Kiezen voor Havo-4 of Vwo-4 Schooljaar 2014 / 2015
KEUZEOOG 2014 / 2015 INHOUD A. B. C. D. E. F. G. H. I. J.
K. L. M.
Inleiding De gang van zaken De Tweede Fase Studielast De keuze voor Gymnasium VwoXTRA De keuze Ondersteuning van de leerlingen Overstappen van niveau Vervolgopleidingen De vakinhoud 1. Aardrijkskunde 2. Algemene Natuurwetenschappen 3. Biologie 4. Culturele en kunstzinnige vorming 5. Cultuurgeschiedenis 6. Duits 7. Economie 8. Engels 9. Filosofie 10. Frans 11. Geschiedenis 12. Grieks/Latijn 13. Informatica 14. Klassieke culturele vorming 15. Kunstvak beeldende vormgeving 16. Kunstvak muziek 17. Lichamelijke Opvoeding 18. Maatschappijleer 19. Management en Organisatie 20. Natuurkunde 21. Nederlands en Letterkunde 22. Scheikunde 23. Wiskunde op Havo 24. Wiskunde op Vwo Bevorderingsnormen derde klassen Woordenlijst Contact Profielkeuzeformulier Havo Profielkeuzeformulier Vwo-Atheneum Profielkeuzeformulier Vwo-Gymnasium Profielkeuzeformulier Vwo-AtheneumXTRA Profielkeuzeformulier Vwo-GymnasiumXTRA
KeuzeOOG 2014-2015
2
3 4 5 6 8 9 11 13 15 17 18 19 19 20 20 20 21 21 21 22 23 23 24 24 25 25 26 27 27 28 28 29 29 30 31 34 36
INLEIDING DE STAP NAAR Havo-4 en Vwo-4 Deze brochure is bedoeld voor leerlingen die nu in een derde klas zitten en voor hun ouders of verzorgers. Alle praktische informatie die nodig is bij het maken van de keuze voor de vierde klas is hierin te vinden.. Dit KeuzeOOG is tevens van belang voor leerlingen die vanuit Mavo/VMBO-TL of vanaf een andere school over willen stappen naar de Tweede Fase op Pantarijn Hollandseweg. De vraag waar het om draait is natuurlijk: Waar ga je na dit jaar naar toe: wordt het Havo-4 of Vwo-4? Of iets anders? Pantarijn is een school met een grote bovenbouw Havo en Vwo. Dit betekent dat je ook veel keuzemogelijkheden hebt. Dat is geen eenvoudige zaak. Een keuze maken doe je (gelukkig) niet alleen. Je ouders spelen daarbij een rol, maar ook je mentor, je leraren en je decaan. Toch is deze brochure, zeker in eerste instantie, vooral bedoeld voor jezelf. Want wie je ook helpt bij het maken van de keuze, jij bent degene die verder moet in het profiel en op het niveau (Havo, Vwo) dat je gekozen hebt. Het gaat over wat jij kunt en wilt en daar ben jij uiteindelijk verantwoordelijk voor. Het kan geen kwaad goed te luisteren en te reageren op adviezen, veel en gericht te vragen en niet te eenvoudig je zaakjes uit handen te geven. Het maken van een goede keuze is een belangrijke zaak en jòuw taak. Eerst wordt in dit KeuzeOOG uitleg gegeven over de Tweede Fase en het Studiehuis in het algemeen. Daarna beschrijven we de praktijk op onze school en de manier waarop wij het keuzeproces hebben ingericht. De inrichting van de bovenbouw Havo/Vwo is sinds enkele jaren veranderd door aanpassingen van de Tweede Fase en het studiehuis. Eén van de gevolgen is dat overstappen van Vwo naar Havo tijdens het schooljaar niet mogelijk is. Je kunt ook niet meer zo makkelijk vakken laten vallen of inruilen voor een ander vak. Dat benadrukt het belang van het maken van een goede en serieuze keuze.
Namens decanen, mentoren en teamleiders onderbouw en Tweede Fase wensen wij je veel succes en wijsheid toe bij het maken van je keuze. Gabriël Enkelaar, enKlaas Huijsman november 2014
KeuzeOOG 2014-2015
3
A.
DE GANG VAN ZAKEN
2014: Vanaf nov:
Werken met opdrachten rondom de keuze, klassikale keuzebegeleiding, werken aan PKWS (profielkeuzewerkstuk), start zoeken snuffelstageplek
24 en 25 nov:
Keuzedagen 1 en 2: start keuzeproces, start Profiel Keuze Werk Stuk (PKWS), BIT (Beroepen Interesse Test), werken met pantarijn.dedecaan.net, voorlichting nieuwe bovenbouw vakken, voorlichting van bovenbouwleerlingen
5 dec:
Inleveren voorlopige keuze: niveau, profiel, vakken in de vrije ruimte.
2015: Vanaf januari gaat de klassikale keuzebegeleiding over op een meer individuele begeleiding. Leerling, mentor en/of decaan gebruiken de tijd tot begin april om toe te werken naar een definitieve keuze. voor 16 jan:
Inleveren commentaar op de voorlopige keuze door de docenten
28,29 en 30 jan:
keuzeweek 2: snuffelstage, stage-terugkomdag, werken aan het PKWS, excursie Amsterdam/Keulen. De mentor bespreekt de commentaren met de leerlingen, de ouders krijgen een kopie van het woordrapport
9,10 en 11 feb.: Bespreekvergaderingen over de voorlopige keuze 19 feb:
brief met advies naar huis
Jan, feb, mrt:
individuele keuzegesprekken met mentor of decaan
9 april:
inleveren PKWS bij mentor
12 mei:
mentorspreekavond op uitnodiging mentor over 3e rapport en de voorlopige keuze
21 mei:
inleveren definitieve keuze van niveau, profiel en vakken
11 juni:
brief per post over geregistreerde keuze.
KeuzeOOG 2014-2015
4
B.
DE TWEEDE FASE
Aan het eind van de derde klas sluit je de onderbouw af. Daarna stap je van de eerste fase over naar de Tweede Fase van Havo en Vwo. Eerst zullen we je wat vertellen over de Tweede Fase in het algemeen. Daarna volgt informatie over de inrichting van de Tweede Fase op onze school.
STUDIEPROGRAMMA Het studieprogramma in de Tweede Fase van zowel Havo als Vwo is opgebouwd uit: 1. Het gemeenschappelijk deel • voor alle leerlingen gelijk, wèl met een verschil tussen Havo, Atheneum en Gymnasium; 2. Het profieldeel • keuze uit vier profielen • een aantal vakken is verplicht, bij een aantal vakken heb je een keuze 3. De vrije ruimte • bestaat uit een ‘verplicht’ deel (keuze voor examenvak) en een ‘vrij’ deel (keuze uit aanbod van vakken en activiteiten) • in de (verplichte) vrije ruimte moet je één examenvak kiezen • beperking: je keuze moet passen in het schoolrooster. De vier profielen heten, in overeenstemming met de richtingen waarop ze voorbereiden: • Cultuur en Maatschappij (CM) • Economie en Maatschappij (EM) • Natuur en Gezondheid (NG) • Natuur en Techniek (NT) Bij het maken van de keuze wordt voor de afkorting cm, em, ng of nt de afkorting geplaatst van de opleiding, die je volgt: Havo = h, Atheneum = a of Gymnasium = g. STUDIEHUIS Een ander aspect van de Tweede Fase is het 'Studiehuis'. Je zult minder lesuren hebben dan in de onderbouw, maar meer uren zelfstandig, individueel of in groepjes, op school werken. Die aanpak die is samen te vatten als: van onderwijzen (door de leraar) naar in toenemende mate zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het leren (door de leerling) via gevarieerde werkvormen. De tijd buiten de lesuren zul je op school vooral besteden aan verdieping van de onderwerpen uit de lessen en aan het maken van persoonlijke werkstukken. VAKKEN Achter in dit KeuzeOOG vindt je informatie over alle vakken in de Tweede Fase. In de Keuzeweken kun je voor een aantal vakken workshops volgen. Natuurlijk kun je ook bij je docent terecht om vragen over zijn of haar vak te stellen. EXAMENDOSSIER Het examen bestaat uit een landelijk deel (Centraal Examen, CE) en een deel dat door de school wordt georganiseerd: het schoolexamen (SE). Voor sommige vakken is er alleen een schoolexamen. Het schoolexamen wordt opgebouwd in de vorm van een examendossier. Niet alle onderdelen van het schoolexamen vinden in het laatste schooljaar plaats. Ook worden sommige vakken eerder dan in de eindexamenklas worden afgesloten. Het CE komt aan het eind van het laatste schooljaar, Havo-5 of Vwo-6. Je mag pas aan het CE deelnemen als het schooldossier helemaal klaar is. De toetsvormen in het schoolexamen, dus in je schooldossier, zijn: - schriftelijke toetsen met open en gesloten vragen - mondelinge toetsen - praktische opdrachten - presentaties - profielwerkstuk (een uitgebreide praktische opdracht waarbij één of meerdere vakken uit het vakkenpakket zijn betrokken). KeuzeOOG 2014-2015
5
C.
STUDIELAST
Havo: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs In Havo-4 en Havo-5 wordt het schooljaar opgesplitst in twee (rooster)tijdvakken. Dat betekent dat een vak in het eerste tijdvak een ander aantal uren kan hebben dan in het tweede. De studielast is op deze manier evenwichtig over de periodes verdeeld en je hebt niet te veel vakken per periode. In het algemeen geldt dat er niet zo veel variatie in de belasting zit over de verschillende periodes. Een overzicht van de verplichte vakken, de vier profielen en de (profiel)keuzevakken kun je achterin dit KeuzeOOG vinden.
Vakken met alleen een schoolexamen zijn: • • • • •
cultuurgeschiedenis culturele en kunstzinnige vorming informatica lichamelijke opvoeding maatschappijleer
Overige activiteiten in de vrije ruimte Hiervoor is een standaardpakket dat iedere leerling volgt. Je kunt dit aanvullen door andere of extra vakken of activiteiten te kiezen. De extra activiteiten zijn weergeven in de keuzelijst hieronder.
Havo: VRIJE RUIMTE STANDAARDPAKKET begeleidingsactiviteiten (mentorlessen) cultuurgeschiedenis buitenlandse reis in Havo-4 oriëntatie op studie en beroep profielwerkstuk
Havo: VRIJE RUIMTE EXTRA ACTIVITEITEN HAK/Pantarini’s leerlingenraad leerlingmentoraat onderbouw medezeggenschapsraad redactie schoolkrant ‘t SOET spelgroep/musicalgroep studiehuisraad tutorschap debatgroep
KeuzeOOG 2014-2015
6
Vwo: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs In Vwo- 4, 5 en 6 wordt het schooljaar opgesplitst in twee (rooster)tijdvakken. Dat betekent dat een vak in het eerste semester een ander aantal uren kan hebben dan in het tweede. Op deze manier is de studielast van de vakken evenwichtiger verdeeld en heb je minder verschillende vakken per periode. In het algemeen geldt dat er niet veel variatie in de belasting zit over de verschillende periodes. Binnen het Vwo kun je kiezen voor Gymnasium (als je ook Gymnasium hebt gedaan in de onderbouw) of Atheneum. Er zijn dan verschillen bij het gemeenschappelijk deel, het vrije deel en het profieldeel cm. Een overzicht van de verplichte vakken, de vier profielen en de (profiel)keuzevakken kun je achterin dit KeuzeOOG vinden.
Vakken met alleen een schoolexamen zijn: • • • • • • • •
algemene natuurwetenschappen cultuurgeschiedenis culturele en kunstzinnige vorming informatica klassieke culturele vorming lichamelijke opvoeding maatschappijleer wiskunde D
Overige activiteiten in de vrije ruimte Er is een standaardpakket voor alle leerlingen. Je kunt hiervan afwijken door andere of extra vakken of activiteiten te kiezen. De extra activiteiten zijn weergeven in de keuzelijst hieronder. Vwo: VRIJE RUIMTE STANDAARDPAKKET
begeleidingsactiviteiten (mentorlessen) buitenlandse reis Vwo-5 oriëntatie op studie en beroep profielwerkstuk werkweek Vwo-4
Vwo: VRIJE RUIMTE EXTRA ACTIVITEITEN debatgroep HAK/Pantarini’s leerlingenraad leerlingmentoraat onderbouw medezeggenschapsraad redactie schoolkrant ’t SOET spelgroep/musicalgroep studiehuisraad tutorschap
KeuzeOOG 2014-2015
7
D.
DE KEUZE VOOR Gymnasium
De meeste regelingen die gelden voor het Vwo-Atheneum, gelden ook voor het Vwo-Gymnasium. Die regelingen worden hier dan ook niet herhaald. Wél worden genoemd de regelingen die Gymnasium onderscheiden van Atheneum. • Je moet tenminste één klassieke taal kiezen • Je moet kcv kiezen • Je hebt geen cultuurgeschiedenis • Je mag een tweede vak kiezen in de vrije ruimte. De school heeft een inspanningsverplichting dit extra vak te honoreren, maar geeft niet de garantie dat het altijd mogelijk is • Op het keuzeformulier worden de verschillen met het Atheneum duidelijk Vwo-xtra…. In de onderbouw is Het Nieuwe Gymnasium afgestemd op Vwo leerlingen die wat meer aankunnen, wat meer willen en meer diepgang kunnen gebruiken. Dat betekent een ander onderwijsprogramma en een andere manier van werken dan in de HV klassen, met meer projecten, meer samenwerking tussen de vakken en extra keuze-modules. In de bovenbouw loopt de manier van werken van Het Nieuwe Gymnasium door in de Vwo-xtrastroom.
