Programmabegroting 2015 Meerjarenraming 2016-2018
Voorwoord Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2015 aan. De beleidskaders en de financiële kaders hiervoor heeft uw raad gegeven bij de vaststelling van de kadernota 2015 - 2018. Met de vaststelling van deze begroting wijst u de middelen toe aan de programma’s en autoriseert u per programma de bedragen die het college inzet voor de uitvoering van het geformuleerde beleid. Daarmee is deze begroting kaderstellend voor het beleid 2015 en de jaren daarna.
3
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Inhoudsopgave
1
Voorwoord Inhoudsopgave
3 4
Inleiding
6
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2
3
Financieel perspectief Analyse ontwikkeling begrotingssaldi na de Kadernota Coalitieakkoord Invulling dekkingsplan Kadernota Ombuigingen
Programma’s
15
PROGRAMMA 1 – BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN PROGRAMMA 2 - DIENSTVERLENING PROGRAMMA 3 – OPENBARE VEILIGHEID PROGRAMMA 4 – ECONOMISCHE ONTWIKKELING EN INNOVATIE PROGRAMMA 5 – VERKEER EN BEREIKBAARHEID PROGRAMMA 6 – RUIMTELIJKE ORDENING PROGRAMMA 7 – VOLKSHUISVESTING PROGRAMMA 8 – BEHEER OPENBARE RUIMTE PROGRAMMA 9 – MILIEU EN WATERTAKEN PROGRAMMA 10 – JEUGD EN EDUCATIE PROGRAMMA 11 – MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING PROGRAMMA 12 – WERK EN INKOMEN PROGRAMMA 13 – KUNST, CULTUUR EN CULTUURHISTORISCHE WAARDEN PROGRAMMA 14 – SPORT EN SPORTACCOMMODATIES Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
15 18 21 25 29 32 35 38 42 46 51 54 57 60 63
Paragrafen
64
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 4
5
4
6 8 9 10 12
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Subsidies op sociaal maatschappelijk terrein
65 68 74 77 80 83 95 98
Financiële begroting
102
4.1 4.2 4.3 4.4
102 104 107 110
Recapitulatiestaat Toelichting op verschillen met de begroting 2014 Schuldpositie Overige financiële toelichtingen inclusief investeringsplan
Bijlagen
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
112
Leeswijzer In het eerste hoofdstuk schetsen wij het financiële perspectief voor onze gemeente en presenteren wij de saldi van de begroting 2015 en van de meerjarenraming 2016-2018. Daarbij geven wij een analyse van deze saldi ten opzichte van de saldi uit de kadernota 2015 - 2018. Daarnaast komen ook de ombuigingstaakstellingen aan bod. In hoofdstuk 2 komen de 14 programma’s en de algemene dekkingsmiddelen aan bod. Per programma vindt u een omschrijving van het betreffende programma en een antwoord op de drie W-vragen: 1. Wat willen we bereiken? 2. Wat gaan we daarvoor doen? 3. Wat gaat dat kosten? In hoofdstuk drie behandelen wij de acht paragrafen. Het doel van deze paragrafen is om onderwerpen die versnipperd staan in de programma’s te bundelen waardoor u beter zicht krijgt op deze onderwerpen. In hoofdstuk vier geven wij een overzicht van de baten en lasten per programma als ook een toelichting op de voornaamste verschillen met de begroting 2014. Wij beschrijven in dit hoofdstuk de ontwikkeling van de schuldpositie van onze gemeente. Ook vindt u een overzicht van de incidentele baten en lasten, de ontwikkeling van het eigen vermogen en het investeringsplan. Tot slot hebben wij nog een aantal bijlagen toegevoegd om u een zo goed mogelijk inzicht te geven in de onderbouwing van deze begroting.
5
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
1
Inleiding
Deze begroting is zowel financieel als beleidsmatig gebaseerd op de kadernota 2015 -2018. De saldi die wij u in deze begroting presenteren wijken af van de saldi uit de kadernota. Dit komt omdat wij de cijfers geactualiseerd hebben. Zo is de nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren verwerkt en zijn enkele budgetten bijgesteld. Daarnaast wordt kort stil gestaan bij de financiële positie. In paragraaf 1.2 lichten wij de verschillen in de saldi tussen de kadernota en deze begroting toe. In paragraaf 1.3 zijn de wensen voor nieuw beleid conform het coalitieakkoord, zoals verwerkt in de kadernota nog eens opgenomen. Paragraaf 1.4 bevat de invulling van het dekkingsplan uit de kadernota en in paragraaf 1.5 wordt de voortgang van de reeds eerder voorgestelde bezuinigingen besproken.
1.1
Financieel perspectief
In de kadernota 2015 – 2018 hebt u duidelijke kaders gesteld voor de begroting 2015 en de meerjarenraming 2016 – 2018. Als gevolg van deze kaders zijn er bij het opstellen van de begroting weinig nieuwe (budget) ontwikkelingen opgenomen. Ondanks dat de begrotingsbesprekingen van het Rijk dit jaar hebben plaatsgevonden in het perspectief van verbeterde economische groeicijfers, staan de financiën van gemeenten onder grote druk door ongekend forse taakuitbreidingen (de drie transities) en reeds voorgenomen bezuinigingen. Daarnaast is er sprake van een aantal nieuwe kabinetsvoornemens die mogelijk leiden tot nieuwe financiële beperkingen voor gemeenten. Wij noemen: Kabinetsvoornemens BTW - knelpunten
Btw bij samenwerkende gemeenten Als gemeenten samenwerken kunnen zij btw die betrekking heeft op vrijgestelde prestaties niet in de btw - aangifte terugvragen en kunnen zij die ook niet claimen bij het btw - compensatiefonds. Deze btw vormt dus een extra kostenpost voor gemeenten die zij niet zouden hebben als zij de taak zelfstandig zouden uitvoeren.
Het Sportbesluit Het ministerie van Financiën heeft aangekondigd het Sportbesluit verregaand aan te willen passen. Het ter beschikking stellen van sportaccommodatie door gemeenten - dat nu nog onder het lage btw - tarief valt als sprake is van gelegenheid bieden tot sportbeoefening - wordt in het Belastingplan 2015 vrijgesteld van btw. Dit naar aanleiding van jurisprudentie. Als het kabinet de aanpassing van het Sportbesluit doorzet, heeft dat een grote impact voor gemeenten en de investeringen in sportaccommodaties. We kunnen dan namelijk niet meer de betaalde btw, welke meestal onder het hoge btw-tarief valt, terugvorderen. Een dergelijke aanpassing zal alleen de 32 grootste gemeenten (G32) in ons land al zo’n 200 miljoen per jaar gaan kosten. Na aandringen van de VNG zal deze aanpassing zeer waarschijnlijk niet al in 2015 worden doorgevoerd, maar zullen eerst álle aspecten van btw-vrijstelling voor sport worden onderzocht. Belasting op storten en verbranden restafval Een gat in de Rijksbegroting wordt gedicht met een stijging van de afvalstoffenheffing voor burgers, terwijl het Rijk al jaren van gemeenten verlangt dat zij zorgen voor een gematigde lokale lastenontwikkeling. Deze maatregel noopt gemeenten ertoe om de belasting die betaald moet worden over het verbranden van restafval extra aan afvalstoffenheffing aan burgers door te berekenen. Deze maatregel doet de gemeentelijke inspanningen van de laatste jaren om de afvalstoffenheffing naar beneden te brengen door middel van meer afvalscheiding en efficiency dan ook geheel teniet. Wij houden rekening met € 120.000 hogere lasten.
6
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Opschalingskorting In het regeerakkoord zijn bovenop de ‘trap op trap af’ meerdere maatregelen genomen die gemeenten meer dan evenredig treffen. Zo gaat het regeerakkoord uit van efficiencybesparingen als gevolg van schaalvergroting van gemeenten. (opschalingskorting, oplopend van € 60 mln in 2015 tot € 975 mln structureel vanaf 2025) Deze korting is een grote inbreuk op de ongeschreven regel dat iedere overheidslaag de vruchten van efficiënter werken zelf mag plukken. Bovendien laat onderzoek van het Coelo (Allers en Geertsema, 2014) zien dat opschaling niet leidt tot minder kosten. De VNG zal hierover opnieuw in overleg gaan met de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. Vennootschapsbelasting (VPB) - plicht voor overheidsbedrijven Het doel van de invoering van deze belastingplicht is het creëren van een gelijk speelveld voor private ondernemingen en overheidsbedrijven. Private ondernemingen zijn vennootschapsbelasting verschuldigd. Maar overheidsbedrijven zijn onder de huidige regelgeving alleen belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting als zij bepaalde, in de wet genoemde ondernemingsactiviteiten uitoefenen. Het doel is dat deze wet per 1 januari 2015 tot wet wordt verheven en per 1 januari 2016 in werking treedt. Hangende de keuzes die nog gemaakt moeten worden, is al wel duidelijk dat de voorgestelde wetswijziging een forse administratieve operatie voor gemeenten betekent. Financiële positie Ombuigingen In de afgelopen jaren is reeds een groot aantal bezuinigingen gerealiseerd. Ook bij het opstellen van deze begroting is een aantal ombuigingen ingeboekt. Het in de kadernota opgenomen dekkingsplan is in deze begroting uitgewerkt. De lucht is inmiddels uit de begroting. Nieuwe ombuigingen zullen onherroepelijk gepaard gaan met een verschraling van het voorzieningenniveau in de gemeente De Bilt. Voor de uitwerking van het dekkingsplan uit de kadernota wordt verwezen naar paragraaf 1.4 en een uitsplitsing van de nog te realiseren taakstellingen naar paragraaf 1.5. Algemene uitkering In deze begroting is de meicirculaire 2014 als basis gebruikt. Ontwikkeling algemene uitkering Decembercirculaire 2013 Meicirculaire 2014 Verschil
2015 31.778.311 42.414.887 10.636.576
2016 31.604.477 42.713.794 11.109.317
2017 31.297.448 42.020.088 10.722.640
2018 30.792.723 41.593.601 10.800.878
De toename is vooral toe te schrijven aan de budgetten voor de AWBZ en de Jeugdzorg. Na de meicirculaire is ook bekend geworden wat de hoogte van het deelfonds voor het onderdeel Participatiewet is. Daarnaast is ook geanticipeerd op een (verdere) daling van het budget voor de WMO vanaf 2016, deze verlaging is ook verwerkt in de begroting. Ontwikkeling algemene uitkering Meicirculaire 2014 Deelfonds Participatie Verlaging budget WMO Totaal
2015 42.414.887 2.028.522 44.443.429
2016 42.713.794 1.906.740 -350.000 44.270.534
2017 42.020.088 1.788.498 -350.000 43.458.585
2018 41.593.601 1.695.037 -350.000 42.938.638
Over de septembercirculaire wordt u op de inmiddels gebruikelijke manier geïnformeerd. In bijlage 3 is een gedetailleerde opbouw van de algemene uitkering opgenomen. Reserve positie Overeenkomstig het collegeprogramma wordt de komende jaren de reservepositie verstevigd. Wij zullen in de komende jaren de stijging van de algemene uitkering als gevolg van herverdeeleffecten door groot onderhoud aan het gemeentefonds aan de vrije reserve toevoegen. Storting in Algemene Reserve
2015 113.926
2016 520.409
2017 488.136
2018 523.165
Voor de verwachte ontwikkeling van het eigen vermogen verwijzen wij u naar paragraaf 4.4. Schuldpositie De portefeuille langlopende geldleningen is de afgelopen jaren toegenomen tot € 68 miljoen op de balansdatum 31 december 2013. In paragraaf 4.3 Schuldpositie is een en ander verder toegelicht. Weerstandsvermogen De verbeterde reservepositie heeft een positief effect op de weerstandscapaciteit. Daarnaast is het aantal en de effecten van eventuele risico’s weer tegen het licht gehouden. Een en ander resulteert in een
7
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
weerstandsvermogen van 1,0. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de paragraaf weerstandvermogen (3.2). Grondexploitatie De nota grondbeleid hebt u in 2013 vastgesteld. De gemeente kiest nadrukkelijk voor faciliterend en niet voor actief grondbeleid. Faciliterend grondbeleid betekent dat particuliere initiatieven getoetst worden aan gemeentelijk beleid. Past het daar binnen, dan wordt zoveel mogelijk gefaciliteerd om zulke initiatieven te realiseren. De 4 nog lopende projecten zijn: Bedrijvenpark Larenstein, centrumplan Bilthoven ( bestaande uit Emmaplein, Vinkenplein en het Stationsgebied), Gebiedsontwikkeling Melkweg e.o. (Scholeneiland/Cultuurhuis) en De Leijen Zuid. De verwachting is dat eind 2018 al deze projecten zijn afgesloten. Het grondbeleid wordt nader toegelicht in paragraaf 3.7. Wij onderzoeken de mogelijkheden om met gemeentelijke eigendommen kleinschalige ontwikkelingen mogelijk te maken.
1.2 Analyse ontwikkeling begrotingssaldi na de Kadernota De saldi in de kadernota zijn met uitzondering van 2018 positief. Saldo Kadernota 2015-2018
2015
2016
2017
2018
47.278
362.572
184.641
-133.614
40.000
130.000
130.000
-100.000
-100.000
-100.000
-100.000
150.000
0
100.000
-100.000
54.169
-38.398
-18.999
-28.869
151.447
264.174
295.642
-232.483
Budgetmutaties saldo dekkingsplan CAO (er was reeds op een kleine loonstijging geanticipeerd in 2014) herziening staat van activa/ kapitaallasten overige verschillen Saldo begroting nà bestemming
Wanneer we ook de mutaties op de reserves in beeld brengen krijgen we het volgende inzicht: Saldo begroting nà bestemming
151.447
264.174
295.642
-232.483
storting in Algemene Reserve conform Kadernota
-113.926
-520.409
-488.136
-523.165
-2.162
-2.162
-2.162
-2.162
storting in reserve kunstvoorwerpen onttrekking voor kapitaallasten sportpark
122.000
122.000
122.000
onttrekking voor kapitaallasten gemeentehuis
67.616
67.616
67.616
67.616
onttrekking voor kapitaallasten gemeentewerf
19.060
19.060
19.060
19.060
onttrekking voor speelplaatsen
23.000
20.847 577.264
206.168
onttrekking uit de reserve sport
39.421
39.421
Saldo voor bestemming van reserves
-3.562
517.801
Het meerjaren perspectief na bestemming laat, net als bij de Kadernota, positieve saldi zien. Alleen 2018 vertoont een negatief saldo. Dat afnemende saldo was eerder al verklaard door een afnemende algemene uitkering. De budgetmutaties zijn voornamelijk toe te schrijven aan de invulling van het dekkingsplan, zoals is opgenomen in de kadernota, waarbij het totaal aan ombuigingen in de jaren 2016 – 2018 groter is dan de in de kadernota opgenomen taakstelling. Daarnaast is de Cao-ontwikkeling in de personeelsbegroting opgenomen. In de kadernota was rekening gehouden met toenemende kapitaallasten voor de komende jaren. Na uitwerking van de staat van activa en de verwerking van de toekomstige investeringen blijkt dat er ten opzichte van de verwachtingen in de kadernota een voordeel ontstaat, behalve in 2018, daar is sprake van een nadeel. De tweede tabel laat vooral zien dat de komende jaren niet uit de reserves wordt geput. In tegendeel er wordt de komende jaren per saldo aan de reserves toegevoegd. De enige structurele onttrekkingen aan reserves zijn ter dekking van kapitaallasten, zoals een aantal jaar geleden door u is besloten. Mede door dit beeld, ondanks een nadelig saldo na bestemming in 2018 kiezen wij vooralsnog niet voor een aanvullend dekkingsplan.
8
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
1.3
Coalitieakkoord
Bij het opstellen van de kadernota zijn de speerpunten van het coalitieakkoord vertaald. Daarbij zijn ook de financiële effecten gepresenteerd. In onderstaande tabel zijn deze voornemens opgenomen. 2015
2016
2017
2018
Dorpshuis Hollandsche Rading (subsidie exploitatie tekort)
-15.000
-15.000
-15.000
-15.000
Voortzetting beleid economische zaken
-50.000
-50.000
Life Science as
-25.000
Formatie college
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
Centrumfonds
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
0
-150.000
-150.000
-150.000
Verhoging OZB bedrijfspanden/ reclamebelasting Nieuw zwembad op huidige locatie Kosten onderzoek Vierstee Huidig krediet (Vierstee) Lokaal actieprogramma bewegen Duurzaamheid Totaal effect nieuw beleid
-25.000 25.000 -10.000
-10.000
-10.000
-10.000
-120.000
-120.000
-120.000
-120.000
-270.000
-395.0000
-345.000
-345.000
Dorpshuis Hollandsche Rading Vanwege het wegvallen van enkele grote huurders is de verwachting dat op de exploitatie van Dorpshuis Hollandsche Rading de komende jaren een exploitatietekort ontstaat. De subsidie wordt met € 15.000 structureel verhoogd. Na afloop van elk jaar zal, bij het opstellen van het subsidieprogramma, worden bekeken of de subsidie moet worden aangepast. Voortzetting beleid economische zaken Om de ambitie voor de ingezette economische ontwikkelingen, zoals de Life Science As, participatie in het Utrechts Science Park, versterking van de detailhandel en economisering van het buitengebied, te kunnen consolideren, en tevens uitvoering te kunnen geven aan het lokaal arbeidsmarktbeleid is extra budget voor de jaren 2015 en 2016 van € 50.000 beschikbaar gesteld. Life Science as De Life Science As van de gemeente is onderdeel van de gebiedsagenda Noordvleugelrandstad en de uitwerking daarvan in het regionale gebiedsproces Utrecht – Oost / Science Park. Dit proces en de daarmee verbandhoudende onderzoeken dragen bij aan de ontwikkeling van kennisregio en de economische kracht. Naast interne capaciteit zijn middelen nodig voor het proces en (haalbaarheids) onderzoeken om de uitvoering van het speerpunt van het ruimtelijke economisch beleid voort te kunnen zetten. Formatie college De raad heeft besloten 3,4 fte aan formatieruimte beschikbaar te stellen. De extra lasten bedragen € 50.000. Centrumfonds Voor het lopende Ondernemersfonds, dat gemeentebreed opereert, is € 50.000 beschikbaar. In 2015 zal duidelijk worden op welke wijze een vervolg wordt gegeven, gemeentebreed dan wel gericht op specifieke gebieden. De opbrengsten en heffingsgrondslag per fonds zullen duidelijk worden; de samenwerkende ondernemers doen een voorstel en de gemeente zal het faciliteren. Nieuw Zwembad De komende raadsperiode komt er een nieuw, duurzaam en energiezuinig zwembad op de huidige locatie. Dit bad moet geschikt zijn als instructiebad en gemakkelijk toegankelijk zijn, ook voor speciale doelgroepen. Over de precieze invulling gaat het college graag in gesprek met de Biltse gemeenschap, belanghebbenden en de gemeenteraad. Volgens het dekkingsplan wordt uitgegaan van € 150.000 hogere uitgaven dan nu in de begroting zijn verwerkt.
9
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Lokaal actieprogramma bewegen In 2015 starten wij met een lokaal actieprogramma “Wat beweegt je” dat als doel heeft in samenwerking met de lokale scholen en het jeugdwerk onze kinderen bewust te maken van het belang van goede voeding en meer te laten bewegen. Hiervoor is een structureel bedrag van € 10.000 beschikbaar gesteld. Duurzaamheid Het bedrag is benodigd voor het de initiatieven op onder andere het gebied van energiebesparing, het opwekken van schone energie, stimuleren van ecowijken en verduurzaming van gebouwen. In de kadernota is aangegeven dat voor deze wensen een dekkingsplan zou worden opgesteld bij de begroting 2015. In de volgende paragraaf is het uitgewerkte plan opgenomen.
1.4
Invulling dekkingsplan Kadernota
Invulling dekkingsplan Kadernota 2015 - 2018 Omschrijving
2015
2016
2017
2018
100.000
100.000
100.000
Taakstelling bibliotheek (e-boeken)
22.507
25.820
29.413
Verhoging toeristenbelasting/forensenbelasting met 10%
15.000
15.000
15.000
2.500
25.000
25.000
25.000
Verkoop snippergroen
50.000
20.000
20.000
20.000
Aanbesteding leerlingenvervoer
77.500
69.250
62.250
55.250
Aframen stelpost groene sportvelden
27.800
27.800
27.800
27.800
Budget monumentensubsidies volledig aframen
20.000
20.000
20.000
20.000
50.000
50.000
Taakstelling subsidies
Reclame uitingen in de openbare ruimte
Afschaffen inhuur monumentenadvies Inhaalslag huren = 1,5% is 4% geworden
25.400
25.400
25.400
25.400
Publiekscommunicatie (communicatiemiddelen)
16.000
16.000
16.000
16.000
Afronding gemeentehuis Maartensdijk
50.000
Exploitatie kinderboerderij Planetenbaan en Maartensdijk
45.000
90.000
90.000
90.000
Extra opbrengsten nav benchmark overige leges Saldo dekkingsplan
30.000
30.000
30.000
30.000
344.200
460.957
507.270
503.863
Taakstelling subsidies Op het totale subsidie budget van circa € 6 miljoen wordt € 100.000 bezuinigd. De invulling van deze bezuiniging werken wij verder uit. Hierbij beoordelen wij bestaande subsidies op hun bijdrage aan programmadoelstellingen, op hun bereik en op hun relatie met actuele trends en ontwikkelingen. E-boeken bibliotheek In 2011 heeft het Rijk besloten de inkoop van e-content door bibliotheken te centraliseren. Daarbij hoort ook een uitname uit de algemene uitkering, omdat de lokale bibliotheken deze taak niet meer uitvoeren. De uitname vindt plaats per 2015, als de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen in werking treedt. De afname van de algemene uitkering zullen wij vanaf 2016 op de subsidie van de bibliotheek in mindering brengen. Verhoging toeristen- en forensenbelasting Een verhoging van de toeristen en forensenbelasting met 10% genereert een extra inkomst van € 15.000. Als gevolg van een gentlemen's agreement, waarbij aan de campinghouders is toegezegd dat verhoging van de tarieven 1 jaar voor intreding aan hen bekend gemaakt worden, kan deze taakstelling voor het eerst in 2016 worden gerealiseerd. Reclame-uitingen in de openbare ruimte Het college zoekt mogelijkheden van reclame-uitingen in de openbare ruimte. Gedacht kan worden aan reclame op rotondes, langs snelwegen, etc.
10
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Verkoop snippergroen Om te besparen op onderhoud van openbaar groen verkopen wij kleine stukjes grond aan particulieren. Op basis van de inkomsten van de afgelopen 5 jaar concluderen wij dat, ten opzichte van de primaire begroting, gemiddeld op jaarbasis een opbrengst is gegenereerd van € 240.000. Wij vinden het plausibel om voor 2015 een bedrag van € 50.000 en vanaf 2016 € 20.000 op te nemen. Aanbesteding leerlingenvervoer In 2013 heeft er een regionale aanbesteding van het leerlingenvervoer plaatsgevonden dit heeft geresulteerd in een voordeel. Door de indexering van de uitgaven neemt de besparing jaarlijks af. Aframen stelpost groene velden De stelpost kapitaallasten, is de laatste twee jaar niet aangewend. De toekomstige investeringen hebben wij opgenomen in het investeringsplan. De stelpost kan vrijvallen. Aframen budget Monumentensubsidies Wij stellen voor het budget voor monumentensubsidies volledig af te ramen. Op dit moment behandelen wij de aanvragen in volgorde van binnenkomst. Zodra het budget volledig is aangewend wijzen wij de volgende aanvragen af. Beëindiging inhuur monumentenadvies Tot 1-1-2017 hebben we een contract voor inhuur van een medewerker monumenten bij ODRU. Wij beëindigen deze inhuur per 2017 en besparen daarmee € 50.000. Deze medewerker verricht 3 taken: beoordelen subsidieaanvragen, organiseren open monumentendag en adviseren wabo vergunningen in geval van monumentenstatus. Aangezien wij het subsidiebudget voor onderhoud monumenten ook afschaffen, is er geen capaciteit meer nodig voor het beoordelen van subsidie-aanvragen en opstellen van subsidiebeschikkingen. Het organiseren van de open monumentendag laten we aan het comité over. Voor monumentenadvies voor wabo vergunningen doen we een beroep op de monumentencommissie en reserveren we het resterende budget van € 19.000 voor inkoop van advies. Inhaalslag huren Bij het opstellen van de kadernota 2015 was het uitgangspunt een verhoging van de huuropbrengsten met 1,5%. De daadwerkelijke huurindexatie is 4%. Dit leidt tot een verhoging van de huurindexatie met 2,5% zijnde € 25.400. Publiekscommunicatie De laatste 2 jaar is het budget voor communicatiemiddelen niet aangewend. Wij ramen dit budget af. Afronding gemeentehuis Maartensdijk Het project voormalig gemeentehuis Maartensdijk ronden wij af met een verwacht positief resultaat van € 50.000. Kinderboerderij Planetenbaan en Maartensdijk Wij stellen voor om de kinderboerderijen aan een andere exploitant over te dragen. Het is landelijk een bekend verschijnsel dat dergelijke voorzieningen door particulier initiatief in stand worden gehouden. Extra opbrengsten leges Naar aanleiding van een onderzoek naar de hoogte van de apv leges zullen de tarieven voor 2015 worden verhoogd. Hiermee sluiten de tarieven aan bij het gemiddelde tarief van de omliggende gemeenten en kunnen de opbrengsten hoger worden begroot. Saldo Begroting 2015
2016
2017
2018
Saldo Kadernota
47.278
362.572
184.641
-133.614
Budgetmutaties
141.834
-141.848
-25.449
-228.319
Taakstelling e-boeken (meicirculaire)
-19.865
-22.507
-25.820
-29.413
-270.000
-395.000
-345.000
-345.000
Invulling Dekkingsplan begroting 2015
344.200
460.957
507.270
503.863
Niet te realiseren bezuiniging
-92.000 264.174
295.642
-232.483
Dekkingsplan kadernota 2015-2018
Saldo begroting
11
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
151.447
1.5
Ombuigingen
In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de reeds eerder voorgestelde ombuigingen weergegeven. Het gaat om ombuigingen die tot en met de Kadernota 2015 -2018 zijn voorgesteld. Het ingevulde dekkingsplan zoals besproken in de vorige paragraaf is hier niet opgenomen. In de Kadernota 2015 - 2018 zijn de volgende totalen van nog te realiseren ombuigingen opgenomen: nog te realiseren Kadernota 2015 – 2018 Ingevuld dekkingsplan Kadernota 2015 - 2018 Totaal te realiseren ombuigingen Kadernota 2015 – 2018
2015
2016
2017
2018
1.217.059
957.059
1.333.059
1.333.059
344.200
460.957
507.270
503.863
1.561.259
1.418.016
1.840.329
1.836.922
Na het vaststellen van de Kadernota 2015 - 2018 zijn de volgende ombuigingen gerealiseerd: Gerealiseerd Efficiencymaatregelen 1 fte communicatie Totaal gerealiseerd
2015
2016
2017
2018
192.696
192..696
192.696
192.696
60.000
60.000
60.000
60.000
252.696
252.696
252.696
252.696
2016
2017
2018
De volgende ombuigingen zijn als niet te realiseren aangemerkt: Niet te realiseren Rentevoordeel Vierstee
2015 50.000
Bibliotheek (reeds bij de kadernota op geanticipeerd)
51.000
Betrekken gronden Groenekanseweg bij sportlocaties
42.000
Totaal niet gerealiseerd
143.000
Nog te realiseren ombuigingen Begroting 2015 Nog te realiseren Begroting 2015
2015
2016
2017
2018
Minder principeverzoeken in behandeling
50.000
50.000
50.000
50.000
Doordecentraliseren onderwijshuisvesting
60.000
60.000
60.000
60.000
51.000
51.000
51.000
Bibliotheek Uitvoering bedrijfsplan
30.363
30.363
30.363
30.363
Regievoering (efficiency)
20.000
20.000
20.000
20.000
Oproepuren Accommodaties (efficiency)
25.000
25.000
25.000
25.000
Betrekken gronden Groenekanseweg bij sportlocaties
42.000
42.000
42.000
Verhuurbaarheid gemeentehuis
50.000
50.000
50.000
Rentevoordeel achterblijvende locatie De Vierstee
50.000
50.000
50.000
180.000
340.000
340.000
69.000
69.000
WMO-vervoer (regiotaxi) Vergunningenloket Anterieure overeenkomsten Doorbelasting toezicht wegen Verkoop onroerend goed (woningen)
100.000 20.000 400.000
1 fte beleidsmedewerker maatschappelijke voorzieningen Taakstelling formatie a.g.v. afname GREXEN Ingevuld dekkingsplan Kadernota 2015 - 2018 Totaal nog te realiseren bezuinigingen
116.000
146.000
69.000
69.000
224.000
224.000
344.200
460.957
507.270
503.863
1.165.563
1.165.320
1.587.633
1.584.226
Toelichting Minder principeverzoeken in behandeling Op dit moment begeleiden wij een flink aantal grote(re) ruimtelijke projecten, die in de komende jaren in onze gemeente tot ontwikkeling moeten gaan komen. Door het consequent uitvoering geven aan het kostenverhaal volgens de geactualiseerde Nota Grondbeleid , zullen wij (na aftrek van de interne kosten) uit deze projecten jaarlijks een meeropbrengst realiseren van € 50.000. Daarmee kan aan de bezuinigingstaakstelling van (structureel) € 50.000,- voor de behandeling van principeverzoeken worden voldaan.
12
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Doordecentraliseren onderwijshuisvesting Deze taakstelling betrekken wij bij de versobering van het IHP en de doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting voor het onderdeel onderhoud, die per 1 januari 2015 zal plaatsvinden. Bibliotheek De bezuiniging is in 2015 niet realiseerbaar. De discussie omtrent de bibliotheek is nog niet afgerond. De Rijksuniversiteit Groningen is gestart met een onderzoek naar verschillende mogelijkheden van de uitvoering van het bibliotheekwerk in de gemeente. Wij verwachten dat de uitkomsten in het 4e kwartaal van 2014 beschikbaar zullen zijn. Daarna zal de discussie over de bibliotheekvoorzieningen een vervolg krijgen. Wij streven naar een afronding in maart/april 2015. Wij betrekken de uitkomsten dan bij het opstellen van de kadernota 2016. Uitvoering Bedrijfsplan De bezuiniging van een eenhoofdige directie hebben wij gerealiseerd. Deze bezuiniging is destijds ingeboekt voor € 150.000. Hierdoor resteert een taakstelling van ruim € 30.000. Efficiencymaatregelen Het restant van de efficiencymaatregelen bestaat uit € 20.000 voor regievoering en € 25.000 voor oproepuren voor sportaccommodaties. Betrekken gronden Groenekanseweg bij sportlocaties Voor deze bezuinigingstaakstelling zullen wij voor de jaren 2016 en verder alternatieven aan u voorleggen. Verhuurbaarheid gemeentehuis Wij onderzoeken op dit moment de mogelijkheden van een andere gebruik/verdeling van de huidige werkplekken. Wanneer wij tot realisatie komt een gedeelte van het gemeentehuis leeg te staan. Dit kunnen wij dan verhuren. Rentevoordeel achterblijvende locatie De Vierstee Het uitgangspunt van deze bezuiniging is dat een nieuwe Vierstee op een andere locatie wordt gerealiseerd. Na uitvoering van de afgesproken onderzoeken stellen wij vast of deze taakstelling kan worden gerealiseerd. Voor 2015 is de taakstelling niet te realiseren. WMO-vervoer (regiotaxi) In 2014 is de regiotaxi opnieuw aanbesteed. Door de aanbesteding is de bezuiniging gedeeltelijk gerealiseerd. Het restant zal worden betrokken bij de besluitvorming omtrent de totale WMO. Vergunningenloket reductie formatie Door het afnemen van het aantal aanvragen van bouwvergunningen als gevolg van de invoering van de nieuwe Omgevingswet kan vanaf 2017 structureel 1 fte op de formatie van het vergunningenloket worden bezuinigd. Anterieure overeenkomsten De anterieure overeenkomsten zullen naar verwachting voor het jaar 2015 € 100.000 opleveren. Doorbelasting toezicht wegen Wij belasten de kosten van civieltechnisch(e) voorbereiding en toezicht door aan de projectontwikkelaars. Verkoop onroerend goed (woningen) Wij verkopen een deel van ons onroerend goed, omdat het bezit ervan voor een goede taakuitoefening niet langer noodzakelijk is. Wij verwachten in 2015 een opbrengst van € 400.000,-. Algemeen beleidsmedewerker maatschappelijke voorzieningen (1 fte vanaf 2017) Vanaf 2017 zullen de werkzaamheden van deze formatieplaats door personele verschuivingen binnen de organisatie worden opgevangen. Taakstelling formatie als gevolg van afname GREXEN Door de afname van het aantal grondexploitaties en hun volume kunnen er minder uren worden doorberekend. Deze taakstelling zal worden ingevuld door middel van personele bezuinigingen. Ingevuld dekkingsplan Kadernota 2015 – 2018 De invulling van dit dekkingsplan is opgenomen onder paragraaf 1.4.
13
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
14
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2
Programma’s
PROGRAMMA 1 – BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Dit programma gaat over de relatie tussen burgers, politiek en bestuur en hoe het gemeentebestuur hier vorm en inhoud aan geeft.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1. 2. 3.
5.
Waardering door de inwoners van het woon- en leefklimaat in de gemeente Tevredenheid van de inwoners over het gemeentebestuur. Betrokkenheid van de inwoners bij beleidsontwikkeling en planvorming voor hun eigen woonomgeving, hetgeen blijkt uit betrokkenheid bij de eigen woonkern Vermindering van administratieve lasten van gemeentelijke regelgeving voor burgers, bedrijven en instellingen. Tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening.
2B
Operationele doelstellingen
1. 2.
Bewaken van de samenwerking tussen raad, college en gemeentelijke organisatie. Waarborgen van de toegankelijkheid en kwaliteit van de informatie via de gemeentelijke website en het huis aan huis-blad Biltsche Courant. Bevorderen van actief burgerschap en burgerparticipatie in het kader van gebiedsgericht werken. Waarborgen van de positie van de gemeente De Bilt binnen de regio door bestuurlijke samenwerking binnen BRU-verband en andere gemeenschappelijke regelingen of samenwerkingsverbanden.
4.
3. 4.
2C
Effect indicatoren
Effectindicator Opkomst (gemeenteraads)verkiezingen 1.1
2012 n.v.t.
2013 n.v.t.
2014 65,92%
2015 n.v.t. 6,0
1.2
Rapportcijfer van inwoners voor gemeentebestuur
n.v.t.
6.0
n.v.t.
1.3
Rapportcijfer inwoners voor woon en leefklimaat
n.v.t.
7,5
n.v.t.
7,5
1.4
Percentage inwoners dat zich betrokken voelt bij de eigen woonkern
n.v.t.
54%
n.v.t.
54%
n.v.t.
6,6
n.v.t.
6,6
Rapportcijfer inwoners voor gemeentelijke informatievoorziening 1.7 De Burgerpeiling vindt om het jaar plaats.
15
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Beleidscommunicatie en Participatie. Het college heeft nadrukkelijk uitgesproken dat zij een open houding aanneemt richting de inwoners van onze gemeente en op belangrijke dossiers bereid is om in dialoog te gaan met alle raadsfracties. Ook wordt deelname van inwoners aan het besluitvormingsproces de komende collegeperiode een van de belangrijkste speerpunten, waarbij het bestuur initiatieven van burgers open tegemoet treedt. Dit betekent een actievere rol op het vlak van communicatie en participatie in projecten en beleidsprocessen. Bij de start van projecten, met veel impact op de omgeving, krijgt de raad een voorstel voor het participatieniveau. We brengen de verschillende partijen daarbij goed in kaart en maken een afweging hoe en wanneer we hen betrekken en mee laten denken. Het college ambieert een positief bestuursklimaat waar inwoners goed geïnformeerd en betrokken worden. Wij formuleren de volgende speerpunten: De ontwikkelingen in het sociaal domein en de betekenis voor de inwoners; De implementatie van het gebiedsgericht werken; De afronding van de belangrijke (grote) ruimtelijke projecten met zoveel mogelijk draagvlak. De voorgenomen bezuiniging op Communicatie per 1-1-2015 betekent echter dat, gezien de vastgestelde financiële kaders en de personele mogelijkheden, rekening gehouden moet worden met beperkingen en keuzes. 2. Gebiedsgericht Werken. Het sturingsdocument Gebiedsgericht Werken (GGW) krijgt gestaag zijn gewenste vorm. De input vanuit de werkgroepen, die gemeentebreed zijn samengesteld, maken het een integraal gedragen document. Het dynamische karakter van dit document, maakt dat er snel kan worden ingespeeld op onvoorziene ontwikkelingen, die van invloed kunnen zijn op het gebiedsgericht werken. Een voorbeeld daarvan is de pilot van de herintroductie van gebiedswethouders. De impementatie van GGW geschiedt met behulp van een pilot in één kern, te weten Hollandsche Rading. Vooral vanwege het feit dat er voor deze kern al een dorpsvisie moet worden gemaakt. Aanpak en uitvoering via het maken van een gebiedsplan past mooi in de integrale doorontwikkeling van GGW. Voor de pilot wordt externe ondersteuning ingehuurd om de objectiviteit in het proces zo goed mogelijk te kunnen waarborgen. De resultaten van de GGW-pilot zijn zeer bepalend voor de vervolgstappen in 2015. De evaluatie zal begin 2015 plaatsvinden. Op basis daarvan zal een definitief besluit worden genomen. Uitrol naar andere kernen kan dan in 2015 en 2016 verder vorm krijgen. Parallel daaraan starten wij met de cultuuraanpak binnen onze organisatie. Het propageren en borgen van deze nieuwe manier van werken zal van ons allemaal tijd en energie vergen.
16
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3b
Prestatie indicatoren
Prestatie indicator Bezwaar en beroep (aantal): 1.1 •
1.2
percentage ontvankelijk
• percentage gegrond Aantal klachten •
percentage ontvankelijk
• percentage gegrond Afhandeling klachten • • •
4
2012 160
2013 135
2014 135
2015 110
70%
70%
70%
70%
15%
15%
15%
15%
30
35
35
15
100%
92%
92%
100%
70%
65%
65%
90%
100%
100%
100%
100%
binnen 6 weken
75%
70%
70%
85%
binnen 10 weken
15%
11%
11%
15%
I.v.m. de komst van het sociaal domein vanaf 2015, zijn de aantallen bezwaren en klachten met 10% verhoogd.
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Burgerpeiling De Bilt 2013 • Gedragscode gemeentebestuur De Bilt 2010 • Beleidskader communicatie ‘De Bilt in beeld’ van 2009
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 1- BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN
2015
2016
2017
2018
660.989
659.330
657.589
654.036
WETHOUDERS
915.692
914.862
913.992
912.215
COMMISSIE BEZWAAR- EN BEROEPSCHRIFTEN
211.454
211.418
210.215
210.081
BESTUURSONDERSTEUNING
909.050
891.365
885.793
885.169
PRODUCTBEGROTING & -VERANTWOORDING
226.505
226.461
225.010
224.847
WIJKGERICHT WERKEN
603.119
603.041
600.480
600.193
45.988
45.986
45.906
45.897
COMMUNICATIE
377.323
377.268
375.422
375.216
PUBLIEKSCOMMUNICATIE
337.079
337.021
335.112
334.897
UITKERINGEN VOORMALIG PERSONEEL
120.940
74.381
29.466
11.196
BESTUURLIJKE SAMENWERKING
216.130
216.128
216.049
216.040
DUALE GEMEENTE
347.268
347.008
345.016
344.373
VERANTWOORDING
67.581
67.579
67.504
67.495
KLACHTENBEHANDELING
20.660
20.658
20.577
20.569
5.059.778
4.992.506
4.928.131
4.902.224
RAAD EN RAADSCOMMISSIE COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN
RELATIE BURGER EN BESTUUR
PROGRAMMABEGROTING EN -
TOTAAL LASTEN TOTAAL BATEN
0
0
0
0
5.059.778
4.992.506
4.928.131
4.902.224
Toevoeging aan reserves (last)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
5.059.778
4.992.506
4.928.131
4.902.224
SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
17
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 2 - DIENSTVERLENING 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Dit programma richt zich op de dienstverlening van de gemeente aan individuele burgers, ondernemers en vertegenwoordigers van instellingen als afnemers van gemeentelijke diensten en producten.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Tevredenheid bij burgers, ondernemers en vertegenwoordigers van instellingen over de gemeentelijke dienstverlening omdat een snelle beantwoording van hun vraag centraal staat, de afhandeling van die vraag geen onnodige inspanningen van ze vraagt en zij met persoonlijke aandacht en respect benaderd worden.
2B
Operationele doelstellingen
1.
De dienstverlening en de daaraan gerelateerde werkprocessen zijn ingericht op een optimale afhandeling van de vraag van de burger/ondernemer/vertegenwoordiger instelling. De dienstverlening is voorspelbaar en betrouwbaar, zodat de burger/ondernemer/instelling weet wat hij kan verwachten en wanneer. De burger/ondernemer/instelling kan diensten en producten afnemen via verschillende kanalen (mail, brief, balie, telefoon). De burger ontvangt onafhankelijk van het kanaal dezelfde antwoorden. De burger/ondernemer/instelling kan met zijn vragen terecht bij een klantcontactcentrum waar ca. 80% van zijn vragen beantwoord wordt.
2. 3.
4.
