Programmabegroting 2016 EN meerjarenraming 2017 - 2019
Inhoudsopgave BESTUURLIJKE AANBIEDINGSBRIEF .....................................................................................2 1. INLEIDING EN FINANCIEEL OVERZICHT ..........................................................................6 2. VOORGESTELDE BEGROTINGSBIJSTELLINGEN ............................................................ 12 3. HET PROGRAMMAPLAN ............................................................................................. 45 3.1 IEDEREEN DOET MEE ...............................................................................................................45 3.2 OP WEG MET TALENT ...............................................................................................................54 3.3 LEEFBARE STAD ......................................................................................................................74 3.4 STERKE STAD .........................................................................................................................92 3.5 VEILIGE STAD ........................................................................................................................110 3.6 VOOR DE LELYSTEDELING .....................................................................................................128
4.
PARAGRAFEN ........................................................................................................ 140 4.1 LOKALE HEFFINGEN ...............................................................................................................140 4.2 W EERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING ...................................................................147 4.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN .........................................................................................158 4.4 FINANCIERING .......................................................................................................................164 4.5 BEDRIJFSVOERING ................................................................................................................167 4.6 VERBONDEN PARTIJEN ..........................................................................................................169 4.7 GRONDBELEID ......................................................................................................................179 4.8 INTERBESTUURLIJK TOEZICHT (IBT) .......................................................................................181
5. OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN EN TOELICHTING ................................................ 182 6. FINANCIËLE POSITIE ............................................................................................... 183 BIJLAGE 1: ONDERZOEKSOPDRACHTEN KADERNOTA 2017 - 2020 ................................ 195 BIJLAGE 2: WERKPLAN STEDELIJKE ONTWIKKELING ..................................................... 197 BIJLAGE 3: BEGROTINGSANALYSE PER PROGRAMMA ................................................... 199 BIJLAGE 4: OVERZICHT AFDELINGSPRODUCTEN PER PROGRAMMA ............................... 205 BIJLAGE 5: PORTEFEUILLEVERDELING 2014 – 2018 .................................................... 212 BIJLAGE 6: LIJST MET AFKORTINGEN .......................................................................... 219
Programmabegroting 2016 – 2019
1
Bestuurlijke aanbiedingsbrief
Bewegen naar de toekomst Aan de raad van de gemeente Lelystad, Hierbij bieden wij u de ontwerp programmabegroting 2016 en de meerjarenraming 2017 – 2019 aan. Deze programmabegroting is een doorvertaling van de in juli vastgestelde kadernota aangevuld met de laatste actuele ontwikkelingen. De titel van deze programmabegroting refereert aan de tijd waarin we leven, de uitdagingen waar we voor staan en de kansen die deze met zich brengen. Je moet je voortbewegen om je evenwicht niet te verliezen, weten we sinds Newton. En nog zo één, alles beweegt en het bevalt de Nederlanders maar matig, zo schreef Rene Cuperus in de zomer van 2014 in de Volkskrant. Er beweegt inderdaad van alles in de wereld en in onze directe omgeving. Het jaar 2016 is in dat opzicht een overgangsjaar. De beweging die in 2014 is voorbereid en in 2015 is ingezet, moet zich gaan vertalen in een vaste koers. De effecten van de decentralisaties worden zichtbaar maar ook voelt Lelystad de effecten van de – vaak pijnlijke – ingrepen en bezuinigingen waar college en raad toe hebben moeten besluiten. Tegelijkertijd zien we in 2015 de eerste voorzichtige tekenen van economisch herstel, dat hopelijk in 2016 zal doorzetten. Het college is verheugd u een relatief stabiele begroting aan te bieden. Een begroting die meerjarig sluitend is zonder dat daarbij opnieuw al te grote ingrepen nodig zijn. Maar waarin tegelijkertijd de investeringen die nodig zijn om te kunnen profiteren van de economische ontwikkeling helaas maar heel beperkt mogelijk zijn. Financiën in beweging In de opmaak naar deze begroting blijven de financiën in beweging. 2015 was – en is op het moment dat we deze begroting bespreken - zoals gezegd een ingrijpend begrotingsjaar. Er lag een flinke financiële opgave in een periode dat we ook de met korting gedecentraliseerde taken op een effectieve en efficiënte wijze moesten organiseren. Het college -en de raad heeft dit vervolgens bekrachtigd- heeft aangegeven dat verdere bezuinigingen zouden tornen aan de houdbaarheid van de principes voor het financieel beleid uit het raadsprogramma: -
Geen lastenverzwaring Sociale basisvoorzieningen in stand houden, maar met niet meer dan de middelen die onder andere de decentralisaties hiervoor bieden Geen verschuiving van de lasten naar de toekomst.
De eerste 2 principes hebben we in de begroting onverkort kunnen handhaven. Het College is zich bewust dat ze ten aanzien van het derde principe een concessie doet. Het geprognosticeerde rekeningresultaat 2015 wordt uiteraard ten laste van de algemene reserve gebracht. Deze algemene reserve wordt niet onmiddellijk geheel in 2016 aangevuld maar wordt in 3 jaarstappen weer op orde gebracht. Dit doet het college vanuit de overtuiging dat nu verder bezuinigen de samenleving onacceptabele schade toe zou brengen. Overigens kiest het college ervoor dit principe ook “andersom” toe te passen. Alhoewel de septembercirculaire een bescheiden voordeel op de Algemene uitkering lijkt te laten zien , is er voor gekozen om uit te gaan van de conservatieve raming uit de meicirculaire en dit voordeel nog niet in te boeken. Bij de begrotingsmonitor in januari zal dit zichtbaar gemaakt worden. Het college houdt in deze programmabegroting haar eerder ingezette koers vast en kiest voor continuering van het beleid. Ook om de rust in de samenleving en de organisatie terug te laten keren, want de veranderingen en ingrepen hebben hun sporen nagelaten. Mensen moeten de tijd hebben om zich aan te passen aan nieuwe situaties en omstandigheden, om te wennen of om nieuwe mogelijkheden te onderzoeken. Immers, bewegen vraagt gewenning en gewenning vraagt tijd. In dat opzicht maken we ons zorgen om de eerder geschetste financiële onzekerheden. We hebben te maken met grote schommelingen in onze gemeentelijke inkomsten. Zo heeft de gemeente de afgelopen jaren forse generieke bezuinigingen op het gemeentefonds moeten opvangen, waarbij er
Programmabegroting 2016 – 2019
2
geen enkele relatie bestaat met het gemeentelijke takenpakket. Als grootste voorbeeld van een generieke bezuiniging op het gemeentefonds kan de zogeheten ‘opschalingskorting’ worden genoemd, die in de aankomende jaren verder oploopt tot zo’n € 1 miljard. Ook vanuit de VNG wordt er nog steeds actie ondernomen om dit type generieke kortingen van tafel te krijgen. Naast de generieke rijkskortingen is de gemeente in de afgelopen jaren ook geconfronteerd met specifieke rijksbezuinigingen die door vertaald moesten worden naar het gemeentelijk takenpakket op het gebied van onder andere de Wmo en de re-integratie. Bovendien hangt ons als Lelystad, als gevolg van de invoering van het objectieve verdeelmodel Jeugdzorg per 1 januari 2016, een onevenredig zwaar herverdeeleffect boven het hoofd. De opeenstapeling van kortingen en herverdeeleffecten en de voortdurende bijstelling van de accressen van het gemeentefonds leiden tot een grote mate van onvoorspelbaarheid en instabiliteit aan onze inkomstenkant. Bovendien volgen de budgetwijzigingen vanuit het Rijk elkaar in een hoog tempo op en is er te weinig tijd om deze adequaat op te vangen. In de begroting van 2015 gaven we reeds aan tot op het bot te zijn gegaan. Verder bezuinigen op gemeentelijke budgetten is onverantwoord: het zal leiden tot wachtlijsten in de zorg, verloederde wijken, schade door slecht onderhouden wegen, een toename van de onveiligheidsbeleving of het sluiten van zwembaden, kindcentra of andere broodnodige voorzieningen, dan wel tot een onacceptabel hoog niveau van lokale belastingen. Om die reden hebben we dan ook samen met een heel groot aantal gemeenten bij het rijk aan de noodrem getrokken. Het rijk beweegt te hard, bovendien is de beweging vaker financieel dan inhoudelijk gestuurd. Nu de rijksfinanciën een positiever beeld laten zien is het zaak de eerste overheid – de gemeente – en haar burgers lucht en tijd te bieden om de ingezette koers te kunnen doen bestendigen. Samenleving in beweging Maar al die beweging heeft ook zijn positieve kanten. Ook onze stad staat gelukkig niet stil. Er gebeurt van alles. Tal van inwoners, organisaties en bedrijven nemen initiatieven om het leven in Lelystad een beetje mooier en beter te maken. Ook de economie maakt gelukkig weer een positieve beweging. De bedrijvigheid en werkgelegenheid trekt aan, de woningbouw trekt aan en ook het toerisme laat een groei zien. We willen dat alle Lelystedelingen hiervan profiteren. Daarom blijven we de in de kadernota uitgezette koers vasthouden: -
Voorkomen is beter dan genezen: meer inzet op preventie De snelheid van buiten vertalen naar de snelheid binnen Niet elke situatie is hetzelfde: meer maatwerk, ook al leidt dat tot verschil Prioriteit ligt bij onderwijs, sociaal domein, economie, stadshart en duurzame samenleving.
Tegelijkertijd moeten we onze ogen niet sluiten voor het feit dat niet iedereen in staat is de beweging naar een meer zelfredzame en verantwoordelijke samenleving te maken. We zien dat er een groep Lelystedelingen is, die het steeds moeilijker krijgt en zich voor een deel ook gedraagt op een manier die door anderen als niet sociaal of verantwoord wordt ervaren. Dit leidt tot gevoelens van sociale onveiligheid in de samenleving. Ook op dit punt hebben we met elkaar een verantwoordelijkheid te nemen en is de vraag wat iedereen (naar vermogen) bijdraagt gerechtvaardigd. Iedereen kan een bijdrage leveren. Op tijd op het werk komen, afval in de afvalbakken deponeren, ervoor zorgen dat kinderen naar school gaan en een diploma halen. Het zijn alledaagse dingen die voor iedereen als vanzelfsprekend zouden moeten zijn en die helpen te bouwen aan een aangename en verantwoordelijke samenleving. De inzet als ouder, als mantelzorger of als vrijwilliger draagt bij aan een wat we zo mooi noemen ‘de inclusieve samenleving’ Een samenleving waarbij de norm is dat je elkaar aanspreekt op houding en gedrag en bij een hulpvraag of probleem niet eerst naar de ander wijst, maar je afvraagt “wat kan ik bijdragen?” Dit vraagt om inzet op allerlei terreinen. De rol van de overheid is in de eerste plaats om de discussie hierover aan te zwengelen en te helpen bij het welbevinden van iedereen: te helpen om eventuele belemmeringen weg te nemen, de goede dingen te belonen en de slechte dingen te bestraffen. Het is belangrijk dat iedereen zich thuis voelt in onze stad, er trots op is en daarom bereid is zich in te zetten. Dit geldt voor de groep hierboven, maar dat geldt ook voor de groep die zich door inkomen, opleiding of maatschappelijke positie wel zelf kan redden. Deze groep mag zich niet afzijdig houden.
Programmabegroting 2016 – 2019
3
Cruciaal is dat zij hun binding en betrokkenheid bij de stad niet verliezen. Het College maakt zich zorgen over de signalen dat dit lijkt te gebeuren. We zien ze steeds minder in het straatbeeld van Lelystad, terwijl we graag zouden zien dat ze hun geld uitgeven in ons stadscentrum, dat ze van cultuur genieten in ons mooie theater en zich ook wat vaker ten behoeve hun eigen buurt vrijwillig inzetten. Onze jonge stad ontbeert een grote middengroep als cement tussen de hoge en lage inkomens. Dat legt een extra claim op diegenen die er wel zijn. Deze constatering heeft heel veel effecten op allerlei voorzieningen. Om tot oplossingen te komen is het belangrijk om deze scheefgroei concreet te benoemen en daar gezamenlijk naar te kijken. Het is meer een maatschappelijk vraagstuk .dat we als samenleving gezamenlijk op moeten lossen, dan een gemeentelijke taak. Het college heeft niet de illusie dat de gemeente dit vraagstuk alleen kán oplossen. We kunnen wel helpen en randvoorwaarden creëren. Dat heeft consequenties voor ons eigen werken. Gemeentelijke medewerkers hebben vele talenten. Die benutten we, ook als dat even niet bij hun functie past. We weten bovendien veel van de samenleving. Die informatie maken we voor de samenleving toegankelijk, uiteraard binnen de grenzen van de privacywetgeving, en zorgen dat we die informatie gericht kunnen gebruiken om samen met die samenleving de goede dingen goed te kunnen doen. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat we niet over mensen praten, maar met hen in gesprek gaan. Vaak heeft de groep om wie het gaat zelf heel andere oplossingen voor ogen dan de oplossingen die beleidsmatig bedacht zijn. Dat begint dan wel met een positieve grondhouding en het vertonen van sociaal aangenaam gedrag. Deze inzet begint al in het vroege onderwijs, maar ook bij volwassenen zullen we duidelijker moeten worden over wat wel en wat niet kan. Een ander belangrijk uitgangspunt is dat de problemen niet alleen worden aangepakt vanuit het sociale domein, maar ook vanuit het fysieke domein. Om goed gedrag uit te lokken en ongewenst gedrag te corrigeren is affectieve hardheid nodig. We moeten duidelijk maken dat men niet zo maar overal mee weg komt. Van handhaving moet dan ook niet alleen een repressieve, maar ook een preventieve werking uitgaan. Tegelijkertijd zullen we ons inzetten om de afhankelijkheidspositie waarin een groot deel van deze groep zich bevindt, op te heffen. Samen met de samenleving proberen we deze groep op te sporen, deze negatieve spiraal waarin zij zich bevinden te doorbreken en om te zetten in trots: ben trots op jezelf, ben trots op de stad. De stad is van ons allemaal! Gemeente in beweging De gemeente is nog steeds druk doende te leren hoe om te gaan met de veranderende verhoudingen tussen samenleving en overheid. Dit blijft een zoektocht naar rollen en invulling daarvan. Bij de kadernota hebben we een begin gemaakt met het betrekken van de samenleving bij het begrotingsproces. Die lijn zetten we ook in 2016 door. Stadstafels nemen daarbij een eigen zelfstandige plaats in, waarbij deze niet noodzakelijk aan de cyclus van planning & control gekoppeld blijven. Het is een middel om onze interactie met de samenleving vorm te geven. Door de begrotingsgegevens interactiever en toegankelijker te gaan publiceren, hopen we die interactie verder te faciliteren. We slaan nieuwe wegen in en proberen nieuwe dingen uit. Gelukkig hebben we een burgerplatform dat hieraan actief meedoet. Overigens zien we dat -naast de betrokkenheid bij de begroting- we er in toenemende mate in slagen om groepen bewoners actief te betrekken bij projecten en activiteiten in de fysieke leefomgeving. Ook in het sociale domein zijn er mooie voorbeelden. Spanningsveld hierbij blijft de aansluiting met de snelheid van buiten. De nieuwe tijd brengt snelle veranderingen met zich mee met de verwachting dat de overheid hierop snel anticipeert. Waar gaat het om communicatie en dienstverlening gaat, moeten we ons hiervan meer van bewust zijn en sneller actie ondernemen. Tegelijkertijd zorgt de ‘ gejuridiceerde traagheid’ van de overheid voor stabiliteit en effectieve beleidsontwikkeling en -uitvoering.
Programmabegroting 2016 – 2019
4
Bewegen naar de toekomst Kernvraag is: welke kant beweegt zich een en ander in de toekomst en doen we de goede dingen? Dat zal de toekomst moeten leren. Voor ons is het zaak de beweging vast te blijven houden en te monitoren. 1. Bij de kadernota hebben we u een aantal scenario’s aangeboden. Deze scenario’s helpen ons om te zien waarheen we ons nu bewegen en wat we kunnen doen om ongewenste effecten, zoals de eerder genoemde tweedeling in de samenleving tegen te gaan. Komende periode zullen we bezien welk scenario zich lijkt te ontwikkelen en tot welke bijstellingen en acties dat zal moeten leiden. Bij de kadernota 2017-2020 zullen we u daarover rapporteren. 2. Naast alle financiële ontwikkelingen en naast de decentralisaties kondigt zich in het fysieke domein eveneens een grote transformatie aan. De Omgevingswet die in 2018 ingaat, vraagt om een omgevingsvisie en helpt ons keuzes te maken voor een verantwoorde toekomst. Dit biedt ons de mogelijkheid om op basis van de scenario’s en in nauwe samenspraak met onze omgeving een toekomst vaste visie te ontwikkelen en vast te leggen. In 2016 zullen we daar een begin mee maken. 3. Tegelijkertijd met deze begroting worden u de doorlichtingen van onze begroting aangeboden. Wat betreft het college laten de doorlichtingen zien dat door de bezuinigingen in de afgelopen jaren alle vrije ruimte reeds opgebruikt is. Er zijn wat het college betreft geen quick wins meer te behalen. Tegelijkertijd moeten we ons wel voorbereiden op de toekomst. Het college heeft zich afgevraagd welke bewegingen er – in lijn met onze uitgangspunten – nog te maken zijn. Centraal staat daarbij de vraag welke taken nog verder overgedragen kunnen worden aan de samenleving, waarbij de samenleving ook ruimte krijgt deze taken op haar eigen wijze in te vullen. Om die reden zijn in bijlage 1 een aantal onderzoeksopdrachten geformuleerd, waarover bij de kadernota 2017-2020 gerapporteerd zal worden. Het geheim van de verandering is om je energie niet te richten op het bestrijden van het oude, maar op het realiseren van het nieuwe, schreef Socrates. Voor dat realiseren van die verandering is beweging nodig. Beweging waarbij we ons als college en raad zullen moeten realiseren dat het niet alle Lelystedelingen meteen zal bevallen. Maar zonder beweging geen toekomst !
Programmabegroting 2016 – 2019
5
1.
Inleiding en financieel overzicht
Onderdeel van de jaarlijkse planning & control cyclus is de programmabegroting. Normaal gesproken is de programmabegroting de uitwerking van de kadernota, waarmee de raad in het voorjaar de kaders en uitgangspunten voor het volgende begrotingsjaar heeft vastgesteld. In dit begrotingsjaar zijn er met het vaststellen van de kadernota 2016 - 2019 geen begrotingswijzigingen doorgevoerd, in afwachting op meer duidelijkheid over budgetverdelingen vanuit het Rijk. De programmabegroting 2016 en meerjarenraming 2017 - 2019 geven precies aan voor welke uitvoering welke middelen nodig zijn in de periode 2016 - 2019. Tevens wordt de raad gevraagd de benodigde budgetten voor 2016 beschikbaar te stellen aan het college. De benodigde middelen vanaf 2017 worden door middel van vaststelling van de desbetreffende begrotingsbehandeling vrijgegeven. In onderstaande tabel is het financiële eindsaldo van de meerjarenraming 2016-2019 weergegeven, zoals door de raad is vastgesteld in de programmabegroting 2015. Deze cijfers zijn tevens het beginsaldo van de voorliggende programmabegroting 2016 en meerjarenraming 2017 - 2019. Bedragen x € 1.000 Program m a's
2016
2017
2018
2019
Geraam de resultaat voor bestem m ing Lasten PG1 Iedereen doet mee
-62.550
-61.725
-61.704
-61.511
PG2 Op w eg met talent
-73.672
-72.891
-72.498
-71.695
PG3 Leefbare stad
-47.603
-47.619
-47.262
-47.141
PG4 Sterke stad
-17.545
-22.008
-22.472
-21.550
-8.999
-8.861
-8.797
-8.797
-40.075
-39.851
-39.511
-39.621
-250.445
-252.955
-252.244
-250.315
PG1 Iedereen doet mee
2.979
2.979
2.979
2.979
PG2 Op w eg met talent
36.284
36.284
36.284
36.284
PG3 Leefbare stad
21.339
21.471
21.521
21.523
PG4 Sterke stad
7.218
11.767
12.953
11.392
PG5 Veiligheid - Veilige stad
1.192
1.010
1.010
1.010
184.749
183.258
181.993
181.395
253.761
256.770
256.741
254.583
3.316
3.815
4.497
4.268
-1.000
-1.000
-1.000
-535
-542
-1.244
-486
-5.834
-4.698
-4.618
-4.184
-7.370
-6.240
-6.942
-4.803
PG2 Op w eg met talent
325
250
250
PG3 Leefbare stad
591
491
276
PG5 Veiligheid - Veilige stad PG6 Voor de Lelystedeling Totaal Lasten Baten
PG6 Voor de Lelystedeling Totaal Baten Totaal Geraam de resultaat voor bestem m ing Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Lasten PG2 Op w eg met talent PG3 Leefbare stad PG4 Sterke stad PG6 Voor de Lelystedeling Totaal Lasten
-1
-79
-134
Baten PG1 Iedereen doet mee
PG4 Sterke stad PG6 Voor de Lelystedeling Totaal Baten Totaal Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Geraam de resultaat na bestem m ing
Programmabegroting 2016 – 2019
110
186
146
70
3.054
2.071
2.051
4.155
2.958
2.646
2.110
-3.215
-3.282
-4.296
-2.693
101
533
201
1.575
2.001
6
Voorgestelde begrotingsbijstellingen In onderstaande tabel komt de bovenste rij van de meerjarenraming 2016 – 2019 overeen met de eindstand van de meerjarenraming op basis van de vastgestelde programmabegroting 2015, zoals is gepresenteerd op de vorige pagina. Na deze beginstand volgt een overzicht van de door het college voorgestelde bijstellingen op het begrotingssaldo, eindigend in de eindstand van deze programmabegroting 2016 (en meerjarenraming 2017 – 2019). De binnen deze programmabegroting voorgestelde bijstellingen zijn onder te verdelen in een aantal categorieën: (1) onontkoombaar, (2) wenselijk, (3) ontwikkelingen gemeentefonds, (4) doorvertaling ontwikkelingen gemeentefonds, (5) doorvertaling gemeentefonds - sociaal domein, (6) mutaties reserve meerjarige begrotingsposten en (7) dekkingsvoorstellen. Deze voorgestelde begrotingsbijstellingen tezamen resulteren in een sluitende begroting 2016 en een sluitende meerjarenraming 2017 - 2019. Meerjarenbegroting Saldo meerjarenraming 2016 - 2019
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019 101 533 201 1.575 Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.1 Onontkoombaar A21 - Kapitaallasten IHP 2015 - 2024 A21 - Exploitatielasten IHP 2015 - 2024 A22 - Extra taakstelling statushouders A23 - Actualisatie bijstandsuitkeringen (budgetneutraal) A31 - Waterschapslasten openbare ruimte A31 - Areaaltoename beheer en onderhoud A32 - Vervallen bestuurlijke strafbeschikking A32 - Parkeerexploitatie A33 - Omgevingswet A52 - Wettelijke taken dierenwelzijn A63 - Precariobelasting (budgetneutraal)
16 -397 -173 -36 -220 -62 -50 -22 -
329 -136 -173 -36 -220 -62 -145 PM -22 -
-9 -103 -173 -36 -220 -62 -260 PM -22 -
-27 4 -173 -36 -220 -62 -260 PM -22 -
Financieel effect onontkoombaar (1.1)
-944
-465
-885
-796
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.2 Wenselijk B11 - Schuldhulpverlening B11 - Begeleiding vergunninghouders B11 - Taalontwikkeling vergunninghouders B21 - Structuurversterkende maatregelen VO-MBO B22 - Continuering extra impuls re-integratie B31 - Formatie uitbreiding toezichthouder B33 - Projectbureau windenergie B42 - MKB Regeling 2015-2020 (budgetneutraal) B42 - Regionale ontwikkeling vrijetijdseconomie kust (storting ROS) B43 - Woonrijp maken deelplan 1 Warande B43 - Intensievere schoonmaak parkeergarages B51 - Aansluiting Veiligheidshuis Flevoland B52 - Buurtbemiddeling B62 - Indexeren gesubsidieerde instellingen voor de helft (0,45%) B63 - Onderzoek dag sluiting stadhuis B63 - Actualisatie kwijtscheldingen / kwijting (budgetneutraal) B63 - Actualisatie ICT (vervangingsinvesteringen)
-65 PM PM PM 246 -64 PM -180 -58 -25 -20 -43 -95 -150 -
-20 PM PM PM 492 -64 PM -180 -25 -20 -43 -95 -150 102
PM PM PM 738 -64 PM -25 -20 -43 -95 -150 -30
PM PM PM -232 -64 PM -25 -20 -43 -95 -150 -170
Financieel effect wenselijk (1.2)
-454
-3
311
-799
Programmabegroting 2016 – 2019
7
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.3 Ontwikkeling gemeentefonds Uitgelicht: Ontwikkeling gemeentefonds algemeen Uitgelicht: Effect groot onderhoud GF 2e fase Uitgelicht: Suppletie groot onderhoud GF 1e fase Uitgelicht: Suppletie groot onderhoud GF 2e fase Uitgelicht: Cumulatieregeling gemeentefonds (SU) Uitgelicht: Nominale compensatie Uitgelicht: Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) Uitgelicht: Huishoudelijke hulp toelage (DU) Uitgelicht: Sociale acceptatie van LHBT (DU) Uitgelicht: Gezond in de stad (DU) Financieel effect ontwikkeling gemeentefonds (1.3)
42 -401 99 228 58 489 123 563 20 90
-434 -401 49 201 494 275 20 90
-124 -401 216 553 275 -
347 -401 206 556 275 -
1.311
294
519
983
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.4 Doorvertaling ontwikkeling gemeentefonds D63 - Ramen lastenkant - Cumulatieregeling gemeentefonds (reserveren) D63 - Ramen lastenkant - Nominale compensatie (loon/sociale lasten) D12 - Ramen lastenkant - Wet maatschappelijke ondersteuning D12 - Ramen lastenkant - Huishoudelijke hulp toelage D11 - Ramen lastenkant - Sociale acceptatie van LHBT D11 - Ramen lastenkant - Gezond in de stad Financieel effect doorvertaling ontwikkeling gemeentefonds (1.4)
-58 -489 -123 -563 -20 -40
-201 -494 -275 -20 -40
-216 -553 -275 -
-206 -556 -275 -
-1.293
-1.030
-1.044
-1.037
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.5 Doorvertaling gemeentefonds - sociaal domein E63 - Sociaal domein - Integratie uitkering Wmo 2015 (IU) E63 - Sociaal domein - Integratie uitkering Jeugdhulp (IU) E63 - Sociaal domein - Integratie uitkering Participatiewet (IU) E11 - Aframen lastenkant - Bezuinigen Wmo 2015 E12 - Aframen lastenkant - Bezuinigen Jeugdhulp E23 - Aframen lastenkant - Bezuinigen Participatiewet Financieel effect doorvertaling integratie uitkering sociaal domein (1.5)
-163 -3.074 -247 163 3.074 247
102 -3.863 -399 -102 3.863 399
-240 -4.938 -529 240 4.938 529
-350 -5.683 -813 350 5.683 813
0
0
0
0
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.6 Mutaties reserve meerjarige begrotingsposten G11 - Georganiseerd Overleg lelystad G51 - Roma problematiek G62 - Frictie- en hervormingsbudget
-30 -19 -
-15 -44 334
20 334
20 -
Financieel effect mutaties reserve meerjarige begrotingsposten (1.6)
-49
275
354
20
Programmabegroting 2016 – 2019
8
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.7 Dekkingsvoorstellen H11 - Gemeentelijke bijdrage GGD H33 - Indexeren afvalstoffenheffing H62 - Niet indexeren gemeentebegroting H62 - Vandalismebestrijding gemeentelijke gebouwen H63 - Treasury H63 - Bestemming resultaat jaarrekening 2014 H63 - Deelnemingen H63 - Indexeren OZB opbrengsten H63 - Technische actualisaties H63 - Actualisatie wachtgeldverplichtingen H63 - Vrijval college onvoorzien Financieel effect dekkingsvoorstellen (1.7)
Recapitulatie financiële effecten 2016 - 2019 Beginsaldo meerjarenraming 2016 - 2019
38 72 60 500 298 100 190 248 80 150
38 72 120 500 190 103 45 150
38 72 120 100 190 311 150
38 72 120 100 190 241 150
1.736
1.218
981
911
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019 101
533
201
1.575
Financieel effect onontkoombaar (1.1)
-944
-465
-885
-796
Financieel effect wenselijk (1.2)
-454
-3
311
-799
1.311
294
519
983
-1.293
-1.030
-1.044
-1.037
0
0
0
0
-49
275
354
20
1.736
1.218
981
911
Subtotaal financiële effecten (1.1 t/m 1.7)
307
289
236
-718
Eindsaldo programmabegroting vóór aanzuiveren algemene reserve
408
822
437
857
Financieel effect ontwikkeling gemeentefonds (1.3) Financieel effect doorvertaling ontwikkeling gemeentefonds (1.4) Financieel effect doorvertaling integratie uitkering sociaal domein (1.5) Financieel effect mutaties reserve meerjarige begrotingsposten (1.6) Financieel effect dekkingsvoorstellen (1.7)
De uiteindelijke realisatie van de begroting resulteert in een rekeningresultaat dat vervolgens, bij het vaststellen van de jaarrekening, bestemd wordt als storting in de algemene reserve (bij een overschot), of een onttrekking aan de algemene reserve (bij een tekort). Conform afspraak met de raad worden eventueel tekorten die zich voor lijken te doen binnen de exploitatie van het lopende begrotingsjaar (en dus naar verwachting zullen resulteren in een onttrekking aan de algemene reserve) weer aangezuiverd binnen het meerjarenperspectief. Op basis van de meest recente prognoses uit de begrotingsmonitor september 2015 komt het verwachte exploitatietekort (en daarmee de verwachte onttrekking aan de algemene reserve) in 2015 uit op zo’n €1,3 mln. Bij voorliggend meerjarenperspectief is er binnen iedere jaarschijf sprake van een begroot overschot (€2,5 mln, in totaal), zodat de verwachte onttrekking aan de algemene reserve in 2015 wordt aangezuiverd in de jaren 2016 – 2018: Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
Eindsaldo programmabegroting vóór aanzuiveren algemene reserve
408
822
437
857
Aanzuiveren algemene reserve (= dekking verwacht tekort 2015 - €1,3 mln)
-408
-822
-70
0
0
0
367
857
Eindsaldo programmabegroting 2016 en meerjarenraming 2017 - 2019
Programmabegroting 2016 – 2019
9
Leeswijzer In dit onderdeel wordt beschreven hoe de programmabegroting is opgezet en ingedeeld. Het kan tevens gezien worden als een leeswijzer voor de begrotingsstukken. Veel van de opzet en indeling van de begroting is vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV); daarbinnen heeft de gemeente echter ook vrijheden voor de nadere invulling. Zo mag een gemeente zelf bepalen welke programma-indeling wordt gehanteerd. Naast een aantal verplichte paragrafen mag de gemeente zelf nog paragrafen toevoegen. Achtereenvolgens komt u de volgende onderdelen tegen: 1. Inleiding en financieel overzicht Het financieel overzicht staat op de vorige pagina gepresenteerd, beginnend bij de eindstand van de vorige programmabegroting 2015 – 2018 (wat tevens de beginstand vormt van deze nieuwe programmabegroting 2016 – 2019). Via de voorgestelde begrotingsbijstellingen (ten opzichte van deze beginstand) ontstaat het actuele saldo van de programmabegroting 2016 en meerjarenraming 2017 – 2019 dat aan uw raad wordt voorgelegd. 2. Begrotingsbijstellingen In dit hoofdstuk vindt u alle voorgestelde begrotingsbijstellingen. De raad besluit over alle bijstellingsvoorstellen en eventuele inzet van alternatieve dekkingsmogelijkheden. De beslispunten zijn zo geformuleerd dat het effect van de voorgestelde bijstelling op het begrotingssaldo duidelijk is. Een rood / negatief getal bij een voorstel kost budgetruimte en een zwart / positief getal creëert budgetruimte. 3. Het programmaplan In het programmaplan wordt per (sub)programma expliciet ingegaan op de maatschappelijke effecten en de wijze waarop gestreefd wordt deze effecten te verwezenlijken. Ieder programma begint met een algemene inleiding, waarin wordt ingegaan op de relatie van de verschillende subprogramma’s tot de programmabegroting als geheel. De tekstuele inleiding van het programma wordt afgesloten met een overzicht van de baten en lasten van de, binnen het programma aanwezig zijnde, subprogramma’s. In feite kan deze tabel gezien worden als een financiële samenvatting van de weergegeven informatie in de daaropvolgende subprogramma’s en geeft een antwoord op de vraag: Wat mag dat kosten? De raad autoriseert de begrotingsbedragen op subprogrammaniveau. De gezamenlijke programma’s vormen een compleet beeld van de Lelystadse financiën: er worden dus geen baten en lasten buiten de programma’s om verantwoord. In de tabel vindt u een overzicht van de begroting van het programma met de daarbij behorende baten en lasten. Een verklaring voor de verschuivingen in budgetten in het begrotingsjaar 2016 ten opzichte van het begrotingsjaar 2015 kunt u vinden in de begrotingsanalyses in bijlage 3. Vervolgens volgt op subprogrammaniveau de beantwoording van de volgende twee vragen: Wat willen we bereiken? Er wordt een algemene weergave gegeven van wat de gemeente wil bereiken binnen dit subprogramma. Vervolgens wordt in tabelvorm, met behulp van effect- indicatoren, geprobeerd een zo goed mogelijk inzicht te geven van de feitelijk beoogde maatschappelijke effecten waarnaar binnen het desbetreffende subprogramma gestreefd wordt. Wat gaan we daarvoor doen? Binnen dit onderdeel vindt u een overzicht van de prestaties van de gemeente die tot realisatie van de maatschappelijke effecten (genoemd binnen het onderdeel: wat willen we bereiken?) moeten bijdragen. De term prestaties omvat dat wat de gemeente met behulp van de haar ter beschikking staande middelen doet of maakt. 4. De paragrafen Na de bijstellingsvoorstellen en de programma’s volgen de paragrafen, welke zijn bedoeld om extra informatie te verschaffen rond de begroting, het financiële beleid en het beheer. Daarnaast kunnen de paragrafen dienen om een programma overstijgend beeld te presenteren op een bepaald thema. Financieel gezien vullen paragrafen dus de cijfers in absolute zin niet aan, maar geven er alleen een
Programmabegroting 2016 – 2019
10
ander zicht op. De hierbij te hanteren lijn is dat het financiële beeld van de gemeentelijke begroting wordt weergegeven in de programma’s. Een aantal paragrafen is verplicht voorgeschreven: 4.1 Lokale heffingen 4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen 4.4 Financiering 4.5 Bedrijfsvoering 4.6 Verbonden partijen 4.7 Grondbeleid 5. Overzicht van baten en lasten en toelichting Het overzicht van baten en lasten geeft inzicht in de uitgaven en inkomsten per subprogramma. Daarnaast is een overzicht van incidentele baten en lasten opgenomen. Voor het overzicht van baten en lasten geldt dat een verklaring voor de verschuivingen in budgetten van het begrotingsjaar 2016 ten opzichte van het begrotingsjaar 2015 te vinden is in de begrotingsanalyses in bijlage 3. 6. Financiële positie De programmabegroting is belangrijk, maar minstens zo belangrijk is de gemeentelijke positie met betrekking tot de bezittingen en de financiering daarvan (de verhouding tussen eigen- en vreemd vermogen). Het gaat dan om onze reserves en voorzieningen, het verloop van de activa (investeringen die geactiveerd zijn) en de leningenportefeuille. Bijlagen De bijlagen betreffen achtergrondinformatie of een aanvullende toelichting op zaken waar in de programmabegroting zelf op ingegaan wordt of waarnaar wordt verwezen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Onderzoeksopdrachten kadernota 2017 - 2020 Werkplan stedelijke ontwikkeling Begrotingsanalyse per programma Overzicht afdelingsproducten per programma Portefeuilleverdeling 2014 - 2018 Lijst met afkortingen
Tot slot Zoals gebruikelijk willen we u in de gelegenheid stellen eventuele vragen (van technische aard) te emailen naar
[email protected] Technische vragen die zijn ingediend tot en met 11 oktober worden beantwoord op 22 oktober. Daarnaast vindt er op dinsdag 27 oktober een technische toelichting plaats, als onderdeel van de B/O-sessie.
Programmabegroting 2016 – 2019
11
2.
Voorgestelde begrotingsbijstellingen
Onontkoombaar Voorstel Kapitaallasten IHP 2015 - 2024
Bedragen x € 1.000,-
2016 16
2017 329
2018 -9
2019 -27
Het is de wettelijke taak van de gemeente om te zorgen voor ‘voldoende en adequate’ huisvesting voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs op haar grondgebied. De uitwerking van deze zorgplicht is vastgelegd in de verordening “Voorzieningen huisvesting onderwijs” (VHO) en het jaarlijks te actualiseren integraal meerjaren huisvestingsplan (IHP). In het IHP worden investeringen in onderwijshuisvestingsvoorzieningen meerjarig begroot en jaarlijks bijgesteld. Het IHP 2015-2024 omvat naast de bijstelling van de investeringen 2015, de concrete uitwerking van de met het onderwijsveld afgestemde investeringen 2016. De investeringen 2017 e.v. zijn indicatief, maar geven wel een indicatie van de investeringsbehoefte op termijn. Voor nieuwbouwprojecten en andere grote investeringen geldt dat de via het IHP in de begroting opgenomen middelen, pas beschikbaar worden gesteld op basis van een nader uitgewerkt plan en bijbehorend kredietvoorstel waarover separate besluitvorming plaatsvindt. De geactualiseerde investeringskredieten betreffen: 2015: €189.935 (opgenomen in MJIB: € 6.584.442 / bijstelling: + € 6.394.507) 2016: €12.520.000 (opgenomen in MJIB: € 6.370.000 / bijstelling: - € 6.150.000) 2017: € 7.256.208 (opgenomen in MJIB: € 7.100.000 / bijstelling: - €
156.208)
2018: €8.335.000 (opgenomen in MJIB: € 8.065.000 / bijstelling: - €
270.000)
2019: €5.364.000 (opgenomen in MJIB: € 5.364.000 / bijstelling: - €
0)
Dit voorstel betreft de (bijstelling van de) kapitaallasten 2016-2019 voortvloeiend uit het de actualisering van de hierboven genoemde investeringskredieten. Voorgesteld besluit: 1. Op basis van bovenstaand voorstel 'Kapitaallasten IHP 2015 - 2024' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 bij te stellen met de volgende bedragen €16.000 in 2016, €329.000 in 2017, -€9.000 in 2018 en -€27.000 in 2019.
Voorstel Exploitatielasten IHP 2015 - 2024
Bedragen x € 1.000,-
2016 -397
2017 -136
2018 -103
2019 4
Het is de wettelijke taak van de gemeente om te zorgen voor ‘voldoende en adequate’ huisvesting voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs op haar grondgebied. De uitwerking van deze zorgplicht is vastgelegd in de verordening “Voorzieningen huisvesting onderwijs” (VHO) en het jaarlijks te actualiseren integraal meerjaren huisvestingsplan (IHP). Het IHP 2015-2024 omvat naast de ‘finetuning’ van de exploitatielasten 2015, de concrete uitwerking van de met het onderwijsveld afgestemde exploitatielasten 2016. De in het IHP 2015-2024 opgenomen bedragen vanaf 2017 e.v. zijn nog voorlopig maar geven wel een indicatie van de behoefte op termijn. Dit voorstel omvat de bijstelling van de IHP-exploitatielasten voor de begroting 2016 e.v. De voorgestelde uitgaven voor 2016 zijn onvermijdelijke uitgaven als gevolg van de uitvoering van de wettelijke taak op het gebied van onderwijshuisvesting en/of reeds genomen besluiten. Het betreffen huurkosten van tijdelijke voorzieningen (o.m. Kindcentrum Warande, Aurum College, schoolwoningen Landerijen), vergoedingen voor materiële instandhouding van onderwijsvoorzieningen (JJI/Rentray, gymzalen de Zevenster, Rede/Bekius en de Anger), verhuiskosten, gymvervoer Warande en kosten van het herstel van een constructiefout. De bijstelling voor de begroting 2016 vloeit grotendeels voort uit de verlenging van de gehuurde tijdelijke voorzieningen van KC Warande en het Aurum College tot aan de
Programmabegroting 2016 – 2019
12
realisatie van permanente huisvesting voor deze scholen. Door temporisering van de besluitvorming over een permanente onderwijsvoorziening in Warande en onderzoek naar alternatieve tijdelijke huisvesting voor het Aurum College is met deze kosten voor 2016 niet eerder rekening gehouden. Voor een nadere toelichting op deze en alle andere lasten, wordt verwezen naar het IHP 2015-2024. Voorgesteld besluit: 2. Op basis van bovenstaand voorstel 'Exploitatielasten IHP 2015 - 2024' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 bij te stellen met de volgende bedragen -€397.000 in 2016, -€136.000 in 2017, -€103.000 in 2018 en €4.000 in 2019.
Bedragen x € 1.000,-
Voorstel
2016 -173
Extra taakstelling statushouders
2017 -173
2018 -173
2019 -173
Op dit moment heeft Nederland te maken met een significante stijging van de asielinstroom (eerste aanvragen). Ook vanaf 2016 is de verwachting dat de instroom uit met name Syrië onverminderd hoog zal zijn. Deze asielverzoeken zijn/worden grotendeels ingewilligd, wat inhoudt dat gemeenten geconfronteerd worden met een toename van het aantal te plaatsen statushouders. De bijkomende kosten per jaar zijn ingeschat op in totaal € 173.000 en hebben betrekking op bijzondere bijstand voor inrichtingskosten (€ 150.000) en woonkostentoeslag (€23.000). Voorgesteld besluit: 3. Op basis van bovenstaand voorstel 'Extra taakstelling statushouders' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€173.000.
Voorstel Actualisatie bijstandsuitkeringen (budgetneutraal)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -
2017 -
2018 -
2019 -
De afgelopen jaren hield de stijging van het aantal bijstandsuitkeringen in Lelystad gelijke tred met de landelijke ontwikkelingen. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat deze trend (met een effect op de lastenkant van de begroting) zich zal voortzetten. Het landelijk beschikbare macrobudget dient in principe toereikend te zijn voor alle gemeenten gezamenlijk. Doordat er een objectief verdeelmodel wordt gehanteerd ontstaan er echter wel verschillen tussen individuele gemeenten. Zo kan het zijn dat de ene gemeente geld overhoudt op het bijstandsbudget (zogeheten voordeelgemeenten) en de andere gemeente geld overhoudt op het bijstandsbudget (zogeheten nadeelgemeenten). Binnen het oude verdeelmodel, dat tot en met 2014 werd gehanteerd voor de verdeling van het macrobudget, schommelde Lelystad ieder jaar rond het omslagpunt van voor- respectievelijk nadeelgemeente. Ook binnen het nieuwe verdeelmodel, dat van kracht is met ingang van 2015, schommelt Lelystad rond dit omslagpunt. Het evenwicht tussen de lastenkant en de batenkant geldt echter niet voor veel andere gemeenten in Nederland, aangezien diverse gemeenten door de invoering van dit nieuwe verdeelmodel werden geconfronteerd met forse herverdeeleffecten. De minister heeft aangekondigd dat het nieuwe verdeelmodel met ingang van 2016 verder wordt 'verbeterd'. De uitwerking van deze 'verbeteringen' zullen wederom voor herverdeeleffecten zorgen tussen gemeenten onderling: het totale macrobudget blijft immers onveranderd, alleen de verdeling wordt aangepast. Deze wijzigingen in het verdeelmodel worden naar verwachting pas in oktober 2015 bekend gemaakt, wat maakt dat gemeenten voor het opstellen van de begroting 2016-2019 hier geen rekening mee kunnen houden. De verwachting is dat de ontwikkeling van het Lelystadse aantal bijstandsgerechtigden zich, conform de ervaringen van de afgelopen jaren, ontwikkelt conform de landelijke trend. Voor wat betreft de rijksbijdrage die de gemeente ontvangt uit het totaal beschikbare macrobudget, wordt vooralsnog de inschatting gemaakt dat deze, net zoals in voorgaande jaren, gelijke tred zal houden met de ontwikkeling van de lastenkant van de begroting (en dat Lelystad rond het omslagpunt van voor- /
Programmabegroting 2016 – 2019
13
nadeelgemeente blijft schommelen). De kanttekening die hierbij gemaakt moet worden is dat de 'verbeteringen' van het verdeelmodel nadelig (of voordelig) uit kunnen pakken voor de gemeente. Op basis van de CPB ramingen in september 2015 is de prognose dat het klantaantal zal toenemen tot 2400 klanten gemiddeld (+2,5%) in 2016 (€32,88 mln.) en tot 2425 klanten gemiddeld in 2017 en verder (+1,67%, wat neerkomt op €33,22 mln.). Bijbehorende gemiddelde uitkeringslast is €13.700. Ervan uitgaande dat Lelystad ook binnen het nog aan te passen nieuwe verdeelmodel, zal blijven schommelen tussen voor- respectievelijk nadeelgemeente, maakt het dat deze stijging van de lasten naar verwachting gecompenseerd zal worden door een evenzo grote stijging van de rijksbijdrage. Voorgesteld besluit: 4. Op basis van bovenstaand voorstel 'Actualisatie bijstandsuitkeringen (budgetneutraal)' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 budgetneutraal (zowel de baten als de lasten) bij te stellen met de volgende bedragen €388.000 in 2016 en €730.000 in 2017 en €440.000 in 2018 en 2019.
Voorstel Waterschapslasten openbare ruimte
Bedragen x € 1.000,-
2016 -36
2017 -36
2018 -36
2019 -36
De waterschapslasten zijn met ingang van 2015 structureel verhoogd, omdat het waterschap op grond van een herwaardering van de economische waarde van wegen en openbaar groen, de hierop gebaseerde belastingen heeft verhoogd. Er is, via mandatering aan de provincie een zienswijze ingediend, maar deze verhoging is gebleven. De verordening is ongewijzigd vastgesteld, wat maakt dat er geen verdere mogelijkheden zijn tot het indienen van bezwaar en dat de begroting bijgesteld dient te worden. Voorgesteld besluit: 5. Op basis van bovenstaand voorstel 'Waterschapslasten openbare ruimte' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€36.000.
Voorstel Areaaltoename beheer en onderhoud
Bedragen x € 1.000,-
2016 -220
2017 -220
2018 -220
2019 -220
De Herijking Meerjarenraming KSP (MJR 2011) laat een tekort zien op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte op basis van het totaal te beheren arealen per 1 januari 2011. Om dit tekort niet verder op te laten lopen zal een correctie moeten plaatsvinden op de beheermiddelen als reactie op de areaaluitbreiding. Die correctie vindt plaats op basis van het werkelijk aantal gebouwde woningen vermenigvuldigd met een normbedrag per woning. Besluitvorming over de laatste areaaluitbreiding heeft in 2013 plaatsgevonden op basis van gerealiseerde woningbouw in 2011. In 2012 zijn 130 en in 2013 zijn 170 woningen opgeleverd. Door de toename van het aantal woningen is het te beheren areaal ook toegenomen. Niet corrigeren voor deze areaaluitbreiding betekent in feite een bezuiniging op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Om het tekort op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte niet verder te laten oplopen wordt een structurele verhoging van het budget voorgesteld. Per nieuwe gerealiseerde woning wordt een normbedrag van € 733 gehanteerd. Dit bedrag is opgebouwd uit een component voor dagelijks onderhoud en component voor groot onderhoud. Het dagelijks onderhoud wordt, afhankelijk van de lengte van de garantietermijn van de aannemer, maximaal drie jaar na realisatie van de woning overgenomen door de gemeente. Voor groot onderhoud moet worden gedoteerd vanaf het moment dat de openbare ruimte in gebruik wordt genomen, oftewel bij realisatie van de nieuwe woningen.
Programmabegroting 2016 – 2019
14
In 2012 en 2013 zijn totaal 300 nieuwe woningen opgeleverd. Uitgaande van de areaalnorm uit 2003 (€ 733 per woning) betekent dit dat de beheerkosten met € 219.900 toenemen. Hiervan is € 69.001 bestemd voor dagelijks onderhoud en € 150.899 voor groot onderhoud. Voorgesteld besluit: 6. Op basis van bovenstaand voorstel 'Areaaltoename beheer en onderhoud' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€220.000.
Voorstel Vervallen bestuurlijke strafbeschikking
Bedragen x € 1.000,-
2016 -62
2017 -62
2018 -62
2019 -62
Lelystad ontving net als de andere gemeenten in Nederland een vergoeding voor parkeer- en overlastfeiten. Deze regeling, waarbij de gemeente per parkeerfeit 25 euro en per overlastfeit 40 euro ontving, is afgeschaft per 1 januari 2015. Ondanks de lobby van de VNG om deze vergoeding voor gemeenten te behouden blijft de minister bij zijn besluit. De boeteopbrengsten gaan in het vervolg volledig naar het Rijk, zonder vergoeding voor de gemaakte kosten aan de gemeenten. In de gemeentebegroting stond structureel € 58.000 begroot voor de inkomsten op het gebied van parkeerfeiten en € 4.000 op het gebied van overlastfeiten. Deze inkomsten komen niet langer binnen. Voorgesteld besluit: 7. Op basis van bovenstaand voorstel 'Vervallen bestuurlijke strafbeschikking' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€62.000.
Voorstel Parkeerexploitatie
Bedragen x € 1.000,-
2016 -
2017 -145
2018 -260
2019 -260
Vorig jaar en in de loop van dit jaar was het beeld dat jaarlijks een tekort van €330.000 afgedekt zou moeten worden. Op dit moment kan dit beeld op basis van de meest recente prognose worden bijgesteld naar een verwacht tekort in de komende jaren van € 260.000. Op basis van deze prognose wordt verwacht dat de bijdrage vanuit de algemene middelen voor 2015 niet volledig nodig zal zijn om het tekort van de PEX af te dekken. Indien uit wordt gegaan van het principe dat de beschikbaar gestelde middelen verlopen via de reserve parkeren blijft het restant budget 2015 beschikbaar voor de raad om in te zetten voor de parkeerexploitatie in de jaren daarna. Op grond van de nieuwe prognose wordt een dekkingsvoorstel gedaan, aanvullend op het besluit van de raad bij de begroting 2015, zodat het tekort dat meerjarig nog wordt voorzien wordt gedekt. Een uitgebreidere toelichting over dit voorstel is gelijktijdig met de begroting aan de raad voorgelegd. Voorgesteld besluit: 8. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Parkeerexploitatie’ de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 bij te stellen met: a. -€145.000 in 2017 en met -€260.000 in 2018 en 2019 en deze middelen toe te voegen aan de reserve parkeren. b. In de begroting 2016 voor de parkeerexploitatie een onttrekking te ramen uit de 'reserve parkeren' ter grootte van €260.000.
Voorstel Omgevingswet
Bedragen x € 1.000,-
2016 -50
2017 PM
2018 PM
2019 PM
Met de Omgevingswet wil het kabinet het omgevingsrecht makkelijker maken. De meeste ruimtelijke opgaven spelen op lokaal niveau. Om hierover een goede beslissing te nemen is nu het raadplegen van tientallen wetten en regels noodzakelijk. Deze ingewikkelde route is regelmatig spelbreker bij
Programmabegroting 2016 – 2019
15
wenselijke, innovatieve en duurzame initiatieven. In de Omgevingswet worden 26 wetten en 100 AmvB's samengevoegd. Deze stelselherziening beoogt de volgende 4 verbeterdoelen: 1. 2. 3. 4.
Vergroten inzichtelijkheid, voorspelbaarheid en gebruiksgemak van het omgevingsrecht. Integraal benaderen van de fysieke leefomgeving in beleid, besluitvorming en regelgeving. Versnellen en verbeteren van besluitvorming. Vergroten van bestuurlijke afwegingsruimte.
Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2018 in werking. De stelselherziening van het omgevingsrecht vraagt een goede digitale ondersteuning. Het streefbeeld is dat de gebruiker eenvoudig op een kaart kan klikken en inzicht krijgt in wat er op een bepaalde plek wel en niet kan, welke regels gelden en of zijn plan kans van slagen heeft. Dit wordt beoogd voor 2024. Bij de inwerkingtreding van de omgevingswet in 2018 dient er 1 digitaal loket te zijn. Het voorstel tot invoering van de omgevingswet is inmiddels in grote meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen. Hoewel de invoerings- en exploitatiekosten nog niet volledig in beeld zijn, moeten gemeenten rekening houden met hogere uitgaven. De invoeringskosten zijn sowieso voor rekening van gemeenten. Wat betreft de uiteindelijke exploitatie na invoering, worden mogelijk minder kosten gemaakt door efficiënter te werken en door wegvallen van onderzoekskosten. Tegelijk vallen ook baten weg (leges verdwijnen). Aankomende tijd moet deze balans scherper worden. In het Bestuursakkoord Implementatie Omgevingswet zijn afspraken gemaakt over het onderzoeken van de financiële consequenties van de stelselherziening. Dit onderzoek is uiterlijk in december 2015 gereed. Dit voorstel is bedoeld als eerste aanzet om de voorbereiding van de invoering van de Omgevingswet te financieren. Voorgesteld wordt om €50.000 toe te voegen aan het frictiebudget en daarmee een eerste aanzet te maken ter invoering van de Omgevingswet. Door de invoering van de Omgevingswet worden veranderingen verwacht op het gebied van ICT, processen en samenwerking en deze eerste aanzet maakt het mogelijk om dit in 2016 op te pakken. Voorgesteld besluit: 9. Op basis van bovenstaand voorstel 'Omgevingswet' de begroting 2016 bij te stellen met -€50.000.
Voorstel Wettelijke taken dierenwelzijn
Bedragen x € 1.000,-
2016 -22
2017 -22
2018 -22
2019 -22
De gemeente heeft wettelijke taken uit te voeren als het gaat om dierenwelzijn, maar bovenal vindt het college het belangrijk dat er in de Lelystadse samenleving oog is voor het welzijn van dieren. Uit dit oogpunt is in het raadsprogramma 2014-2018 opgenomen dat het beleid voor dierenwelzijn verbreedt en verder ontwikkeld gaat worden. Samenwerken met partijen en gebruikmaken van initiatieven om hieraan bij te dragen is essentieel. De gemeente heeft wettelijke taken op het gebied van dierenwelzijn: -
Opvangen van gevonden dieren en zwerfdieren gedurende 14 dagen. Het transport van dieren naar het asiel
De kosten bedragen bij correct uitvoeren van de wettelijke taken: Daarvoor is in de begroting momenteel beschikbaar: Tekort wettelijke taken
€ 91.200 € 69.700 - € 21.500
De afgelopen jaren werd de begroting structureel overschreden, wat moest worden gecompenseerd uit andere budgetten, waardoor andere taken onvolledig werden uitgevoerd. Voor het opvangen van de zwerfdieren heeft de gemeente al jaren een overeenkomst met dierenhotel/asiel Gaus. Dit vangt uitsluitend honden en katten op. De kosten van het contract bedragen €70.000. Het contact moet eind 2015 worden herzien, wat hoogstwaarschijnlijk zal leiden tot verhoging van de contractsom. De overige zwerfdieren moeten elders, deels buiten Flevoland, worden opgevangen. Deze taak is sinds kort (weer) toebedeeld aan de Stichting Dierennoodhulp Flevoland (dierenambulance). De kosten daarvoor bedragen €9.000 (transport €3.000, opvang overige dieren €6.000). Daarnaast vraagt uitvoeren beleid en beheer, contractbeheer, oplossen problemen en dergelijke €12.200 aan uren.
Programmabegroting 2016 – 2019
16
Niet of onvolledig uitvoeren van de wettelijke taken leidt direct tot klachten, acties en negatieve publiciteit voor de gemeente, schadeclaims (niet verzekerd) en tot extra werk voor de organisatie. Met twee genoemde externe “contractpartijen” kan de gemeente, deels door inzet van veel vrijwilligers (dierenambulance), de wettelijke taken efficiënt uitvoeren. Voorgesteld besluit: 10. Op basis van bovenstaand voorstel 'Wettelijke taken dierenwelzijn' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€22.000.
Voorstel Precariobelasting (lagere opbrengst door minder kabels/leidingen) Precariobelasting (hogere opbrengst door verhoging tarief)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -104 104
2017 -104 104
2018 -104 104
2019 -104 104
De aangifteformulieren voor de precariobelasting op kabels en leidingen zijn ontvangen voor 2015. Uit de eerste analyse komt naar voren dat de opbrengst € 104.000,- lager uit gaat komen dan is begroot. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door het feit dat er minder strekkende meters zijn opgegeven. Zoals het er nu naar uit ziet gaat de opbrengt voor 2015 €104.000 lager uitvallen en heeft een structurele doorwerking op komende jaren. De begrote opbrengst precariobelasting dient op basis van deze informatie naar beneden toe te worden bijgesteld. Het college stelt voor een dienovereenkomstige tariefsverhoging toe te passen, zodat de begrote opbrengst de komende jaren alsnog wordt gerealiseerd (en er dus geen nadelig effect voor de begroting optreedt). Voorgesteld besluit: 11. Op basis van bovenstaand voorstel 'Precariobelasting (budgetneutraal)' een tariefstijging op het gebied van precariobelasting toe te passen, zodanig dat de structurele inkomstendaling van -€104.000 (door het lagere aantal strekkende meters kabels en leidingen) met ingang van 2016 wordt opgevangen.
Programmabegroting 2016 – 2019
17
Wenselijk Voorstel Schuldhulpverlening
Bedragen x € 1.000,-
2016 -65
2017 -20
2018 -
2019 -
De financiële hulpverlening staat onder druk. Door een toename van het aantal hulpvragers zijn wachtlijsten ontstaan bij zowel de Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) als het Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO) in de afgelopen jaren. Voor de komende vier jaar willen we de omslag maken van schuldhulpverlening naar schulddienstvelening. Meer gericht op preventie en vroegsignalering, dicht bij de mensen in de wijk en aangesloten bij de Sociale Wijkteams. Waarbij gewerkt wordt door vrijwilligers van de verschillende uitvoerende organisaties als Humanitas, IDO en MDF met een screeningsinstrument waardoor hulpvragers snel op de juiste plek de juiste hulp krijgen. Hierdoor willen we bereiken dat in de toekomst minder curatieve trajecten nodig zijn. Om dit kans van slagen te geven is het nodig de wachttijden terug te dringen tot een acceptabele duur en een werkwijze te ontwikkelen om in de toekomst wachttijden niet meer op te laten lopen. In verband met de wachtlijstproblematiek heeft de raad, vooruitlopend op deze begrotingsbesluitvorming, besloten om alvast €45.000 van het rekeningresultaat 2014 te bestemmen voor schuldhulpverlening, zodat in 2015 begonnen kan worden. Met dit voorstel worden ook in 2016 en 2017 middelen begroot, zodat de ingezette activiteiten kunnen worden gecontinueerd. Voorgesteld besluit: 12. Op basis van bovenstaand voorstel 'Schuldhulpverlening' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 bij te stellen met de volgende bedragen -€65.000 in 2016 en -€20.000 in 2017.
Voorstel Begeleiding vergunninghouders Taalontwikkeling vergunninghouders
Bedragen x € 1.000,-
2016 PM PM
2017 PM PM
2018 PM PM
2019 PM PM
Hoewel de exacte cijfers voor de taakstelling nog niet bekend zijn zal de taakstelling vergunninghouders ook in 2016 onverminderd hoog zijn. De gemeente ontvangt een rijksbijdrage van € 1.000 voor de maatschappelijke begeleiding in het eerste jaar van vergunninghouders. Uit het VNG rapport blijkt ‘inzichten en tekorten gemeenten bij maatschappelijke begeleiding’ (2014) blijkt dat voor goed begeleiding € 2.000 nodig is. Deze post staat voorlopig op PM vanwege het feit dat er voor onder maatschappelijke begeleiding in het kader van het Europese Fonds voor Asiel Migratie en Integratie (AMIF) subsidie is aangevraagd. Deze is weliswaar in eerste instantie is afgewezen, maar waarvoor nadrukkelijk gekeken zal worden naar de bezwaarmogelijkheden. Daarnaast is het ophogen van de gelden voor maatschappelijke begeleiding (waaronder taalonderwijs) onderwerp van onderhandeling tussen het VNG en het rijk. Mochten deze externe financiële mogelijkheden niet worden gerealiseerd, dan zal het college zich beraden op wijzigingsvoorstellen.
Voorstel Structuurversterkende maatregelen VO-MBO
Bedragen x € 1.000,-
2016 PM
2017 PM
2018 PM
2019 PM
De beroepsbevolking in Lelystad is relatief laag opgeleid, zowel ten opzicht van de MRA als van het landelijk gemiddelde. Dit is een risico voor de economische ontwikkeling van de stad. Voor een goed gekwalificeerde beroepsbevolking is een sterk onderwijsveld in de stad een noodzakelijke randvoorwaarde. Om kwalitatief hoogwaardig en content rijk onderwijs in de stad aan te bieden is een uitstekende inhoudelijke en programmatische samenwerking tussen VO, MBO en HBO enerzijds en de werkgevers (bedrijven en instellingen) noodzakelijk. Om de ontwikkeling van content rijke onderwijsprogramma's voor het VO en MBO te stimuleren overweegt het college om in de toekomst de raad voor te stellen middelen vrij te maken als cofinanciering ter versterking van de economische onderwijsinfrastructuur van de stad.
Programmabegroting 2016 – 2019
18
Voorwaarde hierbij is dat er concrete goed onderbouwde plannen van het onderwijsveld liggen. Door deze gemeentelijke onderwijsmiddelen beschikbaar te hebben als cofinanciering kan de positie van het onderwijsveld versterkt worden bij het aanboren van overige noodzakelijke subsidiestromen om deze noodzakelijke onderwijsontwikkeling in de stad mogelijk te maken.
Bedragen x € 1.000,-
Voorstel
2016 246
Continuering extra impuls re-integratie
2017 492
2018 738
2019 -232
Voor de jaren 2013-2015 is uit de gemeentelijke middelen (NUON-reserve) € 1 mln. per jaar extra beschikbaar gesteld; aanvullend op de rijksbijdrage van € 4 mln. per jaar. Met name door de inzet van dit totale budget (ca. € 5 mln./jr.) was gemeente Lelystad in afgelopen jaren - qua resultaat op de bijstandsuitkeringen - nipt voordeelgemeente; de relatief hogere instroom werd gecompenseerd door een eveneens relatief hogere uitstroom. Gelet op het succes van deze voorfinanciering (uitstroompercentage voor deze doelgroep bedraagt ruim 50%) wordt voorgesteld deze extra impuls te continueren voor de jaren 2016-2018. Continueren resulteert in een hogere uitstroom en daarmee in een structureel financieel voordeel op de bijstandsuitkeringen omdat een deel langdurig uit de uitkering blijft. Terug storting in de NUON reserve vindt plaats in 2019, 2020 en 2021. In de berekeningstabel hieronder wordt inzicht geboden in de terug storting (van de in totaal €3,- mln.) in de NUON-reserve en het saldo van de besparingen op het inkomensdeel (na aftrek van rentecompensatie en terug storting in de reserve). Uitwerking terugstorting Nuon reserve - (2019, 2020, 2021) Besparing op I-deel
2016 276
Rentecompensatie Saldo besparingen Terugstorting Nuon-reserve Effect voorstel op begrotingssaldo
(bedragen x € 1.000)
-30 246
-60 492
2018 276 276 276 -90 738
0
0
0
-1.000
-1.000
-1.000
0
-3.000
246
492
738
-232
-202
-448
276
870
(als gevolg van extra intensivering)
2017 276 276
2019 276 276 276 -60 768
2020 276 276 276 -30 798
2021
2022
276 276 0 552
276 0 276
Cumulatief 1.380 1.380 1.380 -270 3.870
Voorgesteld besluit: 13a. Op basis van bovenstaand voorstel 'continuering extra impuls re-integratie' in de jaarschijven 2016, 2017 en 2018 jaarlijks €1.000.000,- voor dit doel te onttrekken aan de Nuon Reserve (vrij besteedbaar) en deze bedragen in de jaren 2019, 2020 en 2021 weer toe te voegen aan de Nuon Reserve (vrij besteedbaar). 13b. Het netto effect van dit voorstel op het begrotingssaldo in de begroting 2016 en meerjarenraming te verwerken, door bijstelling van de volgende bedragen: €246.000 in 2016, €492.000 in 2017, €738.000 in 2018, -€232.000 in 2019, -€202.000 in 2020, -€448.000 in 2021 en €276.000 in 2022.
Voorstel Formatieuitbreiding toezichthouder
Bedragen x € 1.000,-
2016 -64
2017 -64
2018 -64
2019 -64
In 2013 is het eindrapport van het Verwey-Jonker instituut verschenen waarin het stelsel waarbinnen buitengewoon opsporingsambtenaren functioneren in combinatie met de versterkte samenwerking met de politie. Het rapport geeft een aanzet tot een landelijke discussie over taken, bevoegdheden, versterken van het opsporingsregiem en het streven naar het standaardiseren van opsporingskwaliteiten en competenties. Bovendien geeft het rapport een opmaat tot het intensiveren van de samenwerking tussen politie en gemeenten zodat in lastige situaties strafrechtelijke en bestuurlijke inzet elkaar versterken om (dreigende) problemen aan te pakken. Dit gaat verder dan de bevoegdheden op dit moment van onze D&H BOA's. Het betreft ook de reguliere gemeentelijke taken in
Programmabegroting 2016 – 2019
19
het kader van het uitvoeren van wet en regelgeving. Het gaat dan om extra inzet op OOV-gerelateerde onderwerpen b.v. kraken van panden, toename illegale kamerverhuur -vaak in combinatie met sociaal problematiek-, mensenhandel, illegale prostitutie, oprollen van hennepplantages etc. Daarnaast kent het burgemeestersambt een aantal specifieke bevoegdheden zoals de bevoegdheid tot sluiting van een woning (Wet Victoria), Sluiting drugspanden (Damocles), Wet Tijdelijk huisverbod, Drank en Horecawet, Wet op de prostitutie en de Wet Bibob. Bevoegdheden die in de uitvoering -mede door de landelijke discussie) zich verder moeten uitkristalliseren. Steeds meer wordt daardoor een extra beroep gedaan op inzet van onze Toezichthouders. Veelal betreft het ook inzet buiten de reguliere werkuren en geldt er een overwerktoeslag. Bedrijfseconomisch (overwerk, extra scholing, kleding, apparatuur) brengt dit extra kosten met zich mee. Met name de kosten voor overwerk drukken hard op de begroting en leiden tot overschrijding en dienen nu binnen de begroting opgevangen te worden. Dit budgettair neutrale streven gaat ten koste van de beschikbare uren voor reguliere inzet van het HUP (de bestuurlijke prioriteiten voor het werkprogramma van 2015 en verder. Met onze huidige capaciteit is er onvoldoende flexibiliteit om de OOV taken die aandacht te geven die nodig is om daadkrachtig en effectief samen met de politie en andere partners op te kunnen treden. Dit leidt tot overbelasting van het team Toezicht en Handhaving en in 2014 heeft mede tot langdurige ziekteverzuim van de inspecteurs geleid wat maakt dat voorgesteld wordt het team uit te breiden met 1 fte. Voorgesteld besluit: 14. Op basis van bovenstaand voorstel 'Formatie uitbreiding toezichthouder' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€64.000.
Voorstel Projectbureau windenergie
Bedragen x € 1.000,-
2016 PM
2017 PM
2018 PM
2019 PM
De planning is om medio februari 2016 het regioplan windenergie vast laten stellen. Na de vaststelling kunnen de windparken daadwerkelijk gerealiseerd worden. Vanuit de gemeente Lelystad is hiervoor capaciteit met bijhorende kennis en kunde nodig. De taken die uitgevoerd moeten worden om te komen tot realisatie zijn:
Leveren input voor rijksinpassingsplan; Het sluiten van anterieure overeenkomsten (gebiedsgebonden bijdrage); Verlenen van omgevingsvergunningen; Het vanuit de gemeente begeleiden van de RCR procedure; Het samen met de initiatiefnemers en de gemeenschap uitwerken van participatievoorstellen zoals windfondsen; Meedenken in de externe communicatie rondom de windparken; Coördineren van bovenstaande werkzaamheden.
De werkzaamheden kunnen verricht worden door het projectbureau wind. Het projectbureau wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar, van 2016 tot 2020. De verwachte kosten bedragen circa €1,5 miljoen voor 5 jaar voor het instellen van een projectbureau dat bestaat uit 2 fte hoog gekwalificeerde inzet. De EFRO-subsidie bedraagt maximaal 40 %. Dit betekent dat per jaar €180.000 cofinanciering door de gemeenten beschikbaar gesteld zal moeten worden. Dronten en Zeewolde hebben besloten de helft van de benodigde cofinanciering voor hun rekening te nemen. Bij een deelname van Lelystad aan het project bureau zal de verdeling een derde deel per gemeente kunnen zijn. Dat houdt dat in dat er ongeveer €60.000 per jaar beschikbaar gesteld moet worden. Anderzijds kunnen de werkzaamheden ook uitgevoerd kunnen worden onder directe regie van de gemeente Lelystad. Hierbij kan door de kortere lijnen efficiënter gewerkt worden. Daarnaast brengt de EFRO subsidie een grote administratie last met zich mee en met daarbij een risico van (gedeeltelijke) terugbetaling van de subsidie. Voor uitvoering moet wel de benodigde capaciteit vrijgemaakt worden. Daarnaast kan het nodig zijn bepaalde expertise in te moeten huren. De verdere uitwerking hoe taken uitgevoerd gaan worden, is afhankelijk van de uitkomst van de besluitvormingsprocedure. Uiteindelijk leidt de realisatie van de windparken tot verhoogde OZB inkomsten en per windpark eenmalig bouwleges.
Programmabegroting 2016 – 2019
20
Voorstel MKB Regeling 2015-2020 (budgetneutraal)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -
2017 -
2018 -
2019 -
In de periode 2008 t/m 2013 is de MKB Regeling actief geweest binnen de gemeente Lelystad. Dit betrof een stimuleringsregeling voor het versterken van de economische structuur, het stimuleren van het innovatieklimaat en het creëren van nieuwe werkgelegenheid. Het effect van de regeling is 150 nieuwe arbeidsplaatsen, de komst van nieuwe innovatieve bedrijven (met bijbehorende grondverkopen) en een uitgelokte private investering van circa 20 miljoen. Doel Gezien de positieve effecten van de MKB Regeling wordt voorgesteld de stimuleringsregeling in aangepaste vorm voort te zetten in de komende jaren. Om in contact te komen met potentiële nieuwe bedrijven en de onderhandelingspositie te verstevigen is dit een goed instrument om nieuwe bedrijven naar Lelystad te halen en hiermee structurele nieuwe arbeidsplaatsen te creëren. De gedachte gaat uit naar (wordt nader uitgewerkt): -
Een subsidie van € 5.000 per gerealiseerde structurele arbeidsplaats. Mogelijk een bonus bedrag indien werkzoekenden vanuit het werkbedrijf in dienst worden genomen. Subsidie alleen voor nieuwe vestigers waarbij een grondtransactie plaatsvindt (dus direct voordeel voor de GREX).
Dekking Vooruitlopend op de nadere uitwerking van een subsidieregeling, wordt voorgesteld de niet benutte middelen vanuit de MKB reserve te reserveren. De middelen blijven hiermee beschikbaar voor het oorspronkelijke doel waaraan ze gelabeld zijn. Zonder deze middelen zal het niet mogelijk zijn een nieuwe regeling uit te gaan werken. Vervolg Gezien het belang van Lelystad Airport en Flevokust, zal de besluitvorming omtrent deze ontwikkelingen worden betrokken, alvorens een regeling aan het college en raad te presenteren. Voorgesteld besluit: 15. Op basis van bovenstaand voorstel 'MKB regeling' de niet benutte middelen vanuit de MKB reserve te reserveren voor de nadere uitwerking van de subsidieregeling.
Voorstel Regionale ontwikkeling vrijetijdseconomie kust (storting ROS)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -180
2017 -180
2018 -
2019 -
De ontwikkeling van de Lelystadse kust is voor de gemeente een belangrijke pijler in het behoud van de bestaande werkgelegenheid en de verdere groei daarvan voor onze inwoners. De versterking van de toeristische sector levert wat ons betreft een belangrijke bijdrage in deze opgave. Minstens zo belangrijk is het behouden van de concurrentiepositie en het aantrekkelijker maken van Lelystad als toeristische bestemming en stad om te wonen. Het project ‘regionale economische kustversterking Lelystad’ draagt bij aan deze doelstelling. Hierin wordt samengewerkt met de provincie voor de realisatie van belangrijke voorzieningen en faciliteiten onder meer gericht op de riviercruises. Maar ook een aantal andere onderdelen, namelijk: herinrichten deel van de Oostvaardersdijk, Hoekipadijk (kite en windsurflocatie), Waterwandelweg en de doorontwikkeling van het ATB-parcours MountainDIJKEN. Op 9 juni hebben zowel GS als het college schriftelijk de intentie uitgesproken om inspanningen te verrichten om de financiering bij elkaar te brengen. Beide partijen staan aan de lat voor het op orde brengen van de financiering a €2,4 miljoen. Hierbij wordt tevens gekeken naar bijdragen vanuit derden. De provincie heeft uitgesproken bereid te zijn €1,35 miljoen te investeren, besluitvorming hierover moet nog wel in Provinciale Staten plaatsvinden. Een deel van de dekking van de gemeentelijke bijdrage is gereserveerd (namelijk €326.000, ten
Programmabegroting 2016 – 2019
21
behoeve van riviercruises). Daarnaast is er €307.000 voor de Oostvaardersdijk opgenomen in het IGOR voor uitvoering in 2017. Een deel komt bij derden vandaan (minimaal €157.750). Dit betekent dat er nog een bedrag van maximaal €360.000 gereserveerd moet worden om het totale project uit te kunnen voeren. Door dit bedrag in twee tranches te storten in de ROS staan deze middelen gereserveerd voor nadere besluitvorming over het nog nader uit te werken voorstel. Voorgesteld besluit: 16. Op basis van bovenstaand voorstel 'Regionale ontwikkeling vrijetijdseconomie kust (storting ROS)' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 bij te stellen met -€180.000 en deze middelen toe te voegen aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
Voorstel Woonrijp maken deelplan 1 Warande
Bedragen x € 1.000,-
2016 -58
2017 -
2018 -
2019 -
Door de stagnerende markt en de tegenvallende woningbouwontwikkelingen in Warande van de afgelopen jaren hebben bewoners in Warande lang te maken met een tijdelijke situatie. Oorspronkelijk was de opgave om 400 woningen per jaar te realiseren. Dit is telkens teruggeschroefd vanwege de crisis op de woningmarkt en voor 2015 is de opgave 25 woningen in Warande te realiseren. De terreinafwerking van het openbaar gebied volgt normaal gesproken na oplevering van de woningen. Aangezien er versnipperd door het gebied en in een trager tempo woningen opgeleverd worden, blijven de huidige bewoners jarenlang in een tijdelijke situatie wonen. Op 11 juni 2014 is er een bewonersavond georganiseerd voor de bewoners in Warande. Hier zijn zo’n 40 bewoners aanwezig geweest. Men kon tijdens de avond vragen stellen aan de aanwezige projectgroep leden van Warande en speeddaten met de wethouder. Bij deze avond waren ook de partners zoals Citymarketing, Stichting Welzijn Lelystad en Stichting de Barak aanwezig om vragen te beantwoorden. Tijdens de avond kwamen veel dezelfde onderwerpen en vragen aan de orde. Bewoners willen dat het gebied wordt afgebouwd, het gebied definitief ingericht wordt (woonrijp gemaakt wordt). Verder dat de slechte staat van de bouwweg wordt aangepakt en er meer groen in de wijk wordt aangebracht. In de raadsvergadering van 15 september 2015 is reeds een aparte oordeelsvormende sessie (en later op de avond vervolgens vastgesteld in een besluitvormende sessie) geweid aan het voorstel om een deel van de terreinafwerking van het 1e deelplan van Warande naar voren te halen. De extra rentelasten van dit vervroegd aanleggen, voor wat betreft de dekking, worden met dit voorstel betrokken bij de programmabegroting 2016. Voorgesteld besluit: 17. Op basis van bovenstaand voorstel 'Woonrijp maken deelplan 1 Warande' de begroting 2016 bij te stellen met -€58.000.
