PROGRAMMABEGROTING 2016
INHOUDSOPGAVE omschrijving
bladzijde
Algemeen Missie
3 3
Het Programmaplan Handleiding bij het lezen van de programma's Programmatotalen in meerjarenperspectief Totaal lasten en baten per programma
5 6 7 8
Programma 1 Veiligheid Programma 2 Leefomgeving Programma 3 Economie en toerisme Programma 4 Ruimtelijke Ordening en volkshuisvesting Programma 5 Sport, cultuur en onderwijs Programma 6 Zorg, welzijn, werk en inkomen Programma 7 Bestuur en organisatie
10 13 19 23 28 32 39
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
45
Totalen programma's * structurele baten en lasten * éénmalige baten en lasten * totalen per programma (lasten, baten)
51 52 53
De Paragrafen Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (A) Paragraaf Kapitaalgoederen (B) Paragraaf Financiering (C) Paragraaf Bedrijfsvoering (D) Paragraaf Verbonden Partijen (E) Paragraaf Grondbeleid (F) Paragraaf Lokale Heffingen (G)
54 55 66 73 77 83 101 108
Bijlagen 1. Financiële positie 2. Reservepositie 3. Reserves eenmalige dekking versus boekwaarden eenmalige dekking 4. Financiële begroting met programma-aanduiding 5. Begrotingsuitgangspunten 6. EMU-saldo 7. Overzicht van lasten en baten per beheersproduct per programma
113 114 117 136 137 145 148 149
Vaststelling
158
2
Algemeen (Meerjaren)begroting 2016-2019
Bedoeling programmabegroting
De programmabegroting ondersteunt de kaderstellende en controlerende functie van de raad en is erop gericht om vooraf bepaalde maatschappelijke effecten te bereiken.
De missie van de gemeente: wat is ons bestaansrecht De gemeente Wierden heeft een “missie”; een verklaring waarin staat waarom we er zijn en wat we voorstaan. Deze missie is een verklaring die geldt zolang als de gemeente bestaat. De gemeente Wierden is een zelfstandige overheidsorganisatie die voor de (toekomstige) inwoners de kwaliteit van het bestaan verbetert door voor hen een zo groot mogelijk welzijn na te streven. De gemeente wil voorzien in een steeds grotere behoefte van de inwoners om invloed uit te oefenen. Hiermee wordt bereikt dat de relatie burger/overheid verbetert en wederzijds vertrouwen ontstaat. Zoveel mogelijk gebaseerd op bevrediging van de wensen en behoeften van de inwoners levert de gemeente Wierden een hoogwaardig pakket diensten en producten. Bij het inventariseren van wensen en behoeften wordt gebruik gemaakt van onderzoek, inspraak, structureel overleg, coproductie en andere middelen om die wensen en behoeften helder in kaart te brengen. Het bovenstaande wordt onder meer gerealiseerd door een modern en sociaal personeelsbeleid, gericht op een zo efficiënt en effectief mogelijke organisatie, die in staat is binnen de opgestelde begroting en nota Meerjarenbeleid slagvaardig en flexibel de hoogwaardige producten en diensten te leveren die voorzien in de behoeften en wensen van (toekomstige) inwoners. Training, opleiding en klantgericht werken zijn wezenlijke onderdelen van het sociaal beleid. Doelstellingen In de herijkte strategische visie heeft de raad ervoor gekozen de bestaande doelstellingen op het gebied van wonen, werken, leven en recreëren te handhaven, maar de streefpercentages te verhogen. Door innovatief en samen met burgers aan de slag te gaan, moet de tevredenheid over wonen, leven, werken en recreëren verhoogd worden.
3
HOE BEREIKEN WIJ DEZE DOELEN? Gedurende deze raadsperiode gaan wij ons beleid vorm geven in een aantal concrete en werkbare programma’s. Dat zijn de acht programma’s uit het nieuwe coalitieakkoord met als titel ”Samen mee(r) doen”. 1. Veiligheid 2. Leefomgeving 3. Economie en toerisme 4. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 5. Sport, cultuur en onderwijs 6. Zorg, welzijn, werk en inkomen 7. Bestuur en organisatie 8. Algemene dekkingsmiddelen De uitwerking van deze programma’s staat in het volgende hoofdstuk “Het programmaplan” aangegeven. Per programma staan de activiteiten vermeld die moeten bijdragen tot het succes van dat programma. Alles tezamen moet de uitvoering van de programma’s leiden tot de tevredenheid in de doelstellingen zoals hierboven genoemd. We controleren dat door het doen van onderzoek onder de bevolking.
4
Het programmaplan (Meerjaren)begroting 2016-2019
Met de programma’s:
1. Veiligheid 2. Leefomgeving 3. Economie en toerisme 4. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 5. Sport, cultuur en onderwijs 6. Zorg, welzijn, werk en inkomen 7. Bestuur en organisatie 8. Algemene dekkingsmiddelen
5
Handleiding bij het lezen van de programma’s Het Programmaplan is zoals gezegd ingedeeld naar programma’s. Dat zijn de acht programma’s uit het nieuwe coalitieakkoord met als titel ”Samen mee(r) doen”. Elk programma behandelt een bepaald beleidsdoel van de gemeente en geeft de doelstellingen aan die de gemeente op dit beleidsveld wil realiseren. Bij elk van de aangewezen programma’s gaat het in de kern van de zaak steeds om de 3 W-vragen: 1. Wat willen we? 2. Wat gaan we daar voor doen? 3. Wat mag het kosten? De gedachte hierachter is dat de gemeenteraad door het beantwoorden van deze vragen zijn kaderstellende rol goed kan invullen. Een programma bestaat uit een aantal producten. De raad stuurt op het niveau van de programma’s, het college op het niveau van de producten. Wat willen we? Hier wordt het beoogde maatschappelijk effect aangegeven. Op het niveau van de programma’s staan kernpunten weergegeven waarmee bepaalde doelen worden nagestreefd. Wat gaan we daar voor doen? Nadat de vraag “wat willen we bereiken?” is beantwoord, wordt aangegeven wat gedaan zal worden om de gestelde kernpunten na te streven. Dit komt tot uitdrukking in nieuwe actiepunten en zaken die op basis van eerdere besluitvorming in ontwikkeling zijn. De vermelde outputgegevens laten per programma ten dele zien wat er binnen het bestaande beleid om gaat en zijn informatief van aard en worden dan ook niet ter vaststelling aangeboden aan uw raad. Wat mag het kosten? Per programma wordt aangegeven wat de structurele en éénmalige lasten en baten zijn. In dit overzicht wordt onderscheidt gemaakt in: - Lasten en baten: het bedrag dat gemoeid is met het bestaande beleid; - Ombuigingen: voorstellen uit de lopende tweede bezuinigingsronde die betrekking hebben op 2016 en verder; - Nieuwe actiepunten: voor welke actiepunten is budget beschikbaar (gebaseerd op de Begroting 2016 en de Nota Meerjarenbeleid 2016-2019); - N.v.A. (Nota van Aanbieding): welke voorstellen worden genoemd in de Nota van Aanbieding om te komen tot een sluitende begroting voor 2016 en verder; - Bovenstaande mutaties vormen samen het tot totaal van lasten en baten per programma voor bestemming; - Reserves: hier worden de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zichtbaar gemaakt en deze leiden tot een totaal bedrag per programma na bestemming.
6
Programmatotalen in meerjarenperspectief Lasten Programma Veiligheid Leefomgeving Economie en toerisme Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Sport, cultuur en onderwijs Zorg, welzijn en inkomen Bestuur en organisatie Algemene dekkingsmiddelen Totaal lasten na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 1.577 11.040 3.797 9.280 4.706 11.014 5.957 843 48.214
2015-B 1.675 9.606 3.905 6.230 4.604 15.754 5.955 488 48.217
2016-B 1.676 9.684 3.593 13.705 4.552 15.966 5.215 204 54.595
2017-B 1.662 9.609 3.387 12.104 4.479 15.852 5.022 215 52.330
2018-B 1.648 9.361 3.201 12.124 4.465 15.884 5.044 226 51.953
2019-B 1.634 9.358 3.079 11.974 4.428 15.882 5.013 237 51.605
Baten Programma Veiligheid Leefomgeving Economie en toerisme Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Sport, cultuur en onderwijs Zorg, welzijn en inkomen Bestuur en organisatie Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W -293 -6.413 -2.796 -7.815 -848 -4.455 -2.127 -23.467 -48.214
2015-B -2 -5.425 -142 -4.083 -406 -12.308 -1.367 -24.484 -48.217
2016-B -2 -5.229 -140 -11.221 -407 -11.896 -1.400 -24.300 -54.595
2017-B -2 -5.157 -140 -10.494 -399 -11.809 -1.356 -22.879 -52.236
2018-B -2 -5.157 -140 -10.494 -399 -11.656 -1.333 -22.707 -51.888
2019-B -2 -5.157 -140 -10.494 -399 -11.535 -1.299 -22.547 -51.573
2014-W 2.241 1.448 -3.689 -2.241 -
2015-B 869 1.509 -2.378 -869 -
2016-B -44 1.739 -1.695 44 -
2017-B 726 28 -660 -632 94
2018-B 482 28 -445 -417 65
2019-B 304 28 -300 -272 32
Totalen Totaal resultaat voor mutaties in reserves Storting in reserve Onttrekking aan reserve Totaal saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
7
Totaal lasten en baten per programma Programma Veiligheid
Totaal programma na mutaties in reserves Leefomgeving
Totaal programma na mutaties in reserves Economie en toerisme
Totaal programma na mutaties in reserves Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Totaal programma na mutaties in reserves Sport, cultuur en onderwijs
Totaal programma na mutaties in reserves Zorg, welzijn en inkomen
Totaal programma na mutaties in reserves Bestuur en organisatie
Totaal programma na mutaties in reserves Algemene dekkingsmiddelen
Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in reserves Lasten Baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reservesStorting in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves Lasten Baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reservesStorting in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves Lasten Baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reservesStorting in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves Lasten Baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reservesStorting in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves Lasten Baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reservesStorting in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves Lasten Baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reservesStorting in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves Lasten Baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reservesStorting in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves Lasten Baten Onvoorzien resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reservesStorting in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves
Totaal programma na mutaties in reserves Eindtotaal (plus is nadelig, min is voordelig) Totaal lasten en baten Subtotaal resultaat voor mutaties in reserves
resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves
Bedrag Lasten Baten Onvoorzien
2016-B 52.813 -52.900 43 -44 1.739 -1.695 44 -
Storting in reserve Onttrekking aan reserve
saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
8
2016-B 1.676 -2 1.674 1.674 9.684 -5.157 4.527 -72 -72 4.455 3.592 -39 3.553 1 -101 -100 3.453 11.994 -11.191 803 1.711 -30 1.681 2.484 4.547 -382 4.165 5 -25 -20 4.145 15.966 -11.896 4.070 4.070 5.215 -1.389 3.826 -11 -11 3.815 139 -22.844 43 -22.662 22 -1.456 -1.434 -24.096 -
Grafiek - totale lasten en baten per programma (voor mutaties in reserves) Lasten/Baten
Subtotaal
2016-B
Lasten naar programma's 7 Bestuur en organisatie; € 5.215 ; 10%
8 Algemene dekkingsmiddelen; € 182 ; 0%
1 Veiligheid; € 1.676 ; 3% 2 Leefomgeving; € 9.684 ; 18%
6 Zorg, welzijn en inkomen; € 15.966 ; 30% 3 Economie en toerisme; € 3.593 ; 7%
4 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting; € 11.994 ; 23% 5 Sport, cultuur en onderwijs; € 4.547 ; 9%
Lasten/Baten
Subtotaal
2016-B
Baten naar programma's 2 Leefomgeving; € -5.157 ; 10%
1 Veiligheid; € -2 ; 0% 8 Algemene dekkingsmiddelen; 24.300 ; -46%
3 Economie en toerisme; € 140 ; 0%
€4 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting; € -11.191 ; 21%
5 Sport, cultuur en onderwijs; € -382 ; -1%
7 Bestuur en organisatie; € 1.389 ; -3%
6 Zorg, welzijn en inkomen; € -11.896 ; -22%
9
Samen mee(r) doen
1 Programma Veiligheid (Meerjaren)begroting 2016-2019
WAT WILLEN WE? -
De gemeente is goed voorbereid op rampen en zorgt er door middel van oefenen voor dat mensen op de hoogte zijn wat te doen in geval van een ramp. Gezocht moet worden naar alternatieven of manieren om overlast en risico’s door toenemend (goederen)vervoer per spoor te beperken.
-
WAT GAAN WE DAAR VOOR DOEN? Actiepunten: Nieuwe actiepunten (bron: Begroting 2016, Nota Meerjarenbeleid 2016-2019): - géén In ontwikkeling/ staat gepland (conform eerdere besluitvorming): - Registratie slachtoffers Veiligheidsregio Niet gehonoreerde wensen: - Zie: Wensenboek in Nota Meerjarenbeleid 2015-2018 en 2016-2019. Enkele outputgegevens: Openbare orde en veiligheid Aantal HALT-verwijzingen Afgegeven vergunningen/ontheffingen -
-
2014-W 7 464
2015-B 15 400
2016-B 15 450
Jaarlijks op te stellen actieplan ter uitvoering van de Kadernota Integrale Veiligheid. Het verhogen van de betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid en het versterken van het zelfoplossend vermogen van de burgers vormt hierin een belangrijke pijler. Regionale samenwerking in diverse projecten (Veiligheidsregio, aanpak georganiseerde criminaliteit, woninginbraken, hennepteelt, burgernet etc.).
WAT MAG HET KOSTEN? In onderstaand schema staan de structurele lasten en baten van dit programma. Indien van toepassing wordt aangegeven welk bedrag aan ombuigingen nog gerealiseerd moeten worden, de lasten van wensen en de lasten of baten die volgen uit de nota van aanbieding. Dit resulteert in een totaal bedrag per programma voor bestemming. Het uiteindelijke bedrag per programma wordt gegeven na de verwerking van de reserves. Indien de mutaties hier aanleiding voor geven, wordt er een toelichting gegeven.
10
structureel Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten
Baten Ombuigingen Nieuwe actiepunten N.v.A. Reserves
2015-B 1.675 -2 1.673 1.673
2016-B 1.676 -2 1.674 1.674
2017-B 1.662 -2 1.660 1.660
2018-B 2019-B 1.648 1.634 -2 -2 1.646 1.632 1.646 1.632
De afname van de lasten in meerjarenperspectief wordt veroorzaakt door het herverdeeleffect van het nieuwe Cebeon verdeelmodel voor de berekening van de gemeentelijke bijdrage aan de Veiligheidsregio. Vanwege de herverdeeleffecten is er sprake van een ingroeipad. -
éénmalig Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: géén
2014-W 1.576 -24 1.552 1.552
2014-W 1 1 -269 -269 -268
2015-B -
2016-B
-
2017-B -
2018-B 2019-B -
Er zijn geen éénmalige mutaties voor het programma Veiligheid.
11
totaal (structureel + éénmalig) Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 1.577 -24 1.553 -269 -269 1.284
2015-B 1.675 -2 1.673 1.673
2016-B 1.676 -2 1.674 1.674
2017-B 1.662 -2 1.660 1.660
2018-B 2019-B 1.648 1.634 -2 -2 1.646 1.632 1.646 1.632
Het bestaande beleid komt tot uitdrukking in het bedrag van lasten en baten. Voor informatie over de onderliggende beheersproducten wordt verwezen naar bijlage 7.
12
Samen mee(r) doen
2 Programma Leefomgeving (Meerjaren)begroting 2016-2019
Gerelateerde doelstelling Wat betreft het wonen is de doelstelling dat meer dan 75 % van de bevolking tevreden is over het wonen en de directe woonomgeving. Gerelateerde doelstelling Wat betreft leven/de leefomgeving is de doelstelling dat meer dan 75 % van de bevolking tevreden is over het leven en de leefomgeving (voorzieningen) in de gemeente. WAT WILLEN WE? Toenemende participatie - Mensen moeten meer verantwoordelijkheden nemen voor hun eigen woonomgeving. De komende jaren zal de gemeente steeds vaker geconfronteerd worden met deze vorm van participatie. Het is van belang om bestuurlijk en ambtelijk een gedeelde visie te hebben op deze ontwikkelingen. Daar moet een goede organisatie voor komen. Met de gemeente als regisseur, partner of facilitair bedrijf-op-afstand. - In dit licht past ook het aangaan van een discussie in en met de lokale samenleving. Het gezamenlijk ontwikkelen van een visie op een toekomst waarin het bestuur een andere rol gaat spelen. Hoe inwoners aankijken tegen deze ontwikkelingen en wat hun wensen zijn. Op die manier wordt de nieuwe samenleving een onderwerp van een met de inwoners gedeelde visie. - Totstandkoming van buurt- en wijkverenigingen passen hier heel goed in. Door georganiseerde activiteiten binnen buurten leren buurtgenoten elkaar beter kennen en wordt de sociale cohesie bevorderd, net als bij de verenigingen voor Plaatselijk Belang. Duurzaamheid - De gemeente heeft een voorbeeldfunctie als het gaat om energie duurzaamheid en milieugevolgen bij het beheer van de eigen gebouwen en bij de eigen bouwprojecten. - Samen met de agrariërs dient de gemeente te onderzoeken welke binnen het landschappelijke kader passende mogelijkheden voor energieopwekking aanwezig zijn; te denken valt aan het nog meer verwerken van biomassa en aan de opwekking van zonne-energie - De gemeente hanteert de wettelijke duurzaamheidsnormen, waaraan bouwplannen moeten voldoen en stimuleert het nemen van extra maatregelen op dit terrein. Waar mogelijk worden met projectontwikkelaars aanvullende maatregelen besproken en vastgelegd. Verduurzamen van verkeer - Goede fietsenstallingen maken het gebruik van de fiets extra aantrekkelijk. Het verkeer kan verduurzaamd worden door laadpalen voor elektrische auto’s te plaatsen. Bij openbare gebouwen worden deze geplaatst. Energie - Energiebesparing is de beste vorm van verduurzaming van energie. Het is van belang dit te stimuleren voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. Via actieve voorlichting door het Energieloket en verwijzing bij aanvragen van vergunningen naar dit loket willen we bereiken: • dat initiatieven om duurzame energie op te wekken van de grond komen, waar nodig en binnen onze mogelijkheden door het wegnemen van barrières. • dat asbestdaken worden vervangen door daken met zonnepanelen.
13
Verkeer - Verkeersveiligheid is essentieel in de samenleving. Met goede en veilige wegen, fietspaden en overzichtelijke en goed verlichte parkeerplaatsen. WAT GAAN WE DAAR VOOR DOEN? Uit het coalitieakkoord: -
-
Reconstructie van de Dorpsstraat en Rijssenseweg in Enter. Bepleiten dat de N35 wordt verbreed via het noord-tracé, met tunnels en natuurcompensatie Er moet in de organisatie een “paraplu” komen waaronder activiteiten kunnen bloeien en groeien die te maken hebben met het nemen van initiatief voor de eigen woonomgeving. Er komt een pilot in een buurt waarin nieuwe ideeën en nieuwe gedachten kunnen worden ontwikkeld. In dit kader ontwikkelen inwoners uit die buurt eerst een visie hoe men de eigen buurt ziet en wil veranderen. Er wordt beleid ontwikkeld over het al dan niet plaatsen van windturbines. Het energieloket wordt in stand gehouden. Aanleg van een vrij liggend fietspad tussen Wierden en Enter.
Actiepunten: Nieuwe actiepunten (bron: Begroting 2016, Nota Meerjarenbeleid 2016-2019): - Verwijderen asbesthoudende gevelplaten zand- en zoutloods - Vervanging speeltoestellen - Relinen (renoveren) riolering - Vervangen onderdelen van gemalen (€ 206.700,- in 2016) - Jaarlijkse inspectie BRZO bedrijf - Renovatie gebouw begraafplaats Vriezenveenseweg - Doortrekken N35 als vierbaansweg naar Nijverdal - Maatregelen zorgplichten en onderzoeken In ontwikkeling/ staat gepland (conform eerdere besluitvorming): - Doortrekking N35 - Vervanging van speeltoestellen - Relinen (renovatie) en vervanging van riolering - Vervanging onderdelen van gemalen - Maatregelen zorgplichten en het onderzoeken in het kader van de watertaak - Rioolreparaties - Groot onderhoud invalswegen - Beleidsplan berm/ slootbeheer - Implementatie integratie kwaliteit openbare ruimte - Digitaliseren en actualiseren wegenlegger - Aanbrengen puinfundering Kerkstraat - Groot onderhoud openbare verlichting Kerkstraat eo, Wierden West. - Veilige schoolomgeving - Kleine verkeersvoorzieningen - Landinrichting / fietsverbindingen - Klimaat/ energiebeleid - Stimulering lokale klimaatinitiatieven - Energiebesparing bestaande woningen - Implementatie besluit bodemkwaliteit - Businesscase duurzame energie - Dorpsstraat Zuid
Niet gehonoreerde wensen: - Zie: Wensenboek in Nota Meerjarenbeleid 2015-2018 en 2016-2019.
14
Enkele outputgegevens: Wegen, straten en pleinen - Uitvoering groot onderhoud asfalt - Uitvoering groot onderhoud elementen - Totaal areaal - Onderhoud aantal lichtmasten - Onderhoud aantal bruggen
2014-W 46.000 8.000 2.344.667 4.600 45
2015-B 47.000 8.000 2.300.100 4.600 46
2016-B 46.000 8.000 2.325.695 4.600 45
Verkeersmaatregelen - ANWB-bewegwijzering/ verkeersborden. - Verkeersspreekuur per jaar
2014-W
2015-B
2016-B
3.850 6
3.830 6
3.850 6
Natuurbescherming - Behandelen kapmeldingen - Controles herplantplicht
2014-W 101 -
2015-B 75 75
2016-B 75 75
Openbaar groen - te onderhouden bomen buiten bb-kom - te onderhouden bomen binnen bb-kom
2014-W 14.387 6.989
2015-B 14.335 6.850
2016-B 14.387 7.000
Overige recreatieve voorzieningen Speelterreinen * waarvan in buurtbeheer - Speeltoestellen + sporttoestellen
2014-W 107 30 355
2015-B 107 30 360
2016-B 108 30 362
Reiniging * GFT-afval: (inzameling is uitbesteed) - Ophaaladressen - Afvalhoeveelheid (ton) - Inzamelfrequentie: - Juni t/m september
2014-W
2015-B
2016-B
6.490 2.650
6.520 2.700
6.520 2.700
1x per week 1x per 2 wkn
1x per week 1x per 2 wkn
1x per week 1x per 2 wkn
9.100 4.380 1x per 2 wkn
9.150 4.500 1x per 2 wkn
9.150 4.500 1x per 2 wkn
25
25
25
98
105
105
2.100
2.200
2.200
533
580
580
199
150
200
- Overige maanden * Restafval: - Ophaaladressen - Afvalhoeveelheid (ton) - Inzamelfrequentie: * KCA-afval: - Afvalhoeveelheid (ton) * Kringloopgoederen/grof vuil: - Kringloopgoederen (ton) * Oud papier: - Hoeveelheid (ton) * Glas: - Hoeveelheid (ton) * Kunststof: - Hoeveelheid (ton)
15
Riolering - m1 vrijverval riolering (gescheiden stelsel, dubbel meenemen) - m1 persleiding - Aantal rioolgemalen - Aantal rioolaansluitingen - Aantal straatkolken/ trottoirkolken
2014-W 150.000
2015-B 152.000
2016-B 154.000
188.000 782 10.300 9.200
190.000 783 10.396 8.800
190.000 785 10.420 9.250
Milieubeheer - Aantal uitgevoerde controles - Aantal uitgevoerde hercontroles - Aantal verleende Wm-vergunningen - Aantal verleende Wm-meldingen - Aantal milieuklachten
2014-W 182 20 14 96 53 *1
2015-B 200 40 5 50 50
2016-B 200 20 10 90 50 *1
Begraven - Aantal begravingen - waarvan bijzettingen - Aantal verlengingen graftermijn met 10 jaar
2014-W 133 66 61
2015-B 132 67 80
2016-B 132 65 60
WAT MAG HET KOSTEN? In onderstaand schema staan de lasten en baten van dit programma. Indien van toepassing wordt aangegeven welk bedrag aan ombuigingen nog gerealiseerd moeten worden, de lasten van wensen en de lasten of baten die volgen uit de nota van aanbieding. Dit resulteert in een totaalbedrag per programma voor bestemming. Het uiteindelijke bedrag per programma wordt gegeven na de verwerking van de reserves. Indien de mutaties hier aanleiding voor geven, wordt er een toelichting gegeven. structureel Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 9.547 -5.309 4.238 4.238
16
2015-B 9.248 -5.101 4.147 -34 -34 4.113
2016-B 9.344 -5.246 -48 14 37 89 4.190 4.190
2017-B 9.339 -5.246 -48 16 37 89 4.187 4.187
2018-B 2019-B 9.339 9.334 -5.246 -5.246 -48 -48 18 20 37 37 89 89 4.189 4.186 4.189 4.186
Toelichting: Lasten
Baten
Ombuigingen
Nieuwe actiepunten
N.v.A.
Reserves
Vanwege de inzameling van PMD/verpakkingen zijn de kosten van afvalinzameling en –verwerking gestegen met € 88.000,-. Daarnaast is er ten opzichte van 2015 een wijziging in ureninzet. Deze inzet vindt plaats binnen de beschikbare uren zodat een hogere of lagere inzet altijd gecompenseerd wordt binnen een ander programma (ureninzet binnen de vastgestelde formatie verloopt uiteindelijk budgettair neutraal). De hogere baten worden met name veroorzaakt door de vergoeding die wordt verkregen voor de inzameling van de verschillende afvalstromen. In de Nota van Aanbieding wordt voorgesteld de tarieven voor de afvalstoffenheffing te verlagen zodat deze weer 100% kostendekkend worden. Deze bezuinigingen worden gerealiseerd op de gebieden telemetrie drukriool, en het stoppen met omvormen van heesters naar gazon (voor een verdere specificatie wordt verwezen naar bijlage B in de Nota van Aanbieding). De jaarlijkse lasten voor het verwijderen van gevelbeplating zand- en zoutloods worden geraamd op ca. € 1.300,-. Voor vervanging van speeltoestellen volgens bestaand beleid wordt jaarlijks € 23.000,- geraamd. De jaarlasten bedragen ca. € 2.000,-. Het relinen van de riolering en vervanging van de gemalen komen ten laste van de rioolheffing (geen lastenverzwaring derhalve). De BRZO-inspectie wordt jaarlijks begroot op € 10.000,-. En de jaarlijkse lasten voor wat betreft de renovatie gebouw begraafplaats Vriezenveenseweg worden geraamd op ca. € 1.300,-). De hogere baten worden veroorzaakt door de jaarlijkse aanpassing aan de inflatie voor de producten rioolheffing, afvalstoffenheffing en begrafenisrechten. Daarnaast wordt de afvalstoffenheffing verlaagd om een kostendekkend tarief te bereiken. De belangrijkste reden hiervoor is de vergoeding die wordt ontvangen van het Rijk voor het apart inzamelen van afvalstromen. Deze tariefsaanpassingen leveren per saldo een voordeel op van € 89.000,-. De meeropbrengst aan rioolheffing vanwege inflatie wordt zoals gebruikelijk gestort in de voorziening riolering, ca. € 37.000,-. De storting in de reserve in 2015 heeft betrekking op het saldo van de geraamde opbrengst aan afvalstoffenheffing en de exploitatie uitgaven op het product afval.
17
éénmalig Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Nieuwe actiepunten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Nota van aanbieding Reserves
2014-W 1.493 1.493 -1.104 -1.104 389
2015-B 392 392 -324 -324 68
2016-B 15 322 337 -72 -72 265
2017-B 15 250 265 265
2018-B 2019-B 15 15 15 15 15 15
Conform bestaand beleid wordt de vervanging van ANWB bewegwijzering met eenmalige middelen afgedekt. De gemeentelijke bijdrage aan het doortrekken van de N35 bedraagt € 1 miljoen. Besloten is in eerste instantie om hiervoor vanaf 2011 jaarlijks € 250.000,- te gaan sparen. In verband met vertraging is er op dit moment € 500.000,- gereserveerd. In de Nota Meerjarenbeleid wordt er vanuit gegaan dat in 2016 en 2017 € 250.000,- wordt gespaard. Voor maatregelen zorgplichten en onderzoeken ten behoeve van riolering is in 2016 een krediet benodigd van € 71.500,-. Begroot wordt een onttrekking aan de reserve riolering voor een bedrag van € 71.500,- voor bovenstaande actiepunt.
totaal (structureel + éénmalig) Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 2015-B 2016-B 2017-B 2018-B 2019-B 11.040 9.640 9.359 9.354 9.354 9.349 -5.309 -5.101 -5.246 -5.246 -5.246 -5.246 -48 -48 -48 -48 336 266 18 20 37 37 37 37 89 89 89 89 5.731 4.539 4.527 4.452 4.204 4.201 -1.104 -324 -72 -34 -1.104 -358 -72 4.627 4.181 4.455 4.452 4.204 4.201
Het bestaande beleid komt tot uitdrukking in het bedrag van lasten en baten. Voor informatie over de onderliggende beheersproducten wordt verwezen naar bijlage 7.
18
Samen mee(r) doen
3 Programma Economie en toerisme (Meerjaren)begroting 2016-2019
Gerelateerde doelstelling Wat betreft het werken luidt de doelstelling dat meer dan 60 % van de bevolking tevreden is over het werken en de voorzieningen voor werken in de gemeente. Gerelateerde doelstelling Wat betreft het recreëren luidt de doelstelling dat meer dan 70 % van de bevolking tevreden is over het recreëren voor de eigen inwoners en 65 % tevreden is over voorzieningen voor toeristen in de gemeente.
WAT WILLEN WE? -
-
-
Economische ontwikkeling is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van de samenleving. Hoewel veel inwoners uit onze gemeente elders werken, willen we werk behouden en creëren. Dat gebeurt met name door het bevorderen van het ondernemersklimaat. Inbreng van ondernemers in het gemeentebeleid is van groot belang: hierdoor kan de gemeente meer vraaggericht gaan werken. Intensief contact met de ondernemersorganisaties is daarvoor noodzakelijk. Het is van belang dat de bestaande bedrijventerreinen in Enter hun aantrekkelijkheid behouden. De bedrijventerreinen Kluinveen en Violenhoek in Wierden dienen in samenwerking met de aanwezige bedrijven verbeterd en opgeknapt te worden. Glasvezel is essentieel voor een goede bedrijfsvoering. Daarom zullen wij zoveel mogelijk de initiatieven ondersteunen die ervoor zorgen dat voor bedrijven en inwoners in het buitengebied glasvezel wordt aangelegd.
Agrarische sector - Innovatieve (vernieuwende) agrarische ontwikkelingen zijn van groot belang en die zullen wij steunen. Onder meer op het gebied van duurzaamheid en energie. - Werkgelegenheid op het platteland moet gestimuleerd worden. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de economie. Aanverwante bedrijvigheid (transport, verwerking agrarische producten e.d.) levert ook veel werkgelegenheid op. - Het bestemmingsplan Buitengebied moet een goede innovatieve agrarische bedrijfsvoering mogelijk maken. - Agrarische gezinsbedrijven krijgen ruimte voor uitbreiding. Daarbij verdient duurzame landbouw in combinatie met landschapszorg extra ondersteuning c.q. medewerking. Dit doen we door voorlichting en waar mogelijk door het matchen van werk in de landschapszorg met werk vanuit de Participatiewet. - Er komen in het buitengebied geen nieuwe sterlocaties in afwachting van de aangekondigde evaluatie van de Reconstructiewet (in 2016). Lopende aanvragen worden afgehandeld; nieuwe worden aangehouden.
Middenstand - Een goede samenwerking tussen de gemeente en winkeliersverenigingen is belangrijk. De middenstand is actief betrokken bij het beleid ten aanzien van de dorpscentra. Zo kan er voor
19
-
-
worden gezorgd dat er voldoende ruimte en kansen zijn voor de ondernemers. Detailhandel wordt zoveel mogelijk beperkt tot de dorpscentra. De dorpscentra zijn goed bereikbaar. Bezoekers kunnen gratis parkeren. Wij zijn voorstanders van uniforme openingstijden van de winkels; ook in de vakantieperiodes als er veel toeristen zijn in onze gemeente. Wij respecteren het standpunt over zondagsrust; de winkels op blijven dicht op zondag. Een aantrekkelijk centrum is van groot belang voor inwoners en middenstand. Het centrum van Wierden heeft door uitvoering van het centrumplan aanzienlijk gewonnen waar het gaat om winkelen. Door de aantrekkelijkheid te vergoten, ontstaat een win-win-situatie voor publiek en bedrijven.
Recreatie en toerisme - Recreatie en toerisme zijn bij uitstek geschikt om een bijdrage te leveren aan een ecologisch verantwoorde economische ontwikkeling. De gemeente Wierden profileert zich actief als een gemeente waarin het goed recreëren is en heeft een stimulerende rol in het ontwikkelen van nieuwe en hoogwaardige initiatieven. Dat gebeurt door het faciliteren van en overleg voeren met Tourist Info, Twents Bureau voor Toerisme (TBT) en de plaatselijke recreatieondernemers. - De Regge is een belangrijke verbindende recreatieve factor in de regio die benut en uitgebouwd kan worden. De Reggestreek wordt door het TBT aangemerkt als een gebied met toeristisch potentieel en als zodanig gepromoot. - Recreatieterrein Het Lageveld blijft vrij toegankelijk en in overheidshanden. Dit recreatiegebied kan door de Regio verder worden gepromoot . Er is ruimte voor nieuwe initiatieven om dit terrein vaker te gebruiken, passend bij het huidige en openbare karakter. - Om het recreëren te veraangenamen zijn er voldoende bankjes en picknickplekken, sanitaire voorzieningen, oplaadpunten voor elektrische fietsen en goede bewegwijzering. WAT GAAN WE DAAR VOOR DOEN? Uit het coalitieakkoord: -
-
Periodieke bedrijvenpeilingen onder alle ondernemers. De uitslagen kunnen gebruikt worden om de gemeentelijke dienstverlening aan het bedrijfsleven op een hoger plan te brengen. Wij gaan in overleg met de lokale middenstand om uniforme openingstijden af te spreken. Zondagsluiting van winkels. Periodiek monitoren van de belangstelling van bedrijven om zich op Elsmoat te vestigen en naar bevind van zaken met de raad overleggen over eventueel te nemen maatregelen. We maken het mogelijk voor particulieren en organisaties om bankjes, picknickplekken te plaatsen en andere toeristisch/recreatieve voorzieningen te realiseren. Dit wordt actief naar buiten gebracht. In nauw overleg met de middenstand en het winkelpubliek gaan we een substantiële proef doen naar het op bepaalde dagen en tijden autoluw maken van het centrum van Wierden. We zetten ons in om de aanleg van glasvezel in het buitengebied en op de bedrijventerreinen te realiseren.
Actiepunten: Nieuwe actiepunten (bron: Begroting 2016, Nota Meerjarenbeleid 2016-2019): - Geen In ontwikkeling/ staat gepland (conform eerdere besluitvorming): - Herstructureringsplan Kluinveen - Sociale werkplaatsen - De Elsmoat (fase 1) - De Weuste Noord (fase 1) - Rondweg Enter Niet gehonoreerde wensen: - Zie: Wensenboek in Nota Meerjarenbeleid 2015-2018 en 2016-2019.
20
Enkele outputgegevens:
Handel en ambacht * Standplaatsen weekmarkt: - Wierden - Enter * Jaarmarkt: - Aantal kramen in Wierden / Enter
2014-W
2015-B
2016-B
17 6
15 7
15 6
318
270
300
Industrie - Bedrijfsbezoeken
2014-W 25
2015-B 30
2016-B 30
Werkgelegenheid - Geplaatst W.S.W. (fte's) - Uitstroom W.S.W. (personen)
2014-W 97 3
2015-B 95 5
2016-B 92 5
WAT MAG HET KOSTEN? In onderstaand schema staan de lasten en baten van dit programma. Indien van toepassing wordt aangegeven welk bedrag aan ombuigingen nog gerealiseerd moeten worden, de lasten van wensen en de lasten of baten die volgen uit de nota van aanbieding. Dit resulteert in een totaal bedrag per programma voor bestemming. Het uiteindelijke bedrag per programma wordt gegeven na de verwerking van de reserves. Indien de mutaties hier aanleiding voor geven, wordt er een toelichting gegeven. structureel Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Nieuwe actiepunten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 3.819 -2.712 1.107 -103 -103 1.004
21
2015-B 3.904 -41 3.863 -101 1 -100 3.763
2016-B 3.592 -39 3.553 -101 1 -100 3.453
2017-B 3.386 -39 3.347 -101 1 -100 3.247
2018-B 2019-B 3.200 3.078 -39 -39 3.161 3.039 -101 -101 1 1 -100 -100 3.061 2.939
Toelichting: Lasten
De rijksbijdrage voor de sociale werkplaatsen neemt in de komende jaren verder af. Daarmee gaan ook de uitgaven op dit gebied omlaag. De rijksbijdrage voor sociale werkplaatsen is met ingang van 2015 onderdeel van deelfonds sociaal domein en deze bijdrage komt hiermee tot uitdrukking op het programma Zorg, welzijn en inkomen. De onttrekking aan de reserve Vitens ca. € 101.000,- (gedurende 15 jaar) wordt hier verantwoord.
Baten Ombuigingen Nieuwe actiepunten N.v.A. Reserves
éénmalig Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Géén
2014-W -22 -22 19 19 -3
2015-B
2014-W 3.797 -2.712 1.085 -84 -84 1.001
2015-B 3.904 -41 3.863 -101 1 -100 3.763
-
2016-B
-
2017-B -
2018-B 2019-B -
2017-B 3.386 -39 3.347 -101 1 -100 3.247
2018-B 2019-B 3.200 3.078 -39 -39 3.161 3.039 -101 -101 1 1 -100 -100 3.061 2.939
-
totaal (structureel + éénmalig) Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Nieuwe actiepunten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2016-B 3.592 -39 3.553 -101 1 -100 3.453
Het bestaande beleid komt tot uitdrukking in het bedrag van lasten en baten. Voor informatie over de onderliggende beheersproducten wordt verwezen naar bijlage 7.
22
Samen mee(r) doen
4 Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting (Meerjaren)begroting 2016-2019
Gerelateerde doelstelling Wat betreft het wonen luidt de doelstelling dat meer dan 75 % van de bevolking tevreden is over het wonen en de directe woonomgeving. Gerelateerde doelstelling Wat betreft leven/de leefomgeving luidt de doelstelling dat meer dan 75 % van de bevolking tevreden is over het leven en de leefomgeving (voorzieningen) in de gemeente. WAT WILLEN WE? Levendige dorpen en kernen - Het moet prettig zijn om in onze dorpen en buurtschappen te wonen. Wij willen ons inzetten om die levendigheid en een passend voorzieningenniveau te behouden en waar mogelijk extra impulsen te geven. - De kernen in onze gemeente behouden een blijvend en groen dorps karakter. In de dorpen en kleine kernen blijven we woningen bouwen voor de eigen behoefte. - In samenhang met verwachte ontwikkelingen over de bevolkingssamenstelling moet rekening gehouden worden met ontwikkelingen rond voorzieningen op alle terreinen - Wij willen graag een duurzaam sociaal evenwichtige opbouw van de woningvoorraad, zowel in de huur- als de koopsector. Daarbij wordt rekening gehouden met de wensen van alle groeperingen zoals starters, alleenstaanden, senioren en gezinnen. Bijzondere aandacht zal daarbij uitgaan naar betaalbare en levensloopbestendige woningen, het bestaande woonbestand en huisvesting voor bijzondere doelgroepen zoals mensen met beperkingen. - Er komt een toenemende vraag naar ruimtelijke mogelijkheden om voorzieningen te kunnen treffen waarbij het eenvoudiger wordt te blijven zorgen voor mensen die hulp behoeven (bv. ouders). Hierop moeten we inspelen. - Er moeten voldoende, schone en veilige speel- en trapveldjes in nieuwe wijken worden gerealiseerd en in de bestaande wijken behouden blijven. - De plannen voor de dorpsrandzones worden uitgevoerd. Ze bepalen hoe vanuit het buitengebied de dorpen worden beleefd, maar zeker ook hoe die randen gezien vanuit de dorpen overvloeien in het platteland. Ook is dit bij uitstek een plek waar de dorpsbewoners kunnen recreëren. Vitaal platteland - We willen het beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing en rood-voor-rood handhaven. Vrijkomende agrarische bebouwing kan worden gebruikt voor een passende functie, waarbij het karakter van het platteland behouden moet blijven. De rood-voor-rood-regeling wordt gebruikt om landschap ontsierende bebouwing te slopen en te vervangen door een woning. Hierbij is het terugbouwen op het bestaand bouwblok uitgangspunt. - Wierden sluit aan bij de Groene Metropool Twente: een instrument voor de gebiedsontwikkeling voor de periode 2014-2020, waarbij de betrokkenheid en de wensen van de mensen uit het gebied leidend zijn. Wij zien hierin een goede mogelijkheid om de levendigheid van de kernen en de sociale cohesie van het platteland te versterken. - De Kulturhusen nemen op het platteland een belangrijke plaats in. Zij dragen bij aan: * de leefbaarheid in de kleine kernen; * versterking van de cohesie en sociale ontwikkeling van een buurtschap * het behoud van jongeren voor de lokale gemeenschap waar het gaat om het benutten van
23
-
mogelijkheden om in de nabijheid daarvan te kunnen bouwen. Op basis van de uitslagen van het haalbaarheidsonderzoek naar een algemene begraafplaats in Hoge Hexel zullen we besluiten of hierin wel of niet wordt voorzien.
Natuurbeheer en -ontwikkeling - Onduidelijkheden voor omwonenden van het Wierdense Veld i.v.m. de aanwijzing tot Natura 2000-gebied worden snel weggenomen met een goede compensatie voor bedrijven die beperkt zijn in hun bedrijfsvoering of zelfs moeten wijken. WAT GAAN WE DAAR VOOR DOEN? Uit het coalitieakkoord: - De plannen voor de dorpsrandzones Wierden worden uitgevoerd. - Voor Enter komt een plan voor de dorpsrandzone. - Wij ondernemen alle stappen en acties die richting Den Haag nodig zijn om voor bedrijven en betrokkenen bij het Natura 2000-gebied goede compensatie te krijgen. - Er wordt een bestemmingsplan Mantelzorgwoningen gemaakt waarin bepaald wordt onder welke voorwaarden deze woningen geplaatst kunnen worden. - We gaan afspraken maken met de SWWE en andere betrokken partijen over een evenwichtige opbouw van de woningvoorraad voor alle doelgroepen. - In samenhang met verwachte ontwikkelingen over de bevolkingssamenstelling moet rekening gehouden worden met ontwikkelingen rond voorzieningen op alle terreinen. Vanwege de veranderende samenstelling van de bevolking wordt in het begin van deze raadsperiode een discussie gestart over de volgende punten: • Voorzieningen die kunnen/moeten verdwijnen • Voorzieningen die we (misschien in afgeslankte vorm) moeten behouden • Nieuwe voorzieningen Actiepunten: Nieuwe actiepunten (bron: Begroting 2016, Nota Meerjarenbeleid 2016-2019): - Actualiseren van diverse bestemmingsplannen - Implementeren Omgevingswet - Opstellen Omgevingsplan In ontwikkeling/ staat gepland (conform eerdere besluitvorming): - Centrumplan Wierden - Masterplan Stationsomgeving - Middenplein Enter - Glasvezel buitengebied - Herontwikkeling Klomphof - Twentse Kracht - Groene Metropool - Zuidbroek, deelgebied 2 - Zenderink e - Berghorst 1 fase - Kleen Esch Niet gehonoreerde wensen: - Zie: Wensenboek in Nota Meerjarenbeleid 2015-2018 en 2016-2019.
24
Enkele outputgegevens
Ruimtelijke ordening - Gerealiseerde woningbouw
2014-W 68
2015-B 103
2016-B 103
- De bouwproductie wordt gebracht naar 100-105 woningen per jaar, verdeeld over alle categorie woningen (starters, middeldure categorie, zorgwoningen). Op deze manier wordt invulling gegegeven aan de stagnerende groei. In de periode tot 2015 worden - conform de afspraken met de provincie - 515 woningen gebouwd. Overige volkshuisvesting/bouwvergunningen - Omgevingsvergunningen (Wabo) - Sloopvergunningen en sloopmeldingen - Controles tijdens de bouw (aantal) Bouwgrondexploitatie - Woongebieden: 2009-W 2011-W 2012-W 2013-W 2014-W - Industrieterreinen: 2009-W 2011-W 2012-W 2013-W 2014-W
2014-W 235
2015-B 250
2016-B 240
110 642
80 900
100 700
Verkoop aantal kavels aantal m2 195 44.714 16 4.197 60 18.448 33 11.733 5 1.912
Aankoop aantal gronden aantal m2 3 8.200 1 1.747 1 3.280 1 3.861
Verkoop aantal kavels aantal m2 4 15.974 1 1.520 3 7.021 4 8.834 2 10.441
Aankoop aantal gronden aantal m2 1 20.920 3 25.695 1 2.000 1 3.190 -
WAT MAG HET KOSTEN? In onderstaand schema staan de lasten en baten van dit programma. Indien van toepassing wordt aangegeven welk bedrag aan ombuigingen nog gerealiseerd moeten worden, de lasten van wensen en de lasten of baten die volgen uit de nota van aanbieding. Dit resulteert in een totaal bedrag per programma voor bestemming. Het uiteindelijke bedrag per programma wordt gegeven na de verwerking van de reserves. Indien de mutaties hier aanleiding voor geven, wordt er een toelichting gegeven.
