PROGRAMMABEGROTING 2016
INHOUD
Leeswijzer
3
Beleidsbegroting
5
1.
Onderwijs
7
2.
Zorg, werkgelegenheid en participatie
13
3.
Ruimte, Bouwen en Wonen
19
4.
Economie
25
5.
Veiligheid en Handhaving
29
6.
Openbaar Gebied
35
7.
Cultuur en Sport
43
8.
Vitaal Landelijk Gebied
49
9.
Bestuur
55
10.
Financiën
61
Paragrafen
67
A.
Weerstandsvermogen en risicobeheer
69
B.
Onderhoud kapitaalgoederen
83
C.
Financiering
87
D.
Bedrijfsvoering
95
E.
Verbonden Partijen
101
F.
Lokale heffingen
113
G.
Grondbeleid
119
Financiële begroting
127
1.
Meerjarenraming 2016-2019
129
2.
Budgetautorisatie
149
Bijlagen
153
Bijlage 1: Kerngegevens
155
Bijlage 2: Specificatie saldi reserves en voorzieningen
157
Bijlage 3: Specificatie stortingen en beschikkingen reserves en voorzieningen
159
Bijlage 4: Overzicht incidentele baten en lasten 2016-2019
163
Bijlage 5: Inhuur derden
167
Bijlage 6: Lijst van gebruikte afkortingen
169
1
2
Leeswijzer De begroting is globaal te verdelen in de beleidsbegroting, de paragrafen en de financiële begroting.
In het beleidsdeel van de begroting zijn de teksten per programma opgenomen, evenals de bijbehorende budgetten.
De programma-indeling is, in samenspraak met de werkgroep Planning en Control, met ingang van 2016 aangepast. Doelstelling hiervan is het beter leesbaar maken van de begroting en het beperken van het aantal pagina’s van de begroting.
De programma-indeling is met ingang van 2016 als volgt: • Beleidsvelden:
De onderdelen / taakvelden waaruit een programma is opgebouwd.
• Ambitie:
Per programma geven we aan wat we willen bereiken. Dit doen we in maximaal drie ambities. De ambities zijn gebaseerd op het Coalitieakkoord, de Kadernota 2016, de Toekomstvisie en de Agenda van Oirschot.
• Activiteiten:
Onder het kopje “Wat gaan we doen?” zijn per ambitie de activiteiten vermeld die we in 2016 uitvoeren om deze ambities te realiseren.
• Financiën
Onder het kopje “Financiën” zijn de kosten en opbrengsten van het betreffende programma vermeld.
De paragrafen zijn opgesteld volgens het besluit begroting en verantwoording (BBV). Alle financiële informatie en toelichtingen zijn opgenomen in het onderdeel “financiële begroting”. Tot slot zijn een aantal bijlagen opgenomen met specifieke (financiële) informatie.
3
4
Beleidsbegroting
5
6
Programma 1 Onderwijs Aandeel programma 1 in totale begroting
4%
Onderwijs
Overige programma's
96%
7
8
Programma 1
Onderwijs
Beleidsvelden Binnen het programma onderwijs werken we met de volgende beleidsvelden: 1. Onderwijshuisvesting 2. Lokaal onderwijsbeleid
Ambitie: wat willen we bereiken? Zoals in het coalitieakkoord aangegeven vormt onderwijs de basis van het mee kunnen doen (participeren) in de samenleving. Het biedt de beste investering voor de toekomst van onze gemeenschap. Ook in 2016 willen we daarom extra aandacht besteden aan onderwijs, met name daar waar het gaat om de pedagogische kracht van het onderwijs en de belangrijke (maatschappelijke) functie die het onderwijs kan vervullen. Onderwijs vormt een belangrijke schakel in de jeugdketen. We willen de komende periode nog meer investeren in de samenwerking en aansluiting tussen jeugdhulp en onderwijs. We geven daarmee verder invulling aan het uitgangspunt “één plan, één gezin, één regisseur”. Naast de aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp krijgt de verdere invulling van passend onderwijs hier een duidelijke plaats in.
Met betrekking tot onderwijshuisvesting willen we de schoolgebouwen –die nu in goede staat verkeren- in goede staat houden. Ons uitgangspunt is wel dat we de maatschappelijke functie van onderwijs meer en beter vorm willen geven. Dit kan onder andere door het fysiek combineren van bijvoorbeeld onderwijs, kinderopvang en sport.
In het jaar 2016 hebben we voor programma 1 de volgende ambities:
1. Alle leerlingen in Oirschot hebben een zo passend mogelijke onderwijsplek of volgen een zo passend mogelijk onderwijstraject. 2. Onderwijs en gemeente weten elkaar op lokaal en (sub)regionaal niveau te vinden en werken zoveel mogelijk en zo integraal mogelijk samen als het gaat om zorg en ondersteuning aan jeugdigen. 3. We weten of een centrale brede basisschoolvoorziening (gecombineerd met sport- en kinderopvangvoorzieningen) op sportpark De Klep haalbaar is.
Wat gaan we doen?
1.
Ambitie: Alle leerlingen in Oirschot hebben een zo passende mogelijke onderwijsplek of volgen een passend mogelijk onderwijstraject.
Om bovenstaande ambitie te realiseren, voeren we in 2016 de volgende activiteit uit:
-
Vaststellen Lokale Educatieve Agenda 9
De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is een uitvoeringsprogramma voor ons lokale onderwijsbeleid. Deze stellen we één keer in de vier jaar op, samen met onze onderwijspartners en kinderopvang. In 2015 loopt onze huidige LEA af. In 2016 stellen we een nieuwe LEA voor de komende periode vast. Hierin geven we samen met het onderwijs antwoord op de vraag ““Hoe geven we samen vorm aan passend onderwijs voor alle leerlingen uit de gemeente Oirschot”? Hiermee concretiseren we de door regiogemeenten gedeelde visie van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
2. Ambitie: Onderwijs en gemeente weten elkaar op lokaal en (sub)regionaal niveau te vinden en werken zoveel mogelijk en zo integraal mogelijk samen als het gaat om zorg en ondersteuning aan jeugdigen.
Om bovenstaande ambitie te realiseren, voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Afspraken over rol- en taakverdeling m.b.t. de ondersteuning aan jeugdigen met de scholen voor basis- en voortgezet onderwijs We maken heldere en duidelijke afspraken met de scholen voor basis- en voortgezet onderwijs over rolverdeling, verantwoordelijkheden en afstemming. Er wordt aansluiting gezocht tussen onderwijs, jeugdhulp en leerplicht in het kader van één plan, één gezin, één regisseur. Hierdoor kunnen we één integraal ondersteuningsaanbod vanuit onderwijs (verantwoordelijkheid onderwijs) en jeugdzorg (verantwoordelijkheid gemeente) aan jongeren en hun ouders bieden.
-
We versterken de relatie binnen de driehoek onderwijs, gemeente en bedrijfsleven Onderwijs en bedrijfsleven kunnen een belangrijke rol vervullen bij de verdere implementatie van de participatiewet. Zo draagt het onderwijs bij aan een goede voorbereiding van leerlingen op de arbeidsmarkt maar kan onderwijs ook een rol vervullen als het gaat om het aanbieden van participatiemogelijkheden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. We willen in dit kader de relatie, gemeente en het bedrijfsleven versterken. Dit geldt zowel op lokaal niveau (met name het Kempenhorst College) als op (sub)regionaal niveau (via arbeidsmarktregio’s). Het versterken van deze relatie is tevens van belang als het gaat om de aansluiting bij de ontwikkeling van Brainport (groeiende behoefte aan goed gekwalificeerde technische medewerkers op alle niveaus in de Brainport regio) en het behouden en binden van kwalitatief goed onderwijs aan de gemeente (Triple Helix).
Een duidelijk voorbeeld van een intensievere samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en gemeente is het verder voortzetten en uitwerken van een sluitende aanpak rondom leerlingen die afkomstig zijn van het voortgezet speciaal onderwijs. Aan hen wordt altijd een vorm van dagbesteding of loonkostensubsidie aangeboden om te voorkomen dat zij na afloop van hun schoolcarrière thuis komen te zitten.
3. Ambitie: We weten of een centrale brede basisschoolvoorziening (gecombineerd met sport- en kinderopvangvoorzieningen) op sportpark De Klep haalbaar is.
10
Om bovenstaande ambitie te realiseren, voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit: -
Uitvoeren haalbaarheidsonderzoek
Naar aanleiding van een door de gemeenteraad aangenomen motie voeren we, in samenwerking met SKOBOS en betrokken sportverenigingen een haalbaarheidsonderzoek uit. Er wordt onderzoek gedaan naar de fysieke en maatschappelijke haalbaarheid en financiële consequenties van een unilocatie voor basisschool De Beerze op sportpark De Klep. De uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek zijn gereed in het eerste kwartaal van 2016.
11
Financiën
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Begroting 2015 1.956
Begroting 2016 1.798
0 0
0 0
0 15
0 0
0 0
0 0
1.968
1.956
1.813
1.787
1.781
1.781
Rekening 2014 -240
Begroting 2015 -106
Begroting 2016 -110
0 0
0 0
0 -8
0 0
0 0
0 0
-240
-106
-118
-111
-113
-114
1.728
1.850
1.695
1.676
1.668
1.667
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
123 -212 -89
0 -102 -102
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1.639
1.748
1.695
1.676
1.668
1.667
Totaal Baten voor bestemming Saldo voor bestemming
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Bedragen x € 1.000 Meerjarenbegroting 2017 2018 1.787 1.781
Rekening 2014 1.968
Lasten 2016 per beleidsveld Onderwijshuisvesting
Meerjarenbegroting 2017 2018 -111 -113
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 1.781
2019 -114
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Lokaal Onderwijsbeleid
Lokaal Onderwijsbeleid
Mutaties reserves programma 1 Algemene middelen
51%
49% 4%0%
96%
12
Programma 2 Zorg, werkgelegenheid en participatie Aandeel programma 2 in totale begroting
26%
Zorg, werkgelegenheid en participatie Overige programma's 74%
13
14
Programma 2
Zorg, werkgelegenheid en participatie
Beleidsvelden Binnen het programma zorg, werkgelegenheid en participatie werken we met de volgende beleidsvelden: 1. Sociaal domein : 1.1 Maatschappelijke Participatie 1.2 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 1.3 Jeugd (waaronder jeugdhulp) 2. Ouderenbeleid 3. Gezondheidsbeleid
Ambitie: wat willen we bereiken? Per 1 januari 2015 hebben we als gemeente nieuwe taken op het gebied van jeugd, WMO en participatie gekregen. “Niemand tussen wal en schip” is onze leidraad bij de uitvoering van deze decentralisaties. We helpen mensen graag maar we blijven uitgaan van de eigen kracht van mensen. Professionele zorg en ondersteuning is daarom altijd zo tijdelijk mogelijk en zoveel mogelijk gericht op terugkeer naar de eerste lijn (lichte vormen van hulpverlening en ondersteuning die voor iedereen eenvoudig toegankelijk is) of nulde lijn (de burgers zelf, de sociale netwerken rondom burgers en de algemeen toegankelijke voorzieningen).
In 2014 en 2015 heeft de inkoop van professionele zorg centraal gestaan en het inrichten van het generalisten- en specialistenteam. Hiermee is de transitie afgerond en wordt in 2016 gestart met de transformatie. Speerpunt voor 2016 is het meenemen van clubs, verenigingen en inwoners bij de transformatie van het sociaal domein. In het jaar 2016 hebben we voor programma 2 de volgende ambities:
1. Alle inwoners worden door de gemeente Oirschot geholpen. Niemand valt tussen wal en schip. Inwoners, gezinnen of jeugdigen die het op eigen kracht niet redden, kunnen rekenen op een goede ondersteuning en dienstverlening vanuit de gemeente en haar partners. 2. Inwoners zijn (meer) zelfredzaam en de samenleving als geheel is (meer) samen-redzaam. Om ervoor te zorgen dat de zorg echt ‘dichtbij’ is en blijft, versterken we de netwerken zodat mensen weten waar ze terecht kunnen met hun zorgvragen. Extra aandacht richten we daarbij op onze mantelzorgers, de kwaliteit van dienstverlening van WIJzer en de communicatie. 3. We hebben een heldere en met onze partners gedeelde visie als het gaat om de (lange termijn) positie van Oirschot binnen het sociale domein.
Wat gaan we doen?
1.
Ambitie: Alle inwoners worden door de gemeente Oirschot geholpen. Niemand valt tussen wal en schip. Inwoners, gezinnen of jeugdigen die het op eigen kracht niet redden, kunnen rekenen op een goede ondersteuning en dienstverlening vanuit de gemeente en haar partners. 15
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Doorontwikkeling dienstverlening aan inwoners binnen het sociaal domein Door de samenwerking tussen het lokaal loket, het generalistenteam (samen: WIJzer) en het specialistenteam worden inwoners die ondersteuning nodig hebben snel en adequaat geholpen. De samenwerkingsstructuur is nieuw. Door middel van het evalueren en monitoren van werkprocessen en resultaten ontdekken we verbeterpunten en implementeren we deze. Hiervoor is, in het algemeen, geen college- of raadsbesluit nodig. Specifieke aandacht hebben we daarbij voor het vergroten van de bekendheid van WIJzer. Álle inwoners moeten weten wat WIJzer voor hen kan betekenen en hoe zij WIJzer kunnen bereiken. Om dit te bereiken zetten we nieuwe communicatiemiddelen in maar maken we met name gebruik van communicatie via bestaande netwerken (zoals buurtverenigingen, KBO, scholen etc).
-
Participatienota en uitvoeringsplan In 2015 heeft de gemeenteraad de participatienota en de re-integratieverordening vastgesteld. We geven uitvoering aan het in 2015 vastgestelde uitvoeringsplan dat met de ISD De Kempen en de WSD is opgesteld
2. Ambitie: Inwoners zijn (meer) zelfredzaam en de samenleving als geheel is (meer) samen-redzaam: Om ervoor te zorgen dat de zorg echt ‘dichtbij’ is en blijft, versterken we de netwerken zodat mensen weten waar ze terecht kunnen met hun zorgvragen. Extra aandacht richten we daarbij op onze mantelzorgers, de kwaliteit van dienstverlening van WIJzer en de communicatie.
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
We stellen een uitvoeringsplan op voor de gewenste transformatie van de samenleving
We zetten in op een samenleving waarin inwoners ‘elkaar kennen en gekend worden’ en waarin ze iets voor elkaar over (blijven) hebben. Samen met inwoners, clubs en verenigingen wordt gekeken welke bijdrage ze kunnen leveren aan dit doel en op welke manier de gemeente hierin kan faciliteren. Het samen maken van afspraken over tijdige signalering aan WIJzer wanneer de grenzen van mantelzorg en vrijwilligerswerk zijn bereikt hoort hier bij. Daarnaast is het voorkomen en bestrijden van armoede een speerpunt.
-
We stellen een nieuw gezondheidsbeleid op
Gemeenten zijn op basis van de Wet op de Publieke Gezondheid verplicht een gezondheidsbeleid op te stellen. Ons huidige gezondheidsbeleid loopt tot 2015 en verlengen we tot en met 2016. We blijven in 2016, samen met onze partners, aandacht besteden aan thema’s zoals alcohol- en drugspreventie, sociale weer16
baarheid en overgewicht. In 2016 stellen we daarnaast een nieuw gezondheidsbeleid op. We nemen bepaalde onderdelen die eerder onderdeel uitmaakten van het gezondheidsbeleid (zoals preventieve ouderenzorg, bestrijden eenzaamheid, sociale weerbaarheid en het ondersteunen van mantelzorgers) mee in het plan voor de transformatie van de samenleving. Zorg en ondersteuning aan inwoners kan hierdoor nog meer integraal plaatsvinden.
3. Ambitie: We hebben een heldere en met onze partners gedeelde visie als het gaat om de (lange termijn) positie van Oirschot binnen het sociale domein.
-
Samenwerking sociaal domein
We hebben een hoog ambitieniveau binnen het sociaal domein. Als relatief kleine gemeente kunnen we deze ambities niet alleen realiseren. We werken daarom samen met enerzijds de gemeenten Best en Veldhoven en anderzijds met de Kempengemeenten en de GRSK (ISD). We stellen in 2016 een lange termijn visie op voor wat betreft de toekomstige positie van Oirschot in de diverse (sub)regionale samenwerkingsverbanden binnen het sociale domein.
17
Financiën
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Begroting 2015 15.252
Begroting 2016 13.390
0 0
8 0
8 10
8 0
8 0
8 0
10.395
15.260
13.408
13.016
12.747
12.579
Rekening 2014 -6.271
Begroting 2015 -2.480
Begroting 2016 -1.848
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-6.271
-2.480
-1.848
-1.777
-1.778
-1.779
4.124
12.780
11.560
11.239
10.969
10.800
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
18 -22 -4
1.500 -2.108 -608
0 -312 -312
0 -124 -124
0 -85 -85
0 -75 -75
4.120
12.172
11.248
11.115
10.884
10.725
Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Bedragen x € 1.000 Meerjarenbegroting 2017 2018 13.008 12.739
Rekening 2014 10.395
Totaal Baten voor bestemming Saldo voor bestemming
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Lasten 2016 per beleidsveld
Meerjarenbegroting 2017 2018 -1.777 -1.778
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 12.571
2019 -1.779
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Sociaal Domein (3 decentralisaties)
Sociaal Domein (3 decentralisaties)
Ouderenbeleid Gezondheidsbeleid
Ouderenbeleid Mutaties reserves programma 2 Algemene middelen Gezondheidsbeleid
14%
0%
0% 0% 2%
84%
100% 18
Programma 3 Ruimte, bouwen en wonen Aandeel programma 3 in totale begroting Ruimte, bouwen en wonen 27%
Overige programma's
73%
19
20
Programma 3
Ruimte, bouwen en wonen
Beleidsvelden Binnen het programma Ruimte, bouwen en wonen werken we met de volgende beleidsvelden: 1. Ruimtelijke ontwikkeling 2. Volkshuisvesting 3. Gemeentelijke gronden en panden 4. Duurzame veehouderij 5. Vergunningen
Ambitie: wat willen we bereiken? We verwachten belangrijke en uitdagende keuzes te moeten maken om de leefbaarheid en de kwaliteit van onze leefomgeving te versterken. Op 31 maart 2015 heeft de gemeenteraad ingestemd met het opstellen van een Omgevingsvisie (structuurvisie nieuwe stijl) voor de fysieke leefomgeving. Dit document is de eerste helft 2016 gereed. We staan daarbij voor de uitdaging om beleidsvelden met elkaar te verbinden en ook de beschikbare middelen. Daarmee kunnen we een eerste stap zetten in de uitvoering van de Omgevingsvisie. Een thema daarbij zou kunnen zijn “Uitnodigend Oirschot”. Daarmee kan zich de mogelijkheid voordoen dat er gedurende 2016 nog keuzes gemaakt moeten worden om uitvoering te geven aan de visie.
We hebben voor het programma Ruimte, Bouwen en Wonen, op basis van de Toekomstvisie Oirschot 2030, het raadskader 2014-2018 en de Agenda van Oirschot de volgende ambities: 1. Een kwalitatieve, duurzame en groene gemeente met een aangenaam woon-, leef- en werkklimaat nu en in de toekomst. 2. Voor elke inwoner van Oirschot is er een betaalbare en passende woonruimte. 3. Modern en actueel Vastgoedbeleid voor al onze eigendommen op basis van de in 2015 gewijzigde wetgeving. 4. Verbetering van kwaliteit, minder kwetsbaarheid en op termijn efficiencyvoordelen voor het organisatieonderdeel Vergunningen, toezicht en handhaving (VTH).
Wat gaan we doen?
1. Ambitie: Een kwalitatieve, duurzame en groene gemeente met een aangenaam woon-, leef- en werkklimaat nu en in de toekomst.
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Een actueel ruimtelijk beleidskader, met name voorbereiden op de komst van de Omgevingswet
Omgevingsvisie In samenspraak met onze inwoners geven we invulling aan verbetering van hun woon-, leef- en werkomgeving. We werken daarvoor met hen aan beleidsinstrumenten als de Omgevingsvisie, voeren dialo21
gen tussen ondernemers en burgers en activeren het samen optrekken van burgers bij trajecten van andere terreinbeheerders. In 2015 zijn we gestart met de omgevingsvisie (structuurvisie nieuwe stijl) en in de loop van 2016 wordt deze visie voor de fysieke leefomgeving opgeleverd. De Omgevingsvisie neemt vele ruimtelijke beleidsthema’s op in één document. Aan de Omgevingsvisie zit een uitvoeringsprogramma gekoppeld.
Duurzame veehouderij Voor de versterking van de leefbaarheid en de kwaliteit van onze leefomgeving hoort een duurzame veehouderij, zonder overbelaste situaties, in relatie tot de veehouderij in 2020. De verbeterplannen voor de urgentiegebieden zijn voor een deel in 2015 afgerond. De overige ronden we af in de eerste helft van 2016. De rest van het jaar brengen we deze plannen in uitvoering.
-
Actuele bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied van de gemeente, afgestemd op nieuw beleid, wet- en regelgeving en tot stand gekomen in samenspraak met onze inwoners.
Actualisatie bestemmingplannen Een aantal bestemmingsplannen voor bestaande gebieden nadert de leeftijd van tien jaar. Gemeenten zijn verplicht om de plannen op tijd te herzien, te verlengen of door een beheersverordening te vervangen. De behoefte aan meer flexibiliteit en minder overbodige of ingewikkelde regels maakt dat we in 2016 een start willen maken met een grondige herziening van de regels in onze bestemmingsplannen. We doen dat met onze inwoners en geven meer verantwoordelijkheid en inspraak aan onze inwoners. Voor een gedeelte is dat een wettelijke plicht, voor een gedeelte willen we een actievere houding en gedeelde verantwoordelijkheid van onze inwoners voor hun eigen omgeving bewerkstelligen. Een bestemmingsplanherziening opstellen waarmee we duidelijkheid creëren over circa 60 illegale woningen in het buitengebied, Zicht op legalisatie (ZOL). Via dit project gaan we zoveel mogelijk woningen die niet als woning opgenomen zijn in het bestemmingsplan, ontstaan voor 1 mei 2002, positief bestemmen. We gaan in gesprek met alle bewoners van die woningen om zoveel mogelijk maatwerk te kunnen opnemen in de bestemmingsplanregeling.
De volgende bestemmingsplannen pakken we aan in 2016: : - Bestemmingsplan Stille Wille - Nota van Uitgangspunten Komplannen Oirschot (uitwerking beleid omgevingsvisie) - herziening van het bestemmingsplan Buitengebied voor niet bestemde woningen (ZOL)
2. Ambitie: Voor elke inwoner van Oirschot is er een betaalbare en passende woonruimte.
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Actualiseren woningbouwprogramma
22
-
projectleiding voorbereiding en uitvoering van woningbouwlocaties (grondexploitatie en niet in exploitatie genomen gronden).
-
Prestatieafspraken met corporaties.
Op basis van de vastgestelde Woonvisie uit 2015 streven we er naar om de projecten op gemeentelijke gronden (GREX, NIEGG) verder in uitvoering te brengen zodat we ons woningbouwprogramma kunnen realiseren. Hierbij houden we rekening met (regionale) afspraken op het gebied van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. We verwijzen voor de ambities per project naar Paragraaf G Grondbeleid.
3. Ambitie: Modern en actueel Vastgoedbeleid voor al onze eigendommen op basis van de in 2015 gewijzigde wetgeving.
-
Vaststellen en implementeren van vastgoedbeleid
Ten aanzien van de gemeentelijke gronden en panden stellen we een Integraal vastgoedbeleid op en implementeren dit op zowel beleids- als uitvoeringsniveau. In dit vastgoedbeleid zijn alle gemeentelijke eigendommen opgenomen wat moet leiden tot efficiënter en eenduidiger beheer van het vastgoed. We streven ernaar op termijn marktconform onze eigendommen te exploiteren.
4. Ambitie: Verbetering van kwaliteit, minder kwetsbaarheid en op termijn efficiencyvoordelen voor het organisatieonderdeel Vergunningen, toezicht en handhaving.
-
De organisatie Vergunningen, toezicht en handhaving binnen de GRSK moet er op 1 januari 2016 staan en operationeel zijn.
In 2015 ronden we de voorbereiding van de samenwerking op Vergunningen, toezicht en handhaving af. In 2016 richten we ons met name op de verfijning van de samenwerking tussen de nieuwe dienst en de gemeentelijke organisatie/bestuur en de doorontwikkeling van de nieuwe dienst. Door het samenvoegen van de gemeentelijke organisaties vermindert de kwetsbaarheid van eenpitfuncties en verbetert de kwaliteit van de dienstverlening. Uitgangspunt is dat de menselijke maat zichtbaar blijft en niet leidt tot extra drempels in de contacten met onze inwoners. Oirschottenaren kunnen nog steeds in Oirschot terecht voor hun vragen en vergunningen. De dienst is op gezette tijden in het Oirschotse gemeentehuis aanwezig voor klantcontact.
23
Financiën
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Begroting 2015 11.927
Begroting 2016 13.133
0 0
0 0
0 300
0 0
0 0
0 0
10.011
11.927
13.433
10.183
6.656
11.088
Rekening 2014 -7.106
Begroting 2015 -10.945
Begroting 2016 -12.321
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-7.106
-10.945
-12.321
-11.097
-5.194
-10.157
2.905
982
1.112
-914
1.462
931
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
11.293 -12.490 -1.197
1.873 -1.295 578
570 -315 255
2.221 -13 2.208
3 -171 -168
375 -13 362
1.708
1.560
1.367
1.294
1.294
1.293
Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie Totaal Baten voor bestemming Saldo voor bestemming
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Lasten 2016 per beleidsveld Ruimtelijke Ontwikkeling Volkshuisvesting Gemeentelijke gronden en panden Duurzame Veehouderij Vergunningen
1%
5% 4%
Bedragen x € 1.000 Meerjarenbegroting 2017 2018 10.183 6.656
Rekening 2014 10.011
7%
0%
Meerjarenbegroting 2017 2018 -11.097 -5.194
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 11.088
2019 -10.157
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Ruimtelijke Ontwikkeling Volkshuisvesting Gemeentelijke gronden en panden Duurzame Veehouderij Vergunningen Mutaties reserves programma 3 Algemene middelen
1%
2% 3%
10%
0%
0% 83% 84%
24
Programma 4 Economie Aandeel programma 4 in totale begroting Economie 1%
Overige programma's 99%
25
26
Programma 4
Economie
Beleidsvelden Binnen het programma economie werken we met één beleidsveld: 1. Economische Zaken
Ambitie: wat willen we bereiken? We willen samen met de inwoners en ondernemers de ontwikkeling van de lokale en regionale economie op een professionele manier stimuleren en ondersteunen. Daarbij wordt verbinding gelegd tussen de thema’s economie, recreatie en cultuur. Uitgangspunten hierbij zijn: samenwerking, netwerkversterking, duurzaamheid, (burger- en werk-)participatie en een goede inpassing en/of versterking van het groene en cultuurhistorische profiel van Oirschot. Onze focus ligt op Economische ontwikkeling, Centrummanagement en breedbandvoorziening.
Wat gaan we doen?
1. Ambitie: Duurzame ontwikkeling van de lokale en regionale economie met verbinding tussen economie, recreatie en cultuur.
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Agenda economie We organiseren een bijeenkomst met de ondernemers om een agenda op te laten stellen die gericht is op “ondernemen” en “werkgelegenheid”. De items die hierbij aan de orde kunnen komen zijn: economische ontwikkeling, werkgelegenheid, samenwerking, participatie , bedrijvenlocaties (o.a. vastgoed) en uitwerking van de Omgevingsvisie voor het onderdeel detailhandelsstructuur.
-
Activiteitenplan Centrummanagement. Samen met ondernemers en inwoners zetten we in op het versterken van het economisch functioneren van het centrumgebied met als resultaat de vergroting van de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van Oirschot. We evalueren het Centrummanagement en zetten in op een doorontwikkeling daarvan waarbij we ook kijken naar de financiële middelen die daarvoor nodig zijn.
-
Breedbandvoorziening in de kernen We stimuleren particuliere initiatieven om te komen tot aanleg van breedband in de gehele gemeente Oirschot. Daarbij ligt onze prioriteit bij het buitengebied. Na afronding van de aanleg in het buitengebied richten wij ons op het stimuleren en faciliteren van initiatieven gericht op de kernen van Oirschot.
27
Financiën Bedragen x € 1.000 Begroting Meerjarenbegroting 2016 2017 2018 344 343 343
Rekening 2014 319
Begroting 2015 348
0 0
0 0
0 35
0 35
0 35
0 35
319
348
379
378
378
378
Rekening 2014 -13
Begroting 2015 -13
Begroting 2016 -13
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal Baten voor bestemming
-13
-13
-13
-13
-13
-13
Saldo voor bestemming
306
335
366
365
365
365
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
0 0 0
0 -8 -8
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
306
327
366
365
365
365
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Lasten 2016 per beleidsveld
Meerjarenbegroting 2017 2018 -13 -13
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 343
2019 -13
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Economische Zaken
Economische Zaken
Algemene middelen
3%
100 %
97%
28
Programma 5 Veiligheid en handhaving Aandeel programma 5 in totale begroting
3%
Veiligheid en handhaving Overige programma's
97%
29
30
Programma 5
Veiligheid en handhaving
Beleidsvelden Binnen het programma Veiligheid en Handhaving werken we met de volgende beleidsvelden: 1. Openbare orde en Veiligheid 2. Brandweerzorg 3. Toezicht en handhaving
Ambitie: wat willen we bereiken? Oirschot was in 2014 , volgens de misdaadmeter van het Algemeen Dagblad, de veiligste gemeente van Brabant Zuidoost en dat willen we zo houden. Hiervoor is een meer strategische samenwerking vereist. De belangrijke vraagstukken waar een gemeente beleid op formuleert, storen zich niet aan gemeentegrenzen. Deze vraagstukken zijn op allerlei manieren ‘ingeweven’ tussen organisaties, overheden en bedrijven. Dit geldt ook voor fysieke en sociale veiligheid. Daarom moeten er netwerken worden gevormd om samen de vraagstukken hanteerbaar te maken. We vinden dat de buurt een veilige plek moet zijn. Bij overlast die niet door zelforganisatie van burgers kan worden aangepakt, maar de leefbaarheid aantast of dreigt aan te tasten, nemen wij actie. Oirschot krijgt in het kader van de decentralisaties een grote verantwoordelijkheid voor de zorg van haar inwoners. Bij een deel daarvan is niet alleen zorg nodig, maar is ook de veiligheid in het geding. Integrale aanpak moet er toe leiden dat vroegtijdig adequate hulp geboden kan worden.
In het jaar 2016 heeft programma 5 de volgende ambities:
1. De status ‘Oirschot is de veiligste gemeente van Zuidoost Brabant’ willen we behouden. Door goede samenwerking met inwoners en ketenpartners geven we uitvoering aan de door de raad vastgestelde speerpunten uit het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018. 2. Dieren die gevonden zijn of door omstandigheden geen goede verzorging hebben worden verantwoord opgevangen
Wat gaan we doen?
1. Ambitie: De status ‘Oirschot is de veiligste gemeente van Zuidoost Brabant’ willen we behouden. Door goede samenwerking met inwoners en ketenpartners geven we uitvoering aan de door de raad vastgestelde speerpunten uit het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018.
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Woninginbraken: Door middel van acties verminderen we het aantal woninginbraken. Hierbij betrekken we buurtcoördinatoren. Ook investeren we in het aanpakken van heling van goederen.
31
-
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit: Op basis van het ondermijningsbeeld zetten we gerichte aanpakken in en nemen bestuurlijke maatregelen. We implementeren de nieuwe wet BIBOB en passen structureel de Wet Damocles toe.
-
Begeleiding (problematische) jeugd en jeugdgroepen inclusief alcohol en drugs. We pakken alle hinderlijke en overlast gevende groepen aan. Gebruik van drugs en alcohol is hierbij een thema al dan niet in combinatie met criminaliteit. Scholen en verenigingen betrekken we hierbij.
-
Aanpak geweldpleging: We spannen ons in voor een daling van het aantal geweldsmisdrijven (‘mishandeling’, ‘bedreiging’, ‘ruzie’ en ‘zeden’). Thema’s: Huiselijk geweld, Uitgaansgeweld, Overvallen en Veilige publieke taak.
-
We zorgen voor een veilige, sociale woon- en werk- en leefomgeving: Met een preventieve aanpak ‘aan de voorkant’ in combinatie met integrale daderaanpak ‘aan de achterkant’, vergroten we het veiligheidsniveau. We investeren in de zelfredzaamheid en zorgen voor handelingsperspectieven. We ondersteunen vormen van inwoners- en ondernemersparticipatie.
-
Veilige evenementen: Evenementen organiseren we integraal met efficiënte inzet van mensen en middelen. Bij verhoogd risico zien we de vergunningverlening als een veiligheidskritisch proces.
-
Verkeersveiligheid: We spannen ons in voor een daling van ongevallen en slachtoffers, door infrastructurele maatregelen te nemen, zowel in de planfase van (her)inrichting als ook door politiecontroles en voorlichting.
-
Ambulancezorg. De responstijd van de ambulancezorg bij A1 spoedzorg verbetert. Ons streven is dat in 2018 de ambulance in 85% of meer van de gevallen binnen de norm (maximaal 15 minuten) ter plaatse is.
-
Rampenbestrijding en Crisisbeheersing: We participeren in de regionale samenwerking. Functionarissen leiden we op zowel voor fysieke als ook crises met een sociaal-maatschappelijk karakter.
-
We zorgen voor een verantwoorde brandweerzorg, goede bluswatervoorziening en veilige wegen: De VRZOB verzorgt basis (brandweer)zorg, waarbij zij zich richt op brandbestrijding en hulpverlening. Wij zorgen voor goede bluswatervoorziening en voor een veilig berijdbaar wegdek.
2. Ambitie: Dieren die gevonden zijn of door omstandigheden geen goede verzorging hebben worden verantwoord opgevangen.
32
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteit uit:
-
Regionaal geven we hieraan invulling. In 2016 participeren wij in de tijdelijke voorziening, waarmee de landelijke inspectie heeft ingestemd. Deze wordt per 2017 vervangen door nieuwbouw.
Financiën
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Rekening 2014 1.481
Begroting 2015 1.552
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
1.481
1.552
1.610
1.612
1.596
1.597
Rekening 2014 -99
Begroting 2015 -60
Begroting 2016 -62
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-99
-60
-62
-63
-65
-65
1.382
1.492
1.548
1.549
1.531
1.532
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1.382
1.492
1.548
1.549
1.531
1.532
Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Bedragen x € 1.000 Begroting Meerjarenbegroting 2016 2017 2018 1.610 1.612 1.596
Totaal Baten voor bestemming Saldo voor bestemming
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Meerjarenbegroting 2017 2018 -63 -65
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 1.597
2019 -65
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Lasten 2016 per beleidsveld Brandweer Openbare orde en veiligheid Algemene middelen Brandweer
Toezicht en handhaving
4% 5%
32% 96%
63%
33
34
Programma 6 Openbaar gebied Aandeel programma 6 in totale begroting
Openbaar gebied
13% Overige programma's
87%
35
36
Programma 6
Openbaar gebied
Beleidsvelden
Binnen het programma Openbaar gebied werken we met de volgende beleidsvelden: 1. Wegen (inclusief openbare verlichting) 2. Groen 3. Verkeer 4. Water 5. Afval 6. Riolering 7. Milieu
Ambitie: wat willen we bereiken? We vinden de bereikbaarheid en toegankelijkheid van onze voorzieningen belangrijk. De bereikbaarheid en toegankelijkheid willen we waarborgen en waar mogelijk verbeteren. We verbeteren de leefbaarheid voor en met onze inwoners zonder daarbij het algemeen belang uit het oog te verliezen. Als hoeder van het algemeen belang staan we natuurlijk ook voor het waarborgen van de veiligheid en gezondheid van onze inwoners. Gelijktijdig streven we naar een integrale aanpak van het beheer en de inrichting van het openbare gebied. Denk hierbij aan zowel binnen als buiten het programma waarbij het belang van onze inwoners voorop staat. Een integrale en kostenefficiënte aanpak, samen met onze inwoners, van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en gezondheid vormen hierbij de speerpunten.
In het jaar 2016 hebben we voor programma 6 de volgende ambities:
1. Waarborgen / verbeteren bereikbaarheid 2. Versterken leefbaarheid 3. Waarborgen veiligheid en gezondheid
Opmerking: Een groot deel van onze inspanning om de ambities op het gebied van bereikbaarheid (onderhoud wegen), leefbaarheid (onderhoud groen en onderhoud openbare verlichting), veiligheid en gezondheid (onderhoud riolering en afvalinzameling) waar te maken bestaat uit het op integrale wijze beheren (in stand houden) van onze voorzieningen. Een uitgebreide beschrijving hiervan vindt u in paragraaf B “Onderhoud kapitaalgoederen”
Wat gaan we doen?
1. Ambitie: Waarborgen / verbeteren bereikbaarheid
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit: 37
-
A58 In het najaar van 2015 neemt de minister een besluit over het voorkeursalternatief voor de capaciteitsuitbreiding op de A58 tussen Tilburg en Eindhoven. In 2016 wordt dit voorkeursalternatief uitgewerkt tot een concreet plan. Voor Oirschot wordt hierbij de nadruk gelegd op het uitwerken van plannen voor het onderliggende (Oirschotse en regionale) wegennet en de inpassing van de A58 ter hoogte van Oirschot.
