G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Programmabegroting 2016
1
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
I N H O U D S O P G AV E 1 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding / 3 Begroting in vogelvlucht / 5 Programma Wonen en Leefomgeving / 11 Programma Werk en Zorg / 21 Programma Voorzieningen / 25 Programma Milieu en Economie / 32 Programma Bestuur en Organisatie / 37
Financiën 8. Algemene dekkingsmiddelen / 44 Paragrafen 9. Lokale heffingen / 48 10. Weerstandsvermogen en riscobeheer / 54 11. Reserves en voorzieningen / 64 12. Onderhoud kapitaalgoederen / 66 13. Financiering en treasury / 72 14. Bedrijfsvoering / 75 15. Verbonden partijen / 79 16. Grondbeleid / 101 17. Financiële begroting / 107 Bijlage 1: Overzichten reserves en voorzieningen / 113
2
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
1
INLEIDING
Voor u ligt de Programmabegroting voor het jaar 2016. Deze Programmabegroting volgt wettelijke voorschriften en is opgebouwd uit de beleidsbegroting en de financiële begroting. De begrotingsprogramma’s en de paragrafen vormen samen de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit de uiteenzettingen van de financiële positie inclusief de toelichting daarop en uit een overzicht van baten en lasten. Dit noemen we ook wel de autorisatiefunctie. Na de Voorjaarsnota is de Programmabegroting een belangrijk instrument voor u om keuzes te maken. Uw kaderstellende en controlerende rol moet namelijk optimaal ondersteund worden door de Programma begroting.
Leeswijzer Uitgangspunten Wij hebben de programmabegroting 2016 opgebouwd volgens de uitgangspunten die wij opstelden bij de Voorjaarsnota 2016. Sinds dit jaar werken we met het nieuwe format, waarin we primair werken vanuit doelstellingen per beleidsterrein. Deze doelstellingen baseren we voornamelijk op het Bestuursakkoord 2014-2018 en vullen we zoveel mogelijk aan met resultaatindicatoren en onderliggende activiteiten. In dit jaar zetten we ook de eerste stap in het uniform maken van de begrotingen. De commissie Depla heeft hierin het voortouw genomen en vanaf 2017 worden begrotingen meer transparant en vergelijkbaarder. Hoofdstuk 3 t/m 7 (Programma’s) De begrotingsprogramma’s zijn feitelijk het hart van de begroting. In de programma’s geven wij richting aan het te voeren beleid op de verschillende gemeentelijke beleidsterreinen. Per programma behandelen wij telkens dezelfde onderwerpen. Allereerst beschrijven wij de programma’s kort en kernachtig. Daarna geven wij een grafische weergave van de verhouding tussen de lasten en de baten van het programma onderverdeeld naar de verschillende producten en het resultaat per programma. Vervolgens geven wij het bestaande beleidskader weer. Ook de opbouw per product is in de hele begroting gelijk. Eerst staan hierin kort – indien van toepassing – relevante ontwikkelingen beschreven voor 2016. De going-concernzaken nemen wij hierin niet op. Daarna volgt feitelijk de kern van de programmabegroting. In de begroting gaat het immers om de beantwoording van de navolgende drie vragen: • Wat willen we bereiken? • Wat gaan we daarvoor doen? • Wat mag het kosten?
Wat willen we bereiken? Als antwoord op de vraag ‘Wat willen we bereiken?’, geven we aan wat we als hoofddoelstelling van het beleid zien. Het gaat dus om het te bereiken effect of resultaat. In de tabellen onder de hoofddoelstelling drukken wij dit effect uit in een kengetal. Kengetallen zijn een instrument voor het zichtbaar maken van bepaalde meetbare aspecten van de doelstelling. Hierbij merken we op dat wij als gemeente niet altijd directe invloed hebben op de kengetallen. Bij het bepalen van de kengetallen bleek in een aantal gevallen dat van de resultaatindicatoren geen historische gegevens beschikbaar zijn of dat juist de ambities voor de toekomst nog moeten worden vastgesteld in aparte beleidsdocumenten. We kozen ervoor om deze kengetallen toch op te nemen in de begroting. We gaan er vanuit dat hiervan bij de Jaarstukken 2016 wel meetgegevens beschikbaar zijn over 2016.
3
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat gaan we daarvoor doen? Wij beantwoorden in de programmabegroting de vraag ‘Wat gaan we daarvoor doen?’. In dit onderdeel geven wij aan welke concrete acties wij willen ondernemen om het gewenste effect te bereiken. Dit geven wij weer in de operationele doelstellingen en de speerpunten voor 2016. De speerpunten zijn onderverdeeld in bestuursopdrachten en overige speerpunten. Wat mag het kosten? Tenslotte beantwoorden wij de vraag ‘Wat mag het kosten?’. Bij dit onderdeel presenteren wij de baten en lasten per product en het totaal van het hele programma. Verder vermelden we hier de nieuwe onderdelen ‘Investeringen’, ‘Nieuw beleid’, ‘Incidentele lasten’ en ‘Incidentele baten’. Hoofdstuk 8 (Algemene Dekkingsmiddelen) Dit hoofdstuk staat in het teken van de vraag ‘Hoe gaan we het allemaal betalen?’. In feite gaat dit hoofdstuk in zijn geheel over de gemeentelijke inkomsten. Hoofdstuk 9 t/m 16 (Paragrafen) De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van een aantal financiële aspecten uit de begroting. Bekende voorbeelden van een dergelijk perspectief zijn de lokale heffingen en het onderhoud van de kapitaal goederen. Elementen van deze aspecten komen voor in meerdere programma’s, maar worden in de paragrafen als geheel beschouwd. De door uw raad vastgelegde beleidsuitgangspunten lichten wij toe. Ook duiden wij relevante ontwikkelingen. Hoofdstuk 17 (Financiële begroting) In de financiële begroting nemen we de bij de Voorjaarsnota 2016 vastgestelde uitgangspunten op. Ook vatten wij hier de baten en lasten per programma samen, en presenteren we hier een overzicht van de incidentele baten en lasten per programma. Bijlagen Bijlage 1 bevat het meerjarig overzicht van reserves en voorzieningen.
4
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
2
B E G R OT I N G I N V O G E LV L U C H T
2.1
Samenvatting
Begin van de zomer stelde u de Voorjaarsnota 2016 vast. In deze Voorjaarsnota brachten wij de accenten op het gevoerde beleid aan die effect hebben op het begrotingsresultaat. Deze zijn: Wegwerken achterstanden ODR e.a. Het wegwerken van alle achterstanden en structurele oplossing van het tekort aan formatie op zowel bodem als handhaving. Plus het opstellen van een nieuw handhavingsbeleidsplan. Verbod chemische onkruidbestrijding op verhardingen Het op een andere wijze bestrijden van onkruid op verhardingen. Wegenbeheerplan 2015-2020 Het voldoen aan de wettelijke plicht om wegen goed te onderhouden en het budget beschikbaar krijgen voor verharding van wegbermen. Mobiel cameratoezicht Het beschikbaar hebben van mobiel cameratoezicht bij grootschalige evenementen en ondersteuning in de aanpak van tijdelijke, maar hardnekkige overlast. Restauratiefonds monumenten Het stimuleren van eigenaren van gemeentelijke monumenten om hun waardevolle monumentale bezit te restaureren en planmatig te onderhouden. Hiervoor gaan we een restauratiefonds- hypotheek Zaltbommel oprichten. Dit fonds brengen we onder bij het Nationaal Restauratiefonds. Oenselse Poort Het zicht- en beleefbaar maken van de toegangspoorten van de stad als vervolg op de consolidatie van de stadsmuur. Voor de Oenselse Poort gaan we het huidige straatwerk vervangen door een diversiteit aan materialen. Hierdoor worden de verschillende onderdelen van de poort voel- en zichtbaar voor wie er doorheen gaat. De twee torens metselen we boven het maaiveld op en binnenin ontstaan daardoor bankjes. Het water brengen we zoveel mogelijk naar de poort, maar stroomt er niet door. Actieprogramma vrijetijdseconomie Het inzetten onze kernwaarden als onderscheidende kracht om het unieke van ons gebied te benadrukken. Hierdoor kunnen onze bezoekers, inwoners en ondernemers genieten van onze aantrekkelijke omgeving en dit met trots uitdragen. Het doel is om meer bezoekers naar onze gemeente te trekken en dat ze langer verblijven zodat de bestedingen stijgen en het aantal arbeidsplaatsen in deze sector verdubbelt. Uitvoeringsprogramma Natuur, Landschap en Milieu 2015 Het realiseren van onze duurzame doelstelling. Het vergt een grote inspanning van burgers, bedrijven en overheid om 16% duurzaam lokaal opgewekte energie in 2020 voort te brengen. Dit willen we doen door diverse duurzame initiatieven te stimuleren, de formatie uit te breiden om projecten op het gebied van milieu te kunnen uitvoeren en het verhogen van het revolverende fonds duurzaamheidsleningen van € 100.000 naar € 400.000. Uitbreiden formatie dorps- en wijkgericht werken/gebiedsgericht werken Het verbeteren van de leefbaarheid en het vergroten van de cohesie in de dorpen en wijken. Dit bereiken we door als overheid nauw samen te werken met burgers, ondernemers en andere partners in het dorp of de wijk. Op deze manier ontwikkelen, implementeren, uitvoeren en evalueren we beleid op het gebied van de eigen woon- en leefomgeving.
5
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Onderzoek en monitoring Het werken met prestatie-indicatoren die aantoonbaar maken welke ontwikkelingen zich voordoen op onderwerpen als leefbaarheid en de fysieke en sociale woon- en leefomgeving. Dit gaan we doen door de LeMon-meting uit te breiden naar de dorpen en verbindingen te leggen tussen de diverse onderzoeken. 2016
2017
2018
2019
Programma Woon- en leefomgeving Wegwerken achterstanden ODR e.a. (*)
145.000
Verbod chemische onkruidbestrijding op verhardingen
100.000
100.000
100.000
100.000
Wegenbeheerplan 2015-2020
65.500
65.500
65.500
65.500
Mobiel cameratoezicht (*)
25.000 6.500
9.800
13.000
Programma Voorzieningen Restauratiefonds monumenten Oenselse Poort (*)
3.300 250.000
Programma Milieu en Economie Actieplan vrijetijdseconomie
12.000
12.000
12.000
12.000
Uitvoeringsprogramma Natuur, Landschap en Milieu (NLM) 2015
70.000
70.400
69.900
70.300
Uitbreiden formatie dorps- en wijkgericht werken
83.000
83.000
83.000
83.000
Onderzoek en monitoring
15.000
15.000
15.000
15.000
352.400
355.200
358.800
Bestuur, Organisatie en Financiën
Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage algemene reserve voor prioriteiten met (*) Prioriteiten voorjaarsnota 2016
-420.000 348.800
Reeds genomen besluiten In de periode tussen de Voorjaarsnota en het opstellen van de begroting vulden we de begroting op enkele plaatsen aan met reeds genomen besluiten. Deze lichten we hieronder toe. Kwaliteitsverhogende maatregelen begraafplaatsen Het invoeren kwaliteit verhogende maatregelen. Hiervoor stellen we een krediet van € 705.000 beschikbaar. Overdracht buitenonderhoud aan schoolbesturen Met ingang van 2016 zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor het buitenonderhoud. De korting in het gemeentefonds is opgevangen door de vrijvallende budgetten en investeringen direct af te schrijven. Voor 2015 betekende dit een afboeking van € 763.000. Structureel is er een voordeel. Onderbrenging WABO-taken Neder-Betuwe in de ODR De gemeente Neder-Betuwe heeft haar WABO-taken ingebracht in de ODR. Dit betekent voor alle gemeenten dat de kosten van de ODR dalen. Overdracht Poortwegje 2a aan Christelijke bibliotheek De Christelijke bibliotheek verhuisde in 2013 van de school naar dit voormalig jeugdhonk. Door de overdracht vervallen de jaarlijkse exploitatiekosten. Reclamebeleid Het opstellen van een integraal reclamebeleid genereert, na aftrek van de kosten, structurele inkomsten.
6
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Kwaliteitsverhogende maatregelen begraafplaatsen Overdracht onderhoud scholen Onderbrenging WABO-taken Neder-Betuwe in de ODR Overdracht Poortwegje 2, Zuilichem aan Christelijke bibliotheek
2016
2017
2018
2019
-27.800
-43.300
-42.700
-42.000
24.300
22.900
20.900
19.100
3.300
9.000
12.900
14.200
5.400
5.400
5.400
5.400
Reclamebeleid
20.600
20.600
20.600
20.600
Reeds genomen besluiten
25.800
14.700
17.100
42.100
Programmabegroting 2016 Voor het maken van de begroting 2016 rekenen wij de salarissen, rente & financiering, belastingen, huren & pachten, subsidies, bijdrage gemeenschappelijke regelingen en uren opnieuw door. Het resultaat daarvan is een aangepast begrotingssaldo dat over de jaren heen een wisselend beeld laat zien.
Saldo na doorvertaling voorjaarsnota Reeds genomen besluiten
2016
2017
2018
2019
217.500
-100.700
-113.100
-67.300
25.800
14.700
17.100
42.100
Effect doorrekenen begroting
219.300
42.600
65.500
-24.300
Saldo programmabegroting 2016
462.600
-43.400
-30.500
-49.500
Levensduurverlengende kosten /groot onderhoud gymzalen niet activeren
-277.500
28.800
28.100
27.500
Saldo programmabegroting 2016 (incl. corr. gymzalen)
185.100
-14.600
-2.400
-42.300
Levensduur verlengende kosten /groot onderhoud gymzalen niet activeren De investeringen in de vier gymzalen bedragen € 293.000. Omdat in deze investering ook een component groot onderhoud zit, is het onzeker of de investering ook leidt tot daadwerkelijke waardestijging. Door deze investerig nu eenmalig te nemen verbetert ook het resultaat structureel. Conclusie Het begrotingssaldo is ten opzichte van de Voorjaarsnota sterk verbeterd. Het negatieve begrotingssaldo dat dan resteert is minimaal en gezien de verwachte ontwikkelingen (groei gemeentefonds) en de flexibele ruimte die in de begroting zit (budgetten voor vervangingsinvesteringen) zijn geen maatregelen noodzakelijk.
2.2
Groeigemeente
De algemene uitkering is voor een deel gebaseerd op het aantal inwoners en het aantal woningen. Op basis van het woningbouwprogramma rekenen wij met een toename van 400 wooneenheden in de periode 2016 – 2019. Voor de toename van het aantal inwoners gaan we uit van een gemiddelde bezetting van 1,5 inwoner per nieuwe woning. Uitgangspunten per 1 januari
2016
2017
2018
2019
Aantal inwoners
27.550
27.700
27.850
27.900
Aantal wooneenheden
10.870
10.970
11.070
11.170
Door de groei van het aantal inwoners en woonruimten stijgt ook de algemene uitkering. Hierdoor kunnen wij de kosten van de uitbreiding van het openbaar gebied en de voorzieningen bekostigen. Als kosten van areaalgroei nemen we een oplopende reeks van € 15.000 op inde begroting. 2015
2016
2017
2018
Groei 2015
15.000
15.000
15.000
15.000
Groei vanaf 2016
15.000
30.000
45.000
60.000
Beschikbare middelen groei gemeente
30.000
45.000
60.000
75.000
7
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
2.3
Lokale lastendruk
Op het terrein van de lokale lasten staan wij een terughoudend tarievenbeleid voor. Tot de lokale woonlasten horen de Onroerende zaakbelastingen (OZB), rioolheffing en afvalstoffenheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit gemeentelijke heffingen en daarmee grotendeels de lokale lastendruk. De ontwikkeling van de woonlasten in de gemeente Zaltbommel over de laatste jaren en een prognose voor het komend jaar geven wij weer in de volgende tabel: 2014
2015
2016
Onroerende zaakbelastingen eigenaren
Gemiddelde woonlasten 2014-2016 Zaltbommel
286
278
282
Rioolheffing eigenaren
278
283
287
Afvalstoffenheffing éénpersoonshuishouden
179
135
135
Afvalstoffenheffing meerpersoonhuishouden
229
188
188
Totaal éénpersoonshuishouden
744
696
704
Totaal meerpersoonshuishouden
794
749
757
Rangnummer Coelo*
288
264
.
* Coelo is een onderzoeksinstituut dat onderzoek verricht naar economische en financiële aspecten van decentrale overheden. Zij brengen jaarlijks een atlas hierover uit. Voor het rangnummer geldt dat 1 de laagste woonlasten heeft van de Coelo-lijst van gemeenten in Nederland.
Bij de berekening van de woonlasten gingen wij uit van een eigen woning met een gemiddelde woningwaarde die wordt bewoond door een gezin. Verder hanteren wij voor 2016 de volgende verhogingen als uitgangspunt: Onroerende zaakbelastingen
1,50% na correctie nieuwe waarde en correctie waarde 2014 +0,70% ter compensatie daling rioolrecht
Rioolrechten
1,50%; geen vermeerdering met € 9 voor het Water- en Rioleringsplan
De verhogingen zijn gebaseerd op het gemeentelijk tarievenbeleid. Algemeen uitgangspunt hierbij is een constante reële belastingopbrengst. In beginsel wordt gelijke tred gehouden met de inflatie (prijsmutatie BBP) zoals het Centraal Plan Bureau deze voorstelt. Voor meer informatie en relevante uitgangspunten over de diverse lokale heffingen zie de paragraaf Lokale heffingen (hoofdstuk 9).
8
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
2.4
Kerngegevens van de gemeente Zaltbommel
Deze paragraaf geeft de ontwikkeling weer van een aantal kerngegevens van de gemeente Zaltbommel: Sociale structuur (per 1 januari) Aantal inwoners < 20 jaar 20 tot 64 jaar > 64 jaar
2014
2015
2016
2017
20 18
2019
27.188
27.358
27.550
27.573
27.592
27.611
7.343
7.333
7.340
7.340
7.340
7.340
15.443
15.472
15.510
15.529
15.548
15.567
4.402
4.553
4.704
4.704
4.704
4.704
De geprognotiseerde groei van het totaal aantal inwoners wordt gepresenteerd bij de categorie 20-64 jaar. Aantal bijstandsgerechtigden
275
275
275
275
275
275
WWB
259
259
259
259
259
259
IOAW
13
13
13
13
13
13
IOAZ
3
3
3
3
3
3
Fysieke structuur (per 1 januari)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Aantal woonruimten
10.561
10.801
10.870
10.970
11.070
11.170
Woningen
10.533
10.773
10.942
10.942
11.042
11.142
Recreatiewoningen
23
23
23
23
23
23
Bijz. woongebouwen
5
5
5
5
5
5
7.954
7.958
7.958
7.958
7.958
7.958
Oppervlakte binnenwater (ha’s)
950
946
946
946
946
946
Oppervlakte bebouwing (ha’s)
243
253
253
253
253
253
2014
2015
2016
2017
2018
2019
701
692
645
654
665
673
2.453
2.365
2.416
2.439
2.463
2.486
Oppervlakte land (ha’s)
Financiële structuur (* € 1mln) WOZ-waarde niet woningen WOZ-waarde woningen
2.5
Samenstellingvan het bestuur
Gemeenteraad De gemeenteraad van de gemeente Zaltbommel telt 21 raadsleden. De zetelverdeling is als volgt:
ZVV (5) SGP (4) Christen Unie (3) CDA (2) PvdA (2) VVD (2) D66 (1) Groen Links (1) Van der Schans (1)
College van burgemeester en wethouders (B&W) Het college van B&W van de gemeente Zaltbommel telt 5 leden: • Burgemeester Van den Bosch • Wethouder Zondag • Wethouder Bragt • Wethouder Van Balken • Wethouder Looijen
9
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Albert van den Bosch, burgemeester Portefeuille: Integrale handhaving, Openbare Orde en veiligheid, Bevolking, Communicatie en externe betrekkingen, Mediabeleid, Kabinetszaken, Brandweer en Externe veiligheid (coördinatie).
Kees Zondag (ZVV), wethouder Financiën & Sociale zaken Gebiedsverantwoordelijk voor: Kern Zaltbommel ten westen van de A2. Portefeuille: Financiën, Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid, Kleine Steden Beleid, Planning & Control, Bedrijfsvoering, Samenwerkingen en gemeentelijke vertegenwoordiging Regio Rivierenland, Coördinerend wethouder RSP. Projectwethouder: – Opzet nieuwe structuur en de regionale afstemming 3 transities – Project Binnenstadsmanagement
Adrie Bragt (ChristenUnie), wethouder Ruimte & Wonen Gebiedsverantwoordelijk voor: Gameren, Nieuwaal en Zuilichem Portefeuille: Loco-burgemeester, Bouwen, Ruimtelijke Ontwikkeling, Volkshuisvesting, Beheer openbare ruimte, Grondzaken en gemeentelijke eigendommen. Projectwethouder: – Handhavingsbeleid en -actualisatie – Project realisatie nieuwe sporthal
Ton van Balken (CDA), wethouder Onderwijs, Welzijn & Milieu Gebiedsverantwoordelijk voor: Aalst, Brakel en Poederoijen. Portefeuille: Onderwijs, Wmo, Welzijn en jeugd, Integratie en emancipatie, Volksgezondheid, Cultureel erfgoed, Milieu, Natuur en Landschapsbeheer en Water. Projectwethouder: – Nieuwe Hollandse Waterlinie
Han Looijen (VVD), wethouder Verkeer, Cultuur, Economie & Sport Gebiedsverantwoordelijk voor: Bruchem, Kerkwijk, Delwijnen, Nederhemert Noord en Zuid, Bern en kern Zaltbommel ten oosten van de A2. Portefeuille: Sport, Verkeer, Economie en Regelgeving, Toerisme, Recreatie en Promotie, Wijk- en buurtgericht werken (coördinatie), Kunst en Cultuur, Arbeidsmigratie, en coördinerend wethouder Slot Loevestein. Projectwethouder: – de Wildeman – Revitalisering Bedrijventerreinen – Binnenstadmanagement – Van Station tot Vestingsstad (Virieupark en Spoorveste) – Sportcomplex Middelweide – Brandveiligheid campings – Accommodatiebeleid
10
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
3
PROGRAMMA WONEN EN LEEFOMGEVING
De gemeente Zaltbommel biedt haar inwoners een duurzame woon- en leefomgeving, een leefomgeving die aantrekkelijk en veilig is. Ons uitgangspunt is bouwen in de kernen naar behoefte met keuzevrijheid voor alle generaties. De veiligheid in onze gemeente verdient onze continue aandacht. Naast de regionale winkelfunctie krijgt de beleving van de stad met zijn historisch centrum een prominentere rol in het toekomstbestendig maken van de binnenstad. Door inwoners en (lokale) verenigingen of stichtingen te betrekken bij het onderhoud van de openbare ruimte, willen we de kwaliteit verhogen en kosten reduceren. Het stellen van regels en het handhaven daarvan is belangrijk. (Bron: Bestuursakkoord 2014-2018) 3. De gemeente Zaltbommel biedt haar inwoners een duurzame woon- en leefomgeving: aantrekkelijk en veilig
3.1 Goed wonen voor iedereen
3.2 Veilige dorpen en een veilige stad met weinig overlast
3.3 Een levendige, toekomstbestendige binnenstad
3.4 De openbare ruimte is van ons allemaal
3.5 Regels stellen die kunnen worden gehandhaafd en handhaven van gestelde regels
3.1.1 Wonen op maat
3.2.1 Aandacht voor integrale veiligheid
3.3.1 Vergroten beleefbaarheid historisch centrum
3.4.1 Efficiënter beheer openbare ruimte
3.5.1 Regels stellen die kunnen worden gehandhaafd
3.1.2 Bouwen naar behoefte
3.2.2 Aandacht voor verkeers veiligheid en het beperken van verkeershinder
3.4.2 Verhogen burgerparticipatie bij beheer openbare ruimte
3.5.2 Handhaven van gestelde regels
3.1
Goed wonen voor iedereen
Relevante ontwikkelingen Per 1 juli 2015 geldt de nieuwe Woningwet. Deze wet geeft inhoud aan de gewijzigde verantwoordelijkheden van woningcorporaties en gemeenten op het vlak van volkshuisvesting. Dit betekent dat wij een Woonvisie moet opstellen waarin woningcorporaties en gemeenten nieuwe en andersoortige afspraken maken. De provincie vereist een regionale woningbouwprogrammering die onderdeel uitmaakt van de regionale woonagenda. Dit betekent dat wij intensiever met de regio in overleg gaan over zowel het regionale kwalitatieve als regionale kwantitatieve woningbouwprogramma. Het lokale Zaltbommelse woningbouw programma stemmen we hierop af. Wat willen we bereiken? Ons uitgangpunt is bouwen in de kernen naar behoefte met keuzevrijheid voor alle generaties. Dat betekent dat we passende woonruimte realiseren voor woningzoekenden in zowel de huur- als de koopsector en voor specifieke doelgroepen zoals arbeidsmigranten, statushouders en 1 en 2-persoonshuishoudens. Dit doen we door woningen binnen de bestaande woningvoorraad aan te passen en door nieuwe woningen te realiseren. Kengetallen: Nulmeting 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
Nieuwbouw huurwoningen
19
40
140
Nieuwbouw koopwoningen
30
210
400
7
140
20
40
- waarvan aantal gerealiseerde nieuwe levensloopbestendige* woningen Aantal gerealiseerde nieuwe logiesruimten voor jaarrond huisvesting arbeidsmigranten
* Onder levensloopbestendige woningen verstaan wij ook nultredenwoningen. Dit zijn woningen die zonder trappen van buitenaf bereikbaar zijn en waarbij de primaire ruimtes (de keuken, het sanitair, de woonkamer en minimaal één slaapkamer) zich op dezelfde woonlaag bevinden. Meer ouderen kunnen hierdoor langer zelfstandig blijven wonen.
11
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat gaan we ervoor doen?
3.1.1 Passend wonen Acties begrotingsjaar: • Eind 2015 actualiseren wij de meerjarenplanning ruimtelijke plannen. In 2018 treedt de Omgevingswet in werking. Mede op basis van de meerplanning ruimtelijke plannen bepalen wij in 2016 hoe wij op die • Omgevingswet gaan anticiperen. Dit instrument is het juridisch kader voor woningbouw en verbouw van panden tot geschikte huisvesting. • Begin 2016 stellen we de Woonvisie vast. • In 2016 maken we nieuwe prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties. • Eind 2015, begin 2016 wordt het actieplan (Deltaplan) “goedkope huurwoningen” opgesteld dat op korte termijn tot realisatie van goedkope huurwoningen moet leiden.
3.1.2 Bouwen naar behoefte Acties begrotingsjaar: • In 2016 actualiseren wij voor de Woonvisie het lokale Bommelerwaardse woningbouwprogramma. Dit woningbouwprogramma biedt zowel kwantitatief als kwalitatief inzicht in de woningbehoefte per kern. Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
cultureel erfgoed totaal baten
-205
-44
0
0
0
0
totaal lasten
244
798
422
162
162
162
saldo van baten en lasten
38
752
422
162
162
162
onttrekkingen reserves
-79
-612
-295
-35
-35
-35
toevoegingen reserves
256
36
36
36
36
36
resultaat
214
175
162
162
162
162
totaal baten
-651
-2.514
-1.283
-720
-306
-274
totaal lasten
1.034
3.094
1.514
957
543
513
382
579
230
236
236
238
onttrekkingen reserves
0
-79
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
382
499
230
236
236
238
volkshuisvesting
saldo van baten en lasten
resultaat ruimtelijke ordening totaal baten
-65
-532
-272
-272
-272
-272
totaal lasten
1.158
1.552
866
866
866
866
1.092
1.019
593
593
593
593
-1.308
-408
-178
-178
-178
-178
saldo van baten en lasten onttrekkingen reserves toevoegingen reserves
998
50
50
50
50
50
resultaat
781
660
464
464
464
464
totaal baten
-6.744
-4.786
-4.595
-3.379
-4.027
-3.905
totaal lasten
6.945
5.064
4.596
3.380
4.028
3.906
200
277
0
0
0
0
onttrekkingen reserves
-290
-1.007
0
0
0
0
toevoegingen reserves
443
0
0
0
0
0
resultaat
352
-730
0
0
0
0
grondexploitatie
saldo van baten en lasten
12
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
(bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
omgevingsvergunningen totaal baten
-750
-764
-784
-784
-784
-784
totaal lasten
2.197
1.115
1.127
1.057
1.054
1.052
saldo van baten en lasten
1.446
350
342
272
269
267
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
1.446
350
342
272
269
267
resultaat Totaal producten totaal baten
-8.419
-8.644
-6.936
-5.158
-5.392
-5.238
totaal lasten
11.578
11.623
8.525
6.423
6.653
6.500
3.158
2.977
1.587
1.264
1.260
1.261
onttrekkingen reserves
-1.679
-2.110
-474
-214
-214
-214
toevoegingen reserves
1.698
86
86
86
86
86
resultaat
3.175
952
1.198
1.134
1.131
1.131
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
1.138
1.134
1.131
1.131
129
129
129
saldo van baten en lasten
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid Incidentele lasten - 700 jaar Zaltbommel
10
- Oenselse Poort
250
- Bijdrage GR PHTB
129
- ODR formatie handhaving
60
Incidentele baten - Bijdrage ABR 700 jaar Zaltbommel
-10
- Bijdrage ABR Oenselse Poort
-250
- Bijdr. reserve PHTB
-129
-129
-129
-129
1.198
1.134
1.131
1.131
Totaal exploitatie Investeringen - Grondexploitaties (kosten) - Grondexploitaties (verkopen) Totaal kapitaal
13
4.172
3.313
3.898
3.776
-11.569
-11.818
-9.333
-9.333
-7.397
-8.505
-5.435
-5.557
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
3.2
Veilige dorpen en een veilige stad met weinig overlast
Wat willen we bereiken? De veiligheid in onze gemeente verdient continue aandacht. Wij zorgen met de inzet van camera’s, BOA’s, straatcoaches en jongerenwerkers voor een optimale mix van repressie en preventie. Wij hebben een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie samen met de hulpdiensten. Goede bereikbaarheid van hulpdiensten via de mobiele telefoon is een belangrijke voorwaarde voor de veiligheid in onze dorpen en ons buitengebied. De verkeersveiligheid van fietsers en voetgangers (o.a. schoolgaande jeugd) vinden wij belangrijk, ook sociaal onveilige plekken moeten worden voorkomen. De verkeershinder door doorgaand, parkerend en bevoorradend vrachtverkeer in de binnenstad en woongebieden willen wij tot een minimum beperken. Kengetallen:
Veiligheidsgevoel (gemiddeld)* Gemeentelijk handelen op terrein van veiligheid en leefbaarheid (gemiddeld)** % inwoners dat zich vaak onveilig voelt in eigen buurt**
Nulmeting 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
7,60
7,70
7,80
6,0 (2012)
6,20
6,50 2
3 (2012)
2,5
Oordeel inwoners over veiligheid in de buurt**
6,8 (2012)
6,90
7
Tevredenheid over de verkeersveiligheid in de gemeente**
6,6 (2012)
6,60
6,60
V85 (= gereden snelheid van 85% van de weggebruikers) in 30 km/ustraten waar een meting is uitgevoerd
36 km/u
36 km/u
36 km/u
Aantal km’s fietsvoorzieningen in gemeente Zaltbommel
34,4 km
35 km
37 km
* Bron: LeMon meting (kern Zaltbommel) ** Bron: Waarstaatjegemeente.nl
Wat gaan we ervoor doen?
3.2.1 Samenwerken aan integrale veiligheid Acties begrotingsjaar: • Eind 2015 vindt de evaluatie van het veiligheidsbeleid plaats. De maatregelen die hieruit voortvloeien voeren wij in 2016 uit. • Om snel en adequaat in te kunnen spelen op situaties waarbij cameratoezicht nodig is, is flexibel/mobiel cameratoezicht wenselijk. Bijvoorbeeld bij (grootschalige) evenementen en ondersteuning in de aanpak van tijdelijke maar hardnekkige overlast. Daarom komt er in 2016 mobiel cameratoezicht.
3.2.2 Bevorderen verkeersveiligheid Acties begrotingsjaar: • Inseptember 2016 vindt de besluitvorming in de gemeenteraad plaats over het bestemmingsplan voor dedoortrekking van de Maas-Waalweg. De voorbereiding hiervan gebeurt in afstemming met de gemeenteMaasdriel. • In 2016 leveren wij de herinrichting van de N322 op. Dit betreft de omlegging en de verbreding van de N322. Na afronding van de omlegging stellen wij ook de ontsluiting Wichard van Pontlaan op de rotondeSteenweg bij de watertoren. • In 2015 is het Uitvoeringsprogramma PIP Glastuinbouw vastgesteld, waarin de infrastructurele maatregelen in onze gemeente uitgewerkt zijn. In 2016 maken wij een begin met de uitvoering. • In enkele kernen is het parkeerverbod grote voertuigen reeds van kracht. We voeren dit parkeerverbod ook binnen de bouwde kommen van de andere kernen in. Eind 2015 starten we hiermee en weverwachten dit in 2016 af te ronden.