25
structureel Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten
Baten Ombuigingen
Nieuwe actiepunten N.v.A.
Reserves
2014-W 8.308 -6.071 -
2015-B 5.295 -3.765 -
2.237 2.237
1.530 1.530
2016-B 11.974 -10.515 -22 28 1.465 1.465
2017-B 11.974 -10.515 -44 65 1.480 1.480
2018-B 2019-B 11.974 11.974 -10.515 -10.515 -44 -44 65 65 1.480 1.480 1.480 1.480
De hogere lasten hangen samen met de vastgestelde grondexploitatieopzetten per 1 januari 2015. Met ingang van 2016 worden de verwachte uitgaven en inkomsten uit deze exploitatieopzetten op dit programma verantwoord. Voor de mutatie in de baten geldt hetzelfde. Zie lasten. De hogere baten komen door de kostendekkendheid van de bouwleges op 100% te brengen (voor een verdere specificatie wordt verwezen naar bijlage B in de Nota van Aanbieding). De verwachting is dat de inkomsten bouwleges de komende twee jaren met € 37.500,- per jaar zullen afnemen. Redenen hiervoor zijn de verruiming van de categorie “vergunningsvrije bouwwerken” en de in ontwikkeling zijnde wetgeving, die gecertificeerde toetsing van bouwplannen door de markt mogelijk gaat maken. Hiertegenover staat de aanpassing van de bouwlegestarieven met het inflatiepercentage, dit levert een structureel voordeel op van ca. € 9.600,-. -
26
éénmalig Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Nieuwe actiepunten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten Baten Nieuwe actiepunten
N.v.A.
Storting in reserve Onttrekking aan reserve
2014-W 812 -
2015-B
812 -1.744 160 -1.584 -772
-318 935 617 617
-
2016-B 20 -682 -662 -30 1.711 1.681 1.019
2017-B 130 130 130
2018-B 2019-B 150 150 150 -
Het actualiseren van de diverse bestemmingsplannen: Wierden Centrum (€ 20.000,e in 2016); Zuidbroek 1 fase (€ 10.000,- in 2017); Buitengebied (€ 120.000,- in 2018); Wierden Dorp (€ 20.000,- in 2018); Elsmoat (€ 10.000,- in 2018); Enter Centrum (PM in 2019); Enter Dorp (PM in 2019). Het implementeren Omgevingswet (€ 20.000,- in 2017). Het opstellen Omgevingsplan (€ 100.000,- in 2017). De toe te rekenen rente aan grondexploitaties wordt verlaagd van 4% naar 2,1 %. Dit heeft een voordelig effect op de exploitatieresultaten. De verwachte verliezen op basis van de herziene exploitatieopzetten per 1-1-2015 nemen hierdoor af. Uit de verliesvoorziening Onderhanden werk kan € 682.000,- vrijvallen. Het betreft hier een storting in de reserve winst grondverkopen om de minimale omvang van € 1.711.000,- te bereiken (weerstandsvermogen). In het fonds Dorpsontwikkeling is € 30.000,- vrij besteedbaar en dit wordt gebruikt voor het sluitend maken van de begroting.
totaal (structureel + éénmalig) Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 9.120 -6.071 -
2015-B 5.295 -3.765 -
3.049 -1.744 160 -1.584 1.465
1.530 -318 935 617 2.147
2016-B 11.974 -10.515 -22 20 -654 803 -30 1.711 1.681 2.484
2017-B 11.974 -10.515 -44 130 65 1.610 1.610
Het bestaande beleid komt tot uitdrukking in het bedrag van lasten en baten. Voor informatie over de onderliggende beheersproducten wordt verwezen naar 7.
27
2018-B 2019-B 11.974 11.974 -10.515 -10.515 -44 -44 150 65 65 1.630 1.480 1.630 1.480
Samen mee(r) doen
5 Programma Sport, cultuur en onderwijs (Meerjaren)begroting 2016-2019
Gerelateerde doelstelling Wat betreft leven/de leefomgeving luidt de doelstelling dat meer dan 75 % van de bevolking tevreden is over het leven en de leefomgeving (voorzieningen) in de gemeente. WAT WILLEN WE? Sport, kunst en cultuur - Wij willen investeren in manieren om sport voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk en betaalbaar te maken, zonder daarbij meteen te investeren in gebouwen en grond. - Wij verwachten dat verenigingen iets terug doen voor de aangevraagde subsidie, om op die manier een nog grotere positieve invloed op de maatschappij te hebben. - Voor een levendige samenleving zijn sportieve en culturele evenementen van groot belang - De gemeente is voorwaardenscheppend voor kunst en cultuur; een goed contact met deze culturele organisaties is belangrijk om het gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid te bestendigen en verder uit te breiden. - Het is van belang dat (sport)organisaties een maatschappelijke rol gaan vervullen. Onderwijs - Het is van groot belang dat iedereen goed en passend onderwijs kan volgen. - Naast onderwijs aan kinderen is er ook behoefte aan volwassenenonderwijs. Het is van belang dat mensen die dat willen of nodig hebben een kans krijgen om beter aan deze maatschappij deel te kunnen nemen. - Om zoveel mogelijk kinderen een goede start in het onderwijs te kunnen geven, willen we voor- en vroegschoolse educatie via peuterspeelzalen bevorderen. - De vrijheid van onderwijs is voor ons van wezenlijk belang. Het is waardevol als ouders kunnen kiezen voor onderwijs dat past bij hun overtuiging. - Scholen hebben een belangrijke functie in buurten, dorpen en buurtschappen. Een school bindt mensen. Kleine scholen in de kleine kernen blijven zoveel mogelijk behouden. - Gelet op het leerlingenaantal van De Passie is het realistisch om als uitgangspunt te kiezen dat De Passie zich definitief vestigt in Wierden. Samen met De Passie starten we een onderzoek naar de meest geschikte locatie en huisvestingsvorm.
28
WAT GAAN WE DAAR VOOR DOEN? Uit het coalitieakkoord: - Bevordering van de deelname aan sport door kinderen door het declaratiefonds, sportfonds en andere subsidieregelingen actief onder de aandacht van de doelgroepen te brengen. - Ondersteuning van (sport)evenementen door het leveren van “hand- en spandiensten”.
Actiepunten: Nieuwe actiepunten (bron: Begroting 2016, Nota Meerjarenbeleid 2016-2019): - Géén In ontwikkeling/ staat gepland (conform eerdere besluitvorming): - Géén Niet gehonoreerde wensen: - Zie: Wensenboek in Nota Meerjarenbeleid 2015-2018 en 2016-2019.
Enkele outputgegevens:
Basisonderwijs - Aantal schoolgebouwen - Aantal leerlingen (per 1 oktober)
2014-W 15 2.351
2015-B 15 2.375
2016-B 15 2.340
Voortgezet onderwijs - Aantal scholen - Aantal leerlingen
2014-W 1 437
2015-B 1 490
2016-B 1 525
2014-W
2015-B
2016-B
2.351 141 129 10
2.375 139 *1 126 *1 12 *1
2.340 140 126 12
Openbaar bibliotheekwerk Totaal bezoekers aantal uitleningen Enter (excl. E-books) aantal uitleningen Wierden (excl. E-books) - aantal leden * waarvan jeugdleden
2014-W 115.532 55.179 173.264 5.182 3.119
2015-B 125.000 56.000 165.000 6.000 3.800
2016-B 118.000 55.000 170.000 5.500 3.200
Vormings- en ontwikkelingswerk Muziekschool (aantal leerlingen)
2014-W 156
2015-B 192
2016-B 180
Sport - Aantal bezoekers zwembad De Kolk * waarvan recreatief
2014-W 236.974 138.244
2015-B 240.807 140.642
2016-B 235.000 135.000
Gemeentschappelijke baten en lasten van het onderwijs - Aantal leerlingen schoolbegeleiding (per 1 oktober) - Leerlingenvervoer: waarvan * leerlingen met aangepast vervoer * leerlingen met eigen vervoer *1: gegevens zijn gebaseerd op 2013-w
- De Stichting Accommodaties Wierden Enter (Sawe) beheert en exploiteert de accommodaties
29
van de Enterse Sport Federatie, de Stichting Sportbelangen Wierden en de gemeente. De eigenaren van de accommodaties verhuren deze aan de Sawe. - Verstrekken van subsidie en organisatie activiteiten sport overdag voor ouderen en andere doelgroepen. - Stimuleren breedtesport. Kunst en kunstuitingen 2014-W 2015-B - Aantal gesubsidieerde verenigingen 18 18 - Aantal voorstellingen georganiseerd door de Culturele Raad 12 14 Voor bevorderen van deelname aan het culturele leven verstrekt de gemeente Wierden subsidie aan diverse verenigingen.
2016-B 18 12
WAT MAG HET KOSTEN? In onderstaand schema staan de lasten en baten van dit programma. Indien van toepassing wordt aangegeven welk bedrag aan ombuigingen nog gerealiseerd moeten worden, de lasten van wensen en de lasten of baten die volgen uit de nota van aanbieding. Dit resulteert in een totaal bedrag per programma voor bestemming. Het uiteindelijke bedrag per programma wordt gegeven na de verwerking van de reserves. Indien de mutaties hier aanleiding voor geven, wordt er een toelichting gegeven. structureel Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 4.692 -427 4.265 -15 11 -4 4.261
Toelichting:
30
2015-B 4.599 -381 4.218 -25 5 -20 4.198
2016-B 4.594 -382 -55 4.157 -17 5 -12 4.145
2017-B 4.579 -382 -105 4.092 -17 5 -12 4.080
2018-B 2019-B 4.565 4.528 -382 -382 -105 -105 4.078 4.041 -17 -17 5 5 -12 -12 4.066 4.029
Lasten
Baten Ombuigingen
Nieuwe actiepunten N.v.A. Reserves
De lagere lasten in meerjarenperspectief worden veroorzaakt door de vrijval van kapitaallasten (m.n. het verstrijken van de korte afschrijvingstermijn van de huisvesting De Passie). De ombuigingen voor de begroting 2015 en verder hebben betrekking op: Kreatief Centrum, zwembad De Kolk, kunstzinnige vorming en SAWE (voor een verdere specificatie wordt verwezen naar bijlage B in de Nota van Aanbieding). Voor glas- en vandalismeschades aan schoolgebouwen wordt jaarlijks € 4.600 gereserveerd. Volgens raadsbesluit wordt jaarlijks geraamd dat er € 16.600 wordt onttrokken aan de bestemmingsreserve mobiele podia voor uitvoering van de gelijknamige subsidieregeling,
éénmalig Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten Baten N.v.A.
Reserves
2014-W 3 3 -406 -406 -403
2015-B -
2016-B 8 8 -8 -8 -
2017-B -
2018-B 2019-B -
Voorgesteld wordt om in 2016 € 8.000,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de subsidieverordening gemeentelijke monumenten. Dekking via de gelijknamige reserve. Zie N.v.A.
totaal (structureel + éénmalig) Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 4.695 -427 4.268 -421 11 -410 3.858
2015-B 4.599 -381 4.218 -25 5 -20 4.198
2016-B 4.594 -382 -55 8 4.165 -25 5 -20 4.145
2017-B 4.579 -382 -105 4.092 -17 5 -12 4.080
2018-B 2019-B 4.565 4.528 -382 -382 -105 -105 4.078 4.041 -17 -17 5 5 -12 -12 4.066 4.029
Het bestaande beleid komt tot uitdrukking in het bedrag van lasten en baten. Voor informatie over de onderliggende beheersproducten wordt verwezen naar bijlage 7.
31
Samen mee(r) doen
6 Programma Zorg, welzijn, werk en inkomen (Meerjaren)begroting 2016-2019
Gerelateerde doelstelling Wat betreft leven/de leefomgeving luidt de doelstelling dat meer dan 75 % van de bevolking tevreden is over het leven en de leefomgeving (voorzieningen) in de gemeente. WAT WILLEN WE? Nieuwe zorgtaken gemeente - De gemeente krijgt als gevolg van deze transities op het gebied van Jeugdzorg, AWBZ en WMO de totale zorg voor kwetsbare mensen, met uitzondering van de medische zorg. Een belangrijk doel van deze wijzigingen is om te komen tot een integrale aanpak van problemen op het terrein van werk en inkomen, zorg, ondersteuning. Ons streven is dat dit leidt tot een verbeterde efficiëntie die vooral ook ten goede komt aan een betere zorg voor de mensen die dat nodig hebben. Dit moet tot uiting komen in minder wachttijd, minder regeldruk, minder versnippering van zorgverleners en duidelijke verantwoordelijkheden. Door afspraken met mantelzorgers en vrijwilligers en met de inzet van professionals zetten wij in op zorg en ondersteuning dichtbij. De centrale doelstelling is kwaliteit van leven. Voor de uitvoering kiezen wij - bij voorkeur- voor een regionale aanpak in WT4-verband en met de overige 10 Twentse gemeenten. - Bij het sluiten van zorgcontracten wordt niet per definitie gekozen voor de goedkoopste aanbieder, maar spelen ook het kwaliteitsaspect en de continuïteit van de organisatie een rol. - Wij hechten grote waarde aan kleinschaligheid bij de daadwerkelijke zorgverlening, waarbij de cliënt de regie kan blijven voeren in de beslissing wie bij hem/haar over de vloer komt - Door het overhevelen van taken van het Rijk naar de gemeenten is binnen het sociaal domein participatie essentieel. Daarbij gaat het om “meedoen in de samenleving”; gericht op mensen die te maken hebben met een uitkering en weinig uitzicht op werk. De vraag is of de uitkering van het Rijk bij de gedecentraliseerde taken voldoende is om minimale voorzieningen te treffen, zoals het creëren van een vangnet. Indien nodig zal de gemeente moeten bijspringen. - Een gering (gezins)inkomen mag niet leiden tot een sociaal isolement. Het in stand en op peil houden van de Bijzondere Bijstand is daarom van groot belang. Het actief benaderen van mensen die op de armoedegrens leven, is zeer wenselijk, omdat een deel van deze groep niet op de hoogte is van de voorzieningen waarvan zij gebruik kan maken. Hierbij moet worden samengewerkt met scholen en andere maatschappelijke organisaties. - Aan iemand die een uitkering ontvangt zal gevraagd worden om iets terug te doen voor de maatschappij, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk. Dit gebeurt in de vorm van maatwerk per persoon. Gezinnen - Bij een gezin met meerdere hulpvragen is het belangrijk dat één instantie de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning aan het gezin op zich neemt. De professional uit deze instantie is de coördinator en stemt de verschillende werkzaamheden van de bij het gezin betrokken hulpverleners op elkaar af. Preventief jeugdbeleid - Vroegtijdige signalering van problemen kan voorkomen dat er iets misgaat met een kind. Het op peil houden van de algemene jeugdvoorzieningen binnen de gemeente, zoals de kinderopvang, jeugdgezondheidszorg, scholen, sportclubs en het jongerenwerk voorkomt dat te veel jongeren gebruik moeten maken van jeugdzorg. Ook de meer bewust op preventie gerichte
32
jeugdvoorzieningen zijn erg belangrijk in het voorkomen van grotere vragen en problemen met betrekking tot (het opgroeien van) kinderen en jongeren. Wij blijven middelen beschikbaar stellen voor opvoedingsondersteuning, zoals dat gebeurt door “Loes”. Vereenzaming ouderen tegengaan - Het risico van langer zelfstandig wonen is vereenzaming. Dit moeten we tijdig signaleren en voorkomen. Daarbij hebben naast de gemeente tal van organisaties en vrijwilligers een taak. Uitbreiding van de woonservice, stimuleren van levensloopbestendig wonen, stimuleren van sport voor ouderen, ondersteunen van voorzieningen als Tafeltje Dekje, kookgroepen en dagbesteding is onze taak. Vrijwilligerswerk - Het is essentieel dat er aandacht blijft voor het vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld in de vorm van een vrijwilligersprijs en een collectieve vrijwilligersverzekering. - Wij gaan op zoek naar manieren waarop meer mensen binnen de gemeente worden geactiveerd om vrijwilligerswerk te doen. Mantelzorgers ontlasten - Mantelzorg kan heel zwaar zijn en is soms zelfs te zwaar. Respijtzorg is in dit verband een goede vorm van ondersteuning. Deze zorgvorm is er om een mantelzorger ook eens vrijaf te geven. Respijtzorg wordt verleend door personen die, meestal vrijwillig en eventueel beroepsmatig, voor een tijdje de mantelzorg overnemen. Wij stimuleren deze vorm van ondersteuning. - Ook voor mantelzorgers is het van belang dat voorzieningen als dagbesteding en dagopvang blijven bestaan. Arbeidsparticipatie - Beschut werken blijft onderdeel van Soweco. Voor de andere werknemers wordt een passende oplossing gezocht. Er is een slag gemaakt in de aansturing van het bedrijf, die geleid heeft tot aanzienlijke bezuinigingen.
WAT GAAN WE DAAR VOOR DOEN? Uit het coalitieakkoord: - Er komt één toegankelijk, laagdrempelig en deskundig loket voor alle zorgvragen. Huisbezoek is daar standaard een onderdeel van; net zoals duidelijkheid over klachtenbehandeling. - Er komt een vangnet om de zwaksten in de samenleving bij de maatschappij te houden. Wij zijn zo nodig bereid daarvoor de onroerende zaakbelastingen te verhogen. - Mensen die leven op de armoedegrens krijgen huisbezoek waarin wordt verteld op welke voorzieningen men recht heeft. - Bij alle inwoners in de gemeente komt bekendheid over het belang van vrijwilligerswerk. - Woonservice wordt structureel gemaakt. - Uitvoering van de nota Ouderenbeleid. - Inschakeling van organisaties om binnen hun maatschappelijke rol vormen van dagbesteding en dagopvang op zich te nemen. De gemeente neemt het initiatief met een voorstel hoe een “match” kan worden gemaakt. - Er wordt haast gemaakt met de realisering van een jeugdhonk in Enter. Actiepunten: Nieuwe actiepunten (bron: Begroting 2016, Nota Meerjarenbeleid 2016-2019): - Verhoging subsidie Stichting Vluchtelingenwerk - Uitbreiding formatie 200 uur voor procedure statushouders - Tijdelijke formatie WIZ met 0,5
33
In ontwikkeling/ staat gepland (conform eerdere besluitvorming): - Tijdelijke huisvesting jongerenwerk - Huisvesting open jeugdwerk te Enter - Ouderenbeleid - Transitiemiddelen decentralisatie - Woonservice - Combinatiefunctionaris Niet gehonoreerde wensen: - Zie: Wensenboek in Nota Meerjarenbeleid 2015-2018 en 2016-2019.
Enkele outputgegevens: Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen Wet Werk en Bijstand - Aantal aanvragen - Aantal heronderzoeken - Periodiek verstrekte uitkeringen - Aantal uitkeringen per medio van het jaar Bijstandsbesluit zelfstandigen - Aantal aanvragen - Aantal hercontroles - Verstrekte leningen Inkomensvoorz. werkloze werknemers - Aantal aanvragen - Aantal heronderzoeken - Periodieke uitkeringen per medio v/h jaar Inkomensvoorz. gewezen zelfstandigen - Aantal aanvragen - Aantal heronderzoeken - Periodieke uitkeringen per medio v/h jaar
2014-W
2015-B
2016-B
98 186 290 191
100 150 250 200
100 200 275 195
15 9 1
10 20 7
10 20 7
7 5 14
3 3 10
8 5 13
1 1
3 3 5
1 1 1
Gemeentelijk minimabeleid Aantal aanvragen Minimabeleid Aantal aanvragen Bijzondere Bijstand - Aantal kwijtscheldingen: * waarvan: - Op verzoek kwijtgescholden - Automatisch kwijtgescholden - Afgewezen verzoeken
2014-W 124 123 249
2015-B 50 150 240
2016-B 125 125 240
169 40 40
120 90 40
120 90 40
Maatschappelijke begeleiding en advies 2014-W - Aantal beschikbare fte (excl. vroeghulp) 3,38 - Aantal beschikbare fte (incl. vroeghulp) 3,54 *1: Gegevens zijn gebaseerd op gegevens afgelopen jaar.
2015-B 3,38 *1 3,54 *1
2016-B 3 4
Maatschappelijk werk voor ouderen 2014-W 2015-B - Maaltijdvoorziening (aantal maaltijden) 22.827 *1 22.000 (Een groep van circa 32 vrijwilligers is inzetbaar voor het rondbrengen van maaltijden.) *1: Gegevens zijn gebaseerd op gegevens afgelopen jaar.
34
2016-B 22.000
Stadsbank - Aantal schuldbemiddelingen - Aantal Budgetbeheersrekeningen per medio
2014-W 25 50
2015-B 20 70
2016-B 25 60
2014-W 268 98% 24 dagen
2015-B 400 95% 15 dagen
2016-B 300 95% 15 dagen
Uren hulp, HH 1 (Zorg in natura) Uren hulp, HH 2 (Zorg in natura) Uren PGB, HH 1 Uren PGB, HH 2 Uren PGP-ALFA Totaal uren (Hulp, PBG, PGP-ALFA) aantal personen met hulp
35.036 7.659 15.573 1.263 54.351 113.882 771
37.000 11.000 17.000 2.000 60.000 127.000 850
n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t 725
Participatiebudget - Aantal uitkeringen per medio v/h jaar - Aantal instroom (WWB+IOAW+IOAZ) - Aantal uitstroom - met reïntegratietraject - Aantal uitstroom - zonder spec. uitstr.traject - Aantal personen met reïntegratietraject (mét arbeidsverplichting) - Aantal personen met traject soc. activ.
2014-W 206 112 57 56
2015-B 200 90 60 35
2016-B 200 80 55 25
118 129
130 50
140 120
Wet Maatschappelijke Ondersteuning - Aantal ingediende aanvragen - Percentage toegekende aanvragen - Gemiddelde doorlooptijd
Opvang Asielzoekers 2014-W 2015-B 2016-B - Aantal opvangplaatsen (in personen) 140 135 185 - Aantal beschikbare woningen 55 55 70 - Aantal nieuwkomers 282 290 340 - Alle asielzoekers ontvangen ingevolge de nieuwe Vreemdelingenwet een verblijfstitel voor bepaalde tijd (VBT). De Stichting Vluchtelingenwerk Wierden doet de begeleiding. Sociaal cultureel werk 2014-W 2015-B 2016-B - Stichting De Welle: Aantal keren per jaar deelname aan zorgnetwerken 12 12 12 Overige activiteiten die o.a. bijdragen aan het realiseren van het beoogde effect: - het opzetten van zinvolle vrijetijdsactiviteiten, ter stimulering van participatie, verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid door jongeren; - het stimuleren van jongeren tot participatie, zoals gesteld in de nota jongerenparticipatie, juni 2011 Kinderopvang - Aantal peuterspeelzalen - Aantal groepen - Aantal dagdelen - Aantal kinderdagverblijven (Wierden + Enter) *1: Gegevens zijn gebaseerd op gegevens 2013-W.
35
2014-W 5 21 42 10
2015-B 4 *1 21 *1 42 *1 10
2016-B 5 21 42 10
Voorzieningen gehandicapten aanvragen vervoer - Aantal ingediende aanvragen - Percentage toegekende aanvragen aanvragen vervoer - Aantal ingediende aanvragen - Percentage toegekende aanvragen aanvragen wonen - Aantal ingediende aanvragen - Percentage toegekende aanvragen
2014-W
2015-B
2016-B
145 98%
200 95%
160 95%
84 95%
115 95%
90 95%
133 96%
200 95%
150 95%
WAT MAG HET KOSTEN? In onderstaand schema staan de lasten en baten van dit programma. Indien van toepassing wordt aangegeven welk bedrag aan ombuigingen nog gerealiseerd moeten worden, de lasten van wensen en de lasten of baten die volgen uit de nota van aanbieding. Dit resulteert in een totaal bedrag per programma voor bestemming. Het uiteindelijke bedrag per programma wordt gegeven na de verwerking van de reserves. Indien de mutaties hier aanleiding voor geven, wordt er een toelichting gegeven. structureel Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 10.832 -4.278 6.554 6.554
36
2015-B 15.739 -12.308 3.431 3.431
2016-B 16.001 -11.922 -20 11 -26 26 4.070 4.070
2017-B 15.861 -11.809 -20 11 4.043 4.043
2018-B 2019-B 15.893 15.891 -11.656 -11.535 -20 -20 11 11 4.228 4.228
4.347 4.347
Toelichting: Lasten
Baten
Ombuigingen
Nieuwe actiepunten
N.v.A.
Reserves
Vanaf 2016 worden de decentralisatiegelden verdeeld op basis van het objectieve verdeelmodel. Dit heeft een herverdeling van budgetten tussen gemeenten tot gevolg. Per saldo nemen de middelen af. In de Nota van aanbieding is de begroting van het sociaal domein weer opgenomen. Uitgangspunt blijft dat deze deelbegroting tot en met 2017 budgettair neutraal blijft. Via het gemeentefonds wordt in 2016 (evenals in 2015) eenmalig € 231.700 ontvangen voor de huishoudelijke hulp toelage. De inzet van deze middelen voor dit doel is primitief geraamd. De uitgaven voor reguliere huishoudelijke hulp worden lager geraamd vanwege een lager aantal cliënten (ca. € 187.000,-). Hiermee kan de daling van de integratie-uitkering WMO (oud) binnen de algemene uitkering worden opgevangen. Daarnaast is er ten opzichte van 2015 een wijziging in ureninzet. Deze inzet vindt plaats binnen de beschikbare uren zodat een hogere of lagere inzet altijd gecompenseerd wordt binnen een ander programma (ureninzet binnen de vastgestelde formatie verloopt uiteindelijk budgettair neutraal). De integratie-uitkering sociaal domein wordt ook op dit programma verantwoord. Zoals uit het hieronder opgenomen overzicht blijkt neemt per saldo deze uitkering af. De ombuiging heeft betrekking op taakstelling De Welle met € 20.000,(voor een verdere specificatie wordt verwezen naar bijlage B in de Nota van Aanbieding). Verhoging van de subsidie met € 5.000,- aan de Stichting Vluchtelingenwerk. Uitbreiding van formatie met 200 uur voor procedure statushouders. Begrote kosten jaarlijks € 6.100,-. Uit de septembercirculaire blijkt dat de integratie-uitkering sociaal domein in 2016 wordt gekort met ca. € 26.000,-. Deze korting wordt opgevangen binnen de begroting van het sociaal domein. -
éénmalig Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Nieuwe actiepunten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten Baten Nieuwe actiepunten
2014-W 182 182 -177 -177 5
2015-B 15 15 15
2016-B -
2017-B -
2018-B 2019-B -
Tijdelijke uitbreiding formatie WIZ met 0,5 fte in 2016 en 2017, dekking vindt plaats uit de decentralisatiemiddelen.
37
totaal (structureel + éénmalig) Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 11.014 -4.278 6.736 -177 -177 6.559
2015-B 15.754 -12.308 3.446 3.446
2016-B 16.001 -11.922 -20 11 -26 26 4.070 4.070
2017-B 15.861 -11.809 -20 11 4.043 4.043
2018-B 2019-B 15.893 15.891 -11.656 -11.535 -20 -20 11 11 4.228 4.228
Het bestaande beleid komt tot uitdrukking in het bedrag van lasten en baten. Voor informatie over de onderliggende beheersproducten wordt verwezen naar bijlage 7.
38
4.347 4.347
Samen mee(r) doen
7 Programma Bestuur en organisatie (Meerjaren)begroting 2016-2019
Gerelateerde doelstelling Inwoners vormen het bestaansrecht van de gemeente. Zij moeten - Tevreden zijn over de manier waarop de gemeente hen betrekt bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid. - Zo weinig mogelijk geconfronteerd worden met regels en voorschriften. Snelle en passende dienstverlening staat voorop en sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen. Gebaseerd op eerder onderzoek is onze doelstelling dat meer dan 75 % van de bevolking tevreden is over onze dienstverlening en de manier waarop inwoners kunnen participeren.
WAT WILLEN WE? -
-
-
-
Wierden is een sterke gemeente. Een gemeente die zelf haar beleid bepaalt en de wettelijke taken vervult. De gemeente Wierden laat zien vertrouwen te hebben in de toekomst. Wierden blijft een zelfstandige gemeente. We houden vast aan drie bestuurslagen: gemeente, provincie en Rijk, waarbij elk bestuur zijn eigen taken en verantwoordelijkheden heeft. De Regio Twente is verlengd lokaal bestuur; geen nieuwe bestuurslaag met een groot ambtelijk apparaat. Samenwerking binnen de Regio Twente blijft een samenwerking op vrijwillige schaal. In de komende raadsperiode zal het resultaat van de investeringen via de Agenda van Twente geëvalueerd worden. Hierin zal een duidelijke meerwaarde moeten worden aangetoond wil de gemeente nadenken over een bijdrage aan een vervolg op de Agenda van Twente. Samenwerken waar mogelijk en nodig. Omvang en intensiteit hangen af van de inhoud, waarbij de drie K’s van Kosten, Kwaliteit en Kwetsbaarheid toetssteen zijn. De samenwerking binnen WT4 (met Hellendoorn, Rijssen-Holten en Twenterand) op beleidsvoorbereidend en uitvoerend terrein gaat verder en wordt verdiept als het leidt tot winst op een of meer van de drie K’s. De gemeente is een klantgerichte organisatie: van en voor de burger. Dienstverlening is onze corebusiness. Die moet voor 100% goed zijn. De komende jaren wordt ingezet op verdere verbetering van de digitale dienstverlening onder het motto “digitaal waar het kan; niet-digitaal waar het niet kan”. Creativiteit van inwoners en ondernemers komt vaak in conflict met regels en voorschriften. Waar mogelijk gaan we dit voorkomen. Willen we met elkaar verder komen, zullen we moeten bekijken in hoeverre regels en voorschriften kunnen worden verminderd of afgeschaft. Een hernieuwd dereguleringsproject kan hierin voorzien.
WAT GAAN WE DAAR VOOR DOEN? Uit het coalitieakkoord: - De samenwerking binnen WT4 (als “voorkeurspartners”) intensiveren, waarbij alle vormen van samenwerking bespreekbaar zijn. - Het college komt met een concreet doel van de WT4-samenwerking, zodat er een basis is waarop de verdere samenwerking wordt gestoeld. - Op basis van “wie wil, doet mee” werken we samen op Twentse schaal. - Samenwerken met andere partners als de inhoud daar om vraagt.
39
-
Invulling geven aan de opdracht van de regering om binnen twee jaar 80% van onze diensten digitaal te leveren. Minstens eenmaal per jaar een onderzoek naar een van de aspecten van de dienstverlening (tevredenheid van bezoekers, van brief/mail-schrijvers, bellers. Er wordt een nieuw dereguleringsproject opgezet; bij voorkeur binnen bestaande projecten. Binnen het lopende project zaakgericht werken worden onder meer werkprocessen digitaal gemaakt. Op dat moment wordt ook gekeken naar vereenvoudiging/deregulering. Hiervoor wordt een plan gemaakt.
Actiepunten: Nieuwe actiepunten (bron: Begroting 2016, Nota Meerjarenbeleid 2016-2019): - Investeringen in hardware 2019 (Nieuwe wet en regelgeving - zie ook structureel) - RUD Regionale Uitvoeringsdienst (milieu), aanschaf software - Invoering Basisregistratie Topografie, onderhoud en bijhouden - Vervanging tablets raad 2018 - Uitbreiding en vervanging tablets - Vervanging IBM N-serie (metro-cluster) - Werken in de cloud - Vervanging telefooncentrale - Vervanging voertuigen/ materieel OW - Vervanging klein materieel OW - Vervanging lichtkoepels gemeentegarage 2016 - Vervanging regeltechniek gemeentehuis 2016 - Herijking strategische visie - Zaakgericht werken - Invoeren Basisregistratie Topografie (BGT) - Invoeren nieuwe modules Burgerzaken - Implementatie kosten software producten - Ontwikkeling IPB en inzet van Document Management Systeem - Digitalisering archief - Aansluiting bij E-depot Historisch Centrum Overijssel - Schonen en inventariseren statisch archief - Aanschaf software en implementatie (Nieuwe wet en regelgeving - zie ook structureel)
In ontwikkeling/ staat gepland (conform eerdere besluitvorming): - Nieuwe software website - Hardware nieuwe wetgeving - Software nieuwe wetgeving - Ontwikkeling Datawarehouse - Voorbereiding invoering BGT - Nieuwe wet regelgeving PC - Opslagcapaciteit databeveiliging - Renovering riool garage Wierden - Arbo-maatregelen - Gegevensmakelaar - Implementatie pakket burgerzaken - Vervanging beeld en geluid - Zaakgericht werken - Invoering basisregistraties - Implementatie softwareproducten - Ontwikkeling IZ DMS - Vervanging voertuig - Vervanging machines en klein materieel - Vervanging telefooncentrale - Invoering basisregistratie topografie - Digitalisering archief - RUD aanschaf software - Vervanging en uitbreiding tablets - Vergader- en geluidsapparatuur raadszaal
40
Niet gehonoreerde wensen: - Zie: Wensenboek in Nota Meerjarenbeleid 2015-2018 en 2016-2019.
Enkele outputgegevens: Burgerzaken
2014-W
2015-B
2016-B
- Aanvragen/verlengingen
1.872
2.200
2.500
- Reisdocumenten:
4.398
4.700
5.600
- Afgifte uittreksels
550
600
450
3.198
3.035
3.035
164
200
190
9
4
10
- Afgifte verklaringen omtrent gedrag
543
550
550
- Opmaken akten
442
490
475
- Uittreksels uit akten
341
330
330
- Mutaties G.B.A.: - Huwelijken - Naturalisatieverzoeken
WAT MAG HET KOSTEN? In onderstaand schema staan de lasten en baten van dit programma. Indien van toepassing wordt aangegeven welk bedrag aan ombuigingen nog gerealiseerd moeten worden, de lasten van wensen en de lasten of baten die volgen uit de nota van aanbieding. Dit resulteert in een totaal bedrag per programma voor bestemming. Het uiteindelijke bedrag per programma wordt gegeven na de verwerking van de reserves. Indien de mutaties hier aanleiding voor geven, wordt er een toelichting gegeven. structureel Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging lasten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 5.138 -1.758 3.380 3.380
41
2015-B 5.126 -1.367 3.759 3.759
2016-B 4.574 -1.168 -62 76 371 -3 3.788 3.788
2017-B 4.563 -1.160 -158 88 334 -3 3.664 3.664
2018-B 2019-B 4.557 4.536 -1.162 -1.153 -158 -158 126 136 334 334 -3 -3 3.694 3.692 3.694 3.692
Toelichting: Lasten
Baten Ombuigingen
Nieuwe actiepunten
De verlaging ten opzichte van 2015 wordt vnl. veroorzaakt door lagere stelposten (in de salarisraming is al rekening gehouden met de Cao ontwikkeling voor 2016). Daarnaast is er ten opzichte van 2015 een wijziging in ureninzet. Deze inzet vindt plaats binnen de beschikbare uren zodat een hogere of lagere inzet altijd gecompenseerd wordt binnen een ander programma (ureninzet binnen de vastgestelde formatie verloopt uiteindelijk budgettair neutraal). De ombuigingen hebben betrekking op: bestuur (formatie wethouders), salariskosten, het afdoen van beschikkingen en besluiten per mail, een lagere bijdrage aan Regio Twente. De hogere geraamde baten komen voort uit geraamde verhuur van tractie: wegenschaaf en veegwagen (voor een verdere specificatie wordt verwezen naar bijlage B in de Nota van Aanbieding). Deze actiepunten hebben betrekking op: - Aanschaf software en implementatie nieuwe wet- en regelgeving met een jaarlast in 2016 ad € 0,-; 2017 ad € 8.250,-; 2018 ad € 16.250,- en € 24.000,- in 2019). - RUD Regionale Uitvoeringsdienst (milieu), aanschaf software met een last van € 5.600,- in 2016 dat de 3 jaren daarna jaarlijks met € 160,verminderd. - Invoering Basisregistratie Topografie (vanaf 2016 voor onderhouden en bijhouden € 30.000,-) - Vervanging tablets raad 2018 met een jaarlast van € 3.480 in 2018 en € 3.360 in 2019. - Uitbreiding en vervanging tablets in 2016 met een jaarlast in 2016 ad € 2.900,-; 2017 ad € 4.975,-; 2018 ad € 6.975,- en € 8.825,- in 2019. - Vervanging IBM N-serie, metro-cluster met een jaarlast van € 36.000,in 2016;de 3 jaren daarna jaarlijks met € 1.200,- verminderd. Het leasegedeelte ad € 17.900 valt jaarlijks vrij. - Werken in de cloud (vanaf 2016 pm raming) - Vervanging telefooncentrale met een jaarlast van € 8.400,- in 2016 dat de 3 jaren daarna jaarlijks met € 240,- verminderd. - Vervanging voertuigen / materieel openbare werken (vanaf 2016 t/m 2019 met een jaarlast in 2016 ad € 2.240,-; 2017 ad € 5.290,-; 2018 ad € 29.870,- en € 31.310,- in 2019) - Vervanging klein materieel openbare werken (vanaf 2016 t/m 2019 met een jaarlast in 2016 ad € 2.020,-; 2017 ad € 2.810,-; 2018 ad € 3.670,- en € 4.170,- in 2019) - Vervanging lichtkoepels gemeentehuis met een jaarlast van € 630,- in
42
2016 dat de 3 jaren daarna jaarlijks me € 15,- verminderd. Vervanging regeltechniek gemeentehuis met een jaarlast van € 4.500,- in 2016 dat de 3 jaren daarna jaarlijks met € 100,verminderd. De stijging van de lasten voor dit programma worden veroorzaakt door software voor vergunningverlening en handhaving i.v.m. samenwerking RUD en omliggende gemeenten (€ 25.000), het in 2016 niet realiseren van de bezuiniging "Uitbesteden werk Buitendienst" (€ 37.250,-), de noodzakelijk vervanging van koelmachines in het gemeentehuis (jaarlast € 4.250) en de verlaging van de toe te rekenen rente aan de grondexploitaties naar 2,1% vanwege een wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (nadeel € 335.000). Hiertegenover staat een voordeel van € 30.000,- op salariskosten vanwege verlaging van vacatureruimte. De hogere baten hebben betrekking op de jaarlijkse aanpassing van de leges voor de producten rijbewijzen en reisdocumenten aan de inflatie. -
N.v.A.
Reserves
éénmalig Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten
Baten Nieuwe actiepunten
2014-W 151 151 -369 668 299 450
2015-B 245 245 584 584 829
2016-B 215 41 -218 38 -11 -11 27
2017-B 20 175 -193 2 2
2018-B 2019-B 20 40 165 125 -168 -143 17 22 17 22
Conform bestaand beleid worden de externe kosten voor verkiezingen (in 2017, 2018 en 2019 € 20.000,- per verkiezing) met eenmalige middelen afgedekt. De éénmalige lasten die voortvloeien uit de nieuwe actiepunten hebben betrekking op: -
-
Herijking Strategische visie met een last van € 30.000,- in 2016. Nieuwe wet en regelgeving, aanschaf software en implementatie (in 2016 t/m 2019. In 2016 en last van € 30.000,-) en in 2017 t/m 2019 een jaarlijkse last van € 50.000,-. Zaakgericht werken (in 2016 € 30.000, en daarna P.M.. Invoering Basisregistratie Topografie (BGT): P.M.. Invoering nieuwe modules Burgerzaken, Basisregistratie Personen (in 2018 € 40.000,-). Implementatiekosten software producten (in 2016 t/m 2019 jaarlijks € 25.000,-). Ontwikkeling IPB en de inzet Document Management Systeem (in 2016 t/m 2019 jaarlijks € 25.000,-). Digitalisering archief (in 2016 t/m 2019 jaarlijks € 25.000,-). Schonen en inventariseren statisch archief 1943-1988 met een last van € 50.000,- in zowel 2016 als 2017. Aansluiting bij E-depot Historisch Centrum Overijssel (2017 PM).
43
N.v.A.
Reserves
Omdat het oude archief schimmelsporen bevat, moeten er volgens de archiefwet maatregelen worden genomen (kosten in 2015 en 2016 € 30.000,-). De stelpost bezuiniging op bestuur ad € 50.000 is voor € 10.980 nog niet ingevuld. Voorgesteld wordt om deze in 2016 eenmalig te onttrekken aan de reserve raadsaangelegenheden. Van de stelpost rentelasten, groot € 267.895,-, kan € 217.895,- worden aangewend als eenmalig dekkingsmiddel. Daarna aflopend met € 25.000,per jaar. Onttrekking aan de reserve raadsaangelegenheden, zie tekst bij N.v.A.
totaal (structureel + éénmalig) Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging lasten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 5.289 -1.758 3.531 -369 668 299 3.830
2015-B 5.371 -1.367 4.004 584 584 4.588
2016-B 4.574 -1.168 -62 291 412 -221 3.826 -11 -11 3.815
2017-B 4.583 -1.160 -158 263 334 -196 3.666 3.666
2018-B 2019-B 4.577 4.576 -1.162 -1.153 -158 -158 291 261 334 334 -171 -146 3.711 3.714 3.711 3.714
Het bestaande beleid komt tot uitdrukking in het bedrag van lasten en baten. Voor informatie over de onderliggende beheersproducten wordt verwezen naar bijlage 7.
44
Samen mee(r) doen
8 Algemene dekkingsmiddelen (Meerjaren)begroting 2016-2019
WAT WILLEN WE? Financiën - Wij staan voor een solide en realistisch financieel beleid voor waarbij het streven blijft de gemeentelijke belastingen jaarlijks niet meer te verhogen dan met het algemeen geldende inflatiepercentage van het voorgaande jaar. - Verhoging van de onroerende zaakbelastingen (behalve de trendmatige verhoging) zijn niet aan de orde, tenzij het gaat om het financieren van de gevolgen van extern wettelijk opgelegde verplichtingen. In dat geval kan een verhoging alleen maar overwogen worden als naar de burger duidelijk gemaakt kan worden waaraan de opbrengst wordt besteed. - Het gemeentelijk subsidiebeleid wordt periodiek geëvalueerd, waarbij zelfwerkzaamheid en het verwerven van eigen middelen van de subsidieontvangers centraal dient te staan. Het is redelijk als de gemeente voor een subsidie een tegenprestatie vraagt. - Wij streven ernaar dat gemeente Wierden jaarlijks op alle punten “groen” scoort waar het gaat om het provinciaal toezicht Nieuw beleid, bezuinigen en ombuigen - Ook in deze periode geldt dat voor nieuw beleid ruimte moet worden gezocht binnen de bestaande begroting. Alle beleidsterreinen kunnen daarbij aan de orde komen. - Bij het vinden van financiële middelen geldt de volgende volgorde: 1. eerst maximaal benutten van de financieringsmogelijkheden bij regio/provincie/rijk en Europa; 2. vervolgens besparingen door efficiencymaatregelen; 3. dan heroverwegen van voorgenomen nieuw beleid dat nog niet in uitvoering is; 4. dan nieuw beleid alleen opnemen indien daarvoor bestaand beleid kan worden ingewisseld; 5. tenslotte zo nodig het uitvoeringsniveau van het bestaande beleid enigszins aanpassen. Risicomanagement - In de huidige turbulente tijd is een voortdurende inventarisatie en inschatting van financiële risico's van groot belang. In het bijzonder over voorgenomen beslissingen, uitspraken en toezeggingen door college en raad en besluiten in regioverband dient tijdige rapportage aan de raad plaats te vinden. - Ook de financiële gang van zaken bij verbonden partijen, stichtingen en maatschappelijke organisaties moet in beeld zijn en bij geconstateerde risico’s moet direct aan de raad te worden gerapporteerd. - Als uiterste middel om financiële klappen op te vangen, heeft de gemeenteraad een bodem gelegd in de algemene reserve. Dit bedrag (ongeveer 2½ miljoen euro) mag niet worden ingezet om een begroting sluitend te maken. - Tenminste één keer per jaar is er rekenkameronderzoek om de effectiviteit van het gemeentelijk beleid te toetsen.
45
WAT GAAN WE DAAR VOOR DOEN? Uit het coalitieakkoord: - Jaarlijks één onderzoek door een Rekenkamer naar de effectiviteit van het gemeentelijk beleid.
Actiepunten: Nieuwe actiepunten (bron: Begroting 2016, Nota Meerjarenbeleid 2016-2019): - Geen In ontwikkeling/ staat gepland (conform eerdere besluitvorming): - Geen Niet gehonoreerde wensen: - Zie: Wensenboek in Nota Meerjarenbeleid 2015-2018 en 2016 – 2019.
Enkele outputgegevens: Geldleningen/uitzettingen < 1 jaar
2014-W
2015-B
2016-B
- Aantal vaste geldleningen
19
19
21
- Aantal transacties kasgeld
28
8
24
- Aantrekken/muteren vaste geldleningen. - Beleggen overtollig kasgeld. Overige financiële middelen - Deelname in aandelen-/werkkapitalen van diverse instellingen.
Onvoorziene uitgaven In de begroting is een bedrag ad € 43.090,- opgenomen voor onvoorziene uitgaven. De raming heeft een bufferfunctie. De raming bevat een incidentele en structurele component van respectievelijk 75% en 25%.
WAT MAG HET KOSTEN? In onderstaand schema staan de lasten en baten betrekking hebbende op de algemene dekkingsmiddelen. Indien van toepassing wordt aangegeven welk bedrag aan ombuigingen nog gerealiseerd moeten worden, de lasten van wensen en de lasten of baten die volgen uit de nota van aanbieding. Dit resulteert in een totaal bedrag per programma voor bestemming. Het uiteindelijke bedrag per programma wordt gegeven na de verwerking van de reserves. Indien de mutaties hier aanleiding voor geven, wordt er een toelichting gegeven.
