Notulen open zitting
Raad voor Maatschappelijk Welzijn Zitting van 14 januari 2015 - 19:00 uur Locatie Raadzaal - St.-Martensstraat 11 - 9000 Gent Aanwezig De heer Rudy Coddens, voorzitter Mevrouw Evita Willaert, raadslid; de heer Yoeri Note, raadslid; mevrouw Chantal Sysmans, raadslid; mevrouw Ingrid Vandaele, raadslid; de heer Jurgen Bockstaele, raadslid; de heer Pascal Verbeke, raadslid; de heer Carl De Decker, raadslid; de heer Cengiz Cetinkaya, raadslid; mevrouw Emilie Peeters, raadslid; mevrouw Els Roegiers, raadslid; mevrouw Yeliz Güner, raadslid; de heer Eric Wauters, raadslid; de heer Ronny Rysermans, raadslid; mevrouw Liliane De Cock, raadslid De heer Luc Kupers, secretaris Verontschuldigd De heer Daniël Termont, burgemeester stad Gent
Openbare zitting Agendapunten De voorzitter opent de open zitting om 19:00 uur
Diensten van de Secretaris Bestuursondersteuning
2015_RMW_00002
Verkoop aandelen van de NV Eigen Heerd is Goud Weerd aan de NV Patronale Life Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context OCMW Gent is aandeelhouder van de NV Eigen Heerd is Goud Weerd, vennootschap die het in eigen naam verlenen en beheren van kredieten voor de bouw, de aankoop, de verbouwing, de aanpassing of het behoud van sociale of ermee gelijkgestelde woningen, zoals gedefinieerd in gewestelijke en/of federale besluiten, te bewonen door de kredietnemers, als uitsluitend maatschappelijk doel heeft. De vennootschap zal dit doel nastreven binnen de samenwerkingsovereenkomst die in 1977 werd afgesloten met de toenmalige FORTIS BANK, in het ruimere kader van de samenwerking van de door de voormalige ASLK erkende kredietvennootschappen en de FORTIS BANK. Op de algemene vergadering van 31 maart 2014 van de NV Eigen Heerd is Goud Weerd werd door een belangrijke groep aandeelhouders formeel de vraag gesteld een onderzoek te starten tot vereffening van de vennootschap vóór 30 juni 2014. De Raad van Bestuur van de vennootschap heeft aan de bedrijfsrevisor opdracht gegeven om de gevolgen van een vereffening te berekenen. De bedrijfsrevisor kwam tot de bevinding dat er risico is op een faillissement bij onmiddellijke vereffening en dat een zachte vereffening of verkoop meer aangewezen is. De Raad van Bestuur heeft op 23 juni 2014 beslist de activiteiten voort te zetten met uitdoving van de bestaande portefeuille en ondertussen informeel te polsen naar kandidaat-overnemers. Er is een bod tot overname van de vennootschap door de NV Patronale Life, vennootschap die al meerdere overnames heeft gerealiseerd in de sector. Aangezien de NV Eigen Heerd is Goud Weerd niet kan voldoen aan de voorwaarden tot behoud van de erkenning door de Vlaamse regering (op 31 december 2016 een eigen vermogen van 5.000.000,00 euro) heeft de Raad van Bestuur van de vennootschap beslist het bod te aanvaarden. Het is uiteraard aan elke individuele aandeelhouder om te beslissen of hij akkoord gaat zijn aandelen te verkopen aan de aangeboden prijs.
1/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Het bod bedraagt 420,00 euro per aandeel: 100 % van het geplaatst kapitaal (110.000,00 euro) en 50 % van de reserves en het overgedragen resultaat (3.972.239,00 euro) en te verminderen met het bedrag van het sociaal passief, op basis van de jaarrekening per 31 december 2013. Het maatschappelijk kapitaal is verdeeld over 4.400 aandelen. Het bod van de NV Patronale Life is onderworpen aan voorwaarden door de koper: de verwerving van minimum 75 % van de aandelen; het bedrag van het eigen vermogen bedraagt op datum overdracht minimum 4.191.489,00 euro; er zijn geen uitkeringen gebeurd aan de aandeelhouders die niet opgenomen zijn in de jaarrekening per 31 december 2013; de boekhouding en het beheer van de vennootschap werden op een consistente wijze verder gezet tot het moment van de overdracht; een door de koper uit te voeren controle van de boekhouding brengt geen gebreken aan het licht. De verkoop van aandelen is (nog) niet onderworpen aan een belastingheffing. Het bod van 420,00 euro van de NV Patronale Life geldt maar tot 26 december 2014. De NV Eigen Heerd is Goud Weerd heeft op 16 december 2014 telefonisch bevestigd dat er ondertussen akkoorden tot verkoop zijn voor meer dan 75 % van de aandelen. OCMW Gent bezit 13 aandelen. Als niet wordt akkoord gegaan met de verkoop aan de NV Patronale Life blijft OCMW Gent aandeelhouder. Het wordt dan heel onwaarschijnlijk om de aandelen dan nog te kunnen verkopen en, als er al eeen koper gevonden wordt, om nog een behoorlijke prijs te krijgen. De aandelen zijn immers op naam en niet-beursgenoteerd en volgens de statuten kan de overdracht van aandelen maar gebeuren mits voorafgaande goedkeuring van de Raad van Bestuur en van het Overlegcomité van de vennootschap. De OCMW-raad heeft op 12 maart 2013 raadslid Yeliz Güner aangeduid als haar vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de NV Eigen Heerd is Goud Weerd. Met de verkoop van de aandelen eindigt het mandaat van raadslid Güner als vertegenwoordiger van OCMW Gent in de algemene vergadering van de NV Eigen Heerd is Goud Weerd.
Motivering Gelet op het Burgerlijk Wetboek; gelet op het Wetboek van vennootschappen; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent;
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 12 maart 2013, 2013_RMW_00090
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Investering Gebudgetteerd:
Nee Onvoorziene omstandigheid
2/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Verbintenis:
Nee
Totaal geschatte inkomsten:
5460,00
Totaal geschatte uitgaven:
0,00
Niet van toepassing Initiëel budget:
0,00
Reeds aangewend:
0,00
Engagementen:
0,00
Geschatte inkomsten: Commentaar
5460,00 Komt op de categorie 284 - andere aandelen en niet-vastrentende effecten
Geschatte uitgaven:
0,00
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
17 december 2014
Advies:
Gunstig
Financieel Advies Datum:
18 december 2014
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De verkoop van 13 aandelen van de NV Eigen Heerd is Goud Weerd aan de NV Patronale Life tegen de prijs van 420,00 euro per aandeel onder de volgende voorwaarden van de koper: de verwerving van minimum 75 % van de aandelen; het bedrag van het eigen vermogen bedraagt op datum overdracht minimum 4.191.489,00 euro; er ziijn geen uitkeringen gebeurd aan de aandeelhouders die niet opgenomen zijn in de jaarrekening per 31 december 2013; de boekhouding en het beheer van de vennootschap werden op een consistente wijze verder gezet tot het moment van de overdracht; een door de koper uit te voeren controle van de boekhouding brengt geen gebreken aan het licht.
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: brief eigen heerd.pdf
Bijlage(n) brief eigen heerd.pdf
3/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: brief eigen heerd.pdf
4/249 RMW - 14 januari 2015
5/249 RMW - 14 januari 2015
6/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Sociale Dienstverlening - Beleidsondersteuning Staf Beleidsondersteuning
2015_RMW_00005
Subsidieovereenkomsten - Evaluatie en uitbetaling saldi subsidieovereenkomst CAW Artevelde 2013 - Nachtopvang en Nachtopvang plus; CAW Artevelde Winternachtopvang 2013-2014; Huize Triest Winternachtopvang 2013-2014 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context OCMW Gent subsidieerde in 2013 de deelwerkingen nachtopvang (aanbieden acute nachtopvang aan daklozen), nachtopvang plus (aanbieden structurelere nachtopvang aan chronisch daklozen) uitgebaat door CAW Artevelde met reguliere middelen. OCMW Gent subsidieerde voor de periode december 2013- midden maart 2014 de Winternachtopvang voor Daklozen uitgebaat door CAW Artevelde en de Winternachtopvang voor Daklozen georganiseerd door de Broeders van Liefde - deelwerking Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. Het inhoudelijk verantwoordelijke diensthoofd nam de werkingsverslagen door en stelde vast dat de prestaties die overeengekomen zijn in de subsidieovereenkomsten voor 2013 voor de nachtopvang en nachtopvang plus CAW Artevelde behaald zijn en deze voor 2013-2014 voor de winternachtopvang CAW Artevelde en de winternachtopvang Broeders van Liefde. Het inhoudelijk verantwoordelijke diensthoofd voerde een opportuniteitscontrole uit en stelde vast dat de kosten die gemaakt zijn verantwoord zijn met de vastgelegde prestaties. De staf Financiën nam de financiële verslagen door. Bij toepassing van de financiële richtlijnen stelden zij vast dat de vzw kosten verantwoordt die gelijk of hoger zijn dan het bedrag van de subsidie. De criteria om zowel de inhoudelijke als financiële evaluatie te doen zijn de criteria die door Strategische Subsidies van Stad Gent zijn opgesteld. Deze criteria zijn strikt (zie bijlage). In bijlage zitten de inhoudelijke verslagen, de algemene financiële verslagen en de evaluatiefiches opgemaakt door de inhoudelijke evaluator, de financiële evaluator en de stedenfondscoördinatie.