Alle Vwo-leerlingen in de 3e klas, dus ook de leerlingen in de 3G-klassen, krijgen voorlichting over zowel de Havo als de Vwo-opleiding. In praktijk gaan er meestal ook enkele leerlingen vanuit Gymnasium-3 naar Havo-4. Leerlingen uit 3 Gymnasium, die met het tweede rapport niet in de Acategorie van de bevorderingsnormen (zie pag. 28) zitten, moeten net als de Vwo-3-leerlingen een formulier inleveren waarop zij aangeven welke keuzes zij gaan maken als een bevordering naar Vwo4 aan het einde van het schooljaar niet mogelijk blijkt. Zij vullen zowel een Vwo- als een Havoformulier in, zodat de school bij de voorbereidingen voor het volgende schooljaar weet met welke pakketten rekening moet worden gehouden.
KeuzeOOG 2014-2015
8
VwoXTRA
E.
Net als bij Het Nieuwe Gymnasium in de onderbouw streven we met Vwoxtra naar talentontwikkeling voor Vwo-leerlingen die meer kunnen en willen dan het reguliere examenprogramma biedt. Het gaat hierbij om een brede ontwikkeling zowel op het gebied van lesinhoud (kennis) als op het gebied van persoonlijke kwaliteiten (eigenschappen) en vaardigheden. Vwoxtra kan gekozen worden door leerlingen uit G3 en uit H/V3. Voor toelating tot Vwoxtra geldt een toelatingsprocedure want er is plaats voor ongeveer 25 leerlingen, een positief advies van docenten is bovendien vereist. We hebben plaats voor ongeveer 25 leerlingen. Heb je belangstelling voor Vwoxtra dan vraag je bij je mentor of bij de teamleider Vwo bovenbouw de infogids Vwoxtra. Hieronder staat wat Vwoxtra in grote lijnen in de bovenbouw inhoudt. Leerlingen Vwoxtra 1) hebben een onderzoekende houding. De leerling is kritisch, pleegt echt onderzoek, werkt met de bij het vak passende (wetenschappelijke) methoden, heeft de ruimte om eigen oplossingsmethoden uit te denken en toe te passen. 2) hebben oog voor samenhang en verbanden. De leerling ziet verband tussen vakken en stelt essentiële vragen om de verschillen en overeenkomsten die er werkelijk toe doen te formuleren (theorie vs. praktijk, hier vs. daar, wij vs. zij, nu vs. vroeger, enz.) 3) reflecteren op het leerproces. De leerling moet kritisch kunnen terugblikken op begin, einde en proces. Zodoende kan hij/zij de kennis uitbreiden over zichzelf als lerend persoon. Ook samenwerking wordt op niveau geëvalueerd. Het onderwijsaanbod voor Vwoxtra kenmerkt zich door: 1) Interessante, uitdagende, open opdrachten op hoog niveau De leerling heeft een eigen inbreng passend bij zijn/haar niveau bij probleemstelling, aanpak en onderzoek. 2) Problemen uit de realiteit Het eindproduct is zinvol en bestemd voor een echt publiek; er gelden eisen die ook buiten school gelden. 3) Ruimte voor zowel zelfstandigheid als samenwerking De leerling moet zijn eigen weg kunnen volgen, maar moet ook kunnen samenwerken volgens de principes van gedeelde verantwoordelijkheid en individuele aansprakelijkheid. Vwoxtra -programma Vaste onderdelen (verplicht) A. WUR-project-JC In samenwerking met de WUR voeren Vwoxtra -leerlingen een onderzoeksproject uit, waaraan ze in groepsverband werken tussen november en april (studielast 6 dagen). Het gaat om een vakoverstijgende, realistische projectopdracht, die geschikt is voor leerlingen uit alle profielen. Afgelopen jaren zijn de volgende projecten aan de orde geweest. a. Bedenk een manier om de doelgroep die het vaakst door teken gebeten wordt te informeren over de gevaren van een tekenbeet en hoe deze te voorkomen. b. Beschrijf waarom de melkquota in de Europese Unie destijds zijn ingevoerd en in 2015 weer worden afgeschaft. c. Bedenk een manier om een slecht lopend restaurant te verbeteren. Duurzaamheid is belangrijk. Ontwerp een menukaart met uitsluitend smakelijke biologische gerechten, richt de ruimte opnieuw in en verzorg de PR. d. Hoe kan het karakteristieke landschap van het Binnenveld behouden blijven en het gebied tegelijkertijd voor recreatie toegankelijk gemaakt worden? e. Binnenveldproject: Hoe kan het karakteristieke landschap van het Binnenveld behouden en beschermd blijven en tegelijkertijd voor recreatie toegankelijk gemaakt worden. KeuzeOOG 2014-2015
9
Voor een deel vindt het project op de WUR plaats. WUR-studenten zijn betrokken bij de start en de afronding van het onderzoek. Docenten van Pantarijn begeleiden de leerlingen tijdens het proces en beoordelen samen met de WUR-begeleiders het proces en eindresultaat. Dit project is voor Vwoxtra -leerlingen opgenomen in het PTA van ANW. Het uitvoeren van dit project en het begeleiden van de groepjes zal tijdens VO (40 min.band in het rooster) plaatsvinden. B. Extra vakken Vwoxtra -leerlingen kiezen twee vrije ruimtevakken. In hun vakkenpakket zit altijd tenminste één van de vakken Grieks, Latijn, filosofie, wiskunde D (zie ook pakketkeuzeformulier). Op het diploma staat ook het extra vrije ruimtevak vermeld. C. Speciaal aanbod Docenten bieden speciale lesmodules aan. Zo is er een lessenreeks wiskunde Olympiade training, literair schrijven en debating (English only) waarbij leerlingen zich voorbereiden op wedstrijden. Verder kunnen leerlingen kiezen voor flipperkasten programmeren, wetenschappelijke artikelen lezen, studiereis organiseren, enz. Leerlingen kiezen per schooljaar twee lesmodules uit het aanbod. Bij het diploma ontvangen leerlingen een certificaat van deelname. Keuze onderdelen (kies er minimaal 1) D. Studium Generale Docenten van Pantarijn bieden in samenwerking met experts van buiten de school interessante colleges aan. Een voorbeeld hiervan is Globalisering, een collegereeks waarin het verschijnsel globalisering vanuit diverse invalshoeken wordt belicht en bestudeerd. E. Cambridge English De sectie Engels biedt in twee contacturen per week (70 min. + 40 min.) Cambridge English aan op niveau C1 van het Europees Platform. Na anderhalf schooljaar kunnen leerlingen deelnemen aan het landelijk examen voor het Certificate in Advanced English. Voor toelating tot Cambridge English geldt een afzonderlijk toelatingsexamen. Eigen bijdrage van ouders is 200 euro lesgeld en eventueel 250 euro examengeld.
Talentdossier Om voor Vwoxtra -leerlingen inzichtelijk te maken wat ze leren bij Vwoxtra, organiseren we speciale evaluatiebijeenkomsten en hebben we een digitaal Talentdossier ontwikkeld, dat aansluit bij het ProfielKeuzeWerkstuk uit de derde klas. Onder begeleiding van mentoren houden de leerlingen zelf een (digitaal) Talentdossier bij, waarin ze reflecteren op de modules en andere programmaonderdelen van Vwoxtra waaraan zij hebben deelgenomen. In het Talentdossier beschrijven de leerlingen welke vorderingen zij gemaakt hebben in hun persoonlijke ontwikkeling en welke doelstellingen van Vwoxtra zij bereikt hebben. Bijlage bij het diploma Vwoxtra –leerlingen ontvangen als bijlage bij hun diploma een certificaat waarop is aangegeven welke extra onderwijsactiviteiten zij met goed gevolg hebben afgelegd.
KeuzeOOG 2014-2015
10
F.
DE KEUZE
In dit deel worden de mogelijke keuzes beschreven. Zo worden precies de stappen weergegeven die je daarbij maakt in het keuzeformulier en het computerprogramma Profileer, waarmee je kunt oefenen.
1. Kiezen voor Havo of Vwo: • Havo Tweede Fase: twee jaar - diploma geeft toelating tot HBO, Vwo - diploma HBO geeft toelating tot universiteit, vaak met aanvullende voorwaarden - meer toepassingsgericht, minder theoretisch • Vwo (Atheneum en Gymnasium) Tweede Fase: drie jaar - diploma geeft toegang tot universiteit en HBO - meer theoretisch en meer inzichtelijk/wetenschappelijk
2. Vragen bij het kiezen van een profiel: • Welke profieleisen gelden bij de overgangsnormen? • Wat kan ik? - wat zijn mijn sterke vakken die mogelijk de profielkeuze kunnen bepalen? Bij de overgang naar de vierde klas worden eisen gesteld aan de belangrijkste vakken in het profiel, zie hoofdstuk ‘Bevorderingsnormen derde klassen’. - wat zijn mijn risicovakken (omdat je belangstelling gering is of omdat het voor jou moeilijke vakken zijn)? - hoe ben ik van plan om met mijn zwakke vakken om te gaan? - welke veiligheden moet ik inbouwen? • Wat wil ik? - bij welke vakken liggen mijn interesses? - in welke beroeps-/ of studierichting ligt mijn belangstelling? In onderstaand overzicht is globaal aangegeven voor welke beroepssectoren het profiel opleidt. CULTUUR EN MAATSCHAPPIJ
onderwijs en opvoeding HBO – PABO, lerarenopleiding, academie voor lichamelijke opvoeding; hbopedagogiek (hulpverlener, voorlichter, trainer) WO – lerarenopleiding; pedagogiek; orthopedagogiek; onderwijskunde. 1. taal en communicatie HBO – informatiedienstverlening en management ( vinden, selecteren en analyseren van economische informatie voor bedrijven en instellingen); international business and languages; communicatie; journalistiek. WO - talen; communicatie 2. taal en cultuur HBO – kunstacademie; conservatorium; drama; dans WO – filosofie; geschiedenis; kunstgeschiedenis; archeologie
KeuzeOOG 2014-2015
11
ECONOMIE EN MAATSCHAPPIJ
1. economie en bedrijf HBO – bedrijfseconomie; accountancy en fiscale economie; commerciële economie; technische bedrijfskunde; toerisme en vrijetijdskunde; hotelschool WO – economie; bedrijfskunde 2. recht en bestuur HBO – management , recht en economie; rechten WO – rechten; politicologie 3.gedrag en maatschappij HBO – maatschappelijke dienstverlening; culturele en maatschappelijke vorming; personeel en arbeid; sociaal pedagogische hulpverlening; creatieve therapie; sociaal juridische hulpverlening WO - sociologie en sociale studies ; antropologie ; psychologie NATUUR EN GEZONDHEID
1. natuur en milieu HBO - milieubeheer; milieutechnologie; milieukunde (hoe kan de overheid ingrijpen in de milieuproblematiek; landbouw agrobusiness; landbouw dier-en veehouderij/ tuin – en akkerbouw (opleidend tot zelfstandig ondernemer; voorlichter; inspectie) medisch laboratoriumonderzoek ; biologie; voeding (economische, technische of medische aspecten van voedsel onderzoeken) WO - aardwetenschappen; milieuwetenschappen; landbouw 2. gezondheid HBO- logopedie; ergotherapie (belemmeringen voor het functioneren van mensen weghalen); verpleegkunde; fysiotherapie; mondhygiëne. WO - geneeskunde; diergeneeskunde; tandheelkunde; farmacie NATUUR EN TECHNIEK
1. techniek HBO – vervoer en logistiek; elektrotechniek; algemene operationele technologie; zeeofficier; bouwkunde en civiele techniek; werktuigbouwkunde WO – elektrotechniek; bouwkunde 2. exact en informatica HBO – informatica; technische natuurkunde; chemie en chemische technologie WO – wiskunde; natuur- en sterrenkunde; informatica
3. Kiezen van vakken in de vrije ruimte In het vrije deel wordt het gekozen profiel aangevuld met één examenvak, en aangevuld met verplichte onderdelen (zoals oriëntatie op studie en beroep, mentoruren), en andere activiteiten. Het is niet mogelijk om later andere vakken op te nemen. Achterin dit KeuzeOOG kun je zien welke keuzemogelijkheden je nog hebt binnen je profiel en voor de invulling van de vrije ruimte op achtereenvolgens Havo en Vwo (Atheneum of Gymnasium). De keuzemogelijkheden zijn op een rijtje gezet, zoals je ze ook tegenkomt op het keuzeformulier en in het computerprogramma ‘Profileer’, waar je ook mee gaat werken. Dat is een wat andere systematiek dan kiezen volgens het schema ‘verplichte deel, profieldeel en vrije deel’. Als je dit stappenplan volgt, kom je alle keuzes tegen, die je moet/kunt maken.
KeuzeOOG 2014-2015
12
G.
ONDERSTEUNING VAN DE LEERLINGEN
Tijdens een normale schoolweek is de school van 08.30 tot 17.10 uur geopend voor de leerlingen. In die week volgen de leerlingen 15 à 20 lessen van 70 minuten, afhankelijk van de gekozen richting en van het profiel en van eventuele profielcombinaties.