46
structureel Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten Onvoorzien resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten Baten Ombuigingen Nieuwe actiepunten N.v.A.
Onvoorzien
2014-W 234 -23.673 -23.439 -113 359 246 -23.193
2015-B 424 -22.510 46 -22.040 -113 18 -95 -22.135
2016-B 139 -22.679 -165 11 -22.694 -113 22 -91 -22.785
2017-B 139 -22.177 -160 22 -22.176 -113 22 -91 -22.267
2018-B 2019-B 139 139 -22.015 -21.958 -365 -407 33 44 -22.208 -22.182 -113 -113 22 22 -91 -91 -22.299 -22.273
Lagere lasten met name vanwege gebruik laagrentende kortlopende geldleningen en verlaging begrotingsrente van 4 naar 3,5 %. Ontwikkeling baten zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De jaarlijkse aanpassing aan de inflatie van onder andere de gemeentelijke belastingen levert een voordeel op van € 35.000,-. De afvalstoffenheffing kan vanwege ontvangen vergoedingen voor het apart inzamelen van afvalstromen worden verlaagd met € 139.000. De raad heeft in het verleden aangegeven dat bezuinigingen die leiden tot lagere kostendekkende tarieven gecompenseerd mogen worden in een hoger OZB-tarief. Per saldo blijft de lastendruk, exclusief inflatiecorrectie, voor de burger gelijk. In de begroting is structureel een bedrag € 510.000 opgenomen als onderuitputting (onderbesteding van budgetten). De laatste jaren blijkt dat deze onderbesteding in de praktijk niet meer wordt gerealiseerd. In 2014 ging het om een bedrag van € 100.000. Het is daarom noodzakelijk de raming voor onderuitputting in 2016 te verlagen met € 100.000. Uit de septembercirculaire blijkt een verbetering van de algemene uitkering met ingang van 2016 van € 91.200,- (een structurele verhoging van het accres en onderbesteding BTW-compensatiefonds). Vanwege vraagtekens bij de realiteitswaarde worden in beide gevallen de voordelen niet voor 100% ingezet. 25 % van de raming van de post onvoorzien (€ 1,80 per inwoner) wordt met structureel geld gedekt.
47
Reserves
Voor rentetoevoeging aan reserves (ter inflatiecorrectie) is vanaf 2015 ca. € 22.000 benodigd. In voorgaande jaren is besloten is om enkele investeringen in gebouwen te dekken met eenmalige middelen. Deze middelen zijn gereserveerd en worden jaarlijks onttrokken aan deze reserves ter dekking van de afschrijvingslasten.
éénmalig Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Baten reserves N.v.A. baten Onvoorzien resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Toelichting: Lasten Baten N.v.A. baten Onvoorzien Reserves
2014-W -273 -273 592 250 842 569
2015-B -364 -364 -1.497 -1.497 -1.861
2016-B 32 32 -1.343 -1.343 -1.311
2017-B 32 32 -429 -429 -397
2018-B 2019-B 32 32 32 32 -214 -69 -214 -69 -182 -37
75 % van de raming van de post onvoorzien (€ 1,80 per inwoner) wordt met eenmalig geld gedekt. Aanwending van de algemene reserve voor een bedrag van € 1.043.000,en de reserve boekverliezen voor € 300.000,- om de in 2016 geplande zaken, met eenmalige dekking, te kunnen realiseren.
totaal (structureel + éénmalig) Subtotaal Bedrag resultaat voor mutaties in Lasten reserves Baten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten Onvoorzien resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves Onttrekking aan reserve Storting in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
2014-W 234 -23.946 -23.712 479 609 1.088 -22.624
2015-B 424 -22.874 46 -22.404 -1.610 18 -1.592 -23.996
2016-B 139 -22.679 -165 43 -22.662 -1.456 22 -1.434 -24.096
2017-B 139 -22.177 -160 54 -22.144 -542 22 -520 -22.664
2018-B 2019-B 139 139 -22.015 -21.958 -365 -407 65 76 -22.176 -22.150 -327 -182 22 22 -305 -160 -22.481 -22.310
Het bestaande beleid komt tot uitdrukking in het bedrag van lasten en baten. Voor informatie over de onderliggende beheersproducten wordt verwezen naar bijlage 7.
48
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Bedragen x € 1.000,-
2016
Lokale heffingen
3.668- V
Algemene uitkering
17.477- V
Dividend
975- V
Saldo financieringsfunctie
218- V
Overige algemene dekkingsmiddelen
606- V
tbv aansluiting totaal structureel + eenmalig * inzet algemene reserves
1.456- V
* onvoorzien
43 N
* overige
43 N
* saldo fiancieringsfunctie in progr. bestuur en organisatie
218 N
Totaal algemene dek k ingsmiddelen
24.096- V
LOKALE HEFFINGEN Hieronder valt de opbrengst van de volgende plaatselijke gemeentelijke belastingen: - OZB gebruikersgedeelte
-324
- OZB eigenarengedeelte
-2.933
- Baatbelasting
-2
- Forensenbelasting
-91
- Toeristenbelasting
-136
- Hondenbelasting
-122
- Reclamebelasting
-60
Totaal
-3.668
Verder wordt verwezen naar de paragraaf G Lokale heffingen. ALGEMENE UITKERING
Uit de septembercirculaire blijkt dat het accres de komende jaren verder stijgt. Het verschil in accres ten opzichte van de meicirculaire is meegenomen in de begroting 2016. Dit levert ten opzichte van de NMB een voordeel op. Daarnaast is nog steeds een substantieel deel van het accres uit de meicirculaire niet ingezet vanwege twijfels over de realisatie van het accres (1/3 gedeelte is hiervan niet ingezet). Verder blijkt uit de septembercirculaire 2015 dat gemeenten minder BTW declareren bij het Rijk. Het niet gedeclareerde deel wordt in het gemeentefonds gestort. Dit levert een voordeel op. Ook hiervoor geldt dat dit voordeel zeer onzeker is. We hebben daarom ook hier 1/3 deel niet in de begroting opgenomen.
49
DIVIDEND De gemeente Wierden ontvangt jaarlijks dividend uit hoofde van haar aandelenbezit. Voor deze begroting wordt hiervoor geraamd: Aantal
Dividend
aandelen Bank Nederlandse Gemeenten - aandelen A
21.060
-14.000
Afvalverwerking Twence BV
-90.000
Vitens
23.164
-61.800
Essent
32.331
-25.915
rente achtergestelde geldlening
-4.085
Cogas
377
754.000-
50
25.000-
Crematorium Twente/Oost Nederland BV
-
Wadinko Totale raming dividend
974.800-
SALDO FINANCIERINGSFUNCTIE Het niet meer mogen toeschrijven van rente aan voorzieningen heeft ruimte gegeven binnen de begroting. Omdat het niet meer toevoegen van rente aan deze voorzieningen ook risico's met zich meebrengt (voorzieningen worden gebruikt als financieringsmiddel) is in de begroting een stelpost opgenomen ter dekking van eventuele rentelasten verschuldigd bij het aantrekken van een geldlening om de financieringspositie te herstellen. De basis hiervoor vormt de afspraak dat een gemiddelde rentedruk wordt aangehouden. De stelpost komt in 2016 hierdoor op € 267.895,-. In verband met op stapel staande investeringen is in de aanbiedingsbrief voorgesteld om hiervan € 50.000,- te reserveren in 2016 voor het afdekken van de rentelasten van een aan te trekken geldlening. Derhalve kan € 217.895,- in 2016 worden aangewend als eenmalig dekkingsmiddel. Verder wordt verwezen naar de paragraaf C Financiering. OVERIGE ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Financiering/geldleningen < 1 jaar
118.504
Financiering/geldleningen > 1 jaar
25.166-
Bespaarde rente algemene reserves
215.280-
Onderuitputting
410.000-
Lichtmastreclame
6.000-
Leges GBA-personen
68.528-
Totaal
606.470- of afgerond
50
-606.000
Structurele lasten en baten per programma Programma Veiligheid
Subtotaal Bedrag resultaat voor Lasten mutaties in reserves Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Leefomgeving resultaat voor Lasten mutaties in reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Economie en toerisme resultaat voor Lasten mutaties in reserves Baten Nieuwe actiepunten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting resultaat voor Lasten mutaties in reserves Baten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Sport, cultuur en onderwijs resultaat voor Lasten mutaties in reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Zorg, welzijn en inkomen resultaat voor Lasten mutaties in reserves Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bestuur en organisatie resultaat voor Lasten mutaties in reserves Baten Ombuiging lasten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Algemene dekkingsmiddelen resultaat voor Lasten mutaties in reserves Baten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten Onvoorzien resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Eindtotaal (plus is nadelig, min is voordelig) Bedragen x € 1.000,-
2014-W 1.576 -24 1.552 1.552 9.547 -5.309 4.238 4.238 3.819 -2.712 1.107 -103 -103 1.004
2015-B 1.675 -2 1.673 1.673 9.248 -5.101 4.147 -34 -34 4.113 3.904 -41 3.863 1 -101 -100 3.763
2016-B 1.676 -2 1.674 1.674 9.344 -5.246 -48 14 37 89 4.190 4.190 3.592 -39 3.553 1 -101 -100 3.453
2017-B 1.662 -2 1.660 1.660 9.339 -5.246 -48 16 37 89 4.187 4.187 3.386 -39 3.347 1 -101 -100 3.247
2018-B 2019-B 1.648 1.634 -2 -2 1.646 1.632 1.646 1.632 9.339 9.334 -5.246 -5.246 -48 -48 18 20 37 37 89 89 4.189 4.186 4.189 4.186 3.200 3.078 -39 -39 3.161 3.039 1 1 -101 -101 -100 -100 3.061 2.939
8.308 -6.071 -
5.295 -3.765 -
2.237 2.237 4.692 -427 4.265 11 -15 -4 4.261 10.832 -4.278 6.554 6.554 5.138 -1.758 3.380 3.380 234 -23.673 -23.439 359 -113 246 -23.193 33
1.530 1.530 4.599 -381 4.218 5 -25 -20 4.198 15.739 -12.308 -
11.974 -10.515 -22 28 1.465 1.465 4.594 -382 -55 4.157 5 -17 -12 4.145 16.001 -11.922 -20 11 -26 26 4.070 4.070 4.574 -1.168 -62 76 371 -3 3.788 3.788 139 -22.679 -165 11 -22.694 22 -113 -91 -22.785 -
11.974 -10.515 -44 65 1.480 1.480 4.579 -382 -105 4.092 5 -17 -12 4.080 15.861 -11.809 -20 11 -
11.974 -10.515 -44 65 1.480 1.480 4.565 -382 -105 4.078 5 -17 -12 4.066 15.893 -11.656 -20 11 -
11.974 -10.515 -44 65 1.480 1.480 4.528 -382 -105 4.041 5 -17 -12 4.029 15.891 -11.535 -20 11 -
4.043 4.043 4.563 -1.160 -158 88 334 -3 3.664 3.664 139 -22.177 -160 22 -22.176 22 -113 -91 -22.267 94
4.228 4.228 4.557 -1.162 -158 126 334 -3 3.694 3.694 139 -22.015 -365 33 -22.208 22 -113 -91 -22.299 65
4.347 4.347 4.536 -1.153 -158 136 334 -3 3.692 3.692 139 -21.958 -407 44 -22.182 22 -113 -91 -22.273 32
51
3.431 3.431 5.126 -1.367 3.759 3.759 424 -22.510 46 -22.040 18 -113 -95 -22.135 332
Éénmalige lasten en baten per programma Programma Veiligheid
Subtotaal Bedrag resultaat voor Lasten mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Onttrekking in reserves aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Leefomgeving resultaat voor Lasten mutaties in reserves Nieuwe actiepunten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Economie en toerisme resultaat voor Lasten mutaties in reserves resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Onttrekking in reserves aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting resultaat voor Lasten mutaties in reserves Nieuwe actiepunten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Sport, cultuur en onderwijs resultaat voor Lasten mutaties in reserves N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Onttrekking in reserves aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Zorg, welzijn en inkomen resultaat voor Lasten mutaties in reserves Nieuwe actiepunten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Onttrekking in reserves aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bestuur en organisatie resultaat voor Lasten mutaties in reserves Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Algemene dekkingsmiddelen resultaat voor Baten mutaties in reserves N.v.A. baten Onvoorzien resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Eindtotaal (plus is nadelig, min is voordelig) Bedragen x € 1.000,-
52
2014-W 1 1 -269 -269 -268 1.493 1.493 -1.104 -1.104 389 -22 -22 19 19 -3 812 812 160 -1.744 -1.584 -772 3 3 -406 -406 -403 182 182 -177 -177 5 151 151 668 -369 299 450 -273 -273 250 592 842 569 -33
2015-B 392 392 -324 -324 68
2016-B
15 322 337 -72 -72 265
-
-
-
20 -682 -662 1.711 -30 1.681 1.019
935 -318 617 617 -
8 8 -8 -8 15
15 15 245 245 584 584 829 -364 -364 -1.497 -1.497 -1.861 -332
215 41 -218 38 -11 -11 27 32 32 -1.343 -1.343 -1.311 -
2017-B 15 250 265 265 130 130 130 20 175 -193 2 2 32 32 -429 -429 -397 -
2018-B 2019-B 15 15 15 15 15 15 150 150 150 20 165 -168 17 17 32 32 -214 -214 -182 -
40 125 -143 22 22 32 32 -69 -69 -37 -
Totalen per programma (structureel én eenmalig) Programma Veiligheid
Subtotaal Bedrag 2014-W resultaat Lasten voor mutaties in reserves 1.577 Baten -24 Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves 1.553 saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve -269 saldo mutaties in reserves -269 Totaal resultaat na mutaties in reserves 1.284 Leefomgeving resultaat Lasten voor mutaties in reserves 11.040 Baten -5.309 Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves 5.731 saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve -1.104 saldo mutaties in reserves -1.104 Totaal resultaat na mutaties in reserves 4.627 Economie en toerisme resultaat Lasten voor mutaties in reserves 3.797 Baten -2.712 Nieuwe actiepunten resultaat voor mutaties in reserves 1.085 saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve -84 saldo mutaties in reserves -84 Totaal resultaat na mutaties in reserves 1.001 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting resultaat Lasten voor mutaties in reserves 9.120 Baten -6.071 Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves 3.049 saldo mutaties Storting in reserves in reserve 160 Onttrekking aan reserve -1.744 saldo mutaties in reserves -1.584 Totaal resultaat na mutaties in reserves 1.465 Sport, cultuur en onderwijs resultaat Lasten voor mutaties in reserves 4.695 Baten -427 Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten resultaat voor mutaties in reserves 4.268 saldo mutaties Storting in reserves in reserve 11 Onttrekking aan reserve -421 saldo mutaties in reserves -410 Totaal resultaat na mutaties in reserves 3.858 Zorg, welzijn en inkomen resultaat Lasten voor mutaties in reserves 11.014 Baten -4.278 Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves 6.736 saldo mutaties Storting in reserves in reserve Onttrekking aan reserve -177 saldo mutaties in reserves -177 Totaal resultaat na mutaties in reserves 6.559 Bestuur en organisatie resultaat Lasten voor mutaties in reserves 5.289 Baten -1.758 Ombuiging lasten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten N.v.A. baten resultaat voor mutaties in reserves 3.531 saldo mutaties Storting in reserves in reserve 668 Onttrekking aan reserve -369 saldo mutaties in reserves 299 Totaal resultaat na mutaties in reserves 3.830 Algemene dekkingsmiddelen resultaat Lasten voor mutaties in reserves 234 Baten -23.946 Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten Onvoorzien resultaat voor mutaties in reserves -23.712 saldo mutaties Storting in reserves in reserve 609 Onttrekking aan reserve 479 saldo mutaties in reserves 1.088 Totaal resultaat na mutaties in reserves -22.624
Totaal van alle programma's resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties in reserves
Bedrag (leeg)
saldo mutaties in reserves Totaal resultaat na mutaties in reserves Bedragen x € 1.000,-
Storting in reserve Onttrekking aan reserve
2014-W 2.241 1.448 -3.689 -2.241 -
2015-B 1.675 -2 1.673 1.673 9.640 -5.101 4.539 -34 -324 -358 4.181 3.904 -41 3.863 1 -101 -100 3.763
2016-B 1.676 -2 1.674 1.674 9.359 -5.246 -48 336 37 89 4.527 -72 -72 4.455 3.592 -39 3.553 1 -101 -100 3.453
2017-B 1.662 -2 1.660 1.660 9.354 -5.246 -48 266 37 89 4.452 4.452 3.386 -39 3.347 1 -101 -100 3.247
2018-B 2019-B 1.648 1.634 -2 -2 1.646 1.632 1.646 1.632 9.354 9.349 -5.246 -5.246 -48 -48 18 20 37 37 89 89 4.204 4.201 4.204 4.201 3.200 3.078 -39 -39 3.161 3.039 1 1 -101 -101 -100 -100 3.061 2.939
5.295 -3.765 -
11.974 -10.515 -44 130 65 1.610 1.610 4.579 -382 -105 4.092 5 -17 -12 4.080 15.861 -11.809 -20 11 -
11.974 -10.515 -44 150 65 1.630 1.630 4.565 -382 -105 4.078 5 -17 -12 4.066 15.893 -11.656 -20 11 -
11.974 -10.515 -44 65 1.480 1.480 4.528 -382 -105 4.041 5 -17 -12 4.029 15.891 -11.535 -20 11 -
3.446 3.446 5.371 -1.367 4.004 584 584 4.588 424 -22.874 46 -22.404 18 -1.610 -1.592 -23.996
11.974 -10.515 -22 20 -654 803 1.711 -30 1.681 2.484 4.594 -382 -55 8 4.165 5 -25 -20 4.145 16.001 -11.922 -20 11 -26 26 4.070 4.070 4.574 -1.168 -62 291 412 -221 3.826 -11 -11 3.815 139 -22.679 -165 43 -22.662 22 -1.456 -1.434 -24.096
4.043 4.043 4.583 -1.160 -158 263 334 -196 3.666 3.666 139 -22.177 -160 54 -22.144 22 -542 -520 -22.664
4.228 4.228 4.577 -1.162 -158 291 334 -171 3.711 3.711 139 -22.015 -365 65 -22.176 22 -327 -305 -22.481
4.347 4.347 4.576 -1.153 -158 261 334 -146 3.714 3.714 139 -21.958 -407 76 -22.150 22 -182 -160 -22.310
2015-B 869 1.509 -2.378 -869 -
2016-B -44 1.739 -1.695 44 -
2017-B 726 28 -660 -632 94
2018-B 2019-B 482 304 28 28 -445 -300 -417 -272 65 32
1.530 935 -318 617 2.147 4.599 -381 4.218 5 -25 -20 4.198 15.754 -12.308 -
53
De Paragrafen • Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing (A) • Paragraaf Kapitaalgoederen (B) • Paragraaf Financiering (C) • Paragraaf Bedrijfsvoering (D) • Paragraaf Verbonden Partijen (E) • Paragraaf Grondbeleid (F) • Paragraaf Lokale Heffingen (G)
54
Paragraaf A. WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING
1.
Algemeen
Het wettelijk kader van BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) stelt dat de paragraaf betreffende het weerstandsvermogen ten minste moet bevatten: A. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; B. een inventarisatie van de risico’s; C. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s; D. een kengetal voor de: - netto schuldquote; - netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen; - solvabiliteitsratio; - grondexploitatie; - structurele exploitatieruimte, en - belastingcapaciteit. E. een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen kan worden omschreven als het vermogen van de gemeente Wierden om financiële risico’s/tegenvallers op te kunnen vangen. Dit vermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, dit zijn de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken, en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is. De nota Risicomanagement is het beleidskader voor de paragraaf weerstandsvermogen. 2.
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit kan worden opgedeeld in incidentele- en structurele weerstandscapaciteit.
Bestanddeel
incidentele weerstandscapaciteit
Algemene reserve Bestemmingsreserves Stille reserves Onvoorzien (incidenteel) Reserve grondbedrijf Onvoorzien (structureel) Begrotingsruimte Onbenutte belastingcapaciteit Kostenreductie (ombuigingen)
structurele weerstandscapaciteit
X X X X X X X X X
55
Met incidentele weerstandscapaciteit wordt het vermogen bedoeld om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de hoogte van het voorzieningenniveau van de programma’s. Algemene Reserve De algemene reserve is tot een bedrag van € 2.269.000,- beschikbaar als buffer voor het opvangen van incidentele risico’s. Volledigheidshalve wordt vermeld dat het gebruikelijk is dat het bedrag boven de buffer wordt ingezet in de eenmalige sfeer. In de Nota meerjarenbeleid 2016 – 2019 is dit gedeelte ook weer maximaal beschikbaar voor het invullen van actiepunten, die met éénmalige middelen kunnen worden afgedekt. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves worden in aanmerking genomen als incidentele weerstandscapaciteit zolang de gemeenteraad de bestemming nog kan wijzigen en de besteding geen invloed heeft op de exploitatie. In 2016 gaat het om een totaalbedrag van € 102.000,-. Stille reserves Onder stille reserves wordt verstaan activa, waarvan de boekwaarde lager is dan de actuele waarde, maatschappelijk verhandelbaar en op korte termijn verkoopbaar is. Bovendien geldt dat activa niet duurzaam aan de bedrijfsuitvoering verbonden zijn of een maatschappelijke functie hebben. Hiertoe behoren een 5-tal woningen die in eigendom zijn van de gemeente en worden verhuurd. Verder zijn nog enkele garageboxen en een 2-tal startershallen in eigendom. Doel is om de woningen en garageboxen op een goed moment te verkopen. De woz-waarde van de woningen, garageboxen en startershallen bedraagt per 1-1-2016 circa € 1.659.000,-. De boekwaarde is € 128.000,-. Per saldo € 1.531.000,- voor de incidentele weerstandscapaciteit. Uiteraard moeten deze stille reserves wel eerst te gelde worden gemaakt voordat ze daadwerkelijk als weerstandsvermogen beschikbaar zijn. Dat dit op dit moment niet eenvoudig is laat zich raden. Onvoorzien In de jaarbegroting wordt een bedrag van € 1,80 per inwoner geraamd voor onvoorziene uitgaven. De raming heeft een zuivere bufferfunctie. Het bedrag, € 43.090,-, is voor een kwart structureel en voor driekwart incidenteel. Reserve grondbedrijf Omdat de gemeente in beginsel een actieve grondpolitiek voert en daarbij als ondernemer optreedt, moet ter wille van de continuïteit het weerstandsvermogen voldoende groot zijn om financiële risico's op te kunnen vangen. De buffer (het weerstandsvermogen) is in 2015 vastgesteld op minimaal € 2.177.000,-. In de reserve zit op dit moment € 452.000,-. In de begroting 2016 is een éénmalige storting voorzien van € 1.711.000,-. Daarmee is in 2016 een bedrag ad € 2.177.000,- beschikbaar. Zie ook het onderdeel “Financiële positie” in de Financiële Begroting en de paragraaf Grondbeleid.
Incidentele weerstandscapaciteit Vrij aanwendbaar deel algemene reserve Bestemmingsreserves Stille reserves Reserve Grondbedrijf Onvoorzien incidenteel
€ 2.269.000,€ 102.000,€ 1.531.000,€ 2.177.000,€ 32.000,-
Totaal
€ 6.111.000,-
56
Met structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de exploitatie (van de gemeentebegroting ) op te vangen. Onvoorzien In de jaarbegroting wordt een bedrag van € 1,80 per inwoner geraamd voor onvoorziene uitgaven. De raming heeft een zuivere bufferfunctie. Het bedrag, € 43.090,-, is voor de een kwart structureel en voor driekwart incidenteel. Begrotingsruimte De gemeente Wierden verkeert niet in de positie dat er voor 2016 begrotingsruimte beschikbaar is voor de berekening van de weerstandscapaciteit. In de Nota van Aanbieding 2016 is de ruimte voor 2016 reeds verwerkt. De eventuele ruimte in onze meerjarenbegroting wordt bij de Nota meerjarenbeleid elk jaar in beeld gebracht. Onbenutte belastingcapaciteit Onder onbenutte belastingcapaciteit verstaan we de ruimte die we hebben om de gemeentelijke belastingen en heffingen te verhogen. Leges en retributies mogen maximaal 100 % kostendekkend zijn. Met uitzondering van de marktgelden (weekmarkt) zijn alle tarieven 100% kostendekkend. Voor de berekening van de weerstandscapaciteit is, alhoewel dit niet bij de gemeente Wierden speelt, aansluiting gezocht met de normering OZB die voor een artikel 12–aanvraag Financiële Verhoudingswet wordt gehanteerd. Zie hiervoor de herziene regeling art.12 FvW in bijlage 5.4.1 van de Meicirculaire 2015. Het normtarief voor toelating tot artikel 12 is in procenten 0,1790%. Als met dit tarief rekening gehouden wordt voor de berekening van de onbenutte capaciteit, dan komt de vrije ruimte uit op € 2.113.000,-. Het te gelde maken van deze onbenutte belastingcapaciteit is uiteraard geen populaire maatregel. De coalitiepartners hebben dan ook uitgesproken dat een verhoging van de belastingen niet aan de orde is tenzij het gaat om het financieren van extern opgelegde wettelijke verplichtingen. Kostenreductie Kostenreductie door bezuinigingen of ombuigingen op bestaand beleid is in principe een doorlopend proces. Voor 2014 zijn bijvoorbeeld de ramingen tegen het licht gehouden waarop onderschrijdingen zichtbaar zijn in de afgelopen jaren. Verder wordt hier melding gemaakt van het feit dat in de begroting voor 2016 een bedrag van € 510.000,- is opgenomen als onderuitputting. In de Nota van aanbieding bij de begroting 2016 wordt voorgesteld om deze stelpost te verlagen met € 100.000,- naar € 410.000,-. We gaan er dus op voorhand al vanuit dat een zeker bedrag aan uitgaven niet gerealiseerd zal worden. Tot slot is kostenreductie c.q. bezuinigingen noodzakelijk voor een sluitende begroting.
Structurele weerstandscapaciteit Onvoorzien structureel Begrotingsruimte 2014 Onbenutte belastingcapaciteit Kostenreductie
€ 11.000,€ -,€ 2.113.000,€ -,-
Totaal
€ 2.124.000,-
3.
Risico’s
Jaarlijks dient als toelichting bij de begroting een risicoparagraaf te worden opgesteld en dient in de toelichting bij de rekening van baten en lasten, informatie over de ontwikkeling van de risico's te worden opgenomen. Onder risico's worden verstaan alle voorzienbare risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente.
57
De benoemde risico's zijn niet altijd te kwantificeren in geld of dienen, om bijvoorbeeld onderhandelingsredenen, niet in geld zichtbaar gemaakt te worden. Risico-categoriën (bijvoorbeeld financiële-, veiligheids-, aansprakelijkheids-, strategische- en imagorisico’s) en risicogebieden (bijvoorbeeld grote projecten, grondbeleid, bedrijfsvoering, openbare orde en veiligheid, inkomensoverdrachten en subsidies , openeinde regelingen en inkoop en aanbesteding) zijn in onze organisatie benoemd en dragen bij tot een groter risicobewust zijn. Waar stoppen we energie in Erg belangrijk is om in de ramingen van de begroting zo actueel en realistisch mogelijk te zijn. We proberen zoveel mogelijk risico’s “aan de voorkant”, dus in de jaarbegroting, af te dekken. Binnen de Planning- en Control-cyclus stellen we de risico’s jaarlijks bij. Dat geldt zowel voor de algemene dienst als voor het grondbedrijf. Tussentijds wordt via de bestuursrapportage gerapporteerd over risico’s en welke maatregelen genomen worden. Hoe groter het risico, hoe meer aandacht. Denk daarbij aan de grondexploitatie, grote investeringskredieten als bijvoorbeeld het masterplan stationsomgeving, de decentralisaties, de wmo en de sociale werkvoorziening. Bij (investerings)projecten wordt, naast een risicoparagraaf, altijd rekening gehouden met een post onvoorzien in het krediet. Bewustwording in de organisatie is belangrijk. Dat gebeurt via projecten/projectgroepen, in overleg met leidinggevenden, werkoverleg e.d. Ook zijn intern cursussen financiën georganiseerd waarin het onderwerp “risico’s en weerstandsvermogen” aan de orde is gesteld. Verder is er aandacht voor het gestructureerd presenteren van risico’s door in sjablonen/formats een paragraaf daarvoor op te nemen in nota’s en projectvoorstellen aan het college en de raad. In de uitvoering van onze begroting werkt de PenC-cyclus prima en zijn we, volgens de accountant, in control. In de doorontwikkeling van de interne controles kunnen we een stap maken naar een meer risicogerichte benadering. Dus ook in de praktijk van alle dag meer aandacht voor processen met een hoger risicoprofiel. Het inzetten van weerstandsvermogen is altijd een incidentele oplossing. Het geeft tijd om beleid aan te passen en structurele maatregelen te nemen. In de afgelopen 10 jaar hebben we, uitgezonderd het grondbedrijf, geen gebruik hoeven te maken van ons weerstandsvermogen. Tot slot geeft het totaalbeeld dat onze accountant heeft over onze manier van omgaan met risico’s binnen de algemene dienst geen aanleiding om nadere eisen te stellen. Risicoprofiel Het risicoprofiel van de gemeente Wierden wordt mede bepaald aan de hand van het uitgavenvolume van de begroting gecombineerd met specifieke kenmerken van de gemeente zoals ambitie, sociale structuur, fysieke structuur, centrumfunctie en de wijze van bedrijfsvoering. Daarnaast speelt rijksbeleid een rol. In de hieronder opgenomen tabel zijn de meest actieve risico’s in beeld gebracht. De kans dat een risico zich voordoet is ingedeeld in L(aag), M(iddel) en H(oog). De inschatting is arbitrair (hoewel meer personen onafhankelijk van elkaar een oordeel hebben gevormd) en sterk afhankelijk van het moment van samenstelling. Juist nu het rijksbeleid op diverse beleidsterreinen nog veel onzekerheden biedt. Het risicoprofiel dat uit de risicotabel is af te leiden varieert van € 2,3 miljoen bij L(aag), € 4,7 miljoen bij M(idden) en € 7,0 miljoen bij H(oog). Onze inschatting (prognose in geel) komt uit op € 6,4 miljoen.
58
Risicotabel (bedragen in €) Activiteit
1 Gemeentefonds 2 Rijksbudget bijstand 3 WSW 4 Dividend 5 6 7 8
Risico
Herverdeling Budgetoverschrijding Hogere lasten, lagere rijksbijdrage Lagere uitkeringen
Impact
100.000 10% = 280.000 (max. is 10%) 200.000
10% van totaalopbrengst of 97.480 Bouwleges Lagere opbrengst vanwege 50 % van geraamde opbrengst omgevingswet of afgerond 300.000 Onderuitputting Lager resultaat door benutting De helft van de geraamde begrotingsposten onderuitputting ofwel 255.000 Noodzaak tot bezuiniging Realisatie van alle voorstellen in 15% van het te bezuinigen deze 2e ronde bedrag van € 375.000 of 56.000 Risico-inschatting loopt van Risico’s tot een bedrag van Grondbedrijf € 2.177.000 zijn afdekt . Verdere minimaal € 2,177 mln. tot € vertraging uitgifte afwaardering 2,414 mln. Voor de jaarrekening 0gronden en prijsverlaging. 2015 actualisatie expl. opzetten.
9 Grondbedrijf. Het “ De boekwaarde van alle grond is In punt 8 is voor 1.633.000 scenario terugtreden en € 23,8 mln. Maximaal risico rekening gehouden met hanteren dumpprijzen” bedrag is € 7,7 mln. kansberekening dumpprijzen, hier dus € 6,1 mln. 10 Macro-economische Conjuncturele ontwikkelingen Verder groei bijstand en toeontwikkelingen name loonsom; 200.000 11 Decentralisaties Kortingen op de budgetten van p.m. tot 1.000.000, 50% over te hevelen taken in 2015 opnemen 12 Sportbesluit Wanneer het sportbesluit zou Investeringen in sport en beheer komen te vervallen is dat een door Sawe worden duurder nadeel in de btw doordat btw als kosten moet worden genomen; risico 65.000 13 Vennootschapsbelasting Gemeenten zijn met ingang van (VpB) 1-1-2016 VpB plichtig 14 Onderhoud Integrale projecten/ invalswegen kapitaalgoederen, groen en wegen 15 Overige risico’s
Risico in hoeveelheid werk en afdracht winst 50.000 Budget in begroting € 3,6 mln.; risico 20% of 712.000 De overige risico’s zijn niet uitputtend, maar benoemd zijn wel de belangrijkste. Het benoemen van een bedrag is arbitrair. Ingeschat wordt een bedrag van 200.000
Laag 25% 25.000 70.000 50.000
Kans Midden 50% 50.000 140.000 100.000
Hoog 75% 75.000 210.000 150.000
24.370
48.740
73.110
75.000
150.000
225.000
51.250
102.500
153.750
14.000
28.000
42.000
79.000
158.000
237.000
1.520.000 3.040.000 4.560.000
50.000
100.000
150.000
125.000
250.000
375.000
16.250
32.500
48.750
12.500
25.000
37.500
178.000
356.000
534.000
50.000
100.000
150.000
* organisatie gebonden * regelgeving, processen, ziekteverzuim, automatisering. * verbonden partijen * deelnemingen en Gem. regelingen. * open-eind regelingen * leerlingvervoer, Wmo, regelingen voor minima e.d. Totaal scenario’s
2.340.370 4.680.740 7.021.110 6.420.370
Totaal prognose (zie gele velden)
59
De verhouding risico en weerstandsvermogen kan ook in een kengetal uitgedrukt worden door het weerstandsvermogen te delen door risico’s. Uiteindelijk is de toets: Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit benodigde weerstandscapaciteit In dit verhoudingsgetal komt de eigen beleidsvrijheid tot uitdrukking om te bepalen in welke mate de gemeente de risico’s wil afdekken. Algemene normen zijn er niet. Als referentiekader kan wel dienen de door de Universiteit Twente in samenwerking met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) opgestelde waarderingstabel, die in meerdere gemeenten gebruikt wordt: Ratio
Betekenis
> 2,0 1,4 - 2,0 1,0 - 1,4 0,8 - 1,0 0,6 - 0,8 < 0,6
Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Als we op basis van bovenstaande werkwijze deze tabel toepassen, dan komen we uit op 1,28 ofwel voldoende (theoretisch beschikbaar is € 8.235.000,- gedeeld door de prognose van de risico’s € 6.420.370,-). In onderstaande matrix zijn ook de scenario’s L, M en H gegeven. Wanneer we alle risico’s zouden waarderen zoals in de kolom Midden, dan komt het kengetal uit op 1,8. Dat is ruim voldoende. Risicomatrix (in miljoenen)
Risico’s Weerstandsvermogen Ruimte/tekort Kengetal W/R
L(aag) -/- 2,3 + 8,2 + 5,9
M(idden) -/- 4,7 + 8,2 + 3,5
H(oog) -/- 7,0 + 8,2 + 1,2
P (rognose) -/- 6,4 + 8,2 + 1,8
3,5
1,8
1,2
1,3
Inschatting van risico’s is een momentopname. Verder doen niet alle risico’s zich (tegelijk) voor.
60
Toelichting risicotabel * Algemene uitkering uit het gemeentefonds De algemene uitkering uit het gemeentefonds, inclusief de middelen voor de decentralisaties, draagt voor circa 50% bij aan de baten van de gemeente. De afhankelijkheid van het rijk wordt groter geworden door de koppeling aan de zogenaamde gecorrigeerde netto-rijksuitgaven -gelijk trap op, trap af- op basis van realisatiecijfers. In de meicirculaire 2016 zal waarschijnlijk duidelijkheid komen over de tweede fase groot onderhoud gemeentefonds. Met het afronden van de tweede fase groot onderhoud wordt een proces afgerond dat in 2010 in gang is gezet. De tweede fase groot onderhoud omvat de taakgebieden Werk en inkomen (W&I), Brandweer & Rampenbestrijding (B&R, onderdeel van Openbare Orde en Veiligheid) en Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV, onderdeel van Infrastructuur en Gebiedsontwikkeling). Deze (sub)clusters zijn in de eerste fase buiten beschouwing gebleven. Deze tweede fase zal dan ingaande 2017 effect hebben op onze algemene uitkering. Wierden is bij herverdeling vaak nadeelgemeente, zeker op sociale- en economische maatstaven. We schatten het totale risico in op € 100.000,-. * Rijksbudgetten voor bijstandsuitkeringen en uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening (wsw) Diverse vormen van bijstandsuitkeringen zijn gebudgetteerd aan de gemeente beschikbaar gesteld op basis van historische bijstandsaantallen. Het verdeelmodel voor de bijstand is in 2015 gewijzigd, ook voor gemeenten tot 25.000 inwoners; slechts een beperkt deel wordt nog gebaseerd op historische uitgaven. Een percentage van 10% van het bijstandsvolume is het gemeentelijk risico. Dat is circa € 280.000,-. Daarboven is het nadeel voor het rijk mits aan voorwaarden voldaan wordt. Verder is de wsw gebudgetteerd aan de gemeente. Er is een taakstelling om het aantal wswgeïndiceerden terug te brengen. Het financiële risico hangt samen met het tempo van realisatie van de taakstelling en de afbouwregeling van het rijk. Ook de herstructurering van de sociale werkvoorziening zal offers vragen van de gemeenten. Voor 2016 is rekening gehouden met een structurele bijdrage van € 410.000,- in het tekort van de sociale werkvoorziening als gevolg van dalende rijksbijdragen. Een verdere daling van de rijksbijdrage van € 25.800,- naar € 22.700,- per arbeidsjaar is in de komende jaren aan de orde. Verder zal de krimp van het wsw-bedrijf Soweco frictiekosten met zich meebrengen. Een voorlopige inschatting van het risico is € 200.000,-. * Dividend van deelnemingen Dividend wordt uitgekeerd wanneer de bedrijfsresultaten dat toelaten. In de baten is voor € 974.800,- aan dividend opgenomen. Er is dus sprake van een zekere mate van afhankelijkheid met name op de langere termijn. In de nutssector speelt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een belangrijke rol in het “reguleren van de winst” door een aantal bepalende indicatoren te normeren (o.a. tarieven en rendement eigen vermogen). Dat kan gevolgen hebben voor de omvang van het dividend. Als risico gaan we uit van 10% van het totaal te ontvangen dividend. *Bouwleges In 2010 is onderkend dat de opbrengst bouwleges zou afnemen door de malaise in de bouw van woningen en bedrijven en wijzigingen in de regelgeving (minder vergunningplichtig). In de begrotingsraming is hiermee na 2010 rekening gehouden en is de raming in fasen verlaagd met € 300.000,-. In 2015 is een verdere verlaging doorgevoerd van € 75.000,-, in 2016 en 2017 nog eens een verlaging met € 37.500,- per jaar. Het beoordelen van aanvragen voor een omgevingsvergunning zal zich met ingang van 2018 beperken tot het toetsen aan welstand, het bestemmingsplan/omgevingsplan en veiligheid. Het toetsen van bouwplannen aan het Bouwbesluit zal door de markt gaan plaatsvinden. Ook de controle tijdens de bouw zal door de markt zelf worden uitgevoerd. In 2016 zal worden gestart met eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw. Alleen gecertificeerde bedrijven mogen deze taken van de gemeenten overnemen. Dit besluit heeft grote gevolgen voor de gemeenten. De bouwleges zullen waarschijnlijk niet of zeer beperkt geheven kunnen worden omdat de markt de werkzaamheden uitvoert. Het risico van een lagere opbrengst van de geraamde opbrengst wordt op 50% geschat ofwel € 300.000,-.
61
* Onderuitputting Onderuitputting kan alleen gerealiseerd worden als de uitgaven achterblijven bij de ramingen. Nu de rekeningresultaten dichter bij nihil zitten en een tweede ronde van bezuinigingen is doorgevoerd, is realisatie een zeker risico. Overigens is de raming van de post onderuitputting met bijna € 60.000,verlaagd in twee jaar (2013 en 2014) en in 2015 verder verlaagd met € 30.000,- naar € 510.000,-. In de Nota van aanbieding bij de begroting 2016 wordt voorgesteld om deze post nogmaals te verlagen en nu met € 100.000,-. * Noodzaak tot bezuinigingen De gevolgen van de crisis maken bezuinigingen noodzakelijk. Er is weinig of geen financiële ruimte voor nieuw beleid. Vanwege de noodzaak tot bezuinigingen op de overheidsfinanciën doet Wierden ook een stap terug. Daaraan is, naast de eerste bezuinigingsronde 2011 – 2013, invulling gegeven door een bezuinigingsplan van ruim € 2,3 miljoen structureel, te realiseren in de planperiode 2014 – 2017. In de Nota van Aanbieding bij de begroting voor 2016 is de stand van zaken over de concrete invulling aangegeven. De bezuinigingen worden gemonitord. Wanneer enig voorstel niet het beoogde resultaat haalt, dan zullen vervangende voorstellen gedaan moeten worden tot hetzelfde niveau. Er moet nog circa € 375.000,- gerealiseerd worden in 2016 en 2017. Zie bijlage B van de Nota van Aanbieding. We gaan uit van een risico van 15% van het bezuinigingsplan van € 375.000,- ofwel € 56.000,-. *Grondbedrijf Voor de wijze van benadering van de risico’s van het grondbedrijf wordt verwezen naar de paragraaf F “Grondbeleid”. In 2013/2014 zijn maatregelen genomen tot een bedrag van € 5,4 mln. Voor het opvangen van risico’s is in 2015 de minimale buffer bepaald op € 2.177.000,- en de maximale buffer op € 2.414.000,-. De inschatting is gebaseerd op aannames waarbij scenario’s van een prijsverlaging tot het terugtreden uit grondposities een rol spelen. In de (meerjaren)begroting 2016 wordt de minimale omvang van de reserve bereikt. Het risico is het verschil met de maximale variant of € 237.000,- Voor de beoordeling vindt geen weging plaats; het gehele bedrag wordt als risico meegenomen in de beoordeling. De totale boekwaarde in het grondbedrijf is € 23,8 miljoen. In een ”scenario dumpprijzen” is het maximale risico € 7,7 miljoen minus € 1,6 miljoen dat is begrepen in het scenario prijsverlaging of € 6,1 miljoen. * Macro-economische ontwikkelingen Conjuncturele ontwikkelingen zijn lokaal niet te beïnvloeden. Dat betekent bijvoorbeeld dat bij een toenemende werkloosheid het aantal bijstandsuitkeringen kan stijgen zonder stijging of voldoende stijging van de gebudgetteerde rijksmiddelen. Er wordt in 2016 in de begroting rekening gehouden met een lichte groei van het aantal bijstandsuitkeringen. Ook loon- en prijsontwikkelingen zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden risico's. De loonsom voor 2016 is op het niveau van de recentelijk vastgestelde cao-gemeenten die loopt tot en met 2015. In de vorm van een stelpost wordt rekening gehouden met door het Centraal Planbureau verstrekte gegevens voor het jaar 2016. *Rijksbeleid/Decentralisaties Rijksbeleid (nieuwe of veranderde wetgeving, decentralisatie, kortingen op subsidies, specifieke uitkeringen en co-financieringsregelingen) zonder adequate compensatie is eveneens een nauwelijks te beïnvloeden risico. De noodzaak tot ombuigingen bij het Rijk zal gevolgen hebben voor het uitgavenbeleid van de gemeente. In het sociaal domein spelen drie zaken een belangrijke rol: a. Decentralisatie Jeugdzorg; b. Decentralisatie AWBZ; c. Participatiewet met regelingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Op deze taken is op rijksniveau fors bezuinigd voor de overdracht naar de gemeenten. We houden hier rekening met een risico van p.m. tot € 1,0 miljoen.
62
* Sportbesluit Het “gelegenheid geven tot beoefenen van sport” is belast met 6% btw. In het Belastingplan 2015 wordt sportbeoefening mogelijk vrijgesteld van btw. In dat geval wordt btw een kostenpost voor gemeenten en zullen voordelen in investeringen in de sport vervallen en zal de exploitatie van de beheersstichting Sawe structureel hoger uitvallen. Dit voornemen heeft nog al tot protesten geleid en de invoering is daarom uitgesteld. Alle aspecten die samenhangen met de onderhavige problematiek worden nu nog onderzocht. Een eventuele aanpassing van de Nederlandse regelgeving via de Fiscale Verzamelwet 2015 is waarschijnlijk pas per 1 januari 2016 te verwachten. Het risico schatten we in op € 65.000,-. *Vennootschapsbelastingplicht (VpB) Per 1-1-2016 vallen de gemeenten voor ondernemersactiviteiten onder de VpB. Er moet dan over die activiteiten winst worden afgedragen aan de fiscus. Op dit moment is nog niet aan te geven hoe de vrijstellingsbepalingen gaan luiden. Het risico van VpB en het risico van de hoeveelheid werk die daarmee gepaard gaat is hier opgenomen voor € 50.000,-. *Onderhoud kapitaalgoederen, groen en wegen In de begroting voor 2016 gaat in het beleidsveld wegen en het beleidsveld groen circa € 3,6 miljoen om. Daarnaast zijn in de eenmalige sfeer kredieten beschikbaar. Tegelijk zijn er integrale projecten, met name reconstructies en herinrichting van (invals) wegen die in de Nota Meerjarenbeleid 20162019 voor de jaarschijf 2016 niet zijn gehonoreerd en dus niet tot uitvoer komen. We houden rekening met een risico van calamiteiten tot 20% van het exploitatiebudget ofwel € 712.000,-. * Overige risico’s - Organisatiegebonden risico's • De wetten, regels en voorschriften waarmee gewerkt wordt, worden steeds complexer. Zorgvuldigheid in procedures en besluitvorming luisteren nauw. Anderzijds is er een behoorlijke werkdruk. Daar waar het afbreukrisico groot is, wordt uiteraard de grootste inspanning geleverd om fouten te voorkomen. • In het risico van langdurige ziekte van werknemers is niet voorzien in de vorm van een raming voor vervanging. • De gemeente kan zich niet verzekeren tegen bedrijfsschade. Bij ernstige calamiteiten (bijvoorbeeld bij uitval van automatisering) zou het voor kunnen komen dat de bedrijfsvoering voor langere tijd stil ligt. Een inhaalslag zal dan extra loonkosten met zich meebrengen. • Uit de schadepraktijk blijkt dat de gemeente op het gebied van vergunningverlening en de kwaliteit van de handhavingsorganisatie aansprakelijkheidsrisico’s loopt. - Verbonden partijen • In paragraaf E worden de deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente een bestuurlijk en/of een financieel belang heeft, uitgebreid beschreven inclusief de risico’s van deze partijen. Hiernaar wordt verwezen. - Open-eind regelingen • Onder risico's van open-eind regelingen worden verstaan die regelingen waarbij een hogere wetgever in meer of mindere mate de gemeente verplichtingen oplegt. Als voorbeelden kunnen worden genoemd het leerlingenvervoer, de sociale uitkeringen, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Jeugdwet, het kwijtscheldingsbeleid en – beperkt andere bijstandsgerelateerde uitgaven. Het beheersen van de uitgaven kan tot op zekere hoogte worden geregeld via eigen beleid. Doel is in elk geval deze regelingen qua lasten zoveel mogelijk te beheersen. We waarderen het totaal van de “overige risico’s” op € 200.000,-. Zaken als de permanente huisvesting voor de Passie en de verdere aanleg van de F35 zijn niet meegenomen.