Voorstel Intensievere schoonmaak parkeergarages
Bedragen x € 1.000,-
2016 -25
2017 -25
2018 -25
2019 -25
In 2012 is besloten om als onderdeel van de gewenste bezuinigingen ook te besparen op het schoonmaakonderhoud in de garages. Omdat dit nu leidt tot veel klachten over het onderhoud en het aanzicht van het stadshart, wordt voorgesteld om het onderhoud €25.000 beschikbaar te stellen voor het intensiever schoonmaken van parkeergarages. Voorgesteld besluit: 18. Op basis van bovenstaand voorstel 'Intensievere schoonmaak parkeergarages' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€25.000.
Programmabegroting 2016 – 2019
22
Voorstel Aansluiting Veiligheidshuis Flevoland
Bedragen x € 1.000,-
2016 -20
2017 -20
2018 -20
2019 -20
Per 1 januari 2014 is de gemeente Lelystad aangesloten bij het regionaal werkend Veiligheidshuis Flevoland voor een proeftijd van 2 jaar. In deze proeftijd zijn per jaar 10 casussen afgenomen Eind 2015 loopt de proeftijd af. Veiligheidshuizen zijn netwerksamenwerkingsverbanden, die partners uit de strafrecht-, de zorgketen en (andere) gemeentelijke partners en bestuur verbinden in de aanpak van complexe problematiek. De regie op de Veiligheidshuizen liggen sinds 1 januari 2013 bij de gemeenten. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid voor de coördinatie op de regionale samenwerking in het Veiligheidshuis. Het doel van regionale samenwerking in het Veiligheidshuis is bijdragen aan veiligheid(sbeleving) als onderdeel van het integrale veiligheidsbeleid: het voorkomen en verminderen van recidive, (ernstige) overlast, criminaliteit en maatschappelijke uitval bij complexe problemen, door een combinatie van repressie, bestuurlijke interventie en zorg. Met de aansluiting van Lelystad bij het Veiligheidshuis Flevoland worden de casussen (10 casussen per jaar) met complexe, ketenoverstijgende problematiek van de Top X, die lokaal niet kunnen worden opgelost, aangepakt door een sluitende keten van OM, Politie, gemeente en zorgpartijen in het Veiligheidshuis. Voorgesteld besluit: 19. Op basis van bovenstaand voorstel 'Aansluiting Veiligheidshuis Flevoland' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€20.000.
Voorstel Buurtbemiddeling
Bedragen x € 1.000,-
2016 -43
2017 -43
2018 -43
2019 -43
In de afgelopen jaren is in Lelystad buurtbemiddeling uitgevoerd. Buurtbemiddeling is bedoeld om conflicten tussen buren op te lossen. De activiteit is tot 2013 uitgevoerd door de MDF die hiervoor een subsidie ontving. Deze is wegbezuinigd, waarna Welzijn Lelystad het project overgenomen heeft en een coördinator beschikbaar heeft gesteld om het project te coördineren en de 18 vrijwilligers te begeleiden. Door het vertrek van de coördinator is het voor Welzijn Lelystad niet meer mogelijk buurtbemiddeling voort te zetten. Uit landelijk onderzoek van het ministerie van Justitie en Veiligheid blijkt dat het effect van buurtbemiddeling hoog is. Alle betrokken partners ( met name de bewoners zelf, politie, gemeente, woningbouwcorporaties) zijn zeer tevreden. Dit geldt ook voor Lelystad. Gemiddeld is bij 70% van de bemiddelingen sprake van een positieve uitkomst. Het aantal bemiddelingen was gemiddeld 110 per jaar. Buurtbemiddeling heeft positieve effecten op de veiligheid en leefbaarheid van de stad en draagt bij aan vergroting van zelfredzaamheid van bewoners. De uitvoering vond plaats door vrijwilligers, met ondersteuning van een coördinator ( 0,5 fte). Deze was ook verantwoordelijk voor het functioneren van buurtbemiddeling als geheel. De wijkraden, het Openbaar Ministerie en de politie hebben er op aangedrongen buurtbemiddeling weer mogelijk te maken. Voorgesteld besluit: 20. Op basis van bovenstaand voorstel 'Buurtbemiddeling' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€43.000.
Voorstel Indexeren gesubsidieerde instellingen
Bedragen x € 1.000,-
2016 -95
2017 -95
2018 -95
2019 -95
Voor wat betreft het indexeren van de gesubsidieerde instellingen (prijscompensatie) geldt dat er na een aantal jaren in 2015 weer een prijsindexatie is toegepast (van 0,75%). Het niet corrigeren van gesubsidieerde instellingen voor inflatie zorgt in de praktijk voor een 'verborgen' bezuiniging (het prijspeil stijgt, terwijl de subsidie gelijk blijft).
Programmabegroting 2016 – 2019
23
In de kadernota 2016 - 2019 is het te hanteren indexpercentage door de raad vastgesteld op 0,9%. Voorgesteld wordt de instellingen voor de helft van dit indexpercentage te compenseren (0,45% = €95.000 structureel). Voorgesteld besluit: 21. Op basis van bovenstaand voorstel 'Indexeren gesubsidieerde instellingen' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€95.000.
Bedragen x € 1.000,-
Voorstel
2016 -150
Onderzoek dag sluiting stadhuis
2017 -150
2018 -150
2019 -150
Ten behoeve van de kadernota en de begroting van 2016 zou onderzocht worden of een dagsluiting van het stadhuis een reële optie is. Er zijn een aantal mogelijkheden onderzocht wat de besparing zou kunnen zijn wanneer. De besparing per jaar bedraag bij: Sluiting hele dag Sluiting maandagochtend Sluiting vrijdagmiddag Stadhuis dicht van 18:00 uur Stadhuis dicht van 19:00 uur Stadhuis dicht van 20:00 uur -
€ 150.000 € 5.500 € 10.000 € 14.000 € 6.300 €0
Nader onderzoek levert op dat alleen een dagsluiting de vereiste €150.000 euro oplevert, maar dit heeft vergaande consequenties. De overige suggesties leveren in de verste verte niet voldoende op om de vereiste 150.000 euro te behalen. De consequenties van een (dag) sluiting zijn vergaand. De gevolgen voor de dienstverlening groot, we worden minder flexibel, minder aantrekkelijk voor externe verhuur en samenwerking. Verder heeft de sluiting van het stadhuis tot gevolg: • De dienstverlening ligt stil, de balies zijn gesloten. Inwoners, medewerkers en andere belanghebbenden kunnen het stadhuis niet betreden. Er kan dus ook niet vergadert en overlegd worden. Daarnaast kan er ook niet aan een aantal wettelijke taken worden voldaan, denk hierbij aan de registratie van geboorte en overleden en de administratie. Alternatieven hiervoor zoeken zijn kostbaar en worden zeer omslachtig in de uitvoering. • Burgerzaken ontvangt gemiddeld 13.000 inwoners en de afdeling Werk en Inkomen 7800 inwoners, daarnaast komen er 14.000 telefoongesprekken binnen. Het aandeel van de vrijdag is substantieel. Bij sluiting van het stadhuis moeten deze bezoeken en telefoongesprekken verdeeld worden over de overige werkdagen. Met als gevolg dat wachttijden gaan oplopen. • Een dag sluiten is reden voor huidige externe huurders om naar andere alternatieven te gaan zoeken. Voor nieuwe huurders is het een reden om geen gebruik te maken van ons stadhuis. Juist hier liggen mogelijkheden om een deel van de kosten in de toekomst te dekken. • In verband met specifieke ICT systemen is het niet voor alle medewerkers mogelijk om thuis te werken (werken met dubbele schermen en specifieke software),dit heeft tot gevolg dat medewerkers thuis gefaciliteerd moeten worden (€ 2.500 per werkplek per medewerker). • Voor heel veel basis registraties geldt dat deze alleen in het stadhuis geraadpleegd mag worden. Daarnaast kunnen ook P&O werkzaamheden niet uitgevoerd worden, er zal met medewerkers, OR en GO overlegt moeten worden om hier uit te komen. Op basis van de huidige belasting is een dag sluiting geen optie, dit is in de komende 2-3 jaar ook niet te verwachten. Op langere termijn, wanneer de dienstverlening via digitale kanalen ontsloten kan worden, kan de dagsluiting eventueel heroverwogen worden. Het college wil de raad dan ook vragen deze ingeboekte bezuiniging terug te draaien. Voorgesteld besluit: 22. Op basis van bovenstaand voorstel 'Onderzoek dag sluiting stadhuis' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met -€150.000.
Programmabegroting 2016 – 2019
24
Voorstel Actualisatie kwijtscheldingen / kwijting Actualisatie kwijtscheldingen / kwijting (opvangen via tarief)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -303 303
2017 -303 303
2018 -303 303
2019 -303 303
In verband met de economische ontwikkelingen en de tariefsverhoging van met name de rioolheffing vindt er relatief meer kwijtschelding plaats dan waar in de huidige begroting rekening mee is gehouden (-€268.000). Daarnaast zijn de budgetten die samenhangen met kwijting (oninbaarheid door bijvoorbeeld een faillissement) geactualiseerd, waaruit blijkt dat het in de begroting opgenomen budget structureel te laag is (-€35.000). Voorgesteld wordt de benodigde middelen voor kwijtschelding en kwijting op niveau te brengen door een dienovereenkomstige verhoging van de tarieven. Voorgesteld besluit: 23. Op basis van bovenstaand voorstel 'Actualisatie kwijtschelding / kwijting' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 structureel bij te stellen met -€303.000 en deze bijstelling op te vangen door een tariefstijging, waardoor de begrote inkomsten eveneens structureel worden verhoogd met €303.000.
Voorstel Actualisatie ICT (vervangingsinvesteringen)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -
2017 102
2018 -30
2019 -170
Het duurzaam investeren in ICT bedrijfsmiddelen vormt onderdeel van de gemeentelijke meerjaren investeringsbegroting. ICT heeft een meerjaren investeringsplan teneinde haar bedrijfsmiddelen te vervangen volgens de vastgestelde bedrijfseconomische afschrijvingstermijnen. Als blijkt dat de bedrijfsmiddelen technisch nog langer meekunnen vindt vervanging later plaats. Indien een actief volledig is afgeschreven vallen de bijbehorende kapitaallasten automatisch vrij in het begrotingssaldo, waarbij de vervangingsinvesteringen (met bijbehorende ‘nieuwe’ kapitaallasten) worden betrokken bij de integrale afweging in het begrotingsproces. De investeringen in ICT bedrijfsmiddelen zijn nodig om de beschikbaarheid van informatiesystemen – plaats- en tijdonafhankelijk - te kunnen waarborgen. Dit op de diverse server, werkplek en mobiele platformen die ondersteund worden. Het niet vervangen van onderdelen van de ICT-infrastructuur (servers, opslagcapaciteit, werkplekken, mobiele devices – laptops, iPads, telefoons en applicaties) zal onherroepelijk leiden tot uitval, verstoring, performance verlies en niet kunnen actualiseren van systemen. Voorgesteld besluit: 24. Op basis van bovenstaand voorstel 'Actualisatie ICT (vervangingsinvesteringen)' de meerjarenraming 2017-2019 bij te stellen met de volgende bedragen €102.000 in 2017, -€30.000 in 2018, en -€170.000 in 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
25
Ontwikkeling gemeentefonds Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.3 Ontwikkeling gemeentefonds Uitgelicht: Ontwikkeling gemeentefonds algemeen Uitgelicht: Effect groot onderhoud GF 2e fase Uitgelicht: Suppletie groot onderhoud GF 1e fase Uitgelicht: Suppletie groot onderhoud GF 2e fase Uitgelicht: Cumulatieregeling gemeentefonds (SU) Uitgelicht: Nominale compensatie Uitgelicht: Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) Uitgelicht: Huishoudelijke hulp toelage (DU) Uitgelicht: Sociale acceptatie van LHBT (DU) Uitgelicht: Gezond in de stad (DU) Financieel effect ontwikkeling gemeentefonds (1.3)
42 -401 99 228 58 489 123 563 20 90
-434 -401 49 201 494 275 20 90
-124 -401 216 553 275 -
347 -401 206 556 275 -
1.311
294
519
983
De ontwikkelingen binnen het gemeentefonds (exclusief de drie integratie uitkeringen binnen het sociaal domein) worden hieronder uitgelicht. Zie voor meer gedetailleerde informatie de raadsbrief over de meicirculaire 2015, die op 7 juli in de raad behandeld is. Daar waar er een directe relatie met de lastenkant van de begroting bestaat wordt verwezen naar het corresponderende voorstel om de middelen door te vertalen.
Voorstel Uitgelicht: Ontwikkeling gemeentefonds algemeen
Bedragen x € 1.000,-
2016 42
2017 -434
2018 -124
2019 347
Het accres (totale groei of krimp van de algemene uitkering) is in de meicirculaire 2015 met zo'n €346 mln. negatief bijgesteld in jaarschijf 2015, wat resulteert in een fors nadeel voor gemeenten in 2015. Dit structurele nadeel wordt echter weer volledig teniet gedaan door een positieve bijstelling van het accres voor jaarschijf 2016 van zo'n €347 mln. In 2017 is het accres weer negatief om vervolgens in 2018 en 2019 weer de weg omhoog te vinden. Per saldo leiden deze grote accres schommelingen voor jaarschijf 2016 dus niet tot zeer grote effecten voor de gemeentebegroting, voor jaarschijf 2017 en verder heeft de ontwikkeling van het accres, cumulatief gezien, een nadelig effect ten opzichte van de begroting. Daarnaast zijn er diverse lokale maatstafeenheden geactualiseerd en worden er in deze circulaire diverse technische correcties doorgevoerd die ook een effect hebben op de omvang van het gemeentefonds en de bedragen die individuele gemeenten daaruit ontvangen. In vergelijking met de inschattingen op basis van de septembercirculaire 2014 (op basis waarvan de meerjarenraming 20162019 is gebaseerd) resulteren de algemene ontwikkelingen binnen het gemeentefonds per saldo tot bovenstaande afwijkingen ten opzichte van de meerjarenraming. De eerste analyse van de septembercirculaire 2015 laat een voorzichtig positief beeld zien voor wat betreft de ontwikkeling van het accres. De ontwikkeling van de algemene uitkering is binnen de programmabegroting 2016 – 2019 gebaseerd op de meicirculaire 2015.
Voorstel Uitgelicht: Effect groot onderhoud GF 2e fase
Bedragen x € 1.000,-
2016 -401
2017 -401
2018 -401
2019 -401
Naast de algemene ontwikkeling van het gemeentefonds die binnen het vorige onderdeel zijn toegelicht zijn er ook specifieke ontwikkelingen te benoemen die een direct effect hebben op de gemeentebegroting. Zo resulteert het herverdeeleffect als gevolg van het groot onderhoud gemeentefonds 2e fase voor Lelystad in een nadeel in de algemene uitkering, dat door het Rijk becijferd is op €401.435 (peiljaar maatstafcijfers 2015).
Programmabegroting 2016 – 2019
26
Voorstel Uitgelicht: Suppletie groot onderhoud GF 1e fase Uitgelicht: Suppletie groot onderhoud GF 2e fase
Bedragen x € 1.000,-
2016 99 228
2017 49 -
2018 -
2019 -
Dit betreft de suppletie voor de effecten van het groot onderhoud gemeentefonds 1e en 2e fase. Suppletie wordt verstrekt als overgangsmaatregel, zodat herverdeeleffecten geleidelijk worden optreden.
Voorstel Uitgelicht: Cumulatieregeling gemeentefonds
Bedragen x € 1.000,-
2016 58
2017 201
2018 216
2019 206
Deze cumulatieregeling gemeentefonds is een overkoepelende overgangsregeling, die gericht is op de herverdeeleffecten in het gemeentefonds (binnen de integratie uitkeringen in het sociaal domein en het hierboven beschreven groot onderhoud). Hoewel het herverdeeleffect binnen ieder dossier afzonderlijk is gemaximeerd op 15 euro per inwoner per jaar biedt dit geen oplossing voor de cumulatie van herverdeeleffecten. Deze cumulatieregeling houdt in dat de cumulatieve nadelen als gevolg van herverdeling eveneens worden beperkt tot 15 euro per inwoner per jaar. Gemeenten die een cumulatief nadeel hebben dat hoger is dan deze 15 euro ontvangen deze suppletie. Zie voor een meer gedetailleerde analyse de raadsbrief met betrekking tot de meicirculaire 2015, die op 7 juli door de raad behandeld is. Bovenstaande suppletie uitkering is gebaseerd op de informatie uit de septembercirculaire 2015. Formele doorvertaling naar de lastenkant van de begroting wordt voorgesteld onder beslispunt 26.
Voorstel Uitgelicht: Nominale compensatie
Bedragen x € 1.000,-
2016 489
2017 494
2018 553
2019 556
Binnen de uitgavenkant van de gemeentebegroting wordt geraamd op basis van constante prijzen, waarbij jaarlijks de afweging wordt gemaakt in hoeverre er inflatiecorrectie wordt doorgevoerd op de materiële budgetten enerzijds (prijscompensatie) en de lonen anderzijds (looncompensatie). Aan de inkomstenkant van de gemeentebegroting wordt de algemene uitkering vanzelfsprekend ook berekend op basis van constante prijzen (zodat er appels met appels worden vergeleken). In de meicirculaire 2015 verspringt het basisjaar en wordt in 2016 de nominale ontwikkeling meegenomen. Daarnaast is in de mei circulaire de nominale ontwikkeling- ten opzichte van voorgaande circulaires- aangepast. Zie voor een meer gedetailleerde analyse de raadsbrief met betrekking tot de meicirculaire 2015, die op 7 juli door de raad behandeld is. Formele doorvertaling naar de lastenkant van de begroting wordt voorgesteld onder beslispunt 27.
Voorstel Uitgelicht: Wet maatschappelijke ondersteuning (IU)
Bedragen x € 1.000,-
2016 123
2017 275
2018 275
2019 275
Met de VNG is bestuurlijk afgesproken (in het overhedenoverleg tussen het ministerie en de VNG op 29 mei) dat de volume-index 2016 wordt vastgesteld op 2,38% en dat de beschikbare groeiruimte nu reeds volledig wordt toegekend (als gevolg van het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten voor nieuwe gevallen, blijven mensen langer thuis wonen waardoor het beroep op de Wmo zal toenemen). De bedragen van deze integratie- uitkering Wmo (de oude Wmo) per gemeente zijn behalve bovenstaande mutaties ook gewijzigd ten opzichte van voorgaande circulaires, door het gebruik van actuelere basisgegevens voor de maatstaven. Bovenstaande integratie uitkering is gebaseerd op de informatie uit de septembercirculaire 2015. Formele doorvertaling naar de lastenkant van de begroting wordt voorgesteld onder beslispunt 28.
Programmabegroting 2016 – 2019
27
Voorstel Uitgelicht: Huishoudelijke hulp toelage (DU)
Bedragen x € 1.000,-
2016 563
2017 -
2018 -
2019 -
Met de huishoudelijke hulp toelage kunnen gemeenten de vraag naar huishoudelijke hulp stimuleren, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. Lelystad heeft een aanvraag voor deze middelen ingediend, waarbij de formele bekendmaking in deze meicirculaire heeft plaatsgevonden en vervolgens voor jaarschijf 2016 is bijgesteld in de septembercirculaire 2015. Formele doorvertaling naar de lastenkant van de begroting wordt voorgesteld onder beslispunt 29.
Voorstel Uitgelicht: Sociale acceptatie van LHBT (DU)
Bedragen x € 1.000,-
2016 20
2017 20
2018 -
2019 -
Via de decentralisatie uitkering 'Sociale acceptatie van LHBT- emancipatie' ontvangen zes gemeenten voor het jaar 2015 elk €10.000 (en voor de jaren 2016 en 2017 elk €20.000 per jaar). De G4 ontvangen voor het jaar 2015 elk €25.000 en voor de jaren 2016 en 2017 elk €50.000. Deze gemeenten willen zich inzetten voor de gezamenlijke doelstelling de 'veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal'. Met het verschijnen van de meicirculaire 2015 hebben deze gemeenten de zekerheid over de bedragen voor 2016 en 2017. Formele doorvertaling naar de lastenkant van de begroting wordt voorgesteld onder beslispunt 30.
Voorstel Uitgelicht: Gezond in de stad (DU)
Bedragen x € 1.000,-
2016 90
2017 90
2018 -
2019 -
Gemeenten met kwetsbare wijken krijgen via de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad extra ruimte om de gezondheid te verbeteren van mensen in een lage sociaaleconomische positie. Daarbij kunnen wijkverpleegkundigen en sociale wijkteams een belangrijke rol spelen door op basis van de gezondheidsproblematiek in de wijk meer in te zetten op preventie, vroegsignalering van gezondheidsproblemen en het leggen van verbindingen tussen gemeentelijke voorzieningen en de eerstelijnszorg. Gemeenten die zich via aanmelding hebben gecommitteerd aan het stimuleringsprogramma “Gezond in…” ontvangen vanaf 2015 tot en met 2017 jaarlijks budget via de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad. In de begroting 2015 - 2018 zijn vooralsnog alleen middelen voor jaarschijf 2015 beschikbaar gesteld (dat was ten tijde van de programmabegroting 2015 de enige informatie die beschikbaar was). Met het verschijnen van de meicirculaire 2015 hebben deelnemende gemeenten ook de zekerheid over de bedragen voor 2016 en 2017. Formele doorvertaling naar de lastenkant van de begroting wordt voorgesteld onder beslispunt 31.
Voorgesteld besluit: 25. Op basis van bovenstaande uitgelichte ontwikkeling binnen het gemeentefonds de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 bij te stellen met de volgende bedragen €1.311.000 in 2016, €294.000 in 2017, €519.000 in 2018 en €983.000 in 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
28
Doorvertaling ontwikkeling gemeentefonds Voorstel Ramen lastenkant - Cumulatieregeling gemeentefonds (reserveren)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -58
2017 -201
2018 -216
2019 -206
Deze cumulatieregeling is door het Rijk in het leven geroepen om de cumulatie van negatieve herverdeeleffecten te maximeren (zie bijbehorende toelichting onder beslispunt 25). Voorgesteld wordt deze middelen in de begroting op te nemen en deze middelen zo beschikbaar te houden voor die dossiers die te maken hebben met forse nadelige herverdeeleffecten als gevolg van de invoering van objectieve verdeelmodellen (voor cumulatieproblematiek in 2016-2019). Voorgesteld besluit: 26. Op basis van bovenstaand voorstel 'Cumulatieregeling gemeentefonds (reserveren)' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen -€58.000 in 2016, €201.000 in 2017, -€216.000 in 2018 en -€206.000 in 2019 en zo deze middelen beschikbaar te houden voor het opvangen van problematiek als gevolg van de invoering van diverse objectieve verdeelmodellen.
Voorstel Ramen lastenkant - Nominale compensatie (loon/sociale lasten)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -489
2017 -494
2018 -553
2019 -556
De nominale compensatie binnen de algemene uitkering (batenkant) staat nader toegelicht onder beslispunt 25 en dient ter (gedeeltelijke) dekking van CAO ontwikkelingen / premieontwikkeling sociale lasten. De huidige CAO loopt eind 2015 af. Na lange tijd van nullijn of beperkte salarisverhogingen, is de verwachting dat de onderhandelingspartners voor 2016 en verder een stijging van de CAO lonen afspreken. Een stijging van 1% salaris kost de gemeente € 375.000 (= 1% loonstijging + sociale lasten over dit loon). Daarnaast hebben de grootste overheidswerkgevers en drie van de vier vakcentrales een afspraak hebben gemaakt over de pensioen-premieontwikkeling en de loonontwikkeling (op 10 juli is hier een akkoord over bereikt). Naast het wijzigen van de indexatiesystematiek (van loonontwikkeling naar prijsontwikkeling) is afgesproken dat de besparingen voor de werkgever ten goede dienen te komen aan de werknemers in de vorm van salaris (1%, wat voor de gemeente in principe budgetneutraal zal zijn). Daarnaast is afgesproken dat een tijdelijk herstelopslag van 0,4% niet doorgevoerd wordt en eveneens als salarisverhoging aan de werknemers dient te worden uitbetaald (dit is niet budgetneutraal voor gemeenten), zodat er in totaal 1,4% salarisverhoging wordt gerealiseerd, nog los van de CAO uitkomsten. In afwachting van de ontwikkelingen wordt voorgesteld de nominale compensatie te reserveren als stelpost voor het opvangen van de stijging van de CAO lonen / sociale lasten. Voorgesteld besluit: 27. Op basis van bovenstaand voorstel 'Nominale compensatie (loon/sociale lasten)' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen: -€489.000 in 2016, €494.000 in 2017, -€553.000 in 2018 en -€556.000 in 2019.
Voorstel Ramen lastenkant - Wet maatschappelijke ondersteuning (IU)
Bedragen x € 1.000,-
2016 -123
2017 -275
2018 -275
2019 -275
Op basis van de septembercirculaire 2014 werden de rijksbezuinigingen op de oude Wmo (huishoudelijke ondersteuning) aan de gemeenten kenbaar gemaakt. In de gemeentebegroting is deze rijkskorting vervolgens doorvertaald (resulterend in een bezuiniging van €1,5 mln. in 2015, die met ingang van 2016 nog eens €0,6 mln. is verhoogd). De totale structurele korting komt daarmee uit op €2,1 mln. De gemeente is, gezien deze kortingen, in de loop van 2015 overgegaan naar een nieuw en
Programmabegroting 2016 – 2019
29
soberder systeem voor de huishoudelijke ondersteuning (schoon en leefbaar huis). Het is een open eind regeling, waarbij het uitgangspunt is dat de beschikbare middelen in totaliteit toereikend moeten zijn. Uit de septembercirculaire 2015 blijkt dat deze structurele korting nu iets lager uitvalt (indien deze middelen hierboven weer toegevoegd worden aan het budget in de gemeentebegroting). Voorgesteld besluit: 28. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wet maatschappelijke ondersteuning (IU)' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen: -€123.000 in 2016 en €275.000 voor de jaren 2017 - 2019.
Voorstel Ramen lastenkant - Huishoudelijke hulp toelage
Bedragen x € 1.000,-
2016 -563
2017 -
2018 -
2019 -
De rijksoverheid heeft voor 2015 en 2016 extra middelen toegekend aan de gemeente Lelystad onder de noemer 'Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT)'. Deze middelen zijn beschikbaar gesteld voor het behouden en stimuleren van werkgelegenheid in de sector huishoudelijke hulp (voor jaarschijf 2015 is er via een apart raadsbesluit reeds een doorvertaling naar de gemeentebegroting gemaakt). Met dit voorstel worden deze middelen die in 2016 als decentralisatie uitkering aan het gemeentefonds zijn toegevoegd, doorvertaald naar de lastenkant van de gemeentebegroting (wat wordt ingezet voor de uitgifte van dienstencheques). Voorgesteld besluit: 29. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Huishoudelijke hulp toelage’ de begroting 2016 bij te stellen met -€563.000.
Voorstel Ramen lastenkant - Sociale acceptatie van LHBT
Bedragen x € 1.000,-
2016 -20
2017 -20
2018 -
2019 -
Via de decentralisatie uitkering 'Sociale acceptatie van LHBT- emancipatie' ontvangen zes gemeenten voor het jaar 2015 elk €10.000 (en voor de jaren 2016 en 2017 elk €20.000 per jaar). De G4 ontvangen voor het jaar 2015 elk €25.000 en voor de jaren 2016 en 2017 elk €50.000. Deze gemeenten willen zich inzetten voor de gezamenlijke doelstelling de 'veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal'. Deze bedragen zijn nog niet in de huidige begroting opgenomen (ze zijn met het verschijnen van de meicirculaire 2015 formeel pas bekend gemaakt, zie ook de onderbouwing van beslispunt 25: ontwikkelingen gemeentefonds). Met dit voorstel worden deze middelen beschikbaar gesteld voor het beoogde doel. Voorgesteld besluit: 30. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Sociale acceptatie van LHBT’ de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 bij te stellen met -€20.000.
Programmabegroting 2016 – 2019
30
Voorstel Ramen lastenkant - Gezond in de stad
Bedragen x € 1.000,-
2016 -40
2017 -40
2018 -
2019 -
Gemeenten die zich via aanmelding hebben gecommitteerd aan het stimuleringsprogramma “Gezond in…” ontvangen vanaf 2015 tot en met 2017 jaarlijks budget via de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad (voor Lelystad gaat het om €90.000 per jaar, zie ook de onderbouwing van beslispunt 25: ontwikkelingen gemeentefonds). In de primitieve begroting 2016 – 2017 staat reeds €50.000 begroot voor dit doel, wat maakt dat wordt voorgesteld de resterende €40.000 beschikbaar te stellen voor het beoogde doel. Voorgesteld besluit: 31. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Gezond in de stad’ de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 bij te stellen met -€40.000.
Programmabegroting 2016 – 2019
31
Doorvertaling gemeentefonds - sociaal domein Voorstel Sociaal domein - Integratie uitkering Wmo 2015 Aframen lastenkant - bezuinigingen Wmo 2015
Bedragen x € 1.000,-
2016 -163 163
2017 102 -102
2018 -240 240
2019 -350 350
De hoogte van de integratie uitkering Wmo 2015 is gewijzigd in de mei- en septembercirculaire 2015 (ten opzichte van de in de primitieve begroting geraamde bedragen). Conform het principe om de per 1 januari 2015 gedecentraliseerde taken uit te voeren binnen de beschikbare rijksmiddelen wordt voorgesteld een dienovereenkomstige doorvertaling naar de lastenkant van de gemeentebegroting te maken. In het geval van de Wmo 2015 betekent dit een aframing van budget in de jaarschijven 2016, 2018 en 2019 en een bijraming van budget in 2017 (waarmee de mutaties binnen de integratie uitkering Wmo 2015 geheel budgetneutraal worden doorvertaald). Voorgesteld besluit: 32a. Op basis van bovenstaand voorstel 'Sociaal domein – Integratie uitkering Wmo 2015' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen: -€163.000 in 2016, €102.000 in 2017, -€240.000 in 2018 en -€350.000 in 2019. 32b. Op basis van bovenstaand voorstel 'Aframen lastenkant - bezuinigingen Wmo 2015' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen: €163.000 in 2016, €102.000 in 2017, €240.000 in 2018 en €350.000 in 2019.
Voorstel Sociaal domein - Integratie uitkering Jeugdhulp Aframen lastenkant - bezuinigingen Jeugdhulp
Bedragen x € 1.000,-
2016 -3.074 3.074
2017 -3.863 3.863
2018 -4.938 4.938
2019 -5.683 5.683
De hoogte van de integratie uitkering Jeugdhulp is gewijzigd in de meicirculaire 2015 (ten opzichte van de in de primitieve begroting geraamde bedragen). In de septembercirculaire 2015 zijn deze bedragen niet veranderd. Conform het principe om de per 1 januari 2015 gedecentraliseerde taken uit te voeren binnen de beschikbare rijksmiddelen wordt voorgesteld een dienovereenkomstige doorvertaling naar de lastenkant van de gemeentebegroting te maken. In het geval van de Jeugdhulp betekent dit een aframing van budget in meerjarenperspectief (waarmee de mutaties binnen de integratie uitkering Jeugdhulp vooralsnog geheel budgetneutraal worden doorvertaald). Op dit moment is nog niet eenduidig vast te stellen op welke wijze deze bezuiniging exact vorm gegeven kan worden. Op het moment dat er voldoende duidelijkheid is ontstaan over de uitputting van de budgetten in het lopende begrotingsjaar 2015 worden de effecten voor begrotingsjaar 2016 inzichtelijk gemaakt en aan de raad voorgelegd. Ten aanzien van de oplopende taakstelling voor jaren 2017 en verder zullen de keuzes eveneens gemaakt moeten worden op basis van het voortschrijdend inzicht dat in de loop der jaren zal ontstaan. Voorgesteld besluit: 33a. Op basis van bovenstaand voorstel 'Sociaal domein – Integratie uitkering Jeugdhulp' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen: -€3.074.000 in 2016, -€3.863.000 in 2017, -€4.938.000 in 2018 en -€5.683.000 in 2019. 33b. Op basis van bovenstaand voorstel 'Aframen lastenkant - bezuinigingen Jeugdhulp' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen: €3.074.000 in 2016, €3.863.000 in 2017, €4.938.000 in 2018 en €5.683.000 in 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
32
Voorstel Sociaal domein - Integratie uitkering Participatiewet Aframen lastenkant - Bezuinigen Participatiewet
Bedragen x € 1.000,-
2016 -247 247
2017 -399 399
2018 -529 529
2019 -813 813
De hoogte van de integratie uitkering Participatiewet is gewijzigd in de mei-/ en septembercirculaire 2015 (ten opzichte van de in de primitieve begroting geraamde bedragen). Conform het principe om de per 1 januari 2015 gedecentraliseerde taken uit te voeren binnen de beschikbare rijksmiddelen wordt voorgesteld een dienovereenkomstige doorvertaling naar de lastenkant van de gemeentebegroting te maken. In het geval van de Participatiewet betekent dit een aframing van budget in meerjarenperspectief (waarmee de mutaties binnen de integratie uitkering Participatiewet geheel budgetneutraal worden doorvertaald). Voorgesteld besluit: 34a. Op basis van bovenstaand voorstel 'Sociaal domein – Integratie uitkering Participatiewet' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen: €247.000 in 2016, -€399.000 in 2017, -€529.000 in 2018 en -€813.000 in 2019. 34b. Op basis van bovenstaand voorstel 'Aframen lastenkant - bezuinigingen Participatiewet' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met de volgende bedragen: €247.000 in 2016, €399.000 in 2017, €529.000 in 2018 en €813.000 in 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
33
Mutaties reserve meerjarige begrotingsposten Bij de behandeling van de programmabegroting 2015 – 2018 heeft de raad een amendement aangenomen waarin diverse voorstellen gesaldeerd als storting in de reserve meerjarige begrotingsposten zijn gereserveerd. Het uitgangspunt is dat de raad deze voorstellen niet op voorhand in het meerjarenperspectief beschikbaar wil stellen, maar in opeenvolgende begrotingen (op basis van geactualiseerde informatie) opnieuw haar afwegingen kan maken over het al dan niet bezuinigen / toekennen van middelen. Het college wil graag met de indieners van het amendement in gesprek over een andere systematiek, omdat het verloop via een reserve administratief zeer bewerkelijk is en het bovendien de kans op fouten vergroot. Het college onderschrijft het belang dat de raad hecht aan het meerjarig kunnen volgen van bepaalde begrotingsvoorstellen en is graag bereid in overleg met de raad op zoek te gaan naar een andere en meer transparantere systematiek. In onderstaande tabel is het uitgangspunt van de reserve meerjarige begrotingsposten weergegeven. Overigens bevatte het oorspronkelijke amendement ook nog een reservering voor de voorgestelde bezuiniging op de rekenkamer, maar dit onderdeel was reeds vervallen door het aannemen van een separaat amendement.
Uitgangspunt
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
Reserveringen binnen de reserve meerjarige begrotingsposten Gereserveerd bedrag binnen reserve begrotingsposten G11 - Georganiseerd Overleg lelystad G51 - Roma problematiek G62 - Frictie- en hervormingsbudget G31 - Bestrijden ziekten en plagen G31 - Geen onderhoud recr. schelpenpaden G31 - Onkruidbestrijding op verharding G32 - Parkeren G41 - Ontwikkelcapaciteit stedelijke ontwikkeling G43 - Basis op orde Agora G62 - Bezwaarafhandeling Beginstand reserve meerjarige begrotingsposten
1.868 77 -16 -667 10 20 -506 -180 -438 -100 -68
1.768 77 -16 -667 10 20 -506 -80 -438 -100 -68
1.752 77 -80 -667 10 20 -506 -438 -100 -68
1.752 77 -80 -667 10 20 -506 -438 -100 -68
0
0
0
0
Het college heeft opnieuw gekeken naar deze voorstellen en de bijbehorende onderbouwingen geactualiseerd. Voor een drietal voorstellen heeft dit geleid tot een wijziging in de gewijzigde bedragen, met een bijbehorend effect op het begrotingssaldo:
Geactualiseerde reserveringen
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
Reserveringen binnen de reserve meerjarige begrotingsposten Gereserveerd bedrag binnen reserve begrotingsposten G11 - Georganiseerd Overleg lelystad [ geactualiseerde bedragen ] G51 - Roma problematiek [ geactualiseerde bedragen ] G62 - Frictie- en hervormingsbudget [ geactualiseerde bedragen ] G31 - Bestrijden ziekten en plagen G31 - Geen onderhoud recr. schelpenpaden G31 - Onkruidbestrijding op verharding G32 - Parkeren G41 - Ontwikkelcapaciteit stedelijke ontwikkeling G43 - Basis op orde Agora G62 - Bezwaarafhandeling Financieel effect mutaties reserve meerjarige begrotingsposten
1.868 47 -35 -667 10 20 -506 -180 -438 -100 -68
1.768 62 -60 -333 10 20 -506 -80 -438 -100 -68
1.752 77 -60 -333 10 20 -506 -438 -100 -68
1.752 77 -60 -667 10 20 -506 -438 -100 -68
-49
275
354
20
Deze drie wijzigingen hebben per saldo een positief effect, waarbij binnen deze voorstellen wordt voorgesteld deze bedragen vrij te laten in het begrotingssaldo (deze bedragen tellen dan ook mee als aparte categorie binnen het totale financieel perspectief):
Programmabegroting 2016 – 2019
34
Meerjarenraming 2016-2019 2016 2017 2018 2019
1.6 Mutaties reserve meerjarige begrotingsposten G11 - Georganiseerd Overleg lelystad G51 - Roma problematiek G62 - Frictie- en hervormingsbudget
-30 -19 -
-15 -44 334
20 334
20 -
Financieel effect mutaties reserve meerjarige begrotingsposten (1.6)
-49
275
354
20
In de begrotingsvoorstellen hieronder worden naast bovenstaande drie voorstellen met een effect op het begrotingssaldo eveneens een geactualiseerde onderbouwing gegeven van de voorstellen die binnen deze reserve staan gereserveerd, maar waarbij de bedragen niet veranderd zijn. In lijn met de bedoeling van het amendement wordt bij deze voorstellen voorgesteld de bedragen alleen in 2016 vrij te geven (en de middelen voor 2017 – 2019 ‘gereserveerd’ te laten staan binnen deze reserve).
Voorstel - effecten op het begrotingssaldo Georganiseerd Overleg lelystad
Bedragen x € 1.000,-
2016 -30
2017 -15
2018 -
2019 -
In de programmabegroting 2015 - 2018 is voorgesteld om met ingang van 2015 structureel €77.000,- te bezuinigen op het Georganiseerd Overleg Lelystad (GOL). Deze bezuiniging staat ‘gereserveerd’ binnen de reserve meerjarige begrotingsposten. Bij de behandeling van de gemeentebegroting heeft de raad verschillende amendementen en moties aangenomen waardoor zij het college opdraagt de bezuiniging op het gehandicaptenbeleid over meerdere jaren op te vangen. Voor 2015 is een beroep gedaan op het fonds zachte landing door het GOL, voor de jaren daarna zal een bedrag op de begroting worden opgenomen om hieraan tegemoet te kunnen komen. Door een afbouw van de subsidie te organiseren heeft het GOL twee jaar de mogelijkheid om te kijken naar andere financieringsbronnen als fondsen, bijdrage aangesloten organisaties en dergelijke. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid de organisatie op andere wijze te laten voortbestaan en is het mogelijk subsidie aan te vragen voor de uitvoering van activiteiten in het kader van vrijwilligersbeleid (de structureel 'geparkeerde' bezuiniging van €77.000 wordt uiteindelijk wel doorgevoerd, alleen in de jaren 2016 en 2017 niet voor het volledige bedrag). Voorgesteld besluit: 35. Op basis van bovenstaand voorstel 'Georganiseerd Overleg Lelystad' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten 'gereserveerde' bezuiniging van €77.000 in 2016 te verlagen met €30.000 en in totaal daarmee een bezuiniging van €47.000 in 2016 te effectueren. b. De benodigde middelen voor het gefaseerd invoeren van deze bezuiniging in de begroting te verwerken door een bijstelling van -€30.000 ten laste van het begrotingssaldo 2016. c. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ bezuiniging van €77.000 in 2017 te verlagen met €15.000 en in totaal daarmee een bezuiniging van €62.000 ‘gereserveerd’ te laten staan binnen de reserve meerjarige begrotingsposten en de structurele bezuiniging van €77.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor de jaarschijven 2018 2019. d. De benodigde middelen voor het gefaseerd invoeren van deze ‘gereserveerde’ bezuiniging in de begroting 2017 te verwerken, door een storting van -€15.000 in de reserve meerjarige begrotingsposten ten laste van het begrotingssaldo 2017.
Voorstel - effecten op begrotingssaldo Roma problematiek
Bedragen x € 1.000,-
2016 -19
2017 -44
2018 20
2019 20
In de programmabegroting 2015 - 2018 is er voor de jaren 2015 en 2016 €96.000,- en met ingang van 2017 structureel €60.000,- aangevraagd voor de aanpak van multiproblematiek bij gezinnen met een
Programmabegroting 2016 – 2019
35
Roma achtergrond. Tegelijkertijd is er voor de jaren 2015 en 2016 een subsidie als baat ingeboekt van €80.000,-. In het amendement is echter abusievelijk €16.000 in 2016, €16.000 in 2017 en -€80.000 met ingang van 2018 'gereserveerd' in deze reserve meerjarige begrotingsposten. Ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel levert dit verschillen op (ten opzichte van het begrotingssaldo een negatief verschil van €44.000 in 2016 en een positief verschil van €20.000 in 2017 en 2018). Daarnaast is er een actueler beeld over de benodigde middelen in 2016, wat maakt dat er in die jaarschijf per saldo €35.000 benodigd is in plaats van de gereserveerde -€16.000. In 2013 is het plan inzake aanpak multiproblematiek bij gezinnen met een Roma achtergrond vastgesteld. Dit plan voorziet in een integrale aanpak van alle voorkomende problematiek bij deze gezinnen. Het is een voortzetting en doorontwikkeling van activiteiten die al vanaf 2008 worden uitgevoerd. Lelystad was in de afgelopen jaren één van de proeftuingemeenten in het kader van het landelijk programma "Aanpak uitbuiting Roma kinderen". Dit programma heeft een vervolg gekregen tot en met 2016 en Lelystad participeert daarin opnieuw actief. Over de jaren 2012 en 2013 heeft de gemeente een subsidie van het rijk ontvangen voor bekostiging van de lokale projectleider. Vanaf 2014 subsidieert het rijk alleen nog subsidies voor projecten. Gezien het zeer specifieke karakter en hardnekkigheid van de problematiek is langdurige extra aandacht nodig om tot substantiële resultaten te komen. Om de aanpak op de werkvloer op een goede wijze voort te kunnen zetten, is continuering van de inzet van de huidige uitvoerend projectleider Roma onontbeerlijk. Samen met een aandachtsfunctionaris van de politie fungeert zij als spil van de uitvoering. De uitvoerend projectleider ondersteunt instellingen bij aanpak van de vaak zeer specifieke problematiek en zorgt ervoor dat de samenwerking tussen instellingen goed verloopt. Ook fungeert zij als casuscoördinator bij complexe casussen en heeft zij de rol van intermediair tussen Roma en diverse instellingen en organisaties. De aanpak van multiproblematiek bij gezinnen met een Roma achtergrond is één van de prioriteiten in het programma Veiligheid. De gemeente Lelystad heeft aangegeven de deelname aan het landelijk programma voort te zetten tot en met 2016. In verband hiermee wordt voorgesteld de hieraan verbonden kosten in de programmabegroting op te nemen. Het betreft een 0,5 formatieplaats voor de jaren 2015 en 2016. De uitvoerend projectleider is in dienst bij Welzijn Lelystad. De jaarlijkse kosten zijn €60.000. De aanvraag betreft de jaren 2016 tot en met 2019. De kosten van inzet van de projectleider zijn €36.000 per jaar, voor het jaar 2016. Er is een Rijkssubsidie toegezegd van € 102.175 voor de jaren 2015 en 2016. Deze subsidie is bedoeld voor uitvoering van aanvullende activiteiten op het terrein van onderwijsbegeleiding, arbeidstoeleiding en verbetering van integratie van Roma. Deze subsidie kan gedeeltelijk worden aangewend voor dekking van kosten van de projectleiders. Hierdoor is voor 2016 is per saldo een bedrag van € 35.000 benodigd (in plaats van de binnen deze reserve geparkeerde €16.000). Voorgesteld besluit: 36. Op basis van bovenstaand voorstel 'Roma problematiek' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten 'gereserveerde' dekking van -€16.000 vrij te geven in 2016 en daarnaast in aanvullende dekking te voorzien van -€19.000 ten laste van het begrotingssaldo, voor een totaal van -€35.000 in jaarschijf 2016. b. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten 'gereserveerde' dekking van -€16.000 in 2017 te verhogen met -€44.000, zodat er in totaal van -€60.000 ‘gereserveerd’ staat in jaarschijf 2017 (conform het oorspronkelijk voorstel). c. De benodigde middelen voor deze reservering in jaarschijf 2017 in de begroting te verwerken, door een storting van -€44.000 in de reserve meerjarige begrotingsposten ten laste van het begrotingssaldo 2017. d. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ dekking van -€80.000 in de jaarschijven 2018 en 2019 te verlagen tot -€60.000 en het verschil van €20.000 in 2018 en 2019 vrij te laten vallen in het begrotingssaldo van de desbetreffende jaarschijven. e. De resterende dekking van -€60.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor de jaarschijven 2017 – 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
36
Voorstel- effecten op begrotingssaldo Frictie- en hervormingsbudget
Bedragen x € 1.000,-
2016 -
2017 334
2018 334
2019 -
In de programmabegroting 2015 - 2018 is er met ingang van 2015 structureel €667.000,- aangevraagd als frictie- en hervormingsbudget. Deze middelen staan ‘gereserveerd’ in de reserve meerjarige begrotingsposten. Voor het opvangen van de formatieve krimp van de afgelopen jaren is een incidenteel frictie- en hervormingsbudget in de begroting opgenomen. Dit omvat onder andere kosten van tijdelijk bovenformatief personeel, omscholingskosten en kosten om hervormingen door te voeren die de (personele) krimp bewerkstelligen. Voor de gemeentelijke organisatie geldt dat de opvangcapaciteit van de organisatie kleiner is geworden, de natuurlijke uitstroom lager is en deze nieuwe aankomende krimp betrekking heeft op een specifiekere groep, met gemiddeld een hoger schaalniveau. Deze factoren zorgen ervoor dat gemiddeld gezien het herplaatsen hogere kosten met zich mee zal brengen. Voor de krimp van de organisatie in aankomende jaren staan de middelen geparkeerd binnen de reserve meerjarige begrotingsposten, voor een bedrag van €667.000. Op basis van nieuwe inschattingen is de verwachting dat een deel van deze middelen vrij kan vallen. Hierbij moet opgemerkt worden dat het maken van exacte berekenen niet mogelijk is, omdat veel afhangt van de snelheid van vertrek / herplaatsen / omscholen van mensen. Voorgesteld besluit: 37. Op basis van bovenstaand voorstel 'Frictie- en hervormingsbudget' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten 'gereserveerde' dekking van -€667.000 vrij te geven voor jaarschijf 2016; b. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten 'gereserveerde' dekking van -€667.000 voor de jaarschijven 2017 en 2018 te verlagen tot -€333.000 en het verschil van €334.000 in 2017 en 2018 vrij te laten vallen in het begrotingssaldo van de desbetreffende jaarschijven. c. De resterende dekking van -€333.000 in 2017 en 2018 en -€667.000 in 2019 ‘gereserveerd’ te laten staat in de reserve meerjarige begrotingsposten.
Voorstel - géén effect op begrotingssaldo Bestrijden ziekten en plagen
Bedragen x € 1.000,-
2016 10
2017 -
2018 -
2019 -
In de programmabegroting 2015 - 2018 is voorgesteld om met ingang van 2015 structureel €10.000,- te bezuinigen op het bestrijden van ziekten en plagen. Deze nog te realiseren bezuiniging staat 'gereserveerd' in de reserve meerjarige begrotingsposten. De gemeente bestrijdt diverse ziekten en plagen. Bijvoorbeeld de eikenprocessierups en ratten. Deze bestrijding kan worden teruggebracht tot het wettelijk minimum. Daarmee kan €10.000 worden bespaard. Effect is dat bij overlast door ziekten en plagen, waarbij de volksgezondheid geen gevaar loopt, niet meer wordt opgetreden. Voorgesteld wordt deze post in 2016 definitief af te ramen. Voorgesteld besluit: 38. Op basis van bovenstaand voorstel 'Bestrijden ziekten en plagen' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 – 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ bezuiniging op het bestrijden van ziekten en plagen voor €10.000 in 2016 te effectueren b. De resterende bezuiniging van €10.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor de jaarschijven 2017 – 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
37
Voorstel - géén effect op het begrotingssaldo Geen onderhoud recreatieve schelpenpaden
Bedragen x € 1.000,-
2016 20
2017 -
2018 -
2019 -
In de programmabegroting 2015 - 2018 is voorgesteld om met ingang van 2015 structureel €20.000,- te bezuinigen door het niet langer onderhoud plegen aan recreatieve schelpenpaden. Deze nog te realiseren bezuiniging staat 'gereserveerd' in de reserve meerjarige begrotingsposten. In de stad zijn diverse schelpenpaden aangelegd in de wijken. Deels maken deze onderdeel uit van de formele honden-uitlaatroutes. Daarnaast zijn er paden met een meer recreatieve functie in en langs de wijken die meer of minder worden gebruikt. Het niet meer onderhouden van de minst gebruikte paden levert een besparing op van €20.000. Het stoppen met het onderhoud leidt tot geleidelijk buiten gebruik raken van deze paden en zal tot klachten kunnen leiden (dat is inherent aan het terugbrengen van het areaal aan voorzieningen). Voorgesteld besluit: 39. Op basis van bovenstaand voorstel Geen onderhoud recreatieve schelpenpaden' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 – 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ bezuiniging op het niet langer uitvoeren van onderhoud van recreatieve schelpenpaden voor €20.000 in 2016 te effectueren b. De resterende bezuiniging van €20.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor de jaarschijven 2017 – 2019.
Voorstel - géén effect op het begrotingssaldo Onkruidbestrijding op verharding
Bedragen x € 1.000,-
2016 -506
2017 -
2018 -
2019 -
In de programmabegroting 2015 - 2018 stond opgenomen dat, op grond van een eerder raadsbesluit, het gebruik van chemische middelen voor de bestrijding van onkruid op verharding in 2015 zou worden afgebouwd en in 2016 zou worden beëindigd. Op basis van de beschikbare kengetallen (WUR 2013) is destijds de geprognosticeerde meerkosten ingeschat (als zijnde het gemiddelde kostenniveaus van diverse alternatieve methoden van onkruidbestrijding). In de programmabegroting 2015 - 2018 stelde het college daarom voor om de benodigde dekking te zoeken binnen het totale volume aan middelen voor het onderhoud van de openbare ruimte, zodat het ICL volume in stand zou blijven. Deze dekking is vervolgens via amendement A31 'gereserveerd' in de reserve meerjarige begrotingsposten. Het vrijspelen van middelen om de aanvullende kosten voor onkruidbestrijding op te vangen, zou leiden tot vermindering van de onderhoudskwaliteit op tal van vlakken. In de uiteindelijke aanbesteding is gekozen voor een strategische benadering, waarbij straatreiniging en onkruidbestrijding op verharding integraal in een totaal concept zal worden uitgevoerd en doorontwikkeld. Deze strategische benadering biedt innovatieve marktpartijen de mogelijkheid om door deze benadering onkruidbestrijding en straatvegen integraal met doeltreffende methodieken uit te voeren. Deze aanbesteding heeft inmiddels plaatsgevonden, resulterend in een totale meerkosten van gemiddeld €125.000, waarvoor de benodigde dekking gevonden dient te worden binnen het totale ICL gerelateerde onderhoudsvolume (conform het uitganspunt van het oorspronkelijke voorstel): -
Verlaging van het budget inboet beplanting. Waar dit aan de orde is zal er welicht gekozen worden voor een inrichting met gras of voor een goedkopere beplantingsoort; Minder inzet door derden bij incidentele vervuiling in de wijk. Zwerfafval blijft, met uitzondering van dumpingen, vaker liggen tot reguliere onderhoudsrondes.
Het college stelt voor om de binnen de reserve meerjarige begrotingsposten gereserveerde dekking in 2016 beschikbaar te stellen. Enerzijds ter bekostiging van de meerkosten van niet chemische onkruidbestrijding (-€125.000) en anderzijds om het totaalvolume van ICL gerelateerde onderhoudsbudgetten in stand te houden (-€381.000). Dit totale voorstel houdt in dat het beheer van de
Programmabegroting 2016 – 2019
38
openbare ruimte blijft voldoen aan de door de raad vastgestelde - en met het ministerie overeengekomen kwaliteitskader, zoals vastgesteld in het KSP. Voorgesteld besluit: 40. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Onkruidbestrijding op verharding' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 – 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ dekking van -€506.000 vrij te geven in 2016. b. De resterende dekking van -€506.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor de jaarschijven 2017 – 2019.
Voorstel- géén effect op het begrotingssaldo Parkeren
Bedragen x € 1.000,-
2016 -180
2017 -
2018 -
2019 -
Het oorspronkelijke collegevoorstel ten aanzien van de parkeerexploitatie is in de vorige programmabegroting 2015 – 2018 geamendeerd door de raad, waarbij via een ander amendement deze geamendeerde bedragen niet direct zijn toegekend, maar staan 'gereserveerd' in de reserve meerjarige begrotingsposten. Binnen voorstel 8 in deze programmabegroting wordt er ingegaan op de huidige stand van zaken omtrent de parkeerexploitatie. Voorgesteld wordt de in 2016 gereserveerde middelen binnen de reserve meerjarige begrotingsposten over te hevelen naar de reserve parkeren. Op deze wijze wordt er tegemoet gekomen aan de wens van de raad om jaarlijks te kunnen besluiten hoeveel van deze 'algemene middelen' beschikbaar wordt gesteld aan de parkeerexploitatie. Voorgesteld besluit: 41. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Parkeren' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 – 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ dekking van -€180.000 vrij te geven in 2016. b. De resterende dekking van -€80.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor jaarschijf 2017.
Voorstel - géén effect op het begrotingssaldo Ontwikkelcapaciteit stedelijke ontwikkeling
Bedragen x € 1.000,-
2016 -438
2017 -
2018 -
2019 -
In de programmabegroting 2015 - 2018 is voorgesteld om met ingang van 2015 structureel €438.000,aan ontwikkelcapaciteit ten laste van de algemene middelen te financieren. Deze dekking staat 'gereserveerd' in de reserve meerjarige begrotingsposten. In bijlage 2 is het werkplan stedelijke ontwikkeling opgenomen, met daarin de geactualiseerde duiding van de capaciteitsinzet in 2016. Voorgesteld besluit: 42. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ontwikkelcapaciteit stedelijke ontwikkeling' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 – 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ dekking van -€438.000 vrij te geven in 2016. b. De resterende dekking van -€438.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor de jaarschijven 2017 - 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
39
Voorstel- géén effect op begrotingssaldo Basis op orde Agora
Bedragen x € 1.000,-
2016 -100
2017 -
2018 -
2019 -
In de programmabegroting 2015 - 2018 is voorgesteld om met ingang van 2015 structureel €100.000,aangevraagd als aanvullende subsidie voor het Agora theater. Deze middelen zijn via amendement A31 'gereserveerd' in de reserve meerjarige begrotingsposten. Het nieuwe Agora theater, dat in 2007 werd geopend, kent al vanaf het begin een moeilijke exploitatie. Er was een aanzienlijk aanloopverlies, hetgeen er toe heeft geleid dat in 2011 een omvangrijk negatief eigen vermogen was opgebouwd. De exploitatie van het Agora theater is vanaf 2008 sterk beïnvloed door de economische context. In 2011 was weliswaar sprake van een sluitende exploitatie, maar dit kon in de daarop volgende jaren niet worden gecontinueerd. Naast de marktontwikkelingen werd de organisatie ook geconfronteerd met taakstellingen op de subsidie. Dit is in belangrijke mate opgevangen door fors in het personeelbestand te snijden. In het licht van eerder getroffen maatregelen, blijkt de exploitatie van het theater in dit tijdsgewricht een hardnekkig vraagstuk. Uit de benchmark met andere theaters blijkt dat de gemeentelijke subsidie voor het Agora theater substantieel lager is dan bij andere theaters in Nederland. In de bedrijfsvoering van het theater is weliswaar actief op de marktontwikkelingen ingespeeld. De nieuwe bioscoopfunctie van het theater blijkt een wezenlijke bijdrage te leveren aan de bezoekcijfers en het bedrijfsresultaat. Dit heeft echter niet kunnen voorkomen dat in 2013 toch een negatief exploitatieresultaat is gehaald. In 2014 is wel een stijging in kaartverkoop geconstateerd, maar de commerciële activiteiten blijven nog steeds achter. Daardoor is het negatief eigen vermogen van de stichting verder gegroeid tot een niveau dat niet wenselijk is en een risico vormt voor de continuïteit van het theater en daarmee ook voor de culturele infrastructuur van de stad, De stichting bereidt een nieuw beleidsplan voor, gericht op een flexibelere culturele programmering teneinde de resultaten bij de commerciële activiteiten te verbeteren. Om dit beleidsplan ten uitvoer te kunnen brengen en de culturele infrastructuur te kunnen borgen is vanaf 2015 een structurele aanvulling op de subsidie noodzakelijk van €100.000. Deze situatie is ongewijzigd gebleven ten opzichte van de programmabegroting 2015 - 2018. Voorgesteld besluit: 43. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Basis op orde Agora' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 – 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ dekking van -€100.000 vrij te geven in 2016. b. De resterende dekking van -€100.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor de jaarschijven 2017 - 2019.
Voorstel- géén effect op het begrotingssaldo Bezwaarafhandeling
Bedragen x € 1.000,-
2016 -68
2017 -
2018 -
2019 -
In de programmabegroting 2015 - 2018 is er met ingang van 2015 structureel €68.000,- aangevraagd voor bezwaarafhandeling. Deze middelen zijn via amendement A31 'gereserveerd' in de reserve meerjarige begrotingsposten. De onderbouwing van het ingediende voorstel bij de programmabegroting 2015 zijn onverminderd van kracht gebleven: de afgelopen jaren is het aantal bezwaarschriften onverminderd hoog als gevolg van het stringentere beleid en de geïntensiveerde controle op het gebied van de bijstand. Een daling wordt in de eerstkomende jaren niet voorzien. Het ligt eerder voor de hand dat de decentralisaties tot een stijging gaan leiden. Wanneer het gemiddelde over de jaren 2012, 2013 en nu ook 2014 als uitgangspunt wordt genomen, dan wordt het formatietekort nog steeds ingeschat op 0,8 fte. In combinatie met extra werkzaamheden voor de Wet Openbaarheid Bestuur (0,2 fte) komt de totaal benodigde uitbreiding daarmee uit op 1 fte.
Programmabegroting 2016 – 2019
40
Het is niet mogelijk om deze formatie intern binnen de bedrijfsvoering op te vangen. Er is inmiddels dusdanig bezuinigd dat die optie er niet meer is. Indien de middelen niet worden toegekend zal er onvoldoende capaciteit beschikbaar zijn om de binnengekomen bezwaarschriften tijdig af te handelen en Wob verzoeken zorgvuldig te coördineren. Met als gevolg overschrijding van de wettelijke termijnen, ontevreden burgers, imagoschade, te betalen dwangsommen in verband met het overschrijden van wettelijke termijnen en naar verwachting ook een toename van het aantal klachten. In 2015 is de formatie als gevolg van de besluitvorming incidenteel ingevuld. Gelet op de ontwikkeling voor de komende jaren wordt voorgesteld om de extra formatie structureel in te vullen. Voorgesteld besluit: 44. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Bezwaarafhandeling’ de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 – 2019 bij te stellen door: a. De binnen de reserve meerjarige begrotingsposten ‘gereserveerde’ dekking van -€68.000 vrij te geven in 2016. b. De resterende dekking van -€68.000 ‘gereserveerd’ te laten staan in de reserve meerjarige begrotingsposten voor de jaarschijven 2017 - 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
41
Dekkingsvoorstellen Voorstel Gemeentelijke bijdrage GGD
Bedragen x € 1.000,-
2016 38
2017 38
2018 38
2019 38
In de begroting 2016 van de GGD is er een bezuiniging doorgevoerd van €200.000 in totaal, wat maakt dat voor de gemeente Lelystad volstaan kan worden met een lagere bijdrage ter grootte van structureel €38.000. Voorgesteld besluit: 45. Op basis van bovenstaand voorstel 'Gemeentelijke bijdrage GGD' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met €38.000.
Voorstel Indexeren afvalstoffenheffing
Bedragen x € 1.000,-
2016 72
2017 72
2018 72
2019 72
Het indexeren van de afvalstoffenheffing met 0,9% resulteert in een hogere opbrengst van €72.000. Voorgesteld besluit: 46. Op basis van bovenstaand voorstel 'Indexeren afvalstoffenheffing' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met €72.000.
Voorstel Indexeren gemeentebegroting Niet doorvoeren indexeren gemeentebegroting
Bedragen x € 1.000,-
2016 -650 650
2017 -650 650
2018 -650 650
2019 -650 650
In de begrotingssystematiek die binnen de gemeente Lelystad wordt gehanteerd (meerjarenraming in constante prijzen) wordt ieder jaar de afweging gemaakt of de materiële budgetten binnen de gemeentebegroting al dan niet worden gecompenseerd voor de inflatie. Indien er een inflatiecorrectie op dit terrein doorgevoerd zou worden resulteert dit in een aanvullend budgetbeslag van ruim €0,65 mln. Het college stelt voor om voor om de materiële budgetten in de gemeentebegroting niet te indexeren. Voorgesteld besluit: 47. Op basis van bovenstaand voorstel 'indexeren gemeentebegroting' geen inflatiecorrectie toe te passen op de materiële budgetten van de gemeentebegroting.
Voorstel Vandalismebestrijding gemeentelijke gebouwen
Bedragen x € 1.000,-
2016 60
2017 120
2018 120
2019 120
Door de positieve ontwikkelingen van het schadeverloop is de verwachting dat het beschikbare budget kan worden afgeraamd met € 60.000 in 2016 en eenzelfde bedrag extra in 2017 en verder. Voorgesteld besluit: 48. Op basis van bovenstaand voorstel 'Vandalismebestrijding gemeentelijke gebouwen' de begroting 2016 en meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met €60.000 in 2016 en met €120.000 voor 2017 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
42
Voorstel Treasury
Bedragen x € 1.000,-
2016 500
2017 -
2018 -
2019 -
In verband met de lage rentestanden van dit moment (onder andere als gevolg van het rentebeleid van de ECB, dat in 2016 afloopt), is de inschatting dat in jaarschijf 2016 een voordeel gerealiseerd zal worden op de begrote rentelasten. Voorgesteld besluit: 49. Op basis van bovenstaand voorstel 'Treasury' de begroting 2016 bij te stellen met €500.000.
Voorstel Bestemming resultaat jaarrekening 2014
Bedragen x € 1.000,-
2016 298
2017 -
2018 -
2019 -
Het jaarrekeningresultaat 2014 bedroeg €699.000, waarvan bij vaststelling door de raad €45.000 is bestemd voor schuldhulpverlening en €90.000 voor kamers met kansen. Het restant (nog te bestemmen) rekeningresultaat bedraagt €563.000. Na de reeds in de programmabegroting 2015 begrote vrijval van de algemene reserve in 2015 en 2016 (en na saldering met de algemene reserve grondbedrijf) komt de algemene reserve namelijk uit op €5.734.000, wat maakt dat er €266.000 aanvullend gestort dient te worden om het in de programmabegroting 2015 - 2018 berekende normbedrag van €6.000.000 te bereiken. Voorgesteld wordt om de algemene reserve aan te vullen tot het normbedrag van €6.000.000 door gedeeltelijke bestemming van het rekeningresultaat 2014 (€266.000 van het hierboven genoemde restantbedrag van €563.000). Wat resteert is een nog te bestemmen restant van het rekeningresultaat 2014 van €298.000 (dat vrij kan vallen in het begrotingssaldo 2016). Overigens wordt het geprognosticeerde negatieve rekeningresultaat 2015 aangezuiverd binnen het meerjarenperspectief, door aan de sturen op een begrotingsoverschot (en staat los van bovenstaande bestemming van het rekeningresultaat 2014). Voorgesteld besluit: 50. Op basis van bovenstaand voorstel 'Bestemming resultaat jaarrekening 2014' de begroting 2016 bij te stellen met €298.000.
Voorstel Deelnemingen
Bedragen x € 1.000,-
2016 100
2017 500
2018 100
2019 100
Voor een aantal van de deelnemingen ontvangt de gemeente dividend of een garantstellingsprovisie. Bij de jaarrekening bleek dat het dividend van Vitens, Alliander en de garantstellingprovisie van HVC hoger was dan begroot. Op basis van een analyse van de inkomsten op deelnemingen van de afgelopen jaren wordt voorgesteld de baten structureel met €100.000 te verhogen. Daarnaast wordt er een eenmalige meevaller voorzien in 2016 (Alliander), wat maakt dat de begrote dividendopbrengst in 2017 circa €400.000 hoger zal uitvallen. Voorgesteld besluit: 51. Op basis van bovenstaand voorstel 'Deelnemingen' de begroting 2016 en meerjarenraming 2017 2019 bij te stellen met €100.000 in 2016, €500.000 in 2017 en met €100.000 voor 2018 en 2019.
Programmabegroting 2016 – 2019
43
Voorstel Indexeren OZB opbrengsten
Bedragen x € 1.000,-
2016 190
2017 190
2018 190
2019 190
Het indexeren van de OZB opbrengsten met 0,9% resulteert in een hogere opbrengst van €190.000. Voorgesteld besluit: 52. Op basis van bovenstaand voorstel 'Indexeren OZB opbrengsten' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 structureel bij te stellen met €190.000.
Voorstel Technische actualisaties
Bedragen x € 1.000,-
2016 248
2017 103
2018 311
2019 241
De afgelopen jaren zijn er een groot aantal technische correcties binnen de begroting doorgevoerd. Hoewel de begroting daarmee significant is opgeschoond blijft het een continu proces om de begroting schoon te houden. Met dit voorstel worden door de hele begroting heen een aantal actualisaties doorgevoerd, door: -
Het corrigeren van (door de jaren heen) scheefgegroeide kleinere budgetten; Het actualiseren van de afvalstoffen (aansluiting maken met doorgevoerde indexaties); Het jaarlijks laten vrijvallen van technische begrotingsonderdelen (stelposten treasury en kapitaallasten).
Voorgesteld besluit: 53. Op basis van bovenstaand voorstel 'Technische actualisaties' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met €248.000 in 2016, €103.000 in 2017, €311.000 in 2018 en €241.000 in 2019.
Voorstel Actualisatie wachtgeldverplichtingen
Bedragen x € 1.000,-
2016 80
2017 45
2018 -
2019 -
Het actualiseren van de gemeentelijke wachtgeldverplichtingen van oud- wethouders resulteert in een vrijval. Voorgesteld besluit: 54. Op basis van bovenstaand voorstel 'Actualisatie wachtgeldverplichtingen' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 bij te stellen met €80.000 in 2016 en met €45.000 in 2017.
Voorstel Vrijval college onvoorzien
Bedragen x € 1.000,-
2016 150
Als bezuinigingsmaatregel is het budget 'college onvoorzien' tot en met naar beneden toe bijgesteld (naar €214.000), waarbij er met ingang €350.000 in de begroting is opgenomen. Het college stelt voor het structureel naar beneden toe bij te stellen tot een niveau van €200.000 €150.000 te realiseren.
2017 150
2018 150
2019 150
begrotingsjaar 2015 tijdelijk van 2016 weer structureel budget college onvoorzien en zo een bezuiniging van
Voorgesteld besluit: 55. Op basis van bovenstaand voorstel 'Vrijval college onvoorzien' de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017 - 2019 bij te stellen met €150.000.
Programmabegroting 2016 – 2019
44
3.
Het programmaplan
3.1 Iedereen doet mee
Vigerende beleidsnota's -
Nota Buurthuis- en Opbouwwerk (vastgesteld 2010) Visie op het Nieuwe Werken in de Wijk (vastgesteld 2012) Nota aanpassing pakket individuele Wmo voorzieningen (vastgesteld 2012) Nota lokaal gezondheidsbeleid 2015 - 2018 Regionaal Kompas Flevoland 2015 - 2017 Nota informele zorg Lelystad 2013-2016 Integrale nota Armoedebeleid en Schuldhulpverlening Lelystad 2015-2018 Kadernota “Samen Leven, Samen Redzaam”(vastgesteld 2014) Kadernota “Kansrijk opgroeien in Lelystad” (vastgesteld 2014) Beleidsplan Wmo 2015-2019 “Samen Leven, Samen Sterk” (vastgesteld 2014) Beleidsplan Jeugdhulp 2015 – 2019 “Kansrijk opgroeien in Lelystad” (vastgesteld 2014)
Het jaar 2016 staat in het teken van de transformatie in het sociale domein. In dit programma staan de transformaties binnen de Wmo en jeugdhulp centraal. We willen de volgende transformaties bewerkstelligen: Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij We zetten in op zelfredzaamheid van onze inwoners. Eigen verantwoordelijkheid van de inwoner en zijn netwerk staan centraal. Wij streven ernaar dat inwoners zoveel mogelijk naar vermogen en vanuit eigen kracht meedoen aan de samenleving. Onze ambitie is dat mensen zelf eventueel met hulp van anderen uit hun omgeving hun ondersteuningsvraag oplossen. Voor mensen die dat niet kunnen, blijft er passende ondersteuning beschikbaar. Wij gaan daarbij uit van maatwerk en een integrale benadering. We bieden ruimte aan professionals om maatwerk te bieden.
Van uitvoerende gemeente naar regisserende gemeente Wij willen ons ontwikkelen tot regiegemeente en de uitvoering zoveel mogelijk neerleggen bij inwoners en partijen in het veld. We willen voorkomen dat er allerlei vergadercircuits ontstaan en administratieve rompslomp zoveel mogelijk beperken. De gemeente is verantwoordelijk voor de algemene sturing op het functioneren van het sociale stelsel voor wat betreft kwaliteit en capaciteit. De gemeente controleert op hoofdlijnen. We zien kansen in het versterken van de samenhang binnen het sociaal domein en zullen deze mogelijkheden optimaal benutten. Vanuit en binnen de 3D’s wordt afgestemd en zoveel mogelijk gewerkt vanuit een integrale benadering.
Begin 2014 heeft de gemeenteraad de inhoudelijke en financiële kaders voor de invulling van de nieuwe Wmo en de Jeugdhulp vastgesteld. In het verlengde hiervan zijn er beleidsplannen, uitvoeringsplan en verordeningen aan de raad voorgelegd. De inhoudelijke en financiële vertaling hiervan treft u aan in de subprogramma’s: - subprogramma Zelfredzaamheid en ondersteuning - subprogramma Gezond en veilig opgroeien in Lelystad Onze ambitie is dat in 2018 de decentralisaties op het gebied van de Wmo en de jeugdhulp goed zijn geland.
Programmabegroting 2016 – 2019
45
Dim schema
Programmabegroting 2016 – 2019
46
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Meerjarenram ing
Begroting Program m a 1: Iedereen doet m ee
2016
2017
2018
2019
PG11 Zelfredzaamheid en ondersteuning
-30.902
-30.403
-30.382
-30.190
PG12 Gezond en veilig opgroeien
-31.648
-31.322
-31.322
-31.322
-62.550
-61.725
-61.704
-61.511
2.979
2.979
2.979
2.979
Geraam de resultaat voor bestem m ing Lasten
Totaal Lasten Baten PG11 Zelfredzaamheid en ondersteuning PG12 Gezond en veilig opgroeien Totaal Baten
2.979
2.979
2.979
2.979
Totaal Geraam de resultaat voor bestem m ing
-59.571
-58.745
-58.725
-58.532
Geraam de resultaat na bestem m ing
-59.571
-58.745
-58.725
-58.532
Programmabegroting 2016 – 2019
47
Wat willen we bereiken? Programma 1
Iedereen doet mee
1.1 Zelfredzaamheid en ondersteuning Meer zelfredzaamheid: - inwoners doen naar vermogen en vanuit eigen kracht mee aan de samenleving. - inwoners waarvoor dit nodig is, krijgen passende ondersteuning om zelfstandig te blijven functioneren. Indicatoren: Deelname kwetsbare groepen aan de maatschappij Stijging score ouderen en gehandicapten op de leefsituatie-index, meting elke 2 jaar. Score ouderen 2010/2014 resp. 99 en 97, Score gehandicapten 2010/2014 resp. 89 en 82. Tevredenheid Wmo gebruikers De tevredenheid van gebruikers van Wmo voorzieningen is minimaal gelijk aan het landelijk gemiddelde. Score 2013 huishoudelijke hulp 7,7 (landelijk 7,8) Score 2013 rolstoelen, vervoer e.d. 7,8 (landelijk 7,4). Sociale kwaliteit van de buurt Stijging gemiddelde schaalscore sociale kwaliteit van de buurt, meting elke 2 jaar. Score 2013: 5,9. Belasting van mantelzorgers Daling percentage mantelzorgers dat zich (te) zwaar belast voelt naar 15% in 2016, meting elke 2 jaar. Percentage 2012: 22%. Vrijwilligerswerk in de zorg Stijging percentage inwoners dat onverplicht en onbetaald buren- of gehandicaptenhulp geeft naar 15% in 2016, meting elke 2 jaar. Percentage 2012: 12%. Stijging percentage inwoners dat vrijwilligerswerk in een zorgstelling doet stijgt de komende jaren ten opzichte van 2014 (eerste meting in 2014). Gezondheid Stijging percentage inwoners dat eigen gezondheid in het algemeen als “goed” beoordeelt naar 80% in 2016, meting elke 2 jaar. Percentage 2012: 78%, percentage 2014: 79%. Er worden in het kader van de decentralisatie nog nadere indicatoren ontwikkeld om de zelfredzaamheid/welbevinden te meten en te bepalen of de transitie is geslaagd.