2C
Effect indicatoren
Effect indicator 2.1
Klanttevredenheid over balie dienstverlening
2.2
Klanttevredenheid over wachttijden balie
2.3 2.4 2.5
2012*
2013 8.1
2014*
2015 8,0
8.7
8,0
Klanttevredenheid over schriftelijke dienstverlening
**
8,0
Klanttevredenheid over telefonische dienstverlening
7,3
8,0
Kanttevredenheid over digitale dienstverlening
7,6
8,0
* In 2012 en 2014 is er geen klantentevredenheidsonderzoek. ** In 2013 is er geen klantentevredenheidsonderzoek over schriftelijke dienstverlening geweest.
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3A
Activiteiten
1.Modernisering gemeentelijke dienstverlening De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft aangekondigd dat burgers en bedrijven het recht hebben om hun overheidszaken vanaf 2017 digitaal te kunnen regelen. Dit is ook in 2015 en verder het uitgangspunt voor de modernisering van onze gemeentelijke dienstverlening. Wij inventariseren waar de burger behoefte heeft aan digitale processen en richten onze organisatie daar verder op in. De burger mag daarbij van ons blijven rekenen op goede en voorspelbare dienstverlening. We hanteren hiervoor de volgende ‘vijf beloften van gemeentelijke dienstverlening’: • U kunt ons altijd bereiken • U bent bij ons bekend
18
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
• U weet waar u aan toe bent • U krijgt altijd het juiste antwoord • U wordt persoonlijk geholpen als dat nodig is In 2015 besteden wij de middelen van het Programma Dienstverlening aan de verdere inrichting van de nieuwe website. Daarnaast zetten we in op de verdere versterking van het KCC. Dit doen we door: 1. Het digitaal ontsluiten van kennis en informatie in een KlantContactSysteem; 2. Het stimuleren van het gebruik van het digitale kanaal onder het motto; digitaal waar het kan, persoonlijk waar dat nodig is; 3. De verdere modellering van zaaksysteem; 4. Verdere implementatie koppelvlakken burgerzaken (de koppeling tussen de landelijke Basis Registratie Personen en de gemeentelijke burgerzakenmodules); 5. Voorbereiden van de transitie van de GBA (gemeentelijke Basisregistratie) naar de BRP (Basisregistratie Personen). 2. Verkiezingen In 2015 zullen de verkiezingen van de Provinciale Staten plaatsvinden. In het regeerakkoord is vastgelegd dat de Waterschapsverkiezingen voortaan op dezelfde dag zullen plaatsvinden als de Provinciale Staten verkiezingen. De organisatie van deze gecombineerde verkiezingen komt te liggen bij de gemeenten. In 2013 is in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur een onderzoek gestart naar de verwachte extra kosten van gecombineerde Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen voor de gemeenten. In 2017 staan de verkiezingen voor de Tweede Kamer gepland.
3b
Prestatie indicatoren
Prestatie indicator 2.1
Aantal uren per week dat centrale Publieksbalie is geopend
2.2
Aantal uren per week dat Informatiebalie is geopend
2012 26.5
2013 26,5
2014 24
2015 32,5
44,5
44,5
44,5
44,5
< 1 min
< 1 min
< 1 min < 10 min < 5 min
2.3
Gemiddelde wachttijd op afspraak
< 1 min
Gemiddelde wachttijd bij vrije inloop in de zomermaanden (mei t/m augustus)
2.5
Gemiddelde wachttijd bij vrije inloop (rest van het jaar)
< 10 min < 5 min
< 7 min
2.4
< 5 min
< 10 min < 5 min
2.6
Percentage telefonische bereikbaarheid
> 98%
> 99%
> 98%
>98%
2.7
Percentage telefonische contacten waarbij KCC-medewerker direct antwoord weet (zonder doorverbinden)
> 39%
> 48%
> 65%
> 80%
2.8
Percentage klanten dat: • •
digitaal een afspraak maakt digitaal een product afneemt, vergunning aanvraagt of bezwaar indient
2.9
Percentage (digitale) brieven dat binnen termijn beantwoord wordt
2.10
Gemiddelde doorlooptijd van een Wabo-aanvraag •
standaard aanvraag (weken)
•
bijzondere aanvraag (weken)
3) 3) 3)
2.11
Gemiddelde doorlooptijd APV-vergunningen (weken)
2.12
Gemiddelde doorlooptijd drank- en horeca-vergunningen (weken)
2.13
Gemiddelde doorlooptijd bij WMO-aanvragen: • •
2.14
2.15
leefvoorzieningen
3)
3)
woonvoorzieningen
3)
1)2)
15%
22%
12%
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
20%
40%
25%
35%
95%
95%
1)
8 wk
8 wk
8 wk
8 wk
26 wk
26 wk
26 wk
26 wk
12 wk
8 wk
8 wk
8 wk
8 wk
8 wk1)
8 wk
8 wk
10 wk
10 wk
8 wk
8 wk
10 wk
10 wk
8 wk
8 wk
Gemiddelde doorlooptijd bij subsidie-aanvragen •
structurele subsidie
3)
45 wk
41 wk
28 wk
28 wk
•
incidentele subsidie
3)
8 wk
8 wk
8 wk
8 wk
90%
90%
95%
95%
Percentage klachten waarbij binnen 5 werkdagen contact is geweest met de klager
1) in de jaarrekening 2013 zijn onjuiste cijfers opgenomen. 2) dit is het percentage bezoekers op afspraak ongeacht de wijze waarop de afspraak tot stand gekomen is 3) dit zijn de wettelijke termijnen
19
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
4
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Servicenormen gemeente De Bilt 2013 en Burgerpeiling 2013 • Klanttevredenheidsonderzoek 2013 • Informatiebeheerplan 2008-2012
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 2 - DIENSTVERLENING
2015
2016
2017
2018
BURGERZAKEN
825.204
825.048
819.883
819.304
BURGERLIJKE STAND
282.075
282.026
280.392
280.208
5.045
5.045
5.045
5.045
155.340
35.768
80.456
90.363
BEVOLKINGSREGISTER
25.000
25.000
25.000
25.000
BURGERLIJKE STAND
15.000
15.000
15.000
15.000
210.000
210.000
210.000
210.000
1.517.664
1.397.887
1.435.776
1.444.920
-3.000
-3.000
-3.000
-3.000
-59.000
-59.000
-59.000
-59.000
REISDOCUMENTEN EN RIJBEWIJZEN VERKIEZINGEN
REISDOCUMENTEN EN RIJBEWIJZEN TOTAAL LASTEN BURGERZAKEN BEVOLKINGSREGISTER BURGERLIJKE STAND
-89.500
-89.500
-89.500
-89.500
-550.000
-550.000
-550.000
-550.000
-701.500
-701.500
-701.500
-701.500
816.164
696.387
734.276
743.420
0
0
0
REISDOCUMENTEN EN RIJBEWIJZEN TOTAAL BATEN SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES Toevoeging aan reserves (last) Onttrekking aan reserves (baten) SALDO NA BESTEMMING RESERVES
20
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
0
0
0
0
816.164
696.387
734.276
743.420
PROGRAMMA 3 – OPENBARE VEILIGHEID 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het programma Openbare Veiligheid heeft als doel een zodanig beleid te voeren dat de inwoners van gemeente De Bilt veilig zijn en zich veilig voelen. De zorg voor veiligheid is een kerntaak van de gemeentelijke overheid. Deze kerntaak kan niet zonder een integrale aanpak. De gemeente kan de objectieve en subjectieve veiligheid echter niet alleen verbeteren. Daar zijn ook anderen voor nodig, waaronder de inwoners zelf.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Uit de Burgerpeiling 2013 blijkt dat het percentage van de inwoners dat aangeeft zich in de buurt overwegend veilig te voelen 99% bedraagt. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de uitkomsten van de veiligheidsmonitor 2011. Uit de burgerpeiling 2013 blijkt ook dat het percentage van de inwoners dat aangeeft zich in de buurt veilig te voelen 81% bedraagt. Dit veiligheidgevoel is ten opzichte van de meting in 2011 gelijk gebleven. Het streven is om dit veiligheidgevoel omhoog te brengen.
2B
Operationele doelstellingen
1.
Rampenbestrijding en crisisbeheersing: De doelstelling van deze functie is het coördineren, ondersteunen en versterken van de gemeentelijke processen rampenbestrijding/crisisbeheersing. Openbare orde: Sinds 2014 werken wij met het Integraal Veiligheidsplan 2014-2017 waarin speerpunten benoemd worden. Door het toezicht en handhaving bij evenementen en activiteiten wordt de veiligheid van bezoekers op feesten, markten, evenementen, kermis etc. bevorderd. Door handhaving kan er aan onveilige situaties een einde worden gemaakt. Daarnaast moet de gemeente voldoen aan wettelijke zorgplicht voor gevonden dieren. Integrale Veiligheid: op basis van het jaarlijks vast te stellen uitvoeringsprogramma vanuit het Integraal Veiligheidsplan wordt concreet uitvoering gegeven aan het veiligheidsbeleid in de gemeente.
2.
3.
2C
Effect indicatoren
PROGRAMMA 3 OPENBARE VEILIGHEID Effect indicator Percentage bevolking dat zich veilig voelt in de eigen buurt 3.1
.
* In 2012 heeft er geen meting plaatsgevonden
21
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2012*
2013 90%
2014 90%
2015 90%
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Integraal Veiligheidsplan De prioriteiten voor de komende jaren zijn: woninginbraken, jeugdoverlast, verkeersveiligheid, geweld (straatroof, overvallen, huiselijk geweld, uitgaansgeweld, geweld tegen werknemers met publieke taak) en fysieke veiligheid en crisisbeheersing. Deze prioriteiten en de onder 3b genoemde prestatie-indicatoren wordt in het jaarlijks uitvoeringsprogramma qua acties verder uitgewerkt. 2. Veiligheidshuis In 2015 zullen de mogelijkheden voor continuering van de nazorg ex-gedetineerden door het Veiligheidshuis verder worden uitgewerkt. Deze uitwerking/evaluatie zal in het Districtelijk Veiligheidscollege worden besproken. 3. Toezicht en handhaving De Integrale handhavingnota is eind 2014 vastgesteld. In de nota integrale handhaving zijn nagenoeg alle handhavingstaken gebundeld. De kracht van de nota is het breed inzetten op taken binnen de handhavingsketen met alle verschillende partners in die keten. Geconstateerd is dat er weliswaar voldoende (kwalitatief goed) toezicht mogelijk is maar dat de juridische handhaving op dit moment knelt. Dit komt onder andere door de diverse toezichtstaken die de laatste jaren bij de gemeenten zijn neergelegd. Hier zullen wij in 2015 kritisch naar kijken. De nota wordt ieder jaar verder uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma's met werkafspraken (het huidige uitvoeringsplan handhaving loopt tot eind 2014). 4. Veiligheidsmonitor/Burgerpeiling In 2015 zal weer een Burgerpeiling plaats vinden waarbij de meest relevante vragen uit de Integrale Veiligheidsmonitor weer worden ondergebracht. 5. Burgernet Burgernet heeft inmiddels 3.643 deelnemers (peildatum: 1 juni 2014). Dit is 8,7% van de bevolking. Een groot succes. We streven ernaar om dit aantal in 2015 verder op te hogen naar 9 % door de jaarlijkse campagneweek, succesverhalen in de media en mond op mond reclame. 6. Politiekeurmerk Veilig Wonen Onze gemeente ontwikkelt, beheert en bouwt bij nieuwbouw overeenkomstig de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). Uit lokaal onderzoek in 2014 blijkt dat het PKVW een van de meest effectieve aanpakken is voor onze gemeente. Ook in 2015 willen gemeente en politie in samenwerking met de woningbouwvereniging SSW weer bij renovatieprojecten de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen als uitgangspunt hanteren. Daarnaast zoeken wij publiek/private samenwerking, onderzoeken wij de mogelijkheid tot (rijks-)subsidie en stimuleren wij inwoners middels campagnes om hun huis te beveiligen volgens het PKVW. 7. Veiligheidsregio Utrecht (VRU) In 2015 wil de VRU verder doorgroeien naar een kostenefficiënte en effectieve hulpverleningsorganisatie. Een belangrijk voorstel uit de zogeheten ‘majeure projecten’ betreft het nieuwe financieringsmodel van de VRU, waarmee een toekomstbestendiger en op regionale prestaties gebaseerde financieringssystematiek kan worden aangehouden. Wanneer de voorgestelde nieuwe financieringssystematiek, die is gebaseerd op de verdeling van het gemeentefonds, van kracht wordt neemt de bijdrage van onze gemeente met ingang van 2015 af. Een ander belangrijk onderdeel is de notitie met betrekking tot de huisvesting. Per 2016 zullen de brandweergebouwen in eigendom overgaan naar de VRU. Om deze overname voor de VRU kostenneutraal te maken moeten de deelnemende gemeenten de gebouwen kwalitatief op orde brengen. Onderzocht wordt of een nieuwe brandweerpost, samen met buurgemeente Stichtse Vecht, tot de mogelijkheden behoort. Hoe omgegaan wordt met de overige posten is op dit moment nog niet duidelijk. Zowel voor het plegen van renovatie, als voor de eventuele nieuwbouw dienen financiële middelen ter beschikking gesteld te worden. In dit programma wordt vooralsnog geanticipeerd op renovatie, waarvoor ca € 610.000 is geraamd in het investeringsplan. Per saldo verwachten wij dat de gemeente De Bilt geen achteruitgang ondervindt in de kwaliteit van de (basis)brandweerzorg.
22
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3b
Prestatie indicatoren
PROGRAMMA 3 OPENBARE VEILIGHEID Prestatie indicator 3.1
• •
4
2012
2013
2014
2015
autoinbraak
-20%
-2%
-0,50%
-0,50%
fietsendiefstal
-20%
-1%
-0,50%
-10,00%
Percentage daling veel voorkomende criminaliteit:
•
vernielingen
-10%
-1%
-1%
-1%
•
jeugdoverlast
-20%
-2%
-1%
-1%
•
Woninginbraak
-10%
-5%
-5%
-5%
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Integraal Veiligheidsplan 2014-2017 • Burgerpeiling 2013 • Programmabegroting 2015 VRU • Crisisplan Regionaal Crisisbeheersingsplan 2014-2017 • Nota Integrale Handhaving 2014-2017 • Onderzoek effectieve aanpakken woninginbraken in de gemeente De Bilt 2014
23
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 3 – OPENBARE VEILIGHEID
2015
2016
2017
2018
RAMPENBESTRIJDING
126.464
126.441
125.665
125.578
BRANDWEERCENTRALES
158.155
156.450
136.600
135.771
18.078
17.342
16.607
15.872
2.370.118
2.331.010
2.234.492
2.201.975
INTEGRALE VEILIGHEID
186.065
170.856
185.367
170.287
POLITIE-AANGELEGENHEDEN
345.603
345.539
343.393
343.152
APV/BIJZONDERE WETTEN
23.507
23.096
14.835
14.834
TOEZICHT OMGEVINGSVERGUNNINGEN
30.450
30.450
30.450
30.450
3.258.440
3.201.184
3.087.409
3.037.919
BRANDWEERCENTRALES
-8.860
-8.860
-8.860
-8.860
APV/BIJZONDERE WETTEN
-6.100
-6.100
-6.100
-6.100
-14.960
-14.960
-14.960
-14.960
PREPARATIE VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT
TOTAAL LASTEN
TOTAAL BATEN SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
3.243.480
3.186.224
3.072.449
3.022.959
Toevoeging aan reserves (lasten)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
3.243.480
3.186.224
3.072.449
3.022.959
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
24
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 4 – ECONOMISCHE ONTWIKKELING EN INNOVATIE 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het versterken van de economische infrastructuur – met specifieke aandacht voor de sporen uit het Bilts Manifest kennis , innovatie en recreatie – ten dienste van werkgelegenheid en behoud en zo mogelijk versterking van de vitaliteit van de kernen.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Een sterke concurrentie positie voor de gemeente en voor de regio met een optimaal ondernemersklimaat door het behouden en versterken van de ruimtelijke / economische vestigingsvoorwaarden ,waarbij er specifieke aandacht is voor kennis , innovatie en recreatie.. Leefbare en vitale kernen door het behouden en zo mogelijk versterken van detailhandel (centra) als drager en onderdeel van de voorzieningen. Een vitaal platteland met voldoende en nieuwe economische dragers naast of in de plaats van de agrarische bedrijvigheid als pijler voor het behoud van het groene en waardevolle buitengebied. Versterking van de samenwerking en informatie uitwisseling tussen ondernemers en tussen ondernemers en gemeente gericht op een goede en gedragen economische ontwikkeling.
2. 3. 4.
2B
Operationele doelstellingen
1.
Ontwikkeling van de Life science as Berg en Bosch – Utrecht Science park / De Uithof als onderdeel van de science regio in het oosten van Utrecht. Het bieden van voldoende en aantrekkelijke vestigingsmogelijkheden voor bedrijven. Het verbeteren van de bereikbaarheid. Het scheppen van voorwaarden voor behoud en versterking van de detailhandel in de gemeente. Het onderzoeken van ruimtelijk beleid voor flexibelere regelingen binnen de centrumbestemming zodat kan worden ingespeeld op de veranderende omstandigheden in de detailhandelsbranche en de gevolgen daarvan voor het functioneren van winkelgebieden. Versterking van de recreatieve en toeristische functie in de gemeente m.n. gericht op het Noorderpark gebied en het gebied Lage Vuursche. Ruimtelijk mogelijk maken van agrarische nevenfuncties en in het buitengebied passende niet agrarische functies (positieve lijst agenda Vitaal Platteland). Het gezamenlijk met het bedrijfsleven stimuleren van de economische ontwikkeling in de gemeente. Intensiveren van de contacten met individuele bedrijven gekoppeld aan aandacht voor mvo doelen en arbeidsparticipatie.
2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9.
2C
Effect indicatoren
PROGRAMMA 4 ECONOMISCHE ZAKEN Effect indicator * 4.1 Bedrijfsvestigingen
2012
2013
2014
2015
4.790
5.058
5.200
5.300
4.2
Aantal starters / startende ondernemingen
100
250
250
200
4.3
Percentage leegstand bedrijfsruimten
9%
10%
10%
10%
4.4
Tevredenheid inwoners over winkelvoorzieningen
60%
60%
60%
65%
* gelet op de beperkte invloed van lokaal beleid op de effecten van macro-economische ontwikkelingen, is er voor de genoemde effecten maar een zeer beperkte relatie te leggen met de lokale activiteiten. Dit m u v winkelvoorzieningen en dan m.n. gericht op de faciliterende kant ( ruimtelijke kwaliteit, bereikbaarheid en parkeren) 1 * cijfers van de KvK wijzen uit dat er over een periode van vijf jaar gerekend gemiddeld 250 starters zijn.
25
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
*2 gelet op grote ingrepen die plaatsvinden in de twee belangrijkste winkelgebieden ( Hessenweg/Looijdijk en centrum Bilthoven) geeft een tevredenheid oordeel geen representatief beeld over de werkelijke aantrekkelijkheid en concurrentiepositie. Met uitzondering van Bilthoven / De Kwinkelier, waar de tevredenheid aanzienlijk lager is.
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Nota Economisch Beleid 2020. De huidige economische omstandigheden vragen om waakzaamheid en een pro actieve benadering waar het gaat om behoud en ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid. De kenniseconomie is een belangrijke kernkwaliteit waarin wij sterk en onderscheidend zijn. Samen met de eigenaar en betrokken partijen zetten wij in op ontwikkeling van het AL-t tot hoogwaardig science park als belangrijk onderdeel van de life science as. De signalen stemmen ons positief. In het algemeen vragen de omstandigheden vergaande gezamenlijke verantwoordelijkheid en inspanning van overheid en bedrijfsleven voor behoud en versterking van de lokale (en indirect ook regionale) economie. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid en inspanning is vormgegeven in de vorm van een ondernemersfonds en een samenwerkingsovereenkomst met de Biltse Ondernemers Federatie (BOF).Met het fonds worden diverse onderzoeken en activiteiten ten dienste de de lokale economie gefinancierd. De toekomstscenario's voor de detailhandel baren zorgen. De economische omstandigheden blijven een duidelijke focus vragen op inzet van de beschikbare middelen. Binnen de uitvoering van de nota Economisch Beleid 2020 wordt ook in 2015 het accent gelegd op detailhandel, het buitengebied en de ontwikkeling van de science as. 2 De life science as. De life science as als economisch speerpunt vraagt een gerichte aanpak op gebied van acquisitie, bereikbaarheid en invulling met verschillende typen bedrijvigheid en activiteiten. Gekoppeld daaraan zetten wij ons in voor goede regionale verbinding tussen station Bilthoven en Utrecht Science Park (USP) om de bereikbaarheid te vergroten en de verkeersdruk op Utrecht te ontlasten (zie ook programma 5). De life science as kent een aantal specifieke locaties met hun eigen vragen en ontwikkelpotenties. Daarnaast dient ook de life science as in zijn geheel als ruimtelijk / economisch concept verder ontwikkeld te worden en herkenbaar te zijn, ook om deze ontwikkeling ruimtelijk in bestemmingsplannen, zoals voor de Rembrandtlaan en het AL-t, te kunnen faciliteren. In 2015 zal uitvoering worden gegeven aan de verdere uitwerking van het ruimtelijk economisch concept life science as, middels een projectenprogramma. In de agenda MIRT (Meerjaren Investeringsprogramma Ruimte en Transport) tussen gemeenten, provincies en het Rijk en in de gebiedsagenda Noordvleugel Randstad is de ontwikkeling opgenomen voor de kennisregio Utrecht – oost / Science Park. Dit omvat met name de versterking van de economische ontwikkeling (topsectoren) en de aanpak van het mobiliteitsvraagstuk aan de oostkant van Utrecht. Met de ontwikkeling van de life science as en de corridorstudie participeert de gemeente in dit proces voor regionale gebiedsontwikkeling. Dit proces en de daarmee verbandhoudende onderzoeken dragen bij aan de ontwikkeling en de positionering van de life science as. Dit proces zal in 2015 verder voortgang vinden met de uitwerking van een ruimtelijk / economische ontwikkelvisie, op gebied van economische samenhang, bereikbaarheid en governance. Hier zal in het te ontwikkelen projectenprogramma Life Science As bij worden aangesloten. 3. Uitvoeren van de intentieovereenkomst met de Ministeries van VWS en EL&I , de Provincie Utrecht en het Utrecht Science Park over de doorontwikkeling van AL-t / Schapenweide. De huidige locatie op de Antonie van Leeuwenhoeklaan willen wij in samenwerking met de genoemde partijen ontwikkelen tot een Science Park voor Bilthoven. De intentieovereenkomst in 2012 heeft geleid tot een haalbaarheidsstudie die aangeeft dat de ontwikkeling van het AL-t tot satelliet van Utrecht Science Park kansrijk is. Na de verkoop van het terrein aan Bbio heeft de nieuwe eigenaar samen met betrokken instellingen en overheden het initiatief genomen de ontwikkelopgaven verder uit te werken. Het nieuwe bestemmingsplan is er op gericht dit te faciliteren. Deze opgaven betreffen o.m. de relatie USP - USPBilthoven, ontwikkeling van het inhoudelijke profiel van het terrein, de organisatie en het in de markt zetten van de vrijkomende kantoor- en laboratoriumruimten. 4. Herstructureren van bedrijventerrein Rembrandtlaan. Aansluitend op de ontwikkelingen in het centrum Bilthoven en het stationsgebied vindt een herstructurering van dit bedrijventerrein plaats mede gekoppeld aan de ontwikkeling van de science as. Het einddoel is te komen tot een transformatie van een verouderd voormalig op- en overslag gebied / bedrijventerrein naar een hoogwaardig multifunctioneel bedrijventerrein dat tevens bijdraagt aan de
26
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
knooppuntontwikkeling van station Bilthoven. De knooppuntontwikkeling is een belangrijke OV schakel in het verbinden van de science as en de bereikbaarheid van het USP. Dit laatste is ook een opgave uit het MIRT. Kaderstelling vanuit de gemeente ten behoeve van de transformatie heeft in 2013 en 2014 plaatsgevonden. Uitvoering is in handen van particuliere initiatiefnemers, waarmee de gemeente via anterieure overeenkomsten afspraken maakt over de uitwerking en realisatie. 5. Versterking detailhandel. Vanuit het detailhandelsbeleid is op basis van het Randstad Koopstromenonderzoek nader verdiepend onderzoek uitgevoerd om te komen tot een gericht beleid voor het optimaal kunnen functioneren van de verschillende detailhandelsgebieden binnen onze gemeente. Doorvertaling naar het beleid voor de verschillende detailhandelscentra vindt plaats in samenwerking met de BOF en de ondernemers in de branche ondermeer door uitwerking van centrumfondsen ter versterking van de detailhandelscentra. 6. Uitwerking ondernemersfonds. In samenwerking met de Biltse ondernemers vindt een drie jarige pilot (2013-2015) plaats met het uitvoeren van projecten binnen een gezamenlijke economische agenda. Dit gebeurt op basis van cofinanciering. De pilot heeft tot doel te komen tot een ondernemersfonds voor en door het Biltse bedrijfsleven. De pilot wordt in 2015 geëvalueerd. In 2015 zal bij voldoende draagvlak een start gemaakt worden met twee centrumfondsen. Afhankelijk van de totale evaluatie wordt vervolgens een besluit voorbereid over het instellen van een gemeentebreed ondernemersfonds. 7. Economische Zaken en arbeidsmarkt. Eén van de belangrijkste economische ontwikkelingen is de Life Science As. Aansluiting is gezocht bij het Utrecht Science Park en wij hebben daarvoor draagvlak gecreëerd bij andere overheid- en particuliere partijen. Met dit initiatief, initiatieven van het lokale bedrijfsleven en het lokale arbeidsmarktbeleid willen wij meer invloed uitoefenen op het terugdringen van het aantal inwoners dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering. Bij deze zoektocht naar mogelijkheden om de werkgelegenheid te laten groeien, zoeken wij middels de inzet van een pro actieve bedrijvenconsulent nog nauwer de samenwerking met het bedrijfsleven om kansrijke initiatieven en een plek te geven in onze gemeente. 8. Uitwerking groene poort station Hollandsche Rading. Op basis van het plan van aanpak (2013) zal met inzet van een bedrijvenconsulent worden gestart met het gebiedsproces om samen met de ondernemers in en rond station Hollandsche Rading te komen tot benutting van de economische mogelijkheden van de poortfunctie, Toeristisch Opstap Punt (TOP), van Hollandsche Rading. Voor het daartoe op te zetten gebiedsproces zullen de mogelijkheden van ondersteuning bij de gebiedscoöperatie O'gen worden verkend. 9. Evaluatie Nota Vitaal Platteland (2006). De nota is gericht op de belangrijkste doelstelling; het versterken van haar economische dragers met behoud van het waardevolle buitengebied. M.n. samenwerking met ondernemers in het buitengebied is essentieel in een tijd waarin de betrokkenheid en de middelen van overheden voor inrichting en beheer voor natuur, landschap en recreatie teruglopen. De uitvoering zal zich dan ook met name richten op het versterken van de economische dragers, zoals de agrarische sector en toerisme en recreatie, met behoud van de kernkwaliteiten van het gebied, zoals landschap, natuur en cultuurhistorie. In 2015 zal verdere uitwerking worden gegeven aan de eind 2014 voorgelegde startnotitie. 10. Plattelandsontwikkeling O-gen. De organisatie rond de opgaven in het buitengebied is in beweging, het streven is gericht op efficiënter organiseren. Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Krommerijngebied wordt in dit kader opgeheven per 01-01-2018. De voorbereidingen hiervoor vinden plaats. Er wordt ook in 2015 gestreefd naar een efficiëntere organisatie van ontwikkeling en beheer voor het buitengebied, waarin ondernemers, terreineigenaren en overheden tot een gezamenlijke aanpak komen (mini-economie). Een organisatie waarin deze initiatieven een plek en een stem krijgen is de gebiedscoöperatie O-gen. O-gen komt voort uit de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (SVGV) en Algemeen Vitaal Platteland Utrecht - Oost (AVP). Ogen zal de verschillende gebiedspartijen met elkaar verbinden. Voor de deelname aan O-gen zijn middelen noodzakelijk. Voor 2014 zijn hiervoor incidenteel middelen vrijgemaakt in de begroting. De uitkomsten van de evaluatie van het eerste jaar zullen bepalend zijn voor nadere voorstellen voor een structurele ondersteuning en participatie in de gebiedscoöperatie in 2015 en verder.
27
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3b
Prestatie indicatoren
PROGRAMMA 4 ECONOMISCHE ZAKEN Prestatie indicator 4.1 Direct uitgeefbare bedrijventerreinen (voorraad, in m2)
2012
2013
2014
2015
17.500
7.000
12.800
5.000
4.2
Uitgifte bedrijventerreinen (in m2)
10.500
7.000
7.800
5.000
4.3
Gerevitaliseerd bedrijventerrein (in ha)
4
3
8
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Ruimte voor een Vitaal platteland 2006 • Nota duurzaamheid 2008 • Bilts Manifest 2010 • Structuurvisie De Bilt 2012 • Detailhandelsnota 2010 • Nota Economisch Beleid 2020 “Dynamiek binnen groene kaders”. • Nota grondbeleid 2013 • Gebiedsagenda Noordvleugel randstad 2014
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 4 – ECONOMISCHE ZAKEN MARKTEN EN STANDPLAATSEN OVERIGE HANDEL EN AMBACHT TOTAAL LASTEN
2015
2016
2017
2018
63.316
63.056
62.490
62.205
197.886
162.880
112.692
112.671
261.202
225.936
175.182
174.876
MARKTEN EN STANDPLAATSEN OVERIGE HANDEL EN AMBACHT
-515
-515
-515
-515
-31.364
-31.364
-31.364
-31.364
TOTAAL BATEN
-31.879
-31.879
-31.879
-31.879
SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
229.323
194.057
143.303
142.997
Toevoeging aan reserves (last)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
229.323
194.057
143.303
142.997
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
28
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 5 – VERKEER EN BEREIKBAARHEID 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het programma richt zich op het verantwoord en veilig maken van het personen- en goederenverkeer. In dit programma besteden we aandacht aan het aanleggen van infrastructuur en het reguleren van verkeers- en vervoerstromen. De hoofddoelstellingen van dit programma zijn het verbeteren van het verblijfsklimaat in woongebieden, het handhaven van de bereikbaarheid voor het gemotoriseerd verkeer en het verbeteren van de verkeersstructuur gericht op doorstroming van het verkeer op de verkeersaders.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
2. 3. 4. 5.
Het verbeteren van de bereikbaarheid van de gemeente De Bilt voor alle mensen. Inwoners en bezoekers van de gemeente De Bilt moeten zich veilig en zonder al te veel oponthoud kunnen verplaatsen. Het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het stimuleren en faciliteren van langzaam verkeer. Het stimuleren en faciliteren van openbaar vervoer. Het verbeteren van de verkeersaders voor veiligheid en verkeersafwikkeling.
2B
Operationele doelstellingen
1. 2.
Een daling van het aantal verkeersslachtoffers. Concreet betekent dit dat het aantal slachtoffers op gemeentewegen daalt tot 25 in 2015. Verbetering van de doorstroming bij drukke kruisingen door de realisatie van rotondes en de vervanging van verkeerslichten, waarbij nieuwere systemen en software het mogelijk maken beter in te springen op wisselingen in het verkeersaanbod.
2C
Effect indicatoren
PROGRAMMA 5 VERKEER EN BEREIKBAARHEID Effect indicator 5.1 Verkeersveiligheid (alle wegen binnen de gemeente):
2013
2014*
2015
aantal ongevallen
90
86
84
aantal verkeersdoden
1
0
0
aantal verkeersgewonden (ziekenhuis)
15
14
13
28
26
24
aantal ongevallen
60
58
56
•
aantal verkeersdoden
0
0
0
•
aantal verkeersgewonden (ziekenhuis)
10
9
8
18
17
16
• • • 5.2
• aantal lichte verkeersgewonden Verkeersveiligheid (gemeentewegen): •
• aantal lichte verkeersgewonden * Over het jaar 2014 hebben wij geen betrouwbare gegevens
29
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2012
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Spoorondertunneling Soestdijkseweg. In oktober 2013 is gestart met de voorbereidingen voor de aanleg van de onderdoorgang voor het langzaam verkeer. In mei 2014 is hiervoor een belangrijke volgende mijlpaal behaald: de betonnen dekken voor het spoor zijn op hun plek geschoven. Het komende jaar wordt de onderdoorgang verder afgebouwd. De verwachting is dat de langzaam verkeertunnel conform planning medio 2015 wordt opgeleverd en opengesteld. Op dat moment is ook het openbaar gebied rond het stationsgebied helemaal opnieuw ingericht. In aansluiting op de realisatie van de onderdoorgang wordt ook de nieuwe inrichting van het Emmaplein definitief gemaakt. Hiermee wordt niet alleen een veilige verbinding voor fietsers en voetgangers gerealiseerd, maar betekent de herinrichting tevens ruimtelijke kwaliteitsverbetering en een economische impuls voor het gebied. 2. Verkeersinstallaties en verkeersvoorzieningen. De uitvoering fase II van de Dorpsweg is opgenomen in het UVP -GVVP 2014-2015. De uitvoering hiervan was eerder getemporiseerd. De verkeersafwikkeling rond de aan te leggen tunnel Leijenseweg wordt verbeterd door het aanleggen van de rotonde Tweede Brandenburgerweg – Leijenseweg. In 2014 en 2015 verbeteren wij de fietsroute langs de Soestdijkse weg als onderdeel van de fietsverbinding Station Bilthoven- De Uithof-Houten. Het bestaande fietspad wordt aangelegd als snelfietsroute en daarvoor verbreed en geasfalteerd. Gestart wordt met de uitvoering van het maatregelpakket van de Corridorstudie en VCP De Bilt wordt uitgevoerd. Vooruitlopend hierop is het aanleggen van een rotonde op de kruising Soestdijkseweg-Zuid – Anthonie van Leeuwenhoeklaan gestart, vanwege beschikbare subsidies vanuit het rijk (Beter Benutten). Verdere kleinschalige doorstromingsmaatregelen aan de Soestdijkseweg worden voorbereid en in 2015 uitgevoerd. 3. Verkeers- en Vervoersbeleid. In 2015 presenteren wij de resultaten van het onderzoek naar een fietsverbinding Bantamlaan – gezichtslaan. Overige kleine verkeersmaatregelen waaronder kleine aanoassingen, voorlichting en verkeerseductaie worden vastgesteld in het Uitvoeringsprogramma 2014/2015, deze is in het 4de kwartaal van 2014 vastgesteld. 4. Ondertunneling Leijenseweg. In juni 2014 is, in navolging op het in 2013 vastgestelde Voorlopig Ontwerp en de projectovereenkomst met ProRail, het bestemmingsplan voor de onderdoorgang Leijenseweg in de raad vastgesteld. Daarbij is ook definitief besloten geen tijdelijke overweg aan te leggen. Het bestemmingsplan maakt realisatie van de onderdoorgang en twee rotondes, bij de Tweede Brandenburgerweg en bij de Massijslaan, mogelijk. Met de vaststelling van het bestemmingsplan kunnen volgende stappen in de verdere voorbereiding gezet worden wat betreft de aanbesteding, verleggen van kabels en leidingen, kap van bomen etc. Alles is er op gericht op eind 2014 te starten met de belangrijkste voorbereidende werkzaamheden ter voorbereiding op de bouw van de onderdoorgang zelf, welke start in 2015. Het college blijft samen met ProRail actief sturen op het verder beperken van de risico’s die aan het project kleven. 5. Verkeers Circulatie Plan De Bilt(VCP). Het verkeerscirculatieplan De Bilt is een samenhangend pakket van maatregelen voor kern De Bilt om de bereikbaarheid en leefbaarheid van de kern te vergroten. In 2015 realiseren wji de aanpssingen van de Hessenweg-zuid, de doorsteek Dr. Asserweg en diverse verkeersremmende maatregelen. 6. Duurzaamheid. Een prioriteit bij de uitvoering van het Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan en de OV-visie is de aandacht voor verbetering van fietsverbindingen, aanleg van fiets suggestiestroken, door het verbeteren van de bewegwijzering voor fietsers en een onderzoek naar fietsknelpunten in de gemeente. Bijzondere aandacht is nodig voor het parkeren van fietsen bij de stations en bij de HOV-haltes. Wij geven uitwerking aan een goede haltering van OV en de kwaliteit van de haltes. Op gebied van
30
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
mobiliteitsmanagement ondersteunen wij de pilot voor de OV verbinding tussen statio Bilthoven en het Berg en Bosch terrein . Ook verbeteren wij de veiligheid en oversteekbaarheid van de hoofdwegenstructuur voor fietsers en voetgangers. Wij gaan onderzoek laten doen naar de mogelijkheden voor het plaatsen van laadpalen voor auto’s en e-bikes, op P+R terreinen, m.n. bij de groene poort Hollandsche Rading.
3b
Prestatie indicatoren
PROGRAMMA 5 VERKEER EN BEREIKBAARHEID Prestatie indicator 5.1 Aantal deelnemers: • •
2012**
2013
2014
2015
verkeersexamens (aantal scholen)
20
19*
19
verkeersexamens (aantal leerlingen)
634
600
600
* Opheffen Jan Ligthartschool ** Over het jaar 2012 hebben wij geen betrouwbare gegevens
4
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Gemeentelijk Verkeer- en vervoerplan 2012 • Structuurvisie 2012 • Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (BRU) 2004Bereikbaarheidsoffensief Randstad 2001 • Mobiliteitsvisie Provincie Utrecht (2014) • Bereikbaarheidsoffensief Randstad 2001 • RSP 2005 – 2015 • Gebiedsagenda Noordvleugel Randstad 2014. • MIRT
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 5 – VERKEER EN BEREIKBAARHEID VERKEERSBELEID VERKEERSVOORZIENINGEN TOTAAL LASTEN
2015
2016
2017
2018
643.341
467.669
366.589
366.468
681.973
632.886
630.024
629.587
1.325.314
1.100.555
996.613
996.055
-12.688
-12.688
-12.688
-12.688
VERKEERSVOORZIENINGEN TOTAAL BATEN
-12.688
-12.688
-12.688
-12.688
1.312.626
1.087.867
983.925
983.367
Toevoeging aan reserves (lasten)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
1.312.626
1.087.867
983.925
983.367
SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
31
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 6 – RUIMTELIJKE ORDENING 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het programma spreekt zich uit over de ruimtelijke ontwikkeling van de gehele gemeente en heeft als doel de verschillende belangen zorgvuldig af te wegen. Hierbij gaat het om het behoud en waar mogelijk versterken van de zes kwaliteiten uit het Bilts Manifest; Ruimte en groen, historische landschappen, hoogwaardige kennis, krachtige kernen, topper in sport en centrale ligging. Binnen dit programma is de Structuurvisie 'gemeente De Bilt 2030’ richtinggevend. Het programma geeft kwalitatief de ruimtelijke uitgangspunten en richting voor verdere uitwerking van andere programma's die ingrijpen in de fysieke ruimtelijke omgeving. Binnen dit programma worden kaders opgesteld (Bilts Manifest, Structuurvisie, gebiedsvisies, ruimtelijke randvoorwaarden, woonvisie), verschillende belangen afgewogen en zorg gedragen voor de uitvoering van werkzaamheden aan de openbare ruimte en gebouwen. De daadwerkelijke uitvoering wordt vaak door derden opgepakt. De waardering van de ruimtelijke kwaliteit en het woonmilieu wordt mede bepaald door de mate van betrokkenheid van o.a inwoners, bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Het bieden van inspiratie voor en richting geven aan de toekomstige inrichting van de gemeente De Bilt langs de sporen innovatie, creatie, recreatie en vitalisatie, uitgaande van onze zes kernkwaliteiten. Het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van de gemeente waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende belangen (wonen, economie, leefbaarheid, onderwijs, verkeer, ecologie en recreatie). Het actief betrekken van particulieren/eigenaren, belanghebbenden en bewoners bij de keuzes die wij maken op het gebied van de ruimtelijke kwaliteit
2.
3.
2B
Operationele doelstellingen
1. 2.
Uitwerking geven aan de zes speerpunten uit de structuurvisie. Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen vindt een zorgvuldige belangenafweging plaats op basis van een goede ruimtelijke ordening binnen het kader van de structuurvisie. Particuliere initiatieven de ruimte te geven/stimuleren om gemeentelijk beleidsambities te realiseren. meer integrale. flexibele en vraaggerichte gebiedsontwikkeling waarmee we ook voorsorteren op de nieuwe omgevingswet die in 2018 in werking treedt. Actuele en gedigitaliseerde bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied binnen de gemeentegrenzen.
3. 4. 5.
2C
Effect indicatoren
PROGRAMMA 6 RUIMTELIJKE ORDENING Effect indicator 6.1 Rapportcijfer inwoners voor woon en leefklimaat *Over het jaar 2012 hebben wij betrouwbare gegevens
32
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2012*
2013 7,5
2014 n.v.t.