14
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
openbare orde en veiligheid totaal baten
-373
-9
-9
-9
-9
-9
totaal lasten
923
457
370
370
370
370
saldo van baten en lasten
549
447
359
359
359
359
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
549
447
359
359
359
359
resultaat brandweer totaal baten
-10
0
0
0
0
0
totaal lasten
1.609
1.799
1.756
1.756
1.756
1.756
saldo van baten en lasten
1.598
1.799
1.756
1.756
1.756
1.756
-64
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.533
1.799
1.756
1.756
1.756
1.756
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat integrale veiligheid totaal baten
-6
-7
-1
-1
-1
-1
totaal lasten
689
724
587
562
562
562
saldo van baten en lasten
682
716
585
560
560
560
onttrekkingen reserves
-35
-15
-24
0
0
0
0
0
0
0
0
0
646
700
560
560
560
560
toevoegingen reserves resultaat Totaal producten totaal baten
-392
-17
-12
-12
-12
-12
totaal lasten
3.221
2.980
2.713
2.688
2.688
2.688
saldo van baten en lasten
2.828
2.962
2.700
2.675
2.675
2.675
-100
-15
-24
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.727
2.946
2.675
2.675
2.675
2.675
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
2.675
2.675
2.675
2.675
2.675
2.675
2.675
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid Incidentele lasten Mobiel cameratoezicht
25
Incidentele baten Bijdrage ABR Mobiel cameratoezicht Totaal exploitatie
15
-25 2.675
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
3.3
Een levendige, toekomstbestendige binnenstad
Wat willen we bereiken? Naast de regionale winkelfunctie krijgt de beleving van de stad met zijn historisch centrum een prominentere rol in het toekomstbestendig maken van de binnenstad. Door het samenbrengen van partijen willen wij een kwaliteitsimpuls geven aan een duurzaam aanbod van winkels, horeca, culterele instellingen en cultureel erfgoed. Kengetallen: Nulmeting 2014 Percentage leegstand winkelpanden (bron: kopgroep)
Ambitie 2016
Ambitie 2018
7
6
5
redelijk
goed
goed
Bezoekersaantallen TRIP
5.416
5.500
5.500
Bezoekersaantallen Stadskasteel
6.421
6.500
6.500
Bezoekersaantallen Poorterij
8.681
> 10.000
> 10.000
Kwaliteit woonomgeving (lemon-meting)
6,60
6,70
6,80
kwaliteit algemene voorzieningen (lemon-meting)
6,70
6,80
6,90
kwaliteit winkels (lemon-meting)
6,80
6,90
7,00
kwaliteit horeca (lemon-meting)
6,80
6,90
7,00
Tevredenheid bezoekers binnenstad (bron: meting OVZ)
Wat gaan we ervoor doen?
3.3.1 Vergroten beleefbaarheid historisch centrum Bestuursopdrachten: • In 2015 besluiten wij en u over de visie Binnenstad. Hieraan koppelen wij een uitvoeringsprogramma. Afhankelijk van de projecten moeten financiele middelen beschikbaar worden gesteld. In 2016 starten wij met de uitvoering. Overige acties begrotingsjaar: • In 2016 zal in ontwerp een aanvang worden gemaakt met de Oenselse Poort. Zodra hierover meer duidelijk is zal onderzoek worden gedaan naar mogelijke Nationale en Europese subsidies. • In 2016 richten wij het ondernemersfonds in. Het doel is dat het ondernemersfonds vanaf 2017 functioneert, zodat wij belasting kunnen heffen om projecten mee te financieren.
3.4
De openbare ruimte is van ons allemaal
Relevante ontwikkelingen In de periode 2015-2016 stellen wij het groenbeleidsplan op. Aansluitend daarop, in 2016, stellen wij het groenbeheerplan op. Daarin beschrijven wij hoe wij het beleid gaan uitvoeren. Voor de wegverhardingen in onze gemeente stelden wij het wegenbeheerplan 2015-2020 op. Dit deden wij op basis van globale visuele inspecties. U stelde dit plan in juni 2015 vast. In aanvulling op het wegenbeheerplan is in de voorjaarsnota 2016 besloten € 50.000 perjaar beschikbaar te stellen voor het verharden van bermen. Het bestrijden van onkruid op wegen mag vanaf 2016 niet meer met chemische middelen. Dit werkt sterk kostenverhogend. In de voorjaarsnota 2016 heeft u hiervoor extra budget ter beschikking gesteld. Ook heeft u in de voorjaarsnota 2016 eenmalig € 178.000 beschikbaar gesteld om hetachterstallig onderhoud op bouwkundige infrawerken (bruggen etc.) in te halen. Het beschikbare jaarlijkse budget is niet bijgesteld; het budget ligt € 7.000 lager dan benodigd.
16
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat willen we bereiken? Zowel de gemeente als de inwoners voelen zich verantwoordelijk voor de openbare ruimte. Onder de openbare ruimte verstaan wij: groen, speelplaatsen, straatverlichting, wegen, water en riolering. Samen zorgen we voor een leefbare, veilige en schone leefomgeving waarbij iedereen voordeel heeft. Kengetallen: Nulmeting 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
Tevredenheid burgers over speelplekken in de buurt
6,7* (2012)
6,80
6,80
Tevredenheid burgers over verlichting in de buurt
7,5* (2012)
7,50
7,50
Tevredenheid burgers over wegen, paden en pleinen in de buurt
6,4* (2012)
6,40
6,50
Tevredenheid burgers over perken, plantsoenen en parken in de buurt
6,6* (2012)
6,60
6,60
Beeldkwaliteitsniveau openbaar groen
B
B
B
Beeldkwaliteitsniveau openbare wegen
C
B/C
B
* Bron: Waarstaatjegemeente.nl
Wat gaan we ervoor doen?
3.4.1 Efficiënterbeheren openbare ruimte Acties begrotingsjaar: • In 2016 herzien we het Water- en Rioleringsplan (WRP). We willen dat plan in 2017 vaststellen. In dit plan kijken we naar de bedrijfszekerheid van het riool en een afweging tussen risico’s en vervangingskosten. • In 2016 stellen we het groenbeheerplan vast. Hierin bekijken we mogelijkheden om het beheer nog efficiënter te maken. • In 2016 besteden we het beheer van de begraafplaatsen meer uit. • In 2016 werken we het opruimen van zwerfafval verder uit zodat dit gemeentedekkend wordt.
3.4.2 Verhogen burgerparticipatie bij beheer openbare ruimte Acties begrotingsjaar: • In 2016 betrekken we in diverse kernen op projectbasis burgers bij het opruimen van zwerfafval. Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
totaal baten
-6.092
-6.394
-3.656
-3.581
-3.564
-3.515
totaal lasten
8.376
8.251
6.019
5.947
5.934
5.915
saldo van baten en lasten
2.283
1.856
2.362
2.365
2.368
2.398
onttrekkingen reserves
-1.121
-636
0
0
0
0
toevoegingen reserves
1.228
1.570
0
0
0
0
resultaat
2.389
2.789
2.362
2.365
2.368
2.398
totaal baten
-53
-96
-37
-37
-37
-37
totaal lasten
43
86
22
22
22
22
saldo van baten en lasten
-15
infra
water
-9
-10
-15
-15
-15
onttrekkingen reserves
0
-59
0
0
0
0
toevoegingen reserves
35
35
35
35
35
35
resultaat
25
-35
19
19
19
19
17
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
(bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
groen totaal baten
-699
-669
-671
-658
-658
-658
totaal lasten
2.151
2.371
2.263
2.265
2.273
2.270
saldo van baten en lasten
1.451
1.701
1.590
1.606
1.614
1.611
onttrekkingen reserves
0
-18
-35
-35
-35
-25
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
1.450
1.682
1.555
1.570
1.578
1.586
totaal baten
-2.209
-2.083
-1.304
-1.304
-1.304
-1.304
totaal lasten
2.280
2.174
1.158
1.153
1.147
1.142
71
90
-147
-152
-157
-163
-108
-62
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-37
27
-147
-152
-157
-163
resultaat mobiliteit
saldo van baten en lasten onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat Totaal producten totaal baten
-9.056
-9.246
-5.672
-5.584
-5.567
-5.518
totaal lasten
12.850
12.882
9.461
9.387
9.375
9.348
3.794
3.636
3.788
3.802
3.808
3.830
onttrekkingen reserves
-1.230
-778
-35
-35
-35
-25
toevoegingen reserves
1.263
1.605
35
35
35
35
resultaat
3.826
4.462
3.788
3.801
3.807
3.839
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
3.788
3.801
3.807
3.839
10
10
10
saldo van baten en lasten
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid Incidentele lasten -Onderhoudbegraafplaatsen Incidentele baten -Bijdrage ABR Onderhoudbegraafplaatsen Totaal exploitatie
-10
-10
-10
3.788
3.801
3.807
3.839
Investeringen Vervanging 7 wagens buitendienst
431
Voorbereidingskrediet rioolvervanging en -renovatie binnenstad
100
Totaal kapitaal
531
3.5
Regels handhaven en handhaven van regels
Relevante ontwikkelingen Voor de aankomende Omgevingswet (2018) moeten wij alle planologisch relevante regels in een omgevingsplan opnemen. Hierdoor ontstaan eenduidigheid in regelgeving en integrale afstemming van regels. Ook ontstaat zo inzicht voor de burgers wat planologisch mogelijk is. Bij het opstellen van deze nieuwe planologische regels kijken we nadrukkelijk naar de handhaving ervan. Wat willen we bereiken? Het stellen van regels en het handhaven daarvan is belangrijk. Bij nieuwe plannen die wij aan u voorleggen geven wij aan hoe de handhaving van bijbehorende bepalingen eruit ziet. Daarbij geven wij aan wat dat kost en hoe die kosten gedekt worden. Daarnaast zullen we de voorraad bestaande handhavingsdossiers screenen en stellen wij jaarlijks de prioritering vast.
18
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Kengetallen: Nulmeting 2014 Aantal uren toezicht bouwen (ODR) Aantal uren toezicht milieu (ODR)
totaal 9.176
Aantal uren klachten en handhavingsverzoeken (ODR)
Ambitie 2016
Ambitie 2018
3.940*
3.940*
4.498*
4.498*
1.112*
1.112*
% controles A-evenementen APV
5
5
% controles B-evenementen APV
100
100
De gemeente heeft duidelijke regels, verordeningen**
6,6 (2012)
De gemeente controleert en handhaaft deze regels goed**
5,7 (2012)
* Bron: Werkpogramma 2015 ODR ** Bron: Waarstaatjegemeente.nl
Wat gaan we ervoor doen?
3.5.1 Regels stellen die kunnen worden gehandhaafd Acties begrotingsjaar: • Bij een gemeente zijn regels vastgelegd in verordeningen, beleidsregels en voorwaarden bij vergunningen. • Wij inventariseren en analyseren al deze regels intergraal. Daarbij beoordelen wij of deze regels nodig en handhaafbaar zijn. Dit vraagt om een projectmatige aanpak. Daarom stellen wij in 2016 hiervoor een projectplan op.
3.5.2 Handhaven van gestelde regels Acties begrotingsjaar: • In 2015/2016 stellen wij het nieuwe handhavingsbeleid op. • In 2015/2016 werken wij de achterstanden weg op het gebied van nog niet gereedgemelde openstaande vergunningendossiers, toezicht & handhaving en bodem. Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
integrale handhaving totaal baten
0
0
0
0
0
0
totaal lasten
161
1.023
717
658
658
658
saldo van baten en lasten
161
1.023
717
658
658
658
onttrekkingen reserves
-49
-9
-29
0
0
0
0
0
0
0
0
0
111
1.012
687
658
658
658
totaal baten
0
0
0
0
0
0
totaal lasten
161
1.023
717
658
658
658
saldo van baten en lasten
161
1.023
717
658
658
658
onttrekkingen reserves
-49
-9
-29
0
0
0
0
0
0
0
0
0
111
1.012
687
658
658
658
toevoegingen reserves resultaat Totaal producten
toevoegingen reserves resultaat
19
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
662
658
658
658
658
658
658
Incidentele lasten ODR handhavingarbeidsmigranten
25
Brandveiligheidcampings
30
Incidentele baten Bijdrage ABR Brandveiligheidcampings
-30
Totaal exploitatie
687
20
Begr. 2018
Begr. 2019
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
4
PROGRAMMA WERK EN ZORG
De gemeente Zaltbommel biedt haar inwoners een laagdrempelig en dichtbij de inwoners georganiseerd aanbod van zorg en ondersteuning. Onze gemeente is op 1 januari 2015 gestart om de transities op het gebied van zorg en werk goed in te voeren. In 2016 willen wij de zorg en ondersteuning dichtbij organiseren. Een groot aantal producten op het gebied van Wmo en Jeugdzorg kopen wij daarom lokaal in. De buurtteams en Buurtzorg Jong vervullen hierin een belangrijke rol. De uitdaging is om met het beschikbare budget de noodzakelijke zorg te leveren. De transformatie binnen de zorg is gebaseerd op de eigen kracht van de burger en het versterken van het netwerk rond burgers die zorg behoeven. De maatwerkaanpak is hiervoor zeer belangrijk. Gelet op de vergrijzing en de wens van veel van onze inwoners om langer zelfstandig te blijven wonen, is preventie belangrijk. De nieuwe Participatiewet vervangt alle huidige wetten op het gebied van werk en inkomen. De gemeente wordt verantwoordelijk voor bijna alle groepen met afstand tot de arbeidsmarkt. Werkzaak is in 2016 operationeel. Ook hierbij geldt dat wij uitgaan van de mogelijkheden van het individu. (Bron: bestuursakkoord 2014-2018). 4. De gemeente Zaltbommel biedt haar inwoners een laagdrempelig en dicht bij de inwoners georganiseerd aanbod van zorg en ondersteuning
4.1 Verminderen doorstroom complexe zorg, vergroten zelfredzaamheid inwoners
4.2 Het regelen van vraag naar aanbod van werk (Werkzaak Rivierenland)
4.1.1. Versterken van de eigen kracht van de burger en zijn sociale netwerk
4.2.1 De arbeidsmarkt regio duurzaam versterken
4.1.2 Een huishouden, 1 plan, 1 aanpak
4.2.2 Met minder middelen meer mensen aan werk helpen
4.1
Versterken van de eigen kracht van de burger en zijn sociale netwerk
Relevante ontwikkelingen Wij investeren in de buurtteams en Buurtzorg Jong door het doorontwikkelen van de teams op de vragen van onze inwoners. De problematiek op het gebied van vechtscheidingen, dyslexie en psychiatrie is groter dan wij verwacht hadden. In 2016 kopen we regionaal en lokaal in. Op die manier organiseren wij de zorg dichtbij. Wat willen we bereiken? “Het voorkomen van vereenzaming, het bevorderen van gezond gedrag, het versterken van de kracht van een dorps- en wijkgemeenschap, het stimuleren van ontmoeting in dorps- of wijkcentra zijn belangrijk om preventie daadwerkelijk inhoud te geven. Preventie en inzet van Buurtteams zal de inzet van en vraag naar specialistische, regionale zorg verminderen en het mogelijk maken de juiste zorg te (kunnen blijven) bekostigen.” (Bron: bestuursakkoord 2014-2018).
21
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Kengetallen: Nulmeting 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
Minder doorstroom complexe n.n.b. zorg
instroom met 5% verminderen in de 2e lijn voor lokale inkoop en inzetten op buurtteams en Buurtzorg Jong
instroom met 25% verminderen in de 2e lijn
0e lijn versterken door Inventariseren behoefte opgestarte sociale netwerken in kernen
3 netwerken
12 sociale netwerken opgestart
Zelfredzaamheid inwoners
Wmo team, buurtteams en Buurtzorg Jong en instellingen starten met zelfredzaamheid
gestegen
n.n.b.
Wat gaan we ervoor doen? In de eerste lijn wordt meer geinvesteerd op het gebied van vechtscheidingen, psychiatrie en dyslexie. In overleg met Buurtteam en Buurtzorg Jong wordt gekeken naar een oplossing, bijvoorbeeld uitbreiding van de teams of contract(en) met aanbieder(s)sluiten. Daarnaast komt de groep fase 4 van de SDB naar de Wmo. In overleg met de Buurtteams kijken we op welke wijze men dit kan oppakken. Hiervoor is 25.000 euro beschikbaar vanuit het Participatiebudget.
4.1.1 Verminderen doorstroom complexe zorg, vergroten zelfredzaamheid inwoners. Acties begrotingsjaar: • In 2016 breiden wij het netwerk inwoners uit door samen te werken met de netwerkcoach van Stichting Welzijn Bommelerwaard, Buurtteams en Buurtzorg Jong en andere instellingen. • In 2016 organiseren wij bijeenkomsten in dorpen met dorpsraden, initiatieven op het gebied van zorg en welzijn; een aanpak zoals bij de proeftuin ‘droomdorp Bruchem’.
4.1.2 Eén huishouden, één plan, één aanpak Acties begrotingsjaar: • We werken al volgens deze methodiek. In 2016 ontwikkelen we de Buurtteams en Buurtzorg Jong door, door betere afstemming in de processen met het Wmo-team. Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
wmo indiv. voorzieningen totaal baten
-378
-352
-352
-352
-352
-352
totaal lasten
2.653
2.705
2.463
2.511
2.511
2.511
saldo van baten en lasten
2.273
2.353
2.110
2.158
2.158
2.158
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
7
0
0
0
0
0
2.280
2.353
2.110
2.158
2.158
2.158
resultaat wmo overig totaal baten
-534
-494
-466
-458
-457
-457
totaal lasten
4.026
10.966
10.922
11.114
11.248
11.310
saldo van baten en lasten
3.491
10.471
10.455
10.655
10.789
10.852
onttrekkingen reserves
-105
-564
0
0
0
0
toevoegingen reserves
175
0
0
0
0
0
3.561
9.906
10.455
10.655
10.789
10.852
resultaat
22
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
(bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
Totaal producten totaal baten
-913
-847
-819
-811
-810
-810
totaal lasten
6.678
13.671
13.385
13.625
13.759
13.821
saldo van baten en lasten
5.764
12.823
12.565
12.813
12.948
13.010
onttrekkingen reserves
-105
-564
0
0
0
0
toevoegingen reserves
183
0
0
0
0
0
5.841
12.259
12.565
12.813
12.948
13.010
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
12.110
12.131
12.141
12.140
49
98
98
98
557
518
440
420
resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid WMO huishoudelijke hulp Transitie WMO Transitie Jeugdzorg Totaal exploitatie
4.2
-151
66
269
352
12.565
12.813
12.948
13.010
Het regelen van vraag naar en aanbod van werk (Werkzaak Rivierenland)
Relevante ontwikkelingen Op 1 januari 2016 gaat Werkzaak Rivierenland echt van start. De verhuizing naar de kantoorlocatie staat gepland voor 1 juli 2016. Wat willen we bereiken? “Werkzaak Rivierenland (in oprichting) brengt alle bestaande gemeentelijke diensten, initiatieven en regionale projecten bij elkaar om de kosten voor de uitvoering zo beperkt mogelijk te houden. Het is belangrijk dat we goede contacten met de lokale en regionale werkgevers behouden en verder uitbouwen. Alleen met voldoende passende arbeidsplaatsen kan het beleid succesvol zijn. “ (Bron: bestuursakkoord 2014-2018)
Kengetallen:
Aantal werkgevers met een succesvolle match (regionaal) Aantal werkgevers met een succesvolle groepsdetachering (regionaal) Besparing op het inkomensdeel (regionaal) door (gedeeltelijke) werkaanvaarding Uitstroom werkzoekenden naar werk Streng aan de poort: voorkomen van instroom door toeleiding naar werk, alternatieve uitkering, afwijzing na fraude enz.
Nulmeting 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
450
500
600
10
25
50
PM € 1,4miljoen € 2,1miljoen 15
15
50% uitkerings aanvragen toegekend
50% uitkerings aanvragen toegekend
Wat gaan we ervoor doen?
4.2.1 De arbeidsmarktregio duurzaam versterken Acties begrotingsjaar: Vanaf 1 januari 2016 is Werkzaak Rivierenland operationeel en is zij voor negen samenwerkende gemeenten de verbindende schakel tussen werkgever en werkzoekend. Per 1 juli 2016 is de kantoorlocatiein Tiel gereed.
23
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
4.2.2 Met minder middelen meer mensen aan werk helpen Acties begrotingsjaar: Wat mag het kosten?
(bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
totaal baten
0
0
0
0
0
0
totaal lasten
2
0
0
0
0
0
saldo van baten en lasten
2
0
0
0
0
0
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
resultaat
2
0
0
0
0
0
totaal baten
-8.026
-3.586
-3.586
-3.586
-3.586
-3.586
totaal lasten
10.591
10.090
9.359
9.058
8.778
8.565
2.563
6.502
5.772
5.471
5.190
4.978
onttrekkingen reserves
0
-173
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
2.563
6.329
5.772
5.471
5.190
4.978
kwijtscheldingen
sociale zaken
saldo van baten en lasten
resultaat Totaal producten totaal baten
-8.026
-3.586
-3.586
-3.586
-3.586
-3.586
totaal lasten
10.593
10.090
9.359
9.058
8.778
8.565
2.565
6.502
5.772
5.471
5.190
4.978
onttrekkingen reserves
0
-173
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
2.565
6.329
5.772
5.471
5.190
4.978
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
5.722
5.421
5.140
4.928
50
50
50
50
5.772
5.471
5.190
4.978
saldo van baten en lasten
resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid BegrotingWerkZaak Totaal exploitatie
24
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
5
P R O G R A M M AV O O R Z I E N I N G E N
De gemeente Zaltbommel biedt haar inwoners voldoende voorzieningen bieden op het gebied van sport, cultuur, welzijn en onderwijs. 5. De inwoners van de gemeente Zaltbommel adequate voorzieningen bieden op het gebied van sport, cultuur, welzijn en onderwijs
5.1 Fysieke voorzieningen op maat in de kernen
5.2 Mogelijkheden creëren om mensen meer met elkaar in contact te brengen
5.3 Alle kinderen in de gemeente Zaltbommel hebben recht op kwalitatief goed onderwijs en maximale persoonlijke ontwikkeling
5.1.1. Verenigingen moeten grotere inzet leveren bij het beheer en onderhoud
5.2.1 Dorpshuizen en wijkcentra nemen een centrale rol in in het dorps- en wijkgericht werken
5.3.1 Realiseren van partnerschap tussen ouder en (voor)school
5.1.2. Toegankelijkheid dorpshuizen voor inwoners blijvend garanderen
5.2.2 Glasvezel is een nutsvoorziening
5.3.2 Partners van brede scholen werken actief samen in de school en samenleving
5.1.3 Handhaving hoogwaardig niveau van onderwijshuisvesting
5.2.3 Verhogen van de sportdeelname van onze inwoners
5.3.3 Kinderen gaan dichtbij huis naar school 5.3.4 Jongeren hebben een goede startpositie in de maatschappij 5.3.5 Kinderopvang maximaal faciliteren
5.1
Fysieke voorzieningen op maat in de kernen
Relevante ontwikkelingen Dorpshuizen Dorpshuisbesturen zijn verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het dorpshuis. Zij zetten zich in voor toegankelijke dorpshuizen waar inwoners zich kunnen vermaken op het gebied van cultuur, kunst, sport en recreatie. Wij ouderhouden contacten met de dorpshuisbesturen over het beheer en de exploitatie van de dorpshuizen. Dit gebeurt op basis van meerjarenovereenkomsten en op basis van meerjarenonderhoudsplanningen. Deze overeenkomsten en planningen bespreken we regelmatig met de besturen en we adviseren de besturen over de uitvoering. Sportaccomodaties • Gymzalen in de kleine kernen: We voeren extra onderhoudswerkzaamheden uit aan de sportaccommodaties in Brakel en Gameren. Hiermee zijn deze accommodaties langer geschikt voor gebruik. • Sporthal De Waluwe: Al langere tijd staat de realisatie van een nieuwe sporthal nabij het Cambium College (locatie DeWaard) in de planning. Omdat ook voor het Gomarus sportgelegenheid gerealiseerd moet worden, starten we met een bestemmingsplan voor Waluwe III waarin we een bouwmogelijkheid opnemen voor de realisatie van een nieuwe sporthal. Tevens leggen we nog een nieuw financierinsgvoorstel voor de sporthal aan u, met daarbij ook een meer concreet voorstel voor omvang en faciliteiten van de sporthal. • Intergemeentelijk zwembad: Eerder heeft u besloten het zwembad Akwamarijn op 31 december 2016 te sluiten. Samen met de gemeente Maasdriel onderzoeken wij of er een nieuw intergemeentelijk zwembad voor de Bommelerwaard kan komen. In 2016 moet het duidelijk worden of het inderdaad tot zo’n intergemeentelijk zwembad komt en zo ja in welk jaar en op welke locatie. De te maken keuzes kunnen aanleiding geven uw besluit over de sluitingsdatum van zwembad Akwamarijn te heroverwegen. 25
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Onderwijshuisvesting • Krimp: Wij verwachten dat het totale leerlingenaantal in Zaltbommel de komende 5 jaren daalt met 9% ten opzichte van het leerlingenaantal van 1 oktober 2014. Op langere termijn is verwachten wij dat de krimp oploopt tot gemiddeld 20% ten opzichte van 2014 (25% kern Zaltbommel, 16% overige kernen). Deze daling van leerlingenaantallen heeft gevolgen voor de omvang en mogelijk het voortbestaan van scholen. Alle scholen worden in meer of mindere mate geconfronteerd met leegstand van de schoolgebouwen. Het is daarom van belang om te anticiperen op het toekomstbestendig maken van het onderwijsaanbod. Daarbij spelen ontwikkelingen op het gebied van passend onderwijs, leefbaarheid, brede school ontwikkeling en regionale samenwerking een rol. In het schooljaar 2015-2016 gaat een procesbegeleider aan de slag om een integraal, toekomstgericht en gedragen Samenwerking- en Voorzieningenplan voor onderwijs en kindvoorzieningen op te stellen. Het wordt een regionaal plan voor de gehele Bommelerwaard. De uitkomsten van dit plan nemen wij mee in het nieuwe Integrale Huisvestingsplan (IHP). Wij streven naar een gezamenlijk op te stellen IHP met de gemeente Maasdriel. • Nevenvestiging Gomarus: Het schoolbestuur van de Gomarus heeft in het voorjaar van 2015 besloten tot een nevenvestiging in Zaltbommel. Gomarus is voortgezet onderwijs op reformatorische grondslag, met een hoofdvestiging in Gorinchem. Voor ongeveer 300 kinderen uit de gemeente Zaltbommel betekent dit dat zij dichter bij huis naar school kunnen. Wij hebben onze medewerking (onder de voorwaarde van doordecentralisatie) toegezegd, maar het wachten is op een wetswijziging die het mogelijk moet maken een nevenvestiging te openen in een andere regio dan de regio van de hoofdvestiging. Het risico dat deze wijziging niet door zal gaan is klein. Dit is één van de maatregelen die voorgesteld wordt om beter in te kunnen spelen op de (landelijke) krimp van de leerlingenaantallen. Gomarus verwacht in 2017 of 2018 de deuren te kunnen openen. Gomarus wil zich graag vestigen op de huidige locatie van voetbalvereniging Nivo-Sparta. Hiervoor moeten wij het bestemmingsplan wijzigen. • Overige onderwijshuisvestingszaken: Wij zijn met de schoolbesturen van de speciale basisschool de Toermalijn en praktijkschool de Brug in overleg over vervangende huisvesting. Het huidige pand heeft hoge onderhoudslasten en een forse leegstand. Daarnaast is er de behoefte om zelfstandig gepositioneerde scholen te zijn en men kan niet voldoen aan de gewenste veiligheidseisen. Wij onderzoeken momenteel de mogelijkheden van huisvesting binnen de brede school Zandkampen voor de Toermalijn. Voor de Brug onderzoeken we of er mogelijkheden tot samenwerking zijn met nieuwbouw voor de Gomarus. Wat willen we bereiken? Kengetallen: Nulmeting 2014 Oordeel burgers over sportvoorzieningen
7,1 (2012)
Oordeel burgers over welzijnsvoorzieningen (zoals buurthuis of jongerencentrum)
5,3 (2012)
Oordeel burgers over culturele voorzieningen
6,5 (2012)
Oordeel burgers over basisscholen
7,8 (2012)
Afstand tot basisonderwijs (gem.0,6) Afstand tot voortgezet onderwijs (gem.2,3)
Ambitie 2016
Ambitie 2018
8,00
,60
,60
,60
3,20
3,00
2,80
Kindplaatsen Kinderopvang
Wat gaan we ervoor doen? Operationele doelstelling onderwijshuisvesting: Het zorgen voor adequate en voldoende huisvesting inclusief inventaris (onderwijsleerpakketten en meubilair) Wij overleggen met schoolbesturen en overige partners om de huisvesting van de scholen in onze gemeente zo goed mogelijk te regelen.
26
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
5.1.1 Handhavinghoogwaardig niveau van onderwijshuisvesting Acties begrotingsjaar: • In 2016 werken we het bestemmingsplan Waluwe III uit voor een nieuwe sporthal en huisvesting van Gomarus. • In 2016 stellen we met de gemeente Maasdriel een gezamenlijk integraal huisvestingsplan (IHP) op. • In 2016 onderzoeken we de mogelijkheden van vervangende nieuwbouw voor de praktijkschool De Brug. Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
huisvesting onderwijs totaal baten
-324
-200
-204
-204
-204
-204
totaal lasten
3.325
3.395
2.339
2.350
2.346
2.352
saldo van baten en lasten
3.000
3.195
2.134
2.145
2.141
2.147
-12
-764
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.987
2.429
2.134
2.145
2.141
2.147
totaal baten
-600
-1.515
-437
-437
-437
-437
totaal lasten
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat vastgoed
1.399
2.586
902
869
846
843
saldo van baten en lasten
799
1.070
464
431
408
405
onttrekkingen reserves
-69
-1.217
-49
-19
0
0
0
710
0
0
0
0
728
562
414
411
408
405
totaal baten
-924
-1.715
-642
-642
-642
-642
totaal lasten
4.724
5.981
3.241
3.219
3.192
3.195
saldo van baten en lasten
3.799
4.265
2.598
2.576
2.549
2.552
-82
-1.982
-49
-19
0
0
0
710
0
0
0
0
3.715
2.992
2.549
2.556
2.549
2.552
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
2.549
2.519
2.476
2.446
50
20 73
106
2.549
2.552
toevoegingen reserves resultaat Totaal producten
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid Incidentele lasten - Exploitatie pand Van Heemstraweg 9 - Stelpost vervangingsinvesteringen onderwijshuisvesting
37
Incidentele baten - Bijdrage ABR exploitatie Van Heemstraweg 9 Totaal exploitatie
-50
-20
2.549
2.556
Investeringen Onderwijshuisvesting
500
500
500
500
Totaal kapitaal
500
500
500
500
27
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
5.2
Mogelijkheden creëren om mensen meer met elkaar in contact tebrengen
Relevante ontwikkelingen Breedband Het Algemeen Bestuur van de Regio Rivierenland gaf in juni 2015 groen licht voor het invullen van fase 4 en 5 van het breedbandproject. Wij verwachten dat gemeenten aan deze fases vooralsnog voor het algemeen traject niet financieel hoeven bij te dragen. Indien (in een later stadium) dit toch noodzakelijk blijkt te zijn, overleggen wij met u. Deze kwestie is ook afhankelijk van de te kiezen oplossingsrichting. Deze keuze wordt in fase 4 gemaakt. Voor 2016 is een voortzetting van fase 4 gepland onder regie van de Regio. Deze fase is begonnen in de tweede helft van 2015. De actiepunten voor deze fase zijn: • Keuze(s) maken voor businessmodellen zoals verwoord in fase 3; • Voorbereiding van de aanleg; • Het oprichten en inrichtingen van een programmabureau die belast is met de kerntaken organisatie, procesmanagement, aanbestedingen en communicatie. Voor 2016 verwachten de Regio en wij tevens de aanvang van fase 5, oftewel de realisatiefase. Hierin staan de volgende actiepunten centraal: • Vraagbundeling; • Draagvlakcreatie; • Projectmanagement; • Aanleg. Het streven is om in 2018 een gemeentebreed breedbandnetwerk aangelegd te hebben in de gehele regio. Daarmee breekt tevens fase 6 aan, de exploitatiefase. Sport en bewegen De combinatiefunctionarissen laten kinderen kennis maken met diverse vormen van sport en maken hen enthousiast voor sport en bewegen. De buurtsportcoach sport in kernen en wijken met jongeren en 55+ers. Enthousiastelingen en talenten begeleiden zij naar verenigingen. We stimuleren sportverenigingen door ledenwervingsactiviteiten en activiteiten die sportdeelname stimuleren te subsidieren. Wat willen we bereiken? Kengetallen:
Een gemeentebreed breedbandnetwerk
Nulmeting 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
N.v.t.
realisatie fase
gemeentebreed
4,50
5
5,50
Aantal glasvezelaansluitingen Aantal fte combinatiefunctionarissen/buurtsportcoach Sportdeelname inwoners 18-65 jaar volgens RSO-norm
66.3% (2013)
70
Aantal lidmaatschappen sportverenigingen 18-65 jaar
42,8% (2013)
46
Percentage inwoners dat voldoet aan Nederlandse Norm Gezond bewegen
47,5
50
Percentage inwoners dat voldoet aan de Fitnorm
34,5
37
Percentage inwoners dat voldoet aan de Combinorm
60,9
64
28
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat gaan we ervoor doen?
