Poort School voor Havo en Mavo
Planners Periode 2
Week 45-4
Leerjaar 4 Havo
Schooljaar 2014-15
Aardrijkskunde 4 Havo Periode 2
Altijd nodig: BuiteNland Tekstboek, werkboek, schrift, Atlas Leerdoelen (hoofdstuk2) Klimaat en landschap JE KENT/WEET:
X
1. 2. 3. 4. 5.
Kenmerken Middellandse Zeeklimaat Kenmerken van het landschap in het Middellandse Zeegebied Alpiene plooingsgebieden en convergente plaatgrenzen Kenmerken van de Etna en Santorini/Thira Aard oorzaken en gevolgen van verzilting en verwoestijning in het Middellandse Zeegebied 6. De wet van Buys Ballot 7. Ontstaanswijze van passaten en moessons in relatie tot de ITCZ 8. Het verschil tussen warme en koude zeestromen 9. De 6 landschapszones en hun eigenschappen 10. De 8 geofactoren die een analyse vormen van een landschap als dynamisch systeem 11. Kenmerken, oorzaken en gevolgen van versnelde bodemerosie, verwoestijning en verzilting als vormen van landdegradatie. JE KUNT:
X
Kaarten analyseren en vergelijke. Een onderzoek doen met behulp van geo factoren en Aardrijkskundige onderzoeksvragen Vraagstukken oplossen met behulp van bronnen en atlas Klimaatgrafieken analyseren en het heersende klimaat met de atlas verklaren Kritisch omgaan met nieuwe informatie die mogelijk deels onjuist of suggestief is De invloed van de mens kunnen verklaren op natuur en milieu in de verschillende landschapszones
WEEK 45
VAKINHOUD Mediterraan klimaat en landschap
IN DE LES P1 en 2 Nabespreken SE H1
46
Aardbevingen en vulkanen, methoden van onderzoek. Mens en natuur
P 3 en 4
47
Wereldwijde luchtstromen, Zeestromen en klimaatgebieden Klimaat verandering, onderzoek doen.
P 5 en 6
48
Landschapszones
49
Landschapszones. Landschap en klimaatverandering.
Oefentoets P 1 t/m 4 P7 P8 en 9
Uitleg PO klimaatverandering, verwerking in 2/4 tallen.
50 51 1 2
Presentaties Klimaatverandering
Kerstvakantie Kerstvakantie Landdegradatie en duurzaam landgebruik. . Klimaat en landschapszones in NoordAmerika.
P10 en 11
3
Toetsweek
H2 p 1 t/m 11
4
Toetsweek
TOETS OF OPDRACHT SE H2 P 1t/m 11 PO Klimaatverandering
DATUM Week 3/4 Week 50/ 2
WEGING 3x 1x
H-CIJFER
Biologie Leerstof voor het schoolexamen: Hoofdstuk 3 Cellen Hoofdstuk 4 Voortplanting Hoofdstuk 5 Voeding en Energie (paragraaf 5.1 t/m 5.3) Leerdoelen Hoofdstuk 3 Cellen KENNISDOELEN 1. Je kunt de onderdelen van cellen, weefsels en organen herkennen en functies benoemen.
X
2. Je kunt uitleggen hoe het proces verloopt van transcriptie en translatie (eiwitsynthese) 3. Je kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen DNA en RNA 4. Je kent op celniveau de verschillen tussen bacteriën, schimmels, planten en dieren 5. Je weet wat wordt verstaan onder biotechnologie en genetische manipulatie en je kunt hiervan enkele praktijkvoorbeelden toelichten. Leerdoelen Hoofdstuk 4 Voortplanting KENNISDOELEN 6. Je weet hoe een bevruchte eicel zich ontwikkeld tot baby
X
7. Je kunt uitleggen hoe en waar geslachtscellen worden gevormd 8. Je kunt de bouw en functie van geslachtsorganen beschrijven 9. Je kunt de rol van hormonen bij de voortplanting van de mens beschrijven 10. Je kunt voorbeelden noemen van anticonceptie en van SOA’s 11. Je krijgt inzicht in het proces van meiose Leerdoelen Hoofdstuk 5 Voeding en Energie KENNISDOELEN 12. Je weet hoe en waar reservestoffen van planten en dieren worden gevormd 13. Je weet wat het verschil is tussen plantaardig en dierlijk voedsel 14. Je kunt de functies van houtvaten en bastvaten beschrijven 15. Je kunt aerobe en anaerobe dissimilatieprocessen beschrijven en daarbij gebruik maken van reactievergelijkingen
X
VAARDIGHEIDSDOELEN A. Je oefent onderzoeksvaardigheden B. Je kunt conclusies trekken uit onderzoek LE S
1
WEEK
45
VAKINHOUD
IN DE LES
Start Hoofdstuk 3
Startopdrachten H3: 1 t/m 3
Paragraaf 3.1 Celonderdelen
(pagina 72)
Practicum paragraaf 3.1
Maken opdracht 1 t/m 10 Practicum: Microscopie en tekenregels
2
45