-
N395 In 2016 wordt in samenwerking met de provincie de eerste fase van de herinrichting van de N395 gerealiseerd. Het gaat dan om de aanpassingen op de wegvakken binnen de bebouwde kom, het binnen de bebouwde kom brengen van het wegvak tussen Oostelbeers en Middelbeers en het doortrekken van het in twee richtingen bereden fietspad over de A58 naar de rotonde bij het Slingerbos. Als gemeente haken wij bij dit project aan om werk met werk te maken waar het gaat om eigen ondergrondse en bovengrondse infrastructuur.
-
Openbaar vervoer Daar waar het reguliere openbaar vervoer niet rijdt streven we naar kleine maatwerk oplossingen (KMO). Initiatieven hiervoor zullen we daar waar mogelijk ondersteunen. Daarnaast zetten we in op het integraal bekijken van openbaar vervoer in relatie met bijzondere vormen van vervoer (WMO, leerlingen).
-
Parkeerbeleid De centrum- en omgevingsvisie willen we omzetten in concrete projectvoorstellen voor het centrumgebied. Daarnaast willen we bewonersinitiatieven rondom parkeervraagstukken in de woonwijken mogelijk maken.
-
Rehabilitatie wegen In paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen wordt beschreven hoe we de bereikbaarheid waarborgen door het uitvoeren van het wegenonderhoud. De gemeente Oirschot heeft (nog) geen eenduidig beleid met betrekking tot het uitvoeren en bekostigen van rehabilitaties en reconstructies van wegen. Binnen wegbeheer is voor rehabilitaties geen vast budget beschikbaar en wordt geen geld apart gezet voor toekomstige rehabilitaties. Voor de periode 2016-2026 wordt nog voor 11 miljoen euro aan rehabilitatie kosten verwacht. Een gemiddeld bedrag van € 1.000.000 per jaar. In 2016 ontvangt u een beleidsvoorstel hoe hier mee om te gaan. Gezien de onderhoudssituatie van de wegen in het buitengebied en de financiële lasten die de verhardingen met zich meebrengen, willen we met de inwoners, het ZLTO, en andere maatschappelijke partners een principiële discussie gaan voeren over kwaliteit en kwantiteit van ontsluitingen in het buitengebied.
2. Ambitie: versterken leefbaarheid
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
38
-
Inwoners actief betrekken We blijven werken aan het actief betrekken van onze inwoners bij het inrichten en onderhouden van de fysieke leefomgeving. Hiermee streven we naar een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte die daarmee een grote bijdrage levert aan de leefbaarheid. Het betrekken van de inwoners doen we via buurtbeheerprojecten maar ook individueel en op straatniveau. Een persoonlijke benadering (in gesprek gaan) staat hierbij voorop. We gaan ook door met het stimuleren van initiatieven vanuit de samenleving om te komen tot een stukje mede - eigenaarschap van de openbare ruimte. Bij het realiseren van nieuwe projecten, zoals de herinrichting van een straat, brengen we eerst in beeld wie de stakeholders zijn en gaan vervolgens met hen aan de slag om te komen tot een breed gedragen project.
-
Duurzaamheid Bij het realiseren en in de voorbereiding van projecten kijken we ook nadrukkelijk naar duurzaamheid (duurzaam veilige inrichting, toepassing van duurzame materialen, duurzaam omgaan met hemelwater, robuuste duurzame groenvoorzieningen etc.) om ook daarmee een stukje bij te dragen aan de leefbaarheid in onze gemeente. Voor 2016 staan o.a. de herinrichting van Den Heuvel, Lindelaan en diverse groenrenovaties op het programma. In 2016 geven we een vervolg aan het klimaatbeleid en e
het behalen van onze klimaatdoelstellingen. In het 1 kwartaal stellen we een projectenplan op met concrete acties, zoveel als mogelijk in samenwerking met de Kempengemeenten. Hierbij leggen we ook een koppeling met de woonvisie. -
Agenda 22 (toegankelijkheid) We willen dat al onze inwoners, dus ook mensen met een beperking, gebruik kunnen maken van de voorzieningen in de openbare ruimte en openbare gebouwen. Bij het uitvoeren van projecten en onderhoudswerkzaamheden (werk met werk) houden we in overleg met de bewoners, buurtbeheer en maatschappelijke partijen nadrukkelijk rekening met het thema toegankelijkheid.
3. Ambitie: waarborgen veiligheid en gezondheid
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Water en riolering (domein Water) In 2016 werken we aan een gezonde en leefbare samenleving door in te zetten op goed functionerende, robuuste en eenvoudige watersystemen. Deze bewegen mee met de ontwikkelingen van de toekomst conform het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan 2015-2019 (vGRP). Het water wordt, zowel ondergronds als bovengronds, een drager in de omgevingsvisie van Oirschot. Hiermee sorteert de gemeente voor op de toekomst. De financiële middelen uit het vGRP worden aangewend om de basis op orde te krijgen o.a. door het oplossen van knelpunten in de rioolafvoer en bestaande wateroverlast. In 2035 is Oirschot klimaatbestendig. De investeringen zijn ook toekomstbestendig, omdat zij integraal o.a. met wegen en groen (fysiek) en met zorg voor bereikbaarheid en leefbaarheid (sociaal) worden uitgevoerd. Veiligheid en gezondheid zijn echter het leidende principe. 39
Een groot deel van de werkzaamheden wordt uitgevoerd binnen het onderhoudsprogramma zoals beschreven in paragraaf B “Onderhoud kapitaalgoederen” Daarnaast worden binnen integrale projecten investeringen uitgevoerd ten behoeve van rioolvervanging en het afkoppelen van hemelwater (Den Heuvel en Lindelaan). In 2016 gaan we ook aan de slag met de voorbereiding van de voor 2017 geplande werkzaamheden. -
Afval In 2015 zijn we begonnen met het verder scheiden van onze afvalstromen. Op basis van pilots binnen de Kempengemeenten en naar aanleiding van de resultaten van de gewijzigde inzameling in 2015 onderzoeken we in 2016 welke mogelijkheden er zijn om de hoeveelheid restafval nog verder terug te dringen. Hiermee dragen we bij aan de ambitie om in de toekomst te komen tot een circulaire economie. De hoeveelheid restafval zal hierbij in 2020 nog maar 5% van de hoeveelheid restafval in 2012 bedragen. Hierbij zal in Kempenverband ook gekeken worden naar de effectiviteit en het toekomstig gebruik van de verschillende milieustraten.
40
Financiën
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie Totaal Baten voor bestemming Saldo voor bestemming
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Bedragen x € 1.000 Meerjarenbegroting 2017 2018 6.053 5.960
Rekening 2014 7.424
Begroting 2015 8.192
Begroting 2016 5.866
0 0
9 0
18 25
75 0
121 0
157 0
7.424
8.201
5.909
6.128
6.081
6.137
Rekening 2014 -2.926
Begroting 2015 -3.164
Begroting 2016 -3.418
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-2.926
-3.164
-3.418
-3.486
-3.442
-3.507
4.498
5.037
2.491
2.642
2.639
2.630
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
1.490 -2.950 -1.460
753 -2.571 -1.818
888 -25 863
888 0 888
888 0 888
888 0 888
3.038
3.219
3.354
3.530
3.527
3.518
Lasten 2016 per beleidsveld
Meerjarenbegroting 2017 2018 -3.486 -3.442
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 5.980
2019 -3.507
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Wegen (incl openbare verl.)
Wegen (incl openbare verl.)
Groen
Groen
Verkeer Afval
Verkeer
Riolering Water
Milieu Mutaties reserves programma 6
Afval
Algemene middelen
Riolering Milieu
1% Mutaties reserves programma 6
1%
0%
26%
49%
5%
13%
20% 15%
19% 22%
1% 5%
0% 1%
22% 41
42
Programma 7 Cultuur en sport Aandeel programma 7 in totale begroting
Cultuur en Sport
6% Overige programma's
94%
43
44
Programma 7
Cultuur en sport
Beleidsvelden Binnen het programma Cultuur en Sport werken we met de volgende beleidsterreinen: 1. Leefbaarheidsinitiatieven 2. Sport 3. Kunst en Cultuur 4. Monumentenzorg
Binnen het domein sport geven we samen met de verenigingen richting aan een goed en veelzijdig sportklimaat. Hierbij zien we een belangrijke rol voor de sportverenigingen als het gaat om de transformatie van de samenleving (denk aan de preventieve en signalerende functie). Samen met de verenigingen gaan we op zoek naar de wijze waarop we hun bijdrage kunnen versterken. We haken daarmee aan bij de doelen en ambities binnen het sociaal domein (zie programma 2). Daarnaast bekijken we hoe verenigingen zelfstandiger kunnen functioneren en we de kosten kunnen drukken. Voor dit laatste sluiten we aan bij het uitvoeringsplan met betrekking tot het vastgoed (zie programma 3).
Subsidies zijn een krachtig sturingsinstrument om de transformatie van de samenleving mogelijk te maken. Met het huidige subsidiebeleid kunnen we te weinig sturen op de gewenste transformatie binnen het sociaal domein. Een nieuw uitvoeringsplan op het terrein van subsidies is daarmee nodig. Door aan te sluiten bij de ambities binnen het sociaal domein, kunnen we subsidies beter inzetten om gewenste doelen te realiseren.
Met betrekking tot leefbaarheid geldt dat we meer gebruik willen maken van de kennis, ideeën en inzet van inwoners zelf. Dit betekent dat we inwoners willen stimuleren om zelf een actieve bijdrage te leveren aan hun leefomgeving, waarbij wij als gemeente vooral een faciliterende rol hebben.
Ambitie: wat willen we bereiken ? In het raadsakkoord staat samenwerking met de samenleving centraal: “Mensen voorop in ons Monument in ’t Groen”. We willen een organisatie zijn die de eigen kracht van de samenleving weet te inspireren en enthousiasmeren (Koersnotitie 2014-2017) en waar nodig te versterken. Inwoners kunnen via leefbaarheidsnetwerken, hun buurt en het verenigingsleven, maar ook via spontane eenmalige of tijdelijke acties het voortouw nemen om hun leefomgeving te verbeteren. Daar waar nodig ondersteunt de gemeente hen daarbij.
Oirschot, Monument in het Groen, is rijk aan talloze gemeentelijke en rijksmonumenten. De pittoreske straatjes, lanen en (land)wegen met markante, historische gebouwen en erven hebben bovendien een enorme aantrekkingskracht op toeristen. Deze bijzondere waarden dragen in belangrijke mate bij aan de identiteit, de leefbaarheid en de economische positie van onze gemeente. Om cultuurhistorie in ons ruimtelijk beleid te verankeren, om historische panden te behouden en te behoeden voor leegstand, maar ook om de cultuurhistorische waarden te versterken, stellen we samen met betrokken partijen, actueel beleid op. Hierbij denken we na over de wijze waarop deze verschillende partijen een actieve rol kunnen krijgen (bijvoorbeeld door middel van een platform). 45
Kunst en cultuur hebben daarnaast een belangrijke sociale waarde binnen onze lokale gemeenschap. In 2014 hebben we een nieuw cultuurbeleid vastgesteld, waarbij de bijdrage van cultuur aan onder andere onderwijs, leefbaarheid en de lokale economie is benoemd. Met ons cultuurbeleid dragen we bij aan de vorming van onze identiteit, de ontplooiing van mensen en de ontwikkeling van creativiteit. We willen in 2016 dit beleid meer integraal verankeren door aansluiting te zoeken met andere beleidsterreinen die hiermee een directe link hebben (zoals Centrummanagement en de Omgevingsvisie).
Voor programma 7 komen we tot de volgende ambities: 1. We zetten extra in op het versterken van de betrokkenheid van onze inwoners bij hun eigen leefomgeving 2. We zorgen er samen met onze inwoners voor dat onze voorzieningen op peil blijven. 3. We verankeren onze cultuurhistorie in ons ruimtelijk beleid, zetten in op behoud van onze historische panden en versterking van onze cultuurhistorische waarden.
Wat gaan we doen?
1
Ambitie. We zetten extra in op het versterken van de betrokkenheid van onze inwoners bij hun eigen leefomgeving.
Om bovenstaande ambitie te kunnen uitvoeren, voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit.
-
Leefbaarheidsplannen voor alle buurten en dorpen Alle leefbaarheidsnetwerken maken een leefbaarheidsplan met activiteiten die zij graag op willen pakken in hun buurt. Hierin geven ze aan wie (inhoudelijke) en welke (financiële) ondersteuning ze daarbij nodig hebben. Naast de bredere reguliere leefbaarheidsplannen geven we ook ondersteuning aan kleinere en tijdelijke acties van inwoners die hun straat, wijk of dorp aantrekkelijker kunnen maken. Hierin werken we intensief met onze inwoners en maatschappelijke partners samen waarbij wij vooral een faciliterende rol hebben.
-
Beschikbaar stellen van (reguliere) budgetten en/ of middelen Om de leefbaarheidsplannen te realiseren, willen we het mogelijk maken dat onze inwoners een eigen budget krijgen. Met dit budget kunnen zij hun plannen in afstemming met de gemeente realiseren.
2. Ambitie. We zorgen er samen met onze inwoners voor dat onze voorzieningen op peil blijven.
Om deze ambitie te realiseren, voeren we in 2016 de volgende activiteit uit.
-
Inzetten Voorzieningenkaart
46
We gaan samen met onze inwoners aan de slag om onze voorzieningen op peil te houden. Hierbij kijken we nadrukkelijk naar de rol die inwoners en maatschappelijke organisaties hier zelf bij kunnen vervullen. We zetten de Voorzieningenkaart in als instrument om samen met onze inwoners (co-creatie) in beeld te brengen welke voorzieningen we in onze gemeente hebben en hoe we deze op peil kunnen houden. Hierbij willen we een toekomstperspectief schetsen waarbij we inzetten op een optimaal gebruik van gemeentelijke en particuliere voorzieningen en het behoud van de leefbaarheid.
3. Ambitie. We verankeren onze cultuurhistorie in ons ruimtelijk beleid, zetten in op een behoud van onze historische panden en een versterking van onze cultuurhistorische waarden.
Om bovenstaande ambitie te kunnen uitvoeren, voeren we in 2016 de volgende activiteit uit:
-
Opstellen cultuurhistorisch beleid en verankering in omgevingsvisie en ruimtelijke plannen We stellen in samenhang met andere beleidsvelden thema’s op voor cultuurhistorie. We zetten hierbij in op een versterking van de cultuurhistorische waarden in onze gemeente, waarbij we de verbinding leggen met thema’s als landschap, economie en recreatie. Het is de wens om organisaties en instellingen die een cultuurhistorisch belang behartigen in Oirschot samen te brengen in een platform dat de gemeente adviseert over erfgoed. Deze wens krijgt in 2016 nadere uitwerking.
47
Financiën
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Begroting 2015 3.110
Begroting 2016 2.817
0 0
26 0
23 50
37 50
43 50
53 0
3.560
3.136
2.890
2.704
2.705
2.631
Rekening 2014 -1.218
Begroting 2015 -563
Begroting 2016 -582
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-1.218
-563
-582
-665
-680
-694
2.342
2.573
2.308
2.039
2.025
1.937
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
227 -463 -236
0 -1.157 -1.157
0 -263 -263
0 -82 -82
0 -81 -81
0 0 0
2.106
1.416
2.045
1.957
1.944
1.937
Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Bedragen x € 1.000 Meerjarenbegroting 2017 2018 2.617 2.612
Rekening 2014 3.560
Totaal Baten voor bestemming Saldo voor bestemming
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Lasten 2016 per beleidsveld
Meerjarenbegroting 2017 2018 -665 -680
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 2.578
2019 -694
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Leefbaarheidsinitiatieven
Leefbaarheidsinitiatieven Sport
Sport Monumentenzorg Mutaties reserves programma 7
Kunst en cultuur
Algemene middelen Monumentenzorg Mutaties reserves programma 7
2% 9%
5% 0%
25%
18%
0% 9%
71% 61%
48
Programma 8 Vitaal Landelijk Gebied Aandeel programma 8 in totale begroting Vitaal landelijk gebied
2% Overige programma's
98%
49
50
Programma 8
Vitaal Landelijk Gebied
Beleidsvelden Binnen dit programma werken we aan het behoud en de versterking van een aantrekkelijk, beleefbaar en economisch levensvatbaar landelijk gebied Oirschot met de volgende beleidsvelden: 1. Vrijetijdseconomie (VTE) 2. Kwaliteit van Natuur en Landschap
Ambitie: wat willen we bereiken? We streven naar een optimale balans tussen ontwikkeling en innovatie op allerlei gebieden (wonen, leven, werken) en het behoud van karakteristieke, cultuurhistorische waarden (de monumenten en het groen). We willen ons als gemeente verder profileren en herkenbaar zijn voor onze eigen inwoners en de regio. We versterken ons imago en identiteit op dit gebied verder.
We hebben in 2016 voor het programma Vitaal Landelijk Gebied, op basis van de Toekomstvisie Oirschot 2030, het raadskader 2014-2018 en de Agenda van Oirschot de volgende ambities: 1. Verdere versterking van de beleefbaarheid van onze natuur, het landschap en cultuurhistorisch erfgoed 2. Participeren en samenwerking aangaan met inwoners en andere partners in Oirschot en in de regio op het gebied van Vrijetijdseconomie en landelijk gebied 3. Met de samenleving nieuwe invullingen vinden en ontwikkelen voor de kerken in de kernen Oostelbeers en Spoordonk.
Wat gaan we doen?
1.
Ambitie: Verdere versterking van de beleefbaarheid van onze natuur, het landschap en cultuurhistorisch erfgoed
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Uitvoeren Meerjarenprogramma Vitaal Landelijk Gebied We herijken het programma naar een integraal uitvoeringsplan en spelen in op kansen die voortkomen uit de omgevingsvisie. Denk hierbij aan de gebiedsontwikkeling Levende Beerze, waaronder herinrichting omgeving Oude Toren, uitvoering Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten (STIKA), Gebiedscontract Het Groene Woud III 2015 – 2019, en het realiseren van een aantrekkelijke, groene en recreatieve verbinding tussen het centrum van Eindhoven en de Markt in Oirschot als poort naar het Groene Woud : De Groene Corridor.
-
Versterken en verder ontwikkelen van route- en bestedingspatronen voor de vrije tijd van inwoners en bezoekers.
51
In de omgevingsvisie is de kwaliteit en diversiteit van de vrijetijdseconomie een belangrijk onderdeel. Het geeft ons de kapstok om door te gaan met het actualiseren en doorontwikkelen van routestructuren en arrangementen. Daarnaast gaan we in 2016 door met het beleefbaar maken van erfgoed door projecten zoals “Beleef de Kempen” en “Kansenkaart de Kempen”.
2.
Ambitie: Participeren en samenwerking aangaan met inwoners en andere partners in Oirschot en in de regio op het gebied van Vrijetijdseconomie en landelijk gebied.
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
We nemen deel aan de Streeknetwerken Het Groene Woud en de Brabantse Kempen om onze kwaliteiten verder te verbeteren. We pakken onze kansen in het Gebiedscontract Het Groene Woud III 2015-2019. We nemen deel aan de koplopersgroepen Natuur, Landschap en Cultuurhistorie en Recreatie en Toerisme in de Kempen. We werken zo samen om de Kempen te profileren in de vrijetijdsmarkt.
-
We sluiten aan bij het project van de Rabobank en werken samen aan het economische vrijetijdsprofiel van Oirschot en versterken de relatie binnen de driehoek Centrummanagement, gemeente en bedrijfsleven Naast het versterken van Centrummanagement en bedrijfsleven zoals omschreven in programma 4 kunnen ze een belangrijke rol vervullen bij de profilering van Oirschot als belevingsplaats van eigentijdse dynamiek en behoud van karakteristieke, groene en cultuurhistorische waarden. Daarbij werken we aan een toekomstvast centrum.
-
We ontwikkelen onze identiteit verder en geven daaraan een “smoel” We herijken oudere visies (Visie op de Markt, Toeristisch - recreatieve visie, strategisch communicatieplan en visie op detailhandel) naar een integraal uitwerkingsplan. Een aanzet daarvoor zit ook al in de Omgevingsvisie. Als we weten wat we zijn en willen zijn kunnen we verbinding zoeken met partijen in en rondom Oirschot die daarin voor ons een meerwaarde kunnen toevoegen.
-
Project De Stoel opzetten en uitvoeren Dit is een van de concrete projecten om burgerparticipatie in te bedden in de vrijetijdseconomie van Oirschot. We ontwikkelen daarin verhalen met de inwoners die verder invulling geven aan onze identiteit en smoel aan de betekenis van Oirschot nu en in het verleden. We kunnen daarin ook net als met de Groene Corridor de verbinding met Brainport leggen.
3.
Ambitie: Met de samenleving nieuwe invullingen vinden en ontwikkelen voor de kerken in de kernen Oostelbeers en Spoordonk.
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Ondersteuning werkgroepen herinvulling van de kerken: Voor de integrale dorpsontwikkelingsplannen (IDOP) onderzoeken we met betrokken burgers of er voldoende draagvlak is om de kerken in Spoordonk en Oostelbeers te bewaren en een nieuwe duur52
zame economisch verantwoorde functie geven. Plannen voor de kerken samen met de burgers verder uitwerken en realiseren in een ondersteunende, faciliterende rol vanuit de gemeente.
Financiën
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Begroting 2015 5.682
Begroting 2016 919
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
1.434
5.682
919
914
865
896
Rekening 2014 -412
Begroting 2015 -3.476
Begroting 2016 -46
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-412
-3.476
-46
-43
-43
-43
1.022
2.206
873
871
822
853
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
387 -602 -215
1.962 -3.325 -1.363
17 -40 -23
17 -65 -48
17 -18 -1
17 -47 -30
807
843
850
823
821
823
Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Bedragen x € 1.000 Meerjarenbegroting 2017 2018 914 865
Rekening 2014 1.434
Totaal Baten voor bestemming Saldo voor bestemming
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Lasten 2016 per beleidsveld
Meerjarenbegroting 2017 2018 -43 -43
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 896
2019 -43
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Vrijetijdseconomie
Vrijetijdseconomie
Kwaliteit van natuur en landschap Kwaliteit van natuur en landschap Mutaties reserves programma 8
Mutaties reserves programma 8 Algemene middelen
5%
0% 4%
2% 38%
60%
91% 53
54
Programma 9 Bestuur Aandeel programma 9 in totale begroting Bestuur
17%
Overige programma's
83%
55
56
Programma 9
Bestuur
Beleidsvelden Binnen het programma bestuur werken we met de volgende beleidsvelden: 1. Bestuursorganen 2. Bestuursondersteuning / bedrijfsvoering 3. Burgerzaken / publieksdienstverlening 4. Bestuurlijke samenwerking
Ambitie: wat willen we bereiken? Het afgelopen jaar hebben we veel geïnvesteerd in onze organisatie. Dat is ook noodzakelijk, we moeten nog groeien in de kwaliteit van onze dienstverlening, in onze samenwerking met de samenleving, in de kwaliteit van onze bedrijfsvoering. Oirschot moet een organisatie zijn die klaar is voor de toekomst, die het vertrouwen heeft van bestuur en samenleving en die ondanks de kleine omvang door slim (samen) te werken in staat is de opgaven die nog gaan komen goed aan te kunnen. We willen daarbij meer gebruik maken van de kennis, kunde en energie die in onze samenleving aanwezig is.
1. We zijn een organisatie die bouwt aan een excellente dienstverlening voor onze inwoners. 2. We zijn een organisatie die samenwerkt met de samenleving. 3. We zijn een organisatie die doorontwikkelt. 4. We zijn een organisatie met de basis op orde, een organisatie in control.
Wat gaan we doen? Onderstaand geven we invulling aan onze ambities. Bij het verwezenlijken van onze ambities richten we ons op verbetering van onze bedrijfsvoering. In de verplichte paragraaf D van deze begroting gaan we hierop meer in detail in.
1.
Ambitie: We zijn een organisatie die bouwt aan een excellente dienstverlening voor onze inwoners.
Om bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Zaakgericht werken en Klant Contact Centrum We gaan voor een excellente dienstverlening naar onze burgers toe. Dat wil zeggen dat we altijd bereikbaar zijn, werken op een eenduidige wijze en geven zoveel als mogelijk direct antwoord, waarbij de inwoner continue inzage heeft in lopende en afgeronde dossiers. We voeren het in 2015 vastgestelde projectplan ‘Zaakgericht werken en Klant contact centrum gemeente Oirschot’ uit. Bij de dienstverlening hanteren we maatwerk : ieder krijgt een vast en betrokken aanspreekpunt. Elke inwoner weet zo wie zijn vraag in behandeling heeft en wanneer er een antwoord komt.
57
2.
Ambitie: We zijn een organisatie die samenwerkt met de samenleving.
Om de bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Leefbaarheidsagenda’s Gedragen Initiatieven van buiten, daar zijn we naar op zoek. We luisteren, informeren, overleggen, stemmen af en denken samen, afhankelijk van de rol die we als gemeente hebben. Dit jaar stellen we leefbaarheidsagenda’s op met onze leefbaarheidsnetwerken. Als gemeente stellen we kennis, ervaring en middelen beschikbaar. In 2016 starten we al ook met uitvoering. We gaan de verschillende dorpen/buurten daadwerkelijk budget beschikbaar stellen, onder andere voor het beheer van de openbare ruimte. Zie ook programma 7.
-
Samenwerken met de samenleving Onze belangrijkste opgave betreft het vormgeven van de samenwerking met de samenleving. Hieronder verstaan we onze inwoners, stichtingen en verenigingen, bedrijven kortom : de sociale gemeenschap. Om initiatieven vanuit de bewoners een maximale kans te geven, werkt de gemeentelijke organisatie transparant en is bereikbaar op het moment dat er behoefte is aan ondersteuning. Daarbij gaan we er van uit dat burgerparticipatie meer is dan ‘u vraagt, wij draaien’. Participatie is naar vermogen meedoen en wanneer je meedoet heb je ook recht van spreken. Bij de uitvoering van werkzaamheden door de gemeentelijke organisatie zijn we gericht op, kwaliteit, versterking van de kwetsbare groepen in onze samenleving, sociale gedragscodes en lokaal ondernemerschap.
3. Ambitie: We zijn een organisatie die zich doorontwikkelt.
Om de bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
Onze ambtelijke organisatie ontwikkelt door, we veranderen onze cultuur door van buiten naar binnen (en omgekeerd) te werken Het is tijd voor doorontwikkeling van de organisatie, we willen een cultuurverandering bereiken die effect heeft op al onze activiteiten. Denk hierbij aan bedrijfsvoering, dienstverlening en beleidsvorming en – uitvoering, gebaseerd op de borging van onze kernwaarden. We zorgen via strategische personeelsplanning dat formatie en bezetting hiermee in evenwicht zijn. We willen van gesloten en intern veranderen in een meer naar buiten gerichte organisatie, duidelijk herkenbaar voor onze inwoners.
-
Ordenen en versterken van samenwerkingsverbanden met andere gemeenten Als Oirschot bestuurlijk zelfstandig blijft, betekent dat ook dat de gemeentelijke organisatie deel uit moet gaan maken van solide samenwerkingsverbanden, allereerst met andere gemeenten. We zien dan mogelijkheden om als kleine gemeente slagvaardig, dicht bij de inwoners te blijven en met hen samen vorm te geven aan de uitdagingen van de toekomst. De bestuursopdracht van de Intergemeentelijke Samen58
werking Kempengemeenten van april 2015 is een aanknopingspunt voor de versterking van de Kempensamenwerking.
4. Ambitie: We willen een organisatie met de basis op orde, een organisatie in control.
Om de bovenstaande ambitie te realiseren voeren we in 2016 de volgende activiteiten uit:
-
We zorgen voor een toekomstbestendige organisatie, een organisatie in control We maken de bedrijfsvoering solide, doelmatig, doeltreffend en rechtmatig. In 2016 voeren we het plan van aanpak ‘Bedrijfsvoering in control’ (2015) uit en versterken we de interne sturing met interne plannings- en besturingsactiviteiten. We geven uitvoering aan het programma juridische kwaliteitszorg II, we zorgen voor een verdere professionalisering van de inkoop- en aanbestedingsfunctie en het proces rond inkomende subsidies. We geven uitvoering aan ons informatiebeveiligingsbeleid. Voorts kijken we naar een efficiëntere gemeentelijke vastgoedportefeuille.
59
Financiën
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Begroting 2015 5.520
Begroting 2016 8.975
0 0
0 0
0 3
0 3
0 3
0 3
4.762
5.520
8.978
9.056
9.077
9.091
Rekening 2014 -408
Begroting 2015 -1.180
Begroting 2016 -5.807
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-408
-1.180
-5.807
-5.777
-5.787
-5.688
4.354
4.340
3.171
3.279
3.290
3.403
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
278 -232 46
0 -1.185 -1.185
0 -29 -29
0 0 0
0 0 0
0 0 0
4.400
3.155
3.142
3.279
3.290
3.403
Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Bedragen x € 1.000 Meerjarenbegroting 2017 2018 9.053 9.074
Rekening 2014 4.762
Totaal Baten voor bestemming Saldo voor bestemming
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Lasten 2016 per beleidsveld
Meerjarenbegroting 2017 2018 -5.777 -5.787
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 9.088
2019 -5.688
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Bestuurorganen
Bestuurorganen
Bestuursondersteuning/bedrijfsvoering
Bestuursondersteuning/ bedrijfsvoering Burgerzaken/ publieksdienstverlening Bestuurlijke samenwerking
Burgerzaken/publieksdienstverlening Mutaties reserves programma 9 Algemene middelen
Mutaties reserves programma 9
35%
0%
0% 8%
3%
10%
0% 3%
62%
79%
60
Programma 10 Financiën Aandeel programma 10 in totale begroting
1%
Financiën Overige programma's
99%
61
62
Programma 10
Financiën
Beleidsvelden Binnen dit programma werken we met de volgende beleidsvelden: 1. Dekkingsmiddelen 2. Resultaat
Ambitie : wat willen we bereiken? We zijn en willen een financieel gezonde gemeente blijven die volop uitvoering geeft aan de Toekomstvisie, de Agenda van Oirschot en de Raadskaders. De financiële beheersing richt zich daarom op een sluitende begroting. Een begroting die steeds meer in evenwicht is tussen de ambities, te bereiken maatschappelijke effecten en de benodigde middelen. Door extra te investeren in verantwoordelijkheden, deze over te laten aan onze inwoners, organisaties en bedrijven, het werk met werk maken, door herprioritering en het slimmer organiseren van de ambtelijke organisatie en door het binnenhalen van subsidies, is het mogelijk om lopende plannen te continueren en nieuwe ontwikkelingen te faciliteren. Financieel technisch gezien voeren we een voorzichtig beleid, waarbij we sturen op de beheersing van de risico’s en het op peil houden van ons weerstandsvermogen. Het college houdt alle mogelijkheden open om externe fondsenwerving te maximaliseren
Voor programma 10 hebben we voor 2016 de volgende ambities: 1. We stellen in 2015 een structureel sluitende begroting 2016 en meerjarenbegroting 2017-2019 op. 2. We zetten in op een heroriëntatie van gemeentelijke taken, zonder dat de inwoners, organisaties en bedrijven hiervan nadeel ondervinden.
Wat gaan we doen? Onderstaand geven we invulling aan onze ambities. 1. Ambitie. We stellen in 2015 een structureel sluitende begroting 2016 en meerjarenbegroting 20172019 op
Concrete activiteiten om deze ambitie te bereiken zijn o.a.: •
Wij optimaliseren de inkomsten van onze gemeente door onder andere te onderzoeken welke verdeelmaatstaven van de algemene uitkering we kunnen beïnvloeden.
•
Wij brengen de (financiële) gevolgen van iedere circulaire tijdig in beeld en stellen adequate beheersingsmaatregelen voor ingeval van verminderende inkomsten.
•
Wij betrekken onze raad, inwoners, organisaties en bedrijven bij het opstellen van de begroting.
•
Wij volgen initiatieven van andere gemeenten tegen (voorgenomen) wijzigingen van rijksbeleid.
•
Wij nemen actief deel aan initiatieven als die van belang zijn voor de gemeente Oirschot.
•
Wij werken aan een verdere optimalisatie van onze liquiditeitenplanning, zodat continu de actuele stand van onze liquiditeiten beschikbaar is. 63
•
Wij monitoren onze legesopbrengsten nauwgezet en nemen tijdig adequate maatregelen als legesopbrengsten terug lopen.
2
Ambitie. We zetten in op heroriëntatie van gemeentelijke taken, zonder dat de inwoners, organisaties en bedrijven hiervan nadeel ondervinden
Concrete activiteiten om deze ambitie te bereiken zijn o.a.: •
Wij investeren op initiatieven die bijdragen aan een slimmer werkende organisatie;
•
Wij laten steeds meer uitvoerende taken over aan de samenleving of aan onze netwerkpartners;
•
Wij onderzoeken op welke wijze we de taken op het gebied van het sociale domein efficiënter en effectiever kunnen organiseren.
•
Wij zorgen ervoor dat ons grondbedrijf financieel technisch gezien zelfstandig draait.
64
Financiën Bedragen x € 1.000 Meerjarenbegroting 2017 2018 430 474
Rekening 2014 505
Begroting 2015 426
Begroting 2016 417
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
505
426
417
430
474
523
Rekening 2014 -19.072
Begroting 2015 -26.656
Begroting 2016 -26.003
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal Baten voor bestemming
-19.072
-26.656
-26.003
-25.941
-25.745
-25.980
Saldo voor bestemming
-18.567
-26.230
-25.586
-25.511
-25.271
-25.457
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
5.334 -5.494 -160
1.094 -779 315
215 -390 -175
0 -140 -140
0 0 0
0 0 0
-18.727
-25.915
-25.761
-25.651
-25.271
-25.457
Lasten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie Totaal Lasten voor bestemming
Baten bestaand beleid Nieuw beleid investeringen Nieuw beleid exploitatie
Mutaties reserves Lasten Baten Saldo mutaties reserves Saldo na bestemming
Lasten 2016 per beleidsveld
Meerjarenbegroting 2017 2018 -25.941 -25.745
Meerjarenbegroting 2017 2018
2019 523
2019 -25.980
2019
Waaruit worden lasten gedekt? Dekkingsmiddelen
Dekkingsmiddelen Mutaties reserves programma 10
Mutaties reserves programma 10
1%
34%
66%
99%
65
66
PARAGRAFEN
67
68
A. Weerstandsvermogen en Risicobeheersing Inleiding De paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing is één van de paragrafen die het Besluit Begroting en Verantwoording (verslaggevingsvoorschriften van de overheid) voorschrijft om op te nemen in de begroting. De paragraaf gaat in op ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie die van invloed kunnen zijn op de financiële huishouding, maar nog niet financieel zijn vertaald. Hiervoor is inzicht nodig in de omvang van de aanwezige risico’s (benodigde weerstandscapaciteit), de mogelijkheden om deze financieel af te dekken (beschikbare weerstandscapaciteit) en de relatie daartussen: het weerstandsvermogen. Ons weerstandsvermogen is het vermogen waarover we beschikken om niet-structurele financiële risico’s op te vangen, zonder dat het beleid en/of de uitvoering van gemeentelijke taken in gevaar komt.
Het beleid op het gebied van risicomanagement en weerstandsvermogen is te vinden in de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen”, vastgesteld op 18 december 2012. Op 21 oktober 2014 is bij de vaststelling van de ‘nota reserves en voorzieningen 2014’ de ratio van het weerstandsvermogen bepaald op 1,4.
Conclusie Weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio (beschikbare weerstandscapaciteit / 90% van de benodigde weerstandscapaciteit) en komt uit op 9,77. Dit betekent dat ons weerstandsvermogen ruim boven de vastgestelde ratio van 1,4 uitkomt en dat we met ons weerstandsvermogen met een zekerheid van 90% alle geïnventariseerde risico’s op kunnen vangen. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het weerstandsvermogen in de jaren 2013 tot en met heden weergeven:
P&C jaarschijf Begroting Jaarrekening
2013 11,36 13,02
2014 15,60 12,34
2015 12,01
2016 9,77
De daling van het weerstandsvermogen in 2016 is veroorzaakt omdat de geraamde beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2015 ten opzichte van de jaarrekeningstand 2014 afneemt met € 5,8 mln. (afgerond), waarbij conform raadsbesluiten januari tot en met juni 2015 de algemene reserve afneemt met € 3,5 mln, de overige bestemmingsreserves dalen met € 0,9 mln. en de risicoreserve grex daalt met € 1,3 mln. In de daling van de algemene reserve van € 3,5 is onder andere inbegrepen: •
€ 1,544 mln. verkoop Kanaaldijk-Noord (opbrengst);
•
€ 1,500 mln. storting sociaal domein;
•
€ 0,878 mln. overheveling budgetten van 2014 naar 2015;
•
€ 0,779 mln. nadelig saldo jaarrekening 2014;
•
€ 0,750 mln. krediet dienstverlening;
•
€ 0,588 mln. Groot Bijstervelt: uitvoering motie en verkoop;
•
€ 0,250 mln. starterslening.
Voor de objectivering van de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen bestaan geen wettelijke normen. Om de ratio te duiden maken we gebruik van onderstaande waarderingstabel van het Nederlands Ad69
viesbureau voor Risicomanagement (NAR) en de Universiteit van Twente: Waardering
Ratio
Betekenis
A
>2
Uitstekend
B
1,4 – 2
Ruim voldoende
C
1 – 1,4
Voldoende
D
0,8 – 1
Matig
E
0,6 – 0,8
Onvoldoende
F
< 0,6
Ruim onvoldoende
Gegeven de ratio van 9,77 betekent dit voor ons dat ons weerstandsvermogen op dit moment ‘uitstekend’ is.
