Levo-info Havo 4 0910
Levensbeschouwing Informatie voor Havo 4
Periode 2 0910
1
Levo-info Havo 4 0910
PORTFOLIO
DEEL II
Inleiding: In de eerste periode hebben jullie naar waarden, ethische dilemma‟s en de ethische communicatie gekeken. Jullie hebben begrippen geleerd en als je toets voldoende was kon je die ook naar behoren toepassen. We gaan nu dieper in op de ethiek door bij de vraag „Hoe goed te handelen‟ nog meer naar jezelf te kijken. Soorten ethiek: In de geschiedenis zijn mensen verschillend met de ethische vraag om gegaan. Dit heeft te maken met het beeld dat je van een mens hebt. De levensvraag: Wie is de mens? Wie ben ik? Hoe goed te handelen? En: hoe handel ik goed? Vanuit welke principes (waarden) wil ik handelen (beginselethiek) of vanuit welke deugden, goede eigenschappen, wil ik handelen? (deugdethiek) Zingeving en levensbeschouwing: De deugdethiek vraagt dat we vooral bereid zijn om naar onszelf te kijken en hoe wij in de wereld willen staan, hoe wij het leven beschouwen. Wat onze zingeving is en hoe wij de zingeving bij anderen herkennen. In de muziek kom je voortdurend boodschappen van zingeving tegen en in gesprek met je ouders kun je ontdekken hoe ook zij daar over hebben nagedacht. Tenslotte schrijf je aan de hand van jouw eigen bestaanservaringen, het beeld dat je van jezelf hebt en de verwachtingen, waarmee jij de toekomst tegemoet gaat, je eigen levensverhaal. Het is een afrondend werkstuk voor levensbeschouwing en we hopen dat je het tenslotte als leerzaam en zinvol ervaart om in deze lessen na te denken over je persoonlijke waarden, ethiek, deugden en levensbeschouwing. Begrippen In deze periode komt een aantal nieuwe begrippen aan de orde. We geven een korte definitie waardoor je altijd de betekenis bij de hand hebt. Deugden Deugdenveld Tegenkrachten Zingeving Zinvragen Bestaanservaringen Vervolg van periode 1. De informatie en de opdrachten uit de eerste periode zijn de basis voor deze periode. Om die reden tellen we de informatie door en bewaar je ook de informatie uit de eerste periode in je map. Dit geldt ook voor de opdrachten. De opdrachten die je maakte in de eerste periode bewaar je omdat je de informatie zeker ook kunt gebruiken als je straks je PO , Mijn Levensverhaal, maakt. Om die reden willen we ook dat je de beoordeling van de opdrachten van de eerste periode overneemt op een nieuwe voorkant en dat je ze bewaart bij de andere opdrachten.
2
Levo-info Havo 4 0910
Info-9: Deugden Deugden zijn morele eigenschappen, eigenschappen van “een goed mens”. Een deugd is altijd het midden van twee uitersten (ondeugden). Een deugd kan in min of meerdere mate „moreel‟ zijn. Een deugd (zoals behulpzaamheid) die onmisbaar is voor „het goede (samen)leven‟ is een morele deugd. Een deugd die mogelijk kan bijdragen aan „het goede (samen)leven‟ is in mindere mate een morele deugd (deze deugden worden vaak „karakterdeugden‟ genoemd). Ook worden ze „moreel indifferent‟ (bijvoorbeeld: doorzettingsvermogen) genoemd. Waarden zijn eigenlijk abstracte idealen. Normen zijn de concrete gedragsregels die afgeleid zijn van waarden. Deugden zijn menselijke eigenschappen die nodig zijn om waarden in de praktijk te brengen. Bijvoorbeeld: de waarde is verkeersveiligheid. De hiervan afgeleide norm is snelheidslimieten respecteren en de hieraan gerelateerde deugden zijn verstandigheid, zelfbeheersing. Kenmerken van deugden kunnen ontwikkeld, getraind, worden; zo worden deugden een 'tweede natuur'. Je leert een deugd door hem te beoefenen. een deugd is alleen te herkennen in je gedrag in de praktijk. voorbeelden van mensen die een deugd hebben gerealiseerd, kunnen