Programmabegroting 2016 – 2019
1.2 Meer kinderen groeien gezond en veilig op en nemen zo zelfstandig mogelijk aan het maatschappelijk leven Indicatoren Opgroeien in een veilige woonomgeving Daling aandeel jongeren dat opgroeit in een minimahuishouden Percentage 2012: 17,8% Daling percentage kinderen dat wordt gemeld voor kindermishandeling Percentage 2012: 0,87% Deelname aan regulier onderwijs Afname aantal kinderen in het speciaal onderwijs Aantal 2015: 400 Afname van het aantal kinderen in het voortgezet speciaal onderwijs Aantal 2015: 314 Afname van het aantal kinderen met praktijkonderwijs Aantal 2015: 247 Scholieren met zorgindicatie Daling percentage scholieren (primair en voortgezet onderwijs) met zorgindicatie. Percentage schooljaar 2013/ 2014: 12% (landelijk 9%). Werkzame jongeren Stijging percentage niet schoolgaande jongeren van 15-27 jaar met inkomsten uit arbeid. Percentage 2013: 68 % In aanraking met de politie Daling percentage jongeren (12-21 jaar) dat voor de rechter komt. Percentage 2013: 3% Daling percentage jongeren (tot 25 jaar) dat als verdachte is aangehouden Percentage 2013: 3% Middelengebruik Daling percentage jongeren dat harddrugs gebruikt. Percentage 2011: 4%.
3.1.1 Zelfredzaamheid en ondersteuning Wat willen we bereiken? a) Een sterke basis (een basale sociale infrastructuur voor welzijn en ondersteuning) We willen de basis versterken en bereiken dat inwoners zoveel mogelijk zelfstandig participeren. Met een sterke en brede basis zal het beroep op duurdere en zwaardere vormen van ondersteuning worden uitgesteld of voorkomen. b) Efficiënte en passende ondersteuning voor inwoners waarvoor dit nodig is. In dit programma ligt het accent op sociale participatie gericht op het (weer) meedoen en een bijdrage leveren aan de maatschappij (sociale participatie als middel om de zelfredzaamheid te vergroten).
Wat gaan we daarvoor doen? Sterke basis (basale infrastructuur voor welzijn/ondersteuning) Exploitatie en beheer van buurtcentra en Mfa’s Er is verspreid over de stad een aantal wijk- en buurtvoorzieningen. Met de opening van de MFA Zuiderzeewijk in 2015 is er sprake van een goed gespreid aanbod van wijkvoorzieningen. Deze wijkvoorzieningen spelen binnen de nieuwe Wmo (waarbij ingezet wordt op versterking van de ondersteuning dichtbij in de buurt) een belangrijke rol. Informatievoorziening Informatie over de Wmo (in brede zin) is goed vindbaar voor de inwoners en de informatie is begrijpelijk en actueel. Er zijn verspreid over de stad wijkinfopunten die telefonisch, digitaal en fysiek goed bereikbaar zijn. Ook is de digitale informatie (o.a. op de gemeentelijke website) duidelijk en goed toegankelijk. Cliëntondersteuning De cliëntondersteuning is geïntegreerd binnen de sociale wijkteams. De professionals in de wijkteams zijn deskundig en bieden onafhankelijke cliëntondersteuning. Er is daarbij ook extra aandacht voor financiële problematiek. Mantelzorgondersteuning De mantelzorger wordt nauw betrokken bij het invullen van de ondersteuning. De inzet op basis van de Nota informele zorg Lelystad 2013-2016 wordt gecontinueerd. Het mantelzorgconvenant wordt in 2016 verder in de praktijk gebracht. Mantelzorgers krijgen een (financiële) waardering (vervolg mantelzorgcompliment). De mogelijkheid van een respijthuis is in onderzoek; afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek wordt hier invulling aan gegeven. Vrijwilligerswerk Het Steunpunt Vrijwilligerswerk voert diverse activiteiten uit om vrijwilligerswerk in Lelystad te stimuleren en wordt verbreed naar vrijwilligers in sport en cultuur. Er wordt gezorgd voor bemiddeling, training, opleiding en plaatsing van (zorg)vrijwilligers. Er wordt extra ingezet om ouderen en jongeren te stimuleren vrijwilligerswerk te doen. Ook wordt er ingezet op het realiseren van vrijwilligersplaatsen voor mensen met een (lichte) beperking. In de tweede helft van 2015 wordt een vervolg op de Beleidsnota “Voor Elkaar” opgesteld. Dit wordt onderdeel van het Wmo beleid (en opgenomen in het Uitvoeringsplan Wmo 2016). In 2016 wordt hier uitvoering aan gegeven. Vergunninghouders Het aantal vergunninghouders neemt toe en dat heeft impact op het beroep dat wordt gedaan op de sociale infrastructuur. Dit zal voor zover mogelijk binnen het reguliere beleid opgevangen worden. Er zijn bij de rijksoverheid middelen aangevraagd voor de financiering van extra inzet in het tweede jaar.
Programmabegroting 2016 – 2019
49
Sterke basis (basale infrastructuur voor welzijn/ondersteuning) (vervolg) Ondersteunen bewonersinitiatieven Er wordt extra ingezet op het ondersteunen en ontwikkelen van bewonersinitiatieven. Algemeen maatschappelijk werk /preventie GGZ Het algemeen maatschappelijk werk is beschikbaar in de gezondheidscentra. Er zijn laagdrempelige inloopvoorzieningen voor mensen met GGZ problematiek, zoals de inloophuizen van het IDO en de Waterspiegel. Er worden preventieve activiteiten geboden aan mensen die direct of indirect te maken hebben met GGZ problematiek gericht op herkenning en begrip van ernstige problematiek en gericht op het zelf oplossen van klachten. Laagdrempelige activiteiten in buurt- en wijkvoorzieningen Er worden (vanuit de wijk- en buurtvoorzieningen) verspreid over de stad diverse laagdrempelige (ontmoetings-) activiteiten aangeboden. Deze activiteiten worden georganiseerd door vrijwilligers. Er worden in 2016 in de wijk ook activiteiten georganiseerd voor en met mensen met zwaardere problematiek zoals mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, mensen met psychische problematiek en mensen met dementie. Vervoer Er wordt gestimuleerd dat mensen met een beperking zoveel mogelijk gebruik maken van het reguliere openbaar vervoer. Er wordt een bijdrage verleend voor het continueren van het vrijwilligersvervoer “De Opstap”. Aangepast/beschut wonen In de tweede helft van 2015 wordt de behoefte aan beschutte woonvormen in beeld gebracht. Tevens wordt in de tweede helft van 2015 nader bepaald welk vervolg er komt op het Programma Wonen, Welzijn, Zorg. Schuldhulpverlening Er wordt schuldhulpverlening geboden aan de inwoners die dit nodig hebben. Wmo Cliëntenraad De Wmo Cliëntenraad adviseert de gemeente gevraagd en ongevraagd over allerlei zaken aangaande de Wmo. De Cliëntenraad zal ook in 2016 een belangrijke rol spelen bij de invulling van de nieuwe Wmo.
Ondersteuning dichtbij, integraal en efficiënt Toegang dichtbij en laagdrempelig in de wijk Per stadsdeel is er een sociaal wijkteam aanwezig. De sociale wijkteams zijn voldoende deskundig om een passend ondersteuningsplan te maken. De sociale wijkteams werken op basis van het “stepped care” principe. Er wordt integraal gewerkt op basis van “één gezin, één plan, één regisseur”. Er wordt, als het nodig is, passende ondersteuning geboden. Maatwerk is uitgangspunt. Ondersteuning thuis Per stadsdeel is een hoofdaannemer verantwoordelijk voor de ondersteuning thuis (individuele begeleiding e.d.). Het aanbod is divers en sluit aan bij de vraag/behoefte van cliënten. De huishoudelijke hulp wordt ingevuld op het basis van het principe “schoon en leefbaar huis”. Dagbesteding Per aandachtsgroep is een hoofdaannemer verantwoordelijk voor de invulling van de dagbesteding voor die groep. Het aanbod is divers en sluit aan bij de vraag/behoefte van cliënten. Kortdurend verblijf Kortdurend verblijf is beschikbaar als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan (zoals permanent toezicht nodig en ontlasting van de mantelzorger). Woningaanpassingen, vervoersvoorzieningen e.d. Het pakket aan woningaanpassingen, scootmobielen, rolstoelen, regiotaxi e.d. blijft beschikbaar conform de Verstrekkingennota 2012. Het gebruik van de scootmobielpool wordt verder gestimuleerd. Meldpunt / klachtenafhandeling Er is een meldpunt waar burgers en partijen laagdrempelig klachten, ideeën, onnodige bureaucratie e.d. kunnen melden. Er is een duidelijke efficiënte klachtenregeling (met mediation). Voorziening chronisch zieken/gehandicapten Er is een (gemeentelijke) aanvullende ziektekostenverzekering beschikbaar met een breed pakket voor chronisch zieken en gehandicapten met een laag inkomen.
Programmabegroting 2016 – 2019
50
Vangnet voor de meest kwetsbaren/maatschappelijke opvang Ondersteuning kwetsbare inwoners Er wordt opvang geboden aan tienermoeders. Er wordt opvang en begeleiding geboden aan zwerfjongeren. Er wordt woonbegeleiding geboden aan kwetsbare jongeren. Er is crisisopvang beschikbaar. Er wordt ondersteuning geboden aan zwaar ontregelde huishoudens. Er is een steunpunt voor slachtoffers van huiselijk geweld. Er is een woonvoorziening voor mensen met ernstige verslavings- en/of psychische problematiek. Opvang daklozen Er is een laagdrempelige opvang en inloop voor dak- en thuislozen. Beschermd wonen Beschermd wonen (voor inwoners met zware psychische of psychosociale problematiek) valt op grond van de Wmo 2015 vanaf 2015 onder centrumgemeente Almere. Er wordt actief met Almere overlegd en afgestemd over de invulling hiervan. Huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) De Flevolands gemeenten hebben in 2015 gezamenlijk een regionaal AMHK (Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling) gerealiseerd. Er is daarmee sprake van één meldpunt voor alle vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling en een samenhangende aanpak.
Gezondheidszorg Zorg en welzijn Er wordt ingezet op het behalen van gezondheidswinst door in te zetten op een verschuiving van de tweedenaar de eerstelijnsgezondheidszorg en op een verschuiving van zorg naar welzijn. Het traject dat in samenwerking met de betrokken partijen is gestart en dat moet leiden tot deze verschuivingen zal in 2016 verder worden ingevuld. Hierbij wordt ook de inzet voor gezonde leefstijl betrokken zodat er sprake is van een integrale aanpak. De samenwerking tussen eerstelijnsgezondheidszorg en welzijn krijgt ook fysiek vorm binnen de nieuwe Mfa Waterwijk (gezamenlijke huisvesting en gezamenlijk loket voor eerstelijnszorg en welzijn). GGD De GGD zal in 2016 de wettelijke taken zoals infectieziektebestrijding, medische milieukunde en gezondheidsbevordering blijven uitvoeren. Ook voert de GGD de jeugdgezondheidszorg uit voor kinderen/jongeren van 5-19 jaar (zie verder bij de programmadeel Gezond en veilig opgroeien). Gezonde leefstijl Er worden diverse projecten uitgevoerd gericht op een gezonde leefstijl, vooral onder jongeren en vrouwen. Deze projecten zijn vooral gericht op het voorkomen en terugdringen van overgewicht. Preventie verslaving Het verslavingsbeleid richt zich vooral op het signaleren en voorkomen van middelengebruik onder (risico) jongeren en alcoholgebruik onder ouderen.
Programmabegroting 2016 – 2019
51
3.1.2 Gezond en veilig opgroeien in Lelystad Wat willen we bereiken? We willen kinderen en jongeren optimale kansen bieden om gezond en veilig op te groeien en zo zelfstandig mogelijk laten deelnemen aan het maatschappelijk leven: a. Sterke basis Met sterke preventieve voorzieningen in de basis en een sterke pedagogische gemeenschap kunnen we de zelfredzaamheid en het netwerk rondom gezinnen versterken. Het beroep op duurdere en zwaardere vormen van ondersteuning zal daardoor verminderen. b. Efficiënte en passende ondersteuning voor kinderen/jongeren Met een efficiënt jeugdstelsel kan passende ondersteuning worden geboden voor jeugdigen en gezinnen waarvoor dit nodig is. De benodigde ondersteuning wordt tijdig en nabij geboden, zo zwaar als nodig en lichter zodra het kan.
Wat gaan we daarvoor doen? Basis versterken Verstevigen pedagogische gemeenschap De verantwoordelijkheid voor het opgroeien en opvoeden van kinderen wordt gedeeld: de omgeving van kinderen en eigen sociale netwerken ontplooien met elkaar activiteiten rondom het grootbrengen van kinderen. Door initiatieven van burgers die deze ontwikkeling in gang zetten en versnellen te faciliteren wordt grotere zelfredzaamheid mogelijk en worden ouders en gezinnen versterkt. In de tweede helft van 2015 wordt dit uitgewerkt in een beleidsnota Basis versterken. Versterken basisvoorzieningen Er wordt ingezet op het doorontwikkeling van de rol van de basis om bij te dragen aan het normaliseren en ontmedicaliseren van opvoed- en opgroeikwesties. Formuleren van een visie op de positieve ontwikkeling van jeugd en kindvriendelijke stad, ontwikkeling van het CJG als onderdeel van de wijk, nauwere aansluiting op de sociale wijkteams. In 2015 wordt dit uitgewerkt in een beleidsnota Basis versterken, waarbij ook de preventieve voorzieningen inzake opvoeden en opgroeien binnen dit beleidskader worden gevat.
Preventieve voorzieningen voor problemen met opgroeien en problemen met opvoeden Jeugdgezondheidszorg Alle kinderen/jongeren van 0-19 jaar krijgen op grond van de Wet publiek gezondheid volgens een vast schema consultatiebureau bezoeken en periodieke gezondheidsonderzoeken aangeboden. Er worden als het nodig is extra huisbezoeken gebracht. Welzijnswerk voor jongeren De vrijetijdscoaches stimuleren kwetsbare jongeren te participeren en zij ondersteunen initiatieven van deze jongeren. Daarvoor werken zij samen met andere professionals uit de wijk, zoals onderwijs en de overige basisvoorzieningen. De focus ligt bij gerichte ondersteuning van schoolgaande jongeren die het risico lopen uit te vallen en hen perspectief te bieden op een passende onderwijs- en/of arbeidsmarktpositie.
Programmabegroting 2016 – 2019
52
Preventieve voorzieningen voor problemen met opgroeien en problemen met opvoeden (vervolg) Vroege interventie Jeugd en Gezin Preventieve activiteiten voor kwetsbare jeugdigen en gezinnen liggen aan de basis van een goed functionerend jeugdstelsel: lichte ondersteuning als er problemen dreigen, erger voorkomen en de zelfredzaamheid vergroten. Door de preventie goed en efficiënt te organiseren kan het beroep op zwaardere zorg worden verminderd. De vroege signalering van behoefte aan opvoed- en opgroeiondersteuning en de inzet van preventieactiviteiten wordt afgestemd door de samenwerking van partijen in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Vanuit deze samenwerking maken jeugdverpleegkundigen en schoolmaatschappelijkwerkers of jeugdpreventiewerkers binnen de basisscholen en het voortgezet onderwijs de verbinding tussen preventieve ondersteuning voor jeugdige en gezin en de zorg op school om zo problemen te voorkomen. Jongerencoaches leiden (probleem) jongeren naar verschillende vormen van hulp, variërend van een kortdurend advies tot langdurige ondersteuning aan risicojongeren, bijvoorbeeld jongeren die veelvuldig met politie en justitie in aanraking zijn geweest. Opvoedingsondersteuning wordt in samenhang en verschillende vormen geboden (informatievoorziening, spreekuren, bijeenkomsten, cursussen, Home-Start). Voor gezinnen met een geringe sociale redzaamheid is er de gezinsadviseur die het gezin begeleidt (laag frequent contact) en verergering van problemen voorkomt. Een nader uit te werken aandachtspunt is het aanbod bij (v)echtscheidingen. Cliëntondersteuning De cliëntondersteuning voor ouders en jongeren (zoals van MEE) vormt deel van de samenwerking van partijen in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Cliëntenraad Jeugdhulp De cliëntenraad adviseert de gemeente gevraagd en ongevraagd over allerlei zaken aangaande de jeugdhulp en preventieve voorzieningen. Ook in 2016 wordt de cliëntenraad betrokken bij de verdere implementatie van het nieuwe jeugdstelsel.
Jeugdhulpstelsel met passende ondersteuning Jeugd- en gezinsteams De Jeugd-en gezinsteams vormen het hart van het jeugdstelsel: zij beoordelen de ondersteuningsbehoefte, regelen de toegang tot de jeugdhulp en de passende arrangementen. Expertise en ervaring van huidige professionals is in die teams samengebracht. Zij bieden de verschillende vormen van ambulante hulp aan het gezin, passend en nabij en volgens het principe één gezin, één plan, één regisseur. Ondersteuning wordt op maat geboden door slim samenwerken en flexibele inzet van expertise. Het gezin wordt altijd in de gelegenheid gesteld een familiegroepsplan op te stellen. Specialistische zorg Specialistische zorg wordt geboden als een probleem niet kan worden opgelost door het Jeugd- en gezinsteam. Voor het beschikbaar hebben van deze zorg hebben de Flevolandse gemeenten op regionaal niveau samenwerkingsafspraken gemaakt, o.a. voor residentiële zorg, pleegzorg, zeer gespecialiseerde dagbehandeling, Jeugd-GGZ, de gedwongen maatregelen (jeugdreclasseringsmaatregelen, jeugdbeschermingsmaatregelen) en drang (SAVE). Ook het Advies- en meldpunt kindermishandeling en huiselijk geweld is op het niveau van de regio georganiseerd. Dagbehandeling en dagbesteding Voor sommige jeugdigen zijn vormen van dagbehandeling of dagbesteding (of kortdurend verblijf) het meest passend, en is daarom ook beschikbaar. Het Jeugd- en gezinsteam betrekt dit in de passende arrangementen, zorgaanbieders voeren het uit.
Programmabegroting 2016 – 2019
53
3.2 Op weg met talent
Vigerende beleidsnota's Een goede schoolloopbaan voor iedereen - Kadernota Lelystadse Educatieve Agenda 2015 – 2018 - IHP onderwijs 2016 – 2024 - Beleidskader Onderwijshuisvesting Primair Onderwijs (december 2012) - Actualisatienota Brede School 2013 – 2014* - Nota Jongleren 2014 – 2015 - Voortgang Jongleren/VVE 2012-2013 (april 2012)* - Nota besteding budgetten voor vangnet kwetsbare jongeren 2013* Sport en recreatie - Kadernotitie Sport 2013 – 2016 – 'Koers houden, kansen benutten' Zoveel mogelijk mensen aan het werk - Overgangsnota 'Op weg met Werk' (vastgesteld 2010) - Onderzoek naar het rendement van bestedingen aan de participatievoorziening in de gemeente Lelystad (Lelystad 2011) - Nota 'Op weg met Werken naar Vermogen' (vastgesteld 2011) - Nota "Werk in uitvoering" (april 2012) - Werkplan uitvoering Wet inburgering 2012 (februari 2012) - Nota Werkbedrijf (2013) - Kadernota “Een toegangspoort tot de arbeidsmarkt” (2014) - Nota De Nieuwe Onderneming (2015) Inkomensondersteuning - Nota 'Meedoen is mogelijk', herijking integraal armoedebeleid (vastgesteld 2009) - Nota schuldhulpverlening 2011 - 2014 - Evaluatie uitvoering preventief armoedebeleid Lelystad Spoor 1 (februari 2012) - Nota Ontwikkeling Inkomensondersteuning 2013 - Integrale nota Armoedebeleid en Schuldhulpverlening Lelystad 2015-2018 (2015) *) Deze kaders worden tweede helft van 2015 geactualiseerd.
De veranderingen in het sociaal domein zijn legio, maar gelegd onder de loep van de samenleving zien we dat de meeste nieuwe trends en ontwikkelingen vooral exponenten zijn van twee effectvolle verschuivingen in het beleid. Ten eerste het verminderen van de inspanningen op curatie door het terugdringen van de vraag. Met andere woorden inzetten op preventie, op het voorkomen van problematiek en als dat niet mogelijk blijkt, de verdere groei van de problematiek zo vroeg mogelijk blokkeren en pareren. Ten tweede de ambitie om problematiek in het sociaal domein vooral integraal te benaderen, met name door het leggen van verbindingen, zowel op het niveau van beleid als uitvoering tussen de drie grote domeinen Jeugd, Ondersteuning (WMO) en arbeid (Participatiewet). Deze verbindingen c.q. nieuwe producten moeten invulling geven aan de transformatie in het sociaal domein, zoals het Rijk deze ambieert. Dat vraagt van de overheid een pro-actief beleid, waarbinnen de burger een rol vervuld van doorslaggevend belang. Uiteindelijk immers is de groeiende autonomie van de burger – op alle leefgebieden – het fundament waarop het nieuwe beleid effectief kan worden toegepast. Waar 2015 nog vooral in het teken heeft gestaan van de implementatie van de decentralisaties zal in 2016 actief worden ingezet op het uitwerken van deze nieuwe transformatieproducten. In de programmabegroting van 2017 zullen de eerste producten zeker al zichtbaar zijn. “Op weg met talent” doet daarom een beroep op de inventiviteit, assertiviteit en creativiteit van de burger zelf. Onderwijs, arbeid en sport vormen de drie belangrijkste aandachtsvelden in dit programma, dat de zelfredzaamheid van de (kwetsbare) burger beoogt en de processen daarheen actief aanreikt en ondersteunt. Dat de gemeente daartoe inzet op vrijwilligers – onder meer door een intensieve werving en begeleiding vanuit het maatschappelijk middenveld – is passend en vooral ook versterkend aan het beleid. Individuele ontplooiingsmogelijkheden, het hele leven door is het uitgangspunt. Een continu proces waarin de burger in iedere opeenvolgende levensfase de kansen krijgt/heeft om zichzelf toe te rusten
Programmabegroting 2016 – 2019
54
met de juiste kennis en instrumenten, om daarmee een volwaardige bijdrage aan onze samenleving te leveren. Dit begint al met het onderwijs aan de allerkleinsten. Uit de VVE monitor van september 2016 blijkt bijvoorbeeld dat er goede vorderingen zijn geboekt bij peuters en kleuters als het gaat om taalverwerving. Voor de komende periode zullen wij de in gang gezette maatregelen voortzetten en intensiveren waar mogelijk. Voor de periode na 2016 wordt nieuw beleid ontwikkeld. De lokale werkloosheid blijft vooralsnog hoog. Met name de werkloosheid onder laagopgeleiden baart zorgen. Het inmiddels voorzichtig ingezette economisch herstel gaat niet meteen gepaard met herstel van werkgelegenheid op het niveau van de startkwalificatie. Het is noodzakelijk om de krachten van onderwijsveld en werkgevers te bundelen, het opleidingsniveau van de beroepsbevolking te verhogen en de jongeren te stimuleren te kiezen voor kansrijke sectoren zoals de techniek. Ontwikkelingen als de veranderingen bij het VO onderwijs en de uitbreiding van de luchthaven kunnen worden benut. Daarbij is het van belang uit te gaan van de kracht en mogelijkheden van de jongeren zelf en die te helpen vergroten, ook voor de toekomst, na de onderwijscarrière. Het onderwijs zal zich daarom richten op de “21e eeuwse vaardigheden”. De aandacht zal niet meer alleen uitgaan naar de meest kwetsbare groepen; onze aandacht zal ook uitgaan naar die jongeren die met enige ondersteuning hun kansen kunnen vergroten. Het versterken van de basis en passend onderwijs spelen daarin een belangrijke rol. Met de komst van de Participatiewet worden er nieuwe doelgroepen toegevoegd aan het klantenbestand. De afbouw van de WSW en de restricties op de Wajong zorgen voor een aanvullende instroom van klanten met een arbeidsbeperking. Was tot op heden de uitstroom de belangrijkste succesindicator in het programma, met de komst van deze nieuwe klanten, die vanwege hun arbeidsbeperking slechts in beperkte mate zullen kunnen uitstromen, vindt een verschuiving plaats van uitstroom naar arbeidsvolume beheer. De nieuwe Participatiewet vereist dat voor alle klanten die onder de wet ressorteren actief wordt ingezet op arbeidstoeleiding. Voor deze klanten geldt dan ook dat de gemeente hun arbeidscapaciteit zoveel als mogelijk in vormen van (deeltijd) arbeid zal willen verzilveren. Hier ligt een belangrijke rol voor het inmiddels volledig operationele Werkbedrijf, dat samen met de actief betrokken klant op zoek gaat naar individuele oplossingen. Ook zal de samenwerking met onderwijs en werkgevers verder uitgebouwd moeten worden, vastgelegd in een lokaal sociaal akkoord waarbinnen de overheid optreedt als verbindende schakel. Dit laatste gebeurt in samenhang met het regionaal sociaal akkoord, dat conform de vereisten van de Participatiewet invulling geeft aan de samenwerking op de regionale arbeidsmarkt. Uiteindelijk is het doel om met elkaar te komen tot een bruisende lokale arbeidsmarkt die zodanig rijk is aan interessante en uitdagende banen – voor alle niveaus – dat de (werkloze) burger van zijn kant ook geprikkeld wordt om een rol te spelen op die arbeidsmarkt. Immers zijn de stad en haar burgers als communicerende vaten; waar de stad leeft en kansen biedt wordt de burger actief en gemotiveerd tot participatie. Dat geldt voor alle aspecten van het dagelijks leven, van gezondheid en culturele participatie tot politieke betrokkenheid en arbeidsethos. Het ondersteunen van de autonomie van de burger en het bestrijden van (de overerving van) armoede gaan samen op. De inspanningen op inkomensondersteuning blijven onverminderd. De belangrijkste inzet is het versterken van de financiële redzaamheid van de burger. daarom is het zo dat – juist met het oog op die autonomie – ook hier wordt ingezet op een verschuiving van curatieve naar preventieve ondersteuning. Bestaand succesvol beleid dient als basis voor nieuwe vormen van preventie. In nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven (in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen) wordt de nadruk gelegd op vroegsignalering en het zo vroeg als mogelijk afvangen van de (dreigende) problematiek. Schuldhulpverlening wordt schulddienstverlening en de burger zelf wordt steeds belangrijker in het aanpakken van zijn eigen problematiek. Niet alleen onderwijs stelt de inwoner in staat zelfstandig invulling te geven aan diens rol en positie in de samenleving. Cultuur en sport zijn maatschappelijk van grote waarde en kunnen een positieve bijdrage leveren aan gezondheid, sociale cohesie, participatie, economie, gebiedsontwikkeling en positionering van de stad. Het is daarom van belang de verschillende beleidsthema’s en portefeuilles in verbinding te brengen met het vrijetijdsdomein. Vanuit onderwijs, zorg, welzijn, cultuur, ruimte, economie, recreatie en toerisme zijn interessante samenwerkingsvormen en dwarsverbanden met de culturele- en sportwereld mogelijk. Met de drie decentralisaties gaat de opdracht gepaard om in de uitvoering zoveel als mogelijk de grenzen tussen de domeinen te negeren en actief op zoek te gaan naar samenwerking binnen en
Programmabegroting 2016 – 2019
55
buiten de domeinen. Een hechte aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt bijvoorbeeld. Het onderwijs heeft de opdracht om te investeren in de “21 e eeuwse vaardigheden”. Vaardigheden die ertoe leiden dat jongeren niet alleen initiatieven ontplooien maar ook reflecteren op de effecten daarvan zodanig dat ze letterlijk in beweging komen. Zo zal in dit licht naast de overdracht van kennis ook ingezet worden op het overbrengen van het besef bij jongeren dat arbeid niet alleen inkomen genereert maar ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid is van iedere burger. Ook wil het programma aansluiten op de ambitie om in Lelystad vormen van bedrijvigheid te stimuleren die zich richten op duurzame productie. Andere voorbeelden zijn de bestrijding van jeugdwerkloosheid, het vroegtijdig oppakken van de begeleiding van jongeren met een beperking, maar ook het vinden van hybride vormen van arbeidsmatige participatie ten behoeve van dagbesteding en beschut werken.
Programmabegroting 2016 – 2019
56
DIM schema
Programmabegroting 2016 – 2019
57
Programmabegroting 2016 – 2019
58
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Meerjarenram ing
Begroting 2016
2017
2018
2019
PG21 Grotere individuele ontplooiing
-18.413
-18.639
-18.325
-17.090
PG22 Verhogen arbeidsparticipatie
-14.642
-13.627
-13.287
-13.591
PG23 Verbeteren Inkomenspositie
-40.617
-40.624
-40.886
-41.014
-73.672
-72.891
-72.498
-71.695
1.737
1.737
1.737
1.737
991
991
991
991
33.555
33.555
33.555
33.555
Program m a 2: Op w eg m et talent Geraam de resultaat voor bestem m ing Lasten
Totaal Lasten Baten PG21 Grotere individuele ontplooiing PG22 Verhogen arbeidsparticipatie PG23 Verbeteren Inkomenspositie Totaal Baten Totaal Geraam de resultaat voor bestem m ing
36.284
36.284
36.284
36.284
-37.388
-36.607
-36.214
-35.411
-1.000
-1.000
-1.000
-1.000
-1.000
-1.000
325
250
250
325
250
250
-675
-750
-750
-38.063
-37.357
-36.964
Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Lasten PG22 Verhogen arbeidsparticipatie Totaal Lasten Baten PG21 Grotere individuele ontplooiing Totaal Baten Totaal Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Geraam de resultaat na bestem m ing
Programmabegroting 2016 – 2019
-35.411
59
Wat willen we bereiken? Programma 2
Op weg met talent 2.1 GROTERE INDIVIDUELE ONTPLOOIINGSMOGELIJKHEDEN BIEDEN Onderwijsinfrastructuur die mogelijkheden biedt tot talentontwikkeling in verschillende levensfasen Indicator: 97% van de kleuters zonder taalachterstand naar groep 3 Aantrekkelijker leefklimaat door goede voorzieningen in het onderwijs, sport en cultuur Handhaven van het aandeel van de beroepsbevolking met minimaal een opleidingsniveau op middelbaar niveau boven het landelijk gemiddelde minder voortijdig schoolverlaters Indicator: Reductie 8% per jaar meer sport en recreatie Indicatoren: a. De sportparticipatie in Lelystad bedraagt minimaal 70%; b. Er wordt jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek gedaan naar de technische staat van de gemeentelijke sportaccommodaties en de kwalitatieve ondersteuning van sportverenigingen c. De gemiddelde bezettingsgraad van gemeentelijke binnensportaccommodaties bedraagt minimaal 75% d. er dient een wisselwerking te zijn tussen sport en andere beleidsvelden.
Programmabegroting 2016 – 2019
2.2 VERHOGEN VAN DE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN DE (KWETSBARE) BURGER Toeleiden naar (vormen van) arbeid (participatie) Indicatoren: Klanten die uitstromen naar (vormen van) arbeid (participatie). Uitstroom target is gemiddeld 20% Klanten die op basis van arbeidsbeperking blijvend deel uitmaken van het bestand maar die hun restcapaciteit kunnen inzetten op (vormen van) arbeid (participatie) Terugdringen van de jeugdwerkloosheid Indicatoren: Terugdringen omvang groep vroegtijdig schoolverlaters met 10 % Terugdringen omvang groep jeugdige uitkeringsgerechtigden Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt Gecontroleerde afbouw WSW Indicatoren: Zoveel als mogelijk een kostenneutrale afbouw van de sociale werkvoorziening (CvW)
2.3 (DUURZAAM) VERBETEREN VAN DE INKOMENSPOSITIE VAN DE KWETSBARE BURGER Tijdelijk voorzien in levensonderhoud Indicatoren: 1. Klanten die recht hebben op een inkomen in het kader van Participatiewet, gedurende de periode waarin zij nog niet in staat zijn om (volledig) in eigen onderhoud te voorzien. (Aantal en percentage op in- en uitstroom) Curatieve inkomensondersteuning / Armoedebeleid Indicatoren: 1. Het aantal mensen dat in Lelystad op of onder de armoedegrens leeft is maximaal 10% (of op het landelijk gemiddelde) 2. Verstrekken van vormen van bijzondere bijstand (categoriaal of individueel in aantallen en percentages) Preventieve inkomensondersteuning / Armoedebeleid Indicatoren: Bijlage 1: Samenwerking met het maatschappelijk middenveld bij het werken aan het tegengaan van overerving van armoede Bijlage 2: Bereik van de maatregelen op de prioritaire leeftijdsgroep (0 tot 17 jarigen) Schuldhulpverlening Indicatoren: 4 Aantal Lelystedelingen dat in aanmerking komt voor schuldhulpverlening (preventief) 5 Aantal Lelystedelingen dat gebruik maakt van schuldhulpverlening (curatief)
3.2.1 Grotere individuele ontplooiingsmogelijkheden bieden Iedere Lelystedeling heeft recht op een optimale kans om zijn talenten te ontplooien en te benutten. Vanuit die gedachte stellen wij, met onze partners in het veld, de Lokale Educatieve Agenda (LEA) op, waarin de gezamenlijke ambities worden neergelegd. Belangrijk is dat wij een onderwijszorgstructuur kunnen neerzetten, die de individuele ontplooiing van talenten faciliteert. De focus van de gemeente is daarbij niet alleen gericht op de zwaksten in de samenleving maar rust zeker ook op die jongeren die met enige ondersteuning hun kansen verder kunnen vergroten. Voor de peuters en kleuters blijft de inzet dat 97% van de kleuters zonder taalachterstand naar groep 3 gaat. Met name de peuterspeelzalen blijven een belangrijke rol spelen bij voorbereiding van de kleinsten op het onderwijs. Er zijn al goede resultaten bereikt in de verbetering van de kwaliteit van de VVEpeuterspeelzalen. Extra inzet zal worden gepleegd op de ouderbetrokkenheid en een goede overgang van voorschool naar vroegschool. De optimalisering van de doorgaande lijn door de vorming van Integrale Kindcentra wordt door ons gesteund. Ouders zonder werk of die integreren in het arbeidsproces kunnen op financiële steun rekenen om hun kind naar de peuterspeelzaal te laten gaan. Door middel van het bieden van voldoende zorg binnen het onderwijs, wordt voorkomen dat kinderen uitvallen op school. Uitgangspunt is dat zij zo lang mogelijk binnen de scholen onderwijs krijgen, dat speciaal onderwijs zo veel mogelijk tijdelijk is omdat kinderen weer terug kunnen gaan naar het gewone onderwijs en dat er een goede zorgstructuur in de scholen wordt neergezet om dit te bereiken. Wij zetten in op het verder terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters conform het normpercentage dat door het ministerie wordt opgelegd. Dit doen wij samen met de onderwijspartners en de ondernemers in de stad door onderwijs aan te laten sluiten op de arbeidsmarkt binnen onder andere de ketensamenwerking kwetsbare jongeren. Er ligt een opgave om onze jongeren zoveel mogelijk voor het regulier onderwijs te behouden. Daarvoor hebben we voor een aantal jongeren een sterke zorgstructuur binnen het VO en het MBO nodig. Binnen LEA lijn 2 Passend Onderwijs is de zorgstructuur nadrukkelijk onderwerp van gesprek. Daar waar nodig zetten we met een lik op stuk beleid in op verzuim. Naast het bieden van optimale ontplooiingskansen voor een ieder, streven wij naar het creëren van een aantrekkelijk leefklimaat in Lelystad. Een kwalitatief goed onderwijsaanbod, goede onderwijshuisvesting, veilige scholen, een goed cultureel aanbod en goede sportvoorzieningen dragen daaraan bij, maar ook een goede aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Een goed gekwalificeerde beroepsbevolking vormt een belangrijke sleutel tot economische ontwikkeling van de regio. Het is belangrijk dat het onderwijsaanbod aansluit bij de behoefte aan de “21 e eeuwse vaardigheden” in het algemeen en de vraag van de regionale arbeidsmarkt in het bijzonder. Om het (beroeps)onderwijs in de stad optimaal te verbinden aan de economische kansen in de stad zijn nieuwe opleidingen bijvoorbeeld op het terrein van techniek, duurzaam bouwen, logistiek & detail en toerisme & recreatie kansrijk. Zorg is het achterblijven van het aantal leerlingen dat voor techniek kiest. Bedrijven hebben behoefte aan hoogwaardig technisch personeel en met de komst van de luchthaven en het al bestaande gebrek aan technici is dit een belangrijk speerpunt voor de lange termijnontwikkeling van de stad. Wij streven qua differentiatie en kwaliteit naar een voldoende opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Hierbij zal de uitstroom middelbaar beroepsonderwijs boven het landelijk gemiddelde moeten liggen om aan te kunnen sluiten op de vraag van de lokale arbeidsmarkt.
Programmabegroting 2016 – 2019
61
Wat gaan we daarvoor doen? Onderwijsinfrastructuur die mogelijkheden biedt tot talentontwikkeling in verschillende levensfasen Kleuters zonder taalachterstand naar groep 3 (75% van de kleuters) investeren in het jonge kind is van groot belang. De kwaliteitsimpuls van de voorschoolse voorzieningen wordt dan ook voortgezet met als doel: “bijna geen kind met (taal)achterstand naar groep 3”. Gebleken is dat er goede vorderingen worden geboekt met de kwalitatieve verbeteringen op de peuterspeelzalen en binnen het onderwijs en dat het bereik op orde is. Ook de randprojecten rond de taalstimulering lopen goed. De focus dient in de komende jaren gericht te blijven op de taalstimulering, zowel thuis als op de peuterspeelzaal en scholen. Een belangrijke rol hierin spelen de ondersteunende programma’s, waar kinderen met een te geringe woordenschat extra taalstimulans krijgen. De bestuursafspraken met het rijk en de prestatieafspraken met de partijen in het onderwijs reikten tot en met 2014. Dit was al een jaar verlengd, tot aan 2016. Inmiddels is gebleken dat de betrokken ministeries grote meningsverschillen hebben over de invulling van vve in 2016 en de daaropvolgende jaren. De minister heeft daarom een brief gestuurd naar de Tweede Kamer waarin hij aangeeft dat de huidige afspraken met een jaar worden verlengd. Een voorstel voor de verdeling van het VVE budget in 2016 wordt daarom in het derde kwartaal aan de raad aangeboden. Daarnaast zal in de komende periode het beleid voor 2016 en verder opnieuw moeten worden vastgesteld. Maatwerk ouderbetrokkenheid Om maatwerk bij ouderbetrokkenheid en beter benutten talenten ouders bij de vve scholen en vve zalen te realiseren, wordt er vanuit vve middelen beschikbaar gesteld om hierop extra in te zetten. Kostenvergoeding peuterspeelzalen Ouders zonder werk of die re-integreren krijgen de kosten van een plaats in de peuterspeelzaal volledig vergoed. De gemeentelijke bijdrage voor reguliere peuterspeelzaalplekken blijft gehandhaafd. Aangekondigd is dat de harmonisatie met ingang van 1 januari 2018 volledig moet zijn doorgevoerd en dat er dan één voorschools aanbod voor kinderen is: de peuteropvang. Brede School Met het concept van de brede scholen als ‘school in verbinding’ worden er kansen gecreëerd om de talenten van kinderen te ontwikkelen. Vanaf 2015 zal het activiteitenbudget worden ingezet op die scholen waar de kinderen een extra stimulans het hardst nodig hebben, de VVE scholen. Door in te zetten op de doelgroepen die achterblijven kan het meeste resultaat worden bereikt. Versterking van onderwijs op jonge leeftijd, maakt dat problemen op latere leeftijd worden voorkomen. Kwalitatief goed onderwijs is hierbij noodzakelijk. Het is van belang dat er meer samenhang komt in het aanbod en in de aansturing. Scholen dienen zelf keuzes te maken in welk aanbod zij willen afnemen, passend bij de behoefte van hun school. Een groot deel van de activiteiten ten behoeve van brede scholen wordt uitgevoerd door mensen die werkzaam zijn op het snijvlak van onderwijs, sport en cultuur. Dit zijn de combinatiefunctionarissen. Voor de inzet van deze combinatiefunctionarissen verwachten wij in de tweede helft van 2015 een voorstel van de betrokken partijen, dat is gefinancierd vanuit het fonds nieuwe verbindingen dat in de vorige begrotingsperiode ter beschikking was. Doorlopende lijnen, harmonisatie en Vorming van IKC’s Tussen het primair onderwijs en de peuterspeelzalen zijn goede afspraken gemaakt over een warme overdracht van kinderen naar de basisschool. De minister heeft aangekondigd dat een volledige harmonisatie op 1 januari 2018 moet zijn ingevoerd. Het verschil tussen kinderopvang en peuterspeelzalen is dan opgeheven en spreken we van peuteropvang. De financiering vindt dan plaats via de kindertoeslag. De gemeente blijft alleen verantwoordelijk voor de bekostiging van kindplaatsen voor alleenstaande ouders en ouders zonder werk. Binnen vve zullen wij het opheffen van de verschillen blijven stimuleren. Vanuit de gedachte dat ieder kind optimale ontwikkelkansen moet worden geboden onderschrijven we de wens van het kabinet om te komen tot de vorming IKC waar kinderen de hele dag terechtkunnen en waar door de vorming van één pedagogisch klimaat de ontwikkeling van kinderen optimaal mogelijk is. Hierin is het tussen kinderdagverblijven en peuterspeelzalen opgeheven en de doorgaande lijnen zijn optimaal.
Programmabegroting 2016 – 2019
62
Onderwijsinfrastructuur die mogelijkheden biedt tot talentontwikkeling in verschillende levensfasen (vervolg) Behalen startkwalificatie en verlagen van het aantal voortijdig schoolverlaters Medio 2015 telt Lelystad 449 werkzoekende jongeren tot 27 jaar, waarvan 55% zonder startkwalificatie. Daarnaast vielen er in het schooljaar 2013-2014 202 jongeren voortijdig uit. Jongeren zonder startkwalificatie hebben minder kans op werk, zijn vaker afhankelijk van een uitkering en scoren hoger in de criminaliteitscijfers. Lelystad heeft dan ook een forse opgave om het aantal voortijdig schoolverlaters verder terug te dringen. Daarbij blijft aandacht nodig voor snelle interventie en hoogwaardig handhaven van de leerplicht. Handhaving en preventie moeten elkaar daarbij versterken. Wij zetten ook in op de naleving van het convenant dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft afgesloten met gemeenten en scholen in Flevoland met als doel om een daling van het aantal voortijdig schooluitvallers te realiseren. Ondanks de sterke reductie van het aantal VSV’ers is, na een vergelijking met Nederland en de regio duidelijk dat Lelystad op het gebied van kwetsbare jongeren een uitdaging kent die bovengemiddeld is. Onderwijs en overheid zetten zich gezamenlijk in om kwetsbare jongeren te ondersteunen om maatschappelijke uitval tegen te gaan. Dit komt tot uiting in gezamenlijke acties, gericht op: -
zoveel mogelijk jongeren behouden voor het regulier onderwijs het creëren van en begeleiden naar een doorlopende schoolloopbaan het ondersteunen van de overstap naar de arbeidsmarkt (onder andere via Entree Arbeid als onderdeel van de ketensamenwerking kwetsbare jongeren) Volwasseneneducatie en bestrijding van laaggeletterdheid In Lelystad wonen meer dan 7000 volwassenen die zodanig moeite met lezen en schrijven hebben, dat zij veel gewone dagelijkse handelingen niet zelf kunnen verrichten. Deze personen zijn onvoldoende zelfredzaam en participeren beduidend minder in de samenleving. Laaggeletterdheid is een grote belemmering als het gaat om het vinden en behouden van werk. Het is van belang dat deze mensen kunnen werken aan voldoende basisvaardigheden. Ditzelfde geldt voor ouders met jonge kinderen en jongeren vanaf 18 jaar die als gevolg van hun ernstige taal- en/of rekenachterstand nog niet met succes met de Entree- of MBO-opleiding kunnen starten. Naast de laagdrempelige taaltrainingen, zoals Taal voor het leven, Taalmaatjes etc. worden door het MBOcollege van Flevoland educatietrajecten laaggeletterdheid verzorgd. Deze trajecten worden volledig gefinancierd conform de voorwaarden voor het landelijk beschikbaar gestelde Participatiebudget (WEBgelden). Dit budget wordt jaarlijks bepaald en bedraagt voor 2016 naar verwachting €286.211. Een kwart daarvan kan door de gemeente worden beschikt. Wij zullen dit budget inzetten voor het bestrijden van laaggeletterdheid op meer informele wijze.
Programmabegroting 2016 – 2019
63
Aantrekkelijker leefklimaat door goede voorzieningen in het onderwijs, sport en cultuur Kwalitatief goed onderwijsaanbod De gemeente stimuleert de scholen om kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan te bieden. In de dialoog over het onderwijsaanbod zal ten aanzien van het beroepsonderwijs aansluiting worden gezocht bij de verschuivende ontwikkeling op de arbeidsmarkt en de werkgelegenheid in de regio. Om kwalitatief hoogwaardig en contentrijk onderwijs in de stad aan te bieden is een uitstekende inhoudelijke en programmatische samenwerking tussen VO, MBO en HBO enerzijds en de werkgevers (bedrijven en instellingen) gaat de gemeente deze samenwerking faciliteren. Het VO staat aan het begin van een traject om de kwaliteit en het onderwijsaanbod opnieuw in te richten. Om het (beroeps)onderwijs in de stad optimaal te verbinden aan de economische kansen in de stad zijn nieuwe opleidingen bijvoorbeeld op het terrein van techniek, duurzaam bouwen, logistiek & detail en toerisme & recreatie kansrijk. Het onderwijs moet leerlingen en studenten voorbereiden op een samenleving die aan de participerende burger hoge eisen stelt op het gebied van ict-geletterdheid, probleemoplossingvaardigheden, kritisch denken, creativiteit, sociale competenties en vaardigheden om het eigen leren te kunnen sturen, de zogeheten 21steeeuwse vaardigheden. In de LEA is ten behoeve van deze de vaardigheden een aparte programmalijn geprogrammeerd. Lelystad participeert in het landelijk Techniekpact. Gestimuleerd wordt dat meer jongeren de keuze maken voor techniek en dat docenten beter toegerust worden. Om studie keuzes te bestendigen en meer arbeidsmarkt relevant te maken stimuleren we loopbaan oriëntatie. Integraal Huisvestingsplan (IHP) Voor goed onderwijs is passende onderwijshuisvesting een belangrijke randvoorwaarde. Passende onderwijshuisvesting heeft betrekking op het geschikt zijn van de scholen voor het aantal leerlingen en het onderwijsconcept, maar ook passend wat betreft technische staat, veiligheid, bereikbaarheid e.d. Door middel van het IHP wordt de huisvestingsbehoefte voor 2016 en verder vastgesteld. Uitgangspunt is efficiënt omgaan met de bestaande huisvesting. In de bestaande stad wordt in beginsel niet meer uitgebreid, maar wordt eerst gekeken naar de mogelijkheden van bestaande leegstand van het gemeentelijk vastgoed. Belangrijk onderdeel in het IHP vormen de huisvestingsplannen voortgezet onderwijs van de SVOL. De SVOL heeft in de nota “Contouren voor een toekomstbestendig en uitdagend voortgezet onderwijs in Lelystad” een ontwikkelingsperspectief geschetst voor het voortgezet onderwijs in Lelystad. De hoofdlijn hiervan is dat de SVOL op termijn twee onderwijsclusters wil realiseren, een vmbo-cluster (voor al het beroepsgerichte vmbo en de theoretische leerweg leerjaren 1 tot en 4) en een havo/vwo-cluster (voor alle leerjaren 1 tot en met 6). Het opvangen van (de groei van) het Aurum college binnen de SVOL zal hierin ook verder vorm krijgen. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), waarin de drie huidige scholen van SVOL zijn vertegenwoordigd, heeft zich in maart 2015 achter het ontwikkelingsperspectief geschaard. Door de gemeenteraad is in februari 2013 besloten dat de SVOL binnen het financiële kader en de randvoorwaarden aanvragen kan indienen bij de gemeente voor de vernieuwing van de onderwijshuisvesting. Deze aanvragen zijn nog niet gedaan. Controle op peuterspeelzalen en KDV De controle op peuterspeelzalen en kdv dient op het huidige niveau te blijven gehandhaafd. Vanaf 2018 is het verschil tussen beide soorten voorzieningen opgeheven en zullen ook de eisen ten aanzien van beide dezelfde zijn.
Programmabegroting 2016 – 2019
64
Aantrekkelijker leefklimaat door goede voorzieningen in het onderwijs, sport en cultuur (vervolg) MBO en HBO onderwijs Een goed gekwalificeerde beroepsbevolking is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven en daarmee voorwaarde voor economische groei. Het is voor de stad en regio essentieel om goed opgeleide jongeren voor de regio te behouden en kenniswerkers te verleiden zich hier te vestigen. Het ingezette beleid te stimuleren dat meer jongeren naar niveau 3 & 4 MBO opleidingen gaan begint zijn vruchten af te werpen en zal worden gecontinueerd. Op die manier wordt ook de doorstroom naar het HBO aangejaagd. Investeren in de niveaus III en IV is noodzakelijk voor de versterking van de kennis infrastructuur en de innovatiekracht van het MKB. Door het praktijkgerichte onderwijs en de nauwe samenwerking met het werkveld wordt de aansluiting van de uitstroom van de hogeschool Windesheim Flevoland op het MKB vergroot.
Handhaven van het aandeel van de beroepsbevolking met minimaal een opleidingsniveau op middelbaar niveau boven het landelijk gemiddelde Technocampus VO/MBO We werken aan de doorontwikkeling van Technocampus. Dit wordt een beroepencampus met een netwerkorganisatie van opleidingsfaciliteiten t.b.v. technisch onderwijs. VMBO scholen (SVOL), het MBO College Lelystad, verschillende (branche) opleidingsbedrijven, en mogelijk ook het HBO en individuele regionale bedrijven maken gezamenlijk gebruik van de beschikbare technische voorzieningen (het principe facility sharing). Met de Campus Amsterdam Lelystad Airport wordt, in samenwerking met het bedrijfsleven, onderwijs ontwikkeld en aangeboden dat inspeelt op de economische kansen en werkgelegenheid op en rond de luchthaven..
Minder voortijdig schoolverlaters Onderwijs dat aansluit bij de mogelijkheden en talenten van het kind Lelystad telde het schooljaar 2013-2014 202 voortijdig schoolverlaters (voorlopige cijfers VSV-verkenner.nl). Daarmee viel 3,3 procent van de jongeren het schooljaar 2013-2014 voortijdig uit. In Lelystad waren er in mei 2015 449 jonge werkzoekenden (<27 jaar) bij UWV geregistreerd, hiervan had 55 procent geen startkwalificatie. Om te voorkomen dat er jongeren blijven uitvallen worden arbeidsmarkt- en onderwijsbeleidslijnen op een integrale manier verknoopt tot een sluitende aanpak voor jongeren tot 27 jaar, met specifieke aandacht voor de kwetsbare jongeren c.q. de jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Om dit te bereiken zijn we in Lelystad gestart met de ketensamenwerking kwetsbare jongeren. Hiermee hebben we een gezamenlijk functioneel jongerenloket rondom de entreeopleiding, Matchpoint. Matchpoint kan via het expertteam zorgdragen voor: 1. Melding en doorverwijzing naar de meest passende leer- en/of werkomgeving; 2. Bemiddeling en ondersteuning van korte duur om zo, op basis van diagnose en onderzoek, gezamenlijk te bepalen wat de meest passende route van onderwijs naar arbeidsmarkt is; 3. Plaatsing en monitoring om te kunnen beoordelen of de ketensamenwerking effectief en efficiënt is en de jongeren daadwerkelijk geplaatst worden. Daarnaast hebben we een gedifferentieerde aanpak van de entreeopleiding met een extra uitstroomprofiel richting arbeid ontwikkeld, Entree Arbeid. Uitvoering op verschillende locaties en met inzet van de specifieke deskundigheid van die locaties, leidt tot een betere start op de arbeidsmarkt voor jongeren van 16 – 27 jaar zonder diploma. Begeleiding en training in de meest passende leer- en werkomgeving en met de benodigde ondersteuning (bijvoorbeeld via leerwerkcoaches) waarbij het behalen van een gerichte arbeidskwalificatie, die zicht geeft op een duurzame arbeidsplek en zelfredzaamheid, staat voorop.
Programmabegroting 2016 – 2019
65
Minder voortijdig schoolverlaters (vervolg) Versterken van de zorgstructuur (VO en MBO) en bundeling krachten speciaal onderwijs/entreeopleiding/gemeente (jongerenloket en vangnetvoorziening kwetsbare jongeren) In 2014 is het stelsel passend onderwijs in werking getreden. Als gevolg hiervan wordt de zorgstructuur in het VO zodanig aangepast dat het binnen het stelsel passend onderwijs past. De zorgstructuur in het MBO voor niveau 2 en hoger wordt voortgezet. Voor MBO niveau 1 (entree-opleiding) wordt een zorgstructuur opgezet voor jongeren die de extra begeleiding nodig hebben om op school te blijven en de problemen aan te pakken.
Meer sport en recreatie Sportparticipatie op peil houden De sportparticipatie van de inwoners van Lelystad was de afgelopen jaren hoog. Het is in de huidige maatschappelijke en economische context die veel van inwoners vraagt, een opgave om deze deelname op niveau te houden. Ondanks de noodzakelijke bezuinigingen, worden met sportstimuleringsprogramma’s inwoners waarbij dit (nog) niet vanzelfsprekend is, gestimuleerd om regelmatig te sporten en te bewegen. Dit programma maakte tot en met 2015 nog onderdeel uit van de Dienstverleningsovereenkomst. Vanaf 2016 wordt voor de uitvoering van het sportstimuleringsprogramma een subsidierelatie aangegaan met het Sportbedrijf Lelystad. Sportaccommodaties aantrekkelijk houden De afgelopen periode heeft de gemeente stevig geïnvesteerd in accommodaties waardoor de kwaliteit en gebruikswaarde is gestegen. Goede onderhoudsprogramma’s dienen deze accommodaties ook dit niveau te houden. Op basis van de nieuwe dienstverleningsovereenkomst worden met het Sportbedrijf Lelystad afspraken gemaakt over het beheer, onderhoud en verhuur van de betreffende sportaccommodaties. Om de sportaccommodaties en sportvelden maatschappelijk te laten renderen, wordt een optimaal gebruik nagestreefd. Door het Sportbedrijf Lelystad wordt onderzocht onder welke voorwaarden de sportaccommodaties breder opengesteld kunnen worden ten behoeve van ongeorganiseerde/informele sporten bewegingsactiviteiten. Vitale sportverenigingen ondersteunen Een vitale sportvereniging biedt meer perspectief aan haar leden en kan ook een betere invulling kan geven aan haar maatschappelijke rol. In het sportbeleid wordt de ontwikkeling naar vitale sportverenigingen ondersteund. Slimme dwarsverbanden stimuleren Vanuit onderwijs, zorg, welzijn, cultuur, economie, ruimte, recreatie en toerisme zijn interessante dwars- en samenwerkingsverbanden met de sport- en beweging mogelijk. Dit betekent dat ‘sport-inclusief’ denken de norm is in Lelystad. Sport is immers een activiteit, die zaken in beweging kan brengen. Watersport Lelystad zet nadrukkelijk in op watersport en de daarbij behorende ontwikkeling van de kust. In de Kadernota sport zijn hiervoor ook indicatoren opgenomen. De komende tijd zal de koppeling tussen breedtesport en talentontwikkeling verder worden versterkt. Hierbij zullen slimme dwarsverbanden met het bedrijfsleven en andere partners moeten worden gemaakt. Met de organisatoren van zeilevenementen is de inzet van de gemeente om jaarlijks minimaal twee grootschalige zeilevenementen aan de kust plaats te laten vinden.
Programmabegroting 2016 – 2019
66
3.2.2 Verhogen van de arbeidsparticipatie van de (kwetsbare) burger De lange periode van stagnerende economie is van grote invloed geweest op dit subprogramma. De oplopende werkloosheid heeft het klantenbestand fors doen toenemen. Als gemeente opereren we vanaf 1 januari 2015 binnen de wettelijke kaders van de Participatiewet; wetgeving gericht op het primaat van de arbeid. Inmiddels is sprake van een herstellende economie, zij het dat de effecten daarvan op de arbeidsmarkt nog zeer bescheiden zijn. De omstandigheden waaronder de wet moet worden uitgevoerd blijven daarom voorlopig nog ongunstig. Voor het verhogen van de arbeidsparticipatie – een kerndoelstelling in de ambitie om in te zetten op de individuele ontplooiing van ook de kwetsbare burger - wordt ingezet op het toeleiden naar (vormen van) arbeid (participatie) waarbij aansluiting wordt gezocht bij programma 4 (Sterke Stad) op de thema’s Accountmanagement (Ondernemersplein/loket bedrijfsleven), Regionale Positionering en samenwerking (o.m. de Werkkamer), en Imago versterking en Acquisitie (arbeidsplaatsen) in het domein ‘werken’. Tevens is de ambitie opgepakt om middels een lokaal sociaal akkoord het maatschappelijk draagvlak en de actieve betrokkenheid van onder meer werkgevers en onderwijs op de toeleiding van mensen naar de arbeidsmarkt te vergroten. Deze ambitie is tevens zichtbaar geworden in de plannen om het Werkbedrijf verder uit te bouwen tot De Onderneming, waarin de stakeholders op de lokale arbeidsmarkt – zijnde de ondertekenaars van het sociaal akkoord – actief samenwerken met het Werkbedrijf op het vinden en waar mogelijk zelfs creëren van arbeid. Dit laatste zowel voor de bestaande doelgroep, alsook voor de nieuwe doelgroepen onder de Participatiewet (ombuiging Wajong en WSW). Het terugdringen van de jeugdwerkloosheid blijft een prioriteit, waarbij de aansluiting gezocht wordt bij aanpalende beleidsdomeinen in het a) terugdringen van de groep vroegtijdig schoolverlaters; b) terugdringen van de groep jeugdige uitkeringsgerechtigden; c) aansluiten van onderwijs – arbeidsmarkt en d) het plaatsen van de uitstroom speciaal onderwijs en praktijk onderwijs in het kader van de banenafspraak . Samen met het maatschappelijk middenveld wordt gewerkt aan het inrichten van een sluitend netwerk voor (kwetsbare) jongeren. Dit gebeurt onder meer door middel van trajecten waarmee we vroegtijdig schoolverlaters teruggeleiden naar het onderwijs. Daarnaast in nauwe samenwerking met het werkbedrijf door middel van trajecten die jeugdige uitkeringsgerechtigden en schoolverlaters doorgeleiden naar arbeid (inclusief het (alsnog) verkrijgen van een startkwalificatie), zij het regulier of in de zin van werkervaringsplaatsen. De financiële taakstelling van de met ingang van 1 januari 2015 ingevoerde Participatiewet en de afbouw van de Sociale Werkvoorziening (WSW) is groot (afnemende bijdrage per WSW medewerker (arbeidsjaren AJA) en de realisatie van de jaarlijkse taakstelling in vermindering aantal medewerkers). De WSW moet afbouwen en dat betekent een ombuiging van de klantstromen naar de Participatiewet waardoor de druk op de voorzieningen verder oploopt (dit zien we ook gebeuren vanuit de Wajong).Tegelijkertijd neemt met de bezuinigingen behorende bij de decentralisatie van de algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) en de reorganisatie van en bezuinigingen op de WSW de noodzaak voor integrale en creatieve oplossingen voor de mensen met een beperkte arbeidscapaciteit toe. Belangrijke redenen, waarom we het in 2014 ingerichte Werkbedrijf Lelystad verder ontwikkelen, zodanig dat ook mensen met een beperkte arbeidscapaciteit (vanaf 30%) een kans krijgen om richting werk begeleid te worden. Door middel van gerichte inkoop door het Werkbedrijf van trajecten en middelen – waarbij zoveel als mogelijk (en renderend) gebruik gemaakt wordt van kennis en infrastructuur van Concern voor Werk (CvW) - worden de effecten van het krimpend budget van de WSW deels ondervangen.
Programmabegroting 2016 – 2019
67
Wat gaan we daarvoor doen? Toeleiden naar (vormen van) arbeid (participatie) WWB Per 1 januari 2015 onderdeel van de Participatiewet Om de ambities in het participatiebeleid te realiseren worden middelen vanuit het Participatiebudget ingezet met als uiteindelijke doelstelling: de maximale, actieve betrokkenheid van iedere, individuele burger die afhankelijk is van een uitkering, zoals bedoeld in het concept van de participatiemaatschappij. Het werkbedrijf is hiertoe het belangrijkste instrument. In haar kwalitatieve doelstellingen – (het recht op) individuele ontplooiing van iedere burger - streeft Lelystad in principe naar het hoogst mogelijke niveau van participatie: (duurzaam) betaald werk. Dit zal echter niet voor iedereen haalbaar zijn en in algemeenheid is dan ook het doel: doorstromen naar een hogere vorm van participatie, iedereen participeert naar vermogen. Participatie van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt willen we bevorderen met behulp van re-integratie instrumenten waarbij waar mogelijk sprake is van een component loonvormende arbeid. Daarnaast wordt het in de Participatiewet geïntroduceerde instrument loonkostensubsidie ingezet voor de klanten die niet in staat zijn om 100% van het WML te verdienen. Bovendien is en wordt er geïnvesteerd in ondersteunende (zorg)systemen die mensen helpen hun belemmeringen weg te halen om mee te doen, richting werk. Het participatiebudget vormt de belangrijkste bron van financiering voor dit subprogramma. Evenals voor de periode 2013-2016, is bij deze begrotingsvoorstellen voor de periode 2016 -2018 een bedrag meegenomen van 3 x 1 miljoen Euro, om de grote omvang van het klantenbestand terug te dringen. Trajecten naar werk – doelgroep 50 tot 80% Trajecten naar werk – doelgroep 50 tot 80% - worden uitgevoerd door het Werkbedrijf dat sinds 2014 volledig operationeel is, waarbij sprake is van een reeks instrumenten/producten. Trajecten naar werk – doelgroep 80 – 100% Trajecten naar werk – doelgroep 80 – 100% - op basis van eigen inzet van de klant, waarbij de gemeente inzet op handhaving op doelmatigheid en individuele controles op de inspanningen die de klant verricht. Nieuwe Doelgroepen Met ingang van 1 januari 2015 stromen als gevolg van de ombuigingen Wajong en afbouw WSW nieuwe groepen klanten in, in het Participatiewet bestand. Het betreft vooral klanten die een loonwaarde hebben onder de 50% grens. Voor deze groep heeft het Werkbedrijf nieuwe producten ontwikkeld (zie verderop). Gezien de vaak blijvende arbeidsbeperking van deze klanten zullen oplossingen veelal gezocht moeten worden in deeltijdbanen, garantiebanen en varianten op beschut werken. Raakvlak met zorg voor de doelgroep 20 tot 50% Samen met het maatschappelijk middenveld en in nauwe afstemming met de ontwikkelingen in het kader van de decentralisatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), wordt een maatschappelijk netwerk opgezet waarbinnen (de opstap naar) participatie nadrukkelijk als doel en instrument wordt verankerd. Hier wordt ook de aansluiting gezocht met de nieuwe sociale infrastructuur (sociale wijkteams).
Programmabegroting 2016 – 2019
68
Toeleiden naar (vormen van) arbeid (participatie) (vervolg) Werkbedrijf Het werkbedrijf Lelystad bv is vanaf 2014 volledig operationeel. De regierol van de gemeente houdt in dat de kaders worden aangereikt waarbinnen het werkbedrijf komt tot een jaarlijks ondernemingsplan. Deze kaders betreffen enerzijds de financiële ruimte – vooral in relatie tot de verdeling van het Participatiebudget – en anderzijds de verplichte doelen, met name het uitstroompercentage van minstens 20% (voor 2015). Deze 20% is van groot belang voor de gemeente gezien de besparingen die hiermee gerealiseerd kunnen worden op het inkomensdeel van de WWB. De werkzaamheden van het werkbedrijf variëren van de ‘klassieke’ instrumenten zoals verloning tot aan werkzaamheden voor derden. Daarnaast zal het werkbedrijf nieuwe instrumenten ontwikkelen voor de nieuwe doelgroepen van de Participatiewet (ombuigingen Wajong en WSW). Zo verzorgt het werkbedrijf de uitvoering van gemeentelijk werk in eigen beheer, bijvoorbeeld schoonmaak en groenvoorziening. Dit laatste op basis van Dienstverleningovereenkomsten (DVO’s). Begroting en activiteiten van het werkbedrijf worden opgenomen in het ondernemingsplan en jaarlijks vastgesteld onder verantwoordelijkheid van de aandeelhoudersvergadering (AvA). In het najaar van 2015 worden aan de raad plannen voorgelegd voor de doorontwikkeling van het Werkbedrijf in De Onderneming. De belangrijkste aandachtsvelden hierbij zijn de actieve betrokkenheid van de bedrijfsleven en onderwijs in de toeleiding naar arbeid en het implementeren van financieel houdbare re-integratie instrumenten door het opnemen van een component loonvormende arbeid in het re-integratie traject. WSW Parallel aan de invoering van de Participatiewet zullen er binnen de WSW grote veranderingen plaatsvinden. De WSW populatie zal sterk afnemen omdat op termijn alleen nog de beschutte werkomgeving resteert. Dit betreft 1/3 van de huidige WSW populatie. De CAO rechten van de huidige WSW populatie worden in stand gehouden maar het Rijk verlaagt wel de subsidie per arbeidsplaats. Hierdoor kan binnen enkele jaren een subsidiegat ontstaan dat naar verwachting niet binnen de Gemeenschappelijk Regeling (GR) IJsselmeergroep kan worden opgevangen. Met de komst van het werkbedrijf is het mogelijk geworden om slimme samenwerkingsverbanden aan te gaan tussen CvW en werkbedrijf. Dat gebeurt op twee niveaus. Ten eerste inhoudelijk, dat wil zeggen dat beide organisaties gebruik kunnen maken van elkaars mogelijkheden om klanten aan het werk te helpen. Dit laatste wordt vooral voor CvW van belang aangezien het rijk aandringt bij de WSW organisaties om veel meer ‘van binnen naar buiten’ te kijken, dat wil zeggen meer proactief de eigen medewerkers uit te doen stromen naar reguliere banen. Ten tweede bedrijfseconomisch, in die zin dat het werkbedrijf zoveel als mogelijk door middel van inkoop gebruik maakt van mensen en middelen van CvW. Een groot bijkomend voordeel is dat op deze wijze tenminste een deel van de korting op de rijksbijdrage kan worden opgevangen. Daarnaast is het zo dat de investeringen die de gemeente doet, leiden tot opbrengsten, die de gemeente ook weer ten goede komen. Realisatie van het bedrijfsplan ZLF Het Zelfstandigenloket Flevoland (ZLF) is een samenwerkingsverband van de 6 Flevolandse gemeenten (Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde). Als gemeentelijk loket zorgt het ZLF voor kredietverlening en inkomstenondersteuning voor ondernemers woonachtig in Flevoland. Ook is het ZLF het Microfinancieringspunt van Flevoland. Het ZLF adviseert en ondersteunt startende, gevestigde, oudere en beëindigende ondernemers op het gebied van ondernemerschap. Het ZLF zorgt voor de uitvoering van verschillende wettelijke regelingen: • het Bbz 2004 (Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004); • toepassing van de IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen).
Programmabegroting 2016 – 2019
69
Terugdringen van de jeugdwerkloosheid Jeugdwerkloosheid Een preventieve aanpak van de jeugdwerkloosheid richt zich op het onderwijs. Het behalen van een zo hoog mogelijk onderwijsniveau geeft de beste kansen op duurzame arbeidsparticipatie. Dit is een bredere opgave dan enkel aanpak voortijdig schoolverlaten maar noodzakelijk om het maximale uit talenten te halen en zorg te dragen dat deze jongeren niet de schaarse banen bezetten voor jongeren met beperktere talenten.. De jeugdwerkloosheid in Lelystad is hoog. En met name de laaggeschoolde jongeren zijn werkloos. Naast de groep die geen startkwalificatie heeft gehaald, blijken ook de baankansen voor jongeren op MBO niveau 2 geringer. Voor de jongeren tot 27 jaar ligt het accent op kwetsbare jongeren, zodat deze alsnog een (start)kwalificatie verwerven en naar arbeid worden toegeleid. Binnen de doelgroep niet-werkende werkzoekende jongeren zijn verschillende subgroepen te onderscheiden die elk een andere aanpak vergen. Het zwaartepunt van de problematiek bevindt zich in Lelystad bij de groep jongeren van 18 tot 27 jaar met een bijstandsuitkering en de (voortijdig) schoolverlaters, zonder startkwalificatie, die (nog) geen beroep op uitkering doen of zij die in het overgangsgebied tussen onderwijs en arbeidsmarkt zitten. Ten behoeve van deze groepen worden middelen uit het Participatiebudget ingezet. Met de komst van de Participatiewet komt een belangrijk deel van de jongeren die voorheen een Wajong traject ingingen binnen het bereik van de Participatiewet. Het Werkbedrijf heeft de opgave tot het plaatsen van de uitstroom speciaal onderwijs en praktijk onderwijs in het kader van de banenafspraak. Gezamenlijke huisvesting van speciaal en praktijkonderwijs en het Werkbedrijf biedt interessante mogelijkheden vroegtijdig en geïntegreerd een soepele overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt voor deze doelgroep mogelijk te maken. In het Lelystad Akkoord zullen voor de doelgroep jeugdige werklozen specifieke afspraken met werkgevers en onderwijsinstellingen worden gemaakt over banen, stageplaatsen, BBL trajecten en werkervaringsplaatsen voor jeugdige werkzoekenden. Sluitend netwerk In de ketensamenwerking kwetsbare jongeren werken gemeente en onderwijsinstellingen samen in een functioneel jongerenloket rond de entreeopleiding, Matchpoint. Dit maakt onderdeel uit van het sluitend netwerk voor (kwetsbare) jongeren dat samen met het maatschappelijk middenveld wordt ingericht. Hoofddoelstelling is het voorkomen van lacunes of drempels in het individuele ontwikkelingsproces van de jongere. Teruggeleiding onderwijs Door middel van trajecten teruggeleiden van vroegtijdig schoolverlaters naar het onderwijs. Doorgeleiding naar arbeid In samenwerking met het werkbedrijf door middel van trajecten doorgeleiden van jeugdige uitkeringsgerechtigden en schoolverlaters naar arbeid (inclusief het (alsnog) verkrijgen van een startkwalificatie). Werkervaringsplekken In samenwerking met het werkbedrijf doorgeleiding van schoolverlaters naar werkervaringsplekken.
Gecontroleerde afbouw WSW Kostenneutrale afbouw Door middel van gerichte inkoop door het Werkbedrijf van trajecten en middelen de effecten van het krimpend budget van CvW ondervangen (afnemende bijdrage per AJA en de realisatie van de jaarlijkse taakstelling (vermindering aantal medewerkers). Zoveel als mogelijk (en renderend) gebruik maken van kennis en infrastructuur van CvW door een nauwe samenwerking met het Werkbedrijf.
Programmabegroting 2016 – 2019
70
3.2.3 (Duurzaam) verbeteren van de inkomenspositie van kwetsbare burger Het landelijk beeld is dat als gevolg van de economische crisis er bij de gemeenten tekorten ontstaan door een grotere vraag naar financiële ondersteuning. Het beroep op de inkomensondersteuning (Levensonderhoud = uitkeringen en Bijzondere Bijstand = schuldhulpverlening en minimabeleid) zal gezien de na-ijl effecten van de recessie ook in Lelystad ongetwijfeld verder oplopen. Maar het beroep op deze voorzieningen kan niet onbeperkt zijn. Daarom zal de komende jaren ingezet worden op een verschuiving van curatie naar preventie. Daartegenover stelt het rijk ter compensatie extra middelen beschikbaar (voor uitkeringen en armoedebestrijding). Het is van groot belang om de (overerving van) armoede tegen te gaan en de inspanningen op de belangrijke thema’s overeind te houden. Denk bijvoorbeeld aan onderwijs als onmisbaar instrument in de individuele ontplooiing voor de jeugd en de noodzaak om jeugdwerkloosheid tegen te gaan. Kerndoelen c.q. activiteiten worden: a. het tijdelijk voorzien in levensonderhoud (Verstrekkingen van uitkeringen voor levensonderhoud op grond van de Participatiewet) Hierbij zal actief getoetst worden op de rechtmatigheid van de aangevraagde uitkeringen in het kader van handhaving; b. de curatieve Inkomensondersteuning in het kader van het Armoedebeleid, onder meer door het verstrekken van vormen van bijzondere bijstand. Belangrijk is het tijdig, in ieder geval binnen de wettelijke termijn, afhandelen van de aanvragen voor bijzondere bijstand en daarnaast het bereik van de beschikbare budgetten zo effectief mogelijk maken; c. de preventieve ondersteuning in het kader van het Armoedebeleid, waarbij de samenwerking wordt gezocht met het maatschappelijk middenveld bij het werken aan het tegengaan van (overerving van) armoede. (Het recht op) individuele ontplooiing begint al bij de jongste burgers. Daarom zijn projecten in het kader van preventie opgezet die de (overerving van) armoede moeten tegen gaan (bijvoorbeeld Plustijd en School’s cool). In samenwerking met het maatschappelijk middenveld zorgen we voor een ondersteunend netwerk voor het beantwoorden van vragen en/of doorgeleiden van ouders en kinderen naar de juiste instanties. We investeren op voorlichtingsactiviteiten gericht op kennisoverdracht en bewustwording en zien schuldhulpverlening als een onmisbaar instrument in het teruggeleiden van kwetsbare burgers naar zelfstandigheid. In samenwerking met het maatschappelijk middenveld – o.m. Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO) en Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) – is een netwerk opgezet voor signalering en preventie, waarbij ook de verbinding met de WMO en de nieuwe sociale infrastructuur wordt geborgd.
Programmabegroting 2016 – 2019
71
Wat gaan we daarvoor doen? Tijdelijk voorzien in levensonderhoud WWB Per 1 januari 2015 onderdeel van de Participatiewet. Levensonderhoud Het verstrekken van uitkeringen voor levensonderhoud Benevens de reguliere toetsing op de rechtmatigheid van de aangevraagde uitkeringen aanvullende activiteiten verrichten in het kader van handhaving (onder meer tussentijdse controles op rechtmatigheid). Toelichting: In de afgelopen jaren is het in Lelystad ontwikkelde beleid met betrekking tot de arbeidsparticipatie succesvol gebleken en heeft de jaarlijkse doorontwikkeling van dit beleid geleid tot hoge uitstroom naar (reguliere) arbeid. Dit heeft geresulteerd in het feit dat de gemeente over 2013 en 2014 voordeelgemeente is. Een goed resultaat dat naar het zich nu laat aanzien over 2015 ook behaald zal worden. Daarnaast is ondanks de instroom van de nieuwe doelgroepen een stabilisatie in de omvang van het klantenbestand zichtbaar. Inmiddels is ook een nieuw verdeelmodel ingevoerd voor het inkomensdeel. Dit model wordt in de komende jaren nog doorontwikkeld. Derhalve zijn de gevolgen hiervan voor de gemeente nog niet te overzien.