Ondersteuning door de vakdocenten Per dag zullen voor de leerlingen dus gemiddeld 4 à 5 vaklessen en uitleg in het rooster zijn vastgelegd. Dat zijn de lessen waarin de leerlingen van hun docent instructie krijgen. Over de inhoud van de leerstof, over de beste aanpak, over de opdrachten, over de inhoud van de toetsen en met informatie die voor alle leerlingen van belang is. Voor de andere uren van de dag kan de leerling een keuze maken uit verschillende activiteiten, die de studie ondersteunen:
Extra vakondersteuning In de eerste plaats kan een leerling voor nadere uitleg de vakondersteuningsuren van 40 minuten bezoeken. Elke dag zijn voor een aantal vakken docenten aanwezig, op vastgestelde plaatsen en uren, om leerlingen te helpen die dat nodig hebben. Per week heeft elk vak één of twee van deze vakondersteuningsuren per leerlaag. Leerlingen tekenen zich in via Teletop en maken voor elke dag een keuze. Mentoren maken met leerlingen vaste afspraken voor deze vakondersteuning
Studiebegeleiding Bij Pantarijn heeft elke leerling in de Tweede Fase een persoonlijke studiebegeleider. Dat is de mentor van een groep van 12 tot ± 15 leerlingen. In V4 werken twee mentoren samen in een stamgroep. Leerling en mentor bespreken de voortgang van de studie. Dat kan in het wekelijkse mentoruur voor de klas of de mentorgroep. Het kan ook op afspraak in een persoonlijk onderhoud van leerling en mentor. Het is van het grootste belang dat een leerling tegenover de mentor op een heldere manier de stand van zaken van het schoolwerk kan duidelijk maken. Voor de leerling zelf, die daarmee inzicht krijgt in de eigen prestaties, en voor de mentor, die alleen op grond van de feitelijke situatie adviezen kan geven en zonodig actie kan ondernemen. Vanaf de eerste week zullen de mentoren gesprekken met de leerlingen voeren over het schoolwerk: over de activiteiten die tijdens de ondersteuningsuren hebben plaatsgevonden, over de tijd die besteed is aan huiswerk, over de voorbereiding op de toetsen en over de toetsresultaten, over de individuele werkstukken. Naast de ingeroosterde lessen en de ondersteuningslessen is er tijdens schooltijd de gelegenheid om zelfstandig te werken op school. Dat kan in het studiehuis, in lokaal 2.07 of in de bibliotheek, of in andere ruimten van de school die geschikt zijn, zoals het computerlokaal. Leerlingen schrijven zich via Teletop in voor minimaal twee verplichte zelfstudie-uren. Voor de leerlingen is het belangrijk om die tijd goed te benutten. De Tweede Fase vraagt veel van de leerlingen, onder andere op het gebied van werkstukken, verslagen en presentaties. Dat is één van de redenen om tijdens de schooluren veel werk te verzetten: je hoeft dan thuis minder werk te maken. De andere reden is dat op school mensen en materialen aanwezig zijn die de uitvoering van het werk kunnen vergemakkelijken.
Tutoren Er worden ook leerlingtutoren ingeschakeld bij de studie: leerlingen uit klas 5 en 6, deskundig bij een bepaald vak die je helpen met moeilijke opgaven, extra uitleg kunnen geven, etc.
KeuzeOOG 2014-2015
13
Toetsen en rapportage In de vierde klassen krijgen de leerlingen steeds na een periode van vijf tot zeven weken een toetsweek (in totaal zijn er 5 toetsweken). Daarin wordt voor veel vakken de leerstof van de voorafgaande periode getoetst. Tussendoor worden ook verslagen en werkstukken gemaakt. Het resultaat van zo’n toetsweek wordt, snel en zo nodig voorzien van commentaar door de mentor, aan de leerlingen meegegeven. Halverwege (rond Kerst) en aan het einde van het jaar geeft de school een uitgebreide rapportage tijdens oudergesprekken. Ook in Vwo-5 vinden de toetsweken ongeveer om de 6 weken plaats (in totaal 5 toetsperiodes). De procedure is verder dezelfde als in de vierde klassen. In Havo-5 zijn er 4 toetsperiodes, in Vwo-6 zijn er 3 toetsperiod es.
Studiehuis We hebben de beschikking over een studiezaal, waar je in een prettige sfeer kunt werken. Tevens is er een stilteruimte waar je in totale stilte kunt werken. Ook de bibliotheek is daar ondergebracht. Van alle boeken die in de bovenbouw gebruikt worden hebben we minimaal 1 exemplaar in de boekenkast van het Studiehuis staan, die je kunt lenen als je het boek niet bij je hebt. Er staan computers waarvan de meeste een internetaansluiting hebben. Op deze computers staat veel software waaronder het Microsoft Office pakket (Word, Excel, Powerpoint etc.) en verder de gebruikelijke software. Deze computers staan er om jullie te ondersteunen bij jullie studie, dus ze mogen alleen voor schoolzaken gebruikt worden. Om de computers te gebruiken heb je je schoolpasje nodig. Tegen betaling kan je printen via de computers. Ook staat er een kopieerapparaat. Verder bestaat de mogelijkheid om praktische opdrachten of handelingsdelen bij de beheerders in te leveren. Met vragen of problemen kun je bij de beheerders terecht.
KeuzeOOG 2014-2015
14
H.
OVERSTAPPEN VAN NIVEAU
Havo-5 → Vwo-5 De overstap van Havo-5 naar Vwo-5 is in principe mogelijk, maar in sommige gevallen wel heel lastig. Je komt namelijk een vak te kort. Via een intakegesprek wordt er gekeken of het mogelijk is een nieuw vak op te nemen. Er zullen achterstanden moeten worden bijgewerkt, maar er zijn ook vrijstellingen voor vakken: Anw, cg, ckv, ma. Wie deze overstap overweegt moet in Havo-4 en Havo-5 een goed profiel kiezen, in overleg met mentor en decaan. Voor sommige vakken is de achterstand bij de overstap aanzienlijk; dan is het raadzaam daar al in Havo-4 of Havo-5 aan te werken. Voor de overstap van Havo-5 naar Vwo-5 moet je Havo-diploma aan de volgende eisen voldoen: • zelfde profiel als het gekozen Vwo-profiel; • de cijfers op het CE en het diploma voor alle vakken moeten 6 of hoger zijn; • er vindt een intakegesprek plaats met de teamleider en de decaan vwo-bovenbouw, waarin jouw persoonlijke situatie besproken wordt. In dat gesprek worden bindende afspraken gemaakt; • je moet wiskunde hebben gedaan; Als je nog vragen hebt of je persoonlijke situatie wilt bespreken, ben je altijd welkom bij de teamleiders bovenbouw in kamer 1.06.
Overstap Vwo-4 → Havo-4 Deze overstap is alleen mogelijk aan het eind van het schooljaar, en alleen in overleg met de docentenvergadering en dus niet tijdens het schooljaar; de programma’s lopen daarvoor te ver uiteen. Het is dus zaak om aan het eind van de derde klas de juiste keuze te maken. Ook is het niet mogelijk over te stappen van Vwo4 naar Havo5. Na overstap van Vwo4 naar Havo4 mag een leerling niet doubleren in Havo4.
Overstap Mavo-4 → Havo-4 De overstap van Mavo-4 (VMBO Theoretische Leerweg) naar Havo-4 is in principe mogelijk. Het Mavodiploma moet dan aan de volgende eisen voldoen: • als je een bepaald profielvak niet gedaan hebt op de Mavo, moet je de verplichte profielvakken zodanig kiezen dat je aan de eisen voldoet. Op het keuzeformulier voor de Havo staat welke eisen er aan de verschillende profielen gesteld worden; • de cijfers op het diploma voor de profielvakken zijn 6 of hoger. Je moet een intakegesprek voeren met de teamleider en de decaan Havo-bovenbouw om jouw persoonlijke wensen en je motivatie te bespreken. In dat gesprek worden bindende afspraken gemaakt. Bovendien moeten alle vakdocenten positieve adviezen hebben gegeven. Bij punt 1 en 2 kan van de regel worden afgeweken. Dit ter beoordeling van de examencommissie Tweede Fase. Ook bij een overstap van mavo4 naar Havo4 mag je niet doubleren in Havo4.
KeuzeOOG 2014-2015
15
Overstap Havo-3 / Vwo-3 → Mavo- 4 De overstap van klas 3 naar Mavo-4 binnen Pantarijn is mogelijk als de rapportvergadering aan het eind van klas 3 daarmee instemt. Afhankelijk van de resultaten en het gekozen pakket in Mavo- 4 moet wellicht extra werk verricht worden De volgende regeling is daarbij de richtlijn: De overgangsvergadering aan het eind van klas 3 kan een leerling het advies geven over te stappen naar Mavo-4. Een leerling die wil overstappen voert een intakegesprek met de betreffende teamleider. In dat gesprek worden bindende afspraken gemaakt over eventueel aanvullend werk dat de leerling moet doen om een betere startpositie in Mavo-4 te krijgen. Een leerling kan overstappen naar Mavo-4 indien de rapportcijfers aan het eind van de derde klas voor de 6 vakken die hij kiest in Mavo-4 niet slechter zijn na omrekening dan 2 maal 5, of één 4. De rapportcijfers worden omgerekend naar Mavo-3 examendossiercijfers (nieuw cijfer = oude cijfer x 0,8 + 2) voor de vakken in het pakket en de verplichte vakken. Als de leerling in de derde klas van Havo/Vwo de stage met bijbehorende opdrachten in de keuzeweek heeft afgerond, telt deze beoordeling mee als handelingsdeel op de Mavo. CKV wordt als voldoende afgetekend als het gemiddelde cijfer voor te en mu voldoende is. Voor maatschappijleer moet een aanvullende opdracht worden uitgevoerd. Voor het examendossier moeten er twee praktische opdrachten worden uitgevoerd. Op de Mavo zijn er verschillende sectoren (vergelijkbaar met profielen op Havo en Vwo). Voor de verschillende sectoren zijn er verplichte vakken: In iedere sector verplicht: Sector Economie: Sector Techniek: Sector Zorg:
Ne, En. ec, Fa of Du of wi verplicht. wi, nask 1 (natuurkunde) verplicht. bi, ak of gs of wi verplicht.
Als je wilt overstappen naar Mavo-4 (of VMBO-4) op een andere school gelden soortgelijke afspraken.
KeuzeOOG 2014-2015
16
I.
VERVOLGOPLEIDINGEN
Voor iedere studierichting in het hoger onderwijs is er minimaal één profiel dat zonder verdere eisen toelating biedt. Zo is aan het Havo-profiel economie en maatschappij bijvoorbeeld het recht gekoppeld in te stromen in diverse hbo-opleidingen in de sectoren economie en communicatie. Aan een leerling met een ander profiel kunnen nadere eisen worden gesteld aan het vakkenpakket. Er moeten dan bepaalde vakken in het vrije deel zijn gekozen. De instroomrechten worden gepubliceerd in een ministeriële regeling. Door de wijziging van de Tweede Fase zijn de doorstroomrechten ook veranderd. Je decaan kan je er alles over vertellen. Samengevat zijn er de volgende mogelijkheden, mits de juiste profielen zijn gekozen:
Na de Havo: • •
middelbaar beroepsonderwijs (MBO), MBO-Plus en hoger beroepsonderwijs (HBO); een overstap naar Vwo-5.
Na het Vwo en het Gymnasium: • het HBO (een aantal opleidingen bestaat alleen op HBO-niveau, bv. kunstopleidingen); • het wetenschappelijk onderwijs (WO).
Beroepskeuzetest In klas 3 maak je als onderdeel van de keuzelessen via de computer een beroepskeuze-interessetest. De uitslag daarvan is niet een keihard gegeven, maar dient vooral als uitgangspunt voor gesprek en verder onderzoek in je profielkeuzewerkstuk (PKWS).
KeuzeOOG 2014-2015
17
J.
DE VAKINHOUD
In dit deel staat informatie over vrijwel alle vakken die in de Tweede Fase gegeven worden. In de workshops tijdens de keuzedagen en in de vaklessen zal ook de vakinhoud in de Tweede Fase aan bod komen.
1. AARDRIJKSKUNDE - Ben jij benieuwd hoe er wordt omgegaan met het voedseltekort in de wereld? - Ben jij geïnteresseerd in de culturele verschillen in Zuidoost-Azië? - Heb jij al een mening over Ford-Europa? - Hoe vaak vraag jij je af welk weer het wordt vandaag? Vind jij het interessant om je met dit soort vragen bezig te houden? Dan is het vak aardrijkskunde echt iets voor jou! Het interessante van aardrijkskunde is dat het overal om je heen is. Fietsend op weg naar school, op vakantie, in je vrije tijd, altijd ben je omgeven door aardrijkskunde. In de onderbouw heb je kennis kunnen maken met de veelzijdigheid van het vak. Allerlei onderwerpen uit de sociale en fysische geografie zijn aan bod gekomen. In de Tweede Fase gaan we enkele van deze onderwerpen verder uitdiepen. Je zult deze onderwerpen op verschillende schaalniveaus gaan bekijken. Op mondiale schaal zal de schaarste van water nader bekeken worden terwijl je ook inzicht krijgt in de actieve aarde met zijn aardbevingen en vulkanisme. Verder zal op continentale schaal worden gekeken naar de globalisering en de gevolgen hiervan voor Europa (en dus voor jou). De eigen omgeving mag natuurlijk niet ontbreken. Nederland is een land met veel verschillende landschappen, belangrijke mainports en een multiculturele samenleving. Ook deze onderwerpen zullen terug komen in de bovenbouw. Aardrijkskunde is bij uitstek een vak dat zich leent voor de actualiteit. In de lessen wordt dan ook zeker gebruik gemaakt van de actuele gebeurtenissen in de wereld. Dit is een ideale werkwijze om de geleerde theorie in de praktijk toe te passen, zodat je voor jezelf een beeld kunt vormen en weet wat er zich in de wereld afspeelt. Wij vinden het ook erg belangrijk dat de theorie in werkelijkheid wordt gezien, dus zullen we in het 5de en 6de leerjaar ook op excursie gaan. Dat kan stadsgeografie in Arnhem zijn, maar ook vulkanisme in de Duitse Eifel is erg interessant om te bekijken. Net als in de onderbouw is het zelfstandig werken bij aardrijkskunde erg belangrijk. Je leert hoe je een geografisch onderzoek doet en je past dit ook werkelijk toe in praktische opdrachten en in het profielwerkstuk. In de vierde klas is het driedaagse project “Cross your borders” onderdeel van het programma, waarbij je samen met enkele andere leerlingen onderzoek doet naar ontwikkelingslanden. Ook moet je met verschillende bronnen, zoals de Grote Bosatlas en het internet kunnen werken. Dit zijn belangrijke vaardigheden waar je je gedurende de Tweede Fase mee bezig zult houden. Heb je vragen of wil je bijvoorbeeld bovenbouwboeken inzien, kom dan gerust langs. Aardrijkskunde, een vak waarbij je niet alleen naar de wereld kijkt maar deze ook ziet, waardoor je je bewust bent van de veranderingen die plaatsvinden. KeuzeOOG 2014-2015
18
2. ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN Algemene Natuurwetenschappen (anw) is voor Vwo leerlingen verplicht, je krijgt het in Vwo-4. Het vak wordt in die klas ook meteen afgesloten met een Schoolexamen (je krijgt dus geen Centraal Examen). Wat kun je verwachten van anw? In de eerste helft van het jaar krijg je een groepsopdracht. Dit jaar maken leerlingen een voorlichtingsfilmpje over een zelf te kiezen onderwerp uit het thema gezondheid. In de tweede helft mag je zelf 2 modules kiezen uit: weerkunde, forensische opsporingstechnieken, heelal en biologische ontdekkingen. De onderwerpen van de modules kunne per jaar iets anders zijn, afhankelijk van de docenten, die ze geven. Anw is eigenlijk een heel gevarieerd vak waar je na leert denken over de gevolgen van natuurwetenschappelijk onderzoek op jouw eigen leven. Of je nu een profiel kiest met exacte vakken, of juist helemaal niet; anw laat je op een andere manier nadenken over natuurwetenschappen en leert je om een mening te vormen over belangrijke natuurwetenschappelijke vraagstukken.
