Notulen open zitting
Raad voor Maatschappelijk Welzijn Zitting van 11 maart 2015 - 19:00 uur Locatie Raadzaal - St.-Martensstraat 11 - 9000 Gent Aanwezig De heer Rudy Coddens, voorzitter Mevrouw Evita Willaert, raadslid; de heer Yoeri Note, raadslid; mevrouw Chantal Sysmans, raadslid; mevrouw Ingrid Vandaele, raadslid; de heer Jurgen Bockstaele, raadslid; de heer Pascal Verbeke, raadslid; de heer Carl De Decker, raadslid; de heer Cengiz Cetinkaya, raadslid; mevrouw Emilie Peeters, raadslid; mevrouw Els Roegiers, raadslid; de heer Eric Wauters, raadslid; de heer Ronny Rysermans, raadslid; mevrouw Liliane De Cock, raadslid De heer Luc Kupers, secretaris Verontschuldigd Mevrouw Yeliz Güner, raadslid De heer Daniël Termont, burgemeester stad Gent
De voorzitter opent de open zitting om 19:00 uur
Openbare zitting Goedkeuring notulen
2015_RMW_00067
Notulen openbare raadszitting woensdag 11 februari 2015 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De notulen van de openbare zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van woensdag 11 februari 2015.
Agendapunten Diensten van de Secretaris Juridisch Advies en Kennisbeheer
1/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
2015_RMW_00069
EVA SodiGent vzw - Algemene Vergadering van 10 maart 2015 - Mandaat vertegenwoordigers OCMW Gent Voorstel: Bekrachtiging Beslissing: Bekrachtigd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Op 10 maart 2015 om 18.30 uur houdt de EVA SodiGent vzw een algemene vergadering in het stadhuis van Gent. De agenda luidt als volgt: Verwelkoming door de Voorzitter van Sodigent EVA; aanstellen van de leden van de Raad van Bestuur; varia.
Motivering Gelet op artikel 8 § 3 van de statuten van EVA SodiGent vzw dat bepaalt dat de vertegenwoordigers van OCMW Gent in de Algemene Vergadering handelen overeenkomstig de instructies van de OCMW-raad; overwegende dat het mandaat van de vertegenwoordigers van OCMW Gent moet worden vastgesteld; overwegende dat de Algemene Vergadering plaatsvindt voor de eerstvolgende OCMW-raad zodat de bekrachtiging van het mandaat wordt gevraagd.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 11 december 2014, 2014_RMW_00351
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende te bekrachtigen: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 Het mandaat aan de vertegenwoordigers van OCMW Gent die zullen deelnemen aan de algemene vergadering van EVA SodiGent vzw die plaatsvindt op dinsdag 10 maart 2015 in het stadhuis te Gent, om 18.30 uur: er aan alle beraadslagingen en stemmingen deel te nemen, alle voorstellen met betrekking tot de agenda goed te keuren, alle akten, stukken notulen, aanwezigheidslijsten te ondertekenen en in het algemeen, het nodige te doen; deel te nemen aan elke latere algemene vergadering met dezelfde dagorde in geval de eerste algemene vergadering niet rechtsgeldig zou kunnen beraadslagen.
2/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
2015_RMW_00070
Huishoudelijk reglement beraadslagende organen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Als gevolg van de wijziging van de vergaderdag van de OCMW-raad moet het huishoudelijk reglement worden aangepast. Het huishoudelijk reglement werd eveneens aangepast overeenkomstig de bepalingen van het OCMW-decreet en rekening houdend met de huidige werkwijzes.
Motivering Gelet op art. 49 van het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn dat bepaalt dat de OCMW-raad het huishoudelijk reglement op elk moment kan wijzigen.
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 Het huishoudelijk reglement van de beraadslagende organen.
Artikel 2 Dit reglement vervangt alle voorgaande versies.
Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: 20150311_Wijziging Huishoudelijk regelment.pdf
Bijlage(n) 20150311_Wijziging Huishoudelijk regelment.pdf
3/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150311_Wijziging Huishoudelijk regelment.pdf
4/220 RMW - 11 maart 2015
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE BERAADSLAGENDE ORGANEN VAN HET OCMW GENT
1
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
5/220 RMW - 11 maart 2015
Inhoud Preambule ............................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk I - RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. ........................................................................ 4 BIJEENROEPING ................................................................................................................................... 4 TERMIJN VAN OPROEPING .................................................................................................................. 5 BEKENDMAKING .................................................................................................................................. 6 INZAGE STUKKEN RAAD....................................................................................................................... 6 OPENBARE/GESLOTEN VERGADERING ................................................................................................ 7 AANWEZIGHEIDSVEREISTEN ............................................................................................................... 8 NOTULEN ............................................................................................................................................. 8 WIJZE VAN VERGADEREN .................................................................................................................. 10 WIJZE VAN STEMMEN ....................................................................................................................... 13 Hoofdstuk II – VAST BUREAU EN BIJZONDERE COMITÉS. ..................................................................... 15 VAST BUREAU .................................................................................................................................... 15 BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST ................................................................................ 15 BIJZONDER COMITÉ VOOR OUDERENZORG ...................................................................................... 16 BIJZONDER COMITÉ PERSONEEL EN ORGANISATIE........................................................................... 17 BIJZONDER COMITÉ WOONBELEID ................................................................................................... 17 Hoofdstuk III – GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN RAAD, VB, BC’s .................................................. 19 PRESENTIEGELDEN en KOSTEN ......................................................................................................... 20 COLLEGIALE BEVOEGDHEID............................................................................................................... 21 RANGORDE VAN DE RAADSLEDEN .................................................................................................... 21 VERVANGING VAN DE VOORZITTER .................................................................................................. 22 KABINET VAN DE VOORZITTER EN FRACTIEWERKING....................................................................... 22 Hoofdstuk IV - DE SECRETARIS van het OCMW..................................................................................... 24 Hoofdstuk V - HET MANAGEMENTTEAM van het OCMW .................................................................... 25 HOOFDSTUK VI – VERENIGINGEN, VENNOOTSCHAPPEN EN AGENTSCHAPPEN................................... 26 VERTEGENWOORDIGING IN EEN OCMW-VERENIGING TITEL VIII, HOOFDSTUK I DIE GEEN ZIEKENHUIS BEHEERT ........................................................................................................................ 26 VERTEGENWOORDIGING IN EEN OCMW-VERENIGING TITEL VIII, HOOFDSTUK I DIE EEN ZIEKENHUIS BEHEERT ............................................................................................................................................ 26 VERTEGENWOORDIGING IN EEN VERENIGING/VENNOOTSCHAP TITEL VIII, HOOFDSTUK III........... 28
2
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
6/220 RMW - 11 maart 2015
DEELNAME IN EEN GEMEENTELIJK EXTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP IN PRIVAATRECHTELIJKE VORM ............................................................................................................. 29 VERENIGING ONDERWORPEN AAN DE BEPALINGEN VAN HET DECREET INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ............................................................................................................................... 29 Hoofdstuk VII – OVERIGE BEPALINGEN ................................................................................................. 31 INZAGERECHT .................................................................................................................................... 31 BEZOEKRECHT.................................................................................................................................... 32 GEHEIMHOUDINGSPLICHT ................................................................................................................ 32 MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN INFORMATIEVE VRAGEN ............................................................. 32 DRINGENDE HULPVERLENING ........................................................................................................... 34 ONDERTEKENING VAN OCMW-DOCUMENTEN ................................................................................ 34 OPENBAARHEID VAN BESTUUR ......................................................................................................... 36 VERZOEKSCHRIFTEN VAN DE BURGER .............................................................................................. 37 VOORSTELLEN VAN BURGERS ........................................................................................................... 37 BINDENDE KRACHT ............................................................................................................................ 38
3
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
7/220 RMW - 11 maart 2015
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE BERAADSLAGENDE ORGANEN VAN HET OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN GENT
Preambule De besluitvorming van OCMW Gent verloopt voor alle organen digitaal via het programma e-besluit, met uitzondering van het bijzonder comité van de sociale dienst individuele gevallen en het bijzonder comité van de sociale dienst hoorzitting. Elk initiatiefrecht (= mondelinge vraag, schriftelijke vraag, informatieve vraag, interpellatie, motie, ontwerpbesluit, bezoekrecht, inzage) verloopt via het programma ebesluit. Indien door overmacht het initiatiefrecht niet via het programma e-besluit kan uitgeoefend worden, wordt het uitgeoefend op de meest gerede en voorhanden zijnde wijze via de secretaris (bij wijze van voorbeeld: mail, telefoon, fax, ..).
Hoofdstuk I - RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN.
BIJEENROEPING Artikel 1 De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren vereisen en minstens 10 maal per jaar, op bijeenroeping van zijn voorzitter. De vergaderingen van de raad vinden plaats in de zetel van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, tenzij de raad er anders over beslist voor een bepaalde vergadering. De raad voor maatschappelijk welzijn komt in beginsel bijeen op de tweede woensdag van iedere maand om negentien uur. De voorzitter kan de raad daarenboven bijeenroepen telkens hij dit noodzakelijk acht. Hij is tot bijeenroeping gehouden, hetzij op aanvraag van de burgemeester, hetzij op aanvraag van één derde van de zitting hebbende leden. De vergadering vindt plaats op dag en uur en met de agendapunten door hen bepaald. Daartoe bezorgen ze voor elk punt op die agenda hun toegelicht voorstel van beslissing aan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
4
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
8/220 RMW - 11 maart 2015
TERMIJN VAN OPROEPING Artikel 2 De oproeping gebeurt ten minste acht kalenderdagen voor de vergadering. De dag van de oproeping wordt meegeteld in de termijn van acht kalenderdagen. De dag van de zitting wordt niet meegeteld. De oproeping vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering. Dezelfde oproeping bevat een link naar de agenda van de vergadering in het e-besluitvormingsprogramma. De oproeping wordt digitaal bezorgd aan alle werkende OCMW-raadsleden. De digitale bezorging gebeurt op het officiële e-mailadres met eventueel in kopie ook een aangegeven e-mailadres. Het raadslid maakt hiervoor het e-mailadres kenbaar aan de secretaris. Voormelde termijn van acht kalenderdagen kan ingekort worden in spoedeisende gevallen en zal teruggebracht worden tot twee werkdagen in geval na een tweede oproeping niet de door artikel 36 van het OCMW-decreet vereiste meerderheid aanwezig is. De agenda, behoudens de punten die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van cliënten van het OCMW of hun onderhoudsplichtigen, wordt digitaal meegedeeld aan de burgemeester en aan de gemeenteraad op het e-mailadres van het gemeenteraadslid.
Artikel 3 De voorzitter stelt de agenda vast De agenda vermeldt al de punten, die aan de raad ter beraadslaging worden voorgelegd. Buiten de agendapunten mag geen enkel onderwerp behandeld worden behalve bij dringende noodzakelijkheid. Tot de dringende noodzakelijkheid moet worden besloten door ten minste twee derden van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
Artikel 4 Leden van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen uiterlijk vijf kalenderdagen voor de vergadering punten aan de agenda toevoegen. Daartoe dienen ze hun voorstel in via de toepassing e-besluit. Er is het sjabloon ‘interpellatie’ en het sjabloon ‘voorstel tot beslissing/motie’ voorzien. Een interpellatie heeft de bedoeling een punt toe te voegen aan de agenda met het oog op een debat maar niet op een beslissing. Een voorstel tot beslissing of motie heeft tot doel dat er een beslissing wordt genomen met betrekking tot het aangebrachte punt. Het ingediende punt is voor alle leden van de raad en voorzitter en secretaris onmiddellijk te raadplegen. Van die mogelijkheid tot toevoegen van agendapunten kan geen gebruik worden gemaakt door de OCMW-voorzitter. 5
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
9/220 RMW - 11 maart 2015
In voorkomend geval, wordt elk voorstel dat uitgaat van een lid, achter de gewone agendapunten ingeschreven op de agenda. Bij een bijeenroeping op verzoek van de burgemeester of van één derde van de zitting hebbende leden moeten de agendapunten, door hen bepaald, worden opgenomen. Een punt of voorstel, dat door één of meerdere raadsleden conform de wettelijke bepalingen wordt aangebracht, moet vergezeld zijn van een verklarende nota of elk document dat de OCMW-raad kan voorlichten.
BEKENDMAKING Artikel 5 Plaats, dag, tijdstip en agenda van de vergaderingen van de raad worden ter kennis gebracht van het publiek door affichering aan de zetel van het centrum en via de website - www.ocmwgent.be -, binnen dezelfde termijnen als die vermeld in dit artikel met betrekking tot de bijeenroeping van de raad. Als agendapunten aan de agenda worden toegevoegd overeenkomstig artikel 32 van het OCMW-decreet, wordt de aangepaste agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, openbaar gemaakt overeenkomstig het eerste lid. In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering openbaar gemaakt op dezelfde wijze als hierboven bepaald. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is verplicht aan de pers, iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering ervan die erom verzoekt, de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar te maken door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
INZAGE STUKKEN RAAD Artikel 6 Via het e-besluitvormingsprogramma zijn de toelichtende nota’s met de voorstellen van beslissing en het dossier voor elk agendapunt raadpleegbaar. Behoudens in spoedeisende gevallen, worden de niet-digitale stukken over de op de agenda ingeschreven aangelegenheden minstens acht kalenderdagen vóór de dag van de vergadering door de secretaris ter beschikking gehouden van de leden, in de zetel van het OCMW. Inzage kan worden gegeven tijdens voormelde periode op de gewone werkdagen van 9 uur tot 12 uur en van 14 uur tot 17 uur (met uitzondering van de zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen). Zoveel als mogelijk worden de ter inzage gevraagde stukken digitaal ter beschikking gesteld van het raadslid. De secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de door hem aangewezen ambtenaren verstrekken aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn die erom verzoeken, technische inlichtingen over stukken die in het dossier voorkomen. 6
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
10/220 RMW - 11 maart 2015
OPENBARE/GESLOTEN VERGADERING Artikel 7 De vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn openbaar, behalve als: 1°
het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de behandeling in besloten vergadering;
2° de raad voor maatschappelijk welzijn met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid. De vergaderingen over het organogram, de personeelsformatie, de rechtspositieregeling, het meerjarenplan en de aanpassingen ervan, het budget, een budgetwijziging of de jaarrekening zijn in elk geval openbaar. De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken.
Artikel 8 De aanwezigheid van derde personen is tijdens de gesloten zitting slechts toegelaten, indien er daartoe een wettelijke of reglementaire grondslag voorhanden is. Bij ontstentenis daarvan, kunnen derden slechts aan de gesloten zitting deelnemen, voor zover hun aanwezigheid het voorwerp heeft uitgemaakt van een voorafgaandelijk specifiek raadsbesluit ter zake. Derden zullen in voorkomend geval slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen over materies, waarover zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en/of beroepservaring als ter zake bevoegd en onderlegd worden erkend. Betrokkenen kunnen evenwel in geen geval deelnemen aan enige beraadslaging, noch aan de uiteindelijke besluitvorming.
7
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
11/220 RMW - 11 maart 2015
AANWEZIGHEIDSVEREISTEN Artikel 9 De aanwezigheid van de raadsleden wordt geregistreerd via een badgesysteem. Het quorum wordt berekend op basis van deze elektronische gegevens.
Artikel 10 Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. Hiervan wordt een proces-verbaal opgesteld.
Artikel 11 De raad kan slechts geldig beraadslagen en besluiten wanneer de meerderheid van de zittinghebbende leden aanwezig zijn. Hij kan echter na een tweede oproeping en ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en besluiten over de onderwerpen, die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. Voormelde tweede bijeenroeping moeten gebeuren overeenkomstig de voorschriften van artikel 31 van het OCMW-decreet en er moet worden vermeld dat de bijeenroeping voor de tweede maal gebeurt. Bovendien moet de tweede bijeenroeping de tekst van artikel 36 van het OCMW-decreet woordelijk herhalen.
Artikel 12 a) De voorzitter of de door hem schriftelijk aangewezen plaatsvervanger zit de raad voor. Hij verklaart de vergadering voor geopend en gesloten. b) De burgemeester mag alle vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn bijwonen, zonder dat hij die kan voorzitten. In geval van een voorafgaandelijk gemotiveerde afwezigheid, kan hij zich laten vervangen door een schepen c) Indien een raadslid handelt in strijd met de verbodsbepalingen van art. 37 van het OCMW-decreet, wijst de voorzitter betrokken lid of leden hierop. d) De openbare en gesloten vergaderingen van de OCMW-raad worden integraal opgenomen.
NOTULEN Artikel 13 De notulen van de vergadering van de raad worden de eerstvolgende raad ter goedkeuring voorgelegd. De notulen van de raadsvergadering worden onder de verantwoordelijkheid van de secretaris opgesteld overeenkomstig art. 181 en 182 van het OCMW-decreet en vermelden in chronologische volgorde alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat werd gegeven aan de punten waarover geen beslissing werd genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemming. Behalve bij unanimiteit, geheime stemming en in geval van individuele toekenning of terugvordering van 8
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
12/220 RMW - 11 maart 2015
maatschappelijke dienstverlening, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. De rechtvaardiging van dit stemgedrag wordt opgenomen in de notulen als het raadslid er expliciet om vraagt.
Artikel 14 Over de notulering van tussenkomsten van raadsleden tijdens de raadszitting gelden volgende afspraken: •
al de interventies die tijdens de openbare en besloten vergaderingen worden gehouden, worden door het OCMW-secretariaat opgenomen. Deze opname kan later letterlijk uitgetypt worden. Dit zal gebeuren indien een woordelijk verslag vereist is in het kader van het administratief toezicht, in het kader van een gerechtelijke procedure, in het kader van een tuchtprocedure en dan enkel voor de vereiste of gevraagde passages. Het uittypen van een woordelijk verslag met betrekking tot één of meerdere delen van de opnames kan ook gebeuren op verzoek van de OCMW-voorzitter of een OCMW-raadslid. Dit verzoek moet worden gericht tot de secretaris; de gevraagde passage wordt letterlijk uitgetypt en doorgemaild naar het raadslid dat er om verzocht heeft.
•
De notulen van de vorige vergadering van de OCMW-raad worden, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht kalenderdagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden voor maatschappelijk welzijn. De notulen worden hiertoe mee overgemaakt met de oproeping zoals voorzien in artikel 2. Elk raadslid heeft het recht om tijdens de vergadering bezwaren in te brengen tegen de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Bezwaren nopens de redactie van de notulen kunnen onder geen enkel beding aanleiding geven tot de heropening van de discussie ten gronde betreffende kwestieus agendapunt. Worden de bezwaren gegrond bevonden, dan worden de notulen in die zin aangepast. Indien geen bezwaren worden ingebracht, verklaart de voorzitter de notulen voor goedgekeurd, en worden zij vervolgens door hemzelf en de secretaris ondertekend. Zo dikwijls de raad het wenst en/of noodzakelijk acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door de aanwezige leden en de secretaris ondertekend. De secretaris maakt in de rand van de notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn kantmelding van de intrekking van een besluit door de raad voor maatschappelijk welzijn, van de vernietiging of de niet-goedkeuring van een besluit door een toezichthoudende overheid en van het feit dat een besluit geacht wordt nooit te hebben bestaan met toepassing van artikel 259, vierde lid van het OCMW-decreet. De secretaris brengt de raad voor maatschappelijk welzijn van elke kantmelding op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn.
9
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
13/220 RMW - 11 maart 2015
WIJZE VAN VERGADEREN Artikel 15 De voorzitter geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen. Over een mededeling is er geen debat. De voorzitter kan echter per fractie één tussenkomst van maximum vijf minuten toestaan. Na de mededelingen vat de vergadering de behandeling aan van de punten, die vermeld staan op de agenda. De agendapunten worden uit praktische overwegingen als A- of B-punt aangeduid. Een A-punt is een agendapunt waarvan de bespreking door een raadslid wordt gevraagd. Een B-punt is een agendapunt waarvan geen bespreking wordt gevraagd. De raadsleden kunnen vanaf de oproeping punten als A-punt markeren in het programma e-besluitvorming en dit tot 12 uur ’s middags van de dag dat de zitting plaatsvindt. Vanaf de opening van de zitting kunnen zij alsnog mondeling aangeven dat ze een punt als A-punt willen markeren, tenzij het punt reeds behandeld is. Vervolgens roept de voorzitter eerst de B-punten ter beraadslaging op. Daarna volgt de behandeling en bespreking van de A-punten. Wanneer de burgemeester de vergadering bijwoont kan hij de bespreking of de stemming over elk agendapunt verdagen, behalve wanneer het betrekking heeft op de individuele toekenning of terugvordering van maatschappelijke dienstverlening. De redenen van de beslissing van de burgemeester worden vermeld in de notulen. De burgemeester kan deze bevoegdheid slechts één maal uitoefenen voor hetzelfde agendapunt. Dit agendapunt kan op zijn vroegst na dertig kalenderdagen opnieuw worden behandeld tenzij erover eerder een advies door het college van burgemeester en schepenen wordt uitgebracht. Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen. Deze spoedeisendheid moet worden gemotiveerd in de notulen. Tot spoedbehandeling kan niet worden besloten dan door ten minste twee derden van de aanwezige leden. De namen van die leden worden in de notulen vermeld.
Artikel 16 Nadat het agendapunt werd toegelicht vraagt de voorzitter welk lid het woord wenst te nemen over het voorliggende voorstel. De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen, en in geval van gelijktijdige aanvraag, volgens de rangorde van de raadsleden. Het woord wordt nooit verleend tijdens een stemming.
10
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
14/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 17 Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten. In de hiernavermelde gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking dienvolgens wordt geschorst: 1. om de verdaging te vragen. 2. om te vragen dat men niet zal besluiten. 3. om een punt voor advies te verwijzen naar het vast bureau, naar een bijzonder comité of naar een werkgroep ad hoc, die door de raad wordt of is samengesteld. 4. om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden. 5. om te vragen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden. 6. om bezwaren te uiten nopens de agenda. 7. om naar het huishoudelijk reglement te verwijzen. Wanneer een tussenkomst in één van voormelde gevallen aanleiding geeft tot een stemming wordt de desbetreffende beslissing genomen bij volstrekte meerderheid, overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het OCMW-decreet. Onder volstrekte meerderheid van stemmen wordt verstaan, meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen, onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Artikel 18 De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd. Amendementen kunnen ook via het programma e-besluit ingediend worden en dit tot 12 uur ’s middags van de dag dat de zitting plaatsvindt. Vanaf de opening van de zitting tot het sluiten van de zitting kunnen amendementen mondeling aangebracht worden. Ter zake worden eventuele beslissingen genomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 van onderhavig huishoudelijk reglement.
Artikel 19 De burgemeester of schepen die hem vervangt kan vragen om met betrekking tot een agendapunt te worden gehoord. Het komt aan de voorzitter toe hem/haar het woord te verlenen.
Artikel 20 Niemand mag onderbroken worden wanneer hij/zij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het huishoudelijk reglement of voor een terugroeping tot de orde. Wanneer een lid aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem/haar tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen kan hem/haar het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren. Zulks geldt eveneens voor de raadsleden, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter. Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren. 11
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
15/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 21 De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de vergadering. Elk lid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid, dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt. De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal laten verwijderen. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn kan bovendien een procesverbaal opmaken tegen die persoon en hem verwijzen naar de politierechtbank, die hem kan veroordelen tot een geldboete van één tot vijftien euro of tot een gevangenisstraf van één dag tot drie dagen, behoudens andere vervolgingen, als het feit daartoe grond oplevert.
Artikel 22 De raadsleden en de burgemeester of schepen die hem vervangt, mogen niet meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Artikel 23 Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normaal verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortduring van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten. Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden moeten dan onmiddellijk de raadzaal verlaten. Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.
Artikel 24 Nadat alle daarom verzoekenden in voldoende mate aan het woord zijn geweest, en indien de voorzitter oordeelt dat het voorliggend onderwerp zo breedvoerig mogelijk werd besproken, sluit hij de bespreking onverminderd de bepalingen opgenomen in de artikelen 6 en 18 van onderhavig huishoudelijk reglement. Indien een lid vraagt dat de bespreking zou besloten worden, legt de voorzitter dit voorstel ter stemming. Het woord wordt altijd verleend vóór of tegen een vraag tot sluiting van de bespreking.
Artikel 25 Vóór elke stemming omschrijft de voorzitter zeer duidelijk het voorwerp waarover de vergadering zich moet uitspreken.
12
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
16/220 RMW - 11 maart 2015
WIJZE VAN STEMMEN Artikel 26 Bij de gewone mondelinge stemming, die de regel is, worden de beslissingen genomen bij volstrekte (d.w.z. eenvoudige) meerderheid, zonder rekening te houden met de onthoudingen. Met de mondelinge stemming wordt gelijkgesteld de mechanisch uitgebrachte naamstemming en de stemming met handopsteking en de digitale stemming met naamopneming. Er wordt echter mondeling gestemd telkens als een derde van de aanwezige leden daarom verzoekt. De leden stemmen met: ja, neen, of onthouding, en dit in de volgorde van rangorde. De voorzitter van de vergadering stemt het laatst en bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. De stemmen worden opgenomen door de voorzitter, bijgestaan door de secretaris. De uitslag van de stemming wordt door de voorzitter afgekondigd.
Artikel 27 De stemmingen in de raad voor maatschappelijk welzijn zijn niet geheim. Over de volgende aangelegenheden wordt wel geheim gestemd: 1. de vervallenverklaring van het mandaat van een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn; 2. het aanwijzen van de vertegenwoordigers van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in bestuursorganen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen; 3. individuele personeelszaken. Over de individuele toekenning of terugvordering van maatschappelijke dienstverlening kan nooit geheim worden gestemd. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 28 en 29 van onderhavig huishoudelijk reglement, stemmen de leden: ja, neen of onthouden zij zich. De stemmogelijkheden (ja, neen, onthouding) staan vermeld op het betreffend stembiljet of via het elektronisch of het digitaal systeem. Is er, ingeval van geheime stemming, staking van stemmen, dan is het voorstel verworpen. Vooraleer bij geheime stemming tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal leden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen. De stemmen worden geteld door de voorzitter, bijgestaan door de secretaris. Een blanco stembriefje wordt gelijkgesteld met onthouding. De secretaris noteert de namen van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen. Ieder raadslid is gemachtigd om de regelmatigheid van de stemopneming na te gaan.
13
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
17/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 28 Voor elke benoeming tot ambten en elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke geheime stemming overgegaan. Indien in deze gevallen de volstrekte (d.w.z. eenvoudige) meerderheid niet werd verkregen bij de eerste stembeurt, heeft herstemming plaats voor de twee kandidaten, die de meeste stemmen hebben bekomen. In voorkomend geval wordt de deelneming aan die herstemming bepaald met voorrang voor de jongste kandidaat in jaren. In geval van staking van stemmen bij de tweede stembeurt, krijgt de jongste kandidaat in jaren, de voorkeur. Voor het overige is de procedure inzake geheime stemming, zoals bepaald in voorgaand artikel 27 integraal van toepassing.
Artikel 29 Voor de aanwijzing van de leden van het vast bureau en van de bijzondere comités wordt overgegaan tot een geheime stemming in één enkele stemronde, waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen. Voor het overige is de procedure inzake geheime stemming, zoals bepaald in voorgaand artikel 27, integraal van toepassing.
14
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
18/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk II – VAST BUREAU EN BIJZONDERE COMITÉS.
VAST BUREAU Artikel 30 Het vast bureau (afgekort VB), dat overeenkomstig artikel 60 van het OCMW-decreet door de raad voor maatschappelijk welzijn is opgericht, vergadert iedere maandag om 17u30, tenzij het er anders over beslist voor een bepaalde vergadering.
Artikel 31 De voorzitter van het OCMW is van rechtswege en met beraadslagende stem voorzitter van het vast bureau. De secretaris van het OCMW woont de vergaderingen van het vast bureau bij en is gelast met het opstellen van de notulen.
Artikel 32 Het vast bureau telt vijf leden, de voorzitter inbegrepen. De leden van het vast bureau worden verkozen overeenkomstig het bepaalde in artikel 60 van het OCMW-decreet.
Artikel 33 Het vast bureau is belast met welomschreven bevoegdheden, die het voorwerp uitmaken van een specifiek en afzonderlijk raadsbesluit.
BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST Artikel 34 Het bijzonder comité voor de sociale dienst (afgekort BCSD) dat overeenkomstig artikel 60 van het OCMW-decreet door de raad voor maatschappelijk welzijn is opgericht, vergadert minstens 1 maal per week. Indien nodig vergadert het BCSD meer dan 1 maal per week op de dagen en uren door het comité bepaald. De hoorzittingen door het BCSD vinden plaats zoveel als nodig. Het BCSD komt tevens, naast de hierboven vermelde vergaderingen, 1 maal per maand samen om algemene zaken te bespreken
Artikel 35 De voorzitter van het OCMW is van rechtswege en met beraadslagende stem voorzitter van het BCSD. Het secretariaat van de vergaderingen van het BCSD-Algemene Zaken wordt waargenomen door het departementshoofd van de sociale dienstverlening. Het secretariaat van de vergaderingen van het BCSD-Individuele Gevallen wordt waargenomen door directeur financiële en thematische hulpverlening. Het secretariaat van de vergaderingen van het BCSD-hoorzitting wordt waargenomen door adjunct van de directie van de juridische dienst sociale dienstverlening. Bedoelde verantwoordelijke kan onder eigen verantwoordelijkheid iemand aanduiden om hem of haar te vervangen. 15
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
19/220 RMW - 11 maart 2015
Bedoelde verantwoordelijke of zijn/haar plaatsvervanger is tevens gelast met het opstellen van de notulen
Artikel 36 Het BCSD telt vijf leden, de voorzitter inbegrepen. De leden van het BCSD worden verkozen overeenkomstig het bepaalde in artikel 60 van het OCMW-decreet.
Artikel 37 Het departementshoofd van de Sociale Dienstverlening en/of directeur financiële en thematische hulpverlening en andere personeelsleden die door het voormelde departementshoofd worden aangewezen om de vergaderingen bij te wonen, wonen de vergaderingen van het BCSD bij met raadgevende stem. Ook de secretaris kan de vergaderingen van het BCSD bijwonen met raadgevende stem. Het BCSD kan naast voormelde verantwoordelijke van de Sociale Dienstverlening en directeur, op eigen initiatief ook andere maatschappelijk werk(st)ers ter zitting horen, en zal dit zeker doen, in het geval bedoeld in artikel 94 § 3 van het OCMW-decreet.
Artikel 38 Het BCSD is belast met welomschreven bevoegdheden, die het voorwerp uitmaken van een specifiek en afzonderlijk raadsbesluit.
BIJZONDER COMITÉ VOOR OUDERENZORG Artikel 39 Het bijzonder comité voor ouderenzorg (hierna afgekort BCOZ), dat overeenkomstig artikel 60 van het OCMW-decreet door de raad is opgericht, vergadert minstens 1 maal per maand.
Artikel 40 De voorzitter van het OCMW is van rechtswege en met beraadslagende stem voorzitter van het BCOZ. Het secretariaat van de vergaderingen van het BCOZ wordt waargenomen door het departementshoofd van Ouderenzorg of, onder diens verantwoordelijkheid door het door haar aangeduid personeelslid. Bedoelde verantwoordelijke of zijn/haar plaatsvervang(st)er is tevens gelast met het opstellen van de notulen.
Artikel 41 Het BCOZ telt vijf leden, de voorzitter inbegrepen. De leden van het BCOZ worden verkozen overeenkomstig het bepaalde in artikel 60 van het OCMW-decreet.
Artikel 42 De directies van de wzc, de verantwoordelijke van het departement Ouderenzorg evenals de diensthoofden die door het voormelde departementshoofd worden aangewezen, wonen de vergaderingen van het BCOZ bij met raadgevende stem. Ook de secretaris kan de vergaderingen van het BCOZ bijwonen met raadgevende stem. Het BCOZ kan naast voormelde verantwoordelijke van het departement Ouderenzorg en de diensthoofden, op eigen initiatief ook andere personen ter zitting horen. 16
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
20/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 43 Het BCOZ is belast met welomschreven bevoegdheden en opdrachten, die het voorwerp uitmaken van een specifiek en afzonderlijk raadsbesluit.
BIJZONDER COMITÉ PERSONEEL EN ORGANISATIE Artikel 44 Het bijzonder comité personeel en organisatie (afgekort BCP&O) dat overeenkomstig artikel 60 van het OCMW-decreet door de raad is opgericht, vergadert 1 maal per maand
Artikel 45 De voorzitter van het OCMW is van rechtswege en met beraadslagende stem voorzitter van het BCP&O. Het secretariaat van de vergaderingen van het BCP&O wordt waargenomen door het departementshoofd van personeel en organisatie of, onder diens verantwoordelijkheid door het door hem of haar aangeduid personeelslid van dezelfde dienst. Bedoelde verantwoordelijke of zijn/haar plaatsvervang(st)er is tevens gelast met het opstellen van de notulen.
Artikel 46 Het BCP&O telt vijf leden, de voorzitter inbegrepen. De leden van het BCP&O worden verkozen overeenkomstig het bepaalde in artikel 60 van het OCMW-decreet. De secretaris en het departementshoofd Personeel & Organisatie en/of directeur Facility Management en/of directeur HR wonen de vergaderingen van het BCP&O bij met raadgevende stem. In functie van de agenda die dient behandeld te worden, kunnen nog andere personen worden uitgenodigd om de vergadering van het BCP&O bij te wonen met raadgevende stem.
Artikel 47 Het BCP&O is belast met welomschreven bevoegdheden en opdrachten, die het voorwerp uitmaken van een specifiek en afzonderlijk raadsbesluit.
BIJZONDER COMITÉ WOONBELEID Artikel 48 Het bijzonder comité woonbeleid (afgekort BCW), dat overeenkomstig artikel 60 van het OCMW-decreet door de raad is opgericht, vergadert minstens om de drie maanden.
Artikel 49 De voorzitter van het OCMW is van rechtswege en met beraadslagende stem voorzitter van het BCW. Het secretariaat van de vergaderingen van het BCW wordt waargenomen door de directeur Activering en Wonen of, onder diens verantwoordelijkheid door het door hem of haar aangeduid personeelslid van dezelfde dienst. Bedoelde verantwoordelijke of zijn/haar plaatsvervang(st)er is tevens gelast met het opstellen van de notulen. 17
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
21/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 50 Het BCW telt vijf leden, de voorzitter inbegrepen. De leden van het BCW worden verkozen overeenkomstig het bepaalde in artikel 60 van het OCMW-decreet. De secretaris, het departementshoofd van Sociale Dienstverlening en/of directeur Wonen en Activering, het diensthoofd van de dienst Woningen, het diensthoofd van de dienst Woonbegeleiding evenals het departementshoofd Ouderenzorg wonen de vergaderingen van het BCW met raadgevende stem bij. Ook de secretaris kan met raadgevende stem de vergaderingen van het BCW bijwonen.
Artikel 51 Het BCW is belast met welomschreven bevoegdheden en opdrachten, die het voorwerp uitmaken van een specifiek en afzonderlijk raadsbesluit.
18
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
22/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk III – GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN RAAD, VB, BC’s Artikel 52 De bepalingen van onderhavig reglement over bijeenroeping, termijn, agenda, inzagerecht, aanwezigheidsvereisten, wijze van vergaderen, wijze van stemmen, notulen, collegialiteit, rangorde, verbodsbepalingen, geheimhouding, dringende hulpverlening door de voorzitter, en bindende kracht, zijn toepasselijk op het vast bureau en de bijzondere comités met uitzondering van volgende bepalingen: •
over de openbare en gesloten vergaderingen van de OCMW-raad en inzake de daarmee verband houdende agenda’s en notulen: het vast bureau en de bijzondere comités vergaderen steeds met gesloten deuren.
•
de termijn van bezorging van oproeping: de agenda voor het vast bureau en een bijzonder comité wordt slechts vijf kalenderdagen voor de vergadering bezorgd aan hun respectievelijke leden. In dat geval kunnen hun leden, in afwijking van de termijn bepaald in art. 3, uiterlijk twee kalenderdagen voor de vergadering punten aan de agenda van het vast bureau of de bijzondere comités toevoegen op de wijze bepaald in artikel 4.
•
het aanbrengen van agendapunten van een raadslid via het programma e-besluit: voor de zittingen van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst Individuele Gevallen en – Hoorzitting, wordt het voorstel van beslissing aan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bezorgd, die de voorstellen overmaakt aan de voorzitter.
•
het inzagerecht: het inzagerecht voor de dossiers die geagendeerd staan op een vergadering van het BCSD-IG en HZ. Voor dossiers die niet op agenda staan, blijft de aanvraag via de secretaris door middel van een aanvraag via het e-besluitvormingsprogramma zoals omschreven in artikel 84.
•
de aanwezigheidsregistratie: de notulist van de vergadering is verantwoordelijk voor de registratie van de aanwezigen.
Artikel 53 Wanneer de effectieve leden van de onderscheiden bijzondere comités belet zijn, mogen zij vervangen worden door plaatsvervang(st)ers. Bedoelde plaatsvervang(st)ers dienen evenwel op dezelfde voordrachtakte voor te komen als de betrokken effectieve leden, en moeten bovendien zelf werkend lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn. De aanduiding van in onderhavig artikel bedoelde plaatsvervang(st)ers maakt het voorwerp uit van een raadsbesluit.
Artikel 54 De notulen van de vorige vergadering van het vast bureau en van de bijzondere comités worden elektronisch aan hun leden ter beschikking gesteld. De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het vast bureau of de bijzondere comités, met uitzondering van de notulen van het bijzonder comité die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van cliënten of hun onderhoudsplichtigen, die de tweede volgende vergadering van het bijzonder comité worden goedgekeurd.
19
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
23/220 RMW - 11 maart 2015
De goedgekeurde notulen worden onmiddellijk na de zitting waar ze werden goedgekeurd elektronisch ter beschikking gesteld aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn via het programma e-besluit. Het meerjarenplan, de wijzigingen aan het meerjarenplan, het budget, de budgetwijziging en de jaarrekening worden schriftelijk aan de raadsleden bezorgd op de plaats die door de raadsleden hiertoe concreet wordt aangeduid.
PRESENTIEGELDEN EN KOSTEN Artikel 55 Aan de raadsleden wordt een presentiegeld verleend voor de volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn: 1. de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn 2. de vergaderingen van het vast bureau 3. de vergaderingen van de bijzondere comités 4. de vergaderingen van het intern auditcomité
Artikel 56 De ambtenaren die deelnemen aan een vergadering van een OCMW-orgaan, waarvoor de aanwezige OCMW-raadsleden een zitpenning ontvangen, ontvangen een presentiegeld als het gaat om: - een vergadering die start om of na 18 u - een vergadering die start voor 18u maar langer duurt dan 19u. In dit geval krijgt enkel het personeelslid dat de hele duur van de vergadering aanwezig was, een presentiegeld Het bedrag van het presentiegeld is gelijk aan dat van het presentiegeld dat aan bedoelde OCMW-raadsleden wordt toegekend. De presentiegelden zijn een prestatiebetaling, die van toepassing is voor alle personeelscategorieën. Er wordt maximum 1 presentiegeld per avond toegekend, ook wanneer er meerdere vergaderingen plaatsvinden op dezelfde avond. Er worden maximum 12 presentiegelden toegekend per kwartaal. Een presentiegeld zal enkel toegekend worden indien de aanwezigheid van de ambtenaar een meerwaarde biedt voor de vergadering en/of vereist is. De ambtenaren, die instaan voor de verslaggeving van de OCMW-raad ontvangen een presentiegeld en voor ieder begonnen uur na drie uren vergadering bovenop, een bedrag gelijk aan een derde van het presentiegeld. Kabinetsmedewerkers en fractiemedewerkers hebben geen recht op een presentiegeld, behalve wanneer zij aangeduid werden om ondersteuning te verlenen. Per vergadering kan, ongeacht het aantal aanwezige medewerkers, slechts één maal presentiegeld worden toegekend per kabinet of fractie, met uitzondering van de vergaderingen waarin de budgetbesprekingen worden gevoerd waarvoor een extra medewerker ter ondersteuning kan worden aangeduid (waar deze beperking niet geldt). Er wordt geen presentiegeld toegekend aan ambtenaren, indien de vergadering van het OCMW-orgaan waaraan zij deelnemen plaats vindt tijdens de normale diensturen. 20
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
24/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 57: Het raadslid kan een tegemoetkoming krijgen in het vervoer van en naar de vergaderingen door a) hetzij een parkeerabonnement voor de St. Michielsparking tot ingebruikname van ondergrondse parking in St. Martensstraat b) hetzij een bus- en tramabonnement (De Lijn) c) hetzij een fietsvergoeding, gelijk aan de vergoeding die van toepassing is voor de personeelsleden Combinatie van a) en b) is niet mogelijk, combinatie van a) en c) of b) en c) zijn wel mogelijk.
COLLEGIALE BEVOEGDHEID Artikel 58 De bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn worden collegiaal uitgeoefend. Welomschreven opdrachten kunnen evenwel door de raad worden opgedragen aan bepaalde leden, zonder dat zulks echter een persoonlijke beslissingsbevoegdheid in hoofde van betrokken raadsleden inhoudt. De raad kan deze taakverdeling op elk ogenblik wijzigen of er een einde aan stellen.
RANGORDE VAN DE RAADSLEDEN Artikel 59 De rangorde van de raadsleden wordt als volgt bepaald: 1. de voorzitter. 2. De leden aangewezen door de voorzitter om de voorzitter te vervangen ingeval van afwezigheid of verhindering, in de volgorde die de voorzitter bij aanwijzing bepaald heeft. 3. de herkozen raadsleden in orde van hun anciënniteit in de raad voor maatschappelijk welzijn of zijn rechtsvoorgangers. 4. bij gelijk aantal dienstjaren, het lid dat het meeste aantal stemmen heeft bekomen. 5. ingeval verscheidene raadsleden hetzelfde aantal stemmen hebben bekomen, het oudste lid in jaren.
21
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
25/220 RMW - 11 maart 2015
VERVANGING VAN DE VOORZITTER Artikel 60 De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn is verplicht op de installatievergadering, een vervanger aan te wijzen. Hij kan meerdere vervangers aanwijzen. In dat geval stelt hij een rangorde van de vervangers op. Als de voorzitter tijdelijk afwezig is of als hij bij een welbepaalde aangelegenheid betrokken partij is overeenkomstig artikel 37 van het OCMW-decreet, wordt hij in de volgende volgorde vervangen: 1. door het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn of de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn in volgorde van de rangorde bepaald door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn; 2. door de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn in volgorde van hun anciënniteit 3. bij gelijke anciënniteit geniet het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn de voorkeur dat bij de verkiezing van de OCMW-raad de meeste stemmen heeft behaald. 4. als het lid van de OCMW-raad met de meeste anciënniteit de voorzitter in die gevallen niet kan vervangen, wordt het voorzitterschap waargenomen door een ander lid van de raad, in volgorde van hun anciënniteit. Bij een tijdelijke afwezigheid van de voorzitter van twaalf weken of meer fungeert de waarnemend voorzitter van de OCMW-raad ook als vervanger in het college van burgemeester en schepenen. Degene die de voorzitter vervangt, moet voldoen aan dezelfde voorwaarden als de voorzitter, als vermeld in artikel 53 van het OCMW-decreet. De voorzitter die als verhinderd wordt beschouwd, die geschorst is of tijdelijk afwezig is, wordt vervangen zolang hij verhinderd, geschorst of tijdelijk afwezig is. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de verhindering of schorsing, en van de beëindiging van de periode van verhindering of schorsing. Gaat het niet om een door het decreet opgelegde verhindering, dan richt de voorzitter zijn verzoek tot vervanging wegens verhindering aan de raad voor maatschappelijk welzijn. De plaatsvervangende of waarnemende voorzitter geniet alle prerogatieven van de voorzitter, onverminderd de toepassing van afwijkende wetsbepalingen.
KABINET VAN DE VOORZITTER EN FRACTIEWERKING Artikel 61 De voorzitter van OCMW Gent beschikt binnen het hoofdbestuur over een eigen bureau en alle nodige apparatuur. Hij/zij heeft m.h.o. op de uitoefening van het ambt een kabinetssecretariaat ter beschikking, dat hierna vermelde functies omvat: - één voltijdse kabinetssecretaris - één voltijdse kabinetsattachés - vijf voltijdse kabinetsmedewerkers
22
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
26/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 62 1. Iedere politieke fractie, die in de OCMW-raad minstens één raadslid telt, krijgt binnen het hoofdbestuur een bureauruimte, voorzien van alle nodige apparatuur ter beschikking. 2. Iedere politieke fractie, die in de raad voor maatschappelijk welzijn minstens één, doch minder dan vijf raadsleden telt, de voorzitter inbegrepen, heeft één voltijdse fractiesecretaris ter beschikking, die door haar vrij wordt aangeduid. Iedere politieke fractie, die in de raad voor maatschappelijk welzijn minstens vijf raadsleden telt, de voorzitter inbegrepen, heeft naast één voltijdse fractiesecretaris, bedoeld in vorig lid, ook één voltijdse fractiemedewerk(st)er ter beschikking, die door haar vrij wordt aangeduid
Artikel 63 Het raadslid, dat door de OCMW-voorzitter schriftelijk is aangewezen om hem/haar te vervangen ingeval van tijdelijke afwezigheid of verhindering, heeft één voltijds uitvoerend administratief personeelslid ter beschikking, dat door hem/haar vrij wordt aangeduid. Als er meer dan één plaatsvervanger wordt aangeduid, wordt het voltijds equivalent gedeeld door het aantal plaatsvervangers.
Artikel 64 De vergadering van de fractievoorzitters wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad en bijgestaan door de secretaris. Zij behandelt onder meer de aangelegenheden die de werking van de raad, vb en bijzonder comités aanbelangen. Zij vergadert op initiatief van de voorzitter van de raad of op verzoek van een van de fractievoorzitters.
23
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
27/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk IV - DE SECRETARIS van het OCMW
Artikel 65 De secretaris is belast met de algemene leiding van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Hij staat aan het hoofd van het personeel en is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. Hij rapporteert aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de raad voor maatschappelijk welzijn. De secretaris kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan de leidinggevende personeelsleden, van wie de functies zijn aangegeven in het organogram. De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt wat onder het begrip dagelijks personeelsbeheer moet worden verstaan. Dit maakt het voorwerp uit van een specifiek en afzonderlijk raadsbesluit. De secretaris beslist door middel van een secretarisbesluit, in de regel op maandag. De secretaris is belast met de werking van de diensten van het OCMW inzake de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het beleid. De secretaris is belast met de interne controle op de werking van de diensten van het OCMW, overeenkomstig de artikelen 98, 99 en 100 van het OCMW-decreet. De secretaris bereidt de zaken voor die aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan de voorzitter, aan het vast bureau en aan de bijzondere comités worden voorgelegd. De secretaris woont de vergaderingen bij van de raad voor maatschappelijk welzijn en van het vast bureau. Onder zijn verantwoordelijkheid duidt hij een personeelslid aan dat belast wordt met het secretariaat en het opstellen van de notulen van deze vergaderingen. Hij kan de vergaderingen van de bijzondere comités bijwonen. Hij kan aanwezig zijn op de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen gedurende de bespreking van de punten waarvoor overeenkomstig artikel 270 van het OCMW-decreet advies moet worden ingewonnen als de voorzitter dat wenst. De secretaris adviseert de raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter en het vast bureau en de bijzondere comités op beleidsmatig, bestuurskundig en juridisch vlak. Hij herinnert in voorkomend geval aan de geldende rechtsregels, vermeldt de feitelijke gegevens waarvan hij kennis heeft en zorgt ervoor dat de door de regelgeving voorgeschreven vermeldingen in de beslissingen worden opgenomen. Behalve de hierboven omschreven decretale bevoegdheden en taken, is de secretaris belast met welomschreven bevoegdheden en opdrachten, die het voorwerp uitmaken van een specifiek en afzonderlijk raadsbesluit.
24
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
28/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk V - HET MANAGEMENTTEAM van het OCMW
Artikel 66 Het managementteam bestaat uit de secretaris, de financieel beheerder en de personeelsleden die functies vervullen waaraan het organogram het lidmaatschap van het managementteam verbindt. De voorzitter maakt met raadgevende stem deel uit van het managementteam. De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor de aanstelling en het ontslag van de leden van het managementteam en treedt ten aanzien van hen op als tuchtoverheid.
Artikel 67 Het managementteam vergadert geregeld onder het voorzitterschap van de secretaris.
Artikel 68 Het managementteam ondersteunt de coördinatie van de diensten van het OCMW bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie en het bewaakt de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie, de werking van de diensten en de interne communicatie.
Artikel 69 Ten minste na iedere algehele vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn sluit de secretaris, mede namens het managementteam, een afsprakennota met de OCMWraad over de wijze waarop hij en de overige leden van het managementteam met de OCMW-raad, de voorzitter, het vast bureau of de bijzondere comités samenwerken om de beleidsdoelstellingen te realiseren, en over de omgangsvormen tussen bestuur en administratie. In deze afsprakennota wordt bepaald op welke wijze de secretaris de bevoegdheden uitoefent die aan hem overeenkomstig artikel 52 van het OCMW-decreet door de OCMWraad of overeenkomstig artikel 161 van het OCMW-decreet werden gedelegeerd.
Artikel 70 De secretaris zorgt, in overleg met het managementteam eveneens voor het opstellen van het voorontwerp van: 1. het organogram; 2. de personeelsformatie; 3. de rechtspositieregeling van het personeel; 4. de strategische nota van het meerjarenplan en de herziening ervan; 5. de beleidsnota van het budget; 6. de verklarende nota van een budgetwijziging; 7. de verklarende nota van een interne kredietaanpassing.
25
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
29/220 RMW - 11 maart 2015
HOOFDSTUK VI – VERENIGINGEN, VENNOOTSCHAPPEN EN AGENTSCHAPPEN
VERTEGENWOORDIGING IN EEN OCMW-VERENIGING TITEL VIII, HOOFDSTUK I DIE GEEN ZIEKENHUIS BEHEERT Artikel 71 De vertegenwoordigers van de raad voor maatschappelijk welzijn in een vereniging titel VIII, hoofdstuk I van het OCMW-decreet, worden door de raadsleden in hun midden aangewezen volgens de regels bepaald in art. 60, §3 van het OCMW-decreet. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen. Het mandaat van de raadsleden die het OCMW vertegenwoordigen eindigt op de eerste algemene vergadering die plaatsvindt na de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het mandaat eindigt ook wanneer ze geen deel meer uitmaken van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 72
De agenda’s en de beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen worden ter kennisgeving geplaatst op de agenda van de OCMW-raad. Wanneer de OCMW-vertegenwoordiger in kennis gesteld wordt van de agenda en beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen, bezorgt hij dit aan de secretaris die dit ter kennisname op de agenda van de volgende vergadering van de raad plaatst.
VERTEGENWOORDIGING IN EEN OCMW-VERENIGING TITEL VIII, HOOFDSTUK I DIE EEN ZIEKENHUIS BEHEERT Artikel 73 De vertegenwoordigers van de raad voor maatschappelijk welzijn in een vereniging titel VIII, hoofdstuk I van het OCMW-decreet, die een ziekenhuis beheert, worden door de raadsleden in hun midden aangewezen volgens de regels bepaald in art. 60, §3 van het OCMW-decreet. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen. De raad voor maatschappelijk welzijn kan in de OCMW-vereniging deskundigen aanduiden die geen lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn. Wanneer de raad er voor kiest om deskundigen af te vaardigen moet de raad eerst beslissen hoeveel deskundigen de raad zal afvaardigen. Het aantal deskundigen dat geen raadslid is, kan maximaal een derde zijn van het aantal door de raad voor maatschappelijk welzijn aangewezen vertegenwoordigers. De deskundigen zelf worden aangeduid volgens art. 47 van het OCMW-decreet. Het mandaat van de aangewezen personen eindigt op de eerste algemene vergadering die plaatsvindt na de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het mandaat van de raadsleden die het OCMW vertegenwoordigen eindigt ook wanneer ze geen deel meer uitmaken van de raad voor maatschappelijk welzijn.
26
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
30/220 RMW - 11 maart 2015
27
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
31/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 74 De agenda’s en de beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen worden ter kennisgeving geplaatst op de agenda van de OCMW-raad. Wanneer de OCMW-vertegenwoordiger in kennis gesteld wordt van de agenda en beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen, bezorgt hij dit aan de secretaris die dit ter kennisname op de agenda van de volgende vergadering van de raad plaatst.