Benodigde weerstandsvermogen. Bij het vaststellen van de nota “reserves en voorzieningen 2014” op 21 oktober 2014 is de reserve “Weerstandsvermogen en risicobeheersing” vastgesteld, waarbij een bedrag van € 3,5 miljoen is gestort vanuit de bij de nota in de algemene reserve vrijvallende middelen. Bij de jaarrekening 2014 is berekend dat het benodigde weerstandsvermogen op basis van een ratio van 1,4 het weerstandsvermogen € 3,650 mln. zou moeten zijn. Ultimo 2014 heeft een aanvullende storting uit de algemene reserve van € 0,150 mln. plaatsgevonden naar de reserve “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”.
Op basis van de vastgestelde ratio van 1,4 (bovengrens van een voldoende waardering; zie bovenstaande tabel) en rekening houdende met de berekende benodigde weerstandscapaciteit, moet in de reserve “Weerstandsvermogen en risicobeheersing” € 3.863.084 (1,4 x € 2.759.346 mln.), ofwel afgerond € 3,865 mln. zitten. Dit betekent een aanvullende storting van € 0,215 mln. ten laste van de algemene reserve.
Aanwezige risico’s (benodigde weerstandscapaciteit). De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de verwachte financiële omvang van de aanwezige risico’s; de gewenste mate van zekerheid dat de risico’s kunnen worden opgevangen; alsook de mate waarin risico’s al op andere wijze zijn afgedekt. De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op basis van de verwachte financiële omvang van risico’s die nog niet op een andere wijze zijn afgedekt (bijvoorbeeld door het afsluiten van een verzekering of het opnemen van een bedrag of voorziening in de begroting of een bestuursrapportage).
Financiële risico’s. Voor de begroting 2016 zijn per team de bestaande risico’s geïnventariseerd die niet op een andere wijze zijn afgedekt. We houden hierbij rekening met de kans dat de onderkende risico’s zich zullen voordoen én de financiële impact wanneer dit daadwerkelijk gebeurt. Deze analyse is per risico gemaakt. Zie onderstaande tabel. nr.
Categorie
belangrijkste risico’s
kans optreden
geschatte financiële
totaal risicobedrag
impact
Schadeclaims De gemeente kan schadeclaims ontvangen als gevolg van activiteiten die zij verricht. De vraag is of we in dergelijke situatie aansprakelijk gesteld kunnen worden. We zijn daarvoor verzekerd. Het risico betreft schadeclaims, waarvoor we niet of maar deels zijn verzekerd. Op dit moment is er één langlopende juridische procedure, waarvan de termijn op dit moment gestuit is, in afwachting van besluitvorming over het bestemmingsplan en externe onderzoeken. Het aantal overige claims is beperkt.
70
nr.
Categorie
belangrijkste risico’s
kans optreden
geschatte financiële
totaal risicobedrag
impact 1.
Verwachte (maximaal risico van) schadeclaims door
50%
€ 2.000.000
€
1.000.000
90%
€
€
9.000
lopende juridische procedures; Verwachte jaarlijkse schadeclaims die niet specifiek
10.000
zijn gekoppeld aan dossiers.
Wet Ketenaansprakelijkheid De gemeente kan op grond van de Wet Ketenaansprakelijkheid aangesproken worden voor het niet afdragen van belastingen en premies sociale verzekeringen door aannemers of inleenpersoneel. In het kader van deze wet is de gemeente niet aansprakelijk wanneer het de aanleg van gemeenschapsvoorzieningen betreft, zoals wegen en rioleringen in openbaar gebied. Voor projecten, niet betreffende openbare voorzieningen, is de wet van toepassing. Denk hierbij aan het ophogen van bouwterreinen en andere zaken, voor de verkoop bestemd. Risicobeperkende maatregelen bij deze projecten kunnen o.a. zijn.: het opvragen van verklaringen van goed betalingsgedrag alsook rechtstreekse storting van de af te dragen loonheffingen en omzetbelasting op rekening van de Belastingdienst of op een geblokkeerde rekening. 2.
Aansprakelijkheidsstelling voor het niet afdragen van
25%
€
100.000
€
25.000
sociale lasten en premies door aannemers of inleenpersoneel.
Bouwgrondexploitatie De ontwikkeling van bouwgrondexploitaties brengt risico’s met zich mee: het betreft meerjarige projecten, waarvan niet alle elementen in de exploitatie vooraf even goed zijn te voorspellen, met een bepaalde conjunctuurgevoeligheid. Dit draagt eraan bij dat verwachte opbrengsten niet altijd haalbaar blijken , bijvoorbeeld door stagnatie van woningverkopen. De boekwaarde van de Oirschotse complexen bedraagt per 2016 € 8,6 miljoen. In het meest extreme geval wordt deze boekwaarde niet goedgemaakt uit verkopen. In de risicoreserve is ultimo 2016 € 3,2 miljoen beschikbaar om dit op te vangen. Op basis van de laatst actuele grondexploitaties van december 2014 (raad maart 2015) is voor het negatieve scenario voor Westfields I een risico voorzien van € 1.680.990 voor de bedrijventerreinen ( op basis van het Fakton-rapport, opgesteld ter onderbouwing van de waardering van Westfields voor de jaarrekening 2014). Bedrijventerrein De Scheper 2.0 kent geen risico’s vanwege partiële ontwikkeling. De risico’s van de woningbouwlocaties per 2016 van € 0,4 miljoen zijn meegenomen in de berekening van de risicoreserve grex. Binnen de risicoreserve grex is ultimo 2016 een ‘vrije ruimte’ beschikbaar van € 0,8 miljoen (€ 2,7 miljoen minus € 1,9 miljoen aan risico’s o.b.v. het kritisch scenario). Aangezien de risicoreserve grex ‘vrije ruimte’ heeft, hoeft in deze paragraaf hiervoor niets te worden opgenomen. Voor meer informatie over de grex, zie paragraaf G van deze begroting. 3.
•
Bijgestelde toekomstverwachtingen m.b.t. de
25%
€ 1.680.990
€
420.248
50%
€
€
0
verkoopopbrengsten huidige situatie. •
Negatieve risicoreserve grex ultimo 2016.
0
Bodemsanering De risico’s die voor de gemeente voortvloeien uit bodemverontreiniging, zijn moeilijk vooraf in te schatten. Voor saneringsobjecten in het kader van de Wet Bodembescherming wordt de omvang van het risico sterk bepaald door factoren als eigendomssituatie en oorzaak van de bodemverontreiniging. Zoveel mogelijk worden saneringskosten opgenomen in de grondexploitaties. Daarnaast kunnen sommige kosten verhaald worden op eigenaars (bijv. bij een asbestbrand). Maar overige onverwachte kosten zijn niet uitgesloten, waarbij sprake kan zijn van het volledig voor rekening komen van de saneringskosten voor de gemeente. 4.
Verwachte bodemsanering, gekoppeld aan specifieke
25%
€
100.000
€
25.000
dossiers.
WWB-inkomensdeel Gemeente Oirschot is risicodrager bij overschrijdingen van het I-budget. Dit risico bedraagt 10% van het ontvangen budget en moet worden opgevangen binnen de gemeentelijke begroting. Wij volgen in onze begroting de begroting van ISD De Kempen. Het risico bestaat dat door de naweeën van de economische crisis het aantal uitkeringsgerechtigden blijft stijgen c.q. dat de geraamde verwachtingen niet worden bewaarheid. De bestuursrapportages van ISD De Kempen wordt met meer dan normale
71
belangstelling op dit onderdeel gevolgd en vertaald in rapportages aan de gemeenteraad. Bij overschrijdingen met meer dan 10%, die buiten de schuld van de gemeente Oirschot zijn opgetreden, kan een beroep worden gedaan op extra uitkering, de Incidentele Aanvullende Uitkering. De bepalingen om in aanmerking te komen zijn voor de grotere gemeenten verzwaard. De verwachting is dat dit uiteindelijk ook gaat gelden voor kleinere gemeenten zoals Oirschot. In het verleden zijn beroepen op een IAU altijd gehonoreerd. In hoeverre dat in de toekomst ook het geval zal zijn, is nu niet in te schatten. Wij volgen hierin de begroting van ISD, omdat de ontwikkeling van het aantal uitkerings- gerechtigden moeilijk is in te schatten. 5.
Toename aantal uitkeringsgerechtigden WWB
10%
€
100.000
€
10.000
WMO Er bestaat een risico dat het WMO-budget niet voldoende zal zijn, gelet op het open-einde karakter van de wet. Vooral bij grootschalige woningaanpassingen, die op voorhand niet zijn in te schatten, kan de financiële impact groot zijn. Door de kanteling is op dit moment wel te zien (zie de eerste bestuursrapportage van ISD De kempen) dat de kosten voor de WMO dalen. De WMO en de decentralisatie van de AWBZ zijn vanaf 2015 als één onderdeel beschouwd binnen de begroting. De verwachting is dat de dalende kosten op enig moment gaan leiden tot een lagere rijksuitkering. Voor de transformatie van het sociaal domein is een bestemmingsreserve van € 1,5 miljoen voor de jaren 2015-2017 in het leven geroepen. 6.
WMO-budget ontoereikend i.v.m. grootschalige ver-
50%
€
1.000.000
€
500.000
bouwingen
Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds Het Rijk is bezig met het herijken van de uitgangspunten van de berekening van de uitkering vanwege het Gemeentefonds. Eén van de aanpassingen die inmiddels is doorgevoerd is de aanpassing van het begrip woonruimte. Voor Oirschot heeft dit voor 2016 e.v. een negatief effect van jaarlijks ca. € 900.000. Verdere aanpassingen zijn niet uitgesloten, onbekend is echter de termijn waarop deze te verwachten zijn. Dergelijke risico’s classificeren we als groot. Voor de begroting 2016 hebben we op basis van de mei- circulaire 2015 de uitkering van het gemeentefonds berekend. Vooralsnog zien we voor 2016 geen risico. 7.
De ontwikkeling van de algemene uitkering uit het
75%
€
0
€
0
gemeentefonds is moeilijk in te schatten
Decentralisaties Participatiewet, AWBZ en Jeugdzorg Met ingang van 2015 is de Participatiewet ingevoerd en zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor taken van de voormalige AWBZ en de Jeugdzorg. Alle drie decentralisaties gaan gepaard met efficiency kortingen op de budgetten. Dit terwijl de bedrijfsvoering de eerste jaren extra aandacht vereist. Het risico is aanwezig dat we de landelijk ter beschikking gestelde budgetten overschrijden. In het sociaal beleidskader ( 2014) is dit nadrukkelijk vermeld. Risico’s die we daarnaast lopen zijn: •
Onze primaire partners op het sociaal domein zijn Best en Veldhoven. Voor de uitvoering zijn we verbonden aan ISD De Kempen. Inmiddels kristalliseert zich een goede samenwerking uit.
•
Op het gebied van de automatisering en de informatisering werken we samen met SSC De Kempen. De investeringen die we op dit vakgebied moeten doen zijn helder. Onze eerste ervaringen over 2015 leren ons dat we op het gebied van informatisering het komende jaar verdere stappen moeten zetten: we moeten meer vorm geven aan de sturingsvariabelen en de afspraken rondom monitoring.
Op basis van de huidige wet- en regelgeving verwachten we meerjarig een tekort. Echter de verdeling van de rijksmiddelen die betrekking hebben op het sociale domein, zullen vanaf 2016 naar verwachting volgens een nieuwe verdeelsystematiek (een objectief verdeelmodel) worden herverdeeld over de verschillende gemeenten. Dit zal naar verwachting voor ons positief uitvallen, dusdanig dat het verwachte tekort van € 825.000 (voor de jaren 2015 tot en met 2017) naar nihil zal worden teruggebracht. Het definitieve besluit over de verdeelsystematiek wordt medio 2015 verwacht (na het opstellen van deze risicoparagraaf). 8.
•
Decentralisates: risico’s m.n. in verband met
10%
€
250.000
€
25.000
samenwerking ISD de Kempen / Kempengemeenten en de investeringen SSC i.r.t. informatieseringsvraagstukken. •
Verwacht tekort decentralisaties jaarschijf
72
2016
10%
€
179.276
€
17.928
Wet HOF De op 13 december 213 aangenomen Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) bepaalt dat niet alleen het Rijk, maar ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact (2013: EMUtekort Rijk maximaal 3% van het BBP). De Wet HOF begrenst het jaarlijks toegestane EMU-tekort van gemeenten (max. 0,38% BBP). Gemeenten betalen hieraan mee. Op dit moment onderzoekt het Rijk hoe de consequenties van de Wet HOF op een uniforme manier inzichtelijk te krijgen is en ook welk EMU-tekort realistisch is. Het kabinet heeft daarnaast besloten dat zij in de huidige kabinetsperiode geen boetes oplegt aan decentrale overheden bij overschrijding van het EMU-saldo. Voor 2016 is dit een beperkt risico, bijvoorbeeld als het kabinet voortijdig valt en een nieuw kabinet wel overgaat tot maatregelen / boetes . 9.
Het niet op macro-niveau voldoen aan Europese af-
10%
€
846.000
€
84.600
spraken, waardoor de algemene uitkering gemeentefonds in totaliteit wordt gekort en gemeenten die zich aan de norm houden, gestraft worden voor het gedrag van andere gemeenten.
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bij gemeentelijke organisaties ligt hoger dan het landelijke gemiddelde. Het in 2013 door het A&O-fonds uitgevoerde onderzoek toonde aan dat dit 5,2% was ten opzichte van een landelijk percentage van 3,9%. In Oirschot was het percentage eind 2014 7,05%. Terugdringing van dit (grotendeels niet-werkgerelateerde) ziekteverzuim heeft de aandacht van het management. Bij het vaststellen van de Kadernota 2016 is besloten om personele vervangingsbudgetten ter vervanging van zieke medewerkers op te nemen in de begroting 2016. Het eerste jaar € 200.000, daarna aflopend.. 10.
Door het opheffen van vervangingsbudgetten voor
10%
€
75.000
€
7.500
zieke medewerkers ontstaat een financieel risico dat niet is begroot omdat de werkzaamheden toch door moeten gaan.
Verbonden partijen/gemeenschappelijke regelingen Bij tegenvallende exploitaties kan aanspraak gedaan worden op extra gemeentelijke middelen. Tot op heden worden de begrotingen van verbonden partijen/gemeenschappelijke regelingen één op één verwerkt in de begroting van de gemeente. Ten aanzien van de begroting 2015 van de Veiligheidsregio Brabant Zuid-Oost, heeft uw raad op 24 juni 2014 besloten om niet in te stemmen met de verdeelsleutel voor de kostenverdeling en ook niet in te stemmen met het voorstel voor een kostendekkende huur van de brandweerkazerne 11.
Het risico bestaat dat exploitaties tegenvallen en dat
50%
€
250.000
€
125.000
vertegenwoordigers van gemeenschappelijke regeling een beroep doen op de gemeentelijke middelen.
Bestemmingsplan buitengebied In juni 2013 is het bestemmingsplan Buitengebied (fase 2) vastgesteld. Dit beperkt op een aantal punten de mogelijkheden van de (intensieve) veehouderij. Dit zou kunnen leiden tot planschadeclaims. Via uitgebreide communicatie en een overgangsregeling verwachten wij dat we er alles aan gedaan hebben om deze claims te vermijden. 12.
Als beheersmaatregel is een planschade risico-
25%
€
0
€
0
analyse uitgevoerd. Het is niet in schatten in welke mate schadeclaims ondanks alle communicatie en maatregelen worden ingediend.
(Buiten)Sportaccommodaties In het kader van de bezuinigingen 2012 is ook gekeken naar de buitensportaccommodaties. Dit omdat de gemeente streeft naar een efficiënter en effectiever beheer van de exploitatie en van het (groot) onderhoud. In overleg met de verenigingen zou dit
73
moeten leiden tot een bezuiniging van € 200.000 in 2014, oplopend tot € 250.000 jaarlijks vanaf 2015. In 2014 is dit proces stopgezet en zijn de reeds ingeboekte bezuinigingen teruggedraaid. Wel resteert nog een stelpost van € 68.211 voor de invulling van bezuinigingen op de sportaccommodaties. In 2016 kunnen we vaststellen in hoeverre hieraan feitelijk invulling is gegeven. 14.
Gezien het verloop van het proces met de verenigin-
25%
€
68.211
€
17.053
gen is de kans aanwezig dat de bezuinigingen op een later tijdstip worden gerealiseerd.
Beveiligingsbeleid In 2014 is het beveiligingsbeleid in samenwerking met de Kempengemeenten opgesteld. In het kader van het beveiligingsbeleid kunnen situaties ontstaan die leiden tot risico’s. Vanaf 2015 worden jaarlijks adequate beveiligingsmaatregelen getroffen. Wel is het zo dat we nooit alle beveiligingsmaatregelen kunnen treffen die nodig zijn, er blijft dus altijd een risico aanwezig.. 16.
Bij het uitvoeren van het beveiligingsplan zijn nooit
25%
€
50.000
€
12.500
alle risico’s af te dekken.
Naheffing Aterro Zes Brabantse gewesten (waaronder het SRE) hebben in 1995 een verwerkingsovereenkomst met Aterro gesloten. Daarbij is o.a. afgesproken dat Brabantbreed jaarlijks een minimale hoeveelheid huishoudelijk restafval aangeboden wordt. Door het streven naar zo min mogelijk restafval is niet aan de volumeplicht voldaan. Aterro wil daarom een naheffing gaan innen. In hoeverre dit terecht is, is onderwerp van een juridische procedure. 17.
Verwachte hoogte naheffing omdat de volumeplicht
25%
€
122.000
€
30.500
niet is behaald
Onderhoudsachterstand kunstwerken Voor het onderhoud van de kunstwerken (bruggen) binnen Oirschot bestaat een onderhoudsachterstand. Dit brengt aansprakelijkheidsrisico’s met zich mee. Te lang uitstellen van het onderhoud zal hogere onderhoudskosten met zich mee brengen (kapitaalvernietiging). Bij een aantal kunstwerken moet de constructieve toestand (draagvermogen in relatie tot de huidige belasting) worden herberekend. In 2016 voeren we een onderzoek uit naar de feitelijke onderhoudsachterstand, zodat we een goede inschatting hebben van de financiële impact. 18.
Aansprakelijkheidsrisico’s onderhoudsachterstand
25%
€
662.000
€
165.500
kunstwerken
Decentralisaties Participatiewet, AWBZ en Jeugdzorg In het meerjarig financieel perspectief van het sociaal domein (mei 2015) nemen we aan dat het generalistenteam veel vragen en ”zorg” afvangt en daarmee voorkomt dat klanten doorstromen naar de relatief duurdere zorg. Hiervoor is een bezuiniging ingeboekt van 10% van de kosten van het generalistenteam. 19.
Het niet tijdig invullen van de stelpost decentralisaties
50%
(efficiënter werken generalistenteam, minder behan-
(nieuw)
€
300.000
€
150.000
deling door het specialistenteam)
Bodemsanering / crimineel afval We hebben steeds vaker te maken met illegale stortingen van afval, zoals XTC uit laboratoria. In 2014 heeft één dumping plaatsgevonden, wat minder is dan in eerdere jaren. We weten dat in andere Brabantse gemeenten meer dumpingen plaatsvinden. 20.
Totaal
Verwachte kosten voor opruimen van dumping(en)
75%
€
100.000
€
75.000
€
2.699.829
De benodigde weerstandscapaciteit moet in ieder geval hoger zijn dan de in artikel 12 van de Financiële verhoudingswet bepaalde minimumnorm. Deze norm is 2% van de som van de uitkering uit het Gemeente74
fonds (€ 238.540) en 2% van 0,1889% van de WOZ-waarde (€ 127.571). De norm (ondergrens van de weerstandscapaciteit) bedraagt voor de begroting 2016 € 366.111. Deze ondergrens is nodig omdat altijd tegenvallers zich kunnen voordoen. Het totale benodigde weerstandstandsvermogen bedraagt derhalve € 3.065.940 (€ 366.111 voor algemene risico’s en € 2.699.829 voor verbijzonderde risico’s).
Beschikbare weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit omvat de financiële middelen en mogelijkheden van de gemeente om (ondanks de werking van risicomanagement) financiële tegenvallers als gevolg van risico’s op te vangen, waarvoor geen andere dekking aanwezig is en zonder het bestaande beleid aan te hoeven te passen. We berekenen de beschikbare weerstandscapaciteit als de som van alle elementen uit de gemeentelijke financiën die we daadwerkelijk kunnen inzetten om niet-begrote kosten te dekken. Eén van de meest bekende posten is de algemene reserve. Maar er zijn meer mogelijkheden, zoals stille reserves, onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien. Onderstaande tabel geeft inzicht in de opbouw van de beschikbare weerstandscapaciteit weer voor onze gemeente.
Beschikbare weerstandscapaciteit per 1 januari 2016
Bedrag (x €1.000)
o.b.v. raadsbesluiten t/m juni 2015 inclusief prognose meerjarenbegroting 2015-2019
Algemene reserve Algemene Dienst, waarvan € 3.650 afgezonderd voor
8.082
weerstandsvermogen en risicobeheersing Algemene reserve Grondexploitatie / risicoreserve
2.715
Overige bestemmingsreserves algemene dienst
14.931
Overige bestemmingsreserves grondexploitatie
796
Stille reserve(s) (voor zover binnen 1 jaar verkoopbaar en voor zover ver-
n.v.t.
koop de continuïteit van de uitvoering niet aantast Onbenutte belastingcapaciteit (tenzij wettelijk beperkingen zijn opgelegd)
366
Andere onbenutte inkomstenbronnen
0
Post onvoorzien in de begroting
71
Totaal
26.961
N.B. Onbenutte belastingcapaciteit. Landelijk wordt de macronorm vastgesteld voor de som van de OZB-opbrengsten van alle gemeenten. Als alle gemeenten tezamen boven de macronorm uitkomen met de OZB-heffing, vindt korting plaats op het gemeentefonds. De ruimte die de gemeente Oirschot heeft tussen macronorm en de OZB-opbrengsten noemen we de onbenutte belastingcapaciteit.
We merken op dat de overige bestemmingsreserves en de reserve Grondexploitatie/risicoreserve pas inzetbaar zijn als beschikbare weerstandscapaciteit wanneer de gemeenteraad deze als zodanig bestemd. Dat heeft natuurlijk consequenties voor de doelen waarvoor zij nu zijn bestemd.
Op basis van de in de begroting 2016 en meerjarenraming 2016 tot en met 2019 opgenomen reserves, is de beschikbare weerstandscapaciteit als volgt (x € 1.000): ultimo 2014
ultimo 2015
ultimo 2016
ultimo 2017
ultimo 2018
ultimo 2019
jaarrekening
raming
begroting
begroting
begroting
begroting
€ 32.721
€ 26.961
€ 27.463
€ 27.967
€ 28.344
€ 28.153
beschikbare weerstandscap.
75
Bij het klopje “conclusie” is een toelichting gegeven op de dalende beschikbare weerstandscapaciteit.
Risicokaart. Op basis van deze inventarisatie is een risicokaart samengesteld voor onze gemeente. Aan elk risico is een risicoscore verbonden, door de kansklasse te vermenigvuldigen met de gevolgklasse. Deze methodiek maakt het mogelijk de risico’s onderling te rangschikken op grootte. De risico’s met het grootste risicogetal moet de hoogste prioriteit krijgen en als zodanig opgepakt worden. Het cijfer in de cel geeft het aantal risico’s weer met dezelfde risicoscore. De kaart laat zien dat het om 21 verbijzonderde risico’s gaat.
Kans Financieel gevolg
10%
25%
50%
75%
90%
zeer klein
klein
gemiddeld
groot
zeer groot
x > € 1.000.000
1
€ 500.000 < x> € 7500.000
1
€ 250.000 < x> € 500.000
1
€ 100.000 < x> € 250.000
1
€ 50.000 < x> € 100.000
1
x < € 50.000
4
2 1
6
1
1
1
Aandachtspunt bij de verbijzonderde risico’s is het treffen van beheersmaatregelen. Hierdoor neemt de kans dat een risico optreedt af en worden de gevolgen van een risico verkleind. In 2016 wordt gestart met het actief treffen van beheersmaatregelen. In paragraaf A bij de jaarrekening 2015 geven we u aan welke beheersmaatregelen zijn getroffen en wat het effect daarvan is geweest. Weerstandsvermogen. Bij het bepalen van een norm (ratio weerstandsvermogen) is het wenselijk te zoeken naar een evenwicht tussen financiële soliditeit en het streven om niet onnodig geld ‘op de plank te laten liggen’. Een belangrijk criterium hierbij is de kwalitatieve beoordeling van het risicomanagement. Naast inzicht in de risico’s, de financiële omvang is de inbedding van het risicomanagement in de organisatie belangrijk. De raad heeft besloten dat het weerstandsvermogen een minimale ratio moet hebben van 1,4. Er is geen maximumratio ingesteld. Wanneer de ratio significant hoger uitvalt dan de minimale ratio kan volstaan worden met een lagere beschikbare weerstandscapaciteit, oftewel met lagere reserve. Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (de gekwantificeerde risico’s). Bij de berekening van het weerstandsvermogen gaan we ervan uit dat niet alle risico’s zich tegelijk in één jaar zullen voordoen. In onze benadering is uitgegaan van een zekerheidspercentage van 90% dat alle risico’s zich tegelijk en in hetzelfde jaar zullen manifesteren (oftewel, dat 100% van de benodigde weerstandscapaciteit in dat jaar benodigd zou zijn). Daarom hebben we de totale benodigde weerstandscapaciteit (= individuele kans * impact van alle geïdentificeerde financiële risico’s) vermenigvuldigd met 90%. Zie ook onderstaande figuur. 76
Financiële risico’s die niet zijn afgedekt € 3.065.940
Benodigde weerstandscapaciteit 90% =
Beschikbare weerstandscapaciteit =
€ 2.759.346
€ 26.961.000
Weerstandsvermogen = 9,77 Het weerstandsvermogen is ruim voldoende om met een zekerheid van 90% alle geïnventariseerde risico’s te kunnen opvangen. Op basis van de minimumratio van 1,4 moet in de reserve Weerstandsvermogen en risicobeheersing 1,4 x € 2.759.346 = € 3.863.084, oftewel afgerond € 3.865.000 zitten. Dit betekent ultimo boekjaar 2015 een aanvullende storting in de reserve Risicobeheersing en weerstandsvermogen van € 215.000 ten laste van de algemene reserve. Na de aanvulling zit in de reserve weerstandsvermogen en risicobeheersing € 3,865 miljoen voor het opvangen van 90% van de risico’s. Op basis van deze reservering bedraagt het ratio van de weerstandscapaciteit 6,98. Dit betekent dat het weerstandsvermogen van 9,77 voldoende is om met zekerheid van 90% alle geïnventariseerde risico’s op te kunnen vangen. Ontwikkelingen. We volgen ontwikkelingen op het gebied van risicomanagement nauwgezet en we hebben een shortlist opgesteld van risico’s die de ons omringende gemeenten hebben gemeld in hun begroting. Deze risico’s hebben wij gespiegeld aan de Oirschotse situatie. Ten opzichte van de jaarrekening 2014 is het risicobedrag toegenomen met € 158.625. Dit wordt met name veroorzaakt door de toename van het nieuwe risico’s van het niet tijdig invullen van de stelpost decentralisaties (€ 150.000).
Bij de risicokaart zijn drie grote risico’s benoemd (€ 84.000): •
Bodemsanering/crimineel afval
€
75.000
•
Schadeclaims n.n.b.
€
9.000
•
Ontwikkelingen gemeentefonds
€
0 (in afwachting van de sept. circ. 2015)
Bij de risicokaart zijn vijf gemiddelde risico’s benoemd (€ 1.775.000): •
Schadeclaims lopende juridische procedures
€ 1.000.000
•
WMO ontoereikend i.v.m. grootschalige verb.
€
500.000
•
Decentralisaties
€
150.000
•
Verbonden partijen tegenvallende exploitaties €
125.000
•
Bouwgrondexploitaties (negat. risicores.grex
€
0
Alle genoemde risico’s worden het komende jaar nauwgezet gevolgd en daar waar nodig worden passende beheersmaatregelen getroffen om het risico te beperken/elimineren. 77
Kengetallen Een kengetal is een instrument dat in één oogopslag informatie en inzicht geeft. Daarom zijn wij in overleg met de BNG een pilot gestart. De eerste resultaten hebben wij gepresenteerd in de werkgroep planning & control. Op basis van de reacties wordt komende maanden verder aan de pilot gewerkt. Intussen hebben ook anderen het belang van kengetallen onderkend. In de mei - circulaire 2015 is een wijziging van het BBV aangekondigd. Vanaf de begroting 2016 en de jaarrekening 2015 moeten vijf kengetallen in de paragraaf A worden opgenomen, die inzicht geven in de financiële positie van de gemeente.
Om uw raad volledig mee te nemen in deze nieuwe ontwikkelingen is hieronder bijlage 5.6.1 behorende bij de mei – circulaire 2015 opgenomen.
Bijlage 5.6.1 mei – circulaire 2015 In deze bijlage wordt uitgelegd hoe de kengetallen moeten worden vastgesteld en in de begroting en de jaarstukken moeten worden opgenomen. Dit is nodig zodat iedere gemeente de kengetallen op dezelfde wijze berekent waardoor de kengetallen over verschillende jaren, maar ook voor de gemeenten onderling, vergelijkbaar zijn. Zoals eerder vermeld, wordt de definitieve berekeningswijze vastgelegd in een ministeriële regeling en kunnen zich nog specifieke wijzigingen voor doen in onderstaande tabellen. Voor raadsleden is het van belang dat ze de betekenis van de kengetallen begrijpen en inzicht krijgen in de financiële positie van hun gemeente. Een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie is daarvoor essentieel. Daarbij is het ook relevant om inzicht te hebben in de ontwikkeling van de kengetallen over de jaren heen.
1A. Netto schuldquote De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. 1A Netto schuldquote Nr
A
Omschrijving
Vaste schulden (cf. art. 46 BBV)
bedragen x € 1.000,Rekening
Begroting
Begroting
31-dec-14
31-dec-15
31-dec-16
€ 29.086
€ 27.297
€ 25.599
B
Netto vlottende schuld (cf.art.48 BBV)
€ 6.434
€0
€0
C
Overlopende passiva (cf.art.49 BBV)
€ 2.339
€0
€0
D
Financiële vaste activa (cf.art. 36 lid d,e en f BBV)
€ 1.464
€ 946
€ 1.105
E
Uitzettingen < 1 jaar (cf.art.39 BBV)
€ 10.024
€0
€0
F
Liquide middelen (cf.art.40 BBV)
€ 1.243
€0
€0
G
Overlopende activa (cf.art.40a BBV)
€ 1.034
€0
€0
H
Totale baten (cf.art.17 lid c BBV dus excl reserves)
€ 37.766
€ 41.649
€ 50.218
63,80%
63,27%
48,78%
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
78
1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen (zie artikel 36 lid b en c, van het BBV).
Nr
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen
bedragen x € 1.000,-
Omschrijving
Begroting
Begroting
31-dec-14 31-dec-15
31-dec-16
A
Vaste schulden (cf. art. 46 BBV)
B
Rekening € 29.086
€ 27.297
€ 25.599
Netto vlottende schuld (cf.art.48 BBV)
€ 6.434
€0
€0
C
Overlopende passiva (cf.art.49 BBV)
€ 2.339
€0
€0
D
Financiële vaste activa (cf.art. 36 lid a,b, d,e en f BBV)
€ 2.488
€ 1.944
€ 2.377
E
Uitzettingen < 1 jaar (cf.art.39 BBV)
€ 10.024
€0
€0
F
Liquide middelen (cf.art.40 BBV)
€ 1.243
€0
€0
G
Overlopende activa (cf.art.40a BBV)
€ 1.034
€0
€0
H
Totale baten (cf.art.17 lid c BBV dus excl reserves)
€ 37.766
€ 41.649
€ 50.218
61,09%
60,87%
46,24%
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% 2. De solvabiliteitsratio:
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
2 Solvabiliteitsratio Nr A B
Omschrijving
bedragen x € 1.000,Rekening
Begroting
Begroting
31-dec-14
31-dec-15
31-dec-16
Eigen vermogen (cf.art.42 BBV)
€ 32.338
€ 26.525
€ 26.841
Balanstotaal
€ 66.586
€ 63.214
€ 56.592
48,57%
41,96%
47,43%
Solvabiliteit (A/B) x 100% 3. Kengetal grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. In artikel 38, onderdeel a, van het BBV wordt gevraagd om in de balans afzonderlijk op te nemen: Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: 1. Niet in exploitatiegenomen bouwgronden; en 79
2. Overige grond- en hulpstoffen. In onderdeel b van artikel 38 wordt gevraagd om ‘onderhanden werk’ te vermelden, hieronder vallen ook bouwgronden in exploitatie. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken (ingevolge artikel 17 onderdeel van het BBV = exclusief mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage.
3 Grondexploitatie Nr
Omschrijving
bedragen x € 1.000,Rekening
Begroting
Begroting
31-dec-14
31-dec-15
31-dec-16
A
Niet in exploitatie genomen gronden (cf art 38 lid a BBV)
€ 361
€ 361
€ 361
B
Bouwgronden in exploitatie (cf art 38 lid b BBV)
€ 12.092
€ 13.555
€ 8.769
C
Totale baten (cf.art.17 lid c BBV dus excl reserves)
€ 37.766
€ 41.649
€ 50.218
32,97%
33,41%
18,18%
Grondexploitatie (A+B)/C x 100% 4. Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Het onderscheid tussen structureel en incidenteel is ook in een notitie van de commissie BBV vastgelegd en moet conform het BBV ook in de begroting en jaarstukken worden onderbouwd. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. In artikel 19 onderdeel c van het BBV wordt een overzicht gevraagd van de geraamde incidentele baten en lasten per programma, waarbij per programma tenminste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen. In artikel 19 onderdeel d wordt een overzicht gevraagd van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. In artikel 23 van het BBV staat dat deze gegevens ook moeten worden verstrekt voor de meerjarenraming. Deze gegevens worden ook verstrekt bij de jaarrekening (zie artikel 19BBV). Op basis van deze gegevens kan het saldo van de structurele baten en structurele lasten worden berekend. Daarbij wordt het saldo opgeteld van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten (zie artikel 17 onderdeel c van het BBV = exclusief mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage. Om dit kengetal te relateren aan het overzicht van baten en lasten is het noodzakelijk om de volgende cijfers te presenteren:
80
4 Structurele exploitatieruimte Nr
Omschrijving
bedragen x € 1.000,Rekening
Begroting
Begroting
31-dec-14
31-dec-15
31-dec-16
A
Totale structurele lasten
€ 36.952
€ 42.416
€ 48.593
B
Totale structurele baten
€ 37.505
€ 41.538
€ 50.120
C
Totale structurele toevoegingen aan de reserves
€ 1.673
€ 786
€ 1.399
D
Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
€ 2.364
€ 392
€ 263
Saldo structureel
€ 1.244
-€ 1.272
€ 391
€ 60.232
€ 42.262
€ 51.592
2,07%
-3,01%
0,76%
E
Totale baten Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E x 100%
5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZwaarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 in en uit te drukken in een percentage. De (ongewogen) gemiddelde woonlasten van gemeenten in 2015 - op basis van de cijfers van het Coelo - bedragen € 716. Het gemiddelde voor de jaren 2013 en 2014 is respectievelijk € 697 en € 704. Uit de COELO Atlas van de lokale lasten over 2015 blijkt dat de gemeente Oirschot op nummer 313 van in totaal 407 gemeenten staat (waarbij nummer 1 de laagste lasten heeft en nummer 407 de hoogste).
5.Belastingcapaciteit : woonlasten meerpersoonshuishouden Nr
Omschrijving
A
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
B C D
Eventuele heffingskorting
E F
bedragen x € 1.000,-
Rekening Begroting 31-dec14 31-dec-15
Begroting 31-dec-16
€ 309
€ 386
€ 393
Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde*
€ 167
€ 167
€ 173
Afvalstoffenheffing voor een gezin
€ 218
€ 246
€ 333
€0
€0
€0
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde*
€ 693
€ 799
€ 899
Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin
€ 704
€ 716
€ 729
98,49%
111,62%
123,37%
Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde (E/F) x 100%
*sommige gemeenten hanteren de WOZ-waarde als basis voor de rioolheffing. Voor de onderlinge vergelijking is deze omschrijving gebruikt.. Bij gemeenten – zoals Oirschot – die de belasting heffen basis op water3
verbruik wordt het tarief ingevuld dat geldt voor een jaarverbruik van 115 m .
81
De waarde van de kengetallen die hiervoor zijn berekend moet (nog niet) overschat worden. Belangrijk is dat de kengetallen van onze gemeente worden afgezet tegen andere kengetallen, bijvoorbeeld landelijke normen, kengentalen van vergelijkbare gemeenten qua structuur of omvang etc. De begroting 2016 is de eerste waarin kengetallen zijn opgenomen. Dit aspect wordt de komende jaren verder uitgebouwd, waarbij ook vanuit VNG en ministerie verdere handvatten aangereikt worden. Belangrijk is dat de raad zelf een mening vormt over de gewenste hoogte / omvang van de diverse kengetallen, toegespitst op de Oirschotse situatie. Dat biedt de raad bij uitstek de mogelijkheid om kaders mee te geven voor onze (financiële) bedrijfsvoering. In overleg met de werkgroep P&C willen wij hieraan verder werken.
