EXAMENREGLEMENT cursus 2011-2012 ERFGOOIERS COLLEGE voor 4 mavo, 4 havo, 5 havo, 4 vwo, 5 vwo, 6 vwo Inhoudsopgave Voorwoord.......................................................……… 2 I
Begripsbepalingen..........................................……… 3
II
Regels voor het CE II.1 Tijdvakken..................................................………4 II.2 Rooster, opgaven, normen.........................…….. 4 II.3 Toezicht bij het CE.....................................…….. 4 II.4 Regels bij de zittingen van het CE..............………4 II.5 Correctie van het CE..................................………5 II.6 Mededelingen over scores .........................………7 II.7 Toegestane hulpmiddelen..........................………7 II.8 Vaststelling eindcijfer eindexamen .............………7 II.9 Uitslagregeling ...........................................………7 II.10 Herkansing centraal examen.....................………7 II.11 Uitreiking diploma’s en cijferlijst ................………8
III
Regels ten aanzien van SE en CE III.1 Onregelmatigheden ...................................………8 III.2 Afwijking wijze examineren ........................………9 III.3 Ontheffing en vrijstelling.............................……..10 III.4 Ziekte of bijzondere omstandigheden.........……..10 III.5 Examenwerk, inzage, bewaren en beroep .……..11
IV Regels ten aanzien van het SE IV.1 Programma van toetsing en afsluiting ........……..12 IV.2 Toetsen en toetsvormen bij het SE vwo en havo. 12 IV.3 Toetsen en toetsvormen bij het SE mavo...……. 12 IV.4 Beoordeling toetsen ...................................……..12 IV.5 Toetsperiodes ............................................……. 13 IV.6 Herkansingsregeling SE.............................……. 13 IV.7 Herexamen SE...........................................……. 14 IV.8 Vastleggen cijfers SE .................................……. 14 V
Geheimhouding ..............................................……. 15
VI Niet voorzien ...................................................……. 15 Bijlage 1. Sectoren, profielen en hun examenvakken….. 16 Bijlage 2. Toegestane hulpmiddelen bij het CE........……. 19 Bijlage 3. Uitslagregeling .........................................……. 20 Bijlage 4. Regels voor de overgang uit 4v, 4h en 5v ……. 21 Bijlage 5. Doubleren en zakken in de Vernieuwde Tweede Fase ............................................……. 21 Lijst met gebruikte afkortingen ........... .....................……..23
Huizen, september 2011
VOORWOORD
Aan het begin van het schooljaar moet elke school aan zijn examenkandidaten een Examenreglement en een Programma van toetsing en afsluiting uitreiken. In dit boekje staat het examenreglement van onze school, geldend voor 4 en 5 havo, 4, 5 en 6 vwo en 4 mavo. Het Programma van toetsing en afsluiting (PTA) is voor elk leerjaar verschillend. Het wordt zo spoedig mogelijk na het begin van de nieuwe cursus aan de leerlingen uitgereikt. Het is in digitale vorm te raadplegen via onze website. De inhoud van de regelingen lijkt een saaie opsomming van regels en voorschriften, maar de informatie blijkt elk jaar heel nuttig te zijn. Om inzicht te krijgen in deze belangrijke zaken en ter voorkoming van problemen raden wij iedereen, leerlingen en ouders/verzorgers, met klem aan goed te lezen wat er staat. Wellicht ten overvloede vermelden wij hier nog dat men in geval van problemen het beste contact kan opnemen met de desbetreffende secretaris van de examencommissie.
Drs. J.B.C. van der Ploeg, rector en voorzitter van de examencommissie Mevrouw S. de Zanger - Bus, secretaris van de examencommissie vwo F. van Gurp, secretaris van de examencommissie havo W.H. Rappoldt, secretaris van de examencommissie mavo
-2-
I. I.1. I.2.
I.3.
I.4. I.5. I.6. I.7. I.8. I.9. I.10.
I.11. I.12.
I.13.
I.14.
Begripsbepalingen Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen, dan wel uit beide. Schoolexamen (hierna aangeduid met SE): dat deel van het examen dat - gespreid over de laatste twee leerjaren havo, mavo en de laatste drie leerjaren vwo - onder verantwoordelijkheid van de school wordt afgenomen. Het schoolexamen omvat voor vwo en havo mede een profielwerkstuk en voor de mavo mede een sectorwerkstuk. Het SE wordt afgesloten voor de aanvang van het centraal examen.1 Het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers vormt de helft van het eindexamencijfer. Centraal examen (hierna aangeduid met CE): landelijk examen dat in het laatste leerjaar door de kandidaten wordt afgelegd. De rijksoverheid zorgt voor het rooster, de opgaven en de normen. Het behaalde resultaat vormt de helft van het eindexamencijfer. Het wordt afgenomen conform de artikelen 36 t/m 45 van het Eindexamenbesluit eindexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Een exemplaar van dit besluit ligt voor een ieder ter inzage in de mediatheek van de school. Mavo: de naam die wij gebruiken voor de Theoretische leerweg van het vmbo. Zie ook het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Bevoegd gezag: het bestuur van de Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs te Huizen. Kandidaat: ieder die is toegelaten tot het eindexamen. Examencommissie: de rector, secretaris en examinatoren gezamenlijk. Zij nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. Examinator: de docent die belast is met het geven van onderwijs in enig jaar waarover het eindexamen zich uitstrekt. Secretaris: de afdelingsleider vwo, havo of mavo. Bijzitter: (vak)collega werkzaam aan het Erfgooiers College. In voorkomende gevallen assisteert hij de examinator bij mondelinge toetsen. De bijzitter kan ook een oud(vak)collega zijn. Eindexamenvakken: de vakken vermeld in bijlage 1. Profiel, Sector: een profiel (vwo en havo) of een sector (mavo) bestaat uit een algemeen deel, een sectordeel en een vrij deel. Elk van deze onderdelen moet voldoen aan wettelijke eisen. De definitieve keuze moet voor 1 november van het examenjaar aan de inspecteur worden opgegeven. Commissie van Beroep: de commissie ingesteld door het bevoegd gezag en bij wie de kandidaat in voorkomende gevallen in beroep kan gaan tegen een door de school genomen beslissing. Het postadres van de commissie is: Postbus 163, 1270 AD Huizen. Directeur/rector: het hoofd der school, op onze school rector genoemd, kan op andere scholen directeur worden genoemd.
1 Voor kandidaten die door ziekte of bijzondere omstandigheden niet in staat waren het SE tijdig af te ronden voor het CE, is er een speciale regeling. Raadpleeg de afdelingsleider. Zie ook III.4.1.e.
-3-
II.
Het Centraal examen (CE) N.B. Alle wettelijke bepalingen ten aanzien van het CE zijn te vinden in het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Hieronder wordt een aantal artikelen nog eens expliciet vermeld. Sommige artikelen zijn wettelijk niet verplicht, maar zijn door de school geformuleerd om een goede gang van zaken tijdens het CE te garanderen.
II.1. II.1.1. II.1.2. II.1.3. II.1.4.
II.2. II.2.1.
II.2.2. II.2.3.
II.3. II.3.1. II.3.2. II.3.3. II.3.4.
II.4. II.4.1. II.4.2. II.4.3. II.4.4. II.4.5. II.4.6. II.4.7. II.4.8. II.4.9. II.4.10. II.4.11. II.4.12. II.4.13. II.4.14.