2015 7,5
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Uitvoering geven aan de structuurvisie. De Structuurvisie is in maart 2012 vastgesteld door uw Raad. De Structuurvisie is het ruimtelijke afwegingskader voor nieuwe ontwikkelingen en geeft richting aan de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Bij de Structuurvisie is een uitvoeringsmatrix eerste fase toegevoegd. Verschillende uitwerkingen zijn inmiddels gerealiseerd of ter hand genomen en vinden hun uitwerking in verschillende programma's. Inzicht over de verdere uitvoering van de structuurvisie wordt vanaf heden via die progamma's en projectenboek gegeven. In het programma ruimtelijke ordening worden daarnaast verschillende beleidskaders en visies ter hand genomen en het programma heeft een kaderstellende rol ten behoeve van de uitvoering van projecten binnen andere programma’s of het projectenboek. Particuliere eigenaren, belanghebbende en inwoners worden actief betrokken bij de keuzes die wij maken op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. Hierbij ligt een relatie met het programma bestuurlijke aangelegenheden. 2. Actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen. Ruimtelijke plannen actueel houden is een continu proces, waarbij de Structuurvisie leidend is. Voor het merendeel van de plangebieden binnen de gemeente geldt inmiddels een actueel bestemmingsplan. In oktober 2012 heeft uw Raad ingestemd met de “Evaluatie en systematiekkeuze bestemmingsplannen”. In 2015 worden zes bestemmingsplannen (Hollandsche Rading, Bilthoven Oost, Centrum V, Brandenburg, Dorpsstraat en Larenstein) in procedure gebracht. Daarnaast komen naar verwachting nog diverse partiële herzieningen als gevolg van particuliere initiatieven aan de orde. Het college spant zich met de beschikbare capaciteit en middelen in om het bestemmingsplanbestand actueel te houden en ontwikkelingen te voorzien van een toereikend planologisch kader. In 2015 zullen wij de mogelijkheden onderzoeken hoe wij met de beperkte beschikbare middelen en capaciteit toch kunnen voldoen aan de wettelijke verplichting van het actueel houden van bestemmingsplannen. Tegelijkertijd zullen wij in 2015 voorsorteren op de nieuwe omgevingswet.. Naar verwachting treedt de wet in 2018 in werking. 3. Particuliere Initiatieven. Initiatieven van bewoners en marktpartijen treden wij open tegemoet. Als gemeente willen we voor die initiatieven die uitvoering geven aan de gemeentelijk ambities een faciliterende en stimulerende houding aannemen. Dit past ook binnen de gemeentelijke voorkeursroute die is aangegeven binnen de Nota Grond beleid zoals in 2013 door de raad is vastgesteld: ‘Faciliteren waar het kan en regisseren waar het moet. Ten aanzien van de te maken (gemeentelijke) kosten en de kostentoedeling zullen wij in 2015 een Nota Kostenverhaal opstellen. Zie hiervoor paragraaf 3.7 grondbeleid. 4. Gemeentelijke eigendommen. Wij onderzoeken de mogelijkheden voor strategisch vastgoed beheer. Wij starten met twee pilots voor het ter ontwikkeling nemen van gemeentelijke eigendommen die niet meer nodig zijn voor hun oorspronkelijke functie (zogenaamde achterblijvende locaties)
33
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3b
Prestatie indicatoren
PROGRAMMA 6 RUIMTELIJKE ORDENING Prestatie indicator 6.1 Aantal locaties voor woningbouw
2012 10
2013 28
2014 20
2015 19
6.2
Aantal gemeentelijke woningbouwlocaties
10
10
4
4
6.3
Aantal particulier woningbouwlocaties
18
18
16
15
6.4
Indicatie aantal woningen op deze locaties
950
950
698
780
6.5
Aantal locaties voor bedrijvenbouw
3
3
3
2
6.6
Aantal lopende projecten
15
22
19
20
4
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Bilts Manifest 2010 • Structuurvisie Gemeente De Bilt 2030 ‘behoud door ontwikkeling’ 2012 • Nota Duurzaamheid 2008 • Ruimte voor een Vitaal Platteland 2006 • Meerjarig Ontwikkelingsprogramma Stedelijke vernieuwing. • Nota Economisch Beleid 2020 “Dynamiek binnen groene kaders” 2008 • Woonvisie 2013 - 2020 • Visie Westbroek 2010 • Visie Groenekan 2009 • Convenant Duurzaam Bouwen 2010
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 6 – RUIMTELIJKE ORDENING
2015
2016
2017
2018
STRUCTUURPLANNEN/VISIES
485.670
460.586
457.798
457.485
BESTEMMINGSPLANNEN
864.619
892.215
887.254
886.697
67.020
68.042
70.966
12.360
Grondexploitatie - Bedrijvenpark Larenstein
3.516.370
0
0
0
Grondexploitatie - Centrumgebied Bilthoven
7.504.977
2.885.140
1.056.745
0
Grondexploitatie-De Leijen Zuid (woonzorgcomplex)
1.094.656
296.096
0
0
762.431
2.689.949
1.342.814
6.875.754
BOUWGRONDEXPLOITATIE
Grondexploitatie - Melkweg TOTAAL LASTEN
14.295.743
7.292.028
3.815.577
8.232.296
BESTEMMINGSPLANNEN
-68.563
-68.563
-68.563
-68.563
BOUWGRONDEXPLOITATIE
-54.660
-55.682
-58.606
50.265
Grondexploitatie - Bedrijvenpark Larenstein
-3.516.370
0
0
0
Grondexploitatie - Centrumgebied Bilthoven
-7.504.977
-2.885.140
-1.056.745
0
Grondexploitatie-De Leijen Zuid (woonzorgcomplex)
-1.094.656
-296.096
0
0
-762.431
-2.689.949
-1.342.814
-6.875.754
-13.001.657
-5.995.430
-2.526.728
-6.894.052
1.294.086
1.296.598
1.288.849
1.338.244
Toevoeging aan reserves (last)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
1.294.086
1.296.598
1.288.849
1.338.244
Grondexploitatie - Melkweg TOTAAL BATEN SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
34
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 7 – VOLKSHUISVESTING 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het zorgen voor een optimale woonsituatie voor alle inwoners en voor woningzoekenden die aanspraak op woonruimte in de gemeente De Bilt kunnen maken. Dit doen we door een initiërende, regisserende en begeleidende rol bij nieuwbouw en herstructurering, bevordering van doorstroming en woonruimteverdeling. Het scheiden van wonen en zorg is van invloed op de huisvesting van onze (oudere) inwoners. Wij willen er voor zorgdragen dat de (oudere) inwoners prettig en verantwoord kunnen wonen.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Het op verantwoorde wijze bouwen door te letten op veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en welstand. Het verbeteren van de leefomgeving. Het bevorderen van maatregelen ter beperking van het energiegebruik, in relatie tot het terugbrengen van de CO2 emissie. Het bereiken van een evenwichtig woningaanbod dat aansluit bij de vraag, waarbij meer keuzemogelijkheden voor zowel starters als jonge gezinnen op de Biltse woningmarkt met als doel een gedifferentieerde opbouw van de samenleving. Versterking van de kleine kernen door het vergroten van de huisvestingsmogelijkheden in die kernen.
2.
3.
2B
Operationele doelstellingen
1. 2. 3.
5. 6.
Een adequate woonruimteverdeling faciliteren. het verbeteren van de doorstroom binnen de woningmarkt Minimaal gemiddeld 30% sociale woningbouw van de nieuwbouw in de gemeente over een periode van 4 jaar. het inzetten op duurzame oplossingen zodat (oudere) inwoners op een prettige en verantwoorde wijze (zelfstandig) kunnen blijven wonen Toepassing van het convenant duurzaam bouwen. De woningvoorraad uitbreiden.
2C
Effect indicatoren
4.
Effect indicator 7.1 Wachttijd sociale huurwoning aanbodsysteem (in jaren)
2012 7,5
2013 8,6
2014 8,6
2015 8,2
7.2
Percentage sociale huurwoningen
29,0%
29,0%
29,0%
29,0%
7.3
Aantal inwoners (per 1-1)
42.035
42.037
42.035
42.035
Percentage inwoners jonger dan 20 jaar
23,8%
23,4%
23,8%
24%
•
Percentage inwoners ouder dan 20 en jonger dan 40 jaar
17,0%
17,1%
17,0%
17%
•
Percentage inwoners ouder dan 40 en jonger dan 60 jaar
30,0%
30,0%
30,0%
30%
Percentage inwoners ouder dan 60 en jonger dan 80 jaar
21,9%
22,3%
21,9%
21,7
Percentage inwoners ouder dan 80 jaar
7,3%
7,2%
7,3%
7,3%
•
• •
35
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Woonvisie. De Woonvisie 2013-2020 blijft uitgangspunt voor lopende en nieuwe woningbouwinitiatieven. De ambities zoals geformuleerd zullen we ook komend jaar nastreven. Wonen en Zorg en daarmee samenhangend vrijkomend zorgvastgoed zal komend jaar actueel worden. Hiervoor zullen wij een notitie wonen, welzijn en zorg opstellen. Hier ligt een duidelijk relatie met het programma maatschappelijke ondersteuning. Daarnaast zullen we ons blijven richten op het creëren van doorstroming. De Starterslening is hierbij een belangrijk instrument. Ook zullen we SSW stimuleren en aanspreken op het gericht benaderen van ouderen in grote eengezinswoningen om hen te verleiden door te stromen naar kleinere, passendere huisvesting. 2. Woningbouwprogramma korte termijn en lange termijn. De mogelijkheden voor woningbouw binnen de rode contour zijn erg beperkt. Het is daarom van belang een goede balans te vinden tussen afzetbaarheid van type woningen op korte termijn en het creëren van een goede woningvoorraad voor de langere termijn. Dit is ook van toepassing op het programma binnen de gemeentelijke projecten. 3. Prestatieafspraken woningstichting. De Prestatieafspraken 2014-2018 zijn vastgesteld. Jaarlijks wordt er een activiteitenoverzicht met concrete acties voor dat jaar opgesteld om uitvoering te kunnen geven en bij te dragen aan de geformuleerde ambities. Belangrijke accenten zullen daarbij zijn; betaalbaarheid en doorstroming 4. Duurzaamheidsagenda In het najaar 2014 is de duurzaamheidsagenda opgesteld. De agenda onderdelen die betrekking hebben op het gebied van wonen zullen wij binnen het programma Wonen onder brengen. 5. Visie kleine kernen. Op basis van de ervaringen met het opstellen en het uitvoeren van het gebiedsplan Hollandsche Rading, met daarin een visie op wonen, zal in 2015 besloten worden of dergelijke gebiedsplannen met visie op wonen opgesteld worden voor de kernen Groenekan en Maartensdijk. 6. Starterslening. In 2015 zal de raad, op basis van een evaluatie van de huidige regeling, een besluit nemen over de voortzetting van de starterlening en ook over de beschikbaarstelling van het budget. 7. Relatie wonen, welzijn en zorg. De gevolgen van het rijksbeleid met de hervormingen in de langdurige zorg zullen in 2015 merkbaar worden. Ouderen zullen als gevolg hiervan langer zelfstandig thuis blijven wonen. In 2015 zullen voorstellen gedaan worden over mogelijke acties en/of aanpassingen van het woonbeleid. Wij zullen een notitie wonen, welzijn en zorg opstellen. 8. Nieuwe Huisvestingswet. De nieuwe huisvestingswet treedt op 1 januari 2015 in werking. De gevolgen van deze nieuwe wet zullen wij implementeren in ons beleid en in de afspraken met de woningcorporaties. Hiervoor stellen wij een nieuwe regionale huisvestingsverordening op die uiterlijk op 1 juli 2015 in werking moet treden. Deze verordening gaat in op onder andere huurprijsgrenzen, bindingseisen, passendheid en urgentie.
36
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3b
Prestatie indicatoren
PROGRAMMA 7 VOLKSHUISVESTING Prestatie indicator 7.1 Aantal opgeleverde nieuwe woningen* 7.2
2012
2013
2015
101
62
54
66,6%
63,4%
0,0%
5,5%
0,0%
5,5%
Hiervan het: •
percentage sociale huurwoningen
100,0% 63,4% • percentage sociale woningen (sociale huur en koop) * Hierin worden alleen bouwprojecten meegenomen waarbij tenminste vijf woningen worden gerealiseerd.
4
KADERSTELLENDE NOTA’S • • • • • • • • • •
5
2014
12
Nota/plan Bilts Manifest 2010 Woonvisie 2013 - 2020 Uitvoeringscontract Regionaal Structuurplan 2005-2015 Samenwerkingsagenda provincie Utrecht; “Samen maken wij Utrecht mooier” 2008 Nota duurzaamheid 2008 Convenant duurzaam bouwen 2010 Regionale woonvisie BRU 2009 Regionale huisvestingsverordening 2013 De ontwikkelingsvisie Noordvleugel (Eindbalans NV-Utrecht) 2015-2030 Structuurvisie De Bilt 2012
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 7 – VOLKSHUISVESTING WONINGEXPLOITATIE OVERIGE WONINGBOUW OMGEVINGSVERGUNNINGEN WOONRUIMTEZAKEN
2015
2016
2017
2018
47.803
47.755
47.603
47.553
893
893
893
893
960.173
959.383
950.029
948.515
3.045
3.045
3.045
3.045
WOONWAGENS
26.754
26.752
26.689
26.682
OVERIGE VOLKSHUISVESTING VASTGOEDBEHEER GEMEENTE-EIGENDOMMEN (GROND) VASTGOEDBEH.GEMEENTE-EIGENDOMMEN (GEBOUWEN)
89.190
89.173
88.602
88.537
254.199
264.532
263.561
263.452
426.026
822.550
816.851
813.178
EXPLOITATIE BEDRIJFSTERREINEN
143.284
143.257
142.341
142.238
1.951.367
2.357.340
2.339.614
2.334.093
-45.838
-45.838
-45.838
-45.838
-508
-508
-508
-508
-29.863
-29.863
-29.863
-29.863
-845.230
-845.230
-845.230
-845.230
-247.936
-97.936
-97.936
-97.936
WONINGEXPLOITATIE WOONRUIMTEZAKEN WOONWAGENS LEGES OMGEVINGSVERGUNNINGEN VASTGOEDBEHEER GEMEENTE-EIGENDOMMEN (GROND) VASTGOEDBEH.GEMEENTE-EIGENDOMMEN (GEBOUWEN) TOTAAL BATEN
-210.556
-210.556
-210.556
-210.556
-1.379.931
-1.229.931
-1.229.931
-1.229.931
SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
571.436
1.127.409
1.109.683
1.104.162
Toevoeging aan reserves (last)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
571.436
1.127.409
1.109.683
1.104.162
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
37
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 8 – BEHEER OPENBARE RUIMTE 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het programma richt zich op het beheer en onderhoud van de gehele infrastructuur van de openbare ruimte. Het gaat dan om de zorg voor de wegen en de bijbehorende wegvoorzieningen zodat deze hun functie adequaat kunnen blijven vervullen. Daarnaast gaat het om betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid over beheer en onderhoud van groen, bomen, speelplaatsen, natuur & landschap en een deel van de ondergrondse infrastructuur, zoals kabels en leidingen van openbare verlichting.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Realiseren en in stand houden van de openbare ruimte zodat bewoners, ondernemers en bezoekers zich prettig en thuis voelen. Optimaal beheer van de openbare ruimte in relatie tot de gewenste ruimtelijke kwaliteiten.
2.
2B
Operationele doelstellingen
1.
Realisering van de gewenste kwaliteits- en onderhoudsniveaus voor de voorzieningen in de buitenruimte zoals deze zijn vastgelegd in de beheerplannen voor groen, wegen, rioleringen, verlichting, kunstwerken en speelvoorzieningen. Samen vormen deze IBOR; Integraal Beheer Openbare Ruimte. Het versterken en verbeteren van de ecologische hoofdstructuur en het in stand houden van de gemeentelijke bossen. Het berijdbaar houden van wegen en in stand houden van bermen. Vermindering van energieverbruik voor openbare verlichting Duurzaam beheer van gemeentelijke bomen. Veilige, schone en zo mogelijk gevarieerde speelplekken binnen de normafstanden van de doelgroepen.
2. 3. 4. 5. 6.
2C
Effect indicatoren
Effect indicator 8.1 Tevredenheid over onderhoud openbare ruimte 8.2
38
2013 43%
2014
2015 50%
Tevredenheid inwoners over onderhoud openbare ruimte per kern De Bilt
48%
50%
•
Bilthoven
40%
50%
•
Maartensdijk
45%
50%
•
Hollandsche Rading
63%
65%
•
Groenekan
47%
50%
•
8.3
2012
• Westbroek Aantal schadeclaims
20% 54
60
50
20
16
15
11
5
5
•
Wegenbeheer
28
•
Bomenbeheer
6
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
25%
65
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Onderhoud buitenruimte In 2015 gaan we over tot de implementatie, uitwerking en verdere uitvoering van het beeldkwaliteitsplan en groenstructuurplan. Het beeldkwaliteitplan en het groenstructuurplan vormen de kaders van het beheer van de openbare ruimte. Het beeldkwaliteitplan beschrijft de onderhoudskwaliteiten in de openbare ruimte. Het groenstructuurplan beschrijft de visie op ons groen, wat de belangrijkste structuren zijn en hoe deze behouden en waar mogelijk versterkt kunnen worden. Daarnaast benoemt het de kansen en knelpunten van deze groenstructuren. Met deze twee recent vastgestelde beleidsstukken is de basis gelegd voor een verdere actualisatie van de beheerplannen en het opstellen van een groenrenovatieplan. Het doel van het renovatieplan is om renovatieachterstanden weg te werken door gebruiken te maken van makkelijker te onderhouden en goedkoper groen.Bij dit groenrenovatieplan zullen wij burgers actief betrekken. 2. Natuurbeheer In 2015 verwachten wij in samenwerking met de provincie, Het Utrechts Landschap en gemeente Utrecht de voorbereiding van de realisatie van ecopassages af te ronden op een drietal locaties; onder de Utrechtseweg bij Griftestein, de Biltse Rading bij de gemeentegrens met Utrecht en de Utrechtseweg nabij de gemeentegrens met Zeist. Voor wat betreft de ecopassage bij Griftestein leveren wij als gemeente De Bilt een bijdrage in natura door het verdedigingswerk Griftestein-Noord en Griftestein-Zuid over te dragen aan Het Utrechts Landschap. Voor wat betreft de ecopassage nabij de gemeentegrens met Zeist dragen wij als gemeente bij in de kosten van een te realiseren ecopasssage die ook geschikt is voor het ree. We onderzoeken of de aanpassingen in de bestaande natte verbinding hiertoe toereikend zijn. In het kader van de verbreding van de snelwegen A27 en A28 zetten wij in op het laten treffen van compenserende dan wel mitigerende maatregelen die genomen moeten worden als bestaande waarden worden aangetast als gevolg van deze verbreding. Deze waarden hebben betrekking op natuur, landschap, cultuurhistorie en leefklimaat. Wij zullen daarom een herstel- en beplantingsplan maken voor de laanbomenstructuur in met name de kernen Groenekan, Westbroek, Maartensdijk, Hollandsche Rading en De Bilt-Zuid. 3. Wegenbeheerplan Het vigerende beleid van het wegenbeheerplan vertalen we naar een meerjarenperspectief voor reconstructiewerkzaamheden. Hierin leggen we activiteiten vanuit andere beleidsdisciplines, zoals rioolbeheer, verkeer, groen, etc over elkaar heen, waarbij zoveel mogelijk gezocht wordt naar "werk met werk" maken. Conform het meerjarenperspectief voor de reconstructies en groot onderhoud van wegen zullen wij in 2015 de Goudhaantjeslaan, Putterlaan en de Dorpsweg reconstrueren. 4. Openbare verlichting De nieuw te sluiten overeenkomst ten aanzien van beheer en onderhoud van de openbare verlichting met een contractant vertalen wij in een uitvoeringsprogramma. Hier werken wij de verdere verduurzaming van de openbare verlichtingen in uit. 5. Onderhoud speelvoorzieningen In 2015 renoveren wij de speelplaats aan de Konijnenlaan. Wij betrekken de omwonenden en de buurt hier nadrukkelijk bij. In 2015 actualiseren wij het speelruimtebeleidsplan. In dit plan komt het accent veel meer op regulier beheer te liggen. Speelplaatsen die in 2015 gerenoveerd zullen worden zijn o.a. de Kometenlaan (3 stuks) en Cumulusweg. 6. Geografische informatievoorziening In 2015 wordt de laatste hand gelegd aan de vervolmaking van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Deze basisregistratie moet op 1-1-2016 operationeel zijn. Met betrekking tot het gemeentebreed kunnen raadplegen van geo-informatie zal er de komende jaren een verdere doorontwikkeling plaatsvinden van de gemeentebrede viewer, genaamd GeoWeb. Daarbij is
39
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
ook oog voor het verder standaardiseren van gegevensbronnen en het opslaan en beheer daar van in een centrale database omgeving, genaamd GeoBasis. Met GeoBasis komen administratieve en geometrische gegevens samen en krijgt de organisatie steeds meer gestandaardiseerde en gestructureerde informatie. Dit draagt bij aan kwalitatief betere besluitvorming. Vanaf de inwerkingtreding van de wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) in 2009 is er veel energie gestoken in de opbouw van deze registratie. De inspanningen verschuiven zich naar het beheer en gebruik van de registratie. Binnen De Bilt wordt er in 2014-2015 gewerkt aan het project gegevensmanagement. Een onderdeel van dit project is het doen van een onderzoek naar de wijze waarop de BAG (en overige basisregistraties) binnen de gemeente worden gebruikt. Het stimuleren en intensiveren van het binnengemeentelijk van de BAG draagt bij aan die betere dienstverlening door en het verlagen van de administratieve lasten binnen de gemeente. Een aandachtspunt voor 2015 is de mogelijke verruiming van de regelgeving rondom vergunningsvrij bouwen binnen de WABO. Omgevingsvergunningen zijn een belangrijke bron voor het bijhouden van de gegevens binnen de BAG. Voor de BAG geldt dat er naast voortdurende kwaliteitsslagen in de eigen (beheer)omgeving er ook aansluiting wordt gezocht bij externe ketenpartners (o.a. RSD) om ook daar het verplicht gebruik van BAG-gegevens onder de aandacht te brengen.
3b
Prestatie indicatoren
Prestatie indicator 8.1 Aantal gerenoveerde kilometer gemeentelijke wegen
2012 7,2
2013 7,1
2014 7,5
2015 7
8.2
Aantal m2 gerenoveerde openbare ruimte / groen
10.000
14.100
15.000
15.000
8.3
Aantal maanden dat 80% van de gemeentelijke openbare ruimte voldoet aan haar beeldkwaliteit
9
9
10
10
4
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Beeldkwaliteitsplan 2014 • Wegen- en kunstwerkenbeheersplan 2006 • Groenstructuurplan 2014 • Bomenbeleidsplan 2005 en Bomenbeheerplan 2009 • Speelruimteplan 2003 • Ecologiescan 2005
40
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 8 – BEHEER OPENBARE RUIMTE
2015
2016
2017
2018
2.949.309
2.946.597
2.938.993
2.938.139
REINIGEN OPENBARE RUIMTE
940.265
940.185
937.528
937.230
GLADHEIDSBESTRIJDING
152.453
152.436
151.848
151.782
OPENBARE VERLICHTING
598.271
598.266
598.092
598.073
NATUURBESCHERMING
148.389
148.342
147.818
147.763
1.819.906
1.849.712
1.843.286
1.842.565
BOOMVERZORGING
438.868
438.838
437.836
437.724
SPEELVOORZIENINGEN
414.091
393.378
370.691
370.484
4.670
4.670
4.670
4.670
7.466.222
7.472.424
7.430.762
7.428.430
BEHEER WEGEN
OPENBAAR GROEN
WET INFORMATIE UITWISSELING TOTAAL LASTEN BEHEER WEGEN REINIGEN OPENBARE RUIMTE
-53.374
-53.374
-53.374
-53.374
-483.965
-483.965
-483.965
-483.965
OPENBARE VERLICHTING
-15.000
-15.000
-15.000
-15.000
OPENBAAR GROEN
-3.266
-3.266
-3.266
-3.266
BOOMVERZORGING
-8.000
-8.000
-8.000
-8.000
-563.605
-563.605
-563.605
-563.605
6.902.617
6.908.819
6.867.157
6.864.825
0
0
0
0
TOTAAL BATEN SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES Toevoeging aan reserves (lasten) Onttrekking aan reserves (baten) SALDO NA BESTEMMING RESERVES
41
-23.000
-20.847
0
0
6.879.617
6.887.972
6.867.157
6.864.825
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 9 – MILIEU EN WATERTAKEN 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het programma richt zich op het in stand houden en verder verbeteren en verduurzamen van een veilige en gezonde woon- en werkomgeving met een zo laag mogelijke belasting voor het milieu, waaronder ook de zorgplicht voor watertaken. Deze zorgplicht bestaat uit een afvalwaterzorgplicht, een hemelwaterzorgplicht en een grondwaterzorgplicht.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1. 2.
het streven naar een energieneutrale gemeente in 2030. Inwoners, bedrijven en instellingen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor het verlagen van hun onnodige belasting op de levenskwaliteit van de toekomstige generaties en dragen bij aan duurzame leefomgeving door energiegebruik te verminderen. Het verminderen van geluidshinder en van overlast door autowegen en spoorwegen. Het verbeteren van de luchtkwaliteit en inzicht krijgen in relatie gezondheid-luchtkwaliteit. Het bevorderen en stimuleren van afvalscheiding. Voorkomen dat afvalwater, hemelwater en grondwater nadelige gevolgen hebben voor de gebruiksfunctie van de openbare gronden en voor de inwoners van de gemeente. Het verbeteren van het waterketensysteem, het bevorderen van de ecologische en fysischchemische waterkwaliteit en het bestrijden van verdroging.
3. 4. 5. 6. 7.
2B
Operationele doelstellingen
1.
Stimuleren en faciliteren van inwoners, bedrijven en organisaties op het gebied van duurzame energie. Optimale organisatie van geluid-, lucht- en bodemtaken. Voldoen aan de streefcijfers voor de maximale hoeveelheden afval zoals genoemd in het Landelijk Afvalstoffen Plan en verzorgen van goede dienstverlening bij de inzameling van afval, huis-aanhuis en op de milieustraat. Verzorgen van voldoende capaciteit en goede dienstverlening op de gemeentelijke begraafplaatsen Optimale en functionele instandhouding van het rioolstelsel. Vermindering van de hoeveelheid regenwater in het rioolstelsel. Verbetering samenwerking provincie, waterschappen en regiogemeenten op het gebied van watertaken.
2. 3.
4. 5. 6. 7.
2C
Effect indicatoren
Effect indicator 9.1 Tevredenheid over ophalen huisvuil
2012
2013 80%
2014
2015 85%
9.2
Percentage bronscheiding (bij inzameling gescheiden afval)
68%
69%
70%
70%
9.4
Aantal lozingen via overstort
60
50
48
45
42
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Duurzaamheid In het coalitieakkoord heeft het thema duurzaamheid een prominente plek gekregen, De gemeente heeft de ambitie om in 2030 energieneutraal te zijn, met het nieuwe collegeprogramma blijft de focus op het thema energie en circulaire economie. De kern het programma duurzaamheid van 2011-2014 was de oprichting van een lokale energiecoöperatie. Deze is inmiddels door de betrokken burgers en bedrijven uit onze gemeente opgericht. In het eerste kwartaal van 2015 bieden wij een nieuwe programma duurzaamheid aan voor de jaren 2015-2019. Dit programma stellen wij op met inbreng van de partners uit het veld. In het programma 2015-2019 besteden wij aandacht aan verdere verduurzaming van de gemeentelijke organisatie, verduurzaming van de fysieke omgeving, duurzaam bouwen en renoveren, elektrisch rijden en de rol van de lokale energiecoöperatie. De gemeente heeft hierbij een voorbeeldfunctie en een regierol. 2. Milieu-advisering (bodem, geluid en luchtkwaliteit) Op basis van het Uitvoeringsprogramma 2015 voert de Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) veel milieu- en handhavingstaken uit voor gemeente De Bilt. Dit Uitvoeringsprogramma wordt elk jaar voorafgaand aan het nieuwe jaar opgesteld. Zo verstrekt de ODRU adviezen ten aanzien van milieugerelateerde onderdelen van de Omgevingsvergunning en de handhaving daarop (bijv. bij veehouderijen en LPG- en tankstations); advisering en handhaving van geluidsnormen bij o.a. evenementen; verder heeft de ODRU adviserende- , uitvoerende- en handhavingstaken op het gebied van Lucht, Verkeer, Bodem, Archeologie, Ruimtelijke ordening Klimaat en energie, externe veiligheid, natuuren milieueducatie en monumenten. 3. Afvalinzameling Vanaf 2015 willen we alle bovengrondse cocons gaan vervangen door ondergrondse containers. Ook kan dan de huisvuilinzameling via zakken in de centra van De Bilt en Bilthoven worden opgeheven. De inzameling kan zo efficiënter worden georganiseerd en het straatbeeld wordt schoner. Daarnaast willen we met behulp van containerregistratie meer grip krijgen op het gebruik van de minicontainers om misbruik te voorkomen. In het kader van het duurzaamheidsprogramma zullen wij verder werken aan het verduurzamen van de afvalinzameling en hierover met partners in de keten afspraken maken. 4. Begraafplaatsen De begraafplaats Westbroek heeft voor de toekomst onvoldoende capaciteit, zo is gebleken uit onderzoek. Het is daarom gewenst om de begraafplaats uit te breiden. De eerste werkzaamheden voor de uitbreiding worden uitgevoerd in 2015. De eerste graven op de nieuwe uitbreiding geven we naar verwachting in 2017 uit. Tevens doen we onderzoek naar de meest optimale manier om de begraafplaatsen in de toekomst te beheren. Hiervoor onderzoeken we opties zoals regionale samenwerking en uitbreiding van de dienstverlenging. Daarbij betrekken we ook mogelijkheden om dienstverlening en kostendoorrekening van Brandenburg en Westbroek gelijk te trekken. 5. Rioleringen Voor 2015 zijn op basis van het Gemeentelijk Rioleringsplan en uitgevoerde rioolinspecties de volgende rioolvervangingen en -renovaties in voorbereiding: renovatie van een deel van het hoofdriool van Den Dolder naar de rioolwaterzuivering en rioolvervangingen in de Dierenriem, Mozartlaan, Van Goyenlaan, Grote Beer, Goudhaantjeslaan en Putterlaan. In 2013 zijn we gestart met een haalbaarheidsstudie naar riothermie (energiewinning uit het riool). Wij verwachten dit onderzoek in 2015 af te ronden. 6. Samenwerking waterketenbeleid Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de hele keten is er één toekomstvisie op de afvalwaterketen. Deze visie is vertaald naar een Regionaal Afvalwaterketenbeleid (RAB). In dit plan staan vijf thema's centraal, namelijk; hemelwater, assetmanagement, duurzaamheid, stedelijk water en grondwater. Dit beleidsplan vertalen wij naar een meerjarenprogramma, waarin binnen deze thema's projecten benoemd worden die wij gezamenlijk uitvoeren.
43
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
7. Afkoppeling hemelwater Het meerjarenprogramma voor het afkoppelen van hemelwater nemen wij op in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2015-2019. Via dit vGRP benutten wij alle mogelijkheden tot doelmatige afkoppeling (uitvoering) van het hemelwater . In het kader van duurzaamheid willen wij zoveel mogelijk hemelwater binnen hetzelfde gebied verwerken, bijvoorbeeld via infiltratie door middel van wadi's. 8.ODRU/RUD-U In de komende jaren zullen de RUD-Utrecht en de Omgevingsdienst Regio Utrecht de mogelijkheden bekijken voor het vormen van een gezamenlijke RUD-Utrecht. Voor beide organisaties geldt dat zij eerst moeten uitgroeien tot twee goed functionerende organisaties. Daarna komt de vorming van de gezamenlijke RUD-Utrecht in beeld. Naar het zich laat aanzien is de vorming van de nieuwe RUD-Utrecht niet te verwachten in 2015. 9. Regionalisering Om tot verbetering van de uitvoeringskwaliteit van de VTH-taken (Vergunningverlening, toezicht en handhaving) te komen hebben het Rijk, IPO en VNG in 2009 afspraken gemaakt. Een deel van de afspraken ging over het hebben van kwaliteitscriteria voor de uitvoering. Voldoen aan deze kwaliteitscriteria draagt bij aan een betere uitvoering van de VTH-taken en een onafhankelijke en professionele overheid. De vergunningverlening en handhaving op het gebied van milieu is daarom voor onze gemeente bij de ODRU belegd. Wij verwachten dat de uitvoering in 2015 opnieuw aan de vastgestelde kwaliteitscriteria voldoet. Naast de VTH-taken gelden deze eisen ook voor de WABO taken. Het is op dit moment nog niet duidelijk of de WABO taken bij de gemeenten zullen blijven of overgaan naar een Regionale Uitvoeringsdienst (ODRU/RUD) en wat dit voor financiële consequenties met zich mee zal brengen. Het is op dit moment ook nog niet duidelijk of de speciale VTH-taken ten aanzien van enkele bijzondere inrichtingen overgaan naar RUD-Noordzeekanaalgebied (RUD-NZKG) en welke financiële consequenties dit met zich meebrengt.
3b
Prestatie indicatoren
Prestatie indicator 9.4 Afkoppeling regenwater van rioolsysteem (in m2)
4
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Meerjarenbeleidsplan milieu • Beheersverordening begraafplaatsen 2011 • Notitie afvalbeleid 2008 • Notitie duurzaamheid 2008 • Programma duurzaamheid 2011-2014 • Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 – 2014 • Bestuurlijk Afvalwaterakkoord
44
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2012 7.500
2013 20.000
2014 25.000
2015 5.000
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 9 – MILIEU EN WATERTAKEN WERKZAAMHEDEN WATERWEGEN EN SLOTEN INZAMELING EN VERWERKING HUISHOUDELIJK AFVAL INCASSO AFVALSTOFFENHEFFING RIOOLBEHEER INCASSO RIOOLRECHTEN
2015
2016
2017
2018
68.655
68.655
68.655
68.655
3.988.250
3.939.167
3.938.479
3.926.765
82.921
74.501
75.001
71.401
5.375.702
5.386.501
5.339.563
5.351.197
85.991
77.571
78.071
74.471
913.383
898.372
897.993
902.468
1.031.968
1.031.881
1.029.019
1.028.699
434.226
438.293
450.991
449.195
11.981.096
11.914.941
11.877.772
11.872.851
-30.000
-30.000
-30.000
-30.000
-203.274
-203.274
-203.274
-203.274
-12.833
-12.833
-12.833
-12.833
-1.882
-1.882
-1.882
-1.882
AFVALSTOFFENHEFFING
-3.867.897
-3.810.394
-3.810.206
-3.794.892
RIOOLHEFFING
-5.448.860
-5.451.239
-5.404.801
-5.412.835
-504.987
-504.987
-504.987
-524.947
-10.069.733
-10.014.609
-9.967.983
-9.980.663
MILIEUBELEID VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING BEGRAAFPLAATSEN TOTAAL LASTEN WERKZAAMHEDEN WATERWEGEN EN SLOTEN INZAMELING EN VERWERKING HUISHOUDELIJK AFVAL RIOOLBEHEER BEGRAAFPLAATSEN
BATEN BEGRAAFPLAATSRECHTEN TOTAAL BATEN SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
1.911.363
1.900.332
1.909.789
1.892.188
Toevoeging aan reserves (lasten)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
1.911.363
1.900.332
1.909.789
1.892.188
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
45
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 10 – JEUGD EN EDUCATIE 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het programma gaat over een resultaatgericht en integraal jeugdbeleid, met daaraan gekoppeld lokaal onderwijs(achterstanden)beleid en onderwijshuisvestingsbeleid.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
2.
Kinderen en jongeren groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien tot jongvolwassenen met een goede uitgangspositie voor deelname aan de samenleving en startpositie op de arbeidsmarkt. Kinderen en jongeren hebben gelijke kansen op onderwijs.
2B
Operationele doelstellingen
1.
Jeugdbeleid: Een samenhangend jeugdbeleid voor de periode 2015 – 2019, gericht op 0 – 23 jarigen, met specifieke aandacht voor kinderen en jongeren bij wie de psychische, sociaalemotionele en fysieke ontwikkeling in het gedrang komt. Bundeling en professionalisering: De versnippering van de voorzieningen voor de jeugd is verder verminderd en de professionaliteit op het gebied van vroegsignalering is toegenomen. Er is sprake van een doorgaande lijn en overdracht. Instellingen die zich richten op de jeugd stemmen daar waar wenselijk hun activiteiten op elkaar af en werken nauw samen wat ten goede komt aan de ontwikkeling van de kinderen en jongeren. Centrum voor Jeugd en Gezin De Bilt: De zelfredzaamheid van jeugdigen en hun ouders/opvoeders met opvoed- en opgroeivragen wordt versterkt door middel van passende ondersteuning en lichte hulp. Daar waar nodig wordt zo snel en efficiënt mogelijk toegeleid naar zwaardere vormen van jeugdhulp. Er wordt gewerkt met een integrale aanpak en één gezin, één plan, één regisseur. Jeugdhulp: Door een verschuiving van zware naar meer lichte, ambulante vormen van jeugdhulp, is het beroep op residentiële en specialistische jeugdhulp afgenomen. Gezonde leefstijl: De algemene doelstelling van het gezondheidsbeleid is het ontwikkelen en (doen) uitvoeren van lokaal gezondheidsbeleid om gezondheid van onder andere moeder en kind te bevorderen en ziekten te voorkomen. Gezondheid gaat over het lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden. Onderdeel hiervan is het stimuleren van kinderen en jongeren tot een gezonde leefstijl. Huisvesting: Kinderen worden opgevangen in voldoende en adequate huisvesting van scholen voor basisonderwijs, voor speciaal (en voortgezet) onderwijs, voor kinderopvang en buitenschoolse opvang. De accommodaties dienen te voldoen aan wettelijke eisen, rekening houdend met onderwijskundige, maatschappelijke, demografische en bouwkundige ontwikkelingen. Onderwijsachterstanden: Het zo vroeg en effectief mogelijk aanpakken van onderwijsachterstanden en het stimuleren van de ontwikkelingskansen van kinderen met de nadruk op voorschoolse educatie, de doorgaande lijn, vroegsignalering en opgroei en opvoedingsondersteuning. De gemeente heeft in navolging van de rijksoverheid als doelstelling het bereiken van 100% van de doelgroep voor- en vroegschoolse educatie. Inzet is een goede samenhang van de aanpak gericht op de kinderen en de ouders. Leerplichtwet, kwalificatieplicht en voortijdig schoolverlaten: Alle jongeren behalen minimaal een startkwalificatie opdat ze zo goed mogelijk zijn toegerust om zelfstandig in de samenleving te kunnen functioneren. Daarvoor wordt met succes een opleiding op niveau 2 in het middelbare beroepsonderwijs of een diploma in het HAVO of VWO behaald.
2.
3.
4. 5.
6.
7.
8.