3. BIOLOGIE Biologie in de bovenbouw behandelt het hele scala van de levende natuur. Van de modernste DNA-technieken tot het brede samenspel van verschillende organismen in een ecosysteem en de wonderbaarlijke principes van de evolutie-theorie. Bouw en functie van het menselijk lichaam spelen een grote rol. Biologie kan een vast onderdeel zijn in de profielen NG en NT. In beide profielen is het zeer aan te raden om biologie te kiezen. Bij veel NTG-studies is biologie als vak gewenst en het geeft je in sommige gevallen de mogelijkheid om van NT naar NG over te stappen. In de profielen CM en EM kan biologie ook gekozen worden en is het een goede aanvulling op je economisch of cultureel getinte pakket . Geneeskunde, fysiotherapie, landschapsarchitectuur, diergeneeskunde, voedseltechnologie, psychologie, verpleegkunde en scheikunde zijn studierichtingen waarbij biologie een welkome aanvulling is. Maar ook bij studies zoals economie en geschiedenis kan een biologische denkwijze erg nuttig zijn. In de onderbouw heb je kennis gemaakt met de basis van de biologie. Je hebt een en ander geleerd over mens en dier, over planten en over de natuur waarin allerlei organismen samenleven. In de bovenbouw worden deze onderwerpen verder uitgebouwd en gaan we dieper op de stof in. De veelzijdigheid van de biologie blijft een belangrijke rol spelen; we werken er naar toe dat je in je examenjaar de samenhang tussen de verschillende onderdelen inziet. Er zijn elk jaar een aantal practica, die mee kunnen tellen voor het schoolexamen; verder maak je in het examenjaar een profielwerkstuk; binnen de biologie zijn daar vele mogelijkheden voor. Het verschil tussen Havo en Vwo is niet alleen de hoeveelheid en zwaarte van de stof; in het Vwo krijg je te maken met meer abstracte onderwerpen, de stof wordt dus wat meer theoretisch benaderd. Ook in de toetsen is dat duidelijk te merken. In Havo komt een groot scala aan onderwerpen aan bod en beperken we ons tot de puur biologische aspecten daarvan. We gebruiken verschillende methoden: in Havo gebruiken we “Biologie voor jou” met duidelijk afgebakende vragen; in Vwo “Biologie interactief” met een verwerkingsboek, waarin ook vragen min of meer buiten de echte leerstof zijn opgenomen. Je zal echter merken dat de biologiedocenten in hun lessen nogal eens uitstapjes maken buiten de methode om voor wat meer diepgang en uitdagend onderwijs te zorgen. Het komt er op neer dat biologie een zeer gevarieerd programma aanbiedt, waar voor iedereen interessante onderwerpen tussenzitten. Een stuk onderwijs over jezelf en je omgeving waar je de rest van je leven profijt van zal hebben. KeuzeOOG 2014-2015
19
4. CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING Ckv is een vak voor alle leerlingen in Havo-4 en voor die leerlingen in Vwo-4 die geen kcv (klassieke culturele vorming) hebben. In de lessen maak je kennis met de verschillende kunstdisciplines zoals muziek, dans, architectuur. Daarnaast is er veel aandacht voor het zelf ervaren van kunst en cultuur. Alle leerlingen gaan ook praktisch aan het werk in workshops (soms op school maar ook regelmatig buiten school – bijvoorbeeld in het Muziektheater in Amsterdam of in de schouwburg in Arnhem). En tenslotte, misschien wel het belangrijkste onderdeel van het vak, je bezoekt of neemt deel aan culturele activiteiten zoals een concert, een tentoonstelling of een toneeluitvoering. Van die activiteiten maak je verslagen die je bundelt in je kunstdossier.
5. CULTUURGESCHIEDENIS Het vak cultuurgeschiedenis is een schooleigen en eigentijds vak. Er komen thema’s aan de orde die het waard zijn om bij stil te staan: hoe gaan mensen om met de natuur? Wat zijn goede redenen om wel of niet orgaandonor te worden? Moeten dieren rechten krijgen? Hoe ver moet je gaan om er goed uit te zien? En: wat is eigenlijk rechtvaardig delen? Het vak cultuurgeschiedenis wordt gegeven aan alle leerlingen in de vierde klas Havo en in de vierde klas Atheneum. De invulling van het vak in de bovenbouw is een andere dan in de onderbouw. In de onderbouw worden de wereldgodsdiensten bestudeerd. Welke antwoorden geven zij op levensvragen? In de bovenbouw staan twee filosofische vragen centraal: ‘wat is de mens?’ en ‘Wat is goed?’ De lessen worden gegeven aan de hand van studieboeken praktische filosofie. Het komt steeds vaker voor dat leerlingen na het behalen van het Havo-diploma ook een vwoopleiding gaan volgen. Zij moeten dan een extra vak opnemen. Het vak Filosofie is een mooi vervolg op cultuurgeschiedenis in de vierde klas Havo.
6. DUITS Havo In het profiel CM ben je verplicht een tweede vreemde taal te kiezen. Je hebt hierbij de keuze om Duits te kiezen. In alle andere profielen kun je Duits als profielkeuzevak of respectievelijk als examenvak kiezen. Ook voor de profielen EM en NG/NT is Duits een belangrijke taal. Voor de handel, de techniek en economie in het algemeen biedt kennis van de Duitse taal en cultuur vele voordelen. Zie alleen al het grote aantal advertenties, waarin bij vacatures de kennis Van de Duitse taal en cultuur een pre is! Bij het vak Duits krijg je de onderdelen spreken ( telefoon, sollicitatie, informatie opvragen en geven, mening geven enz.), luisteren (telefoon, gesprekken, film enz.), schrijven (E-mail, persoonlijke brief, zakelijke brief, toegepaste grammatica) en lezen /literatuur (tekstanalyse, boeken, kennis van land en haar cultuur). Vwo In alle profielen ben je in het gemeenschappelijke deel verplicht een tweede vreemde taal te kiezen. Je hebt hierbij de keuze om Duits te kiezen. Dit geldt niet voor leerlingen die gymnasium doen . Zij hoeven in het gemeenschappelijke deel geen tweede vreemde taal te kiezen. Verder heeft iedereen in alle profielen zowel bij het atheneum als bij het gymnasium de keuze om Duits als profielkeuzevak of respectievelijk als examenvak te kiezen. Voor alle profielen geldt dat Duits een belangrijke taal is. Voor de handel, de techniek en economie in het algemeen biedt kennis van de Duitse taal en cultuur vele voordelen. Zie alleen al het grote aantal advertenties, waarin bij vacatures de kennis Van de Duitse taal en cultuur een pre is! Verder zul je merken, dat als je een beta- of gammastudie gaat doen, Duits naast het Engels een veel gebezigde taal is. Bij het vak Duits krijg je de onderdelen spreken (telefoon, sollicitatie, informatie opvragen en geven, mening geven enz.), luisteren (telefoon, gesprekken, film enz.), schrijven (E-mail, persoonlijke brief, zakelijke brief, toegepaste grammatica) en lezen / literatuur (tekstanalyse, boeken, kennis van land en haar cultuur). KeuzeOOG 2014-2015
20
7. ECONOMIE In de derde klas heb je al kennis gemaakt met het vak economie. Je leerde economische begrippen die je nog niet kende. Je leerde om je heen kijken met een economische blik en denken over arbeidsproductiviteit, lonen, belastingen en andere begrippen die je in het dagelijks leven tegenkomt. Daarnaast zal je zijn opgevallen dat er ook wat rekenwerk bij het vak economie komt kijken. In de bovenbouw Havo/Vwo bouwen we hierop verder. Je leert meer over onderwerpen als de internationale handel, de rol van de overheid in de economie en de oorzaken en gevolgen van werkloosheid. Actuele onderwerpen als de kredietcrisis en een mogelijk faillissement van Griekenland worden behandeld. Via experimenten, die we in de klas uitvoeren, proberen we de werking van de economie verder te verduidelijken. Het zal je ook duidelijk zijn dat het rekenwerk en de economische verbanden die je op het Vwo krijgt ingewikkelder zullen zijn dan die op de Havo. Je zult op het Vwo meer wiskundige kennis moeten gebruiken. Economie is een verplicht profielvak in het profiel Economie en Maatschappij en een profielkeuzevak in het profiel Cultuur en Maatschappij. Als je het profiel Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek hebt dan kun je economie in de vrije ruimte kiezen.
8. ENGELS Het vak Engels ziet er in de Tweede Fase anders uit dan in de onderbouw. In de Tweede Fase wordt veel geoefend met de vier vaardigheden die ook in het eindexamen getoetst worden: leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. In Havo-4 en Vwo-4 krijg je 5 toetsen (dus 5 cijfers) voor Engels. Vaak wordt één van de bovengenoemde vaardigheden getoetst, maar daarnaast ook grammatica en woordjes. Naast een aantal uren les per week moet je rekenen op ongeveer twee uur aan zelfstudie. In die uren zelfstudie moet je bijvoorbeeld woordjes leren, grammaticaoefeningen maken of opdrachten maken die bij de vier genoemde vaardigheden horen. Een deel van die opdrachten moet worden ingeleverd of wordt overhoord. Dat laatste geldt voor drie boeken die je in ieder geval moet lezen.
9. FILOSOFIE Filosofie is op Pantarijn een profielvak in CM en een profielkeuzevak in de Vrije ruimte. Tot nu toe kan het alleen nog op Vwo worden gekozen. Leerlingen die het vak kiezen zijn daar in de praktijk vrijwel altijd enthousiast over. Als je overweegt om het vak te kiezen, ga dan actief op onderzoek uit en probeer te achterhalen waarom deze leerlingen enthousiast zijn. Het vak filosofie neemt je mee naar vanzelfsprekendheden in onze dagelijkse werkelijkheid en stelt vragen over wetenschap, politiek, kunst, liefde en het leven. Filosofie is de moeder van alle wetenschappen. Maar ook na 2500 jaar filosofie zijn ‘dé antwoorden’ op filosofische vragen nog steeds niet gevonden. Iedere persoon die zich met filosofie bezighoudt gaat op zoek naar eigen (voorlopige) antwoorden. In drie leerjaren komen belangrijke filosofische vragen aan de orde: Wat is de mens? Wat is mooi? Wat is kennis en wat is wetenschappelijke kennis? Wat is goed? Elke paar jaren is er een nieuw eindexamenonderwerp. De komende jaren is dat ‘De vrije wil’: bestaat er een vrije wil en wie is er eigenlijk de baas in het brein? Vaardigheden die aan bod komen: Socratische gesprekvoering, filosofisch essay schrijven en retorische oefeningen. Het vak filosofie helpt je om zelfstandig en autonoom te denken. Je zult leren om intellectueel op eigen benen te staan. Daarmee is het vak filosofie een waardevolle voorbereiding voor je vervolgstudie. KeuzeOOG 2014-2015
21
10. FRANS Voor Havo geldt dat het vak Frans een profielvak is voor CM (keuze Frans of Duits), een profielkeuzevak voor EM en een keuze-examenvak voor NG en NT. Voor Vwo geldt dat er een verplichte keuze tussen Frans of Duits is, voor het gymnasium geldt dit niet, daar is de tweede verplichte taal een klassieke taal. In het CM-profiel geldt dat Frans (evenals Duits) een profielkeuzevak is, het kan dus in het profiel gekozen worden. In de andere profielen kan het vak als extra examenvak in het vrije deel worden gekozen. Op Havo is het een vak van 400 uur, op Vwo een vak van 480 uur. De onderdelen die bij Frans aan de orde komen zijn behalve de literatuur (in 6V) de vier vaardigheden: schrijf-, spreek-, luister- en leesvaardigheid. Grotendeels komt de inhoud van de lessen op het volgende neer: Luistervaardigheid wordt o.a. geoefend aan de hand van videofragmenten van Franse tvprogramma’s of filmpjes van verschillende Franse websites met hierbij (meestal) in het Nederlands gestelde vragen. Ook (fragmenten uit) Cito-luistertoetsen komen hierbij aan bod, evenals Franse chansons. Spreekvaardigheid gebeurt aan de hand van thema’s, discussievragen, o.i.d. Er dienen ook presentaties te worden gehouden (in tweetallen) over een onderwerp naar eigen keuze. De spreekvaardigheidstoetsen bestaan uit enerzijds gesprekjes in tweetallen n.a.v. een zelfgekozen thema, en anderzijds uit individuele mondelingen n.a.v. gelezen boeken. Als optie bestaat de mogelijkheid mee te doen aan het Frans toneelproject dat elk jaar plaatsvindt, het betreft hier een toneelstuk naar een Franse roman dat door twee docenten van de sectie Frans wordt begeleid. Voor wat de schrijfvaardigheid betreft, zal de grammatica uitgebreid aan bod komen met als uiteindelijk doel het kunnen schrijven van een brief of email op redelijk niveau. Je wordt getraind in het schrijven van persoonlijke en zakelijke brieven, het formuleren van een mening en het reageren op een stelling. De laatste vaardigheid, de leesvaardigheid, zal bestaan uit het lezen van teksten, kranten, websites met allerlei onderwerpen, teksten van chansons, etc. Hier zijn vaak opdrachten / vragen aan verbonden. Natuurlijk wordt de leesvaardigheid ook getraind door het lezen van boeken, eveneens een onderdeel voor de literatuur. Het Centraal Examen gaat over leesvaardigheid. Het bestaat uit verschillende teksten met zowel open vragen als meerkeuzevragen. Afgelopen jaar heeft de sectie Frans voor het eerst een dagexcursie naar de Franse stad Lille georganiseerd, waar vervolgens spreekvaardigheidsopdrachten gedaan moesten worden. Dit zal het komend jaar hoogstwaarschijnlijk weer gaan plaatsvinden.