5.2.1 Glasvezel is een nutsvoorziening Acties begrotingsjaar • Voor het verder invullen van het regionale breedbandproject zet in 2016 fase 4 (keuze businessmodel en projectvoorbereiding) voort en start fase 5 (de realisatie). Wij verwachten dat de gemeenten hier (vooralsnog) financieel niet in hoeven bij te dragen. Of dat het geval wordt is mede afhankelijk van het businessmodel dat we in fase 4 kiezen.
5.2.2 Verhogen van de sportdeelname van onze inwoners Acties begrotingsjaar: • In 2016 zijn meer scholen, sportverenigingen en culturele instellingen aangesloten bij het netwerk van Spel& (combinatiefuncties). Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
cultuur totaal baten
-93
-38
-38
-45
-45
-45
totaal lasten
1.475
1.253
1.207
1.206
1.205
1.198
saldo van baten en lasten
1.381
1.214
1.168
1.160
1.159
1.152
onttrekkingen reserves
0
-48
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
1.381
1.165
1.168
1.160
1.159
1.152
totaal baten
-215
-2.001
-209
-208
-207
-206
totaal lasten
1.834
2.682
1.354
1.283
1.244
1.235
saldo van baten en lasten
1.618
680
1.144
1.073
1.036
1.028
-648
-1.585
-173
0
0
0
0
2.793
0
0
0
0
969
1.886
971
1.073
1.036
1.028
totaal baten
-309
-2.040
-249
-254
-253
-252
totaal lasten
3.309
3.935
2.561
2.489
2.449
2.432
saldo van baten en lasten
2.999
1.894
2.312
2.234
2.195
2.179
-648
-1.635
-173
0
0
0
0
2.793
0
0
0
0
2.350
3.052
2.138
2.234
2.195
2.179
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
2.138
2.284
2.257
2.303
- Stelpost binnensport
-117
-117
-117
- Nieuwbouw sporthal
55
55
55
- Inspectie sportvelden
12 2.195
2.179
resultaat sport
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat Totaal producten
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid Incidentele lasten
Totaal exploitatie
2.138
Investeringen - Nieuwbouw sporthal
1.221
Totaal kapitaal
1.221
29
2.234
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
5.3
Alle kinderen in de gemeente Zaltbommel hebben recht op kwalitatief goed onderwijs en maximale persoonlijke ontwikkeling
Relevante ontwikkelingen Harmonisatie peuterspeelzalen enkinderopvang Op 1-1-2018 verdwijnt wettelijk gezien het onderscheid tussen peuterspeelzalen en kinderopvang. Er komt één financieringsstructuur voor werkende ouders. Zij kunnen straks kinderopvangtoeslag aanvragen voor opvang in een voorziening naar keuze. Vanwege het onderbrengen van peuterspeelzalen onder de kinderopvangtoeslag stopt het Rijk de decentralisatieuitkering in het kader van de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (wet OKE). Wij bereiden deze transitie voor samen met peuterspeelzalen, kinderopvang, voorscholen en basisscholen. We ontwikkelen een gedragen toekomstbestendige financieringssystematiek voor kwalitatief goed gemeentebreed bereikbaar Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE aanbod) en regulier peuteraanbod. Wat willen we bereiken? Kengetallen:
Percentage VVE peuters dat gebruik maakt van het VVE aanbod
Nultelling 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
93
95
100
Percentage VVE peuters dat in de voorschoolse periode een leeftijdsadequate groei heeft doorgemaakt
n.n.b.
75
80
Percentage VVE kinderen dat eind groep 2 een leeftijdsadequate groei heeft doorgemaakt
n.n.b.
75
80
Wat gaan we ervoor doen? Operationeledoelstelling • Bestrijden onderwijsachterstanden Wij richten ons op preventie en investeren in voor- en vroegschoolse educatie (VVE) om achterstanden in te lopen en te voorkomen. • Professionalisering voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Wij faciliteren het opleiden en begeleiden van pedagogisch medewerkers van VVE, met als resultaat dat alle medewerkers voldoen aan het referentieniveau voor de Nederlandse taal. • Stimuleren brede schoolontwikkeling Wij stimuleren partners van brede scholen samen plannen te ontwikkelen en uit te voeren vanuit de eigen visie. De plannen zijn gericht op mogelijkheden en kansen voor kinderen op een gezonde, positieve opvoeding, een succesvolle schoolloopbaan, op talentontwikkeling en het actief participeren in school en de samenleving • Tegengaan Voortijdig Schoolverlaten (VSV) Wij monitoren VSV in onze gemeente en stimuleren het Cambium College en praktijkschool de Brug extra in te zetten op het voorkomen van VSV en op het verlenen van nazorg. • Stimuleren ouderbetrokkenheid Wij stimuleren (voor)scholen plannen te ontwikkelen en uit te voeren vanuit de eigen visie op educatief partnerschap van ouders die aansluiten bij de behoeften van de leerlingen- en ouderpopulatie.
5.3.1 Realiserenvan partnerschap tussen ouder en (voor)school, meteen gunstig effect op de (onderwijs)ontwikkeling van het kind Acties begrotingsjaar: • In het najaar van 2015 komen wij met een voorstel waaruit acties voor 2016 voortkomen.
30
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
5.3.2 Kinderopvang maximaal faciliteren Acties: • In 2016 ontwikkelen wij een nieuwe financieringssystematiek voor toekomstbestendig peuteraanbod. Wat mag het kosten? Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
(bedragen x € 1.000) leerlingenvervoer totaal baten
-1
-6
-6
-6
-6
-6
totaal lasten
682
674
640
640
640
640
saldo van baten en lasten
680
668
633
633
633
633
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
680
668
633
633
633
633
totaal baten
-931
-1.015
-628
-631
-631
-631
totaal lasten
1.949
2.290
1.641
1.640
1.640
1.640
saldo van baten en lasten
1.017
1.274
1.012
1.009
1.008
1.008
-46
-233
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
970
1.040
1.012
1.009
1.008
1.008
totaal baten
-933
-1.021
-635
-637
-637
-637
totaal lasten
2.631
2.964
2.281
2.280
2.280
2.279
saldo van baten en lasten
1.697
1.942
1.645
1.642
1.642
1.641
-46
-233
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.650
1.707
1.645
1.642
1.642
1.641
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Bestaand beleid
1.645
1.642
1.642
1.641
Totaal exploitatie
1.645
1.642
1.642
1.641
resultaat educatie
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat Totaal producten
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000)
31
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
6
PROGRAMMAMILIEU EN ECONOMIE
“De gemeente Zaltbommel creëert de juiste omgeving waarin maximaal nut van de beschikbare energie wordt gemaakt, werkgelegenheid is geborgd en ruimte voor nieuwe initiatieven wordt gestimuleerd.” (Bron: Bestuursakkoord 2014-2018) 6. De gemeente Zaltbommel werkt met oog voor de toekomst
6.1 Onderweg naar een duurzame gemeente
6.2 Borgen van werkgelegenheid
6.1.1. Lokaal opwekken van duurzame energie mogelijk maken
6.2.1 Versterken vestigingsklimaat bedrijven
6.1.2. Anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering
6.2.2 Stimuleren ontwikkeling recreatieve sector
6.1.3 Zorgen voor de kwaliteit van het (leef )milieu
6.1
Onderweg naar een duurzame gemeente
Relevante ontwikkelingen In de Voorjaarsnota 2016 heeft u extra budget beschikbaar gesteld voor Milieu, met als doel om in 2020 16% van het energieverbruik duurzaam en lokaal op te wekken. Om deze doelstelling te halen benaderen wij zowel burgers als het bedrijfsleven. Ons speerpunt hierbij is het benaderen van het bedrijfsleven, omdat in deze sector grote kansen liggen. Uiteraard geven we, naast het duurzaam opwekken van energie, ook extra aandacht aan hoe burgers en bedrijven energie kunnen besparen. Op rijksniveau vindt in 2016 besluitvorming plaats over het Deltaprogramma. Hierin worden de opgaven voor de hoogwaterveiligheid nader uitgewerkt. Hieruit vloeien projecten voort, die invloed hebben op het grondgebied van de gemeente Zaltbommel. Wat willen we bereiken? Inwoners en bedrijven pakken een actieve rol in het lokaal opwekken van duurzame energie. We stimuleren en faciliteren (bijvoorbeeld planologisch) dit. Onze doelstelling is om in 2020 16% duurzaam lokaal opgewekte energie te gebruiken. Wij werken aan de nodige projecten mee om in de toekomst de hoogwaterveiligheid te garanderen. We voeren projecten uit om het woon- en leefmilieu te versterken. Kengetallen:
Percentage duurzaam lokaal opgewekte energie binnen Zaltbommel (cijfer o.a. Energie in Beeld) Opwek zonnepanelen binnen Zaltbommel door huishoudens en bedrijven (cijfer Energie in Beeld)
Nulteling 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
1,77
2,28
3,56
2,6 mln kWh 3,7 mln kWh 4,7 mln kWh
Totaal aantal oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte Totaal aantal verstrekte duurzaamheidsleningen Aantal verduurzaamde huurwoningen
32
3
5
7
25
50
100
180
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat gaan we ervoor doen?
6.1.1 Lokaal opwekken van duurzame energie mogelijk maken. Acties begrotingsjaar: • Uiterlijk begin 2016 is er duidelijkheid over de maatschappelijke discussie over lokaal opgewekte energie. Deze discussie moet input leveren voor besluitvorming over het wel of niet inzetten van windenergie omonze duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken. • In 2016 gaan we in combinatie met een marktpartij verder met het mogelijk maken van Solarpark Ketelsteeg. • In 2016 voeren we projecten uit voor het duurzaam opwekken van energie door zowel burgers als bedrijven. Speerpunt hierbij is om in samenwerking met het parkmanagement van De Wildeman concrete projecten uit te voeren.
6.1.2 Anticiperenop de gevolgen van klimaatverandering. Acties begrotingsjaar: • We participeren in 2016 in het voorbereidingstraject voor de uitvoering van de maatregelen uit de Structuurvisie WaalWeelde West. In de structuurvisie, die op 2 juli 2015 is vastgesteld, is een gefaseerd uitvoeringsprogramma opgenomen. Dit programma bevat maatregelen op het gebied van rivierverruiming en ruimtelijke kwaliteit (natuur, recreatie en toerisme) en enkele ‘rode ontwikkelingen’; • We participeren in 2016 in het (rijks)proces van het Deltaprogramma. Hierin worden de opgaven voor de hoogwaterveiligheid nader uitgewerkt. Een onderdeel hiervan is een definitieve keuze voor de maatregelenbij Brakel (keuze voor een maatregelenpakket met of zonder dijkteruglegging). • In het Hoogwaterbeschermingprogramma (HWBP) is een programma voor dijkversterking voor onder andere piping. Een klein dijktraject (1,0 km) in Gameren is in de programmering als pilot naar vorengeschoven. De planvoorbereiding staat gepland in 2016 en de uitvoering in 2017. De overige dijktrajecten zijn na 2030 geprogrammeerd. • We leggen in 2016 een waterberging aan in Brakel voor de opvang van overtollig regenwater. • We leggen in 2016 een gescheiden rioolstelsel aan in de wijk De Vergt. Hiermee voeren we regenwater apart af en lozen we minder vuilwater op open water. • We herberekenen in 2016 alle rioolstelsels. Hierbij passen we ter controle zwaardere scenario’s toe zodat we waar mogelijk overlast voorkomen.
6.1.3 Zorgen voor de kwaliteit van het (leef )milieu. Acties begrotingsjaar: • In 2016 voeren we diverse projecten uit zoals verwoord in het Natuur, Landschap en Milieu (NLM) 2015. Dit omvat onder meer het ondersteunen van diverse educatieve projecten, zoals Boerderijeducatie Rivierenland en NME, maar ook diverse natuur- en waterstaatkundige projecten, het restaureren van het Mansvelder gemaal, het herstellen van de wielen, het ontwikkelen van de batterijen bij Poederoijen en Brakel en Levend Landschapprojecten in Bruchem, Brakel en Poederoijen. Daarnaast brengen we verbeteringen aan in de waterhuishouding, stellen we een explosievenkansenkaart op en stimuleren we verdergaande afval verwerking. Bovendien doen wij mee aan diverse kortdurende evenementen zoals de Week van Nederland Schoon en de Nationale Boomfeestdag. • Met de huidige technieken is het mogelijk een huis zo te bouwen of verbouwen dat het (minimaal) zoveel energie opwekt als het verbruikt. Zulke energieneutrale woningen hebben geen of een zeer lage energie rekening en kunnen voor veel wooncomfort zorgen. Per 1 januari 2015 heeft het ministerie van BZK de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) aangescherpt van 0,6 naar 0,4 voor de bouw van nieuwe woningen. Doelstelling is om in 2020 naar een EPC van 0 te gaan. De komende vier jaren kijken wij samen met ontwikkelaars en woningcorporaties of we bij nieuwe initiatieven al deze energienota-neutrale woningen kunnen realiseren.
33
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
totaal baten
-2.466
-1.830
-1.880
-1.944
-1.999
-2.044
totaal lasten
milieu 2.577
2.410
2.620
2.609
2.654
2.690
saldo van baten en lasten
110
579
739
664
654
645
onttrekkingen reserves
-70
-99
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
40
480
739
664
654
645
totaal baten
-2.466
-1.830
-1.880
-1.944
-1.999
-2.044
totaal lasten
2.577
2.410
2.620
2.609
2.654
2.690
saldo van baten en lasten
110
579
739
664
654
645
onttrekkingen reserves
-70
-99
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
40
480
739
664
654
645
toevoegingen reserves resultaat Totaal producten
toevoegingen reserves resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid
Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 679
664
654
645
664
654
645
Incidentele lasten ODR formatiebodem Totaal exploitatie
34
60 739
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
6.2
Borgen van werkgelegenheid
Relevante ontwikkelingen Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat het aantal arbeidsplaatsen binnen de gemeente minimaal gelijk blijft en binnen de vrijetijdssector verdubbelt. Wij treden hierin op als katalysator. We zoeken actief naar ondernemers en bevorderen het vestigingsklimaat door het imago van de gemeente verder te versterken. Verder ondersteunen we initiatieven van (maatschappelijke) partners en investeren we in de benodigde infrastructuur. Overigens zijn we hierbij afhankelijk van diverse externe factoren. Kengetallen:
Aantal arbeidsplaatsen binnen de vrijetijdssector (bron: Monitor vrijetijdseconomie) Aantal arbeidsplaatsen binnen de gemeente (bron: PWE Provinciale Werkgelegenheids Enquete) Landelijke ranking Logistieke Hotspot Rivierenland (bron: Logistiek magazine)
Nulteling 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
279 (2011) fte
meting 2015
> 279 fte
14.230
>14.230
>14.230
14
5
3
110.000
> 110.000
> 110.000
Bezoekersaantallen TRIP
5.416
5.500
5.500
Bezoekersaantallen Stadskasteel
6.421
6.500
6.500
Overzettingen veer Nederhemert
16.141
16.150
16.150
Bezoekersaantallen Slot Loevestein
Bestedingen (miljoen € ) (bron:Monitor vrijetijdseconomie)
20,1 (2011)
meting 2015
>20,1
Dagtoeristische bezoeken (bron: Monitor vrijetijdseconomie)
520.851 (2011)
meting 2015
> 520.851
Aantal zakelijke bezoekers (bron: Monitor vrijetijdseconomie)
93.281 (2011)
meting 2015
> 93.281
Aantal overnachtingen (bron: Monitor vrijetijdseconomie)
52.826 (2011)
meting 2015
> 52.826
Wat gaan we ervoor doen?
6.2.1 Versterken vestigingsklimaat bedrijven Acties begrotingsjaar: • In 2016 krijgt de regionale samenwerking nog meer vorm. Vanuit het Regionaal Acquisitiepunt wordt nagedacht over de vorming van een Regionaal Ontwikkelbedrijf. Het jaar 2016 wordt gebruikt om regionaal draagvlak te creëren. • Eind 2015 wordt naar verwachting de herijking van het Regionale Programma Bedrijventerreinen vastgesteld. Daarna doorlopen wij in 2016 de planologische procedure voor de ontwikkeling van De Wildeman II.
6.2.2 Stimuleren ontwikkeling recreatieve sector Acties begrotingsjaar: • Wij voeren het actieplan Verleiding - ruimte voor vrijetijdseconomie uit. In 2016 laten we een onderzoek doen naar een Watercampus en faciliteren we partners bij het uitvoeren van de overige projecten.
35
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
totaal baten
-30
-34
-34
-34
-34
-34
totaal lasten
107
90
64
46
46
46
76
55
29
11
11
11
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
76
55
29
11
11
11
markten
saldo van baten en lasten
resultaat recreatie en toerisme totaal baten
-25
-10
-11
-11
-11
-11
totaal lasten
169
205
147
147
147
147
saldo van baten en lasten
143
194
136
136
136
136
onttrekkingen reserves
-11
-19
0
0
0
0
9
0
0
0
0
0
140
174
136
136
136
136
totaal baten
-89
-126
-136
-136
-136
-136
totaal lasten
201
174
119
89
87
87
saldo van baten en lasten
toevoegingen reserves resultaat economische ontwikkeling
111
47
-17
-47
-49
-49
onttrekkingen reserves
-6
-29
-29
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
104
17
-47
-47
-49
-49
totaal baten
-146
-172
-183
-183
-183
-183
totaal lasten
477
469
331
283
281
281
saldo van baten en lasten
330
296
147
99
97
97
onttrekkingen reserves
-18
-49
-29
0
0
0
9
0
0
0
0
0
320
246
117
99
97
97
resultaat Totaal producten
toevoegingen reserves resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid
Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 115
97
97
97
97
97
Incidentele lasten Kopgroep binnenstad Logistieke Hotspot Rivierenland
30 2
2
Incidentele baten Bijdrage ABR Kopgroep binnenstad
-30
Totaal exploitatie
117
36
99
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
7 . P R O G R A M M A B E S T U U R E N O R G A N I S AT I E De gemeente gaat mee in de voordurend veranderende maatschappij en richt haar bedrijfsvoering hierop in.
7. De gemeente Zaltbommel gaat mee in de voortdurend veranderende maatschappij en richt haar bedrijfsvoering hierop in
7.1 Dichter bij de burger
7.2 Efficiënte interne organisatie
7.1.1. Gebiedsgericht werken
7.2.1 Evenwichtig financieel beleid voeren
7.1.2. Verbinden met burgers
7.2.2 Samenwerking en uitplaatsing van taken
7.2.3 Verbeteren dienstverlening
7.1
Dichter bij de burger
Relevante ontwikkelingen De burger is de maatschappij. Wij geloven dat de kracht zit in de lokale samenleving. De burger maakt en kent zijn omgeving als beste. Alles wat we doen, doen we voor de burger en voor de maatschappij. De manier waarop we dat doen is door te denken in oplossingen en de burger actief te benaderen in alles wat we doen. We zijn een gemeente die zijn inwoner faciliteert en zorgt voor ondersteunde producten en diensten. In 2015 stelde de organisatie haar visie vanuit deze gedachte als volgt vast: “De gemeente draagt bij aan een plezierige en veilige leef-, woon- en werkomgeving”. De basis voor deze visie ligt in het bestuursakkoord ‘Dichter bij de burger’. Samen werken aan de omgeving De gedachte achter de visie is dat de gemeente samen met haar inwoners verantwoordelijk is voor een prettige en veilige omgeving. Wij verwachten van de samenleving een actieve rol bij de invulling en uitvoering van vele taken en activiteiten die de overheid voorheen uitvoerde en regelde. De leidende principes die bij de deze visie horen, verwoordden wij daarom als volgt: • Dichter bij de burger, • De burger weet zelf wat goed voor hem is, • Elke stem mag gehoord worden, • Met respect voor ieders inbreng. • De gemeente is samen met de inwoners c.q. ondernemers aan zet, • We hanteren een flexibele werkwijze, • Zo eenvoudig mogelijk. Werken volgens de bedoeling Sinds 2014 werkt de organisatie vanuit de bedoeling. Onze systemen zijn niet leidend, maar de klantvraag is ons vertrekpunt. Vanuit de bedoeling hebben wij veel aandacht voor de leefwereld en de omgeving. Wij stimuleren de zelfredzaamheid van burgers én van medewerkers. Mensen presteren veel beter wanneer ze zich betrokken en verantwoordelijk voelen. De systeemwereld is niet complex, maar slechts eenvoudig en ondersteunend. De systemen blijven hierdoor een middel en worden geen doel op zich. Vanuit deze gedachte benaderen wij al onze vraagstukken,zoals ook het wijk- en dorpsgericht werken, de drie transities etc.
37
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Zijn waar de burger is We zijn meer en meer in gesprek met burgers. Burgers hebben hoge verwachtingen van ons op het gebied van transparantie en reactiesnelheid. Tegelijk is de aandacht die wij krijgen van burgers kort en vluchtig. Willen wij de burgers (blijven) bereiken, dan doen we dat kort, helder en – bij voorkeur – visueel. Daarbij komen wij met een heldere vraag. Wij zorgen voor aansluiting door letterlijk en figuurlijk actief naar de burger toe te gaan. Wat willen we bereiken? De gemeente staat dicht bij de inwoners en is herkenbaar. Samen met onze inwoners dragen wij zorgen voor onze maatschappij. Kengetallen: Nulteling 2014
Ambitie 2016
Ambitie 2018
Inwoners zijn bekend met de Wel een van gehoord : 67% gebiedsgerichte (of dorps- en Zeer bekend: 21% wijkgerichte aanpak
Wel een van gehoord: 70% Zeer bekend: 23%
Wel een van gehoord: 75% Zeer bekend: 25%
Inwoners zijn tevreden over de gebiedsgerichte (of dorps- en wijkgerichte) aanpak
6.3
65
6.1
Wat gaan we ervoor doen?
7.1.1 Gebiedsgericht werken Wij gaan de slag met gebiedsgericht werken als doorontwikkeling en verdere verdieping van dorps- en wijkgericht werken. Dit doen wij samen met u, de dorps- en wijkplatforms, de dorps- en wijkcoördinatoren en de medewerkers. Afhankelijk van de op te pakken projecten of initiatieven nemen ook andere organisaties deel in het gebiedsgericht werken (zoals welzijnsinstelling, woningcorporatie e.d.). Acties begrotingsjaar: • In samenwerking met u, de dorps- en wijkplatforms en de dorps- en wijkcoordinatoren voeren wij het visiedocument gebiedsgericht werken (dat vermoedelijk in het najaar 2015 is vastgesteld) uit.
7.1.2 Verbinden met burgers Wij staan in verbinding met onze burgers. Samen zorgen we voor een prettige en veilige woon-, werk- en leefomgeving. Wij gaan uit van de kracht van de maatschappij en wij zijn ingericht en afgestemd op de behoefte van de burger. Wij werken actief samen met burgers en organisaties, op diverse locaties; ook buiten de gangbare kantoortijden. Acties begrotingsjaar: • We richten in 2015 en in 2016 burgerpanels op waar gemeente en burgers elkaar ontmoeten om meningen te delen, behoeftes te peilen, wensen te inventarisen en verwachtingen in kaart te brengen. • We bevinden ons nog meer op sociale media waar burgers met elkaar en met ons het gesprek voeren. • De sociale media zijn voor ons niet alleen een trefpunt, maar wij zien de sociale media ook als belangrijk instrument om analyses te maken van de omgeving en te kijken en luisteren naar wat er speelt. • Wij sluiten aan bij de snelheid van de communicerende samenleving en gebruiken dezelfde communicatiemiddelen en taal als onze burgers. Beeldcommunicatie krijgt daardoor een grotere rol in onze communicatiemix. • Wij spreken dezelfde taal als onze burgers, zodat we nog beter met elkaar in verbinding staan. In 2015 en 2016 verbeteren wij de schrijfkwaliteit van onze brieven, online communicatie en overige teksten.
38
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat mag het kosten? Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
(bedragen x € 1.000) algemeen bestuur totaal baten
0
0
0
0
0
0
totaal lasten
901
881
609
603
602
607
saldo van baten en lasten
901
881
609
603
602
607
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
901
881
609
603
602
607
totaal baten
0
-19
-19
-19
-19
-19
totaal lasten
2.271
1.716
6.119
6.119
6.119
6.119
saldo van baten en lasten
2.270
1.696
6.099
6.099
6.099
6.099
-486
-44
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.783
1.650
6.099
6.099
6.099
6.099
resultaat dagelijks bestuur
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat Totaal producten totaal baten
0
-19
-19
-19
-19
-19
totaal lasten
3.172
2.597
6.727
6.722
6.721
6.726
saldo van baten en lasten
3.172
2.577
6.707
6.702
6.701
6.706
-486
-44
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.684
2.531
6.707
6.702
6.701
6.706
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
6.702
6.702
6.701
6.701
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat
Specificatie: (bedragen x 1.000) Bestaand beleid Incidentele lasten Vervanging encoder raadszaal
5
Incidentele baten Encoder raadszaal Totaal exploitatie
7.2
5 6.707
6.702
Efficiënte interne organisatie
Relevante ontwikkelingen Wat willen we bereiken? We geven richting aan onze koers Dichter bij de burger. Dit doen we onder andere door: • het vergroten van de toegankelijkheid van onze website • onderzoek te verrichten naar verruiming van de fysieke openingstijden • onderhoud te plegen aan onze telefonische bereikbaarheid • kostprijzen van leges te acualisere • de klanttevredenheid te onderzoeken • mee te doen aan jaarlijks audits • afstemming met gemeente Maasdriel te zoeken
39
6.701
6.706
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Kengetallen: Nultelling 2014
Ambitie 2016
Gemiddelde wachttijd fysiek product Publiekszaken norm 15 min
3,26 min
3,25 min
3,25 min
Gemiddelde transactietijd fysiek product Publiekszaken
5,31 min
5,30 min
5,30 min
• 0,0 • 0,6 • 0,3
• 0,0 • 0,5 • 0,2
• 0,0 • 0,4 • 0,2
19 seconden • 88 • 100 26 seconden
19 seconden • 90 • 100 25 seconden
19 seconden • 90 • 100 25 seconden
• 31,9 • 0,35
• 30 • 0,3
• 30 • 0.3
Inhoudelijke kwaliteit bestand Basisregistratie Personen (BRP): • Klasse A gegeven max 1 foutmarge • Klasse B gegeven max 5 foutmarge • Klasse C gegeven max 10 foutmarge Telefonische bereikbaarheid: Gemiddelde snelheid beantwoording norm 30 seconden Beantwoorde gesprekken =<30 sec norm 90 Correcte meldteksten norm 90 Gemiddelde doorverbindtijd norm 30 seconden Kwaliteit beschikkingen OZB % WOZ-objecten waarvoor het bezwaar is gehonoreerd t.o.v. aantal WOZ - objectenonder bezwaar. norm <50 % WOZ-objecten waarvoor het bezwaar is gehonoreerd t.o.v. totaal aantal WOZ - objecten norm < 2%
Ambitie 2018
Wat gaan we ervoor doen?
7.2.1 Evenwichtig financieel beleid voeren Wij zetten nadrukkelijk in op het behoud van de huidige gezonde financiële posities zonder risico’s. In het financieel beheer geven wij extra aandacht aan de vermogenspositie van de gemeente. Ons doel is het risicoprofiel van de gemeente op langere termijn nog beter te maken. Acties begrotingsjaar: • Verminderen van activa / verlagen van de grondposities.
7.2.2 Samenwerking en uitplaatsing van taken Wij gaan op zoek naar de meest effectieve samenwerkingsverbanden. Samenwerking binnen de Regio Rivierenland en andere verbonden partijen is onverminderd van belang. U stelde samen met de gemeenteraad van Maasdriel in het bijzonder in juli 2015 het plan van aanpak Samenwerking Bommelwaard vast. Hierbij besloot u om op strategisch, tactisch en operationeel niveau intensiever samen te werken. Acties begrotingsjaar: • Het gezamenlijk vormgeven van beleid en uitvoering op het niveau van de Bommelerwaard, tenzij gemotiveerd wordt afgeweken. • Vanuit Bommelwaards perspectief strategische en tactische opgaven oppakken. • Samenvoeging van de kavels P&O, Financiën, I&A en Juridische zaken in een bedrijfsvoeringseenheid.
7.2.3 Verbeteren dienstverlening De gemeente Zaltbommel is een servicegerichte organisatie die in oplossingen denkt. Onze dienstverlening kenmerkt zich enerzijds door persoonlijk contact en anderzijds door de groei van digitale mogelijkheden. Burgers kunnen zelf kiezen op welke manier zij contact met ons opnemen. Ons streven is onze dienst verlening aan onze inwoners beter, robuuster en goedkoper te maken. Acties begrotingsjaar: • Vergroten aantal digitaal aan te vragen producten. We richten onze acties op het vergroten van het gebruik van bestaande digitale producten. Daarnaast breiden we het aantal beschikbare digitale producten uit. We volgen hierbij de landelijke ontwikkelingen van het Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten (KING). • Verbeteren dienstverlening aan bedrijven. De aandachtspunten uit eerder gedane onderzoeken pakken wij op en zetten we om in een concreet actieplan. 40
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
communicatie en dienstverlening totaal baten
0
0
0
0
0
0
totaal lasten
485
836
33
33
33
28
saldo van baten en lasten
485
836
33
33
33
28
onttrekkingen reserves
-42
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
442
836
33
33
33
28
totaal baten
-448
-416
-416
-416
-416
-416
totaal lasten
1.049
901
902
939
931
939
600
484
485
522
514
522
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
600
484
485
522
514
522
toevoegingen reserves resultaat burgerzaken
saldo van baten en lasten
resultaat wet waardering onr. zaken totaal baten
0
-39
-39
-39
-39
-39
totaal lasten
376
368
234
234
234
234
saldo van baten en lasten
376
328
194
194
194
194
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
376
328
194
194
194
194
resultaat financiele budgetcyclus totaal baten
-0
0
0
0
0
0
totaal lasten
192
221
5
5
5
5
saldo van baten en lasten
191
221
5
5
5
5
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
191
221
5
5
5
5
resultaat ksb3 totaal baten
-1.153
-813
0
0
0
0
totaal lasten
1.324
1.055
41
41
41
41
saldo van baten en lasten
170
240
41
41
41
41
onttrekkingen reserves
-90
-168
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
78
71
41
41
41
41
totaal baten
0
0
0
0
0
0
totaal lasten
6
3
2
2
2
2
saldo van baten en lasten
6
3
2
2
2
2
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
resultaat
6
3
2
2
2
2
toevoegingen reserves resultaat regiocontract
41
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
(bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
totaal baten
-762
-512
-512
-512
-512
-512
totaal lasten
851
736
275
275
340
340
88
224
-236
-236
-172
-172
onttrekkingen reserves
0
0
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
0
0
0
0
0
88
224
-236
-236
-172
-172
totaal baten
-2.367
-1.783
-969
-969
-969
-969
totaal lasten
4.284
4.120
1.491
1.528
1.585
1.588
saldo van baten en lasten
1.916
2.336
522
559
615
619
-133
-168
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.781
2.167
522
559
615
619
service level agreements (sla’s)
saldo van baten en lasten
resultaat Totaal producten
onttrekkingen reserves toevoegingen reserves resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000)
Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Begroting 2019
Bestaand beleid
522
559
615
619
Totaal exploitatie
522
559
615
619
42
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
FINANCIËN
43
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
8
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
8.1
Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Algemene dekkingsmiddelen zijn gemeentelijke inkomsten die vrij besteedbaar en dus bestuurlijk afweegbaar zijn. De algemene dekkingsmiddelen zijn goed voor ongeveer 64 (€ 42,420 miljoen) van de gemeentelijke baten. In deze gemeentelijke baten zijn ook de effecten van grondexploitaties en rijksvergoedingen die worden doorbetaald opgenomen. Zonder deze baten komt dit percentage uit op 76. Dit percentage wil zeggen dat netto voor de uitvoering van de programmabegroting de inkomsten voor 76 uit algemene dekkingsmiddelen komen. Het aandeel van de ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting, toeristenbelastingen precariobelasting) in de totale gemeentelijke baten is circa 12% en de algemene uitkeringcirca 49%. In de onderstaande tabel geven wij een totaal beeld van de middelen die tot de algemene dekkingsmiddelen horen.