82
B. Onderhoud kapitaalgoederen Het beheer van de openbare ruimte behoort tot de primaire taken van onze gemeente. We hebben een groot aantal hectare openbare ruimte in beheer en we zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en de instandhouding van de openbare ruimte, in relatie tot het gebruik ervan. Om de vele activiteiten als wonen, werken en recreëren te faciliteren zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, kunstwerken, groen, verlichting, gebouwen en speelvoorzieningen. Deze verplichte paragraaf gaat per kapitaalgoed in op het beleid, de hieruit voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling hiervan in deze begroting.
In de beheerplannen legt de gemeenteraad de kaders vast voor de uitvoering van het onderhoud aan de kapitaalgoederen. Het niveau van het onderhoud en de kwaliteit van de kapitaalgoederen zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten. De uitvoering van de beheerplannen wordt zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, we maken zoveel mogelijk werk met werk. Door het vaststellen van deze programmabegroting machtigt de gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders om de uitgaven ten laste van de onderhoudsvoorzieningen te doen. De voorzieningen worden gevuld door een jaarlijkse storting vanuit met name programma 6. De kosten van het onderhoud worden rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht.
Onderstaand is per discipline het onderhoud van de kapitaalgoederen wegen, riolering, kunstwerken, groen, verlichting, gebouwen en speelvoorzieningen beschreven:
Wegen 2
Met een areaal van 1,8 miljoen m wegoppervlak in Oirschot en een nieuwwaarde van ca. 120 miljoen euro heeft het wegbeheer een groot aandeel in de beheertaken. Een goed functionerend wegennet is essentieel voor een goede bereikbaarheid van de gemeente. In diverse programma’s staan de ambities van de gemeente geformuleerd. In de toekomstvisie staat “Oirschot een kwalitatieve, groene gemeente”. Hierbij wordt vermeld dat de kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen belangrijk zijn. Het in een goede staat brengen en houden van het wegennet sluit hier naadloos bij aan. In de te maken omgevingsvisie, een integrale benadering van maatschappelijke, economische en ruimtelijke onderwerpen, worden kaders gesteld die mogelijk ook van invloed zijn op het beheer van de wegen. Samen met de nieuwe wegeninspectie van 2015/2016 wordt hieruit een meerjarenplanning opgesteld voor 5 jaren met een doorrekening van 15 jaar.
Bij het vaststellen van het Beheerplan wegen en groen in 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met een eenmalige (t.b.v. rehabilitaties) en een jaarlijkse storting (t.b.v. regulier onderhoud) in de “reserve Beheerplan wegen en groen” te doen. Voor de stortingen te aanzien van regulier onderhoud is in de begroting tot 2018 voorzien. In de reserve beheerplan wegen en groen 2013-2016 is voor rehabilitaties eenmalig € 3.000.000,- gereserveerd. Hiermee zijn de hoogst noodzakelijke rehabilitaties uitgevoerd. Hierbij is aangetekend dat er de komende jaren nog aanvullend gestort zal moeten worden in de reserve om toekomstige rehabilitaties te kunnen betalen. Hoeveel we hiervoor moeten gaan reserveren zal worden bepaald met behulp van het te maken beheerplan wegen op basis van de wegeninspectie van 2015/2016 en de hieruit volgende meerjarenplanning. 83
Riolering De gemeente Oirschot beheert 88 km vrijvervalriolering en 140 km druk- en vacuümriolering. Daarbij zorgen wij voor 544 drukrioleringspompen en 27 gemalen. Dit ondergrondse areaal vertegenwoordigt een totale waarde van € 75 miljoen. Op 23 juni 2015 is een nieuw VGRP door de raad vastgesteld. Deze heeft een looptijd van 2015 tot en met 2019. We werken aan een gezonde en leefbare samenleving door in te zetten op goed functionerende, robuuste en eenvoudige watersystemen die meebewegen met de ontwikkelingen in het sociale en fysieke domein. Het streefbeeld voor een klimaatbestendig Oirschot in 2035 is aansluiten op de natuurlijke afvoer van het gebied.
Het rioolbeheer kent vijf hoofddoelen: 1.
Maatschappelijk verantwoord omgaan met rioolbeheer.
2.
Zorgdragen voor het inzamelen en transport van afvalwater.
3.
Zorgdragen voor het verwerken van hemelwater als gevolg van neerslag in stedelijk gebied.
4.
Een bijdrage leveren aan een ecologisch en chemisch gezond oppervlaktewater en bodem.
5.
Zorgdragen voor een grondwaterregime dat de bestemming van het gebied niet belemmert.
Op basis van het nieuwe VGRP 2015-2019 stijgen de rioolrechten jaarlijks met 3,75%. In een RIB leggen we dit verder uit. Het geraamde saldo van de voorziening riolering per 31 december 2015 € 1.315.335,- en per 31 december 2016 € 1.143.941,-.
Kunstwerken We hebben in Oirschot 35 kunstwerken (bruggen) met een nieuwwaarde van ca. 8 miljoen euro. Kunstwerken maken een essentieel onderdeel uit van een deugdelijk functionerend en veilig netwerk binnen de gemeente Oirschot. Uit de visuele inspectie van de kunstwerken is gebleken dat onderhoud hard nodig is, en dat het nader onderzoeken naar constructieve veiligheid hierin een belangrijk, zo niet essentieel, onderdeel vormen. Om de kustwerken in stand te houden gaan we in 2016 het volgende doen: -
In 2016 voeren we een onderzoek uit naar de constructies van de kunstwerken. Dit onderzoek doen we op basis van inspecties en historische gegevens (met name onderzoeken we de belastbaarheid van al wat oudere kunstwerken). Voor dit onderzoek zijn in deze begroting middelen opgenomen.
-
Op basis van dit onderzoek en het daaruit volgende plan van aanpak reserveren we bij volgende begrotingen indien nodig middelen om kunstwerken te vervangen.
-
In de periode 2016 tot en met 2018 zorgen we dat het achterstallig onderhoud aan kunstwerken wordt uitgevoerd. Daarna kunnen we volstaan met jaarlijks terugkerend regulier onderhoud wat bestaat uit; Visuele inspectie (schouw), bij voorkeur eenmaal per jaar. Technische inspectie, eens in de vijf jaar. Herstel van kleine schades zoals kleine betonschades, herstel aan voegovergangen, onderhoud aan leuningen etc. Reinigen van het object. 84
Groen We hebben in Oirschot circa 49 ha groen in onderhoud, circa 310 ha bossen en circa. 81 ha (laan)bomen. Bij de bepaling van de kwaliteit gaan we uit van: kwaliteit gestuurd beheer, architectonische kwaliteit, ecologische kwaliteit, gebruikswaarde en duurzaam groenbeheer.
In 2014 zou gestart worden met een nieuw, integraal beleidsplan voor de thema’s Groen, Natuur, Landschap, Cultuurhistorie en Vrijetijdseconomie onder de naam ‘Uitnodigend Oirschot’. De gemeente Oirschot is echter in de loop van 2014 gestart met het uitwerken van de veel meer overkoepelende en integrale Omgevingsvisie. Het college heeft daarom besloten te wachten met nieuw beleid op te stellen voor genoemde thema’s, totdat de integrale Omgevingsvisie gereed is. Op basis van het Groenbeleidsplan 2004-2014 voeren we voorlopig het groenonderhoud uit. Daarnaast geven de actuele en vigerende Beheerplan wegen en groen 2013-2016 en Integraal Beheerplan Bos, Natuur en Landschap 2013-2022 ruim voldoende concrete richtlijnen aan om het groen duurzaam in stand te houden. Het beheer van de Oirschotse bossen wordt kostenneutraal uitgevoerd.
De groene projecten en groenrenovaties worden bekostigd vanuit de Reserve Beheerplan wegen en groen. Hiervoor wordt jaarlijks een voorstel voorgelegd aan de gemeenteraad. Op 21 april 2015 is een aantal projecten en activiteiten vastgesteld om in 2015 (met uitloop tot april 2016) op het gebied van groen uit te voeren. Geplande projecten zijn o.a. herinrichting tuin Boterkerk en Vrijthof, herinrichting kerkplein Willibrordusstraat, ondersteuning biodiversiteit actieplan en de inventarisatie en verdunning van bomen in het buitengebied. Bij deze projecten vindt samenwerking plaats met de leefbaarheidsnetwerken en omwonenden. Het komende jaar wordt ook ingezet op ondersteuning van groene burgerinitiatieven.
Verlichting We hebben in Oirschot 4100 lichtmasten met een nieuwwaarde van ca. 4 miljoen euro. Het doel van openbare verlichting is in het beheerplan als volgt omschreven: “openbare verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel met de openbare verlichting het niveau van het daglicht niet bereikt kan worden, moet de openbare verlichting wel bijdragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare situatie.” In de raadsvergadering van 27 februari 2007 is het beleidsplan openbare verlichting 2006-2010 vastgesteld. Het noodzakelijke onderhoud aan de openbare verlichting kan op basis van dit plan uitgevoerd worden. Hiervoor is de begroting 2016 een bedrag opgenomen. Een voorziening is niet aanwezig. In 2016 wordt een nieuw beleidsplan opgesteld voor de periode 2016 tot en met 2020.
Gebouwen Voor het beheer van de gebouwen is een beheerplan 2014-2039 opgesteld. Met de input uit het beheerplan wordt met behulp van een beheerprogramma inzicht verkregen in de onderhoudstoestand van de diverse gebouwen. De beoogde kwaliteit is niet precies vastgelegd. Het uitgangspunt is instandhouding. Op basis van de actuele onderhoudstoestand van de gebouwen wordt de meerjarenraming jaarlijks geactualiseerd 85
door de gebouwenbeheerder. Hierdoor ontstaat een duidelijk beeld van de te verwachten onderhoudskosten over meerdere jaren. Hierop worden de jaarlijkse stortingen gebaseerd.
Voor gebouwen zijn de volgende voorzieningen (onderhoudsfondsen) gevormd: Voorziening
Geraamde saldi per
Geraamde saldi per
31-12-2015
31-12-2016
Openbare gebouwen
€ 269.807
€ 92.315
Diverse privaatrechtelijke bezittingen
€ 163.909
€ 13.913
Gebouwen sportaccommodaties
€ 336.228
€ 344.295
Multifunctioneel gebouw Middelbeers
€ 32.597
€ 19.748
Speelvoorzieningen Het beheerplan speelvoorzieningen is vastgesteld op 21 februari 2006 en wordt jaarlijks bijgesteld. In de gemeente Oirschot zijn 43 speelplekken aanwezig met in totaal 231 speeltoestellen(dit is incl. banken). Wat willen we bereiken: Alle speelplekken voldoen aan de daarvoor geldende veiligheidseisen. Wat gaan we doen: •
Een onafhankelijk bedrijf voert jaarlijks een inspectie van alle speelvoorzieningen uit
•
Het vervangen van toestellen stemmen we af met de omwonenden en buurtbeheer.
Het geraamde saldo van de reserve speelterreinen per 31 december 2015 € 104.237 en per 31 december 2016 € 80.953.
86
C. Financiering Inleiding Onder financiering wordt verstaan de wijze waarop wordt voorzien in de benodigde gelden om lopende uitgaven te kunnen doen of om investeringen af te dekken. We onderscheiden daarbij financiering met kort geld en met lang geld. Bij kort geld is sprake van daggeldleningen, kasgeldleningen en rekening-courant. Lang geld betreft – voor onze gemeente – vrijwel uitsluitend vaste geldleningen. Daarnaast speelt de vermogenspositie van onze gemeente een centrale rol: We hebben een uitstekende vermogenspositie met een hoog saldo aan reserves en voorzieningen. Door te kiezen voor het inzetten van reserves en voorzieningen voor incidentele ontwikkelingen, hoeven we minder middelen extern te lenen en betalen we minder rentelasten. In deze verplichte paragraaf worden de beleidsvoornemens en het risicobeheer inzichtelijk gemaakt van de gemeentelijke financieringsportefeuille. Hiervoor gebruiken we het instrument van treasurybeleid.
Bij treasury gaat het om de financiering van het gemeentelijk beleid tegen zo gunstig mogelijk voorwaarden. Dit omvat het zorgen voor voldoende liquide middelen, het beleggen van tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement en het daarbij afdekken van de risico’s, met name op het gebied van rente en krediet. Dit alles op de meest doelmatige wijze en volgens de wettelijke voorschriften van de Wet Financiering Decentale Overheden (Wet FIDO). Bij treasury gaat het dus om het sturen, het beheersen, het verantwoorden en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Ons treasurybeleid is vastgelegd in de verordening treasurystatuut Oirschot (vastgesteld door uw raad op 21 december 2010).
Geprognosticeerde balans Een belangrijk onderdeel van de jaarrekening is de balans. Bij de begroting is tot nu toe geen aandacht besteed aan een balans. Maar dat gaat veranderen. In toenemende mate wordt ook voor de gemeentelijke financiën, meer specifiek de begroting, de balans een sturingsinstrument. Dat blijkt ook uit het feit dat vanaf 2017 op grond van het BBV een balans in meerjarenperspectief een verplicht onderdeel wordt van de begroting. Dat blijkt ook uit de verplichte kengetallen die vanaf 2016 in paragraaf A zijn opgenomen. Een aantal kengetallen wordt rechtstreeks berekend vanuit (onderdelen van) de balans. Vooruitlopende op de formele regelgeving hebben wij voor deze begroting een geprognosticeerde balans opgesteld. Deze balans is een eerste aanzet die komende jaren verder geprofessionaliseerd wordt.
Een balans kent vier hoofdgroepen. Aan de debetzijde van de balans staan bezittingen, die bestaan uit vaste activa en vlottende activa. De creditzijde omvat de vaste passiva (eigen vermogen, vaste schulden) en vlotende passiva. De debetzijde en creditzijde moeten aan elkaar gelijk zijn (in balans). De balans die wij nu presenteren bevat uitsluitend de vaste activa en vaste passiva. Het verschil – de verschillende onderdelen van de vlottende activa en passiva - is in één bedrag gepresenteerd.
87
Bedragen x € 1.000,--
Geprognosticeerde balans Geraamde stand per 31-12-2015
Geraamde stand per 31-12-2016
Geraamde stand Geraamde stand Geraamde stand per 31-12-2017 per 31-12-2018 per 31-12-2019
ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa - Economisch nut - Maatschappelijk nut Financiële vaste activa Totaal vaste activa
0
0
0
0
0
€ 43.774 € 3.045 € 2.480 € 49.298
€ 42.361 € 2.929 € 2.172 € 47.461
€ 41.010 € 2.814 € 2.050 € 45.874
€ 39.696 € 2.698 € 1.928 € 44.321
€ 38.415 € 2.583 € 1.819 € 42.816
Vlottende activa Voorraden Totaal vlottende activa
€ 13.916 € 13.916
€ 9.130 € 9.130
€ 6.769 € 6.769
€ 5.039 € 5.039
-€ 1.048 -€ 1.048
TOTAAL GENERAAL
€ 63.214
€ 56.592
€ 52.643
€ 49.360
€ 41.768
Geraamde stand per 31-12-2015 Passiva Vaste financieringsmiddelen Eigen vermogen - Algemene reserves - Bestemmingsreserves Voorzieningen Langlopende schulden Totaal vaste financieringsmiddelen Saldo balans TOTAAL GENERAAL
Geraamde stand per 31-12-2016
Geraamde stand Geraamde stand Geraamde stand per 31-12-2017 per 31-12-2018 per 31-12-2019
€ 8.082 € 18.443 € 5.535 € 27.297 € 59.356
€ 7.340 € 19.501 € 4.530 € 25.599 € 56.970
€ 7.314 € 20.199 € 4.082 € 23.891 € 55.486
€ 7.347 € 19.820 € 3.252 € 22.321 € 52.740
€ 7.291 € 20.133 € 3.189 € 20.749 € 51.363
€ 3.858
-€ 378
-€ 2.843
-€ 3.380
-€ 9.595
€ 63.214
€ 56.592
€ 52.643
€ 49.360
€ 41.768
Vermogenspositie Als we een oordeel willen vormen over de vermogenspositie van onze organisatie, dan is het belangrijk om naar de creditzijde van de balans te kijken. Het eigen vermogen wordt daar uitgedrukt in termen van reserves. Reserves zijn eigenlijk niets anders dan een boekhoudkundige sluitpost om aan het eind van een boekjaar het verschil tussen baten en lasten uit te drukken. De onderstaande tabel laat zien hoe de vermogenspositie van onze gemeente zich in de begrotingsperiode ontwikkelt. (bedragen x € 1.000,-) Eigen vermogen (A) - algemene reserves - bestemmingsreserves
ultimo 2013 € 38.197 € 2.907 € 35.290
ultimo 2014 € 32.338 € 11.878 € 20.460
ultimo 2015 € 26.525 € 8.082 € 18.443
ultimo 2016 € 26.841 € 7.340 € 19.501
ultimo 2017 € 27.513 € 7.314 € 20.199
ultimo 2018 € 27.167 € 7.347 € 19.820
Vreemd vermogen (B) - voorzieningen - vaste schulden
€ 34.126 € 3.458 € 30.668
€ 34.248 € 5.261 € 28.987
€ 32.832 € 5.535 € 27.297
€ 30.129 € 4.530 € 25.599
€ 27.973 € 4.082 € 23.891
€ 25.573 € 3.252 € 22.321
Totaal vermogen (C=A+B) Solvabiliteit (A gedeeld door C) Verhouding vreemd vermogen (B gedeeld door C)
€ 72.323 52,81% 47,19%
€ 66.586 48,56% 51,44%
€ 59.357 44,68% 55,32%
€ 56.970 47,11% 52,89%
€ 55.486 49,58% 50,42%
€ 52.740 51,51% 48,49% 88
Financieringsevenwicht Bij ons handelen streven we naar een financieringsevenwicht: hierbij worden investeringen volledig afgedekt worden door langlopende financieringsmiddelen (langlopende geldleningen, reserves en voorzieningen). Het financieringsoverzicht voor de begroting 2016 ziet er als volgt uit: (bedragen x € 1.000,-) Investeringen (A) - in vaste activa - in voorraden gronden Dekkingsmiddelen (B) - reserves - voorzieningen - vaste schulden
ultimo 2013 € 66.718 € 50.215 € 16.503 € 72.323 € 38.197 € 3.458 € 30.668
ultimo 2014 € 62.378 € 49.924 € 12.454 € 66.586 € 32.338 € 5.261 € 28.987
ultimo 2015 € 63.214 € 49.298 € 13.916 € 59.356 € 26.524 € 5.535 € 27.297
ultimo 2016 € 56.591 € 47.461 € 9.130 € 56.970 € 26.841 € 4.530 € 25.599
ultimo 2017 € 52.643 € 45.874 € 6.769 € 55.486 € 27.513 € 4.082 € 23.891
ultimo 2018 € 49.360 € 44.321 € 5.039 € 52.740 € 27.167 € 3.252 € 22.321
Financieringsoverschot/tekort Financieringsoverschot
€ 5.605 8,40%
€ 4.208 6,74%
€ - 3.858 %
€
379 0,67%
€ 2.843 5,40%
€ 3.380 6,85%
%
%
6,10%
%
%
%
Financieringstekort
Conclusie: Vanaf 2016 verwachten we jaarlijks een financieringsoverschot. De afname van dekkingsmiddelen (onder meer door aflossing op vaste geldleningen) wordt ruimschoots gecompenseerd door een afname van de (boekwaarde) van de investeringen. Bij de vaste activa wordt per saldo meer afgeschreven dan er aan nieuwe investeringen wordt gedaan. En bij de voorraden gronden zien we de effecten van de (geplande) grondverkopen bij de verschillende complexen.
Rentebeleid Bij renterisicobeheer gaat het om tijdig signaleren van ongewenste veranderingen in de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.
Korte termijn De rente is nu historisch laag. We kiezen er voor om maximaal gebruik te maken van de ruimte die de kasgeldlimiet ons biedt om financieringstekorten op te vangen door het aantrekken van (kortlopende) kasgeldleningen. Door de lage rente en de invoering van het schatkistbankieren verwachten wij weinig of geen rente inkomsten.
Lange termijn Ook de rente voor langlopende geldleningen is historisch bezien laag, hoewel nog steeds wel hoger dan de rente voor “kort” geld. De financiële experts verwachten dat de lange rentetarieven onder invloed van het gematigde economisch herstel wat verder oplopen. Voor het komende jaar verwachten we geen vaste geldlening nodig te hebben. De omvang van onze investeringen wordt in voldoende mate gecompenseerd door grondverkopen. Daarnaast maken wij maximaal gebruik van de ruimte die de kasgeldlimiet ons biedt om uitgaven af te dekken met “kort” geld. 89
Risicobeheer We onderscheiden verschillende vormen van risico’s: o.a. renterisico’s (vaste schuld en vlottende schuld), kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en koersrisico’s en garantstellingen. Renterisicobeheer/kasgeldlimiet en renterisiconorm Bij het kasgeldlimiet gaat het om het beperken van renterisico’s op de korte schuld. Korte schuld is bedoeld voor het financieren van lopende uitgaven. De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een door het ministerie vastgesteld percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Dit betekent dat de gemeente tot maximaal de hoogte van het kasgeldlimiet kortlopende schulden mag hebben. Als deze limiet drie kwartalen achter elkaar wordt overschreden, moeten we een vaste geldlening aantrekken.
Renterisico vlottende schuld c.q. de kasgeldlimiet (x € 1.000) Omvang begroting per 1 januari 2016 Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag Kasgeldlimiet in bedrag
2016 51.446 8,5% 4.373
Renterisiconorm De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Voor 2016 komt dit neer op € 10.289. Dit wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen dit bedrag niet mogen overschrijden. De gemeente loopt een renterisico over de zo nodig te herfinancieren beleggingen. De te betalen aflossingen en renteherzieningen overschrijden deze norm niet. Zie onderstaande tabel. Hieruit blijkt dat we ver onder de risiconorm zit. Omdat we voor alle langlopende geldleningen het rentepercentage tot het einde van de looptijd hebben vastgelegd, hoeven in de planperiode 2016 tot en met 2019 géén renteherzieningen plaats te vinden. Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld (bedragen x € 1.000) Renterisico op vaste schuld 2016 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 0 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 0 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) 0 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) 3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) 0 5. Betaalde aflossingen 1.699 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 0 7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 0
2017 0 0 0
2018 0 0 0
2019 0 0 0
0 1.708 0 0
0 1.569 0 0
0 1.572 0 0
Renterisiconorm 8. Begrotingstotaal per 1 januari 9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 10. Renterisiconorm
51.446 49.334 43.268 47.981 20% 20% 20% 20% 10.289 9.867 8.654 9.596
Toets Renterisiconorm 10. Renterisiconorm 7. Renterisico op vaste schuld 11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7)
10.289 0 10.289
9.867 0 9.867
8.654 0 8.654
9.596 0 9.596
90
Kredietrisicobeheer Voor het risico van oninbare debiteuren hebben we een voorziening gevormd. Verder hebben we één lening verstrekt aan de bibliotheek. De restantschuld ultimo 2015 is € 25.599 en aan de rente- en aflossingsverplichtingen wordt voldaan.
In onderstaande tabel geven we inzicht in de mutaties van de leningenportefeuille voor het jaar 2016. Op dit moment vinden alle aflossingen plaats conform het aflossingsplan. Mutaties in leningenportefeuille
Stand per 1 januari 2016 Nieuwe leningen Reguliere aflossing Vervroegde aflossing Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december 2016
Bedrag Gemiddelde (x € 1.000) rente 27.297 3,95% -1.699
25.598
3,93%
Koersrisico’s We houden geen vorderingen, liquiditeiten en beleggingen aan in vreemde valuta en lopen daardoor geen koersrisico.
Garantstellingen De gemeente staat garant voor zes geldleningen met een totaalbedrag van € 12,2 miljoen waarvan drie leningen op naam van Wooninc. staan voor een bedrag van € 10,9 miljoen. Verder fungeert de gemeente als achtervang van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw voor een drietal leningen ten name van Wooninc voor een totaalbedrag van € 41 miljoen. De afgelopen jaren zijn alle leningen overigens steeds normaal afgelost. Het risico voor het niet nakomen van afspraken door de kredietnemer en daardoor het gemeentelijke risico is naar verwachting minimaal.
Recente ontwikkelingen Invoering schatkistbankieren Schatkistbankieren houdt in dat publieke instellingen al hun liquide middelen (boven drempelbedragen) die niet direct nodig zijn voor het uitvoeren van hun publieke taak aanhouden bij het ministerie van Financiën. Ze doen dat in de vorm van een rekening-courant, zoals bij een bank. Decentrale overheden hebben de mogelijkheid om termijndeposito’s aan te houden. Hierover wordt door het Rijk een marktconforme rente vergoed, een rente die gelijk is aan de rente die het Rijk betaalt op de financiële markten. Schatkistbankieren is ingevoerd conform wettelijke regelgeving. De eerste € 250.000 of 0,75 % van het jaarlijkse begrotingstotaal met een maximum van € 2,5 miljoen mag buiten de schatkist gehouden worden. Voor Oirschot komt dit voor het komende jaar uit op een bedrag van € 385.845,-- (namelijk 0,75% van het begrotingstotaal van 2016 € 51.446.000,--). 91
Invoering Wet Houdbare OverheidsFinanciën (Wet HOF) De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof) is ingevoerd conform wettelijke regelgeving en stelt dat de decentrale overheden (Gemeenten, Provincies en Waterschappen) een gelijkwaardige inspanning leveren om te voldoen aan de Europese begrotingsdoelstellingen, hiervoor is het begrip EMU-saldo geïntroduceerd.
EMU-saldo Het begrotingssaldo van de gemeente heeft betrekking op de baten en lasten van de exploitatiebegroting, terwijl het EMU-saldo ook kapitaaltransacties in de beschouwing meeneemt (zoals investeringen, aan- en verkopen grond). Met deze informatie probeert het kabinet het EMU-saldo van de decentrale overheden te monitoren. Dreigt de referentiewaarde bij de decentrale overheden te worden overschreden dan kan het kabinet maatregelen treffen. Voor Oirschot bedraagt de referentiewaarde voor 2015 € 1,674 miljoen (tekort). In de septembercirculaire 2015 wordt naar verwachting de referentiewaarde voor 2016 bekend gemaakt. In onderstaande tabel is het EMU-saldo voor de gemeente Oirschot berekend voor 2015 t/m 2019
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
-5.365
462
3.418
1.755
2.766
500
1.339
+
1.505
1.469
1.436
+
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan/onttrekking uit reserves
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
Bruto dotaties aan voorzieningen ten laste van de exploitatie
573
335
321
321
321
+
4 5
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans w orden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen die niet op de exploitatie zijn verantw oord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:
629
1.518
973
832
1.488
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
a. Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vast activa (tegen verkoopprijs)
0
2.353
0
0
0
0
0
0
0
0
7
b. Boekw inst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa op exploitatie Aankoop grond, bouw -, w oonrijpmaken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
+ + + + -
0
0
0
0
0
8
Baten bouw grondexploitatie:
0
0
0
0
0
a. Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantw oord
0
0
0
0
0
+
0
0
0
0
0
+ -
665
801
574
567
309
0
0
0
0
0
11a Gaat u effecten verkopen? ja/nee
0
0
0
0
0
-
11b Zo ja w at is de boekw inst op de exploitatie?
0
0
0
0
0
-
-2.668
2.586
3.045
891
1.299
6
b. Op de exploitatie verantw oorde boekw inst op verkoop grond Lasten op balanspost voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves w orden gebracht 9
berekend EMU-saldo (- = tekort / + = overschot))
-
Op basis van de tabel en rekening houdend met de referentiewaarde voor Oirschot van € 1,674 miljoen negatief is er in 2016 sprake van een overschrijding met € 0,994 miljoen. In het Financieel akkoord met de decentrale overheden is afgesproken dat er gedurende deze kabinetsperiode geen sancties worden opgelegd als op macro-niveau de EMU-norm wordt overschreden, zonder dat sprake is van een Europese sanctie.
92
Liquiditeitenbeheer Afgelopen jaren is op maandbasis een planning opgesteld en bijgehouden. Deze was meer gericht op het bepalen van de behoefte aan “kort” geld (maximaal één jaar). Door alle ontwikkelingen is in toenemende mate behoefte ontstaan aan een liquiditeitenplanning op langere termijn. Ook vanuit de werkgroep planning & control is deze wens kenbaar gemaakt. Onderstaand de toegezegde planning. Daarbij wel de opmerking dat – evenals bij de geprognosticeerde balans – sprake is van een groeimodel.
Liquiditeitenplanning
Dienstjaar 2016 bedrag
Dienstjaar 2017 bedrag
totaal
totaal
Dienstjaar 2018 bedrag
totaal
Dienstjaar 2019 bedrag
totaal
Dienstjaar 2020 bedrag
totaal
Beginsaldi
Saldo
4.748.820
0
Subtotaal 1
7.875.924
4.748.820
7.931.517
7.875.924
13.074.241
7.931.517
13.074.241
Betalingen Salarissen Geldleningen Aktiviteitenplan investeringen
-6.583.930 -2.770.609 -1.518.170
-6.664.886 -2.706.457 -972.787
-6.708.109 -2.499.757 -832.407
-6.760.523 -2.435.931 -1.488.223
-6.825.403 -2.372.103 -1.301.701
-6.357.894 -2.457.058 -3.057.687 -962.843 -2.068.127 -654.004 -12.209.687
-6.311.067 -2.408.877 -2.812.521 -969.163 -1.299.367 -458.218 -11.735.104
-6.275.194 -2.404.131 -2.584.889 -953.249 -1.051.464 -489.452 -11.637.869
-6.275.194 -2.401.205 -2.417.092 -953.249 -1.099.803 -260.469 -11.647.422
-6.275.194 -2.401.205 -2.248.333 -953.249 -234.966 -510.073 -11.664.017
Vastgestelde raadskaders ISD de Kempen GRSK WSD Boxtel Veiligheidsregio Grondexploitatie Onderhoudsfondsen
Overige uitgaven Subtotaal 2
-38.640.009
-36.338.448
-35.436.521
-35.739.111
-34.786.243
Controle subtotaal 2 Ontvangsten
Algemene uitkering Uitkering sociaal domein Grondexploitatie OZB Afvalstoffenheffing / Rioolheffing Overige ontvangsten
13.186.349 7.147.366 8.020.941 5.510.000 2.589.612 6.934.561
Subtotaal 3
SALDO / overschot
13.011.919 7.022.193 6.409.189 5.606.425 2.669.970 4.745.856
12.838.188 6.796.700 2.520.730 5.704.538 2.759.902 4.872.056
12.978.948 6.637.137 7.689.496 5.804.368 2.827.715 4.944.170
12.872.886 6.518.658 20.011 5.905.945 2.898.115 4.966.730
43.388.829
39.465.552
35.492.114
40.881.834
33.182.345
4.748.820
7.875.924
7.931.517
13.074.241
11.470.342
Acties in 2016 Aanpassing treasurystatuut Dit jaar passen we het treasurystatuut aan. Dit omdat diverse wijzigingen in de wetgeving hebben plaatsgevonden: invoering van Schatkistbankieren, invoering van de Wet Houdbare OverheidsFinanciën en wijzigingen in de regelgeving voor wat betreft uitzetting derivaten. Verder stemmen we het treasurystatuut af op de organisatiewijziging van april 2015.
Betere sturing op budgetten Door de invoering van de Wet HOF wordt het steeds belangrijker om onze financieringsstromen en onze inkomsten en uitgaven in balans te krijgen. We moeten zorgen dat we onze referentiewaarde niet overschrijden. We gaan dit jaar onze begroting meer in balans brengen met de feitelijke uitvoering en de monitoring hierop. 93
94
D. Paragraaf Bedrijfsvoering 1
In de programma’s staat de dienstverlening aan de inwoners centraal, waarbij de bedrijfsvoering de programma-uitvoering ondersteunt en faciliteert. We beschrijven op hoofdlijnen voornemens, verwachtingen en ontwikkelingen in de bedrijfsvoering voor het kalenderjaar 2016. De bedrijfsvoering is opgedeeld in groepen ondersteunende processen, waarbij we handelen in lijn met onze ambities. Onze bedrijfsvoering betreft de interne sturing en beheersing van primaire en ondersteunende bedrijfsprocessen en is gericht op het realiseren van missie, visie, ambities, doelen en taken van de organisatie, waarbij we continue streven naar het bereiken van een betere kwaliteit van de bedrijfsvoering.
Ambitie: de bedrijfsvoering moet beter In de Toekomstvisie Oirschot 2030 is het ambitieniveau voor de bedrijfsvoering van organisatie en samenwerkingsverbanden vastgelegd. • De organisatie heeft een transparant, daadkrachtig en betrouwbaar bestuur. De organisatie is efficient, burgergericht en werkt bedrijfsmatig. • De dienstverlening is beschikbaar voor alle inwoners, ondernemers en instellingen. We zijn de poort naar overheid en ketenpartners: we zijn hèt loket voor alle overheidszaken. We zijn klantgericht (luisteren, adviseren en vervolgens handelen), we werken via diverse kanalen (voorkeur is digitaal), we werken professioneel, transparant en efficiënt. • De rol van de gemeente verandert. De relatie tussen overheid, maatschappelijke instellingen, bedrijfsleven en burgers is een partnerschap, waarbij de gemeente zorgt voor een basis die op orde is. We zijn facilitator, maar vervullen natuurlijk ook andere rollen. In de regio maken we actief gebruik van de regionale overlegtafels en sturen we op samenhang met de regio. • Om de zelfstandigheid van Oirschot te versterken zoeken we naar samenwerkingsverbanden waarbinnen we onze ambities optimaal kunnen waarmaken.
2016: doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie In de zomer van 2014 ondertekenden college, MT en OR het manifest Van Denken naar Doen. We maken een open en transparante organisatie, die dienstbaar is: die efficiënt en effectief werkt aan de doelen van bestuur en inwoners. We werken samen met de samenleving aan de ambities van Oirschot en regio. Eind 2015 is de ontwikkeling zoals we die in het manifest voorstonden, voltooid. Er staat een organisatie, met nieuw management, met minder gelaagdheid en een andere inrichting. Eind 2015 is het vertrouwen in eigen kunnen toegenomen, is de bezetting grosso modo in evenwicht met de opdrachten van het bestuur. Er is bovendien het begin van cultuurverandering, we gaan van buiten naar binnen werken. Het is nu tijd voor de doorontwikkeling. Voor 2016 ligt de focus op cultuurverandering: zowel op gebied van bedrijfsvoering, van dienstverlening als van beleidsvorming en –uitvoering; alsook op de borging van onze kernwaarden: bevlogenheid en lef, respect en vertrouwen, in contact zijn en samenwerken en netwerken.
1
Inwoners: verzamelnaam voor: inwoners, verenigingen, bedrijven, instellingen, etc. in de gemeente Oirschot
95
Meer samenwerken is noodzakelijk en wenselijk Daarnaast bepalen we de inrichting van onze ambtelijke organisatie op middellange en lange termijn. De organisatie heeft een te kleine omvang om zelfstandig, zonder allianties en partners, veel van de huidige en toekomstige taken op een voldoende kwalitatief niveau uit te voeren. Als Oirschot bestuurlijk zelfstandig blijft betekent dat, dat de organisatie deel uit moet maken van solide samenwerkingsverbanden, allereerst met andere gemeenten. De raadsopdracht uit 2015 om de Kempensamenwerking te versterken biedt hierin een aanknopingspunt. In 2015 hebben we de samenvoeging van VTH ingericht. We hebben een eerste aanzet geleverd op formele samenwerking op de vier thema’s uit de raadsopdracht en we bezien of we deelnemen aan de belastingsamenwerking. Voorts nemen we het initiatief verder samen te werken in Kempenverband aan inrichting en beheer van de openbare ruimte. Op het gebied van governance en concerncontrol wisselen we actief uit met Best en Veldhoven. Op het gebied van de strategische ruimtelijke en economische projecten en infrastructuur ligt het zwaartepunt van onze samenwerking in de stedelijke regio.
Op naar een beter personeelsbeleid De personeelszorg naar de medewerkers is een onderdeel dat de afgelopen jaren te weinig aandacht heeft gekregen. Weliswaar zijn er met name in 2015 op basis van individuele afspraken medewerkers naar andere functies doorgestroomd en hebben er eerder, in 2014, generieke talentenonderzoeken plaatsgevonden, maar als geheel kunnen we stellen dat strategisch personeelsbeleid in het algemeen en individuele begeleiding in het bijzonder te weinig aandacht kregen. In de tweede helft van 2015 is een strategische personeelsplanning opgesteld. Het college constateert dat er werk aan de winkel is: het personeelsbestand van nu sluit niet voor 100% aan op de behoefte van de toekomst. Uit de planning blijkt op welke onderdelen we meer of minder personeel nodig hebben, en van welke kwaliteit. Een aandachtspunt betreft het introduceren van een flexibele schil in het personeelsbestand, zodat we toekomstige mutaties kunnen opvangen en we kwalitatief kunnen bijschalen als dat nodig is.