46
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2C
Effect indicatoren
Effect indicator 10.1 Aantal geregistreerde jongeren zonder werk 10.2
2012
2013 60
2014 110
2015 110
leeftijdscategorie 5 - 6
12%
9%
9%
9%
leeftijdscategorie 9 - 11
11%
9%
9%
9%
Percentage jeugd met overgewicht: • •
10.3
• leeftijdscategorie 13 - 14 Percentage jeugd dat geen lid is van sportvereniging
10.4
Ervaren jongerenoverlast (aantal locaties)
10.5 10.6
Percentage doelgroepkinderen dat deel neemt aan een VVE-traject t.o.v. het aantal doelgroepkinderen Aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters
10.7
Tevredenheid inwoners over onderwijsvoorzieningen (Burgerpeiling)
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
12%
9%
9%
9%
17%
17%
17%
17%
23
23
45
21
20
100%
100%
30
30
30
85%
85%
85%
1. Jeugdbeleid In 2015 ontwikkelen wij een beleidsnota en uitvoeringsplan jeugdbeleid. De kaders zijn met name gericht op het verder vergroten van de samenhang in het lokale jeugdbeleid en het versterken van de Civil Society. Wij spelen in op de ontwikkelingen die er zijn binnen de verschillende leefdomeinen van jeugdigen(sociaal domein, fysiek domein etc.). Gezien de beperkte middelen van onze gemeente, doen wij een groter beroep op de zelfredzaamheid van inwoners en kijken wij naar alternatieve financieringsmogelijkheden. 2. Bundeling en professionalisering In de regio Zuidoost Utrecht wordt de jeugdgezondheidszorg voor 0-4 jarigen (Vitras/CMD) en de jeugdgezondheidszorg voor 4-19 jarigen (GGD-Regio Utrecht) door twee organisaties uitgevoerd. In het regionaal beleidskader Transitie Jeugd Zuidoost Utrecht is gekozen om te komen tot één integrale jeugdgezondheidszorg voor 0-19 jaar. Eind 2014 besluit de gemeente over de toekomstige organisatie van de jeugdgezondheidszorg vanaf 2016. Het jaar 2015 is een overgangsjaar waarin wij voorbereidingen treffen om de jeugdgezondheidszorg voor 0-4 jarigen en voor 4-19 jarigen in één organisatie onder te brengen met ingang van 2016. 3. Jeugdzorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin De Bilt (CJG) Vanuit zijn centrale functie binnen de jeugdhulp zet het CJG De Bilt in op het zoveel mogelijk voorkomen van opvoed- en opgroeiproblemen. Wanneer het inschakelen van zwaardere vormen van jeugdhulp noodzakelijk is, wordt hier op een efficiënte en klantvriendelijke manier naar toegeleid door het CJG. Uitgangspunt is daarbij één gezin, één plan, één regisseur. In het kader van de transitie jeugdzorg vervult het CJG vanaf 2015 een centrale coördinerende rol tussen jeugdhulp en voorzieningen zoals voorschoolse voorzieningen, onderwijs, welzijn, huisartsen, politie, werk en inkomen. Ook wordt er gezorgd voor een goede afstemming en samenwerking met Stichting Mens. Dit heeft met name betrekking op het jeugd- en jongerenwerk en de uitvoering van de Wmo-taken (o.a. ondersteuning en begeleiding) In het kader van veiligheid is er sprake van een goede samenwerking tussen het CJG en de SAVE teams (speciaal opgeleide teams voor het bewaken van de veiligheid van het kind). Dit is met name van belang als er sprake is van een onveilige situatie in en rondom het gezin. 4. Jeugdhulp Vanaf 2015 ligt de nadruk op de verdere inbedding van de nieuwe organisatie van de jeugdhulp en de transformatie hiervan bij de uitvoering. Daarmee streven wij naar adequate hulp ondanks bezuinigingsmaatregelen van de rijksoverheid. In 2015 gelden de afspraken zoals opgenomen in het Transitiearrangement jeugdzorg regio Zuidoost Utrecht. In dat jaar onderzoeken wij of de
47
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
contracten/subsidies met de jeugdhulpinstellingen vanaf 2016 al dan niet worden voortgezet. Ook werken wij toe naar een meer structurele samenwerkingsvorm tussen de gemeenten in de regio Zuidoost Utrecht en bovenregionaal. 5. Gezonde leefstijl: In 2015 starten wij met de voorbereidingen om te komen tot nieuw gemeentelijk volksgezondheidsbeleid voor de periode 2016 - 2019. Daarbij leggen wij nadrukkelijk de relatie met de landelijke speerpunten en aanpalende beleidsterreinen zoals jeugdbeleid/jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en participatie. Verder besteden wij aandacht aan het stimuleren van kinderen en jongeren tot een gezonde leefstijl zoals voldoende beweging en het gebruiken van gezonde voeding, het voorkomen van overgewicht en het gebruik van genotmiddelen (alcohol, drugs, roken). De manier waarop wij dat gaan doen wordt opgenomen in een uitvoeringprogramma lokaal gezondheidsbeleid 2016 – 2019. 6. Huisvesting Integraal Huisvestingsplan De kwaliteit van de onderwijshuisvesting in De Bilt is van behoorlijk niveau. De basis hiervoor is gelegd in het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs. Dit meerjarenplan wordt in 2015 geactualiseerd, omdat: 1. De huidige versie in 2011 is vastgesteld en om de 4 jaar er een nieuw plan wordt gemaakt; 2. Per 1 januari 2015 wordt het onderhoud een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen voor primair onderwijs. Daarmee wordt die sector gelijkgeschakeld met het voortgezet onderwijs. Voor de gemeente resteert dan nog de verantwoordelijkheid voor de beleidsonderdelen nieuwbouw, uitbreiding en aanpassingen en het onderhouden van gemeentelijke gymlokalen. In het nieuwe Integraal Huisvestingsplan worden de investeringen in schoolgebouwen opnieuw beoordeeld op noodzaak en financiële kaders. De Regenboogschool. De planvoorbereiding is voltooid. Het proces voor de bestemmingsplanwijziging wordt doorlopen en zal volgens planning in 2015 worden afgerond, waarna de bouw van de nieuwe school kan starten. Van Dijckschool Door de financiële situatie van het bestuur is de uitvoering van deze voorziening vertraagd, omdat er andere prioriteiten moesten worden gesteld. Thans wordt rekening gehouden met realisatie in juli 2015. Nijepoort Enkele jaren geleden is besloten tot nieuwbouw van de Nijepoort. Deze realiseren wij op een terrein aan de Versteeglaan te Groenekan. Een deel van het terrein is eigendom van de gemeente en een ander deel moet worden aangekocht. Dit laatste vormde een obstakel, hetgeen heeft geresulteerd in een onteigeningsprocedure. De afronding heeft in 2014 plaatsgevonden, waarna is gestart met de planvorming. Wij gaan uit van start bouw medio 2015 en afronding in 2016. 7. Onderwijsachterstanden In 2015 geven wij uitvoering aan de nota Onderwijsachterstandenbeleid 2012-2016. De nadruk ligt op Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en ouderbetrokkenheid. Er zijn 53 VVE plaatsen in de kernen De Bilt, Bilthoven en Maartensdijk met een doorgaande lijn tussen CJG, voorschool en basisonderwijs. Ook ontwikkelen wij een monitor waarvan de resultaten moeten bijdragen aan het optimaliseren van het aanbod. De vereiste samenwerking leggen wij vast in een convenant. 8. Leerplicht, kwalificatieplicht en voortijdig schoolverlaten: Het aantal thuiszitters is in de gemeente De Bilt is afgelopen jaren toegenomen. Het gaat voornamelijk om leerlingen die thuis zitten in verband met schoolweigering. Schoolweigering kan acuut beginnen, maar begint meestal met vage, vaak lichamelijke klachten en een toenemende weerstand om naar school te gaan. Vaak beginnend in het eerste of tweede jaar van het voortgezet onderwijs. Om het aantal thuiszitters te verminderen is in 2014 gestart met een preventieproject gericht op het eerder signaleren van thuiszitters. Doel van dit project is om eerder signalen van thuiszitters te herkennen en thuiszitten te voorkomen. In het jaar 2015 gaan de leerplichtambtenaren verder met het geven van voorlichting aan scholen over het eerder signaleren en herkennen van thuiszitters. Instanties als het Centrum Jeugd en Gezin en GGD zullen hier mogelijk bij aansluiten. In het jaar 2014 is het aantal 18+ verzuimmeldingen op het MBO enorm toegenomen. Om alle meldingen
48
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
te kunnen verwerken is er in RMC verband tijdelijk extra personeel ingezet. In 2015 wordt gekeken naar een structurele oplossing.
3b
Prestatie indicatoren
Prestatie indicator 10.1 Aantal kindplaatsen bij kinderopvang 10.2
2012 2.604
2013 3.228
2014 3.000
2015 3.000
Aantal uitgevoerde controles (KDV/BSO/GOB)
57
48
50
53
Aantal uitgevoerde controles (gastouders)
11
10
9
9
40
35
30
30
Kinderopvang: • •
10.3
• Aantal aanschrijvingen Aantal begeleide gezinnen met opvoedingsproblemen (trajecten)
10.4
Percentage participerende jongeren in georganiseerd sportverband
10.5
32
32
32
80%
80%
80%
Aantal brede scholen
1
3
3
3
10.6
Aantal VVE-plaatsen
36
53
53
53
10.7
Aantal kinderen in voorschoolse educatie
40
53
53
53
10.8
Aantal begeleide kinderen:
637
629
710
710
• • 10.9
4
80%
kwalificatie plicht
93
85
85
85
leerplicht (RMC)
409
400
425
425
135
144
200
220
182
204
200
175
• leerplicht 18+ (RMC) Gemiddelde aantal dagelijks vervoerde kinderen in het kader van leerlingenvervoer
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Elk Kind telt, Nota Onderwijsachterstandenbeleid 2012 - 2016 Gemeente De Bilt • Nota Jong De Bilt 2015 – 2019 • Notitie Lokaal Gezondheidsbeleid 2014 – 2015 • Jeugdhulp …. Route Zuidoost. Regionaal beleidskader transitie jeugd Zuidoost Utrecht en lokaal beleidskader transitie jeugd gemeente De Bilt • Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2011 • Meerjarige Onderhoudsplannen Onderwijs 2011 • Subsidieprogramma 2015
49
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 10- JEUGD EN EDUCATIE OVERIG OPENBAAR ONDERWIJS GYMNASTIEK OPENBAAR ONDERWIJS HUISVESTING OPENBAAR BASISONDERWIJS GEMEENSCHAPPELIJKE TAKEN VAN HET ONDERWIJS ONDERWIJSBEGELEIDING
2015
2016
2017
2018
15.107
14.487
13.869
12.272
23.021
19.244
18.724
18.204
460.095
459.176
442.277
432.563
54.121
54.117
53.999
53.986
35.743
35.741
35.691
35.685
ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID
323.441
323.436
323.273
323.254
VERVOER VAN SCHOOLKINDEREN
433.563
441.798
448.308
455.254
LEERPLICHT- EN LEERLINGENADMINISTRATIE
231.709
231.665
230.190
230.025
KINDEROPVANG uitvoering
70.027
69.971
69.595
69.509
PEUTERSPEELZAALWERK
65.915
65.189
64.267
63.525
487.604
487.601
487.500
487.489
KINDEROPVANG beleid
50.750
50.750
50.750
50.750
JEUGDGEZONDHEIDSZORG (UNIFORM) beleid
72.456
72.456
72.456
72.456
113.942
113.942
113.942
113.942
2.483.363
2.627.594
2.561.229
2.503.441
340.849
264.532
253.853
242.683
16.472
16.472
16.472
16.472
1.081.280
1.060.511
1.039.712
913.362
394.831
394.269
393.708
393.147
7.533.663
7.428.248
7.180.683
7.224.489
35.943
35.943
35.918
35.915
47.940
47.940
47.940
47.940
528.093
528.093
528.093
528.093
14.899.928
14.843.175
14.482.449
14.324.456
-12.768
-12.768
-12.768
-12.768
-3.763
-3.763
-3.763
-3.763
-146.361
-146.361
-146.361
-146.361
-22.689
-12.699
-12.699
-12.699
-16
-16
-16
-16
-19.671
-19.671
-19.671
-19.671
-3.261
JEUGDGEZONDHEIDSZORG (UNIFORM) uitvoering
BIJZONDER BASISONDERWIJS HUISVESTING BIJZONDER BASISONDERWIJS HUISVESTING BIJZ.(VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS BIJZONDER VOORTGEZET ONDERWIJS HUISVESTING BIJZONDER VOORTGEZET ONDERWIJS JEUGD- EN JONGERENWERK uitvoering JEUGD- EN JONGERENWERK beleid JEUGDGEZONDHEIDSZORG MAATWERKDEEL (2007) BIJZONDER (VOORGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN TOTAAL LASTEN OVERIG OPENBAAR ONDERWIJS HUISVESTING OPENBAAR BASISONDERWIJS ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID KINDEROPVANG uitvoering BIJZONDER BASISONDERWIJS HUISVESTING BIJZONDER BASISONDERWIJS HUISVESTING BIJZ.(VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS
-3.261
-3.261
-3.261
BIJZONDER VOORTGEZET ONDERWIJS HUISVESTING BIJZONDER VOORTGEZET ONDERWIJS
-684
-684
-684
-684
-10.860
-10.860
-10.860
-10.860
JEUGD- EN JONGERENWERK uitvoering
-46.566
-46.566
-46.566
-46.566
-266.639
-256.649
-256.649
-256.649
TOTAAL BATEN SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
14.633.289
14.586.526
14.225.800
14.067.807
Toevoeging aan reserves (last)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
14.633.289
14.586.526
14.225.800
14.067.807
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
50
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 11 – MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Dit programma gaat over de wijze waarop de gemeente de zelfredzaamheid en de participatie van kwetsbare inwoners bevordert zoals voortvloeit uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Verder bevat het programma aanvullende vormen van begeleiding en dienstverlening uitgevoerd door diverse maatschappelijke instellingen alsmede de participatie van adviesorganen bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1. 2. 3.
Inwoners functioneren zo lang mogelijk zelfstandig en krijgen hierbij zo nodig ondersteuning. Inwoners zijn actief betrokken bij elkaar en de samenleving en dragen bij aan de leefbaarheid van hun eigen leefomgeving. Inwoners leven gezond en wonen in een gezonde leefomgeving.
2B
Operationele doelstellingen
1. 2.
3.
De toegang tot de voorzieningen onderbrengen bij de Stichting MENS. Algemene voorzieningen ontwikkelen en voor zover dat mogelijk is, laten uitvoeren door de Stichting MENS. Verder het versterken van de sociale wijkteams en de samenwerking met de wijkverpleegkundigen. Stichting MENS het vrijwilligerswerk en de mantelzorgondersteuning laten versterken.
2C
Effect indicatoren
Effect indicator 11.1 Klanttevredenheid over uitvoering WMO 11.2
Aantal meldingen huiselijk geweld
11.3
Maatschappelijke waarde (beursvloer) matches (in euro’s)
11.4
Percentage zelfstandig wonende ouderen
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
2012 n.v.t.
2013 7,7
2014 7,8
2015 7,8
19
45
50
50
120.000
100.000
110.000
120.000
93%
93%
93%
93%
1. Maatschappelijke ondersteuning Op 1 januari 2015 wordt de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van kracht. De nieuwe Wmo is op een andere leest geschoeid en de gemeente wordt verantwoordelijk voornieuwe taken. De invoering van de Wmo 2015 gaat gepaard met een forse bezuinigingsopgave en in een kort tijdbestek moeten grote stappen gezet worden. De nieuwe Wmo beoogt niet slechts de overdracht van nieuwe taken maar het op een andere manier uitvoeren van de taken. In tegenstelling tot de huidige zorgstructuur waar het aanbod centraal staat, moet de behoefte van de inwoner die een beroep doet op maatschappelijke ondersteuning centraal komen te staan. Uitgangspunt van de Wmo 2015 is dat hierbij ook rekening gehouden wordt met datgene wat inwoners zelf kunnen en de inzet van het sociale netwerk.
51
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Om deze omslag of transformatie te realiseren willen wij in 2015 een integrale inzet realiseren van de nieuwe Wmo taken en de bestaande Wmo taken. Ook willen wij de relatie leggen met de andere nieuwe gemeentelijk taken, de jeugdzorg en de participatiewet. Bij de realisatie van de toegang tot de Wmo, het project De Kanteling, hebben wij de transformatie doorgevoerd. Tot 1 januari 2015 stellen wij de transitie centraal, dat wil zeggen dat wij alle voorbereidingen treffen om gereed te zijn voor de invoering van de Wmo. 2. Uitvoeringsbesluiten Wmo De nieuwe Wmo 2015 en de daarop geënte nieuwe Wmo verordening kent geen domeinen meer zoals in de oude Wmo en de Wmo verordening 2014. In plaats daarvan wordt gesproken over het bieden van (maatwerk)voorzieningen ter ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie, beschermd wonen en opvang. Door de nieuwe Wmo komen het bestaande financieel besluit en de beleidsregels te vervallen. Hiervoor in de plaats gaan wij werken met uitvoeringsbesluiten voor alle Wmo voorzieningen. Hoewel de gemeente vanaf 2015 geen verstrekkingenbeleid meer kent, worden er nog wel hulpmiddelen (zoals scootmobielen, rolstoelen en woningaanpassingen) verstrekt. Wij monitoren jaarlijks de uitvoering van de begeleiding en de contracten stellen wij zo nodig bij. 3. Vrijwilligerswerk Vanaf 2015 hebben nieuwe wetten (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) hun intrede gedaan. Een van de belangrijkste kenmerken van deze wetten is de inzet van eigen kracht en de inzet van vrijwilligers. De nieuwe Wmo draagt de gemeente op om vrijwilligers te ondersteunen. Hiervoor zien wij een belangrijke taak weggelegd voor het steunpunt vrijwilligerswerk van de Stichting MENS, Vrijwillig in Actie De Bilt (VIA). Samen met de stichting gaan wij onderzoek doen naar de mogelijkheden om een vrijwilligerspool op te zetten voor de zorgverlening. Eerder heeft het rijk aangekondigd dat de onderwijsverplichting voor maatschappelijke stages per schooljaar 2015-2016 komt te vervallen en vanaf 2015 hiervoor geen financiële middelen ter beschikking te stellen. De gemeente hecht echter groot belang aan maatschappelijke stages en wil deze in overleg met de stichting MENS en de scholen de komende jaren voortzetten. Met de stichting gaan wij hierover afspraken maken en bekijken wij of kosten besparingen mogelijk zijn. 4. Mantelzorgondersteuning Met de invoering van de nieuwe Wmo zal een groter beroep worden gedaan op het sociale netwerk van de inwoners. Mantelzorgers spelen nu al een belangrijke ondersteuning en die rol zal de komende tijd verder toenemen. Het Steunpunt Mantelzorg van de Stichting MENS organiseert al activiteiten om mantelzorgers te ontlasten. Daarnaast zullen wij in 2015 de ondersteuning van mantelzorgers verder gaan stimuleren.
3b
Prestatie indicatoren
Prestatie indicator 11.1 Aantal aanvragen Wmo voorzieningen (Zorgloket)
2012 p.m
2013 2750
2014 2700
2015 2000
11.2
Aantal cliënten adviseurs wonen, zorg en welzijn
p.m
500
550
500
11.3
Aantal cliënten Helpdesks wijkservicecentra
p.m
650
670
700
11.4
Aantal cliënten AMW
p.m
527
438
440
11.5
Aantal vacatures geplaatst bij vacaturebank
p.m
150
160
165
11.6
Aantal vrijwilligers gematched via vacaturebank
p.m
110
125
125
11.7
Aantal (beursvloer)matches maatschappelijk betrokken ondernemen Aantal leerlingen van VO-scholen in De Bilt die maatschappelijke stage doen Aantal maatschappelijke organisaties uit De Bilt die maatschappelijke stageplaats(en) beschikbaar stellen
81
105
115
115
50
560
560
560
p.m
60
62
65
11.8 11.9
4
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Subsidieprogramma 2015 • Startnotitie Wmo 2015 • Beleidsnotitie Wmo 2015 • Visienotitie maatschappelijke ondersteuning • Beleidskader wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (in voorbereiding)
52
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 11- MAATSCHAPPELIJKE 2015
2016
2017
2018
VOLWASSENENEDUCATIE
ONDERSTEUNING
15.362
15.359
15.260
15.249
EMANCIPATIE
64.715
64.711
64.555
64.537
OPVANG ASIELZOEKERS
98.587
86.585
86.520
86.512
3.134
3.134
3.114
3.111
42.629
42.621
42.370
42.342
140.129
40.129
40.129
40.129
PILOT WMO OPENBARE GEZONDHEIDSZORG uitvoering STELPOST WELZIJNSPROGRAMMA OPENBARE GEZONDHEIDSZORG beleid
597.084
597.084
597.084
597.084
WMO VOORZIENING GEHANDICAPTEN
2.097.089
2.200.881
2.362.427
2.413.623
WMO HUISHOUDELIJKE ZORG EIGEN BIJDRAGEN MAATWERKVOORZIENING EN OPVANG WMO
2.806.462
2.456.395
2.454.184
2.453.936
491.648
491.648
491.648
491.648
ALGEMENE VOORZIENINGEN WMO EN JEUGD
4.251.176
4.457.608
4.331.794
4.319.579
MAATSCHAPPELIJK WERK
699.209
699.200
698.911
698.878
ALGEMENE WELZIJNSTAKEN
476.919
476.863
475.111
474.915
OUDERENWERK
623.037
622.419
621.576
620.939
WIJKSERVICECENTRA
175.467
175.467
175.467
175.467
50.000
50.000
50.000
50.000
12.632.647
12.480.104
12.510.150
12.547.949
OPVANG ASIELZOEKERS
-5.000
-5.000
-5.000
-5.000
OPENBARE GEZONDHEIDSZORG uitvoering
-5.270
-5.270
-5.270
-5.270
INDICATIESTELLING/ZORGLOKET TOTAAL LASTEN
WMO VOORZIENING GEHANDICAPTEN WMO HUISHOUDELIJKE ZORG
-53.100
-53.100
-53.100
-53.100
-1.050.000
-1.050.000
-1.050.000
-1.050.000
OUDERENWERK
-49.123
-49.123
-49.123
-49.123
TOTAAL BATEN
-1.162.493
-1.162.493
-1.162.493
-1.162.493
SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
11.470.154
11.317.611
11.347.657
11.385.456
Toevoeging aan reserves (last)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
11.470.154
11.317.611
11.347.657
11.385.456
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
53
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 12 – WERK EN INKOMEN 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Het programma Werk en Inkomen betreft inkomensondersteuning voor inwoners zonder of met een laag inkomen, de toeleiding naar maatschappelijke en arbeidsparticipatie en aangepast werk voor speciale doelgroepen. De uitvoering gebeurt door de Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) in samenwerking met het werkvoorzieningschap BIGA en het U-pasbureau Utrecht.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Inwoners nemen door arbeidsdeelname en inkomensvoorziening naar vermogen actief deel aan de samenleving.
2B
Operationele doelstellingen
1.
Werk: • Het bevorderen van de maatschappelijke- en arbeidsparticipatie. Inkomen: • Het versterken van het inkomen van burgers die niet of slecht in een eigen inkomen kunnen voorzien. • Het bieden van extra inkomensondersteuning aan inwoners met een laag inkomen.
2.
2C
Effect indicatoren
Effect indicator 12.1 Percentage inwoners met een uitkering (WW en bijstand)
2012 3,2%
2013 4,1%
2014 5.2%
2015 5.2%
12.2
Aantal inwoners met een bijstandsuitkering
526
590
445
490
12.3
28
38
30
38
12.4
Aantal inwoners jonger dan 27 jaar met een bijstandsuitkering Aantal uitstroom uit de bijstand
60
180
120
120
12.5
Aantal sw-geïndiceerden met regulier dienstverband
3,18
3,11
6
6
12.6
Aantal uitkeringsgerechtigden met langdurigheidstoeslag
250
303
255
255
12.7
Aantal aanvragen schuldhulpverlening
175
175
170
180
12.8
Aantal toekenningen bijzondere bijstand
178
180
190
195
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Werk: Participatiewet / arbeidsmarktbeleid Lokaal voeren we de komende jaren het actieplan als onderdeel van ons Lokaal Arbeidsmarktbeleid uit. Centraal staan onze opgaven te zorgen voor meer (passende) werkgelegenheid en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt en tevens om het aantal inwoners in de uitkering terug te dringen. De vijf samenwerkende gemeenten in de regio Kromme Rijn Heuvelrug hebben nieuwe toekomstbestendige strategische regionale kaders ontwikkeld die richtinggevend zijn voor de uitvoering van de Participatiewet. We leggen dwarsverbanden met de andere transities in het sociaal domein. Participatie is het gezamenlijke doel. Uitgangspunten hierbij zijn de samenhang, het maatwerk en de eigen kracht. We doen een beroep op samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties. Daarnaast op het zelf
54
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
oplossend vermogen van onze inwoners en hun omgeving. In deze ontwikkeling is er een speciaal besluitvormingstraject over de uitvoeringsorganisatie sociale werkvoorziening. Dit vanwege het aflopende contract per 1 januari 2015 met de uitvoeringsorganisatie en de nieuwe werkwijze door de komst van de Participatiewet. De Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) transformeert de opdracht uit de Participatiewet en de door de vijf samenwerkende gemeenten geformuleerde “regionale beleidskaders Participatie en Inkomen” tot een effectief dienstverleningsaanbod. Het is de bedoeling dat de Participatiewet vanaf 2015 in werking treedt en dan de Wet werk en bijstand (WWB) en tot op bepaalde hoogte de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Wet Werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) vervangt om mensen die aan de kant staan meer kansen te bieden. Dit jaar starten wij met de uitrol van het nieuwe lokale arbeidsmarktbeleid. Inwoners die ondersteuning nodig hebben kunnen rekenen op een integrale aanpak, waarbij naast werk en inkomen ook aandacht is voor de zorg en begeleiding. Het beleid is primair gericht op het participeren, liefst via werk. Als werk (nog) niet haalbaar is stimuleren we zelfredzaamheid en participatie, onder meer door vrijwilligerswerk. Om de werkgelegenheid voor inwoners met een uitkering te vergroten zoeken wij naar mogelijkheden om de werkgelegenheid te laten groeien, stimuleren we het bedrijfsleven o.a. via social return, vragen wij hulp van maatschappelijk betrokken ondernemers en geeft onze gemeentelijke organisatie hierin het goede voorbeeld. Ook zetten we ons in om instroom in de bijstand te voorkomen, bijvoorbeeld door begeleiding van werk naar werk of tijdens de WW-periode. De resultaten op het terrein van werk en inkomen worden sterk beïnvloed door de conjunctuur. De recessie houdt aan. Ook voor de komende jaren verwacht het Centraal Planbureau een stijging van de werkloze beroepsbevolking en dus ook meer burgers die afhankelijk worden van de bijstand. De begroting van Werk en Inkomen heeft hierdoor te maken met onzekerheid en financiële risico’s. 2. Inkomen
Armoedebeleid Op basis van het uitvoeringsplan van de kadernota "Op eigen kracht" geven wij ook in 2015 invulling aan het gemeentelijke armoedebeleid: een aanbod aan inkomensondersteunende voorzieningen en het stimuleren van maatschappelijke participatie.
3b
Prestatie indicatoren
Prestatie indicator 12.1 Uitstroom van bijstand naar werk
2012 60
2013 59
2014 35
2015 40
12.2
Aantal re-integratie trajecten (totaal regiogemeenten)
850
860
850
750
12.3
Percentage cliënten die stijgen op de participatieladder
72%
31%
60%
60%
12.4
Aantal U-pashouders
1.603
1.301
1800
1750
12.5
1.232
1.451
1200
1150
12.6
Aantal afgesloten trajecten schuldhulpverlening (totaal regiogemeenten) Bereik bijzondere bijstand (aantal)
180
190
190
190
12.7
Aantal kwijtscheldingen (gezinnen)
852
707
700
700
12.8
Afhandelingstermijn Bijzondere Bijstand
8 wk
8 wk
6wk
6wk
12.9
WSW geïndiceerden: aantal geïndiceerden
74
71
65
63
•
wachtlijst
10
9
10
10
•
dienstverband
64
62
60
60
•
detachering
17%
10%
30%
35%
•
Uitstroom geïndiceerde inwoners naar regulier werk
0
0
7
7
•
55
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
4
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Participatie en inkomen in de Regio Kromme Rijn en Heuvelrug. Toekomstbestendige strategische kaders’ • Regionaal Jaarplan Volwasseneneducatie 2015 • Nota Economisch Beleid 2020 “Dynamiek binnen groene kaders” • Verordening Wet Inburgering gemeente De Bilt 2008 • Nota "Op eigen kracht" kadernota armoedebeleid De Bilt 2012-2016 • Bestuursnota “Strategische Heroriëntatie RSD” 2009 • Jaarplan RDWI 2015, Gemeenschappelijke Regeling Dienst Werk en Inkomen kromme Rijn Heuvelrug, overeenkomst RDWI-BIGA Groep BV
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 12- WERK EN INKOMEN
2015
2016
2017
2018
7.664.615
7.664.609
7.664.407
7.664.385
SOCIALE WERKVOORZIENING
1.592.314
1.592.310
1.592.199
1.592.186
REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN
2.067.902
2.067.902
2.067.902
2.067.902
175.000
175.000
175.000
175.000
BIJSTANDSUITKERINGEN
BIJZONDERE BIJSTAND GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN uitvoering PARTICIPATIEBUDGET GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN beleid
636.554
640.832
640.726
640.714
2.640.250
2.545.928
2.449.409
2.371.095
344.762
345.231
346.380
346.334
15.121.397
15.031.812
14.936.023
14.857.616
BIJSTANDSUITKERINGEN
-7.096.498
-7.096.498
-7.096.498
-7.096.498
SOCIALE WERKVOORZIENING
-1.574.915
-1.574.915
-1.574.915
-1.574.915
GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN
-380.293
-387.132
-387.132
-387.132
PARTICIPATIEBUDGET
-604.715
-604.715
-604.715
-604.715
-9.656.421
-9.663.260
-9.663.260
-9.663.260
TOTAAL LASTEN
TOTAAL BATEN SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
5.464.976
5.368.552
5.272.763
5.194.356
Toevoeging aan reserves (last)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
5.464.976
5.368.552
5.272.763
5.194.356
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
56
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 13 – KUNST, CULTUUR EN CULTUURHISTORISCHE WAARDEN 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Dit programma omvat voorzieningen en activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en cultuurhistorie, recreatie en sociaal-cultureel werk (inclusief dorpshuizen).
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Inwoners beschikken over en zetten zich in voor goede voorzieningen op het gebied van de sociale cohesie, het cultureel en economisch klimaat en vrijetijdsbesteding.
2B
Operationele doelstellingen
1.
Cultuur: Inwoners hebben (in onderwijs en vrije tijd) in voldoende mate toegang tot informatie en tot kwalitatief goede activiteiten op het gebied van cultuur, kunsteducatie en amateurkunst. Cultuurhistorie en kunst: • De Biltse samenleving beschikt over kunstvoorwerpen en monumenten die een uiting zijn van de eigen geschiedenis en identiteit; • Inwoners maken kennis met de geschiedenis en ontwikkeling van hun omgeving. Sociaal-cultureel werk en recreatie: • In elke kern zijn voldoende ontmoetingsplekken. • Inwoners worden via het sociaal-cultureel werk meer bij elkaar en de samenleving betrokken. • Er zijn voldoende voorwaardescheppende voorzieningen voor de vraag naar recreatie.
2.
3.
2C
Effect indicatoren
Effect indicator 13.1 Percentage inwoners dat gebruik maakt van bibliotheek 13.2
Percentage jongeren dat gebruik maakt van bibliotheek
13.3
13.5
Percentage inwoners dat gebruik maakt van gesubsidieerde culturele instellingen voor kunsteducatie Percentage jongeren dat gebruik maakt van gesubsidieerde culturele instellingen voor kunsteducatie Tevredenheid inwoners over bibliotheekvoorzieningen (Burgerpeiling)
13.6
Tevredenheid inwoners over recreatievoorzieningen (Burgerpeiling)
13.4
57
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2012 21%
2013 20%
2014 21%
2015 20%
42%
42%
45%
43%
4%
4%
4%
4%
10%
11%
11%
11%
52%
60%
79%
80%
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Cultuur
Toekomst bibliotheekvoorziening In 2015 besluiten wij over de toekomst van de bibliotheekvoorziening in relatie tot een bezuinigingsopdracht. Daartoe heeft de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek geeft inzicht in de effecten van verschillende bezuinigingsvarianten. In samenwerking met burgers en maatschappelijke organisaties zullen wij binnen de financiële kaders naar passende oplossingen zoeken. 2. Cultuurhistorie en kunst
Ontwikkeling Fort Ruigenhoek Na de keuze voor een scenario voor de ontwikkeling van het fort, wordt dit in 2015 gerealiseerd. De uitvoering is wel afhankelijk van het vinden van een exploitant/exploitatiemodel én van Staatsbosbeheer als eigenaar van het fort.
Erfgoedbeleid In 2015 voeren wij erfgoedbeleid uit op basis van de Nota Erfgoedbeleid. Hierin zijn de verschillende aspecten van het Biltse erfgoed tot een integrale visie verbonden en wordt het erfgoedbeleid waar relevant ingekaderd in overige beleidsdoelstellingen van de gemeente De Bilt. Het gaat om de visie tot 2020 waarbij ook een waarderingssystematiek voor erfgoed aan de orde komt. Deze waarderingssystematiek kan worden gebruikt om tot een eindversie van de cultuurhistorische waardenkaart en de gemeentelijke monumentenlijst te komen. In de nota wordt rekening gehouden met landelijke en regionale ontwikkelingen. Specifiek is er aandacht voor het aspect ‘participatie en communicatie’. Tenslotte gebruiken wij de Nota Erfgoedbeleid om nieuwe ruimtelijke maatregelen te beoordelen op hun cultuurhistorische effecten. 3. De Vierstee De sport- en welzijnsaccommodatie De Vierstee in Maartensdijk is verouderd. Naast de variant van nieuwbouw bij het Groenhorstcollege, wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn van renovatie van de huidige Vierstee. In de raadsbreed aangenomen motie in de vergadering van 24 april 2014 wordt het college gevraagd om deze varianten uit te werken en daarbij nadrukkelijk de belanghebbenden te betrekken. Wij verwachten begin 2015 een voorstel aan de raad voor te leggen.
3b
Prestatie indicatoren
Prestatie indicator 13.1 Aantal leners bibliotheek • 13.2
• Jeugdige leners Deelnemers Muziekschool (lessen en ensembles) •
13.3
•
2013
2014
2015
8.843
8.543
8.820
8.200
4.236
4.275
4.515
4.200
783
897
880
880
645
739
725
725
535
551
550
550
102
105
105
105
Totaal
278
290
300
330
Jeugdig tot en met 20 jaar
278
290
300
330
Totaal
• Jeugdig tot en met 20 jaar Deelnemers Masquerade (exclusief activiteiten op scholen) •
58
Totaal
• Jeugdig tot en met 20 jaar Deelnemers Werkschuit (exclusief projecten) •
13.4
Leners
2012
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
4 KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Cultuurnota 2015-2020. • Notitie gemeentebeleid vernieuwing openbaar bibliotheekwerk gemeente De Bilt 2014 • Nota Economisch Beleid 2020; “Dynamiek binnen groene kaders” 2008 • Subsidieprogramma 2015
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 13- KUNST, CULTUUR EN CULTUURHISTORISCHE WAARDEN1 OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK MUZIEKONDERWIJS (OVERIGE) KUNSTZINNIGE VORMING KUNSTBEVORDERING EN -BEOEFENING RECREATIEVOORZIENINGEN (BETAALD) RECREATIEVOORZIENINGEN (GRATIS) DAGRECREATIE DE LEIJEN
2015
2016
2017
2018
1.109.356
996.346
992.932
989.328
844.211
843.946
843.582
843.309
12.152
12.152
12.152
12.152
241.025
166.014
167.967
167.908
35.545
35.495
35.343
35.285
105.365
105.363
105.300
105.293 2.334
2.351
2.351
2.336
51.978
6.972
6.751
6.726
699.927
691.020
685.485
682.639
H.F. WITTE CENTRUM
22.665
22.665
22.640
22.637
MEDIAZAKEN
29.176
29.176
29.151
29.148
KINDERBOERDERIJEN DE VIERSTEE
RECREATIEVE VERENIGINGEN
10.645
10.645
10.645
10.645
DORPSHUIS HOLLANDSCHE RADING
136.720
135.400
133.991
132.659
DORPSHUIS WESTBROEK
100.088
98.426
92.225
90.800
DE GROENE DAAN
74.226
73.897
73.535
73.203
(OVERIG) CLUB- EN BUURTWERK
14.670
14.668
14.598
14.590
BEHEER GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
95.711
95.720
45.683
45.679
3.585.811
3.340.256
3.274.316
3.264.335
TOTAAL LASTEN MUZIEKONDERWIJS KUNSTBEVORDERING EN -BEOEFENING
0
0
0
0
-12.854
-12.854
-12.854
-12.854
-26.439
-26.439
-26.439
-26.439
-1.632
-1.632
-1.632
-1.632
-310.244
-310.244
-310.244
-310.244
BEHEER GEMEENTELIJKE MONUMENTEN RECREATIEVOORZIENINGEN (BETAALD) KINDERBOERDERIJEN DE VIERSTEE H.F. WITTE CENTRUM
-6.694
-6.694
-6.694
-6.694
-31.360
-31.360
-31.360
-31.360
-5.790
-5.790
-5.790
-5.790
DE GROENE DAAN
-22.353
-22.353
-22.353
-22.353
(OVERIG) CLUB- EN BUURTWERK
-18.516
-18.516
-18.516
-18.516
-4.050
-4.050
-4.050
-4.050
-439.932
-439.932
-439.932
-439.932
DORPSHUIS HOLLANDSCHE RADING DORPSHUIS WESTBROEK
BEHEER GEMEENTELIJKE MONUMENTEN TOTAAL BATEN SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
3.145.879
2.900.324
2.834.384
2.824.403
Toevoeging aan reserves (last)
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves (baten)
0
0
0
0
3.145.879
2.900.324
2.834.384
2.824.403
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
1
De lasten binnen dit programma sluiten niet één op één met de subsidiebedragen die genoemd worden in paragraaf 3.8. De reden hiervoor is dat in de bedragen in bovenstaande tabel ook overige uitgaven, interne uren en kapitaallasten verwerkt zijn.
59
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
PROGRAMMA 14 – SPORT EN SPORTACCOMMODATIES 1
OMSCHRIJVING PROGRAMMA
Dit programma richt zich op activiteiten en voorzieningen op het gebied van sport.
2
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
2A
Gewenste maatschappelijke effecten
1.
Inwoners doen aan sport en beweging voor een actieve en gezonde leefstijl.
2B
Operationele doelstellingen
1.
Sportstimulering: • Het sporten en bewegen stimuleren. • Versterken sportaanbieders, vergroten sportaanbod. • Sport inzetten als instrument bij het aanpakken van maatschappelijke problemen. • Intensievere samenwerking tussen buurt-, onderwijs- en sportinstellingen. • Regisseren en coördineren van specifieke projecten gericht op de jeugd (Buurthuis, Onderwijs en Sport-impuls). Sportaccommodaties: • Voorwaarden creëren voor het hebben én in stand houden van een evenwichtig aanbod van sportaccommodaties. • Het bevorderen van goede kwaliteit van sportaccommodaties. • Doelmatig beheren en exploiteren van sportaccommodaties.
2.
2C
Effect indicatoren
PROGRAMMA 14 SPORT EN SPORTACCOMMODATIES Effect indicator 14.1 Percentage sportparticipatie •
RSO-norm (12 maal gesport in afgelopen 12 maanden 6-69 jarigen)
•
Nederlandse Norm Gezondbewegen (5 of meer dagen per week
2012
2013
2014
2015
81%
81%
81%
81%
65%
67%
65%
65%
minimaal 30 min. matig intensief beweegt) •
Volwassenen (ouder dan 19 jaar)
•
Kinderen: - voldoet aan beweegnorm 9 - 12 jaar
91%
91%
91%
91%
- voldoet aan beweegnorm 12 - 19 jaar
76%
81%
85%
85%
- lid sportvereniging 9 - 12 jaar
80%
79%
86%
86%
- lid sportvereniging 12 - 19 jaar
80%
79%
80%
80%
70%
73%
73%
73%
88.098
85.951
93.000
93.000
14.2
Tevredenheid inwoners over sportvoorzieningen (burgerpeiling)
14.3
Aantal bezoeken zwembad
60
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
3a
Activiteiten
1. Sportnota
Kadernota 'Topper in sport en bewegen' In kadernota 'Topper in sporten bewegen' is door de gemeenteraad het kader vastgesteld voor het sporten beweegbeleid voor de jaren 2011 tot en met 2014. In 2014 is een start gemaakt met de evaluatie van de nota. Hierbij zijn de Biltse sportfederatie en alle lokale aanbieders van sport en bewegen nauw betrokken. Op basis van die evaluatie wordt in 2015 bepaald of de werkingsduur van de huidige nota al dan niet in aangepaste vorm wordt voortgezet. Ook het subsidiebeleid voor de sport maakt een onderdeel uit van die evaluatie. 2. Sportstimulering
Doe mee! Het werk van de buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen van Stichting Mens De Bilt, Stichting Delta en Jeugdtheaterschool Masquerade aan sport- en cultuurstimulering en verenigingsondersteuning zetten wij voort. De activiteiten passen bij aan de actuele vraag van instellingen en doelgroepen. Doelgroepen zijn vooral jeugd en senioren. Het preventief werken aan een gezonde leefstijl maakt een steeds belangrijker deel uit van het werk van de buurtsportcoaches in verband met het voorkomen van zorgkosten. In 2015 bouwen wij de samenwerking tussen de zorg en sport- en beweegaanbieders in De Bilt verder uit. Ook is de Buursportvereniging, die sportinstuiven voor de jeugd organiseert, verder ontwikkeld en is er een bijna maandelijks programma van toernooien ontstaan. In 2015 starten wij met een lokaal actieprogramma “Wat beweegt je” dat als doel heeft in samenwerking met de lokale scholen en het jeugdwerk onze kinderen bewust te maken van het belang van goede voeding en meer te laten bewegen. 3. Sportaccommodaties
Binnensportaccommodaties Zwembad Brandenburg De komende raadsperiode komt er een nieuw, duurzaam en energiezuinig zwembad op de huidige locatie. Over de precieze invulling is het college in 2014 in gesprek gegaan met de Biltse gemeenschap, belanghebbenden en de gemeenteraad. In het tweede kwartaal van 2015 worden de resultaten voorgelegd aan de gemeenteraad. Sporthal De Bilt In 2014 is in overleg met het bestuur van het HF Wittecentrum gestart met een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden van nieuwbouw danwel renovatie van sporthal De Bilt op de huidige locatie. Hierbij betrekken wij ook de omgeving van de sporthal. In 2015 wordt duidelijk wat de mogelijkheden zijn.
3b
Prestatie indicatoren
PROGRAMMA 14 SPORT EN SPORTACCOMMODATIES Prestatie indicator 14.1 Aantal sporten dat binnen de gemeente De Bilt te beoefenen is 14.2
2013 29
2014 28
2015 29
Aantal sportaccommodaties •
kunstgrasvelden voetbal, hockey, korfbal
17
17
17
17
•
natuurgrasvelden voetbal, hockey, korfbal
9
9
10
10
59
59
59
59
honk- en softbal
3
3
3
3
sporthallen
3
3
3
3
sportzalen
2
2
2
2
•
gymzalen
7
7
8
8
•
zwembaden
3
3
3
3
• • • •
61
2012 28
tennisbanen
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
4
KADERSTELLENDE NOTA’S Nota/plan • Kadernotitie ‘Topper in Sport en Bewegen’ • Uitvoeringsnota ‘Samenwerking in de Biltse sport- en beweegsector’ 2012-2014 • Beheerplan ‘gemeentelijke sportparken 2014-2025’ • Subsidieprogramma 2015 • Productenboek Doe Mee 2011-2014!
5
WAT GAAT HET KOSTEN? Het financiële kader dat de raad vaststelt en controleert.
