Programmabegroting 2016
1 2
Inleiding Het programmaplan
2 5
Programma 0: BESTUUR Programma 1: BELASTINGEN Programma 2: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Programma 3: BUITENRUIMTE – GRIJS Programma 4: BUITENRUIMTE - GROEN Programma 5: ECONOMISCHE ZAKEN Programma 6: WERK EN INKOMEN Programma 7: VOLKSHUISVESTING Programma 8: RUIMTELIJKE ORDENING Programma 9: MILIEU Programma 10: GRONDEXPLOITATIES Programma 11: ONDERWIJS Programma 12: SOCIALE INFRASTRUCTUUR Programma 13: CULTUUR Programma 14: SPORT EN RECREATIE Programma 15: FINANCIËN Paragrafen A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing B. Onderhoud kapitaalgoederen C. Financiering D. Bedrijfsvoering E. Verbonden partijen F. Grondbeleid G. Lokale heffingen H. Interbestuurlijk Toezicht
6 12 17 22 28 32 37 46 52 56 61 66 71 78 81 85 89 90 110 117 123 128 149 150 155
3
Financiële begroting
160
4
Vaststelling
175
Programmabegroting 2016
-1
-
1
Inleiding
In deze inleiding geven we een korte weergave van de doelstelling van de programmabegroting, hoe deze is samengesteld en een toelichting op de vernieuwingen die in deze begroting zijn verwerkt. 1.1. De programmabegroting Sinds 2004 hebben we een programmabegroting. De opzet (duale begroting) staat voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. De duale begroting kent een programmabegroting en een productenraming. Ieder jaar passen we de begroting aan op basis van landelijke voorschriften. Ook zorgen we ervoor dat we de cijfers en procedures steeds overzichtelijker maken. Jaarlijks brengt de provincie een begrotingscirculaire uit waarin de wettelijke criteria en een aantal onderwerpen zijn opgenomen die bijzondere aandacht verdienen met betrekking tot het financieel toezicht. U heeft op 2 maart 2015 de brief met de begrotingscirculaire 2016-2019 ontvangen. In de brief brengt de provincie wederom het nieuwe Gemeenschappelijk Toezichtskader 2014 (GTK) onder de aandacht. De provincie heeft in de begrotingscirculaire en in het GTK een groot aantal zaken benoemd, die wij uiteraard hebben betrokken bij het opstellen van de begroting 2016 of zullen betrekken bij het opstellen van de begroting 2017. De twee belangrijkste aandachtspunten betreffen: Rapport commissie Depla Op korte termijn zal een wijziging van het Besluit Begroting Verantwoording plaatsvinden naar aanleiding van het rapport van de commissie over vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten. Deze wijziging heeft betrekking op het opnemen van een set financiële kengetallen. Voor de uitwerking van de adviezen is een stuurgroep ingesteld onder voorzitterschap van BZK. Deze stuurgroep heeft het rapport van de adviescommissie als uitgangspunt gehanteerd en voor de concretisering ervan 7 werkgroepen ingesteld. Deze werkgroepen zijn nagegaan welke inspanning invoering van de verschillende adviezen kost, welke wet en regelgeving hiervoor gewijzigd moet worden en wat daarbij voor de verschillende onderwerpen het geschikte tijdspad is. Op basis van de besluitvorming in de stuurgroep hierover worden de wijzigingen in het BBV vorm gegeven. De brochure 'Hoofdlijnen vernieuwing BBV' geeft de voornemens tot verwerking van de adviezen en de consequenties voor het BBV van dit moment weer. Naar verwachting zal in het najaar van 2015 een concept wijzigingsbesluit van het BBV ter consultatie worden aangeboden. De wijziging zullen wij dan pas bij de begroting 2017 of 2018 betrekken. Wetsvoorstel modernisering vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen We brengen de verschillende (ondernemings)activiteiten in kaart en inventariseren samen met onze externe belastingadviseurs, welke activiteiten op basis van het wetsvoorstel in de heffing betrokken kunnen/zullen worden en welke activiteiten mogelijk vrijgesteld zijn. In de eerste wijziging op de begroting 2016 hebben we binnen het programma 15 Financiën een voorstel hierover opgenomen. 1.2. Hoe is de programmabegroting opgebouwd? De programmabegroting is opgebouwd uit programma’s en paragrafen. De programma’s geven informatie per ‘beleidsveld’. De paragrafen geven informatie over de gemeente in zijn geheel en geven diverse dwarsdoorsneden door de programma’s heen. De paragrafen zijn verplicht voorgeschreven door de wetgever. Ze zijn bedoeld om de raad een beleidsmatig inzicht te geven in beheersmatige zaken. Via de paragrafen stelt de raad de beleidskaders voor de diverse onderdelen van de financiële functie. De programmabegroting is samengesteld uit de volgende 16 programma’s: 0. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bestuur Belastingen Openbare orde en veiligheid Buitenruimte - Grijs Buitenruimte - Groen Economische Zaken Werk en Inkomen Volkshuisvesting
Programmabegroting 2016
8. Ruimtelijke ordening 9. Milieu 10. Grondexploitaties 11. Onderwijs 12. Sociale infrastructuur 13. Cultuur 14. Sport en Recreatie 15. Financiën -2
-
Wat staat er in de programma’s? Ieder programma bestaat uit onderstaande onderdelen. 1. In de missie staat de overkoepelende programmadoelstelling. De missie laat zien waar het programma over gaat. 2. Een programma kan bestaan uit één of meerdere programmaonderdelen. De indeling is afhankelijk van het aantal beleidsvelden waaruit het programma bestaat. 3. De effectindicatoren geven een indicatie van de gemeten effecten van intern en extern beleid op de beleidsdoelen. Voor deze indicatoren worden streefwaarden 2016 in de begroting opgenomen. De effectindicatoren zijn vooral gebaseerd op informatie uit bewonersenquêtes, landelijke vergelijkingsbronnen zoals ‘Waarstaatjegemeente’ en interne bronnen. 4. In de ontwikkelingen wordt een korte beschrijving gegeven van de context, de achtergronden en de actuele ontwikkelingen die binnen het programma spelen. 5. De kaderstellende beleidsnota’s zijn alle beleidsstukken die bij dit programma horen en vastgesteld zijn door de gemeenteraad. Deze nota’s zijn openbaar en op internet te vinden. 6. Het onderdeel subsidieplafond geeft per programma het totaal van de subsidieregeling aan. In september 2014 heeft de raad de Algemene Subsidieverordening (ASV) vastgesteld. In deze verordening is in artikel 5 lid 1 opgenomen dat de raad subsidieplafonds in de zin van artikel 4:22 Awb kan vaststellen. Een subsidieplafond is het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift (subsidieregeling). Dit betekent overigens niet dat deze bedragen ook daadwerkelijk als subsidie worden verstrekt. 7. Wat willen wij bereiken? Bij de eerste W-vraag geven we aan welk maatschappelijk effect (of algemene beleidsdoelstelling) wij met het betreffende programma voor de gemeente willen bereiken. Dit is het domein van de raad. Waar mogelijk hebben we gebruik gemaakt van indicatoren die informatie geven over te bereiken effecten. Dit is weergegeven in de linkerkolom van de doelenboom (doelen). 8. Wat gaan wij daarvoor doen? Bij de tweede W-vraag benoemen we de specifieke prestaties die in het begrotingsjaar worden geleverd en die bijdragen aan de doelstellingen. Deze hebben we zo geformuleerd dat de raad kan controleren, tussentijds of via het jaarverslag, of het college de afgesproken prestaties heeft geleverd. Dit is weergegeven in de rechterkolom van de doelenboom (prestaties). 9. De prestatie-indicatoren per programma-onderdeel meten de prestaties en bestaan uit een getal. De laatst vastgestelde metingen zijn leidend (metingen t/m 2014 zijn gebaseerd op de jaarrekening). De prestatie-indicatoren zijn vooral gebaseerd op informatie uit landelijke vergelijkingsbronnen en interne bronnen. 10. Wat mag het kosten? Alle besluitvorming tot en met de Voorjaarsnota 2015 is verwerkt. Het nieuwe beleid hebben we hierin niet opgenomen, maar verwerkt in de 1e begrotingswijziging 2015. Bij de derde W-vraag stelt de raad de voor het programma benodigde financiële middelen vast. De lasten en baten per programma specificeren we globaal. In de tabel worden de totale kosten per programma vermeld exclusief en inclusief de mutaties in de reserves. In de kolom 2014 vindt u de cijfers die ook staan in de jaarrekening 2014; in de kolom 2015 en 2016 t/m 2019 treft u de meest recente cijfers aan. Ook hebben we een analyse op hoofdlijnen gemaakt waarin het verschil in raming van het begrotingsjaar met de raming van het voorgaande begrotingsjaar. 11. Het onderdeel Incidentele baten en lasten en structurele mutaties reserves geven de betreffende bedragen per programma weer, indien deze hoger of gelijk zijn aan 50. 12. Het onderdeel producten geeft een opsomming van de producten die bijdragen aan het programma en die opgenomen zijn in de productenraming. De grafiek geeft de lasten en baten per product weer. Programmabegroting 2016
-3
-
1.4. Paragrafen Een belangrijk element in de duale begroting zijn de paragrafen. Deze geven een ‘dwarsdoorsnede’ van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief. Veel van de paragrafen zijn hierdoor een belangrijke aanvulling op de informatie over de (meerjaren)begroting. De paragrafen vormen de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering van het beleid (en de begroting). De raad heeft hiermee instrumenten in handen om: 1. de beleidslijnen van de diverse onderdelen van de financiële functie vast te stellen; 2. de hoofdlijnen van de uitvoering te controleren. De mate waarin onderwerpen zowel in een paragraaf als in een programma terug komen, hangt onder meer af van het politieke gewicht dat het onderwerp heeft in het programma. De gemeenteraad controleert in het kader van de wet Revitalisering Generiek Toezicht hoe het college een aantal wetten in medebewind heeft uitgevoerd en vormt daar een oordeel over. De provincie en Rijk nemen meer afstand en richten hun controlerende rol sober in op basis van vertrouwen. 1.5. Producten De producten zijn de vertaling van de bestuurlijke doelen naar de ambtelijke uitvoering en behoren tot het domein van het college. Daarom worden deze in de programmabegroting niet uitgewerkt, maar alleen genoemd om het verband tussen programma’s en producten zichtbaar te maken. 1.6 Budgettair neutrale overhevelingen In de begroting 2016 hebben we een aantal budgettair neutrale overhevelingen tussen de programma’s en binnen de programma’s doorgevoerd. 1.6.1 Overhevelingen tussen programma 7 en programma 12 Het budget van 10 voor Monumenten in programma 7 is overgeheveld naar programma 12. 1.6.2 Overhevelingen tussen programma 9 en programma 12 Het budget van 43 voor Energie en kapitaallasten van aula begraafplaats in programma 9 is overgeheveld naar programma 12. 1.6.3 Overhevelingen tussen programma 11 en programma 12 Het budget van 62 voor Centrum voor Jeugd en Gezin voor schoolmaatschappelijke werk in programma 11 is overgeheveld naar programma 12. 1.6.4 Overhevelingen tussen programma 12 en programma 7 Het budget van 157 voor Monumentzorg in programma 12 is overgeheveld naar programma 7. 1.6.5 Overhevelingen tussen programma 12 en programma 11 Het budget van 79 voor Veilig Opgroeien Schollevaar en subsidie Communities that Care in programma 12 is overgeheveld naar programma 11. Daarnaast is ook het budget van IntegraalKindCentra (IKC) overgeheveld. 1.6.6 Overhevelingen binnen programma 3 Het budget van 160 voor Kleine verkeersvoorzieningen inclusief 1fte is overgeheveld binnen programma 3. 1.6.7 Overhevelingen binnen programma 12 Het budget van 83 voor Jeugdgezondheidszorg (Uniformdeel en maatwerkdeel) is overgeheveld binnen programma 12 . 1.6.8 Overhevelingen binnen programma 14 Het budget van 150 voor Opstallen BV Sport is overgeheveld binnen programma 14. Het budget van 57 voor de Dotatie voorziening BV Sport is overgeheveld binnen programma 14. Het budget van 201 voor de Buitensportaccommodaties is binnen programma 14 overgeheveld.
Programmabegroting 2016
-4
-
2
Het programmaplan
Concept-Programmabegroting 2016 -5
-
Programma 0: BESTUUR Missie Wij zijn betrouwbaar, betrokken, transparant, verantwoordelijk, klantgericht en omarmen de samenwerking met andere organisaties. Onze dienstverlening is van een hoog niveau en betrouwbaar. Wij spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen en werken samen met ketenpartners. Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Bestuur Dienstverlening Effectindicatoren Omschrijving: Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid over het gemeentebestuur Houdt het gemeentebestuur voldoende rekening met de wensen van de bevolking Zijn Capellenaren geïnteresseerd in onderwerpen die te maken hebben met de plaatselijke politiek? Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid over de dienstverlening
Bron:
Meting 2011:
Meting 2013:
Meting 2015:
6,4
Streefwaarde 2015: 6,5
6,4
Streefwaarde 2016: 6,5
Bewonersenquête
6,3
Bewonersenquête
25%
25%
25%
24%
25%
Bewonersenquête
47%
44%
45%
42%
45%
Bewonersenquête
7,4
7,3
7,5
7,2
7,5
Ontwikkelingen Gemeenteraad De raad heeft de wens ook in deze periode contact te blijven zoeken met Capellenaren door hen uit te nodigen als gast van de raad, bezoeken af te leggen en zo mogelijk te vergaderen op locaties buiten het gemeentehuis. De huidige burgemeester heeft aangegeven dat hij per 2 januari 2016 stopt als burgemeester. In 2016 krijgt de raad dus een nieuwe voorzitter. Rekenkamer De rekenkamerfunctie wordt voor de periode van 1 juli 2014 tot 1 oktober 2016 vorm gegeven in het “directeurenmodel” waarbij de Rekenkamer Rotterdam ons deze dienst verleent. De griffie verzorgt de begeleiding van de directeur van de rekenkamer en de begeleidingsgroep rekenkamer die daaraan gekoppeld is. Kort voor de zomer van 2014 is een werkgroep vanuit de raad gestart die tot taak heeft het formuleren van een voorstel voor de invulling van de rekenkamerfunctie vanaf 1 januari 2017. De werkgroep is voornemens nog voor de zomer van 2016 haar werkzaamheden af te ronden. Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) De Wet Appa gaat binnenkort wijzigen. Gemeenten zullen verplicht moeten deelnemen aan een nog op te richten pensioenfonds voor wethouders bij het ABP. De gemeenten zullen de verplichtingen dan voor alle (gewezen) wethouders moeten afdragen aan het ABP. Doordat veel gemeenten hun pensioenverplichtingen niet volledig hebben voorzien, komt er waarschijnlijk een mogelijkheid om de betaling van de pensioenverplichting uit te smeren over meerdere jaren of eventueel de komende jaren via een bestemmingsreserve te sparen om te zijner tijd aan de pensioenverplichting te kunnen voldoen. Concept-Programmabegroting 2016 -6
-
Communicatie / burgerparticipatie De focus komt steeds meer te liggen op participatieve communicatie. Voorbeelden daarvan zijn burgerparticipatie en interactieve social media. Deze participatieve communicatie maakt het mogelijk om te communiceren ‘met’ doelgroepen (dialoog aangaan), in plaats van ‘naar’ doelgroepen (zenden). Communicatie is dus steeds meer iets van twee richtingen. Zaken als webcare (signaleren van trends en issues uit de samenleving via digitale media en hierop adequaat inspelen) en persoonlijke communicatie worden steeds belangrijker. Daarnaast maken ook redacties van traditionele media als kranten en rtvomroepen steeds meer gebruik van social media als informatiebron. Naast onze inzet met het burgerpanel, burgerjury en het Capels Expertise Netwerk vinden meer en meer activiteiten plaats waarbij de organisatie in direct contact komt met de Capellenaar. Dit op het gebied van de drie D’s, gebiedspaspoorten en opgave gericht werken. Als het gaat over de over de vernieuwing van de democratie dan stellen wij vast dat de betrokkenheid van de burger meer en meer zal plaatsvinden in de participatie bij initiatieven die gericht zijn op het inrichten van de samenleving. GR IJSSELgemeenten Per 1 januari 2016 gaat de gewijzigde GR als bedrijfsvoeringorganisatie van start. e In het 1 kwartaal 2016 zal een evaluatie worden uitgevoerd om te bezien of de ingezette samenwerking het gewenst effect sorteert. De evaluatie - vormgegeven in een goed opgebouwd evaluatiemodel – biedt het fundament bij het maken van afwegingen om tot mogelijke taakuitbreiding over te gaan en ook om nieuwe partners over de streep te trekken. Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) In de MRDH leggen de 23 gemeenten in wisselende coalities verbindingen op een aantal cruciale terreinen: van verkeer en vervoer, onderwijs/arbeidsmarkt, duurzaamheid en energievoorziening tot versterken van kansrijke economische clusters. Het doel is werkgelegenheid voor alle lagen van de bevolking: banen voor hoogopgeleiden, maar ook in de productie en faciliterende sectoren van de economie. De vijf (mondiale) macro-economische trends bepalen de economische toekomst van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. 1. Metropoolvorming 2. Toenemend belang van kennis als productiefactor 3. Terugkeer van de productieketen 4. Ecologisering van de economie 5. De stad en omgeving als aantrekkelijk consumptiemilieu Per trend is in een strategische agenda een aantal ambities verwoord waarop de MRDH gaat inzetten. De acht werkvelden waarop de ambities uit de Agenda Economisch Vestigingsklimaat concreet gerealiseerd worden zijn: 1. Werklocaties 2. Energie-infrastructuur 3. Branding 4. Clustervorming 5. Financiering 6. Onderwijs en arbeidsmarkt 7. Nieuwe economische dragers landelijk gebied 8. Gebieden Capelle participeert ambtelijk in de economische directieraad en in diverse werkgroepen. Tevens participeert Capelle bestuurlijk; in de bestuurscommissie EV, in de bestuurscommissie VA, in het AB en raadsleden zijn eveneens actief in de adviescommissies EV en VA, en in de rekeningencommissie. Voor 2016 is het van belang onze nieuwe burgemeester goed te positioneren in de MRDH. De gemeenten worden nauw betrokken bij de voorbereiding en implementatie van de verschillende acties binnen de werkvelden. Dit kan op de niveaus meedoen (actieve rol bij de uitvoering), meedenken (actieve rol bij de voorbereiding) en meeweten (actief op de hoogte worden gehouden). Onze gemeente is op niveau meedoen aangesloten op de thema’s Werklocaties, Cluster-vorming, Onderwijs en arbeidsmarkt. De inwonersbijdrage MRDH waarmee het programma Economisch Vestigingsklimaat van de MRDH wordt gevoed stijgt vanwege indexering van € 2,45 naar € 2,47 voor 2016. Door middel van Rijksbijdragen wordt het programma Verkeer & Vervoer van de MRDH bekostigd. Concept-Programmabegroting 2016 -7
-
Lagere lesges Publiekszaken Publiekszaken: Vanaf 2019 worden naar aanleiding van de wetswijziging in 2014 waarbij de geldigheidstermijnen van reisdocumenten zijn verlengd van 5 naar 10 jaar minder legesopbrengsten verwacht (N570). Daarmee wordt de afdracht van rijksleges verlaagd (V315). Per saldo levert dit een nadeel op van structureel 255 vanaf 2019. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: a. Gemeenteraad 1. Communicatieplan 2011 t/m 2015 gemeenteraad Capelle aan den IJssel 2. Handreiking informatievoorziening gemeenteraad Capelle aan den IJssel b. Bestuur algemeen 3. Collegewerkprogramma 2015 - 2018 ‘Denken, durven, doen’ 4. Communicatiebeleid 2015-2017 (vast te stellen in 2015) 5. Kader interactief beleid ‘Anders besturen? Zo doen wij dat!’ 6. Notitie ‘Wat vindt u’ en het Plan van aanpak ‘Verder met burgerparticipatie’ Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
00.1. Investeren in relaties met andere overheden, (maatschappelijke) organisaties en mogelijke partners en daarbij een krachtig eigen geluid laten horen.
1. Opbouw GR IJsselgemeenten. Verdere invulling op het gebied van bedrijfsvoering en andere partners.
00.1. Investeren in relaties met andere overheden, (maatschappelijke) organisaties en mogelijke partners en daarbij een krachtig eigen geluid laten horen.
2. Actieve inbreng bij de verdere ontwikkeling en uitwerking van de Metropoolregio tot een krachtige aanjager van economische ontwikkeling.
00.2. Bevorderen burgerparticipatie en stimuleren eigen verantwoordelijkheid en regie.
1. Kader interactief beleid ‘Anders besturen? Zo doen wij dat!’ herzien
00.2. Bevorderen burgerparticipatie en stimuleren eigen verantwoordelijkheid en regie.
2. Actieve benadering van Capellenaren door burgerparticipatie en digitale dienstverlening. Initiatieven en innovaties vanuit Capelle stimuleren en ondersteunen. Bereikbaar en beschikbaar voor Capellenaren, open staan voor signalen en laten horen wat wij met signalen doen.
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Bestuur Omschrijving: Bron: Meting Meting 2013: 2012: Inzet Capels Expertisenetwerk Inzet Burgerpanel Inzet Burgerjury
Meting 2014:
BCO / CA
4x
4x
2x
Streefwaarde 2015: 4x
BCO / CA BCO / Com.
3x 2x
4x 1x
3x 0x
4–6x 2x
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Dienstverlening Omschrijving Bron: Meting Meting Meting 2012 2013 2014 KCC handelt vragen in één keer af
Interne organisatie
n.v.t.*
n.v.t.*
e
*) Meting na realisatie KCC in de 2 helft van 2016. Concept-Programmabegroting 2016 -8
-
n.v.t.*
Meting 2015: 3
Streefwaarde 2016: 2x
5 2
4x 2x
Streefwaarde 2015:
Meting 2015:
Streefwaarde 2016
n.v.t.*
n.v.t.*
80%*
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 14.590
N 10.829
N 9.786
N 9.930
N 10.052
N 9.697
Baten
V 1.462
V 1.472
V 1.345
V 1.345
V 1.345
V 774
N 13.128
N 9.357
N 8.441
N 8.585
N 8.707
N 8.923
N 8.585
N 8.707
N 8.923
Saldo van baten en lasten Verschil 2015 - 2016
V 916
Mutaties reserves: Algemene reserve
V
12
Reserve onderhoud verhardingen
N
11
Reserve ICT
V 310
Reserve eenmalige uitgaven
V 187
Resultaat
V
N 12.630
60
N 9.297
N 8.441 V 856
Verschil 2015 - 2016
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Onkostenvergoeding raadsleden wordt netto uitbetaald (V 103) als gevolg van invoering werkkostenregeling. De eindheffing werkkostenregeling (N 78) is hiermee verrekend.
V
Overname waardeoverdracht en dotatie aan voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdrager in 2015 (VJN2015 2.1.1); zie baten
V 153
V 153
V 153
Dotatie aan voorziening algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in 2015 vanwege vertrek burgemeester per 2 januari 2016 (VJN2015 2.1.2)
V 680
V 680
V 680
V
V
25
V
25
Eenmalig budget transitiekosten AWBZ in 2015 via reserve eenmalige uitgaven Uitvoeringskosten verkiezingen, verlaging ten opzichte van 2015 ivm o.a. waterschapsverkiezingen in 2015
V 162
V 162
Budget rekenkamer in 2015, overheveling budget via reserve eenmalige uitgaven
V
24
V
24
Lagere stelpost indexering prijzen in 2016 o.b.v. meicirculaire (1e wijz. 2015 1.3.2)
V
96
V
96
Actualisatie doorbelastingen en overig
N 133
36
N
36
Concept-Programmabegroting 2016
-
N
0
V 1.043
N
25
0
V 162 N
24
N 133
V 1.043
-9
36
V
N
0
V
96
N 133 N
60
V 983
Baten Overname waardeoverdracht en dotatie aan voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdrager in 2015 (VJN2015 2.1.1); zie lasten
N 153
N 153
N 153
Overig
V
V
V
N
Totaal
0
V 1.043
26
26
26
N 127
N 127
N
0
N 127
N 127
V 916
N
60
V 856
Incidentele baten en lasten Incidentele baten
Omschrijving Overname waardeoverdracht en dotatie aan voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers Dotatie aan voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in 2015 vanwege vetrek burgemeester per 2 januari 2016 Verkiezingen Tweede Kamer in 2017, Gemeenteraad in 2018 en Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen in 2019
2015 V 153
Totaal
V 153
Incidentele lasten
2016
2017
2018
2019
2015 N 153
2016
2017
2018
2019
N 680
N
0
N
0
N
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Concept-Programmabegroting 2016 - 10
-
0
N
0
N 833
V
78
V
78
N
0
N
0
N
0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 11
-
Programma 1: BELASTINGEN Missie De waardebepaling van de Wet WOZ en het realiseren van belastinginkomsten voeren wij op een klantgerichte, efficiënte en effectieve manier uit. We beschikken over een volledige objecten- en belastingadministratie waarin alle belastingplichtigen staan. Bij het uitvoeren van belastingverordeningen handelen we op een eenduidige wijze die in overeenstemming is met de fiscale wetgeving. Effectindicatoren Omschrijving:
Bron:
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
Streefwaarde 2015: 200
Aantal Interne registratie 464 473 202 bezwaarschriften Aantal toegewezen Interne registratie 176 199 63 50 bezwaarschriften *) Aantal Interne registratie 13 10 12 10 beroepschriften Aantal toegewezen Interne registratie 4 2 1 2 beroepschriften Kwaliteit uitvoering Oordeel WaarderingsGoed Goed Goed Goed Wet Woz kamer *) het aantal toegewezen bezwaarschriften blijft binnen de door de Waarderingskamer gestelde grens.
Meting 2015: 187
Streefwaarde 2016: 200
70
75
3
5
1
1
Goed
Goed
**) metingen worden nu uitgevoerd binnen 15 gemeentelijke thema’s.
Ranglijst lokale lastendruk in Regio Rotterdam-Rijnmond Gemeente
Rangorde Atlas
Netto Woonlasten **)
Eenpersoonshuishouden
Meerpersoonshuishouden
Woonlasten inclusief waterschapsheffingen
In Euro
In Euro
In Euro
In Euro
Rangorde inclusief waterschapsheffing
Capelle aan den 73 642 552 618 920 IJssel Albrandswaard 367 840 729 858 1.221 Barendrecht 297 787 514 791 1.150 Brielle 34 581 600 600 950 Hellevoetsluis 8 540 527 527 867 Krimpen aan den 336 810 729 809 1.229 IJssel Lansingerland 405 951 901 973 1.365 Maassluis 202 734 681 720 1.170 Nissewaard 147 704 671 671 999 Ridderkerk 105 673 585 659 996 Rotterdam 259 765 717 729 1.082 Schiedam 269 772 680 731 1.168 Vlaardingen 172 718 626 690 1.132 Westvoorne 309 794 785 876 1.257 Zuidplas 364 838 807 842 1.277 Gemiddeld 743 674 740 1.119 Gemiddeld Zuid727 666 729 1.102 Holland *) rangorde op basis van netto woonlasten **) de netto woonlast is gebaseerd op OZB woningen met een gemiddelde waarde, rioolheffing en afvalstoffenheffing
Concept-Programmabegroting 2016 - 12
-
40 368 322 75 23 373 401 342 133 125 247 339 307 385 389
Ontwikkelingen Verruiming lokaal belastinggebied Om gemeenten en hun inwoners meer financiële keuzevrijheid te geven en zo de lokale democratie te versterken, moeten gemeenten meer ruimte krijgen om lokaal belastingen te heffen en moeten investeringen meer gaan lonen. Ook zijn aanpassingen in het gemeentefonds nodig. Dat stelt de VNG Commissie Financiële ruimte voor gemeenten onder leiding van Alexander Rinnooy Kan in haar op 3 juni 2015 gepresenteerde rapport ”Bepalen betekent betalen”. Het rapport bevat dertien aanbevelingen om de financiële keuzevrijheid te vergroten. Op het gebied van belastingen pleit de commissie voor verbreding van de OZB en invoering van een ingezetenenbelasting. De rijksbelasting moet gelijktijdig omlaag, zodat de totale lasten voor inwoners niet stijgen. Ook kunnen kleinere belastingen, zoals de reclamebelasting, de precariobelasting, de forensenbelasting en de hondenbelasting worden afgeschaft. De commissie sluit hiermee aan bij eerdere adviezen van onder meer de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv)en het Centraal Planbureau (CPB). De VNG bespreekt de aanbevelingen met haar leden en zal de uitkomsten daarvan gebruiken in overleggen met het Rijk. De aanbevelingen voor aanpassing van het lokaal belastinggebied komen op hoofdlijnen overeen met de kabinetsplannen. Macronorm Om de lokale lastendruk te beheersen stelt de rijksoverheid jaarlijks een plafond (macronorm) vast waarnaar de tarieven onroerende zaakbelastingen (ozb) jaarlijks mogen stijgen. Het kabinet wil in 2016 een alternatieve regeling invoeren die gebaseerd is op de woonlastennorm. Dit staat in de septembercirculaire 2014. Die moet in de plaats komen van de huidige macronorm ozb. Uit het “rapport evaluatie systematiek macronorm onroerende zaakbelasting” is naar voren gekomen dat de macronorm ozb geen effectief beheersingsinstrument is gebleken. Om die reden is geadviseerd deze norm af te schaffen. De minister kan zich hier in schikken, maar is niet overtuigd van de werking van de alternatieven met hoeveel de totale ozbinkomsten van gemeenten in een jaar mogen stijgen. Daarom is voor dat moment besloten om de macronorm voor 2015 nog wel te handhaven. Het kabinet heeft voor 2016 het voornemen om in samenspraak met de VNG te komen tot een woonlastennorm. De werkgroep die het evaluatierapport over de macronorm OZB heeft opgesteld heeft opdracht gekregen de variant van woonlastennorm verder uit te werken. Op dit moment zijn nog geen concrete voorstellen bekend. Indien omtrent dit onderwerp nadere regelgeving bekend wordt, zullen wij die opnemen in de Najaarsnota 2015 of de Voorjaarsnota 2016. Voor 2016 is ons voornemen (zie VJN 2015, pagina 80) de tarieven met 0,75% te verhogen. Medio 2015 is onderzocht wat de kostendekkendheid van de leges is geweest in 2014. In BBV 667582 is vastgesteld dat de kostendekkendheid in 2014 voor de gehele Titel 1 van de legesverordening 85,8% bedraagt. Voor Titel 3 bedraagt het dekkingspercentage in 2014 148,6%. Evenals in 2013 is binnen Titel 1 bij het hoofdstuk 18 Telecommunicatie met 22% kostendekking sprake van een aanzienlijke onderdekking. Vanaf 2015 wordt het tarief daarom per jaar met 7% extra verhoogd tot het niveau waarbij het dekkingspercentage 50% bedraagt. Het onderzoek heeft tot de conclusie geleid dat de legesverordening, met toepassing van kruissubsidiëring binnen de titels, voldoet aan de wettelijke criteria van maximaal 100% kostendekkendheid. Daarnaast is geconstateerd dat op basis van de onderzoeken 2013 en 2014 er sprake is van een bestendig beeld van de kostendekkendheid. Hierdoor kan voor 2016 en volgende jaren volstaan worden met een kosten- en batenonderbouwing van de verordening op basis van begrotingscijfers. Kaderstellende beleidsnota’s 1. Verordening onroerendezaakbelastingen 2016 2. Verordening afvalstoffenheffing 2016 3. Verordening rioolheffing 2016 4. Legesverordening 2016 5. Verordening marktgeld 2016 6. Verordening hondenbelasting 2016 7. Verordening logiesbelasting 2016 8. Verordening BI-zone CapelleXL 2016*) 9. Verordening kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2016 *) De verordening kan worden toegepast na een positieve draagvlakmeting. Genoemde verordeningen worden behandeld in de raad van december 2015.
Concept-Programmabegroting 2016 - 13
-
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? 01.1. Geen lastenverzwaring voor Capellenaren.
Prestatie-indicatoren Omschrijving Bron:
1. Geen jaarlijkse verhoging van gemeentelijke belastingen en tarieven, indien nodig wel corrigeren voor inflatie en kostendekkendheid.
Meting 2013:
Meting 2014:
indexering belastingtarieven inflatiecorrectie retributies
Belastingverordening
2,25%
1,75%
Streefwaarde 2015: 1,75%
Meting 2015: 1,75%
Streefwaarde 2016: 0,75%*
Belastingverordening: -afvalstoffenheffing -rioolheffing (VGRP)
2,25% 2,25%
1,75% 1,75%
1,75% 1,75%
1,75% 1,75%
0,75%* 0,75% 1)*
Kostendekkendheid retributies
Belastingverordening/ begroting
84%
100%
100%
100%
100%
1)
In het verbreed Gemeentelijk Rioleringplan 2016-2020 (VGRP) BBV 620759 is vastgelegd dat het tarief kan worden verlaagd met €3,-. De voorgenomen prijsindexering wordt wel toegepast. *) CPB Korte termijnraming december 2014: prognose jaar 2015 voor de prijsmutatie overheidsconsumptie netto materieel
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 1.094
N 1.157
N 1.085
N 1.085
N 1.085
N 1.085
Baten
V 11.275
V 11.646
V 11.793
V 11.833
V 11.833
V 11.833
Saldo van baten en lasten
V 10.181
V 10.489
V 10.708
V 10.748
V 10.748
V 10.748
V 10.748
V 10.748
V 10.748
V 219
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves: Resultaat
V 10.181
V 10.489
V 10.708 V 219
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 14
-
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Lasten Riviummarinier met ingang van 2016 ten laste van de bedrijfsvoering met gelijke verlaging OZB-baten Overig
V
80
V
80
V
80
N
8
N
8
N
8
V
72
V
72
V
72
N
0
N
0
V
37
V
37
V
37
N
80
N
80
N
80
Baten OZB gebruikers aan de hand van WOZ-waarde- en tariefontwikkeling Verlagen OZB taakstelling (zie lasten) OZB eigenaren op basis van woningbouwprognose en trendmatige tariefsaanpassing
Totaal
V 190
V 190
V 190
N
0
V 147
V 147
N
0
V 147
V
72
V 147
V 219
N
0
V 219
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing. Structurele mutaties reserves Niet van toepassing. Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 15
-
Concept-Programmabegroting 2016 - 16
-
Programma 2: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Capelle aan den IJssel is een gemeente waar het veilig wonen, werken en leven is. Spelregels en grenzen zijn helder. Er wordt snel en merkbaar opgetreden tegen overlast en criminaliteit. Wij stimuleren Capellenaren, bezoekers, ondernemers en veiligheidspartners om vanuit hun eigen verantwoordelijkheid bij te dragen aan de veiligheid binnen de gemeente. Effectindicatoren Omschrijving: Afname geregistreerde criminaliteit Reductie woninginbraken Reductie straatroven Reductie overvallen Afname onveiligheidsbeleving Geen buurten meer zijn met een score ‘zeer ongunstig’ Capellenaren die woonoverlast ervaren
Bron:
Meting 2011:
Meting 2013:
politie regionale eenheid politie regionale eenheid politie regionale eenheid politie regionale eenheid Buurtmonitor
4.482
3.927
Streefwaarde 2015: *
339
304
56
Buurtindex Buurtmonitor
Meting 2015: 2.306 (t/m aug)
Streefwaarde 2016: 3.500 (2018)
*
172 (t/m aug)
298 (2018)
35
*
26 (t/m aug)
41 (2018)
12
19
5
4 (t/m aug)
7 (2018)
32%
30%
20%
28%
25% (2018)
-
4
*
*
0
33%
32%
20%
31%
20%
* nieuwe doelstelling, niet eerder opgenomen als effectindicator
Ontwikkelingen Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) Op het gebied van de financiering speelt een aantal ontwikkelingen. In verband met zorgen over de financiering van de VRR heeft het Dagelijks Bestuur in april 2015 besloten tot een bestuurlijke audit commissie die periodiek de financiële stukken en ontwikkelingen monitort. Daarnaast heeft Bureau Cebeon een onderzoek uitgevoerd naar de gemeentelijke uitgaven en kosten voor de brandweer, GHOR en crisisbestrijding. Naar aanleiding hiervan adviseert zij het Rijk tot een verhoging van het Gemeentefonds ad € 1,2 per inwoner. Voor de BDuR (rechtstreeks ontvangen door de VRR) is een verhoging voor de regio Rotterdam-Rijnmond geadviseerd van € 1,3 per inwoner. Besluitvorming wordt in de septembercirculaire van het Rijk verwacht. Het Algemeen Bestuur van de VRR heeft op 6 juli 2015 de Begroting 2016 vastgesteld, waarbij een indicatie is begroot van +0,5% (in plaats van de door alle deelnemende gemeenten gevraagde -/- 0,65%). Nota #capelleveilig In de nota #capelleveilig, Integraal veiligheidsbeleid !V (IVB !V) is een aantal trends & ontwikkelingen gesignaleerd die van invloed zijn op de effecten en resultaten van het veiligheidsbeleid, mindere geregistreerde misdrijven, minder Capellenaren met structurele onveiligheidsgevoelens. - De samenstelling van de Capelse bevolking begint te veranderen, zoals het aandeel ouderen, het aandeel inwoners met een niet-nederlandse nationaliteit en het aantal één-oudergezinnen. Deze factoren zullen van invloed zijn op de veiligheidsbeleving. Dat geldt ook voor een aantal buurten die in transformatie zijn van autochtone, homogene gemeenschap naar multiculturele buurten. Concept-Programmabegroting 2016 - 17
-
-
Woonoverlast blijkt hardnekkige en complexe problematiek. Deze problematiek lijkt toe te nemen als gevolg van externe ontwikkelingen, zoals de extramuralisering van de zorg aan bijvoorbeeld psychiatrische patiënten en verslaafden. Onduidelijk is nog in welke mate de diverse decentralisaties invloed hebben op de veilig- en leefbaarheid en de (on)veiligheidsgevoelens. De regionale samenwerkingsverbanden, zoals het RIEC, De VeiligheidsAlliantie Regio Rotterdam en het Veiligheidshuis nemen een steeds prominentere rol in de beleidsagendering. De doorontwikkeling van de Nationale politie krijgt steeds meer zijn beslag. Het proces gaat niet zonder slag of stoot en in juni 2015 is een eerste bijsturing van het reorganisatieproces aangekondigd door de nieuwe minister van Veiligheid en Justitie.
Daarnaast wordt in samenwerking met het RIEC een bestuurlijke criminaliteitsbeeld analyse gemaakt. Deze analyse geeft mogelijk nieuwe inzichten waarop we onze aanpak kunnen richten. In dat kader zal – in navolging op Capelle West- ook in 2016 een integrale controle worden gehouden. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018, #capelleveilig 2. Rampenbestrijding op een adequaat niveau 3. Kadernota Handhaving 4. Alcohol Preventie en Handhavingsplan 2015-2018 5. Beleidskader BIBOB 2011 6. Notitie brandveilig ontvluchten van gebouwen 2015-2016 7. Strategie Veiligheidscommunicatie 2013 8. Visie op buurtpreventie 2014 Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
02.1. Vergroten van de veiligheidsbeleving van Cappellenaren. 02.1. Vergroten van de veiligheidsbeleving van Cappellenaren.
1. Uitvoeren van het Uitvoeringsprogramma 2015-2016, behorende bij het IVB4 (2015-2018), dat gericht is op "veilige woon- en leefomgeving", "jeugd", "bedrijvigheid" en "integriteit". 2. Het realiseren van cameratoezicht op het Stadsplein en het Stationsplein.
02.1. Vergroten van de veiligheidsbeleving van Capellenaren.
3. Stimuleren van bewonersparticipatie in Buurt Bestuurt, Burgernet en Buurtpreventieteams.
02.1. Vergroten van de veiligheidsbeleving van Cappellenaren.
4. Het inzetten van stadsmariniers die een Veiligheidsaanpak uitvoeren in Hoven/Wiekslag/Hoeken, Schenkel en Schollevaar
02.2. Vergroten van het veiligheidsgevoel in winkelcentra en horeca.
1. Participeren in en doorontwikkelen van trajecten Keurmerk Veilig Ondernemen
02.2. Vergroten van het veiligheidsgevoel in winkelcentra en horeca.
2. Terugdringen aantal overvallen door veiligheidsscans, adviezen en training personeel.
02.3.Voorbereid zijn op het bestrijden van incidenten, rampen en crises.
1. Opleiden, trainen, oefenen en gereedstellen van gemeentelijke crisisorganisatie.
02.4. Bestrijden van (georganiseerde) criminaliteit.
1. Toepassen van bestuurlijke maatregelen zoals bestuurlijke boetes, bestuursdwang, gebiedsverboden en BIBOB-toetsing.
02.4. Bestrijden van (georganiseerde) criminaliteit.
2. Toepassen van persoonsgerichte aanpak ( in het veiligheidshuis) op de doelgroepen; jeugd, veelplegers, HIT, radicalisering, huiselijk geweld en (nazorg) ex-gedetineerden 3. De APV wordt jaarlijks getoetst en waar nodig aangepast.
02.4. Bijzondere wetten
Concept-Programmabegroting 2016 - 18
-
Prestatie-indicatoren Omschrijving :
Bron:
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
Streefwaarde 2015: 3
Meting 2015:*
Stimuleren van het oprichten van buurtpreventieteams Plaatsen van camera’s in de openbare ruimte
interne registratie
2
2
2
interne registratie
9
9
20
Bij noodzaak
21
Toepassen van een groepsaanpak bij sterk overlastgevende jongeren ‘Beke aanpak’ Toepassen van het Keurmerk Veilig Ondernemen Verlenen van omgevingsvergunningen brandveilig gebruik
shortlist politie
3
3
2
3
3
Stadsplein, Stationsplein en verder bij noodzaak 3
interne registratie
1
3
4
2
4
2
registratie afdeling Stadsbehe er Interne registratie
7
9
10
10
7
10
57
20
24
5
19
25
6
5
4
4
2
4
Verlenen van APV exploitatievergunningen ** Organiseren van en deelnemen aan rampenoefeningen
interne registratie
2
Streefwaarde 2016: 2
*) Per september 2015 **) Voor 2013 geldt dat alle commerciële horecabedrijven en paracommerciële instellingen een vergunning hebb en gekregen. In de toekomst zal incidenteel sprake zijn van een nieuwe eigenaar. De streefwaarde voor 2016 is mede gebaseerd op het eventueel bijschrijven van nieuwe beheerders op de eerder verleende exploitatievergunningen. In dat geval wordt formeel gesproken opnieuw vergunning verleend.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 6.150
N 6.395
N 6.514
N 6.472
N 6.472
N 6.472
Baten
V 259
V 182
V 167
V 167
V 167
V 167
Saldo van baten en lasten
N 5.891
N 6.213
N 6.347
N 6.305
N 6.305
N 6.305
N 6.305
N 6.305
N 6.305
N 134
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves:
Resultaat
N 5.891
N 6.213
N 6.347 N 134
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 19
-
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Stelpost bijdrage aan Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VJN2015 2.3.2)
N
86
N
86
N
86
Overig
N
33
N
33
N
33
N 119
N
0
N 119
N
N
15
N
15
0
N
15
N
15
N
N 119
N
15
N 134
N
0
N 119
Baten Overig N
Totaal Incidentele baten en lasten Niet van toepassing. Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 20
-
N
15
0
N
15
0
N 134
Concept-Programmabegroting 2016 - 21
-
Programma 3: BUITENRUIMTE – GRIJS Missie Het creëren van een schone, hele en veilige buitenruimte. Vanwege de bezuinigingen, is vastgesteld dat wij zorgen voor een basis tot sober kwaliteitsniveau in de buitenruimte. Wij streven hierbij een zo optimaal mogelijk rendement na. De ontwikkeling van de infrastructuur is gericht op een optimale balans tussen mobiliteit, leefbaarheid en (verkeers)veiligheid. Alleen op die manier ontstaan duurzame oplossingen. Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Wegen, bruggen, verlichting, speelplaatsen Water Verkeer en vervoer Effectindicatoren Omschrijving: Waardering voor het onderhoud van de bestrating
Bewonersenquete
5,7
6,0
Streefwaarde 2015: 6,0
Waardering voor het schoonmaken van de bestrating Aantal verkeersdoden, streefwaarde - 1 in 2020 t.o.v. peiljaar 2002 (2) Aantal verkeersslachtoffers, Streefwaarde – 32 in 2020 t.o.v. peiljaar 2002 (92) Aantal letselongevallen
Bewonersenquete
5,9
6,1
6,1
6,3
6,1
1
5
1
0
0
11*
26
26
25
25
10*
18
18
31
18
n.b.
n.b.
n.b.
Eerstvolgend onderzoek in 2015
5.065 stuks
6.029
Eerstvolge nd onderzoek in 2015 6.500
n.n.b.****
6.500
72,8%
93,1%
n.n.b.****
95%
205 stuks
341
450
n.n.b.****
450
100%
100%
n.n.b.****
100%
n.v.t.
98% van het areaal berekend op basis van het prestatiebestek
n.n.b.
98% van het areaal berekend op basis van het prestatiebestek
% Fietsaandeel in vervoerswijze Streefwaarde: 29% in 2020 Aantal meldingen buitenruimte
Bron:
Meting 2011:
Meting 2013:
Landelijke verkeersongevallenregistratie Landelijke verkeersongevallenregistratie Landelijke verkeersongevallenregistratie Fietsbalans van de Fietsersbond RS8-systeem
Meting 2015:
6,1
Streefwaarde 2016: 6,0
95% % afhandeling binnen termijn (2013 is streefwaarde) Aantal meldingen snelherstel % afhandeling snelherstel binnen termijn (2013 is streefwaarde) Het areaal buitenruimte dat voldoet aan de norm.
RS8-systeem
100% Beheerplan 2016 2020
n.v.t.
* De stijging komt voort uit de verbetering in de ongevallenregistratie per 1 januari 2013 door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Van 2010 tot en met eind 2012 registreerde de politie landelijk gezien namelijk niet alle ongevallen. ** De streefwaarden 2016 zijn gelijk gezet op de streefwaarden 2015. De laatste bekende meting is uit 2013. De ambitie is de kwaliteit van de openbare ruimte met als basisafspraak 'sober en doelmatig' te handhaven *** Medio september 2015 worden deze resultaten in opdracht van het STAR (initiatief van VNG, Rijkswaterstaat en het minister ie van Infrastructuur en Milieu) bekend gemaakt door VIA Traffic Solutions Software. ****gegevens RS8-systeem voor 2015 zijn nog niet beschikbaar Concept-Programmabegroting 2016 - 22
-
Ontwikkelingen In 2010 is het meerjaren Uitvoeringsprogramma vastgesteld, dat hoort bij het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP), visie 2010-2020 SLIM Reizen. Een groot deel van die projecten is in uitvoering of is e uitgevoerd. De reconstructie van het kruispunt Bermweg/Capelseweg–Kanaalweg zal uiterlijk in het 1 kwartaal 2016 worden uitgevoerd. Medio 2015 is gestart met het opstellen van de 2e meerjaren Uitvoeringsagenda SLIM Reizen 2016-2017 met daarin een terugblik op de periode 2010-2015. In deze age nda zal onder meer aandacht worden besteed aan het regionaal programma “‘Beter Benutten”, aanpak verkeersonveilige locaties en de “Modelaanpak veilig fietsen” (uitvoering in 2016 en 2017). De reconstructie van het kruispunt Bermweg/Capelseweg–Kanaalweg zal in het 4e kwartaal 2015 / 1 kwartaal 2016 worden uitgevoerd.
e
Medio 2015 heeft de uitwerking van Koersnota naar Parkeernota plaatsgevonden. De raadsbehandeling e van de Parkeernota is voorzien in het 4 kwartaal 2015, waarna in de loop van 2016 wordt gestart met de uitvoering van de Parkeernota. In 2015 is gestart met de voorbereidingen inzake het regionale programma “Beter Benutten Vervolg”. Hoewel fysieke (auto)projecten in de vorm van netwerkversterkende maatregelen niet worden uitgesloten, zal de aandacht in eerste instantie toch meer worden gericht zijn op mobiliteitsmanagement, fietsvoorzieningen en OV en CITS (Cooperatieve of Connected Intelligentie Transportsystemen). Concreet voor onze gemeente houdt Beter Benutten Vervolg o.a. in: - Verkennende studie snelfietsroute Rotterdam-Gouda via, bij voorkeur, Hoofdweg; - Mede afhankelijk van de resultaten van de evaluatie maatregelen optimalisatie Algeracorridor verdere maatregelen treffen in de vorm van CITS (Cooperatieve of Connected Intelligentie Transportsystemen). Hierbij zal gebruik worden gemaakt van o.a. de onlangs aangepaste c.q. e vernieuwde verkeersregelinstallaties. Deze evaluatie wordt volgens planning 2 kwartaal 2016 opgesteld. In 2014 is het metrostation De Terp door de RET vernieuwd. In 2015 is gestart met de voorbereidingen voor de vernieuwing van de metrostations Capelle-Centrum en Slotlaan, de uitvoering vindt plaats in 2016 en 2017. Gelijktijdig met de renovatie van deze metrostations zal ook het fietsparkeren bij deze stations worden verbeterd respectievelijk worden uitgebreid. In de Voorjaarsnota 2015 2.4.2 is een krediet beschikbaar gesteld om de verkeersveiligheid op de Burgemeester Van Dijklaan, Burgemeester Van Beresteijnlaan en de Operalaan te verbeteren. Begin 2016 worden de uitkomsten verwacht van onderzoek naar de onveilige situaties en de te nemen maatregelen. Werkzaamheden aan de Operalaan zijn voorzien voor de tweede helft van 2016. Mogelijk dat hierbij aansluiting wordt gezocht bij IBOR-werkzaamheden die rond die periode dan tevens in de omgeving plaatshebben. Het is te verwachten dat het uitwerken van eventuele aanpassingen aan de Burgemeester Van Dijklaan en de Burgemeester Van Beresteijnlaan een lange voorbereidingstijd nodig hebben. In het kader van de gladheidsbestrijding zullen we een onderzoek uitvoeren naar de voor- en nadelen van het zelf doen dan wel geheel of gedeeltelijk uitbesteden. De resultaten worden in het voorjaar 2016 verwacht. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP), visie 2010-2020 SLIM Reizen 2. Fietsplan SLIM op de Fiets 3. Uitvoeringsagenda SLIM Reizen 2010-2013 e 4. Uitvoeringsagenda SLIM Reizen 2016-2017 (planning vaststelling 1 kwartaal 2016)
Concept-Programmabegroting 2016 - 23
-
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
03.1. Buitenruimte is schoon, heel, veilig en zo mogelijk duurzaam.
1. Handhaven van de afgesproken kwaliteit van de openbare ruimte met als uitgangspunt ’sober en doelmatig’.
03.2. Verbeteren van de ontsluitingsstructuur en van de verkeersdoorstroming.
1. Vervangen van diverse verkeersregelinstallaties waarbij extra aandacht besteed gaat worden aan verkeersdoorstroming en afwikkeling langzaam verkeer. 1. Door gebiedsgericht beleid, zoals opgenomen in de Parkeernota, inzicht verkrijgen in de parkeerproblematiek en zo mogelijk concrete maatregelen voorbereiden. 1. Samen met de WOP’s opstellen van een actieplan verkeersveiligheid.
03.3. Voldoende en gratis parkeervoorzieningen. 03.4. Vergroten van de verkeersveiligheid.
03.5. ‘Naar een toekomstvast openbaar vervoer’ 1. Het regionaal meerjarig beleid 2013-2015 is vastgelegd in dit (regionaal) beleidsplan. Afhankelijk van de nieuwe Vervoersautoriteit staat de actualisatie gepland na 2015.