VERTEGENWOORDIGING IN EEN VERENIGING/VENNOOTSCHAP TITEL VIII, HOOFDSTUK III Artikel 75 De vertegenwoordigers van de raad voor maatschappelijk welzijn in een vereniging/vennootschap titel VIII, hoofdstuk III van het OCMW-decreet worden door de raadsleden in hun midden aangewezen volgens de regels bepaald in art. 60, §3 van het OCMW-decreet. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen. De raadsleden die het OCMW vertegenwoordigen in de verenigingen/vennootschappen titel VIII, hoofdstuk III gedragen zich naar de onderrichtingen van de OCMW-raad. De raad voor maatschappelijk welzijn kan in de vereniging/vennootschap deskundigen aanduiden die geen lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn. Wanneer de raad er voor kiest om deskundigen af te vaardigen moet de raad eerst beslissen hoeveel deskundigen de raad zal afvaardigen. Het aantal deskundigen dat geen raadslid is, kan maximaal een derde zijn van het aantal door de raad voor maatschappelijk welzijn aangewezen vertegenwoordigers. De deskundigen zelf worden aangeduid volgens art. 47 van het OCMW-decreet. Het mandaat van de aangewezen personen eindigt op de eerste algemene vergadering die plaatsvindt na de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het mandaat van de raadsleden die het OCMW vertegenwoordigen eindigt ook wanneer ze geen deel meer uitmaken van de raad voor maatschappelijk welzijn
Artikel 76 De agenda’s en de beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen/vennootschappen worden ter kennisgeving geplaatst op de agenda van de OCMW-raad. Wanneer de OCMW-vertegenwoordiger in kennis gesteld wordt van de agenda en beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen/vennootschappen, bezorgt hij dit aan de secretaris die dit ter kennisname op de agenda van de volgende vergadering van de raad plaatst. De OCMW-raad kan op deze manier onderrichtingen geven aan de raadsleden die het OCMW in de vereniging/vennootschap vertegenwoordigen.
28
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
32/220 RMW - 11 maart 2015
DEELNAME IN EEN GEMEENTELIJK EXTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP IN PRIVAATRECHTELIJKE VORM Artikel 77 De OCMW-vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm worden door de raadsleden in hun midden aangewezen volgens de regels bepaald in art. 60, §3 van het OCMW-decreet. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen. De OCMW-vertegenwoordigers in de Algemene Vergadering van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm worden door de OCMW-raad uit haar leden verkozen. De raadsleden die het OCMW vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm gedragen zich naar de onderrichtingen van de OCMW-raad. Het mandaat van de OCMW-vertegenwoordiger eindigt o.a. door: • het einde van het politieke mandaat in de OCMW-raad; • de volledige vernieuwing van de OCMW-raad; • een beslissing van de OCMW-raad die in zijn vervanging voorziet.
Artikel 78 De agenda’s en de beslissingen van de Algemene vergadering van het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap worden ter kennisgeving geplaatst op de agenda van de OCMW-raad. Wanneer de OCMW-vertegenwoordiger in kennis gesteld wordt van de agenda en beslissingen van het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, bezorgt hij dit aan de secretaris die dit ter kennisname op de agenda van de volgende vergadering van de raad plaatst. De OCMW-raad kan op deze manier onderrichtingen geven aan de raadsleden die het OCMW in de Algemene Vergadering van het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap vertegenwoordigen.
VERENIGING ONDERWORPEN AAN DE BEPALINGEN VAN HET DECREET INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING Artikel 79 De vertegenwoordigers van OCMW Gent in de algemene vergadering worden aangeduid door de OCMW-raad bij geheime stemming. De vertegenwoordigers van OCMW Gent in de raad van bestuur worden voorgedragen door de OCMW-raad bij geheime stemming.
Artikel 80 De agenda’s en de beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen worden ter kennisgeving geplaatst op de agenda van de OCMW-raad. Wanneer de OCMW-vertegenwoordiger in kennis gesteld wordt van de agenda en beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen, bezorgt hij dit aan de secretaris die dit ter kennisname op de agenda van de volgende vergadering van de raad plaatst. 29
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
33/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 81 Het mandaat van de OCMW-vertegenwoordiger in de algemene vergadering wordt vóór elke vergadering vastgesteld door de OCMW-raad.
OVERIGE VERENIGINGEN EN VENNOOTSCHAPPEN Artikel 82 De vertegenwoordigers van OCMW Gent in de algemene vergadering worden aangeduid door de OCMW-raad bij geheime stemming. De vertegenwoordigers van OCMW Gent in de raad van bestuur worden voorgedragen door de OCMW-raad bij geheime stemming.
Artikel 83 De agenda’s en de beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen/vennootschappen worden ter kennisgeving geplaatst op de agenda van de OCMW-raad. Wanneer de OCMW-vertegenwoordiger in kennis gesteld wordt van de agenda en beslissingen van de vergaderingen van de verenigingen/vennootschappen, bezorgt hij dit aan de secretaris die dit ter kennisname op de agenda van de volgende vergadering van de raad plaatst.
30
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
34/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk VII – OVERIGE BEPALINGEN
INZAGERECHT Artikel 84 De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht om op het secretariaat, kennis te nemen van alle akten, stukken en dossiers over het OCMW. Dit impliceert dat ook studies, documenten en briefwisseling die feitelijke gegevens, adviezen van derden of de stand van zaken van een dossier bevatten, ter inzage zijn van de OCMW-raadsleden. Onder 'bestuursdocument over het OCMW' dient begrepen te worden: elke bij het OCMW berustende informatiedrager, vanaf zijn ontstaan, ongeacht de drager en ongeacht het stadium van de besluitvorming waarin het stuk werd opgemaakt. Het inzagerecht betreft eveneens de geautomatiseerde gegevensbestanden. Persoonlijke nota's van ambtenaren, van de OCMW-voorzitter of van OCMW-raadsleden, die nog in bewerking zijn of nog ter studie liggen, alsook werkdocumenten van de OCMW-voorzitter en de kabinetten, vallen buiten het inzagerecht. Het recht om ter plaatse kennis te nemen van alle stukken en bescheiden, dat door artikel art. 253 OCMW-decreet wordt toegekend aan het lid dat door het college van burgemeester en schepenen is afgevaardigd om toezicht en controle uit te oefenen op het OCMW, strekt zich niet uit tot de dossiers die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van de OCMW-cliënten of hun onderhoudsplichtigen. Het inzagerecht impliceert dat de OCMW-raadsleden in principe het recht hebben om afschriften te laten maken van de aan het inzagerecht onderworpen documenten. De aflevering van dergelijke afschriften wordt als volgt gereglementeerd: 1. Alle aan het inzagerecht onderworpen documenten ten behoeve van de raadsleden kunnen gekopieerd worden, met uitzondering van: - alle documenten, die behoren tot het dossier van een personeelslid; - alle documenten, die behoren tot het sociaal dossier van een OCMW-cliënt; - alle documenten die gegevens bevatten die betrekking hebben op de privacy van om het even welk persoon; - de offerten, die ingediend worden n.a.v. prijsvragen, openbare en beperkte aanbestedingen, algemene en beperkte offerteaanvragen, zolang het toewijzingsbesluit niet genomen werd en goedgekeurd werd. 2. Alle aanvragen over het nemen van afschriften worden via de toepassing ebesluitvorming gericht aan de secretaris met een duidelijke omschrijving van de documenten waarvan een afschrift wordt gewenst. De afschriften worden gratis ter beschikking gesteld van de aanvrager. 3. De secretaris zorgt ervoor dat de gevraagde afschriften binnen de 24 uren aan kwestieus raadslid worden bezorgd. Ingeval er twijfel bestaat over het feit dat (een) afschrift(en) van bedoeld(e) document(en) mag (mogen) worden afgeleverd, deelt de secretaris dit binnen de 24 uren via de toepassing ebesluitvorming mee aan betrokken raadslid, en legt hij de aanvraag tot het bekomen van de gevraagde afschriften voor aan het eerstvolgend vast bureau. 4. De afschriften worden in voorkomend geval genomen door het personeelslid, dat daartoe wordt aangewezen door de secretaris. 31
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
35/220 RMW - 11 maart 2015
De leden richten elk ander verzoek tot inzage van akten, stukken en dossiers, ten minste één dag op voorhand aan de secretaris en dit met vermelding van de dossiers, waarvan inzage gewenst wordt. Dezelfde regeling is toepasselijk t.a.v. het door het college van burgemeester en schepenen afgevaardigde lid, dat overeenkomstig art. 253 OCMWdecreet toezicht en controle uitoefent. Zoveel als mogelijk worden de ter inzage gevraagde stukken digitaal ter beschikking gesteld van het raadslid of het lid dat afgevaardigd is door het college van burgemeester en schepenen. De vragen worden ingediend via het sjabloon ‘inzagerecht’ in het e-besluitvormingsprogramma. Dit is ook van toepassing op het inzagerecht bedoeld onder artikel 6.
BEZOEKRECHT Artikel 85 De leden van de raad hebben het recht de instellingen die het OCMW opricht en beheert te bezoeken. Om de secretaris in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf per mail mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en op welk uur. Tijdens het bezoek van een instelling moeten de raadsleden passief optreden. Raadsleden hebben geen inspectierecht en kunnen als individu geen onderrichtingen geven aan de secretaris en aan het OCMW-personeel. De vragen worden ingediend via het sjabloon ‘bezoekrecht’ in het e-besluitvormingsprogramma.
GEHEIMHOUDINGSPLICHT Artikel 86 De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, alsmede alle andere personen, die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn, het vast bureau en de bijzondere comités bijwonen of door hun mandaat kennis hebben van informatie, zijn tot geheimhouding verplicht (overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek).
MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN INFORMATIEVE VRAGEN Artikel 87 De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de secretaris informatieve vragen te stellen.
32
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
36/220 RMW - 11 maart 2015
Mondelinge vragen Mondelinge vragen hebben betrekking op de actualiteit. Uit de vraag of toelichting moet het actuele probleem blijken. Vragen die tot doel hebben statistische gegevens te verkrijgen zijn onontvankelijk. Ze kunnen wel als schriftelijke vraag worden ingediend. Mondelinge vragen worden geagendeerd op het vragenuurtje (30 minuten) dat plaatsvindt vlak voor de eerstvolgende vergadering van de OCMW-raad. De vraag wordt mondeling beantwoord door de OCMW-voorzitter. Per fractie kan één vraag worden geformuleerd, waaraan maximum vijf minuten worden gespendeerd. Indien niet alle vragen beantwoord zijn op het ogenblik dat de raadszitting aanvangt, wordt het vragenuurtje verder gezet na de openbare zitting van de raad. De vragen worden ingediend via het sjabloon ‘Mondelinge Vraag’ in het programma ebesluit. De mondelinge vragen dienen uiterlijk om 14.00 uur van de derde werkdag voorafgaand aan de raad, bij de secretaris worden ingediend. Indien er zich evenwel feiten hebben voorgedaan tussen 14.00 u van de derde werkdag voorafgaand aan de raad en 14.00 u van de werkdag voorafgaand aan de raad, of indien er in deze tijdspanne aangelegenheden aan het licht gekomen zijn, kan hierover nog een mondeling vraag worden ingediend tot 14.00 u van de dag voorafgaand aan de raad. Indien er door een fractie 2 vragen worden ingediend, maakt de fractie kenbaar welke vraag weerhouden wordt. Indien er geen keuze wordt gemaakt, wordt de laatst ingediende vraag weerhouden. Na ontvangst beoordeelt de voorzitter de ontvankelijkheid ervan. Indien de vraag onontvankelijk wordt verklaard, wordt de indiener daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht via het programma e-besluit. Vraag en antwoord samen duurt maximum vijf minuten. In principe 3 minuten om de vraag te stellen en 2 minuten om te antwoorden. Indien de vraagsteller deze tijd volledig in beslag neemt, verbeurt hij zijn recht op antwoord. Na het antwoord kan de vraagsteller nog een bijkomende vraag stellen die maximum twee minuten mag duren, antwoord inbegrepen.
Schriftelijke vragen Schriftelijke vragen worden ingediend via het sjabloon ‘Schriftelijke Vraag’ in het programma e-besluit. Schriftelijke vragen hebben betrekking op statistieken of beleid van het OCMW Gent. De OCMW-voorzitter beantwoordt deze vragen schriftelijk binnen een termijn van 14 kalenderdagen na het binnenkomen ervan. Deze termijn kan, om gemotiveerde redenen, worden verlengd met een nieuwe termijn van 14 kalenderdagen. Bij schriftelijke vragen ontvangen de OCMW-raadsleden die de schriftelijke vraag niet gesteld hebben, het antwoord van de voorzitter eveneens, maar slechts 8 kalenderdagen nadat de vraagsteller(s) het antwoord ontvangen heeft(hebben). Dit gebeurt via het programma e-besluit.
33
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
37/220 RMW - 11 maart 2015
Wanneer de schriftelijke vraag niet beantwoord is binnen de hierboven vermelde termijnen, wordt de vraag beantwoord als een mondelinge vraag op het vragenuurtje voorafgaand aan de eerstvolgende OCMW-raad.
Informatieve vragen Informatieve vragen worden ingediend via het sjabloon ‘Informatieve Vraag’ in het programma e-besluit. Informatieve vragen hebben betrekking op de stand van zaken of inhoud van een persoonsgebonden dossier. De secretaris beantwoordt deze vragen schriftelijk binnen een termijn van 14 kalenderdagen na het binnenkomen ervan. Deze termijn kan, om gemotiveerde redenen, worden verlengd met een nieuwe termijn van 14 kalenderdagen. Enkel het vraagstellend raadslid ontvangt een antwoord via het programma e-besluit.
DRINGENDE HULPVERLENING Artikel 88 De voorzitter kan in dringende gevallen beslissen over de toe te kennen hulpverlening aan personen en gezinnen. Hij oordeelt in voorkomend geval over de toe te kennen geldelijke steunverlening, de opname in een instelling of het ter beschikking stellen van een dienst ten laste van het OCMW. De geldelijke hulpverlening mag per hulpvrager evenwel niet meer bedragen dan het bedrag van de toepasselijke leeflooncategorie. Van dit maximumbedrag kan worden afgeweken indien de hulpverlening betrekking heeft op het betalen van een huurwaarborg. Wanneer een dakloze persoon beroep doet op de maatschappelijke dienstverlening van het OCMW moet de voorzitter hem de vereiste dringende hulpverlening toekennen binnen de in onderhavig artikel vastgestelde grenzen.
Artikel 89 De beslissing tot dringende hulpverlening door de voorzitter dient op de eerstvolgende vergadering van het daarvoor bevoegd orgaan te worden voorgelegd met het oog op de bekrachtiging van de genomen maatregel.
Artikel 90 Met het oog op de uitvoering van de beslissingen tot dringende hulpverlening, genomen door de OCMW-voorzitter met toepassing van artikel 28 van de OCMW-Wet, wordt aan ieder diensthoofd maatschappelijk werk een provisie toegekend, die maximum tweemaal het leefloon categorie alleenstaande kan bedragen.
ONDERTEKENING VAN OCMW-DOCUMENTEN Artikel 91 Onverminderd de toepassing van de wettelijke bepalingen, wordt elk document dat voor het OCMW een financieel engagement of een andere verbintenis, die voor het OCMW materiële verplichtingen impliceert, ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
34
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
38/220 RMW - 11 maart 2015
Briefwisseling naar officiële instanties, zoals het Koninklijk Paleis, de federale en gewestelijke ministeries, de federale en gewestelijke administraties, provincie- en gemeentebesturen, wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Briefwisseling naar andere OCMW’s, die aanleiding kan geven tot geschillen of bevoegdheidsconflicten, wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend. De beslissingen, de akten, de verslagen en de brieven van de financieel beheerder en de maatschappelijk werker worden door die personeelsleden ondertekend als ze specifiek betrekking hebben op de aan hen toevertrouwde taken. De beslissingen, de akten en de briefwisseling van personeelsleden aan wie bevoegdheden werden gedelegeerd of toevertrouwd, worden door die personeelsleden ondertekend. Het dwangbevel, uitgevaardigd voor de invordering van schuldvorderingen, wordt, met behoud van de ondertekeningbevoegdheid inzake de uitvoerbaarverklaring ervan, ondertekend door de financieel beheerder. Betalingsopdrachten aan financiële instellingen worden ondertekend door de secretaris (de eerste handtekening) en de financieel beheerder (de tweede handtekening). Stukken van het OCMW worden met een gewone brief aan de betrokkene bezorgd, tenzij de wet, dit decreet of een ander decreet een andere vorm van mededeling of kennisgeving oplegt.
Artikel 92 Brieven, die de betekening impliceren van een beslissing van een beraadslagend orgaan van het OCMW, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Brieven, die de uitvoering of implementatie van betekende beslissingen impliceren, worden ondertekend door de eindverantwoordelijke, onder wie de desbetreffende materie ressorteert (wzc-directie, dagelijkse verantwoordelijke serviceflats, diensthoofd maatschappelijk werk, centrumleider, technisch of administratief diensthoofd).
Artikel 93 Brieven naar cliënten van het departement Sociale Dienstverlening en/of naar diverse instanties met het oog op bemiddeling voor bedoelde cliënten, worden door de hoofdmaatschappelijk werker en de maatschappelijk werker, die met het dossier in kwestie belast zijn, ondertekend.
Artikel 94 De voorzitter kan zijn bevoegdheid tot ondertekening schriftelijk opdragen aan één of meer leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, tenzij de bevoegdheid betrekking heeft op de ondertekening van de notulen. Die opdracht kan te allen tijde worden herroepen. Het lid aan wie de opdracht is gegeven, moet boven zijn handtekening, naam en functie tevens melding maken van die opdracht. De secretaris kan zijn bevoegdheid tot ondertekening of medeondertekening, opdragen aan een of meer personeelsleden, tenzij de bevoegdheid betrekking heeft op de ondertekening van de notulen. De opdrachten tot ondertekening of medeondertekening worden schriftelijk gegeven en zijn te allen tijde herroepbaar. De raad voor maatschappelijk welzijn wordt daarvan op de hoogte gebracht tijdens zijn eerstvolgende vergadering. 35
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
39/220 RMW - 11 maart 2015
De personeelsleden aan wie de opdracht tot ondertekening of medeondertekening is gegeven, moeten boven hun handtekening, naam en functie tevens melding maken van die opdracht.
Artikel 95 Alle briefwisseling aan het OCMW wordt geacht te zijn gericht aan de voorzitter. Behalve bij andersluidende beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de briefwisseling verstuurd naar de zetel van het OCMW. Er wordt een register aangelegd van alle ingaande en uitgaande briefwisseling, van welke aard ook.
OPENBAARHEID VAN BESTUUR Artikel 96 Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is verplicht aan iedere natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon of groepering ervan die erom verzoekt, de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn en andere bestuursdocumenten openbaar te maken door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Artikel 97 De reglementen van de raad voor maatschappelijk welzijn, het vast bureau en de bijzondere comités worden door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn bekendgemaakt door middel van een aanplakbiljet dat het onderwerp van het reglement vermeldt, de datum van de beslissing waarbij het reglement werd aangenomen en, in voorkomend geval, de beslissing van de toezichthoudende overheid. Het aanplakbiljet wordt opgehangen op een aanplakbord aan de zetel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en blijft minstens twintig kalenderdagen aangeplakt. De reglementen kunnen worden bekendgemaakt zodra de beslissing is genomen. Het aanplakbiljet vermeldt de plaats of plaatsen waar de tekst van het reglement ter inzage ligt van het publiek. De reglementen treden in werking de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is. De bekendmaking en de datum van bekendmaking van de reglementen moeten blijken uit de aantekening in een speciaal register, dat bijgehouden wordt op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering
Artikel 98 Stukken van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn worden met een gewone brief aan de betrokkene bezorgd, tenzij de wet, dit decreet of een ander decreet een andere vorm van mededeling of kennisgeving oplegt.
36
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
40/220 RMW - 11 maart 2015
VERZOEKSCHRIFTEN VAN DE BURGER Artikel 99 Ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de raad voor maatschappelijk welzijn in te dienen. De verzoekschriften worden aan de raad voor maatschappelijk welzijn gericht. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van het OCMW behoort, zijn onontvankelijk. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als: 1. de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd; 2. het loutere mening is en geen concreet verzoek; 3. als de vraag anoniem, zonder vermelding van naam en voornaam en adres, werd ingediend; 4. het taalgebruik beledigend is. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn doet deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen zodat het wel geagendeerd kan worden op de raad voor maatschappelijk welzijn. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn plaatst het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn indien het verzoekschrift minstens veertien dagen voor de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend dan komt het op de agenda van de vergadering die volgt na de eerste vergadering. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door de raad voor maatschappelijk welzijn of door het orgaan waarnaar het verzoekschrift door de raad werd verwezen. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. De raad voor maatschappelijk welzijn verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
VOORSTELLEN VAN BURGERS Artikel 100 Iedere inwoner van de gemeente heeft het recht te verzoeken om voorstellen en vragen over belangrijke aangelegenheden van de beleidsvoering en dienstverlening van het OCMW op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn in te schrijven en om die agendapunten te komen toelichten in de raad voor maatschappelijk welzijn. Onder belangrijke aangelegenheden van de beleidsvoering en dienstverlening van het OCMW, worden verstaan: 37
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
41/220 RMW - 11 maart 2015
-
de indienstneming van extra personeel, behalve in gevallen van hoogdringendheid; het oprichten van nieuwe diensten of instellingen en het uitbreiden of het in belangrijke mate inkrimpen of stopzetten van de bestaande diensten of instellingen; het oprichten van, het toetreden tot, het uittreden uit of het ontbinden van de verenigingen of vennootschappen in overeenstemming met titel VIII van het OCMW-decreet.
-
-
Het verzoekschrift tot voorstellen of vragen moet worden gesteund door ten minste 1 procent van het aantal inwoners ouder dan 16 jaar. De indiener moet het verzoekschrift motiveren in een nota en indienen via het formulier dat hiervoor door het OCMW ter beschikking gesteld wordt. Dit formulier moet aangetekend verstuurd worden naar het OCMW en moet de naam, voornamen, geboortedatum en woonplaats vermelden van iedereen die het verzoekschrift ondertekend heeft. De indiener moet alle nuttige stukken die de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen voorlichten bij de nota voegen. Verzoekschriften tot voorstellen of vragen die niet voldoen aan de in §1, §2 en §3 gestelde voorwaarden, zijn onontvankelijk. De raad voor maatschappelijk welzijn doet deze beoordeling en doet vooraf uitspraak over zijn bevoegdheid ten aanzien van de in het verzoekschrift opgenomen voorstellen of vragen. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn plaatst het verzoekschrift tot voorstellen of vragen op de agenda van de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn indien het verzoekschrift minstens twintig dagen voor de vergadering werd ingediend. Wordt het verzoekschrift later ingediend dan komt het op de agenda van de volgende vergadering. De verzoeker of de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift wordt gehoord door de raad voor maatschappelijk welzijn. De verzoeker of de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift heeft het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt binnen zijn bevoegdheid welk gevolg aan het voorstel of de vraag wordt gegeven en hoe dat wordt bekendgemaakt.
BINDENDE KRACHT Artikel 101 Onderhavig reglement treedt in werking de vijfde dag na de bekendmaking ervan overeenkomstig art. 187 en art. 188 van het OCMW-decreet, behoudens schorsing of vernietiging door de bevoegde toezichthoudende overheid.
Artikel 102 Voor zover dit reglement bepaalde materies niet zou regelen, wordt verwezen naar de wetgeving ter zake en naar de gebruiken van de beraadslagende vergaderingen.
38
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
42/220 RMW - 11 maart 2015
Artikel 103 Een exemplaar van onderhavig huishoudelijk reglement wordt ter beschikking gehouden tijdens alle vergaderingen van alle beraadslagende organen van het OCMW.
39
RMW 11 maart 2015 – 2015_RMW_00070 – Huishoudelijk reglement beraadslagende organen (publicatie website 12 maart 2015)
43/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
sogent
2015_RMW_00071
Nazareth, Langedreef 6: openbare verkoop Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Het OCMW van Gent is eigenaar van de woning gelegen te Langedreef 6, 9810 Nazareth. Deze woning is een van de twee nog verhuurde woningen in het beheer van sogent. Deze woning is kadastraal gekend als Nazareth, 1ste afdeling Nazareth, sectie E, perceelnummer 1M met een kadastrale oppervlakte van 2.400 m² en een kadastraal inkomen van 379,00 euro. De woning ligt volgens het gewestplan in bosgebied. De woning is verhuurd met een negenjarige huurovereenkomst voor hoofdverblijfplaats. Deze huurovereenkomst werd vernieuwd op 1 oktober 2006 om te eindigen op 30 september 2015. Conform de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zal deze overeenkomst stilzwijgend verlengd worden voor periodes van drie jaar indien deze niet tijdig wordt opgezegd door huurder of verhuurder. Deze woning wordt sinds 1 januari 1961 verhuurd aan het echtpaar Dhertoge Roger (geboren 1 september 1936). De woning wordt verhuurd aan 250,00 euro per maand, zijnde 289,48 euro geïndexeerd. In juli 2014 bracht sogent een plaatsbezoek aan de woning om de staat te bekijken. De huurders hebben heel wat werken zelf uitgevoerd en de woning goed onderhouden. In het jaar 2007 werd de gevel en het buitenschrijnwerk geschilderd door het OCMW van Gent. Het onroerend goed betreft een bescheiden alleenstaande woning met stallingen en een oprit. De woning is goed onderhouden maar beantwoordt niet meer aan de normen van het hedendaags comfort. Vermoedelijk voldoet de woning niet aan de eisen van de Vlaamse Wooncode. De staat van het pand werd uitvoerig beschreven door de landmeter-expert die werd belast met het opmaken van de waardebepaling. Het Overlegcomité van 8 mei 2014 adviseerde deze woning in verhuurde toestand te verkopen. Dit betekent dat het OCMW van Gent de huurders niet zal opzeggen, bijgevolg moet de nieuwe eigenaar een opzeg betekenen indien hij de woning zelf wenst te bewonen. Dit impliceert een opzegtermijn van zes maanden (conform de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek), wat kan worden aanzien als een (kleine) minwaarde gezien de lage huurinkomsten. Op 15 oktober 2014 is landmeter-expert Jeroen De Corte (Mensor) overgegaan tot het opmaken van een waardebepaling van bovenvermeld goed. Rekening houdend met de verschillende factoren, alsook de minwaarde van de verhuurde staat van het goed werd de venale waarde bepaald op 240.000,00 euro. Het Overlegcomité van 13 november 2014 gaf positief advies aan de openbare verkoop van de hoeve tegen voornoemde minimumprijs. Notaris Jacques Hulsbosch met standplaats te Keistraat 113, 9840 De Pinte werd aangesteld om het proces-verbaal van toewijs op te stellen en te verlijden.
Motivering Gelet op het Burgerlijk Wetboek; gelet op het Decreet betreffende de organisatie van het Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 19 december 2008; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de beheersovereenkomst OCMW Gent - sogent.
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De financiële middelen en het patrimonium efficiënt beheren
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
44/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Financiële informatie Investering Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Nee
Totaal geschatte inkomsten:
240000,00
Totaal geschatte uitgaven:
0,00
Z2000 - Beheer Patrimonium - 261 - OM Gebouwen Initiëel budget:
1732575,00
Reeds aangewend:
0,00
Engagementen: Geschatte inkomsten:
0,00 240000,00
Geschatte uitgaven:
0,00
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
11 februari 2015
Advies:
Gunstig
SOB Juridisch advies Datum:
11 februari 2015
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De openbare verkoop van de woning gelegen te Langedreef 6, Nazareth, kadastraal gekend als Nazareth, 1ste afdeling Nazareth, sectie E, nummer 1M, met een minimumprijs van 240.000,00 euro.
Artikel 2 Het ontwerp van het proces-verbaal van toewijs zoals opgesteld door notaris Jacques Hulsbosch met standplaats te De Pinte.
Artikel 3 Het ontslag van de Hypotheekbewaarder van de verplichting tot het nemen van een ambtshalve inschrijving bij overschrijving van het proces-verbaal van toewijs voor zover de nodige kwijtingen voorhanden zijn bij overschrijving.
Artikel 4 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20150209_AK_PV van Toewijs_Langedreef, Nazareth.pdf
45/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage(n) 20150209_AK_PV van Toewijs_Langedreef, Nazareth.pdf
46/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150209_AK_PV van Toewijs_Langedreef, Nazareth.pdf
47/220 RMW - 11 maart 2015
RECHT OP GESCHRIFTEN. Recht van 50,00 euro op aangifte door notaris Jacques Hulsbosch, te De Pinte.
HET JAAR TWEEDUIZEND VIJFTIEN OP In café ’t Gildenhuis, te 9840 De Pinte, Pintestraat 4. Zijn Wij, Meester Jacques HULSBOSCH, Notaris met standplaats te DE PINTE, overgegaan tot de werkzaamheden van openbare verkoop van het verder beschreven onroerend goed. TEN VERZOEKE VAN: Het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN GENT, met zetel te 9000 Gent, Onderbergen 86, met ondernemingsnummer 0212.214.125 en BTW-nummer BE0212.214.125, hier vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 183, §1 van het OCMW-decreet van 19 december 2008, door: - haar voorzitter, de heer CODDENS Rudy Georges Irène, geboren te Gent op 14 februari 1960, (nationaal nummer 60.02.14-181.91 – nummer identiteitskaart 591.1091001.47), wonende te 9031 Gent, Keuzemeers 7; - haar secretaris, de heer KUPERS Luc Hubert Maurice, geboren te Hasselt op 14 februari 1957, (nationaal nummer 57.02.14-217.89 – nummer identiteitskaart 591.4089285.61), wonende te 1800 Vilvoorde, Maria-Theresialaan 41, bus 4.2. Handelend in uitvoering van de raadsbeslissing van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van 11 maart 2015; welk besluit in het kader van het bestuurlijk toezicht werd overgemaakt aan de heer Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen en aan het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent, zonder dat er binnen een termijn van dertig dagen schorsingsbesluiten werden genomen. Een voor eensluidend verklaard afschrift van voormelde beslissing wordt aan deze akte gehecht. Hierna ook de "verkoopster" genoemd. I. BESCHRIJVING VAN HET GOED GEMEENTE NAZARETH – Langedreef 6 Een woonhuis op en met medegaande grond en aanhorigheden, volgens recente kadastrale legger bekend ten kadaster onder Nazareth, eerste afdeling/Nazareth, sectie E, nummer 1/M, met een oppervlakte volgens kadaster van vierentwintig are (24a 00ca). II. OORSPRONG VAN EIGENDOM De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart thans eigenaar te zijn van voormeld goed voor de geheelheid in volle eigendom om er sedert meer dan dertig jaar ononderbroken, ongestoord, ondubbelzinnig en openbaar bezit van te hebben gehad, met welke oorsprong van eigendom de koper zich zal vergenoegen zonder een andere titel te mogen eisen dan een afschrift of uittreksel van huidige akte.
48/220 RMW - 11 maart 2015
III. VEILING Na voorgaande uiteenzetting, zijn Wij, Notaris, overgegaan tot de verrichtingen van de openbare verkoop na voorlezing te hebben gegeven aan het publiek van navolgende bepalingen: 1. Publiciteit Ter aankondiging van de huidige verkoopdag werd volgende publiciteit gemaakt: - aankondigingen in ’t Fonteintje: op ###; - aankondigingen in De Zondag: op ###; - aankondigingen in de Streekkrant Algemene Editie: op ###; - verschijning op de website Notarim; - verschijning op de website Notarimmo/Immoweb; - de aanplakking van affiches aan de eigendom en op de meest gebruikelijke plaatsen in Nazareth en omstreken. De kopende partij verklaart uitdrukkelijk en onherroepelijk te verzaken aan elke vordering tot nietigheid die zij zou kunnen laten gelden op grond van artikel 6.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 2. Algemene Verkoopsvoorwaarden De openbare verkoop geschiedt aan de voorwaarden, rechten en verplichtingen, zoals bepaald in het lastenkohier van toepassing op de openbare verkopingen gehouden door de instrumenterende notaris, welk lastenkohier alhier integraal wordt voorgelezen, en waarvan een exemplaar, na voor "ne varietur" te zijn getekend door partijen en Ons, Notaris, aan huidig proces-verbaal wordt gehecht en dat er één geheel zal van uitmaken, ten einde samen ermee te worden geregistreerd en te worden overgeschreven op het bevoegde hypotheekkantoor. 3. Bijzondere Verkoopsvoorwaarden Op huidige verkoop zijn volgende bijzondere voorwaarden van toepassing: 1. Biedingen De biedingen kunnen enkel geschieden op fysieke wijze. Er wordt bepaald dat de biedingen zullen verlopen met minimum vijfhonderd euro (500,00 euro). 2. Minimumprijs Onderhavige openbare verkoping gebeurt zonder instelprijs noch instelpremie. Er wordt wel een minimumprijs voorzien van tweehonderdveertigduizend euro (240.000,00 €). 3. Kosten In afwijking van artikel 1593 van het Burgerlijk Wetboek vallen de kosten, rechten en erelonen van de openbare verkoop ten laste van de verkoper, mits de koper hierin forfaitair bijdraagt.
2 49/220 RMW - 11 maart 2015
Deze bijdrage, op forfaitaire wijze berekend en bepaald ingevolge een degressief percentage op de prijs en de eventuele lasten - daarin begrepen de kwijtingskosten pro fisco geschat op 0,5% van de prijs - dient door de koper te worden betaald op het kantoor van de notaris en op de wijze bepaald in artikel 41 van de algemene verkoopsvoorwaarden, binnen de vijf dagen vanaf het ogenblik waarop de toewijzing definitief wordt. Zij bedraagt: - negenentwintig procent (29,00%), voor prijzen boven dertigduizend euro (€ 30.000,00) tot en met veertigduizend euro (€ 40.000,00); - vijfentwintig komma vijftig procent (25,50%), voor prijzen boven veertigduizend euro (€ 40.000,00) tot en met vijftigduizend euro (€ 50.000,00); - tweeëntwintig procent (22,00%), voor prijzen boven vijftigduizend euro (€ 50.000,00) tot en met zestigduizend euro (€ 60.000,00); - eenentwintig procent (21,00%), voor prijzen boven zestigduizend euro (€ 60.000,00) tot en met zeventigduizend euro (€ 70.000,00); - twintig komma vijftig procent (20,50%), voor prijzen boven zeventigduizend euro (€ 70.000,00) tot en met tachtigduizend euro (€ 80.000,00); - negentien komma vijftig procent (19,50%), voor prijzen boven tachtigduizend euro (€ 80.000,00) tot en met negentigduizend euro (€ 90.000,00); - negentien procent (19,00%), voor prijzen boven negentigduizend euro (€ 90.000,00) tot en met honderdduizend euro (€ 100.000,00); - achttien komma vijftig procent (18,50%), voor prijzen boven honderdduizend euro (€ 100.000,00) tot en met honderd en tienduizend euro (€ 110.000,00); - achttien komma vijfentwintig procent (18,25%), voor prijzen boven honderd en tienduizend euro (€ 110.000,00) tot en met honderdvijfentwintigduizend euro (€ 125.000,00); - zeventien komma vijftig procent (17,50%), voor prijzen boven honderdvijfentwintigduizend euro (€ 125.000,00) tot en met honderdvijftigduizend euro (€ 150.000,00); - zeventien komma vijfentwintig procent (17,25%), voor prijzen boven honderdvijftigduizend euro (€ 150.000,00) tot en met honderdvijfenzeventigduizend euro (€ 175.000,00); - zestien komma vijfenzeventig procent (16,75%), voor prijzen boven honderdvijfenzeventigduizend euro (€ 175.000,00) tot en met tweehonderdduizend euro (€ 200.000,00);
3 50/220 RMW - 11 maart 2015
- zestien procent (16,00%), voor prijzen boven tweehonderdduizend euro (€ 200.000,00) tot en met tweehonderdvijfentwintigduizend euro(€ 225.000,00); - vijftien komma vijftig procent (15,50%), voor prijzen boven tweehonderdvijfentwintigduizend euro (€ 225.000,00) tot en met tweehonderdvijftigduizend euro (€ 250.000,00); - vijftien procent (15,00%), voor prijzen boven tweehonderdvijftigduizend euro (€ 250.000,00) tot en met tweehonderdvijfenzeventigduizend euro (€ 275.000,00); - veertien komma vijfenzeventig procent (14,75%), voor prijzen boven tweehonderdvijfenzeventigduizend euro (€ 275.000,00) tot en met driehonderdduizend euro (€ 300.000,00); - veertien komma vijfentwintig procent (14,25%), voor prijzen boven driehonderdduizend euro (€ 300.000,00) tot en met driehonderdvijfentwintigduizend euro (€ 325.000,00); - veertien procent (14,00%), voor prijzen boven driehonderdvijfentwintigduizend euro (€ 325.000,00) tot en met driehonderdvijfenzeventigduizend euro (€ 375.000,00); - dertien komma vijftig procent (13,50%), voor prijzen boven driehonderdvijfenzeventigduizend euro (€ 375.000,00) tot en met vierhonderdduizend euro (€ 400.000,00); - dertien komma vijfentwintig procent (13,25%), voor prijzen boven vierhonderdduizend euro (€ 400.000,00) tot en met vierhonderdvijfentwintigduizend euro (€ 425.000,00); - dertien procent (13,00%), voor prijzen boven vierhonderdvijfentwintigduizend euro (€ 425.000,00) tot en met vijfhonderdduizend euro (€ 500.000,00); - twaalf komma vijfenzeventig procent (12,75%), voor prijzen boven vijfhonderdduizend euro (€ 500.000,00) tot en met vijfhonderdvijftigduizend euro (€ 550.000,00); - twaalf komma vijftig procent (12,50%), voor prijzen boven vijfhonderdvijftigduizend euro (€ 550.000,00) tot en met zeshonderdduizend euro (€ 600.000,00); - twaalf komma vijfentwintig procent (12,25%) voor prijzen boven zeshonderdduizend euro (€ 600.000,00) tot en met zevenhonderdvijftigduizend euro (€ 750.000,00); twaalf procent (12,00%), voor prijzen boven zevenhonderdvijftigduizend euro (€ 750.000,00). Voor prijzen tot en met dertigduizend euro (€ 30.000,00) is dit aandeel negenentwintig procent (29,00%). Bij toewijzing van afzonderlijke loten wordt het overeenstemmende percentage afzonderlijk berekend op de prijs en de lasten van elk lot en bij toewijzing in massa op de prijs en de lasten van de massa, behoudens in geval van gesplitste commandverklaring (waar het overeenstemmende
4 51/220 RMW - 11 maart 2015
percentage afzonderlijk wordt berekend op de prijs en de lasten van de aldus gevormde loten). Deze percentages worden met één procentpunt (1%) verhoogd bij een definitieve toewijzing na hoger bod. Indien een wettelijke bepaling aanleiding geeft tot vrijstelling, vermindering of vermeerdering van belastingen (verdelingsrecht of ander verminderd recht, meeneembaarheid, abattement, btw of anderszins) of erelonen, zal het overeenstemmende percentage dienovereenkomstig worden aangepast. Volgende kosten vallen evenwel niet ten laste van de verkoper en dienen te worden gedragen door de koper, buiten een forfaitair aandeel in de onroerende voorheffing voor het lopende jaar: kosten van de akten van borgstelling die zouden gevraagd worden, van de bekrachtiging door de persoon voor wie hij zich zou hebben sterk gemaakt of van de commandverklaring, alsook eventuele vergoedingen of nalatigheidsinteresten waartoe hij zou gehouden zijn bij niet tijdige betaling. Er zijn geen bijkomende publiciteitskosten lastens de koper. De verkoper zal anderzijds alleen gehouden zijn tot betaling van de werkelijke kosten van de verkoop, daarin begrepen de belasting over de toegevoegde waarde op de notariële kosten en erelonen, kosten van de ambtshalve inschrijving, van een eventuele grosse en van de akten van kwijting, opheffing en eventuele rangregeling. De door de koper te betalen forfaitaire bijdrage is definitief verworven voor de verkoper. Het eventuele tekort ten opzichte van het door de koper betaalde forfait is ten laste van de verkoper en komt in mindering van de hem toekomende verkoopprijs; het overschot, als er één is, komt hem toe en wordt aanzien als een prijssupplement. De notaris bezorgt hem een afrekening van dit eventueel tekort of overschot. De gevolgen van een eventuele door de fiscale administratie vastgestelde tekortschatting blijven ten laste van de koper. 4. Prijs De kopende partij moet de prijs betalen op het kantoor van de instrumenterende notaris, binnen de zes weken vanaf de toewijzing, zonder interest tot dan. De termijn van hoger bod of elke andere opschortende voorwaarde waaronder de toewijzing plaatsvindt schorsen deze termijn niet. Deze betaling is bevrijdend. De betaling kan slechts gebeuren per overschrijving of bankcheque. De betaling met een cheque is slechts bevrijdend tot beloop van de geïnde sommen, vanaf de dag van inning en voor zover de cheque gedekt is.
5 52/220 RMW - 11 maart 2015
De prijs wordt onmiddellijk opeisbaar bij niet-tijdige betaling van de kosten, mits ingebrekestelling. 5. Gebruik en genot De koper verkrijgt het genot van het voorschreven goed, mits betaling van koopsom, kosten, lasten en eventuele intresten. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het verkochte goed verhuurd is sedert 1 oktober 2006 voor een duur van negen jaar aan de heer Roger Dhertoge en zijn echtgenote, mevrouw ###, ingevolge een schriftelijke huurovereenkomst de dato 1 oktober 2006, geregistreerd te Deinze op 26 juni 2007, drie bladen, geen verzendingen, boek 6²/245p, blad 1, vak 2092, mits een huurprijs van tweehonderdvijftig euro (250 €) per maand, na indexering gebracht op tweehonderdnegenentachtig komma tweeënveertig euro (289,42 €). De koper treedt in alle rechten en verplichtingen van de verkoopster aangaande voormeld huurcontract en de koper verklaart zijn zaak te zullen maken van een eventuele opzegging van voormeld huurcontract. De koper bekomt bijgevolg het vrij gebruik van het voorschreven goed bij het eindigen van voormeld huurcontract. IV. WETTELIJKE EN DECRETALE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN De partijen erkennen door de instrumenterende notaris op de hoogte te zijn gebracht van volgende wettelijke en decretale bepalingen en voorschriften, als volgt: 1. Leegstand en verkrotting De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het te verkopen goed niet opgenomen is op de inventaris inzake de heffing van de leegstand en verkrotting van gebouwen en woningen overeenkomstig het programmadecreet van het Vlaamse Parlement van 22 december 1995 en dat zij dienaangaande geen enkele kennisgeving mocht ontvangen. 2. Vlaamse Wooncode (geen recht van voorkoop) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart geen kennis te hebben dat het goed voorwerp van huidige verkoop valt onder toepassing van artikel 85§1 van de Vlaamse Wooncode, dat luidt als volgt : "De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de sociale huisvestingsmaatschappijen, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beschikken over een recht van voorkoop op de woningen waaraan ze renovatie-, verbeteringsof aanpassingswerkzaamheden hebben uitgevoerd met toepassing van artikel 18§2 en 90. Onverminderd het eerste lid, krijgen de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de sociale
6 53/220 RMW - 11 maart 2015
huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied en de gemeenten op hun grondgebied, een recht van voorkoop op: 1° een woning die is opgenomen op een van de lijsten van de inventaris, bedoeld in artikel 28§1 van het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting; 2° de woning bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn; 3° een perceel bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse Regering te bepalen bijzonder gebied." 3. Wet op de ruilverkaveling (recht van voorkoop) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart kennis te hebben dat het goed, voorwerp van huidige verkoop, onder toepassing valt van artikel 56 van de Wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet. Bij bericht van ### heeft de instrumenterende notaris aan de begunstigde van dit recht van voorkoop, de Vlaamse Landmaatschappij, de datum, het uur en de plaats van onderhavige openbare verkoping ter kennis gebracht. 4. Stedenbouwkundige voorschriften 1) Mocht het te koop gestelde goed getroffen zijn door enig besluit van de bevoegde overheid inzake gehele of gedeeltelijke onteigening, rooilijnen betreffende de voorof achterbouw, ruimtelijke ordening of stedenbouw, of door enig ander overheidsbesluit of -reglement, dan zal/zullen de kopende partij(en) zich moeten gedragen naar al die voorschriften, zonder verhaal wegens verlies van grond, weigering van bouwvergunning of om welke andere reden ook. 2) De aandacht wordt erop gevestigd dat : a) tenzij een niet vervallen verkavelingsvergunning, stedenbouwkundige vergunning of stedenbouwkundig attest wordt voorgelegd, er geen verzekering kan worden gegeven omtrent de mogelijkheid om op het te koop gestelde goed te bouwen of hieraan vergunningsplichtige werken uit te voeren of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt; b) geen bouwwerk, noch enige vaste of verplaatsbare inrichting die voor bewoning kan worden gebruikt, mag worden opgericht op het te koop gestelde goed, zolang de daartoe vereiste stedenbouwkundige vergunning niet is verkregen; c) bepaalde bestemmingswijzigingen van het te koop gestelde goed het voorwerp moeten uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
7 54/220 RMW - 11 maart 2015
3) De instrumenterende notaris verklaart dat de gemeente Nazareth voldoet aan de voorwaarden gesteld bij artikel 7.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Volgende bepalingen worden hier in uitvoering van de artikels 5.2.1, 5.2.5 en 5.2.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening opgenomen: - de instrumenterende notaris zal, overeenkomstig artikel 5.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, uiterlijk bij de definitieve toewijzing de stedenbouwkundige uittreksels betreffende voorschreven goed, bestaande uit een uittreksel uit het plannenregister en een uittreksel uit het vergunningenregister van de gemeente Nazareth de dato 4 december 2014, overhandigen aan de kopende partij(en); - voormelde uittreksels bevatten geen informatie of er dagvaardingen werden uitgebracht overeenkomstig de artikelen 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dienaangaande dat haar geen dergelijke dagvaardingen bekend zijn; - voormelde uittreksels bevatten geen informatie of er een voorkooprecht van toepassing is overeenkomstig artikel 2.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; - uit voormelde uittreksels uit het plannenregister van de gemeente Nazareth blijkt onder meer dat voorschreven goed volgens het gewestplan Oudenaarde, goedgekeurd op 24 februari 1977, gelegen is in bosgebied; - uit voormelde uittreksels uit het vergunningenregister van de gemeente Nazareth blijkt dat voormeld goed werd opgenomen in het vergunningenregister onder de gemeentelijke dossiernummers 25/1874, 26/1874 en 27/1874, aangezien door enig bewijsmiddel kon worden aangetoond dat de constructies werden gebouwd vóór de inwerkingtreding van de wet van 29 maart 1962 en dat bijgevolg de constructies als vergund moeten worden beschouwd; - uit de informatiebrief van de gemeente Nazareth blijkt tenslotte onder meer dat volgende belastingreglementen van toepassing zijn: * belastingreglement op de algemene gemeentebelasting aanslagjaar 2014-2019; * belastingreglement op de huis-aan-huis verspreiding van drukwerken met handelskarakter voor het aanslagjaar 2014; * belastingreglement op het in huur geven van kamers voor het aanslagjaar 2014-2019; * belastingreglement op de tweede verblijven voor het aanslagjaar 2014-2019;
8 55/220 RMW - 11 maart 2015
* belastingreglement op leegstaande woningen en/of gebouwen voor het aanslagjaar 2014-2019; * belastingreglement op de onroerende voorheffing opcentiemen voor het aanslagjaar 2014-2019; De instrumenterende notaris wordt ervan ontslagen om de integrale inhoud van bedoelde uittreksels en informatiebrieven hier letterlijk over te nemen. Een kopie van bedoelde uittreksels en brieven werd aan de kandidaatkopers meegedeeld in de infobrochure die hen ter hand werd gesteld tijdens de zitdag. - voor het onroerend goed is geen verkavelingsvergunning van toepassing; - het in artikel 4.2.12,§2,2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voor de overdracht verplichte as builtattest is niet uitgereikt en gevalideerd vermits deze bepaling nog niet in werking is getreden. 4) De instrumenterende notaris wijst partijen op artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de opsomming van de vergunningsplichtige handelingen vervat in dit artikel. 5) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat bij gebrek aan nog geldige stedenbouwkundige vergunning of attest er geen zekerheid kan gegeven worden omtrent de mogelijkheid om op het beschreven goed de in voormeld artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening opgesomde werkzaamheden te verrichten. 6) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat er bij haar weten geen stedenbouwkundige overtredingen zijn begaan of vastgesteld wat voorschreven eigendom betreft. De kopende partij zal zich, voor al wat het bouwen betreft, en onder meer de bouwwerken, verbouwingen en bouwlijnen, moeten gedragen naar de voorschriften en reglementen van de gemeente en van de dienst voor stedenbouw, zonder tussenkomst van de verkoopster noch verhaal tegen haar. Het goed wordt verkocht zonder waarborg voor wat betreft de bouwwerken die zouden opgericht zijn in strijd met gezegde voorschriften en reglementen. Ingeval van verkoop van een goed waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning werd verleend of geen stedenbouwkundig attest waaruit blijkt dat dergelijke vergunning zou kunnen worden verkregen, gaat de verkoopster geen enkele verbintenis aan betreffende de mogelijkheid om op het goed te bouwen of er een vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan gebruikt worden.
9 56/220 RMW - 11 maart 2015
5. Monumenten, dorps- en stadsgezicht - beschermd landschap Het goed, voorwerp van onderhavige verkoop, is bij weten van de verkoopster geen monument, stadsof dorpsgezicht zoals bedoeld door het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stadsen dorpsgezichten, en het goed komt niet voor op een voorontwerp of ontwerp van lijst van de voor bescherming vatbare monumenten stads- en dorpsgezichten, noch op een register van beschermde monumenten, stadsen dorpsgezichten. 6. Bepalingen in verband met het Bosdecreet De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet valt onder de bepalingen van het Bosdecreet. 7. Bepalingen in verband met het Decreet betreffende het Natuurbehoud en het Natuurlijk Milieu De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet gelegen is in een gebied waarop het Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997, en specifiek het daarin vermelde recht van voorkoop niet van toepassing is. 8. Bepalingen in verband met het Bodemdecreet 1) De partijen bevestigen dat de instrumenterende notaris hen toelichting heeft verstrekt over de artikelen 102 en 103 en volgende van het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming de dato 27 oktober 2006 (hierna ook 'Bodemdecreet' genoemd) en haar uitvoeringsbesluiten. 2) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat op het goed, voorwerp van onderhavige verkoop, geen inrichting is gevestigd, noch een activiteit werd uitgeoefend, die opgenomen is op de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 6 van voormeld Bodemdecreet en het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming de dato 14 december 2007 (Vlarebo). 3) Partijen bevestigen dat de instrumenterende notaris toelichting heeft verstrekt omtrent de eventuele saneringsplicht, de aansprakelijkheid en de informatieplicht in het kader van het Bodemdecreet. 4) De instrumenterende notaris verklaart dat overeenkomstig artikel 101 van het Bodemdecreet, voor voormeld kadastraal perceel een bodemattest werd afgeleverd daterend van 26 november 2014. De inhoud van deze attesten is letterlijk als volgt:
10 57/220 RMW - 11 maart 2015
"2. Inhoud van het bodemattest De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen: 1. Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend bodemonderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. 2. Bijkomende informatie over de overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be 3. Als er bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet. Meer informatie: www.ovam.be/grondverzet. 4. De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens". 5) De instrumenterende notaris bevestigt overeenkomstig artikel 117 van voormeld Bodemdecreet dat de bepalingen van artikel 101 en volgende van zelfde Bodemdecreet werden nageleefd. 6) Een kopie van bedoeld bodemattest werd aan de kandidaat-kopers meegedeeld in de infobrochure die hen ter hand werd gesteld tijdens de zitdag. 9. Landverzekeringscontract - verzekering natuurrampen - risicozones overstroming De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet gelegen is in een risicozone voor de toepassing van de verzekering tegen schade onder meer door overstromingen overeenkomstig artikel 68-7 van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst. In toepassing van artikel 17bis van het Decreet op 18 juli 2003 betreffende het Integraal Waterbeleid, verklaart de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, dat voorschreven goed niet gelegen is in een mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering en evenmin in een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone. 10. Postinterventiedossier De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat er aan of op voormeld goed geen bouwwerken werden uitgevoerd waarvoor het opmaken van een postinterventiedossier noodzakelijk zou zijn geweest. 11. Elektrische installaties De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het voorwerp van deze verkoop een wooneenheid is in de zin van artikel 276 bis van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties van 10 maart 1981, waarvan de elektrische installatie niet het voorwerp is geweest van
11 58/220 RMW - 11 maart 2015
een volledig controleonderzoek in de zin van het reglement voorafgaandelijk de ingebruikname van de installatie. Bij proces-verbaal van ### werd door de vereniging zonder winstoogmerk ###, met zetel te ### vastgesteld dat de installatie niet voldoet aan de voorschriften van dit reglement. Na afloop van een termijn van 18 maanden vanaf het definitief worden van de verkoop zal vastgesteld moeten worden of de overtredingen verdwenen zijn. De kopers zijn verplicht hun identiteit en de datum van deze akte mee te delen aan voornoemd erkend organisme dat de controle heeft uitgevoerd. De kopers behouden evenwel de vrijheid om na deze mededeling vrij een ander erkend organisme aan te stellen om de keuring in de toekomst te verrichten. De kopers erkennen door de instrumenterende notaris op de hoogte gebracht te zijn van zowel de sancties voorzien in het Algemeen Reglement alsook de gevaren en aansprakelijkheden bij het gebruik van een installatie die niet voldoet aan de vereisten van dit Reglement, alsook van het feit dat de kosten van herkeuring door het organisme aan hen zullen aangerekend worden. De kopers zullen een origineel exemplaar van voormeld proces-verbaal van de verkoopster ontvangen, na de integrale betaling van koopsom, kosten en toebehoren, ter gelegenheid van de sleutelafgifte. Een kopie van bedoeld proces-verbaal werd aan de kandidaat-kopers meegedeeld in de infobrochure die hen ter hand werd gesteld tijdens de zitdag. 12. Stookolietank De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat in het verkochte goed een stookolietank aanwezig is in ### met een inhoud van ### liter. De verkoopster verklaart dat deze stookolietank voor de eerste keer gevuld werd voor 1 augustus 1995 en bijgevolg voor de toepassing van de milieurechtelijke voorschriften inzake stookolietanks wordt gekwalificeerd als een bestaande tank. De verkoopster verklaart dat deze stookolietank door een erkende technicus werd uitgerust met een overvulbeveiliging zoals voorgeschreven door VLAREM II en zoals blijkt uit het conformiteitsattest. De kopers zullen een origineel exemplaar van voormeld conformiteitsattest van de verkoopster ontvangen, na de integrale betaling van koopsom, kosten en toebehoren, ter gelegenheid van de sleutelafgifte. Een kopie van bedoeld conformiteitsattest werd aan de kandidaat-kopers meegedeeld in de infobrochure die hen ter hand werd gesteld tijdens de zitdag.
