Instrumenten Organisatie: Sturing Ondersteunende producten Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
15,8
9,0
24,8
14,4
-85,0
-109,9
-194,9
84,6
Totaal
-10,9
8,6
-2,3
-7,2
Programma
Begroting 2017
3,1
-4,0
Begroting 2018
Zh
Totaal
Ws
Zh
Totaal
Ws
Zh
Totaal
3,8
0,0
3,8
3,8
0,0
3,8
3,9
0,0
3,9
Voldoende water
32,2
0,0
32,2
31,0
0,0
31,0
30,6
0,0
30,6
Stevige dijken Gezuiverd afvalwater
13,2
0,0
13,2
14,2
0,0
14,2
15,0
0,0
15,0
0,0
103,6
103,6
0,0
102,1
102,1
0,0
103,3
103,3
6,3
2,1
8,4
6,2
2,1
8,2
6,3
2,1
8,4
3,9
2,3
6,2
3,9
2,2
6,2
3,9
2,2
6,2
13,6
7,5
21,1
13,5
7,4
20,9
13,6
7,5
21,2
-79,9
-124,3
-204,1
-79,8
-128,6
-208,5
-81,3
-134,9
-216,2
-6,9
-8,8
-15,7
-7,3
-14,8
-22,1
-8,0
-19,7
-27,7
Instrumenten
-3,2
Begroting 2019
Ws Schoon water
-120,2 -200,4
Organisatie: Sturing Ondersteunende producten Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
77
-10,2
4.4
Meerjarige balans
(Bedrag in € 1000) Activa (Im)materiële vaste activa
Rekening 2013 908.594
Onderhanden werk
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
2019
862.263
823.435
785.262
748.779
715.203
681.911 263.564
73.450
126.673
164.497
199.595
232.584
900
900
900
900
900
900
900
32.989
30.000
30.000
30.000
30.000
30.000
30.000
942.483
966.613
981.008
980.659
979.274
978.687
976.375
Algemene reserves
21.089
23.309
23.309
23.309
23.309
23.309
23.309
Bestemmingsreserves
23.388
20.716
20.865
22.244
24.499
27.432
30.820
2.257
12.816
20.793
31.555
47.724
70.758
97.655
Financiële vaste activa Kortlopende vorderingen Totaal activa Passiva
Exploitatie saldo Voorzieningen
13.323
7.110
7.003
6.516
6.149
4.802
3.065
Banksaldo NWB
32.981
55.000
55.000
55.000
55.000
55.000
55.000
Financieringstekort Opgenomen geldleningen Geldlening van 1 jaar Netto vlottende schulden Totaal passiva
40.000
37.717
51.391
46.686
34.542
16.633
-6.929
786.878
729.945
722.647
715.349
708.051
700.753
693.455
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
22.566
30.000
30.000
30.000
30.000
30.000
30.000
992.483
966.613
981.008
980.659
979.274
978.687
976.375
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
78
5 Lijst van begrippen en afkortingen Activa Overzicht van bezittingen en vorderingen op de balans. Afschrijving Jaarlijkse afboeking van een deel van de boekwaarde van een geactiveerd goed. De jaarlijkse afschrijving brengt de waardevermindering van het actief tot uitdrukking. De afschrijving wordt ten laste gebracht van de rekening, samen met de toegerekende rente (samen ook wel kapitaallasten genoemd). Balans Overzicht van bezittingen en vorderingen enerzijds (activa) en het vermogen en schulden anderzijds (passiva). BBVW Het Besluit Begroting en verantwoording Waterschappen bevat de comptabiliteitsvoorschriften voor waterschappen. Hierin staat aan welke voorwaarden begrotingen en verantwoordingen moeten voldoen. Doel is eenduidige financiële stukken, zodat de verenigde vergadering en toezichthouders (provincie en CBS) weten wat ze lezen. Het BBVW is vanaf 2009 van kracht en probeert de financiële verslaglegging van waterschappen zoveel mogelijk te richten naar de financiële spelregels in de private sector. Begrotingswijziging Een aanpassing van ramingen in de begroting gedurende het jaar waarin de begroting in uitvoering is. Begrotingswijzigingen worden door de verenigde vergadering vastgesteld. Bestemmingsreserve Reserve waaraan door de verenigde vergadering een specifieke bestemming is gegeven. Dotatie Toevoeging aan reserve of voorziening. Eigen vermogen Dat deel van het vermogen dat in eigen bezit is, Op de balans zijn dat aan de passief zijde de algemene reserve, de bestemmingsreserves en een eventueel voordeling exploitatieresultaat. Egalisatiereserve Een aangehouden reserve voor het opvangen van schommelingen in de bedrijfsvoering of tarieven. Financiering De wijze waarop het hoogheemraadschap in de behoefte aan geld en kapitaal voorziet: het geldbeheer. Uitgaven en inkomsten gaan niet altijd gelijk op en voor investeringen wordt in principe geld geleend. Daardoor kunnen overschotten of tekorten ontstaan. Op de geld- en kapitaalmarkt wordt zonodig geld uitgezet of aangetrokken. Gemeenschappelijke regeling Een publiekrechtelijke samenwerkingsvorm, op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tussen gemeenten en/of waterschappen en/of provincies en/of het Rijk. Het is een (vergaande) vorm van een verbonden partij. HVC Huisvuilcentrale Noord Holland. IBA Individuele Behandeling Afvalwater. In gebruik op locaties die niet op gemeentelijke riolering zijn aangesloten.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