Overzicht kwaliteitsambitie 2016-2020 per structuurelement
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 27.913
N 11.081
N 9.991
N 9.932
N 10.515
N 10.147
Baten
V 1.900
V 1.787
V 1.369
V 1.369
V 1.369
V 1.369
N 26.013
N 9.294
N 8.622
N 8.563
N 9.146
N 8.778
N 353
N 175
N 143
N 105
N
82
N
57
N
76
N
V 110
Saldo van baten en lasten
V 672
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves: Reserve openbare verlichting
V 2.214
Reserve civieltechische werken
V 1.758
V
2
Reserve speelplaatsen
V 837
V
32
N
70
V
47
V
71
Reserve verkeersvoorzieningen
N 683
V
84
N 119
N
38
N
39
Reserve onderhoud verhardingen
N 263
N
36 50
V 10.470
N 1.171
N 1.308
N 688
N 535
N 521
Reserve water
V 428
V 197
N 414
N 279
V 482
N 167
Algemene reserve
V 120
Reserve eenmalige uitgaven
V 102
V 514
V 1.042
V 334
N 10.767
N 9.899
N 9.926
N 9.419
N 9.386
N 9.547
Resultaat
N
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 24
-
27
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Hogere lasten onderhoud verhardingen; mutatie reserve onderhoud verhardingen
N 156
N 156
N 137
N 293
Lagere lasten openbare verlichting; mutatie reserve openbare verlichting
V 207
V 207
N
90
V 117
Eenmalig budget in 2015 werkzaamheden brandkranen (NJN2013 2.4.2); via reserve eenmalige uitgaven
V
V
N
27
N
0
Lagere lasten verkeersvoorzieningen en bewegwijzering; mutatie reserve verkeersvoorzieningen en reserve eenmalige uitgaven
V 317
V 317
N 351
N
34
Diverse eenmalige budgetten in 2015 voor projecten verkeer, via reserve eenmalige uitgaven
V 417
V 417
N 417
N
0
Hogere lasten verbetering kruising Rivierweg/Reigerlaan (VJN2015 2.17.7), budgetverdeling 2016/2017 via reserve eenmalige uitgaven
N 400
N 400
V 400
N
0
Eenmalig budget in 2015 herinrichting parkeervoorziening Couwenhoek (VJN2015 2.4.3)
V 240
V 240
V 240
Eenmalig budget in 2015 maatregelen verkeersveiligheid (VJN2015 2.4.2)
V
75
V
75
V
75
Eenmalig budget in 2015 fietsvoorzieningen metrostation Centrum en Slotlaan (VJN2015 5.4.1); zie ook baten
V
50
V
50
V
50
Eenmalig budget in 2016 aanlegsteiger (jaarrekening 2014); dekking reserve eenmalige uitgaven
N 642
N 642
V 642
N
0
Lagere lasten civieltechnische werken; mutatie reserve civieltechnische werken
V
V
N
84
N
2
Lagere lasten ontwatering (baggerwerkzaamheden); mutatie in reserve Water
V 780
V 780
N 781
N
1
Lagere lasten speelplaatsen; mutatie in reserve Speelplaatsen
V
93
V
93
N 102
N
9
Overig
V
3
V
3
V
3
27
82
V 1.093
N
Concept-Programmabegroting 2016 - 25
-
0
27
82
V 1.093
N 947
V 146
Baten Hogere baten onderhoud verhardingen; mutatie reserve onderhoud verhardingen (zie ook lasten)
V
70
V
70
V
70
Lagere baten openbare verlichting; mutatie reserve openbare verlichting (zie ook lasten)
N
19
N
19
N
19
Eenmalige baten in 2015 project verkeer kruising Rivierweg-Fluiterlaan (1e begr.wijz.2014 1.6.2); mutatie via reserve eenmalige uitgaven (zie ook lasten)
N
78
N
78
N
0
Eenmalig budget in 2015 fietsvoorzieningen metrostation Centrum en Slotlaan (VJN2015 5.4.1); zie ook lasten
N
50
N
50
N
50
Lagere bijdrage derden voor ontwatering; mutatie in reserve Water
N 170
N 170
N
0
Eenmalige verkoopopbrengst Brederoplein in 2015
N 160
N 160
N 160
Overig
N
N
N
N
Totaal
0
V 1.093
14
V
78
V 170
14
14
N 421
N 421
V 248
N 173
N 421
V 672
N 699
N
27
Incidentele baten en lasten Incidentele baten Omschrijving Eenmalig budgetten in 2015 brandkranen, VRI's en bewegwijzering; dekking reserve eenmalige uitgaven Diverse eenmalige projecten verkeer in 2015; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget 20152016 Verbetering kruising Rivierweg/Reigerlaan en aanleg steiger; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 herinrichting parkeervoorziening Couwenhoek en maatregelen verkeersveilgiheid Eenmalig budget en subsidie in 2015 fietsvoorzieningen metrostation Centrum en Slotlaan en kruising Rivierweg/Fluiterlaan Eenmalige verkoopopbrengst gemeentelijke accommodaties in 2015
2015 V 175
Totaal
V 802
2016
Incidentele lasten 2017
2018
2019
2016
2017
N 1.042
N 335
N 1.042
N 335
Toevoegingen 2015 2016 1.434 2.276 1.434 2.276
2017 1.284 1.284
N
V 339
2015 175
2018
2019
N 339
V 1.042
V 335
N 315
V
128
N
128
V 160
V 1.042
V 335
Onttrekkingen 2015 2016 315 0 315 0
2017 0 0
N
0
N
0
N 957
N
0
N
0
Structurele mutaties reserves Omschrijving Reserve IBOR Totaal
2018 482 482
Concept-Programmabegroting 2016 - 26
-
2019 0 0
2018 864 864
2019 989 989
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 27
-
Programma 4: BUITENRUIMTE - GROEN Missie Het Capelse groen draagt bij aan een afwisselende, herkenbare en waardevolle woon- en leefomgeving. Dit doen we door cultuurhistorisch groen te koesteren, ruimte te bieden voor ecologie en recreatie en door het groene karakter van de wijken centraal te stellen. Duurzaamheid, veiligheid en beheerbaarheid gelden hierbij als randvoorwaarden. Effectindicatoren Omschrijving:
Bron:
Waardering van de hoeveelheid (in %)
Meting 2011:
Meting 2013:
Streefwaarde 2015:
Meting 2015:
Streefwaarde 2016:
Bewonersenquête
87%
88%
88%
89%
88%
Waardering van de inrichting (in %)
Bewonersenquête
75%
81%
81%
82%
81%
Waardering van het onderhoud (rapportcijfer)
Bewonersenquête
6,1
6,3
6,3
6,5
6,2
m2 groen (per woning)
Interne registratie
(99)
2.890.0 00 (91)
2.890.00 0 (91)
2.890.00 0 (91)
2.890.000 (91)
Aantal bomen (per inwoner)
Interne registratie
(0,4)
26.000 (0,4)
26.000 (0,4)
26.000 (0,4)
26.000 (0,4)
Waardering van bewoners voor de woonomgeving
Bewonersenquête
7,2
7,3
7,3
7,3
7,3
Het areaal buitenruimte dat voldoet aan de norm.
Beheerplan 2016 - 2020
n.v.t.
n.v.t.
98% van het areaal berekend op basis van het prestatiebestek
n.n.b.
98% van het areaal berekend op basis van het prestatiebestek
Ontwikkelingen Het groen in de bebouwde omgeving bepaalt mede de kwaliteit van het woon- en leefmilieu in onze stad. Bij het ontwikkelen en actualiseren van plannen voor de ruimtelijke ontwikkeling, inrichting en beheer is input vanuit groenbeleid onmisbaar om tot samenhangende plannen te komen. Dit komt tot uiting in een aantal hieronder beschreven beleidsstukken. De Groenvisie beschrijft de hoofdgroenstructuur van Capelle aan den IJssel. Deze bestaat uit de dragers ‘landschap en cultuurhistorie', 'ecologie' en 'cultuurlijk groen'. De hoofdstructuur is onaantastbaar en krijgt optimale aandacht op het gebied van inrichting, beheer en onderhoud. De Groenvisie geeft daarnaast uitgangspunten voor ontwerp, inrichting en sortiment, beheer en onderhoud, bomen, ecologie, duurzaamheid en milieu en communicatie en participatie. Het groenbeheerplan is een vertaling van het beleidsplan en geeft de beheerwerkzaamheden en de benodigde financiën aan voor een periode van 5 jaar (2016-2020). Bijvoorbeeld het beeldgerichtwerken staat hier in beschreven. In het Integraal Projectenboek staan voor een periode van 5 jaar (2016-2020) alle projecten in de buitenruimte en daarbij behorende kosten omschreven. De werkzaamheden zijn integraal omdat er werkzaamheden worden uitgevoerd van verschillende beheerdisciplines.
Concept-Programmabegroting 2016 - 28
-
Het bomenbeleidsplan is een langetermijnvisie op bomen in Capelle en zorgt voor afstemming tussen verschillende onderwerpen die op bomen betrekking hebben, zoals: kap, herplant, ontwerp, beheer en communicatie. In het bomenbeleidsplan wordt de Capelse bomenstructuur aangewezen en zijn regels opgenomen voor het kappen van bomen. Het Handboek Inrichting Openbare Ruimte heeft als doel om de samenhang en beeldkwaliteit van de openbare ruimte te versterken. Het handboek geeft een visie op de inrichting van de openbare ruimte en stelt kaders en richtlijnen voor beeldkwaliteit, veiligheid en functionaliteit. Groen en water zijn hierin belangrijke elementen. Het Flora- en faunabeleid geeft richting aan de ontwikkeling van soorten rijkdom/biodiversiteit in Capelle aan den IJssel en biedt houvast (protocol) bij ruimtelijke ontwikkelingen en groenbeheer. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Groenvisie 2011 2. Bomenbeleidsplan 2013 3. Handboek Inrichting Openbare Ruimte 4. Flora- en faunabeleid Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
4.1.1. Buitenruimte is schoon, heel en veilig.
Handhaven van de afgesproken kwaliteit van de openbare ruimte met als uitgangspunt ’sober en doelmatig’.
Overzicht kwaliteitsambitie 2016-2020 per structuurelement
Prestatie-indicatoren Omschrijving: Aantal onderhoudscontracten met burgers Aantal adoptierotondes Aantal VVE’s en bedrijfsterreinen waar een onderhoudsovereenkomst mee is gesloten Aantal door gemeente aangelegde geveltuinen Aantal Stadslandbouwprojecten*
Bron:
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
Registratie Stadsbeheer
73
100
Registratie Stadsbeheer Registratie Stadsbeheer
3
Registratie Stadsbeheer Registratie Stadsbeheer
Meting 2015:
98
Streefwaarde 2015: 110
98
Streefwaarde 2016: 100
12
12
6
12
12
10
12
12
12
12
12
-
22
27
50
27
30
-
1
1
1
2
2
Concept-Programmabegroting 2016 - 29
-
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 5.227
N 5.175
N 5.560
N 4.624
N 4.888
N 5.112
Baten
V 627
V 533
V 533
V 533
V 533
V 533
Saldo van baten en lasten
N 4.600
N 4.642
N 5.027
N 4.091
N 4.355
N 4.579
V 805
N 132
V 133
V 357
N 4.222
N 4.223
N 4.222
N 4.222
N 385
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves: Reserve Groen
V 147
V 269
Reserve eenmalige uitgaven
N
V
Resultaat
N 4.468
15
15
N 4.358
V 136
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Hogere beheer-/onderhoudslasten groen; mutatie in reserve Groen
N 397
N 397
V 536
V 139
Eenmalig budget in 2015 Stadspark (VJN2014 2.5.2), via reserve eenmalige uitgaven
V
15
V
15
N
N
0
Overig
N
3
N
3
N
3
N 385
N
0
N 385
15
V 521
V 136
Baten N
Totaal
N
0 0
0
N
0
N
N 385
N
0
N 385
N
0
V 521
N
0
N
0
V 136
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing. Structurele mutaties reserves Omschrijving Reserve IBOR Totaal
Onttrekkingen 2015 2016 269 805 269 805
2017 0 0
2018 133 133
Concept-Programmabegroting 2016 - 30
-
2019 357 357
Toevoegingen 2015 2016 0 0 0 0
2017 132 132
2018 0 0
2019 0 0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 31
-
Programma 5: ECONOMISCHE ZAKEN Missie Wij zorgen voor een aantrekkelijk ondernemersklimaat en een goede voorzieningenstructuur. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor het aantrekken en behouden van bedrijvigheid. Zowel inwoners als bedrijven kunnen door een goede voorzieningenstructuur in hun eigen gemeente inkopen en/of zaken doen. Effectindicatoren Omschrijving:
Bron:
Aantal bedrijven
Bedrijvenregister Zuid-Holland
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
Streefwaarde 2015:
2.721
2.716
2.648
2.750
Streefwaarde 2016:
n.b.**
Aantal arbeidsplaatsen
Bedrijvenregister Zuid-Holland
34.999
35.166
34.182
35.200
Bezettingsgraad Rivium*
Intern
73,2%
63,6%
64,5%
> 75%
Ministerie van Economische Zaken
Geen meting
3e van ZuidHolland en 27e van Nederland
Geen meting
Top 5 van ZuidHolland, top 25 van Nederland
MKBvriendelijkste gemeente van Zuid-Holland
Meting 2015:
2.675 n.b.** 34.500 n.b.*** 67% n.b.****
Top 3 van ZuidHolland, top 25 van Nederland 1,75
De relatieve Planbureau voor 1,77 1,73 1,79 Niet n.b.**** cijfers ten de Leefomgeving (15,7%) (16,5%) (17,2%) opgenomen aanzien van (PBL) in begroting leegstand 2015 kantoren (in verhouding met landelijke cijfers) * Bezettingsgraad Rivium is gebaseerd op OZB gegevens van de unit Belastingen per 31 december van het rapportagejaar. e ** Resultaten beschikbaar per 4 kwartaal 2015. *** Eerstvolgende resultaatmeting gebaseerd op OZB gegevens per 31 december 2015. e **** Resultaten beschikbaar per 1 kwartaal 2016.
Toelichting bezettingsgraad Rivium De ontwikkeling op de kantorenmarkt wordt door diverse partijen op verschillende manieren bijgehouden. Wij hebben ervoor gekozen om dit via onze eigen WOZ administratie te doen, omdat hierin alle panden worden meegenomen (ook < 500 m2 b.v.o.) en daarmee een accuraat beeld gegeven wordt van de ontwikkeling van de bezettingsgraad van de kantoren in de gemeente. Nadeel van dit systeem is dat een vergelijking met landelijke cijfers niet een-op-een kan worden gemaakt. Deze gaan namelijk uit van andere brongegevens en nemen vaak alleen de grotere panden en locaties mee. Om de ontwikkelingen op de kantorenmarkt in Capelle aan den IJssel toch in een breder perspectief te kunnen plaatsen en te vergelijken met landelijke ontwikkelingen, wordt gebruik gemaakt van de cijfers die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) jaarlijks publiceert. Samen met de cijfers die wij zelf op basis van onze WOZ administratie samenstellen, wordt een helder beeld geschetst van de ontwikkelingen op de kantorenmarkt. Ontwikkelingen Algemeen Een goed ondernemersklimaat is van groot belang voor de gemeente en haar inwoners. Bedrijven zorgen immers voor banen, dragen bij aan onze welvaart en bieden ons tal van voorzieningen. Het ondernemersklimaat is goed en dat willen wij tenminste zo houden. Met het Actieplan Economische Zaken 2013-2018 willen wij ondernemers zo goed mogelijk faciliteren en er voor zorgen dat zij kunnen ondernemen. Dit doen wij in overleg met de ondernemersverenigingen en diverse vakdisciplines binnen onze organisatie. Jaarlijks wordt de voortgang van de acties, benoemd in het Actieplan Economische Zaken 2013–2018 in beeld gebracht. Concept-Programmabegroting 2016 - 32
-
Bedrijventerrein Hoofdweg De revitalisering van de Hoofdweg (vakken B tot en met F) is eind 2015 volledig afgerond. Een flink aantal panden is, met behulp van het Gevel- en voorterreinfonds opgeknapt. Verder is in het hele gebied LEDverlichting aangebracht, zijn er veel extra parkeerplaatsen aangelegd, zijn de entrees tot de diverse vakken verfraaid, is een fraaier geluidsscherm op het spoorviaduct over de Hoofdweg gerealiseerd en is het asfalt op diverse plekken gerepareerd. Begin 2016 worden subsidievaststellingen opgesteld en verzonden naar respectievelijk de Stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. Daarna kan afrekening met de subsidiegevers plaatshebben. De revitalisering heeft plaatsgevonden in nauw overleg met de betrokken ondernemers en de BIZ Hoofdweg CapelleXL. Voor wat betreft vak A is in juni 2015 een uitvoeringsovereenkomst met de Stadsregio Rotterdam aangegaan. Hierin is opgenomen dat de uitvoering van de “Quick-Wins” en “Maatregelen middellange termijn” uiterlijk op 31 december 2018 zijn afgerond. Uiterlijk wordt op 1 april 2016 een voortgangsrapportage ingediend bij de stadsregio. Eventueel op 1 april 2016 resterende subsidiebedragen dienen in de begroting te zijn opgenomen in een bestemmingsreserve, investeringkrediet of een voorziening, danwel opgenomen als gelabelde middelen voor deze projecten. De aangegane uitvoeringsovereenkomst wordt opgenomen in het toetsingskader ten behoeve van de jaarlijkse rechtmatigheidscontrole. De uitvoering van het project “Quick Wins” wordt naar verwachting nagenoeg volledig voor 1 april 2016 gerealiseerd. Inmiddels is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden om binnen het Hoofdweggebied, dan wel zelfde peilgebied voldoende water te kunnen compenseren. Mogelijk worden deze werkzaamheden na deze datum uitgevoerd. Voor het project “Middellange termijn maatregelen” is vanwege de ontwikkelingen die zich in dit gebied hebben voorgedaan sinds het uitbrengen van deze businesscase nogmaals gekeken naar het voorstel uit de businesscase uit 2013. Onderdeel van deze businesscase was onder andere het slopen van het militaire complex aan het Lylantseplein 1 en het realiseren van een hal van 12.000 m2 voor grootschalige detailhandel in meubels. Inmiddels de koper van Lylantseplein 1 er in korte tijd in geslaagd een uiterst succesvol kantoor voor ZZP-ers te ontwikkelen. Hierdoor betekent dat het vasthouden aan het oorspronkelijke plan hogere verwervingskosten en de uitgifte daarentegen, gelet op de malaise in de meubelhandel, minder opbrengt. Hiermee zou het project buiten de gestelde financiële kaders van de businesscase komen. Daarom wordt een voorstel voorbereid om het projectplan aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden, waarin vastgehouden wordt aan de doelstelling van het oorspronkelijke plan (rondweg door vak A / creëren verblijfsgebied) en dat past binnen de financiële kaders. Kantorenpark Rivium Rivium is vanaf midden jaren 90 van de vorige eeuw ontwikkeld, als een ‘top-of-the-bill-snelweglocatie, een hoogwaardig bedrijvenpark, langs de Van Brienenoordbrug/A16. Hoewel het terrein er nog steeds zeer verzorgd uitziet, laat de bezettingsgraad al jaren te wensen over. Leegstand van kantoren/bedrijven is in de eerste plaats een zaak die de eigenaren aangaat, maar Rivium is voor de werkgelegenheid in Capelle cruciaal. Met ingang van september 2014 (coalitieakkoord 2014-2018 ‘Capelle: Denken, durven doen’) is dan ook een fulltime Riviummarinier aangesteld. De te realiseren meeropbrengsten OZB worden vanaf 2016 voorzichtigheidshalve niet langer vóór realisatie financieel verwerkt. De lasten van de Riviummarinier worden vanaf 2016 gedekt uit de bedrijfsvoering. Na jarenlange oplopende leegstand is de leegstand in 2014 (stand per 31-12-2014) met bijna 1% afgenomen, hiermee is de leegstand in Rivium 92.452 m2 (= 35,5% peildatum 31-12-2014). Ook voor 2016 is de inzet om, aan de hand van Het Plan van Aanpak Verhogen bezettingsgraad Rivium Business Park en zich voordoende kansen en mogelijkheden, bestaande ondernemingen te binden aan Rivium en zo veel mogelijk nieuwe ondernemingen te bewegen om zich in Rivium te vestigen. Brandstofverkooppunten In 2016 stellen wij beleid op ten aanzien van de overeenkomsten met brandstofverkooppunten met als doel een ‘’level playing field’’ te creëren. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Marktverordening Capelle aan den IJssel 2011 2. Actieplan Economische Zaken 2013 – 2018 Concept-Programmabegroting 2016 - 33
-
3. Verordening Winkeltijden Capelle aan den IJssel 2014 4. Structuurvisie Detailhandel 2015 Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen Doelstelling
Prestatie
05.1. Minder leegstand van kantoor- en bedrijfsgebouwen.
1. Samenwerken met buurgemeenten, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, provincie en marktpartijen om de bezettingsgraad van kantoren te verhogen. Voor Rivium: Uitvoeren Plan van aanpak verhogen bezettingsgraad Rivium Business Park Rotterdam Area door de Riviummarinier. 1. Opstellen gebiedspaspoort De Mient.
05.2 Revitaliseren van kantoor- en bedrijfslocaties 05.2 Revitaliseren van kantoor- en bedrijfslocaties
2. Revitalisering openbaar gebied rondom de Scholver en gelijktijdig aanpak winkelcentrum door eigenaar.
05.2 Revitaliseren van kantoor- en bedrijfslocaties
3. Faciliteren prolongatie BIZ Hoofdweg Capelle XL.
05.3. Een nog betere relatie met ondernemers.
1. Organiseren van de jaarlijks terugkerende evenementen, zoals de Capelse Ondernemer van het Jaar en De Capelse Rode Loper in samenwerking met de Capelse ondernemersverenigingen.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 984
N 1.789
N 2.914
N 2.914
N 2.760
N 813
Baten
V 547
V 676
V 2.328
V 2.328
V 2.238
V 543
Saldo van baten en lasten
N 437
N 1.113
N 586
N 586
N 522
N 270
N
N
Verschil 2015 - 2016
V 527
Mutaties reserves: Egalisatiereserve Centrummarkt
N
Reserve eenmalige uitgaven
N 575
9
V 249
N
7
V 315
N
1
V 315
V 252
Resultaat
N 1.021
N 871
N 272
N 272
N 271
V 599
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 34
-
N
1
1
1
N 271
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Resultaat Reserves
Lasten Uitvoering middellange termijnmaatregelen businesscase vak A Hoofdweggebied, budget in 2014 (NJN2013 2.6.1) via reserve eenmalige uitgaven; zie baten
N 1.866
N 1.866
V 1.868
V
2
Diverse projecten lokale economie, eenmalig budget in 2015 via reserve eenmalige uitgaven
V 149
V 149
N 149
N
0
Revitalisering winkelcentrum De Scholver, eenmalig budget in 2015 (VJN2015 2.6.1)
V 513
V 513
V 513
Revitalisering winkelpassage Slotplein, eenmalig budget in 2015 (VJN2015 2.6.2)
V 103
V 103
V 103
Eenmalig budget in 2015 detailhandelstructuurvisie (1e begr.wijz.2014 1.8.1)
V
30
V
30
V
30
Kapitaallasten Hoofdweggebied ingaande 2016
N
42
N
42
N
42
Overig
N
12
N
12
N
6
N 1.125
N
0
V
6
N 1.125
V 1.725
V 600
V 1.652
V 1.652
N 1.653
N
1
V 1.652
V 1.652
N 1.653
N
1
V 1.652
V 527
Baten Uitvoering middellange termijnmaatregelen businesscase vak A Hoofdweggebied, budget in 2014 (NJN2013 2.6.1) via reserve eenmalige uitgaven; zie lasten N
Totaal
0
N 1.125
V
72
V 599
Incidentele baten en lasten Incidentele baten Omschrijving Budget Hoofdweggebied in 2015-2018 en Rivium in 2015 en baten; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 Revitalisering winkelcentrum De Scholver en winkelpassage Slotplein Totaal
2015 V 382
2016 V 2.101
Incidentele lasten 2017 V 2.101
2018 V 1.948
2019
2015 N 382
2016 N 2.101
2017 N 2.101
2018 N 1.948
N 2.101
N 2.101
N 1.948
2019
N 616
V 382
V 2.101
V 2.101
V 1.948
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Concept-Programmabegroting 2016 - 35
-
N
0
N 998
N
0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 36
-
Programma 6: WERK EN INKOMEN Missie Bevorderen van zelfredzaamheid en economische zelfstandigheid van Capellenaren die (tijdelijk) geen werk of inkomen hebben door hen te stimuleren en te ondersteunen bij het zoeken van werk of op werk gerichte scholing. Tevens wordt financiële ondersteuning geboden aan inwoners die er (tijdelijk) niet in slagen een inkomen op minimumniveau te verwerven of in bijzondere kosten te voorzien. Ook worden Capellenaren ondersteund die niet meer in staat zijn hun schuldenprobleem zelfstandig op te lossen. Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Werk Inkomen Omschrijving:
Bron:
Meting 2013:
Meting 2014:
Meting 2015:
Nvt
Streefwaarde 2015 7,0
Nvt
Streefwaarde 2016: 7,0*
Rapportcijfer tevredenheid van klanten van de afdeling Sociale Zaken De bekendheid van klanten met schuldhulpverlening De tevredenheid van klanten over het aanvragen en verkrijgen van een bijstandsuitkering (% tevreden – zeer tevreden) Uitgaven ten opzichte van de rijksbijdrage (2014: 0)
Klanttevredenheidsonderzoek door afd. Bewonersenquête Bewonersenquête
6,8
56%
Nvt
n.b.
62%
58%
79%
Nvt
80%
70%
80%
Begroting
Overschot 3,0 mln**
Procentuele stijging van het aantal bijstandsklanten in het jaar (ten opzichte van landelijke prognose)
Interne rapportage
8,5%
Overschot 0**** Tekort 0 1,3 1,2 mln**** mln.*** 11,8% 2,8%***** 4,8%****** 3,0%*****
* Vanwege gewijzigde regelgeving is de streefwaarde ‘tevredenheid’ ambitieus te noemen. Desalniettemin hanteren we een streefwaarde van 7,0. ** De netto uitgaven (exclusief uitvoeringskosten) in 2013 bedroegen € 27,7 mln. ten opzichte van het budget van € 30,7 mln. *** De netto uitgaven (exclusief uitvoeringskosten) in 2014 bedroegen € 30,9 mln. ten opzichte van het budget van € 32,2 mln. **** In de VJN2015 is aangegeven dat het tekort op basis van de realisatie van de eerste 3 maanden mogelijk 0,8 lager en uitkomt op 0,4 mln. Op basis van de eerste 6 maanden valt het tekort mogelijk met een verdere 0,2 miljoen lager uit en komt daarmee op 0,2 miljoen uit. Het streven is om op 0 uit te komen. *****landelijke stijging aantal bijstandsklanten volgens rijksbegroting 2015 SZW zoals opgenomen in de toelichting op het Nader Voorlopig budget 2015 (april 2015) voor 2015 en volgens de september circulaire 2014 voor 2016 ******meting per 1-9-2015 (van 2.134 eind 2014 naar 2.237)
Ontwikkelingen GR IJsselgemeenten Met ingang van 1 januari 2015 is de Gemeenschappelijke regeling IJsselgemeenten een feit. Vanaf dat moment worden de uitvoeringstaken van onder andere de Participatiewet belegd bij het onderdeel Sociale Zaken van de Gemeenschappelijke Regeling. De GR IJsselgemeenten stelt haar eigen begroting op. Deze begroting zal zijn basis hebben in de gemeentebegroting (zie Programma 15). De kaders en de doelstellingen uit de gemeentebegroting zijn leidend. Toetreding Zuidplas Medio 2014 heeft het college van Zuidplas besloten dat zij willen toetreden tot de GR IJsselgemeenten voor wat betreft Sociale Zaken (niet ICT). De gemeenteraad zal in 2015 worden voorgesteld hiermee in te stemmen. Het besluit van het college in Zuidplas was te laat om met ingang van 2015 toe te treden (de voorbereiding van een GR metKrimpen aan den IJssel waren in volle gang). Er is een strategisch kernteam geformeerd met de drie gemeentesecretarissen, plus ambtelijke ondersteuning, dat de toetreding van Concept-Programmabegroting 2016 - 37
-
Zuidplas met ingang van 1 januari 2016 voorbereidt. Het Algemeen bestuur van de GR zal de colleges van Capelle en Krimpen in het najaar van 2015 een verzoek doen in te stemmen met de toetreding van Zuidplas. De uitgangspunten waarover Capelle en Krimpen overeenstemming blijven bij de toetreding van Zuidplas in stand. De verdeelsleutel voor uitvoeringskosten zal worden aangepast, waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat voor Zuidplas alleen Sociale Zaken naar de GR gaat. Participatiewet De Participatiewet is op 1 januari 2015 van kracht geworden. Nieuwe doelgroep De gemeente is met de Participatiewet verantwoordelijk geworden voor een grotere doelgroep, waaronder mensen met een functiebeperking en een beperkt arbeidsvermogen. Tot nu toe vielen deze groepen onder de werking van de Wajong of van de Wet sociale werkvoorziening. De Wajong is met ingang van 2015 alleen nog maar toegankelijk voor mensen zonder enig arbeidsvermogen. Instroom in de WSW is niet meer mogelijk. De nieuwe instroom bij de gemeente zal voornamelijk plaatsvinden vanuit praktijkonderwijs en speciaal onderwijs, reden voor nauwe samenwerking met deze scholen. Voor iedereen uit de bredere doelgroep gelden dezelfde rechten en plichten. De Participatiewet wil stimuleren dat meer mensen (meer) participeren, bij voorkeur met regulier betaald werk of anders door het verrichten van maatschappelijke nuttige werkzaamheden. De wet gaat er vanuit dat iedereen naar vermogen een bijdrage levert aan de samenleving. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet eenzijdig bij werknemers en uitkeringsgerechtigheden. Ook werkgevers hebben een taak. In het Sociaal Akkoord van 2013 is afgesproken dat werkgevers van 2014 tot en met 2026 125.000 ‘Garantiebanen’ creëren voor mensen met een functiebeperking. De overheid heeft toegezegd dat van die 125.000 banen er 25.000 bij overheidsorganen zullen komen. Als deze banen niet vrijwillig worden gecreëerd zal, met behulp van de Quotumwet, de werkgever een quotum worden opgelegd. De werkgever die ook daaraan niet voldoet zal worden beboet. Regionale samenwerking Gemeenten en sociale partners moeten in de 35 arbeidsmarktregio’s via regionale samenwerking (het 'Werkbedrijf') zorgen voor bemiddeling tussen werkgevers en werkzoekenden met een functiebeperking. Gemeenten hebben de leiding en werken samen met UWV en sociale partners. In de regio Rijnmond is de bestaande samenwerking tussen gemeenten en UWV daarom al in 2014 en 2015 geïntensiveerd. Ook is het Werkbedrijf Rijnmond in het leven geroepen en is eind 2014 een intentieverklaring ondertekend door gemeenten, UWV, plus werkgevers- en werknemersorganisaties. In 2015 is het, wettelijk verplichte, regionaal marktbewerkingsplan Rijnmond vastgesteld. Dit is de basis voor een gezamenlijke werkgeversaanpak door gemeenten en UWV. Het Werkplein zal lokale werkgevers blijven bezoeken. Een knelpunt hierbij is dat de werkgeversinstrumenten, anders dan die ten behoeve van de Garantiebanen voor mensen met een beperking, niet geharmoniseerd zijn. Te verwachten zijn voorstellen voor verdere harmonisering die te zijner tijd vertaald worden in de gemeentelijke re-integratieverordening Participatiewet. In de uitvoering wordt nauw samengewerkt tussen het Werkgeversservicepunt Rijnmond (Wspr) en het Werkplein. In 2015 wordt deze samenwerking handen en voeten gegeven. No riskpolis/Indicatiestelling Het ministerie heeft de wijze van bekostigen van de No Riskpolis en de doelgroep bepaling e (Indicatiestelling) door het UWV gewijzigd. De consequenties hiervan zullen verwerkt worden in de 1 begrotingswijzinging 2016. Nieuwe verdeelsystematiek Tegelijkertijd met de invoering van de participatiewet is er een nieuwe verdeelsystematiek voor het inkomensdeel. Het ministerie van SZW heeft in principe gekozen voor een model van het Sociaal Cultureel Planbureau. De gevolgen van dat model zijn ingrijpend. Er komt een overgangsregime van 3 jaar, waarbij in de eerste 2 jaren (2015 en 2016) het macrobudget voor 50% op basis van historische uitgaven wordt verdeeld en voor 50% op basis van het objectief verdeelmodel van SCP en in het 3e jaar (2017) voor 25% op basis van historische uitgaven en voor 75% op basis van het objectief verdeelmodel. In 2015 is al een paar keer sprake geweest van mogelijke fouten in het verdeelmodel. Dit betekent nóg meer onzekerheid over het budget dan normaal (het budget wordt jaarlijks een paar keer bijgesteld). Met de collegebrief (2015/070) is hier al eerder informatie over verstrekt. Concept-Programmabegroting 2016 - 38
-
Particitatiewet en Wet sociale werkvoorziening (Wsw) De participatiewet heeft grote gevolgen voor de sociale werkvoorziening. De WSW in de huidige vorm is per 1 januari 2015 geëindigd, nieuwe instroom is niet meer mogelijk. Iedereen met een Wsw-dienstverband behoudt zijn/haar dienstverband. Wel zal het subsidiebedrag per persoon voor hen in 6 jaar tijd afnemen naar de hoogte van het wettelijk minimumloon (WML). Het verschil tussen loonkosten en subsidie dient te worden gecompenseerd binnen de bedrijfsvoering of komt voor rekening van de bij het WSW-bedrijf aangesloten gemeenten. x
Gemeenten krijgen met de Participatiewet de mogelijkheid om een nieuw instrument ´beschut werk´ te creëren. Het budget voor die nieuwe regeling wordt geleidelijk opgebouwd, zodanig dat uiteindelijk geld beschikbaar zal zijn voor 30.000 beschutte werkplekken (landelijk). Door natuurlijke uitstroom zal het huidige aantal Wsw-ers (90.000) geleidelijk afnemen. Ten aanzien van het aantal plekken Beschut Werk (nieuw) dat in de komende jaren beschikbaar gesteld gaat worden door onze gemeente, moet nog een besluit genomen worden.
x
In het in april 2013 gesloten Sociaal Akkoord is door het bedrijfsleven toegezegd 100.000 nieuwe banen voor mensen met een arbeidshandicap te creeren. De overheid heeft 25.000 banen toegezegd. De 35 regionale Werkbedrijven moeten ervoor zorgen dat mensen met een beperking aan werk worden geholpen in deze garantiebanen bij het bedrijfsleven en de overheid. Van kandidaten voor een “garantiebaan” wordt de loonwaarde bepaald. Gemeenten verstrekken aan de werkgevers een loonkostensubsidie die het verschil tussen de loonwaarde en normale arbeidsproductiviteit compenseert. Loonwaarde en subsidie worden jaarlijks opnieuw vastgesteld in de verwachting dat toenemende ervaring uiteindelijk zal leiden tot een aanzienlijke reductie of zelfs het wegvallen van loonkostensubsidie. Ook in 2015 zijn het zittende bestand Wajong met arbeidsvermogen en de mensen op de wachtlijst Wsw aangewezen als prioritaire doelgroep voor de garantiebanen.
x
Voor het geval de taakstelling niet wordt gehaald heeft de regering de zogenoemde Quotumwet achter de hand. Bedrijven die niet aan hun verplichtingen voldoen kunnen op grond van die wet beboet worden.
Zowel het afsluiten van de Wsw voor nieuwe instroom, als de daling van het subsidiebedrag voor het zittende bestand aan Wsw-ers heeft grote gevolgen voor Promen. Door de natuurlijke uitstroom zal de omvang van het aantal Wsw-werknemers ieder jaar dalen. In de Participatiewet is opgenomen dat de huidige Wsw-ers hun rechten en plichten behouden, waaronder de bepalingen van de CAO Wsw. Door de daling van de Rijkssubsidie en het wel moeten doorbetalen van de huidige salarissen zal er – een steeds groter – ‘gat’ ontstaan tussen deze inkomsten en uitgaven. Door Promen is aangegeven dat de daling van de subsidie niet (volledig) te compenseren is met verdere toename van omzetstijging. Het gevolg zou zijn dat de deelnemende gemeenten een steeds hogere bijdrage zouden moeten leveren. Omdat Promen beschikt over expertise en infrastructuur op het gebied van werken met en voor mensen met een beperking (Wsw), is er de mogelijkheid om deze ook in te zetten voor mensen uit de doelgroep van de Partcipatiewet. In 2014 heeft het Algemeen Bestuur van Promen haar commitment uitgesproken voor het toekomstperspectief ‘met focus op werk’. Deze variant houdt in dat alle gemeenten in 2015 starten met het inkopen van (re-integratie) dienstverlening bij Promen, waardoor een verwacht tekort dat ontstaat door afname van het aantal Wsw-ers en de vermindering van de subsidie voor hen, beperkt kan worden. Inmiddels hebben alle gemeenten deelnemers voor de trajecten aangeleverd. Uit de tot nu toe opgedane ervaringen met deze trajecten is gebleken dat de variant ‘met Focus op Werk’ een goede oplossing is voor de komende jaren, maar ook dat het geen oplossing biedt op de langere termijn. Dit omdat door de daling van het huidige SW-bestand er steeds grotere aantallen mensen uit de Particpatiewet aangeleverd zouden moeten worden. In juli is door Promen in het Algemeen Bestuur een gewijzigd model gepresenteerd, dat wel toekomstbestendig zou zijn: het zogenaamde modulaire model.Besloten is om het model te laten toetsen door een externe partij. Bovendien zal door deze zelfde externe partij een tweede variant uitgewerkt worden Concept-Programmabegroting 2016 - 39
-
waarbij Promen opgesplitst wordt in 2 delen (Capelle, Krimpen, Zuidplas enerzijds en Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen anderzijds). Beschut werk (nieuw) Met de invoering van de Participatiewet is de toegang tot de Wet sociale werkvoorziening afgesloten. Ter compensatie is in de Partcipatiewet het instrument Beschut Werk (nieuw) opgenomen. Gemeenten zijn vrij om het wel of niet in te zetten. In het Inkomensdeel voor de uitvoering van de Participatiewet is vanaf 1 januari 2015 een jaarlijks stijgend bedrag ter dekking van de loonkosten opgenomen. Daarnaast ontvangt elke gemeente in het Participatiebudget een bedrag voor begeleidingskosten. De bedragen zijn gebaseerd op de aanname, dat voor elke 3 Wsw-ers die uitstromen er 1 dienstverband Beschut Werk voor terugkomt. Er moet nog een besluit worden genomen tot invoering van Beschut Werk nieuw. Bijzondere bijstand Binnen de Bijzondere bijstand is het een en ander veranderd. De Langdurigheidstoeslag is vervangen door de Inkomenstoeslag. Daarnaast is de Individuele Studietoeslag erbij gekomen. De financiële impact hiervan is nog niet duidelijk. Het budget voor de Bijzondere Bijstand is met ingang van 2015 met 100 verlaagd. In 2016 wordt het Beleidsactieplan aanpak armoede 2013-2016 geëvalueerd en een nieuw beleidsplan opgesteld voor de komende periode. Uitdaging voor de komende jaren is meer samenhang tot stand te brengen tussen het armoedebeleid (inclusief schuldhulpverlening) en andere (beleids)onderwerpen binnen het sociaal domein, zoals de Participatiewet en de Wmo. Hierbij wordt ook de Bijzondere bijstand betrokken. Verder zal bekeken worden hoe de mix van instrumenten enerzijds gericht op bestrijding van armoede en anderzijds op preventie zo optimaal mogelijk kan worden ingezet. Het versterken van de eigen kracht en bevordering van de zelfredzaamheid blijven uitgangspunten daarbij. Schuldhulpverlening Sinds oktober 2012 wordt binnen schuldhulpverlening gewerkt met een groepsgewijze voorlichting voorafgaand aan de intake en wordt ingezet op gemotiveerde schuldenaren (regelbare cliënt en regelbare ste schuld). De 1 tussenevaluatie van het 'Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015' heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot enkele aanbevelingen en verbeteringen. De tweede tussenevaluatie SHV 2012- juni 2015 is gereed en wordt naar verwachting in september aangeboden aan het College. Door de inzet van een screeningstool (Mesis) werd duidelijk dat slechts 27% van de mensen die zich melden (direct) in aanmerking komen voor de schuldregeling. Voor de andere 73% worden andere instrumenten ontwikkeld die hen voorbereiden op het zware schuldhulptraject. In 2014 is werden pilots gestart met nieuwe producten, zoals stabilisatie, en butgetteringstrainingen. Recent is een pilot “uitbesteden” gestart waarbij 50 klanten worden aangemeld bij een externe partij voor de schuldregeling. In 2015 zullen voornoemde pilots geëvalueerd worden en zal een nieuw beleidsplan schuldhulpverlening opgesteld worden waarin de resultaten van de pilots meegenomen worden. Onderzoek directe utibetaling vaste lasten In 2016 onderzoeken wij de mogelijkheid naar het direct uitbetalen van vaste lasten voor sommige mensen. Kaderstellende beleidsnota’s/verordeningen De volgende beleidsnota’s/verordeningen bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Afstemmingsverordening Participatiewet 2. Re-integratieverordening Participatiewet 3. Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet 4. Verordening Individuele studietoeslag Participatiewet 5. Verordening Tegenprestatie naar vermogen 6. Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 7. Beleidsplan Hoogwaardig Handhaven 8. Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Capelle aan den IJssel 2013 9. Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken
Concept-Programmabegroting 2016 - 40
-
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
06.1. Uitgaven bijstand (I-deel) blijven binnen het rijksbudget.
1. Bij implementatie en uitvoering participatiewet en de WWB zorgen voor budgettaire neutraliteit.
06.2. Bevorderen maatschappelijke participatie (W-deel).
1. Uitvoering Participatiewet (GR voert beleidsplan uit binnen budgettaire kaders).
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Werk In verband met een toenemend aantal klanten en een aantrekkende economie geldt een hogere target voor 2016: 1. 350 (was in 2015 300) bijstandsgerechtigde Capellenaren stromen uit naar werk* door bemiddeling van het Werkplein; 2. 200 (was in 2015 150) bijstandsgerechtigde Capellenaren die nog niet kunnen uitstromen naar werk, ontwikkelen zich een stap omhoog op de participatieladder. Ad 1. 350 bijstandsgerechtigde Capellenaren stromen uit naar werk* door bemiddeling van het Werkplein; Uitstroom werkplein 2015 Aantal on- Aantal gecorrigeerd Target naar gecorrigeerd naar fulltime Alleen werk werk
Reden Deeltijd uitstroom 12 uur per week
32
11
11
Deeltijd uitstroom 24 uur per week
54
36
36
Voltijd uitstroom 36 uur per week
171
171
171
70
70
56 383
56 344
Uitstroom wegens afzien deelname Uitstroom WSF scholing Eindtotaal
218*
Streefwaarde 2016
300
350
*meting per 15 september 2015
Omschrijving:
Bron:
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
Streefwaarde 2015: 300
Meting 2015:
Streefwaarde 2016: 350
Aantal Management570 304** 309** 218 bijstandsgerechtigden rapportages stromen uit naar werk 506* (12 uur of meer per week)* *dit is inclusief uitstroom tot 12 uur, 24 uur en 36 uur (vanaf 2012), waarbij werken op oproepbasis wordt geregistreerd als “tot 12 uur”. ** met ingang van 2013 wordt deeltijduitstroom omgerekend naar fulltime uitstroom (bijv. 3 x uitstroom tot 12 uur telt als 1 volledige uitstroom). Er is sprake van uitstroom naar werk wanneer de bijstandsgerechtigde die een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet arbeid in loondienst verricht of werkt als zelfstandige en daardoor niet langer is aangewezen op een uitkering. Het participatiebudget is met ingang van 2012 fors gedaald. Daardoor kunnen we veel minder gebruik maken van subsidie op arbeid en ingekochte trajecten. Dat beperkt onze mogelijkheden om uitstroom te realiseren. Daarnaast zullen wij jongeren tot 27 zoveel mogelijk blijven begeleiden naar opleiding/scholing waardoor zij uitstromen door het ontvangen van WSF. Zij behalen hiermee een startkwalificatie of verruimen door een opleiding hun kansen op de arbeidsmarkt. Wanneer scholing niet mogelijk is dan worden jongeren tot 27 jaar begeleid naar werk.
Concept-Programmabegroting 2016 - 41
-
Ad 2. 200 bijstandsgerechtigden die nog niet kunnen uitstromen naar werk, ontwikkelen zich een stap omhoog op de participatieladder De Participatieladder geeft inzicht in de verschillende klantgroepen, de potentie en de bewegingen op de 1 treden. Per 1 januari 2012 is het totale bestand gescoord op de participatieladder . De indeling is de nulmeting. Voor 2015 zullen naar verwachting minimaal 150 klanten doorstromen op de participatieladder. Omschrijving
Bron:
Aantal bijstandsgerechtigden die zich een stap omhoog ontwikkelen op de participatieladder
Managementrapportages
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
150
127
209
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Omschrijving: Bron: Meting 2012: % Afwijzing aantal aanvragen uitkering door aanscherping poortwachterfunctie Opsporing uitkeringsfraude (terugvordering en besparing op de uitkeringlasten)
Managementrapportages
Termijn opstellen plan van aanpak schuldenproblematiek
Interne rapportage
Verslag Hoogwaardig Handhaven
60% Streefwaarde 30% € 4,2 mln Streefwaarde € 1,0 mln n.v.t. Streefwaarde 4 weken
Streefwaarde 2015: 150
Meting 2015: 302
Meting 2015:
Streefwaarde 2016 200
Meting 2013:
Meting 2014:
58%
50%
Streefwaarde 2015: 40%
€ 3,7 mln
2,6 mln**
2,5 mln****
1,2 mln
2,5 mln.
4 weken
4 weken
4 weken
4 weken
4 weken
41%***
Streefwaarde 2016: 40%*
*Dalende trend: minder mensen die geen recht hebben doen een aanvraag. Het streefgetal is daarom naar beneden bijgesteld. ** Het bedrag voor 2014 komt uit het Rapport Hoogwaardig Handhaven 2014, dat in het 3de kwartaal 2015 wordt afgerond. *** Meting per 1 juli 2015. ****Op basis van het Rapport Hoogwaardig Handhaven 2014 is de streefwaarde 2015 opnieuw afgewogen en vastgesteld op 2,5 mln.
1
De Participatieladder is een meetinstrument waarmee je van iedere burger kunt vaststellen wat diens mate van participatie in de samenleving is. De ladder is onderverdeeld in zes treden, van sociaal geïsoleerd tot werkend zonder ondersteuning. De ladder is geïnspireerd vanuit de opdracht: bevorder de participatie ofwel zorg dat iedereen meedoet naar vermogen. Concept-Programmabegroting 2016 - 42 -
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 56.892
N 49.657
N 50.016
N 50.694
N 51.277
N 50.980
Baten
V 46.133
V 31.550
V 32.876
V 34.020
V 36.187
V 36.187
Saldo van baten en lasten
N 10.759
N 18.107
N 17.140
N 16.674
N 15.090
N 14.793
N 16.674
N 15.090
N 14.793
V 967
Verschil 2014-2015 Mutaties reserves: Reserve Participatiewet
V 2.367
Reserve Sociaal Noodfonds Reserve eenmalige uitgaven Resultaat
V
N 483
V 514
N 11.236
N 15.226
37
N 17.177 N 1.951
Verschil 2015 - 2016
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
N
6
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Prognose uitgaven inkomensdeel WWB (NJN2014 2.7.1); zie baten Dekking tekort inkomensdeel WWB in 2015 uit reserve Participatiewet (NJN2014 2.7.1) Decentralisatie Participatiewet (NJN2014 2.7.3) Cofinanciering ESF-projecten Impulsen in toeleiding naar werk en scholing, budget in 2015 (NJN2013 2.13.19) en Eropafteam, via reserve eenmalige uitgaven naar 2015 (vrijval) Vrijval budget Cofinanciering ESF-projecten Uitvoeringsbudget Wet Inburgering, budget in 2015 (decembercirculaire 2013) via reserve eenmalige uitgaven
N 1.212 N
N 1.212
0
N
0
N 1.212 N 2.642
N 2.642
V 182
V 182
V 182
V
15
V
15
N
0
N
0
N 250
N 250
N 119
N
N
15
N
0
V 119
V 119
Meeneemregeling actieplan Jeugdwerkloosheid, budget in 2015; zie baten
V 181
V 181
Afname gemeentelijke bijdrage op basis van begroting 2015 promen
V 364
V 364
V 122
V 486
Lagere storting reserve participatiewet i.v.m. bekostiging werktrajecten Promen conform de begroting Promen 2016
N 116
N 116
V 116
N
0
Eenmalig budget koopkrachttegemoetkoming in 2015, via reserve eenmalige uitgaven
V 107
V 107
N 107
N
0
Eenmalige aframing budget 2015 bijzondere bijstand (VJN2015 2.7.1)
N
N
N
76
76
Concept-Programmabegroting 2016 - 43
-
76
0
V 181
Eenmalig extra budget 2015 Besteding armoedefonds (VJN 2013 2.13.3); via reserve eenmalige uitgaven
V
25
V
25
Overig
V
52
V
52
N 359
N
0
N
N 359
23
N 2.918
V
2
V
52
N 3.277
Baten Prognose rijksbijdrage inkomensdeel WWB (NJN2014 2.7.1); zie lasten Meeneemregeling actieplan Jeugdwerkloosheid, budget in 2015; zie lasten Overig N
Totaal
V 1.521
V 1.521
V 1.521
N 181
N 181
N 181
N
N
N
14
14
0
V 1.326
V 1.326
N 359
V 1.326
V 967
N
0
14
V 1.326
N 2.918
N 1.951
Incidentele baten en lasten Omschrijving Tekort 2015 inkomensdeel Wwb ; dekking reserve Participatiewet Eenmalig budget in 2015 actieplan jeugdwerkloosheid en asielgerechtigden (lasten en baten) Eenmalig budget in 2015 uitvoeringskosten Wet Inburgering en Eropafteam, koopkrachttegemoetkoming en schuldhulpverlening; dekking reserve eenmalige uitgaven Dotatie aan reserve Participatiewet (NJN2014 2.7.4) Totaal
Incidentele baten 2015 2016 V 2.642
2017
2018
2019
Incidentele lasten 2015 2016 N 2.642
V 195
N 195
V 264
N 264
V 275
N 275
V 3.376
N
0
N
0
N
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Concept-Programmabegroting 2016 - 44
-
0
N
0
N 3.376
N
0
2017
N
0
2018
N
0
2019
N
0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 45
-
Programma 7: VOLKSHUISVESTING Missie Wij creëren een goede woongemeente voor de inwoners door balans te brengen in de bevolkingsopbouw en variatie in het woningbestand op wijk- en buurtniveau. Daarvoor bieden wij ruimte aan hogere woningmarktsegmenten en verminderen wij het aandeel sociale woningen naar 33% conform onze afspraken. We behouden de ruimtelijke kwaliteit op het grondgebied van de gemeente en bevorderen deze waar nodig. We behouden het cultureel erfgoed en stimuleren de beleving daarvan. Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Volkshuisvesting Welstandszorg Cultureel erfgoed Effectindicatoren Volkshuisvesting Omschrijving:
Bron:
Meting 2011:
Meting 2013:
Meting 2014:
Streefwaarde 2015: Geen
Meting 2015:
45,2%
46,3%
n.b.**
Streefwaarde 2016: 43% (29 van de 68 woningen PC Boutenssingel) 45%
Woningbouw: % grondgebonden woningen ten opzichte van gestapelde bouw
Woningbouwprogramma
Opgeleverd 100% egh
Geplande opleveringen : 15% egh
100% (1 egh)
Woningvoorraad verhouding egh/mgh* Woningvoorraad
Buurtmonitor
46,1%
46,3%
Buurtmonitor
30.362
30.459
30.619
30.459
n.b.**
30.619
Omvang sociale voorraad Daling sociale woningbouw: % aantal sociale woningen ten opzichte van de gehele woningvoorraad. Streefwaarde: van 39% in 2011, tot 36% in 2015 en 33% in 2020.