PROGRAMMA 14- SPORT EN SPORTACCOMMODATIES ZWEMBADEN SPORTTERREINEN SPORTACCOMMODATIES IJSBAAN BEVORDERING SPORTDEELNAME PASSIEVE SPORTBEOEFENING GROENE SPORTVELDEN TOTAAL LASTEN
2015
2016
2017
2018
1.334.958
1.474.122
1.453.082
1.441.970
183.433
178.014
174.599
171.184
1.403.225
1.462.906
1.450.715
1.442.660
5.196
5.196
5.196
5.196
732.266
731.945
731.186
730.823
1.350
1.350
1.350
1.350
1.032.952
938.158
807.938
913.643
4.693.380
4.791.691
4.624.066
4.706.826
ZWEMBADEN
-517.124
-517.124
-517.124
-517.124
SPORTTERREINEN
-151.070
-151.070
-151.070
-151.070
SPORTACCOMMODATIES
-651.695
-651.695
-651.695
-651.695
-236
-236
-236
-236
-34.656
-34.656
-34.656
-34.656
IJSBAAN BEVORDERING SPORTDEELNAME GROENE SPORTVELDEN TOTAAL BATEN
-1.500
-1.500
-1.500
-1.500
-1.356.281
-1.356.281
-1.356.281
-1.356.281
3.337.099
3.435.410
3.267.785
3.350.545
0
0
0
0
SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES Toevoeging aan reserves (last) Onttrekking aan reserves (baten) SALDO NA BESTEMMING RESERVES
62
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
-161.421
-161.421
-122.000
0
3.175.678
3.273.989
3.145.785
3.350.545
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN
2015
2016
2017
2018
42.072
40.077
38.082
36.087
LOKALE HEFFINGEN
749.329
666.963
670.788
641.968
ONVOORZIEN
105.000
105.000
105.000
105.000
OVERIGE ALGEMENE DEKKINGSMIDDLEN
-319.074
-640.290
-883.014
-883.055
TOTAAL LASTEN
577.327
171.750
-69.144
-100.000
-44.473.409
-44.300.534
-43.488.585
-42.968.638
-556.823
-556.823
-556.823
-556.823
-10.399.506
-10.399.506
-10.399.506
-10.399.506
OVERIGE ALGEMENE DEKKINGSMIDDLEN
-3.287.076
-3.384.835
-3.177.593
-3.119.850
SALDO COMPENSABELE BTW
-1.174.221
-1.046.475
-871.564
-878.304
TOTAAL BATEN
-59.966.035
-59.688.173
-58.494.071
-57.923.121
SALDO VOOR BESTEMMING RESERVES
DIVIDEND
ALGEMENE UITKERING DIVIDEND LOKALE HEFFINGEN
-59.388.708
-59.516.423
-58.563.215
-58.023.121
Toevoeging aan reserves (last)
116.088
522.571
490.298
525.327
Onttrekking aan reserves (baten)
-86.676
-86.676
-86.676
-86.676
-59.359.296
-59.080.528
-58.159.593
-57.584.470
SALDO NA BESTEMMING RESERVES
63
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3
Paragrafen
De paragrafen geven als het ware een “dwarsdoorsnede” van de rekening, bezien vanuit een bepaald perspectief en zijn daarmee een belangrijke aanvulling op de informatie over de financiële positie. 1. Lokale heffingen Deze paragraaf gaat in op de gemeentelijke belastingen. 2. Weerstandsvermogen In deze paragraaf worden de financiële weerstand van de gemeente en de risico’s die de gemeente loopt aan de orde gesteld. 3. Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf gaat vooral in op de onderhoudstoestand en de kosten van wegen, riolering, gebouwen, kunstwerken en dergelijke. 4. Financiering Deze paragraaf gaat in op de wijze waarop de gemeente De Bilt omgaat met haar financiële vermogenswaarden, de treasuryfunctie. 5. Bedrijfsvoering Deze paragraaf omvat de besturing en beheersing van, het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen binnen de gemeentelijke organisatie. 6. Verbonden partijen Deze paragraaf geeft de doelstellingen, activiteiten en de mate van financiële betrokkenheid weer van de samenwerkingsverbanden, waarin de gemeente De Bilt participeert en tevens een bepaalde bestuurlijke invloed kan uitoefenen. 7. Grondbeleid Het grondbeleid van de gemeente De Bilt dient ondersteunend te zijn ten behoeve van de overige programma’s. Door het verwerven, bouwrijp maken en uitgeven van gronden houdt de gemeente immers grip op de realisering van beleid; bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke ordening. 8. Subsidies op sociaal maatschappelijk terrein Deze paragraaf geeft inzicht in het door de gemeente gevoerde beleid omtrent de verlening van subsidies op sociaal maatschappelijk terrein.
64
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3.1
Lokale heffingen
De lokale lastendruk bestaat uit de belastingen en heffingen die de gemeente De Bilt aan de inwoners van de gemeente in rekening brengt om de algemene voorzieningen in stand te houden. Het gaat hierbij om de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, het rioolrecht en de hondenbelasting. Tarievenbeleid Bij de begroting worden jaarlijks de tarieven voor de onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing en het rioolrecht vastgesteld. Ons beleid is erop gericht om de inkomsten uit de onroerende zaakbelasting ten opzichte van het voorgaande begrotingsjaar aan te passen aan het verwachte inflatiepercentage. Voor het jaar 2015 is de OZB opbrengst met 1,5% verhoogd. Aan de bepaling van de tarieven inzake het rioolrecht ligt het in 2010 vastgestelde Gemeentelijk Rioleringplan ten grondslag. De tarieven van de afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op de inkomsten die nodig zijn om de inzameling van afvalstoffen kostendekkend te kunnen realiseren. In de onderstaande tabel zijn de in de begroting geraamde inkomsten uit lokale heffingen opgenomen. GERAAMDE INKOMSTEN UIT LOKALE HEFFINGEN
Begroting 2014
Begroting 2015
OZB Woningen
6.703.446
6.804.387
OZB Niet-woningen (eigenaren)
1.856.223
1.911.077
OZB Niet-woningen (gebruikers)
1.182.661
1.173.391
Afvalstoffenheffing
3.742.789
3.867.897
Rioolheffing
5.389.664
5.448.860
18.874.585
19.205.612
TOTAAL
Ontwikkeling lastendruk In de onderstaande tabellen vindt u een weergave van de ontwikkeling van de lastendruk in de jaren 2013 tot en met 2015. 2013
LASTENDRUKONTWIKKELING VOOR HUURDERS OZB
Gezin 0,00
Alleenstaanden 0,00
2014 Gezin 0,00
2015
Alleenstaanden 0,00
Gezin 0
Alleenstaanden 0
Rioolrecht
256,80
256,80
263,40
263,40
269,40
269,40
Afvalstoffenheffing
244,80
126,00
253,80
131,40
263,40
135,60
Lastendruk
501,60
382,80
517,20
394,80
532,80
405,00
15,60
12,00
15,60
10,20
STIJGING IN EURO’S
2013
LASTENDRUKONTWIKKELING
2014
2015
VOOR HUISEIGENAREN
Gezin
OZB
427
427
449
449
455
455
Rioolrecht
256,80
256,80
263,40
263,40
269,40
269,40
Afvalstoffenheffing
244,80
126,00
253,80
131,40
263,40
135,60
Lastendruk
912,83
794,03
966,20
843,80
987,80
860,00
53,37
49,77
21,60
16,20
Alleenstaanden
STIJGING IN EURO’S
Gezin
Alleenstaanden
Gezin
Alleenstaanden
Het verschil in de toename van de lastendruk komt omdat er geen OZB wordt geheven over de huurwoningen. Om een ontwikkeling van de lastendruk te kunnen berekenen gebruiken wij als voorbeeld een WOZ-waarde van € 413.000 in 2014 en voor 2015 afgerond € 396.500. De gemiddelde WOZ-waarde is met 4 % gedaald. Onroerende zaakbelastingen (OZB) De onroerende zaakbelastingen zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen. Met de opbrengst hiervan dekt de gemeente de lasten van een deel van de gemeentelijke voorzieningen. De tarieven worden uitgedrukt in een percentage van de economische waarde, die wordt vastgesteld op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Voor 2015 is bij het opstellen van de Kadernota 2015 - 2018 een
65
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
percentage van 1,5% opgenomen voor de stijging van de OZB opbrengsten als gevolg van de geschatte inflatie. De totale WOZ-waarde van de woningen is bijna 4% lager dan de waarde die wij in de begroting 2014 hanteerden. Om de begrote opbrengst te realiseren stijgt het tarief voor woningeigenaren hierdoor met 5,6% ten opzichte van 2014. Voor gebruikers en eigenaren van niet woningen is de stijging gemiddeld bijna 14% ten opzichte van 2014. Hier is de tariefstijging een combinatie van inflatiecorrectie en van een waardedaling van ongeveer 8% van deze objecten. Daarnaast wordt geanticipeerd op een autonome waardedaling van € 30 miljoen naar aanleiding van een lopende beroepszaak. Daarbij wordt de helft van het verlies aan inkomsten gecompenseerd door de algemene uitkering. Ook de verwachte leegstand speelt een rol. In de onderstaande tabel zijn de tarieven als percentages van de economische waarde weergegeven. OZB-TARIEVEN 2013 - 2015
Woningen
% VAN DE ECONOMISCHE WAARDE
Niet-woningen
Eigenaren
Gebruikers
Eigenaren
2013
0,0965%
0,1470%
0,1838%
2014
0,1087%
0,1624%
0,2030%
0,1148%
0,1850%
0,2312%
2015 *
*) De tarieven voor 2015 zijn voorlopig, de definitieve tarieven voor OZB worden in december vastgesteld. Dit wordt veroorzaakt doordat de WOZ waardes per 1 januari 2014 nog niet definitief zijn. Afvalstoffenheffing Per 1 januari 2015 zal een belasting worden geheven op het verbranden van afval van € 13 per ton. Het voorstel zal worden uitgewerkt in het (rijks)Belastingplan 2015. Het Belastingplan wordt na Prinsjesdag behandeld in de Tweede en Eerste Kamer. Het ministerie van Financiën heeft geadviseerd om hier op te anticiperen. Voor de gemeente De Bilt betekent dit een belasting van €119.000. Deze kostenstijging is verwerkt in de berekening van de afvalstoffenheffing. Na aanpassing van de diverse gerelateerde kosten bedraagt het tarief voor de afvalstoffenheffing voor meerpersoonshuishoudens in 2015 € 263,40. Dit is € 9,60 hoger dan vorig jaar. Voor eenpersoonshuishoudens zal het tarief € 135,60 bedragen, € 4,20 hoger. Rioolheffing Het meest voorkomende tarief voor de rioolheffing bedraagt in 2015 € 269,40, een stijging van € 6. Bij het vaststellen van de tarieven is gebruik gemaakt van een staffel waarbij het verbruik in m3 leidend is om het tarief te bepalen. Hondenbelasting De hondenbelasting wordt aangemerkt als een onderdeel van de algemene dekkingsmiddelen van de gemeentelijke uitgaven. De tarieven voor hondenbelasting zijn met 1,5% geïndexeerd. De tarieven voor 2015 zijn als volgt: 1e hond € 93,60, elke volgende hond € 187,20 en voor kennels € 374,40. Leges Bij het aanbieden van de legesverordening 2015 worden de tarieven in principe verhoogd met 1,5%. Daar wordt van afgeweken als daar op basis van het onderzoek naar de tarieven van de overige leges aanleiding voor is. Hierover wordt u in het raadsvoorstel legesverordeningen 2015 nader geïnformeerd. Toeristenbelasting De tarieven voor 2015 zijn bij de begroting 2014 reeds vastgesteld op het tarief van 2014 verhoogd met de 3% verwachte inflatie voor 2014. Het tarief voor 2016 zal met 10% worden verhoogd. Daarmee wordt invulling gegeven aan de in deze begroting opgenomen ombuiging.
66
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Kwijtscheldingen Binnen onze gemeente kunnen minder draagkrachtige burgers in aanmerking komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. In principe kan onder voorwaarden kwijtschelding worden verleend voor rioolrecht, afvalstoffenheffing en hondenbelasting (alleen de eerste hond). Bij kwijtschelding past de gemeente een inkomens- en vermogenstoets toe. Met ingang van 2011 is het verlenen van kwijtschelding grotendeels geautomatiseerd. 2014
2014
2015
2015
Totaal begroot
Aantal kwijtscheldingen
Totaal begroot
Aantal kwijtscheldingen
Afvalstoffenheffing
164.779
868
167.201
857
Rioolheffing
221.057
859
213.092
816
8.940
120
10.202
109
KWIJTGESCHOLDEN BELASTING
Hondenbelasting Totaal
394.776
390.495
Uitvoering belastingtaken Sinds 2014 verzorgt de BghU, voor De Bilt de uitvoering van de verordeningen Onroerende Zaakbelastingen, Rioolrechten, Afvalstoffenheffing en Hondenbelasting, alsmede de uitvoering van de kwijtscheldingsregeling en de Wet Waardering Onroerende Zaken. Hiervoor is een dienstverleningsovereenkomst gesloten, op basis van een gemeenschappelijke regeling. Daarmee is een belangrijke efficiencywinst gerealiseerd. Vanaf belastingjaar 2015 wordt de samenwerking verder uitgebreid met 5 gemeenten in het werkgebied van het Hoogheemraadschap, te weten: Bunnik Houten, Lopik, Nieuwegein en Zeist.
67
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3.2
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de aanwezige weerstandscapaciteit en de aanwezige risico’s; het risicoprofiel van de gemeente. Beleidskaders Met de Nota Weerstandsvermogen heeft de gemeente haar risicomanagement vorm gegeven. De gemeentelijke aanpak is integraal waarbij aandacht is voor de volgende aspecten: • voldoende controlebewustheid binnen de organisatie; • een deugdelijke inventarisatie van risico’s; • een optimale beheersing van deze risico’s; • goede informatie en communicatie over risico’s; • voldoende monitoring van bovenstaande stappen. Onder een risico worden mogelijke ontwikkelingen verstaan die de realisatie van de meerjarenbegroting 2015 - 2018 en grond- en investeringsprojecten beïnvloeden. Relevant voor de bepaling van het risicoprofiel zijn die risico’s die niet via verzekering of door een voorziening zijn afgedekt. Voor al deze risico’s is – met inachtneming van de ingezette beheersmaatregelen – een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich in de komende 10 jaar kan voordoen en de (minimale en maximale) financiële impact die deze gebeurtenis dan zal hebben op de gemeente. Alleen risico’s met: • een resterende gemiddelde impact groter dan € 100.000; • een resterende kans dat het risico zich in werkelijkheid voordoet groter is dan 5% en • de kans maal de impact minimaal € 15.000 bedraagt, worden meegenomen in het profiel. Structurele risico’s worden bij de kwantificering 2 maal meegenomen. Het risicoprofiel wordt bepaald met behulp van een Monte Carlo-simulatie per risico. Bij de bepaling van het profiel wordt een betrouwbaarheidspercentage van 95% gehanteerd. Het weerstandsvermogen – het verhoudingsgetal tussen de weerstandscapaciteit en het risicoprofiel – moet minimaal 1 bedragen. Hierbij is als randvoorwaarde aangegeven dat de risicoreserve minimaal 50% van het risicoprofiel moet bedragen. Het risicoprofiel bestaat uit incidentele en structurele risico’s. Bij het weerstandsvermogen zijn de verwachte verliezen van de structurele en de incidentele risico’s afgezet tegen de structurele en de incidentele weerstandscapaciteit. Hierdoor is inzicht verschaft in het structurele en het incidentele weerstandsvermogen. Getroffen maatregelen De gemeente heeft op basis van meerjarige onderhoudsplannen de onderhouds- en vervangingskosten binnen de meerjarenbegroting afgedekt. Daarnaast zijn voorzieningen getroffen voor verplichtingen die rusten op de gemeente. Eind 2012 werd voor verplichtingen circa € 2,4 mln. aangehouden. Eind 2013 werd nog € 1,2 mln. aangehouden. Hiervan wordt € 0,4 mln. aangehouden voor verplichtingen die door de gemeente in het verleden is aangegaan en € 0,7 mln. voor vervangen van activa met uitsluitend maatschappelijk nut (bijv. wegen en overige investeringen in de openbare ruimte) en onderhoud van activa (bijv. scholen en overige gemeentelijke gebouwen). Het restant van circa € 0,1 mln. betreft middelen met een specifieke bestemming. Wanneer de gemeente deze middelen niet aan deze doelen besteedt moeten deze worden terugbetaald aan de verstrekker (in de meeste gevallen de rijksoverheid). Naar verwachting zullen de gevormde voorzieningen in de loop van dit jaar (2014) en de jaren daarna verder afnemen, omdat de onderhoudsplannen worden uitgevoerd. Ook zijn er voorzieningen getroffen voor verlieslatende exploitaties en dubieuze debiteuren. Voor het Centrumplan is een voorziening getroffen van € 4,5 mln. (NCW) en voor De Leijen-Zuid is een voorziening getroffen van € 2,4 mln. Voor dubieuze debiteuren wordt een voorziening aangehouden van € 0,1 mln. VOORZIENINGEN (MAAL € 1.000)
Per 31-12- 09
Per 31-12- 10
Per 31-12- 11
Per 31-12-12
Per 31-12-13
Voorziening voor bestaande verplichtingen
2.915
1.870
1.085
663
379
Onderhoudsegalisatie
4.717
1.816
1.260
1.389
702
534
444
370
141
4.219
2.789
2.422
1.222
Door derden beklemde middelen TOTAAL VOORZIENINGEN
68
7.632
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Een • • • • •
aantal risico’s is verzekerd. Het gaat om de volgende zaken: Politieke molestverzekering voor bestuurders en ambtenaren (excl. brandweer); Gemeentelijke aansprakelijkheid personen- en zaakschade; Collectieve rechtsbijstandsverzekering voor gemeenteambtenaren; Bouw- en montageverzekering (CAR-verzekering); Verzekeringen voor de gemeentelijke voertuigen, gemeentelijke gebouwen (brandverzekering), machinebreuk verzekering (zwembad), verzekering voor kunstwerken (en transport/ verblijf tentoonstellingen) en instrumenten/apparatuur.
De kosten voor deze verzekeringen zijn binnen de begroting gedekt. In de begroting van 2015 is een post voor onvoorziene uitgaven opgenomen van € 105.000 om onvoorziene ontwikkeling te dekken. Gemeentelijke Reserves De gemeentelijke reserves kunnen worden aangewend voor het opvangen van onvoorziene gebeurtenissen. De reserves bedroegen per 31 december 2013 € 20,4 miljoen. OVERZICHT ONTWIKKELING RESERVES* (BEDRAGEN MAAL € 1.000)
2013
Vrije reserve
*)
2016
2017
2018
1.456
1.494
2.109
2.961
3.781
430
-76
95
364
296
-232
14.798
14.536
14.536
14.536
14.536
14.536
Bestemmingsreserves TOTAAL AAN RESERVES
2015
1.429
Begroot resultaat (na bestemming) Risicoreserve
2014
3.700
3.407
3.138
2.871
2.664
2.458
20.357
19.323
19.263
19.880
20.458
20.543
Bovenstaand overzicht betreft de dynamische ontwikkeling van de gemeentelijke vermogen. Hierin zijn de begrote onttrekkingen en stortingen inclusief het begrote resultaat uit de meerjarenbegroting 2014 verwerkt. De risicoreserve is inclusief de reserve Grondexploitaties.
Wanneer de realisatie conform de (meerjaren)begroting 2015 plaatsvindt, zullen de totale reserves in 2018 circa € 0,2 mln. hoger uitvallen dan het huidige eigen vermogen (Jaarrekening 2013). Dit is het gevolg van besteding van de huidige bestemmingsreserves in combinatie met de begrote (positieve) saldi op de (meerjaren)begroting 2015. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit twee onderdelen: de incidentele en de structurele capaciteit. De incidentele capaciteit Incidentele capaciteit is het vermogen om tegenvallers eenmalig op te vangen zonder dat dit invloed heeft op het voortzetten van beleid. De vrij beschikbare reserves bestaan uit: a. De vrij aanwendbare reserves; b. De vrij aan te wenden ruimte binnen bestemmingsreserves; c. De stille reserves.
Ad a.
De vrij aanwendbare reserves
Onder vrij aanwendbare reserves wordt verstaan die reserves waar de raad in eerste aanleg geen specifieke beleidsbestemming aan heeft gekoppeld. Voor deze paragraaf praten we over: De Vrije Reserve De stand per 31 december 2014 is – naar huidig inzicht – € 1,5 mln. Vanaf 2016 wordt hieraan structureel circa € 0,5 mln. aan toegevoegd. Ook het resultaat op de jaarrekening wordt hier jaarlijks mee verrekend. Naar huidig inzicht zal de reserve per 31 december 2018 circa € 3,5 mln. bedragen.
Doelstelling: De algemene reserve wordt gebruikt voor de afwikkeling van exploitatietekorten dan wel overschotten. Ze heeft een bufferfunctie en wordt uitsluitend aangewend voor ongedekte eenmalige lasten.
69
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Ad b.
De vrij aan te wenden ruimte binnen bestemmingsreserves
De risicoreserve en de reserve Grondexploitatie zullen naar huidig inzicht samen per 31 december 2018 € 14,5 miljoen bedragen. Dit is circa € 0,2 mln. lager dan per 31 december 2013. In het lopende jaar wordt een deel van de uitgaven voor grondexploitaties gedekt door de reserve Grondexploitatie. Doelstelling: De reserve is bedoeld voor (on)voorziene ontwikkelingen, bijvoorbeeld calamiteiten die niet afgedekt worden door verzekeringsgelden of andere reserves en voorzieningen. De reserve is toereikend om de (incidentele) risico’s van de gemeente af te dekken. Voor de overige bestemmingsreserves heeft de raad een concreet beleidsdoel vastgesteld. Het gedefinieerde uitgangspunt is dat de financiële middelen voldoende moeten zijn om tegenvallers op te vangen zonder dat dit beleidsgevolgen heeft. Daarom blijven deze buiten de berekening van de weerstandscapaciteit. Als het nodig is, kunnen ze wel gebruikt worden voor het afdekken van onverwachte niet begrote kosten.
Ad c.
de stille reserves
Tot de stille reserves worden gerekend de deelnemingen en bezittingen welke niet noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering of realisatie van programmadoelstellingen en waarvan de reële waarde bij directe verkoop hoger is dan de boekwaarde. Voor de deelnemingen die de gemeente bezit is de economische waarde niet te bepalen, omdat deze niet op een (inter)nationale markt verhandeld worden. Bijna alle gemeentelijke (onroerende) bezittingen zijn voor de bedrijfsvoering noodzakelijk of worden ingezet om beleidsdoelstellingen te realiseren. De gemeente bezit een aantal woningen welke hiervoor niet worden ingezet. De economische waarde van deze 7 woningen is circa € 1,4 mln. Omdat al deze huizen worden verhuurd, komt de directe verkoopwaarde overeen met circa 60% van de economische waarde. De stille reserve wordt hiermee geschat op € 0,8 mln. De structurele capaciteit De structurele capaciteit bestaat uit de middelen die blijvend ingezet kunnen worden om tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van het meerjarig beleid. Het 1. 2. 3.
betreft de volgende middelen: de post voor onvoorziene uitgaven; de ruimte binnen de begroting; de onbenutte belastingcapaciteit.
Ad 1.
Onvoorziene uitgaven (jaarlijks € 105.000 beschikbaar in de begroting)
Deze post wordt gebruikt voor eenmalige onvoorziene ontwikkelingen die bij de begroting niet zijn meegenomen.
Ad 2.
Ruimte binnen de begroting
De gemeentelijke begroting is taakstellend opgesteld, derhalve wordt het resultaat op de begroting meegenomen als ruimte binnen de begroting. Vanaf 2016 wordt in de begroting 2015 – 2018 jaarlijks circa € 0,5 mln. toegevoegd aan de vrije reserves. Dit wordt aangemerkt als structurele ruimte binnen de begroting. Daar het meerjaren resultaat niet structureel wordt dit niet meegenomen bij de structurele capaciteit.
Ad 3.
Onbenutte belastingcapaciteit
Hiermee wordt bedoeld de ruimte tussen de feitelijke opbrengsten uit belastingen en heffingen én de opbrengsten die de gemeente zou ontvangen o.b.v. de uitgangspunten die het rijk hanteert voor de zgn. artikel 12 status in de Financiële Verhoudingswet. Het rijk hanteert bij het toekennen van deze status de volgende uitgangspunten: • alle rechten, heffingen en leges moeten kostendekkend zijn vastgesteld; • het tarief voor de OZB moet zijn vastgesteld op 120% van de rekentarieven die worden gehanteerd bij de vaststelling van de belastingcapaciteit voor het gemeentefonds.
70
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Theoretische opbrengst ONBENUTTE BELASTINGCAPACITEIT T.O.V. ART 12 NORMERING
Percentage van de woningwaarde
Gemeente De Bilt
Opbrengst
Onbenutte belastingcapaciteit
Percentage van de woningwaarde
Opbrengst
OZB woningen eigenaren
0,1362%
8.505.000
0,1148%
7.081.000
niet woningen gebruikers
0,1456%
1.144.000
0,1841%
1.341.000
niet woningen eigenaren
0,1805%
1.726.000
0,2302%
2.105.000
RIOOLRECHTEN
5.390.000
5.390.000
AFVALSTOFFENHEFFING
3.740.000
3.740.000
LEGES
2.440.000
2.440.000
1.424.000
ONBENUTTE BELASTINGCAPACITEIT
1.424.000
Uit bovenstaand berekening blijkt dat de gemeente circa € 1,4 mln. aan onbenutte belastingcapaciteit heeft. Conclusie De totale weerstandscapaciteit van de gemeente bedraagt in 2019 circa € 25,5 miljoen. WEERSTANDSCAPACITEIT
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
1 STRUCTUREEL Onvoorzien
58
105
Onbenutte belasting- en heffingscapaciteit
105
105
105
1.424
2.848
4.272
2.109
2.961
3.781
2 INCIDENTEEL Vrije reserves
3.101
1.429
1.456
1.494
(Begroot) Resultaat
-6.514
430
-76
95
364
296
-232
Risicoreserve
13.754
14.465
14.465
14.465
14.465
14.465
14.465
840
840
840
840
840
Stille reserve Reserve Grondexploitaties TOTAAL
1.150
333
278
71
71
71
71
11.491
16.657
17.021
17.070
19.378
21.587
23.302
Bovenstaande tabel laat zien dat de onbenutte belastingcapaciteit cumulatief meetelt in de weerstandscapaciteit omdat hogere belastinginkomsten structureel zijn. Risicoprofiel Bij de berekening van het risicoprofiel is de onderstaande kansverdeling aangehouden. Omschreven als
Geschatte kans dat het risico zich in werkelijkheid voor zal doen
Zeer onwaarschijnlijk
5%
Onwaarschijnlijk
10%
Uitzonderlijk
20%
Mogelijk
30%
Aannemelijk
50%
Waarschijnlijk
70%
Zeer waarschijnlijk
90%
Alle gemeentelijke bedrijfsactiviteiten zijn beoordeeld op mogelijke risico’s. Op basis van deze beoordeling is de onderstaande tabel samengesteld. In deze tabel zijn alle ontwikkelingen die de realisatie van de meerjarenbegroting 2014 kunnen beïnvloeden als risico meegenomen. Vervolgens is per risico de kans dat het risico zich voordoet en de verwachte minimum en maximum impact van het risico geschat. Tenslotte is aangegeven of het een structureel (S) of incidenteel (I) risico betreft.
71
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
BEKENDE RISICO’S MET GESCHAT PROFIEL PER 31-12-12 BEDRIJFSVOERINGSRISICO’S 1. Compliance (voldoen aan wet en regelgeving) en Integriteit 2. Eigen risicodrager bij Arbeidsongeschikt en ww 3. Bedrijfsvoeringsrisico's 4. Crisisbeheersing 5. In- en externe fraude 6. Informatiebeveiliging RISICO'S BIJ BELEIDSVORMING Projectmanagement (onvoldoende inzicht en beheersing van 1. projecten) 2. Decentralisatie Rijkstaken 3. Beleidsvorming onzorgvuldig (gevolgen misbruik / oneigenlijk grbruik) 4. Onzorgvuldige besluitvorming EIGENDOMSRISICO’S 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Bodemverontreiniging Brand, storm en noodweer bedrijfsgebouwen (onvezekerde schade) Brand, storm en noodweer schoolgebouwen (onverzekerde schade) (Onherstelbare) schade aan inboedel (incl. informatie) Schade aan wegen, riolering, openbare voorzieningen (onverz.) Storing hard- en software (interne/externe oorzaak) Vermissing waardedocumenten / Niet vernietigen oude reisdocumenten Vandalisme / (moedwillige) vernieling gem. bezittingen Diefstal/overval/inbraak
10. Bodemverontreiniging Grondexploitaties en projecten 1. Ondertunneling Leijenseweg 2. Centrumplan Bilthoven (Emmaplein & Vinkenplein en Stationsgebied) 3. De Melkweg 4. De Leijen Zuid 5. Larenstein Voorbereiding mogelijke exploitaties 1. De werkschuit 2. Buys Ballot 3. Julianalaan 42 - 50 4. Aeolusweg 14 5. Groenkanseweg 21 6. Maria Theresiaschool 7. Achterblijvende Locaties Grondbedrijfbezittingen BELEIDSRISICO’S 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Vuilstort Maarsbergen Bestuur Regio Utrecht Recreatieschappen (incl. liquidatie UHVK) Wet Maatschappelijke Ondersteuning Jeugdzorg Onderwijshuisvesting Wettelijke zorgplicht Openbaar Onderwijs (faillissement stichting) Veiligheidsregio Utrecht Algemene uitkering (normeringssysthematiek, lagere rijksuitgaven, 9. BCF) 10. Risico op geraamde belastingen en heffingen 11. Voorzieningenniveau sportaccommodaties 12. Brandweerkazernes (Leyenseweg, Groenekan en Westbroek) Overige openeinde financiering (kwijtschelding, leerlingenvervoer 13. ect.) 14. Actualisering Beheerplannen Openbare Ruimte/ Gebouwen / GRP 15. Nieuwbouw sport en culturele voorzieningen 16. Omgevingsdienst regio Utrecht 17. Regionale Sociale Dienst 18. Wet Werk en Bijstand 19. Minimabeleid 20. Vergunningverlening 21. Bestemmingsplannen AANSPRAKELIJKHEIDSRISICO’S 1. Achtervang constructie Corporaties 2. Gewaarborgde geldleningen 3. (Wettelijke) aansprakelijkheid 4. Legionellabacterie 5. Planschadeclaims TOTAAL RISICO'S GEMEENTE DE BILT
72
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Minimum
Maximum
Kans
S/I
0,3 0,6 1,5 0,2 0,1 0,2
mln. mln. mln. mln. mln. mln.
1,0 1,5 3,9 1,0 0,5 0,6
mln. mln. mln. mln. mln. mln.
Onwaarschijnlijk Waarschijnlijk Uitzonderlijk Onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk
I S S I I I
0,4 1,3 0,1 0,1
mln. mln. mln. mln.
1,2 1,8 0,2 0,2
mln. mln. mln. mln.
Uitzonderlijk Zeer waarschijnlijk uitzonderlijk Waarschijnlijk
I S I I
0,5 0,1 0,1 0,1 0,5 0,5
mln. mln. mln. mln. mln. mln.
1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0
mln. mln. mln. mln. mln. mln.
2,0 mln. 0,1 mln. 0,1 mln.
3,0 mln. 1,0 mln. 0,2 mln.
0,5 mln.
1,0 mln.
Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Uitzonderlijk Mogelijk Mogelijk Zeer onwaarschijnlijk Mogelijk Mogelijk Zeer onwaarschijnlijk
I I I I I I I I I I
1,5 2,2 1,5 1,0 -0,9
mln. mln. mln. mln. mln.
2,0 3,2 3,2 2,1 0,3
mln. mln. mln. mln. mln.
Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk Waarschijnlijk
I I I I I
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,3 0,1
mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln.
0,5 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,6 0,1
mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln.
Waarschijnlijk Waarschijnlijk Waarschijnlijk Waarschijnlijk Mogelijk Mogelijk Mogelijk Mogelijk
I I I I I I I I
0,1 0,5 0,3 0,2 0,1 0,2 0,4 0,1
mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln.
0,2 2,0 0,4 0,3 0,3 0,6 1,0 0,2
mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln.
Zeer onwaarschijnlijk Mogelijk Zeer waarschijnlijk Aannemelijk Mogelijk Aannemelijk Mogelijk Mogelijk
I I I I I S I S
0,6 0,3 0,1 0,3
mln. mln. mln. mln.
1,0 0,6 0,2 0,5
mln. mln. mln. mln.
Aannemelijk Waarschijnlijk Mogelijk Aannemelijk
S S S S
0,1 0,4 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1
mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln.
0,2 0,8 0,4 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,4
mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln. mln.
Aannemelijk Zeer waarschijnlijk Aannemelijk Zeer waarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Waarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk
I S S S S I I I S
Onwaarschijnlijk Mogelijk Onwaarschijnlijk Zeer onwaarschijnlijk Mogelijk
I I I
0,0 mln. 0,1 mln. 0,2 mln.
0,1 mln. 0,6 mln. 1,0 mln.
0,5 mln. 0,1 mln. 20,5 mln.
1,0 mln. 0,5 mln. 49,0 mln.
I I
Als elk risico zich eenmaal manifesteert, zal de gemeente minimaal € 20,5 miljoen en maximaal € 49,0 miljoen moeten opvangen. Bij de bepaling van het risicoprofiel is rekening gehouden met de structurele gevolgen die individuele risico’s in zich dragen. Voor structurele risico’s is tweemaal het intrinsieke risico in het profiel meegenomen, zodat de gemeente haar maatregelen weloverwogen kan nemen. Investeringen die meerjarig nut verschaffen binnen de gemeente, worden geactiveerd. Bij de bepaling van het risicoprofiel voor de gemeente zijn voor investeringen de kapitaallasten voor de eerste twee jaar meegenomen. Bepaling risicoprofiel Het risicoprofiel van de gemeente is gebaseerd op een Monte Carlo simulatie van deze risico’s maal de kans dat deze zich voor kunnen doen. Hierbij is uitgegaan van een zekerheid van 95%. Dit betekent dat de gemeente een relatief grote zekerheid heeft dat – wanneer het risico zich voordoet – dit in voldoende mate binnen het gemeentelijk risicoprofiel is meegenomen. Het risicoprofiel komt op basis van deze uitgangspunten uit op circa € 23,5 mln. Hiermee komt het risicoprofiel nagenoeg overeen met het risicoprofiel bij de jaarrekening 2013. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het verhoudingsgetal tussen de weerstandscapaciteit en het risicoprofiel. In dit verhoudinggetal wordt het huidige risicoprofiel afgezet tegen de weerstandscapaciteit die de gemeente binnen de huidige meerjarenbegroting kan aanwenden.
Weerstandsvermogen
Risicoprofiel
Weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen
23,4 mln.
23,3 mln.
1,00
Het weerstandsvermogen komt hiermee uit op 1,0. Hierbij zijn – conform de nota weerstandsvermogen – de bestemmingsreserves buiten beschouwing gelaten. Wanneer deze in de berekening worden betrokken komt het weerstandsvermogen uit op circa 1,1. Het structureel weerstandsvermogen van de gemeente is 0,35. Hieruit blijkt de relatief kleine structurele weerstandscapaciteit van de gemeente. Risicoprofiel
Weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen
Structureel
5,8 mln.
2,0 mln.
0,35
Incidenteel
11,7 mln.
17,5 mln.
1,49
Het incidentele risicoprofiel plus tweemaal het structurele risicoprofiel komt overeen met het integrale risicoprofiel. De incidentele weerstandscapaciteit vermeerdert met 3 maal de belastingcapaciteit en de post onvoorzien komt overeen met de integrale weerstandscapaciteit.
Solvabiliteit en netto schuldbedrag per inwoner De solvabiliteit is het vermogen van de gemeente om op langere termijn aan haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Het brengt de verhouding in beeld tussen het eigen en het vreemd vermogen. Naarmate de ratio hoger is, financiert de gemeente haar behoefte aan geld meer met eigen vermogen. Hierdoor hoeft zij minder vreemd geld aan te trekken. Dit betekent dat zij gemakkelijker aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De solvabiliteitsratio wordt uitgedrukt als de verhouding tussen het eigen vermogen (EV) en het vreemd vermogen (VV).
Solvabiliteit in percentage EV/VV Schuld per inwoner
2009
2010
2011
2012
2013
46,88%
44,70%
40,86%
31,98%
26,03%
1.650
1.516
1.626
1.602
1.823
De solvabiliteit van de gemeente is in de afgelopen jaren afgenomen. Momenteel (per 31 december 2013) wordt het gemeentelijk bezit voor bijna 76% gefinancierd door vreemd vermogen. Door strak debiteurenbeheer, verkoop van grond en panden en ontvangen subsidies van het Rijk en de BRU wordt de vermogensbehoefte zoveel mogelijk intern gefinancierd. De gemeente betaalde in 2013 2,9% van haar inkomsten aan rente over (bank)leningen. In 2012 was dit nog 3,4%.
73
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3.3
Onderhoud kapitaalgoederen
Algemeen De gemeente De Bilt heeft ongeveer 4.000 hectare aan openbare ruimte in beheer. In die openbare ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats, zoals wonen, werken en recreëren. Voor al die activiteiten heeft de openbare ruimte kapitaalgoederen voor de volgende bestemmingen: • Infrastructuur (wegen, water, riolering, kunstwerken) • Voorzieningen (groen en sportfaciliteiten) • Gebouwen en hulpmiddelen (tractie, brandweer, onderwijs) De gemeente moet al haar kapitaalgoederen onderhouden. Voor het stellen van een kader ten behoeve van de kwaliteitseisen en hiervoor te maken kosten stellen wij beheerplannen op. Er zijn beheerplannen voor de volgende groepen voorzieningen: • Wegen • (Civiele) Kunstwerken • Verkeersregelinstallaties • Riolering • Openbaar groen • Bomen • Tractie • Gemeentelijke sportparken • Gemeentelijke gebouwen • Onderwijshuisvesting Deels zijn deze beheerplannen gericht op regulier repeterend onderhoud en cyclische beheerprocessen, zoals voor het groenonderhoud, boombeheer en klein, dagelijks onderhoud aan wegen en gebouwenonderhoud. Andere plannen zijn meer gericht op vervanging en renovatie, zoals het Gemeentelijk Rioleringsplan en het wegenbeheersplan. Ten aanzien van deze plannen is de volgende specifieke informatie te geven: Wegen, kunstwerken en verkeersinstallaties
Onderdeel wegen Volgens de wet moet de gemeente zorgen voor een goede staat van onderhoud van het gemeentelijk wegennet. Daarom moet het wegennet aan minimale eisen voldoen. Voor het gewenste niveau worden de gebruikelijke richtlijnen van het CROW (nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) gehanteerd. Het kwaliteitsniveau brengen we tweejaarlijks via visuele inspecties in kaart. De fysieke inspecties zijn medio 2014 uitgevoerd en in het wegenbeheersysteem verwerkt zodat we de meerjarenplanning voor wegen hebben kunnen actualiseren en op het beheerplan riolering kunnen afstemmen. In 2015 zijn voor het wegbeheer, naast reguliere onderhoudswerkzaamheden zoals overlagingen en herstratingen, de volgende projecten gepland: • Reconstructie Burgemeester Van Heemstrakwartier • Reconstructie Dorpsweg • Reconstructie Goudhaantjeslaan • Reconstructie Putterlaan
Onderdeel civiele kunstwerken De gemeente De Bilt heeft circa 25 kunstwerken zoals bruggen en viaducten. Het kwaliteitsniveau voor het onderhoud aan kunstwerken is gelijk aan het CROW-niveau ‘basis’. Vanuit de regulier beschikbare budgetten worden hiertoe maatregelen getroffen. Wanneer instandhouding met onderhoudsmaatregelen niet meer mogelijk of realistisch is, dienen we tot vervanging over te gaan.
Onderdeel verkeersregelinstallaties Het beheerplan verkeersregelinstallaties (VRI’s) gaat over het doelmatig beheer en onderhoud van VRI’s in het Biltse wegennetwerk. Onze gemeente heeft 15 verkeersregelinstallaties. De gemiddelde levensduur
74
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
van een VRI is 15 jaar. De meeste VRI’s zijn in de afgelopen jaren (2008 – 2011) vervangen. In de komende jaren bestaan de werkzaamheden voornamelijk uit het regulier onderhoud en schadeherstel. Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Eén van de doelstelling van het beheerplan rioleringen is het doelmatig beheer en onderhoud van de (vuil)waterafvoer in de gemeente. Een groot deel van het rioolstelsel in onze gemeente is vlak na de tweede wereldoorlog aangelegd en loopt nu tegen het einde van de levensduur. Daarom zal veel riolering in de komende 10 à 20 jaar moeten worden vervangen. Het accent zal de komende jaren dan ook liggen op vervanging van verouderde riolering. Om kostendekkend te blijven zal in de komende jaren de rioolheffing stijgen om de nodige vervangingen in de komende jaren uit te kunnen voeren. Uiteraard proberen we deze stijging zo beperkt mogelijk te houden. De Wet Gemeentelijke Watertaken regelt de zorgplicht voor afval-, hemel- en grondwaterbeheer. Het gemeentelijk beleid ligt vast in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). In 2009 is in het kader van deze wet het eerste verbrede GRP voor de jaren 2010 – 2014 vastgesteld. Hierin hebben we ook een aantal extra zorgtaken opgenomen, die via de rioolheffing worden gedekt. We werken aan het vGRP voor de planperiode 2015 - 2019, waarvoor we samen met u de ambities hebben vastgesteld In 2015 zijn voor het rioolbeheer, naast reguliere onderhoudswerkzaamheden, de volgende projecten gepland: • Renovatie hoofdriool DenDolder-waterzuivering (gedeelte) • Vervanging riolering Dierenriem • Vervanging riolering Mozartlaan • Vervanging riolering van Goyenlaan • Vervanging riolering Grote Beer • Vervanging riolering Goudhaantjeslaan • Vervanging riolering Putterlaan Openbaar groen Het doel van het beheerplan groen is het doelmatig beheer van het Biltse groen: alle beplantingen en grasvelden. Beheer vindt plaats volgens de beeldkwaliteitsbeschrijvingen van het CROW en de in het beheerplan vastgelegde kwaliteitsniveaus. Daarnaast moet, wil de gemeente de gebieden langdurig binnen dat kwaliteitsniveau kunnen houden, jaarlijks circa 1 hectare worden gerenoveerd. Bij deze renovaties wordt aangesloten op geplande reconstructieprojecten in het kader van wegen- en rioleringenbeheer. Nu het beeldkwaliteitplan en groenstructuurplan is vastgesteld kan begonnen worden met het opstellen van een groenrenovatieplan. Als dit renovatieplan is afgerond kunnen de financiele middelen beter afgestemd worden tussen het dagelijks beheer en de renovaties.. Gemeentelijke gebouwen De gemeente heeft ongeveer 90 gebouwen in haar beheer. Uitgangspunt hierbij is soberheid en doelmatigheid. In 2011 is een notitie opgesteld ten aanzien van het accommodatiebeleid. In deze notitie is aan de orde gesteld wat tot de gemeentelijke kerntaken behoort en welk gebouwenbezit daarbij past. Op basis daarvan is voor de gebouwen die de gemeente in bezit houdt voor de periode 2014 en verder een Meerjaren Onderhouds Plan (MOP) en een Beheerplan gebouwen opgesteld. Het benodigde onderhoud zal duurzaam worden uitgevoerd conform de Leidraad Duurzaam Bouwen. Sportparken In 2014 is het beheerplan 'Gemeentelijke sportparken' geactualiseerd. Het beheerplan geeft voor de periode 2014-2025 inzicht in de manier waarop de gemeente de sportvelden onderhoudt. Het onderhoud aan de sportvelden is in belangrijke mate uitbesteed. Verder is in het beheerplan budget opgenomen voor groot onderhoud waaronder renovaties van velden en vervangen van bestaande velden. Voor de uitvoering hiervan wordt jaarlijks het sportaccommodatieprogramma vastgesteld door het college.