Onze marsroute: de basis op orde. Op naar een organisatie, die in control is Bij de herinrichting van de organisatie hebben we personele capaciteit voor de functie van concerncontroller vrijgemaakt. De controller draagt er wezenlijk aan bij dat we een organisatie worden die in control is. We hebben in 2015 een Plan van Aanpak Bedrijfsvoering in Control vastgesteld: een alomvattend plan voor de verbeteracties die nodig zijn, uitgezet in tijd en mèt de rugnummers van de verantwoordelijk medewerkers. Dit jaar wordt conform de onderliggende planning verder invulling gegeven aan de verbetering van de bedrijfsvoering, inclusief management accounting, oftewel interne sturing. De groei van plannings- en besturingsactiviteiten staat centraal: verbetering van concernplanning, vertaald in teamplannen en individuele werkplannen; monitoring van deze planningen en tijdige bijsturing, risicobeheersing. Verder hebben we aandacht voor opvolging van aandachtspunten uit onderzoeken van de accountant, rekenkamercommissie en reguliere audits. Ook gaan we in 2016 invulling geven aan onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. We maken in de afweging of we dit doen via een 213a-onderzoek of via een leantraject. Via Lean willen we een kwaliteitsverbetering en (waar nodig) een herontwerp van processen bereiken, in het licht van de invoering van zaakgericht werken. Het betreft vooral de processen waar inwoners mee te maken hebben. Waar mogelijk werken we daar aan de 96
wens tot deregulering van het bestuur. We proberen regelingen in het algemeen, en bemoeienissen van overheidswege in het bijzonder, terug te dringen.
Oog voor de inwoner: zaakgericht werken en klantcontactcentrum In 2015 heeft de gemeenteraad besloten om fors te investeren in de kwaliteit van de dienstverlening: enerzijds door de invoering van zaakgericht werken, anderzijds door de realisatie van een professioneel klant contact centrum. Er komt één duidelijke ingang voor onze burgers, die gekenmerkt is door uitstekende bereikbaarheid, een eenduidige manier van werken, die zoveel mogelijk direct antwoord geeft en waarbij de klant continue inzicht heeft in de lopende, maar ook afgeronde zaken. Zo kunnen we onze inwoners écht helpen. Dit jaar wordt verder uitvoering gegeven aan het in 2015 vastgestelde projectplan Zaakgericht werken en Klant contact centrum gemeente Oirschot.
Oog voor de buurt: samenwerken met de samenleving Wat willen we vóór 2018 bereiken op het gebied van samenwerken met de samenleving? We zijn op weg om een gemeente te zijn, die alles wat we voor onze inwoners doen, ook samen met hen doen. We hebben oor en aandacht voor initiatieven van onze inwoners. We informeren, overleggen, stemmen af en denken samen na, vanuit de wisselende rol die we als gemeente kunnen hebben: faciliteren, dienstverlenend, beheren, ontwikkelen & ordenen en regelen & handhaven. Dit jaar leggen we de focus op het opstellen van de leefbaarheidsplannen van onze leefbaarheidsnetwerken. Ter inspiratie stellen we kennis en ervaring beschikbaar (lezingen, publicaties, platforms) en ondersteunen we initiatieven uit de samenleving. Het is de bedoeling dat op termijn onze dorpen en buurten zelf rechtsreeks (delen van) budgetten beheren, die bijvoorbeeld te maken hebben met maatschappelijke activiteiten en het beheer van de openbare ruimte. We starten in 2016 met een eerste proef. Via het burgerpanel meten we de vorderingen die we maken in deze samenwerking. Verder brengen de interne en externe communicatievisie bij elkaar, zodat de verschillen in ons imago (hoe ziet de buitenwereld ons?) en onze identiteit (hoe zijn we?) verdwijnen. We volgen de ontwikkelingen in de sociale media en waar nodig passen we onze mix van communicatiemiddelen aan op de veranderende behoefte.
Vereenvoudiging van financiële control, verbetering van financiële planning In 2016 maken we een slag om te komen tot vereenvoudiging en versnelling van de producten van de financiële planning & control-cyclus. Het kwaliteitsniveau van de huidige producten is nog niet op het gewenste niveau. Samen met de raadswerkgroep planning & control willen we in 2016 komen tot een vereenvoudigde en verbeterde inrichting. We willen de interne doorlooptijd voor deze producten verkorten en de lezer betere informatie geven over de activiteiten die we gaan doen. Door een helderde schrijfstijl en het schrappen van overbodige informatie willen we de leesbaarheid bevorderen. Daarnaast willen we sterker zijn aan de voorkant, dus bij het inplannen van activiteit en budget. Voorts willen we de aanlevering van de jaarrekening vervroegen. We bieden de jaarrekening 2015 in mei 2016 aan de gemeenteraad aan. In 2016 staan we ook voor de beheersing van onze processen. We nemen daartoe passende maatregelen zoals interne controles. We zorgen voor onafhankelijke toetsing, om ook dit jaar een goedkeurende accountantsverklaring voor getrouwheid en rechtmatigheid te krijgen. Net als in 2015 hebben we aandacht voor het 97
sociale domein. Hier is immers een extra risico vanwege de omvang van de budgeten, de hierbij inbegrepen kortingen en de extra eisen in het kader van interne en externe rapportering en verantwoording.
Juridische kwaliteitszorg: investeren blijft actueel We hebben steeds meer complexe samenwerkingen. In deze samenleving zeggen we als gemeente steeds vaker dat we ‘zorgen dat’, in plaats van dat we ‘zorgen voor’. We willen een vermindering van de regeldruk en we richten ons op het voorkomen van juridische procedures. Juist daarom is het belangrijk dat we gestructureerd werken aan de verdere verbetering van onze juridische kwaliteitszorg: de door ons geleverde producten en diensten voldoen aan de eisen van de inwoners, het recht en de omgeving. Op basis van de juridische scan uit 2011 is eind 2015 deel 2 van het programma juridische kwaliteitszorg opgesteld. In 2016 geven we hier uitvoering aan en monitoren we op kwartaalbasis de voortgang.
Professionalisering van de inkoop- en aanbestedingsfunctie Het is alweer drie jaar geleden dat we in 2013 ons inkoop- en aanbestedingsbeleid aanpasten aan de Aanbestedingswet. Afgelopen jaar hebben we het inkoop- en aanbestedingsbeleid verder verankerd in de organisatie. Waar nodig lichten we met het BIZOB de mogelijkheden toe en scherpen we interne werkwijzen aan. In 2016 ronden we dit traject af, rekening houdend met de wijzigingen die in 2015-2016 van kracht worden rondom de inkoop- en aanbestedingswetgeving. Verder komen we dit jaar in control op het gebied van contractbeheer en –management. Uiteindelijk willen we leveranciersmanagement realiseren. We ronden de implementatie van het contractbeheer af. Gezamenlijke inkooptrajecten, onder andere in Kempenverband, gaan vóór individuele trajecten. Bij de inkoop- en aanbestedingsprocessen hebben we niet alleen aandacht voor kwalitatieve uitvoering, doelmatigheid en rechtmatigheid, maar hebben we ook oog voor de effecten in termen van social return, duurzaamheid en de positie van het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). In 2016 ontwikkelen we hiervoor met Bizob effectindicatoren.
Inkomende subsidies: een punt van aandacht Bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid is het verwerven en verantwoorden van additionele financiering steeds belangrijker. We slagen er steeds beter in om Oirschotse ambities te koppelen aan die van subsidieverstrekkers en vice versa. In 2016 heeft dit aspect extra aandacht vanwege het Lean-traject, waarbij we interne processen zo efficiënt en effectief in te richten. We zullen ons externe subsidienetwerk laten groeien. Hiervoor maken we gebruik van de specifieke kennis van een extern bureau.
Informatiebeveiligingsbeleid: ook een verbetering van houding en gedrag In ons huis is informatie de brandstof voor tal van werkprocessen. We moeten de informatiesystemen en de daarin opgeslagen gegevens beschermen tegen al dan niet opzettelijk aangericht onheil. Onze informatiebeveiliging staat voor het beschikbaar zijn van informatie en -middelen op de juiste tijd en plaats voor de gebruikers; het beschermen van informatie tegen kennisname en mutatie door onbevoegden. Informatie is alleen toegankelijk is voor geautoriseerde personen; het waarborgen van correcte, volledige, tijdige en contoleerbare informatie en informatieverwerking. Informatiebeveiliging gaat dus niet alleen om ICT, computers en automatisering. Het gaat om alle informatie, alle mogelijke informatiedragers, alle informatie verwerkende systemen en de wijze waarop wij hiermee om98
gaan. We geven in 2016 uitvoering aan het activiteitenplan informatiebeveiliging Oirschot. Hierbij richten we ons op ons eigen gedrag, aangevuld met technische aspecten (en niet omgekeerd).
Versoberde, efficiënte huisvesting We zijn een organisatie in beweging. Daarbij hoort ook dat we onze huisvesting efficiënt en duurzaam inrichten. In 2015 hebben we een grote interne herschikking van organisatie en college afgerond, die gericht was op versterking van de organisatieontwikkeling. In 2016 werken we aan een herinrichting van de publiekshal, alsook aan de bestemming van o.a. het voormalige Kantongerecht, het oude raadhuis en de werf. Dit doen we met als met als doel om dit duurzamer en efficiënt(er) in te richten en te komen tot een optimale dienstverlening.
Toezicht door hogere overheden en gemeenteraad De wet Revitalisering generiek toezicht (Wrgt) bracht in 2012 wijzigingen in het interbestuurlijk toezicht. Dit verticaal toezicht ziet toe op naleving van regelgeving in medebewind en uitvoering van autonome taken door lagere overheden. De wet wil het toezicht vereenvoudigen, transparanter maken en de bestuurlijke drukte verminderen. Het uitgangspunt is onderling vertrouwen. De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de controle op taakuitvoering. Hiertoe heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten een portaal ingericht: www.waarstaatjegemeente.nl, waar informatie per gemeente is geclusterd en ontsloten. Kritische-prestatie-indicatoren (KPI’s) maken prestaties op het gebied van onderdelen waar het hoogste afbreukrisico zit, financieel, maatschappelijk en politiek inzichtelijk. Zo krijgt de gemeenteraad inzicht in prestaties van de eigen en andere gemeenten. Voor de implementatie van de Wrgt neemt Oirschot deel aan de pilot.
Horizontaal toezicht door de Belastingdienst De Belastingdienst hanteert horizontaal toezicht als controlestrategie. Het handhavingsbeleid gaat uit van vertrouwen, begrip en transparantie. Het is onze verantwoordelijkheid om te voldoen aan de fiscale wet- en regelgeving door het tonen van een meegaande houding en een adequate inrichting en beheersing van relevante processen. De samenwerking betekent in de praktijk afstemming vooraf waar nodig, in plaats van controle en correcties achteraf. Dit jaar beginnen we dan ook met het toezicht-proof maken van onze processen.
Werkkostenregeling Per 1 januari 2015 zijn wij zoals alle werkgevers in Nederland overgestapt op de werkkostenregeling. Het doel is minder regeldruk en vermindering van administratieve lasten. De fiscale regeling is in de plaats gekomen van de fiscale regels die golden voor vergoedingen en verstrekkingen voor medewerkers en politieke ambtsdragers. Na de invoering in 2015 borgen we de werkkostenregeling in 2016 in de interne processen.
Invoering Vennootschapsbelasting De Europese wetgeving schrijft voor dat we per 1 januari 2016 belastingplichtig zijn voor de Vennootschapsbelasting. De wetgever beoogt hiermee een gelijk speelveld te bereiken voor private ondernemingen en gemeenten, zeker waar het concurrerende overheidstaken betreft. De voorbereidingen voor de belastingplicht 99
zijn in 2015 gestart. Dit jaar komt het aan op de implementatie, uitvoering en borging. We streven ernaar de administratieve lasten voor onze gemeente zo min als mogelijk te laten toenemen.
100
E. Verbonden partijen Algemeen. In deze paragraaf staan de ‘Verbonden partijen’ van onze gemeente: rechtspersonen waarin we bestuurlijk én financieel belang hebben. Van het eerste is sprake als we rechtstreeks invloed hebben op de besluitvorming van een verbonden partij. Als we aansprakelijk zijn bij het functioneren of een faillissement van de verbonden partij, is er sprake van financieel belang.
Belang voor de raad. Verbonden partijen voeren beleid uit, dat we in principe ook zelf kunnen doen, maar dat we overdragen aan die partij. Bijvoorbeeld omdat er balans moet zijn tussen taken en verantwoordelijkheden van overheid, maatschappelijke instellingen, bedrijfsleven en burgers. Wij willen verbindingen tussen de partners stimuleren en faciliteren. Voorts is het werk soms te specifiek en/of complex voor een individuele gemeente of kost de uitvoering teveel. Ook kunnen we door een verbonden partij taken uit te laten voeren efficiencyvoordelen bereiken, of is de samenwerking eenvoudig wettelijk verplicht.
Wij blijven zelf verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen van programma’s waarvan verbonden partijen deel uit maken. De raad is kaderstellend en controlerend, ook voor wat betreft de vraag of een verbonden partij de beste manier is om doelstellingen te realiseren. Een verbonden partij kan één of meer taken uitvoeren. De uitgaven kunnen dus op meerdere programma’s terugkomen.
Visie. U heeft in 2013 besloten tot niet-vrijblijvende thematische samenwerking met overheden, maatschappelijke instellingen, bedrijfsleven en burgers. De sturing en verantwoording over deze thematische samenwerkingsverbanden, in de vorm van verbonden partijen, verrichten we via een ‘governance model’.
Vormen van verbonden partijen. Dit zijn bijna altijd samenwerkingsverbanden, zoals: 1. Publiekrechtelijke samenwerking volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen; gemeenteraad, college of burgemeester kunnen (met verklaring van geen bezwaar van de raad) besluiten om voor aan hen toegewezen taken met andere gemeenten een gemeenschappelijke regeling te treffen. Deze vorm varieert van een samenwerking van twee tot tientallen gemeenten, afhankelijk van taken die men overdraagt. 2. Privaatrechtelijke samenwerking: een stichting, NV of BV. Het college kan, met goedkeuring van GS, besluiten tot deelname in een privaatrechtelijke samenwerking, wanneer deelname bijdraagt aan het te dienen openbaar belang. De raad kan vooraf wensen en bedenkingen uiten. De Wet Fido (Financiering decentrale overheden) sluit het houden van aandelen met uitsluitend een beleggingsoogmerk uit.
Hieronder ziet u een lijst met de aan Oirschot verbonden partijen, gesplitst in de twee categorieën: •
Categorie 1. Publiekrechtelijke samenwerking 1.1
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)
1.2
GGD Zuidoost Brabant
1.3
Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRZOB)
1.4
Werkvoorzieningsschap de Dommel (WSD)
1.5
Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (GRSK)
1.6
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) 101
1.7 •
Samenwerking Stedelijk Gebied Eindhoven Categorie 2. Privaatrechtelijke samenwerking
2.1
Stichting Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant (BIZOB)
2.2
Stichting Informatie Toerisme & Recreatie Oirschot (SITRO)
2.3
Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Oirschot (SBBO)
2.4
Stichting Centrummanagement Oirschot
2.5
Streekplatform de Brabantse Kempen
2.6
Regionaal Netwerk Het Groene Woud
2.7
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
2.8
Brabant Water N.V.
2.9
Coöperatie Bosgroep Zuid Nederland U.A
De informatie betreft Naam; Vestigingsplaats; Omschrijving doelstelling / openbaar belang; Deelnemers; Vermogenspositie: begin en eind 2016 (of bekend); Bestuurlijke vertegenwoordiging en positie; Financieel belang; Programma / beleidsveld; Bijdrage doelstellingen Oirschot (2016: nieuw toegevoegd); Ontwikkelingen en risico’s; Financiële gevolgen uittreding (2016: nieuw toegevoegd).
Categorie 1. Publiekrechtelijke samenwerking 1.1 Naam
Metropoolregio Eindhoven (MRE) en voorganger Samenwerkingsverband Regio Eindhoven.
Plaats van vestiging
Eindhoven
Doelstelling / openbaar belang
Een optimale ontwikkeling van Zuidoost – Brabant en concrete resultaten voor deelnemende gemeenten. Hierbij is de ambitie om de regio Zuidoost – Brabant op nationaal en Europees niveau te laten doorgroeien tot de best presterende economische regio van Nederland en één van de technologisch meest innovatieve regio’s van Europa. De gemeenschappelijke belangen betreffen de thema’s: Economie, Ruimte, Mobiliteit, conform de regionale agenda.
Deelnemers
21 gemeenten regio ZO Brabant
Vermogenspositie
01-01-2016 : Eigen vermogen € 6,4 mln, voorzieningen € 17,6 mln 31-12-2016: Eigen vermogen € 5,5 mln, voorzieningen € 17 mln
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Piet Machielsen
Financieel belang
2016: bijdrage: € 312.630. Hieronder per taakveld de bijdrage / het bedrag per inwoner: Regionaal stimuleringsfonds € 64.253. (€ 3,554), Algemene bijdrage (incl. Brainport) € 102.003 (€ 5,642) Reservering afstoten taken SRE € 63.749 (3,526), Regionaal Historisch Archief € 82.625 (m1 archief en inwoners)
Programma / beleidsveld
4 / Economische zaken; 7 / Musea; 9 / Bestuurlijke samenwerking
Bijdrage doelstellingen Oirschot
De Metropoolregio Eindhoven levert een strategische overal- visie voor de regio i.v.m. een goede ontwikkeling voor 3 thema’s: Eco102
nomie, mobiliteit en ruimtelijke ordening. Risico’s
Nihil, reservepositie vanuit het oude SRE naar de Metropoolregio Eindhoven is voldoende.
Financiële gevolgen uittreding?
Ja.
1.2 Naam
GGD Zuidoost Brabant
Plaats van vestiging
Helmond
Doelstelling / openbaar belang
Belangenbehartiging op het gebied van de preventieve gezondheidszorg in de regio Zuidoost-Brabant
Deelnemers
21 gemeenten regio ZO Brabant
Vermogenspositie
01-01-2016: Eigen vermogen € 2,1 mln, voorzieningen € 0,5 mln 31-12-2016: Eigen vermogen € 2,2 mln , voorzieningen € 0,5 mln
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Raf Daenen
Financieel belang
€ 287.960 + € 4.824 = € 292.784
Programma / beleidsveld
2 / Maatschappelijke participatie
Bijdrage doelstellingen Oirschot
a) Het namens de gemeente uitvoering geven aan onderdelen van de Wet Publieke Gezondheid, waaronder jeugdgezondheidszorg, infectieziektenbestrijding, monitoring en milieukundige advisering (bijvoorbeeld intensieve veehouderijen in relatie tot gezondheid). b) Meewerken met GGD aan gezondheidsbeleid. c) Uitvoeren van preventieve activiteiten uit lokaal gezondheidsbeleid (zoals overgewicht en sociale weerbaarheid) en preventieactiviteiten rond gezond, veilig opgroeien (alcohol, drugs, overgewicht).
Risico’s
Geen bijzonderheden
Financiële gevolgen uittreding?
Ja
1.3 Naam
Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRZOB)
Plaats van vestiging
Eindhoven
Doelstelling / openbaar belang
1. Ontwikkelen van een samenwerkingsverband van politie, brandweer, GHOR (GGD) RAV, 21 regiogemeenten en Defensie, gericht op basis brandweerzorg en rampenbestrijding/ crisisbeheersing. 2. Uitvoering van de Wet veiligheidsregio’s: a. inventariseren risico’s branden, rampen en crises; b. adviseren bevoegd gezag over risico’s branden, rampen en crises in aangewezen gevallen en via beleid bepaalde gelegenheden; c. adviseren college van B&W; d. voorbereiden bestrijding branden en organiseren rampenbestrijding/crisisbeheersing; e. instellen/instandhouden brandweer; f. instellen/instandhouden GHOR; g. voorzien meldkamerfunctie; h. aanschaf/beheer gemeenschappelijk materieel; i. inrichten/beheren informatievoorziening. 3. Bestrijding infectieziekten (A-ziekten). 4. 103
Uitvoeren Regionale Ambulance Voorziening (RAV). Deelnemers
21 gemeenten in de regio ZO Brabant
Vermogenspositie
01-01-2016: Eigen vermogen € 3,9 mln voorzieningen € 1,8 mln 31-12-2016: Eigen vermogen € 3,9 mln voorzieningen € 1,9 mln
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Ruud Severijns
Financieel belang
Bijdrage € 956.480 (€ 52,90 per inwoner) voor brandweer, rampen/crisis en ambulancevervoer en voor piketregeling € 6.363 geraamd. De bijdrage 2016 bedraagt € 962.843.
Programma / beleidsveld
5 / Openbare orde/veiligheid; 5 / brandweer; 2 / gezondheidsbeleid.
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Basis brandweerzorg (repressie, voorlichting, regionalisering); Bevolkingszorg (regionale rampenbestrijding en crisisbeheersing opleiden en trainen regionale/ lokale teams bevolkingszorg processen; GBT-oefening; regionale coördinatie SGBO); Regionale Ambulance Vervoer voorziening, inzet First Responder.
Risico’s
Geen bijzonderheden
Financiële gevolgen bij uittre-
Ja
ding?
1.4 Naam
Werkvoorzieningschap de Dommel ( WSD)
Plaats van vestiging
Boxtel
Doelstelling / openbaar belang
Begeleiden van mensen met een arbeidshandicap die hulp nodig hebben bij het vinden en behouden van werk.
Deelnemers
11 gemeenten in driehoek ’s-Hertogenbosch - Tilburg – Eindhoven
Vermogenspositie
01-01-2016: Eigen vermogen € 22,8 mln, voorzieningen € 0,16 mln 31-12-2016: Eigen vermogen € 21,6 mln, voorzieningen € 0,15 mln
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Caspar van Hoek
Financieel belang
De WSD voert taken uit vanwege de Participatiewet. De gemeente stelt een inhoudelijk en financieel uitvoeringsplan vast.
Programma / beleidsveld
3 / Maatschappelijke participatie
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Samenwerken aan het succesvol uitvoeren van de Participatiewet.
Risico’s
Met ingang van 2015 is de Participatiewet van toepassing. De (oude) WSW is hiermee gesloten. In 2015 moet blijken wat de nieuwe rol van de WSD is in het kader van die Participatiewet.
Financiële gevolgen uittreding?
Ja
1.5 Naam
Samenwerking Kempengemeenten
Plaats van vestiging
Reusel
Doelstelling / openbaar belang
Het bevorderen van een duurzame, robuuste samenwerking), door het behartigen van de gemeenschappelijke belangen, het vergroten van het gemeenschappelijke kennisniveau en het inspelen op be104
stuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen die de bestuurskracht van de individuele gemeenten zullen beïnvloeden. De taakvelden ISD, P&O, SSC en Jeugd maken deel uit van de GRSK. Toevoeging van VTH vindt plaats op 1-1-2016. Deelnemers
Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden
Vermogenspositie
01-01-2016: Eigen vermogen € 0 voorzieningen € 0 31-12-2016: Eigen vermogen € 0 voorzieningen € 0
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Ruud Severijns
Financieel belang
De raming van de kosten van de GRSK bedraagt € 2.372.316: -SSC € 1.212.567 (obv inwoners, werkplekken, gebruikers) -P&O € 201.206 (obv aantal fte’s) -ISD uitvoering € 786.198 (obv aantal inwoners) -Drie decentralisaties: € 172.345 (Sociaal domein) Daarnaast verwerkt ISD programmakosten/opbrengsten van WMO en WWB/ BBZ/ IOAW / IOAZ (geen deel van begroting GRSK).
Programma / beleidsveld
2 / Maatschappelijke participatie; 9 / Bestuursondersteuning; 9 / bestuurlijke samenwerking
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Efficiënte en minder kwetsbare bedrijfsvoering bij Sociale zaken; Personeel en Organisatie; ICT; Vergunningen Toezicht en Handhaving (per 2016). Daarnaast zijn er vele lichtere samenwerkingsvormen tussen deelnemende gemeenten, vooral overleg en aparte afspraken. De Kempenraden besloten op vier terreinen (recreatie, governance, duurzaamheid, afval) de samenwerking te versterken.
Risico’s
Afdeling ISD voert voor onze gemeente taken uit op het gebied van sociale zaken. Door de samenwerking op het sociale terrein met Best en Veldhoven vraagt de aansluiting op onze ‘uitvoeringspoot’ ISD zeer veel aandacht. Hiernaast dient rekening te worden gehouden met het schrappen van de uitgestelde taakstellende bezuinigingen op het gebied van ambitie bij SSC en ISD.
Financiële gevolgen uittreding?
Ja
1.6 Naam
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB)
Plaats van vestiging
Eindhoven
Doelstelling / openbaar belang
ODZOB voert voor de aangesloten gemeenten en provincie wettelijke en niet-wettelijke taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH), incl. verwante activiteiten, zoals specialistisch advies en beleid), indien deelnemers dat vragen.
Deelnemers
21 gemeenten in de regio ZO Brabant, Provincie Noord-Brabant
Vermogenspositie
01-01-2016: Eigen vermogen € 610.000, voorzieningen € 0 31-12-2016: Eigen vermogen € 690.000, voorzieningen € 0
105
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Frans van Hoof
Financieel belang
De kosten voor het verplichte werkprogramma 201 € 163.756.
Programma / beleidsveld
3 / Ruimte, Bouwen en Wonen; 5 / Veiligheid en handhaving
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Oirschot neemt in 2016 zowel VTH-basistaken (verplicht) af als verzoektaken. ODZOB levert een bijdrage aan de uitvoering van ons milieu- en vergunningenbeleid, de handhaving daarvan, een duurzame leefomgeving, het intrekken van lege vergunningen en de duurzame ontwikkeling van de intensieve veehouderij.
Risico’s
ODZOB heeft personeel in dienst. Op het moment dat opdrachten van gemeenten achterblijven, heeft dit effect op de eindafrekening.
Financiële gevolgen uittreding?
Ja
1.7 Naam
Samenwerking Stedelijk Gebied Eindhoven
Plaats van vestiging
Eindhoven
Doelstelling / Openbaar belang
Negen gemeenten werken aan de gezamenlijk ambities vanuit het Brainport 2020-programma om tot de technologische top 3 van Europa en de top 10 van de wereld te horen. De deelnemers vinden een sterke economie de drager van het welvaren van onze regio is waarvan alle inwoners kunnen profileren. De gemeenten hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de optimale ontwikkeling van dit gebied. Een woon- en leefomgeving van een hoge kwaliteit is voorwaarde voor een aantrekkelijke vestigingsplek voor nieuwe inwoners en een onmisbare onderlegger voor het verder ontwikkelen van de kracht en vitaliteit van onze Brainportregio
Deelnemers
9 gemeenten uit het Stedelijke Gebied
Vermogenspositie
Geen
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Piet Machielsen
Financieel belang
Voor de werkgroepen Wonen, Werken, 1-loket en Grondprijzen en het secretariaat is in totaal € 7.307 opgenomen in de begroting.
Programma / beleidsveld
3/ Wonen; 4/ Economie
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Uitbouwen van de brainportambitie
Risico’s
Samenwerking is nodig om de Brainport te realiseren.
Financiële gevolgen uittreding?
Nee (Het convenant heeft een looptijd tot 1 januari 2030)
Categorie 2. Privaatrechtelijke samenwerking 2.1 Naam
Stichting Bureau Inkoop en Aanbestedingen ZO-Brabant (BIZOB)
Plaats van vestiging
Oirschot
Doelstelling / openbaar belang
Het voor deelnemers uitvoeren, begeleiden en adviseren in een 106
gezamenlijk inkoop- en aanbestedingsbeleid ter behaling van voordelen op financieel, kwalitatief en procesmatig gebied. Deelnemers
18 gemeenten in Zuid-Oost Brabant
Vermogenspositie
01-1-2016: Eigen vermogen € 335.730 voorzieningen € 0 31-12-2016: Eigen vermogen € 393.222 voorzieningen € 0
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Caspar van Hoek
Financieel belang
BIZOB adviseert ons 3½ dag per week of op jaarbasis 147 dagen. Onze bijdrage is geraamd op € 79.380.
Programma / beleidsveld
9 / Bedrijfsvoering
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Bizob beschrijft methoden zodat we professioneel kunnen inkopen en aanbesteden. We vertalen dit beleid in eigen beleid, zodat we de naleving van wet- en regelgeving borgen, alsook een doelmatige en integere inkoop. De bedrijfsvoering rondom inkoopprocessen is professioneel geregeld.
Risico’s
Aan de deelname zijn geen risico’s verbonden. Bij de uitvoering van het inkoop- en aanbestedingsbeleid kunnen financiële en bedrijfsrisico’s optreden die vooraf niet in te schatten zijn en sterk afhankelijk zijn van een inkoop- en aanbestedingsdossier. Betaling aan BIZOB geschiedt op basis van gemaakte uren.
Financiële gevolgen uittreding?
Ja
2.2 Naam
Stichting Informatie Toerisme & Recreatie Oirschot
Plaats van vestiging
Oirschot
Doelstelling / openbaar belang
Het bevorderen en organiseren (veelal met vrijwilligers) van activiteiten met betrekking tot het toeristenverkeer naar en in de gemeente. De stichting zet zich voorts in voor productontwikkeling met en tussen ondernemers en alles wat hiermee verband houdt.
Deelnemers
Gemeente Oirschot, SITRO
Vermogenspositie
01-01-2014: eigen vermogen € 55.853 01-12-2014: eigen vermogen € 72.751
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Frans van Hoof
Financieel belang
Bijdrage gemeente 2016 € 59.714
Programma / beleidsveld
8 / Vitaal landelijk gebied, toerisme en recreatie
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Promotie/ branding van Oirschot. Samenwerking stimulerend / verbinding zoekend tussen organisaties/ondernemers werkzaam op terrein van Toerisme en Recreatie of gerelateerd hieraan zijn.
Risico’s
Geen, er is afgesproken dat we niet bijdragen bij tekorten.
Financiële gevolgen uittreding?
Nee
2.3 Naam
Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Oirschot 107
Plaats van vestiging
Oirschot
Doelstelling / openbaar belang
Het bevorderen van een ongestoord gebruik van goederen en zaken op de bedrijventerreinen, door het aanbieden van veiligheidsmiddelen en veiligheidsmaatregelen.
Deelnemers
Gemeente Oirschot, Politie, Beveiligingsbedrijven, ondernemers
Vermogenspositie
Gegevens nog niet beschikbaar.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Ruud Severijns
Financieel belang
Bijdrage audit keurmerk KIWA € 1.400 in 2016 (eens per 2 jaar)
Programma / beleidsveld
5 / Veiligheid en handhaving
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Cameratoezicht en surveillance verrichten openbaar domein bedrijventerreinen De Stad /De Scheper, aansluiting meldkamer Trigion.
Risico’s
Geen, er is in een overeenkomst afgesproken dat gemeente niet bijdraagt ingeval van tekorten in 2012 en volgende jaren.
Financiële gevolgen uittreding?
Nee
2.4 Naam
Stichting Centrummanagement
Plaats van vestiging
Oirschot
Doelstelling / openbaar belang
Het bevorderen van de leefbaarheid in en de aantrekkingskracht alsmede het economisch functioneren van Oirschots centrum..
Deelnemers
Ondernemersvereniging Oirschot, Vereniging Horeca Nederland afdeling Oirschot, Vereniging Van Eigenaren, gemeente Oirschot
Vermogenspositie
Jaarrekening 2014:: € 11.388
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Piet Machielsen
Financieel belang
Wij droegen jaarlijks tot 2016 € 36.000 bij. In de Kadernota 2016 is een jaarlijkse bijdrage van € 50.000 opgenomen.
Programma / beleidsveld
4 / Economie; 5 / Veiligheid; 8 / Toerisme en Recreatie
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Profilering Oirschot: branding, samenwerking i.v.m. wifi op de markt, visie op markt en omgang met leegstand in centrum.
Risico’s
Er is afgesproken dat wij tot 2016 jaarlijks € 36.000,- bijdragen. Bij faillissement kan daarop een beroep worden gedaan. Hiernaast zijn er minder inkomsten te verwachten, doordat er minder belastingopbrengsten zijn, de vraag is of dit zomaar wordt aangevuld.
Financiële gevolgen uittreding?
Nee, tenzij vóór 2016
2.5 Naam
Streekplatform de Brabantse Kempen
Plaats van vestiging
Middelbeers
Doelstelling / openbaar belang
1. Het genereren van activiteiten en projecten waarmee (na uitvoering) het platteland vitaler wordt en de Brabantse Kempen onder andere aantrekkelijker wordt gemaakt als leefomgeving om te wonen, werken en recreëren; 2. Uitvoering geven aan de nieuwe koers door het streeknetwerk te faciliteren om een vitaler platteland te 108
realiseren met de volgende prioritaire ambities die in de Agenda van de Kempen staan: a. Kempen in Business, b) Kempen Park; c. Kempen Food; d. Kempen Klimaatneutraal; e. Kempen Karakteristiek; f. Contente Kempen; 3. Zo geeft het Huis ook uitvoering aan structurele verduurzaming en branding van De Kempen. Deelnemers
21 (met Stichting Huis De Brabantse Kempen meegeteld)
Vermogenspositie
01-01-2014: Eigen vermogen: € 359.768, voorzieningen € 0 31-12-2014: Eigen vermogen: € 477.930, voorzieningen € 0
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Frans van Hoof
Financieel belang
Huis van de Brabantse Kempen voert de Agenda van de Brabantse Kempen uit. Zij initieert, verbindt en faciliteert de activiteiten die de leden in het Streekplatform hebben bepaald.
Programma / beleidsveld
8 Vitaal landelijk gebied
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Ontwikkeling toeristisch profiel De Kempen: professionalisering vrijetijdsector, beleefbare natuur en cultuurhistorie. Voor de Levende Beerze werken Oirschot, Eersel, Brabants Landschap, Provincie en ZLTO samen om natuur, recreatie- en leefbaarheidsdoelen te realiseren (fiets- en wandelroutes, beleefbare cultuurhistorie).
Risico’s
-
Financiële gevolgen uittreding?
Ja
2.6 Naam
Regionaal Netwerk Het Groene Woud
Plaats van vestiging
Liempde
Doelstelling / openbaar belang
Realiseren Visie- en Uitvoeringsprogramma Streekraad Het Groene Woud & De Meierij
Deelnemers
Stichting Streekhuis Het Groene Woud: dertien gemeenten, provincie, twee waterschappen, drie terreinbeheerders, ZLTO, Stichting Streekfonds Het Groene Woud en Coöperatie Het Groene Woud.
Vermogenspositie
01-01-2014 : eigen vermogen: € 184.218 31-12-2014 : eigen vermogen: € 168.324
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Frans van Hoof
Financieel belang
We betalen jaarlijks € 5.360 (20 ct/inwoner + 70 ct per ha x 50%)
Programma / beleidsveld
8 Vitaal landelijk gebied
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Met verdienmodellen gegenereerde inkomsten landschap versterken, stimuleren groene economie en ruimte scheppen voor (recreatieve) ondernemers. Realisatie/cofinanciering projecten voor Vitaal Landelijk Gebied Het Groene Woud (Groene Corridor, beleefbaar legerkamp Oostelbeer). Hierbij inwoners, overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen verbinden.
Risico’s
109
Financiële gevolgen uittreding?
Ja
2.7 Naam
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Plaats van vestiging
Den Haag
Doelstelling / openbaar belang
De BNG is van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. Door gespecialiseerde dienstverlening draagt zij bij aan lage kosten van maatschappelijke voorzieningen. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Deelnemers
Aandelen: voor 50% Rijk, 50% verdeeld over gemeenten en provincies. De gemeente Oirschot bezit 8.775 aandelen.
Vermogenspositie
01-01-2014: eigen vermogen € 3.430 miljoen. 31-12-2014: eigen vermogen € 3.582 miljoen.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Piet Machielsen
Financieel belang
Gemeente Oirschot bezit 8.775 aandelen. Uitkering dividend 2014 bedraagt € 5.002.
Programma / beleidsveld
10 / Dekkingsmiddelen
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Geen direct verband voor 2015
Risico’s
Het uit te keren dividend is vanwege de financiële crisis gehalveerd.
Financiële gevolgen uittreding?
Nee
2.8 Naam
Brabant Water N.V.
Plaats van vestiging
Den Bosch
Doelstelling / openbaar belang
De uitoefening van het een bedrijf op het gebied van de watervoorziening en het verrichten van alle werkzaamheden die verband houden met de waterketen in de ruimste zin van het woord.
Deelnemers
Provincie Noord-Brabant bezit circa 30% van de volgestorte aandelen. 70% zijn in handen van gemeenten. In totaal zijn 10 miljoen aandelen x € 0,10 uitgegeven, waarop 27,79595% is volgestort.
Vermogenspositie
01-01-2013: eigen vermogen € 438 mln, voorz. € 114 mln 31-12-2011: eigen vermogen € 476 mln, voorz. € 121 mln
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Piet Machielsen
Financieel belang
De gemeente bezit 15.440 aandelen x € 0,10 = € 1.544
Programma / beleidsveld
4 / Economische zaken
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Geen direct verband voor 2016
Risico’s
Geen, water is een eerste levensbehoefte. De levering en distributie wordt verzorgd door monopolistische bedrijven waarvan de aandelen in handen zijn van de provinciale en gemeentelijke overheid.
Financiële gevolgen uittreding?
Nee
2.9 Naam
Coöperatie Bosgroep Zuid Nederland U.A 110
Plaats van vestiging
Heeze
Doelstelling / openbaar belang
Opstellen en uitvoering jaarlijkse werkplannen bos- en heidegebieden. Adviesdiensten. Contacten met de rijksoverheid.