Curatieve Inkomensondersteuning / Armoedebeleid Inkomens Ondersteuning (Spoor 2: curatief) Tijdig, in ieder geval binnen de wettelijke termijn, afhandelen van de aanvragen voor bijzondere bijstand. Het bereik van de beschikbare budgetten zo effectief mogelijk maken. Dat dit succesvol gebeurt blijkt uit de resultaten van een in 2014 uitgevoerd onderzoek (Armoedemonitor 2012). Voor mensen die in een situatie van armoede verkeren worden door ons instrumenten ingezet (Bijzondere Bijstand) om hen in financiële zin te ondersteunen.
Programmabegroting 2016 – 2019
72
Preventieve inkomensondersteuning / Armoedebeleid Preventief Armoedebeleid Op basis van de evaluatie van het preventieve armoedebeleid (nota “Evaluatie uitvoering preventief armoedebeleid Lelystad 2011-2014) wordt de uitvoering van het preventieve armoedebeleid voortgezet. Hiermee wordt behouden wat is bereikt en kunnen succesvolle activiteiten en instrumenten worden gecontinueerd ter voorkoming van (de overerving van) armoede door kinderen letterlijk naar een betere startpositie in het leven te brengen. De integrale aanpak, waarbij de gemeente vooral een regisserende en stimulerende rol heeft, komt tot stand in samenwerking met het maatschappelijk middenveld. De uitvoering bestaat uit de volgende activiteiten: Het inzetten van interventies en activiteiten (o.a. School’s cool, Plustijd en Summer’s cool) ten behoeve van kinderen en hun ouders om te zorgen dat zij niet in een achterstandsituatie terecht komen. Het aanbod van instrumenten ten behoeve van de kinderen verloopt aaneengesloten van peuter tot jong volwassene. Het versterken en onderhouden van het netwerk (o.a. conferentie en nieuwsbrief). Het borgen van het preventieve armoedebeleid. Door middel van het scholen van professionals en vrijwilligers en de inzet van Kanspunt CJG kan armoede beter worden gesignaleerd en kan gerichter worden doorverwezen. Met betrekking tot het Kanspunt CJG (centrale vraagbaak voor professionals, vrijwilligers en ouders) wordt onderzocht op welke wijze aansluiting kan worden gezocht bij de verbinding die tot stand wordt gebracht tussen het CJG (basisvoorzieningen) en de sociale wijkteams. Voortzetting van het beleid betekent verstandig investeren in de toekomst en blijft juist tijdens deze ‘magere jaren’, waarin voor veel mensen de armoedegrens dichterbij komt en soms zelfs wordt overschreden, van groot belang. De komende periode wordt dus ingezet op het behouden en consolideren van bewezen beleid. Daarnaast wordt ingezet op een aanscherping daarvan door de preventieve kant te versterken en door te ontwikkelen en hierbij de samenwerking met partijen binnen Lelystad verder te verbreden. Het accent komt hierbij te liggen op de volgende drie speerpunten (nota “Verankeren en vernieuwen: integrale nota Armoedebeleid en Schuldhulpverlening Lelystad 2015-2018”): Inzetten op de voorkant van de armoede- en schuldenproblematiek (preventie en vroegsignalering). Breed betrekken van de samenleving. Maximaal verbinden en een integraal aanbod ontwikkelen. Ondersteunend netwerk In samenwerking met het maatschappelijk middenveld zorgen voor een ondersteunend netwerk voor het beantwoorden van vragen en/of doorgeleiden van ouders en kinderen naar de juiste instanties. Voorlichting Voorlichtingsactiviteiten, conferenties, enzovoorts, gericht op kennisoverdracht en bewustwording.
Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening Ook in 2014 wordt in Lelystad schuldhulpverlening aangeboden aan ieder die dit nodig heeft. Hierbij wordt ingezet op zowel preventie als het daadwerkelijk oplossen van schulden. Tijdens de driejarige begeleiding wordt ingezet op het versterken van het probleemoplossend vermogen van mensen om het perspectief voor de toekomst te vergroten en herhaling te voorkomen. Tevens wordt door middel van voorlichting en vroegtijdig signaleren getracht mensen in een vroegtijdig stadium te ondersteunen. Schuldhulpverlening wordt uitgevoerd door MDF en IDO waarbij wordt samengewerkt door verschillende organisaties in Lelystad. Opzetten preventienetwerk In samenwerking met het maatschappelijk middenveld – o.m. IDO en MDF - opzetten van een netwerk voor signalering en preventie (verbinding met WMO). Recidive trajecten uitvoeren Trajecten (drie jaar) gericht op het oplossen van de problematiek en het voorkomen van recidive (versterking van de autonomie).
Programmabegroting 2016 – 2019
73
3.3 Leefbare stad
Vigerende beleidsnota's Vitale leefomgeving: - Startnota stedelijke vernieuwing op uitnodiging (2014) - Visie op het nieuwe Werken in de Wijk (vastgesteld 2012) - Speelruimtebeleidsplan (2013) - Notitie ‘Afwegingskader (her-)inrichtingsmaatregelen en bewonersparticipatie’ (2012) - Afvalbeleidsplan 2012 - 2015 - Gemeentelijk rioleringsplan 2011 – 2015 - Bomenbeleid (vastgesteld 2010) - Bomenbeheerplan (vastgesteld 2014) - Waterplan Lelystad (vastgesteld 2004) - Kwaliteitsstructuurplan (KSP) (vastgesteld 2002) - Groenstructuurplan 1997 (richtlijn) - Groenbeheerplan Parken (vastgesteld 2015) - Bosbeleidsplan (vastgesteld 1996) - Nota fauna beleid (vastgesteld 1992) - Nota Natuur in de stad (richtlijn) - Beheerplan Bataviahaven 2012-2016 (vastgesteld 27-03-2012 B12-22072) - MJR Openbare ruimte (2011) - Startnotitie beleidsregels standplaatsen (vastgesteld 2009) - Startnotitie beleidsregels terrassen in de openbare ruimte (vastgesteld 2009) - Beleidsregels reclame en uitstallingen - Beleidsplan openbare verlichting Goede en veilige verkeersverbindingen - Nota Fietsen in Lelystad (vastgesteld 2015) - Beleidsregels en uitvoeringskaders op bewegwijzering 2015-2025 (vastgesteld 2015) - Netwerkvisie Flevoland (vastgesteld 2015), - Werkplan verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding (vastgesteld 2015) - Beleidsregels bestuursdwang (brom)fietshandhaving Lelystad (vastgesteld 2015) - Kerngebieden Lange Zware Voertuigen (diverse besluiten vastgesteld 2013 en 2014) - Samenwerkingsovereenkomst en kadernotitie mobiliteitscentrale Regiotaxi (vastgesteld 2014) - Beleidsplan gladheidsbestrijding (vastgesteld 2013) - Verkeersvisie buitengebied (vastgesteld 2013) - Fietsplan Stadshart (vastgesteld 2013) - Parkeerverordening Lelystad 2015 - Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2015 - Beleidsregel verleningsvoorschriften 2013 - Beleidsregel ontheffingverlening voetgangersgebied Stadshart 2013 - Nota Mobiliteit Lelystad – Mobiliteitsvisie (vastgesteld 2011) - Besluit verlening concessie Arriva 2011 en concessiebeschikking 2011 - Beleidsregel gehandicaptenparkeerplaatsen Lelystad 2010 - Intentieovereenkomst Hoofdnetwerk recreatieve fietspaden Flevoland (vastgesteld 2009) - Parkeerbeleidsplan (vastgesteld 2009) - Kadernota aanbesteding openbaarvervoerconcessie (vastgesteld 2008) - Parkeren grote voertuigen (vastgesteld): uitvoeringsbesluit (2005) en evaluatie (2006) - Delegatiebesluit openbaar stadsvervoer (vastgesteld 2005) - Wijziging grenzen bebouwde kommen Wegenverkeerswet 1994 (vastgesteld 2005)
Programmabegroting 2016 – 2019
74
Vigerende beleidsnota's (vervolg) Goede en veilige verkeersverbindingen (vervolg) - Nota hoofdwegenstructuur Lelystad (2000), Nota hoofdwegenstructuur onderdeel Buitenring (2005), Vaststelling hoofdwegennet (2004) - Beleidsnotitie Park + Ride (P+R) (vastgesteld 2004) - Handboek Mobiliteit (2002) - Routering gevaarlijke stoffen (vastgesteld 2002) Beleidsregels Duurzaam Lelystad - Kadernota Duurzaamheid - Nota Bodembeheer (2012) - Kadernota klimaatbeleid 2010 - 2013 - Nota geluidbeleid Lelystad 2010 – 2015 - Tankstationbeleid 2008-2012 - Archeologische monumentenzorg in Lelystad (vastgesteld 2008) - Hogere grenswaarden en zonebeheer (vastgesteld 2007) - Gemeentelijk MilieuPlan – GMP3 (vastgesteld 2006) Handhaving: - Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) - Beleidsregel kamerverhuur in Lelystad - Beleidsregel woningsplitsing Lelystad - Nota Evenementenbeleid - Gebruik van de openbare ruimte- terrassen; nadere regels (vastgesteld 2011) - Nota integrale handhaving (2015 – 2018) Perspectief Leefbare stad Lelystad is een unieke gemeente met veel kwaliteiten en voorzieningen in de openbare ruimte. Een leefbare stad kenmerkt zich door vitale woonwijken met kwalitatief goede woningen, een prettige leefomgeving met goede voorzieningen. Het is de intentie om voorzieningen in stand te houden en te bouwen aan de versterking van de vitaliteit van de bestaande wijken. Dat gaat niet vanzelf en is steeds meer een opgave waarbij bewoners het voortouw nemen en ook krijgen. Dat vraagt om maatwerk en experimenten, bijvoorbeeld op het gebied van beheer van de openbare ruimte. Bovendien is het een uitdaging om samen met de gebruikers van de openbare ruimte inhoud te geven aan een verzorgde, schone en veilige openbare ruimte. Belangrijk daarbij is ‘eigenaarschap’ bij bewoners voor de eigen woonomgeving. De ingezette weg, om bewoners de mogelijkheid te geven delen van het openbaar gebied te adopteren, is succesvol en wordt dan ook voortgezet. Mede door inzet van ISV middelen kan waar nodig worden gefaciliteerd. Bij het streven naar vitale woonwijken hoort ook aandacht voor de problematiek van de 70- en ’80wijken. De ambitie om deze wijken in aantrekkingskracht gelijkwaardig te laten zijn met de nieuwbouwwijken blijft overeind. Dit vereist samenwerking met (maatschappelijke) partners en bewoners, verbinden, stimuleren, faciliteren en samenhang brengen tussen sociale en fysieke opgaven. Als gemeente staan we open voor initiatieven op dit vlak die bijdragen aan de uitgangspunten van een schone, hele, veilige en leefbare stad. Een leefbare stad kan niet zonder goede bereikbaarheid van woongebieden, winkelcentra en bedrijventerreinen. Tevens is een goede aansluiting vereist op de bovenstedelijke infrastructuur. Onze inzet is daarom gericht op het in stand houden van goede en veilige verkeerverbindingen en waar nodig door kleine aanpassingen verbeteringen door te voeren die de verkeersveiligheid verhogen. Een goede bereikbaarheid betekent ook het behoud van het kwaliteitsniveau van openbaar vervoer. Daarnaast dienen de parkeerfaciliteiten die wij hebben ondersteunend te zijn aan de bereikbaarheid en verdere ontwikkeling van het stadshart. Een leefbare stad heeft ook een duurzaam ‘karakter’, een duurzame en milieuvriendelijke leefomgeving. Duurzaamheid richt zich daarbij niet alleen op energieopwekking of -besparing, maar ook op terugdringing van de hoeveelheid afval en verspilling van grondstoffen. Belangrijk is een bewuste houding van overheid, bedrijven en inwoners, gericht op zorgvuldig gebruik en hergebruik van
Programmabegroting 2016 – 2019
75
materialen. De gemeente heeft hierin een voorbeeldfunctie en stimuleert initiatieven in de samenleving die bijdragen aan de duurzaamheiddoelstellingen. Duurzaamheid is een aspect, dat bij veel inspanningen die in de programma’s worden beschreven, aandacht krijgt of waaraan nog aandacht kan worden gegeven. Op grond van een gemeente brede visie zal met al deze inspanningen inhoud gegeven worden aan de duurzaamheiddoelstellingen van de gemeente Lelystad. Vanuit programma 3 vindt op dit aspect de regie en afstemming plaats.
Programmabegroting 2016 – 2019
76
Dim schema
Programmabegroting 2016 – 2019
77
Programmabegroting 2016 – 2019
78
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Meerjarenram ing
Begroting Program m a 3: Leefbare stad
2016
2017
2018
2019
Geraam de resultaat voor bestem m ing Lasten -35.485
-35.435
-35.164
-35.068
PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen
-9.240
-9.306
-9.219
-9.194
PG33 Duurzame leefomgeving
-2.879
-2.879
-2.879
-2.879
-47.603
-47.619
-47.262
-47.141
13.818
13.847
13.864
13.885
7.482
7.585
7.619
7.599
39
39
39
39
21.339
21.471
21.521
21.523
-26.265
-26.148
-25.741
-25.618
-1
-79
-134
-1
-79
-134
PG31 Vitalere stad
Totaal Lasten Baten PG31 Vitalere stad PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen PG33 Duurzame leefomgeving Totaal Baten Totaal Geraam de resultaat voor bestem m ing Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Lasten PG31 Vitalere stad Totaal Lasten Baten PG31 Vitalere stad
122
126
2
2
PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen
309
205
114
108
PG33 Duurzame leefomgeving
160
160
160
591
491
276
590
491
196
-24
-25.675
-25.657
-25.545
-25.642
Totaal Baten Totaal Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Geraam de resultaat na bestem m ing
Programmabegroting 2016 – 2019
110
79
Wat willen we bereiken? Programma 3
Leefbare stad
3.1 Vitale leefomgeving
3.2 Goede en veilige verkeersverbindingen
3.3 Duurzame leefomgeving
Indicator: Vasthouden van het gemiddelde rapportcijfer „leefbaarheid in de buurt‟ van 7,2 Vasthouden van de hoge gemiddelde schaalscore algemene evaluatie van „de buurt‟ van 7,8 Vasthouden van het percentage dat overlast ondervindt van verloedering op max. 29%
Goede en veilige wegen in stand houden Indicator: Verkeersveiligheid burgerpeiling minimaal 7,0. Maximaal 3 doden en 23 ernstig gewonden per jaar in verkeer Lelystad in 2020 (conform rijk).
Duurzamer Lelystad Indicator: Hogere TELOS score in absolute zin en in vergelijking met referentiegemeenten uit de nulmeting.
Kwaliteit openbare ruimte op niveau houden Indicator: Kwaliteit niveau B voor de woonwijken en niveau A voor het centrum Actieve betrokkenheid van inwoners maakt de vitale stad Indicator: Toename participatieprojecten met 10% /j Eén pilot met integraal zelfbeheer Efficiënte afvoer en duurzame verwerking van afvalstoffen Indicator: Scheidingspercentage en hergebruik van huishoudelijke afval van 56% in 2015 en 60 % in 2020
Programmabegroting 2016 – 2019
Goed openbaar vervoer in stand houden Indicator: Alg. oordeel OV-klantenbarometer min. 7,2. Parkeren ondersteunt ruimtelijk-economische ontwikkeling Indicator: Bezettingsgraad normale dag < 85%. Klantwaardering garages >7,0.
Lelystad energieneutraal Indicator: In 2025 duurzame opwekking van de energiebehoefte van Lelystad (exclusief verkeer). Vermindering totale energieverbruik in Lelystad. Handhaven “Lelystadse” geluidsnorm, maximaal 58 dB op bestaande woningen. Behoud luchtkwaliteit op niveau 2007, de emissies van fijn stof zijn lager dan 25µg/m3 en NO2 zijn ook lager dan 25µg/m3 Schone bodem op gebiedsniveau Vergunningverlening, toezicht en handhaving
3.3.1 Vitalere stad We willen vitale woonwijken met kwalitatief goede woningen en een prettige leefomgeving in Lelystad. Daarbij wordt ingezet op: Kwaliteit openbare ruimte op niveau houden Door het uitvoeren van onderhoud wordt de openbare ruimte op niveau gehouden. Daarbij wordt rekening gehouden met alle aspecten van de openbare ruimte zoals wegen, groen, speelvoorzieningen, kunstwerken, water en riolering. Ruimte wordt geboden aan bewoners die de handen uit de mouwen willen steken bij het beheer in hun buurt. Hierbij kunnen experimenten met zelfbeheer worden ondersteund.
Actieve betrokkenheid van bewoners De urgentie om de problematiek van de 70-er en 80-er jarenwijken in het kader van stedelijke vernieuwing aan te pakken is onveranderd. Met het vervallen van de rijksmiddelen (ISV) is de aanpak veranderd naar een vernieuwende organische werkwijze waarbij (maatschappelijke) partners en bewoners worden uitgenodigd om met concrete voorstellen ter verbetering van woningen en woonomgeving te komen; stedelijke vernieuwing op uitnodiging.
In 2013 is gestart met projecten om bewoners actief te betrekken bij hun leefomgeving en ruimte te bieden voor eigen initiatief en daardoor maatwerk in inrichting en onderhoud door eigen inzet. Daarbij bieden sommige projecten perspectief om burgers/partners uit te nodigen om met initiatieven tot revitalisering van de wijk te komen. Dit past in de aanpak stedelijke vernieuwing op uitnodiging. In 2016 wordt ook ruimte geboden voor experimenten waarbij bewoners door eigen inzet in het onderhoud middelen vrijspelen die door hen kunnen worden ingezet ten behoeve van de eigen buurt. Ook wordt ingezet op stimulering van verbetering van het eigen woningbezit hetgeen de leefbaarheid ten goede komt. In de stad komen ontwikkellocaties voor die als gevolg van de recessie langer dan bedoeld braak blijven liggen. Met tijdelijke inrichtings- en/of onderhoudsmaatregelen (bijvoorbeeld groenvoorzieningen, verharding, meubilair) wordt de beeldkwaliteit, totdat de ontwikkeling start, op een aanvaardbaar niveau gebracht en gehouden. Hierbij wordt ruimte geboden aan initiatieven vanuit de samenleving voor een tijdelijke inrichting en gebruik van deze terreinen. In het kader van het ‘werken in de wijk’ wordt gewerkt aan de integratie tussen het sociale en fysieke domein en het versterken van de gezamenlijke slagkracht van de wijkprofessionals en actieve bewoners op basis van een gedeelde analyse van de problematiek van de bewoners en een gedeelde aanpak , die aansluit op de eigen kracht en mogelijkheden van de bewoners. Efficiënte afvoer en duurzame verwerking van afvalstoffen Onder invloed van landelijke ontwikkelingen zal versneld worden ingezet op verdergaande afvalscheiding.
Programmabegroting 2016 – 2019
81
Wat gaan we daarvoor doen? Kwaliteit openbare ruimte op niveau houden Uitvoeren van het groot onderhoudsprogramma Op basis van het vijfjarig voortschrijdend meerjarenprogramma met een concreet werkplan per jaar wordt het groot onderhoud uitgevoerd en in beperkte mate herinrichting. Het gaat hierbij om de volgende aspecten: wegen, riolering, groenvoorzieningen, bruggen, gebouwde parkeervoorzieningen, water, openbare verlichting en speelvoorzieningen. Bewoners worden in een vroeg stadium betrokken bij keuzes in aanpassingen van de inrichting waarbij afstemming plaats vindt met de nieuwe aanpak van stedelijke vernieuwing. In 2016 zal het accent liggen op het nog integraler vormgeven van het Meerjarenplan Grootonderhoud (I-GOR) en het voortzetten van de vervanging van geluidsreducerende deklagen op de stadshoofdwegen. Deze werkzaamheden vinden plaats gedurende de periode 2014-2017. Ook wordt door hergebruik van materialen bijgedragen aan een duurzame leefomgeving. Uitvoeren van dagelijks onderhoud met ruimte voor zelfbeheer door inwoners Het uitvoeren van het dagelijks beheer en onderhoud van de wegen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, bruggen, viaducten en tunnels. Uitvoering vindt plaats op basis van wettelijke regelgeving en het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. In 2016 zal ruimte geboden worden aan experimenten op het gebied van zelfbeheer en reeds ingezette experimenten zullen worden geëvalueerd. Hierbij kan ook de zeggenschap over de inzet van middelen worden overgedragen. Herstructureren en onderhouden van de speelvoorzieningen Het uitvoeren van het dagelijks beheer en onderhoud van de gemeentelijke speelvoorzieningen (inclusief ondergronden). Uitvoering vindt plaats op basis van wettelijke regelgeving en het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. Het accent ligt op het uitvoeren van het door de raad vastgestelde speelruimtebeleid 2013 en het Meerjarenplan Grootonderhoud 2013-2017. De herstructurering wordt in nauw overleg met bewoners uitgevoerd waarbij nadrukkelijk samen met bewoners wordt gezocht naar de meest geschikte invulling van het speelruimte beleid. Reinigen van de stad Wij willen een nette stad. Dat doen we door het schoon houden (inclusief verwijdering zwerfvuil) van de openbare ruimte. De wegen en fietspaden worden geveegd, ook ten behoeve van de verkeersveiligheid, waarbij tevens de verharding onkruidvrij wordt gehouden zonder gebruik te maken van chemische onkruidbestrijding. Daarnaast worden afvalbakken geleegd en wordt zwerfvuil geruimd. Mede als gevolg van de afschaffing van statiegeld op plastic flessen (met uitzondering van grote frisdrankflessen, de zgn. PET flessen) in 2016, zullen in nauwe samenwerking met bewoners activiteiten en acties plaatsvinden om (extra) zwerfafval tegen te gaan. Verlichten van de stad De gemeente draagt zorg voor een goede openbare verlichting. Enerzijds ten behoeve van de verkeersveiligheid (op grond van wetgeving) en anderzijds ten behoeve van de ondersteuning van de sociale veiligheid en beleving. Uitvoering vindt plaats volgens het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. Komende jaren zal voor openbare verlichting het accent liggen op het vervangen van de verlichting door ledverlichting langs de stadshoofdwegen, gebaseerd op een rekenmodel waarbij de meest duurzame verlichting voor Lelystad wordt toegepast. Beheren van de begraafplaats Het beheer en dagelijks onderhoud van de groenvoorzieningen, infrastructuur en specifieke voorzieningen op de gemeentelijke begraafplaats en uitvoering van het proces van begraven. Uitvoering vindt plaats op basis van wettelijke regelgeving en het vastgestelde kwaliteitsniveau. Doel is het in stand houden van een representatieve begraafplaats die kostendekkend wordt geëxploiteerd. Gemeentelijke bossen & landschapsterreinen beheren voor recreatief gebruik Het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd conform het bosbeleidsplan waarbij recreatie het primaat heeft. Inzet is het vergroten van de leefbaarheid door aansluiting te geven bij de aard en karakter van de bosgebieden. Fauna buiten en binnen de stad ruimte bieden zodat de leefbaarheid van de stad en de natuurwaarden worden bevorderd. Natuurorganisaties en vrijwilligers participeren in het onderhoud en het doen van veldonderzoek.
Programmabegroting 2016 – 2019
82
Kwaliteit openbare ruimte op niveau houden (vervolg) Beheren water en stranden voor optimaal recreatief gebruik In samenwerking met provincie, Rijkswaterstaat en het waterschap wordt nagegaan hoe het beheer van ’t Bovenwater en strand Houtribhoogte het beste kan worden uitgevoerd, gericht op kwaliteit, veiligheid en ten dienste van het recreatief gebruik. Hierbij is bijzondere aandacht voor de beperking van overlast door blauwalg. Waterstelsel beheren gericht op doorstroming en recreatieve beleving Het beheren en onderhouden van watergangen en kunstwerken. Het in standhouden van de ‘afstroming’ ligt als beheertaak bij het waterschap. Het voldoen aan de beeldkwaliteit is een beheertaak van de gemeente. Het beheer en onderhoud van de kunstwerken is eveneens een gemeentelijke taak. Op basis van inspecties worden hiervoor de plannen voor dagelijks en groot onderhoud opgesteld.
Actieve betrokkenheid van inwoners maakt de vitale stad Het afhandelen van meldingen over het onderhoud in de openbare ruimte De wijkserviceteams worden ingezet bij het verhelpen van kleine problemen en afhandeling van meldingen volgens de afhandelingstermijnen zoals zijn vastgelegd in het contract van Lelystad. Inwoners kunnen een melding doen door gebruik te maken van de “MijnGemeente App” waardoor de melding direct in de werkvoorraad wordt opgenomen en terugmelding plaatsvindt over de afhandeling. De daadwerkelijke afhandeling zal minder ad-hoc worden uitgevoerd en meer worden ingepast in reguliere onderhoudswerkzaamheden. Het werken in de wijk wordt uitgevoerd door Stichting Welzijn. Naast de coördinatie van de sociale wijkteams komt meer de nadruk te liggen op het stimuleren van bewonersparticipatie. Revitaliseren oude wijken op basis van de aanpak stedelijke vernieuwing op uitnodiging Op 19 mei 2015 heeft de raad de nota Stedelijke Vernieuwing op Uitnodiging 2015-2018 vastgesteld. Op grond daarvan worden initiatieven van derden, gericht op de verbetering van de fysieke en sociale leefbaarheid in de door de gemeente geprioriteerde wijken, gefaciliteerd en ondersteund. Vooralsnog krijgen, vanwege de grote fysieke en sociale problemen, de Atol- en Zuiderzeewijk prioriteit. Jaarlijks wordt geëvalueerd en is herprioritering mogelijk. Uit de ROS, beklemd voor herstructurering bestaande wijken, wordt jaarlijks voor de periode 2015-2018, €50.000 onttrokken voor de proceskosten en €70.000 voor de financiële ondersteuning van initiatieven. Stimuleren actieve betrokkenheid en zelfwerkzaamheid van bewoners in de eigen buurt Door de projecten ‘Mensen Maken de Straat’ en ‘Kleine maatregelen in de openbare ruimte Atol en Zuiderzeewijk’ is in de afgelopen twee jaar een grote diversiteit aan buurtgerichte projectactiviteiten ontstaan op het terrein van leefbaarheid. Buurtinitiatieven waarin sociaal en fysiek samenvloeien en de eigen verantwoordelijkheid van bewoners centraal staat. Door de wijze waarop deze leefbaarheidsprojecten worden opgezet, wordt direct en indirect gewerkt aan een sterkere sociale structuur in de buurt. Bij de uitvoering zijn maatwerk en kleinschalige aanpak de sleutelwoorden. Met het nieuwe project/campagne ‘Mensen Maken de Buurt’ wordt de ingeslagen weg voortgezet. Tegelijkertijd zullen ook belangrijke verschuivingen plaatsvinden. Stapsgewijs wordt meer invulling gegeven aan een steeds grotere inzet en zeggenschap van de bewoners zelf, waarbij de gemeente faciliteert en participeert.
Programmabegroting 2016 – 2019
83
Actieve betrokkenheid van inwoners maakt de vitale stad (vervolg) Revitalisering van de Zuiderzee en de Atolwijk Het is de ambitie om de komende jaren de leefbaarheid samen met bewoners en betrokken organisaties verder te verbeteren middels onder meer de doorontwikkeling van de kluswinkel naar een plek waar mensen hulp kunnen vragen voor kleine klussen en gereedschap kunnen lenen, maar ook samen ideeën kunnen ontwikkelen en uitvoeren om huis, tuin en buurt op te knappen. Ook andere initiatieven zoals ‘oog voor de buurt ‘zullen ontwikkelen verder doorontwikkeld worden waarbij het vakmanschap in de wijk en mogelijk een grondstoffenbank tot de opties behoren. Bewoners ontwikkelen initiatieven als moestuinen, en schilderwerk van de woningen. Deze initiatieven kunnen verder uitgebreid worden. Bewoners nemen steeds meer het voortouw. De gemeente ondersteunt en faciliteert waar gewenst en nodig. De pilot NulopdeMeter, een propositie van bouwondernemingen om de particuliere woningen te verduurzamen tot nul op de meter, wordt voortgezet. Daarbij wordt nagegaan hoe bewoners, ook met beperkte financiële middelen, in kleine stappen hun huis kunnen verduurzamen. Faciliteren van de particuliere woningverbetering De gemeente ondersteunt eigenaar-bewoners in de Atol- en Zuiderzeewijk middels het bieden van laagrentende leningen ter verbetering van het casco van de woning. De aanpak van woningverbetering gaat hand in hand met verduurzaming en stedelijke vernieuwing op uitnodiging. Eigenaar bewoners die niet in aanmerking komen voor een laagrentende lening door bv financiële omstandigheden worden ook doorverwezen naar de kluswinkel, een initiatief in het kader van stedelijke vernieuwing op uitnodiging. Deze aanpak draagt bij aan het doel om de leefbaarheid van de wijken te verbeteren.
Efficiënte afvoer en duurzame verwerking van afvalstoffen Stimuleren hergebruik van huishoudelijk afval De afvalbeheerprestaties van gemeente Lelystad zijn weliswaar stabiel en vertonen een lichte daling van de hoeveelheid afvalstoffen per inwoner, maar stroken echter niet meer met de landelijke doelstellingen van 65% afvalscheiding in 2015, 75% in 2020 en 90% in 2025. Waar de hoeveelheid restafval per persoon in Lelystad nu nog circa 240 kg per jaar bedraagt, zal dit op basis van deze landelijke ontwikkelingen in 2020 nog maar 100 kg en in 2025 30 kg per persoon dienen te bedragen. Krachtige maatregelen zijn dus nodig zijn om deze landelijke doelstelling te kunnen benaderen. In het afvalbeleidsplan 2016-2019 zullen keuzes uitgewerkt worden die hun impact hebben op o.m. het scheidingspercentage, de kosten, de servicebeleving van inwoners. Daarnaast zullen we als aandeelhouder de bedrijfsvoering van HVC kritisch blijven volgen, met name waar het gaat om de risico’s die de gemeente mogelijk in financieel opzicht loopt. Beheren van het rioolstelsel en ontwateringsystemen Het beheren en onderhouden van de rioleringen, ontwateringsystemen en technische installaties ten behoeve van de inzameling en transport van afvalwater en overtollig regenwater. Doel is een betrouwbaar en solide rioolstelsel dat sober en doelmatig wordt onderhouden. De uitvoering vindt plaats op basis van wettelijke regelgeving en het door de raad op 30 juni 2015 vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan 2016 t/m 2021 (GRP 2016-2021). Op basis van een vijfjarig voortschrijdend meerjarenprogramma met een concreet werkplan per jaar wordt het groot onderhoud uitgevoerd. Voor het dagelijks beheer is in 2015 gestart met het opstellen van een rioolbeheerplan (RBP 2016-2021).
Programmabegroting 2016 – 2019
84
3.3.2 Goede en veilige verkeersverbindingen We willen de interne bereikbaarheid voor wat betreft doorstroming en veiligheid op niveau houden en goed laten aansluiten op de bovenstedelijke infrastructuur die in ontwikkeling is. Conform de landelijke afspraken en wettelijke doelen van het rijk is het gemeentelijk beleid gericht op terugdringing van het aantal ernstige ongevallen met doden en ernstig gewonden. De focus ligt daarbij op de stadshoofdwegen, fietsverkeer, schoolzones en verkeerseducatie. De huidige verkeersinfrastructuur blijft intact waarbij gestreefd wordt naar het verminderen van het areaal aan verkeers- en straatmeubilair. Terughoudend wordt omgegaan met het doorvoeren van aanpassingen van de infrastructuur. Bij het overwegen daarvan moet duidelijk zijn dat deze effectief bijdragen aan het verhogen van bijvoorbeeld de verkeersveiligheid zoals in de omgeving van scholen. Belangrijk in dit verband is het verbeteren van de verkeersveiligheid door houding en gedrag. Daarom wordt ook ingezet op voorlichting en educatie (veelal met inzet van vrijwilligers). Terughoudend wordt omgegaan met aanpassingen in de wijken. Het verbeteren van de verkeersveiligheid en bereikbaarheid zal vooral tijdens het uitvoeren van het groot onderhoud een plek moeten krijgen. Ook zal op dat moment worden nagegaan of het areaal aan bebording, ander verkeersmeubilair en overige verkeersmaatregelen kan worden verminderd, conform de door de raad aangenomen motie om het areaal deze bestuursperiode met minimaal 10% te verminderen. Ten aanzien van het fietsverkeer wordt ingezet op verbetering van de beeldkwaliteit van de openbare ruimte door regulatie van het fietsparkeren rondom het station en uitvoering van het fietsplan Stadshart. Met NS en ProRail wordt nagegaan hoe de stalgelegenheid rond het station verbeterd kan worden. Ten behoeve van de veiligheid worden de projecten uit de Nota Fietsen in Lelystad en het Fietsplan Stadshart uitgevoerd. Het openbaar vervoer wordt bekostigd uit de daarvoor bestemde doeluitkering verkeer en vervoer. In 2015 is het vervoeraanbod verminderd tot de ondergrens van de concessie. Na 2016 dreigen mogelijk nieuwe tekorten doordat de provincie een lagere bijdrage aan de gemeente uitkeert, terwijl de kosten van Arriva door de indexatie stijgen. Een heroriëntatie op de delegatie kan hierdoor noodzakelijk worden. Binnen het prestatieveld parkeren ligt de focus op een efficiënt parkeerbeheer, een goede parkeerbalans in relatie tot de voorziene ruimtelijke ontwikkelingen en het voorkomen van parkeeroverlast voor omwonenden van gebieden met betaald parkeren. Het samenwerken op het gebied van openbaar vervoer en verkeer in de MRA is belangrijk omdat de bereikbaarheid van Lelystad niet kan worden losgezien van die van de regio als totaal. Daarom wordt actief deelgenomen aan het inhoud geven van de Vervoerregio Amsterdam i.o. In 2016 zal besloten worden over deelname aan de gemeenschappelijke regeling vanaf 2017.
Programmabegroting 2016 – 2019
85
Wat gaan we daarvoor doen? Goede en veilige wegen in stand houden Bevorderen doorstroming en verkeersveiligheid stadshoofdwegen De doorstroming en verkeersveiligheid van de stadshoofdwegen wordt met tellingen, verkeersongevallendata en het verkeersmodel gemonitord. Mogelijke blackspots worden nader onderzocht. Lelystad is gebonden aan de landelijke doelstelling tot vermindering van doden en zwaargewonden in het verkeer zoals verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 2012 en de Nota Mobiliteit. De publicatie van lokale en regionale wegwerkzaamheden en verkeerskundige maatregelen rond evenementen op de gemeentelijke website (Local Traffic Control) wordt in 2016 voortgezet. Ter uitwerking van de met het rijk, provincie en Lelystad Airport gesloten convenanten wordt een uitvoeringsconvenant gesloten voor de HOV-route naar het vliegveld en aanleg van HOV-haltes. Deze worden voor 1 april 2018 gerealiseerd. De provincie draagt zorg voor de aanleg van de verbindings- en ontsluitingsweg langs het vliegveld naar de aansluiting Lelystad-Zuid van de A6. In 2016 wordt een beleids- en beheersplan verkeersregelinstallaties opgesteld. Uitvoeren efficiënte en duurzame gladheidbestrijding De gemeente heeft een wettelijke zorgplicht op het gebied van verkeersveiligheid ook onder winterse omstandigheden. In 2015 is de gladheidsbestrijding meerjarig aanbesteed, zodat deze met effect op een efficiënte en duurzame manier zal worden uitgevoerd. In een communicatieplan staat helder beschreven wat de weggebruiker wel maar vooral ook niet van de gemeente mag verwachten. Daarbij worden bewoners, instellingen en ondernemers gestimuleerd om te participeren in de gladheidbestrijding van de openbare plekken waar de gemeente niet bestrijdt, zoals trottoirs, winkelgebieden en schoolpleinen. Bevorderen veilig verkeer woonwijken en schoolzones Indien de verkeersveiligheid daartoe aanleiding geeft (her)ontwerp en realisatie infra-maatregelen wijkontsluitingswegen en woonstraten (erftoegangswegen), realisatie van veilige looproutes rond basisscholen en de afhandeling van bewonerswensen en -klachten. Waar mogelijk wordt samengewerkt met bijvoorbeeld schoolouders en omwonenden. Bevorderen veiliger fietsverkeer en optimaliseren stallingen in centrum Conform het fietsplan Stadshart wordt stalgelegenheid in de aanloopstraten gerealiseerd. Nader onderzoek wordt uitgevoerd naar het fietsparkeren rondom het station en met de NS en ProRail wordt overlegd over het toekomstige beheer van de stationsfietsenstalling en capaciteitsuitbreiding rondom het station. Ook wordt een start gemaakt met uitvoering van de eerste projecten uit de nota Fietsen in Lelystad. Een keuze moet gemaakt worden over de positie van de bromfiets en snelle (elektrische) fietsen (speedpedelecs) op het verkeersnetwerk. Op de belangrijkste fietsroutes worden jaarlijks tellingen gehouden. Uitvoeren fysieke verkeersmaatregelen; effectief en zo mogelijk met minder De uitvoering van het bewegwijzeringbeleid vindt plaats conform de Beleidsregels en uitvoeringskaders op bewegwijzering Lelystad 2015-2025, rekening houdend met de wettelijke bevoegdheden en taken van de NBd (Nationale Bewegwijzeringsdienst). Verkeersveiligheid wordt voor een belangrijk deel bepaald door gedrag. Daarom zullen we kwantiteit van verkeers- en straatmeubilair verlagen. Op grond van een op te stellen beleids- en beheersplan verkeers- en straatmeubilair zal hieraan uitvoering worden gegeven. In dit plan zal kritisch naar de verkeersborden en de hoeveelheid paaltjes in de stad gekeken worden conform de daartoe aangenomen motie van de raad (minimaal 10% minder deze bestuursperiode). Beleid wordt opgesteld voor buitenreclame, dat vervolgens dient als kader voor de aanbesteding van de nieuwe concessies voor sandwichborden, lichtmastreclame, europanels, billboards en abri’s. In het verleden zijn veel verkeersmaatregelen op verzoek van derden gerealiseerd. Deze worden bijvoorbeeld bij GO op nut, noodzaak en handhaafbaarheid beoordeeld. Wij willen het aantal nieuwe maatregelen beperken. Daarom wordt een beoordelingskader opgesteld waaraan verzoeken worden getoetst. In het kader van open overheid zullen vigerende verkeersbesluiten voor bewoners toegankelijk gemaakt via de gemeentelijke website.
Programmabegroting 2016 – 2019
86
Goede en veilige wegen in stand houden (vervolg) Verkeerseducatie faciliteren en gedragsbeïnvloeding stimuleren Gedragsbeïnvloeding en elkaar onderling aanspreken wordt steeds belangrijker als alternatief voor moeilijk handhaafbare verkeersmaatregelen. De verkeerseducatie wordt door de gemeente sinds 1994 uitgevoerd op basis van het convenant Decentralisatie Verkeersveiligheidsbeleid. De kosten worden volledig uit een provinciale bijdrage gedekt; nog niet bekend is of en hoe de provincie deze bijdrage voortzet na de overheveling van de BDU verkeer en vervoer naar het provinciefonds in 2016. Lelystad legt de nadruk op de doelgroepen kinderen, scholieren en ouderen conform het Nationaal strategisch plan verkeersveiligheid 2008-2020. Jaarlijks wordt een Lelystads ‘werkplan verkeerseducatie en gedrag’ opgesteld waarin de activiteiten vastgelegd worden. Er wordt zo veel mogelijk samengewerkt met vrijwilligers van o.a. VVN, Team Alert en de ANWB. Actualiseren en verhelderen uitgangspunten verkeer en vervoer De gemeente is wettelijk verplicht om het beleid van rijk, provincie en regio in lokaal beleid te verwerken. De Vervoerregio Amsterdam, waarin Lelystad participeert, zal in 2016 een strategisch kader verkeer- en vervoer (RVVP) opstellen. De gemeente zal een gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) met bijbehorend uitvoeringsprogramma opstellen. Dit dient mede als kader voor subsidieaanvragen bij de provincie, zoals vanaf 2016 noodzakelijk door het vervallen van de directe uitkering BDU verkeer. Het Handboek Mobiliteit, waarin de verkeerskundige normen beschreven staan, stamt uit 2002 en sluit onvoldoende aan bij ontwikkelingen en bewonersklachten op het gebied van verkeer. Ook de normen in het het KSP voor wegen stammen uit 2002. Daarom worden de ontwerpkaders wegen en verkeer geactualiseerd. In 2016 zullen de bebouwde komgrenzen geactualiseerd worden op basis van de wettelijke bepalingen en landelijke richtlijnen.
Goed openbaar vervoer in stand houden Uitvoeren openbaar busvervoer binnen de beschikbare BDU De gemeente voert de delegatie van de provincie uit van het busvervoer in Lelystad. Hiervoor is een concessie aan Arriva verleend tot eind 2021 met een optie tot twee jaar verlenging. Uitgangspunt van de lijnvoering is dat 90% van de huizen binnen de bebouwde kom binnen 450 meter hemelsbreed van een bushalte ligt. In 2015 is het vervoeraanbod verminderd tot het minimum uit de concessie. Na 2016 dreigen nieuwe tekorten door de lager wordende financiële bijdrage van de provincie en stijgende kosten van Arriva door indexatie. Mogelijk gaat de bevoegdheid met betrekking tot de concessie in 2017 over naar de nieuw op te richten Vervoerregio Amsterdam. Besluitvorming is nodig over hoe de gemeente omgaat met bewonersinitiatieven voor door vrijwilligers gereden buurtbussen. Met de provincie worden nadere afspraken gemaakt over de exploitatiekosten van de HOV-bus naar het vliegveld. De prestaties van Arriva worden gemonitord met steekproeven (mystery guests) en de landelijke OV-klantenbarometer. De OV-taken zullen belegd worden bij de Vervoerregio Amsterdam. Met de taxibedrijven wordt besproken of vanwege de ontwikkeling van het vliegveld een lichtregimetaxibeleid in Lelystad wenselijk is. Bushaltes aanpassen aan wettelijke (toegankelijkheids)eisen Conform wettelijke eisen (Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer), dienen bushaltes zo veel mogelijk toegankelijk te zijn voor visueel, fysiek en cognitief gehandicapten. De prioriteit ligt daarbij op vervoerknooppunten, haltes met veel reizigers en haltes nabij (voor de doelgroep) belangrijke voorzieningen. Van de belangrijkste haltes voldoen het busstation Centrum en het Ziekenhuis nog niet aan de toegankelijkheidseisen. Het busstation Centrum zal in 2016/2017 toegankelijk gemaakt worden in combinatie met de herinrichting ten behoeve van de HOV-halte en -route naar het vliegveld. De raad heeft eerder niet ingestemd met het verplaatsen van de haltes bij het Ziekenhuis. In dat voorstel was tevens uitgegaan van het beter toegankelijk maken van de haltes. Dat betekent dat deze situatie opnieuw onder de loep moet worden genomen.
Programmabegroting 2016 – 2019
87
Parkeren ondersteunt ruimtelijk-economische ontwikkeling Betaalbaar houden parkeren Stadshart De parkeerexploitatie Stadshart omvat het reguleren en exploiteren van het betaald straatparkeren (inclusief vergunningen) in/rond het stadshart, het Lelycentre en van de betaalde parkeergelegenheid in met een slagboom afgesloten parkeergarages en op met een slagboom afgesloten parkeerterreinen (Ziekenhuis en P6). Doel van de parkeerexploitatie is het faciliteren van het bezoek aan bovenstedelijke voorzieningen zoals het stadshart door het bieden van parkeervoorzieningen, zoals parkeergarages. Het parkeertarief moet daarbij in balans zijn met de kwaliteit van de voorziening zelf en de aantrekkelijkheid van het stadshart. Tevens wordt door het structureel uitvoeren van groot onderhoud de kwaliteit en conditie van de voorzieningen verbeterd zodat ook kan worden uitgegaan van een langere levensduur. Daarnaast zijn maatregelen genomen om het gebruiks- en betaalgemak te vergroten en wordt de straatbetaalapparatuur vervangen. De noodzakelijke maatregelen leiden tot aanpassing van de parkeerbelastingverordening en de parkeerverordening. Actualiseren uitvoeringswijze gehandicaptenparkeren De medische keuring voor gehandicaptenparkeerkaarten is met ingang van 2016 opnieuw aanbesteed en ondergebracht bij de Coöperatie Parkeerservice. De levering van zowel gehandicaptenparkeerkaarten als gehandicaptenparkeerplaatsen wordt kostendekkend uitgevoerd, daarom zijn bijvoorbeeld de te treffen fysieke maatregelen versoberd. Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen en plaatsen op kenteken worden nabij de relevante bestemming gerealiseerd, echter wel langs wegen en dus niet in bijvoorbeeld voetgangersgebieden.
Programmabegroting 2016 – 2019
88
3.3.3 Duurzame leefomgeving Sinds het midden van de 20ste eeuw heeft onze welvaart een sterke vlucht genomen. Onze huizen zijn groter en comfortabeler, onze medische zorg is goed, onze consumptie neemt toe. Onze collectieve welvaartsstijging is een verworvenheid waar we liever geen afstand van doen. Het besef dat deze verworvenheden ook een keerzijde hebben, wordt echter sterker. Begin jaren 70 van de vorige eeuw is voor het eerst duidelijk geworden dat er grenzen aan de groei zijn. De hogere concentraties van het broeikasgas CO2 warmt de aarde langzaam maar zeker op en dit heeft allerlei consequenties voor maatschappelijke en economische structuren. De ontdekking dat de voorraden olie en andere fossiele energiedragers snel begonnen af te nemen, was ook een belangrijke reden om de bakens te verzetten en samen te werken aan een energietransitie richting een duurzame volhoudbare energiehuishouden. Ook op het gebied van biodiversiteit en water worden de gevolgen gevoeld. Dit vraagt om een andere manier van denken en handelen teneinde te komen tot een meer duurzame ontwikkeling. Lelystad kijkt hier als volgt naar:
“Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”
Lelystad ziet een verantwoordelijkheid en een rol voor zichzelf om duurzame ontwikkeling te stimuleren. Dit is de basis voor gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. Maatschappelijke trends en ontwikkelingen geven aanleiding om het huidige beleid en de gemeentelijke rol hierbij te herijken en een nieuwe integraal beleidskader duurzaamheid vast te stellen. We willen in Lelystad een duurzame en milieuvriendelijke leefomgeving in stand houden. Daarnaast willen we nieuwe stappen zetten in de duurzame ontwikkeling van onze stad. Een ambitieuze doelstelling heeft de raad al vastgesteld: Lelystad is energieneutraal (ex. mobiliteit in 2015). Daarnaast zijn nog een aantal andere doelstellingen opgenomen in de kadernota Duurzaamheid waaraan de komende jaren gewerkt gaat worden. Ten tijde van opstellen van de programmabegroting kent de kadernota duurzaamheid nog een concept-status en zijn hierin de volgende doelstellingen opgenomen: 1. Energie: minder energieverbruik en opwekken meer duurzame energie 2. Afval: meer scheiding en minder restafval 3. Voedsel: meer consumptie van lokaal duurzaam geteelde producten 4. Beheer en ontwikkeling: milieuvriendelijk beheer en duurzaam bouwen en renoveren 5. Mobiliteit: minder uitstoot van schadelijke stoffen en meer gebruik van milieuvriendelijke alternatieven 6. Onderwijzen en ondernemen: meer kennis over duurzaamheid en deze verankeren in beroepsopleidingen en het bedrijfsleven Nodig is een bewuste houding die gericht is op zorgvuldig gebruik van grondstoffen, hergebruik van materialen, en voorkomen van verspilling. De gemeente heeft hierin een voorbeeldfunctie. Na vaststelling van de kadernota Duurzaamheid eind 2015 wordt in 2016 een uitvoeringsprogramma opgesteld. Een duurzame leefomgeving realiseren en in stand houden, gaat niet vanzelf. Een aspect daarbij is ook de vergunningverlening en handhaving van de wet- en regelgeving. In dit kader gaat het over onder meer de WABO, milieuwetgeving en de algemene plaatselijke verordening (APV). De milieuhandhaving wordt gezamenlijk vormgegeven en uitgevoerd door de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek (OFGV). Voor Lelystad worden ook de taken op het gebied van brandveilig gebruik door de OFGV uitgevoerd.
Programmabegroting 2016 – 2019
89
Wat gaan we daar voor doen? Duurzamer maken van (de gemeente) Lelystad Opstellen beleidskader en uitvoeringsplan ‘Duurzaam Lelystad’ Na uitgebreide participatie wordt eind 2015 de kadernota Duurzaamheid ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. De kadernota biedt een integraal kader voor duurzame ontwikkeling van de stad, gericht op het bereiken van een evenwichtige balans tussen people, planet en profit. Na vaststelling worden de kaders in een uitvoeringsplan vertaald. De verwachting is dat dit in april 2016 gereed is, waarna gestart wordt met de uitvoering. Bevorderen duurzaamheid in brede zin Adviseren en acteren op vragen, kansen en mogelijkheden om Lelystad te verder te verduurzamen. Hierbij wordt ook synergie gezocht met de activiteiten binnen de provincie, de MRA en de G32 fysieke pijler. Duurzaam denken en duurzaam handelen / voorbeeldfunctie van de gemeente In 2016 wordt onderzocht hoe de organisatie zich kan bekwamen in duurzaam denken en handelen. Energie(neutraal) maken van Lelystad Vooruitlopend op de kadernota en het uitvoeringsplan werk maken van energieneutraal maken van Lelystad op het gebied van wind en zon: Regioplan Windenergie Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. Aan de Kadernota Duurzaamheid wordt een concreet uitvoeringsprogramma gekoppeld dat onder meer invulling geeft aan de transitie naar een energieneutraal Lelystad in 2025. Samen met provincie Flevoland, Zeewolde en Dronten wordt de structuurvisie “Regioplan Windenergie Zuidelijk en Oostelijk Flevoland” opgesteld. Dit plan biedt ruimte voor het opschalen en saneren van de bestaande windturbines in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. Zonnepanelen op gemeentedaken In MRA verband wordt uitvoering gegeven aan het project zonnepanelen op gemeentedaken. Uitvoeren van milieubeleid in brede zin Vertalen van Europese, Landelijke en Regionale wet- en regelgeving naar lokaal beleid inclusief advisering bij gemeentelijke plannen en initiatieven van derden. Beleidsvorming voor archeologie, geluid, bodem en ondergrond, luchtkwaliteit, externe veiligheid en klimaat. Handhaven vastgestelde geluidsnorm De wijziging op de landelijke geluidswetgeving (SWUNG II) wordt geïmplementeerd aan de hand van een vijfjaarlijkse (monitoring) rapportage van de feitelijke geluidontwikkeling. Deze wijziging zal opgaan in de nieuwe Omgevingswet naar verwachting in 2018. In Lelystad geldt nu de norm van geen geluidsniveaus boven 58 dB (= Lelystads maximum) voor de eerstelijns bebouwing (bestaande bouw) langs buitenring en radialen voor de periode 2010-2015. In 2015 zijn nieuwe berekeningen uitgevoerd ter herijking van deze vastgestelde waarde. Met de rekenresultaten wordt bezien in hoeverre de vastgestelde waarde van 58 dB nog toereikend is of dat deze waarde nog aanpassing behoeft voor de periode 2016-2020. Na de inwerkingtreding van SWUNG II zal gekeken moeten worden naar de eventuele consequenties voor het geluidbeleid.
Uitvoeren beleid luchtkwaliteit Eind 2015 loopt de subsidieregeling voor de NSL maatregelen af. Bekeken wordt welke maatregelen nog binnen deze regeling uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast blijft luchtkwaliteit punt van aandacht bij beleidsadvisering gezien de ontwikkeling van aanvullende normstelling (toevoeging norm PM2.5 voor fijnstof) en het opgaan van de regelgeving in de nieuwe Omgevingswet. Doel blijft het behouden van de luchtkwaliteit op het niveau van 2007.
Programmabegroting 2016 – 2019
90
Uitvoeren bodembeleid Interne en externe (beleids)advisering rond bodem en ondergrond vraagt continu inzet. Er zal steeds aandacht moeten zijn voor reeds ingezette gewenste en ongewenste ontwikkelingen in de ondergrond, bijvoorbeeld voor bodemenergie en schaliegas. De provinciale nota Duurzaam gebruik van de ondergrond moet worden betrokken bij ons beleid, de komende invoering van de Basisregistratie Ondergrond vraagt capaciteit, bodeminformatie wordt actueel gehouden en ontsloten, bij grondverzet kunnen meer kansen benut worden die ons bodembeleid biedt. Onder de Omgevingswet worden bodemtaken overgedragen van provincie naar gemeenten, dit vraagt aandacht. De effecten van de Nota Bodembeheer worden gevolgd, waar nodig wordt dit extra onder de aandacht gebracht bij gebruikers. Toezicht en handhaving op grondverzet wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV). De bodemkwaliteitskaart verloopt in 2017, deze zal in 2016 herzien moeten worden.
Verlenen van vergunningverlening, houden van toezicht en handhaving van de regels Integrale handhaving Een gezonde, leefbare en veilige leefomgeving in Lelystad is van ons allemaal. Het is dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid er op toe te zien dat deze leefomgeving zijn kwaliteit behoudt. In de nota integrale handhaving is de wijze uitgewerkt waarop wij gezamenlijk toezicht willen houden en handhaven. Deze nota omvat het integraal handhavingsbeleid op alle thema’s in het fysieke en sociale domein waar de gemeente bevoegd toe is of in participeert. Belangrijk is dat kennis en ervaring wordt gedeeld tussen de verschillende disciplines van handhaving zodat coherent wordt opgetreden. Daarom wordt de onderlinge communicatie verder uitgebouwd mede door een centrale registratie en beschikbaarstelling van gegevens. Uitvoeren omgevingswetgeving en overige wetten Het uitvoeren van bouw- en woningtoezicht inclusief het toezicht op kamerverhuur/opsporing illegale huisvesting. Tevens het uitvoeren van evenemententoezicht en uitvoering drank- en horecatoezicht. Handhaving door Juridische controlling, check aan vergunningen, juridisch vervolg op overtredingen van vergunningen en regels (Handhaving van WABO, Drank en Horecawet, Wet kinderopvang, Kamerverhuur, APV, Welstandadvisering, bestemmingsplannen (Wro),Winkeltijdenwet). Zowel toezicht als handhaving worden uitgevoerd op basis van het jaarlijks geactualiseerde HandhavingsUitvoeringsProgramma (HUP). Uitvoeren milieuwetgeving De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) verzorgt sinds 1 januari 2013 milieutaken en brandveilig gebruik op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Onder de taken van de omgevingsdienst vallen: het uitvoeren van de (coördinatie van)milieutoezicht, toezicht op brandveilig gebruik, het behandelen van milieuklachten en de toezicht op bodemkwaliteit. Daarnaast ook het juridisch vervolg op overtredingen brandveilig gebruik en milieu. Houden toezicht en handhaven afvalstoffen en openbare ruimte Het houden van toezicht en eventueel optreden tegen ongeoorloofd gebruik van de openbare ruimte in strijd met wettelijke bepalingen (APV, afvalstoffenverordening, wet Milieubeheer en dergelijke) op basis van het jaarlijks geactualiseerde HandhavingsUitvoeringsProgramma (HUP). Uitvoeren algemeen toezicht Het algemeen toezicht levert een bijdrage aan het schoon en veilig houden van de stad. Het Werkbedrijf Lelystad B.V. wordt ingezet bij de uitvoering van het algemeen toezicht in de stadscentra en de wijken. Het toezicht betreft zowel preventief toezicht als handhaving van de APV, een deel van de Wegenverkeerswetgeving en de Afvalstoffenverordening.
Programmabegroting 2016 – 2019
91
3.4 Sterke stad
Vigerende beleidsnota's -
Meerjaren Prognose Grondbedrijf (MPG) 2014 Notitie Ontwikkeling Stad 2014 Actualisatie Strategisch acquisitiebeleid Lelystad (vastgesteld 2014) Lichte actualisatie Structuurplan Lelystad 2015/Structuurvisie Lelystad 2023 Actualisatie cultuurnota 2013 – 2016 Masterplan stadshart 3.0 Rapport prof. Tordoir "Citymarketing Lelystad strategische focus en synergie (mei 2013) Grip op de Toekomst, Prof. Dr. P.P. Tordoir, mei 2012 Economisch Perspectief Lelystad, Routes naar stedelijke en regionale synergie, Prof. Dr. P.P. Tordoir, juni 2011 Kadernota Grondbeleid (vastgesteld 2012) Grondexploitatie stadshart 2012 Meerjarenbouwprogramma 2011 – 2015 Verordening startersleningen Lelystad 2015 Strategisch Marketing Plan 2008 - 2020 Winkelstructuur Lelystad 2020 (vastgesteld 2011) Structuurvisie locatiebeleid gemeente Lelystad 2013 – 2025 (bij vaststelling komt Winkelstructuur Lelystad 2020 te vervallen) Kaderstelling Kampeernota Lelystad 2008 en Uitvoering kampeerbeleid 2010 Naar een sterke economie in Lelystad (vastgesteld 2003) Nota kantorenmarkt 2011 - 2014 Programma Wonen, Welzijn en Zorg 2005- 2015 Woningmarktmonitor 2010 Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) Procesbeschrijving Leegstandwet Thermometer sociale woningmarkt Beleidsregel ‘kamerverhuur in Lelystad’ Beleidsregel woningsplitsing Lelystad Convenant kamerverhuur Lelystad Verordening particuliere woningverbetering Lelystad Zuiderzeewijk en Atolwijk 2010 Convenant Stichting Harmonisch Wonen 2011 - 2014 Lokaal akkoord 2010-2013 gemeente Lelystad - Centrada Masterplan versnelde groei (vastgesteld 1996) Lelystad, een vitale woonstad, een publieksnotitie (2009-2014) Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad 2010 Nota Toerisme en Recreatie (2006)
Perspectief sterke stad “Lelystad is een economisch, ruimtelijk en sociaal aantrekkelijke stad in de Metropoolregio. Binnen de Metropoolregio onderscheidt Lelystad zich door haar suburbane karakter, aantrekkelijk voor mensen die betaalbare woningen en een ruime woonomgeving zoeken. Lelystad is een prima vestigingsplek voor toekomstige bewoners en bedrijven. Een stad om in te wonen, te ondernemen, te werken, te winkelen en te recreëren. Een stad met een levendig stadshart, op het kruispunt van wegen tussen west, oost en noord Nederland en een positief imago.”
Programmabegroting 2016 – 2019
92
De twee voor alle programma’s overstijgende transities worden voor het programma volgt vertaald: Transformatie naar een participerende overheid Meer nadruk op gedeelde verantwoordelijkheid voor de (toekomst van) de inwoners, de maatschappelijke organisaties, bedrijven, marktpartijen Voorbeelden van partnerschap/participatie zijn onder meer: uitvoering structuurvisie en meer aandacht voor ‘civil economy’. Transformatie naar een duurzame ontwikkeling Meer aandacht voor de verduurzaming van de economie (zoals voor civicblauwe economie).
Sterke Stad als
stad van zowel en gemeente. geactualiseerde
, circulaire - en
Het programma Sterke Stad kent twee specifieke transities, en wel: Een transformatie van de werkgelegenheidsstructuur; van een werkgelegenheidsstructuur sterk gebaseerd op de publieke dienstverlening (overheid en zorg) naar een werkgelegenheidsstructuur meer gebaseerd op duurzame industriële productie, handel en logistiek, aangevuld met werkgelegenheid binnen recreatie en toerisme en kleinschalige initiatieven. De positie van het stadshart als dynamisch centrum is van belang. Het industrieellogistiek profiel ligt verankerd in de geografie (centrale ligging en veel ruimte). De terugkeer van de maakindustrie in Nederland en de ontwikkeling van het composieten cluster in Flevoland biedt kansen om de noodzakelijke transitie naar kleinschalige duurzame initiatieven te realiseren. Transformatie van een op zichzelf staande ‘polderstad’ naar een netwerkstad in de regio Lelystad is functioneel onderdeel (daily urban system) van MetropoolRegio Amsterdam (MRA). De kansen van de stad zijn sterk afhankelijk van de positie binnen de MRA-regio. De afgelopen jaren heeft de economische crisis harde klappen uitgedeeld. De groei van de stad is gestagneerd. Pas het laatste half jaar komt de huizenmarkt langzaam weer op gang. In deze situatie kiest het college voor behoedzaamheid. Onze leidraad voor de transities binnen programma Sterke Stad is dan ook: De dominantie van de ontwikkelkansen van de stad verruilen voor een balans van kwalitatieve groei en toekomstvaste ontwikkeling. Kwaliteit boven kwantiteit; niet de aantallen, maar het versterken van de bestaande kwaliteit, mensen maken de stad, verbinden groen, water, rust en ruimte en inzetten op ‘from space to place’ (ruimte betekenis geven als verblijfplek). Uitgaan en benutten van de kansen (overvloed) in plaats van de problemen (schaarste) Complementair denken en handelen in regionaal verband, ‘borrowed size’ ( lenen van de kracht van nabije buren door goede verbindingen), vraaggericht vanuit de markt(partijen), aansluiten op maatschappelijke initiatieven en ruimte geven aan burgerparticipatie. Meer denken vanuit derde partijen en maatschappelijke netwerken; zij zijn veelal initiatiefnemers. Rol overheid is faciliterend (bijvoorbeeld garantstelling bij voorfinanciering).
Programmabegroting 2016 – 2019
93
Dim schema
Programmabegroting 2016 – 2019
94
Programmabegroting 2016 – 2019
95
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Meerjarenram ing
Begroting Program m a 4: Sterke stad
2017
2018
2019
-7.301
-11.802
-12.336
-11.534
-555
-555
-555
-485
-8.056
-8.019
-7.949
-7.899
2016
Geraam de resultaat voor bestem m ing Lasten PG41 Ontw ikkeling tot netw erkstad PG42 Meer w erkgelegenheid PG43 Aantrekkelijker Woonstad PG44 Sterker Imago Totaal Lasten
-1.633
-1.633
-1.633
-1.633
-17.545
-22.008
-22.472
-21.550
6.361
10.910
12.146
10.585
857
857
807
807
7.218
11.767
12.953
11.392
-10.327
-10.241
-9.519
-10.158
-535
-542
-1.244
-486
-535
-542
-1.244
-486
70
Baten PG41 Ontw ikkeling tot netw erkstad PG43 Aantrekkelijker Woonstad Totaal Baten Totaal Geraam de resultaat voor bestem m ing Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Lasten PG41 Ontw ikkeling tot netw erkstad Totaal Lasten Baten PG41 Ontw ikkeling tot netw erkstad
40
PG42 Meer w erkgelegenheid
70
70
PG43 Aantrekkelijker Woonstad
76
76
Totaal Baten Totaal Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Geraam de resultaat na bestem m ing
Programmabegroting 2016 – 2019
186
146
70
-349
-396
-1.174
-486
-10.676
-10.637
-10.693
-10.644
96
Wat willen we bereiken? Programma 4
Sterke stad Sterke stad 4.1 Ontwikkeling tot netwerkstad Stevige positie in de MRA Indicator: Toename van het aandeel voltijdbanen diedeel uitmaken van het industrieel-logistiek profiel naart 48% in 2018 (42% in 2013 en 44% in 2014). Bron: Prov. Flevoland. Betere verbindingen Indicatoren: Handhaven van het percentage Lelystedelingen dat van mening is ’Vanuit Lelystad kan ik met de auto overal makkelijk naar toe’ op het niveau van 2012 en wel op 86%. in 2018) Bron: Burgerpeiling BLD-OS. Stijging van het percentage Lelystedelingen dat van mening is ‘Vanuit Lelystad kan ik met het openbaar vervoer overal makkelijk naar toe’ naar 63 % in 2018 (57% in 2012) Bron: Burgerpeiling BLD-OS. (Nieuwe cijfers Beeld van Lelystad komen voor eind 2015 beschikbaar)
LELYSTAD IS EEN ECONOMISCH, RUIMTELIJK EN SOCIAAL AANTREKKELIJKE STAD IN DE METROPOOLREGIO . ESterker EN 4.4 Imago 4.3 Aantrekkelijke woonstad 4.2 Meer werkgelegenheid PRIMA PLEK OM TE WONEN, TE ONDERNEMEN OF TE WINKELEN EN TE RECREËREN. Sterkere economische structuur Indicatoren: Stijging van het aantal voltijds arbeidsplaatsen in Lelystad naar 32.000 in 2018. (28.750 in 2013, 28.929 in 2014) Bron: Provincie Flevoland Stijging van het aantal werkzame personen in de horeca-recreatieve sector met 2% per jaar ten opzichte van 1935 in 201) naar 2135 in 2018 (2104 in 2014) .Bron: Provincie Flevoland. Vergroten aantrekkelijkheid ondernemersklimaat Indicator: De laatste jaren is monitor MKB gebruikt, maar onbetrouwbaar gebleken. Zoektocht naar een betere indicator loopt.
Programmabegroting 2016 – 2019
Ontwikkeling kwaliteit woonmilieus Indicator: Meer vraaggerichtheid en verduurzaming woningvoorraad (verder nog uit te werken in de nieuwe woonvisie) Dynamischer stadshart Indicatoren: Stijging van het aandeel inwoners dat van mening is dat het stadshart gezellig is; naar 24% in 2018 (19% in 2012) ). Bron: burgerpeiling BLD-OS Het rapportcijfer van 6,5 in 2011 voor ‘vrijetijds-voorzieningen’ in de stad vasthouden (in 2013 6,4). Bron: burgerpeiling BLD-OS Minimaal handhaven van de tevredenheid onder inwoners over het aanbod van culturele voorzieningen in Lelystad. Niveau 2015 58% (zeer) tevreden. Bron: LSG cultuur BLD-OS
Meer waardering voor Lelystad onder inwoners en bedrijven in deMRA Indicator: Stijging van gemiddeld schaalscore ‘imago Lelystad’ onder omwonenden ( 5,9 in 2012) richting gemiddeld schaalscore ‘identiteit Lelystad’ onder inwoners ( 7,0 in 2012). Bron: Burgerpeiling Intomart/BLD-OS. Vergroten van bekendheid Lelystad Indicator: Stijging van gemiddeld schaalscore ‘bekendheid Lelystad’ onder omwonenden: 5,1 in 2012 naar 5,6 in 2018. Bron: Burgerpeiling Intomart/BLD-OS. Meer stadstrots Indicator: Stijging van het aandeel inwoners dat van mening is dat Lelystedelingen trots zijn op hun stad naar 50% in 2018 (49% in 2012). Bron: Burgerpeiling Intomart/BLD-OS. (Nieuwe cijfers Beeld van Lelystad komen voor eind 2015 beschikbaar)
3.4.1 Ontwikkeling tot netwerkstad Het is een bewuste keuze om in te zetten op de ontwikkeling tot een netwerkstad in de MRA-regio. Vanuit het reguliere beleid worden wel de andere mogelijke kansen en ontwikkelingen in de regio in de gaten gehouden (zoals richting Zwolle en Kampen via de Hanzelijn monitor en de ontwikkelingen in Noord-Holland). Hiervoor zetten wij in op: Stevige positie in de MRA regio Binnen de MetropoolRegio Amsterdam (prioriteiten nationale beleid en streven naar 5de plaats in Europa) spelen wij in op de kansen voor de ontwikkeling van Lelystad. Het blijft van essentieel belang onze deelname aan de MRA sterk te verankeren, met name voor de ontwikkeling van onze twee belangrijkste economische motoren, de luchthaven Lelystad Airport en de binnenhaven Flevokust. Zonder de overige clusters uit het oog te verliezen, waaronder Toerisme, Energie, Life Sciences & Health en het uitbaten van de Oostvaardersplassen tot Nationaal Park vallen. Betere verbindingen Lelystad ligt op het kruispunt van allerlei verbindingen; schakelfunctie en ontwikkeling als vervoersknooppunt (zowel over de weg, het spoor, water en de luchtverbindingen). Versterken van de strategische ligging van Lelystad wordt bereikt door het optimaal benutten van de huidige verbindingen (A6, vaarroute Amsterdam – Lemmer en Hanzelijn), het versterken van de interne hoofdverbindingen en het realiseren van de toekomstig gewenste verbindingen (Airport Lelystad en N23). Door intensief in te zetten op het verbeteren van de bereikbaarheid van Lelystad, versterken we de positie van de stad als vestigingsplaats voor bedrijven en vergroten we de arbeidsmarktregio voor Lelystedelingen. Daarnaast spelen wij in op de kansen die de verbetering van de regionale bereikbaarheid biedt, zoals het steeds beter benutten van Schiphol en het centrum van Amsterdam en via de Hanzelijn voor onze samenwerking met de Zwolle en Kampen. Om de toeristische kansen te benutten draagt het inzetten op goede verbindingen over land en water bij tot het toeristisch netwerk waarin Amsterdam de spil is. Verbindingen over water ten behoeve van bijvoorbeeld de watersport, riviercruisevaart en de motorchartervaart. Maar ook goede verbindingen met het openbaar vervoer zijn noodzakelijk. Faciliteren ontwikkeling stad Wij willen voorbereid zijn en flexibel in kunnen spelen op economische ontwikkelingen in het belang van de ontwikkeling van de stad.
Programmabegroting 2016 – 2019
98
Wat gaan we daarvoor doen? Stevige positie in de MRA regio Deelname aan MRA-netwerken Lelystad participeert direct in het MRA-PRO (RO, Verstedelijking/woningbouw, Duurzaamheid, Landschap), het MRA-PRES platform (Economie) en het MRA-PBM (Platform Bereikbaarheid Metropoolregio Amsterdam) en maakt bestuurlijk deel uit van de Stadsregio Amsterdam. PRES De regionale samenwerking wordt door alle deelnemers de komende jaren steviger neergezet. De terreinen waarop regionaal wordt afgestemd en samengewerkt, breidt zich uit. Werd enkele jaren samengewerkt op het terrein van Bedrijventerreinen en kantorenplanning (Plabeka) alsmede de Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam. Thans gebeurt dit ook op de terreinen Toerisme (inclusief Cultuur), Hotelbeleid, Internationale Vastgoed Marketing, monitoren van de Arbeidsmarkt. Mogelijk wordt tevens het onderwerp Detailhandel toegevoegd. Inmiddels nemen ook de intensiteit van de werkzaamheden van Amsterdam Economic Board (AEB) toe. Hierin wordt op MRA-schaal samengewerkt door Bedrijfsleven, Kenniswereld en Overheden. Steeds vaker leidt dit tot de start van projecten binnen de kernclusters van de MRA/AEB. Lelystad is aangesloten/zal aansluiten bij de clusters Tafel Ruimte en Infra van Amsterdam Logistics Board (ALB), AgriFood, Life science, Internationale vastgoed marketing, Toerisme en congressen (startfase). Om vanuit de Oostflank van de MRA sterker in de schoenen te staan, wordt de samenwerking met Almere geïntensiveerd. PRO Het ruimtelijk ordeningsspoor van de MRA kent thans twee belangrijke thema’s: Duurzaamheid en het MRAOntwikkelingsbeeld (inmiddels omgedoopt tot De MRA-Agenda). Op beide thema’s levert Lelystad inzet en zoeken we naar aansluiting met bijvoorbeeld ons eigen duurzaamheidsbeleid. De uitdaging wordt om eventuele Lelystadse initiatieven zo mogelijk te koppelen aan de MRA-schaal en de discussies in het kader van Metropolitan Area PBM Sinds kort is Lelystad ook vertegenwoordigd in het PBM. Belangrijke thema’s waarop vanuit Lelystad ingezet wordt, zijn de bereikbaarheid van Lelystad, met name in relatie tot de ontwikkeling van Lelystad Airport en de binnenhaven Flevokust. Nieuw Spoor: GOVERNANCE Meer en meer komt de institutionele organisatie rond het ruimtelijk-economisch systeem van de MRA ter sprake. Inmiddels zijn verschillende governance-modellen besproken op burgemeestersniveau. De komende periode zal dit extra aandacht krijgen. Thans is het governance-model van de MRA te typeren als een samenwerkingsverband gebaseerd op vrijwilligheid: “coalition of the willing”. Met het eindigen van kaderwetgebied Stadsregio Amsterdam, wordt dit de komende jaren urgent. Dit alles betekent een toename van het urenbeslag voor Lelystad. Het is de verwachting dat de komende jaren ook een verhoging van de Lelystadse bijdrage aan het Regionale Budget van de MRA aan de orde komt. Samenwerking en gezamenlijke agenda met Almere en provincie Flevoland - Opstellen en uitvoeren van een gezamenlijke economische agenda - Inzetten op de Floriade als gezamenlijk regionaal evenement (met spin off voor Lelystad) De samenwerking en afstemming vindt plaats/wordt gezocht op de thema’s: Handel en Logistiek High Tech Materials and Systems (bijvoorbeeld Composieten) Energie Life Science & Health, Lelystad Airport Agrifood Toerisme
Programmabegroting 2016 – 2019
99
Betere verbindingen Verbetering van alle vervoersstromen voor personen en goederen - Met Rijkswaterstaat en de provincie wordt gewerkt aan de verbetering van de landzijdige bereikbaarheid van Lelystad Airport: nieuwe afslag A6, nieuwe verbindingsweg tussen A6 en de luchthaven, HOV-route NS-station – luchthaven. - Verbreding A6 richting Almere en verbetering N23 (Dronten-Roggebotsluis-Kampen),, zowel voor personen als goederen - Meer treinen (hogere frequentie) vanuit Lelystad naar Amsterdam-Zuid/Schiphol vanaf 2017 en verbetering nachttreinen. - Inzet om te komen tot één kaartje voor toeristen en combi-abonnement voor forenzen binnen de Vervoerregio Amsterdam. Versterken positie in vervoerregio Actief wordt deelgenomen aan het inhoud geven van de Vervoerregio Amsterdam (in het kader van het versterken van de samenwerking op het gebied van verkeer en vervoer met Almere en de Stadsregio Amsterdam). In 2016 zal Lelystad besluiten over de deelname aan de gemeenschappelijke regeling Vervoerregio vanaf 2017 (zie ook programma 3.2).