Tijdvakken Het CE kent een eerste, een tweede en een derde tijdvak. Het eerste tijdvak wordt op school afgenomen in het laatste leerjaar. Het tweede tijdvak wordt m.u.v. de zgn. aangewezen vakken op school afgenomen in het laatste leerjaar. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar (meestal in augustus) buiten de school afgenomen door de staatsexamencommissie. Rooster, opgaven en normen bij het CE Het CEVO is de door de minister aangewezen instantie die zorgt voor het rooster, de opgaven, de beoordelingsnormen en de score die voortvloeit uit de normen. De IB Groep zorgt voor een tijdige toezending van het een en ander aan de school. De rector zorgt ervoor dat de opgaven voor het CE geheim blijven tot de aanvang van de toets. Tijdens een toets van het CE worden aan de kandidaten geen mededelingen, van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan. Toezicht bij het CE De rector zorgt voor voldoende toezicht bij het CE. Er zijn per examenlokaal minimaal 2 toezichthouders. De toezichthouders maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de rector samen met het gemaakte examenwerk. De toezichthouder mag geen nevenwerkzaamheden verrichten. Regels bij de zittingen van het CE Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school. De school verstrekt eveneens gewaarmerkt kladpapier. De kandidaat vermeldt op het papier zijn examennummer, zijn naam en die van zijn examinator. Het gebruik van potlood is alleen bij tekeningen en grafieken toegestaan. Het gebruik van correctievloeistof is verboden. Meerkeuzevragen worden beantwoord met een hoofdletter. Het meenemen van andere dan toegestane hulpmiddelen is niet toegestaan (zie bijlage 2). Binnen 1 uur na aanvang van een toets mag niemand weggaan. Vaste vertrektijden, elk kwartier, zorgen voor rust bij een toets. Tijdens het laatste kwartier mag niemand meer vertrekken. Het bezoeken van het toilet is in principe niet toegestaan. Bij het uitdelen van de opgaven mag er niet meer worden gepraat. Aan het einde van een zitting blijven de kandidaten zitten totdat het werk is opgehaald en het sein om te vertrekken gegeven wordt. Voor het officiële einde van een examen mogen geen opgaven worden meegenomen uit het examenlokaal.
-4-
Kandidaten zijn zelf verantwoordelijk voor een juiste inlevering van al hun gemaakte werk, de eventuele bijlage(n) daarbij inbegrepen. II.4.16. Examenwerk dat het examenlokaal heeft verlaten kan niet alsnog worden ingeleverd. II.4.17. Deelname aan een zitting betekent dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. Een kandidaat dient daarom voor de aanvang van een examenzitting bijzondere omstandigheden (ernstige ziekte of overlijden van een familielid) als ook eigen ziekteverschijnselen te melden aan de rector. In een dergelijk geval moet van tevoren duidelijk vastgesteld worden of de kandidaat in staat is aan het CE deel te nemen. II.4.17.a. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de rector of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. II.4.17.b. Indien de kandidaat na enige tijd het werk hervat, kan na overleg met de rector de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald. II.4.17.c. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, kan de rector, zo mogelijk mede op grond van een medische verklaring, aan de inspecteur verzoeken te beslissen dat het voor een deel gemaakte werk ongeldig is. De kandidaat mag, indien de inspecteur het werk ongeldig verklaart, in het tweede tijdvak opnieuw aan de desbetreffende zitting deelnemen. II.4.18. Om de mogelijkheid van fraude zoveel mogelijk te beperken zijn hoofddeksels, jassen en tassen in het examenlokaal niet toegestaan. II.4.19. Het dragen van naaldhakken is in verband met de kwetsbaarheid van de vloerbedekking niet toegestaan. II.4.20. Mobiele telefoons, ook al staan zij niet aan, zijn niet toegestaan in het examenlokaal. II.4.21. Elektronische apparatuur is niet toegestaan in het examenlokaal, tenzij deze onderdeel is van de door de rector toegestane afwijkende wijze van examineren of behoort tot de toegestane hulpmiddelen (zie bijlage 2). II.4.22. Leerlingen die recht hebben op examentijdverlenging worden altijd achterin het examenlokaal geplaatst. II.4.15.
II.5.
Correctie van het CE
II.5.1. II.5.1.a.
Eerste correctie van het CE De rector geeft zo spoedig mogelijk het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, het correctievoorschrift en het proces-verbaal van het examen aan de examinator. De examinator controleert bij de ontvangst of het werk van alle kandidaten aanwezig is. De examinator past de door het CEVO vastgestelde bindende normen toe bij zijn beoordeling. Hij mag landelijk of regionaal gemaakte afspraken over de normering slechts toepassen voor zover deze binnen het kader van de bindende normen vallen. De examinator kijkt het werk zo spoedig mogelijk na met toepassing van de bindende normen. Hij geeft de onvolkomenheden of fouten aan op het werk zelf. Hij brengt geen verbeteringen aan. De beoordeling van het werk wordt zonodig voorzien van een toelichting. Daar waar bij de beoordeling, volgens de correctievoorschriften, per opgave of per onderdeel punten worden toegekend, kan niet volstaan worden met de vermelding van de totaalscore. De waardering per opgave of per onderdeel wordt aangegeven op een scoreformulier. NB: Zo nodig dienen de correctievoorschriften van de CEVO onverminderd te worden toegepast op ingeleverd kladpapier.
II.5.1.b. II.5.1.c.
II.5.1.d. II.5.1.e.
II.5.1.f.
-5-
II.5.1.g. II.5.1.h.
II.5.1.i.
II.5.2. II.5.2.a. II.5.2.b. II.5.2.c.
II.5.2.d.
II.5.2.e.
II.5.2.f. II.5.2.g.
II.5.2.h.
II.5.2.i.
II.5.2.j.
II.5.2.k.
II.5.2.l.
De examinator ondertekent een verklaring dat het werk volgens de regels is gecorrigeerd. De verklaring wordt mede ondertekend door de rector De rector ziet er op toe, dat hij het gemaakte werk en de beoordeling en de correctieverklaring zo spoedig mogelijk terug ontvangt. Hij controleert of het werk van alle kandidaten aanwezig is. De rector zorgt er voor, dat het werk van de kandidaten, een exemplaar van de opgaven en van de normen, het proces-verbaal, de beoordeling en een eventuele toelichting en de correctieverklaring deugdelijk verpakt, bezorgd wordt bij de gecommitteerde (de tweede corrector). Indien het werk per post verzonden wordt, wordt het aangetekend verzonden. Indien de bezorging op andere wijze dan per post geschiedt, dient een ontvangstbewijs te worden getekend. Tweede correctie van het CE De DUO-IB Groep wijst voor elke school een of meer gecommitteerden aan. De aanwijzing geldt tot de afloop van het tweede tijdvak. De gecommitteerde controleert of hij het juiste aantal werkstukken ontvangen heeft. De gecommitteerde beoordeelt het werk en past daarbij de bindende normen toe. Hij mag landelijk of regionaal gemaakte afspraken over de normering slechts toepassen voor zover deze binnen het kader van de bindende normen vallen. NB: voor beoordeling ingeleverd kladwerk zie II.5.1.f. Als de gecommitteerde van mening is dat de examinator zich bij de correctie van het werk niet heeft gehouden aan de bindende normen, stelt hij de rector van de school van de examinator in het bezit van het werk en verzoekt hem de bindende normen te doen toepassen. Indien in enig ander opzicht de examinator de correctie naar het oordeel van de gecommitteerde niet volgens de voorschriften heeft uitgevoerd, stelt de gecommitteerde de rector van de school van de examinator in het bezit van het werk en verzoekt deze de correctie alsnog volgens de voorschriften te doen uitvoeren. De gecommitteerde neemt contact op met de examinator om in overleg het resultaat van het CE vast te stellen. Komen zij daarbij, met toepassing van de bindende normen, niet tot overeenstemming, dan wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. De vastgestelde resultaten van het CE worden ingevuld op een lijst die de gecommitteerde samen met het examenwerk meegeeft aan de examinator. De examinator levert de lijst en het examenwerk en de correctieverklaring van de gecommitteerde terstond in bij de rector. Indien het werk per post wordt verstuurd, overhandigt de gecommitteerde de lijst en het examenwerk en de correctieverklaring aan de rector, die er voor zorgt dat deze zo spoedig mogelijk, deugdelijk verpakt en aangetekend, de rector van de examinator bereiken. Indien het overleg telefonisch heeft plaatsgevonden laat de rector de door de gecommitteerde ingevulde gegevens controleren door de examinator. De examinator ondertekent de lijst nadat hij de gegevens in orde bevonden heeft. De uitslag van het examen mag niet vastgesteld worden voordat voor alle vakken de door de examinator en gecommitteerde ondertekende lijst met cijfers door de rector is ontvangen. De gecommitteerde ontvangt een door hem en de examinator ondertekende lijst met cijfers.