Paragraaf 3.2 DNA en celcyclus
Maken opdracht 1 t/m 14 Uitwerken LD 1 t/m 3
3
46
Paragraaf 3.3 Celdeling en kanker
Maken opdracht 1 t/m 10 Nakijken startopdrachten en paragraaf 3.1 en 3.2
4
46
Practicum paragraaf 3.2
Practicum: DNA
5
47
Toepassen Forensisch onderzoek
Maken opdracht 1 t/m 5
Paragraaf 3.4 Bacteriën
Maken opdracht 1 t/m 15
Schimmels Planten
Nakijken paragraaf 3.3 en Toepassen Forensisch onderzoek
6
47
Paragraaf 3.5 Kweken van cellen
Maken opdracht 1 t/m 8
Toepassen topsport
Maken opdracht 1 t/m 13 Uitwerken LD 4 en 5 Nakijken paragraaf 3.4 en 3.5
7
48
Examentraining Hoofdstuk3
Maken opdracht 1 t/m 7 Nakijken paragraaf Toepassen topsport en Examentraining
8
48
Paragraaf 4.1 Van eicel tot baby
Maken opdracht 1 t/m 14
Paragraaf 4.2 Vorming van
Maken opdracht 1 t/m 12
geslachtscellen
9
49
Practicum paragraaf 4.2
Practicum: Meiose
Paragraaf 4.3 Hormonen regelen
Maken opdracht 1 t/m 11
Practicum paragraaf 4.3
Practicum Uitwerken LD 6 t/m 9
Nakijken paragraaf 4.1 en 4.2 10
49
Toepassen Sperma-oorlog
Maken opdracht 1 t/m 3 Nakijken paragraaf 4.3 en Toepassen Sperma-oorlog
Paragraaf 4.4 Hulp bij
Maken opdracht 1 t/m 10
voortplanting 11
50
Paragraaf 4.5 Voorkomen is beter
Maken opdracht 1 t/m 8
dan genezen
Uitwerken LD 10
Practicum paragraaf 4.5 Practicum:voorbehoedsmiddele n of AIDS spel
Toepassen geslachtsverandering
Nakijken paragraaf 4.4 en 4.5 Maken opdracht 1 t/m 10
12
50
Examentraining Hoofdstuk 4
Maken opdracht 1 t/m 7 Nakijken Toepassen geslachtsverandering en examentraining H4
Start Hoofdstuk 5
Startopdrachten H5:1 t/m 3 (pagina 142)
13
51
Paragraaf 5.1 Diëten
Maken opdracht 1 t/m 11
14
51
Paragraaf 5.2 Plantaardig en
Maken opdracht 1 t/m 12
dierlijk voedsel Practicum paragraaf 5.2
Practicum:aantonen voedingsstoffen
Week 52+1 15
2
Kerstvakantie Paragraaf 5.3 Energie voor je
Maken opdracht 1 t/m 15
spieren
Nakijken startopdrachten H5 en
paragraaf 5.1 en 5.2 16
2
Oefentoets H3 en H4
Oefentoets maken Nakijken paragraaf 5.3 en Oefentoets H3 en H4
Week 3+4
SE-week
TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGING
Schoolexamen hoofdstuk 3, 4 en paragraaf 5.1 t/m 5.3
3
Practica periode 2
1
Handelingsdeel hoofdstuk 3, 4 en paragraaf 5.1 t/m 5.3
0
M
NV
CIJFER
V
CKV 1 Thema: Fotografie / beeldend Leerdoelen KENNISDOELEN:
X
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Beeldende aspecten tov het objectief beschouwen van een foto: – kleur (primair, secundair, complementair, kleurharmonie) – compositie (afsnijding, ritme / herhaling, close-up) – licht (lichtbron, tegenlicht) – beweging (dynamiek, diagonaal, hipshot) – ruimte (ruimte suggereren) – textuur (scherp / wazig) – vorm (geometrisch, organisch, formaat) Je plant zelfstandig een culturele activiteit Je voert zelfstandig een culturele activiteit uit en maakt zelfstandig een verslag met kijkwijzer. 11. Je maakt kennis met het werk van een bekende fotografe: Rineke Dijkstra VAARDIGHEIDSDOELEN: 12. Zelfstandig diverse opdrachten uitvoeren 13. Zelfstandig foto’s maken waarbij je het geleerde toepast, je werk moet je op tijd uitprinten 14. Werken met een silhouet 15. In overleg met de docent de beste techniek voor jouw werkstukken kiezen 16. Fotografische elementen toepassen in een beeldend werkstuk
LES
DATUM
1
31 okt
2
Week 45 (7/11) Studiedag personeel Week 46 (14/11) Week 47 (21/11) Week 48 (28/11) Week 49 (5/12) Week 50 (12/12) Week 51 (19/12) Kerstviering Week 2
3 4 5 6 7 8
9
X
VAKINHOUD Uitleg lesstencils fotografie blz. 2 t/m 5
IN DE LES Deadline inleveren HD act 1
Korte toelichting opdrachten 1 t/m 5
Maken opdracht 1 t/m 4 of opdracht 5 Maken opdracht 1 t/m 4 of opdracht 5
Uitleg Fotografe Rineke Dijkstra
Maken opdracht 6 en 7 Rineke Dijkstra
Uitleg opdracht 8
Maken opdr 8: silhouet Werken aan opdr 8 Laatste les opdr 8 silhouet
Uitleg keuzeopdracht 9: A, B en C
Keuzeopdracht kiezen, schetsen, eventueel start maken Werken aan keuzeopdracht.