Bedragen * € 1.000 Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
23.816
31.794
32.868
Ongebonden lokale heffingen
6.358
6.272
8.324
Saldo van de financieringsfunctie
1.492
1.265
1.158
70
72
70
31.736
39.403
42.420
Dividenden, etc. Totaal
8.2
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Financiële ontwikkelingen De meicirculaire van het gemeentefonds over 2016 laat een verwerking zien van alle effecten. Nu de econmie aantrekt zijn er weer mogelijkheden dat de financiële positie stabiel wordt. In het onderstaand overzicht presenteren we de inkomsten per hoofditem. Uitkeringsjaar
2.015
2.016
2.017
2.018
2.019
Accres in procenten
-1,18
4,17
-0,32
0,62
1,86
1,00
0,80
0,50
0,50
0,50
-2,18
3,37
-0,82
0,12
1,36
Prijsontwikkeling BBP Reëel accres in procenten Inkomsten * € 1.000 Eigen belastinginkomsten
-3.437
-3.512
-3.553
-3.595
-3.632
Algemene Uitkering
21.839
23.235
22.945
22.844
22.941
Suppletie-uitkeringen Doeluitkeringen
75
-191
-143
-60
-45
2.453
1.996
1.938
1.966
1.966
Deelfonds sociaal domein
10.865
11.339
11.300
11.112
10.951
Totaal gemeentefonds
31.794
32.868
32.488
32.268
32.180
8.3
Lokale heffingen waarvan besteding niet gebonden is
Lokale heffingen onderscheiden we in heffingen waarvan de bestedingen gebonden of ongebonden zijn. Ongebonden lokale heffingen rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen. Gebonden heffingen verantwoorden we op het betreffende programma en behoren niet tot de algemene dekkingsmiddelen. De belangrijkste lokale heffing waarvan de bestedingen niet gebonden zijn, is de onroerende zaakbelasting (OZB) voor eigenaren en gebruikers. Daarnaast horen de hondenbelasting en de toeristenbelasting tot de ongebonden lokale heffingen. De verwachte opbrengst van de lokale heffingen voor 2016 bedraagt:
44
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
OZB woningen (eigenaren)
2.795
2.874
3.015
OZB niet-woningen (gebruikers)
1.119
1.233
1.282
OZB niet-woningen (eigenaren)
1.578
1.667
1.668
4
3
3
111
104
104
Toeristenbelasting
60
87
87
Forensenbelasting
10
10
10
Precariobelasting
681
294
2.155
6.358
6.272
8.324
Bedragen * € 1.000
Roerende woon-en bedrijfsruimtebelasting Hondenbelasting
Totaal
De paragraaf ’Lokale heffingen’ heeft betrekking op zowel de gebonden als ongebonden lokale heffingen. Voor een verdere toelichting van deze belastingsoorten verwijzen we kortheidshalve naar de paragraaf Lokale heffingen (hoofdstuk 9).
8.4
Saldo van de financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie definiëren we als het saldo van de betaalde last (rente) over de aangegane leningen en over de aangetrokken middelen in rekening courant en de ontvangen baten (rente) over de uitzettingen en de toegerekende rente over investeringen. Onder uitzettingen verstaan we verstrekte langlopende geldleningen en beleggingen. Bedragen * € 1.000 Aangegane geldleningen (langlopend) Aangegane geldlening (financieringstekort) Totaal externe financieringsbehoefte
2015
2016
2017
2018
59.877
53.260
44.391
38.304
5.709
9.055
13.953
13.388
65.586
62.315
58.345
51.692
Kosten financiering
1.932
1.863
1.690
1.638
Toerekening rente aan investeringen
3.197
3.021
2.823
2.619
Saldo financieringsfunctie
1.265
1.158
1.133
981
Het saldo van de financieringsfunctie is het verschil van de toegerekende rente aan investeringen verminderd met de kosten van de financieringsfunctie. Deze bedraagt € 1,265 miljoen enwordt veroorzaakt door het saldo van reserves en voorzieningen waaraan voor een groot deel geen rente wordt toegerekend. Meer informatie over de financieringsfunctie staat in de paragraaf Financiering en treasury (hoofdstuk 13).
8.5
Dividend
De gemeente is voor nutsvoorzieningen aandeelhouder in een aantal vennootschappen. De geraamde dividend-opbrengst voor 2016 is € 70.000. Meer informatie staat in deparagraaf Verbonden partijen (hoofdstuk 15). Bedragen * € 1.000 Bank Nederlandse Gemeenten
Aantal 01-01
Aantal 31-12
Dividend 2014
Dividend 2015
Dividend 2016
3.861
3.861
4.900
2.200
5.700
NV Vitens
24.035
24.035
65.400
69.900
64.300
Totaal
27.896
27.896
70.300
72.100
70.000
8.6
Onvoorzien
Jaarlijks nemen wij een bedrag van € 2,25 per inwoner op voor onvoorziene lasten in de programma begroting. Voor 2016 betekent dit € 62.000. Dit maakt het mogelijk omlopende het begrotingsjaar onvoorziene (niet begrote) uitgaven die onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn op te vangen. De post Onvoorzien is onderdeel van het begrotingsprogramma Algemene Dekkingsmiddelen en is uitsluitend bedoeld voor dekking van onvoorziene lasten. De post maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit in de paragraaf Weerstandsvermogen (hoofdstuk 10). 45
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
8.7
Wat mag het kosten?
(bedragen x € 1.000)
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
Begr. 2017
Begr. 2018
Begr. 2019
totaal baten
-6.364
-6.276
-8.329
-8.403
-8.480
-8.549
totaal lasten
112
100
69
69
69
69
-6.252
-6.175
-8.260
-8.335
-8.411
-8.480
onttrekkingen reserves
0
-1.670
0
0
0
0
toevoegingen reserves
0
600
1.200
1.200
1.200
1.200
-6.252
-7.246
-7.060
-7.135
-7.211
-7.280
totaal baten
-25.957
-33.730
-34.691
-34.202
-33.957
-33.717
totaal lasten
606
722
195
225
147
-113
-25.351
-33.008
-34.495
-33.978
-33.810
-33.831
onttrekkingen reserves
-1.217
-3.779
-146
-1
0
0
toevoegingen reserves
1.106
3.016
19
19
19
19
-25.463
-33.772
-34.624
-33.961
-33.791
-33.812
totaal baten
0
0
0
0
0
0
totaal lasten
0
0
0
0
0
0
saldo van baten en lasten
0
0
0
0
0
0
onttrekkingen reserves
-434
-1.216
-540
-529
-488
-227
toevoegingen reserves
746
674
659
659
659
659
resultaat
312
-541
118
129
170
431
totaal baten
-32.322
-40.006
-43.021
-42.607
-42.438
-42.267
totaal lasten
718
822
264
294
216
-45
-31.604
-39.184
-42.756
-42.313
-42.222
-42.312
onttrekkingen reserves
-1.652
-6.667
-687
-532
-488
-227
toevoegingen reserves
1.852
4.290
1.878
1.878
1.878
1.878
-31.404
-41.561
-41.567
-40.968
-40.834
-40.663
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
-41.522
-41.113
-41.027
-40.901
Areaalgroei
30
45
60
75
Vervangingsinvestering
10
40
70
100
62
62
63
63
-40.834
-40.663
belastingen
saldo van baten en lasten
resultaat algemene financiele middelen
saldo van baten en lasten
resultaat reservemutaties kostenplaatsen
Totaal producten
saldo van baten en lasten
resultaat
Specificatie: (bedragen x € 1.000) Bestaand beleid Incidentele lasten
Onvoorzien Bijdrage ABR formatie handhaving, mileu en handhaving arbeidsmigranten Bijdrage ABR logistieke hotspotrivierenland Totaal exploitatie
46
-145 -2
-2
-41.567
-40.968
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
PA R A G R A F E N De regels voor het opstellen van een programmabegroting zijn vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Volgens deze regels moeten wij minimaal 7 paragrafen in onze begroting opnemen. Zelf hebben we de paragraaf reserves en voorzieningen toegevoegd. De paragrafen zijn dan: • Lokale heffingen (9) • Weerstandsvermogen en risicobeheersing (10) • Reserves en voorzieningen (11) • Onderhoud kapitaalgoederen (12) • Financiering en treasury (13) • Bedrijfsvoering (14) • Verbonden partijen (15) • Grondbeleid (16) In de paragrafen behandelen we onderwerpen die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. De paragrafen bevatten de beleidsuitgangspunten van hoe wij grip proberen te houden op de acht bovenstaande activiteiten. Daarnaast bevatten de paragrafen een dwarsdoorsnede van de programma’s vanuit onderwerpen waaraan politieke of financiële risico’s verbonden zijn.
47
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
9
LOKALE HEFFINGEN
In deze paragraaf informeren wij u over het beleid en de ontwikkeling van de tarieven van lokale heffingen. Hierbij maken we een vergelijking met de buurgemeenten. Ook geven we een overzicht van de belasting opbrengsten en tot slot vindt u informatie over het kwijtscheldingsbeleid.
9.1
Beleid
In deze paragraaf vermelden we de bestaande beleidsuitgangspunten en -voornemens en lichten we deze toe. Vervolgens analyseren we de uitkomsten. Hierbij vermelden we voor de woonlasten de tarieven. Voor de hoogte van de belastingen, rechten en tarieven gelden de volgende uitgangspunten: • Continue streven naar kostendekkendheid van leges, rechten en tarieven waartegenover concrete dienstverlening van de overheid staat. • De overige belastingen en tarieven mogen niet meer stijgen dan de aanpassing voor de inflatiecorrectie. Hierbij gaan we voor 2016 uit van een inflatiecijfer van 1,50%. • De waarde-ontwikkeling van de WOZ-taxatie corrigeren we in het tarief OZB. • Met ingang van 2016 telt de WOZ-waarde ook mee in de woningwaardering. Dit is een puntenstelsel waarmee de kwaliteit en de maximaal toegestane huur van sociale huurwoningen wordt bepaald. De WOZ-waarde van een woning bepaalt gemiddeld voor een kwart het aantal punten. Huurders ontvangen daarom ook een WOZ-beschikking. Het beleid van de lokale lasten nemen we op in de diverse belastingverordeningen: • Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016: • Verordening roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting 2016; • Verordening rioolheffing 2016; • Verordening rioolaansluitrechten 2016; • Verordening hondenbelasting 2016; • Verordening parkeerbelastingen 2016; • Verordening precariobelasting 2016; • Verordening marktgelden 2016; • Verordening forensenbelasting 2016; • Verordening toeristenbelasting 2016; • Verordening watertoeristenbelasting 2016; • Verordening lijkbezorgingsrechten 2016; • Legesverordening 2016.
9.2
Lokale lasten
Ontwikkeling lokale lasten druk gemeente Zaltbommel 2014
2015
2016
Onroerende zaakbelastingen eigenaren
Gemiddelde woonlasten 2014-2016 Zaltbommel
286
278
282
Rioolheffing (een-persoonshuishouding)
278
283
287
Rioolheffing (meerpersoonshuishouding)
278
283
287
Reinigingsheffing eensmpersoonshuishouding
179
135
135
Reinigingsheffing meerpersoonshuishouding
229
188
188
Totaal eenpersoonshuishouding
744
696
704
Totaal meerpersoonshuishouding
794
749
757
Rangnummer
265
240
De berekening is uitgegaan van de gegevens van Waar Staat je Gemeente.
48
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
9.3
Buurgemeenten
Vergelijking tarieven met buurgemeenten in € Uit Coelo-atlas 2015*
Zaltbommel
Maasdriel
Geldermalsen
Neerijnen
Culemborg
Eénpersoonshuishouden
696,00
681,00
835,00
778,00
650,00
Meerpersoonshuishouden
749,00
735,00
889,00
831,00
703,00
240
212
384
351
152
Tarief woningen (%)
0,1238
0,1096
0,1489
0,1034
0,1296
Tarief niet-woningen (%)
0,4637
0,4529
0,5557
0,3789
0,5759
Tarief éénpersoonshuishouden
135,00
138,00
135,00
135,00
138,00
Tarief meerpersoonshuishouden
188,00
191,00
188,00
188,00
191,00
Tarief éénpersoonshuishouden
283,00
263,00
300,00
373,00
236,00
Tarief meerpersoonshuishouden
283,00
263,00
300,00
373,00
236,00
Woonlasten
Rangnummer ** OZB
Reinigingsheffing
Rioolheffing woningen
* Coelo is een onderzoeksinstituut dat onderzoek verricht naar economische en financiële aspecten van decentrale overheden. Zij brengen jaarlijks een atlas hierover uit. ** Voor het rangnummer geldt dat 1 de laagste woonlasten heeft van de Coelo-lijst van gemeenten in Nederland. Zaltbommel staat op nummer 240 van deze lijst.
9.4
Opbrengsten
Opbrengsten (bedragen * € 1.000)
Tarieven (% van waarde) Onroerende-zaakbelastingen Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (Water)toeristenbelasting Forensenbelasting
Werkelijke opbrengst 2014
Geraamde opbrengst 2015
Geraamde opbrengst 2016
5.491
5.774
5.966
4
3
3
70
90
90
9
7
7
Hondenbelasting
111
104
104
Precariobelasting
681
294
2.155
Parkeerbelasting
584
629
631
3.317
3.418
3.518
Rioolheffing Marktgelden
28
35
35
Lijkbezorgingsrechten
563
542
542
Bouwleges
751
765
785
Burgerzaken
447
417
417
12
10
10
APV Legesverordening Opbrengst (bedragen per € 1.000)
113
188
197
12.181
12.276
14.460
Onroerende-zaakbelastingen Onroerende-zaakbelastingen heffen we van onroerende zaken die binnen onze gemeentegrenzen liggen. Hiervoor gelden de volgende belastingen: • een gebruikersbelasting van degenen die bij het begin van het kalenderjaar onroerende zaken gebruiken. Dit geldt niet voor woningen; • een eigenarenbelasting van degenen die bij het begin van het kalenderjaar eigenaar zijn van onroerende zaken (formeel: “het genot hebben krachtens eigendom, bezit of beperkt recht”).
49
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
De heffingsgrondslag is de waarde van de onroerende zaak naar peildatum 1 januari 2015. De tarieven voor 2016 baseren we op het tarief van 2015, aangepast met het inflatiecijfer van 1,50%. Hierbij houden we rekening met de aanpassing tussen de vorige waardepeildatum 1 januari 2014 en de voor het begrotingsjaar geldende waardepeildatum 1 januari 2015. Het tarief van de onroerende zaakbelasting geven we weer als een percentage van de waarde van een onroerende zaak. 2014
2015
2016
Woningen eigendom
Tarieven (% van waarde)
0,1144
0,1238
0,1250
Niet-woningen eigendom
0,2289
0,2505
0,2589
Niet-woningen gebruik
0,1941
0,2132
0,2203
5.491
5.774
5.966
Opbrengst (bedragen per € 1.000)
Roerende woon- en bedrijfsruimte belasting Roerende woon- en bedrijfsruimte belastingen heffen we van de roerende woon- en bedrijfsruimten die binnen onze gemeentegrenzen liggen. Deze ruimten zijn duurzaam aan een plaats gebonden en dienen voor permanente bewoning of permanent gebruik. Deze belasting heeft als belangrijk doel het gelijkstellen van onroerende en roerende zaken. De tariefstelling is dan ook gelijk aan de tariefstelling van de OZB. 2014
2015
2016
Woningen eigendom
Tarieven (% van waarde)
0,1144
0,1238
0,1250
Eigendom
0,2289
0,2505
0,2589
Gebruik
0,1941
0,2132
0,2203
4
3
3
Opbrengst (bedragen per € 1.000)
Toeristenbelasting Toeristenbelasting heffen we voor het verblijf van personen in de gemeente Zaltbommel die niet in de gemeentelijke bevolkingsadministratie staan ingeschreven. Voor het tarief per overnachting is er onderscheid tussen een hotel-, een campingovernachting en een overnachting in overige verblijfsvormen. De tarieven voor 2016 baseren we op het tarief van 2015, aangepast met het inflatiecijfer van 1,50%. 2014
2015
2016
Hotelovernachting
Tarieven
2,72
2,76
2,80
Pensionovernachting / overnachting in overige verblijfsvormen
1,20
1,20
1,25
Campingovernachting
,70
,71
,72
Opbrengst (bedragen per € 1.000)
70
90
90
Forensenbelasting Forensenbelasting heffen we van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er gedurende het belastingjaar meer dan negentig malen nachtverblijf houden of meer dan negentig dagen voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Tarieven Woning Opbrengst (bedragen per € 1.000)
50
2014
2015
2016
178,50
181
183,50
7
7
7
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Hondenbelasting Hondenbelasting heffen we van personen die één of meer honden houden. In overeenstemming met de beleidslijn wijzigen we het tarief voor de hondenbelasting met het prijsindexcijfer. Door regelmatig controles ter plaatse uit te voeren voorkomen we dat burgers ten onrechte te veel of te weinig hondenbelasting betalen. Het tarief voor 2016 baseren we op het tarief van 2015, aangepast met het inflatiecijfer van 1,50%. Tarieven
2014
2015
2016
Eerste hond
44,47
45,14
45,82
Tweede hond
59,05
59,94
60,84
Meer dan 2 honden Per kennel Opbrengst (bedragen per € 1.000)
73,78
74,89
76,01
329,88
334,83
339,85
111
104
104
Precariobelastingen Precariobelasting heffen we voor voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond voor kabels, leidingen en terrassen. Op 1 juni 2011 voerden we deze belasting in. Afhankelijk van mogelijke (langdurige) juridische procedures reserveren we risicovolle inkomsten. In 2013 reserveerden we de extra opbrengst van € 1,671miljoen. Tarieven
2014
2015
2,37
2,76
2,80
Terras, gebied A per vierkante meter
47,00
47,50
48,00
Terras, gebied B per vierkante meter Opbrengst (bedragen per € 1.000)
17,50
17,90
18,20
681
294
2.155
Kabels, leidingen en buizen per strekkende meter
2016
Parkeerbelastingen Onder de naam parkeerbelastingen heffen we de volgende belastingen: een belasting voor het parkeren van een voertuig op een te bepalen plaats, tijdstip en wijze én een belasting voor een door de gemeente verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze. Naast de parkeerinkomsten zijn er inkomsten uit parkeervergunningen en parkeerboetes. De opbrengsten van parkeergelden (inclusief vergunningen) vormen een regulerende belasting. We zetten deze belasting in om het parkeergedrag van burgers te beïnvloeden. In overeenstemming met de beleidslijn stellen wij voor de parkeerbelasting te wijzigen met het prijsindexcijfer. 2014
2015
2016
Zone 1: assenkruis
Tarieven (bedragen * € 1)
1,34
1,34
1,38
Zone 2: woonstraten binnenstad
1,08
1,08
1,11
Zone 4: parkeerterrein Veerdam (betalen voor 4 uur)
1,50
1,50
1,50
Parkeerboetes
58,00
59,00
60
1e vergunning particulieren
77,00
78,50
79,50
2e vergunning particulieren
114,00
116,00
118,00
1e vergunning bedrijven
249,00
253,00
257,00
2e vergunning bedrijven
369,00
374,00
380,00
Vergunning arts
269,00
273,00
277,00
60,00
60,50
61,50
Zorgvergunningen Opbrengst parkeerbelasting (bedragen per € 1.000)
458
465
465
Opbrengst parkeerboetes (bedragen per € 1.000)
55
93
93
Opbrengst parkeervergunningen (bedragen per € 1.000)
71
71
73
584
629
631
Totaal opbrengsten (bedragen per € 1.000)
51
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Rioolheffing Rioolheffing heffen we over binnen onze gemeentegrenzen gelegen onroerende zaken. Het tarief voor rioolrecht zou volgens het Water- en Rioleringsplan (WRP) in de jaren 2015 tot en met 2017 met € 9 per jaar (totaal € 27) moeten stijgen. Door een continue daling van de renteen lagere kosten voor riolering is de voorziening voldoende. Dit betekent dat we op dit moment af kunnen zien van een tariefsverhoging boven de inflatoire verhoging. Tarieven Eigenaarsrecht woning Eigenaarsrecht niet-woning tot € 500.000 Eigenaarsrecht niet-woning boven € 500.000
2014
2015
2016
278,56
282,74
286,98
278,56
282,74
286,98
278,56 + 0,0099% van de WOZ-waarde
282,74 + 0,0099% van de WOZ-waarde
286,98 + 0,0099% van de WOZ-waarde
139,28
141,37
143,49
Recreatie-object Perceel niet direct of indirect aangesloten op riolering
69,64
70,68
71,74
Opbrengst (bedragen per € 1.000)
3.317
3.418
3.518
Marktgelden Onder de naam marktgelden heffen we rechten voor het tijdens marktdagen innemen van standplaatsen of het plaatsen van kramen op plaatsen die als marktterrein zijn aangewezen. Lijkbezorgingsrechten Voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats heffen we rechten. Wij hanteren als algemeen uitgangspunt dat de tarieven voor de begrafenisrechten alleen met de inflatiecorrectie aangepast worden. Hierbij merken we op dat we een groot deel van de inkomsten verkrijgen vanuit onderhouds- en begraafrechten die voor een aantal jaren worden afgekocht. Deze inkomsten reserveren wij voor de toekomst, vandaar dat de tariefsaanpassingen voor het deel van de afgekochte rechten geen directe invloed hebben op de kostendekkendheid. Door deze inkomsten de komende jaren geleidelijk vrij te laten vallen, stijgt de kostendekkendheid de komende jaren. Op 28 juni 2012 stelde uw raad de Nota toekomstontwikkeling Begraafplaatsen vast. In 2015 evalueerden wij deze nota. Daarbij besloten wij onder andere dat de begraafplaatsen niet volledig kostendekkend geëxploiteerd hoeven te worden, aangezien er bij de begraafplaatsen ook sprake is van een stuk algemeen belang. Werkelijke opbrengst 2014
Geraamde opbrengst 2015
Geraamde opbrengst 2016
Begraafrechten
328
299
299
Begraven/plaatsen urn
116
110
110
Onderhoud begraafplaats
119
133
133
Totaal
563
542
542
80
82
82
Opbrengsten (bedragen * € 1.000)
Kostendekkendheidspercentage
9.5
Kostendekkendheid Legesverordening
Wij leveren op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges verhalen we de gemaakte kosten op de burger die de dienst afneemt. De totale legesverordening mag maximaal kostendekkend zijn. Dit betekent dat er voor het totaal van de legesverordening niet meer opbrengsten mogen zijn dan er aan kosten zijn gemaakt.
52
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
De Legesverordening bestaat uit 3 titels, met daaronder diverse producten. Hieronder presenteren we de kostendekkendheid van 2016 op hoofdlijnen: Titel Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallen onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Totaal
Lasten
Baten
Kosten dekking
€ 568.782
€ 429.143
75,4%
€ 1.328.772
€ 965.833
72,7%
€ 15.884
€ 6.406
40,3%
€ 1.913.420
€ 1.401.382
73,2%
De lastenkant is opgebouwd uit directe kosten. Hiertoe behoren de loonkosten, kapitaallasten en materiële kosten die in direct verband staan met de specifieke dienstverlening. Verder behoren de overheadkosten daartoe, ook voor zover deze kosten in direct verband staan met de specifieke dienstverlening. Het gaat bijvoorbeeld om de kosten die verband houden met ondersteuning en management van door de dienstverlening te verrichten werkzaamheden. De kosten die niet rechtstreeks samenhangen met- of veroorzaakt worden door de dienstverlening, kunnen we niet verhalen bij de burger. Dit betekent dat wij de kosten van beleidsvoorbereiding, handhaving, en algemene inspraak-, bezwaar- en beroepsprocedures niet meenemen bij de berekening van de kostendekkendheid. Wel nemen wij de compensabele BTW- kosten meen, zoals deze bijvoorbeeld van toepassing zijn op de facturen die wij van de ODR ontvangen. De uren van de gemeentelijke medewerkers belasten wij in 2016 door tegen de volgende uurtarieven: Tariefgroep
Salaris kosten
Materiële overhead
Personele overhead
Totaal uurtarief
tariefgroep I : niveau 1 - 5 (VMBO)
€ 28,86
€ 20,40
€ 32,32
€ 81,58
tariefgroep II : niveau 6 - 8 (MBO)
€ 37,51
€ 20,40
€ 32,32
€ 90,23
tariefgroep III : niveau 9 - 11A (HBO)
€ 52,40
€ 20,40
€ 32,32
€ 105,12
tariefgroep IV : niveau 12 - 15 (Management)
€ 69,55
€ 20,40
€ 32,32
€ 122,27
Het totale uurtarief bestaat uit de salariskosten, verhoogd met een opslag voor de overheadkosten. De overhead bevat de kosten van management maar ook de volgende (ondersteunende) onderdelen van de gemeentelijke organisatie: Juridische ondersteuning, Personeel en Organisatie, Informatievoorziening, Facilitaire zaken, Algemeen beheer afdelingen, Buitendienst, Communicatie, Budgetcyclus.
9.6
Kwijtschelding van lokale lastendruk
Met ingang van 1 januari 2010 heffen wij de rioolrechten alleen van eigenaren. Dit houdt in dat we aan de gebruikers van woningen geen aanslag gemeentelijke belastingen meer opgeleggen. Daardoor is kwijtschelding niet meer aan de orde omdat kwijtschelding voor eigenaren gekoppeld is aan een inkomens- en vermogenstoets.
53
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
1 0 W E E R S TA N D S V E R M O G E N E N R I S I C O B E H E E R S I N G Deze paragraaf geeft inzicht in het management van (mogelijke) risico’s voor de gemeente en de weerstandscapaciteit om deze risico’s op te vangen. De risico’s afgezet tegen de weerstandscapaciteit leidt tot een conclusie over het weerstandsvermogen.
10.1 Risico’s Veerdiensten Identificeren en analyseren Voor het in stand houden van de veerdiensten Aalst, Brakel en Nederhemert zijn wij mede afhankelijk van de provinciale subsidie vanuit het Verenfonds Gelderland. Voor het autoveer Brakel – Herwijnen betaalt het Verenfonds jaarlijks een bijdrage van 80% van het nadelig exploitatieresulaat. Voor de instandhouding van het autoveer Aalst – Veen levert het Verenfonds een bijdrage van 40% van het nadelig exploitatieresultaat. Tenslotte betaalt het Verenfonds ook een bijdrage van 80% van het exploitatietekort van het autoveer Nederhemert. Een risico is dat het Verenfonds geen bijdragen meer verleent. Een ander risico is het oplopen van het exploitatietekort in de afgelopen jaren, waardoor we de begroting wellicht structureel moeten aanpassen. Risicocategorieën Financieel Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Risico- Begroting score
Veerdiensten
Stopzetten subsidie van het Verenfonds
10%
470000
47.000
Veerdiensten
Exploitatieverlies structureel hoger dan begroot in ondernemingsplan
75%
60.000
45.000
30.000
Saldo
Jaar factor
Totaal
47.000
4
188.000
15.000
4
60.000
Beoordelen De kans dat het Verenfonds de subsidieverlening stop zet is minimaal, maar uiteindelijk niet ondenkbaar. Wanneer wij geen bijdragen meer in de exploitatietekorten ontvangen, is het in stand houden van de veren een zware financiële dobber. De impact is € 470.000. Verder is de laatste jaren gebleken dat het exploitatietekort hoger was dan in het ondernemingsplan uit 2009 was opgenomen. In 2014 hield de veerexploitant een evaluatie. Momenteel spreken wij over het herijken van de financiële afspraken uit het ondernemingsplan. Monitoring en afstemming hiervan met de exploitant is voor ons een continu proces. Tegenover het hogere exploitatietekort is de laatste jaren ook sprake van bijdragen van andere oevergemeenten, waardoor we het tekort gedeeltelijk kunnen opvangen. Sturen en beheersen Voor zover mogelijk sturen we op de exploitatietekorten van alle veerdiensten. Een belangrijkste stuurmiddel is het stimuleren van het gebruik. Bodemverontreiniging Identificeren en analyseren In principe verhalen we de kosten van het saneren van bodemverontreinigingen op de vervuiler (’de vervuiler betaalt’). In de nieuwe Wet bodembescherming (Wbb) is het begrip vervuiler aangevuld met ’de belang hebbende betaalt mee’. Er zijn situaties denkbaar waarbij de vervuiler niet is te achterhalen. Bovendien kunnen wij te maken krijgen met bodemverontreinigingen bij de uitvoering van eigen projecten. Het risico van de saneringskosten hangt niet alleen af van de mate en omvang van de bodemverontreiniging, maar ook van het beoogde gebruik van de locatie. Risicocategorieën Financieel - Juridisch 54
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Risico
Omschrijving
Bodemverontreiniging
Kosten bodemverontreiniging
Kans
Impact
25
75000
Risico- Begroting score 22.500
Saldo
Jaar factor
Totaal
22.500
1
22.500
Beoordelen Het risico dat we lopen is klein (25%). De impact van dit risico is tussen de € 50.000 en € 200.000 per geval. Bij de volgende locaties is sprake van een bodemverontreiniging: • Maarten van Rossumsingel 3 in Zaltbommel. Hier dient een bodemsanering plaats te vinden voorafgaand aan de nieuw geplande woningbouw. Alleen wanneer de verontreiniging buiten de plangrens aanwezig blijkt te zijn of wanneer het plan niet doorgaat, is sprake van een financieel risico. • Dr. A.F. Philipslaan in Zaltbommel. Het gaat hier om twee kleine gevallen van ernstige bodem verontreiniging, die in opdracht van ons gesaneerd worden. Sturen en beheersen Door het uitvoeren van vroegtijdig onderzoek brengen we (uitvoerings)risico’s in beeld en kunnen we tijdig maatregelen treffen. Een aandachtspunt hierbij is asbest. Saneringskosten nemen we mee in de raming van projectbudgetten. Archeologisch onderzoek Identificeren en analyseren Het risico ontstaat als we archeologische sporen aantreffen in de gebieden waarvoor geen archeologisch onderzoek is vereist of terreinen die na archeologisch (voor)onderzoek zijn vrijgegeven. De mogelijke (opgravings-)kosten komen dan voor onze rekening. Risicocategorieën Financieel - Organisatorisch Risico
Omschrijving
Archeologisch Opgravingskosten onderzoek
Kans
Impact
Risico- Begroting score
30%
200.000
60.000
Saldo
Jaar factor
Totaal
60.000
1
60.000
Beoordelen In het bestemmingsplan Buitengebied kozen we ervoor om de bouwvlakken voor degebieden met archeologische waarden 3 en 4 vrij te geven. Hiermee vergroot de kans dat het risico zich voordoet naar schatting op 30%. De impact schatten wij op € 200.000 met een risicoscore van € 60.000. Sturen en beheersen Wij namen de volgende beheersmaatregelen: verschillende inventarisaties van de gebieden, het laten uitvoeren van (voor)onderzoeken en het opstellen van richtlijnen bij het verlenen van vergunningen in de bestemmingsplannen. Imago Identificeren en analyseren Het handelen van de gemeente Zaltbommel wordt beoordeeld door de burgers. Hierbij spelen ook de uitspraken en toezeggingen van het bestuur (college) een grote rol. Daarnaast beïnvloeden de media de publieke opinie door aandacht aan dossiers of besluiten te geven. Risicocategorieën Imago - politiek/bestuurlijk - Juridisch Beoordelen De impact en de kans is moeilijk te vertalen in een risicoscore. Sturen en beheersen Dit risico kunnen wij verkleinen door het volgen van de opgestelde protocollen voor de dienstverlening en communicatie.
55
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Juridische geschillen Identificeren en analyseren Het besturen van een gemeentelijke organisatie betekent ook dat we continue keuzes moeten maken. Keuzes maken kan ook negatieve gevolgen hebben voor bedrijven en burgers. De mogelijkheid bestaat dat hieruit juridische geschillen ontstaan. Risicocategorieën Imago - politiek /bestuurlijk - Juridisch - Financieel Beoordelen De impact en de kans is moeilijk te vertalen in een risicoscore. Sturen en beheersen Dit risico kunnen we verkleinen door, voordat een keuze wordt gemaakt, de gevolgen in beeld te brengen en hiervoor een procedure op te stellen. Ketenaansprakelijkheid Identificeren en analyseren Het risico van ketenaansprakelijkheid is naheffing van de Belastingdienst voor loonbelasting en premies volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Risicocategorieën Financieel - Juridisch Risico
Omschrijving
Ketenaansprakelijkheid Naheffingen belastingdienst
Kans
Impact
Risico- Begroting score
10%
410.000
41.000
Saldo
Jaar factor
Totaal
41.000
1
41.000
Beoordelen De kans van dit risico is zeer klein (10%) en de impact wordt geschat op € 410.000 (± € 1.640.000 loonkosten inhuur, 25% hiervan zijn de premies). Sturen en beheersen Onafhankelijk van de verplichtingen van de formele werkgever, stellen wij aan de hand van geldige identiteitsbewijzen, de identiteit vast van de medewerkers en voegen kopieën daarvan bij het (opdracht) dossier. Wij controleren of de formele werkgever is geregistreerd is in het Register Normering Arbeid en voldoen aan NEN 4400-1 of NEN 4400-2. Om het risico van aansprakelijkheid te beperken, kan de onderaannemer een geblokkeerde rekening (g-rekening) openen. De aannemer stort op deze g-rekening bedragen die overeenkomen met de loonheffingen die de onderaannemer in verband met het werk moet afdragen. De aannemer kan dat deel van het factuurbedrag ook rechtstreeks storten op een speciaal rekeningnummer bij de Belastingdienst. Afwikkeling brand Unieweg in Zaltbommel Identificeren en analyseren Door de brand aan de Unieweg 4 in Zaltbommel hebben wij kosten moeten maken voor het treffen van noodzakelijke maatregelen voor (samengevat) de bevordering van brandbestrijding en het voorkomen van milieuhinder door de brand. Om de vordering veilig te stellen legden wij beslag op vermogens van de betrokken B.V.’s en betrokken persoon. Daarnaast starten wij een procedure tot verhaal van de kosten. Inmiddels is het faillissement van de aan de Unieweg 4 gevestigde bedrijven uitgesproken en zijn de gelegde beslagen van de gefaillleerde ondernemingen van rechtswege komen te vervallen. Hierdoor zijn de verhaalsmogelijkheden afgenomen. Risicocategorieën Imago - politiek/bestuurlijk - Juridisch - Financieel
56
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Risico
Omschrijving
Verhaalbaarheid kosten bestuursdwang
Door het faillissement van de aan de Unieweg 4 te Zaltbommel gevestigde bedrijven zijn de verhaals mogelijkheden aanzienlijk afgenomen.