12 59/220 RMW - 11 maart 2015
13. Energieprestatiecertificaat Overeenkomstig artikel 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering de dato 11 januari 2008 houdende de invoering van het energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen bij verkoop en verhuur en de uitvoering van de energieaudit zal, na integrale betaling van koopsom, kosten en toebehoren, door de verkoopster aan de kopende partij betreffende het verkochte goed het originele energieprestatiecertificaat worden overhandigd, opgemaakt voor het verkochte goed door ###, energiedeskundige, te ###, op ### met vermelding van unieke code ###. De kopende partij erkent door de instrumenterende notaris op de hoogte gebracht te zijn dat voormeld certificaat een geldigheidsduur heeft van 10 jaar, zijnde tot en met ###. Kopie van bedoeld energieprestatiecertificaat werd aan de kandidaat-kopers meegedeeld in de infobrochure die hen ter hand werd gesteld tijdens de zitdag. V. VERKOOPSVERRICHTINGEN Vervolgens wordt er door Ons, Notaris, overgegaan tot de verrichtingen der veiling en na menigvuldige oproepingen en gedane biedingen werd er voor voorschreven eigendom een hoogste bod uitgebracht, boven alle kosten en lasten, als volgt:
Definitieve toewijs Na overleg met de Notaris, verklaart de verkoopster, vertegenwoordigd als gezegd, dat zij deze hoogste bieding 13 60/220 RMW - 11 maart 2015
voldoende acht en dat er afstand wordt gedaan van het wettelijk recht om toe te wijzen onder opschortende voorwaarde van afwezigheid van hoger bod. Vervolgens wordt door ons, werkende notaris, in het publiek de vraag gesteld of er een begunstigde instantie van het hoger vermeld voorkooprecht aanwezig is en of men dit voorkooprecht wenst uit te oefenen.
Nadat er hierop geen reactie is gekomen uit het aanwezige publiek, worden de werkzaamheden verdergezet en na heroproeping wordt het voormelde goed door Mij, Notaris, definitief toegewezen aan:
De kopende partij verklaart uitdrukkelijk dat zij de aankoopprijs zal voldoen als volgt:
Hoger bod
14 61/220 RMW - 11 maart 2015
Na overleg met de Notaris, verklaart de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, dat zij dit hoogste bod onvoldoende acht, en gebruik wenst te maken van de mogelijkheid van een hoger bod overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek. Vervolgens wordt voorschreven goed door Ons, Notaris, toegewezen aan voornoemde hoogste bieder, onder opschortende voorwaarde van afwezigheid van een hoger bod. VI. FISCALE BEPALINGEN 1° De partijen, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voorzegd, erkennen dat de instrumenterende notaris hen voorlezing heeft gegeven van: a/ de artikelen 3.4.7.0.6 en 3.18.0.0.14 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit houdende de beteugeling van de prijsbewimpelingen; b/ het artikel 62 paragraaf 2 en het artikel 73 van het wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde houdende verplichting voor verkopers om de hoedanigheid van belastingplichtige bij de BTW ter kennis te brengen van de instrumenterende notaris bij de verkoop van een voor hypotheek vatbaar goed. 2° Op onze uitdrukkelijke ondervraging werd door de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaard dat zij BTW-plichtig is onder het nummer BE0212.214.125. 3° Verklaringen in het kader van artikel 2.9.4.2.1 §1 Vlaamse Codex Fiscaliteit (klein beschrijf) De koper verklaart niet in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief inzake registratiebelasting voorzien in artikel 2.9.4.2.1 §1 VCF. (ofwel) De koper vraagt om toepassing van het verlaagd tarief van artikel 2.9.4.2.1. §1 VCF en verklaart dat de voorwaarden vervuld zijn, te weten: 1. de verwerving van de geheelheid van de eigendom; 2. het maximaal toegelaten kadastraal inkomen van het aangekochte goed wordt niet overschreden; 3. het maximaal toegelaten kadastraal inkomen van het actueel onroerend bezit (in hoofde van koper en/of echtgeno(o)t(e)) wordt niet overschreden; 4. geen verhinderend actueel onroerend bezit (in hoofde van koper en/of echtgeno(o)t(e)). Tot behoud van het verlaagd tarief verbindt hij zich ertoe aan de inschrijvingsplicht op het adres van het verkregen onroerend te zullen voldoen (inschrijving binnen de 3 jaar van heden en behoud gedurende 3 jaar zonder onderbreking). 4° Verklaringen in het kader van artikel 2.9.3.0.2 §1 Vlaamse Codex Fiscaliteit (abattement)
15 62/220 RMW - 11 maart 2015
De koper verklaart niet te kunnen genieten van het abattement voorzien in artikel 2.9.3.0.2 §1 VCF. Ofwel De koper vraagt om de toepassing van het abattement voorzien in artikel 2.9.3.0.2 §1 VCF en verklaart dat de voorwaarden vervuld zijn, te weten: 1. de zuivere aankoop van de geheelheid volle eigendom van een tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed; 2. geen verhinderend actueel onroerend bezit. Tot behoud van de vermindering van de belastbare grondslag verbindt hij er zich toe zijn hoofdverblijfplaats te vestigen op het adres van het verkregen onroerend goed binnen de twee jaar van registratie van de akte of van de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie en de vereiste hypothecaire inschrijving te nemen binnen dezelfde termijn. 5° Verklaringen in het kader van artikel 2.9.5.0.1 Vlaamse Codex Fiscaliteit (meeneembaarheid door verrekening) De koper verklaart niet te kunnen genieten van de toepassing van het artikel 2.9.5.0.1 VCF. Ofwel De koper vraagt om toepassing van de vermindering voorzien in artikel 2.9.5.0.1 VCF en verklaart dat de voorwaarden vervuld zijn, te weten: 1. de actuele zuivere aankoop van een tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed; 2. de vaste datum van deze aankoop binnen 2 jaar vanaf de datum voorzien in artikel 2.9.5.0.1, lid 1 VCF; 3. de hoofdverblijfplaats in de verkochte/verdeelde woning op een ogenblik in de periode van 18 maanden de verkoop/verdeling voorafgaand. Bijkomende vermeldingen betreffende de aankoop van de verkochte/verdeelde woning: 1. de verkochte/verdeelde woning:
2. op aankoop van de verkochte/verdeelde woning betaalde verkooprecht: 3. de datum van betaling van voormeld verkooprecht: 4. het wettelijk aandeel van de koper in het geheven verkooprecht:
16 63/220 RMW - 11 maart 2015
5. de datum van de akte wederverkoop/verdeling en de instrumenterende notaris: Tot behoud van de vermindering verbindt hij zich ertoe binnen de 2 jaar (woning) of 5 jaar (bouwgrond) van registratie van de akte of van de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, zijn hoofdverblijfplaats te vestigen op het adres van het verkregen onroerend.
VOLMACHT De kopende partij verleent volmacht aan: 1) Mevrouw Dinneweth Eva, notarieel medewerkster, wonende te 9790 Wortegem-Petegem (Moregem), Oudenaardseweg 112, 2) Mevrouw Isabelle De Maerteleire, notarieel medewerkster, wonende te 9810 Nazareth, Drapstraat 44, 3) De heer Stijn Rijckbosch, notarieel medewerker, wonende te 9800 Deinze (Astene), Begijnhofstraat 42, 4) Mevrouw An Van Nevel, notarieel medewerkster, wonende te 9880 Aalter (Lotenhulle), Lomolenstraat 120, 5) Mevrouw Magali Deisser, notarieel medewerkster, wonende te 9080 Beervelde, Kijkdorp 18 en 6) Mevrouw Sofie De Smul, notarieel medewerkster, wonende te 9830 Sint-Martens-Latem, Constant Permekelaan 40, met de bevoegdheid om elk afzonderlijk te handelen, met recht van substitutie, om voor haar en in haar naam doorhaling te verzoeken bij notarieel getuigschrift van alle inschrijvingen, overschrijvingen en kantmeldingen, en desgevallend te verzaken aan de wettelijke indeplaatsstelling zoals voorzien bij artikel artikel 1251, 2° van het Burgerlijke Wetboek. IDENTITEITSVERKLARINGEN a) De instrumenterende notaris bevestigt dat de identiteit van diegene die bij deze akte verschijnen hem werd aangetoond aan de hand van de door de wet vereiste bewijskrachtige stukken, namelijk de identiteitskaarten. b) Om te voldoen aan de voorschriften van de Hypotheekwet, bevestigt de instrumenterende notaris dat de
17 64/220 RMW - 11 maart 2015
naam, voornamen, plaats en datum van geboorte en adres van de partijen-natuurlijke personen, wel zijn zoals hierboven vermeld en dit op basis van de daartoe wettelijk vereiste bescheiden. c) Partijen wier nationaal nummer of ondernemingsnummer in huidige akte wordt vermeld, verklaren, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, de instrumenterende notaris hiervoor uitdrukkelijk te machtigen. SLOTVERKLARINGEN 1. De partijen, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, erkennen dat de notaris hen gewezen heeft op de bijzondere verplichtingen aan de notaris opgelegd door artikel 9, §1 alinea 2 en 3 van de Organieke Wet Notariaat en heeft uitgelegd dat, wanneer een notaris tegenstrijdige belangen of de aanwezigheid van onevenwichtige bedingen vaststelt, hij hierop de aandacht moet vestigen van de partijen en hen moet meedelen dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman. 2. Partijen, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, verklaren eveneens dat de notaris hen volledige toelichting heeft verstrekt en op een onpartijdige wijze raad heeft gegeven omtrent de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit de rechtshandelingen die zij bij deze akte hebben vastgelegd, en hen tevens uitleg te hebben verstrekt over de anti-misbruikbepalingen die sinds 1 juni 2012 van kracht zijn inzake registratie- en erfbelasting. 3. Partijen, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, bevestigen dat zich bij huidige akte geen tegenstrijdigheden van belangen voordoen en dat zij alle bedingen opgenomen in onderhavige akte voor evenwichtig houden en deze aanvaarden. ONTSLAG VAN AMBTSHALVE INSCHRIJVING De bevoegde hypotheekbewaarder wordt hierbij uitdrukkelijk ontslag verleend van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de expeditie van huidig proces-verbaal. WAARVAN PROCES-VERBAAL. Opgesteld op plaats en datum als ten hoofde dezer vermeld. En na gedane voorlezing en volledige toelichting van dit proces-verbaal en bijlagen, hebben partijen, aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, onderhavig proces-verbaal en de bijlagen getekend samen met Ons, Notaris.
18 65/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
2015_RMW_00073
Lochristi, Nieuwstraat 39-41: beëindiging erfpacht en overname van twee woningen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Het OCMW van Gent is eigenaar van onroerende goederen gelegen te Lochristi ter hoogte van Nieuwstraat 39 en 41, kadastraal gekend als Lochristi, 1ste afdeling, sectie C, nummers 996Y2, 996G3 en 996H3. Ingevolge akte erfpacht verleden voor notaris Schinckel op 2 juni 1910 werd op bovenvermelde grond een erfpacht gevestigd voor een termijn van 35 jaar, ingaand op 2 januari 1911. Op heden wordt deze erfpacht nog gedoogd wat gecategoriseerd kan worden als een precaire erfpacht. Een precaire erfpacht kan op elk moment opgezegd worden. In principe eindigt de erfpacht van rechtswege door het verstrijken van de termijn waarvoor het recht werd gevestigd (artikel 14 van de erfpachtwet). Er vindt geen stilzwijgende verlenging plaats bij erfpacht. Wanneer de partijen de erfpacht ‘in feite’ (de facto) verderzetten, loopt deze door voor onbepaalde duur, maar met voortdurende opzegmogelijkheden. Alsook kan er een einde gesteld worden aan een erfpacht door een minnelijk akkoord. Op vraag van de erfgenamen van Clara Timmerman (consoorten Spae) werd een overleg georganiseerd op de kantoren van sogent om voor deze situatie een oplossing te zoeken. Om deze toestand van rechtsonzekerheid uit te klaren en dit gedoog te beëindigen wordt er rekening gehouden met het lastenkohier uit de oorspronkelijke erfpachtovereenkomst. Artikel 13 van dit lastenkohier vermeldt dat het OCMW van Gent vrij is om: de gebouwen over te nemen aan halve waarde, volgens waardebepaling van deskundige of; te eisen dat het goed hersteld wordt in de oorspronkelijke staat (afbraak). Op het overlegmoment werden de verschillende opties in dit dossier duidelijk toegelicht aan de betrokken partijen. Na onderhandeling werd er volgend voorstel uitgewerkt: Verwerving van de gebouwen met alle aanhorigheden (Nieuwstraat 39 en 41) door het OCMW van Gent voor een totaal bedrag van 96.000,00 euro. Dit bedrag bedraagt afgerond de helft van de geschatte waarde. Op vraag van sogent werd Jeroen De Corte (Mensor bvba) aangesteld voor het opmaken van een onafhankelijke waardebepaling van de constructies/opstanden. Deze werd opgemaakt op 13 augustus 2013 en resulteert in volgende waarden: * Nieuwstraat 39 – 99.900,00 euro * Nieuwstraat 41 – 92.750,00 euro Dit resulteert in een totaal van 192.650,00 euro waarvan 96.000,00 euro afgerond de helft is. Deze vergoeding omvat alle vergoedingen van welke aard ook waarop de erfgenamen aanspraak kunnen maken. De beëindiging wordt bevestigd in een authentieke akte met unaniem akkoord van alle partijen. Op datum van ondertekening van de akte moeten beide woningen met de aanhorigheden vrij zijn van eender welk gebruik en/of bewoning. De beide woningen moeten leeg en opgeruimd zijn. De achterliggende grond en tuin moeten in verzorgde toestand, onkruidvrij en ontdaan van alle struik en boomopslag ter vrije beschikking gesteld worden. Indien niet, zullen de kosten van de opruiming en opkuis van de woning en de grond ten laste zijn van de erfgenamen, consoorten Spae. De erfgenamen (consoorten Spae) betalen de eventuele openstaande bedragen met betrekking tot vergoedingen verschuldigd aan het OCMW van Gent. Alle vergoedingen zijn verschuldigd tot op de datum van het verlijden van de akte. Met uitzondering van de onroerende voorheffing - De onroerende voorheffing is ten laste van de consoorten Spae in het jaar waarin de akte beëindiging erfpacht wordt verleden en zal gedragen worden door het OCMW van Gent van 1 januari van het jaar daarop volgend. De kosten, rechten en erelonen van de akte zullen ten laste genomen worden van het OCMW van Gent. De erfgenamen hebben zich akkoord verklaard met dit voorstel. Notaris Van Damme met zetel te Lochristi werd aangesteld om dit dossier te begeleiden omdat dit kantoor al vertrouwd is met deze materie. Notaris Van Damme draagt de verantwoordelijkheid voor het opstellen en het verlijden van de akte beëindiging erfpacht. Het Overlegcomité van 13 november 2014 gaf gunstig advies met betrekking tot de beëindiging van de erfpacht en de
66/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
overname van de twee woningen. In een latere fase zullen de eventuele ontwikkelingsmogelijkheden en/of verkoopmogelijkheden van deze onroerende goederen geanalyseerd worden en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de OCMW-Raad.
Motivering Gelet op het Burgerlijk Wetboek; gelet op het Decreet betreffende de organisatie van het openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de beheersovereenkomst OCMW Gent - sogent.
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De financiële middelen en het patrimonium efficiënt beheren
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Investering Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Ja
Totaal geschatte inkomsten:
0,00
Totaal geschatte uitgaven:
96000,00
Z2000 - Beheer Patrimonium - 261 - OM Gebouwen Initiëel budget:
150000,00
Reeds aangewend:
0,00
Engagementen:
0,00
Geschatte inkomsten:
0,00
Geschatte uitgaven: Commentaar
96000,00 De waarde van de goederen werd bepaald op 192.650,00 euro (Nieuwstraat 39 te Lochristi op 99.900,00 euro en Nieuwstraat 41 te Lochristi op 92.750,00 euro). Ingevolge de erfpachtovereenkomst neemt het OCMW van Gent de gebouwen over tegen helft geschatte waarde, meer bepaald 96.000,00 euro
Visum van de ontvanger Visum:
Gunstig
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
16 februari 2015
Advies:
Gunstig
SOB Juridisch advies
67/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Datum:
16 februari 2015
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De beëindiging van de erfpacht op de percelen gekadastreerd als Lochristi, 1ste afdeling, sectie C, nummers 996G3, 996Y2 en 996H3 met overname van de gebouwen, Nieuwstraat 39 en 41 te Lochristi tegen de totale prijs van 96.000,00 euro.
Artikel 2 De ontwerpakte opgesteld door notaris Wim Van Damme uit Lochristi.
Artikel 3 Het ontslag van de Hypotheekbewaarder van de verplichting tot het nemen van een ambtshalve inschrijving bij overschrijving van de akte, voor zover de nodige kwijtingen kunnen worden voorgelegd bij overschrijving van de akte.
Artikel 4 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 11032015_AK_Akte einde erfpacht Nieuwstraat 39-41_Lochristi.pdf
Bijlage(n) 11032015_AK_Akte einde erfpacht Nieuwstraat 39-41_Lochristi.pdf
68/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 11032015_AK_Akte einde erfpacht Nieuwstraat 39-41_Lochristi.pdf
69/220 RMW - 11 maart 2015
E I N D E
Repertorium
E R F P A C H T
Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent
2015/
En de consoorten Spae Met betrekking tot twee woonhuizen
Referte Dossier :
Te Lochristi, Nieuwstraat 39 en 41
14-00-0870-001/KAT
Het jaar TWEEDUIZEND VIJFTIEN Op Voor mij, Meester Wim VAN DAMME, notaris met standplaats te Lochristi. ZIJN VERSCHENEN : A. “OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN van GENT”, gevestigd te 9000 Gent, Onderbergen 86, ingeschreven in het rechtspersonenregister te Gent, onder nummer 0212.214.125. Hier vertegenwoordigd door: 1) De heer CODDENS Rudy Georges Irène, voorzitter, (nationaal nummer 60.02.14 181-91), wonende te 9031 Gent, Keuzemeers 7. 2) De heer KUPERS Luc, secretaris, (nationaal nummer 57.02.14 217-89), wonende te 1800 Vilvoorde, Maria-Theresialaan 41 bus 4.2. Optredend in hun voormelde hoedanigheid voor het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn te Gent, ingevolge het decreet betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van negentien december tweeduizend acht en in uitvoering van het besluit van de Raad van Maatschappelijk Welzijn de dato _________________________. Een exemplaar van dit besluit wordt, na ondertekening "ne varietur" door de partijen en de notaris, aan deze akte gehecht en wordt ermee aangeboden ter registratie, doch niet mee overgeschreven. Dit besluit werd ter kennisname voorgelegd aan de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen en aan het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent. Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn verklaart bij monde van haar voornoemde vertegenwoordigers dat de overheid haar geen schorsing of vernietiging heeft laten kennen binnen de door de wet bepaalde termijnen.
Hierna genoemd de (grond)eigenaar ofwel partij enerzijds.
B. 1. Mevrouw SPAE Rita Maria Henriette, gepensioneerd, geboren te Lochristi op negenentwintig januari negentienhonderd zevenenveertig, rijksregisternummer 47.01.29 370-45, identiteitskaart nummer 591-3462460-50, ongehuwd en bevestigend geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te 9041 Gent (Oostakker), Schoenmakersstraat 14. 1 70/220 RMW - 11 maart 2015
B. 2. De heer SPAE Henri Eduard Elodie, gepensioneerd, geboren te Lochristi op twintig juni negentienhonderd achtenveertig, rijksregisternummer 48.06.20 485-62, identiteitskaart nummer 5913023187-90, ongehuwd en bevestigend geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te 9080 Lochristi, Nieuwstraat 39. B. 3. Mevrouw SPAE Hilda Emelie Albert, gepensioneerde, geboren te Lochristi op drieëntwintig mei negentienhonderd negenenveertig, rijksregisternummer 49.05.23 296-78, identiteitskaart nummer 591-0753502-11, echtgenote van de heer LAPIERE Roger Albert, wonende te 9820 Merelbeke, Burgemeester Van Cauwenberghestraat 39. Gehuwd onder het stelsel van zuivere scheiding van goederen blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Cecile VANDERCRUYSSEN te Gent op zeven december tweeduizend zes, niet gewijzigd tot op heden. B. 4. Mevrouw SPAE Christa Elisabeth Frans, geboren te Lochristi op achttien januari negentienhonderd tweeënvijftig, rijksregisternummer 52.01.18 372-90, identiteitskaart nummer 1267023548 42, uit de echt gescheiden en bevestigend geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te 78100 SaintGermain-en-Laye (Frankrijk), Rue Schnapper 22/B. B. 5. Mevrouw SPAE Maria, geboren te Lochristi op zestien mei negentienhonderd vijfenvijftig, rijksregisternummer 55.05.16 468-48, identiteitskaart nummer 591-1727081-01, echtgenote van de heer DE VETTER Daniel, wonende te 9041 Gent (Oostakker), Honoré Drubbelstraat 1. Gehuwd onder het wettelijk stelsel blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Jean-Louis VAN HOOREBEKE te Gent op achttien maart negentienhonderd zevenenzeventig, niet gewijzigd tot op heden. B. 6. Mevrouw SPAE Greta Agnes Jozef, verpleegster, geboren te Lochristi op negenentwintig augustus negentienhonderd zevenenvijftig, rijksregisternummer 57.08.29 420-60, identiteitskaart nummer 591-1468618-43, echtgenote van de heer VAN LAERE Johan Philemond Odiel, vrachtwagenchauffeur, wonende te 9080 Lochristi, Tomboslaan 10. Gehuwd onder het wettelijk stelsel blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Jean-Louis VAN HOOREBEKE te Gent op vier juli negentienhonderd zevenenzeventig, niet gewijzigd tot op heden.
Hierna genoemd de cijns- of erfpachter ofwel partij anderzijds. De partijen hebben uiteengezet hetgeen volgt
1. Partij enerzijds verklaart eigenaar te zijn van nabeschre-
ven goed, te weten:
BESCHRIJVING VAN HET GOED GEMEENTE LOCHRISTI, eerste afdeling Een perceel cijnsgrond gelegen Nieuwstraat nummers 39-41, gekadastreerd sectie C, volgens titel nummers 996N, 996F 2, 996T, 996H 2 71/220 RMW - 11 maart 2015
2, 996I 2 en 996K 2 en volgens recent kadastraal uittreksel nummers 996G 3, 996H 3 en 996Y 2, met een oppervlakte volgens titel en kadaster van achtentachtig are twintig centiare (88 a 20 ca). Opmerkingen: Alle gebouwen, staande op voorbeschreven percelen, behoren toe aan partij anderzijds, ingevolge navermelde cijnsakte. OORSPRONG VAN EIGENDOM: De grond behoort toe aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent die verklaart er voor meer dan dertig jaar het ondubbelzinnig en ongestoord genot en bezit van te hebben, te rekenen vanaf heden. 2. Partij anderzijds verklaart cijnspachter te zijn van de
grond en eigenaar te zijn van de gebouwen op voorschreven goed:
De EIGENDOMSOORSPRONG VAN DE CIJNSGEBOUWEN doet zich voor als volgt : Mevrouw Clara Maria Honorine Timmerman verkreeg voormelde cijnsgrond met bijhorende opstallen jegens de heer Eduard Timmerman en de heer Franciscus Timmerman ingevolge akte schenking verleden voor notaris Jozef Dhavé, te Wetteren, op dertig december negentienhonderd zevenenveertig, overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te Gent. Mevrouw Carla Timmerman is overleden op vijf juli tweeduizend elf. Ingevolge de wettelijke devolutie is haar nalatenschap toegevallen aan haar kinderen Spae 1/ Rita, 2/ Henri, 3/ Hilda, 4/ Christa, 5/ Maria en 6/ Greta, elk voor één zesde in volle eigendom. 3. De cijnspacht werd oorspronkelijk toegestaan aan de heer Karel Lodewijk Timmerman, blijkens een akte verleden voor notaris François Schinckel, destijds te Lochristi, op twee juni negentienhonderd tien, overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te Gent op dertien juli volgende, boek 3021, nummer 8, voor een periode van vijfendertig jaar, ingegaan twee januari negentienhonderd elf. Deze cijnspacht is blijven lopen ingevolge voortduring. Overeenkomst – regeling der vergoedingen Vervolgens hebben partijen verklaard overeengekomen te zijn als volgt en hun overeenkomst bij deze vast te leggen, wat gebeurd is als volgt: - De comparanten verklaren met ingang van heden voormeld recht van erfpacht, dat is ingegaan op twee januari negentienhonderd elf voor een termijn van vijfendertig jaar en sindsdien is blijven bestaan, met wederzijdse instemming te beëindigen vanaf heden, zodat dit vanaf heden ophoudt te bestaan, op het geheel van voorbeschreven goederen. - De gebouwen, werken en beplanting gaan over in de staat waarin zij zich op heden bevinden. Beide comparanten verklaren deze staat te kennen en te aanvaarden en erkennen dat de ene tegenover de andere uit dien hoofde geen enkele vordering heeft. - Partij anderzijds verklaart dat de goederen niet verhuurd zijn en vrij 3 72/220 RMW - 11 maart 2015
zijn van alle gebruiksrecht. De beide woningen (Nieuwstraat 39 en 41) moeten leeg en opgeruimd zijn. De achterliggende grond en tuin moeten in verzorgde toestand, onkruidvrij en ontdaan van alle struik en boomopslag ter vrije beschikking gesteld worden. Indien niet, zullen alle kosten van de opruiming en de opkuis van de woning en grond ten laste zijn van partij anderzijds. - Partij anderzijds zal aan partij enerzijds alle belastingen en vergoedingen betalen die zij verschuldigd is tot op heden. De onroerende voorheffing voor het lopende jaar blijft verschuldigd door de partij anderzijds. Vanaf 1 januari daarop volgend zal de onroerende voorheffing verschuldigd zijn door het OCMW van Gent. - Als vergoeding voor alle gebouwen en constructies, staande op voormeld terrein, erkent partij anderzijds te hebben ontvangen van partij enerzijds bij het ondertekenen van deze akte de som van zesennegentigduizend euro (€ 96.000). WAARVAN KWIJTING, onder voorbehoud van inning. Oorsprong der gelden : De volledige som werd betaald door middel van voorafgaande overschrijving op het rekeningnummer van notaris Wim Van Damme BE93 7374 1330 0067 komende van rekeningnummer ___________________________op naam van het OCMW Gent. Mits welke betaling de partij anderzijds verklaart geen enkele vordering meer te hebben jegens partij enerzijds en vice versa. Bodemdecreet 1. Partij anderzijds verklaart dat er op de grond die het voorwerp is van onderhavige akte, bij zijn weten geen risico-inrichting gevestigd is of was, zoals bedoeld in artikel 2 van het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. De dienst milieu van de gemeente Lochristi heeft bij brief van negen december tweeduizend veertien bevestigd dat er voor voorschreven grond geen milieuvergunningen werden afgeleverd die voorkomen op de lijst van Vlarem I. 2. Partij anderzijds legt de bodemattesten voor die betrekking hebben op het goed en die werden afgeleverd door OVAM op achtentwintig november tweeduizend veertien. De inhoud van deze bodemattesten luidt : "De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens
met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen: 1. Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend bodemonderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. 2. Bijkomende informatie over de overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be. 3. Als er bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet. Meer informatie: www.ovam.be/grond4 73/220 RMW - 11 maart 2015
verzet. 4. De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens."
De comparanten verklaren dat de eigenaar van de grond, in tegenstrijd met wat bepaald wordt in artikel 101 van het voormelde Decreet, niet op de hoogte werd gebracht van de inhoud van het bodemattest vóór het afsluiten van de initiële overeenkomst. De eigenaar van de grond verklaart evenwel dat hij op de hoogte werd gebracht van de inhoud van dit bodemattest vóór de ondertekening van onderhavige notariële akte. 3. Partij anderzijds verklaart met betrekking tot het afgestane goed geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de eigenaar van de grond of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen. Voor zover voorafgaande verklaring door de cijnspachter te goeder trouw werd afgelegd verklaart de eigenaar van de grond uitdrukkelijk de vroeger afgesloten overeenkomst te bevestigen en onherroepelijk te verzaken aan alle vorderingen tot nietigheid die hij zou kunnen laten gelden op grond van artikel 116, § 1 van genoemd Decreet met betrekking tot onderhavige akte. 4. De notaris bevestigt dat de eigenaar van de grond niet op de hoogte werd gebracht van de inhoud van het bodemattest vóór het afsluiten van de initiële overeenkomst. Het bodemattest was echter wel aanwezig vóór het verlijden van de notariële akte en de eigenaar van de grond heeft heden verzaakt aan de nietigheidsvordering, zodat thans de bepalingen van “Hoofdstuk VIII: overdrachten” van het decreet op bodemsanering en bodembescherming werden toegepast. 5. De notaris wijst de eigenaar van de grond er ook op dat: - dit geen enkele garantie inhoudt met betrekking tot het al dan niet zuiver zijn van de bodem; - dit niet verhindert dat de regels met betrekking tot het grondverzet (Hoofdstuk XIII van zelfde decreet) onverminderd van toepassing blijven. 6. Zich steunend op de verklaringen van de comparanten en op de gegevens hierboven vermeld, bevestigt de instrumenterende notaris dat de bepalingen van het Bodemdecreet in verband met de overdracht van gronden werden toegepast. Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening Ondergetekende notaris bevestigt dat de betreffende gemeente reeds beschikt over een goedgekeurd vergunningen- en plannenregister.
1. Met toepassing van artikel 5.2.1 Vlaamse Codex RO
De notaris vermeldt en informeert, met toepassing van artikel 5.2.1.Vlaamse Codex RO, zoals eveneens blijkt uit het stedenbouwkundig uittreksel: 1° dat voor het onroerend goed geen stedenbouwkundige vergunning is uitgereikt, met uitzondering van de vergunning afgeleverd 5 74/220 RMW - 11 maart 2015
door de gemeente Lochristi op 8 maart 1962 voor het bouwen van een woning en de vergunning afgeleverd door de gemeente Lochristi op 20 oktober 2008 voor het regulariseren van een gastank (1000L); 2° dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van dit onroerend goed volgens de brieven van de gemeente Lochristi de dato negen december tweeduizend veertien en volgens het plannenregister is: landelijke woonzone type 1 en landelijke woonzone type 2; 3° dat, zoals blijkt uit het hypothecair getuigschrift, voor het goed geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43; 4° dat het goed niet is gelegen in een zone die in een definitief vastgesteld uitvoeringsplan zou zijn aangeduid als een zone met voorkooprecht. 5° dat voor het onroerend goed geen verkavelingsvergunning van toepassing is; 6° dat het krachtens artikel 4.2.12, §2, 2° Vlaamse Codex RO voor de overdracht verplichte as built-attest niet is uitgereikt en gevalideerd vermits deze bepaling nog niet in werking is getreden. De eigenaar van de grond verklaart dat hij betreffende het goed de stedenbouwkundige uittreksels verleend de dato negen december tweeduizend veertien heeft ontvangen. De notaris verwijst partijen naar artikel 4.2.1 Vlaamse Codex RO. Deze bepaling omschrijft de vergunningsplichtige handelingen. De notaris heeft vastgesteld dat de onderhandse overeenkomst, voorwerp van onderhavige akte, niet beantwoordt aan de voorschriften van artikel 5.2.5. Vlaamse Codex RO. Hij wijst partijen op artikel 5.2.5. (de verplichte vermeldingen in de onderhandse akte), artikel 6.1.1., eerste lid , 4° (de sancties in geval van inbreuk op de informatieplicht vermeld in de artikelen 5.2.1. tot en met 5.2.6.) en artikel 6.3.1. Vlaamse Codex RO (de gevallen waarin de kopers en huurders de vernietiging kunnen vragen van hun titel en de voorwaarden waaronder kan worden verzaakt aan deze vordering tot vernietiging). De notaris vermeldt dat de inbreuk met betrekking tot de publiciteit en - of onderhandse overeenkomst is rechtgezet bij onderhavige akte. De eigenaar van de grond bevestigt dit en verklaart bij deze te verzaken aan de vordering tot nietigverklaring op basis van een inbreuk op de informatieverplichting. Het postinterventiedossier Op vraag van de instrumenterende notaris of voor het hoger beschreven eigendom reeds een postinterventiedossier werd opgesteld, antwoordt de partij anderzijds ontkennend, en bevestigt hij dat er aan dit eigendom reeds sinds één mei tweeduizend en één geen werken werden uitgevoerd door één of meerdere aannemers waarvoor een postinterventiedossier moest worden opgesteld. Hypothecaire toestand Partij anderzijds verklaart dat voorbeschreven goed niet bezwaard is met enige hypothecaire inschrijving. 6 75/220 RMW - 11 maart 2015
Diverse Verklaringen 1. De Hypotheekbewaarder wordt ontslagen krachtens deze akte enige inschrijving ambtshalve te nemen. 2. De kosten dezer akte zijn ten laste van het OCMW van Gent. 3. De comparanten verklaren van mij, notaris Van Damme, lezing te hebben gekregen van artikel 203, eerste lid van het Wetboek der Registratierechten dat luidt als volgt : "Ingeval van bewimpeling aan-
gaande prijs en lasten of overeengekomen waarde, is elk der contracterende partijen een boete verschuldigd, gelijk aan het ontdoken recht. Dit recht is ondeelbaar door alle partijen verschuldigd." 5. De ondergetekende notaris Van Damme bevestigt de identiteit van de partijen te hebben opgegeven volgens officiële stukken door de wet vereist. 6. Na voorlezing te hebben gegeven van artikel 3 van het Bosdecreet, hebben partijen aan mij, notaris Van Damme, bevestigd dat de goederen, voorwerp dezer, niet vallen onder de bepalingen van het Bosdecreet. 7. De comparanten erkennen dat hen door de notaris gewezen werd op het recht dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman, in het bijzonder wanneer tegenstrijdige belangen of onevenwichtige bedingen worden vastgesteld. De comparanten bevestigen tevens dat de notaris hen naar behoren heeft ingelicht over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit onderhavige akte en hen op onpartijdige wijze raad heeft verstrekt. 8. De comparanten verklaren volledig rechtsbekwaam te zijn en zich niet in staat van faillissement of kennelijk onvermogen te bevinden en geen gerechtelijk akkoord te hebben aangevraagd of collectieve schuldenregeling. Zij verklaren dat zij niet onder bewind staan van een voorlopig bewindvoerder, curator of gerechtelijke raadsman. 9. Na voorafgaandelijk lezing te hebben gegeven van artikel 62, 2 en 73 van het Wetboek van de Belasting over de toegevoegde Waarde, heb ik, ondergetekende minuuthoudende notaris aan de partij anderzijds de vraag gesteld of deze belastingplichtige is ten aanzien van de voormelde belasting waarop deze ontkennend geantwoord heeft. WAARVAN AKTE Verleden te Gent, En, na integrale voorlezing en toelichting, hebben de partijen, met mij, notaris, getekend.
7 76/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Sociale Dienstverlening - Wonen & Activering Staf Activering Subsidiecel
2015_RMW_00074
Samenwerkingsovereenkomst Stad Gent-OCMW Gent-vzw REGent Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Sinds 2008 bestaat een formele samenwerking tussen OCMW Gent en vzw REGent, vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Deze samenwerkingsovereenkomst was niet langer up to date, waardoor de verschillende partijen zich in 2014 hebben samengezet om een nieuwe overeenkomst op te maken, die de afspraken tussen Stad, OCMW en vzw REGent vastlegt zoals deze vandaag bestaan en in de praktijk toegepast worden. De bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Gent en vzw REGent in het kader van art. 60§7 wordt als bijlage opgenomen in deze vernieuwde samenwerkingsovereenkomst (deze samenwerkingsovereenkomst in het kader van art. 60§7 werd goedgekeurd in 2011). De overeenkomst heeft tot doel de afspraken vast te leggen omtrent de samenwerking die zich op vier vlakken situeert: 1. De opdracht van vzw REGent tot het toekennen van goedkope leningen (tot nader order via FRGE) aan particulieren met het oog op het financieren van structurele maatregelen om de reductie te bevorderen van de energiekost in particuliere woningen, 2. De samenwerking in het kader van het project Energiesnoeiers en ter beschikkingstelling ikv Art.60§7, 3. Het verstrekken van premies voor het uitvoeren van energie – en waterbesparende werken (door de Dienst Milieu en Klimaat) 4. Het uitvoeren van huishoudelijke energie- en waterscans.
Motivering Gelet op de Programmawet van 27 december 2005, titel III, hoofdstuk VIII, Oprichting van het Fonds ter reductie van de globale energiekost; gelet op het decreet van 21 december 2006 houdende de Lokale diensteneconomie en het Besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007 houdende de Lokale diensteneconomie binnen de bevoegdheid van de Vlaamse Minister van Sociale Economie; vanaf 1 april 2015 vervangen door het decreet van 22 november 2013 houdende de lokale diensteneconomie.
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Ja
Inkomsten Bedrag:
62378,00
Kostenplaats:
D37 - Departement Sociale Dienstverlening - Leerwerkplekken
Categorie:
740 - Werkingssubsidies
Commentaar
Twee medewerkers worden momenteel door het OCMW ingezet voor het project Energiesnoeiers. Klaverbladfinanciering: voor 2014 bedroeg deze: SINE toelage: 12 x 500/maand x 2 = 12.000 Stedenfonds (subsidie van Stad Gent): 12.000 x 2 = 24.000 Lokale Diensteneconomie: 9.189 x 2 = 18.378 RSZ-vermindering: 4.000 x 2: 8.000 euro Totaal: 62.378 euro
77/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Uitgaven Bedrag:
72817,00
Kostenplaats:
D37 - Departement Sociale Dienstverlening - Leerwerkplekken
Categorie:
620 - Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen
Commentaar
loonkost 2014 was voor twee medewerkers: 72.817 euro
Visum van de ontvanger Visum:
Gunstig
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
9 februari 2015
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De samenwerkingsovereenkomst Stad Gent-OCMW Gent-vzw REGent.
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20141219_DO_SWO Regent-OCMW-Stad (1).docx
Bijlage(n) 20141219_DO_SWO Regent-OCMW-Stad (1).docx
78/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141219_DO_SWO Regent-OCMW-Stad (1).docx
79/220 RMW - 11 maart 2015
Samenwerkingsovereenkomst 2015-2019 tussen OCMW Gent, Stad Gent en vzw REGent
Tussen De Stad Gent, gevestigd te 9000 Gent, Botermarkt 1, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen van de Stad Gent, voor wie hier ondertekenen bij delegatiebesluit van 3 januari 2013, mevrouw Tine Heyse, schepen van Milieu, Klimaat, Energie en Noord-Zuid, en de heer Paul Teerlinck, stadssecretaris, in toepassing van art. 247 van het Gemeentedecreet en in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van,……… hierna de Stad genoemd; en OCMW Gent, gevestigd te 9000 Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de voorzitter, Rudy Coddens, en de secretaris, Luc Kupers, in uitvoering van het OCMWraadsbesluit van ……………, hierna het OCMW genoemd; en de Vereniging Zonder Winstoogmerk « REGent », met zetel te 9000 Gent, Botermarkt 1, vertegenwoordigd door mevrouw Tine Heyse, voorzitter en … hierna aangeduid als VZW REGent of ‘projectpartner’; wordt overeengekomen wat volgt.
I. Afkortingen
DNB: distributienetbeheerder AWVR: Algemeen Waterverkoopreglement VEA: Vlaams Energieagentschap KOMOSIE: Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie vzw REG: rationeel energiegebruik LDE: Lokale diensteneconomie SWP: Sociale werkplaats FRGE: Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost LAC: Lokale adviescommissie SDIP: Sociale Dakisolatie Premie SVK: Sociale Verhuurkantoren SHM: Sociale Huisvestingsmaatschappijen
II. Begrippen Waterscan: een gerichte doorlichting van en advisering over het waterverbruik in de woning met als doel aan te zetten tot een duurzaam watergebruik en tot het nemen van waterbesparende maatregelen. De
1
80/220 RMW - 11 maart 2015
waterscan omvat een inventarisatie van het waterverbruik in de woning: alle installaties, toestellen en materialen die direct of indirect een invloed hebben op het waterverbruik worden in kaart gebracht, het gedrag van de bewoner wordt bevraagd, de watermeter wordt gecontroleerd, de waterfactuur wordt gecontroleerd, besproken en toegelicht en er wordt een controle op de aanwezigheid van loden leidingen uitgevoerd. Op basis hiervan wordt een gericht advies geformuleerd m.b.t. mogelijke waterbesparende maatregelen en worden gedragstips verleend i.f.v. het realiseren van waterbesparing. Basisenergiescan: een inventarisatie van het energiegebruik in de woning: alle installaties, toestellen en materialen die direct of indirect een invloed hebben op het energiegebruik worden geïnventariseerd en het gedrag van de bewoners wordt bevraagd. Tijdens deze scan wordt ook een leveranciersvergelijking gemaakt, de energiebesparingspremies overlopen en een aantal kleine energiebesparende maatregelen uitgevoerd die resulteren in een directe energiebesparing en waar mogelijk wordt de regeling van de verwarming geoptimaliseerd. De basisenergiescan resulteert in een rapport met tips inzake REG op maat van de bewoner. Energiescan dead ended: Energiescans worden in KOMOSIE (registratieprogramma van REGent) geregistreerd als dead ended in geval van: klant is niet langer geïnteresseerd in een energiescan;
klant is voor een 3e maal niet thuis voor een afspraak met een medewerker van REGent.
Energie snoeien: omvat de activiteit van het « snoeien ». Het « snoeien » betreft het concreet uitvoeren van die maatregelen of werkzaamheden die nodig zijn in gebouwen om energie en / of water te kunnen besparen. (uitgebreide omschrijving; zie bijlage 4) Begeleidingstraject Type 1: wordt uitgevoerd bij personen die behoren tot de prioritaire doelgroepen voor energiescans en waar tijdens de energiescans werd vastgesteld dat de persoon in aanmerking komt voor minimum 4 van de 6 modules van het begeleidingstraject type 1. Overzicht modules begeleidingstraject type 1: de module ‘actieve begeleiding bij het veranderen van energieleverancier’,
de module ‘uitvoering van tijdsintensieve energiebesparende maatregelen’,
de module ‘grondige toelichting van de sociale rechten en de energiepremies’,
de module ‘evaluatie en herhaling van de energietips uit de basisenergiescan’,
de module ‘onderzoek na vaststelling van een abnormaal energieverbruik’,
de module ‘controle van de energiefactuur’.
Begeleidingstraject Type 2: wordt uitgevoerd bij personen die reeds een basisenergiescan hebben laten uitvoeren en die geen dakisolatie of nog enkele beglazing of een inefficiënte verwarmings-installatie hebben. Tijdens dit traject gaat de trajectbegeleider/scanner de bewoner begeleiden bij de investering in respectievelijk dakisolatie, superisolerende beglazing of een energiezuinige verwarmingsinstallatie. Er wordt een kostprijsinschatting gemaakt, offertes worden opgevraagd, de contacten met de gekozen aannemer worden gelegd en de scanner geeft ook ondersteuning bij het aanvragen van premies. FRGE-lening: een te ontlenen bedrag van maximum € 10 000, met een terugbetalingstermijn van maximum 60 maanden, voor de investering van energiebesparende maatregelen in privé-wooneenheden op het grondgebied van Stad Gent. Het Jaarlijks Kosten Percentage van 2 % kan voor ‘doelgroepkredietnemers’ gereduceerd worden tot 0 %. Een FRGE-lening voor een ‘doelgroepkredietnemer’ kan pas na positief advies vanwege het OCMW Gent. Procedures: De basisenergiescan, de begeleidingstrajecten type 1 en 2, worden uitgevoerd conform de uitvoeringsprocedure zoals omschreven in Bijlage 2) het Besluit van het VEA van 13 januari 2014, aangevuld met de bepalingen in het schrijven van EANDIS, dd 13/3/2014. De waterscan wordt uitgevoerd conform de uitvoeringsprocedure zoals omschreven door Aquaflanders. Elke uitvoerder volgde hiertoe een opleiding en werd gecertificeerd door respectievelijk EANDIS en Aquaflanders.
2
81/220 RMW - 11 maart 2015
Waar mogelijk en relevant zal de waterscan aangeboden worden in combinatie met een huishoudelijke energiescan.
III. Situering en doel
Deze overeenkomst kadert binnen:
1.
De actieverplichting van de DNB ter stimulering van het rationeel energiegebruik door uitvoering van huishoudelijke energiescans, zoals beschreven in het Energiebesluit artikel 6.4.1/8. (gewijzigd ten gevolge van het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, Artikel 28) en de nieuwe minimale vereisten van het VEA voor het uitvoeren van de energiescans en de begeleidingstrajecten Type 1 of Type 2 (= de zogenaamde opvolgscans), zoals beschreven in het Besluit van het VEA van 13 januari 2014 (B.S. 23/01/2014).
2.
De sociale openbare dienstverplichtingen opgelegd t.a.v. de watermaatschappijen in het AWVR middels het besluit van 6 december 2013 tot wijziging van het besluit van 8 april 2011, in het bijzonder de uitvoering van huishoudelijke waterscans.
3.
Het decreet van 21 december 2006 houdende de Lokale diensteneconomie en het Besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007 houdende de Lokale diensteneconomie binnen de bevoegdheid van de Vlaamse Minister van Sociale Economie; vanaf datum inwerkingtreding vervangen door het decreet van 22 november 2013 houdende de lokale diensteneconomie.
4.
De Europese richtlijn van 1 januari 2012 voor Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEBrichtlijn).
5.
De Programmawet van 27 december 2005, titel III, hoofdstuk VIII, Oprichting van het Fonds ter reductie van de globale energiekost
Deze overeenkomst vervangt voorgaande of lopende overeenkomsten tussen het lokaal bestuur en de projectpartner omtrent de uitvoering van huishoudelijke energie- en waterscans.
Gezien de verschillende doelstellingen, neemt de projectpartner ook deel aan het project “Energiesnoeiers” ondersteund door de Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie (KOMOSIE vzw). Dit project beoogt de creatie van sociale tewerkstelling door de inschakeling van kansengroepen bij de uitvoering van energiebesparende maatregelen en wordt gesteund door de Vlaamse overheid en het provinciebestuur.
De overeenkomst heeft tot doel de afspraken vast te leggen omtrent de samenwerking die zich minstens op vier vlakken situeert:
6. De opdracht van vzw REGent tot het toekennen van goedkope leningen (tot nader order via FRGE) aan particulieren met het oog op het financieren van structurele maatregelen om de reductie te bevorderen van de energiekost in particuliere woningen,
3
82/220 RMW - 11 maart 2015
7. De samenwerking in het kader van het project Energiesnoeiers en ter beschikkingstelling ikv Art.60§7,
8. Het verstrekken van premies voor het uitvoeren van energie – en waterbesparende werken (door de Dienst Milieu en Klimaat)
9. Het uitvoeren van huishoudelijke energie- en waterscans. Met deze overeenkomst wordt dus globaal gestreefd naar energie- en waterbesparing (met reductie van de energie- en waterfactuur) bij kwetsbare doelgroepen, en tewerkstelling van kansengroepen; Daarnaast omvat deze overeenkomst de afspraken om de kwetsbare doelgroepen zo goed mogelijk te bereiken. De samenwerking tussen OCMW Gent en vzw REGent beperkt zich niet tot de vier domeinen. Ook toekomstige initiatieven en bestaande en toekomstige projecten van de hogere overheden, waarvan het doel overeenstemt met de doelstellingen van vzw REGent kunnen door vzw REGent ondersteund, bevorderd en uitgevoerd worden. Stad Gent en OCMW Gent staan open voor samenwerking in het kader van de uitvoering van deze opdrachten.
IV. Voorwerp Stad en OCMW doen een beroep op de projectpartner voor de uitvoering van huishoudelijke energiescans bij de prioritaire doelgroepen, afgebakend volgens de categorieën benoemd in Bijlage 1. Het lokaal bestuur geeft opdracht aan de projectpartner voor de uitvoering van huishoudelijke waterscans bij beschermde klanten zoals gedefinieerd in het AWVR en zoals in Bijlage 1 omschreven, voor zover het aantal waterscans de capaciteit van de door Farys toegewezen waterscans aan het lokaal bestuur niet overschrijdt. Voorts vat de overeenkomst de wederzijdse verbintenissen met OCMW-Gent in het kader van de kredietverlening door vzw REGent én inzake het project ‘Energiesnoeiers’ (zie bijlagen 3 en 4) Door deze overeenkomst kent het lokaal bestuur geen exclusieve of bijzondere rechten toe aan de projectpartner.
V. Meerwaarde voor het lokaal bestuur Stad Gent heeft t.a.v. de distributienetbeheerder EANDIS en t.a.v. de watermaatschappij, Farys de keuze gemaakt om samen te werken met REGent vzw. (Cfr. Collegebesluit dd 24/12/2009 en Gemeenteraadsbesluit Juni 2014). Deze (hernieuwde) waardering van dit Extern Verzelfstandigd Agentschap van Stad Gent impliceert dat het lokaal bestuur ook duidelijke meerwaarden zal realiseren in de samenwerking met de projectpartner :
Uiteraard biedt deze samenwerkingsovereenkomst de mogelijkheid aan het lokaal bestuur om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het Bestuursakkoord en diverse Beleidsnota’s. Meer specifiek wordt het lokaal bestuur direct betrokken bij de sturing en opvolging van het project. Dit gebeurt door regelmatig onderling overleg tussen het lokaal bestuur en de projectpartner, en door deelname in de bestuursorganen. Er is de mogelijkheid om tewerkstelling te creëren voor kansengroepen. De mogelijkheid om de informatie over de gescande woningen te gebruiken om het beleid inzake sociale ondersteuning, rationeel energie- en watergebruik en/of woonkwaliteit verder uit te bouwen en kwalitatief te maximaliseren, Een verhoogde controle en toezichtmogelijkheden van het lokaal bestuur op de goede uitvoering door de projectpartner, Een sociale meerwaarde: via extra inspanningen om de meest kwetsbare doelgroep te bereiken.
VI. Voorbereiding, planning en opleiding
Voor het lokaal bestuur: 4
83/220 RMW - 11 maart 2015
Het lokaal bestuur (Stad én OCMW) neemt een actieve regisseursrol op in het aanleveren van adressen van de te scannen woningen in overleg met de projectpartner en diverse andere sociale toeleiders. Het lokaal bestuur zal de meest geschikte kanalen voor adressenwerving (OCMW, woonwinkel, CAW, armoedeorganisaties...) actief informeren en betrekken bij het werven van adressen. Het lokaal bestuur vraagt steeds aan de bewoner dat hij akkoord gaat met een energiescan in zijn woning en gaat na of de bewoner tot de prioritaire doelgroepen behoort. Voor de projectpartner: REGent vzw komt overeen met de DNB wanneer en op welke wijze de nodige spaarpakketten tijdig ter beschikking worden gesteld aan de scanners en zorgt ervoor dat zijn scanners uitgerust zijn met het nodige gereedschap voor het uitvoeren van de scans.