Corporaties
11.602
11.550
10.650
11.000
n.b.***
10.500
Buurtmonitor. Data van Havensteder. Data wonen: Syswo Bron: BZk/DGWBI/S ysteem Woningvoorra ad SYSWOV Peildatum: 1 januari
39,2%
37,9 (sloop Sperwerhof, 128 woningen in 2013 niet doorgegaan)
34,8%
36% voornamelijk als gevolg van hogere huren bij nieuwe verhuringen
n.b.***
33,5 %
*)
egh : eengezinswoning mgh : meergezinswoningen (hoogbouw) **) Eerstvolgende Buurtmonitor wordt in 2016 uitgebracht. ***)Nog niet bekend. Meting in 2016 of 2017. ****) Schatting op basis van laatste meting in 2013.
Concept-Programmabegroting 2016 - 46
-
n.v.t.
Prestatie-indicatoren Monumentenzorg Omschrijving:
Bron:
Deelnamepercentage aan de stimuleringsregeling gemeentelijke monumenten
Aantal (vrijwillige) abonnementen op de Monumentenwacht Rapportage Monumentenwacht
Een goede staat van onderhoud van gemeentelijke monumenten
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
Meting 2015:
39%
Streefwaarde 2015: 40%
36%*
Streefwaarde 2016: 40%
30%
31%
96%
92%
88%
94%
96%
90%
* 2 opzeggingen monumentenwacht ivm verhuizing.
Ontwikkelingen Volkshuisvesting Woonruimtebemiddeling Met ingang van 1 januari 2015 is de Huisvestingswet 2014 in werking getreden. Door de samenwerkende woningbouwcorporaties verenigd in de Maaskoepel zijn voor de woonruimtebemiddeling spelregels vastgesteld in de Spelregelnotitie woonruimtebemiddeling. Deze spelregels voorzien in de wijze aan aanbieden van woningen en selectiecriteria op basis van inschrijfduur, loting, direct kans (wie het eerst komt het eerst maalt) en wens & wacht voor woningzoekenden die zich willen laten registreren voor een specifieke woning in een door hen gewenste buurt of straat. In aanvulling daarop hebben de gemeenten in het gebied van de voormalige Stadsregio besloten om toch in elke gemeente een huisvestingsverordening vast te stellen, de verordening woonruimtebemiddeling 2015, die voor elke gemeente in de voormalige Stadsregio gelijkluidend is. Alleen als de spelregels ontoereikend zijn zullen maatregelen op grond van deze huisvestingsverordening worden ingezet. Rotterdamwet en het woonexperiment Op 12 juni 2015 heeft de minister van Wonen en Rijksdienst het verzoek van de gemeenteraad gehonoreerd om in delen van de Operabuurt en de Gebouwenbuurt, de Schermerhoek en de Purmerhoek en in de Wiekslag de maatregelen uit de Wet grootstedelijke problematiek stedelijke gebieden (Wbmgp) te mogen toepassen. Dit betekent dat bij de mutatie van in deze buurten in totaal aanwezige circa 1.900 woningen enerzijds voorwaarden mogen worden gesteld aan het in gebruik geven van woonruimte aan woningzoekenden door de eis dat huishoudens die korter dan zes jaar in de regio wonen inkomen uit arbeid moeten hebben en anderzijds de mogelijkheid om voorrang te verlenen aan huishoudens op basis van sociaal-economische kenmerken. We onderzoeken samen met Havensteder en in overleg met het Ministerie in hoeverre de gedachten uit de Motie de Buurt Bestuurt toegepast kunnen worden binnen de Wet Bijzondere Maatregelen (WBMGP) met gebruikmaking van art 9 van die wet. Afhankelijk van de uitkomst kan separaat een woonexperiment gestart worden in een buurt waar de WBMGP niet van toepassing is. Het doel van het woonexperiment is de leefbaarheid te bevorderen door onder andere met het verhuurproces te sturen zodat gemotiveerde huurders worden aangetrokken, die graag in Capelle willen wonen. Het aantal ‘spoedzoekers’ wordt in deze complexen beperkt evenals het aantal huurachterstanden. Het Woonexperiment bestaat uit een aantal stappen, namelijk: inschrijving, loting van kandidaathuurders, een kennismakingsbijeenkomst, een intakegesprek, een woningaanbod en ondertekening van huurcontract met enkele strenge voorwaarden (hennep-, gordijnen- en eventueel een tuinclausule). Het experiment start in oktober 2015. Bestuursovereenkomst De gemeenten in het gebied van de voormalige Stadsregio hebben een bestuursovereenkomst gesloten ten behoeve van de voortzetting van de onderlinge afstemming van zaken op het gebied van wonen. Een van de afspraken betreft het verzamelen van gegevens over de uitvoering van de woonruimteverdeelregels in een database woonruimtebemiddeling, die tevens dient als basis voor een één maal per jaar verschijnende monitor over de uitvoering van de woonruimtebemiddeling. Na drie jaar zal de evaluatie van de Concept-Programmabegroting 2016 - 47
-
woonruimtebemiddeling gestart worden om tijdig te kunnen besluiten over het verlengen van de werkingsduur van de verordening, omdat deze in beginsel op grond van de Huisvestingswet 2014 slechts voor een periode van vier jaar geldt. Daarnaast hebben de gemeenten van de voormalige Stadsregio nog een gezamenlijke verantwoordelijkheid tegenover de provincie in het kader van de provinciale structuurvisie Ruimte en mobiliteit. De provincie vraagt van de gemeenten om eens per drie jaar de regionale woonvisie te actualiseren en jaarlijks het planaanbod op elkaar af te stemmen. Prestatieafspraken gemeente, Havensteder 2016 & HuurdersRaad Capelle aan den IJssel In 2015 worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt met Havensteder en de Huurdersraad voor de periode na 2015. De nieuwe prestatieafspraken worden in goed overleg met Havensteder en de huurdersorganisatie tot stand gebracht en worden voor een periode van 2 jaar gemaakt. De prestatieafspraken bevatten afspraken over ambities en een jaarlijks te actualiseren uitvoeringprogramma met concrete werkafspraken. De afspraken gaan over de thema’s: duurzaamheid, betaalbaarheid, beschikbaarheid en verhuurbaarheid, kwaliteit van de woningvoorraad (verduurzaming), herstructurering, imago Capelle a/d IJssel en de buurten, leefbaarheid & leefomgeving, wonen, welzijn en zorg, inclusief bijzondere doelgroepen, afstemming/samenwerking/overlegstructuur, toezicht (financieel). De nieuwe prestatieafspraken passen in het kader van de nieuwe Woningwet, de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting en het daarop gebaseerde besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, die per 1 juli 2015 in werking zijn getreden. Dat kader verschilt met het verleden, omdat in de Herzieningswet toegelaten instellingen nadrukkelijk is vastgelegd dat toegelaten instellingen zich voortaan zullen moeten toespitsen op hun kerntaak: het huisvesten van personen die door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden van passende huisvesting. Op basis van de overeengekomen zaken in de prestatieafspraken is de Woonvisie 2013-2020 geactualiseerd. Woningbouwprogramma In 2015 is hard gewerkt aan de gebiedsvisie Centraal Capelle. Binnen dat gebied liggen de toekomstige bouwlocaties Fazantstraat en Rubenssingel, waarvoor in een gebiedspaspoort de uitgangspunten voor de ontwikkeling van nieuwbouw op deze locaties zijn beschreven. Op basis van concrete invulling moet voor beide locaties het bestemmingsplan nog worden aangepast. Daardoor is het niet waarschijnlijk dat er in 2016 op deze locaties woningen zullen worden opgeleverd. Voor de Hoven 2 is dat evenmin het geval, omdat er nog geen besluitvorming is over de herontwikkeling van dit gebied. In de intentieovereenkomst tussen gemeente en Havensteder is als doelstelling opgenomen om in 2016 te beginnen met de uitverhuizing en sloop van het eerste deelgebied. Voor de locaties Meeuwenzingel en de Mient zijn nog geen concrete plannen. In de wijk Middelwatering zal in het najaar worden gestart met de verkoop van kluswoningen en nieuwe eengezinswoningen op de locatie P.C. Boutenssingel. De ontwikkelaar gaat nu uit van start bouw in het 1e kwartaal van 2016 en oplevering in de jaren 2016 en 2017. De locatie Tennispark is in 2015 bouwrijp gemaakt voor verkoop van een viertal kavels. Gelet op de voorbereidingstijd die nodig zal zijn voor het maken van bouwplannen lijkt het niet waarschijnlijk dat deze woningen in 2016 zullen worden opgeleverd. Parallel met het uitwerken van de Gebiedsvisie Centraal Capelle en overige projecten, wordt tevens gewerkt aan het woningbouwproject Couwenhoek Wonen. Het Stedenbouwkundig model is reeds uitgewerkt en voorgelegd aan de omwonenden en andere belanghebbenden. Het Projectplan inclusief het Stedenbouwkundig Programma van Eisen en Gebiedspaspoort wordt voor het einde van dit jaar voorgelegd aan de Raad. Het streven is om aan het begin van 2016 de planologische procedure en het bouwrijp maken van de locatie op te starten om de geplande realisatie van de woningen in het daar op volgende jaar mogelijk te maken. Ontwikkelingen Welstands- en Monumentenzorg Welstandsnota 2013 De Welstandstoets wordt uitgevoerd volgens de in 2013 herziene Welstandsnota. Grote plannen en bouwplannen in bijzondere gebieden worden getoetst door de Commissie voor welstand en Monumenten aan Gebiedsgerichte criteria en kleinere bouwplannen worden ambtelijk getoetst op basis van sneltoetscriteria en basiscriteria. Overige ambtelijke toetsting (reclames) vindt plaats op basis van de Concept-Programmabegroting 2016 - 48
-
Reclamenota. In november 2015 wordt het functioneren van de Commissie voor Welstand en Monumenten voorgelegd aan de raad. Daarbij komt het initiatief van raadslid Van Loef (themaraad 13 januari 2015) voor welstandsvrij bouwen aan de orde alswel de eventuele herziening van de adviesstructuur. Ook de aanpassing van vergunningvrij bouwen (medio oktober 2014) zal effect hebben op de welstandtoetsing. In het kader van de toekomstige Omgevingswet zijn veranderingen op komst waarbij het thema Ruimtelijke Kwaliteit een sterke rol wordt toebedeeld in de stadsontwikkeling en plantoetsing. Er is de mogelijkheid hierop voor te sorteren en de commissie W+M, haar vergaderstructuur en haar samenstelling van leden hierop aan te passen. De vervanging van de leden is daarom uitgesteld tot na november 2015. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Stadsvisie 2030 2. Structuurvisie 2030 3. Woonvisie 2013-2020 4. Welstandsnota 2013 5. Nota cultureel erfgoed “Bakens in de tijd” 2012 Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
07.1. Gevarieerde en evenwichtige woningvoorraad.
1. Vraag- en marktgerichte woningbouw faciliteren met als speerpunt middeldure en dure eengezinswoningen.
07.1. Gevarieerde en evenwichtige woningvoorraad.
2. Uitvoering geven aan woonruimteverdeling door de invoering van de Rotterdamwet en daaraan gekoppelde nieuwe regionale afspraken.
07.2 Woonexperiment woningtoewijzing
1. Invoeren van woonexperiment Schenkel.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 1.502
N 1.452
N 1.580
N 1.580
N 1.580
N 1.580
Baten
V 490
V 255
V 300
Saldo van baten en lasten
N 1.012
N 1.197
N 1.280 N
Verschil 2015 - 2016
V
75
V
75
V
75
N 1.505
N 1.505
N 1.505
N 1.505
N 1.505
N 1.505
83
Mutaties reserves: Reserve grondexploitaties
V
24
Reserve eenmalige uitgaven Resultaat
V N 988
25
N 1.172
N 1.280 N 108
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 49
-
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Eenmalig budget Visie op herstructurering van het woonplan in 2015 (VJN2013 2.8.1) via reserve eenmalige uitgaven Budgettair neutrale overheveling Monumentenzorg (programma 12) naar Welstandszorg (programma 7)
V
Eenmalige dotatie in 2015 aan Voorziening deelneming Dorpsstraat 164 BV (VJN2015 2.13.6) Overig
25
V
25
N
25
N
0
N 354
N 354
N 354
V 199
V 199
V 199
V
2
V
N 128
2
N 128
V N
25
2
N
0
N 153
Lagere opbrengsten bouwleges conform woningbouwplanning eenmalig in 2015
N
89
N
89
N
89
Lagere opbrengsten bouwleges IJsselcollege (NJN2014 2.8.1/VJN2015 2.8.1) eenmalig in 2015
N
31
N
31
N
31
Bouwleges sporthal en zwembad, verbouwing plint gemeentehuis e.o.
V 165
V 165
0
V
45
V
45
N
0
N 128
V
45
N
83
N
25
Baten
N
Totaal
V 165 V
45
N 108
Incidentele baten en lasten Omschrijving Eenmalige bouwleges in 2015 en 2016, o.a, sporthal, zwenbad, gymnastieklokaal Eenmalige afwaardering deelneming Dorpsstraat 164 Totaal
Incidentele baten 2015 2016 V 180 V 224
2017
2018
2019
Incidentele lasten 2015 2016
2017
2018
2019
N 199 V 180
V 224
N
0
N
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Concept-Programmabegroting 2016 - 50
-
0
N
0
N 199
N
0
N
0
N
0
N
0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 51
-
Programma 8: RUIMTELIJKE ORDENING Missie Wij gaan voor een goed functionerende stad met een aantrekkelijk woon-, werk en leefgebied. Dit betekent dat wij plaats maken voor alle functies die daarvoor van belang zijn, zoals een divers woningaanbod, bedrijven, voldoende openbare ruimte om ook te kunnen recreëren, voorzieningen en verkeer. Wij stellen vast wat voor gemeente wij willen zijn en wegen af wat hierbinnen past in onze stad en wat niet past. Er blijft ruimte voor initiatieven van anderen. Wij streven naar ruimtelijke kwaliteit die meer is dan de som der delen. Ontwikkelingen Structuurvisie De Structuurvisie is uitgewerkt in de Gebiedsvisie Centraal Capelle en de Gebiedsvisie Landelijk Capelle. Per ontwikkellocatie wordt in 2015 een ‘gebiedspaspoort’ opgesteld, dat richting geeft aan en een uitnodiging is voor de ontwikkelingen op de betreffende locatie welke worden gestart in 2016. Actualisering bestemmingsplannen Per 1 juli 2013 beschikt onze gemeente over 12 actuele bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied. Zodoende is aan de in de Wet ruimtelijke ordening opgelegde verplichting voldaan. Deze verplichting houdt in dat heel het grondgebied van een gemeente van actuele bestemmingsplannen (= niet ouder dan 10 jaar) voorzien moet zijn. In 2015 zijn we gestart met het actualiseren van het bestemmingsplan “’s-GravenwegWest”, omdat de geldigheidsduur van dit bestemmingsplan op 26 maart 2017 afloopt. De Nota van Uitgangspunten voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan is ter vaststelling voorgelegd. Deze nota vormt de basis voor het nieuw op te stellen bestemmingsplan. In 2015 is gestart met het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan. In 2016 wordt het zogenaamde ‘wettelijk vooroverleg’ gevoerd en de inspraakprocedure doorlopen. Na het verwerken van de ontvangen reacties uit dit vooroverleg en de e doorlopen inspraakprocedure wordt het ontwerpbestemmingsplan uiterlijk in het 3 kwartaal van 2016 ter e inzage gelegd. De uiteindelijke vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan staat gepland voor het 4 e kwartaal 2016 of het 1 kwartaal 2017. Naast de actualisering worden planologische procedures voorbereid en gestart voor de ontwikkellocaties van de gebiedsvisie Centraal Capelle, waaronder het bestemmingsplan voor fase 3 van het plan voor het stadshart en de Fazantstraat. Ook in andere delen van onze gemeente worden planologische procedures voorbereid om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken, b.v. voor het plan Couwenhoek, maar ook voor een aantal particuliere bouwinitiatieven. Dijkversterking In april 2016 start het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard met de uitvoering van de noodzakelijke dijkversterkingmaatregelen aan de dijk van de Dorpsstraat vanaf het appartementencomplex IJsselzoom tot en met de op- en afrit van de Mient. Omdat er - in verband met het stormseizoen - alleen aan de dijk mag worden gewerkt vanaf 15 april tot en met 1 oktober, zullen de dijkversterkingwerkzaamheden pas in oktober 2017 worden afgerond. Kansen aan de IJssel Voortbouwend op de IJsselvisie is in 2015 gestart met een nieuwe inventarisatie van kansen aan de IJssel. Deze inventarisatie richtte zich op potentiële (economische) ontwikkellocaties aan de Hollandsche IJssel. e Hieruit is een lijst van kansen opgesteld met bijhorende projectplannen. De verwachting is dat deze in het 1 kwartaal 2016 zijn uitgevoerd. Grootschalige basiskaart Vanaf 1 januari 2016 zal de huidige basiskaart (GBKN) worden vervangen door de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). Op 4 juli 2013 stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel Basisregistratie Grootschalige Topografie. Met deze wet komt er in Nederland één uniforme gedetailleerde digitale basiskaart. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water, en groen zijn hier eenduidig op vastgelegd. De basiskaart BGT is bedoeld voor gebruik binnen en buiten de overheid. De overheid gaat ook voor topografische gegevens uit van “open data”. Hierdoor vervallen vanaf 2016 de huidige inkomsten uit losse verkoop en van landelijke afnemers (Kadaster, Nutsbedrijven, etc.). Ter compensatie van de gederfde Concept-Programmabegroting 2016 - 52
-
inkomsten komt er een jaarlijkse bijdrage van het Rijk op basis van een generieke uitkering via het Gemeentefonds. Deze uitkering wordt in de septembercirculaire 2015 opgenomen. Na 1 januari 2016 wordt er verder gewerkt om de data uit te breiden volgens IMGeo en om tot dan toe nog ontbrekende gegevens (deels) als metadata toe te voegen. Ook wordt voorgesorteerd om de Geo data ‘op te trekken’ naar 3D. Vooral ten behoeve van ruimtelijke ontwerpen is dit een noodzakelijke aanvulling van onze data. Een andere ontwikkeling binnen dit programma is de voorbereiding van de Nieuwe Omgevingswet. Met de Omgevingswet wil het kabinet de regels voor ruimtelijke ordening projecten vereenvoudigen en bundelen. Zo wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. De inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet met het daarbij behorende Omgevingsbesluit staat nog steeds in 2018 gepland. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota bevat actiepunten voor dit programma: 1. Structuurvisie 2030. Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
08.2 Actuele, digitaal raadpleegbare bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied van onze gemeente
1. Actualiseren bestemmingsplan 's-Gravenweg West (2006) op basis van de in 2015 vastgestelde Nota van Uitgangspunten.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Lasten Baten Saldo van baten en lasten
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
N 1.309
N 1.984
N 1.363
N 1.264
N 1.185
N 1.185
V
60
V 105
N 1.249
N 1.879
N
0
N 1.363
N
0
N 1.264
N
0
N
0
N 1.185
N 1.185
N 1.185
N 1.185
V 516
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves: Reserve ISV2
V 110
Reserve eenmalige uitgaven
N 421
V 715
V 148
Resultaat
N 1.560
N 1.164
N 1.215 N
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 53
-
51
V
75
N 1.189
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Resultaat Reserves
Lasten Eenmalig budget in 2015 Infopanelen, Molencontour en Sloteiland als gevolg van bijdrage van Van Cappellen Stichting in 2015 (VJN2015 5.13.1); zie baten
V
IJsseloever Oude Raadhuisplein en Vuykpark (NJN2013 2.9.1/NJN2014 2.17.4), eenmalig budget in 2015
V 275
V 275
Uitwerking project Ijsselvisie (NJN2012 2.16.6/1e wijz.2013 1.11.1), eenmalig budget in 2015 via reserve eenmalige uitgaven
V 365
Invoering Basisregistratie Grootschalige Topografie (VJN2013 2.9.1), afnemend budget via reserve eenmalige uitgaven
N
Overig
N
35
V
V
35
N 275
N
0
V 365
N 365
N
0
48
N
48
V
N
0
6
N
6
N
6
V
29
N
35
V 621
35
V 621
48
N
0
N 592
Bijdrage van Van Cappellen Stichting in 2015 (VJN2015 5.131); zie baten
N
35
N
35
Inkomsten Grootschalige Basiskaart van Nederland (NJN2014 2.9.1) vanwege uitstel invoering BGT
N
70
N
70
V
25
N
45
Baten
N
Totaal
0
N 105
N 105
V
25
N
80
V 621
N 105
V 516
N 567
N
51
Incidentele baten en lasten Omschrijving Eenmalig budget in 20152017 project Ijsselvisie; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2016 invoering BGT; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 inkomsten GBKN Totaal
Incidentele baten 2015 2016 V 715 V 75
V
V
2017 V 75
2018
2019
Incidentele lasten 2015 2016 N 715 N 75
73
N
N
2017 75
N
75
2018
2019
73
70
V 785
V 148
V
75
N
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Concept-Programmabegroting 2016 - 54
-
0
N
0
N 715
N 148
N
0
N
0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 55
-
Programma 9: MILIEU Missie Wij staan voor het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Hierbij staat centraal dat we streven naar een duurzame stad en geven invulling aan de energietransitie. Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: x Milieubeleid x Riolering en grondwater x Afvalinzameling Effectindicatoren Omschrijving: Tevredenheid over huisvuilinzameling % afvalscheiding (norm 2013 40%)
Bron:
Meting 2011:
Meting 2013:
Meting 2014:
Meting 2015:
88%
Streefwaarde 2015: 90%
84%
Streefwaarde 2016: 88%
Bewonersenquête
86%
88%
Interne registratie
38%
36%*
39%
40%
40%
40%
Ontwikkelingen Duurzaamheidsagenda In 2014 is een proces opgesteld om samen met betrokken partijen een nieuw milieubeleid op te stellen. Bij de totstandkoming van het nieuwe milieubeleid is onder andere gebruik gemaakt van een terugblik van het vorig milieubeleidsplan. Voor de komende periode zijn in Duurzaamheidsagenda 2015-2018 concrete acties opgenomen. Met de doelstelling en de uitvoering van de projecten wordt gestuurd op minder energieverbruik en meer opwekking van duurzame energie. De komende jaren zien wij onze rol vooral in het ondersteunen van initiatieven en (als gemeente) het geven van een goed voorbeeld. Met behulp van concrete activiteiten willen we, samen met partners en doelgroepen in de gemeente invulling geven aan de energietransitie die ons de komende decennia te wachten staat en aan het optimaliseren van de leefomgevingskwaliteit. Uitdaging voor de komende periode is om bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden te faciliteren. In de Duurzaamheidsagenda zijn vijf concrete samenwerkingsprojecten opgesteld met initiatiefnemers, te weten: 1. Energiecampagne wonen Capelle; 2. Energieke scholen; 3. Duurzame VvE’s; 4. Vergroening van Capelse tuinen; 5. Platform Duurzaam Capelle Daarnaast geeft de gemeente zelf het goede voorbeeld door duurzaam in te kopen en voert wettelijke taken op het gebied van geluid, bodem, luchtkwaliteit, externe veiligheid en bedrijven (vergunningverlening en handhaving). Afvalstoffen- en rioolheffing Bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing is het uitgangspunt dat deze heffingen de kosten voor riool en afvalinzameling voor 100% moeten dekken. Hierbij houden we ons aan de voorschriften van de kostentoerekening met betrekking tot kwijtscheldingen, inningkosten, stelpost BTW als gevolg van het BTWcompensatiefonds en indirecte lasten.
Concept-Programmabegroting 2016 - 56
-
In de periode 2013-2018 worden investeringen gedaan om de onder- en bovengrondse afvalcontainers te plaatsen. De investeringskosten worden gedekt uit de opbrengst afvalstoffenheffing. In lijn met de transformatie van de begroting worden de vervangingsinvesteringen geactiveerd en de afschrijving ten laste gebracht van de jaarlijkse exploitatie. Het uitgangspunt is dat het plaatsen van de ondergrondse containers tegelijkertijd met de integrale projecten worden verricht. Dit conform de planning Beheerplannen 2016-2020 (IBOR). Voor 2016 wordt het beleidsuitgangspunt van kostendekkende tarieven onverkort toepast. Omdat de voorziening afvalstoffenheffing middelen derden, ook in de komende jaren, een gunstig beeld te zien geeft is het mogelijk om het basistarief (tweepersoonshuishouden), ten opzichte van 2015, ingaande 2016 met € 7,- per huishouden te verlagen. Voor de overige tarieven is eveneens uitgegaan van een verlaging, waarbij de bestaande onderlinge tariefsverhouding in stand is gebleven. Voor 2016 is echter wel de reguliere prijsindexatie (+ 0,75%) doorgevoerd. Vastgesteld is dat niet wordt voldaan aan de doelstelling van het Rijk om een afvalscheidingspercentage te halen van 60%. Zeer recent hebben wij in principe besloten het Afvalactieplan 2015-2020 vast te stellen. Het streven daarin is het afvalscheidingspercentage te verbeteren tot minimaal 50% in 2020. Tegelijkertijd zien wij dat nascheiding de meeste potentie lijkt te hebben om substantiële stappen te zetten naar een optimale scheiding van afvalstromen. Wij zijn in afwachting van de uitkomst van onderzoek naar het realiseren van een nascheidingsinstallatie door de gemeente Rotterdam. Het Afvalactieplan 2015-2020 wordt aan u ter consultatie voorgelegd. Op 6 juli 2015 heeft het Rioleringsplan 2016-2020 vastgesteld. Het plan is gericht op doelmatige inzameling en transport van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Het beschrijft het kader waarbinnen het beheer en onderhoud van de riolering de komende jaren zal worden uitgevoerd. Voor de dekking van de kapitaallasten is ingaande 2019 in de rioolheffing een trendmatige verhoging van €10,- per huishouden opgenomen. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Milieubeleidsplan 2015-2018 2. Programmatisch Handhaven 2013 3. Beheerplan riolering 2016-2020 4. Stedelijk waterplan inclusief de deelwaterplannen 2011-2015 5. Integraal projectenboek 2016-2020 6. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020 (VGRP) Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
09.1. Duurzamer Capelle.
1. Uitvoering van duurzaamheidsagenda 2015-2018
09.2. Buitenruimte is schoon, heel, veilig en zo mogelijk duurzaam.
1. Handhaven van de afgesproken kwaliteit van de openbare ruimte met als uitgangspunt 'sober en doelmatig'.
09.3 Minder energie verbruiken bij woningbouw
1. Het uitvoeren van drie wijkacties en 100 huisbezoeken door energiecoaches.
09.3 Minder energie verbruiken bij woningbouw
2. Bij vijf scholen zijn maatregelen getroffen en is duurzaamheid verankerd in het lesprogramma.
09.3 Minder energie verbruiken bij woningbouw
3. Bij 15 VvE's zijn maatregelen getroffen en is een energiescan uitgevoerd.
09.4 Minder fossiele energie verbruiken bij utiliteitsbouw
1. In samenwerking met BIZ Capelle XL onderzoek doen naar verduurzaming van het bedrijventerrein.
09.5 Opwekken duurzame energie
1. Realisatie van een windturbine bij het Rivium op het terrein van de AWZI.
09.6 Schone leefomgeving
1. Opstellen van een EU-geluidskaart.
Concept-Programmabegroting 2016 - 57
-
09.6 Schone leefomgeving
2. Opstellen van een geluidruimteverdeelplan voor het industrieterrein Stormpolder.
09.6 Schone leefomgeving
3. Starten met het uitvoeren van gevelmaatregelen bij ca. 220 saneringswoningen.
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Riolering en grondwater Omschrijving: Bron: Begroting 2014: Begroting 2015: kostendekkendheid rioolheffing
belastingverordening/ begroting
100%
Begroting 2016:
111%*
100%
* bij de 1e begrotingswijziging 2015 is voorgesteld de tarieven aan te passen zodat een kostendekking van 100% wordt bereikt.
In paragraaf G Lokale heffingen is een totaaloverzicht van dekkingspercentages van retributies en leges opgenomen. Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Afvalinzameling Bron: Begroting 2014: Omschrijving: kostendekkendheid afvalinzameling
belastingverordening/ begroting
Begroting 2015:
Begroting 2016:
99%*
100%
100%
* het streven is om 100% dekkendheid te realiseren. De hoogte van de voorziening middelen derden afvalstoffenheffing is bij de beoordeling van de kostendekkendheid betrokken.
In paragraaf G Lokale heffingen is een totaaloverzicht van dekkingspercentages van retributies en leges opgenomen. Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 11.654
N 13.254
N 10.713
N 10.380
N 10.380
N 10.687
Baten
V 16.009
V 14.685
V 11.993
V 11.660
V 11.660
V 11.983
Saldo van baten en lasten
V 4.355
V 1.431
V 1.280
V 1.280
V 1.280
V 1.296
N 151
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves: Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
N 864
N 238
N
0
N
0
N
0
N
0
Egalisatiereserve rioolrechten
N 548
N
N
0
N
0
N
0
N
0
Reserve milieu Reserve herstructurering actief grondbeleid
V
0
85
N 1.935
Reserve eenmalige uitgaven
V
20
Resultaat
V 1.113
V 1.193
V 1.280 V
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 58
-
87
V 1.280
V 1.280
V 1.296
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Resultaat Reserves
Lasten Lagere lasten riolering en waterzuivering
V
Lagere lasten railscherm Schollevaar (VJN2013 5.10.1); zie baten
82
V
V 2.455
V 2.455
V 2.455
Actualisatie bijdrage DCMR in verband met lopende discussie over van de Provincie overgehevelde taken
N
40
N
40
N
40
Overheveling budget aula begraafplaatsen naar programma 12
V
43
V
43
V
43
Overig
V
1
V
1
V
1
V 2.541
N
82
V
0
V 2.541
N
0
Lagere baten afvalstoffenheffing als gevolg van woningbouwprognose en tarieven
N 170
N 170
V 238
Lagere baten rioolrechten als gevolg van woningbouwprognose en tarieven
N
N
Lagere baten railscherm Schollevaar (VJN2013 5.10.1); zie lasten
N 2.455
82
V 2.541
Baten
Overig
N N
Totaal
0
V 2.541
65
65
N 2.455
2
N
V
68
N
65
N 2.455
2
N
N 2.692
N 2.692
V 238
N 2.692
N 151
V 238
2
N 2.454 V
87
Incidentele baten en lasten Omschrijving Eenmalig budget in 2015 en 2016 Railscherm Schollevaar: hogere voorbereidingskosten voor het railscherm en evenredig hogere subsidie hiervoor Totaal
Incidentele baten 2015 2016 V 2.789 V 334
V 2.789
V 334
2017
N
2018
0
N
0
2019
N
0
Incidentele lasten 2015 2016 N 2.789 N 334
N 2.789
N 334
2017
N
0
2018
N
0
2019
N
0
Structurele mutaties reserves Omschrijving
Onttrekkingen 2015 2016
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Totaal
0 0
0 0
2017
2018
2019
0 0
0 0
0 0
Concept-Programmabegroting 2016 - 59
-
Toevoegingen 2015 2016 239 239
0 0
2017
2018
2019
0 0
0 0
0 0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 60
-
Programma 10: GRONDEXPLOITATIES Missie De missie van dit programma komt overeen met de missie van Ruimtelijke Ordening. Het programma Grondexploitaties bevat instrumenten waarmee deze missie mede wordt uitgevoerd. Ontwikkelingen Capelle is begonnen aan een aanzienlijk ruimtelijke transitie zoals aangekondigd in de in 2013 vastgestelde Structuurvisie. Met herstructurering zijn extra kosten gemoeid, omdat er in de bestaande situatie moet worden gewerkt en hierbij vaak eerst gesloopt moet worden. Deze extra kosten maken investeringen in de toekomst noodzakelijk. e Als eerste zal de gebiedsvisie Centraal Capelle worden vastgesteld naar verwachting in het 1 kwartaal 2016. De projecten binnen deze visie zijn naast het herstructureren van de buitenruimte (groen/blauwe netwerk): het Stadshart, De Hoven II, De Mient, Fazantstraat, Meeuwensingel, Post NL, Amandelhof Zorg, Rubenssingel en Alkenlaan/Pelikaanweg. Bij deze visie wordt ook inzicht gegeven in het financiële verloop van de Reserve Herstructurering Actief Grondbeleid. Lopende zaken In 2016 kan gestart worden met de volgende projecten: Rubenssingel en De Hoven II en Couwenhoeksweg. In 2016 zijn de projecten Tennispark, PC Boutenssingel en Stadshart Zuid fase 2 en 3 reeds in uitvoering. Daarnaast is de RET bezig met het vernieuwen van de metrostations Capelle Centrum en De Terp. Voor de visie Landelijk Capelle wordt in 2016 gewerkt aan de invulling van de gebiedsgerichte uitwerking. Grondexploitaties De projecten Fascinatio, Tennispark, PC Boutenssingel en Stadshart Zuid hebben een vastgestelde grondexploitatie. Bij het project Fascinatio heeft de aangescherpte acquisitie strategie nog niet geleid tot de verkoop van een commercieel kavel. Bij de Voorjaarsnota 2015 zijn de grondexploitaties van Tennispark, PC Boutenssingel en Stadshart Zuid vastgesteld. Naar verwachting zullen de kavels van het project Tennispark verkocht worden in 2016 en wordt gestart met de bouw van woningen bij het project PC Boutenssingel. Met betrekking tot het project Stadshart Zuid kan worden gemeld dat de werkzaamheden aan de Steenloperstraat zijn afgerond. De herinrichting van het parkeerterrein Reigerlaan heeft plaatsgevonden in de zomervakantie van 2015 om de overlast zoveel mogelijk te beperken. De start van de revitalisering van het middengedeelte van de Koperwiek (Fase II) is voorzien in 2016. Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) Dit zijn projecten waar we de grond in eigendom hebben, maar nog geen vastgestelde grondexploitatie hebben. Het betreft projecten die nog omkeerbaar zijn. Bij de Voorjaarsnota 2015 is voor deze projecten een voorbereidingsbudget voor 2015 en 2016 beschikbaar gesteld, zodat er snelheid in ontwikkeling kan worden aangebracht. Dit zijn de projecten De Mient, Fazantstraat, Blinkert, Rubenssingel, Oeverrijk, ’sGravenweteringpark, Stadshart Noord, De Hoven II, Couwenhoek Wonen en ’s-Gravenweg 325. Faciliterende projecten Bij deze projecten heeft de gemeente geen grond in eigendom, maar vervult uitsluitend een faciliterende rol. Het betreft de locaties PostNL-locatie, Amandelhof Zorg, Meeuwensingel en Boerderij Verkade. Voor deze locaties worden anterieure overeenkomsten gesloten om de gemeentelijke kosten te dekken. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Nota Grondbeleid 2011 2. Nota Strategisch Verwerven 2013 3. Grondprijzenbrief (wordt jaarlijks geactualiseerd) 4. Structuurvisie 2030
Concept-Programmabegroting 2016 - 61
-
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
10.2 Doortastende aanpak kansengebieden
1. Het uitwerken van de Gebiedsvisie Centraal Capelle in concrete projecten, waaronder het Stadsplein en de Hoven fase 2.
10.2 Doortastende aanpak kansengebieden
2. Het uitwerken van de Gebiedsvisie Landelijk Capelle in concrete projecten.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 3.199
N 5.812
N 5.701
N 4.627
N 2.910
N 2.910
Baten
V 3.224
V 3.529
V 4.762
V 3.300
V 2.092
V 2.092
Saldo van baten en lasten
V
N 2.283
N 939
N 1.327
N 818
N 818
25
V 1.344
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves Reserve herstructurering actief grondbeleid
N 6.483
V 361
V 601
V 300
V 300
V 300
Reserve grondexploitaties
V 134
V 437
N
0
N
N
N
Reserve eenmalige uitgaven
N 1.233
V 633
N
0
V 600
Resultaat
N 7.557
N 852
N 338
N 427
V 514
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 62
-
0
0
N 518
0
N 518
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Resultaat Reserves
Lasten Actualisatie grondexploitatie (VJN2015 2.11.2); mutatie reserve herstructurering actief grondbeleid (zie baten)
N 2.608
Eenmalig budget in 2015 Tennispark (VJN2013 2.11.5); dekking reserve herstructurering actief grondbeleid
V
Eenmalig budget in 2015 Stadshart Zuid (NJN2013 2.11.1); dekking reserve eenmalige uitgaven
V 282
Eenmalig budget in 2015 Hoven fase II (NJN2013 2.11.4); dekking reserve eenmalige uitgaven
N 2.608
38
V
38
N
0
V 282
N 282
N
0
V 122
V 122
N 122
N
0
Eenmalig budget in 2015 Hoven fase II herstructurering buitenruimte (NJN2013 2.11.3); dekking reserve eenmalige uitgaven (zie baten)
V 377
V 377
N 377
N
0
Eenmalig budget in 2015 Stadshart Noord (NJN2013 2.11.2) via reserve eenmalige uitgaven
V 192
V 192
N 192
N
0
Eenmalig budget in 2015 Centraal Capelle (NJN2014 2.11.5); dekking reserve herstructurering actief grondbeleid
V 213
V 213
N 211
V
2
Actualisatie herstructureringsprojecten (VJN2015 2.11.2); zie baten
V 1.106
V 1.106
Eemalig budget in 2016 Mient (VJN2015 2.11.2); dekking reserve herstructurering actief grondbeleid
N 122
N 122
V 122
N
0
Eenmalig budget in 2015 Voorbereiding Landelijk Capelle (VJN2015 2.11.1); dekking reserve herstructurering actief grondbeleid
V
50
V
50
N
50
N
0
Eenmalig budget in 2015 Hoven fase II (VJN2015 2.11.2); dekking reserve herstructurering actief grondbeleid
V
20
V
20
N
20
N
0
Tranche 2-3 te realiseren baat herstructurering ingaande 2016 (1e begr.wijz.2014 1.18.4)
V 125
V 125
V 125
Lagere kapitaallasten De Mient
V 300
V 300
V 300
Overig
V
V
V
16
V 111
N
0
38
N 2.608
N
V 1.106
16
V 111
N 1.170
16
N 1.059
Baten Actualisatie grondexploitatie (VJN2015 2.11.2); zie lasten
V 2.608
V 2.608
V 2.608
Actualisatie herstructureringsprojecten (VJN2015 2.11.2); zie lasten
N 1.106
N 1.106
N 1.106
Eenmalig budget in 2015 Hoven fase II herstructurering buitenruimte (NJN2013 2.11.3); dekking reserve eenmalige uitgaven (zie lasten)
N 340
N 340
N
0
Hogere huuropbrengsten De Mient
V
88
V
88
V
88
Overig
N
17
N
17
N
17
N
Totaal
V 340
0
V 1.233
V 1.233
V 340
V 1.573
V 111
V 1.233
V 1.344
N 830
V 514
Concept-Programmabegroting 2016 - 63
-
Incidentele baten en lasten Omschrijving Eenmalig budget in 2016 diverse projecten grondexplotaties; dekking reserves Eenmalige diverse herstructureringsprojecten in 2015 en 2016; dekking reserves
Incidentele baten 2015 2016 V 320
V 762
2019
V 130
Incidentele lasten 2015 2016 N 320
N 762
2017
2018
2019
N 130
N 170
N 125
V 107
V
91
V
97
V 179
N 107
V
91
N
97
N 300
V 600
Eenmalig budget in 2017 voor sloop De Mient; dekking via reserve eenmalige uitgaven Totaal
2018
V 170
Eenmalig budget in 2016 Hoven fase II Te realiseren dekking bedrijfsvoering ingaande 2016 Eenmalig budget in 2015 en 2016 faciliterende projecten (lasten en baten) Eenmalig budget in 2015 kapitaallasten De Mient en huuropbrengsten in 2015 2017
2017
V 1.155
N 600
V 576
V 691
N
0
N
0
Onttrekkingen 2015 2016
2017
2018
2019
300 300
300 300
300 300
N 1.489
N 397
N 600
N
0
N
0
Toevoegingen 2015 2016
2017
2018
2019
0 0
0 0
0 0
Structurele mutaties reserves Omschrijving Reserve herstructurering actief grondbeleid Totaal
300 300
300 300
Concept-Programmabegroting 2016 - 64
-
0 0
0 0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 65
-
Programma 11: ONDERWIJS Missie Wij scheppen voorwaarden zodat kinderen en jongeren in Capelle aan den IJssel kunnen opgroeien en zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige burgers. Wij doen dit bijvoorbeeld door te zorgen voor educatieve voorzieningen in de voorschoolse periode, het voorkomen en bestrijden van onderwijs- en ontwikkelingsproblemen, het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en door te zorgen voor voldoende voorzieningen voor onderwijshuisvesting en gymonderwijs. Ook zorgen wij dat wij de wettelijke taken voor leerplicht en leerlingenvervoer goed uitvoeren. Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Lokaal educatiebeleid Onderwijshuisvesting Effectindicatoren Omschrijving: Bron: Aantal voortijdig schoolverlaters
Regionaal Melden Coördinatiepunt
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
Streefwaarde 2015
Meting 2015:
Streefwaarde 2016:
652
648
585
470
n.b.*
575
*Pas 1 november 2015 zijn de voorlopige cijfers van het schooljaar 2014/2015 bekend vanuit het ministerie.
Ontwikkelingen Integrale Kindcentra (IKC’s) In vervolg op een onderzoek naar de mogelijkheden om in de wijk Schollevaar IKC’s te ontwikkelen, wordt de samenwerking tussen onderwijs en andere partijen die zich bezighouden met kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar in Schollevaar-Oost en West door ons in 2015-2016 en 2016-2017 gefaciliteerd. Op 1 september 2015 hebben wij met het BBV 679629 kennis genomen van de door JSO opgestelde rapportage 'IKC Schollevaar Capelle aan den IJssel'; Op grond van deze rapportage en diverse ambetlijke en bestuurlijke overleggen met diverse partijen in Schollevaar en Oostgaarde hebben wij geconstateerd dat Schollevaar-Oost, Schollevaar-West en Oostgaarde-Noord kansrijke locaties zijn voor het realiseren van door de gemeente ondersteunde Integrale Kindcentra (IKC's). Wij hebben een positieve grondhouding ten aanzien van het faciliteren van IKContwikkelingen op deze drie locaties onder de voorwaarde dat gemeentelijke financiële ondersteuning van de IKC-ontwikkelingen op deze locaties alleen kan plaatsvinden na goedkeuring van ingediende aanvragen, die voldoen aan de door ons bij besluit van 10 januari 2015 vastgestelde uitgangspunten (BBV 561393). Onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs Wij maken een kwaliteitsslag door de realisatie van nieuwe huisvesting voor het Comenius College en het IJsselcollege. De nieuwbouw voor het Comenius College is eind 2014 opgeleverd. De nieuwbouw van het IJsselcollege zal volgens de meest recente planning in het eerste kwartaal van 2017 in gebruik worden genomen. Onderwijshuisvesting primair onderwijs Sinds 1 januari 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor onderhoud en aanpassing van schoolgebouwen voor primair onderwijs niet meer bij de gemeenten, maar bij de schoolbesturen. (Vervangende) nieuwbouw van scholen, uitbreiding, sloop, tijdelijke huisvesting, alsmede herstel van constructiefouten bestaande uit schade aan een gebouw veroorzaakt door eigen gebrek of eigen bederf, evenals uit kosten gemoeid met het voorkomen van nog niet zichtbare materiële schade onmiddellijk voortvloeiend uit ontwerpfouten, uitvoeringsfouten of wanprestatie blijven echter voorzieningen in de huisvesting, waarvoor schoolbesturen aanvragen kunnen indienen bij gemeenten. Ook het verwijderen van asbest kan hier in bepaalde omstandigheden onder vallen. Aanvragen van schoolbesturen worden door ons in behandeling genomen en worden door ons geplaatst op het Programma (toe te kennen aanvragen), dan wel Overzicht (af te wijzen aanvragen). Concept-Programmabegroting 2016 - 66
-
Daling aantal leerlingen De algemene lijn van het aantal leerlingen op de basisscholen in de gemeente is al enkele jaren dalende. Deze trend zal volgens de meest recente prognoses in de komende jaren doorzetten. Het totaal aantal onderwijskundige vierkante meters in de gemeente is de afgelopen jaren omlaag gebracht. De verwachting is dat het aantal vierkante meters voor primair onderwijs in de komende jaren verder teruggebracht zal worden. Ook het aantal vierkante meters voor primair gymonderwijs wordt teruggebracht, terwijl de gemiddelde kwaliteit van ruimten voor gymnastiekonderwijs in de wijk Middelwatering omhoog zal worden gebracht. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Strategisch huisvestingsplan primair onderwijs 2012-2029; 2. Visiekaart onderwijshuisvesting 2013; 3. Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Capelle aan den IJssel 2015; 4. Benutting en behoeftebepaling binnensportaccommodaties gemeente Capelle aan den IJssel. Wat zijn de subsidieregelingen?
Subsidieregeling
Plafond (* € 1.000)
Onderwijs
1.090
Totaal
1.090
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
11.1 Het bestrijden van educatieve achterstanden bij Capelse kinderen
1. Inkopen van peuterspeelzaalplaatsen met VVE-aanbod voor kinderen met (risico op) onderwijsachterstanden.
11.1 Het bestrijden van educatieve achterstanden bij Capelse kinderen
2. Het opstellen van een lokale educatieve agenda (LEA).
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Lokaal educatiebeleid Omschrijving: Bron: Meting Meting Meting 2012: 2013: 2014: Aantal plaatsen voor voorschoolse educatie Aantal deelnemers aan voorschoolse educatie*
VVE-monitor en beschikkingen
498
424
351
Streefwaarde 2015: 400
VVE-monitor
698
541
316
260
n.b.
230
Aantal doelgroepkinderen 2-4 en 4-6 jaar Aantal basisschoolkindere n waaraan CJGteam hulp heeft verleend** Absoluut en relatief schoolverzuim ***
Buurtmonitor en leerling-tellingen
230 resp. 205
200 resp. 178
365
n.b.
Rapportage CJG
n.v.t.
n.v.t.
168 resp. 171 n.v.t.
n.n.b.
n.b.
155 resp. 168 300
12 resp.426
40 resp. 358
15 resp. 430
n.b.
15 resp. 360
Aantal deelnemers educatietraject
Interne rapportage
16 resp. 435 (schooljaar 2012/ 2013) 45
50
60
n.b.
72
Leerplichtadministratie
65
Concept-Programmabegroting 2016 - 67
-
Meting 2015: n.b.