Kans
Impact
Risico- Begroting score
75%
360.800
270.600
Saldo
Jaar factor
Totaal
270.600
1
270.600
Beoordelen Door het faillissement zijn de verhaalsmogelijkheden afgenomen. We onderzoeken de mogelijkheid om de kosten gedeeltelijk door andere overheidsinstanties te laten dragen. Sturen en beheersen Er loopt een bestuursrechtelijke procedure tot verhaal van de kosten bestuursdwang tegen de betrokken BV’s en betrokkene in privé. De bezwaarfase is afgerond. De BV’s zijn inmiddels failliet verklaard. De vordering tot verhaal van de kosten bestuursdwang is ingediend bij de curator. Betrokkene in privé is tegen de beslissing op bezwaar in beroep gegaan. De curator heeft geen beroep ingesteld namens de gefailleerde BV’s. Algemene dekkingsmiddelen Identificeren en analyseren Een belangrijk deel van de gemeentelijke inkomsten komt via de algemene uitkering en specifieke uitkeringen van het Rijk. Het gehanteerde principe hierbij is; “samen de trap op, samen de trap af ”. Dit betekent dat het gemeentelijk beleid erg gevoelig is voor rijksmaatregelen die deze geldstromen beïnvloeden. Op aanstaande wijzigingen van deze uitgaven en uitkeringen spelen wij zoveel mogelijk in de documenten van de budgetcyclus in. De huidige economische situatie vertaalt zich op dit moment door in de rijksbegroting, maar ook in onze gemeentebegroting. Hier is het belangrijkste risico gelegen in de algemene uitkering van het gemeentefonds, in het bijzonder het reëel accres. Risicocategorieën Financieel – Politiek/maatschappelijk – Economisch/markt Risico
Omschrijving
Rijksbeleid
Verminderen alg. uitkering
Kans
Impact
Risico- Begroting score
25%
540.000
135.000
4
Saldo 540.000
Jaar factor
Totaal 540.000
Beoordelen Het risico heeft een impact van € 540.000. De kans dat er fluctuaties optreden is klein (25%). Als het risico zich voordoet, heeft dit gevolgen voor de vier jaren om te wennen aan het lagere niveau. De impact is gebaseerd op 2,5% van het algemeen deel van de algemene uitkering. Sturen en beheersen • We creëren stabiliteit door uit te gaan van de meicirculaire. Om hier een ideaal beeld in te krijgen kan men deze in mei vaststellen. We kiezen voor mei omdat dit de laatste circulaire is voordat de begroting ingediend moet worden. Hierdoor creëren we stabiliteit, omdat we niet steeds de begroting hoeven aan te passen. • We spelen zoveel mogelijk in op aanstaande wijzigingen van deze uitgaven en uitkeringen in de documenten van de budgetcyclus. Om dit te realiseren dient er een buffer te zijn, waarmee we eventuele (grote) wijzigingen kunnen opvangen (het weerstandsvermogen). Hierbij is het aan te bevelen een plafond te stellen aan de buffer van 2,5% van de algemene uitkering.
57
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Leningen en garantstellingen Identificeren en analyseren Het risico van leningen en garanties is dat de debiteur de betalingen niet verricht aan ons of geldverstrekker waarvoor wij garant staan als GVV’63 failliet gaat. Risicocategorieën: Imago - politiek/bestuurlijk - Juridisch - Financieel
Leningen Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Risicoscore
Jaar factor
Totaal
Lening Christelijke bibliohteek (Zuilichem)
De lening wordt niet terugbetaald door de Christelijke Bibliotheek
50%
15.000
7.500
1
7.500
Lening GVV’63
Als GVV’63 failliet gaat en de gemeente Zaltbommel ontvangt niet het hele verleende bedrag terug.
10%
20.000
2.000
1
2.000
Garantstellingen Een garantstelling kost niet direct geld. Wij geven met een garantstelling aan dat wij de restantschuld van de lening op ons nemen bij een eventueel faillissement van een partij. Dit nemen wij als risico in de begroting op. Risico
Omschrijving
Garantstelling Nivo Sparta
Als Nivo Sparta failliet gaat en de gemeente Zaltbommel moet het restant van deze hypotheek op zich nemen.
Kans
Impact
Risicoscore
Jaarfactor
Totaal
20%
900.000
180.000
1
180.000
Beoordelen De impact en de kans is moeilijk te verklaren in een risicoscore. Sturen en beheersen Dit risico verkleinen wij door het stellen van zekerheden en het jaarslijks toetsen van de ratio’s.
10.2 Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit van een gemeente bestaat uit de volgende elementen: • de in de begroting opgenomen stelposten voor nog nader in te vullen nieuwe beleidsvoornemens • de in de begroting opgenomen ruimte in de stelpost voor onvoorziene uitgaven • het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve • de vrije ruimte in de belastingcapaciteit • de stille reserves, zijnde die activa waarvan de boekwaarde lager is dan de werkelijke waarde en die direct verkoopbaar zijn Het weerstandsvermogen is van belang, want een sluitende begroting impliceert weliswaar dat er evenwicht is tussen de uitgaven en inkomsten, maar zegt niets over de ruimte voor het opvangen van tegenvallers. Wij vinden een buffer daarom wenselijk. Het gaat om echt onvoorziene zaken die de grenzen van de stelpost voor onvoorziene uitgaven op de begroting fors overschrijden. Het weerstandsvermogen is ook mede van belang bij het bepalen van de ’financiële gezondheid’ van onze gemeente. Er zijn geen uniforme antwoorden te geven op de vraag hoe groot het weerstandsvermogen van een gemeente zou moeten zijn. Dit is sterk afhankelijk van de eigenheid van de gemeente en haar risicoprofiel. Hoe ziet de sociale structuur eruit, hoever reiken de groeipotenties, wordt er in de bedrijfsvoering voorzichtig geopereerd of worden er wat meer risico’s geaccepteerd, lopen er gerechtelijke procedures waarvan de uitkomst niet zeker is en die grote consequenties kunnen hebben? In het navolgende belichten we een aantal zaken die van belang zijn voor de bepaling van de weerstandscapaciteit. 58
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Onvoorzien In de exploitatiesfeer is structureel een post ’onvoorzien’ opgenomen van € 62.000. Onbenutte belastingcapaciteit Wij hanteren voor het gemeentelijk tarievenbeleid als uitgangspunt dat de tarieven kostendekkend zijn; al geruime tijd zijn de tarieven voor rioolrechten kostendekkend. Overdekking wordt niet toegestaan waardoor er voor deze belasting geen onbenutte belastingcapaciteit is. Een eventueel overschot gaat naar de voorziening rioolrecht. Bij het sluiten van het bestuurlijk akkoord is ook de maximalisering van de tarieven afgeschaft. Voor het bepalen van de onbenutte belastingcapaciteit gaan we dan ook uit van de artikel-12 norm. Voor 2016 bedraagt het tarief 0,1889%. Dit betekent een onbenutte belastingcapaciteit van € 1.302.000. Stille reserves Het gaat hierbij om activa met economisch nut waarvan de boekwaarde lager is dan de werkelijke waarde. Stille reserves kunnen als weerstandscapaciteit worden meegerekend als activa binnen 1 jaar in kasgeld omgezet kunnen worden. De werkelijke waarde van ons aandelenbezit is vele malen hoger dan de nominale waarde zoals deze in de balans is opgenomen. Het betreft de aandelen BNG en Vitens. Deze aandelen zijn echter niet vrij verhandelbaar. Het is dus niet mogelijk om deze waarde daadwerkelijk te verzilveren. Wij tellen de berekende waarde dan ook niet mee voor de bepaling van de weerstandscapaciteit. Bovendien leidt het verkopen van de aandelen tot het wegvallen van het jaarlijks dividend. In de activa bedragen de stille reserves € 1.173.000.
10.3 Kengetallen Inleiding Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bepaalt dat gemeenten voortaan een basisset van vijf financiële kengetallen moeten opnemen in de begroting en jaarrekening. Deze kengetallen hebben als doel om uw raad op een gemakkelijke wijze meer inzicht te geven in de financiële positie van onze gemeente. Het gaat om de volgende kengetallen: • Netto schuldquota (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) • Solvabiliteitsratio • Grondexploitatie • Structurele exploitatieruimte • Belastingcapaciteit Samenvattend overzicht Kengetallen
Jaarrekening 2014 Begroting 2015 Begroting 2016
Netto schuldquota
102,53
82,51
89,10
Netto schuldquota gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
112,86
106,74
99,88
17,1
17,49
15,59
Solvabiliteitsratio Structurele exploitatieruimte Grondexploitatie Belastingcapaciteit
-0,11 53
59,3
41,8
113,8
106,5
106,8
10.3.1 Netto schuldquota Inleiding De netto schuldquota geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft op deze manier een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. 59
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Berekening (netto schuldquote) (A+B+C-D-E-F-G) / H x 100%
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
A
Vaste schulden
65.722
45.600
53.260
B
Vlottende schulden
14.338
7.585
5.709
C
Overlopende passiva
4.318
D
Financiële vaste activa: Uitzettingen schatkist met een looptijd van een jaar of langer Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met eenlooptijd van een jaar of langer Overige uitzettingen met een looptijd van een jaar of langer
7.981
1.066
1.377
E
Uitzettingen met looptijd korter dan een jaar 613
405
F
Liquide middelen
G
Overlopende activa
7.835
Saldo van de baten
66.273
62.677
64.635
Netto schuldquote
102,53
82,51
89,10
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
H
Berekening (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen) (A+B+C-D-E-F-G) / H x 100% A
Vaste schulden
65.722
60.412
59.877
B
Vlottende schulden
14.339
7.585
5.709
C
Overlopende passiva
4.318
D
Financiële activa met uitzondering van de kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en de overige verbonden partijen
1.134
692
1.031
E
Uitzettingen met looptijd korter dan een jaar
F
Liquide middelen
613
405
G
Overlopende activa
7.835
Saldo van de baten
66.273
62.677
64.635
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle leningen)
112,86
106,74
99,88
H
10.3.2 Solvabiliteitsratio Inleiding De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserve) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. Berekening (A/B) x 100%
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
A
Eigen vermogen
15.396.585
12.711.000
11.520.000
B
Totaal passiva
89.966.516
72.671.000
73.876.000
17,1
17,49
15,59
Solvabiliteitsratio
60
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
10.3.3 Grondexploitatie Inleiding Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Berekening (A+B) / C x 100%
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
A
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
8.089.000
7.436.000
8.371.000
B
Bouwgronden in exploitatie
27.076.000
29.719.000
18.647.000
C
Totale baten (exclusief mutaties reserves)
66.273.014
62.677.130
64.635.043
53,0
59,3
41,8
Grondexploitatie
10.3.4 Structurele exploitatieruimte Inleiding Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten en uit te drukken in een percentage. Berekening (B-A) + (D-C) / (E) x 100%
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
A
Structurele lasten
66.670.526
60.345.813
63.021.902
B
Structurele baten
65.355.914
58.881.130
64.635.043
C
Structurele toevoegingen aan de reserves
5.004.873
9.483.812
1.998.811
D
Structurele onttrekkingen aan de reserves
6.244.868
8.980.877
1.005.049
E
Saldo van de baten
66.273.014
62.677.130
64.635.043
-0,11
-3.14
0,96
Structurele exploitatieruimte
10.3.5 Belastingcapaciteit Inleiding De definitie van het kengetal belastingcapaciteit is: Woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t (het begrotingsjaar) ten opzichte vanhet landelijk gemiddelde in jaar t-1 (het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar) uitgedrukt in een percentage. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten wordt verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente Zaltbommel.
61
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Berekening (E/F) x 100%
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
A
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
286
278
282
B
Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
279
283
287
C
Afvalstoffenheffing voor een gezin
229
188
188
D
Eventuele heffingskorting voor een gezin
E
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D)
794
755
757
F
Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in het voorafgaande begrotingsjaar
704
716
709
113,8
106,5
106,8
Kengetal Belastingcapaciteit
10.4 Conclusies De risico’s die onze gemeente loopt, zijn naar onze mening te overzien en voor een deel redelijk te kwantificeren. Van vitaal belang hierbij is de vraag hoe wij met eventuele risico’s om gaan. In het algemeen geldt het zorgvuldig toepassen van de bedrijfsvoeringsprocessen, interne controlemaatregelen in het bijzonder, maar zeker ook een goed ingebedde en na te leven planning- en controlcyclus. Deze bieden voldoende waarborgen voor tijdige zichtbaarheid en beheersbaarheid van eventuele calamiteiten. Met name de tussentijds uit te brengen rapportages, zowel op managementniveau als door ons college aan uw raad, moeten hier op ingaan. Daar waar risico’s in kaart zijn te brengen, moeten er voorzieningen komen om die risico’s op te vangen. Als dit niet kan, hetzij omdat de consequenties niet of niet helemaal bekend zijn, hetzij omdat het moment waarop de gebeurtenis zich kan aandienen niet bekend is, kunnen we terugvallen op de weerstandscapaciteit van onze gemeente. Risico
Omschrijving
Veerdiensten
Stopzetten provinciale bijdrage
Veerdiensten
Exploitatietekort
Bodemverontreiniging
Kosten bodemverontreiniging
Archeologisch onderzoek
Opgravingskosten
2015
2016
2017
2018
2019
47.000
47.000
47.000
47.000
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
135.000
135.000
22.500 60.000
Imago Juridische geschillen Ketenaansprakelijkheid
Naheffingen Belastingdienst
Afwikkeling brand Unieweg
Niet verhalen kosten
41.000
Rijksbeleid
Verminderen algemene uitkering en specifieke uitkeringen
135.000
Leningen en garanties
het niet terugbetalen van leningen aan de gemeente of waarvoor we garant staan
189.500
270.600
135.000
Totaal risico’s
285.600
444.000
257.000
197.000
197.000
Risico’s gecummuleerd
285.600
729.600
986.600
1.206.100
1.403.100
* Totaal Weerstandscapaciteit Restant Weerstandscapaciteit
7.855.000 7.032.000 6.994.000 7.003.000 7.022.000 7.569.400 6.302.400 6.007.400 5.796.900 5.618.900
* Beschikbare weerstandscapaciteit: De stille reserves en grondexploitaties nemen we op dit moment gezien de huidige economische situatie niet mee. Daarnaast brenge we de claims op de algemene reserves in mindering op het weerstandsvermogen.
Het weerstandsvermogen wordt als volgt berekend: Beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandscapaciteit (=risico’s + norm van 2%). Voor onze gemeente betekent dit € 7.022.000 / ( € 1.403.100 + € 425.000) = 3,84. Op basisvan de nota risicomanagement en weerstandsvermogen betekent deze score; uitstekend. 62
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Overzicht kengetallen Kengetallen
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Netto schuldquote
102,53
82,51
89,10
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
112,86
106,74
99,88
17,1
17,49
15,59
-0,11
-3,14
-1,20
53
59,3
41,8
113,8
106,5
106,8
Solvabiliteitsratio Structurele exploitatieruimte Grondexploitatie Belastingcapaciteit
63
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
11 RESERVES EN VOORZIENINGEN De paragraaf reserves en voorzieningen geeft de input voor de paragraaf Weerstandsvermogen. Zo ontstaat een beeld van de beschikbare weerstandscapaciteit.
11.1 Reserves Reserves vormen het eigen vermogen van de gemeente. We onderscheiden algemene reserves en bestemmingsreserves. Algemene reserves zijn, tot een vooraf geformuleerd minimumniveau, vrij aanwendbaar bij tegenvallers (bufferfunctie). Bestemmingsreserves zijn bestemd voor een specifiek doel. Op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) verdelenwe bestemmingsreserves als volgt onder: • Bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven; • Overige bestemmingsreserves. Algemene reserves 1-1-2015
1-1-2016
31-12-2016
Algemene bedrijfsreserve
3.173
6.854
6.032
Algemene bedrijfsreserve; onderdeel sociaal domein
1.000
1.000
1.000
Reserve winst verkoop aandelen Vitens
1.827
Bedragen * € 1.000
Algemene reserve grondexploitaties Totaal
960
129
129
6.960
7.984
7.032
Voor het bepalen van de vrij besteedbare algemene reserve kijken we alleen naar de algemene bedrijfs reserves, omdat de andere reserves gekoppeld zijn aan specifieke risico’s. Het onderdeel voor het sociaal domein nemen wij niet mee in het bepalen van de vrij besteedbare algemene reserve. De provincie Gelderland heeft een norm voor het minimumniveau van deze reserve. Deze is € 80 per inwoner. Dit betekent voor onze gemeente een bedrag van ongeveer € 2,2 miljoen. Devrij besteedbare algemene reserves volgens de provincie bedragen per 31 december 2019 € 7,150 miljoen. Deze bestaan naast algemene bedrjfsreserve, uit de algemene reserve transities en de reserve grondexploitaties. ’Vrij besteedbaar’ is overigens een relatief begrip. De berekende rente over de exploitatiereserves komt namelijk ten gunste van het begrotingssaldo met uitzondering van een buffer van € 1,500 miljoen. Dit betekent dat bedragen die extra worden onttrokken leiden tot een lager begrotingssaldo. Overige bestemmingsreserves Bedragen * € 1.000
1-1-2015
1-1-2016
31-12-2016
Exploitatiereserves
6.078
2.936
2.892
Precariobelasting
1.671
600
1.800
Totaal
7.879
3.536
5.692
Bestemmingsreserves zijn in principe niet vrij inzetbaar in geval van tegenvallers, tenzij uw raad bepaalt dat de oorspronkelijke bestemming kan komen te vervallen. Ook bij bestemmingsreserves geldt dat als gelden worden onttrokken aan reserves het hieraan gekoppelde renteresultaat afneemt. Bij de bepaling van het renteresultaat gaan we uit van de geplande uitgaven ten laste van de reserves en voorzieningen. Alleen bij afwijkingen van de planning ontstaan voor- of nadelen.
11.2 Voorzieningen Voorzieningen zijn fondsen voor concrete verplichtingen. Over deze gelden kunnen we alleen beschikken voor het doel of het risico waarvoor ze zijn ingesteld. Bij voorzieningen gaat het om verplichtingen die zich te zijner tijd zullen voordoen maar waarvan het moment min of meer onzeker is.
64
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Voorzieningen zijn te verdelen in de volgende categorieën: • Verplichtingen, verliezen en risico’s; • Onderhoudsegalisatie; • Door derden beklemde geldmiddelen • Tekorten grondexploitaties. 1-1-2015
1-1-2016
31-12-2016
Verplichtingen, verliezen en risico’s
1.637
1.540
1.459
Onderhoudsegalisatie
4.721
4.748
4.776
Bedragen * € 1.000
Derden beklemde middelen
2.489
715
193
Totaal
8.848
7.003
6.320
Verplichtingen verliezen en risico’s Deze voorzieningen zijn met name bestemd voor pensioenverplichtingen aan voormalig bestuurders. Onderhoudsegalisatie Deze voorzieningen zijn bestemd voor de afkoop van het onderhoud van begraafplaatsen,het onderhoud van gebouwen, wegen en riolering. Derden beklemdemiddelen Deze voorzieningen betreffen de Artikel 12-gelden en de bovenwijksevoorzieningen.
65
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
1 2 O N D E R H O U D K A P I TA A L G O E D E R E N In deze paragraaf gaan we in op het beleidskader van de ’grotere’ kapitaalgoederen van onze gemeente en de financiële consequenties die daaruit voortvloeien . De openbare ruimte in onze gemeente bestaat uit tal van kapitaalgoederen. De belangrijkste hiervan zijn: wegen, riolering, groen, gebouwen, straatverlichting en speelvoorzieningen. De kwaliteit en het onderhoud van de kapitaalgoederen is bepalend voor het voor zieningenniveau en de lasten. Per kapitaalgoed gaan wij in op het beleidskader, de financiële consequenties en de vertaling in de begroting en de kwaliteit en risico’s. In mei 2012 heeft uw raad de kwaliteitsambitie openbareruimtevastgesteld. Hierin benoemen wij uitgangspunten voor het kwaliteits- en kostenniveau van onze kapitaalgoederen. Door het vaststellen van deze uitgangspunten kunnen wij de openbare ruimte en gebouwen beheren vanuit een kwaliteitsbeeld in plaats vanuit technische argumenten.
12.1 Wegen Beleidskader Wegbeheer is te omschrijven als de zorg voor het blijvend voldoen van alle verhardingen aan de wettelijke eisen en richtlijnen. De Wegenwet vereist van de beheerder ’goedrentmeesterschap’ en geeft de wegbeheerder impliciet dus een zeer ruime beleidsvrijheid. De Wegenwetverwacht dat de wegbeheerder streeft naar maatregelen die de veiligheid van de weggebruiker en de functionaliteit van de wegen waarborgen (functioneel beheer). Het Burgerlijk Wetboek regeltde bewijslast bij schade; de beheerder kan aansprakelijk gesteld worden voor schade die iemand lijdt als gevolg van gebreken aan de weg. Dit betekent dat een preventief onderhoudsbeleid, een goede klachtenregistratie, regelmatige inspecties volgens de landelijk geaccepteerde methode en een goed werkend systeem van rationeel wegbeheer onontbeerlijk zijn. Voor de wegverhardingen in onze gemeente stelden wij op basis van globale visuale inspecties het wegenbeheerplan 2015-2020 op. Dit wegenbeheerplan heeft u in juni 2015 vastgesteld. In aanvulling op het wegenbeheerplan heeft u in de Voorjaarsnota besloten € 50.000 perjaar beschikbaar te stellen voor het verharden van bermen. Het bestrijden van onkruid op wegen mag vanaf 2016 niet meer met chemische middelen. Dit werkt sterk kostenverhogend. De effecten hiervan zijn beschreven in het onderdeel Groen omdat wij dit uitvoeren als onderdeel van onze groenbeheerwerkzaamheden. De bouwkundige infrawerken (bruggen etc) verschuiven vanaf de begroting 2017 inhoudelijk van gebouwen beheer naar wegbeheer. In de voorjaarsnota 2016 heeft u eenmalig € 178.000 beschikbaar gesteld om het achterstallig onderhoud in te halen. Financiële consequenties en vertaling in de begroting Uit het beheerplan wegen volgt het benodigde onderhoudsbudget. De basis hiervoor is de door uw raad op 24 mei 2012 vastgestelde Kwaliteitsambitie openbare ruimte. Het budget isten opzichte van de periode voor 2015 verhoogd aangezien het totale areaal uitgebreid is en de onderhoudsachterstand groter geworden is. 2014 realisatie
2015 begroting
2016 begroting
Budget (storting in voorziening)
1.167
1.339*
1.206
Uitgaven (onttrekking aan voorziening)
1.122
1.539*
1.206
45
-200
0
352
397
197
45
-200
0
397
197
197
* € 1.000
Saldo Voorziening 1 januari Mutaties Saldo
* Er is in 2015 sprake van eenmalige uitgaven voor KSB (€ 200.000) uit de voorziening wegen, en € 178.000 (wegwerken achterstanden bouwkundige infrawerken) uit de voorjaarsnota 2016.
Kwaliteit enrisico’s De totale kwaliteit van het wegenareaal van onze gemeente is laag te noemen. De kwaliteit zoals gemeten in 2015 is ten opzichte van de situatie in 2012 iets verbeterd, maar de financiële achterstand is groter 66
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
geworden. Het onderhoudsniveau van de elementenverhardingen is weliswaar hoger dan dat van de asfalt verhardingen maar nog steeds op niveau laag. Het gewenste niveau is niveau ‘basis’. De komende jaren moet de stijgende lijn doorgezet worden. Hierbij draagt ook het groot onderhoud aan de riolering de Vergt en de Binnenstad bij. Ook verbeteren wij de infrastructuur in het kader van het PIP. In de huidige systematiek werken wij de onderhoudsachterstand over een periode van 5 jaar weg. Dit betekent dat de wegen nog gedurende langere tijd op een (te) laag onderhoudsniveau verkeren. Met als consequenties: toenemende klachten en aansprakelijkstellingen en regelmatig terugkerend tussentijds onderhoud op niet geplande plaatsen met als gevolg minder geld voor een gefaseerde en structurele aanpak.
12.2 Straatverlichting Beleidskader Om het onderhoud en de vervanging van openbare verlichting te reguleren stelden wij in 2014 het Beheerplan openbare verlichting op. Financiële consequenties en vertaling in debegroting De kosten van de straatverlichting bestaan uit een aantal posten: • Energieverbruik. Alle lichtmasten zijn voorzien van armaturen met daarin energiezuinige lampen. Op regionaal niveau sloten wij een gezamenlijk energiecontract af. • Uitvoeren van periodiek onderhoud (vervangen defecte lampen en het verhelpen van storingen). We kozen voor een minimaal onderhoudsniveau. Dat betekent dat we ongeveer twaalf keer per jaar storingen verhelpen. De hoogwerker rijdt dus niet meer alle lichtmasten langs om de storingen te verhelpen, maar alleen de gemelde defecte lichtmasten. Dit onderhoud is collectief aanbesteed binnen de Regio Rivierenland. • Vervanging masten en armaturen. Voor masten hanteren wij een gemiddelde vervangingstermijn van 40 jaar. Voor armaturen is de gemiddelde vervangingstermijn 20 jaar. • Verlichtingsniveau. Het in het algemeen aanwezige verlichtingsniveau is dat van een plattelandsgemeente. Bij het verlagen van het verlichtingsniveau nemen de sociale onveiligheidsgevoelens toe. Verhogen van het verlichtingsniveau leidt tot investeringen en hogere jaarlasten voor energie en onderhoud. Door de ambities op het gebied van energiebesparing en veiligheidsnormen nemen de kosten van met name het vervangen van lichtmasten en armaturen toe. De extra kosten die nodig zijn voor deze vervangingen compenseren wij door de voordelen op de energiekosten.
* € 1.000
2014 realisatie
2015 begroting
2016 begroting
Uitgaven
299
367
369
2
1
1
297
366
368
Inkomsten Totaal
Kwaliteit en risico’s De kwaliteit van de masten en armaturen is, in algemene zin, redelijk tot goed. Bij stijging (of daling) van de energielasten is een wijziging van het budget noodzakelijk. In september 2013 ondertekenden ruim 40 koepelorganisaties het Energieakkoord voor duurzame groei. Gemeenten zijn in dit convenant door de VNG vertegenwoordigd. Onzegemeente haalt een deel van de doelstellingen. De doelstelling om in 2020 40% energiezuinige (led)lampen te hebben, halen wij niet. Belangrijkste reden hiervoor is dat wij veel lampen met lage vermogens hebben waarbij vervanging door led niet doelmatig is. De doelstelling om 40% van de armaturen te voorzien van slim energiemanagement (dimmen) halen wij nagenoeg. Uw raad besloot in 2014 dat wij niet extra investeren, maar dat wij er voor kiezen om maatregelen te treffen wanneer een armatuur of mast versleten is.
67
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
12.3 Groen Beleidskader Het openbaar groen is een beeldbepalend onderdeel van de openbare ruimte en het visitekaartje van de gemeente. Het is van belang is dat het groen passend is ingericht, er verzorgd uitziet en bijdraagt aan een goede leefomgeving voor bewoners en bezoekers.Tot het groenbeheer behoren het onderhoud aan alle gemeentelijke gazons, plantsoenen en bomen. Hiervoor stelden wij een Beheerplan Groen op. Naast het Beheerplan Groen hebben we te maken met de Boswet, Flora- en Faunawet, beleidsnota Restgroen (2003), het Landschapsplan Bommelerwaard en de Algemene Plaatselijke Verordening (onder andere kap vergunningen). In 2012stelde u de Kwaliteitsambitie openbare ruimte vast. Op basis van deze ambitie herzien wij in de periode 2015-2016 het Beleidsplan Groen. In dit beleidsplan vertalen wij de onderdelen uithet bestuursakkoord 2014-2018. Daarbij houden wij ook rekening dat wij vanaf 2015 geen chemische onkruidsbestrijdingsmiddelen meer mogen gebruiken. Financiële consequenties en vertaling in de begroting Voor groenbeheer (inclusief beleid en hondenuitlaatplaatsen) zijn onderstaande budgetten beschikbaar in de begroting. Het beheer van de sportvelden is geen gemeentelijke taak en ligt bij de betrokkenen sport verenigingen. Voor het niet meer mogen gebruiken van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen is in de voorjaarsnota 2015 extra budget ter beschikking gesteld. De uitvoering is in 2015 Europees openbaar aanbesteed voor de duur van een jaar met twee maal een optie van verlenging met een jaar.
* € 1.000
2014 realisatie
2015 begroting
2016 begroting
Uitgaven
887
999
1.096
Budget
965
999
1.096
78
0
0
Saldo
Kwaliteit en risico’s Op een schaal van slecht tot en met goed ligt het onderhoudsniveau afhankelijk van functie en locatie op basis tot goed. De kwaliteit is zodanig dat overlast en gevaar door groen en bomen aanvaardbaar laag zijn. De bomen onderzoeken wij sinds 2013 structureel op stabiliteit en vitaliteit. Uitgangspunt in het groen beheer(plan) is het vasthouden van de bestaande (onderhouds)kwaliteit. In de beschikbare budgetten houden wij geen rekening met vervanging en renovatie. Het (dagelijks) toezicht op de uitvoering van de via openbare aanbesteding uit te voeren werken heeft de afgelopen jaren een forse extra personele inzet vereist. Door te kiezen voor aanbesteding voor een jaar met optionele verlenging hebben wij meer invloed op het verloop van de samenwerking met de aannemer. We gaan voor 2016 de uitdaging aan om met de beschikbare middelen tot een (visueel) beter resultaat te komen. Belangrijk hierbij is het meer enbeter gebruik maken van initiatieven vanuit de bevolking en meer samen te werken met de dorps- en wijkraden.
12.4 Speelplaatsen Beleidskader Om het onderhoud aan openbare speelplaatsen te reguleren actualiseerden wij in 2014 het Beheerplan Speelplaatsen. Voor de speelplaatsen is een aantal wettelijke minimumeisen voorgeschreven in het Attractiebesluit. Zo moet elk speelwerktuig aan de veiligheidsnormen voldoen en in een logboek moet de onderhoudstoestand staan. De valbodem onder speeltoestellen moet, afhankelijk van het type speeltoestel, aan bepaalde wettelijke (schokabsorberende) eisen voldoen. Financiële consequenties en vertaling in de begroting De kosten van speelplaatsen bestaan uit inspectie-, vervangings- en onderhoudskosten. De aanleg van nieuwe speelplaatsen bekostigen wij nagenoeg altijd vanuit een lopende grondexploitatie. Het beperken van de omvang van deze aanleg heeft op termijn een gunstige invloed op het onderhoudsbudget. 68
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
* € 1.000
2014 realisatie
2015 begroting
2016 begroting
Uitgaven
95
107
113
Budget
91
107
113
Saldo
-4
0
0
Kwaliteit en risico’s De speeltoestellen voldoen aan de wettelijke (veiligheids)normen. Bij vermindering van de onderhouds toestand grijpen wij direct in. Speelplaatsen kunnen een hangplek vormen en zijn dan meer voor vandalisme gevoelig. De inzet van buurtbeheer blijkt in de praktijk meer uitzondering dan regel of leidt niet tot kostenreductie.
12.5 Materieelplan buitendienst Beleidskader Op basis van een materieelplan (geactualiseerd in 2008) beschikken wij over een compleet wagenpark, aangepast aan de eisen van de Arbo-wet. De gegevens van alle voertuigen, het materieel van de gladheid bestrijding en het daarvoor in aanmerking komend groot gereedschap zijn digitaal vastgelegd. In 2013 actualiseerden wij het gehele materieel plan opnieuw waarbij ook de functionaliteit van de gereedschappen is meegenomen. Nu het onderzoek naar samenwerking met andere partijen is afgerond en is besloten dat de buitendienst onderdeel van de gemeente Zaltbommel blijft, vervangen wij in 2015 het wagenpark. Bij deze vervanging houden wij rekening met de maatregelen die in het document efficientiemaatregelen beheer openbare ruimte omschreven zijn. Financiële consequenties en vertaling in de begroting Met behulp van de geldende afschrijvingstermijnen en het vastgestelde rentepercentage zijn de meerjaren investeringen bepaald.
* € 1.000 Budget (storting in reserve)
2014 realisatie
2015 begroting
2016 begroting
106
105
83
Uitgaven (onttrekking aan reserve)
31
116
75
Saldo
75
-11
8
189
264
253
75
-11
8
264
253
261
Reserve 1 januari Mutaties Saldo
Kwaliteit en risico’s Het wagenpark is inmiddels sterk verouderd. Dit leidt tot hogere onderhoudskosten en lagere bedrijfs zekerheid.