Motivering Gelet op de organieke wet betreffende de OCMW's van 1976
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 8 oktober 2013, 2013_RMW_00378 Vast Bureau, 28 oktober 2013, 2013_VB_01525 Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 12 november 2013, 2013_RMW_00415
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Armoedebestrijding (aanvullende steun e.a.)
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
7/249 RMW - 14 januari 2015
Ja
Notulen open zitting
Verbintenis:
Ja
Inkomsten Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
C30 - Departement Sociale Dienstverlening - Thuislozenzorg
Categorie:
649 - Toegestane werkingssubsidies
Uitgaven Bedrag:
321150,50
Kostenplaats:
C30 - Departement Sociale Dienstverlening - Thuislozenzorg
Categorie:
649 - Toegestane werkingssubsidies
Commentaar
Nachtopvang en nachtopvang plus - Saldo 1 Er liepen 2 beleidsovereenkomsten vorig jaar: Van 01/01-30/06: de vorige subsidieovereenkomst gebaseerd op de werking in de gebouwen Gasmeterlaan: 768.179 + index per jaar. Voor 2013 moeten we dit bedrag halveren gezien de subsidieovereenkomst na 6 maanden werd opgeheven door een nieuwe SO. Van 01/07-31/12: de nieuwe subsidieovereenkomst gebaseerd op de werking in de nieuwe gebouwen te Nieuwland: het bedrag binnen deze subsidieovereenkomst is voor 2013 392.917 + 11.000 = 403.917 euro Dit betekent volgens de berekeningswijze het volgende: 768.179 + index (basisbedrag *consumptie-index jan 2013/consumptie-index jan 2012) = 779.385,56 euro => dit delen door 2 = 389.693 euro (bedrag eerste deel 2013 + 403.917 euro (bedrag tweede deel 2013) = 793.610 euro Er werd reeds een bedrag van 75% van 388.000 euro = 291.000 euro en 75% van 330.000 euro= 247.500 euro; dus 538.500 euro uitbetaald. Het resterend saldo van 255.110 euro wordt via dit ebesluit vereffend. Winternachtopvang - Winternachtopvang CAW Artevelde - Saldo 2 De subsidieovereenkomst 2013-2014 voorziet een bedrag van 194.135 euro. De afrekening bewijst slechts kosten tot 191.172.29 euro. Er blijft met andere woorden 2.962,71 euro over. Gezien de winternachtopvang en de nachtopvang van CAW Artevelde commmunicerende vaten zijn, stellen we voor om dit bedrag alsnog toe te kennen om de meerkost van de nachtopvang te dekken. Er werd reeds 70% van de 194.135 euro als voorschot uitbetaald. Het volledige resterend saldo van 58.240,5 euro wordt via dit ebesluit vereffend. - Winternachtopvang Huize Triest - Saldo 3 De subsidieovereenkomst 2013-2014 voorziet een bedrag van 26.000 euro. Er werd reeds 70% van de 26.000 euro als voorschot uitbetaald. Het resterende saldo van 7.800 euro wordt via de ebesluit vereffend.
Visum van de ontvanger Visum:
Gunstig
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
5 december 2014
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 de evaluatie van de werking nachtopvang en nachtopvang plus georganiseerd door CAW Artevelde voor het subsidiejaar 2013.
Artikel 2
8/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
de evaluatie van de werking winternachtopvang georganiseerd door CAW Artevelde voor de subsidieperiode 2013-2014.
Artikel 3 de evaluatie van de werking winternachtopvang georganiseerd door de Broeders van Liefde vzw voor de subsidieperiode 2013-2014.
Artikel 4 de uitbetaling van het saldo 2013 van 255.110 euro aan CAW Artevelde, deelwerking nachtopvang en nachtopvang plus.
Artikel 5 de uitbetaling van het saldo 2013-2014 van 58.240,5 euro aan CAW Artevelde, deelwerking Winternachtopvang.
Artikel 6 de uitbetaling van het saldo 2013-2014 van 7.800 euro aan de Broeders van Liefde - deelwerking Huize Triest Gemeenschapshuis Tabor in kader van de organisatie van de Winternachtopvang.
Sociale Dienstverlening - Financiële en Thematische Hulpverlening Directie
2015_RMW_00007
Visietekst terugvorderingen - deel 2 - Nieuwe verbetervoorstellen inzake terugvorderen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Op de Raad van 11 maart 2014 werd een eerste visietekst terugvorderingen voorgelegd. Deze nota stelde vier concrete maatregelen voor namelijk: - de erkenning van het principe van eenheid van schuld - het diversifiëren van de terugvorderingen in twee categorieën - het toepassen van het direct debit systeem onder vaste voorwaarden - het invoeren van een inhouding op sociale uitkeringen. Na de Raadsbeslissing werden deze concrete maatregelen op volgende wijze binnen de organisatie uitgerold: - algemene vorming gegeven door de leden van de werkgroep - een nieuwsbrief over de verschillende aspecten van de beslissing - overleg met de direct betrokken diensten zoals OTC (leerwerkplekken) - aanpassing van modules en draaiboek. Deze nota gaf eveneens een verdere de planning mee van de werkgroep Terugvorderingen. Momenteel leggen wij een tweede tekst voor die verbetervoorstellen bevat over volgende aspecten: - terugvorderingen bij interne fout/vergissingen - geen ouderbijdrage meer voor de vakantiewerking - aanpassing in de tussenkomst voor energiezuinige maatregel - overslagpunt - samenwerking tussen Dienst Financiën en Sociale Dienstverlening - vormaspecten in kader van terugvorderingen.
9/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Motivering In toepassing van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie van 26 mei 2002; in toepassing van de Organieke Wet van 8 juli 1976; doen wij concrete voorstellen voor de aanpak van het terugvorderingsbeleid.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 11 maart 2014, 2014_RMW_00060
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is niet ter inzage. Motivering: Artikel 14 - 5 : een aanvraag tot openbaarmaking dient afgewezen te worden, voor zover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, indien ze van oordeel zijn dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van de vertrouwelijkheid van het handelen van een instantie voor zover die vertrouwelijkheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de administratieve handhaving, de uitvoering van een interne audit of de politieke ontwerpbesluitvorming.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 Terugvordering bij interne fout (lees: cliënt heeft geen aandeel in de fout): - bij een verkeerd genomen beslissing: nooit terugvorderen van de teveel betaalde hulpverlening - bij een foutieve uitvoering van een juiste beslissing: - algemeen principe: terugvorderen - enkel niet terugvorderen indien: - het teveel verleende bedrag lager is dan 100 EUR - de fout verband houdt met rechtstreekse inhoudingen op de steun, die ten onrechte/foutief werden uitgevoerd - de uitkering van de cliënt gestort is op een foutieve rekening en onze dienst de cliënt nogmaals zijn gerechtigde steun verleende - gemotiveerd bijzonder verzoek.
Artikel 2 Vanaf de kerstvakantie 2014 niet langer een ouderbijdrage voor de vakantiewerking aanrekenen aan onze cliënten (= personen met een actief dossier).
Artikel 3 Afschaffen van de 20 % terugvordering van de tussenkomst in energiezuinige maatregel. Vaststellen van het bedrag van de tussenkomst voor de energiezuinige maatregel op 400 EUR.
Artikel 4 Het overslagpunt bepalen op de leeftijd van 80 jaar. Kan de bestaande schuld afbetaald worden aan het afbetalingsritme van de cliënt voor zijn 80 jarige leeftijd, dan kunnen
10/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
nieuwe schulden toegevoegd worden. Kan de bestaande schuld niet afbetaald worden aan het afbetalingsritme van de cliënt voor zijn 80 jarige leeftijd, dan kunnen geen nieuwe schulden toegevoegd worden. Het overslagpunt is niet van toepassing bij schulden uit fraude, schulden uit huur SVK woningen en bij bezit van eigendom in België.
Artikel 5 Opfrissen van de afspraak dat Dienst Financiën beroep kan doen op SD voor een sociaal onderzoek en advies inzake terugbetalingscapaciteit van een debiteur.
Artikel 6 Opnemen van de verjaringstermijn in de terugvorderingsbeslissing. Niet opnemen van de andere vormvereisten.
Artikel 7 Alle maatregelen worden geïmplementeerd vanaf de datum van de goedkeuring van dit besluit.