▫
De medewerkers zullen de verplichte opleidingen volgen (en attesteringen behalen), die Eandis en de watermaatschappij organiseren betreffende de uitvoering van de energiescans, opvolgscans en waterscans.
▫
REGent vzw zal mee actief promotie voeren en netwerken uitbouwen/gebruik maken van bestaande netwerken om de meest kwetsbare doelgroep beter te kunnen bereiken.
VII.
Engagement voor toeleiding van adressen uit de doelgroep
Ondergetekenden van het lokaal bestuur engageren zich om jaarlijks een voldoende aantal adressen uit de doelgroep aan te leveren i.f.v. de uitvoering van de gratis energiescan. Hiertoe wordt actief gebruik gemaakt van de hierboven vermelde toeleidingskanalen. Het OCMW zal bij haar hulp- en dienstverlening het aanbod van energie-en waterscans opnemen. Dit aanbod moet ertoe leiden dat er in de betrokken woningen meer energie-en waterbesparende maatregelen genomen worden. De gratis energie- en waterscan wordt dus zo maximaal aangeboden aan iedereen die een beroep doet op het OCMW. De ‘beschermde klanten van de watermaatschappij worden automatisch aangeduid in hun klantenbestand vanuit de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en regelmatig overgemaakt aan REGent vzw. REGent verbindt zich ertoe om – complementair met de aanlevering van adressen door OCMW - via gerichte projecten en samenwerkingsconvenanten met bijv. SHM’s en SVK’s extra scanadressen te vergaren. REGent vzw engageert zich voor een systematische terugmelding aan het OCMW:
Dossiers die in aanmerking komen voor SDIP of andere bouwfysische ingrepen. De leerwerkplekken worden ingelicht over mogelijkheden betreffende energiebesparende maatregelen. (conform het nieuw subsidiereglement onderdeel subsidie leerwerkplekken.
Adressen aangeleverd door OCMW waar - na twee afspraken - nog geen scans konden worden uitgevoerd. Het OCMW zal de betrokken mensen terug motiveren om de scan effectief met REGent in te plannen.
Maandelijkse rapportage over al dan niet geslaagde scans van OCMW adressen en eventuele doorverwijzing naar Leerwerkplekken.
Maandelijkse rapportage over de dead ended OCMW adressen.
5
84/220 RMW - 11 maart 2015
VIII.
Engagement inzake adviezen FRGE-kredietverlening en Budgetbegeleiding/beheer.
OCMW Gent verbindt zich ertoe, in uitvoering van het Koninklijk Besluit van 1 juli 2006 tot vaststelling van het beheerscontract van het Fonds ter reductie van de globale energiekost, op vraag van vzw REGent advies te verlenen in geval een particulier, behorend tot de doelgroep, een aanvraag heeft gericht om een lening te bekomen bij vzw REGent voor structurele maatregelen, die een reductie van de globale energiekost in particuliere woningen bevorderen. In uitvoering van het K.B. schrijft vzw REGent in de kredietovereenkomst tussen vzw REGent en de particulier (al dan niet behorend tot de doelgroep) de verplichting in voor deze laatste om een budgetbegeleiding of –beheer te aanvaarden vanwege OCMW Gent, indien zich een probleem van terugbetaling stelt. Er is sprake van een probleem van terugbetaling wanneer de particulier twee termijnen, al dan niet opeenvolgend, van de lening bij vzw REGent niet heeft betaald en nadat vzw REGent de particulier heeft aangemaand tot betaling over te gaan bij wege van rappel en aangetekende ingebrekestelling. De werkwijze en beslissingsstroom bij advies van het OCMW Gent bij kredietaanvraag van een particulier behorend tot de doelgroep en budgetbegeleiding/budgetbeheer door OCMW Gent bij wanbetaling door particulier is gevat in Bijlage 3.
IX. Engagement inzake project ‘Energiesnoeiers Indien, en voor zover, OCMW Gent subsidies ontvangt in het kader van het decreet houdende de lokale diensteneconomie, kan, bij beslissing van OCMW Gent, OCMW-personeel ingezet worden bij activiteiten georganiseerd door de projectpartner in het kader van het project ‘Energiesnoeiers’. Deze samenwerking moet voldoen aan alle voorwaarden die worden vooropgesteld door de subsidiërende overheid. Vzw REGent staat in voor de organisatie van scan- en snoeiwerken voor (potentiële) klanten die via de consulenten van OCMW worden aangeleverd. Alle bepalingen over de inzet van de personele en ondersteunende middelen, zijn gevat in Bijlage 4: Inzet van middelen.
X. Creatie van sociale tewerkstelling.
De projectpartner beoogt de creatie en het behoud van duurzame tewerkstelling voor langdurig werklozen of kortgeschoolden. Hierbij gaat voldoende aandacht naar de kwaliteit van de arbeid, waarbij wordt rekening gehouden met de specifieke behoeften van de medewerkers. Bijlage 5 vat de Samenwerkingsovereenkomst OCMW-Gent in zake het ter beschikkingsstellen van werknemers met Art.60§7 contract bij vzw REGent.
XI. Rapportering, contactpersonen, onderling overleg en evaluatie VZW REGent zal 3-maandelijks (of eerder op vraag van het lokaal bestuur) rapporteren aan de bestuursorganen inzake:
Het aantal uitgevoerde energie- en waterscans (of opvolgscans) van de voorbije periode, het aantal scans ‘on hold’ en het aantal scans ‘dead ended’. Het aantal scans uitgevoerd bij kwetsbare doelgroepen voor zover het voor de projectpartner mogelijk is om dit na te gaan; De opvolging spaarpakketten en de een overzicht van mogelijke opvolgingsmaatregelen teneinde het huishouden verder te ondersteunen om een bijkomende waterbesparing te realiseren De planning voor de volgende maanden.
Onderling overleg, evaluatie en communicatie:
6
85/220 RMW - 11 maart 2015
Op regelmatige wijze organiseren het lokaal bestuur en REGEnt vzw een overleg omtrent de voortgang van het project. Desgevallend kan een contactpersoon van de distributienetbeheerder of watermaatschappij mee betrokken worden. De frequentie voor dit operationele overleg wordt onderling bepaald. De bepalingen inzake operationele samenwerking OCMW – REGent en Stad Gent worden (minimaal) jaarlijks grondig geëvalueerd door afgevaardigden van de betrokken diensten en de bevoegde Schepenen. Alle interne en externe communicatie voortvloeiend uit en/of over deze overeenkomst, zal gezamenlijk door en in overleg tussen Stad Gent, vzw REGent en OCMW Gent gebeuren.
XII.
Duurtijd
Deze overeenkomst eindigt uiterlijk 31 december 2019.
XIII.
Aansprakelijkheid
De projectpartner is aansprakelijk voor alle schade en nadelen welke zijn te wijten aan de uitvoering van de huisbezoeken bij de klant. De projectpartner is eraan gehouden om zich voor deze aansprakelijkheid in te dekken door het hebben van de nodige verzekeringen (o.a. burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering uitbating en na levering). De projectpartner kan deze polis op vraag van het lokaal bestuur aantonen.
XIV.
Kwaliteitsbewaking
Het lokaal bestuur zal de nodige zorg besteden om de kwaliteit te garanderen van de door hem aan te leveren gegevens en van de opvolging van eventuele klachten. Hiertoe neemt het lokaal bestuur de volgende maatregelen:
Tijdig aanleveren van de gegevens zodat bijsturing nog mogelijk is. Aanstelling van contactpersonen binnen de dienst Milieu en Klimaat en het OCMW voor het beheer van de gegevens en de signalering en opvolging van eventuele klachten. Tijdens de jaarlijkse formele evaluatie stilstaan bij de kwaliteit en bijsturen waar nodig in overleg met de projectpartner.
De projectpartner zal de nodige zorg besteden om de kwaliteit te garanderen van de uitvoering van de energie – en waterscans en de opvolgscans, van de ingebrachte gegevens in de software en van de opvolging van eventuele klachten. Hiertoe neemt de projectpartner de volgende maatregelen:
Aanstelling van een contactpersoon voor het lokaal bestuur inzake aanleveren en controleren van gegevens. Aanstelling van een contactpersoon voor het lokaal bestuur en de burgers betreffende de opvolging van eventuele klachten. Het bespreken van de kwaliteit tijdens het intern overleg en een goede bijsturing zoals afgesproken tijdens het intern overleg.
XV.
Wijzigingen en beëindiging
Deze overeenkomst is het gevolg van de bepalingen uit artikel 6.4.1/8 van het Energiebesluit van de Vlaamse Regering, laatst gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse regering d.d. 29/11/2013 (zie bijlage1). Alle toekomstige wijzigingen in regelgeving kunnen invloed hebben op de uitvoering van deze overeenkomst en zullen door beide partijen worden opgevolgd. De partijen engageren zich om alles in het werk te stellen om de bepalingen in deze overeenkomst na te leven en desgevallend de nodige bijsturingen af te spreken. Wijzigingen aan de overeenkomst zijn slechts geldig indien ze door beide partijen goedgekeurd worden in een addendum dat als bijlage zal gevoegd worden van deze overeenkomst.
Indien uit de evaluatie blijkt dat de naleving van de bepalingen in de overeenkomst niet gerespecteerd worden of de afgesproken resultaten niet behaald worden, gebeurt er door het onderling overleg tussen het lokaal bestuur en de projectpartner een afweging van de oorzaken. Op basis hiervan wordt de (samen-)werking bijgestuurd.
7
86/220 RMW - 11 maart 2015
Aldus opgemaakt te Gent op XX/XX/XX in zoveel exemplaren als er partijen zijn. Elke partij erkent haar exemplaar te hebben ontvangen.
De volgende betrokken partij ontvangt eveneens een kopie van de overeenkomst: Eandis, Kirsten Loncke,
[email protected] Farys, Water-Link, Anouk Devriese,
[email protected]
Namens het OCMW en de Stad Gent
Mevr. Tine Heyse Schepen
Dhr. Coddens Rudy voorzitter OCMW
Dhr. Teerlinck Paul, Stadssecretaris
Dhr. Kupers Luc, Secretaris OCMW
Namens REGent vzw Mevr. Heyse Tine Voorzitter Raad van Bestuur
Mevr. Vandaele Ingrid Ondervoorzitter
8
87/220 RMW - 11 maart 2015
Bijlage1: Omschrijving doelgroepen: Gratis waterscans: De projectpartner zal de gratis huishoudelijke waterscan enkel uitvoeren bij de beschermde klanten, zoals omschreven in het AWVR, met name personen die:
Een leefloon of een tegemoetkoming van het OCMW ontvangen;
Een gewaarborgd inkomen voor bejaarden of een inkomensgarantie voor ouderen ontvangen;
Een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden met een handicap ontvangen;
Een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming voor mensen met een handicap ontvangen;
Een kind hebben met een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 procent, zoals vastgesteld door een geneesheer van de directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid;
Een tegemoetkoming voor hu lp van derden ontvangen
Gratis energiescan:
Personen die uitgenodigd worden voor de LAC (lokale adviescommissie).
Personen die bij het OCMW hun budgetmeterkaart komen opladen (of minstens folders
leggen).
Personen die een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling genieten (diensten schuldhulpverlening, -regeling, -bemiddeling), in het bijzonder indien zij hun energiefactuur moeilijk kunnen betalen.
Personen die door het OCMW sociaal of budgettair begeleid worden wegens betalingsmoeilijkheden, in het bijzonder voor gas – en elektriciteit (dienst budgetbeheer …).
Personen die een beroep doen op OCMW/de energiecel n.a.v. diverse vragen/problemen i.v.m. energie (bvb. problemen met commerciële energieleveranciers …).
Personen aan wie een inkomen van de sociale integratie (leefloon) wordt toegekend door het OCMW van hun gemeente (= subcategorie beschermd afnemer of Rechthebbende Verhoogde Verzekeringstegemoetkoming (RVV)).
Personen aan wie een financiële maatschappelijke dienstverlening gelijkwaardig aan het leefloon wordt toegekend door het OCMW van hun gemeente (= subcategorie beschermd afnemer)
Personen die een voorschot op het gewaarborgde inkomen voor bejaarden, op een tegemoetkoming voor personen met een handicap of op een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden genieten van het OCMW van hun gemeente (= subcategorie beschermd afnemer)
Personen met het vroegere OMNIO-statuut of Rechthebbende Verhoogde Verzekeringstegemoetkoming (RVV), indien geweten (code onderaan de mutualiteitsklever eindigt op 1).
Beschermde afnemer: Bij besluit van de Vlaamse regering van 13 maart 2009 betreffende de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt (B.S. 26 mei 2009) werd de definitie voor beschermde afnemer gewijzigd. Hierdoor werd de categorie van beschermde afnemers beperkt tot de categorie van mensen die recht hebben op de sociale maximumprijzen. Door een codificatieoefening van de hele energieregelgeving kan u de definitie van beschermde afnemer nu vinden in artikel 1.1.1 van het Energiebesluit. Dit betekent dat vanaf 2010 personen met een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds, personen in collectieve schuldenregeling en personen in budgetbegeleiding bij het OCMW niet langer beschermde afnemer zijn.
9
88/220 RMW - 11 maart 2015
Beschermde afnemers zijn personen die van de sociale maximumprijs voor elektriciteit en aardgas kunnen genieten. Zij behoren tot deze categorie indien zij kunnen bewijzen dat zijzelf of minstens één andere persoon die onder hetzelfde dak leeft, behoort tot een van de volgende categorieën: 1. een leefloon, toegekend door het OCMW van zijn gemeente overeenkomstig de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie 2. het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, overeenkomstig de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden en de inkomensgarantie voor ouderen overeenkomstig de wet van 22 maart 2001 3. een tegemoetkoming aan gehandicapten ingevolge een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 65% overeenkomstig de wet van 27 juni 1969 betreffende de tegemoetkoming aan gehandicapten 4. een inkomensvervangende tegemoetkoming aan gehandicapten overeenkomstig de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkoming aan gehandicapten 5. een integratietegemoetkoming aan gehandicapten behorend tot categorieën II, III overeenkomstig de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkoming aan gehandicapten
of
IV,
6. een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, overeenkomstig de artikelen 127 en volgende van de wet van 22 december 1989 7. een tegemoetkoming voor hulp van derden, overeenkomstig de wet van 27 juni 1969 8. een financiële steun verstrekt door een OCMW aan een persoon die is ingeschreven in het vreemdelingenregister met een machtiging tot verblijf voor onbeperkte tijd en die omwille van zijn nationaliteit niet kan beschouwd worden als een gerechigde op maatschappelijke integratie 9. Bij gelijkstelling met de categorieën 2,3,4,5,6 en 7, zoals vermeld onder punt A, de personen die genieten van een tegemoetkoming toegekend door het OCMW in afwachting van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, een tegemoetkoming voor gehandicapten of een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. 10. De sociale maximumprijs van aardgas is van toepassing op huurders die een woongelegenheid betrekken in appartementsgebouwen met verwarming op aardgas door middel van een collectieve installatie, wanneer de woningen in huur zijn gegeven voor sociale doeleinden door een sociale huisvestingsmaatschappij. 11. een bijkomende kinderbijslag voor kinderen die getroffen zijn door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66%
10
89/220 RMW - 11 maart 2015
Bijlage 2: Aanpassingen aan de huishoudelijke energiescans voor uw bewoners in 2014
Geachte leden van het college Sinds 2007 verzorgt Eandis de organisatie en coördinatie van huishoudelijke energiescans bij bewoners in uw gemeente. Vanaf 2014 werden de energiescans ingrijpende gewijzigd, zowel inhoudelijk als wat betreft de doelgroep. Aanpassingen aan de inhoud: • Tijdens de ‘basisscans’ krijgt de bewoner nog steeds allerlei tips om energie te besparen, en wordt bijkomend een leveranciersvergelijking (V-test) uitgevoerd. De bewoner krijgt ook uitleg over alle energiepremies waarvoor hij in aanmerking kan komen. • Tijdens de ‘opvolgscans type 1’ heeft de scanner de keuze uit 6 modules om de bewoner te helpen energie en kosten te besparen. Dit betreft: ondersteuning bij de overstap naar een andere energieleverancier, uitgebreide informatie over de sociale rechten van de bewoner, opsporen van abnormaal energieverbruik, controle van de energiefactuur, een evaluatie en herhaling van tips uit de basisscan, onderzoek na vaststelling van abnormaal energieverbruik… • Tijdens de ‘opvolgscans type 2 a, b en c’ gaat de scanner de bewoner begeleiden bij de investering in respectievelijk dakisolatie, superisolerende beglazing of een energiezuinige verwarmingsinstallatie. Er wordt een kostprijsinschatting gemaakt, offertes worden opgevraagd, de contacten met de gekozen aannemer worden gelegd en de scanner geeft ook ondersteuning bij het aanvragen van premies. Aanpassingen aan de doelgroep: De scans kunnen onbeperkt uitgevoerd worden indien de bewoner tot één van volgende doelgroepen behoort: • Beschermde afnemers • Personen voor wie een verzoek tot afsluiting werd ingediend bij de LAC • Afnemers met een actieve budgetmeter voor gas of elektriciteit • Doelgroep van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) • Huurders van een sociale huisvestingsmaatschappij of een sociaal verhuurkantoor • Huurders die max 450€/maand betalen (of 500€ in centrumsteden en Vlabinvestgebied) Verder bepaalt het aangepaste Besluit van de Vlaamse Regering rond rationeel energiegebruik dat Eandis als distributienetbeheerder van bovenstaande doelgroepen de beschikbare adreslijsten mag doorgeven aan de scanbedrijven. Op die manier kunnen we pro-actief en heel gericht het aanbod van de scans naar de betreffende doelgroepen communiceren. In samenspraak met het Vlaams Energieagentschap (VEA) en de verschillende scanbedrijven starten wij met de adressen van budgetmeterklanten. U kunt aanvragen voor een gratis energiescan in uw gemeente eenvoudig doorgeven via de website www.gratisenergiescan.be. Het scanbedrijf neemt vervolgens contact op met de bewoner om een afspraak te maken voor de scan. In uw gemeente wordt momenteel samengewerkt met REGent vzw voor de uitvoering van de energiescans. Indien u hierbij nog vragen heeft, aarzel niet contact op te nemen met onze REG-dienst via
[email protected] of met uw Lokale Relatiebeheerder, (naam LRB) op het nummer (telnr LRB) of via (e-mail LRB). Hoogachtend, Guy Cosyns Directeur Klantwerking Eandis.
11
90/220 RMW - 11 maart 2015
Bijlage 3: Advies OCMW Gent bij kredietaanvraag van een particulier behorend tot de doelgroep en Budgetbegeleiding/budgetbeheer door OCMW Gent bij wanbetaling door particulier. OCMW Gent zal haar advies schriftelijk overmaken aan vzw REGent. In uitvoering van het K.B. schrijft vzw REGent in de kredietovereenkomst tussen vzw REGent en de particulier (al dan niet behorend tot de doelgroep) de verplichting in voor deze laatste om een budgetbegeleiding of –beheer te aanvaarden vanwege OCMW Gent, indien zich een probleem van terugbetaling stelt. Er is sprake van een probleem van terugbetaling wanneer de particulier twee termijnen, al dan niet opeenvolgend, van de lening bij vzw REGent niet heeft betaald en nadat vzw REGent de particulier heeft aangemaand tot betaling over te gaan bij wege van rappel en aangetekende ingebrekestelling. In de ingebrekestelling wordt uitdrukkelijk opgenomen dat het dossier van de particulier bij niet-betaling binnen de veertien kalenderdagen aan OCMW Gent zal worden overgemaakt met het oog op het opstarten van budgetbegeleiding of budgetbeheer en wordt gewezen op de verplichting, waartoe de particulier zich verbonden heeft, om hiertoe zijn volle medewerking te verlenen. In geval zich een probleem van terugbetaling voordoet, zendt vzw REGent het dossier van de particulier over aan OCMW Gent. Het dossier bevat een kopie van de rappel en de ingebrekestelling die, conform artikel 8, door vzw REGent werden verstuurd. Het dossier bevat tevens een kopie van de kredietovereenkomst en geeft een overzicht van de totale openstaande schuld op moment van overzenden van het dossier. OCMW Gent contacteert binnen veertien kalenderdagen de particulier. Naar gelang de situatie zal OCMW Gent, in samenspraak met de particulier, beslissen hetzij budgetbegeleiding, hetzij budgetbeheer op te starten. OCMW Gent zal haar beslissing tot opstarten van budgetbegeleiding of budgetbeheer, schriftelijk ter kennis brengen van vzw REGent, uiterlijk twee maanden na ontvangst van het dossier. De verbintenis van OCMW Gent om de particulier budgetbegeleiding of –beheer aan te bieden is een inspanningsverbintenis. OCMW Gent is geenszins verantwoordelijk voor het slagen van de budgetbegeleiding / het budgetbeheer. Het OCMW Gent zal een gemotiveerde beslissing nemen om de budgetbegeleiding / het budgetbeheer stop te zetten indien de particulier niet voldoende meewerkt, of wanneer, bij gebrek aan medewerking van de particulier, het onmogelijk blijkt budgetbegeleiding of budgetbeheer op te starten. OCMW Gent brengt vzw REGent onverwijld schriftelijk op de hoogte van deze beslissing.
Bijlage 4 : Inzet middelen via het project “Energiesnoeiers” Het project « Energiesnoeiers » omvat de activiteit van het « snoeien ». Het « snoeien » betreft het concreet uitvoeren van die maatregelen of werkzaamheden die nodig zijn in gebouwen om energie en / of water te kunnen besparen. Er wordt jaarlijks een lijst opgemaakt van kleine energiebesparende maatregelen die door de energiesnoeiers kunnen worden uitgevoerd. Deze lijst is niet limitatief. De energiesnoeiers kunnen ook worden ingezet voor het uitvoeren van andere activiteiten, zoals bv. Isolatiewerken. Tijdens het eerste bezoek aan een klant kunnen enkel kleine energiebesparende maatregelen worden uitgevoerd, geen herstellingswerken. Deze maatregelen vallen binnen het, voor de klant, gratis aanbod en worden onmiddellijk ter plaatse verricht door de energiesnoeiers. Na de scan kan blijken dat andere maatregelen nuttig zijn, die niet onmiddellijk kunnen uitgevoerd worden. De uitvoering van deze bijkomende werkzaamheden valt buiten het gratis aanbod.
12
91/220 RMW - 11 maart 2015
Bijlage 5: Samenwerkingsovereenkomst OCMW-Gent in zake het ter beschikkingsstellen van werknemers met Art.60§7 contract bij vzw REGent Tussen Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent (Onderbergen 86, 9000 GENT) Hierna aangeduid als “OCMW Gent” EN Onderneming: vzw REGent Ondernemingsnummer: Zetel is gevestigd te: Botermarkt 1 te 9000 Gent Vertegenwoordigd door: Hierna aangeduid als “de gebruiker” wordt het volgende overeengekomen: Gelet op de beslissing van. BCSD AZ van 20/04/2010 pt G2 wordt één personeelslid (bij OCMW Gent tewerkgesteld binnen de voorwaarden van art. 60 § 7 van de Organieke wet) ter beschikking gesteld van de gebruiker. Bij gemotiveerd schriftelijk verzoek aan OCMW Gent vanwege de gebruiker kan dit aantal uitgebreid worden. Deze overeenkomst verbindt OCMW Gent er niet toe alle plaatsen ook effectief in te vullen noch de gebruiker om alle open plaatsen te laten invullen. Effectieve toewijzing van kandidaten gebeurt op basis van consensus.
Administratief statuut van het personeelslid en verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 1.
OCMW Gent blijft de juridische werkgever van de werknemer, maar het feitelijke gezag over de werknemer oefent de gebruiker uit, die de leiding en het toezicht over de werknemer uitsluitend voor eigen rekening uitoefent. Zo draagt de gebruiker de exclusieve en volledige aansprakelijkheid op grond van artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek, en dient hij zich voor dit risico te verzekeren.
2.
De gebruiker zorgt er als een goede huisvader voor dat de uitgeoefende arbeid door de werknemer wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot zijn veiligheid en gezondheid en dat de eerste hulp aan hem kan worden verstrekt bij een ongeval. Met dit doel stelt de gebruiker alle vereiste medische benodigdheden ter beschikking van de werknemer. Hij neemt alle maatregelen noodzakelijk om elke mogelijke verwonding op een adequate manier te verzorgen. Indien OCMW Gent enige kosten dient te maken tengevolge van de niet-naleving van deze verplichtingen door de gebruiker, kunnen deze integraal verhaald worden op de gebruiker.
3.
Ingeval de werknemer gedurende de terbeschikkingstelling schade berokkent aan de gebruiker, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
4.
Het algemeen personeelsreglement en arbeidsreglement dat van kracht is binnen OCMW Gent is van toepassing op de arbeidsovereenkomst die de werknemer art. 60 §7 Organieke Wet met het OCMW verbindt.
5.
Een voltijds uurrooster komt overeen met 38 uur per week. Er gelden bijzondere regels in geval van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en bij het presteren van overuren. Meer informatie hierover is opgenomen in bijlage I aan deze overeenkomst. Het presteren van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en het presteren van overuren is slechts toegelaten in samenspraak met OCMW Gent.
13
92/220 RMW - 11 maart 2015
Verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 6.
De gebruiker verbindt zich ertoe OCMW Gent op de hoogte te brengen van iedere wijziging van identificatiegegevens zoals benaming, vennootschapsvorm, vertegenwoordiging, contactgegevens.
7.
De gebruiker bezorgt maandelijks aan OCMW Gent een aanwezigheidslijst met hierop de aan - en afwezigheden van de werknemer gedurende de afgelopen maand. Deze aanwezigheidslijst dient toe te komen bij OCMW Gent - HR Personeel de eerste werkdag van de maand die volgt op de maand waarin de prestaties werden geleverd. Dit gebeurt elektronisch (
[email protected]), indien niet mogelijk via de post of per fax: OCMW Gent HR Personeel Hofstraat 1 9000 Gent Fax 09 266 95 95
8.
De toekenning van het verlof gebeurt door de gebruiker maar in functie van de verlofregeling die van kracht is binnen OCMW Gent. Wanneer de gebruiker een collectieve verlofperiode kent, of om andere redenen geen continue tewerkstelling kan bieden in de loop van het contract, dienen zij dit te melden vóór de terbeschikkingstelling van het betrokken personeel zodat men hieromtrent afspraken kan maken.
9.
Aanwerving, mutatie, administratieve - of tuchtmaatregelen en ontslag van de werknemer blijven de exclusieve bevoegdheid van OCMW Gent. De gebruiker verbindt zich ertoe elk conflict met de werknemer en elk feit dat kan leiden tot de beëindiging van de terbeschikkingstelling of enige andere door het OCMW te ondernemen actie, onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent – HR Personeel en van de trajectbegeleider van het opleidings- en tewerkstellingscentrum (OTC) van OCMW Gent te brengen, zodat OCMW Gent in staat zou zijn hieromtrent de nodige maatregelen te nemen. De wettelijk voorziene proefperiode bedraagt voor arbeiders 14 dagen, voor bedienden 6 maand. Alle feiten die een einde stellen aan het contract tijdens de proefperiode brengt men onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent – HR Personeel en de trajectbegeleider van het OTC. Het is de gebruiker niet toegelaten het personeel de toegang tot de werkplaats te verbieden, zonder voorafgaande raadpleging van OCMW Gent. In voorkomend geval zullen de gebruiker en OCMW Gent alle stappen ondernemen om de continuïteit van de terbeschikkingstelling te garanderen. De gebruiker zal de terbeschikkingstelling slechts beëindigen indien deze stappen vruchteloos bleken. Indien de beëindiging van de ter beschikkingstelling niet onmiddellijk mogelijk blijkt blijft de gebruiker gebonden door de verplichting omschreven in het hoofdstuk ‘financiële afspraken’.
10. De gebruiker verbindt zich ertoe alle administratieve gegevens die van invloed kunnen zijn op de verplichtingen, de rechten en het statuut van de werknemer onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent te brengen. Zo dienen onder meer ziekte, ongeval, verlof, al dan niet gewettigde afwezigheid van de werknemer, en hervatting van de arbeid na afwezigheid, onmiddellijk (indien mogelijk vooraf) doorgegeven te worden aan OCMW Gent – HR Personeel en aan de trajectbegeleider van het OTC. De werknemer bezorgt medische attesten rechtstreeks aan OCMW Gent – HR Personeel. Indien medische attesten aan de gebruiker werden overhandigd, bezorgt de gebruiker deze uiterlijk de derde werkdag volgend op de dag van de ziekte of het ongeval van de werknemer aan OCMW Gent – HR Personeel. In voorkomend geval, meldt de gebruiker de tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer binnen 48 uur aan de RVA. Nadien maakt de gebruiker ook melding van deze tijdelijke werkloosheid aan OCMW Gent – HR Personeel.
14
93/220 RMW - 11 maart 2015
Bij een arbeidsongeval of een ongeval van of naar het werk, is de gebruiker verplicht een formulier “aangifte van ongeval” aan het Personeelsbeheer van OCMW Gent te bezorgen, zelfs ingeval er twijfel bestaat over de kwalificering als arbeidsongeval. 11. Het is de gebruiker niet toegelaten de werknemer te werk te stellen onder leiding en toezicht van personen vreemd aan de onderneming, noch de werknemer (al dan niet tijdelijk) te werk te stellen in een andere onderneming, zonder de uitdrukkelijke en vooraf gegeven toestemming van OCMW Gent.
Financiële Afspraken 12. OCMW Gent draagt alle loonkosten met uitsluiting van alle andere kosten zoals werkkledij, materieel, verplaatsingskosten (tijdens de diensturen). Verplaatsingskosten van en naar het werk zijn ten laste van OCMW Gent conform de binnen OCMW Gent geldende reglementering. 13. De gebruiker betaalt maandelijks een bijdrage in deze loonkost. De bijdrage van de gebruiker is een forfaitair bedrag, dat wordt vastgesteld door OCMW Gent. Indien een personeelslid voor het eerst ter beschikking gesteld wordt in de loop van een maand, hetzij de terbeschikkingstelling afloopt in de loop van een maand, zal het forfaitaire bedrag verhoudingsgewijs worden verminderd voor die maand. 14. De bijdrage van de gebruiker is afhankelijk van het functieprofiel dat de gebruiker vraagt. Het scoren van het profiel gebeurt aan de hand van een eenduidig en objectief meetinstrument goedgekeurd door OCMW Gent en gebeurt per functie. OCMW Gent kan de bijdragen en modaliteiten te allen tijde herzien. Een nieuwe regeling gaat slechts in bij terbeschikkingstelling van nieuwe personeelsleden. 15. Bij langdurige afwezigheid van het personeelslid kan de gebruiker om de zes maand een verrekening vragen ten opzichte van de verschuldigde bijdrage, op voorwaarde dat het personeelslid meer dan 1/5 van de voorbije periode afwezig was. Er wordt hierbij enkel rekening gehouden met langdurige afwezigheid die het gevolg is van ziekte, verlof zonder wedde of onwettige afwezigheid en op voorwaarde dat OCMW Gent van deze afwezigheid tijdig op de hoogte werd gebracht conform de bepalingen opgenomen in artikel 6 tot en met 11 van deze overeenkomst. 16. De gebruiker krijgt een terugbetaling van de bijdragen betaald tijdens de laatste vier maanden van de terbeschikkingstelling indien hij het art.60-personeelslid na einddatum contract art.60§7 binnen een periode van zes maand in dienst neemt (dit gedurende minstens drie maand voltijds of minstens zes maand halftijds). Deze tussenkomst betaalt OCMW Gent terug op verzoek van de gebruiker en na voorleggen van het door beide partijen ondertekende contract. 17. Artikel 13 tot en met artikel 16 zijn niet van toepassing op de ondernemingen en verenigingen die een erkenning genieten als sociale economie-initiatief in de zin van het K.B. van 11.07.2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie. Het sociale economie-initiatief brengt OCMW Gent zelf op de hoogte van deze erkenning en stelt OCMW Gent onmiddellijk op de hoogte bij verlies van de erkenning. 18. OCMW Gent kan bij niet of laattijdig nakomen door de gebruiker van de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien beslissen aan de gebruiker een schadevergoeding aan te rekenen. Deze schadevergoeding wordt per wanprestatie forfaitair vastgesteld op 300 euro. 19. Bij het presteren van overuren (arbeidsprestaties boven 38 uren per week), zaterdag- en zondagwerk en werk op feestdagen zet men de voorziene financiële toelage om in compensatieverlof conform de binnen OCMW Gent geldende reglementering (bijlage I).
Afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer 20. OCMW Gent voorziet de selectie en begeleiding van het personeel dat men ter beschikking stelt. Bij de selectie van de deelnemers kan de gebruiker betrokken worden in overleg met het OTC. Het is niet de bedoeling dat de gebruiker zelf actief publiciteit maakt en kandidaten werft.
15
94/220 RMW - 11 maart 2015
21. Voor de aanvang van de terbeschikkingstelling wordt een overeenkomst “terbeschikkingstelling art. 60-personeelslid” opgesteld en ondertekend door de werknemer, OCMW Gent en de gebruiker. Dit document maakt melding van het functieprofiel, de duur van de overeenkomst, de taakomschrijving van de cursist, het aanbod van technische en/of algemene vorming en individuele sociale begeleiding vanuit de gebruiker. 22. De werknemer heeft het recht om tijdens de werkuren vorming te volgen, die werd goedgekeurd door OCMW Gent. OCMW Gent kan bepaalde vormingen verplicht aan de werknemer opleggen.
Duur en beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst 23. De samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur. 24. De samenwerkingsovereenkomst kan beëindigd worden: o door middel van een geschreven akkoord in deze zin, gesloten tussen de gebruiker en OCMW Gent. o Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker zich niet houdt aan de in deze overeenkomst opgenomen afspraken, kan OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. o Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker de afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer niet naleeft, onvoldoende - of geen kwalitatieve begeleiding verstrekt aan de werknemer, kan OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. o Indien de gebruiker in gebreke blijft de bijdrage in de loonkost (hoofdstuk ‘financiële afspraken’) te betalen of systematisch te laat betaalt (dit is vanaf drie laattijdige betalingen binnen een periode van maximum 12 maanden, na aanmaning door OCMW Gent), kan OCMW Gent onderhavige overeenkomst beëindigen wegens wanprestatie. o Bij beslissing van één van de partijen na het einde van alle terbeschikkingstellingen. Slotbepalingen 25. In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd. 26. De gebruiker verklaart uitdrukkelijk de visie van OCMW Gent op de doelstelling van art. 60 §7 Organieke Wet te onderschrijven en is bereid mee te werken aan de realisatie hiervan. 27. OCMW Gent ziet art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 ruimer dan louter als middel om steungerechtigden tewerkstelling aan te bieden met als doel hun sociale rechten te verwerven. Waar mogelijk kadert een tewerkstelling in het kader van art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 in de bredere context van een traject – naar – werk. Dit houdt in dat de tewerkstelling wordt gezien als een werkervaring die de werknemer voorbereidt op reguliere arbeid in het normale arbeidscircuit. De deelnemer wordt hiervoor gedurende zijn tewerkstelling procesmatig begeleid door het verwerven van de nodige kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot de uitgeoefende functie. De gebruiker engageert zich hiertoe door een individueel leerplan op te stellen (opstellen van leerprogramma, leersituaties ontwerpen en evaluatiecriteria opstellen). Bijlage I van de samenwerkingsovereenkomst: Regeling voor overuren, zaterdag- en zondagwerk en werk op feestdagen Bezoldiging en werken volgens uurrooster
Maandag tot en met zaterdag Zon- en feestdagen
Bezoldiging
Extra vergoeding
Betaalde compensatie
100%
/
/
100%
/
100% Voor de zondag wordt dit vastgelegd in uurrooster om te komen aan gemiddeld 38
Nachtwerk bezoldiging (werken van 22.00 tot 07.00 uur) + 25% +25%
16
95/220 RMW - 11 maart 2015
Extra dagen vrijaf
100%
/
uur/week. 100%
+25%
Overwerk (bovenop de werkuren volgens uurrooster)
Maandag tot en met zaterdag Zon- en feestdagen Extra dagen vrijaf
Extra vergoeding
Betaalde compensatie
/
100%
Nachtwerk bezoldiging (werken van 22.00 tot 07.00 uur) + 25%
/
200%
+25%
/
100%
+25%
BIJLAGE 6: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING HOUDENDE ALGEMENE BEPALINGEN OVER HET ENERGIEBELEID [CITEEROPSCHRIFT "HET ENERGIEBESLUIT VAN 19 NOVEMBER 2010"] ARTIKEL 6.4.1/8. 29/12/2013 De elektriciteitsdistributienetbeheerder laat in 2012 een energiescan uitvoeren per tweehonderd huishoudelijke toegangspunten op het elektriciteitsdistributienet op 1 oktober 2006 als vermeld in bijlage IV, die bij dit besluit is gevoegd. In 2013 laat de elektriciteitsdistributienetbeheerder een energiescan uitvoeren per vierhonderd huishoudelijke toegangspunten op het elektriciteitsdistributienet op 1 oktober 2006 als vermeld in bijlage IV, die bij dit besluit is gevoegd. Zowel in 2012 en 2013 als daarna, laat de elektriciteitsdistributienetbeheerder een energiescan uitvoeren in de woning van een van onderstaande afnemers die hierom verzoekt : 1° een beschermde afnemer; 2° een afnemer voor wie de elektriciteitsdistributienetbeheerder dan wel de aardgasdistributienetbeheerder een verzoek tot afsluiting van de elektriciteits- dan wel aardgastoevoer bij de lokale adviescommissie indiende met toepassing van artikel 5.3.16 dan wel 5.4.17; 3° een afnemer met een actieve budgetmeter voor elektriciteit of aardgas; 4° een afnemer die tot de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost behoort, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 2 juni 2006 houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost; 5° een afnemer die een woning, of woongebouw van een sociale huisvestingsmaatschappij of sociaal verhuurkantoor bewoont. 6° natuurlijke personen die op basis van hun geregistreerde huurovereenkomst met een looptijd van minstens één jaar een huurprijs van maximaal 450 euro per maand betalen voor de betreffende woning of wooneenheid. Dit bedrag wordt vermeerderd met 50 euro per maand indien het een woning of wooneenheid betreft die gelegen is in een grootstad of een centrumstad, zoals vastgelegd in artikel 4 van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds van 13 december 2002 of die gelegen is in een gemeente die behoort tot het werkgebied van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid in Vlaams-Brabant, conform art. 1, 16°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2011 betreffende de werking en het beheer van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant en tot wijziging van diverse besluiten tot uitvoering van de Vlaamse Wooncode. Het Vlaams Energieagentschap kan nadere bepalingen vastleggen inzake de te ondernemen initiatieven die moeten worden genomen teneinde de prioritaire doelgroep vermeld in het vorige lid te bereiken. Elke gemeente bepaalt door wie de energiescans worden uitgevoerd. De energiescans kunnen worden uitgevoerd door gemeentepersoneel, door personeel van de elektriciteitsdistributienetbeheerder, of door derden. De elektriciteitsdistributienetbeheerder zorgt onder meer voor de aankoop van het materiaal voor de uitvoering van de maatregelen van de energiescan, voor de opleiding van de personen die de energiescans uitvoeren, voor de verdere ondersteuning van die personen en voor de terbeschikkingstelling van de software die gebruikt moet worden bij de uitvoering van de energiescans. Het Vlaams Energieagentschap legt de minimumvereisten vast waaraan een energiescan moet voldoen. Dit artikel is niet van toepassing op elektriciteitsdistributienetbeheerders die minder dan 2500 eindafnemers hebben.
17
96/220 RMW - 11 maart 2015
Teneinde een goede praktische uitvoering van de aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders in dit artikel opgelegde openbaredienstverplichtingen te garanderen, kan de elektriciteitsdistributienetbeheerder of diens werkmaatschappij gegevens over de in aanmerking komende afnemers, zoals bepaald in punt 1 tot en met 3 van het tweede lid, verstrekken aan een uitvoerder van energiescans. Onverminderd de toepassing van de Wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, sluit de elektriciteitsdistributienetbeheerder of diens werkmaatschappij voorafgaandelijk aan de verstrekking van deze gegevens met de uitvoerder van de energiescans een schriftelijke overeenkomst waarmee deze laatste zich ertoe verbindt de verstrekte gegevens enkel te gebruiken met als doel het aanbieden van een energiescan en de uitvoering van dak- of zoldervloerisolatie, vermeld in artikel 6.4.1/9. De gegevensverstrekking gebeurt bij middel van een minstens elke drie maanden te actualiseren lijst die maximaal volgende gegevens bevat over de afnemers, vermeld in het zevende lid, uit het werkingsgebied van de uitvoerder van energiescans : naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres, datum en type van eventueel eerder uitgevoerde energiescans, categorie afnemer, huurder of eigenaar. Datum Opschrift Art. 29/11/2013 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering 28. van 2 maart 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning en van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de openbaredienstverplichtingen van de distributienetbeheerders of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit aangaande de sociale energiemaatregelen en ter stimulering van het rationeel energiegebruik 07/09/2012 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 14. 2010, wat betreft de sociale openbaredienstverplichtingen en de energiescans, en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010
BIJLAGE 7: BESLUIT VAN HET VLAAMS ENERGIEAGENTSCHAP D.D. 13/01/2014 BETREFFENDE DE NIEUWE MINIMALE CRITERIA OVER DE ENERGIESCANS EN OPVOLGSCANS VANAF 2014 (PUBLICATIE BS 23/01/2014).
VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie
13 JANUARI 2014. - Besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams <Energieagentschap> tot wijziging van het besluit van de administrateurgeneraal van het Vlaams <Energieagentschap> van 14 december 2011 houdende het vastleggen van de minimale kwaliteitslabels waaraan koelkasten en wasmachines moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een kortingsbon en de minimumvereisten waaraan energiescans moeten voldoen De administrateur-generaal van het Vlaams <Energieagentschap>, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 4.1.20 en 7.5.1; Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 6.4.1/8, ingevoegd bij het besluit van 23 september 2011 en laatst gewijzigd bij besluit van 29 november 2013; Gelet op het besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams <Energieagentschap> van 14 december 2011 houdende het vastleggen van de minimale kwaliteitslabels waaraan koelkasten en wasmachines moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een kortingsbon en de minimumvereisten waaraan energiescans moeten voldoen, Besluit : Artikel 1. De bijlage bij het besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams 18
97/220 RMW - 11 maart 2015
<Energieagentschap> van 14 december 2011 houdende het vastleggen van de minimale kwaliteitslabels waaraan koelkasten en wasmachines moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een kortingsbon en de minimumvereisten waaraan energiescans moeten voldoen, wordt vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2014. Brussel, 13 januari 2014. De administrateur-generaal van het Vlaams <Energieagentschap>, L. PEETERS Bijlage 1 Minimumvereisten voor het uitvoeren van de actieverplichting betreffende energiescans, zoals bepaald in artikel 6.4.1/8 van het Energiebesluit van 19 november 2010 Het begrip energiescan wordt in het hierboven vermelde besluit als volgt gedefinieerd : Energiescan : een doorlichting die, op basis van een bezoek ter plaatse, een eerste beeld geeft van de energiesituatie en het energiebesparingspotentieel op het vlak van gebouwschil, verwarming, sanitair warm water, verlichting, elektrische apparaten en gedrag, en waarbij tijdens het eerste bezoek de energiefactuur kan worden gescreend in functie van optimalisatie op basis van onder meer een leveranciersvergelijking, premies voor energiebesparende investeringen kunnen worden toegelicht en op de plaatsen waar dat zinvol wordt geacht, spaarlampen, een spaardouchekop, radiatorfolie, buisisolatie, tochtstrips, een timer voor een waterboiler, een stroomverdeeldoos met schakelaar kunnen worden geplaatst en radiatoren kunnen ontlucht worden, of een voortgangscontrolebezoek waarbij energiebesparende investeringen kunnen worden uitgevoerd. In wat volgt worden enerzijds de minimale criteria vastgelegd waaraan een energiescan moet voldoen en anderzijds de minimale criteria waaraan het voortgangscontrolebezoek zoals in bovenvermelde definitie (en hierna begeleidingstraject type 1 of type 2 genoemd) moet voldoen. A. ENERGIESCAN 1. SCAN ZELF Een analyse van de definitie geeft al een aantal minimale criteria aan : • Er moet minstens 1 bezoek ter plaatse gebeuren. • De doorlichting moet zowel de huidige energiesituatie als de mogelijkheden tot besparing in kaart brengen. • Zowel de gebouwschil, de verwarming, het sanitair warm water, de verlichting, de elektrische toestellen als het gedrag van de bewoners moet bekeken worden. • Op basis van een leveranciersvergelijking wordt de energiefactuur gescreend. • Premies voor energiebesparende investeringen worden toegelicht. • Tijdens het bezoek moeten een aantal in de definitie vermelde maatregelen toegepast worden, indien dit zinvol wordt geacht. Het in kaart brengen van de huidige situatie en de verbeteringsmogelijkheden dient te gebeuren aan de hand van een vragenlijst. Deze vragenlijst peilt minstens naar volgende gegevens. BASISGEGEVENS Scan identificatienummer Datum waarop de energiescan werd uitgevoerd Persoonsgegevens : • Naam klant; • Adres klant; • Telefoonnummer klant; • Doelgroep : beschermd, LAC, actieve budgetmeter, prioritaire doelgroep van het FRGE, huurder sociale huisvesting, huurder sociaal verhuurkantoor, huur maximaal 450 euro per 19
98/220 RMW - 11 maart 2015
maand (verhoogd tot 500 euro in centrumsteden en Vlabinvest-gebied). Uitvoerder van de scan Algemene gegevens : • Woningtype : vrijstaande woning, half open bebouwing, gesloten bebouwing, appartement op gelijkvloers, appartement op bovenste verdieping, appartement op tussenverdieping; • Aantal gezinsleden; • Aanwezigheid overdag : ja/neen tijdens weekdagen, ja/neen tijdens weekenddagen; • Eigendomsstatuut : eigenaar, huurder; • Indien huurder : van een privé woning of van een sociale woning; • Energieverbruik van de woning (gas in kWh, stookolie in liter, elektriciteit in kWh, andere). Toeleider naar de scan HUIDIGE SITUATIE Gebouwschil • Aanwezigheid dakisolatie of zoldervloerisolatie o Ja/neen/niet na te gaan o Indien ja + eenvoudig te achterhalen : soort isolatie + dikte • Aanwezigheid muurisolatie o Muurisolatie aan de buitenzijde van een buitenmuur • Ja/neen/niet na te gaan • Indien ja + eenvoudig te achterhalen : soort isolatie + dikte o Spouwmuurisolatie • Spouw aanwezig : ja/neen/niet na te gaan • Spouw geïsoleerd : ja/neen/niet na te gaan • Indien ja + eenvoudig te achterhalen : soort isolatie + dikte • Aanwezigheid vloerisolatie o Boven een kruipruimte : ja/neen/niet na te gaan o Boven volle grond : ja/neen/niet na te gaan o Indien ja + eenvoudig te achterhalen : soort isolatie + dikte • Aanwezigheid van enkel glas o Ja/neen o Indien ja : Schatting aantal m2 enkel glas • Aanwezigheid van gewoon dubbel glas o Ja/neen o Indien ja : Schatting aantal m2 gewoon dubbel glas • Aanwezigheid van hoogrendementsbeglazing o Schatting aantal m2 hoogrendementsbeglazing • Zijn de ramen aan vervanging toe : ja/neen • Is er een tochtgevoel aan de raamprofielen : ja/neen Verwarming • Hoofdverwarming o Centrale verwarming ja/neen • Op aardgas • Vermogen ketel • Type ketel : gewone ketel, hoogrendementsketel (HR+label), lagetemperatuurketel, condensatieketel (HRToplabel) • Leeftijd van de ketel • Op stookolie • Vermogen ketel • Type ketel : gewone ketel, lagetemperatuurketel (Optimaz label), condensatieketel (Optimaz Elite label) 20
99/220 RMW - 11 maart 2015
• Leeftijd van de ketel o Decentrale verwarming ja/neen • Elektrische verwarming ja/neen • Gaskachels : ja/neen • Petroleumkachels : ja/neen o Collectieve verwarming ja/neen • Energievorm • Bijverwarming o Soort • Temperatuurregeling o Gewone radiatorkranen aanwezig : ja/neen o Thermostaatkranen aanwezig : ja/neen • Stand o Kamerthermostaat • Geplaatst op een geschikte plaats ja of neen • nachtverlaging • bij geprogrammeerde thermostaat : Ingestelde nachtverlaging ° C • bij niet-geprogrammeerde thermostaat : wordt bij slapen gaan/buitengaan thermostaat lager gezet o indien ja : op hoeveel graden? • Tijdstip waarop nachtverlaging wordt ingesteld • Comforttemperatuur overdag ° C o Weersafhankelijke regeling (buitenvoeler) ja/neen • Verwarmingsleidingen zonder buisisolatie buiten het beschermd volume : aantal meter • Wordt de installatie regelmatig onderhouden ja/neen Sanitair warm water • Op welke manier wordt het warm water bereid o Via de centrale verwarmingsketel o Via een doorstromer/geiser : energie (aardgas, butaan/propaan, elektriciteit) o Via een boiler : energie (aardgas, butaan/propaan, elektriciteit) o Via een zonneboiler o Via een warmtepompboiler • Temperatuur SWW • Toepassingen SWW : o Bad : ja/neen o Douche : ja/neen • Aantal m waterleidingen te voorzien van buisisolatie • Aanwezigheid spaardouchekop Verlichting • Zijn er TL-lampen/spaarlampen/LEDlampen aanwezig op de nuttige plaatsen Elektrische apparaten • Aanwezigheid van sterk verouderde elektrische toestellen (ja/neen) o Koelkast o Diepvriezer o Combi koelkast/diepvriezer o Afwasmachine o Wasmachine o Droogkast o Andere, met name Gedrag 21
100/220 RMW - 11 maart 2015
• Nachtverlaging • Afwezigheidsverlaging verwarming • Aantal baden versus aantal douches • Verlichting doven bij buitengaan • Aandacht voor elektriciteitsverbruik toestel bij aankoop • Gebruik afwasmachine (steeds volledig gevuld, of soms half gevuld) • Gebruik wasmachine (steeds volledig gevuld of soms half gevuld) • Gebruik droogkast : altijd/soms/nooit • Uitzetten tv-toestel (afstandsbediening, knop op het toestel, uitschakelen) • Uitzetten modem • Uitzetten digitale decoder • Uitzetten game-consoles • Uittrekken gsm-lader • Computer laten aanstaan • Verluchten woning ENERGIEBESPARINGPOTENTIEEL : TIPS • Investeringen o Isolatie plaatsen : dak, muur, vloer, beglazing o Tochtstrips aanbrengen aan ramen o Tochthond of tochtborstel voor deuren o Isoleer de rolluikkast en maak ze tochtdicht o Verwarmingsketel vervangen + niet overdimensioneren o Kamerthermostaat/thermostatische kranen/buitenvoeler o Onderhoud verwarmingsinstallatie o Koken bij voorkeur op aardgas/inductie o Koelkast zonder vriesvak zuiniger o Beter diepvrieskist dan diepvrieskast o Droogkast met luchtafvoer is doorgaans iets zuiniger dan een condensatiewasdroger, maar een condensatiewasdroger is veruit het zuinigst o Spaarlampen o Spaardouchekop o Warmwatertoestellen zo dicht mogelijk bij een aftappunt o Beter een doorstromer dan een boiler o Plaats een timer op een elektrische keukenboiler o Reflecterende strijkovertrek o Koop toestellen met laag standby-verbruik o Let op het energielabel bij de aankoop van toestellen o Radiatorfolie o Buisisolatie o andere • Gedragsmaatregelen o Ingestelde kamertemperatuur 20° C o Nachtverlaging half uur voor naar bed gaan o Gordijnen/rolluiken sluiten (niet over verwarmingselement hangen) o Snelkookpan o Met deksel koken o Met zo weinig mogelijk water koken o Elektrische kookplaten vroeger uitschakelen o Microgolfoven zuiniger dan oven voor kleine hoeveelheden o Koelkast en diepvriezer op koele plaats 22
101/220 RMW - 11 maart 2015
o Geen warme gerechten in koelkast/diepvriezer plaatsen o Ontdooi diepvriezer regelmatig o Thermoskan ipv koffiezet te laten aanstaan o Ontkalken koffiezet/waterkoker, o Afwasmachine/wasmachine helemaal vullen o Standby-verbruik : toestellen volledig uitzetten o Stopcontact met schakelaar o Wassen op 40° o Hoog toerental kiezen voor zwieren van was o Spaarprogramma afwasmachine/wasmachine/droogkast gebruiken o Was drogen op wasrek o Droogkast niet overladen o Strijken met stoom o Strijkijzer uitschakelen indien pauze o Douche versus bad o Sanitair warm water afstellen op 60 à 65° C o Warm water opvangen in een afgesloten wastafel o Korte tijd grondig verluchten ipv ramen continu in kipstand o Waakvlam van gaskachels doven in de zomer o Kijk of de cv-ketel een zomerstand en een winterstand heeft, plaats de cv-ketel in zomerstand van zodra je geen verwarming meer nodig hebt o Vermijd elektrische bijverwarming o Uittrekken van transformatoren bijv. van gsmladers, kruimeldief, printer, scanner, halogeenlamp, babyfoon ... o Uitschakelen van modem, digitale decoder, gameconsole,... o Vermijd gebruik van halogeenlampen in staande lampen o Vermijd gebruik van halogeenspots o Computer en tv uitschakelen wanneer niemand kijkt/werkt o Andere 2. TE PLAATSEN MATERIAAL/UIT TE VOEREN MAATREGELEN In de woning wordt een spaarpakket geplaatst/kleine energiebesparende maatregelen uitgevoerd ter waarde van gemiddeld 20 euro. Het pakket wordt door de scanner samengesteld op basis van de belangrijkste noden van het betrokken gezin en van het beschikbare materiaal. Een keuze kan gemaakt worden uit : SPAARLAMPEN - De spaarlampen zijn compacte fluorescentielampen met ingebouwde elektronische voorschakelapparatuur - De lamp moet worden gekenmerkt door een Europees energie-efficiëntielabel A - Het lampvermogen ligt tussen 5 en 15 W. - Kleurweergave - index (Ra) : groter dan 80 (= klasse 1B) - Kleurweergavetemperatuur : kleiner dan of gelijk aan 3000 Kelvin - Minimaal lichtrendement : 40 lm/W - De lamp moet voorzien zijn voor een nominale voedingsspanning van 230V en 50Hz - Gemiddelde levensduur : 8000 uren - Garantieperiode : minimaal 6 maanden - De lampen moeten aan de voorschriften van de Belgische NBN-normen of de overeenkomstige EN-normen voldoen voor wat betreft veiligheid en prestatievermogen. SPAARDOUCHEKOPPEN - Toegelaten waterverbruik : 1. maximum 7,8 liter/minuut bij een waterdruk tot 1 bar 23
102/220 RMW - 11 maart 2015
2. tussen 7,2 liter/minuut en 9 liter/minuut bij een waterdruk van 3 bar - Douchekoppen die slechts aan het toegelaten verbruik voldoen nadat ze met een afzonderlijke doorstroombegrenzer zijn uitgevoerd, komen niet in aanmerking. - De douchekop is gemaakt uit kalkafstotend materiaal of is voorzien van een antikalksysteem (bijvoorbeeld bewegende staafjes die te snelle aankalking moeten vermijden) - De spaardouchekop is gemakkelijk te installeren, zonder dat er speciale gereedschappen nodig zijn - De spaardouchekop is robuust. - Garantieperiode : minimaal 6 maanden BUISISOLATIE - Het materiaal heeft een lambdawaarde van maximaal 0,05W/mK RADIATORFOLIE - Geen specifieke eisen TOCHTSTRIPS OM KIEREN EN SPLETEN ROND RAMEN EN DEUREN TE DICHTEN - Geen specifieke eisen ONTLUCHTEN VAN RADIATOREN - Geen specifieke eisen TIMER OP EEN ELEKTRISCHE WATERBOILER - voor zover eenvoudig uitvoerbaar VERDEELDOOS MET SCHAKELAAR - Geen specifieke eisen OPTIMALISEREN VAN DE REGELING VAN EEN KAMERTHERMOSTAAT - Geen specifieke eisen PLAATSING WAAR ZINVOL Het materiaal wordt enkel geplaatst waar het zinvol wordt geacht. Spaarlampen worden in eerste instantie vervangen in de leefruimten, waar de verlichting voldoende frequent wordt gebruikt. Bij het plaatsen van een spaardouchekop ingeval van een doorstromer, wordt getest of de installatie nog werkt als gevolg van deze plaatsing. Buisisolatie wordt geplaatst rond verwarmingsleidingen buiten het beschermd volume en rond leidingen voor sanitair warm water zowel binnen als buiten het beschermd volume. Radiatorfolie wordt enkel geplaatst achter een radiator die voor een niet-geïsoleerde buitenmuur staat. De klant dient af te tekenen voor de geplaatste materialen evenals voor de uitgevoerde werken. 3. PREMIEREGELINGEN TOELICHTEN Deze stap bestaat uit een toelichting over de bestaande premieregelingen voor energiebesparende investeringen (belastingvermindering voor dakisolatie, premies netbeheerders, de Vlaamse renovatiepremie, leningformules zoals die van het FRGE, premies provinciebesturen en gemeenten, sociale dakisolatieproject). Deze toelichting mag gebeuren door middel van het overlopen van bestaande brochures. Indien de klant nood heeft aan een meer gepersonaliseerde uitleg, wordt hierop ingegaan. 4. CONTROLE VAN DE ENERGIEFACTUUR EN UITVOEREN VAN DE LEVERANCIERSVERGELIJKING OP WWW.VREG.BE Op basis van de meest recente factuurgegevens worden minstens de volgende zaken bekeken en toegelicht : - controle op abnormaal hoog verbruik; - informatie rond en controle op correcte toekenning van het eventueel recht op de sociale maximumprijs voor elektriciteit en aardgas; - verschil tussen enkelvoudig en dag- en nachttarief; - noteren van meterstanden; 24
103/220 RMW - 11 maart 2015
- correcte toekenning van de gratis kWh Deze stap bestaat voorts uit het nagaan of de bewoner de voor hem optimale energieleverancier heeft gekozen. Op basis van de meest recente factuurgegevens wordt nagegaan aan de hand van de leveranciersvergelijking of de huidige leverancier het best aanleunt bij de wensen van de bewoner. 5. INSCHATTING BEHOEFTE AAN EEN VOORTGANGSCONTROLEBEZOEK (VERDER BEGELEIDINGSTRAJECT TYPE 1 OF TYPE 2 GENOEMD) INSCHATTING OF HET HUISHOUDEN IN AANMERKING KOMT VOOR EEN BEGELEIDINGSTRAJECT TYPE 1 OF 2 Type 1 : met de focus op energiebegeleiding op maat van de kwetsbare doelgroepen Type 2 : gericht op de uitvoering van energiebesparende investeringen De uitvoering van beide types voor één huishouden is enkel mogelijk indien er een duidelijke behoefte is aan beide types begeleidingstraject. BEGELEIDINGSTRAJECT TYPE 1 : ENERGIEBEGELEIDING OP MAAT VAN DE KWETSBARE DOELGROEPEN Enkel huishoudens die behoren tot de prioritaire doelgroepen voor energiescans zoals bepaald in artikel 6.4.1/8 van het Energiebesluit van 19 november 2010 komen in aanmerking : O Beschermde afnemers (mensen die genieten van de sociale maximumprijzen voor gas en elektriciteit); O Personen voor wie een verzoek tot afsluiting van gas of elektriciteit bij de Lokale Adviescommissie (LAC) werd ingediend; O Personen met een actieve budgetmeter voor aardgas of elektriciteit; O Personen die behoren tot de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost (FRGE); O Personen die huren bij een sociale huisvestingsmaatschappij; O Personen die huren bij een sociaal verhuurkantoor O Personen die op basis van hun geregistreerde huurovereenkomst met een looptijd van minstens één jaar een huurprijs van maximaal 450 euro per maand betalen voor de betreffende woning of wooneenheid. Dit bedrag wordt vermeerderd met 50 euro per maand indien het een woning of wooneenheid betreft die gelegen is in een grootstad of een centrumstad, zoals vastgelegd in artikel 4 van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds van 13 december 2002 of die gelegen is in een gemeente die behoort tot het werkgebied van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid conform art. 1, 16°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2011 betreffende de werking en het beheer van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor VlaamsBrabant en tot wijziging van diverse besluiten tot uitvoering van de Vlaamse Wooncode. Minstens vier van de zes maatregelen uit het Begeleidingstraject type 1 moeten zinvol zijn en zullen worden uitgevoerd. INDIEN JA : AANDUIDEN ALS KANDIDAAT VOOR BEGELEIDINGSTRAJECT ENERGIEBEGELEIDING OP MAAT VAN KWETSBARE DOELGROEPEN BEGELEIDINGSTRAJECT TYPE 2 : BEGELEIDING BIJ DE UITVOERING VAN ENERGIEBESPARENDE INVESTERINGEN. Enkel personen die geen dakisolatie hebben of nog niet overal over hoogrendementsglas beschikken of over een inefficiënte verwarmingsinstallatie beschikken, maar die wel interesse hebben om hierin te investeren, komen in aanmerking voor een begeleidingstraject type 2. O Geen dakisolatie O Nog niet overal hoogrendementsglas O Inefficiënte verwarmingsinstallatie VOORBEREIDING BEGELEIDINGSTRAJECT TYPE 2 BIJ INVESTERING - uiteenzetting van het belang van dakisolatie en/of hoogrendementsbeglazing en/of een 25
104/220 RMW - 11 maart 2015
energiezuinige verwarmingsinstallatie om energieverbruik binnen de perken te houden; - ruwe inschatting maken van de kostprijs voor het (laten) plaatsen van dakisolatie en/of het vervangen van bestaande beglazing door hoogrendementsglas al dan niet in combinatie met raamvervanging en/of het plaatsen van een energiezuinige verwarmingsinstallatie, door middel van meetstaten en gebruik makend van recente standaardkostprijzen bouwsector, recente gemiddelde aankoopprijzen isolatiemateriaal/beglazing/ramen/verwarmingstoestellen en toebehoren (voor wat betreft glasvervanging en raamvervanging wordt enkel advies gegeven over vervangingen binnen de bestaande raamopeningen zonder vergunningsplicht); - ruwe inschatting van de netto-investeringskost maken na verrekening van de financiële ondersteuningsmaatregelen waarvoor de klant in aanmerking komt; - nagaan of de klant bereid is om minstens 1 van de investeringen uit te voeren. INDIEN JA : AANDUIDEN ALS KANDIDAAT VOOR BEGELEIDINGSTRAJECT ENERGIEBESPARENDE INVESTERINGEN SOFTWARE De scans worden verwerkt in een softwarepakket. Dit softwarepakket laat toe om de bovenstaande gegevens (huidige situatie, tips en in voorkomend geval de voorbereidende gegevens inzake een begeleidingstraject type 1 of type 2) te verwerken, een gepersonaliseerd rapport voor de klant op te maken en overzichten van de verwerkte gegevens op te maken. Het softwarepakket houdt eveneens per scan de gegevens bij met betrekking tot het geplaatste materiaal/de uitgevoerde maatregelen en laat toe om hiervan overzichten op te maken. 6. RAPPORT VOOR DE KLANT Aan de klant moet een schriftelijk rapport in eenvoudige taal worden afgeleverd (al dan niet op het moment van de uitvoering van de scan zelf). Dit rapport omvat minstens : o Een beschrijving van de huidige energiesituatie van de woning. o Een beschrijving van de energietips die voor de bewoner van toepassing zijn. o Een beschrijving van de tijdens de scan uitgevoerde maatregelen. o Een indicatie van het besparingspotentieel dat de bewoner kan realiseren door het uitvoeren van de belangrijkste energietips (in kWh en in euro). o Een verwijzing naar mogelijke financiële ondersteuning voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen (netbeheerderspremie, belastingvermindering voor dakisolatie, de Vlaamse renovatiepremie, gemeentes en provincies, leningformules zoals die van FRGE, sociale dakisolatiepremie...). o Een verwijzing naar de leveranciersvergelijking op www.vreg.be. Een energiescan kan gefactureerd worden indien alle stappen tot en met punt 5 werden uitgevoerd en het rapport aan de klant vermeld in punt 6 werd afgegeven. B. BEGELEIDINGSTRAJECT TYPE 1 : energiebegeleiding op maat van de kwetsbare doelgroepen Een begeleidingstraject type 1 kan enkel worden opgestart bij gezinnen die reeds een energiescan hebben laten uitvoeren en voor wie de toepassing van minstens vier van de zes modules uit het Begeleidingstraject type 1 zinvol is. De doorstroom naar een begeleidingstrajct type 1 is beperkt tot 50 % van de uitgevoerde energiescans. Identificatienummer begeleidingstraject Identificatienummer oorspronkelijke energiescan Datum waarop de begeleiding werd opgestart Persoonsgegevens : • Naam klant; • Adres klant; • Telefoonnummer klant; 26
105/220 RMW - 11 maart 2015
• Doelgroep : beschermd, LAC, minimale levering aardgas, prioritaire doelgroep van het FRGE, huurder sociale huisvesting, huurder sociaal verhuurkantoor, Uitvoerder van het begeleidingstraject Minimaal worden vier van de zes modules uitgevoerd : Module 1 : actieve begeleiding bij het veranderen van energieleverancier. Deze module omvat de begeleiding van de effectieve omschakeling van energieleverancier (gas en/of elektriciteit), inclusief de begeleiding bij het invullen van de juiste documenten, de nodige telefonische contacten met leveranciers, afspraken met de nieuwe leverancier m.b.t. de voorschotfactuur, tussentijdse facturen, de effectieve datum van overstap,.... Ook bewoners met een budgetmeter die schuldenvrij zijn, worden begeleid om terug te keren naar de vrije energiemarkt. Bij deze bewoners dienen nog een aantal extra contacten te worden gelegd met de netbeheerder voor de desactivatie van de budgetmeter en de heractivatie van de meter voor elektriciteit en/of gas. Het aanleren van een goede opvolging van de verbruiken, op basis van (wekelijkse) notatie van meterstanden, is tevens aanbevolen bij deze klanten. Module 2 : de uitvoering van tijdsintensieve energiebesparende maatregelen Uitvoeren van minstens 2 van onderstaande tijdsintensieve energiebesparende maatregelen die het meest zinvol zijn voor de bewoner en die nog niet werden uitgevoerd in de energiescan : • het plaatsen van spaarlampen • het plaatsen van een spaardouchekop • het plaatsen van een timer op een elektrische waterboiler • het plaatsen van een verdeeldoos met schakelaar • de regeling van de kamerthermostaat • het plaatsen van buisisolatie • het plaatsen van radiatorfolie • het plaatsen van tochtstrips • het ontluchten van radiatoren Module 3 : sociale rechten en energiepremies Een grondige bespreking van sociale rechten en premies (zie onder andere www.rechtenverkenner.be en www.energiesparen.be) • Aardgas - minimumlevering • Energielevering - gratis kWh • Energielevering - sociaal tarief • Kortingbon DNB energiezuinige apparaten • Verwarmingstoelage stookoliefonds • Etc. Module 4 : evaluatie en herhaling van de tips uit de basisenergiescan Dit omvat zowel een herhaling van de gedragstips als de tips voor de uitvoering van energiebesparende kleine ingrepen of grotere investeringen. Er wordt nagegaan of er zaken zijn veranderd sinds het vorig bezoek. Module 5 : onderzoek na vaststelling abnormaal energieverbruik Wanneer tijdens de basisscan wordt vastgesteld dat de bewoner een abnormaal energieverbruik heeft, dan kan dit tijdens het opvolgbezoek verder worden onderzocht. Dit onderzoek omvat o.a. • het screenen van het gedrag • het screenen van (potentieel) energieverslindende toestellen (monitoring via energiemeters). • Het regelmatig noteren/evaluatie van de meterstanden Module 6 : controle van de energiefactuur Bij een abnormaal energieverbruik is het aangewezen om ook de energiefactuur grondig te onderzoeken. Ze kan worden gescreend op o.a. de volgende facetten : • verschil tussen enkelvoudig tarief en dag- en nachttarief 27
106/220 RMW - 11 maart 2015
• nagaan of de toekenning van de gratis kWh correct gebeurt • nagaan of de meterstanden correct werden doorgegeven • controle tussentijdse facturatie (voorschotfacturen) • bekijken van de modaliteiten van het lopend energiecontract • etc. Mits uitdrukkelijk schriftelijk akkoord van de klant, zal de trajectbegeleider informatie die verdere gerichte begeleiding kan ondersteunen doorspelen naar andere actoren zoals het OCMW, de toeleider, de netbeheerder, de klachtendienst van de VREG, de Federale Ombudsman Energie. Een begeleidingstraject type 1 energiebegeleiding op maat van de kwetsbare groepen kan gefactureerd worden indien minstens vier van de zes modules werden uitgevoerd. Deze mogelijke facturatie doet geen afbreuk aan de verplichting om ook de resterende modules uit het begeleidingstraject type 1uit te voeren indien zinvol. Niet correct gefactureerde begeleidingstrajecten, zullen worden teruggevorderd. Verwerking in software De begeleidingingstrajecten type 1 worden verwerkt in een softwarepakket. Dit softwarepakket laat toe om na te gaan : - welke modules de klant heeft genoten en tot welk resultaat dit per module heeft geleid; - op welke datum de begeleiding plaatsvond; en om hiervan gedetailleerde overzichten op te maken. C. BEGELEIDINGSTRAJECT TYPE 2 : begeleiding bij de uitvoering van energiebesparende investeringen Een begeleidingstraject type 2 kan enkel worden opgestart bij personen die reeds een energiescan hebben laten uitvoeren en die geen dakisolatie hebben, nog niet overal hoogrendementsglas hebben of over een inefficiënte verwarmingsinstallatie beschikken. VOORBEREIDING BEGELEIDING BIJ INVESTERING Enkel indien deze voorbereiding nog niet heeft plaats gevonden tijdens de energiescan - uiteenzetting van het belang van dakisolatie en/of hoogrendementsbeglazing en/of een energiezuinige verwarmingsinstallatie om energieverbruik binnen de perken te houden; - ruwe inschatting maken van de kostprijs voor het (laten) plaatsen van dakisolatie en/of het plaatsen van hoogrendementsglas al dan niet in combinatie met raamvervanging en/of het plaatsen van een energiezuinige verwarmingsinstallatie, door middel van meetstaten en gebruik makend van recente standaardkostprijzen bouwsector, recente gemiddelde aankoopprijzen isolatiemateriaal/beglazing/ramen/verwarmingstoestellen en toebehoren (voor wat betreft glasvervanging en raamvervanging wordt enkel advies gegeven over vervangingen binnen de bestaande raamopeningen zonder vergunningsplicht); - ruwe inschatting van de netto-investeringskost maken na verrekening van de financiële ondersteuningsmaatregelen waarvoor de klant in aanmerking komt, met inbegrip van de sociale dakisolatiepremie voor de in aanmerking komende gezinnen die huren op de private huurmarkt; - nagaan of de klant bereid is om minstens 1 van de investeringen uit te voeren. INDIEN JA : AANDUIDEN ALS KANDIDAAT VOOR BEGELEIDINGSTRAJECT ENERGIEBESPARENDE INVESTERINGEN INDIEN NEEN STOP BEGELEIDINGSTRAJECT TYPE 2 Identificatienummer begeleidingstraject Identificatienummer oorspronkelijke energiescan Datum waarop de begeleiding werd opgestart Persoonsgegevens : • Naam klant; 28
107/220 RMW - 11 maart 2015
• Adres klant; • Telefoonnummer klant; • Doelgroep : beschermd, LAC, actieve budgetmeter, prioritaire doelgroep van het FRGE, huurder sociale huisvesting, huurder sociaal verhuurkantoor, huur maximaal 450 euro per maand (verhoogd tot 500 euro in centrumsteden en Vlabinvest-gebied). Uitvoerder van het begeleidingstraject STAP 1 : voorbereidende fase voor uitvoering van de werken 1) opmaken van een gepersonaliseerd plan, inclusief afmetingen, voor het aanbrengen van dakisolatie en/of het vervangen van enkel glas, onderbouwd met schetsen en/of foto's (voor wat betreft glasvervanging en raamvervanging wordt enkel advies gegeven over vervangingen binnen de bestaande raamopeningen zonder vergunningsplicht); 2) ingeval van vervanging verwarmingsinstallatie : inschatten van het benodigde ketelvermogen; 3) afgeven aan de klant van het gepersonaliseerd plan met inbegrip van de inschatting van het benodigde ketelvermogen; 4) in geval van verwarming : nagaan of de schouw moet worden aangepast; 5) in geval van dakisolatie : nagaan of de klant de werken zelf kan uitvoeren of beter kan laten uitvoeren; 6) in geval van beglazing : nagaan of ook de ramen en niet enkel het glas moeten worden vervangen; 7) inschatting maken van de kostprijzen, door middel van meetstaten en gebruik makend van recente standaardkostprijzen bouwsector, recente gemiddelde aankoopprijzen isolatiemateriaal/ beglazing/ ramen/verwarmingsinstallatie en toebehoren + eventuele bijkomende afwerking voor beglazing + eventuele aanpassing van de schoorsteen ingeval van verwarming; 8) afgeven aan de klant van de kostprijsinschatting; 9) raming van de netto-investeringskost maken na verrekening van de financiële ondersteuningsmaatregelen waarvoor de klant in aanmerking komt; 10) afgeven aan de klant van de raming van de netto-investeringskost; 11) ingeval van dakisolatie + indien de klant de werken zelf wenst uit te voeren : instructies geven inzake een degelijke plaatsing van dakisolatie aan de hand van opleidingsdocumentatie, modelfiches, meetstaten, verwijzing naar internetfilmpjes, wijzen op gevaren van slechte plaatsing isolatie, verwijzing naar opleidingen, ...; 12) indien de klant de werken wenst te laten uitvoeren : opmaken van een kort bestek/meetstaat; 13) indien de klant de werken wenst te laten uitvoeren, de klant bijstaan bij het opvragen van minstens 3 onafhankelijke offertes; De uitvoerder van de scan dient zich te onthouden van commerciële voorstellen zowel uit eigen naam als uit naam van een met hem gelieerde onderneming. 14) nadat de klant de offertes heeft doorgestuurd aan de energiescanner : instaan voor het formeel en neutraal beoordelen van de ontvangen offertes; 15) feedback aan de klant in verband met de beoordeling + bezorgen van de formele evaluatie van de offertes aan de klant; De laatste 2 deeltaken kunnen door de energiescanner worden uitgevoerd in zijn/haar kantoren, de andere deeltaken worden uitgevoerd tijdens een huisbezoek. INDIEN DE KLANT OP DIT OGENBLIK AFZIET VAN HET LATEN UITVOEREN VAN DE INVESTERING : GA VERDER MET STAP 4 STAP 2 : Uitvoering werken zelf - contacteren van de gekozen uitvoerder en afspreken timing uitvoering van de werken of er minstens voor zorgen dat aannemer en klant met elkaar in contact komen om onderling praktische afspraken te maken qua timing; 29
108/220 RMW - 11 maart 2015
STAP 3 : Na de werken - na uitvoering van de werken : de klant bijstaan bij het invullen van de verschillende aanvraagformulieren voor het bekomen van een financiële tegemoetkoming en/of bij het invullen van de belastingaangifte althans wat het luik `energiebesparende maatregelen' betreft. STAP 4 (enkel indien klant heeft afgehaakt na stap 1) : Uitvoering van enkele kleine energiebesparende maatregelen en actieve begeleiding bij het veranderen van leverancier (indien switch gewenst) Er wordt overgegaan tot uitvoering van 2 van de 9 maatregelen beschreven in de energiescan. De klant overlegt met de scanner wat het meest is aangewezen. Bovendien wordt, indien de klant daarvoor interesse heeft, module 1 uit het begeleidingstraject type 1 (actieve begeleiding bij het veranderen van energieleverancier) aangeboden. De klant dient af te tekenen voor de geplaatste materialen. Een begeleidingstraject type 2 energiebesparende investeringen kan gefactureerd worden indien alle stappen tot en met deeltaak 13 van stap 1 werd voltooid. Indien stap 1 wordt doorlopen voor meerdere maatregelen (dakisolatie, beglazing of verwarming), kunnen meerdere begeleidingstrajecten worden aangerekend. Deze mogelijke facturatie doet geen afbreuk aan verplichting om ook de verder te volgen stappen in het begeleidingstraject uit te voeren. De trajectbegeleider dient het volledige traject uit te voeren tot en met stap 3 indien de klant de investeringen laat uitvoeren, of met inbegrip van stap 4 indien de klant na stap 1 afziet van de investeringen. Niet correct gefactureerde begeleidingstrajecten zullen worden teruggevorderd. Verwerking in software De begeleidingstrajecten type 2 worden verwerkt in een softwarepakket. Dit softwarepakket laat toe om na te gaan : - welke investeringen de klant heeft uitgevoerd; - op welke data de verschillende stappen werden uitgevoerd; - hoeveel m2 dakisolatie werd geplaatst; - hoeveel m2 enkel glas werd vervangen; - welke nieuwe verwarmingsinstallatie werd geplaatst; - welke kleine energiebesparende investeringen werden uitgevoerd; - of de klant begeleid werd bij het veranderen van leverancier. en om hiervan gedetailleerde overzichten op te maken. Voor wat betreft de documenten die opgesteld worden in stap 1 wordt per begeleidingstraject minstens een unieke referentie opgenomen naar deze documenten, indien mogelijk worden de documenten zelf opgeslagen in dit softwarepakket. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams <Energieagentschap> tot wijziging van het besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams <Energieagentschap> van 14 december 2011 houdende het vastleggen van de minimale kwaliteitslabels waaraan koelkasten en wasmachines moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een kortingsbon en de minimumvereisten waaraan energiescans moeten voldoen. Brussel, 13 januari 2014. De administrateur-generaal van het Vlaams <Energieagentschap>, L. PEETERS
30
109/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Ouderenzorg Staf
2015_RMW_00076
Erkenning van SFG Antoniushof als Groep van Assistentiewoningen - documenten Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context De erkenning van SFG Antoniushof loopt tot en met 31 april 2015. In het kader van het nieuwe woonzorgdecreet met betrekking tot groepen van assistentiewoningen (GAW) wordt voor Antoniushof een erkenning als GAW ingediend met ingang van 1 mei 2015. Hiervoor zijn een aantal administratieve formaliteiten noodzakelijk: - update kwaliteitshandboek; - opmaak overeenkomst assistentiewoning ter vervanging van de verblijfsovereenkomst in een serviceflat; - opmaak interne afsprakennota ter vervanging van het huishoudelijk reglement; - samenwerking met derden in het kader van de overbruggingszorg.
Update kwaliteitshandboek: In de RMW van 12 oktober 2012 werden al een aantal documenten en procedures goedgekeurd. Deze goedgekeurde procedures en documenten werden gescreend. Er gebeurden inhoudelijk geen wijzigingen. Er gebeurden wel wijzigingen in functie van terminologie: - dagelijks verantwoordelijke = woonassistent - diensthoofd zelfstandig wonen en projecten = diensthoofd themawerking en wonen - serviceflatgebouw = groep van assistentiewoningen Deze procedures en documenten vindt u niet in bijlage. In bijlage vindt u wel de procedures die inhoudelijk gewijzigd zijn of destijds niet werden ingediend. Het betreft: - procedure plannen, bijsturen en uitvoeren kwaliteitshandboek; - procedure vrijwillig ontslag, verplicht ontslag en overlijden; - procedure documentenbeheer
Overeenkomst assistentiewoning: De verblijfsovereenkomst werd in overleg met de juridische dienst en volgens het nieuwe decreet aangepast. Deze werd opgemaakt naar analogie met de overeenkomst voor GAW Wibier. Zie bijlage.
Interne afsprakennota: Het huishoudelijk reglement werd in overleg met de juridische dienst en volgens het nieuwe decreet aangepast. Deze werd opgemaakt naar analogie met de interne afsprakennota voor GAW Wibier. Zie bijlage.
Overbruggingshulp: Er werden afspraken gemaakt met ldc De Thuishaven en wzc Sint Jozef in het kader van de overbrugginshulp. Zie bijlage.
110/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
De linken die vermeld worden in de documenten / procedures worden gelegd na goedkeuring door de raad. Het volleidge kwaliteithshandboek en alle relevante documenten worden op intranet gezet zodat deze voor de medewerkers raadpleegbaar zijn.
Motivering Het nieuwe woonzorgdecreet met betrekking tot groepen van assistentiewoningen. Het aflopen van de erkenning van SFG Antoniushof op 31 april 2015.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 12 november 2014, 2014_RMW_00321 Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 18 oktober 2012, 2012_RMW_00411
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Aangepaste woonvormen aanbieden
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 de aangepaste documenten en procedures in het kwaliteitshandboek
Artikel 2 de overeenkomst en interne afsprakennota voor de groep van assistentiewoningen
Artikel 3 de afspraken in het kader van overbruggingshulp met lokaal dienstencentrum De Thuishaven en woonzorgcentrum Sint Jozef.
Artikel 4
111/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: RMW20150311_3.3. planning, bijsturen, uitvoeren kwaliteitshandboek.pdf Bijlage 2: RMW2015-03-11_3.2.4. Procedure voor vrijwillig ontslag , verplicht ontslag en overlijden.pdf Bijlage 3: RMW20150311_3.2.13. Procedure documentenbeheer.pdf Bijlage 4: RMW20150311_DO_OVK_assistentiewoning_def.pdf Bijlage 6: RMW20150311_overbruggingshulp assistentiewoningen_ldc_def.pdf Bijlage 7: RMW20150311_overbruggingshulp assistentiewoningen_st jozef_def.pdf
Bijlage(n) RMW20150311_3.3. planning, bijsturen, uitvoeren kwaliteitshandboek.pdf RMW2015-03-11_3.2.4. Procedure voor vrijwillig ontslag , verplicht ontslag en overlijden.pdf RMW20150311_3.2.13. Procedure documentenbeheer.pdf RMW20150311_DO_OVK_assistentiewoning_def.pdf RMW20150311_overbruggingshulp assistentiewoningen_ldc_def.pdf RMW20150311_overbruggingshulp assistentiewoningen_st jozef_def.pdf
112/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: RMW20150311_3.3. planning, bijsturen, uitvoeren kwaliteitshandboek.pdf
113/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Bijsturen handboek
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
Pagina 1 van 3 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
3.3. Procedure voor het plannen, uitvoeren en bijsturen van de inhoud van het kwaliteitshandboek. 1. Doel • • • •
Het bewaken van de relevantie van de documenten die beschreven zijn in het kwaliteitshandboek Het up – to- date houden van deze documenten Het aanvullen en/of bijsturen en evalueren van het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitssysteem of de kwaliteitsplanning Het beveiligen van de documenten op een geïnformatiseerde wijze.
2. Toepassingsgebied Het totale dienstverleningspakket in het serviceflatcomplex 3. Definities • • •
Geïnformatiseerd kwaliteitshandboek: het volledig kwaliteitshandboek op het intranet dat voor iedereen toegankelijk is. Gedeeltelijk en dienstspecifiek kwaliteitshandboek: een outprint van een gedeelte van het kwaliteitshandboek met alle relevante documenten voor Antoniushof. OZ : departement ouderenzorg
114/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Bijsturen handboek
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
Pagina 2 van 3 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
4. Werkwijze Opdeling proces
Stappen
Voorbereiding
1. De bewaking van de documenten die beschreven staan in het kwaliteitshandboek gebeurt in overleg tussen proceseigenaar en verantwoordelijke staf OZ 2. Deze coördinatie wordt opgenomen in de kwaliteitsplanning 3. Vanuit de kwaliteitsplanning worden documenten geactualiseerd of bijgestuurd 4. De tevredenheidsmetingen kunnen aanleiding geven tot het opmaken van verbeterprocessen. 5. Ontwikkelingen van nieuwe zorginzichten en/of handelingen kunnen aanleiding geven tot het bijsturen van de hulp-en dienstverlening in zijn totaliteit 6. Nieuwe overheidsbepalingen en/of reglementeringen kunnen aanleiding zijn tot reorganisatie van processen en/of structuren 1. De opvolging van documenten wordt opgenomen in de kwaliteitsplanning. 2. Nieuwe structuren, vernieuwde zorginzichten , verbeterpunten en projecten kunnen aanleiding zijn om de kwaliteitsplanning bij te sturen 3. Elke bijsturing of voorstel tot bijsturing wordt besproken tussen staf OZ en de woonassistent 4. Op dit overlegmoment worden de modaliteiten van de verbeterprojecten, herstructureringen, bijsturingen besproken en vastgelegd. 5. Vooraleer deze te implementeren zullen de nieuwe procedures, structuren ook ter goedkeuring voorgelegd worden aan de bevoegde instanties binnen het OCMW 6. Nadien verloopt de implementatie volgens de procedure “documentenbeheer handboek”.
Bijsturing kwaliteitshand boek
5. Te gebruiken hulpmiddelen en documenten
115/220 RMW - 11 maart 2015
Opmerkingen of verwijzing naar andere procedures (=P) of werkvoorschriften (=W) of documenten (=D) kwaliteitsplanning (D)
link Qplanning
Verantwoordelijk heden (=V) of bevoegdheden (=B)
proceseigenaar (V)
Diensthoofd OZ ZWP
Procedure documentenbeheer kwaliteitshandboek(P) Resultaten tevredenheidsmeting ( D)
Alle medewerkers ( B)
Alle medewerkers (B) en Overheid (B) Proceseigenaar ( B)
Verslag vergadering ( D)
Procedure documentenbeheer kwaliteitshandboek (P)
Woonassistent (V)
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Bijsturen handboek
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
• •
Pagina 3 van 3 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
Kwaliteitsplanning Procedure “documentenbeheer handboek” (P)
6. Registratie •
Jaarverslag
7. Proceseigenaar • • •
Eigenaar : Introductiedatum : Herzieningsperiode :
116/220 RMW - 11 maart 2015
woonassistent 1 april 2015 tweede kwartaal 2019
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
Notulen open zitting
Bijlage: RMW2015-03-11_3.2.4. Procedure voor vrijwillig ontslag , verplicht ontslag en overlijden.pdf
117/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Procedures Ontslag
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
Pagina 1 van 2 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
3.2.4.Procedure voor vrijwillig ontslag, ontslag en overlijden 1. Doel • •
De gebruiker ontvangt de relevante informatie bij aanmelding en gedurende het hele verblijf (SMK 1.15.). Indien de voorziening niet de aangewezen voorziening is , wordt in samenspraak met de gebruiker doorverwezen (SMK 2.3.).
2. Toepassingsgebied Alle bewoners van de groep van assistentiewoningen Antoniushof 3. Definities •
A.O.O. = centrale dienst Advies, Oriëntatie en Opname
4. Werkwijze Opdeling proces
Stappen
Opmerkingen of verwijzing naar andere procedures (=P) / werkvoorschriften (=W) / documenten (=D)
Verantwoordelijk heden (=V) of bevoegdheden (=B)
Voorbereiding
1.
Bij de aanvraag tot opname worden de mogelijkheden en de beperktheden van zorgaanbod besproken.
Linken met ovk overbruggingszorg (D)
Dienst A.O.O. (V)
2.
Er bestaan duidelijk omschreven redenen die aanleiding kunnen geven tot ontslag. Deze zijn neergeschreven in de interne afsprakennota
Link invoegen( D)
De interne afsprakennota en de overeenkomst assistentiewoning worden ondertekend bij opname.
Link ovk (D)
Verblijf + einde verblijf.
1. 2.
De nieuwe bewoner ontvangt van dit document een exemplaar.
3.
De overeenkomst assistentiewoning eindigt bij het overlijden van de bewoner. De modaliteiten voor de betaling, de ontruiming van de woning werden vastgelegd in de overeenkomst assistentiewoning.
4.
De bewoner kan zelf, mits het in acht nemen van de
118/220 RMW - 11 maart 2015
Woonassistent (V)
Woonassistent/Verant woordelijke administratie en onthaal (V)
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Procedures Ontslag
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
Pagina 2 van 2 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
vastgelegde opzeggingstermijn, een einde maken aan de overeenkomst assistentiewoning. Indien mogelijk kan een gunstigere opzeggingstermijn voor de bewoner bekomen worden mits onderling overleg en met akkoord van beide partijen . 5.
Ontslag
5. Te gebruiken hulpmiddelen en documenten Interne afsprakennota Opnameovereenkomst assistentiewoning
6. Registratie •
Ontslagbrief
7. Proceseigenaar. • • •
Bewoner/gebruiker(V) Woonassistent ( B+V)
De voorziening kan in geval van de duidelijk omschreven reden in de interne afsprakennota en/of overeenkomst assistentiewoning overgaan tot ontslag van de bewoner. In geval van ontslag door de voorziening blijft de voorziening verantwoordelijk tot een definitieve en gepaste oplossing voor de bewoner is gevonden. Indien wordt overgegaan tot een externe doorverwijzing dan zijn de ontslagmodaliteiten van toepassing. Deze staan neergeschreven in de interne afsprakennota.
• •
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
Eigenaar : Introductiedatum : Herzieningsperiode :
119/220 RMW - 11 maart 2015
Woonassistent 01-04-2015 tweede kwartaal 2019
Bewoner en/of woonassistent (B+V)
Notulen open zitting
Bijlage: RMW20150311_3.2.13. Procedure documentenbeheer.pdf
120/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Procedures – Documentenbeheer
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
Pagina 1 van 4 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
3.2.13 Procedure ‘Documentenbeheer handboek’ 1. Doel • • • •
Weg vinden in het kwaliteitshandboek. Uniforme opmaak van documenten in het kwaliteitshandboek. Een kwaliteitshandboek presenteren met relevante en actuele documenten. Het beveiligen en het bewaken van de documenten op een geïnformatiseerde wijze.
2. Toepassingsgebied Alle medewerkers die bij de dienstverlening betrokken zijn. 3. Definities • •
Geïnformatiseerd kwaliteitshandboek: het volledig kwaliteitshandboek op intranet dat voor iedereen toegankelijk is. Gedeeltelijk en dienstspecifiek kwaliteitshandboek: een outprint van een gedeelte van het kwaliteitshandboek met alle relevante documenten voor de desbetreffende voorziening.
121/220 RMW - 11 maart 2015
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Procedures – Documentenbeheer
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
Pagina 2 van 4 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
4. Werkwijze Opdeling proces
Stappen
Voorbereiding
1. Het OCMW Gent opteerde ervoor om een geïnformatiseerd kwaliteitshandboek aan te leggen voor zijn ouderenvoorzieningen 2. Dit handboek staat met een schrijfbeveiliging centraal op de server 3. Alle diensten zijn verbonden via een eigen intern netwerk (intranet). 4. Het handboek is op elke lokale PC consulteerbaar via dit intranet 5. Door de snelkoppeling aan te klikken komt men op de ‘korte inhoud’ van het kwaliteitshandboek. 6. Alle documenten in het kwaliteitshandboek zijn opgemaakt met een zelfde kop- en een gestructureerde voettekst. 7. Alle procedures worden opgemaakt volgens een zelfde sjabloon ( = vastgelegde opmaak). 8. Alle documenten kunnen door alle medewerkers geconsulteerd worden. 9. Alle documenten uit het kwaliteitshandboek worden goedgekeurd door de bevoegde instanties binnen het OCMW. Deze goedkeuring is opgenomen in de gestructureerde koptekst. De verantwoordelijke administratie wordt op de hoogte gebracht na goedkeuring wijziging documenten 10. Bij de goedkeuring wordt een bepaalde geldigheidsduur voorzien. Deze is standaard 4 jaar. 11. Elk document uit het kwaliteitshandboek wordt bewaakt door een proceseigenaar. 12. De proceseigenaar bewaakt: 1. de geldigheidsduur 2. de inhoudelijke correctheid 13. De documenten op het intranet zijn schrijfbeveiligd en kunnen door de lokale gebruikers niet gewijzigd worden. 14. Enkel de staf ouderenzorg is gemachtigd wijzigingen aan te brengen aan het geïnformatiseerde kwaliteitshandboek. 15. De verantwoordelijke administratie zorgt ervoor
122/220 RMW - 11 maart 2015
Opmerkingen of verwijzing naar andere procedures (=P) of werkvoorschriften (=W) of documenten (=D)
Verantwoordelijkh eden (=V) of bevoegdheden (=B)
Directie OZ
Alle (B)
medewerkers
Alle (B)
medewerkers
Directie OZ –
Proceseigenaar(V)
Verantwoordelijke
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Procedures – Documentenbeheer
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
Pagina 3 van 4 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
dat in samenspraak met de woonassistent, de juiste documenten waarnaar verwezen wordt aanwezig zijn binnen de voorziening.
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
administratie en woonassistent ( V)
Consultatie 1. Het volledige kwaliteitshandboek wordt op het kwaliteitshandb intranet geplaatst en is voor iedereen oek consulteerbaar via de rubriek kwaliteitshandboek OZ. 2. Elk onderdeel van de ‘korte inhoud’ is met een hyperlink verbonden met de aangeduide documenten. Door er eenmaal op te klikken komt men op het gewenste document. 3. Ook documenten binnen documenten (bv. werkvoorschriften binnen procedures) kunnen volgens hetzelfde principe geconsulteerd worden. 4. Bij het leggen van een hyperlink verschijnen aparte iconen op het hoofdmenu: met de blauw opgelichte pijl vooruit of achteruit kan men terug naar het volgend of voorgaand document gaan. ⇐⇒ 5. Elk document van het centrale geïnformatiseerde kwaliteitshandboek kan via een printopdracht op de centrale printer afgedrukt worden. De afdruk vanuit dit netwerk garandeert steeds dat het juiste en meest actuele document wordt geconsulteerd. 6. Naast het volledige geïnformatiseerd kwaliteitshandboek zal het kwaliteitshandboek in kaftvorm beschikbaar zijn. Het omvat de korte inhoud, de inleiding, de opdrachtverklaring, het organogram, de communicatiekanalen, de specifieke taakomschrijvingen, het vormingsbeleid, en de specifieke procedures met werkomschrijvingen. 7. De documenten in de specifieke kwaliteitshandboeken worden samengesteld en beheerd door de woonassistent in samenspraak met de administratie.
Alle medewerkers (B)
Wijziging 1. Elk document uit het kwaliteitshandboek wordt documenten beheerd door een proceseigenaar. kwaliteitshandb 2. De proceseigenaar bewaakt: oek • de vastgelegde geldigheidsduur • de inhoud van het kwaliteitshandboek 3. De bewaking van de documenten wordt vastgelegd in de kwaliteitsplanning. 4. Drie maanden voor het verloop van de
Proceseigenaar (V)
123/220 RMW - 11 maart 2015
Alle medewerkers (B)
Verantwoordelijke administratie (V)
Woonassistent en administratie (V)
Hoofdstuk 3
Kwaliteitssysteem – Procedures – Documentenbeheer
Versie x Kwaliteitshandboek Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Auteur(s): Els Devriendt
Pagina 4 van 4 Nagezien door: Marc Willeput – woonassistent
Geldig vanaf: xx-xx-201x Beoordeeld door: Jan Lambrecht – diensthoofd themawerking en wonen
Geldig tot: xx-xx-201x Goedgekeurd : Raad xx-xx-201x
vastgelegde geldigheidsduur wordt de inhoud van het document door de procesbewaarder op zijn juistheid nagelezen.
5. De geldigheidsdatum wordt ofwel verlengd ofwel, als er inhoudelijke aanpassingen dienen te gebeuren, niet verlengd. 6. De nodige afspraken worden gemaakt om het document te herschrijven met eventuele samenstelling van ad-hoc werkgroep. 7. Het document wordt afgewerkt en ter goedkeuring opnieuw voorgelegd aan de bevoegde instanties ( BCC, Raad) 8. De nieuwe versie van het document wordt op de server geplaatst 9. De verantwoordelijke administratie zorgt voor de vervanging van de gewijzigde documenten in het kwaliteitshandboek
Verslag bespreking woonassistent en directeur OZ /coördinator
5. Te gebruiken hulpmiddelen en documenten Niet van toepassing
6. Registratie •
Jaarverslag
7. Proceseigenaar • • •
Eigenaar : Introductiedatum : Herzieningsperiode :
124/220 RMW - 11 maart 2015
woonassistent 1 april 2015 tweede kwartaal 2019
Woonassistent ( V)
Verantwoordelijke administratie (V)
Notulen open zitting
Bijlage: RMW20150311_DO_OVK_assistentiewoning_def.pdf
125/220 RMW - 11 maart 2015
Overeenkomst assistentiewoning Tussen ondergetekenden 1° .............................................................................................................................. ................................................................................................................................. (voornaam, naam en adres van de bewoners)
hierna ‘de bewoners’ genoemd
en
2° OCMW Gent gelegen te Onderbergen 86, 9000 Gent en hier geldig vertegenwoordigd door de voorzitter, Rudy Coddens en de secretaris, Luc Kupers
hierna ‘OCMW Gent’ genoemd, wordt overeengekomen wat volgt.
Deze overeenkomst is in overeenstemming met het woonzorgdecreet van 13 maart 2009 en (bijlage XVI van) het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en regelt het genotsrecht van de woning en de zorg- en dienstverlening binnen de groep van assistentiewoningen Antoniushof.
Artikel 1: Dagprijs 1.1.
Bedrag en samenstelling
De dagprijs bedraagt op 1 april 2014: - voor een flat < 47 m² : 23,63 EUR - voor een flat > 47 m²: 26,94 EUR
De dagprijs dekt: - de kosten van het genotsrecht: o voor een flat < 47m²: 453,53 EUR o voor een flat > 47m²: 556,14 EUR de huisvesting van de woning uitgezonderd de taksen eigen aan de bewoning; de brandverzekering van de groep van assistentiewoningen met afstand van verhaal maar niet de brandverzekering van de inboedel van de bewoners.
Overeenkomst assistentiewoningen Antoniushof Raadsbesluit -> datum invullen
126/220 RMW - 11 maart 2015
-
de kosten van de zorg- en dienstverlening: o voor een flat < 47m²: 279 EUR o voor een flat > 47m²: 279 EUR de activiteiten van de woonassistent; het gebruik van het oproepsysteem; de garantie van de crisiszorg en overbruggingszorg; de reële kosten van de crisiszorg; het gebruik en het onderhoud van de ontmoetings- en gemeenschappelijke ruimten zoals o.a. de groenvoorzieningen en technische installaties; het onderhoud van de gordijnen die eigendom zijn van OCMW Gent; het intern telefoonverkeer tussen de woningen onderling en met de woonassistent / secretariaat; de reiniging van de buitenzijde van het gebouw (gevels, daken) en ook de reiniging van de binnen -en buitenruiten van de woning.
De dagprijs wordt niet herzien of verminderd bij het overlijden van één van de bewoners tenzij volgens de bepalingen voorzien in artikel 1.2.
1.2.
Prijsaanpassingen
Er gebeurt een jaarlijkse prijsaanpassing van de volledige dagprijs volgens de consumptieprijsindex. Andere prijsaanpassingen zijn mogelijk, na goedkeuring van een prijsaanpassingsaanvraag bij de bevoegde overheidsdienst. Prijsaanpassingen zullen vooraf schriftelijk en individueel aan de bewoners en zijn vertegenwoordiger bekendgemaakt worden en gaan op zijn vroegst in dertig dagen na de kennisgeving ervan aan de bewoners of hun vertegenwoordiger. De aanpassing van het bedrag van de dagprijs wordt niet beschouwd als een wijziging van de overeenkomst.
Artikel 2: Genotsrecht assistentiewoning 2.1. Algemeen OCMW Gent stelt aan de bewoners een woning ter beschikking, gelegen Sint-Antoniuskaai / Meelstraat ……………… te Gent. De woning bestaat uit: • een inkomhal met vestiaire; • een binnenbergruimte met elektrische verzekeringskast; • een leefkamer; • een kitchenette uitgerust met : uitgietbak, opbergkasten, werktafel, kookplaat koelkast, vaatwasmachine, dampkap en microgolfoven; • een noodoproepsysteem; • een niet-gemeubelde slaapkamer met inbouwkleerkast;
Overeenkomst assistentiewoningen Antoniushof Raadsbesluit -> datum invullen
127/220 RMW - 11 maart 2015
• • •
een badkamer voorzien van sanitaire inrichting bestaande uit een douche, wc, wastafel met toebehoren en spiegel; vliegenraam; (over)gordijnen.
OCMW Gent verbindt zich ertoe om aan de bewoners geen andere woning toe te wijzen tenzij met hun uitdrukkelijk akkoord of als het recht op het gebruik van de woning waarin de bewoners verblijven, wordt beëindigd.
2.2. Bestemming van de woning De ter beschikking gestelde woning is bestemd om rustig te worden bewoond door de bewoners. De bewoners mogen geen commerciële activiteiten organiseren, noch de bestemming van de woning wijzigen. Enkel de bewoners, die met OCMW Gent een overeenkomst hebben afgesloten, kunnen de woning bewonen.
2.3. Veranderingen Het is de bewoners niet toegelaten veranderingen aan te brengen aan de woning zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van OCMW Gent. De toestemming vermeldt eveneens de afspraken die gemaakt werden met betrekking tot deze veranderingen bij het verlaten van de woning. Bij het einde van de overeenkomst blijven de aangebrachte veranderingen eigendom van OCMW Gent en dit zonder vergoeding.
2.4. Plaatsbeschrijving OCMW Gent verbindt zich ertoe om uiterlijk wanneer de bewoners de woning betreden, samen met de bewoners of hun vertegenwoordiger, op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening, een omstandige plaatsbeschrijving op te stellen die bij de overeenkomst wordt gevoegd. Indien een omstandige plaatsbeschrijving is opgesteld, moeten de bewoners de woning teruggeven zoals zij ze, volgens de beschrijving ontvangen hebben, met uitzondering van wat door ouderdom of overmacht is tenietgegaan of beschadigd of wat hieromtrent werd afgesproken zoals beschreven in artikel 2.3. Indien geen omstandige plaatsbeschrijving is opgesteld, wordt vermoed dat de bewoners de woning ontvangen hebben in dezelfde staat als waarin ze zich bevindt op het einde van de overeenkomst, behoudens tegenbewijs dat door alle middelen kan worden geleverd.
2.5. Waarborg
Overeenkomst assistentiewoningen Antoniushof Raadsbesluit -> datum invullen
128/220 RMW - 11 maart 2015
Als waarborg voor de naleving van de verplichtingen van de bewoners zal een bedrag aangerekend worden van 30 x de volledige dagprijs. De waarborg wordt vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst gestort op een persoonlijke en geblokkeerde rekening waarvan de opbrengst voor de bewoners is. De waarborg dient alleen ter uitvoering van de bepalingen van de overeenkomst of om een eventuele schadevergoeding voor opzettelijk veroorzaakte schade te betalen. Bij het einde van de overeenkomst zal dit bedrag samen met de interesten worden vrijgemaakt ten voordele van de bewoners of zijn erfgenamen, wanneer OCMW Gent heeft vastgesteld dat de bewoners aan al hun verplichtingen hebben voldaan en nadat de plaatsbeschrijving werd nagezien.
2.6. Aansprakelijkheid en verzekeringen OCMW Gent is niet aansprakelijk voor diefstal of beschadiging van de persoonlijke eigendommen van de bewoners. De bewoners zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt aan OCMW Gent, hun personeelsleden, aangestelden, vrijwilligers en derden. OCMW Gent sluit een verzekering tegen brand en aanverwante risico’s af met afstand van verhaal voor de groep van assistentiewoningen. De bewoners dienen hun persoonlijke eigendommen zelf te verzekeren tegen brand en aanverwante risico’s. OCMW Gent sluit geen burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering af voor de bewoners.
Artikel 3: Zorg- en dienstverlening 3.1. Extra vergoeding Volgende diensten en leveringen geven aanleiding tot een extra vergoeding: • de reële kosten van de overbruggingszorg; • de kosten verbonden aan de thuiszorgdiensten; • de abonnee-, huur- en verbruikskosten voor elektriciteit, water, radio en TVkabeldistributie; • de huur van de telefoontoestel; • warme maaltijden; • de kosten verbonden aan deelname aan activiteiten; • de supplementaire kosten voor dienstverlening waarvoor een afzonderlijk bedrag werd vastgesteld door OCMW Gent; • andere diensten, leveringen, activiteiten enz. die niet in de samenstelling van de dagprijs zijn inbegrepen.
3.2. Beheer van gelden of goederen
Overeenkomst assistentiewoningen Antoniushof Raadsbesluit -> datum invullen
129/220 RMW - 11 maart 2015
Het beheer van gelden of goederen van de bewoners of het bewaren ervan kan niet aan OCMW Gent, zijn personeelsleden, aangestelden of vrijwilligers van het assistentiewoningcomplex worden toevertrouwd, met uitzondering van de verrekening van kosten die rechtstreeks met het verblijf in de woning te maken hebben.
Artikel 4: Wijziging van de overeenkomst OCMW Gent verbindt zich ertoe de overeenkomst, uitgezonderd de aanpassing van de dagprijs, alleen met akkoord van de bewoners of hun vertegenwoordiger te wijzigen. Als de bewoners of hun vertegenwoordiger niet akkoord gaan met een voorgestelde wijziging, kunnen de bewoners verder in de woning verblijven op basis van de overeenkomst die tot dan toe geldt.