Laatste les keuzeopdracht
(9/1)
10
11
Deadline HD: alle opdrachten uit de les moeten deze les zijn ingeleverd. Zo niet dan nakomen op afspraak met docent. Deadline HD act: inleveren verslag culturele activiteit 2
Week 3 (16/1) Woe t/m vr SE Week 4 (23/1) SE / project
TOETS OF OPDRACHT Handelingsdeel 2 bestaat uit de volgende opdrachten: Opdr 1: 3 verschillende foto’s zie lesstencils Opdr 2: spannende compositie Opdr 3: licht Opdr 4: hipshot Opdr 5: fotografie kijkopdrachten Opdr 6 en 7: Rineke Dijkstra Opdr 8: silhouet Opdr 9: keuzeopdracht A, B of C HD lesopdrachten: HD culturele activiteit 2
DATUM Datum:
WEGING OVG
14 nov 14 nov 14 nov 14 nov 14 nov 21 nov 5 dec 9 jan 9 januari 2015 9 januari 2015
OVG OVG
Economie
Pincode Tweede Fase 4havo Hoofdstuk 3 Marktwerking Pincode Tweede Fase 4havo Hoofdstuk 4 Marktfalen Altijd nodig: Pincode Tekstboek, schrift en rekenmachine Leerdoelen – Hoofdstuk 3 JE KENT/WEET: 12. Je weet wat een markt is 13. Je weet waar de vraag en aanbod uit bestaat. 14. Je kent het begrip inkomenselasticiteit en prijs elasticiteit. 15. Je kent het verschil tussen vaste kosten en variabele kosten. 16. Je weet waar de kostenfunctie uit bestaat. 17. Je weet wat break-evenpoint is. 18. Je kent het verschil tussen marginale opbrengst en marginale kosten. 19. Je kent het verschil tussen een concrete markt en abstracte markt. 20. Je kent het verschil tussen concumenten- en producentensurplus. 21. Je weet waaruit een markt aandeel bestaat. JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg Je kunt een vraagcurve en aanbodscurve aflezen en tekenen. Je kunt de inkomens- en prijselasticiteit berekenen. Je kunt de winst en kostensoorten berekenen. Je kunt het break-evenpunt berekenen. Je kunt het consumenten- en producentensurplus berekenen en tekenen. Leerdoelen – Hoofdstuk 4 JE KENT/WEET: 1 Je kent de verschillende marktvormen en hun eigenschappen. 2 Je kent het begrip prijsdiscriminatie. 3 Je kent de 3 vormen van marktfalen. 4 Je weet wie de toezichthouders zijn. 5 Je weet wat overheidsingrijpen in de markt zijn. 5 Je kent de begrippen vraagoverschot en aanbodoverschot. 6 Je weet wat evenwichtshoeveelheid en evenwichtsprijs zijn. 7 Je weet wat kartelvorming is. 8 Je kent het begrip productdifferentiatie. JE KUNT:
Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg
X
X
X
X
Je kunt tabellen en grafieken interpreteren. Je kunt verschillende schaalvoorden koppelen met een bepaalde situatie. Je kunt procenten/procentuele veranderingen berekenen. Je kunt bepalen welke marktvrom van toepassing is.
Weekplannen WEEK VAKINHOUD 45 IPincode Hoofdstuk 3 Marktwerking.
IN DE LES Aantekeningen maken Vragen maken
Inleiding blz 50-51 tekstboek, vraag 15
46
47
48
Par 3.1 blz 52-57 tekstboek, vraag 616. + Eindopgaven 17-18 Par 3.2 blz 58-64, vraag 19-30. + Eindopgaven 31-32 Par 3.3 blz. 65-68, vraag 33-38. + Eindopgaven 39-40 Par 3.4 blz 69-72, vraag 41-45. + Eindopgaven 46 Toets voorbereiden Toets H3
Aantekeningen maken Vragen maken
Aantekeningen maken Vragen maken
Aantekeningen maken Rekenmachine mee!
Schriften inleveren 49
Introductieles Pincode Hoofdstuk 4 Marktfalen.
Aantekeningen maken Vragen maken
Inleiding blz 74-75 tekstboek, vraag 13
50
51
Par 4.1 blz 76-81 tekstboek, vraag 415 + Eindopgaven 16-18 Par 4.2 blz 82-87 tekstboek, vraag 1931 + Eindopgaven 32-34 Par 4.3 blz 88-92 tekstboek, vraag 3543 + Eindopgaven 44-45 Par 4.4 blz 93-96 tekstboek, vraag 4651 + Eindopgaven 52-53 Schrift H4 afronden
Aantekeningen maken Vragen maken
Aantekeningen maken Vragen maken
52 1 2
Toets voorbereiden SE week Inleveren schrift H4
3
SE week
Aantekeningen maken Vragen maken Schoolexamen Pincode hoofdstuk 3 en 4
4
TOETS OF OPDRACHT Toets H3 Inleveren schrift H3 Inleveren schrift H4 Schoolexamen 2 : Pincode hoofdstuk 3 en 4
DATUM 48 Week 48 Week 2 Week Week 2-3
WEGING 2 1 4
Let op! Schrift moet uiterlijk de laatste les voor de toets ingeleverd worden.