-6-
II.6. II.6.1.a. II.6.1.b. II.6.1.c.
II.7. II.7.1. II.7.2. II.7.3. II.7.4.
II.7.5.
II.8. II.8.1. II.8.2.
II.8.3.
II.9. II.9.1.
II.10. II.10.1. II.10.2.
II.10.3. II.10.4. II.10.5.
Mededelingen over de scores Mededelingen over scores worden pas gedaan na het bekend worden van de door examinator en gecommitteerde ondertekende lijst, na de tweede correctie. Deze lijsten worden na ontvangst van de tweede correctie op school gepubliceerd. De lijsten vermelden de behaalde score en dus geen cijfer. Toegestane hulpmiddelen bij CE Bij sommige vakken zijn hulpmiddelen toegestaan. Zie bijlage 2. Woordenboeken, BINAS-boeken, (grafische) rekenmachines, zijn hulpmiddelen die door de kandidaat zelf worden meegenomen. Kandidaten zijn zelf verantwoordelijk voor het goed functioneren van rekenmachines. Woordenboeken en BINAS-boeken worden bij de aanvang van een toets gecontroleerd en mogen in geen enkele vorm geschreven aantekeningen bevatten. Indien dit wel het geval is, wordt dit aangemerkt als een onregelmatigheid, zoals vermeld in III.1 Errata in het BINAS kgt voor MAVO mogen echter wel met pen of potlood gecorrigeerd worden en zijn derhalve niet onderhevig aan hetgeen in de laatste volzin van het vorige artikel bepaald is. Vaststelling eindcijfer eindexamen Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Het eindcijfer wordt bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het SE en het cijfer voor het CE. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of lager zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of hoger zijn, naar boven afgerond. Indien in een vak alleen een SE is gehouden, is het cijfer voor het SE tevens het eindcijfer. Afronding naar boven geschiedt indien de cijfers achter de komma 45 of hoger zijn. Afronding tot een heel cijfer geschiedt pas aan het eind van een berekening. Uitslagregeling De uitslagregeling is in bijlage 3 opgenomen. Herkansing CE De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd het recht om in het tweede tijdvak, c.q. in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het CE. Indien een kandidaat gebruik wil maken van het in het eerste lid bedoelde recht, dan stelt hij de rector daarvan schriftelijk op de hoogte voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip. Indien de kandidaat geen gebruik maakt van zijn in het eerste lid bedoelde recht, wordt de uitslag definitief. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde CE geldt als definitief cijfer voor het CE. Alle bepalingen voor beoordeling, uitsluiting en absentie die gelden voor het CE (1e tijdvak) gelden ook voor de herkansingen in het 2e tijdvak of 3e tijdvak.
-7-
II.11. II.11.1. II.11.1.a. II.11.1.b. II.11.1.c. II.11.1.d. II.11.2.
II.11.3.
Uitreiking diploma's en cijferlijst De rector reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop voor zover van toepassing zijn vermeld: de cijfers voor het SE en de cijfers voor het CE, de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk c.q. het sectorwerkstuk, alsmede de beoordeling ervan. de beoordeling van de vakken culturele kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen. De rector reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit. Het profiel c.q. de sector betrokken bij de uitslag wordt tevens vermeld op het diploma. Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die tenminste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bezwaren heeft geuit.
III.
Regels ten aanzien van SE en CE
III.1.
Onregelmatigheden Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen (SE en CE) aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de rector met de examencommissie maatregelen nemen. Onder onregelmatigheid wordt mede verstaan het overtreden van de regels die zijn opgesteld voor het citeren uit bronnen. Onder bronnen wordt verstaan: boeken, artikelen en internetpagina’s. Het citeren, dat wil zeggen, het letterlijk overnemen of gebruiken van woorden, zinnen of passages van een andere auteur, is slechts toegestaan met inachtneming van hetgeen hieronder geformuleerd is in de artikelen III.1.2.c tot en met III.1.2.j Je wilt je eigen betoog ondersteunen met de uitspraken van die andere auteur. Je wilt een passage uit een tekst bespreken of een interpretatie geven. Je wilt een goed idee overnemen van die andere auteur en als je je eigen woorden zou gebruiken, dan zou dat afbreuk kunnen doen aan het idee. Citeren van meer dan vijf tot tien regels is niet toegestaan. De geciteerde tekst wordt tussen aanhalingstekens geplaatst. Van geciteerde tekst wordt de bron (auteur, titel, datering) vermeld en wel zodanig dat elke lezer de bron erop kan naslaan. Voor internetpagina’s wordt daarnaast het volledige adres gegeven van de pagina (‘s) waarop de het citaat is terug te lezen. Het parafraseren, dat wil zeggen het in je eigen woorden weergeven van een passage van een andere auteur, is zonder bronvermelding niet toegestaan. De maatregelen bedoeld in het eerste lid die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: Het toekennen van het cijfer 1 voor een SE-toets, een CE-toets of het PWS. Het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het SE of het CE. Het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE of het CE. Het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het CE legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het CE, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie.
III.1.1.
III.1.2. III.1.2.a. III.1.2.b.
III.1.2.c. III.1.2.d. III.1.2.e. III.1.2.f. III.1.2.g. III.1.2.h. III.1.2.i. III.1.2.j. III.1.3. III.1.3.a. III.1.3.b. III.1.3.c. III.1.3.d.
-8-
III.1.3.e.
III.1.4.
III.1.5.
III.2. III.2.1.
III.2.2.
III.2.3.
III.2.4.
Alvorens een beslissing ingevolge art. III.1. wordt genomen, hoort de examensecretaris de kandidaat en informeert hij de rector. De kandidaat kan zich, indien hij minderjarig is, door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De examensecretaris deelt de beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in art III.1.4 en III.1.5. Deze mededeling wordt in afschrift toegezonden aan de kandidaat of als de kandidaat minderjarig is, aan zijn wettelijke vertegenwoordigers. De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector en examensecretaris in beroep gaan bij de voltallige directie. Dat beroep moet binnen drie werkdagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de voltallige directie worden ingediend. De voltallige directie doet binnen een week uitspraak. In deze schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in III.1.5. De kandidaat, met zijn ouder(s)/verzorger(s) indien hij minderjarig is, kan tegen een beslissing van de voltallige directie in beroep gaan bij de door het Bestuur ingestelde Commissie van Beroep (Postadres: Postbus 163, 1270 AD Huizen). Het beroep wordt binnen vijf werkdagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de Commissie van beroep ingediend. De Commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepschrift, tenzij zij deze termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De Commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het (eind)examen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van III.1.3.d. De Commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de wettelijke vertegenwoordigers als de kandidaat minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie. Afwijking wijze van examineren De rector kan toestaan dat een kandidaat met een beperking het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de rector de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Tenzij er sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt t.a.v. hetgeen in de eerste volzin van dit lid staat, dat er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld. Zie ook bijlage 2. Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd én voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde of tot enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften vermeld in het examenbesluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt de afwijking, genoemd in III.2.1, medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover dit het CE betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het CE met ten hoogste 30 minuten. Een andere aanpassing kan slechts worden toegestaan voor zover daartoe in de onder III.2.1 genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt de afwijking, genoemd in III.2.2, medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover dit het CE betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het CE met ten hoogste 30 minuten.