75
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Onderwijshuisvesting Het beheerplan onderwijs omvat het integraal huisvestingsplan (IHP, nieuwbouw en capaciteitsuitbreiding). De decentralisatie van de huisvesting van het primair en het voortgezet onderwijs heeft de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit hiervan bij het gemeentelijk bestuur gelegd. Handhaving of verbetering van deze kwaliteit respectievelijk uitbreidingen leiden tot financiële consequenties. Om deze financiële gevolgen te beheersen, is een IHP opgesteld die inzicht verschaft in de toekomstige lasten, die voortvloeien uit de verantwoordelijkheden van de gemeente voor onderwijshuisvesting. Hierbij is het in stand houden van het primair en voortgezet onderwijs binnen de gemeente als randvoorwaarde gesteld. Het IHP en het MOP (meerjarig onderhoudsplan) zijn in 2011 herzien. In 2015 wordt het IHP opnieuw ter vaststelling voorgelegd. Vanaf dat moment wordt eveneens rekening gehouden met een wijziging van verantwoordelijkheden: de gemeente is niet langer verantwoordelijk voor het groot onderhoud aan de schoolgebouwen. Dit komt in handen van de schoolbesturen. In 2015 staan de volgende werkzaamheden op de planning: Onderhoudswerkzaamheden: • gymzaal M. Curieweg: belijning, schilderwerk Onderwijskundige vernieuwing: • Van Dijckschool Vervangende nieuwbouw: • Nijepoort • Regenboog
76
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3.4
Financiering
De paragraaf Financiering is een vast onderdeel van de begroting en rekening op grond van de Wet Financiering decentrale overheden (wet Fido). De paragraaf is, in samenhang met het treasurystatuut, een belangrijk instrument voor het transparant maken, het sturen, beheersen en controleren van de financiële middelen. De wet Fido stelt een treasurystatuut voor decentrale overheidslichamen verplicht. Het huidige treasurystatuut is op 27 september 2008 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. In het treasurystatuut is geregeld dat nieuwe leningen en uitzettingen worden afgestemd op de liquiditeitenplanning. De afstemming op de liquiditeitenplanning beoogt bedragen slechts te lenen c.q. uit te zetten gedurende de periode dat zij daadwerkelijk nodig c.q. beschikbaar zijn. Hiermee worden de rentekosten zoveel mogelijk beperkt en de rentebaten geoptimaliseerd. In 2014 is intensief uitvoering gegeven aan de treasury. Door middel van het aantrekken van een langlopende geldlening is de kasgeldlimiet binnen de norm gebleven.
Rentevisie Het economisch herstel (voor zover hier sprake van is) in de euro-zone is nog zeer fragiel. Geprobeerd wordt om met een historisch lage rente de economie te stimuleren. De langetermijnrente, afgemeten aan het rendement van de jongste Nederlandse tienjarige staatslening, is verder gedaald. De rente bedroeg in augustus 2014 gemiddeld 1,2 procent. Dit is 0,2 procentpunt minder dan in juli. De stand is de laagste sinds het begin van de tijdreeks van De Nederlandsche Bank (DNB) medio 1986. De verwachting is dat deze langetermijnrente in 2015 niet veel zal gaan fluctueren Het lange termijn rentepercentage blijft hiermee ver onder het huidige interne rentepercentage van 5,25. Bij het ontstaan van een tijdelijke liquiditeitstekort is het goedkoper om een kortlopende geldlening aan te trekken. Daarom worden er pas langlopende geldleningen aangetrokken als de kasgeldlimiet gedurende drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. Ter voorkoming van een te risicovolle financieringspositie zijn wettelijk normen vastgelegd, uitgedrukt in de kasgeldlimiet en de risiconorm. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet bepaalt het maximale bedrag aan kortlopende geldleningen dat een gemeente mag aantrekken. Het uitgangspunt voor de kasgeldlimiet is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten door een grens te stellen aan korte termijnfinanciering (< 1 jaar). Juist voor korte termijn financiering kan het renterisico aanzienlijk zijn. Indien blijkt dat de kasgeldlimiet gedurende een periode van drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden dient een deel van de kortlopende schuld te worden omgezet in een langlopende schuld. Wanneer de kortlopende rente lager is dan de rente voor langlopende geldleningen, zal uiteraard zoveel mogelijk met kortlopende geldleningen worden gewerkt. De informatie betreffende de kasgeldlimiet dient opgenomen te worden in de financieringsparagraaf bij de begroting en het jaarverslag en hoeft niet meer te worden toegezonden aan de toezichthouder. Alleen als een gemeente of gemeenschappelijke regeling gedurende drie opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt dient er geconsolideerd te worden ofwel moet een deel van de kortlopende middelen worden omgezet in een langlopende financiering en wordt tevens de toezichthouder ingelicht. Voor de interne bedrijfsvoering blijven de kwartaalrapportages wel belangrijk voor het signaleren van overschrijdingen. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van de jaarbegroting en geldt voor het hele jaar. De gemeente mag de kortlopende schuld niet verder laten oplopen dan 8,5% van de begrotingstotaal aan lasten voor bestemming. Voor 2015 betekent dit een limiet van € 7.943.878. De gemeente mag dus korte termijnfinanciering aantrekken tot dit bedrag. Voor 2015 is de prognose dat wij binnen de gestelde kasgeldlimiet blijven. In onderstaande tabel worden, per economische categorie, de te verwachten geldstromen weergegeven.
77
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Prognose mutaties liquiditeiten Categorie
Omschrijving
2015 I
0.0
Niet in te delen baten
-31.500
2015 U
0.0
Niet in te delen lasten
-2.557.200
1.1
Loonbetalingen en sociale premies
14.854.417
1.2
Sociale uitkeringen personeel
2.1
Werkelijk betaalde rente
2.11
Werkelijk ontvangen rente
2.12
Winstuitkeringen
3.0
Personeel van derden
3.1
Energie
3.2.1
Huren
3.2.2
Pachten
-1.097.827
3.3.2
Overige verkopen duurzame goederen
-6.910.191
3.3.3
Overige aankopen en uitbesteding duurzame goederen
3.4
Overige goederen en diensten
292.175 2.486.830 -21.000 -535.823 769.447 1.174.737 -665.129
5.562.893 -7.207.587
3.4.1
Betaalde belastingen
3.4.3
Aankopen niet duurzame goederen en diensten
4.0.1
Belasting op producenten
4.0.2
Belasting op inkomen van gezinnen
4.1.1
Inkomensoverdrachten aan het rijk
4.1.1
Inkomensoverdrachten van het rijk
4.2.1
Baten m.b.t. vergoeding en verhaal sociale uitkeringen
-1.085.600
4.2.2
Overige inkomensoverdrachten van overheid (niet rijk)
-5.000
4.2.2.
Sociale uitkeringen in geld
4.2.3
Sociale verstrekkingen in natura aan personen
4.894.027
4.2.4
Inkomensoverdrachten aan overheid (niet rijk)
17.287.853
4.2.5
Overige inkomensoverdrachten
4.3.2
Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten
Subtotaal
519.447 31.863.264 -10.100.657 -5.729.690 250.000 -53.866.624
390.833
3.093.217 -12.768 -87.269.396
80.881.940
Balansposten
Aflossing geldleningen UG
Balansposten
Aflossing geldleningen OG
Balansposten
Herfinanciering
Balansposten
Investeringen
6.000.000
Balansposten
Betalingen tlv voorziening
1.000.000
Subtotaal
Totaal
-40.000 6.454.454 -5.000.000
-5.040.000
Verwachte cashflow tekort 2015
13.454.454
2.026.998
Rente risiconorm Van renterisico is sprake indien er onzekerheid bestaat rond toekomstige renteniveaus. Deze situatie doet zich op de volgende momenten voor: • Bij variabel rentende geldleningen; • Indien een toekomstige financieringsbehoefte nog niet afgedekt is; • Bij naderende renteaanpassingen van leningen. Voor renterisico’s is in de wet Fido eveneens een norm gesteld. Deze rente risiconorm stelt een limiet aan het risico over de lange termijnfinanciering (opgenomen leningen met een looptijd groter of gelijk aan 1 jaar). Het doel van deze norm is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten, welke consequenties kunnen hebben voor de financiële positie. Aldus bevordert de wet Fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. De norm stelt dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
78
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
De rente risiconorm 2015 bedraagt 20% van € 93.457.387 = € 18.691.477. Onderstaand een overzicht van het verloop van de rente risiconorm: VERLOOP RENTE RISICONORM Te betalen aflossingen (a) Totale lasten in de begroting Vastgestelde percentage Renterisico norm (b) Ruimte t.o.v. de norm (b – a)
2015
2016
2017
2018
6.454.454
6.454.454
7.054.454
7.754.454
93.457.387
85.385.070
81.098.330
85.329.483
20
20
20
20
18.691.477
17.077.014
16.219.666
17.065.897
12.237.023
10.370.546
7.535.502
7.535.502
Kredietrisico (leningen uitgezette gelden) Naast bovengenoemd renterisico loopt onze gemeente ook kredietrisico op de door ons uitgeleende gelden en de door ons, aan plaatselijke verenigingen en instellingen gegarandeerde geldleningen. Per 1 januari 2015 zal het totaalbedrag aan uitgezette leningen € 76.789 bedragen. Dit betreft de verstrekking van drie leningen, waarvan de grootste aan FC De Bilt. Financiering (leningen portefeuille) Op 1 januari 2015 zal het totaal van aangetrokken geldleningen € 76.092.814 bedragen. Aan reguliere aflossingen staat voor het jaar 2015 een bedrag van € 6.454.454 gepland. In onderstaande tabel treft u het verwachte verloop van de langlopende geldleningen aan.
Langlopende geldleningen
2015
2016
2017
2018
76.092.814
74.638.361
74.183.907
74.129.454
Relatiebeheer De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), is al verschillende jaren de huisbankier. De dienstverlening verloopt naar tevredenheid. Daarnaast zijn er rekening-courantverhoudingen met de ING en de Rabobank. Kasbeheer Het beleid van onze gemeente is dat vorderingen tijdig worden geïnd volgens een vaste procedure (gemeentelijke leidraad invordering). Zogenaamde dubieuze debiteuren beoordelen we op basis van een kosten/baten analyse en op juridische haalbaarheid waarna invordering via de gerechtsdeurwaarder plaatsvindt, dan wel de invordering oninbaar wordt verklaard. Voor de (dwang)invordering van belastingdebiteuren maken we sinds de samenwerking met Utrecht in het kader van de belastingen gebruik van de faciliteiten van de Dienst Burgerzaken en Belastingen van de gemeente Utrecht. Voor de ingekomen facturen (crediteuren) streven wij ernaar om de facturen binnen 21 dagen te betalen.
79
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3.5
Bedrijfsvoering
Inleiding De organisatie is de laatste jaren sterk in ontwikkeling. Uitgangspunt hierbij is een organisatie die steeds beter in staat is zijn politieke kerntaken (afwegen en kiezen) uit te voeren, het gemeentelijk gebied effectief en efficiënt beheert en onderhoudt en de dienstverlening aan de burgers goed, net en correct uitvoert. De organisatie moet zich in toenemende mate aanpassen aan een veranderende omgeving. Er komen veel extra taken op de organisatie af, die steeds meer in regionaal verband en met externe partijen moeten worden uitgevoerd. Ook de samenleving vraagt van ons dat wij een open oog en oor hebben voor wat daar speelt. Het collegeprogramma speelt daarop in: we kunnen en willen niet meer alles zelf bepalen. We willen de kracht van de samenleving benutten. Dat heeft gevolgen voor de werkwijze van de ambtelijke organisatie en het vraagt andere competenties van medewerkers. Hiermee is de uitdaging, waar de organisatie in de komende jaren voor staat, in het kort geschetst. Eind 2014 zullen wij een nieuw bedrijfsplan vaststellen voor de periode tot 2018, waarin wij een visie op de organisatie en de ontwikkelingen die op de organisatie afkomen
Accenten in de doorontwikkeling gemeentelijke organisatie Het nieuwe bedrijfsplan zal voortbouwen op wat in de afgelopen jaren al is bereikt. Om ook in de komende jaren een antwoord te hebben op de ontwikkelingen die binnen en buiten de organisatie op ons afkomen, zullen de accenten in de doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie liggen op de volgende punten: 1. Versterking van leiderschap 2. De verdere invoering van de netwerkorganisatie (programmamanagement) 3. De uitwerking van een toekomstbestendig personeelsbeleid (strategische personeelsplanning) 4. De regisserende gemeente 5. De borging van kennis door kwaliteitsmanagement 6. Doorvoeren van Het Nieuwe Werken
Programmamanagement Bij veel beleidstrajecten is de inbreng vanuit meerdere invalshoeken en verschillende disciplines noodzakelijk. Deze trajecten gaan over de grenzen van de afdelingen of de organisatie heen en vragen daarmee om “horizontale” coördinatie. Soms zijn er veel verschillende activiteiten en projecten nodig om die doelstellingen te realiseren. Deze coördinatie wordt vormgegeven door programmatisch werken. Een programma beslaat een geheel van samenhangende projecten en activiteiten om van tevoren gedefinieerde maatschappelijke effecten of organisatiedoelstellingen te realiseren. Programmasturing wordt vormgegeven vanuit een netwerkstructuur om nog meer samenhang te brengen in het geheel van diensten, activiteiten en projecten zodat de gewenste maatschappelijk effecten van het gemeentelijk beleid worden gerealiseerd. De gemeentelijke organisatie werkt met vijf programma’s, deze zijn: 1. Programma strategisch beleid; 2. Programma maatschappelijke ondersteuning; 3. Programma dienstverlening; 4. Programma gebiedsgericht werken; 5. Programma bedrijf in ontwikkeling.
Het Nieuwe Werken De ontwikkelingen rondom de organisatie vragen ook om andere manieren van werken dan de traditionele. In de eerste plaats betekent dit voor belangrijke delen van onze organisatie dat de medewerkers plaats- en tijdonafhankelijk moeten kunnen werken. Ook de traditionele hulpmiddelen zullen meer op de achtergrond komen en zal er meer gebruik worden gemaakt van social media en bijvoorbeeld videoconferences om samen te werken. Ook het gebruik van papier zal aanzienlijk afnemen. Om het
80
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
gemeentehuis deze manier van werken te laten ondersteunen zal het moeten transformeren van ‘werkplaats’ naar ‘ontmoetingsplaats’. Volledige doorvoering van het concept van Het Nieuwe Werken in de fysieke werkomgeving vraagt aanzienlijke investeringen. Met het oog op de financiële positie van de gemeente lijkt dat niet opportuun. Uitgangspunt is vooralsnog dat wij met beperkte middelen toch ruimte geven voor nieuwe manieren van werken.
Informatievoorziening en automatisering Nadat in juli 2012 de intergemeentelijke samenwerking in de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) van start is gegaan, zijn al belangrijke investeringsprojecten gestart en gerealiseerd. Langzamerhand gaan wij steeds meer de vruchten plukken van deze samenwerking. Begin 2015 wordt de migratie naar een nieuwe ICT infrastructuur afgerond. Dan zijn een glasvezelring, een nieuwe telefooncentrale, een nieuwe kantooromgeving en nieuwe servers (“back end”) operationeel. In bedrijfszekerheid, snelheid en in beveiliging zijn wij dan weer “bij de tijd”. Ontwikkelingen in informatievoorziening hebben we nog steeds binnen het bij de start beschikbaar gestelde budget kunnen opvangen. Voor het komende jaar staan belangrijke projecten op de agenda, zoals bijvoorbeeld de implementatie van de basisregistratie Grootschalige Basiskaart Topografie en de implementatie van een nieuw systeem voor interne en externe gegevensdistributie (“Enterprise Service Bus”, onder andere voor aansluiting op landelijke voorzieningen). Bijzondere aandacht vraagt de informatievoorziening rond de nieuwe gemeentelijke taken in het sociaal domein. Ook de organisatieontwikkeling vraagt veel ondersteuning op het gebied van informatievoorziening, zoals het zaak- en procesgericht werken, digitalisering van werkprocessen, de ontwikkeling van beheersystemen en managementinformatiesystemen, etc. Dit alles moet worden ondersteund met gedegen gegevensmanagement en –beheer. Aan de hand van een strategische visie op het informatiemanagement worden deze ontwikkelingen gestuurd en begeleid. Deze in 2013 vastgestelde visie wordt begin 2015 weer herijkt.
Duurzaam personeelsbeleid Duurzame inzetbaarheid van personeel vraagt van medewerkers dat zij zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden en nieuwe eisen die worden gesteld. Niet alleen vakinhoudelijke kennis en vaardigheden zijn nodig voor succes, maar vooral ook visie kunnen ontwikkelen, uitdragen, uitwerken en in onze praktijk kunnen implementeren. Met strategische personeelsplanning spelen wij in op ontwikkelingen als decentralisatie van rijkstaken, (door)regionalisering van uitvoeringstaken, verdergaande digitalisering van de dienstverlening, maar ook op vergrijzing door verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, schaarste op de arbeidsmarkt en hogere eisen van burgers aan onze dienstverlening. De gemeente presenteert zich als een ambitieuze, moderne werkgever met een professionele organisatie, die haar bedrijfsvoering op orde heeft. Tegelijkertijd moet de organisatie inkrimpen. De afgelopen jaren zijn al forse besparingen op de bedrijfsvoering gerealiseerd en ook in de komende jaren zijn verdere bezuinigingen gepland. Met minder medewerkers moet meer werk worden verzet. In de uitvoering van de taken wordt steeds gezocht naar methoden om efficiënter te weken. Medewerkers worden aangesproken op competenties als resultaatgerichtheid, flexibiliteit en samenwerken. Ook van leidinggevenden vraagt dat een andere rol. Met de krimp van de formatie moet steeds de balans tussen belasting en belastbaarheid van medewerkers worden gezocht.
81
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Formatie begroting 2015 Normformatie
Normformatie
Normformatie
Herzien (01-01-2013)
(01-01-2014)
(01-01-2015)
Griffie
2,48
2,48
2,48
Directie (incl. bedrijfsbureau en programmamanagers)
8,92
6,92
3,92
Concernstaf
52,18
51,08
53,48
Beleid en Strategie
31,55
29,22
26,64
Beheer openbare ruimte
84,67
84,17
83,37
Publiekszaken
52,41
50,80
49,42
232,21
224,67
219,30
2,20
2,20
2,20
234,41
226,87
221,50
Afdeling
SUBTOTAAL NORMFORMATIE Formatie i.v.m. ondernemingsraad (vervangingsbudget) TOTALE NORMFORMATIE
Het verschil tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2015 kan worden verklaard door diverse taakstellingen op de verschillende afdelingen en kleine verschuivingen door wijziging in de organisatie.
Integriteit De gemeente werkt in opdracht van en voor burgers, bedrijven en instellingen. Integriteit van bestuurders en ambtenaren is daarbij essentieel. Het integriteitbeleid is vormgegeven. De nadruk lag en ligt op de permanente bewustwording van integriteit in de dagelijkse praktijk voor zowel ambtenaren als bestuurders. De integriteitregels voor zowel de bestuurders als de ambtenaren zijn vastgelegd in gedragscodes en het informatiebeveiligingsbeleid. Wanneer zich een integriteitschending voordoet zal de overtreder op deze schending worden aangesproken. In 2014 is een nieuwe gedragscode voor het personeel vastgesteld.
82
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3.6
Verbonden partijen
1. Afvalverwijdering Utrecht (AVU) • Vestigingsplaats Soest • Doel Het doel van deze gemeenschappelijke regeling is het verzorgen van een doelmatige en verantwoorde uitvoering van het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. • Programma 9. Milieu • Deelnemende partijen Deelnemers zijn de provincie Utrecht en alle gemeenten binnen deze provincie. • Publiek belang De regeling draagt zorg voor een adequate, reguliere en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde verwerking van de door de gemeenten ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en de inzameling van glas, papier en karton. • Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten en de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling AVU. Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden te benoemen door provinciale staten, twee leden uit de stad Utrecht te benoemen door de gemeenteraad en één deelnemer per overige gemeente, te benoemden door de betreffende gemeenteraden. • Financieel belang De AVU sluit contracten af met verwerkers voor het transport en de verwerking van diverse afvalstromen. De kosten van de taken worden bij de deelnemers in rekening gebracht. Alle in enig jaar gemaakte kosten worden in dat jaar verrekend met de deelnemende gemeenten. Op basis van de AVU-begroting 2015 zal de totale bijdrage van onze gemeente ca. € 800.500 zijn. • Risico’s Alle in enig jaar gemaakte kosten worden aan de deelnemers doorberekend. De kans op tegenvallers is niet groot doordat de tarieven tot en met 2018 zijn vastgesteld. • Overige relevante gegevens De gemeenschappelijke regeling AVU heeft op 31 december 2012 deelnemingen in: N.V. Rova Holding, minderheidsbelang N.V. Rova Holding, achtergestelde lening € 69.882 B.V. Afvaloverslag Ede, 50%
2. Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst regio Utrecht (GGDrU) • Vestigingsplaats Zeist • Doel Het openbaar lichaam heeft als doelstelling de belangenbehartiging van de deelnemers op het gebied van de openbare gezondheidszorg. • Programma 11. Maatschappelijke Ondersteuning • Deelnemende partijen De gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist. • Publiek belang De Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst regio Utrecht behartigt zaken die van groot belang zijn voor de openbare gezondheidszorg. Het gaat daarbij om die onderdelen van de gezondheidszorg en het openbaar bestuur die zich richten op het voorkomen van ziekten (collectieve preventie) en de bescherming en bevordering van de gezondheidszorg van de gehele bevolking of groepen binnen de bevolking.
83
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
•
•
Bestuurlijk belang De gemeente is deelnemer in de Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst regio Utrecht en heeft meervoudig stemrecht (3 stemmen). Financieel belang Na de wijziging van GGD Midden Nederland in GGD regio Utrecht is voor 2015 de eerste geïntegreerde begroting opgesteld. Deze begroting staat in het licht van een stormachtige groei die de GGD meemaakt. De organisatie is sterk gegroeid door nieuwe taken (0 – 4 jarigen zorg Utrecht West, en de GGD-check) en uitbreiding van taken door toetreding van de stad Utrecht. De gemeentelijke bijdrage voor de gemeente De Bilt in 2015 is als volgt geraamd: Gemeenschappelijk deel A : € 196.500,00 Pluspakket A+ : € 14.000,00 Gemeenschappelijk deel B : € 286.400,00 Pluspakket B : € 93.400,00 --------------------------------------------------------------------Totaal exclusief DD jgz : € 590.300,00 DD jgz gemeenschappelijk
:
€
32.200,00
Deze uitgaven passen binnen de begrotingsposten ‘Inwonersbijdrage GGDrU gemeenschappelijke en regionale taken’ en ‘Electronisch kinddossier’ in de gemeentebegroting 2015.
Het gemeenschappelijk deel A bestaat uit: Infectieziektebestrijding; TBC bestrijding; Technische hygiënezorg (preventie), Medische Milieukundige zorg; Gezondheidsonderzoek Epidemiologie; Gezondheidsbescherming/ bevordering; Forensische zorg. Het Pluspakket A+ bestaat uit: Advisering publieksevenementen; medische milieukundige zorg; lokaal en verdiepend epidemiologisch onderzoek; forensische zorg. Het gemeenschappelijk deel B bestaat uit: jeugdgezondheidszorg 4 – 19; Rijksvaccinatieprogramma; psychotrauma jeugd; leskisten. Het Pluspakket B bestaat uit: Aanvullende taken jeugdgezondheidszorg 4 – 19; OGGZ; Inspecties kindercentra.
3. Commissie milieuhygiëne voor het luchtvaartterrein Hilversum • Vestigingsplaats Haarlem • Doel Overleg te voeren en voorlichting te geven omtrent de milieuhygiëne rond het luchtvaartterrein Hilversum. • Programma 9. Milieu • Deelnemende partijen Provincie Noord-Holland, Provincie Utrecht, de gemeenten De Bilt, Hilversum, Stichtse Vecht en Wijdemeren, Inspectie VROM en overige belanghebbenden. • Publiek belang De commissie voor Hilversum is geen ‘gemeenschappelijke regeling’, maar is een commissie ingesteld op basis van de Luchtvaartwet. Op basis van de ligging binnen een bepaalde straal moet de gemeente hieraan bestuurlijk deelnemen. • Bestuurlijk belang De gemeente De Bilt bestuurlijk vertegenwoordigd in de commissie. • Financieel belang Er is geen financieel belang. 4. Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) • Vestigingsplaats Zeist • Doel Het zo bedrijfsmatig mogelijk (doen) uitvoeren van de taken van de deelnemende gemeentebesturen op de terreinen van werk en bijstand (incidenteel en periodiek), aanvullende regelingen en de Wet
84
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
• • •
•
•
•
•
sociale werkvoorziening (WSW). De Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) richt zich daarbij zowel op een efficiënte bedrijfsvoering als op een klantgerichte - en effectieve dienstverlening. Inwoners met een bijstandsuitkering en met een indicatie voor sociale werkvoorziening worden begeleidt naar regulier werk op de arbeidsmarkt of bij de sociale werkvoorziening. Programma 12. Werk en inkomen Deelnemende partijen De gemeenten: Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist. Publiek belang De RDWI is de uitvoeringsorganisatie voor de taken op het terrein van werk en bijstand, schuldhulpverlening, inburgering van vluchtelingen en de aanvragen kinderopvang. De voor de sociale werkvoorziening geïndiceerde inwoners worden in principe gedetacheerd bij de BIGA groep BV als zijnde de regionale uitvoerder van de sociale werkvoorziening. Bestuurlijk belang Met het raadsbesluit van 31 mei 2012 is sprake van de integratie van de gemeenschappelijke regelingen SWZ en RSD. In deze nieuwe GR RDWI is ook het stemrecht van de deelnemende gemeenten geregeld. Financieel belang Alle deelnemende gemeente betalen volgens een verdeelsleutel naar rato bij aan de apparaatskosten van de RDWI. De rijksbudgetten bedoeld voor bijstandsuitkeringen, re-integratie, kinderopvang en sociale werkvoorziening gaan een op een over naar de RDWI. Tekorten op het rijksbudget zijn gedeeltelijk voor risico van de gemeente. Risico’s Het aantal bijstandsuitkeringen blijft groeien. Een onzeker factor blijft of het rijksbudget voldoende is om de kosten aan bijstandsuitkeringen te dekken. De komst van de Participatiewet per 2015 gaat gepaard met bezuinigingen en een verplichte afbouw van de WSW. Beleidsvoornemens Beleid en uitvoering op grond van de Participatiewet is voorbereid. Keuzes over de uitvoering en de financiering van de sociale werkvoorziening zijn gemaakt.
5. Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied • Vestigingsplaats Utrecht • Doel Deze gemeenschappelijke regeling is ingesteld ter behartiging van het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie en de bescherming van natuur en landschap. • Programma 13. Kunst, cultuur en cultuurhistorische waarden • Deelnemende partijen Gemeenten Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Leusden, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg, Wijk bij Duurstede en Zeist en de Provincie Utrecht. • Publiek belang Door bundeling van de bevoegdheden kan samenhangend beleid worden bepaald en uitvoering worden gegeven aan onder andere de aanleg en verbetering van recreatieve voorzieningen, het in stand houden en verbeteren van natuur- en landschapsschoon. Hierdoor worden voor de bewoners en bezoekers van het werkgebied, meer en betere mogelijkheden geboden voor recreatie. In 2014 is beslotenm over te gaan tot opheffing van dit recreatieschap per 01-01-2018. Daar wordt in deze begroting ook naartoe gewerkt. De begroting staat in het teken van de overdracht van voorzieningen, het zoeken naar rechtsopvolgers en het afbouwen van de samenwerking. Dit is in lijn met de door het AB van het recreatieschap UHVK genomen besluiten tot opheffing. • Bestuurlijk belang De gemeente De Bilt is deelnemer in de gemeenschappelijke regeling. • Financieel belang De bijdrage van onze gemeente is het aantal inwoners van de voormalige gemeente De Bilt op 1 januari van het betreffende jaar. De bijdrage van De Bilt in 2015 bedraagt € 62.612,-.
85
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
6. Vuilstortplaats Maarsbergen • Vestigingsplaats Maarn • Doel Met deze gemeenschappelijke regeling worden de belangen behartigd van de deelnemende gemeenten, die bestaan uit het voorkomen en zoveel mogelijk beperken van schadelijke effecten op het fysieke milieu ter plaatse en in de omgeving van de gesloten stortplaats te Maarsbergen. • Programma 9. Milieu • Deelnemende partijen De gemeenten Bunnik, De Bilt, Renswoude, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. • Publiek belang Het zoveel mogelijk verkomen van schade aan het milieu. • Bestuurlijk belang De gemeenschappelijke regeling is per 31 december 2007 geliquideerd. Met de provincie Utrecht is een overeenkomst aangegaan die voorziet in het beheer en onderhoud van de vuilstortplaats tot 2037. Op dat moment eindigt de nazorgverplichting in verband met het milieu. • Financieel belang Er is geen financieel belang. 7. Omgevingsdienst Regio Utrecht • Vestigingsplaats Utrecht • Doel De omgevingsdienst draagt zorg voor een doelmatige, kwalitatief goede efficiënte en controleerbare uitvoering van de door de deelnemende gemeente opgedragen taken. Dit betekent dat voor de meeste gemeenten alle wettelijke milieutaken vergunningverlening, controles en handhaving etc. en een deel van de niet - wettelijke (beleids)taken worden uitgevoerd. Daarnaast worden voor sommige gemeenten ook taken op het gebied van bouwtoezicht uitgevoerd. • Programma 11. Milieu • Deelnemende partijen De gemeenten: Bunnik, De Bilt, Vianen, Utrechtse Heuvelrug, Zeist en andere regio gemeenten. • Publiek belang Uitvoeren van omgevingstaken namens gemeenten op een efficiënte en deskundige wijze. • Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling. • Financieel belang De bijdrage van de gemeente bestaat uit een uurtarief van € 81,50 (prijspeil 2014) voor de uitvoering van jaarlijks in een programma overeengekomen taken en het bieden van een platform voor overleg over ontwikkelingen op het gebied van de leefomgeving in de ruimste zin. Wij verwachten een bijdrage van 672.701,- in 2015. Dit bedrag omvat de zogeheten ‘gegarandeerde uren’ (4291 uren), de ‘handhavingsuren’ (3113 uren) en de ‘projecturen monumenten’ (850 uren). Voor deze onderdelen zijn meerjarige contracten afgesloten binnen het Uitvoeringsprogramma. Daarnaast hebben wij in onze begroting € 43.358,- opgenomen om de zogeheten ‘tijdelijke uren’ (532 uren) in te vullen. Dit zijn kleine projecten binnen het Uitvoeringsprogramma.
8. Gasdistributie Zeist en Omstreken (GZO) • Vestigingsplaats Zeist • Doel Dit openbaar lichaam had als belang het verzorgen van de gasdistributie, tegen gelijke prijzen, in de deelnemende gemeenten op een veilige en efficiënte wijze, alsmede het verhuren van warmwaterapparatuur en het bevorderen van een doelmatig energiebeheer. In 2001 heeft verkoop plaatsgevonden van de activa van het GZO aan Eneco.
86
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
• • • •
Programma Algemene dekkingsmiddelen Deelnemende partijen De gemeenten Zeist, De Bilt, Bunnik en Utrechtse Heuvelrug. Bestuurlijk belang Het GZO is in liquidatie; er is geen bestuurlijk belang meer. Financieel belang Het batig resultaat van de GZO wordt verdeeld over de deelnemers naar rato van de gemiddelde gasopbrengst over de jaren 1990 tot en met 1999.
9. Recreatieschap Stichtse Groenlanden • Vestigingsplaats Utrecht • Doel Deze gemeenschappelijke regeling is ingesteld ter behartiging van het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie en de bescherming van natuur en landschap. • Programma 13. Kunst, cultuur en cultuurhistorische waarden • Deelnemende partijen De gemeenten De Bilt, Houten, Lopik, Stichtse Vecht, Nieuwegein, Utrecht, Woerden en IJsselstein, alsmede de Provincie Utrecht. • Publiek belang Door bundeling van de bevoegdheden kan samenhangend beleid worden bepaald en uitvoering worden gegeven aan onder andere de aanleg en verbetering van recreatieve voorzieningen, het in stand houden en verbeteren van natuur- en landschapsschoon. Hierdoor worden voor de bewoners en bezoekers van het werkgebied, meer en betere mogelijkheden geboden voor recreatie. • Bestuurlijk belang Gemeente De Bilt is deelnemer in de gemeenschappelijke regeling. • Financieel belang De bijdrage van onze gemeente is gebaseerd op het aantal inwoners van de voormalige gemeente Maartensdijk op 1 januari van het betreffende jaar. De bijdrage van De Bilt in 2015 bedraagt € 32.185,-. De begroting markeert het begin van een nieuwe vierjarige budgetperiode waarin de samenwerking wordt gecontinueerd.
10. Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen • Vestigingsplaats Breukelen • Doel Het beheren en beschikbaar stellen van de archieven van haar leden. Daarnaast voert het Regionaal Historisch Centrum (RHC) het wettelijke archieftoezicht uit op het gemeentelijke informatiebeheer. • Programma 13. Kunst, cultuur en cultuurhistorische waarden • Deelnemende partijen De gemeenten De Bilt, De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Weesp • Publiek belang Het RHC Vecht en Venen adviseert en voert haar wettelijke toezichtstaak uit betreffende de documentaire informatiehuishouding van de deelnemende gemeentelijke organisaties. Daarnaast is het RHC Vecht en Venen ook verantwoordelijk voor het toezicht bij gemeenschappelijke regelingen die binnen de regio vallen. Het RHC Vecht en Venen beheert voor zijn leden de archieven van 20 jaar en ouder. Een belangrijk onderdeel van de wettelijke taak is het beschikbaar stellen van archiefmateriaal voor onderzoek, zowel voor het publiek als voor de ambtenaren van de aangesloten leden. Daarnaast bewaart het RHC Vecht en Venen ook archieven van particuliere personen en instellingen om zo haar rol als bewaker van het (meest papieren) culturele erfgoed waar te maken. • Bestuurlijk belang De gemeente neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling. • Financieel belang De gemeentelijke bijdrage is samengesteld uit:
87
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
een bijdrage op grond van het aantal strekkende meters archieven van de aangesloten gemeenten in beheer bij het RHC Vecht en Venen; een bijdrage op grond van het aantal inwoners van de gemeente; een bijdrage op grond van noodzakelijke af te nemen extra diensten van het RHC Vecht en Venen. De bijdrage voor 2014 wordt begroot op € 155.977.
11. Vitens N.V. • Vestigingsplaats Utrecht • Doel Exploitatie van een drinkwaterbedrijf. • Programma Algemene dekkingsmiddelen • Deelnemende partijen Provincies en gemeenten in het voorzieningengebied van Vitens. • Publiek belang Doel van Vitens is het uitoefenen en in stand houden van een publiek (drink)waterbedrijf (waaronder winning, productie, transport en distributie van water). • Bestuurlijk belang De gemeenten en provincies in het voorzieningsgebied van Vitens zijn de publieke aandeelhouders. Zij hebben geen directe bemoeienis met de dagelijkse gang van zaken binnen het bedrijf. Het belang van De Bilt in Vitens is 0,834%. • Financieel belang Wij hebben 41.879 Vitens aandelen. De verwachte dividend voor 2015 bedraagt € 100.000. Het waardeverschil dat naar aanleiding van de fusie met Hydron ontstond, is gecompenseerd met een (achtergestelde) geldlening die Vitens in 15 jaren aflost tegen vergoeding van een verhoogd rentepercentage. De verwachte rente over 2015 is € 13.981.
12. Welstand en Monumenten Midden Nederland •
Vestigingsplaats
•
Doel
•
Programma
•
Deelnemende partijen
Bunnik Het bevorderen van de bouwkundige, monumentale en landschappelijke schoonheid. 15. Kunst, cultuur en cultuurhistorische waarden De gemeenten: Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist. •
Publiek belang Welstand en Monumenten Midden Nederland geeft uitvoering aan adviestaken ingevolge de wet algemene bepaling omgevingsrecht
•
Bestuurlijk belang
•
Financieel belang
De gemeente neemt deel in de gemeenschappelijke regeling. De WMMN brengt voor uitgebrachte adviezen een tarief aan de betreffende gemeente in rekening. De gemeente brengt die kosten normaliter in rekening aan de uiteindelijke aanvrager van de vergunning. Indien de baten van de WMMN meer bedragen dan de lasten wordt het verschil gereserveerd, met dien verstande dat die reserve door het algemeen bestuur wordt gemaximaliseerd. Indien de reserve het maximum heeft bereikt en het positieve overschot ook niet wordt aangewend voor de tariefbepaling in het volgende jaar, wordt het overschot aan de deelnemende gemeenten uitgekeerd. •
Risico’s In 2013 is een liquidatie actieplan opgesteld door Ernst & Young. In de AB-vergadering van september 2013 is dit plan vastgesteld. Het plan behelst opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling, uiterlijk per 1 januari 2017 en voortzetting van de dienstverlening vanuit een nieuw op te richten stichting die nauw zal samenwerken met Landschap Erfgoed Utrecht. In december heeft een ruime meerderheid
88
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
van de raden van de aangesloten gemeenten, waaronder De Bilt, ingestemd met de opheffing van de GR en het liquidatieactieplan.
13. Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) • Vestigingsplaats Den Haag • Doel Het collectief en individueel bijstaan van haar leden bij het vervullen van haar bestuurstaken. • Programma 1. Bestuurlijke aangelegenheden. • Deelnemende partijen Vrijwel alle Nederlandse gemeenten. • Publiek belang De gemeente is lid van de vereniging die als doel heeft de leden collectief en individueel bij te staan bij het vervullen van hun bestuurstaken. Ook vertegenwoordigt de vereniging de gemeentelijke werkgevers (College voor Arbeidszaken) in de onderhandelingen met werknemersorganisaties over arbeidsvoorwaarden. Binnen de vereniging bestaan provinciale afdelingen, die als regionaal bestuurlijk overlegplatform functioneren. • Bestuurlijk belang De gemeente heeft als lid stemrecht in de algemene ledenvergadering. • Financieel belang De jaarlijkse bijdrage voor de VNG wordt bepaald tijdens de ledenvergadering. Het bedrag voor 2015 wordt gesteld op € 66.695
14. Bestuur Regio Utrecht (BRU) • Vestigingsplaats Utrecht • Doel Het BRU heeft tot doel de behartiging van belangen met een regionaal karakter, teneinde een evenwichtige ontwikkeling in het gebied te bevorderen, onder meer door het bepalen van de hoofdlijnen van de gewenste ontwikkelingen in het gebied door middel van planning, sturing, ordening, integratie en uitvoering ter zake van de beleidsterreinen als bedoeld in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen Plus en andere bijzondere wetten. • Programma 1. Bestuurlijke aangelegenheden • Deelnemende partijen De gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen, IJsselstein en Zeist. • Publiek belang Bij het BRU wordt beleid voor de regio ontwikkeld en vastgesteld. Vervolgens begeleidt het BRU de uitvoering en ziet het toe op concrete resultaten. De samenwerking in het BRU biedt de regio de mogelijkheid om met één krachtige stem naar buiten treden. Zo staan de gemeenten samen sterker in hun contacten met bijvoorbeeld de landelijke overheid. • Bestuurlijk belang De gemeente is via raads- en collegeleden vertegenwoordigd in zowel het AB (drie Biltse leden) als het DB (een Bilts lid) van de gemeenschappelijke regeling. • Financieel belang Omdat het grootste deel van de inkomsten wordt vergaard uit rijkssubsidies is de financiële bijdrage relatief gering. Gemeente De Bilt betaalt een regiobijdrage per inwoner van € 3,10. Het bedrag voor 2015 wordt gesteld op € 130.299.
15. Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) • Vestigingplaats Huizen • Doel
89
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
• • •
•
Het WSW geeft garanties aan financiers die woningcorporaties leningen verstrekken voor sociale woningbouwprojecten en leningen voor maatschappelijk vastgoed. Dankzij deze garanties kunnen corporaties geld lenen tegen gunstige voorwaarden. Programma Algemene dekkingsmiddelen Deelnemende partijen N.v.t. Publiek belang Het WSW is hét onafhankelijke instituut dat optimale financiering van vastgoed in de publieke sector mogelijk maakt voor aangesloten instellingen en daarmee wil bijdragen aan de kwaliteit van de samenleving. Financieel belang Om voldoende zekerheid te kunnen bieden met het oog op de financiers dient het WSW een eigen risicovermogen op te bouwen. Dit vermogen bestaat onder andere uit een eenmalige storting van het Rijk voor de woningverbetering en bijdragen van de deelnemende corporaties. Tot 2011 hadden de gemeenten en het Rijk zich verplicht tot aanvullende stortingen als het vermogen van het WSW minder zou bedragen dan 0,25% van de uitstaande garanties. Het Rijk en de gemeenten moesten in dat geval beide voor de helft bijdragen in het benodigde bedrag. Gezien de risico’s dat deze regeling met zich mee bracht heeft het Rijk in 2010 besloten om de garantiefunctie voor leningen vanaf 2011 voor 100% eigen rekening te nemen.
16. Stuurgroep Kromme Rijnlandschap • Vestigingsplaats Bunnik • Doel Het beheer en ontwikkelen van kleinschalige landschapselementen. • Programma 8. Beheer openbare ruimte • Deelnemende gemeenten De gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist. • Publiek belang Deze samenwerking richt zich op het verbeteren van natuur en landschap in het gebied van de Kromme Rijn. Zij doet dit onder andere door het maken van plannen voor de aanleg van paden, erfen laanbeplantingen, de aanleg en onderhoud van landschapselementen en het aanvragen van verschillende subsidiemogelijkheden. • Bestuurlijk belang De gemeente De Bilt is één van de deelnemers aan de stuurgroep (geen formele structuur). • Financieel belang De gemeente betaalt een beperkte bijdrage in de algemene kosten van deze samenwerking en geen bijdrage in de kosten van de coördinator. Onze bijdrage voor 2014 is ca. € 5.000.
17. Halt Regio Utrecht • Vestigingsplaats Utrecht • Doel Halt levert een bijdrage aan de preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit. Daarnaast is Halt actief op het gebied van advisering, voorlichting en de ontwikkeling en uitvoering van preventieprojecten. • Programma 3. Openbare veiligheid • Deelnemende partijen Alle gemeenten binnen de provincie Utrecht. • Publiek belang Het Alternatief (HALT) wil jongeren die een overtreding/lichte vergrijpen begaan (bijv. te vroeg vuurwerk afsteken, vandalisme) door middel van een alternatieve straf 'behoeden' voor een aantekening in het strafregister.
90
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
•
Bestuurlijk belang In het bestuur van HALT Utrecht is één van de burgemeesters van de deelnemende gemeente vertegenwoordigd. • Financieel belang Hoewel de afdoening van een HALT-straf een justitiële maatregel is zien gemeenten hun overlastbezorgers concreet gestraft en plukken zij mede de vruchten van de straf. De bijdrage van de gemeente De Bilt bedraagt € 9.310 in 2015.
18. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) • Vestigingsplaats Den Haag • Doel Het aanbieden van financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang, tegen zo laag mogelijke kosten. • Programma Algemene dekkingsmiddelen • Deelnemende partijen De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. • Publiek belang De BNG draagt door gespecialiseerde dienstverlening bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burgers. De BNG is de huisbankier van gemeente De Bilt. • Bestuurlijk belang De gemeente is aandeelhouder en heeft hierdoor stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. • Financieel belang De gemeente bezit 218.673 aandelen met een nominale waarde van € 2,50 per aandeel. Afhankelijk van de winstgevendheid van de BNG wordt aan de aandeelhouders jaarlijks dividend uitgekeerd. Voor 2015 wordt een bedrag geraamd voor € 310.000.
19. Platform middelgrote gemeenten • Vestigingsplaats Zeist • Doel Het Platform behartigt belangen van middelgrote gemeenten onder andere door het organiseren van bijeenkomsten over de specifieke vraagstukken waar deze groep gemeenten mee te maken heeft. • Programma 1. Bestuurlijke aangelegenheden • Deelnemende partijen Barneveld, Berkelland, Coevorden, De Bilt, Den Helder, Doetinchem, Goes, Hardenberg, Heerenveen, Hoogeveen, Hoogezand-Sappemeer, Kampen, Meppel, Nieuwegein, Ridderkerk, Roermond, Sneek, Stadskanaal, Veendam, Vlaardingen, Vlissingen, Weert, Winschoten en Zeist. • Publiek belang Het platform is een landelijk overlegorgaan voor gemeenten die zich onderscheiden vanwege hun regionale centrumfunctie dan wel hun betrokkenheid bij grootstedelijke problemen. • Bestuurlijk belang Het platform heeft geen formele structuur maar wel een dagelijks en algemeen bestuur. Gemeente De Bilt maakt met 18 andere gemeenten deel uit van het algemeen bestuur. • Financieel belang De kosten bestaan uit de jaarlijkse contributie van € 3.500.
91
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
20. Veiligheidsregio Utrecht (VRU) • Vestigingsplaats Utrecht • Doel Het doel van de veiligheidsregio is burgers beter te beschermen tegen risico’s en beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, crisisbeheersing en versterking van bestuurlijke en operationele slagkracht onder één regionale bestuurlijke regie. • Programma 3. Openbare veiligheid • Deelnemende partijen Alle Utrechtse gemeenten. • Publiek belang De Veiligheidsregio dient het algemene veiligheidsbelang van alle inwoners van de provincie. De regeling richt zich op het grootschalig optreden van brandweer en de grootschalige inzet van medische zorg bij branden/incidenten/calamiteiten en rampen. De veiligheidsregio's zijn bij Wet geformaliseerd (Wet Veiligheidsregio's). • Bestuurlijk belang De Veiligheidsregio wordt door het algemeen bestuur (AB VRU) geleid. In het AB VRU hebben alleen de burgemeesters zitting. Uit het AB wordt een dagelijks bestuur gekozen. • Financieel belang De Veiligheidsregio ontvangt bijdragen van de Rijksoverheid en bijdragen van de deelnemende gemeenten. In 2015 is de bijdrage van De Bilt begroot op € 2.370.152, waarvan € 9.473 bestemd is voor de Meldkamer Ambulancezorg en € 21.645 voor ons met de VRU overeengekomen aanvullende pakket.
21. Bureau Regionale Veiligheidsstrategie (RVS) • Vestigingsplaats Utrecht • Doel Het doel van het Bureau RVS is het professionaliseren van de ketensamenwerking om daarmee de ketenpartners (OM, politie en gemeenten) op het terrein van sociale veiligheid te mobiliseren, te activeren en te ondersteunen bij het integraal uitvoering geven aan de aanpak van geprioriteerde veiligheidsthema’s op lokaal en bovenlokaal niveau. • Programma 3. Openbare veiligheid • Deelnemende partijen Alle Utrechtse gemeenten. • Publiek belang Bureau RVS versterkt de uitvoering van de Regionale Veiligheidsstrategie, door gemeenten en alle andere veiligheidspartners te inspireren en ondersteunen bij diverse veiligheidsprojecten. Voorbeelden hiervan zijn de aanpak van overlastgevende hanggroepen en woninginbraak. Het doel van deze inspanningen is om de subjectieve- en objectieve veiligheid in de regio en in De Bilt te vergroten. • Bestuurlijk belang Bureau RVS legt jaarlijks verantwoording af aan het Regionaal College waar alle Utrechtse burgemeesters zitting hebben. • Financieel belang De financiële bijdrage per gemeente is gebaseerd op het aantal inwoners per gemeente. Dit betekent voor de gemeente De Bilt een jaarlijkse bijdrage van € 9.650
22. Veiligheidshuis regio Utrecht (VHRU) • Vestigingsplaats Utrecht
92
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
•
• • •
•
•
Doel In een Veiligheidshuis werken diverse partners zoals zorginstanties, gemeenten, welzijnswerk, gevangeniswezen, OM en politie samen in één fysieke samenwerkingsorganisatie. Het veiligheidshuis Amersfoort is dus een lokaal en regionaal samenwerkingsverband tussen verschillende veiligheidspartners gericht op een integrale, probleemgerichte en persoonsgerichte aanpak van o.a. ex-gedetineerden, risicojongeren, veelplegers en huiselijk geweld om de objectieve en subjectieve sociale veiligheid te bevorderen. Om herhalingscriminaliteit te voorkomen wordt gewerkt aan gedragsverandering en wordt er gekeken naar afstemming tussen het justitiële traject en de zorg. Programma 3. Openbare veiligheid Deelnemende partijen Alle Utrechtse gemeenten. Publiek belang Door betere informatie-uitwisseling tussen justitie, politie, gemeenten (afdelingen samenlevingszaken, sociale zaken en openbare veiligheid) en de diverse zorg- en welzijnsinstellingen kan effectiever op delinquent gedrag worden ingegrepen. Dit betekent dat naast het opleggen van een straf er ook aandacht is voor de zorg en nazorg. Verwacht wordt dat dit zal leiden tot een afname van criminaliteit en overlast omdat de recidive naar alle verwachting zal verminderen. Bestuurlijk belang Het Veiligheidshuis legt jaarlijks verantwoording af aan het Regionaal College waar alle Utrechtse burgemeesters zitting hebben. Financieel belang Op basis van de verdeelsleutel (naar rato van het aantal inwoners en casussen) bedragen de kosten voor De Bilt jaarlijks circa € 15.000.
23. BghU (Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht) •
Vestigingsplaats
•
Doel
Utrecht De behartiging van het belang van het goed en doelmatig verrichten van uitvoerende taken op het gebied van gemeentelijke belastingen en de wet WOZ. •
Programma Algemene dekkingsmiddelen
•
Deelnemende partijen
•
Publiek belang
De gemeente Utrecht, de gemeente De Bilt en Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden. Met deze gemeenschappelijke regeling wordt beoogd de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening aan de burger te waarborgen. •
Bestuurlijk belang
•
Financieel belang
De gemeente De Bilt is een van de drie partijen in deze gemeenschappelijke regeling. Op grond van de dienstverleningsovereenkomst brengt de BghU de kosten voor de uitvoering WOZ en heffing en invordering van gemeentelijke belastingen in rekening bij de gemeente De Bilt. Voor 2015 wordt € 871.959 begroot.
24. Regionale ICT Dienst (RID) • Vestigingsplaats Soesterberg • Doel Het openbaar lichaam is ingesteld met als doel het uitvoeren van taken die zien op het garanderen van de continuïteit en kwalitatief adequate dienstverlening op het terrein van ICT en de hiervoor benodigde middelen, waaronder soft- en hardware voor de deelnemers aan de RID. • Programma Algemene dekkingsmiddelen
93
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
•
•
• •
94
Deelnemende partijen Gemeente Baarn, Gemeente Bunnik, Gemeente De Bilt, Gemeente Soest, Gemeente Utrechtse Heuvelrug; Gemeente Wijk bij Duurstede en de Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) Publiek belang Met deze gemeenschappelijke regeling wordt beoogd de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening aan de burger te waarborgen. Bestuurlijk belang De gemeente De Bilt is een van de twee partijen in deze gemeenschappelijke regeling. Financieel belang Op grond van een dienstverleningsovereenkomst brengt de gemeenschappelijke regeling de gezamenlijke ICT-kosten op basis van een bij de oprichtingsakte vastgestelde kostenverdeling in rekening bij de gemeente De Bilt.
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3.7
Grondbeleid
1 Omschrijving Paragraaf Grondbeleid kent vele facetten en kan op vele manieren worden ingezet. In de Nota Grondbeleid, vastgesteld door de raad in 2013 is nadrukkelijk gekozen voor faciliterend en niet voor actief grondbeleid. Grondbeleid is op die wijze een middel om integraal ruimtelijk beleid te realiseren en daarmee dienend aan andere beleidsvelden. Vanuit financieel perspectief gezien, kan grondbeleid bepalend zijn voor het moment dat en de wijze waarop beleid wordt uitgevoerd. Grondpolitiek betreft de strategische beleidskeuzes door de gemeenteraad gemaakt. De Structuurvisie 2012 biedt een overzicht van de gestelde kaders en visualiseert de toekomstvisie. In deze programmabegroting is de voortgang van verschillende uitvoeringsprogramma's en de daarbij behorende ruimtelijke consequenties beschreven. Binnen de kaders van deze programma's wordt via projecten vorm gegeven aan de visie verwoord in deze programmabegroting. De voortgang van de projecten zelf is niet in deze programmabegroting opgenomen. Er is voor gekozen om daarvoor een halfjaarlijkse terugkoppeling te geven in het projectenboek. Op basis van de gemaakte keuze in de Nota Grondbeleid wordt actief grondbeleid alleen dan gevoerd als het algemeen belang groot is en de realisatie van nieuwe ontwikkelingen niet kan worden over gelaten aan de particuliere markt. Voorbeeld is de recente grondaankoop voor een basisschool te Groenekan of voor de spooronderdoorgangen in het centrum van Bilthoven en bij de Leijenseweg. Het centrumplan Bilthoven is voor de gemeente het meest aansprekende project als het gaat om actief grondbeleid. Door gronden en gebouwen actief te verwerven, is de gemeente actief als regisseur van de gebiedsontwikkeling. Tot het moment dat de benodigde randvoorwaarden gereed zijn en de verdere realisatie overgedragen kan worden aan de particuliere markt.
2 Het grondbeleid van de gemeente De Bilt A Algemeen Met de in 2013 vastgestelde Nota Grondbeleid is: - De plaats en rol van het grondbeleid binnen het integrale ruimtelijke beleid nogmaals bevestigd. Zoals al enige jaren in De Bilt gebruikelijk, is het grondbeleid geen doel op zichzelf. Grondbeleid dient om andere beleidsdoelen te realiseren. - Faciliterend grondbeleid betekent dat particuliere initiatieven getoetst worden aan gemeentelijk beleid. Past het daar binnen, dan wordt zoveel mogelijk gefaciliteerd om zulke initiatieven te realiseren. - Voor wat betreft de inzet van verschillende instrumenten, is gekozen voor optimale flexibiliteit. De keuze voor instrumenten wordt afgestemd op de te bereiken doelen. Gewerkt wordt binnen kaders zoals geschetst in de Reiswijzer Gebiedsontwikkeling zoals benoemd in de Nota Grondbeleid.
95
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
B Operationele doelstellingen 1
Visie op het grondbeleid in relatie tot de programma’s In de verschillende programma's is omschreven welke maatschappelijke en operationele doelstellingen we willen bereiken. Het grondbeleid biedt de instrumenten en de middelen om die doelstellingen te realiseren. Als onderdeel van het integrale ruimtelijke beleid levert Grondbeleid bijdragen aan realisatie van gemeentelijke doelstellingen. Daar waar in de fysieke ruimte van de gemeente ingrepen nodig zijn om het toekomstbeeld te verwezenlijken, is het voor de gemeente belangrijk om de regie te voeren. De meeste grip op ontwikkelingen bestaat immers wanneer de gemeente eigenaar is van de betreffende grond. In andere situaties, als realisatie van beleidsdoelen over gelaten kan worden aan marktpartijen, wordt gekozen om meer nadruk te leggen op onze publiekrechtelijke taak en is een faciliterende handelwijze toepasselijker. De vastgestelde nota Grondbeleid gaat op deze verschillende rollen in.
2
De wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd In de nota Grondbeleid is beschreven hoe de gemeente de verschillende instrumenten zoals de Wet Voorkeursrecht Gemeenten en de Grondexploitatiewet e.d. kan inzetten. Gekozen is voor zoveel mogelijk flexibiliteit. Zo kan in de praktijk de keuze van het in te zetten instrumentarium afgestemd wordt op de gemeentelijke bijdrage aan en het gemeentelijk belang van een project. In de Reiswijzer Gebiedsontwikkeling , zoals benoemd in de Nota Grondbeleid, is daarvoor een processchema opgenomen en een beslisboom om te komen tot een passend instrument. De Wet op de ruimtelijke ordening en de Wet Markt en Overheid bieden de gemeente instrumenten om kosten te verhalen op initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen. Op basis daarvan is al met diverse initiatiefnemers is overeenstemming bereikt om een bijdrage te betalen in de door de gemeente te maken kosten voor hun specifieke projecten. De raad wordt geïnformeerd over de daarvoor benodigde anterieure overeenkomsten. De bestemmingsplannen voor die specifieke particuliere projecten worden vervolgens aan de raad voorgelegd ter vaststelling. Deze aanpak wordt in 2015 vervolgd. Vanuit het oogpunt van eenduidigheid, zorgvuldigheid en een goede informatievoorziening aan initiatiefnemers vinden wij het van belang vooraf duidelijkheid te geven over de wijze waarop kostenverhaal wordt toegepast. Daarvoor gaan wij een Nota Kostenverhaal opstellen in 2015.
96
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3
Huidige exploitaties / projecten Bij vier projecten is in 2015 sprake van een lopende (grond)exploitatie. Het betreft: 1. Bedrijvenpark Larenstein 2. centrumplan Bilthoven, bestaande uit a. Emmaplein en Vinkenplein b. Stationsgebied 3. Gebiedsontwikkeling Melkweg e.o. (Scholeneiland/Cultuurhuis) 4. De Leijen Zuid Halfjaarlijks wordt alle projectgerelateerde informatie gebundeld in een Projectenboek met daarin per project een toelichting, voortgang en verantwoording van alle projecten. Niet alleen projecten met een grondexploitatie, ook de zgn. investeringsprojecten (gemeentelijke projecten zonder directe grondopbrengsten) zijn zo gezamenlijk en overzichtelijk terug te vinden. Voor de meest recente stand van zaken verwijzen wij naar het “Projectenboek Najaar 2014”.
4
Parameters In de Nota Grondbeleid is het stappenplan opgenomen voor het jaarlijks actualiseren van deze grondexploitaties. Omwille van transparantie en heldere besluitvorming worden de te hanteren parameters jaarlijks in deze paragraaf grondbeleid van de begroting vastgesteld. Het gaat dan om: - Rente - Kostenstijging - Opbrengstenstijging. Voor het begrotingsjaarjaar 2014 stellen wij de volgende parameters voor om te hanteren bij de actualisatie van de grondexploitaties: 1. Rente : 5,25 % 2. Kostenstijging: 0% 3. Opbrengstenstijging: 0% In afwijking van de genoemde parameters wordt de grondexploitatie voor Larenstein geactualiseerd op basis van de CPI-index, conform eerder vastgelegde afspraken. Voor de grondexploitatie De Leijen Zuid wordt de grondexploitatie in afwijking van de genoemde parameters voor het zuidelijk deel geactualiseerd met een opbrengstenstijging van 2,5%, conform afspraken met de ontwikkelende partijen.
5
Particuliere planontwikkelingen Bij particuliere initiatieven levert de gemeente een bijdrage om particuliere ontwikkelingen mogelijk te maken. Het gaat daarbij om projecten waarin de gemeente vanuit haar publiekrechtelijke taak als 'bestemmingsplanmaker', particuliere ontwikkelingen faciliteert. Tezamen met en ten behoeve van de particulier wordt invulling gegeven aan realisatie van een locatie waarmee tevens onze gemeentelijke doelstellingen worden gerealiseerd. Voor deze plannen is geen gemeentelijke grondexploitatie opgezet. De gemeentelijke levert ambtelijke capaciteit. De hiermee samenhangende kosten van de gemeente worden via het instrument Kostenverhaal in rekening gebracht bij de initiatiefnemer.
97
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
3.8
Subsidies op sociaal maatschappelijk terrein
In deze paragraaf komt eerst het huidige subsidiebeleid aan de orde. Daarna volgt er een overzicht van de in de Programmabegroting 2015 geraamde subsidiebedragen. Op sociaal maatschappelijk terrein (zorg en welzijn) zijn de nodige ontwikkelingen gaande. Onder het kopje ‘De drie decentralisatietrajecten (transities)’ gaan wij op deze ontwikkelingen in. De paragraaf wordt afgesloten met informatie over hoe wij het subsidie instrument de komende jaren inzetten.
Huidig subsidiebeleid Het verlenen van subsidies is voor onze gemeente een belangrijk instrument om goede en gevarieerde voorzieningen te bevorderen en in stand te houden. Via subsidies ondersteunen wij verenigingen en stichtingen bij het uitvoeren van hun activiteiten. De algemene doelstelling van het huidige beleid is het scheppen van voorwaarden waardoor inwoners de kwaliteit van hun bestaan kunnen verhogen en waardoor bevorderd wordt dat een ieder gelijke kansen krijgt om aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat inwoners voor zover mogelijk- zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen welzijnssituatie. Gemeentelijk welzijnsbeleid richt zich op het kunnen handhaven en het zich kunnen ontplooien van de inwoners voor zover dat wordt bevorderd door zorg, educatie (inclusief cultuur) en recreatie (inclusief sport). De gemeente heeft, op een paar wettelijke kaders na, volledige beleidsvrijheid op het brede welzijnsterrein. De beleidsvrijheid laat onverlet dat de gemeente een verantwoordelijkheid (zorgplicht) heeft voor haar inwoners. Ook zijn er twaalf algemene uitgangspunten met prioriteiten voor activiteiten en voorzieningen. Het opheffen van (maatschappelijke) achterstandssituaties heeft daarbij de hoogste prioriteit. Gezien diverse landelijke en lokale ontwikkelingen is het nodig om deze uitgangspunten en prioriteiten te actualiseren. Verderop in deze paragraaf, onder het kopje ‘Toekomstig subsidiebeleid op sociaal maatschappelijk terrein’ gaan wij hier nader op in. In 2015 verstrekken wij de subsidies op grond van de Algemene subsidie verordening De Bilt 2012 (Asv). De Asv biedt ons de mogelijkheid om ter verduidelijking of ter uitvoering van wat er in de verordening staat, nadere regels en een subsidieprogramma vast te stellen. Met regels per beleidsterrein kunnen wij beter inspelen op lopende en toekomstige ontwikkelingen. De ontwikkelingen komen verderop bij het onderdeel ‘De drie transitietrajecten (transities)’ aan de orde. Via een begrotingswijziging worden de (actuele) bedragen uit het subsidieprogramma in de begroting doorgevoerd.
Subsidies 2015 Voor een specificatie van in 2015 te verlenen subsidies verwijzen wij naar het Subsidieprogramma 2015. Dit programma stellen wij medio november 2014 vast. Het verlenen van subsidies op sociaal maatschappelijk terrein raakt diverse programma’s in de Programmabegroting 2015. In de begroting zijn hiervoor de volgende subsidieramingen opgenomen.
98
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
SUBSIDIES IN HET KADER VAN HET SUBSIDIEPROGRAMMA
Begroot
PROGRAMMA 1 - Bestuurlijke aangelegenheden Relatie burger en bestuur (m.b.t. jumelages)
12.354
PROGRAMMA 8 - Beheer openbare ruimte Natuurbescherming (m.b.t. landschapsbeheer)
680
PROGRAMMA 10 – Jeugd en educatie Onderwijsbegeleiding
17.905
Onderwijsachterstanden
184.928
Jeugd- en jongerenwerk
372.713
Centrum voor jeugd en gezin
231.868
PROGRAMMA 11 - Maatschappelijke ondersteuning Emancipatie (m.b.t. bewustwordingsprojecten) Maatschappelijk werk Opvang asielzoekers (m.b.t. vluchtelingenwerk)
20.309 654.065 83.399
Wijkservicecentra
175.467
Algemene welzijnstaken (m.b.t. vrijwilligerswerk)
194.500
Ouderenwerk
560.494
Buurtopbouwwerk
491.648
PROGRAMMA 12 - Werk en inkomen Bijstandsuitkeringen (m.b.t. Cliëntenraad sociale zaken)
6.608
Gemeentelijk minimabeleid (m.b.t. St. Leergeld De Bilt)
10.000
PROGRAMMA 13 - Kunst, cultuur en cultuurhistorische waarden Mediazaken (m.b.t. lokale omroep) Openbaar bibliotheekwerk Muziekonderwijs (m.b.t. Het Kunstenhuis en Masquerade)
25.258 1.144.680 820.910
Overige kunstzinnige vorming (m.b.t. CDB/Werkgroep Kids/St. Kunst Centraal)
12.152
Kunstbeoefening en –bevordering
47.298
Recreatievoorzieningen (betaald)
10.000
Dorpshuizen Westbroek en Hollandsche Rading
70.701
Recreatieve verenigingen
10.645
(Overig) club- en buurtwerk
4.427
PROGRAMMA 14 - Sport en sportaccommodaties Sportaccommodaties
182.137
Bevordering sportdeelname
456.792
Algemene dekkingsmiddelen Incidentele subsidies Stelpost subsidieprogramma TOTAAL
19.833 120.296 5.942.067
De stelpost subsidieprogramma is bestemd voor het in 2015 indexeren van subsidies voor loon- en prijsstijgingen en voor doorwerkingen vanuit voorgaande jaren waarmee bij de subsidieverlening geen rekening is gehouden.
De drie decentralisatietrajecten (transities) Op grond van de huidige Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit 2007 hebben gemeenten de opdracht ervoor te zorgen dat inwoners meedoen aan maatschappelijke activiteiten. Deze wet wordt met ingang van 2015 vervangen door de Wmo 2015. De nieuwe Wmo geeft de gemeente niet meer expliciet de opdracht om beleid te voeren op negen prestatievelden (beleidsterreinen). In plaats daarvan krijgen gemeenten opdracht ervoor te zorgen dat inwoners zelfredzaam zijn en dat zij kunnen meedoen aan maatschappelijke activiteiten. Dat neemt niet weg dat als je als gemeente de ondersteuning goed wilt regelen de prestatievelden als uitgangpunt worden genomen. Om onderdelen van het beleid te kunnen uitvoeren verstrekt de gemeente subsidies aan maatschappelijke instellingen. De gemeentelijke subsidies voor deze terreinen staan in het Subsidieprogramma 2015. Niet alle beleidsterreinen van de Wmo zijn in het subsidieprogramma opgenomen. Zo is het bevorderen van de openbare gezondheidszorg (gedeeltelijk), de maatschappelijke opvang (bijvoorbeeld
99
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
vrouwenopvang) en de verslavingszorg zijn niet in het subsidieprogramma opgenomen. Dit vanwege andere wetgeving of zoals bij de laatste twee, omdat deze taken zijn opgedragen aan centrumgemeenten. Het verstrekken van Wmo voorzieningen is momenteel geregeld via de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2014. In december 2013 heeft uw raad deze verordening vastgesteld. De verordening was nodig om invulling te geven aan een gekantelde manier van werken. De kanteling beoogt een andere manier van werken, namelijk inwoners meer aanspreken op hun eigen kracht en meer maatwerk te leveren in plaats van aanbodgericht te werken. Als gevolg van de Wmo in 2007 heeft onze gemeente er de afgelopen jaren nieuwe taken bij gekregen. Taken die daarvoor nog onderdeel waren van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het gaat daarbij om de hulp bij het huishouden en zorggerelateerde subsidies die als doel hebben om inwoners te ondersteunen om deel te nemen aan maatschappelijk activiteiten. Deze zogenoemde decentralisatie door het rijk is na 2007 voortgezet. In de loop der tijd is de AWBZ steeds meer uitgebreid met voorzieningen die daar op grond van huidige inzichten niet in thuis horen. Het toenemend beroep op AWBZ voorzieningen als gevolg van de vergrijzing maken de AWBZ op termijn bij ongewijzigd beleid onbetaalbaar. De huidige opzet van de AWBZ is daarom niet houdbaar en om die reden komen er veranderingen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen onderdelen die gericht zijn op cure en participatie onderdelen. Onderdelen van de cure worden overgeheveld naar de zorgverzekeringswet. De participatie onderdelen worden overgeheveld naar de Wmo. Zo maken de extramurale begeleiding, de tijdelijke opvang en een klein deel persoonlijke verzorging met ingang van 2015 onderdeel uit van de Wmo. Dit proces van overheveling wordt aangeduid als de transitie AWBZ/Wmo, een van de drie transitietrajecten op het sociale domein. Het rijk kent drie decentralisatietrajecten (transities) op het sociale domein. Het gaat om de Participatiewet, de Jeugdwet en het hiervoor genoemde Wmo 2015. Zowel de Tweede als de Eerste Kamer hebben nog vóór zomerreces 2014 ingestemd met de drie wetten. In 2013 heeft uw raad besloten om op alle drie de transities een samenwerking aan te gaan. Voor de Participatiewet, de Jeugdwet en de transitie AWBZ/Wmo is daarbij gekozen voor aansluiting bij de regio Zuidoost Utrecht. Dit is het werkgebied van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn en Heuvelrug. Voor alle drie de transities geldt dat er beleidskaders moeten zijn. De beleidskaders voor de Participatiewet en Jeugdwet heeft u inmiddels vastgesteld en het beleidskader voor de Wmo 2015 volgt in het vierde kwartaal evenals nieuwe verordeningen voor de Jeugdwet en de Wmo 2015. De Jeugdwet is op 18 februari 2014 aangenomen door de Eerste Kamer. Invoering van de Jeugdwet betekent dat de jeugdzorg vanaf 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeente komt te vallen en dat taken van het rijk en de provincies naar de gemeenten worden overgeheveld. Zoals gezegd is de gemeentelijke voorbereiding op de Jeugdwet is regionaal opgepakt. In februari jl. heeft uw raad ingestemd met de regionale en lokale Nota Jeugdzorg en zijn wij begonnen met de implementatie. Zo is er regionaal bestuurlijk aanbesteed om tot contracten met organisaties voor jeugdhulpverlening te komen.. De uitkomsten hiervan zijn in het derde of vierde kwartaal 2014 bekend. De toegang tot de jeugdzorg wordt lokaal neergelegd bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. De Eerste Kamer is op 1 juli 2014 akkoord gegaan met het aanpassen van de bijstandsregels en de Participatiewet. Bij de Participatiewet gaat het om nieuwe wetgeving waarbij de huidige wetten Wet Werk en Bijstand, Wet op de Sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong worden samengevoegd. Vanaf 2013 is de gemeentelijke voorbereiding op de Participatiewet regionaal opgepakt. Het Regionale Beleidskader Participatiewet is in september jl. voorgelegd aan de vijf gemeenteraden. Per 2015 ligt de uitvoering van de Participatiewet vooral bij de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn en Heuvelrug (RDWI). Daarnaast zijn er lokale initiatieven zoals aangegeven in de Nota lokaal arbeidsmarktbeleid van februari 2014. Op 8 juli 2014 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wmo 2015. Het transitietraject AWBZ/Wmo geeft de gemeente een grotere mate van vrijheid om beleid lokaal te ontwikkelen dan de andere twee transitietrajecten. Vooruitlopend op de vaststelling van het lokale beleidskader Wmo hebben wij voor de inkoop van begeleiding (een nieuw onderdeel van de Wmo) op regionaal niveau samenwerking gezocht. Voor de inkoop wordt gebruik gemaakt van bestuurlijke aanbesteding. Wij verwachten nog vóór 1 oktober
100
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2014 de contracten af te sluiten, zodat de gemeente op tijd klaar is om de begeleiding te kunnen uitvoeren. Daarnaast vraagt de Wmo dat de gemeente ook invulling geeft aan andere taken. In de beleidsnotitie Wmo 2015 komen wij hierop terug. De toegang tot de Wmo-zorg zal verlopen via Stichting MENS De Bilt.
Toekomstig subsidiebeleid op sociaal maatschappelijk terrein Met eerst een pilot en later het project MENS hebben wij een format ontwikkeld om de transitie met betrekking tot langdurige zorg en de nieuwe Wmo te implementeren. Voor de uitvoering van de nieuwe taken hebben wij de medewerking van de welzijnsinstellingen nodig. In 2013 zijn wij in begonnen met het aanpassen van de welzijnsstructuur in de gemeente aan de nieuwe taken en eisen. Een eerste stap is was het (doen) oprichten van de Stichting MENS De Bilt. In overeenstemming met het Visiedocument maatschappelijke ondersteuning van december 2012 is deze stichting de belangrijkste partner van de gemeente bij het uitvoeren van Wmo taken. Een belangrijke taak van de stichting is om de Wmo wijkgericht uit te voeren. Medio 2014 zijn er vier wijkservicecentra: in De Bilt West (Weltevreden), in Bilthoven (V.V.S.O.-wvt), in Bilthoven–Noord (Schutsmantel) en in Maartensdijk (Dijckstate). Intussen zijn er verdere stappen gezet om stichting MENS voor te bereiden op de nieuwe Wmo taken per 2015. Zo wordt MENS de toegang voor de Wmo aanvragen. In samenwerking met het gemeentelijke Zorgloket is de afgelopen tijd ervaring opgedaan met de gekantelde manier van werken. In 2014 vinden er keukentafelgesprekken plaats door het team “MENS op maat”. Aan dit team nemen ook medewerkers van het Zorgloket deel. Wij verwachten in 2015 dat de frontoffice medewerkers van het Zorgloket worden ondergebracht bij de stichting. In 2015 gaan wij met diverse partijen in gesprek om te kijken hoe invulling gegeven kan worden aan de ontwikkeling van algemene voorzieningen. Stichting MENS krijgt alle waarschijnlijkheid daarin een belangrijke taak. Een andere belangrijke partner is V.V.S.O.-wvt. De activiteiten van deze vereniging passen goed bij het gemeentelijke beleid en de uitgangspunten van het Nieuwe Welzijn (zie verderop). In 2013 zijn met V.V.S.O.-wvt afspraken gemaakt over de wijkgerichte uitvoering van de Wmo en functioneert binnen de instelling in samenwerking met Stichting MENS nu een wijkservicepunt. VitrasCMD is ook een belangrijke partner van de gemeente. Door de werkzaamheden van het maatschappelijk werk is VitrasCMD een belangrijke toegang voor inwoners van De Bilt. Om dubbelingen te voorkomen en voor een goede uitwisseling van gegevens hebben wij met de instelling afgesproken dat zij intensief gaat samenwerken met stichting MENS. De ervaringen met gekanteld werken zijn medebepalend voor toekomstig te subsidiëren taken. Ook belangrijk hierbij is Welzijn nieuwe stijl. Welzijn nieuwe stijl richt zich op een vraag- en resultaatgerichte inzet van welzijnsdiensten met ruimte voor een professionele inbreng door de (grotere) welzijnsinstellingen. Instellingen moeten zich daarbij – nog meer dan nu het geval is – richten op het ondersteunen van inwoners die zichzelf niet kunnen redden. Dit vraagt om toekomstbestendige instellingen zorg en welzijn en een opdrachtgever / opdrachtnemer relatie tussen gemeente en instellingen. Daarbij horen ook het in 2014/2015 opstellen van (subsidie)beleidsregels zodat de gemeente een betere invulling kan geven aan de uitvoering van beleid. De gemeentelijke verantwoordelijkheid richt zich de komende jaren vooral op preventie om onnodige uitval van burgers te voorkomen en op activiteiten en diensten ter activering en ondersteuning van kwetsbare groepen burgers. Onder kwetsbare groepen verstaan wij die inwoners die te maken hebben of krijgen met (een combinatie van) beperkingen van fysieke, geestelijke en sociale aard en die zonder ondersteuning door de gemeente niet optimaal kunnen meedoen in of aan de samenleving. De focus op preventie, kwetsbare groepen en het uitgaan van eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van burgers heeft gevolgen voor de manier waarop de gemeente subsidies op het sociaal maatschappelijk terrein gaat inzetten. Zo hebben wij met Stichting MENS en V.V.S.O.-wvt afspraken gemaakt om bestaande subsidies voor sociaal culturele activiteiten aan te wenden voor ondersteuning. De instellingen faciliteren de sociaal culturele activiteiten nog wel, maar dan op kostprijsbasis. Bovendien wordt van inwoners verwacht dat zij de sociaal culturele activiteiten zoveel mogelijk zelf organiseren.
101
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
4
Financiële begroting 4.1
Recapitulatiestaat
TOTAAL PROGRAMMA’S (Voor bestemming reserves) B 2014 na Rekening 2013
wijziging
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
5.215.242
5.059.778
4.992.506
4.928.131
4.902.224
01: Bestuurlijke aangelegenheden Lasten
5.439.300
Baten
-78.942
Saldo
5.360.358
5.215.242
5.059.778
4.992.506
4.928.131
4.902.224
Lasten
1.441.071
1.532.419
1.517.664
1.397.887
1.435.776
1.444.920
Baten
-642.602
-701.500
-701.500
-701.500
-701.500
-701.500
Saldo
798.469
830.919
816.164
696.387
734.276
743.420
3.037.919
02. Dienstverlening
03. Openbare veiligheid Lasten
3.436.195
3.352.407
3.258.440
3.201.184
3.087.409
Baten
-13.220
-14.960
-14.960
-14.960
-14.960
-14.960
Saldo
3.422.975
3.337.447
3.243.480
3.186.224
3.072.449
3.022.959
174.876
04. Economische ontwikkeling en innovatie Lasten
191.449
216.873
261.202
225.936
175.182
Baten
-53.033
-31.407
-31.879
-31.879
-31.879
-31.879
Saldo
138.417
185.466
229.323
194.057
143.303
142.997
996.055
05. Verkeer en bereikbaarheid Lasten
2.649.549
2.462.807
1.325.314
1.100.555
996.613
Baten
-1.592.433
-262.500
-12.688
-12.688
-12.688
-12.688
Saldo
1.057.116
2.200.307
1.312.626
1.087.867
983.925
983.367
06. Ruimtelijke ordening Lasten
21.087.121
12.670.247
14.295.743
7.292.028
3.815.577
8.232.296
Baten
-19.247.040
-11.178.945
-13.001.657
-5.995.430
-2.526.728
-6.894.052
Saldo
1.840.081
1.491.302
1.294.086
1.296.598
1.288.849
1.338.244
07. Volkshuisvesting Lasten
3.314.550
2.707.574
1.951.367
2.357.340
2.339.614
2.334.093
Baten
-1.705.536
-1.524.371
-1.379.931
-1.229.931
-1.229.931
-1.229.931
Saldo
1.609.013
1.183.203
571.436
1.127.409
1.109.683
1.104.162
7.428.430
08. Beheer openbare ruimte Lasten
7.829.878
7.739.691
7.466.222
7.472.424
7.430.762
Baten
-1.183.840
-545.770
-563.605
-563.605
-563.605
-563.605
Saldo
6.646.038
7.193.921
6.902.617
6.908.819
6.867.157
6.864.825
11.872.851
09. Milieu en watertaken Lasten
10.935.459
12.127.902
11.981.096
11.914.941
11.877.772
Baten
-9.829.059
-10.098.269
-10.069.733
-10.014.609
-9.967.983
-9.980.663
Saldo
1.106.399
2.029.633
1.911.363
1.900.332
1.909.789
1.892.188
Lasten
7.931.780
7.883.996
14.899.928
14.843.175
14.482.449
14.324.456
Baten
-561.317
-325.599
-266.639
-256.649
-256.649
-256.649
Saldo
7.370.463
7.558.397
14.633.289
14.586.526
14.225.800
14.067.807
10. Jeugd en educatie
102
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
11. Maatschappelijke ondersteuning Lasten
8.903.282
9.138.779
12.632.647
12.480.104
12.510.150
Baten
-1.224.710
-1.161.767
-1.162.493
-1.162.493
-1.162.493
-1.162.493
Saldo
7.678.572
7.977.012
11.470.154
11.317.611
11.347.657
11.385.456
Lasten
11.820.647
13.082.904
15.121.397
15.031.812
14.936.023
14.857.616
Baten
-8.761.325
-9.778.771
-9.656.421
-9.663.260
-9.663.260
-9.663.260
Saldo
3.059.322
3.304.133
5.464.976
5.368.552
5.272.763
5.194.356
3.264.335
12.547.949
12. Werk en inkomen
13. Kunst, cultuur en cultuurhistorische waarden Lasten
4.134.073
4.144.481
3.585.811
3.340.256
3.274.316
Baten
-631.188
-426.869
-439.932
-439.932
-439.932
-439.932
Saldo
3.502.885
3.717.612
3.145.879
2.900.324
2.834.384
2.824.403
14. Sport en sportaccommodaties Lasten
4.829.878
4.810.036
4.693.380
4.791.691
4.624.066
4.706.826
Baten
-1.235.855
-1.336.603
-1.356.281
-1.356.281
-1.356.281
-1.356.281
Saldo
3.594.023
3.473.433
3.337.099
3.435.410
3.267.785
3.350.545
Saldo
47.184.133
49.698.027
59.392.270
58.998.622
57.985.951
57.816.953
Algemene dekkingsmiddelen en post onvoorzien
Algemene uitkering
Rekening
B 2014 na
Begroting
Begroting
Begroting
2013
wijziging
2015
2016
2017
2018
-32.652.489
-33.512.790
-44.473.409
-44.300.534
-43.488.585
-42.968.638
-510.477
-480.529
-514.751
-516.746
-518.741
-520.736
-8.608.604
dividend Lokale heffingen
Begroting
-9.294.248
-9.650.177
-9.732.543
-9.728.718
-9.757.538
Onvoorzien Overige algemene dekkingsmiddelen
44.585
57.600
105.000
105.000
105.000
105.000
-3.540.423
-4.217.656
-3.681.150
-4.025.125
-4.060.607
-4.002.905
Saldo compensabele BTW
-1.079.324
-1.217.889
-1.174.221
-1.046.475
-871.564
-878.304
-46.346.733
-48.665.512
-59.388.708
-59.516.423
-58.563.215
-58.023.121
Rekening
B 2014 na
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2013
wijziging
2015
2016
2017
2018
47.184.133
49.698.027
59.392.270
58.998.622
57.985.951
57.816.953
-46.346.733
-48.665.512
-59.388.708
-59.516.423
-58.563.215
-58.023.121
837.400
1.032.515
3.562
-517.801
-577.264
-206.168
Rekening
B 2014 na
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2013
wijziging
2015
2016
2017
2018 525.327
TOTAAL ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
Saldo voor bestemming reserves
Totaal Programma’s Totaal alg. dekkingsmiddelen RESULTAAT VOOR BESTEMMING Reserves
Reserves stortingen (U)
12.324.614
713.389
116.088
522.571
490.298
Reserves onttrekkingen (I)
-13.590.634
-1.670.065
-271.097
-268.944
-208.676
-86.676
TOTAAL RESERVES
-1.266.020
-956.676
-155.009
253.627
281.622
438.651
Rekening
B 2014 na
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2013
wijziging
2015
2016
2017
2018
837.400
1.032.515
3.562
-517.801
-577.264
-206.168
-1.266.020
-956.676
-155.009
253.627
281.622
438.651
-428.619
75.839
-151.447
-264.174
-295.642
232.483
Resultaat na bestemming
Resultaat voor bestemming Mutaties reserves RESULTAAT NA BESTEMMING
De saldi met een -/- teken gepresenteerd zijn voordelig.