Engels 1) Stepping Stones Katern 2 – Theme 3,4 (K12, 13) 2) Voca Theme 3 3) Selected materials and texts for Listening and Watching 4) Selected Kijk- en Luistertoetsen (Practice) 5) BBC / BBC World for KLF (Kijk- en Luister Formulier) 6) Literature book (Practical Assignment Literature) Leerdoelen periode 2 – 2014 - 2015 JE KENT:
X
1. Grammatica – Simple vs Continuous 2. Grammatica – Questions / Negations
3. Grammatica– The Passive
4. Grammatica - Quantifiers JE KUNT: Lezen
X
5. Aangeven welke informatie in een tekst relevant is
6. De hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven
7. De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven
8. Relaties tussen delen van een tekst aangeven Kijken en Luisteren 9. Aangeven welke informatie relevant is
10. De hoofdgedacht van een tekst aangeven
11. Conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de spreker
12. Anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek
Spreken 13. Zaken of personen beschrijven
14. een korte, gestructureerde presentatie over een onderwerp (boek) geven met het oog op doel en publiek Schrijven 15. een korte recensie schrijven over een TV-programma, -show, film of boek en daarbij de eigen mening geven
TOETS OF
DATUM
WEGING
OPDRACHT
TT / T2 : Katern 2: Theme 3 / 4 (K12, 13) HD / HD2 : Handelingsdeel: voca Theme 3 (K12) PO / PO2Li : Handelingsdeel literatuur (K12, 13) SE / SE2 : Kijk- en Luistervaardigheid (K13)
09.01.15
2
26.11.14
0
07.01.15
2
SE – Week 5
M-CIJFER
H-CIJFER
Frans Chapitre 3: Fous de sport Chapitre 4: L’info tous azimuts Leerdoelen (chapitre 3 et 4) JE KENT/WEET: 17. Les questions et les pronoms interrogatifs 18. Les verbes irréguliers faire, courir et choisir 19. La différences entre l’imparfait et le passé composé 20. Le comparatif et le superlatif 21. Les verbes irréguliers lire, dire et voir 22. Le pronom relatif JE KUNT: 23. Décrire ta vie sportive 24. Décrire un sport 25. Les héros de sport et donner son opinion sur le sport 26. Parler de ce qui s’est passé et décrire une situation 27. Parler d’une star 28. Raconter l’histoire d’un film, donner son opinion 29. Interview avec un( e) camarade de classe (parler) 30. Ecrire : interview avec un ( e) camarade de classe sur le sport 31. Parler : présenter un journal télévisé 32. Ecrire : écrire une page de journal Chapitre 3 Fous de sport! Cou rs 1 2
Semai ne
Apprendre
Faire
Vocabulairetrainer
Paragraph A Regarder: ex 1, 2, 3 Paragraph B Écouter: ex 4, 5, 6 Lire: ex 7, 8, 9, 10 Grammaire révise: l’ordre des mots Grammaire B: ex 11, 12, 13 Grammaire B Lire: ex 14, 15 Écrire: ex 16, 17 Langue-o-thèque B Tâche préparatoire B Paragraph C Lire: ex 18, 19, 20 Grammaire C: les verbes irréguliers Écouter: ex 21, 22, 23 Lire: ex 24, 25, 26 Langue-o-thèque C Écrire: ex 27, 28 Tâche préparatoire C Paragraph D
3 4
Vocabulaire B Grammaire B
5 6
Langue-o-thèque B Grammaire C
7 8
Vocabulairetrainer Vocabulaire C
9
Langue-o-thèque C
X
X
10
Vocabulairetrainer
11
Grammaire D Vocabulaire D
12 13
Langue-o-thèque D Grammaire B, C, D Langue-o-thèque B, C, D Vocabulaire B, C, D
Écouter: ex 29, 30, 31, 32 Grammaire révise: l’adjectif qualificatif Grammaire D: ex 33, 34, 35 Grammaire D Regarder: 36 Lire: 37, 38, 39, 40, 41, 42 Écrire et parler: ex 43, 44 Langue-o-thèque D Tâche préparatoire D Le bilan Luistervaardigheid x2 Tâche finale / iTâche
Chapitre 4 L’info tous azimuts Cou rs 1
Semai ne
Apprendre
Vocabulairetrainer 2
Vocabulaire B
Grammaire B
3
Langue-o-thèque B Vocabulairetrainer
4
Grammaire C Vocabulaire C
5
Langue-o-thèque C
Vocabulaire D
Faire Paragraph A Regarder: ex 1, 2, 3 Paragraph B Lire: ex 4, 5, 6, 7, 8, 9 Écouter: ex 10, 11, 12 Grammaire: ex 13 Grammaire révise: le passé composé et l’imparfait Grammaire B: ex 14, 15 Grammaire B Écrire: ex 16, 17 Langue-o-thèque B Tâche préparatoire B Paragraph C Lire: ex 18, 19, 20, 21 Schrijf/spreekvaardigheid: écrire et donner une page de journal x2 Grammaire C: les verbes irréguliers Regarder: 29 Écrire et parler: ex 30, 31 Langue-o-thèque C Tâche préparatoire C Paragraph D Lire: ex 32, 33, 34, 35 Écouter: ex 36, 37 Lire: ex 38, 39, 40, 41 Grammaire révise: l’analyse logique
6
Langue-o-thèque D Grammaire B, C, D Langue-o-thèque B, C, D Vocabulaire B, C, D
7
TOETS OF OPDRACHT