Faciliteren ontwikkeling stad Behartigen van belangen Lelystad in landelijke netwerken (G32 en VNG) Voor de landelijke en grootstedelijke ontwikkelingen en problemen op het gebied van wonen, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing vindt samenwerking in G32 en VNG verband plaatst ten behoeve van strategie- en kennisontwikkeling en lobbyen. Waar gewenst en mogelijk wordt ook samengewerkt met ministeries, kennisplatform 31, de G4 en koepelorganisaties als Aedes en de Woonbond. Belangrijke samenwerkingsdossiers zijn: omgevingswet, invoering van de nieuwe woningwet, betaalbaarheid en beschikbaarheid van het wonen, stedelijke vernieuwing en huisvesting statushouders en duurzaamheid. Kansen voor nieuwe initiatieven Voor nieuwe initiatieven willen we een sneller doorlooptijd met een integrale beleidstoets realiseren. Hieraan wordt gewerkt door een projectgroep en stuurgroep. In 2016 wordt gewerkt met het loket nieuwe initiatieven. Het loket verzorgd een proces waarbij plannen van initiatiefnemers met een snelle doorlooptijd (van maximaal twee weken) een integrale advies krijgen. Dit wordt voorgelegd aan de stuurgroep nieuwe initiatieven met een voorstel voor vervolgstappen. - Belemmeringen voor nieuwe initiatieven wegnemen (ontregelen en lobby) - Meer ruimte bij aanbestedingen voor het MKB - Ondersteunen van kansrijke initiatieven (extra inzet/prioritering eigen organisatie) - Daar waar mogelijk vestigingsvoorwaarden optimaliseren. Opstellen, coördineren en uitvoeren Strategisch ruimtelijk en economisch beleid - Formuleren, monitoren en actualiseren strategisch ruimtelijk beleid (onder meer uitvoering actualisatie structuurvisie) - Afstemming ruimtelijk economisch beleid met andere partijen c.q. beleidsvisies van andere partijen; verwacht wordt dat de komende periode de uitwerking van de provinciale visie werklocaties aan de orde is. Daarnaast is in het provinciale coalitieakkoord aangekondigd dat voor de provincie een nieuwe omgevingsvisie wordt opgesteld. Dit is de opvolger van het Omgevingsplan 2006. Het Lelystadse vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven verdient permanente aandacht. Met binnenkort de beschikking over een binnenvaarthaven en een luchthaven wordt de logistieke positie en de concurrentiekracht van ondernemers versterkt en betekent dit een verbetering van het vestigingsklimaat. Van belang voor het op peil houden van het vestigingsklimaat is tevens de zorg om de kwaliteit van werklocaties (bedrijventerreinen, kantorenlocaties, en steeds vaker ook informele werklocaties) van belang. Daarnaast dient de informatievoorziening en dienstverlening aan ondernemers goed te zijn. Hier hoort in eerste instantie een uitstekend Ondernemersplein bij.
Programmabegroting 2016 – 2019
100
Faciliteren ontwikkeling stad (vervolg) Uitvoering wet ruimtelijke ordening Het betreft hier het actualiseren van bestemmingsplannen, het planologisch mogelijk maken van nieuwe initiatieven en afhandelen van bezwaar en beroep. - De bestemmingsplannen worden tevens globaal en flexibel bestemd. - Ook worden nieuwe initiatieven planologisch mogelijk gemaakt middels uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen en projectomgevingsbesluit. - Afhandelen bezwaar en beroep Wro (in verband met bestemmingsplannen en planschade) - In 2016 zullen weer een aantal oudere bestemmingsplannen worden opgepakt om deze te actualiseren en zullen een aantal: bestemmingsplannen worden vastgesteld. Grondbedrijf Bij de Kadernota is de Kader-MPG aan de raad aangeboden. Hierin is de hoofdlijn geschetst van de ontwikkelingen rond het Grondbedrijf van de gemeente Lelystad, die in de bij deze begroting aangeboden MPG nader wordt uitgewerkt (zie voor meer informatie de paragraaf Grondbedrijf). Beleidsmatig wordt in een tweejaarlijkse cyclus gewerkt. De eerstvolgende beleidsmatige bijstelling zal plaatsvinden door middel van de Raam-MPG welke in het voorjaar van 2016 wordt opgesteld. Faciliteren stedelijke ontwikkelingsprojecten Het betreft hier het initiëren, faciliteren en participeren in stedelijke ontwikkelingsprojecten zowel gestuurd vanuit eigen ambities en doelstellingen als gevolgd vanuit kansen in de markt. In de categorieën ‘ gestuurd’ , ‘ruimtevragend’ en ‘op uitnodiging’ worden activiteiten en projecten uitgevoerd die leiden tot kwalitatieve, ruimtelijke groei van de stad. Bij het selecteren, prioriteren en toetsen van de initiatieven wordt gebruikt gemaakt van duidelijke toetsingscriteria: beleidsdoelstellingen, kansrijkheid, mate van participatie, kwaliteit boven kwantiteit, aandacht voor de bestaande stad, duurzaamheid. In de Notitie Ontwikkeling Stad worden de projecten geconcretiseerd.
Programmabegroting 2016 – 2019
101
3.4.2 Meer werkgelegenheid Bevorderen van de werkgelegenheid is één van de belangrijkste doelstellingen binnen het programma Sterke Stad. Binnen de regionale context van de MRA biedt het versterken van de Lelystadse (informele) werklocaties goede mogelijkheden. De kracht van Lelystad ligt hiervoor in haar centrale ligging, de hoeveelheid ruimte en de aanwezige natuur in Lelystad. Daaraan gekoppeld is het belangrijk het opleidingsniveau van de beroepsbevolking te verhogen. Met name door technisch onderwijs aan de economische ontwikkeling van de stad te verbinden. Wij zetten daarvoor in op: 1. Sterkere economische structuur Wij zetten in op economische structuurversterking en versterken van de arbeidsmarkt gericht op: - de logistieke-, industriële sector en creëren van de basisvoorwaarden door de ontwikkeling van Lelystad Airport, de ontwikkeling van bedrijventerreinen OMALA/Larserknoop en de binnenhavenontwikkeling Flevokust, maar ook door het verbeteren van de bereikbaarheid - de recreatie en toerisme sector door het benutten, verbeteren en versterken functionele relatie met het water, de natuur, cultuur, sport en evenementen (aantrekkelijk klimaat voor ontspannen), en - onderzoek mogelijkheden van (kleinschalige) duurzame initiatieven en innovaties. In dit kader zetten wij bovendien in op een goede aansluiting tussen het onderwijs (vooral technisch onderwijs gekoppeld aan ons logistiek-industrieel profiel) en de arbeidsmarkt. 2. Vergroten aantrekkelijkheid ondernemersklimaat Onze inspanningen zijn gericht op het optimaliseren en realiseren van een aantrekkelijk ondernemersklimaat. Vanuit het ondernemersplein zal hier verdere invulling aan worden gegeven. In het ondernemersplein kan de ondernemer terecht voor alle vragen met betrekking tot bijvoorbeeld vergunningen en subsidies.
Programmabegroting 2016 – 2019
102
Wat gaan wij daarvoor doen? Industriële productie, handel en logistiek (Sterkere economische structuur) Ontwikkeling containerterminal met ‘nat’ bedrijfsterrein Flevokust - De provincie Flevoland realiseert de buitendijkse haven. PS heeft daarover positief besloten. Het inpassingsplan is onherroepelijk. - De gemeente realiseert binnendijks in de eerst fase 7, 4 hectare bedrijventerrein. De raad heeft daarover op 9 juni 2015 besloten. Het ontwerp bestemmingsplan wordt in najaar 2015 ter inzage gelegd. - De inzet is dat Flevokust in 2017/2018 operationeel is en dat de eerste bedrijven zich kunnen vestigen. - Met bewoners en ondernemers uit de omgeving van Flevokust wordt een begeleidingsgroep samengesteld om tot een zorgvuldig proces van vestiging van bedrijven te komen. Ontwikkeling Luchthaven en Larserknoop - De ontwikkeling van de luchthaven wordt ter hand genomen op basis van het in 2015 genomen Luchthavenbesluit, waarbij we specifiek inzetten op groei van werkgelegenheid. Hiervoor wordt ingezet op: - Het faciliteren van de Schiphol Group, zodat zij de Luchthaven Lelystad kunnen ontwikkelen tot twinairport van Schiphol. - De ontwikkeling van het bovenregionaal bedrijventerrein OMALA. - Uitwerken maatregelen ten behoeve van bedrijfsvestiging van (innovatieve) MRO- bedrijven. - Faciliteren van een Technocampus Lelystad Airport ten behoeve van het vergroten en verbeteren van het aanbod op de lokale arbeidsmarkt.
Recreatie en toerisme (Sterkere economische structuur) Versterken toeristisch-recreatieve sector - Aan de hand van de strategische agenda vrijetijdseconomie Lelystad (in wording) wordt de stip op de horizon bepaald. De vraag die hierin centraal staat is op welke wijze de vrijetijdseconomie een bijdrage kan leveren aan de economische groei en meerwaarde van de stad. Dit wordt vertaald in een concreet actieprogramma dat vanaf 2017 wordt uitgevoerd, mits er middelen voor beschikbaar worden gesteld. Parallel daaraan wordt ingezet op een aantal actiepunten die in 2016 uitgevoerd moeten worden (ook onder de voorwaarden dat er middelen voor beschikbaar zijn). Hierin geldt vooral: maatregelen die nodig zijn om de basis op orde te krijgen (zoals goede bewegwijzering, informatievoorziening e.d.). - Verder zetten we met acquisitie stevig in op de hotelmarkt. Hiervoor zijn enkele kansrijke locaties aangewezen. - De provincie en SBB werken samen met Almere en Lelystad aan een business case om de Oostvaardersplassen een Nationaal Park status te geven, het gaat hierbij om de ontwikkeling van OVP naar een toeristische bestemming waar diverse ontwikkelingen voor nodig zijn, zoals dag-en verblijfsrecreatie. - In samenwerking met de provincie werken we aan een project regionale versterking vrijetijdseconomie kust. Het project bevat een vijftal deelprojecten: surfstrand bij de strekdam Markerwaarddijk; herinrichting Oostvaardersdijk om te komen tot een betere toeristische verbinding met overige toeristische gebieden; Wandelroute langs de kust; verbeteren/verlengen ATB-parcours; aantrekkelijker maken van Batavia Haven ten behoeve van riviercruises. Ontwikkeling kust: Bataviastad, Bataviahaven en Batavialand Met (ontwikkelings)partijen wordt gekeken hoe fasegewijs vorm te geven aan de ontwikkeling van de kust. Het gaat hierbij vooral om het inhoudelijk en ruimtelijk afstemmen van de plannen en visies van de diverse partijen om te komen tot een gezamenlijk gedragen en haalbare gebiedsvisie. Hierin wordt de afstemming gezocht met zowel de Kustvisie als de strategische agenda vrijetijdseconomie Lelystad. Concrete plannen die in 2016 tot uitvoering komen, zijn de uitbreiding van Bataviastad en de aanleg van voorzieningen (met name power-locks en bulkleiding) om de haven geschikt te maken voor cruiseschepen. Verder zal in 2016 door Bataviawerf, NLE en RCE uitvoering gegeven worden aan de integratie van de drie organisaties. Hiermee ontstaat Batavialand. Een van de eerste fysieke projecten van Batavialand is het conserveren van de IJssekogge die bij Kampen is gevonden. De bouw van het tijdelijke gebouw voor de conservering start in 2015. In gebruikname zal eind 2015/begin 2016 zijn.
Programmabegroting 2016 – 2019
103
Recreatie en toerisme (Sterkere economische structuur) (vervolg) Deelname aan netwerk ten behoeve van de riviercruisevaart Gezamenlijk met Bataviahaven, Toerisme Flevoland en Citymarketing Lelystad zijn we sinds 2014 lid van Amsterdam Cruise Port en het project ‘motorcharter- en riviercruisevaart 2014-2016. Het project heeft tot doel het vergroten van het economisch effect van de riviercruisevaart en de motorchartervaart in de regio. De komende jaar is aandacht nodig voor deze groeimarkt en zullen de banden verder aangetrokken moeten worden. Ontwikkeling IJmeer/Markermeer – oermoeras (TBES), Trintelhaven en zandige versterking Houtribdijk Faciliteren van de ontwikkeling van een waddengebied (1500 – 4500 hectare) langs de dijk van Lelystad naar Enkhuizen door Natuurmonumenten (Postcode Loterij) Ontwikkeling Floriade Almere 2022 als regionaal evenement In 2022 wordt in Almere de Floriade gehouden. Op deze wereldtuinbouwtentoonstelling worden oplossingen verkend en ontdekkingen gedaan die bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzame en leefbare stad. Daarbij staan urgente en mondiale verstedelijkingsvraagstukken op het gebied van voedsel, energie, water en gezondheid centraal. De Floriade is daarmee een belangrijk economisch gegeven en Lelystad kijkt op welke manier hierbij aangehaakt kan worden. Daarbij wordt gedacht aan het thema Water en aansluiting zoeken bij het provinciale programma “Floriade werkt!”.
Duurzame (kleinschalige) initiatieven en innovaties (Sterkere economische structuur) Verkennen mogelijkheden circulaire economie Op MRA, Provinciaal en gemeentelijk niveau (Duurzaamheidsvisie) is het sluiten van productiestromen een belangrijke ambitie: van lineair naar circulair. De komende periode komt in de uitwerking van de duurzaamheidsvisie aan de orde. Gezocht zal worden naar kennisinstellingen alsmede lokale bedrijven die een bij Lelystad passende, businesscase kunnen opstellen. Stimulering kleinschalige en duurzame bedrijvigheid op buurt- en wijkniveau Vanuit het Ondernemersplein zal een plan van aanpak opgesteld worden om kleinschalige en duurzame (innovatieve en technische) bedrijvigheid op buurt- en wijkniveau (in het kader van de ‘blauwe economie’) te stimuleren. Verkennen mogelijkheden bio-based economie Mogelijk in navolging van de gemeente Haarlemmermeer rond het telen van Olifantengras ten behoeve van vliegtuigbestek, wordt de komende periode onderzocht (in het kader van de uitwerking van de Duurzaamheidsvisie), in hoeverre kan worden samengewerkt/geleerd op het thema “Van Carbon based naar Bio based”.
Vergroten aantrekkelijkheid ondernemersklimaat Uitvoeren acquisitie Gerichte acquisitie door maximaal inzetten op bewerken netwerken conform de vastgestelde nota acquisitiebeleid 2014 – 2018. Versterken ondernemersplein: 1e loket/frontoffice bedrijven Het ondernemersplein wordt het fysieke en virtuele aanspreekpunt voor bedrijven en ondersteunt bedrijven in hun contacten met de gemeente, waarbij een intensieve samenwerking en bezetting met de frontoffice voor wonen/woonadvies bestaat. Tevens zal invulling worden gegeven aan het ‘goed gastheerschap‘ ten aanzien van bestaande ondernemingen. MKB subsidieregeling MKB Regeling Lelystad 2008 – 2013 is eind 2013 gestopt. Vanaf eind 2013 kunnen geen nieuwe aanvragen worden ingediend. Projecten worden nog in 2014 en 2015 uitgevoerd en afgerond. De verwachte prestatie is 140 fte’s (nieuwe banen) tot uiterlijk 31 maart 2015. Eventuele overschotten vanuit de MKB-regeling zullen worden ingezet ten behoeve van een arbeidsplaatsenregeling.
Programmabegroting 2016 – 2019
104
3.4.3 Aantrekkelijke woonstad Wij streven naar een aantrekkelijke woonstad, een stad waar mensen met plezier wonen en leven en die kwalitatief goede en geschikte woningen biedt in een prettige woonomgeving. De ontwikkeling van de stad vraagt om meer aandacht voor het behouden en verder (her)ontwikkelen van de kwaliteiten van de bestaande stad. De komende jaren zal voor de ontwikkeling van de stad een sterker beroep gedaan worden op marktpartijen, op het maatschappelijk middenveld en op de bewoners zelf. De gemeente krijgt daarmee een andere rol; van sterk sturende en programmerende overheid naar een stimulerende en faciliterende overheid. Voor een goed woonklimaat is een levendig en gezellig stadshart met een goede winkelvoorziening en uitgaansmogelijkheden een essentiële voorwaarde. Ook de cultuur en culturele voorzieningen zijn een belangrijke voorwaarde voor de aantrekkelijkheid en ontwikkeling van de stad. Om bovenstaande te bereiken zullen wij ons vooral inzetten op: Ontwikkeling kwaliteit woonmilieus Wij zetten in op de ontwikkeling van de kwaliteit van de woonmilieus. Daarbij gaat het zowel om vernieuwing als om het behouden van de kwaliteit. In het kader van de nieuwe woonvisie zullen de veranderingen in denken en aanpak meegenomen worden en zal de vraaggerichtheid van de markt (o.a. de niches inde markt) en de verduurzaming van de woningvoorraad meer centraal komen te staan. Dynamischer stadshart Een levendig stadshart met het juiste voorzieningenniveau is een essentiële voorwaarde voor een goed woonklimaat. We richten ons vooral op het goed functioneren van het stadshart voor de eigen bewoners. Ontwikkeling is gericht op een compacter stadshart met meer beleving en woonmogelijkheden. De revitalisering vindt plaats in dialoog met eigenaren, ondernemers en bewoners. Daarnaast zijn door de bewoners gewaardeerde culturele voorzieningen belangrijk. De investeringen in culturele gebouwen en activiteiten die de afgelopen jaren door de gemeente zijn gedaan, blijken een positief effect te hebben op de tevredenheid van de inwoners over het aanbod van culturele voorzieningen in Lelystad. In 2004 was nog maar 40% van de inwoners (zeer) tevreden over het aanbod van culturele voorzieningen in de stad. In 2015 is dit aandeel van (zeer) tevreden inwoners opgelopen tot 58%. Een meerderheid van de Lelystedelingen vindt bovendien dat er in 2015 in Lelystad op het gebied van kunst en cultuur meer te doen is dan vier jaar geleden. Deze positieve ontwikkeling wordt bevestigd door de constatering in de ‘Altas voor gemeenten 2015’ dat Lelystad voor wat betreft het culturele aanbod - mede door de podiumkunsten – beter scoort dan Almere (Lelystad op de 44ste plaats en Almere op de 50ste plaats). Een opvallend positieve score is die voor het culinair aanbod, en wel op de 27ste plaats van de 50 gemeenten.
Programmabegroting 2016 – 2019
105
Wat gaan we daarvoor doen? Ontwikkeling kwaliteit woonmilieus Implementeren woonvisie Eind 2015 wordt naar alle waarschijnlijk de nieuwe woonvisie vastgesteld door de raad. In 2016 zal de uitvoering van de woonvisie van start gaan. Bewerken woningmarkt Inspelen op de zich langzaam positief ontwikkelende woningmarkt en de woningmarkt te bedienen. - Goede afstemming met CML en communicatie - Goede zichtbaarheid en bereikbaarheid kavelwinkel. - Uitbreiding virtuele maquette voor Warande met kavellocatie Schoener-west, die ook bruikbaar is voor de frontoffice. - Sociale media campagnes Ad hoc marketingacties Opstellen en uitvoeren akkoord met Centrada Opstellen en uitvoeren van een nieuw Lokaal Akkoord 2016-2019 op basis van de nieuwe woonvisie. Het opstellen van het Lokaal Akkoord is één van de instrumenten om het woonbeleid vorm te geven. De woonvisie wordt hiervoor als basis/uitgangspunt gebruikt. Onderdeel van het Lokaal Akkoord zijn de jaarafspraken met Centrada.
Dynamischer stadshart Uitvoering Masterplan stadshart 3.0/ revitaliseren stadshart Leidraad is het streven naar de nieuwe identiteit van Stadshart Lelystad die zich kenmerkt in “Lokaal, Groen en Compact”. Dat houdt concreet in dat: • Stadshart Lelystad primair gericht is op de verzorging van de Lelystedelingen • Het winkelrondje compacter en duidelijker moet (in bestrating, met groen, met licht of met kunst) • Verblijfsduur van de bezoeker verlengd moet worden, door: o Helder en makkelijk parkeren o Kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte (gezelligheid, de ‘huiskamer’’, ‘schoon, heel en veilig’) o Meer beleving (horeca en leisure) o Meer groen in het centrum o Meer (culturele) evenementen, meer markten, meer muziek in het Stadshart: lokale evenementen in het Stadshart verankeren (4-daagse start-finish, voetbalavonden, huldiging sporters, kermis, etc.) o Vasthouden en goed accommoderen bestaande trekkers o Lokaal ondernemerschap (meer dan ketens) • Betrekken andere stakeholders bij het aantrekkelijk maken van het stadshart Deze brede focus vertaalt zich enerzijds in verschillende groepen belanghebbenden cq. stakeholders die een bijdrage kunnen leveren en een rol kunnen spelen in de stadshart. Dit zijn naast de winkeliers, de vastgoedeigenaren en de gemeente, ook de bewoners van het centrum, Lelystedelingen en (culturele) organisaties. Anderzijds vraagt de brede focus ook om een meerjarige programmatische aanpak waarbij er intensief door de verschillende belanghebbenden wordt samengewerkt. Want pas als een ieder vanuit zijn eigen belang in samenhang bijdraagt zal de aanpak meer opleveren dan de som der delen. Extern adviseur begeleidt dit proces en draagt zorg dat deze afspraken worden vastlegt in het convenant op basis waarvan betrokken partners zich verbinden tot de opgaven en de samenwerking. Het centrummanagement is hiervan een onderdeel waar zowel de gemeente als de ondernemers en eigenaren naar toewerken en zal zich richten op alles wat te maken heeft met het economisch functioneren en de ruimtelijke kwaliteit van het Stadshart. Beheer marktwezen en – exploitatie Ruimte bieden aan bestaande markten en nieuwe initiatieven die kunnen bijdragen aan een levendig stadshart. Daarbij wordt gefaciliteerd in voorzieningen, bijvoorbeeld de levering van elektra, die kostendekkend worden geëxploiteerd.
Programmabegroting 2016 – 2019
106
Dynamischer stadshart (vervolg) Transformatie kantoren Lelycentre Afhankelijk van de marktontwikkelingen wordt de transformatie en renovatie van het Lelycentre vorm gegeven. - Bijdrage aan het MIRT onderzoek samen met provincie en Rijk om gebieds- en gebouwgerichte arrangementen te ontwikkelen die handvatten geven voor ontwikkeling. - Planologisch kwantitatieve uitbreiding onmogelijk maken voor detailhandel en faciliteren functieverandering van de bestaande kantoren. Instand houden van de culturele infrastructuur Uitvoering Actualisatienota Cultuurbeleid 2013 – 2016 In de periode 2013 – 2016 staat het cultuurbeleid in het teken van het realiseren van een adequaat cultureel voorzieningen- en activiteitenniveau gericht op het stimuleren een brede cultuurparticipatie en de ontwikkeling van een aantrekkelijke stad. Niet zozeer omdat de cultuurparticipatie zo zorgelijk is – de cultuurdeelname in Lelystad is op een goed niveau - maar veeleer om de inwoners de mogelijkheid te kunnen blijven bieden om middels een divers aanbod kennis te nemen van of deel te nemen aan een breed spectrum van amateur- en/of professionele kunstuitingen. Daarnaast willen we met het cultuurbeleid een voorzieningenniveau tot stand brengen dat blijft bijdragen aan de ontwikkeling en de aantrekkelijkheid van de stad voor (nieuwe) inwoners en bezoekers. Bij bezuinigingen wordt de continuïteit van de culturele infrastructuur en het culturele activiteitenniveau zoveel mogelijk als uitgangspunt genomen. Versterken amateurkunst Uitvoering Actualisatienota Cultuurbeleid 2013 – 2016 Het subsidiebeleid voor amateurkunst voorziet in het verstrekken van projectsubsidies voor amateurkunstuitvoeringen, de subsidieregeling Deskundigheidsbevordering en de subsidieregeling Kleine investeringen voor accommodaties.
Programmabegroting 2016 – 2019
107
3.4.4 Imago versterken Lelystad is een prima plek om te wonen, te ondernemen, te winkelen en te recreëren. Door het blijvend onder de aandacht brengen van de kwaliteiten van onze stad, vergroten we de kans dat burgers en bedrijven kiezen voor Lelystad als vestigingsplaats. In de regionale context is het van belang dat CityMarketing Lelystad onze stad pro-actief blijft etaleren om nieuwe bewoners en bedrijven aan te trekken. Voor de city marketing breekt eerder dan ten tijde van Berenschot had voorzien een tweede fase aan, waarin de aandacht vooral uitgaat naar de vergroting van de bekendheid en het imago van Lelystad buiten de eigen stadsgrenzen. Bezoekers van onze stad zijn hiervoor een belangrijke hefboom. Werken aan het versterken van stadstrots van de in Lelystad geboren stedelingen door verbeteren digitale bereikheid en communicatie. De komende jaren blijven we werken aan het imago van de stad door: Meer stadstrots Lelystad Voor het versterken van de stadstrots is het rapport van prof. dr. P P. Tordoir Citymarketing Lelystad: strategische focus en synergie’’ (mei 2013) een basis. Dit rapport wordt aangevuld met het beeld van Lelystad 2015 en het daarin opgenomen imago onderzoek. Dit onderdeel wordt eind 2015 in behandeling genomen. Meer maatschappelijke initiatieven Wij faciliteren maatschappelijke initiatieven ten behoeve van de ontwikkeling van de stad (niet op buurtniveau).
Programmabegroting 2016 – 2019
108
Wat gaan we daarvoor doen? Meer stadstrots Uitvoeren City Marketing - Samenhang city marketing en frontoffice wonen en bedrijven onderzoeken en versterken samenwerking ecl. - In samenwerking en samenhang met MRA, AAA, OMALA en WUR (actieve marketing en promotie) - Bundelen promotieactiviteiten van de gemeente zoveel mogelijk via CityMarketing Lelystad. Uitvoeren grote evenementen Grote evenementen dragen bij aan een positief imago en de economische ontwikkeling van Lelystad. Om die reden zal er blijvend aandacht zijn voor het faciliteren daarvan. Gastheerschap Publiekscommunicatie is gericht op “Het bevorderen van de participatie en de zelfredzaamheid van inwoners en dat ze zich onderling betrokken en verantwoordelijk voelen en dat de gemeente informatie op maat biedt die helder en aantrekkelijk is”. (Participatie) projecten, waaraan medewerking wordt verleend in het kader van de publiekscommunicatie, zijn vormgeving Stadhuisplein / Stadshart, 3 decentralisaties (WMO / Jeugdzorg / AWBZ), groot onderhoudwegen / meldingsapp, MFA Zuiderzeewijk, Website www.duurzaaminlelstad.nl, Campagne mensen maken de straat, Nieuwe Verkeersvisie Buitengebied, Parkeerregulering, onderzoek gasleidingen en asbest, Flevokust, Warande, Actualisering Structuurvisie, Ontwikkeling Luchthaven en bijbehorende infrastructuur, Daarnaast willen we de organisatie communicatiever maken en representatieve evenementen organiseren. Het gaat dan om de rol van het college als “Gastheer” en het onderhouden van de contacten met de inwoners en groeperingen uit de samenleving. Onderwerpen zijn onder meer: de nieuwjaarsreceptie, het 4 en 5 mei comité en de dodenherdenking, de stadslezingen, ontvangsten voor nieuwe inwoners, relatiedagen, vrijwilligersbijeenkomsten en de intocht van Sinterklaas. Beheren digitale bereikbaarheid Het adviseren over en onderhoud en beheer van sociale media, internet en intranet (vormgeving, content, actualisering, webcare, digitale nieuwsbrieven, domeinnamen, uitbreiding functionaliteiten, staande contracten, aanpassen webrichtlijnen et cetera). Ondersteunen experimenten nieuwe sociale media. De vernieuwde website van de gemeente is het afgelopen jaar nader aangepast aan de wensen rondom digitale dienstverlening en digitale participatie. Met Lelystad.nl is de hoogste kwalificering van Drempel Vrij behaald. Webcare is een manier om de sociale media actief te monitoren, aan conversaties deel te nemen en in rapportages vast te leggen. Uitvoeren (bestuurs) communicatie (Bestuurs)communicatie richt zich op: - Het zijn van sparringpartner op het gebied van communicatie, imago en beeldvorming voor burgemeester en wethouders; - Het goed op de hoogte zijn van de grote thema’s uit de portefeuille van de bestuurder, die wordt geadviseerd; - Het signaleren van ontwikkelingen uit de bestuurlijke omgeving en daarop acteren; - Advisering aan bestuurders door middel van strategische communicatie advies op middellange en lange termijn; - Advies over communicatieaspecten van beleid en/of plannen uit de portefeuille van burgemeester en wethouders, gevraagd en ongevraagd, bestuurlijk en ambtelijk; - Woordvoering naar de pers; - Begeleiden en in gang zetten (overheids)participatieprocessen; - Crisiscommunicatie. Meer maatschappelijke initiatieven Faciliteren kansen voor nieuwe initiatieven Opzetten en onderhouden van o.a. de website “SamenLelystad.nl” voor het verbinden van nieuwe initiatieven en het verbreden van een Lelystads kennisnetwerk. Faciliteren ambassadeursschap Lelystedelingen Optimaal inzetten van ambassadeurs voor de promotie van de stad in binnen en buitenland.
Programmabegroting 2016 – 2019
109
3.5 Veilige stad
Vigerende beleidsnota's -
Kadernota veiligheid 2012 - 2015 Beleidsplan handhaving fysieke leefomgeving 2011 - 2014
Inwoners voelen zich prettig in een schone, niet verloederde en veilige omgeving. Alleen als de leefomgeving ook voor het gevoel veilig is, is het goed wonen in Lelystad. Basis voor het beleid is het Integraal Veiligheidsplan (IVP). Voor de periode 2015-2018 zal een nieuwe IVP worden vastgesteld. We zetten in op het verminderen van criminaliteit, op een veiliger leefomgeving, zowel binnen het sociale als het fysieke domein en op een veiliger overheid. Het blijft goed gaan met de veiligheid in Lelystad. Voor de meeste criminaliteitscijfers is een dalende tendens te zien. Deze tendens moeten we vasthouden. Veiligheid is één van de belangrijkste levensbehoeften van onze inwoners. Veel partijen hebben hier invloed op zoals ondernemers, maatschappelijke organisaties, politie, het Openbaar Ministerie, de gemeente en natuurlijk de inwoners zelf. De inzet is alleen effectief als alle partijen op een goede manier samenwerken. De regie hierop is de verantwoordelijkheid van de gemeente maar we kunnen het niet alleen. We vragen dan ook van onze professionele partners maar zeker ook van onze inwoners dat ze actief meewerken aan het realiseren van een veilig en leefbaar Lelystad. We zullen op diverse niveaus dan ook in gesprek blijven met alle veiligheidspartners. Alleen dan kan de missie van het IVP worden bereikt: De inwoners en ondernemers van Lelystad zijn en voelen zich veilig en zijn zich bewust van hun eigen aandeel in het veilig houden van de stad. Het programma Veilige Stad is een relatief klein programma met weinig middelen; regie voert de boventoon om te zorgen dat de partners het werk doen. Daarnaast wordt zoveel mogelijk de beschikbare informatie ingezet die de overheid ter beschikking staat. De digitale mogelijkheden bieden hierbij uitkomst. Naast dat de overheid regie voert op veiligheid is zij in grote mate afhankelijk van de inbreng van de samenleving zelf. In het geval van Lelystad ligt hier een belangrijke overheidstaak om de bewoners de stimuleren tot een grotere betrokkenheid bij hun eigen veiligheid. In een participerende samenleving dragen inwoners hun steentje bij. Die veranderingen zijn zichtbaar. Vanuit diverse wijken vragen mensen om steun hoe zij lokaal de veiligheid positief kunnen beïnvloeden. Recentelijke ontwikkelingen in de wijk Havendiep is daar een goed voorbeeld van. Ook de grote hoeveelheid inschrijvingen bij Burgernet en WAAKS! zijn prima voorbeelden van een op veiligheid participerende samenleving. Als overheid dienen wel alert te blijven. De crisis lijkt voorbij maar heeft z’n sporen achter gelaten. Kwetsbare mensen zoals jongeren zonder starterskwalificatie die niet meer thuis wonen of mensen met een verstandelijke beperking of GGZ problematiek dreigen buiten boord te vallen. De overheid beschikt over steeds minder middelen. Op dit punt dienen de diverse gemeentelijke programma’s dan ook de handen in een te slaan. Sommige problemen zijn nauwelijks meer lokaal: mobiliteit en digitale bereikbaarheid leiden tot sneller optreden van een problematiek maar tot ook snel beschikbare informatie over problemen. De wereld komt sneller tot de mensen en kan leiden tot onrust. Problemen Afrikaans continent en Midden-Oosten stellen ons op de proef. De enorme vluchtelingenstroom richting Europa is hier een voorbeeld van. Ook op dit onderwerp zal beleid moeten worden geformuleerd.
Programmabegroting 2016 – 2019
110
Dim schema
Programmabegroting 2016 – 2019
111
Programmabegroting 2016 – 2019
112
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Meerjarenram ing
Begroting Program m a 5: Veilige stad
2016
2017
2018
2019
Geraam de resultaat voor bestem m ing Lasten PG51 Minder Criminaliteit
-858
-720
-656
-656
-8.141
-8.141
-8.141
-8.141
-8.999
-8.861
-8.797
-8.797
186
4
4
4
1.006
1.006
1.006
1.006
1.192
1.010
1.010
1.010
Totaal Geraam de resultaat voor bestem m ing
-7.807
-7.851
-7.787
-7.787
Geraam de resultaat na bestem m ing
-7.807
-7.851
-7.787
-7.787
PG52 Veiliger Leefomgeving Totaal Lasten Baten PG51 Minder Criminaliteit PG52 Veiliger Leefomgeving Totaal Baten
Programmabegroting 2016 – 2019
113
Wat willen we bereiken? Programma 5
Veilige stad 2. Veiliger leefomgeving
Minder criminaliteit Minder verdachten 12-18 jr. Daling van het percentage verdachten onder jongeren tussen 12 en 18 jaar (1,9% in 2012) richting het landelijke gemiddelde (1,6% in 2012) Minder verdachten 18-24 jr. Daling van het percentage verdachten onder jongeren tussen 18 en 24 jaar (4,0% in 2012) richting het gemiddelde onder G31 steden (3,25% in 2012) Bron: KPLD ,bewerking BLD-OS Daling van het aandeel ‘harde kern’ recidivisten onder jongeren (1,9% in 2012) richting het landelijke gemiddelde (1,6% in 2012) Minder geweld Daling van het lokale risico dat men slachtoffer wordt van een geweldsincident (19,6 per 1000 inwoners in 2013) tot onder de 15 per 1000 inwoners in 2018 Daling van het aantal misdrijven huiselijk geweld (181 in 2013) tot onder 150 in 2018 Aanpak georganiseerde criminaliteit
2a. Sociaal domein Minder overlast in woonomgeving Daling van het aantal delicten in woonwijken van gemiddeld 5,1 per 100 inwoners in 2013 naar 4,5 per 100 inwoners in 2018) . Bron: Regio Politie, bewerking BLD-OS Handhaving van het gemiddelde percentage inwoners dat (veel) sociale overlast in de woonomgeving ervaar (9% in 2013) op of onder het landelijke percentage (10% in 2013). Veilige openbare ruimte Handhaving van het gemiddeld rapportcijfer buurtveiligheid (7,1 in 2013) op of boven het Nederlands gemiddelde (7,1 in 2011) Veiliger uitgaan Daling van het aantal geweldsdelicten in het Stadshart van 140+ in de jaren 2006-2013 naar maximaal 125 in de jaren 2017-2018. Daling van het aantal inwoners dat zich wel eens onveilig voelt rondom uitgaansgelegenheden (26% in 2013) tot onder het Nederlandse gemiddelde in 2017 (25% in 2013). Verbetering subjectieve veiligheid Handhaving van het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt (32% in 2013) onder het Nederlands gemiddelde (37% in 2013)
2b. Fysiek domein Veiliger bedrijventerreinen De kans op criminaliteit (diefstal/inbraak) tegen bedrijven en ondernemers wordt in de periode 2014-2018 onder de 10,0% gehouden (gemiddeld 9% 2009-2012). Bron: Regio Politie Flevoland, bewerking BLD-OS Bij Fysieke veiligheid kennen we de risico’s Bij ruimtelijke planvorming worden de risico’s afgewogen en verantwoord. Wijken zijn verkeersveilig Handhaven van het percentage inwoners dat verkeersoverlast in de woonomgeving ervaart (32% in 2013) op of onder het gemiddelde percentage voor heel Nederland (32% in 2013) Rampen en crises De gemeente bereidt zich professioneel voor op calamiteiten en werkt samen met de partners in de Veiligheidsregio aan adequate incidentbestrijding.
3. Veiliger Overheid Overheid kan haar taak veilig uitvoeren Minder meldingen in GIR-systeem Gegevens zijn beschermd en worden veilig en integer ingezet
Programmabegroting 2016 – 2019
3.5.1 Veilige stad Voor het verminderen van de criminaliteit zetten wij in op het realiseren van de volgende doelen: Minder verdachten 12-18 jaar Indicator: Daling van het percentage verdachten onder jongeren tussen 12 en 18 jaar (1,9% in 2012) richting het landelijke gemiddelde (1,6% in 2016).
Minder verdachten 18-24 jaar Indicatoren: Daling van het percentage verdachten onder jongeren tussen 18 en 24 jaar (4,0% in 2012) richting het gemiddelde onder G31 steden (3,25% in 2016). Bron: KPLD, bewerking BLD-OS Daling van het aandeel ‘harde kern’ recidivisten onder jongeren (1,9% in 2012) richting het landelijke gemiddelde (1,6% in 2016).
Minder geweld Indicatoren: Daling van de lokale risico dat men slachtoffer wordt van een geweldsincident (19,6 per 1000 inwoners in 2013) tot onder de 15 per 1000 inwoners in 2018. Daling van het aantal misdrijven huiselijk geweld (181 in 2013) tot onder 150 in 2018
Verbeteren aanpak georganiseerde criminaliteit Indicator: niet voorhanden; te veel afhankelijk van voorvallen met een te grote fluctuatie
Tegen gaan van georganiseerde criminaliteit blijft een speerpunt van de gemeente Lelystad en de regio. Alertheid bij het aanvragen van vergunningen, signalen voor het wiswassen van geld en gespitst zijn op het inzetten van stromannen is nodig om te voorkomen dat: Criminelen door de overheid worden gefaciliteerd; Er vermenging ontstaat tussen boven en onderwereld; Er economische machtsposities en/of maatschappelijke netwerken worden opgebouwd. Inzet van een gecombineerde bestuurlijke aanpak met bijbehorend instrumentarium en goede samenwerking met o.a. Politie moet het vestigen van de georganiseerder criminaliteit tegen gaan.
Programmabegroting 2016 – 2019
115
Wat gaan we daarvoor doen? Minder verdachten 12-18 jaar en 18 – 24 jaar Nazorg ex-gedetineerden. Jaarlijks keren circa 200 ex-gedetineerden terug naar Lelystad. De GGD voert, in opdracht de gemeente, de procescoördinatie vrijwillige nazorg ex-gedetineerden uit. Doel hiervan is resocialisatie van betrokkenen en vermindering van recidive. De nazorg richt zich op vijf leefgebieden (ID-bewijs, toeleiding naar werk of inkomen, huisvesting, schuldsanering en zorg). De activiteiten nazorg ex-gedetineerden worden in 2016 gecontinueerd en waar nodig en mogelijk, aangepast. Binnen de groep ex-gedetineerden is met voorrang aandacht voor: geweldplegers, veelplegers, overlastgevers, 18-24 jarigen en (ex)gedetineerden waarover acute zorg bestaat. Vermindering Jeugdcriminaliteit. Wij willen voorkomen dat jongeren zich schuldig maken aan criminaliteit en/of overlast. Hiervoor zijn vroegtijdige signalering van problematiek en tijdig ingrijpen van groot belang. De uitwerking hiervan vindt plaats door versterking van samenwerking in de domeinen onderwijs, zorg, vrije tijd en veiligheid. Voorbeelden van preventief optreden zijn inzetten op voortijdig schoolverlaat en kwetsbare jongeren doorgeleiden naar het juiste onderwijs (matchpoint) Er worden nadere samenwerkingsafspraken gemaakt tussen gemeente, politie en scholen voor voortgezet onderwijs over veiligheid op scholen Dit is een uitwerking van het in 2015 ondertekende Convenant “Veiligheid in en om de school”. De bestaande voorlichtingsactiviteiten gericht op preventie van criminaliteit worden voortgezet. De persoonsgerichte aanpak van risicojongeren, zoals in de afgelopen jaren is ontwikkeld door het Eropafteam wordt voortgezet en, waar nodig, verder uitgebouwd. Deelname Veiligheidshuis Sinds 1 januari 2014 is de gemeente Lelystad aangesloten bij het Veiligheidshuis Flevoland, voor een proeftijd van 2 jaar. In deze proeftijd zijn per jaar 10 casussen door het Veiligheidshuis behandeld. Het betreft casussen waarbij sprake is van zeer complexe en keten overstijgende problematiek, die lokaal niet kan worden opgelost. Het doel is te komen tot een daling van het aandeel ‘harde kern’ recidivisten richting het landelijke gemiddelde. Gezien de positieve resultaten van deze werkwijze stellen wij u voor in de begroting een bedrag van € 20.000 jaarlijks op te nemen om de inzet van het veiligheidshuis structureel te kunnen maken.
Programmabegroting 2016 – 2019
116
Minder gewerd Convenant aanpak huiselijk geweld en huisverboden Aanpak Huiselijk geweld In 2015 is het Regionaal Kompas Flevoland 2015-2017 vastgesteld door de colleges van de zes gemeenten in Flevoland. In het Regionaal Kompas is het regionaal beleid op het gebied van de Maatschappelijke Opvang, Openbare geestelijke gezondheidszorg, Vrouwenopvang, zwerfjongeren, nazorg ex-gedetineerden, verslavingszorg, beschermd wonen en Huiselijk Geweld/Kindermishandeling beschreven. Centrumgemeente Almere is verantwoordelijk voor het, in samenwerking met de regiogemeenten, zo evenwichtig mogelijk realiseren van een basisaanbod met betrekking tot de vrouwenopvang en huiselijk geweld in de regio. De regiogemeenten zijn verantwoordelijk voor preventieve maatregelen. Sinds 1 januari 2015 is de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld in Flevoland onder gebracht in één organisatie, Veilig Thuis Flevoland genoemd. Veilig Thuis Flevoland wordt gefinancierd door de zes gemeenten in Flevoland. De gemeente Lelystad verleent daarnaast jaarlijks subsidie voor de openstelling van het Steunpunt Huiselijk Geweld (Blijfgroep). Vanuit dit steunpunt wordt onder andere hulp geboden aan slachtoffers van huiselijk geweld. De hulpverlening aan kinderen/gezinnen wordt onder andere geboden vanuit de Jeugd & gezinsteams. Toepassing van de wet Tijdelijk Huisverbod De wet biedt de burgemeester de bevoegdheid bij een melding van huiselijk geweld de persoon van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat, tijdelijk (in beginsel 10 dagen) de toegang tot zijn woning te ontzeggen. Het opleggen van een huisverbod gaat gepaard met het starten van hulptrajecten voor de dader, het slachtoffer en de eventueel betrokken kinderen in het gezin. Het betreft hier regionale afspraken tussen de Flevolandse gemeenten, Politie, Steunpunt Huiselijk Geweld, Reclassering Nederland en Bureau Jeugdzorg. Een goede samenwerking en afstemming onderling blijft van belang. Participeren in RIEC De samenwerking met het Regionale Informatie- en Expertisecentrum Midden Nederland (RIEC Midden Nederland) is versterkt en ingebed in een structureel overleg met de gemeentelijke handhavers, juristen, adviseur openbare orde en veiligheid, belastingdienst en de politie in Lelystad. Optreden tegen hennepteelt en niet-gedoogde drugshandel In Flevoland staan wij voor een krachtige, integrale aanpak van de hennepteelt, waarbij bestuurlijke, civiele en strafrechtelijke maatregelen worden gecombineerd en in samenhang worden ingezet. Op 1 februari 2015 is met de gezamenlijke partners, te weten de Politie en OM, verhuurders, gemeenten en netwerkbeheerders het Hennepconvenant Midden Nederland vastgesteld. Daarnaast wordt dit jaar het Damoclesbeleid vastgesteld waardoor het sluiten van een woning of pand voor bepaalde tijd makkelijker wordt. Op 1 februari 2015 is met de gezamenlijke partners, te weten de politie, OM, verhuurders, gemeenten en netwerkbeheerders het Hennepconvenant Midden Nederland vastgesteld met als doel het ontmoedigen van het treffen van voorbereidingen van het illegaal telen, het illegaal telen, bewaren, bereiden, bewerken en verwerken van hennep door een integrale aanpak die de overtreders treft en tevens een afschrikkingseffect heeft en maatregelen die ertoe leiden dat gevaarlijke situaties worden beëindigd.
Programmabegroting 2016 – 2019
117
Verbeteren aanpak georganiseerde criminaliteit Inzet BIBOB De Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB) wordt toegepast binnen de branches horeca, coffeeshop, prostitutie- en escortbedrijven, speelautomatenhallen. In 2015 vindt een aanpassing plaats en zal de branches worden uitgebreid met evenementen waaronder vechtsportgala’s en vastgoedtransacties waarbij de overheid als partij betrokken is. Aanpak mensenhandel Er wordt een beleidsnota mensenhandel opgesteld en een begin gemaakt met de uitvoering in twee deelgebieden, zijnde Seksuele uitbuiting en Arbeidsuitbuiting. De inzet vanuit de gemeente betreft: - (leren) herkennen signalen mensenhandel, bewustwording creëren; - signalen mensenhandel binnen eigen organisatie met de verschillende betrokken afdelingen afstemmen en indien mogelijk afhandelen; - doorzetten signalen mensenhandel in de integrale lijn (RIEC structuur); - nauwe samenwerking met (met name middelbare) scholen en instellingen ten behoeve van de preventie van loverboyproblematiek.
Programmabegroting 2016 – 2019
118
3.5.2 Veiliger leefomgeving 3.5.2.1 Leefomgeving Sociaal Domein Voor het verbeteren van de sociale leefomgeving zetten we in op het realiseren van de volgende doelen: Minder overlast in woonomgeving Indicatoren: Daling van het aantal delicten in woonwijken van gemiddeld 5,1 per 100 inwoners in 2013 naar 4,5 per 100 inwoners in 2018) . Bron: Regio Politie, bewerking BLD-OS. In 2015 handhaving van het gemiddelde percentage inwoners dat (veel) sociale overlast in de woonomgeving ervaart (9% in 2013) op of onder het landelijke percentage (10% in 2013).
Veilige openbare ruimte Indicator: In 2015 handhaving van het gemiddeld rapportcijfer buurtveiligheid (7,1 in 2013) op of boven het Nederlands gemiddelde (7,1 in 2011).
Veiliger uitgaan Indicatoren: Daling van het aantal geweldsdelicten in het Stadshart van 140+ in de jaren 2006-2013 naar maximaal 125 in de jaren 2017-2018. Daling van het aantal inwoners dat zich wel eens onveilig voelt rondom uitgaansgelegenheden (26% in 2013) tot onder het Nederlandse gemiddelde in 2017 (25% in 2018).
Verbetering subjectieve veiligheid Indicator: Handhaving van het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt (32% in 2013) onder het Nederlands gemiddelde (37% in 2018).
Programmabegroting 2016 – 2019
119
Wat gaan we daarvoor doen? Minder overlast in woonomgeving Continueren aanpak multiproblematiek van gezinnen met een Roma achtergrond. In 2009 heeft het toenmalige kabinet gekozen voor een integrale aanpak van multiproblematiek in gezinnen met een Roma achtergrond. Dit onder het motto “perspectief bieden en grenzen stellen”. Deze aanpak wordt de komende jaren voortgezet. Lelystad is deelnemer aan het programma “Aanpak uitbuiting Roma kinderen” van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In het kader van dit programma wordt een integrale (bestuursrechtelijke en strafrechtelijke) aanpak ontwikkeld die moet leiden tot vermindering van kinderuitbuiting en criminaliteit in multiprobleem gezinnen met een Roma achtergrond. Dit programma wordt voortgezet tot en met 2016. In het kader van dit programma krijgt Lelystad van het rijk over 2016 een bijdrage van €102.175. Deze bijdrage is bedoeld om projecten op het terrein van onderwijs, arbeidstoeleiding en integratie mogelijk te maken. Gezien het zeer specifieke karakter en hardnekkigheid van de problematiek is langdurig extra aandacht nodig om tot substantiële en duurzame resultaten te komen. Om voortzetting van de aanpak mogelijk te maken doen wij u een voorstel voor 2016 een bedrag van €35.000 beschikbaar te stellen, en voor de jaren 2017 tot en met 2019 €60.000 per jaar en dit bedrag te onttrekken aan de Reserve meerjarige begrotingsposten. Gebiedsgerichte aanpak Voor het in stand houden van een veilige woonomgeving is de belangrijkste troef de versterking van de integraliteit waarbij alle partners (dus ook burgers, ondernemers en woningcorporaties) worden benut, partners hun verantwoordelijkheid nemen en maatregelen op maat worden genomen. De Sociale wijkteams van Welzijn Lelystad spelen hierbij een belangrijke rol. Mede op basis van de gebiedsscan van de politie, de informatie van de partners en het advies van betrokken gemeentelijke veiligheidsmedewerkers worden de prioriteiten en de mate van inzet bepaald. Met de partners worden prestatieafspraken gemaakt. De coördinator zorg en welzijn van Welzijn Lelystad kan op basis van deze informatie de inzet per wijk van de diverse (strategische)partners coördineren; bewoners en corporaties zijn hierin ook onze strategische partners. Er wordt gestreefd naar het jaarlijks vastleggen van prestatieafspraken in een uitvoeringsplan per stadsdeel. De wijkraden in deze stadsdelen zullen dit zelf gaan doen . Hiervoor is een proef gestart met de wijk Havendiep. Buurtbemiddeling. Buurtbemiddeling richt zich op het oplossen van conflicten tussen buren. Dit heeft positieve effecten op de veiligheid en veiligheidsgevoel. De uitvoering van buurtbemiddeling gebeurt door vrijwilligers en levert daardoor een bijdrage aan de zelfredzaamheid van bewoners. De vrijwilligers worden ondersteund door een coördinator van Welzijn Lelystad. Voor de uitvoering van buurtbemiddeling is een aanvraag gedaan voor jaarlijks te beschikken bedrag van €43.000,--.
Programmabegroting 2016 – 2019
120
Minder overlast in woonomgeving (vervolg) Benutten mogelijkheden Digitale informatie Het gebruik van een diversiteit aan data in het veiligheidsdomein is een inmiddels niet te keren schip. De overheid heeft het primaat op (gevoelige)informatie en het gebruik er van maar gebruikt de mogelijkheden nog onvoldoende. Toch heeft het voorspellen en voorkomen van veiligheidsproblematiek door middel van de inzet van geavanceerde dataverwerkingsystemen de toekomst. De gemeente stelt zich het volgende ten doel: Betrekken van de mogelijkheden van digitale informatievoorziening en geografische informatiesystemen op het gebied van het sociale domein ten behoeve van de gerichte inzet op wijkniveau voor de bevordering van veiligheid en de bestrijding van overlast en verloedering. Daarvoor zal als eerst moeten worden bekeken: - hoe we de beschikbare data van onszelf en van onze partners kunnen gebruiken bij het oplossen van veiligheidsvraagstukken; - op welke manier we de data verzamelen, veredelen, analyseren en visualiseren - hoe we met de beschikbare data van onszelf en van onze partners veiligheidsrisico’s kunnen voorspellen en waar mogelijk voorkomen; - en hoe we praktische en organisatorische problemen bij het uitwisselen van data voorkomen. Zie ook de inspanning “Integer en veilig gebruik van gegevens”. Integrale aanpak overlast kamerverhuur Kamerverhuur is nog steeds een lucratieve bezigheid en er is blijkbaar veel vraag naar in Lelystad. Echter, op sommige locaties leidt kamerverhuur tot overlast voor de omgeving. In de bestrijding van overlast door kamerverhuur is een integrale aanpak nodig. Dat betekent dat toezichthouders en handhavers in het fysieke domein samenwerken met de medewerkers uit het sociale domein. Deze gezamenlijk inzet zal geïntensiveerd worden en in nauwe samenwerking met de politie plaatsvinden. Centraal meldpunt Een goede dossieropbouw is noodzakelijk om juist te kunnen optreden bij de zwaardere overlastsituaties. Meldingen dienen dan ook centraal te worden verzameld. Voor 2015 is daarom het opzetten van een centraal meldpunt voorzien. Handhavingsmogelijkheden Uit landelijke bijeenkomsten over woonoverlast is gebleken dat gemeenten te weinig gebruik maken van hun bevoegdheden omdat men vaak geen weet heeft van wat men zou kunnen. Er zal daarom worden onderzocht wat de handhavingsmogelijkheden zijn voor het aanpakken van woonoverlast en overlast door kamerverhuur in het bijzonder. Huisvestingproblematiek kwetsbare personen. Er zullen in de toekomst steeds minder opvang zijn waardoor meer mensen zelfstandig (moeten) blijven wonen. Voor een groot deel van de inwoners kan dit in een al dan niet aangepaste (gewone) woning. Voor een bepaalde groep zullen andere woonvormen wenselijk zijn. Het is wenselijk om inzicht te hebben in de toekomstige behoefte aan specifieke woonvormen voor kwetsbare inwoners; in dit geval met name kwetsbare jongeren en mensen met een verstandelijke beperking of GGZ problematiek. Bij beter inzicht kunnen we deze mensen adequaat blijven huisvesten. Goede huisvesting is de eerste voorwaarde om te zorgen dat deze mensen positief blijven deelnemen aan de maatschappij en niet afglijden. Er wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd door BMC waarbij de vraag naar en aanbod van huisvesting in beeld wordt gebracht in de periode van 2015 tot 2025. Het gemeentelijk beleid hieromtrent wordt vastgelegd in het vervolg op het Programma Wonen, Welzijn, Zorg. Domein overstijgend worden oplossingen gezocht voor de huisvestingproblematiek en participatie van kwetsbare personen.
Programmabegroting 2016 – 2019
121
Veilige openbare ruimte Algemeen toezicht Een gezonde, leefbare en veilige leefomgeving in Lelystad is van ons allemaal. Het is dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid er op toe te zien dat deze leefomgeving zijn kwaliteit behoudt. Het algemeen toezicht levert een bijdrage aan het schoon en veilig houden van de stad. In de nota Integrale Handhaving wordt de wijze uitgewerkt waarop wij gezamenlijk toezicht willen houden en handhaven. Deze nota omvat het integraal handhavingsbeleid op alle thema’s in het fysieke en sociale domein waar de gemeente bevoegd toe is of in participeert. Het onderdeel algemeen toezicht en handhaving in de openbare ruimte wordt uitgevoerd door het Werkbedrijf Lelystad. Hiertoe heeft het Werkbedrijf een aantal toezichthouders in dienst, waaronder een vijftal medewerkers met een BOA-bevoegdheid. Tot 2015 ontving de gemeente een vergoeding van het rijk voor parkeer- en overlastfeiten. Deze regeling is beëindigd. De vergoeding voor overlastfeiten bedroeg €4.000,-- per jaar. In verband hiermee stellen wij voor deze begrote opbrengst in de meerjarenbegroting af te ramen. Vergunningverlening Om de stad veilig en leefbaar te houden is het noodzakelijk dat er voor diverse activiteiten een vergunning wordt aangevraagd of melding wordt gedaan, waarna een inhoudelijke toetsing aan regelgeving en beleid wordt uitgevoerd. Bij vergunningverlening, toestemming of weigering vindt in sommige situaties ook een afweging plaats van het individueel belang versus het algemeen belang. Het gaat hierbij om de volgende vergunningen: Omgevingsvergunningen (voor bouwen, milieu, brandveilig gebruik, strijdig gebruik bestemmingsplan, kappen van bomen, aanleggen inrit), meldingen of vergunningen voor slopen, kamerverhuur, drank en horeca, evenementen, kansspelen, winkeltijden en het afgeven van verklaringen van geen bezwaar in verband met het gebruik van wegen, lucht en afsteken van vuurwerk. Ook het toezicht op de kwaliteit van bestaande gebouwenvoorraad (bv. gasleidingen) en de uitvoering van stimuleringsleningen voor woning verbetering valt binnen dit onderdeel. Inzetten op KVO Stadshart Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) is een waardevol instrument waarmee u criminaliteit en overlast in een winkelgebied met succes kan worden teruggedrongen. Voor het slagen van een KVO-project is een goed georganiseerde ondernemersvereniging onontbeerlijk. Een winkelcentrum met toenemende leegstand, weinig binding tussen ondernemers en verloedering in de avonduren door weinig toezicht etc. is kwetsbaar voor winkelcriminaliteit. Voor het stadshart is een pre-KVO ingezet. Pre-KVO houdt in dat een adviseur Veilig Ondernemen (van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)) optreedt als kwartiermaker en winkelgebieden, die nog onvoldoende georganiseerd zijn of waar onvoldoende onderling vertrouwen is, klaarstoomt om samen de strijd tegen winkelcriminaliteit aan te gaan. De belangrijke bijvangst van dit traject is dat er tegelijkertijd een sterke binding en samenhorigheid tussen de ondernemers in het Stadshart ontstaat. Inmiddels is het pre-KVO afgesloten en zal het proces om te komen tot een KVO worden gestart. De gemeente kan hier optreden als belangrijke gesprekspartner, een rol spelen in de informatievoorziening en verbindingen leggen. Bureau Gelijke Behandeling Flevoland (wettelijke taak) Op grond van een wettelijke taak wordt een antidiscriminatie voorziening in stand gehouden, gericht op het voorkomen en bestrijden van discriminatie, zowel voor wat betreft ras/etnische afkomst, sekse, religieuze overtuiging of seksuele voorkeur, als voor wat betreft leeftijd of (arbeids)handicap. In Lelystad wordt deze taak uitgevoerd door Bureau Gelijke Behandeling Flevoland. Om uitvoering van deze taken mogelijk te maken draagt de gemeente Lelystad bij in de kosten hiervan. Dit betreft een bedrag van €28.000,-Voor uitvoerende taken op het terrein van voorlichting, trainingen en preventie verleent de gemeente een jaarlijks subsidie van eveneens €28.000,--. Dierenopvang (wettelijke taak) Het laten vervoeren en het laten opvangen (gedurende de wettelijke termijn van 14 dagen) van gevonden vogels, zwerfdieren en afstanddieren. Hierdoor wordt bereikt dat de leefbaarheid en de netheid van de stad wordt gewaarborgd en verbeterd. Daarbij heeft ook de levenskwaliteit van het dier een hoge prioriteit, waarbij de focus ligt op mogelijke herplaatsing en goede verblijfsvoorzieningen.
Programmabegroting 2016 – 2019
122
Veiliger uitgaan Toezien op naleving van Keurmerk Veilig Uitgaan Het Convenant Veilig Uitgaan is bedoeld om te zorgen voor een structurele samenwerking tussen horecaondernemers, politie/ openbaar ministerie en de gemeente ten behoeve van het veilig uitgaan in de gemeente Lelystad. Naast het reguliere toezicht en de controles op de Drank en Horecawet wordt vier keer per jaar een bijeenkomst georganiseerd tussen ondernemers, politie en gemeente om het uitgaan in Lelystad veilig en aantrekkelijk te houden. Extra inzet op controle in het kader van drank en horeca Toezicht en controle in het kader drank en horeca draagt bij aan de kwaliteit van veilig en verantwoorde uitgaansmogelijkheden en het tegen gaan van het onevenredig aantasten van de leefbaarheid en het alcohol gebruik in de openbare ruimte. Ervaring wordt opgedaan met het toezien op het naleef gedrag van 18 min op het verbod om alcohol te drinken.
Verbetering subjectieve veiligheid Veiligheidscommunicatie Communiceren over veiligheid is complex. Het raakt mensen direct en kan het veiligheidsgevoel ook negatief beïnvloeden. Om effectief te communiceren over veiligheid en een positieve beïnvloeding teweeg te brengen is het daarom belangrijk om inwoners proactief te informeren, transparant te zijn, mensen handelingsperspectief te bieden en als veiligheidspartners elkaar goed te informeren en samen te werken vanuit dezelfde informatiepositie. Dat wat je over wil brengen moet daarnaast goed aansluiten op de persoonlijke en situationele context van de ontvanger. Onze uitgangspunten zijn derhalve: 1. Transparantie: open en eerlijk communiceren over (on)veiligheid; 2. Waarde congruentie: aansluiten bij de thema’s die inwoners belangrijk vinden; 3. Reputatie: we zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. Met onze communicatie over veiligheid willen we de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid bevorderen. We willen een positieve bijdrage leveren aan de subjectieve veiligheid en bijdragen aan samenwerking met inwoners en partners.
Programmabegroting 2016 – 2019
123
3.5.2.2 Leefomgeving Fysiek Domein Voor het verbeteren van de fysieke leefomgeving zetten we in op het realiseren van de volgende doelen: Veiliger bedrijventerreinen Indicator: De kans op criminaliteit (diefstal/inbraak) tegen bedrijven en ondernemers wordt in de periode 2015-2018 onder de 10% gehouden (gemiddeld 9% 2009-2012). Bron: Regio Politie Flevoland, bewerking BLD-OS
Bij Fysieke veiligheid kennen we de risico’s Indicator: Nog niet voorhanden
Wijken zijn verkeersveilig Indicator: In 2016 handhaven van het percentage inwoners dat verkeersoverlast in de woonomgeving ervaren (32% in 2013) op of onder het gemiddelde percentage voor heel Nederland (32% in 2013).
Rampen en crises Indicator: Geen. De gemeente bereidt zich professioneel voor op calamiteiten en werkt samen met de partners in de Veiligheidsregio aan adequate incidentbestrijding.
Programmabegroting 2016 – 2019
124
Wat gaan we daarvoor doen? Veiliger bedrijventerreinen Stimuleren gezamenlijke aanpak die veiligheid bevordert Bevorderen van samenwerkingsverbanden tussen bedrijven die de veiligheid ten goede komen. Actief deelnemen in werkgroep(en) KVO en inspannen voor herkeuring van gecertificeerde terreinen.
Fysieke veiligheid vormt een verantwoord risico Vaststellen Uitvoeren Beleid Externe Veiligheid Het conceptbeleidsplan is op basis van nieuwe inzichten geheel herzien. De ruimte die gemeenten uiteindelijk hebben, binnen de wetgeving van Externe Veiligheid, is beperkt maar kan nog wel benut worden. Dit resulteert in een ambitie/visiedocument en een handleiding voor interngebruik. De beleidsnota dient nog te worden vastgesteld. Tegelijkertijd is de provincie bezig om een regionaal beleidsplan Externe Veiligheid op te stellen. Hierop zal worden gewacht zodat kan worden bezien of een gemeentelijke beleidsnota nog wel nodig is. Gasleidingen project andere woningen Onderzoek van TNO leert dat veel gasleidingen uit de periode voor 1986 zodanige corrosie vertonen dat gaslekken kunnen ontstaan. Corrosie is een niet te stoppen proces. Nagenoeg alle woningen uit deze periode zijn aan vervanging van de gasleidingen toe. Voor eind 2015 dient voor 15.000 woningen in Lelystad die gebouwd zijn voor 1985 steekproefsgewijs geïnspecteerd te worden en een verantwoorde uitspraak gedaan te worden over de kwaliteit van de gasleidingen. Opgedane ervaringen in 2015 geven een verontrustend beeld te zien van leidingen die een (potentieel) risico vormen voor de veiligheid in de stad. Door middel van actieve voorlichting, bewonersbijeenkomsten en spreekuren worden de bewoners geïnformeerd over de aanpak van de inspecties en de vervanging. In dit project wordt nauw samengewerkt met Centrada. Primair ligt de verantwoordelijkheid voor de gasleidingen bij de eigenaren van de woningen. Vanuit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Woningwet (Ww) en Bouwbesluit 2012 heeft de gemeente wel een zorgplicht en treedt daarom op als toezichthouder. Echter, de gemeente is daarmee niet verantwoordelijk noch aansprakelijk voor de consequenties indien eigenaren de gasleidingen niet op tijd vervangen. Beschikbaarheid asbestgegevens bij calamiteiten In veel gebouwen in Lelystad bevindt zich asbesthoudend materiaal. Als dit materiaal ongemoeid wordt gelaten is het risico voor de volksgezondheid gering. Echter, bij brand komt dit materiaal vaak in grote hoeveelheden vrij wat zowel bij de brandbestrijding als bij de nazorg problemen oplevert. De brand in Roermond in december 2014 is daar een voorbeeld van. Hier moest een groot deel van het centrum worden afgezet om het vervuilde gebied schoon te maken. Bij de bestrijding van zulke branden is het van belang dat de brandweer tijdig over adequate informatie beschikt. Op dit moment is deze informatie slechts ten dele beschikbaar. In het kader van crisisbeheersing en rampbestrijding wordt ingezet op een verbetering- en aanvulling van de al verzamelde informatie en deze zodanig te ontsluiten dat de brandweer hier, indien nodig, direct over kan beschikken. Deze registratie is ook van belang met het oog op het komende verbod op asbesthoudende daken per 2024. Nagegaan wordt in hoeverre het noodzakelijk is om hier in de kadernota 2017 op terug te komen voor wat betreft de eventueel benodigde middelen. Inmiddels heeft de Brandweer alle bij de gemeente bekende (digitale) gegevens inzake asbest ontvangen en verspreid naar de relevante personen. Financiële bijdrage Veiligheidsregio De Veiligheidsregio Flevoland (VR) is er om de veiligheid van haar inwoners tijdens een incident / ramp of crisis te vergroten. De Veiligheidsregio Flevoland is een samenwerkingsverband van alle gemeenten in Flevoland, Brandweer Flevoland en de GHOR Flevoland (GGD). De gemeente Lelystad draagt financieel bij aan de Veiligheidsregio op basis van een GR (gemeenschappelijke regeling).
Programmabegroting 2016 – 2019
125
Fysieke veiligheid vormt een verantwoord risico (vervolg) Lokaal en regionaal opleiden en oefenen crisisbeheersing en rampbestrijding Vanaf 1 juli 2014 wordt op (inter)regionaal niveau gezamenlijk opgeleid, getraind en geoefend voor de monoen multifuncties. De kosten hiervan worden grotendeels door de regio gedragen. Deels betalen gemeenten de kosten zelf uit hun eigen budget. Lokaal worden de oefeninspanningen ook uitgebreid. Operationele en beleidsmatige gemeentelijke ondersteuning bij calamiteiten Operationele en beleidsmatige ondersteuning wordt verleend aan de hulpdiensten, brandweer, politie en GHOR, bij calamiteiten en incidenten. Calamiteiten en incidenten zijn niet te voorzien en wat kosten betreft niet te begroten. We weten dat ze voorkomen en altijd kunnen gebeuren. Voor de organisatie is het van belang dat als zich een calamiteit voordoet er capaciteit en middelen beschikbaar zijn om adequaat te kunnen handelen. De beschikbare capaciteit is lokaal en regionaal goed geregeld. Voor de beschikbaarheid van middelen (geld), bestaat inmiddels regionaal en lokaal een mandaatregeling voor de operationele functionarissen, zodat zij tijdens een incident afdoende maatregelen kunnen nemen. Lokaal is er voor gekozen, geen slapend ‘crisisbudget’ op de begroting te hebben.
Wijken zijn verkeersveilig Verkeersveiligheid We willen de wijken verkeersveilig houden. Uit de burgerpeiling 2011-2013 blijkt dat bewoners zich hier zorgen om maken. Uit de verkeerscijfers blijkt niet dat er een toename is van verkeersonveiligheid. Derhalve zullen wij ons uiterste best doen om het percentage inwoners dat verkeersonveiligheid ervaart, tenminste gelijk te houden en te zorgen dat er geen achteruitgang plaatsvindt.
Programmabegroting 2016 – 2019
126
3.5.3 Veiliger overheid Voor het realiseren van een veiliger overheid (gericht op de samenleving) zetten wij in op de volgende doelen:
Overheid kan haar taak veilig uitvoeren Indicator: Minder meldingen in GIR-systeem.
Gegevens zijn beschermd en worden veilig en integer ingezet Indicator: Geen.
Wat gaan we daarvoor doen? Overheid kan haar taak veilig uitvoeren Veilige Publieke Taak (VPT) Tezamen met politie, OM en andere overheden is een convenant VPT opgesteld, waarin wordt voorzien in een directe ondersteuning van medewerkers. De gemeente Lelystad geeft met de ondertekening aan over een goed werkend beleid te beschikken waarin aandacht is voor agressie en geweld èn voor het nemen van maatregelen tegen de daders van agressie en geweld. Op deze manier trekt de gemeente samen met politie en Openbaar Ministerie op in de aanpak van agressie en geweld tegen personen met een publieke taak. De gemeente Lelystad investeert in de veiligheid van haar medewerkers door agressie- en geweldtrainingen voor medewerkers met klantcontact. Het betreft hier dus niet alleen baliemedewerkers, maar ook medewerkers in de buitendienst zoals toezichthouders en handhavers. We versterken onze gemeente brede aanpak op dit onderwerp door expliciet te investeren in waakzaamheid en risicobewustzijn van ambtenaren en bestuurders.
Gegevens zijn beschermd en worden veilig en integer ingezet Afschermen data De overheid onderscheidt zich van andere partners in het publieke domein door geweldsbevoegdheid en de beschikbaarheid van kwetsbare (persoonsgebonden) informatie. Met de informatie kan de overheid haar werk beter doen of is in staat de partners van het juiste gereedschap te voorzien zodat zij hun werk goed kunnen doen. In veel gevallen is de veiligheid in het geding. Derhalve zijn de inspanningen op dit onderwerp in eerste aanleg bij dit programma ondergebracht. Het beschikken over zoveel, vaak gevoelige informatie betekent een grote verantwoordelijkheid voor de gemeenten. Het vraagt ook nogal wat van de organisatie: Welke dilemma’s doen zich voor bij het gebruik van (Big )Data? Welke grenzen hanteert u bij het toepassen van (Big) Data? Hoe bewaakt u de grenzen voor het gebruik van (Big) Data en voorkomt u dat deze worden overschreden? Welke data mag u delen? En met wie? Wanneer is privacy wet- en regelgeving van toepassing? Hoe voorkomt u praktische en organisatorische problemen bij het uitwisselen van data? Er zal daarom worden geanalyseerd welke informatie afgeschermd dient te worden. Tevens dient er een kwaliteitsborging te worden ontwikkeld (beschikbaarheid, bruikbaarheid en betrouwbaarheid), zodat het duidelijk is wie verantwoordelijk is voor de informatie en de actualisatie Tot slot is het reglement ‘Bescherming persoonsgegevens’ van toepassing.
Programmabegroting 2016 – 2019
127
3.6 Voor de Lelystedeling
Vigerende beleidsnota's Dienstverlening Bestuur en organisatie - De gemeente doet mee - Buurtrechten bewonersgroepen Gemeentelijke middelen - Programmabegroting 2015-2018 - Nota reserves en voorzieningen 2012 - Normenkader financiële rechtmatigheidcontrole 2014 Programma 6 bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds is het programma dienstverlening, voor de Lelystedeling. Dat programma omvat onze doelstellingen op het gebied van dienstverlening. Anderzijds heeft programma 6 een aantal technische paragrafen met betrekking tot bestuur en organisatie en financiën. Van oorsprong is dit begrotingsprogramma een voornamelijk intern gericht programma geweest. In het kader van de herziening van de programmastructuur in deze nieuwe raadsperiode, is er voor gekozen dit begrotingsprogramma vanuit het externe perspectief te benaderen: wat merkt de burger van wat we hier doen? De meer traditionele interne doelstellingen rond de wijze waarop onze organisatie in elkaar steekt, zijn terug te vinden in de paragraaf bedrijfsvoering. Wat we willen bereiken, is dat de inwoners, ondernemers en bezoekers van Lelystad de gemeente ervaren als een organisatie met een simpele dienstverlening, waarmee je veilig en betrouwbaar zaken kunt doen en die van toegevoegde waarde is voor de Lelystadse samenleving. Onze organisatie is er vòòr Lelystad en niet andersom. Het onderwerp Dienstverlening is onderhevig aan visies en programma’s vanuit het Rijk. In het recente verleden hebben we respectievelijk de programma’s ‘OL2000’, ‘Overheid heeft Antwoord’ en ‘i-Nup’ gehad, waarvan de laatste nog actueel is. Al deze programma’s hebben als hoofddoel digitalisering en vereenvoudiging gehad, zodat zaken doen met de gemeente makkelijker wordt. Ook in de toekomst zal dit het hoofddoel blijven. Door het meer delen van informatie en kennis en het meer samenwerken binnen en over de ketens heen, wordt nu een volgende slag geslagen. Ook plaats- en tijdonfhankelijke dienstverlening is een belangrijke ontwikkeling; het stadhuis is niet meer de vanzelfsprekende plek voor het afnemen van producten en diensten. Tenslotte is een belangrijke doelstelling het toegankelijk maken, ontsluiten, van alle (overheids)informatie voor ieder burger. Open data en hulpmiddelen die de burger inzicht bieden in de begroting horen daar nadrukkelijk bij. Het raadsprogramma 2014 – 2018 ‘Lelystad transformeert!’ voorziet in een grotere rol en meer ruimte voor inwoners en bedrijven om initiatieven te nemen en verantwoordelijkheid te dragen. Het bestuur gaat uit van zelfredzame inwoners die zelf weten wat goed voor ze is. Het bestuur wil meer gebruik maken van de kracht van de samenleving en daarmee energie vrijmaken. Dit vergt een andere houding van de gemeente. De gemeente is niet meer diegene die overal over gaat, maar zal meer als partner van haar inwoners opereren. Naast het zijn van een veilige en betrouwbare zakenpartner, is het ook van belang om nieuwe dingen uit te proberen en belemmeringen op het gebied van regeldruk en bureaucratische procedures weg te nemen. Ook als het gaat om de inzet van publieke middelen voor gemeentelijke taken wil het bestuur graag meer optrekken met de inwoners, instellingen en bedrijven. Dit gaat volgens een fasering van ‘mee weten’ naar ‘invloed’ tot ‘meer invloed’. Hoe dit proces en het te beïnvloeden eindplaatje eruit komen te zien, is continue in ontwikkeling. Hierbij is een degelijk en solide financieel beleid uitgangspunt. Een sluitende begroting, ook meerjarig, is belangrijk evenals het aanhouden van een verantwoorde reservepositie. De veranderende verhoudingen tussen overheid en samenleving en de aanhoudende noodzaak te bezuinigen, leidt tot een verschuiving van taken van het publieke en private domein. Hierbij ontwikkelen zich ook andere financieringsconcepten. Hoewel veelal in de kinderschoenen, zullen wij deze nauwgezet volgen en eventueel mee experimenteren.
