INFORMATIE VOOR OVERSTAPPERS MAVO 4 - HAVO 4 Profielkeuze?
Cultuur & Maatschappij?
Natuur & Gezondheid? BSM?
MAW?
Drama?
Management & Organisatie? Natuur & Techniek?
Wiskunde B?
Economie & Maatschappij? Tweede fase?
Wiskunde A?
De antwoorden vind je in dit boekje!
Overstap mavo-havo 2015
Inhoud
1
Overgangsnormen mavo 4 – havo 4 ............. 4
2
De Tweede Fase ......................................... 6
3
Het vakkenaanbod ....................................... 7
4
Wisselen van profiel of vak ........................... 9
5
De vakken en lessentabel ........................... 10
6
Examens in het havo .................................. 22
7
Vervolgmogelijkheden per profiel ................ 23
8
Internet ....................................................... 24
2
Inleiding Je bent bijna klaar met je mavo en je staat gemiddeld een 7 of meer per vak? Het mavo is je gemakkelijk afgegaan? Je wilt graag nog studeren voor een algemeen vormende opleiding? Dan is de overstap naar havo 4 misschien iets voor jou. Deze brochure is geschreven voor de leerlingen van mavo 4 en hun ouders. Het doel is meer duidelijkheid verschaffen over de overstap naar havo 4. We geven informatie over de inrichting van de Tweede Fase op de locatie Werenfridus en aan welke voorwaarden je moet voldoen. Als er nog vragen zijn, neem dan contact op met de decaan van het mavo of het havo.
mevrouw I. Vlaar decaan MAVO-afdeling
[email protected]
Overstap mavo-havo 2015
Meneer P. Smeets decaan HAVO-afdeling
[email protected]
3
1
Overgangsnormen mavo 4- havo 4
Instroom in 4 havo na mavo is in principe mogelijk voor leerlingen die met succes examen gedaan hebben voor mavo, vmbo tl of gl. Hierbij gelden op Werenfridus de volgende voorwaarden: 1. De leerling heeft het mavo-eindexamen in één jaar gehaald; 2. De leerling wordt besproken in het docententeam bij het behalen van 39, 40 of 41 punten voor de zes eindexamenvakken. Maatschappijleer wordt buiten beschouwing gelaten. De leerling is alleen toelaatbaar met minimaal 39 punten èn een positief advies* ten aanzien van de overstap naar het havo. Bij een negatief advies is de leerling niet toelaatbaar. Dit advies is bindend; * een advies is positief als een meerderheid van de examendocenten van uw kind voor de overstap is. 3. De leerling is direct toelaatbaar met minimaal 42 punten voor de zes examenvakken in het mavo; 4. Een leerling met zeven vakken telt het gemiddelde van de zes hoogste cijfers; 5. De vakken Frans, Duits, wiskunde, economie, biologie, natuurkunde en scheikunde mogen alleen gekozen worden als in deze vakken een mavo-examen gedaan is; 6. De vakken Frans, Duits, wiskunde, economie, biologie en natuurkunde en scheikunde mogen alleen als profielvak gekozen worden, indien de leerling dit vak met minimaal een 6.5 heeft afgesloten. 7. Bij een keuze voor het profiel NT is een aansluitprogramma voor wiskunde B verplicht. De leerling gaat met dit aansluitprogramma zo spoedig mogelijk na het CE van het mavo aan de slag en voert het programma correct uit vóór het einde van het schooljaar, dit ter beoordeling van de afdelingsleider havo en de betrokken vakdocenten;
4
8. Afhankelijk van het vakkenpakket in klas 4 mavo heeft de leerling de keuze uit de volgende profielen: MAVO FA of DU en GS of AK EC, WI en GS of DU WI, BI en SK WI, SK en NA
HAVO CM EM NG NT
9. Aanmelding voor 4 havo na mavo dient vóór 1 april van het examenjaar te geschieden bij de mavo-decaan, mw. I. Vlaar; 10.De leerling meldt zich ook aan bij een mbo-opleiding niveau 3/4, omdat pas na het Centraal Examen het puntenaantal bekend is; 11. Na de overstap vanuit 4 mavo is doubleren in 4 havo niet toegestaan.
Overstap mavo-havo 2015
5
2
De Tweede Fase
Met het woord Tweede Fase bedoelen we het onderwijs in de bovenbouwklassen van havo en vwo, dus de vierde en vijfde klas havo en de vierde, vijfde en zesde klas vwo.