Artikel 5: Interne afsprakennota De interne afsprakennota is aanvullend van toepassing. De bewoners verbinden zich ertoe de interne afsprakennota stipt na te leven. Wijzigingen aan de interne afsprakennota worden vooraf meegedeeld en kunnen op zijn vroegst toegepast worden dertig dagen na de kennisgeving ervan aan de bewoners.
Artikel 6: Verbreking en beëindiging van de overeenkomst 6.1. Verbreking overeenkomst OCMW Gent verbindt zich ertoe de overeenkomst niet te verbreken tenzij wegens overmacht of om redenen en volgens de procedure vermeld in de interne afsprakennota.
6.2. Einde overeenkomst 6.2.1. Overlijden De overeenkomst neemt van rechtswege een einde op de dag van het overlijden van de (langstlevende) bewoner. De woning wordt vrijgemaakt binnen de 15 dagen na overlijden van de langstlevende bewoner. Tot en met de 15de dag na overlijden (of daarna tot en met de dag van de ontruiming) wordt de dagprijs verder betaald. Als binnen die termijn de woning opnieuw bewoond wordt, kan de dagprijs alleen worden aangerekend tot en met de dag die voorafgaat aan de nieuwe bewoning.
Overeenkomst assistentiewoningen Antoniushof Raadsbesluit -> datum invullen
130/220 RMW - 11 maart 2015
Als de woning niet binnen de bepaalde termijn ontruimd is, kan OCMW Gent de woning zelf ontruimen en de persoonlijke bezittingen van de overleden bewoner opslaan. OCMW Gent kan de reële aantoonbare opslagkosten en / of kosten voor ontruiming van de woning aanrekenen aan de nabestaanden van de overleden (langstlevende) bewoner.
6.2.2. Gezondheidsredenen Indien de lichamelijke en / of geestelijke gezondheidstoestand van de bewoner(s) zodanig evolueert dat een verblijf in de assistentiewoning niet langer mogelijk is, kan de woonassistent - na overleg met de behandelende arts, de bewoners, hun familie en / of vertegenwoordiger - een procedure instellen om een einde te stellen aan de overeenkomst. Indien er geen overleg mogelijk is met de behandelende arts, de bewoner(s), zijn familie en/of de vertegenwoordiger kan de woonassistent ook - via een controlearts - laten vaststellen dat een bewoner lichamelijk en / of geestelijk niet meer geschikt is om in de woning te verblijven. Indien de behandelende arts niet instemt met het advies van de controlearts, wordt in onderling akkoord een derde arts aangewezen. Het advies van de derde arts is bindend voor alle partijen. De definitieve beslissing om een einde te stellen aan de overeenkomst omwille van gezondheidsredenen wordt genomen door het daartoe bevoegde bestuursorgaan van OCMW Gent. Indien er een einde gesteld wordt aan de overeenkomst omwille van gezondheidsredenen verbindt OCMW Gent er zich toe mee te zoeken naar een passend verblijf en de opzeggingstermijn zolang te verlengen en dit in overleg met de bewoners, hun familie of vertegenwoordiger en in overleg met de voorziening die voor de opname zal instaan.
6.3. Beëindiging door de bewoners De bewoners of hun vertegenwoordiger beëindigen de overeenkomst per aangetekende brief met inachtneming van een opzeggingstermijn van 30 dagen. De eerste dertig dagen van het verblijf worden echter beschouwd als een proefperiode. De opzeggingstermijn wordt in die periode beperkt tot 7 dagen. Indien de woning ontruimd en opnieuw bewoond wordt binnen de opzeggingstermijn, kan de dagprijs alleen worden aangerekend tot de dag die voorafgaat aan de nieuwe bewoning. De termijn gaat in op de eerste dag die volgt op de schriftelijke betekening van de opzegging aan OCMW Gent, t.a.v. de woonassistent.
6.4. Beëindiging door OCMW Gent OCMW Gent kan per aangetekende brief een einde stellen aan de overeenkomst met inachtneming van een opzeggingstermijn van 60 dagen. De eerste dertig dagen van het verblijf worden echter beschouwd als een proefperiode. De opzeggingstermijn wordt in die periode beperkt tot 7 dagen. Indien de woning ontruimd en opnieuw bewoond wordt binnen de opzeggingstermijn, kan de dagprijs alleen worden aangerekend tot de dag die voorafgaat aan de nieuwe bewoning.
Overeenkomst assistentiewoningen Antoniushof Raadsbesluit -> datum invullen
131/220 RMW - 11 maart 2015
De termijn gaat in op de eerste dag die volgt op de schriftelijke betekening van de opzegging aan de bewoners. Artikel 7: Bescherming van de persoonlijke levenssfeer - Verwerking van persoonsgegevens OCMW Gent registreert en verwerkt de persoonsgegevens betreffende de bewoners en zijn mantelzorgers met het oog op de zorg- en dienstverlening. OCMW Gent bewaart de persoonsgegevens minimaal 2 jaar en maximaal 5 jaar na het beëindigen van de zorg- en dienstverlening.
Artikel 8: Duur van de overeenkomst De overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur met ingang vanaf ………………………………………
Artikel 9: Toepasselijk recht en bevoegdheid Op deze overeenkomst is uitsluitend het Belgisch recht van toepassing. Alle geschillen die tussen partijen mochten ontstaan met betrekking tot of voortvloeiend uit deze overeenkomst en waarover geen onderling akkoord kan bereikt worden, dienen voorgelegd te worden aan de daartoe bevoegde rechter in Gent.
Opgemaakt in tweevoud op …………………………….. te Gent waarvan elk exemplaar apart gehandtekend wordt en waarvan elke partij verklaart één origineel exemplaar van de overeenkomst en de interne afsprakennota ontvangen en goedgekeurd te hebben.
De bewoners
Namens OCMW Gent
(voornaam, naam en handtekening bewoners of vertegenwoordiger)
Luc Kupers secretaris
Bijlage: omstandige plaatsbeschrijving. Bijlage: interne afsprakennota.
Overeenkomst assistentiewoningen Antoniushof Raadsbesluit -> datum invullen
132/220 RMW - 11 maart 2015
Rudy Coddens voorzitter
Notulen open zitting
Bijlage: RMW20150311_overbruggingshulp assistentiewoningen_ldc_def.pdf
133/220 RMW - 11 maart 2015
Organisatie van overbruggingszorg en omkaderingszorg op weekdagen in de Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Kader In overeenstemming met artikel 7 van bijlage XVI (groepen van assistentiewoningen) van het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregels voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers garandeert OCMW Gent als beheersinstantie aan de bewoners overbruggingszorg. Doelstelling: OCMW Gent verzekert een kwaliteitsvolle klantgerichte dienstverlening door het garanderen van intern georganiseerde overbruggings- en omkaderingszorg. Deze interventies gebeuren door medewerkers van het lokaal dienstencentrum (ldc) De Thuishaven, Neuseplein 33 9000 Gent. Dit is een lokaal dienstencentrum van OCMW Gent zelf. De reële kosten van de overbruggingszorg zullen aangerekend worden aan de gebruiker volgens de tarieven gehanteerd door het lokaal dienstencentrum (ldc) De Thuishaven. Naast de overbruggingszorg kunnen de bewoners ook beroep doen op alle dienstverlening van het lokaal dienstencentrum. Voor sommige aspecten zal er een bijdrage aangerekend worden (meer info is te vinden in de infobrochure van ldc De thuishaven of het tijdschrift ‘Wijs’). Overbruggingszorg Deze omvat: gezinszorg vanuit het lokaal dienstencentrum op weekdagen van 09.00 tot 17.00 uur; eventueel dringende boodschappen door vrijwilligers en / of personeel van het lokaal dienstencentrum (ldc) De Thuishaven na overleg met Antoniushof. Werking: gezinszorg tot de reguliere thuiszorg kan overnemen; geen onderhoud van de woningen (geen poetshulp); eventueel dringende boodschappen kan overnemen, familie en buren van bewoners Antoniushof worden eerst gestimuleerd om deze taak op zich te nemen; de woonassistent wordt via mail op de hoogte gesteld van de interventies en de aangeboden zorg en noteert het in het elektronisch zorgdossier. Praktische afspraken de aanvraag vanuit Antoniushof gebeurt telefonisch en wordt bevestigd via mail; de woonassistent geeft feedback aan de centrumleidster en maatschappelijk werker; per kwartaal is er een gemeenschappelijk overleg; de overeenkomst gaat in op 1 mei 2015.
134/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: RMW20150311_overbruggingshulp assistentiewoningen_st jozef_def.pdf
135/220 RMW - 11 maart 2015
Organisatie van overbruggingszorg en omkaderingszorg na de kantooruren en tijdens zon- en feestdagen in de Groep van Assistentiewoningen Antoniushof Kader In overeenstemming met artikel 7 van bijlage XVI (groepen van assistentiewoningen) van het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregels voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers garandeert OCMW Gent als beheersinstantie aan de bewoners overbruggingszorg. Doelstelling: OCMW Gent verzekert een kwaliteitsvolle klantgerichte dienstverlening door het garanderen van intern georganiseerde overbruggings- en omkaderingszorg Deze interventies gebeuren door medewerkers van het woonzorgcentrum St. Jozef; De reële kosten van de overbruggingszorgdoor St. Jozef zijn: o o
tijdens het permanentie-uur: geen meerkost voor GAW Antoniushof; buiten het permanentie-uur: zelfde tarief als een crisisinterventie. De betaling hiervan gebeurt door GAW Antoniushof via de , trimesteriële factuur aan StJozef. GAW Antoniushof verrekent deze kosten aan de betreffende bewoners.
Overbruggingszorg na de kantooruren en tijdens zon- en feestdagen Deze omvat: Gezinszorg; eventueel dringende boodschappen; dringende zorgtaken. Werking: geen verpleegkundige taken; geen onderhoud van de woningen (geen poetshulp); eventueel dringende boodschappen. De familie en buren van bewoners Antoniushof worden eerst gestimuleerd om deze taak op zich te nemen; de woonassistent wordt via mail op de hoogte gesteld van de interventies en de aangeboden zorg en noteert het in het elektronisch zorgdossier. Praktische afspraken de aanvraag vanuit Antoniushof gebeurt telefonisch en wordt bevestigd via mail; de woonassistent geeft feedback aan de contactpersoon van St. Jozef per kwartaal is er een gemeenschappelijk overleg; deze bijkomende afspraken gaan in op 1 mei 2015.
136/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Woonzorgcentra - Woonzorgcentrum De Vijvers
2015_RMW_00077
Samenwerkingsovereenkomst Home Emmaüs vzw Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Dovencentrum Home Emmaüs vzw uit Ledeberg is een voltijds blijvend verblijf voor doven en slechthorenden en bestaat uit verschillende afdelingen. Naast een Tehuis Werkenden en een bezigheidshome, bestaat Emmaüs verder uit een dagcentrum, een afdeling begeleid wonen en een activiteitencentrum. Home Emmaüs is erkend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Reeds jaren kent wzc De Vijvers een goede samenwerking met Emmaüs. Het team van vrijwilligers in De Vijvers bestaat ondermeer uit een cliënt van Home Emmaüs die indien het nodig zou zijn, ondersteuning krijgt van een doventolk, verbonden aan Emmaüs. In het kader van een gerichte buurtwerking willen we de samenwerking op hun vraag verder intensifiëren door de badaccommodatie van De Vijvers ter beschikking te stellen voor Home Emmaüs.
Motivering Home Emmaüs beschikt momenteel, mede door een stijgende zorgbehoefte bij hun cliënteel, niet over een professionele uitrusting om haar cliënten baden te kunnen aanbieden. Gezien de goede relaties met Home Emmaüs vzw, en het kunnen ter beschikking stellen van een uitgeruste badaccommodatie op maat van zwaar zorgbehoevenden, wensen we een samenwerkingsovereenkomst met Home Emmaüs vzw aan te gaan. Het gebruik van de accommodatie gebeurt steeds onder begeleiding door medewerkers van Home Emmaüs vzw, en heeft dus geen impact op de werklast van de eigen personeelsleden. Naast De Vijvers werd ook bij andere diensten nagegaan of een samenwerking mogelijk was. Maar noch ldc De Knoop, noch thuisorganisaties beschikken over een voldoende uitgeruste accommodatie (o.a. hoog-laag baden), of bevinden zich niet in de onmiddellijke omgeving van Emmaüs, om te kunnen voldoen aan de eisen voor het verzorgen van zwaar zorgbehoevende cliënten. De samenwerking past in het kader van een buurtgerichte werking.
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De samenwerking met Stad Gent, partners, buurt optimaliseren
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1
137/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
De samenwerkingsovereenkomst met Home Emmaüs vzw.
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20150120_DO_Samenwerkingsovereenkomst WZC De Vijvers - home Emmaus.pdf
Bijlage(n) 20150120_DO_Samenwerkingsovereenkomst WZC De Vijvers - home Emmaus.pdf
138/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150120_DO_Samenwerkingsovereenkomst WZC De Vijvers - home Emmaus.pdf
139/220 RMW - 11 maart 2015
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW GENT - HOME EMMAÜS VZW Tussen enerzijds OCMW Gent, gevestigd te Onderbergen 86, 9000 Gent en hierbij geldig vertegenwoordigd door de heer Rudy Coddens, voorzitter, en de heer Luc Kupers, secretaris en anderzijds home Emmaüs vzw, gelegen te Van den Heckestraat 43, 9050 Ledeberg en vertegenwoordigd door de directeur, Martine Simons
wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: Afspraken Woonzorgcentrum (wzc) De Vijvers van OCMW Gent gelegen te Walstraat 1, 9050 Gentbrugge stelt zijn badaccommodatie ter beschikking van home Emmaüs vzw. Hieronder wordt verstaan : -
gebruik van de badaccommodatie (uitsluitend op de afdeling De Varens, tenzij anders overeengekomen); gebruik van hulpmiddelen (tillift, badlift); gebruik van water en elektriciteit.
De begeleiding gebeurt uitsluitend door een begeleider/therapeut van home Emmaüs vzw. Verzorgingsproducten en ander verzorgingsmateriaal begeleider/therapeut van home Emmaüs vzw.
wordt
meegebracht
door
de
Home Emmaüs vzw staat zelf in voor de verzorging van haar leden. Er wordt geen personeel ter beschikking gesteld door OCMW Gent. De begeleider/therapeut van Emmaüs vzw kan op geen enkele wijze opdrachten geven aan het personeel van OCMW Gent. De samenwerking tussen OCMW Gent en Emmaüs vzw wordt op regelmatige tijdstippen geëvalueerd. Dit overleg vindt steeds plaats in wzc De Vijvers.
Artikel 2: Werkwijze De begeleider/therapeut van home Emmaüs vzw meldt zich voor de start van het badmoment aan bij de hoofdverpleegkundige van de afdeling, of bij afwezigheid bij de zorgcoördinator. De begeleider/therapeut vult en ondertekent steeds een door OCMW Gent voorzien register in waarbij duidelijk de datum, het uur en de naam van de begeleider/therapeut worden ingevuld. Bij het einde van het badmoment schrijft de begeleider/therapeut zich in het register uit, en meldt haar of zijn vertrek onmiddellijk aan de hoofdverpleegkundige van de afdeling of bij afwezigheid, bij de zorgcoördinator. De badkamer wordt door de begeleider/therapeut beheerd als een goede huisvader. Dit betekent o.a. dat alle materialen op dezelfde plaats dienen achtergelaten te worden, zoals waar ze zich bevonden vóór het badmoment, het bad na ieder gebruik uitgespoeld wordt, enz.
140/220 RMW - 11 maart 2015
Defecten aan toestellen, snoeren, stekkers, stopcontacten enz. worden door de begeleiders/therapeut onmiddellijk gesignaleerd aan de hoofdverpleegkundige van de afdeling of bij afwezigheid, bij de zorgcoördinator. De badaccommodatie staat enkel ter beschikking op maandagnamiddag tussen 14u30 en 16u30. Wijzigingen in het tijdstip kunnen enkel na uitdrukkelijk akkoord van de hoofdverpleegkundige van wzc De Vijvers of bij afwezigheid, van de zorgcoördinator. Binnen de bestaande modaliteiten worden maximum 3 baden per week aangeboden. Indien de afspraak niet kan doorgaan, hetzij door home Emmaüs vzw, hetzij door OCMW Gent, wordt de afspraak telefonisch geannuleerd vóór 10u00. Artikel 3 : Financieel Er wordt door OCMW Gent geen vergoeding aangerekend voor het gebruik van de badaccommodatie. Artikel 4 : Aansprakelijkheid en verzekeringen OCMW Gent is niet aansprakelijk voor verlies of diefstal van goederen die toebehoren aan home Emmaüs vzw en/of de gebruiker van de accommodaties. Kosten van schade door oneigenlijk gebruik aan de accommodatie of toestellen van OCMW Gent, vallen volledig ten laste van home Emmaüs vzw. OCMW Gent is niet aansprakelijk voor ongevallen die voortvloeien uit onjuist gebruik van de accommodatie of die gebeuren tijdens de verzorging door een begeleider/therapeut van home Emmaüs vzw. Home Emmaüs vzw sluit hiervoor een lichamelijke ongevallenverzekering af. Home Emmaüs vzw vrijwaart OCMW Gent tegen schadeclaims die voortvloeien uit het gebruik van de accommodatie. Artikel 5 : Duur De samenwerkingsovereenkomst loopt vanaf de ondertekening van de overeenkomst en is van onbepaalde duur.
Artikel 6 : Beëindiging De overeenkomst kan schriftelijk opgezegd worden door één van de partijen. De opzeg gaat in op de eerste dag die volgt op de ontvangst van het schrijven.
Opgemaakt te Gent op ………………… in twee originelen, waarvan elk exemplaar apart gehandtekend wordt en waarvan elke partij erkent één exemplaar ontvangen en goedgekeurd te hebben. Namens OCMW Gent
Namens Home Emmaüs vzw
Luc Kupers secretaris
Martine Simons Directeur
Rudy Coddens voorzitter
141/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
P&O Human Resources - Selectie & Loopbaan Selectie
2015_RMW_00080
Oproep tot de interne personeelsmobiliteits- en bevorderingsprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (schilder - behanger) – Facility - Personeel en Organisatie Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Gelet op de formatie die werd goedgekeurd in de Raad van december 2014, dient de functie van hoofdtechnisch medewerker (schilder - behanger) bij Facility – Personeel en Organisatie te worden ingevuld.
Motivering Gelet op artikel 8 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent dat elke vacante betrekking op één van de volgende manieren ingevuld kan worden: door door door door
een een een een
aanwervingsprocedure; bevorderingsprocedure; procedure van interne personeelsmobiliteit; combinatie van vorige procedures.
Gekoppelde besluiten Vast Bureau, 7 mei 2012, 2012_VB_00765
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De oproep tot de interne personeelsmobiliteits- en bevorderingsprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (schilder - behanger) – Facility Personeel en Organisatie
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 3: 20150218_AK_PV schilder_behanger.pdf
142/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage(n) 20150218_AK_PV schilder_behanger.pdf
143/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150218_AK_PV schilder_behanger.pdf
144/220 RMW - 11 maart 2015
Proces-verbaal: Selectie - opstarten selectieprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (schilder-behanger) - Facility Personeel en Organisatie Versienummer: 1.0.0.334
Personeelsaanvraag
Wijze van invulling
Vast Bureau personeelsaanvraag: Graad: Functie: Functiefamilie: Functionele loopbaan: Dienst en Departement:
Hoofddeskundig medewerker Hoofdtechnisch medewerker Hoofdtechnisch medewerker C4-C5 Facility - Personeel en Organisatie
Interne medewerkers behouden hun reeds verworven statuut Op basis van art. 8 & 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent wordt voorgesteld om bovenvermelde vacature(s) in te vullen door een selectieprocedure van: b Interne Mobiliteit c d e f g b Bevordering c d e f g b Aanwerving c d e f g
Op basis van art. 19 bis tot en met 19 quater van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent beslist de aanstellende overheid om over te gaan tot een beperking van het aantal deelnemers indien het aantal geldige 7 overschrijdt. Deze beperking gebeurt op basis van een inschrijvingen eliminerende preselectieproef en door de doorstroom naar een volgend selectieonderdeel te beperken tot een maximaal aantal kandidaten van 7
Soort wervingsreserve
Deelnemingsvoorwaarden
Conform art. 21 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent en omdat het gaat om een functie die slechts op één specifieke dienst voorkomt eigen aan een dienst van het OCMW, zal op basis van de hierboven vermelde selectieprocedure een wervingsreserve met rangschikking aangelegd worden. Deelnemingsvoorwaarden voor kandidaten via de procedure van interne mobiliteit (conform art. 111 tot en met 115 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent) Voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit komen in aanmerking: l de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand; l de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden:
145/220 RMW - 11 maart 2015
ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervingsprocedure; l ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Ouderenzorg vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: l ze zijn na 1 juli 2011 aangesteld na een aanwervingsprocedure; l ze zijn voor 1 juli 2011 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. l
l
De volgende personeelscategorieën worden gelijkgeschakeld met de personeelsleden van OCMW-Gent: l
De personeelsleden van het AZ Jan Palfijn, die in dienst waren van het OCMW vóór 1 januari 1998
l
De personeelsleden van Stad Gent en van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand die dezelfde graad of een gelijkwaardige graad bekleden als deze van de vacante betrekking
Op de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieprocedure (zie verder) moet aan deze voorwaarden voldaan zijn: l
Belg zijn (als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvat die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur);
l
minstens 6 maanden graadanciënniteit hebben (in dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang) in zoverre de proeftijd of inloopperiode is beëindigd;
l
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over bijkomend diploma, namelijk: een diploma, getuigschrift of attest als schilder/behanger
l
Gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over het rijbewijs zoals weergegeven in Bijlage 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent, namelijk: Rijbewijs B
l
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten voldoen aan bijkomende voorwaarden, namelijk: l beschikken over twee jaar relevante werkervaring als voorbereider en uitvoerder van schilder- en kaleiwerken, als behanger en als voorbereider (aanbrengen van fixatielagen, egaliseren, …) en uitvoerder van vloerbedekkingswerken. De kandidaten die buitenlandse diploma’s voorleggen, moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum (zie verder) het bewijs leveren dat ze de gelijkwaardigheid van het diploma hebben aangevraagd. Uiterlijk op het ogenblik van de aanstelling op proef moeten ze het bewijs van gelijkwaardigheid voorleggen.
Op het moment van aanstelling moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:
146/220 RMW - 11 maart 2015
l
l l l
l
een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; de burgerlijke en politieke rechten genieten; een gunstig evaluatieresultaat hebben voor de laatste evaluatie; voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving voor de functie, getoetst door middel van een selectieprocedure of een bijkomende proef (zie verder); in voorkomend geval, medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen betrekking, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers
Laatstejaarsstudenten dienen het bewijs te leveren dat zij laatstejaarsstudent zijn op de uiterste inschrijvingsdatum. Zij dienen het bewijs te leveren dat ze voldoen aan de diplomavereisten op het ogenblik van aanstelling tijdens de inloopperiode. Deelnemingsvoorwaarden voor kandidaten via de bevorderingsprocedure (conform art. 100 tot en met 107 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent) Voor de deelname aan de bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden in aanmerking: l de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand; l de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: l ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervingsprocedure; l ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen; l de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Ouderenzorg vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: l ze zijn na 1 juli 2011 aangesteld na een aanwervingsprocedure; l ze zijn voor 1 juli 2011 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. De volgende personeelscategorieën worden gelijkgeschakeld met de personeelsleden van OCMW-Gent: l
De personeelsleden van Stad Gent en van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand die dezelfde graad of een gelijkwaardige graad bekleden als deze van de vacante betrekking
Op de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieprocedure (zie verder) moet aan deze voorwaarden voldaan zijn: l
Belg zijn (als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvat die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur)
l
een minimale niveauanciënniteit hebben naar gelang de betrekking waarvoor men zich kandidaat stelt, met name:
147/220 RMW - 11 maart 2015
l l l
2 jaar niveauanciënniteit in niveau C 3 jaar niveauanciënniteit in niveau D 3 jaar niveauanciënniteit in niveau C samen
of of en niveau D
(cfr. art. 104§1 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent) l
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over een bijkomend diploma, namelijk: een diploma, getuigschrift of attest als schilder/behanger
l
Gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over het rijbewijs zoals weergegeven in Bijlage 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent, namelijk: Rijbewijs B
l
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten voldoen aan bijkomende voorwaarden, namelijk: l beschikken over twee jaar relevante werkervaring als voorbereider en uitvoerder van schilder- en kaleiwerken, als behanger en als voorbereider (aanbrengen van fixatielagen, egaliseren, …) en uitvoerder van vloerbedekkingswerken. De kandidaten die buitenlandse diploma’s voorleggen, moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum (zie verder) het bewijs leveren dat ze de gelijkwaardigheid van het diploma hebben aangevraagd. Uiterlijk op het ogenblik van de aanstelling op proef moeten ze het bewijs van gelijkwaardigheid voorleggen.
Op het moment van bevordering moet aan deze voorwaarden voldaan zijn: l een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; l de burgerlijke en politieke rechten genieten; l een gunstig evaluatieresultaat hebben voor de laatste evaluatie; l slagen voor de selectieprocedure (zie verder); l in voorkomend geval, medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen betrekking, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers. Laatstejaarsstudenten dienen het bewijs te leveren dat zij laatstejaarsstudent zijn op de uiterste inschrijvingsdatum. Ze dienen het bewijs te leveren dat ze voldoen aan de diplomavereisten op het ogenblik van de aanstelling tijdens de inloopperiode. Programma selectieprocedure
Indien het aantal inschrijvingen kleiner of gelijk is aan 7 kandidaten bestaat de selectieprocedure uit: l
l
geldige
een niet-eliminerend psychotechnisch deel Dit gedeelte bestaat uit een capacitair onderzoek op het niveau van de functie, aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek. een eliminerend mondeling deel De kennis omtrent de functie-inhoud en de motivatie van de
148/220 RMW - 11 maart 2015
kandidaat worden bevraagd. Er wordt gepeild naar de competenties (zie verder). Ter voorbereiding van het gesprek krijgen kandidaten een case die ze mondeling moeten toelichten. Dit gedeelte staat op 100 punten. De kandidaten moeten 50 % behalen om te slagen in dit selectieonderdeel. Op het totaal van alle eliminerende selectieonderdelen samen moeten kandidaten minstens 60% behalen om geslaagd te zijn in de selectieprocedure en opgenomen te worden in de werfreserve. Indien het aantal inschrijvingen groter is dan 7 bestaat de selectieprocedure uit: l
l
l
geldige kandidaten
een preselectieproef Als het aantal inschrijvingen groter is dan 7 geldige inschrijvingen volgt er een preselectie. De kandidaten moeten 50% behalen om te slagen in dit onderdeel en tot de volgende proeven toegelaten te worden. Deze punten worden verder niet in rekening gebracht, behalve wanneer op alle overige selectieonderdelen een ex aequo score behaald wordt.
een niet-eliminerend psychotechnisch deel Dit gedeelte bestaat uit een capacitair onderzoek op het niveau van de functie, aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek. een eliminerend mondeling deel De kennis omtrent de functie-inhoud en de motivatie van de kandidaat worden bevraagd. Er wordt gepeild naar de competenties (zie verder). Ter voorbereiding van het gesprek krijgen kandidaten een case die ze mondeling moeten toelichten. Dit gedeelte staat op 100 punten. De kandidaten moeten 50 % behalen om te slagen in dit selectieonderdeel.
Op het totaal van alle eliminerende selectieonderdelen samen moeten kandidaten minstens 60% behalen om geslaagd te zijn in de selectieprocedure en opgenomen te worden in de werfreserve. Competentieprofiel
Functiebeschrijving
In overleg met de betrokken dienst(en) en vanuit de inhoud van de functiebeschrijving wordt voorgesteld de volgende competenties – cruciaal voor de uitoefening van de functie – te meten: l klantgericht handelen l efficiënt werken l resultaatgericht werken l delegeren l rapporteren l analyseren l probleemoplossend werken l organiseren l veilig werken l technische vaardigheden beheersen De generieke functiebeschrijving werd goedgekeurd door de OCMW secretaris dd. 5 mei 2014.
149/220 RMW - 11 maart 2015
Inhoud en termijn van bekendmaking
De inhoud van de bekendmaking van de vacature wordt opgesteld conform art. 17 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent. Selectieprocedures voor interne mobiliteit en bevordering worden bekend gemaakt via intranet, e-mail of brief. De uiterste inschrijvingsdatum voor de procedure wordt later nog bepaald. Samenstelling Conform art. 23 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent en selectierekening houdend met de te meten competenties bestaat de commissie selectiecommissie voor de selectieprocedure voor bovenvermelde graad uit: l een arbeidspsycholoog van Selectie l een extern jurylid l een intern jurylid van Personeel en Organisatie
Ondertekening donderdag 29 januari 2015 Vanessa Veranneman
Frederik De Loore
Kelly Kuylen
Arbeidspsycholoog Selectie
Diensthoofd Technieken
Diensthoofd Selectie
150/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
2015_RMW_00081
Oproep tot de interne personeelsmobiliteits- en bevorderingsprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (schrijnwerker) – Facility - Personeel en Organisatie Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Gelet op de formatie die werd goedgekeurd in de Raad van december 2014, dient de functie van hoofdtechnisch medewerker (schrijnwerker) bij Facility – Personeel en Organisatie te worden ingevuld.
Motivering Gelet op artikel 8 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent dat elke vacante betrekking op één van de volgende manieren ingevuld kan worden: door door door door
een een een een
aanwervingsprocedure; bevorderingsprocedure; procedure van interne personeelsmobiliteit; combinatie van vorige procedures.
Gekoppelde besluiten Vast Bureau, 7 mei 2012, 2012_VB_00765
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De oproep tot de interne personeelsmobiliteits- en bevorderingsprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (schrijnwerker) – Facility - Personeel en Organisatie
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 3: 20150121_AK_PV schrijnwerker.pdf
Bijlage(n) 20150121_AK_PV schrijnwerker.pdf
151/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
152/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150121_AK_PV schrijnwerker.pdf
153/220 RMW - 11 maart 2015
Proces-verbaal: Selectie - opstarten selectieprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (schrijnwerker) - Facility Personeel en Organisatie Versienummer: 1.0.0.333
Personeelsaanvraag
Wijze van invulling
Vast Bureau personeelsaanvraag: Graad: Functie: Functiefamilie: Functionele loopbaan: Dienst en Departement:
Hoofddeskundig medewerker Hoofdtechnisch medewerker Hoofdtechnisch medewerker C4-C5 Facility - Personeel en Organisatie
Interne medewerkers behouden hun reeds verworven statuut Op basis van art. 8 & 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent wordt voorgesteld om bovenvermelde vacature(s) in te vullen door een selectieprocedure van: Interne Mobiliteit Bevordering Aanwerving
Op basis van art. 19 bis tot en met 19 quater van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent beslist de aanstellende overheid om over te gaan tot een beperking van het aantal deelnemers indien het aantal geldige 7 overschrijdt. Deze beperking gebeurt op basis van een inschrijvingen eliminerende preselectieproef en door de doorstroom naar een volgend selectieonderdeel te beperken tot een maximaal aantal kandidaten van 7
Soort wervingsreserve
Deelnemingsvoorwaarden
Conform art. 21 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent en omdat het gaat om een functie die slechts op één specifieke dienst voorkomt eigen aan een dienst van het OCMW, zal op basis van de hierboven vermelde selectieprocedure een wervingsreserve met rangschikking aangelegd worden. Deelnemingsvoorwaarden voor kandidaten via de procedure van interne mobiliteit (conform art. 111 tot en met 115 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent) Voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit komen in aanmerking: de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden:
154/220 RMW - 11 maart 2015
ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervingsprocedure; ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Ouderenzorg vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: ze zijn na 1 juli 2011 aangesteld na een aanwervingsprocedure; ze zijn voor 1 juli 2011 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.
De volgende personeelscategorieën worden gelijkgeschakeld met de personeelsleden van OCMW-Gent:
De personeelsleden van het AZ Jan Palfijn, die in dienst waren van het OCMW vóór 1 januari 1998
De personeelsleden van Stad Gent en van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand die dezelfde graad of een gelijkwaardige graad bekleden als deze van de vacante betrekking
Op de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieprocedure (zie verder) moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:
Belg zijn (als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvat die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur);
minstens 6 maanden graadanciënniteit hebben (in dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang) in zoverre de proeftijd of inloopperiode is beëindigd;
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over bijkomend diploma, namelijk: een diploma, getuigschrift of attest als schrijnwerker
Gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over het rijbewijs zoals weergegeven in Bijlage 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent, namelijk: Rijbewijs B
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten voldoen aan bijkomende voorwaarden, namelijk: beschikken over twee jaar relevante werkervaring als schrijnwerker, meer bepaald het zelfstandig bedienen van verschillende houtbewerkingsmachines, de plaatsing van nieuwe constructies of de vervanging van bestaande constructies zoals meubilair, ramen, deuren, … De kandidaten die buitenlandse diploma’s voorleggen, moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum (zie verder) het bewijs leveren dat ze de gelijkwaardigheid van het diploma hebben aangevraagd. Uiterlijk op het ogenblik van de aanstelling op proef moeten ze het bewijs van gelijkwaardigheid voorleggen.
155/220 RMW - 11 maart 2015
Op het moment van aanstelling moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:
een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; de burgerlijke en politieke rechten genieten; een gunstig evaluatieresultaat hebben voor de laatste evaluatie; voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving voor de functie, getoetst door middel van een selectieprocedure of een bijkomende proef (zie verder); in voorkomend geval, medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen betrekking, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers
Laatstejaarsstudenten dienen het bewijs te leveren dat zij laatstejaarsstudent zijn op de uiterste inschrijvingsdatum. Zij dienen het bewijs te leveren dat ze voldoen aan de diplomavereisten op het ogenblik van aanstelling tijdens de inloopperiode. Deelnemingsvoorwaarden voor kandidaten via de bevorderingsprocedure (conform art. 100 tot en met 107 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent) Voor de deelname aan de bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden in aanmerking: de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervingsprocedure; ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Ouderenzorg vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: ze zijn na 1 juli 2011 aangesteld na een aanwervingsprocedure; ze zijn voor 1 juli 2011 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. De volgende personeelscategorieën worden gelijkgeschakeld met de personeelsleden van OCMW-Gent:
De personeelsleden van Stad Gent en van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand die dezelfde graad of een gelijkwaardige graad bekleden als deze van de vacante betrekking
Op de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieprocedure (zie verder) moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:
Belg zijn (als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvat die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur)
een minimale niveauanciënniteit hebben naar gelang de betrekking
156/220 RMW - 11 maart 2015
waarvoor men zich kandidaat stelt, met name: 2 jaar niveauanciënniteit in niveau C of 3 jaar niveauanciënniteit in niveau D of 3 jaar niveauanciënniteit in niveau C en niveau D samen (cfr. art. 104§1 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent)
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over een bijkomend diploma, namelijk: een diploma, getuigschrift of attest als schrijnwerker
Gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over het rijbewijs zoals weergegeven in Bijlage 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent, namelijk: Rijbewijs B
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten voldoen aan bijkomende voorwaarden, namelijk: beschikken over twee jaar relevante werkervaring als schrijnwerker, meer bepaald het zelfstandig bedienen van verschillende houtbewerkingsmachines, de plaatsing van nieuwe constructies of de vervanging van bestaande constructies zoals meubilair, ramen, deuren, … De kandidaten die buitenlandse diploma’s voorleggen, moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum (zie verder) het bewijs leveren dat ze de gelijkwaardigheid van het diploma hebben aangevraagd. Uiterlijk op het ogenblik van de aanstelling op proef moeten ze het bewijs van gelijkwaardigheid voorleggen.
Op het moment van bevordering moet aan deze voorwaarden voldaan zijn: een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; de burgerlijke en politieke rechten genieten; een gunstig evaluatieresultaat hebben voor de laatste evaluatie; slagen voor de selectieprocedure (zie verder); in voorkomend geval, medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen betrekking, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers. Laatstejaarsstudenten dienen het bewijs te leveren dat zij laatstejaarsstudent zijn op de uiterste inschrijvingsdatum. Ze dienen het bewijs te leveren dat ze voldoen aan de diplomavereisten op het ogenblik van de aanstelling tijdens de inloopperiode. Programma selectieprocedure
Indien het aantal inschrijvingen kleiner of gelijk is aan 7 kandidaten bestaat de selectieprocedure uit:
geldige
een niet-eliminerend psychotechnisch deel Dit gedeelte bestaat uit een capacitair onderzoek op het niveau van de functie, aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek.
157/220 RMW - 11 maart 2015
een eliminerend mondeling deel De kennis omtrent de functie-inhoud en de motivatie van de kandidaat worden bevraagd. Er wordt gepeild naar de competenties (zie verder). Ter voorbereiding van het gesprek krijgen kandidaten een case die ze mondeling moeten toelichten. Dit gedeelte staat op 100 punten. De kandidaten moeten 50 % behalen om te slagen in dit selectieonderdeel.
Op het totaal van alle eliminerende selectieonderdelen samen moeten kandidaten minstens 60% behalen om geslaagd te zijn in de selectieprocedure en opgenomen te worden in de werfreserve. Indien het aantal inschrijvingen groter is dan 7 bestaat de selectieprocedure uit:
geldige kandidaten
een preselectieproef Als het aantal inschrijvingen groter is dan 7 geldige inschrijvingen volgt er een preselectie. De kandidaten moeten 50% behalen om te slagen in dit onderdeel en tot de volgende proeven toegelaten te worden. Deze punten worden verder niet in rekening gebracht, behalve wanneer op alle overige selectieonderdelen een ex aequo score behaald wordt.
een niet-eliminerend psychotechnisch deel Dit gedeelte bestaat uit een capacitair onderzoek op het niveau van de functie, aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek. een eliminerend mondeling deel De kennis omtrent de functie-inhoud en de motivatie van de kandidaat worden bevraagd. Er wordt gepeild naar de competenties (zie verder). Ter voorbereiding van het gesprek krijgen kandidaten een case die ze mondeling moeten toelichten. Dit gedeelte staat op 100 punten. De kandidaten moeten 50 % behalen om te slagen in dit selectieonderdeel.
Op het totaal van alle eliminerende selectieonderdelen samen moeten kandidaten minstens 60% behalen om geslaagd te zijn in de selectieprocedure en opgenomen te worden in de werfreserve. Competentieprofiel
Functiebeschrijving
In overleg met de betrokken dienst(en) en vanuit de inhoud van de functiebeschrijving wordt voorgesteld de volgende competenties – cruciaal voor de uitoefening van de functie – te meten: klantgericht handelen efficiënt werken resultaatgericht werken delegeren rapporteren analyseren probleemoplossend werken organiseren veilig werken technische vaardigheden beheersen De generieke functiebeschrijving werd goedgekeurd door de OCMW secretaris dd. 5 mei 2014.
158/220 RMW - 11 maart 2015
Inhoud en termijn van bekendmaking
De inhoud van de bekendmaking van de vacature wordt opgesteld conform art. 17 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent. Selectieprocedures voor interne mobiliteit en bevordering worden bekend gemaakt via intranet, e-mail of brief. De uiterste inschrijvingsdatum voor de procedure wordt later nog bepaald.
Samenstelling selectiecommissie
Conform art. 23 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent en rekening houdend met de te meten competenties bestaat de selectiecommissie voor de selectieprocedure voor bovenvermelde graad uit: een arbeidspsycholoog van Selectie een extern jurylid een intern jurylid van Personeel en Organisatie
Ondertekening donderdag 29 januari 2015 Vanessa Veranneman
Frederik De Loore
Kelly Kuylen
Arbeidspsycholoog Selectie
Diensthoofd Technieken
Diensthoofd Selectie
159/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
2015_RMW_00082
Oproep tot de interne personeelsmobiliteits- en bevorderingsprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (loodgieter - zinkbewerker) – Facility Personeel en Organisatie Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Gelet op de formatie die werd goedgekeurd in de Raad van december 2014, dient de functie van hoofdtechnisch medewerker (loodgieter - zinkbewerker) bij Facility – Personeel en Organisatie te worden ingevuld.
Motivering Gelet op artikel 8 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent dat elke vacante betrekking op één van de volgende manieren ingevuld kan worden: door door door door
een een een een
aanwervingsprocedure; bevorderingsprocedure; procedure van interne personeelsmobiliteit; combinatie van vorige procedures.
Gekoppelde besluiten Vast Bureau, 7 mei 2012, 2012_VB_00765
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De oproep tot de interne personeelsmobiliteits- en bevorderingsprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (loodgieter - zinkbewerker) – Facility - Personeel en Organisatie
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 3: 20150121_AK_PV loodgieter_zinkbewerker.pdf
Bijlage(n) 20150121_AK_PV loodgieter_zinkbewerker.pdf
160/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
161/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150121_AK_PV loodgieter_zinkbewerker.pdf
162/220 RMW - 11 maart 2015
Proces-verbaal: Selectie - opstarten selectieprocedure voor de functie van hoofdtechnisch medewerker (loodgieter-zinkbewerker) Facility - Personeel en Organisatie Versienummer: 1.0.0.333
Personeelsaanvraag
Wijze van invulling
Vast Bureau personeelsaanvraag: Graad: Functie: Functiefamilie: Functionele loopbaan: Dienst en Departement:
Hoofddeskundig medewerker Hoofdtechnisch medewerker Hoofdtechnisch medewerker C4-C5 Facility - Personeel en Organisatie
Interne medewerkers behouden hun reeds verworven statuut Op basis van art. 8 & 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent wordt voorgesteld om bovenvermelde vacature(s) in te vullen door een selectieprocedure van: Interne Mobiliteit Bevordering Aanwerving
Op basis van art. 19 bis tot en met 19 quater van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent beslist de aanstellende overheid om over te gaan tot een beperking van het aantal deelnemers indien het aantal geldige 7 overschrijdt. Deze beperking gebeurt op basis van een inschrijvingen eliminerende preselectieproef en door de doorstroom naar een volgend selectieonderdeel te beperken tot een maximaal aantal kandidaten van 7
Soort wervingsreserve
Deelnemingsvoorwaarden
Conform art. 21 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent en omdat het gaat om een functie die slechts op één specifieke dienst voorkomt eigen aan een dienst van het OCMW, zal op basis van de hierboven vermelde selectieprocedure een wervingsreserve met rangschikking aangelegd worden. Deelnemingsvoorwaarden voor kandidaten via de procedure van interne mobiliteit (conform art. 111 tot en met 115 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent) Voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit komen in aanmerking: de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden:
163/220 RMW - 11 maart 2015
ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervingsprocedure; ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Ouderenzorg vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: ze zijn na 1 juli 2011 aangesteld na een aanwervingsprocedure; ze zijn voor 1 juli 2011 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.
De volgende personeelscategorieën worden gelijkgeschakeld met de personeelsleden van OCMW-Gent:
De personeelsleden van het AZ Jan Palfijn, die in dienst waren van het OCMW vóór 1 januari 1998
De personeelsleden van Stad Gent en van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand die dezelfde graad of een gelijkwaardige graad bekleden als deze van de vacante betrekking
Op de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieprocedure (zie verder) moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:
Belg zijn (als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvat die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur);
minstens 6 maanden graadanciënniteit hebben (in dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang) in zoverre de proeftijd of inloopperiode is beëindigd;
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over bijkomend diploma, namelijk: een diploma, getuigschrift of attest in centrale verwarming en sanitaire installaties of gelijkwaardig
Gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over het rijbewijs zoals weergegeven in Bijlage 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent, namelijk: Rijbewijs B
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten voldoen aan bijkomende voorwaarden, namelijk: beschikken over twee jaar relevante werkervaring in het herstellen, aanpassen en onderhouden van sanitaire installaties, gas- en warmwaterproductie-installaties en in het herstellen en onderhouden van daken en dakgoten De kandidaten die buitenlandse diploma’s voorleggen, moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum (zie verder) het bewijs leveren dat ze de gelijkwaardigheid van het diploma hebben aangevraagd. Uiterlijk op het ogenblik van de aanstelling op proef moeten ze het bewijs van gelijkwaardigheid voorleggen.
164/220 RMW - 11 maart 2015
Op het moment van aanstelling moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:
een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; de burgerlijke en politieke rechten genieten; een gunstig evaluatieresultaat hebben voor de laatste evaluatie; voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving voor de functie, getoetst door middel van een selectieprocedure of een bijkomende proef (zie verder); in voorkomend geval, medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen betrekking, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers
Laatstejaarsstudenten dienen het bewijs te leveren dat zij laatstejaarsstudent zijn op de uiterste inschrijvingsdatum. Zij dienen het bewijs te leveren dat ze voldoen aan de diplomavereisten op het ogenblik van aanstelling tijdens de inloopperiode. Deelnemingsvoorwaarden voor kandidaten via de bevorderingsprocedure (conform art. 100 tot en met 107 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent) Voor de deelname aan de bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden in aanmerking: de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervingsprocedure; ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen; de contractuele personeelsleden die onder de rechtspositieregeling Ouderenzorg vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: ze zijn na 1 juli 2011 aangesteld na een aanwervingsprocedure; ze zijn voor 1 juli 2011 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. De volgende personeelscategorieën worden gelijkgeschakeld met de personeelsleden van OCMW-Gent:
De personeelsleden van Stad Gent en van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand die dezelfde graad of een gelijkwaardige graad bekleden als deze van de vacante betrekking
Op de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieprocedure (zie verder) moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:
Belg zijn (als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvat die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur)
een minimale niveauanciënniteit hebben naar gelang de betrekking
165/220 RMW - 11 maart 2015
waarvoor men zich kandidaat stelt, met name: 2 jaar niveauanciënniteit in niveau C of 3 jaar niveauanciënniteit in niveau D of 3 jaar niveauanciënniteit in niveau C en niveau D samen (cfr. art. 104§1 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent)
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over een bijkomend diploma, namelijk: een diploma, getuigschrift of attest in centrale verwarming en sanitaire installaties of gelijkwaardig
Gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over het rijbewijs zoals weergegeven in Bijlage 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent, namelijk: Rijbewijs B
gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten voldoen aan bijkomende voorwaarden, namelijk: beschikken over twee jaar relevante werkervaring in het herstellen, aanpassen en onderhouden van sanitaire installaties, gas- en warmwaterproductie-installaties en in het herstellen en onderhouden van daken en dakgoten De kandidaten die buitenlandse diploma’s voorleggen, moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum (zie verder) het bewijs leveren dat ze de gelijkwaardigheid van het diploma hebben aangevraagd. Uiterlijk op het ogenblik van de aanstelling op proef moeten ze het bewijs van gelijkwaardigheid voorleggen.
Op het moment van bevordering moet aan deze voorwaarden voldaan zijn: een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; de burgerlijke en politieke rechten genieten; een gunstig evaluatieresultaat hebben voor de laatste evaluatie; slagen voor de selectieprocedure (zie verder); in voorkomend geval, medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen betrekking, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers. Laatstejaarsstudenten dienen het bewijs te leveren dat zij laatstejaarsstudent zijn op de uiterste inschrijvingsdatum. Ze dienen het bewijs te leveren dat ze voldoen aan de diplomavereisten op het ogenblik van de aanstelling tijdens de inloopperiode. Programma selectieprocedure
Indien het aantal inschrijvingen kleiner of gelijk is aan 7 kandidaten bestaat de selectieprocedure uit:
geldige
een niet-eliminerend psychotechnisch deel Dit gedeelte bestaat uit een capacitair onderzoek op het niveau van de functie, aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek.
166/220 RMW - 11 maart 2015
een eliminerend mondeling deel De kennis omtrent de functie-inhoud en de motivatie van de kandidaat worden bevraagd. Er wordt gepeild naar de competenties (zie verder). Ter voorbereiding van het gesprek krijgen kandidaten een case die ze mondeling moeten toelichten. Dit gedeelte staat op 100 punten. De kandidaten moeten 50 % behalen om te slagen in dit selectieonderdeel.
Op het totaal van alle eliminerende selectieonderdelen samen moeten kandidaten minstens 60% behalen om geslaagd te zijn in de selectieprocedure en opgenomen te worden in de werfreserve. Indien het aantal inschrijvingen groter is dan 7 bestaat de selectieprocedure uit:
geldige kandidaten
een preselectieproef Als het aantal inschrijvingen groter is dan 7 geldige inschrijvingen volgt er een preselectie. De kandidaten moeten 50% behalen om te slagen in dit onderdeel en tot de volgende proeven toegelaten te worden. Deze punten worden verder niet in rekening gebracht, behalve wanneer op alle overige selectieonderdelen een ex aequo score behaald wordt.
een niet-eliminerend psychotechnisch deel Dit gedeelte bestaat uit een capacitair onderzoek op het niveau van de functie, aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek. een eliminerend mondeling deel De kennis omtrent de functie-inhoud en de motivatie van de kandidaat worden bevraagd. Er wordt gepeild naar de competenties (zie verder). Ter voorbereiding van het gesprek krijgen kandidaten een case die ze mondeling moeten toelichten. Dit gedeelte staat op 100 punten. De kandidaten moeten 50 % behalen om te slagen in dit selectieonderdeel.
Op het totaal van alle eliminerende selectieonderdelen samen moeten kandidaten minstens 60% behalen om geslaagd te zijn in de selectieprocedure en opgenomen te worden in de werfreserve. Competentieprofiel
Functiebeschrijving
In overleg met de betrokken dienst(en) en vanuit de inhoud van de functiebeschrijving wordt voorgesteld de volgende competenties – cruciaal voor de uitoefening van de functie – te meten: klantgericht handelen efficiënt werken resultaatgericht werken delegeren rapporteren analyseren probleemoplossend werken organiseren veilig werken technische vaardigheden beheersen De generieke functiebeschrijving werd goedgekeurd door de OCMW secretaris dd. 5 mei 2014.
167/220 RMW - 11 maart 2015
Inhoud en termijn van bekendmaking
De inhoud van de bekendmaking van de vacature wordt opgesteld conform art. 17 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent. Selectieprocedures voor interne mobiliteit en bevordering worden bekend gemaakt via intranet, e-mail of brief. De uiterste inschrijvingsdatum voor de procedure wordt later nog bepaald.
Samenstelling selectiecommissie
Conform art. 23 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent en rekening houdend met de te meten competenties bestaat de selectiecommissie voor de selectieprocedure voor bovenvermelde graad uit: een arbeidspsycholoog van Selectie een extern jurylid een intern jurylid van Personeel en Organisatie
Ondertekening donderdag 29 januari 2015 Vanessa Veranneman
Frederik De Loore
Kelly Kuylen
Arbeidspsycholoog Selectie
Diensthoofd Technieken
Diensthoofd Selectie
168/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Agendapunten Diensten van de Secretaris Bestuursondersteuning
2015_RMW_00068
Adviesmateries - Stadspersoneel - Stedelijke Rechtspositieregeling - Wijziging Voorstel: Advies Beslissing: verdaagd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Gelet op het voorstel van gemeenteraadsbesluit betreffende de wijziging van de stedelijke rechtspositieregeling voor het personeel van de Stad Gent; overwegende dat een aantal artikels in de rechtspositieregeling moeten worden gewijzigd. Deze wijzigingen moeten worden besproken met de vakbonden en voorgelegd aan de OCMW-raad. Een gedetailleerde beschrijving van de voorgestelde wijzigingen en hun motivering zijn te vinden in de bijlage die integraal deel uitmaakt van dit besluit; De wijzigingen hebben betrekking op volgende onderwerpen: - wijzigingen met betrekking tot selectie - wijzigingen met betrekking tot de proeftijd/inloopperiode - wijzigingen met betrekking tot de opzeggingstermijnen voor statutaire personeelsleden - wijzigingen met betrekking tot de mobiele telefonie - redactionele wijzigingen Alle wijzigingen zijn opgenomen in de bijlage die integraal deel uitmaakt van onderhavig advies.
Motivering Gelet op art. 270 van het Gemeentedecreet; gelet op de bepalingen van het OCMW-decreet van 19 december 2008
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
verdaagt de beslissing over:
Artikel 1 aan de wijzigingen op volgende onderwerpen: - wijzigingen met betrekking tot selectie - wijzigingen met betrekking tot de proeftijd/inloopperiode - wijzigingen met betrekking tot de opzeggingstermijnen voor statutaire personeelsleden - wijzigingen met betrekking tot de mobiele telefonie - redactionele wijzigingen zoals opgenomen in het ontwerp-Gemeenteraadsbesluit in bijlage.