Deelnemers
Particuliere landgoed eigenaren en gemeenten
Vermogenspositie
-
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Caspar van Hoek
Financieel belang
-
Programma / beleidsveld
6 / Groen
Bijdrage doelstellingen Oirschot
Duurzaam bosbeheer
Risico’s
Geen, is voor ons een dienstverlener
Financiële gevolgen uittreden?
Nee (is kostenneutraal)
111
112
F. Lokale heffingen Inleiding Na de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn de gemeentelijke heffingen (belastingen, leges en rechten) de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente. Het zijn heffingen waarop u als gemeenteraad invloed kan uitoefenen, zowel voor de keuze welke belastingsoort wordt geheven als de tarieven daarvan. In deze verplichte paragraaf informeren wij u over onze beleidsvoornemens over de lokale belastingen / heffingen, over de verwachte inkomsten daarvan en over de lokale belastingdruk. We brengen alle belastingsoorten die verspreid zijn over de tien programma’s in één paragraaf bij elkaar. Eerst geven we een algemene toelichting die betrekking heeft op alle belastingen. Vervolgens presenteren we alle belastingsoorten in één tabel bij elkaar, waarna per belastingsoort een specifieke toelichting volgt.
Algemeen beleid lokale heffingen Heffingen algemeen Een gemeente is niet vrij om naar eigen inzicht belastingen / heffingen in te voeren. De Gemeentewet noemt de belastingen die zijn toegestaan. Het is aan de gemeente zelf welke belastingen zij daadwerkelijk heft. De meeste belastingen die mogelijk zijn volgens de Gemeentewet zijn ook in onze gemeente ingevoerd.
Een belangrijk onderscheid op belastinggebied vormen de (algemene) belastingen versus de (bestemmings)heffingen en leges. De opbrengst van (algemene) belastingen kan door de gemeente volledig vrij besteed worden. Ook is de gemeente(raad) tamelijk autonoom in het vaststellen van de tarieven. Onze gemeente kent als algemene belastingen de OZB, toeristenbelasting, forensenbelasting en reclamebelasting.
Daarnaast kennen we heffingen. De opbrengst daarvan moet aangewend worden om de kosten van een specifieke taak te dekken. In Oirschot vallen onder deze categorie de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
Tot slot kennen we leges. Ook hierbij is sprake van dekking van specifieke kosten, maar in tegenstelling tot bij bestemmingsheffingen is hierbij sprake van individuele dienstverlening door de gemeente aan een specifieke burger of bedrijf.
Zowel bij bestemmingsheffingen als leges geldt de regel dat geen winst gemaakt mag worden. Dat wordt niet op individueel niveau bepaald. De totale opbrengst van(bijvoorbeeld) de afvalstoffenheffing mag niet hoger zijn dan de totale kosten van het ophalen van het afval, waarbij het toegestaan is om te werken met een egalisatiereserve.
113
Uitgangspunten bepaling tarieven In de Kadernota 2016 die in mei door de raad is vastgesteld zijn onder hoofdstuk 4.7 sub a een viertal kaders vastgesteld die als uitgangspunt hebben gediend voor het opstellen van de concept - begroting 2016. a. Afvalstoffenheffing en rioolheffing : 100% kostendekkend met als uitgangspunt dat de tarieven niet meer dan trendmatig stijgen en de aantekening dat we voor de ontwikkeling van de rioolrechten eerst met een nadere analyse komen b. De OZB, toeristenbelasting en forensenbelasting krijgen een jaarlijkse index van 1,75% (bestaand beleid). Dit is zonder de gevolgen voor de OZB en forensenbelasting van de jaarlijkse hertaxatie op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken / WOZ). c.
Leges krijgen een normale indexatie van de 1,75% (bestaand beleid) met de aantekening dat een nader voorstel volgt over gefaseerde verhoging van de legestarieven.
d. De tarieven blijven ongewijzigd met uitzondering van de gevolgen van hertaxatie.
Nieuwe ontwikkelingen na vaststelling van de Kadernota a. De raad heeft in juni het VGRP vastgesteld, waarin de nadere analyse voor de ontwikkeling van de tarieven voor de rioolheffing zijn meegenomen. De tariefstijging past binnen de uitgangspunten van de Kadernota b. Zeer onlangs zijn nieuwe gegevens bekend geworden over de kosten van het ophalen en verwerken van het huishoudelijk afval. Deze informatie leidt tot een forse hogere stijging dan oorspronkelijk verwacht. Uw raad is daarover separaat geïnformeerd. c.
Voor de herwaardering WOZ verwachten we voor de woningen komend jaar een stijging met 1%. Voor de niet-woningen gaan we uit van gelijkblijvende waarden. Deze informatie is van invloed bij het bepalen van de tarieven voor de OZB en de forensenbelasting.
d. Per 1 juli 2015 is een aantal legestarieven extra verhoogd, als eerste fase om te komen tot kostendekkende tarieven. Uitgangspunt is dat per 1 januari 2017 sprake is van kostendekkende tarieven. Op basis van een tussentijdse evaluatie medio 2016 komt ons college met voorstellen. Duidelijk is wel dat volledige kostendekkendheid niet bij alle legestarieven haalbaar is. e. Door de waardeontwikkeling voor niet – woningen van 0% gaan we bij de reclamebelasting voor 2016 nog uit van dezelfde tarieven als in 2015. Met het centrummanagement moet nog nader overleg plaatsvinden over de opbrengsten van de reclamebelasting en de daaruit volgende ontwikkeling van de tarieven. Dat kan leiden tot aanpassing van het tarief.
Op basis van bovenstaande kaders / nieuwe ontwikkelingen zijn de tarieven en de daarbij behorende opbrengsten berekend. Deze treft u aan in tabel 1 waarbij tevens een vergelijking is gemaakt met voorgaande jaren. De opbrengst wordt niet alleen bepaald door aanpassing van tarieven, maar ook door andere factoren (areaaluitbreiding bij de OZB, hoeveelheid waterverbruik bij rioolrechten, fluctuaties ledigingen bij afvalstoffenheffing, meer of minder toeristen die van invloed zijn op de aanslagen toeristenbelasting). Daardoor is de opbrengst 2016 bij diverse belastingen ten opzichte van 2015 meer gestegen dan het percentage waarmee de tarieven zijn verhoogd.
114
Tabel 1. Overzicht tarieven en totaal – opbrengsten
Omschrijving
Tarief
Tarief
2015
2016
Werkelijke opbrengst 2014
Geraamde opbrengst 2015
2016
Onroerende zaakbelastingen eigenaren woningen
0,1342%
0,1365%
eigenaren niet woningen
0,2327%
0,2368%
gebruikers niet woningen
0,1871%
0,1904%
Totaal opbrengst OZB
4.233.123 5.323.001
5.510.000
1.204.969 1.257.713
1.317.528
1.097.128 1.034.024
1.272.084
Rioolheffing tot 101 m3
111,84
116,04
101m3-251m3
166,56
172,80
251 m3-501 m3
331,32
343,80
501 m3 of meer
668,64
693,72
Totaal opbrengst rioolrechten Afvalstoffenheffing vast recht per jaar
69,48
69,48
GFT 25 liter per lediging
1,00
1,45
GFT 140 liter per lediging
1,50
2,18
GFT 240 liter per lediging
1,94
2,81
Rest-afval 40 liter per lediging
4,44
6,44
Rest-afval 60 liter per lediging
5,56
8,06
Rest-afval 140 liter per lediging
10,00
14,50
Rest-afval 240 liter per lediging
15,56
22,56
verzamelcontainer 1 pers per jaar
74,40
140,76
148,80
281,52
verzamelcontainer meer pers per jaar Totaal opbrengst afvalstoffenheffing Leges algemeen
diverse
415.015
356.270
403.268
Leges omgevingsvergunning
diverse
441.874
498.040
497.964
16.739
28.788
21.792
Forensenbelasting
2,92 0/00
2,94 0/00
Toeristenbelasting
1,44
1,47
249.844
222.750
235.888
Reclamebelasting
1,32
1,32
32.053
36.065
36.065
7.690.746 8.756.651
9.294.589
minimum aanslag € 250,-- per pand maximum aanslag € 650,-- per pand Totaal lokale heffingen
De tarieven van tabel 1 hebben een voorlopig karakter, waarmee bij het opstellen van de begroting 2016 rekening is gehouden. In de raadsvergadering van december 2015 leggen wij de belastingverordeningen 2016 voor. Daarin worden ontwikkelingen en besluitvorming na het moment dat deze begroting is opgesteld meegenomen.
115
Onroerende zaakbelastingen Vanaf 2008 worden de eigendommen jaarlijks getaxeerd. Als peildatum geldt 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar van heffing. Dus voor 2016 geldt als peildatum 1 januari 2015. Het tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Dit percentage wordt bepaald op vier cijfers achter de komma. Daardoor leiden ook kleinere verschillen in de WOZ-waarde tot verschillende aanslagen. Dat doet recht aan de feitelijke situatie en wordt door belastingplichtigen als rechtvaardig gezien. De tarieven 2016 zijn voorlopig. De resultaten van de hertaxatie komen in november 2015 beschikbaar en zoals gebruikelijk zullen die resultaten het uiteindelijke tarief mede bepalen.
Om de lokale lasten beheersbaar te houden stelt het rijk jaarlijks een macronorm voor de OZB vast. Deze norm geeft het percentage aan waarmee de OZB bij de totale gemeenten mag stijgen. Het percentage wordt normaliter genoemd in de mei - circulaire. Helaas heeft het rijk bij de laatste circulaire van mei 2015 geen percentage genoemd voor 2016. In het najaar van 2015 vindt bestuurlijk overleg plaats tussen het ministerie van financiën en de VNG, waarbij onder meer gesproken wordt over de overschrijding van deze norm over 2015 en een mogelijke verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. Na dit overleg wordt de macronorm voor 2016 bekend gemaakt. Voor 2015 geldt een norm van 3%.
Rioolheffing Uitgangspunt is dat de rioolheffing de kosten van de riolering voor 100% dekken, rekening houdende met de compensatie voor BTW/BCF en een onttrekking uit de egalisatiereserve. De kosten van de riolering zijn gebaseerd op het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP). Het nieuwe VGRP is vastgesteld in de raad van 23 juni 2015. Besloten is om de tarieven in de periode van 2016-2020 jaarlijks met 3,75% te verhogen. De opbrengsten uit de rioolheffing zijn tot 2031 onvoldoende om de lasten te dekken, daarom wordt de voorziening ingezet.
Tabel 2. Overzicht kosten en dekking riolering Totale lasten riolering
€ 1.284.861
Compensatie BTW/BCF
€
208.229
Totale lasten
€ 1.493.090
Diverse baten riolering
€
4.168
Opbrengst rioolheffing
€ 1.317.528
Totale baten Saldo (tekort)
€ 1.321.696 Dekkingspercentage 88,52%
€
171.394
Het tekort van € 171.394 is onttrokken uit de voorziening riolering. De geraamde stand van de voorziening per 31 december 2016 inclusief de onttrekking 2016 is € 1.143.941.
116
Afvalstoffenheffing De tarieven zijn ten opzichte van voorgaand jaren fors verhoogd. Uw raad is daarover apart geïnformeerd. Mede omdat deze informatie zeer recent is versterkt gaan wij daar in deze paragraaf niet meer op in. Wij volstaan met het overzicht in tabel 3.
Tabel 3. Overzicht kosten en dekking huishoudelijke afvalstoffen Totale lasten afval
€ 1.472.195
Compensatie BTW/BCF
€
293.696
Totale lasten
€ 1.765.891
Diverse baten afval
€
476.709
Opbrengst afvalstoffenheffing
€ 1.272.084
Totale baten Saldo (tlv egalisatiereserve)
€ 1.748.793 Dekkingspercentage 99,03 %
€
17.098
Het tekort van € 17.098 is onttrokken uit de voorziening afvalstoffenheffing. De geraamde stand van de voorziening per 31 december 2016 inclusief de onttrekking 2016 is € 90.322.
Leges In de legesverordening staan de tarieven voor individuele producten zoals bijv. een rijbewijs, paspoort, omgevingsvergunning etc. Met de komst van de WABO en de Europese regelgeving ter bevordering van de vrije concurrentie tussen bedrijven is ook de indeling van de legesverordening drastisch gewijzigd. Deze verordening kent drie hoofdstukken, te weten : 1. Dienstverlening algemeen; 2. Omgevingsvergunningen; 3. Specifieke vergunningen die vallen onder de hierboven genoemde Europese regelgeving.
De gemeente mag op leges geen winst maken, maximaal de kosten mogen worden verhaald. Uit berekeningen is gebleken dat onze legesopbrengsten niet kostendekkend zijn. Daarom is in 2015 aan een extern bureau opdracht gegeven voor een onderzoek. De resultaten van dit onderzoek hebben wij op 3 maart aan uw raad gepresenteerd tijdens een opiniërende raadsvergadering. Vervolgens heeft uw raad op 26 mei de rapportage uitgangspunten kostendekkendheid leges vastgesteld. De raad heeft besloten dat onze tarieven op termijn waar mogelijk kostendekkend moeten worden. Bij de begroting 2015 is een ingroei-variant voorgesteld, waarbij vanaf 2017 sprake zou moeten zijn van volledige kostendekkendheid. Per 1 juli 2015 heeft een eerste aanpassing plaatsgevonden. Inmiddels is duidelijk geworden dat 100% kostendekking niet realistisch is. Voor een aantal tarieven (paspoorten, rijbewijzen) gelden door het rijk vastgestelde maximum – tarieven. Daarnaast kunnen een aantal (indirecte) kosten niet worden toegerekend aan de leges-opbrengsten. Wij gaan er nu van uit dat de geraamde meer - opbrengst met de helft verlaagd moet worden. De financiële gevolgen zijn verwerkt in deze begroting 2016 – 2019.
117
Toeristenbelasting In de Kadernota 2016 is voor de toeristenbelasting 1,75% inflatiecorrectie opgenomen. Dit betreft bestaand beleid. In euro’s wordt het tarief per persoon per overnachting in 2016 € 1,47 (dit was vorig jaar € 1,44). Forensenbelasting De forensenbelasting wordt berekend op basis van de WOZ-waarde. Evenals bij de toeristenbelasting stellen wij voor tarieven zodanig vast te stellen dat de opbrengst stijgt met 1,75% (Kadernota 2016). Daarnaast moeten we zoals is beschreven bij het onderdeel onroerende zaakbelastingen bij het vaststellen van het tarief rekening houden met de hertaxatie voor de WOZ. We gaan uit van een waardestijging voor woningen met 1%. Per saldo worden de tarieven voor de forensenbelasting voorlopig verhoogd met 0,02 0/00 (tarief 2016 2,94 0/00 van de WOZ-waarde, tarief 2015 was 2,92 0/00). Het definitieve tarief wordt berekend na afronding van de hertaxaties voor de WOZ (november 2015).
Reclamebelasting Sinds 2013 kent onze gemeente deze belasting. De belasting is ingevoerd op verzoek van de gezamenlijke ondernemers in het centrumgebied van Oirschot. De opbrengst van deze belasting wordt – onder aftrek van de perceptiekosten – doorbetaald aan de ondernemers / het centrum-management Oirschot. Iedere ondernemer in het aangewezen gebied die een vorm van reclame heeft bevestigd op zijn pand – ongeacht vorm of inhoud, een simpel naamplaatje met de naam van het bedrijf is al voldoende – wordt aangeslagen.
De hoogte van de aanslag bedroeg in 2013 en 2014 1,17% van de WOZ – waarde, met een minimum bedrag van € 250,-- en een maximum van € 650,-- per pand. In 2015 is het variabele tarief vastgesteld op 1,32% van de WOZ-waarde. De vaste minima en maxima zijn gelijk gebleven.
Met het centrummanagement moeten nog afspraken worden gemaakt over de tarieven voor 2016, en tevens over de afwikkeling van de afgelopen jaren. Vooruitlopende op dit gesprek gaan wij nu uit van dezelfde tarieven als vorig jaar.
118
G. Grondbeleid Inleiding Met het grondbeleid oefenen we als gemeente invloed uit op de realisatie van doelstellingen van gebiedsontwikkelingen en beleidsterreinen die daarmee verband houden zoals verkeer, vervoer, cultuur, welzijn, sport, recreatie en natuur, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. Het grondbeleid, oftewel de kosten en opbrengsten van gebiedsontwikkeling en de hiermee samenhangende risico’s zijn van grote invloed op de financiële positie van de gemeente. De paragraaf Grondbeleid is één van de verplichte paragrafen die het Besluit Begroting en Verantwoording voorschrijft om op te nemen in de begroting. In deze paragraaf gaan we naast beleidsvoornemens in op een aanduiding van de wijze van beleidsrealisatie, actuele prognose van de te verwachten resultaten van de grondexploitatie (inclusief onderbouwing van eventueel geraamde winstnemingen) en beleidsuitgangspunten omtrent reserves voor grondzaken in relatie tot de onderkende risico’s.
Proces Begin 2013 hebben we met uw raad de afspraak gemaakt dat de grondexploitaties tweemaal per jaar (maart en september/oktober) worden geactualiseerd en ter besluitvorming aan u worden voorgelegd. Voor de cijfers in deze paragraaf maken we gebruik van de resultaten van de actualisatie naar de peildatum 1 december 2014 die op 31 maart 2015 door uw raad zijn vastgesteld. Bij de raadsbehandeling van oktober 2015 ontvangt uw raad de actualisatie van de grondexploitaties per 1 juli 2015. Planningtechnisch is het niet mogelijk om die laatste actualisatie te koppelen met het opstellen van de begroting.
Prestatieafspraken Wooninc De prestatieafspraken van 2014 zijn voortgezet in 2015. In 2016 worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Te zijner tijd gaan we bij de actualisatie van de grondexploitaties in op de nieuwe prestatieafspraken.
Grondpolitiek In februari 2013 heeft uw raad geopteerd voor faciliterende grondpolitiek. Hierbij laten we het ontwikkelen van nieuwe grondexploitaties en het daarmee verband houdend risico over aan marktpartijen, waarbij wij randvoorwaarden stellen inzake de ruimtelijke ordening en inrichting van het openbaar gebied. Dit in tegenstelling tot actieve grondpolitiek waarbij de gemeente zelf gronden verwerft, deze bouwrijp maakt en vervolgens verkoopt. De ontwikkeling van bedrijventerrein De Scheper gebeurt op basis van actieve grondpolitiek. Via de stapvoor-stap methode ontwikkelen we een kavel als de afzet van de grond verzekerd is. Het afzetrisico voor de gemeente is hierbij nihil. In september 2014 heeft uw raad besloten om voor De Reep te kiezen voor actieve grondpolitiek, omdat marktpartijen zelf geen mogelijkheid zien om deze ontwikkeling positief af te sluiten. De ontwikkeling van De Reep is dermate belangrijk dat we bereid zijn om met verlies deze exploitatie te draaien.
Grondprijzen De gemeente is in principe vrij om de grondprijzen naar eigen inzicht vast te stellen. Daarbij wordt uiteraard rekening gehouden met de financieel – economische omstandigheden zoals de huizenmarkt, rentevoet en 119
beleid van de ons omliggende gemeenten.
De gemeenten die deel uitmaken van het Stedelijk Gebied Eindhoven hebben een convenant afgesloten. Voor het aspect grondexploitatie is daarin vastgelegd dat de gemeenten naar buiten optreden “als waren zij één gemeente”. Om deze doelstelling te bereiken wordt – binnen de juridische mogelijkheden – gestreefd naar een gezamenlijke grondprijssystematiek. Voor het onderdeel werken / bedrijventerreinen zijn voor iedere locatie op basis van een uniforme berekeningswijze minimum en maximum prijzen berekend. De gemeente is vrij om binnen deze bandbreedten en tot een maximale overschrijding (naar beneden of naar boven) van 10% de grondprijzen zonder voorafgaand overleg of motivering vast te stellen. Bij grotere verschillen is afgesproken dat de betreffende gemeente motiveert waarom de afwijking naar haar mening gerechtvaardigd is. Op dit moment is een discussie gaande over het mogelijk instellen van een regionaal vereveningsfonds voor de bedrijventerreinen zodat gemeenten die van dit beleid nadeel ondervinden een financiële compensatie kunnen krijgen. In een volgende update van deze paragraaf komen we hierop terug.
Voor het onderdeel wonen is een gezamenlijke grondprijsproblematiek aanzienlijk lastiger. Op grond van onderzoeken moeten hier nog verdere standpunten over worden ingenomen.
Een aantal gemeenten doet de raad jaarlijks een voorstel over grondprijzen voor het daarop volgende jaar. Bij het opstellen van deze begroting hanteren wij de bedragen die opgenomen zijn in de laatst vastgestelde nota grondbeleid. We merken dat de bedragen en marges die daarin zijn opgenomen in de praktijk geen problemen opleveren. Bij de volgende begroting nemen wij in het kader van samenwerking met andere gemeenten hun werkwijze over en leggen wij uw raad bij de begroting jaarlijks een voorstel voor over grondprijzen.
Scenario’s In de afgelopen 2½ jaar hebben wij bij de woningbouwlocaties drie scenario’s doorgerekend zodat bij wijzigende omstandigheden de effecten snel inzichtelijk zijn. Vanuit deze scenario’s (reëel scenario, kritisch scenario en negatief scenario) is tevens invulling gegeven aan het risicomanagement. De scenario’s zijn – kort gezegd - gebaseerd op het uitgangspunt dat gronden voor vrije sectorbouw lastiger te verkopen zijn dan voor sociale woningbouw en dat daardoor bij die eerste categorie sprake is van grotere risico’s. De huidige praktijk toont dit verschil in risico niet aan. Zoals al is aangegeven in ons raadsvoorstel bij de actualisatie van de grondexploitaties van december 2014 / raadsbehandeling maart 2015 is gekozen voor een andere benadering waarbij per complex de risico’s in beeld zijn gebracht en gekwantificeerd
Componenten gemeentelijke grondexploitatie In onze gemeente omvat de grondexploitatie van oudsher de volgende vier componenten: (erf)pachtgronden, verspreide percelen/strategische aankopen, nog niet in exploitatie genomen gronden en gronden in exploitatie/onderhanden werken. In 2014 zijn alle verspreide percelen/strategische aankopen overgebracht naar de algemene dienst. De grondexploitatie bevat nu nog drie onderdelen, waarvan gronden in exploitatie verreweg het belangrijkste is. 120
Wat gaan wij in 2016 doen? (Erf)pachtgronden: We beheren deze gronden op de wijze zoals afgelopen jaren is gebeurd.
Verspreide percelen / strategische aankopen (algemene dienst): Deze gronden zijn ondergebracht bij de algemene dienst. Geleidelijk stoten we gronden die niet nodig zijn voor ontwikkelingen af. Dit om geen overaanbod op de markt te creëren en gespreide inkomsten te realiseren voor de gemeente. Nieuwe contracten sluiten we af conform de wettelijke kaders van Wet Markt en Overheid en de kaders uit ons Vastgoedbeleid.
Niet in exploitatie genomen gronden: Haagakkers II: De projectontwikkelaar van H2O heeft in 2015 een volgende fase in verkoop gebracht. De zes woningen in deze fase zijn verkocht onder voorbehoud. Het prijsniveau van de woningen ligt ruim onder de regionaal vastgestelde sociale koopprijs. De ontwikkelaar is diverse scenario’s voor het vervolg aan het onderzoeken waaronder de bouw van huurwoningen en CPO. Binnen deze locatie hebben we geen gronden in eigendom. Wel is met de projectontwikkelaar een overeenkomst gesloten op grond waarvan deze bedragen aan de gemeente verschuldigd is. De betaling van de vastgelegde bijdragen geschiedt naar rato van de voortgang van de ontwikkeling.
Leefdael: De grond is in eigendom van Wooninc. Het is nog niet duidelijk welke ontwikkeling er in de toekomst wordt gerealiseerd. Voorlopig is deze grond nog in gebruik als parkeerplaats.
Gronden in exploitatie / onderhanden werken: We hebben momenteel zeven lopende exploitaties. Vijf daarvan betreffen woningbouw : De Hille 2006, Lubberstraat, Moorland-Oost, De Reep en Tamboer. Daarnaast kennen we twee bedrijventerreinen. Westfields bedrijvenpark fase I voor (boven)regionale bedrijven en De Scheper 2(a/b/c) waarbij we via de stap-voor-stap methode gronden verkopen aan meer lokale partijen.
De Hille 2006: De sociale huur- en koopwoningen alsmede de vrije bouwkavels uit de eerste en tweede fase zijn verkocht. De sociale woningen zijn gereed en met de vrije sectorwoningen is een aanvang gemaakt. Er zijn nog drie fasen te ontwikkelen. Voor een vervolgfase is Wooninc. een plan aan het ontwikkelen en daarnaast wordt er een gedeelte ingezet voor geliberaliseerde huurwoningen. Voor de fase met geliberaliseerde huurwoningen wordt in 2015 een aanbesteding uitgeschreven. In 2016 wordt onderzocht op welke wijze de laatste fase ingevuld kan worden.
Lubberstraat: Voor het gemeentelijk eigendom in fase 1 hebben we een ontwikkelende partij op het oog. We gaan ervan uit dat we in 2016 kunnen starten met de bouw van de 8 woningen op deze grond. De Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte heeft in de 1e fase nog 1 kavel in de verkoop. In 2016 starten we de e
ruimtelijke procedure om de ontwikkeling van de 2 fase mogelijk te maken. Naast 6 Ruimte voor Ruimtee
woningen, willen we daar een 2 CPO-ontwikkeling mogelijk maken.
Moorland-Oost: Fase 3 en 4 zijn afgenomen door Wooninc. en in aanbouw genomen. De onderhandelingen 121
over de vervolgfase met 19 sociale huurappartementen, 10 grondgebonden huurwoningen, 3 sociale koopwoningen en 12 vrije sector koopwoningen zijn gestart. De aanbesteding voor een fase met geliberaliseerde huurwoningen wordt in 2015 uitgeschreven.
Tamboer: Het grootste deel van dit plan is inmiddels ontwikkeld: op 2 vrije kavels na zijn alle 35 woningen gerealiseerd en verkocht/verhuurd. Het plan is in zijn geheel woonrijp gemaakt. Het is in eerste instantie de bedoeling geweest om deze exploitatie per 31 december 2015 af te sluiten. Bij de actualisatie van juli 2015 wordt voorgesteld om deze exploitatie vanwege de twee nog te verkopen kavels een jaar later af te sluiten, namelijk per 31 december 2016.
Westfields bedrijvenpark, fase I: Om de ontwikkeling van fase I vlot te trekken hebben we een aantal maatregelen genomen. In 2013 is de ontsluitingsweg richting de A-58 (de Erica) heringericht en hebben we de entree van het terrein fysiek vorm gegeven. In 2014 hebben we de acquisitiewerkzaamheden weer opgepakt en zijn gestart met een proces om het profiel gewijzigd te krijgen van “modern gemengd” naar “logistiek”. In samenspraak met de collega’s van het stedelijk gebied wordt eind 2015 een finaal besluit hierover genomen middels het bijgestelde regionale programma voor de bedrijventerreinen. Voor het afdekken van het financiele risico en het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van de Brainport hebben we een substantieel deel van de gronden tijdelijk verhuurd (tot 1 januari 2019). Westfields is gericht op de regionale markt en maakt onderdeel uit van het gebied dat dé economische motor vormt van de regio: de zogenaamde Westflank. Hier vindt een concentratie plaats van functies die van belang zijn voor de ontwikkeling van de Brainport. De ontwikkeling van een (duurzame) luchthaven, internationale school, stad-land verbindingen (groene corridor), bedrijventerreinen met verschillende profielen (GDC, Parkforum, Habraken, Westfields) en campussen (Health en Innovatie) zijn cruciaal voor onze toekomst. Met de ontwikkeling van Westfields dragen we bij aan het economisch klimaat in de regio.
Bedrijventerrein De Scheper 2(a/b/c): Begin 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met de zogenaamde “stap voor stap”-methode voor de ontwikkeling van dit lokale bedrijventerrein. Dit betekent, dat we pas een deel van het terrein gaan ontwikkelen zodra daar concreet vraag naar is. We hebben inmiddels twee concree
te stappen gezet c.q. percelen verkocht en zijn bezig met de 3 stap. Ter voorkoming van leegstand op de bestaande bedrijventerreinen worden er geen kleine kavels meer verkocht op dit bedrijventerrein maar verwezen naar de bestaande markt.
Wat kost het Voor het opstellen van de begrotingscijfers 2016 hebben we de actualisatie van de exploitatieopzetten per december 2014 als basis gebruikt voor de ramingen van het onderdeel lopende grondexploitaties. Uw raad heeft de actualisatie grondexploitaties december 2014 behandeld in de raadsvergadering van maart 2015. Voor de andere componenten (verspreide percelen en nog niet in exploitatie genomen gronden) hebben we de ramingen opgesteld op basis van de algemene uitgangspunten van de begroting 2016. De mutaties in de diverse reserves en voorzieningen voor het onderdeel grondexploitatie hebben we van de hiervoor genoemde gegevens afgeleid. Uitgangspunt is dat de grondexploitatie een gesloten systeem kent. Het saldo van de lasten en baten van de 122
lopende complexen wordt bijgeschreven op de boekwaarde. Bij de overige componenten is bijschrijving niet meer toegestaan. Die lasten en baten verrekenen wij via specifieke reserves en voorzieningen grondexploitatie, waarbij de risicoreserve het belangrijkste is. De totale baten en lasten, rekening houdende met mutaties in de reserves, moeten op € 0,00 uitkomen. Financiële gevolgen die meegenomen zijn in de begroting 2016. Verderop in deze paragraaf enkele tabellen met cijfers die meegenomen zijn in de begroting 2016. Overzicht lasten en baten grondexploitatie 2016 Complex
Lasten
Div baten
Afsl compl
Saldo
Verr Boekw
Reserve
Erfpachtgronden
1.454
2.649
-1.195
-1.195
NIEGG Haagakkers De Scheper II Ekerschot-Noord Leefdael Totaal NIEGG
93.260 5.832 4.298 3.480 106.870
91.258 1.339 526 93.123
2.002 4.493 3.772 3.480 13.747
2.002 4.493 3.772 3.480 13.747
Onderhanden werk en De Hille 2006 Lubberstraat Moorland De Reep De Scheper 2 (a/b/c) Tamboer Westfields I Totaal onderh werk
36.439 134.519 144.917 73.478 345.221 0 1.893.640 2.628.214
702.500 1.364.884 1.008.725 349.867 340.000 0 4.449.060 8.215.036
451.526
-666.061 -1.230.365 -863.808 -342.645 523.003 0 -2.555.420 -5.135.296
666.061 1.230.365 863.808 342.645 -523.003 0 2.555.420 5.135.296
0
Totaal
2.736.538
8.310.808
451.526
-5.122.744
5.135.296
12.552
-66.256 517.782
Op basis van deze cijfers (conform actualisatie december 2014, vastgesteld door de raad in maart 2015) verwachten we over 2016 ruim € 5,1 miljoen meer baten dan lasten. In vrijwel alle exploitaties zijn (forse) grondverkopen gepland. Het saldo wordt verrekend met de boekwaarden van de verschillende complexen, die daardoor dalen. Dat is een gunstige ontwikkeling, een lage(re) boekwaarde betekent minder risico voor de toekomst. De netto – lasten van de NIEGG’s (niet in exploitatie genomen gronden) € 13.747,- c.q. de netto – baten van de erfpachtgronden € 1.195,- worden verrekend met de risicoreserve.
123
Overzicht verloop boekwaarde 2016 en prognoses resultaten bij afsluiting complex Boekwaarde gronden Complex
Boekwaarde 01-01-2016
Mutaties 2016
Boekwaarde 31-12-2016
Erfpachtgronden
56.354
0
56.354
NIEGG Haagakkers De Scheper II Ekerschot-Noord Leefdael Totaal NIEGG
0 194.508 166.570 0 361.078
0 0 0 0 0
0 194.508 166.570 0 361.078
-1.155.071 2.437.055 1.978.833 342.645 -523.003 11.347.001 14.427.460
-666.061 -1.230.365 -863.808 -342.645 523.003 -2.555.420 -5.135.296
-1.821.132 1.206.690 1.115.025 0 0 8.791.581 9.292.164
349.867 522.776 872.643
349.867 349.867
0 522.776 522.776
Totaal balans
13.972.249
-5.485.163
9.186.820
Waarvan gronden Waarvan voorraden
56.354 13.915.895
0 -5.485.163
56.354 9.130.466
Onderhanden werk en De Hille 2006 Lubberstraat Moorland De Reep De Scheper 2 (a/b/c) Westfields I Totaal onderhanden werk In mindering tbv balanswaard Voorziening De Reep Voorziening Lubberstraat Totaal voorzieningen
Prognose bij afsluiting
Prognose bij Datum afsluiting afsluiting in € afsluiting
positief negatief positief
2.130.412522.776 1.334.836-
31-12-2017 31-12-2018 31-12-2020
positief
1.518.293-
31-12-2019
4.460.765-
Uitgaande van een boekwaarde van € 8,8 miljoen per 31 december 2016 voor onderhanden werk en een totale prognose van € 4,5 miljoen positief moet tot eind 2020 nog voor netto € 13,3 miljoen grond verkocht worden (of andere inkomsten worden gegenereerd). Om voor de grondexploitatie uit de rode cijfers te blijven moet minimaal de boekwaarde van € 8,8 miljoen worden goedgemaakt met inkomsten / verkopen. Nadrukkelijk bij deze tabel de opmerking dat zich bij Westfields I zodanige ontwikkelingen voordoen die tot heel andere uitkomsten kunnen leiden.
Overzicht reserves en voorzieningen In de primitieve begroting 2016 zijn voor de grondexploitatie de volgende reserves en voorzieningen opgenomen.
124
Verloop reserves en voorzieningen 2016 Omschrijving Boekwaarde Vermeerderingen Verminderingen 1-1-2016 2016 2016 Fonds bovenwijkse voorzieningen Risicoreserve Ontsluitingsweg Haagakkers Voorziening Tamboer Voorziening Lubberstraat Voorziening De Reep Totaal-Generaal
596.228 2.715.125 200.000
18.131 496.557
0 522.776 349.867 4.383.996
514.688
15.201
Boekwaarde 31-12-2016 614.359 3.196.481 200.000
349.867
0 522.776 0
365.068
4.533.616
Scenario’s Reëel scenario: Dit scenario is gelijk aan de uitkomsten van de actualisaties. Bij complexen waar een negatief resultaat wordt verwacht is tot dat bedrag een voorziening getroffen. Dit betreft nu nog de Lubberstraat en De Reep. De voorziening voor de Tamboer wordt in 2015 ingezet om het tekort op het complex af te dekken (volgens de planning van de actualisatie zou dit complex in 2015 worden afgesloten).
Kritisch scenario: De risicoreserve moet voldoende zijn om dit scenario op te kunnen vangen. Bij de laatste actualisatie zijn de volgende concrete risico’s genoemd: Minder opbrengst De Hille problematiek te weinig parkeerplaatsen
€
50.000,-
Minder opbrengst Moorland problematiek te weinig parkeerplaatsen
€
156.250,-
Lagere opbrengst twee kavels Tamboer
€
193.350,-
Rapportage Fakton Westfields I op één na meest ongunstige variant
€ 1.440,590,-
Totaal
€ 1.840.190,-
Negatief scenario: Betreft uitsluitend de meest negatieve variant voor Westfields I, gebaseerd op de rapportage van Fakton. Bedrag van € 1.680.990,- is meegenomen bij de berekening van het weerstandsvermogen.
Risicoreserve: Verreweg de belangrijkste reserve voor de grondexploitatie vormt de risicoreserve. Hiena geven wij inzicht in het opbouw en het verloop van de risicoreserve met een doorkijk tot en met 2020. We gaan daarbij uit van de cijfers van de begroting 2016 en houden rekening met het kritische scenario.
125
Berekening vrije ruimte risicoreserve Toevoeging
Onttrekking
Beschikbaar per 1 januari 2016 Gereserveerde bedragen: Erfpachtsgronden NIEGG Parkeerproblematiek De Hille Parkeerproblematiek Moorland Afwaardering twee kavels Tamboer Westfields I Resultaat De Scheper II C Totaal reserveringen Vrije ruimte in risicoreserve
2.715.125
13.397 1.449
454.244 469.090
7.270 80.900 50.000 156.250 193.350 1.440.590 1.928.360 1.459.270 1.255.855
Naast deze vrije ruimte per eind 2016 verwachten we de komende jaren nog positieve resultaten van lopende complexen, zoals bijvoorbeeld De Hille. Deze resultaten worden toegevoegd aan de risicoreserve als het complex wordt afgesloten met een positief resultaat. Daarmee wordt de vrije ruimte in de risicoreserve nog verder verhoogd. In de meerjarenbegroting en de reservepositie volgens bijlage 2 is wel rekening gehouden met deze toevoegingen. Een uitzondering betreft Westfields I, de ontwikkelingen bij dat complex zijn dermate moeilijk te voorspellen dat we uit oogpunt van solide beleid de nu berekende winst niet meenemen in onze ramingen.