12.6 Water en riolering Beleidskader Op 24 mei 2012 stelde uw raad het nieuwe Water en Rioleringplan Bommelerwaard (WRP) vast. Dit plan is samen met de gemeente Maasdriel en het Waterschap Rivierenland opgesteld. In het plan staan de beleidsuitgangspunten vermeld voor het uitvoeren van de wettelijke taken (Wet Milieubeheer, Waterwet) van inzameling, transport en de (lokale) verwerking van afval-,hemel- en grondwater binnen de Bommelerwaard voor de periode 2012-2016. Aandachtspunten voor de komende periode tot aan het volgende WRP zijn: • verzamelen van gegevens en berekeningen die ten grondslag liggen aan het nieuwe WRP dat in 2017 in moet gaan; • uitvoering geven aan de taakstellende landelijke bezuiniging van € 380 miljoen per jaar die voortkomt uit het Bestuursakkoord Water (2011); 69
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
• regionale samenwerking in het kader van de NWrR: uitwerking Basisovereenkomst Onderzoek en Analyse; • aandacht voor meten, monitoren en renovatie van gemalen en overstorten; • verbetering van de waterkwaliteit in relatie tot de glastuinbouw conform de Samenwerkingsovereenkomst waterkwaliteit glastuinbouw Bommelerwaard. Financiële consequenties en vertaling in de begroting In het WRP zijn aanzienlijke investeringen opgenomen. De kosten (en dus de tarieven) stijgen in de toekomst. Door alle investeringen en werkzaamheden kritisch te bekijken is de stijging van de tarieven in 2015 en 2016 uitgesteld. Bedragen * € 1.000
2014 realisatie
2015 begroting
2016 begroting
Lasten
3.431
3.760
3.687
Rioolrecht
3.317
3.418
3.518
-114
-342
-169
3.095
2.981
2.639
-114
-342
-169
2.981
2.639
2.470
Saldo Voorziening 1 januari Mutaties Saldo
Kwaliteit en risico’s Voor het onderhoud van onze watergangen, namen wij met het vaststellen van het nieuwe WRP een structureel budget voor het achterstallig onderhoud (baggeren) en beheer van de watergangen en bijbehorende voorzieningen op. Dit moet ertoe leiden dat alle watergangen weer op basisniveau beheerd worden. Tot en met 2015 bleek uit de inventarisatie van waterschap Rivierenland dat de baggeropgave voor onze gemeente meevalt. Dit betekent dat de kosten later gemaakt worden dan verwacht en dat de voorziening hoger staat dan gepland. De dimensionering en de staat van onderhoud van de rioleringsonderdelen bevinden zich momenteel in een redelijke tot goede staat. Financiële risico’s zijn beperkt, omdat alle kosten van beheer en onderhoud over een lange periode in beeld zijn gebracht en in een dekkende heffing zijn verrekend. Technische risico’s zijn daarentegen slechts tegen zeer hoge kosten te voorkomen. Bij extreme regenbuien zal ook in onze gemeente tijdelijk water op straat kunnen voorkomen, hetgeen ongemak kan veroorzaken. In de komende jaren inventariseren wij nader of hierbij onacceptabele overlast optreedt en in hoeverre wij dit kunnen voorkomen.
12.7 Beheerplan gemeentelijke gebouwen Beleidskader In het Coalitieakkoord 2010-2014 ‘De samenwerkende gemeente’ is voor de gemeentelijke gebouwen opgenomen dat, als gevolg van afstoten van een aantal vastgoedobjecten, gericht onderhoud dient te worden gepleegd. Hiervoor zijn de volgende twee resultaatindicatoren vastgesteld: • Bestuursopdracht optimalisatie vastgoed die is vastgesteld en aan uw raad ter kennis is gebracht (Informatienota voor de raad d.d. 16 november 2011). • Het (in 2010: € 350.000,–) beschikbare budget moet toereikend zijn voor een goed onderhoudsniveau van het resterende bezit Huidige situatie Met het bestuursakkoord 2014-2018 continueren wij de ingezette lijn. De lopende bestuursopdracht is in tijd fors uitgelopen. Het verkopen van gemeentelijk vastgoed is qua omvang slechts in beperkte mate gelukt. De belangrijkste oorzaken zijn dat sprake is van incourant vastgoed en het vrijwel volledig inzakken van de markt voor (maatschappelijk) vastgoed. Het afstoten van de dorpshuizen is beperkt tot het beheer en onderhoud. De overdracht van de brandweergarages aan de Veiligheidsregio heeft plaats gevonden. Een poging kerktorens af te stoten is gestrand. Het project optimalisatie vastgoed is nu nagenoeg afgerond. Van de resterende gebouwen stelden wij nieuwe meerjarige onderhoudsplanningen op. Eind 2015 ontvangt u een evaluatie van het geheel op basis waarvan wij het onderhoudsbudget voor de komende jaren kunnen vaststellen. 70
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Financiële consequenties en vertaling in de begroting 2014 realisatie
2015 begroting
2016 begroting
Budget (storting voorziening)
311
340
239
Lasten (onttrekking voorziening)
170
316
336
Saldo
141
24
-97
Voorziening 1 januari
292
433
457
Mutaties
141
24
-97
Saldo
433
457
360
* € 1.000
Kwaliteit en risico’s Het huidig onderhoud is niet meer gebaseerd op een actueel vastgesteld meerjarenonderhoudsplan. Hier werken wij hard aan en streven naar besluitvorming eind 2015.
12.8 Begraafplaatsen Beleidskaders Op basis van de Wet op de lijkbezorging moeten we mogelijkheden bieden om overledenente kunnen begraven of in een urn bij te zetten. Bijna iedere kern heeft een eigen gemeentelijke begraafplaats die wij onderhouden. In de gemeenteraadsvergadering van 28 juni 2012 is deNotatoekomstontwikkeling begraaf plaatsen vastgesteld. In deze nota is het nieuwe beleidvastgelegd. Gemeentelijk beleid is vastgelegd in de volgende stukken • Nota toekomstontwikkeling begraafplaatsen (Raad 28 juni 2012); • Verordening voor het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Zaltbommel 2013 (Raad 13 september 2012) • Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen 2013 (Raad 13 september 2012); • Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen 2013 (Raad 13 september 2012). Eind 2013 is de Legesverordening begraafplaatsen 2014 door uw raad vastgesteld. Financiële consequenties en vertaling in de begroting In uw vergadering van 28 juni 2012 stemde u in met het nieuwe kostendekkende beleid lijkbezorging. Binnen de komende begrotingsjaren zetten wij, in combinatie met het onderhoudsbestek, het groenbudget zoveel mogelijk in voor het tot stand komen van een minder onderhoudsintensieve inrichting. Wij zijn in 2012 gestart met het optimaliseren van de gehele administratie. Dit is zeer arbeidsintensief door de compexiteit en de verbondenheid aan wettelijke termijnen. In 2015 evalueerden wij de uitvoering. U stelde deze evaluatie op 24 april 2015 vast. In deze evaluatie stellen wij een compleet plan voor met een langetermijn planning voor de optimalisatie van de begraafplaatsen en de hiervoor benodigde middelen. Deze optimalisatie voeren wij voor een groot deel worden uit voor eind 2016. 2014 realisatie
2015 begroting
2016 begroting
Budget (groenvoorziening begraafplaatsen)
170
180
177
Uitgaven (groenvoorziening begraafplaatsen)
158
180
177
12
0
0
* € 1.000
Saldo
Kwaliteit en risico’s De kwaliteit van het groen op de begraafplaatsen is basis tot goed. Hierdoor is het risico laag. De beleving van bezoekers van de begraafplaatsen is minder goed. Met het uitbreiden van het toezicht op de uitbesteden werkzaamheden en een betere communicatie voeren wij in 2016 verbeteringen door. Ook besteden wij meer van de werkzaamheden op de begraafplaatsen uit.
71
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
13 FINANCIERINGEN TREASURY De paragraaf Financiering en treasury heeft tot doel om inzicht te verschaffen in en verantwoording af te leggen over de activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van: • de financiële vermogensvoorwaarden; • de financiële stromen; • de financiële positie en de hieraan verbonden risico’s. De bovengenoemde drie punten noemen we kort Treasury.
13.1 Beleidskader Het doel van deze paragraaf is om kaders mee te geven over de financiële positie van onze gemeente op basis van het vastgestelde treasurystatuut. Daarnaast is de paragraaf een belangrijk instrument voor het transparant maken van de financieringsfunctie. De centrale doelstelling van het treasurybeleid is het beheren van de financiële geldstromen en het beperken van de financiële risico’s voor onze gemeente. De Wet Financiering Decentrale Overheden regelt de uitvoering van treasury. Deze wet regelt dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
13.2 Risicobeheer financieringsportefeuille Voor het beheersen van het renterisico maken we gebruik van de financieringsstrategieën die zijn opgenomen in het treasurystatuut: • de kasgeldlimiet wordt conform wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) niet overschreden; • de renterisiconorm wordt niet overschreden conform wet FIDO; • nieuwe leningen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning; • de rentetypische looptijd en het renteniveau van de desbetreffende lening wordt zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestanden en rentevisie. Renterisico Dit is het risico dat wij te maken kunnen krijgen met sterke rentestijgingen voor bestaande geldleningen. In zijn algemeenheid blijft dit risico beperkt door het afsluiten van leningen met een lange looptijd en een vast rentepercentage. Kredietrisico Dit is het risico dat wij lopen wanneer rechtspersonen aan wie een lening is verstrekt in financiële problemen komen. In het treasurystatuut is hierover afgesproken dat de gemeente alleen geld mag uitlenen aan de meest betrouwbare bedrijven (met minimaal de zogenaamde AA-rating). Onderstaand een overzicht (gesplitst naar risicogroep) van door ons verstrekte leningen en gerealiseerde beleggingen. Renteschuld per 31 december bedragen * € 1.000
2015
%
2016
%
Woningbouwcoörperaties met garanties WSW
567
49
283
28
Semi-overheidsinstellingen
125
11
113
11
Overige toegelaten instellingen volgens treasurystatuut Totaal
72
2017
%
100
10
2018
0
%
2019
0 88
7
% 0
75
5
468
40
635
61
903
90
1.170
93
1.438
95
1.160
100
1.031
100
1.003
100
1.258
100
1.513
100
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
13.3 Beleidsverwachting Treasurybeheer De Wet fido geeft twee concrete richtlijnen voor gemeenten voor het beheersen van renterisico’s. Het gaat daarbij om kasgeldlimieten en de risiconorm. Kasgeldlimiet Een belangrijk uitgangspunt van de Wet fido is het vermijden van grote schommelingen in de rentelasten. Juist voor kortere financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct invloed hebben op de rentelasten. Om een grens te stellen aan de korte financiering is in de Wet fido een kasgeld limiet opgenomen. Dit kasgeldlimiet wordt berekend als een vast percentage (8,5%) van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het begrotingsjaar. Voor Zaltbommel bedraagt de kasgeldlimiet voor 2016 circa € 5,413 Uitgangspunt is dat het financieringstekort binnen de wettelijke grenzenzoveel mogelijk met kort geld wordt gefinancierd; het rentepercentage voor kort geld lager is dan het percentage voor leningen met een lange looptijd. Renterisico-norm Het doel van de renterisico-norm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten van de organisatie. Dit is te bereiken door een limiet te stellen aan een deel van de vaste schuld; het rentepercentage moet op een bepaald moment worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. De bedoelde aanpassingen van rentepercentages doen zich voor bij herfinanciering en renteherziening: • herfinanciering houdt in dat wij een vervangende lening aantrekken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande leningen te voldoen; • renteherziening doet zich voor wanneer de geldgever het percentage van een lening gedurende de looptijd herziet. De formulering van de rente-risiconorm nieuwe norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen voor gemeenten niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De omvang van de renterisico-norm voor het komende begrotingsjaar is als volgt weer te geven: Berekening renterisico-norm (bedragen * € 1.000) Geconsolideerd begrotingstotaal (schatting) Wettelijk vastgesteld percentage Renterisico-norm
2016 63.681 20 12.736
In onderstaande tabel geven wij een overzicht van de renterisico’s voor de komende vier jaren. Het rente risico heeft betrekking op de vaste schuld en op het bedrag waarover renterisico wordt gelopen. Zichtbaar is dat in 2016 de norm wordt overschreden; door meer spreiding en door meer grondverkoop wordt dit risico bepekt. 2016
2017
2018
2019
Netto te betalen aflossingen (saldo opgenomen/ verstrekte leningen)
6.616
8.869
6.087
10.445
Totaal
6.127
8.380
5.599
10.445
Berekening renterisico (bedragen * € 1.000 Netto renteherziening op vaste schuld (saldo opgenomen/verstrekte leningen)
73
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
13.4 Financiering Financieringspositie Het financieringstekort bedraagt gemiddeld voor het jaar 2016 € 7,382 miljoen. Dit betekenteen daling ten opzichte van 2015; wel is tussentijds een financiering aangetrokken. In de begroting houden wij rekening met een rentelast van 3,25% over het gemiddelde tekort van 2016, zodat wij binnen het beschikbare budget in de vaste financiering van het tekort kunnen voorzien. Op basis van de adviezen van de provinciale toezichthouder om een deel van de algemene bedrijfsreserve vrij besteedbaar te maken, nemen we nu een buffer mee in het financieringstekort. Dit verbetert onze financiële positie. Onderstaand overzicht geeft in meerjarig perspectief het verloop van de financieringspositie weer. Bedragen * € 1.000 Investeringen per 1 januari
2016
2017
2018
2019
54.661
53.815
51.178
48.863
Voorraad gronden
31.443
26.871
23.416
19.325
Totaal financieringsbehoefte (ACTIVA)
86.104
80.685
74.593
68.188
Eigen vermogen (reserves)
11.520
10.053
1.005
10.044
8.999
8.316
6.243
6.452
Vreemd vermogen (opgenomen geldleningen)
59.877
53.260
44.391
38.304
Totaal financieringsmiddelen (PASSIVA)
80.395
71.630
60.639
54.800
Financieringstekort
5.709
9.055
13.953
13.388
- Kasgeldleningen
5.000
5.000
5.000
5.000
- Langlopende geldleningen
709
4.055
8.935
8.388
Financieringskosten
128
261
332
453
1.500
1.500
1.500
1.500
49
49
49
49
Vreemd vermogen (voorzieningen)
Buffer (reservepostie waar geen rente aan wordt toegerekend) Rente-effect
Leningenportefeuille In totaal staat er in 2016 gemiddeld € 56,569 miljoen uit. Het gemiddelde rentepercentagevan de geldleningen bedraagt 2,45%. Binnen de leningenportefeuille zitten woningbouwleningen die we voor hetzelfde percentage doorlenen. Los van deze geldleningen bedraagt het gemiddelde rentepercentage 2,41%.
13.5 In- en externe ontwikkelingen Rentebeleid Een visie omtrent de rente-ontwikkeling van de korte en de lange termijn rente is een dwingende voorwaarde om de treasuryfunctie te kunnen uitoefenen. Treasury fundeert haar financierings- en beleggingsbeslissingen op het beeld van macro-economische ontwikkelingen van het Bruto Nationaal Product (BNP), betalingsbalans, economische groei, inflatie, consumentenvertrouwen, werkeloosheidscijfers, oorlogsdreiging, politieke spanning en met name de rentevisie van grootbanken. De korte termijnrente is sinds het uitbreken van de kredietcrisis gedaald van 4,5% naar circa 0,0%. Ook de lange termijn rente is flink gedaald van 4,5% naar actueel 1,50%. Voor de toekomst is het belangrijk wanneer de economie weer begint aan te trekken en bedrijven weer geld kunnen lenen zodat wij de gronden in met name de Wildeman kunnen verkopen. In de tussentijd profiteren we maximaal van de lage rente met daaraan gekoppeld een groter risicoprofiel. Dit risico beperken we door jaarlijks langlopende leningen af te sluiten tegen zo goed mogelijke condities. Schatkistbankieren Met ingang van eind 2013 is het verplicht schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat overtollige middelen worden uitgezet bij de Staat. De rentevergoeding die we hiervoor krijgen is ongeveer gelijk met de rente die we betalen voor het aantrekken van kortlopende leningen.
74
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
14 BEDRIJFSVOERING 14.1 Inleiding De paragraaf Bedrijfsvoering heeft een expliciete relatie met het thema Bestuur en Organisatie. Een programma richt zich inhoudelijk op de relatie tussen de burger en de gemeente, terwijl de paragraaf Bedrijfsvoering zich richt op de reguliere operationele kaders voor de bedrijfsvoering. Ergo, de bedrijfsvoering is een belangrijk onderdeel van onze organisatie. Onze klanten stellen steeds hogere eisen aan onze dienstverlening: een betrouwbare overheid die snel een antwoord heeft op gestelde vragen en die adequaat reageert op klachten en bezwaren van burgers wordt als volstrekt normaal beschouwd, maar stelt wel eisen aan de bedrijfsvoering. Die moet - meer dan voorheen - transparant, inzichtelijk maar vooral ook snel zijn. De ingang gezette organisatie- ontwikkeling en het dienstverleningsconcept zijn mede hierom speerpunten van beleid. Wij werken continu aan de verbetering van onze bedrijfsvoering. Dit is noodzakelijk om adequaat in te kunnen spelen op de ontwikkelingen die als gevolg van interne en externe factoren op ons afkomen. Bedrijfsvoering is een organisatiebreed werkveld waarbij alle medewerkers betrokken zijn; alle medewerkers hebben er baat bij als de zaken goed op orde zijn.
14.2 Informatievoorziening & ICT Informatievoorziening Onze focus ligt de komende tijd de samenvoeging van het kavel I&A samen met Maasdriel. De opgestelde businesscase is daarbij leidend. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: • Dienstverlening vindt 24 uur per dag en 7 dagen per week plaats; • Componenten en processen veranderen frequent. I&A moet hier actief op inspelen; • I&A systemen worden gekozen op basis van best practices (best of breed); • Zowel burger, bedrijf en instelling als interne medewerker is klant; • Er wordt gebruikgemaakt van gegevens van authentieke bronnen; • Dienstverlening is integraal en aandachtsgebied overstijgend. Wij en de gemeente Maasdriel hebben beide de volgende ambities ten aanzien van de dienstverlening, bedrijfsvoering, en informatievoorziening. Ambities op hoofdlijnen: • Eenvoudig en bereikbaar zijn voor de klant, door inzet van digitale dienstverlening en digitale koppelingen zoals met het zaaksysteem en de website. Hierbij zoveel mogelijk digitale afhandeling van de intake, behandeling en levering van producten en diensten; • Integraal systeem ter ondersteuning van de dienstverlening, wat zowel de klant als de eigen medewerkers ondersteunt bij het aanvragen en leveren van diensten en producten, het registreren van klantcontactenen het communiceren met klanten; • Meer kanaalsturing: verschuiving van balie naar website; • Toptaken website ; • Inrichting van afhaal servicepunten en daar waar noodzakelijk dienstverlening aan huis, eventueel tegen extra betaling; • Deregulering verder doorzetten; • ‘Lean’ maken van werkprocessen; • Meer hergebruik van bestaande gegevens en ter ondersteuning daarvan de realisatie van een gegevensmagazijn; • Burgers proactief informeren via bijv. facebook / geo-informatiesystemen / app’s / sms-alert; • Dashboard voor het informeren van management en organisatie over de voortgang en de resultaten; • Wettelijke taken zoals de Iinvoering van de Basisregistratie Grootschalige Basiskaart (BGT). Dit moet gerealiseerd zijn in 2016. Wij stellen gezamenlijk een informatiebeleidsplan op met de projecten voor de komende twee jaar. 75
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
ICT Om andere organisatieonderdelen samen te kunnen voegen is het noodzakelijk dat de I&A diensten, met name de technische infrastructuren, van de beide gemeenten eerst worden geharmoniseerd en samen gevoegd. Samenvoeging van de automatisering is hiervoor een basisvoorwaarde. De komende jaren ligt de focus op de harmonisatie. Dit werken wij uit in concrete projecten.
14.3 Dienstverlening Dienstverlening is van ons allemaal. Onze missie is: Dichter bij de burger. Onze visie op dienstverlening is: de gemeente draagt bij aan een plezierige en veilige leef-, woon- en werkomgeving. Hoe werkt dienstverlening? Als het gaat om dienstverlening aan onze burgers zijn zowel de voorkant (het Klantcontactcentrum) als de achterkant (back-office) samen verantwoordelijk voor het afhandelen van klantcontacten. Regie vanuit het Klant Contact Centrum (KCC) De doorontwikkeling van het KCC gaat verder. Het KCC leert vanuit de klantcontacten wat goed gaat en beter kan in de organisatie (waar gaan klantcontacten over en zijn ze te voorkomen?). Het KCC initieert daarop innovaties in de processen. Onze focus ligt de komende jaren op de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening en het ‘verleiden’ van inwoners om hiervan gebruik te maken. Klantgerichte overheid De cultuur in de organisatie is van grote invloed op de ontwikkelmogelijkheden. Wij staan voor een open en transparante cultuur. We werken volgens de bedoeling. We organiseren ons steeds meer in netwerken rondom onderwerpen. We haken aan op de ontwikkelingen in de sociale media.
14.4 Juridische kwaliteitszorg Juridische kwaliteitszorg is het geheel aan maatregelen die worden getroffen om juridische risico’s en daarmee samenhangende schade te voorkomen en te beperken. Het gaat om het waarborgen en versterken van de juridische kwaliteit en het bewust omgaan met juridische risico’s. Risico’s lopen is onvermijdelijk, maar het is zaak bewust te kiezen welke risico’s men wenst te nemen en welke niet. Onze inzet is een gemeente die rechtmatig handelt en zorgvuldig de belangen van burgers en andere belanghebbende afweegt.
14.5 Interne controle, rechtmatigheid en administratieve organisatie Interne controle De gemeente Zaltbommel is en wil graag ‘in control’ zijn. Hiervoor zijn tal van interne beheersings maatregelen aanwezig. Om de financiële rechtmatigheid te waarborgen werken wij aan de hand van het normenkader en het interne controleplan. Dat we ‘in control’ zijn blijkt onder andere uit de goedkeurende controleverklaringen die wij jaarlijks behalen voor zowel de getrouwheid als rechtmatigheid. Dit blijkt ook uit de jaarlijkse instemming met onze Programmabegroting door onze toezichthouder provincie Gelderland. Onze doelstelling voor komende jaren blijft om de interne beheersing en het zelfcontrolerend vermogen verder te verbeteren. Risicomanagement Een ander onderdeel dat bijdraagt aan het ‘in control’ zijn is risicomanagement. Wij willen op een gestructureerde wijze risico’s beheersen en eventuele risico’s bewust nemen. Hierbij is de relatie tussen risico’s en de mate waarin wijin staat is om eventuele grote financiële tegenvallers die bij de risico’s horen op te vangen van belang. Dit heeft geresulteerd in de Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen. Met het vaststellen van deze nota heeft uw raad kaders gesteld voor het niveau van weerstandsvermogen met risicomanagement. De ratio is ook een belangrijke pijler bij de bepaling van onze financiële positie. In hoofdstuk 10 lichten wij dit toe.
76
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Niet-financiële rechtmatigheid Zeker niet alle beslissingen hebben direct financiële consequenties. Wel moeten deze niet- financiële beslissingen ook volgens de geldende regels worden genomen. Want gebeurt dat niet, dan heeft zo’n beslissing een juridisch, en mogelijk ook een financieel risico. Een risico, omdat de onrechtmatigheid kan worden ingeroepen en dat mogelijk herstelkosten met zich meebrengt. Vandaar dat wij de toetsing hierop meenemen in de interne controle. Doelmatigheid In het verleden hebben wij onderzoek gedaan naar het proces van inkoop- een aanbesteding. De aanbevelingen van het onderzoek implementeren wij de komende periode.
14.6 Begrotingsrechtmatigheid in relatie tot investeringen Wij hebben in deze begroting de reeds beschikbare gestelde kredieten opgenomen. Ook zijn investeringen van door u vastgestelde beheerplannen zoals het materieelplan buitendienst, en het integraal huisvestingplan onderwijs opgenomen. Tot slot geven wij aan welke investeringen onderdeel uitmaken van nieuw beleid. Al deze investeringen zijn per programma opgenomen in de begroting. Bij vaststelling van de begroting worden de investeringen voor 2016 beschikbaar gesteld. Investeringen betreffen veelal grotere projecten met omvangrijke financiële consequenties. Het is belangrijk om hierover frequent te rapporteren. Daarom hanteren we de volgende uitgangspunten: • beleidsinhoudelijke wijzigingen leggen wij altijd vooraf aan u ter besluitvorming voor; • tussentijdse rapportages gaan over ontwikkelingen, planning en financiën; • tussentijds rapporteren wij over afwijkingen groter dan 5% met een minimale omvang van € 25.000.
14.7 Personeel Personeel en organisatie De dienstverlening van het cluster P&O richt zich op drie belangrijke klanten, te weten: de gemeente Zaltbommel, de ODR en het Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard. Het jaar 2016 staat in het teken van een verdergaande samenwerking/-voeging met de gemeente Maasdriel. De zorg voor een kwalitatief goede dienstverlening heeft onze contiune aandacht. Het uitbreiden, verder digitaliseren en professionaliseren van de P&O-medewerkers zien wij als een continu proces dat daar aan bijdraagt. Belangrijke (beleids)ontwikkelingen voor 2016 zijn: • Digitalisering: Een verdere implementatie vanP&O-selfservice. • Flexibilisering van de arbeidsvoorwaarden: Op het gebied van wet- en regelgeving (CAR-UWO) zien we ontwikkelingen rond een verdere harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden en meer individuelekeuzevrijheid voor medewerkers. • Ontwikkelingen en verplichtingen op de arbeidsmarkt: De arbeidsmarkt is volop in beweging.Enerzijds zien we een ontwikkeling naar meer en andere vormen van het inzetten van personeel (flexibele schil). Anderzijds worden er –al dan niet verplicht- taakstellingen opgelegd om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in het arbeidsproces te betrekken (o.a. via social return, en plaatsing van arbeids gehandicapten) . • Groeiende behoefte aan netwerkcapaciteiten: Met de transities en algemene ontwikkeling van de gemeente als regie-organisatie, moeten medewerkers in staat zijn een netwerk te activeren en te onderhouden. Oriëntatie op de buitenwereld wordt daarbij steeds belangrijker. Dat vergt behoorlijke competenties en opleiding. Wij verwachten dat dit de komende periode verder toeneemt. De medewerkers P&O ondersteunen de integraal verantwoordelijke lijnmanagers hierbij. • Dienstverleningsconcept: Technologische veranderingen, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de kijk op het P&O vakgebied hebben invloed op de wijze waarop wij de P&O-dienstverlening inrichten. Plaats- en tijdonafhankelijk werken is mogelijk. Een goede ICT-ondersteuning en goede arbeidsomstandigheden (uitwerking adviezen RIE) zijn hierbij randvoorwaardelijk. In zijn algemeenheid zien we een tendens naar een dienstverleningsconcept volgens het click-call-face principe en een meer bedrijfsmatige benadering met resultaatafspraken over de P&O-dienstverlening. 77
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
• Doorontwikkeling medewerkers P&O: Door te investeren op verdere professionele ontwikkeling van P&O en (nog) meer integraal te gaan samenwerken met overige (interne) vakspecialisten, worden we minder afhankelijk van inzet van buiten. Op vakgebieden rondom bijvoorbeeld het arbeidsrecht, casemanagement ziekteverzuim, mobiliteit en loopbaanoriëntatie zien wij kansen. Samenwerking over organisaties heen, collegiale uitwisseling en meer kennisdeling worden steeds belangrijker naar de toekomst toe.
78
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
1 5 V E R B O N D E N PA R T I J E N In deze programmabegroting werken wij onze relatie met de Verbonden partijen uit. Samenwerken in een verbonden partij kan een wettelijke plicht (bijvoorbeeld van de Veiligheidsregio en de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst) en een vrije keus zijn. Met uitzondering van deelnemingen die geld opleveren gaat veel van ons geld zitten in samenwerking. Sturing van uw raad op en controle van doelrealisatie en financiën van verbonden partijen vraagt zorgvuldige behandeling. Wat zijn verbonden partijen? Verbonden partijen zijn gemeenschappelijke regelingen, vennootschappen, stichtingen en publiekprivate samenwerkingsconstructies die gemeentelijk beleid uitvoeren. De gemeente is zowel financieel als bestuurlijk betrokken bij deze partijen. Er zijn drie soorten verbonden partijen: deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen. ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– Deelnemingen: de gemeente heeft aandelen en stemt zelf in de aandeelhoudersvergadering. Een voorbeeld is onze deelneming in de Bank Nederlandse Gemeenten. Jaarlijks krijgen wij een dividenduitkering. Gemeenschappelijke regelingen: de gemeente heeft een overeenkomst met andere partijen op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De gemeente neemt deel in het algemeen bestuur. Een voorbeeld is onze deelname aan de Regio Rivierenland. De gemeente betaalt mee aan gemeenschappelijke regelingen. Overige verbonden partijen: de gemeente werkt samen in andere constructies dan een deelneming of een gemeenschappelijke regeling. Bijvoorbeeld als lid van een stichting. De gemeentelijke bijdrage is verschillend. De bijdrage varieert van de inzet van uren voor bestuursondersteuning tot kosten van een lidmaatschap of kosten voor afname van diensten. ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– Hoe is deze paragraaf opgebouwd? Deze bestaat uit drie tabellen: • Bestuurlijke inbreng in het begrotingsproces • Verdeling van de bestuursregels • Detailoverzicht verbonden partijen
79
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.1 Bestuurlijke inbreng in het begrotingsproces
LEGENDA C:
Collegeleden
R:
Raadsleden
AB:
Via algemeen bestuur gemeenschappelijke regeling
DB:
Via dagelijks bestuur gemeenschappelijke regeling
BR:
De verbonden partij informeert de raad met bestuursrapportages
1. Deelnemingen 1. Vitens NV
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
2. Bank Nederlandse Gemeenten
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
3. NV Pooorterij
N.v.t
N.v.t
N.v.t.
4. Logistieke Hotspot Rivierenland
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
1. Regionaal Archief Rivierenland
AB
AB
C/R
2. Regio Rivierenland
AB
AB
C/R
3. Sociale Dienst Bommelerwaard
AB
AB
C/R
4. Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
AB
AB
C/R
5. Lander
AB
AB
C/R
6. Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard
AB
AB
C/R
7. Omgevingsdienst Rivierenland
AB
AB
C/R
8. GGD Gelderland-Zuid
AB
AB
C/R
9. Werkzaak
AB
AB
C/R
1. Pand 9
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
2. Beheersstichting Brede School de Waluwe
N.v.t
N.v.t.
N.v.t.
3. Bergsche Maasveren
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
4. De Grote Aak
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
5. Stichting Beheer openbare Voorziening Zaltbommel
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
2. Gemeenschappelijke regelingen
3. Overige verbonden partijen
80
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.2 Verdeling van de bestuurszetels LEGENDA R
Benoemd door de raad
C
Benoemd door het college
AB
Algemeen bestuur
DB
Dagelijks bestuur
RvT
Raad van Toezicht
BC
Bestuur(scommissie)
AA
Afgevaardigde aandeelhoudersvergadering
1. Deelnemingen
Verbonden partij
Burgemeester Van den Bosch
Wethouder Zondag
1. Vitens NV
AA
2. Bank Nederlandse Gemeenten
AA
3. NV De Poorterij
AA
Wethouder Bragt
Wethouder Van Balken
4. Logistieke hotspot Rivierenland
Wethouder Looijen
Raadslid / anders
AA
2. Gemeenschappelijke regelingen
Verbonden partij
Burgemeester Van den Bosch
1. Regionaal Archief Rivierenland
AB / plaats vervangend
Wethouder Zondag
AB + DB
3. Sociale Dienst Bommelerwaard
AB + DB
5. Lander
Wethouder Van Balken
Wethouder Looijen
AB / plaatsvervangend
2. Regio Rivierenland
4. Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Wethouder Bragt
AB / Mevr. Sluiter en plaatsvervangend Mevr G. Fernhout AB plaatsvervangend
AB
AB AB
6. Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard 7. Omgevingsdienst Rivierenland
81
AB / Mevr. B. Rachak en plaatsvervangend Dhr. L. van den Dool AB en DB
AB plaatsvervangend
AB + DB
8. GGD Gelderland-Zuid 9. Werkzaak
Raadslid / anders
AB AB + DB
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
3. Overige verbonden partijen
Verbonden partij
Burgemeester Van den Bosch
Wethouder Zondag
Wethouder Bragt
Wethouder Van Balken
Wethouder Looijen
Raadslid / anders
1. Pand 9
C (medewerker)
2. Beheersstichting Brede School De Waluwe
C (medewerkers)
3. Bergsche Maasveren 4. De Grote Aak 5. Stichting Beheer Openbare Voorzieningen Zaltbommel
82
RvT BC
BC
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.3 Deelnemingen 15.3.1 Vitens NV
Aandelen
24.035
Geschat dividend 2016
€ 64.300
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 438,3mln
Eind jaar: € 421,2mln
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 1.273,5mln
Eind jaar: € 1.292,5mln
Kernactiviteiten van de organisatie
Vitens is het waterbedrijf dat zich richt op de winning, zuivering en levering van goed water aan burgers en bedrijven. Dit betekent water van een hoge kwaliteit, dat ongestoord aanwezig is en dat tegen lage kosten en met een goede service en dienstverlening.
Website
www.vitens.nl
Coördinatie
Afdeling Bedrijfsvoering; cluster financiën
Zeggenschap
De aandeelhouders hebben zeggenschap in Vitens via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten.