je stimuleren om dit ook te doen. deugden staan altijd in relatie tot 'het goede leven', met anderen naast de deugd spelen er altijd 'tegenkrachten' een rol, deze maken dat het in de praktijk brengen van de deugd moeilijk kan zijn. een deugd wil optimaal gerealiseerd worden; een deugd is een top tussen twee afgronden (ondeugden). Er is een relatieve balans, afhankelijk van de context. voor de ene deugd heb je meer talent dan voor de andere. deugden ondersteunen elkaar; er is een zogenaamd deugdenveld. Een voorbeeld: verstandigheid inhoud: uit gewoonte nadenken over de gevolgen van een handeling, voors en tegens afwegen relatie met 'het goede leven': zonder verstandige afweging is het goede leven niet mogelijk leerproces: ouders kunnen een kind helpen na te denken over de gevolgen van gedrag, vervolgens kan het kind dit zelf verder ontwikkelen en tot een gewoonte maken tegenkrachten: ongeduld, haast, impulsiviteit, drugsgebruik verstandigheid (of bezonnenheid) is het juiste midden tussen impulsiviteit (ontbreken van bezonnenheid) en besluiteloosheid (blijven steken in afwegen en twijfelen) karakter: een persoon met een enigszins afwachtend en observerend temperament zal deze deugd soms makkelijker kunnen beoefenen dan een persoon met een vurig, impulsief, extravert, temperament de deugd verstandigheid wordt ondersteund door: geduld, wijsheid, rechtvaardigheid, rekening houden, relativeren enz.
3
Levo-info Havo 4 0910
Opdracht 4 Een persoonlijke deugdenanalyse (ongeveer 1A4) Maak je persoonlijke deugdenanalyse en kies een deugd die je beoefent, een deugd waar je sterk in bent geworden. Doe dat ook voor een deugd die je sterker zou willen maken. Analyseer deze twee deugden aan de hand van het voorbeeld 'verstandigheid' Illustreer je verhaal met concrete voorbeelden. In je analyse wordt duidelijk wat jouw verklaring is voor het wel/niet sterk ontwikkeld hebben van de genoemde deugden hoe de deugd waarin je je nog wilt bekwamen een rol kan spelen in jouw 'goede leven' welke stappen je kunnen helpen tip: vaak kan een goed ontwikkelde deugd je helpen bij het verder ontwikkelen van een minder ontwikkelde deugd
Enkele deugden assertiviteit authenticiteit behulpzaamheid beleefdheid bescheidenheid betrouwbaarheid creativiteit compassie confronteren dankbaarheid doelgerichtheid doorzettingsvermogen discipline eenvoud eerlijkheid enthousiasme feedback geven flexibiliteit geduld matigheid moed naastenliefde onthechting openstaan voor kritiek oprechtheid ordelijkheid rechtvaardigheid
reinheid rekening houden relativeren sensitiviteit tact tevredenheid toewijding trouw vastberadenheid verantwoordelijkheid verdraagzaamheid vergevingsgezindheid verstandigheid vertrouwen zachtmoedigheid vreugde vriendelijkheid vrijgevigheid zelfbeheersing zelfdiscipline zelfreflectie zelfvertrouwen zorgzaamheid
4
Levo-info Havo 4 0910
Opdracht 5 Presentatie over deugden Opdracht presentatie over een deugd Je kijkt nog eens naar je analyse van het ethisch dilemma. Je hebt bij de laatste stap een mening gegeven. Jouw advies aan de moreel aanspreekbare persoon. Ga nu met de persoon met wie je deze analyse hebt gemaakt kijken naar welke keuze in het dilemma uiteindelijk de moeilijkste keuze zou zijn geweest. Bedenk welke deugden je nodig hebt om na deze „moeilijke‟ keuze goed om te gaan met de gevolgen van deze keuze. Welke deugden heb je nodig om met deze keuze „het goede leven‟ te leven. Maak hier een Power Point Presentatie van. Laat de meeste van de volgende elementen in de presentatie voorkomen: 1. de casus, geef de titel (tijdens het presenteren vertel je de casus kort). 