126
FINANCIËLE BEGROTING
127
128
1. MEERJARENRAMING 2016-2019
1.1 Inleiding en uitgangspunten
1.2 Resultaat (meerjaren) begroting 2016-2019
1.3 Toelichting afwijkingen t.o.v. Kadernota 2016 op onderdelen
1.4 Toelichting invulling taakstellingen
1.5 Toelichting onderdeel risico’s
1.6 Afwijkingen t.o.v. uitgangspunten Kadernota 2016
1.7 Reserves en voorzieningen
1.8 “Winstwaarschuwing”
1.9.1
Recapitulatiestaat meerjarenbegroting 2016 – 2019 op basis van programma-indeling
1.9.2
Recapitulatiestaat meerjarenbegroting 2016 – 2019 op basis van categoriale indeling
129
1.1 Inleiding en uitgangspunten
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 190 van de Gemeentewet bieden wij u hierbij aan de meerjarenraming voor de periode 2017 tot en met 2019. Het doel van de meerjarenraming is het zichtbaar maken van de ruimte (in positieve of negatieve zin), die voor de komende jaren verwacht mag worden, om daarop het beleid voor die periode te kunnen afstemmen.
Met behulp van die budgetruimteberekeningen is het mogelijk te komen tot het opstellen van concrete beleidsdoelstellingen voor genoemde periode. De meerjarenraming is de eerste schakel om te komen tot een totaal meerjarig beeld. De opzet van de ramingen is gebaseerd op een aantal uitgangspunten, die hieronder beknopt worden weergegeven.
Algemeen De ontwerpbegroting 2016 vormt de basis voor de meerjarenraming. In deze meerjarenbegroting zijn de vastgestelde raadskaders, de Agenda van Oirschot en de Kadernota 2016 verwerkt. Verder is uitgegaan van het aanvaarde beleid wat wil zeggen dat het gevoerde beleid voor de komende jaren wordt doorgetrokken en dat de budgettaire gevolgen van in het verleden genomen beslissingen in de meerjarenraming zijn verdisconteerd.
Rente Met ingang van 2014 zijn we afgestapt van de methodiek van de omslagrente. Concreet betekent dit dat alleen de werkelijke rentekosten drukken op de begroting en we geen rente meer toerekenen aan investeringen en reserves.
Kapitaallasten We hebben rekening gehouden met de wegvallende kapitaallasten als gevolg van afgeschreven investeringen. Net als in voorgaande jaren stellen we bij de begrotingsvaststelling op 27 oktober 2015 voor alleen de investeringen 2016 voor Riolering beschikbaar te stellen. Dit betekent dat voor de andere investeringen in de loop van 2016 aparte voorstellen aan de raad worden gedaan.
Gemeenschappelijke regelingen Bij de raming van uitgaven op grond van gemeenschappelijke regelingen hebben we ons gebaseerd op de begroting van de betreffende instellingen.
Loon- en prijsstijgingen Voor de raming van de loonstijging zijn we uitgegaan van een inschatting van de te verwachten loonsverhoging op basis van de nog af te sluiten CAO voor gemeenteambtenaren. Concreet betekent dit een salarisverhoging van 2% voor 2016 en 1% voor de meerjarenraming. Zoals toegelicht bij het onderdeel Financiële begroting wijken we hiermee voor 2016 enigszins af van de uitgangspunten uit de Kadernota 2016, waarvoor ook voor 2016 een percentage van 1% is opgenomen.
130
Subsidies De subsidies zijn bevroren op het uitgavenniveau van de begroting 2015. Verder heeft het college zoals verderop toegelicht in het kader van het dekkingsplan en de taakstellingen uit de begroting, enkele subsidies verlaagd.
Huuropbrengsten De verschuldigde huur wegens gebruik van gemeentelijke accommodaties is met 3% verhoogd.
Uitgaven/inkomsten ISD De ramingen in Programma 2 Zorg, werkgelegenheid en participatie zijn gebaseerd op de gegevens die ISD de Kempen heeft aangeleverd. Belastingen
Afvalstoffenheffing Uitgangspunt voor de meerjarenbegroting is dat een kostendekkend tarief wordt gehanteerd. Dit sluit ook aan bij hetgeen hierover in de Kadernota 2016 is opgenomen, waarbij tevens het uitgangspunt is dat de tarieven niet meer dan trendmatig stijgen. Het tarief bestaat uit het vastrecht (ter dekking van de vaste kosten) en een ledigingstarief (voor de variabele kosten). Bij de doorrekening van de kosten is duidelijk geworden dat de ledigingstarieven in 2016 fors moeten stijgen. In een raadsinformatiebrief hebben wij u over de oorzaken hiervan geïnformeerd.
Rioolheffing Ook op dit terrein geldt dat de dekking 100% moet zijn (dus ook hier een kostendekkend tarief) wat aansluit bij de uitgangspunten uit de Kadernota 2016. Bij het opstellen van de begroting 2016 is uitgegaan van de herberekening van de tarieven op basis van het VGRP (Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan) dat op 23 juni 2015 vastgesteld (looptijd 2015-2019). Op basis van dit besluit zijn de tarieven verhoogd met 3,75%. Daarbij is ook de stand van de egalisatiereserve in meerjarenperspectief beoordeeld.
Onroerende zaakbelastingen In de meerjarenbegroting 2017-2019 is, op basis van de uitgangspunten uit de Kadernota 2016 rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van 1,75%.
Overige belastingen
Toeristen-en forensenbelasting In de meerjarenbegroting 2017-2019 is, conform de uitgangspunten van de Kadernota 2016, voor de gehele periode rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van 1,75%.
131
Aantal inwoners en aantal woonruimten In de meerjarenbegroting 2017-2019 hebben we rekening gehouden met de volgende aantallen inwoners en woonruimten.
Peildatum
Aantal
Aantal
inwoners
woonruimten
1-1-2015
18.079
7.291
1-1-2016
18.143
7.355
1-1-2017
18.215
7.427
1-1-2018
18.366
7.578
1-1-2019
18.510
7.722
Algemene uitkering De algemene uitkering is geraamd op basis van de informatie uit de “mei-circulaire 2015” van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 30 mei 2015, kenmerk 2015-0000299186. In de raadsinformatiebrief van 23 juni 2015 hebben we u uitgebreid geïnformeerd over de gevolgen van deze circulaire voor de komende jaren. e
De september-circulaire 2015 nemen we mee bij de begrotingsbehandeling en verwerken we in de 1 begrotingswijziging 2016.
Onvoorziene uitgaven In de uitgangspunten bij de Kadernota 2016 is opgenomen dat voor de post "onvoorziene uitgaven" een bedrag van € 5 per inwoner wordt opgenomen ter dekking van eenmalige uitgaven. In het dekkingsplan bij de begroting 2016-2019 stelt het college voor deze post gefaseerd af te bouwen vanuit de gedachte dat deze raming bij een strikt begrotingsbeheer niet noodzakelijk is.
132
1.2 Resultaat (meerjaren)begroting 2016-2019
Het startpunt van de financiële begroting 2016-2019 vormen de begroting 2015, de meerjarenraming 20162018 (inclusief de bijbehorende begrotingswijzigingen) en de Kadernota 2016. De Kadernota 2016 is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 mei 2015. Op basis van de aangeboden Kadernota 2016 bedroegen de verwachte saldi voor de begroting 2016-2019: 2016 € 156.000 voordelig 2017 € 57.000 nadelig 2018 € 159.000 nadelig 2019 € 60.000 voordelig
De Kadernota 2016 is vervolgens in juni 2015 (globaal) doorgerekend waarbij de uitkomsten op 9 juni 2015 zijn toegelicht in de werkgroep Planning en Control. Na doorrekening van de vastgestelde Kadernota was het uitgangspunt bij opstellen van de conceptbegroting 2016-2019 als volgt: 2016 € 165.023 voordelig 2017 € 33.101 voordelig 2018 € 82.075 nadelig 2019 € 104.760 voordelig Deze laatste saldi zijn voor het college het vertrekpunt geweest voor het opstellen van de conceptbegroting 2016-2019. De doelstelling van het college hierbij is te komen tot een structureel sluitende meerjarenbegroting waarbij de jaarlijks terugkerende lasten worden gedekt door jaarlijks terugkerende baten. Financieel solide beleid dus. Een structureel en reëel sluitende begroting is een voorwaarde van de provincie om in aanmerking te komen voor repressief toezicht. Bij het opstellen van de conceptbegroting heeft het college, aansluitend bij hetgeen hierover in de Kadernota 2016 is opgenomen, ook nadrukkelijk de taakstellingen en de risico’s uit de huidige meerjarenbegroting 2015-2018 betrokken. Zoals in onderstaande tabellen is toegelicht heeft dit ertoe geleid dat het college u een conceptbegroting 2016-2019 kan aanbieden: 1.
die met uitzondering van het begrotingsjaar 2018 over de gehele periode een positief saldo laat zien;
2.
waarin de risico’s die zijn genoemd in de Kadernota 2016 financieel zijn vertaald en verwerkt;
3.
waarin de taakstellingen uit de huidige begroting zoals genoemd in de Kadernota 2016 voor 2016 zijn ingevuld en voor 2017 en volgende jaren voor een gedeelte;
4.
waarin de structurele lasten worden gedekt door structurele baten zodat voldaan wordt aan het criterium voor repressief toezicht (structureel sluitende begroting).
Om u een helder beeld te geven hoe het college vanuit het vertrekpunt van doorrekening van de Kadernota 2016 is gekomen tot de saldi van de conceptbegroting 2016-2019, hebben we dit bij punt 1.3 toegelicht. Bij punt 1.4 lichten we toe welke bedragen voor de onderdelen taakstellingen in de voorliggende conceptbegroting zijn meegenomen. Bij punt 1.5 geven we aan hoe we hierbij zijn omgegaan met de risico’s. Daarna geven we bij punt 1.6 aan op welke onderdelen we bij de uitwerking van de Kadernota 2016 zijn afgeweken van de uitgangspunten bij de Kadernota 2016. We sluiten dit onderdeel van de financiële begroting af met
133
twee overzichten. Het eerste overzicht bevat alle lasten en baten bezien vanuit de programmabegroting, het tweede overzicht bezien vanuit de categoriale indeling (kosten- en opbrengstsoorten).
SALDI 2016-2019 NÀ DOORREKENING KADERNOTA 2016
2016
2017
2018
2019
-109.000
-40.000
-1.000
-222.000
voordelig
voordelig
voordelig
voordelig
-47.000
97.000
160.000
162.000
voordelig
nadelig
nadelig
nadelig
-156.000
57.000
159.000
-60.000
voordelig
nadelig
nadelig
voordelig
50.000
50.000
50.000
50.000
-Motie quickscan basisschool de Beerzen
15.000
0
0
0
-Bijdrage Skobos quickscan basisschool de Beerzen
-7.500
0
0
0
Thema 4 Veranderingen in zorg en welzijn, communicatie Wijzer
10.000
-352.523
-230.101
-321.225
-396.760
0
-150.000
-150.000
-150.000
Prijstijging
50.000
100.000
150.000
200.000
Rentenadeel door lagere rente naar grex
26.000
-60.000
-5.700
52.000
Raming vervanging personeel ivm ziekte
200.000
200.000
200.000
200.000
-9.023
-90.101
-76.925
-44.760
-165.023
-33.101
82.075
-104.760
-969
-103
118
240
-165.992
-33.204
82.193
-104.520
voordelig
Voordelig
nadelig
voordelig
A. Saldo vóór vaststelling Kadernota 2016 Saldo begroting 2016-2019 bij Kadernota 2016 (tabel blz 10)
Structurele doorwerking Burap mei 2015
Saldi 2015-2019 inclusief structurele doorwerking Burap mei 2015
A
B. Wijzigingen i.v.m. globale doorrekening Kadernota 2016 Financiële consequenties bij kaders uit de thema's: Thema 1 Economie en bedrijvigheid, Evaluatie centrummanagement Thema 3 Duurzame leefomgeving:
Algemene uitkering a. gevolgen voor begroting b. stelpost verwachte hogere uitkering restant 2e fase groot onderhoud)
Subtotaal globale doorrekening
Indicatie saldo 2016-2019 conform doorrekening Kadernota Afrondingsverschillen
B
A+B C
Indicatie saldo begroting 2016-2019 nà Burap en Kadernota (met volledige invulling van de bestande taakstellingen en exclusief de bekende risico's)
A t/m C
NB In alle tabellen zijn positieve bedragen nadelen en negatieve bedragen (“-“) voordelen
De saldi uit bovenstaande tabel (€ 165.992 positief voor 2016) zijn voor het college het vertrekpunt geweest bij het opstellen van de conceptbegroting 2016-2019. De conceptbegroting 2016-2019 bieden wij u aan met een positief saldo voor 2016 van € 145.645. In onderstaande tabel hebben we voor u op hoofdlijnen gespecificeerd hoe het college vanuit de saldi nà de Kadernota 2016 is gekomen tot de saldi uit de conceptbegroting 2016-2019. Aansluitend is per onderdeel een korte toelichting op de afwijking gegeven. 134
Saldi 2016-2019 conceptbegroting 2016-2019
2016
2017
2018
2019
-165.992
-33.204
82.193
-104.520
voordelig
voordelig
nadelig
voordelig
100.320
81.070
41.535
-17.065
-116.389
-139.228
-162.468
-266.967
93.296
90.691
34.539
80.679
2d Rijksbijdragen sociaal domein
-311.845
-454.898
-387.908
-338.103
2e Mutatie reserve t.b.v. saldo sociaal domein
-132.224
138.851
182.779
193.017
-66.192
-210.615
-259.894
-259.704
2g Salarissen
17.066
104.326
161.754
214.210
2h Subsidies
-36.844
-13.661
-13.595
-15.875
2i Huren en pachten
-11.009
-101.805
-102.727
-120.659
2j Leges
151.969
248.508
248.508
333.335
-275.399
78.360
78.360
128.360
168.746
100.000
100.000
100.000
72.926
60.776
26.004
-75.086
3a Activiteitenplan, onderdeel nieuwe exploitatieposten
421.260
37.500
67.500
-12.500
3b Activiteitenplan, onderdeel investeringen
-55.334
-49.947
-43.267
-33.025
-145.645
-63.276
53.313
-193.903
voordelig
voordelig
nadelig
voordelig
1 Saldo 2016-2019 op basis van doorrekening Kadernota 2016
2 Wijzigingen bestaand beleid 2a Verbonden partijen 2b Belastingopbrengsten 2c Doorberekening interne uren naar grex en riolering
2f Mutatie stelposten
2k Mutatie reserves 2l Stelposten 2m Overige afwijkingen (per saldo)
3 Wijzigingen beleid
Saldo 2016 - 2019 inclusief dekkingsplan
NB In alle tabellen zijn positieve bedragen nadelen en negatieve bedragen (“-“) voordelen
1.3
Toelichting afwijkingen t.o.v. Kadernota 2016 op onderdelen
1 Saldo 2016-2019 op basis van doorrekening Kadernota 2016
2016
2017
2018
2019
-165.992
-33.204
82.193
-104.520
De bedragen genoemd bij “saldo 2016-2019” zijn, afgezien van een afrondingsverschil opgenomen in de Kadernota 2016 en de gepresenteerde doorrekening van de Kadernota 2016.
135
2a Verbonden partijen
2016
2017
2018
2019
100.320
81.070
41.535
-17.065
De kosten van verbonden partijen zijn, zeker de eerste jaren, hoger doordat we de hogere bijdrage aan de GRSK die was opgenomen onder de risico’s genoemd in de Kadernota (totaal € 98.389) nu hebben meegenomen. Op basis van de onlangs ontvangen doorrekening betekent het vervallen van de geraamde bezuiniging op ambitie en het vervallen van het batig saldo bij de GRSK voor Oirschot een verhoging van de bijdrage van € 84.742 voor 2016. Verder zijn er op basis van de begrotingen van de verschillende verbonden partijen zoals behandeld in de raadsvergadering van 26 mei 2015 kleine afwijkingen t.o.v. vorig jaar waarbij met name voor 2019 de kosten van andere verbonden partijen dalen. Voor 2016 betekent het totaal € 100.320 meerkosten.
2b Belastingopbrengsten
2016
2017
2018
2019
-116.389
-139.228
-162.468
-266.967
Door een hogere waarde van het totaal onroerend goed is er, inclusief de cumulatieve doorwerking van de trendmatige stijging een hogere OZB-opbrengst (voor 2016 € 110.751). Voor een gedeelte wordt deze meeropbrengst gecorrigeerd door een hogere korting in de algemene uitkering. Verder is de opbrengst van toeristenbelasting € 13.138 hoger en de opbrengst van de forensenbelasting € 7.500 lager dan eerder geraamd.
2c Doorberekening interne uren naar grex en riolering
2016
2017
2018
2019
93.296
90.691
34.539
80.679
Aan de verschillende producten binnen de begroting worden interne uren doorbelast. Hierbij zijn de onderdelen huishoudelijk afval, riolering en grondexploitatie (grex) “producten” waarbij de saldi van deze producten voor de begroting budgettair neutraal zijn. Wanneer in enig jaar op basis van de capaciteitsplanningen meer of minder uren aan deze onderdelen worden toegerekend dan geraamd heeft dit wel gevolgen voor de Algemene dienst. Op basis van de meest recente actualisatie van de grex worden minder uren doorbelast naar de grex. Voor het onderdeel riolering worden meer uren doorbelast. Per saldo is het echter nog een nadeel wat voor 2016 € 93.296 bedraagt.
2d Rijksbijdragen domein
2016
2017
2018
2019
-311.845
-454.898
-387.908
-338.103
In de raadsinformatiebrief over de gevolgen van de meicirculaire 2015 (d.d. 23 juni 2015) hebben we behalve de gevolgen voor de algemene uitkering ook de gevolgen voor het Sociaal domein (rijksbijdrage) toegelicht. De gevolgen voor de algemene uitkering zijn vervolgens meegenomen in de doorrekening van de Kadernota 2016 (voor 2016 € 352.523, zie tabel doorrekening Kadernota). Voor het onderdeel Sociaal domein hebben we de wijzigingen niet meegenomen in de doorrekening. Dit omdat: •
het geheel van het Sociaal domein de eerste 3 jaren (2015-2017) voor de gemeente budgettair neutraal 136
verloopt door inzet in de eerste jaren van de bestemmingsreserve; •
de begroting van de kosten van het Sociaal domein toen nog niet bekend was.
In het huidige saldo van de begroting (saldo € 145.645 positief) zijn deze wel meegenomen en bedraagt het saldo van het Sociaal domein voor de exploitatiebegroting 2016 in totaal € 311.500 nadelig (zie ook toelichting onder 2e Mutatie reserve sociaal domein).
2e Mutatie reserve t.b.v. saldo sociaal domein
2016
2017
2018
2019
-132.224
138.851
182.779
193.017
In de raadsvergadering van 26 mei 2015 is het Meerjarenperspectief Sociaal domein vastgesteld. In dit voorstel is in beeld gebracht wat, op basis van de toen bekende cijfers de nadelen voor 2016 en volgende zijn. Voor 2016 bedroeg het verwachte nadeel € 179.276. Op basis van de doorrekening van de cijfers voor de conceptbegroting 2016-2019 bedraagt het tekort voor 2016 € 311.500 oftewel € 132.224 meer. Aansluitend op hetgeen onder 2d is toegelicht komt het meerdere ten laste van de bestemmingsreserve.
2f Mutatie stelposten
2016
2017
2018
2019
-66.192
-210.615
-259.894
-259.704
De afwijkingen op dit onderdeel worden enerzijds veroorzaakt door het vervallen van stelposten binnen het Sociaal domein (voor 2016 totaal € 3.233 nadelig). Anderzijds betreft het voor 2016 de bezuiniging op de post onvoorzien (voor 2016 besparing van € 69.425). Het resultaat voor 2017 en volgende jaren is hoger omdat dan ook de gefaseerde verlaging van de kosten van vervanging personeel i.v.m. ziekte wordt doorgevoerd (besparing uiteindelijk € 100.000 per jaar) en de verdere verlaging van de post onvoorzien.
2g Salarissen
2016
2017
2018
2019
17.066
104.326
161.754
214.210
In het onderdeel salarissen is een structurele stijging van 2% voor 2016 en 1% voor 2017 en volgende meegenomen. Voor 2016 wijken we hiermee af van de uitgangspunten uit de Kadernota 2016 waar een structurele stijging van 1% werd voorzien (zie ook afwijkingen uitgangspunten Kadernota op blz. 12). De reden dat we voor 2016 hiervan afwijken is het gegeven dat op basis van de cao-onderhandelingen bij het rijk een percentage van 1% te laag is ingeschat. Voor 2016 betekent 2% stijging van de loonkosten € 128.200. Omdat voor 2016 ook een aantal bezuinigingen op personele kosten zijn doorgevoerd (met name het feit dat er geen overwerkvergoeding meer wordt gegeven en bij enkele vrijkomende functies voor een andere invulling wordt gekozen) blijft de verhoging van de kosten voor 2016 per saldo beperkt tot € 17.066.
137
2h Subsidies
2016
2017
2018
2019
-36.844
-13.661
-13.595
-15.875
Op het onderdeel gezondheidsbeleid is een lagere subsidie van € 2.000 doorgevoerd en een verschuiving in de kosten van subsidies van € 11.656 naar andere begrotingsposten, totaal dus € 13.656.Verder is bij het invullen van de taakstelling Subsidies en bijdragen een bezuiniging op de subsidies doorgevoerd van in totaal € 73.188 voor 2016. Dit is enerzijds de verlaging van de kosten van rugzakjes muziekonderwijs van € 27.125 en een € 46.063 korting op overige subsidies. Voor 2016 was op dit onderdeel een taakstelling van € 50.000 zodat € 23.188 meer is ingevuld. Dit meerdere is ingezet in het dekkingsplan zodat dit op dit onderdeel voor 2016 op € 36.844 uitkomt (€ 13.656 + € 23.188).
2i Huren en pachten
2016
2017
2018
2019
-11.009
-101.805
-102.727
-120.659
In het dekkingsplan is vanaf 2017 een raming opgenomen voor opbrengst huur van vrijgekomen gemeentelijk vastgoed (voor 2017 € 92.083 en vanaf 2018 structureel € 92.500). Het restant van het verschil (voor 2016 € 11.009 voordelig) is het saldo van de afwijkingen op alle huren en pachten uit de begroting in totaal.
2j Leges
2016
2017
2018
2019
151.969
248.508
248.508
333.335
Op het onderdeel legesopbrengsten zijn t.o.v. de huidige begroting forse afwijkingen. Voor een gedeelte komt dit doordat het college hogere opbrengst door kostendekkende tarieven voor 2016 gedeeltelijk en voor 2017 en volgende jaren geheel corrigeert. Deze hogere opbrengst is ook onder de risico’s in de Kadernota 2016 genoemd. Het college komt tot deze correctie omdat: • de raad heeft besloten niet te kiezen voor 100% kostendekkendheid maar voor 75%; • gebleken is dat een aantal kosten niet verhaalbaar zijn in de leges; • de tendens is dat door wijziging van de regelgeving minder vergunningen nodig zijn; • voor een aantal producten gelden van rijkswege maximumtarieven. • De evaluatie in 2016 zo blanco kan worden uitgevoerd. Het college acht het niet reëel dat de hogere opbrengst wordt gerealiseerd. De correctie op dit onderdeel betekent voor 2016 een nadeel van € 139.617 en voor 2017 en volgende jaren een nadeel van € 236.156). Voor 2019 is het nadeel € 97.179 hoger als gevolg van het besluit van het kabinet dat de geldigheid van persoonsdocumenten (ID-kaarten en paspoorten) vanaf 2014 10 jaar is i.p.v. 5 jaar waardoor de opbrengst vanaf 2019 extra daalt. Het restant van het verschil (voor 2016 € 12.352 nadelig) is de afwijking op de opbrengst van de leges in totaal voor alle producten. Het totale nadeel voor 2016 komt hiermee op € 151.969.
138
2k Mutatie reserves
2016
2017
2018
2019
-275.399
78.360
78.360
128.360
In 2016 wordt per saldo € 275.399 meer uit de reserves gehaald. Dit betreft enerzijds een incidentele beschikking over de reserves van € 403.760 voor de volgende nieuwe exploitatieposten: • Onderzoek bruggen € 25.000 voor 2016 (algemene reserve) • Fysieke leefbaarheidsprojecten € 50.000 voor de jaren 2016 t/m 2018 (reserve FSL) • Kosten signaleren en karteren BAG/WOZ € 28.760 voor 2016 (algemene reserve) • Diverse kosten Groot Bijstervelt 1 halfjaar 2016 € 300.000 (algemene reserve) e
Verder is de storting in de reserve Wegen en Groen op basis van het beheerplan vanaf 2016 structureel € 135.389 hoger. Tot slot nog enkele kleine afwijkingen tot een bedrag van € 7.028. Voor 2016 betekent het voorgaande per saldo een voordelige beïnvloeding op dit onderdeel van € 275.399.
2l Stelposten
2016
2017
2018
2019
168.746
100.000
100.000
100.000
Zoals aangegeven en toegelicht bij het onderdeel “Invulling taakstellingen” zijn bij het opstellen van het dekkingsplan bij de begroting 2016-2019 ook de taakstellingen betrokken. Dit heeft er toe geleid dat deze voor een gedeelte zijn ingevuld waardoor de raming die hiervoor was opgenomen wijzigt. Voor het onderdeel Taakstelling bezuinigingen 2012 betekent het dat deze volledig is ingevuld en komt te vervallen. Tegenover het nadeel van het vervallen van de raming op dit onderdeel (structureel € 100.000) staan diverse verlagingen op andere onderdelen. Per saldo betekent het geen beïnvloeding van het saldo van de begroting. Verder heeft het college m.b.t. de taakstelling Beheer sportaccommodaties besloten het restant voor 2016 (€ 68.746) te laten vervallen. Dit omdat de bezuinigingen niet eerder dan in 2017 kunnen worden ingevuld.
3a Activiteitenplan, onderdeel nieuwe exploitatieposten
2016
2017
2018
2019
421.260
37.500
67.500
-12.500
In de conceptbegroting heeft het college enkele nieuwe exploitatieposten opgenomen. Los van de dekking van deze uitgaven (de incidentele posten worden zoals toegelicht onder “2k Mutatie reserves” (blz. 7) ten laste van de reserves gebracht) betekent dit voor 2016 € 436.260 meerkosten. Verder is op de post Meerkosten centrummanagement in het dekkingsplan een bezuiniging meegenomen van structureel € 15.000. Voor 2016 leidt dit per saldo op dit onderdeel ten opzichte van de doorrekening van de Kadernota 2016 tot een extra uitgaaf van € 421.260.
3b Activiteitenplan, onderdeel investeringen
2016
2017
2018
2019
-55.334
-49.947
-43.267
-33.025
In de conceptbegroting zijn zoals gebruikelijk de voorgenomen investeringen voor de komende jaren meegenomen. In het dekkingsplan is door het college de (algemene) raming voor vervangingsinvesteringen ge139
schrapt (voor 2016 een voordeel van € 30.000) en zijn enkele investeringen in de tijd verschoven dan wel vervallen (voor 2016 een voordeel van € 19.354) Tot slot zijn de bedragen voor enkele investeringen gewijzigd wat voor 2016 een voordeel van € 5.980 ten opzichte van de huidige begroting betekent. Opgeteld leidt dit voor 2016 tot een totaal voordeel van € 55.334.
1.4 Toelichting invulling taakstellingen Inleiding Bij onderdeel 1.2 Resultaat meerjarenraming 2016-2019 hebben we aangegeven dat we bij het opstellen van het dekkingsplan nadrukkelijk de taakstellingen uit de huidige meerjarenbegroting 2015-2018 hebben betrokken. Omdat deze taakstellingen al in de huidige meerjarenbegroting zijn opgenomen heeft het college bij het dekkingsplan een onderscheid gemaakt tussen dekkingsvoorstellen die doorwerken in het saldo van de begroting en dekkingsvoorstellen waarmee we de geraamde taakstellingen geheel of gedeeltelijk invullen. Voor de volledigheid: het invullen van de ramingen van de taakstellingen heeft per saldo geen invloed op de begroting omdat tegenover de wijziging van de raming op de producten de aframing (het geheel of gedeeltelijk vervallen) van de post Taakstellingen staat. Alleen in die gevallen waarbij een groter bedrag aan invulling taakstellingen wordt gerealiseerd heeft dit gevolgen voor het dekkingsplan.
In de toelichting op het dekkingsplan hebben we per onderdeel gespecificeerd hoe we zijn gekomen tot de saldi van de conceptbegroting 2016-2019 (voor 2016 € 145.645 positief). In onderstaande toelichting gaan we nader in op de invulling van de taakstellingen zoals het college deze in deze begroting heeft verwerkt. Ook gaan we in op het vervolg van de invulling van het restant van de taakstellingen.
In te vullen taakstellingen op basis van de begroting 2015-2018 Zoals ook aangegeven in de Kadernota 2016 bedraagt het totaal van de opgenomen taakstellingen € 225.535 in 2016 oplopend tot structureel € 625.535 vanaf 2019 gespecificeerd als volgt:
In te vullen taakstellingen o.b.v. de begroting 2015 Begroting begroting begroting begroting 2016
2017
2018
2019
Nog in te vullen taakstellingen Nog te realiseren bezuinigingen (2012)
A
100.000
100.000
100.000
100.000
Heroriëntatie verantwoordelijkheden gemeente
B
0
100.000
150.000
250.000
Beheer sportaccommodaties
C
75.535
75.535
75.535
75.535
Heroriëntatie subsidies en bijdragen
D
50.000
100.000
150.000
200.000
225.535
375.535
475.535
625.535
Totaal nog in te vullen taakstellingen
140
Ingevulde taakstellingen bij conceptbegroting 2016-2019 In onderstaande tabellen hebben we per taakstelling gespecificeerd tot welke bedragen de taakstellingen in de conceptbegroting 2016-2019 zijn ingevuld. Het betreft zowel lagere uitgaven als verhoging van de inkomsten. De verwerkte posten zijn in de tabellen in een aantal “groepen” samengevat.
Specificatie verwerkte posten taakstelling A / Nog te realiseren bezuinigingen (2012) begroting begroting begroting begroting 2016
2017
2018
2019
-15.000
-15.000
-15.000
-15.000
-2.500
-2.500
-2.500
-2.500
Activiteitenplan, onderdeel investeringen
-19.354
-11.164
-4.608
-4.608
Verwerkte posten onderdeel bedrijfsvoering:
-80.714
-86.713
-86.713
-101.713
Overige verwerkte voorstellen:
-95.686
-210.808
-211.980
-212.700
-213.254
-326.185
-320.801
-336.521
100.000
100.000
100.000
100.000
-113.254
-226.185
-220.801
-236.521
0
0
0
0
Nieuwe exploitatieposten uit doorrekening Kadernota Activiteitenplan, onderdeel exploitatieposten tlv bestaande budgetten
Totaal verwerkte posten taakstelling A In te vullen taakstelling A
A
Surplus (ingezet in dekkingsplan begroting 2016 - 2019) Resteert nog in te vullen voor 2017 e.v.
Specificatie verwerkte posten taakstelling B / Heroriëntatie verantwoordelijkheden gemeente begroting
begroting
begroting
Begroting
2016
2017
2018
2019
Verwerkte posten onderdeel bedrijfsvoering:
0
-23.000
-23.000
-23.000
Overige verwerkte voorstellen:
0
-22.108
-22.303
-22.502
Totaal verwerkte posten taakstelling B
0
-45.108
-45.303
-45.502
0
100.000
150.000
250.000
0
54.892
104.697
204.498
In te vullen taakstelling B
B
Resteert nog in te vullen voor 2017 e.v.
Specificatie verwerkte posten taakstelling C / Beheer sportaccommodaties Begroting begroting begroting Begroting 2016 Overige verwerkte voorstellen:
2017
-6.789
2018
2019
-6.789
-6.789
-6.789
Incidenteel aframen i.v.m. bezuinigingen op langere termijn
-68.746
Totaal verwerkte posten taakstelling C
-75.535
-6.789
-6.789
-6.789
75.535
75.535
75.535
75.535
0
68.746
68.746
68.746
In te vullen taakstelling C Resteert nog in te vullen voor 2017 e.v.
C
141
Specificatie verwerkte posten taakstelling D / Heroriëntatie subsidies en bijdragen Begroting begroting begroting begroting 2016
2017
2018
2019
Overige verwerkte voorstellen:
-73.188
-89.045
-89.045
-89.045
Totaal verwerkte posten taakstelling D
-73.188
-89.045
-89.045
-89.045
50.000
100.000
150.000
200.000
10.955
60.955
110.955
In te vullen taakstelling D
D
-23.188
Surplus 2016 (ingezet in dekkingsplan begroting 2016)
0
Resteert nog in te vullen voor 2017 e.v.
Samenvatting verwerkte posten in taakstellingen totaal Begroting begroting begroting begroting 2016
2017
2018
2019
Totaal nog in te vullen taakstellingen
A t/m D
225.535
375.535
475.535
625.535
Totaal verwerkte voorstellen
A t/m D
-361.977
-467.127
-461.938
-477.857
Inzet surplus onderdeel A in dekkingsplan
A
113.254
226.185
220.801
236.521
Inzet surplus 2016 onderdeel D in dekkingsplan
D
23.188 134.593
234.398
384.199
0
Blijft over nog in te vullen
Blijft over nog in te vullen taakstellingen 2017 e.v. gespecificeerd per taakstelling begroting
begroting
2016
2017
begroting begroting 2018
2019
Nog te realiseren bezuinigingen (2012)
A
0
0
0
0
Heroriëntatie verantwoordelijkheden gemeente
B
0
54.892
104.697
204.498
Beheer sportaccommodaties
C
0
68.746
68.746
68.746
Heroriëntatie subsidies en bijdragen
D
0
10.955
60.955
110.955
0
134.593
234.398
384.199
Totaal nog in te vullen taakstellingen voor 2017 e.v.
1.5 Toelichting onderdeel risico’s
a.
Risico’s genoemd in de Kadernota 2016
In de Kadernota 2016 hebben we bij het onderdeel Risicoparagraaf (blz 17) enkele risico’s genoemd waarvan de financiële gevolgen nog niet in de huidige begroting zijn verwerkt. De volgende tabel is hiervoor in de Kadernota opgenomen: 142
2015
2016
2017
2018
2019
318.668 vanaf 2016
0
60.547
60.547
60.547
60.547
2. Realisatie batig saldo GRSK € 222.598 vanaf 2016
0
37.842
37.842
37.842
37.842
106.42
186.15
236.15
236.15
236.15
0
6
6
6
6
106.42
284.54
334.54
334.54
334.54
0
5
5
5
5
1. Invulling stelpost bezuiniging ambitie GRSK €
3. Invulling hogere opbrengst leges door kostendekkende tarieven
Bij het opstellen van de conceptbegroting 2016-2019 hebben we deze risico’s nadrukkelijk nader bezien. Voor het onderdeel GRSK (onderdelen 1 en 2 uit de tabel, totaal risico € 98.389) hebben we onlangs de doorrekening hiervan ontvangen. Op basis hiervan is duidelijk dat de meerkosten voor Oirschot voor 2016 € 84.742 bedragen. Deze hebben we in de conceptbegroting als hogere kosten meegenomen (zie ook de toelichting bij onderdeel 2a). Voor onderdeel 3, hogere opbrengst leges door kostendekkende tarieven hebben we bij onderdeel 2j toegelicht dat het niet reëel is te verwachten dat deze opbrengst gerealiseerd wordt. Om die reden hebben we deze voor 2016 gedeeltelijk en vanaf 2017 en volgende geheel afgeraamd. Met de opname van bovenstaande posten in de reguliere begroting zijn deze posten geen risico’s meer.
b.
Risico Sociaal domein
Een risico dat we apart willen benoemen is het risico bij het Sociaal domein. In de raadsvergadering van 26 mei 2015 is het meerjarig financieel perspectief van het Sociaal domein 2015-2018 vastgesteld. Onderdeel van de besluitvorming was het instellen van een bestemmingsreserve van € 1,5 miljoen ter dekking van het nadelig saldo gedurende de eerste drie jaren. Uitgangspunt hierbij is dat de taken na drie jaar kunnen worden uitgevoerd. In de voorliggende conceptbegroting hebben we voor de gehele periode van de komende meerjarenbegroting nog een nadelig saldo (zij het aflopend tot € 20.944 in 2020) waarbij inzet van de reserve is geraamd.
Verder is bekend dat in de ramingen rekening is gehouden met een bezuiniging op de kosten van 10% (totaal € 300.000) door preventieve werking van het generalistenteam. Hoewel op dit moment nog niet duidelijk wat de kostenontwikkeling valt ons voor 2015 al wel het volgende op: •
Circa 60% van de verwijzingen voor Jeugdhulp gebeurt door huisartsen en is daardoor niet beïnvloedbaar;
•
In verband met het overgangsrecht van de geïndiceerden Jeugdhulp en WMO gaat het merendeel van de herindicaties (en de daarbij verwachte goedkopere zorg) pas in per 1 januari 2016.
Voor 2015 verwachten we dan ook dat de geraamde besparing van 10% niet wordt gehaald wat tot een hoger tekort op het totaal van het Sociaal domein leidt. In het najaar worden het generalisten en specialistenteam geëvalueerd; dit kan leiden tot aanpassingen die een (positief) effect op de meerjarenbegroting kunnen
143
hebben. Duidelijk is wel dat het nog een uitdaging is om de taken op termijn binnen de beschikbare budgetten uit te voeren waarbij niemand tussen wal en schip valt.
Conclusies onderdelen taakstellingen en risico’s Met betrekking tot bovenstaande tabellen over de taakstellingen en de risico’s blijkt dat: 1.
Voor de verschillende taakstellingen in de conceptbegroting 2016-2019 voor een totaalbedrag aan € 361.977 voor 2016 (oplopend tot € 477.857 in 2019) wordt ingevuld;
2.
De opgenomen posten zowel verlaging van kosten als verhoging van de inkomsten betreffen;
3.