In de Tweede Fase volg je een breed scala aan vakken. Zo krijg je naast de vijf vakken in het gemeenschappelijk deel drie of vier verplichte vakken. Tenslotte moet je in het vrije deel nog een examenvak kiezen. Je zult als leerling zelf een actievere en zelfstandigere rol moeten spelen. Daarbij krijgt ook de samenwerking met andere leerlingen een grotere nadruk. Natuurlijk word je niet zomaar “in het diepe” gegooid: studieplanners en de begeleiding door docenten en mentoren zullen er mede voor zorgen dat je het diploma, normaal gesproken, in de daarvoor bestemde tijd behaalt. Al met al wordt het hard werken, maar met meer variatie in werkvormen.
6
3
Het vakkenaanbod in de Tweede Fase
Het vakkenaanbod in de Tweede Fase bestaat uit vier delen: • het gemeenschappelijk deel • het profieldeel • de profielkeuzevakken • vrije ruimte of vrije deel De totale studielast van de vierde en vijfde klas havo bedraagt 3200 slu (studielasturen). Dat wil zeggen dat we ervan uit gaan dat je in staat bent om een havo-diploma te behalen wanneer je daar 3200 klokuren in investeert, zo’n 1600 slu per jaar , dus 40 schoolweken van gemiddeld 40 klokuren. Op de volgende pagina staat het schema dat je in moet vullen om een juist vakkenpakket te kiezen. • Kies eerst een profiel. De vakken in het gemeenschappelijk deel zijn verplichte vakken. • Kruis daarna in de kolom profieldeel en profielkeuzevakken in elke rechthoek één vakje aan. Let op bij CM bij profielkeuzevakken: kies boven de streep 1 keer en onder de streep nog 1 keer. • In het vrije deel tenslotte kies je uit het hele aanbod nog één vak. Bij kubv of kudr volg je ook 2 uur per week Kunst algemeen.
Wil je graag een beter beeld vormen van het profiel? Vraag dan bij de decaan of een paar uur mag meelopen bij de lessen in havo-4.
Overstap mavo-havo 2015
7
Profielenoverzicht HAVO
Gemeenschappelijk Deel
Profiel
Profielkeuze Vakken
Vrij Deel
NT netl entl maat lo ckv
wisB nat schk
in biol
Fatl Dutl bsm in kubv kudr econ biol
Netl Entl Dutl Fatl maat lo ckv wis A wis B nat schk
NG netl entl maat lo ckv
wisA wisB biol schk
ak nat
Fatl Dutl bsm in kubv kudr econ
EM netl entl maat lo ckv
wisA wisB econ Ges *
m&o ak Dutl * Fatl maw
Fatl Dutl bsm in kubv kudr m&o
biol ak
Nederlandse taal en letterkunde Engelse taal en letterkunde Duitse taal en letterkunde Franse taal en letterkunde maatschappijleer lichamelijke oefening culturele kunstzinnige vorming wiskunde A wiskunde B natuurkunde Scheikunde
biol in econ ak ges maw m&o kubv kudr bsm
8
Ges *** Dutl ** Fatl **
Ak *** econ ma Dutl Fatl kudr kubv Fatl Dutl bsm in
CM netl entl maat lo ckv
m&o econ biol ak wisA
biologie informatica economie aardrijkskunde geschiedenis maatschappijwetenschappen management en organisatie Kunst beeldende vorm. kunst drama bewegen, sport en maatsch.
Bij het kiezen van het profiel dient de mavo-leerling in de vetgedrukte vakken eindexamen te hebben gedaan voor toelating. *EM : examen gedaan in gs en/of Du **CM : examen gedaan in Fa of Du ***CM : examen gedaan in ak of gs De onderstreepte vakken bij Keuzevakken en in het Vrije deel kunnen alleen gekozen worden als er mavo-examen in is gedaan. De school maakt het voorbehoud dat de individuele keuze van leerlingen niet tot onoverkomelijke dan wel ongewenste organisatorische problemen leidt.
4
Wisselen van profiel of vak
Een profielwisseling in havo-4 is een zeer ingrijpende zaak. Het gaat bij een profielwisseling immers altijd om de gelijktijdige verandering van een aantal vakken. Dit geldt vooral bij de overstap van een natuur- naar een maatschappijprofiel en omgekeerd. Het wordt nog ingewikkelder door het geringe aantal contacturen per vak. Het duurt dan geruime tijd voordat je voldoende toetsen gemaakt hebt om er achter te kunnen komen of je nieuwe profielkeuze nu wel de juiste geweest is.
Gelet op het voorafgaande staat Werenfridus een verandering van profiel gedurende het schooljaar niet toe. Ook een verzoek tot verandering van een eenmaal gekozen vak zal in principe niet worden gehonoreerd, aangezien dit ingrijpende gevolgen heeft voor onder andere het lesrooster van docenten en leerlingen en de grootte van de clustergroepen . Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan in overleg met de betrokken conrector, afdelingsleider en decaan hiervan worden afgeweken. Dit alles maakt nog eens duidelijk hoe belangrijk een juiste profielkeuze is !