Streefwaarde 2016: 400
*) Een doelgroepkind bezet in principe twee peuterplaatsen **) Met ingang van 1-1-15 worden geen trajecten SMW meer ingekocht, maar wordt via CJG-teams jeugdhulp ingezet op school. ***) Absoluut schoolverzuim betreft leerlingen die niet op een school zijn ingeschreven. Relatief schoolverzuim betreft geplaatste leerlingen die verzuimen.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 9.085
N 6.952
N 7.534
N 5.402
N 8.379
N 5.621
Baten
V 2.852
V 2.026
V 1.653
V 1.720
V 1.788
V 1.788
Saldo van baten en lasten
N 6.233
N 4.926
N 5.881
N 3.682
N 6.591
N 3.833
V 947
N 803
V 2.262
N 955
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves: Reserve groot ingrijpend onderhoud
V 949
Reserve grote investeringen
N 315
N 1.135
Reserve wet maatschappelijke ondersteuning
V 468
V 468
Reserve eenmalige uitgaven
V 275
V 268
V 100
V 100
Resultaat
N 4.856
N 5.325
N 4.834
N 4.385
N 4.329
0
N 3.833
V 491
Verschil 2015 - 2016
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
N
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
N 173
Resultaat
Lasten Eenmalig budget in 2015 Voortijdig schoolverlaten (Amendement VJN2014) via reserve eenmalige uitgaven
V 173
V 173
Overheveling budget OnderwijsAchterstandenBeleid van 2014 naar 2015; zie baten
V 104
V 104
V 104
Overheveling budget VSV van 2014 naar 2015; zie baten
V 169
V 169
V 169
Eenmalig budget in 2015 aanvullende specifieke uitkering OnderwijsAchterstandenBeleid (VJN2015 5.12.1); zie baten
V
93
V
93
V
93
Budgettair neutrale overheveling van Programma 12 naar Programma 11 (Veilig Opgroeien Schollevaar en Communities that Care)
N
79
N
79
N
79
Aanpassen budget Wet Educatie en Beroepsonderwijs (VJN2015 5.12.2); zie baten
N
67
N
67
N
67
Budget IKC (200) in 2015 uit reserve eenmalige uitgaven overgeheveld naar 2016 (100)
N
57
N
57
N
0
Eenmalig budget in 2015 onderhoud lokaal onderwijsbeleid (VJN2015 2.12.1) Concept-Programmabegroting 2016
V 761 - 68
V 761
-
V
57
N
0
V 761
Bezuiniging tranche 3 (1e begr.wijz.2014 1.18.4) op leerlingenvervoer; lagere dekking reserve Wmo
V 250
V 250
N 468
N 218
Stelpost kapitaallasten/vinex naar reserve grote investeringen
N
0
N
0
V 332
V 332
Eenmalig budget in 2015 sloop noodlokalen Boutenssingel (VJN2015 2.12.2) via reserve eenmalige uitgaven
V
52
V
52
N
52
N
0
V 1.750
N
0
Definitief krediet 1e fase nieuwbouw Unilocatie Comenius College en voorlopig krediet SBWRM (VJN012 2.12.4), kapitaallast gedekt door onttrekking aan de reserve grote investeringen
N 1.750
N 1.750
Actualisatie kapitaallasten 1e fase Comenius College
N 342
N 342
N 342
Doorbelasting Welzijn en Educatie
V
97
V
97
V
97
V
14
V
14
V
14
Overig
N 582
N
0
N 582
V 1.446
V 864
Overheveling budget OnderwijsAchterstandenBeleid van 2014 naar 2015; zie lasten
N 104
N 104
N 104
Overheveling budget VSV van 2014 naar 2015; zie lasten
N 169
N 169
N 169
Eenmalig budget in 2015 aanvullende specifieke uitkering OnderwijsAchterstandenBeleid (VJN2015 5.12.1); zie lasten
N
93
N
93
N
93
Budgettair neutrale overheveling van Programma 12 naar Programma 11 (CJG Schoolmaatschappelijk werk)
N
62
N
62
N
62
Aanpassen budget Wet Educatie en Beroepsonderwijs (VJN2015 5.12.2); zie lasten
V
67
V
67
V
67
Overig
N
12
N
12
N
12
Baten
N
Totaal
0
N 373
N 373
N 582
N 373
N 955
N
0
V 1.446
N 373 V 491
Incidentele baten en lasten Omschrijving Eenmalig budget in 2015 VSV convenant; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 Onderwijsachterstandenbeleid en VSV
Incidentele baten 2015 2016 V 173
2017
2018
V 366
V 100
N 100
N 761
Eenmalig budget in 2015 voor onderhoud onderwijshuisvesting Contractverlenging Leerlingenvervoer; dekking reserve WMO Bezuiniging leerlingenvervoer ingaande 2015 (1e wijz.2014 1.18.4)
Incidentele lasten 2015 2016 N 173
V 468
2017
N 366
V 100
Eenmalig budget in 2015 2017 Ontwikkelen integrale kindcentra; dekking reserve eenmalige uitgaven
2019
V 288
N 468
N 250
Concept-Programmabegroting 2016 - 69
-
N 468
N 100
2018
2019
V 2.728
Eenmalig budget in 2018 1e fase Pelikaanweg (reserve grote projecten) Stelpost kapitaallasten/vinexbijdrage; Dotatie aan reserve grote projecten
N 1.135
V 1.750
Eenmalig budget in 2016 slopen en bouwrijp maken Comenius college; dekking reserve grote projecten Eenmalig budget in 2015 slopen noodlokalen PC Boutenssingel; dekking reserve eenmalige uitgaven Totaal
N 2.728
V
N
V 2.138
N 803
N 466
N 903
N 3.194
N 1.750
52
V 1.059
N 803
V 100
V 2.728
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing. Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 70
-
N
0
52
N 3.205
N 3.121
N
0
Programma 12: SOCIALE INFRASTRUCTUUR Missie Wij willen de zelfredzaamheid en participatie van Capellenaren bevorderen en hen stimuleren zelf verantwoordelijk te zijn. Op gebied van welzijn voeren wij regie en creëren wij samen met professionele en vrijwilligersorganisaties een samenhangend geheel van voorzieningen en activiteiten. Op deze manier hebben alle inwoners de mogelijkheid om actief mee te doen in de (Capelse) samenleving. Het eigen initiatief van bewoners en vrijwilligers staat hierbij voorop: de professionals zijn dienstbaar aan de vrijwilligers. Wij voorkomen dat voorzieningen en activiteiten elkaar overlappen. Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Maatschappelijke dienstverlening/participatie Jeugd Leefbaarheid Collectieve gezondheidszorg Dierenwelzijn Cultureel erfgoed
Ontwikkelingen Decentralisatie Jeugdhulp Het gemeentelijk budget voor jeugdhulp daalt in 2016 fors. Regionaal is er voor gekozen de wijkteams (CJG teams) in stand te houden om zo invulling te kunnen blijven geven aan preventie en vroegsignalering. Daardoor wordt de korting op het gemeentelijk budget volledig doorgevoerd op de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling. De daling betreft de specialistische vormen van jeugdhulp op de domeinen GGZ, jeugd- en opvoedhulp en jeugdigen met een beperking. Er bestaat een reëel risico dat we de korting niet tijdig geheel kunnen invullen. Elk kwartaal wordt een rapportage ontvangen van de inkooporganisatie van de GR Jeugdhulp. Op basis hiervan moet de mate van uitnutting van onze inleg worden bezien en moet worden bepaald of dit aanleiding geeft tot bijsturen. Tevens wordt elk kwartaal een rapportage ontvangen van Stichting CJG. Op basis van deze rapportages moet inzichtelijk worden of de inzet op preventie, vroegsignalering en ondersteuning door CJG teams leidt tot een afname van het aantal verwijzingen naar specialistische vormen van jeugdhulp. De verwachting was dat het elektronisch berichtenverkeer, waarmee jeugdhulp moet worden besteld en de facturering moet plaatsvinden, begin 2015 gereed zou zijn. Inmiddels is de planning dat dit pas eind 2015 gebruikt kan worden. Tot die tijd moet voor facturen een ‘papieren’ omweg worden gevonden. Gezondheid In 2016 wordt een nieuwe gezondheidsnota opgesteld waarbij opnieuw wordt bezien of het mogelijk en wenselijk is om tot een gezamenlijke nota welzijn en zorg te kunnen komen. Mede door de decentralisaties raken de theama’s gezondheid en welzijn steeds meer met elkaar verweven. In de nieuwe nota wordt in ieder geval aandacht besteed aan de zes wettelijk vastgelegde taken zijnde: alcohol, overgewicht, diabetes, roken, seksualiteit en depressie. Daarnaast is er aandacht voor de ontwikkeling dat doordat er wijkgericht gewerkt wordt er meer problematiek zichtbaar wordt en dat er in de wijken meer ingezet zal worden op bemoeizorg. Armoedebeleid De uitvoering van het armoedebeleid in 2016 is een voortzetting van het beleid van de afgelopen jaren. In het laatste jaar van uitvoering van het Beleidsactieplan aanpak armoede 2013-2016 zal de nadruk liggen op enerzijds de verdere versterking van de preventieve aanpak van armoede en de vroegsignalering. Anderzijds gaat het om het verhogen van het gebruik van de inkomensondersteunende regelingen. Het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds worden geëvalueerd. Dat geldt ook voor het Beleidsactieplan aanpak armoede 2013-2016. Op basis van de uitkomsten wordt een nieuw beleidsplan opgesteld voor de komende periode. Concept-Programmabegroting 2016 - 71
-
Uitdaging voor de komende jaren is meer samenhang tot stand te brengen tussen het armoedebeleid (inclusief schuldhulpverlening) en andere (beleids)onderwerpen binnen het sociaal domein, zoals de Participatiewet en de Wmo. Verder zal bekeken worden hoe de mix van instrumenten enerzijds gericht op bestrijding van armoede en anderzijds op preventie zo optimaal mogelijk kan worden ingezet. Het versterken van de eigen kracht en bevordering van de zelfredzaamheid blijven uitgangspunten daarbij. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) Per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de individuele begeleiding, de groepsbegeleiding ofwel dagbesteding en het kortdurend verblijf die voorheen onderdeel uitmaakte van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Om deze overgangscliënten per 1 januari 2016 zorg op maat te leveren is de complete groep in 2015 geherindiceerd. Het ontwikkelen van het Klanten Contact Centrum (KCC) en het Welzijn- en Zorgplein (WZP) is een doorlopend proces. Daarnaast is het streven om in 2016 binnen de gemeente het aantal locaties van de WZP’s verdere uit te breiden. Hierbij staat de kwaliteit van efficiënt doorzetten van de klantcontacten en een goed georganiseerde toeleiding naar zorg en welzijn voorop. Kaderstellende beleidsnota’s (checken op volledigheid en juistheid) De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Krachtig Capelle: visie op welzijn nieuwe stijl 2. Jeugdagenda 2012-2015 3. Beleidsactieplan aanpak armoede 2013-2016 4. Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 5. Actieplan Welzijn en zorg 2012-2015 6. Verordening, Besluit en Beleidsregels Wmo individuele voorzieningen gemeente Capelle aan den IJssel 2012 7. Transformatienotitie herziene Wmo 2014-2016 8. Overgangsbeleid Wmo 2015-2016 9. Nieuwe verordening Wmo 2015 10. Nota cultureel erfgoed “Bakens in de tijd” 2012 11. Integrale aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2015 – 2016 12. Nota Dierenwelzijn 2012 – 2015 13. Beleidsvisie maatschappelijke participatie 2013 - 2016 14. Beleidsplan Jeugdhulp 2015-2018 15. Verordening Jeugdhulp Capelle aan den IJssel 2015 16. Beleidsvisie wijk- en opgavengericht werken 2016 – 2020
Concept-Programmabegroting 2016 - 72
-
Wat zijn de subsidieregelingen?
Subsidieregeling
Plafond (* € 1.000)
Maatschappelijke dienstverlening
154
Armoedebeleid
680
Integratie
322
Speeltuin, speeluitleen, speel-o-theek
29
Jeugdagenda & lokaal jeugdbeleid
400
Vakantieactiviteiten
64
Buurtwerk
250
Brede Schoolnetwerken
245
Stimuleringsmaatregel vrijwilligers
121
Milieueducatie
382
Totaal
2.647
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
12.1. Kinderen groeien in Capelle kansrijk en veilig op en kunnen hun talenten ontwikkelen.
1.Vroegtijdige signalering van problemen via CJG en vindplaatsen zoals scholen en kinderopvang. Het CJG voert de jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp op adequate wijze uit. Talentontwikkeling via het doorontwikkelen van 'positief jeugdbeleid'. 1. Het meldpunt woningontruimingen bemiddelt om huisuitzettingen van gezinnen met jeugd zo veel mogelijk te voorkomen.
12.2. Terugdringen van de schulden- en armoedeproblematiek. 12.3. Capellenaren en Capelse organisaties participeren in de Capelse samenleving.
1. Uitvoeren van wijkgericht werken.
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Leefbaarheid Omschrijving: Bron: Meting Meting 2012: 2013: Aantal wijkuitvoeringsplannen
WOP
1 (Schenkel)
5
Meting 2014:
Streefwaarde 2015:
Meting 2015:
Streefwaarde 2016:
6
7
6 (sept.)
7*
*De 7 wijkuitvoeringsplannen zijn: Schollevaar, Capelle-West,’s-Gravenland, Schenkel, Middelwatering, Oostgaarde en Fascinatio. Vanaf 2015 wordt gewerkt met een nieuwe cyclus van geactualiseerde WUP’s in het kader van de nieuwe werkwijze wijk- en opgavengericht werken.
Concept-Programmabegroting 2016 - 73
-
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 24.982
N 50.349
N 49.582
N 48.527
N 48.330
N 48.225
Baten
V 2.777
V 3.040
V 2.828
V 2.793
V 2.793
V 2.793
N 22.205
N 47.309
N 46.754
N 45.734
N 45.537
N 45.432
Saldo van baten en lasten
V 555
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves: Reserve wet maatschappelijke ondersteuning
N 468
N 175
V 271
Reserve welzijnsfonds
N 188
V 132
V 127
V
V
Algemene reserve Reserve capelle 2020
V 478
Reserve jeugd
N 2.000
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Egalisatiereserve rioolrechten
V
8
V
2
45
N
53
N 132
N 132
45
V
45
V
45
N
V
52
V
15
Reserve eenmalige uitgaven
N 1.458
V 1.181
V 369
Resultaat
N 25.831
N 46.126
N 45.942
N 45.609
N 45.564
V 184
Verschil 2015 - 2016
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
N 45.690
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Verhoging budget Wmo collectief (1e wijz.2015 1.15.3)
N 176
N 176
V 446
V 270
Verlaging eenmalig budget Wmo collectief (NJN2014 2.13.8); via reserve eenmalige uitgaven
V
V
N
N
Incidentele middelen Wmo als gevolg van decentralisatie (NJN2013 1.15.1)
V 150
V 150
Compensatie decentralisaties Wmo collectief (VJN2015 2.17.7), budget doorgeschoven naar 2016 via reserve eenmalige uitgaven
N 216
N 216
V
Extra middelen intensivering aanpak armoede en schulden (VJN2014 2.13.2), via reserve eenmalige uitgaven
V 170
V 170
N 188
N
18
Eenmalig budget in 2015 Pilot scoolcompany (jaarrekening 2014) via reserve eenmalige uitgaven
V
V
N
N
0
Bijdrage GR Jeugdhulp Rijnmond (1e wijz. 2015 1.15.2)
V 2.096
V 2.096
V 2.096
N 1.845
N 1.845
N 1.845
Uitvoeringsbudget St. CJG (1e wijz.2015 1.15.2) Aframing decentralisatie Jeugdhulp (NJN2014 2.13.6)
0
V
24
82
97
V
Concept-Programmabegroting 2016 - 74
-
24
82
97
24
0
V 150
66
82
N 150
V
97
Eenmalig budget in 2015 St. CJG als gevolg van bijdrage Van Capelle Stichting (VJN2015 5.13.1); zie baten
V
Aanpassing budget Jeugdhulp in algemene uitkering gemeentefonds (VJN2015 2.13.3)
N 168
N 168
Eenmalig budget in 2015 Transitie Jeugdzorg (NJN2013 2.1.4); via reserve eenmalige uitgaven
V
81
V
81
Budget Integraal Kindcentrum (200) via reserve eenmalige uitgaven (VJN2015 2.17.7); budget in 2016 100 en in 2017 100
N
57
N
Budgettair neutrale overheveling van Programma 12 naar Programma 11 (Veilig Opgroeien Schollevaar en Communities that Care)
V
79
Eenmalig budget in 2015 plaatsen JOP's (VJN2015 2.13.1)
V
Eenmalig budget in 2015 ondersteuning buurtcentra (Amendement NJN2014)
V
45
V
45
V
45
N 168 N
81
N
0
57
N
57
V
79
V
79
50
V
50
V
50
50
V
50
V
50
Taakstelling wijkgericht-gebiedsgericht werken (1e begr.wijz.2014 1.18.4) Kwijtscheldingen afvalstoffenheffing en rioolrechten
V 100
V 100
V 100
N
N
N
Rijkskorting Wmo (1e wijz.2015 1.15.3)
V 575
V 575
V 575
Decentralisatie AWBZ (1e wijz.2015 1.15.3)
N 124
N 124
N 124
Aanpassing budget Wmo vooruitlopend op meicirculaire 2015 (VJN2015 2.13.5)
N 1.175
N 1.175
N 1.175
V 189
V 189
V 354
V 354
V 354
V 111
V 111
V 111
V
75
V
75
V
75
V
47
V
47
V
47
N
37
N
37
N
37
N
0
N
0
39
N
39
Eenmalig budget in 2015 Ontwikkeling sociale wijkteams en verbinding medische sector (NJN2014 2.13.7), via reserve eenmalige uitgaven Budgettair neutrale overheveling Monumentenzorg naar Welstandszorg (programma 7) Aframiing exploitatielsten in verband met opzegging huurders De Trefterp ten gunste van de taakstelling Aframiing exploitatielsten in verband met opzegging huurders De Trefterp Resterende taakstelling Vastgoed (VJN2015) Budgettaire overheveling vanuit programma 9 inzake aula begraafplaats Vrijval budget sloop Berliozstraat 5 uit reserve eenmalige uitgaven (VJN2015 2.17.2) Eenmalig budget in 2015 Impulsen in aandachtswijken (NJN2013 2.13.20), via reserve eenmalige uitgaven Incidenteel budget Gezond in de stad (NJN2014 2.13.9), via reserve eenmalige uitgaven (budget 70 in 2016 en 70 in 2017) Onttrekking reserve welzijnsfonds ten behoeve van podiumfunctie Capsloc in 2015 Overig
85
85
N 189
N
N
85
0
V 245
V 245
N 245
N
0
V
30
V
30
N
30
N
0
V
5
V
5
N
5
N
0
N
5
N
5
N
5
V 767
N
Concept-Programmabegroting 2016 - 75
-
0
V 767
N 371
V 396
Baten Eenmalig budget in 2015 St. CJG als gevolg van bijdrage Van Cappellen Stichting (VJN2015 5.13.1); zie lasten
N
45
N
45
N
45
Aanraming CJG voor schoolmaatschappelijk werk (overheveling vanuit programma 11)
V
62
V
62
V
62
Aframen huur en overige vergoedingen in verband met opzegging huurders De Terfterp Eenmalige verkoopopbrengst C. Huygensstraat 19
N 123
N 123
N 123
N 143
N 143
N 143
Toename eigen bijdrage Wmo/CAK
V
30
V
30
V
30
Overig
V
7
V
7
V
7
N
Totaal
0
N 212
N 212
N
0
N 212
V 767
N 212
V 555
N 371
V 184
Incidentele baten en lasten Incidentele baten Omschrijving
2015 V 174
2016 V 216
Incidentele lasten 2017
2018
2019
2015 N 174
2016 N 216
2017
Eenmalig budget in 2016 compensatie Wmo collectief.; dekking reserve eenmalige uitgaven N
Eenmalige budget in 2016 ondersteunende begeleiding en mantelzorgers Eenmalig budget armoedebeleid in 2015 2018; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 transitie jeugdzorg; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 Plaatsen JOP's Eenmalig budget in 2015 en 2016 uitbreiding podiumfunctie Capsloc uitbreiding Algemeen Maatschappelijk Werk en Sociale raadslieden sociale wijkteams - Zuid Moluks ontmoetingscentrum sloop Berliozstraat 5; dekking reserves Eenmalig budget in 2015 als gevolg van taakstelling wijkgericht-gebiedsgericht werken vanaf 2016 Extra exploitatielasten en huuropbrengsten in 2015 De Trefterp
V 311
V
V
V
52
N 311
81
472
V
65
240
N
81
N
50
N
472
N
N
240
N 100
V 123
V 178
N 185
V
35
N 108
Extra lasten en huuropbrengsten in 2015 (resterende taakstelling)
Concept-Programmabegroting 2016 - 76
-
N
61
52
2018
2019
Eenmalig budget in 2015 Impulsen in aandachtswijken en Gezond in de stad; dekking reserve eenmalige uitgaven
V 275
N 275
N
Eenmalig budget in 2015 2017 Gezond in de stad V 1.614
V 456
V
52
N
0
N
0
70
N 1.826
N
70
N
70
N 652
N 122
Toevoegingen 2015 2016 175 17 175 17
2017 53 53
N
0
N
0
Totaal
Structurele mutaties reserves Omschrijving Reserve Wmo Totaal
Onttrekkingen 2015 2016 0 0 0 0
2017 0 0
2018 0 0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 77
-
2019 0 0
2018 132 132
2019 132 132
Programma 13: CULTUUR Missie Wij voelen ons medeverantwoordelijk voor het behoud en de ontwikkeling van cultuur als kracht van de samenleving. Wij vinden het daarom belangrijk om iedereen op een zo laagdrempelig mogelijke manier toegang te bieden tot het veelzijdige kunst- en cultuuraanbod en het culturele leven in de gemeente. Wij willen met ons kunst- en cultuurbeleid stimuleren, faciliteren en de participatie bevorderen. Effectindicatoren Omschrijving:
Bron:
Waardering theater Waardering openbare bibliotheek
Bewonersenquête Bewonersenquête
Bezoekersaantallen digitale cultuurbalie
Externe uitgever
(Culturele raad Capelle)
Meting 2011:
Meting 2013:
Meting 2015:
7,7
Streefwaarde 2015: 7,9
7,9
Streefwaarde 2016: 7,9
7,9 7,7
7,5
7,7
7,6
7,6
n.v.t.
Unieke bezoekers 5.517 Nieuwsbrief aanmelding en 62 Likes op facebook 142
Unieke bezoekers 6.500 Nieuwsbrief aanmelding en 100 Likes op facebook 250
Unieke bezoekers 4500 (tot 18-6) Nieuwsbrief aanmelding en 80 Likes op facebook 190
Unieke bezoekers 6.500 Nieuwsbrief aanmelding en 100 Likes op facebook 250
Ontwikkelingen Op het product muziekeducatie is een bezuinigingvan 100 toegepast, waarvan de SKVR met ingang van 1-1-2015 74 heeft ingevuld. Het onderzoek naar muziekeducatie is met BBV 670548 vastgesteld op 7 juli 2015. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt samen met de SKVR binnen het huidige budget meer inzet in het onderwijs gerealiseerd, om zo meer kinderen kennis te laten maken met muziek. De SKVR zet vanaf schoolseizoen 2016-2017 extra in op muziekeducatie op scholen door middel van een extra muziekcoach. Hiermee worden meer dan 200 kinderen bereikt. Met de bibliotheek vindt veelvuldig overleg plaats over de prestatieafspraken. Deze afspraken verschilden namelijk met het verleden aangezien er nu extra ingezet wordt op het tegengaan van laaggeletterdheid en taalachterstanden en er versneld wordt ingezet op schollbibliotheken. Dit heeft geresulteerd in aangepaste prestatieafspraken in 2016, waarbij de maatschappelijke waarde van de bibliotheek meer centraal is komen te staan. Eind 2015 stelt de bibliotheek een nieuw beleidsplan voor de periode 2016-2018 vast. Kaderstellende beleidsnota’s (checken op volledigheid en juistheid) De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Cultuurnota 2009-2012 ‘Kunst ontdekken, Kunst delen, Kunst beleven’ 2. Notitie “subsidiëringen evenementen 2013-2016” 3. Nota Evenementenbeleid 2013-2016 4. Evaluatie Cultuurnota 2013-2016 5. Visie op muziekeducatie
Concept-Programmabegroting 2016 - 78
-
Wat zijn de subsidieregelingen?
Subsidieregeling
Plafond (* € 1.000)
Cultuur
2.694
Evenementen
128
Nieuwe culturele initiatieven
25
Totaal
2.847
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
13.1 Meer Capellenaren in aanraking brengen met kunst en cultuur
1. Uitvoeren Cultuurnota
13.2 Meer kinderen kennis laten maken met muziek
1. Inzet tweede combinatiefunctionaris muziek binnen bestaande budgetten
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Lasten Baten Saldo van baten en lasten
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
N 3.164
N 3.171
N 3.119
N 3.114
N 3.108
N 3.108
V
34
V
N 3.130
40
N 3.131
N
N 3.119 V
Verschil 2015 - 2016
0
N
0
N
0
N
0
N 3.114
N 3.108
N 3.108
N 3.114
N 3.108
N 3.108
12
Mutaties reserves: Reserve cultuur
V
25
Reserve kunstaankopen/kunstopdrachten
N
5
Reserve nieuwe initiatieven evenementenbeleid
N
12
Resultaat
N 3.122
N 3.131
N 3.119 V
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 79
-
12
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Bijdrage in 2015 aan bibliotheek van Van Cappellen Stichting (VJN2015 5.13.1); zie baten
V
40
V
40
V
40
Lager budget als gevolg van Digitale Bibliotheek (VJN2015 2.14.2)
V
35
V
35
V
35
Overig
N
23
V
52
N
23
N
0
V
52
N
40
N
40
N
0
N
23
V
52
N
40
Baten Bijdrage in 2015 aan bibliotheek van Van Cappellen Stichting (VJN2015 5.13.1); zie lasten
Totaal
N
0
N
40
N
40
N
0
N
40
V
52
N
40
V
12
N
0
V
12
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing. Structurele mutaties reserves Niet van toepassing. Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 80
-
Programma 14: SPORT EN RECREATIE Missie Wij realiseren een zo optimaal mogelijk aanbod van voorzieningen en activiteiten op het gebied van sport en recreatie. Wij willen er met ons beleid voor zorgen dat iedere Capellenaar de gelegenheid heeft en gestimuleerd wordt om mee te doen met (on)georganiseerde sport en recreatie. Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Sport Recreatie Effectindicatoren Omschrijving:
Bron:
Meting 2011:
Meting 2013:
Streefwaarde 2015:
Meting 2015:
Streefwaarde 2016:
Waardering van sporthallen/sportve lden
Bewonersenquête
7,0
7,5
7,5
n.b.*
7,5
Waardering van zwembad De Blinkert
Bewonersenquête
6,6
6,6
6,6
6,8
6,6
* De bewonerenquête wordt alleen in oneven jaren gehouden
Ontwikkelingen
Multifunctioneel zwembad sporthal De raad heeft in 2015 bij de voorjaarsnota een krediet beschikbaar gesteld voor een nieuw multifunctioneel zwembad sporthal aan de Alkenlaan/Pelikaanweg. De planvorming zal verder worden uitgewerkt. De start van de bouw zal dan medio 2017 kunnen plaatsvinden. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Dienstverleningsovereenkomst en prestatieafspraken met Sportief Capelle 2015; 2. Toekomstvisie Hitland 2012; 3. Nota Visie op Sport 2014. Wat zijn de subsidieregelingen?
Subsidieregeling
Plafond (* € 1.000)
Sport en sportieve recreatie
86
Jeugdsportstimulering
19
Totaal
105
Concept-Programmabegroting 2016 - 81
-
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
14.2. Vergroten van bekendheid kleinschalige recreatie.
1. Promoten en zichtbaar maken van kleinschalige recreatie (lokale ommetjes, klimbomen, hardlooproutes met afstandsmarkeringen e.d.) in relatie tot Capelle Parkstad.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 5.450
N 8.167
N 7.436
N 6.602
N 9.154
N 6.802
Baten
V 375
V 1.516
V 1.516
V 1.516
V 1.516
V 1.516
Saldo van baten en lasten
N 5.075
N 6.651
N 5.920
N 5.086
N 7.638
N 5.286
Verschil 2015 - 2016
V 731
Mutaties reserves: Reserve renovatie sportpark Schenkel
V 8.750
Reserve grote investeringen Algemene reserve
N 1.305
Reserve onderhoud verhardingen
N
Resultaat
V 2.277
V 1.500
V 847
N 5.151
N 5.073
N
0
93
V
Verschil 2015 - 2016
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
V 2.502
Lasten
Baten
N 5.086
N 5.136
N 5.286
78
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
N 1.500
Resultaat
Lasten Eenmalige kapitaallasten in 2015 voor sporthal Lijstersingel met dekking reserve grote investeringen
V 1.500
V 1.500
Eenmalig budget in 2015 sloop gymnastieklokaal Rubenssingel 4 (VJN2015 2.15.6)
V 155
V 155
V 155
Eenmalig budget in 2015 kosten aankoop technische ruimte en camera beveiligingssysteem (VJN2015 2.15.1)
V
V
V
62
Eenmalig budget kapitaallasten SBWRM sportpark Couwenhoek (VJN2014 2.17.1); dekking reserve grote investeringen
N 847
N 847
N
0
Eenmalige vrijval kapitaallasten - transformatie begroting in 2015 (VJN2015 2.17.6)
N
90
N
90
N
90
Overig
N
49
N
49
N
49
V
78
62
V 731
N
Concept-Programmabegroting 2016 - 82
-
0
62
V 731
V 847
N 653
N
0
Baten Overig N
Totaal
N
0 0
0
N
0
N
V 731
N
0
V 731
N
0
0
N
0
N 653
V
78
N
Incidentele baten en lasten Omschrijving Eenmalig budget in 2015 SWBRM Lijstersingel sporthal; dekking reserve grote projecten
Incidentele baten 2015 2016 V 1.500
2017
2018
2019
2017
V 2.502
Eenmalig budget in 2015 SBWRM nieuw multifunctioneel zwembad/sporthal Alkenlaan-Pelikaanweg; dekking reserve grote projecten
2018
2019
N 2.502
N 155
Eenmalig budget in 2015 sloopkosten gymzaal
N
Eenmalig budget in 2015 aankoop technische ruimteen camerabeveiligingssysteem
62
V 847
Eenmalig budget in 2016 Kapitaallasten SBWRM sportpark Couwenhoek; dekking reserve grote investeringen Totaal
Incidentele lasten 2015 2016 N 1.500
V 1.500
V 847
N 847
N
0
V 2.502
- 83
-
Structurele baten en lasten Niet van toepassing.
Concept-Programmabegroting 2016
N
0
N 1.717
N 847
N
0
N 2.502
N
0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 84
-
Programma 15: FINANCIËN Missie Een financieel gezonde en betrouwbare gemeente, waarin sprake is van transparantie, evenwichtige spreiding van middelen en van een goede verantwoordingscultuur. Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2012
Meting 2013
Meting 2014
Sluitende begroting Goedkeurende controleverklaring: - Getrouw beeld - Rechtmatigheid Positief resultaat jaarrekening, streefwaarde >0.
Intern
Ja
Ja
Ja
Ja Ja Ja (rekening 2012: 1,1mln.)
Ja Ja Ja (rekening 2013: 1,5 mln.)
Ja Ja Ja (rekening 2014: 0,2 mln.)
Streefwaarde 2015: Ja
Meting 2015:
Ja Ja Ja
n.n.b.
Ja
Streefwaarde 2016 Ja
Extern accountant
Intern
n.n.b.
Ja Ja Ja (rekenin g 2015: > 0)
Ontwikkelingen Algemene Uitkering In de ramingen voor de begroting 2016 en meerjarenraming is rekening gehouden met de uitkomst van de decembercirculaire 2014, de voorlopige uitkomst van de herijking (groot onderhoud) gemeentefonds tweede fase per 1 januari 2016, de voorlopige uitkomst van de objectieve verdeling van de middelen voor de Jeugd en de langdurige zorg (WMO nieuw) per 1 januari 2016 en de actualisatie van het aantal inwoners, woningen en bijstandsontvangers. De effecten daarvan zijn u meegedeeld bij de Voorjaarsnota 2015. De effecten van de meicirculaire 2015 zijn, in verband met de impact op de begroting 2016 en volgende jaren, verwerkt in de eerste begrotingswijziging 2016 en worden daar nader toegelicht. Evides De dividendbaten worden jaarlijks door Evides uitgekeerd in de vorm van interim- en slotdividend. Medio juni 2016 wordt naar verwachting het jaarverslag openbaar. Daarbij wordt eveneens door Evides een voorstel slotdividend over het boekjaar 2015 gedaan. Het voorstel interimdividend over het boekjaar 2016 wordt naar verwachting medio november 2016 aan de aandeelhouder voorgelegd. Bij de hoogte van het uit te keren dividend wordt rekening gehouden met het toegestane WACC-rendement op drinkwateractiviteiten. Meer informatie over Evides is opgenomen in de paragraaf Verbonden Partijen. Eneco Dividend Zoals gewoonlijk doet Eneco geen tussentijdse voorspellingen ten aanzien van winstverwachtingen en daarmee uit te keren dividenden. Medio april 2016 wordt naar verwachting een dividendvoorstel gedaan over het boekjaar 2015. Meer informatie over Eneco is opgenomen in de paragraaf Verbonden Partijen. Splitsingswet De Hoge Raad heeft op 26 juni 2015 de energiebedrijven in het ongelijk gesteld. De minister van Economische Zaken heeft op 29 juni 2015 in een schriftelijke reactie aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakt dat Eneco zich goed moet voorbereiden op splitsing. Gezien deze ontwikkeling is voor de deelneming Eneco en de daaraan gelieerde dividendverwachtingen een ongekwantificeerd risico opgenomen in de Risicoparagraaf. Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten subdoelen voor dit programma: Concept-Programmabegroting 2016 - 85
-
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Financieringsstatuut 2013 Notitie Reserves en Voorzieningen 2013 Nota Weerstandsvermogen en Financieel Risicomanagement 2013 Notitie Rentebeleid 2013 Nota Buitenreclame Capelle aan den IJssel 2015 Financiele Verordening 2009
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelstelling
Prestatie
Geen
Geen
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2014
Begroting 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
Lasten
N 2.716
N 14.300
N 12.626
N 12.279
N 12.270
N 11.976
Baten
V 80.310
V 108.666
V 108.850
V 106.397
V 105.099
V 105.224
Saldo van baten en lasten
V 77.594
V 94.366
V 96.224
V 94.118
V 92.829
V 93.248
N 504
N 491
N 634
N 1.699
N 1.149
N 1.149
N
V 94.435
V 92.465
V 91.189
V 1.858
Verschil 2015 - 2016 Mutaties reserves: Reserve bedrijfsvoering
N 883
V 1.333
Egalisatiereserve BTW comp.fonds
V
V 100
Algemene reserve
V 400
Reserve grote investeringen
N 820
N 2.162
Reserve eenmalige uitgaven
N 333
V 235
Reserve ICT
V
36
V 2.130
Reserve investeringen ICT
V 510
V 1.589
30
Reserve participatiewet Resultaat
N
90
0
V 240 V 76.534
V 97.831
N 3.396
Verschil 2015 - 2016
Concept-Programmabegroting 2016 - 86
-
V 92.614
Analyse verschil 2015-2016 Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Resultaat Reserves
Lasten Saldo kostenplaatsen Lagere rentekosten (VJN2015 2.16.3) Hogere gemeentelijke bijdrage aan GR Ijsselgemeenten vanwege actualisatie begroting 2016 en toetreding gemeente Zuidplas; dekking bedrijfsvoering (zie baten) Hoger budget uitvoeringskosten participatiewet Eenmalig budget in 2015 voor tijdelijk extra personeel implementatie nieuwe wetgeving met dekking uit reserve particiaptiewet (NJN2014 2.7.8)
V 1.628
V 1.628
V 197
V 197
V 197
N 320
N 320
N 320
N
N
N
47
N
0
47
V 240
Vrijval reserve ICT in 2015 (VJN2015 2.16.4) Reserve ICT, bestedingen in 2015 Egalisatiereserve BTW compensatiefonds, 2015 laatste jaar Overig
N
24
V 1.674
N
N 1.423
V 205
47
V 240
N 240
N
0
N 3.018
N 3.018
N
0
N 701
N 701
N
0
N 100
N 100
N
24
N N 5.482
24
0
V 1.674
N 3.808
N 173
N 173
N 173
N 847
N 847
N 847
V 1.279
V 1.279
V 1.279
V 114
V 114
V 114
V 175
V 175
V 175
N 385
N 385
V 463
V
N
0
N
0
N 235
N 235
V
21
V
21
Baten Lager dividend Eneco en Evides (VJN2015 2.16.1) Lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds Hogere algemene uitkering uit het gemeentefonds (integratie-uitkering Sociaal domein) Dekking bedrijfsvoering hogere bijdrage GR Ijsselgemeenten Saldo kostenplaatsen Lagere rentebaten (VJN2015 2.16.3) Egalisatie saldo dienstjaren via reserve eenmalige uitgaven (in 2015) Overig N
Totaal
0
V 1.674
V
78
21
V 184
V 184
V 228
V 412
V 184
V 1.858
N 5.254
N 3.396
Incidentele baten en lasten Omschrijving Eenmalige dividend Eneco en Evides in 2015 Tijdelijke formatie voor implementatie participatiewet in 2015; dekking participatiewet Eenmalige onttrekking in 2015 aan reserves Totaal
Incidentele baten 2015 2016 V 173
2017
2018
2019
V 240
Incidentele lasten 2015 2016
2017
2018
2019
N 240
V 3.673 V 4.086
N
0
N
0
N
Structurele baten en lasten Concept-Programmabegroting 2016 - 87
-
0
N
0
N 240
N
0
N
0
N
0
N
0
Omschrijving Reserve bedrijfsvoering Totaal
Onttrekkingen 2015 2016 1.333 0 1.333 0
2017 0 0
2018 0 0
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Concept-Programmabegroting 2016 - 88
-
2019 0 0
Toevoegingen 2015 2016 0 90 0 90
2017 504 504
2018 491 491
2019 634 634
Paragrafen
Concept-Programmabegroting 2016 - 89
-
A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Definitie Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen of waar na het treffen van maatregelen nog restrisico’s overblijven, met de kans dat deze risico’s zich voordoen. De verhouding wordt uitgedrukt in een ratio. Ratio weerstandsvermogen = de beschikbare weerstandscapaciteit: de risico’s Beleid Wij streven na om geen onnodige risico’s te lopen, en mits financieel verantwoord, zoveel mogelijk risico’s af te dekken door verzekeringen. Wij hebben verzekeringen afgesloten voor aansprakelijkstelling door derden, schade aan opstallen, voertuigen en tractiemiddelen en tegen risicofraude. Risico’s die niet worden afgedekt door een verzekering of een voorziening moeten kunnen worden opgevangen door de beschikbare weerstandscapaciteit. De definitie van een risico luidt als volgt: De kans op het optreden van een gebeurtenis die zowel negatieve als positieve gevolgen voor ons kan hebben, waarvan de omvang thans onbekend is, maar waarvan de omvang substantieel kan zijn. Voor het opnemen van een risico hanteren we een ondergrens van 50 (x € 1.000). Op grond van richtlijnen van de provincie in het kader van het financieel toezicht worden met ingang van 2014 ook de leningen van Capelse instellingen, waarvoor de gemeente garant staat, opgenomen in het overzicht van de risico’s. Bij risico’s met een incidenteel karakter hanteren we een ratio weerstandsvermogen van 1. Dat betekent dat de weerstandscapaciteit minimaal even groot moet zijn dan het totaalbedrag aan gekwantificeerde risico’s met een incidenteel karakter. Voor risico’s met een structureel karakter wordt een ratio van 4 gehanteerd. Dat betekent dat de weerstandscapaciteit 4 maal zo groot moet zijn dan het totaalbedrag aan structurele risico’s. De kwaliteit van het weerstandsvermogen wordt bij iedere document van de P&C cyclus gemeten. Dat wil zeggen dat het weerstandsvermogen wordt geactualiseerd en ook de risico’s opnieuw beoordeeld. Zo kan het zijn dat er telkens nieuwe risico’s worden geïdentificeerd en dat eerder geconstateerde risico’s verdwijnen. Bepaling van het weerstandsvermogen bij de begroting 2016 is op basis van de stand van de reserves en voorzieningen na actualisatie van de begroting 2016. Weerstandscapaciteit
( bedragen in € 1.000,-)
Omschrijving
Begrotingsjaren
Begrotingssaldi (vóór 1e begrotingswijziging 2016) ruimte voor onvoorziene uitgaven Algemene Reserve minimumniveau Algemene reserve vrij besteedbaar Bestemmingsreserves Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit Weerstandscapaciteit totaal
Concept-Programmabegroting 2016 - 90
-
2016
2017
2018
2019
-1.765 33 10.000 6.653 46.210 pm pm
-2.379 33 10.000
-2.154 33 10.000
-403 33 10.000
6.608
6.563
6.563
48.266
44.814
45.692
pm
pm
Pm
pm
pm
Pm
61.131
62.528
59.256
61.885
Risico’s De risico’s zijn recent geanalyseerd bij de jaarrekening 2014 en de Voorjaarsnota 2015. Onderstaand overzicht geeft aan of die risico’s in de begroting 2016 nog bestaan en geeft aan wat die risico’s voor 2016 en latere jaren kunnen betekenen. Omschrijving niet gekwantificeerde risico’s (negatief) Nr
Risico’s op basis van Voorjaarsnota 2015
I/S*
1
s
Bestaand
2 3
Participatiewet: tekort gemeentelijke bijdrage WSW; inkomensdeel Wwb Aanbesteding algemeen Rentemarktontwikkelingen
s s
4
Ontwikkelingen (algemene) uitkeringen
s
5 6 7 8 9 10
Fiscaliteiten (BTW/BCF/VPB) Onderhoud rijksmonumenten De drie decentralisaties Subsidies Wet Appa Constructiefouten onderwijshuisvesting primair onderwijs Dividenden
s s s s s s
Bestaand Bestaand: beperkt risico op korte termijn Bestaand: kan zowel een positief als negatief risico zijn. Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand
s
Nieuw
11
Status Begroting 2016
*Incidenteel of structureel
Omschrijving niet gekwantificeerde risico’s (positief) Nr Risico’s op basis van Voorjaarsnota 2015
I/S*
--
i
Liquidatie stadsregio (incidenteel)*
Status Begroting 2016 Bestaand
*Incidenteel of structureel e ** Liquidatiesaldo Stadsregio Rotterdam (1 voorschotuitkering d.d. 1 juli 2015): 1.289. In de loop van 2015 volgt mogelijke verdere afrekening
Omschrijving gekwantificeerde risico’s (negatief) Nr
Risico’s op basis van Voorjaarsnota 2015
I/S*
1
Participatiewet: tekort inkomensdeel WWB (10% van 33.400) Algemene uitkering Gemeentefonds– herverdelingsmaatstaven
s
Bestaand
s
Niet of onvoldoende geraamde vervangingsinvesteringen Garanties Totaal
s
Niet meer opgenomen. Verwerkt in de begroting 2016 Bestaand
s
Bestaand
-12 13
Status Begroting 2016
Risico in € 1.000,3.340 0 1.100 + PM 900 5.340 + PM
*Incidenteel of structureel
Omschrijving gekwantificeerde risico’s (positief) Nr
Risico’s op basis van Voorjaarsnota 2015
--
geen
I/S*
*Incidenteel of structureel Concept-Programmabegroting 2016 - 91
-
Status Begroting 2016
Risico in € 1.000,-
De hierboven genoemde risico’s 1 t/m 13 zijn gespecificeerd op de volgende pagina’s bij de begroting 2016. Weerstandsvermogen/ weerstandsratio Om het weerstandsvermogen te bepalen wordt de verhouding bepaald tussen de weerstandscapaciteit en de gemiddelde bandbreedte van de (gekwantificeerde) risico’s. Berekening: Gemiddelde bandbreedte Negatieve risico’s (structureel) Totaal
(bedragen x € 1.000,-) Vermenigvuldigingsfactor Uitkomst 4 21.360 21.360
Bedrag 5.340
Ratio Weerstandsvermogen = Weerstandscapaciteit : Risico’s = 61.131 / 21.360 = 2,86
Betreft/Jaar
2016
2017
2018
2019
Weerstandscapaciteit
61.131
62.528
59.256
61.885
Risico’s
21.360
21.360
21.360
21.360
2,86
2,93
2,77
2,90
Ratio Weerstandsvermogen
Conclusie Als de gekwantificeerde risico’s zich op dit moment tegelijkertijd zouden manifesteren, is een weerstandscapaciteit nodig van afgerond € 21,4 miljoen voor de komende 4 jaar. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt afgerond € 61,1 miljoen en is dus voldoende. De ratio (weerstandsvermogen/risico’s) is daarmee circa 2,86. Deze ratio was in de begroting 2015 2,30. De minimale ratio is 1,0. Basisset 5 financiële kengetallen vanuit BBV Het BBV heeft besloten om een regeling van financiële kengetallen toe te voegen aan de begroting en het jaarverslag. Dit is om de gemeenteraad makkelijker inzicht te geven in de financiële positie van de gemeente. De kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaaren wendbaarheid. Onderstaande basisset van 5 financiële kengetallen geven dit inzicht. Geprognosticeerde balans Met de verdere vernieuwing van het BBV vanaf 2017 zal de geprognosticeerde balans mogelijk een voorgeschreven onderdeel van de begroting worden. In het kader van de kengetallen 2016 hebben wij vooralsnog alleen de geprognosticeerde balans 2016 opgesteld. Voor de meerjarenkengetallen zijn we uitgegaan van de waarden van 2016. Debet VASTE ACTIVA Materiele vaste activa Financiële vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Uitzettingen < 1 jaar Liquide middelen Overlopende activa
Credit VASTE PASSIVA 142.918 Eigen vermogen 63.120 Voorzieningen 15.716 Vaste schulden > 1 jaar 64.082 VLOTTENDE PASSIVA 35.620 Netto vlottende schulden <1 jaar 31.682 Overlopende passiva 3.938
157.653 138.383 19.270 20.885 1.716 14.326 3.929 914
TOTAAL
178.538 TOTAAL
178.538
1. Solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin wij in staat zijn onze financiële verplichtingen te voldoen. Hieronder wordt het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal verstaan. Het Concept-Programmabegroting 2016 - 92
-
eigen vermogen bestaat volgens artilkel 42 van het BBV uit de reserves en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
Solvabiliteitsratio (EV/TV)
2016 35%
2017 35%
2018 32%
2019 33%
2. Structurele exploitatieruimte De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte aanwezig is om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.
Structurele exploitatieruimte
2016 -2%
2017 -1%
2018 -3%
2019 0
3. Netto schudquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.
Netto schuldquote Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen
2016 34%
2017 36%
2018 35%
2019 33%
37%
39%
39%
37%
4. Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishoudens De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.
Belastingcapaciteit
2016 88%
2017 90%
2018 91%
2019 93%
5. Kengetal grondexploitaties De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten of provincies leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de woningen kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer de grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio.
Grondexploitatie
2016 -1%
2017 -2%
2018 -2%
2019 -3%
Het kengetal grondexploitatie geeft aan dat de omvang van de grondpositie (in waarde) ten opzichte van de totaal geraamde baten in de gemeentelijke begroting zéér laag is. Het risico dat de grondpositie leidt tot een verlaging van het eigen vermogen en daarmee de solvabiliteitspositie aantast is hierdoor niet aan de orde.
Concept-Programmabegroting 2016 - 93
-
Risicoparagraaf 1.
Participatiewet (programma 6)
Risico
Financieel
Categorie
Ontwikkeling Rijksbijdrage Inkomensdeel, Participatiebudget en Wsw
Subcategorie
Budgetten
Specifieke risico’s 1) Inkomensdeel Participatiewet/ BUIG: het aantal bijstandscliënten in relatie tot (de eventuele aanpassing van) de Rijksbijdrage inkomensdeel en het participatiebudget (participatiewet + Wsw. Onder de Participatiewet is het daarnaast noodzakelijk om de kosten van de loonkostensubsidie, (deel) beschut werk en werkplekaanpassingen te betalen. Het aantal en de duur ervan vormen mogelijk een risico op een overschrijding van het budget. 2) Gemeentelijke bijdrage Wsw: verhoging gemeentelijke bijdrage Wsw aan Promen als gevolg van afname rijksbijdrage (subsidie per SE) en daling van het aantal Wsw/ers. Bandbreedte financiële gevolgen e - Algemeen risico Inkomensdeel €3,34 miljoen per jaar vanaf 2016 (1 2 jaar is 10% van het rijksbudget gereserveerd in reserve Participatie). Om in 2015 in aanmerking te komen voor een vangnetuitkering, moet er een tekort zijn op het aan de gemeente toegekende budget participatie van meer dan 10%. Zie verder onder ‘vangnet’. - Gemeentelijke bijdrage Promen: verhoging van de gemeentelijke bijdrage met het aandeel van Gemeente Capelle aan den IJssel van 21,4% van de omzet, niet zijnde de WSW-subsidie van het rijk (volgens concept begroting Promen 2016-2019: 11,9 miljoen) betekent een theoretisch maximaal bedrag aan risico van €2,5 miljoen per jaar vanaf 2016. Bij de berekening van de ratio weerstandsvermogen is rekening gehouden met 10% per jaar van € 33,4 miljoen budget (afgerond € 3,3 miljoen) en is het risico ‘Promen’ opgenomen onder de niet gekwantificeerde negatieve risico’s. Verantwoordelijken Ambtelijk: afdeling Welzijn en Educatie Bestuurlijk: Wethouder Faassen Verloop Participatiewet (voorheen Wet Werken naar Vermogen) Eerste moment van opname: Voorjaarsnota 2011; Geactualiseerd: Begroting 2014, Najaarsnota 2013, Jaarrekening 2013, Voorjaarsnota 2014, Begroting 2015, Najaarsnota 2014, Jaarrekening 2014, Voorjaarsnota 2015, Begroting 2016. Beheersingsmaatregelen De te nemen maatregelen zijn mede afhankelijk van de beschikbare budgetten, met name van het (lager wordende) participatiebudget. De realisatie op het participatiebudget wordt continu gemonitord om optimaal gebruik te maken van het budget. Budget inkomensdeel Participatiewet/ BUIG Tot en met 31 december 2014 was het algemeen risico op het Inkomensdeel participatiewet beperkt tot 10% van het beschikbare budget (€ 3,3 miljoen, uitgaande van het (geschatte) budget 2015 en 2016), aangezien ervan uitgegaan werd, dat bij een tekort het surplus minimaal via een aanvraag Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) gecompenseerd kon worden. Per 1 januari 2015 is niet alleen de Participatiewet in werking getreden, maar ook een nieuw verdeelmodel voor de gebundelde uitkering op grond van die wet, het zogeheten multiniveau-model. Het oude Concept-Programmabegroting 2016 - 94
-
verdeelmodel is ingetrokken, waarmee de aanspraken op incidentele en meerjarige aanvullende uitkering (IAU en MAU) slechts tot en met het uitvoeringsjaar 2014 aan de orde kunnen zijn. MAU-uitkeringen kunnen vanaf 2015 niet meer worden aangevraagd. IAU-uitkeringen kunnen voor het laatst in 2015 (over 2014) worden aangevraagd. Hoewel het nieuwe verdeelmodel zorgt voor een betere verdeling van middelen over gemeenten en een adequate prikkelwerking, kan niet worden uitgesloten dat gemeenten niet meer in financiële problemen kunnen komen als gevolg van grote tekorten op het bijstandsbudget. Tegen deze achtergrond kunnen gemeenten onder voorwaarden gecompenseerd worden voor deze grote tekorten. Voor de jaren 2015 en 2016 is er een vangnetregeling ingevoerd, waarbij 2015 het invoeringsjaar is. In dit invoeringsjaar wordt volstaan met een eenvoudig vangnet. Jaarlijks wordt eind september - begin oktober definitief de hoogte van het budget voor het lopende jaar vastgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met de landelijke ontwikkelingen van het aantal werklozen.
Vangnet Op vrijdag 19 juni 2015 heeft de staatssecretaris van SZW aan de Tweede Kamer een brief gestuurd over de stand van zaken met betrekking tot het verdeelmodel. Daarin staan ook de met de VNG gemaakte afspraken ten aanzien van het vangnet, namelijk: x De verlenging van het tijdelijk vangnet met één jaar; x De aanpassing van het eigen-risico regime voor het vangnet voor de jaren 2015 en 2016; x De eigen risico drempel gaat omlaag van 10% naar 5%; x Met gelijktijdige toepassing van een getrapte vergoedingsschaal, dat wil zeggen dat voor (het deel van) een tekort van meer dan 5% tot en met maximaal 10% voor de helft wordt gecompenseerd en dat voor het deel van het tekort dat meer bedraagt dan 10% volledig wordt gecompenseerd; x Tevens moet de rechtmatigheid van de bestedingen tijdig worden verantwoord.
Promen In de Najaarsnota 2014 is het voorstel opgenomen om de begroting van Promen in onze begroting te volgen. Zowel het afsluiten van de Wsw voor nieuwe instroom, als de daling van het subsidiebedrag voor het zittende bestand aan Wsw-ers heeft grote gevolgen voor Promen. Door de natuurlijke uitstroom zal de omvang van het aantal Wsw-werknemers ieder jaar dalen. In de Participatiewet is opgenomen dat de huidige Wsw-ers hun rechten en plichten behouden, waaronder de bepalingen van de CAO Wsw. Door de daling van de Rijkssubsidie en het wel moeten doorbetalen van de huidige salarissen zal er – een steeds groter – ‘gat’ ontstaan tussen deze inkomsten en uitgaven. Door Promen is aangegeven dat de daling van de subsidie niet (volledig) te compenseren is met verdere toename van omzetstijging. Het gevolg kan zijn dat de deelnemende gemeenten een steeds hogere bijdrage moeten leveren. Voor 2015 is door het rijk een voorlopige indicatie gegeven voor het budget Wsw voor 2015. Het definitieve bedrag wordt door het rijk pas vastgesteld wanneer alle gemeenten de aantallen Wsw-ers op 31-12-2014 hebben verstrekt via de Sisabijlage in de jaarrekening. Doordat in Capelle aan den IJssel sprake is van een onderschrijding van de taakstelling 2014 komt het bedrag voor 2015 waarschijnlijk lager uit dan de voorlopige vaststelling. Reserve Participatiewet De Participatiewet draagt meer taken op aan de gemeente door uitbreiding van doelgroepen (voorheen Wajong, WSW) en koppelt daar een bezuinigingstaakstelling aan. Daarnaast is besloten de reserve een ruimer toepassingsgebied te geven door die vanaf 2015 te koppelen aan de toekomstige participatiewet in zijn volle omvang. Bewaking Op de afdeling Welzijn en Educatie wordt het cliëntenbestand van het aantal bijstandshuishoudens nauwlettend gevolgd. De wijzigingen ten opzichte van de begroting en de feitelijke ontwikkeling van het klantenbestand worden continue gemonitord.
Concept-Programmabegroting 2016 - 95
-
2.
Aanbestedingen algemeen (programma 15)
Risico
Financieel
Categorie
Voortvloeiend uit aanbestedingsbeleid
Subcategorie
Investeringen en budgetten
Specifieke risico’s Diversen Bandbreedte financiële gevolgen P.M. Verantwoordelijken Ambtelijk: afdeling Financiën Bestuurlijk: Wethouder Meuldijk Verloop e 1 moment van opname: Najaarsnota 2014; Geactualiseerd: Jaarrekening 2014, Voorjaarsnota 2015, Begroting 2016. Beheersingsmaatregelen Bij de verschillende aanbestedingen in de afgelopen jaren zijn voordelen behaald. Om de taakstellingen in te vullen zijn bij het behalen van voordelen de betreffende budgetten structureel afgeraamd. Nieuwe aanbestedingen voor dezelfde werken brengen met zich mee dat de dynamiek die op dat moment in de desbetreffende markt aanwezig is het resultaat van de aanbesteding zal beïnvloeden. Het is dan niet uitgesloten dat de kosten hoger zullen zijn dan het bedrag dat daarvoor nog in de begroting is opgenomen. Tegen de achtergrond van de herstellende economie, aantrekkende werkgelegenheid, maar bestaande krappe budgetten blijft het zaak alert te blijven op scherpe/marktconforme prijsafspraken en leveringsvoorwaarden. Economisch herstel kan leiden tot een grotere vraag en dus hogere prijzen. In de Begroting is een beperkte stelpost prijzen opgenomen. Informatie en communicatie Bij aanbestedingen wordt gerapporteerd over het verloop en de budgetten. Bewaking Wordt per aanbesteding op toegezien. Ondernomen en mogelijke acties N.v.t.