Het surplus bij de invulling van taakstelling A is ingezet in het dekkingsplan bij de conceptbegroting (voor 2016 € 113.254 oplopend tot € 236.521 voor 2019);
4.
Het surplus bij de invulling van taakstelling D (Subsidies en bijdragen) voor 2016 € 23.188 bedraagt wat eveneens is ingezet in het dekkingsplan bij de conceptbegroting;
5.
De taakstellingen voor 2016 zijn ingevuld (ook belangrijk voor provincie als toezichthouder);
6.
De in de Kadernota genoemde risico’s tot een bedrag oplopend tot € 334.545 structureel zijn meegenomen in de conceptbegroting 2016-2019 en hiermee dus als risico kunnen vervallen.
7.
Er nog twee opgaven resteren te weten: • Het restant van de bestaande taakstellingen uit de begroting, die op basis van de conceptbegroting 2016-2019 nog € 134.593 bedraagt voor 2017 oplopend tot € 384.199 vanaf 2019; • Voor het onderdeel Sociaal domein is de opgave om (1) de besparing van 10% (afgerond € 300.000) op de kosten van de nieuwe taken te realiseren en (2) de taken binnen 3 jaar uit te voeren binnen de beschikbare budgetten.
Vervolg Over de invulling van deze twee opgaven inclusief toepassing van burgerparticipatie willen we graag met u de discussie aangaan.
1.6 Toelichting op afwijkingen t.o.v. uitgangspunten Kadernota 2016 In de Kadernota 2016 heeft de raad voor de voorbereiding van de conceptbegroting door het college onder andere een aantal technische uitgangspunten vastgesteld. Omdat het college op onderdelen hiervan heeft afgeweken willen we dit onderstaand nader toelichten.
a.
Percentage loonstijging
Voor loonstijging is in de Kadernota 2016 een percentage van jaarlijks 1% opgenomen. Bij de uitwerking van de conceptbegroting heeft het college op basis van de verwachtingen voor 2016 hiervan afgeweken en voor 2016 2% aangehouden. In de meerjarenbegroting 2017-2019 is 1% aangehouden. Ter informatie: Het percentage van 2% voor 2016 sluit ook aan bij de verwachting zoals neergelegd in de meicirculaire 2015 van de algemene uitkering. In de begrotingscirculaire van de provincie voor de begroting 2016 is aangegeven dat (in het kader van het reëel ramen) ervan uit wordt gegaan dat deze percentages gevolgd worden.
b.
Raming post onvoorzien
Voor onvoorzien is in de Kadernota 2016 een jaarlijks bedrag van € 5 per inwoner opgenomen.
144
Bij de uitwerking van de conceptbegroting heeft het college bij het invullen van de taakstellingen een bezuiniging op deze post toegepast. Concreet stelt het college voor deze post gefaseerd af te bouwen. Het college is van mening dat een post onvoorzien bij een strikt begrotingsbeheer niet noodzakelijk is. Op basis van de voorschriften is het aan de raad om de omvang van de post onvoorzien te bepalen.
c.
Percentage prijsstijging
In de Kadernota 2016 is voor prijsstijging een percentage van jaarlijks 0,5% opgenomen. Dit percentage is ook door het college gehanteerd bij het opstellen van de conceptbegroting. De reden dat we dit hier toch vermelden is dat (analoog aan hetgeen we onder a bij de loonstijging hebben vermeld) in de meicirculaire 2015 voor 2016 een percentage van 0,8% is genoemd en voor 2017 e.v. 0,5%. Voor 2016 wijken we hier dus (minimaal) vanaf. Gelet op de minimale afwijking stelt het college voor dit te handhaven.
d.
Tarieven afvalstoffenheffing 2016
In de Kadernota is voor de afvalstoffenheffing gesteld dat deze kostendekkend moet zijn, waarbij het uitgangspunt is dat de tarieven niet meer dan trendmatig stijgen. Bij het opstellen van de conceptbegroting komen we echter tot de conclusie dat de ledigingstarieven fors moeten stijgen. Hierover bent u via een raadsinformatiebrief geïnformeerd.
1.7 Reserves en voorzieningen
In de “Nota actualisatie reserves en voorzieningen”, die in de raadsvergadering van 21 oktober 2014 door uw raad is vastgesteld, zijn de doelstellingen en uitgangspunten voor de verschillende reserves en voorzieningen vastgelegd en zijn een aantal voorstellen tot aanpassing gedaan.
1.8 “Winstwaarschuwing”
Een meerjarenraming is gebaseerd op verwachtingen die soms aanzienlijke onzekerheidsmarges bevatten. In het bijzonder moet worden gedacht aan de rijksuitkeringen. Aan de ramingen hiervan kan geen enkel recht worden ontleend. Nogmaals wordt benadrukt dat een meerjarenraming niet meer kan zijn dan een globale aanwijzing van de verwachte ontwikkelingen op grond van thans bestaande inzichten. De meerjarenraming vormt een flexibel geheel, dat altijd aangepast kan worden aan gewijzigd beleid of anderszins.
1.9 Recapitulatiestaat meerjarenraming 2016-2019 Het beeld voorde komende vier jaren ziet er uit zoals weergegeven in de twee tabellen op de volgende pagina’s. De eerste tabel (1.9.1) bezien vanuit de programma’s, de tweede (1.9.2) vanuit categorieën kostensoorten en opbrengstsoorten.
145
1.9.1. Lasten en baten programma's 2016 – 2019 op basis van programma’s
Omschrijving programma
1 Onderwijs 2 Zorg, werkgelegenheid en participatie 3 Ruimte, bouwen en wonen 4 Economie
Bedragen x € 1.000
2016 Lasten Baten
1.813
2017 Lasten
118
1.787
13.408
1.848
13.433
12.321
Baten
2018 Lasten
Baten
2019 Lasten
Baten
111
1.781
113
1.781
114
13.016
1.777
12.747
1.778
12.579
1.779
10.183
11.097
6.656
5.194
11.088
10.157 13
379
13
378
13
378
13
378
5 Veiligheid en handhaving
1.610
62
1.612
63
1.596
65
1.597
65
6 Openbaar gebied
5.909
3.418
6.128
3.486
6.081
3.442
6.137
3.507
7 Cultuur en Sport
2.890
582
2.704
665
2.705
680
2.631
694
919
46
914
43
865
43
896
43
8.551
5.807
8.596
5.777
8.639
5.787
8.670
5.688
394
7.157
430
7.097
474
6.973
523
6.962
49.306
31.372
45.748
30.129
41.922
24.088
46.280
29.022
8 Vitaal landelijk gebied 9 Bestuur 10 Financiën Totaal programma's Omschrijving algemene dekkingsmiddelen: Lokale heffingen Algemene uitkeringen Dividend Saldo financieringsfunctie
Onvoorzien Totaal Generaal
5.905
6.007
6.112
12.871
12.760
12.901
5 427
Overige alg. dekkingsmiddelen Totaal dekkingsmiddelen
5.804 12.974
5 460
63 427
18.846
23 49.756
Gerealiseerd totaal van saldo baten en lasten
63 460
18.844
0 50.218
5 438
46.208
0 438
18.772
0 48.973
5 421
42.360
0 421
19.018
0 42.860
46.701
48.040
-462
-2.765
-500
-1.339
-462
-2.765
-500
-1.339
Toevoeging/onttrekking aan reserves: 1 Onderwijs 2 Zorg, werkgelegenheid en participatie
0
0
0
0
0
0
0
0
0
312
0
124
0
85
0
75
570
315
2.221
13
3
171
375
13
4 Economie
0
0
0
0
0
0
0
0
5 Veiligheid en handhaving
0
0
0
0
0
0
0
0
888
25
888
0
888
0
888
0
0
263
0
82
0
81
0
0
17
40
17
65
17
18
17
47
0
29
0
0
0
0
0
0
215
390
0
140
0
0
0
0
1.690
1.374
3.126
424
908
355
1.280
135
3 Ruimte, bouwen en wonen
6 Openbaar gebied 7 Cultuur en Sport 8 Vitaal landelijk gebied 9 Bestuur 10 Financiën
Totaal mutaties reserves Gerealiseerde resultaat
-146
-63
53
-194
voordelig
voordelig
nadelig
voordelig
146
1.9.2. Exploitatie-overzicht programma's 2016 - 2019 op basis van categoriale indeling Cat.
Omschrijving categorie
0.0 1.1 2.1 2.3 3.0 3.1 3.3.1 3.3.3
Niet in te delen lasten Loonbetalingen en sociale premies Werkelijk betaalde rente Afschrijvingen Personeel van derden Energie Kosten algemene plannen Overige aankopen en uitbestedingen duurzame goederen Betaalde belastingen Betaalde pachten en erfpachten Aankopen niet duurzame goederen en diensten Inkomensoverdrachten aan het Rijk Sociale uitkeringen in geld Sociale verstrekkingen in natura aan personen Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen Totaal lasten
3.4.1 3.4.2 3.4.3 4.1.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.3.2 6.0 6.1 6.3
0.0 2.1.1 2.1.2 3.2.1 3.2.2 3.3.1 3.3.2 3.4 4.0.1 4.0.2 4.1.1 4.1.2 4.2.1 4.2.2 4.3.2 6.0 6.1 6.3
Niet in te delen baten Werkelijk ontvangen rente Winstuitkeringen Huren Pachten Opbrengst van grondverkopen Overige verkopen van duurzame goederen Overige goederen en diensten Belastingen op producenten Belasting op inkomen van gezinnen Inkomensoverdracht van het Rijk Vermogensoverdracht van het Rijk Baten met betrekking tot vergoeding en verhaal sociale uitkeringen Overige inkomensoverdrachten van overheid (nietRijk) Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen Totaal baten Saldo begroting
Bedragen x € 1.000
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Begroot 2019
980 6.584 1.074 1.755 128 381 154
772 6.665 998 1.505 128 380 104
859 6.708 931 1.469 128 380 85
882 6.761 864 1.436 128 380 75
1.780 233 17 5.452 120 50 614 13.820 2.483
1.144 231 8 5.374 120 50 614 13.481 2.511
921 231 8 5.247 120 50 614 13.184 2.513
1.007 231 8 5.301 73 50 614 13.013 2.511
59 2.025 2.410 8.318 48.437
50 3.448 2.020 6.375 45.978
50 1.229 1.916 3.177 39.819
50 1.601 1.816 7.665 44.465
-8 -2 -5 -1.121 -127 -7.509 -1 -2.909 -6.085 -1.036 -21.822 -3
-135 -2 -5 -1.232 -125 -5.903 -1 -2.845 -6.197 -1.087 -21.522 0
-234 -3 -5 -1.252 -126 -2.133 -1 -2.835 -6.311 -1.153 -21.131 0
-384 -3 -5 -911 -127 -7.660 -1 -2.747 -6.428 -1.196 -21.112 0
-300
-300
-300
-300
-18
-3
-8
-8
-91 -1.912 -2.410 -3.226 -48.583
-109 -619 -2.050 -3.906 -46.041
0 -938 -1.968 -1.367 -39.766
0 -211 -1.883 -1.684 -44.659
-146 voordelig
-63 voordelig
53 nadelig
-194 voordelig
147
148
2. Budgetautorisatie
Op het navolgende overzicht treft u de budgetten per begrotingsprogramma aan. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. Het overzicht toont het abstractieniveau waarop in het kader van de dualisering de raad de begrotingsbudgetten autoriseert. Binnen deze budgetten is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Noodzakelijke mutaties op deze budgetten in de loop van het dienstjaar zullen aan uw raad worden voorgelegd. Het college stelt een productraming 2016 vast waarin de programmabegroting wordt uitgewerkt. In de productraming is het autorisatieniveau opgenomen voor de ambtelijke organisatie.
149
Lasten programma's
Rekening Begroting Begroting 2014 2015 2016
Bedragen x € 1000 Meerjarenbegroting 2017 2018 2019
Totalen per programma 1. Onderwijs 2. Zorg, werkgelegenheid en participatie 1 3. Ruimte, bouwen en wonen ) 4. Economie 5. Veiligheid en handhaving 6. Openbaar gebied 7. Cultuur en Sport 8. Vitaal landelijk gebied 9. Bestuur 10. Financiën
2.091
1.956
1.813
1.787
1.781
1.781
10.413 21.304 319 1.481 8.914 3.787 1.821 5.040 5.839
16.760 13.800 348 1.552 8.954 3.136 7.644 5.520 1.520
13.408 14.003 379 1.610 6.797 2.890 936 8.978 632
13.016 12.404 378 1.612 7.016 2.704 931 9.056 430
12.747 6.659 378 1.596 6.969 2.705 882 9.077 474
12.579 11.463 378 1.597 7.025 2.631 913 9.091 523
Totaal lasten
61.009
61.190
51.446
49.334
43.268
47.981
Baten programma's
Rekening Begroting Begroting 2014 2015 2016
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019
Totalen per programma 1. Onderwijs 2. Zorg, werkgelegenheid en participatie 1 3. Ruimte, bouwen en wonen ) 4. Economie 5. Veiligheid en handhaving 6. Openbaar gebied 7. Cultuur en Sport 8. Vitaal landelijk gebied 9. Bestuur 10. Financiën
-452
-208
-118
-111
-113
-114
-6.293 -19.596 -13 -99 -5.876 -1.681 -1.014 -640 -24.566
-4.588 -12.240 -21 -60 -5.735 -1.720 -6.801 -2.365 -27.435
-2.160 -12.636 -13 -62 -3.443 -845 -86 -5.836 -26.393
-1.901 -11.110 -13 -63 -3.486 -747 -108 -5.777 -26.081
-1.863 -5.365 -13 -65 -3.442 -761 -61 -5.787 -25.745
-1.854 -10.170 -13 -65 -3.507 -694 -90 -5.688 -25.980
Totaal baten
-60.230
-61.173
-51.592
-49.397
-43.215
-48.175
779
17
-146
-63
53
-194
Exploitatieresultaat
1 ) Het verloop van de baten en lasten van dit programma wordt sterk beïnvloed door de grondexploitatie.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Oirschot in zijn openbare vergadering van 27 oktober 2015
Han Struijs Griffier
Ruud Severijns voorzitter
150
151
152
Bijlagen
153
154
Bijlage 1: Kerngegevens
Werkelijk Raming 1-1-2015 1-1-2016 Sociale bevolkingssamenstelling Aantal inwoners 0 tot en met 19 jaar 20 tot en met 64 jaar 65 tot en met 74 jaar 75 tot en met 84 jaar 85 jaar en ouder
18.079 4.091 10.520 2.027 1.067 374
18.143 4.328 10.571 1.852 1.060 332
Aantal uitkeringsontvangers IOAW IOAZ Militairen WSW-ers WAJONG WAO WAZ WWB Bijzondere bijstand
816 16 1 11 165 123 333 21 95 51
815 15 1 11 164 122 333 21 103 45
Aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen in sociale werkgemeenschappen
130
131
Aantal leerlingen basisonderwijs openbaar onderwijs bijzonder onderwijs
1.514 244 1.270
1.462 229 1.233
Aantal leerlingen voortgezet onderwijs
1.137
1.173
10.285 111 10
10.177 108 10
6.951 1.000
6.976 1.012
340 328 6 6
340 328 6 6
Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (in ha.) waarvan binnenwater historische dorpskern Aantal woningen waarvan sociale verhuur Overige woonruimten Aantal recreatiewoningen Capaciteit bijzondere woongebouwen wooneenheden
155
Werkelijk Raming 1-1-2015 1-1-2016 Infrastructuur Lengte van wegen buiten de bebouwde kom (in km.) Lengte van wegen binnen de bebouwde kom (in km.) Lengte van de fietspaden (in km.) Lengte van de waterwegen (in km.) Lengte van de bermen (in km.) Lengte van de onverharde wegen (in km.) Openbaar groen (in ha) Sportaccommodaties (in ha) Bossen in eigendom (in ha.) Natuurterrein (in ha.) Lengte van de vrijvervalriolering (in km.) Lengte van de druk- en vacuümriolering (in km.) Aansluitingen
159 71 57 30 368 82 49 26 300 11
159 72 58 30 368 84 48 25 300 11
94 140 7.874
94 140 7.971
109 94,36
112 94,58
61.011 60.232
51.446 51.592
-779
146
4.532 1.205 1.097 12.522 63.653 38.997 28.987
5.804 1.318 1.272 11.927 64.087 32.059 27.297
Personeelssamenstelling aantal medewerkers aantal formatieplaatsen
Financiële structuur (in duizenden euro’s) Resultaten Totaal lasten Totaal baten Saldo Opbrengst belastingen Opbrengst rioolrechten Opbrengst afvalstoffenheffing Algemene uitkering gemeentefonds Vaste activa Reserves, fondsen en voorzieningen Schuldrestant geldleningen
156
Bijlage 2: Specificatie saldi reserves en voorzieningen
Specificatie verloop saldi reserves (saldi per 31 december) Volgnr. Omschrijving
910.102 910.103
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
1. Algemene reserves Algemene reserve Reserve weerstandsvermogen en risicobeheersing
4.431.528 3.650.000
3.475.240 3.865.000
3.449.222 3.865.000
3.481.700 3.865.000
3.426.387 3.865.000
Sub-totaal 1
8.081.528
7.340.240
7.314.222
7.346.700
7.291.387
0 19.840 104.237 0 10.401 8.161.722 3.170.287 1.503.446 824.895 7.014 1.129.573 14.931.415
0 19.840 80.953 0 10.401 8.161.722 3.175.199 1.503.446 1.713.339 7.014 818.073 15.489.987
0 19.840 32.127 0 10.401 8.161.722 3.190.512 1.503.446 426.125 7.014 694.013 14.045.200
0 19.840 31.619 0 10.401 8.161.722 3.140.512 1.503.446 351.249 7.014 608.966 13.834.769
0 19.840 1.223 372.330 10.401 8.161.722 3.140.512 1.503.446 408.373 7.014 533.687 14.158.548
2. Bestemmingsreserves
910.201 910.204 910.223 910.236 910.237 910.240 910.241 910.243 910.244 910.247 910.248
2.1 Algemene Dienst Verbetering infra-structuur Reserve kunst en cultuur Speelterreinen Groenfonds Reserve buitengebied in ontwikkeling Volkshuisvestingsfonds gemeente Oirschot Reserve fysieke en sociale leefbaarheid Reserve Startersleningen SVN Reserve beheerplan wegen en groen Reserve landschapsfonds Reserve sociaal domein Sub-totaal overige bestemmingsreserves
910.401 910.402 910.405
2.2 Grondexploitatie: Fonds toekomstige voorzieningen Risicoreserve Nog aan te kopen gronden Sub-totaal 2.2
596.228 2.715.125 200.000 3.511.354
614.359 3.196.481 200.000 4.010.841
635.924 5.317.818 200.000 6.153.742
635.924 5.287.092 62.291 5.985.307
635.924 5.276.599 62.291 5.974.814
3. Voorzieningen 3.1 Algemene dienst Onderhoud sportaccommodaties Groot onderhoud sportvelden Multi-funktioneel gebouw Middelbeers Onderhoud openbare gebouwen Onderhoud diverse bezittingen Onderhoud gebouwen basisonderwijs Voorziening verplichtingen oud-werknemers Voorz. Volkshuisvesting Oirschot Voorziening huishoudelijk afval Voorziening riolering Sub-totaal 3.1
336.228 232.459 32.597 269.807 163.909 18.000 2.123.609 62.500 107.420 1.315.335 4.661.863
344.295 245.765 19.748 92.315 13.913 18.000 1.976.478 62.500 90.322 1.143.941 4.007.276
180.779 173.839 0 179.720 48.728 18.000 1.856.354 62.500 65.622 973.678 3.559.220
54.103 111.295 11.547 182.988 54.444 18.000 1.778.938 62.500 41.200 937.084 3.252.099
144.448 12.715 26.845 198.036 92.627 18.000 1.730.702 62.500 14.423 888.929 3.189.225
0 349.867 522.776 872.643
0 0 522.776 522.776
0
0
0
522.776 522.776
0 0
0 0
32.058.803
31.371.120
31.595.160
30.418.875
30.613.974
910.501 910.502 910.504 910.505 910.506 910.509 910.526 910.529 910.530 910.531
910.542 910.543 910.546
3.2 Grondexploitatie Voorziening Tamboer Voorziening de Reep Voorziening Lubberstraat subtotaal voorzieningen grondexploitatie TOTAAL-GENERAAL
157
158
Bijlage 3: Specificatie stortingen en beschikkingen reserves en voorzieningen Omschrijving
Storting
Beschikking
1. Reserves van de algemene dienst 1.1. Algemene reserves Algemene reserve (910.102) Kosten Groot-Bijstervelt 1e halfjaar Kosten onderzoek kunstwerken / bruggen Activa 130040/Bijdrage overkapping zwembad Activa 270102/Herdenkingsmonument bevrijding Oirschot Activa 270101/Face-lift sportvloer sporthal De Klep Activa 230117/Sportcentrum de Kemmer 29 sept 2009 Signaleren en carteren luchtfoto's BAG / WOZ Aanvulling res weerstandsverm en risicobeheersing (*) Vrijval suppletie alg uitkering 1e fase
Reserve weerstandsvermogen en risicobeheer (910.103) Aanvulling vanuit algemene reserve (*) Totaal
0
300.000 25.000 180.000 2.100 1.968 28.460 28.760 215.000 175.000 956.288
215.000 215.000
0
1.3.1 Bestemmingsreserves Algemene Dienst Reserve vervanging speelterreintjes (910.223) Jaarlijkse storting Onttrekking Totaal Reserve Fysieke en sociale leefbaarheid (910.241) Bijdrage projectontwikkelaar Haagakkers II Fysieke leefbaarheidsprojecten Totaal Reserve Beheerplan wegen en groen (910.244) Toevoeging op basis van beheerplan aspect wegen Toevoeging op basis van beheerplan aspect groen Totaal Reserve Sociaal Domein (910.248) Dekking nadelig saldo Totaal
17.000 17.000
40.284 40.284
54.912 54.912
50.000 50.000
749.402 139.042 888.444
0
0
311.500 311.500
18.131 18.131
0
1.3.3 Bestemmingsreserves Grondexploitatie Fonds bovenwijkse voorzieningen (910.401) Bijdrage projectontwikkelaar Haagakkers II Totaal
159
Risicoreserve (910.402) Exploitatiesaldo erfpachtsgronden Exploitatiesaldo Haagakkers II Exploitatiesaldo Bedrijventerrein de Scheper II Exploitatiesaldo Ekerschot Noord Exploitatiesaldo Leefdael Resultaat De Scheper IIB 030215 Resultaat De Scheper IIC 030215 Totaal
2.649
1.454 2.002 4.493 3.772 3.480
39.664 454.244 496.557
15.201
Voorziening onderhoud sportaccomodaties (910.501) Moorland ’t Horstje de Kemmer gymzaal Spoordonk gymnastieklokaal de Reep Totaal
8.473 16.096 64.999 4.163 5.547 99.278
50.332 6.294 2.126 32.459 0 91.211
Voorziening groot onderhoud sportvelden (910.502) Sportvelden Moorland Sportvelden ’t Horstje Sportvelden de Klep Totaal
30.216 22.820 23.674 76.710
25.952 15.400 22.052 63.404
Voorziening multi-functioneel gebouw Middelbeers (910.504) Beschikking Bibliotheek Sporthal Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal Totaal
5.289 19.376 1.658 3.253 29.576
42.425
Voorziening groot onderhoud openbare gebouwen (910.505) Uitgaven (totaal) Gemeentehuis Gemeentewerken Totaal
62.061 25.344 87.405
245.289 19.608 264.897
Voorziening groot onderhoud privaatrechtelijke bezittingen (910.506) Brandweerkazernes 15.220 oude toren + uitkijktoren 2.712 den deel + buurth. Pullen 504 keskenoate 1.988 Oude Raadhuis (Bizob) 11.549 rioolgebouwtjes 2.011 div. objecten onder 691302: 8.087 Totaal 42.071
77.348 20.200 0 8.298 71.419 1.958 12.844 192.067
2. Voorzieningen 2.1 Voorzieningen van de Algemene Dienst
42.425
160
Voorziening verplichtingen oud-medewerkers (910.526) Uitkeringen 2016 Totaal
0
147.131 147.131
Voorziening huishoudelijk afval (910.530) Obv herberekeningen augustus Totaal
0
17.098 17.098
Voorziening riolering (910.531) Obv VGRP juni 2015 Totaal
0
171.394 171.394
0
349.867 349.867
€ 2.025,084
€ 2.712.767
2.2 Voorzieningen grondexploitatie Voorziening de Reep (910.543) Afsluiten complex Totaal
Generaal – totaal reserves en voorzieningen
De posten voorzien van (*) betreffen interne verrekeningen tussen reserves onderling. Bij de overige bedragen betekent een storting ten gunste van een reserve of voorziening een uitgave / last voor de exploitatie. Een beschikking ten laste van een reserve betekent een inkomst / bate voor de exploitatie. Een beschikking ten laste van een voorziening houdt in dat er uitgaven zijn gedaan die rechtstreeks ten laste van die voorziening worden verantwoord.
161
162
Bijlage 4: Overzicht incidentele baten en lasten 2016-2019
163
164
kostensoort
6830011 6830161 6830181 6830201 6830301 6830161 6980031 6980031 6980031 6980031 6980061 6210011 6530039 6670131 6560071 6560078 6580011 6980081 5140011 5310011 5120011 5312031 6003011 6003051 6913021 6922011 6930011 6980101
diversen diversen diversen diversen diversen 433302 460022 460027 460041 460042 460024 400003 461001 400003 totaal totaal 433301 460016 400003 400015 434307 433301 434322 totaal 400003 400001 434319 460001
6421011 400015 6671041 400015 Totaal Sociaal domein
Product
totaal incidentele lasten
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 6 6 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10
1 2 2
1. LASTEN Prog.
1.452.147
300.000 22.679 16.000 215.000
58.760 100.000 28.999 11.600 10.000
25.000 180.000 50.000 20.414 1.503
993.457
40.284 17.000
32.528
344.351
8.000
21.300
50.000
50.000
21.565 4.113
18.131 2.649 888.444
65.313
124.060
1.015.581
65.286 17.000
31.663
888.444
4.493 3.761 3.480
1.454
2017 incidenteel structureel
54.912
1.454 2.002 4.493 3.772 3.480
2016 incidenteel structureel 15.000 10.000 311.500
326.735
21.300
30.000
50.000
2.679
137.709
85.047
987.155
17.508 17.000
30.798
888.444
1.454 20.217 4.493 3.761 3.480
2018 incidenteel structureel
456.969
61.000
2.695
372.330
20.944
966.028
47.396 17.000
888.444
4.493 3.761 3.480
1.454
2019 incidenteel structureel
Saldo 6830011 erfpachtsgronden grex Saldo 6830161 Haagakkers II Saldo 6830181 Scheper II Saldo 6830201 Ekerschot-Noord Saldo 6830301 Leefdael Nog aan te kopen gronden Haagakkers Grex Toevoeging reserve Fysieke en sociale leefbaarheid complex Haagakkers obv grex 2016-2020 Toevoeging Groenfonds obv grex 2016-2020 Toevoeging fonds Bovenw ijkse voorzieningen obv grex 2016-2020 complex Haagakkers Toevoeging Risicoreserve grex obv grex 2016-2020 Storting reserve Beheer w egen en groen Onderzoek bruggen Kapitaallasten bijdrage overname zw embad incidenteel 2016 € 180.000(zie ook baten) Fysieke leefbaarheidsprojecten 2016-2018 Incidentele exploitatiekosten passantenhaven 2016 Incidentele heffingen passantenhaven 2016 Uitgaven vervangingen speelterreinen Jaarlijkse storting reserve speelterreinen Signaleren en karteren BAG-WOZ Incidentele extra kosten vervanging i.v.m. ziekte Incidentele kosten organisatieontw ikkeling 2016 Incidentele aanschaf gereedschappen Incidentele aankoop trouw boekjes in 2016 Incidentele kosten verkiezingen Diverse kosten Groot Bijstervelt 1e halfjaar 2016 Incidentele kosten onvoorzien 2016 Incidentele proceskosten WOZ 2016 en 2017 Aanvullende storting reserve Weerstandsvermogen o.b.v. paragraaf A
motie quickscan basisschool de Beerze communicatie Wijzer Incidentele hogere lasten ivm decentralisaties
Omschrijving
165
6980101
10
-390.443 voordelig
Structureel begrotingssaldo
244.798 nadelig
1.207.349
215.000
28.760
25.000 180.000 50.000 13.897
54.912 18.131 300.000
263.013
175.000
40.284
32.528
1.454 2.002 4.493 3.772 3.480
2016 incidenteel structureel 7.500 311.500 2.649
-145.645 voordelig
1 minus 2
860001
800015 860028 832201 860001 843201 843201 860001 860042 860042 860042 860042 860042 860045 400002 860001 860017 860022 400002 860016 860001 860001
kostensoort
Saldo begroting 2016-2019
Per saldo incidenteel
totaal incidentele baten (2)
6421011 6980021 6830011/6830181 6980031 6830161 6830161 6980031 6980031 6980031 6980031 6980031 6980031 6980031 Activiteitenplan 6980061 6980071 6980071 Activiteitenplan 6980081 6980091 6980101
Product
1 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 6 6 7 7 7 8 9 10
Prog.
2. BATEN
-136.022 voordelig
-63.276 voordelig
72.746 nadelig
271.605
50.000
6.554
65.313 21.565
124.060 4.113
210.137
100.000
65.286
31.663
4.493 3.761 3.480
1.454
2017 incidenteel structureel
7.704 voordelig
53.313 nadelig
45.609 nadelig
281.126
50.000 5.691
137.709
85.047 2.679
81.711
17.508
30.798
1.454 20.217 4.493 3.761 3.480
2018 incidenteel structureel
-250.253 voordelig
-193.903 voordelig
56.350 nadelig
400.619
4.650
20.944 2.695 372.330
60.584
47.396
4.493 3.761 3.480
1.454
2019 incidenteel structureel
Beschikking algemene reserve ter aanvulling reserve Weerstandsvermogen
toevoeging algemene reserve o.b.v. grex 2016-2020 (groenfonds) Bijdragen derden grex complex Haagakkers Bijdragen derden grex complex Haagakkers Beschikking algemene reserve t.b.v. diverse kosten Groot Bijstervelt 1e halfjaar 2016 Onttrekking risicoreserve obv grex 2016-2020 t.b.v. dekking saldo erfpachtsgronden Onttrekking risicoreserve obv grex 2016-2020 t.b.v. dekking saldo Haagakkers II Onttrekking risicoreserve obv grex 2016-2020 t.b.v. dekking saldo de Scheper II Onttrekking risicoreserve obv grex 2016-2020 t.b.v. dekking saldo Ekerschot-Noord Onttrekking risicoreserve obv grex 2016-2020 t.b.v. dekking saldo Leefdael Ontsluitingsw eg H2O obv grex 2016-2020 Voordeel activiteitenplan onderuitputting kapitaallasten programma 6 (1e jaar 1/2 afschrijving) Beschikking algemene reserve t.b.v. onderzoek bruggen Onttrekking reserve dekking kapitaallasten Bechikking reserve Fys.en sociale leefbaarheid t.b.v. Fysieke leefbaarheidsprojecten 2016-2018 Voordeel activiteitenplan onderuitputting kapitaallasten programma 7 (1e jaar 1/2 afschrijving) Ontrekking reserve speelterreinen Beschikking alg. reserve tbv signaleren en karteren BAG-WOZ onderdeel campings 2016 Gedeelte suppletieuitkering 1e fase alg.uitkering BAG, w ordt gefaseerd ingezet conform besluitvorming begroting 2015
Bijdrage Skobos in kosten quickscan basisschool de Beerzen (thema 3) Beschikking reserve i.v.m. nadelig saldo Sociaal domein
Omschrijving
166
Bijlage 5: Inhuur derden A. Specialistische deskundigheid B. Interim-management C. Projectmanagement D. Onderzoeks- en adviesopdrachten E. Inhuur i.v.m. capaciteitsproblemen F. Projectbank Kempengemeenten Totaal
A A A A A A A A
B
C C
D D D D D
E E E
F
Gladheidsbestrijding Ondersteuning bij te ontvangen subsidies BIZOB Opstellen beveiligingsplan ODZOB (flexibel budget) Bp voor Kom en Woonwijken Ruimtelijke plannen en beleid Civieltechn werkzaamheden, ruimtelijke ontwikkelingen en planeconomie (vooral grex) Totaal specialistische deskundigheid
Totaal Interim-management
Groot Bijstervelt Projectmanagement
Veehouderij Adviezen afval Beoordeling planschadeverzoeken Adviezen constructietekeningen / statische onderzoeken Adviezen volkshuisvesting Totaal Onderzoeks- en adviesopdrachten
Flexibele formatie team Publiek Vervanging personeel ivm ziekte Milieustraat Totaal inhuur i.v.m. capaciteitsproblemen
Huishoudelijk afval algemeen Totaal Projectbank Kempengemeenten
2016 754.500 0 189.000 55.200 303.400 13.500 1.315.600
2017 754.500 0 0 55.200 253.400 13.500 1.076.600
2018 754.500 0 0 55.200 203.400 13.500 1.026.600
2019 754.500 0 0 55.200 203.400 13.500 1.026.600
7.188 17.850 79.380 5.000 24.362 50.000 40.000
7.188 17.850 79.380 5.000 24.362 50.000 40.000
7.188 17.850 79.380 5.000 24.362 50.000 40.000
7.188 17.850 79.380 5.000 24.362 50.000 40.000
530.764 754.544
530.764 754.544
530.764 754.544
530.764 754.544
754.500
754.500
754.500
754.500
0
0
0
0
0
0
0
0
189.000 189.000
0 0
0 0
0 0
189.000
0
0
0
10.000 10.000 15.000
10.000 10.000 15.000
10.000 10.000 15.000
10.000 10.000 15.000
15.240 5.000 55.240
15.240 5.000 55.240
15.240 5.000 55.240
15.240 5.000 55.240
55.200
55.200
55.200
55.200
23.430 200.000 80.000 303.430
23.430 150.000 80.000 253.430
23.430 100.000 80.000 203.430
23.430 100.000 80.000 203.430
303.400
253.400
203.400
203.400
13.452 13.452
13.452 13.452
13.452 13.452
13.452 13.452
13.500
13.500
13.500
13.500
167
168
Bijlage 6: Lijst van gebruikte afkortingen AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
A & O-fonds
Arbeidsmarkt- en opleidingenfonds
BAG
Besluit Adressen en Gebouwen
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording
BBZ
Besluit bijstandverlening zelfstandigen
BCF
BTW-compensatiefonds
BIBOB
Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur
BIZOB
Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
BTW
Belasting over de Toegevoegde Waarde
BURAP
Bestuursrapportage
BV
Besloten Vennootschap
B&W
Burgemeester en Wethouders
CAO
Collectieve Arbeids Overeenkomst
Coelo
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden
CPO
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap
EMU
Economische en Monetaire Unie of Europese Monetaire Unie
FIDO
Financiering Decentrale Overheden
GBT
Gemeentelijk Beleidsteam
GDC
Gemeenschappelijk Diensten Centrum
GFT
Groente Fruit en Tuinafval
GGD
Gemeenschappelijke Geneeskundige Dienst
GHOR
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie
GREX
Grondexploitatie
GRSK
Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten
GS
Gedeputeerde Staten
H2O
Haagakkers 2 Oostelbeers
HOF
Houdbare Overheidsfinanciën
IAU
Incidentele Aanvullende Uitkering
ICT
Informatie- en communicatietechnologie
ID(kaarten)
Identiteits (kaarten)
IDOP
Integraal Dorpsontwikkelingsplan
IOAW
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
IOAZ
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
ISD
Intergemeentelijke Sociale Dienst
KBO
Katholieke Bond voor Ouderen
KPI
Kritische Prestatie Indicator 169
KMO
Kleine Maatwerk Oplossingen
LEA
Lokale Educatieve Agenda
MKB
Midden- en Klein Bedrijf
MRE
Metropool Regio Eindhoven
MT
Management Team
NAR
Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement
NIEGG
Niet in exploitatie genomen gronden
NV
Naamloze Vennootschap
ODZOB
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
OR
Ondernemingsraad
OZB
Onroerende Zaakbelastingen
P&O
Personeel & Organisatie
RAV
Regionale Ambulance Voorziening
RIB
Raads Informatie Brief
SBBO
Stichting Beveiliging Bedrijventerrein Oirschot
SGBO
Staf Grootschalig en Bijzonder optreden
SITRO
Stichting Informatie Toerisme & Recreatie Oirschot
SKOBOS
Stichting Katholiek Onderwijs de Beerzen, Oirschot en Spoordonk
SRE
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
SSC
Shared Service Center
STIKA
Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten
UA
Uitgesloten Aansprakelijkheid
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VGRP
Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan
VRBZO
Veiligheidsregio Brabant Zuidoost
VTE
Vrijetijdseconomie
VTH
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
WABO
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
WAJONG
Wet Arbeidsongeschiktheid JONGgehandicapten
WAO
Wet ArbeidsOngeschiktheid
WAZ
Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen
WMO
Wet maatschappelijke ondersteuning
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
WRGT
Wet Revitalisering Generiek Toezicht
WSD
Werkvoorzieningschap de Dommel
WSW
Wet Sociale Werkvoorzieningen
WWB
Wet Werk en Bijstand
ZLTO
Zuidelijke land- en tuinbouworganisatie
ZOL
Zicht Op Legalisatie
170