Grammaire D: ex 42, 43 Grammaire D Écrire: ex 44, 45 Langue-o-thèque D SO voca en langue-o-theque chap 3 en 4 SE h 3 en 4 langue-o-thèque/gr X3 Tâche préparatoire D Le bilan Tâche finale / iTâche DATUM
luistervaardigheid SO voca en zinnen chap 3 en 4
WEGIN
M-
H-
G
CIJFER
CIJFER
2 2 o v g o v g
Spreek/schrijfvaardigheid
Week
2
SE Chapitre 3 en 4
Week
3
Geschiedenis Altijd nodig: Geschiedenis Werkplaats Tekstboek, werkboek, schrift Leerdoelen hoofdstuk 1 Staatsinrichting: De Nederlandse weg naar vrijheid (1581-1848) JE KENT/WEET:
X
22. De kenmerken van dit tijdvak. 23. Godsdienstige en politieke verklaringen voor de Nederlandse Opstand 24. De democratische revoluties in Frankrijk en Nederland 25. De stichting van het Koninkrijk der Nederlanden 26. De grondwet van 1848 27. De bijkomende technische termen met betrekking tot politieke systemen JE KUNT:
X
De instructie over te gebruiken materiaal maken De begrippen oorzaak en gevolg toepassen Beeld als bron hanteren De opdrachten uit het boek maken Zelfstandig en in groepen werken aan vragen en opdrachten De eindtoets maken Je kunt de indeling in tijdvakken gebruiken/de tijd indelen in soorten samenlevingen en periodes Het tijdvakdossier aanvullen met dit tijdvak
Leerdoelen hoofdstuk 3: De tijd van monniken en ridders JE KENT/WEET:
X
33. De kenmerken van dit tijdvak. 34. De oorzaken van de opkomst van de Islam. 35. De oorzaken van de opkomst van het hofstelsel en van de horigheid. 36. De oorzaken voor de invoering van het feodale stelsel. 37. De veranderingen die in het feodale stelsel plaats vonden 38. De kerstening van Europa JE KUNT:
•
X
Bronnen in de juiste tijd plaatsen De instructie over te gebruiken materiaal maken De begrippen oorzaak en gevolg toepassen Historische verschijnselen hanteren om het heden te verklaren. De opdrachten uit het boek maken Zelfstandig en in groepen werken aan vragen en opdrachten De eindtoets maken Je kunt tijdsindelingen gebruiken (kalenders, jaartellingen etc.) Het tijdvakdossier aanvullen met dit tijdvak
WEEK 44
45 46 47
VAKINHOUD 1 Toetsweek
IN DE LES
2 Introductieles Staatsinrichting hoofdstuk 1 1 Par 1.1 vraag 1-8 2 Par 1.2 vraag 1-10 1 Par 1.3 vraag 1-6 1 Par 1.4 vraag 1-8
Vragen maken Vragen maken Vragen maken Vragen maken Oefenen van de bronvragen
Toepassingsles: Werken met bronnen p.23-25 van het boek. Werken aan tijdvakkendossier
48
49
50 51
52 1 2
1 TOETS Staatsinrichting hoofdstuk 1 Paragraaf 1,2,3,4 2 Introductieles Geschiedenis hoofdstuk 3 1 Par 3.1 vraag 1-5 werkboek 2 Par 3.2 vraag 1-5 werkboek
Vragen maken Vragen maken Vragen maken
1 Par 3.3 vraag 1-5 werkboek 2 Par 3.4 vraag 1-5 werkboek Herhalingsles/verwerkingsles
Vragen maken Vragen maken Tijdvakkendossier/vragen maken
2 TOETS Geschiedenis hoofdstuk 3
TOETS
Paragraaf 1,2,3,4 KERSTVAKANTIE KERSTVAKANTIE Herhalingsles/verwerkingsles
KERSTVAKANTIE KERSTVAKANTIE Tijdvakkendossier/vragen maken
FILM 3
Werken aan tijdvakkendossier TOETS
FILM Start nieuwe hoofdstuk SE-WEEK
Start nieuwe hoofdstuk SE-WEEK
TOETS OF OPDRACHT
TOETS Staatsinrichting hoofdstuk 1 Paragraaf 1,2,3,4 TOETS Geschiedenis hoofdstuk 3 Paragraaf 1,2,3,4 Inleveren werkboek Staatsinrichting h1 Inleveren werkboek Geschiedenis h3 SE Staatsinrichting hoofdstuk 1 & Geschiedenis hoofdstuk 3
DATUM
WEGING
Week 48 Week 51 Week 48 Week 51 Week 3
4
M-CIJFER
H-CIJFER
KuBV Thema: De Schoen Leerdoelen JE KENT/WEET: 1. Een groot aantal beeldende begrippen, herkennen en toepassen 2. Een juiste keuze maken uit diverse materialen en technieken 3. Aan de hand van een thema beeldend werk maken 4. Dat een werkproces uit schetsen, zoeken van afbeeldingen, maken van modelletjes en het maken van een eindwerkstuk bestaat 5. Je weet iets van de achtergronden van het thema schoenen (in schilderijen en ander beeldend werk) JE KUNT: 6. Een duidelijke beschrijving geven van je werkproces. 7. Je werkproces vast leggen aan de hand van schetsen, afbeeldingen en werktekeningen in je dummie. 8. Jouw keuzes en werkproces toelichten in een presentatie. 9. Aan de hand van een thema zelf beeldend werk maken. 10. De gekozen technieken en materialen op een juiste manier toepassen. 11. Bij voorkeur een serie ontwerpen tav het thema. 12. Verder kijken dan de eerste ideeën, dus blijven schetsen en beeldend ontwikkelen. LES
1
2 3 4 5 6 7 8 9
10
WEEK Week 45 (3/11) 46 (10/11) 47 (17/11) 48 (24/11) 49 (1/12) 50 (8/12) 51 (15/12) 2 (5/1) 3 (12/1) (woe t/m vr SE) 4