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf en alle taken die met de publieke watervoorziening verband houden.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan De relatie met Vitens is niet gewijzigd gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidelijk provincie in de verbonden partij heeft Beoogde resultaten
Stabiel dividend
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Om ook op lange termijn de continuïteit van de onderneming te garanderen en te voldoen aan de wensen en eisen van de stakeholders heeft er in 2012 een aanpassing van het financieel beleid plaatsgevonden. Hierbij is de solvabiliteits-doelstelling (op basis van garantievermogen) verhoogd van 25 naar 30%. Hiermee beoogt Vitens onder andere een blijvende toegang tot de geld- en kapitaalmarkt tegen voorwaarden die voor Vitens N.V. acceptabel zijn. Daarnaast streeft Vitens continu naar efficiency en effectiviteit. Dit wordt versterkt door de huidige financiële crisis en druk vanuit overheden om bezuinigingen te realiseren. Vitens N.V. optimaliseert de komende jaren haar processen verder en richt deze klantgericht en efficiënt in om de drinkwatertarieven laag te houden. In het jaarplan 2013-2015 is dan ook de ambitie uitgesprokenom de drinkwatertarieven voor 2014 en 2015 niet te verhogen onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling wordt voldaan.
Weerstandsvermogen en risico’s
Onbekend
83
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.3.2 Bank Nederlandse Gemeenten
Aandelen
3.861
Geschat dividend 2016
€ 5.700
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 3.430mln
Eind jaar: € 3.582mln
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 127.753mln
Eind jaar: € 149.923mln
Kernactiviteiten van de organisatie
De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecificeerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het (indien mogelijk) handhaven van excellente kredietwaardigheid (Triple A).
Website
www.bng.nl
Coördinatie
Afdeling Bedrijfsvoering; cluster financiën
Zeggenschap
De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten.
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. BNG is een betrouwbare eigentijdse bank en expert in het financieren van publieke voorzieningen. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan het zo laag mogelijk houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan Niet van toepassing gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidelijk provincie in de verbonden partij heeft Beoogde resultaten
Stabiel dividend.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
De vooruitzichten voor 2016 zijn wederom met meer dan normale onzekerheden omgeven. De bank verwacht een vergelijkbaar volume nieuwe langlopende kredietverlening. Bij klanten wordt gerekend met terughoudendheid ten aanzien van nieuwe invsteringen. De bank verwacht een geringe toename van het resultaat.
Weerstandsvermogen en risico’s
Verminderen van het dividend.
84
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.3.3 NV De Poorterij
Aandelen
3.850
Geschat dividend 2016 Eigen vermogen 2014
Begin jaar: 485.000
Eind jaar: 391.175
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: 0
Eind jaar: 6.287
Kernactiviteiten van de organisatie
Het in stand houden en exploiteren van de panden Nieuwstraat 2,4,6 en de Boschstraat 93, 95 en 97 en de ondergrond van de parkeerplaats in Zaltbommel.
Website
www.poorterij.nl
Coördinatie
Afdeling Ruimte, Samenleving en Ontwikkeling
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Zondag
Zeggenschap
De aandeelhouders hebben zeggenschap in N.V. De Poorterij via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten.
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Het in stand houden van de theaterfunctie in Zaltbommel en het vergroten van aantal activiteiten in het complex, het binden huurders aan het complex die zich cultureel willen manifesteren en die elkaar kunnen/willen versterken.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan Niet van toepassing gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidelijk provincie in de verbonden partij heeft Beoogde resultaten
Het continueren van deze functie waarbij wij ons op termijn terugtrekken als aandeelhouder.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
In 2015 heeft een wisseling van exploitant plaatsgevonden.
Weerstandsvermogen en risico’s
Het risico is aanwezig dat op termijn de exploitatie van het Poorterijcomplex niet levensvatbaar blijkt te zijn of dat de activiteiten van de exploitant niet rendabel zijn. Op dat moment doet de vraag zich voor of het voortbestaan van het Poorterij-complex en de theaterfunctie realistisch is.
85
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.3.4 Logistieke Hotspot Rivierenland
Certificaten
200 stuks
Geschat dividend 2016
€ 0
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: nvt
Eind jaar: € nvt
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: nvt
Eind jaar: € nvt
Kernactiviteiten van de organisatie
Het doel van deze samenwerking is het verder (logistiek) ontwikkelen van de regio, met twee speerpunten: Het versterken van de regionale bedrijvigheid op basis van de logistieke kwaliteiten; Aantrekken van (inter)nationale bedrijvigheid naar de regio, waardoor de werkgelegenheid in de regio gegarandeerd danwel geïntensiveerd kan worden.
Website
logistic-hotspot.nl
Coördinatie
Samenleving & Ontwikkeling
Zeggenschap
De aandeelhouders hebben zeggenschap in de LHR via het stemrecht op de certificaten van aandelen die zij bezitten.
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Met 200 certificaten haar stem laten horen in de aandeelhouders vergadering.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan In 2014 is het een zelfstandige entiteit geworden en in 2015 verworven gedurende het begrotingsjaar in het belang wij daadwerkelijk onze 200 certificaten. dat de gemeente onderscheidelijk provincie in de verbonden partij heeft Beoogde resultaten
Het verder logistiek ontwikkelen van de regio rivierenland.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
In juni 2014 is de Logistieke Hotspot Rivierenland BV en in september 2014 is de Stichting Beheer Aandelen Logistieke Hotspot Rivierenland opgericht.
Weerstandsvermogen en risico’s
nvt
86
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4 Gemeenschappelijke regelingen 15.4.1 Regionaal Archief Rivierenland
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
€ 9,63 (€ 263.477)
Overige bijdrage per inwoner
N.v.t.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 1.103.574
Eind jaar: € 1.116.136
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 9.641.897
Eind jaar: € 9.526.173
Kernactiviteiten van de organisatie
Het gemeenschappelijk beheer van de centrale archiefbewaarplaats en van de naar die archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de deelnemers. Uitgangspunt daarbij is de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor alle naar die archiefbewaarplaats overgebrachte archiefstukken. Het toezicht door de streekarchivaris op het beheer van niet naar de centrale archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de deelnemers.
Website
www.regionaalarchiefrivierenland.nl
Coördinatie
Geen
Bestuurszetels
Raadslid Mevr. Sluiter
Planning behandeling begroting 2016
Vaststelling 20 juni 2015
Begrotingskaders Concept Definitief Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemers.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen
Beoogde resultaten
-
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Het mogelijk uitbreiden van het depot in Tiel
Weerstandsvermogen en risico’s
Onbekend
87
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4.2 Regio Rivierenland
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
€ 14,58 (€ 399.000)
Overige bijdrage per inwoner
N.v.t.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 4.043
Eind jaar: € 3.829
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 36.719
Eind jaar: € 39.609
Kernactiviteiten van de organisatie
De Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband van 10 gemeenten. Dit samenwerkingsverband voert taken uit op het gebied van milieu, afval, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, onderwijs, educatie, economie en arbeidsmarkt, volksgezondheid en zorg en verkeer en vervoer. Daarnaast heeft de Regio Rivierenland als doel de gemeenschappelijke belangen van zijn gemeenten te behartigen, op basis van het principe ‘verlengd lokaal bestuur’. Daarmee wil de Regio Rivierenland een bijdrage leveren aan een evenwichtige ontwikkeling van de regio. Dit ook in relatie tot het betreffende provinciaal- en rijksbeleid.
Website
www.regiorivierenland.nl
Coördinatie
Afdeling bedrijfsvoering; cluster BJZ
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Zondag
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Deelnemen in het bestuur Meebesluiten over de gemeenschappelijke regeling waarin taken en bevoegdheden van de Regio opgenomen. We zijn kritisch op nut en noodzaak van de regionale overleggen We zijn kritisch op de omvang van het takenpakket van de Regio Bestuurlijke en ambtelijke trajecten worden goed op elkaar afgestemd.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Beleidsspeerpunten: -Agribusiness -Economie en Logistiek -Recreatie en Toerisme
Beoogde resultaten
Het intensiveren van de samenwerking, ook met andere partners buiten het rivierengebied. Continuering en verlenging van het Regiocontract. Meer aansluiting zoeken bij gemeentelijke wensen en professionalisering van de taakuitoefening.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Nauwere samenwerking tussen de gemeenten onderling op het gebied van bedrijfsvoering. In 2016 meer aandacht op de doelstellingen uit het Regionaal Afvalstoffenplan. Afsplitsing van de Avri.
Weerstandsvermogen en risico’s
Bij de Avri lopen we het risico dat de opbrengsten uit de afvalstoffenheffing fluctureren. Dit risico is ondervangen door vorming van een egalisatie voorziening afvalstoffenheffing. In de begroting 2015-2018 is voorgesteld om het saldo van de ABR in de toekomst verder terug te brengen naar het bestuurlijk wenselijk minimale risico niveau van€ 700.000,–.
88
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4.3 Sociale Dienst Bommelerwaard
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
I.v.m. opheffing niet van toepassing
Overige bijdrage per inwoner
N.v.t.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: Nog niet bekend
Eind jaar: Nog niet bekend
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: Nog niet bekend
Eind jaar: Nog niet bekend
Kernactiviteiten van de organisatie
Het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten in het bestrijden van problematische schulden en bieden van inkomensondersteuning in opbouw naar zelfredzaamheid.
Website
www.socialedienstbommelerwaard.nl
Coördinatie
Afdeling RSO
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Zondag, Wethouder van Balken
Planning behandeling begroting 2016
N.v.t.
Begrotingskaders Concept Definitief
nvt DB/AB DB/AB
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Deelname aan DB en AB
Veranderingen die zich voordoen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Vanaf 1 januari 2016 gaat de Sociale Dienst Bommelerwaard op in de GR Werkzaak Rivierenland.
Beoogde resultaten
Het zo efficiënt mogelijk uitvoeren van de Wet Werk en Bijstand en wetten die hieraan gelieerd zijn.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Vanaf 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. Vanaf 1 januari 2016 gaat de Sociale Dienst Bommelerwaard op in de GR Werkzaak Rivierenland. De gemeenten Tiel, Buren, Neerijnen, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Maasdriel, Zaltbommel, Culemborg en Geldermalsen, het UWV en het SW-bedrijf LANDER hebben voor de invoering van de Participatiewet de handen in één geslagen. De hoeveelheid betrokken gemeenten én de deelname van zowel het UWV als LANDER maken de samenwerking uniek.
Weerstandsvermogen en risico’s
Exploitatietekorten worden gedragen door de gemeente Zaltbommel en Maasdriel.
89
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4.4 Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
€ 64,41 (totaal € 1.762.718)
Overige bijdrage per inwoner
nvt
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 8.335.000
Eind jaar: € 5.881.000
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 42.361.000
Eind jaar: € 46.070.000
Kernactiviteiten van de organisatie Website
www.vrgz.nl
Coördinatie
Medewerker Bedrijfsvoering
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Burgemeester
Planning behandeling begroting 2016
De begroting is behandeld in de raad van 4 juni 2015.
Begrotingskaders Concept Definitief Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Zorgen voor een veilige regio waarin rampen en crises zo goed mogelijk voorkomen en bestreden worden en de inwoners kunnen rekenen op snelle en goede geneeskundige hulpverlening en brandweerzorg.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidelijk provincie in de verbonden partij heeft
De grootste verandering over 2015 is bijgesteld op basis van nagekomen begrotingswijzigingen in het afgelopen jaar. De grootste correctie heeft betreking op de overdracht van de kazernes van gemeenten naar de VRGZ. De daarbij horende budgetten voor onderhoud en afschrijving zitten nu in de gemeentelijke bijdrage. Daarnaast is nog eenmaal een korting opgenomen voor de compensatie van de BTS op de ‘oude’ regionale brandweer die gemeenten niet meer terug kunnen vragen.
Beoogde resultaten
Goede en adequate dienstverlening.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Voor het jaar 2016 verwachten wij geen beleidsbesluiten die leiden tot een extra financiele uitzetting. Ook voorzien wij geen wijzigingen die nadelige financiele consequenties voor ons hebben. In de begroting 2016 van de VRGZ is zo veel mogelijk rekening gehouden met nu al voorzienbare ontwikkelingen die op de VRGZ afkomen. Voor een aantal ontwikkelingen geldt dat deze bekend zijn, zoals de herverdeling van middelen in het gemeentefonds en in de BDUR.
Weerstandsvermogen en risico’s
In de Begroting 2016 voldoet de VRGZ aan de vastgestelde normen voor de Algemene reserve rampenbestrijding (minimaal 5% van de jaaromzet) en de Reserve aanvaardbare kosten MKA en RAV (minimaal 10% van de jaaromzet, met streefwaarde 15%). Dit betekent dat het weerstandsvermogen voldoende is om risico’s op te kunnen vangen.
90
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4.5 Lander
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
I.v.m. opheffing niet van toepassing
Overige bijdrage per inwoner
N.v.t.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: Nog niet bekend
Eind jaar: Nog niet bekend
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: Nog niet bekend
Eind jaar: Nog niet bekend
Kernactiviteiten van de organisatie
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van de sociale werkvoorziening en andere vormen van gesubsidieerde arbeid.
Website
www.landergroep.nl
Coördinatie
Medewerker S&O
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Zondag,
Planning behandeling begroting 2016
N.v.t.
Begrotingskaders Concept Definitief Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Deelname aan het AB en DB
Veranderingen die zich voordoen gedurende het begrotingsjaar in het belang van de gemeente in de verbonden partij
Vanaf 1 januari 2016 zal LANDER opgaan in de GR Werkzaak Rivierenland.
Beoogde resultaten
Het efficiënt uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Vnaf 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. Vanaf 1 januari 2016 gaat LANDER op in de GR Werkzaak. Rivierenland De gemeenten Tiel, Buren, Neerijnen, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Maasdriel, Zaltbommel, Culemborg en Geldermalsen, het UWV en het SW-bedrijf LANDER hebben voor de invoering van de Participatiewet de handen in één geslagen. De hoeveelheid betrokken gemeenten én de deelname van zowel het UWV als LANDER maken de samenwerking uniek.
Weerstandsvermogen en risico’s
N.v.t.
91
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4.6 Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
€ 16,24 (totaal € 444.300).
Overige bijdrage per inwoner
Niet van toepassing.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 9.187.000
Eind jaar: € 9.916.000
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 2.749.000
Eind jaar: € 296.000
Kernactiviteiten van de organisatie
Het uitvoeren van de doelstellingen uit de Samenwerkingsovereenkomst Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard (2009) en het Uitvoeringsconvenant Herstructurering Glastuinbouw en Paddenstoelenteelt Bommelerwaard (2015). Deze doelstellingen zijn het bieden van toekomstperspectief voor de tuinbouw, de verbetering van de leefbaarheid in de tuinbouwgebieden en het verbeteren van de landschappelijke inpassing van de tuinbouw.
Website
www.tuinbouwbommelerwaard.nl
Coördinatie
Strategisch Ontwikkelaar Team Ruimte
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Bragt (afgevaardigde in het Dagelijks en Algemeen Bestuur) Wethouder Looijen (afgevaardigde in het Algemeen Bestuur)
Planning behandeling begroting 2016
De begroting is behandeld in de raad van 4 juni 2015.
Begrotingskaders Concept Definitief
Niet van toepassing. Niet van toepassing. Niet van toepassing.
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Wij participeren in zowel het Algemeen Bestuur (AB) als het Dagelijks Bestuur (DB) van het PHTB. Daarnaast nemen de gemeente Maasdriel, het waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland deel in het AB en het DB. De concrete taken en verantwoordelijkheden die deze overheidspartijen aan het PHTB heeft gegeven, zijn vast gelegd en beschreven in de SOK (2009) en het Uitvoeringsconvenant (2015).
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Niet van toepassing.
Beoogde resultaten
De beoogde resultaten voor het begrotingsjaar 2016 zijnbeschreven in hoofdstuk 3 (‘programma herstructurering’) van de Begroting 2016.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
In de begroting 2016 gaan wij uit van de inhoud van het op 25 februari 2015 vastgestelde Inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard (PIP). Dit houdt in het bijzonder in dat op basis van het PIP de nieuwvestiging of uitbreiding van glastuinbouw (onder voorwaarden) in intensiveringsgebieden mogelijk is via een wijzigingsbevoegdheid. Ook zijn in het PIP verscheidene wijzigingsbevoegdheden voor de aanleg van infrastructuurmaatregelen opgenomen. Er loopt een beroepsprocedure tegen het PIP. Als het PIP als gevolg van de beroepen (gedeeltelijk) wordt vernietigd, heeft dat gevolgen voor het uit te voeren programma en de grondstrategie.
Weerstandsvermogen en risico’s
In de Begroting 2016 zijn de kwantitatieve risico’s becijferd op € 1,93 mln. Het weerstandvermogen (Eigen vermogen) per eind 2016 wordt geraamd op € 8,57 mln. Dit betekent dat de risico’s kunnenworden opgevangen binnen het beschikbare weerstandsvermogen. Veel risico’s zijn niet of moeilijk uit te drukken in een verslechtering van het financieel resultaat, maar kunnen wel degelijk van invloed zijn op het verloop van het project, en daarmee ook op het financieel resultaat. PHTB heeft om die reden de kwantitatieve risicoanalyse uitgebreid met kwalitatief risicomanagement. Op basis van eenbrede risico-inventarisatie zijn mogelijke risico’s voor het project benoemd en samengebracht in een zogenaamd risicoregister: een overzicht van geïdentificeerde risico’s voor PHTB en haar werkzaamheden, met bijbehorende beheersmaatregelen. Aan de hand van dit register worden beheersmaatregelen voor de aangewezen risico’s in de praktijk actief ingezet.
92
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4.7 Omgevingsdienst Rivierenland
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
€ 72,57 (totaal € 1.986.031)
Overige bijdrage per inwoner
N.v.t.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 867.886
Eind jaar: € 1.289.964
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 2.705.283
Eind jaar: € 1.888.832
Kernactiviteiten van de organisatie
Het uitvoeren van alle taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het brede terrein van het omgevingsrecht.
Website
www.ODRivierenland.nl
CoördinatieAfdeling Bedrijfsvoering
Medewerker Bedrijfsvoering; cluster Bestuur
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Zondag
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
- We nemen deel aan het bestuur van de ODR - We zijn kritisch op nut en noodzaak -M ee besluiten over de gemeenschappelijke regeling waarin taken en bevoegdheden van de ODR zijn opgenomen - We zijn kritisch op de noodzaak van extra investeringen in de ODR -B estuurlijke en ambtelijke trajecten worden goed op elkaar afgestemd
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
n.v.t.
Beoogde resultaten
- Meer klanttevredenheid - Verbeteren professionaliteit toezichthouders - Weg werken achterstanden - Uitbreiding formatie bodem en handhaving - Regionaal beleidskader Vergunningen Toezicht en Handhaving(VTH)
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Aandachtspunten: - Tijdige en geïntegreerde vergunningen - Voldoen aan inhoudelijke kwaliteit - Interne en externe klantgerichtheid - Verstrekken van integrale adviezen Ontwikkelingen: - Het werkprogramma 2015 is vastgesteld -P er kwartaal verschijnen er managementrapportages die getoetst kunnen worden aan het werkprogramma.
Weerstandsvermogen en risico’s
In de Begroting 2016 zijn de risico’s becijferd op € 357.783.De weerstandscapaciteit (algemene reserve + post onvoorzien) bedraagt per eind 2014 € 590.400. Dit betekent dat de risico’s kunnenworden opgevangen binnen het beschikbare weerstandsvermogen. Naast de becijferde risico’s onderzoken wij in 2015 wat de gevolgen zijn van invoering van private kwaliteitsborging bouwtoezicht. Mogelijk leidt dit ook tot het opnemen van nieuwe risico’s.
93
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4.8 GGD Gelderland-Zuid
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
€ 24,51 (€ 670.870)
Overige bijdrage per inwoner
N.v.t.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 1.792
Eind jaar: € 2.809
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 6.011
Eind jaar: € 5.173
Kernactiviteiten van de organisatie
De GGD bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid van iedereen, met speciale aandacht voor risicogroepen. Dit doet de GGD door risico’s voor de gezondheid te voorkomen en de gezondheid van àlle inwoners te bevorderen.
Website
www.ggdgelderlandzuid.nl
Coördinatie
Medewerker S&O
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder van Balken
Planning behandeling begroting 2016
Op 9 juli 2015 heeft de GGD Gelderland-Zuid de conceptbegroting 2016 aangeleverd. Tegelijkertijd hebben ze aangekondigd dat er op vier punten nog geen duidelijkheid is.
Begrotingskaders Concept Definitief Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Deelname AB.
Veranderingen die zich voordoen gedurende het begrotingsjaar in het belang van de gemeente in de verbonden partij
Geen
Beoogde resultaten
Verdere verbinding zorg en veiligheid. Versterking van signalering, monitoring en bevordering van gezondheid. De GGD als vangnet. Klaar zijn voor de transitie in het jeugddomein . Het brede takenpakket van de GGD zo goed mogelijk verbinden met andere sectoren en transities.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Er zijn twee onderwerpen die de GGD Gelderland-Zuid in opdracht van de deelnemende gemeenten sinds 1 januari 2015 uitvoert en die nog volop in ontwikkeling zijn. Het gaat om Veilig Thuis en Toezicht Wmo.
Weerstandsvermogen en risico’s
De verwachte risico’s in 2015 zijn € 2,5 miljoen.Het weerstandsvermogen is € 949.000. Daarmee is dedekkingsgraad 38%.
94
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.4.9 WerkzaakRivierenland
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
Nog niet bekend
Overige bijdrage per inwoner
N.v.t.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: N.v.t.
Eind jaar: N.v.t.
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: N.v.t.
Eind jaar: N.v.t.
Kernactiviteiten van de organisatie Website Coördinatie
Medewerker RSO
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Zondag
Planning behandeling begroting 2016
De begroting 2016 van Werkzaak Rivierenland ligt naar verwachting voor in het DB Werkzaak van augustus en wordt daarna aan de deelnemende gemeenten aangeboden.
Begrotingskaders Concept Definitief
Alle gemeenteraden stemden in met de kaders van de meerjarenbegroting Werkzaak. De begroting 2016 ligt naar verwachting binnen deze kaders.
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Wij zijn vertegenwoordigd in het AB en in het DB Werkzaak.
Veranderingen die zich voordoen gedurende het begrotingsjaar in het belang van de gemeente in de verbonden partij
Werkzaak Rivierenland start op 1 januari 2016. De definitieve huisvesting is gereed op 1 juli 2016. Communicatie naar de inwoners over de locatie is belangrijk.
Beoogde resultaten
De begroting Werkzaak 2016 wordt waarschijnlijk in november aangeboden aan de gemeenteraad. Tot die tijd gelden de uitgangspunten en ambities van het bedrijfsplan en de bijbehorende meerjarenbegroting.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Werkzaak Rivierenland wil de meest ondernemende sociale dienst van Nederland zijn. Daarvoor is het niet genoeg om op papier één organisatie te zijn. Er gaat veel aandacht uit naar cultuurveranderingen bij het personeel.
Weerstandsvermogen en risico’s
95
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.5 Overige verbonden partijen
15.5.5 Pand 9
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
nvt
Overige bijdrage per inwoner:
€ 0,52 (€ 14.322) = kapitaallasten grond worden niet in rekening gebracht
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 19.496
Eind jaar: € 4.993
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 492.319
Eind jaar: € 447.815
Kernactiviteiten van de organisatie
Het exploiteren van het Pand 9 voor maatschappelijke organisaties
Website
nvt
Coördinatie
Realisatie en Beheer
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Medewerker afdeling Realisatie en Beheer
Planning behandeling begroting 2016
nvt
Begrotingskaders Concept Definitief
nvt
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Het exploiteren van het Pand 9 voor maatschappelijke organisaties. In het gebouw zitten diverse organisaties en startende bedrijven zoals de Spullewaard, de Voedselbank en Nieuw Blauw.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen
Beoogde resultaten
Maatschappelijke organisaties en startende ondernemers een relatief goedkope werkplek aanbieden en doordat partijen bij elkaar gehuisvest zijn elkaar kunnen helpen.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Doorstromen startende ondernemers en energielasten onder controle houden.
Weerstandsvermogen en risico’s
Wij staan garant voor een BNG-lening van (oorspronkelijk) € 450.000. Hiervan wordt met ingang van 2014 € 45.000 per jaarafgelost. Verder verstrekten wij zelf een lening van € 100.000 aan LTSSalt Boemel, welke in 15 jaar wordt afgelost.
96
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.5.2 Beheersstichting Brede school De Waluwe
Bijdrage per inwoner 2015 (totaal gemeente) Overige bijdrage per inwoner:
Geen
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 109.545
Eind jaar: € 134.871
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 66.578
Eind jaar: € 80.203
Kernactiviteiten van de organisatie
Het (doen) beheren en onderhouden van de multifunctionele accommodatie ‘brede school De Waluwe’ met bijbehorend terrein aan de Prins Clausstraat 2 te Zaltbommel en het (doen) exploiteren van de gezamelijke en multifunctionele gedeelten van deze accommodatie.
Website
www.bredeschooldewaluwe.nl
Coördinatie
afdeling Realisatie & Beheer, afdeling Bedrijfsvoering
Bestuurszetels
2 (secretaris en penningmeester)
Planning behandeling begroting 2015
10 november 2014
Begrotingskaders Concept Definitief
nvt DB DB/AB
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Deelname DB/AB
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen
Beoogde resultaten
Het in stand houden van de multifunctionele accomodatie.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Er is in 2015 een onderzoek gestart naar een eventuele nieuwe beheersvorm voor brede scholen. De uitkomsten verwachten wij in 2016.
Weerstandsvermogen en risico’s
Exploitatietekorten worden gedragen door de deelnemers van de stichting.
97
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.5.3 Bergsche Maasveren
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
nvt
Overige bijdrage per inwoner:
nvt
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: € 22.482.969
Eind jaar: € 22.207.465
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: € 480.516
Eind jaar: € 473.424
Kernactiviteiten van de organisatie
De drie veerverbindingen, te weten het Capelse veer, Het Drongelse veer en het Bernse veer plus het reserveveer in stand te houden. Hiervoor heeft zij met de overdracht vanuit Rijkswaterstaat een ‘bruidsschat’ van enkele miljoenen (€ 4.520.000 excl. BTW voorhet Bernse veer) ontvangen. Voor dat bedrag moet voor de komende dertig jaar een vrije overtocht worden gegarandeerd.
Website
www.bergschemaasveren.nl
Coördinatie
Realisatie en Beheer
Raad van Toezicht
Wethouder Looijen
Planning behandeling begroting 2015
nvt
Begrotingskaders Concept Definitief
Niet van toepassing. Niet van toepassing. Niet van toepassing.
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Het exploiteren van de Bergsche Maasveren.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
nvt
Beoogde resultaten
Het garanderen van een vrije overtocht van de Bergsche Maasveren gedurende minimaal dertig jaar (vanaf 2009).
Aandachtspunten en ontwikkelingen
nvt
Weerstandsvermogen en risico’s
Het eigen vermogen van De Bergsche Maasveren loopt de afgelopen jaren fors terug. De verliezen op het vermogen (beleggingen en exploitatie veren gezamenlijk) zijn jaarlijks behoorlijk hoog. Sinds de oprichting van de stichting in 2008 zijn deze verliezen in totaal zo’n € 1,5 mln. Dit kan in de toekomst problemen opleverenvoor de continuïteit van de veerdienst. In het najaar van 2015 worden mogelijke oplossingen onderzocht.
98
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.5.4 De Grote Aak
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
NVT
Overige bijdrage per inwoner:
NVT
Eigen vermogen 2014
Begin jaar:
Eind jaar:
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar:
Eind jaar:
Kernactiviteiten van de organisatie
De Grote Aak is het bruisende centrum van De BinnenVergt. Een multifunctionele ontmoetingsplek voor Zaltbommel dat iedereen van harte welkom heet. De Grote Aak staat bol van de activiteiten voor en door wijkbewoners en verenigingen.
Website
www.degroteaak.nl
Coördinatie
Afdeling Samenleving & Ontwikeling
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Zondag
Planning behandeling begroting 2015
Nvt
Begrotingskaders Concept Definitief
Nvt
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
In het kader van het voortbestaan van de Grote Aak richtten wij samen met Woonlinie deze stichting op.
Veranderingen die zich voordoen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
De stichting is in 2014 gestart. Het is onze bedoeling als die van Woonlinie dat de stichting zo snel mogelijk wordt overgedragen. Het is geen kerntaak van de gemeente.
Beoogde resultaten
Het tijdelijk vormen van het bestuur en het op poten zetten van een zelfstandige organisatie.
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Wij en Woonlinie hechten veel waarde aan een goedlopende en druk bezochte ontmoetingsplek in De Vergt. Aan de andere kant is het niet de bedoeling dat wij en Woonlinie hiervan de trekker zijn en blijven. Het initiatief moet meer en meer bij de wijk komen te liggen.
Weerstandsvermogen en risico’s
Onbekend
99
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
15.5.5 Stichting Beheer openbare Voorziening Zaltbommel
Bijdrage per inwoner 2016 (totaal gemeente)
N.v.t.
Overige bijdrage per inwoner:
N.v.t.
Eigen vermogen 2014
Begin jaar: 8.601
Eind jaar: 18.884
Vreemd vermogen 2014
Begin jaar: 1.188.459
Eind jaar: 1.148.224
Kernactiviteiten van de organisatie
Beheer van het gebouw aan de Courtine, waar de openbare bibliotheek Zaltbommel in gevestigd is .
Website
www.bibliotheekrivierenland.nl
Coördinatie
Afdeling Ruimte, Samenleving en Ontwikkeling
Bestuurszetels wethouders / burgemeester
Wethouder Bragt
Planning behandeling begroting 2015
N.v.t.
Begrotingskaders Concept Definitief
N.v.t.
Wat gaat / laat de gemeente daarvoor doen (openbaar belang)?
Het huisvesten van de bibliotheek Zaltbommel.
Veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen
Beoogde resultaten
Continueren gebouw
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Geen
Weerstandsvermogen en risico’s
Onbekend
100
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
16 GRONDBELEID In 2010 stelde u de nota grondbeleid vast. Enerzijds is de nota een verzameling van het reeds vastgestelde beleid. Een soort naslagwerk dus. Anderzijds belicht de nota, mede aan de hand van de vastgestelde kaders, de stand van zaken en de ontwikkelingen rond het grondbeleid en de daaraan verbonden risico’s.
16.1 Aard van het grondbeleid (actief/faciliterend) In 2010 stelde u de Nota Grondbeleid 2010-2014 vast. Deze nota is ook van toepassing verklaard voor de coalitieperiode van 2014-2018. Hieronder volgt een samenvatting van deze nota. De Grondexploitatiewet regelt dat wij bij particuliere ontwikkelingen meer kosten verhalen. De kosten die in rekening gebracht kunnen worden, sluiten beter aan op een actieve gebiedsontwikkeling, waardoor een actieve rol van ons niet meer in alle gevallen vanzelfsprekend is. Ook kunnen wij meer locatie-eisen stellen, waardoor de regierol wordt versterkt. In deze Nota Grondbeleid zijn, rekening houdend met de nieuwe wetgeving, de hoofdlijnen vastgelegd van het grondbeleid dat wij in de toekomst wil voeren. De nota stelt voorop dat onder andere het Ontwikkelingsbeeld 2020 en de Structuurvisie Buitengebied evenals andere sectorale beleidsnota’s richting geven aan onze toekomstige ontwikkeling. Om ervoor te zorgen dat wij daarin een sterke regie kunnen voeren is het van belang dat wij ons naast de publiekrechtelijke kaders (zoals structuurvisies, bestemmingsplannen ed.) kunnen bedienen van privaatrechtelijke mogelijkheden en instrumenten. Tot dit laatste stellen wij ons in staat door primair een actieve grondpolitiek te voeren. Door een actieve grondpolitiek te voeren verwerven wij immers de mogelijkheid door eigenaar te zijn van het bij de herontwikkeling betrokken vastgoed (grond(en) en /of gebouwen) naast de publiekrechtelijke regelingen in een privaatrechtelijke overeenkomst specifieke zaken aanvullend te regelen. Dit geeft een extra garantie voor het daadwerkelijk realiseren van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Het coalitieakkoord 2014-2018 sluit hierop aan. Echter, door de economische crisis gaan wij heel voorzichtig om met het actieve grondbeleid en laten de ontwikkelingen vooral aan private partijen over. De grond(en) en/of gebouwen die wij verwerven voor onze bedrijfsvoering dienen tijdelijk te worden beheerd. Dat tijdelijk beheer vindt primair plaats op commerciële basis. Voor verhuur, gebruik en bewaking van woningen of wooneenheden is het uitgangspunt dat juridische verbondenheid zoveel mogelijk wordt vermeden. Het eindproduct van onze grondexploitaties - de bouwrijpe grond- verkopen wij in zijn algemeenheid aan particulieren en marktpartijen. Het in erfpacht uitgeven, is een uitzondering. Wij verkopen tegen een marktconforme prijs en onder oplegging van de Algemene Verkoopvoorwaarden. De prijs van de te verkopen bouwgrond bepalen wij aan de hand van locatie en andere factoren. Wij maken daarbij tevens gebruik van enkele methodieken ter berekening van de grondprijs. Een uitzondering op de berekening van de commerciële waarde hanteren wij voor betaalbare woningen. Om meer inzicht te geven in de grondprijs stelt uw raad voortaan jaarlijks de grondprijzen vast. De Europese regelgeving stelt nadrukkelijk eisen aan aanbestedingen en het verlenen van staatssteun. Kortweg gezegd komt die regeling er op neer dat de gemeente ten bewijze van haar transparant handelen verplicht is om werken, diensten en leveringen boven de respectievelijke drempelbedragen aan te besteden. Tevens is het de gemeente niet toegestaan ongeoorloofde staatssteun te verlenen. Van staatssteun is sprake indien de begunstigde onderneming een economisch voordeel ontvangt dat zij onder normale markt voorwaarden niet zou hebben gekregen. Het kan daarbij gaan om verstrekte financiële bijdragen en bijdragen in natura, maar ook kan er sprake zijn van een steunmaatregel bij de verkoop van gronden voor een lagere dan de marktconforme prijs. Ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun zal van geval tot geval worden bezien of in overeenstemming met de geldende criteria wordt geopereerd c.q. welke maatregelen nodig zijn om in overeenstemming met de geldende regelgeving te handelen. Om de grondexploitaties gezond te houden, is een goed financieel management een absoluut vereiste. Dit bereiken wij doordat wij in overeenstemming met de wettelijke kaders voor verslaglegging werken en jaarlijks op vertrouwelijke en transparante wijze inzicht geven in de financiële positie van de gemeentelijke grondexploitaties. Dit brengt met zich mee dat wij het meerjarenperspectief van de grondexploitaties jaarlijks actualiseren met in begrip van zaken als winstneming, voorzieningen, risico’s en weerstandsvermogen.