Overstap mavo-havo 2015
9
5
De vakken
Hieronder volgt een beschrijving van de inhoud van de vakken in havo-4 en havo-5. De tekst is afkomstig van de verschillende vakgroepen. Hierdoor kun je je een beetje een beeld vormen van de inhoud en de aanpak van de vakken. Nederlands en literatuur [ Netl ] Het vak bestaat uit de twee onderdelen: taalvaardigheid en literatuur. • Taalvaardigheid houdt in: Leesvaardigheid: tekstverklaren en samenvatten. Voor dit onderdeel leg je uiteindelijk een centraal examen af. De overige onderdelen worden in het schoolexamen getoetst. Mondelinge taalvaardigheid: voordracht of discussie of een combinatie daarvan. Presentatie van het profielwerkstuk is een tentamen. • Schrijfvaardigheid: het verstrekken van informatie waarbij rekening wordt gehouden met het doel, b.v. uiteenzetten van een mening of overtuigen van het publiek. Hiervoor moet je een schrijfdossier samenstellen dat naar behoren is afgerond voor je aan het examen mag deelnemen. • Literatuur behelst: Literaire ontwikkeling; je moet een leesdossier samenstellen over een aantal literaire werken en literaire begrippen. In havo-4 krijg je een tentamen over literaire theorie. In havo-5 krijg je ook poëzie. Literatuur wordt in havo-5 getoetst in het mondeling schoolexamen aan de hand van het leesdossier.
Engels en literatuur [ Entl ] Engels werkt met modules. Hierin komen nadrukkelijk de vaardigheden aan bod. De ene module is meer georiënteerd op luistervaardigheid met alles wat daarbij komt kijken, bijvoorbeeld note-taking en samenvatting, terwijl de andere module meer aandacht besteedt aan de verschillende aspecten van schrijfvaardigheid zoals brief schrijven, e-mailen, gebruik van ICT etc. Zo komen alle vaardigheden aan bod.
10
Duits en literatuur [ Dutl ] Frans en literatuur [ Fatl ] De vakken Duits en Frans bestaan in de Tweede Fase uit de onderdelen lezen, schrijven, luisteren en spreken. Ter ondersteuning van met name het schrijven en het spreken houden we ons natuurlijk ook veel met grammatica en idioom bezig. Voor de afwisseling zijn er ook creatieve opdrachten, zoals internet-zoekopdrachten, leesopdrachten en mondelinge presentaties. Soms gebeurt dit naar aanleiding van een klassikaal vertoonde film of een songtekst die besproken wordt. De onderdelen schrijven, luisteren en spreken zijn onderdeel van het schoolexamen. Met elkaar vormen ze de helft van het eindexamencijfer. De andere helft wordt bepaald door het centraal examen, dat bestaat uit tekstverklaringen. Geschiedenis [ Ges ] Geschiedenis is een verplicht vak voor de profielen Economie en Maatschappij en Cultuur en Maatschappij. In wezen verandert er niet veel ten opzichte van voorgaande jaren. De onderwerpen die aan bod komen zijn mede onder invloed van de nieuwe domeinen: levensonderhoud, primaire samenlevingsverbanden, staat, natie en politiek, oorlog en vrede, ontmoetingen tussen culturen en zingeving. Om klaar te zijn voor het nieuwe examen van 2010 heeft de sectie gemeend een nieuwe methode die hier op toegesneden is aan te schaffen. Daarnaast is een echte havist in staat zelfstandig historisch onderzoek te verrichten. Met behulp van vaardigheden zoals standplaatsgebondenheid, interpretatie, continuïteit, objectiviteit en ICT wordt de bovenbouw interessant ! Aardrijkskunde [ Ak ] Bij aardrijkskunde proberen we bepaalde onderwerpen beter te begrijpen. Dit doen we door verbanden te leggen en/of relaties te maken; Vragen die dan ook vaak bij ons opkomen zijn: waar komen bepaalde verschijnselen voor? Waarom juist daar? Wat zijn de oorzaken of gevolgen daarvan? De onderwerpen van het vak aardrijkskunde bestaan uit 4 domeinen. • Wereld. Daarin leer je over sociaal-geografische verschillen tussen regio’s en landen, denk aan arm – rijk, globalisering, internationalisering, migratie en bevolkingsspreiding of cultuurgebieden. • Aarde. Hierin komen onderwerpen uit de fysische geografie aan bod, zoals klimaten, landschappen, aardbevingen en vulkanisme. Overstap mavo-havo 2015
11
• Ontwikkelingsland. In dit deel maak je kennis met het land Indonesië. Zeer veel aspecten van het land worden besproken, zoals gedwongen migratie en het koloniale verleden met Nederland. • Nederland. De onderwerpen die bij dit domein horen zijn steden en wateroverlast. Hierbij moet je denken aan de ontwikkeling van de steden en wat moeten we met de rivieren in de toekomst of wordt de kans op overstromingen steeds groter en hoe kunnen we daar op inspelen. Dit natuurlijk met de Rijn en Maas als grote voorbeelden. Verder doen we natuurlijk nog een onderzoek in de eigen omgeving of een diepteonderzoek naar één van de onderwerpen in de desbetreffende domeinen.