P&O Strategische Ondersteuning Strategische aankoop
2015_RMW_00010
Opdracht voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal aan het OCMW Gent waarbij de stad Gent als opdrachtencentrale optreedt - Toewijzen opdracht Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context De stad Gent heeft een open offerteaanvraag uitgeschreven voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal voor een periode van 4 jaar. De toewijzing van deze overheidsopdracht werd door het college van burgemeester en schepenen van de stad Gent van 15 oktober 2014 goedgekeurd (zie het besluit van burgemeester en schepenen als bijlage en het gunningsverslag). De stad Gent treedt in deze opdracht voor onder andere het OCMW Gent op als opdrachtencentrale in de zin van artikel 2, 4° van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Dit betekent dat de Stad Gent de opdracht gunt m.b.t. leveringen die bestemd zijn voor de andere aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten die op die manier vrijgesteld zijn om zelf een gunningsprocedure te organiseren (artikel 15 Wet 15 juni 2006). Strategische aankoop vraagt de goedkeuring voor het optreden van de stad Gent als opdrachtencentrale voor het OCMW Gent en voor de toewijzing van de opdracht zodat het OCMW Gent in dit contract kan instappen. De raming voor afname op deze opdracht voor een periode van 4 jaar bedraagt € 200.000,00 incl. BTW.
Motivering Het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
11/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden). De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105. Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 3.
Derden Instelling:
Lecot nv
Straat:
Vierlinden
Huisnummer:
7
Postcode:
8501
Gemeente:
Heule
Land:
België
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Ja
Inkomsten Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
Niet van toepassing
Categorie:
Niet van toepassing
Uitgaven Bedrag:
200000,00
Kostenplaats:
Meerdere diensten
Categorie:
604 - Aankopen van handelsgoederen
Visum van de ontvanger Visum:
Gunstig
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
1 december 2014
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren:
12/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 Het toewijzen van de open offerteaanvraag voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal voor een periode van 4 jaar.
Artikel 2 Het optreden van de stad Gent als opdrachtencentrale voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal voor een periode van 4 jaar. De raming voor afname door het OCMW Gent op deze opdracht wat betreft het leveren van professioneel klein technisch materiaal voor een periode van 4 jaar bedraagt € 200.000,00 incl. BTW.
Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20140523_BE_Bestek.docx Bijlage 2: 20140625_BS_Besluit_lastvoorwaarden_en_gunningswijze.pdf Bijlage 3: 20141113_VE_Gunningsverslag.doc Bijlage 5: 20141015_BS_Besluit_gunning.pdf
Bijlage(n) 20140523_BE_Bestek.docx 20140625_BS_Besluit_lastvoorwaarden_en_gunningswijze.pdf 20141113_VE_Gunningsverslag.doc 20141015_BS_Besluit_gunning.pdf
13/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20140523_BE_Bestek.docx
14/249 RMW - 14 januari 2015
BIJZONDER BESTEK OVERHEIDSOPDRACHT VAN LEVERINGEN
“RAAMOVEREENKOMST VOOR HET LEVEREN VAN PROFESSIONEEL KLEIN TECHNISCH MATERIAAL” ECO/2014/029 – ID2109
OPEN OFFERTEAANVRAAG MET EUROPESE BEKENDMAKING Aanbestedende overheid
: Stad Gent
Prijsvaststelling
: opdracht volgens prijslijst
Opening van de offertes
: op 2014 om 10.00 uur in het Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent
Uitvoeringstermijn
: 4 jaar
Auteur van het bestek/ontwerper
: Dienst Aankoopbeheer, Dirk De Veirman
Bijzonder bestek leveringen 15/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 1
Bijzonder bestek leveringen 16/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 2
Inhoudsopgave
Bijzonder bestek leveringen 17/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 3
I.
ZIJN VAN TOEPASSING OP DEZE OPDRACHT
Inlichtingen i.v.m. dit bestek kunnen verkregen worden bij: Naam: Contactpunt Overheidsopdrachten Adres: Botermarkt 1 te 9000 Gent Telefoon: 09 266 77 80 Fax: 09 266 73 79 Volgende wetten en besluiten: ₋ ₋ ₋ ₋
Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 (hierna “Wet Overheidsopdrachten”); Koninklijk Besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 (hierna “KB Plaatsing”); Koninklijk Besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013 (hierna “KB Uitvoering”); Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, en latere wijzigingen;
Alle latere aanvullingen en wijzigingen van voormelde wetten en besluiten, geldig op datum van bekendmaking, alsook de bepalingen van het bestek die aanvullingen en wijzigingen kunnen inhouden van voormelde wetten besluiten en alle andere documenten waarnaar het bestek verwijst. Volgende afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen: Artikel 46 van KB Uitvoering Het tijdig beschikken over de catalogus van alle toegewezen artikelen is van groot belang. De catalogus dient immers op het bestelplatform (SRM) van de stad Gent geplaatst worden. Indien dit niet gebeurt kunnen er geen bestellingen geplaatst worden door de diverse diensten. Daarom is er een uitbreiding boete voor een laattijdige overhandiging catalogus van toepassing. Onderhavig bestek en volgende bijlagen:
Bijlage A: offerteformulier,
Bijlage B: inventaris, Bijlage C: transportkost, Bijlage D: volumekorting, Bijlage E: verklaring op eer - arbeidsvoorwaarden.
Bijzonder bestek leveringen 18/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 4
II.
PLAATSINGSREGELS VAN TOEPASSING OP DEZE OPDRACHT 1. VOORWERP VAN DE OPDRACHT
Algemeen: Het voorwerp van deze levering betreft: raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal. Ten titel van inlichting volgt hierna de geraamde jaaromzet gebaseerd op het gemiddeld aantal verkochte stuks van het vorige contract over een periode van vier jaar: 250.000,00 EUR excl. btw. De Stad Gent treedt voor deze opdracht op als een aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 4° van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Dit betekent dat de Stad Gent leveringen verwerft die bestemd zijn voor de andere aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten. Daarnaast kan de Stad Gent ook optreden als opdrachtencentrale in de zin van artikel 2, 4° van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Dit betekent dat de Stad Gent de opdracht gunt m.b.t. de leveringen die bestemd zijn voor de andere aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten. De Stad Gent treedt op als opdrachtencentrale voor volgende entiteiten, die potentiële afnemers van onderhavige opdracht van leveringen zijn: - Brandweer – (Operationele) Zone Centrum, - Lokale Politie Gent, - gemengde intergemeentelijke vereniging Ivago Gent, - OCMW Gent, - WoninGent, - Digipolis, - huidige en toekomstige IVA’s van de Stad Gent (bv. Mobiliteitsbedrijf Stad Gent, …), - huidige en toekomstige EVA’s van de Stad Gent (bv. Havenbedrijf van Gent, …), -
huidige en toekomstige AG’s van de Stad gent (bv. AGSOB, STAM, SMAK, …), huidige en toekomstige verenigingen die verbonden en erkend zijn door de Stad Gent (bv. StudentEnMobiliteit, …).
In voorkomend geval worden de bestellingen rechtstreeks door deze afnemers bij de leveranciers geplaatst. Deze bestellingen zijn enkel mogelijk mits een voorafgaandelijke schriftelijke goedkeuring van de Stad Gent. De leverancier moet de leidende ambtenaar van de Stad Gent schriftelijk op de hoogte brengen van alle bestellingen op dit contract door andere afnemers/besturen en hem een kopie van alle besteldocumenten bezorgen. De facturatie verloopt rechtstreeks naar deze eventuele andere afnemers. De nodige gegevens zullen ten gepaste tijde door de afnemers aan de leverancier worden overgemaakt. Eens een andere afnemer een bestelling heeft geplaatst staat deze afnemer ook zelf in voor de leiding en het toezicht op de opdracht in de zin van artikel 11 KB Uitvoering, alsook voor de algemene opvolging van de bestelling en de verdere toepassing van het bestek en de algemene en bijzondere aannemingsvoorwaarden.