KeuzeOOG 2014-2015
22
11. GESCHIEDENIS Zowel in de Havo als in de Vwo-bovenbouw is geschiedenis een verplicht vak in de profielen CM en EM. Op het Vwo kan het bij een NT- of NG-profiel als keuzevak worden opgenomen. Geschiedenis gaat over het verleden van de mens. Je kunt de wereld om je heen eigenlijk niet begrijpen als je de achtergronden; het verleden niet kent. In de bovenbouw gaan we de hele wereldgeschiedenis nogmaals behandelen. Het examen bestaat uit een overzicht van die wereldgeschiedenis en een aantal verdiepingen waarbij je verbanden legt tussen de verschillende perioden. Bovendien zal de geschiedenis van de democratie nogmaals aan de orde komen. Naast kennis zijn er de vaardigheden. Bij historische vaardigheden moet je denken aan b.v. het beoordelen van bruikbaarheid of betrouwbaarheid van bronnen, het onderscheiden van oorzaak en gevolg etc. Deze “instrumenten” heb je vooral nodig bij het maken van een werkstuk of praktische opdracht, maar worden ook bij proefwerken en het examen getoetst. De stof wordt getoetst in proefwerken en praktische opdrachten.
12. GRIEKS/LATIJN Praktisch Na Gymnasium-3 heb je drie keuzemogelijkheden: twee klassieke talen, één klassieke taal of geen klassieke taal in je pakket. De keuze is aan jezelf, maar natuurlijk kunnen je leraar, mentor, decaan je bij je keuze helpen. In de Tweede Fase kan je Grieks en/of Latijn bij elk profiel kiezen. De klassieke taal zit dan in het gemeenschappelijk deel. Als je kiest voor Grieks èn Latijn komt de tweede klassieke taal in de vrije ruimte. Bij de keuze van Grieks of Latijn krijg je een Gymnasiumdiploma, als de studielast van het vrije deel en profieldeel gezamenlijk minstens 2320 uur bedraagt; in alle andere gevallen krijg je een Atheneumdiploma. Waarom Grieks/Latijn? Er zijn vele argumenten te noemen voor het kiezen van Grieks en/of Latijn. Eén daarvan is dat het leuk is om te puzzelen over teksten en zinnen die op het eerste gezicht niet helemaal (of helemaal niet) duidelijk zijn. Het geeft een kick als het dan is gelukt een tekst te vertalen. Het goed kunnen omgaan met moeilijke teksten en het goed verbanden kunnen leggen zijn belangrijke vaardigheden, op school, maar ook later zal blijken dat je veel aan deze vaardigheden hebt, bij welke vervolgopleiding ook. Een ander argument is dat je het interessant en leuk vindt om, door het lezen van oude teksten meer te weten te komen over de Grieken en Romeinen en alles wat met hen te maken heeft, en zo ook meer over je eigen cultuur en maatschappij. Wat gaan we doen? In Gymnasium-2 en 3 heb je al enige ervaring opgedaan met het vertalen van Griekse en Latijnse teksten; in Vwo-4 wordt de grammatica voltooid en herhaald. Daarnaast gaan we meer Latijnse en/of Griekse teksten vertalen. In Vwo-5 en 6 krijgen verschillende Griekse en Latijnse schrijvers de aandacht De teksten ga je ofwel in het oorspronkelijke Grieks en Latijn lezen, ofwel in een literaire vertaling. Uiteraard blijven ook de culturele achtergronden aan bod komen. De leerstof wordt je aangeboden met goede studiehulp, zodat je zelfstandig kunt verder werken. In Vwo-4, 5 en 6 worden allerlei soorten teksten (b.v. geschiedschrijving, filosofie en heldendicht) behandeld. Daarbij houd je je bezig met het taaleigen van elk genre, de cultuurhistorische plaats daarvan en het voortleven ervan tot de dag van vandaag. Bij deze vakken horen ook enkele praktische opdrachten; je geeft b.v. een mondelinge presentatie, een eigen verwerking op schrift van gegevens uit verschillende bronnen (Griekse of Latijnse teksten, teksten in vertaling, Nederlandse literatuur, dia's, ander beeldmateriaal). KeuzeOOG 2014-2015
23
13. INFORMATICA Informatica bestaat voor een gedeelte uit theorie leren, opdrachten uit het boek maken en toetsen maken, maar het grootste deel van informatica is zo ingericht, dat je vooral veel in de praktijk bezig bent. Deze twee, theorie en praktijk, proberen we ook te combineren. Zo moet je bijvoorbeeld de eerste periode de namen van onderdelen van een pc leren, maar dit doe je door zowel een uit elkaar gehaalde pc te bestuderen en weer in elkaar te zetten, waarna je een besturingsysteem installeert, als door de theorie uit het boek te leren. In de 4e klas staan verder op het programma: beeldbewerking (Photoshop CS5), websites maken (html, PHP, css en Dreamweaver) en leren over pc-netwerken. Daarnaast ga je werken aan een eigen gemaakt spel. In de 5e klas staan zaken op het programma als een module Lego-robots bouwen, programmeren en presenteren, leren programmeren in de programmeertaal Python en het zoeken in databases met de 'taal' SQL. De vwo-leerlingen hebben in de 5e klas meer lessen dan de Havo-leerlingen. Daarom krijgen zij ook nog een module programmeren in GameMakerLanguage met Gamemaker en werken zij aan een groot eigen project waarin leerlingen zelf een leerdoel binnen informatica mogen kiezen. Dit project kan in allerlei vormen. Hieronder een paar voorbeelden van wat er in het verleden met de projecten gedaan is: • • •
een eigen film maken en natuurlijk daarbij het leren bewerken van de film met computerprogramma's het programmeren van een echte flipperkast inclusief het maken van geluiden en animaties voor de flipperkast het leren van een nieuwe programmeertaal en daarmee een programma of een spel maken
Informatica is een leuk, veelzijdig vak. Voor de stukken waar programmeren terugkomt, is het vaak een pluspunt als je wiskunde niet té moeilijk vindt: leerlingen die goed zijn in wiskunde, zijn meestal ook wel goed in programmeren. Het vak informatica bestaat helemaal uit schoolexamens en kent geen Centraal Schriftelijk Examen aan het einde van Havo-5 of Vwo-6. In de 5e klas rond je het vak informatica af, ook op het vwo.
14. KLASSIEKE CULTURELE VORMING Een nieuw vak in Vwo-4 en 5 is KCV, een vak waarbij je kennis maakt met verschillende aspecten van het leven van Grieken en Romeinen. Het uitgangspunt is de klassieke oudheid, maar ook in de huidige tijd vind je allerlei elementen uit de oudheid terug. Ook daar besteden we aandacht aan. De volgende deelgebieden komen aan de orde: - mythologie - toneel - beeldhouwkunst - bouwkunst - filosofie We lezen veel teksten uit de Oudheid (altijd in vertaling); aan de hand daarvan proberen we een beeld te krijgen van Grieken en Romeinen. We werken ook veel met beeldmateriaal: foto’s, dia’s en video’s. Je maakt schriftelijke verslagen, maar houdt ook een mondelinge presentatie. Bezoeken aan musea en een toneelstukken maken deel uit van het programma. Ook de buitenlandse reizen naar Athene en Napels, of een andere reis met een klassiek karakter kan je inpassen in het KCV-programma. KCV móet in je pakket voorkomen, als je Grieks of Latijn hebt. Heb je géén klassieke taal, dan kun je KCV niet kiezen.
KeuzeOOG 2014-2015
24
15. KUNSTVAK BEELDENDE VORMGEVING Het kunstvak Beeldende vormgeving bestaat uit 2 delen: “Kunst algemeen” gaat over de geschiedenis van kunst en cultuur. Je bestudeert de culturele en kunstzinnige uitingen van verschillende periodes in de geschiedenis. Je bestudeert behalve beeldende kunst ook muziek, drama en dans. Op het Vwo bestudeer je 4 cultuurperiodes, op de Havo verdiep je je in drie periodes. Dit vak wordt afgesloten met een Centraal Examen. Dit examen wordt afgenomen via de computer. “Beeldende vormgeving” is het praktische deel en vormt het schoolexamencijfer. Je maakt zelf beeldend werk naar aanleiding van probleemstellingen en opdrachten. Bij de meeste opdrachten ben je vrij in de keuze voor materialen/technieken. Denk hierbij aan tekenen, handvaardigheid, audiovisueel, multimedia, textiele werkvormen, etc. Je leert procesmatig te werken en een creatief denkproces op gang te brengen. Bij elke opdracht moet je reflecteren op je eigen beeldend werk en dat van andere kunstenaars. • als cultuur en kunst je interesseert • als je denkt aan één van de volgende studies: mode ontwerpen, grafische ontwerpen, drie dimensionaal ontwerpen, fotografie, illustratie, lerarenopleiding beeldende vakken, industrieel ontwerpen, bouwkunde, binnenhuisarchitectuur, vrije kunst, culturele hbo-instellingen, culturele hulpverleningen. Belangrijk om te weten: je hoeft niet uit te blinken in tekenvaardigheid om goed mee te kunnen draaien in “Beeldende vormgeving”: motivatie, eigen handelen, jezelf uiten en je eigen beeldend werk kritisch onder de loep kunnen nemen is ook van belang.
16. KUNSTVAK MUZIEK Het kunstvak Muziek bestaat uit 2 delen: “Kunst algemeen” gaat over de geschiedenis van kunst en cultuur. Je bestudeert de culturele en kunstzinnige uitingen van verschillende periodes in de geschiedenis. Je bestudeert behalve beeldende kunst ook muziek, drama en dans. Op het Vwo bestudeer je 4 cultuurperiodes, op de Havo verdiep je je in drie periodes. Dit vak wordt afgesloten met een Centraal Examen. Dit examen wordt afgenomen via de computer. In het algemene deel gaat het verder om kennis van en begrip voor verschillende kunstuitingen (bijv. architectuur en beeldende kunst, muziek, theater, film, dans) en de relatie tot de cultuur- en stijlperiodes. Je leert daarbij het verband tussen het kunstwerk, het tijdsbeeld en de achtergrond te leggen. Dit wordt getoetst in een landelijk examen dat wordt afgenomen met behulp van de computer. Het vakspecifieke deel bij muziek kent verschillende aspecten. Het musiceren met de stem en op instrumenten staat centraal. Dat zal gebeuren in verschillende samenstellingen van zowel grote als kleine groepen. Je zult daarbij een aantal verschillende stijlen en technieken leren kennen en beheersen. De vaktheorie voor het vak muziek gaat over : - Muziekleer: kennis van toonladders, akkoorden, notatie, instrumenten en vormen. - Muziekgeschiedenis: het leren kennen en herkennen van verschillende stijlen en vormen uit onze muziekcultuur. Gaat het bij de praktijk om het musiceren , bij de vaktheorie ligt het accent op het luisteren. Door het beluisteren van muziek zul je de muziekleer en geschiedenis leren beheersen. Je moet om dit vak te volgen al enige mate noten (of tabs) kunnen lezen en een instrument kunnen bespelen en/of van blad kunnen zingen. Ben je geen gevorderde muzikant, overleg dan eerst even met mevrouw Waalderbos of de heer Jansen of je voldoende niveau hebt om dit vak te volgen. Het is belangrijk dat je het leuk vindt om te spelen en meer over muziek uit verschillende stijlen en tijden wilt weten.
KeuzeOOG 2014-2015
25
De organisatie In verband met de organisatie zijn de groepen soms gekoppeld . De precieze clustering hangt af van de toekomstige sectiesamenstelling en het aantal leerlingen. Jullie krijgen les uit het bovenbouwboek van Intro (met een dvd-rom om thuis te kunnen oefenen/luisteren) en daarnaast krijg je readers en bladmuziek. Met de readers, een dvd-rom en een aantal websites wordt er veel zelfstandig en in groepen gewerkt. Bij het vak muziek laat je natuurlijk af en toe horen wat je hebt gedaan. Dat kan alleen of in groepsverband en zowel in de klas als bij presentaties. Uiteindelijk werken jullie naar een eigen compositie toe, die door jullie zelf wordt geschreven, genoteerd en gerepeteerd en wordt uitgevoerd door en voor jullie zelf en jullie klasgenoten/familie. De ultieme manier om te laten zien wat je allemaal geleerd hebt!