Biologie [ Biol ] Het vak biologie geeft je kennis over en inzicht in de bouw en functie van mens, dier en plant. De opgedane kennis kun je dan onder andere toepassen in je dagelijks leven. Die toepassingen kunnen liggen op het gebied van gezondheid, natuur en milieu, voedsel en voedselproductie en techniek. Vaardigheden nemen een belangrijke plaats in binnen het biologieonderwijs: vaardigheden zoals onderzoeksvaardigheden (het doen van experimenten), omgaan met materialen zoals een microscoop. De volgende onderwerpen komen onder andere binnen het vak biologie ter sprake: • Celleer: de bouw van cellen, de onderdelen en hun functies. • Voortplanting van de mens. • Ordening van organismen in een bepaald systeem. • Genetica: erfelijkheidsleer die bestudeert hoe erfelijke eigenschappen worden doorgegeven. • Het afweersysteem van de mens dat laat zien hoe ons lichaam zich beschermt tegen allerlei ziekteverwekkers. • Ethologie: het bestuderen het gedrag van dieren en de mens 12
• Evolutietheorie: hierbij wordt de ontwikkeling van het leven op aarde bestudeerd • Stofwisseling: dit is de productie en afbraak van stoffen in planten en dieren • De bouw en functie van organen van de mens worden bestudeerd.
Scheikunde [ Schk ] Het vak scheikunde in de bovenbouw lijkt niet op het vak scheikunde in de 3e klas. De theorie gaat veel dieper in op een groot aantal gebieden in de scheikunde, namelijk organische chemie (koolstofchemie, brandstoffen, vetten en voedingstoffen, biochemie), anorganische chemie (zuren en basen, redox-reacties, metalen), algemeen (atoombouw, chemische bindingen, reactiesnelheid) en chemische industrie. Bij de vaardigheden wordt de nadruk gelegd op activiteiten die voor de algemene ontwikkeling van een leerling van belang zijn en die een grote rol spelen bij een vervolgopleiding. Vooral ICT en practica worden veel in de lessen toegepast. Inmiddels zijn we met ingang van dit schooljaar in havo-4 gestart met de “Nieuwe Scheikunde”; de didactiek verandert hierdoor sterk. In het nieuwe boek dat we gebruiken worden de leerlingen aan de hand van contexten uit de dagelijkse praktijk concepten aangeleerd. De concepten van de “Nieuwe Scheikunde” zijn; van micro naar macro niveau (van atoom naar stof), chemie nu en in de toekomst, experimenten, theorie, beroepsgericht en maatschappelijk. In het maatschappelijk deel van het programma zit de behandeling van de toekomst van waterstof als brandstof. Natuurkunde [ Nat ] Natuurkunde is de wereld om je heen ! Heeft dit jouw interesse ? De meeste verschijnselen die je om je heen ziet zijn te verklaren vanuit de natuurkunde. Hierbij is de wiskunde het gereedschap om de natuurkunde te leren begrijpen. Daarnaast leer je systematisch en analytisch te denken, hetgeen je overal van pas komt. Ook biedt de natuurkunde veel meer keuzemogelijkheden bij je vervolgopleiding na de middelbare school. We houden ons bezig met de volgende onderwerpen: Elektriciteit en magnetisme Mechanica Overstap mavo-havo 2015
13
Warmteleer Golven en straling Moderne fysica Praktische vaardigheden Daarnaast besteden we ook tijd aan projecten zoals Kosmische straling en astronomie. Economie [ Econ ] Bij het vak economie is het van groot belang dat economische kennis en vaardigheden kunnen worden toegepast op concrete maatschappelijke vraagstukken. Je leert de maatschappelijke werkelijkheid te bezien door een economische bril. Bij de benadering van maatschappelijke vraagstukken wordt ook aandacht besteed aan de verschillende invalshoeken en belangen die deelnemers aan het economisch proces kunnen hebben (bijvoorbeeld belangen van werkgevers, werknemers, milieuorganisaties, consumenten, producenten, overheid). Hedendaagse vraagstukken worden vanuit een economisch perspectief behandeld. Het gaat er vooral om dat je de opgedane kennis en verworven inzichten en vaardigheden in een concreet kader herkent en kan toepassen. Er is een programma ontwikkeld dat de volgende domeinen bevat: arbeidsmarkt Nederlandse betalingsbalans consumeren en welvaart goederenmarkten inkomensverdeling economische kringloop sociale zekerheid bankwezen
internationale arbeidsverdeling wisselkoersen produceren en welvaart inkomensvorming onderontwikkeling overheid en economische orde Europese integratie geldwezen
Naast de economische theorie wordt ook aandacht besteed aan de actualiteit. Bij veel onderdelen zullen berekeningen gemaakt worden. Basiskennis van rekenen is dus een vereiste.