2. het dilemma waarin je de twee belangrijkste waarden noemt die tegenover elkaar staan. 3. de keuze die volgens jullie het meest moeilijk is in enkele woorden (licht toe waarom dit de moeilijkste keuze is). 4. noem de deugden die de moreel aanspreekbare persoon nodig heeft om deze keuze in praktijk te brengen. 5. Wat zijn de tegenkrachten van deze deugd? Zitten deze tegenkrachten in jezelf of in je omgeving? Licht dit toe. 6. hoe kun jijzelf deze deugd oefenen in jouw leven? 7. welke andere deugden kunnen deze nodige deugden ondersteunen? 8. ken je een songtekst (met een boodschap) die over deze deugd gaat of ken je een boek, een verhaal, een film, waarin deze deugd in de praktijk wordt gebracht? 9. ken je een persoon die deze deugd erg goed zal moeten beheersen? Wie presenteren? Wie al een presentatie van de ethische analyse heeft gegeven, mag de presentatie opsturen naar de docent. Wie nog geen presentatie heeft gegeven zal deze presentatie over deugden aan de klas presenteren en daarna ook naar de docent mailen.
5
Levo-info Havo 4 0910
Info-10: De Zin van het leven Zinvragen Wat is belangrijk, wat is de waarde van wat ik doe, hoe ik leef, wie ik ben. Waarom bestaat de mens? Waarom is de wereld er eigenlijk? Wat is de waarde van dit alles? Wie bepaalt die waarde eigenlijk. Doe ik dit zelf? Hoeveel waarde heeft die waarde dan voor anderen? Ieder mens stelt zich wel eens de vraag naar de zin van het leven. De Zinvraag. Soms is de zinvraag heel persoonlijk en gaat het echt alleen over jezelf: Waarom leef ik eigenlijk? Wat is de zin ervan? Soms gaat de vraag over de gehele mensheid, de zin van de samenleving. Wat doen wij mensen op deze wereld en wat is de zin ervan? De zinvraag kan ook nog over elke werkelijkheid, elk bestaan, de kosmos gaan. De zin van alles wat er is. \
Antwoorden Soms kun je geen antwoord vinden op deze moeilijke vragen. Toch blijf je ernaar op zoek gaan. In ieder geval zijn de antwoorden voorlopig, dat wil zeggen: ze staan niet vast voor je hele leven; ze kunnen veranderen. Ze zijn ook erg persoonlijk. Iedereen heeft een eigen antwoord. De antwoorden wordt in allerlei richtingen gezocht. Je zegt dan eigenlijk: ja, daar leef ik voor. Je kunt je antwoorden bijvoorbeeld zoeken in vele richtingen. Jij bepaalt zelf waar je je antwoord zoekt. Enkele voorbeelden zijn: je vindt en antwoord in de natuur, in jezelf, in het samenleven met anderen, in de waarden of doelen die je nastreeft. Veel mensen vinden de zin van hun leven bij God. Anderen zien de zingeving juist als de zoektocht op zichzelf. Weer anderen concluderen dat het leven volslagen zinloos is. Bestaanservaringen Antwoorden op levensvragen en op de zinvraag kunnen steeds weer veranderen of worden aangepast. De antwoorden hebben veel te maken met wat je hebt meegemaakt, waar je bent opgegroeid, welk karakter je hebt en wie je voorbeelden zijn. De zinvraag zal vooral opgeroepen worden door bestaanservaringen, bijvoorbeeld bij een onverwacht verlies van iemand die je dierbaar is, of de scheiding van je ouders, een handicap waar je mee moet leren leven, verdriet waar je niet mee wilt leven. Ook positieve bestaanservaringen kunnen de vraag naar de zin van het leven oproepen. Ineens realiseer je je hoe gelukkig je bent als je een verrassing krijgt, iemand heeft alles voor jou over, je presteert heel goed en je krijgt veel complimenten. De vraag naar de zin van het leven kan ook opgeroepen worden door deze bespreekbaar te maken in kunst, gedichten, teksten van songs of indrukwekkende foto‟s. Ineens kan een tekst van een lied, een thema van een film, een passage uit een boek je aan het denken zetten over de zin van het leven.