103
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
4.2
Toelichting op verschillen met de begroting 2014
Algemeen Per programma worden de meest relevante afwijkingen toegelicht. De bijbehorende bedragen staan in de tabellen onder elk programma. Bij de toelichting op de verschillen met de begroting 2014 (na wijziging) worden verschillen in doorberekende uren buiten beschouwing gelaten.
Programma 1 – Bestuurlijke aangelegenheden Na de verkiezingen is er een 4e wethouder aangetreden en de storting in de voorziening wachtgeld is hoger. Aan uitkeringen aan voormalig personeel zijn wij in 2015 een lager bedrag verschuldigd. In 2015 vinden er geen gemeenteraadverkiezingen plaats waardoor op het product duale gemeente de uitgaven lager uitvallen. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015 148.000
College van Burgermeester en wethouders
-147.000
Uitkeringen voormalig personeel
-30.000
Duale gemeente
Programma 2 – Dienstverlening In 2015 worden de waterschapsverkiezingen gehouden. Het grondgebied van de gemeente De Bilt maakt deel uit van drie waterschappen. Dit brengt een complexe organisatie en extra kosten met zich mee. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015 40.000
Verkiezingen
Programma 3 – Openbare orde en veiligheid De daling van de kosten in programma 3 wordt met name veroorzaakt door een lagere bijdrage aan de Veiligheidsregio Utrecht. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015 -79.000
Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Programma 4 – Economische zaken Binnen het programma economische zaken nemen de lasten toe in 2014. Dat wordt met name veroorzaakt door de instelling van het centrum fonds en de voorzetting van het economisch beleid. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015 47.000
Overige Handel en Ambacht
Programma 5 – Verkeer en bereikbaarheid Het verschil in programma 5 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de begrote kosten voor de ondertunneling Leyenseweg in 2015 lager zijn dan in 2014. Daarnaast was er in 2014 een subsidie ontvangen en uitgegeven voor de rotonde Massijslaan. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Verkeersvoorzieningen
104
Lasten 2015 -785.000
Verkeersbeleid
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
-250.000
-250.000
Programma 6– Ruimtelijke ordening Het verschil wordt voornamelijk verklaard door de afname van de budgetten voor bestemmings- en structuurplannen. De middelen zijn incidenteel beschikbaar gesteld. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015 -100.000
Structuurplannen/ visies en bestemmingsplannen
Programma 7– Volkshuisvesting Naar aanleiding van het onderzoek naar de kostendekkend van de omgevingsvergunningen zijn er diverse kosten overgeheveld naar Vergunningverlening en handhaving in programma 9. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015 -643.000
Omgevingsvergunningen
Programma 8 – Beheer openbare ruimte De verlaging van het product beheer wegen in 2015 heeft te maken met de ondertunneling van de Leyenseweg. Bij gladheidsbestrijding is er een efficiencytaakstelling ingevuld. Voor de openbare verlichting is er in 2014 een onderzoek uitgevoerd. Door verkoop van snippergroen zal er op Openbaar groen een voordeel ontstaan. Daarnaast was er in 2014 een bedrag uitgetrokken voor het speelruimteplan. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015
Beheer wegen
-18.000
Gladheidsbestrijding
-20.000
Openbare verlichting
-30.000
Openbaar groen
-53.000
Speelvoorzieningen
-12.000
Programma 9 – Milieu en watertaken In de begroting 2014 was overeenkomstig het raadsbesluit van juni 2010, een bedrag opgenomen voor het verplaatsen van milieuhinderlijke berdrijven. Dit was een budgettair neutrale wijziging omdat de kosten uit de reserve grondexploitatie worden gedekt. Binnen het product milieubeleid ontstaat een voordeel van € 300.000 in 2015 doordat er in 2014 een budget was vrijgemaakt voor het plaatsen van bovenwettelijke maatregelen aan de A27. Daarnaast zijn er, naar aanleiding van het onderzoek naar de kostendekkend van de omgevingsvergunningen, diverse kosten overgeheveld naar Vergunningverlening en handhaving vanuit programma 7. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015 -300.000
Milieubeleid Vergunningenverlening en handhaving
585.000
Programma 10 – Jeugd en educatie In programma 10 worden de effecten van de transitie van de jeugdwet duidelijk. Met ingang van 1 januari 2015 gaat het onderhoud van schoolgebouwen over naar de schoolbesturen, waardoor de storting in de voorziening meerjarig onderhoud onderwijshuisvesting niet meer nodig is. Daarnaast heeft er in 2013 een aanbesteding van het leerlingenvervoer plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een voordeel. Verder zijn de huur inkomsten weggevallen door de opheffing van de Stichting Peuterspeelzalen.
105
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
7.400.000
Budget Jeugdwet
-200.000
Gemeenschappelijke taken van het onderwijs
-81.000
Vervoer van schoolkinderen Peuterspeelzaalwerk
Lasten 2015
-31.000
Programma 11 – Maatschappelijke ondersteuning In programma 11 wordt het effect van de transitie van de WMO (AWBZ) duidelijk. Zowel de hogere inkomsten die met de nieuwe taken samenhangen als de korting op de huishoudelijke hulp WMO zijn in dit programma verwerkt. Een aantal verschillen worden veroorzaakt door incidentele kosten in 2014, zoals de inhuur voor de herindicaties wmo en de transitie AWBZ. Op de stelpost welzijnsprogramma is een daling te zien als gevolg van de bezuinigingen op het sociaal domein. Verder is een grote afwijking te zien als gevolg van een overheveling tussen programma 13 en 11. De subsidies die voorheen vanuit programma 13 aan Kwintes en Indigo werden uitbetaald zullen met ingang van 2015 aan de stichting Mens worden uitgekeerd en onder programma 11 worden verantwoord.
Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015
WMO huishoudelijke zorg
-1.059.000
WMO huishoudelijke zorg
-96.000
AWBZ
-91.000
Stelpost Welzijnsprogramma
-54.000
Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen opvang Wmo
492.000 4.251.000
Algemene voorzieningen Wmo en jeugd
Programma 12 – Werk en inkomen Door de invoering van de participatiewet op 1 januari 2015 is het budget sterk gestegen. Daarnaast is het budget voor gemeentelijk minimabeleid toegenomen door een toevoeging vanuit de algemene uitkering voor armoede en schuldenbeleid. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014 Participatiebudget
Baten 2015 -172.000
Lasten 2015 1.812.000 113.000
Gemeentelijk minimabeleid (beleid)
Programma 13 – Kunst, cultuur en cultuurhistorische waarden Het grootste verschil in programma 13 wordt veroorzaakt door het overhevelen van de subsidie onder club en buurtwerk naar programma 11. In 2015 verwachten we een aantal bezuinigingen met betrekking tot cultuur, monumenten en kinderboerderijen te realiseren waardoor de budgetten van 2014 afwijken. Verder zijn in 2014 twee incidentele uitgaven gedaan waardoor een verschil is te zien bij openbare bibliotheek werk, wegens het onderzoek naar de bibliotheek voorziening, en op dagrecreatie de Leijen, vanwege de kosten van de renovatie. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015
Openbare bibliotheek werk
-35.000
Kunstbevordering en -beoefening
-50.000
Beheer gemeentelijke monumenten
-20.000
Dagrecreatie de Leijen
-50.000
Kinderboerderijen
-40.000 35.000
Vierstee (Overig) club-en buurtwerk
106
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
-496.000
Programma 14 – Sport en sportaccommodaties De lasten van programma 14 nemen voornamelijk af door een afname van de kapitaallasten op sportterreinen en sportaccommodaties. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
Lasten 2015
Sportterreinen
-18.000
Sportaccommodaties
-40.000
Algemene dekkingsmiddelen De samenwerking met de BghU zorgt voor een afname van de kosten voor het uitvoeren van de belastingtaken ten opzichte van 2014. Ook de kosten voor bovenformatieven zijn afgenomen. Als gevolg van de drie decentralisaties neemt de algemene uitkering ten opzichte van 2014 fors toe. Stijging (+) en daling (-) baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014
Baten 2015
-100.000
Bovenformatieven 11.000.000
Algemene uitkering
4.3
Lasten 2015 -200.000
Lokale heffingen
Schuldpositie
De portefeuille langlopende geldleningen is de afgelopen jaren toegenomen tot € 68 miljoen op de balansdatum 31 december 2013. Landelijk is de schuldpositie van gemeenten in de belangstelling gekomen. Sommige deskundigen zijn van mening dat de omvang van de schulden een betere indicatie vormt voor de financiële gezondheid van de gemeente, dan bijvoorbeeld de reservepositie. De schuld vormt een harde financiële verplichting, waar de reserves vooral een administratief, boekhoudkundig karakter hebben. Om over reserves te kunnen beschikken moeten over het algemeen financieringsmiddelen worden aangetrokken. Dat leidt tot een verhoging van de schuld. In deze paragraaf gaan wij eerst in op de functie van schulden in de gemeentefinanciën. Vervolgens zetten wij de schuldpositie van De Bilt af tegen het beeld bij de Nederlandse gemeenten. Daarna schetsen wij de absolute schuldpositie van De Bilt: de omvang, de verwachte ontwikkeling en de rentelasten die uit de schuldpositie voortvloeien. Tenslotte gaan wij in op mogelijkheden voor beheersing van de schuld. Functie schulden Anders dan de rijksoverheid hanteren gemeenten in hun boekhouding het stelsel van baten en lasten. De investeringen worden geactiveerd (onder de activa op de balans verantwoord) en afgeschreven over de levensduur van het kapitaalgoed. Om die investering te kunnen doen moeten financieringsmiddelen worden aangetrokken. In het jaar van investering vinden immers grote uitgaven plaats, die niet worden gedekt door inkomsten in dat jaar. Dit geldt overigens ook als investeringen met maatschappelijk nut ineens worden afgeschreven, bijvoorbeeld met dekking uit een reserve. Ook voor die investeringen moeten dan extern financieringsmiddelen worden aangetrokken. Het investeringsvolume van de gemeente verschilt sterk per jaar. Een jaar met grote investeringen in bijvoorbeeld schoolgebouwen, grondaankopen en rioleringswerken kan worden afgewisseld met een jaar waarin maar beperkt wordt geïnvesteerd. Zeker bij kleinere gemeenten is geen sprake van een “ideaalcomplex” in investeringen. De investeringen in enig jaar kunnen daardoor sterk afwijken van de in dat jaar door afschrijving vrijgekomen middelen. Dit betekent dat langlopende geldleningen bij gemeenten, anders dan bij het rijk een belangrijke functie hebben in het mogelijk maken van investeringen door de gemeente. En daarmee voor de invulling van de maatschappelijke opgaven waarvoor gemeenten staan. Relatieve schuldpositie De belangrijke functie die schulden hebben, neemt niet weg dat de omvang van die schulden beheerst moet worden. Het aangaan van een langlopende geldlening brengt immers ook langjarige verplichtingen met zich mee in de vorm van rente en aflossingen. Voor een beoordeling van de schuldpositie van De Bilt kijken wij naast de absolute hoogte van de schuld en de rentelasten, naar de verhouding met andere gemeenten en naar normen die daarvoor worden gesteld. De VNG publiceert jaarlijks een overzicht van gemeenten, gerangschikt naar hun netto schuld in verhouding tot de jaarlijkse inkomsten. Dit geeft het volgende beeld:
107
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Rang2 31-12-2011
Schuldquote 31-12-2011
Rang3 31-12-2012
Schuldquote 31-12-2012
Schuldquote 31-12-2013
Laagste
1
-282%
1
-263%
nb
De Bilt
296
85%
285
75%
81%
Hoogste
418
244%
415
256%
nb
Dit overzicht laat zien dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten wat betreft de schuldpositie. Gemeenten die nauwelijks schulden hebben en dus over veel eigen financieringsmiddelen beschikken, hebben die vaak in het verleden verkregen uit winsten uit grondexploitaties. Ook de verkoop van aandelen van kabelbedrijven en energiemaatschappijen leiden bij enkele gemeenten tot omvangrijke liquiditeiten. Gemeenten met een hoge netto-schuld daarentegen blijken vaak een grote grondpositie te hebben. Met andere woorden, veel kapitaal zit in de grond en dat moet op termijn leiden tot inkomsten en afbouw van de schulden. In het algemeen wordt netto schuldquote van > 150% als problematisch gezien. Voorzichtigheid is geboden als de netto schuldquote groter is dan 100%. Maar ook dan moeten voor een goed oordeel ook aspecten als de voorraad bouwgrond, uitstaande leningen, de ontwikkeling van de totale inkomsten, risico’s in de uitgavensfeer en het overig verkoopbaar bezit in beschouwing worden genomen. Uit de vergelijking concluderen wij dat de schuldpositie van De Bilt beheersbaar is. Omvang schuldpositie De Bilt Uit de balans bij de jaarrekening 2013 blijkt dat De Bilt per 31 december 2013 voor een bedrag van € 67.997.268 aan langlopende geldleningen heeft afgesloten. De netto-schuld van de gemeente, volgens de definitie die de VNG hanteert wordt berekend op:
Langlopende schuld (excl. Voorzieningen)
2012
2013
63.852.000
67.997.000
Kortlopende schuld
4.591.000
9.000.000
Crediteuren
3.594.000
7.454.000
Overige schulden Overlopende passiva
756.000
319.000
5.480.000
6.493.000
Langlopende uitzettingen
-1.367.000
-1.570.000
Debiteuren
-6.708.000
-10.254.000
-401.000
-1.491.000
Liquide middelen, banksaldi Overlopende activa
-2.469.000
-1.398.000
Netto schuld
67.328.000
76.550.000
De netto schuld is ten opzichte van 2012 toegenomen, met name door toegenomen kortlopende schulden. Bij een totaal aan baten in de jaarrekening 2013 van € 94.793.000 bedraagt de schuldquote per ultimo 2013 dus (76.550.000/94.793.000 * 100%) = 81%. De netto schuld per inwoner heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 2010 € 1.516 2011 € 1.626 2012 € 1.602 2013 € 1.823 In de begroting 2015 is voor rentelasten een budget opgenomen van € 2.475.000. Beheersing schuldpositie Er is alle aanleiding om kritisch naar de schuldpositie van de gemeente te kijken. Volgens algemeen gangbare normen is de omvang van de schulden niet zorgwekkend. We zien echter wel een toename van de schuldquote en van de schuld per inwoner. Om de financiële positie van de gemeente op langere termijn gezond te houden moet naast het saldo van de meerjarenbegroting, de reservepositie, de risico’s en de grondexploitaties, etc. ook de schuldpositie bewaakt worden. Wij gaan hiermee immers lange termijn verplichtingen aan, die ook in de toekomst betaalbaar moeten blijven. Momenteel is het rentepercentage voor lang vreemd vermogen laag. In mei 2014 hebben wij een langlopende geldlening (10 jaar) aangetrokken tegen 1,7%. Maar wat is het effect als de rente met enkele procentpunten stijgt?
Bron: VNG, 26 januari 2014
108
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Als de totale leningenportefeuille tegen 1% extra moet worden gefinancierd, leidt dat tot een extra rentelast van ca. € 700.000. In de bovenstaande analyse van de toename van de netto-schuld ligt een antwoord besloten op de vraag naar de mogelijkheden voor beheersing van de schuldpositie. We hebben meer geïnvesteerd dan door afschrijving is vrijgevallen en we hebben ingeteerd op de reserves en voorzieningen. Tegenover de toename van de voorraad gronden staat ook een toekomstige opbrengst. Bij een sluitende grondexploitatie hoeft dat dus niet te leiden tot op termijn oplopende schulden. De jaren 2015 en verder zouden dan ook een daling van de hoogte van onze langlopende geldleningen moeten laten zien door positieve inkomsten uit de grondexploitatie. Voor beperking van de schuldpositie kan aan de volgende mogelijkheden worden gedacht: • Verkoop van activa. • Niet meer investeren dan de door afschrijving vrijgevallen middelen (investeringsplafond). • Overhevelen van investeringen naar de exploitatie, bijvoorbeeld door toepassing van andere vormen van aanbesteding, zoals DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate). • Realiseren van positieve jaarrekening resultaten. Om het gewenste voorzieningenniveau te bereiken is het noodzakelijk om te investeren en daarmee om schulden aan te gaan. De ontwikkelingen in de gemeentelijke financiële positie vragen echter wel om een afweging tussen bedrijfseconomische kosten en maatschappelijk rendement. Het is primair aan de gemeenteraad om deze afweging te maken.
109
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
4.4
Overige financiële toelichtingen inclusief investeringsplan
Incidentele baten en lasten Begroting
Begroting
2015
2016
Incidentele baten (-) en lasten (+) Ondertunneling Leijenseweg
Begroting
Begroting
2017
2018
400.000
Verkiezingen
60.000
Ondernemersfonds
50.000
Economisch beleid
-50.000
50.000
Rotonde Massijslaan
50.000
125.000
Verkoop snippergroen
-150.000
Totaal incidentele baten en lasten
435.000
0
Ontwikkeling eigen vermogen De door het college voorgestelde meerjarenbegroting leidt tot een verandering van de verwachte ontwikkeling van het eigen vermogen. De verwachte ontwikkeling van het begrotingssaldo is hier niet bij betrokken. OVERZICHT ONTWIKKELING RESERVES 2013
2014
2015
2016
2017
2018
Vrije reserve
1.428.563
1.455.989
1.569.915
2.090.324
2.578.460
3.101.625
Egalisatiereserves
1.100.348
1.031.771
992.350
952.929
952.929
952.929
17.397.779
16.910.873
16.681.359
16.453.998
16.247.484
16.162.970
840.000
840.000
840.000
840.000
840.000
840.000
20.766.690
20.238.633
20.083.624
20.337.251
20.618.873
21.057.524
2017
2018
Overige bestemmingsreserves Stille reserves TOTAAL RESERVES
Voorzieningen OVERZICHT ONTWIKKELING RESERVES 2013
2014
2015
2016
bestaande risico's
378.815
378.815
478.815
578.815
678.815
778.815
onderhoudsegalisatie
702.213
1.297.584
1.576.285
1.754.986
1.983.687
2.062.388
door derden beklemde middelen TOTAAL RESERVES
140.795
140.795
140.795
140.795
140.795
140.795
1.221.824
1.817.195
2.195.896
2.474.597
2.803.298
2.981.999
Investeringen 2015 – 2018 Toekomstige investeringen Integraal huisvestingsprogramma onderwijs van Dijckschool OV IHP jaarschijf 2013 Nijepoort nieuwbouw restant Gemeentelijk Riolerinsplan Burg V Heemstrakwartier (riolering) Eiklaan (riolering) Korte Boslaan (riolering) Zorgvliet (riolering) Gezichtslaan riolering (riolering) Goudhaantjeslaan (riolering) Grote Beer (riolering) Putterlaan (riolering) Diverse aanpassingen aan de riolering 2015
110
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2015 158.602 1.614.937 350.000 250.000 100.000 100.000 100.000 200.000 150.000 100.000 100.000
2016
2017
2018
Toekomstige investeringen Dierenriem (riolering) Mozartlaan (riolering) Van Goyenlaan (riolering) La Plata, fase 3, herinrichting openbare ruimte (riolering) Plutolaan (riolering) Venuslaan (riolering) Diverse aanpassingen aan de riolering 2016 Riolering Den Dolder Bilthoven Wagnerlaan (riolering) Koperwiek (riolering) J.J.P. Oudkwartier (riolering) Sportbeheerplan FC de Bilt veld 5 wetra (beregening, veldafscheiding en ballenvangers) FC de Bilt veld 5 wetra (toplaag en drainage) SCHC veld 1 kunstgrasveld (toplaag, veldafscheiding en ballenvangers) KV Nova kunstgrasveld (toplaag en veldafscheiding) KV Nova kunstgrasveld (fundering) KV Nova kunstgrasveld (drainage) KV Nova natuurgrasveld (beregening) KV Nova natuurgrasveld (toplaag en drainage) KV Nova natuurgrasveld (fundering) KV Nova (algemeen pompinstallatie) FC de Bilt (algemeen doelen) Hsv Centrals (algemeen) pompinstallatie SCHC veld 3 kunstgrasveld (toplaag, veldafscheiding en ballenvangers) SCHC veld 3 kunstgrasveld (drainage) SCHC veld 3 kunstgrasveld (fundering en veldverlichting) FC de Bilt veld 1 kunstgrasveld FC de Bilt veld 3 natuurgrasveld (veldafscheiding en ballenvangers) FC de Bilt veld 3 natuurgrasveld (toplaag) FC de Bilt veld 4 kunstgrasveld (toplaag, veldafscheiding en ballenvangers) FC de Bilt veld 4 kunstgrasveld (veldverlichting) Hsv Centrals softbalveld 1 (toplaag en hekwerken) Hsv Centrals softbalveld 1 (fundering en veldverlichting) Hsv Centrals softbalveld 2 (hekwerken) Hsv Centrals softbalveld 2 (fundering) SVM veld 2 kunstgrasveld (toplaag, veldafscheiding en ballenvangers) Beheerplan Tractie Vervanging kleine zoutstrooier Vervanging Boki 4551 Vervanging Kia K2500 04-VDX-4 Vervanging 5 sneeuwploegen + ophangsysteem Vervanging Ahlmann AZ 85 Vervanging 2 straatmakers nissan Overig Kredieten dienstverlening 2015 Investeringen Brandweerkazernes Investeringen Brandweerkazernes Hulpmiddelen WMO 2015 Vervanging 2 containers hoog voor milieustraat Begraafplaats Westbroek Kredieten dienstverlening 2016 Hulpmiddelen WMO 2016 Vervanging 2 containers hoog voor milieustraat Kredieten dienstverlening 2017 Hulpmiddelen WMO 2017 Vervanging 2 hoog containers milieustraat Kredieten dienstverlening 2018 Hulpmiddelen WMO 2018 Totalen
111
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
2015 500.000 300.000 330.000
2016
2017
2018
300.000 200.000 150.000 100.000 500.000 300.000 300.000 250.000 35.000 30.000 170.000 62.000 12.000 150.000 15.000 65.000 150.000 30.000 15.000 30.000 170.000 20.000 365.000 170.000 20.000 10.000 170.000 15.000 37.000 45.000 12.000 30.000 170.000 25.000 125.000 55.000 50.000 75.000 110.000 100.000 533.610 75.625 400.000 30.000 225.000 100.000 400.000 30.000 100.000 400.000 30.000
5.932.774
2.430.000
2.274.000
100.000 400.000 1.179.000
5 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
112
Bijlagen 1 2 3 4 5 6
Samenstelling bestuur Kerngegevens Algemene Uitkering op basis van de meicirculaire 2014 EMU-saldo Gehanteerde begrippen Gebruikte afkortingen
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Bijlage 1 Samenstelling Bestuur Samenstelling gemeenteraad van de gemeente De Bilt Voorzitter: de heer A.J. Gerritsen Griffier: mevrouw drs. T.B.W.M. van der Torre De gemeenteraad van De Bilt heeft 27 zetels te verdelen en bestaat sinds de verkiezingen van 2014 uit de volgende partijen (op volgorde van grootte):
Namens D66: F.A. Poot, drs. V. Smit, drs. D.M.P.G. Smolenaers, B.R. Voortman, Dr. M. van Weele, ir. G.J. de Zwart
Namens VVD: drs. A.J. Ditewig, drs. ing. C.J.H.M. Lelivelt, jhr. ing. C.F.C.T.M. van Nispen tot Sevenaer, N. Steen BBA
Namens Beter De Bilt: Dr. ir. C. Brouwer, drs. E. Rost van Tonningen, P. Schlamilch, W.H.F. van de Veerdonk
Namens CDA: C.E. Beringen, D.A.W. de Groot BBA, M.F.A.M. Koren BEc
Namens PvdA: drs. E. van Esterik, K. Hagedoorn
Namens SP: M. Boer, J.A. Stekelenburg
Namens Bilts Belang: ir. H. IJssennagger, P.F. Middleton-Heijlen
Namens GroenLinks: drs. E.M. van der Aa-Bekkers, drs. A.A. de Boer
Namens SGP: J.F. Slootweg
Namens ChristenUnie: N. Jansen
113
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Samenstelling College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente De Bilt
De heer A.J. Gerritsen (burgemeester) Portefeuille: bestuurlijke coördinatie, internationale betrekkingen, openbare orde en veiligheid, brandweer, toezicht en handhaving, bedrijfsvoering (inclusief communicatie) en dienstverlening.
De heer H.J.M.A. Mieras (wethouder, loco-burgemeester) D66 Portefeuille: financiën, gemeentelijke eigendommen, ruimtelijke ordening en landschapsbeleid, grondzaken, kunst- cultuur- en monumentenbeleid, dorpskern: Bilthoven, project Centrumplan Bilthoven.
Mevrouw J.L. van Hulst-Mazirel (wethouder, 2e loco-burgemeester) VVD Portefeuille: economische zaken, decentralisatie participatiewet, verkeer en mobiliteit, beheer openbare ruimte, wonen en volkshuisvesting, dorpskernen: Groenekan, Hollandsche Rading en Westbroek, project zwembad Bilthoven
Mevrouw M.C.T. Bakker-Smit (wethouder, 3e loco-burgemeester) CDA Portefeuille: onderwijs, jeugdbeleid en kinderopvang, recreatie en toerisme, sport, dorpskern: Maartensdijk, project de Vierstee Maartensdijk
Mevrouw A.E. Brommersma (wethouder, 4e loco-burgemeester) Groenlinks Portefeuille: duurzaamheid en milieu, decentralisatie jeugdzorg, zorg en welzijn, decentralisatie wet maatschappelijke ondersteuning, dorpskern: De Bilt, project coördinatie decentralisaties binnen het sociaal domein
F.G. Wietses Gemeentesecretaris
114
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Bijlage 2 Kerngegevens
Kerngegevens
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Begroot
31-12-2012
31-12-2013
01-01-2014
01-01-2015
A. Sociale structuur Aantal inwoners
42.032
42.037
42.090
42.100
Waarvan 0-19 jaar
10.012
9.852
10.000
10.010
Waarvan 20-64 jaar
22.639
22.659
22.950
22.945
Waarvan 65 jaar en ouder
9.383
9.526
9.140
9.145
Aantal periodieke uitkeringsontvangers
2.534
1.879
2.670
2920
455
498
488
520
1.520
770
1.530
1520
540
690
630
860
19
21
22
20
1.350
1.076
1.400
1.400
Oppervlakte gemeente in ha.
6.627
6.627
6.627
6.627
Waarvan Binnenwater
83
83
83
83
19.638
22.547
22.528
22.623
18.453
19.340
19.330
19.420
97
1.001
997
1.002
896
443
443
438
192
197.600
198.000
198.000
2.560
168.800
169.200
169.200
Waarvan op grond van: WAZ en WWB Waarvan op grond van: WAO Waarvan: WW Waarvan op grond van: IOAZ en IOAW Aantal minderheden B. Fysieke structuur
Totale aantal verblijfsobjecten Waarvan woonfunctie Waarvan kantoor/winkel/industrie functie Waarvan logiesfunctie Lengte van de wegen in meters Waarvan binnen de bebouwde kom Waarvan buiten de bebouwde kom
188.735
28.800
28.800
28.800
159.414
222
222,5
222
29.321
92
92
92
Uitgaven per inwoner
1.956
2.275
2.038
2.220
Inkomsten per inwoner
1.781
2.255
2.018
2.218
Opbrengst OZB-belasting per inwoner
217
220
231
233
Uitkering uit het gemeentefonds per inwoner
797
777
787
1.056
Vaste schuld per inwoner
1.519
1.618
1.615
1.807
Geactiveerde kapitaaluitgaven per inwoner
2.184
2.259
2.539
2.558
11
16
2
8
0
0
0
0
30
22
30
28
Aantal ha openbaar groen Waarvan stedelijke beplanting C. Financiële structuur
Leningen aan derden per inwoner Waarvan voor woningbouw Beleggingen Voorzieningen per inwoner Eigen vermogen per inwoner
115
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
58
29
26
26
507
484
490
472
Bijlage 3 Algemene uitkering op basis van de meicirculaire 2014 Onderdeel A - Inkomstenmaatstaven Maatstaf 1c Waarde niet-woningen eigenaren 1f Waarde niet-woningen gebruikers (onder aftrek amendement De Pater) 1a Waarde woningen eigenaren
Berekende Aantallen
Gewicht / %
Uitkering
6.174.000,00
-0,1504
-928.569,60
5.593.000,00
-0,1213
-678.430,90
47.864.000,00
-0,1135
-5.432.564,00
Subtotaal
-7.039.564,50
Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is Berekende Maatstaf Aantallen 1e OZB waarde niet-woningen 10a WWB schaalnadeel 10b WWB schaalvoordeel 8 Bijstandsontvangers
Gewicht
Bedrag in basis
617,4
356,25
219.948,75
0,57678356
112.176,71
64.701,68
213,95
3.706,33
792.966,93 808.414,83
477
1.694,79
1.224,00
149,76
183.306,24
3b Huishoudens
19.419,00
90,84
1.764.021,96
2 Inwoners
3a Eén-ouder-huishoudens
42.036,00
142,03
5.970.373,08
4 Inwoners: jongeren < 20 jaar
9.853,00
195,4
1.925.276,20
5 Inwoners: ouderen > 64 jaar
9.526,00
81,72
778.464,72
5a Inwoners: ouderen > 74 en < 85 jaar
3.196,00
26,99
86.260,04
7 Lage inkomens
4.790,00
86,47
414.191,30
7a Lage inkomens (drempel)
2.827,60
332,14
939.159,06
12 Minderheden
1.505,00
302,96
455.954,80
--
325,71
0
2.155,00
98,56
212.396,80
13 Klantenpotentieel lokaal
34.650,00
39,6
1.372.140,00
14 Klantenpotentieel regionaal
12.830,00
16,2
207.846,00
15e Leerlingen VO
1.816,00
362,5
658.300,00
15d Leerlingen (V)SO
1.172,94
230,78
270.691,09
--
2.312,25
0
4.973,00
76,03
378.097,19
12a Minderheden (drempel) 11 Uitkeringsontvangers
15h Achterstandsleerlingen (drempel) 38 Bedrijfsvestigingen 29 Historische woningen in bewoonde oorden 1930
2.889,00
31,13
89.934,57
31a ISV (a) stadsvernieuwing
0,00058829
18.401.314,79
10.825,31
31b ISV (b) herstructurering
0,00080894
11.293.609,47
9.135,85
36 Meerkernigheid
9
8.111,29
73.001,61
37 Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied
9
14.833,11
133.497,99
36a Kernen met 500 of meer adressen
4
27.341,63
109.366,52
1.707,00
11,7
19.971,90
35a Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor
10.689,03
5,81
62.103,26
32 Omgevingsadressendichtheid
24.196,39
77,29
1.870.139,14
34 Oeverlengte * bodemfactor gemeente
32a Omgevingsadressendichtheid (drempel)
--
24,28
0
23 Oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied
38
1.520,38
57.774,44
22 Oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor woonkernen
200
3.080,12
616.024,00
21 Oppervlakte bebouwing
238
580,9
138.254,20
93
39,04
3.630,72
6.620,00
38,34
253.810,80
19 Oppervlakte binnenwater 16 Oppervlakte land 18 Oppervlakte land * bodemfactor gemeente
6.620,00
26,11
172.848,20
24 Woonruimten
19.624,00
55,45
1.088.150,80
25 Woonruimten * bodemfactor woonkernen
19.624,00
51,35
1.007.692,40
1
280.127,82
39 Vast bedrag Subtotaal
116
280.127,82 23.498.800,21
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf) Uitkeringsfactor
1,431
Subtotaal (B x C (=uf))
33.626.783,09
Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is Maatstaf
Berekende Aantallen
61 Suppletieregeling OZB 56 Suppletie-regeling groot onderhoud verdeelstelsel
Uitkering
9.927,00
9.927,00
-209.862,86
-209.862,86
Subtotaal
-199.935,86
Onderdeel E - Integratie- en decentralisatieuitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is Maatstaf
Berekende Aantallen
Uitkering
119 Centra voor jeugd en gezin (DU)
910.938,00
910.938,00
71 Impuls Brede scholen combinatiefuncties (DU)
123.800,00
123.800,00
113 Peuterspeelzaalwerk (DU)
90.534,64
90.534,64
170 Decentralisatie provinciale taken vergunningverlening, toezicht en handhaving (DU)
30.991,00
30.991,00
3.136.832,00
3.136.832,00
62 Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) Subtotaal
4.293.095,64
Onderdeel F - Deelfonds sociaal domein Maatstaf
Berekende Aantallen
Uitkering
172 decentralisatie AWBZ naar WMO (IU)
4.322.175,96
4.322.175,96
173 decentralisatie jeugdzorg (IU)
7.412.333,90
7.412.333,90
174 decentralisatie Participatiewet (IU)
2.028.522,33
2.028.522,33
Subtotaal
13.763.032,19
Totaal uitkering 2015:
44.443.410,56
117
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Bijlage 4 EMU-saldo
EMU-saldo (bedragen x € 1.000) 1 2
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) +
3
+
4
-/-
5
+
6a
+
6b
+-
7
-/-
8a
+
8b
+
9
-/-
10
-/-
11
-/-
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd De in mindering op de onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het rijk, de provincies, de Europese Unie en overigen
Begroting
2014
2015
-767
-60
5.031
4.018
782
673
-8.079
-7.989
0
0
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)
0
0
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
0
0
-3.242
-5.526
7.572
6.900
Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-,woonrijp maken e.d. Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Boekwinsten op grondverkopen Betalingen ten laste van de voorzieningen Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserve worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen BEREKEND EMU-SALDO (TEKORT = –; OVERSCHOT = +)
118
Begroting
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
0
0
-1.200
-1.000
0
0
0
0
97
-2.984
Bijlage 5 Gehanteerde begrippen Bedrijfsvoering De beheersing van, het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen in de organisatie op basis van een bedrijfsvoeringfilosofie. In De Bilt is die: integraal management. Onderdelen: personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer en huisvesting. Begroting Een begroting geeft aan welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, hoeveel middelen daarmee zijn gemoeid en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn. Het BBV onderscheidt een beleidsbegroting en de financiële begroting. Beleidsbegroting De beleidsbegroting gaat vooral in op de (doelstellingen van de) programma’s en via de zogenoemde paragrafen op belangrijke onderdelen van het beheer. De beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. Besluit Het (Koninklijk) Besluit begroten en verantwoorden provincies en gemeenten (BBV) bevat voorschriften voor de inrichting van de begroting en de jaarrekening en het jaarverslag en geldt vanaf de begroting 2004. Bestaand beleid Beleid waarover reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden. Ook wel genoemd aanvaard beleid, ongewijzigd beleid. Categoriale indeling Een categoriale indeling is een indeling van baten en lasten naar kostensoorten zoals salarissen, rente en belastingen. Collegeprogramma Het college geeft in een collegeprogramma de inhoudelijke invulling van belangrijke onderwerpen die in de zittingsperiode tot uitvoering moeten komen. Het gaat als regel om onderwerpen die naar het oordeel van de collegepartijen politiek relevant zijn. Dekkingsmiddelen Financiële middelen waarmee het voorgestelde beleid financieel kan worden gedekt. Financiële begroting De financiële begroting gaat vooral in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit het overzicht van de baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie. Financiële positie Onderdeel van de financiële begroting, tevens de tegenhanger van de balans. De financiële positie van een gemeente geeft een beeld van ontwikkelingen ten opzichte van de vorige begroting in meerjarig perspectief. Functie (functionele indeling) Een functie is een eenheid waarin de begroting en jaarstukken worden onderverdeeld volgens het BBV. Dit besluit definieert 85 functies. Het BBV laat de indeling van de begroting vrij, maar stelt verplicht dat de begroting in een apart ‘document’ wordt geconverteerd naar functies. Dit document wordt naar de toezichthouder en het CBS gezonden.
119
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Jaarrekening De jaarrekening is de tegenhanger van de financiële begroting; de jaarrekening gaat in op de realisaties van het afgelopen jaar. De jaarrekening is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit de programmarekening en toelichting en de balans en toelichting. Jaarverslag Het jaarverslag is de tegenhanger van de beleidsbegroting en gaat met name in op de uitkomsten van de programma's over het afgelopen begrotingsjaar. Het jaarverslag is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit de programmaverantwoording en de paragrafen. Nieuw beleid Voorgesteld beleid waartoe nog besloten moet worden. Hieronder valt ook de uitbreiding van bestaand beleid. Kenmerk: sturing is nog mogelijk. Operationele doelstelling Een subdoelstelling van een programma dat een concreet maatschappelijk effect SMART formuleert. Paragrafen Een paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de begroting op bepaalde aspecten. Het gaat dan om de beleidslijnen van beheersmatige aspecten die kaderstellend zijn, financieel, politiek of anderszins. De paragrafen zijn onderdeel van zowel de beleidsbegroting als het jaarverslag. Product Een of meerdere samenhangende activiteiten die tot een (concreet) resultaat leiden, ook wel sectorproduct. Productenraming Begroting op productenniveau. Bevat informatie over het begrotingsjaar, de drie daarop volgende jaren en de twee voorafgaande jaren. Deze begroting is (in eerste instantie) bestemd voor het college en heeft met name een beheersfunctie. Productenrealisatie Een productenrealisatie is de tegenhanger van de productenraming en wordt na afloop van het begrotingsjaar opgesteld. Programma Een samenhangende verzameling van producten gericht op het bereiken van bepaalde maatschappelijke effecten, de operationele doelstellingen. Hiermee stelt de raad de kaders voor het college. Programmabegroting Bestaat uit de beleidsbegroting en de financiële begroting (zie ook: beleidsbegroting en financiële begroting. Programmaplan Het programmaplan bevat de programma’s en het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Strategische doelstelling Het eindresultaat, het beoogde maatschappelijke effect, bij de uitvoering van een programma. Treasuryfunctie Omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het geheel van geldmiddelen (zoals de algemene reserve) waaruit tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast behoeven te worden.
120
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
Bijlage 6 Gebruikte afkortingen APV ATJ AVP AVU AWBZ BAG BBV BBZ BGT BLS BNG BOS BTW BZK CEC CJG CROW DOHG EV EZ FIDO GBA GCN GGD GMU GRP GZO HDSR IBOR IHP INK IOAW IOAZ IPO ISV IVN IVP KCC MOP NV Oké OZB PUWC RIVM RMC RO RSD SSW SWZ UWV
121
Algemeen plaatselijke verordening Actieteam jongeren Agenda vitaal platteland Afval verwijdering Utrecht Algemene wet bijzondere ziektekosten Basisregistraties voor adressen en gebouwen Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten Besluit bijstandsverlening zelfstandigen Basisregistratie Grootschalige Topografie Besluit locatiegebonden subsidies Bank Nederlandse Gemeenten Buurthuis, Onderwijs en Sport Belasting op de toegevoegde waarde Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Cultureel educatief centrum Centrum voor jeugd en gezin Centrum voor regelgeving en onderzoek in de grond, water- en wegenbouw en verkeerstechniek District overleggen huiselijk geweld Eigen vermogen Economische zaken Wet financiering decentrale overheden Gemeentelijke basisadministratie Gasbedrijf centraal Nederland Gemeentelijke gezondheidsdienst Gemeenschappelijke meldkamer Utrecht Gemeentelijk rioleringsplan Gasdistributie Zeist en omstreken Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden Integraal beheer openbare ruimte Integraal huisvestingsplan Instituut Nederlands Kwaliteit Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze zelfstandigen Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Interprovinciaal overleg Investeringsbudget stedelijke vernieuwing Instituut voor natuurbeschermingseducatie (tegenwoordig Vereniging voor natuur- en milieueducatie) Integraal veiligheidsplan Klantcontactcentrum Meerjaren onderhoudsplan Naamloze Vennootschap Ontwikkelingkansen door Kwaliteit en Educatie Onroerende zaakbelasting Provinciale Utrechtse welstandscommissie Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu Regionaal meld- en coördinatiepunt vroegtijdige schoolverlaters Ruimtelijke ontwikkeling Regionale sociale dienst Woningbouwstichting SSW Sociale werkvoorziening Zeist Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT
VCP VNG VRI VROM VRU WKPB WMMN WMO WOZ WPG WRO WSW WSW WVG WWB
122
Verkeerscirculatieplan Vereniging Nederlandse gemeenten Verkeersregel installatie Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Veiligheidsregio Utrecht Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen Welstand monumenten Midden-Nederland Wet maatschappelijke ondersteuning Wet op de onroerende zaakbelasting Wet publieke gezondheid Wet op de ruimtelijke ordening Wet sociale werkvoorziening Waarborgfonds sociale woningbouw Wet voorzieningen gehandicapten Wet werk en bijstand
PROGRAMMABEGROTING 2015, GEMEENTE DE BILT