Wiskunde [ WisA en WisB ] In de bovenbouw is de wiskunde verdeeld in twee types: wiskunde-A en Wiskunde-B. De beide vakken WisA en WisB geven een breed beeld van de toepasbaarheid van wiskunde. Ze laten zien hoe wiskunde in 14
allerlei situaties kan voorkomen. Het is contextrijke wiskunde. Dat betekent dat je leert om uit een vaak uitvoerig verhaal gegevens te halen en die om te zetten naar een wiskundig model. Met dit model bereken je antwoorden die je vervolgens verklaart in het oorspronkelijke verhaal. Het verschil tussen de twee soorten wiskunde zit in de hoeveelheid rekenwerk bij het wiskundige model. Bij WisA is het rekenwerk beperkt tot enkele stappen. WisB daarentegen gaat over problemen waar een flinke hoeveelheid abstract rekenwerk voor nodig is. Om dit rekenwerk te oefenen, zullen er regelmatig lessen voorkomen waarbij er voornamelijk abstracte problemen opgelost worden die niet direct toepasbaar zijn. Bij WisA en WisB wordt de gewone rekenmachine vervangen door een zogenaamde grafische rekenmachine.
Maatschappijleer [ Maat ] Maatschappijleer is een vak dat in het gemeenschappelijk deel zit. De volgende onderwerpen komen aan bod: - Rechtsstaat - Parlementaire democratie - Verzorgingsstaat - Pluriforme samenleving Bij de vragen en ( praktische ) opdrachten zal steeds worden ingespeeld op de actualiteit. Ook zal er regelmatig gebruik worden gemaakt van ICT. Je zal leren om probleemsituaties uit de praktijk te verkennen, aan te pakken en op te lossen. Hierover zul je met je medeleerlingen in discussie dienen te gaan.
Culturele en kunstzinnige vorming [ CKV ] Het kennismaken met en leren beschouwen van kunstdisciplines; verplicht voor alle leerlingen in alle profielen. Onder kunstdisciplines wordt verstaan; beeldend, film, cabaret, dans, muziek, etc. Het Overstap mavo-havo 2015
15
aanleggen van een kunstdossier en het bezoeken van culturele activiteiten zijn vaste onderdelen van het lesprogramma. Je bezoekt zes culturele activiteiten. Onder een culturele activiteit wordt verstaan het bezoeken van bijvoorbeeld een toneelvoorstelling. De leerlingen sluiten het complete kunstdossier af met een voldoende of een goed.
De kunstvakken In het profiel CM is een kunstvak naar keuze opgenomen. Op het Werenfridus bestaat de mogelijkheid te kiezen uit de volgende kunstvakken: • beeldende vormgeving ( tekenen en handvaardigheid ) • drama De kunstvakken bestaan uit twee gedeeltes: het praktische kunstvak en het theoretische kunstvak [ Kua ] . Het uiteindelijke cijfer voor het kunstvak bestaat uit twee componenten; een SE-cijfer voor het praktische vak en een CE-cijfer voor de theorie. Beeldende vormgeving [ Kubv ] Dit vak is een combinatie van tekenen en handvaardigheid. Je leert met verschillende materialen en technieken om te gaan en jouw ideeën te vertalen naar zowel twee- als driedimensionaal werk. De theoretische component van beeldende vorming behandelt de beeldende kunst zowel kunsthistorisch als kunstbeschouwelijk. Drama [ Kudr ] Drama als eindexamenvak is een pittige klus. Er wordt veel van de leerlingen gevraagd op spelgebied en ook de theoriekant blijft niet onderbelicht. Voorop staan de spelvaardigheden. De leerlingen houden zich bezig met improviseren en werken met vaste teksten uit bestaande toneelstukken. Hoe zet je een geloofwaardig personage neer, hoe geef je scènes vorm? Deze vaardigheden maken ze zich eigen. Ook maken ze kennis met vormgevingsmiddelen zoals licht, geluid, rekwisieten, kostuums, decor en grime. Uiteindelijk worden er presentaties gemaakt 16
aan de hand van een thema of vanuit een bestaand stuk. Leerlingen leren bewust om te gaan met hun lichaamshouding en stem. Ook maken ze kennis met de theatergeschiedenis en met de daarbij behorende verschillende speelstijlen en gaan ze twee keer naar de schouwburg om daarna de theaterstukken te analyseren. Ieder trimester wordt afgesloten met een speltoets en een theorietoets. In het laatste trimester van elk jaar wordt er gewerkt aan een groeps- of solo-presentatie. Deze presentaties worden uiteindelijk voor publiek gespeeld. Leerlingen hoeven bij het vak drama niet de sterren van de hemel te kunnen spelen. Ze moeten echter wel durven spelen en de discipline hebben om zichzelf en medeleerlingen te kunnen inspireren en motiveren.