6
Levo-info Havo 4 0910
Opdracht 6: Beschrijving van drie belangrijkste bestaanservaringen Kijk eens terug naar je eigen leven en schrijf ervaringen op die je belangrijk vindt en die je niet snel zult vergeten. Zet in korte zinnetjes op wat er nu in je op komt; bij je boven komt. Denk ook aan je vroege jeugd, maar vergeet de afgelopen weken niet mee te nemen. Als je een reeks van ervaringen hebt genoteerd, ga je selecteren. Welke ervaringen hebben invloed gehad op je leven? Welke ervaringen hebben gemaakt wie je nu bent. Door welke ervaringen ben je veranderd? Welke ervaringen zou je nooit meer mee willen maken, welke ervaringen zou je vaker willen meemaken? Zijn er ervaringen die (levens)vragen bij je oproepen? Beperk je tenslotte tot de drie belangrijkste ervaringen en beschrijf die. Bepaal welke waarden en welke deugden daarin een rol hebben gehad. Opdracht 7: Gesprek met je ouders en anderen Bespreek met je ouders wat jouw sterke en je minder sterker kanten zijn. Waar wil je aan werken. Welke adviezen krijg je mee? Waarin willen je ouders voor jou een voorbeeld zijn en waarin juist niet. Hoe kijken anderen tegen je aan. Herkennen ze jouw sterke en minder sterke kanten? Voer een gesprek en maak daarvan een verslag van en laat zien waar je hebt moeten doorvragen om helderheid te krijgen. Benoem ook iets wat je verraste in de gesprekken of juist iets wat je moeilijk of leuk vond om te horen. Je kunt dit verslag niet afhandelen met een schriftelijk vragenlijstje, met antwoorden. Het moet een verslag zijn. Voer dit gesprek met minsten één ouder (vader of moeder) en één iemand die jou redelijk kent. Motiveer in je verslag waarom je deze persoon interviewt. Info-11: Boodschap in de tekst De meeste mensen genieten van muziek en daarom luisteren ze ernaar. Men ontspant zich, heeft afleiding, maar kan ook geraakt worden door de boodschap die je in de teksten aantreft. Als de boodschap je raakt, ondersteunt dit je muziek en als de muziek mooi is ondersteunt dit de boodschap. Gevoelens krijgen door muziek een kanaal om te worden geuit. Wat je niet kunt zeggen kan soms wel gezongen worden door anderen en dan ervaar je herkenning als je ook zo naar de dingen om je heen kijkt. Zo kun je je begrepen voelen, je gekend voelen door muziek. Muziek is heel persoonlijk, maar als je vrienden bepaalde muziek mooi vinden ben je op zijn minst bereid ernaar te luisteren. Als zij dan ook nog kunnen uitleggen wat hen raakt en je herkent dit, geeft muziek je ook verbondenheid met je vrienden. Het inspireert je en helpt je je mening te ontwikkelen. Zo heeft muziek ook sociale bedoelingen hebben. Het brengt mensen bij elkaar. Samen genieten, maar ook samen je verlangen uiten, samen verdriet hebben. Het kan allemaal met muziek.