Concept-Programmabegroting 2016 - 96
-
3.
Rentemarktontwikkelingen
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit normale bedrijfsvoering
Subcategorie
Financiering
Specifieke risico’s Bij het moeten aangaan van lange termijn financiering wordt er een risico gelopen over de hoogte van de dan geldende marktrenten. Bij een hogere rente dan waar gerekend mee wordt in de liquiditeitsprognose, en dus de begroting, zullen de rentelasten hoger zijn dan begroot. Bandbreedte financiële gevolgen P.M. Verantwoordelijken Ambtelijk: afdeling Financiën Bestuurlijk: Wethouder Meuldijk Verloop 1e moment van opname: Begroting 2008; Geactualiseerd: Jaarrekening 2014, Voorjaarsnota 2015 Begroting 2016 (ongewijzigd) Beheersingsmaatregelen Dagelijks wordt de marktrente gemonitord en wekelijks wordt deze gecommuniceerd met de treasurycommissie door de treasurer. Er is een bovengrens afgesproken voor de 10-jaars SWAP-rente. Indien deze grens bereikt wordt zal, in overleg met de treasurycommissie, vooruitlopend op de toekomstige financieringsbehoefte in afweging genomen worden om leningen met een toekomstige storting derivaat aan te trekken. Dit om te voorkomen dat de rente die betaald moet worden de rekenrente overstijgt. Informatie en communicatie Bij de paragraaf Financiering wordt uw raad geïnformeerd over de aangegane leningen en de renteontwikkelingen. Bewaking De treasurer rapporteert wekelijks aan de treasurycommissie. Ondernomen en mogelijke acties Indien de rente de bovengrens bereikt, worden mogelijk leningen met een toekomstige storting aangetrokken.
Concept-Programmabegroting 2016 - 97
-
4.
Algemene uitkering Gemeentefonds (programma 15)
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit Rijksbeleid
Subcategorie
n.v.t.
Specifieke risico’s Er zijn verschillende onzekerheden met betrekking tot de hoogte van de Algemene Uitkering: A. De moeilijkheid met betrekking tot het juist kunnen inschatten van de algemene uitkering -en met name het accres- is één van de grootste risico’s. Te vaak is sprake van dagkoersen. Het belemmert het zorgvuldig kunnen voeren van de financiële huishouding. B. Hoewel de rijksoverheid de objectieve verdeling van de middelen heeft ingevoerd voor de decentralisaties Zorg en Jeugd met ingang van 2016, constateren wij dat het hele beleidsveld nog in beweging is met grote risico’s voor de afstemming van budget/ middelen en uitkeringen/ uitgaven. Zie hiervoor ook risico: De drie decentralisaties. C. Naar verwachting treedt per 1 januari 2018 de nieuwe Omgevingswet in werking. Een van de doelstellingen van de vereenvoudiging van het omgevingsrecht is het realiseren van een besparing op de plankosten. De minister van Infrastructuur en Milieu gaat in haar wetsvoorstel uit van een bezuiniging die kan oplopen tot € 600 miljoen. Niet duidelijk is of deze bezuiniging in het geheel bij gemeenten wordt neergelegd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft bij brief van 29 september 2014 haar reactie op het wetsvoorstel aan de vaste Kamercommissie gegeven en daarin ook kenbaar gemaakt dat deze bezuiniging niet eenzijdig bij gemeenten kan worden neergelegd. Bandbreedte financiële gevolgen Structureel P.M. Verantwoordelijken Ambtelijk: Afdeling Financiën Bestuurlijk: Wethouder Meuldijk Verloop e 1 moment van opname: Voorjaarsnota 2012, e Geactualiseerd: Begroting 2013, Najaarsnota 2013, Begroting 2014, 1 begrotingswijziging 2014, Najaarsnota 2013, Jaarrekening 2013, Voorjaarsnota 2014, Begroting 2015, Najaarsnota 2014, Jaarrekening 2014,Voorjaarsnota 2015,Begroting 2016. Beheersingsmaatregelen Niet van toepassing. Informatie en communicatie Periodiek wordt er informatie door het rijk bekend gemaakt via circulaires. e Bij de collegebrieven van 2 april 2015 (voorlopige uitkomst 2 fase herverdeling) en 19 juni 2015 ( meicirculaire 2015) hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken. Zodra er nieuwe informatie komt van het Rijk, dan krijgt u deze informatie in een separate collegebrief aangereikt. Bewaking De afdeling Financiën volgt de ontwikkelingen van het Gemeentefonds. Ondernomen en mogelijke acties e De voorlopige uitkomst van de budgettair nadelige effecten 2 fase herverdeling gemeentefonds en de voordelige effecten van de objectieve verdeling van de decentralisaties Zorg en Jeugd per 2016, zijn verwerkt in de Voorjaarsnota 2015. De uitkomst van de meicirculaire 2015 wordt betrokken bij de actualisering van de begroting 2016 en meerjarenraming. De mutaties voor 2015 worden aangepast in de Najaarsnota 2015. Concept-Programmabegroting 2016 - 98
-
5.
Fiscaliteiten (BTW /BCF/VPB) (alle programma’s)
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit Rijksbeleid
Subcategorie
n.v.t.
Specifieke risico’s 1) Mengpercentage. Ten behoeve van de jaren 2014-2017 zijn de mengpercentages opnieuw berekend. De berekeningsmethode is door de belastingdienst eind augustus 2015 goedgekeurd door de Belastingdienst, met de expliciete opmerking dat er jaarlijks een nacalculatie moet plaatsvinden op het percentage en bij afwijkingen een suppletie moet worden ingediend. 2) VPB. Met ingang van 1 januari 2016 zal de Vennootschapsbelasting voor overheidinstellingen worden ingevoerd. Dit kan –niet compensabele- kosten opleveren voor onderdelen in onze begroting en verbonden partijen, indien er winst wordt gemaakt. 3) Belastingcontrole. In het kader van periodieke controle heeft de belastingdienst een controle bij ons aangekondigd. Daarbij controleren ze met name de BTW en BCF afdrachten en ontvangsten en de loonheffing. Een dergelijke controle vindt in 2015 plaats met een doorlooptijd tot 2016 en kan zowel financiële gevolgen hebben als gevolgen aanpassingen op ons fiscaal regime. 4) Wetgeving. Veranderende wetgeving kan een gevolg hebben voor onze fiscale kosten. Op dit moment is er landelijk een discussie gaande over een nieuw sportbesluit waardoor mogelijke nieuwe investeringen of investeringen die een herbestemming krijgen (investeringen die een commerciële bestemming krijgen) niet meer voor BTW-aftrek in aanmerking kunnen komen. Bandbreedte financiële gevolgen Ad 1 Mengpercentage. PM; Ad 2 VPB. Het effect hiervan voor de gemeente is onbekend. In de eerste wijziging op de begroting 2016 is –uit oogpunt van voorzichtigheid- in programma 15 een bedrag geraamd voor mogelijke kosten ad 150. Ad 3. Belastingcontrole. PM; Ad 4. Wetgeving. PM. Verantwoordelijkheden Ambtelijk: afdeling Financiën Bestuurlijk: wethouder Meuldijk Verloop e 1 moment van opname: Begroting 2014, Geactualiseerd: jaarrekening 2013, Voorjaarsnota 2014, Begroting 2015, Najaarsnota 2014, Jaarrekening 2014. Voorjaarsnota 2015, Begroting 2016. Beheersingsmaatregelen Ad 2) Uit een eerste inventarisatie, die samen met onze externe belastingadviseurs wordt uitgevoerd komt dat het mogelijk risico 150 is. Mogelijke VPB-last voortvloeiend uit de grondexploitaties is nog niet geinventariseerd: P.M.De ontrekkingen worden, samem met onze externe belastingadviseurs gemonitort. Ad 3) Alle grote projecten uit het verleden zijn geïnventariseerd op BTW consequenties en worden in dit kader besproken met de belastingdienst. Bewaking De afdeling financiën heeft specialistische kennis in huis of huurt hiervoor extern in en ziet toe op de juiste toepassing van de btw-voorschriften.
Concept-Programmabegroting 2016 - 99
-
6.
Onderhoud rijksmonumenten (programma 10)
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit Rijksbeleid
Subcategorie
n.v.t.
Specifieke risico’s Het perceel ’s Gravenweg 325 omvat twee panden: 1. Het hoofdgebouw de boerderij en Rijksmonument ’s Gravenweg 325; 2. Het bijgebouw de wagenschuur is een gemeentelijk monument De gronden en opstallen van ‘s-Gravenweg 325 zijn verkocht met een restauratieverplichting en overdracht van de rijkssubsidie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voor de ombouw en restauratie van het Rijksmonument. In het contract is en ontbindende voorwaarde opgenomen ten aanzien van de Rijkssubsidie. De Rijksdienst is bereid om te verlengen tot eind 2015. Bandbreedte financiële gevolgen Als de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed geen uitstel verleent voor de oplevering van het Rijksmonument komt de subsidie van € 538.432,- te vervallen. Dit bedrag zal door de gemeente aan de Rijksdienst moeten worden teruggestort. In de koopovereenkomst is opgenomen dat de koper verantwoordelijk is voor het juiste en tijdig uitvoeren van de werkzaamheden uit de subsidiebeschikking en dat de koper de gemeente vrijwaart voor eventuele kortingen door het rijk wegens het onjuist of niet tijdig aanwenden van de subsidie. Mocht de koper alsnog afzien van de ontwikkeling van ‘s-Gravenweg 325 dan kan het koopcontract worden ontbonden en komen de gronden en opstallen weer in gemeentelijk bezit. Er zal dan een plan moeten worden gemaakt voor behoud van het Rijksmonument en de herbouw van het gemeentelijk monument. Bij een volledige restauratie en herbouw wordt op basis van een raming uitgegaan van een investering van € 1,8 miljoen voor volledig herstel, inclusief funderingsherstel, voor beide objecten. Na herstel van de opstallen is de waarde circa €1,5 miljoen. Verantwoordelijkheden Ambtelijk: afdeling Stadsontwikkeling Bestuurlijk: wethouder Van Sluis Verloop e 1 moment van opname: Voorjaarsnota 2013, Geactualiseerd: Najaarsnota 2013, Jaarrekening 2013, Voorjaarsnota 2014, Begroting 2015, Najaarsnota 2014, Jaarrekening 2014, Voorjaarsnota 2015; Begroting 2016 (ongewijzigd) Beheersingsmaatregelen x Wind- en waterdicht houden van beide objecten; x Sinds 2003 wordt getracht voor ’s Gravenweg 325 geïnteresseerde exploitanten te vinden; x Realisatie van een zorgboerderij in beide objecten, waarbij de beide objecten volledig worden gerestaureerd. Informatie en communicatie x Via collegebrieven en bestuurlijke besluitvorming, gericht op de planontwikkeling van een zorgboerderij op ’s Gravenweg 325 met daarbij later de overname van de financiering van de naastgelegen kinderboerderij. x In bestemmingsplan Schollebos is de benodigde bestemmingsplandoeleinden opgenomen. x In de gezamenlijke commissie SOB en DE van 9 april 2013 is stand van zaken gepresenteerd. x In de collegebrief van 3 oktober 2014 is een overzicht van onderhoudsstaat monumenten 2014 opgenomen (nummer: 2014/081). Hierin is aangegeven dat de staat van het onderhoud als “zeer slecht” is beoordeeld. Eveneens is gemeld dat een omgevingsvergunning voor onder andere reconstructie van Concept-Programmabegroting 2016 - 100
-
x x
de wagenschuur inmiddels is verleend. De initiatiefnemer wil starten met de bouw maar financieel is het nog niet rond. Mogelijkheden worden onderzocht. De wagenschuur en de oude jeugd en natuurwacht zijn gesloopt. In het rijksmonument is de aanwezige asbest gesaneerd. De eerste plannen voor restauratie zijn in de monumentencommissie besproken en worden aangepast.
Bewaking Rapportage aan het college over ontwikkeling plan en informeren commissie en raad over vorderingen bouwplan en realisatie zorgboerderij.
Concept-Programmabegroting 2016 - 101
-
7.
De drie decentralisaties (diverse programma’s)
Risico
Financieel
Categorie
Gevolgen van het decentraliseren van rijksbeleid en rijksbudgetten naar de gemeente(n)
Subcategorie
budgetten
Algemene risico’s Bij de drie decentralisaties gaat het om grote budgetten die jaarlijks naar de gemeenten gaan. De budgetten zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op historische verdeling. Met ingang van 2016 zijn de objectieve verdeelmodellen voor de WMO 2015 en Jeugd van toepassing. Door de invoering er van treden herverdeeleffecten op. Voor beide modellen worden ingroeipaden gehanteerd. Verder worden de macrobudgetten in de verschillende jaren verlaagd, met bedragen die totaal landelijk tussen € 100 en € 250 miljoen liggen, hoofdzakelijk in de taak Jeugd. De Meicirculaire geeft een korting van tussen de € 1 miljoen € 1,5 miljoen structureel op ons budget Jeugdhulp. Ons uitgangspunt om het te doen met de middelen die we ervoor krijgen, staat hiermee onder zéér grote spanning. We zullen in 2015 onderzoeken of het mogelijk is om dit uitgangspunt voor Jeugdhulp te handhaven, dan wel oplossingen te vinden binnen het gehele Sociale Domein van de 3D. De Meicirculaire 2015 geeft eens te meer aan dat er sprake is van “dagkoersen”. De tendens in deze circulaire is negatief. Specifiek gerelateerd aan de jeugdhulp, hebben we 16 juni 2015 een brief aan staatssecretaris Van Rijn gestuurd, om aan te geven dat wij met de dreigende korting onze verantwoordelijkheid niet meer kunnen nemen om een volwaardig en kwalitatief pakket aan maatregelen aan onze Capellenaren te bieden. Risico WMO Op basis van het objectieve verdeelmodel krijgen wij vanaf 2016 een budgetverhoging van circa € 0,9 – 1,1 miljoen. Aanbieders hebben problemen met de facturering richting gemeente, waardoor het nog niet duidelijk is hoe groot het aantal en het bedrag van de declaraties van de aanbiedende partijen is. Daarnaast is er landelijk nog veel onzekerheid over de betalingen van de PGB’s (persoonsgebonden budgetten) De SVB heeft nog steeds problemen met de uitbetaling, ook in de Capelse situatie. Dit is dus een risico zowel in aantallen cliënten als in de hoogte van de declaraties. Risico jeugdhulp Een eerste analyse van het genoemde tekort van tussen de € 1 miljoen en € 1,5 miljoen structureel is dat er aansluitingsverschillen bestaan tussen de basisgegevens in de decembercirculaire 2014 en de meicirculaire 2015, waardoor we bij de decembercirculaire voordeelgemeente waren en nu bij de meicirculaire 2015 nadeelgemeente. De korting wordt nu doorgevoerd op de specialistische jeugdhulp bij de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond. (G.R.) Het risico is dat de G.R. met hun budget niet uitkomen waardoor onze bijdrage aan de G.R. hoger zou kunnen uitvallen. Een tweede risico is dat we op dit moment nog onvoldoende factuurgegevens vanuit de betrokken partijen hebben om cijfermatig de juiste conclusies te kunnen trekken. Dit geldt ook voor de mogelijk vergeten doelgroepen en de toename van de vraag buiten de gemeente om door medici naar de hulpverleners in de jeugdhulp. Het gevaar bestaat daarbij dat er verwezen wordt naar onnodig dure zorgverleners. Ook de verplichting om de in 2014 ingezette trajecten die doorlopen in 2015 voort te zetten, kan een financieel probleem opleveren. Het kan hier ook gaan om dure trajecten, die pas met ingang van 2016 omgezet kunnen worden in goede, maar goedkopere trajecten. Risico Participatie Zie risico Participatiewet
Concept-Programmabegroting 2016 - 102
-
8.
Subsidies
Risico
Financieel
Categorie
Risico bij het afrekenen van subsidieprojecten
Subcategorie
n.v.t.
Specifieke risico’s Bij het afrekenen van subsidieprojecten bestaat het risico dat niet de volledige subsidie wordt toegekend, waardoor inkomsten waarop was gerekend, niet worden gerealiseerd. Bandbreedte financiële gevolgen P.M. Verantwoordelijken Ambtelijk: afdeling Directie Bestuurlijk: wethouder Meuldijk Verloop Eerste moment van opname: Voorjaarsnota 2015 Begroting 2016 (ongewijzigd) Beheersingsmaatregelen Wij volgen de ontwikkelingen rondom de wetgeving, de nieuwe en bestaande subsidieregels nauwlettend. Informatie en communicatie We rapporteren over de ontwikkelingen bij de diverse P&C-documenten. Bewaking De afdeling Financien in samenwerking met de vakafdelingen volgt de ontwikkelingen. Ondernomen en mogelijke acties N.v.t.
Concept-Programmabegroting 2016 - 103
-
9.
Voorziening pensioenen wethouders
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit wijziging wetgeving
Subcategorie
n.v.t.
Specifieke risico’s De aanspraken op pensioen voor wethouders zijn geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (APPA). De pensioenpremie wordt niet gestort in de kas van een pensioenfonds, maar blijft bij de gemeente. Vanaf 2014 zijn gemeenten verplicht een voorziening voor de pensioenverplichting aan te houden. Met ingang van 2014 hebben wij – in overeenstemming met de verslaggevingvoorschriften voor gemeenten - het uitgangspunt van de voorziening gewijzigd. De voorziening is nu bedoeld voor de pensioenverplichtingen aan de wethouders die in 2014 (en later) in het college hebben gezeten. De Wet Appa gaat binnenkort wijzigen. Gemeenten zullen verplicht moeten deelnemen aan een nog op te richten pensioenfonds voor wethouders bij het ABP. De gemeenten zullen de verplichtingen dan voor alle (gewezen) wethouders moeten afdragen aan het ABP. Doordat veel gemeenten hun pensioenverplichtingen niet volledig hebben voorzien, komt er waarschijnlijk een mogelijkheid om de betaling van de pensioenverplichting uit te smeren over meerdere jaren. We kunnen eventueel de komende jaren via een bestemmingsreserve sparen om te zijner tijd aan de pensioenverplichting te kunnen voldoen. De verplichting per 31 december 2014 was 5.080, verdeeld als volgt: 1. 2. 3. 4.
Gepensioneerde oud-wethouders of hun nabestaanden 3.090. (doelvermogen) De zogenaamde slapers (nog niet pensioengerechtigd) 520. (reserve waardeoverdracht) Oud-wethouders met wachtgelduitkering 830.(reserve waardeoverdracht) Zittende wethouders 690 (reserve waardeoverdracht)
Momenteel is een bedrag van 1.000 voorzien. Bandbreedte financiële gevolgen P.M. Verantwoordelijken Ambtelijk: Directie Bestuurlijk: Burgemeester Verloop Eerste moment van opname: Voorjaarsnota 2015 Geactualiseerd: Begroting 2016 Beheersingsmaatregelen Wij volgen de ontwikkelingen rondom de wetgeving nauwlettend. Informatie en communicatie We rapporteren over de ontwikkelingen bij de diverse P&C-documenten. Bewaking De afdeling Financiën en Bestuur- en Concernondersteuning, onderdeel Personeelszaken, volgen de ontwikkelingen. Ondernomen en mogelijke acties N.v.t.
Concept-Programmabegroting 2016 - 104
-
10.
Constructiefouten onderwijshuisvesting primair onderwijs (programma 11)
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit constructiefouten bij huisvesting primair onderwijs.
Subcategorie
Herstel constructiefouten
Specifieke risico’s Sinds 1 januari 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor onderhoud en aanpassing van schoolgebouwen voor primair onderwijs niet meer bij de gemeenten, maar bij de schoolbesturen. Constructiefouten bestaande uit schade aan een gebouw veroorzaakt door eigen gebrek of eigen bederf, evenals uit kosten gemoeid met het voorkomen van nog niet zichtbare materiële schade onmiddellijk voortvloeiend uit ontwerpfouten, uitvoeringsfouten of wanprestatie blijven echter voorzieningen in de huisvesting, waarvoor schoolbesturen aanvragen kunnen indienen bij gemeenten. Ook het verwijderen van asbest kan hier in bepaalde omstandigheden onder vallen. De gemeente beoordeelt deze voorzieningen in de huisvesting jaarlijks naar aanleiding van aanvragen van schoolbesturen. Hiermee is de bandbreedte op langere termijn moeilijk in te schatten, maar bestaat het risico tot onvoorziene financiële lasten. Bandbreedte financiële gevolgen Niet te kwantificeren Verantwoordelijken Ambtelijk: Afdeling Welzijn en Educatie (en andere afdelingen). Bestuurlijk: Wethouder Van Cappelle Verloop Eerste moment van opname: VJN 2015 Begroting 2016 (ongewijzigd) Beheersingsmaatregelen De schoolbesturen maken meerjarenonderhoudsplannen, waarbij deels naar voren zal komen waar aanvragen voor constructiefouten mogelijk zijn. Gedane aanvragen van schoolbesturen worden getoetst op technische aspecten, financieel en waar de verantwoordelijkheid ligt; bij de gemeente of schoolbestuur. Informatie en communicatie In de risicoparagraaf zal aandacht gegeven worden aan de te verwachten financiële ontwikkelingen aangaande constructiefouten bij schoolgebouwen, waar de gemeente voor verantwoordelijk is. Bewaking Bij de jaarlijkse aanvragen van het programma onderwijshuisvesting worden de aanvragen in kaart gebracht.
Concept-Programmabegroting 2016 - 105
-
11.
Dividenden
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit vroegere besluiten
Subcategorie
Te ontvangen dividenden nutsbedrijven
Specifieke risico’s Algemeen In de jaarrekening 2014 hebben wij 3.175 aan dividendbaten verantwoord voor nutsbedrijven. Op basis van voorzichtigheid ramen wij totaal 2.505 aan dividendbaten voor 2016 en verdere jaren, te weten 1.780 voor Eneco en 725 voor Evides. Eneco De gemeente is samen met 54 andere gemeenten eigenaar van Eneco Groep. Energiebedrijf Eneco, energie-infraspecialist Joulz en netwerkbedrijf Stedin zijn onderdelen van Eneco Groep. Deze laatste twee bedrijven worden in 2015 samengevoegd. De gedwongen splitsing in een productie-leveringsbedrijf (Eneco) en netbeheerbedrijf (Stedin) en de effecten van de tariefsverlaging voor netbeheerders die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) kan gevolgen hebben voor de hoogte van het dividend. Zoals gewoonlijk doet Eneco zelf geen voorspellingen ten aanzien van de toekomst over winstverwachtingen en uit te keren dividenden. Begroot dividend: 1.780. De twee belangrijkste risico’s met de dividenduitkering Eneco zijn: - De verwachting is dat de dividenduitkeringen in de komende jaren eerder een dalende lijn dan een stijgende lijn gaan vertonen. - De mogelijke gevolgen van de splitsingswet. Evides Mede de door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) opgelegde toegestane vermogenskostenvergoeding, de zogenaamde WACC, brengt onzekerheid met betrekking tot de verwachte dividenduitkeringen met zich mee. Begroot dividend 2016: 725. Bandbreedte financiële gevolgen De te verwachten dividenden zijn structureel en voor een vast bedrag opgenomen in de begroting 2016. De bandbreedte van mogelijk lagere dividenduitkeringen zijn, op basis van de huidige informatie, niet in te schatten. Bandbreedte: PM Verantwoordelijken Ambtelijk: Financiën Bestuurlijk: Wethouder Meuldijk Verloop Eerste moment van opname: Begroting 2016 Beheersingsmaatregelen Wij volgen de ontwikkelingen rondom de wetgeving en de bestuursbesluiten Eneco en Evides nauwlettend. Op basis van het voorzichtigheidsprincipe is binnen de begroting niet het gehele bedrag aan baten opgenomen zoals dat in voorafgaande rekeningjaren is verantwoord. Informatie en communicatie We rapporteren over de ontwikkelingen bij de diverse P&C-documenten. Bewaking De afdeling Financiën volgt de ontwikkelingen. Ondernomen en mogelijke acties Niet van toepassing. Concept-Programmabegroting 2016 - 106
-
12.
Niet of onvoldoende geraamde vervangingsinvesteringen (meerdere programma’s)
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit vroegere besluiten
Subcategorie
Vervanging van gebouwen, investeringen in de openbare ruimte en herstructureringen.
Specifieke risico’s e Bij de 1 begrotingswijziging 2014 is de transformatie van de sportvelden gerealiseerd. Daarna resteert nog de transitie van de gemeentelijke gebouwen, investeringen in de openbare ruimte en herstructureringen. Dit betreft het ontbreken van middelen als een investering uit het verleden, die destijds met eenmalige middelen is gefinancierd, moet worden vervangen. Bandbreedte financiële gevolgen € 1,1 miljoen + PM structureel voor de periode 2020 tot en met 2025. In de periode tot en met 2019 is het bedrag nihil. Dit bedrag betreft de transformatie van de investeringen met betrekking tot de gebouwen. De PM heeft betrekking op herstructureringsuitgaven en zal naar verwachting in het najaar 2015 in het kader van de gebiedsvisie Centraal Capelle gekwantificeerd kunnen worden. Verantwoordelijken Ambtelijk: Directie Bestuurlijk: Wethouder Meuldijk Verloop Eerste moment van opname: Jaarrekening 2009. Geactualiseerd: Jaarrekening 2010 (informatie over ondernomen en mogelijke acties), Begroting 2012 (informatie over genomen actie), Begroting 2014 (aanpassing naar aanleiding van transformatie), Begroting 2015, Najaarsnota 2014, Jaarrekening 2014, Voorjaarsnota 2015, Begroting 2016. Beheersingsmaatregelen Het college heeft op 26 november 2009 een notitie transformatie begroting vastgesteld en op 5 januari 2010 een aanvullende notitie transformatie begroting. (BBV115545 en BBV 126866). Kern van de problematiek is dat meerdere investeringen in vooral gebouwen uit de jaren 1970 tot 1990 met eenmalige middelen zijn gefinancierd, dan wel dat onvoldoende in de kapitaallasten is voorzien om deze na de termijn van circa 40 jaren weer te vervangen. Daarnaast is op termijn onvoldoende voorzien in de kapitaallasten van vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte en herstructureringen. Informatie en communicatie Bij de integrale afweging van prioriteiten zal dit onderwerp de komende jaren aan de orde worden gesteld. Bewaking Jaarlijkse opname en vermelding in de risicoparagraaf. De vrijvallende kapitaallasten worden gereserveerd voor transformatie van gebouwen, bij IBOR/ verhardingen en zo mogelijk herstructureringen.
Concept-Programmabegroting 2016 - 107
-
13.
Verhuur gemeentelijk accommodaties (programma 3)
Risico
Financieel
Categorie
Huuropzegging Vastgoed
Subcategorie
Inkomstenderving
Specifieke risico’s De afgesloten huurovereenkomst tussen de VRR en de gemeente voor het pand, Slotlaan 121 loopt tot 31 december 2016 en heeft een opzegtermijn van 1 jaar (31 december 2015). De VRR ontwikkelt een overall huisvestingsplan voor de gehele regio en heeft aangegeven zich te heroriënteren op voortzetting van het gebruik van het pand na 2020. In de tussenliggende periode willen zij minder m2 bvo huren. Bandbreedte financiële gevolgen P.M. Verantwoordelijken Ambtelijk: afdeling Facilitaire Diensten Bestuurlijk: Wethouder Meuldijk Verloop Eerste moment van opname: Begroting 2016 Beheersingsmaatregelen Overleg met directie VRR over huuropzegging en gebruik van het pand. Bij een nieuwe efficiënte indeling kunnen mogelijk de vrijkomende m2 aan een andere partij verhuurd worden. Informatie en communicatie We rapporteren over de ontwikkelingen bij de diverse P&C-documenten. Bewaking De afdeling Facilitaire Diensten, unit Vastgoed, houdt het formele traject in de gaten en zal een zo’n efficiënte mogelijke indeling van het pand bewerkstelligen om de verhuurbaarheid te vergroten. Ondernomen en mogelijke acties Overleg met vertegenwoordiger VRR over: 1. de huisvestingswensen en toekomstige plannen; 2. efficiëntere indeling van het pand; 3. vrijkomend verhuurbare deel in de markt zetten.
Concept-Programmabegroting 2016 - 108
-
14.
Verleende Garanties voor instellingen
Risico
Financieel
Categorie
Risico voortvloeiend uit provinciaal toezicht
Subcategorie
N.v.t.
Specifieke risico’s Vanwege aanvullende voorschriften van de provincie in het kader van het financieel toezicht, is dit een verplicht onderdeel geworden bij de bepaling van het weerstandsvermogen. Het betreft garanties voor leningen waarvoor de gemeente 100% garant staat, zonder betrokkenheid van een andere waarborginstelling, zoals leningen aan Verpleeghuis Rijckehove, St. IJsselland ziekenhuis, VV Capelle en het Rijksmonument Dorpsstraat 164, in totaliteit een bedrag van € 16,7 miljoen. Bandbreedte financiële gevolgen De ervaring leert dat sinds 2000 geen enkele garantie is aangesproken. Vanuit het voorzichtigheidsbeginsel is het raadzaam een percentage te hanteren om de risico’s van deze garantstellingen te kwantificeren. Wij hebben dit percentage vastgesteld op 5%. Het risico komt dan uit op circa € 0,9 miljoen (€ 16,7 miljoen X 5%). Verantwoordelijkheden Ambtelijk: afdeling Financiën Bestuurlijk: wethouder Meuldijk Verloop e 1 moment van opname: begroting 2014; Geactualiseerd: Begroting 2015, Najaarsnota 2014, Jaarrekening 2014, Voorjaarsnota 2015; Begroting 2016 (ongewijzigd) Beheersingsmaatregelen Gezien het beperkte risico zijn vooralsnog geen maatregelen genomen. Informatie en communicatie Bij de toetsing van de jaarstukken wordt aandacht besteed aan het risico voor de gemeente. Bewaking Bij de toetsing van de jaarstukken van de betrokken instellingen wordt gelet op het risico van de gemeente.
Concept-Programmabegroting 2016 - 109
-
B. Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt ingegaan op de (gewenste) onderhoudstoestand en de onderhoudskosten van infrastructuur (wegen, riolering en dergelijke), voorzieningen en gebouwen in onze gemeente. Deze uitgaven voor onderhoud komen vooral in de programma’s 3 en 4 Buitenruimte grijs en groen, 9 Milieu, 10 Bezittingen i.k.v. actief grondbeleid,11 Onderwijs, 12 Sociale Infrastructuur en 14 Sport en recreatie voor. De gemeente heeft in 2015 onderstaande disciplines in beheer: Beleid Het beleid van onze gemeente voor het onderhoud van kapitaalgoederen is opgenomen in de volgende nota’s: Accommodaties met beleid beheerd (2000) Strategisch Beheersplan Kunstwerken (commissie Middelen en Buitenruimte 13 oktober 2005) Herijkte Stedelijke Beheervisie (commissie Middelen en Buitenruimte 8 december 2005) Speelruimte beleidsplan (8 juni 2000) evaluatie heeft plaatsgevonden in 2008 Kadernotitie Openbare Verlichting 2010 Kadernotitie Civiel Technische kunstwerken(2010) Kadernotitie Wegen (2010) Stedelijk waterplan Capelle aan den IJssel (2010) Groenvisie (2011) Bomenbeleidsplan (2013) Gemeentelijk Verbreed RioleringsPlan (VGRP 2016-2020) (2015) Beheerplannen 2016-2020 Wegen, Openbare verlichting, Verkeersvoorzieningen, Groen, Water, Speelplaatsen, Riolering, Kunstwerken Integraal projectenboek 2016-2020 Integraal huisvestingsplan onderwijs Capelle aan den IJssel Inventarisatierapport ‘’Optimalisatie gemeentelijk vastgoed’’ (BBV 431257, 27 januari 2012). Nota Beleidskaders ‘’Optimalisatie gemeentelijk vastgoed’’ (BBV 464890, 8 oktober 2012). Beleidsnota “Vastgoed in beweging 2013” (BBV 518742, 11 juni 2013).
Concept-Programmabegroting 2016 - 110
-
Discipline
Hoeveelheidgegevens
Beheer- en Gehanteerd onderhoudslasten kwaliteitsambitie (totale productlasten x € 1.000)
Openbare Ruimte
Verharding
€
2.999
sober
€
4.769
Wonen/centrum: basis Overig: sober
€
920
sober
- wegen
3.002.000 m2
Groen - oppervlakte - aantal bomen
2.890.000 m2 26.000 stuks
Openbare verlichting - masten - armaturen
15.033 stuks 17.709 stuks
Civieltechnische kunstwerken - bruggen - visplaatsen - geluidkerende constructies - grondkerende constructies - tunnels & viaducten - portalen - trappen
€
605
sober
€
277
basis
€
3.214
hoog
241 stuks 38 stuks 5.346 m1 7.229 m1 19 stuks 9 stuks 1 stuk
Speelplaatsen - plekken incl. trapvelden - toestellen
227 stuks 618 stuks 54 stuks
- trapvelden Riolering - lengte rioolstelsel binnen gemeentegrens - lengte drainageafvoerleidingen binnen de gemeentegrens - lengte persleidingen hoofd- en subgemalen - lengte persleiding drukriolering - inspectieputten - kolken - lijngoten - gemalen - drukriool units - meetnet van peilbuizen - regenmeters - overstortmeters - regulier meetnet van peilbuizen - aantal drainagepompen (bemalen drainage) - huisaansluitingen Concept-Programmabegroting 2016 - 111
-
276 km 112 km 50,7 km 8,8 km 8.000 stuks 28.500 stuks 2.000 stuks 75 stuks 168 stuks 380 stuks 6 stuks 27 stuks 226 stuks 10 stuks 32.460
Water - oppervlak aan oppervlaktewater - hiervan in beheer en onderhoud bij HHSK - hiervan in beheer en onderhoud bij de gemeente capelle - duikers Verkeersvoorzieningen - borden - verkeersregelinstallaties (VRI)
€
97
Basis
€
726
basis
€
5.434
basis
€
23
sober
€
154
n.v.t.
10 m² €
15
151,0 ha 145,5 ha 5,5 ha 576 stuks 9.400 stuks 28 stuks
- belijning - slagbomen+beheercentrale Frogbaan - straatnaamborden en – verwijzingsborden - gemeentelijke buurt- en objectbewegwijzeringsborden - ANWB masten met wegwijzers
546 km 6+1 2.940 stuks 297 stuks 185 stuks
Reiniging (huishoudelijk afval, papier, glas, textiel, kunststof en gft, ) - ondergrondse containers - bovengrondse containers
1.300 stuks 800 stuks
Beeldende kunstwerken - gemeentelijk eigendom - particulier eigendom
59 objecten 8 objecten
Gemeentelijke gronden - verhuurde gronden, inclusief uitgifte in (erf)pacht Beleidsmatig vastgoed
434.354 m²
Buitenruimte - openbare toiletcabine in het stadshart Cultuur - muziekonderwijs en een theater. Grondexploitatie - accommodatie op een volkstuincomplex. Herstructurering
Niveau 3 (redelijk)
1 object 5.342 m² €
339
Niveau 2 (goed)
2 objecten 60 m² 1 object
Niveau 3 (redelijk)
14.162m² € 7 objecten 4 objecten
- bedrijfspanden - woningen Milieu (huishoudelijk afval)
410
Niveau 4 (matig)
38 m² Valt onder
Niveau 2 (goed)
reiniging 1 object
- afvalbrengstation. Monumenten - rijksmonumenten Dief- en duifhuisje aan de Rozenburcht Kerktoren
65 m² € 2 objecten
Concept-Programmabegroting 2016 - 112
-
185
Niveau 3 (redelijk)
Riolering
989 m² Valt onder
Niveau 2 (goed)
riolering 9 objecten
- rioolgemalen Sociale infrastructuur
10.498m² €
- expositieruimte - jongerenvoorziening - kinderopvang; - verenigingsgebouwen (verzamelobject) - wijkcentra (verzamelobject) - multifunctionele centra - bedrijfspand - kinderboerderij; Veiligheidsregio
Beleidsveld bedrijfsvoering Beleidsveld onderwijs
3.291 m² € 1 object
192
Niveau 3 (redelijk)
36m² € 2 objecten
14
Niveau 3 (redelijk)
1 object
4 objecten 1 object 2 object 1 object
- brandweerkazerne. Verkeer en vervoer - fietsenstallingen (Capelle Centraal / De Terp) Bedrijfshuisvesting
13.994 m²
- gemeentehuis en gemeentewerf Onderwijshuisvesting
€
1.585
€
1.578
€
3.571
445 m² € 3 objecten
36
Niveau 2 (goed)
2 objecten
Niveau 3 (redelijk)
34 objecten 43.768 m² 37.816 m²
Sportaccommodatie
Niveau 3 (redelijk)
6 objecten 15 objecten
- douches/kleedkamers; - gymnastieklokalen; - sporthallen; - sportzaal (+ 1 kantine);
3 objecten 1 object 7 objecten 27.945 m²
- verenigingsgebouwen; - totaal oppervlakte accommodaties - sportparken (in aantal en oppervlakte) - zwembad (via exploitant Optisport) Overig vastgoed
Niveau 3 (redelijk)
2 objecten 4 objecten 6 objecten
- schoolgebouwen (incl. 2 multifunctionele centra) - basisonderwijs - voortgezet onderwijs Beleidsveld sport
1.299
4/449.693 m² 1/1.834 m²
Overig vastgoed - garages en kantoorpand.
Niveau 4 (matig)
Integraal beheerplan openbare ruimte (IBOR) De afgelopen jaren zijn diverse stappen gezet om de grip op de kwaliteit van de openbare ruimte en de sturing op de integrale kwaliteit van de buitenruimte verder te verbeteren. In 2015 zijn de Beheerplannen 2016-2020, evenals het Integrale Projectenboek 2016-2020 vastgesteld In het IBOR 2016-2020 zijn 44 integrale projecten opgenomen. In de beheerplannen staat hoe de diverse vakdisciplines de komende jaren het beheer en onderhoud gaan aanpakken, waarbij als uitgangspunt is Concept-Programmabegroting 2016 - 113
-
genomen dat er aan het eind van deze planperiode geen achterstanden zijn. Daarnaast zijn de toekomstige beheeropgave en de budgetbehoefte per discipline inzichtelijk gemaakt. Kwaliteitsambitie openbare ruimte Op landelijk niveau zijn de beeldkwaliteitcatalogi van de diverse adviesbureaus doorontwikkeld en samengevoegd in de nieuwe CROW-publicatie 323. Het CROW is het Nationale kennisplatform voor de infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. In de Beheerplannen 2016-2020 zijn de kwaliteitsniveaus vertaald naar de beeldkwaliteit zoals eerder vastgelegd in de “Kwaliteits Catalogus Openbare Ruimte (2000)”. Te weten; zeer hoog, hoog, basis, sober en zeer sober Openbaar groen en speelplaatsen Beheerplannen, de herijkte Stedelijke Beheervisie, groenvisie, speelruimtebeleidsplan en bomenbeleidsplan verwoorden de doelstelling en de uitgangspunten van instandhouding van technische, recreatieve, architectonische en ecologische functies die aan het groen en speelruimtes in stedelijke- en landelijke gebieden zijn verbonden. Voor het Schollebos is een plan opgesteld voor een gezonde ontwikkeling van dit gebied, waarbij de natuurwaarde maar ook de recreatieve functie in acht zijn genomen. Wegen, kunstwerken en openbare verlichting Het beleid is er op gericht om de wegen te laten voldoen aan de gestelde eisen van verkeersveiligheid, leefbaarheid en comfort. In de herijkte Stedelijke Beheervisie is het gewenste kwaliteitsniveau vastgesteld. Het voldoen van de openbare verlichting aan de normering van de Nederlandse stichting voor verlichtingskunde (NSVV 2001) is als doel gesteld. Dit is opgenomen in het vastgestelde beleidsplan openbare verlichting. Optredende knelpunten worden per geval opgelost. Zoals in de herijkte Stedelijke Beheervisie is aangegeven, is het beleid erop gericht de constructies te beheren en te onderhouden op een zodanige wijze dat de veiligheid van de gebruikers is gewaarborgd. Er is een beheersysteem aangeschaft waarmee planmatig beheer kan worden uitgevoerd. De benodigde inventarisaties zijn verricht. In 2010 zijn de kadernota’s Wegen, Openbare verlichting en Kunstwerken door ons vastgesteld. In de beheerplannen 2016-2020 is de stand van zaken van het onderhoud opgenomen. Bij het opstellen van de beheerplannen 2016-2020 is een nieuwe stand van zaken over het onderhoud gegeven.
Concept-Programmabegroting 2016 - 114
-
Riolering en grondwater Het beheer van de riolering is gebaseerd op het Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (VGRP 2016-2020). Hierin is aangegeven hoe de gemeente invulling geeft aan de wettelijke plicht voor het doelmatig en milieutechnisch verantwoord inzamelen en transporteren van het afvalwater binnen haar grondgebied. De zorgplicht voor afvalwater is gesplitst in: x Zorgplicht voor stedelijk afvalwater – het inzamelen en transport van afvalwater naar een zuiveringstechnisch werk; x Zorgplicht voor afvloeiend hemelwater – de inspanningen kunnen bestaan uit het inzamelen, bergen en transporteren van relatief schoon water. Grondwater Net als bij riolering is de zorgplicht voor grondwater een uitvloeisel van de invoering van de Wet gemeentelijke watertaken (2008) en als zodanig opgenomen in het Verbreed gemeentelijk RioleringsPlan (VGRP 2016-2020). De zorgplicht bepaalt dat de gemeente structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk moet voorkomen of beperken. Wel dient het treffen van die maatregelen doelmatig te zijn en niet onder de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie te vallen. Water Voor water heeft de gemeente een onderhoudsplicht voor (eigen) oppervlaktewater en de ontvangstplicht voor vrijkomende baggerspecie uit het oppervlaktewater. Oppervlaktewater Het inrichten en beheren van oppervlaktewater is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van waterschappen, gemeenten en andere betrokken partijen. Het oppervlaktewater is grotendeels in beheer en onderhoud bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK). Een klein gedeelte is in beheer en onderhoud bij de gemeente. Hiervoor is de gemeente onderhoudsplichtig. Naast deze onderhoudsplicht heeft de gemeente ontvangstplicht voor – een groot gedeelte van – al de, uit het oppervlaktewater vrijkomende baggerspecie. Dat kan zijn vrijkomend slib, mits verspreidbaar, bij baggeren, bladeren en (drijf)vuil bij blad- en vuilvissen en waterplanten, riet en kroos bij maaien en krozen. Voor de transportfunctie van water is het belangrijk dat watergangen met elkaar verbonden zijn. Daar waar water en wegen elkaar kruisen, kan dit door toepassing van bruggen. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van dammen, dan moet de verbinding tussen watergangen worden gerealiseerd door duikers. Voor zover het voorzieningen in de openbare ruimte betreft, is de gemeente verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en onderhoud van duikers. Veel duikers in de wijk Schollevaar worden vervangen om de doorstroming te verbeteren. Vastgoedbeheer algemeen Met ingang van 2011 is een project gestart om het gemeentelijke vastgoed te optimaliseren Uitgangspunt hierbij is een goede afstemming van de vraag naar en het aanbod van accommodaties, nu en in de nabije toekomst (portfoliomanagement). Daarbij dienen vraag en aanbod aan te sluiten bij de (toekomstige) beleidsopgave welzijn en de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Daarnaast wordt tegen het einde van de economisch levensduur van een pand een afweging gemaakt of het pand behouden moet blijven of moet worden afgestoten, afgezet tegenover het (toekomstig). rendement van het pand. Onderhoudsniveau gemeentelijke vastgoed Tot het voeren van een verantwoord accommodatiebeheer behoort een goed onderhoud van de gebouwen. Om het niveau van onderhoud te objectiveren, wordt om de drie jaar door een extern bureau per object een inventarisatie van het noodzakelijk meerjarig onderhoud opgesteld. Hierbij rekeninghoudend met de economische levensduur van het gebouw. Voor het onderhoudsniveau wordt uitgegaan van landelijk toegepaste conditieniveaus welke gebaseerd zijn op de Nederlandse Norm 2667 (NEN 2667:conditiemeten waarbij voor bedrijfspanden conditieniveau 2 (goed) wordt gehanteerd, voor monumenten, welzijnsaccommodaties, onderwijshuisvesting en sportaccommodaties niveau 3 (redelijk) en voor strategische objecten, niveau 4 (matig). Voor het uitvoeren van het groot onderhoud aan het gemeentelijke vastgoed zijn voorzieningen in het leven geroepen. Op grond van voornoemde periodieke inventarisatie wordt de hoogte van de jaarlijks aan die voorzieningen te doteren bedragen vastgesteld. Concept-Programmabegroting 2016 - 115
-
Indeling vastgoed Om ons vastgoed goed te administreren hebben wij de volgende hoofdindeling gemaakt: - Bedrijfshuisvesting; - Beleidsmatig vastgoed; - Beleidsveld onderwijs; - Beleidsveld sport; - Overig. Binnen deze hoofdindeling hebben wij de objecten verder uitgesplitst naar beleidsveld en functies. Bedrijfshuisvesting Hieronder valt het vastgoed ten dienste van de gemeentelijke organisatie. Het betreft hier de objecten met de functie gemeentehuis en gemeentewerf Voor het onderhoud van het vastgoed wordt gewerkt met een onderhoudsfonds dat periodiek wordt geactualiseerd. De voeding van het onderhoudsfonds vindt plaats door een structurele storting uit de gemeentebegroting. Beleidsmatig vastgoed Beleidsveld herstructurering Het betreft hier vijf bedrijfspanden, een garage/opslag en zes woningen die aangekocht zijn in afwachting van herontwikkeling van de grond waarop de panden staan. Wij hebben hier een eigenaar/verhuurderstaak. Beleidsveld sociale infrastructuur Wij beheren deze accommodaties vanuit onze functie als eigenaar/huurder/verhuurder. Voor twee wijkcentra verzorgen wij ook het facilitair beheer en gebruiksonderhoud. Beleidsveld onderwijs Sinds 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen zelf verantwoordelijk voor het totale onderhoud aan hun gebouwen (binnen en buitenkant). Hiervoor ontvangen zij direct van het Rijk een vergoeding. Zij kunnen geen beroep meer doen op gemeentelijke middelen. Wij beheren een multifunctioneel centrum vanuit onze functie als economisch eigenaar/verhuurder. We verzorgen hiervoor ook het facilitair beheer en gebruiksonderhoud. Beleidsveld sport Met ingang van 1 januari 2010 is het beheer en de exploitatie van alle gemeentelijke sportaccommodaties/gymlokalen ondergebracht in een door de gemeente opgerichte BV Sport, Sportief Capelle genaamd. Wij hebben hier een taak als eigenaar. Sinds 2005 hebben wij zwembad De Blinkert in eigendom. De exploitatie, het beheer en het onderhoud zijn uitbesteed aan een externe marktpartij. Ook hier hebben wij alleen een taak als eigenaar.
Concept-Programmabegroting 2016 - 116
-
C. Financiering Bestuurlijke duiding In juli 2015 is door het ministerie van BZK de Handreiking Treasury 2015 gepubliceerd. Deze handreiking is beoordeeld en zal verwerkt worden bij de herziening van het financieringsstatuut 2012. Ten aanzien van de risicobeheersing van de financieringsportefeuille maakt de gemeente momenteel geen gebruik van derivaten. Wel vind er een monitoring plaats op de rentetarieven en zal mogelijk, bij een rente welke het plafond overstijgt, gebruik gemaakt gaan worden van forwards om de tarieven zeker te stellen. In 2016 zal naar verwachting conform de liquiditeitsprognose één of meerdere geldleningen, afhankelijk van verschillende factoren, worden aangetrokken. De verwachte omvang van deze leningen is 8,9 miljoen. De overige leningen van diverse stichtingen en/of verenigingen die geborgd zijn, hebben voor zover van toepassing in 2015 aan hun betalingsverplichtingen voldaan, de verwachting is dat ze dit ook in 2016 zullen doen. Er is geen aanleiding dat de gemeente over het openstaande bedrag een verhoogd risico zal lopen. De kasgeldlimiet zal in 2016 niet overschreden worden. Deze wordt gemonitord en waar nodig zal lange termijn financiering worden aangetrokken. De gemeente handelt naar de wet- en regelgeving. Het bedrag van leningen aan de instellingen waarvoor een apart raadsbesluit benodigd is (de niet toegestane instellingen) is 727,6. Verwacht wordt dat de stichtingen/verenigingen in 2016 aan hun betalingsverplichtingen zullen voldoen. Hierdoor zal de gemeente geen verhoogd risico lopen. Het geprognosticeerd EMU-saldo vanuit de houdbaarheidstest voor 2016 is -/- 12,1 mln. De referentiewaarde voor 2014 is -/- 6,8 mln. De referentiewaarde voor 2015 is -/- 7,7 mln. Een overschrijding betekent nog niet dat er een sanctie wordt opgelegd. Deze overschrijding komt met name tot stand door investeringen in de unilocaties (8 mln) en riolering (6 mln). In totaal is er sprake van +/- 20 mln aan geplande investeringen in 2016. Het beleid van financieren van de gemeente is gericht op: x Het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente op korte en lange termijn; x Het uitvoeren van de treasuryfunctie. Taken hiervan zijn het besturen en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten (tarifering), het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico en valutarisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten; x Het verstrekken van leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen.
Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte wordt voor een belangrijk deel bepaald door: x De gemeentelijke leningenportefeuille; x De reserves en voorzieningen; x De renteontwikkeling; x Investeringen (kredieten); x Grondexploitaties.
Concept-Programmabegroting 2016 - 117
-
Leningen O/G De gemeentelijke leningenportefeuille bestaat in begin 2016 (peildatum: 1 juli 2015) uit acht leningen met een totaalbedrag van 42.582. Het grootste deel van de leningportefeuille bestaat uit gemeentelijke leningen, te weten: zes leningen voor een totaalbedrag van 30.222. Verwacht wordt, gezien de financieringsbehoefte, e e dat de leningenportefeuille zal toenemen in het 4 kwartaal van 2015/begin 1 kwartaal 2016.
Leningen O/G (Opgenomen geldleningen) Stand per 1-1-2016 Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Stand per 31-12-2016
Mutaties x € 1.000
x € 1.000 42.582
-3.232 39.350
Leningen U/G Leningen U/G (Uitgezette geldleningen) Stand per 1-1-2016 Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Stand per 31-12-2016
Mutaties x € 1.000
x € 1.000 12.455
-469 11.986
De reguliere aflossingen zijn conform de begroting.
Financieringsbeleid Prognose liquiditeit Ingaande 2016 is besloten om de liquiditeitsprognose voor het gereedkomen van de voorjaarsnota en de najaarsnota te actualiseren. Daarnaast wordt deze vier keer, na het aflopen van ieder kwartaal geanalyseerd. De prognose van 2016 wijst uit dat vooral op de posten unilocaties, IBOR, rioleringen, etc. grote uitgaven plaats zullen vinden. De verwachting is dat de financieringsbehoefte, naar aanleiding van de liquiditeitsprognose, in 2016 +/- 8.900 zal zijn, in 2017 +/- 11.900, in 2018 +/- 6.900 en in 2019 is er geen financieringsbehoefte.