Informatica [ In ] Informatica kun je in de vrije ruimte kiezen. Je kunt het vak niet meer vergelijken met hetgeen in de onderbouw gedaan is. Wat kun je in vierde en vijfde klas verwachten? Ten eerste is het belangrijk dat je het leuk vindt om met een computer te werken. Het betekent overigens niet dat je voortdurend achter de computer zit. Waarschijnlijk zit je maar maximaal de helft van de tijd achter de computer. Een belangrijk onderwerp zal de bouw van een informatiesysteem zijn. Een informatiesysteem kan van alles zijn. Van je schoolagenda en de dagelijkse roosterwijzigingen op de website tot een geautomatiseerd systeem dat met behulp van een grote relationele database werkt zoals bijvoorbeeld het computersysteem van de Belastingdienst. Voordat je zoiets kunt maken is het nodig dat je voldoende theoretische bagage hebt. Je leert onder andere bijvoorbeeld om informatiestromen te structureren, informatie toegankelijk te maken en informatie in een geschikte vorm te presenteren. Uiteraard is er veel aandacht voor het Overstap mavo-havo 2015
17
Internet. Hoe kun je het gebruiken en hoe werkt het eigenlijk ? Wat is belangrijk bij het maken van een Internetsite ? Dit laatste niet alleen in theorie maar ook in praktijk. Informatica kent geen centraal eindexamen. Dat betekent dat je wat meer aandacht kunt schenken aan een individuele ontwikkeling in je informaticakennis. Informatica is bepaald geen nerd-vak. Dat betekent dus dat als je goed bent in spelletjes het bepaald niet zeker is dat je goed in informatica bent. Informatica is zeker geen vak alleen voor jongens. Het is belachelijk om te veronderstellen dat meisjes minder goed zouden kunnen omgaan met informatie. Informatica houdt zich dus bezig met het omgaan met informatie. Kernvraag hierbij is hoe je een grote stroom van gegevens tot informatie kunt maken zodat het voor mensen iets oplevert. Enige wiskunde kennis heb je wel nodig maar met nadruk kan worden vastgesteld dat het voor alle profielen geschikt is. Voor informatica is het absoluut nodig dat je een beetje creatief bent, je moet bijvoorbeeld gevoel voor vormgeving hebben; immers je moet veelvuldig nadenken over de vorm en inhoud waarin gegevens gepresenteerd moeten worden. In de loop van de tijd zul je steeds vaker moeten werken aan opdrachten die aanmerkelijk langer duren dan één les. Veel kennis doe je dan ook op in de vorm van projecten. Dat betekent dat je met een paar leerlingen gezamenlijk aan een groepsopdracht werkt. De ervaringen wijzen uit dat de meeste leerlingen het wel behoorlijk lastig vinden maar ook erg leuk. Bewegen sport en maatschappij [ Bsm ] Wanneer je naar havo-4 of vwo-5 gaat, heb je de mogelijkheid om dit vak in de vrije ruimte te kiezen. Maar wat houdt het nou allemaal in? Bsm is een vak waar je veel nieuwe dingen zult leren over sporten die je in de voorgaande gymlessen hebt gedaan. Nieuwe technieken, tactieken, regels, maar ook organisatorische aspecten komen ruimschoots aan bod. Je kunt hierbij denken aan softbal, turnen, basketbal, bewegen op muziek en zelfverdediging. Daarnaast zul je ook kennismaken met sporten waar je misschien nog nooit mee in aanraking bent geweest. Golf, schaatsen en surfen zijn hier goede voorbeelden van. Behalve veel praktijk moet je ook af en toe met je neus in de boeken. De geschiedenis van de sport en het feit dat sport een grote plek in de hedendaagse maatschappij inneemt, zal je duidelijk worden. Verder zal een beroep gedaan worden op je organisatietalent. Helpen met open avonden en met sportdagen, assisteren tijdens de les en het regelen van je eigen sporttoernooi zal aan de orde komen. Jezelf leren