VAKINHOUD Bespreken eindwerkstuk Uitleg beeldende begrippen
IN DE LES Start eindwerkstuk
Werken aan eindwerkstuk Werken aan eindwerkstuk Werken aan eindwerkstuk Werken aan eindwerkstuk Uitleg procesformulier
Werken aan eindwerkstuk Laatste les eindwerkstuk
beoordeling
Presentatie eindwerkstuk
X
X
SE / project
TOETS OF OPDRACHT Procesbeschrijving deel 2 en presentatie
DATUM
Eindwerkstuk PO periode 2
Week 2 5 januari ‘15
WEGING 0,2 van PO periode 2 0,8 van PO periode 2 4
H-CIJFER
Levensbeschouwing Hoofdstuk 4 Zorg Hoofdstuk 7 Euthanasie Materiaal:
Tekstboek Wijs Worden Tweede Fase Schrift / map PEPPELS
Leerdoelen JE KENT/WEET/KUNT Hoofdstuk 4 Zorg 1. Je weet dat je het thema zorg op een economische manier en op een levensbeschouwelijke manier kunt benaderen 2. Je kunt levensvragen bij het thema zorg noemen 3. Je weet welke invloed idealen en de rol van de overheid invloed hebben op de gezondheidzorg 4. Je weet welke visies er op de gezondheidszorg in de westerse geschiedenis zijn geweest 5. Je weet hoe Plato dacht over ziekte en geneeskunde en je kunt hierop je mening en kritiek geven 6. Je weet hoe de oude Grieken dachten over ziekte en geneeskunde 7. Je weet hoe het Christendom ( tot +/- 1500) over ziekte en geneeskunde dacht en hoe hier invulling aangegeven werd 8. Je weet hoe zorg een taak van de overheid werd 9. Je weet hoe Aquino invulling gaf aan de gezondheidzorg 10. Je weet hoe men na de middeleeuwen aankeek tegen gezondheid en zorg 11. Je weet welke invloed de industriële revolutie had op de gezondheidszorg 12. Je kunt uitleggen hoe in de 19de eeuw vier politieke stromingen ontstonden, wat hun filosofie was en hun ideeën over het individu, samenleving en de rol van de overheid. En hoe deze ideeën doorwerkten in hun ideeën over gezondheidzorg en de verzorgingstaat. 13. Je weet wat zorgethiek is. 14. Je kunt zorgkwesties op een ethische manier benaderen en beargumenteren. Hoofdstuk 7 Euthanasie 15. Je weet wat Euthanasie is. 16. Je weet wat zelfbeschikking is 17. Je kunt levensvragen bij Euthanasie en zelfbeschikking noemen 18. Je kent de begrippen van paragraaf 1.2 19. Je kent de geschiedenis van het denken over zelfdoding en euthanasie 20. Je weet van de volgende filosofen; Cato, Augustinus, More, Aquino, Hume, Tollemache hoe zij tegen zelfdoding aankeken en welke invloed zij hadden (of nog hebben) 21. Je kent de Nederlandse euthanasiewet en hoe deze op dit moment der discussie staat 22. Je kunt beschrijven hoe de positie van religie marginaal werd
X
23. Je kent de argumenten tegen euthanasie, zowel de religieuze als nietreligieuze opvattingen. 24. Je kent de argumenten voor (in bepaalde omstandigheden gerechtvaardigd) euthanasie, zowel de religieuze als niet-religieuze opvattingen. 25. Je kunt je mening geven en beargumenteren TOETS OF OPDRACHT PO Zorg SE H 4 en 7 Planner WEEK
DATUM Week 48 SE Week
46
VAKINHOUD H4 § 1 en 2
47
H4 § 3
48 49
Zorgethiek H7 § 1
50
H7 § 2
51
kerstviering
2
Kerstvakantie H7 § 4 en 5
52 1
3 SE-week vanaf woensdag SE H4 § 1-2 en H7 § 1-2-4-5
PTA
IN DE LES Samenvatten en opdrachten Samenvatten en opdrachten Opdracht PO Samenvatten en opdrachten Samenvatten en opdrachten
Samenvatten en opdrachten Voorbereiden SE
MAATSCHAPPIJLEER Hoofdstuk Parlementaire democratie WEEK VAKINHOUD 44 Hoofdstuk Parlementaire democratie Paragraaf 4.1 Het parlement is baas boven baas
IN DE LES Aantekeningen maken Vragen maken
45
Paragraaf 4.2 De geschiedenis van de Aantekeningen maken NLse democratie Vragen maken
46
Paragraaf 4.3 Bestuurlijke vernieuwing of vernieling?
Aantekeningen maken Vragen maken
47
Paragraaf 5.1 Wie heeft het meeste te zeggen?
48
Paragraaf 5.2 Is het beleid wel succesvol?
Aantekeningen maken Vragen maken Inleveren praktische opdracht Aantekeningen maken Vragen maken
49
Paragraaf 5.3 Een (on)overbrugbare kloof?
Aantekeningen maken Vragen maken
50
Paragraaf 6.2 Naar een Verenigde Staten van Europa?
Aantekeningen maken Vragen maken
52 01 02
Kerstvakantie Voorbereiden toetsweek Het voortgangscijfer wordt bepaald door de praktische opdracht in deze periode. Deze activiteiten bestaan uit: Verzamelen en onderzoeken van krantenberichten; Het schrijven van een essay over een maatschappelijk probleem; Het uitbeelden van een maatschappelijk probleem in film of foto; Afnemen van interviews of enquêtes.