63
4. Kengetallen (rapport commissie Depla) Ingevolge artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) moeten in deze paragraaf kengetallen worden opgenomen voor: de netto schuld quote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. De kengetallen maken het de leden van provinciale staten en de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun provincie of gemeente. Netto schuldquote: de netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen: om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Solvabiliteitsratio: dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Structurele exploitatieruimte: Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage. Grondexploitatie: voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken en uitgedrukt in een percentage. Belastingcapaciteit: de ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 in en uit te drukken in een percentage. Begroting jaar 2016 Kengetallen: netto schuldquote netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen solvabiliteitsratio structurele exploitatieruimte grondexploitatie belastingcapaciteit
Verloop van de kengetallen 2014-W 2015-B 2016-B 72,5% 83,7% 79,9% 72,8% 83,9% 80,2% 24,5% 25,2% 18,5% 1,2% 0,0% 0,0% 52,7% 49,9% 46,0% 103,0% 104,9% 103,1%
Bovenstaande kengetallen zijn in de begroting 2016 voor het eerst berekend en opgenomen. Logischerwijs is het daarom nog lastig een duiding te geven aan deze kengetallen. In ieder geval geven de eerste drie kengetallen aan dat Wierden relatief gezien een hoge schuldpositie heeft. In belangrijke mate wordt dit veroorzaakt door de grondposities. De in exploitatie genomen gronden zijn bouwrijp en gereed om uit te geven. De gronden hebben daardoor een relatief hoge boekwaarde. Dit komt weer tot uitdrukking in het kengetal grondexploitatie. Een belangrijke kanttekening is hierbij nog wel dat de kengetallen worden beïnvloed door het grondcomplex Elsmoat. Dit complex is voor de gehele boekwaarde in onze administratie opgenomen. De risico’s van dit complex worden echter geheel gedeeld met Rijssen-Holten. Beide ratio’s voor de netto schuldquote alsmede de ratio’s voor 64
de solvabiliteit en grondexploitatie verbeteren indien hiermee rekening wordt gehouden. Niettemin kan worden gesteld dat de financiële positie van Wierden het noodzakelijk maakt om ‘scherp aan de wind te zeilen’ en alleen te doen wat strikt noodzakelijk is.
65
Paragraaf B. ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
In artikel 12 van het BBV is bepaald dat de paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen ten minste de volgende kapitaalgoederen bevat: a) Wegen; b) Riolering; c) Water; d) Groen; e) Gebouwen. Voor elk van deze kapitaalgoederen moet worden aangegeven: a) Het beleidskader; b) De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; c) De vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Onder de huidige economische omstandigheden kan de verleiding bestaan om onderhoud uit te stellen of in het geheel niet meer uit te voeren. Op korte termijn levert dit uiteraard besparingen op. Op de wat lange(re) termijn heeft het uitstellen of niet uitvoeren van onderhoud nadelige effecten. Deze nadelige effecten kunnen dan waarschijnlijk slechts met grote aanvullende uitgaven ongedaan worden gemaakt. Wij kiezen er nadrukkelijk voor om het kwaliteitsniveau te handhaven en de hiervoor benodigde middelen beschikbaar te stellen. Onderhoud van kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van de begroting. Een goed overzicht is daarom van belang voor een juist inzicht in de financiële positie. In deze paragraaf maken we voor de genoemde categorieën kapitaalgoederen inzichtelijk op welke wijze we uitvoering geven aan het vastgestelde beleid en dat de hiervoor opgenomen budgetten toereikend zijn. Overzicht beheerplannen Beheerplannen
IBK Groen *) IBK Wegen *) Riolering Gebouwen Openbare verlichting
Vastgesteld d.d. 18-9-2012 18-9-2012 28-1-2014 2-10-2012 13-10-2009
Looptijd t/m
Financiële vertaling in de begroting
heden heden 31-12-2019 heden 31-12-2013
Ja Ja Ja Ja Ja
Opmerking
Moet nog worden herzien
*) IBK= Integraal beheerkwaliteitsplan
Openbaar groen Beleidskader Onze directe (groene) omgeving wordt in toenemende mate belangrijker om in te bewegen. Hierdoor worden er andere eisen aan groen gesteld. Verblijven in het groen wordt belangrijker en de aanwezigheid van siergroen wordt minder belangrijk. De maatschappij heeft steeds minder geld beschikbaar voor groen. Er moet dus bezuinigd worden. Al deze aspecten roepen om een nieuw maar vooral flexibeler en innovatiever groenbeleid. Het opstellen van een vernieuwd groenbeleidsplan is tot nu toe uitgesteld. De reden van uitstel was de introductie van het I(ntegraal)B(eheer)K(waliteits)plan. Integraal beheer van de openbare ruimte
66
beoogt te komen tot kwaliteit gestuurd beheer van de openbare ruimte. Naast de technische waarde worden hierbij ook de belevings- en gebruikswaarden meegenomen. De gemeenteraad heeft inmiddels dit IBK-plan vastgesteld. Het doel van groenbeleid is: • Het bieden van een aantrekkelijke – groene – omgeving voor de inwoners van Wierden, bedrijven en toeristen en recreanten voor een optimale prijs - kwaliteitsverhouding Het doel van het groenbeleidsplan is: • Het inzichtelijk maken van het huidige groenbeleid en het doorvoeren van noodzakelijke aanpassingen. Afgeleide doelen en producten zijn onder meer: • Opstellen van een groenstructuurkaart waarop staat wat belangrijk en minder belangrijk (of uitgeefbaar) groen is; • Vastleggen op de groenstructuurkaart van kansen waar de groenstructuur verbeterd kan worden; • Vastleggen van inrichtingseisen zodat beheer en inrichting op elkaar zijn afgestemd; • Richtinggeven aan nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld wijkbeheer; • Voldoen aan de flora en faunawet. Het areaal bedraagt ca. 21.100 bomen en 1.400.700 m2 groen. De gemeenteraad heeft met het vaststellen van de bezuinigingsmaatregelen 2014 – 2017 besloten tot het omvormen van gazons naar extensief gras, het afschaffen van bladkorven en minder bloemenbakken. De gevolgen van deze maatregelen zijn minder aantrekkelijke plantsoenen, kans op meer blad in openbaar gebied en minder bloembakken in de centra. Hiertoe heeft de gemeente door het vaststellen van de bezuinigingen impliciet besloten. Financiële consequenties en vertaling naar de begroting Op basis van de financiële vertaling van het vastgesteld groenbeleid zijn de volgende bedragen in de begroting opgenomen. Deze bedragen zijn afgestemd op het gewenste kwaliteitsniveau, de urentoerekening , de onderhoudsplannen/beeldbestekken en de bezuinigingen waartoe de gemeenteraad heeft besloten. Categorie Groen onderhoud Reconstructies Boom onderhoud Straatmeubilair
Werkelijk Begroting 2014 2015 629.314 684.678 111.140 108.428 267.753 233.713 18.624 16.008 1.026.831 1.042.827
Begroting Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 2019 696.661 696.661 696.661 696.661 116.439 116.439 116.439 116.439 233.564 233.564 233.564 233.564 16.653 16.653 16.653 16.653 1.063.317 1.063.317 1.063.317 1.063.317
Water, wegen en kunstwerken Beleidskader Het wegbeheer is een samenhangend geheel van activiteiten die gericht zijn op het ontwikkelen, onderhouden en managen van de functies van het wegennetwerk ten dienste van de gebruikers. De gemeente heeft als de wegbeheerder de zorgplicht om de wegen die binnen haar gebied liggen in een goede staat te laten verkeren. Voor het beheer van de wegen is er een rationeel wegbeheersplan aanwezig. Evaluatie heeft in 2013 plaatsgevonden. Bij de evaluatie in 2013 zijn scenario’s opgenomen voor de lopende ombuigingsronde. Bij de vaststelling van de bezuinigingsmaatregelen heeft de gemeenteraad gekozen voor het scenario waarbij prioriteit is gelegd bij de asfaltwegen om daarmee een mogelijke kapitaalsvernietiging uit te sluiten. In de planperiode wordt het achterstallig onderhoud aan de asfaltverharding weggewerkt. 67
Doordat geen onderhoud plaatsvindt op de elementenverharding neemt het achterstallig onderhoud hier iets toe. Het totaal aan achterstallig onderhoud neemt in de planperiode af. In de planperiode kan een bezuiniging worden doorgevoerd van € 400.000 (ofwel € 100.000 per jaar). De andere bezuinigingen waartoe door de raad is besloten betreffen anders omgaan met berm- en slootmaaisel en onkruidbestrijding. Met deze keuze wordt wat betreft de asfaltverharding (ca. 50% van het totale areaal) voldaan aan het in het beheerplan opgestelde beleidskader: • Er wordt voldaan aan het wettelijk kader met betrekking tot wegbeheer; • In 2017 kan voor de asfaltverhardingen worden voldaan aan de CROW richtlijnen; De gemeente neemt met dit voorstel ook haar verantwoordelijkheid met betrekking tot de elementenverharding. Veiligheid met betrekking tot de elementenverharding wordt gegarandeerd. Hiervoor is in de doorrekening van dit scenario rekening gehouden met een extra budget klein onderhoud ten behoeve van de verkeersveiligheid van de elementenverhardingen. Oppervlaktes aan wegen per verhardingstype binnen en buiten de bebouwde kom
Asfaltverhardingen Elementenverhardingen
Binnen bebouwde kom Buiten bebouwde kom Totaal 188.954 18,70% 787.057 93,90% 976.011 823.189 81,30% 51.433 6,10% 874.622
Bron : Beheerplan verhardingen Wierden 2013-2017
Reconstructies van wegen vallen buiten het planmatig onderhoud. Hierover is in principe afgesproken dat elk jaar 1 reconstructie zal worden opgevoerd in de Nota Meerjarenbeleid. Hiervoor zal dan een afzonderlijke krediet beschikbaar moeten worden gesteld. In 2015 was een bedrag opgenomen voor de reconstructie van de Dorpsstraat Zuid en het Modeplein in Enter. Verder wordt in 2016 en in 2017 geld gereserveerd voor de N35. Er is een beheer- en onderhoudsplan voor civieltechnische kunstwerken vastgesteld. Tot nog toe hanteerde de gemeente het systeem dat wanneer er schade was er werd opgetreden. Uit het plan blijkt dat naast het klein onderhoud ook groot onderhoud moet worden uitgevoerd. In de begroting is daarom met ingang van 2014 een structureel bedrag ad € 72.000,- opgenomen voor planmatig onderhoud. Daarnaast zijn in de begroting 2014 éénmalig middelen beschikbaar gesteld om gesignaleerde tekortkomingen weg te werken. Verder is in 2015 begonnen met de vervanging van de Zunabrug. Dit is nagenoeg gereed. Met dit pakket aan maatregelen zijn achterstanden weggewerkt en kan weer worden voldaan aan het standaardniveau van onderhoud. Financiële consequenties en vertaling naar de begroting Op basis van de financiële vertaling van het wegenbeheersplan zijn de volgende bedragen benodigd en in de begroting opgenomen. De bedragen zijn gebaseerd op de onderhoudsplanning, urentoerekening en het gewenste kwaliteitsniveau. Categorie Beheer verharde wegen Calamiteiten verharde wegen Beheer semi-verharde wegen Beheer recreatieve fietspaden Beheer wegkantverbetering Onderhoud bermen en sloten Onderhoud bruggen
Werkelijk Begroting 2014 2015 979.743 831.539 29.216 20.211 114.669 75.655 25.543 28.954 97.468 46.008 316.631 400.892 120.447 143.738 1.683.717 1.546.997
Begroting Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 2019 892.651 892.651 892.651 892.651 3.097 3.097 3.097 3.097 73.487 73.487 73.487 73.487 28.912 28.912 28.912 28.912 46.691 46.691 46.691 46.691 384.668 384.668 384.668 384.668 144.037 144.037 144.037 144.037 1.573.543 1.573.543 1.573.543 1.573.543
Om pieken in de exploitatielasten te voorkomen is voor het groot onderhoud aan wegen een onderhoudsvoorziening ingesteld. Uiteraard worden de werkelijke kosten van het onderhoud uit de 68
onderhoudsvoorziening voldaan. Overigens stelt de accountant bij de controle van de jaarrekening jaarlijks vast of de onderhoudsvoorzieningen toereikend zijn. In het accountantsverslag 2014 geeft de accountant aan de schattingen ten aanzien van de juistheid en volledigheid van de voorzieningen evenwichtig te vinden. Per 31 december 2014 bedraagt de onderhoudsvoorziening voor rationeel wegbeheer ruim € 665.000,-. Riolering Beleidskader Volgens de Wet milieubeheer moet elke gemeente over een verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) beschikken. In het vGRP wordt omschreven op welke manier de gemeente op strategisch niveau invulling geeft aan de gemeentelijke zorgplichten (watertaken), te weten: • Inzameling en transport van stedelijk afvalwater; • Doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; • Het in openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of te beperken, voor zover doelmatig. De gemeenteraad heeft op 28 januari 2014 het vGRP voor de periode 2015 – 2019 vastgesteld. Het belangrijkste speerpunt voor de komende planperiode is het in stand houden van de bestaande voorzieningen (riolering, gemalen, bergingsbassins etc.). Zorgplicht afvalwater De functie van het rioolstelsel is het ‘doelmatig inzamelen en transporteren van afvalwater’. Het beleid voor het afvalwater kent twee pijlers: het verminderen van de vervuiling uit de overstorten en een goed beheer van alle voorzieningen. Binnen gemeente Wierden ligt circa 152 kilometer aan vrij verval riolering en circa 180 kilometer aan drukriolering. De hoofdpunten uit de strategie voor de komende periode 2015-2019 zijn: • Beheer en vervanging van gemalen en riolen volgens de daarvoor opgestelde planning. • Doorgaan met het reinigen en inspecteren van het rioolstelsel, zodat in 2019 de kwaliteit van het complete rioolstelsel in beeld is. De strategische planning van de rioolvervangingen wordt op basis van het verkregen inzicht uit de inspecties voorafgaand aan het volgende vGRP aangepast. • In het buitengebied worden de percelen die dit, volgens het besluit lozing afvalwater huishoudens, ook verplicht zijn, aangesloten op de riolering. Daarnaast wordt onderzocht of het afvloeiend afvalwater, in bodem of oppervlaktewater, van de percelen ook daadwerkelijk gezuiverd is. • De minigemalen van de drukriolering in het buitengebied (nu voorzien van telemetrie) worden gaandeweg omgebouwd naar het systeem met ‘de rode lamp’. • Gemeente Wierden stelt een incidentenplan voor de riolering op, om bij mogelijke calamiteiten doelmatig in te kunnen grijpen. Zorgplicht hemelwater De wetgeving geeft gemeenten een zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater, dat perceeleigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken. De rioolstelsels van Wierden en Enter zijn recent doorgerekend en getoetst. Daarnaast is in beeld gebracht wat de kwetsbare punten in het stelsel zijn bij de extremere buien als gevolg van klimaatsverandering. Op basis van deze toetsing zijn hydraulische maatregelen voorgesteld. De hoofdpunten uit de strategie voor de komende periode 2015-2019 zijn: • Ter optimalisatie van het IT(Infiltratie-Transport)-stelsel worden een aantal (hydraulische) maatregelen, waaronder extra verbindingen en uitstroompunten, uitgevoerd. • Omdat het niet doelmatig is om nog meer af te koppelen is hiervan afgezien. • Gemeente Wierden gebruikt deze planperiode om meer inzicht te krijgen in het functioneren van de IT-riolering en overige hemelwatervoorzieningen. • De locaties met veel hemelwater op de drukriolering worden getraceerd. In overleg met de lozer wordt meegedacht in een oplossing om het hemelwater af te koppelen.
69
Zorgplicht grondwater In 2012 is de grondwaternotitie vastgesteld als verbredingsmodule van het vGRP. Deze notitie geeft invulling aan het gemeentelijke beleid voor grondwater. Hierin is vast gelegd wat de gemeente verstaat onder structurele grondwateroverlast en op welke manier de gemeente grondwateroverlast aanpakt. Er zijn in de bestaande woonkernen geen aanwijsbare gebieden met grondwateroverlast bekend. De hoofdpunten uit de strategie voor de komende periode 2015-2019 zijn: • Gemeente Wierden houdt via haar grondwatermeetnet inzicht in de grondwaterstanden. • De verkregen meetdata worden periodiek gecontroleerd en geanalyseerd (hierbij is aandacht voor het eventueel gevolg van het stopzetten van de drinkwaterwinning). • Het grondwatermeetnet wordt zo nodig uitgebreid/geoptimaliseerd. • Bij rioolvervanging wordt zo nodig drainage mee gelegd. • Het waterloket wordt ingericht. Financiële consequenties en vertaling naar de begroting Door vaststelling van het GRP in 2014 heeft de gemeenteraad ook ingestemd met de voorgestelde ontwikkeling van de rioolheffing. Om de investeringen en exploitatie-uitgaven ten behoeve van de rioleringszorg kostendekkend te laten behoeft de rioolheffing binnen de begroting en meerjarenbegroting tot en met 2018 behoudens de jaarlijkse indexatie als gevolg van inflatie niet verhoogd te worden. Voor het jaar 2019 wordt een verhoging voorzien met 1%. Voor de jaren daarna wordt een verdere stijging voorzien bij gelijkblijvende omstandigheden. Ook binnen dit product zijn er ontwikkelingen gaande, die nauwlettend worden gevolgd (bijv. relining van riolering in plaats van complete vervanging). Het GRP zal in 2019 weer worden geëvalueerd. Zie verder ook de paragraaf Lokale heffingen. Op basis van de financiële vertaling van het vGRP zijn de volgende bedragen gemoeid met rioleringszorg: Categorie Exploitatieuitgaven Aandeel kosten kwijtschelding Aandeel kosten straatreiniging BTW Toevoeging aan voorziening Opbrengst rioolheffing
Werkelijk 2014 1.531.380 52.413 61.932 118.455 601.558 -2.440.598 -74.861
Begroting 2015 1.820.533 51.388 93.931 145.336 334.469 -2.445.656 -
Begroting Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 2019 1.847.811 1.847.811 1.847.811 1.847.811 55.020 55.020 55.020 55.020 90.217 90.217 90.217 90.217 151.953 151.953 151.953 151.953 328.977 328.977 328.977 328.977 -2.473.978 -2.473.978 -2.473.978 -2.473.978 -0 -0 -0 -0
Exploitatiesaldi worden verrekend met de voorziening riolering. Gelden die het plafond van 15% te boven gaan worden overgebracht naar de reserve riolering, die als dekkingsmiddel wordt ingezet voor vervangingsinvesteringen. Er is dan ook sprake van een “gesloten financieel circuit”. De voorzieningen voor rioleringen kennen per 31 december 2014 een saldo van ca. € 3.469.000,Gebouwen Beleidskader Het onderhoudsbeleid met betrekking tot de gemeentelijke gebouwen moet bijdragen aan de doelstelling van de gemeente, zoals: • Het bevorderen van een positieve beleving bij bezoek aan het gebouw; • Het bevorderen van een comfortabele werkomgeving; • Het bijdragen aan het imago wat de organisatie wil uitstralen; • Het voorkomen van waardedaling of achterstallig / uitgesteld onderhoud. Eind 2012 is het beleidsplan Beheer en Onderhoud gemeentelijke gebouwen 2013-2016 vastgesteld. Hierin is bepaald dat de gemeente de gebouwen technisch in stand wil houden op een aanvaardbaar onderhoudsniveau. 70
Van alle gemeentelijke gebouwen is vervolgens bepaald welk onderhoudsniveau wordt nagestreefd. Hierbij worden 3 niveau’s onderkend (optimaal, basis en minimaal) waarbij het overigens mogelijk is dat binnen één gebouw verschillende niveau’s voorkomen: • Optimaal niveau: aan de uiterlijke presentatie van het gebouw en de terreinvoorzieningen wordt grotere waarde gehecht. Dit geldt tevens voor de belevingswaarde van binnen afwerkingen (gebouw als visitekaartje). Naast het basis onderhoudsprogramma worden er extra verzorgende activiteiten opgenomen. Dit zijn het conserverend onderhoud van kozijnen en geveldelen. • Basis niveau: sober, veilig en doelmatig. Het plegen van onderhoud zodat de oorspronkelijke vereiste functievervulling en de minimale wettelijke verplichte veiligheid van het gebouw gewaarborgd is. Naast het basis onderhoudsprogramma zijn er minimale verzorgende activiteiten opgenomen. • Minimaal niveau: gebouwen die vanuit hun functie of vanwege toekomstwaarde bewust op een lager onderhoudsniveau worden onderhouden. Mogelijk worden deze gebouwen op termijn afgestoten. De nadruk ligt op het plegen van preventief onderhoud en het herstellen van calamiteiten. In het beleidsplan is dit nader uitgewerkt. Tevens is in dit plan voor alle gemeentelijke gebouwen een inventarisatie opgenomen van het onderhoudsniveau en worden voor elk gebouw de levensduurverwachting en overige bijzonderheden vermeld. Tevens is per gebouw aangegeven welk onderhoudsniveau wordt nagestreefd. Financiële consequenties en vertaling naar de begroting De gemeentelijke gebouwen worden jaarlijks geïnspecteerd onder verantwoordelijkheid van de vakgroep bouwkunde van de afdeling Openbare Werken. De gebouwen worden geïnspecteerd en beoordeeld op technische kwaliteit, functionele werking van diverse onderdelen en visuele aspecten, voldoet het aan wet- en regelgeving en veiligheid. De gegevens uit deze inspectie worden gerelateerd aan het gewenste onderhoudsniveau en verwerkt in het onderhoudsprogramma en een meerjarenonderhoudsplanning. De meerjarenonderhoudsplanning wordt vervolgens doorgerekend om te bepalen welke middelen nodig zijn om het gewenste onderhoudsniveau te realiseren. Om pieken in de exploitatielasten te voorkomen zijn onderhoudsvoorzieningen ingesteld. Door een jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorzieningen worden de activiteiten met een terugkeercyclus van 1 tot en met 20 jaar zeker gesteld. In 2012 heeft de laatste actualisering plaatsgevonden. Uitgangspunt is dat het actualiseren van de stortingen om de 4 jaar plaatsvindt. Voor onderhoudsactiviteiten met cycli langer dan 20 jaar (renovaties/groot onderhoud) worden afzonderlijke kredieten aangevraagd. Aanwezige onderhoudsvoorzieningen: 1. Gemeentehuis 2. Garages / werkplaats (1), zoutloods (1) en ’t Exoo 3. Sociaal culturele accommodaties (8) 4. Torens (2), markten (2) en begraafplaatsen (3) 5. Startershal Wierden, huurwoningen (4) en jongerencentrum Wierden(1) Op basis van de financiële vertaling van de meerjarenonderhoudsplanning geven de onderhoudsvoorzieningen het volgende beeld te zien:
71
2016
2017
saldo aan het
vermeer-
begin van het
deringen
2018
2019
verminderin- saldo aan het saldo aan het saldo aan het saldo aan het gen (zoals
eind van het eind van het eind van het eind van het
beschikkingen dienstjaar
dienstjaar
dienstjaar
dienstjaar
dienstjaar
over en bijdragen uit reserve voorziening.
Onderhoudsfonds gemeentehuis
33.759
102.000
135.000
759
26.256
51.104
Onderhoudsfonds garages en werkplaatsen, zoutloods, EXOO17.868
15.200
22.150
10.918
9.783
845
84.935 100
Onderhoudsfonds sociaal culturele accommodaties
114.316
39.700
40.500
113.516
114.702
112.693
87.121
Onderhoudsfonds torens, markten en begraafplaatsen
35.601
4.770
19.100
21.271
16.595
13.854
10.578
Onderhoudsfonds startershallen, huurwoningen
41.915
6.750
5.000
43.665
48.190
48.946
47.814
De accountant stelt bij de controle van de jaarrekening jaarlijks vast of de onderhoudsvoorzieningen toereikend zijn. In het accountantsverslag 2014 geeft de accountant aan de schattingen ten aanzien van de juistheid en volledigheid van de voorzieningen evenwichtig te vinden. De voorzieningen voor onderhoud van de gebouwen bedragen per 31 december 2014 € 351.000,-. Algemeen Op grond van artikel 212 Gemeentewet is de Nota Vaste Activabeleid 2011 opgesteld. Deze is geactualiseerd per 2012. Hierin worden de kaders aangegeven voor het te voeren beleid ten aanzien van waarderen en afschrijven van vaste activa. De gemeente Wierden heeft met ingang van 2004 de activa met maatschappelijk nut (wegen etc.) in een keer afgeschreven. Echter met ingang van de begroting 2013 zijn er weer enkele investeringen in groot onderhoud wegen geactiveerd.
72
Paragraaf C. FINANCIERING Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) De Wet fido geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de treasuryactiviteiten moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. De Wet fido verplicht gemeenten om een treasurystatuut te hebben. Wij werken met het Treasurystatuut Gemeente Wierden 2010. De wet Fido stelt kaders voor een verantwoorde, professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie. Voor het beheersen van renterisico’s bevat deze wet 2 concrete richtlijnen, te weten:
de renterisiconorm: deze norm beoogt spreiding aan te brengen in de looptijd van de vaste schulden. De norm geeft aan hoeveel maximaal geleend mag worden voor een periode langer dan 1 jaar. Door het Rijk is bepaald dat de norm 20% van het begrotingstotaal bedraagt. de kasgeldlimiet: deze norm beoogt het risico van het aangaan van te veel kortlopende geldleningen te beperken. De norm geeft aan hoeveel geld geleend mag worden voor een periode van maximaal 1 jaar. Door het Rijk is bepaald dat de norm 8,5% van het begrotingstotaal bedraagt.
Renterisiconorm 2016 Begrotingstotaal 2016 (de som van alle lasten van de begroting) Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Renterisiconorm Renterisico op vaste schuld Onderschrijding renterisiconorm
€ 51.980.000 20% € 10.396.000 € 0 € 10.396.000
In de "Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden" wordt het minimumbedrag van de renterisiconorm bepaald op € 2,5 miljoen. Kasgeldlimiet Begrotingstotaal 2016 (de som van alle lasten van de begroting) Kasgeldlimiet in % van de grondslag Kasgeldlimiet in bedrag
€ 51.980.000 8,50% € 4.418.300
Gemiddelde vlottende schuld Gemiddelde vlottende middelen Toets voor kasgeldlimiet
€ € €
3.269.000 p.m. 3.269.000
Toegestane kasgeldlimiet
€
4.418.300
Onderschrijding kasgeldlimiet
€
1.149.300
Indien nodig zullen in 2016 vaste financieringsmiddelen (geldleningen) moeten worden aangetrokken. De financieringsbehoefte wordt voor een groot deel veroorzaakt door aflossingen op geldleningen, besteding van reeds gevoteerde kredieten met éénmalige dekking en geplande investeringen. In de begroting is 3,5% rente over het financieringstekort per 1-1-2015 ad € 5,5 miljoen of € 268.000,als structurele rentelast opgenomen. Daarnaast staat in de nota van aanbieding vermeld dat in aanvulling hierop de toe te rekenen rente aan de grondexploitaties verlaagd zal worden tot 2,1 % als gevolg van een naar verwachting nog van kracht wordende stellige uitspraak van de commissie BBV. Dit betekent een nadeel van € 335.000,-. Verder is van de stelpost rentelasten ter grootte van € 268.000,- een bedrag van € 50.000,- gereserveerd voor het afdekken van rentelasten van aan te 73
trekken geldleningen. Een overschrijding van de kasgeldlimiet zal in elk geval worden voorkomen door het aangaan van langlopende geldleningen. In de dekking van de dan optredende rentelasten is in de begroting voldoende voorzien. Uitzettingen kasgeld In het treasurystatuut, artikel 6, is bepaald dat kasgeld, dat niet direct nodig is voor de eigen organisatie, op korte termijn alleen mag worden belegd bij financiële instellingen met minimaal een AA-rating. In de begroting 2016 wordt een financieringstekort begroot en derhalve geen uitzettingen van kasgeld voorzien. Daarnaast heeft de gemeente diverse uitzettingen/beleggingen bij o.a. BNG, Kredietbank, Essent, Cogas en WMO uit hoofde van haar publieke taak. De totale boekwaarde van deze aandelen bedraagt € 321.900,-. Schatkistbankieren Ingaande 16 december 2013 zijn de lagere overheden verplicht tot het aanhouden van hun overtollige banktegoeden bij het Rijk. Dit geldt voor bedragen boven een drempelbedrag dat voor de gemeente Wierden afgerond 75% van het begrotingstotaal bedraagt. Bij een begrotingstotaal van € 52,0 miljoen mogen we maximaal € 390.000.- (2016) aan banktegoed aanhouden. Financiering Onderstaand wordt inzicht verschaft in de begrote financieringspositie per 1 januari 2016 en de verwachte financieringsbehoefte van de gemeente in 2016. De begrote financieringspositie is per 1-1-2016 als volgt: Boekwaarde investeringen Vaste financieringsmiddelen * Eigen kapitaal (reserves en voorzieningen) € 21.962.000 * Langlopende geldleningen € 43.815.000
€ 71.306.000
€ 65.777.000 € 5.529.000
Financieringstekort De begrote financieringsbehoefte bedraagt derhalve per 1 januari 2016 Begrote bestedingen in 2016: * Jaarlijkse aflossingen op langlopende geldleningen € 2.793.000 * Investeringen begroting 2016 (zie nota van aanbieding) € 978.000 waarvan met eenmalige middelen afgedekt -/- € 533.000 * Ontwikkeling reserves en voorzieningen € 2.970.000 * Ontwikkeling vlottende activa en passiva € p.m.
€
5.529.000
€ 6.208.000 € 11.737.000 Begrote vrijkomende middelen in 2016: * Aflossing grondbedrijf * Afschrijvingen/aflossingen
-/- € -/- €
3.217.000 1.945.000 -/- € €
Totale financieringsbehoefte in 2016
5.162.000 6.575.000
Op basis van de huidige inzichten wordt de financieringsbehoefte voor 2016 geraamd op € 6,5 miljoen. Dit komt neer op ca. 15 % van de thans opgenomen langlopende geldleningen. Uit de jaarrekening 2014 blijkt dat er per 31-12-2014 sprake was van een financieringstekort ter grootte van ca. € 4,8 miljoen. Het verschil tussen begroting en jaarrekening wordt m.n. veroorzaakt door nog niet uitgevoerde investeringen (zowel algemene dienst als grondbedrijf). Mocht op enig moment de noodzaak ontstaan om meer vaste financieringsmiddelen aan te trekken, dan kunnen de hieruit voortvloeiende rentelasten worden opgevangen zonder structurele consequenties voor de begroting (zie ook hetgeen onder “Kasgeldlimiet” staat vermeld).
74
Bij de genoemde financieringsbehoefte dient nog wel de volgende kanttekening te worden gemaakt. Op begrotingsbasis wordt er vanuit gegaan dat een krediet in het jaar van beschikbaarstelling ook daadwerkelijk wordt uitgegeven. In werkelijkheid is dit niet het geval en worden investeringen veelal in meerdere jaren uitgegeven (regel is in maximaal 2 jaar). Zo blijkt uit de staat van reserves en voorzieningen dat er per 1 januari 2016 € 2,7 miljoen aan investeringen met eenmalige dekking resteerde. De begrote financieringsbehoefte zal zich dan ook in werkelijkheid niet tot dat niveau voordoen. Leningenportefeuille Het restantbedrag aan geldleningen wordt per 1 januari 2016 begroot op € 43.815.000,-. In de begroting 2016 is € 50.000,- gereserveerd om de rentelasten van eventueel aan te trekken geldleningen op te kunnen vangen. In 2016 zijn er geen geldleningen welke vervroegd kunnen worden afgelost dan wel waarvan de rente kan worden herzien. De financieringsbehoefte voor 2016 wordt begroot op ca. € 7 miljoen. Op basis van werkelijke cijfers zal worden bekeken of en zo ja wanneer aanvullende financieringsmiddelen aangetrokken zullen worden. Kredietrisico's Per 1 januari 2016 staat de gemeente garant voor een bedrag van ca. € 51.265.000,-. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: * geldleningen SWWE met garantie Waarborgfonds Sociale Woningbouw € 41.500.000 * geldlening Woningstichting St. Jozef met garantie WSW € 8.300.000 * garantiestelling Veiligheidsregio € 771.000 * borgstelling Twence B.V. € 694.000 Rente Bespaarde rente wordt over de reserves wordt berekend over: a. De buffer in de algemene reserve; b. De reserve afkoopsommen, de reserves afkoopsommen altijddurend onderhoud van wegen en idem groenonderhoud en de reserve grondwaterbeschermingsgebieden; c. De reserve winst grondverkopen d. De reserve risicoafdekking grondaankopen e. De reserve dorpsontwikkeling f. De reserves parkeren Wierden en idem Enter. De rente voor de onderdelen a en b bedraagt 7% en wordt als structureel dekkingsmiddel aangewend. De rente voor de onderdelen c, e en f worden bijgeschreven met als doel inflatiecorrectie. De rente voor onderdeel d is gelijk aan de rente kapitaalverstrekking om het weerstandsvermogen op voldoende niveau te kunnen laten zijn. Over de overige reserves en voorzieningen wordt geen rente berekend. Dit brengt risico's met zich mee omdat deze ook dienst doen als financieringsmiddel. Om dit te ondervangen is afgesproken om een bepaalde rentedruk in de begroting aan te blijven houden. Afgesproken is om een stelpost herfinanciering te hanteren waarvan de omvang afhankelijk is van het eigen vermogen. Omdat nooit het volledige eigen vermogen zal worden aangewend, de gemeente zal altijd reserves en voorzieningen hebben, wordt de stelpost jaarlijks vastgesteld op 3,5% (de begrotingsrente) van 50% van het eigen vermogen. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Nota reserves en voorzieningen 2013. Voor de renteomslag is gekozen voor een vast percentage voor een langere periode. Dit percentage is gebaseerd op de marktrente. Doel is om schommelingen vanwege fluctuerende rente op programma’s en producten te voorkomen. Er ontstaat hierdoor wel een renteresultaat. Voor investeringen waar een extern tarief tegenover staat is gekozen voor een vaste rentepercentage is afschrijving op annuïteitenbasis. Het renteresultaat wordt gepresenteerd in het overzicht algemene dekkingsmiddelen.
75
Voor rente bijschrijving op boekwaarden grondexploitatie, Onderhanden werk (OHW) en Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG), is aansluiting gezocht bij de begrotingsrente. De begrotingsrente is gebaseerd op de marktrente met een eigen geringe opslag voor risico rentestijging. Voor bijschrijving van rente op NIEGG geldt dat de boekwaarde niet hoger mag zijn dan de marktwaarde. Als dit het geval is wordt er geen rente meer bijschrijven maar wordt deze rente als verlies genomen. Dit laatste is in 2016 het geval.
76
Paragraaf D. BEDRIJFSVOERING Algemeen In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt inzicht gegeven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Vertrekpunt voor de bedrijfsvoering is onze missie en de in 2012 herijkte gemeentelijke Ontwikkelingsvisie. In deze visie wordt een doorkijk gegeven hoe de gemeente Wierden er over een jaar of vijf tot tien uit moet zien. De missie en visie zijn breed en alomvattend. Hoofdkenmerken zijn dat we als organisatie een optimale dienstverlening willen leveren aan onze klanten. Verder willen we zo werken dat we onze diensten slagvaardig en flexibel kunnen leveren op basis van de behoeften van onze klanten. Dat vraagt een efficiënte en effectieve manier van werken waarbij is gekozen voor integraal management, integraal adviseren en verantwoordelijkheden laag in de organisatie. In 2015 is bij bestuursopdracht en op verzoek van de raad opdracht gegeven tot herijking van de strategische visie. De omgeving waarin Wierden opereert verandert voortdurend. Zonder volledig te zijn wordt de rol van de gemeente op het gebied van de zorg steeds belangrijker, inwoners nemen steeds vaker initiatief in hun omgeving, de zoektocht naar een nieuwe samenleving is volop gaande, de gemeente zoekt samenwerking, bijvoorbeeld in regionale netwerken, de gemeente vergrijst en er zijn minder jongeren, de inwoner doet steeds vaker digitaal zaken, er ontstaan nieuwe woonvormen, etc. etc. Deze ontwikkelingen wil het college duurzaam (kwalitatief en kwantitatief) verankeren binnen de gemeente. Dit gaat ook gepaard met bezuinigingen. We zitten midden in de lopende bezuinigingsronde 2014-2017 maar het financieel perspectief is dusdanig dat nieuwe maatregelen genomen moeten worden om ook in de komende jaren een sluitende begroting te kunnen overleggen. Tot slot wil het college inwoners meer betrekken bij het actief vormgeven van de gemeente: Samen mee(r) doen. Het college heeft op 12 augustus 2015 besloten de raad voor te stellen in te stemmen met het Plan van Aanpak voor de realisatie van de strategische visie voor de periode 2016-2025. Het proces om te komen tot deze strategische visie loopt van september 2015 tot en met mei 2016. Voor het gehele proces is naar verwachting € 50.000 nodig waarvan al € 20.000 in 2015 wordt aangewend. Het resterende benodigd budget voor 2016 ter grootte van € 30.000 is opgenomen in de begroting 2016. De burgers verwachten dat de gemeente rechtmatig handelt en betrouwbaar, transparant, doelmatig, doeltreffend en alert is. De bedrijfsvoering is hierop afgestemd en bestaat uit een aantal aandachtsgebieden: Huisvesting, personeel, organisatie, informatisering en automatisering, communicatie en planning & control (inclusief administratieve organisatie en interne controle). Huisvesting Met ingang van 2014 is de politie in het gemeentehuis gehuisvest. De politie huurt deze ruimte. In de begroting 2016 is rekening gehouden met de huuropbrengst. Verder zijn de onder algemeen geschetste ontwikkelingen uiteraard van invloed op de huisvestingswensen in het gemeentehuis. Uit een onlangs uitgevoerde accommodatiescan blijkt dat met name de sector MO, door de uitbreiding van taken in het sociale domein, behoefte heeft aan extra ruimte. Bezien wordt of hieraan door een herverdeling van taken en werkzaamheden in andere organisatieonderdelen de komende tijd invulling kan worden gegeven. Personeel In de periode 2014 tot en met 2017 wordt invulling geven aan een forse bezuinigingsoperatie waardoor het noodzakelijk is dat medewerkers breed en flexibel inzetbaar zijn. In het afgelopen jaar zijn de mogelijkheden en talenten van onze medewerkers in beeld gebracht met behulp van het 77
instrument strategische personeelsplanning (SPP). Verder zijn medewerkers aangesteld in algemene dienst waardoor ook werkzaamheden buiten de toegewezen functie kunnen worden uitgevoerd. Ook is het systeem van functiebeschrijvingen en functiewaardering hierop afgestemd. In het kader van de bezuinigingsronde 2014-2017 wordt invulling gegeven aan een taakstelling op het gebied van personeel waarbij een netto besparing van € 750.000 moet worden gerealiseerd. In verband hiermee wordt de formatie gereduceerd. In de begroting 2013 was nog sprake van een formatie van 170,15 fte waarna in de begroting 2014 nog een formatie van 169,29 fte (exclusief raadsleden, schaduwfractieleden, commissieleden, ambtenaren burgerlijke stand, stagiairs en voormalige wethouders) was opgenomen. In de begroting 2015 werden de effecten van de getroffen maatregelen duidelijk zichtbaar. Hierin was nog een formatie opgenomen van 163,13 fte. Ten opzichte van 2014 was dus sprake van een afname met ruim 6 fte. In de begroting 2016 is de formatie 165,11 fte. Er is dus sprake van een toename ten opzichte van 2015 met 1,98 fte. Deze toename is toe te schrijven aan de gevolgen van de decentralisaties in het sociale domein waarbij de gemeente verantwoordelijk is geworden voor de uitvoering van een groot aantal taken in genoemd domein. Om deze taken te kunnen uitvoeren is de formatie met in totaal 4,12 fte uitgebreid. Hiervan is 0,66 fte in dienst van OZJT zodat de formatie van de gemeente is toegenomen met 3,46 fte. Zonder de uitbreiding voor de decentralisaties zou de formatie 2016 dus 161,65 fte zijn geweest. Ten opzichte van 2013, en dit was het startpunt van de bezuinigingsoperatie, is dan sprake van een afname van 8,5 fte. Verder is, om de personele taakstelling in te vullen, kritisch gekeken naar de budgetten voor overige personele voorzieningen. Als gevolg hiervan hebben alle personeelsleden het persoonsgebonden budget ingeleverd. Ook andere personele budgetten zijn geschrapt. Inmiddels kan worden geconcludeerd dat door de ondernomen acties een bezuiniging van € 827.000 op personeel is gerealiseerd. Dit is dus € 77.000 meer dan de taakstelling. Dit surplus is weer ingezet ten behoeve van het sluitend maken van de begroting 2016. Bovenstaand is aangegeven dat in verband met de decentralisaties een uitbreiding van de formatie heeft plaatsgevonden van 4,12 fte. In het bedrijfsplan Sociaal domein sector MO is een uitbreiding voorzien van maximaal 6 fte. Naar verwachting is deze uitbreiding eind 2015 ook daadwerkelijk gerealiseerd. Deze uitbreiding wordt gedekt uit de middelen die we ten behoeve van deze decentralisaties van het rijk ontvangen. In het bedrijfsplan was overigens nog geen rekening gehouden met een uitbreiding van de backoffice (administratieve en facilitaire functies). Inmiddels is duidelijk dat ook hier uitbreiding van de formatie nodig is. In de begroting 2016 zijn daarom middelen opgenomen om gedurende een periode van 2 jaar 0,5 fte aan te trekken. Organisatie Eind 2013 bleek dat, om de begroting 2014 en het meerjarenperspectief sluitend te krijgen, een nieuwe bezuinigingsronde noodzakelijk was. De realisatie van deze bezuinigingstaakstelling vraagt offers van onze inwoners, maatschappelijke organisaties maar ook van de gemeentelijke organisatie. Zie ook hetgeen bij het onderdeel Personeel is opgemerkt. Een middel tot kostenbesparing is samenwerken. Overigens brengt samenwerken ook met zich mee dat de dienstverlening minder kwetsbaar wordt waardoor de continuïteit beter kan worden gegarandeerd. Ook de kwaliteit van de dienstverlening kan tenminste gelijk blijven en mogelijk nog verder verbeteren. In de afgelopen jaren zijn de nodige successen op het gebied van samenwerking behaald. De kostenbesparingen die zich hierdoor hebben voorgedaan, en die vaak het gevolg zijn van gezamenlijk inkopen, zijn in de achterliggende jaren in de begroting verwerkt. De samenwerking binnen WT4 (met Hellendoorn, Rijssen-Holten en Twenterand) blijft bestaan maar zal niet langer op bestuurlijk niveau worden voortgezet.