18
presenteren maakt daar een groot deel van uit. Je zult jezelf tegenkomen en dingen doen die je nooit voor mogelijk hield. Is Bsm dan voor iedereen weggelegd ? Nee, dat niet. Wanneer je heel goed bent in een bepaalde sport en de rest je eigenlijk niet zo veel boeit, is dit niet de plek voor jou. Je moet wel uit een bepaald hout gesneden zijn. Je moet sporten leuk vinden en natuurlijk een behoorlijk goed cijfer voor LO op je rapport staan (je basisniveau moet redelijk tot goed zijn). Maar nog belangrijker is de bereidheid om te investeren in jezelf en in je klasgenoten. Je gymdocent(e) zal jou daarom ook een advies geven of hij/zij denkt dat dit een geschikt vak is voor jou. Ben jij iemand die het onderste uit de kan wil halen, die geïnteresseerd is in sport en bewegen, kritiek kan geven en ontvangen, niet bang is om af en toe in de spotlights te staan en gemotiveerd is om nieuwe dingen te leren? Kortom, wil je er voor gaan? Dan is Bewegen sport en maatschappij iets voor jou ! Management & organisatie [ M&o ] Management & organisatie komt als apart vak niet voor in de onderbouw maar is daar vaak een onderdeel van het vak economie. In de Tweede Fase kun je m&o kiezen in het profiel Economie en Maatschappij als profielvak of in de vrije ruimte bij alle profielen. Op de havo is de studielast 320 studielasturen. Zoveel klokuren heeft een gemiddelde leerling dus nodig om het eindexamen te halen. Bij m&o leer je managementproblemen binnen een organisatie te analyseren, aan te pakken en op te lossen, zoals een manager dat zou doen. Ook leer je om (bedrijfs)economische vraagstukken te bekijken vanuit het standpunt van bijvoorbeeld het personeel, de vermogensverschaffers (zoals aandeelhouders of banken), omwonenden en andere belanghebbenden. M&o komt dus niet alleen van pas als je voor een economische vervolgstudie kiest. Bijna iedereen komt later wel in situaties terecht Overstap mavo-havo 2015
19
waarin van hen verstand van zaken wordt verlangd op het gebied van management en organisatie. De meeste leerlingen kunnen een voldoende halen voor dit vak. Je moet er natuurlijk wel wat voor doen. M&o is letterlijk en figuurlijk een DOE-vak, met veel rekenwerk. De belangrijkste onderwerpen zijn : * interne organisatie en personeelsbeleid * financiering van activiteiten * marketingbeleid * financieel beleid in een organisatie * informatievoorziening met behulp van computerprogrammatuur * externe financiële verslaggeving Maatschappijwetenschappen [ Maw ] Denk je weleens: “Wat is de invloed van het programma oh oh Cherso op ons ?”, “Wordt er bij bepaalde misdrijven wel zwaar genoeg gestraft ?”, “Waarom hebben we de leerplicht in Nederland ?” , “Moeten we militairen sturen naar Afghanistan ?” , “Waarom krijgen mensen zonder baan een uitkering ?” , dan is het vak maatschappijwetenschappen (Maw) misschien wel iets voor jou. Je leert bij dit vak hoe de wereld om je heen in elkaar zit. We bestuderen daarbij verschillende onderdelen van de maatschappij, zoals massamedia, criminaliteit, ontwikkelingssamenwerking, werk, multiculturele samenleving en politiek. Daarnaast leer je hoe je onderzoek moet doen, wat erg handig is voor het profielwerkstuk en je studie na de HAVO.
Daarnaast is het vak maatschappijwetenschappen een goede voorbereiding op bepaalde studierichtingen als maatschappelijk werk, openbaar bestuur, Juridische opleidingen, de politieacademie, hbov(erpleging), de school voor journalistiek, personeel en arbeid en mediastudies.