Nederlands Schrijfvaardigheid Leerdoelen cursus Schrijfvaardigheid en Spelling, literatuurgeschiedenis JE KUNT/ WEET: 1. Verschillende schrijfdoelen hanteren en in een tekst combineren: informatie vragen en geven, mening geven, overtuigen, tot handelen aanzetten. 2. Een heldere structuur aan een tekst geven, witregels, marges en kopjes gebruiken. 3. Een uiteenzettende, beschouwende en betogende tekst schrijven. 4. Een hoofdgedachte formuleren voor informerende en overtuigende teksten. 5. Een inleiding schrijven waarin de aandacht van de lezer wordt getrokken en het onderwerp wordt geïntroduceerd. 6. Een geschikte tekststructuur kiezen voor een informerende of overtuigende tekst. 7. Het middenstuk van een tekst schrijven op basis van een zelfgekozen vaste tekststructuur. 8. Een slot schrijven waarin de hoofdgedachte wordt herhaald en een of meer andere elementen (verwachting, aanbeveling, aansporing, afweging) zijn verwerkt. 9. Vanuit een vraagstelling een verslag, werkstuk, of artikel schrijven waarbij een argument wordt uitgewerkt en daarbij redenen aangeven voor of tegen een bepaalde mening en de voor- en nadelen van verschillende keuzes uitleggen. 10. Een betrekkelijk grote beheersing van de grammatica laten zien. 11. Het register consequent toepassen: taalgebruik past binnen de gegeven situatie en is consistent in toon, doel en genre. 12. Je gedachtelijn in grote lijnen logisch en consequent opschrijven. 13. Goed gebruik van signaalwoorden waarmee je de verbanden tussen zinnen en alinea’s mee aangeeft. 14. De opbouw aan het doel van een tekst aanpassen. 15. Variatie in woordgebruik (synoniemen) brengen om herhaling te voorkomen. 16. Alinea’s met elkaar verbinden tot een coherent betoog. 17. Een bouwplan maken voor een tekst waarin je onderscheid maakt tussen inleiding, middenstuk en slot en de verschillende deelonderwerpen. 18. Op basis van een bouwplan een tekst schrijven. 19. Rekening houden met je publiek wat betreft je taalgebruik en je toon. 20. De regels voor het schrijven van webteksten. 21. Een webtekst (her)schrijven. 22. Op basis van documentatie een uiteenzetting schrijven. 23. Op basis van feedback je tekst herschrijven. 24. De regels voor een correcte werkwoordspelling toepassen 25. De regels voor een correcte interpunctie toepassen 26. Een gelezen Nederlandstalig literaire werk globaal in de literatuurgeschiedenis plaatsen 27. Verslag doen van je leeservaring van een literair werk van voor 1950 met gebruik making van de literaire begrippen 28. Zelfstandig informatie over een literair werk vinden op internet en dat in verband brengen met de boeken die je gelezen hebt.
X
WEEK 45
46
47
48
49
INHOUD
IN DE LES
Cursus schrijven h.1 paragraaf 1 t/m 3 Literatuur
Opdracht 1 tot en met 3 maken
Cursus schrijven h.1 paragraaf 3 en 4 Cursus schrijven h.2 paragraaf 1 en 2 Literatuur
Opdracht 4 tot en met 7 maken
Cursus schrijven h.2 paragraaf 2 Cursus schrijven h.2 paragraaf 3
Opdracht 4 tot en met 6 maken
Literatuur
Literatuurgeschiedenis 3: 1914-1930
Cursus schrijven h.3 paragraaf 1 Cursus schrijven h.3 paragraaf 2 Literatuur
Opdracht 1 tot en met 4 maken
Cursus schrijven h.3 paragraaf 2 en h.4 paragraaf 1
Praktijkopdracht afronden en opdracht 1 tot en met 3 maken van paragraaf 1 van hoofdstuk 4
Cursus spelling, h1
Spelling (cursus 6), hoofdstuk 1: werkwoordspelling, Opdrachten 1 t/m 4
Cursus schrijven h.4 paragraaf 2
Opdrachten 4 en 5 maken
Cursus spelling, h1
Spelling (cursus 6), hoofdstuk 1: werkwoordspelling, Opdrachten 5 t/m 8 Literatuurgeschiedenis 5: 1940-1945 en de verwerking van WO II
Literatuur
50
2
4
Opdracht 1 tot en met 3 maken Literatuurgeschiedenis 2: 1900-1914
Opdracht 7 en 8 maken
Opdracht 5 en 6 maken en start maken met Praktijkopdracht Literatuurgeschiedenis 4: 1930-1940
Cursus schrijven h.5 paragraaf 1
Opdracht 1 en 2 maken
Cursus spelling, h1
Spelling (cursus 6), hoofdstuk 1: werkwoordspelling, Opdrachten 9 t/m 13 Opdracht 3 tot en met 5 maken
Cursus schrijven h.5 paragraaf 2
51
Literatuurgeschiedenis 1: introductie
Cursus spelling, h2
Leestekens, opdracht 1 t/m 4
Literatuur
Literatuurgeschiedenis 6: 1945-1960
Cursus spelling, h2 Cursus schrijven Cursus spelling, h2
Leestekens, opdracht 5 Leestekens, opdracht 6
Literatuur
Literatuurgeschiedenis SO + boekverslag
Cursus schrijven h.1 tot en met h.5 Cursus spelling
Herhalen belangrijkste punten cursus schrijven en spellen Proef SE
Cursus schrijven Cursus spelling, h2 SE-Week
Nakijken en beoordelen Proef SE Schrijfopdracht
Scheikunde let op: deze lesplanner wordt regelmatig aangepast aan de actuele stand van zaken Hoofdstuk 4: Zouten uit zee (Herhaling H1, 2 en 3) Leerdoelen (hoofdstuk 4) JE KENT/WEET: 1.