78
In eerste instantie wordt ingezet op samenwerking op regionaal niveau. De Stuurgroep “Heroriëntatie gemeentelijke samenwerking in Twente”, heeft advies uitgebracht aan de voorzitter van Regio Twente over de toekomstige gemeentelijke samenwerking in Twente. Uitgangspunt is het zo praktisch en dicht als mogelijk bij de gemeenten organiseren van de samenwerking. Het merendeel van de gemeenten willen slim samenwerken om zich met elkaar in te zetten voor de belangen van Twente. Dit geldt ook voor het behalen van kostenvoordelen, kwetsbaarheid verminderen en de gewenste kwaliteit van dienstverlening waar te maken. Niettemin wordt de komende maanden onderzocht of samenwerking met één of meerdere WT4gemeenten op het taakveld vergunningverlening, toezicht en handhaving mogelijk is en wat dit kan opleveren. Een ander voorbeeld van samenwerking ligt op het gebied van de salarisadministraties. Wierden voert al enkele jaren de salarisadministraties voor de gemeenten Rijssen-Holten en Twenterand en met ingang van medio 2015 ook de salarisadministratie van de gemeente Hof van Twente. Ook andere gemeenten hebben de mogelijkheid hierbij aan te haken. Informatisering en automatisering Het programma Operatie NUP is eind 2014 afgelopen en heeft een goede basis gelegd waarmee we aan de slag kunnen om onze dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren. De veranderende overheid met nieuwe werkprocessen zal de vraag naar nieuwe functionaliteiten van de infrastructuur oproepen, net zoals maatschappelijke en technologische ontwikkelingen dat ook zullen doen. Dit vraagt een samenhangende, meerjarige aanpak, waarbij de overheidsbrede samenwerking die in het programma i-NUP gestalte heeft gekregen wordt voortgezet en uitgebouwd. De regie hierop is neergelegd bij de Digicommissaris. Het programma Digitale Overheid van het rijk moet ervoor zorgen dat onze burgers en bedrijven in 2017 de zaken die ze met de overheid doen digitaal kunnen afhandelen. We zijn al goed op weg om onze dienstverlening te digitaliseren, om aan deze nieuwe wensen te voldoen. Voor burgers en bedrijven betekent dit snel en betrouwbaar zaken doen met de overheid, waarbij gegevens vaak nog maar eenmaal moeten worden aangeleverd. De administratieve lasten van alle partijen verminderen en als bijkomend voordeel neemt het baliebezoek af. Aan het programma nationale programma van “Digitale Overheid” zijn vier meetbare doelen verbonden: 1. De digitale dienstverlening scoort positief in gebruikersonderzoeken op toegankelijkheid, betrouwbaarheid en veiligheid. 2. Eind 2017 kunnen alle schriftelijke transacties tussen burgers en bedrijven met de overheid digitaal afgehandeld worden. 3. Eind 2017 zijn alle digitale zaken af te handelen vanaf een één portaal. 4. Eind 2017 wordt grotendeels gebruik gemaakt van de digitale kanalen. Voor burgers die moeite hebben met de digitale overstap, moeten er ook een andere mogelijkheden beschikbaar blijven. De komende jaren moeten we ervoor zorgen dat onze processen verder gedigitaliseerd worden, waarbij we de basisvoorwaarden als privacy, veiligheid en integriteit van gegevens waarborgen. Als we burgers en bedrijven in staat te stellen om zelf inzicht te krijgen in hun informatie, en zonder rompslomp zelf hun zaken te regelen, kunnen we als gemeente Wierden kostenefficiënter werken. De gemeenten moeten investeren in apparatuur en programmatuur om aan de eisen vanuit het Rijk te kunnen voldoen. In de afgelopen jaren zijn in onze begroting hiervoor al de nodige budgetten opgenomen. Er worden richtlijnen aangereikt waaruit blijkt dat de investeringen voor Wierden bijna € 1 miljoen bedragen. Vanuit het rijk en de VNG bestaat toezicht op de naleving en voortgang. Onderdeel van dit toezicht is het in de begroting beschikbaar stellen van budgetten om de voortgang te garanderen. We hebben deze investering vertaald naar onze eigen omgeving en spreiden de 79
investeringen in aanschaf van hard- en software en invoeringskosten. In de afgelopen jaren is voor zowel de aanschaf van hardware als voor software en de bijbehorende implementatiekosten jaarlijks € 50.000 beschikbaar gesteld. Omdat deze in voorgaande jaren beschikbaar gestelde bedragen nog niet geheel zijn ingezet denken we in 2016 geen nieuw budget nodig te hebben. Vanaf 2017 wordt wel weer jaarlijks in totaal € 100.000 gevraagd voor beide elementen. De digitalisering van de dienstverlening is dus een kostbare operatie. Wij kiezen er dus nadrukkelijk voor om via de weg der geleidelijkheid te voldoen aan de eisen die worden gesteld. Overigens heeft het rijk in de loop der jaren via het gemeentefonds middelen beschikbaar gesteld voor de invoering van het NUP (omdat het rijk efficiencyverbetering veronderstelt als gevolg van de NUP- maatregelen is in 2015 overigens éénmalig € 175.000 gekort op de algemene uitkering). Verdere rijksbijdragen zijn niet te verwachten. Wel moet worden bedacht dat zonder de investeringen op grond van het NUP waarschijnlijk andersoortige investeringen noodzakelijk waren geweest om informatie te verzamelen en ontsluiten om de gemeentelijke taken naar behoren te kunnen uitvoeren. De vraag of deze andersoortige investeringen duurder zouden zijn geweest dan de investeringen op grond van het NUP kan niet zonder meer worden beantwoord. In de vakbladen zijn hierover vele (ver) uiteenlopende meningen te lezen. Omdat het NUP een feit is en wij gehouden zijn hieraan uitvoering te geven wagen we ons maar niet aan een conclusie op dit gebied. Een ontwikkeling die past bij een snelle en passende dienstverlening aan onze burgers is een verdere investering in een kennissysteem en een zaakregister. Het project ‘zaakgericht werken’ (eveneens een aspect van het NUP) waarbij informatie op een andere manier (per zaak) wordt gepresenteerd en bewaard dan tot nu toe het geval is, is grotendeels afgerond. Dit betekent echter niet dat de werkzaamheden in verband met ‘zaakgericht werken’ kunnen worden beëindigd. Onze organisatie is in beweging en processen veranderen. Dit vraagt tevens om aanpassingen in het ‘zaakgerichte’ proces. Daarnaast trachten we voortdurend onze processen verder te optimaliseren. In de begroting 2016 is hiervoor de minimaal noodzakelijke investering opgenomen. Communicatie De gemeente is een dienstverlenende organisatie. Kenmerk daarvoor is dat het beeld dat inwoners, bedrijven, instellingen en andere belanghebbenden van de gemeente hebben voor een groot deel wordt bepaald door de medewerkers. Wat we vertellen, hoe we ons gedragen, hoe we communiceren en hoe we dienst verlenen. Over beleid, ad hoc situaties, politieke kwesties en uiteenlopende regelingen. Dat doen we op alle mogelijke manieren. In de raad, in de media, in een klantencontact aan de balie, op verjaardagen, per brief en in toenemende mate per e-mail en via internet. De gemeente Wierden wil graag haar burgers betrekken bij het ontwikkelen en uitvoeren van plannen. Hiervoor zijn diverse middelen beschikbaar: interactieve beleidsvorming, spreekrecht informatierondes, het benaderen van raadsleden, het schrijven van een brief of e-mail, contact zoeken met een ambtenaar, het gemeentepanel, de verenigingen plaatselijk belang en de dorpsraad Enter. Op onze website www.wierden.nl staat onder het kopje ‘Praat mee denk mee’ meer informatie opgenomen. We willen met communicatie graag bijdragen aan de acceptatie van de gemeente en het gemeentelijk beleid. We willen draagvlak voor onze plannen en geloofwaardige bestuurders die in samenhang, consequent en transparant kunnen opereren. Van belang is dat inwoners en andere belanghebbenden begrijpen wat wij als gemeenten in al hun facetten willen betekenen, wat we daar concreet aan bijdragen en ondernemen, wat zij van hun gemeente kunnen verwachten en wat de gemeente van hen verwacht. Om hierbij te helpen bestaat de e-mailservice. Als burgers zich daarvoor aanmelden, krijgen ze automatisch een e-mail als er in de buurt waar ze wonen iets speelt of gaat spelen. Burgers kunnen zich aanmelden door het formulier op www.wierden.nl/emailservice in te vullen.
80
Planning & control Interne controle We willen onze processen in de greep hebben om een getrouwe en rechtmatige verantwoording hiervan te waarborgen. Het aspect functiescheiding speelt hierbij een belangrijke rol. Dit vraagt continu om aandacht maar kan in een organisatie van onze omvang niet altijd in optimale vorm worden bewerkstelligd. Om dan toch voldoende zekerheid te krijgen over de getrouwe en rechtmatige uitvoering van de processen worden aanvullende interne controles uitgevoerd. Ook de externe accountant heeft een rol in de planning & control cyclus. Hij dient vast te stellen dat de baten en lasten en balansmutaties in de jaarrekening rechtmatig tot stand zijn gekomen. De kaders voor de rechtmatigheidcontrole liggen vast in het door de raad op 3 maart 2015 vastgestelde controleprotocol. Het gaat hierbij om zaken als de te hanteren goedkeuringstolerantie, de rapporteringtolerantie, het voor de rechtmatigheidcontrole toe te passen (lokale) normenkader, de wijze en het tijdstip van aanleveren van de te controleren jaarrekening, het te voeren overleg en eventuele tussentijdse rapportages, enzovoorts. De accountant maakt bij het uitvoeren van de controlewerkzaamheden uiteraard gebruik van de interne controlewerkzaamheden die door onze organisatie zelf worden uitgevoerd. Bij deze interne controles wordt nagegaan of de processen conform de interne en externe regelgeving worden uitgevoerd. Deze controles worden het gehele jaar door uitgevoerd, zodat ook eventuele tekortkomingen tijdig worden gesignaleerd. We willen deze interne controles door-ontwikkelen naar een meer risicogerichte benadering. Uiteraard blijft hierbij het doel om, net zoals dat in de afgelopen jaren het geval was, een goedkeurende controleverklaring van de accountant te krijgen op de aspecten getrouwheid en rechtmatigheid. Decentralisaties Met ingang van 2015 zijn de decentralisaties een feit. Gemeenten zijn hiermee verantwoordelijk voor het leveren van ondersteuning die door vele aanbieders wordt geleverd. Uit beheersingsoogpunt is het van belang dat uiteindelijk een relatie kan worden gelegd tussen de afgegeven beschikkingen, de daadwerkelijk verleende zorg en de facturen die hiervoor worden ontvangen en betaald. Door de omvang van de operatie en de veelheid aan afspraken is dit naar verwachting een behoorlijke uitdaging. Op dit moment worden hiervoor, in Twents verband, kaders opgesteld. Een onderdeel hiervan is het controleprotocol dat zorgaanbieders en accountants handvatten moet bieden om invulling te geven aan de verantwoordingseisen. Niet uit te sluiten valt dat het over 2015 nog niet in alle gevallen mogelijk is over juiste en volledige verantwoordingsinformatie te beschikken. Of en in hoeverre dit uiteindelijk gevolgen heeft voor de rechtmatigheidstoets over 2015 kan nog niet worden aangegeven. Doelmatigheid In het kader van artikel 213a van de Gemeentewet is het college verplicht om periodiek onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. In de op grond van dit wetsartikel door de raad vastgestelde verordening is dit nader uitgewerkt en is bepaald dat ieder organisatieonderdeel tenminste eens in de twee raadsperioden aan een dergelijke toets wordt onderworpen. Voor het uitvoeren van doelmatigheidsonderzoeken is onafhankelijke en specifieke deskundigheid nodig. In de begroting is daarom een budget van ruim € 19.000 opgenomen voor inhuur van externe deskundigheid. Een doelmatigheidsonderzoek naar de formatie in relatie tot het grondbedrijf en het verlaten van actief grondbeleid (organisatiebreed) en de formatiebehoefte bij Ruimtelijke Ordening nu veel bestemmingsplannen zijn vastgesteld, is benoemd. Met dit onderzoek is begonnen, naar verwachting wordt dit doelmatigheidsonderzoek in de komende maanden afgerond. Vennootschapsbelasting Vanaf 1 januari 2016 zijn gemeenten, provincies en waterschappen belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Het achterliggende doel hiervan is, mede onder druk van de Europese Commissie, het scheppen van een gelijk speelveld tussen overheidsondernemingen en private ondernemingen. Wij zijn bezig met de voorbereidingen voor de invoering door in beeld te brengen 81
welke activiteiten belastingplichtig zijn en na te gaan hoe het fiscale resultaat voor deze activiteiten moet worden bepaald en hoe de openingsbalans er uit moet zien. Vanwege de vele onduidelijkheden die nog bestaan is het op dit moment nog niet mogelijk om een indicatie te geven van het bedrag aan vennootschapsbelasting dat we uiteindelijk moeten gaan betalen. Elke schatting kan onvoldoende worden onderbouwd. De post is daarom p.m. in de begroting 2016 opgenomen. Wel is de post meegenomen in het weerstandsvermogen zoals opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Verder is het in verband met de invoering van de vennootschapsbelasting noodzakelijk software aan te schaffen en aanpassingen aan bestaande software te doen. In de begroting is hiervoor een bedrag opgenomen.
82
Paragraaf E. VERBONDEN PARTIJEN De gemeente Wierden heeft bestuurlijke en financiële belangen in verbonden partijen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Onder financieel belang verstaat het BBV dat de gemeente aan een verbonden partij middelen ter beschikking heeft gesteld, die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij of waarvoor aansprakelijkheid van de gemeente bestaat als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Instellingen waar de gemeente middels een subsidierelatie uitvoering van beleid tracht te bereiken, behoren niet tot de verbonden partijen. Vormen van samenwerking welke niet in rechtspersonen zijn ondergebracht behoren eveneens niet tot verbonden partijen. Uiteraard blijft Wierden de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden houden ten aanzien van deze partijen, direct dan wel indirect. Deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen (GR) en andere verbonden partijen Naam
Aandelen of GR
Activiteiten Deelneming, gemeenschappelijke regeling
Deelname in bestuur, RvC of RvT
Financieel belang
Regio Twente
GR
Ja, in het algemeen bestuur Ja, in het algemeen bestuur Ja Ja
Bijdrage en risico bedrijfsvoering Bijdrage en risico bedrijfsvoering Risico bedrijfsvoering Risico bedrijfsvoering Deelname aandelenkapitaal en Dividend Deelname aandelenkapitaal en dividend Deelname aandelenkapitaal en dividend Deelname aandelenkapitaal en dividend Deelname aandelenkapitaal en dividend Dividend
Soweco NV
GR
Stadsbank
GR
Uitvoering bovengemeentelijke taken GGD, vervoer en recreatie en toerisme Uitvoeren taken integrale veiligheid (brandweer, politie, GHOR) Uitvoeren wet sociale werkvoorziening Sociale bankactiviteiten
Twence BV
30.668
Afvalverwerking
Nee
NV BNG
21.060
Bankactiviteiten
Nee
Vitens NV
23.164
Drinkwaterproductie en distributie
Nee
Cogas NV
377
Energiedistributie c.a.
Nee
Enexis NV c.a.
32.331
Energiedistributie c.a.
Nee
Wadinko Beheer NV Stichting Roos
50
Participaties in bedrijven
Nee
Openbaar onderwijs
Ja, Coördinatiecommissie gemeentelijk Toezicht
Veiligheidsregio GR Twente
83
Exploitatie van het onderwijs
Naam
Aandelen of GR
Activiteiten Deelneming, gemeenschappelijke regeling
Euregio
SamenwerInterregionale samenwerking kingsverband
Crematorium
GR
Het OLCT (Openbaar lichaam Crematorium Twente) stuurt CTON BV aan (Crematoria Twente Oost Nederland) waarin de activiteiten plaatsvinden.
Deelname in bestuur, RvC of RvT
Financieel belang
Ja, raadslid en burgemeester vertegenwoordigen de gemeente Ja, in DB en AB
Bijdrage en risico bedrijfsvoering
Risico bedrijfsvoering en dividend
Belangrijke ontwikkelingen In de Regio Twente wordt (sinds 2013) met de 14 gemeenten gezamenlijk opgetrokken als het gaat om de verbonden partijen (gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen).Voor de lopende gemeenschappelijke regelingen zijn uniforme begrotingsrichtlijnen opgesteld die inmiddels door deze regelingen zijn aanvaard en worden toegepast. Vanuit de financiële invalshoek zijn de verbonden partijen als “aandachtsgebied” toegewezen aan ambtelijke medewerkers die tot taak hebben de overige gemeenten te informeren over stukken van de planning- en control-cyclus. Het zijn ook deze (groepen van) personen die als “vooruitgeschoven post” overleg voeren met de verbonden partij. Op deze wijze wordt meer deskundigheid opgebouwd en kunnen de werkzaamheden gedeeld worden. Doel is ook om de paragraaf E van de gemeenten op uniforme wijze te gaan vullen als het gaat om verbonden partijen waar meerdere gemeenten aan deelnemen (2016). De tendens tot (bestuurlijke) samenwerking zal de komende jaren aandacht blijven houden. Regio Twente Bovengemeentelijke taken op het terrein van de gezondheidszorg, veiligheid, brandweer, mobiliteit, recreatie en toerisme en woon- en leefomgeving worden behartigd door de Regio Twente. De gemeente is bestuurlijk vertegenwoordigd in de Regio Twente via twee zetels in de Regioraad. Daarnaast zijn portefeuillehouders lid van de verschillende bestuurscommissies van de Regio Twente. Veiligheidsregio Twente (VRT) Per 1-1-2011 is de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Twente gevormd. De burgemeesters van de 14 Twentse gemeenten vormen het Algemeen Bestuur. Eén brandweer in Twente is gerealiseerd. In de komende jaren wordt gewerkt aan het verder professionaliseren van de brandweerzorg en aan verfijning van de kostenverdeling waarbij het risicoprofiel van de gemeenten een rol speelt. Soweco NV De herstructurering van de sociale werkvoorziening zal eind 2014 zijn beslag moeten krijgen via een “omvormingsmodel”. Gemeenten in de subregio Almelo hebben aangegeven in elk geval samen “beschut werken” te willen blijven uitvoeren. Vanaf 2013 is met een structurele bijdrage rekening gehouden. Ook in meerjarenperspectief. Voor 2016 is dit € 410.000,-. De gemeente Wierden is vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur.
84
Crematorium Bij het Openbaar Lichaam Crematoria Oost Nederland wordt gedacht aan een verdere vorm van verzelfstandiging/samenwerking. De uitbreiding in Oldenzaal wordt uitgevoerd. Wierden is vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur. Twence Van Twence BV verwachten wij de komende jaren goede resultaten mede als gevolg van de investeringen in de biomassa-centrale en de derde verbrandingslijn. De bestemming van dividend is langjarig bepaald voor gemeenten en de Agenda voor Twente. Er is invulling gegeven aan een actief aandeelhouderschap. Een strategisch plan is vastgesteld in de Regioraad. Met name ontwikkelingen in duurzaamheid krijgen de komende jaren aandacht tussen Twence en de gemeenten. Risico’s zijn er als het gaat om vollast van de verbrandingscapaciteit en het meer zijn van energiebedrijf en minder een afvalbedrijf. Gemeenten zijn individueel aandeelhouder. Bank Nederlandse Gemeenten De Bank Nederlandse Gemeenten presteert goed. De rentestand en de aantrekkingskracht van de “triple A-rating” hebben daar invloed op. Door schatkistbankieren, door de plicht tot betaling van vennootschapsbelasting en door vereisten aan de kapitaalversterking van de balans staat de winst en daarmee het dividend mogelijk onder druk. Cogas Cogas bestaat uit 4 bedrijfsunits, waarvan Cogas Infra en Beheer (het netwerkbedrijf) de grootste bijdrage levert aan de winst. Voor Cogas Duurzaam en Cogas Meetdiensten (wordt waarschijnlijk nog in 2015 verkocht) ligt dat anders. Cogas Kabel is nog voor 50% in handen van Cogas. Deze activiteit vormt het grootste risico vanwege veranderingen in de markt en toenemende concurrentieverhoudingen. Het dividendbeleid van Cogas is gegarandeerd tot en met 2019. Enexis Essent NV is verkocht aan RWE in Duitsland. Het netwerkbedrijf gaat door onder de naam Enexis. Daarnaast zijn er nog een aantal rechtspersonen waarin gemeenten tijdelijk deelnemen. Deze zijn: a. Enexis Holding NV; b. CBL Vennootschap BV; c. Vordering Enexis BV; d. Verkoop Vennootschap BV; e. Extra Zekerheid Vennootschap BV; f. Publiek belang elektriciteitsproductie BV; g. Claim Staat Vennootschap; h. Attero (was Essent Milieu Holding BV.) Deze zijn gecreëerd in relatie tot de wettelijk voorgeschreven splitsing en houden verband met de transactiestructuur in het verkoopproces. De volledige afwikkeling kan tot maximaal 6 jaar in beslag nemen. Vitens Het drinkwaterbedrijf Vitens is één van de grootste van Nederland. De nieuwe drinkwaterwet beoogt dat redelijke tarieven worden gewaarborgd door het stellen van een maximum aan de vermogenskostenvergoeding. Zo wordt het bedrijfsresultaat en dus ook de winst begrensd (winstregulering). Dat geeft mogelijk risico’s voor het dividendniveau. Wadinko Beheer NV. Het belang beperkt zich nu tot de participaties en de liquide middelen. Het aandeel van Wierden in het vermogen wordt geschat op circa € 1,0 miljoen op basis van de boekwaarde van het geïnvesteerde kapitaal en de aanwezige liquiditeiten. De werkelijke (bedrijfs)waarde hangt echter af van vele factoren.
85
In 2010 is het huidig beleid geëvalueerd. Hierbij speelde het publieke belang een rol. In meerderheid is ervoor gekozen Wadinko op dezelfde voet voort te zetten voor een periode van 5 jaar en het eigen vermogen voor participaties te laten groeien naar € 60,0 mln. In 2013 is besloten tot een structureel dividend. Stichting Roos De stichting, waarin 4 gemeenten participeren, behartigt de belangen van het openbaar onderwijs. De stichting heeft bij de oprichting een zogenaamde “bruidsschat” meegekregen. De exploitatie en het weerstandsvermogen zijn op orde. De stichting Roos is in 2012 overgegaan in een raad van Toezicht model. De gemeenten nemen statutair deel in de Coördinatie-commissie Gemeentelijk Toezicht. Vanuit Wierden is dat de portefeuillehouder onderwijs. Euregio Dit samenwerkingsverband met 131 deelnemende gemeenten houdt zich bezig met grensoverschrijdende samenwerking. Europese subsidies zorgen voor een scala van uit te voeren activiteiten. Een risico is de discrepantie tussen de duur van de subsidieprogramma’s en de aanstelling van personeel. Door reservevorming wordt hiervoor een buffer aangehouden.
86
Bijlage 1: Verbonden partijen gemeente Wierden
Naam Verbonden partij
Regio Twente
Vestigingsplaats
Enschede
Doel
Participerende partijen
Bijdragen aan de voorbereiding van en uitvoering te geven aan het beleid van de deelnemende gemeenten op bovenlokale taken zoals omschreven onder “activiteiten”. Openbaar lichaam op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) 14 Twentse gemeenten
Reden gemeente deelname
Gezamenlijk uitvoeren van bovenlokale taken
Bestuurlijk belang
Twee vertegenwoordigers van de gemeente in de Regioraad. Wethouders zijn als portefeuillehouder lid van verschillende bestuurscommissies van de Regio Twente. Bovengemeentelijke taken op het terrein van de gezondheidszorg, mobiliteit, recreatie- en toerisme en woon- en leefomgeving. Verdergaande samenwerking. Uitvoering van de Agenda voor Twente met samenwerkingspartners uit onderwijs en bedrijfsleven. Door te investeren (€ 80,0 mln over 10 jaar) in tal van projecten moet Twente tot de top-regio’s van Nederland gaan behoren.
Juridische vorm
Activiteiten Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s
Risico bedrijfsvoering.
Financiën a. Deelneming 1. aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij e. dividend Overig
Begroting 2016 Lasten € 49,7 mln., Baten € 25,1 mln. Bijdragen € 24,6 mln. ; Wierden € 901.327,Eigen vermogen € 7,1 mln. per 1-1-2015; per 1-1-2016 € 6,5 mln. Vreemd vermogen 1-1-2015 € 98,2 mln. en 1-1-2016 € 20,4 mln. (reden overgang taken naar provincie) € 1.168 in 2014 Voor 2014 – 2017 heeft de Regioraad besloten tot een taakstelling van € 1,6 mln.
87
Naam Verbonden partij
Veiligheidsregio Twente (VRT)
Vestigingsplaats
Enschede
Doel
In de Veiligheidsregio Twente (VRT) werken de brandweer, de geneeskundige hulpverlening (GHOR), de politie en de Twentse gemeenten samen aan een veilige regio Twente. Openbaar lichaam op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) 14 Twentse gemeenten
Juridische vorm Participerende partijen Reden gemeente deelname Bestuurlijk belang Activiteiten
Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Risico’s
Wet veiligheidsregio’s 2010. Samenwerking leidt tot meer doelmatigheid en een kwalitatief hoogwaardige (brandweer)zorg. Burgemeester van de gemeente is afgevaardigd in het algemeen bestuur. De VRT zet zich in voor effectieve voorbereiding op en bestrijding van crisis en rampen. De VRT regelt de aanpak van grote ongelukken, rampen en crisis zoals overstromingen, uitbraak van besmettelijke ziektes en terrorisme. Principebesluit Één brandweer is in 14 gemeenten genomen medio 2012. Implementatie van de inrichting en opbouw van de organisatie. In 2015 evaluatie verdeelsleutels in relatie tot risicoprofiel gemeenten. Landelijke btw-regeling.
Financiën a. deelneming 1.aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbondenpartij e. dividend Overig
Begroting VRT 2015 € 49,4 mln.. € 40,5 mln. bijdragen van gemeenten Wierden € 1.280.511,- of 2,6 % van de begroting. Eigen vermogen 1-1-2015 € 1.556.000; 1-1-2016 € 614.000,Vreemd vermogen ultimo 2015 € 52,7 miljoen en ultimo 2016 € 53,4 miljoen 2014: € 306.000,-. 2016 verwacht € nihil. VRT geeft aan dat mede door de verschillende bezuinigingen die de laatste jaren zijn doorgevoerd het besef groeit dat op een andere wijze met veiligheid moet worden omgegaan. Innovatie en samenwerking vormen hierbij de sleutelwoorden. Er is gekozen voor het verdeelmodel van Cebeon
88
Naam Verbonden partij
Soweco
Vestigingsplaats
Almelo
Doel
Uitvoering van de wet sociale werkvoorziening.
Juridische vorm
Openbaar lichaam op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR). Daarnaast de NV Soweco. De GR stuurt de NV Soweco aan. De GR heeft al het personeel en materieel en gebouwen beschikbaar gesteld aan de NV voor de uitvoering van de WSW. De NV heeft een directie en een Raad van Commissarissen die toeziet op de bedrijfsvoering. Almelo, Hellendoorn, Rijssen-Holten,Tubbergen, Twenterand en Wierden. Gezamenlijke uitvoering van de wsw is voor Wierden noodzakelijk vanwege de schaalgrootte. Wethouder vertegenwoordigt gemeente in het dagelijks bestuur van de GR en in het algemeen bestuur van de GR. Beschut werk bieden aan personen met een indicatie die daarop aangewezen zijn. Door rijksbeleid worden oplopende tekorten voorzien voor de komende jaren. Transitieproces moet leiden tot beheersbaar maken van de uitgaven voor de wsw. Rijssen-Holten en Hellendoorn hebben besloten niet uit te treden uit de GR. Gekozen is voor een scenario waarin beschut werk bij Soweco blijft. Nader onderzoek vindt nog plaats op andere onderdelen in een zgn. “omvormingsmodel”.
Participerende partijen Reden gemeente deelname Bestuurlijk belang Activiteiten Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens
Risico’s
Financiën a. Deelneming a. aandelenkapitaal b. aantal aandelen c. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij
c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij
Bedrijfsvoering geeft negatief resultaat, door crisis, vermindering in de taakstelling en rijksbezuinigingen. Dat loopt de komende jaren op. Voor 2016 en verder wordt een bijdrage geleverd in het tekort van Soweco.
Begroting Soweco 2016 € 45,8 mln. waarvan € 42 mln. gedekt door rijkssubsidies en opbrengsten. Tekort 2016 € 3,8 mln., 2015 was € 3,4 mln. 1-1-2015 EV € 2,257 mln. VV € 10,7 mln. Solvabiliteit 17% 2015: -/- € 3.4 mln. Aandeel Wierden 2015 € 286.000,Bijdrage Wierden geraamd op structureel € 410.000,- in de begroting van gemeente.
e. dividend Overig
Soweco NV en de GR maken elk jaar een Sociaal Economisch Contract (SEC) waarin afspraken worden gemaakt over de te leveren prestaties op het gebied van wachtlijstbeheer, plaatsingsbeleid, informatievoorziening en financiering. 89
Naam Verbonden partij
Crematorium
Vestigingsplaats
Enschede
Doel
Reden gemeente deelname
Zorgdragen voor de continuïteit van een crematoriumvoorziening in het verzorgingsgebied. Uitvoering Wet op de lijkbezorging. Openbaar lichaam op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) Gemeente Almelo, Berkelland, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Tubbergen, Wierden en Winterswijk. Historisch. Start crematies in Oost-Nederland.
Bestuurlijk belang
Wethouder is voorzitter van het bestuur van de GR
Activiteiten
De GR bestuurt de Crematoria Twente/Oost Nederland BV (CTON). Alle activiteiten vinden plaats in de BV. Het resultaat van de BV staat ter beschikking van de GR. Bouw 3e crematorium in Oldenzaal. CTON neemt hiertoe via een dochter BV samen met de vennoot In Pace/Dela deel in een VOF, ieder voor 50%. Dat gebeurt om de belangen van CTON BV af te schermen. Vanaf 2015 lager dividend als gevolg van in exploitatie nemen 3e crematorium. Bouw vestiging in het Duitse grensgebied (Gronau) voorlopig niet aan de orde. Strategische opties en een meerjarenanalyse voor CTON zijn in beeld gebracht en keuze is gemaakt (kwaliteitsimpuls bestaande voorzieningen en betere spreiding van voorzieningen over het verzorgingsgebied). Goed in beeld qua gebouwen, installaties en personeel. Daar waar nodig zijn voorzieningen getroffen. Zolang het eigen vermogen van de BV groter is dan 35%, wordt de volledige winst uitgekeerd aan de GR.
Juridische vorm Participerende partijen
Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens
Risico’s
Financiën a. Deelneming 1. aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbondenpartij e. dividend
Geen bijdrage. Het resultaat van de BV loopt door de GR en wordt uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten. EV 1-1-2015 € 1,613 mln, 1-1-2016 € 1.597 mln. Geen VV 2014: € 911.000,-; 2015: 0,- ivm de bouw in Oldenzaal. 2015/2016: Geen in verband met de bouw in Oldenzaal en renovatie van de andere locaties.
Overig
90
Naam Verbonden partij
Stadsbank Oost Nederland
Vestigingsplaats
Enschede
Doel
Op maatschappelijk verantwoorde wijze hulp bieden aan personen die financiële problemen ondervinden. Openbaar lichaam op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) 14 Twentse gemeenten behorende tot de Regio Twente en 8 gemeenten uit Gelderland. Samenwerking in financieel-maatschappelijke dienstverlening. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur.
Juridische vorm Participerende partijen Reden gemeente deelname Bestuurlijk belang Activiteiten
Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s
Sociale bankactiviteiten. Kredietverlening, budgetbeheer, schuldhulpverlening regulier en jongeren, bewindvoering schuldsanering natuurlijke personen. De bank ondersteunt gemeenten met een breed productenpakket in hun sociale beleid. De betaalde dienstverlening geldt voor circa 100 personen. Nieuw dienstverleningsmodel. Mogelijk meer werk verrichten voor gemeenten op locatie. Een grotere vraag (en toekenning) naar budgetbeheer en bewindvoering zal leiden tot een grotere doorberekening van kosten aan de gemeenten. Het weerstandsvermogen van de bank wordt geactualiseerd. Bezuinigingstaakstelling van € 1,5 miljoen is gerealiseerd door vooral reductie van personeel. De bank heeft circa 105 (fte’s) in dienst. De algemene reserve is gebaseerd op 45% van de eigen personeelslasten. Kredietverstrekking brengt risico’s met zich mee. De interne organisatie bij de bank is aangepast en de daarmee gepaard gaande lasten worden intern binnen de bank opgevangen. Risicomanagement wordt nader uitgewerkt.
Financiën a. deelneming 1. aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij
€ 37.277,Begroting 2016: € 10,1 mln. Wierden raamt in 2016 € 95.000,- voor instandhouding bank en dienstverlening. In 2014 € 86.217 EV 1-1-2015 € 1,741 mln, 1-1-2016 € 1,662 mln VV € 17.964, Solvabiliteit 9%. € 11.000
e. dividend Overig
4 vestigingen
91
Naam Verbonden partij
Twence
Vestigingsplaats
Enschede
Doel
Op milieuverantwoordelijke wijze verwerken van afval en het leveren van energie. Bijdragen aan duurzaamheidsdoelstellingen. Besloten Vennootschap
Juridische vorm Participerende partijen
Reden gemeente deelname
De 14 Twentse gemeenten en Berkelland zijn voor 81,9% aandeelhouder in Twence Beheer BV. Noord Groningen is voor 3,1% aandeelhouder. Attero heeft haar aandelen verkocht aan een private partij. Gemeenschappelijk belang in afvalverwerking.
Bestuurlijk belang
Gemeente is vertegenwoordigd in de aandeelhoudersvergadering.
Activiteiten
Verbranden van huishoudelijk afval, biomassa en verwerken van andere afvalstromen. Productie van energie. Streven naar afvalloze samenleving in 2030. Steeds meer wordt afval omgezet in energie. De omzet in energie levert een grotere bijdrage aan de winst dan de verbranding en verwerking van afval. Individueel aandeelhouderschap gemeenten gerealiseerd.
Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s
Risico’s van veranderingen in methodiek van afvalverwerking. Voldoende vollast voor verbranding (met langjarige contracten). Beweeglijkheid energiemarkt (de levering van elektriciteit, warmtelevering en stoom dragen bij aan risicospreiding). Operationele risico’s, met name ongeplande stilstand van installaties, vormen een financieel risico die afgedekt worden met een bedrijfsschadeverzekering.
Financiën a. deelneming 1. aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij e. dividend Overig
- 30.668 aandelen - circa 3,5% € 662.000,- voor afvalverwerking € 123 mln eigen vermogen, € 199 mln vreemd vermogen. De solvabiliteit is circa 38%. 2014: € 9 mln. 2015: € 89.791,-. 2016 € 90.000,De winst wordt de komende jaren uitgekeerd ten behoeve van de Agenda voor Twente (totaal € 80,0 mln) nadat de gemeenten de basisuitkering van in totaal € 2,5 mln hebben ontvangen.
92
Naam Verbonden partij
Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats
Den Haag
Doel
Financiering van overheden en aan de overheden gelieerde instellingen met een maatschappelijk doel. Openbaar lichaam op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR) Staat der Nederlanden voor 50% en provincies en gemeenten voor 50%. Financiering op een beperkt werkterrein en de zekerheden van de overheid geeft beleggers vertrouwen om kapitaal beschikbaar te stellen. De bank kan financieringsmiddelen tegen scherpe prijzen beschikbaar stellen. Dat leidt tot maatschappelijk lagere kosten. Rendementen op aandelen ten behoeve van de begroting. Geen bestuurlijke deelname. Wel stem als aandeelhouder. Verstrekken van financiering aan overheden en aan instellingen op de terreinen volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en openbare nutsvoorzieningen. Financiële diensten zoals betalingsverkeer, elektronisch bankieren en beleggingen. De bank zal de komende jaren minder dividend uitkeren. Als gevolg van de aanscherping van kapitaalvereisten voor banken zal het eigen vermogen verstevigd moeten worden door minder winst uit te keren. Schatkistbankieren zal invloed hebben op de operationele activiteiten van de bank. Geen.
Juridische vorm Participerende partijen Reden gemeente deelname
Bestuurlijk belang Activiteiten
Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s
Het risico voor de gemeente beperkt zich tot de deelname in het aandelenkapitaal en het wegvallen van dividend. Balansversterking, schatkistbankieren en het verschuldigd zijn van vennootschapsbelasting zetten het dividend onder druk. De bank doet geen uitspraak over de hoogte van de netto-winst over 2014.
Financiën a. deelneming 1. aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij e. dividend Overig
€ 47.783,21.060, nominaal à € 2,50 0,037% 1-1-2015: Eigen vermogen € 3.582 mln; Balanstotaal € 153,5 mrd. 2014 €126 mln; 2015 verwacht op zelfde niveau. 2014: € 0,57 per aandeel; voor Wierden € 12.000,-. 2016 € 12.000,De bank heeft een triple-A rating. Deze “beste rating” in de bankwereld is herbevestigd door kredietbeoordelaars.
93
Naam Verbonden partij
Vitens
Vestigingsplaats
Utrecht
Doel
Op een duurzame basis een uitstekende kwaliteit drinkwater leveren met een excellente dienstverlening (leveringszekerheid). NV
Juridische vorm Participerende partijen Reden gemeente deelname Bestuurlijk belang Activiteiten Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s
Vier provincies (Overijssel, Gelderland, Utrecht en Flevoland) en 109 gemeenten. Historisch gegroeid vanuit WMO (Waterleiding Maatschappij Overijssel). Geen. Wel stem als aandeelhouder. Levering van drinkwater. Grootste drinkwaterbedrijf van Nederland met 2,4 miljoen aansluitingen. Uitvoering vereisten uit nieuwe drinkwaterwet. Friesland en de gemeente Leeuwarden willen aandeelhouder worden. Op basis van investeringsscenario’s, een nieuwe besturingsfilosofie (assetmanagement) en doorrekenen van risicoprofielen ziet het meerjarenperspectief voor dividend er goed uit. Vitens is een gezond bedrijf met een lage kostenstructuur. Kostenverlagingen. Geen stijging van drinkwatertarieven tot 2015. Dividend minimaal 40% en maximaal 75% van het netto resultaat afhankelijk van solvabiliteit. De terugbetaling van de achtergestelde geldlening en wegvallen van dividend voor de begroting (2016 € 61.800,-).
Financiën a. deelneming 1. aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij e. dividend
- (wel achtergestelde geldlening van € 1,5 mln., aflossing 15 jaar) 23.164 Circa 0,4% 1-1-2016: € 464 mln. eigen vermogen, 1-1-2015: € 421 mln.; balanstotaal 2016 € 1.727 mln., solvabiliteit prognose 2016 circa 28%, gewenst is 30% resultaat prognose € 32 mln. in 2016, resultaat in 2014 was € 42 mln. 2016: € 61.800,-
Overig
94
Naam Verbonden partij
Cogas
Vestigingsplaats
Almelo
Doel
Juridische vorm
Het handhaven van de koppositie netbeheer op het gebied van kostenefficiency en leverbetrouwbaarheid. Het effectief plannen en financieren van de komende investeringsgolf voor herinvesteringen van de in de periode 1965-1976 aangelegde gasnetten. Het op een slimme wijze meegaan in de ontwikkelingen op het gebied van de toepassing van duurzame energie. Het behouden en uitbouwen van de sterke positie op de kabelmarkt. NV
Participerende partijen Reden gemeente deelname
9 aandeelhoudende gemeenten in Twente. Historisch gegroeid uit gemeentelijke gasbedrijven.
Bestuurlijk belang
Geen. Stem in de aandeelhoudersvergadering. Cogas kent 4 business-units. Netbeheer voor gas en electriciteit, Cogas Kabeltelevisie, Duurzaam en Meetdiensten. Het netwerkbedrijf levert de belangrijkste bijdrage aan de winst (meer dan 50%). Herpositionering Duurzaam en Meetdiensten (waarschijnlijk verkocht eind 2015). Versnelde realisatie uitrol glasvezel en spreiding van risico’s. Langjarig investeringsplan vervanging gasleidingen. Cogas is een sterk en gezond bedrijf; klein maar fijn. Het kapitaalintensieve netwerkbedrijf geeft een stabiel rendement. De afhankelijkheid van het dividend wordt groter, maar is aanvaardbaar gelet op de sterke financiële positie en de aard van de activiteiten. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) gaat meer “regulerend” optreden waardoor op termijn de winstgevendheid onder druk kan komen. Het risicoprofiel van Cogas is met name door de joint-venture met CIF verbeterd. De continuïteit van de bedrijfsvoering is beter geborgd en het dividendbeleid is verantwoord bijgesteld.
Activiteiten
Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Risico’s
Financiën a. deelneming 1.aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij e. dividend Overig
€ 42.768,377 (gebaseerd op het aantal gas aansluitingen). 7,4% € 183,0 mln. (2014), balanstotaal € 230,0 mln. Solvabiliteit boven de 79,5 % op balansdatum 31-12-2014. € 11,2 mln. in 2014; 1e HJ 2015 in lijn met begroting (8% positiever). 2016 € 754.000,-
Er is een dividend-afspraak voor de periode tot en met 2019. De solvabiliteit blijft ruim boven de 50%.
95
Naam Verbonden partij
Enexis
Vestigingsplaats
‘s-Hertogenbosch
Doel
Enexis is verantwoordelijk voor de aanleg, het onderhoud, het beheer en de ontwikkeling van de energietransport- en distributienetten in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. Zij zorgen ervoor dat gas en elektriciteit veilig bij ongeveer 2,6 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden terechtkomen. Enexis onderkent het grote maatschappelijke belang van de energievoorziening. Enexis heeft dit als uitgangspunt genomen bij de vaststelling van de visie, missie en kernwaarden. NV
Juridische vorm Participerende partijen Reden gemeente deelname Bestuurlijk belang Activiteiten
6 provincies houden circa 74% van de aandelen en 121 gemeenten 26%. Historisch in de IJsselcentrale in Hengelo. Na diverse fusies Essent en na splitsing leveringsbedrijf (naar RWE) en netwerkbedrijf is Enexis ontstaan. Geen. Stem via aandeelhouderschap. -
Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Risico’s
Risico van dividend.
Financiën a. deelneming 1.aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij e. dividend Overig
1,-. 32.331 0,021% 1-1-2015: € 3,517 mln eigen vermogen, 1-1-2016 € 3.616 mln. Vreemd vermogen € 2.900 mln. Solvabiliteit ca. 54%. 2014: € 266 mln., 2015 nog niet bekend 2016: € 30.000,Door de verkoop van het leveringsbedrijf aan RWE zijn er bij deze transactie nog een aantal rechtspersonen ontstaan die aflopen in een periode van circa 6 jaar. Deze zijn: 1. Deelneming in vordering Enexis BV; 2. Deelneming in verkoop Vennootschap BV (432 aandelen); 3. Essent Milieu Holding BV (Attero NV); 4. Publiek Belang EPZ BV (kerncentrale Borsele); 5. Deelneming in Cross Boarder Lease Vennootschap BV; 6. Deelneming in Claim Staat Vennootschap BV; 7. Stichting Essent Substainability Development.
96
1. Bij de overdracht van de aandelen Essent is een lening verstrekt aan Enexis van € 1,8 miljard. Het VV is nu nog € 862,0 mln. Het aandeel van Wierden is nog € 183.596,- en wordt in verschillende looptijden afgelost. De rentevergoeding is gebaseerd op 4,65%. In 2014 is opnieuw vervroegd afgelost. Er zijn geen aanwijzingen dat dit in 2015 opnieuw aan de orde is. 2. Een deel van de verkoopopbrengst is als escrow “geparkeerd” bij een bank voor de betaling van eventuele risico’s die voortvloeien uit de verkoop. Op 1-1-2015 wordt een EV verwacht van € 380,0 mln. en eind 2015 € 0,-. Wij hebben hiervoor een voorziening opgenomen van € 172.000,-. 3. Publiek Belang Electriciteitsproductie BV is eigenaar van de kerncentrale Borsele. Het 50% belang van Essent is in 2011 verkocht aan RWE. Wierden ontving € 186.730,-. 4. CBL Vennootschap BV beheert een fonds waaruit cross boarder lease verplichtingen worden betaald. Als voldaan is aan alle verplichtingen en er nog een saldo is, dan wordt dat verdeeld tussen RWE en alle aandeelhouders 50%/50%. Afloop wordt in 2015 verwacht; er is nog USD 9,8 mln. 5. Essent heeft in 2008 een claim ingediend tegen de Staat der Nederlanden vanwege elementen in de Splitsingswet waarbij netwerkbedrijven en leveringsbedrijven zijn ontvlecht. De schadevergoedingsvordering is gecedeerd aan de Claim Staat Vennootschap BV zodat deze niet achterblijft in de Essent Groep. Mocht er een vergoeding komen dan deelt elke aandeelhouder hierin. Het EV van CSV is € 10,5 mln. begin 2015 en eind 2015 € 4,0 mln. 6. Bij deze stichting is geen financieel belang. Het gaat om de voortgang van Essent/RWE in afgesproken duurzaamheidsontwikkelingen die deze stichting bewaakt namens de aandeelhouders op straffe van een boete van € 20,0 mln.
97
Naam Verbonden partij
Wadinko
Vestigingsplaats
Zwolle
Doel
Participaties in bedrijven om werkgelegenheid in Overijssel en aangrenzende provincies te bevorderen. 5.000 arbeidsplaatsen in 2021 bij Wadinko participaties. Gemiddeld 4% rendement op eigen vermogen. NV
Juridische vorm Participerende partijen Reden gemeente deelname Bestuurlijk belang Activiteiten Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Risico’s
De provincie Overijssel en gemeenten in Overijssel, Drente en Flevoland. Historisch gegroeid. De gemeente Wierden was aandeelhouder in het drinkwaterbedrijf WMO. Binnen de WMO is Wavin en Wadinko ontstaan. Wavin is verkocht. Geen. Stem in aandeelhoudersvergadering. Participaties in aandelen en geldleningen. Veelal in combinatie met zeggenschap in management of raad van commissarissen. Evaluatie gehouden in 2015. In AvA is het beleid voor de komende 5 jaar goedgekeurd. Groei eigen vermogen tot € 60,0 miljoen.. Geen uit oogpunt van verlies aan ingebracht kapitaal. Latent vermogen fluctueert bij aangaan van en exit uit participaties.