-9-
III.3. III.3.1.
III.3.2.
Ontheffing en vrijstelling Het bevoegd gezag kan een leerling op het vwo op diens verzoek ontheffing verlenen voor het volgen van onderwijs en dus het doen van examen in de tweede moderne vreemde taal in de volgende gevallen: 1. de leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal; 2. de leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse of de Friese taal; 3. de leerling volgt onderwijs in het profiel Natuur en techniek of het profiel Natuur en gezondheid en het onderwijs in de taal verhindert naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding. In het eerste geval moet de leerling in het bezit zijn van een deskundigenverklaring. In alle gevallen kan ontheffing verleend worden als aangetoond kan worden dat het volgen van de tweede moderne vreemde taal een groot probleem vormt. Dit moet blijken uit cijfers van de talen, gebleken moeite en gebleken (extra) inspanning. Dit alles ter beoordeling van een commissie bestaande uit een directielid, de afdelingsleider, de orthopedagoog en de mentor. Bij ontheffing voor de tweede moderne vreemde taal wordt de taal vervangen door een van de vakken of programmaonderdelen uit het profieldeel of het vrije deel met een normatieve studielast van tenminste 440 uren, ter keuze van de leerling, voor zover het bevoegd gezag deze als zodanig aanbiedt Het bevoegd gezag kan een leerling op havo, vwo, of mavo ontheffing verlenen van het volgen van het onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding, indien de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen.
III.4.
Ziekte of bijzondere omstandigheden tijdens het examen
III.4.1. III.4.1.a.
Ziekte of bijzondere omstandigheden tijdens het SE In geval van ziekte dienen de ouders/verzorgers de school onmiddellijk, vóór aanvang van de toets, hiervan op de hoogte te stellen. Zodra een kandidaat die door ziekte een toets gemist heeft weer op school komt, dient hij een schriftelijke verklaring te geven aan de afdelingsleider. In deze verklaring, ondertekend door een van zijn ouders of verzorgers, moet de aard van de ziekte vermeld staan. Het bevoegd gezag kan van mening zijn dat een kandidaat niet in staat is geweest het SE af te sluiten door een van zijn wil onafhankelijke omstandigheid. De ouders/verzorgers stellen de school op de hoogte van de reden van verhindering. Zij doen dat op dezelfde dag waarop de verhindering zich voordoet. Een kandidaat heeft het recht het verzuimde werk in te halen indien aan de in lid a of in lid b genoemde voorwaarden is voldaan. Een gemist SE-onderdeel wordt ingehaald tijdens de eerstvolgende herkansingsperiode en kan niet worden herkanst. Indien meer dan één SE-onderdeel moet worden ingehaald, kan de afdelingsleider afwijken van hetgeen in de eerste volzin van dit lid is gesteld. De kandidaat die door ziekte of een bijzondere omstandigheid niet in staat is tijdig voor het CE1 zijn SE af te ronden, krijgt de gelegenheid het SE in een vak af te ronden na de aanvang van het CE1. De afronding dient te geschieden voor de datum waarop het CE van dit vak is gepland.
III.4.1.b.
III.4.1.c. III.4.1.d.
III.4.1.e.
Verzuimen/te laat komen tijdens het SE Aan een kandidaat die zonder geldige reden, dit ter beoordeling van de rector en de examensecretaris, een SE-zitting, een luistertoets of een mondeling tentamen van het SE verzuimt, wordt voor dit onderdeel het cijfer 1 toegekend. III.4.2.b. Een kandidaat die zonder geldige reden, dit ter beoordeling van de rector en de examensecretaris te laat komt bij een luistervaardigheidtoets of een mondeling van het SE wordt niet meer toegelaten en krijgt voor de betrokken toets het cijfer 1. III.4.2. III.4.2.a.
- 10 -
III.4.2.c.
III.4.2.d.
III.4.2.e.
Tegen een beslissing als genoemd in III.4.2.a en III.4.2.b kan een kandidaat beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep (zie I.13). Voor nadere aanduiding en beroepsprocedure zie onder III.1.4 en 5. Voor andere dan de onder III.4.2.b. genoemde SE-toetsen geldt dat een kandidaat die zonder geldige reden, dit ter beoordeling van de rector en de examensecretaris, te laat komt, nog tot maximaal een kwartier na het begin van de zitting wordt toegelaten. Hij krijgt geen extra tijd aan het eind van de deze zitting en meldt zich diezelfde dag nog bij zijn afdelingsleider. De kandidaat aan wie op grond van artikel III.4.2.a of b voor een toets het cijfer 1 werd toegekend kan voor één toets per periode gebruik maken van de herkansingsdatum om het cijfer 1 ongedaan te maken. Indien hij daarvan gebruik maakt, vervalt het recht op herkansing van een andere toets.
Ziekte, bijzondere omstandigheden, te laat komen bij het CE De regels voor ziektemelding tijdens het CE zijn gelijk aan die bij het SE (zie III.4.1.a en b). III.4.3.b. Het onder III.4.1.c vermelde is ook van toepassing op het CE. Een kandidaat die tijdens het CE meer dan een half uur te laat komt, mag niet meer tot de zitting worden toegelaten. De kandidaten die in het eerste tijdvak om een geldige reden een of meer zittingen van het CE1 hebben gemist, kunnen tijdens CE2 proberen alsnog te komen tot het afronden van hun examen. Mocht dat ook na CE2 niet gelukt zijn, dan kunnen zij gebruik maken van het CE3, een zitting van het staatsexamen. III.4.3. III.4.3.a.
III.4.4. III.4.4.a.
III.4.4.b.
III.5.
Spreiding voltooiing eindexamen Bij langdurige ziekte kan het bevoegd gezag, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen, het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen. Het bevoegd gezag geeft zijn toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag afwijken van de eerste volzien ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd. Examenwerk, inzage, bewaren en beroep over de beoordeling
CE-werk Werk dat voor een CE gemaakt is mag de school niet verlaten en dus niet teruggegeven worden. Wel ligt het 6 maanden ter inzage bij de administratie. III.5.1.b. Een kandidaat kan van het inzagerecht gebruik maken om te zien welke fouten in het examenwerk zijn gemaakt. Het recht op inzage van het CE werk houdt niet het recht op een 3e correctie in. De eerste en tweede corrector bepalen samen het cijfer voor het CE. III.5.1.c. Indien een kandidaat het met de beoordeling van het werk niet eens is, kan hij binnen drie werkdagen na bekend worden van het resultaat schriftelijk beroep aantekenen bij de voorzitter en de examensecretaris. Deze overleggen met de overige directieleden en nemen gezamenlijk een beslissing met meerderheid van stemmen. Tegen een dergelijke beslissing kan de kandidaat beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep (zie I.13). Voor nadere aanduiding en beroepsprocedure zie onder III.1.4 en 5. III.5.1. III.5.1.a.
III.5.2. III.5.2.a. III.5.2.b.
SE-werk Een kandidaat heeft het recht gemaakt examenwerk voor het SE in te zien. Indien een kandidaat na een gesprek met de desbetreffende docent het met de beoordeling van het werk niet eens is, kan hij binnen drie werkdagen na bekend worden van het resultaat schriftelijk beroep aantekenen bij de voorzitter en de examensecretaris. Deze overleggen met de overige directieleden en nemen
- 11 -
III.5.2.c.