17. LICHAMELIJKE OPVOEDING •
•
•
Het Havo- of Vwo-programma LO maakt weinig verschil. Je hebt op Vwo meer lesuren dan op de Havo. Dit betekent dat je op Vwo-niveau enkele sporten meer hebt en ook meer tijd om 'zo maar es' een partijtje te spelen. Naast BEWEGEN staat ook BEWEGEN EN REGELEN, BEWEGEN EN GEZONDHEID en BEWEGEN EN MAATSCHAPPIJ op het programma. LO is een verplicht vak in het gemeenschappelijk deel. Zowel bij de overgang als op het schoolexamen moet je persé een voldoende halen. Als je bij het schoolexamen geen voldoende hebt, mag je niet mee doen aan het Centraal Schriftelijk Examen. Hierbij moet je ook nog rekening houden met het feit dat de studielast bij lo1 hetzelfde is als de contacttijd. dus je moet alle lessen volgen. Het programma bouwt voort op wat je in de basisvorming hebt gehad. LO wordt wat uitgebreid met andere onderdelen (b.v. keuzeactiviteiten bij het Sport- en Oriëntatie Project in de eindexamenklas: squash, mountainbike, golf, duiken enzovoort). Daarnaast worden de onderdelen die je al kent moeilijker zoals de smash en spelen op een echt groot veld bij volleybal, het kunnen blokken en zoneverdediging spelen bij basketbal. Het belangrijkste vinden we nog dat je een positieve houding ten opzichte van bewegen hebt en krijgt, dus dat je gymnastiek leuk vindt. We gaan er dan ook vanuit (hopen) dat je als je Pantarijn achter je hebt gelaten en allang studeert of werkt ook nog zult sporten. We doen dit o.a. door het programma steeds meer aan jouw voorkeuren en mogelijkheden aan te passen. Je mag bijvoorbeeld twee van de volgende vier kiezen: bewegen op muziek, atletiek, zelfverdediging voor jongens en meisjes en turnen.
Het werken in modules (aantal lessen achter elkaar dezelfde sport) en zelfstandig werken in de Tweede Fase is bij LO een belangrijk verschil met de basisvorming. Elke module wordt afgerond met een beoordeling. De beoordelingen komen in je 'map' en op je examendossier. Er wordt ook van je verwacht dat je sportactiviteiten regelt als scheidrechter, toernooiorganisator, trainer wat je maar wilt. Dit doe je zowel binnen als buiten de klas bijvoorbeeld bij de schooltoernooien. We vinden het belangrijk dat je een actieve houding t.o.v. LO inneemt of ontwikkelt.
KeuzeOOG 2014-2015
26
18. MAATSCHAPPIJLEER De vierde klas heeft in het algemene deel een voor jullie nieuw vak met de naam maatschappijleer. Een vak dat gaat over de krant en het journaal. Over de problemen in de samenleving, de belangentegenstellingen en de manier waarop mensen (onder andere in de politiek) proberen die zaken zo goed mogelijk te regelen. Je wordt geholpen om een eigen standpunt te leren vormen. Onder meer door presentaties te maken over onderwerpen die op dat moment in de actualiteit zijn. Een onmisbaar vak om je te redden in een ingewikkelde (politieke) wereld.
19. MANAGEMENT EN ORGANISATIE Dit vak ken je nog niet uit de onderbouw. Bij M&O komen een aantal belangrijke onderwerpen aan de orde die van belang zijn voor een bedrijf. Je kunt hierbij denken aan vragen zoals: Hoe organiseer ik mijn bedrijf? (organisatiestructuur) Welk personeel heb ik nodig en hoe motiveer ik mijn personeel? (personeelsbeleid) Hoe kan ik mijn producten het beste verkopen? (marketing) Hoe kom ik aan mijn geld en wat is de goedkoopste manier? (financiering) Hoe bepaal ik de kosten van mijn bedrijf en welke verkoopprijs moet ik vaststellen? (kostprijsberekeningen) Hoe moet ik de (financiële) informatie van mijn bedrijf vastleggen om de juiste beslissingen te kunnen nemen? (financiële verslaggeving) M&O zou je dus bedrijfseconomie kunnen noemen: de economie van een bedrijf. Dit kan een op winst gerichte bedrijf zijn (commerciële organisatie) of een niet-commerciële organisatie. Denk bij dat laatste aan een sportvereniging of een school. Hoewel je M&O nog niet gehad hebt in de derde klas, zijn er wel enkele dingen in het vak economie uit de derde klas die terugkomen bij M&O, zoals balansen en resultatenrekeningen. Bij M&O zul je kennis maken met bedrijfseconomische begrippen en je zal veel berekeningen moeten maken. Een beetje gevoel voor cijfers is wel een vereiste, al is er ook weer geen hogere wiskunde voor nodig. M&O is een profielkeuzevak voor het profiel Economie en Maatschappij. Als je na de middelbare school een economische of bedrijfseconomische studie wilt gaan doen, heb je een voorsprong als je het vak M&O al gehad hebt! Veel onderwerpen en vaardigheden uit het vak komen in vervolgopleidingen namelijk terug. Even uitleggen wat een nieuw vak inhoudt is lastig. Als je meer informatie wilt over het vak, is het daarom wel zo handig om even naar de docenten M&O van de bovenbouw te stappen en ze meer over het vak te vragen. Op dit moment zijn dat Ronald van Loenen voor de Havo en Steven van der Staaij voor het vwo.
KeuzeOOG 2014-2015
27
20. NATUURKUNDE Natuurkunde is een verplicht vak voor het profiel NT en wordt dringend aanbevolen voor NG. Dit geldt zowel op Havo als op Vwo. Bij natuurkunde in de bovenbouw wordt vooral van je verwacht dat je de theorie kunt toepassen op vraagstukken en problemen. Dat geldt zowel op papier (‘vraagstukken‘) als in de praktijk (‘proefjes’). Daarbij moet je zelf meer initiatief tonen en stappen kunnen zetten dan je in de onderbouw gewend was. Op het Vwo geldt dit nog sterker dan op de Havo. Bij natuurkunde komen een aantal onderwerpen aan bod die je al kent, bijvoorbeeld licht, elektriciteit, kracht en beweging, maar ook een aantal nieuwe onderwerpen: automatische systemen, golven, biofysica en enkele onderwerpen op het gebied van de moderne natuurkunde (atoomfysica, elementaire deeltjes, kwantummechanica). De onderwerpen die op Havo en Vwo aan bod komen zijn globaal hetzelfde. De vraagstukken die je erover moet kunnen maken, zijn op het Vwo een stukje moeilijker dan op de Havo. Ook is de inslag op de Havo praktischer. Practicum vormt een belangrijk onderdeel van het vak. Vaak doe je experimenten in de klas. Soms ook moet je een experiment buiten de klas, maar wel op school, uitvoeren. Van de experimenten moet je ook verslag doen, dat kan in de vorm van een schriftelijk verslag of een meetrapport, maar ook in de vorm van een poster of een presentatie. In beide profielen, ng en nt, kun je natuurkunde kiezen als vak voor je profielwerkstuk. Dan moet je zelf een experiment bedenken, opzetten, uitvoeren en er verslag van doen. Als je overweegt een studie of beroep te gaan doen in de exacte of technische richting is het vak natuurkunde essentieel. Het lijkt er op dit moment op dat je voor sommige van die studies ook toegelaten kunt worden met profiel ng. De kennis die je mist op het gebied van natuurkunde (en vooral ook wiskunde) moet je dan later inhalen. Dat is niet eenvoudig! In een hoog tempo moet je dan veel inhalen.
21. NEDERLANDSE TAAL EN LETTERKUNDE In de Tweede Fase is het vak Nederlands gesplitst in twee onderdelen: - A. taalvaardigheidsonderwijs - B. letterkunde A. Taalvaardigheid Dit onderdeel omvat hoofdzakelijk taalvaardigheidstraining. De belangrijkste vaardigheden die daaronder vallen zijn: - het kritisch lezen en samenvatten van zakelijke teksten - het schrijven van een beschouwing, een betoog, een zakelijke brief e.d. - het spreken en luisteren (presentatie, discussie, aantekeningen maken, feedback geven en ontvangen enz.) Om deze vaardigheden te ontwikkelen is het noodzakelijk dat je goed kunt analyseren, formuleren, argumenteren en spellen. Voor de verschillende onderdelen van het vak Nederlands bestaat inhoudelijk geen essentieel verschil tussen Havo en Vwo; wel is er uiteraard een aanmerkelijk verschil in niveau. B. Letterkunde Het hoofddoel van dit onderdeel is leren literaire werken te analyseren en daardoor beter te begrijpen en te waarderen. Je maakt kennis met verhalen, romanfragmenten en gedichten van diverse Nederlandse schrijvers om via gerichte opdrachten te ontdekken wat je boeiend en lezenswaard vindt en wat je minder aanspreekt. Op die manier kun je je eigen literaire smaak vormen en een persoonlijke leesvoorkeur ontwikkelen. Daarbij komt ook de literaire theorie aan de orde, zodat je je een methode eigen maakt voor de literaire analyse van romans en gedichten. Ook besteden we aandacht aan een aantal perioden van de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Uiteindelijk stel je dan een eigen boekenlijst samen, die op het Vwo uiteraard meer boeken telt dan op de Havo. Op het Vwo wordt bovendien dieper op de boeken ingegaan. Nederlands is een verplicht vak op beide niveaus en bij alle profielen. KeuzeOOG 2014-2015
28
22. SCHEIKUNDE In de derde klas heb je kennisgemaakt met het vak scheikunde. Deze kennismaking was oppervlakkig, je hebt geleerd waar scheikunde zich mee bezig houdt en hoe je een practicum aanpakt. In de bovenbouw breid je deze kennis uit. We duiken letterlijk dieper de materie in en behandelen bijvoorbeeld hoe atomen zijn opgebouwd en hoe ze moleculen vormen. Andere onderwerpen zijn zouten (hoe noem je het zout in het zoutvaatje?), zuren en basen (hoe zuur is mijn bloed?), koolstofchemie (wat gebeurt er met aardolie?), reductie en oxidatie (waarom roest je fiets?) en polymeren (hoe zijn de moleculen van mijn boterhamzakje opgebouwd?). Ook wordt er gerekend aan reacties, en dat vinden sommige leerlingen best pittig. Er wordt veel tijd besteed aan het doen van practica. Niet alleen in de lessen, maar ook in de vakondersteuningsuren en op uren die jou goed uitkomen. De waarnemingen die je doet, helpen je bij de theorie. Scheikunde is een op zichzelf staand vak waar je veel aan hebt bij wat meer technische of biologische vervolgstudies. Bij een aantal onderwerpen in de biologie en in de natuurkunde levert scheikunde een stuk extra inzicht (bijvoorbeeld bij stofwisseling en celbiologie en bij de bouw van materie en bij elektrische verschijnselen). Scheikunde is opgenomen als een verplicht onderdeel in het profiel NG en NT van zowel Vwo als Havo. Het verschil met scheikunde op Vwo-niveau is dat er minder diep op de stof wordt ingegaan.
23. WISKUNDE HAVO Op de Havo zijn er twee soorten wiskunde: Wiskunde A en Wiskunde B • In het profiel CM mag je Wiskunde A kiezen (het hoeft niet) • In de profielen EM en NG kies je Wiskunde A of Wiskunde B (verplichte keuze) • In het profiel NT heb je Wiskunde B (verplicht) Wiskunde A Wiskunde A richt zich op realistische toepassingen van wiskunde in de dagelijkse praktijk. Je zult daarbij grafieken moeten interpreteren, gemiddeldes uitrekenen, risico's inschatten, enz. Veel opgaven gaan over informatie uit folders of krantenartikelen. Ook richt het vak zich op eenvoudige economische toepassingen. Verder is er ook aandacht voor kansrekening en statistiek. Statistiek is nodig om een hoop gegevens te ordenen en op verantwoorde wijze conclusies te trekken. Het vak wordt afgesloten met een Centraal Examen. Wiskunde B Dit vak is afgestemd op economische en technische vervolgopleidingen. Voor een groot deel bestaat het uit analyse, ofwel het onderzoeken van formules en grafieken die bij allerlei praktische problemen opduiken. Verder nemen vlakke en ruimtelijke objecten een belangrijke plaats in, waarbij je via allerlei berekeningen informatie over afmetingen, oppervlakte en inhoud krijgt. Ook differentiaalrekening en goniometrische functies komen aan bod. Het vak wordt afgesloten met een Centraal Examen. De wiskundedocent in de derde klas neemt bovenstaande informatie met de leerlingen door.