Treasurystrategie De financieringsbehoefte wordt vooral bepaald door de uitkomst van de liquiditeitsprognose. De gemeente zal in eerste instantie met korte-termijn leningen financieren zover de kasgeldlimiet het toelaat. Waar aanvullende financiering nodig is, wordt de looptijd afgestemd op de liquiditeitsprognose. Er wordt gekozen voor lineair aflossende leningen in verband met de lagere tarieven in vergelijking met een fixe lening en in het kader van de renterisiconorm. Dagelijks vindt er een monitoring van de rente plaats die wekelijks wordt gecommuniceerd met het Treasury Comité. Als de rente boven het omslagpunt komt waartegen wij de rente begroot hebben staan zal er ingespeeld worden hierop. Er is hierin rekening gehouden met een forwardpremie voor een toekomstige storting. Dagelijks worden de saldi van de banken bijgehouden. Door het in beeld hebben van deze kasstromen, kan de gemeente beter op de financieringsbehoefte inspelen. Het spreekt uiteraard voor zich dat we zo gunstig mogelijk zullen lenen. De gemeente streeft ernaar om de wet- en regelgeving te handhaven.
Kasgeldlimiet Voor 2016 wordt de kasgeldlimiet, vóór de 1e Begrotingswijziging 2016, vastgesteld op € 16,9 miljoen. Dit betekent dat gemiddeld per kwartaal niet meer dan € 16,9 miljoen kort mag worden gefinancierd. In 2016 mag deze kasgeldlimiet niet overschreden worden. Jaarlijks wordt de kasgeldlimiet opnieuw berekend op Concept-Programmabegroting 2016 - 118
-
basis van het begrotingstotaal van dat jaar. Over de voortgang wordt door middel van de paragraaf Financiering bij de begroting en de jaarrekening aan de provincie gerapporteerd.
Kasgeldlimiet begroting 2016 Omvang begroting per 1 januari 2016 (grondslag) (1) Toegestane kasgeldlimiet - in procenten
198.301
8,50% 16.855
- in bedragen
Renteanalyse
Bovenstaand is een overzicht weergegeven van de ontwikkeling van de rente met een aantal looptijden. Dit overzicht is gebaseerd op cijfers van de Rabobank. De korte rente (< 1 jaar) heeft als uitgangspunt het Euribor en de lange rente (> 1 jaar) is gebaseerd op swaptarieven. Afhankelijk van de kredietwaardigheid van de geldnemer wordt dit tarief verhoogd met een opslag. De verwachting is dat de korte rente stabiel e blijft. De lange rente zal, na een verwachte daling in het 4 kwartaal van 2015, in 2016 gaan stijgen. De verwachtingen voor de rentes zijn speculatief en derhalve zijn er geen instellingen die een verwachting van meer dan een jaar afgeven.
Risicobeheer Korte-termijn financiering Wij maken veelvuldig gebruik van intermediairs (moneybrokers) voor het aantrekken van kasgeldleningen op week- en/of maandbasis. Daarnaast maken wij gebruik van de diensten van een tweetal bankinstellingen, t.w.: ING bank en de Bank Nederlandse Gemeenten(BNG). Bij beide instellingen hebben wij een kredietfaciliteit in rekening-courant. Daar kredietfaciliteiten relatief duur zijn worden deze alleen zo nodig gebruikt als veiligheidsbuffer ten behoeve van onverwachte en/of spoedeisende uitgaven. Kredietrisico Onderstaand schema geeft een beeld van het te lopen kredietrisico (= risico op een waardedaling van een vordering tengevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij door insolventie of andere oorzaken) op verstrekte leningen.
Concept-Programmabegroting 2016 - 119
-
Kredietrisico op verstrekte gelden per 1-1-2016 (x € 1.000) Risicogroep
Met/zonder Restant schuld In procenten (hypothecaire) zekerheid in euro v.h. totaal
Woningbouwcorporaties (doorverstrekte leningen)
Met borging door WSW
Niet toegestane instellingen (volgens het financieringsstatuut)* Totaal
12.455,0 0
94,49 0,0
727,6 13.182,6
5,51 100,0
* Aan de instellingen zijn raadsbesluiten genomen om leningen te verstrekken. Deze instellingen vallen niet binnen de definitie van toegestane instellingen volgens het financieringsstatuut. Er bestaat binnen het financieringsstatuut wel de mogelijkheid om een lening te verstrekken aan een niet toegelaten instelling, mits daartoe een apart raadsbesluit wordt genomen en de lening verstrekt wordt uit hoofde van de publieke taak. Toelichting: De grootste posten betreffen leningen die verstrekt zijn aan een woningcorporatie. Deze leningen zijn geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Bij deze leningen loopt de gemeente nauwelijks risico, omdat wij alleen als achtervang fungeren. Daarnaast worden deze leningen afgebouwd.
Leningen aan niet toegestane instellingen Op de leningen verstrekt aan niet toegestane instellingen loopt de gemeente wel enig risico. Daarom is er voor dit soort leningen ook een apart raadsbesluit nodig. Het risico op deze leningen is moeilijk te kwantificeren.
Leningen niet toegestane instellingen
Per 1-1-2016
Restant Looptijd
CVV Zwervers OPOCK(Fascinatio-gedeeltelijk) CTC(investeringen accommodatie)*
57,6 24,0 646,0
19 jaar 12 jaar 21 jaar
Totaal
727,6
* CTC heeft in 2015 een extra bedrag van 50 afgelost. Lange-termijn financiering Om de risico’s van de lange-termijn financiering in te perken, is in de wet Fido gesteld dat renterisiconorm niet overschreden mag worden. De renterisiconorm is een bij aanvang van het jaar gefixeerd (wettelijk) percentage van het begrotingstotaal. Het totale bedrag dat herfinanciering en renteherziening (de risico’s) met zich meebrengt mag deze norm niet overschrijden.
Renterisico's Renteherzieningen
2016 0
Aflossingen Renterisico
3.232 3.232
Concept-Programmabegroting 2016 - 120
-
Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal 2016 Percentage cf. regeling
198.301 20%
Renterisiconorm 2016
39.660
Toetsing renterisico aan Norm Renterisico Renterisiconorm Onderschrijding
3.232 39.660 36.428
Toelichting: Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, blijven wij ruim onder de renterisiconorm.
Gewaarborgde geldleningen Onderstaande staat geeft een overzicht weer van de gewaarborgde geldleningen gecumuleerd op geldnemer: Geldnemer
Verpleeghuis Rijckehove St. IJsselland Ziekenhuis VV Capelle St. Woonzorg Nederland Stichting Havensteder Stichting Openbare Bibliotheek Rijksmonument Dorpsstraat 164 Vestia Groep Totaal
Stand per 1-1-2015 x Stand per 1-1-2016 x € 1.000,€ 1.000,967 934 12.479 11.685 66 55 8.770 8.768 284.187 321.150 1.475 1.365 2.256 2.223 20.500 20.500 330.693 366.680
Indien één van de corporaties waar het waarborgfonds tussen zit, onverhoopt om zou vallen, loopt de gemeente Capelle aan den IJssel een renterisico in de vorm van het verstrekken van een renteloze lening aan het WSW. Echter, voor het beroep doen op het verstrekken van de renteloze lening, zal eerst aanspraak worden gemaakt op de obligoverplichting bij de overige corporaties in Nederland, dit is geregeld bij het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) daarna volgt het WSW. Voor het eventueel resterend gedeelte wordt er voor de verdeling beroep gedaan op de schadegemeenten en alle gemeenten. De WSW zal in zo’n geval het onderliggend bezit ten gelde maken wat veelal veel hoger is dan de hoogte van de geborgde leningen. Tot op heden is het nooit voorgekomen dat gemeenten renteloze leningen hebben moeten verstrekken aan de WSW. Het saldo van de leningen is hoger dan het voorgaande jaar. Dit wordt veroorzaakt doordat de leningen per renteherzieningsdatum, direct worden verstrekt door de BNG naar de Stichting Havensteder. Daarnaast is dit jaar besloten om zowel de leningen waar de gemeente direct borg voor staat (zonder doorverstrekking), als de doorverstrekte leningen van Havensteder in totaal op te nemen in het overzicht gewaarborgde geldleningen). De laatste doorverstrekte leningen zullen per renteherzieningsdatum in 2017 direct tussen de BNG en Havenster afgesloten worden.
Concept-Programmabegroting 2016 - 121
-
Verwachte ontwikkelingen 2016 Korte/lange-termijnfinanciering De verwachting is dat er in 2016 financiering aangetrokken moet worden. Dit is op basis van de liquiditeitsprognose. In eerste instantie zal dit in de vorm van een lange-termijn financiering zijn. Er worden grote uitgaven verwacht op posten zoals unilocaties, IBOR, riolering en onderhoud gebouwen. Benodigde bedragen die onder de toegestane kasgeldlimiet blijven, zullen door middel van kasgeldleningen worden aangetrokken Schatkistbankieren: De limiet/drempel van de het schatkistbankieren is 0,75% van het begrotingstotaal. Met een minimum van 0,25 miljoen en een maximum van 2,5 miljoen. Voor de gemeente betekent dit, dat zij gemiddeld € 1,49 miljoen totaal op alle bankrekeningen mag hebben staan per kwartaal. Gezien de financieringsbehoefte, is de verwachting dat er in 2016 is geen overschrijding zal ontstaan. Wel zal er in acht genomen moeten worden dat bij het aantrekken van financiering het saldo op de rekening-courant de toegestane limiet niet overschrijdt. De taakgroep Betalingsverkeer houdt dagelijks de saldi bij van alle bankrekeningen.
Concept-Programmabegroting 2016 - 122
-
D. Bedrijfsvoering 1. Inleiding De burger verwacht dat de gemeente de haar toevertrouwde middelen rechtmatig, doelmatig en doeltreffend besteedt en dat de gemeente transparant is. Een betrouwbare partner voor de burgers en ondernemers. Voorwaarde hiervoor is een goede bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering (afgemeten aan prestaties en resultaten) is een belangrijke factor voor het imago van de gemeente en staat daarom hoog op onze agenda. De bedrijfsvoeringparagraaf gaat in op onze beleidvoornemens voor de bedrijfsvoering gericht op het uitvoeren van de programma’s in de programmabegroting. 2. Organisatie 2.1 Organigram (situatie per september 2015)
2.2 Organisatiestructuur Sinds 2004 is de organisatie opgebouwd volgens het directie-afdelingenmodel. De algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie en beschikt over een ruim mandaat om te beslissen over de bedrijfsvoering. De organisatie telt acht afdelingen. De afdelingshoofden beheren de middelen die nodig zijn om hun afdelingsplanningen te realiseren, zijn leidend in de beleidsvorming voor wat betreft de producten van hun afdelingen en zijn de eerste adviseur van de portefeuillehouder. Afdelingshoofden zijn integraal verantwoordelijk voor de behaalde resultaten en leggen op een transparante Concept-Programmabegroting 2016 - 123
-
wijze verantwoording af. De algemeen directeur ondersteunt de afdelingshoofden in hun rol, stimuleert samenwerking tussen afdelingen, bewaakt de verdeling van schaarse middelen over de afdelingen en stuurt op kwaliteit, tijdigheid en consistentie van besluitvorming. 2.3 Missie en Dienstverleningsconcept Missie De missie van de gemeente is in 2008 vastgesteld: “Wij zijn een resultaatgerichte organisatie en voelen ons medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van leven en werken van burgers, bedrijven en instellingen in de stad. Een professionele en daadkrachtige organisatie waar de inwoners van Capelle graag een beroep op doen, het bestuur op kan bouwen en medewerkers trots op zijn. Wij spelen adequaat in op ontwikkelingen in de samenleving, verbeteren voortdurend en behoren tot de top van Nederland.” Het dienstverleningsconcept van de organisatie is gebaseerd op de missie en achterliggende visie en kent de volgende uitgangspunten: x onze dienstverlening is kwalitatief goed en betrouwbaar; x wij zijn klantgericht en stellen ons proactief op; x het gemeentehuis is goed bereikbaar; x digitaal zijn wij via onze website www.capelleaandenijssel.nl bereikbaar, 24 uur per dag, zeven dagen in de week; x onze medewerkers zijn toegankelijk en gaan indien mogelijk in op wensen van de klant; x als een lerende organisatie monitoren wij onze dienstverlening en verbeteren op basis daarvan onze dienstverlening voortdurend. 2.4 Digitale gemeente
Een belangrijke focus is de overheidsbrede implementatie van de e-overheid, Belangrijkste doelstellingen zijn betere dienstverlening en administratieve lastenverlichting voor burgers, bedrijven en instellingen. De voortgang van de implementatie van de doelstellingen in alle gemeenten wordt voordurend gevolgd en uit de laatste monitor blijkt dat in Capelle aan den IJssel 50% van de 20 bouwstenen uit het programma zijn geïmplementeerd. Hiermee loopt Capelle aan den IJssel voorop bij gemeenten uit dezelfde grootteklasse (gemiddeld 42%). Onze ambitie voor een digitale gemeente past hiermee volledig in de implementatieagenda van de rijksoverheid. Het proces hiernaartoe zal ook na 1 januari 2015 doorgang hebben. 2.5 Responsieve organisatie De gemeentelijke organisatie is niet statisch. Impulsen voor verandering komen uit vele bronnen. Uit veranderende wet- en regelgeving, uit de meningen van inwoners van de stad die deels systematisch wordt verzameld in de vorm van bijvoorbeeld enquêtes en klantenpanels en een systematische vergelijking met de beste praktijkvoorbeelden uit andere organisaties (benchmark). Capelle aan den IJssel doet dan ook mee met diverse benchmarkonderzoeken. Ook is het tweejaarlijkse onderzoek naar de meningen van onze medewerkers een belangrijke informatiebron over het reilen en zeilen van de organisatie. Daaruit halen wij suggesties hoe wij beter kunnen werken en hoe wij een aantrekkelijke werkgever kunnen blijven. 2.6 Flexibele organisatie en GR IJsselgemeenten Een gemeente die responsief wil zijn en snel wil inspelen op nieuwe ontwikkelingen moet investeren in een flexibele organisatiestructuur en bedrijfscultuur. Een belangrijk speerpunt voor Capelle aan den IJssel is in dit verband de samenwerking met de buurgemeenten. Deze krijgt vorm in de gemeenschappelijke regeling (GR) IJsselgemeenten. Doelstelling van deze samenwerking is het bereiken van gezamenlijke synergievoordelen in kwaliteit, continuïteit, flexibiliteit en efficiency van de gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering. In vervolg op de opdracht die de colleges de gemeentesecretarissen hebben gegeven, wordt de samenwerking verder vormgegeven en onderhouden. Belangrijk mijlpalen zijn de omzetten van de gemeenschappelijke regeling van een openbaar lichaam naar een bedrijfsvoerings-GR, de evaluatie van de samenwerking in het eerste kwartaal van 2016 en de toetreding van de gemeente Zuidplas tot de GR IJsselgemeenten.
Concept-Programmabegroting 2016 - 124
-
3. Open45 3.1 Overzicht van verbouwingen naar het concept Open45 Jaar 2013 2014 2014-2015 2015 2015
Start
Oplevering
januari april
april juni
2015
juli
augustus
2015 2015/2016 2016 2016
augustus november september september
november januari december december
Etage 2,3,6 8,11,13 Uitbreiding Werkplein 9e etage e e 4 en 5 (aanpassing verlichting en klimaatinstallaties) e 10 etage (aanpassing klimaatinstallaties) 12e 7de e KCC (BG+1 etage) Vergadercentrum
3.2 Planning 2016 e De 7 etage wordt opgeleverd conform de overige etages (concept Open45). 4. Specificatie bedrijfsvoeringbudget 2016-2019 Specificatie kosten bedrijfsvoering
2016
2017
2018
2019
A. Personeelskosten 1. Directe personeelskosten 1a. AF: vacaturekorting 2. Indirecte personeelskosten 3. Personeel tlv budgetten derden
23.505 -296 2.950 1.251
23.505 -296 2.748 1.226
23.505 -296 2.745 1.218
23.505 -296 2.579 1.218
4. Personeel derden 5. Stelpost cao gemeenteambtenaren Totaal
669 905 28.984
669 905 28.757
669 905 28.746
669 905 28.580
B. Materiële uitgaven 1. Facilitaire kosten
886
886
886
886
2. Materieel, voertuigen en gereedschappen 3. Organisatiekosten 4. Energiekosten 5. Advieskosten en onderzoeken 6. Verzekeringen en belastingen 7. Lidmaatschappen en contributies
766 330 358 233 241 231
766 326 358 233 241 231
766 341 358 233 241 231
766 337 358 233 241 231
8. Accountantskosten en subsidieverwerving 9. Diverse kosten
163 128
163 128
163 128
163 18
3.336
3.332
3.347
3.233
419 419
419 419
419 419
419 419
Totaal C. Reserves 1. Dotatie aan reserve onderhoud gebouwen Totaal Concept-Programmabegroting 2016 - 125
-
D. Kapitaallasten 1. Kapitaallasten Totaal
1.605 1.605
1.489 1.489
1.255 1.255
921 921
1.472 1.472
1.472 1.472
1.472 1.472
1.472 1.472
1. Werkplekvergoeding GR IJsselgemeenten Totaal
-1.574 -1.574
-1.574 -1.574
-1.528 -1.528
-1.528 -1.528
Totaal bedrijfsvoering
34.242
33.895
33.711
33.097
1. Vergoeding GR kosten bedrijfsvoering Totaal
9.582 9.582
9.601 9.601
9.610 9.610
9.620 9.620
Totaal bedrijfsvoering incl. GR IJsselgemeenten
43.824
43.496
43.321
42.717
E. Interne doorbelastingen 1. Totaal aan doorbelastingen Totaal F. Werkplekvergoeding GR Ijsselgemeenten
G. Vergoeding GR bedrijfsvoering
Toelichting op posten binnen de bedrijfsvoering: A1. Directe loonkosten: het budget is genormeerd op het aantal fte's vermenigvuldigd met het maximum van de functionele rang inclusief sociale lasten (v/a 2005: CWP 2002-2006). A1a. AF Vacaturekorting: CWP 2002-2006; via 1e begrotingswijziging 2003 A2. Indirecte personeelskosten: betreft forensenvergoeding, aanvulling FPU-regeling, wachtgelders, ambtsjubilea, kosten ondernemingsraad, overwerk, etc. A3. Personeel tlv budgetten derden: betreft voornamelijk feitelijk uitbesteed werk, dat ten laste van het participatiebudget werkdeel wordt gebracht, conform het beleidsactieplan Werken aan Uitstroom 2012-2014 waarin besloten is zelf reintegratieactiviteiten uit te voeren (geen inhuur externe bureau's), budgetten die gedekt worden uit de egalisatiereserve bedrijfsvoering of uit subsidieopbrengsten. A4. Personeel derden: betreft inhuur- en uitzendkrachten A5. Stelpost CAO gemeenteambtenaren B1. Facilitaire kosten: In dit budget zit onder andere het kosten voor de reprografie, de exploitatie van het werkplein, uitbesteed werk gemeentewerf, frankering, schoonmaakkosten, etc. B2. Materieel, voertuigen en gereedschappen: betreft uitgaven voor tractiemiddelen, gereedschappen en overig materieel, zoals bedrijfskleding. B3. Organisatiekosten: betreft onder andere het budget voor het bedrijfsrestaurant (netto lasten exclusief personeel), netto perceptie- en bankkosten, de kosten voor de arbodienst, werving en selectie, OR, vergoeding commissie bezwaar. B4. Energiekosten: betreft energiekosten voor het gemeentehuis, de gemeentewerf en voor de voertuigen (tractiemiddelen). B5. Advieskosten en onderzoeken: betreft juridische adviezen, personeelsadviezen, algemene adviezen en het budget voor monitoring en burgerparticipatie. B6. Verzekeringen en belastingen: betreft verzekering en belastingen voor het gemeentehuis en de gemeentewerf en overige verzekeringen, zoals een aansprakelijkheidsverzekering. Concept-Programmabegroting 2016 - 126
-
B7. Lidmaatschappen en contributies: betreft contributie VNG, Gemeentelijke Ombudsman, ASOV, etc. B8. Accountantskosten en subsidieverwerving: betreft de kosten van de accountant voor onder andere de controle op de jaarrekening en een budget ten behoeve van de cofinanciering van aan te vragen subsidies. B9. Diverse kosten: betreft overige budgetten, cyclorama’s en IGOS. C1. Dotatie aan voorziening onderhoud gebouwen: betreft een jaarlijkse dotatie ten behoeve van het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen en de gemeentewerf. D1. Kapitaallasten: dit betreft de afschrijvingslasten van de investeringen van het gemeentehuis, de gemeentewerf, telecommunicatie, het bedrijfsrestaurant, voertuigen (tractie), etc. E1. Interne doorbelastingen: ten behoeve van kostprijsbepaling (te denken valt aan de toerekening aan afvalstoffenheffing, grondexploitaties, etc.). In de KVS staat onder Doorbelastingen de totale doorbelasting waar deze interne doorbelasting een deel van is; per saldo zijn deze interne doorbelastingen budgetneutraal. F1. Werkplekvergoeding GR IJsselgemeenten: in de begroting van de GR IJsselgemeenten zit een kostencomponent voor de huur, waarvoor zij van de deelnemende gemeenten een bijdrage krijgt (Product 15-05 GR IJsselgemeenten). Voor de befrijfsvoering is dit een verlaging van de netto-uitgaven. Deze verlaging leidt tot een verlaging van de doorbelasting binnen Programma 0 respectievelijk tot een dotatie aan de egalisatiereserve bedrijfsvoering. G1. Vergoeding GR kosten bedrijfsvoering: De GR krijgt een gemeentelijke bijdrage voor de vergoeding van de kosten van bedrijfsvoering inclusief een vergoeding voor de uitvoeringskosten ICT (Product 15-05 GR IJsselgemeenten).
Concept-Programmabegroting 2016 - 127
-
E. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Deze paragraaf bevat de gemeentelijke visie en de beleidsvoornemens met betrekking tot de verbonden partijen. Basis hiervoor vormt de beleidsnota Verbonden partijen die door uw raad is vastgesteld in zijn vergadering van 16 december 2013. Inhoud Onze gemeente heeft bestuurlijke en financiële banden met tal van derde rechtspersonen. Dit betreft deelnemingen in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Vanwege de bestuurlijke en financiële belangen is informatieverstrekking over deze deelnemingen van belang. Daarvoor dient deze paragraaf. Bij bestuurlijke belangen gaat het om een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is niet alleen sprake bij het aan de verbonden partij beschikbaar stellen van een financiële bijdrage, maar ook indien financiële problemen bij de verbonden partij op de gemeente kunnen worden verhaald. Naast de in deze paragraaf genoemde verbonden partijen heeft de gemeente ook nog relaties met andere “derde” partijen, waartoe te rekenen zijn de diverse overlegorganen en adviescommissies. Deze groep valt echter niet onder de definitie van verbonden partijen. Dit geldt ook voor gesubsidieerde verenigingen en instellingen waarmee de gemeente alleen een financieel belang heeft en geen bestuurlijk belang. Visie Bij de behartiging van gemeentelijke belangen is het goed de vraag te stellen of de gemeente de uitvoering zelf ter hand wil nemen of dat het gunstiger is om aan te sluiten bij een samenwerkingsverband met andere partijen. Dit laatste kan efficiënter zijn, bijvoorbeeld doordat de vaste lasten dan over alle deelnemers kunnen worden verdeeld. Tevens is het in een groter verband vaak beter mogelijk om deskundigheid in te huren. Voorwaarde voor de deelname in verbonden partijen is wel, dat het moet gaan om de behartiging van een publiek belang. Daarbij gaat bij het maken van een keuze, publiekrechtelijke voor privaatrechtelijke samenwerking. De afweging tot deelname wordt voor elk beleidsterrein afzonderlijk gemaakt. In alle gevallen waarbij overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan de orde is, wordt eerst een risicoanalyse gedaan en een toezichtarrangement geregeld. Beide maken onderdeel uit van het huidige risicomanagement in de reguliere beleidscyclus. Vanwege de toch mindere transparantie en de verminderde eigen zeggenschap, evenals vanuit het oogpunt van risicobeheersing en -beperking wordt er in het algemeen naar gestreefd om de deelname aan verbonden partijen beperkt te houden. Beleid Het belang van de Paragraaf verbonden partijen is voor de raad tweeledig. Bestuurlijk kan hij daarmee zijn kaderstellende en controlerende taak gestalte geven en voorts krijgt hij daarmee inzicht in het budgettaire beslag van de verbonden partijen en de financiële risico’s die de gemeente daarbij loopt. Bij de deelname in een verbonden partij geeft de gemeente de verbonden partij als het ware het mandaat om de betreffende taak uit te voeren. De eindverantwoordelijkheid voor het realiseren van de beleidsdoelstelling blijft echter altijd bij de gemeente. Het is namelijk van belang dat de raad de kaderstellende en controlerende rol houdt over zijn beleid. Regelmatige evaluatie of de gemeentelijke invloed nog voldoende is, is wenselijk. Kernvraag daarbij is of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partij in voldoende mate zijn/worden gerealiseerd. In april 2004 heeft de raad de zogenoemde nota Deelnemingen vastgesteld, waarmee hij het gemeentelijke beleid voor deze deelnemingen heeft vastgesteld en de kaders heeft aangegeven. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen “algemeen” en “specifiek” beleid. Deze nota is met de vaststelling van de nota Verbonden partijen komen te vervallen. Het beleid voor deelnemingen in een naamloze of besloten vennootschap vormt onderdeel van de nieuwe nota Verbonden partijen.
Concept-Programmabegroting 2016 - 128
-
Algemeen Periodiek wordt nagegaan of voortzetting van de deelname aan de verbonden partijen wenselijk is. Bij sommige derde rechtspersonen is bijvoorbeeld het bestuurlijke belang (de zeggenschap) van de gemeente minimaal (geworden). Het financiële belang, dan meestal bestaande uit aandelenbezit, heeft de boventoon gekregen. De vraag is dan of de behartiging van het gemeentelijke belang op deze manier nog wel het meest aangewezen is. Ook komt dan de vraag aan de orde of het houden van de aandelen ook vanuit financieel oogpunt nog wel wenselijk is. Hoe is het rendement? Daarnaast kan er bij voorbeeld sprake zijn van fusie of integratie (zoals de Stadsregio in de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag), of de situatie dat uitvoering beter kan worden overgelaten aan de markt. Dit moet van geval tot geval worden beoordeeld. Dit kan plaatsvinden aan de hand van een afwegingskader. Kanttekening daarbij: de invloed voor het toepassen van deze kaders is beperkt wanneer meerdere partijen deelnemen in de verbonden partij. Specifiek Naast algemene beleidsregels zijn er ook specifieke beleidvoornemens per verbonden partij. In de lijst bij deze paragraaf worden de huidige deelnemingen op uniforme wijze beschreven. Ontwikkelingen Ten aanzien van enkele verbonden partijen hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die het vermelden waard zijn. 1. Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) De DCMR heeft als onderdeel van het Verbeterprogramma VTH 2014-2017 ook de eigen organisatie tegen het licht gehouden. Op basis hiervan is een organisatieverandering in gang gezet waarbij het handhavingprofiel is versterkt en de taken vergunningverlening en toezicht & handhaving tot op directieniveau worden gescheiden. De nieuwe organisatiestructuur is in 2014 uitgewerkt, het personele plaatsingsproces heeft begin 2015 plaatsgevonden en de nieuwe DCMR-structuur is in het tweede kwartaal van 2015 operationeel. Per 1 september 2015 start de nieuwe directeur van de DCMR mevrouw R. Thé. In overeenstemming met (regionale) afspraken is het beschikbare budget voor 2016 nagenoeg gelijk aan het budget voor 2015. 2. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond In verband met zorgen over de financiering van de VRR heeft het Dagelijks Bestuur in april 2015 besloten tot een bestuurlijke commissie die periodiek de financiële stukken en ontwikkelingen monitort. Daarnaast heeft Bureau Cebeon een onderzoek uitgevoerd naar de gemeentelijke uitgaven en kosten voor de brandweer, GHOR en crisisbestrijding. Naar aanleiding hiervan adviseert zij het Rijk tot een verhoging van het Gemeentefonds ad € 1,20 per inwoner. Voor de BDuR is een verhoging voor de regio RotterdamRijnmond geadviseerd van € 1,30 per inwoner. Besluitvorming wordt in de septembercirculaire van het Rijk verwacht. 3. Stadsregio en Metropoolregio De stadsregio is vanaf 1 juli 2015 geliquideerd. De reserve weerstandsvermogen van de stadsregio is ruimschoots voldoende om de afwikkelings/liquidatiekosten te betalen. Na aftrek van die kosten worden de overblijvende middelen van de stadsregio teruggestort naar de 13 deelnemende gemeenten. Wij hebben in juli 2015 € 1.288.000 terug ontvangen als gevolg van vrijvallende middelen. Later in het jaar volgt mogelijk een verdere afrekening; de definitieve afrekening vindt naar verwachting plaats in juli 2016. Vanaf 1 januari 2015 betalen wij geen inwonersbijdrage meer aan de stadsregio. Met ingang van 1 januari 2015 is de metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) opgericht met 23 deelnemende gemeenten. De MRDH richt zich op Verkeer & Vervoer en Economisch Vestigingsklimaat. De samenwerking in de metropoolregio is voor Capelle relevant. Regionaal werken we bijvoorbeeld aan: het bereikbaar houden van Capelle via OV, weg en fiets, aan geschikte bedrijventerreinen en kantorenlocaties, werkgelegenheid in Capelle en werkgelegenheid voor Capellenaren elders in de regio. Hiermee generen we koopkracht en houden we voorzieningen in stand. De inwonersbijdrage MRDH, waarmee het programma Economisch Vestigingsklimaat van de MRDH wordt gevoed, stijgt door indexering van € 2,45 naar € 2,47 voor 2016. Door middel van Rijksbijdragen wordt het programma Verkeer & Vervoer van de MRDH bekostigd. Concept-Programmabegroting 2016 - 129
-
4. GGD Rotterdam-Rijnmond In januari 2014 heeft het AB GGD het basistakenpakket vastgesteld voor de begrotingsperiode 2015-2018. De samenstelling van dit basistakenpakket leidt tot een daling in van de gemeentelijke bijdrage per inwoner. Ook is de inkoop van inspecties van kinderopvang weer in het basistakenpakket opgenomen. In 2016 wordt de vierjaarlijkse Gezondheidsmonitor onder volwassenen weer uitgevoerd door de GGD. Dit in het kader van de basistaak ‘integrale gezondheidsmonitor 0-100’. 5. Werkvoorzieningschap Promen De invoering van de Participatiewet heeft grote gevolgen voor de Wsw en dus ook voor Promen. De belangrijkste punten zijn:Vanaf 1 januari 2015 wordt de Wsw afgesloten voor nieuwe instroom. Diegenen die op 31 december 2014 een Wsw-dienstverband hebben, behouden hun rechten en plichten. De CAO Wsw blijft van kracht, maar wordt ‘bevroren’. Het subsidiebedrag per Wsw-er, dat het Rijk aan gemeenten verstrekt, zal ingaande 1 januari 2015 met € 500 per jaar dalen tot aan de hoogte van het wettelijk minimumloon (€ 22.500 per jaar tegen ruim € 26.000,- nu). Omdat zowel het aantal Wsw-ers, als de subsidie voor hen in de komende jaren daalt, heeft dit consequenties voor de bedrijfsvoering van Promen. Wanneer er niet tijdig en adequaat op deze veranderingen wordt ingespeeld, zou dit ertoe kunnen leiden dat gemeenten een steeds hogere bijdrage moeten leveren om Promen voort te kunnen laten bestaan. Er zijn verschillen toekomstscenario’s voor Promen denkbaar: van afbouw gelijk oplopend met de daling van het aantal Wsw-ers tot het toekennen van nieuwe taken aan Promen. Omdat Promen beschikt over expertise en infrastructuur op het gebied van werken met en voor mensen met een beperking (Wsw), is er de mogelijkheid om deze ook in te zetten voor mensen uit de doelgroep van de Partcipatiewet. In 2014 heeft het Algemeen Bestuur van Promen haar commitment uitgesproken voor het toekomstperspectief ‘met focus op werk’. Dit houdt in dat alle gemeenten in 2015 starten met het inkopen van (re-integratie) dienstverlening bij Promen, waardoor een verwacht tekort ontstaat, dat door afname van het aantal Wswers en de vermindering van de subsidie voor hen, beperkt kan worden. Inmiddels hebben alle gemeenten deelnemers voor de trajecten aangeleverd. Uit de ervaringen tot nu toe met deze trajecten is gebleken dat de variant ‘met Focus op Werk’ een goede oplossing is voor de komende jaren, maar ook dat het geen oplossing biedt op de langere termijn. Dit omdat door de daling van het huidige SW-bestand er steeds grotere aantallen mensen uit de Particpatiewet aangeleverd zouden moeten worden. In juli is door Promen in het Algemeen Bestuur een gewijzigd model gepresenteerd, dat wel toekomstbestendig zou zijn: het zogenaamd modulair model. Besloten is om het model te laten toetsen door een externe partij. Bovendien zal door deze zelfde externe partij een tweede variant uitgewerkt worden waarbij Promen opgesplitst wordt in 2 delen (Capelle, Krimpen, Zuidplas enerzijds en Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen anderzijds). 6. Recreatieschap Hitland (A)/ Koepelschap Buitenstedelijk Groen (B) A. De uitvoeringsstrategie voor doorontwikkeling van het recreatiegebied Hitland, uit de Toekomstvisie Hitland (2009) is getoetst aan meer informatie over de huidige recreatiebehoefte. Tevens is extern advies ingewonnen, hetgeen geresulteerd heeft in het rapport “Vraaggerichte (door)ontwikkeling recreatiegebied Hitland”. Op basis van het externe advies is een lijst deelprojecten opgesteld, die e e voor uitvoering in aanmerking komen. In het 3 en 4 kwartaal 2015 wordt verder besproken en besloten welke projecten worden uitgevoerd eventueel inclusief een prioritering. B. Op dit moment wordt onderzoek verricht naar het ontvlechten en opheffen van dit financieel koepelschap. 7. Eneco De gemeente is samen met 54 andere gemeenten eigenaar van Eneco Groep. Energiebedrijf Eneco, energie-infraspecialist Joulz en netwerkbedrijf Stedin zijn onderdelen van Eneco Groep. Deze laatste twee bedrijven worden samengevoegd. Belangrijke dossiers die in deze raadsperiode op de agenda staan zijn de gedwongen splitsing in een productie-leveringsbedrijf (Eneco) en netbeheerbedrijf (Stedin), transitie van energiedistributiebedrijf naar service-organisatie en de effecten van de tariefsverlaging voor netbeheerders die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft bepaald. Splitsingswet De Nederlandse splitsingswet (Wet onafhankelijk netbeheer), die energiebedrijven verplicht hun netwerken af te stoten, is toch niet in strijd met het Europees Recht. Eneco (en Delta) menen dat de splitsingswet in Concept-Programmabegroting 2016 - 130
-
strijd is met het vrij verkeer van kapitaal en de vrijheid van vestiging. De Hoge Raad heeft op 26 juni 2015 de energiebedrijven in het ongelijk gesteld. De minister van Economische Zaken heeft op 29 juni 2015 in een schriftelijke reactie aan de Tweede Kamer het standpunt van het kabinet kenbaar gemaakt. De minister heeft hierin aangegeven dat Eneco zich naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad goed moet voorbereiden op splitsing. De aandeelhouders gaan om die reden gezamenlijk in haar rol als commissieleden binnen de AHC een opdracht verstrekken om juridisch advies in te winnen over de gevolgen van mogelijk splitsing. De AHC is niet van mening dat deze splitsing onomkeerbaar is. In de tussentijd gaat het bestuur van Eneco in overleg met de toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de te volgen procedure. Transitie van energiedistributiebedrijf naar service-organisatie Sinds 2006 werkt Eneco aan de overgang van fossiele naar duurzame energie, van centrale en grootschalige energieproductie naar decentrale opwekking, samen met de burger en klant. Eneco is hierin geen volger, maar aanjager. Steeds meer bedrijven en burgers gaan, al dan niet verenigd, zelf aan de slag. De rol van Eneco is hierbij om iedereen die zijn eigen duurzame energievoorziening wil regelen te helpen. Met advies, producten en diensten. Zelf vatten zij dit samen in de slogan: Duurzaam, Decentraal, Samen. Op dit moment zit Eneco volop in de transitiefase van energiedistributiebedrijf naar service-organisatie. Zij heeft hierbij een relatief voordeel omdat ze geen verouderde energiecentrales bezit. Behalve bovengenoemde kleinschalige samenwerkingsverbanden op wijk- en buurtniveau (decentraal) in zon- en windenergie, biomassa etc. (duurzaam) is Eneco druk bezig met het ontwikkelen van nieuwe toepassingen/applicaties van bijv. Toon richting domotica. Hiermee begeven zij zich op het terrein van ICTbedrijven. Ten aanzien van de snelheid van deze ontwikkelingen moet eerder in jaren dan in decennia worden gedacht. Tariefsverlaging voor netbeheerders Zoals op 19 december 2014 door Stedin is aangegeven vindt in 2015 een tariefverlaging plaats. Dit is veroorzaakt door de per 1 januari 2015 door de toezichthouder Autoriteit Consument en Markt vastgestelde tarieven. Deze tariefsverlaging is vastgelegd voor een periode van 2014 tot en met 2016. Het effect op de dividenduitkering over het boekjaar 2015 in 2016 is onduidelijk. Andere onderwerpen zijn de toekomst van de onderneming en het aandeelhouderschap. Actueel is verder de samenstelling van de Raad van Commissarissen. Zoals gewoonlijk doet Eneco zelf geen voorspellingen ten aanzien van de toekomst over winstverwachtingen en uit te keren dividenden. Wij verwachten echter eerder een dalende lijn dan een stijgende met betrekking tot de toekomstige dividenduitkeringen. Onze verwachting is gebaseerd op de volatiliteit van de energiemarkt (overcapaciteit op de productiemarkt) en op binnenlandse ontwikkelingen, zoals een strengere tariefregeling op netwerken door de Autoriteit Consument en Markt. 8. Isala Theater B.V. De regionale samenwerking die in de vorige begroting werd benoemd tussen verschillende theaters is voorlopig van de baan, wel heeft overleg tussen het Isala Theater en Theater het Kruispunt in Barendrecht er toe geleid dat ons Isala ook de programmering doet. Per 1 juli 2015 is de Stichting Aandelenbeheer Isala opgeheven en zijn de aandelen in handen van de gemeente Capelle aan den IJssel. 9. Rijksmonument Dorpsstraat 164 Op 11 juni 2015 heeft de vergadering van aandeelhouders de jaarrekening 2013 vastgesteld. Het jaar 2013 is afgesloten met een verlies van circa 11 en het eigen vermogen bedraagt ultimo 2013 circa 358. Eveneens is gesproken over de aanpassing van de uitgangspunten voor het vaststellen van de jaarrekening 2014. Daarbij is consensus bereikt over het opnemen van een bedrag in de balans in verband met nog uit te voeren onderhoud en over de afschrijving(sbasis) van het pand. Gezamenlijk wordt bekeken op welke wijze we een verbetering in de financiële resultaten zouden kunnen bereiken, waarbij we op voorhand open staan om alle mogelijke opties te onderzoeken, zowel binnen als buiten de huidige taak c.q. doelstellingen van de B.V. en het pand. 10. BV Sport Sinds 1 januari 2015 zijn de opstallen van zeven buitensportverenigingen in beheer van Sportief Capelle ondergebracht. De belangrijkste ontwikkeling voor komende jaren is de bouw van een combinatie sporthal Concept-Programmabegroting 2016 - 131
-
en zwembad waar Sportief Capelle beoogd exploitant van is. Deze sporthal zal naar verwachting in 2018 gereed zijn. 11. Stichting CapelleWerkt CapelleWerkt voert in opdracht van de gemeente taken uit op het terrein van groen, veiligheid, schoonmaak en welzijn. Zij zet daarvoor WWB-gerechtigden in die met de opgedane ervaring en de aangeboden begeleiding betere kansen verkrijgen op de arbeidsmarkt. De stichting heeft 18 fte eigen personeel in dienst in de vorm van meewerkend voormannen, opzichters en werkcoaches. Voor 2014 wordt verwacht ongeveer 350 personen in traject te nemen. CapelleWerkt heeft een vijftal locaties in gebruik, een herstelwerkplaats en meubelbank aan de Mient, een Kringloopwinkel aan de Kanaalweg, kantoorruimte in het gemeentehuis en twee locaties in Schollevaar. In 2012 is de meubel- en kledingbank van start gegaan, waarbij Capelse inwoners, die niet in aanmerking komen voor bijzondere bijstand maar wel in een probleemsituatie zitten, toch meubels of kleding kunnen verkrijgen. De meubels en kleding worden om niet aangeboden nadat de personen door een instelling zoals het Meldpunt of de Voedselbank Rotterdam zijn doorverwezen. Het werkingsgebied van CapelleWerkt is in 2013 uitgebreid naar de gemeente Krimpen aan den IJssel en de gemeente Zuidplas. Dit omdat op het werkplein op dit moment de drie gemeente samenwerken en doorverwijzen naar CapelleWerkt. In 2013 is CapelleWerkt verantwoordelijk geworden voor een deel van het groenonderhoud en regulier onderhoud in het recreatieschap Hitland en de golfbaan. In 2014 heeft CapelleWerkt op verzoek van de gemeente een voorziening voor groepsvervoer opgezet. CapelleWerkt vervoert een deel van de doelgroep van Promen van huis naar werk en visa versa. En verzorgt een vervoerdienst voor bedrijven op het bedrijvenpark Rivium. 12. IJsselgemeenten Ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken op het gebied van sociale zaken en ICT en Automatisering is met de gemeente Krimpen aan den IJssel per 1 januari 2015 een gemeenschappelijke regeling aangegaan. De beoogde organisatorische en juridische vorm van de samenwerking voorziet in alle opzichten in een verbreding met andere gemeenten binnen onze regio. Daarnaast is het mogelijk organisatieonderdelen van de huidige deelnemers toe te voegen aan de regeling. De deelnemende gemeenten blijven zelf financieel verantwoordelijk voor de budgetten van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG, met als onderdeel Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz), Bijzondere Bijstand, Kinderopvang en Schuldhulpverlening. De begroting 2016 is vastgesteld. Basis voor de begroting zijn de bedragen die de deelnemende gemeenten in hun huidige begrotingen hebben opgenomen voor de ondergebrachte taken. Naar verwachting zal per 1 januari 2016 de gemeente Zuidplas aan de GR toetreden voor het onderdeel Sociale e Zaken. Hiervoor stelt de GR een 1 begrotingswijziging 2016 op. Met de gemeente Capelle aan den IJssel levert op basis van een dienstverleningsovereenkomst aan de GR ondersteunende diensten voor onder meer huisvesting, communicatie, personeel, financiën en juridische vraagstukken. Per 1 januari 2016 gaat de gewijzigde GR als bedrijfsvoeringorganisatie van start. e In het 1 kwartaal 2016 wordt een evaluatie worden uitgevoerd om te bezien of de ingezette samenwerking het gewenst effect sorteert. De evaluatie - vormgegeven in een goed opgebouwd evaluatiemodel – biedt het fundament bij het maken van afwegingen om tot mogelijke taakuitbreiding over te gaan en ook om nieuwe partners over de streep te trekken. Hiervoor wordt periodiek strategisch overleg tussen de 3 gemeentesecretarissen gevoerd. Toetreding gemeente Zuidplas Medio 2014 heeft het college van Zuidplas besloten dat zij willen toetreden tot de GR IJsselgemeenten voor wat betreft Sociale Zaken (niet ICT). De gemeenteraad zal in 2015 worden voorgesteld hiermee in te stemmen. Het besluit van het college in Zuidplas was te laat om met ingang van 2015 toe te treden (de voorbereiding van een GR met Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel waren in volle gang). Er is een strategisch kernteam geformeerd met de drie gemeentesecretarissen, plus ambtelijke ondersteuning, dat de toetreding van Zuidplas met ingang van 1 januari 2016 voorbereidt. Het Algemeen bestuur van de GR zal de colleges van Capelle en Krimpen in het najaar van 2015 een verzoek doen in te stemmen met de toetreding van Zuidplas. De uitgangspunten waarover Capelle en Krimpen overeenstemming blijven bij de toetreding van Zuidplas in stand. De verdeelsleutel voor uitvoeringskosten zal worden aangepast, waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat voor Zuidplas alleen Sociale Zaken naar de GR gaat. Concept-Programmabegroting 2016 - 132
-
13. Jeugdhulp Rijnmond Voor de uitvoering van specialistische jeugdhulp nemen we met ingang van 2015, met nog 15 gemeenten in het Rijnmondgebied, deel aan een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Het betreft een wettelijke verplichting. Het gemeentelijk budget voor jeugdhulp daalt in 2016 fors. Regionaal is er voor gekozen de wijkteams (CJG teams) in stand te houden om zo invulling te kunnen blijven geven aan preventie en vroegsignalering. Daardoor wordt de korting op het gemeentelijk budget volledig doorgevoerd op de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling. De daling treft met name de specialistische jeugdhulpdomeinen jeugd- en opvoedhulp en jeugd met een beperking. In het najaar van 2015 vindt een evaluatie plaats van het Regionaal transitiearrangement om te bezien of gebruik gemaakt gaat worden van de optie tot verlenging hiervan betreffende het kalenderjaar 2017. Verlenging zou inhouden dat ook in 2017 het budget nog volledig wordt ingezet bij bestaande jeugdhulpaanbieders. Een belangrijke ontwikkeling is de aframing met € 1,1 miljoen van de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor uitvoering van jeugdhulp. Deze korting komt volledig ten laste van de bijdrage aan de Gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp Rijnmond en daarmee ten laste van de specialistische jeugdhulp. Tegelijk met dit krimpende budget wordt de gemeente verantwoordelijk voor meer onderdelen van jeugdhulp, zoals voor de behandeling van ADHD en psychische stoornissen door kinderartsen en voor beveiligd vervoer in de gesloten jeugdhulp. 14. Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Voor het uitvoeren van wettelijke taken op het gebied van jeugdhulp is een stichting opgericht. De taken worden uitgevoerd op basis van een dienstverleningovereenkomst.De bijdrage voor 2015 moet nog nader worden bepaald. Jeugdhulp is een nieuwe taak. De prestatieafspraken met de stichting voor 2015 zijn daarom vooral gericht op het ‘meten’ van de ervaringen die worden opgedaan. Op basis van de in 2015 opgedane ervaringen worden voor 2016 meer prestatiegerichte afspraken gemaakt. Vanwege de forse korting op het budget jeugdhulp zullen deze afspraken onder meer inhouden nadrukkelijker inzet op preventie en vroegsignalering met als doel minder verwijzingen naar specialistische jeugdhulp, of het korter nodig zijn van inzet van specialistische jeugdhulp, als middel om de kosten te beheersen. Momenteel zitten gemeenten nog steeds in de transitiefase, ofwel het zorgdragen dat bestaande hulp gecontinueerd wordt, zowel voor wat betreft de feitelijke ondersteuning als hetgeen in de backoffice gebeurt met bijvoorbeeld het factureren van geleverde jeugdhulp. In 2016 moet nadrukkelijker inzet plaatsvinden op de beoogde transformatie, dus bijvoorbeeld op het versterken van de pedagogische civil society. 15. Evides Jaarlijks stellen de aandeelhouders de drinkwatertarieven vast als onderdeel van het Ondernemingsplan (inclusief begroting). Sinds de fusie in 2004, waarbij Evides Waterbedrijf ontstond uit Waterbedrijf Europoort en Delta Water, zijn de tarieven van Evides constant, met in 2008 zelfs een eenmalige tariefsverlaging van 5%. Dit is bereikt door de synergie van de fusie optimaal te benutten en een strakke en vasthoudende sturing op efficiency binnen het bedrijf. Het tarievenbeleid is gericht op zo laag mogelijke drinkwatertarieven, gecombineerd met een financieel ‘gezonde’ bedrijfsvoering, waardoor benodigde investeringen in o.a. waterkwaliteit en leveringszekerheid kunnen plaatsvinden en daarbij een maatschappelijk verantwoord rendement wordt behaald. .
Concept-Programmabegroting 2016 - 133
-
Overzicht verbonden partijen Naam Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
1. Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) Gemeenschappelijke regeling Schiedam Belangen behartigen van de deelnemende gemeenten op het gebied van vergunningverlening en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer Lid Algemeen Bestuur - portefeuillehouder Duurzaamheid en Milieu (mevr. M J. van Cappelle) - Stadsbeheer (Handhaving en Vergunningen) Uitvoeringsinstantie voor vergunningverlening en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer. Geen.
Jaarlijks is een bijdrage aan de DCMR verschuldigd op basis van de geleverde diensten. Bij uittreding zal een deel van het directe en indirecte personeel toegewezen worden aan deze gemeente en zal tevens compensatie van overige rechten en plichten verschuldigd zijn. Deze compensatie wordt gebaseerd op de kostenverdeling van de deelnemers zoals in de begroting van de DCMR opgenomen en wordt met een factor 3 vermenigvuldigd. Gebaseerd op de huidige inzet van de DCMR betekent dat een jaarlijks bedrag van ca 400. Bijdrage voor 2016: 402 Bron: Conceptbegroting 2016 (bedragen x € 1.000) - Vreemd vermogen 1/1/2016: 9.000 en 31/12/2016: 9.000 - Eigen vermogen 1/1/2016: 4.988 en 31/12/2016: 3.318 - Begrotingsresultaat 2016 voor bestemming: 0 Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Nissewaard, Vlaardingen, Westvoorne en de provincie Zuid-Holland.
Concept-Programmabegroting 2016 - 134
-
Naam
2. Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR)
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Rotterdam Belangen behartigen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de veiligheid in de regio. Lid Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
- portefeuillehouder Brandweer en Rampenbestrijding (de heer J.F. Koen) - BCO De VRR is belast met: a. de zorg die op grond van de Wet Veiligheidsregio’s (artikel 9) is opgedragen aan de colleges van B&W van de deelnemende gemeenten; b. Het onder alle omstandigheden bewerkstellingen van een doelmatig georganiseerd en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen; c. Het doelmatig organiseren, coördineren en uitvoeren van het vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie daarvan en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instelling voor intramurale zorg; d. Het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij rampen. Taken: x Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; x Het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Het uitvoeren van het beperken en bestrijden van rampen en crisis als bedoeld in de Wet Veiligheidsregio’s (artikel 1); x Taken die vanuit het oogpunt van goede bedrijfsvoering zijn vereist. x Het uitvoeren van de wettelijke taken conform de in de Wet Veiligheidsregio’s (artikel 9 en 10) bedoelde gemeenschappelijke regeling; x Het uitvoeren van de wettelijke taken conform de in de Wet Ambulancevervoer (artikel 5) bedoelde gemeenschappelijke regeling; x Het uitvoeren van de wettelijke taken conform de in de Wet Veiligheidsregio’s (artikel 9 en 10) bedoelde gemeenschappelijke regeling; x Het uitvoeren van de ambulancezorg;
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
Vermogen en
Geen.
Kosten van de regionale taken worden gedragen door de deelnemende gemeenten, verdeling geschiedt op basis van het aantal inwoners per 1 januari (CBS) van het kalenderjaar. Bijdrage 2016 3.446 (excl.vaste bijdrage 138) - Vreemd vermogen 1/1/2015: 48.208 en 31/12/2015: 54.727
Concept-Programmabegroting 2016 - 135
-
resultaat Deelnemende partijen
- Eigen vermogen 1/1/2015: 11.760 en 31/12/2015: 11.681 - Begrotingsresultaat 2015 voor bestemming: -/- 79 Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, GoereeOverflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne
Naam
3a. Stadsregio Rotterdam in liquidatie (i.l.)