Bijzonder bestek leveringen 19/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 5
Het stadsbestuur van Gent is op geen enkele wijze aansprakelijk voor de inhoud en afhandeling van de bestellingen van de andere afnemers. Duur van de opdracht: De opdracht loopt over een periode van vier jaar, ingaand op 26 november 2014. Geraamde hoeveelheden: De te leveren hoeveelheden zullen afhangen van de bestellingen van de afnemers. De vermoedelijke hoeveelheden en geraamde jaaromzet zijn louter indicatief. De hoeveelheden en bedragen kunnen groter of kleiner zijn zonder dat de opdrachtnemer daarom gemachtigd is de voorwaarden van het contract te wijzigen of enige schadevergoeding te eisen. Dienstverlening: De aanbestedende overheid wenst een optimale dienstverlening te organiseren voor haar klanten en de leverancier speelt hierin een sleutelrol. Hij zal op verzoek alle gevraagde gegevens ter beschikking stellen aan de aanbestedende overheid in een courant elektronisch formaat van een actuele bureauticasoftware. Deze dienstverlening is inbegrepen in de aannemingsprijzen. De aanbestedende overheid dient per kwartaal over een lijst in Excel of Access te beschikken die toelaat het beheer van de leveringen op te volgen. Concreet dienen volgende gegevens beschikbaar te zijn: - departement, - leveringsadres, - dienst, - leveringscode Stad Gent, - aantal afnames onderverdeeld per maand, per artikel en per groep van artikelen, - artikelnummer, - omschrijving, - eenheidsprijs, - omzet. Tevens zal samen met de inschrijver een kwaliteitsplan worden uitgewerkt. Het is de bedoeling dat aan de hand van uitwisselbare gegevens de dienstverlening optimaal verloopt. Catalogus: Er zal gewerkt worden met aankopen op catalogus. In de technische bepalingen zullen vereisten worden opgegeven waaraan de aangeboden artikelen absoluut moeten voldoen. De inschrijver dient in zijn offerte een catalogus met netto prijslijst aan. Bovendien dient de offerte een kortingspercentage per merk en artikelgroep opgegeven te worden. Onder catalogus + prijslijst wordt een commercieel gangbaar document verstaan en niet een geheel van losse bladzijden met technische gegevens. Deze mogen aangeboden worden zowel op papieren als op digitale drager. Een toegang op een beveiligde internetsite met bijhorende specifieke inlog is ook toegestaan. De inschrijver moet in dit geval wel een passende ondertekende verklaring op eer toevoegen dat de zo te raadplegen prijzen deze van het voorgestelde contract zijn en dat deze gedurende de eerste looptijd (1 jaar) zullen gehandhaaft blijven (vaste prijs op de referentieartikelen, vast kortingspercentage per merk en artikelgroep op het overige).
Bijzonder bestek leveringen 20/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 6
De inschrijver die de opdracht krijgt toegewezen dient een catalogus van alle toegewezen artikelen van het contract inclusief prijzen op te maken. Naast de verplicht aan te bieden producten zal de inschrijver ook de andere producten in zijn gamma welke relevant zijn voor de opdracht aanbieden. De hiervoor opgegeven prijzen kunnen netto- alsook brutoprijzen zijn, met de hierop van toepassing zijnde korting. Het bestuur kan desgevallend ook uit deze bijkomende artikelen aankopen. De catalogus dient uiterlijk 30 kalenderdagen na toewijzing van de opdracht overhandigd te worden aan het bestuur. Een boete van 25 EUR per kalenderdag overschrijding zal aangerekend worden. De catalogus moet: - essentiële informatie verschaffen over de leverancier; - gebruiksvriendelijk zijn en zoekfaciliteiten naar de artikels mogelijk maken; - de nodige technische informatie, foto’s en prijzen bevatten; - opgesteld zijn op een magnetische drager (bewerken van tekst mogelijk met Windows); - bij voorkeur te raadplegen zijn via een e-business platform (webcatalogus, e-facturatie, track&trace). De Stad Gent maakt gebruik van een nieuw bestelplatform SRM (SAP), Supplier Relationship Management. De catalogus zal in het SRM-systeem worden opgeladen. Hierdoor zal de gebruiker zelf zijn bestellingen op catalogus kunnen plaatsen. Het kunnen aanbieden van een catalogus die OCI (Open Catalog Interface) compliant is biedt een groot voordeel in het bestelproces. Het ter beschikking stellen van een dergelijke catalogus wordt beschouwd als een meerwaarde voor de inschrijver. (zie ook gunningscriteria) Opgelet: De OCI catalogus zal uiterlijk binnen de 30 kalenderdagen dienen operationeel te zijn. Aanpassing selectie: In de loop van het contract kan de selectie op aanvraag van de leverancier of van de Stad Gent aan de nieuwigheden van de markt aangepast worden. De lijst met basisartikelen is niet bindend. De lijst kan steeds worden aangepast, zowel op vraag van het bestuur als op vraag van de leverancier. Ingeval van verandering van de selectie zal de leverancier hiervoor een schrijven aan de Stad Gent richten. Dit bericht moet vergezeld zijn van een technische fiche en documentatie van de nieuwe aangeboden artikels. Eventuele aanpassingen kunnen geen aanleiding geven tot prijswijzigingen. Het nieuwe aangeboden artikel dient dezelfde kenmerken te hebben, gelijkwaardig te zijn en dezelfde prijs als de oude offerteprijs te hebben. Na onderzoek van het voorstel kan de Stad Gent zijn akkoord verlenen aangaande deze aanpassing, voor zover voldaan werd aan de hierboven formaliteiten. Deze aanpassingen van de selectie van de artikels zijn contractueel en geven geen aanleiding tot andere formaliteiten dan deze hiervoor opgegeven.
Exclusiviteit: De dienstverlener beschikt door de gunning van de opdracht niet over een exclusief recht om alle opdrachten, zoals deze die het voorwerp uitmaken van onderhavig bestek, uit te voeren. De aanbestedende overheid kan op eender welk moment één of meerdere van deze of gelijkaardige opdrachten toevertrouwen aan een derde. Opzegging: Het bestuur kan eenzijdig een einde stellen aan het lopende contract door uiterlijk twee maanden voor Bijzonder bestek leveringen 21/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 7
de jaarlijkse vervaldag een aangetekend schrijven te richten aan de leverancier. Bij tussentijdse beëindiging van het contract volgens de hoger vermelde procedure, kan geen van beide partijen aanspraak maken op enige schadevergoeding, van welke aard ook.
2. AANBESTEDENDE OVERHEID De aanbestedende overheid is:
Stad Gent Botermarkt 1 9000 Gent
3. VARIANTEN EN OPTIES 3.1.
VARIANTEN (ART. 9, §1 KB PLAATSING)
Varianten zijn alternatieve conceptie- of uitvoeringswijzen die door de aanbestedende overheid worden opgelegd (‘verplichte varianten’) of toegestaan (‘facultatieve varianten’). Vrije varianten zijn suggesties vanwege de inschrijver aan de aanbestedende overheid met betrekking tot technische nieuwigheden of verbeteringen, die laatstgenoemde onbekend zijn. Er zijn geen vrije noch verplichte varianten toegestaan.
3.2.
OPTIES (ART. 10, §2 KB PLAATSING)
Een optie is een bijkomend element dat niet strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht, dat hetzij op vraag van de aan bestedende overheid (verplichte optie), hetzij op initiatief van de inschrijver (vrije optie) wordt ingediend. Deze opdracht omvat geen verplichte of vrije opties.
4. GUNNINGSWIJZE De opdracht wordt gegund bij wijze van de open offerteaanvraag met Europese bekendmaking.
5. SELECTIE (ART. 58 – 79 KB PLAATSING) 5.1.
TOEGANGSRECHT
De leverancier mag zich niet bevinden in één van de uitsluitingstoestanden van artikel 61, §1 en 2 van het KB Plaatsing. Door ondertekening van de offerte verklaart de kandidaat/inschrijver 1 zich niet te bevinden in één of meerdere van onderstaande uitsluitingstoestanden: Verplichte uitsluitingstoestanden: -
veroordeeld zijn door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor:
1 Dit geldt zowel voor natuurlijke personen als voor rechtspersonen en de bestuurder(s), zaakvoerder(s) of andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon.
Bijzonder bestek leveringen 22/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 8
deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek; omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek; fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de Wet van 17 februari 2002; witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.
Facultatieve uitsluitingstoestanden: -
in staat van faillissement of van vereffening verkeren, zijn werkzaamheden hebben gestaakt of een gerechtelijke reorganisatie hebben ondergaan, of in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; aangifte hebben gedaan van zijn faillissement of voor de inschrijver een procedure van vereffening aanhangig is, een gerechtelijke reorganisatie ondergaan of in een gelijkaardige procedure bestaande in andere nationale reglementeringen; bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis veroordeeld zijn voor een misdrijf dat de professionele integriteit aantast; bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout hebben begaan; niet voldaan hebben aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid; niet in orde zijn met betaling van de belastingen overeenkomstig de Belgische wetgeving of van het land waar de inschrijver gevestigd is; zich in ernstige mate schuldig hebben gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opeisbaar in het kader van de kwalitatieve selectie, of deze inlichtingen niet verstrekt hebben.
De kandidaat/inschrijver voegt wel volgende bewijsstukken bij zijn offerte: - een attest waaruit blijkt dat voldaan is aan de beroepsmatige fiscale verplichtingen (personenof vennootschapsbelasting en btw-verplichtingen) overeenkomstig de wettelijke bepalingen (van het land van vestiging). Het attest betreft de laatste afgelopen fiscale periode vóór de uiterste indieningsdatum van de offertes (art. 63 KB Plaatsing); - voor kandidaten/inschrijvers die personeel tewerkstellen dat niet onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid: een attest door de bevoegde overheid waarin bevestigd wordt dat hij volgens de rekening die ten laatste de uiterste indieningsdatum van de offerte is opgemaakt, voldaan heeft aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid. De aanbestedende overheid zal zelf via elektronische weg nagaan of de kandidaat/inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid de vereiste bijdragen heeft betaald in de zin van art. 62, §1 KB Plaatsing. De aanbestedende overheid kan in eender welk stadium van de procedure en met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen over de situatie van om het even welke kandidaat of inschrijver.