KeuzeOOG 2014-2015
29
24. WISKUNDE VWO Op het Vwo zijn er vier soorten wiskunde: A, B, C en D. • In het profiel CM is wiskunde C verplicht, maar je mag in plaats van Wiskunde C ook kiezen voor de iets uitgebreidere wiskunde A • In de profielen EM en NG kies je wiskunde A of wiskunde B • In het profiel NT heb je Wiskunde B (verplicht) • Als je wiskunde B kiest in profiel NT of NG, kun je daarnaast nog wiskunde D in de vrije ruimte kiezen In de vierde klas krijg je voornamelijk wiskunde uit het gemeenschappelijk deel van de vier profielvakken, d.w.z. de basiswiskunde die voor elk van de profielvakken WA, WB of WC noodzakelijk is. De onderwerpen zijn rekenen met variabelen, functies en grafieken. In de vijfde en zesde klas krijg je onderwerpen die afgestemd zijn op jouw profielvak. Alle varianten worden afgesloten met een Centraal Examen. Wiskunde C Dit is een wiskundevariant met een hoog realiteitsgehalte. De wiskunde is gericht op maatschappelijke en economische toepassingen. Je zult gegevens uit tabellen en grafieken in krantenartikelen moeten ordenen, analyseren en interpreteren. Je stelt hierbij allerlei soorten functies en vergelijkingen op, waarmee je praktische vragen kunt beantwoorden. Verder komt matrixrekening aan bod, waarmee je allerlei praktische problemen kunt aanpakken. Bij kansrekening en statistiek leer je hoe je op basis van een relatief klein onderzoek verantwoorde conclusies kunt trekken voor een grote groep van mensen of dingen. Wiskunde A Wiskunde A is een uitbreiding van wiskunde C. Naast de onderwerpen matrixrekening, kansrekening en statistiek die bij wiskunde C al genoemd zijn, bestaat een groot deel van het programma uit analyse; dat is het wiskundig onderzoeken van formules, functies en grafieken. De nadruk ligt hierbij op economische toepassingen. Je stelt wiskundige modellen op en leert hoe je met differentiaalrekening kunt berekenen in welke situatie de hoogste omzet wordt behaald of de meeste winst wordt gemaakt. Wiskunde B Wiskunde B is abstracter (d.w.z. minder direct toepassingsgericht) dan wiskunde A en wiskunde C. De wiskunde die je hierbij krijgt is met name nodig voor de economische en technische vervolgopleidingen. De toepassingen zijn vaak gebaseerd op natuurkundige verschijnselen, zoals krachten, trillingen en cirkelbewegingen. Een groot deel van het programma bestaat uit goniometrie, differentiaal- en integraalrekening. Hiernaast neemt ook de vlakke meetkunde een belangrijke plaats in. Je ontdekt eigenschappen van lijnen, driehoeken, cirkels en parabolen en toont met bewijzen aan dat deze eigenschappen algemeen geldig zijn. Belangrijk bij dit onderdeel is dat je leert redeneren met meetkundige definities en hulpmiddelen (zoals bijvoorbeeld de stelling van Pythagoras). Wiskunde D Wiskunde D is een profielkeuzevak voor NT en een keuzevak in NG, mits je ook wiskunde B hebt gekozen. Het is een uitdagend en vernieuwend vak dat de leerlingen inzicht geeft in de rol van wiskunde in technologie en wetenschap. In wiskunde D komen de volgende onderwerpen aan bod: statistiek en kansrekening, dynamische modellen (het opstellen en oplossen van differentiaalvergelijkingen bij praktische problemen van fysische of economische aard), analytische meetkunde (het rekenen aan meetkundige figuren zoals ellipsen, parabolen en hyperbolen), wiskunde in wetenschap (te denken valt aan astronomie, cryptografie of populatiegenetica) en een aantal keuzeonderwerpen die de school zelf mag bepalen. Universiteiten uit de regio zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van lesmateriaal. De wiskundedocent in de derde klas neemt bovenstaande informatie met de leerlingen door.
KeuzeOOG 2014-2015
30
K. BEVORDERINGSNORMEN ONDERBOUW – ALGEMEEN De leerlingen ontvangen in de onderbouw drie keer per jaar een rapport. Op elk rapport worden per vak de prestaties van de leerling afgerond in cijfers tot op één decimaal: 0,50 en hoger wordt naar boven afgerond wordt; 0,49 en lager wordt naar beneden afgerond. Aan het eind van de derde periode ontvangt de leerling zijn/haar eindrapport. Het eindrapport bestaat uit twee kolommen: - de eerste kolom geeft het gemiddelde weer; dat wordt berekend door middel van onafgeronde cijfers; - de tweede kolom geeft de cijfers die gelden voor de overgang en dient voor het berekenen van de tekortpunten. Dit cijfer wordt per vak berekend als het gewogen gemiddelde van alle gegeven cijfers. Dit is een afgeronde cijfer. Het eindrapport wordt in een van de volgende drie categorieën ondergebracht: A bevorderd B ter discussie C niet bevorderd Om de categorie te bepalen wordt allereerst wordt gekeken naar het aantal tekortpunten. Hiervoor gelden de volgende afspraken: cijfer 5 4 3
tekort 1 2 3
Vervolgens wordt gekeken of de leerling aan eventueel extra gestelde voorwaarden voldoet. ‐ Het cijfer 3 is het laagst gegeven cijfer op het rapport in de onderbouw. ‐ Het cijfer 3 op het overgangsrapport betekent dat een leerling in de C‐categorie zit en dus niet bevorderd kan worden. ‐ De docentenvergadering beslist over de bevordering van een leerling in categorie B. Het uitgebrachte advies voor het vervolg van de schoolloopbaan speelt hierbij een belangrijke rol. De overgangsvergadering kan een leerling gericht naar een bepaalde opleiding/leerlaag bevorderen. Een uitzondering op deze regel zijn de leerlingen in klas 3 die vanwege een profiel‐ wisseling of een negatief advies in de B‐categorie zijn gekomen.
Uit: Bevorderingsnormen 2014‐2015
31
BEVORDERINGSNORMEN DERDE KLASSEN VAN 3HVG NAAR 4‐HAVO EN 4‐VWO Voor de vakken die de leerling in de bovenbouw volgt (zowel verplichte als keuzevakken), wordt uitgegaan van een gemiddeld cijfer en het aantal tekortpunten. Voor het gemiddelde tellen onafgeronde cijfers; voor het berekenen van tekortpunten tellen afgeronde cijfers. vakken in de bovenbouw: aantal tekortpunten 0 of 1 0 of 1 0 of 1 0 of 1
vakken in de afgesloten bovenbouw: vakken: gemiddelde aantal tekortpunten minimaal 6,5 maximaal 3 (niet bij 1 vak) minimaal 6,5 maximaal 3 (niet bij 1 vak) minimaal 6,0 maximaal 3 (niet bij 1 vak) minimaal 6,0 maximaal 3 (niet bij 1 vak)
overig
advies docenten resultaat
positief advies
A
negatief advies
B
positief advies
B
negatief advies
B C
Bij een wisseling van profiel in de loop van het keuzeproces komt een leerling altijd in de B‐categorie. Leerlingen die in de B‐categorie komen vanwege een negatief advies, maar wel aan de overgangsnormen voldoen (wat betreft tekortpunten en gemiddelde), kunnen na bespreking zelf beslissen of zij doorgaan met het gekozen profiel. Bij leerlingen met een te laag gemiddelde beslist de docentenvergadering. De gang van zaken bij het keuze‐adviesproces staat vermeld in het Keuze‐OOG.
VAN 3HV VWO‐NIVEAU NAAR HAVO‐4 In bijzondere gevallen kan worden overgegaan tot plaatsing in Havo‐4. Voorwaarde is dat de leerling voldoende inzet heeft getoond en er perspectief is op het behalen van een Havo‐diploma in 2 jaar. Hierover neemt de docentenvergadering een beslissing.
Uit: Bevorderingsnormen 2014‐2015
32
Deze overgangsnormen betekenen voor het keuze-adviesproces: 1. De adviezen in januari/februari voor het gekozen niveau door docentenvergadering en de adviezen van de profielvakken hebben een zwaar gewicht en bepalen mede of een leerling aan het einde van het schooljaar in de bespreekcategorie komt. 2. Docenten geven bij de advisering aan of zij instemmen, twijfels hebben of negatief adviseren inzake niveau en profiel. (+, +- of - ). Vakken buiten het profiel kunnen zich van een profieladvies onthouden. 3. Alle vakken in de derde klas brengen adviezen uit voor alle leerlingen. 4. Een leerling krijgt een negatief (-), gemengd (+-) of positief advies voor het gekozen niveau als de meerderheid van de docenten zo’n advies geeft. 5. Een leerling krijgt een negatief advies voor het gekozen profiel als twee of meer profielvakken een negatief advies uitbrengen. Bij twijfel bij twee profielvakken wordt een gemengd profieladvies gegeven. 6. Mentoren leggen aan de keuze-adviesvergaderingen in februari een voorstel voor, waarin per leerling wordt aangegeven wat het advies per leerling wordt voor niveau en profiel. Bij dit voorstel worden ook de uitgebrachte adviezen voor alle vakken gegeven. Op basis van deze informatie neemt de adviesvergadering een beslissing over het uit te brengen advies. 7. Na de keuze-adviesvergaderingen wordt in een brief aan ouders en leerling duidelijk gecommuniceerd welk advies voor het gekozen niveau of het gekozen profiel de vergadering heeft uitgebracht. Negatieve en gemengde adviezen worden ook mondeling door de mentor aan de betrokken leerling en zijn ouders overgebracht, waarbij de mentor het standpunt van de vergadering verwoordt. 8. Om te voorkomen, dat leerlingen in een te laat stadium gaan nadenken over een Havo-pakket, moeten alle leerlingen, die bij de niveau-adviesvergaderingen een negatief advies op hun Vwokeuze krijgen of op het tweede rapport in de B- of C-categorie zitten op Vwo-niveau, een Havokeuzeformulier inleveren. 9. Een leerling, die na zijn voorlopige keuze wisselt van profiel, wordt op de overgangsvergadering altijd besproken als bespreekgeval. Voldoet een leerling wel aan het overgangsminimum en profieleisen, dan wordt op de overgangsvergadering een definitief advies voor niveau en profiel vastgesteld.
KeuzeOOG 2014-2015
33
L.
WOORDENLIJST
COLLEGE-UUR: dit is een docentgestuurde vorm van vakondersteuning in het vaklokaal. De docent behandelt de stof waarvan bekend is, dat een groot aantal leerlingen behoefte heeft aan extra uitleg. CONTACTUREN: dit zijn uren waarop de leerling een ingeroosterd contactmoment (les) heeft met een vakdocent of mentor EXAMENDOSSIER: voor elk vak stelt een leerling een examendossier samen. Voor het vak Literatuur bijvoorbeeld heet dat het leesdossier, voor andere vakken is het een bundeling van examendossier-toetsen, praktische opdrachten, handelingsdelen en het profielwerkstuk. Ook andere activiteiten die in schoolverband van het examendossier: begeleidingsactiviteiten, koor en orkest, leerlingenvereniging enz. GEMEENSCHAPPELIJK DEEL De vakken die voor alle leerlingen verplicht zijn vormen het gemeenschappelijk deel. HANDELINGSDEEL: voor een aantal vakken bestaat er een handelingsdeel. Het handelingsdeel maakt onderdeel uit van het schoolexamen. Deze onderdelen worden niet beoordeeld met een cijfer maar met ‘naar behoren’ of ‘goed’. Handelingsdelen moeten zijn afgesloten om toegang te krijgen tot het volgende leerjaar of toegang te krijgen tot het centraal schriftelijk examen. MENTOR: de mentor heeft in de Tweede Fase een belangrijke rol als studiebegeleider. Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerling blijft ook een belangrijk aandachtspunt van de mentor. En verder begeleiding bij oriëntatie op studie en beroep. MENTORBEGELEIDING: de mentor geeft studiebegeleiding aan 14 à 15 leerlingen. Eenmaal per week is er een ingeroosterd mentoruur voor de gehele mentorgroep. Naast dit gezamenlijke uur hebben de leerlingen, volgens rooster, individuele voortgangsgesprekken met de mentor. Aan de orde komen de organisatie van de studie, werkplanning, samenwerken, zelfstudie, informatie verzamelen, vakondersteuning, contact met vakdocenten enz. PERIODE: Het onderwijs in de Tweede Fase is georganiseerd in perioden van vier tot negen weken die afgesloten worden met een toetsweek. In H4, V4 en V5 zijn vijf toetsweken, in H5 vier toetsweken en in V6 drie. PLANNINGSOVERZICHT: leerlingen maken een inschatting hoeveel tijd en welke activiteiten er nodig zijn om praktische opdrachten en handelingsdelen uit te voeren. Deze worden als ‘extra porties werk’ over de weken in een periode verdeeld en op het planningsoverzicht in het begeleidingsmapje geschreven. PERIODISERING: Het schooljaar is ingedeeld in twee tijdvakken, waarin per vak een wisselend aantal contacturen kan zijn opgenomen. In de locatiegids kun je zien hoe de lesuren per vak over het schooljaar verdeeld zijn. PRAKTISCHE OPDRACHT: voor veel vakken een belangrijk onderdeel van het examendossier. Het resultaat ervan draagt bij aan het cijfer van het schoolexamen. Met deze opdrachten laat een leerling zien dat hij de vaardigheden die bij een vak horen, beheerst. PROFIEL: er bestaan 4 profielen: NG=Natuur en Gezondheid, NT=Natuur en Techniek, CM=Cultuur en Maatschappij, EM= Economie en Maatschappij. PROFIELWERKSTUK (PWS): Dit is een grote opdracht die een leerling doet binnen zijn profiel. Op Pantarijn worden profielwerkstukken uitgevoerd in de examenklassen. Er wordt in koppels door leerlingen samengewerkt. KeuzeOOG 2014-2015
34
PTA: het Programma van Toetsing en Afsluiting is de regeling van toetsen en praktische opdrachten die meetellen voor de overgang en het examendossier. Het PTA wordt aan het begin van het schooljaar uitgedeeld. Leerlingen hebben dan een compleet overzicht van de vakken: toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen. Aangegeven is ook het gewicht waarmee de onderdelen meetellen voor de overgang en het Schoolexamen. STILTERUIMTE: In 310A is een aparte ruimte ingericht voor leerlingen die individueel en in stilte willen werken. De leerlingen zijn gehouden om de regels voor de stilteruimte na te leven. STUDIEHUIS: Het woord Studiehuis wordt op twee manieren gebruikt: 1. een benaming voor de bovenbouw Havo en Vwo én 2. voor de plaats binnen de school die is ingericht voor studie. Hier kunnen leerlingen werken aan de computer, informatie verzamelen, overleggen en in stilte studeren. STUDIEHUISBEHEER: tijdens de openingsuren van het Studiehuis zijn de studiehuisbeheerders aanwezig. Zij bewaken de werksfeer in het Studiehuis en zien toe op de naleving van de studiehuisregels. Ook voorzien ze de leerlingen van informatie, voeren absentenregistratie, helpen de leerlingen bij de praktische aspecten van de zelfstudie en nemen praktische opdrachten en handelingsdelen in. STUDIE-UREN: dit zijn de uren die niet staan ingeroosterd voor contacturen. De leerling bepaalt zelf aan welke vakken hij werkt in het studiehuis. TWEEDE FASE / STUDIEHUIS: de Tweede Fase is de wettelijke structuur van de bovenbouw Havo en Vwo. Het studiehuis is de werkwijze die de school daarvoor kiest. STUDIEWIJZER: een hulpmiddel bij het zelfstandig leren. Op de studiewijzer geeft de docent informatie over de leerstof en bevat allerlei aanwijzingen, zodat leerlingen zelf hun werk kunnen indelen en zelfstandig aan de slag kunnen (zie ook werkwijzer).