Financiën a. deelneming 1.aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij e. dividend Overig
50 2,1% 1-1-2016 € 61,7 mln. eigen vermogen, 1-1-2015 € 60,5 mln. Er is geen vreemd vermogen. 2016: € 2,4 mln. winstverwachting (gemiddeld per jaar) € 25.000,-. In 2015 is door de aandeelhoudersvergadering het dividendbeleid vastgesteld voor de komende jaren. Actuele waarde van de participaties belangrijk hoger dan de boekwaarde. Wadinko is een gewilde en gewaardeerde partner in de sector.
98
Naam Verbonden partij
Stichting Roos (Stichting voor openbaar primair onderwijs)
Vestigingsplaats
Rijssen
Doel Juridische vorm
Behartigen van de belangen van goed openbaar basisonderwijs in 4 gemeenten met 14 basisscholen. Stichting met een Raad van Toezicht.
Participerende partijen
Gemeente Hellendoorn, Rijssen-Holten, Twenterand en Wierden
Reden gemeente deelname
Verzelfstandiging openbaar onderwijs (2 scholen) in Wierden. Risico’s van schaalgrootte op personele vlak. Wethouder onderwijs neemt deel in de Coördinatie-commissie Gemeentelijk Toezicht. Besturen/managen van 14 openbare basisscholen.
Bestuurlijk belang Activiteiten Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Risico’s
Verdere verbetering van (school) management en genomen maatregelen in beheer hebben geleid tot een positief resultaat in 2013. Op basis van een gepresenteerd meerjarenperspectief wordt 2012 en verder weer gezond. Bij een krimpend leerlingenbestand Resultaten en weerstandsvermogen zijn duidelijk verbeterd. Daling aantal leerlingen blijft een zorg. Gemeente blijft uiteindelijk (financieel) verantwoordelijk voor openbaar onderwijs.
Financiën a. deelneming 1.aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij e. dividend Overig
2013: € 1.080.000,-. Volume begroting € 9,0 mln. Voorzieningen € 345.000,-, verder geen vreemd vermogen. Solvabiliteit 44%. 2013: € 263.000,-, begroting 2015 resultaat prognose € 85.900,Huidig bestuursmodel in 2012 ingevoerd.
99
Naam Verbonden partij
Euregio
Vestigingsplaats
Enschede/Gronau
Doel
Juridische vorm
Behartigen van de belangen van burgers, bedrijven, organisaties en aangesloten gemeenten bij de opbouw en versterking van grensoverschrijdende structuren/samenwerking. Samenwerkingsverband
Participerende partijen
131 Nederlandse en Duitse gemeenten.
Reden gemeente deelname
Ontwikkelingen
Grensoverschrijdende samenwerking. Via Europese subsidies komt veel geld naar de Euregio om de doelstellingen te realiseren. Een raadslid en de burgemeester van de gemeente zijn afgevaardigd in het algemeen bestuur. Sociaal-culturele samenwerking, sociaal-economische samenwerking en vervullen van de ombudsfunctie. Omzetten van INTERREGgelden (Europese subsidies) in concrete projecten. Grensoverschrijdende mobiliteit.
Beleidsvoornemens
-
Risico’s
Subsidieprogramma’s hebben een doorlooptijd van maximaal 7 jaar. Voor de uitvoering is personeel aangesteld. Daar wordt een risico gelopen. Via reserves wordt het risico zo klein mogelijk gehouden.
Bestuurlijk belang Activiteiten
Financiën a. deelneming 1.aandelenkapitaal 2. aantal aandelen 3. procentueel belang b. bijdrage gemeente aan de verbonden partij c. vermogen verbonden partij d. resultaat verbonden partij
Via Regio Twente; wordt niet meer gespecificeerd door de Regio aangegeven. 1-1-2016: € 1,1 mln.; 1-1-2014 € 1,2 milj.
2016 begroot : € 31.000,-, 2014 -/- € 27.000.
e. dividend Overig
100
Paragraaf F. GRONDBELEID 1. Inleiding In onze gemeente zijn er vaste momenten waarop over het grondbedrijf gerapporteerd wordt, namelijk bij de vaststelling van de jaarrekening en de begroting. In den lande zijn positieve geluiden te horen over economisch herstel en een verbetering op de woningmarkt. Dit herstel zien we ook geleidelijk in deze gemeente ontstaan en met name in Enter. De verkoop van woningbouwkavels in Enter trekt aan en de belangstelling voor bedrijventerreinen neemt toe. We weten niet of de prognoses geheel gehaald worden, maar hebben wel duidelijke signalen dat het dieptepunt is geweest. In onze exploitatieopzetten hebben we ook rekening gehouden met een licht herstel. Financieel gezien blijft het grondbedrijf dus risico’s in zich houden. De gemeente Wierden zal tot 2020 niet te maken krijgen met grote krimp of bevolkingstoename. Het aantal inwoners zal schommelen rond de 24.000. Wel is er sprake van vergrijzing en steeds meer eenpersoonshuishoudens. Het aantal huishoudens neemt door de gewijzigde huishoudenssamenstelling de komende jaren naar verwachting wel toe met circa 300. Met name in de huursector voor ouderen wordt extra aanbod gerealiseerd (Klomphof, Smeijerskampstraat, Stationsplein, Middenplein). Een belangrijke ontwikkeling in de afgelopen jaren is dat de markt is veranderd van een aanbiedersmarkt in een vragersmarkt. De vragers hebben het voor het zeggen. Die worden steeds meer betrokken bij de totstandkoming van de woningen. Het digitale tijdperk maakt dat ook steeds eenvoudiger. Dat wil niet zeggen dat er geheel andere producten op de markt komen, maar de inspraak vindt wel steeds meer aan de voorzijde van het proces plaats. Tenslotte is het bewustzijn van leefbaarheid en duurzaamheid de komende decennia leidend. Het ‘wonen’ gebeurt in de toekomst vooral in de woningen, steden, dorpen en buitengebieden die er nu al zijn. Het bestaande gebied zal toekomstbestendig gemaakt moeten worden, in termen van leefbaar en duurzaam. Hetgeen hiervoor is geschreven over woningbouw geldt evenzeer voor bedrijventerreinen. Er is teveel aanbod aan bedrijventerreinen in Twente. Het overschot aan aanbod zal beperkt moeten worden. Daar worden de komende jaren afspraken over gemaakt binnen Twente. Daarnaast is ook bij bedrijventerreinen sprake van een vragersmarkt. De ondernemer bepaalt zelf waar hij zich wil vestigen. Tenslotte is er ook het bewustzijn dat het ondernemen de komende decennia gebeurt vanuit de bestaande bedrijven en bedrijventerreinen. Deze zullen dus toekomstbestendig gemaakt moeten worden. 2. Grondbeleid 2.1 Wat is grondbeleid? In de Handreiking grondbeleid voor raadsleden (Ministerie van binnenlandse zaken, 2013) wordt hierover het volgende geschreven: “Grondbeleid is geen doel op zich, maar een middel. Grondbeleid is een middel om ruimtelijke doelstellingen op het gebied van de volkshuisvesting, lokale economie, natuur en groen, infrastructuur en maatschappelijke voorzieningen te verwezenlijken, en is dus niet leidend maar volgend op deze ruimtelijke doelstellingen. In structuurvisies, beleidsnota’s, en bestemmingsplannen legt de gemeente haar ruimtelijk beleid vast. Welke verdere verstedelijking staat de gemeente in de komende jaren voor? Welke voorzieningen moeten daartoe worden aangelegd? Welke ruimte krijgt de natuur in de gemeente? 101
In de gemeentelijke structuurvisie worden de hoofdlijnen geschetst van het voorgenomen ruimtelijke beleid. De structuurvisie is een verplicht plan (op grond van de Wet ruimtelijke ordening), en wordt vastgesteld door de gemeenteraad. In de structuurvisie wordt een integrale afweging gemaakt over het toekomstig ruimtegebruik en dient tevens globaal inzicht te worden geven in de haalbaarheid van de diverse plannen en de financiële consequenties. Bij het opstellen van de gemeentelijke structuurvisie is het van belang om goed rekening te houden met het provinciale beleid (zoals vormgegeven in de provinciale structuurvisie). Daarnaast kent de gemeente vaak een aantal beleidsnota’s, waar voor een bepaald thema of een bepaalde sector het beleid uit de structuurvisie verder wordt uitgewerkt. In een beleidsnota wonen kan bijvoorbeeld nader worden uitgewerkt hoe de gemeente staat tegenover particulier opdrachtgeverschap, sociale woningbouw, woonmilieus en dergelijke. Ander voorbeelden van beleidsnota’s zijn een nota economie, een nota verkeer en vervoer en een nota welstand. De beleidsnota’s behoren wat betreft de inhoud uiteraard te passen binnen de hoofdlijnen van de structuurvisie.” Deze toelichting is onverkort van toepassing op onze gemeente. 2.2 Visie op grondbeleid gemeente Wierden Wij hebben in onze gemeente altijd een actief grondbeleid nagestreefd. Vooral bij uitbreidingslocaties. Daarnaast heeft de gemeente bij inbreidingslocaties vooral faciliterend grondbeleid gevoerd. Dit beleid heeft positieve effecten opgeleverd voor de gemeente. De laatste jaren zijn de negatieve effecten echter ook zichtbaar geworden. Door de recessie zijn de risico’s van actief grondbeleid werkelijkheid geworden en is er voor een aantal miljoenen euro’s afgeschreven. Op 20 december 2011 is de Nota Grondbeleid 2012 – 2016 “Op naar andere tijden=” door de gemeenteraad vastgesteld. Deze nota wordt minimaal 1 keer in de 4 jaar geëvalueerd. Enkele beleidsuitgangspunten van de nota Grondbeleid 2012 – 2016 “Op naar andere tijden=” zijn: 1. De komende jaren worden de in exploitatie genomen locaties voortgezet. Nadrukkelijk wordt ingezet op het stimuleren van de afzet. Het voorgenomen bouwprogramma wordt afgestemd op de toekomstige behoefte. 2. De komende jaren wordt de ontwikkelopgave voor de langere termijn geformuleerd en ingezoomd op het financiële vraagstuk. 3. Bij private ontwikkeling wordt de volgende voorkeur uitgesproken: a. vrijwillige samenwerking met partijen door middel van het sluiten van een anterieure of posterieure overeenkomst; b. vaststellen exploitatieplan en door middel van voorschriften aan omgevingsvergunning kostenverhaal en het stellen van locatie-eisen regelen. 4. Bij normale uitbreidingslocaties geldt dat elk exploitatiegebied tenminste kostendekkend dient te zijn. Van dit uitgangspunt kan slechts worden afgeweken als daarvoor gegronde redenen aanwezig zijn. 5. Voor private ontwikkelingen die niet binnen het grondbedrijf worden verantwoord is uitgangspunt dat alle kosten verhaald worden en dat de gemeente nadrukkelijk de kaders stelt. We zullen in 2016, in navolging op de herijking van de strategische visie, ook de visie op het grondbeleid opnieuw aan u voorleggen.
3. Risico’s in grondexploitatie Bij ontwikkelingen wordt een grondexploitatie opgesteld. Bij de opstelling van deze grondexploitatie wordt uitgegaan van op dat moment realistische uitgangspunten en aannames. In het geval de grondexploitatie bij die uitgangspunten en aannames een tekort laat zien wordt voor dat tekort een voorziening getroffen. Het is echter mogelijk dat de uitgangspunten en aannames in de praktijk toch niet de waarheid blijken te zijn. Dit zijn risico's die niet in de voorziening van dat complex zijn opgenomen, maar die wel financiële gevolgen kunnen hebben.
102
Risico's kunnen worden onderscheiden in kostenrisico’s en opbrengstenrisico’s. Kostenrisico’s zijn met name gelegen in de productie van de bouwgrond, zoals onverwachte bodemverontreinigingen of hoger aankoopkosten dan verwacht. Opbrengstenrisico’s zijn risico’s die zijn gelegen in de markt, zoals de recessie heeft laten zien. Daardoor komen inkomsten later binnen waardoor de rentelasten beduidend hoger worden als geraamd. Ondanks dat we al de nodige financiële consequenties hebben genomen, de ramingen hebben bijgesteld en het herstel in zicht is blijft het opbrengstrisico nog steeds aanwezig. De vraag naar woningbouwkavels en bedrijventerreinen blijft nog beperkt. Als dat zo blijft zullen er toch nog weer financiële consequenties genomen moeten worden. Wij denken daarbij met name aan afschrijvingen op de complexen Kleen Esch en Weuste Noord. Gelijktijdig met de actualisatie van de grondbedrijf-complexen wordt er jaarlijks ook een risicoanalyse gemaakt. Op dat moment wordt bezien in hoeverre er nog geld onttrokken of gestort moet worden in de reserve winst grondverkopen (zie ook onderdeel 5 “Financiële positie van het grondbedrijf”). 4. Stand van zaken complexen grondbedrijf Onderhanden Werk Ultimo 2014 waren onderstaande complexen in exploitatie. Het verloop van de boekwaarde is als volgt: Complex Zenderink Zuidbroek 1e fase Kleen Esch De Weuste Noord De Berghorst 1e fase Rondweg Enter Ind.terrein De Elsmoat Totaal
BW 01-01-'14 Uitgaven Inkomsten Afwaardering 240.838 329.008 -2.100 3.032.724 -221.760 274.463 -21.109 1.209.274 62.290 3.637.025 154.870 1.663.684 170.875 142.875 2.443.828 111.537 445.000 11.789.750 768.979 711.972 24.017.123 1.375.798 1.572.210 -21.109
BW 31-12-'14 571.947 2.515.392 1.271.564 3.791.895 1.691.683 2.110.365 11.846.757 23.799.603
Per 31-12-2014 zijn de exploitatieopzetten herzien en door de raad bij besluit van 30 juni 2015 vastgesteld. De geactualiseerde exploitatieopzetten geven de navolgende verwachte resultaten aan het einde van de looptijd. Complex
Netto contant geprognosticeerd resultaat Looptijd (N = Nadeel, V = Voordeel)
308 Zenderink e 310 Zuidbroek 1 fase (deelgebieden 1 en 2) 313 Kleen Esch 328 De Weuste Noord e 332 De Berghorst 1 fase 346 Rondweg Enter 350/351 Industrieterrein De Elsmoat (50% van het verwachte saldo)
€ 1.248.000 V € 904.000 N € 308.000 N € 541.000 N € 73.000 N € 470.000 N € 1.309.000 V
2026 2021 2033 2025 2020 2017 2028
Voor de te voorziene verliezen op de complexen Zuidbroek, Kleen Esch, De Weuste Noord, Berghorst en Rondweg Enter is een voorziening ingesteld. Deze voorziening bedraagt ultimo 2014 € 2.296.000 en is toereikend om de contante waarden van deze verliezen op te kunnen vangen. Na aftrek van deze voorziening is de balanswaarde ultimo 2014 € 21,5 miljoen. Gehanteerde parameters in exploitatieopzetten OHW Rente kapitaalverstrekking (gelijk aan de begrotingsrente) Prijsstijging kosten (CBS prijsindex Grond-, weg- en waterbouw (GWW), gemiddelde over laatste jaren Prijsstijging baten woningbouw
103
2015
2014 4,0% 1,5%
4,0% 2,0%
0,0 %
0,0 %
Uitzondering: uitgifte bouwclaims in Zuidbroek (vastgelegd in ontwikkelingsovereenkomsten met projectontwikkelaars) Prijsstijging baten bedrijventerreinen
1,75% en 2,0%
1,75% en 2,0%
0,0 %
0,0 %
De verlaging van de parameter prijsstijging van 2 naar 1,5 % heeft een positief effect op alle exploitatieopzetten. Deze bijstelling vindt plaats op basis van het gemiddelde van de indexpercentages van de afgelopen zeven jaar, de afgelopen vijf jaar en de afgelopen drie jaar. Dit is een bestendige gedragslijn. Bij de volgende herziening van de exploitatieopzetten wordt, in overeenstemming met de verwachte wijzigingen in het BBV, aan rente kapitaalverstrekking met 2,1% gerekend waardoor de exploitatieuitkomsten van de complexen verbeteren. Hierdoor kan een deel van de getroffen voorzieningen vrijvallen. Deze vrijval wordt gebruikt om de reserve winst grondverkopen op het gewenste niveau te brengen. Verwachte uitgaven en inkomsten in 2016 volgens deze exploitatieopzetten zijn: Complex
Kosten bouwrijp etc. Zenderink € 1.666.056 Zuidbroek 1e fase € 784.082 Kleen Esch € 47.715 De Weuste Noord € 29.779 De Berghorst 1e fase € 501.877 Rondweg Enter € 71.810 Ind.terr. De Elsmoat buiten€EP 26.605 Ind.terr. De Elsmoat EP € 159.597 Totaal € 3.287.521
Inkomsten m.n. verkopen € -503.220 € -2.622.194 € -102.551 € € -629.860 € -1.165.000 € € -1.481.519 € -6.504.344
Hierna geven wij een korte weergave van de ontwikkeling van de verschillende complexen. De navolgende complexen zijn in “onderhanden werk” opgenomen: Zuidbroek 1e fase; Zenderink Kleen Esch; De Weuste-Noord; e De Berghorst 1 fase; Industrieterrein Enter – Rijssen, gesplitst in een gedeelte gelegen binnen het exploitatieplan en een gedeelte buiten het exploitatieplan Rondweg Enter eo
4.1 Zuidbroek 1e fase De grootste uitbreidingslocatie in onze gemeente is Zuidbroek. Er is op 12 september 2006 een structuurplan opgesteld dat voorziet in de realisatie van in totaal circa 1.350 woningen in drie uit te werken fasen. Voor de eerste fase van circa 600 woningen is in augustus 2008 het bestemmingsplan Zuidbroek, 1e fase vastgesteld. De gedachte was om deze 1e fase in drie woonlobs uit te geven, waarbij oorspronkelijk is uitgegaan van uitgifte in circa zes jaar. De eerste woonlob voorziet in de bouw van circa 260 woningen, de tweede woonlob circa 130 woningen en de derde woonlob circa 210 woningen. In de eerste woonlob zijn alle kavels afgenomen door ontwikkelaars en/of particulieren. Dit jaar zijn de zogenaamde Megahome-kavels grotendeels in ontwikkeling genomen. Nadat vrijwel alle woningen zijn gebouwd kan de eerste woonlob ook definitief woonrijp worden gemaakt. Voor de ontwikkeling van de tweede en derde woonlob heeft het college u een voorstel gedaan. De tweede woonlob wordt gefaseerd ontwikkeld. Daardoor ontstaat er opnieuw een renteverlies, maar vinden wij het belangrijker om de woningmarkt in Wierden gezond te houden. De grondpositie in de 104
derde woonlob hebben wij inmiddels afgewaardeerd naar agrarische waarde. De vraag is of deze fase in de toekomst nog in ontwikkeling komt. Op dit moment is het college wederom in overleg met de regio en de provincie over woningbouwaantallen. 4.2 Zenderink Zenderink is de woningbouwlocatie die aanvullend op Zuidbroek wordt gerealiseerd. Vooral om te voldoen aan de vraag naar het type woningbouw dat voldoet aan de kenmerken rust, ruimte en zeggenschap. Op 24 juni 2008 is het structuurplan voor Zenderink vastgesteld, dat nog voorziet in de bouw van 300 woningen ten noorden van Wierden. Op basis van de Woningbouwafspraken met de provincie is de plancapaciteit teruggebracht tot circa 80 woningen. Met name in dit segment is de vraag de afgelopen jaren achtergebleven. 4.3 Kleen Esch De verkoop van kavels in Kleen Esch lukt maar niet. SWWE heeft vier kavels afgenomen, voor de andere kavels is nog maar weinig belangstelling getoond. We denken er aan om de boekwaarde van dit complex fors te verlagen. 4.4 Berghorst Zoals Zuidbroek voor Wierden als de uitbreidingslocatie wordt aangemerkt, wordt de Berghorst voor de kern Enter als de uitbreidingslocatie aangemerkt. Op 14 november 2006 is het structuurplan vastgesteld. Dit structuurplan voorzag in de bouw van circa 270 woningen, verdeeld over drie fasen. In de eerste fase circa 85 woningen, in de tweede fase circa 140 woningen en in de derde fase circa 45 woningen. Op basis van de Woningbouwafspraken met de provincie is een bestemmingsplan vastgesteld voor de bouw van circa 90 woningen in alleen de oorspronkelijke 1e fase. Deze worden gefaseerd tot 2020 gebouwd. Ook in deze locatie heeft de gemeente alle gronden in eigendom met daartegenover een bouwclaim. De bouwactiviteiten in de Berghorst verlopen gestaag. Financieel gezien levert De Berghorst vooralsnog geen grote risico’s op. 4.5 Weuste Noord De uitgifte van de Weuste Noord is stil gevallen. Er melden zich vrijwel geen nieuwe kandidaten meer. Evenals bij de Kleen Esch denken wij bij dit complex aan een bijstelling van de exploitatie en/of afwaardering van de grondpositie. Dit heeft dan directe financiële gevolgen voor de meerjarenbegroting. 4.6 Elsmoat De belangstelling voor kavels op de Elsmoat is toegenomen. Er worden gesprekken gevoerd met enkele grote ruimtevragers en we verwachten in 2015 de prognose te halen. Veelgehoorde opmerking is dat de financiering van nieuwbouw moeilijk verloopt. Wij hebben overigens wel de verwachting dat door de ligging van het terrein de verkoop toeneemt als het economisch getij weer beter is. 4.7 Rondweg Enter eo Het bestemmingsplan Rondweg eo is in 2011vastgesteld en de exploitatie is geopend. Naast een aantal kleinere te realiseren voorzieningen met beperkte kosten (aankoop en ontgraven watergangen) zijn er vooral inkomsten geraamd binnen dit complex. Het betreft de verkoop van de kavels op het voormalig terrein Morsink. Deze kavels zijn in de vrije verkoop aangeboden. De voormalige bedrijfswoning met omliggende grond is verkocht en geleverd. Gronden zonder kostprijsberekening / niet in exploitatiegenomen gronden (NIEGG) Er zijn op dit moment geen gronden in eigendom van de gemeente Wierden, welke op dit moment gerubriceerd kunnen worden onder de categorie niet exploitatie genomen gronden.
105
Overige gronden De gemeente heeft een aantal gronden in bezit, waarvoor binnen een afzienbare tijd geen ontwikkeling wordt voorzien. De boekwaarde is gelijk aan de marktwaarde in de huidige bestemming (agrarische waarde). Op de gronden wordt daarom ook geen rente bijgeschreven. Omwille van het voorzichtigheidsprincipe/bedrijfseconomische overwegingen (verliezen nemen wanneer deze zich aankondigen) is namelijk gestopt worden met rentebijschrijving. Deze rente is als last opgenomen onder het programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting (product Bouwgrondexploitatie). Complex 307 Lageveld 311 Zuidbroek 2e fase 329 Bedrijventerrein na De Weuste Noord 333 De Berghorst 2e fase 359 Div. afgewikkelde complexen
Boekwaarde per 1-1-2016 € 454.000,€ 305.000,€ 238.000,€ 578.000,€ 691.000,-
5. Financiële positie van het grondbedrijf Zoals we de afgelopen jaren hebben ondervonden kleven er risico’s aan het voeren van een actieve grondpolitiek. Om de risico’s op te kunnen vangen moet het weerstandsvermogen voldoende groot zijn. • Risicoafdekking in exploitatie genomen gronden Daar de gemeente in beginsel een actieve grondpolitiek voert, moet ter wille van de continuïteit het weerstandsvermogen voldoende groot zijn om financiële risico's op te kunnen vangen. Het benodigde weerstandsvermogenis gebaseerd op de volgende 3 risico-typen: 1. Afschrijven c.q. afstoten van gronden. 2. Verlenging van de looptijd. 3. Prijsverlaging. Vervolgens is hier een inschatting van de kans aan toegevoegd (kans x risico is gevolg). Mocht deze buffer op enig moment ontoereikend zijn dan komt het meerdere voor rekening van de algemene dienst.. Jaarlijks worden bij de actualisaties van de exploitaties ook de risico’s gewaardeerd en de gewenste hoogte van het weerstandsvermogen bepaald. Per 1-1-2015 was het risico gewaardeerd op minimaal € 2.177.000,- en maximaal € 2.414.000,-. Uit de staat van reserves en voorzieningen 2016 blijkt dat de stand van de reserve winst grondverkopen per 1 januari 2016 wordt geraamd op ca. € 452.000,-. In de begroting wordt voorgesteld om de reserve aan te vullen met € 1.711.000,- zodat met de rentebijschrijving in 2016 de minimale buffer van € 2.177.000,- wordt bereikt. Zie ook nota van aanbieding. •
Risicoafdekking strategische grondaankopen
Strategisch verworven gronden tegen marktwaarde in de toekomstige bestemming De reserve risicoafdekking grondaankopen fungeert als weerstandsvermogen voor die strategische gronden, die gewaardeerd kunnen worden op de geraamde marktwaarde in de toekomstige bestemming. Waardering tegen deze marktwaarde is mogelijk wanneer deze grond past in de verwachtingen over gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Er is dan nog geen exploitatieberekening, maar voor de grond bestaat een reëel en stellig voornemen dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. De verwachting kan gebaseerd zijn interne besluitvorming of op de gemeentelijke structuurvisie. Op het moment dat de boekwaarde van deze grond onder de marktwaarde ligt kunnen kosten worden bijgeboekt. De reserve risicoafdekking grondaankopen fungeert als weerstandsvermogen voor het verschil tussen de marktwaarde in de toekomstige bestemming en de marktwaarde in huidige bestemming (veelal agrarisch). 106
Omdat de strategische grondposities alle zijn afgeboekt naar agrarische waarden is er geen verwacht risico meer. De stand van deze reserve is per 1 januari 2016 dan ook begroot op € 0,-. Rentebijschrijving Op de boekwaarde van strategisch verworven gronden wordt geen rente bijgeschreven. De rente komt ten laste van de algemene dienst. Hiermee is voor 2016 een bedrag gemoeid ter grootte van 2,1% van € 2.266.000,- of € 47.600,-. 6. Winst- en verliesneming Een verantwoord financieel beleid en beheer vereist dat het Grondbedrijf het principe hanteert dat winsten pas worden genomen wanneer deze gerealiseerd zijn en verliezen worden genomen wanneer deze te voorzien zijn. Van winstneming kan pas sprake zijn wanneer de winst gerealiseerd is in een plan of in een fase van een plan. Voorwaarden voor tussentijdse winstneming zijn dat de exploitatieopzet voorziet in duidelijke herkenbare fasen, de winst in die fase is gerealiseerd en in vervolgfasen geen verliezen worden verwacht, tenzij daarvoor voldoende voorzieningen zijn getroffen. Met ingang van 2014 kan winst als gerealiseerd worden beschouwd wanneer minimaal 90 % van de verkopen en de kosten gerealiseerd zijn, de onderliggende exploitatieopzet reëel is en er geen risico’s worden voorzien of dat deze financieel zijn afgedekt. Zoals reeds gesteld zullen verliezen op het moment dat deze te voorzien zijn genomen moeten worden. Jaarlijkse herziening van de exploitatieopzetten van lopende complexen is derhalve noodzakelijk. Indien verliezen niet meer binnen de desbetreffende exploitatieopzetten opgevangen kunnen worden zullen deze ten laste worden gebracht van de reserve winst grondverkopen (zie ook het onderdeel “Financiële positie”).
107
Paragraaf G. LOKALE HEFFINGEN.
Algemeen Het overzicht lokale heffingen heeft betrekking op de belastingen en op de heffingen. De lokale lasten zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. De uitgangspunten van het beleid, de tarieven, de kostendekkendheid, kwijtschelding en “lastenoverzichten” zijn de centrale onderwerpen van dit onderdeel. In de Nota Meerjarenbeleid 2012–2014 is bij de Financiële Beleidsuitgangspunten voorgesteld om bij de komende begrotingen en in navolging van voorgaande jaren, de volgende uitgangspunten te hanteren: 1. Kritisch om blijven gaan met bestaande uitgaven, zo mogelijk bezuinigingen blijven nastreven om daarmee ruimte te scheppen voor nieuw beleid en nieuwe activiteiten (voorgaande jaren) 2. Bij de jaarlijkse begrotingsbehandeling zal definitief worden bekeken in hoeverre dekking middels reserves en fondsen tot de mogelijkheden behoort (voorgaande jaren) 3. Het streven blijft de gemeentelijke belastingen jaarlijks niet meer te verhogen dan met het algemeen geldende inflatiepercentage. Dit geldt niet voor kosten die van buiten op ons afkomen vanwege niet te beïnvloeden zaken; als de raad voor specifieke zaken hiertoe besluit of bezuinigingen te fors ingrijpen in het voorzieningenniveau in onze gemeente (coalitieakkoord) 4. Als uiterste middel om financiële klappen op te vangen, heeft de gemeenteraad een bodem gelegd in de algemene reserve. Dit bedrag (ruim € 2 miljoen) mag niet worden ingezet om een begroting sluitend te maken (voorgaande jaren) 5. Het verrichten van diensten voor derden behoort in de regel plaats te vinden tegen de gemaakte kosten (voorgaande jaren) 6. Wanneer zich in de tussenliggende periode, tot vaststelling van de begroting, tegenvallers mochten voordoen dan kan hieruit een extra verhoging van de onroerende zaakbelastingen voortvloeien (voorgaande jaren).
Het belang van de plaatselijke belastingen en de retributies of wel rechten Het verschil is dat er bij een belasting geen sprake is van een rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid. Bij retributies of wel rechten is daar wel sprake van. De plaatselijke gemeentelijke belastingen (OZB, afvalstoffenheffing, hondenbelasting, toeristenbelasting, forensenbelasting en baatbelasting) vormen een belangrijk onderdeel (ca. 6% / begroting 2016) van de inkomsten van de gemeente. Bij de retributies of wel rechten gaat het ook om een aanzienlijk bedrag (ca. 10% / begroting 2016) van de inkomsten van de gemeente. Hierbij gaat het om de rioolheffing, het reinigingsrecht, de marktgelden, de leges (bouwleges, secretarieleges, leges rijbewijzen en reisdocumenten) en de begrafenisrechten. De tarieven mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Met uitzondering van de marktgelden (weekmarkten) is sprake van een 100% dekking of worden ze bij het vaststellen van de de begroting (Nota van aanbieding). Blijkens het GRP is er in de komende planperiode geen extra verhoging voorzien van de rioolheffing en is er dus sprake van kostendekkende tarieven. Aandachtspunt. Er is een uniform rekenmodel ontwikkeld voor berekening van de kostendekkendheid van de tarieven, welke zijn opgenomen in de tarievenlijst behorende bij de legesverordening 2014. Het model van de VNG en de input van de gemeente Zoetermeer (was een proefgemeente voor de VNG) hebben hier ten grondslag aan gelegen. Het rekenmodel doorloopt de volgende vier stappen: a) Inventariseren van de activiteiten die ten grondslag liggen aan de dienst / het product waarvoor het tarief wordt opgelegd; b) Bepalen van de kosten (zowel direct als indirect) die samenhangen met deze activiteiten op begrotingsbasis (voorcalculatie);
108
c) In kaart brengen van beleidsfactoren en overige factoren (bijvoorbeeld wetgeving) die afwijkingen in de tariefstelling t.o.v. de berekende economische kostprijs tot gevolg (kunnen) hebben; d) De vertaling van de genoemde factoren op de berekende kostprijs leidt uiteindelijk tot het tarief. Doel van dit model is om een transparant en eenduidig inzicht te geven in de kosten, de activiteiten en de beleidskeuzes. Verschillen in gemeenten kunnen ontstaan door gemaakte keuzes in tariefstelling en heffingsmaatstaf, intrinsieke verschillen tussen gemeenten en kostenefficiency. Op onderdelen heeft een toetsing van kostendekkendheid plaatsgevonden (bijv. leges omgevingsvergunningen, rijbewijzen, reisdocumenten, huwelijk, evenementenvergunning etc.) Nadere toelichting bij een aantal heffingen Onroerende-zaakbelastingen Het zijn algemene belastingen waarbij enerzijds de eigenaren van een onroerende zaak en anderzijds de gebruikers van de niet woningen worden belast met als basis de vastgestelde waarde van de onroerende zaak. Er is hier sprake van een algemeen dekkingsmiddel. Van een onbenutte belastingcapaciteit kan hier dan ook in feite niet gesproken worden. Wanneer aansluiting wordt gezocht met de drempeltarieven die worden gehanteerd bij een artikel 12-aanvraag Financiële Verhoudingswet dan zijn hier nog extra inkomsten te verwezenlijken. Zoals bekend is de maximering van het OZB tarief losgelaten en zijn gemeenten in principe dus vrij. Het normtarief voor toelating tot artikel 12-aanvraag is op dit moment 0,1790% van de WOZ-waarde. Als met dit tarief rekening wordt gehouden bij de berekening van de onbenutte capaciteit, dan komt de vrije ruimte uit op € 2.113.000,-. In 1993 is voor het laatst een extra verhoging van de onroerend zaakbelastingen doorgevoerd. Het ging hierbij om een percentage van 2%. Verder wordt wel jaarlijks ter bestrijding van de optredende inflatie het tarief aangepast met een inflatiepercentage (inclusief nacalculatie). Hiervoor wordt jaarlijks aangehouden de door het Centraal Planbureau vast te stellen prijsmutatie in het prijsindexcijfer van de netto materiële overheidsconsumptie. Bij de algemene uitkering wordt hier ook vanuit gegaan. Het aangegeven inflatiepercentage in de meicirculaire wordt hierbij aangehouden. Voor 2016 gaat het om een percentage van 1,50%. Wat de nacalculatie betreft wordt de informatie gehaald uit de jaarlijkse septembercirculaire. Bij de begroting 2016 vindt er nu een afrekening plaats over het jaar 2012 en gaat het om een percentage van 0,50%. In de aanbiedingsbrief wordt nader teruggekomen op dit feit. Uiteindelijk is er sprake van een verhoging met 1% als inflatiecorrectie. Verder wordt voorgesteld om de totaalopbrengst OZB te laten stijgen met € 139.000,-; de afvalstoffenheffing gaat met dit bedrag omlaag. De bedoeling is echter wel dat de lastendruk voor de inwoners van onze gemeente gelijk blijft bij verder ongewijzigde omstandigheden. Voor de volledigheid merken wij nog op dat er sinds 2008 sprake is van een tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen. Voor het overige verwijzen wij naar de aanbiedingsbrief bij deze begroting. Toeristenbelasting en forensenbelasting Het zijn algemene belastingen waarbij de profijtgedachte wel mee speelt. Het gaat hierbij namelijk om het belasten van mensen die niet in de gemeente wonen, maar die wel profiteren van de gemeentelijke voorzieningen. De forensenbelasting wordt geheven van personen die meer dan 90 dagen van het jaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden (naast vakantiebungalows gaat het hierbij ook om stacaravans). Bij de toeristenbelasting is bepalend het gelegenheid geven van verblijf met overnachting binnen de gemeente in hotels, vakantie-onderkomens, enz. Met ingang van 2010 zijn de tarieven afgestemd op het niveau van de buurgemeenten en is er sprake van een tarief van € 235,- voor de forensenbelasting en een tarief van € 0,70 voor de
109
toeristenbelasting. Verder is afgesproken om de tarieven vanaf nu jaarlijks aan te passen aan de inflatie. Reclamebelasting Met ingang van 2012 wordt er een reclamebelasting geheven. De reclamebelasting wordt door de ondernemersverenigingen gezien als een instrument om het probleem van de “free-riders” te beteugelen en gezamenlijk (meer) activiteiten te organiseren, waaraan een ieder meewerkt en meebetaald. Verder is het doel om collectieve belangenbehartiging bij investeringen in promotie en in stimulering van het ondernemersklimaat te waarborgen. Het tarief voor 2015 is € 319,80 Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht Het gaat hierbij om bedragen die betaald moeten worden voor het inzamelen van het afval. De gemeente Wierden past een systeem toe van differentiatie in soorten containers. Het gaat hier om een bestemmingsbelasting. Omdat hij erg bepalend is, wordt deze heffing bij het bepalen van de lastendruk voor de burgers altijd meegenomen. Voorgeschreven is dat de tarieven maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Ook in de begroting 2015 is dit weer het uitgangspunt.. De kosten van afval zijn dit jaar, inclusief indexering, met ruim € 152.000,- gedaald. De belangrijkste redenen zijn de gestegen verwerkingskosten met € 88.000,- en de meeropbrengst voor vergoedingen voor het inzamelen van glas en kunststof van € 236.000,-. In de aanbiedingsbrief bij deze begroting wordt voorgesteld om de tarieven te verlagen. Voor de begroting 2016 betekent dit dat gemiddeld genomen (inclusief inflatie) er een tariefsverlaging van de afvalstoffenheffing kan worden doorgevoerd van 7,6%. Per saldo wordt de opbrengst hierdoor met € 139.000 verlaagd. Er is hier dus geen sprake van een onbenutte belastingcapaciteit. Voor nadere informatie verwijzen wij naar de Nota van Aanbieding bij deze begroting. Rioolheffing Onder de naam “rioolheffing” wordt een recht geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Ook hier gaat het om een bestemmingsbelasting. Omdat deze ook erg bepalend is voor het inzicht geven in de lastendruk voor de burgers wordt deze heffing ook altijd meegenomen in vergelijkende overzichten. Er wordt op dit moment gewerkt met het GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan) 2015 - 2019. Door vaststelling van het GRP in 2014 heeft de gemeenteraad o.a. ingestemd met de voorgestelde ontwikkeling van de rioolheffing. Deze houdt in dat binnen de planperiode van het GRP de rioolheffing behoudens de jaarlijkse inflatie niet verhoogd hoeft te worden tot en met 2018 om de investeringen rioleringszorg kostendekkend te houden. Vanaf 2019 en verder neemt de rioolheffing wel toe vanwege vervangingsinvesteringen. In 2019 zal het GRP weer worden geëvalueerd. Voor nadere informatie verwijzen wij naar de Nota van Aanbieding bij deze begroting. Bij paragraaf B / Onderhoud kapitaalgoederen staat verder ook nog informatie over het onderwerp riolering. Leges Bij de bezuinigingstaakstelling is afgesproken om de leges evenementen en APV kostendekkend te maken. Daarnaast is ingaande 2015 gestart met legesheffing voor huisnummering. Kwijtschelding Bij de begroting 1999 is de kwijtscheldingsnorm in Wierden opgetrokken van 95% naar 100%. Op de volgende belastingsoorten is de mogelijkheid tot kwijtschelding van toepassing. De OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting. In de begroting 2016 is rekening gehouden met een totaal bedrag voor kwijtschelding van € 96.600,-. Het bedrag is gebaseerd op 240 geheel of gedeeltelijke toewijzingen.
110
Lastendruk inwoner gemeente Wierden Op basis van werkelijke cijfers constateren wij dat de belastingdruk voor de burgers in Wierden zich als volgt heeft ontwikkeld. Bij het bepalen van de belastingdruk wordt rekening gehouden met te betalen OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. 2011
2012
2013
2014
Gemiddelde lastendruk per inwoner
€ 281,(+3,6%)
€ 283,(+0,6%)
€ 287,(+1,4%)
€ 296,(+3,1%)
Gemiddelde lastendruk per wooneenheid
€ 695(+3,4%)
€ 697,(+0,3%)
€ 704,(+1,0%)
€ 718,(+2,0%)
Landelijke lastendruk Wat de landelijke ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten betreft wordt het volgende aangegeven. In de Atlas van de lokale lasten 2015 wordt aangegeven dat de gemeentelijke woonlasten voor huishoudens stijgen met 1,7% en dit is meer dan de inflatie van 1%. De Atlas verschijnt jaarlijks en wordt uitgegeven door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Verder wordt bij het bepalen van de woonlasten voor huishoudens rekening gehouden met de reinigingsheffing, rioolheffing en onroerende zaakbelastingen (OZB). Belastingniveau in de gemeente Wierden ten opzichte van andere Overijsselse gemeenten Tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing. Als wij het hebben over de tarieven in de omliggende gemeenten dan geeft de provincie de volgende informatie (tarieven 2014). Bij de afvalstoffenheffing is voor de meerpersoonshuishoudens uitgegaan van een restafvalcontainer van 240 liter en een gft-container van 140 liter. Voor de éénpersoonshuishoudens is in beide gevallen uitgegaan van een 140 liter container. Voor de rioolrechten is waar nodig uitgegaan van (maximaal) 125 m3 waterverbruik.
Gemeente
Afvalstoffenheffing meer personen Almelo € 273,60 Borne € 251,88 Haaksbergen € 237,84 Hellendoorn € 232,08 Rijssen-Holten € 213,00 Hof van Twente € 250,35 Tubbergen € 183,15 Twenterand € 186,50 Wierden € 246,60
Afvalstoffenheffing één persoon € 273,60 € 251,88 € 195,72 € 191,16 € 157,00 € 201,60 € 160,75 € 186,50 € 194,40
Rioolheffing € € € € € € € € €
195,00 194,40 320,04 231,48 209,50 280,20 241,00 232,20 245,40
OZB tarieven. De provincie geeft voor de omliggende gemeenten de volgende informatie over de OZB tarieven voor woningen. Als tarief 2014 gelden de volgende percentages van de geschatte waarde van een onroerend goed.
111
Gemeente
Percentage eigenaar niet-woningen 0,31800 0,27210 0,17550 0,24440 0,18870 0,18130 0,14530 0,15050 0,10000
Percentage eigenaar woningen Almelo 0,15700 Borne 0,15230 Haaksbergen 0,11880 Hellendoorn 0,13080 Rijssen – Holten 0,10240 Hof van Twente 0,11160 Tubbergen 0,12000 Twenterand 0,11800 Wierden 0,10290
Percentage gebruiker niet-woningen 0,25270 0,21750 0,14120 0,19550 0,15040 0,15850 0,11660 0,12250 0,08000
Overzicht belastingdruk Overijsselse gemeenten. De provincie Overijssel heeft uitgaande van een “standaardwoning” van € 208.000,- de belastingdruk van de Overijsselse gemeenten in 2014 berekend. Naast de OZB is rekening gehouden met verschuldigde afvalstoffenheffing (vergelijkbaar gemaakt en als uitgangspunt is genomen dat de woning door meer dan één persoon wordt bewoond) en rioolheffing. In een overzicht ziet dit er als volgt uit. Gemeente Almelo Hof van Twente Borne Hellendoorn Wierden Haaksbergen Twenterand Rijssen – Holten Tubbergen
Belastingdruk € 795,16 € 762,68 € 763,06 € 735,62 € 706,03 € 804,98 € 664,14 € 635,49 € 673,75
Gemiddelde Overijsselse gemeenten
€
695,42
Overzicht lokale heffingen. Rechten Secretarieleges Marktgelden: Afvalstoffenheffing Rioolrechten Begrafenisrechten Leges bouwverg.
Werkelijk 2014 € 37.255 € 22.911 € 1.684.062 € 2.440.598 € 269.797 € 472.012
€ € € € € €
Totaal rechten
€
€
Belastingen OZB Hondenbelasting Toeristenbelasting Forensenbelasting Baatbelasting Totaal
Werkelijk 2014 € 2.941.269 € 115.056 € 128.139 € 78.344 € 1.442 € 3.264.250
4.926.635
€ € € € € €
Begroot 2015 48.900 25.978 1.828.206 2.463.512 258.026 649.251 5.273.873
Begroot 2015 3.113.935 123.150 141.725 101.907 1.500 3.482.217
€ € € € € €
Begroot 2016 48.720 23.990 1.689.270 2.511.088 256.861 650.869
€
5.180.798
€ € € € € €
Begroot 2016 3.272.584 123.292 136.924 91.350 1.500 3.625.650
De begrote bedragen 2016 zijn inclusief de inflatiecorrectie.
112
Bijlagen 1. Financiële positie 2. Reservepositie 3. Reserves eenmalige dekking versus boekwaarden eenmalige dekking 4. Financiële begroting met programmaaanduiding 5. Begrotingsuitgangspunten 6. EMU-saldo 7. Overzicht van lasten en baten per beheersproduct per programma
113
BIJLAGE 1 FINANCIËLE POSITIE ALGEMEEN. Met betrekking tot de ontwikkeling van het eigen vermogen / financiële positie merken wij het volgende op. Binnen de financiële positie van de gemeente speelt het eigen vermogen (algemene reserves en bestemmingsreserves) een belangrijke rol. Het eigen vermogen wordt namelijk gebruikt als bufferfunctie, bestedingsfunctie en inkomensfunctie. Daarnaast wordt het eigen vermogen ingezet voor de financiering van de geactiveerde kapitaaluitgaven. Naast het eigen vermogen kennen wij dan het vreemde vermogen. De voorzieningen zijn vreemd vermogen en zijn er ter dekking van de te kwantificeren financiële verplichtingen of financiële risico's. Daarnaast wordt evenals bij het eigen vermogen ook het vreemd vermogen ingezet voor de financiering van geactiveerde kapitaaluitgaven. Verder merken wij op dat het reserve- en voorzieningenbeleid in april 2013 integraal is geëvalueerd en het ligt in de bedoeling om dit 1 maal in de 4 jaar te herhalen. ONTWIKKELING. De vermogenspositie per 31 december 2013 (jaarrekening 2013) en per 31 december 2014 (jaarrekening 2014) ten opzichte van die per 1 januari 2015 (begroting 2015) en 1 januari 2016 (begroting 2016) ziet er als volgt uit. Omschrijving
EIGEN VERMOGEN: - Algemene reserves Bij/af: rekeningresultaat
Werkelijk 31-12-2013
Werkelijk 31-12-2014
Begroot 1-1-2015
Begroot 1-1-2016
14.170.939 - 4.097.000 10.073.939
10.311.589 657.640 10.969.229
9.131.528
7.278.549
9.131.528
7.278.549
Reserves grondexploitatie
1.968.281
68.281
40.624
452.211
-
Financ. techn. reserves
4.362.223
4.147.598
4.147.599
3.932.974
-
Bestemmingsreserves
5.228.995
1.603.764
4.839.080
1.537.026
21.633.438
16.788.872
18.158.831
13.200.760
5.326.350
8.835.218
5.381.780
8.761.591
26.959.788
25.624.090
23.540.611
21.962.351
7.995.002
5.197.316
3.969.250
2.765.500
-
TOTAAL EIGEN VERMOGEN VREEMD VERMOGEN: - Voorzieningen
TOTAAL EIGEN MIDDELEN (Incl. rekeningresultaat)
Correcties i.v.m. claims In de éénmalige sfeer 1)
Toelichting: 1) Kredieten die met éénmalige middelen worden afgedekt en nog niet zijn afgesloten leggen een claim (verwezen wordt naar de reserve investeringen éénmalige dekking). Bij het beoordelen van de vermogenspositie moet hier wel rekening mee worden gehouden.