Chorus: Laat me zien waar ik voor leef Laat me voelen
wat ik geef
Een moment zodat ik weet dat alles niet voor niets is geweest
7
Levo-info Havo 4 0910
PO ‘Mijn Levensverhaal’ Je hebt in de lessen levensbeschouwing de afgelopen jaren geleerd wat een levensbeschouwing is en in hoeverre voorbeeldfiguren en boeken over en van deze personen hier invloed op hebben. Het gaat dan vaak om een algemene levensbeschouwing waar de wereldgodsdiensten een belangrijk deel van uitmaken. Zo‟n levensbeschouwing is vaak bepalend hoe je naar dingen kijkt (welke optiek je hebt) en welke waarden je belangrijk vindt en hoe dit uiteindelijk je handelen bepaalt. In de vorige periode hebben we vooral gekeken naar hoe dit tot uiting komt bij moeilijke keuzes, zoals in een ethisch dilemma. Een persoonlijke levensbeschouwing is dan bepalend voor wat je uiteindelijk kiest. Deze persoonlijke levensbeschouwing wordt in eerste instantie vooral gevormd door je opvoeding, de omgeving waar je in opgroeit en de boodschappen van anderen waar je voor open wilt staan. Hoe meer volwassen je wordt, hoe duidelijker wordt jouw specifieke eigenheid in de omgang met je bagage die je mee hebt gekregen vanuit vroeger. Wat neem je mee om verder te ontwikkelen? Wat laat je achter? Waar probeer je je van los te maken? De bestaanservaringen maken dat je mogelijk meer nadenkt over levensvragen, maar ook de boodschappen in songteksten, gedichten en boeken kunnen je tot nadenken zetten. Met de Praktische Opdracht „Mijn levensverhaal‟ willen we je na laten denken over wie je zelf bent. Je krijgt opdracht om naar je verleden te kijken en de belangrijke bestaanservaringen op te schrijven. Wat hebben die met jou gedaan. Vervolgens kijk je naar wie je bent in het heden en hoe de mensen naar je kijken. Je deugden die je hebt ontwikkeld zeggen veel over jou. Tenslotte wordt er van je gevraagd naar je toekomst te kijken. Je schrijft een brief aan jezelf met daarin meegenomen wie jij bent, wat jij belangrijk vindt (waarden en deugden) en wat jij met je leven wilt. Het is een verhaal waar je waarschijnlijk best tegenop ziet om dit op te schrijven. Elk jaar weer merken we dit als docenten. Echter ook elk jaar lezen we hoe leerlingen aangeven veel van deze opdracht te hebben geleerd. Je wordt je meer bewust van wie je bent en wat je belangrijk vindt. We begrijpen dat er soms informatie vrijgegeven wordt die eigenlijk heel persoonlijk is. Realiseer je dat jij bepaalt wat je wel of niet opschrijft. Wij willen je graag de zekerheid geven dat we met alles wat je schrijft uiterst zorgvuldig omgaan en helemaal niemand hierover spreken, laat staan laten lezen. Alleen de beoordeling bewaren we en het levensverhaal zelf krijg je na beoordeling weer terug.Lees goed de opdracht. Deze verschilt beduidend met de opdracht van vorig jaar. Mevrouw Heijtink, de heer Naar en de heer Stolk.
8
Levo-info Havo 4 0910
Praktische Opdracht Schrijf in drie hoofdstukken je levensverhaal. Laat aan deze hoofdstukken een inleiding voorafgaan en sluit af met een slotwoord. Hoofdstuk 1 Begin met het schrijven van het eerste hoofdstuk over je verleden, het toen. Dit is een reflectie op de opdracht die je als handelingsdeel hebt gemaakt over je bestaanservaringen. Duid kort de ervaring aan (zie je handelingsdeel), maar beschrijf de ervaring niet opnieuw. De bedoeling is dat je in dit hoofdstuk schrijft wat deze ervaringen met je hebben gedaan en welke levensvragen dit bij je opriep. Ook kun je schrijven welke emoties deze ervaringen bij je hebben veroorzaakt en hoe je daar toen mee omging en hoe je daar nu op terugkijkt. Mogelijk hebben deze ervaringen er ook toe bijgedragen dat je bepaalde deugden hebt ontwikkeld, of had willen ontwikkelen. Beschrijf de