X
Alle stof uit de eerste drie hoofdstukken. Gebruik jouw kennen & kunnen van de vorige periode.
2.
je weet wat ionen zijn
3.
je kent de regels van naamgeving van zouten
4.
je kent de regels voor het maken van verhoudingsformules
5.
je weet wat een ionbinding is.
6.
je weet wat hydratatie is
7.
je weet wat zouthydraten zijn
8.
je weet wat neerslagreacties zijn.
9.
je weet wat colorimetrie is
10.
je weet wat een verzadigde oplossing is.
11. JE KUNT: 12. aangeven of een stof uit ionen of atomen of moleculen bestaat. 13. de naam geven van een zout als je de verhoudingsformule krijgt 14. de verhoudingsformule opstellen als je de naam van een zout krijgt 15. je kunt een oplosvergelijking opstellen 16. je kunt een indampvergelijking opstellen 17. je kunt een neerslagreactie opstellen 18. je kunt werken met binastabel 45 over oplosbaarheid. 19. je kunt een werkplan opstellen voor het bepalen welke ionsoort aanwezig is
X
20. je kunt een werkplan opstellen voor het verwijderen van een ion uit een oplossing 21. je kunt een werkplan opstellen voor het maken van een zout 22. je kunt met behulp van colorimetrie de concentratie van een ion bepalen. 23. je kunt ook een werkplan voor een colorimetrische bepaling opstellen.
WEEK
43
44
45
46
LES
VOOR DE LES
ma
SE oefenen
SE oefenen
di
SE oefenen
SE oefenen
ma
SE week
di
SE week
ma
Demo prakticum 1 en video practicum 2 Maken voorkennistoets H4 Uitleg samengestelde ionen en verhoudingsformules
di
Af vraag 1 t/m 4
Practicum 3 Maken vraag 5 t/m 13 Nakijken
ma
Tot en met vraag 13 af (ook de online opdrachten !!)
Demo practicum 4 Uitleg hydratatie, oplosbaarheid, verzadigde oplossing Maken vraag 14 en 15
di
47
IN DE LES
ma
(??? herkansingen) Bespreken: het oplossen van een zout en de chemie van tanden Uitleggen indampen van een zoutoplossing Maken heel paragraaf 4,2 t/m paragraaf 4,2 af
Experiment colorimetrie: concentratie van koperionen in
een euromunt bepalen. di
48
ma
di 49
50
Af t/m vraag 23
Uitleg neerslagreacties en tabel 45 en oefenen met neerslagreacties UItleg onderzoek aan zouten Practicum 6
Vragen paragraaf 4,4 af
Maken toepassing 4,5
ma
PO zouten (in duo’s)
di
Nabespreken PO
ma di
51
ma di
52
Kerstmis
1
Kerstmis
2
ma
di
3
4
ma
Oefenen voor SE
di
Oefenen voor SE
ma Toetsweek/SE-week Week 3-4 di
Wiskunde A H3 Telproblemen H4 rekenen met kansen H5 Binomiale verdelingen Aandachtspunten: 1. Het werk van de vorige les hoort aan het begin van de les af te zijn. 2. Gebruik de samenvatting en ‘test jezelf’ om je voor te bereiden op de toetsen en SE’s. LES
VAKINHOUD
DATUM
1
Oefenopdrachten rekenen bespreken
2
Oefenopdrachten wiskunde examen bespreken.
3
§3-4
4
§3-5
5
Voorkennis H4 - Kansbomen
6
§4-1
7
§4-2
8
§4-3
9
§4-4
10
§4-5
11
§5-1
12
§5-2
13
§5-3
14
§5-4
15
§5-5
BIJ DEZE OPDRACHTEN HEB IK EXTRA UITLEG NODIG:
16
§5-6
17
Blok 2 vaardigheden
18
Blok 2 vaardigheden
19
Toegevoegde waarde – wiskundekennis
20
Toegevoegde waarde – wiskundekennis
21
Toegevoegde waarde – wiskundekennis
TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGIN G
Toets H1 t/m H5
2
SE2 - stof 4havo & H1 t/m H5
7
Noodzakelijke Zelfstudie: Rekenen herhalen Exam
CIJFER
Wiskunde B H3 Exponentiële functies
H4 De afgeleide
Aandachtspunten: 3. Het werk van de vorige les hoort aan het begin van de les af te zijn. 4. Elke les worden een aantal leerlingen gecontroleerd. 5. Gebruik de samenvatting en ‘test jezelf’ om je voor te bereiden op de toetsen en SE’s. 6. Hou de planning van rekenen ook in de gaten. LES
VAKINHOUD
DATUM
1
Voorkennis
2
§3-1
3
§3-2
4
§3-3
5
§3-4
6
§3-5
7
Voorkennis
8
§4-1
9
§4-2
10
§4-3
11
§4-4
12
§4-5
13
§4-6
14
§4-7
15
Toets H3 en H4
BIJ DEZE OPDRACHTEN HEB IK EXTRA UITLEG NODIG:
16
Rekenen
17
Blok 2 vaardigheden blz. 122 tm 125
18
Blok 2 vaardigheden blz. 122 tm 125
19
Vragen over het SE
20
Rekenen
21
Rekenen
22
Vragen over het SE
TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGIN G
Toets H3 en H4
2
Rekentoets blok verhoudingen
1
SE2 - H1 t/m H4 en vaardigheden blok1 en blok2
8
CIJFER