Programmabegroting 2016 – 2019
128
Dim schema
Programmabegroting 2016 – 2019
129
Programmabegroting 2016 – 2019
130
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Meerjarenram ing
Begroting Program m a 6: Voor de Lelystedeling
2016
2017
2018
2019
Geraam de resultaat voor bestem m ing Lasten PG61 Dienstverlening PG62 Personeel en organisatie PG63 Algemene dekkingsmiddelen
-3.258
-3.249
-3.249
-3.249
-27.636
-27.570
-26.942
-27.090
-9.181
-9.032
-9.321
-9.282
-40.075
-39.851
-39.511
-39.621
PG61 Dienstverlening
2.255
2.655
2.655
2.255
PG62 Personeel en organisatie
1.896
1.896
1.896
1.896
180.598
178.708
177.443
177.245
184.749
183.258
181.993
181.395
144.673
143.407
142.482
141.775
-400
-400
-5.834
-4.298
-4.218
-4.184
-5.834
-4.698
-4.618
-4.184
3.054
2.071
2.051
2.001
3.054
2.071
2.051
2.001
-2.781
-2.627
-2.568
-2.184
141.893
140.780
139.915
139.591
Totaal Lasten Baten
PG63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Totaal Geraam de resultaat voor bestem m ing Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Lasten PG62 Personeel en organisatie PG63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten PG63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Totaal Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Geraam de resultaat na bestem m ing
Programmabegroting 2016 – 2019
131
Wat willen we bereiken? Programma 6 Voor de Lelystedeling
6.1 SIMPELer dienstverlening
6.2 Meer toegevoegde waarde organisatie
Snel Innovatief Menselijk Praktisch
Betrouwbaarder en veiliger
6.3 Algemene dekkingsmiddelen Sluitende financiële totaaltelling
Grotere mate van partnerschap
Efficiënt Leuk Integrale klanttevredenheidsmonitor ontwikkelen
Programmabegroting 2016 – 2019
132
3.6.1 Dienstverlening Bovenstaande doelen hebben we vormgegeven met een aantal meer concrete doelstellingen. Voor de dienstverlening vormen deze het anagram Simpel: Snel, Innovatief, Menselijk, Praktisch, Efficiënt en Leuk. Voor ieder van deze 6 thema’s zijn er concrete doelstellingen geformuleerd die we in de komende jaren willen behalen. De doelstellingen zijn niet specifiek aan een bepaald jaar gekoppeld, hetgeen verklaart dat deze programmatische beschrijving gelijkvormig is aan die van de vorige begroting. De basis voor de doelstellingen ligt verankerd in vier ontwikkelsporen: 1. Plaats- en tijdsonafhankelijke dienstverlening Dienstverlening vindt niet alleen meer fysiek plaats in de hal van het stadhuis, maar ook bijvoorbeeld in de wijk, bij de mensen thuis, via het digitale gemeenteportaal, etc. Dit betekent dus ook dat informatie om de juiste dienstverlening te kunnen bieden ook plaats- en tijdonafhankelijk beschikbaar en up to date moet zijn en van een hoge kwaliteit. 2. Zelfredzaamheid versus maatwerk Burgers worden steeds mondiger en meer zelfredzaam. Deze ontwikkeling vraagt een andere aanpak. Dienstverlening gaat van organisatie naar organiseren. Immers, mensen die minder of niet zelfredzaam zijn, mogen in dit concept niet buiten de boot vallen. “Ken je klant” is dus belangrijk, om vooraf te kunnen bepalen welke dienstverlening het beste past. 3. Kosten versus inspanning Het kan voorkomen dat we meer service kunnen verlenen, maar dat daar voor de burger of voor de organisatie meer kosten aan zijn verbonden. Ook kan het omgekeerde het geval zijn dat sommige producten goedkoper kunnen omdat de levering van producten meer gedigitaliseerd is of eenvoudiger kan. 4. Innovatief versus behoudend Wanneer de gemeente Lelystad met haar dienstverlening innovatief wil zijn, betekent dit ook dat we op digitaal gebied een volgende stap moeten maken en ons daarin verder moeten ontwikkelen. We volgen de landelijke ontwikkelingen en doen actief mee aan pilots om ervaring op te doen (enkele voorbeelden zijn thuislevering paspoort, verhuis- en de burgerlijke stand applicaties). Niet iedereen is het zelfde. Er zijn zelfredzame klanten en minder zelfredzame klanten. Om dienstverlening op maat te kunnen realiseren moeten we deze klantsoorten (her)kennen. Parallel aan bovengenoemde ontwikkelsporen en de daarbij behorende inspanningen (SIMPEL) loopt de uitvoering van het i-NUP. Dit is de opvolger van de gemeente geeft antwoord@ en behelst vele grote en kleine projecten, voornamelijk op het gebied van de digitale dienstverlening en informatie- en gegevensbeheer. Deze projecten worden in 2016 afgerond. Door de verdergaande digitalisering is het steeds meer mogelijk voor klanten om digitaal contact met de gemeente te hebben, producten aan te vragen etc. Daarnaast blijft baliebezoek mogelijk en wordt het balieconcept zoveel mogelijk afgestemd op de klantwens en klantbeleving. In de centrale hal van het stadhuis moet voor de klant in een oogopslag duidelijk zijn waar en door wie de klant kan worden geholpen. Daartoe zal de hal in 2016, nu ook het UWV vertrokken is, hierop heringericht worden. Dit moet leiden tot een meer heldere positionering van bijvoorbeeld ondernemersplein, kavelwinkel en vergunningenloket. Ook het telefonisch kanaal zal voor hen die dat willen beschikbaar moeten blijven, maar wij zien het steeds minder als preferent kanaal. Als een klant toch kiest voor telefonisch contact, moet de gemeente wel optimaal bereikbaar zijn en moeten de antwoorden kwalitatief in orde zijn. Met behulp van metingen wordt periodiek getoetst of deze uitgangspunten worden behaald. De constatering is dat hierbij nog ruimte voor verbetering is. In 2015 en 2016 zal door het inzetten van mystery callers en het bijhouden van de bereikbaarheidsgegevens organisatiebreed aan verbeterde bereikbaarheid gewerkt worden.
Programmabegroting 2016 – 2019
133
Wat gaan we daarvoor doen? SNEL Vrije inloop/afspraken Naar aanleiding van een onderzoek naar optimale verdeling van klantstromen, baliebezetting en baliesoorten is hierin een wijziging in de werkwijze doorgevoerd. Deze zal in 2016 worden gemonitord. Openingstijden Er is begin 2015 onderzoek gedaan naar de mogelijke sluiting van het Stadhuis op vrijdag, maar onderzoek heeft uitgewezen dat er dan een grote klantendruk ontstaat op de overige dagen vanwege het feit dat er veel klantcontacten en overige dienstverleningsaspecten (bruiloften, inschrijvingen, externe huurders) zijn op vrijdag. De nadelen wegen niet op tegen de mogelijke besparing. INNOVATIEF Ontwikkeling verhuisapplicatie Meewerken met leverancier aan de ontwikkeling van de landelijke verhuisapplicatie. Onderzoek zelfbediening Mogelijkheden onderzoeken van zelfbedieningszuilen (plaats en tijdsonafhankelijke dienstverlening). Onderzoek paspoortbezorging Landelijke pilot rondom thuisbezorging volgen en, zodra mogelijk, ook doorvoeren in Lelystad. Actief wachten Processen ombuigen naar interactie modellen om de wachtende klant voorbereidende werkzaamheden te kunnen laten doen. MENSELIJK Klantdifferentiatie Verschillende klantgroepen onderscheiden en als zodanig bedienen, standaardisatie waar het kan, maatwerk waar het moet. Productdifferentiatie De gemeentelijke producten onderscheiden en inzetten op openingstijden, klantdifferentiatie en digitalisering. Keukentafelgesprekken Rekening houdend met de klantgroep de klant bedienen waar het de klant het beste uitkomt. Maatwerk baliecontact niet-zelfredzame klanten Zie klantdifferentiatie, alleen nu gericht op specifiek baliecontact. Klantbeleving Periodiek onderzoek naar wat de klant ervaart en beleeft tijdens contacten met de gemeente. Vraaggericht werken Producten en diensten afstemmen op wat de klant vraagt en hier structureel onderzoek naar doen. Mediation Inzet mediation bij problemen of ter preventie van escalatie of juridische procedures. Gastheerschap Gastheerschap actief benutten en inzetten om de klant een welkom gevoel te geven en te ondersteunen waar dat nodig is.
PRAKTISCH Actie wachten Zie onder innovatief. Innovatie = praktisch De innovatie moet wel steeds gericht zijn op de praktische haalbaarheid. Samenwerking ketenpartners Samenwerking met in en externe partners, ook op maatschappelijk gebied. Administratieve lastenverlichting Vereenvoudiging formulieren, afschaffen producten, optimaal gebruikmaken van gegevens die we al hebben (big data), gegevens maar een keer opvragen. Vraaggericht werken Klant bepaalt de intensiteit en de vorm van de dienstverlening.
Programmabegroting 2016 – 2019
134
EFFICIËNT Administratieve lastenverlichting Zie onder praktisch. Optimale inzet middelen Kosten, baten en investeringen worden steeds getoetst aan vraag en aanbod en noodzaak. Lean processen Dienstverlenende processen worden structureel onderzocht op “leanheid”. Ontwikkeling processen naar interactie Steeds zal bekeken worden hoe interactief we een proces samen met en voor de klant kunnen inrichten. LEUK Behoefteonderzoek Onderzoeken wat de klant verwacht in de hal van het stadhuis of bij gebruikmaking van de andere kanalen waaruit hij kan kiezen om diensten of producten af te nemen. Klantbeleving Extern onderzoek naar tevredenheid van de klanten naar de dienstverlening zowel fysiek als digitaal. Communicatiecampagnes Zullen ondersteunend zijn aan de ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening, waarbij meer en meer actief gebruik gemaakt wordt van de nieuwe media die ons ter beschikking staan. Overige dienstverlening Overige dienstverlening Binnen dit begrotingsonderdeel is het grootste deel van de kosten ten behoeve van de gemeentelijke dienstverlening opgenomen. Het gaat hier om personeelskosten van medewerkers die zich voornamelijk bezig houden met de uitvoering van wettelijke taken omtrent burgerzaken (front- en backoffice werkzaamheden). BRP Binnen dit onderdeel zijn de kosten ten behoeve van Basis Registratie Personen (BRP) opgenomen. Het gaat hierbij voornamelijk om personeelskosten. Het betreft het in behandeling nemen en verwerken van verhuizingen, vestiging, adresonderzoek, het waarmerken van documenten, het maken van BRP uittreksels, wijzigingen aanbrengen in het BRP, etc. Informatiebalie en telefonie Dit begrotingsonderdeel bestaat voor het overgrote deel uit personeelskosten. Het betreft hier de bezetting van de informatiebalie en telefonie. Naast de personele kosten bevat dit begrotingsonderdeel overige kosten, zoals het klachten/meldsysteem, de kosten voor de kennisbank en het extern callcentrum. Burgerlijke stand Dit begrotingsonderdeel betreft de baten en lasten met betrekking tot de burgerlijke stand en heeft betrekking op huwelijken, geboorten, overlijden, aanpassen akten, uitreksels, getuigenverklaringen etc. De lasten bestaan voornamelijk uit personeelskosten ten behoeve van de uitvoering van deze wettelijke taken. Overige kosten bestaan uit ondersteuning met betrekking tot geldende wet- en regelgeving. Reisdocumenten Dit onderdeel bestaat uit de uitgifte van diverse soorten paspoorten en identiteitskaarten met een wettelijk vastgesteld maximaal tarief. Nationaliteitswetgeving Dit begrotingsonderdeel betreft een wettelijke taak, namelijk de naturalisatie met een wettelijk vastgesteld maximaal tarief. Overige uitreksels, verklaringen Dit betreft de volgende producten: uittreksels, VOG (verklaring omtrent gedrag), legalisatie handtekening en waarmerken documenten. Rijbewijzen Dit onderdeel betreft de uitgifte van rijbewijzen met een wettelijk vastgesteld tarief. Bouwleges Binnen dit begrotingsonderdeel zijn de baten opgenomen, die voortvloeien uit het verstrekken van omgevingsvergunningen. De lasten behorend bij de uitgifte van omgevingsvergunningen zijn opgenomen in programma 5.
Programmabegroting 2016 – 2019
135
Overige dienstverlening (vervolg) Veiligheidsvergunningen Binnen dit begrotingsonderdeel zijn de legesinkomsten begroot, die voor de volgende typen vergunningen of meldingen van belang zijn: Drank en Horeca, evenementen, Wet op de kansspelen, Leegstandswet, zondagswet /winkeltijdenwet en het afgeven van verklaringen van geen bezwaar in verband met het gebruik van wegen, lucht en afsteken van vuurwerk.
Eenduidige ruimtelijke informatievoorziening Registatie adressen en gebouwen Het beheren en onderhouden van de basisregistratie Adressen en Gebouwen: De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is de naam voor twee Nederlandse Basisregistraties, te weten de Basisregistratie Adressen (BRA) en de Basisgebouwenregistratie (BGR). Geografische informatie Het beheer, onderhoud en actualisatie van de Geografische informatie systemen: Met ingang van 1 januari 2016 is de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) een feit. De BGT is een gedetailleerde digitale kaart van Nederland. Gemeente Lelystad is bronhouder voor het Lelystadse grondgebied dat opgenomen is in de BGT. Objecten zoals gebouwen, wegen, water en groen zijn in de registratie op een eenduidige manier vastgelegd. Overheden gebruiken deze basiskaart als ondergrond bij verschillende taken. Bijvoorbeeld voor het aanbesteden en inplannen van groenbeheer, het verwerken van meldingen openbare ruimte, het maken van bestemmingsplannen, of het maken van veiligheidsplannen. Daarnaast worden er luchtfoto’s en cyclorama foto’s digitaal ontsloten en beschikbaar gesteld om beheers en ontwikkeltaken van de gemeente te kunnen ondersteunen. Vermindering regeldruk Minder regels en voorschriften bij de bouw van woningen en andere gebouwen in de nieuwe welstandsnota en eenvoudig zelf via Geo Informatie Systemen informatie opvragen voor het aanvragen van een omgevingsvergunning. We maken het sneller en eenvoudiger voor burgers en bedrijven.
Programmabegroting 2016 – 2019
136
3.6.2 Meer toegevoegde waarde organisatie Een grotere rol en meer ruimte voor inwoners en bedrijven om initiatieven te nemen en verantwoordelijkheid te dragen vraagt ook om een andere opstelling bij de taakinvulling van de gemeente. In de eerste plaats vraagt het om het besef dat de gemeente niet overal meer over gaat, niet alles meer bepaalt en dat dit dus kan leiden tot ongelukkige incidenten en leiden tot verschillen leiden tussen buurten en wijken en tussen (groepen) inwoners. Inwoners, bedrijven en organisaties krijgen meer ruimte en ook meer verantwoordelijkheid om er samen een mooie toekomstbestendige stad van te maken. De gemeentelijke overheid gaat in haar taken terug naar de basis en naar waar ze een toegevoegde waarde kan spelen. Ondernemende burgers die gericht zijn op een economisch en/of maatschappelijk belang zijn van grote waarde voor de samenleving. En hoewel er waarschuwingen doorklinken van overbelasting, wordt tegelijkertijd geconstateerd dat er nog veel potentie en dus waarde in onze samenleving zit. Dit moet geactiveerd en zichtbaar gemaakt worden. Laat mensen bijdragen daar waar ze hun drive voelen, waar ze goed in zijn en wat bij hen past. Maar bovenal, laat ze niet afhaken door de muren van de gemeente met wie ze vaak moeten samenwerken. Belangrijk hierbij is het uitstralen en zijn van een betrouwbare partner en het spelen van een gelijkwaardige en faciliterende partner. Betrouwbaarder en veiliger overheid Wij zetten in op houding en gedrag om als organisatie voor samenwerkingspartners, klanten en afnemers betrouwbaarder en veiliger te opereren en ook als zodanig beschouwd te worden. Mensen die zaken doen met de gemeente mogen er vanuit gaan dat: -
-
de gemeente zich houdt aan afspraken die ze heeft gemaakt en dat, mochten die onverhoopt niet haalbaar zijn, hierover actief wordt gecommuniceerd en in overleg tot nieuwe afspraken gekomen wordt. de gemeente inwoners netjes behandelt, met één mond praat en burgers en organisaties met vragen niet de hele organisatie doorstuurt, van het kastje naar de muur de gemeente open, transparant en integer is en zorgvuldig omgaat met de gegevens van anderen.
Meer gelijkwaardige en faciliterende partnerschap – samen Lelystad Er doen zich twee bewegingen voor die de rol van de overheid beïnvloeden en deze verandert van een overwegend sturend instituut op veel taakvelden, tot een meer gelijkwaardige samenwerkingspartner op taakvelden waar ze vanuit wet- en regelgeving over gaat of waar ze echt toegevoegde waarde voor de samenleving heeft of het verschil kan maken ten behoeve van het algemeen belang. In de eerste plaats organiseren steeds meer burgers zich, meestal op kleinschalig niveau, en nemen steeds meer het heft in eigen handen, ten behoeve van zichzelf én van anderen. Dit wordt ook wel de doe-democratie genoemd. Ten tweede is door de complexiteit van de vraagstukken en de beperkte financiële slagkracht de overheid al lang niet meer in staat om alle problemen alleen op te lossen. Gelukkig zijn er veel partijen in de samenleving die zich betrokken voelen en ook de kennis hebben om bij te dragen aan het vinden van oplossingen. Deze omslag is niet nieuw, maar al een tijdje gaande. Toch is het voor veel partijen soms een zoektocht en is het nog wennen hoe zij zich tot elkaar dienen te verhouden. Ook voor de overheid, al merken wij dat de actieve benadering van deze thematiek in de afgelopen periode leidt tot een andere benadering van processen en interactie met burgers en bedrijven. Het vraagt om een andere opstelling, rol en manier van werken van de gemeentelijke overheid. Daarbij is al wel duidelijk geworden dat het hier niet gaat om het bereiken van een vast omlijnd einddoel, maar om een blijvende zoektocht naar de meest effectieve samenwerking tussen organisatie en haar omgeving. De uitdaging is om: -
meer te kijken vanuit de behoefte van de burger, organisatie of bedrijf vaker te kijken naar hoe iets wel kan in plaats van waarom het niet kan het eigenaarschap voor een activiteit bij de initiatiefnemer te laten liggen en niet over te nemen de organisatie zo in te richten dat initiatiefnemers bij één loket terecht kunnen voor hun vragen en knelpunten. mensen en organisaties aan elkaar te verbinden in plaats het zelf uit te voeren.
Programmabegroting 2016 – 2019
137
Wat gaan we daarvoor doen? Betrouwbaarder en veiliger overheid Databeveiliging Bij programma 5 zijn al de nodige zaken benoemd over de veiligheidsaspecten van het gebruik van de gegevens waarover de gemeente als overheid kan beschikken. Naast veiligheid is ook de privacy een belangrijk punt. De effectiviteit van de overheid wordt in belangrijke mate bepaald door de mate waarin inwoners hun privacygevoelige gegevens in betrouwbare handen weten bij de gemeente. Gegevensbeveiliging is daarom een speerpunt. Integriteit Bij programma 5 is vanuit het oogpunt veiligheid beschreven waarom een integer gebruik van gegevens noodzakelijk is voor een effectieve publieke taak. Integriteit is echter meer dan alleen de wijze waarop gegevens worden ingezet en gebruikt; het is een basishouding waaraan hoge eisen mogen worden gesteld als het gaat om de activiteiten van de overheid. In de gehele organisatie worden daarom groepsgewijs gesprekken gevoerd met de integriteitcoaches. Klachten De gemeente stelt alles in het werk om haar rol als betrouwbare overheid waar te maken. Ingeval een inwoner, organisatie of bedrijf dat anders ervaart, kan een klacht ingediend worden en wordt gezamenlijk bekeken hoe tot een oplossing kan worden gekomen. Gelijkwaardiger en faciliterender partnerschap Initiatieven De gemeente tracht de regeldruk en bureaucratische (controle)procedures te verminderen en te vereenvoudigen. De gemeente gaat experimenteren met buurtrechten. De gemeente adviseert en ondersteunt initiatieven (bijvoorbeeld loket nieuwe initiatieven, website SamenLelystad) en maakt initiatieven zichtbaar (bijvoorbeeld via publiciteit of een evenement) . Open Data De gemeente stelt data ter beschikking. Dezelfde gegevens waar de gemeente haar beleid op baseert, moeten ook voor de burger inzichtelijk zijn. Volgens de principes van open data moet dit ruwe data zijn, niet geïnterpreteerd door de overheid. Hierdoor ontstaan nieuwe inzichten, omdat er op nieuwe manieren tegen de data wordt aangekeken. De gemeente informeert de burger over plannen en beleidsvoorstellen die in ontwikkeling zijn. Burgers, al dan niet georganiseerd, krijgen nog meer dan nu de mogelijkheid hun standpunt in te brengen. De gemeente informeert de burger over de besluitvormingsprocedure, over de ingebrachte standpunten en over de afwegingen die gemaakt worden omtrent deze standpunten. De gemeente moedigt het ontstaan van initiatieven en innovatie aan door mensen, bedrijven en andere organisaties met elkaar in contact te brengen en door kennis en data te delen, naar het voorbeeld van diverse Smart Cities. De gemeente faciliteert het combineren van open data uit de eigen organisatie met de data van anderen. Maatschappelijke netwerken De gemeente initieert en continueert netwerken rond urgente vraagstukken zoals duurzaamheid, veiligheid, onderwijs- en arbeidsmarkt. Bestuur en organisatie gaan meer de stad in, zoeken het contact met de stad en gaan het gesprek aan over de ontwikkeling van de stad. De gemeente participeert onder andere in de Stadsambassade, een initiatief dat netwerkontwikkeling en maatschappelijk debat stimuleert. Gemeentelijk vastgoed De gemeente maakt een start met de transformatie om het gemeentehuis in een gemeenschapshuis te veranderen waar de stad meer gebruik van kan maken voor maatschappelijke activiteiten. Leegstaand gemeentelijk vastgoed kan binnen de daarvoor geldende kaders aan maatschappelijke ondernemers beschikbaar worden gesteld.
Programmabegroting 2016 – 2019
138
3.6.3 Algemene dekkingsmiddelen (en onvoorzien) Doel van dit subprogramma is een sluitende meerjarige begroting. Dit betekent dat de inkomsten en uitgaven meerjarig bezien in evenwicht moeten zijn. In het raadsprogramma is uitgesproken dat de Lelystadse bevolking betrokken wordt bij het begrotingsproces en de te maken taakafwegingen. Het college ziet in dit kader een proces waarbij in de komende vier jaar de bevolking in toenemende mate betrokken wordt en zeggenschap krijgt bij het begrotingsproces. Het gaat dan om een ontwikkeling van ‘mee weten’ naar ‘meer invloed’
Wat gaan we daarvoor doen? Sluitende financiële totaaltelling Algemene uitkering De algemene Uitkering wordt exogeen bepaald op basis van vastgestelde verdeelmaatstaven. Deze vaststelling vindt na afloop van het begrotingsjaar plaats. Beheersmatig bestaan de werkzaamheden uit het doorrekenen van de gegevens uit de circulaires om tot een zo goed mogelijke inschatting van de uitkering te komen en zo de voor de gemeente beschikbare budgetruimte te bepalen. Deelnemingen De gemeente neemt deel in een aantal ondernemingen: zoals Vitens, Alliander en HVC. Hiervoor is kapitaal opgenomen en ingebracht in deze ondernemingen, in ruil waarvoor een dividendvergoeding wordt ontvangen. Als aandeelhouder heeft Lelystad stemrecht; via onze stem beïnvloeden wij het beleid en daarmee de continuïteit van de onderneming. Treasury Voor de uitvoering van haar activiteiten heeft de organisatie liquide middelen nodig. Deze worden op de kapitaalmarkt aangetrokken. Om te voorkomen dat de lasten binnen de begrotingsonderdelen gaan fluctueren door verschillen in de rente bij individuele financieringsarrangementen wordt gewerkt volgens het systeem van de integrale financiering met omslagrente. Hierbij wordt de kapitaalbehoefte van de organisatie als geheel in één keer gefinancierd op basis van een liquiditeitsprognose. Binnen de organisatie wordt als last hiervoor gerekend met een omslagrente (nu 3%) die overeenkomt met de gemiddelde rentelast van onze financieringen. Ter voorkoming van onverantwoorde renterisico’s is de financiering van de lokale overheid aan een aantal wettelijke kaders onderworpen. De treasury beoogt binnen deze kaders de financiering tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden te regelen. Belastingen De gemeente maakt voor de verwerving van algemene dekkingsmiddelen gebruik van de instrumenten Precariobelasting, Onroerende Zaakbelasting en Hondenbelasting. De doelstelling is de bestuurlijk vastgestelde opbrengst tegen zo laag mogelijke kosten te realiseren. Alternatieve financieringsconcepten De gemeente onderzoekt de mogelijkheden en doet voorstellen voor experimenten in samenwerking met belangengroepen en marktpartijen. Betrokkenheid inwoners De gemeente ontwikkelt in samenwerking met betrokken inwoners plannen voor meer betrokkenheid bij het begrotingsproces.
Programmabegroting 2016 – 2019
139
4.
Paragrafen
4.1 Lokale heffingen In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de verschillende gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten en wordt ingegaan op de consequenties daarvan voor de inwoners en bedrijven. Deze gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan: -
het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; geraamde inkomsten; een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; een aanduiding van de lokale lastendruk; een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid; de kostendekkendheid van de heffingen/rechten.
Beleidsuitgangspunten In de kadernota 2016 – 2019 geeft de gemeenteraad richting aan de inhoudelijke en financiële strategie van de gemeente Lelystad voor de komende jaren. De voorgestelde richtinggevende kaders leiden tot besluiten om een programmabegroting voor 2016 op te stellen. De door de gemeenteraad aangegeven richting leidt tot de volgende uitgangspunten voor de verschillende tarieven: De ozb-opbrengst wordt gecorrigeerd met de ozb-norm van 0,9%. De 5 jaarstermijn van de verschuiving (van ozb-gebruik niet-woningen naar ozb-eigendom niet-woningen) is voorbij, zodat het tarief op 0% kan worden gesteld. De rioolheffing voor niet-woningen wordt via de ozb verhaald. De verdeling en de differentiatie zal in het besluit rioolheffing 2016-2019 aan de gemeenteraad worden voorgelegd; De tarieven afvalstoffenheffing 2015 worden gecorrigeerd met het prijsindexcijfer van 0,9%; De tarieven van de rioolheffing aan te laten sluiten bij het raadsbesluit rioolheffing 2016-2019; De parkeertarieven 2016 aan te laten sluiten bij het raadsbesluit begroting parkeerexploitatie; Het tarief van de hondenbelasting wordt één keer in de twee jaar met € 2,26 aangepast. Op 1 januari 2014 heeft een verhoging van dit tarief plaatsgevonden. Het tarief van de hondenbelasting zal in 2016 met € 2,26 worden verhoogd; De opbrengst precariobelasting 2015 wordt gecorrigeerd met het prijsindexcijfer van 0,9%. De tarieven worden aangepast aan de te realiseren opbrengst; De legestarieven 2015 worden gecorrigeerd met het prijsindexcijfer van 0,9%, tenzij wettelijke voorschriften dit verhinderen of gemotiveerd wordt afgeweken; De tarieven van de lijkbezorgingrechten worden gecorrigeerd met het prijsindexcijfer van 0,9%; De tarieven marktgelden 2015 worden gecorrigeerd met het prijsindexcijfer van 0,9%; De tarieven liggelden Bataviahaven overeenkomstig te laten zijn met de tarieven van omliggende Lelystadse havens.
Programmabegroting 2016 – 2019
140
Geraamde inkomsten In onderstaande tabel zijn de inkomsten uit de lokale heffingen opgenomen zoals die binnen de gemeente Lelystad begroot zijn. Deze worden vervolgens per onderdeel toegelicht. Bedragen x € 1 m ln
Gemeentelijke belastingen
Begroting Procentueel 2016 2016
Algemene belastingen 1. onroerende zaakbelasting 2. parkeerbelastingen (parkeergeld zonder boetes) 3. hondenbelasting 4. precariobelasting Collectieve dienstverlening (heffingen) 5. afvalstoffenheffing 6. rioolheffing 6a. Rioolheffing woningen 6b. Rioolheffing niet-woningen wordt via de OZB verhaald Individuele dienstverlening (rechten) 7. leges 8. lijkbezorgingrechten 9. marktgelden 10. liggelden Bataviahaven (1) Totaal
21,27 2,31 0,59 1,77
52,15% 5,66% 1,45% 4,34%
8,44
20,69%
3,56 0,59
8,73% 1,45%
1,73 0,37 0,16
4,24% 0,91% 0,39%
40,79
100,00%
1. Er is sprake van een exploitatieovereenkomst waarbij de gemeente per saldo een vergoeding betaalt aan de exploitant voor de door deze gemaakte kosten -/- de gerealiseerde opbrengsten.
Toelichting op de diverse gemeentelijke belastingen Binnen de gemeente kennen we verschillende soorten gemeentelijke belastingen, namelijk algemene belastingen, heffingen en rechten (leges). De algemene belastingen De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de algemene belastingen, waarvan de onroerende zaakbelasting (OZB) de omvangrijkste is. Bij het innen van deze belastingen bestaat er geen directe relatie tussen wat de burger betaalt en de door de gemeente geleverde dienst. Tot de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente horen, behoren de OZB, parkeerbelastingen, hondenbelasting en de precariobelasting. Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB is een belangrijke eigen inkomstenbron voor de gemeente. Deze inkomsten worden onder andere gebruikt voor zaken als: wegen, cultuur, openbare verlichting, maatschappelijke dienstverlening en onderwijs. Onder de naam ‘onroerende zaakbelasting’ worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven:
een gebruikersbelasting van degenen die aan het begin van het kalenderjaar onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen, gebruiken; een eigenarenbelasting van degene die aan het begin van het kalenderjaar eigenaar is van een onroerende zaak (bijvoorbeeld woning of bedrijf).
Op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wordt er voor elke individuele onroerende zaak een waarde vastgesteld. Aan de hand van de waarde wordt het te betalen bedrag aan onroerende zaakbelasting berekend. Middels een aanslag wordt het te betalen bedrag aan de belastingplichtige opgelegd. De opbrengst 2016 is gebaseerd op de waarde van de tot 2015 aanwezige objecten.
Programmabegroting 2016 – 2019
141
Parkeerbelasting In het kader van de parkeerregulering worden de volgende belastingen geheven: a. een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze; b. een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangeven plaats en wijze. De opbrengsten uit deze belastingsoort zoals in deze paragraaf weergegeven zijn gebaseerd op de huidige vastgestelde tarieven voor straatparkeren, garageparkeren en vergunningen en het raadsbesluit begroting parkeerexploitatie. De vaststelling van de tarieven worden in de tarievennota aan de raad voorgelegd. Hondenbelasting Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente Lelystad. In het verleden is afgesproken dat eenmaal per twee jaar een verhoging van de tarieven van de hondenbelasting met een vast tarief plaatsvindt. Aangezien de tariefsverhoging in 2014 heeft plaatsgevonden, zal het tarief van de hondenbelasting in 2016 verhoogd worden naar € 83,91. De opbrengst hondenbelasting is een algemene opbrengst. Dit betekent dat de gemeente vrij is in het besteden van deze opbrengst. Met de opbrengst van deze belasting betaalt de gemeente onder meer maatregelen ter bestrijding en voorkoming van hondenoverlast, zoals het afschermen van kinderspeelplaatsen, zandbakken en speelweides, het aanbrengen van borden, uitlaatplaatsen voor honden en het maken van voorlichtingsmaterialen. Om eventuele hondenoverlast zo veel mogelijk te beperken ziet de milieupolitie toe op de naleving van de door de gemeente vastgestelde regels. Precariobelasting Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Collectieve dienstverlening (heffingen) De heffingen behoren niet tot de algemene dekkingsmiddelen, maar dienen ter dekking van de kosten van de algemene dienstverlening. De belangrijkste heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Afvalstoffenheffing Vanuit de wet is de gemeente belast met de inzamelverplichting van huishoudelijk afval. Het betreft hier bijvoorbeeld de wekelijkse inzameling aan huis van rest- en gft-afval en de inzameling en verwerking van andere huishoudelijke afvalstromen zoals papier, glas, textiel, grof huishoudelijk afval, etc. De kosten voor de afvalverwijdering worden volledig doorgerekend aan de inwoners in de vorm van een afvalstoffenheffing. Rioolheffing Vanuit de wet is de gemeente belast met verschillende zorgplichten op het terrein van water. Het betreft de zorgplicht voor afvalwater en de zorgplicht voor hemel- en grondwater. Het resultaat en de doelmatigheid van de maatregelen staat voorop, niet meer de wijze waarop de gemeente haar zorgplicht nakomt. De opbrengsten van de rioolheffing dienen te worden aangewend voor de nakoming van deze zorgplichten. Onder de naam "rioolheffing" wordt een heffing van de gebruiker van een eigendom geheven dat in gebruik of bestemd is als woning. In het besluit rioolheffing vGRP zijn een aantal keuzes aan de gemeenteraad voorgelegd omtrent de systematiek, de wijze van belasten en de mate van kostendekkendheid gedurende het vGRP. De door het College voorgestelde werkwijze is in deze begroting verwerkt. Op basis van het raadsbesluit over het voorstel kan dit zonodig voor de vaststelling van de begroting gecorrigeerd worden. Individuele dienstverlening (rechten) Naast belastingen heft de gemeente rechten in de vorm van leges voor de individuele dienstverlening aan haar burgers. Leges worden geheven als vergoeding voor een door de gemeente te verlenen individuele dienst. Deze dienstverlening kan bestaan uit het verstrekken van een paspoort of een
Programmabegroting 2016 – 2019
142
uittreksel uit het bevolkingsregister, maar ook bijvoorbeeld uit de verlening van een bouwvergunning of een gebruiksvergunning. Een aantal tarieven wordt door de Rijksoverheid voorgeschreven. In dit kader kan gedacht worden aan de te heffen leges voor het aanvragen van een verklaring omtrent gedrag, een uittreksel uit de registers van de burgerlijke stand en de leges voor het aanvragen van het Nederlanderschap. Daarnaast zijn er tarieven waaraan de Rijksoverheid een maximum gesteld heeft. De tarieven voor reisdocumenten zijn hiervan een voorbeeld. Een van de speerpunten is ook het kostendekkend maken van de leges. In de meeste gevallen zijn de kosten ten opzichte van de in rekening gebrachte tarieven niet dekkend. Door de tarieven te verhogen wordt de onderdekking tegen gegaan. In principe dienen de lasten en de baten in evenwicht te zijn. Leges Omgevingsvergunning. Na jaren van terugloop van (grote) bouwprojecten is in 2015 het herstel opgetreden in het aantal vergunningsaanvragen in de bouwsector. Burgerlijke stand De leges voor het sluiten van een huwelijk of geregistreerd partnerschap (burgerlijke stand). Lijkbezorgingrechten Op basis van de Verordening Lijkbezorgingrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. De tarieven zullen conform de vastgestelde inflatiecorrectie worden verhoogd. Dit om een kostendekkende exploitatie te kunnen realiseren. Marktgelden Marktgeld is een vergoeding voor het innemen van een standplaats op een plaatselijke markt. De hoogte hiervan wordt opgenomen in de verordening op de heffing en invordering van marktgelden. Liggelden Bataviahaven Bij besluit van 1 november 2005 heeft het college besloten het beheer van de Bataviahaven uit te besteden aan de Stichting Beheer Bataviahaven. Uitgangspunt is dat het College de sturing wenst te behouden over de activiteiten in de Bataviahaven. Hiertoe is een uitvoeringsovereenkomst opgesteld waarin de verplichtingen over en weer zijn uitgewerkt. In het raadsprogramma 2014-2018 is aangegeven dat de exploitatie van Bataviahaven verder wordt verzelfstandigd. De Stichting Bataviahaven heeft begin september haar Ontwikkelingsvisie aan het college voorgelegd. Mede op grond van deze visie wordt nagegaan hoe invulling kan worden gegeven aan de verdere ontwikkeling van de haven.
Programmabegroting 2016 – 2019
143
Lokale lastendruk Aangezien niet alle onderdelen per belastingsoort kan worden aangegeven hoeveel de stijging in het begrotingsjaar 2016 is, zullen de tarieven waarschijnlijk tot de volgende indicatieve lastendruk leiden. Bedragen x € 1 ,-
Lastendruk 2015 277,92 126,88 305,55
Belastingsoort afvalstoffenheffing, 2 personen rioolheffing, 2 personen onroerende zaakbelasting
Lastendruk 2016 (*) 280,42 132 308,3
(1) De uiteindelijke tarieven zullen in de tarievennota worden voorgelegd.
Woonlasten 2015 Hieronder staat een vergelijking van de woonlasten in 2015 tussen Lelystad en de gemeenten in Flevoland en enkele met ons vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO). In de ranglijst is de gemeente met de laagste woonlasten de gemeente met het laagste rangnummer. Bedragen x € 1 ,rangnum m er: 1 = laagste w oonlasten 407 = hoogste w oonlasten
Woonlasten in € Eenpersoonshuishoudens
Woonlasten in € Meerpersoonshuishoudens
Flevoland
679
713
Zeew olde
600
659
88
Dronten
702
702
149
Almere
712
712
164
Noordoostpolder
682
720
179
Lelystad
601
723
187
Urk
774
774
281
Leidschendam - Voorburg
620
681
112
Vlaardingen
626
690
127
Roosendaal
761
800
315
Gemeente
Vergelijkbare gem eenten (*)
hoogste en laagste w oonlasten Aalten (goedkoopste gemeente)
380
520
1
Wassenaar(duurste gemeente)
1.049
1198
407
Uit bovenstaande tabel blijkt dat gemeente Lelystad de 187e plaats inneemt. In 2014 stond de gemeente Lelystad op plaats 97. In 2013 stond de gemeente Lelystad op plaats 85. In 2012 stond de gemeente Lelystad op plaats 96 (goedkoopste in Flevoland). In 2011 stond de gemeente Lelystad op plaats 132.
Kwijtschelding Participatiewet (kostendelersnorm) Het ministerie van Financiën heeft besloten de kostendelersnorm uit de Participatiewet per 1 januari 2016 op te nemen in de kwijtscheldingsregeling. De invoering van de kostendelersnorm kan financiële consequenties hebben voor individuele schuldenaren. Kort gezegd betekent deze norm dat als men een woning deelt met meer volwassenen, de bijstandsuitkering daarop wordt aangepast. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in de woning, hoe lager uw bijstandsuitkering. Want als er meer personen in één woning wonen, kunnen de woonkosten gedeeld worden.
Programmabegroting 2016 – 2019
144
Kwijtschelding particulieren Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te kunnen voldoen, kan onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding van belasting worden verleend. De kwijtscheldingsnorm die in Lelystad wordt gehanteerd bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben op bijstandsniveau (= gelijk aan de norm van 100%) of lager, in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding wordt alleen verleend voor de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor de overige belastingen, zoals bijvoorbeeld de hondenbelasting of de leges wordt geen kwijtschelding verleend. Kwijtschelding Ondernemers Net als natuurlijke personen kunnen er kleine ondernemers zijn die op een minimuminkomen uitkomen. Ze verkeren daarmee in dezelfde situatie als natuurlijke personen op bijstandsniveau. Om de kleine ondernemers die van een minimuminkomen dienen rond te komen de kans te geven om het ondernemerschap verder te ontwikkelen, zodat ze niet op een uitkering hoeven terug te vallen, is het wenselijk om kwijtschelding te verlenen. Daarnaast zou het de drempel van uitkeringsgerechtigde naar startende ondernemers kunnen verlagen en tevens de armoedeval. De uitkeringsgerechtigde geniet immers al kwijtschelding. De regels van de inkomens- en vermogenstoets voor particulieren geldt ook voor de ondernemers. Bedragen x € 1000,-
Begrote kwijtschelding 2016
Gemeentelijke belastingen 1. afvalstoffenheffing 2. rioolheffing 3. onroerende zaakbelasting
950 335 35
Kostendekkendheid van de heffingen/rechten De kostendekkendheid van de heffingen/rechten verschaft inzicht in de procentuele over- of onderdekking van de diensten en producten gemeentebreed. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt dat de gemeente niet meer aan inkomsten/baten geniet (in rekening brengt) dan dat zij hiervoor aan kosten/lasten maakt om de diensten en producten te verwerken/leveren. De inkomsten/baten en de kosten/lasten zijn ontleend uit de begroting. Heffingen De afvalstoffenheffing en rioolheffing mogen op begrotingsbasis maximaal 100% kostendekkend zijn. Rechten De lijkbezorgingsrechten, marktgelden en leges mogen op begrotingsbasis maximaal 100% kostendekkend zijn. Bij de leges is kruissubsidiëring tussen de titels toegestaan. Onderstaande tabel geeft inzicht in de geraamde inkomsten/baten en de geraamde kosten/lasten. Kostendekkendheid afvalstoffenheffing Product/dienst
Geraamde inkomsten
Afvalstoffenheffing
€ 7.491.220
Geraamde kosten
Kostendekkendheid
€ 7.798.774
96%
De kostendekkendheid van de rioolheffing zal in een apart besluit worden voorgelegd. Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten en marktgelden Product/dienst
Geraamde inkomsten
Lijkbezorgingsrechten Marktgelden
Programmabegroting 2016 – 2019
€ 372.326 € 159.426
Geraamde kosten € 372.326 € 160.000
Kostendekkendheid 100% 100%
145
De leges kostendekkendheid van de geraamde lasten en de geraamde baten (voor zover deze te achterhalen zijn), wordt hieronder weergegeven. Recapitulatie kostendekkendheid per titel: Titel
Naam
1
Algemene dienstverlening Dienstverlening valllende onder de fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Dienstverlening vallende onder de Europese dienstenrichtlijn
2 3 Totaal
Titel 2 Hoofdstuk 1 t/m 10 Hoofdstuk 1.
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning begripsomschrijving
Geraamde baten € 881.791
Geraamde Kostendekkendheid lasten € 2.335.358 38%
€ 799.990
€ 901.784
89%
€ 46.065 € 1.727.846
€ 146.179 € 3.383.321
32% 51%
Geraamde baten
Geraamde Kostendekkendheid lasten
-
-
€ 799.990
€ 901.784
-
-
Teruggaaf
-
-
Wijzigingsvergunning
-
-
Hoofdstuk 7.
Overschrijving omgevingsvergunning
-
-
Hoofdstuk 8.
Legalisatieprocedure
-
-
Hoofdstuk 9.
Sloopmelding
-
-
Hoofdstuk 10.
In deze titel niet benoemde beschikking
-
-
€ 799.990
€ 901.784
Geraamde baten
Geraamde Kostendekkendheid lasten
€ 102.950
€ 285.276
36%
€ 772.296
€ 2.045.711
38%
-
-
*
-
-
*
-
-
*
€ 5.415
€ 3.825
142%
-
-
Hoofdstuk 2.
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk. 3.
Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4.
Vermindering
Hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6.
Subtotaal
Titel 1 Hoofdstuk 1 t/m 21 Hoofdstuk 1.
Algemene dienstverlening
Burgerlijke stand Reisdocumenten, rijbewijzen, verstrekkingen uit de Gemeentelijke Hoofdstuk basisadministratie persoonsgegevens, verstrekkingen uit het Kiezersregister, 2, 3, 4, 5, 6 en 9 verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens en overige publiekzaken Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
89%
89%
Hoofdstuk 8
GEO informatie
Hoofdstuk 10
Gemeentearchief
Hoofdstuk 11
gereserveerd
Hoofdstuk 12
Leegstandwet
Hoofdstuk 13
Gemeentegarantie
Hoofdstuk 14
Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 15
Kansspelen
€ 1.130
€ 546
Hoofdstuk 16
Zondagswet
-
-
Hoofdstuk 17
Telecommunicatie
-
-
*
Hoofdstuk 18
Verkeer en vervoer/ wegenverkeerswet / gehandicaptenparkeerkaart en -plaats
Hoofdstuk 19
Diversen
-
-
*
Hoofdstuk 20
Diversen
Subtotaal
Titel 3 Hoofdstuk 1 t/m 6 Hoofdstuk 1.
Dienstverlening vallen onder Europese dienstenrichtlijn
*
* * 207%
* -
-
*
€ 881.791
€ 2.335.358
38%
Geraamde baten
Geraamde Kostendekkendheid lasten
Toezicht op horecabedrijven
€ 12.315
€ 55.897
22%
Hoofdstuk 2.
Organiseren evenementen of markten
€ 26.000
€ 79.354
33%
Hoofdstuk. 3.
Prostitutiebedrijven
-
€ 1.093
0%
Hoofdstuk 4.
Coffeeshop
€ 500
€ 1.093
46%
Hoofdstuk 5.
Brandbeveiligingsverordening (brandweer)
Hoofdstuk 6.
Kinderopvang
Hoofdstuk 7.
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Subtotaal
Programmabegroting 2016 – 2019
€ 500
€ 1.366
37%
€ 6.750
€ 7.376
92%
-
-
*
€ 46.065
€ 146.179
32%
146
4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit enerzijds en de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit anderzijds.
Risico's
Beschikbare weerstandscapaciteit
Gewenste weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen
De ratio van het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de gewenste weerstandscapaciteit. Deze paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing start met een inventarisatie van de risico’s (4.2.1), daarbij wordt gekeken naar welke risico’s zich op korte termijn zouden kunnen voordoen (acute risico’s) en welke risico’s niet-acuut zijn, d.w.z. waarbij als het risico zich dreigt voor te doen er nog maatregelen genomen kunnen worden. De acute risico’s moeten kunnen worden opgevangen uit de Algemene Reserve. Voor de lange termijn risico’s zijn er de bestemmingsreserves. De Algemene Reserve en de bestemmingsreserves vormen de weerstandscapaciteit. In paragraaf 4.2.2 wordt de gewenste weerstandscapaciteit (4.2.3) afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit (4.2.4). Evenals bij de jaarrekening 2014 zijn in deze paragraaf ook de risico’s van het Grondbedrijf opgenomen in de inventarisatie van de risico’s en niet in een aparte subparagraaf, hiermee ontstaat een duidelijker beeld van de risico’s van de totale organisatie.
4.2.1 Inventarisatie risico’s Bij het opstellen van de jaarrekening 2013 is een aanvang gemaakt met een doorlopende organisatiebrede risico-inventarisatie. Hierbij is gekeken naar zowel financiële als niet-financiële risico’s. Bij niet-financiële risico’s gaat het om mogelijke gebeurtenissen die weliswaar geen direct financieel gevolg hebben maar die bijvoorbeeld wel de reputatie van de gemeente schaden. Of risico’s die wel een financieel gevolg hebben, maar waarvan het risicobedrag nog niet in te schatten is. Deze nietfinanciële risico’s zijn hieronder weergegeven. Daarna volgt het overzicht van financiële risico’s onderverdeeld in acute risico’s en langere termijn risico’s. Bij ieder risico is gekeken naar het mogelijke schadebedrag en de kans dat het risico zich voordoet. Het gaat hier om risico’s die niet anders te ondervangen zijn dan door het aanwenden van weerstandscapaciteit. Risico’s die binnen de exploitatie worden opgevangen, waar een risicovoorziening voor is ingesteld of (reguliere) risico’s waarvoor verzekeringen zijn afgesloten, hebben geen financiële consequenties en maken daarom geen deel uit van deze paragraaf. Voor risico’s met een kans groter dan 75% zal een voorziening getroffen worden. Tot slot is nog goed om op te merken dat de inventarisatie van de risico’s een momentopname betreft. Het is een statisch overzicht van risico’s die tijdens het opstellen van deze paragraaf in beeld waren. Een meer dynamisch overzicht van risico’s gedurende het lopende jaar is terug te vinden in de begrotingsmonitor waarbij risico’s op overschrijding van een aantal majeure budgetten wordt weergegeven in bandbreedtes.
Programmabegroting 2016 – 2019
147
Risico-inventarisatie algemeen Op afstand zetten van taken Nu meer taken op afstand gezet worden, bestaat het risico dat wij als gemeente door burgers aangesproken worden op door derde partijen uitgevoerde taken. De burger ziet de gemeente als verantwoordelijke en dat de uitvoering elders belegd is, waarbij wij als gemeente minder invloed hebben op de wijze van uitvoering, kan schadelijk zijn voor het beeld van de betrouwbare overheid. Informatiebeveiliging Veel overheidsinformatie is openbaar. Maar de gemeente heeft ook gegevens die beslist niet openbaar mogen worden zoals persoonlijke gegevens van burgers. Met de komst van de decentralisaties is de hoeveelheid privacy-gevoelige gegevens alleen maar groter geworden. Om de beveiliging van informatie te waarborgen heeft de gemeente informatiebeveiligingsbeleid en is er een functionaris belast met het controleren van de naleving ervan. Bij de organisatiebrede risico-inventarisatie komt informatiebeveiliging wel naar boven als hoog risico. De kans op incidenten wordt als gevolg van het reeds bestaande beleid en maatregelen, klein geacht. Maar als een incident toch plaats zou vinden kan de impact daarvan hoog zijn. Veiligheid medewerkers Het risico op agressieve benadering van medewerkers door klanten met persoonlijke of financiële schade als gevolg. Beschikbaarheid asbestgegevens bij calamiteiten In veel gebouwen in Lelystad bevindt zich asbesthoudend materiaal. Als dit materiaal ongemoeid wordt gelaten is het risico voor de volksgezondheid gering. Echter, bij brand komt dit materiaal vaak in grote hoeveelheden vrij wat zowel bij de brandbestrijding als bij de nazorg problemen oplevert. De brand in Roermond in december 2014 is daar een voorbeeld van. Hier moest een groot deel van het centrum worden afgezet om het vervuilde gebied schoon te maken. Bij de bestrijding van zulke branden is het van belang dat de brandweer tijdig over adequate informatie beschikt. Op dit moment is deze informatie slechts ten dele beschikbaar. In het kader van crisisbeheersing en rampbestrijding wordt ingezet op een verbetering- en aanvulling van de al verzamelde informatie en deze zodanig te ontsluiten dat de brandweer hier, indien nodig, direct over kan beschikken. Deze registratie is ook van belang met het oog op het komende verbod op asbesthoudende daken per 2024. Nagegaan wordt in hoeverre het noodzakelijk is om hier in de kadernota 2017 op terug te komen voor wat betreft de eventueel benodigde middelen. Verwachtingen burgers Het risico dat de gemeente niet aan de verwachtingen van burgers kan doen. Enerzijds is er meer aandacht voor burgerparticipatie en voor het betrekken van burgers aan de voorkant van het maken van beleid, anderzijds is de budgettaire ruimte nog steeds beperkt, waardoor het risico bestaat dat óf niet voldaan kan worden aan de verwachtingen van burgers óf dat budgetten overschreden worden. Systeemwijzigingen De komende jaren staan er een aantal wijzigingen in wet- en regelgeving op stapel die zowel administratieve als mogelijk financiële gevolgen kunnen hebben. Deze worden hieronder weergegeven. Per 1 januari 2016 worden gemeenten belastingplichtig voor activiteiten waarmee de gemeente deelneemt aan het economische verkeer en in concurrentie treedt met de private sector. Op basis van een eerste quick scan blijkt dat er in 2016 geen substantiële belastinglast zal zijn voor de gemeente als geheel. Wel zullen er vanaf 2015 en verder bedrijfsvoeringskosten voor de implementatie en het structurele beheer van deze wet optreden. Daarnaast zal de invoering van de vennootschapsbelastingplicht leiden tot een verplichte afdracht over winstgevende grondexploitaties in de toekomst. Nog niet bekend is welke fiscale of administratieve randvoorwaarden hiervoor worden vastgesteld. Afhankelijk van hoe dit uitpakt zal er bij winsten in de grondexploitaties een negatief effect kunnen ontstaan op de potentiële afdrachten (door het GB) aan de Algemene Dienst. Verder zijn er een aantal wijzigingen in de BBV voorschriften in de maak die de nodige consequenties kunnen hebben voor de gemeentelijke financiën in 2016. Voor het grondbedrijf betreft dit een wijziging van de administratieve voorschriften die gehanteerd moeten worden bij Grondexploitaties en Nog Niet
Programmabegroting 2016 – 2019
148
in Exploitatie Genomen Gebieden. Het is nog niet exact bekend hoe de wijziging gaat uitpakken, maar er lijken 3 wijzigingen relevant te zijn in de systematiek: - Rente (alleen over vreemd vermogen); - Beperking planhorizon tot 10 jaar en - Geen index op opbrengsten toepassen vanaf het 10e jaar. Hierdoor wijzigt de kostenstructuur van grondexploitaties en wordt de horizon verkort waardoor de terugverdien capaciteit wordt beperkt en daarmee heeft dit een negatief financieel effect. Daarnaast zouden bij de voorgenomen wijzigingen van de BBV ook voorzieningen getroffen moeten worden voor nog niet opgenomen vakantiedagen en een voorziening voor de op handen zijnde invoering van het Individueel Keuze Budget in het kader van de flexibilisering van de arbeidsvoorwaarden als onderdeel van de modernisering van de CAO. Voor het instellen van dergelijke voorzieningen dient uiteraard ruimte in de begroting gevonden te worden. Raam MPG 2016 grondbedrijf In de raam MPG 2014 zijn maatregelen genomen voor eventuele verliezen op grondexploitaties. In 2016 wordt een nieuwe raam MPG gemaakt waar bij beoordeeld zal worden of in de balans van programma en omvang voorraad, aanpassingen noodzakelijk zijn. Alsmede wordt gekeken naar de kostendekkendheid van de beheerskosten. Het kan zijn dat de Raam MPG 2016 tot aanpassingen leidt in het voorzieningenniveau waarvoor dekking gevonden moet worden. ICL-gelden De gemeente krijgt jaarlijks een extra (ICL) bijdrage uit het gemeentefonds voor overdimensionering van enerzijds de openbare ruimte en anderzijds voor een aantal (openbare) voorzieningen zoals theater en stadhuis. De hoogte en noodzaak van deze bijdrage wordt periodiek geëvalueerd. Op dit moment loopt er een evaluatieproces waarvan de eerste resultaten in de loop van 2016 worden verwacht. Risico-inventarisatie financieel Hierna worden de risico’s genoemd die een mogelijk concreet financieel effect kunnen hebben, deze worden meegenomen in de berekening van de gewenste weerstandscapaciteit. De risico’s zijn ingedeeld in acute en lange termijn risico’s om zo inzichtelijk te maken met welke risico’s rekening moet worden gehouden bij het bepalen van de omvang van de Algemene Reserve. De risico inventarisatie van het Grondbedrijf is hierin integraal meegenomen. Dat betekent dat acute risico’s van het Grondbedrijf niet meer apart zichtbaar worden gemaakt in de algemene reserve Grondbedrijf en de lange termijn risico’s niet meer in de risicoreserve Grondbedrijf. Deze 2 reserves zijn bij de vaststelling van de jaarrekening 2014 formeel opgeheven. Acute risico’s Bedragen x € 1.000
Risico / gebeurtenis Decentralisatie AWBZ/Wm o
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
20%
750
150
Bij de decentralisatie van de AWBZ/Wmo hoort een bezuiniging die gekoppeld is aan de omslag van zw aardere naar lichtere arrangementen. Het risico bestaat dat de gew enste ombuiging niet voldoende gerealiseerd w ordt.
Programmabegroting 2016 – 2019
149
Bedragen x € 1.000
Risico / gebeurtenis
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
Decentralisatie Jeugd
20%
1.500
300
Bij de decentralisatie van de jeugdzorg hoort een taakstellende korting op de bijbehorende rijksbijdrage die uitgaat van een omslag van zw aardere naar lichtere zorgarrangementen. Het risico bestaat dat de gecalculeerde ombuiging niet daadw erkelijk w ordt gerealiseerd. Bedragen x € 1.000
Risico / gebeurtenis
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
Algem ene Uitkering
20%
2.000
400
De belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente is de uitkering uit het gemeentefonds, de zogeheten 'algemene uitkering'. Het risico is aanw ezig dat deze begrote inkomsten lager (of hoger) uitvallen dan w aar in de begroting 2016 vanuit w ordt gegaan. In het meest negatieve geval w ordt het mogelijke totale nadeel ingeschat op €2 mln.
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis OZB inkom sten
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
20%
300
60
De belastingsinkomsten kunnen als gevolg van de economische situatie terug lopen. Door een verslechtering van de economische situatie kan het w aardeniveau van bepaald onroerend goed, aanmerkelijk in w aarde verminderen. Door beleidsw ijzigingen van het Rijk kan het zijn dat bepaalde objecten aanzienlijk in w aarde dalen w aardoor OZB-inkomsten onverw acht lager uit kunnen vallen. Lopende juridische procedures kunnen invloed hebben (zow el positief als negatief) op het resultaat van de OZB-inkomsten.
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
Inform atiebeveiliging
70%
75
53
De gemeente vindt het belangrijk om onze systemen en informatie te beschermen tegen o.a. inbreuken van buitenaf. Daarom is het belangrijk om softw are-updates, zgn. ‘patches’, van bijvoorbeeld, Flash, Java, Microsoft programma’s, die bedoeld zijn om ontdekte beveiligingslekken te dichten, zo snel mogelijk te installeren. We zien dat het aantal patches de laatste tijd toeneemt. De meldingen over het installeren komen via het National Cyber Security Centrum (NCSC), na een melding moet er direct actie ondernomen w orden. Omdat van tevoren niet bekend is w anneer dergelijke softw are updates uitgebracht w orden, gaat het installeren van deze patches gepaard met bovenmatige inzet van ICT medew erkers, ook vaak buiten kantoortijd. Omgerekend is in 2015 al bijna 1 extra fte aan inzet hier voor nodig gew eest. Het is niet te verw achten dat deze trend in de komende jaren minder gaat w orden, maar eerder verder zal toenemen.
Programmabegroting 2016 – 2019
150
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Voorfinanciering subsidie OLA
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
5%
500
25
Ten behoeve van de gemeentelijke bijdrage OLA (Ontsluiting Lelystad Airport) ad. € 1 miljoen is door de gemeente bij de provincie een subsidie van € 500.000 aangevraagd. De subsidiebeschikking hiervoor is ontvangen en er is reeds een bedrag ad € 450.000 aan de gemeente overgemaakt. Wel zit er een deadline aan de realisatie van het project. In de subsidiebeschikking is een deadline van juli 2018 opgenomen. Mochten de w erkzaamheden niet afgerond zijn voor deze deadline dan kan subsidie theoretisch vervallen of verminderd w orden. Voor het halen van de deadline zijn w e afhankelijk van de provincie, omdat met de "Bestuursovereenkomst betreffende Infrastructuur Lelystad Airport" is vastgelegd dat de realisatie volledig door provincie w ordt gedaan.
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Wijziging w et- en regelgeving
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
25%
200
50
Bij het aangaan van contracten voor w erken is sprake van innovatie w aardoor het type contracten verandert. Tevens vindt tegelijkertijd een w ijziging plaats van w et en regelgeving. Beide elementen versterken elkaar w aarbij de risico's verschuiven naar de overheid.
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
Bijstandsuitkeringen
50%
3.600
1.800
Als de w erkloosheid zich anders ontw ikkelt dan verw acht en/of het verdeelmodel voor de rijksbijdrage lager uitvalt dan kan het nadeel voor de gemeente oplopen tot max. € 3,6 mln. Een evt. nadeel tot 7,5% van de verw achte rijksbijdrage (€ 36 mln.) is 100% voor rekening van de gemeente. Vanaf 7,5% tot 12,5% is 50% voor rekening van de gemeente; vanaf 12,5% is 100% voor rekening van het rijk.
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Hotelkavel Bataviahaven
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
50%
1.165
583
In de grondexploitatie zijn opbrengsten opgenomen voor het uitgeven van een kavel aan een hotelontw ikkeling. In het geldende bestemmingsplan is een hotelontw ikkeling als functie niet opgenomen. Voor de vestiging van een hotel is een bestemmingsplanw ijziging vereist. Wordt aan die w ijziging geen goedkeuring verleend dan ontstaat er een financieel nadeel in de grondexploitatie.
Programmabegroting 2016 – 2019
151
LANGERE TERMIJN RISICO’s Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Verbonden Partijen: IJsselm eergroep
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
30%
250
75
De IJsselmeergroep heeft met de komst van de Participatiew et te maken met dreigende tekorten als gevolg van de subsidiedaling per SW plek en een langlopend afbouw traject sociale w erkvoorziening. Vanaf 2015 is de SW gesloten voor nieuw e instroom. Inmiddels heeft de IJsselmeergroep een pakket van maatregelen genomen en heeft daarmee een sluitende meerjarenbegroting. Het afstoten van het vastgoed in Emmeloord verloopt binnen de huidige markt moeizaam. Het is echter w el een behoorlijk taakstellende begroting en daarom nemen w e dit als risico op. Bedragen x € 1.000
Risico / gebeurtenis Verbonden Partijen: HVC
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
5%
0
0
De gemeente Lelystad is voor ca 3% aandeelhouder van HVC N.V. In de ballotageovereenkomst is opgenomen dat de aandeelhouders de tekorten van HVC aanvullen. In de jaren 2011, 2012 en 2013 heeft HVC verliezen gemaakt en heeft het deze tekorten ten laste gebracht van de eigen algemene reserve. HVC heeft inmiddels maatregelen getroffen om de verliezen om te buigen. In 2014 heeft HVC een resultaat geboekt van 5,1 miljoen euro positief. Het acute risico dat de aandeelhouders gevraagd w ordt om een tekort aan te vullen is daarmee van de baan. Enige voorzichtigheid blijft w el op zijn plaats. De vermogenspositie (en daarmee de buffer om verliezen op te vangen) is nog altijd erg laag. Ook zien w e dat het positieve resultaat van 2014 beïnvloed is door lagere afschrijvingen en rentelasten, maar dat kosten voor grond- en hulpstoffen en personeelskosten w eer oplopen. Om de vinger aan de pols te houden nemen w e dit risico daarom nog w el op in deze risicoinventarisatie.
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Verstrekte leningen
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
5%
10.000
500
De gemeente Lelystad heeft voor een bedrag van ca. 10,8 miljoen euro (stand 31-12-14) geld uitgeleend aan diverse partijen. Het risico bestaat dat deze partijen op enig moment niet in staat zijn om aan hun aflossingsverplichtingen te voldoen, danw el failliet gaan w aarmee het gehele restant leningbedrag w ellicht niet teruggehaald kan w orden. Het risico dat alle partijen tegelijk in betalingsproblemen geraken en het volledige uitstaande bedrag niet verhaald kan w orden is klein. Voor 2 leningen is een voorziening opgenomen, totaal voor 790.000, w aarmee het risicobedrag iets meer dan 10 miljoen bedraagt.
Risico / gebeurtenis
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
Borgstellingen
10%
27.800
2.780
De gemeente Lelystad heeft voor ca 27,8 miljoen euro aan borgstellingen verstrekt. Een aantal van de grootste borgstellingen is verstrekt aan verbonden partijen. Een borgstelling w ordt ingeroepen op moment dat een partij niet aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Doorgaans is dat pas het geval bij faillissement of surseance van betaling. De kans dat dit gebeurt is niet heel groot, zeker niet in het geval van verbonden partijen, daarbij zal in een eerder stadium gestuurd w orden op het bijstellen van de koers, danw el dat er vanuit de gemeente tijdelijke aanvullende maatregelen w orden genomen.
Programmabegroting 2016 – 2019
152
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Kw ijting
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
65%
250
163
Kw ijting vindt plaats w anneer belastingaanslagen niet geïnd kunnen w orden, bijvoorbeeld in de situatie van een faillissement, zoals bijv. voor het Aviodrome, of bij schuldsaneringstrajecten. De economische situatie is van invloed hierop. Het risico is lastig in te schatten, maar op dit moment gaan w e uit van een risicobedrag van € 250.000,Bedragen x € 1.000
Risico / gebeurtenis private kw aliteitsborging
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
50%
30
15
Op dit moment ligt er een w etsvoorstel bij de Raad van State over het invoeren van private kw aliteitsborging. Het voornemen is per 1 januari 2017 het controleren op bouw technische eisen voor een gedeelte van de bouw erken niet meer door de overheid te laten doen maar dit bij private partijen te beleggen. Mocht de w et inderdaad per 1 januri 2017 van kracht w orden dan zal een (beperkt) gedeelte van het w erk gaan verdw ijnen en zal er extra geïnvesteerd moeten w orden in opleidingen, trainingen, certificering van medew erkers om een succesvolle transitie naar een private partij te maken. Eind 2015, begin 2016 is er meer duidelijkheid over de reikw ijdte van de w et en de gevolgen. Ook zal dan duidelijk w orden w at de gevolgen zijn voor de bouw leges. Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Noodm aatregelen aan panden
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
70%
25
18
Afgelopen jaren zijn w ij herhaaldelijk geconfronteerd met klachten over leegstaande panden in w oonw ijken die ten prooi vallen aan vandalisme en/of illegaal gebruik. Deze panden hebben een nadelige uitstraling op de w oonomgeving en w orden door bew oners als risicofactor gezien. Enerzijds omdat de panden voor spelende kinderen onveilig zijn, anderzijds dat er angst voor brand ontstaat. Indien de eigenaar/zaakw aarnemer niet of niet tijdig is op te sporen treft de gemeente na overleg met politie/brandw eer noodmaatregelen. Meestal w orden de kosten op eigenaar alsnog verhaald. ca. 5x per jaar lukt dit niet. Gemiddeld kost dit de gemeente ca. 5000,- euro. Voor deze noodmaatregelen is geen financiële dekking.
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Optim aliseren Inform atiem anagem ent
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
70%
250
175
Het belang van een adequate bedrijfsvoering met bijbehorend informatiemanagement neemt - mede als gevolg van de recente decentralisaties - toe. Momenteel w ordt onderzoek gedaan naar de hiervoor noodzakelijke personele kw aliteit en kw antiteit met een reële kans op een structurele intensivering van max. € 150.000. Voor het optimaliseren van de aansluiting tussen de diverse betrokken applicaties zou max.€ 100.000 nodig kunnen zijn.
Programmabegroting 2016 – 2019
153
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Tijdelijke Natuur Ontw ikkeling / braak liggende terreinen (Warande)
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
50%
200
100
Bij grond die bouw rijp is gemaakt maar nog niet w ordt uitgegeven, is tijdelijk geen beheer uitgevoerd om op die manier de natuur een kans te geven zich tijdelijk te ontw ikkelen. Dit heeft geleid tot vestiging van beschermde diersoorten. Er zal voorafgaand aan het beoogde gebruik als bouw locatie nog een pakket aan mitigerende maatregelen moeten w orden uitgevoerd als deze diersoorten dan nog steeds aanw ezig zijn. Er w ordt een onderzoek uitgevoerd om de huidige situatie, de benodigde maatregelen en de financiele gevolgen in beeld te brengen. Met de meerkosten is in de grondexploitatie geen rekening gehouden.
Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Flevokust
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
20%
1.380
276
Het risico bestaat dat bij de grondexploitatie voor de ontw ikkeling van fase 1 Flevokust de gronduitgiften niet tegen de geprognotiseerde prijs en fasering gerealiseerd kunnen w orden. De uiteindelijke kosten van de post planschade zijn niet of nauw elijks te beïnvloeden. Daarnaast kunnen er tegenvallers zijn bij de civieltechnische w erken, hoew el verw acht w ordt dat de plussen en minnen elkaar in evenw icht houden nemen w e nu w el een risico op. Bedragen x € 1.000 Risico / gebeurtenis Masterplan Stadshart 3.0
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
40%
5.900
2.360
De grootste bedreiging zijn de w ijzigingen in het programmasegment ten gevolge van de marktontw ikkelingen en daarmee loslaten van een aantal (ontw ikkel) uitgangspunten die in het masterplan 3.0 zijn genoemd. Meer indirecte bedreigingen vormen de leegstand aan de noordzijde van de w inkelacht (de w aag) en bestaande openbare ruimte op de uitstraling op het Stadshart.
Programmabegroting 2016 – 2019
154
Bedragen x € 1.000
Risico / gebeurtenis Marktperspectief op aanbod bedrijventerrein (Flevopoort)
Kans
Financieel gevolg
Omvang risico
60%
1.700
1.020
In de RaamMPG 2014 is vastgesteld dat er voor bedrijventerreinen een te omvangrijke voorraad te verkopen gebied is. Het is zeer onw aarschijnlijk dat het gebied Flevopoort cluster 3, ook vanw ege de ligging, nog uitgegeven gaat w orden als industrieterrein. Wel spelen er op dit moment nog ontw ikkelingen w aarvan de finale uitkomst w ordt afgew acht. Het alternatief is een (voortgezet) agrarisch gebruik, w at echter negatieve consequenties heeft voor de boekw aarde van de grond. Tegenover de afw aardering van de grond met € 2,7 mln. staat een inhaal w instneming van de overblijvende clusters van € 1,0 mln. Per saldo is er een aanzienlijk negatief effect.
Benodigde risicobuffer grondbedrijf De hierboven genoemde risico’s van het grondbedrijf betreffen mogelijke wijzigingen in de programmering van de grondexploitaties. Daarnaast worden de risico’s gedurende de duur van de grondexploitatie gekwantificeerd door de grondexploitaties op 9 risico’s en 6 kansen te analyseren. Het gaat dan om ‘systeemrisico’s zoals een lagere of hogere rente, of een langere of kortere doorlooptijd van een exploitatie. Kans maal omvang (van verlies of winst) leidt tot een risicofactor. Deze risicofactor wordt in geld vertaald, te weten de gewenste risicobuffer. Deze risicoanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de situatie per 1 januari van het betreffende jaar. Per 1 januari 2016 is dit 3,38% wat vertaald in geld een bedrag van ca. € 9,9 miljoen inhoudt dat binnen het gemeentelijke weerstandsvermogen dus aanwezig moet zijn voor genoemde risico’s. Deze benodigde berekende risicobuffer Grondbedrijf wordt sinds de begroting 2015 meegenomen in de totaal benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente.
4.2.2 Gewenste weerstandscapaciteit Zoals gezegd bestaat een risico uit de kans dat een gebeurtenis zich voordoet en het mogelijke gevolg wat dit met zich meebrengt. Op basis van het product ‘kans maal gevolg’ dient een aanpak gekozen te worden om met het risico om te gaan. Deze aanpak kan betrekking hebben op het verkleinen van de kans op een gebeurtenis of op het beperken van de gevolgen van een gebeurtenis. Het aanwenden van weerstandscapaciteit is gericht op het laatste. Van bovenstaande geïnventariseerde risico’s kan een onderverdeling gemaakt worden naar risico’s waarvoor acuut toegankelijk weerstandsvermogen noodzakelijk is en risico’s waar op de lange termijn het weerstandsvermogen toereikend moet zijn. De acute risico’s zullen in de Algemene reserve moeten worden gedekt, de overige risico’s in het overige weerstandsvermogen. -
Totaal benodigd acuut: € 3.420.500 Totaal benodigd langere termijn: € 9.148.500 + € 9,9 mln. = € 19.048.500
Hierna gaan we in op de beschikbare weerstandscapaciteit.
Programmabegroting 2016 – 2019
155
4.2.3 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de Algemene Reserve voor de acute risico’s en de bestemmingsreserves voor de lange termijn risico’s. Dit zijn incidentele middelen. Er is ook nog structurele weerstandscapaciteit, echter omdat de meeste risico’s als ze zich voordoen veelal een incidenteel gevolg zullen hebben, wordt de structurele weerstandscapaciteit hier buiten beschouwing gelaten. Algemene Reserve De Algemene Reserve is bedoeld om onvoorziene financiële tegenvallers op te vangen; die risico’s waarbij er niet tijdig maatregelen genomen konden worden om het risico op te vangen of te beperken, oftewel acute risico’s. Dit uit zich meestal in een tekort bij de jaarrekening. Bij de berekening van de weerstandscapaciteit worden behalve de Algemene Reserves ook de bestemmingsreserves betrokken. Uit de berekeningen van de afgelopen jaren blijken de bestemmingsreserves alleen ruim voldoende zijn voor de totaal benodigde weerstandscapaciteit. Daarnaast zijn de meeste geïnventariseerde risico’s niet acuut, dat wil zeggen dat er voldoende tijd is om maatregelen te nemen om het risico op te vangen, bijvoorbeeld door elders te bezuinigen. De hoogte van de Algemene Reserve bedraagt € 7.734 per 31-12-14. Hierbij is nog geen rekening gehouden met het rekeningresultaat van 2014 groot € 699.000. Hiervan is reeds € 136.000 bestemd (besluit nr. 3.1 Wachtlijsten schuldsanering en amendement GL 30 juni 2015 ‘kamers met kansen’. Hiermee komt het resultaat 2014 na bestemming uit op € 563.000 (1). De norm voor de Algemene Reserve is bij de begroting 2015-2018 vastgesteld op € 6.000.000, het surplus valt in 2015 en 2016 vrij met respectievelijk € 1.320.000 (2) en € 680.000 (3). De verwachte hoogte van de Algemene Reserve per 31-12-15 bedraagt € 6.297.000,-. In dit saldo is nog geen rekening gehouden met eventuele besluiten in de begroting 2016 die gedekt worden uit het rekeningresultaat 2014. Bestemmingsreserves Bij de weerstandscapaciteit worden ook de bestemmingsreserves betrokken. Bestemmingsreserves zijn weliswaar ingesteld voor een bepaald doel, maar de raad kan besluiten deze middelen alsnog op een andere manier te besteden. In de berekening van de weerstandscapaciteit worden o.a. de Nuon reserves meegenomen. Hierbij worden alleen de delen van de Nuon reserves betrokken die niet bedoeld zijn om het wegvallen van het dividend te compenseren. Het totaal van bestemmingsreserves dat eventueel ingezet kan worden als weerstandscapaciteit bedraagt € 29.112.000. Het totaal aan weerstandscapaciteit inclusief bestemmingsreserves is terug te zien in onderstaande tabel. Bedrag x € 1.000 Weerstandscapaciteit
2016
Stand algemene reserve Algemene reserve Resultaat na bestemming boekjaar 2014 (1) Vrijval boekjaar 2015 (2) Vrijval boekjaar 2016 (3) Verw achte stand Algem ene Reserve 2015
7.734 563 -1.320 -680 6.297
Bestemmingsreserves Reserve Nuon (vrij besteedbaar) Reserve Nuon (nog niet vrij besteedbaar) Totaal bestem m ingsreserves
13.112 16.000 29.112
Totale w eerstandscapaciteit
35.409
(stand Nuon reserves per 31-12-2014)
Programmabegroting 2016 – 2019
156
4.2.4 Bepaling weerstandsvermogen Van bovenstaande geïnventariseerde risico’s kan een onderverdeling gemaakt worden naar risico’s waarvoor acuut toegankelijk weerstandsvermogen noodzakelijk is en risico’s waar op de lange termijn het weerstandsvermogen toereikend moet zijn. De acute risico’s zullen in de Algemene reserve moeten worden gedekt, de overige risico’s in het overige weerstandsvermogen. De risico inventarisatie hiervoor in de paragraaf geeft aan dat de acute risico’s worden ingeschat op ruim € 3,4 miljoen euro. Bij de begroting 2015-2018 is de norm van de Algemene Reserve bepaald op € 6 miljoen. De Algemene Reserve is daarmee toereikend voor de acute risico’s. Voor de langere termijn risico’s is nodig € 9.148.500 + € 9,9 mln. (risico op Grondexploitaties). Daarmee bedraagt de totaal benodigde weerstandscapaciteit voor langere termijn risico’s € 19.048.500, beschikbaar aan bestemde reserves is € 29.112.000 (reserves Nuon). Uit bovenstaande kunnen we concluderen dat het weerstandsvermogen voldoende is om de risico’s op te kunnen vangen.