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit:
169/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage 1: 20150311_BS_Voorstel raadsbesluit aanpassing RPR maart 2015.pdf Bijlage 2: 20150311_BS_Voorstel raadsbesluit aanpassing RPR maart 2015 (artikelen RPR).pdf
Bijlage(n) 20150311_BS_Voorstel raadsbesluit aanpassing RPR maart 2015.pdf 20150311_BS_Voorstel raadsbesluit aanpassing RPR maart 2015 (artikelen RPR).pdf
170/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150311_BS_Voorstel raadsbesluit aanpassing RPR maart 2015.pdf
171/220 RMW - 11 maart 2015
GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT
OPSCHRIFT Vergadering van 23 maart 2015 Besluit nummer: 2015_GR_00173 Onderwerp: Rechtspositieregeling Personeel Stad Gent - Wijziging Beknopte samenvatting: Er wordt voorgesteld de rechtspositieregeling van het stadspersoneel te wijzigen De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de Rechtspositieregeling Personeel Stad Gent goed. Het college van burgemeester en schepenen legt de wijzigingen aan de rechtspositieregeling van het stadspersoneel voor aan de vakbonden en aan de OCMW-raad. Bevoegd: Martine De Regge Bestemd voor: Commissie Onderwijs, Personeel en FM
DE GEMEENTERAAD AANHEF De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43 §2, 4° en artikel 57 §1. De beslissing wordt genomen op grond van: Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de Rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen; Raadsbesluit van 16 december 2008 tot invoering van de stedelijke Rechtspositieregeling en latere wijzigingen. Bijgevoegde bijlage(n): Beschikkend gedeelte gemeenteraadsbesluit
MOTIVERING
p 1 van 11 172/220 RMW - 11 maart 2015
Volgende feiten gaan aan de beslissing vooraf: Op 16 december 2008 heeft de gemeenteraad de Rechtspositieregeling van het stadspersoneel (RPR) goedgekeurd. Door praktische bezwaren en hogere regelgeving zijn een aantal wijzigingen aan de rechtspositieregeling noodzakelijk. Deze beslissing wordt genomen om volgende redenen: 1. Wijzigingen m.b.t. selectie Er wordt in de rechtspositieregeling een nieuwe, alternatieve selectieprocedure voorzien voor de niveaus A, B en C. De aanstellende overheid kan beslissen om voor deze niveaus een vacante betrekking in te vullen volgens de huidige selectieprocedure of volgens de nieuwe selectieprocedure. De nieuwe selectieprocedure bestaat net als de huidige selectieprocedure uit ten minste twee delen, waarvan minstens één mondeling deel. Afhankelijk van de soort vacante betrekking kan de aanstellende overheid beslissen uit hoeveel delen de selectieprocedure bestaat. Het stadsbestuur streeft met deze selectieprocedure naar efficiëntiewinst en houdt ook rekening met de noden van de interne klant en de kandidaat: Een efficiënte selectieprocedure In het kader van het toenemend aantal kandidaten voor bepaalde selectieprocedures is er nood aan een selectieprocedure die toelaat om het hoge aantal kandidaten te beperken. In de nieuwe selectieprocedure is het eerste selectieonderdeel steeds een generiek eliminerend deel op basis van genormeerde en gevalideerde testen. Deze werkwijze is minder arbeidsintensief en tijdbesparend. Bij een procedure van interne personeelsmobiliteit moeten kandidaten dit eerste eliminerend selectieonderdeel niet doorlopen omdat zij zich kandidaat stellen voor een vacante betrekking die in dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang is ingedeeld. Kandidaten kunnen zich in de nieuwe selectieprocedure ook niet langer onbeperkt kandidaat stellen voor dezelfde graad of een graad op een hoger niveau. De noden van de interne klant De huidige werkwijze van de wervingsreserve met pools heeft als nadeel dat een dienstchef bij een vacante betrekking op zijn/haar dienst weinig inspraak in de finale keuze heeft tussen de verschillende kandidaten. Dit omwille van het feit dat de volgorde van de pools moet gevolgd worden en het oriënteringsgesprek niet eliminerend is. In de nieuwe selectieprocedure kan meer maatwerk worden aangeboden, doordat alle punten worden gegeven op het mondeling gedeelte waarop ook de dienstchef aanwezig is. De noden van de kandidaat De kandidaat die een vrijstelling heeft behaald voor een bepaald niveau, wordt automatisch ook vrijgesteld voor het onderliggende niveau.
2. Wijzigingen m.b.t. de proeftijd/inloopperiode
In de rechtspositieregeling wordt voorzien dat diensten die een personeelslid heeft vervuld in een hogere functie als de functie waarin hij of zij wordt aangesteld, in aanmerking worden genomen
p 2 van 11 173/220 RMW - 11 maart 2015
voor de proeftijd of de inloopperiode. Als een personeelslid een proeftijd of inloopperiode op een hoger niveau heeft doorlopen, dan mag men ervan uitgaan dat deze prestaties ook dienstig zijn voor een functie op een lager niveau, waarin dan niet opnieuw een proeftijd dient te worden doorlopen.
3. Wijzigingen m.b.t. de opzeggingstermijnen voor statutaire personeelsleden
Bij een ontslag wegens beroepsongeschiktheid van een statutair personeelslid bedraagt de opzeggingstermijn 3 maanden per begonnen schijf van vijf jaar statutaire tewerkstelling bij het bestuur. Deze opzeggingstermijn is gebaseerd op de voormalige opzeggingstermijnen die golden voor contractuele bedienden. Door de invoering van het eenheidsstatuut werden de opzeggingstermijnen voor de contractuele personeelsleden aangepast. Er wordt een vaste opzeggingstermijn bepaald voor elke werknemer, en dit ongeacht het statuut van arbeider of bediende. De nieuwe opzeggingstermijn wordt uitgedrukt in weken en geldt zowel voor nieuw aangeworven werknemers als voor werknemers die op 1 januari 2014 reeds in dienst waren. Voor werknemers die op 31 december 2013 al in dienst waren, werd een systeem ontworpen waarbij de reeds opgebouwde opzeggingstermijn op datum van 31 december 2013 behouden blijft. Het voorstel is om de opzeggingstermijn voor statutaire personeelsleden te berekenen naar analogie met de bepalingen van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Zo gelden dezelfde opzeggingstermijnen voor contractuele en statutaire personeelsleden.
4. Wijzigingen m.b.t. mobiele telefonie
Het bestuur verschaft aan sommige personeelsleden een mobiele telefoon volgens de voorwaarden voorzien in de handleiding mobiele telefonie. In de rechtspositieregeling wordt een expliciete verwijzing opgenomen naar deze handleiding. Er wordt ook voorzien dat personeelsleden tijdens de diensturen bereikbaar moeten zijn op hun mobiele of vaste telefoon.
5. Redactionele wijzigingen
In de artikels 225, 164 bis, 164 ter en 242 van de rechtspositieregeling wordt hulpverleningszone centrum toegevoegd. Artikel 22 van de rechtspositieregeling werd geconformeerd aan artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het Rechtspositiebesluit van 7 december 2007. Hierdoor moeten kandidaten die beschikken over het vereiste diploma de niveau- of capaciteitstest niet afleggen. Het uniformdragend brandweerpersoneel wordt geschrapt uit artikel 1 van de rechtspositieregeling door de oprichting van de hulpverleningszone centrum met ingang van 1 januari 2015. In de rechtspositieregeling worden alle verwijzingen naar de gesco-tewerkstelling geschrapt als gevolg van de beslissing van de Vlaamse Regering tot opheffing van het stelsel van contingent-gesco’s en tot regularisatie van de bestaande gesco-betrekkingen bij de lokale
p 3 van 11 174/220 RMW - 11 maart 2015
besturen. De diplomavoorwaarden voor adjunct van de directie/coördinator expert – preventieadviseur (Psychosociaal Welzijn en Risicobeheersing) worden geconformeerd aan de hogere regelgeving. De opsomming van de diensten die onder het toepassingsgebied van de Arbeidswet van 16 maart 1971 vallen, wordt geschrapt uit de rechtspositieregeling.
Deze wijzigingen moeten onderhandeld worden met de vakbonden en voorgelegd worden aan de OCMW-raad voor voorafgaand advies. Een gedetailleerde beschrijving van de voorgestelde wijzigingen is te vinden in de bijlage.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen Beslist het volgende: VOORSTEL Artikel 1: Keurt de wijzigingen goed aan de Rechtspositieregeling Personeel Stad Gent, zoals gevoegd in bijlage die integraal deel uitmaakt van deze beslissing.
BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT HR — Staf Dit besluit kadert in volgende activiteit: AC34627 Bieden van juridische ondersteuning. Visum van de financieel beheerder: Het visum is niet van toepassing BIJLAGE DIE INTEGRAAL DEEL UITMAAKT VAN HET BESLUIT Beschikkend gedeelte gemeenteraadsbesluit
p 4 van 11 175/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150311_BS_Voorstel raadsbesluit aanpassing RPR maart 2015 (artikelen RPR).pdf
176/220 RMW - 11 maart 2015
Beschikkend gedeelte gemeenteraadsbesluit
Besluit gemeenteraad tot wijziging rechtspositieregeling (maart 2015)
van
de
Artikel 1 In de rechtspositieregeling, goedgekeurd bij raadsbesluit van 16 december 2008 en latere aanpassingen, worden volgende wijzigingen aangebracht: * In artikel 1 worden de woorden “het uniformdragend brandweerpersoneel” geschrapt. * In artikel 8 wordt in § 4 het artikel “23 § 2” vervangen door het artikel “22 § 2”. * In artikel 9 wordt in de laatste alinea de laatste zin geredigeerd als volgt: “Op deze wervingsreserve is de bepaling van artikel 23, § 2 van toepassing.” * In artikel 11, § 4 wordt in het laatste lid de eerste zin geredigeerd als volgt: “De aanstellende overheid kan bij de vacantverklaring van alle graden beslissen of al dan niet moet voldaan worden aan de aanvullende voorwaarden in het kader van tewerkstellingsmaatregelen.” * In Titel III. De loopbaan wordt in Hoofdstuk II. De aanwerving Afdeling III. De selectieprocedure geredigeerd als volgt:
“Afdeling III. De selectieprocedure Onderafdeling I. Algemene bepalingen Artikel 20 § 1. De selectie wordt uitgevoerd op basis van vooraf door de gemeenteraad bepaalde competenties, zoals omschreven in de functiebeschrijving en geschiedt met behulp van één of meer selectieproeven. De aanstellende overheid kiest de concreet toepasselijke selectieproeven en competenties. Voor betrekkingen van dezelfde graad worden gelijkwaardige selectieproeven gebruikt. De competenties en de selectieproeven worden afgestemd op de functiebeschrijving van de vacante betrekking. § 2. Indien de aanstellende overheid kiest voor een combinatie van de aanwervingsprocedure en een bevorderingsprocedure in overeenstemming met artikel 8 § 1, 4° worden de externe kandidaten en de interne kandidaten via bevordering onderworpen aan dezelfde selectieproeven. Eventuele schriftelijke proeven met dezelfde inhoud worden terzelfdertijd afgenomen. Artikel 21 § 1. De selectieprocedure bestaat uit ten minste twee delen, waarvan minstens één mondeling. Afhankelijk van de soort vacante betrekking kan de aanstellende overheid beslissen uit hoeveel delen de selectieprocedure bestaat. De ingeschreven en aanvaarde kandidaten worden tijdig in kennis gesteld
1 p 5 van 11 177/220 RMW - 11 maart 2015
van de datum, het tijdstip en de plaats waarop de onderdelen van de selectieprocedure zullen plaatsvinden. § 2. De niveau- of capaciteitstest, vermeld in artikel 12, tweede lid, 1°, onderzoekt of de kandidaat in staat is te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. § 3. De geldigheidsduur van het gunstige resultaat van de niveau- en capaciteitstest bedraagt twee jaar. De kandidaat kan vrijgesteld worden van deelname aan de algemene capacitaire- en niveaubepaling indien hij/zij binnen de afgelopen vierentwintig maanden een algemene capacitaire- en niveaubepaling voor dezelfde of voor een vergelijkbare functie bij dezelfde of bij een andere overheid al eerder heeft afgelegd met een positief resultaat tot gevolg, behalve wanneer de kandidaat uitdrukkelijk vraagt opnieuw deel te nemen. Artikel 22 § 1. De selectieprocedure wordt uitgevoerd door een selectiecommissie, die uitsluitend uit deskundigen bestaat. § 2. In de selectiecommissie zetelt ten minste een (arbeids)psycholoog en/of (arbeids)consulent, werkzaam bij Stad Gent. Bovendien zijn ten minste één derde van de leden van de selectiecommissie deskundigen die extern zijn aan Stad Gent. § 3. In afwijking van § 2 kan de aanstellende overheid beslissen om uitzonderlijk af te wijken van het minimum aantal externe leden voor wat betreft de selectiecommissie en dat omwille van de specificiteit van de functie . In dat geval motiveert de aanstellende overheid zijn beslissing. § 4. De leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen zitting nemen in de selectiecommissie. § 5. De leden van de gemeenteraad en de vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties mogen selectieproeven bijwonen als waarnemer. Elke waarnemer dient zich bij de aanvang van de selectieproeven te identificeren en legitimeren. De waarnemers mogen aanwezig zijn bij de proeven, waarbij zij enkel op het notitieblad aantekeningen kunnen maken, waarvan zij een kopie ontvangen op het einde van het selectieonderdeel. Op de juryleden en de waarnemers rust de discretieplicht omtrent het verloop van de selectieverrichtingen, de inhoud van de proeven en de identiteit van de kandidaten, in het bijzonder tijdens het verloop van de selectieprocedure. Artikel 23 § 1. De aanstellende overheid kan een keuze maken tussen wervingsreserves met pools of rangschikking. § 2. De aanstellende overheid legt de wervingsreserves vast en bepaalt de duurtijd ervan. Die duurtijd wordt als volgt bepaald: a) De wervingsreserves aangelegd in het kader van tewerkstellingsmaatregelen worden principieel aangelegd voor drie maanden en kunnen eenmaal verlengd worden met drie maanden. b) Alle andere wervingsreserves worden principieel aangelegd voor drie jaar en zijn tweemaal verlengbaar met één jaar. De aanstellende overheid kan in uitzonderlijke omstandigheden van de maximale duurtijd van vijf jaar afwijken voor de wervingsreserves die zijn aangelegd voor een statutaire betrekking. In dat geval kan in het jaar waarin de wervingsreserve afloopt, de duurtijd van de wervingsreserve met twee jaar verlengd worden. § 3. Kandidaten die zijn opgenomen in de wervingsreserve worden hieruit geschrapt: a) op eigen verzoek;
2 p 6 van 11 178/220 RMW - 11 maart 2015
b) indien ze twee keer aan een betrekking van dezelfde functie verzaken; c) indien ze niet binnen de dertig kalenderdagen reageren indien hun een betrekking wordt aangeboden; d) indien ze verzaken aan een oproep voor invulling van een vacature en nalaten bij aangetekend schrijven te verzoeken om hun rangorde in de wervingsreserve te kunnen behouden. Ze richten dit aangetekend schrijven aan de aanstellende overheid binnen de 15 kalenderdagen nadat zij verzaakt hebben aan de vacature. § 4. De bepalingen van § 2 en § 3 zijn eveneens van toepassing wanneer de Stad Gent, het OCMW Gent, de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent en de hulpverleningszone centrum een gemeenschappelijke wervingsreserve hebben aangelegd. Artikel 24 § 1. In geval de selectieprocedure uitmondt in een wervingsreserve met rangschikking der kandidaten, wordt de kandidaat die op het totaal van alle delen van de selectieprocedure het beste resultaat scoorde, aangewezen voor aanstelling in de vacante betrekking. § 2. In geval de selectieprocedure uitmondt in een wervingsreserve met pools, deelt de selectiecommissie de kandidaten na de beëindiging van de selectieprocedure in volgende categorieën of pools: bijzonder geschikt, zeer geschikt en geschikt. De aanstellende overheid kan dan enkel de kandidaten die als bijzonder geschikt zijn gequoteerd aanstellen. Bij uitputting van deze groep kan de aanstellende overheid enkel de kandidaten aanstellen die door de selectiecommissie zeer geschikt zijn bevonden. Bij uitputting van deze groep worden enkel kandidaten aangesteld die geschikt zijn bevonden. Indien er verschillende wervingsreserves met pools bestaan voor dezelfde functie worden ze gelijktijdig aangeschreven en wordt de beste kandidaat aangesteld in geval van interne mobiliteit, aanwerving en bevordering. Alle kandidaten die niet werden aangesteld, maar werden gerangschikt als bijzonder geschikt, zeer geschikt of geschikt worden opgenomen in de wervingsreserve, waarbij hun selectieresultaat behouden blijft. De kandidaten opgenomen in de wervingsreserve moeten eerst nog een bijkomend niet-eliminerend oriënteringsgesprek voeren vooraleer te kunnen worden aangesteld bij een specifieke dienst. In eerste instantie worden enkel de kandidaten die bijzonder geschikt zijn bevonden uitgenodigd voor het bijkomend oriënteringsgesprek. Bij uitputting van deze categorie worden enkel de kandidaten die zeer geschikt zijn bevonden uitgenodigd en bij uitputting van deze categorie enkel de kandidaten die geschikt zijn bevonden. De in dat oriënteringsgesprek weerhouden kandidaat, wordt uiteindelijk door de aanstellende overheid in de vacante betrekking aangesteld. Artikel 25 De kandidaten worden door het stadsbestuur schriftelijk of via e-mail op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Kandidaten hebben op hun verzoek toegang tot de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Onderafdeling II. Selectieprocedure voor alle niveau’s Artikel 26
3 p 7 van 11 179/220 RMW - 11 maart 2015
Als het eerste deel van de selectieprocedure eliminerend is, moeten de kandidaten minimum 50% behalen. De kandidaten die als niet geslaagd zijn gequoteerd, worden niet opgeroepen voor het volgende deel van de selectieprocedure. Artikel 27 Een kandidaat kan geheel of gedeeltelijk vrijgesteld worden van deelname aan de psychotechnische proeven indien hij/zij binnen de afgelopen vierentwintig maanden psychotechnische proeven aflegde op basis waarvan conclusies kunnen getrokken worden inzake de competenties die relevant zijn voor de selectieprocedure waaraan de kandidaat op dat moment deelneemt behalve wanneer de kandidaat uitdrukkelijk vraagt opnieuw aan de psychotechnische proeven deel te nemen. Wanneer het leidinggeven een essentieel onderdeel is volgens de functiebeschrijving, kan enkel vrijstelling worden verkregen als de leidinggevende competenties reeds werden getest op het niveau van dezelfde graad als de vacante betrekking en de kandidaat daarop minstens voldoende scoorde. Artikel 28 De kandidaten die alle selectieonderdelen met goed gevolg hebben doorlopen (minimum 50% behalen per selectieonderdeel) dienen op het einde van de selectieprocedure minimum 60% te behalen, om te worden opgenomen in de wervingsreserve. Onderafdeling III. Selectieprocedure voor niveau A, B of C Artikel 29 De aanstellende overheid kan beslissen om voor de functies van niveau A, B of C een vacante betrekking in te vullen volgens de bepalingen van deze onderafdeling. Artikel 29/1 § 1. Het eerste deel van de selectieprocedure is steeds een eliminerend selectieonderdeel. Bij een leidinggevende functie worden de leidinggevende competenties getest in een bijkomend eliminerend selectieonderdeel. De kandidaten die als niet geslaagd zijn gequoteerd, worden niet opgeroepen voor het volgende deel van de selectieprocedure. § 2. Indien een kandidaat binnen de afgelopen vierentwintig maanden proeven aflegde op basis waarvan de nodige conclusies kunnen getrokken worden inzake de selectieprocedure waaraan de kandidaat op dat moment deelneemt, kan hij/zij gedeeltelijk of volledig worden vrijgesteld van eliminerende en/of niet-eliminerende selectieonderdelen, met uitzondering van het eliminerende mondelinge selectieonderdeel, wanneer hij/zij opnieuw kandidaat is voor een graad op hetzelfde niveau of voor een graad op een lager niveau. Deze vrijstelling kan gelden voor genormeerde en gevalideerde testen, psychotechnische proeven en het eliminerend deel waarbij leidinggevende competenties werden getest. § 3. De kandidaten die een negatief resultaat hebben behaald op het eerste eliminerende deel of het deel waarin de leidinggevende competenties werden getest, kunnen deze selectieproeven één keer opnieuw afleggen bij een volgende vacature op hetzelfde niveau of op een hoger niveau. Als de kandidaat opnieuw niet slaagt, dan wordt hij/zij gedurende twee jaar uitgesloten van alle selectieprocedures voor graden op hetzelfde niveau of op een hoger niveau. Deze uitsluiting geldt vanaf het moment van de eerste deelname aan de selectieprocedure, en dit voor alle selectieprocedures die verlopen volgens de bepalingen van deze onderafdeling.
4 p 8 van 11 180/220 RMW - 11 maart 2015
Als de kandidaat enkel niet slaagt voor het leidinggevend selectieonderdeel, dan geldt deze uitsluiting alleen voor leidinggevende functies. Artikel 29/2 De kandidaten die minimum 60 % behalen op het mondeling deel worden opgenomen in de wervingsreserve. * In artikel 31 worden in § 2 in de eerste alinea de woorden “en waarbij die procedure uitmondt in een wervingsreserve met pools” geschrapt. * In Titel III. De loopbaan worden in Hoofdstuk II. De aanwerving in de hoofding van Afdeling VI. de woorden “met uitzondering van de gesubsidieerd contractuele personeelsleden” geschrapt. * In artikel 35 worden de woorden “met uitzondering van de gesubsidieerd contractuelen” geschrapt. * Artikel 39 wordt geredigeerd als volgt: “Artikel 39 De proeftijd of de inloopperiode beoogt de integratie van het personeelslid in het bestuur en de inwerking in de functie en stelt de aanstellende overheid in staat de geschiktheid van het personeelslid voor de functie na te gaan. Bij verandering van functie en/of bij overgang naar een leidinggevende functie na een procedure van interne mobiliteit, wordt ook een proeftijd of een inloopperiode voorzien. Diensten die een personeelslid heeft vervuld in een hogere functie als de functie waarin hij of zij aangesteld wordt, worden in aanmerking genomen voor de proeftijd of de inloopperiode. Er wordt geen proeftijd of inloopperiode voorzien bij een ambtshalve herplaatsing van het vast aangestelde statutaire personeelslid zoals voorzien in Titel V of bij een herplaatsing van het contractuele personeelslid zoals voorzien in Titel Vbis.” * In artikel 104, § 3 wordt in de eerste zin het woord “gemeenteraad” vervangen door het woord “aanstellende overheid” * In artikel 113 wordt punt 3° geredigeerd als volgt: “3° voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving voor de functie getoetst door middel van een selectieprocedure.” * De artikels 115, 116 en 117 worden geredigeerd als volgt: “Artikel 115 § 1. De selectieprocedure bij interne personeelsmobiliteit bestaat minimaal uit een selectiegesprek met ten minste één (arbeids)psycholoog en/of (arbeids)consulent van Stad Gent. Het selectiegesprek is steeds de laatste proef. Het selectiegesprek is eliminerend en leidt tot een onderverdeling van de kandidaten die, naar het geval, resulteert in een wervingsreserve met rangschikking of een wervingsreserve met pools. § 2. In geval kandidaten een andere functie bekleden dan de vacante betrekking kan voorafgaand een eliminerende geschiktheidsproef plaatsvinden. Een personeelslid dat reeds slaagde voor deze geschiktheidsproef is vrijgesteld van een nieuwe geschiktheidsproef wanneer de nieuwe proef plaatsvindt binnen twee jaar na de vorige geschiktheidsproef waarin het geslaagd was.
5 p 9 van 11 181/220 RMW - 11 maart 2015
§ 3. Als de selectieprocedure wordt georganiseerd volgens de bepalingen van Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling III, Onderafdeling III. Selectieprocedure voor niveau’s A, B of C moeten de kandidaten het eerste eliminerende selectieonderdeel niet doorlopen. Artikel 116 Wanneer de proeven over verschillende dagen lopen, kan er onder de vooropgestelde data worden gewisseld, zonder dat er evenwel bijkomende data kunnen voorzien worden. Artikel 117 Voor het aanleggen en de opname in de wervingsreserves en het invullen van de vacante betrekkingen wordt dezelfde regeling gevolgd als voorzien in Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling II. De aanwervingsprocedure en Afdeling III. De selectieprocedure.” * In artikel 181 wordt de derde alinea geredigeerd als volgt: “Deze afdeling is ook niet van toepassing op de personeelsleden die onder het toepassingsgebied van de Arbeidswet van 16 maart 1971 vallen.” * In artikel 225 wordt de tweede alinea geredigeerd als volgt: “De personeelsleden van het OCMW Gent, de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent en de hulpverleningszone centrum behouden hun vakantiesaldo bij overgang naar de Stad Gent.” * In artikel 148 wordt in § 2 de tweede zin geredigeerd als volgt: “De opzeggingstermijn wordt berekend naar analogie met de bepalingen van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.” * In artikel 164 bis wordt in § 1 de eerste alinea geredigeerd als volgt: “Het personeelslid dat overkomt van het OCMW Gent, één van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent of de hulpverleningszone centrum behoudt na zijn aanstelling in de nieuwe betrekking de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven in de functionele loopbaan van zijn vorige betrekking, als met de nieuwe betrekking dezelfde functionele loopbaan verbonden is.” * In artikel 164 ter worden de eerste en de tweede alinea geredigeerd als volgt: “De niveau-anciënniteit en de dienstanciënniteit die het personeelslid verworven had bij het OCMW Gent, één van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent of de hulpverleningszone centrum, worden volledig in aanmerking genomen voor de vaststelling van de niveau-anciënniteit en de dienstanciënniteit. De regels voor de vaststelling van de graadanciënniteit na aanstelling in een andere graad zijn ook van toepassing op het personeelslid dat overkomt van het OCMW Gent, één van de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent of de hulpverleningszone centrum en dat aangesteld wordt in een andere graad.” * In artikel 242 wordt in § 1 de derde alinea geredigeerd als volgt: “De personeelsleden van het OCMW Gent, de autonome gemeentebedrijven van de Stad Gent en de hulpverleningszone centrum behouden hun ziektekredietsaldo bij overgang naar de Stad Gent.”
6 p 10 van 11 182/220 RMW - 11 maart 2015
* In artikel 321 wordt in § 1 het derde lid geredigeerd als volgt: “Het personeelslid zorgt ervoor dat hij/zij tijdens de diensturen bereikbaar is op zijn/haar mobiele of vaste telefoon. Privégesprekken en digitale berichten met mobiele of vaste telefoons tijdens de diensturen zijn verboden, behalve wanneer de dringende tussenkomst van het personeelslid noodzakelijk is.” * In artikel 321 wordt § 3 geredigeerd als volgt: “In afwijking van § 2, 2e alinea, is het de personeelsleden die een draagbare computer of een mobiele telefoon van stad Gent ter beschikking hebben, toegelaten deze mee te nemen naar huis en buiten de werkuren te gebruiken, dit volgens de richtlijnen zoals opgenomen in het Vademecum en de handleiding mobiele telefonie.” * In bijlage 8 worden de diplomavoorwaarden voor Adjunct van de directie/Coördinator expert – preventieadviseur (Psychosociaal Welzijn) geredigeerd als volgt: Adjunct van de directie/Coördinator expert – preventieadviseur (Psychosociaal Welzijn)
Diploma conform het KB van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk
* In bijlage 8 worden de diplomavoorwaarden voor Adjunct van de directie/Coördinator expert – preventieadviseur (Risicobeheersing) geredigeerd als volgt: Adjunct van de directie/Coördinator expert/ – Diploma conform het KB van 17 mei 2007 betreffende preventieadviseur (Risicobeheersing) de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk en het KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
7 p 11 van 11 183/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
sogent
2015_RMW_00072
Gent, Halfweg: verkoop perceel grond ingericht als bos aan sogent voor realisatie recreatiezone Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Het OCMW van Gent is eigenaar van een perceel grond gelegen aan de Halfweg en Noorderlaan te Gent en kadastraal gekend als Gent, negende afdeling, sectie B, nummer 559D met een kadastrale oppervlakte van 11.923 m². Dit perceel is momenteel ingericht als bos en is niet verpacht. Het onroerend goed is volgens het gewestplan gelegen in parkgebied en volgens het gemeentelijk RUP nr. 163 ‘Park Halfweg’ gelegen in een zone voor recreatie. In dit RUP is ook een onteigeningsplan opgenomen waarin sogent als onteigende macht vermeld staat. De stad Gent wenst een stedelijke sportcluster te ontwikkelen binnen het plangebied waarin dit onroerende goed gelegen is, en doet daarvoor een beroep op sogent. Door het RUP nr. 163 'Park Halfweg' kunnen sportterreinen en -clubs die zonevreemd gelegen zijn en/of met ruimtegebrek kampen geherlocaliseerd worden naar de recreatiezone in het 'park Halfweg'. De heer Jeroen De Corte van Mensor bvba heeft op 15 januari 2013 de verkoopwaarde van het perceel 559D geschat op 5,70 euro/m² en een totaal afgerond bedrag van 68.000,00 euro. Er werd geen rekening gehouden met de meerwaarde die door het RUP 163 'Park Halfweg' werd gecreëerd. Overwegende dat het schattingsverslag niet ouder mag zijn dan twee jaar, maar gezien de geringe termijnsoverschrijding en er een niet-geschreven regel is dat openbare besturen ten opzichte van mekaar geen winsten nastreven en onroerende goederen aan mekaar verkopen tegen schattingsprijs, wordt hier geen extra kost gemaakt voor de actualisatie van het schattingsverslag. Sogent is echter akkoord, gezien de prijs van landbouwgronden volgens het schattingsverslag een gemiddelde prijsstijging kent van 5 % per jaar, 10 % meer te betalen dan de schattingsprijs, zijnde 6.800,00 euro. Dit brengt de totaalprijs op een bedrag van 74.800,00 euro. Sogent vraagt dan ook om het perceel 559D te mogen aankopen aan 74.800,00 euro voor de realisatie van een recreatiezone aan de Noorderlaan in plaats van te onteigenen. De koopsom zal betaald worden bij de ondertekening van de akte verkoop. Deze onderhandse verkoop kan verantwoord worden omdat de vervreemding gebeurt om reden van algemeen nut, met name met het oog op het realiseren van een recreatiezone (stedelijke sportcluster). Notaris Jan Bael van het notariskantoor Bael - De Brauwere uit Gent werd door sogent aangesteld om een verkoopovereenkomst op te stellen en om de authentieke akte op te maken en te verlijden. De kosten van de akte verkoop zijn ten laste van de koper. Het Overlegcomité van 28 februari 2013 gaf positief advies aan deze onderhandse verkoop. Het Overlegcomité van 12 februari 2015 gaf positief advies om de schattingsprijs te verhogen met 10 % (= 6.800,00 euro) en de totaalprijs te brengen op 74.800,00 euro.
Motivering Gelet op het Burgerlijk Wetboek; gelet op het Decreet betreffende de organisatie van het Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 19 december 2008; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de beheersovereenkomst OCMW Gent - sogent.
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De financiële middelen en het patrimonium efficiënt beheren
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
184/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Financiële informatie Investering Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Ja
Totaal geschatte inkomsten:
74800,00
Totaal geschatte uitgaven:
0,00
Z2000 - Beheer Patrimonium - 260 - OM Terreinen Initiëel budget:
1692901,04
Reeds aangewend: Engagementen:
0,00 575000,00
Geschatte inkomsten: Commentaar
74800,00 De kosten van de akte verkoop zijn ten laste van de koper.
Geschatte uitgaven:
0,00
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
13 februari 2015
Advies:
Gunstig
SOB Juridisch advies Datum:
16 februari 2015
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 Verkoop aan sogent van een perceel grond ingericht als bos aan de Halfweg en Noorderlaan gelegen te Gent, kadastraal gekend als Gent, negende afdeling, sectie B, nummer 559D tegen de verkoopwaarde van 74.800,00 euro met het oog op de realisatie van een recreatiezone (stedelijke sportcluster) aan de Noorderlaan in Gent.
Artikel 2 Het ontwerp van de verkoopovereenkomst zoals opgesteld door notaris Jan Bael van het notariskantoor Bael - De Brauwere uit Gent.
Artikel 3 Het ontslag van de Hypotheekbewaarder van de verplichting tot het nemen van een ambtshalve inschrijving, voor zover de nodige kwijtingen kunnen worden voorgelegd bij overschrijving van de akte.
Artikel 4 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 4: 20150213_AK_Ontwerp Overeenkomst verkoop OCMW aan SoGent.pdf
185/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Notities notulen De voorzitter geeft uitleg bij het doel van dit voorstel, namelijk het uitbreiden van de sportkluster aan de Watersportbaan. Raadslid Chantal Sysmans herhaalt haar eerder gemaakte opmerking over het sluikstort op het terrein. Ivago heeft enkel het deel op het openbaar terrein verwijderd, op het privé-terrein ligt nog heel wat stort, maar zij verwacht dat dit opgelost wordt bij de verkoop. Raadslid Emilie Peeters stelt dat ze zeer verheugd is over dit nieuw voorbeeld van maatschappelijk relevante aanwending van OCMW-patrimonium. In antwoord op de vraag van raadslid Sysmans bevestigt de voorzitter dat het terrein zal opgekuist worden voordat de overdracht gebeurt.
Bijlage(n) 20150213_AK_Ontwerp Overeenkomst verkoop OCMW aan SoGent.pdf
186/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150213_AK_Ontwerp Overeenkomst verkoop OCMW aan SoGent.pdf
187/220 RMW - 11 maart 2015
VERKOOPOVEREENKOMST Tussen de ondergetekenden: 1) “Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent”, te 9000 Gent, Onderbergen 86, ingeschreven in het rechtspersonenregister met ondernemingsnummer 0212.214.125 en BTW-nummer BE0212.214.125. Voor dewelke alhier optreden: De heer CODDENS Rudy Georges Irène, voorzitter OCMW GENT, rijksregisternummer 600214 181-91, wonende te 9031 Gent, Keuzemeers 7; De heer KUPERS Luc Hubert Maurice, secretaris OCMW GENT, rijksregisternummer 570214 217-89, wonende te 1800 Vilvoorde, Maria-Theresialaan 41 bus 4.2.. Beiden handelend krachtens het decreet van negentien december tweeduizend acht betreffende de “ OCMW’s ”, handelend ter uitvoering van een beslissing genomen door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent in haar zitting van 2015 waarvan een voor eensluidend afschrift aan deze akte zal gehecht blijven. Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent bevestigt dat de vermelde beslissing niet werd geschorst en dat daartegen geen tijdig schorsingsberoep is ingesteld. Hierna ook de "verkopers", "verkoper" of "verkoopster" genoemd. 2) “Stadsontwikkeling Gent”, kortweg “sogent”, autonoom gemeentebedrijf, BTW BE 0367.300.594, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Voldersstraat 1, opgericht door gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2003 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken bij besluit van 17 juli 2003, hier vertegenwoordigd door zijn voorzitter van het directiecomité, de heer Didier Nachtergaele, algemeen directeur, wonende te 9950 Waarschoot, Veldeken 7, en door een lid van het directiecomité, de heer Frank Van Goethem, directeur financiën en patrimonium, wonende te 9000 Gent, Hofstraat 32. Hierna ook de "kopers", "koper" of "koopster" genoemd. Is het volgende overeengekomen: De verkopers verklaren hierbij te verkopen, af te staan en over te dragen aan en ten behoeve van de kopers die verklaren in koop te aanvaarden: DE HIERNA BESCHREVEN GOEDEREN STAD GENT Een perceel bouwland, met alle aanhorigheden op en met grond, gelegen te Gent, ter plaatse gekend als Sleewagen, bekend of bekend geweest op het kadaster Gent, negende afdeling, sectie B, blijkens recent kadastraal uittreksel nummer 559/D, met een oppervlakte volgens kadaster van 11.923 m² met een kadastraal inkomen van vijftig euro (50,00 EUR). De ter plaatse of in de onmiddellijke omgeving bestaande grachten of andere 1
188/220 RMW - 11 maart 2015
waterlopen maken geen deel uit van de hierbij verkochte goederen. De kopers bevestigen dat zij de verkochte goederen hebben bezocht, dat zij de staat ervan voldoende kennen en dat zij geen nadere beschrijving daarvan verlangen. Oorsprong van eigendom Het OCMW Gent is eigenaar van het goed om er sedert meer dan dertig jaar het voortdurend en onafgebroken, ongestoord, openbaar en ondubbelzinnig bezit van te hebben. VOORWAARDEN Deze verkoop en koop is gedaan en aanvaard onder de volgende lasten en voorwaarden: 1° HYPOTHECAIRE TOESTAND De goederen worden verkocht voor vrij, zuiver en onbelast van alle schulden, hypotheken, voorrechten en bezwarende hypothecaire overschrijvingen, inschrijvingen en kantmeldingen. 2° EIGENDOMSOVERDRACHT EN OVERDRACHT VAN DE RECHTEN VAN GENOT De kopers zullen de volle eigendom en het genot van de verkochte goederen bekomen vanaf de ondertekening van de notariële akte. 3° OVERDRACHT VAN DE RECHTEN VAN GEBRUIK De kopers zullen het vrij gebruik van de verkochte goederen hebben vanaf de ondertekening van de notariële akte. 4° FISCALE LASTEN De kopers zullen de onroerende voorheffing en alle andere belastingen en taksen die betreffende de verkochte goederen geheven worden, moeten dragen pro rata temporis te rekenen vanaf de ondertekening van de notariële akte of vanaf de ingenottreding indien de kopers het genot niet bekomen bij de ondertekening van de notariële akte. Bij het verlijden van de notariële akte zullen de kopers aan de verkopers het aandeel van de kopers betalen in de onroerende voorheffing voor het lopende aanslagjaar in voorkomend geval berekend op basis van het vorige aanslagjaar. De verkopers zullen dan aan de fiscale administratie het volledige bedrag van de onroerende voorheffing voor het lopende aanslagjaar betalen. De verkopers verklaren dat er thans betreffende de verkochte goederen geen verhaalbelastingen lopen of gevorderd worden en dat er ook geen werken zijn uitgevoerd door openbare besturen die aanleiding kunnen geven tot het heffen van verhaalbelasting. Alle nog verschuldigde verhaalbelastingen betreffende reeds uitgevoerde werken blijven ten laste van de verkopers. 5° VERZEKERING Niet van toepassing. 6° STAAT, OPPERVLAKTE EN ERFDIENSTBAARHEDEN De kopers zullen de verkochte goederen moeten aanvaarden 2
189/220 RMW - 11 maart 2015
in de staat waarin ze zich op heden bevinden, met alle zichtbare en verborgen gebreken, zowel voor wat betreft de gebouwen als voor wat betreft de grond en de ondergrond, zonder waarborg betreffende de oppervlakte, al overtrof het verschil met de uitgedrukte oppervlakte één/twintigste, ten voordele of ten nadele van de kopers. De verkopers verklaren dat zij geen kennis hebben van verborgen gebreken aan de verkochte goederen. Voor zover de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemer en de architect nog niet verstreken is bij het verlijden van de notariële akte, gaan alle rechten op dat vlak over op de kopers. De verkopers verklaren dat er op heden geen procedures lopen tegen aannemers of architecten. De verkopers verklaren dat er op heden ook geen andere procedures lopen of geschillen bestaan betreffende de verkochte goederen. De goederen worden verkocht met al de voordelige en nadelige, zichtbare en onzichtbare, voortdurende en nietvoortdurende erfdienstbaarheden die op de verkochte onroerende goederen betrekking hebben, en onder meer deze betreffende waterputten, regenputten, aalputten, waterlopen, aflopen en riolen, die eventueel zouden bestaan, al dan niet gekend, vrij aan hen zich tegen de nadelige erfdienstbaarheden te verzetten en de voordelige in hun voordeel te doen gelden, alles echter op hun kosten en risico. De verkopers verklaren zelf geen erfdienstbaarheden te hebben gevestigd betreffende de verkochte goederen en verklaren geen kennis te hebben van erfdienstbaarheden betreffende de verkochte goederen, ook niet van erfdienstbaarheden gevestigd door anderen. De verkopers vestigen de aandacht van de kopers op de noodzaak om op de website https://www.klim-cicc.be na te gaan of er zich op de hoger beschreven onroerende goederen ondergrondse gasleidingen of andere leidingen bevinden, in het bijzonder voorafgaand aan de uitvoering van werken betreffende de hoger beschreven onroerende goederen. 7° BODEMDECREET De partijen verklaren te weten dat het decreet van zevenentwintig oktober tweeduizend en zes betreffende de bodemsanering en de bodembescherming op deze verkoop van toepassing is, evenals het besluit van de Vlaamse regering van veertien december tweeduizend en zeven houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, beiden in werking getreden op een juni tweeduizend en acht. De partijen verklaren daarbij voldoende toelichting verkregen te hebben. De verkopers verklaren dat, voor zover zij weten, op de verkochte onroerende goederen geen bodemverontreiniging voorkomt en dat op de verkochte onroerende goederen geen risico3
190/220 RMW - 11 maart 2015
inrichting gevestigd is of in het verleden gevestigd was in de zin van artikel 2, 14° van het decreet van zevenentwintig oktober tweeduizend en zes betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. De verkopers verklaren dat er zich dus op de verkochte onroerende goederen geen fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen, machines, installaties of toestellen bevinden of in het verleden bevonden en op de verkochte onroerende goederen geen handelingen zijn gesteld, die een verhoogd risico op bodemverontreiniging kunnen inhouden en die voorkomen op de lijst opgesteld door de Vlaamse regering, vastgesteld in kolom 8 van de indelingslijst opgenomen in bijlage 1 van titel I van het VLAREM (besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning). De verkopers verklaren dat tot op heden geen oriënterend bodemonderzoek heeft plaatsgehad betreffende de verkochte onroerende goederen. Betreffende de verkochte onroerende goederen werd een bodemattest afgeleverd op 29 oktober 2014, waarvan de inhoud luidt als volgt: "1 Kadastrale gegevens (...) 2 Inhoud van het bodemattest De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen: 1 Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend bodemonderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. 2 Bijkomende informatie over de overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be. 3 Als er bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet. Meer informatie: www.ovam.be/grondverzet. 4 De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens." De kopers bevestigen dat de inhoud van dit bodemattest hen door de verkopers is meegedeeld vóór het sluiten van de verkoopovereenkomst en dat zij een kopie van het vermelde bodemattest hebben ontvangen. De kopers verklaren te weten dat het bodemattest enkel bepaalt dat de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij geen informatie heeft over de kwaliteit van de bodem en dat het bodemattest dus geen enkele waarborg biedt dat er geen bodemverontreiniging is op de verkochte onroerende goederen. De kopers verklaren te weten dat zij voorafgaand aan het sluiten van de onderhandse verkoopovereenkomst op eigen initiatief een bodemonderzoek kunnen laten uitvoeren met betrekking tot de verkochte onroerende goederen en dat de uitvoering van een bodem4
191/220 RMW - 11 maart 2015
onderzoek de enige manier is om enige zekerheid te verwerven betreffende de kwaliteit van de bodem. De kopers verklaren dat zij geen bodemonderzoek willen laten uitvoeren. Tussen de verkopers en de kopers is overeengekomen dat de kopers de risico's overnemen en zullen dragen van eventuele bodemverontreiniging, van de schade die daaruit kan voortvloeien of daarmee verband houdt en van alle kosten die daaruit kunnen voortvloeien of daarmee verband houden, zonder dat enig verhaal mogelijk is tegen de verkopers, op voorwaarde dat de voorgaande verklaringen vanwege de verkopers te goeder trouw zijn afgelegd. 8° STOOKOLIETANK Niet van toepassing. 9° ELEKTRISCHE INSTALLATIE EN ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT Elektrische installatie Niet van toepassing. Energieprestatiecertificaat Niet van toepassing. 10° POSTINTERVENTIEDOSSIER De verkopers en de kopers verklaren voldoende toelichting verkregen te hebben betreffende het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, in het bijzonder betreffende de verplichting om een postinterventiedossier te laten opmaken in de gevallen bepaald in dit koninklijk besluit. De verkopers verklaren dat er voor de hoger beschreven onroerende goederen geen postinterventiedossier werd opgesteld en zij bevestigen dat er aan deze onroerende goederen geen werken werden uitgevoerd door één of meerdere aannemers waarvoor een postinterventiedossier diende te worden opgesteld. 11° RUIMTELIJKE ORDENING Algemeen De kopers zullen alle wetten, decreten, besluiten, reglementen en voorschriften inzake ruimtelijke ordening moeten naleven, zonder aanspraak te kunnen maken tegen de verkopers of van hen enige vergoeding te kunnen eisen. Er wordt door de verkopers verklaard dat bij gebrek aan stedenbouwkundig attest, stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt, evenmin als wat betreft de mogelijkheid om andere werken, handelingen of wijzigingen uit te voeren waarvoor vooraf een stedenbouwkundige vergunning moet worden bekomen. Artikel 5.2.1 Codex De verkopers verklaren in toepassing van artikel 5.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: 1) dat er voor de hoger beschreven onroerende goederen 5
192/220 RMW - 11 maart 2015
door het college van burgemeester en schepenen volgende stedenbouwkundige vergunningen zijn uitgereikt: - de dato 14 augustus 2012 voor het rooien van twee bomen; - de dato 18 december 1978 voor het ophogen van het terrein; 2) dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van de hoger beschreven onroerende goederen is volgens het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Park Halfweg' goedgekeurd de dato 29 augustus 2013: zone voor recreatie; 3) dat er voor de hoger beschreven onroerende goederen geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of de artikelen 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, noch dat er enige beslissing in dat verband werd gewezen; 4) dat er op de hoger beschreven onroerende goederen geen voorkooprecht rust zoals bedoeld in artikel 2.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 5) dat er geen verkavelingsvergunning werd afgeleverd betreffende de hoger beschreven onroerende goederen; 6) dat er voor de hoger beschreven onroerende goederen geen as-builtattest is uitgereikt en gevalideerd overeenkomstig artikel 4.2.12 § 2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Planbatenheffing - Planschadevergoeding De verkoper wijst de koper erop dat het hoger beschreven onroerend goed ingevolge het ruimtelijk uitvoeringsplan vastgesteld door de stad Gent op 29 augustus 2013 gelegen is in een zone voor recreatie. Het perceel is opgenomen in het grafisch register plan baten en plan schade. Daaruit vloeit de verplichting voort om een planbatenheffing te betalen binnen de vijftien dagen na het verlijden van de notariële akte betreffende de overdracht ten bezwarende titel door de heffingsplichtige van enig zakelijk recht op het perceel of binnen de zes maanden na de verzending van het aanslagbiljet indien deze akte vóór de verzending van het aanslagbiljet werd verleden. De verkoper verklaart tot op heden nog geen aanslagbiljet te hebben ontvangen. De verkoper verklaart tevens op basis van artikel 2.6.6. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in aanmerking te komen voor een vrijstelling van de verplichting om een planbatenheffing te betalen. Percelen die worden onteigend of overgedragen in der minne ten algemenen nutte worden van de planbatenheffing vrijgesteld, voor zover voldaan is aan beide hiernavolgende voorwaarden: 1° er wordt overeenkomstig artikel 2.4.6, §1, eerste lid, geen rekening gehouden met de waardevermeerdering die voortvloeit uit de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan, dan wel het bijzonder plan van aanleg; 2° de onteigening, respectievelijk de overdracht in der 6
193/220 RMW - 11 maart 2015
minne ten algemenen nutte, gebeurt ten laste van de heffingsplichtige en niet ten aanzien van een derde-verkrijger. De partijen verklaren dat deze heffing ingevolge artikel 2.6.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening niet verschuldigd is door de koper van het perceel en dat deze heffing niet op de koper van het perceel kan worden verhaald. De heffing is immers verschuldigd (behoudens in geval van vrijstelling) door diegene die het volle of blote eigendomsrecht kan laten gelden op het perceel op het ogenblik van de inwerkingtreding van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan. Sogent verklaart het goed te verwerven voor algemeen nut in uitvoering van zijn doel, zijnde het voeren, ter uitvoering van het door de Stad Gent bepaalde Gentse stadsontwikkelingsbeleid, van een actief grond- en pandenbeleid op het vlak van de (sociale) huisvesting, economische ontwikkeling, groen- en natuurvoorzieningen en ruimtelijke ingrepen, en meer bepaald met het oog op de realisatie van een recreatiezone (stedelijke sportcluster). Stedenbouwkundig uittreksel en inlichtingen bekomen bij de gemeente De kopers en de verkopers verklaren vóór de ondertekening van de onderhandse verkoopovereenkomst een kopie te hebben ontvangen van het stedenbouwkundig uittreksel uitgereikt door de stad Gent op 5 november 2014, kennis te hebben genomen van de inhoud daarvan en daarbij voldoende toelichting te hebben bekomen. De kopers en de verkopers verklaren eveneens vóór de ondertekening van de onderhandse verkoopovereenkomst een kopie te hebben ontvangen van de brief van de stad Gent de dato 5 november 2014 met onder meer volgende informatie betreffende de hoger beschreven onroerende goederen: - "C13 Onteigening in het kader van het decreet ruimtelijke ordening Het volgende onteigeningsplan is van toepassing. Plannummer: 2.52_00163_00001 Naam onteigeningsplan Concept-voorontwerp Park Halfweg Datum goedkeuring: Juridische status: ON Het onteigeningsplan maakt deel uit van het BPA of RUP: 2.14_00163_00001" - "D1 Milieu Is dit perceel opgenomen in het grondeninformatieregister? : Ja Dossiernr 5209 Naam dossier: NOTARIS DE CLIPPELE Omschrijving: Beschrijvend bodemonderzoek Braakliggend terrein te Gent - 02/06317/WD Datum onderzoek: 08/01/2004 Zijn er op dit adres VLAREM-milieuvergunningen afgele7
194/220 RMW - 11 maart 2015
verd voor risico-inrichtingen zoals bedoeld in artikel 6 van het Bodemdecreet en kolom 8 van Bijlage 1 van VLAREM I? : Neen Zijn er op dit adres ARAB-exploitatievergunningen afgeleverd voor risico-inrichtingen zoals bedoeld in artikel 6 van het Bodemdecreet en kolom 8 van Bijlage 1 van VLAREM I? : Neen" - "Adviesplicht bij alle bodemingrepen en bouwwerkzaamheden : Ja". Zij verklaren kennis te hebben genomen van de inhoud van deze brief. Zij verklaren eveneens bij deze brief van de stad Gent voldoende toelichting te hebben bekomen. Uit een schrijven van de OVAM de dato 2 december 2014 blijkt evenwel dat het hoger vermelde beschrijvend bodemonderzoek verwijst naar het volgende onderzoek: “BBO dd. 09.12.2003, Beschrijvend Bodemonderzoek Braakliggend Terrein te Gent - 02/06317/Wd dossiernr 5209 dossiernaam: Notaris De Clippele” en dat dit onderzoek betrekking heeft op volgende percelen: 44809 B 0558 / 54 F 000 44809 B 0558 / 54 E 000 Partijen verklaren een kopie te hebben ontvangen van dit schrijven en verklaren hierbij voldoende toelichting te hebben bekomen. Huidige verkoop heeft geen betrekking op de percelen met nummer 558/E 54 en 558/F 54. Bijgevolg heeft het voormelde beschrijvend bodemonderzoek geen betrekking op het hierbij verkochte perceel met nummer 559/D. Artikel 4.2.1 Codex Aan de partijen wordt kennis gegeven van artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dat de gevallen vermeldt waarin in principe een voorafgaande stedenbouwkundige vergunning moet worden bekomen. Aan de kopers wordt meegedeeld dat de raadpleging van de tekst van artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening niet volstaat om te bepalen of voor een bepaalde handeling al dan niet een stedenbouwkundige vergunning vereist is. De Vlaamse regering kan immers een vrijstelling van vergunningsplicht voorzien voor bepaalde handelingen, of de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. Een vrijstelling van de verplichting om een stedenbouwkundige vergunning te verkrijgen wordt voor bepaalde handelingen voorzien in het besluit van de Vlaamse Regering van zestien juli tweeduizend en tien tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is. Een vervanging van de vergunningsplicht door een verplichte melding voor bepaalde handelingen wordt voorzien in het besluit van de Vlaamse Regering van zestien juli tweeduizend en tien betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Anderzijds kunnen de gemeenten en de 8
195/220 RMW - 11 maart 2015