79
Investeringsplan Het overzicht met alle investeringen die in de begroting zijn opgenomen en die door middel van een krediet worden gefinancierd. Kapitaallasten Lasten voor afschrijving en rente op activa. Kostensoort Indeling van baten en lasten naar aard, Voorbeelden van kostensoorten zijn personele uitgaven, kapitaallasten, rentebaten, heffingen en retributies. Kredieten Het beschikbaar stellen van financiële middelen door de verenigde vergadering voor het doen van een investering. Aan de lening wordt rente toegekend. Samen met de afschrijving lasten vormen deze de kapitaallasten. KRW Europese Kaderrichtlijn Water. NVO Natuurvriendelijke oevers. OAS Optimalisatiestudie afvalwatersysteem. Onttrekking Verlaging van een reserve of voorziening. Passief Overzicht op de balans met eigen en vreemd vermogen. Planning en control Het proces waarbij aansturing van de organisatie plaatsvindt door het formuleren van doelen, het aangeven van termijnen, het beschikbaar stellen van middelen, het aanwijzen van verantwoordelijken, het volgen van de uitvoering, het normeren van de gewenste effecten, het meten van resultaten en het informeren van alle betrokkenen. De jaarlijks terugkerende werkzaamheden die samenhangen met het opstellen, bespreken, bewaken en verifiëren van budgetten in het kader van de begrotingscyclus. PPS Publiek private samenwerking. Daar waar de overheid met marktpartijen samenwerkt om iets te realiseren en waar bepaalde samenwerkingsvormen voor bedacht worden. Een voorbeeld binnen Delfland is de zuiveringsinstallatie in de Harnaschpolder. Programmabegroting Het overzicht van geraamde (verwachte) kosten en opbrengsten in een bepaald jaar, opgezet volgens de begrotingsvoorschriften (BBVW). De begroting wordt jaarlijks door de verenigde vergadering vastgesteld. De door de verenigde vergadering (jaarlijks in november) vastgestelde begroting wordt ook wel primitieve begroting genoemd. In de loop van het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd worden er wijzigingen op aangebracht (die door de verenigde vergadering worden vastgesteld). Daarom zal de uiteindelijke begroting per 31 december afwijken van de primitieve begroting. De begroting wordt ingedeeld in een aantal programma’s, waarbinnen de doelstellingen zijn geformuleerd, die veelal voortvloeien uit het coalitie akkoord. RBG De Regionale Belastinggroep. Deze instantie is belast met de heffing en invordering van de waterschapsbelastingen.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
80
Reserve Een bedrag dat is gereserveerd voor het doen van toekomstige uitgaven. De reserves staan op de balans en maken onderdeel uit van het eigen vermogen. Er zijn twee soorten van reserves: Algemene reserves voor uitgaven waarvan aard en omvang nog niet bekend zijn. Binnen Delfland zijn dat de reserve weerstandsvermogen en de algemene reserve; Bestemmingsreserves: reserve waaraan een specifieke bestemming is gegeven. SSK Standaard Systematiek Kostenramingen. Subsidies Een bijdrage van een derde om een bepaalde activiteit te ondersteunen. De verstrekker stelt meestal voorwaarden aan besteding en verantwoording van de subsidiegelden. Treasury Het beheer van geldstromen, zoals het aantrekken of het (tijdelijk) wegzetten van gelden. Voorzieningen Een gereserveerd aandeel voor toekomstige uitgaven waarvan de aard en de omvang in meer of mindere mate bekend zijn of om fluctuaties in (exploitatie)kosten op te vangen. Voorzieningen staan op de balans en vormen geen onderdeel van het eigen vermogen. VPP Vispaaiplaatsen. Vreemd vermogen Dat deel van de passief zijde van de balans dat geen eigen vermogen is. Dat zijn voorzieningen, leningen en openstaande crediteuren. Weerstandscapaciteit De mate waarin het de verenigde vergadering vrij staat om tegenvallers (niet begrote kosten) te dekken door financiële middelen vrij te maken zonder direct te hoeven bezuinigen. Weerstandsvermogen Het vermogen van Delfland om ook in ongunstige tijden haar activiteiten te kunnen voortzetten.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019
81