III.5.2.d.
gezamenlijk een beslissing met meerderheid van stemmen. Tegen een dergelijke beslissing kan de kandidaat beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep (zie I.13). Voor nadere aanduiding en beroepsprocedure zie onder III.1.4 en 5. Het profielwerkstuk, c.q. het sectorwerkstuk, centraal ingeleverde handelingsdelen, onderdelen van het schrijf- en leesdossier worden door de school verzameld in het examendossier dat de kandidaat bij het behalen van zijn diploma krijgt uitgereikt. Gemaakte toetsen voor het SE met de daarop vermelde beoordeling worden door de docent in elk geval bewaard tot na de in IV.8.1. vermelde rapportage.
IV.
Regels ten aanzien van het SE
IV.1.
Programma van toetsing en afsluiting (PTA) Het SE wordt afgenomen in de laatste twee jaar van havo en mavo, in de laatste drie jaar van het vwo en wordt afgesloten in het laatste leerjaar voor de aanvang van het CE1, met uitzondering van hetgeen in III.4.1.e is vermeld. In het laatste leerjaar zijn er drie toetsperiodes. Tijdens elke periode vinden toetsen plaats. In het PTA van de verschillende afdelingen wordt vermeld welke toetsen wanneer plaatsvinden.
IV.1.1.
IV.1.2.
IV.2. IV.2.1. IV.2.1.a.
IV.2.1.b. IV.2.1.c. IV.2.1.d. IV.2.1.e. IV.2.1.f.
IV.3. IV.3.1. IV.3.1.a. IV.3.1.b. IV.3.1.c. IV.3.1.d.
IV.4. IV.4.1. IV.4.2. IV.4.3. IV.4.4.
IV.4.4.a.
Toetsen en toetsvormen bij het SE vwo en havo Tijdens het SE kunnen er de volgende toetsen en toetsvormen zijn: Diagnostische toetsen. Zij worden door de examinator aan de kandidaat op diens verzoek verstrekt. Zij kunnen worden becijferd, het behaalde cijfer telt echter op geen enkele wijze mee bij het SE. Tussentoetsen, schriftelijke toetsen met open of gesloten vragen. Eindtoetsen, hetzij in schriftelijke vorm, met open of gesloten vragen, hetzij in mondelinge vorm. Praktische opdrachten. Handelingsdelen (HD). Voor het havo en het vwo een profielwerkstuk (PWS), dat betrekking heeft op twee vakken. Het hoofdvak maakt deel uit van het totale pakket van de leerling en heeft een minimale studielast van 320 op de havo en 440 op het vwo. Het PWS wordt becijferd; het cijfer maakt deel uit van het combinatiecijfer. Het PWS wordt afgerond in het laatste leerjaar havo en vwo. Toetsen en toetsvormen bij het SE mavo Tijdens het schoolexamen zijn er de volgende toetsen en toetsvormen. Toetsen, hetzij in schriftelijke vorm, met open of gesloten vragen, hetzij in mondelinge vorm. Praktische opdrachten (PO). Handelingsdelen (HD). Een sectorwerkstuk (SWS). Aan dit werkstuk dienen leerlingen in tweetallen te werken, gedurende 20 klokuren. Het SWS wordt afgerond in het laatste leerjaar. Beoordeling van de verschillende toetsvormen De toetsen worden beoordeeld met een cijfer dat uitgedrukt wordt met één decimaal. Het cijfer wordt de kandidaat zo spoedig mogelijk medegedeeld. De kandidaat kan bezwaar aantekenen tegen het cijfer binnen één week na bekendmaking. PO’s worden eveneens beoordeeld met een cijfer dat uitgedrukt wordt met één decimaal. Het cijfer wordt de kandidaat meegedeeld uiterlijk één maand na de datum waarop de PO werd ingeleverd. Aan een PO die niet binnen de door de examinator vastgestelde termijn wordt ingeleverd, wordt het cijfer 1 toegekend, tenzij er bijzondere redenen zijn die het tijdig
- 12 -
IV.4.5.
IV.4.5.a. IV.4.5.b.
IV.4.5.c. IV.4.5.d.
IV.5. IV.5.1. IV.5.2. IV.5.3. IV.5.4.
IV.6.
inleveren onmogelijk maken. Dit laatste is ter beoordeling van de rector en de secretaris van de betreffende examencommissie. Een HD en het SWS worden niet beoordeeld met een cijfer. De beoordeling zal uiteindelijk “goed” of “voldoende” moeten luiden, anders kan een leerling niet deelnemen aan het CE. Het PWS wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer maakt deel uit van het combinatiecijfer. (zie art. IV.8) Handelingsdelen, het PWS en het SWS behoren door kandidaten binnen de door de examinator vastgestelde termijn te worden ingeleverd. Voor het PWS en het SWS gelden twee termijnen: een inlevermoment en een eindpresentatie. Indien de kandidaat zich niet houdt aan de hiervoor gestelde termijnen stelt de examinator de desbetreffende eindexamensecretaris daarvan binnen 2 dagen op de hoogte. De laatste neemt in overleg met de rector onmiddellijk passende maatregelen. Deze kunnen ondermeer inhouden dat het werk op school wordt afgerond en/of dat aftrek van punten plaatsvindt. Indien er bijzondere redenen zijn die het nakomen van de termijnen onmogelijk maken, dit laatste ter beoordeling van de rector en de betreffende eindexamensecretaris, kunnen genoemden afwijken van hetgeen hierboven is gesteld. De beoordeling van handelingsdelen wordt door de examinator uiterlijk één maand na inlevering aan de kandidaat medegedeeId. Indien ingeval van een HD en een SWS de beoordeling volgens de examinator niet “voldoende” of “goed” kan luiden, dan stelt hij de kandidaat en de eindexamensecretaris hiervan onmiddellijk en met redenen omkleed op de hoogte. Tevens geeft hij aan op welke wijze de kandidaat alsnog de vereiste beoordeling kan verkrijgen en, na overleg met de eindexamensecretaris, binnen welke termijn dat dient te geschieden. Toetsperiodes Toetsperiodes kunnen steeds zoveel dagen beslaan als roostertechnisch noodzakelijk is. In het eindexamenjaar van alle afdelingen zijn er drie toetsperioden. In de overige leerjaren zijn er vier toetsperioden. Tijdens een toetsperiode kan een leerling maximaal drie toetsen per dag afleggen. Voor elke toetsperiode wordt tijdig een rooster gepubliceerd. Toetsen kunnen worden afgenomen op schooldagen tussen 8.00 uur en 18.00 uur. Herkansingsregeling SE
Algemene regels Voor 4 mavo, 5 havo en 6 vwo geldt de regel: na elke toetsperiode is er één herkansingsmogelijkheid (zie ook IV.6.3.c en IV.6.3.d). Voor 4 havo en voor 4 en 5 vwo geldt: na T2 kunnen twee toetsen worden herkanst, naar keuze uit T1 en/of T2; na T4 kunnen twee toetsen worden herkanst, naar keuze uit T3 en/of T4. IV.6.1.b. Een toets mag maximaal eenmaal worden herkanst. Een toets kan bestaan uit meer dan één onderdeel. Bij herkansing wordt de gehele toets herkanst en niet slechts één van de onderdelen. De toetsen van de vakken Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans van de eerste twee perioden in 4 Havo mogen niet worden herkanst. IV.6.1.c. Het recht op herkansing kan worden verspeeld door onvoldoende werken en onwettig verzuim. De rector en de eindexamensecretaris kunnen, na overleg met de betrokken examinator(en), beslissen de kandidaat het recht op een herkansing voor één of meer vakken te ontnemen. De eindexamensecretaris stelt de ouders/verzorgers van de betrokken kandidaat, met redenen omkleed, van deze beslissing op de hoogte. Tegen de genomen beslissing kan de kandidaat in beroep gaan bij de in I.12 genoemde Commissie van Beroep. Voor nadere aanduiding en beroepsprocedure zie onder III.1.4 en 5. IV.6.1. IV.6.1.a.
- 13 -
IV.6.1.d. IV.6.1.e. IV.6.1.f.