VAKONDERSTEUNINGSUREN: Voor elk vak in de Tweede Fase zijn vakondersteuningsuren ingeroosterd. Dit is een contactmoment met een vakdocent. Het is bedoeld voor leerlingen die extra uitleg of hulp nodig hebben. Vakondersteuning wordt aangeboden als vragenuur als college-uur of werkgroep-uur.
VRIJE RUIMTE: naast de profielvakken en vakken uit het gemeenschappelijk deel, kan een leerling een keuze maken uit een aantal vakken in de zogenaamde vrije ruimte. Ook activiteiten die niet lesgebonden zijn kosten tijd: mentorbegeleiding, werkweek V4, buitenlandse reis, spelgroep etc. WERKGROEPUUR: dit is een vorm van docentgestuurde vakondersteuning in het vaklokaal. WERKWIJZER: in het begin van een periode ontvangt de leerling van alle vakken een werkwijzer. Op de werkwijzer staat per week aangegeven welke stof de leerling moet bestuderen, welke opdrachten er moeten worden gemaakt en de leerstof die in de volgende toetsweek wordt getoetst. De docent heeft het reguliere werk voor de leerling verdeeld over de weken. Grotere opdrachten moeten door leerlingen zelf worden ingepland m.b.v. het planningsoverzicht in het begeleidingsmapje (zie ook studiewijzer).
KeuzeOOG 2014-2015
35
M.
CONTACT
Een keuze maak je niet alleen. Er zijn veel mensen die je kunnen adviseren bij het maken van je keuze. Behalve je ouders, broers, zussen, vrienden en vriendinnen zijn er op school veel mensen aanwezig die je hierbij kunnen helpen. Je mentor is je eerste aanspreekpunt; hij of zij kent jou het beste en zal je dus goed kunnen adviseren. Naast je mentor kan je ook hulp vragen aan decanen en diverse teamleiders. Hieronder vind je een overzicht van de verschillende derde klassen en hun bijbehorende mentor en decaan. Marc Schutte kun je vinden in kamer 1.06B en Wendy de Jager vind je in kamer 2.23.
KLAS
MENTOR
E-MAIL
DECAAN
3H1
TAS
[email protected]
SCM
KOW
[email protected]
GEU
[email protected]
3HV2
LUA
[email protected]
JAG
3HV3
WER
[email protected]
JAG
3HV4
DOA
[email protected]
JAG
3HV5
GIE
[email protected]
JAG
3G1
HSS
[email protected]
SCM
3G2
KOM
[email protected]
SCM
3G3
WEL
[email protected]
SCM
3HV1
SCM
Hieronder vind je een lijstje met handige e-mailadressen: Wendy de Jager, decaan M en onderbouw HV
[email protected]
Marc Schutte, decaan bovenbouw H
[email protected]
Froukje Boselie, teamleider bovenbouw H
[email protected]
Tanja Vroege, teamleider bovenbouw V
[email protected]
KeuzeOOG 2014-2015
36
“DE KEUZE IS AAN JOU!” De decanen: Wendy de Jager (Mavo en onderbouw HV), Marc Schutte (Onderbouw HVG en bovenbouw Havo/VWO)
“WELKOM IN DE TWEEDE FASE!” De teamleiders van de bovenbouw: Froukje Boselie (Havo) en Tanja Vroege (Vwo)
KeuzeOOG 2014-2015
37
Klas: ___
Vrije profielvakken
Profielkeuzevakken
Verplichte profielvakken
Gemeenschappelijke vakken
Eén cultuurvak kiezen uit: kunstvak bv (beeldende vorming) kunstvak mu (muziek) Frans Duits Eén maatschappijvak kiezen uit: aardrijkskunde economie Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie biologie wiskunde A aardrijkskunde informatica
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
HAVO-CM Cultuur en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) CKV (culturele kunstzinnige vorming) cultuurgeschiedenis Profielvakken CM geschiedenis
Kruis de relevante open vakjes in één kolom aan.
Naam:______________________
PROFIELKEUZEFORMULIER HAVO
Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu biologie aardrijkskunde m&o informatica
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: aardrijkskunde M & O (management en organisatie) Frans Duits
HAVO-EM Economie en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) CKV (culturele kunstzinnige vorming) cultuurgeschiedenis Profielvakken EM economie geschiedenis
Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie natuurkunde aardrijkskunde informatica
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: natuurkunde aardrijkskunde
HAVO-NG Natuur en Gezondheid Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) CKV (culturele kunstzinnige vorming) cultuurgeschiedenis Profielvakken NG biologie scheikunde
voorlopige keuze 2014-2015
Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie aardrijkskunde biologie informatica
Eén vak kiezen uit: biologie informatica
HAVO-NT Natuur en Techniek Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) CKV (culturele kunstzinnige vorming) cultuurgeschiedenis Profielvakken NT wiskunde B natuurkunde scheikunde
Vrije profielvakken
Profielkeuzevakken
Verplichte profielvakken
Gemeenschappelijke vakken
Eén cultuurvak kiezen uit: kunstvak bv (beeldende vorming) kunstvak mu (muziek) Frans Duits filosofie Eén maatschappijvak kiezen: aardrijkskunde economie Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie biologie aardrijkskunde filosofie informatica
Eén vak kiezen uit: wiskunde C wiskunde A
Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie geschiedenis filosofie natuurkunde aardrijkskunde informatica wiskunde D (mits wi B)
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: natuurkunde aardrijkskunde
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: aardrijkskunde M & O (management en organisatie)
Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu biologie aardrijkskunde m&o filosofie informatica
Profielvakken NG biologie scheikunde
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
VWO Atheneum NG Natuur en Gezondheid Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW Cultuurgeschiedenis CKV (culturele kunstzinnige vorming
Profielvakken EM geschiedenis economie
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
Profielvakken CM geschiedenis
VWO Atheneum - EM Economie en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW Cultuurgeschiedenis CKV (culturele kunstzinnige vorming
Naam: _______________________ Klas:_________
voorlopige keuze 2014-2015
VWO Atheneum - CM Cultuur en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW Cultuurgeschiedenis CKV (culturele kunstzinnige vorming
Kruis de relevante open vakjes in één kolom aan.
PROFIELKEUZEFORMULIER VWO - ATHENEUM
Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu aardrijkskunde economie geschiedenis filosofie biologie informatica wiskunde D
Eén vak kiezen uit: biologie informatica wiskunde D
Profielvakken NT wiskunde B natuurkunde scheikunde
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
VWO Atheneum NT Natuur en Techniek Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW Cultuurgeschiedenis CKV (culturele kunstzinnige vorming
Vrije profielvakken
Vakken VWOXTRA
Profielkeuzevakken
Verplichte profielvakken
Gemeenschappelijke vakken
filosofie
Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie biologie aardrijkskunde informatica
Eén cultuurvak kiezen uit: kunstvak bv (beeldende vorming) kunstvak mu (muziek) Frans Duits filosofie Eén maatschappijvak kiezen: aardrijkskunde economie
Eén vak kiezen uit: wiskunde C wiskunde A
Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu biologie aardrijkskunde m&o informatica
filosofie
Eén vak kiezen uit: wiskunde D (mits wi B) filosofie Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie geschiedenis filosofie natuurkunde aardrijkskunde informatica wiskunde D (mits wi B)
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: natuurkunde aardrijkskunde
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: aardrijkskunde M & O (management en organisatie)
Profielvakken NG biologie scheikunde
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
VWO Atheneum NG Natuur en Gezondheid Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW Cultuurgeschiedenis CKV (culturele kunstzinnige vorming
Profielvakken EM geschiedenis economie
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
Profielvakken CM geschiedenis
VWO Atheneum - EM Economie en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW Cultuurgeschiedenis CKV (culturele kunstzinnige vorming
Naam: _______________________ Klas:_________
voorlopige keuze 2014-2015
VWO Atheneum - CM Cultuur en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW Cultuurgeschiedenis CKV (culturele kunstzinnige vorming
Kruis de relevante open vakjes in één kolom aan.
PROFIELKEUZEFORMULIER VWO -ATHENEUMXTRA
Eén vak kiezen uit: wiskunde D filosofie Eén vak kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu aardrijkskunde economie geschiedenis filosofie biologie informatica wiskunde D
Eén vak kiezen uit: biologie informatica
Profielvakken NT wiskunde B natuurkunde scheikunde
Eén vak kiezen uit: Frans Duits
VWO Atheneum NT Natuur en Techniek Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW Cultuurgeschiedenis CKV (culturele kunstzinnige vorming
Klas: ______
Je mag twee vakken kiezen in de vrije ruimte
Vrije profielvakken
Profielkeuzevakken
Verplichte profielvakken
Gemeenschappelijke vakken
Eén cultuurvak kiezen uit: kunstvak bv (beeldende vorming) kunstvak mu (muziek) Frans Duits filosofie Eén maatschappijvak kiezen uit: aardrijkskunde economie Eén vak of twee vakken kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie biologie aardrijkskunde filosofie Latijn Grieks informatica Eén vak of twee vakken kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu biologie aardrijkskunde Latijn Grieks m&o filosofie informatica
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: aardrijkskunde M & O (management en organisatie)
Eén vak kiezen uit: Latijn Grieks Profielvakken EM economie geschiedenis
Eén vak kiezen uit: Latijn Grieks Profielvakken CM geschiedenis
Eén vak kiezen uit: wiskunde C wiskunde A
VWO GYMNASIUM-EM Economie en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) KCV ANW
Eén vak of twee vakken iezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie geschiedenis Latijn Grieks filosofie natuurkunde aardrijkskunde informatica wiskunde D (mits wiskunde B)
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: natuurkunde aardrijkskunde
Eén vak kiezen uit: Latijn Grieks Profielvakken NG biologie scheikunde
VWO GYMNASIUM-NG Natuur en Gezondheid Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW KCV
Eén vak of twee vakken kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu aardrijkskunde economie geschiedenis Latijn Grieks filosofie biologie informatica wiskunde D
Eén vak kiezen uit: biologie informatica wiskunde D
Eén vak kiezen uit: Latijn Grieks Profielvakken NT wiskunde B natuurkunde scheikunde
VWO GYMNASIUM-NT Natuur en Techniek Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) KCV ANW
voorlopige keuze 2014-2015
VWO GYMNASIUM-CM Cultuur en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) KCV ANW
Kruis de relevante open vakjes in één kolom aan.
Naam: ________________________
PROFIELKEUZEFORMULIER VWO GYMNASIUM
Klas: ______
Je moet twee vakken kiezen in de vrije ruimte
Vrije profielvakken
Profielkeuzevakken
Verplichte profielvakken
Gemeenschappelijke vakken
Eén cultuurvak kiezen uit: kunstvak bv (beeldende vorming) kunstvak mu (muziek) Frans Duits filosofie Eén maatschappijvak kiezen uit: aardrijkskunde economie Twee vakken kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie biologie aardrijkskunde filosofie Latijn Grieks informatica Twee vakken kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu biologie aardrijkskunde Latijn Grieks m&o filosofie informatica
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: aardrijkskunde M & O (management en organisatie)
Eén vak kiezen uit: Latijn Grieks Profielvakken EM economie geschiedenis
Eén vak kiezen uit: Latijn Grieks Profielvakken CM geschiedenis
Eén vak kiezen uit: wiskunde C wiskunde A
VWO GYMNASIUM-EM Economie en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) KCV ANW
Twee vakken kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu economie geschiedenis Latijn Grieks filosofie natuurkunde aardrijkskunde informatica wiskunde D (mits wiskunde B)
Eén vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B Eén vak kiezen uit: natuurkunde aardrijkskunde
Eén vak kiezen uit: Latijn Grieks Profielvakken NG biologie scheikunde
VWO GYMNASIUM-NG Natuur en Gezondheid Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) ANW KCV
Twee vakken kiezen uit: Frans Duits kunstvak bv kunstvak mu aardrijkskunde economie geschiedenis Latijn Grieks filosofie biologie informatica wiskunde D
Eén vak kiezen uit: biologie informatica wiskunde D
Eén vak kiezen uit: Latijn Grieks Profielvakken NT wiskunde B natuurkunde scheikunde
VWO GYMNASIUM-NT Natuur en Techniek Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) KCV ANW
voorlopige keuze 2014-2015
VWO GYMNASIUM-CM Cultuur en Maatschappij Nederlands Engels maatschappijleer LO (lichamelijke opvoeding) KCV ANW
Kruis de relevante open vakjes in één kolom aan.
Naam: ________________________
PROFIELKEUZEFORMULIER VWO GYMNASIUMXTRA