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling. De gemeenschappelijke regeling blijft van kracht tot de liquidatie is afgerond. Rotterdam
Gevestigd Openbaar belang Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Lid Algemeen en Dagelijks Bestuur - portefeuillehouder stadsregio i.l. de heer J.F. Koen - lid dagelijks bestuur, portefueille middelen. - BCO, Financien Afwikkeling van lopende verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling. De stadsregio is in liquidatie e Liquidatiesaldo Stadsregio Rotterdam (1 voorschotuitkering d.d. 1 juli 2015): € 1.288.587. Eind 2015 volgt mogelijk een tweede afrekening. De eindafrekening is voorzien in juli 2016.
Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
Het liquidatieplan van de stadsregio Rotterdam biedt een overzicht van de nog lopende verplichtingen, de afwikkeling van de fondsen en de afrekening van de baten. Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne
Naam Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
3b. Metropoolregio Rotterdam Den Haag Gemeenschappelijke regeling Rotterdam Economisch Vestigingsklimaat en Verkeer & Vervoer Lid Algemeen bestuur, lid Vervoersautoriteit, leden bestuurs- en adviescommissies - portefeuillehouder metropoolregio (de heer J.F. Koen) - afdeling BCO en SO Concurrerende en bereikbare metropoolregio Geen.
MRDH is gestart op 1 januari 2015. Kosten worden gedragen door de deelnemende gemeenten, verdeling geschiedt op basis van het aantal inwoners per 1 januari (CBS) van het jaar (inwonersbijdrage 2016 is € 2,47), voorafgaand aan het jaar waarover de bijdrage is verschuldigd en de Rijksbijdragen (met name BredeDoel Uitkering voor Verkeer & Vervoer).Uittreding kan na besluiten van burgemeester en wethouders en de raad en goedkeuring van GS. De uittreding kan slechts plaatsvinden op 1 januari
Concept-Programmabegroting 2016 - 136
-
na de datum waarop opname in het register van de Wet gemeenschappelijke regelingen (art.27) heet plaatsgevonden. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van uittreding. Bijdrage 2016: € 307.000 Aandeel gemeente Vermogen en resultaat
Programma)begroting zoals vastgesteld op 3 juli 2015 door het algemeen bestuur van de MRDH. Betreft programmabegroting m.b.t. Verkeer, Openbaar vervoer, Economisch Vestigingsklimaat: 2016: totale lasten € 651.479 en baten € 651.479 2017: totale lasten € 640.588 en baten € 650.588 2018: totale lasten € 501.783 en baten € 501.783 2019: totale lasten € 498.642 en baten € 498.642 Bron: Begroting MRDH 2016 (bedragen x € 1.000):
Deelnemende partijen Naam Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de
- Vreemd vermogen 1/1/2016: € 0 en 31/12/2016: € 0 - Eigen vermogen 1/1/2016: € 340.414 en 31/12/2016: € 174.069 - Financieel resultaat 2016 voor bestemming: € 0 Deelnemers: de 23 gemeenten van de voormalige stadsregio’s Rotterdam en Haaglanden 4. Openbare gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond (GGD) Gemeenschappelijke regeling Rotterdam Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van de volksgezondheid. Lid Algemeen Bestuur - portefeuillehouder Volksgezondheid (mevrouw A.J. Hartnagel) - Welzijn en Educatie Taken voortvloeiende uit de Wet publieke gezondheidszorg: het verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd, inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking; het elke vier jaar, voorafgaand aan de opstelling van de nota gemeentelijke gezondheidsbeleid op landelijk gelijkvormige wijze verzamelen en analyseren van gegevens over deze gezondheidssituatie; het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen; het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s met inbegrip van programma’s voor de gezondheidsbevordering; het bevorderen van medisch milieukundige zorg; het bevorderen van technische hygiënezorg; het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen. het nemen van algemene preventieve maatregelen op infectieziektegebied; het bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron- en contactopsporing; bron- en contactopsporing bij meldingen van bepaalde omschreven infectieziekten; het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en bedreigende factoren en het ramen van de behoeften aan ouderenzorg; het op systematische wijze volgen, signaleren en bestrijden van een epidemie van een infectieziekte en de directe dreiging daarvan. De omvang van het basispakket staat voor 4 jaar vast (2015 tot en met 2018).
Concept-Programmabegroting 2016 - 137
-
verbonden partij heeft Financiën / risico Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
Bijdrage 2016: 426 Deelname betreft een wettelijke verplichting. De begroting van de GGD regelt alleen de bijdragen van de deelnemende gemeenten en kent geen eigen balans. Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Brielle, Hellevoetsluis, Westvoorne en Goeree-Overflakkee.
Naam
5. Werkvoorzieningschap Promen
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Capelle a/d IJssel/Gouda Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van sociale werkvoorziening en re-integratie. Lid Algemeen en Dagelijks Bestuur
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
- portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - Welzijn en Educatie Het op een bedrijfsmatig verantwoorde wijze uitvoering geven aan de Wet sociale werkvoorziening, evenals aan de voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals onder andere bedoeld in artikel 7 lid 1 onder a van de Wet werk en bijstand en artikel 72 van de Werkloosheidswet, dat in een samenwerkingsverband met de hieronder genoemde gemeenten. Geen.
Voor deelname aan het schap betalen alle gemeenten een jaarlijkse bijdrage. De hoogte van het bedrag wordt vastgesteld met de begroting. Het voorschot wordt voor 1 juli van het betreffende jaar betaald. Definitieve verrekening van betaalde en werkelijk verschuldigde bedrag geschiedt na vaststelling van de rekening door de accountant. Jaarlijks wordt vanuit het rijk het participatiebudget verstrekt met daarbinnen een deel bestemd voor de Wsw. Dit budget wordt in zijn geheel overgemaakt aan Promen. Uittreding kan na een besluit van de gemeenteraadraad en goedkeuring van GS. De uittreding gaat in 5 jaar na het verstrijken van het jaar waarin het besluit is genomen en niet eerder dan nadat het betreffende besluit is opgenomen in de registers van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het algemeen bestuur stelt voor elke afzonderlijk uittreding een uittredingssom vast, op basis van redelijkheid en billijkheid, die aan het werkvoorzieningschap wordt betaald. Boskoop (gemeente Alphenaan den Rijn) heeft aangegeven in principe uit te willen treden en voert daar overleg over met Promen. gemeentelijke bijdrage 266. Bron: Jaarstukken 2014 (bedragen x € 1.000): - Vreemd vermogen 1/1/2014: 729 en 31/12/2014: 602. - Eigen vermogen 1/1/2014: 1.512 en 31/12/2014: 1.470 - Nog te bestemmenresultaat 2014 62 Capelle aan den IJssel, Gouda, Krimpenerwaard, Krimpen aan den IJssel, Waddinxveen, Zuidplas, Alphen aan den Rijn (Boskoop), Bodegraven-Reeuwijk
Concept-Programmabegroting 2016 - 138
-
Naam
6a. Recreatieschap Hitland
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Gemeenschappelijke regeling Nieuwerkerk a/d IJssel Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van openluchtrecreatie Lid Algemeen en Dagelijks Bestuur
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
Vermogen en resultaat
- portefeuillehouder Sport en Recreatie (mevr. M.J. van Cappelle) - Welzijn en Educatie Ontwikkeling en beheer van het recreatiegebied Hitland, samen met de gemeente Zuidplas. Geen.
Uittreding is mogelijk, maar heeft wel financiële gevolgen. De exploitatielasten worden over de deelnemende gemeenten verdeeld op basis van het aantal inwoners. Deze bijdrage wordt in mindering gebracht op de door de gemeente te betalen bijdrage aan het Financieel Koepelschap Buitenstedelijk Groen. Op dit moment wordt onderzoek verricht naar het ontvlechten en ontheffen van dit financieel koepelschap. Bijdrage 2016: 365 Bron: Begroting 2015 (bedragen x € 1.000)
Vreemd vermogen (langlopende leningen) 1/1/2016: 5.650 en 31/12/2016: 5.650 Bron: Conceptbegroting 2016 (bedragen x € 1.000):
Deelnemende partijen
- Eigen vermogen 1/1/2016: 1.391 en 31/12/2016: 1.528 - Begrotingsresultaat 2016 voor bestemming: -/- 462 Capelle aan den IJssel en Zuidplas
Naam
6b. Koepelschap Buitenstedelijk Groen
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Samenwerkingsverband Schiedam Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van buitenstedelijk groen. Lid Dagelijks Bestuur
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
-portefeuillehouder Sport en Recreatie (mevr. M.J. van Cappelle) - Welzijn en Educatie Ontwikkeling en beheer van diverse recreatiegebieden in het Rijnmondgebied. Geen.
Uittreding is mogelijk, maar heeft wel financiële gevolgen. Op dit moment wordt onderzoek verricht naar liquidatie/ ontmanteling van dit financieel koepelschap. Bijdrage 2016: 185
Concept-Programmabegroting 2016 - 139
-
Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
Bron: Conceptbegroting 2016 (bedragen x € 1.000): - Vreemd vermogen 1/1/2016: 0 en 31/12/2016: 0 - Eigen vermogen 1/1/2016: 245 en 31/12/2016: 246 - Begrotingsresultaat 2016 voor bestemming: 2 Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, HendrikIdo Ambacht, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Nederlek, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Westvoorne, Zwijndrecht.
Naam
7. N.V. Eneco
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Deelneming Rotterdam Zie taak/doelstelling Aandeelhouder
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico Aandeel gemeente Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
- portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - afdeling Financiën In hoofdzaak leveren van elektriciteit, gas en stadsverwarming aan huishoudens en bedrijven in Nederland. Eneco doet geen voorspellingen ten aanzien van winstverwachtingen en uit te keren dividenden. De Hoge Raad heeft besloten dat de verplichte splitsing van netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf niet in strijd is met het Europese recht. Verplichte splitsing kan gevolgen hebben voor de omvang van de deelneming. Hiervoor heeft de Aandeelhouderscommissie (AHC) een opdracht verstrekt aan een extern adviseur. Het risico betreft de deelname in het aandelenkapitaal. De gemeente beschikt over 94.698 aandelen (1,91%) met een nominale waarde van € 100. Geraamd dividend 2016: € 1.780.000 (gelijk aan 2015) Bron: Jaarverslag 2014 (bedragen x € 1.000): - Vreemd vermogen 1/1/2014: € 4.592.000 en 31/12/2014: € 4.963.000 - Eigen vermogen 1/1/2014: € 4.588.000 en 31/12/2014: € 5.188.000 - Financieel resultaat 2014 (nettowinst): € 205.000 Aalsmeer, Achtkarspelen, Alblasserdam, Albrandswaard, Ameland, Amstelveen, Barendrecht, Binnenmaas, Bloemendaal, Brielle, Capelle aan den IJssel, Castricum, Cromstrijen, Delft, Den Haag, Dirksland, Dongeradeel, Dordrecht, Ferwerderadiel, Giessenlanden, Goedereede, Gorinchem, Graafstroom, Haarlemmerliede&Spaarnwoude, Hardinxveld-Giessendam, Heemstede, Hellevoetsluis, Hendrik-IdoAmbacht, Kollummerland, Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leerdam, Leidschendam-Voorburg, Liesveld, Lingewaal, Middelharnis, Nederlek, Nieuw-Lekkerland, Nissewaard, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Ouderkerk, Papendrecht, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Schiermonnikoog, Sliedrecht, Strijen, Uithoorn, Vianen, Westvoorne, Zandvoort, Zederik, Zoetermeer en Zwijndrecht-Heerjansdam
Concept-Programmabegroting 2016 - 140
-
Naam
8. Isala theater B.V.
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Deelneming Capelle aan den IJssel Mede in stand houden van een culturele voorziening en het verlevendigen van het stadshart. Certificaathouder - portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - Financiën - Welzijn en Educatie Exploitatie van het Isala theater. De Stichting Aandelenbeheer Isala is per 1-7-2015 opgeheven, waardoor de aandelen in bezit zijn van de gemeente Capelle aan den IJssel.
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico Aandeel Aandeelhouder Vermogen en resultaat
18 (historische kostprijs). Er is geen dividend begroot. Begrote subsidie in 2016: 1.038 Gemeente Capelle aan den IJssel (per 1-7-2015) Bron: Jaarverslag 2014 (bedragen x € 1.000): - Vreemd vermogen 1/1/2014: 964 en 31/12/2014: 884 - Eigen vermogen 1/1/2014: 59 en 31/12/2014: 89 - Financieel resultaat 2014 (nettowinst): 30 - Begrotingsresultaat 2016 voor bestemming: 1,4
Deelnemende partijen Naam
9. Rijksmonument Dorpsstraat 164 te Capelle aan den IJssel B.V.
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Deelneming Capelle aan den IJssel In stand houden cultuur voor de gemeenschap. Aandeelhouder
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
- portefeuillehouder Financiën (de heer JP Meuldijk) - Directie Het verkrijgen, behouden en duurzaam exploiteren van het rijksmonument Dorpsstraat 164, het creëren en behouden van de toegankelijkheid van het pand voor de gemeenschap ten behoeve van de activiteiten op het gebied van kunst en cultuur en al wat voor het vorenstaande in de meest ruime zin bevorderlijk kan zijn. Gelet op de aanhoudend verlieslatende exploitatie van de B.V., bekijken de aandeelhouders op welke wijze een verbetering in de financiële resultaten bereikt kan worden. De aandeelhouders staan op voorhand open om alle mogelijke opties te onderzoeken, zowel binnen als buiten de huidige taak c.q. doelstellingen van de B.V. en het pand. Het risico betreft de deelname in het aandelenkapitaal en de garantstelling voor betaling van rente en aflossing van (bank)leningen. Begrote subsidie 2016: 71
Concept-Programmabegroting 2016 - 141
-
Aandeel gemeente Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
Nominale waarde aandelenbezit 8 (agiostorting bedraagt 208). Bron: op 11 juni 2015 vastgestelde jaarrekening 2013 - Vreemd vermogen: 2.877 - Eigen vermogen: 358 - Financieel resultaat: -/- 11 Maximum Invest B.V., gemeente Capelle aan den IJssel en de Vereniging Oude Kern.
Naam
10. BV Sport
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Dienstverleningsovereenkomst Capelle aan den IJssel Beheer en onderhoud sportaccommodaties en stimulering en ondersteuning van sportverenigingen. Enig aandeelhouder in BV
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico Aandeel gemeente Vermogen en resultaat
- portefeuillehouder Sport Recreatie en Cultuur (mevr. M.J. van Cappelle) - portefeuillehouder Financien/ Aandeelhouder (de heer JP Meuldijk) - Welzijn en Educatie Zie artikel 2 van de akte van oprichting BV Sport: - het in opdracht van de gemeente Capelle aan den IJssel onderhouden, beheren en exploiteren van gemeentelijke sportaccommodaties - het gelegenheid bieden tot sportbeoefening - het uitvoeren van het gemeentelijk sport(stimulerings)beleid - het in opdracht van de gemeente Capelle aan den IJssel geven van advies en ondersteuning aan sportverenigingen in Capelle aan den IJssel Geen.
Het risico betreft: Bijdrage 2016: 2.976 Gemeente is enig aandeelhouder Bron: Jaarverslag 2014(bedragen x € 1.000): - Vreemd vermogen 1/1/2014: 1.102 en 31/12/2014: 620 - Eigen vermogen 1/1/2014: 403 en 31/12/20143: 404 - Financieel resultaat 2014 (nettowinst): € 790,00* (niet keer 1000)
Concept-Programmabegroting 2016 - 142
-
Naam
11. Stichting CapelleWerkt
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Dienstverleningsovereenkomst Capelle aan den IJssel Bevordering van de arbeidsparticipatie en ondersteuning bieden bij uitstroom uit de bijstand van Capellenaren. Algemeen bestuur
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
- portefeuillehouder Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de heer E.M.C. Faassen) - Gemeentesecretaris WWB-gerechtigden wonende in Capelle aan den IJssel nuttige werkzaamheden uit te laten voeren vooral ten behoeve van de gemeentelijke taken op het terrein van groen, veiligheid, schoonmaak en welzijn, om zo een bijdrage aan de samenleving te leveren en met de opgedane ervaring en de aangeboden begeleiding betere kansen te verkrijgen op de arbeidsmarkt. CapelleWerkt is daarnaast een werkgeversstichting die de uitvoering van allerlei gemeentelijke activiteiten mogelijk maakt. Geen.
Het risico betreft: Bijdrage 2015: 82 Bron: Jaarrekening 2012 (bedragen x € 1.000) 2013 nog niet gereed: - Vreemd vermogen 1/1/2012: 19 en 31/12/2012: 24 - Eigen vermogen 1/1/2012: 145 en 31/12/2012: 178 - Financieel resultaat 2012 voor bestemming: 38 Gemeente Capelle aan den IJssel en Stichting CapelleWerkt
Naam
12. IJsselgemeenten
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Capelle a/d IJssel De regeling wordt getroffen ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers. Lid Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur - Portefeuille Sociale Zaken/ Voorzitter Algemeen Bestuur ( de hr E. Faassen) - Portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - Gemeentesecretaris Doelstelling: het bewerkstelligen van een kwalitatief hoogwaardige en doelmatige uitvoering van de door de deelnemers aan IJSSELgemeenten opgedragen taken.
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Taken: aan IJSSELgemeenten zijn in ieder geval taken toegekend, die betrekking hebben op de volgende vakgebieden: a. Sociale Zaken b. ICT & Automatisering Taken kunnen worden uitgebreid met andere taken bij afzonderlijk eensluidend besluit van alle deelnemers en aanvaarding van de nieuwe taken door het algemeen bestuur. Alle deelnemers nemen het pakket aan taken met betrekking tot a. Sociale Zaken af. Concept-Programmabegroting 2016 - 143
-
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
De taken met betrekking tot ICT & Automatisering en de later aan IJSSELgemeenten toebedeelde taken kunnen door de deelnemers worden afgenomen. Geen.
Financiën: de kosten van de GR blijven binnen de in de huidige meerjarenbegroting geraamde bedragen voor de betreffende onderdelen. De kosten en toekomstige voordelen worden verdeeld op basis van de verdeelsleutel voor de kosten. Dit houdt in: voor de Sociale Zaken in de verhouding van 82:18 tussen Capelle en Krimpen en voor ICT in de verhouding 60:40 tussen Capelle en Krimpen. Wanneer de toetreding van Zuidplas zeker is, zal de verdeelsteutel worden aangepast. Risico: De deelnemende gemeenten blijven zelf financieel verantwoordelijk voor de budgetten van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG, met als onderdeel Wet werk en bijstand, IOAW, IOAZ en Bbz), Bijzondere Bijstand, Kinderopvang en Schuldhulpverlening. De verwachting is dat als gevolg van efficiencyvoordelen de organisatie- en uitvoeringskosten van de GR zullen dalen, waardoor de gemeentelijke bijdragen kan dalen.
Toekomstontwikkelingen
Vermogen en resultaat
Deelnemende partijen Toezichtarrangement
Bijdrage 2016: 8.784 (exclusief 830 doorbelasting aan participatiebudget) Bestaande uit: bijdrage voor taken Sociale Zaken 5.934 (exclusief 830 doorbelasting aan participatiebudget) en bijdrage voor taken ICT & Automatisering 2.850. De beoogde organisatorische en juridische vorm van de samenwerking voorziet in alle opzichten in een verbreding met andere gemeenten binnen onze regio. Daarnaast is het mogelijk organisatieonderdelen van de huidige deelnemers toe te voegen aan de regeling. Toetreding tot deze regeling kan plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van alle deelnemers alsmede de potentiële deelnemer, indien van toepassing na verkregen toestemming. De begroting 2016 moet nog worden vastgesteld. Basis voor de begroting zijn de bedragen die de deelnemende gemeenten in hun huidige begrotingen hebben opgenomen voor de ondergebrachte taken. Vreemd Vermogen, Eigen Vermogen per 1-1-2015 en 31-12-2015: n.n.b.. Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel. Algemeen: eenmaal per 4 jaar wordt getoetst of voortzetting van deelname aan de verbonden partijen gewenst is. Deze toetsing houdt in dat wordt beoordeeld of de voorwaarden waaronder destijds is toegetreden tot de verbonden partij nog van kracht zijn, of dat de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat andere keuzes moeten worden gemaakt. Voor de GR gelden regels m.b.t. het aanleveren van de ontwerpbegroting en rekening. Naast de ontwerpbegroting en rekening stelt de GR jaarlijks een kadernota voor de bedrijfsvoering vast. Deze worden ambtelijk beoordeeld. Met betrekking tot de ontwerpbegroting kunnen de raden van de gemeenten schriftelijk hun zienswijze doen blijken. De GR volgt een eigen P&C-cyclus die aansluit op de P&C-cyclus van de gemeente. De GR zal periodiek tussentijdse rapportages overhandigen, die door de gemeente worden beoordeeld. Daarnaast zal er periodiek ambtelijk overleg plaatsvinden tussen de GR en de gemeente.
Concept-Programmabegroting 2016 - 144
-
Uittreding
Iedere deelnemer kan besluiten tot uittreden. Een besluit tot uittreding kan niet eerder worden genomen dan drie jaar na het besluit tot het aangaan van dan wel toetreding tot deze regeling. Een uittredingsbesluit wordt twee kalenderjaren na het verstrijken van het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen van kracht. Een uittredende deelnemer betaalt na het besluit dan nog twee jaar, een bijdrage in de jaarlijkse (vaste) exploitatielasten, waaronder de personele kosten, van IJsselgemeenten. Uittreding is mogelijk maar betekent de facto, met de huidige samenstelling van de GR, dat de GR wordt opgeheven.
Naam
13. Gemeenschappelijke regeling jeugdhulp Rijnmond
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Rotterdam Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van bovenlokale, specialistische jeugdhulp. Lid Algemeen Bestuur
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico
- portefeuillehouder Jeugdbeleid en Jeugdzorg (mevrouw A.J. Hartnagel) - Welzijn en Educatie Het lichaam heeft tot doel te zorgen voor een kwalitatief goede en efficiënte uitvoering van bovenlokale taken, met inachtneming van de bepalingen in de Jeugdwet. In het kader van de doelstelling heeft het lichaam de volgende taken: a. het uitvoeren van de bovenlokale taken door middel van: - het contracteren en/of subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp en uitvoerders jeugdreclassering en jeugdbeschermingsmaatregelen in het kader van de Jeugdwet; de jeugdhulp omvat de uitvoering van gesloten jeugdhulp, crisiszorg, pleegzorg, residentiële, intramurale zorg en/of specialistische zorg voor jeugdigen; de taken worden uitgevoerd met inachtneming van de afspraken die hierover op bovenregionaal of landelijk niveau zijn of worden gemaakt; - het organiseren van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. b. het bevorderen van gezamenlijk overleg van de gemeenten inzake de uitvoering van de jeugdhulptaken, welke ingevolge de Jeugdwet aan de gemeenten zijn opgedragen. -
Schatting bijdrage 2016: 12.056. Begroting 2016 wordt in september 2015 definitief vastgesteld door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling. Deelname betreft een wettelijke verplichting. Risico: Tekort op totaalbudget GR. Kosten van benodigde inzet van jeugdhulp hoger dan inleg door de gemeente Wachtlijsten. Zie hiervoor ook de risicoparagraaf.
Concept-Programmabegroting 2016 - 145
-
Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
Nog niet bekend.
Naam
14. Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Capelle aan den IJssel
Soort verbintenis
Dienstverleningsovereenkomst
Gevestigd
Capelle aan den IJssel
Openbaar belang
Uitvoeren van de wettelijke taken op het gebied van jeugdhulp en jeugdgezondheidszorg
Bestuurlijk belang
Opdrachtgever
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Jeugdbeleid en Jeugdzorg (mevrouw A.J. Hartnagel) - Welzijn en Educatie
Taak / Doelstelling
Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Brielle, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Nissewaard en Westvoorne
1. Het in opdracht van en namens de gemeente Capelle aan den IJssel, al dan niet met inzet van derden, bieden van jeugdgezondheidszorg, op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen en jeugdhulp, alsmede het toekennen van niet vrijtoegankelijke voorzieningen op het gebied van jeugdhulp. Een en ander met inachtneming van de toepasselijke wettelijke regelingen en het gemeentelijk beleid en rekening houdend met alle betrokken maatschappelijke belangen. 2. Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden, of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft: Kosten voor de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst worden gedragen door Capelle aan den IJssel Risico: Noodzakelijke inzet van lokale jeugdhulp, zoals jeugd- en gezinscoaches, is hoger dan begroot. Bijdrage 2016: nog niet bepaald.
Aandeel gemeente
Niet van toepassing
Concept-Programmabegroting 2016 - 146
-
Vermogen en resultaat
Bron: (bedragen x € 1.000): Nog niet bekend?
Deelnemende partijen
1. 2015 is het eerste volledige kalenderjaar waarin de stichting actief is. 2. In de Dienstverleningsovereenkomst is bepaald dat de stichting uiterlijk op 1 september een halfjaarrapportage moet indienen met daarin onder meer een financiële rapportage. Deze halfjaarrapportage is nog niet ontvangen. 3. De stichting heeft tot uiterlijk 15 juli uitstel gevraagd voor het indienen van de begroting 2016. Gemeente Capelle aan den IJssel en Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Capelle aan den IJssel
Naam
15. Dataland B.V.
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang Bestuurlijk belang
Participatieovereenkomst Gouda Informatievoorziening gemeentelijk administratief vastgoed DataLand is een initiatief van en voor gemeenten en beschikt thans over meer dan 90% van de gebouwde objecten in Nederland
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico Aandeel gemeente Vermogen en resultaat Deelnemende partijen
- Vreemd vermogen 1/1/2015: en 31/12/2015: - Eigen vermogen 1/1/2015: en 31/12/2015: - Financieel resultaat 2015 voor bestemming:
- portefeuillehouder Stadsontwikkeling en Ruimtelijke ordening (de heer D.P. van Sluis) - Stadsontwikkeling/Grondzaken & Geo-informatie Dataland levert gemeentelijke administratieve vastgoedinformatie aan bovenlokale afnemers. Dit kunnen zowel publieke als private partijen zijn. Dataland veredelt geen informatie. Dataland heeft afnemers in verschillende marktsegmenten en voor verschillende toepassingen. Men richt zich op de makelaardij, woningcorporaties, taxatiebureaus, banken, verzekeraars, marktonderzoekbureaus, ingenieursbureaus, brandweer en politie, regionale en nationale overheden. Geen.
Het risico betreft: Geen Bijdrage 2016: 0 31.075 certificaten (gebaseerd op aantal objecten ten tijde van afsluiten overeenkomst) Bron: Jaarverslag 2014 (bedragen x € 1.000):
- Vreemd vermogen 1/1/2014: 570 en 31/12/2014: 592 - Eigen vermogen 1/1/2014: 495 en 31/12/2014: 728 - Financieel resultaat 2014 (nettowinst): 200 (Bijna) alle gemeenten in Nederland
Naam
16. N.V. Evides
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Deelneming Rotterdam Zie taak/doelstelling
Concept-Programmabegroting 2016 - 147
-
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling Financiën / risico Aandeel gemeente Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Vermogen en resultaat
Aandeelhouder - portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - Stadsontwikkeling Voorzien in de behoefte aan schoon drinkwater aan huishoudens en bedrijven in de regio. Het risico betreft de deelname in het aandelenkapitaal. De gemeente beschikt over totaal 72.608 aandelen met een nominale waarde van € 45,38. Het totale aandelenkapitaal van de gemeente bedraagt dus € 3.294.950. Begroot dividend 2016: 725 Geen.
Bron: Jaarverslag 2014 (bedragen x € 1.000):
Deelnemende partijen
- Vreemd vermogen 1/1/2014: € 1.452 en 31/12/2014: € 1.321 - Eigen vermogen 1/1/2014: € 228.791 en 31/12/2014: € 234.609 - Financieel resultaat 2014 (nettowinst): € 28.313 Albrandswaard, Barendrecht, Binnenmaas, Brielle, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, De Kier, Delft, Dordrecht, Heerjansdam, Hellevoetsluis, Korendijk, Maasland, Maassluis, Monster, Naaldwijk, Nissewaard, Oud-Beijerland, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Schipluiden, ’s-Gravendeel, ’s-Gravenzande, Strijen, Vlaardingen, Wateringen, Westvoorne en Zwijndrecht
Naam
17. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Soort verbintenis Gevestigd Openbaar belang
Deelneming Den Haag BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Aandeelhouder
Bestuurlijk belang Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Financiën / risico Aandeel gemeente Vermogen en resultaat
- portefeuillehouder Financiën (de heer. J.A.A. Meuldijk) - afdeling Financiën Uitoefenen van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. Geen.
Het risico betreft de deelname in het aandelenkapitaal. 7.722 aandelen a € 2,50 In de begroting 2015 is een dividenduitkering opgenomen van 18. Bron: Jaarverslag 2013 (bedragen x € 1.000):
-
Vreemd vermogen 1/1/2013: 134.563.000 en 31/12/2013: 139.477.000 Eigen vermogen 1/1/2013: 2.752.000 en 31/12/2013: 3.430.000 Financieel resultaat 2013 (nettowinst): 283.000
Deelnemende partijen Concept-Programmabegroting 2016 - 148
-
F. Grondbeleid Het grondbeleid in Capelle aan den IJssel is in 2011 vastgelegd in de nota Grondbeleid. De opgave waar de gemeente in dit kader voor staat is hoofdzakelijk de herstructurering van bestaande (woon)omgevingen, binnen het gewenste ruimtelijke en/of ander sectoraal beleid, zoals volkshuisvesting, economische zaken en sport en recreatie. Het doel van het gemeentelijk grondbeleid is als volgt gedefinieerd: - sturen van grondgebruik waar dit niet mogelijk is met uitsluitend het bestemmingsplan; - vervullen van de gemeentelijke regierol bij nieuwe ontwikkelingen; - toevoegen van ruimtelijke kwaliteit aan de stad; - indien financiële middelen worden gerealiseerd kunnen deze worden ingezet voor herstructurering. Meerjaren Perspectief Grondexploitaties In het MPG (Meerjaren Perspectief Grondexploitaties), als onderdeel van het Projectenboek, wordt een beeld gegeven van de (financiële) resultaten van alle (voorgenomen) ontwikkellocaties. Het Projectenboek 2015 in nieuwe stijl is ter informatie voorgelegd in 2015 en in de Voorjaarsnota 2015 zijn de financiële consequenties hiervan verwerkt. Het projectenboek kende een vernieuwde stijl om de ontwikkelstrategie en de ruimtelijke transitie, in samenhang te realiseren en te versnellen. Met de structuurvisie hebben wij hiervoor een duidelijk kader, die concreet wordt gemaakt in de gebiedsvisie Centraal Capelle en de overige gebiedsvisies. Deze strategie wordt de volgende jaren ook aangepast aan de gebiedsvisies en actuele (markt)ontwikkeling. De strategie mondt uit in een ambitieuze concrete (woning)bouwplanning. Deze woningbouwplanning behelst de realisatie van ruim 750 nieuwe woningen tot 2022. Per saldo is dat een toevoeging van ruim 400 woningen minus de sloop van de Hoven. Dit past binnen de extra vraag naar woningen van circa 600 woningen. We zetten bewust in op een ambitieus programma zodat er, ook op het moment dat er onverhoopt iets tegenzit, meer dan genoeg zichtbaar en positief resultaat wordt behaald. We kiezen hierbij voor een Pro-actief faciliterende rol bij de ontwikkelingen. De projecten kennen een nieuwe indeling. 1.Grondexploitaties; 2. Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG); 3. Facilterende projecten (geen grond in eigendom). Op dit moment zijn er vier grondexploitaties (Fascinatio, Tennispark, Stadshart Zuid en PC Boutenssingel) deze hebben een vastgesteld uitvoeringsbudget. Voor de NIEGG is een uitvoeringsbudget beschikbaar gesteld voor 2015 en 2016 zodat er snelheid in ontwikkeling kan worden aangebracht en bij de faciliterende projecten worden onze gemeente kosten via een anterieure overeenkomst verhaald. Risico's Een grondexploitatie is de financiële vertaling van een ruimtelijke ontwikkeling. Een grex is een momentopname op basis van de op dat moment beschikbare uitgangspunten, aannames en inzichten. Grondexploitaties worden in de tijd steeds concreter. In alle fasen geldt als uitgangspunt: indien wordt ingeschat dat de kans groter is dan 50% dat een risico optreedt, dan wordt dit risico afgedekt in de grondexploitatieberekening. Een risicoanalyse heeft tot doel om inzicht te krijgen in alle risico’s die gepaard gaan met een project. De Reserve Grondexploitatie is opgeheven, deze is nu onderdeel geworden van het weerstandsvermogen van de gemeente, het bedrag dat hiervoor wordt opgenomen is 3% van zowel kosten als opbrengsten van alle vastgestelde grondexploitaties. Voor het verwerven van strategische aankopen heeft de raad bij vaststelling van de nota Grondbeleid in 2005 het college gemandateerd tot een jaarlijks investeringsplafond ter hoogte van € 3 miljoen. De werkwijze bij strategische verwervingen is vastgelegd in de in 2013 vastgestelde Nota Strategisch Verwerven.
Concept-Programmabegroting 2016 - 149
-
G. Lokale heffingen De gemeentelijke inkomsten bestaan voor een deel uit eigen belastinginkomsten. De onroerendezaakbelastingen (OZB) hoort naast de hondenbelasting en de logiesbelasting tot de zogenoemde algemene dekkingsmiddelen. Andere belangrijke heffingen waarmee onze gemeente kosten verhaalt zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Beide heffingen worden gerekend tot de specifieke dekkingsmiddelen. Daarnaast heft onze gemeente leges op verstrekte diensten (documenten) en worden tarieven berekend voor het gebruik van gemeentelijke bezittingen in de vorm van Marktgeld. Met ingang van 2012 is er een heffing ingevoerd met de naam Bizone Hoofdweg CapelleXL. Deze heffing is gebaseerd op de Experimentenwet Bizones. Na vier jaar is de heffingsperiode in 2015 verstreken. Inmiddels is er sprake van definitieve wetgeving. Op basis van de nieuw ingevoerde wetgeving wordt nagestreefd om aansluitend vanaf 2016 in hetzelfde gebied een nieuwe heffing Bizone in te voeren. De netto-opbrengst wordt ook dan in de vorm van een subsidie uitgekeerd. In verband met de verwachte prijsontwikkeling zullen de tarieven voor 2016 trendmatig met het percentage van de inflatie worden aangepast. Daarnaast zullen de tarieven voor de overige heffingen zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en marktgelden op een kostendekkend niveau gehandhaafd blijven. Ook bij de leges geldt het uitgangspunt dat de diensten zoveel mogelijk tegen kostendekkende tarieven worden aangeboden. Als gevolg van de teruglopende bouwactiviteiten bij de leges omgevingsvergunning (Titel 2 van de verordening) is het niet mogelijk om dit beleiduitgangspunt te realiseren. In november 2012 heeft het college besloten om de tarieven niet kostendekkend te maken (BBV 478740). Wet waardering onroerende zaken (WOZ) In 2015 is de jaarlijkse herwaardering van alle onroerende zaken uitgevoerd. Alle objecten zijn gewaardeerd naar het waardepeil van 1 januari 2015. De belanghebbenden (eigenaren en gebruikers) worden over de uitkomst van de waardevaststelling begin 2016 geïnformeerd door middel van een voor bezwaar en beroep vatbare waardebeschikking. Deze waardevaststelling is alleen van toepassing voor de belastingheffingen van het jaar 2016. De prijspeildatum ligt één jaar voor het WOZ-tijdvak. Vanaf 2016 krijgt de WOZ-waarde als gevolg van nieuwe wetgeving op het gebied van woningwaarderingsstelsel een prominente plaats. De waarde gaat een belangrijke rol spelen bij het vaststellen van de maximale redelijke huur. Welke gevolgen deze wetgeving voor de uitvoering van de WOZ zal hebben is nog niet duidelijk. Onroerendezaakbelastingen De onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen. De opbrengst behoort tot de algemene dekkingsmiddelen en mag vrij worden besteed. De gemeente is autonoom bij het bepalen van de OZB-tarieven. Er worden door het Rijk geen maximale tarieven meer bepaald. Ter beperking van de stijging van de lokale lastendruk is de macronorm ingevoerd. Hiermee stelt de rijksoverheid een plafont vast waarmee de OZB jaarlijks mogen stijgen. Uit het “rapport evaluatie systematiek macronorm onroerende zaakbelasting” is naar voren gekomen dat de macronorm OZB geen effectief beheersingsinstrument is gebleken. Dit staat in de septembercirculaire 2014. De minister is niet overtuigd van de werking van de in het rapport genoemde alternatieven met hoeveel de totale OZB-inkomsten van gemeenten in een jaar mogen stijgen. Het kabinet heeft voor 2016 het voornemen om in samenspraak met de VNG te komen tot een woonlasten norm. De werkgroep die het evaluatierapport over de macronorm OZB heeft opgesteld heeft opdracht gekregen de variant van woonlastennorm verder uit te werken. Op dit moment zijn nog geen concrete voorstellen bekend. Als gevolg van de jaarlijkse waardeherziening zal er ook voor 2016 een nieuwe WOZ-waarde bekend gemaakt worden. In deze waarde worden de gevolgen van de ontwikkelingen op de vastgoedmarkt zichtbaar. Er mag geen misverstand over bestaan dat uitsluitend rekening gehouden wordt met de marktontwikkelingen tot rond de prijspeildatum 1 januari 2015. De vastgoedmarkt staat sinds het begin van de recessie onder grote druk. Dit heeft in de periode eind 2008 tot 2015 geleid tot een algehele waardedaling van het onroerend goed. Voor onze gemeente is tot nu toe de waardedaling in het jaar 2012 (prijspeil 01 januari 2013) het hoogst geweest. Het jaar 2014 geeft een aarzelend beeld van verkoopprijzen. Maandelijks fluctueerden de transactieprijzen van plus naar min en omgekeerd. Er is wel een zichtbare toename van het aantal verkopen waarneembaar. Gemiddeld gesproken is er bij woningen in 2014 nog steeds sprake van een waardedaling. Ook voor 2015 kan nog niet Concept-Programmabegroting 2016 - 150
-
van een stevig herstel gesproken worden. Bij het bedrijfsvastgoed is eveneens geen sprake van herstel en daalt de markt nog flink. Vooral onder invloed van de hoge leegstand op de kantorenmarkt is de waarde van kantoorpanden sterk gedaald. Ook bij andere specifiek grotere bedrijfsobjecten is er sprake van een forse daling. Omdat de leegstand in het Rivium inmiddels ruim 45% bedraagt en jaarlijks verder toenam is in het Coalitieakkoord vastgelegd dat door de inzet van een Riviummarinier de leegstand wordt teruggedrongen. Het doel hierbij is om meer OZB opbrengsten te genereren, met als mogelijk bijkomend effect een herstel van de markt in dat gebied. In brede zin zal de negatieve waardeontwikkeling als gevolg van de marktontwikkeling ook in de WOZwaarde die begin 2016 bekend wordt gemaakt zichtbaar zijn. De waardedaling van woningen en nietwoningen wordt volledig in de tarieven gecompenseerd. Voor onze gemeente wordt, naast de compensatie van de tarieven als gevolg van de waardeontwikkeling, in het tarievenbeleid voor 2016 uitgegaan van een trendmatige aanpassing van 0,75% (CPB Korte termijnraming december 2014: prognose jaar 2015 voor de prijsmutatie overheidsconsumptie netto materieel). Tarieven OZB 2016 De tarieven voor de OZB voor het Belastingjaar 2016 zijn gebaseerd op de geprognosticeerde uitkomsten van de waardeherziening met als prijspeildatum 1 januari 2015. In verband hiermee worden de tarieven gecompenseerd met de uitkomst van de herwaardering. Hierbij is uitgegaan van de tarieven 2015. Daarnaast zijn de tarieven met de 0,75% trendmatig verhoogd. De definitieve WOZ-waardes 2016 zijn eind 2015 beschikbaar. Voor 2016 worden voorlopig de volgende tarieven voorzien: Woningen proportioneel
Eigenaren Gebruikers
Niet-woningen proportioneel 2016 2016 0,1277% Eigenaren 0,2559% n.v.t. Gebruikers 0,2044%
Afvalstoffenheffing De kosten van afvalinzameling en verwerking worden aan de gezinshuishoudens in rekening gebracht via een afvalstoffenheffing. In onze gemeente wordt bij de heffing uitgegaan van een tariefsdifferentiatie, waarbij het tarief afhankelijk is gesteld van het aantal personen in een huishouden. De opbrengst van de afvalstoffenheffing behoort niet tot de algemene middelen, maar moet worden gebruikt om de kosten te dekken van afvalinzameling en verwerking. Uitgangspunt voor de vaststelling van de tarieven is 100% kostendekkendheid. Bij het bepalen van de tarieven is uitgegaan van het solidariteitsprincipe, waarbij rekening gehouden wordt met een bedrag aan te verlenen kwijtschelding. Daarnaast wordt binnen de opbrengst rekening gehouden met oninbare bedragen. Tarieven 2016 In de periode 2014 – 2016 worden investeringen gedaan om de onder- en bovengrondse afvalcontainers te plaatsen. De investeringskosten worden gedekt uit de opbrengst afvalstoffenheffing. In lijn met de transformatie van de begroting worden de vervangingsinvesteringen geactiveerd en de afschrijving ten laste gebracht van de jaarlijkse exploitatie. Uitgangspunt is dat het plaatsen van de ondergrondse containers tegelijkertijd met de integrale projecten aanvangen. Dit conform de planning Beheerplannen 2016-2020 (IBOR). Voor 2016 wordt het beleidsuitgangspunt van kostendekkende tarieven onverkort toepast en is de reguliere prijsindexatie doorgevoerd. Op basis van de huidige ramingen worden voor 2016 de volgende jaartarieven voorzien: Tarieven 2016 Jaartarief eenpersoonshuishouden Jaartarief tweepersoonshuishouden Jaartarief meer dan tweepersoonshuishouden
€ € €
Concept-Programmabegroting 2016 - 151
-
213,25 249,20 279,10
Rioolheffing Rioolheffingen kunnen zowel van de eigenaar (aansluitrecht) als van de gebruiker (afvoerrecht) van woningen en bedrijfspanden worden geheven. Wanneer er sprake is van grootverbruikers (meer dan 250 m³) wordt het tarief gekoppeld aan het waterverbruik. Voor wat betreft de rioolheffing eigenaar wordt er slechts één tarief voor het vastrecht toegepast. Woningen en bedrijven betalen tot 250 m³ waterverbruik een vast tarief, daarboven geldt een tarief dat afhankelijk is van het waterverbruik. Ook bij het bepalen van de tarieven van deze heffing is uitgegaan van het solidariteitsprincipe, waarbij rekening gehouden wordt met een bedrag aan te verlenen kwijtschelding bij het gebruikersdeel. Daarnaast wordt binnen de opbrengst eveneens rekening gehouden met oninbare bedragen. VGRP 2015-2020 Het verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) beschrijft het beleid ten aanzien van de riolerings- en grondwaterzorg. Het VGRP is gebaseerd op de Wet milieubeheer en is in overleg met andere overheden tot stand gekomen. De looptijd van het VGRP 2011-2015 is verstreken. Hiervoor in de plaats is het VGRP 2016-2020 gekomen. In het nieuwe plan is de onderhouds- en exploitatieplanning voor de komende jaren vastgelegd. Uit het rioleringsplan volgt automatisch de hoogte van de nieuwe tarieven voor de rioolheffing. Kosten van riolering Het VGRP geeft aan wat op basis van de te verwachten kosten benodigd is aan inkomsten uit de rioolheffing om de lasten te kunnen dekken. Hierbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten die voortvloeien uit de feitelijke investeringen. In het VGRP is opgenomen dat ter dekking van de stijgende kapitaallasten jaarlijks een vaste tariefsverhoging van € 10,- per aansluiting wordt doorgevoerd. Tevens worden de tarieven jaarlijks aangepast met de prijsindexering. Op basis van de ervaringscijfers en de nog aanwezige middelen in de voorziening riolering zijn er mogelijkheden om de genoemde verhoging van € 10,- voor het jaren 2016 tot 2019 uit te stellen. Hierdoor wordt voor het vierde achtereenvolgende jaar deze vaste verhoging niet doorgevoerd. Voor 2016 is de financiële situatie zodanig dat het mogelijk is om het basistarief met € 3 te verlagen. Tarieven 2016 Op basis van het voorgaande is voor 2016 rekening gehouden met een tariefsverlaging van € 3,-- waarna de prijsindexering van 0,75% is toegepast. Uitgaande van het VGRP is voor 2016 een tarief van € 127,08 per aansluiting (gebruiker + eigenaar) berekend. Dit betekent een verlaging van 1,4 % ten opzichte van 2015. Gegeven de hiervoor genoemde uitgangspunten worden voorlopig de volgende tarieven voorzien: Tarieven 2016 Rioolrecht eigenaar Rioolrecht gebruiker Totaal
€ 71,-€ 56,-€ 127,--
Leges Leges kunnen worden geheven voor gemeentelijke dienstverlening. Legesheffing mag alleen dienen om kosten te verhalen. Het is niet toegestaan dat er winst wordt gemaakt. Dit betekent dat de totale opbrengst uit de legesverordening in zijn geheel niet meer dan de geraamde lasten mogen bedragen (opbrengstlimiet). Een belangrijk deel van de legestarieven is gebaseerd op de inzet van personeel en wordt het meest beïnvloed door de loonontwikkeling.
Voor een aantal tarieven stelt het Rijk een maximum tarief vast, bijvoorbeeld de leges reisdocumenten. De mate van kostendekkendheid van de legestarieven is onlangs voor het tweede achtereenvolgende jaar op basis van gerealiseerde kosten en baten onderzocht. De conclusie die uit het onderzoek is getrokken (BBV 667582) is dat onze legesopbrengsten binnen de geldende kaders niet hoger zijn dan de kosten die we maken.
Concept-Programmabegroting 2016 - 152
-
Binnen de legesverordening worden 3 titels toegepast. Titel 1 heeft betrekking op ”Algemene dienstverlening”, Titel 2 staat voor leges die vallen onder ”Fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning” en Titel 3 staat voor ”Diensten vallend onder Europese dienstenrichtlijn”. De kostendekkendheid in 2014 voor de gehele Titel 1 van de legesverordening bedraagt 85,8%. Voor Titel 3 bedraagt het dekkingspercentage in 2014 148,6%. Evenals in 2013 is binnen Titel 1 bij het hoofdstuk 18 Telecommunicatie met 22% kostendekking sprake van een aanzienlijke onderdekking. Vanaf 2015 wordt het tarief daarom per jaar met 7% extra verhoogd tot het niveau waarbij het dekkingspercentage 50% bedraagt. Geconstateerd is dat op basis van de onderzoeken 2013 en 2014 er sprake is van een bestendig beeld van de kostendekkendheid. Hierdoor kan voor 2016 en volgende jaren volstaan worden met een kosten- en batenonderbouwing bij de verordening op basis van begrotingscijfers. Marktgeld De exploitatie van de weekmarkten in Capelle-Centrum en Capelle-Schollevaar kennen een afzonderlijke kostenopzet. Op beide markten worden daarom verschillende tarieven toegepast. De totale exploitatiekosten voor de centrummarkt zijn meerjarig in evenwicht met de baten. Ook voor 2016 wordt uitgegaan van een volledig kostendekkend tarief. Voor 2016 zijn er geen kostenontwikkelingen voorzien en wordt het beleidsvoornemen om een trendmatige verhogingen door te voeren bij deze retributie niet toegepast. Hondenbelasting De hondenbelasting is een algemene belasting waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen. Om de registratie van honden op peil te houden worden er jaarlijks huis-aan-huis-controles gehouden. Uit deze controles blijkt nog steeds dat burgers, al dan niet bewust, het bezit van een hond niet aangeven en daardoor de hondenbelasting ontlopen. Van de jaarlijks 10.000 gecontroleerde adressen blijkt dat er gemiddeld 110 niet geregistreerde honden worden opgespoord. Bij een controle van alle adressen (31.000) komt het gemiddeld aantal uit op 340. Afgezet tegen het aantal geregistreerde honden van +/3.860 + 340 = 4.200 betekent dit dat circa 8% van de hondenbezitters geen aangifte doet. De afgelopen jaren is het aantal geregistreerde honden iets toegenomen. Sinds 2013 is het aantal geregistreerde honden ongeveer gelijk gebleven. Voor 2016 zal een trendmatige verhoging worden doorgevoerd. Dit betekent, dat het tarief voor de eerste hond in 2016 € 75,50 zal bedragen. Logiesbelasting Deze belasting wordt geheven bij het overnachten van niet-ingezetenen van de gemeente in hotels, pensions en B&B’s. Sinds 2011 is een afname van het aantal overnachtingen waargenomen. Deze afname heeft zich voor 2013 niet verder voortgezet. Voor 2016 is daarom rekening gehouden met een redelijk stabiel aantal overnachtingen. Op basis van het aantal in 2015 verwachte overnachtingen wordt voor 2016 een netto opbrengst verwacht van € 48.000,--. Hierbij is rekening gehouden met vier adressen waar bed en breakfast overnachtingen worden aangeboden. Bij het bepalen van de opbrengst 2016 is uitgegaan van een gelijk blijvend tarief van € 1,15 per persoon per overnachting. Het jaarlijks indexeren van het tarief logiesbelasting is gelet op de hoogte van het tarief weinig effectief, daarom wordt het tarief elke drie jaar met € 0,05 verhoogd. Dit is voor het laatst in 2015 gebeurd. BIZ-bijdrage Op basis van de experimentenwet BI-zones (bedrijfsinvesteringszones) is in onze gemeente met ingang van 1 januari 2012 BIZ belasting ingevoerd. De BIZ-bijdrage is een belastingheffing voor de Bedrijfs Investeringszone HoofdwegXL. De heffing heeft als doel dat ondernemers met steun van de gemeente gezamenlijk kunnen investeren in een schone, hele en veilige bedrijfsomgeving. Na het verstrijken van de periode van 4 jaar is de heffing in 2015 gestopt. Met ingang van 1 januari 2015 is de (nieuwe) Wet op de Bedrijfsinvesteringszones (BIZ) in werking getreden. Op basis van deze wet kunnen nieuwe BIZ initiatieven gerealiseerd worden. In onze gemeente is gestart met de voorbereiding om de BIZ in het Hoofdweggebied vanaf 2016 voort te zetten. Hiervoor zijn inmiddels de nodige procedures in gang gezet en wordt er intensief overleg gevoerd met de Stichting BIZ CapelleXL. Indien aan alle juridische voorwaarden voldaan is, kunnen naar verwachting de aanslagen van de nieuwe BIZ eind maart 2016 worden verzonden. Kwijtschelding Het bestaande kwijtscheldingsbeleid wordt gehandhaafd. Dit betekent dat als men niet in staat is om de aanslag gemeentelijke belastingen te betalen, bij de gemeente een verzoek om kwijtschelding kan worden ingediend. Kwijtschelding kan alleen aangevraagd worden voor afvalstoffenheffing, rioolheffing gebruikers en de hondenbelasting (alleen eerste hond). Concept-Programmabegroting 2016 - 153
-
Bij de beoordeling van een kwijtscheldingsverzoek wordt met behulp van de gegevens van een aanvraagformulier iemands persoonlijke financiële situatie onderzocht. De criteria die gehanteerd worden, zijn vastgelegd in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Leidraad invordering gemeentelijke heffingen 2010 en de Verordening kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2015. Het ministerie van Financiën heeft besloten de kostendelersnorm uit de Participatiewet per 1 januari 2016 op te nemen in de kwijtscheldingsregeling. De invoering van de kostendelersnorm heeft gevolgen voor de beoordeling van kwijtscheldingsverzoeken. Het ministerie van Financiën beraadt zich samen met de VNG en de Unie van Waterschappen over de wijze van voorlichting aan kwijtscheldingsgerechtigden. De zogenaamde automatische/ambtshalve kwijtschelding blijft onverkort van toepassing. Hierbij gaat het om cliënten die in voorgaande jaren kwijtschelding hebben gekregen. Doordat inkomens van jaar tot jaar sterk kunnen verschillen is hier een jaarlijkse inkomenstoets wenselijk. Op basis van een geautomatiseerde inkomenstoets wordt voordat er automatische kwijtschelding wordt verleend het inkomen getoetst bij het Inlichtingenbureau (opgericht door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG). Omdat deze organisatie vanaf september 2015 een bredere dienstverlening biedt kunnen in het vervolg ook de personen die een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand ontvangen worden getoetst. Door het toepassen van deze toets wordt het gelijkheidsbeginsel beter gewaarborgd, zonder dat dit afbreuk doet aan de individuele rechten van de belastingschuldige. Ook voor ondernemers blijft het mogelijk om kwijtschelding aan te vragen voor aanslagen gemeentelijke belastingen in de privésfeer. Totaal begrote opbrengsten belangrijkste belastingen/heffingen (x € 1.000,--) Belasting/heffing Onroerendezaakbelastingen Afvalstoffenheffing Rioolrechten Hondenbelasting Logiesbelasting totaal
Opbrengst 11.415 7.291 4.095 330 48 23.179
Daartegenover begrote lasten voorziening dubieuze debiteuren kwijtschelding hondenbelasting kwijtschelding afvalstoffenheffing kwijtschelding rioolrechten totaal
144 20 745 174 1.083
Belastingdruk 2013 – 2016 Omschrijving OZB eigenaren woningen percentage van de WOZ-waarde (proportioneel tarief *) prijspeildatum
Afvalstoffenheffing 1 persoonshuishouden Afvalstoffenheffing 2 persoonshuishouden Afvalstoffenheffing 3< persoonshuishouden Rioolrecht gebruikers Rioolrecht eigenaren Hondenbelasting één hond
Tarief 2013 0,1060
Tarief 2014 0,1172
Tarief 2015 0,1242
Tarief 2016 0,1251
Stijging ’13 -‘16 n.v.t.