Programmabegroting 2016 – 2019
157
4.3 Onderhoud kapitaalgoederen Lelystad is ruim 76.000 ha. groot. Hiervan bestaat 24.000 ha. uit land en de rest uit water. De gemeente heeft circa 1030 ha. stedelijk groen en bossen en ruim 600 hectare verharding te onderhouden in de op het land aanwezige openbare ruimte. De openbare ruimte moet kunnen inspelen op de wensen en behoeften vanuit de samenleving: de inwoners wonen, werken en recreëren in hun leefomgeving. Om dit mogelijk te maken zijn kapitaalgoederen nodig: wegen, kunstwerken, water en riolering (infrastructuur), openbaar groen, verlichting, sportfaciliteiten (voorzieningen) en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud daarvan is bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten, waarvoor financiële middelen moeten worden vrijgemaakt. Het onderhoud wordt door middel van Dagelijks Onderhoud (DO) en Groot Onderhoud (GO) uitgevoerd. Zijn de DO en GO ingrepen niet voldoende om de functionele kwaliteit te waarborgen, dan worden aanvullende maatregelen ingezet. Dit is het geval bij functieveranderingen, onder andere door gewijzigd beleid (bijvoorbeeld duurzaam veilig, invoeren politiekeurmerk). Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de Programmabegroting en het beleidskader over het onderhoud van kapitaalgoederen. De uitgaven van het onderhoud van kapitaalgoederen komen terug in verschillende programma’s in het programmaplan. De kaders voor het onderhoud van de openbare ruimte zijn vastgelegd in het „Kwaliteitsstructuur Plan Lelystad” (KSP) met een daarbij behorende kostenraming, door de raad vastgesteld op 14 februari 2003. Een belangrijk onderdeel van het KSP is het Beleidsplan Openbare Ruimte (BOR) waarin de visie op de openbare ruimte wordt verwoord. Er is geen standaardeenheid van kwaliteit maar er kan per gebied en per onderdeel gevarieerd worden. In het KSP is dit in de vorm van matrixoverzichten nader uitgewerkt. De meerjarenraming openbare ruimte geeft op basis van het vastgestelde KSP-scenario een doorkijk van de te verwachten onderhoudskosten in de komende decennia. In 2015 heeft een herijking van de meerjarenraming plaatsgevonden. In deze herijking zijn, naast de beleidswijzigingen waartoe de raad heeft besloten en de areaaluitbreidingen, o.a. de gevolgen van de bezuinigingen op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte verwerkt. Bij de berekeningen wordt uitgegaan van de huidige technische staat van de openbare ruimte. Uitgangspunt is de kwaliteit zoals beschreven in het KSP. De meerjarenraming openbare ruimte moet aantonen dat de openbare ruimte van Lelystad ook op lange termijn - mits sober en doelmatig – te onderhouden is met inzet van de beschikbare middelen, inclusief de ICL-uitkering. Hierbij wordt uitgegaan van een kwaliteit volgens het ‘basisscenario’ van het KSP. Voor het onderdeel ‘riolering’ is een uitzondering gemaakt en wordt de doorkijk genomen tot het jaar 2095. Het onderdeel ‘riolering’ is separaat uitgewerkt in het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP 2016-2021) dat op 30 juni 2015 door de raad is vastgesteld. Vanaf 2013 wordt gewerkt met een integraal voortschrijdend meerjarenprogramma Groot Onderhoud waarin naast wegen, straten, pleinen (WSP) ook groen, openbare verlichting, watergangen, kunstwerken, gebouwde parkeervoorzieningen, spelen en riolering zijn opgenomen. Het in deze begroting opgenomen programma (Integraal Groot Onderhoud Openbare Ruimte (I-GOR) 2016 - 2020) omvat het werkplan 2016 en het meerjarenprogramma 2017 -2020. Wegen, straten en pleinen (WSP) De kwaliteit van de verharding voldoet op dit moment aan de afgesproken eisen; binnen de systematiek van het KSP wordt uitgegaan van een kwaliteit op basisniveau. Bij dagelijks onderhoud (DO) gaat het onder meer om het ad hoc repareren van het wegdek, het recht leggen van tegels en het schoonhouden. Groot onderhoud (GO) vindt planmatig plaats en is gericht op het verlengen van de levensduur. Gelijktijdig met het uitvoeren van groot onderhoud kunnen herinrichtingmaatregelen worden toegepast om de functionaliteit van de openbare ruimte aan te passen. Op 12 juni 2012 heeft de raad het afstemmingskader herinrichtingmaatregelen groot onderhoud vastgesteld. In oktober 2015 vindt besluitvorming plaats over het werkplan GO WSP 2016 als onderdeel van het I-GOR 2016 - 2020. In de periode 2014-2017 zal vervanging plaatsvinden van de geluidreducerende deklagen op de stadshoofdwegen.
Programmabegroting 2016 – 2019
158
Groen en speelvoorzieningen Het beleidskader voor groen is vastgelegd in het KSP en het Bomenbeleidsplan. Het groenbeheer kent globaal de volgende doelen: Het beheer en de instandhouding van technische, recreatieve, ruimtelijke en ecologische functies van het groen binnen en buiten de bebouwde kom; Bewustwording van burgers over het nut en de noodzaak van groenvoorzieningen. Het betreft zowel dagelijks onderhoud als groot onderhoud. Dit gebeurt aan de hand van kwaliteits- en onderhoudsniveaus. Het betreft het beheer en onderhoud en de noodzakelijke vervangingen van bomen en het overige groen. Het groot onderhoud grootschalig groen is opgenomen in het meerjarenprogramma GO Groen 2016-2020. Het groot onderhoud groen in de woongebieden is integraal onderdeel van het meerjarenprogramma GO WSP 2016-2020. Ze maken onderdeel uit van het I-GOR 2016 – 2020. Voor speelvoorzieningen is het beleid vastgelegd in het Speelruimtebeleid 2013. Het gaat om het beheer en onderhoud van de speelvoorzieningen in de openbare ruimte en de openbare omgeving van scholen. Het Attractiebesluit is hierop van toepassing. Het is onderdeel het meerjarenplan I-GOR 2016-2020. Bossen Het beheer van de bossen vindt plaats op basis van het Bosbeleidsplan 1996 en het Bosbeheerplan 2009-2018. Daarbij is veel aandacht voor de recreatieve voorzieningen en in deze beheerplanperiode extra aandacht voor randenbeheer. De echte houtopstanden worden budgetneutraal beheerd. Riolering De gemeente heeft een zorgplicht voor, afvalwater, hemelwater en grondwater binnen haar grondgebied. In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2016 t/m 2021 verwoordt de gemeente hoe zij invulling wil geven aan deze zorgplichten. In de kosten DO is rekening gehouden met de inspecties en reiniging van het rioolstelsel. Bij de kosten GO zijn de vervangingskosten van de riolering opgenomen. Op basis van de lokale omstandigheden wordt uitgegaan van een vervangingstermijn van 80 jaar. Dit geldt niet voor de vervanging van rioolgemalen, deze hebben een eigen afschrijvingsperiode per gemaal en installatie. De hoofdrioolgemalen zijn eigendom van het waterschap. Watergangen Bij de raming van de kosten is rekening gehouden met watergangen, vijvers, fonteinen, sluizen, waterlopen, natuurlijke en beschoeide oevers. Het Waterplan (2002) en het Baggerplan (2004) vormen de basis voor het beleid en de uitvoering. Er is gekozen voor het uitvoeren van de zogenaamde kernmaatregelen uit het Waterplan (baggeren, aanpassing inrichting en monitoring) binnen een periode van tien jaar. De uitvoering van die kernmaatregel aanpassing inrichting is in 2013 afgerond. Het baggeren is qua uitvoering sinds 2011 in handen van het waterschap die deze taken uit het baggerplan (kernmaatregel) in 2014 heeft afgerond. Conform de wettelijke maatregel, is het watersysteem in beheer en onderhoud bij het Waterschap. In de raamovereenkomst is geregeld op welke manier het beheer van het water is georganiseerd. Het Waterschap is primair verantwoordelijk voor de waterkwaliteit, waterberging en waterafvoer. Een deel van de werkzaamheden is overgedragen aan het Waterschap. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het onderhoud van: Constructieve toestand van de duikers Fonteinen (o.a. Zilverparkvijver; Ekenstein) voor belevingswaarde Ca. 20 km zware beschoeiing Waterkering Bovenwater Sluis Hollandse hout Diverse tunnelgemalen Opvoergemalen en drainagegemalen Een beperkt deel van de watergangen, waaronder bermsloten
Programmabegroting 2016 – 2019
159
Bataviahaven De Haven wordt sinds 2002 gebruikt voor diverse activiteiten, zoals de huisvesting van een chartervloot, het organiseren van evenementen en als ligplaats voor passanten. Het dagelijks onderhoud en beheer is ondergebracht bij de Stichting Bataviahaven. Dit is geregeld met een dienstverleningsovereenkomst waarin financiële afspraken tot en met 2015 zijn vastgelegd. In 2016 zal invulling worden gegeven aan de werkwijze die in 2015 is voorbereid. De ontwikkeling en uitbreiding van de haven staan niet stil. In 2013 is een aanpassing gerealiseerd aan de hellingbaan en zijn extra faciliteiten aangebracht voor het snel te waterlaten van kleine open zeilbootjes bij wedstrijden. Het groot onderhoud van de haven ligt bij de gemeente. Voor groot onderhoud is in 2012 een meerjarenplan vastgesteld om deze kapitaalgoederen op een juiste manier te beheren. Straat- en verkeersmeubilair Hieronder wordt verstaan: zitbanken, afvalbakken, bewegwijzering, straatnaamborden, afrastering, fietsenrekken, verkeersborden, paaltjes, verkeersregelinstallaties, abri’s, buitenreclame, damwanden en muurtjes. Het verkeersmeubilair en verkeersgerelateerd straatmeubilair (borden, fietsenrekken en afsluitpaaltjes) wordt regelmatig geïnspecteerd en indien nodig vervangen; voor dit meubilair zal een beleids- en onderhoudsplan opgesteld worden. Ten aanzien van de verkeerslichten wordt bekeken of ze in het onderhoudscontract van de gemeente Almere ondergebracht kunnen worden. De bussluizen worden op basis van storingsmeldingen gerepareerd. De damwanden en muurtjes zijn onderdeel van de inspecties van de infrastructurele kunstwerken. Zitbanken, paaltjes en afrasteringen in het groen en boomkransen maken deel uit van de inspecties openbaar groen. Voor de buitenreclame en abri’s zijn contracten met externe leveranciers afgesloten, die het meubilair ook onderhouden. Voor de parkeerapparatuur: zie parkeervoorzieningen. Kunstwerken (infrastructureel) De bruggen, tunnels, hoge routes en hellingbanen zijn opgenomen in een beheerprogramma voor de uitvoering van groot onderhoud. Hierin staan alle gegevens van de kunstwerken opgenomen, inclusief technische inspecties en de verwachte kosten van het groot onderhoud voor de komende jaren. De technische inspecties worden afhankelijk van het type brug per drie jaar geactualiseerd. Bij de inspecties worden de kunstwerken beoordeeld op de aspecten: veiligheid, functionaliteit en esthetica. Kunstobjecten (cultureel) In de Auteurswet van 1912 is vastgelegd dat eigenaren van een kunstwerk de verplichting hebben dit werk naar behoren te beheren, te onderhouden en waar nodig te restaureren. Als eigenaar van een groot aantal kunstwerken draagt dus ook de gemeente deze verantwoordelijkheid. Voor de kunstwerken in de openbare ruimte in gemeentelijk bezit is in 2006 een systematische meerjarig onderhoudsprogramma geïntroduceerd. Vanaf 2006 vindt het onderhoud van de beeldende kunst conform dit programma plaats. De ‘Zuil van Lely’ ondergaat om het jaar tevens een technische inspectie naar de constructie. Parkeervoorzieningen In het kader van het masterplan Stadshart en de ontwikkeling van het kustgebied zijn er vanaf 2005 een aantal parkeervoorzieningen gerealiseerd. Het betreft zowel straat- als garageparkeren. De raad heeft in 2011 ingestemd met het voor 40 jaar verhuren van onderdelen van de parkeerterreinen rond Bataviastad, met uitzondering van het casco van de parkeergarage Kust en de parkeervoorziening voor de haven (P6). Daarmee wordt het DO door de hurende partij (Batavia Stad) uitgevoerd. Het GO voor deze casco’s wordt door de gemeente uitgevoerd. Gezien de leeftijd van deze voorzieningen, is hier de komende jaren geen GO nodig. Het onderhoud van de parkeergarages in het stadshart valt binnen de verantwoordelijkheid van de gemeente en is onderdeel van de parkeerexploitatie. Omdat het om vrij nieuwe garages gaat, bestaat het onderhoud in de komende jaren uit dagelijks onderhoud en incidenteel uit groot onderhoud. Het GO wordt conform het raadsbesluit uit 2014 uit de voorziening kunstwerken/hoge routes bekostigd. Binnen de PEX (parkeerexploitatie) is nog geen financiële ruimte om deze kosten te dekken. De parkeer(betaal)apparatuur wordt naar verwachting in 2016 vervangen; de kapitaallasten en onderhoudslasten worden gedekt binnen de parkeerexploitatie. Ook het onderhoud van de (dynamische) parkeerroute-informatie wordt in de parkeerexploitatie gedekt.
Programmabegroting 2016 – 2019
160
Openbare verlichting Beleidsdoel: Het kwalitatief, doelmatig beheren en onderhouden van de openbare verlichting in de gemeente. Met het kwalitatief, doelmatig beheren en onderhouden van de openbare verlichting wordt bedoeld: Kwalitatief goede verlichting Veilige verlichting Duurzame verlichting Financieel haalbare verlichting De openbare verlichting wordt aan de beleidskaders (waaronder de aansluiting met het KSP), zoals geformuleerd in het beleidsplan openbare verlichting 2005, getoetst. Het nieuwe beleidsplan wordt naar verwachting eind 2015 ter goedkeuring aan de raad wordt voorgelegd, hierin worden de beleidsmatige gevolgen van de door de overheid opgelegde energieprestatie normen voor openbare verlichting opgenomen. Gebouwen De gemeente heeft diverse gebouwen in eigendom zoals de gebouwen voor onderwijs, cultuur, parkeergarages, brandweerkazerne, gemeentelijke huisvesting (waaronder Stadhuis, Wigstraat en MFA’s). Voor het onderhoud van deze gebouwen is een meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP) opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd op basis van inspecties. Met het MJOP als basis wordt jaarlijks het werkprogramma voor het daarop volgende jaar voorbereid. ICL De onderhoudsvoorzieningen worden deels gevuld met ICL-middelen en deels met gemeentelijke (eigen) middelen. Deze voorzieningen zijn de dekkingsbron voor de kosten van het onderhoud van de openbare ruimte. Het KSP-scenario ten aanzien van de kwaliteit van de openbare ruimte geldt onverkort als uitgangspunt voor berekening van de onderhoudskosten. Hoogte van de ICL bijdrage De hoogte van de ICL bijdrage is bij het opstellen van de begroting 2016-2019 nog niet bekend, daarom is gekozen voor het gelijkstellen hiervan aan de bijdrage van 2015. Bedragen x € 1.000 Inzet ICL-bijdrage
ICL-bijdrage
Stadhuis Bibliotheek Bovengronds
Storting in voorzieningen
Reguliere uitgaven
984
348
636
10.336
6.579
3.757
Kunstw erken/hoge routes & parkeerdekken
1.952
1.429
523
Gemeentelijk w ater
1.059
526
533
Overcapaciteit ckv
470
470
Overcapaciteit Agora
190
190
Bijdrage in boekw aarde Houtribhoogte
372
372
Bijdrage problematiek de 'Opdracht'
168
Totaal inzet ICL-bijdrage
168
15.531
8.882
6.649
Bedragen x € 1.000 Verloop voorzieningen m et ICL-bijdrage
Begrote beginstand 2016
Storting ICL-delen
Overige stortingen
Onttrekkingen tbv w erkplan
Overige onttrekkingen
Begrote eindstand 2016
2010 Kunstw erken/hoge routes
10.413
1.429
538
-1.263
-
11.117
2011 Riolering
33.977
526
1.401
-574
-
35.329
984
348
-310
-
1.022
5062 Voorziening GO Bovengronds
24.781
6.579
3.363
-17.189
-
17.534
Totaal voorzieningen
70.154
8.882
5.302
-19.336
5004 GO stadhuis
Programmabegroting 2016 – 2019
65.002
161
Bedragen x € 1.000
Om schrijving
2016
Extra storting Rioleringsplan 769 Opplusmaatregelen Grootonderhoud VJN 2003 tbv WSP 500 Opplusmaatregelen Grootonderhoud VJN 2005 tbv WSP 300 Extra storting van de algemene middelen in de reserve riolering 408 BTW voordeel op de ICL-uitkering bestemmen voor het KSP 2e tranche (meerdere ICL voorzieningen) 1.049 NJN 09 Extra storting aanvulling voorzieningen ivm herijking KSP 1.100 NJN 2010 aanvulling WSP voorziening 90 Invulling Formatie ten behoeve van beheer Riolering -270 Inflatiecorrectie voorgaande jaren 962 Verplaatsen Dagelijks Onderhoud w egen naar Groot Onderhoud w egen 418 Overig -24 Totaal 5.302
Toelichting op de tabellen Begrote beginstand 2016 De begrote beginstand is gebaseerd op de meest actuele begrote eindstand van 2015. In de actuele begrote eindstand 2015 zitten ook de begrotingswijzigingen die na de primitieve begroting 2015 zijn verwerkt. Stortingen De stortingen van de ICL-delen zijn gerelateerd aan de ICL-bijdrage. De overige stortingen zijn gebaseerd op de planning van grootonderhoudswerkzaamheden. Bewonerswensen, stedenbouwkundige aanpassingen duurzaam veilige inrichting, politiekeurmerk veilig wonen en ondergrondse afvalinzameling, noodzaken vaak tot aanpassing in de inrichting van "bestaande" woonwijken. Ook al blijven deze aanpassingen binnen het niveau "basiskwaliteit", toch hebben ze niet expliciet te maken met het "in standhouden"; de hogere kosten hiervan worden daarom gedekt door extra storting uit de algemene middelen. Vooralsnog heeft er, als gevolg van areaaluitbreiding, geen toevoeging aan de voorzieningen plaatsgevonden, omdat de begrote stortingen nog steeds in lijn liggen met de verwachte groei van het aantal woningen. De overige stortingen hebben betrekking op de eerder door de raad genomen besluiten. Onttrekkingen De onttrekkingen zijn gebaseerd op het I-GOR 2015-2019. Er is geen sprake van begrote overige onttrekkingen buiten het werkplan (I-GOR) om.
Meerjarig verloop voorzieningen Bedragen x € 1.000
Verloop ICL voorzieningen
Begrote begin stand 2016
Begrote m utaties 2016 *
Begrote eindstand 2016
Begrote m utaties 2017
Begrote eindstand 2017
Begrote m utaties 2018
Begrote eindstand 2018
Begrote m utaties 2019
Begrote eindstand 2019
2010 Kunstw erken/hoge routes
10.413
703
11.116
999
12.116
423
12.539
-76
12.463
2011 Riolering
33.977
1.352
35.329
208
35.536
1.752
37.288
-2.352
34.936
984
38
1.022
58
1.081
58
1.139
58
1.198
5062 Voorziening GO Bovengronds
24.781
-7.248
17.533
-5.459
12.074
-3.020
9.054
-712
8.342
Eindtotaal
70.154
5.154
-65.000
4.193
-60.807
787
60.021
3.082
56.938
5004 GO stadhuis
* De mutaties betreffen de stortingen en de onttrekkingen
Programmabegroting 2016 – 2019
162
Meerjarig verloop onttrekkingen (gebaseerd op het I-GOR 2015 – 2019) Bedragen x € 1.000 Begrote Begrote Begrote Begrote Begrote Totaal onttrekkingen onttrekkingen onttrekkingen onttrekkingen onttrekkingen onttrekkingen 2015 2016 2017 2018 2019
Verloop voorzieningen m et ICL-bijdrage 2010 Kunstw erken/hoge routes 2011 Riolering 5004 GO stadhuis 5062 Voorziening GO Bovengronds Eindtotaal
3.171 845 164 14.931 19.111
1.263 574 310 17.189 19.336
967 1.719 290 15.441 18.417
1.543 175 290 12.994 15.001
2.043 4.279 290 10.653 17.264
8.987 7.593 1.342 71.207 89.129
Begroot verloop voorzieningen 2015 en 2016 Bedragen x € 1.000 Verloop voorzieningen m et ICL-bijdrage
Stand rekening
Begrote Begrote Storting ICL- Overige m utaties * beginstand delen stortingen
Onttrekkingen tbv MJP 20122016
Overige onttrekkingen
Begrote eindstand
2010 Kunstw erken/hoge routes
11.662
-1.249
10.413
1.429
538
-1.263
-
11.117
2011 Riolering
32.895
1.081
33.977
526
1.401
-574
-
35.329
800
184
984
348
-310
-
1.022
5062 Voorziening GO Bovengronds
29.771
-4.990
24.781
6.579
3.363
-17.189
-
17.534
Totaal voorzieningen
75.128
-4.974
70.154
8.882
5.302
-19.336
5004 GO stadhuis
65.002
* De mutaties betreffen de stortingen en de onttrekkingen
Programmabegroting 2016 – 2019
163
4.4 Financiering Inleiding De basis voor het handelen van de gemeente op het gebied van financiering is de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). De Wet FIDO stelt regels voor het financieringsgedrag van gemeenten. Voor Lelystad is deze regelgeving vertaald in het treasurystatuut. Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is het beheersen van de uit de treasuryfunctie voortvloeiende risico’s. Dat blijkt uit de volgende twee randvoorwaarden:
Het aangaan en verstrekken van leningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak; Uitzettingen (het verstrekken van leningen en het eventueel uitzetten van deposito’s) moeten een prudent karakter hebben en mogen niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatige risico’s. Risicobeheer financieringsportefeuille Renterisico Dit is het risico dat de gemeente wordt geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor haar lopende geldleningen. In het algemeen wordt dit risico beperkt door het gespreid over de lopende jaren afsluiten van langlopende geldleningen met een vast rentepercentage. Kredietrisico Dit is het risico dat de gemeente loopt bij het verstrekken van geldleningen aan rechtspersonen die in financiële problemen kunnen komen. Vanwege de invoering van het schatkistbankieren moeten decentrale overheden de liquiditeitsoverschotten verplicht beleggen bij de Staat der Nederlanden. Eind 2013 is de wet FIDO op dit punt aangepast. Liquiditeitsrisico Het risico dat de gemeente op de korte termijn niet genoeg geld beschikbaar heeft of kan krijgen om aan haar korte termijnverplichtingen te voldoen, wordt het liquiditeitsrisico genoemd. De afgelopen jaren was er steeds sprake van een liquiditeitstekort met name door substantiële investeringen. Om een goed inzicht te krijgen in de vraag hoeveel moet worden geleend en met welke looptijd, zal aandacht worden geschonken aan de liquiditeitsprognose. Debiteurenrisico Er bestaat een risico dat gemeentelijke debiteuren hun rekeningen niet (op tijd) betalen. Dit risico wordt beperkt door debiteuren vooraf te laten betalen, opbrengsten tijdig te innen en het monitoren van de dubieusheid van vorderingen en tegenpartijen conform de richtlijnen op dit gebied. Eisen wet FIDO Publieke taak en prudent beleggen Conform het treasurystatuut komen leningen, uitzettingen en garanties alleen tot stand indien zij een publieke taak dienen en de uitzettingen een prudent karakter kennen. Kasgeldlimiet Ter beperking van het renterisico is in de wet FIDO een norm opgenomen ten aanzien van de maximale omvang van de kortlopende schulden (korter dan 1 jaar), de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze limiet wordt berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari van het dienstjaar. Voor 2016 bedraagt deze limiet dan circa € 21,9 miljoen. Bij dreigende overschrijding van de kasgeldlimiet, wordt een deel van de kortlopende schuld omgezet in een langlopende schuld (geldlening langer dan 1 jaar).
Programmabegroting 2016 – 2019
164
Tabel: Kasgeldlim iet
Bedragen x € 1.000
Grondslag omvang begroting per 1 januari 20142015 (1) Toegestane kasgeldlimiet in procenten van de grondslag in bedrag (2) Omvang vlottende korte schuld opgenomen gelden < 1 jaar schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden < 1 jaar Derivaten contracten Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld Totaal vlottende korte schuld (3) Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden < 1 jaar Derivatencontracten (4) Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+)/ Overschrijding (-)
3e kw 2014
4e kw 2014
1e kw 2015
2e kw 2015
238.079
238.079
270.890
270.890
8,50% 20.237
8,50% 20.237
8,50% 23.026
8,50% 23.026
17.000 412
32.833 -393
51.333 0
13.833 0
17.412
32.440
51.333
13.833
1.557
766
2.304
588
-15.855 20.237
-31.674 20.237
-49.029 23.026
-13.245 23.026
4.382
-11.437
-26.003
9.781
Renterisiconorm De renterisiconorm ziet vooruit en is direct gerelateerd aan het budgettaire risico. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De rente risiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Verder wordt voor het renterisico uitgegaan van het bedrag van de te betalen aflossingen. Onderstaand is het renterisico ten opzichte van de renterisiconorm in beeld gebracht. Tabel: Renterisico vaste schuld
Bedragen x € 1.000
2016
2017
2018
2019
-1 Rente herzieningen -2 Aflossingen -3 Renterisico (1+2)
0 16.110 16.110
16.110 16.110
0 6.110 6110
0 3.860 6.110
-4 Renterisiconorm -5 Ruimte onder risiconorm (3-4)
51.594 35.484
51.594 35.484
51.594 45.484
51.594 45.484
257.969 20% 51.594
257.969 20% 51.594
257.969 20% 51.594
257.969 20% 51.594
Berekening renterisiconorm (4a) Begrotingstotaal 2016 (4b) Percentage regeling -4 Renterisiconorm
0
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in de periode 2016 tot en met 2019 het maximale renterisico lager is dan de renterisiconorm. Dit betekent dat de renterisiconorm, op basis van deze cijfers, niet overschreden zal worden. Bij het aantrekken van nieuwe langlopende leningen wordt ervoor gezorgd dat zodanige modaliteiten worden gekozen, dat de renterisiconorm niet overschreden wordt. Het blijft echter mogelijk dat in een bepaald jaar meer langlopende leningen moeten worden aangetrokken dan voorzien (meer dan maximaal nodig is om binnen de norm te blijven). In dat geval vindt vooroverleg met de provincie plaats.
Programmabegroting 2016 – 2019
165
Financieringbehoefte In 2016 zal naar het zich laat aanzien de contractuele aflossingen van onze langlopende leningen moeten worden geherfinancierd. In 2016 wordt er €16 miljoen afgelost op onze vaste schuld. Dit bedrag zal vermoedelijk opnieuw moeten worden aangetrokken. Rentevisie Korte rente kenmerkt zich door sterke fluctuaties. Wanneer de inflatie laag blijft, zal de korte rente zich op een laag niveau begeven. In 2015 zijn de korte rentes zeer laag met een niveau van rond de 0%. Het ruime monetaire beleid van de ECB zal naar verwachting worden voortgezet. De verwachting voor 2016 is dat de korte rente stabiel blijft. Op het moment dat het economisch perspectief beter wordt en de inflatie omhoog gaat, zullen de korte rentetarieven snel stijgen. De lange rentes liggen nog altijd op zeer aantrekkelijke niveaus. Hoewel hier vanwege de liquiditeitsopslagen van banken nog steeds een (afnemende) ‘bijtelling’ dient plaats te vinden, blijven de absolute niveaus zeer interessant. De verwachting voor 2016 is dat de lange rente tussen 1,5% en 3% zal bewegen. Onderstaande grafiek laat zien dat de rentes enorm kunnen fluctueren. In de rentestrategie moet de gemeente hier prudent mee omgaan.
Programmabegroting 2016 – 2019
166
4.5 Bedrijfsvoering In de paragraaf bedrijfsvoering worden de actuele ontwikkelingen beschreven op het gebied van het beheer van de middelen die worden ingezet om de doelen, zoals beschreven in de programma’s, te verwezenlijken. In deze paragraaf zullen de diverse aspecten van de bedrijfsvoering per thema worden behandeld. Organisatieontwikkeling en Leidinggeven De verleiding is groot om bij het aanvangen van een nieuwe cyclus met nieuwe plannen, doelen en visies te komen. Hierbij wordt echter voorbij gegaan aan de kwaliteit van eerdere doelstellingen en misschien wel het belangrijkste aspect als het gaat om het bereiken van een doel: volhouden! In dit perspectief is de organisatieontwikkeling voor 2016 dan ook een logisch vervolg op de ingeslagen weg uit eerdere jaren. Een weg, die bemoedigende resultaten laat zien als het gaat om belangrijke elementen die onze organisatie nodig heeft om de maatschappelijke ontwikkelingen actief en met een open vizier tegemoet te treden: Passie: het begint met gepassioneerde mensen. Mensen die de wil, lef en talent hebben om het anders te doen. Samen: we doen het met elkaar. Samenwerken dwars door de grenzen van publiek, privaat en particulier heen, waardoor ook sociale en economische verhoudingen gaan veranderen. Systeeminnovatie: nieuwe vormen van maatschappelijke productie; we zien sociaal ondernemers en ondernemende gemeenschappen delen van het publiek domein ‘heroveren’. Waarden: de nieuwe initiatieven worden niet alleen gedreven door economische waarden, maar zoeken ook naar nieuwe publieke waarden. Dit zijn onze bakens die ons bij het startpunt van deze reis - geen eindpunt - richting geven, ons verder helpen naar een aangename verbazing, naar een nieuw perspectief. Dit perspectief daagt ons uit om de drie centrale maatschappelijke resultaatgebieden tegen het licht te houden en te vernieuwen: We erkennen dat mensen in het algemeen zeer goed in staat zijn zichzelf te redden. Waar nodig stimuleert de gemeente de zelfredzaamheid. De overheid treedt faciliterend op en heeft voor de meest kwetsbaren een vangnetfunctie. De gemeente zoekt aansluiting bij maatschappelijke initiatieven en draagt daaraan als partner bij vanuit de specifieke kwaliteit als overheid. Wij maken onze dienstverlening meer flexibel en klantgericht in samenspraak met onze klanten. Er wordt ingestoken op een effectieve en ook efficiënte omgang met regels die de overheid stelt. We kijken regelmatig kritisch naar onze eigen regels. Bovenstaande ontwikkelingen vragen om een andere visie op leiderschap en competenties van management en medewerkers, vanuit vakmanschap, passie voor de stad en persoonlijke bescheidenheid, en een programmatisch sturingsmodel. Net als in het afgelopen jaar zal ook in de jaren die volgen hieraan verder worden gewerkt. LEAN, oftewel de lerende organisatie Medio 2012 is gestart met de LEAN aanpak van processen bij de gemeente Lelystad. In de afgelopen cycli is op deze plek verslag gedaan van de vorderingen op het gebied van gestructureerde procesoptimalisatie. Inmiddels is de organisatie de fase waarin LEAN “iets nieuws” is voorbij. LEAN is een normale, breed toegepaste werkwijze bij zowel ontwerp en implementatie van nieuwe processen als bij de dagelijkse beheersing van werkvoorraad en onderlinge afstemming. En met resultaat: door via de LEAN methodiek te werken en denken, zijn we in staat om de niet aflatende stroom van wijzigingen in wet- en regelgeving, nieuwe taken en veranderende eisen en wensen in combinatie met een nog steeds slinkende formatie zonder grote negatieve effecten voor workload en dienstverlening op te pakken. Dit komt naast de rationele effecten van LEAN (procesoptimalisatie) vooral ook door de energie die vrijkomt bij de professionals in onze organisatie die hiermee zelf het heft in handen krijgen en de verantwoordelijkheid kunnen nemen om continu te verbeteren. Reductie van bedrijfsvoeringskosten De bedrijfsvoering is ondersteunend aan de primaire processen van de gemeentelijke organisatie. De bedrijfsvoering is in die zin niet leidend maar volgend: aanpassingen in de primaire processen leiden onherroepelijk tot aanpassingen in de bedrijfsvoering. In de hierboven beschreven LEAN-methodiek
Programmabegroting 2016 – 2019
167
worden processen integraal, dus inclusief de bedrijfsvoering doorgelicht. De onderlinge samenhang blijft daarmee geborgd. Als we dit niet zouden doen, oftewel een eenzijdige aanpassing in de bedrijfsvoeringssfeer dan zal dit leiden tot moeilijk te managen effecten op de primaire processen. In de afgelopen jaren is door middel van het opnemen van een stijgende taakstelling een reductie van de bedrijfsvoeringskosten in de begroting verwerkt (inclusief een taakstelling op het gebied van meer samenwerkingsverbanden). Op die wijze kan reeds bij de begroting de budgetruimte worden aangewend die uit de reductie voortvloeit in plaats van dat deze op rekeningbasis zichtbaar wordt. Vanuit de doelstelling van een schone begroting is het van belang dat de taakstelling realistisch is. Tot nu toe zijn alle tranches van de taakstelling, die een stapsgewijze verhoging kent, ingevuld. Deze lijn wordt conform de besluitvorming bij de begroting 2015 doorgezet. Schematisch betekent dit het volgende: Bedrag x €1.000
Taakstellingen Opgelegde taakstellingen Bedrijfsvoering algemeen en samenwerking Doorbelasting Grondbedrijf en aanvullende taakstelling Totaal opgelegde taakstellingen Gerealiseerde taakstellingen Bedrijfsvoering algemeen Nog te realiseren taakstelling
2016
2017
2018
2019
500 455 955
500 750 1250
500 1000 1500
500 1000 1500
529 426
529 721
529 971
529 971
De kosten voor de concernbrede bedrijfsvoering zijn bijeengebracht op een product in programma 6. De in de overige programma’s opgenomen lasten beperken zich tot de direct aan de activiteiten toe te rekenen kosten, en de kosten van het afdelingsmanagement. Door deze systematiek toe te passen is het makkelijker een beeld te vormen van de directe financiële consequenties van een gemeentelijke activiteit. In onderstaand schema worden de bedrijfsvoeringskosten nader gespecificeerd. Bedrag x €1.000
Bedrijfsvoering Administratie en ondersteuning Directie en staf Huisvesting ICT Taakstelling Totaal
2016
2017
2018
2019
-6.611 -1.758 -3.623 -4.704 260
-6.611 -1.758 -3.623 -4.677 260
-6.589 -1.758 -3.623 -4.495 260
-6.589 -1.758 -3.623 -4.347 260
-16.436
-16.409
-16.204
-16.057
In uitzonderingsgevallen kan het nodig zijn een volledig integrale kostprijs weer te geven, bijvoorbeeld bij subsidieregelingen. Hierbij wordt voor de productieve formatie een bedrijfsvoeringsopslag van €36,62 per uur gehanteerd. De bedrijfsvoeringsopslag per fte is ten opzichte van de vorige begroting licht gedaald. Deze lijn willen wij in de komende jaren vasthouden. Beslispunt: 56. Voor begrotingsjaar 2016 een bedrijfsvoeringsopslag van €36,62 vast te stellen.
De basisinfrastructuur van onze ICT-voorzieningen is op orde. Wel is merkbaar dat de vooruitgang in digitalisering en de steeds strengere eisen aan informatiebeveiliging een flinke uitdaging opleveren. Inmiddels is de automatisering een dusdanige spil in onze organisatie dat uitval leidt tot hoge kosten en niet aanvaardbare maatschappelijke consequenties. Met de kwaliteit van de dienstverlening als uitgangspunt wordt gestuurd op continuïteit, betrouwbaarheid en het faciliteren van plaats- en tijdonafhankelijk werken. Hierbij is gekozen voor de strategie dat we niet de voorloper hoeven te zijn met de nieuwste snufjes, maar wel up-to-date en betrouwbaar. Op basis van deze uitgangspunten heeft een herschikking in het investeringsprogramma plaatsgevonden, waarvan de financiële gevolgen in deze begroting zijn opgenomen.
Programmabegroting 2016 – 2019
168
4.6 Verbonden partijen De gemeente Lelystad voert verschillende taken uit. Veel taken voeren we als gemeente zelf uit, maar er zijn ook taken die op afstand gezet zijn en door externe organisaties worden uitgevoerd. Er zijn verschillende manieren om zo’n taak of gemeentelijke doelstelling op afstand te zetten. De gemeente kan een taak uitbesteden door bijvoorbeeld subsidie te geven, een taak in te kopen of een taak samen met andere partijen uit te voeren. Een verbonden partij is een manier om zo een samenwerkingsverband vorm te geven. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de verbonden partijen waar de gemeente Lelystad aan deelneemt. Het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) definieert een verbonden partij in artikel 1, lid b en c: b. verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft; c. financieel belang: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Volgens deze definitie heeft de gemeente dus een bestuurlijk en financieel belang in een verbonden partij. Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij. Een financieel belang is aan de orde als de gemeente financieel kan worden aangesproken wegens het functioneren van de verbonden partij of wanneer de gemeente geld kan kwijtraken bij een faillissement van een verbonden partij. Participaties in naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen vallen onder het begrip verbonden partij. Stichtingen en verenigingen kunnen ook als verbonden partij worden aangemerkt. Een stichting of vereniging die jaarlijks subsidie ontvangt, maar waaraan geen andere financiële verplichtingen zitten met een juridische afdwingbaarheid door derden, is echter geen verbonden partij. Eveneens is geen sprake van een verbonden partij als er een lening of garantstelling verstrekt is aan een partij waar we geen bestuurlijk belang in hebben. Toelichting bij het overzicht In deze paragraaf wordt zoals gezegd een overzicht gegeven van de verbonden partijen die de gemeente Lelystad heeft. Alle verbonden partijen dragen bij aan de doelstellingen van de gemeente en inhoudelijke informatie over de verbonden partijen is daarom terug te vinden in de programma’s. Per verbonden partij wordt in het overzicht hierna de volgende informatie opgenomen: de naam en de vestigingsplaats de rechtsvorm het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; de veranderingen die verwacht worden in het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft; het verwacht resultaat voor het begrotingsjaar een aantal financiële gegevens op basis van de meest recente door de accountant goedgekeurde jaarrekening (doorgaans 2014). De opgenomen financiële informatie, en dan m.n. het eigen vermogen en het resultaat zeggen iets over de financiële robuustheid van een verbonden partij. Wanneer er bij een verbonden partij sprake is van (aanhoudende) negatieve resultaten in combinatie met een beperkt eigen vermogen bestaat de kans dat zij toekomstige tekorten niet langer zelf kunnen opvangen. Dan zal een beroep gedaan worden op de deelnemende partijen om een extra bijdrage te doen, dan wel het aandeel in het tekort over te maken. Per verbonden partij wordt o.b.v. de financiële cijfers en andere info, bijvoorbeeld ontwikkelingen in de wetgeving, een inschatting gemaakt van de kans dat de gemeente haar bijdrage (substantieel) moet verhogen. Indien die kans als groot wordt ingeschat, wordt er een risico opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Voor HVC en de IJsselmeergroep is een risico opgenomen.
Programmabegroting 2016 – 2019
169
bedragen x 1000 €
GGD Flevoland Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Gemeenschappelijke Regeling Lelystad 1. Iedereen doet mee
Openbaar belang
Uitvoering van de Wet Publieke Gezondheid.
Verwacht belang begrotingsjaar
Er worden geen substantiële wijzigingen verwacht in het belang van Lelystad in de GGD voor 2016.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
De GGD heeft een sluitende ontwerp-begroting voor 2016.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
4.828 10.467
5.540 10.898
Resultaat
711 bedragen x 1000 €
Sportbedrijf Lelystad Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
N.V. Lelystad 2. Op weg met talent
Openbaar belang
De relatie met het Sportbedrijf Lelystad is aangegaan voor het uitvoeren van gemeentelijk sportbeleid.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen wijzigingen.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Er is nog geen definitieve begroting 2016 beschikbaar.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
10.276 8.082
10.288 7.766
Resultaat
13
bedragen x 1000 €
Werkbedrijf Lelystad B.V. Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
B.V. Lelystad 2. Op weg met talent
Openbaar belang
Het realiseren van een optimale uitstroom vanuit de bijstand (WWB) naar werk.
Verwacht belang begrotingsjaar
Lelystad is 100% aandeelhouder, er worden geen veranderingen in het belang verwacht voor 2016
Verwacht resultaat begrotingsjaar
1
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
2 336
4 946
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
1
170
bedragen x 1000 €
Werkvoorzieningsschap IJsselmeergroep Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Gemeenschappelijke Regeling Lelystad 2. Op weg met talent
Openbaar belang
Het publiek belang dat door het ‘Werkvoorzieningsschap IJsselmeergroep’ wordt gediend is het samen met andere gemeenten in gemeenschappelijke regeling uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en het benutten van de infrastructuur van het werkschap t.b.v. reintegratieactiviteiten van deelnemende gemeenten.
Verwacht belang begrotingsjaar
Er worden geen wijzigingen verwacht in het belang voor 2016, Lelystad heeft 4 van de 10 stemmen.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
De IJsselmeergroep komt pas dit najaar met een begroting (met goedkeuring van de provincie), het verwacht resultaat voor 2016 is daarom nog niet bekend.
Overig
Voor deze verbonden partij is een risico opgenomen in de Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
1.046 2.827
1.081 2.987
Resultaat
35
bedragen x 1000 €
Coöperatie ParkeerService U.A. Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Coöperatie Amersfoort 3. Leefbare stad
Openbaar belang
Het verrichten van parkeerdiensten voor o.a. de gemeente Lelystad.
Verwacht belang begrotingsjaar
Naar verwachting neemt het aantal leden van de Coöperatie ParkeerService in 2015 en 2016 toe. Het percentage van aandelen neemt hierbij af. Echter in de Algemene Ledenvergadering heeft ieder lid één stem.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
735
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
1.070 1.878
1.296 2.874
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
225
171
bedragen x 1000 €
N.V. HVC (Huisvuilcentrale) Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
N.V. Alkmaar 3. Leefbare stad
Openbaar belang
Het publieke belang dat door deze partij wordt gediend is het reguleren van de afvalverwerking Flevoland/Noord-Holland.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen veranderingen verwacht in het belang.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Er is geen begroting 2016 beschikbaar, verwachting is wel dat het positieve resultaat van 2014, voortgezet wordt in 2015 en 2016.
Overig
Voor deze verbonden partij is een risico opgenomen in de Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
63.178 967.307
68.309 936.905
Resultaat
5.137 bedragen x 1000 €
Vereniging van Eigenaren Agoradek Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Vereniging Lelystad 3. Leefbare stad
Openbaar belang
De relatie met deze partij is aangegaan om het parkeren te reguleren.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen wijzigingen.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
0.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
6
9 1
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
1
,
172
bedragen x 1000 €
Alliander N.V. Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
N.V. Arnhem 3. Leefbare stad
Openbaar belang
Nutsvoorziening.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen wijzigingen in belang verwacht.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Er is voor Alliander geen begroting beschikbaar. Wel is bekend dat het operationele resultaat lager zal uitvallen a.g.v. lagere tarieven en er is een incidentele baat als gevolg van een ruilverkaveling met Enexis. De winst in 2016 wordt in 2017 uitgekeerd aan de aandeelhouders, voor 2017 is daarom in deze begroting een eenmalige verhoging van de raming voor dividendinkomsten voorgesteld.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
3.375.000 4.173.000
3.579.000 4.093.000
Resultaat
323.000
, bedragen x 1000 €
NUON N.V. Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
N.V. Amsterdam 3. Leefbare stad
Openbaar belang
Nutsvoorziening
Verwacht belang begrotingsjaar
Op 1 juli 2015 is de laatste tranche aandelen overgedragen aan Vattenfall, Lelystad heeft per die datum geen belang meer in Nuon.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
n.v.t.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
2.920.000 3.435.000
2.655.000 3.767.000
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
-265000
173
bedragen x 1000 €
Vitens N.V. Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
N.V. Zwolle 3. Leefbare stad
Openbaar belang
Nutsvoorziening: zekerstellen van de watervoorziening.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen wijzigingen in het belang verwacht voor 2016. Lelystad heeft 98.457 aandelen op een totaal van 5.777.247.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Verwacht resultaat voor 2016 bedraagt € 31,5 miljoen.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
438.300 1.273.500
421.200 1.292.500
Resultaat
42.100 bedragen x 1000 €
Vereniging van Eigenaren Combinatie-gebouw 2 Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Vereniging Lelystad 3. Leefbare stad
Openbaar belang
Met deze partij is een relatie aangegaan om het parkeren te reguleren en het reguleren van het appartementenrecht.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen wijzigingen.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
0.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
2 35
3 34
Resultaat
3 bedragen x 1000 €
Stichting Lelystad Partners (City Marketing Lelystad) Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Stichting Lelystad 4. Sterke stad
Openbaar belang
Bevorderen van de bekendheid van Lelystad en de voorzieningen van de gemeente Lelystad op woon-, werk-, winkel- en recreatieterrein, met als doel meer (tevreden) inwoners, meer bedrijvigheid en het bevorderen van stadstrots.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen wijzigingen.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Nog niet bekend.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
63
57
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
6
174
bedragen x 1000 €
Stichting Uiver Constellation Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Stichting Lelystad 4. Sterke stad
Openbaar belang
Het behoud van het vliegend mobiele erfgoed.
Verwacht belang begrotingsjaar
Ongewijzigd.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
0.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
750 0.
750 0.
Resultaat
0. bedragen x 1000 €
Omala N.V. Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
N.V. Lelystad 4. Sterke stad
Openbaar belang
Het doel van Ontwikkeling Maatschappij Airport Lelystad Almere (OMALA) is het
Verwacht belang begrotingsjaar
Lelystad heeft een belang van 33% in Omala, voor 2016 worden daar geen veranderingen in verwacht.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Er is geen begroting 2016 beschikbaar, maar voor 2015 wordt een resultaat van € 8.000,- positief verwacht.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
201 142
210 132
Resultaat
9
, bedragen x 1000 €
Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City C.V. Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
C.V. Lelystad 4. Sterke stad
Openbaar belang
Belangrijkste activiteiten zijn: het verwerven van de noodzakelijke gronden, deze
Verwacht belang begrotingsjaar
Voor 2016 worden geen wijzigingen in het aandelenkapitaal verwacht. Lelystad heeft 33% van de aandelen.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Er is geen begroting voor 2016 beschikbaar, voor 2015 wordt een resultaat van 0 verwacht.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
3.001 9.253
3.001 9.930
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
0.
,
175
bedragen x 1000 €
Technofonds Flevoland B.V. Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
B.V. Lelystad 4. Sterke stad
Openbaar belang
Doelstelling is het in het kader van het regionale technologiebeleid verstrekken van risicodragend kapitaal, in de vorm van participatie in het aandelenkapitaal en / of het verstrekken van achtergestelde leningen, aan startende en doorstartende ondernemingen in het MKB in Flevoland.
Verwacht belang begrotingsjaar
Het belang van Lelystad is Technofonds Flevoland B.V. bedraagt momenteel 10%.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Er is nog geen begroting voor 2016 beschikbaar.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
11.920 412
11.979 303
Resultaat
-54
, bedragen x 1000 €
OFGV Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Gemeenschappelijke Regeling Lelystad 5. Veiligheid
Openbaar belang
Het toezicht en de handhaving op de milieu- en brandveiligheid regelgeving wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst.
Verwacht belang begrotingsjaar
Er wordt geen verandering verwacht in het belang. Lelystad heeft 12,66% van de stemmen.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
De ingediende ontwerpbegroting voor 2016 is sluitend, echter deze bevat wel een taakstelling aan de inkomstenkant groot ruim 224.000,-.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
2.105 2.358
2.376 3.915
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
468
176
bedragen x 1000 €
Veiligheidsregio Flevoland Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Gemeenschappelijke Regeling Lelystad 5. Veiligheid
Openbaar belang
De veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen: a. Brandweerzorg b. geneeskundige hulpverlening c. de samenwerking bij de gemeentelijke rampenbestrijding d. rampenbestrijding en crisisbeheersing e. het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen wijzigingen verwacht in het belang voor 2016.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
De veiligheidsregio heeft een sluitende ontwerp-begroting voor 2016 ingediend.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
6.686 13.680
7.748 12.291
Resultaat
1.262
bedragen x 1000 €
BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
N.V. Den Haag 6. Voor de Lelystedeling
Openbaar belang
BNG is bankier voor overheden.
Verwacht belang begrotingsjaar
Voor 2016 worden geen wijzigingen verwacht in belang. Lelystad heeft 5000 aandelen op een totaal van 55.690.720
Verwacht resultaat begrotingsjaar
Niet bekend, er is geen begroting beschikbaar.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
3.430.000 127.753.000
3.582.000 149.923.000
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
126.000
,
177
bedragen x 1000 €
Erfgoedcentrum Nieuw Land Rechtsvorm Vestigingsplaats Programma
Gemeenschappelijke Regeling Lelystad 6. Voor de Lelystedeling
Openbaar belang
Het Erfgoedcentrum Nieuw Land is ingesteld met het doel de belangen van de partners bij alle aangelegenheden betreffende de archiefbescheiden en collecties die berusten in de rijksarchief-bewaarplaats in de provincie, het archeologisch depot van de provincie, de archiefbewaar-plaatsen van de gemeenten, het waterschap, het Nieuw Land Poldermuseum van de Stichting Nieuw Land en het Sociaal Historisch Centrum voor Flevoland van de Stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders, in gezamenlijkheid te behartigen.
Verwacht belang begrotingsjaar
Geen wijzigingen.
Verwacht resultaat begrotingsjaar
0.
Overig Financiële situatie
1 januari 2014
31 december 2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen
228 7.896
228 7.267
Resultaat
Programmabegroting 2016 – 2019
0.
178
4.7 Grondbeleid Inleiding Grondbeleid is feitelijk het doelgericht ingrijpen van de overheid in de grondmarkt ten aanzien van de aspecten vraag, aanbod of prijs. In de Kadernota Grondbeleid is de keuze gemaakt om bij voorkeur als “actief zelfstandige regisseur” de grondexploitatie ter hand te nemen ter uitvoering van de doelstellingen, zoals opgenomen in het programmaplan (gebaseerd op het structuurplan). Binnen het grondbeleid wordt het geheel aan instrumentarium beschreven dat de gemeente toe kan passen in de omgang met de grond ter versterking van het ruimtelijk beleid en welke voorkeuren zij heeft in de uitvoering daarvan. In deze paragraaf Grondbeleid wordt nader ingegaan op het grondbeleid hetgeen voor de raad om twee redenen van belang is: - Ten eerste het financiële belang en de risico’s ; - Ten tweede de relatie met de doelstellingen, zoals aangegeven in de programma’s. Deze belangen kunnen elkaar overigens positief, maar ook negatief beïnvloeden. Visie op het grondbeleid en beschikbare instrumenten Door de veranderde situatie op de grondmarkt en de diversiteit in belangen die dit met zich mee brengt, is het van belang dat de overheid regie blijft voeren bij de realisatie van het ruimtelijk beleid. Het voeren van de regie is gepast om de publieke dimensie van de ruimtelijke ordening veilig te stellen en een optimale allocatie van de grond te bereiken. In de praktijk zijn er factoren die van invloed zijn op de mogelijkheden om regie te voeren. De belangrijkste factoren zijn: - De mate waarin de gemeente een (grond)positie in een bepaald gebied heeft; - De complexiteit van een bepaalde ontwikkeling; - De mate waarin de gemeente het risico van de ontwikkeling wil dragen; - Er moeten medewerkers zijn die over de gevraagde expertise beschikken en er moet voldoende capaciteit aanwezig zijn om het project ook op een goede wijze af te ronden. Beschikbare instrumenten voor het voeren van gemeentelijk grondbeleid In de Kadernota Grondbeleid is aangegeven dat onder meer de volgende instrumenten beschikbaar zijn: Een actief ( strategisch en anticiperend ) aankoopbeleid De gemeente Lelystad heeft door middel van een afspraak met Rijks Vastgoedbedrijf een zekere voorkeurspositie met betrekking tot verwerving van gronden. In principe wil de gemeente zelf bouwen woonrijp maken mits de grondexploitatie minimaal budgettair neutraal ontwikkeld kan worden. Bij het nemen van risico’s dienen ook kansen tot een positief resultaat aanwezig te zijn. Op deze manier behoudt de gemeente het initiatief en heeft de mogelijkheid tot het zelf kiezen van partners bij de planontwikkeling.
Voorkomen speculatieve vastgoedhandel via WVG Aan de vooravond van grootschalige ontwikkelingen in een gebied met een verdeelde grondeigendomssituatie, zoals in het bedrijventerrein OMALA tussen Larserpoort en de Luchthaven Lelystad, heeft de gemeente Lelystad in nauwe samenwerking met de gemeente Almere en de Provincie via het vestigen van een gemeentelijk voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten (WVG) voor de ontwikkeling van de 1 e fase, voorkomen dat in het gebied speculatieve vastgoedhandel ontstaat. Omdat eigenaren niet verplicht kunnen worden hun gronden te verkopen is in het kader van kostenverhaal een planexploitatie opgesteld. Aanleg van openbare ruimte, infrastructuur e.d. kunnen via dit instrument (deels) verhaald worden bij zelf ontwikkelende eigenaren.
Volledig kostenverhaal via de grondexploitatie Instrumentarium WRO De Wet op de Ruimtelijke Ordening die op 1 juli 2008 in werking is getreden, biedt aanvullend instrumentarium om tot kostenverhaal te komen in het geval dat de gemeente eens niet in de gelegenheid is om gronden voor gebiedsontwikkeling te verwerven.
Programmabegroting 2016 – 2019
179
Het voeren van een marktconform prijsbeleid Hierdoor ontstaat optimalisatie van de samengestelde gemeentelijke beleidsdoeleinden en kan flexibel worden gereageerd op veranderingen op de grond- en woningmarkt. De gemeente geeft zelf sturing aan het uitgeven van grond en kavels. Ondersteunend beleid wordt uitgevoerd door middel van de grondprijsdifferentiatie. De uitgangspunten worden tweejaarlijks in de Nota Grondprijzen door de Raad vastgesteld.
Meerjaren investering- en risico analyses Op basis van het meerjaren bouwprogramma wordt een meerjaren investeringsprogramma opgesteld zodat de consequenties van de op basis van andere programma’s gemaakte keuzes inzichtelijk zijn. Tevens vindt periodiek een doorlichting van contracten en overeenkomsten plaats ten aanzien van de juridische of andere risico’s.
De beheersverordening De aansturing van gebiedsontwikkelingen gebeurt op basis van outputgerichte managementprincipes en is zoveel mogelijk kostenbewust. De actuele beheersverordening is in 2010 door de raad vastgesteld.
Prognose te verwachten resultaat Het Grondbedrijf vertaalt de doelstellingen van de beleidssectoren, het Structuurplan en het daaruit voortvloeiende stedelijk programma naar financieel economische kaders voor ruimtelijk fysieke projecten. De verdere onderbouwing van de resultaatbepaling wordt opgenomen in het Meerjarenperspectief Grondbedrijf (MPG). Op begrotingsbasis wordt het resultaat van het Grondbedrijf budgettair neutraal geraamd. Risico’s Het aan- en verkopen van gronden brengt risico’s met zich mee. Deze risico ’s zijn binnen het weerstandsvermogen van de gemeente Lelystad opgenomen. Bij het MPG 2015 is het risicopercentage voor 2015 berekend op 3,4% en per 1 januari 2016 is dit 3,38%. Op basis van de nog te maken kosten en de nog te realiseren opbrengsten is per 1 januari 2016 een risicobuffer benodigd van naar schatting € 9,9 miljoen. Deze benodigde buffer wordt vanaf de begroting 2015 meegenomen in de totaal benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente evenals de overige risico’s die in de paragraaf weerstandsvermogen aan de orde komen. Ontwikkelingen Gezien de gewijzigde economische omstandigheden is het van belang richting de toekomst sturing te geven en keuzes te maken met betrekking tot de ontwikkelcapaciteit en het vermogensbeheer in het grondbedrijf. Bij de Raam MPG 2014 zijn de beheersmaatregelen op korte, middellange en lange termijn voorgesteld. Hierover wordt verslag uitgebracht binnen de P&C cyclus. De daar voorgestelde korte termijn beheersmaatregelen en de financiële effecten zijn verwerkt in de Programmabegroting 2015-2018. De middellange termijn maatregelen zijn in de MPG 2015 aan de orde. De lange termijn maatregelen zullen conform toezegging bij de Raam MPG 2016 nader worden voorgelegd.
Programmabegroting 2016 – 2019
180
4.8 Interbestuurlijk toezicht (IBT) Inleiding Interbestuurlijk toezicht is een wettelijke taak van de provincie waarbij zij toezicht houdt op de taakuitoefening door gemeenten. Het wettelijke uitgangspunt is dat de provincie voor alle beleidsterreinen de toezichthouder op gemeenten is met uitzondering van de terreinen waarop de provincie geen taken heeft. Het specifiek toezicht vormt hierop een uitzondering, waarbij met name het financieel toezicht integraal, op alle gemeentelijke domeinen, van toepassing is. Provincie en gemeenten zullen zich inspannen om op basis van transparantie, begrip en vertrouwen te komen tot een effectieve en efficiënte wijze van interbestuurlijk toezicht. Door het optimaliseren van het zelfregulerend vermogen van de gemeente en de versterking van controle door de gemeenteraden kan de provincie terughoudend met het toezicht omgaan. In de bestuursovereenkomst hebben partijen de uitgangspunten vastgelegd voor de vernieuwde interbestuurlijke verhoudingen en de wijze waarop zij met elkaar wensen om te gaan. Het Rijk blijft toezichthouder voor de gemeenten op die terreinen, waar provincies geen taak en expertise hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijswetten en sociale zaken. Het Interbestuurlijk Toezicht IBT betreft de volgende toezichtgebieden: - Huisvesting Statushouders: Gemeenten geven uitvoering aan de wettelijke taak om verblijfsgerechtigden tijdig te huisvesten. Het aantal wordt door het Rijk in de halfjaarlijkse taakstelling bepaald. Tijdig betekent binnen twaalf weken nadat verblijfsgerechtigde aan een gemeente is verbonden -
WABO ( Bouwen en Mileu) Bescherming van mens en natuur tegen schade en gevaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor uitvoering van toezicht en handhaving (Milieu en bouwen) en deugdelijke kwaliteit van het nalevingstoezicht.
-
Ruimtelijke Ordening De gemeenteraad stelt, ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer structuurvisies en bestemmingsplannen vast.
-
Monumenten en archeologie Ten aanzien van Rijksmonumenten (beschermd stads/dorpsgezicht) en Archeologie is er toezicht op gemeentelijke ruimtelijke plannen en op vergunningverlening en handhaving.
-
Archief Toezicht: Het doel van het toezicht op archief- en informatiebeheer is om bij gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen te komen tot een betrouwbare informatievoorzienig.
-
Financieel Toezicht In samenspraak met de provincie is afgesproken dat in de paragraaf IBT ten aanzien van het onderdeel financiën ingegaan wordt op de volgende onderdelen: sluitende meerjarenbegroting, weerstandsvermogen, materieel evenwicht (structurele baten zijn in evenwicht met de structurele lasten) en de schuldpositie.
Verantwoording naar de Provincie Het streven is de IBT verantwoording van de toezichtgebieden te integreren in de P&C documenten zoals de begroting en de jaarrekening. Het proces zal als volgt verlopen: In de jaarrekening worden de resultaten benoemd van de bovengenoemde beleidsterreinen. In de bestuursovereenkomst met de provincie zijn afspraken gemaakt over het informatiearrangement en de toezichtcriteria. De provincie beoordeelt of de gemeente het goed of slecht doet op de verschillende onderdelen. In de begroting die daarop volgt komen de verbeteracties aan de orde op die punten waarvan in rekening is gebleken dat verbeteringen noodzakelijk zijn. In de onderhavige begroting wordt in deze opstartfase alleen ingegaan op de onderdelen in het financieel toezicht. Deze is in het hoofdstuk financiële positie toegelicht. De komende 2 jaar wordt de IBT verantwoording in de Begroting en jaarrekening verder uitgebreid met de overige onderdelen IBT.
Programmabegroting 2016 – 2019
181
5.
Overzicht van baten en lasten en toelichting
Dit hoofdstuk bevat de specificatie van baten en lasten per programma zowel voor de exploitatie als de reserves. In het volgende hoofdstuk komt de financiële positie van de gemeente Lelystad aan de orde. De raadsbesluiten tot en met de programmabegroting 2015 – 2018 zijn in deze cijfers verwerkt. Bedragen x € 1.000 Program m alijn Geraam de resultaat voor bestem m ing PG1 Iedereen doet mee PG11 Zelfredzaamheid en ondersteuning PG12 Gezond en veilig opgroeien Totaal PG1 Iedereen doet m ee PG2 Op weg met talent PG21 Grotere individuele ontplooiing PG22 Verhogen arbeidsparticipatie PG23 Verbeteren Inkomenspositie Totaal PG2 Op w eg m et talent PG3 Leefbare stad PG31 Vitalere stad PG33 Duurzame leefomgeving PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen Totaal PG3 Leefbare stad PG4 Sterke stad PG41 Ontw ikkeling tot netw erkstad PG42 Meer w erkgelegenheid PG43 Aantrekkelijker Woonstad PG44 Sterker Imago Totaal PG4 Sterke stad PG5 Veiligheid - Veilige stad PG51 Minder Criminaliteit PG52 Veiliger Leefomgeving Totaal PG5 Veiligheid - Veilige stad PG6 Voor de Lelystedeling PG61 Dienstverlening PG62 Personeel en organisatie PG63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal PG6 Voor de Lelystedeling Totaal Geraam de resultaat voor bestem m ing Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves PG1 Iedereen doet mee PG11 Zelfredzaamheid en ondersteuning PG12 Gezond en veilig opgroeien Totaal PG1 Iedereen doet m ee PG2 Op weg met talent PG21 Grotere individuele ontplooiing PG22 Verhogen arbeidsparticipatie Totaal PG2 Op w eg m et talent PG3 Leefbare stad PG31 Vitalere stad PG33 Duurzame leefomgeving PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen Totaal PG3 Leefbare stad PG4 Sterke stad PG41 Ontw ikkeling tot netw erkstad PG42 Meer w erkgelegenheid PG43 Aantrekkelijker Woonstad PG44 Sterker Imago Totaal PG4 Sterke stad PG6 Voor de Lelystedeling PG61 Dienstverlening PG62 Personeel en organisatie PG63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal PG6 Voor de Lelystedeling Totaal Beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Geraam de resultaat na bestem m ing
Rekening Begroting 2014 2015
2016 Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
-27.424 -31.322 -58.745
-27.403 -31.322 -58.725
-27.210 -31.322 -58.532
-19.393 -3.510 -22.903
-28.372 -32.377 -60.748
-30.902 -31.648 -62.550
2.979 2.979
-27.923 -31.648 -59.571
-21.479 -3.145 -6.207 -30.831
-17.955 -15.020 -6.681 -39.657
-18.413 -14.642 -40.617 -73.672
1.737 991 33.555 36.284
-16.676 -13.650 -7.062 -37.388
-16.902 -12.636 -7.069 -36.607
-16.588 -12.295 -7.331 -36.214
-15.353 -12.599 -7.459 -35.411
-23.557 -2.620 -2.161 -28.338
-22.357 -2.820 -1.940 -27.117
-35.485 -2.879 -9.240 -47.603
13.818 39 7.482 21.339
-21.667 -2.840 -1.757 -26.265
-21.587 -2.840 -1.720 -26.148
-21.300 -2.840 -1.600 -25.741
-21.184 -2.840 -1.594 -25.618
-6.657 -768 -7.232 -1.636 -16.292
-1.438 -981 -7.259 -1.623 -11.301
-7.301 -555 -8.056 -1.633 -17.545
6.361
7.218
-940 -555 -7.200 -1.633 -10.327
-892 -555 -7.162 -1.633 -10.241
-190 -555 -7.142 -1.633 -9.519
-949 -485 -7.092 -1.633 -10.158
-625 -7.176 -7.801
-687 -7.356 -8.043
-858 -8.141 -8.999
186 1.006 1.192
-672 -7.135 -7.807
-716 -7.135 -7.851
-652 -7.135 -7.787
-652 -7.135 -7.787
-1.295 -24.348 130.615 104.973 -1.193
-1.187 -27.748 172.059 143.124 -3.742
-3.258 -27.636 -9.181 -40.075 -250.445
2.255 1.896 180.598 184.749 253.761
-1.004 -25.740 171.417 144.673 3.316
-594 -25.675 169.676 143.407 3.815
-594 -25.046 168.122 142.482 4.497
-994 -25.195 167.963 141.775 4.268
425 425
195 91 286
1.375 750 2.125
412 1.000 1.412
325 325
325 -1.000 -675
250 -1.000 -750
250 -1.000 -750
952
430 235 520 1.186
-1
122 160 309 591
121 160 309 590
126 160 205 491
-78 160 114 196
-132
-535
40 70 76
-495 70 76
-542 70 76
-1.244 70
-486
374
-352 280 76 15 19
-535
186
-349
-396
-1.174
-486
91 -600 -1.859 -2.368
255 1.400 -759 897
-5.834 -5.834
3.054 3.054
-2.781 -2.781
-400 -2.227 -2.627
-400 -2.168 -2.568
-2.184 -2.184
1.889 696
3.799 57
-7.370 -257.815
4.155 257.916
-3.215 101
-3.282 533
-4.296 201
-2.693 1.575
381 1.333 198 62 113
Programmabegroting 2016 – 2019
-1.000 -1.000
-1
857
108 -24
182
6.
Financiële positie
6.1 Wat bepaalt de financiële positie van een gemeente? Lelystad heeft met de provincie het convenant InterBestuurlijkToezicht (hierna IBT) in januari 2015 overeengekomen. Dit naast een paar andere onderwerpen (zie paragaaf IBT) gaat ook over de financiële positie. In het convenant wordt, voor wat betreft het financiële toezicht, een onderscheid gemaakt in de begrotings-, schuld- en weerstandspositie. De financiële positie van de gemeente kan naar aanleiding van verschillende componenten worden bepaald. Voor de gemeente Lelystad zijn de volgende relevant: is de begroting in evenwicht, zijn de structurele lasten door structurele baten gedekt, wat is de stand van de reserves en voorzieningen, is het weerstandsvermogen voldoende en wat is de rentedruk op de exploitatie (schuldquote). Aanvullend kan gekeken worden naar de debt ratio en de solvabiliteitsratio. Het Emu saldo is in dit hoofdstuk wel inzichtelijk gemaakt maar is op zich geen norm. Het brengt in beeld welk aandeel de gemeente heeft op basis van zijn begrotingstotaal in de gezamenlijke landelijke tekortnorm.
Programmabegroting 2016 – 2019
183
A
Begrotingspositie
De begroting is in evenwicht (materieel evenwicht) wanneer de structurele lasten kleiner of gelijk zijn aan de structurele baten. De meerjarige ontwikkeling van het begrotingssaldo (begroot resultaat) is in hoofdstuk 1 toegelicht. In onderstaande tabel is inzichtelijk gemaakt hoe, op basis van de realisatie 2014 en de Meerjarenbegroting 2016-2019 het begrotingsevenwicht zich zal ontwikkelen. Rekening 2014
STRUCTUREEL EVENWICHT
Prognose 2015
Prognose 2016
Prognose 2017
Prognose 2018
Prognose 2019
TOTAAL Totaal baten
229.992
256.770
256.741
254.583
256.590
255.707
Totaal lasten
231.182
252.955
252.244
250.315
250.700
249.524
-1.190
3.815
4.497
4.268
5.890
6.183
Onttrekking reserves (baten)
4.305
2.958
2.646
2.110
1.588
2.012
Dotatie reserves (lasten)
2.416
6.241
6.942
4.804
4.449
4.883
Resultaat reserves
1.889
-3.283
-4.296
-2.694
-2.861
-2.871
Totaal baten (na bestemming reserves)
234.297
259.728
259.387
256.693
258.178
257.719
Totaal lasten (na bestemming reserves)
233.598
259.196
259.186
255.119
255.149
254.407
699
532
201
1.574
3.029
3.312
Resultaat exploitatie (voor m utatie reserves)
Totaal resultaat (na m utatie reserves) INCIDENTEEL Totaal baten
3.536
0
0
0
0
0
Totaal lasten
8.537
116
0
0
0
0
-5.002
-116
0
0
0
0
1.211
809
522
106
-416
8
0
1.994
2.775
671
352
823
Incidenteel resultaat reserves
1.211
-1.185
-2.253
-565
-768
-815
Totaal baten (na bestemming reserves)
4.747
809
522
106
-416
8
Totaal lasten (na bestemming reserves)
8.537
2.110
2.775
671
352
823
-3.791
-1.301
-2.253
-565
-768
-815
Totaal baten
226.456
256.770
256.741
254.583
256.590
255.707
Totaal lasten
222.645
252.839
252.244
250.315
250.700
249.524
Structureel resultaat exploitatie (voor m utatie reserves)
3.812
3.931
4.497
4.268
5.890
6.183
Onttrekking reserves (baten)
3.094
2.149
2.124
2.004
2.004
2.004
Dotatie reserves (lasten)
2.416
4.247
4.167
4.133
4.097
4.060
678
6.396
6.291
6.137
6.101
6.064
Totaal baten (na bestemming reserves)
229.550
261.017
260.908
258.716
260.687
259.767
Totaal lasten (na bestemming reserves)
225.061
254.988
254.368
252.319
252.704
251.528
4.490
10.327
10.788
10.405
11.991
12.247
Incidenteel resultaat exploitatie (voor m utatie reserves) Onttrekking uit incidenteel reserves (baten) Dotatie aan incidenteel reserves (lasten)
Totaal incidenteel resultaat (na m utatie reserves) STRUCTUREEL
Structureel resultaat reserves
Totaal structureel resultaat (na m utatie reserves) Structurele exploitatie ruim te
(BBV)
2,0%
0,7%
1,0%
0,8%
1,5%
1,6%
De conclusie kan worden getrokken dat de begrote structurele lasten (net als in 2014) gedekt zullen worden uit structurele baten, er is dus meerjarig sprake van materieel evenwicht.
Programmabegroting 2016 – 2019
184
B
Weerstandspositie
Reserves In het algemeen kan worden gesteld dat de reserves klappen (financiële risico’s) moeten opvangen, of geld vast moeten houden voor bestedingen in de toekomst. Als gemeenten geen reserves hebben, dan heeft de gemeente bij iedere tegenvaller of onvoorziene uitgave een begrotingstekort. Het is dus belangrijk dat er reserves kunnen worden gevormd. Daar staat tegenover dat het geld dat vaststaat vaak niet vrij besteed kan worden, waardoor het niet mogelijk is belangen integraal af te wegen. Het verdient daarom de voorkeur om terughoudend te zijn met het reserveren van middelen in reserves. Artikel 43 van het BBV onderscheidt twee soorten reserves: algemene reserve: deze heeft geen specifieke bestemming en wordt vooral aangehouden als financiële buffer voor algemene risico's. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve. een bestemmingsreserve: dit zijn reserves waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. De raad kan een verkozen bestemming echter ongedaan maken en besluiten een andere bestemming aan te wijzen voor het geld. Hierdoor zijn bestemmingsreserves in theorie vrij besteedbaar. De reserves die de klappen moeten kunnen opvangen zijn onderdeel van het weerstandsvermogen. De overige reserves hebben door eerdere besluitvorming van de raad al geleid tot verplichtingen en zijn daarmee (min of meer) niet meer vrij besteedbaar. In de tabel “verloop reserves” worden de begrote toevoegingen en uitnamen van de reserves voor de komende jaren inzichtelijk gemaakt.. In onderstaande tabel is het verloop van de reserves weergegeven De bijstellingsvoorstellen uit deze programmabegroting 2016-2019 zijn hier nog niet in verwerkt, dit vindt pas plaats na definitieve besluitvorming. Bedragen x € 1.000
Reserves Algem ene reserves Algemene reserves 1000 Algemene reserve AD 1001 Algemene reserve GB Totaal Algem ene reserves Bestem de reserves Bestemde reserves grondbedrijf 2043 Risico Grondexploitatie 2046 Grondexploitatierisico OMALA Bestemde reserves overig 1006 Reserve bestemd resultaat 1008 Sociaal Domein 1009 Meerjarige begrotingsposten 2014 Reserve ontw ikkeling stad 2048 Reserve Begraafplaats 2060 IPR/MKB regeling 2063 Dienstverlening/Telefonie 2064 Vervanging fin. Systeem 2086 Reserve Nuon (Comp dividend) 2087 Reserve Nuon (Vrij besteedbaar) 2088 Reserve Nuon (nog niet vrij te besteden) 2090 Reserve ISV 2091 Transitiefonds voor het sociale domein 3020 Egalisatiereserve Parkeren Totaal Bestem de reserves Resultaat boekjaar (na bestem m ing) Resultaat boekjaar (na bestemming) 1004 Resultaat boekjaar voor bestemming Totaal Resultaat boekjaar (na bestem m ing) Totaal reserves
Programmabegroting 2016 – 2019
Werkelijke stand ultim o 2014
Begrote stand ultim o 2015
Begrote stand ultim o 2016
Begrote stand ultim o 2017
Begrote stand ultim o 2018
Begrote stand ultim o 2019
7.911 -177 7.734
6.984 0 6.984
6.311 0 6.311
6.318 0 6.318
6.325 0 6.325
6.332 0 6.332
1.000
392 1.000
927 1.000
1.469 1.000
2.713 1.000
3.199 1.000
2.450 4.950 456 255 30.444 13.112 16.000 514 2.000 584 71.765
1.650 1.693 3.231 61 261 -0 29.737 11.209 16.000 294 3.399 488 69.414
1.650 3.844 1.868 2.600 59 261 -0 29.000 12.049 16.000 294 3.526 223 73.302
1.650 5.090 3.636 2.084 53 261 -0 28.232 13.289 16.000 294 3.456 63 76.577
1.650 6.305 5.388 1.764 131 261 -0 27.431 14.529 16.000 294 3.406 -7 80.866
1.650 7.520 7.140 1.764 262 261 -0 26.597 14.529 16.000 294 3.406 -70 83.552
699 699 80.198
57 57 76.456
158 158 79.772
691 691 83.587
892 892 88.083
2.467 2.467 92.351
185
Bedragen x € 1.000
Reserves
Begrote stand ultim o Begroting 2015
Begrote Storting 2016
Begrote Begrote onttrekking stand 2016 ultim o 2016
Resultaat boekjaar (na bestem m ing) Resultaat boekjaar (na bestemming) 1004 Resultaat boekjaar voor bestemming
57
101
-
158
57
101
-
158
1000 Algemene reserve AD
6.984
7
-680
6.311
1001 Algemene reserve GB
0
-
-
0
6.984
7
-680
6.311
392
535
-
927
1.000
-
-
1.000
Totaal Resultaat boekjaar (na bestem m ing) Algem ene reserves Algemene reserves
Totaal Algem ene reserves Bestem de reserves Bestemde reserves grondbedrijf 2043 Risico Grondexploitatie 2046 Grondexploitatierisico OMALA Bestemde reserves overig 1006 Reserve bestemd resultaat
1.650
-
-
1.650
1008 Sociaal Domein
1.693
2.151
-
3.844
-
1.868
-
1.868
3.231
-
-631
2.600
61
1
-2
59
261
-
-
261
-
-
-
-
2086 Reserve Nuon (Comp dividend)
29.737
1.264
-2.001
29.000
2087 Reserve Nuon (Vrij besteedbaar)
11.209
1.000
-160
12.049
2088 Reserve Nuon (nog niet vrij te besteden)
16.000
-
-
16.000
294
-
-
294
3.399
500
-373
3.526
488
44
-309
223
Totaal Bestem de reserves
69.414
7.363
-3.475
73.302
Totaal reserves
76.456
7.471
-4.155
79.772
1009 Meerjarige begrotingsposten 2014 Reserve ontw ikkeling stad 2048 Reserve Begraafplaats 2060 IPR/MKB regeling 2064 Vervanging fin. Systeem
2090 Reserve ISV 2091 Transitiefonds voor het sociale domein 3020 Egalisatiereserve Parkeren
Voorzieningen Voor het opvangen van concrete risico’s en verplichtingen in de toekomst worden voorzieningen gevormd. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om onderhoudsverplichtingen (zie ook paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen voor nadere inhoudelijke toelichting). In de tabel “verloop voorzieningen” is inzichtelijk gemaakt de hoe de komende jaren toevoegingen en uitnamen uit de voorzieningen zijn begroot. Artikel 44 van het BBV stelt dat een voorziening wordt gevormd voor een verplichting of een redelijkerwijs in te schatten financieel risico. De uitgaven uit voorzieningen worden feitelijk al geautoriseerd door de raad bij het vormen van voorzieningen. Voorzieningen worden gevormd wegens: - verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch die redelijkerwijs te schatten zijn; - op de balansdatum bestaande risico's voor bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; - kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Voor het IBT Financieel Toezicht gaat het om de financiële positie op hoofdlijnen vanuit afgelopen jaren met een blik op de toekomst. De voorzieningen krijgen daarin minder aandacht omdat deze al zijn gecreëerd om bepaalde risico’s te beheersen. Er gaat meer aandacht uit naar risico’s waar er geen voorzieningen voor zijn getroffen in verhouding tot bv de algemene reserve en vrije bestemmingsreserves.