5.2.
KWALITATIEVE SELECTIE
Met het oog op de beoordeling van de financiële en economische draagkracht voegt de kandidaat/inschrijver volgende gegevens/documenten bij zijn offerte: - een recent bankattest dat waarborgt dat de onderneming de financiële capaciteit heeft om de opdracht tot een goed einde te brengen. Om de aanbestedende overheid in staat te stellen de technische of beroepsbekwaamheid van de kandidaat/inschrijver na te gaan, worden volgende gegevens/documenten bij de offerte gevoegd: - een lijst van in volume gelijkaardige overheidsopdrachten die de laatste 3 jaar zijn uitgevoerd, het aantal leveringsplaatsen alsook de naam van de publiek- of privaatrechterlijke instanties waarvoor ze bestemd waren (ten minste 3 referenties); Combinaties van kandidaten/inschrijvers zonder rechtspersoonlijkheid: Bijzonder bestek leveringen 23/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 9
Geen enkele partner van een (op te richten) combinatie zonder rechtspersoonlijkheid mag zich in één van de uitsluitingstoestanden in de zin van artikel 61 KB Plaatsing bevinden. Elke partner van de combinatie dient bijgevolg de vereiste stukken in te dienen. Het volstaat dat de partners van dergelijke combinatie samen aan de vereisten inzake financiële en economische draagkracht en technische of beroepsbekwaamheid voldoen. Beroep op de draagkracht van andere entiteiten: De kandidaat/inschrijver kan zich, om aan te tonen dat hij aan voormelde eisen inzake financiële en economische draagkracht en technische of beroepsbekwaamheid beantwoordt, ook beroepen op andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten (onderaannemers, verbonden ondernemingen, …). In dat geval voegt de kandidaat/inschrijver bij zijn offerte bovendien een schriftelijke verklaring van deze entiteiten, waarin zij zich ertoe verbinden om de kandidaat/inschrijver voor de uitvoering van de opdracht de noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen. Let wel, artikel 61 KB Plaatsing (toegangsrecht) is ook van toepassing op deze entiteiten.
6. GUNNINGSCRITERIA De aanbestedende overheid zal de offertes beoordelen op basis van onderstaande gunningscriteria, rekening houdend met de respectievelijk daarbij vermelde weging:
Nr.
Beschrijving
Gewicht
1
Prijs (op basis van TCO elementen)
85
2
OCI-catalogus
15
Prijs (op basis van TCO): 85 punten Opgelet: indien de offerte voor 3 % of meer van de artikelen geen conform voorstel bevat, wordt de offerte beschouwd als niet geldig en voor verder onderzoek uitgesloten. Toelichting: Bij de berekening van het criterium prijs van de inschrijving zal rekening gehouden worden met de Total Cost of Ownership (TCO). Dit wil zeggen dat er bij de berekening tevens rekening zal gehouden worden met de afhaal- en leveringskost. Het bestuur streeft naar een verhouding 80 % leveren / 20 % zelf afhalen. Dit is zonder garantie dat dit streefdoel ook effectief zal bereikt worden. Voor de berekening van de TCO zal men echter uitgaan van de huidige situatie, namelijk een verhouding van 50 % leveren / 50 % zelf afhalen. Voor de leveringskost zal het bestuur uitgaan van 880 bestellingen op jaarbasis, waarvan: -
100 bestellingen met waarde ≥ 150,00 EUR excl. btw (verplicht gratis leveren); 340 bestellingen met waarde < 150,00 EUR excl. btw die geleverd moeten worden (op te geven leveringskost, zie bijlage C); - 440 bestellingen waarbij de diensten zelf zullen instaan voor de afhaling. De administratie zal een simulatie maken van de hiervoor te betalen kost (km-prijs voertuig tot het dichtstbijzijnde afhaalpunt heen/terug + uurloon personeelslid). Het startpunt voor deze
Bijzonder bestek leveringen 24/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 10
berekening is het Stadhuis, Botermarkt 1 te 9000 Gent. De afstandsbepaling en reistijd zal gebeuren via routeprogramma MapSource van Garmin, versie 2010. Voor de berekening zal de administratie volgende prijzen hanteren: - km-prijs van het voertuig: 0,25 EUR per km, - uurloon van het personeelslid: 35,00 EUR per uur. Opmerking:
De afhaal- en transportkost maken integraal deel uit van de Total Cost of Ownership. Deze kost is berekend op de vermoedelijke jaarafname. Daar de materiaalkost zoals in te vullen in de inventaris slechts een gedeelte uitmaakt van de effectieve jaarlijkse aankopen dient teneinde geen foutieve verhouding te hebben tussen materiaalkost en afhaalkost, de materiaalkost herleid te worden tot de geraamde jaarlijkse afname (benaderend). Om dit te benaderen zullen alle inschrijvingen met een gelijke coëfficiënt vermenigvuldigd te worden berekend op het inschrijvingsbedrag van de laagste regelmatige offerte. Voorbeeld: Inschrijver 1: -
totaal inschrijvingsbedrag: 265.700,00 EUR excl. btw, transportkost: 25.000,00 EUR excl. btw.
Inschrijver 2: -
totaal inschrijvingsbedrag: 230.900,00 EUR excl. btw, transportkost: 30.500,00 EUR excl. btw.
Berekening criterium prijs (op vermoedelijke afname van 250.000,00 EUR excl. btw op jaarbasis): Het inschrijvingsbedrag van de laagste regelmatige inschrijver is te vermenigvuldigen met factor 1,08 (coëfficiënt) teneinde ongeveer de geraamde jaarafname van 250.000 euro te benaderen. (230.900 x 1,08 = 249.372) Beoordeling inschrijver 1: TCO = (265.700,00 EUR x 1,08) + 25.000,00 EUR = 311.956,00 EUR excl. btw. Beoordeling inschrijver 2: TCO = (230.900,00 EUR x 1,08) + 30.500,00 EUR = 279.872,00 EUR excl. btw. Score inschrijver 1: 279.872,00 EUR x 85 punten = 76,26 punten. 311.956,00 EUR Score inschrijver 2: 279.872,00 EUR x 85 punten = 85,00 punten. 279.872,00 EUR
Bijkomende bemerking: bij de beoordeling van de offerte kan de administratie eveneens de eenheidsprijzen van de producten welke niet in de fictieve selectie zijn opgenomen onderzoeken. Mocht blijken dat een inschrijver abnormale hoge of lage eenheidsprijzen opgeeft (definitie hoge/lage inschrijvingsprijzen: eenheidsprijzen zijn 20 % hoger of lager dan de gemiddelde eenheidsprijs over de overige aanbieders) en dit op een aandeel van > 15 % van zijn offerte, dan mag de administratie beslissen om conform art. 110 § 3 van het KB van 08/01/1996 de regelmatigheid van Bijzonder bestek leveringen 25/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 11
de eenheidsprijzen te onderzoeken. OCI-catalogus: 15 punten De Stad Gent maakt gebruik van een nieuw bestelplatform SRM (SAP), Supplier Relationship Management. De catalogus zal in het SRM-systeem worden opgeladen. Hierdoor zal de gebruiker zelf zijn bestellingen op catalogus kunnen plaatsen. Het kunnen aanbieden van een catalogus die OCI (Open Catalog Interface) compliant is biedt een groot voordeel in het bestelproces. Het ter beschikking stellen van een dergelijke catalogus wordt beschouwd als een meerwaarde voor de inschrijver. De inschrijver zal een document dienen toe te voegen alsook een demonstratie dienen te geven van zijn operationeel werkend OCI-systeem. Er zullen slechts 15 punten toegewezen worden indien het bestuur het ontegensprekelijk bewijs heeft van het aangeboden OCI-systeem dat compatibel moet zijn met het SRM-platform van de Stad Gent.