IV.6.1.g.
In bijzondere gevallen, ter beoordeling van de rector en de examensecretaris, kan van de in het vorige lid vermelde regeling worden afgeweken. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij de eerder afgelegde toets geldt als definitief cijfer voor die toets. Kandidaten die door ziekte of een bijzondere omstandigheid verhinderd waren tijdens een toetsperiode deel te nemen aan een toets, halen het SE-onderdeel tijdens de eerstvolgende herkansingsperiode in. Het gemiste SE-onderdeel kan niet alsnog worden herkanst. Indien meer dan één SE-onderdeel moet worden ingehaald, kan de afdelingsleider afwijken van hetgeen in de eerste twee volzinnen van dit lid is gesteld. Herkansingskandidaten die op de geplande herkansingsdatum ziek zijn, halen deze herkansing in overleg met de afdelingsleider zo spoedig mogelijk in. Kandidaten kunnen slechts één maal per cursusjaar van dit recht gebruik maken. De gemiste toets wordt ingehaald in overleg met de afdelingsleider, zodra de kandidaat weer beter is.
Specifieke regels voor de herkansingen van de mavo In het PTA staat per vak vermeld welke toetsen mogen worden herkanst. Handelingsdelen en het sectorwerkstuk vallen niet onder de herkansingsregeling. IV.6.2.b. Beide onderdelen worden niet met een cijfer beoordeeld. Zij moeten voor de aanvang van het CE met “voldoende” of met “goed” worden beoordeeld. In de praktijk betekent dit dat beide onderdelen net zo vaak worden overgemaakt totdat die beoordeling gegeven kan worden. IV.6.2. IV.6.2.a.
Specifieke regels voor de herkansingen van vwo en havo In het PTA staat per vak vermeld welke toetsen mogen worden herkanst. De eindtoetsen kunnen maximaal één maal worden herkanst. Van T3 kunnen de kandidaten in 5 havo en 6 vwo maximaal twee eindtoetsen herkansen. Eén van die herkansingen van T3 mag tevens worden gebruikt voor de herkansing van de laatst gemaakte toets (in zijn soort) voor een vak uit een eerdere periode, mits deze eindtoets niet al eerder werd herkanst. IV.6.3.d. Per schooljaar mag één herkansbare PO, waaronder begrepen het PWS, worden herkanst. De kandidaat doet daartoe een aanvraag bij zijn afdelingsleider. De datum waarop deze herkansing uiterlijk plaats gevonden moet hebben, wordt door de afdelingsleider vastgesteld. IV.6.3.e. Handelingsdelen en de vakken CKV en LO vallen niet onder de herkansingsregeling. IV.6.3.f. Handelingsdelen en de vakken CKV en LO worden niet met een cijfer beoordeeld. Zij moeten voor de aanvang van het CE met een beoordeling “voldoende” of “goed” worden afgesloten. In de praktijk betekent dat dat deze onderdelen net zo vaak worden overgemaakt totdat die beoordeling gegeven kan worden. IV.6.3. IV.6.3.a. IV.6.3.b. IV.6.3.c.
IV.7. IV.7.1.
IV.7.2. IV.7.3.
IV.8. IV.8.1.
Herexamen SE (havo en vwo) Voor een aantal vakken (Spaans, BSM, WiD) en voor de vakken in het combinatiecijfer (godsdienst, maatschappijleer, ANW, KCV en het PWS) is er alleen een SE, geen CE en dus ook geen mogelijkheid tot cijferverbetering bij het CE. Voor één van die vakken is er de mogelijkheid in het laatste examenjaar één herexamen af te leggen, ook na eventuele herkansingen voor onderdelen. Uitgesloten zijn PO’s (waaronder het PWS). Het recht op het afleggen van een herexamen kan worden verspeeld door onvoldoende werken en/of door onwettig verzuim. De procedure die wordt gevolgd is identiek aan hetgeen beschreven is in art. IV.6.1.c en d. De examencommissie stelt vast uit welke onderdelen het herexamen bestaat en hoe het cijfer wordt bepaald. Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen en bij het eerder afgelegde SE geldt als eindcijfer. Vastleggen cijfers SE (voor beroep tegen SE-cijfers zie: III.5.2) Na elke toetsperiode ontvangen de kandidaten ter controle een schriftelijke rapportage
- 14 -
IV.8.2.
IV.8.3. IV.8.4. IV.8.5. IV.8.6.
IV.8.7.
van de meest recente bij het SE behaalde resultaten. De eindcijfers SE worden zo spoedig mogelijk na afronding van een vak schriftelijk aan de kandidaten medegedeeld. Uiterlijk één week voor de aanvang van het CE beschikt de kandidaat over alle eindcijfers van het SE. Het SE wordt afgesloten in de loop van het laatste leerjaar, doch uiterlijk voor de aanvang van het CE. Een uitzondering op deze regel wordt genoemd onder III.4.1.e. Voor sommige vakken kan de afsluiting plaatsvinden in een eerder leerjaar dan genoemd wordt in het vorige lid. Het eindcijfer van een vak dat uitsluitend een SE kent wordt uitgedrukt in een cijfer uit de schaal van 1 tot en met 10. Een eindcijfer van een vak dat uitsluitend een SE kent en waarbij, voor de afronding naar een geheel cijfer, de laatste twee decimalen eindigen op 45 of hoger wordt naar boven afgerond tot een heel cijfer. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de zgn. ‘kleine vakken’ die met een cijfer op de cijferlijst staan. Ook het combinatiecijfer wordt op de cijferlijst vermeld. Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij liggende gehele getal . Het gaat om de volgende vakken: VWO Profielwerkstuk Maatschappijleer Godsdienst ANW KCV
IV.8.8.
HAVO Profielwerkstuk Maatschappijleer Godsdienst
In de slaag/zakregeling telt het combinatiecijfer mee. Indien één van de onderdelen van het combinatiecijfer een drie of lager is, is de leerling niet geslaagd, zelfs als het gemiddelde (het combinatiecijfer) een zes of hoger is. Een leerling in 4 havo of 5 havo die eerder in 4 vwo het vak ANW en/of het vak KCV heeft afgesloten mag het behaalde cijfer laten meetellen in het combinatiecijfer. De leerling beslist hierover in uiterlijk in klas 5, op het moment genoemd in art. IV.8.2. Indien in een vak tevens een CE plaatsvindt, wordt het eindcijfer SE uitgedrukt met één decimaal achter de komma. Indien de tweede decimaal een 5 of hoger is, wordt de eerste decimaal naar boven afgerond. De afronding naar één decimaal vindt slechts plaats aan het einde van de berekening.
V.
Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van het examenbesluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht.
VI.
Niet voorzien In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector met de andere directieleden en de examensecretaris. Tegen een dergelijke beslissing kan de kandidaat beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep (zie I.13). Voor nadere aanduiding en beroepsprocedure zie onder III.1.4. en III.1.5.
- 15 -
Bijlage 1. Sectoren, profielen en examenvakken Elke sector van de mavo en elk profiel van havo/vwo hebben een verplicht gemeenschappelijk deel, een sector- of een profieldeel met verplichte vakken en een vrij deel. Sommige vakken hebben alleen een SE. Sectoren en eindexamenvakken MAVO Het gemeenschappelijk deel: Nederlandse taal en letterkunde, SE en CE Engelse taal en letterkunde, SE en CE Maatschappijleer, alleen SE Kunstvak 1, alleen SE Lichamelijke opvoeding, alleen SE Er zijn 4 sectordelen, met verplichte vakken. Techniek
Zorg en Welzijn Biologie
Wiskunde NaSk1 (Natuurkunde) Aardrijkskunde of Geschiedenis
Economie
Landbouw
Economie
Wiskunde
Wiskunde of Duits of Frans
NaSk1 (Natuurkunde) of Biologie
In het vrije deel kiest elke kandidaat nog twee vakken. Dat kunnen alle vakken zijn die voorkomen in de sectordelen. Bovendien kunnen kandidaten die het vak NaSk1 (Natuurkunde) volgen ook het vak NaSk2 (Scheikunde) kiezen. Ook kan het vak Tekenen als examenvak gekozen worden. Het vak tekenen – officieel Kunstvakken 2, Beeldende vakken -Tekenen, genoemd – is met ingang van het cursusjaar 2004-2005 als examenvak ingevoerd. Het vak maatschappijleer is een vak met alleen een SE. Bij de bepaling van de eindexamenuitslag telt het vak echter als een volwaardig eindexamenvak mee.