20
De lessentabel
Overstap mavo-havo 2015
21
slu
H4
H5
Netl Entl CKV Maat LO
400 360 120 120 120
4 3 2
3 3
2
2 1
Fatl Dutl Ges Ak
400 400 320 320
3 3 3 2
3 3 2 3
WisA 320 WisB 360
3 3
2 3
Nat 400 Schk 320 Biol 400
3 3 3
4 2 3
Econ M&O Kua Kubv Kudr Bsm In Maw
3 2 2 2 2 2 3 2
4 3 1 2 2 2 2 3
400 320 120 200 200 320 320 320
6
Examens in het havo
De meeste vakken die in de bovenbouw havo gegeven worden, kennen een centraal examen (CE). Dit is de spannende periode waarin alle leerlingen uit heel Nederland en de overzeese gebiedsdelen tegelijkertijd eindexamen doen voor hun havo-opleiding. Voor deze vakken geldt dat de leerlingen eerst een schoolexamen (SE) gedaan moeten hebben. Het gemiddelde van de twee examens wordt het eindcijfer. Niet alle vakken kennen een centraal examen. Deze vakken worden dus afgesloten met het schoolexamen. De afsluiting met een schoolexamen is soms met een cijfer en soms met de toekenning onvoldoende/voldoende/goed. Hier schuilt een addertje onder het gras. Als je zo’n laatste vak afsluit met de toekenning onvoldoende, dan krijg je ongeacht de uitslag van je CE geen diploma ! Voor een vak dat met een cijfer afsluit mag je wel een onvoldoende cijfer halen. Hieronder staat de tabel met de vakken die afsluiten met alléén een schoolexamen. Tevens zie je in welke klassen dat vak gegeven wordt. Als een vak alleen in havo-4 gegeven wordt en het sluit zonder cijfer af [ CKV ] en jij hebt de toekenning onvoldoende, dan kun je niet overgaan naar havo-5! vak Maatschappijleer Culturele en kunstzinnige vorming Informatica Lichamelijke opvoeding Bewegen sport & maatschappij
havo-4
havo-5 cijfer x ja
x
nee
x x
x x
ja nee
x
x
ja
In havo-5 maak je een profielwerkstuk. Hierin moet je van minstens één vak uit je profiel laten zien dat je de vaardigheden beheerst en dat je de kennis eigen gemaakt hebt. Nieuw is het volgende: Er zijn twee verzwaarde eisen binnen de slaag-/zakregeling havo-5: a) Van de drie vakken Nederlands/Engels/wiskunde mag er maar één vak eindigen met het eindcijfer 5; zijn het twee vakken (pakket zonder wiskunde), dan geldt maximaal één vijf voor Ne of En. b) Het gemiddelde van alle CE-cijfers moet minstens 5.5 bedragen. 22
7
Vervolgmogelijkheden
Globaal overzicht vooropleidingseisen sector Economie
Natuur & techniek Econ of M&O
Natuur & Economie & gezondheid maatschappij Econ of toelaatbaar M&O soms Fatl of soms Fatl soms Fatl of Dutl of Dutl Dutl toelaatbaar toelaatbaar toelaatbaar
Gedrag en Maatschappij Gezondheids- toelaatbaar toelaatbaar zorg Biol is aan te bevelen Landbouw en toelaatbaar toelaatbaar natuurlijke omgeving Onderwijs Taal en cultuur Techniek
toelaatbaar toelaatbaar mits talent toelaatbaar
toelaatbaar toelaatbaar mits talent toelaatbaar vaak mits Nat
toelaatbaar Biol is aan te bevelen soms toelaatbaar soms Biol of Schk toelaatbaar toelaatbaar mits talent meestal niet toelaatbaar soms WisB en/of Nat
Cultuur & maatschappij Econ of M&O en WisA of WisB
toelaatbaar toelaatbaar Biol is aan te bevelen meestal niet toelaatbaar
toelaatbaar toelaatbaar mits talent meestal niet toelaatbaar soms Econ en/of WisA
De exact geformuleerde en meest actuele instroomeisen zijn te vinden op de sites van de diverse Hogescholen voor Hoger Beroepsonderwijs b.v. www.hva.nl of www.inholland.nl
Overstap mavo-havo 2015
23
8
Internet
www.tabor.nl Hier kun je allerlei gegevens over Werenfridus vinden. www.hva.nl www.inholland.nl De twee grote hogescholen in Noord-Holland. www.studiekeuze123.nl Informatie over de data van alle open dagen in Nederland. www.ib-groep.nl Op de site van de Informatie Beheergroep (IBG) alles over de studiefinanciering, OV-jaarkaart en staatsexamens. Handig is dat leerlingen en studenten hier hun gegevens kunnen bekijken én wijzigen. Vragen zijn te stellen via de site; de IBG belooft een antwoord binnen 48 uur. www.schoolweb.nl Wat moet je studeren als je architect, sportinstructeur, advocaat of verzorger van gehandicapten wilt worden? Onder 'studiekeuze' op schoolweb veel informatie over alle opleidingen in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en aan de universiteiten. Voor wie nog helemaal geen idee heeft wat te studeren: doe de studiekeuze-opdrachten.
24