Programmabegroting 2016 – 2019
186
Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Werkelijke stand ultim o 2014
Voorzieningen Voorzieningen 2010 Kunstw erken/hoge routes 2011 Riolering 5001 Pensioenen w ethouders 5804 IHP Onderhoud 5059 Alternatief FLO 5062 Voorziening GO Bovengronds 5061 Voorziening Bovenw ijkse Voorzieningen 5003 GO gemeentelijke gebouw en 5004 GO stadhuis Totaal voorzieningen
11.662 32.895 4.951 1.032 29.771 84 923 800 82.118
Begrote stand ultim o 2015
10.413 33.977 4.951 1.032 24.781 62 636 984 76.836
Begrote stand ultim o 2016
Begrote stand ultim o 2017
11.116 35.329 4.951 1.032 17.533 62 701 1.022 71.747
Begrote stand ultim o 2018
12.116 35.536 4.951 1.032 12.074 62 1.258 1.081 68.111
Begrote stand ultim o 2019
12.539 37.288 4.951 -298 1.032 9.054 62 2.112 1.139 67.880
12.463 34.936 4.951 -893 1.032 8.342 62 3.264 1.198 65.355
Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begrote stand ultim o Begroting 2015
Begrote Storting 2016
Begrote Begrote onttrekking stand 2016 ultim o 2016
Voorzieningen Voorzieningen 2010 Kunstw erken/hoge routes
10.413
1.966
-1.263
11.116
2011 Riolering
33.977
1.927
-574
35.329
4.951
209
-209
4.951
5804 IHP Onderhoud
-
-
-
-
5059 Alternatief FLO
1.032
-
-
1.032
24.781
9.941
-17.189
17.533
62
-
-
62
636
1.530
-1.465
701
5001 Pensioenen w ethouders
5062 Voorziening GO Bovengronds 5061 Voorziening Bovenw ijkse Voorzieningen 5003 GO gemeentelijke gebouw en
984
348
-310
1.022
Totaal Voorzieningen
5004 GO stadhuis
76.836
15.921
-21.010
71.747
Totaal voorzieningen
76.836
15.921
-21.010
71.747
Weerstandsvermogen Weerstandsvermogen is een relevant onderdeel bij het bepalen van de financiële weerbaarheid. De term zegt het al; vermogen om je weerstand als organisatie te waarborgen. De conclusie is dat op basis van de inventarisatie van incidentele risico’s, het incidenteel weerstandsvermogen ruim voldoende is. Voor het dekken van de structurele risico’s is theoretisch het structurele weerstandsvermogen onvoldoende bij onverkorte continuering van het bestaande beleid. In de praktijk worden structurele tegenvallers gedekt door het verminderen van lasten (bezuinigingen).
Programmabegroting 2016 – 2019
187
C
Schuldpositie
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten spreekt van houdbare gemeentefinanciën als een gemeente ook bij een scenario met economisch slecht weer genoeg geld overhoudt om de schuldverplichtingen te blijven voldoen zonder dat de noodzakelijke publieke voorzieningen in de knel komen. Deze benadering voor een oordeel over de gezondheid van de financiën die veel bij landen en staten wordt toegepast, is voor de Nederlandse gemeenten nieuw. Netto schuldquote De rentedruk van schulden op de exploitatie komt tot uitdrukking in de (netto) schuldquote. De schuldquote geeft de verhouding aan tussen de netto schuld en de inkomsten. De gemeenteraad heeft in 2013. een maximale schuldquote van 100% ingesteld. De afgelopen jaren is de schuldquote vooral gestegen door dalende inkomsten. Bij start van de 3 decentralisaties zullen de inkomsten met ruim €50 mln. toenemen. Daarnaast is de verwachting dat in komende jaren de leningenportefeuille iets zal oplopen en daarna stabiel zal blijven. Om een inschatting te kunnen maken van de ontwikkeling van de schuldquote de komende jaren is een balansprognose gemaakt op basis van inschattingen en aannames van onder andere de ontwikkeling van de leningenportefeuille1 (zie ook de tabel leningenportefeuille). De verwachting is dat de schuldquote zich in 2015 - 2017 richting de 78% zal bewegen en is daarmee nog ruim onder de door de raad gestelde norm voor de schuldquote van 100%.
Om te weten hoeveel ruimte er nog is kan hierop een gevoeligheidsanalyse worden losgelaten. Bijvoorbeeld hoeveel kan de netto schuld stijgen voordat de 100% norm bereikt wordt en bij gelijkblijvende inkomsten. In onderstaande tabel is een gevoeligheidsanalyse opgenomen. GEVOELIGHEIDSANALYSE: Bij gelijkblijvende inkomsten, hoeveel mag de netto schuld nog stijgen? Bij gelijkblivende Schuld, hoeveel mogen de inkomsten nog dalen voordat 100% norm w ordt bereikt ?
bedragen x €1.000 50.638 -50.638 Schuldquote
Stel de netto schuld stijgt met 10% en inkomsten dalen met 20%?
108%
Stel de Netto schuld Stijgt met 20% en inkomsten dalen met 30%?
135%
1
Let wel dit zijn prognoses van balansposten en op onderdelen soms moeilijk voorspelbaar.
Programmabegroting 2016 – 2019
188
In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van de netto schuld ten opzichte van het Flevolands gemiddelde en landelijk gemiddelde in kaart gebracht. Het VNG heeft daarnaast ook een stresstest ontwikkeld en een boven- en ondergrens gesteld aan de schuldquote. De gemeente Lelystad blijft in alle opzichten ruim binnen de normen.
Debtratio en solvabiliteitsratio Deze geven aan de mate waarmee het balansbezit is belast met schuld. Op de linkerzijde van de balans staan de bezittingen van de gemeente. Ook de bezittingen in de vorm van geld en waardepapieren staan hier weergegeven. Op de rechterzijde staat hoe dit bezit is gefinancierd. Gemeenten gaan, schulden aan voor het financieren van de aanschaf van bezit. Op de rechterzijde van de balans staat hoeveel schuld de gemeente is aangegaan. Met het kengetal schuldratio beoordeel je in hoeverre het bezit op de linkerzijde van de balans is belast met schuld. Het kengetal geeft in procenten het aandeel van de schulden in het balanstotaal. Natuurlijk kun je ook de vraag stellen in hoeverre het bezit op de balans is afbetaald. Dat wordt uitgedrukt met de solvabiliteitsratio. Het is het spiegelbeeld van de schuldratio. Bij een debtratio groter dan 80% (solvabiliteitsratio < 20%) heeft een gemeente zijn bezit zeer zwaar belast met schuld. Het licht staat dan op rood. Normaal bevindt de debtratio van een gemeente zich tussen de 20% en 50% conform de stresstest van de VNG. Bij een debtratio lager dan 20% (solvabiliteitsratio > 80%) is in de meeste gevallen sprake van een gemeente die per saldo geen schulden heeft. Op basis van de balansprognose is de verwachting dat per 2016 de debt ratio op 42% uitkomt en de solvabiliteitsratio op 58%. Dat valt nog ruim binnen de acceptabele marges die de VNG stelt.
Programmabegroting 2016 – 2019
189
EMU saldo Voor de begroting van het Rijk wordt voor het ramen van de EMU schuld en het EMU tekort gesteund op de macro economische ramingen van het Centraal bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS maakt een raming van het EMU tekort van gemeenten aan de hand van de EMU enquête (zie de tabel hieronder). Deze enquête is een verplicht onderdeel van een gemeentelijke begroting. Het CBS berekent hiermee voor iedere gemeente een individuele referentiewaarde, een aandeel in de gezamenlijke ruimte voor het begrotingstekort. Voor de gemeente Lelystad is dat - €11,81 mln. voor 2014 (bij het opstellen van dit document de meest recente referentiewaarde, septembercirculaire 2014). De individuele EMU-referentiewaarde betreft geen norm, maar is een indicatie van het aandeel dat een gemeente op basis van zijn begrotingstotaal in de gezamenlijke tekortnorm zou mogen hebben. De VNG adviseert de gemeente bij het begroten niét te sturen op de individuele referentiewaarde omdat het EMUu saldo te bewegelijk is en sterk afhangt van het investeringsvolume en de mutaties in de voorraad bouwgrond (grondexploitaties). Deze schommelingen veroorzaken grote schommelingen bij de meeste gemeenten. Het EMU saldo vertoont daarom het ene jaar een overschot en het andere jaar een tekort.
Programmabegroting 2016 – 2019
190
In onderstaande tabel is het begrote Emu saldo van de geactualiseerde begroting 2015 en de begroting 2016 aangegeven. Deze raming bevat een raming van het tekort van de gemeente in het lopende jaar, het komende jaar en het daarop volgende jaar. Voor het maken van de prognose van het Emusaldo (en de Schuldpositie) is naast de exploitatiebegroting, gebruik gemaakt van balansprognoses, de meerjarige investeringsplanning en de liquiditeitsplanning. Bedragen x € 1.000 EMU saldo begroting 2016
+
1.
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
+
2.
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
+
3.
-
4.
+
5.
+
6
-
7.
+
Geactualiseerde Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
-3.742
3.316
3.815
6.786
8.135
8.410
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
15.671
15.921
15.777
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans w orden geactiveerd
15.911
13.661
0
0
0
0
0
0
0
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw -, w oonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
5.337
2.472
7.014
8
Baten bouw grondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantw oord
8.878
6.157
10.706
-
9.
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
20.953
21.010
21.322
-
10.
0
0
0
nee
nee
nee
0
0
0
-3.614
10.372
11 -
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantw oord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiele vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantw oord
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) w orden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Verkoop van effecten: a) Gaat u effecten verkopen ? (ja/nee) b) Zo ja w at is bij verkoop de verw achte boekw inst op de exploitatie ?
Berekend EMU saldo
-14.608
Samenvattend: Op basis van de geschatte ontwikkelingen de komende jaren zowel vertaald in de lasten en baten als in de verwachte balansposities scoort de gemeente Lelystad binnen de gestelde interne en/of externe normen.
Programmabegroting 2016 – 2019
191
6.2 Overzicht van investeringen Bedragen x €1 Geplande investeringen per activasoort
2016
2017
2018
Bedrijfsgebouwen
14.410.400
10.384.936
2019 -
-
Financiele vaste activa
-
-
-
-
Grond/weg en waterbouwk.werken
-
-
-
-
Gronden en terreinen
-
887.177
-
-
1.428.838
-
-
182.818
-
-
-
-
-
-
Machines, app.en installaties
3.943.292
Overige materiele vaste activa
-
Vervoermiddelen
-
Totaal geplande investeringen
-
18.353.692
12.883.769
Bedragen x €1 Kapitaallasten verwerkt in de begroting per activasoort
2016
2017
2018
2019
Bedrijfsgebouwen
12.876.804
13.397.862
13.255.143
12.383.968
Financiele vaste activa
378.168
378.168
378.168
378.168
Grond/weg en waterbouwk.werken
137.469
137.469
137.469
137.472
Gronden en terreinen
651.827
651.831
678.443
678.443
3.414.192
3.467.439
3.185.250
2.955.555
740.676
668.723
674.458
567.495
6.657
6.657
6.657
6.658
18.205.794
18.708.148
18.315.588
17.107.759
Machines, app.en installaties Overige materiele vaste activa Vervoermiddelen Totaal kapitaallasten
Bovenstaande geplande investeringen en totaal begrote kapitaallasten zijn in voorgaande kadernota’s of begrotingen door de raad vastgesteld. Wijzigingen in deze begroting maken hier dan ook geen deel van uit.
6.3 Verloop activa Bedragen x € 1.000 Verloop activa (standen per 31 decem ber)
Boekw aarde Boekw aarde Boekw aarde Boekw aarde Boekw aarde Boekw aarde 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Bedrijfsgebouw en
160.735
171.382
176.472
179.457
180.253
182.458
Deelnemingen (Overige)
2.321
2.321
2.321
2.321
2.321
2.321
Deelnemingen (Verbonden partijen)
9.473
9.473
9.473
9.473
9.473
9.473
11.083
11.083
11.971
11.971
11.971
11.971
Gronden en terreinen AD Grond-w eg-/w aterb.w erken Machines, app. Installaties Overige materiële activa Vervoermiddelen Eindtotaal
1.948
1.895
1.840
1.781
1.718
1.692
23.720
25.266
24.248
22.026
19.949
18.011
4.763
4.287
4.187
3.600
3.094
2.683
24
18
13
6
-
-
214.067
225.727
230.524
230.635
228.779
228.608
Bedragen x € 1.000
Activa m utaties begrotingsjaar
Boekw aarde 1-1-2016
Bedrijfsgebouw en
Uitgaven 2016
Inkom sten 2016
Afschrijving Boekw aarde en 2016 31-12-2016
Rente 2016
160.735
15.830
300
4.884
171.382
Deelnemingen (Overige)
2.321
-
-
-
2.321
56
Deelnemingen (Verbonden partijen)
9.473
-
-
-
9.473
322
11.083
-
-
-0
11.083
652
1.948
-
-
52
1.895
85
23.720
3.943
-
2.397
25.266
1.021
4.763
100
-
576
4.287
198
24 214.067
19.874
300
6 7.914
18 225.727
1 10.354
Gronden en terreinen AD Grond-w eg-/w aterb.w erken Machines, app. Installaties Overige materiële activa Vervoermiddelen Eindtotaal
Programmabegroting 2016 – 2019
8.018
192
6.4 Leningenportefeuille De bezittingen van de gemeente Lelystad worden gefinancierd middels eigen vermogen en vreemd vermogen. Het eigen vermogen is opgebouwd uit reserves en het resultaat na bestemming uit de laatste jaarrekening. Het vreemd vermogen is opgebouwd uit voorzieningen en opgenomen leningen met een looptijd langer dan één jaar. Voorzien wordt dat de leningen portefeuille komende jaren als volgt is opgebouwd: Bedragen x €1.000 Leningportefeuille Verstrekte geldleningen Aangetrokken geldleningen Verw achte aan te trekken lange leningen Verw acht niveau van kasgeldleningen Totaal
2016
2017
2018
2019
-7.486
-7.139
-6.588
-6.232
176.960
160.580
154.470
150.610
16.110
32.220
38.330
42.190
24.000
24.000
24.000
24.000
209.584
209.661
210.212
210.568
Bedragen x €1.000 Rente leningportefeuille Rentebaten verstrekte geldleningen Rentelasten aangetrokken geldleningen Verw achte aan te trekken lange leningen Verw acht niveau van kasgeldleningen Totaal benodigd
2016
2017
2018
2019
245
234
221
183
-5.181
-4.951
-4.723
-4.540
-280
-840
-1.625
-1.435
-300
-750
-750
-750
-5.516
-6.307
-6.877
-6.542
De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd en is de behoefte aan vreemd vermogen sterk toegenomen. De financieringsbehoefte zal naar verwachting de komende jaren stabiel zijn. Rente in begroting De rente die betaald wordt aan financiële instellingen wordt betaald uit de kapitaallasten. De gemeente berekent de kapitaallasten op basis van het annuïtair afschrijfsysteem. Dit leidt in het begin van de afschrijvingsperiode tot hogere kosten van rente en lagere afschrijvingen en aan het einde van de periode tot een omgekeerde verhouding; dit leidt in de situatie van Lelystad in de toekomst tot mogelijke budgettaire krapte omdat het bij de rentekosten grotendeels gaat om toegerekende, fictieve, kosten die elders in de begroting weer vrijvallen (het zogenoemde treasuryresultaat bij het product Treasury); na verloop van tijd wordt het treasuryresultaat lager, doordat de verhouding afschrijving en rente binnen de annuïtair berekende kapitaallast verandert. Het treasuryresultaat is tot nu toe structureel ingezet als algemeen dekkingsmiddel.
6.5 Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Gemeenten zijn verplicht om jaarlijks aandacht te schenken aan terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar niveau. Hieronder worden verstaan de aanspraken op toekomstige uitkeringen door huidig of voormalig personeel. Het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft voor dat als de verplichtingen niet van vergelijkbaar volume zijn, hiervoor een voorziening getroffen moet worden. WW- en Bovenwettelijke WW uitkeringen Als opvolger van de wachtgeldregeling is sinds 2001 de Werkloosheidswet (WW) van toepassing. Omdat de gemeente eigen risicodrager is, zijn de kosten van uitkeringen, aanvullingen en uitvoeringskosten voor rekening van de gemeente. Deze kosten zijn structureel in de begroting opgenomen. Het vaststellen van het recht op een uitkering wordt uitgevoerd door het UWV. In voorgaande jaren zijn de WW en bovenwettelijke WW- uitkeringen nagenoeg gelijk gebleven. In de afgelopen twee jaar is een geleidelijke stijging te zien.
Programmabegroting 2016 – 2019
193
Wachtgelden, Pensioenaanspraken wethouders Indien een wethouder na vier jaar of langer, het wethouderschap beëindigt, ontstaat een recht op wachtgeld. In het kader van de begroting is dit risico verwoord in de paragraaf weerstandsvermogen. Bepalend voor het instellen van een voorziening voor pensioenenaanspraken van wethouders is het ongelijkmatige karakter van de verplichting. Wethouders worden voor een periode van vier jaar benoemd. Het is mogelijk dat een nieuw aantredende wethouder de pensioenaanspraken van een andere pensioenverzekeraar meeneemt naar de gemeente. Indien beëindiging van het wethouderschap aan de orde is, kan een wethouder de pensioenaanspraken meenemen naar een andere pensioenverzekeraar. De fluctuaties kunnen derhalve van dien aard zijn dat er geen sprake is van gelijkblijvend volume. De pensioenaanspraken van de wethouders zijn om genoemde redenen ondergebracht in een voorziening. Jaarlijks wordt door een externe partij een berekening uitgevoerd waaruit blijkt hoe hoog de voorziening moet zijn om aan alle verplichtingen in de toekomst te kunnen voldoen. In feite gedraagt de gemeente zich in deze situatie als een pensioenverzekeraar en is verplicht om de dekkingsgraad op orde te hebben. Er zijn diverse wetswijzigingen die ertoe leiden dat de pensioenaanspraken en pensioenbetalingen in de toekomst overgedragen worden aan het ABP. Ook om die reden is het zaak om de voorziening jaarlijks op peil te brengen. FPU-kosten De FPU-kosten voor de gemeente Lelystad zijn opgenomen in de exploitatie. Omdat al jaren sprake is van min of meer gelijkblijvend volume is het niet nodig om een voorziening te treffen. De FPU-regeling staat, door wetswijzigingen, nu alleen nog open voor medewerkers geboren voor 1 januari 1950. Door de wettelijke blokkering van deelname aan de FPU-regeling, middels die geboorte datum, nemen de kosten voor de FPU-uitkeringen sterk af. Immers, er komen nauwelijks nieuwe FPU-uitkeringen bij en de medewerkers die gebruik maken van de regeling bereiken de pensioengerechtigde leeftijd.
Programmabegroting 2016 – 2019
194
Bijlage 1: Onderzoeksopdrachten kadernota 2017 - 2020 In onderstaand schema zijn de voorgestelde onderzoeksopdrachten per programma geordend. Deze onderzoeksopdrachten zullen in de kadernota 2017 teruggekoppeld worden voor wat betreft: 1. 2. 3. 4.
Het inhoudelijke antwoord op de onderzoeksvraag; Het effect op de begroting 2017 - 2020; Het karakter van het effect (structureel of incidenteel); Het jaar waarin het effect op zal treden.
P1
Onderzoeksopdrachten
Binnen programma 1 worden op dit moment geen aanvullende onderzoeksopdrachten weggezet. De redenen zijn de uitdagingen en de ontwikkelingen die dit jaar en komende jaren zich binnen dit programma voordoen. De jeugdhulp, WMO, de bezuinigingsopdracht voor volgende jaren en het bouwen van een nieuwe sociale infrastructuur in de stad. Zoals het er nu uitziet, is een goede basis gevormd bij de uitvoering van deze uitdagende taken. Een onderzoeksopdracht bij deze velden op dit moment onnodig veel onrust creëren, wat als niet wenselijk wordt geacht.
P2
Onderzoeksopdrachten
Kwijtscheldingsbeleid Onderzoek de effecten van een verlaging van de kwijtscheldingsnormen op de hoogte van het tarief enerzijds en het armoedebeleid anderzijds.
Sportbedrijf Onderzoek overdragen van bewegingsonderwijs accommodaties aan het sportbedrijf op termijn een bezuiniging op kan leveren en onderzoek of het Sportbedrijf minder afhankelijk kan worden van gemeentelijke financiering en of op die wijze met behoud van taak en opdracht de gemeentelijke bijdrage verminderd kan worden.
P3
Onderzoeksopdrachten
Adopteren van pleinen, rotondes, bankjes e.d. Onderzoek of meer inkomsten gegenereerd kunnen worden door pleinen, rotondes, bankjes en ander meubilair te kunnen laten adopteren.
Overdragen P6 aan Bataviahaven Onderzoek of het overdragen van P6 aan Bataviahaven financiële of andere voordelen oplevert in de context van de hele kustontwikkeling.
Programmabegroting 2016 – 2019
195
P4
Onderzoeksopdrachten
Integratie KUBA instellingen Onderzoek of door middel van integratie tussen de bestaande culturele instellingen synergievoordelen gerealiseerd kunnen worden.
Citymarketing Lelystad Onderzoek of Citymarketing minder afhankelijk kan worden van gemeentelijke financiering en of op die wijze met behoud van taak en opdracht de gemeentelijke bijdrage verminderd kan worden.
P6
Onderzoeksopdrachten
Kostendekkendheid heffingen en leges Onderzoek de kostendekkenheid van de gemeentelijke heffingen en leges en inventariseer, indien van toepassing, mogelijkheden om de graad van kostendekkendheid te verbeteren.
Gemeentelijk vastgoed Onderzoek de mogelijkheden om met een goed portefeuillebeleid de gemeentelijke en maatschappelijke huisvestingsvraag zo vorm te geven dat enerzijds het gemeentelijk vastgoed zo goed mogelijk wordt ingezet en beheert en anderzijds daar waar mogelijk vastgoed van of te ontwikkelen door marktpartijen wordt ingezet. Uitgangspunt hierbij is dat dat de dienstverlening aan de gebruikers en het maatschappelijk nut van de bezittingen overeind blijft en tegelijkertijd het beleid substantieel en structureel voordeel oplevert ten opzichte van de huidige geraamde lasten. Hierbij als suggesties mee te nemen: zelfbeheer door de gebruikers, verhogen huuropbrengsten, uitbreiding van de doelgroep (onderwijs en zorg) en inhuizen van gesubsidieerde instellingen, behouden van strategisch vastgoed en afstoten van niet rendabel gemeentelijk vastgoed.
Programmabegroting 2016 – 2019
196
Bijlage 2: Werkplan stedelijke ontwikkeling Ter onderbouwing van het begrotingsvoorstel 42 ‘Ontwikkelcapaciteit stedelijke ontwikkeling’ ter dekking uit de reserve meerjarige begrotingsposten is in deze bijlage het werkplan stedelijke ontwikkeling 2016 opgenomen. Grofweg onderscheiden we binnen de nieuwe opgave voor de stedelijke ontwikkeling twee typen: 1. gestuurde ontwikkelingen gefinancierd met eigen grondexploitaties in het Grondbedrijf en 2. gestuurde / ruimte vragende externe ontwikkelingen waar geen (directe) grondopbrengsten tegenover staan. Ad1 De ontwikkelcapaciteit die resteert na doorvoering van het behoedzaam scenario binnen het MPG levert een totale inzet van 4000 uren die ten laste van de grondexploitaties gebracht kunnen worden. Dit houdt in dat activiteiten gericht op de realisatie van de programmaonderdelen voor een gebied met een grondexploitatie hieruit gefinancierd / voorgefinancierd worden. Hieronder vallen dan de activiteiten voor: -
ontwikkeling bedrijventerrein Flevokust ontwikkelingen kust museaal woningbouwontwikkeling Warande passend bij de 50 woningen norm Uitvoering Masterplan Stadshart, ontwikkeling Waag, bioscooplocatie Agorahof, ontwikkeling Parkwijk, herontwikkeling ABC locatie.
Ad2 In de tweede categorie betreft het ontwikkelingen waar geen grondopbrengsten tegenover staan op voorhand en die in de begroting met 9.000 uur ontwikkelcapaciteit is aangeleverd. Deze valt weer uiteen in drie categorieën: 1. Gestuurde ontwikkelingen Deze worden onderscheiden in activiteiten die erop gericht zijn om vanuit de ambities en doelstellingen voor de stad bepaalde gebieden, thema’s extra aandacht te geven of hierin een aanjaagfunctie hebben maar ook de samenhang te organiseren bij de aanpak van problematiek en kansen. Hierbij te denken aan: o
o o
Aandacht voor het stadshart: gezamenlijke inzet op het stadshart zoals problematiek leegstand, contacten ondernemers, eigenaren, andere stakeholders om meer beleving en kwaliteit te genereren. (niet zijnde uitvoering masterplan) Toeristisch aantrekkelijk maken van de kust: in samenhang beschouwen van ontwikkelingen aan de ontwikkeling van de kust en regie op deze ontwikkelingen in de hand houden. gebieds- en themagericht acquisitie en aanjagen om specifieke woonmilieus en gewenste bedrijvigheid naar Lelystad te halen. (functie verkleuren kantoren naar wonen, recreatie wonen rond Oostvaardersplassen, water wonen op Markermeer, afmaken bestaande stad met specifieke woonmilieus)
2. Ruimte vragende externe ontwikkelingen De ruimtevragende externe ontwikkelingen kunnen worden onderscheiden in beleidsmatig gewenste ontwikkelingen en particuliere initiatieven waaraan de gemeente medewerking verleent, waarvoor de gemeente geen eindverantwoordelijkheid heeft maar wel belang. Hierbij valt te denken aan: o o o
Ontwikkeling van de luchthaven: het begeleiden van de procedures, inpassen van de ruimtelijke effecten naar andere delen van de stad fysiek. Ontwikkeling natuur/toeristische ontwikkeling van Oostvaardersplassen. Begeleiding nieuwe initiatieven: faciliterend grondbeleid waaraan de gemeente medewerking verleent aan de ontwikkellocaties in de stad, waar de gemeente geen positie als eigenaar heeft en dus de opbrengsten van die ontwikkeling niet zal gaan ontvangen.
Programmabegroting 2016 – 2019
197
o
o
Ontwikkelingen waarbij kosten gemaakt worden waarvoor (nog) geen dekking is binnen het grondbedrijf zoals kosten die gemaakt worden in voorbereiding op later in het actief grondbeleid onder te brengen ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld Batavialand, Kosten die gemaakt worden voor ontwikkelingen waar geen verdienmodel of kostenverhaal aan gekoppeld kan worden zoals maatschappelijke initiatieven zonder financiële draagkracht (buurt en wijkinitiatieven)
3. Stedelijke vernieuwing op uitnodiging Tenslotte is er de noodzaak voor focus op de stedelijke vernieuwing. Met als doel om de bestaande stad vitaal te hebben of te krijgen, bewoners te ondersteunen bij het creëren van een beter woon- en leefklimaat. Dit kan zijn in het faciliteren naar eigen buurtbeheer, procesbegeleiding in het “ophalen” en “verder brengen” van maatschappelijke initiatieven, professionaliteit om de uitvoering te faciliteren en te zorgen voor interne en externe afstemming en obstakels wegnemen. Met als doel om de bestaande stad vitaal te hebben of krijgen, bewoners te ondersteunen bij het creëren van een beter woonklimaat.
Werkplan overzicht activiteiten en projecten 2016 Gestuurde ontwikkelingen Herontwikkeling werkeiland Lelycenter Regie Regie Lelystad Zuid Stimulering ontwikkeling kust (voorzieningen cruiseschepen, surflocatie) Omvormen stadshart Versterking natuur/toeristische functies rond de oostvaardersplassen. Nieuwe initiatieven Ontwikkelingen omgevingswet Realisatie brede schoolpleinen Gebiedsontwikkeling Larserknoop
Ruimtevragende externe ontwikkelingen Begeleiding Batavialand Uitbreiding en gebiedsvisie Bataviastad Regie kustontwikkelingen Procedures luchthaven Lelystad Bereikbaarheid Zuidelijk Lelystad Mirt onderzoek rijksvastgoed \ Herontwikkeling lelycentre Verhuizing dag- en nachtopvang leger des heils Locatieverkenning huisvesting vergunninghouders Hotel Larserplein Vestiging nieuwe bedrijven (uit acquisitie prospect) Procesbegeleiding Maerlant 10 kantoor / wonen Aanpak leegstand Locatieonderzoek ’s Heerenlo HanzePark Woningbouw Vredeswijk
Stedelijke vernieuwing op uitnodiging Skaeve huse Uitwerking acties lokaal akkoord centrada Pilot aanpak atol/Zuiderzeewijk Realisatie mfa Stroomversnelling / 0 op de meter Buurtbeheerinitiatieven Lelystad in beweging
Programmabegroting 2016 – 2019
198
Bijlage 3: Begrotingsanalyse per programma Programma 1: Iedereen doet mee Analyse bijgew erkte begroting 2015 - begroting 2016
Bedragen x €1.000
PG1 Iedereen doet mee Een m utatie van € 891 is als volgt te verklaren Exploitatie
1.177
Program m abegroting Incidenteel hogere lasten in 2015 door Kamers met Kansen
91
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Schuldhulpverlening
45
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Fonds nieuw e verbindingen (Ouderenbeleid)
88
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Fonds nieuw e verbindingen (Gehandicaptenbeleid)
45
Incidenteel lagere lasten in 2015 door GOL, Agenda 22. (vanaf 2016 in reserve meerjarige begrotingsposten)
-76
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Fonds nieuw e verbindingen (Jeugd- en jongerenw erk)
88
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Gezond in de stad
40
Structureel lagere lasten 2016 door lagere uitkering van het Rijk m.b.t. decentralisatie Jeugd Incidenteel hogere lasten uin 2015 door Ideeënmakelaar (€80) en Samenw erking zorgvrijw illigers (€ 63) Structureel lagere lasten 2016 door lagere rijksuitkering decentralisatie AWBZ/WMO
588 143 1.085
Overige m utaties Structureel hogere kapitaallasten MFA Warande per 2016
-616
Structureel hogere kapitaallasten MFA ZZW per 2016
-454
Structureel lagere lasten in 2016 door actualisatie doorbelasting interne uren
71
Overig
25
Diversen
14
Reserves
-286
Overige m utaties Incidenteel hogere baten in 2015 door onttrekking RS bestemd resultaat (Kamers met Kansen € 91 en Schuldhulpverlening € 45) Hogere ontrekking Reserve bestemd resultaat in 2015 tbv Huur en sloop voorzieningen MFA ZZW in 2015
Totaal
Programmabegroting 2016 – 2019
-136 -150
891
199
Programma 2: Op weg met talent PG2 Op weg met talent Een m utatie van € 182 is als volgt te verklaren Exploitatie
2.269
Program m abegroting Structureel lagere lasten in 2016 door w achtgelden SOL
20
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Fonds nieuw e verbindingen ( Sportbedrijf)
143
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Fonds nieuw e verbindingen ( Brede school)
192
Structureel lagere lasten in 2016 door vrijval kosten tijdelijke voorziening Warande (Atalanta), echter voorstel in IHP/programmabegroting 2016 om de huurkosten een jaar extra op te nemen ivm latere oplevering MFA Warande.
248
Structureel lagere lasten in 2016 door vrijval kosten tijdelijke voorziening Buizerdw eg Structureel hogere lasten in 2016 door het saldo van de mutaties in kapitaallasten (vrijval en ingang). Oa. investeringen in luchtkw aliteit en verbouw ing Laetare en gedeeltelijke vrijval kapitaallasten bij diverse schoolgebouw en. Structureel lagere lasten in 2016 door w egvallen huurkosten Aurumcollege, echter voorstel in IHP/programmabegroting om de huur incidenteel te verlengen Administratieve/technische post, verklaring volgt 16-09
95 -144 331 233
Kadernota Structureel hogere lasten 2016 actualisatie bijstandsuitkeringen (KN2015)
-485
Structureel hogere baten 2016 actualisatie bijstandsuitkeringen (KN2015)
600
Structureel lagere lasten 2016 WSW rijksbijdrage decentralisatie Participatiew et(KN 2015/nr. 56)
602
Structureel lagere lasten 2016 Inkomensondersteuning/minimabeleid (CJG Kanspunt;KN 2015) Incidenteel hogere lasten 2015 Reintegratie (vst. 26-29; PB2013) Incidenteel hogere baten 2015 Reintegratie (Subsidie ESF en overig)
50 1.081 -649
Overige m utaties Incidenteel hogere lasten in 2015 door Investeringssubsidie Windesheim
62
Incidenteel hogere lasten in 2015 door vervoerskosten gymnastiek Warande
50
Incidenteel hogere lasten in 2015 door bijdrage Dutch Match Cup
25
Structureel hogere lasten in 2016 door actualisatie doorbelasting interne uren
-238
Structureel lagere lasten in 2016 door actualisatie doorbelasting interne uren
3
Structureel lagere lasten in 2016 door actualisatie doorbelasting interne uren
49
Overig Reserves
1 -2.087
Overige m utaties Incidenteel hogere baten 2015 intensivering duurzame uitstroom (vst. 26-29; PB2013)
-1.000
Incidenteel hogere lasten 2016 terugstorting NUON reserve (vst. 26-29; PB2013)
-1.000
Incidenteel hogere baten in 2015 door onttrekking ROS Dutch Match CUP in 2015 € 100 en in 2015 € 75
-25
Incidenteel hogere baten in 2015 door onttrekking ROS investeringssubsidie Windesheim
-62
Totaal
Programmabegroting 2016 – 2019
182
200
Programma 3: Leefbare stad Tabel: analyse bijgew erkte begroting 2015 - begroting 2016
Bedragen x 1.000
PG3 Leefbare stad Een m utatie van € 257 is als volgt te verklaren Exploitatie
852
Program m abegroting Structureel lager budget in 2016 i.v.m. de Ombuiging tbv Onkruidbestrijding op verharding (PB 2526 Amendement CS A31). Middelen ziijn overgeheveld naar de reserve "Meerjarige begrotingsposten " in programma 6. Indien noodzakelijk kan bij de raad een voorstel w orden ingediend om deze middelen alsnog te benutten. Lagere structurele lasten in 2016 na een "Inhaalslag inspectie gasleidingen" in 2015 (DVL PB 7)
507 115
Overige m utaties Structureel hogere baten in 2016 i.v.m. besluit "Aanpak betaald parkeren "
150
Hogere incidentele lasten in 2015 i.v.m. "Stedelijke vernieuwing op uitnodiging ".
141
Incidenteel hogere lasten in 2015 i.v.m. "Stimulering woonomgeving ".
30
Incidenteel hogere lasten in 2015 i.v.m. "Stimulering woonomgeving ".
26
Incidenteel hogere lasten in 2015 i.v.m. "Stimulering betrokkenheid leefomgeving ".
22
Incidenteel hogere lasten in 2015 i.v.m. realisatie voorziening "Skaeve Huse ".
95
Incidenteel hogere lasten in 2015 i.v.m. "Ontwikkeling van het Integraal Masterplan Duurzaamheid".
75
Structureel hogere lasten in 2016 door actualisatie doorbelasting interne uren Diversen Reserves
-296 -13 -595
Overige m utaties Structureel hogere baten in 2015 door een hogere onttrekking aan de reserve ISV i.v.m. Fietsplan Stadshart Structureel lagere baten in 2016 door een lagere onttrekking aan de reserve parkeren i.v.m. besluit "Aanpak betaald parkeren " Incidenteel hogere baten in 2015 door hogere onttrekking aan de ROS i.v.m. "Stedelijke vernieuwing op uitnodiging ". Incidenteel hogere baten in 2015 door hogere onttrekking aan de reserve ISV i.v.m. "Stimulering woonomgeving ". Incidenteel hogere baten in 2015 door hogere onttrekking aan de reserve ISV i.v.m. "Stimulering betrokkenheid leefomgeving ". Incidenteel hogere baten in 2015 door hogere onttrekking aan de reserve ISV i.v.m. "Skaeve Huse ". Incidenteel hogere baten in 2015 door hogere onttrekking aan de reserve Nuon (vrij besteedbaar) i.v.m. "Ontwikkeling van het Integraal Masterplan Duurzaamheid ". Diversen
Totaal
Programmabegroting 2016 – 2019
-50 -148 -141 -56 -22 -92 -75 -11
257
201
Programma 4: Sterke stad Tabel: analyse bijgew erkte begroting 2015 - begroting 2016
Bedragen x 1.000
PG4 Sterke stad Een m utatie van € 606 is als volgt te verklaren 974
Exploitatie Program m abegroting Structureel lagere lasten ontw ikkelcapaciteit in 2016 (Programmabegroting 2015-2018 A31 Instellen reserve meerjarige begrotingsposten)
440 40
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Fonds nieuw e verbindingen ( Cultuur) Incidenteel hogere lasten in 2015 door Basis op orde Agora ( vanaf 2016 in reserve meerjarige begrotingsposten)
100 15
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Invoering Lelystad Citypas Kadernota
98
Structureel lagere lasten in 2016 door ombuiging Herontw ikkeling (Kadernota 2013-2016) Overige m utaties Lagere lasten in 2016 i.v.m. incidenteel (doorschuif)budget voor MKB Regeling Lelystad in 2015
195
Saldo baten en lasten grondexploitatie incidenteel hoger in 2016 (MPG 2014)
143 50
Incidenteel hogere lasten in 2015 door extra subsidie AGORA Structureel hogere lasten in 2016, conform voorstel Z12-244696 SLA ECL 2013-2015 zijn er middelen beschikbaar gesteld t.b.v. programma 5. Deze vallen nu w eer terug in programma 4.
-80 63
Incidenteel hogere lasten in 2015 door Communicatie Decentralisaties
-96
Structureel hogere lasten in 2016 door actualisatie doorbelasting interne uren
6
Overige mutaties
-368
Reserves Overige m utaties Lagere baten in 2016 door incidentele onttrekking reserves t.b.v. MKB Regeling Lelystad in 2015
-195 -30
Overige mutaties
-143
Saldo baten en lasten grondexploitatie incidenteel hoger in 2016 (MPG 2014)
606
Totaal
Programma 5: Veilige stad Tabel: analyse bijgew erkte begroting 2015 - begroting 2016
Bedragen x 1.000
PG5 Veiligheid - Veilige stad Een m utatie van € 236 is als volgt te verklaren Exploitatie
236
Overige m utaties Conform voorstel Z12-244696 SLA ECL 2013-2015 zijn middelen toegekend t/m 2015 deze vervallen in 2016. Structureel lagere lasten in 2016. Betreft het saldo van alle effecten rondom de bijdrage aan de veiligheidsregio Flevoland (VRF). Toegepaste indexering, bezuinigingen VRF, begrotingsvoorstelen vanuit gemeente, overheveling huisvestingskosten naar gemeente, etc. Structureel lagere lasten in 2016 door actualisatie doorbelasting interne uren Structureel hogere lasten in 2016 door actualisatie doorbelasting interne uren Overige mutaties
Totaal
Programmabegroting 2016 – 2019
104 159 3 -43 13
236
202
Programma 6: Voor de Lelystedeling Tabel: analyse bijgew erkte begroting 2015 - begroting 2016
Bedragen x 1.000
PG6 Voor de Lelystedeling Een m utatie van € -2128 is als volgt te verklaren Exploitatie
1.549
Program m abegroting Structureel hogere baten door verschuiving OZB van gebruikers naar eigenaren niet w oningen (KN/PB 2013) Incidenteel lagere baten in 2015 tov 2016 van leges rijbew ijzen (programmabegroting 2015 voorstel 15) Incidenteel hogere lasten in 2015 en lagere lasten in 2016 dan begroot (programmabegroting 2015, voorstel 12) Structureel lagere lasten in 2016 door w achtgelden ex- w ethouders
85 60 161 55
Structureel lagere baten in 2016 door dividend NUON ( programmabegroting 2013 - 2016 )
-132
Incidenteel lagere lasten in 2015 door vrijval rentelasten kort ( in 2015 -500 en in 2016 -200 (programmabegroting 2014 - 2017)
-300
Structureel lagere baten in 2016 door lagere uitkering sociaal domein
-687
Structureel lagere lasten in 2016 door div.kleine fin.verschillen Incidenteel hogere lasten in 2015 saldi kostenplaatsen
40 695
Kadernota Structureel hogere lasten door het aflopen van de tijdelijke verlaging op de storting in de voorziening gemeentelijke gebouw en. In de kadernota 2012 is een meerjarige verlaging opgenomen tav de storting in de voorziening gemeentelijke gebouw en. Deze tijdelijke verlaging liep tot 2016 aangezien de voorziening anders negatief zou gaan lopen. Een nieuw meerjaren onderhoudsplan voor het vastgoed is in de maak, hierin w orden de onderhoudskosten en storting in de voorziening herijkt. Incidenteel lagere lasten in 2013 t/m 2015 door college onvoorzien. ( bezuiniging kadernota 2013 2016 ) Structureel hogere lasten in 2016 door uitw erking CAO
-200
-136 -376
Overige m utaties Overige mutaties Wijziging in doorbelasting obv vast tarief/uren Overige mutaties Incidenteel in 2015 meer baten voor het invoeren van BGT Overige mutaties
-4 -162 5 102 -2
Actualisatie doorbelasting interne uren
-63
Actualisatie doorbelasting interne uren
-3
Incidenteel hogere lasten in 2015 door rentelasten(kort) duurzame uitstroom Structureel hogere lasten in 2016 door te betalen rentelasten (lang) Structurel hogere baten in 2016 door doorberekende rentelasten (lang) Incidenteel hogere baten in 2015 door Algemene Uitkering toelage huishoudelijke hulp Structureel hogere baten in 2016 door Algemene Uitkering ( opgenomen in meerjarenraming) Incidenteel hogere lasten in 2015 door frictie en hervormingdsbudget (w aarvan 667 vanaf 2016 in reserve meerjarige begrotingsposten) Incidenteel lagere lasten in 2015 door college onvoorzien (onderzoek theater en bijdrage doc. Nieuw e Land) Incidenteel hogere lasten in 2015 door vrijval kapitaallasten Structureel lagere lasten in 2016 diverse taakstellingen
40 -641 544 -626 65 1.724 -14 1.185 290
Strucureel hogere lasten in 2016 door kosten Bedrijfsvoering
-329
Incidenteel hogere lasten in 2015 door digitale dienstverlening
153
Structureel lagere lasten in 2016 door lagere kosten voor voormalig personeel
21
Diversen
-1
Programmabegroting 2016 – 2019
203
Tabel: analyse bijgew erkte begroting 2015 - begroting 2016
Bedragen x 1.000
PG6 Voor de Lelystedeling (vervolg) Een m utatie van € -2128 is als volgt te verklaren Reserves
-3.677
Overige m utaties invoering BGT Structureel lagere lasten in 2016 door NUON reserve ( vrij besteedbaar ) Structureel lagere lasten in 2016 door NUON reserve ( comp.dividend)
-102 132 30
Incidenteel hogere lasten in 2016 door hogere storting reserve sociaal domein
-459
Incidenteel lagere baten in 2016 door lagere onttrekking transitiefonds sociaal domein
-228
Incidenteel hogere lasten in 2015 door storting egalisatiereserve Parkeren
330
Incidenteel hogere lasten in 2015 door storting algemene reserve Grondbedrijf
177
Structureel hogere lasten in 2016 door storting reserve meerjarige begrotingsposten Incidenteel hogere lasten in 2015 door storting reserve begraafplaats Incidenteel hogere lasten in 2015 door storting tranisatiefonds sociaal domein
-1.868 60 1.500
Incidenteel hogere baten in 2015 door onttrekking algemene reserve ( vrijval t.b.v. begrotingssaldo)
-640
Incidenteel hogere baten in 2015 door onttrekiing algemene reserve (resultaatbestemming 2014)
-176
Incidenteel hogere baten in 2015 door onttrekking reserve bestemd resultaat (upgrade GWS)
-50
Incidenteel hogere baten in 2015 door iontrekking ROS (vrijval tbv begrotingssaldo)
-830
Incidenteel hogere baten in 2015 door ontrekking NUON reserve ( fonds nieuw e verbindingen)
-800
Incidenteel hogere baten in 2015 door ontrekking reserve bestemd resultaat ( kadernota 2013 2016 )
-600
Incidenteel hogere baten in 2015 door ontrekking reserve dienstverlening/telefonie
-153
Totaal
Programmabegroting 2016 – 2019
-2.128
204
Bijlage 4: Overzicht afdelingsproducten per programma Programma 1: Iedereen doet mee Bedragen x €1.000 Overzicht afdelingsproducten program m a: PG1 Iedereen doet m ee Exploitatie PG11 Zelfredzaamheid en ondersteuning 732800 DO GBB Welzijnsaccommodaties 740000 MFA'S 763100 Maatschappelijke opvang 763600 Maatschappelijke dienstverlening 767000 Invoering WMO 767100 Ouderenbeleid 767700 Integratiebeleid 767900 Buurtorganisaties(subsidieëring) 768100 Vrijw illigersw erk 768900 Gehandicaptenbeleid 769400 Sociaal-Cultureel w erk 770100 Gezondheidszorg (excl. Jeugdgez.z.) 771800 Beleid en indicatiestelling WMO 798180 Maatregel chronisch zieken 798130 ZIN Maatw erkvoorziening Wmo (materieel) 798140 ZIN Maatw erkvoorziening Wmo (immateriel) 798170 Maatschappelijk opvang 798160 Eigen bijdragen maatw erkvoorzieningen 798110 Algemene voorzieningen Wmo 798120 Eerstelijnsloket WMO 798150 PGB Maatw erkvoorzieningen Wmo Totaal PG11 Zelfredzaam heid en ondersteuning PG12 Gezond en veilig opgroeien 769100 Jeugd algemeen 769200 Jeugd- en jongerenw erk 770200 Jeugdgezondheidszorg, uniform deel 792330 Clientondersteuning 792370 Versterken basis 792340 Maatw erk PGB jeugd 792320 BL: Overig boven lokaal jeugd 792350 Overig maatw erk jeugd 792360 Jeugd- en gezinteams 792310 BL: Gedw ongen kader jeugd Totaal PG12 Gezond en veilig opgroeien Totaal Exploitatie Eindtotaal
Programmabegroting 2016 – 2019
Lasten begroting 2016
-122 -4.708 -645 -2.334 -38 -766 -120 -100 -701 -104 -586 -1.700 -726 -650 -2.508 -9.076 -6
Baten begroting 2016
33 931 75 250
2.979
-89 -3.777 -570 -2.084 -38 -766 -120 -100 -701 -104 -586 -1.650 -726 -650 -2.508 -9.076 -6 1.640 -1.206 -1.482 -3.326 -27.923
2.979 2.979
-1.091 -773 -1.212 -27 -81 -4.782 -10.517 -3.645 -6.367 -3.154 -31.648 -59.571 -59.571
50
1.640 -1.206 -1.482 -3.326 -30.902 -1.091 -773 -1.212 -27 -81 -4.782 -10.517 -3.645 -6.367 -3.154 -31.648 -62.550 -62.550
Saldo 2016
205
Programma 2: Op weg met talent Bedragen x €1.000 Overzicht afdelingsproducten program m a: PG2 Op w eg m et talent Exploitatie PG21 Grotere individuele ontplooiing 733500 DO GBB Bew egingsonderw ijs Accommodaties 734100 DO GBB Openb. Basis Onderw ijs OBO huisv. 734300 DO GBB Bijz. Basis Onderw ijs BBO huisv. 734500 DO GBB Openb. Spec. Onderw ijs OSO huisv. 734700 DO GBB Openb Voortgez Ond. OV(S)O huisv 735100 DO GBB Bijz. Speciaal Onderw . BSO huisv. 740900 Onderw ijshuisvesting OBO 741700 Onderw ijshuisvesting BBO 742900 Onderw ijshuisvesting OSO 743500 Onderw ijshuisvesting BSO 745100 Onderw ijshuisvesting OVO/OVSO 745400 Onderw ijshuisvesting BVO/BVSO 745700 Logopedie primair onderw ijs 746100 Voortijdig schoolverlaten 746200 Onderw ijs achterstandenbeleid 747100 Gemeentelijke studiebijdragen 747200 Overige lokale onderw ijstaken 747500 Leerlingenvervoer 747600 Lokaal onderw ijsbeleid 748600 Accommodaties bew egingsonderw ijs,gebruik 749100 Educatie, beroepsond. en arbeidsmarkt 751100 Sport algemeen 758000 N.V. Sportbedrijf 760600 Peuterspeelzaalw erk 767300 Brede School 768400 Kinderopvang/ naschoolse opvang 769800 Kinderopvang Totaal PG21 Grotere individuele ontplooiing PG22 Verhogen arbeidsparticipatie 760000 Beleid Werk en inkomen 760400 Uitvoering BBZ 761100 WWB - w erkdeel 761600 WSW 761700 Uitvoering beleid WWB- w erkdeel Totaal PG22 Verhogen arbeidsparticipatie PG23 Verbeteren Inkomenspositie 760500 WWB - inkomensdeel 760700 Inkomensonderst.-minimabeleid 770300 Wet inburgering Totaal PG23 Verbeteren Inkom enspositie Totaal Exploitatie Reserves PG21 Grotere individuele ontplooiing 747602 Lokaal onderw ijs beleid (RS) 751102 Sport algemeen (RS) Totaal PG21 Grotere individuele ontplooiing PG22 Verhogen arbeidsparticipatie 761102 WWB - w erkdeel (RS) Totaal PG22 Verhogen arbeidsparticipatie Totaal Reserves Eindtotaal
Programmabegroting 2016 – 2019
Lasten begroting 2016
-1.000 -2.414 -1.667 -1.099 -1.515 -706 -278 -156 -60 -364 -45 -77 -100 -1.348 -77 -42 -97 -1.124 -828 -202 -28 -256 -3.789 -349 -359 -259 -176 -18.413 -88 -1.754 -3.352 -7.833 -1.615 -14.642 -37.088 -3.529 -40.617 -73.672
-1.000 -1.000 -1.000 -74.672
Baten begroting 2016
426 381 181 6
720
23
1.737
Saldo 2016
-574 -2.033 -1.487 -1.092 -1.515 -706 -278 -156 -60 -364 -45 -77 -100 -628 -77 -42 -97 -1.100 -828 -202 -28 -256 -3.789 -349 -359 -259 -176 -16.676
991
-88 -762 -3.352 -7.833 -1.615 -13.650
33.107 444 4 33.555 36.284
-3.981 -3.085 4 -7.062 -37.388
250 75 325
250 75 325
325 36.609
-1.000 -1.000 -675 -38.063
991
206
Programma 3: Leefbare stad Bedragen x €1.000 Overzicht afdelingsproducten program m a: PG3 Leefbare stad Exploitatie PG31 Vitalere stad 710100 DO Stadshoofdw egen 711000 WSP Handmatig reinigen in de w ijken 711100 Reinigen WSP 711200 DO WSP bibekom in de w ijken 711300 DO civ.tech,ond.w .s.p. bibekom 711700 Advies en Beleid Cluster Wegen DO 713100 DO polderw egen 714100 DO Openbare verlichting 715200 DO viaducten, hoge routes en bruggen 716400 Aanleg inritten 722100 DO kunstw erken RWA 722200 DO w atergangen 722400 Af- en ontw ateringssystemen 722700 Beleidsadv. DO w ater/kunstw erken 753100 Dag. Groenonderh. bossen en beplantingen 753200 Bossen/Natuurbescherming 753700 Do openbaar groen in de w ijken 753800 DO Openbaar groen 754100 Openbaar groen 756800 DO Speelplaatsen / zandbakken 756900 Spelen 761400 Kw ijtscheldingen afvalstoffen heffingen 762300 Kw ijtscheldingen rioolheffing 766000 Voorbereiding WOP en WEX 770700 Inkomsten afvalstoffen 770800 Inzamelen afvalstoffen 770900 Verw erken afvalstoffen 771400 Beleidsadv. afvalstoffen 771700 Handhaving afvalbeleid 772100 DO Pompputten & Hoofdrioolgemalen 772200 DO Riolering DWA/RWA 772400 Baten rioolheffing 772500 Beleidsadv. DO Riolering 772600 Nieuw e rioolaansluitingen 774100 Beheer en onderhoud begraafplaats 774300 Begraafplaatsrechten 774400 Beleidsadv. begraafplaats 781700 Strat.Adv/Monitoring-Integr.Openb ruimte 782100 Servicetaken 783100 Wijkgerichtw erken 786400 Pw v uitvoeringskosten 755800 Recreatieve voorzieningen Totaal PG31 Vitalere stad PG33 Duurzame leefomgeving 773500 Bouw toezicht 773700 Milieubeleid 776000 Beleid en ondersteuning Totaal PG33 Duurzam e leefom geving
Programmabegroting 2016 – 2019
Lasten begroting 2016
-519 -707 -264 -1.012 -432 -8.436 -318 -1.532 -1.323 -24 -80 -31 -332 -1.372 -200 -51 -1.425 -1.945 -1.308 -248 -225 -700 -140 -40 -3.913 -2.242 -275 -448 -2.330 -577
Baten begroting 2016
Saldo 2016
94 50
13 13.818
-425 -657 -264 -931 -432 -8.344 -318 -1.275 -1.323 -1 -80 -31 -332 -1.301 -160 -35 -1.275 -1.945 -1.273 -248 -217 -700 -140 -40 8.023 -3.323 -2.242 -275 -448 -2.330 -577 3.753 -497 34 -127 372 -133 -308 -341 -1.262 -120 -119 -21.667
39 39
-1.655 -425 -760 -2.840
81 92 257 24
71 40 17 150 35 8
8.023 590
3.753 -497 -115 -127
149 372
-133 -308 -341 -1.262 -120 -132 -35.485 -1.655 -425 -799 -2.879
207
Bedragen x €1.000 Overzicht afdelingsproducten program m a: PG3 Leefbare stad (vervolg) PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen 716100 Gladheidbestrijding 717800 DO verkeersmeubilair 720100 Collectief vervoer 721000 Beleid en Advies parkeren 721100 Exploitatie parkeren 721500 Baten parkeren 721800 Onderhoud GBB Parkeergarages 721900 Exploitatie parkeren Kust 780200 Verkeerplanologie 717100 Verkeer Totaal PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen Totaal Exploitatie Reserves PG31 Vitalere stad 774402 Beleidsadv.begraafplaats (RS) 786402 Pw v uitvoeringskosten (RZ) Totaal PG31 Vitalere stad PG33 Duurzame leefomgeving 773702 Milieubeleid (RS) Totaal PG33 Duurzam e leefom geving PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen 721102 Parkeren mutaties (RS) 721902 Exploitatie parkeren Kust (RS) Totaal PG32 Goede en veilige verkeersverbindingen Totaal Reserves Eindtotaal
Programmabegroting 2016 – 2019
Lasten begroting 2016 -396 -306 -2.374 -92 -2.678 -1.837 -594 -43 -920 -9.240 -47.603
-1 -1
-1 -47.604
Baten begroting 2016
Saldo 2016
313 7.482 21.339
-396 -266 -45 -92 -2.620 2.447 0 -136 -43 -607 -1.757 -26.265
2 120 122
1 120 121
160 160
160 160
173 136 309 591 21.929
173 136 309 590 -25.675
40 2.329 58 2.447 1.837 458
208
Programma 4: Sterke stad Bedragen x €1.000 Overzicht afdelingsproducten program m a: PG4 Sterke stad Exploitatie PG41 Ontwikkeling tot netwerkstad 704300 Onderzoek & Beleid EVO 731500 Beleidsadv. Economie 780100 Ruimtelijke ontw ikkeling 780400 Uitvoering w et ruimtelijke ordening 787100 Grondbedrijf 796100 Beheer onroerend goed 784000 Stedelijke ontw ikkeling Totaal PG41 Ontw ikkeling tot netw erkstad PG42 M eer werkgelegenheid 704700 Economische acquisitie Totaal PG42 Meer w erkgelegenheid PG43 Aantrekkelijker Woonstad 730600 Baten marktgelden 730700 Org., uitvoering en beheer markten 730800 Markten 733300 DO GBB Cultuurgebouw en 750100 Bibliotheekw erk 750600 Kunstzinnige vorming 752100 Kunstw erken 752200 Cultuur algemeen 756100 Cultureel centrum Agora Theater 783900 Centrummanagement (BIZ) 786700 WoonBeleid 786800 Wonen overig 704400 Woonacquisitie Totaal PG43 Aantrekkelijker Woonstad PG44 Sterker Imago 703150 Publieksvoorlichting 703160 Subsidie Publieksvoorlichting 703350 Digitale- en interne communicatie 703450 Communicatie projecten 703550 Bestuurscommunicatie Totaal PG44 Sterker Im ago Totaal Exploitatie Reserves PG41 Ontwikkeling tot netwerkstad 780102 Ruimtelijke ontw ikkeling (RS) 787102 Grondbedrijf Totaal PG41 Ontw ikkeling tot netw erkstad PG42 M eer werkgelegenheid 731602 Acquisitie, Accountman. en Beleid (RS) Totaal PG42 Meer w erkgelegenheid PG43 Aantrekkelijker Woonstad 783902 Centrummanagement (RS) Totaal PG43 Aantrekkelijker Woonstad Totaal Reserves Eindtotaal
Programmabegroting 2016 – 2019
Lasten begroting 2016
-128 -67 -447 -678 -5.622 -204 -155 -7.301
Baten begroting 2016
1 6.157 204 6.361
-555 -555
-385 -580 -278 -96 -294 -1.633 -17.545
-535 -18.080
-155 -940
857
159 -108 -5 -1.184 -2.110 -1.748 -131 -497 -943 -202 -176 -20 -234 -7.200
7.218
-385 -580 -278 -96 -294 -1.633 -10.327
698
40 -535 -535
-128 -67 -447 -678 535
-555 -555 159
-108 -5 -1.881 -2.110 -1.748 -131 -497 -943 -202 -176 -20 -234 -8.056
Saldo 2016
40
40 -535 -495
70 70
70 70
76 76 186 7.404
76 76 -349 -10.676
209
Programma 5: Veilige stad Bedragen x €1.000 Overzicht afdelingsproducten program m a: PG5 Veiligheid - Veilige stad Exploitatie PG51 M inder Criminaliteit 708200 Sociale veiligheid Totaal PG51 Minder Crim inaliteit PG52 Veiliger Leefomgeving 707000 Dierenopvang 708300 Juridisch advies 708600 Adv. Openbare Orde & VeiligheidsBel. 708700 Huisuitzettingen 708800 Calamiteiten 709000 Veiligheidsregio Flevoland 709700 Regionale Brandw eer 732600 DO GBB Brandw eerkazerne 785500 Wabo 785700 Vergunning verlening Totaal PG52 Veiliger Leefom geving Totaal Exploitatie Eindtotaal
Lasten begroting 2016
-858 -858 -81 -256 -231 -25 -20 -101 -4.946 -1.051 -875 -555 -8.141 -8.999 -8.999
Baten begroting 2016
186 186
1.006
1.006 1.192 1.192
Saldo 2016
-672 -672 -81 -256 -231 -25 -20 -101 -4.946 -46 -875 -555 -7.135 -7.807 -7.807
Programma 6: Voor de Lelystedeling Bedragen x €1.000 Overzicht afdelingsproducten program m a: PG6 Voor de Lelystedeling Exploitatie PG61 Dienstverlening 701000 Leges reisdocumenten 701100 Leges veiligheid 701300 Leges nationaliteits w etgeving 701500 Leges ov. Dienstverlening 701600 Leges rijbew ijzen 701700 Leges burgerlijke stand 703000 Klant Contact Centrum 703100 Publieksvoorlichting en receptie 705500 Overige dienstverlening 705900 Burgerlijke stand 706100 Kadaster, Huisnr, Straatnaamgeving 707100 Geo-Informatie Infrastructuur 786100 Leges omgevingsvergunningen Totaal PG61 Dienstverlening
Programmabegroting 2016 – 2019
Lasten begroting 2016
-300 -65 -65 -79
Baten begroting 2016
710 71 79 183 309 103
-383 -140 -1.503 -217 -251 -256 -3.258
800 2.255
Saldo 2016
410 71 14 118 230 103 -383 -140 -1.503 -217 -251 -256 800 -1.004
210
Bedragen x €1.000 Overzicht afdelingsproducten program m a: PG6 Voor de Lelystedeling (vervolg) PG62 Personeel en organisatie 700000 Bedrijfsvoering 700100 B en W 700600 Ondersteuning College 700700 Organisatieontw ikkeling 700800 Raad en ondersteuning 700900 Rekenkamer 701900 Voormalig personeel 702500 Onderzoek 704500 Verkiezingen 704600 Inrichten/bew egw ijzeren verkiezingen 705000 Bestuurlijke samenw erking 731010 DO GBB bedrijfs gebouw en 735800 DO GBB Gemeentelijke Bedrijfsgebouw en 748000 GBB Vandalismebestr. (gem. gebouw en) 756010 DO GBB Overige gebouw en 768700 Programmabureau GSB 795500 Personele calamiteiten 795600 Taakstellingen 795610 Stelposten 795620 Financiële verschillen 797100 Saldo van kostenplaatsen 795000 Frictie en hervorming Totaal PG62 Personeel en organisatie PG63 Algemene dekkingsmiddelen 761300 Kw ijtscheldingen belastingen 761500 Kw ijting belastingen 790100 Deelnemingen 791100 Treasury activiteitenn <1 jaar 791400 Treasury activiteiten >1 jaar 793900 Precariobelasting 794000 Algemene uitkering 794100 Uitvoering w et WOZ 794500 Baten, OZB eigenaren 795100 Onvoorzien 795200 Algemene baten en lasten 795700 Baten, hondenbelasting 796300 Lasten heffing en invordering gem.bel. 792300 Uitkering Sociaal Domein Totaal PG63 Algem ene dekkingsm iddelen Totaal Exploitatie Reserves PG63 Algemene dekkingsmiddelen 790102 Deelnemingen (RS) 791402 Treasury activiteiten lang(RS) 795202 Algemene baten en lasten (RS) 792302 Deelfonds Sociaal Domein (RS) Totaal PG63 Algem ene dekkingsm iddelen Totaal Reserves Eindtotaal
Programmabegroting 2016 – 2019
Lasten begroting 2016 -17.082 -1.922 -442 -26 -1.390 -188 -434 -359 -34 -9 -129 -84 -4.885 -434 -98 -10 -260 606 -850 428 0 -34 -27.636 -35 -216 -65 -763 -6.768
Baten begroting 2016
Saldo 2016
1.796
1
50
49
1.896
835 14.151 1.760 90.868
-482 21.170 -350 139 -641 -9.181 -40.075
-1.264 -51 -2.368 -2.151 -5.834 -5.834 -45.910
591 265 50.958 180.598 184.749
2.001 680 373 3.054 3.054 187.802
-15.286 -1.922 -442 -26 -1.390 -188 -432 -359 -34 -9 -129 -34 -4.885 -434 -49 -10 -260 606 -850 428 0 -34 -25.740 -35 -216 770 -763 7.383 1.760 90.868 -482 21.170 -350 139 591 -376 50.958 171.417 144.673
737 -51 -1.688 -1.778 -2.781 -2.781 141.893
211
Bijlage 5: Portefeuilleverdeling 2014 – 2018
Locoburgemeester en Vervangingsregeling Het college besluit tot de volgende regeling:
Locoburgemeesterschap
1e loco :
wethouder Fackeldey
2e loco :
wethouder Sparreboom
3e loco :
wethouder Rentenaar
4e loco :
wethouder Van den Heuvel
5e loco :
wethouder Van Wageningen
Het college besluit de vervanging als volgt te regelen Burgemeester Horselenberg wordt vervangen door wethouder Fackeldey Wethouder Fackeldey wordt vervangen door wethouder Rentenaar Regeling vervanging
Wethouder Rentenaar wordt vervangen door wethouder Fackeldey Wethouder Sparreboom wordt vervangen door wethouder Van den Heuvel Wethouder Van den Heuvel wordt vervangen door wethouder Van Wageningen Wethouder Van Wageningen wordt vervangen door wethouder Sparreboom.
Programmabegroting 2016 – 2019
212
Portefeuille burgemeester Horselenberg Bestuurlijke coördinatie Openbare Orde en Veiligheid Politie en brandweer Communicatie en voorlichting Horeca Wettelijke burgemeesterstaken bevorderen integriteit; voorzitter van college; voorzitter van gemeenteraad; voordracht en verlening Koninklijke Onderscheidingen; opperbevel bij crises en rampen in de gemeente; vergunningverlening evenementen; Stuurgroepen Stuurgroep Veiligheid Stuurgroep ICL Vertegenwoordigingen Veiligheidsbestuur Stedelijk vernieuwingsberaad Brandweer landelijk Stuurgroep extern Stuurgroep Interbestuurlijk toezicht
Programmabegroting 2016 – 2019
213
Portefeuille wethouder Fackeldey Wonen en volkshuisvesting (incl. Warande, Hanzepark, Parkw ijk)
Economische Zaken (incl. Floriade)
Financiën (incl. Deelnemingen)
ICL Luchthavenontwikkeling Citymarketing en evenementen Vergunningverlening (bouw en w oningtoezicht, milieu en WABO-kort, passend binnen vastgestelde ruimtelijke kaders)
Gemeentelijke dienstverlening (+ ICT en nieuwe media & open data/digitale bereikbaarheid)
Stuurgroepen Stuurgroep Floriade Regionaal overleg arbeidsmarktbeleid (SUWI, ZLF, Sociale Recherche, regionale w erkkamer)
Vertegenwoordigingen Aandeelhouder OMALA Aandeelhouder Sportbedrijf Aandeelhouder werkbedrijf RvT IJsselmeergroep AB/Lid GR Omgevingsdienst MRA-PRES
Programmabegroting 2016 – 2019
214
Portefeuille wethouder Sparreboom Zorg en welzijn (AWBZ/WMO) (incl. buurthuisw erk en coördinatie vrijw illigersw erk)
Armoedebeleid en schuldhulpverlening Maatschappelijke dienstverlening (incl. dag en nachtopvang)
Gezondheidszorg Integratie en emancipatie Kunst en cultuur Stadshart Personeel & Organisatie (+ Onderzoek en Statistiek bij brede monitoring en overigens portefeuillespecifiek)
Vertegenwoordigingen Bestuur GGD Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein (deelname afhankelijk van agenda)
Programmabegroting 2016 – 2019
215
Portefeuille wethouder Rentenaar Ruimtelijke - en Stadsontwikkeling MRA (trekker) Verkeer en Mobiliteit (incl. parkeren en parkeerexploitaties; OV en verkeersveiligheid, vervoersregio)
Toerisme Ontwikkeling kust (incl. Flevokust, Batavialand & ontw ikkeling Kust Noord)
Grondzaken Maatschappelijk en gemeentelijk vastgoed (incl. MFA ’s en IHP)
Vergunningverlening WABO uitgebreid (niet passend binnen vastgestelde ruimtelijke kaders)
Dierenwelzijn
Vertegenwoordigingen Aandeelhouder OMALA MRA-PRO
Programmabegroting 2016 – 2019
216
Portefeuille wethouder van den Heuvel Werk & Inkomen (incl. Participatiew et)
Stads- en wijkbeheer (incl. natuur, flora, fauna en ecologie, Bataviahaven, riolering )
Wijkvernieuwing / stedelijke vernieuwing op uitnodiging (incl Ronde tafel Zuiderzee- en Atolw ijk)
Werken in de Wijk (incl. w ijkserviceteams)
Sport & recreatie (combinatiefuncties sport)
Integrale handhaving Fysieke veiligheid Stuurgroepen Regionaal overleg arbeidsmarktbeleid (SUWI, ZLF, Sociale Recherche, regionale w erkkamer)
Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein (deelname afhankelijk van agenda)
Vertegenwoordigingen Aandeelhouder Sportbedrijf Aandeelhouder werkbedrijf RVT GR IJsselmeergroep
Programmabegroting 2016 – 2019
217
Portefeuille wethouder van Wageningen Jeugdhulp (incl. verantw oording project Marokkaans Nederlandse en Antilliaanse risico jongeren)
Opvoedingsondersteuning Onderwijs en voorschoolse voorzieningen (incl. openbaar onderw ijs, LEA, brede school, passend onderw ijs, vsv/rmc, beroepsonderw ijs)
Duurzaamheid, water- en klimaatbeleid (incl. nutsbedrijven en HVC)
Windmolenbeleid Milieu en afvalstoffen Stuurgroepen Stuurgroep talentontwikkeling (OGO) Bestuurlijk overleg passend onderwijs (BOPO) Regionaal bestuurlijke overleg VSV Vertegenwoordigingen Aandeelhouder NUON Vertegenwoordiger AB HVC Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein
Programmabegroting 2016 – 2019
218
Bijlage 6: Lijst met afkortingen 3D's AD AEB AJA ALB AMHK APV ATB AWBZ B/O BAG BBL BBV BDU BGR BIBOB BLD-OS BRA BRP BTW CAO CBS CJG CKV CML CO2 CPO CvW dB DO DU DVO ECB EMU FIDO FLO FPU GB Geo
3 decentralisaties Algemene Dienst Amsterdam Economic Board Arbeidsjaren Amsterdam Logistics Board Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Algemene Plaatselijke Verordening All Terrain Bike Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Beeldvorming en oordeelsvorming Basisregistraties Adressen en Gebouwen Beroeps Begeleidende Leerweg Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten Brede Doel Uitkering Basisgebouwenregistratie Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur Afdeling Beleid, team onderzoek en statistiek Basisregistratie Adressen Basis Registratie Personen Belasting Toegevoegde Waarde Collectieve arbeidsovereenkomst Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Kunstzinnige Vorming City Marketing Lelystad Koolstofdioxide Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Concern voor Werk Decibel Dagelijks Onderhoud Decentralisatie uitkering Dienstverleningovereenkomst European Central Bank Europese Monetaire Unie Financiering Decentrale Overheden Functioneel leeftijdsontslag Flexibel Pensioen en Uittreden Grondbedrijf geografische
Programmabegroting 2016 – 2019
219
GF GFT GGD GGZ GHOR GIR GMP GMR GO GR GRP GVVP ha HBO HOV HUP HVC IBT ICL ICT ID IDO I-GOR IHP IKC i-NUP
Gemeentefonds Groente-, fruit- en tuinafval Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem Gemeentelijk Milieu Plan gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Groot Onderhoud Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan Hectare Hoger beroepsonderwijs Hoogwaardig Openbaar Vervoer Handhavings Uitvoerings Programma Huisvuilcentrale Inter bestuurlijk toezicht Interdepartementale Commissie Lelystad Informatie- en communicatietechnologie Identiteit Stichting Interkerkelijk Diaconaal Overleg Integraal Groot Onderhoud Openbare Ruimte Integraal Huisvestingsplan Integraal Kindcentrum Implementatieagenda- Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid
IOAZ
Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
ISV IU IVP J-GGZ KDV KLPD KSP KVO LEA LHBT
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Intergratie uitkering Integraal Veiligheidsplan Jeugd- Geestelijke Gezondheidszorg Kinderdagverblijf Korps Landelijke Politiediensten Kwaliteitsstructuurplan Lelystad Keurmerk Veilig Ondernemen Lokale Educatieve Agenda Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuele mannen en vrouwen en Transgender personen
M.M. MBO MDF
Maatschappelijk middenveld
Middelbaar beroepsonderwijs Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland
Programmabegroting 2016 – 2019
220
Mfa MIRT MJOP MJR MKB MPG MRA MRA-PBM MRAPRES MRA-PRO NBd NCSC NJN NLE NO2 NSL OFGV OL2000 OLA OM OMALA OV OVP OZB P&C P+R PET PEX PGB Plabeka PS RBP RCE RIEC ROS RVVP SAVE SBB SIMPEL SUWI SVOL
Multifunctionele Accommodatie Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport Meerjarenonderhoudsprogramma Meerjarenraming Midden- en kleinbedrijf Meerjaren Prognose Grondbedrijf Metropoolregio Amsterdam Platform Bereikbaarheid Metropoolregio Amsterdam Platform Regionale Economische Structuur Platform Ruimtelijke Ordening Nationale Bewegwijzeringsdienst National Cyber Security Centrum Najaarsnota Nieuw Land Erfgoedcentrum Stikstofdioxide Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek Overheidsloket 2000 Ontsluiting Lelystad Airport Openbaar Ministerie Ontwikkelmaatschappij Airport Lelystad Almere Openbaar vervoer Oostvaardersplassen Onroerend Zaak Belasting Planning & Control Park + Ride polyethyleentereftalaat Parkeerexploitatie Persoonsgebonden budget Platform voor Planning van Bedrijventerreinen en Kantoren Provinciale staten Rioolbeheerplan Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed Regionaal Informatie en Expertise Centrum Midden-Nederland Reserve ontwikkeling stad Regionaal verkeers- en vervoersplan Samen Veilig Flevoland Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Snel, Innovatief, Menselijk, Praktisch, Efficiënt en Leuk Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen Stichting Voortgezet Onderwijs Lelystad
Programmabegroting 2016 – 2019
221
SW SWUNG TBES TNO UWV vGRP VNG VO VOG VPT VSV VVE VVN WABO WEBgelden WML Wmo WOZ Wro WSP WSW WVG Ww WW WWB ZLF ZZW
Sociale Werkvoorziening Samen Werken aan de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem Toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan Vereniging van Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs verklaring omtrent gedrag Veilige publieke taak Voortijdig Schoolverlaters Voor- en Vroegschoolse Educatie Veilig Verkeer Nederland Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet Educatie Beroepsonderwijs gelden Wettelijk minimum loon Wet maatschappelijke ondersteuning Wet Onroerend Zaakbelasting Wet ruimtelijke ordening Wegen Straten Pleinen Wet Sociale Werkvoorziening Wet voorkeursrecht gemeenten Woningwet Werkloosheidswet Wet Werk en Bijstand Zelfstandigen Loket Flevoland Zuiderzeewijk
Programmabegroting 2016 – 2019
222