7. PRIJS (ART. 13 – 20 KB PLAATSING) 7.1.
PRIJSVASTSTELLING
Onderhavige levering is een opdracht tegen prijslijst (P.L. of V.H.): de eenheidsprijzen voor de verschillende posten zijn forfaitair en de hoeveelheden vermoedelijk of worden uitgedrukt binnen een vork. De posten worden verrekend op basis van de werkelijk bestelde en uitgevoerde leveringen. Op verzoek verstrekt de inschrijver tijdens de procedure alle nodige inlichtingen om de aanbestedende overheid in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. De opdracht wordt gegund op basis van de eenheidsprijzen opgegeven in de offerte. Bij het opstellen van de lastvoorwaarden van deze opdracht beschikt het bestuur nog niet over de exact benodigde hoeveelheden. Daarom zijn de vermoedelijke hoeveelheden louter indicatief. Zij binden het bestuur op geen enkele wijze. De leverancier kan geen schadevergoeding eisen indien deze vermoedelijke hoeveelheden niet bereikt worden. De inschrijvers moeten voor het gunnen van de opdracht alle inlichtingen verstrekken om de aanbestedende overheid in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. Er kan geen voorbehoud worden aanvaard in verband met eventuele wijzigingen van taksen, rechten of omrekeningskoersen van buitenlandse munten. De aandacht van de inschrijver wordt er in het bijzonder op gevestigd dat, mochten er in zijn offerte algemene en bijzondere verkoopsvoorwaarden zijn vermeld of eraan toegevoegd, deze als onbestaand worden beschouwd. Basisartikelen: De aanbieding moet gebeuren volgens prijslijst per basisartikel volgens de opgegeven inventaris. De inschrijver is verplicht hiertoe gebruik te maken van alle bij het bestek horende formulieren, die volledig ingevuld moeten zijn op straffe van nietigheid van de inschrijving. De inschrijver maakt zijn offerte op en vult de inventarislijst in op het bij het bestek behorende formulier. Indien hij deze op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier moet de inschrijver op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bij het bestek horende model is. De documenten worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend. Bijzonder bestek leveringen 26/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 12
De in te vullen inventarislijst is tevens beschikbaar in digitale vorm. Op vraag van de inschrijver kan de in te vullen inventarislijst doorgemaild worden. Volumekorting: De Stad Gent kan optreden als opdrachtencentrale. Als gevolg van deze eventuele samenwerking kan de totale afgenomen jaaromzet op het contract mogelijks stijgen. De inschrijver kan op basis van een eventuele procentuele stijging van deze jaaromzet een extra volumekorting geven op de basis- en aanvullende artikelen (zie bijlage D). De toegestane extra volumekorting zal in mindering gebracht worden van de eerstvolgende factuur. Het geven van een extra volumekorting vormt geen verplichting voor de inschrijver.
7.2.
PRIJSBESTANDDELEN
De inschrijver wordt geacht in zijn eenheidsprijzen en globale prijzen alle kosten, metingen en prestaties die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht te hebben inbegrepen, met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde. Zijn inzonderheid in de prijzen inbegrepen: - alle heffingen welke de opdracht belasten; - alle prestaties beschreven in de opdrachtdocumenten, uit te voeren volgens de regels van de kunst; - de verpakkingen, behalve wanneer ze eigendom blijven van de inschrijver en het laden, de overslag, het overladen, het vervoer, de verzekering en het inklaren; - de kosten verbonden aan de levering van de goederen in de gebouwen van de diensten van de bestemming en dit in de lokalen vermeld op de bestelbon (franco levering); - het lossen, uitpakken en stapelen op de plaats van levering; - de documentatie die met de levering verband houdt; - het monteren en het bedrijfsklaar maken; - de voor het gebruik noodzakelijke vorming; - voor zover dit bestek een volledige beschrijving geeft van de (relevante delen van de) opdracht, de aankoopprijs en verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties voor de bestaande intellectuele eigendomsrechten nodig voor de uitvoering van de werken; - voor zover de inschrijver zelf de beschrijving van de (relevante delen van de) opdracht moet geven op basis van dit bestek, de vergoeding verschuldigd aan de inschrijver voor het gebruik van een intellectueel eigendomsrecht waarvan hij titularis is of waarvoor ze van een derde een gebruikslicentie moeten verkrijgen voor welbepaalde prestaties; - de keurings- en opleveringskosten zoals in voorkomend geval omschreven onder punt III.10 en III.13. De algemene en financiële kosten alsmede de winst dienen, in verhouding tot hun belangrijkheid, te worden verdeeld over de onderscheiden posten.
7.3.
PRIJSHERZIENING
Indien tijdens de geldigheidsduur van de overeenkomst de prijzen veranderingen ondergaan en voor zover de verhogingen van de catalogusprijs aangenomen worden door de prijzencommissie van het Ministerie van Economische zaken, laten de inschrijvers per aangetekend schrijven aan de opdrachtgever de nieuwe catalogusprijs weten. De prijsherziening gebeurt volgens onderstaande formule: nieuwe catalogusprijs, excl. btw x prijs van de offerte, excl. btw oude catalogusprijs, excl. btw Bijzonder bestek leveringen 27/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 13
De inschrijver vermeldt expliciet of zijn offerte voor deze goederen vaste prijzen betreft of hij de prijzen wenst te herzien tijdens de uitvoering van de opdracht. Iedere aanvraag tot prijsherziening wordt door de opdrachtgever nagezien. De eventuele goedkeuring van de nieuwe prijzen gebeurt binnen een termijn van 30 kalenderdagen. De nieuwe prijzen kunnen toegepast worden daags na de goedkeuring, maar hebben geen enkele invloed op reeds geplaatste bestellingen. De prijzen die in de offerte vermeld worden, blijven gehandhaafd gedurende de periode van 12 maanden, zonder dat er tijdens deze periode een prijsherziening kan gevraagd worden. Het is dus evident dat de prijsherziening, gezien de administratieve gevolgen ervan, maar éénmaal per jaar wordt toegepast en dat de prijzen één jaar geldig blijven. De documenten voor aanvraag van prijsherziening moeten per aangetekend schrijven en uiterlijk 30 kalenderdagen vóór de jaarlijkse vervaldatum, aan de administratie (Departement Facility Management, Dienst Aankoopbeheer, p/a Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent) overgemaakt worden. De inschrijver is verplicht aan de aanbestedende overheid alle inlichtingen voor het onderzoek van de prijzen te verstrekken. Het onderzoek van de prijzen kan alle mogelijke verificaties van de boekhoudkundige stukken en onderzoeken ter plaatse door de daartoe aangewezen ambetnaren van de aanbestedende overheid inhouden.
8. VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE 8.1.
OPMAAK EN ONDERTEKENING OFFERTE EN BIJLAGEN (ART. 80 – 82 KB PLAATSING)
De inschrijver maakt zijn offerte op in het Nederlands en vult de offerte en de inventaris in volgens het formulier bij dit bestek. Indien de inschrijver geen gebruik maakt van de door ons aangeleverde formulieren draagt hij de volle verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem aangewende documenten met het formulier. De documenten (inventaris, offerte en eventueel andere bijlagen) worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend. Alle geboden prijstoeslagen, prijskortingen of verbeteringen zoals bedoeld in artikel 81, eerste lid, 2° KB Plaatsing evenals de doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten zowel in de offerte als in de bijlagen eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden. De prijzen worden in de offerte in EUR opgegeven. Het totale bedrag van de offerte wordt voluit geschreven. Prijzen worden afgerond tot twee cijfers na de komma. De inschrijver is verplicht in zijn offerte de aanslagvoet(en) van de btw te vermelden. Er kan geen voorbehoud worden aanvaard in verband met eventuele wijzigingen van taksen, rechten of omrekeningskoersen van buitenlandse munten.
Bijzonder bestek leveringen 28/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 14
De inschrijver is verplicht in zijn offerte de sluitingsperiode(s) van zijn onderneming te vermelden. De offerte dient een inhoudstafel te bevatten, logisch gestructureerd en genummerd te zijn. Door indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van de opdrachtdocumenten en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden, zoals zijn eigen verkoopsvoorwaarden, zelfs wanneer deze op één of andere bijlage van zijn offerte voorkomen. Verbetering van de hoeveelheden (art. 97, § 2) De inschrijver mag de aangeduide hoeveelheden niet wijzigen, ongeacht of het om forfaitaire dan wel vermoedelijke hoeveelheden gaat.
8.2.
VOORRANGSREGEL (ART. 85 KB PLAATSING)
In geval van tegenspraak tussen de opdrachtdocumenten zowel wat de beschrijvende bepalingen als wat de hoeveelheden (forfaitaire of vermoedelijke) betreft, houdt de inschrijver zich aan volgende voorrangsorde: - plannen, - administratieve bepalingen, - technische bepalingen, - de inventaris.
8.3.
BIJ TE VOEGEN BESCHEIDEN
De inschrijver voegt bij zijn offerte volgende stukken: -
wat betreft de selectie: de documenten bedoeld onder het punt ‘selectie’ (zie hoger, punt II.5).
-
wat de regelmatigheid betreft: indien de offerte door een gemachtigde werd ondertekend, de identiteit van de volmachtgever(s) en het bewijs van bevoegdheid of volmacht.
-
wat de gunning van de opdracht betreft: in voorkomend geval, de documenten bedoeld onder het punt ‘gunningscriteria’ (zie hoger punt II.6).