- 16 -
Profielen en examenvakken HAVO Profieldelen Natuur en Techniek = NT Natuur en Gezondheid = NG Economie en Maatschappij = EM Cultuur en Maatschappij = CM
NT
NG
EM
Gemeenschappelijk Nederlands deel Engels Maatschappijleer Lich. Opvoeding CKV
Nederlands Engels Maatschappijleer Lich. Opvoeding CKV
Nederlands Engels Maatschappijleer Lich. Opvoeding CKV
Nederlands Engels Maatschappijleer Lich. Opvoeding CKV
Profielvakken Verplicht
Wiskunde A of Wiskunde B Biologie Scheikunde
Wiskunde A of Wiskunde B Economie Geschiedenis
Geschiedenis
M&O Aardrijkskunde Duits of Frans
Aardrijkskunde (M) Economie (M) Kunstvak (C) Duits of Frans (C)
Wiskunde B Natuurkunde Scheikunde
Profielkeuze vak NT1 uit 2 NG 1 uit 2 EM 1 uit 3 CM 1 x M + 1x C
Biologie
Aardrijkskunde Natuurkunde
Keuze examenvak
Economie Duits/Frans Spaans Kunstvak Biologie Geschiedenis BSM M&O Aardrijkskunde
Economie Duits/Frans Spaans Kunstvak
Duits/Frans Spaans Kunstvak Biologie
CM
Frans of Duits
Economie Duits/Frans Spaans Kunstvak Biologie
Geschiedenis BSM M&O Aardrijkskunde Natuurkunde
BSM M&O Aardrijkskunde
BSM M&O Aardrijkskunde Wiskunde A
Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Vrij deel
Godsdienst Maatsch. stage Werkweek Begeleiding OVO Extra ex. vak
Godsdienst Maatsch. stage Werkweek Begeleiding OVO Extra ex. vak
Godsdienst Maatsch. stage Werkweek Begeleiding OVO Extra ex. vak
Godsdienst Maatsch. stage Werkweek Begeleiding OVO Extra ex. Vak
- 17 -
Profielen en examenvakken VWO Profieldelen Natuur en Techniek = NT Natuur en Gezondheid = NG Economie en Maatschappij = EM Cultuur en Maatschappij = CM
NT
NG
EM
CM
Gemeenschappelijk Nederlands deel Engels Frans of Duits Maatschappijleer Lich. Opvoeding CKV of KCV ANW
Nederlands Engels Frans of Duits Maatschappijleer Lich. Opvoeding CKV of KCV ANW
Nederlands Engels Frans of Duits Maatschappijleer Lich. Opvoeding CKV of KCV ANW
Nederlands Engels Frans of Duits Maatschappijleer Lich. Opvoeding CKV of KCV ANW
Profielvakken Verplicht
Wiskunde A of Wiskunde B Economie Geschiedenis
Wiskunde C of Wiskunde A
Natuurkunde Scheikunde
Wiskunde A of Wiskunde B Biologie Scheikunde
Profielkeuze vak NT 1 uit 2 NG 1 uit 2 EM 1 uit 3 CM 1 x M + 1x C
Wiskunde D Biologie
Aardrijkskunde Natuurkunde
M&O Aardrijkskunde Duits of Frans
Aardrijkskunde (M) Economie (M) Kunstvak (C) Duits of Frans
Keuze examenvak
Economie Duits/Frans/ Spaans Kunstvak Wiskunde D Biologie M&O Geschiedenis Aardrijkskunde
Economie Duits/Frans/ Spaans Kunstvak Wiskunde D (naast wisk. B) Natuurkunde M&O Geschiedenis Aardrijkskunde
Aardrijkskunde
Aardrijkskunde
Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Vrij deel
Godsdienst Maatsch. stage Werkweek Begeleiding OVO Extra ex. vak
Godsdienst Maatsch. stage Werkweek Begeleiding OVO Extra ex. vak
Godsdienst Maatsch. stage Werkweek Begeleiding OVO Extra ex. vak
Godsdienst Maatsch. stage Werkweek Begeleiding OVO Extra ex. Vak
Wiskunde B
- 18 -
Duits/Frans/ Spaans Kunstvak Wiskunde D (naast wisk. B) Biologie M&O
Geschiedenis
Economie Duits/Frans/ Spaans Kunstvak
Biologie M&O
Bijlage 2. Toegestane hulpmiddelen bij het CE Basispakket hulpmiddelen toegestaan bij ieder schriftelijk examen, ongeacht de afdeling: schrijfmateriaal tekenpotlood eendelig verklarend woordenboek Nederlands of een woordenboek Nederlands naar en Nederlands vanuit een vreemde taal liniaal met millimeterverdeling passer en geometrische driehoek vlakgum elektronisch rekenapparaat; deze apparaten moeten op batterijen werken, mogen tijdens het examen niet opgeladen worden, mogen geen geluidsoverlast bezorgen, niet voorzien zijn van een schrijfrol, alarminstallatie of zend- en/of ontvangstmogelijkheden; zij moeten bovendien alfanumeriek zij en mogen geen grafieken kunnen weergeven in een afleesvenster. Voor de minimale mogelijkheden van de rekenmachine raadpleeg je je docent. Specifieke hulpmiddelen toegestaan bij de vermelde vakken In de onderstaande tabel worden alleen die hulpmiddelen vermeld die door kandidaten zelf moeten worden meegenomen. MAVO woordenboek woordenboek -
HAVO NE woordenboek FA DU EN woordenboek WI graf. rekenmachine NA graf. rekenmachine BINAS, 5e druk SK (Nask2) Binas mavo kgt graf. rekenmachine BINAS, 5e druk NA (Nask1) Binas mavo kgt BI BINAS, 5e druk EC M&O graf. rekenmachine
VWO woordenboek woordenboek graf. rekenmachine graf. rekenmachine BINAS, 5e druk graf. rekenmachine BINAS, 5e druk BINAS, 5e druk graf. rekenmachine graf. rekenmachine
Bij Aardrijkskunde is op havo en vwo de Grote Bosatlas (52e of 53e druk) toegestaan. De school zorgt ervoor dat de atlas bij aanvang van een toets aanwezig is. De computer kan worden gebruikt als schrijfgerei of als hulpmiddel voor kandidaten met een beperking. Het gebruik van een digitaal woordenboek is niet toegestaan. De rector beslist, aan de hand van het deskundigenrapport omtrent de beperking van de kandidaat, of de kandidaat recht heeft op gebruik van een computer.