114
Een financieel technische overgang van de bestemmingsreserve riolering naar een voorziening riolering verklaart de verschillen in 2014 en 2016 ten opzichte van 2013 en 2015. Met betrekking tot de ontwikkeling van het eigen vermogen zouden wij op deze plaats, onder verwijzing naar de "Nota reserves & voorzieningen 2013” en de “Nota meerjarenbeleid 2016 – 2019” verder willen volstaan met de constatering dat het eigen vermogen zal teruglopen van € 21,6 miljoen per 31-12-2013 naar € 13,2 miljoen per 1-1-2016. Van de laatstgenoemde € 13,2 miljoen kan het volgende kan worden gesteld: • • • • • •
reeds bestemd (bestemmingsreserves vermeerderd met de Reserve investeringen eenmalige dekking) Financieel technische reserves gedeelte bestemd voor het opvangen van boekverliezen buffer voor de algemene dienst buffer voor het grondbedrijf afronding
4,4 3,9 0,5 2,3 0,5 0,1 1,5
milj. milj. milj. milj. milj. milj. milj.
Geconstateerd kan dan ook worden dat er € 1,5 miljoen aan algemene reserves kan worden ingezet in de éénmalige sfeer. Van dit bedrag heeft € 0,- betrekking op de reserve winst grondverkopen en € 1,5 miljoen op de algemene reserves van de algemene dienst. Op het eventuele inzetten van een gedeelte van het eigen vermogen komen wij terug in de Nota van aanbieding. In het onderdeel Financiering (zie hierna) wordt inzage gegeven in de ontwikkeling van het eigen vermogen in meerjarenperspectief. Daaruit moet worden afgeleid dat bij ongewijzigde omstandigheden er na 2019 nagenoeg geen vrije financiële ruimte resteert ter dekking van nieuwe wensen/investeringen, welke met eenmalige middelen afgedekt zouden kunnen worden. Verder verwijzen wij naar hetgeen is aangegeven in de Nota meerjarenbeleid 2016 – 2019 betreffende de inzet van éénmalige middelen.
115
Financiering
2016
2017
2018
2019
72.069 445 533 5331.99670.518
70.518 118 2.07368.563
68.563 140 2.15366.550
66.550 102 2.17764.475
Totaal reserves en voorzieningen Stortingen Onttrekkingen
21.962 3.013 5.98318.992
18.992 1.363 1.49018.865
18.865 1.159 1.21218.812
18.812 1.123 1.13418.801
Geldleningen opnamen aflossingen
43.815 2.79341.022
41.022 2.000 4.79338.229
38.229 2.500 5.29335.436
35.436 2.000 4.79332.643
Totaal financieringsmiddelen begin idem eind
65.777 60.014
60.014 57.094
57.094 54.248
54.248 51.444
Investeringen Stand investeringen per 1-1-begrotingsjaar Investeringen economisch nut Idem openbare ruimte maatschappelijk nut Waarvan eenmalig afgedekt afschrijvingen/aflossingen Investeringen eind boekjaar Financiering
Conclusie: indien alle activiteiten worden uitgevoerd zullen in 2016 externe financieringsmiddelen (geldleningen) moeten worden aangetrokken. Zie ook paragraaf C Financiering. Opgebouwde rechten vakantiegelden personeelsleden De personeelsleden hebben jaarlijks op 31 december recht op vakantiegelden ter grootte van ca. € 321.000,-. Deze verplichting betreft de door de personeelsleden opgebouwde rechten over de periode juni tot en met december van het desbetreffende begrotingsjaar. Overlopende vakantiedagen Per 31 december van het dienstjaar niet opgenomen vakantiedagen vormen voor de gemeente een op grond van de arbeidsovereenkomst opgebouwde verplichting. Aan het mogen meenemen van vakantiedagen zijn regels gesteld (de helft van de opgebouwde verlofuren zonder ADV). Op basis van deze regels en uitgaande van een gemiddeld uurtarief bedraagt deze verplichting voor de gemeente Wierden jaarlijks ca. € 529.000,- (basis jaarrekening 2014). Kredietrisico's Per 1 januari 2016 staat de gemeente garant voor een bedrag van ca. € 50.568.800,-. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: * geldleningen SWWE met garantie Waarborgfonds Sociale Woningbouw € * geldlening Woningstichting St. Jozef met garantie WSW € * garantiestellingen Veiligheidsregio € € Het gaat hier grotendeels om een tertiaire achtervangfunctie, waarbij voor de gemeentegaranties de risico’s compleet zijn afgedekt door het vormen van een voorziening. Borgstelling gewone aandeelhouders Twence BV
€
116
41.497.800 8.300.000 771.000 50.568.800
694.223
BIJLAGE 2: Reservepositie Dienstjaar 2016 saldo aan het
vermeerde-
overige ver-
verminderin-
saldo aan het
begin van het
ringen wegens
meerderingen
gen (zoals
eind van het
dienstjaar
bijboeking
beschikkingen
dienstjaar
van rente
over en bijdragen uit reserve
Nr, naam, reserve/voorziening
voorziening.
RUBRIEK A, reserves van de algemene dienst 1.
Algemene reserve (minimale buffer € 2.269.000,-)
3.985.549
0
2.
Reserve investeringen eenmalige dekking
2.765.500
3.
Reserve ter opvanging van boekverliezen (plafond € 527.500)
527.500
Subtotaal rubriek A
5.415
1.043.073
2.947.890
0
0
2.765.500
0
0
0
300.000
227.500
7.278.549
0
5.415
4.108.573
3.175.390
452.211
13.565
1.711.000
0
2.176.776
0
0
0
0
0
452.211
13.565
1.711.000
0
2.176.776
1.392.300
0
0
77.350
1.314.950
56.576
0
0
4.350
52.226
1.068.800
0
0
31.435
1.037.365
RUBRIEK B, reserves m.b.t. grondexploitatie 11.
Reserve winst grondverkopen
12.
Reserve risicoafdekking grondaankopen Subtotaal rubriek B
RUBRIEK C, financieel technische reserves 21.
Reserve nieuwbouw gemeentehuis
22.
Reserve eenm.dekking gem.gebouwen gemeentehuis/garage
23.
Reserve eenm. dekking sociaal culturele accommodaties
24.
Reserve afkoopsommen
381.000
0
0
0
381.000
25.
Reserve afkoopsommen altijddurend onderhoud van wegen
352.415
0
0
0
352.415
10.346
0
0
0
10.346
26., Reserve afkoopsommen altijddurend groenonderhoud 27.
Reserve grondwaterbeschermingsgebieden
28.
Reserve Vitens Subtotaal rubriek C
62.619
0
0
0
62.619
608.918
0
0
101.487
507.431
3.932.974
0
0
214.622
3.718.352
RUBRIEK D, overige bestemmingsreserves 31.
Reserve dorpsontwikkeling
234.692
7.040
0
30.000
211.732
32.a Reserve parkeren Wierden
26.892
805
0
0
27.697
32.b Reserve parkeren Enter
12.206
365
0
0
12.571
4.569
0
3.500
8.000
69
17.224
0
1.091
815
17.500
33.
Reserve subsidie gemeentelijke monumenten
36.
Reserve egalisatie exploitatie startershallen (plafond € 17.500)
41.
Reserve glas en vandalisme (plafond € 20.000)
44.
Reserve leningen SVn
45. 47. 48. 50. 51.
20.000
0
4.600
4.600
20.000
495.000
0
0
0
495.000
Reserve Kunst (0,5% regeling)
30.838
0
0
0
30.838
Reserve raadsaangelegenheden
21.319
0
0
10.980
10.339
Reserve doortrekken N35
500.000
0
250.000
0
750.000
Reserve mobiele podia
128.788
0
0
16.600
112.188
Reserve opleidingen
45.498
0
0
0
45.498
Subtotaal rubriek D
1.537.026
8.210
259.191
70.995
1.733.432
117
Dienstjaar 2016 saldo aan het
vermeerde-
overige ver-
verminderin-
saldo aan het
begin van het
ringen wegens
meerderingen
gen (zoals
eind van het
dienstjaar
bijboeking
beschikkingen
dienstjaar
van rente
over en bijdragen uit reserve
Nr, naam, reserve/voorziening
voorziening.
RUBRIEK E, voorzieningen (voor verplichting risico's) 61.
Egalisatievoorziening "De Kolk" (plafond € 100.000)
63.
Voorziening FPU
94.935
0
0
0
0
0
0
0
64.
Voorziening Personeelsvereniging (plafond € 11.500)
65. 66. 67.
Voorziening Sawe (plafond € 140.000)
68.
0
4.661
0
1.170
0
5.831
Voorziening Wethouderpensioenen
1.502.885
0
100.000
75.000
1.527.885
Voorziening voormalige wethouders
57.693
0
0
18.000
39.693
138.543
0
0
0
138.543
Voorziening Zittend Vervoer
26.230
0
0
0
26.230
0
0
0
0
0
2.296.076
0
0
682.350
1.613.726
69.a Voorziening Verliesgevend gebied 69.b Voorziening verlies onderhanden werk 70.
Voorziening Vordering Vennootschap ESCROW Subtotaal rubriek E
94.935
172.798
0
0
0
172.798
4.293.821
0
101.170
775.350
3.619.641
RUBRIEK F, onderhouds (egalisatie) voorzieningen 71.
Onderhoudsfonds gemeentehuis
33.759
0
102.000
135.000
759
72.
Onderhoudsfonds garages en werkplaatsen, zoutloods, EXOO
17.868
0
15.200
22.150
10.918
73.
Onderhoudsfonds sociaal culturele accommodaties
114.316
0
39.700
40.500
113.516
74.
Onderhoudsfonds torens, markten en begraafplaatsen
35.601
0
4.770
19.100
21.271
75.
Onderhoudsfonds startershallen, huurwoningen
41.915
0
6.750
5.000
43.665
76.
Onderhoudsfonds huisvesting onderwijs
0
0
0
0
0
77.
Fonds rationeel wegbeheer
564.807
0
417.049
520.000
461.856
Subtotaal rubriek F
808.267
0
585.469
741.750
651.986
3.443.361
0
328.977
71.500
3.700.838
144.000
0
0
0
144.000
72.142
0
0
0
72.142
3.659.503
0
328.977
71.500
3.916.980
21.962.351
21.775
2.991.222
5.982.790
18.992.558
RUBRIEK G, voorzieningen voor derden beklemde middelen 43.
Voorziening riolering
42.
Voorziening egalisatie riolering (plafond € 144.000)
78.
Voorziening egalisatie afvalverwijd Subtotaal rubriek G
Totaal Generaal
118
TOELICHTING RESERVES EN VOORZIENINGEN
RUBRIEK A, reserves van de algemene dienst
1) Algemene reserve De Algemene reserve dient als bufferfunctie, inkomensfunctie en is voor het opvangen van rekeningsresultaten. Soort: Algemene reserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 3.985
€
vermindering 5
€
saldo 31/12
1.043
€
2.947
€ € € €
815 4.600 5.415
€ €
1.043.073 1.043.073
Vermeerderingen: Afroming egalisatiefonds startershallen (plafond €17.500) Afroming Reserve glas en vandalisme Storting begroting 2016 naar eenmalig Verminderingen: Eenmalig benodigd voor sluitend maken 2016
2) Reserve investeringen eenmalige dekking Het doel van de reserve is het verschaffen van een juiste weergave van de vermogenspositie op de balansdatum van het betreffende jaar. Soort: Algemene reserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 2.766
€
vermindering -
€
saldo 31/12
2.766
€
-
Vermeerdering van deze reserve wordt veroorzaakt door overboeking van te besteden eenmalige middelen bij de vaststelling van de begroting(swijzigingen). De verwachting is dat per 1 januari 2016 nog € 2,8 mln. open staat op restant kredieten met eenmalige besteding. Voor de begroting gaan we er van uit dat de kredieten in 2016 worden besteed. 3) Reserve opvang boekverliezen Het doel van de reserve is het opvangen van boekverliezen van zowel onroerende als van roerende zaken. Soort: Algemene reserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 528
€
vermindering -
Verminderingen: Eenmalig benodigd voor sluitend maken 2016
119
€
saldo 31/12 300
€
228
€ €
300.000 300.000
RUBRIEK B, reserves m.b.t. grondexploitatie 11) Reserve winst grondverkopen Deze reserve is ingesteld om uit met name de grondverkopen exploitatieresultaten op te vangen. Zodoende dient de reserve als een buffer. De minimale omvang is middels een risico-inventarisarie begin 2014 bepaald op € 977.000. Soort: Reserve m.b.t. grondexploitatie x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 452
€
vermindering
1.725
€
saldo 31/12 -
Vermeerderingen: Batig saldo Grondbedrijf lopende complexen Aanvulling reserve Rente 3% Verminderingen: Eenmalig benodigd voor sluitend maken 2016
€
2.177
€ € € €
1.711.000 13.565 1.724.565
€ €
-
12) Reserve risicoafdekking grondaankopen Doel van de reserve risicoafdekking grondaankopen is het vormen van risicodragend vermogen voor gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen en voor strategisch verworven gronden. Soort: Reserve m.b.t. grondexploitatie x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering -
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
-
Gelet op de waardering van de strategische gronden tegen agrarische waarde is op voorhand geen weerstandsvermogen benodigd.
RUBRIEK C, financieel technische reserves 21) Reserve nieuwbouw gemeentehuis De reserve is bestemd voor de gedeeltelijke jaarlijkse dekking van de kapitaallasten betreffende de (ver)nieuwbouw van het gemeentehuis in 1994. Soort: Bestemmingsreserves (ter dekking van kapitaallasten) x € 1.000 Saldo 1/1 vermeerdering €
1.392
€
vermindering -
€
saldo 31/12 77
€
De vermindering is veroorzaakt door een onttrekking van € 77.350,- voor dekking van de afschrijvingen in 2016.
120
1.315
22) Reserve eenmalige dekking gemeentelijke gebouwen/gemeentehuis/garage De reserve is bestemd voor de jaarlijkse dekking van kapitaallasten van investeringen in de noodstroomvoorziening gemeentehuis en de verbouw van de brandweerkazerne in Wierden. Soort: Bestemmingsreserves (ter dekking van kapitaallasten) x € 1.000 Saldo 1/1 vermeerdering €
56
€
vermindering -
€
saldo 31/12 4
€
52
De vermindering wordt veroorzaakt door dekking van afschrijvingslasten 2016 ter grootte van € 4.350,-. 23) Reserve eenmalige dekking sociaal culturele accommodaties. De reserve is bestemd voor de jaarlijkse dekking van kapitaallasten van de bouw van het Kulturhus Hoge Hexel. Soort: Bestemmingsreserves (ter dekking van kapitaallasten) x € 1.000 Saldo 1/1 vermeerdering €
1.068
€
vermindering -
€
saldo 31/12 31
€
1.037
De vermindering is veroorzaakt door een onttrekking van € 31.435,- voor dekking van de afschrijvingen van het Kulturhus Hoge Hexel over 2016.
24) Reserve afkoopsommen algemeen Het doel van de reserve is afkoopsommen ten goede laten komen van de algemene dienst ter dekking van exploitatielasten dan wel lagere baten. Soort: Algemene reserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 381
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
381
25) Reserve afkoopsommen voor altijddurend onderhoud van wegen Het doel van de reserve is afkoopsommen ten goede laten komen van de algemene dienst ter dekking van exploitatielasten(inkomensfunctie). Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 352
€
vermindering -
121
€
saldo 31/12 -
€
352
26) Reserve afkoopsommen voor altijddurend groenonderhoud. Het doel van de reserve is afkoopsommen ten goede laten komen van de algemene dienst ter dekking van exploitatielasten(inkomensfunctie). Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 10
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
10
27) Reserve grondwaterbeschermingsgebieden. Het doel van de reserve is rijksbijdrage ten goede te laten komen aan de algemene dienst ter dekking van jaarlijkse uitvoeringskosten. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 63
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
63
28) Reserve Vitens Het doel van deze reserve is het zeker stellen van dividend dan wel van kapitaaluitkeringen rentevergoeding over een periode van 15 jaar (tot en met 2021). Soort: Algemene reserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 608
€
vermindering -
€
saldo 31/12 101
€
507
De vermindering is de termijn voor 2016 die ten gunste van de exploitatie 2016 is gebracht.
RUBRIEK D, overige bestemmingsreserves 31) Reserve Dorpsontwikkeling (v/h Reserve Bovenwijkse Voorzieningen) Doel van de reserve is het kunnen treffen van voorzieningen t.b.v. dorpsontwikkelingen. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 235
€
vermindering 7
Vermeerderingen: Rente 3%
Verminderingen: Begrote onttrekking 2016 voor sluitend maken begroting
122
€
saldo 31/12 30
€
212
€ €
7.040 7.040
€ €
30.000 57.900
32a) Reserve Parkeren Wierden Doel van de reserve is het te kunnen zorgen voor voldoende parkeercapaciteit in (de nabije omgeving van) het centrum van Wierden Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 27
€
vermindering 1
€
saldo 31/12 -
Vermeerderingen: Rente 3%
€
28
€ €
805 805
32b) Reserve Parkeren Enter Doel van de reserve is het te kunnen zorgen voor voldoende parkeercapaciteit in (de nabije omgeving van) het centrum van Enter Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 13
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
Vermeerderingen: Rente 3%
€
13
€ €
365 365
33) Reserve subsidie gemeentelijke monumenten Doel van de reserve is het middelen te kunnen inzetten voor het behoud van gemeentelijke monumenten. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 5
€
vermindering 4
€
In 2016 wordt voorgesteld om € 8.000,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de gelijknamige subsidieregeling
123
saldo 31/12 8
€
1
36) Reserve egalisatie exploitatie startershallen De reserve is ingesteld om te zorgen voor het budgettair neutraal verlopen van de exploïtatie van de startershallen. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 17
€
vermindering 1
€
saldo 31/12 1
Vermeerderingen: Exploiattieresultaat 2016
Verminderingen: Afroming ten gunste van de algemene reserve
€
17
€ €
1.091 1.091
€ €
815 815
41) Reserve Glas- en vandalismeschade Onderwijs Het doel van deze reserve is het afdekken van claims inzake glasschade en overige calamiteiten. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 20
€
vermindering 5
€
saldo 31/12 5
€
20
Wanneer de stand van de reserve hoger is dan het plafond van € 20.000,- dan wordt het meerdere jaarlijks afgeroomd en toegevoegd aan de algemene reserve. Over 2016 is een bedrag van € 4.600,afgeroomd.
44) Reserve leningen SVN Het doel van deze reserve is om de startersleningen en en duurzaamheidsleningen te kunnen financieren. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 495
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
495
Deze gelden zijn gestald bij de SVN en zijn geactiveerd (zie ook Staat C). 45) Reserve Kunst( 0,5% regeling) Het doel van deze reserve is om de mogelijkheid te hebben om kunstopdrachten te geven. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 31
€
vermindering -
124
€
saldo 31/12 -
€
31
47) Reserve Raadsaangelegenheden In de bestuursrapportage van april 2011 heeft de gemeenteraad besloten om het niet uitgegeven bedrag van het budget “Overige uitgaven Duaal” aan het einde van het jaar te storten in een reserve voor extra kosten Dualisering gemeenteraad. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 21
€
vermindering -
€
saldo 31/12 11
€
10
48) Reserve doortrekken N35 Het doel van deze reserve is om de gemeentelijke investeringen t.a.v. bovengenoemde doortrekking te kunnen Soort: Bestemmingsreserve De gemeente Wierden betaalt mee aan de doortrekking van de N35 (2x2 rijstroken, 100 km/uur weg). Dit kost in totaal € 80 miljoen. De regio betaalt hiervan 50%. Van dit regionale deel draagt de gemeente In de bestuursrapportage van april 2012 is besloten om deze gemeentelijke bijdragen in afwachting van de start van de doortrekking van de N35 te storten in deze reserve. x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 500
€
vermindering
250
€
saldo 31/12 -
Vermeerdering: Begrote storting 2016
€
750
€ €
250.000 250.000
50) Reserve mobiele podia Het doel van deze reserve is het huren van mobiele podia door verenigingen etc. mogelijk te maken. Soort: Bestemmingsreserve x € 1.000 Saldo 1/1 €
vermeerdering 129
€
vermindering -
€
saldo 31/12 17
Vermindering: Begrote onttrekking 2016
€
112
€ €
16.600 16.600
51) Reserve opleidingen Deze reserve is in 2013 ingesteld om niet uitgegeven gelden voor opleidingen te reserven voor studietrajecten in de komende jaren. x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 45
€
vermindering -
125
€
saldo 31/12 -
€
45
RUBRIEK E, voorzieningen (voor verplichting risico's) VOORZIENINGEN 61) Egalisatievoorziening de Kolk Het doel van de voorziening is het opvangen van nadelige exploitatieresultaten (soort bufferfunctie) Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 95
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
95
63) Voorziening Flexibel Pensioen Uittreding (FPU) Het doel van de voorziening is het afdekken van (toekomstige) verplichtingen voortvloeiende uit het feit dat gemeentelijk personeel gebruik maakt van de FPU - regeling. Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering -
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
-
64) Voorziening Personeelsvereniging Het doel van de voorziening is bijdragen in lustrumactiviteiten van de personeelsvereniging. Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 5
€
vermindering 1
€
saldo 31/12 -
€
6
Vermeerdering aan de voorziening betreft een jaarlijkse geindexeerde bijstorting van € 1.170,-.
65) Voorziening wethouderspensioenen Het doel van de voorziening is het afdekken van toekomstige verplichtingen aangaande wethouderspensioenen. Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 1.503
€
100
Vermeerdering: Begrote storting 2016
Vermindering: Begrote onttrekking 2016
126
vermindering €
saldo 31/12 75
€
1.528
€ €
100.000 100.000
€ €
75.000 75.000
66) Voorziening wachtgeld voormalige wethouders Het doel van de voorziening is het afdekken van de kosten van uit dienst getreden wethouders Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 58
€
vermindering -
€
saldo 31/12 18
€
40
€ €
18.000 18.000
De maandelijkse betalingen voor een oud-wethouder veroorzaken de vermindering. Vermindering: Begrote onttrekking 2016
67) Voorziening SAWE Het doel van de voorziening is het opvangen van nadelige exploitatieresultaten. Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 139
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
139
68) Voorziening zittend vervoer Het doel van de voorziening is het zeker stellen van zittend ziekenvervoer. Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 26
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
26
69a) Voorziening verliesgevende gebieden Grondbedrijf Noot: Deze voorziening is op de balans in mindering gebracht op de overige gronden.
Doel van deze voorziening is het opvangen van te voorziene verliezen op strategisch verworven gronden, ruilgronden en overige gronden, die niet in exploitatie zijn genomen (NIEGG). Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering -
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
Het is niet nodig gebleken tot overgaan van het storten van een bedrag in deze voorziening.
127
-
69b) Voorziening verlies onderhanden werk (OHW) Grondbedrijf Noot: Deze voorziening is op de balans in mindering gebracht op de vlottende activa; voorraden; onderhanden werk.
Het doel van deze voorziening is het opvangen van te voorziene verliezen op gronden die in explotatie zijn genomen als onderhanden werk (OHW). Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 2.296
vermindering
€
-
€
saldo 31/12 682
€
1.614
Ontrekking in verband met het verlagen van de rente kapitaalverstrekking van 4 naar 2,1 %. De geprognosticeerde verliezen nemen hierdoor af.
70) Voorziening Vodering Vennootschap ESCROW Het doel van deze voorziening is het afdekken van gegeven garanties en vrijwaringen als mede-verkoper van Essent aan RWE. Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 173
vermindering
€
-
saldo 31/12
€
-
€
173
RUBRIEK F, onderhouds (egalisatie) voorzieningen 71 t/m 77 onderhoudsvoorzieningen) Naam voorziening (x € 1.000)
Saldo 1/1
vermeerdering
vermindering
saldo 31/12
Onderhoudsfonds gemeentehuis Onderhoudsfonds garages en werkplaatsen, Onderhoudsfonds sociaal culturele Onderhoudsfonds torens, markten en Onderhoudsfonds startershallen Onderhoudsfonds huisvesting onderwijs Voorziening rationeel wegbeheer
€ € € € € € €
34 18 114 36 42 565
€ € € € € € €
102 15 40 5 7 417
€ € € € € € €
135 22 41 19 5 520
€ € € € € € €
1 11 113 22 44 462
Totalen
€
809
€
586
€
742
€
653
Deze onderhoudsvoorzieningen zijn ingesteld om onderhoudsactiviteiten zeker te stellen. Doel is gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Lasten vinden hun oorsprong in het huidige of een voorafgaand jaar. Verwacht wordt dat vanuit de voorziening onderwijshuisvesting een bedrag van € 100.000,- kan vrijvallen.
128
RUBRIEK G, voorzieningen voor derden beklemde middelen 43) Voorziening riolering Het doel van de voorziening is inzet van deze gelden voor de vervanging van riolering Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 3.443
€
vermindering
329
€
saldo 31/12 71
Vermeerdering: Begrote storting 2016
Vermindering: Begrote onttrekking 2016 (Maatregelen zorgplichten en onderzoeken)
€
3.701
€ €
328.977 328.977
€ €
71.500 71.500
42) Voorziening egalisatie riolering (plafond € 144.000) Het doel van de voorziening is het opvangen van nadelige exploitatieresultaten. Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 144
€
vermindering -
€
saldo 31/12 -
€
144
78) Voorziening egalisatie afvalverwijdering Het doel van de voorziening is het opvangen van nadelige exploitatieresultaten. Soort: Voorziening x € 1.000
Saldo 1/1 €
vermeerdering 72
€
vermindering -
129
€
saldo 31/12 -
€
72
BIJLAGE 2: Reservepositie Dienstjaar 2017 saldo aan het
vermeerde-
overige ver-
verminderin-
saldo aan het
begin van het
ringen wegens
meerderingen
gen (zoals
eind van het
dienstjaar
bijboeking
beschikkingen
dienstjaar
van rente
over en bijdragen uit reserve
Nr, naam, reserve/voorziening
voorziening.
RUBRIEK A, reserves van de algemene dienst 1.
Algemene reserve (minimale buffer € 2.269.000,-)
2.
Reserve investeringen eenmalige dekking
3.
Reserve ter opvanging van boekverliezen (plafond € 527.500) Subtotaal rubriek A
2.947.890
0
18.691
429.000
2.537.581
0
0
0
0
0
227.500
0
0
0
227.500
3.175.390
0
18.691
429.000
2.765.081
2.176.776
65.303
0
0
2.242.079
0
0
0
0
0
2.176.776
65.303
0
0
2.242.079
1.314.950
0
0
77.350
1.237.600
52.226
0
0
4.350
47.876
1.037.365
0
0
31.435
1.005.930
RUBRIEK B, reserves m.b.t. grondexploitatie 11.
Reserve winst grondverkopen
12.
Reserve risicoafdekking grondaankopen Subtotaal rubriek B
RUBRIEK C, financieel technische reserves 21.
Reserve nieuwbouw gemeentehuis
22.
Reserve eenm.dekking gem.gebouwen gemeentehuis/garage
23.
Reserve eenm. dekking sociaal culturele accommodaties
24.
Reserve afkoopsommen
381.000
0
0
0
381.000
25.
Reserve afkoopsommen altijddurend onderhoud van wegen
352.415
0
0
0
352.415
10.346
0
0
0
10.346
26., Reserve afkoopsommen altijddurend groenonderhoud 27.
Reserve grondwaterbeschermingsgebieden
28.
Reserve Vitens Subtotaal rubriek C
62.619
0
0
0
62.619
507.431
0
0
0
507.431
3.718.352
0
0
113.135
3.605.217
RUBRIEK D, overige bestemmingsreserves 31.
Reserve dorpsontwikkeling
211.732
6.352
0
100.000
118.084
32.a Reserve parkeren Wierden
27.697
831
0
0
28.528
32.b Reserve parkeren Enter
12.571
377
0
0
12.948
33.
Reserve subsidie gemeentelijke monumenten
36.
Reserve egalisatie exploitatie startershallen (plafond € 17.500)
41.
Reserve glas en vandalisme (plafond € 20.000)
44.
Reserve leningen SVn
45. 47. 48.
69
0
0
0
69
17.500
0
1.091
1.091
17.500
20.000
0
4.600
4.600
20.000
495.000
0
0
0
495.000
Reserve Kunst (0,5% regeling)
30.838
0
0
0
30.838
Reserve raadsaangelegenheden
10.339
0
0
0
10.339
Reserve doortrekken N35
750.000
0
250.000
0
1.000.000
50.
Reserve mobiele podia
112.188
0
0
16.600
95.588
51.
Reserve opleidingen
45.498
0
0
0
45.498
Subtotaal rubriek D
1.733.432
7.560
255.691
122.291
1.874.392
94.935
0
0
0
94.935
0
0
0
0
0
5.831
0
1.170
0
7.001 1.552.885
RUBRIEK E, voorzieningen (voor verplichting risico's) 61.
Egalisatievoorziening "De Kolk" (plafond € 100.000)
63.
Voorziening FPU
64.
Voorziening Personeelsvereniging (plafond € 11.500)
65.
Voorziening Wethouderpensioenen
1.527.885
0
100.000
75.000
66.
Voorziening voormalige wethouders
39.693
0
0
18.000
21.693
67.
Voorziening Sawe (plafond € 140.000)
138.543
0
0
0
138.543
68.
Voorziening Zittend Vervoer
26.230
0
0
0
26.230
130
Dienstjaar 2017 saldo aan het
vermeerde-
overige ver-
verminderin-
saldo aan het
begin van het
ringen wegens
meerderingen
gen (zoals
eind van het
dienstjaar
bijboeking
beschikkingen
dienstjaar
van rente
over en bijdragen uit reserve
Nr, naam, reserve/voorziening
voorziening.
69.a Voorziening Verliesgevend gebied 69.b Voorziening verlies onderhanden werk 70.
Voorziening Vordering Vennootschap ESCROW Subtotaal rubriek E
0
0
0
0
0
1.613.726
0
0
0
1.613.726
172.798
0
0
0
172.798
3.619.641
0
101.170
93.000
3.627.811
26.256
RUBRIEK F, onderhouds (egalisatie) voorzieningen 71.
Onderhoudsfonds gemeentehuis
72.
Onderhoudsfonds garages en werkplaatsen, zoutloods, EXOO
73.
Onderhoudsfonds sociaal culturele accommodaties
74. 75. 76.
Onderhoudsfonds huisvesting onderwijs
77.
759
0
102.000
76.503
10.918
0
15.200
16.335
9.783
113.516
0
39.700
38.514
114.702
Onderhoudsfonds torens, markten en begraafplaatsen
21.271
0
4.770
9.446
16.595
Onderhoudsfonds startershallen, huurwoningen
43.665
0
6.750
2.225
48.190
0
0
0
0
0
Fonds rationeel wegbeheer
461.856
0
417.049
520.000
358.905
Subtotaal rubriek F
651.986
0
585.469
663.023
574.432
3.700.838
0
328.977
70.000
3.959.815
144.000
0
0
0
144.000
72.142
0
0
0
72.142
3.916.980
0
328.977
70.000
4.175.957
18.992.558
72.863
1.289.998
1.490.449
18.864.970
RUBRIEK G, voorzieningen voor derden beklemde middelen 43.
Voorziening riolering
42.
Voorziening egalisatie riolering (plafond € 144.000)
78.
Voorziening egalisatie afvalverwijd Subtotaal rubriek G
Totaal Generaal
131
BIJLAGE 2: Reservepositie Dienstjaar 2018 saldo aan het
vermeerde-
overige ver-
verminderin-
saldo aan het
begin van het
ringen wegens
meerderingen
gen (zoals
eind van het
dienstjaar
bijboeking
beschikkingen
dienstjaar
van rente
over en bijdragen uit reserve
Nr, naam, reserve/voorziening
voorziening.
RUBRIEK A, reserves van de algemene dienst 1.
Algemene reserve (minimale buffer € 2.269.000,-)
2.
Reserve investeringen eenmalige dekking
3.
Reserve ter opvanging van boekverliezen (plafond € 527.500) Subtotaal rubriek A
2.537.581
0
43.691
214.000
2.367.272
0
0
0
0
0
227.500
0
0
0
227.500
2.765.081
0
43.691
214.000
2.594.772
2.242.079
67.262
0
0
2.309.342
0
0
0
0
0
2.242.079
67.262
0
0
2.309.342
1.237.600
0
0
77.350
1.160.250
47.876
0
0
4.350
43.526
1.005.930
0
0
31.435
974.495
RUBRIEK B, reserves m.b.t. grondexploitatie 11.
Reserve winst grondverkopen
12.
Reserve risicoafdekking grondaankopen Subtotaal rubriek B
RUBRIEK C, financieel technische reserves 21.
Reserve nieuwbouw gemeentehuis
22.
Reserve eenm.dekking gem.gebouwen gemeentehuis/garage
23.
Reserve eenm. dekking sociaal culturele accommodaties
24.
Reserve afkoopsommen
381.000
0
0
0
381.000
25.
Reserve afkoopsommen altijddurend onderhoud van wegen
352.415
0
0
0
352.415
10.346
0
0
0
10.346
26., Reserve afkoopsommen altijddurend groenonderhoud 27.
Reserve grondwaterbeschermingsgebieden
28.
Reserve Vitens Subtotaal rubriek C
62.619
0
0
0
62.619
507.431
0
0
0
507.431
3.605.217
0
0
113.135
3.492.082
RUBRIEK D, overige bestemmingsreserves 31.
Reserve dorpsontwikkeling
118.084
3.543
0
0
121.627
32.a Reserve parkeren Wierden
28.528
856
0
0
29.384
32.b Reserve parkeren Enter
12.948
388
0
0
13.336
33.
Reserve subsidie gemeentelijke monumenten
36.
Reserve egalisatie exploitatie startershallen (plafond € 17.500)
41.
Reserve glas en vandalisme (plafond € 20.000)
44.
Reserve leningen SVn
45. 47. 48.
Reserve doortrekken N35
50. 51.
69
0
0
0
69
17.500
0
1.091
1.091
17.500
20.000
0
4.600
4.600
20.000
495.000
0
0
0
495.000
Reserve Kunst (0,5% regeling)
30.838
0
0
0
30.838
Reserve raadsaangelegenheden
10.339
0
0
0
10.339
1.000.000
0
0
0
1.000.000
Reserve mobiele podia
95.588
0
0
16.600
78.988
Reserve opleidingen
45.498
0
0
0
45.498
Subtotaal rubriek D
1.874.392
4.787
5.691
22.291
1.862.579
94.935
0
0
0
94.935
0
0
0
0
0
7.001
0
1.170
0
8.171 1.577.885
RUBRIEK E, voorzieningen (voor verplichting risico's) 61.
Egalisatievoorziening "De Kolk" (plafond € 100.000)
63.
Voorziening FPU
64.
Voorziening Personeelsvereniging (plafond € 11.500)
65.
Voorziening Wethouderpensioenen
1.552.885
0
100.000
75.000
66.
Voorziening voormalige wethouders
21.693
0
0
15.000
6.693
67.
Voorziening Sawe (plafond € 140.000)
138.543
0
0
0
138.543
68.
Voorziening Zittend Vervoer
26.230
0
0
0
26.230
132
Dienstjaar 2018 saldo aan het
vermeerde-
overige ver-
verminderin-
saldo aan het
begin van het
ringen wegens
meerderingen
gen (zoals
eind van het
dienstjaar
bijboeking
beschikkingen
dienstjaar
van rente
over en bijdragen uit reserve
Nr, naam, reserve/voorziening
voorziening.
69.a Voorziening Verliesgevend gebied 69.b Voorziening verlies onderhanden werk 70.
Voorziening Vordering Vennootschap ESCROW Subtotaal rubriek E
0
0
0
0
0
1.613.726
0
0
0
1.613.726
172.798
0
0
0
172.798
3.627.811
0
101.170
90.000
3.638.981
26.256
0
102.000
77.152
51.104
9.783
0
37.200
46.138
845
114.702
0
39.700
41.709
112.693
RUBRIEK F, onderhouds (egalisatie) voorzieningen 71.
Onderhoudsfonds gemeentehuis
72.
Onderhoudsfonds garages en werkplaatsen, zoutloods, EXOO
73.
Onderhoudsfonds sociaal culturele accommodaties
74.
Onderhoudsfonds torens, markten en begraafplaatsen
16.595
0
4.770
7.511
13.854
75.
Onderhoudsfonds startershallen, huurwoningen
48.190
0
6.750
5.994
48.946
76.
Onderhoudsfonds huisvesting onderwijs
0
0
0
0
0
77.
Fonds rationeel wegbeheer
358.905
0
417.049
520.000
255.954
Subtotaal rubriek F
574.432
0
607.469
698.504
483.397
3.959.815
0
328.977
74.000
4.214.792
144.000
0
0
0
144.000
72.142
0
0
0
72.142
4.175.957
0
328.977
74.000
4.430.934
18.864.970
72.049
1.086.998
1.211.930
18.812.088
RUBRIEK G, voorzieningen voor derden beklemde middelen 43.
Voorziening riolering
42.
Voorziening egalisatie riolering (plafond € 144.000)
78.
Voorziening egalisatie afvalverwijd Subtotaal rubriek G
Totaal Generaal
133
BIJLAGE 2: Reservepositie Dienstjaar 2019
Dienstjaar 2019
saldo aan het
vermeerde-
overige ver-
verminderin-
saldo aan het
begin van het
ringen wegens
meerderingen
gen (zoals
eind van het
dienstjaar
bijboeking
beschikkingen
dienstjaar
van rente
over en bijdragen uit reserve
Nr, naam, reserve/voorziening
voorziening.
RUBRIEK A, reserves van de algemene dienst 1.
Algemene reserve (minimale buffer € 2.269.000,-)
2.
Reserve investeringen eenmalige dekking
3.
Reserve ter opvanging van boekverliezen (plafond € 527.500) Subtotaal rubriek A
2.367.272
0
5.701
69.000
2.303.973
0
0
0
0
0
227.500
0
0
0
227.500
2.594.772
0
5.701
69.000
2.531.473
2.309.342
69.280
0
0
2.378.622
0
0
0
0
0
2.309.342
69.280
0
0
2.378.622
1.160.250
0
0
77.350
1.082.900
43.526
0
0
4.350
39.176
RUBRIEK B, reserves m.b.t. grondexploitatie 11.
Reserve winst grondverkopen
12.
Reserve risicoafdekking grondaankopen Subtotaal rubriek B
RUBRIEK C, financieel technische reserves 21.
Reserve nieuwbouw gemeentehuis
22.
Reserve eenm.dekking gem.gebouwen gemeentehuis/garage
23.
Reserve eenm. dekking sociaal culturele accommodaties
974.495
0
0
31.435
943.060
24.
Reserve afkoopsommen
381.000
0
0
0
381.000
25.
Reserve afkoopsommen altijddurend onderhoud van wegen
352.415
0
0
0
352.415
10.346
0
0
0
10.346
26., Reserve afkoopsommen altijddurend groenonderhoud 27.
Reserve grondwaterbeschermingsgebieden
28.
Reserve Vitens Subtotaal rubriek C
62.619
0
0
0
62.619
507.431
0
0
0
507.431
3.492.082
0
0
113.135
3.378.947
RUBRIEK D, overige bestemmingsreserves 31.
Reserve dorpsontwikkeling
121.627
3.649
0
100.000
25.276
32.a Reserve parkeren Wierden
29.384
882
0
0
30.266
32.b Reserve parkeren Enter
13.336
400
0
0
13.736
33.
Reserve subsidie gemeentelijke monumenten
36.
Reserve egalisatie exploitatie startershallen (plafond € 17.500)
41.
Reserve glas en vandalisme (plafond € 20.000)
44.
Reserve leningen SVn
45. 47. 48.
Reserve doortrekken N35
50. 51.
69
0
0
0
69
17.500
0
1.101
1.101
17.500
20.000
0
4.600
4.600
20.000
495.000
0
0
0
495.000
Reserve Kunst (0,5% regeling)
30.838
0
0
0
30.838
Reserve raadsaangelegenheden
10.339
0
0
0
10.339
1.000.000
0
0
0
1.000.000
Reserve mobiele podia
78.988
0
0
16.600
62.388
Reserve opleidingen
45.498
0
0
0
45.498
Subtotaal rubriek D
1.862.579
4.930
5.701
122.301
1.750.910
94.935
0
0
0
94.935
0
0
0
0
0
8.171
0
1.170
0
9.341 1.602.885
RUBRIEK E, voorzieningen (voor verplichting risico's) 61.
Egalisatievoorziening "De Kolk" (plafond € 100.000)
63.
Voorziening FPU
64.
Voorziening Personeelsvereniging (plafond € 11.500)
65.
Voorziening Wethouderpensioenen
1.577.885
0
100.000
75.000
66.
Voorziening voormalige wethouders
6.693
0
0
6.000
693
67.
Voorziening Sawe (plafond € 140.000)
138.543
0
0
0
138.543
68.
Voorziening Zittend Vervoer
26.230
0
0
0
26.230
134
Dienstjaar 2019
Dienstjaar 2019
saldo aan het
vermeerde-
overige ver-
verminderin-
saldo aan het
begin van het
ringen wegens
meerderingen
gen (zoals
eind van het
dienstjaar
bijboeking
beschikkingen
dienstjaar
van rente
over en bijdragen uit reserve
Nr, naam, reserve/voorziening
voorziening.
69.a Voorziening Verliesgevend gebied 69.b Voorziening verlies onderhanden werk 70.
Voorziening Vordering Vennootschap ESCROW Subtotaal rubriek E
0
0
0
0
0
1.613.726
0
0
0
1.613.726
172.798
0
0
0
172.798
3.638.981
0
101.170
81.000
3.659.151
51.104
0
102.000
68.169
84.935
845
0
37.200
37.945
100
112.693
0
39.700
65.272
87.121
RUBRIEK F, onderhouds (egalisatie) voorzieningen 71.
Onderhoudsfonds gemeentehuis
72.
Onderhoudsfonds garages en werkplaatsen, zoutloods, EXOO
73.
Onderhoudsfonds sociaal culturele accommodaties
74.
Onderhoudsfonds torens, markten en begraafplaatsen
13.854
0
4.770
8.046
10.578
75.
Onderhoudsfonds startershallen, huurwoningen
48.946
0
6.750
7.882
47.814
76.
Onderhoudsfonds huisvesting onderwijs
0
0
0
0
0
77.
Fonds rationeel wegbeheer
255.954
0
417.049
520.000
153.003
Subtotaal rubriek F
483.397
0
607.469
707.314
383.552
4.214.792
0
328.977
41.000
4.502.769
144.000
0
0
0
144.000
72.142
0
0
0
72.142
4.430.934
0
328.977
41.000
4.718.911
18.812.088
74.211
1.049.018
1.133.750
18.801.566
RUBRIEK G, voorzieningen voor derden beklemde middelen 43.
Voorziening riolering
42.
Voorziening egalisatie riolering (plafond € 144.000)
78.