deugden die je erbij nodig had. Waren er mensen om je heen die een rol speelden in deze bestaanservaringen en welke rol speelden hun deugden? Waren ze aanwezig of ontbraken ze juist? (omvang: minimaal 1x A4 arial 11, exclusief de illustraties en maximaal 2xA4 arial 10) Hoofdstuk 2 Schrijf een hoofdstuk over hoe je nu bent. Lees het verslag van de gesprekken die je hebt gevoerd, je waardenschaal en je deugdenanalyse die je hebt gemaakt nog eens door. Zie je overeenkomsten en verschillen? Wat is een bijzonder kenmerk van jou? Licht je antwoord toe. Sluit je deugdenanalyse aan op de resultaten van je gesprekken of zijn het totaal verschillende dingen die aan de orde komen en hoe kijk je daar tegenaan? Licht dit toe. Waar zou je achteraf bezien nog wel over door willen praten? Licht dit toe. (omvang: minimaal 1x A4 arial 11, exclusief de illustraties en maximaal 2xA4 arial 10) Hoofdstuk 3 Brief aan jezelf Schrijf een brief aan jezelf. Kies een periode: 1,5 jaar, 5 jaar of 10 jaar. Schrijf in de ikvorm („je huidige ik‟, „je ik van nu‟) aan je „toekomstige ik‟. Maak duidelijk welke termijn je kiest en hanteer de briefvorm (inclusief datum, aanhef, afsluiting). Doel van deze opdracht: je neemt wat afstand van de alledaagse dingen en je kijkt naar je toekomstige zelf zoals je dat voor ogen hebt. Het is niet een soort toekomstvoorspelling. Het gaat hier om een vorm van zelfreflectie: hoe zie je jezelf leven/wonen/werken over … jaar? Waar baseer je dat op? Welke lijnen waren al vroeg zichtbaar (talenten, bijzondere eigenschappen, interesses)? Welke gerichtheden waren tijdelijk, welke zijn blijvend? voorbeeld “Beste Jan, je bent nu net klaar met je havo. Vorig jaar was je nog heel erg bezig met het herstellen van je enkelblessure. Gelukkig is dat allemaal goed gekomen. Klopt het dat je nog steeds voetbalt maar dat je gestopt bent met hardlopen? Ook dacht je er aan misschien eerst maar eens te gaan werken voordat je een studie kiest. Ik vermoed toch dat je nu bezig bent met een economische opleiding in Utrecht maar dat je voorlopig nog wel even thuis wil blijven wonen. Waarom ik dat denk? ….”
9
Levo-info Havo 4 0910
Je gaat in op: - toekomstplannen: studie, werk (wat) - vriendschap, relatie, huwelijk (met wie) - woonplaats, woonvorm (waar) - leefstijl: manier van leven, dingen die belangrijk voor je zijn - levenshouding, levensvragen Geef jezelf ook advies en schrijf je vermoedens, zorgen of wensen(wat gun je jezelf?). op. Wees concreet. Dus niet: “Je leidt nu een leuk leven”. Wel bijvoorbeeld: “Je vindt het fijn om bezig te kunnen zijn met mensen die jouw advies vragen, want….”. (omvang: minimaal 1x A4 arial 11, exclusief de illustraties en maximaal 2xA4 arial 10)
Inleiding Na het schrijven van de hoofdstukken over je toen, nu en straks, schrijf je de inleiding van je PO. Dit onderdeel wordt vooraf aan de door jou geschreven hoofdstukken geplaatst. Schrijf in je inleiding: hoe je met deze PO bezig bent geweest en wat je ervan hebt geleerd, wat je moeilijk vond en wat verrassend voor je was. Omvang: minimaal drie uitgebreide alinea‟s
Slotwoord Sluit je PO af door nog eens terug te kijken naar de lessen levensbeschouwing op college De Heemlanden in de afgelopen vier jaar. Wat heb je naar aanleiding van deze lessen voor jezelf geleerd? Is je houding veranderd, ben je anders naar het leven gaan kijken? In hoeverre denk je nu anders dan toen je de lessen levensbeschouwing in de brugklas volgde en wat neem je van de lessen van de afgelopen jaren mee in je komende leven? Voel je vrij om in dit slotwoord op te schrijven wat je belangrijk vindt en wees eerlijk. Je wordt niet beoordeeld op je mening, maar hoe je deze mening verwoordt. Omvang: minimaal drie uitgebreide alinea‟s
10