Stijging ‘15-‘16 0,75 %
01-01-2012
01-01-2013
01-01-2014
01-01-2014
234,45 268,90 301,15
208,00 243,10 275,90
211,65 247,35 277,05
213,25 249,20 279,10
-9 % -7,3 % -7,3 %
0,75 % 0,75 % 0,74 %
58,00 73,00 72,50
59,00 74,00 73,75
57,00 72,00 75,00
56,00 71,00 75,50
-3,4 % -2,7 % 4,1 %
-1,75 % -1,4 % 0,67 %
* tarief is gecorrigeerd met het (te verwachten) percentage van de waardeontwikkeling.
Overzicht Kostendekkenheid leges en retributies Bij de vaststelling van de belastingtarieven in december 2015 wordt inzicht gegeven in de dekkingspercentages van de afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges.
Concept-Programmabegroting 2016 - 154
-
H. Interbestuurlijk Toezicht Met de invoering van de wet Revitalisering Generiek Toezicht op 1 oktober 2012 is de wijze waarop de provincie en het Rijk toezicht houden op gemeenten veranderd. Het doel van de wet is om opnieuw invulling te geven aan de controlerende taak van de gemeenteraad. De gemeenteraad controleert hoe het college een aantal wetten in medebewind heeft uitgevoerd en vormt daar een oordeel over. De provincie en Rijk nemen meer afstand en richten hun controlerende rol sober in op basis van vertrouwen. Het resultaat van deze werkwijze en manier van informatie aanleveren is – evenals over 2013 - verwerkt in de paragraaf Interbestuurlijk toezicht van de jaarrekening en het jaarverslag 2014. In navolging hiervan is dit onderdeel ook ingevoerd vanaf 2015 in de begroting. In 2016 wordt proactief toezichtinformatie verstrekt, die als eerste aan de raad wordt voorgelegd. Na vaststelling door de raad wordt de informatie doorgestuurd naar de provincie en het Rijk. Voor een aantal domeinen geldt dat zowel het Rijk als de provincie toezichthouder is. Resultaat 2014 De provincie hanteert een model met drie kleuren die het oordeel aangeven: groen bij goed, oranje wanneer niet volledig wordt voldaan aan de gestelde norm en rood wanneer onvoldoende wordt voldaan. Met de verantwoording over het jaar 2014, is hier voor de 2e keer invulling aangegeven. Voor alle onderdelen – op twee na – is een groen label gehanteerd. Dit houdt dit dat tijdig en adequaat invulling is gegeven aan de taken waarover wordt gerapporteerd aan Provincie en Rijk met uitzondering van het onderdeel omgevingsrecht omdat hier de ambtelijke zelfevaluatie en het bijbehorende verbeterplan nader worden uitgewerkt in een modelverordening van de VNG. Doorontwikkeling Interbestuurlijk Toezicht Het jaar 2014 moet - na de implementatie van de bestuursovereenkomst IBT - worden gezien als een leerjaar. Op basis van evaluatie vindt er een doorontwikkeling plaats. Op initiatief van de provincie wordt in overleg met de gemeenten en VZHG gewerkt aan verbetervoorstellen voor de indicatoren (ruimtelijke ordening, omgevingsrecht en externe veiligheid) en het beoordelingskader van enkele domeinen, waaronder financiën. Doel is te komen tot een meer actuele rapportage en een verbeterde inhoud met betekenisvolle indicatoren. Dit proces van evaluatie en doorontwikkeling wordt eind augustus 2015 afgerond waarna besluitvorming door GS over de verbetervoorstellen medio september 2015 zal plaatsvinden. Daarna worden de voorstellen op bestuurlijk niveau voorgelegd aan de gemeenten. Dit heeft als consequentie dat na vaststelling van de begroting 2016 verschillende indicatoren zullen worden gewijzigd en verbeterd. Inzet voor 2015 en 2016 In de raadsvergadering van 6 juli 2015 zijn de Jaarrekening en het Jaarverslag 2014 vastgesteld. Hiermee is verantwoording afgelegd over 2014 en zijn m.b.t. IBT op onderdelen verbetervoorstellen geformuleerd die in 2015 (en 2016) worden opgepakt. Het is belangrijk transparant te zijn over de uitkomsten, de oorzaken van eventueel nadelige scores en de verbeterplannen. Zaak is oog te blijven houden voor de PDCA-cyclus. Vanuit deze invalshoek is dan ook - om te leren van bestaande ‘best practices’’ - overleg gevoerd met de coördinator interbestuurlijk toezicht van de Provincie Zuid-Holland. Geconcludeerd is dat wij een volledige en goede verantwoording in ons jaarverslag 2014 hebben opgenomen. Dat wij in 2014 onze raad en Auditcommissie actief hebben geïnformeerd en de Auditcommissie aan onze externe accountant een extra opdracht heeft gegeven om zijn oordeel te geven over het proces van totstandkoming van de verantwoording van het interbestuurlijk toezicht, kan worden gezien als een "best practice" voor andere gemeenten. Op basis van de resultaten in 2014 wordt voor de meeste domeinen ingezet op het handhaven van het huidige kwaliteitsniveau. In specifieke zin zal in 2015 aan een aantal domeinen extra aandacht worden besteed. Bij Omgevingsrecht, Archief en informatiebeheer, Drank- en Horecawet, Wet BRP en de Paspoortwet worden – als genoemd in het jaarverslag 2014 - verbeterpunten opgepakt. M.b.t. de huisvesting van de verblijfsgerechtigden wordt de actualiteit weergegeven.
Omgevingsrecht: De kwaliteitscriteria zijn in december 2014 uit het wetsvoorstel VTH ( Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) gehaald. De zelfevaluatie zal – hoewel wel opgenomen in het jaarverslag 2014 – niet in 2015 Concept-Programmabegroting 2016 - 155
-
ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Op 7 juli 2015 is de modelverordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) ontvangen van de VNG. Dit model zal de basis vormen voor een op te stellen verordening waarin de verbeterpunten uit de zelfevaluatie worden meegenomen. Vervolgens zal aansluitend op de vaststelling van het handhavingsbeleid ook vergunningenbeleid worden opgesteld waarin naar de kwaliteitscriteria kan worden verwezen. Zo ontstaat een samenhangend beleid voor de VTH taken. Een uitdaging is om hierbij om het beleid zodanig op te stellen dat rekening wordt gehouden met de komende wetswijziging rond de private kwaliteitsborging in 2017. Op 6 juli 2015 is een dienstverleningsovereenkomst met Rotterdam getekend. Op basis hiervan gaan we ervaring opdoen met het inzetten van de kennis van het team bouwconstructies en bouwfysica van de afdeling Bouw en woningtoezicht Rotterdam. Toelichting over de private kwaliteitsborging: Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt aan een wetsvoorstel dat de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid in de bouw ingrijpend verandert. De kwaliteit van de bouw moet beter worden geborgd, aldus de wetgever. De 'Wet kwaliteitsborging voor het bouwen' versterkt de positie van de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer. Bovendien wordt de rol van de gemeente ten aanzien van bouwplantoetsing en bouwtoezicht geleidelijk aan ingeperkt en overgedragen aan partijen in de markt. De wetgever wil daarbij een strengere regeling voor gebreken die bij de oplevering niet zijn ontdekt Omgevingswet Op 1 juli 2015 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Omgevingswet (Ow) aangenomen. De Ow is een raamwet die 26 wetten bundelt in één wet vanaf 2018. De wet behelst een vergaande decentralisatie van de regels voor de leefomgeving. De gemeente krijgt meer ruimte om samen met inwoners en bedrijven integrale keuzes te maken over de inrichting van de fysieke leefomgeving. In de Ow wordt het huidige scala aan sectorale instrumenten samengevoegd tot zes kerninstrumenten: omgevingsvisie, decentrale regels (provinciale omgevingsverordening, waterschapsverordening, gemeentelijk omgevingsplan), plannen en programma’s, algemene rijksregels, omgevingsvergunning en projectbesluit. Zodra de Ow in werking treedt, vormen de bestaande bestemmingsplannen samen het omgevingsplan. De 117 AMvBs in het huidige omgevingsrecht worden teruggebracht naar 4. AMvB 1: Omgevingsbesluit Het nieuwe Omgevingsbesluit bevat de procedures voor bijvoorbeeld omgevingsplan, omgevingsvergunning en projectbesluit, regels voor bevoegd gezag verdeling en betrokkenheid andere bestuursorganen, regels voor milieueffectrapportages, etc. Onder andere het huidige Besluit omgevingsrecht, het Besluit ruimtelijke ordening en het Besluit mer gaan op in deze AMvB. De grootste opgave is het gelijktrekken van definities en het stroomlijnen van procedures. AMvB 2: Besluit kwaliteit leefomgeving - materiële normen in de AMvBs In deze AMvB worden diverse materiële normen opgenomen en wordt een deel van de bestuurlijke afwegingsruimte uitgewerkt. Veel materiële normen uit de huidige wetgeving, zoals normen voor geluid en luchtkwaliteit, worden verplaatst naar deze AMvB. De manier waarop deze AMvB wordt uitgewerkt is bepalend voor de bestuurlijke afwegingsruimte van gemeenten. AMvB 3: Besluit Activiteiten in de leefomgeving Het Besluit activiteiten in de leefomgeving (Bal) wordt de opvolger van het huidige Activiteitenbesluit. In deze AMvB komen regels voor met name milieubelastende activiteiten. Het kabinet wil in het Bal alleen nog regelen wat nodig is op basis van bijvoorbeeld EU-richtlijnen, andere internationale verplichtingen en voor een basisbeschermingsniveau voor veiligheid en gezondheid. De minister overweegt daarvoor om grote onderdelen van het huidige Activiteitenbesluit te schrappen en over te laten aan gemeenten. AMvB 4: Besluit bouwwerken leefomgeving Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) vervangt het huidige Bouwbesluit. In deze AMvB komen de algemene regels voor bouwactiviteiten. Het gaat om een harde schil met zaken die het Rijk moet regelen vanwege internationale verplichtingen (zoals gehandicaptentoegankelijkheid), EU-verplichtingen (zoals energienormen) en brandveiligheidsnormen. Voor de overige bouwregelgeving wil het kabinet de zaken Concept-Programmabegroting 2016 - 156
-
decentraliseren of dereguleren. Deze AMvB behelst niet de privatisering van de bouwplantoets. Het kabinet wil de privatisering bouwplantoets in laten gaan voor de inwerkingtreding van de Ow. In AMvBs 3 en 4 wordt de afwegingsruimte voor gemeenten bepaald. Programma VNG Eind 2015 heeft de VNG een uitgewerkt plan voor een ondersteuningsprogramma in de komende jaren. Daarbij is 2016 het jaar van Verdieping en Verbreding, 2017 het jaar van Voorbereiding en Verandering en 2018 het jaar van Realisatie en Verankering. Gevolgen OW voor de taakgroep BWT Doordat de AMvB’s inhoudelijk nog niet zijn vrijgegeven is nog veel onduidelijk. Zodra deze zijn vrijgegeven zal na oktober 2015 inspraak mogelijk zijn. Door een impactanalyse op de uiteindelijke AMvB’s worden de gevolgen voor de taakgroep helder en kan het werkproces BWT in overeenstemming met de afspraken in de AMvB’s worden ingericht. Verbeteracties 2015 en 2016 1. Impactanalyse privatisering bouwtoezicht 2. Vaststellen handhavingsbeleid 3. Eigen kwaliteitscriteria vaststellen aan de hand van de modelverordening kwaliteit VTH. 4. Ervaring opdoen in de samenwerking met Rotterdam. 5. Voorbereidingen treffen gericht op implementatie OW 2018 6. Op stellen vergunningbeleid e
Archief- en informatiebeheer: In het 2 kwartaal 2015 is begonnen met het inrichten van een vernietigingsmodule in het DMS. Drank- en Horecawet : In het jaarverslag 2014 zijn de volgende verbeteracties voor 2015 opgenomen:. Leeftijdscontroles bij jongeren in bezit van alcohol Controles bij paracommerciële instellingen, zoals sportverenigingen, gericht op openingstijden en de leeftijdscontroles bij het verstrekken van alcohol, indien van toepassing. Op 26 mei 2015 is het Alcohol preventie- en handhavingsplan 2015-2018 vastgesteld (raadsbesluit.BBV 625463) Dit plan is verplicht gesteld in artikel 43a van de Drank- en Horecawet en bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet. In het plan wordt aangegeven: a. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen; b. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties worden ondernomen; c. welke resultaten minimaal behaald dienen te worden. Een verdere uitwerking van het preventieve deel vindt in 2015 plaats bij de nieuwe Jeugdagenda. Wet BRP: De volgende verbeteracties worden in 2015 uitgevoerd: Vaststellen beveiligingsbeleid en uitwijkplan; door de GR Opstellen beleid bestuurlijke boete BRP
Concept-Programmabegroting 2016 - 157
-
Paspoortwet: De volgende verbeteracties worden in 2015 uitgevoerd: Verbeteren functiescheiding; nieuwe werkwijze is inmiddels ingevoerd Vaststellen beveiligingsbeleid; door de GR IJSSELgemeenten in 2015 Verbeteren fysieke beveiliging wordt meegenomen bij de verbouwing voor het KCC. Verbeteren verslaglegging controles; is in ontwikkeling bij afdeling Huisvesting verblijfsgerechtigden: De taakstelling huisvesting statushouders voor de 1e helft 2015 bedroeg 55. Vanwege een achterstand op 1 januari 2015 is de taakstelling in de 1e helft van 2015 verhoogd tot 63. Per 1 juli 2105 is deze taakstelling behaald. In het tweede halfjaar is de taakstelling 58. De provincie heeft op 10 juli 2015 een brief gestuurd waarin de stand van zaken is weergegeven, de nieuwe taakstelling is medegedeeld en complimenten zijn geuit over het behalen van het resultaat. In de brief waarschuwt de provincie ook voor een hoge taakstelling in het eerste helft van 2016, en vraagt de gemeente te bezien of het proces van huisvesting van statushouders voldoende adequaat is gesteld voor de komende opgave. Doelstelling 2016
Financiën
Doelstellin g 2016
Rijkstoezic ht
Provinciaal toezicht
Hieronder wordt per domein de te behalen doelstelling voor 2016 weergegeven.
x
Ruimtelijke ordening
Handhaven huidige niveau. x
Handhaven huidige niveau.
Omgevingsrecht/Wabo
x
x
Ambtelijke zelfevaluatie en het bijbehorende verbeterplan vaststellen.
Huisvesting verblijfsgerechtigden (huisvestingswet)
x
x
Handhaven huidige niveau.
Externe veiligheid/Wet veiligheidsregio’s
x
x
Handhaven huidige niveau.
Archief- en informatiebeheer
x
x
Handhaven huidige niveau en een kwalitatieve verbetering realiseren.
Monumentenwet
x
Handhaven huidige niveau.
Waterwet
x
Handhaven huidige niveau
Woningwet
x
Handhaven huidig niveau.
Drank- en Horecawet
x
Handhaven huidig niveau.
Concept-Programmabegroting 2016 - 158
-
Onderwijshuisvesting
x
Handhaven huidige niveau
Leerplichtwet
x
Handhaven huidig niveau.
Wet publieke gezondheid
x
Handhaven huidig niveau.
Paspoortwet
x
Handhaven huidig niveau en kwalitatieve verbetering realiseren
Kinderopvang
x
Handhaven huidig niveau en rapporteren via systematiek van het Rijk.
Leerlingenvervoer
x
Handhaven huidig niveau en rapporteren via systematiek van het Rijk.
Wet BRP
x
Handhaven huidig niveau en kwalitatieve verbetering realiseren
Wet op de jeugdzorg
x
Handhaven en voor het eerst over rapporteren.
Participatiewet
x
Handhaven en voor het eerst over rapporteren.
Concept-Programmabegroting 2016 - 159
-
3
Financiële begroting
3.1 Algemeen De raad stelt de programmabegroting vast op het niveau van de programma’s. Dat wil zeggen, dat hij de budgetten voor 2016 voor de programma’s vaststelt op de bedragen, zoals genoemd in de tabellen in de programma’s. Hij autoriseert daarmee het college om ter uitvoering van de programmabegroting de aangegeven budgetten te besteden. 3.2 Overzicht van baten en lasten Onderstaand overzicht bevat een recapitulatie van de in het programma’sopgenomen (meerjaren)ramingen. Ook zijn hierin de rekeningcijfers over 2014 en de begrote bedragen voor 2015 opgenomen. De autorisatie van de raad heeft betrekking op het jaar 2016. Lasten Programma
0. Bestuur 1. Belastingen 2. Openbare orde en veil. 3. Buitenruimte - Grijs 4. Buitenruimte - Groen 5. Economische zaken 6. Werk en Inkomen 7. Volkshuisvesting 8. Ruimtelijke ordening 9. Milieu 10. Grondexploitaties 11. Onderwijs 12. Sociale infrastructuur 13. Cultuur 14. Sport en recreatie 15. Financiën Totaal Lasten
Rekening Begroting 2014 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
N 14.590
N 10.829
N 9.786
N 9.930
N 10.052
N 9.697
N 1.094
N 1.157
N 1.085
N 1.085
N 1.085
N 1.085
N 6.150
N 6.395
N 6.514
N 6.472
N 6.472
N 6.472
N 27.913
N 11.081
N 9.991
N 9.932
N 10.515
N 10.147
N 5.227
N 5.175
N 5.560
N 4.624
N 4.888
N 5.112
N 984
N 1.789
N 2.914
N 2.914
N 2.760
N 813
N 56.892
N 49.657
N 50.016
N 50.694
N 51.277
N 50.980
N 1.502
N 1.452
N 1.580
N 1.580
N 1.580
N 1.580
N 1.309
N 1.984
N 1.363
N 1.264
N 1.185
N 1.185
N 11.654
N 13.254
N 10.713
N 10.380
N 10.380
N 10.687
N 3.199
N 5.812
N 5.701
N 4.627
N 2.910
N 2.910
N 9.085
N 6.952
N 7.534
N 5.402
N 8.379
N 5.621
N 24.982
N 50.349
N 49.582
N 48.527
N 48.330
N 48.225
N 3.164
N 3.171
N 3.119
N 3.114
N 3.108
N 3.108
N 5.450
N 8.167
N 7.436
N 6.602
N 9.154
N 6.802
N 2.716
N 14.300
N 12.626
N 12.279
N 12.270
N 11.976
N 175.911
N 191.524
N 185.520
N 179.426
N 184.345
N 176.400
Concept-Programmabegroting 2016 - 160
-
Baten Programma
0. Bestuur 1. Belastingen 2. Openbare orde en veil. 3. Buitenruimte - Grijs 4. Buitenruimte - Groen 5. Economische zaken 6. Werk en Inkomen 7. Volkshuisvesting 8. Ruimtelijke ordening 9. Milieu 10. Grondexploitaties 11. Onderwijs 12. Sociale infrastructuur 13. Cultuur 14. Sport en recreatie 15. Financiën Totaal Baten
Rekening Begroting 2014 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
V 1.462
V 1.472
V 1.345
V 1.345
V 1.345
V 774
V 11.275
V 11.646
V 11.793
V 11.833
V 11.833
V 11.833
V 259
V 182
V 167
V 167
V 167
V 167
V 1.900
V 1.787
V 1.369
V 1.369
V 1.369
V 1.369
V 627
V 533
V 533
V 533
V 533
V 533
V 547
V 676
V 2.328
V 2.328
V 2.238
V 543
V 46.133
V 31.550
V 32.876
V 34.020
V 36.187
V 36.187
V 490
V 255
V 300
V
N
0
V
75
N
0
V
75
N
0
60
V 105 V 14.685
V 11.993
V 11.660
V 11.660
V 11.983
V 3.224
V 3.529
V 4.762
V 3.300
V 2.092
V 2.092
V 2.852
V 2.026
V 1.653
V 1.720
V 1.788
V 1.788
V 2.777
V 3.040
V 2.828
V 2.793
V 2.793
V 2.793
34
V
40
N
0
75
V 16.009
V
N
V
0
N
0
N
0
N
0
V 375
V 1.516
V 1.516
V 1.516
V 1.516
V 1.516
V 80.310
V 108.666
V 108.850
V 106.397
V 105.099
V 105.224
V 168.334
V 181.708
V 182.313
V 179.056
V 178.695
V 176.877
Saldo van baten en lasten Programma
0. Bestuur 1. Belastingen 2. Openbare orde en veil. 3. Buitenruimte - Grijs 4. Buitenruimte - Groen 5. Economische zaken 6. Werk en Inkomen 7. Volkshuisvesting 8. Ruimtelijke ordening 9. Milieu 10. Grondexploitaties 11. Onderwijs 12. Sociale infrastructuur 13. Cultuur 14. Sport en recreatie 15. Financiën
Rekening Begroting 2014 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
N 13.128
N 9.357
N 8.441
N 8.585
N 8.707
N 8.923
V 10.181
V 10.489
V 10.708
V 10.748
V 10.748
V 10.748
N 5.891
N 6.213
N 6.347
N 6.305
N 6.305
N 6.305
N 26.013
N 9.294
N 8.622
N 8.563
N 9.146
N 8.778
N 4.600
N 4.642
N 5.027
N 4.091
N 4.355
N 4.579
N 437
N 1.113
N 586
N 586
N 522
N 270
N 10.759
N 18.107
N 17.140
N 16.674
N 15.090
N 14.793
N 1.012
N 1.197
N 1.280
N 1.505
N 1.505
N 1.505
N 1.249
N 1.879
N 1.363
N 1.264
N 1.185
N 1.185
V 4.355
V 1.431
V 1.280
V 1.280
V 1.280
V 1.296
N 2.283
N 939
N 1.327
N 818
N 818
V
25
N 6.233
N 4.926
N 5.881
N 3.682
N 6.591
N 3.833
N 22.205
N 47.309
N 46.754
N 45.734
N 45.537
N 45.432
N 3.130
N 3.131
N 3.119
N 3.114
N 3.108
N 3.108
N 5.075
N 6.651
N 5.920
N 5.086
N 7.638
N 5.286
V 77.594
V 94.366
V 96.224
V 94.118
V 92.829
V 93.248
Totaal Saldo van baten en lasten
N 7.577
N 9.816
N 3.207
N 370
N 5.650
V 477
Mutaties reserves
V 7.755
V 10.544
V 1.444
N 2.011
V 3.496
N 879
V 178
V 728
N 1.763
N 2.381
N 2.154
N 402
V 178
V 727
N 2.154
N 403
Afrondingen Totaal Resultaat
N
Concept-Programmabegroting 2016 - 161
-
1
N
2
N 1.765
V
2
N 2.379
N
1
Grafische weergave van lasten en dekkingsmiddelen:
Concept-Programmabegroting 2016 - 162
-
Concept-Programmabegroting 2016 - 163
-
3.3 Begrotingsresultaat De overzichten laten zien, dat het totaal saldo van baten en lasten in de begroting voor 2016 sluit op een nadelig saldo van N 2.858. De mutaties in de reserves in de begroting komen uit op V 1.092. Hierdoor ontstaat een resultaat van afgerond N 1.765. Aangezien de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves formeel niet als lasten en baten worden gezien, is in bovenstaande overzichten afzonderlijk het (geraamde) saldo van baten en lasten (voorheen resultaat vóór bestemming) zichtbaar gemaakt. Hieronder worden de mutaties van en naar de reserves, gesaldeerd, vermeld. Tevens wordt aangegeven voor welk programma ze zijn. De mutaties vallen uiteraard eveneens onder het budgetrecht van de raad. (V = onttrekking aan de reserve / N = dotatie aan de reserve) Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming 2014 2015 2017 2018 2019 2016 Resultaatverdeling Programma
Totaal Saldo van baten en lasten
N 7.577
N 9.816
N 3.207
N 370
N 5.650
V 477
N 353
N 175
N 143
N 105
Mutaties in reserves Algemene reserve
V
12
0
Reserve Onderhoud verhardingen
N
11
0
Reserve ICT
V 310
N
0
0
Reserve eenmalig
V 187
V
60
3
Reserve Openbare verlichting
V 2.214
N 263
3
Res.civieltechische werken
V 1.758
V
2
N
82
N
57
N
76
N
3
Reserve speelplaatsen
V 837
V
32
N
70
V
47
V
71
V 110
3
Reserve verkeersvoorzieningen
N 683
V
84
N 119
N
38
N
39
N
3
Res.onderhoud verhardingen
0
36
50
V 10.470
N 1.171
N 1.308
N 688
N 535
N 521
V 197
N 414
N 279
V 482
N 167
3
Reserve water
V 428
3
Algemene reserve
V 120
3
Reserve eenmalige uitgaven
V 102
V 514
V 1.042
V 334
4
Reserve Groen
V 147
V 269
V 805
N 132
V 133
V 357
4
Reserve eenmalig
N
15
V
15
5
Egalisatiereserve Centrummarkt
N
9
N
7
N
N
N
N
1
5
Reserve eenmalige uitgaven
N 575
6
Reserve Participatiewet V
1
V 249
V 315
V 2.367
N
1
V 315
1
V 252
37
6
6
Reserve Sociaal Noodfonds
6
Reserve eenmalige uitgaven
N 483
7
Reserve grondexploitaties
V
7
Reserve eenmalige uitgaven
8
Reserve ISV2
V 110
8
Reserve eenmalige uitgaven
N 421
V 715
V 148
V
75
9
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
N 864
N 238
N
0
N
0
N
0
N
0
9
Egalisatiereserve rioolrechten
N 548
N
N
0
N
0
N
0
N
0
9
Reserve milieu
V
9
Res.herstruct.actief grondbeleid
9
Reserve eenmalig
V 514
24 V
85
N 1.935 V
20
Concept-Programmabegroting 2016 - 164
-
25
0
Reserve Herstructurering Actief 10 Grondbeleid
N 6.483
V 361
V 601
V 300
V 300
10 Res.Grondexpl.
V 134
V 437
N
0
N
N
10 Reserve eenmalige uitgaven
N 1.233
V 633
N
0
V 600
11 Reserve groot ingrijpend onderhoud
V 949
11 Reserve grote investeringen
N 315
N 1.135
V 947
N 803
11 Res. Wet Maatsch. Ondersteuning
V 468
V 468
11 Reserve eenmalige uitgaven
V 275
V 268
V 100
V 100
12 Res.Wet maatsch.onderst.
N 468
N 175
V 271
N
53
N 132
N 132
12 Reserve Welzijnsfonds
N 188
V 132
V 127
V
V
45
V
45
V
45
N
V 1.181
V 369
V
52
V
15
V 1.500
V 847
N
12 Algemene reserve 12 Reserve capelle 2020
V 478
12 Reserve jeugd
N 2.000
12 Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
V
8
12 Egalisatiereserve rioolrechten
V
2
12 Reserve eenmalige uitgaven
N 1.458
13 Reserve Cultuur
V
25
13 Reserve Kunstaankopen/kunstopdrachten
N
5
13 Reserve Nwe Init.Evenementenbeleid
N
12
14 Reserve renovatie sportpark Schenkel
V 8.750
14 Reserve grote investeringen 14 Algemene reserve
45
N
15 Reserve Bedrijfsvoering
N 883
V 1.333
15 Egalisatiereserve BTW comp.fonds
V
V 100
15 Algemene reserve
V 400
15 Reserve grote investeringen
N 820
15 Reserve Eenmalig
N 333
V 235
15 Reserve ICT
V
36
V 2.130
15 Reserve investeringen ICT
V 510
V 1.589
V 2.262
0
V 2.502
93
30
N 2.162
90
N 504
N 491
N 634
N 1.699
N 1.149
N 1.149
N
V 1.444
N 2.011
V 3.496
N 879
0
V 240
15 Reserve participatiewet V 7.755
V 10.544 N
Afrondingen Totaal Resultaat
0
N 1.305
14 Reserve Onderhoud verhardingen
Totaal mutaties in reserves
0
V 300
V 178
V 727
Concept-Programmabegroting 2016 - 165
1
-
N
2
N 1.765
V
2
N 2.379
N N 2.154
1
N 403
Incidentele baten en lasten (* € 1.000) Incidentele baten Pr. Omschrijving Overname waardeoverdracht en dotatie aan voorziening Algemene pensioenwet 0 politieke ambtsdragers Dotatie aan voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in 2015 vanwege vetrek burgemeester per 2-1 0 2016 Verkiezingen Tweede Kamer in 2017, Gemeenteraad in 2018 en Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezinge 0 n in 2019 Eenmalig budgetten in 2015 brandkranen, VRI's en bewegwijzering; dekking reserve 3 eenmalige uitgaven Diverse eenmalige projecten in 2015; dekking reserve 3 eenmalige uitgaven Eenmalig budget 20152016 Verbetering kruising Rivierweg/Reigerlaan en aanleg steiger; dekking reserve eenmalige 3 uitgaven
3
3 3
5
5
Eenmalig budget in 2015 herinrichting parkeervoorziening Couwenhoek en maatregelen verkeersveilgiheid Eenmalig budget en subsidie in 2015 fietsvoorzieningen metrostation Centrum en Slotlaan en kruising Rivierweg/Fluiterlaan Eenmalige verkoopopbrengst in 2015 Eenmalige projecten Hoofdweggebied in 2015-2018; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 Revitalisering winkelcentrum De Scholver en winkelpassage Slotplein
2015 V 153
2016
Incidentele lasten 2017
2018
2019
2015 N 153
2016
2017
2018
N 680
V 78
V 175
N 175
V 339
N 339
V 1.042
V 335
N 1.042
N 335
N 2.101
N 2.101 N 1.948
N 315
V 128
N 128
V 160 V 382
V 2.101 V 2.101 V 1.948
N 382
N 616
Concept-Programmabegroting 2016 - 166
-
2019
6
6
6 6
7 7
8
8
8
9
10
10 10 10 10
Tekort 2015 inkomensdeel Wwb ; dekking reserve Participatiewet Eenmalig budget in 2015 actieplan jeugdwerkloosheid en asielgerechtigden (lasten en baten) Eenmalig budget in 2015 uitvoeringskosten Wet Inburgering en Eropafteam, koopkrachttegemoetkoming en schuldhulpverlening; dekking reserve eenmalige uitgaven Dotatie aan reserve Participatiewet (NJN2014 2.7.4) Eenmalige bouwleges in 2015 en 2016, o.a, sporthal, zwenbad, gymnastieklokaal Eenmalige dotatie aan voorziening deelneming Dorpsstraat 164 Eenmalig budget in 2015-2017 project Ijsselvisie; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2016 invoering BGT; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 inkomsten GBKN en extra budget tbv invoering BGT Eenmalig budget in 2015 en 2016 Railscherm Schollevaar: hogere voorbereidingskosten voor het railscherm en evenredig hogere subsidie hiervoor Eenmalig budget in 2016 diverse projecten grondexplotaties; dekking reserves Eenmalige diverse herstructureringsprojecten in 2015 en 2016; dekking reserves Eenmalig budget in 2016 Hoven fase II te realiseren dekking bedrijfsvoering ingaande 2016 Eenmalig budget in 2015 en 2016 faciliterende projecten (lasten / baten)
V 2.642
N 2.642
V 195
N 195
V 264
N 264
V 275
N 275
V 180
V 224
N 199 V 715
V 75
V 75
N 715
V 73
N 75
N 73
V 70
V 2.789
V 334
N 2.789
V 320
V 762
N 334
N 320
V 130
N 762
V 170
N 130
N 170
N 125 V 107
V 97
N 107
Concept-Programmabegroting 2016 - 167
-
N 97
N 75
10
10 11 11
11 11 11 11 11
11
11
11
12
12
12
12
Eenmalig budget in 2015 kapitaallasten De Mient en huuropbrengsten in 2015 - 2017 Eenmalig budget in 2017 voor sloop De Mient; dekking via reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 VSV convenant; dekking reserve eenmalig Eenmalig budget in 2015 Onderwijsachterstanden beleid en VSV Eenmalig budget in 2015 - 2017 Ontwikkelen integrale kindcentra; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 voor onderhoud onderwijshuisvesting Contractverlenging Leerlingenvervoer; dekking reserve WMO Bezuiniging leerlingenvervoer ingaande 2015 Eenmalig budget in 2018 1e fase Pelikaanweg (reserve grote projecten) Stelpost kapitaallasten/vinexbijdra ge; Dotatie aan reserve grote projecten Eenmalig budget in 2016 slopen en bouwrijp maken Comenius college; dekking reserve grote projecten Eenmalig budget in 2015 slopen noodlokalen PC Boutenssingel; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2016 compensatie Wmo collectief.; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalige budget in 2016 ondersteunende begeleiding en mantelzorgers Eenmalig budget armoedebeleid in 2015 2018; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 transitie jeugdzorg; dekking reserve eenmalige uitgaven
V 91
V 179
V 91
N 300
V 600
N 600
V 173
N 173
V 366
N 366 V 100
V 100
N 100
N 100
N 761 V 468
V 288
N 468
N 468
N 250
V 2.728
N 2.728 N 1.135
V 1.750
N 803
N 1.750
V 52
V 174
N 803
N 52
V 216
N 174
N 216
N 65
V 311
V 52
V 81
N 311
N 81
Concept-Programmabegroting 2016 - 168
-
N 52
N 466
12
12
12 12 12
12 12
14
14 14
14
14 15
Eenmalig budget in 2015 Plaatsen JOP's Eenmalig budget in 2015 en 2016 uitbreiding podiumfunctie Capsloc uitbreiding Algemeen Maatschappelijk Werk en Sociale raadslieden sociale wijkteams - Zuid Moluks ontmoetingscentrum sloop Berliozstraat 5; dekking reserves Eenmalig budget in 2015 als gevolg van taakstelling wijkgerichtgebiedsgericht werken vanaf 2016 Extra exploitatielasten en huuropbrengsten in 2015 De Trefterp Extra lasten en huuropbrengsten in 2015 (resterende taakstelling) Eenmalig budget in 2015 Impulsen in aandachtswijken en Gezond in de stad; dekking reserve eenmalige uitgaven Eenmalig budget in 2015 - 2017 Gezond in de stad Eenmalig budget in 2015 SWBRM Lijstersingel sporthal; dekking reserve grote projecten Eenmalig budget in 2015 SBWRM nieuw zwembad/sporthal Alkenlaan-Pelikaanweg; dekking reserve grote projecten Eenmalig budget in 2015 sloopkosten gymzaal Eenmalig budget in 2015 aankoop technische ruimte- en camerabeveiligingssysteem Eenmalig budget in 2016 Kapitaallasten SBWRM sportpark Couwenhoek; dekking reserve grote investeringen Eenmalige dividend Eneco en Evides in 2015 Tijdelijke formatie voor implementatie participatiewet in 2015; dekking participatiewet
N 50 V 472
V 240
N 472
N 240
N 100
V 123
N 185
V 178
N 108
V 275
N 275
N 70 V 1.500
N 61
N 70
N 70
N 1.500
V 2.502
N 2.502
N 155 N 62
V 847
N 847
V 173 V 240
N 240
15 15
Eenmalige onttrekking in 2015 aan reserves Totaal
V 3.673
V 17.881
V 7.866 V 3.354 V 7.178
Concept-Programmabegroting 2016 - 169
-
N
0
N 18.344
N 8.564
N 4.136
N 7.644
N
0
Structurele mutaties reserves (* € 1.000) Onttrekkingen Pr. Omschrijving 3 4 5
Reserve IBOR Reserve IBOR Reserve weekmarkten
6
Reserve Noodfonds
9
10 12 13 15
2016
269
805
23
Totaal
23
2017
14
2018 482
2019
133
357
14
14
2015 1.434
2016 2.276
2017 1.284
2018 864
2019 989
7
1
132 1
1
1
23
23
14
14
14
175
17
53
132
132
5
5
5
5
5
90
504
491
634
2.412
1.993
1.507
1.775
239
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Reserve herstructurering actief grondbeleid Reserve Wmo Reserve kunst en cultuur Reserve bedrijfsvoering
Toevoegingen
2015 315
300
5
300
5
300
300
5
5
300
5
1.333 2.245
1.133
319
934
676
1.883
3.4 Overzicht algemene dekkingsmiddelen De algemene dekkingsmiddelen bestaa uit: 1. Algemene uitkering uit het gemeentefonds 2. Gemeentelijke belastingen 3. Commerciële contracten 4. Dividenden 5. Onvoorzien Ad 1 Algemene uitkering uit het gemeentefonds Het Kabinet heeft besloten de normeringsystematiek van samen de trap op en samen de trap af met ingang van 2012 weer te herstellen. De omvang van het Gemeentefonds is daarmee weer gekoppeld aan de netto (gecorrigeerde) rijksuitgaven. Dit betekent dat het Gemeentefonds meebeweegt met de bezuinigingen en (extra) uitgaven die het rijk doet. Jaarlijks wordt het fonds aangepast aan de nominale ontwikkelingen (loonen prijsmutaties), reële groei (inwoners en dergelijke) en beleidsintensiveringen bij het Rijk. In de ramingen voor de begroting 2016 en meerjarenraming is rekening gehouden met de uitkomst van de decembercirculaire 2014 en de actualisatie van het aantal inwoners, woningen en bijstandsontvangers. De effecten daarvan zijn u meegedeeld bij de Voorjaarsnota 2015. e De effecten van de meicirculaire 2015 zijn verwerkt in de 1 wijziging op de begroting 2016 en worden daar nader toegelicht. Ad 2 Gemeentelijke belastingen Uitgangspunt voor de gemeentelijke belastingen is een trendmatige verhoging van de tarieven. Voor 2016 is deze 0,75% (CPB Korte termijnraming december 2014: prognose jaar 2015 voor de prijsmutatie overheidsconsumptie netto materieel). Ad 3 Commerciële contracten Dit betreft baten die worden verkregen uit reclame-uitingen langs de openbare weg. Ad 4 Dividenden Betreft de opbrengst van dividenden van de NV Eneco, de NV Evides en de NV Bank Nederlandsche Gemeenten. Ad 5 Onvoorzien Wij hanteren voor onvoorzien een bedrag per inwoner. Bij de VJN2014 2.16.4 heeft u besloten om dit bedrag op € 0,50 per inwoner vast te stellen. Dit bedrag is lager dan de norm van de provincie. Concept-Programmabegroting 2016 - 170
-
In onderstaand overzicht zijn de bedragen (x € 1.000,--) vermeld zoals die in deze begroting zijn verwerkt.
Dekkingsmiddel Algemene uitkering Gemeentelijke belastingen Commerciële contracten Dividenden Rentekosten en -baten Onvoorzien Totaal
Rek.2014 Beg.2015
2016
2017
2018
2019
V 73.146
V 102.900
V 103.332
V 101.179
V 100.227
V 100.307
V 11.295
V 11.663
V 11.810
V 11.850
V 11.850
V 11.850
V 645
V 609
V 630
V 630
V 630
V 630
V 3.175
V 2.678
V 2.505
V 2.505
V 2.505
V 2.505
N 337
N 454
N 642
N 946
N 1.210
N 1.120
N
0
V 87.924
N
8
V 117.388
N
33
V 117.602
N
33
V 115.185
N
33
V 113.969
N
33
V 114.139
3.5. Financiële positie Ten behoeve van een juist oordeel over de begroting, evenals met het oog op de continuïteit van de gemeente is het van belang inzicht te verschaffen in de financiële positie. Factoren die bij de beoordeling van de financiële positie een rol spelen, zijn vooral de ramingen in begroting en meerjarenraming, de vermogenspositie en de risico’s en te verwachten ontwikkelingen. Hieronder wordt nader op deze aspecten ingegaan. Raming begrotingsjaar en meerjarenraming (§ 3.6) Vermogenspositie(§ 3.7) Stand en verloop reserves en voorzieningen(§ 3.8) Investeringen(§ 3.9) Financiering(§ 3.10) Risico’s en belangrijke ontwikkelingen(§ 3.11) 3.6. Raming begrotingsjaar en meerjarenraming Het begrotingsjaar 2016 en de meerjarenraming laten geen sluitend beeld zien. e Ten behoeve van het sluitend maken van de begroting stellen wij u in de 1 begrotingswijziging 2016 voor in 2016 een onttrekking van 1.462 te doen aan de Algemene reserve vrij besteedbaar. Het saldo na deze onttrekkingen bedraagt eind 2016 4.464 en is daarmee meer dan toereikend. Ook de thans nog in de begroting voorziene eenmalige tekorten in 2017 en 2018, samen groot N 3.375, kunnen (zo nodig) uit het saldo van de Algemene Reserve vrij besteedbaar worden gedekt. De (geblokkeerde) Algemene reserve minimum niveau van 10 miljoen blijft hiermee nog steeds volledig intact. 4.7. Vermogenspositie Belangrijk ter beoordeling van de financiële soliditeit van de gemeente is de aanwezigheid van een buffer om risico's te kunnen dragen. Deze buffer komt tot uitdrukking in het weerstandsvermogen (zie paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing). Het weerstandsvermogen in financiële zin wordt voornamelijk bepaald door de omvang van het eigen vermogen, in het bijzonder de (vrije) reserves. Als vrije reserves worden aangeduid de vermogensbestanddelen die niet worden aangewend voor uitgaven in de exploitatiesfeer, maar fungeren als buffer, waaruit zonodig risico's kunnen worden afgedekt. Op basis van de in 2013 vastgestelde nota Weerstandsvermogen en Financieel Risicomanagement blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente voldoende is.
Concept-Programmabegroting 2016 - 171
-
3.8. Reserves en voorzieningen De stand en het verloop van de reserves en voorzieningen binnen de gemeente zien er als volgt uit, waarbij onderscheiden worden de categorieën Algemene Reserves, Bestemmingsreserves en Voorzieningen. (bedragen x € 1.000,--) Naam reserve/voorziening
saldo begin 2016
saldo eind 2016
saldo eind 2017
saldo eind 2018
saldo eind 2019
A: Algemene reserves Minimum niveau 10 miljoen Vrij besteedbaar *) Subtotaal rubriek A:
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
5.971
6.653
6.608
6.563
6.563
15.971
16.653
16.608
16.563
16.563
580
671
1.175
1.666
2.299
3.718
1.744
268
0
0
52
52
52
52
52
4.193
4.230
4.230
4.230
4.230
B: Bestemmingsreserves Egalisatiereserve bedrijfsvoering Eenmalige uitgaven Kunstaankopen/kunstopdrachten Participatiewet Grondexploitaties **)
0
0
0
0
0
Reserve Capelle 2020
342
342
342
342
342
Sociaal Noodfonds
257
257
257
257
257
0
0
0
0
0
17.571
16.970
16.670
16.370
16.070
Grote Investeringen
6.052
5.957
7.909
4.294
4.294
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
1.707
1.436
1.489
1.621
1.753
0
0
0
0
0
245
245
245
245
245
31
32
33
34
35
587
460
460
460
460
32
32
32
32
32
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Openbare Ruimte c.s.
10.241
11.782
13.104
13.211
13.623
Subtotaal rubriek B:
47.608
46.210
48.266
44.814
45.692
Totaal Reserves (Rubriek A + B)
63.579
62.863
64.874
61.377
62.255
10.385
8.317
8.532
7.728
7.040
60
60
60
60
60
0
0
0
0
0
Dubieuze debiteuren
6.126
6.157
6.187
6.217
6.249
Pensioenen Wethouders
1.953
2.029
2.105
2.181
2.257
Rioolrechten middelen derden
2.618
2.619
2.284
1.857
1.476
Afvalstoffenheffing middelen derden
3.459
3.461
3.308
3.118
2.825
Totaal Voorzieningen (Rubriek C)
24.601
22.643
22.476
21.161
19.907
TOTAAL GENERAAL (A+B+C)
88.180
85.506
87.350
82.538
82.162
Egalisatie BTW compensatiefonds ***) Herstructurering Actief Grondbeleid
ICT ****) Milieu Egalisatie Centrummarkt Reserve Welzijnsfonds Nieuwe initiatieven evenementenbeleid Jeugdhulp
C: Voorzieningen Onderhoud gemeentelijke gebouwen Nog uit te voeren werken bouwgr.expl. Diverse (verliesgevende) complexen
Concept-Programmabegroting 2016 - 172
-
Aan u wordt voorgesteld door vaststelling van de financiële begroting de hierboven vermelde mutaties voor 2016 in de categorieën A en B te autoriseren. De mutaties in de categorie C zijn opgenomen in de ramingen van de programma’s, zodat de autorisatie daarvan bij de programmabudgetten plaatsvindt. De nadere specificatie van bovenstaande mutaties is opgenomen in de bijlage Reserves en voorzieningen. Algemene reserves Algemene reserves zijn reserves met het karakter van een buffer, ter dekking van onverwachte tegenvallers en risico's. Het minimumniveau voor de algemene reserve is bepaald op € 150,-- per inwoner (afgerond € 10 miljoen). In dit saldo is tevens begrepen € 1 miljoen als vaste minimumbuffer voor risico’s grondexploitaties en € 1,5 miljoen als reservering tot 1 januari 2016 voor garanties en vrijwaringen door de verkoop van de aandelen AVR. Naast de algemene buffer van € 10 miljoen is er een reserve vrij besteedbaar van € 3,8 miljoen. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves kunnen alleen worden aangewend voor het doel dat aan de reserves is gekoppeld en zijn dus niet vrij besteedbaar. Wel kan de raad besluiten tot wijziging van de bestemming. Voorzieningen Een voorziening wordt volgens de voorschriften gevormd als sprake is van een te kwantificeren financiële verplichting of risico. Ze moet de omvang hebben van de desbetreffende verplichting of het desbetreffende risico. 3.9. Investeringen Progr.
Omschrijving
3
Kredieten verkeer
3
Kredieten IBOR*
2016
Totaal 3 8
Krediet Ruimtelijke Ordening
2017
2018
2019
3.000.000
271.211
0
64.474
0
6.315.998
6.473.271
6.368.133
3.000.000
6.587.209
6.473.271
6.432.607
35.000
Totaal 8
35.000
9
Kredieten afvalinzameling
1.068.000
570.800
845.000
597.400
9
Kredieten riolering
6.436.558
3.871.800
3.917.900
3.636.000
7.504.558
4.442.600
4.762.900
4.233.400
7.575.163
1.313.237
550.000
176.401
7.575.163
1.313.237
550.000
176.401
345.000
345.000
345.000
345.000
345.000
345.000
345.000
345.000
711.893
7.425.992
6.797.450
204.150
711.893
7.425.992
6.797.450
204.150
Totaal 9 11
Kredieten Unilocaties
Totaal 11 12
Kredieten Wmo
Totaal 12 14
Kredieten zwembad/sporthal De Pelikaan
Totaal 14 KVS KVS
Facilitaire zaken inventaris/verbouwingen Kredieten eigen voertuigen en hulpstukken
1.248.523
Totaal KVS
54.000
50.000
50.000
50.000
50.000
1.298.523
50.000
104.000
50.000
Eindtotaal 20.470.137 20.164.038 19.032.621 11.441.558 *Bij de Voorjaarsnota 2016 worden de kredietvoorstellen 2016 aan u voorgesteld. Voorgesteld wordt de voor 2016 geraamde bedragen te autoriseren. Concept-Programmabegroting 2016 - 173
-
3.10. Financiering (Treasury) In de Wet Financiering Overheden (FIDO) zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie. Ter voldoening aan de wet is een tweetal instrumenten ingevoerd, te weten: het financieringsstatuut en de treasuryparagraaf. In het statuut is de ‘beleidsmatige structuur’voor de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. De uitvoering van het treasurybeleid vindt haar weerslag in de financieringparagraaf bij de begroting en het jaarverslag. 3.11. Risico’s en belangrijke ontwikkelingen Voor de begroting 2016 zijn de risico’s geactualiseerd. Voor verdere informatie over de risico’s verwijzen wij u naar de paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Daarin wordt de relatie gelegd tussen de weerstandscapaciteit en de mogelijke risico’s. 3.12. Conclusie e De meerjarige begrotingspositie is inclusief het tegelijkertijd voorliggend voorstel 1 begrotingswijziging 2016 voor de jaren 2016 en 2019 sluitend. Om dit in 2016 te behalen is wel een onttrekking van circa € 1,5 e miljoen uit de Algemene Reserve Vrij besteedbaar noodzakelijk gebleken, hetgeen in de 1 begrotingswijziging 2016 wordt voorgesteld. Vanaf 2019 is de Begroting, rekening houdend met de eerste wijziging, weer structureel en reeël in evenwicht. Zoals in de paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing is aangegeven, is de vermogenspositie van de gemeente goed te noemen.
Concept-Programmabegroting 2016 - 174
-
Vaststelling
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Capelle aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 9/10 november 2015. De griffier,
De voorzitter,
De vaststelling van de Programmabegroting door de raad omvat de beleidsbegroting en de financiële begroting. De beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. De financiële begroting bestaat uit het overzicht van baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie. De autorisatie van de budgetten door de raad vindt plaats op programmaniveau. Deze budgetten zijn inclusief de mutaties van en naar de voorzieningen. Met vaststelling van de financiële begroting autoriseert de raad de mutaties voor 2016 van en naar de reserves, evenals de voor 2016 geraamde investeringskredieten en welzijnsubsidies. Via de paragraaf Bedrijfsvoering stelt de raad het budget voor de bedrijfsvoering beschikbaar. Met de Risicoparagraaf bevestigt de raad de risico’s naar de laatste stand van zaken.
Concept-Programmabegroting 2016 - 175
-