Voorziening egalisatie afvalverwijd Subtotaal rubriek G
Totaal Generaal
135
Bijlage 3 Reserves eenmalige dekking kapitaallasten versus boekwaarden eenmalige dekking
Uit staat C geactiveerde kapitaaluitgaven Terugkoop gemeentehuis 2004 Noodstroomvoorziening 2004 gemeentehuis/garage Bouw Kulturhus Hoge Hexel
Uit staat D Reserves en voorzieningen Reserve nieuwbouw gemeentehuis Reserve eenm.dekking gem.gebouwen gemeentehuis/garage Reserve eenm. dekking sociaal culturele accommodaties
Boekwaarde per 1 januari 2016 1.392.300 56.576 1.068.800 2.517.676
Afschrijving 2016 77.350 4.350 31.435 113.135
Stand per 1 januari 2016 1.392.300 56.576 1.068.800 2.517.676
Onttrekking 2016 77.350 4.350 31.435 113.135
Conclusie: De reserves zijn toereikend voor de te dekken afschrijvingslasten gedurende de looptijd van de kredieten
136
Bijlage 4: Financiële begroting met programma-aanduiding hoofdfunctie nr 0
beleidsveld nr beleidsveld 001 Bestuursorganen
programma Bestuur en organisatie
Bedrag Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 001 002
Bestuursondersteuning
Bestuur en organisatie
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 002 003/ 004
Burgerzaken en baten secretarieleges burgerzaken
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Ombuiging baten N.v.A. baten Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten
Bestuur en organisatie
Totaal 003/ 004 005
Totaal 005 006
Bestuurlijke samenwerking
Bestuur en organisatie
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten
Bestuursondersteuning raad en rekenkamer (functie)
Bestuur en organisatie
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten
Brandweer en rampenbestrijding
Veiligheid
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Openbare orde en veiligheid
Veiligheid
Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten
Wegen, straten en pleinen en verkeersmaatregelen
Leefomgeving
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten
Handel, ambacht en industrie / baten marktgelden
Economie en toerisme
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 006 Totaal 0 1
120
Totaal 120 140
Totaal 140 Totaal 1 2
210
Totaal 210 Totaal 2 3
310 + 311
137
2014-W 1.194 1.194 1.917 1.917 18 -61 782 -322 417 71 71 483 483 4.082 1.216 1.216 361 -24 337 1.553 2.598 -89 2.509 2.509 234 -36 -
2015-B 921 921 1.714 1.714 15 -72 613 -330 226 66 66 483 483 3.410 1.350 1.350 325 -2 323 1.673 3.028 -80 2.948 2.948 226 -41 -
2016-B 919 30 949 1.799 1.799 15 -68 -1 649 -363 -3 229 77 77 476 476 3.530 1.344 1.344 332 -2 330 1.674 2.756 -80 251 2.927 2.927 225 -39 -
2017-B 919 919 1.799 1.799 15 -68 -1 669 -355 -3 257 77 -10 67 476 476 3.518 1.330 1.330 332 -2 330 1.660 2.755 -80 251 2.926 2.926 225 -39 -
2018-B 2019-B 919 919 919 919 1.799 1.797 1.799 1.797 15 15 -68 -68 -1 -1 669 689 -357 -348 -3 -3 255 284 77 77 -10 -10 67 67 476 476 476 476 3.516 3.543 1.316 1.302 1.316 1.302 332 332 -2 -2 330 330 1.646 1.632 2.754 2.753 -80 -80 1 1 2.675 2.674 2.675 2.674 225 225 -39 -39 -
hoofdfunctie nr 3
beleidsveld nr beleidsveld Totaal 310 + 311 330 Nutsbedrijven
programma
Bedrag
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 330 Totaal 3 4
420
Totaal 420 420 + 421
Basisonderwijs, excl. onderwijshuisvesting (Openbaar en Bijzonder) Sport, cultuur en onderwijs
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Openbaar basisonderwijs, incl. onderwijshuisvesting
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Sport, cultuur en onderwijs
Totaal 420 + 421 Basisonderwijs, onderwijshuisvesting (Openbaar en Bijzonder) Sport, cultuur en onderwijs 421
Totaal 421 422 + 423
Bijzonder basisonderwijs, incl. onderwijshuisvesting
Sport, cultuur en onderwijs
Totaal 422 + 423 Voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting (Openbaar en Bijzonder) Sport, cultuur en onderwijs 441
Totaal 441 480
Lasten Baten Nieuwe actiepunten Lasten Baten Nieuwe actiepunten Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs
Sport, cultuur en onderwijs
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten
Openbaar bibliotheekwerk
Sport, cultuur en onderwijs
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 510 511
Vormings- en ontwikkelingswerk
Sport, cultuur en onderwijs
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten
Totaal 511 530
Sport
Sport, cultuur en onderwijs
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten
Totaal 530 540
Kunst
Sport, cultuur en onderwijs
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 540 541
Musea
Sport, cultuur en onderwijs
Lasten
Totaal 480 Totaal 4 5
510
138
2014-W 198 3 -917 -914 -716 158 158 493 493 429 429 697 -15 682 1.762 466 466 391 -8 383 1.730 -332 1.398 112 112 62
2015-B 185 2 -871 -869 -684 138 138 486 486 389 389 717 -50 667 1.680 471 471 370 -11 359 1.665 -298 1.367 153 153 68
2016-B 186 3 -870 -867 -681 138 138 430 430 384 384 723 -50 673 1.625 477 477 371 -11 -15 345 1.713 -300 -40 1.373 165 165 69
2017-B 186 3 -870 -867 -681 138 138 422 422 378 378 723 -50 673 1.611 477 477 371 -11 -35 325 1.712 -300 -70 1.342 165 165 69
2018-B 2019-B 186 186 3 3 -870 -870 -867 -867 -681 -681 138 138 138 138 415 408 415 408 372 342 372 342 723 723 -50 -50 673 673 1.598 1.561 477 477 477 477 371 371 -11 -11 -35 -35 325 325 1.711 1.711 -300 -300 -70 -70 1.341 1.341 165 165 165 165 69 69
hoofdfunctie nr
beleidsveld nr beleidsveld 541 Musea
programma Sport, cultuur en onderwijs
Bedrag Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten
Totaal 541 550
Natuurbescherming
Leefomgeving
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 550 560
Openbaar groen en openluchtrecreatie
Economie en toerisme
Lasten Baten Nieuwe actiepunten Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten
Leefomgeving
Sport, cultuur en onderwijs
Totaal 560 580
Overige recreatieve voorzieningen
Leefomgeving
Sport, cultuur en onderwijs
Lasten Baten Nieuwe actiepunten Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 580 Totaal 5 6
610
Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en -subsidies
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 610 611
Sociale werkvoorziening
Economie en toerisme
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 611 614
Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 614 620
Maatschappelijke begeleiding en advies
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 620 622
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 622 623
Participatiebudget
Economie en toerisme
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
139
2014-W 62 70 70 206 1.728 -58 79 1.955 67 78 -72 73 4.519 3.772 -2.994 778 2.950 -2.452 498 421 -46 375 551 -11 540 2.613 -634 1.979 407 -224 -
2015-B 68 125 125 197 1.350 -33 65 1.579 91 77 -22 146 4.268 3.566 -2.858 708 2.993 2.993 897 897 488 -
2016-B 8 77 132 132 202 1.368 -34 -23 47 1.560 85 2 77 -21 143 4.272 3.683 -2.972 711 2.737 2.737 893 893 428 -
2017-B 69 132 132 202 1.368 -34 -23 47 1.560 81 4 77 -21 141 4.211 3.683 -2.972 711 2.531 2.531 893 893 428 -
2018-B 2019-B 69 69 132 132 132 132 202 202 1.367 1.367 -34 -34 -23 -23 47 47 1.559 1.559 83 79 6 8 77 77 -21 -21 145 143 4.213 4.211 3.683 3.683 -2.972 -2.972 711 711 2.345 2.223 2.345 2.223 893 893 893 893 428 428 -
hoofdfunctie nr
beleidsveld nr beleidsveld 623 Participatiebudget
programma Zorg, welzijn en inkomen
Bedrag Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 623 630
Sociaal cultureel werk
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten
Totaal 630 650
Kinderdagopvang
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten
Totaal 650 651
Dagopvang gehandicapten
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 651 652
Voorzieningen gehandicapten
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 652 661
Maatwerkvoorzieningen Natura materieel Wmo
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 661 662
Maatwerkvoorzieningen Natura immaterieel Wmo
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten
Totaal 662 663
Opvang en beschermd wonen Wmo
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 663 667
Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en opvang Wmo
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 667 670
Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd
Zorg, welzijn en inkomen
PGB Wmo en Jeugd
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Eerstelijnsloket Wmo en Jeugd
Zorg, welzijn en inkomen
Totaal 670 671
Totaal 671
140
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
2014-W 320 -262 241 707 -4 703 482 -178 304 1.192 -42 1.150 -
2015-B 147 -100 535 361 -201 160 540 540 4.242 4.242 71 71 -245 -245 555 -8 1.079 -7 1.619 264 264
2016-B 185 -130 11 494 -20 -20 376 -178 198 494 494 4.041 -26 4.015 70 70 -233 -233 692 -8 1.083 -7 1.760 256 256
2017-B 185 -130 11 494 -20 -20 376 -178 198 494 494 3.903 3.903 70 70 -233 -233 692 -8 1.083 -7 1.760 256 256
2018-B 2019-B 185 185 -130 -130 11 11 494 494 -20 -20 -20 -20 376 376 -178 -178 198 198 494 494 494 494 3.935 3.935 3.935 3.935 70 70 70 70 -233 -233 -233 -233 692 692 -8 -8 1.083 1.083 -7 -7 1.760 1.760 256 256 256 256
hoofdfunctie nr
beleidsveld nr beleidsveld 672 PGB Wmo en Jeugd
programma Zorg, welzijn en inkomen
Bedrag Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 672 677
Eigen bijdragen algemene voorzieningen Wmo en Jeugd
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 677 682
Individuele voorzieningen Natura Jeugd
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 682 683
Veiligheid, jeugdreclassering en opvang Jeugd
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 683 687
Ouderbijdragen individuele voorzieningen en opvang Jeugd
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Openbare gezondheidszorg en jeugdgezondheidszorg
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten
Totaal 687 Totaal 6 7
714 t/m 716
Totaal 714 t/m 716 721 + 725 Reiniging en baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing
Leefomgeving
Totaal 721 + 725 722 + 726 Riolering en waterzuivering en baten rioolheffing
Leefomgeving
Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten N.v.A. lasten
Totaal 722 + 726 723 Milieubeheer
Leefomgeving
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 723 724 + 732
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten Lasten Baten Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten
Lijkbezorging en baten begraafplaatsrechten
Leefomgeving
141
2014-W 6.568 956 -107 849 -90 1.743 -2.050 -397 2.594 -2.838 -244 1.864 -4 1.860 -13 376 -270 -
2015-B 1.357 1.357 1.653 1.653 238 238 -62 -62 14.970 784 784 1 -90 1.722 -2.168 -535 2.276 -2.562 -286 823 823 225 -258 -
2016-B 900 900 2.175 2.175 425 425 -50 -50 14.825 728 728 1 -90 1.788 -2.385 130 -556 2.197 -2.494 -25 72 -37 37 -250 780 10 790 253 -253 1
2017-B 900 900 2.175 2.175 425 425 -50 -50 14.507 726 726 1 -90 1.788 -2.385 130 -556 2.197 -2.494 -25 -37 37 -322 780 10 790 253 -253 1
2018-B 2019-B 900 900 900 900 2.175 2.175 2.175 2.175 425 425 425 425 -50 -50 -50 -50 14.353 14.231 726 724 726 724 1 1 -90 -90 1.788 1.788 -2.385 -2.385 130 130 -556 -556 2.197 2.197 -2.494 -2.494 -25 -25 -37 -37 37 37 -322 -322 780 780 10 10 790 790 253 253 -253 -253 1 1
hoofdfunctie nr 7 Totaal 7 8
beleidsveld nr beleidsveld 724 + 732 Lijkbezorging en baten begraafplaatsrechten Totaal 724 + 732 810
programma Leefomgeving
Bedrag N.v.A. baten
Ruimtelijke ordening
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 810 820
Woningexploitatie/woningbouw
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 820 821
Stads- en dorpsvernieuwing
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 821 822 + 823
Overige volkshuisvesting en bouwvergunningen
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Lasten Baten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten N.v.A. lasten
Totaal 822 + 823 830 Bouwgrondexploitatie
Totaal 830 Totaal 8 9
911
Geldleningen, uitzetting korter dan 1 jaar
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten
Totaal 911 913
Overige financiële middelen
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 913 914
Geldleningen, uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 914 921
Algemene uitkeringen
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten N.v.A. baten
Totaal 921 922
Algemene baten en lasten
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten Onvoorzien Lasten
Bestuur en organisatie
142
2014-W 93 2.161 1.795 -78 1.717 46 -35 11 1.106 -552 554 6.173 -5.406 -
2015-B -33 753 949 -70 879 15 -10 5 1.063 -646 417 3.268 -3.039 -
767 3.049 4 -1 3 104 -257 -153 -198 -198 -18.806 -18.806 -283 87
229 1.530 405 405 1 -28 -27 -244 -244 -17.194 -17.194 -884 46 508
2016-B -4 -3 709 865 -70 20 815 18 -11 7 1.039 -641 -22 28 404 10.052 -9.793 -682 -423 803 119 119 1 -14 -13 -240 -240 -17.386 -91 -17.477 -516 100 43 313
2017-B -4 -3 635 865 -70 130 925 18 -11 7 1.039 -641 -44 65 419 10.052 -9.793 259 1.610 119 119 1 -14 -13 -236 -236 -16.867 -86 -16.953 -516 100 54 313
2018-B 2019-B -4 -4 -3 -3 635 633 865 865 -70 -70 150 945 795 18 18 -11 -11 7 7 1.039 1.039 -641 -641 -44 -44 65 65 419 419 10.052 10.052 -9.793 -9.793 259 259 1.630 1.480 119 119 119 119 1 1 -14 -14 -13 -13 -232 -228 -232 -228 -16.686 -16.610 -291 -333 -16.977 -16.943 -516 -516 100 100 65 76 313 313
hoofdfunctie nr
beleidsveld nr beleidsveld 922 Algemene baten en lasten
programma Bestuur en organisatie
Bedrag Ombuiging lasten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten N.v.A. lasten
Totaal 922 923
Uitkering deelfonds sociaal domein
Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten N.v.A. baten
Totaal 923 930 + 940
Uitvoering Belastingen
Bestuur en organisatie
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 930 + 940 931 t/m 938 Baten en belastingen
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten N.v.A. baten
Totaal 931 t/m 938 960 Saldo van kostenplaatsen
Bestuur en organisatie
Lasten Baten Ombuiging lasten Ombuiging baten Nieuwe actiepunten N.v.A. lasten
Totaal 960 970
Saldo rekening baten en lasten voor bestemming
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 970 980
Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties
Algemene dekkingsmiddelen
Storting in reserve Onttrekking aan reserve Nieuwe actiepunten Storting in reserve Onttrekking aan reserve Nieuwe actiepunten Storting in reserve Onttrekking aan reserve Nieuwe actiepunten Storting in reserve Onttrekking aan reserve Nieuwe actiepunten Storting in reserve Onttrekking aan reserve N.v.A. lasten Storting in reserve Onttrekking aan reserve Nieuwe actiepunten Storting in reserve Onttrekking aan reserve Nieuwe actiepunten Storting in reserve
Bestuur en organisatie
Economie en toerisme
Leefomgeving
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Sport, cultuur en onderwijs
Veiligheid
Zorg, welzijn en inkomen
143
2014-W -196 306 -27 279 -3.320 -3.320 449 -1.409 -960 609 479 668 -369 -84 -1.104 160 -1.744
2015-B -330 -8.827 -
11 -421 -269 -
5 -25 -
-8.827 324 -21 303 -3.491 -3.491 742 -1.016 -274 18 -1.610 584 1 -101 -34 -324 935 -318
2016-B -11 -218 11 -278 -8.344 26 -8.318 321 -23 298 -3.495 -173 -3.668 20 -782 -51 261 401 -151 22 -1.456 -11 1 -101 -72 1.711 -30 5 -25 -
2017-B -11 -193
2018-B 2019-B -11 -11 -168 -143
-253 -8.231 -
-217 -8.078 -
-181 -7.957 -
-8.231 321 -23 298 -3.516 -173 -3.689 9 -782 -137 263 334 -313 22 -542 1 -101 5 -17 -
-8.078 321 -23 298 -3.539 -173 -3.712 3 -782 -137 291 334 -291 22 -327 1 -101 5 -17 -
-7.957 321 -23 298 -3.562 -173 -3.735 -16 -782 -137 261 334 -340 22 -182 1 -101 5 -17 -
hoofdfunctie nr
beleidsveld nr beleidsveld programma 980 Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties Zorg, welzijn en inkomen
Bedrag Onttrekking aan reserve Nieuwe actiepunten
Totaal 980 981
Mutaties reserves in verband met toets deelfonds sociaal domein Zorg, welzijn en inkomen
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Totaal 981 990
Saldo rekening baten en lasten na bestemming
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal 990 942
Vennootschapsbelasting
Bestuur en organisatie
Totaal 942 Totaal 9 Eindtotaal (plus is nadelig, min is voordelig) Bedragen x € 1.000,-
144
Lasten Baten Nieuwe actiepunten
2014-W -177 -2.241 105 105 -25.487 -
2015-B -869 -30.548 -
2016-B 44 -29.684 -
2017-B -632 -29.903 94
2018-B 2019-B -417 -272 -29.520 -29.252 65 32
Bijlage 5 Begrotingsuitgangspunten Voor het opstellen van de begroting gelden diverse uitgangspunten. Om voor zowel bestuur als organisatie duidelijkheid te verschaffen welke uitgangspunten van toepassing zijn, zijn de begrotingsuitgangspunten vastgesteld door het college middels nota 15-07413. De volgende begrotingsuitgangspunten worden gebruikt: 1. Meerjarenperspectief 2. Financieel toezichthouder Provincie Overijssel 3. Bestaand beleid 4. Bezuinigingen 5. Loon- en prijsindex 6. Areaal uitbreiding 7. Aantal inwoners/ wooneenheden 8. Gesubsidieerde instellingen 9. Onderuitputting (stelposten/ rentevoeding/ kapitaallasten/ personeel) 10. Overige kaders 11. Behandelschema begroting 12. Nieuwe ontwikkelingen Hieronder volgt een toelichting op de genoemde begrotingsuitgangspunten: 1. Meerjarenperspectief Het streven is een sluitend meerjarenperspectief 2016 – 2019 te presenteren. Zie ook punt 2. 2. Financieel toezichterhouder Provincie Overijssel De Provincie Overijssel hanteert voor het financieel toezicht diverse toetsingsaspecten en aandachtspunten. Deze uitgangspunten geven aan wanneer een gemeente in aanmerking komt voor repressief toezicht. Repressief toezicht houdt in dat de gemeente zonder voorafgaande goedkeuring van de provincie de begroting en begrotingswijzigingen kan uitvoeren. De begroting dient hiervoor in materieel evenwicht te zijn. Hiervan is sprake indien, op basis van het bestaande beleid en het aanvaarde vastgestelde nieuwe beleid, de structurele lasten tenminste worden gedekt door structurele baten en de incidentele lasten worden gedekt door incidentele baten. Daarbij dienen de begrotingen/meerjarenramingen uiteraard volledig en reëel te zijn. 3. Bestaand beleid Onder bestaand beleid wordt verstaan de voorafgaande begroting inclusief wijzigingen met een structureel karakter. In de cijfers van de primitieve begroting (de boekwerken) voor 2016 en verder worden de raadsbesluiten tot en met 1 juni 2015 meegenomen. Gevolgen van besluitvorming na het opstellen van de concept-begroting worden later afzonderlijk verwerkt via een begrotingswijziging (voortvloeiend uit de Nota van Aanbieding). 4. Bezuinigingen De raad heeft in juli 2013 vastgesteld hoe € 2,2 miljoen wordt bezuinigd op de structurele uitgaven in de periode 2014-2017. Bij de ramingen voor 2016 zijn de
145
bezuinigingsbedragen uit 2014 en 2015 reeds verwerkt. Nieuwe en of aanvullende bezuinigingen voor de periode 2016-2017 worden bij 1e wijziging ingebracht. 5. Loon- en prijsindex De salarissen en sociale lasten zijn geraamd op het niveau van 2015 en er is rekening gehouden met het laatste CAO-akkoord (2013- 2015). Mutaties van het zogenaamde "incidentele loon" zijn meegenomen. Verder is de doorbelasting van de salariskosten, inclusief overheadkosten, naar de beheersproducten gedurende de jaren 2016 tot en met 2019 constant gehouden. Het prijspeil 2016 is gelijk aan het prijspeil 2015. Alleen bij hoge uitzondering kan hiervan op basis van argumenten worden afgeweken. Dat betekent dat er geen inflatie in de ramingen opgenomen wordt. Er is gerekend met gelijkblijvende prijzen. Het loon- en prijspeil voor 2016 wordt ook aangehouden voor de overige jaren. In de begroting 2016 wordt een stelpost opgenomen voor loon- en prijsontwikkelingen. 6. Areaaluitbreiding Areaaluitbreiding is de verwerking in de begroting van de financiële gevolgen van de ontwikkelingen in de fysieke infrastructuur, die effecten hebben op de omvang van de uit te voeren taken. Areaaluitbreiding wordt meegenomen in de begrotingsramingen 2016 en verder en moet worden gespecificeerd. 7. Aantal inwoners/ woonruimten Voor het aantal inwoners wordt uitgegaan van de volgende aantallen: • Per 1 januari 2016 - 23.940 (24.070 in Begroting 2015) • Per 1 januari 2017 - 24.005 (24.160 in Begroting 2015) • Per 1 januari 2018 - 24.080 (24.250 in Begroting 2015) • Per 1 januari 2019 - 24.155 Voor het aantal woonruimten wordt uitgegaan van de volgende aantallen: • Per 1 januari 2016 - 9.880 (9.944 in Begroting 2015) • Per 1 januari 2017 - 9.965 (10.016 in Begroting 2015) • Per 1 januari 2018 - 10.060 (10.088 in Begroting 2015) • Per 1 januari 2019 - 10.155
8. Gesubsidieerde instellingen Bij instellingen die wij subsidiëren wordt onderscheid gemaakt tussen instellingen met formatie en instellingen zonder formatie. Wij compenseren de goedgekeurde subsidiabele formatie conform de van toepassing zijnde cao. De vaststelling van personele lasten is op basis van nacalculatie. De prijscompensatie voor alle gesubsidieerde partijen is conform de meicirculaire Gemeentefonds (% netto materiële overheidsconsumptie). Hierop vindt geen nacalculatie plaats. 9. Onderuitputting Onderuitputting is het niet alles uitgeven wat volgens de goedgekeurde begroting mag worden uitgegeven. De voedingsbronnen voor onderuitputting zijn: loon- en prijscompensatie, rente, afschrijvingen en vacatures. Momenteel speelt dat het investeringsniveau terug loopt, de rekenrente daalt en tijdelijke vrijval van personele
146
lasten bij vacatures vermindert. Bezuinigingsvoorstellen betekenen dat onderbesteding op begrotingsposten steeds verder onder druk komt te staan. Daarom is beleid ingezet om de stelpost onderuitputting gefaseerd te verlagen. In 2015 is deze stelpost verlaagd van Euro 540.000,- naar Euro 510.000,-. Dit niveau wordt reëel geacht gelet op de genoemde voedingsbronnen.
10. Overige kaders Bij het opstellen van de begroting zijn de volgende financiële kaders van belang: - Rentebeleid: Conform nota reserves en voorzieningen 2012 is de gemiddelde rentedruk over het geïnvesteerd vermogen 4,0%. Dit percentage wordt ook gebruikt voor nieuwe investeringen. - Activabeleid: Wanneer er wordt afgeweken van dit beleid is een specifiek raadsbesluit nodig en zal dit moet worden toegelicht. Zie Evaluatienota vaste activa beleid voor meer informatie. - Tariefaanpassingen: De prijsindex (inflatie) uit de meicirculaire van het Gemeentefonds wordt gehanteerd voor de aanpassing van tarieven, belastingen, rechten en huren voor 2016. - 100% kostendekkendheid bij retributies (o.a. afval, riolering en begraafplaatsen). 11. Behandelschema begroting Elke gemeente moet de begroting, de jaarrekening en overige relevante stukken opsturen naar de provincie. De begroting inclusief meerjarenraming moet uiterlijk 15 november van het jaar dat vooraf gaat aan het begrotingsjaar worden ingezonden. Hiervoor is het volgende behandelschema van toepassing: datum
actie
21 september 29 september 27 oktober
besluit door college van burgemeester en wethouders stukken bij griffie informatieronde Bestuur, Financiën en Maatschappelijke Ontwikkeling en Grondgebied raadsvergadering programmabegroting bij provincie Overijssel
10 november 13 november
12. Nieuwe ontwikkelingen Om zo actueel mogelijk te zijn worden ontwikkelingen uit de meicirculaire en, zo mogelijk, de septembercirculaire van het Gemeentefonds in de begroting voor 2016 of in de Nota van Aanbieding verwerkt. Vervolg De uitgangspunten worden in een verkorte, concrete, versie op intranet geplaatst ten behoeve van de organisatie. Bij het samenstellen van de begroting (en de bijdrage daarin van budgethouders) kan met die uitgangspunten rekening gehouden worden.
147
BIJLAGE 6 EMU SALDO Vragenlijst Berekening EMU-saldo Gemeente Wierden (0189)
Centraal Bureau voor de Statistiek Sector Overheidsfinanciën en consumentenprijzen Antwoordnummer 25000, 2490 XA Den Haag
Algemene gegevens: Gemeentenaam: Gemeentenummer: Jaar: Naam contactpersoon: Telefoon: E-mail: Bestandsnaam:
Wierden 0189 2015 J.Heuvink 0546-580800
[email protected]
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 a b
Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
2015 x € 1000,-
2016 x € 1000,-
2017 x € 1000,-
Volgens realisatie tot en met sept. 2015, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2016
Volgens meerjarenraming in begroting 2016
ja
-868
-204
-110
1.455
1.536
1.598
950
445
118
2.750
2.961
999
4.577
6.504
3.295
241
315
236
nee
1.223
Ruimte voor toelichting
148
ja
nee
4.115
ja
nee
3.430
Bijlage 7: Overzicht van lasten en baten per beheersproduct per programma programma Veiligheid
beheersproduct omschrijving beheersproduct resultaat 120.20 voor mutaties in reserves Brandkranen 120.30
Regionale brandweer
120.40
Rampenbestrijding en civiele verdediging
140.10
Dierenbescherming
140.20
Vandalismebestrijding
140.30
Overige maatregelen
140.40
Openbare orde en veiligheid
140.50
Brandpreventie
140.60
Politie
bedrag Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten
980.10 Reserves hoofdfunctie 1 Totaal resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties 980.10 in reserves Reserves hoofdfunctie 1
Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve
980.99 Aanwending eenmalige middelen Veiligheid Totaal saldo mutaties in reserves Totaal programma na mutaties in reserves resultaat 210.15 voor mutaties in reserves Wegen Leefomgeving 210.25
Verlichting
210.35
Bruggen
210.45
Gladheidsbestrijding
210.50
Straatreiniging
210.60
Verkeersmeubilair
210.70
Verkeersveiligheid algemeen
550.10
Landschapsbescherming- en ontwikkeling
560.10
Wandelplaatsen, plantsoenen, recreatiegebieden en vijvers
560.20
Volkstuinen
580.20
Speelplaatsen voor de jeugd
149
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2014-W 30 1.155 31 15 11 20 315 -24 1.553 -269 -269 1.284 1.700 -46 207 141 56 124 187 -2 183 -41 70 1.727 -58 1 67 -
2015-B 27 1.278 45 15 6 9 295 -2 1.673 1.673 2.130 -23 189 144 100 188 132 145 -57 125 1.349 -33 1 91 -
2016-B 28 1.281 35 15 7 12 298 -2 1.674 1.674 2.099 -23 200 144 97 180 131 156 -57 132 1.344 -34 1 87 -
2017-B 28 1.267 35 15 7 12 298 -2 1.660 1.660 2.098 -23 200 144 97 180 131 156 -57 132 1.344 -34 1 85 -
2018-B 2019-B 28 28 1.253 1.239 35 35 15 15 7 7 12 12 298 298 -2 -2 1.646 1.632 1.646 1.632 1.847 1.846 -23 -23 200 200 144 144 97 97 180 180 131 131 156 156 -57 -57 132 132 1.343 1.343 -34 -34 1 1 89 87 -
programma Leefomgeving
beheersproduct omschrijving beheersproduct resultaat 721.10 voor mutaties in reserves Afvalverwijdering en -verwerking 722.10
Rioolbeheer
723.10
Milieuaangelegenheden
723.40
Overige zaken
724.10
Begraven
725.10
Reinigingsheffingen
726.10
Rioolheffing
732.10
Baten begraafsplaatsrechten
bedrag Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Lasten
980.20 Reserves hoofdfunctie 2 980.70 Reserves hoofdfunctie 7 Totaal resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties 980.20 in reserves Reserves hoofdfunctie 2 980.70
Reserves hoofdfunctie 7
980.99
Aanwending eenmalige middelen Vitalisering Dorpscentra Aanwending eenmalige middelen Vitalisering Landelijk Gebied
Totaal saldo mutaties in reserves Totaal programma na mutaties in reserves resultaat 310.10 voor mutaties in reserves Economische zaken Economie en toerisme 310.15
Bedrijfscontacten
310.20
Weekmarkten
310.30
Jaarmarkten
310.40
Startershallen
311.20
Baten Weekmarkten
311.30
Baten Jaarmarkten
560.50
Bevordering vreemdelingenverkeer
611.10
Sociale werkplaatsen
623.10
Werkgelegenheidsbevorderende maatregelen
Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve Onttrekking aan reserve
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten
980.30 Reserves Hoofdfunctie 3 Totaal resultaat voor mutaties in reserves
150
2014-W 1.743 -336 2.594 -397 1.863 -4 1 376 -1.714 -2.441 -270 5.731 -911 -193 -1.104 4.627 137 11 36 35 15 -14 -14 -8 206 2.950 -2.452 407 -224 1.085
2015-B 1.722 -340 2.276 -98 821 2 225 -1.828 -2.464 -258 4.539 -34 -324 -358 4.181 134 13 34 31 14 -15 -17 -9 197 2.993 488 3.863
2016-B 1.788 -557 2.281 -20 788 2 254 -1.698 -2.511 -257 4.527 -72 -72 4.455 140 16 27 28 14 -15 -15 -9 202 2.737 428 3.553
2017-B 1.788 -557 2.209 -20 788 2 254 -1.698 -2.511 -257 4.452 4.452 140 16 27 28 14 -15 -15 -9 202 2.531 428 3.347
2018-B 2019-B 1.788 1.788 -557 -557 2.209 2.209 -20 -20 788 788 2 2 254 254 -1.698 -1.698 -2.511 -2.511 -257 -257 4.204 4.201 4.204 4.201 140 140 16 16 27 27 28 28 14 14 -15 -15 -15 -15 -9 -9 202 202 2.345 2.223 428 428 3.161 3.039
programma Economie en toerisme
beheersproduct saldo mutaties 980.30 in reserves 980.99
omschrijving beheersproduct Reserves Hoofdfunctie 3 Aanwending eenmalige middelen algemeen Werken Aanwending eenmalige middelen Ruimte voor werken
Totaal saldo mutaties in reserves Totaal programma na mutaties in reserves Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting resultaat 810.10 voor mutaties in reserves R.O.-aangelegenheden 820.10
Woningexploitatie
821.10
Stads- en dorpsvernieuwing
822.10
Volkshuisvesting
822.20
Bouwtoezicht
822.50
Bestuursdwang
823.10
Leges bouw- en welstandstoezicht
830.00 t/m 830.70
Bouwgrondexploitatie
830.80
Overige grondzaken
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten
980.80 Reserves hoofdfunctie 8 Totaal resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties 980.80 in reserves Reserves hoofdfunctie 8 980.99
Aanwending eenmalige middelen algemeen Wonen Aanwending eenmalige middelen Woningbouw
Totaal saldo mutaties in reserves Totaal programma na mutaties in reserves Sport, cultuur en onderwijs resultaat 420.10 voor mutaties in reserves Basisonderwijs Lichamelijke oefening 420.60
Lichamelijke oefening
421.10
Voorzieningen in huisvesting
421.20
Andere voorzieningen huisvesting
421.50
Voorziening in de huisvesting
421.55
Andere voorzieningen huisvesting
422.40
Lichamelijke oefening
423.10
Voorziening in de huisvesting
423.20
Andere voorzieningen huisvesting
bedrag Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve Onttrekking aan reserve
Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve Onttrekking aan reserve
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
151
2014-W -103 19 -84 1.001 1.795 -78 46 -35 68 -80 993 45 -472 6.030 -5.406 143 -
2015-B -101 1 -100 3.763 949 -70 15 -10 77 935 51 -646 3.142 -3.039 126 -
3.049 -568 160 -1.176 -1.584 1.465 158 446 47 -
1.530 -58 935 -15 -245 617 2.147 138 444 42 -
2016-B -101 1 -100 3.453 885 -70 18 -11 66 923 50 -635 9.871 -10.475 181 803 -30 1.711 1.681 2.484 138 387 43 -
2017-B -101 1 -100 3.247 995 -70 18 -11 66 923 50 -620 9.871 -9.793 181 1.610 1.610 138 384 38 -
2018-B 2019-B -101 -101 1 1 -100 -100 3.061 2.939 1.015 865 -70 -70 18 18 -11 -11 66 66 923 923 50 50 -620 -620 9.871 9.871 -9.793 -9.793 181 181 1.630 1.480 1.630 1.480 138 138 383 381 32 27 -
programma beheersproduct omschrijving beheersproduct Sport, cultuur en onderwijs resultaat 423.30 voor mutaties in reserves Vergoeding voor terreinen en gebouwen 441.10
Voorzieningen in huisvesting
441.20
Andere voorzieningen huisvesting
480.10
Schoolbegeleiding
480.20
Stimulering onderwijsvernieuwing/ lokaal onderwijsbeleid
480.30
Leerplicht- en leerlingenadministratie
480.40
Leerlingenvervoer
480.50
Overige
510.10
Bibliotheken en leeszalen
511.10
Kunstzinnige vorming
511.30
Overig sociaal cultureel werk
530.10
Zwembaden
530.15
Beheersstichting Sport
530.20
Tennisbaden
530.30
Sportparken
530.40
Sporthallen
530.50
Gymlokalen en sportzalen
530.60
Subsidies aan verenigingen
530.70
Festiviteiten
530.80
Overige sportaangelegenheden
540.10
Kunst en kunstuitingen
541.10
Beeldbepalende panden, monumenten, torens en gedenktekenen
541.20
Overige subsidies, enz.
560.30
Volksfeesten
560.40
Recreatiesubsidies, enz.
152
bedrag Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2014-W 429 46 20 92 -15 538 1 466 386 -8 5 552 -90 1.064 -178 4 -22 15 -42 36 59 112 55 7 69 10 -
2015-B 383 6 47 123 -35 88 -15 459 471 365 -11 5 551 -109 1.012 -146 1 15 -43 38 48 153 62 6 56 9 -
2016-B 379 5 48 111 -35 92 -15 472 477 353 -11 3 535 -109 993 -139 9 -8 14 -44 46 76 165 66 11 37 10 -
2017-B 373 5 48 111 -35 92 -15 472 477 333 -11 3 515 -109 983 -139 8 -8 14 -44 46 76 165 58 11 37 10 -
2018-B 2019-B 367 337 5 5 48 48 111 111 -35 -35 92 92 -15 -15 472 472 477 477 333 333 -11 -11 3 3 515 515 -109 -109 983 983 -139 -139 7 7 -8 -8 14 14 -44 -44 46 46 76 76 165 165 58 58 11 11 37 37 10 10 -
programma beheersproduct omschrijving beheersproduct Sport, cultuur en onderwijs resultaat 580.10 voor mutaties in reserves Sociaal cultureel werk 580.40
bedrag Lasten Baten Lasten Baten Lasten Lasten
Lokale omroep
980.40 Reserves hoofdfunctie 4 / OB 980.50 Reserves hoofdfunctie 5 Totaal resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties 980.40 in reserves Reserves hoofdfunctie 4 / OB 980.50
Reserves hoofdfunctie 5
980.99
Aanwending eenmalige middelen algemeen Leefomgeving Aanwending eenmalige middelen algemeen Recreatie Aanwending eenmalige middelen Recreatie en toerisme
Totaal saldo mutaties in reserves Totaal programma na mutaties in reserves Zorg, welzijn en inkomen resultaat 610.10 voor mutaties in reserves Wet Werk en Bijstand (WWB) 610.30
Inkomensvoorziening oudere werkloze werknemers
610.40
Inkomensvoorziening gewezen zelfstandigen
614.10
Minimabeleid
614.20
Kwijtscheldingsbeleid
620.10
Algemeen maatschappelijk werk
620.20
Zorg voor minderheden
620.30
Zorg voor gehandicapten
620.40
Maatschappelijk werk voor ouderen
620.50
Overig maatschappelijk werk
620.60
Hulpverlening
622.10
Huishoudelijke verzorging
623.20
Opvang/inburgering nieuwkomers
623.30
Volwasseneneducatie
630.10
Sociaal culturele activiteiten voor jongeren
630.20
Sociaal cultureel werk algemeen
650.10
Peuterspeelzalen
153
Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve Onttrekking aan reserve Onttrekking aan reserve
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten
2014-W 68 -72 10 4.268 -2 5 -13 6 -328 -76 -2 -410 3.858 3.539 -2.765 209 -207 24 -22 316 -46 105 266 34 -8 30 70 65 86 -3 2.613 -634 282 -229 38 -33 318 389 -4 281
2015-B 67 -22 10 4.218 5 -25 -20 4.198 3.328 -2.858 153 85 794 103 147 -100 155
2016-B 67 -21 10 4.165 5 -25 -20 4.145 3.353 -2.972 296 34 783 110 196 -130 -20 190
2017-B 67 -21 10 4.092 5 -17 -12 4.080 3.353 -2.972 296 34 783 110 196 -130 -20 190
2018-B 2019-B 67 67 -21 -21 10 10 4.078 4.041 5 5 -17 -17 -12 -12 4.066 4.029 3.353 3.353 -2.972 -2.972 296 296 34 34 783 783 110 110 196 196 -130 -130 -20 -20 190 190
programma Zorg, welzijn en inkomen
beheersproduct omschrijving beheersproduct resultaat 650.10 voor mutaties in reserves Peuterspeelzalen 650.20 Kinderdagverblijven 651.10
Subsidies
652.10
Leefvoorzieningen WMO
652.20
Woningaanpassing WMO
661.10
Maatwerkvoorz.natura mat.WMO
662.10
Maatwerkvoorz.natura immat.WMO
663.10
Opvang en beschermd wonen WMO
667.10
Eigen bijdr.maatwrk opvang WMO
670.10
Zorg voor minderheden
670.20
Zorg voor gehandicapten
670.30
Maatschapp.org. ouderenwerk
670.40
Sociaal cultureel werk jongere
670.50
Buurt- clubhuizen, kulturhusen
670.60
Ondersteuning vrijwilligers
670.70
Sociale samenhang , wijkopbouw
670.80
Algemeen maatschappelijk werk
670.90
Welzijnsbeleid
671.10
Eerstelijnsloket WMO en jeugd
672.10
PGB WMO en jeugd
677.10
Eigen bijdr.alg.voorz.WMOjeugd
682.10
Individuele voorz.natura jeugd
683.10
Veiligh, jeugdreclas.opv.jeugd
687.10
Ouderbijdr.ind.voorz.opv.jeugd
714.50
Overige gezondheidszorg
715.10
Jeugdgezondheidszorg algemeen
bedrag Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten
154
2014-W -55 201 -123 935 -37 257 -5 199 553
2015-B -19 206 -182 540 4.242 71 -245 555 -8 33 -3 68 150 33 -4 25 115 245 410 264 1.357 1.653 238 -62 214 570
2016-B -19 186 -159 494 4.015 70 -233 692 -8 34 -3 48 149 37 -4 25 115 256 419 256 900 2.175 425 -50 177 551
2017-B -19 186 -159 494 3.903 70 -233 692 -8 34 -3 48 149 37 -4 25 115 256 419 256 900 2.175 425 -50 175 551
2018-B 2019-B -19 -19 186 186 -159 -159 494 494 3.935 3.935 70 70 -233 -233 692 692 -8 -8 34 34 -3 -3 48 48 149 149 37 37 -4 -4 25 25 115 115 256 256 419 419 256 256 900 900 2.175 2.175 425 425 -50 -50 175 173 551 551
programma Zorg, welzijn en inkomen
beheersproduct omschrijving beheersproduct resultaat 715.10 voor mutaties in reserves Jeugdgezondheidszorg algemeen 716.10 WMO: centra jeugd en gezin 923.10
Integratieuitkering sociaal domein
980.60 981.10
Reserves hoofdfunctie 6 Reserve sociaal domein
bedrag Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Lasten Baten
Totaal resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties 980.60 in reserves Reserves hoofdfunctie 6 980.99 Aanwending eenmalige middelen Zorg voor iedereen Totaal saldo mutaties in reserves Totaal programma na mutaties in reserves resultaat 001.10 voor mutaties in reserves Raad en raadscommissies Bestuur en organisatie 001.20
College van B&W/burgemeester
001.40
Commissies van advies
002.10
Bestuursondersteuning algemeen
002.20
Communicatie
002.30
Financiële stukken
002.40
Representatie
003.10
Rijbewijzen
003.30
Reisdocumenten
003.50
Verkiezingen
003.60
Gemeentelijke basisadministratie personen
003.80
Huisnummering en straatnaamgeving
003.90
Burgerlijke stand
004.10
Leges rijbewijzen
004.30
Leges reisdocumenten
005.30
Intergemeentelijke samenwerking
005.40
Internationale contacten
006.10
Bestuursondersteuning raad
155
Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2014-W 204 -107 6.736 -177 -177 6.559 239 951 4 1.480 154 192 91 54 82 159 239 9 85 21 -75 133 -247 70 1 467 -
2015-B -8.827 3.446 3.446 231 682 8 1.294 153 192 75 39 77 38 231 14 64 21 -86 129 -244 65 1 466 -
2016-B -8.318 4.070 4.070 227 714 8 1.423 109 195 72 45 85 16 257 13 75 24 -97 134 -269 76 1 459 -
2017-B -8.231 4.043 4.043 227 684 8 1.423 109 195 72 45 85 36 257 13 75 24 -103 134 -255 66 1 459 -
2018-B 2019-B -8.078 -7.957 4.228 4.347 4.228 4.347 227 227 684 684 8 8 1.423 1.423 109 107 195 195 72 72 45 45 85 85 36 56 257 257 13 13 75 75 24 24 -112 -103 134 134 -248 -248 66 66 1 1 459 459 -
programma Bestuur en organisatie
beheersproduct omschrijving beheersproduct resultaat 006.20 voor mutaties in reserves Rekenkamer(functie) 922.30
Overige stelposten
930.10
WOZ Baten en lasten
940.10
Heffing
940.50
Invordering
942.10
Vennootschapsbelasting
960.10
Saldi kostenplaatsen
bedrag Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten
980.00 Reserves hoofdfunctie 0 Totaal resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties 980.00 in reserves Reserves hoofdfunctie 0 980.99
Aanwending eenmalige middelen algemeen Ondersteuning Aanwending eenmalige middelen Optimalisering dienstverlerlening Aanwending reserve investeringen eenmalige dekking Mutaties in reserves onderling
Totaal saldo mutaties in reserves Totaal programma na mutaties in reserves Algemene dekkingsmiddelenresultaat 004.60 voor mutaties in reserves Leges GBA-personen 330.10
Deelnemingen nutsbedrijven
721.20
Deelnemingen reiniging
724.30
Deelnemingen lijkbezorging
911.10
Financiering/ geldleningen
913.10
Beleggingen
913.20
Gemeentelijke eigendommen, schenkingen en legaten
914.10
Financiering/geldlening
914.50
Bespaarde rente
921.10
Uitkeringen gemeentefonds
922.10
Onvoorziene uitgaven
922.20
Onderuitputting
156
Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve Onttrekking aan reserve Storting in reserve Onttrekking aan reserve Storting in reserve
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Onvoorzien Lasten Baten
2014-W 16 87 184 17 105 -27 449 -1.409 3.531 -18 1 -221 537 -130 130 299 3.830 18 -61 3 -917 -90 -13 4 -1 1 -27 103 -230 -12 -186 -18.806 -
2015-B 17 508 221 33 70 -21 742 -1.016 4.004 584 584 4.588 15 -72 2 -871 1 -90 405 1 -28 -29 -215 -17.194 46 -510
2016-B 17 313 -218 221 24 76 -23 631 -782 3.826 -11 -11 3.815 15 -69 3 -870 1 -90 119 1 -14 -25 -215 -17.477 43 -410
2017-B 17 302 -193 221 24 76 -23 469 -782 3.666 3.666 15 -69 3 -870 1 -90 119 1 -14 -25 -211 -16.953 54 -410
2018-B 2019-B 17 17 302 302 -168 -143 221 221 24 24 76 76 -23 -23 491 442 -782 -782 3.711 3.714 3.711 3.714 15 15 -69 -69 3 3 -870 -870 1 1 -90 -90 119 119 1 1 -14 -14 -25 -25 -207 -203 -16.977 -16.943 65 76 -410 -410
programma beheersproduct omschrijving beheersproduct Algemene dekkingsmiddelenresultaat 922.30 voor mutaties in reserves Overige stelposten 922.40 Lichtmastreclame 931.10
Baten OZB gebruikers
932.10
Baten OZB zakelijk gerechtigden
934.10
Baten baatbelasting
935.10
Baten forensenbelasting
936.10
Baten toeristenbelasting
937.10
Baten hondenbelasting
938.10
Baten reclamebelasting
970.10
Saldo voor mutaties in reserves
980.90 990.20
Reserves hoofdfunctie 9 Saldo na bestemming
bedrag Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Lasten Baten
Totaal resultaat voor mutaties in reserves saldo mutaties 980.90 in reserves Reserves hoofdfunctie 9
Onttrekking aan reserve Storting in reserve
Totaal saldo mutaties in reserves Totaal programma na mutaties in reserves Eindtotaal (plus is nadelig, min is voordelig)
Bedragen x € 1.000,Bedrag lasten en baten bestaat uit bestaand beleid, ombuigingen, nieuwe actiepunten en gevolgen van Nota van Aanbieding.
157
2014-W -273 -10 -269 -2.672 -1 -78 -128 -115 -57 105 -23.712 479 609 1.088 -22.624 -
2015-B -364 -10 -307 -2.761 -2 -100 -140 -121 -60 -22.404 -1.610 18 -1.592 -23.996 -
2016-B -6 -446 -2.811 -2 -91 -136 -122 -60 -22.662 -1.456 22 -1.434 -24.096 -
2017-B -6 -446 -2.832 -2 -91 -136 -122 -60 -22.144 -542 22 -520 -22.664 94
2018-B 2019-B -6 -6 -446 -446 -2.855 -2.878 -2 -2 -91 -91 -136 -136 -122 -122 -60 -60 -22.176 -22.150 -327 -182 22 22 -305 -160 -22.481 -22.310 65 32
ONDERTEKENING BEGROTING
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wierden d.d.
De Griffier,
De voorzitter,
158