9. INDIENEN VAN DE OFFERTE (ART. 90 – 91 KB PLAATSING) De offerte op papier wordt in een definitief gesloten envelop gestoken met volgende vermeldingen: de datum van de openingszitting, het besteknummer of het opdrachtvoorwerp en eventueel de perceelnummers. Ze wordt via een postdienst verzonden of door een drager afgegeven. Bij verzending per post, wordt die definitief gesloten envelop in een tweede gesloten envelop geschoven met volgende gegevens: Stadhuis T.a.v. Dienst Aankoopbeheer Botermarkt 1 9000 Gent
Bijzonder bestek leveringen 29/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
OFFERTE uiterste indieningsdatum soort procedure
Blz. 15
Indien de offerte per drager wordt overgemaakt tegen ontvangstbewijs aan de baliemedewerk(st)er van het Stadhuis (ingeval het Stadhuis is gesloten, wordt de offerte gedeponeerd in de offertebus) dient u volgende gegevens te vermelden: Stadhuis T.a.v. Dienst Aankoopbeheer Botermarkt 1 9000 Gent
OFFERTE uiterste indieningsdatum soort procedure
De offerte moet de aanbestedende overheid bereiken ten laatste op
om 10.00 uur.
Elke offerte moet bij de voorzitter van de zitting toekomen vóór hij de zitting geopend verklaart. Offertes die laattijdig bij de voorzitter toekomen, welke er ook de oorzaak van is, worden geweigerd of ongeopend behouden. Een laattijdige offerte zal wel worden aanvaard voor zover de aanbestedende overheid de opdracht nog niet heeft gesloten en de offerte ten laatste vier kalenderdagen vóór de datum van de openingszitting als aangetekende brief is verzonden.
10.OPENING VAN DE OFFERTES De offertes worden geopend op de openingszitting die plaatsvindt: -
plaats: Stad Gent, Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent.
-
datum: ____________ 2014 om 10.00 uur.
11.VERBINTENISTERMIJN (ART. 57 KB PLAATSING) De inschrijvers blijven verbonden door hun offerte, zoals eventueel verbeterd door de aanbestedende overheid, gedurende 120 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag na de uiterste ontvangstdatum voor de offertes.
Bijzonder bestek leveringen 30/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 16
III. UITVOERINGSREGELS OPDRACHT
VAN
TOEPASSING
OP
DEZE
1. LEIDEND AMBTENAAR (ART. 11 KB UITVOERING) De leiding van en de controle op de uitvoering van de opdracht zal gebeuren door de leidend ambtenaar: Naam: de heer Thomas De Moerloose Functie: controleur Adres: Dienst Aankoopbeheer, Onderstraat 22 te 9000 Gent E-mail:
[email protected] Telefoon: 09 266 55 14 Fax: 09 266 59 39 Naam: de heer Patrick Leclerc Functie: opvolging contract Adres: Dienst Aankoopbeheer, Onderstraat 22 te 9000 Gent E-mail:
[email protected] Telefoon: 09 266 59 21 Fax: 09 266 59 39 Het mandaat van de leidend ambtenaar dekt enkel de opvolging van de levering tot en met de definitieve oplevering. Hieronder wordt verstaan: ₋ de technische en administratieve opvolging van de levering tot en met de definitieve oplevering; ₋ de keuring, zowel a priori als a posteriori; ₋ het nazicht van de vorderingsstaten; ₋ het opmaken van de processen-verbaal van vaststelling/ingebrekestelling; ₋ het opmaken van de processen-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering; ₋ het toezicht op de levering. Onverminderd de bevoegdheid van de gemeenteraad, is voor het overige het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de uitvoering van de overheidsopdracht. Behoudens andersluidende onderrichtingen van de aanbestedende overheid, verloopt alle correspondentie met betrekking tot onderhavige opdracht via voormelde personen.
2. ONDERAANNEMERS (ART. 12 – 15 KB UITVOERING) De opdrachtnemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid acht zich door geen enkele contractuele band met die derden verbonden.
Bijzonder bestek leveringen 31/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 17
3. INTELLECTUELE UITVOERING)
RECHTEN
(ART.
19
–
23
KB
Gebruik van de resultaten (art. 19 KB Uitvoering) De aanbestedende overheid verwerft het niet-exclusieve gebruiksrecht van alle resultaten van de intellectuele prestaties door de leverancier geleverd in uitvoering van onderhavige opdracht. Dit gebruiksrecht wordt definitief en onherroepelijk toegekend, zonder enige geografische beperking en zonder enige andere beperking in de tijd dan de beperkingen die voorzien zijn in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Het niet-exclusieve gebruiksrecht omvat het reproductie- en publicatierecht op alle mogelijke dragers en het distributierecht via alle mogelijke communicatiemiddelen. De overdracht van deze rechten wordt geacht te zijn inbegrepen in de offerteprijs; de leverancier kan geen aanspraak maken op enige bijkomende vergoeding. De aanbestedende overheid kan de gegevens evenwel slechts gebruiken ₋ met oog op de leiding en het toezicht op de uitvoering van onderhavige levering; ₋ met oog op de instandhouding en het onderhoud van onderhavige levering; ₋ voor volgende niet-commerciële doeleinden: publicitaire acties, informatieve activiteiten, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Onder voorbehoud van voormelde randvoorwaarden kan de aanbestedende overheid ₋ de resultaten ter beschikking stellen aan personeelsleden, aangestelden en alle derden die betrokken zijn bij de realisatie van onderhavige aanneming; ₋ aanwenden voor de toepassing van de reglementering inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Bij mededeling aan derden van de resultaten van de intellectuele prestaties van de leverancier in het kader van het aan Stad Gent toegekende gebruiksrecht, zal diens tussenkomst voor de opmaak van de documenten worden vermeld. Registraties (art. 21 KB Uitvoering) De opdrachtnemer doet bij de aanbestedende overheid binnen de maand aangifte van alle aanvragen tot registratie van een intellectueel eigendomsrecht die hij in België of in het buitenland doet in verband met de creaties of uitvindingen die hij ontwikkeld of gebruikt heeft bij de uitvoering van de opdracht. Tegelijk met die aangifte, bezorgt hij de aanbestedende overheid een kopie van de schriftelijke akte waarin de terzake geldende wetgeving voorziet. Wederzijdse bijstand en waarborg (art. 23 KB Uitvoering) De opdrachtnemer moet alle nodige maatregelen nemen om de rechten van de aanbestedende overheid te vrijwaren en moet zo nodig op eigen kosten de nodige formaliteiten vervullen om die rechten tegenstelbaar te maken aan derden en de aanbestedende overheid hierover informeren. Vanaf de eerste tekenen van een vordering van een derde tegen de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid, geldt er een wederzijdse informatie- en bijstandsplicht. Onverminderd art. 17 KB Plaatsing en wat hierover is bepaald onder punt II.7.2 van Deel 2 van dit bestek (prijsbestanddelen), staat de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid die de rechten van een derde niet heeft geëerbiedigd of die rechten niet aan zijn medecontractant heeft kenbaar gemaakt, borg voor elk verhaal dat een derde tegen deze medecontractant zou stellen.
Bijzonder bestek leveringen 32/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 18
4. BORGTOCHT EN VRIJGAVE BORGTOCHT (ART. 25 – 33, 133 EN 144 KB UITVOERING) 4.1.
DRAAGWIJDTE EN BEDRAG
De opdrachtnemer is verplicht een borg te stellen overeenkomstig de bepalingen van het KB Uitvoering. De borgtocht bedraagt: 12.500,00 euro De leverancier met wie een overeenkomst gesloten wordt, stelt zijn borgtocht bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult of via een waarborg toegestaan door een kredietinstelling of een verzekeringsonderneming. De borgtocht wordt gesteld binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht. Het bewijs van borgstelling dient toegestuurd te worden aan Stad Gent, Juridische Dienst en Kennisbeheer - Contactpunt, p.a. Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent. Ingeval van verzuim van borgstelling kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in de Algemene Aannemingsvoorwaarden (verbreking van overeenkomst, andere maatregelen van ambtswege).
4.2.
VRIJGAVE VAN DE BORGTOCHT (ART. 133 EN 144 KB UITVOERING)
De borg wordt in één keer vrijgegeven na de voorlopige oplevering van de gezamenlijke leveringen. De leverancier stuurt het verzoek tot vrijgave van de borgtocht naar de aanbestedende overheid.
5. VERBREKING (ART. 61 – 63 KB UITVOERING) De verbrekingsgronden gelden zowel voor de opdrachtnemer – natuurlijke persoon als voor de bestuurders, zaakvoerders of andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid binnen de opdrachtnemer - rechtspersoon.
6. BETALINGEN (ART. 66 – 72, 127 EN 141 KB UITVOERING) -
De betaling van de opdracht gebeurt door middel van betalingen in mindering naargelang de uitvoering van de opdracht vordert.