provincies de vergunningsplicht uitbreiden tot andere handelingen dan deze die vermeld zijn in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor meldingsplichtige handelingen een vergunningsplicht invoeren en voor vrijgestelde handelingen een meldingsplicht invoeren. Om die reden is het aangeraden, indien men wil weten of al dan niet een stedenbouwkundige vergunning vereist is voor een bepaalde handeling, dan wel of voor een bepaalde handeling een voorafgaande melding wordt opgelegd, inlichtingen in te winnen bij de gemeente van de ligging van de onroerende goederen of bij een deskundige, zoals een architect. De aandacht van de kopers wordt in het bijzonder gevestigd op het feit dat voor bepaalde wijzigingen van de functie, het gebruik of de bestemming van een onroerend goed een voorafgaande stedenbouwkundige vergunning vereist is en dat deze stedenbouwkundige vergunning niet steeds kan worden bekomen. Aan de kopers is aangeraden indien zij een wijziging van de functie, het gebruik of de bestemming van de onroerende goederen plannen, voorafgaand aan de ondertekening van de onderhandse verkoopovereenkomst na te gaan of voor de geplande wijziging wel een stedenbouwkundige vergunning kan worden bekomen. De kopers verklaren op dat vlak voldoende ingelicht te zijn en geen opschortende voorwaarde te wensen van het bekomen van een gunstige stedenbouwkundige vergunning voor een geplande wijziging van de functie, het gebruik of de bestemming van de aangekochte onroerende goederen. Stedenbouwkundige vergunningen De verkopers verklaren voor alle door hen uitgevoerde werken, handelingen of wijzigingen aan de verkochte goederen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist was, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en de werken, handelingen of wijzigingen ook te hebben uitgevoerd overeenkomstig de bekomen stedenbouwkundige vergunningen. De verkopers verklaren zelf geen bouwmisdrijven te hebben begaan en verklaren verder geen kennis te hebben van bouwmisdrijven, ook niet van bouwmisdrijven die dagtekenen van vóór hun verwerving van de hoger beschreven onroerende goederen en ook niet van bouwmisdrijven die door anderen zouden zijn gepleegd. De kopers erkennen er op gewezen te zijn dat, met het oog op het bekomen van een zo groot mogelijke zekerheid betreffende de stedenbouwkundige toestand van de verkochte goederen, het aangewezen is om een architect aan te stellen om desgevallend de bestaande stedenbouwkundige vergunningen en vergunde plannen op te vragen bij de gemeente en om na te gaan of de werken, handelingen of wijzigingen zijn uitgevoerd overeenkomstig de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen. 12° BESCHERMING De verkopers verklaren dat de verkochte goederen niet beschermd zijn en niet voorkomen op een lijst of ontwerplijst van bescherming, zoals bijvoorbeeld als monument of als deel 9
196/220 RMW - 11 maart 2015
van een landschap, stadsgezicht of dorpsgezicht, of als archeologisch waardevol patrimonium. De verkopers verklaren geen kennis te hebben van enige intentie bij de overheid om de hoger beschreven onroerende goederen op de een of de andere wijze te beschermen. De verkopers verklaren dat de hoger beschreven onroerende goederen evenmin voorkomen op de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen. 13° ONTEIGENING, RUILVERKAVELING EN RISICO VOOR OVERSTROMINGEN ONTEIGENING De verkopers verklaren dat zij geen kennis hebben van een onteigeningsbesluit betreffende de verkochte goederen en dat zij evenmin kennis hebben van enige intentie tot onteigening van de verkochte goederen, met uitzondering van hetgeen hiervoor werd vermeld onder punt 11. De kopers verklaren hieromtrent voldoende toelichting te hebben bekomen van de verkopers. RUILVERKAVELING De verkopers verklaren dat de verkochte goederen niet het voorwerp uitmaken van een ruilverkaveling en dat zij evenmin kennis hebben van enig voornemen van de overheid om met betrekking tot de verkochte goederen over te gaan tot ruilverkaveling. RISICO VOOR OVERSTROMINGEN - Risicozone voor overstromingen De verkopers verklaren dat de hoger beschreven onroerende goederen niet gelegen zijn in een risicozone voor overstromingen (een zone die aan terugkerende en belangrijke overstromingen blootgesteld werd of blootgesteld kan worden in de zin van artikel 68-7 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst). - Afgebakende overstromingsgebieden en oeverzones De verkopers verklaren dat de hoger beschreven onroerende goederen niet gelegen zijn in een overstromingsgebied of een oeverzone, waarvoor het recht van voorkoop van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid van toepassing is. - Effectief overstromingsgevoelige gebieden en mogelijk overstromingsgevoelige gebieden De verkopers verklaren dat de hoger beschreven onroerende goederen niet gelegen zijn in een effectief overstromingsgevoelig gebied, noch in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. 14° LEEGSTAND EN VERWAARLOZING Niet van toepassing. 15° RECHT VAN VOORKOOP VLAAMSE WOONCODE Recht van voorkoop Vlaamse Wooncode: De verkopers verklaren er geen kennis van te hebben dat het goed, voorwerp van huidige verkoop, zou vallen onder toe10
197/220 RMW - 11 maart 2015
passing van artikel 85, § 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, luidend als volgt: "De VMSW, de sociale huisvestingsmaatschappijen, de gemeenten en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn beschikken over een recht van voorkoop op de woningen waaraan ze renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden hebben uitgevoerd met toepassing van artikel 18, § 2, en 90. Onverminderd het eerste lid, krijgen de VMSW, het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid in Vlaams-Brabant opgericht bij artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, een recht van voorkoop op: 1° een woning die is opgenomen in het leegstandregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, of op een van de lijsten van de inventaris, bedoeld in artikel 28, § 1, van het Heffingsdecreet; 2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn; 3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied. Het voorkooprecht geldt niet als een sociale huisvestingsmaatschappij verkoopt. Bij verkoop door een titularis van het voorkooprecht hebben alleen de conform artikel 86, eerste lid, hoger in rangorde staande titularissen van het voorkooprecht een voorkooprecht. Van het recht van voorkoop zijn uitgesloten: 1° de woningen die deel uitmaken van een gebouw met meerdere woningen, waarbij de verkoop mede-eigendom over gemeenschappelijke delen doet ontstaan; 2° afzonderlijke garages; 3° afzonderlijke loten van een goedgekeurde verkaveling; 4° de aankoop van een eerste woning of een perceel bestemd voor woningbouw door een of meer natuurlijke personen, op voorwaarde dat deze verkrijgers geen andere woning of ander perceel bestemd voor woningbouw volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, op de dag van het sluiten van de overeenkomst tot koop. De Vlaamse Regering kan uitzonderingen vaststellen op de in het vierde lid bepaalde uitsluitingen van het recht van voorkoop". 16° ANDERE VOORKOOPRECHTEN, VOORKEURRECHTEN, RECHTEN VAN WEDERINKOOP EN OPTIERECHTEN Huidige verkoopovereenkomst wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde van niet-uitoefening van eventueel geldende conventionele, wettelijke of decretale voorkooprechten, voorkeurrechten of rechten van wederinkoop. De minuuthoudende notaris wordt verzocht het nodige te doen voor de aanbieding van de voorkooprechten, voorkeurrechten of rechten van weder11
198/220 RMW - 11 maart 2015
inkoop waaraan de verkochte goederen onderworpen zijn. De verkopers verklaren geen kennis te hebben van enig conventioneel recht van voorkoop, conventioneel voorkeurrecht, conventioneel recht van wederinkoop of conventioneel optierecht betreffende de verkochte goederen. 17° OPSCHORTENDE VOORWAARDEN: a)Deze overeenkomst wordt afgesloten onder de opschortende voorwaarde van goedkeuring door de bevoegde bestuursorganen van het OCMW van Gent en afwezigheid van schorsing en/of vernietiging van deze beslissing door de toezichthoudende overheid in het kader van het administratief toezicht. b)Deze overeenkomst wordt afgesloten onder de opschortende voorwaarde van het notarieel verlijden van de akte onderhandse verkoop/koop m.b.t. de naastliggende terreinen tussen de Clippele - Cruyt en de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “KONINKLIJKE ATLETIEKASSOCIATIE GENT C.V.” ter realisatie van het in het RUP beoogde. De compromis werd door beide partijen getekend op 5 december 2014. In die compromis verklaarden die partijen om die akte te verlijden binnen een termijn van 4 maanden (zijnde uiterlijk op 5 april 2014). c) De ondergetekenden verklaren te weten en aanvaarden zonder enig voorbehoud dat deze overeenkomst slechts mogelijk en uitvoerbaar is mits de Raad van Bestuur van sogent beslist er zijn goedkeuring aan te verlenen en mits deze beslissing niet wordt geschorst en/of vernietigd door de toezichthoudende overheid in het kader van het administratiefrechtelijk toezicht. d) Deze overeenkomst wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde vermeld onder punt 21°. 18° TEGEMOETKOMINGEN, PREMIES EN SUBSIDIES, VERZEKERING GEWAARBORGD WONEN De kopers moeten zelf nagaan of zij in aanmerking komen voor eventuele tegemoetkomingen, premies en subsidies, en zij moeten deze desgevallend zelf aanvragen zonder tussenkomst van de verkopers. De verkopers verwijzen de kopers naar de website www.premiezoeker.be waarop een overzicht van mogelijke tegemoetkomingen, premies en subsidies wordt gegeven, evenals naar de websites www.energiesparen.be, www.bouwenenwonen.be en www.vlaanderen.be. De kopers verklaren van de verkopers voldoende toelichting bekomen te hebben bij de mogelijke tegemoetkomingen, premies en subsidies. De kopers verklaren eveneens voldoende toelichting te hebben bekomen bij de gratis verzekering gewaarborgd wonen bij een hypothecaire lening of een hypothecair krediet aangegaan met het oog op het bouwen (met inbegrip van vervangingsbouw), het kopen, het kopen en renoveren of het renoveren van een woning, die bij onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid zal tegemoetkomen in de aflossing van de lening of het krediet. De kopers verklaren van de verkopers voldoende toe12
199/220 RMW - 11 maart 2015
lichting verkregen te hebben bij deze verzekering. De verkopers verwijzen de kopers tevens naar de website www.verzekeringgewaarborgdwonen.be of www.bouwenenwonen.be. 19° KOSTEN Alle kosten, rechten en erelonen van de notariële akte zijn ten laste van de kopers; te zijnen laste zijn eveneens de reeds gemaakte dossierkosten door het OCMW van Gent ten bedrage van driehonderd vijfennegentig euro (395,00 euro). 20° OPMAAK EN ONDERTEKENING VAN DE NOTARIËLE AKTE De partijen verbinden zich er toe de notariële akte van deze verkoop te doen verlijden en te ondertekenen binnen de vier maanden te rekenen vanaf het vervullen van de laatste opschortende voorwaarde, en dit op voorstel van de minuuthoudende notaris, door het ambt van Notariskantoor Bael - De Brauwere te Gent, door de beide partijen aangesteld. De partijen verklaren ervan op de hoogte te zijn dat iedere partij zonder verhoging van kosten zijn eigen notaris kan aanduiden, voor zover deze keuze binnen de acht kalenderdagen na de ondertekening van de onderhandse verkoopovereenkomst wordt meegedeeld. 21° BIJZONDERE VOORWAARDEN BOSDECREET De verkopers verklaren dat zij vóór het sluiten van de onderhandse verkoopovereenkomst de kopers op de hoogte hebben gebracht van de verplichtingen die op het onroerend goed rusten krachtens het Bosdecreet van 13 juni 1990 en zijn uitvoeringsbesluiten, en in voorkomend geval aan de kopers de nodige stukken hebben overgedragen. Dit wordt door de kopers bevestigd, die verklaren ingelicht te zijn over het feit dat het door hen aangekochte goed een bos is waarop het Bosdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn. Zij verklaren de rechten en verplichtingen hieraan verbonden wel te kennen ingevolge de door de verkopers verstrekte informatie, de door henzelf ingewonnen informatie en de informatie die hen door de notaris werd verstrekt. De verkopers verklaren dat met betrekking tot dit bos: - geen beheersplan werd opgesteld; - geen bijzondere functie door de overheid werd toegekend; - geen subsidies zijn verkregen waaraan bijzondere voorwaarden en lasten verbonden zijn die in de toekomst nog moeten worden nageleefd; - geen bomen te hebben gerooid of kappingen te hebben verricht die aanleiding kunnen geven tot een verplichting tot het herplanten of tot het nemen van bijzondere maatregelen opgelegd door de overheid. De kopers verklaren alle verplichtingen in verband met het door hen aangekochte bos over te nemen ter volledige ontlasting van de verkopers. 13
200/220 RMW - 11 maart 2015
De notaris zal binnen de zestig dagen na de ondertekening van de notariële verkoopakte de wijziging in het beheer van het bos meedelen aan het Agentschap voor Natuur en Bos samen met een attest waarin de identiteit van de oorspronkelijke en de nieuwe bosbeheerder en de omschrijving van het onroerend goed worden opgenomen. Opschortende voorwaarde tot het bekomen van machtigingen Deze verkoop gebeurt onder de opschortende voorwaarde van het bekomen van volgende onvoorwaardelijke machtigingen van de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 90 van het Bosdecreet: 1/ tot verkoop door “Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent” aan “Stadsontwikkeling Gent” en 2/ tot verkoop of de vestiging van een zakelijk recht nadien door “Stadsontwikkeling Gent” aan een derde partij. Bomen en planten Voor zover het goed begroeid is met bomen of bezwaard met plantrecht worden deze geacht begrepen te zijn in de verkoop. 22° PRIJS Deze verkoop en koop is gedaan en aanvaard tegen betaling van de prijs van achtenzestig duizend euro (74.800,00 EUR) op basis van een schattingsverslag opgemaakt door Jeroen De Corte van Mensor BVBA te Gent op 15 januari 2013. De prijs is betaalbaar bij het ondertekenen van de authentieke akte bij middel van een overschrijving naar de rekening met nummer BE87 0910 0093 7794 op naam van het OCMW van Gent bij Belfius Bank. Deze overschrijving zal vermoedelijk gebeuren van de rekening met nummer BE86 0910 0028 3450 op naam van sogent bij Belfius Bank of van de rekening met nummer BE85 4354 5118 8106 bij KBC Bank. 23° SANCTIES 1. Indien door de fout van de kopers de notariële akte niet binnen de voorziene termijn is verleden, zullen de verkopers het recht hebben ofwel de ontbinding van de overeenkomst ofwel de gedwongen uitvoering van de overeenkomst in rechte te vorderen. Indien de verkopers de ontbinding van deze overeenkomst verkiezen, stemmen de kopers erin toe dat aan de verkopers een schadevergoeding toekomt van tien procent van de prijs, onder voorbehoud van alle bijkomende vorderingen tot betaling van schadevergoeding. Indien door de fout van de verkopers de notariële akte niet binnen de voorziene termijn is verleden, zullen de kopers het recht hebben ofwel de ontbinding van de overeenkomst ofwel de gedwongen uitvoering van de overeenkomst in rechte te vorderen. Indien de kopers de ontbinding van deze overeenkomst verkiezen, zullen de verkopers ten titel van schadevergoeding een vergoeding gelijk aan tien procent van de prijs aan de kopers moeten betalen onder voorbehoud van alle bijkomende vorderingen tot betaling van schadevergoeding. 14
201/220 RMW - 11 maart 2015
2. Bij gebrek aan betaling van de volledige koopsom binnen de voorziene termijn en indien de verkoopovereenkomst niet wordt ontbonden, zullen de kopers van rechtswege en zonder enige aanmaning of ingebrekestelling een intrest verschuldigd zijn vanaf de vervaldatum tot de datum van de volledige betaling, berekend aan zeven ten honderd per jaar (7%). 25° ONTSLAG VAN INSCHRIJVING De verkopers verbinden zich ertoe om de hypotheekbewaarder in de notariële verkoopakte ervan te ontslaan om een ambtshalve inschrijving te nemen als gevolg van om het even welke bepaling vervat in de notariële verkoopakte, op voorwaarde dat op het ogenblik van het verlijden van de notariële verkoopakte de prijs is overgeschreven op rekening van het OCMW van Gent met nummer BE87 0910 0093 7794 bij Belfius Bank. Indien in de notariële verkoopakte geen ontslag van ambtshalve inschrijving wordt verleend door de verkopers omdat aan de hoger vermelde voorwaarden niet is voldaan, zullen de kosten van de ambtshalve inschrijving en van de latere doorhaling daarvan uitsluitend ten laste van de kopers vallen. 26° BEKWAAMHEID Ieder van de partijen en ondertekenaars verklaart bekwaam en bevoegd te zijn tot het stellen van de rechtshandelingen vervat in deze overeenkomst en niet het voorwerp uit te maken van enige maatregel die een onbekwaamheid tot gevolg zou hebben tot het stellen van deze rechtshandelingen, zoals faillissement, collectieve schuldenregeling, aanstelling van een voorlopige bewindvoerder, enzovoort. Ieder van de partijen en ondertekenaars verklaart in het bijzonder dat hij of zij niet onderworpen is aan de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de collectieve schuldenregeling, dat hij of zij geen verzoek tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling heeft ingediend, dat hij of zij geen kennis heeft van een dergelijk verzoek ingediend betreffende een van de andere partijen of ondertekenaars en dat hij of zij ook niet de intentie heeft om een dergelijk verzoek in te dienen. Opgemaakt in drie exemplaren te Gent op , waarvan elke partij erkent een origineel exemplaar te hebben ontvangen.
15
202/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Cengiz Cetinkaya, raadslid betreedt de zitting om 19:16 uur
Sociale Dienstverlening - Wonen & Activering Woningen
2015_RMW_00075
Overeenkomst - Samenwerkingsovereenkomst netwerkpartners in het kader van project 'tijdelijke inzet leegstaande sociale woningen Gent' Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Binnen de Gentse sociale huisvestingsmarkt staan in het kader van nakende renovatieprojecten, heel wat sociale woningen leeg . Op 16 juni 2014 werd een subsidieovereenkomst goedgekeurd tussen het stadsbestuur van Gent en het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Oost-Vlaanderen vzw, regio Gent-Eeklo, voor het project 'Tijdelijke inzet leegstaande sociale woningen in Gent'. De Stad Gent wil door middel van deze subsidie leegstaande sociale woningen tot aan de start van het renovatieproject op een zinvolle manier laten gebruiken in functie van actuele woonnoden en -behoeftes door er tijdelijk mensen te huisvesten. Uitzonderlijk kunnen ook andere woningen die tijdelijk leeg komen in het kader van deze overeenkomst ingezet worden. Deze subsidie kadert in het bestrijden van leegstand, kwaliteitsverbetering van private woningen en vermijden van dak- en thuisloosheid. CAW Oost-Vlaanderen, regio Gent-Eeklo, neemt de uitvoering van dit project op zich. De subsidie-overeenkomst heeft een looptijd van 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2015. CAW neemt de coördinatierol op van het project. CAW treedt op als tussenorganisatie door deze sociale woningen in huur te nemen van de sociale verhuurders en ze in gebruik te geven aan een kandidaat-gebruiker (alleenstaanden en gezinnen) met specifieke woonbehoeften (zie doelgroep zie bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst). De toeleiding van de doelgroep gebeurt door een netwerk van woon- en welzijnsorganisaties, verder genaamd de netwerkpartners, die zich engageren om de toegeleide kandidaat-gebruiker op te volgen en/of te begeleiden naar een definitieve woonoplossing. Het CAW recruteert en vormt een groep vrijwillige woonbuddys die de partnerorganisaties kunnen inzetten om de gebruikers in hun zoektocht naar een kwaliteitsvolle en betaalbare woning, in samenspraak met de begeleider, te ondersteunen. CAW Oost-Vlaanderen organiseert een netwerk van partners die met reguliere middelen (woon)begeleiding inzetten voor kwetsbare doelgroepen. Minimaal betrokken netwerkpartners zijn: CAW Oost-Vlaanderen, regio Gent-Eeklo OCMW Gent Bijzondere jeugdzorg Geestelijke Gezondheidszorg/psychiatrie Gehandicaptenzorg (VAPH) Straathoekwerk Gent Stad Gent - Dienst wonen Sociale Huisvestingsmaatschappij Samenlevingsopbouw Gent Na goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst zullen alle diensten van het OCMW via de geijkte interne kanalen worden geïnformeerd op welke wijze, voor welke doelgroep en onder welke voorwaarden (waaronder het instaan voor de herhuisvestingsbegeleiding) zij een aanvraag toeleiding kunnen indienen bij het CAW.
203/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Motivering Gelet op de subsidieovereenkomst goedgekeurd tussen het stadsbestuur van Gent en het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Oost-Vlaanderen vzw, regio Gent-Eeklo, voor het project 'Tijdelijke inzet leegstaande sociale woningen in Gent'.
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Aangepaste woonvormen aanbieden
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De samenwerkingsovereenkomst netwerkpartners in het kader van project 'tijdelijke inzet leegstand sociale woningen Gent' tussen vzw CAW Oost-Vlaanderen, Regio Gent-Eeklo en OCMW Gent.
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20141217 SO netwerkpartners-CAW DEFINITIEF.DOCX Notities notulen Geraldine Serras is aanwezig voor toelichting. Raadslid Ronny Rysermans uit zich positief over dit project, het biedt een oplossing voor wie tijdelijk zonder woonst komt te staan. Niettemin heeft hij een aantal vragen: - indien een gezin door omstandigheden komt aankloppen met de vraag om een woning, hoe zal de keuze gemaakt worden tussen een noodwoning van het OCMW en een leegstaande sociale woning via CAW? Deze keuze heeft immers impact op de maximale huurtermijn. Hoe garandeert het OCMW een gelijke behandeling van de aanvragen? - is er een pingpongscenario mogelijk: is een overgang mogelijk van een noodwoning naar een leegstaande sociale woning en omgekeerd? - bestaat er binnen de dienst Wonen een draaiboek die op deze vragen een antwoord geeft? Raadslid Chantal Sysmans verwijst naar de frustratie die bestaat bij mensen over het groot tekort aan woningen tegenover de realiteit van het groot aantal leegstaande sociale woningen, veelal te wijten aan het niet meer conform zijn van deze woningen aan de vereisten van de wooncode. Zij heeft twee vragen bij dit voorstel: - waarom wordt doelgroep 3 opgenomen in dit project, namelijk de eigenaars die verbouwingen plannen? Zij stelt dat dit een groep is die meestal geen financiële problemen heeft. - leegstaande sociale woningen voldoen vaak niet aan de vereiste basisnormen, bijvoorbeeld vooral op vlak van elektriciteit. Wie is verantwoordelijk als er iets gebeurt? Raadslid Yoeri Note uit namens de fractie zijn appreciatie voor dit project, maar heeft ook enkele bedenkingen. Zijn aandacht gaat vooral uit naar grote gezinnen waarvoor geen geschikte woning wordt gevonden. Hij verwijst hierbij naar het grote gezin waarvan sprake begin dit jaar en vraagt of één van de vier woningen die ter beschikking zijn, kan toegewezen worden aan dit gezin? Raadslid Evita Willaert stelt dat dit project een tussenoplossing biedt tussen de frustraties bij mensen enerzijds en het financieel aspect van de woonproblematiek anderzijds, het geld dat nodig is om te bouwen en te renoveren. Ze vindt het belangrijk dat het gaat om bewoonbare woningen en is dan ook verheugd dat het OCMW één van de netwerkpartners is.
204/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Raadslid Emilie Peeters benadrukt dat huisvesting een belangrijk aandachtspunt is in het beleid en verwijst hierbij naar de steeds groter wordende woonnood, te wijten aan de voortdurende stijging van de huurprijzen en prijzen voor koopwoningen. Ze pleit dan ook voor het verder zoeken naar innovatieve oplossingen om aan deze woonnood het hoofd te bieden. Dit project past hier perfect in: het helpt de leegstand in stad tegen te gaan, maar ook de dak- en thuisloosheid. De voorzitter benadrukt dat het gaat over sociale woningen die moeten voldoen aan een aantal voorwaarden. Het zijn woningen die spontaan vrijkomen ten gevolge van een gepland renovatieproject: bijvoorbeeld een appartementsgebouw moet leeggemaakt worden, maar dat neemt enige tijd in beslag. Wooneenheden die reeds vrijgekomen zijn voor de renovatie kan starten, worden tijdelijk toegewezen aan personen in nood. Het gaat over verschillende doelgroepen die zowel door het OCMW als door CAW kunnen aangebracht worden. Geraldine komt nog eens terug op het belang van de kwaliteit van de woningen, ze moeten echt aan de vereisten voldoen. In die zin werd aan CAW gevraagd om de leegstaande sociale woningen, naar analogie met onze noodwoningen en woningen SVK, te onderwerpen aan een externe controle. Alle partijen zijn bovendien overeengekomen dat er geen verhuring kan gebeuren zolang het technisch advies niet onder de 15 strafpunten zit. Geraldine laat weten dat CAW verantwoordelijk is, niet het OCMW. Wat betreft het grote gezin: verhuring was voorzien vanaf 1 maart, maar wegens noodzakelijke werkzaamheden is dit uitgesteld tot 17 maart. Het gezin moet trouwens ook nog de woning aanvaarden (oplossing niet ideaal wegens relatief klein). Als antwoord op de vraag welke keuzes er zullen gemaakt worden stelt Geraldine dat er een duidelijke afbakening is van de doelgroepen voor noodwoningen. Aanmeldingen gebeuren rechtstreeks via politie, slachtofferhulp en Stad Gent en betreffen altijd noodgevallen (brand, ontploffing, overstroming, onbewoonbaar verklaring ...). Zodra iemand voldoet aan deze doelgroepen, wordt steeds een noodwoning aangeboden. Dezelfde regeling geldt voor de transitwoningen van de stad en blijft ongewijzigd. Een pingpongscenario is niet mogelijk. Men kan eventueel wel, na het verstrijken van de maximale huurtermijn van een noodwoning, aangemeld worden in het CAW-project als men aan de voorwaarden van dit project voldoet. De uitdrukkelijke voorwaarde is dat men realistische vooruitzichten heeft op een andere woonoplossing binnen een redelijke termijn. CAW-woningen worden trouwens van een minimale inrichting voorzien om te vermijden dat mensen valse verwachtingen krijgen, het blijft een tijdelijke oplossing. Terugkeer naar een noodwoning is niet mogelijk.
Bijlage(n) 20141217 SO netwerkpartners-CAW DEFINITIEF.DOCX
205/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141217 SO netwerkpartners-CAW DEFINITIEF.DOCX
206/220 RMW - 11 maart 2015
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST NETWERKPARTNERS IN HET KADER VAN PROJECT ‘TIJDELIJKE INZET LEEGSTAANDE SOCIALE WONINGEN GENT’
1.
Inleiding
Dit project kadert in een subsidieovereenkomst tussen het Stadsbestuur Gent en CAW Oost-Vlaanderen vzw, Regio Gent-Eeklo. 2.
Partners Samenwerkingsovereenkomst tussen :
Vzw CAW Oost-Vlaanderen, Regio Gent-Eeklo Visserij 153, 9000 Gent Vertegenwoordigd door Alain Slock, regiodirecteur Gent-Eeklo Hierna genoemd ‘CAW’
en :
………………………………… ………………………………… ………………………………… ………………………………… Hierna genoemd ‘netwerkpartner’
Oost-Vlaanderen vzw - regio Gent-Eeklo|Project ‘Leegstand sociale woningen Gent’ |Visserij 153 | 9000 Gent|
[email protected]
207/220 RMW - 11 maart 2015
|1CAW tel 09 265 89 40|
Doel van de samenwerking
3.
Via deze samenwerking willen we leegstaande sociale woningen tot aan de start van hun renovatieproject op een zinvolle manier inzetten door ze tijdelijk in gebruik te laten nemen door mensen met een woonproblematiek. CAW Oost-Vlaanderen treedt hierbij op als tussenorganisatie die de woningen in huur neemt van de sociale verhuurders om ze verder
in
gebruik
te
geven
aan
een
kandidaat-gebruiker
d.m.v.
een
gebruikersovereenkomst. De kandidaat-gebruikers worden toegeleid door een netwerkpartnerdie instaat voor de opvolging en/of begeleiding en herhuisvesting van de kandidaat-gebruiker. Vrijwillige woonbuddy’s, door CAW Oost-Vlaanderen gerecruteerd en opgevolgd, kunnen door de netwerkpartner worden ingezet bij het helpen zoeken naar en/of kunnen behouden van een duurzame huisvestingsamen met de tijdelijke gebruiker. 4.
Doelgroep
1.
Eigenaars/huurders die hun ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woning moeten verlaten zodat de nodige werken kunnen uitgevoerd worden en waarbij de eigenaar/huurder terug kan keren naar de woning;
2.
Eigenaars/huurders die hun ongeschikt of onbewoonbaarverklaarde woning moeten verlaten en niet beschikken over een alternatieve woonoplossing;
3.
Eigenaars die hun woning, gelegen in Gent, willen renoveren en nood hebben aan een tijdelijke huisvesting tijdens de renovatieperiode.
4.
Mensen waarvan het verblijf in een residentiële voorziening of noodwoning/transitwoning afgerond zal worden, maar nog nood hebben aan individuele (woon)begeleiding vooraleer ze zelfstandig kunnen huren op de reguliere huisvestingsmarkt (uitstroom);
5.
Mensen waarvan het verblijf in een residentiële voorziening of noodwoning/transitwoning afgerond zal worden, maar omwille van het niet tijdig vinden van een woonst op de reguliere huisvestingsmarkt, geen huisvesting hebben (doorstroom);
6.
Mensen die dakloos zijn of op korte termijn dreigen te worden en nood hebben aan huisvesting met individuele opvolging en/ofbegeleiding (naar de principes van Housing Fast en Housing First);
Oost-Vlaanderen vzw - regio Gent-Eeklo|Project ‘Leegstand sociale woningen Gent’ |Visserij 153 | 9000 Gent|
[email protected]
208/220 RMW - 11 maart 2015
|2CAW tel 09 265 89 40|
Alle doelgroepen krijgen op een gelijkwaardige manier toewijzingskansen.
5.
Voorwaarden tot toeleiding De kandidaat-gebruiker moet:
-
Legaal in België verblijven;
-
Ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister op datum van aanvraag van een tijdelijke leegstaande sociale woning door de netwerkpartner;
-
Gedomicilieerd zijn in Gent of een duidelijke binding met Gent aantonen;
-
Zelf of via zijn/haar wettelijk vertegenwoordiger gewettigd zijn om een gebruikersovereenkomst te ondertekenen;
-
Realistische vooruitzichten hebben om binnen een redelijke termijn een andere woonoplossing te vinden.
-
Opvolging en/of begeleiding aanvaarden
6.
Voorwerp van de samenwerking: rol en taak van CAW Oost-Vlaanderen
CAW Oost-Vlaanderen heeft een coördinerende rol in dit project en is tussenorganisatie tussen de sociale verhuurder en de tijdelijke gebruiker van de woning.
CAW Oost-Vlaanderen huurt leegstaande sociale woningen van de sociale verhuurders en maakt deze instapklaar en voorziet basismeubilair.
CAW Oost-Vlaanderen stelt de woningen open waarvoor de netwerkpartners een kandidaatgebruiker kunnen aanmelden.
CAW Oost-Vlaanderen, i.c. de organisatie-ondersteuner, behoudt zich het recht om te bepalen welke kandidaat-gebruiker welke woning wordt toegewezen (match vraag/nood van kandidaat-gebruiker en woning).Toewijzing van de woningen gebeurt volgens de vastgelegde instroomcriteria opgesteld door de ‘werkgroep leegstand’ en goedgekeurd door de projectstuurgroep.
CAW Oost-Vlaanderen sluit met de kandidaat-gebruiker een gebruikersovereenkomst af voor tijdelijk gebruik van de woning gedurende maximaal 6 maanden, éénmalig verlengbaar met 6 maanden. De kandidaat-gebruiker engageert zich hierbij tot het aanvaarden van opvolging en/of begeleiding door de netwerkpartner.
De organisatie-ondersteuner van CAW Oost-Vlaanderen organiseert de ingebruikname van de woning, ondersteunt de netwerkpartners en organiseert overleg. Op vraag van één van de partijen
Oost-Vlaanderen vzw - regio Gent-Eeklo|Project ‘Leegstand sociale woningen Gent’ |Visserij 153 | 9000 Gent|
[email protected]
209/220 RMW - 11 maart 2015
|3CAW tel 09 265 89 40|
kan
de
organisatie-ondersteuner
driehoeksoverleg
organiseren
tussen
de
gebruiker,
de
netwerkpartner en de organisatie-ondersteuner.
CAW Oost-Vlaanderen zorgt voor de recrutering, vorming en opvolging van vrijwillige woonzoek- en woontrainbuddy’s waarop de netwerkpartners beroep kunnen doen voor: - het actief mee op zoek gaan naar een kwaliteitsvolle en betaalbare woning. - het bieden van praktische ondersteuning bij het zelfstandig wonen. - mee ondersteunen en trainen van woonvaardigheden. Deze ondersteuning is vrijwillig en kosteloos en verloopt in samenspraak en afstemming met de netwerkpartner.
CAW Oost-Vlaanderen neemt de eindverantwoordelijkheid voor het goede verloop van de ingebruikgave.
7.
Voorwerp van de samenwerking: rol en taak van de netwerkpartner
De netwerkpartner engageert zich uitdrukkelijk tot opvolging en/of begeleiding van de gebruiker die zij hebben toegeleid en dit voor de volledige periode van ingebruikname. De opvolging en/of begeleiding door de toeleidende netwerkpartners is gericht op: -
Het gebruik van de woning als een goede huisvader (betaling gebruiksvergoeding, onderhoud woning, goed nabuurschap, …)
-
Het vinden en behouden van een duurzame huisvesting.
Ze omvat minimaal volgende kenmerken:
De opvolging en/of begeleiding is gegarandeerd voor de volledige gebruiksperiode.
De opvolging en/of begeleiding is actief en outreachend.
De opvolging en/of begeleiding is aanklampend.
Er is frequent contact tussen de netwerkpartner en de gebruiker.
Huisbezoekenkunnen deel uitmaken van de opvolging en/of begeleiding.
Er wordtsamen met de gebruiker op zoek gegaan naar een duurzame vorm van wonen.
De begeleiding is indien nodig gericht op het ondersteunen en aanleren/trainen van de woonvaardigheden.
De netwerkpartner kan beroep doen op een vrijwillige woonzoek- en/of woontrainbuddy (zie punt 6).
Oost-Vlaanderen vzw - regio Gent-Eeklo|Project ‘Leegstand sociale woningen Gent’ |Visserij 153 | 9000 Gent|
[email protected]
210/220 RMW - 11 maart 2015
|4CAW tel 09 265 89 40|
Indien
er
nood
is
aan
bijkomende
of
meer
gespecialiseerde
begeleidingkan
de
begeleidertoeleiden naar of samenwerken met de netwerkpartners of andere organisaties die kwetsbare doelgroepen begeleiden en of ondersteunen.
De netwerkpartner stelt de organisatie-ondersteuner op de hoogte in geval van (dreigende) problemen bij het tijdelijk gebruik van de woning en/of bij de opvolging en/of begeleiding.
8.
Procedure van aanmelding
De netwerkpartner doet een schriftelijke aanmelding via een uniform aanmeldingsformulier (in bijlage) dat gemaild wordt
[email protected]). De overdracht van gegevens en informatie gebeurt steeds met respect voor de cliënt en met respect voor de gemaakte sectorafspraken van het Algemeen Welzijnswerk inzake het deontologisch omgaan met cliëntinformatie.
9.
Resultaten
CAW Oost-Vlaanderen registreert en verwerkt jaarlijks anoniem de aanmeldingen, bewonersprofielen, problematiek(en) bij aanmelding, duur van de verblijven en de resultaten. 10.
Algemene bepalingen
Duur van de samenwerkingsovereenkomst
Deze samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten voor de duurtijd van het project ‘tijdelijke inzet leegstaande sociale woningen in Gent’, gesubsidieerd door de Stad Gent. De samenwerkingsovereenkomst met CAW kan door elke partij aangetekend opgezegd worden met een opzegtermijn van zes maanden. Evaluatie van de werking van het project
Oost-Vlaanderen vzw - regio Gent-Eeklo|Project ‘Leegstand sociale woningen Gent’ |Visserij 153 | 9000 Gent|
[email protected]
211/220 RMW - 11 maart 2015
|5CAW tel 09 265 89 40|
De werking van het project en de samenwerkingsovereenkomst worden in het najaar van 2015 geëvalueerd en in onderling akkoord met de netwerkpartners en na goedkeuring door de projectstuurgroep -indien nodig- bijgestuurd. Dit met het oog op verdere optimalisering van het project bij verdere subsidiëring door de Stad Gent. 11.
Contactpersonen
De contactpersoon bij CAW Oost-Vlaanderen : ………………………………….. ……………. De contactpersoon bij …………………..
:
………………………………………………..
Deze overeenkomst gaat in op Opgemaakt te
…………………………………..
……………………………………………………….
in twee exemplaren op
……………………………………………..
waarvan één voor elke partij.
Oost-Vlaanderen vzw - regio Gent-Eeklo|Project ‘Leegstand sociale woningen Gent’ |Visserij 153 | 9000 Gent|
[email protected]
212/220 RMW - 11 maart 2015
|6CAW tel 09 265 89 40|
Notulen open zitting
P&O Human Resources - Directie Juridische Ondersteuning
2015_RMW_00078
Verhoging van de tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Voor de uitbouw van een tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers, wordt gewerkt met een dubbel systeem: -
Vaste prestatie-systeem voor de loopbaan vóór 1 januari 2010
-
Vaste bijdrage-systeem voor de loopbaan vanaf 1 januari 2010
Worden evenwel uitgesloten van dit systeem: Personeelsleden die aangeworven zijn op grond van artikel 60 §7 van de OCMW-wet Personeelsleden met vakantie-, studenten- en IBO-contracten (individuele beroepsopleiding) Politieke mandatarissen van lokale besturen (burgemeester, schepen, OCMW voorzitter, raadsleden, enz…) Vrijwillige brandweerlieden en beroepsbrandweerlui Vrijwilligers Onthaalouders Politiepersoneel Het personeel waarvoor de rechtspositie van het onderwijs gevolgd wordt zoals bepaald in het decreet van 27.03.1991 betreffende de rechtspositieregeling van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding. Het contractueel aangestelde personeel van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen werd (voorlopig) eveneens uitgesloten in het huidige groepsverzekeringsreglement. Het toekennen van een tweede pensioenpijler is een belangrijke stap in het wegwerken van de verschillende statuten van contractuele en statutaire personeelsleden. Immers, het belangrijkste verschil tussen beide statuten situeert zich vandaag op het vlak van het pensioen. Er is nog steeds een grote kloof tussen een werknemerspensioen en een ambtenarenpensioen als gevolg van de federale regelgeving. Door de beslissing van de RMW van 5 juli 2012, werd een eerste, zij het eerder symbolische, stap gezet om dit verschil op termijn te beperken. Artikel 2 van het Groepsverzekeringsreglement voor de personeelsleden onder arbeidsovereenkomst van Stad Gent en OCMW Gent bepaalt immers dat de jaarlijkse pensioentoelage 1,00% bedraagt van het pensioengevend jaarloon. Om de kloof tussen een werknemerspensioen en een ambtenarenpensioen verder te dichten, wordt dit percentage als volgt gewijzigd: -
2% vanaf 1/1/2015
-
3% vanaf 1/1/2016
De bijlage 'vergelijking pensioenen' geeft een beeld van de kloof tussen een contractueel pensioen en een statutair pensioen in het geval een werknemer een vlakke carrière heeft gedurende een volledige loopbaan. Met een jaarlijkse pensioentoelage van 3% bedraagt de som van het wettelijke pensioen en het aanvullend rustpensioen 77% à 82% van het ambtenarenpensioen. Dit is een vergelijking op basis van de bruto-bedragen, netto zal de som van beide hoger liggen gezien de verschillende fiscale behandeling van deze inkomsten.
Motivering Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingsstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (WAP); Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008; Gelet op het Sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaams onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008. Gelet op het Besluit van de Raad voor Maatschappelijk welzijn van 5 juli 2012 tot invoering van een tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers
213/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Gelet op het groepsverzekeringsreglement voor de personeelsleden onder arbeidsovereenkomst van Stad Gent en OCMW Gent; Overwegende dat het aangewezen is om het percentage van de tweede pensioenpijler voor contractuelen in 2015 op te trekken naar 2% en in 2016 naar 3%, met als doel om de pensioenkloof tussen statutairen en contractuelen verder te dichten.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 5 juli 2012, 2012_RMW_00315
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is niet ter inzage. Motivering: Artikel 13 - 3 : een aanvraag tot openbaarmaking dient afgewezen te worden, voor zover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, als de openbaarmaking afbreuk doet aan het geheim van de beraadslagingen van de Vlaamse Regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan afhangen, aan het geheim van beraadslagingen van de organen van het Vlaams Parlement.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Nee
Inkomsten Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
Meerdere diensten
Categorie:
Meerdere rekeningen
Uitgaven Bedrag:
406068,00
Kostenplaats:
Meerdere diensten
Categorie:
Meerdere rekeningen
Commentaar
2015: 2016: 2017: 2018: 2019:
406.068 619.085 630.520 646.064 659.674
EUR EUR EUR EUR EUR
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
18 februari 2015
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
214/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Artikel 1 Voor het vaste bijdrage-systeem van de contractuele medewerkers die aangesloten zijn bij het Groepsverzekeringsreglement voor de personeelsleden van OCMW Gent wordt de jaarlijkse pensioentoelage vanaf 1/1/2015 bepaald op 2%.
Artikel 2 Voor het vaste bijdrage-systeem van de contractuele medewerkers die aangesloten zijn bij het Groepsverzekeringsreglement voor de personeelsleden van OCMW Gent wordt de jaarlijkse pensioentoelage vanaf 1/1/2016 bepaald op 3%. Notities notulen Raadslid Jurgen Bockstaele verwijst naar de goedkeuring van de vakorganisaties. Hij merkt op dat deze verhoging/uitbreiding een grote verdienste is van het bestuur en dat dit belangrijk is voor de toekomst van de contractuele medewerkers. Hij is verheugd dat op die manier ook de medewerkers van ouderenzorg erkend worden. Raadslid Bockstaele stelt dat voor SP-a het hebben van een goed loon alsook een degelijk pensioen belangrijk is. Op deze manier blijft het OCMW zich profileren als aantrekkelijke werkgever.
2015_RMW_00079
Uitbreiding tweede pensioenpijler - Contractuele personeelsleden woonzorgcentra Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Via het raadsbesluit van 5 juli 2012 werd een 2de pensioenpijler/groepsverzekering ingevoerd voor het contractueel personeel. Dit stelsel werd opgesplitst in: Enerzijds een groepsverzekering type ‘vaste prestatie’, dit voor de prestaties van de contractuele personeelsleden binnen het OCMW tot 1/1/2010. De bijdrage is afhankelijk van de duurtijd van de loopbaan op deze datum; Anderzijds een groepsverzekering type ‘vaste bijdrage’ voor de prestaties van de contractuele personeelsleden na 1/1/2010. Dit is het stelsel dat opgesteld werd door de VVSG en de RSZPPO, de huidige bijdrage is hiervoor 1% van het pensioengevend jaarloon. In het raadsbesluit werden voor beide groepsverzekeringen o.a. de contractuele personeelsleden van de ‘federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen’ (woonzorgcentra) voorlopig uitgesloten. Er werd verder verduidelijkt: ‘Er moet eerst duidelijkheid komen over de uitvoering van het akkoord van 18 juli 2005 betreffende de federale gezondheidssectoren – publieke sector, om te vermijden dat er voor deze sector twee parallelle initiatieven naast elkaar ontstaan.’ Tot op heden is dit akkoord van 18 juli 2005, m.b.t. het punt van de aanvullende pensioenen, echter nog steeds niet uitgevoerd. Wegens moeilijkheden in het sociaal overleg en bevoegdheidsproblematiek (i.k.v. de 6de staatshervorming) is dit nog hangende maar wordt er hiervoor op korte termijn volgens de VVSG ook geen oplossing verwacht. Dit wil dus zeggen dat in afwachting van uitvoering van dit akkoord, als dit er al van komt, er momenteel geen 2 de pensioenpijler bestaat voor de contractuele personeelsleden van de woonzorgcentra. Beslissing uitbreiding 2de pensioenpijler WZC Op de raad van 11 maart 2015 wordt een ontwerpbesluit ingediend waarbij voorgesteld wordt om de bestaande 2de pensioenspijler type 'vaste bijdrage' uit te breiden van het huidige 1% naar 2% (in 2015) en uiteindelijk 3% (in 2016) van het pensioengevend jaarloon. Gelet op bovenstaande historiek waardoor er specifiek voor het contractueel personeel van de WZC momenteel dan ook geen aanvullend pensioen wordt voorzien, wordt er dan ook voorgesteld om deze personeelscategorie op te nemen in de het bestaande Groepsverzekeringsreglement (m.i.v. 1/1/2010) en deze uitbreiding dus ook voor deze groep te gaan toepassen. Vanuit een modern personeelsbeleid is het immers moeilijk te verantwoorden waarom er voor deze categorie, die bovendien voor het merendeel uit knelpuntfuncties bestaat, geen aanvullend pensioen zou worden opgebouwd.
215/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op het raadsbesluit van 5 juli 2012 waarbij een 2de pensioenpijler werd ingevoerd voor het contractueel personeel; gelet op het akkoord van 18 juli 2005 betreffende de federale gezondheidssectoren - publieke sector, volgens dewelke er in een aanvullend pensioen zal worden voorzien voor de contractuele personeelsleden uit deze sector; overwegende dat het raadsbesluit van 2012 expliciet het contractueel personeel van deze federaal gefinancierde gezondheidssectoren uitsluit van het toepassingsgebeid; overwegende dat er tot op heden nog geen uitvoering werd voorzien voor bovenstaand akkoord van 18 juli 2005 en dat dit er volgens de VVSG er ook niet op korte termijn zal komen; overwegende dat het aangewezen is om ook voor deze personeelscategorie een aanvullend pensioen te voorzien; overwegende dat op de raad van 11 maart 2015 zal worden voorgesteld om de 2de pensioenspijler type 'vaste bijdrage' uit te breiden, waarbij voorgesteld wordt om bovenstaande personeelsleden van de WZC hierin eveneens op te nemen.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 5 juli 2012, 2012_RMW_00315
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is niet ter inzage. Motivering: Artikel 13 - 3 : een aanvraag tot openbaarmaking dient afgewezen te worden, voor zover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, als de openbaarmaking afbreuk doet aan het geheim van de beraadslagingen van de Vlaamse Regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan afhangen, aan het geheim van beraadslagingen van de organen van het Vlaams Parlement.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
Nee Overeenkomstig het initieel raadsbesluit van 5 juli 2012 werden de contractuele personeelsleden van de WZC niet opgenomen in het toepassingsgebied van de uitbreiding van de 2de pensioenpijler type 'vaste bijdrage'.
Verbintenis:
Nee
Inkomsten Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
Andere dienst
Categorie:
Andere rekening
Uitgaven Bedrag:
220000,00
Kostenplaats:
Andere dienst
Categorie:
Andere rekening
Commentaar
1% van het pensioengevend jaarloon ( voor 2015) voor het contractueel personeel van de WZC komt overeen met ca.110.000 EUR/jaar. Een uitbreiding naar 2% (in 2015) zou dus overeenkomen met ca.220.000 EUR/jaar en uiteindelijk 330.000 EUR/jaar vanaf 2016 (3%).
Visum van de ontvanger
216/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Visum:
niet vereist
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
24 februari 2015
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De contractuele personeelsleden van de woonzorgcentra (federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen) worden opgenomen in het Groepsverzekeringsreglement type 'vaste bijdrage', zoals goedgekeurd op de raad van 5 juli 2012, met ingang van 1 januari 2010. Deze volgen bijgevolg ook alle uitbreidingen/aanpassingen die op dit reglement worden toegepast. Notities notulen Raadslid Jurgen Bockstaele verwijst naar de goedkeuring van de vakorganisaties. Hij merkt op dat deze verhoging/uitbreiding een grote verdienste is van het bestuur en dat dit belangrijk is voor de toekomst van de contractuele medewerkers. Hij is verheugd dat op die manier ook de medewerkers van ouderenzorg erkend worden. Raadslid Bockstaele stelt dat voor SP-a het hebben van een goed loon alsook een degelijk pensioen belangrijk is. Op deze manier blijft het OCMW zich profileren als aantrekkelijke werkgever.
P&O Facility Management Studiebureau
2015_RMW_00083
Assistentiewoningen Sint Amandsberg: studieopdracht nieuwbouw - architectuur stabiliteit - technieken - EPB - veiligheidscoördinatie - Goedkeuring gunning Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context In het kader van de opdracht “Assistentiewoningen Sint Amandsberg: studieopdracht nieuwbouw - architectuur - stabiliteit technieken - EPB - veiligheidscoördinatie” werd een bestek met nr. FM/2014/257 opgesteld door het Studiebureau. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 600.000,00 excl. btw of € 726.000,00 incl. 21% btw. Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn verleende in zitting van 12 november 2014 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de open offerteaanvraag. De aankondiging van opdracht 2014/S 224-396278 werd gepubliceerd op 20 november 2014 in het Publicatieblad van de Europese Unie. De aankondiging van opdracht 2014-526594 werd gepubliceerd op 17 november 2014 op nationaal niveau.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 19 januari 2015 om 10.00 uur te bereiken. De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 19 mei 2015. Er werden 12 offertes ontvangen:
217/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
-
Abetec architecten & ingenieurs NV, Vlassenhout 8 te 9200 Dendermonde (% Ereloon: 6%); Aiko cvba, Stationsplein 6 te 9990 Maldegem (% Ereloon: 6%); AMV architecten, Lange Kouterstraat 14a te 9230 Wetteren (% Ereloon: 5,95%); THV OYO+, Coupure Links 55 te 9000 Gent (% Ereloon: 5,8%); Verhamme + De Vel & Vaneekhout, Sint Michielskaai 35 bus 1 te 2000 Antwerpen (% Ereloon: 7,8%); GWM architecten, Parklaan 96 te 9000 Gent (% Ereloon: 6,64%); ontwerpteam Tryhou - PSK, Achterstraat 212 te 9040 Gent (% Ereloon: 5%); Maatschap LTB - DJGA, Vaandelstraat 51 te 1070 Brussel (% Ereloon: 6,25%); Nero bvba, Meulestedekaai 39a te 9000 Gent (% Ereloon: 7,5%); Pluspunt Architectuur bvba, Leeuwkestraat 44a te 8790 Waregem (% Ereloon: 5,9%); Tom Thys & Studio Jan Vermeulen, Leopold ll laan 53 te 1080 Brussel (% Ereloon: 8,4%); Trans architectuur l stedenbouw, beverhoutplein 7 te 9000 Gent (% Ereloon: 9,5%);
Doordat verschillende offertes de maximum bestandsgrootte overschrijden, zijn alle ingediende documenten van de offertes te raadplegen op volgende locatie: File://ondcfs0115\DMS\Aanvullende_bijlagen_zittingen_ebesluit\2015\BCPO\02Maart\Assistentiewoningen_Sint_Amandsberg
Motivering Het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald artikels 51 en 52, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Op 23 februari 2015 stelde het Studiebureau een verslag van nazicht van de offertes op. Het Studiebureau stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige (rekening houdend met de gunningscriteria) bieder, zijnde THV OYO+, Coupure Links 55 te 9000 Gent, tegen een ereloonpercentage van 5,8%.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 12 november 2014, 2014_RMW_00329
Derden Instelling:
OYO+
Straat:
Coupure Links
Huisnummer:
55
Postcode:
9000
Gemeente:
Gent
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Aangepaste woonvormen aanbieden
Openbaarheid van bestuur
218/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Investering Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Ja
Totaal geschatte inkomsten: Totaal geschatte uitgaven:
0,00 347710,00
K1160 - Woningen Sint-Amandsberg - 229 - BM Terreinen en gebouwen Initiëel budget:
7404700,00
Reeds aangewend:
0,00
Engagementen:
0,00
Geschatte inkomsten: Geschatte uitgaven: Commentaar
0,00 347710,00 De geschatte uitgaven zijn gebaseerd op de raming van de bouwkost van de assistentiewoningen in het bestek: € 5.800.000 (bouwkost) + € 195.000 (omgevingswerken) = € 5.995.000 (excl. erelonen en BTW) geschatte uitgaven: € 5.995.000 x 5,8% ereloon = € 347.710 (excl BTW) of € 420.729,10 (incl. BTW)
Visum van de ontvanger Visum:
Gunstig
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
24 februari 2015
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 Het verslag van nazicht van de offertes van 23 februari 2015 voor de opdracht “Assistentiewoningen Sint Amandsberg: studieopdracht nieuwbouw - architectuur - stabiliteit - technieken - EPB - veiligheidscoördinatie”, opgesteld door het Studiebureau.
Artikel 2 Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige regelmatige (rekening houdend met de gunningscriteria) bieder, zijnde THV OYO+, Coupure Links 55 te 9000 Gent, tegen een ereloonpercentage van 5,8%.
Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20150223_VE_nazicht van de offertes+bijlage.pdf Bijlage 2: OYO+_Offerte deel 1.pdf Bijlage 3: OYO+_Offerte deel 2.pdf
219/220 RMW - 11 maart 2015
Notulen open zitting
Bijlage(n)
De zitting wordt beëindigd om 19:50 uur.
secretaris van de zitting secretaris van de zitting
220/220 RMW - 11 maart 2015
voorzitter van de zitting