101
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
16.2 Visie op het grondbeleid Actief grondbeleid omvat alle fasen van het exploiteren van grond: van de eerste aankoop van gronden, sloop of bouwrijp maken tot en met de uitgifte/verkoop van bouwgrond. Bij actief grondbeleid exploiteert de gemeente voor eigen rekening en risico gronden. Om die reden is er een grondexploitatieopzet aanwezig. Er zijn al beduidende financiële risico’s bij de eerste aankoop van grond, omdat dan nog niet zeker is of de bouwvoornemens zullen of kunnen worden gerealiseerd. De gemeente legt bij actief grondbeleid de publieke voorzieningen aan en kan in beginsel alle productiekosten doorberekenen in de gronduitgifteprijzen, mits de marktprijs niet wordt overschreden. Bij actief grondbeleid beschikt de gemeente over de volgende instrumenten: middels minnelijke verwerving of strategische grondverwerving een perceel in eigendom verkrijgen, het inzetten van de Wet voorkeursrecht gemeente of het sluiten van een gronduitgifteovereenkomst. Er zijn verschillende vormen van grondbeleid mogelijk. Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen actief en faciliterend grondbeleid. Tussen deze twee uitersten van grondbeleid bevinden zich drie meng vormen. Deze mengvormen zijn feitelijk vormen van publiek private samenwerking (PPS). Het grondbeleid is een geheel van instrumenten om doelen te bereiken rond de ruimtelijke ordening, de volkshuisvesting, de stedenbouw, de werkgelegenheid, de ecologie, de architectuur, duurzaamheid en vele andere. In de praktijk zijn de doelstellingen van het gemeentelijk grondbeleid: • Invloed op het soort ruimtegebruik: Komt grond op het juiste moment op de juiste plaats beschikbaar voor de juiste functie? De gemeente kan kaders stellen met het bestemmingsplan en vervolgens eengewenste bestemming realiseren door zelf grond te verwerven of dit aan de markt over te laten. • Invloed op de kwaliteit van het ruimtegebruik: Hierbij speelt een goede werking van de grondmarkt een grote rol. De gemeente kan deze rol op zich nemen of voorwaarden scheppen voor particuliereontwikkeling. Ook regelt zij de zeggenschap die de burger daarover heeft. • Rechtmatige verdeling van kosten en baten: Het grondbeleid geeft kaders aan voor de verdeling in geval van overheidsinterventies, zoals bestemmingswijzigingen en investeringen in bijvoorbeeld bouwenwoonrijp maken. Door de economische crisis wordt terughoudend omgegaan met aankoop van grond. Ook van het ministerie van Infrastrucuur & Milieu is de opdracht gekomen om bewuster om te gaan met de afweging tussen de inzet van een actief grondbeleid en een faciliterend grondbeleid. Daarnaast wil het ministerie van Infrastructuur & Milieu meer onderling overleg met de provincie om afspraken te maken over programmering en ontwikkeling woningbouw, kantoorruimte en bedrijventereinen. Dit om te voorkomen dat er op individueel gemeentelijk niveau sprake is van te optimistische planningen en verwachtingen met navenante negatieve gevolgen. Het KWP III is kortgesloten met de regio. Ook is er regelmatig overleg met de regio over de komst van nieuwe bedrijventerreinen.
16.3 Een actuele prognose Bij een actief grondbeleid produceren wij bouwkavels voor woningbouw, bedrijven en kantoren. De grondexploitaties baseren wij op marktverkenningen en prognoses. Jaarlijks worden de grondprijzen getaxeerd en indien nodig passen wij de opbrengsten aan. In het eerste kwartaal van de 2016 bespreekt u de grondprijzen weer in uw raad. De kosten passen wij bij elke herziening waar nodig aan. De resultaten verrekenen wij met de algemene reserve grondexploitaties en indien nodig met de algemene bedrijfsreserves. Zie hiervoor paragraaf 24.2. Wij maken onderscheid in “in exploitatie genomen gronden” en “niet in exploitatie genomen gronden”. Onder paragraaf 24.4. Financiële risico’s en principes winstneming geven wij een samenvattend eindoordeel over alle exploitaties en gronden.
102
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
In exploitatie genomen projecten: Voor onderstaande projecten zijn exploitaties vastgesteld en deze exploitaties herzien wij jaarlijks bij de jaarrekening en 2e burap.
Boekwaarde 1-1-2016 Uitgaven 2016
Plan Waluwe II, 2e fase Waluwe II (centrumplan)
6.554.000
1.803.000
Inkomsten 2016
Voorziening 31-12-2016
Balanswaarde 31-122016
Realisatie periode
2.400.000
257.000
5.700.000
2012-2025
-142.000
Ormeling
1.683.000
125.000
241.000
834.000
Dijkzicht-Zuid
3.942.000
Spoorveste
1.356.000
207.000
285.000
2.975.000
1.507.000
1.310.000
Virieupark
2.641.000
150.000
Gemeent Delwijnen
2.228.000
207.000
386.000
De Wildeman
10.136.000
3.099.000
6.726.000
Totaal
28.398.000
7.098.000
11.348.000
1.435.000 5.501.000
-142.000
2.015
733.000
2012-2017
889.000
2012-2025
1.553.000
2011-2013
2.791.000
2012-2018
614.000
2012-2016
6.509.000
2008-2018
18.647.000
Voordelen hebben geen effect op het resultaat in bovenstaande tabel omdat winst pas genomen mag worden op het moment dat het geld binnen is. Een verlies daarentegen moet op voorhand genomen worden en afgedekt worden door een voorziening. Waluwe II, fase 2 Het plangebied Waluwe II, 2e fase, omvat de bouw van ca. 360 woningen, gepland in de periode van 2012 2025. De planning pasten wij aan op basis van marktontwikkelingen. De gronden van de hockey- en voetbalvelden zitten niet in deze exploitatieopzet. De bouw van 64 woningen langs de Fiep Westendorplaan, grotendeels in het sociale koop/huur segment, is gereed. Deelgebied Parkeiland, ten westen van de Fiep Westendorplaan is ook in ontwikkeling. De verkoop van kavels (voor koop en huur) en woningen is vlot verlopen. In 2016 zal een deel van de woningen gebouwd zijn. In 2016 gaan we verder met de volgende fase, Ormeling Plan De Ormeling omvat zowel een bedrijventerrein als een gedeelte woningbouw. Het plangebeid is gelegen tussen de Molenstraat, Nieuwstraat, het oude deel van de Ormeling en het gedeelte ten noorden van het bestaande bedrijventerrein. Het huidige en uit te breiden bedrijventerrein is particulier eigendom. Er is ongeveer ruimte voor 45 - 50 woningen en 20 appartementen. De appartementen liggen in de oksel van de Molenstraat en de Ormelingstraat en worden particulier ontwikkeld. Op de begane grond wordt op 1400 m2 BVO detailhandel gerealiseerd. Van de woningen zijn er 19 gerealiseerd als CPO-project. Daarnaast zijn er 14 kavels verkocht. Voor retentie van het gebied is ten noorden van het plangebied een vijver gegraven waar in de winter op geschaatst kan worden. Het terrein naast de retentie kan gebruikt worden als evenementen- en recreatieterrein. In de eerste helft van 2014 is de verbindingsweg tussen de Molenstraat en de Sleutelbloem straat gerealiseerd. Voor de appartementen is eind 2014 een omgevingsvergunning aangevraagd. Bouwbedrijf Van Wanrooij start bij 70 verkoop in 2016 met de bouw. Er zijn nog steeds kavels beschikbaar. Dijkzicht-Zuid Het project Dijkzicht-Zuid ligt ten oosten van Zuilichem, tussen de Uilkerweg en de Nieuwstraat. Voor de ontwikkeling is onder andere in 2006 grond aangekocht van een glastuinbouwbedrijf en in 2008 van een transportbedrijf. Het project omvat de bouw van circa 100 woningen waarvan 34 in het goedkope segment. In februari 2012 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden en is fase 1 bouwrijp gemaakt.De 34 goedkope koop- en huurwoningen zijn gebouwd. Dit gedeelte is ook woonrijp gemaakt. De verkoop van de kavels verloopt moeizaam. De vraag naar vrije kavels is momenteel klein. Samen met een ontwikkelaar (BM van Houwelingen) proberen wij de verkoop vlot te trekken middels een CPO-Project.
103
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
De Virieupark (VSTV) De Virieupark ligt ten westen van de A2 en ten noordoosten van de KW-weg. In dit plangebied met goedgekeurd bestemmingsplan (2009) zijn circa 170 woningen gepland. Dit betreft een breed woningbouw assortiment in alle prijsklassen. In februari 2014 besloot uw raad om de exploitatie van het Virieupark vijf jaar stil te leggen. Desondanks spraken wij met een aantal projectontwikkelaren, maar die hebben niet tot resultaat geleid. In 2016 komt er meer duidelijkeheid over de tijdelijke invulling. Gemeent Delwijnen In 2008 is de boerderij met grond, gelegen aan Het Gemeent 21 te Delwijnen aangekocht. Reden van de aankoop was het zorgen voor een kwaliteitsslag in het dorp Delwijnen. De boerderij zorgde voor overlast in de nabije omgeving. De opstallen (schuren en dergelijke) zijn gesloopt en op het perceel komt een woningbouwontwikkeling. Het nieuwbouwproject bestaat uit de bouw van 16 woningen (projectmatige bouw) en de uitgifte van circa 6 bouwkavels voor particulieren. Naast de nieuwbouw staat ook de bestaande woning, Het Gemeent 21, te koop. In juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan vastgesteld. In februari 2014 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Ondanks dat gestart kon worden met het bouwrijp maken is dat niet gebeurd. De verkoop viel tegen en valt nog steeds tegen. Inmiddels is een kavel verkocht en kijken wij naar andere mogelijkheden om de verkoop vlot te trekken. De overeenkomst met Reuvers is ontbonden . De Wildeman Het plangebied van het bedrijventerrein De Wildeman ligt tussen de Veilingweg, de Van Heemstraweg-oost, de Wildemanweg en de provinciale weg N322. Het bruto-oppervlakte is circa 70 ha. Hiervan is circa 43 ha uitgeefbaar (60%). De Wildeman BC ook wel Veilingweg genoemd (gelegen ten oosten van de spoorlijn, met de achterzijde tegen De Wildeman) is samengevoegd met De Wildeman I. Hierdoor neemt bij herontwikkeling van Veilingweg-Zuid het uitgeefbare terrein met circa 3,15 ha toe. Inmiddels hebben diverse grote bedrijven zich gevestigd op de Wildeman zoals Hitachi en Van Voorden Gieterij. Het samengevoegde bedrijventerrein De Wildeman I heeft nog ongeveer 20 ha uitgeefbaar terrein (na herontwikkeling Veilingweg-Zuid). In deze exploitatie houden wij ook rekening met eventuele aankoop van het perceel van Haasnoot. De laatste overdracht (woning BCH Akkermans) binnen De Wildeman I vond in 2014 plaats. Een plan voor de herontwikkeling van Veilingweg-Zuid zetten wij te zijner tijd op. In 2014 verkochten wij gronden. Wel zijn er transacties geweest waar wij niet bij betrokken waren. Ook zijn omgevingsvergunningen aangevraagd voor uitbreidingen en nieuwbouw op percelen die al in eigendom waren van bedrijven. Wij merken dat de vraag naar grote kavels toeneemt. Er gaat veel tijd overheen voordat grote partijen definitieve keuzes maken.
104
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Plannen in ontwikkeling: Boekwaarde Uitgaven 2016 1-1-2016
Plan Delwijnsestraat Brakel-Oost Milieustraat
Voorziening 31-12-2016
Balanswaarde 31-122016
Realisatie periode
1.247.000
476.000
771.000
n.n.b.
979.000
445.000
534.000
n.n.b.
133.000
n.n.b.
932.000
n.n.b.
5.852.000
n.n.b.
133.000
Bedrijvenstrook Steenweg
4.737.000
Wildeman-II
5.852.000
Totaal
Inkomsten 2016
12.948.000
3.805.000 4.726.000
8.222.000
Delwijnsestraat Voor woningbouw is deze locatie op de lange termijn geschoven omdat eerst het Gemeent gerealiseerd gaat worden. Een deel van deze grond gaven wij als tijdelijk trapveld in gebruik. Wij zien geen aanleiding het perceel af te stoten. De huidige balanswaarde maakt het reeël om het gebied over jaren te ontwikkelen. Verkoop van het totale perceel behoort tot de mogelijkheden als er zekerheden zijn dat geen kassen worden gebouwd. Brakel-Oost In de kern Brakel verwierven wij gronden voor de uitbreiding van de begraafplaats. De uitbreiding heeft inmiddels plaats gevonden. De percelen die wij verwierven waren maar deels nodig voor de begraafplaats. Het is mogelijk om in de toekomst enkele woningen toe te staan op dit perceel. Het perceel nemen wij mee in het Masterplan Brakel Oost. Bedrijvenstrook Steenweg Wij kochten gronden aan voor de realisering van het sportpark. Deze gronden blijven buiten het plan en kunnen worden ontwikkeld. In 2014 heeft zich een serieuze partij gemeld waarmee de onderhandelingen lopen. Eind 2015 stellen wij aan u voor om een exploitatieopzet vast te stellen. De Wildeman II Het betreft hier de locatie voor ontwikkeling van bedrijventerrein, aansluitend op Wildeman I. In 2013 is de voorlaatste aankoop gedaan voor de ontwikkeling van de Wildeman II. In 2016 stellen wij u voor om deze gronden in exploitatie te nemen.
105
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
16.4 Financiële risico’s en principes winstneming We verwachten dat de totale waarde van alle grondexploitaites in 2016 afneemt van € 31,4mln naar € 27,0 miljoen. Dit komt doordat er naar verwachting sprake zal zijn van hogereinkomsten dan uitgaven. De actualisatie van de grondexploitaties vindt plaats bij de jaarrekening en 2e bestuursrapportage.
Plannen Plannen in exploitatie Plannen in ontwikkeling Totaal
Balanswaarde per 31-12-2015
Balanswaarde per 31-12-2016
23.070.000
18.647.000
8.371.000
8.371.000
31.441.000
27.018.000
De buffer voor het afdekken van de risico’s bestaat uit de algemene reserve grondbedrijf en toekomstige resultaten. Per saldo is er sprake van een buffer van zo’n € 5miljoen: Risicopositie grondexploitaties Beginstand per 1 januari 2016 Plannen in exploitatie
Saldo 129.000 4.890.000
Plannen in ontwikkeling Totaal
5.019.000
Risico’s Grondexploitaties hebben een lange looptijd. Dit betekent dat winstnemingen in principe gerealiseerd worden na afsluiting van een plan. Grondexploitaties worden dan ook afgesloten als nagenoeg alle gronden zijn verkocht; voor de resterende uitgaven kan vervolgens een voorziening worden gevormd. Hiernaast kan het mogelijk zijn om gedurende de looptijd winsten te realiseren. Dit kan op de voorwaarde van een sluitende exploitatie waarbij slechts de winst genomen mag worden als percentage van de gerealiseerde opbrengst. Kansen en bedreigingen (risicoparagraaf) Exploitatie van bouwgrond gaat per definitie gepaard met risico’s. Binnen bepaalde marges zijn de risico’s beheersbaar. Inherent aan bouwgrondexploitaties is het meerjarig karakter. Om dit proces goed te kunnen beheersen is het onontbeerlijk voortdurend inzicht te hebben in de ontwikkeling van baten en lasten en de fasering van de exploitatie (een jaar vertraging/versnelling kan soms grote effecten hebben). Verder zijn er diverse algemene risico’s die per plan meer of minder relevant zijn. Deze risico’s zijn: • economische omstandigheden en ontwikkelingen; • nationale en regionale marktomstandigheden inzake woningbouw en bedrijventerreinen; • rente-ontwikkelingen; • (verwachte) overheidsmaatregelen (contouren, aftrek hypotheek rente, milieuvoorschriften (luchtkwaliteit), ruimtelijke ordening, archeologie, subsidiemogelijkheden); • prijsontwikkelingen in onder andere de bouwsector; • procedures die moeten worden doorlopen met de mogelijke doorlooptijd; • claimgevoeligheid (onder andere planschade); • marktontwikkeling en de mogelijkheden van kostenverhaal bij gedeeltelijke particuliere exploitatie. • risico’s uit juridische procedures Door de periodieke aanpassing van een aantal uitgangspunten van de grondexploitaties beperken wij de risico’s.
106
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
17 FINANCIËLE BEGROTING 17.1 Uitgangspunten begroting 2016 Voor het opstellen van de begroting is het belangrijk om de uitgangspunten te formuleren. Hieronder staan de door ons gehanteerde uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2016. Deze zijn van invloed op de lengte van de financiële polsstok. Aanleiding De eerste stap voor de begroting 2016-2019 is het vaststellen van de uitgangspunten voor de begroting. Deze met name technische uitgangspunten gaan over de volgende richtlijnen. De begroting 2016-2019 stelden wij op op basis van het bestaande beleid, aangevuld met de effecten van de voorjaarsnota. Bij bestaand beleid spreken we over beleidsbeslissingen waartoe uw raad heeft besloten. Als deadline hiervoor geldt de besluitvorming tot en met de raadsvergadering waarin u de voorjaarsnota behandelde. Onderwerpen waarover u later besluit, komen terug in de nota van aanbieding van de begroting of via de najaarsnota. Al deze informatie is bekend voordat u de begroting in november vaststelt. Nieuw format begrotingsprogramma’s Bij de begroting 2015 beschreven wij in bijlage 2 bij wijze van proef twee programma’s conform een nieuwe format. Hierbij maken wij gebruik van een doelenboom, waarbij we zoveel mogelijk aansluiting zoeken bij het bestuursakkoord 2014-2018. In het auditcomité van 30 maart 2015 is besloten om dit nieuwe format integraal toe te passen op de begroting 2016. Dit betekent dat in de huidige begroting alle programma’s op deze manier beschreven zijn. Financiële overwegingen Ons uitgangspunt voor de begroting 2016 is de meerjarenbegroting 2015 voor de jaarschijf 2016. Op dit moment hebben wij het financiële beeld nog niet compleet. Met name mutaties op de volgende onderdelen leveren nog wijzigingen op: • Doorrekening salariskosten 2016 • Doorrekening financieringskosten 2016 • Doorrekening uren ten laste van riolering, kredieten, projecten en grondexploitaties 2016 • Begrotingen gemeenschappelijke regelingen SDB, GGD en Lander 2016 • Ontwikkeling algemene uitkering uit het gemeentefonds 2015/2016 (meicirculaire) • Ontwikkeling belastingen en rechten • Ontwikkeling prijsindexcijfer Na verwerking van deze gegevens spreken we van een begroting op bestaand beleid. Hieronder geven we een toelichting op deze items: Doorrekening salariskosten De huidige CAO voor gemeenten is op 31 december 2015 afgelopen. In de begroting maken we voor de periode hierna een inschatting op basis van de component lonen van het indexcijfer bruto binnenlands product. Deze wordt gepubliceerd in de meicirculaire van 2015. Op basis van de voorlopige cijfers van het CPB bedraagt deze 1,5%. Het percentage loonstijging staat los van stijging door andere oorzaken, zoals periodieken. Openstaande vacatures ramen voor het maximum salarisniveau. Doorrekening financieringskosten In de Nota Activabeleid bepalen wij de uitgangspunten voor het toerekenen van de rente. Ons uitgangspunt is dat we over investeringen een rekenrente van het 10-jarig gemiddelde van een 10-jaars lening. Dit percentage komt over de periode 2005 tot en met 2014 uit op 3,20%.Omdatwe dit afronden op 0,25% betekent dit een percentage van 3,25%. Sinds het uitbreken van de kredietcrisis is de rente voor 10-jarige lineaire lening sterk gedaald van 4,5% naar 1,0%.
107
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Doorrekening uren De voorschriften voor de begroting worden gewijzgigd. Dit betekent dat uren niet worden toegerekend naar producten. Immers voor de financiële begroting maakt het op zich niet uit of de tijd geraamd wordt naar activiteit A of B. Hierop zijn echter wel enkele uitzonderingen van toepassing. Als tijd wordt ingezet voor grondexploitaties, riolering of investeringskredieten betekent het dat deze uren (en dus ook de financiële doorrekening) niet ten laste komen van de begroting. Deze uren worden wel doorbelast. Doorrekenen gemeenschappelijke regelingen Wij kennen we de volgende gemeenschappelijke regelingen: • Regio Rivierenland • Omgevingsdienst Rivierenland • Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard • Sociale Dienst Bommelerwaard • Regionaal Archief Rivierenland • Veiligheidsregio Gelderland-Zuid • GGD • Lander De begrotingen van deze gemeenschappelijke regelingen nemen wij integraal op in onze begroting. Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds Jaarlijks publiceert het ministerie van Financiën een tweetal documenten waarin het verloop van de rijksinkomsten worden bijgehouden. De meicirculaire is gebaseerd op de voorjaarsnota en kijkt vooral naar het komend begrotingsjaar. Ook vind er een actualisering plaats voor het lopend jaar. De septembercirculaire kijkt naar het lopend begrotingsjaar en geeft een bijstelling voor het komend jaar. Het belangrijke principe bij de algemene uitkering is: “samen de trap op, samen de trap af ”. Ofwel: als het Rijk intensiveert krijgen gemeenten ook meer. Ontwikkeling lokale lasten De mate waarin wij de tarieven wijzigen, hangt af van de uitkomsten van de begroting en het ambitieniveau dat daarin is neergelegd. Het bestuursakkoord 2014-2018 stelt dat de inkomsten uit belastingheffing niet worden verhoogd op basis van de huidige meerjarenbegroting. Wel stellen wij de lokale lasten inflatoir bij. De meicirculaire van het gemeentefonds geeft hier een prognose. Vooralsnog verwachten wij een stijging van 1,50%. Onroerende-zaakbelasting (OZB) Voor 2016 geldt een nieuwe WOZ-waarde naar de peildatum 1 januari 2015. Bij het opstellen van de begroting houden we rekening met een inflatoire stijging. Op dit moment becijferen we deze op 1,50%. Omdat de waarde van de onroerende zaken zal wijzigen is de opbrengst voor 2016 als volgt opgebouwd: opbrengst 2014, gecorrigeerd met inflatoire stijging, vermeerderd met areaalgroei en gecorrigeerd met de waardeontwikkeling. Rioolheffing Het Water Riolering Plan (WRP) is in mei 2012 door uw raad vastgesteld. In het plan is rekening gehouden met een extra verhoging van jaarlijks € 20 in de periode 2013-2015. Bij het opstellen van de begroting 2014 pasden wij het stijgingsschema aan naar jaarlijks € 9 voor de periode 2014 tot en met 2017. Afhankelijk van de kosten en de stand van de voorziening kan deze stijging verder worden getemporiseerd. Daarnaast zijn we voor 2016 voornemens de tarieven inflatoir te corrigeren. Overige heffingen De tarieven voor de overige heffingen bekijken wij als de cijfers van de rekening 2015 bekend zijn. We wijzigen de tarieven voor 2016 dan ook slechts inflatoir.
108
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Stijgingspercentage prijzen/subsidies Het CPB geeft in het Centraal Economisch Plan een verwachting voor 2016 weer. Het CPB verwacht een gemiddelde algemene prijsontwikkeling van 1,5%. Bij het opstellen van de begroting 2016-2019 houden we rekening met een prijsstijging van 1,5%. Blijkt uit de meicirculaire dat dit percentage moet worden aangepast, dan verwerken we dit in de begroting 2016. Aantal inwoners en woonruimten Bepalend voor de groei van onze gemeente is de voortgang van het woningbouwprogramma. Als basis namen wij het aantal inwoners per 1 januari 2015. Vervolgens gaan wij uit van een toename van het aantal inwoners die gelijk oploopt met de toename van het aantal woningen (1,1 inwoners per woning). Groei gemeente De algemene uitkering is voor een deel gebaseerd op het aantal inwoners en het aantal woningen. Op basis van het woningbouwprogramma betekent dit een toename van wooneenheden in de periode 2016-2019. Voor de toename van het aantal inwoners gaan we uit van een gemiddelde bezetting van 1,1 inwoner per woning. Tot slot Voor een transparante en consistente opbouw van begrotingsbudgetten zijn de hierboven genoemde uitgangspunten van essentieel belang. De effecten van wijziging van uitgangspunten, inclusief macroeconomische ontwikkelingen, kunnen wij door de gekozen systematiek eenvoudig en snel in beeld brengen.
17.2 Begrotingssaldo In hoofdstuk 2 lieten wij de programma’s de revue passeren waarbij de beleidsdoelen centraal staan: wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten? Het programma Algemene dekkingsmiddelen geeft inzicht in hoe we de geformuleerde doelenwillen bekostigen. Financiëlebegroting De totale lasten van onze begroting bedragen € 63,681 miljoen. Deze zijn in devoorgaande programma’s besproken. De inkomsten bedragen totaal € 64,635 miljoen en zijnvolgens onderstaande figuur opgebouwd. Al met al een saldo van baten en lasten van € 0,954 miljoen.In de reserves storten wij per saldo € 0,491 miljoen zodat het resultaat € 0,463 miljoenbedraagt.
109
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Grafiek baten/lasten per kostensoort Totaal lasten (€ 63,681 mln)
Totaal baten (€ 64,635 mln)
en [20%] sbijdrage [7%] jke regeling [10%] [4%] 0%] [35%] %]
Doorbelasting uren [20%] Doorbetaling Rijksbijdrage [7%] Gemeenschappelijke regeling [10%] Grondexploitaties [4%] Kapitaallasten [10%] Materiële kosten [35%] Reserveringen [2%] Salarissen [2%] Subsidies [8%]
Totaal baten (€ 64,635 mln
Bijdrage derden [1%] Doorbelasting uren [2%] Grondexploitaties [8%] Leges [4%] Overige inkomsten [2%] Rijksvergoeding [60%] Rioolheffing [165%] Verenfonds [1%] Verhuur gronden en terreinen [4%] Verhuur gebouwen [1%]
Grafiek baten/lasten per programma: Totaal lasten (€ 63,681 mln)
Totaal baten (€ 64,635 mln)
satie [13%] eving [34%] %] ie [5%] %] gsmiddelen [0%]
110
Bestuur en organisatie [13%] Woon- en leefomgeving [34%] Werk en zorg [36%] Milieu en economie [5%] Voorzieningen [13%] Algemene dekkingsmiddelen [0%]
Bestuur en organisatie [2%] Woon- en leefomgeving [20%] Werk en zorg [7%] Milieu en economie [3%] Voorzieningen [2%] Algemene dekkingsmiddelen [67%]
Totaal baten (€ 64,635 mln
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
17.3 Recapitulatie-overzicht baten en lasten
(bedragen x € 1.000) Lasten per programma
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Wonen en Leefomgeving
28.966
24.280
21.417
19.156
19.375
19.194
Werk en Zorg
17.271
22.989
22.744
22.684
22.536
22.386
Voorzieningen
9.509
7.865
8.083
7.989
7.920
7.907
Milieu en Economie
3.054
2.398
2.951
2.892
2.935
2.971
Bestuur en Organisatie
3.365
5.836
8.221
8.253
8.309
8.316
983
154
264
294
216
-46
63.148
63.522
63.680
61.268
61.291
60.728
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Programma
Algemene dekkingsmiddelen Totaal
Baten per programma Programma Wonen en Leefomgeving
18.251
13.711
12.623
10.757
10.974
10.770
Werk en Zorg
8.942
7.323
4.407
4.399
4.398
4.398
Voorzieningen
1.775
1.130
1.529
1.537
1.535
1.534
Milieu en Economie
2.614
2.191
2.065
2.129
2.184
2.229
494
968
990
990
990
990
Algemene dekkingsmiddelen
32.686
37.355
43.022
42.608
42.439
42.269
Totaal
64.762
62.678
64.635
62.419
62.520
62.189
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Bestuur en Organisatie
Saldi per programma Programma Wonen en Leefomgeving
10.715
10.569
8.793
8.399
8.401
8.424
Werk en Zorg
8.329
15.666
18.338
18.284
18.138
17.987
Voorzieningen
7.734
6.736
6.555
6.452
6.385
6.373
440
207
886
763
751
742
2.870
4.868
7.231
7.263
7.319
7.327
Algemene dekkingsmiddelen
-31.703
-37.201
-42.757
-42.314
-42.223
-42.313
Geraamd saldo van baten en lasten
-1.614
- 845
954
1.152
1.228
1.460
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
-204
-765
-446
-150
-130
-120
-14
-160
-1.085
743
Milieu en Economie Bestuur en Organisatie
Reserves Programma Wonen en Leefomgeving Werk en Zorg Voorzieningen Milieu en Economie
-185
Bestuur en Organisatie
-817
-30
Algemene dekkingsmiddelen Mutaties reserves Geraamd resultaat
-222 -30
-114
-638
1.190
1.346
1.389
1.650
-2.419
-850
492
1.195
1.259
1.530
805
5
463
-43
-30
-70
17.4 Incidentele baten en lasten Het geraamde begrotingssaldo zoals wij dit vermelden onder 17.2 Begrotingssaldo wordtmede bepaald door de raming van een aantal incidentele baten en lasten. Om een goed perspectief te hebben op basis waarvan gefundeerde besluitvorming kan plaatsvinden is het zeker aan te bevelen dit begrote perspectief te ontdoen van deze invloeden en zodoende inzichtelijk te krijgen hoe groot het werkelijke structurele saldo bedraagt. 111
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Onderstaand treft u hiervan een berekening aan. Hierbij hanteren wij de volgende uitgangspunten: • Geraamde incidentele baten en lasten die worden gecompenseerd door beschikkingen over dan wel toevoegingen aan reserves hebben per saldo geen invloed op het structureel meerjarig perspectief. • Baten en lasten die een periodiek karakter hebben doch niet ieder jaar plaatsvinden worden beschouwd als structureel. Bedragen * € 1.000 Programma/omschrijving
2016 Baten
Perspectief volgens de begroting (na mutaties reserves)
2017
Lasten
463
Baten
2018
Lasten
-43
Baten
2019
Lasten
-30
Baten
Lasten
-70
Programma Wonen en Leefomgeving ODR handhaving arbeidsmigranten Bijdrage ABR ODR handhaving arbeidsmigranten
25 25
Brandveiligheid campings Bijdrage ABR brandveiligheid campings
30 30
ODR formatie handhaving Bijdrage ABR ODR formatie handhaving
60 60
Exploitatie pand Van Heemstraweg 9 Bijdrage ABR exploitatie pand Van Heemstraweg 9
50 50
Onderhoud begraafplaatsen Bijdrage ABR onderhoud begraafplaatsen
10 10
Kopgroep binnenstad Bijdrage ABR Kopgroep binnenstad
10
25 25 10 10
Oenselse Poort Bijdrage ABR Oenselse Poort
10
10
30
700 jaar Zaltbommel Bijdrage ABR 700 jaar Zaltbommel
10
30
Mobiel cameratoezicht Bijdrage ABR Mobiel cameratoezicht
20 20
250 250
Programma Voorzieningen Stelpost binnensport
-117
-117
-117
Nieuwbouw sporthal
55
55
55
Inspectie sportvelden
12
Stelpost vervangingsinvesteringen onderwijshuisvesting
37
73
106
Programma Milieu en Economie ODR formatie bodem Bijdrage ABR ODR formatie bodem
60 60
Logistieke Hotsport Rivierenland Bijdrage ABR Logistieke Hotspot Rivierenland
2 2
2 2
Programma Bestuur en Organisatie Vervangen encoder raadszaal
5
5
Algemene dekkingsmiddelen Areaalgroei
30
45
60
75
Vervangingsinvesteringen
10
40
70
100
Onvoorzien
62
Totaal incidentele baten en lasten
552
Saldo
659
62 32
107
Structureel beschikbaar perspectief
112
570
166
63 10
134 91
214
63 5
204 174
282 277
207
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
BIJLAGE 1: OVERZICHTEN RESERVES EN VOORZIENINGEN Reserves
113
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Voorzieningen
114
G E M E E N T E Z A LT B O M M E L | P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 6
Gemeentekantoor Postbus 10.002 5300 DA Zaltbommel Hogeweg 11 5301 LB Zaltbommel Telefoon: 0418 - 68 16 81 Fax: 0418 - 68 16 45 www.zaltbommel.nl
115