- 19 -
Bijlage 3. Uitslagregeling MAVO Voorwaarde om te kunnen slagen: CE is gemiddeld 5,5 of hoger. Als aan deze voorwaarde is voldaan, bepalen de eindcijfers de uitslag als volgt: alle vakken 6 of hoger Geslaagd
1x5 2 x 5 of 1 x 4
Geslaagd Indien tevens wordt voldaan aan alle hieronder genoemde aanvullende voorwaarden. Geslaagd Indien minstens 1 vak het eindcijfer 7 heeft en Indien tevens wordt voldaan aan alle hieronder genoemde aanvullende voorwaarden
Aanvullende voorwaarden: Het kunstvak en lichamelijke opvoeding moeten met “voldoende” of “goed” beoordeeld zijn. Het sectorwerkstuk moet met “voldoende” of “goed” beoordeeld zijn. NB 1: Maatschappijleer telt als een volwaardig vak mee. Een onvoldoende telt dus als een echte onvoldoende mee en je kan er dus door zakken. Een 7 of hoger daarentegen kan meetellen als compensatie als je 2x5 of 1x4 als onvoldoende cijfers hebt. Je kan daardoor alsnog slagen. HAVO en VWO Voorwaarde om te kunnen slagen: CE is gemiddeld 5,5 of hoger. Als aan deze voorwaarde is voldaan, bepalen de eindcijfers de uitslag als volgt: alle vakken 6 of hoger Geslaagd
1x5 1x4 2x5 1x5, 1x4
Geslaagd Geslaagd, Indien de rest 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is Geslaagd, Indien de rest 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is Geslaagd, Indien de rest 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is.
Aanvullende voorwaarden: De ondergrens voor de afzonderlijke onderdelen van het combinatiecijfer is 4. Het combinatiecijfer (het gemiddelde van de afzonderlijke onderdelen) telt mee in bovenstaande regeling. De vakken CKV en LO moeten met “voldoende” of “goed” beoordeeld zijn. Belangrijk: M.i.v. het examen 2013 geldt als aanvullende voorwaarde: voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag ten hoogste één 5 als eindcijfer behaald zijn om nog te kunnen slagen. Bij meer dan één 5 of een 4 of lager voor deze vakken is de leerling gezakt. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één 5 voor Nederlands en Engels behaald mag worden. Belangrijk: Naar verwachting zal m.i.v. het examen 2014 een rekentoets onderdeel uitmaken van het examen en in de uitslagregeling opgenomen worden. Het eindcijfer van de rekentoets moet ten minste een 5 zijn.
- 20 -
Bijlage 4. Regels voor de overgang uit 4 vwo en 4 havo, 5 vwo De regels voor de overgang zijn in principe gelijk aan de zak/slaagregeling voor het CE. Geen onvoldoendes over 1x 5 over 1x 4 over, indien de rest 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. 2x 5 over, indien de rest 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. 1x 5 en 1x 4 over, indien de rest 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. In alle gevallen gelden de volgende aanvullende voorwaarden: • 4 havo: MA en GD vormen bij de overgang het combinatiecijfer • 4 vwo: ANW, GD en KCV vormen bij de overgang het combinatiecijfer • 5 vwo: MA, GD, ANW en KCV vormen bij de overgang het combinatiecijfer In alle gevallen geldt: • Elk onderdeel moet minimaal het cijfer 4 hebben. • Het combinatiecijfer moet minimaal 5 of hoger zijn. • Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij liggende gehele getal. • De vakken CKV en LO moeten als voldoende of goed zijn beoordeeld. • Alle handelingsdelen dienen als voldoende of goed te zijn beoordeeld. Bijlage 5. Doubleren in de Vernieuwde Tweede Fase Doubleren in 4 havo, 4 vwo en 5 vwo: 1. Een vak met een CE wordt altijd in zijn geheel overgedaan. 2. Het vak LO wordt altijd opnieuw gevolgd. 3. Een SE-vak dat het afgelopen jaar met een 7 of hoger is afgesloten, hoeft niet opnieuw te worden gevolgd. De cijfers van de afgesloten vakken uit daaraan voorafgaande jaren blijven staan. 4. Leerlingen hebben het recht de onderdelen van een afgesloten vak over te doen, indien zij menen dat zij hun resultaat kunnen verbeteren. De betrokken docent en de afdelingsleider overleggen en beslissen hoe het cijfer tot stand komt. 5. Culturele activiteiten bij CKV behoeven niet opnieuw te worden gedaan. Indien het vak werd afgerond met “goed” of “voldoende”, behoeft de leerling het vak niet meer te volgen. Indien het vak echter bij het doubleren niet met “goed” of “voldoende” werd beoordeeld, maar met “onvoldoende” dient de leerling de betreffende module(s) alsnog te volgen en voldoende af te sluiten. 6. Handelingsdelen mogen blijven staan (mits voldoende) of kunnen opnieuw worden gedaan. Soms acht een sectie het noodzakelijk dat een handelingsdeel opnieuw wordt gedaan. 7. Praktische opdrachten (PO) mogen blijven staan (mits voldoende) of kunnen opnieuw worden gemaakt. Het hoogste cijfer telt. Soms acht een sectie het noodzakelijk dat een PO opnieuw wordt gemaakt. 8. OVO-activiteiten behoeven niet opnieuw te worden gedaan, m.u.v. deelname aan de HvAdag in 4 havo. 9. Alle vanwege bovengenoemde zaken in het rooster vrijgekomen tijd wordt door de leerling op een zichtbare en zinvolle wijze op school ingevuld. De afdelingsleider draagt zorg voor de controle.
- 21 -
Doubleren in 5-havo en 6-vwo: 1. Een vak waarvoor geen vrijstelling geldt, wordt altijd in zijn geheel overgedaan (CE- en SEvakken). Van deze regel zijn de volgende toetsen uitgezonderd, mits het eerder behaalde cijfer 7.0 of hoger is: - spreek-, schrijf- en luistervaardigheid bij Engels, Frans, Duits en Spaans - voordracht, mondeling letterkunde en gedocumenteerd schrijven bij Nederlands 2. Het vak LO wordt altijd opnieuw gevolgd. 3. Een SE-vak dat het afgelopen jaar met een 7 of hoger is afgesloten, hoeft niet opnieuw te worden gevolgd. De cijfers van de afgesloten vakken uit daaraan voorafgaande jaren blijven staan. 4. Leerlingen hebben het recht de onderdelen van een afgesloten vak over te doen, indien zij menen dat zij hun resultaat kunnen verbeteren. De betrokken docent en de afdelingsleider overleggen hoe het cijfer tot stand komt. 5. Handelingsdelen mogen blijven staan (mits voldoende) of kunnen opnieuw worden gedaan. Soms acht een sectie het noodzakelijk dat een handelingsdeel opnieuw wordt gedaan. 6. Praktische opdrachten (PO) en het PWS mogen blijven staan (mits voldoende) of kunnen opnieuw worden gemaakt. Het hoogste cijfer telt. Soms acht een sectie het noodzakelijk dat een PO opnieuw wordt gemaakt. 7. Bij alle toetsen van alle vakken geldt: het hoogste cijfer van twee jaren telt. De toetsstof uit beide cohorten moet overeenkomen. De betrokken docent en de afdelingsleider overleggen en beslissen in geval van twijfel. 8. Uit de voorexamenjaren mogen twee toetsen worden herkanst. 9. Alle vanwege bovengenoemde zaken in het rooster vrijgekomen tijd wordt door de leerling op een zichtbare en zinvolle wijze op school ingevuld. De afdelingsleider draagt zorg voor de controle.
- 22 -
Lijst met gebruikte afkortingen CE CEVO
Centraal examen de door de minister ingestelde commissie voor de opgaven en de normen CE CM Cultuur en maatschappij, profiel EM Economie en maatschappij, profiel G Goed HD Handelingsdeel DUO-IB Groep Dienst Uitvoering Onderwijs LV Luistervaardigheid MC Meerkeuze vragen MVT Moderne vreemde taal NG Natuur en gezondheid, profiel NT Natuur en techniek, profiel PO Praktische opdracht PTA Programma van toetsing en afsluiting O Onvoldoende OVO Oriëntatie op vervolgopleidingen PWS Profielwerkstuk SE Schoolexamen SLU Studielasturen SV Schrijfvaardigheid SWS Sectorwerkstuk T Toetsperiode V Voldoende
- 23 -