-
De levering wordt uitgevoerd ten laste van de Stad Gent. De facturen, die gelden als schuldvordering, worden verplicht per post verzonden naar onderstaand adres: Stad Gent Departement Financiën Factuurregistratie p.a. Stadhuis, Botermarkt 1 9000 Gent Het stadsbestuur wordt aanzien als een gewone verbruiker en beschikt bijgevolg niet over een btw-nummer. De voor de afzonderlijke entiteiten met een btw-nummer (bv. AG Bijzonder bestek leveringen 33/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 19
Stadsontwikkelingsbedrijf Gent (btw-nr 0367 300 594), …) bestemde prestaties en leveringen moeten het voorwerp uitmaken van afzonderlijke facturen. De nodige elementen voor het opmaken van deze facturen zullen ten gepaste tijde worden meegedeeld. -
De betaling van het aan de leverancier verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de dertig dagen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn, voor zover de aanbestedende overheid tegelijk over de regelmatig opgemaakte factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten.
-
De posten tegen terugbetaling worden gerechtvaardigd volgens de voorwaarden van het punt II.7.1 van dit bestek.
-
De betaling van prijsherzieningen in toepassing van artikel 20 KB Plaatsing en de bepalingen van onderhavig bestek gebeurt samen met de betalingen van de leveringen waarop zij betrekking hebben.
-
Overeenkomst artikel 43, §4 Wet Overheidsopdrachten wordt de overdracht of inpandgeving van de schuldvordering op geldige wijze ter kennis gebracht van de aanbestedende overheid door middel van een aangetekend schrijven gericht aan Stad Gent, Departement Financiën, p.a. Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent.
7. RECHTSVORDERINGEN (ART. 73 KB UITVOERING) Bij geschillen betreffende de uitvoering van de opdracht zijn de hoven en rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement van Gent bevoegd.
8. LEVERINGSTERMIJN (ART. 116 KB UITVOERING) Gedeeltelijke bestellingen: De opdracht omvat gedeeltelijke bestellingen. De gedeeltelijke bestellingen zullen door de diverse diensten aan de hand van een bestelnota per mail of fax aan de leverancier overgemaakt worden. Het aanvangsbevel bevat alle nodige technische gegevens van de deelbestelling. Leveringstermijn: De leveringstermijn omvat zowel de tijd die nodig is voor de aan de fabricage voorafgaande verrichtingen en de voorbereiding van de leveringen (met inbegrip van eventuele voorafgaande keuringen), als de termijn voor de levering zelf. De leveringstermijn bedraagt voor goederen op stock: -
bestellingen vóór 15u00: 1 werkdag (1); bestellingen om 15u00 of later: 2 werkdagen (2).
(1)
Bij bestellingen vóór 15u00 zal de leverancier op de eerstvolgende werkdag de gevraagde goederen leveren op een door het bestuur opgegeven adres en dit vóór 11u45. Voor het departement Facility Management – Dienst Onderhoud Gebouwen zal dit de Sint Salvatorstraat 16 te 9000 Gent zijn alsook de Maaltebruggestraat 191 te 9000 Gent. (2)
Voor bestelling na 15u00 zal de leverancier uiterlijk de 2 de volgende werkdag de gevraagde goederen leveren op een door het bestuur opgegeven adres en dit vóór 11u45. Voor het departement Facility Bijzonder bestek leveringen 34/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 20
Management – Dienst Onderhoud Gebouwen zal dit de Sint Salvatorstraat 16 te 9000 Gent zijn alsook de Maaltebruggestraat 191 te 9000 Gent. De leveringen moeten steeds gebeuren binnen de contractuele leveringstermijn op werkdagen tussen 8u00 en 11u45 of 12u15 en 16u00 en op de op de bestelbon aangeduide leveringsplaats, tenzij anders bepaald. Bij onderwijsinstellingen zal er niet op woensdagnamiddag geleverd worden en zijn de algemene leveringsmomenten tussen 8u00 en 12u00 of 13u30 en 16u00. Ook zullen er bij onderwijsinstellingen enkel leveringen gebeuren op schooldagen (niet tijdens schoolvakanties).
9. LEVERINGSFORMALITEITEN UITVOERING) 9.1.
(ART.
117
EN
119
KB
VASTE OF MINIMALE HOEVEELHEDEN
De leverancier kan geen aanspraak maken op vaste of minimale hoeveelheden. De hoeveelheden zijn louter ten indicatieve titel opgegeven en binden de aanbestedende overheid niet. Mochten de aangegeven hoeveelheden tijdens de uitvoering van de opdracht niet worden bereikt, heeft de leverancier geenszins recht op een schadevergoeding van welke aard dan ook.
9.2.
PLAATS VAN DE LEVERING
In principe dienen de goederen geleverd te worden op volgende plaats(en): grondgebied Stad Gent. De goederen dienen steeds te worden afgeleverd op het adres vermeld op de bestelbon/bestelnota. Bestellingen: De gedeeltelijke bestellingen zullen door de diverse diensten aan de leverancier via een bestelnota overgemaakt worden. Deze bestelnota kan op verschillende wijzen (bv. brief, fax, email, …) bezorgd worden. Bij levering bezorgt de firma een leveringsnota met daarop o.a. de vermelding van de afgenomen goederen, hoeveelheid alsook de nettoprijs van elk artikel. De diensten kunnen evenwel beslissen om desgevallend zelf de materialen te komen afhalen. De leverancier zal enkel goederen meegeven indien de afhaler beschikt over een correct ingevulde bestelnota. Onder geen beding zullen goederen meegegeven worden zonder afgave van hoger vermelde bestelnota.
9.3.
LEVERINGSLIJST
Voor iedere levering maakt de leverancier een lijst ter ondertekening voor ontvangst en met datering op, met het oog op de voorlopige oplevering. Hij bezorgt de lijst aan de aanbestedende overheid ten laatste op de dag zelf van de verzending of van de aflevering van de goederen. De leveringsnota specificeert de naam en het adres van de leverancier en van de ontvangende dienst, de leveringsdatum, de verzonden producten en bevat de hoeveelheden, het besteknummer, de datum van de bestelling, het bestelbonnummer alsook de nettoprijs van elk artikel.
9.4.
VERPAKKINGEN
Verpakkingen moeten uit recycleerbaar materiaal bestaan. PVC of vinylideen zijn niet toegelaten.
Bijzonder bestek leveringen 35/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 21
De verpakkingen en alle afval dienen bij de volgende levering op kosten van de leverancier meegenomen te worden. De goedgekeurde besteleenheid dient strikt te worden nageleefd. De terug te bezorgen verpakkingen worden voorzien van een merkteken en een volgnummer.
9.5.
CO2-NEUTRALE LEVERING
De Stad Gent streeft met haar duurzaam aankoopbeleid onder andere naar een zo beperkt mogelijke impact op het milieu. Uit marktonderzoek blijkt dat een volledig CO²-neutrale levering voor professioneel klein technisch materiaal op vandaag echter economisch nog niet te verantwoorden is. Van de leverancier wordt echter wel verwacht om samen met het stadsbestuur op een constructieve manier te zoeken naar milieuvriendelijke oplossingen voor het transport. Daarom zal er bij de opstart van de overeenkomst een verbetertraject rond het logistieke aspect opgestart worden. Hiertoe zal minstens 2x per jaar een meeting georganiseerd worden tussen het stadsbestuur en de leverancier. De bedoeling is om gedurende de uitvoeringstermijn van deze overeenkomst te onderzoeken hoe het transport optimaal kan verduurzaamd worden om zo in de volgende raamovereenkomst een CO ²neutrale levering te kunnen garanderen.
Bijzonder bestek leveringen 36/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 22
10.NAZICHT VAN DE LEVERING (ART. 120 KB UITVOERING) De aanbestedende overheid ziet de leveringen na op de leveringsplaats. Ze neemt eveneens de eventuele beschadigingen op. Het resultaat van dit nazicht alsmede de juiste datum van de aankomst van de leveringen worden vermeld in een proces-verbaal of eventueel op de leveringslijst of factuur. De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van de levering om de formaliteiten betreffende de keuring en/of de voorlopige oplevering te vervullen en aan de leverancier kennis te geven van het resultaat daarvan. Deze termijn gaat in de dag volgend op de dag waarop de leveringen ter bestemming zijn gekomen, voor zover de aanbestedende overheid in het bezit van de leveringslijst of factuur wordt gesteld.
11.AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN 11.1. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE LEVERANCIER (ART. 122 KB UITVOERING) De leverancier is voor zijn leveringen aansprakelijk tot op het ogenblik dat de formaliteiten van nazicht en onderzoek van de levering zijn uitgevoerd en dat de aanbestedende overheid de leverancier heeft ingelicht over de resultaten daarvan overeenkomstig art. 120 KB Uitvoering, behalve wanneer in de opslagplaatsen van de bestemmeling verliezen of beschadigingen zijn ontstaan, te wijten aan feiten of omstandigheden bedoeld in de artikelen 54 (tekortkomingen van de aanbestedende overheid) en 56 KB Uitvoering (onvoorziene omstandigheden).
11.2.
VERZEKERINGEN (ART. 24 KB UITVOERING)
De opdrachtnemer sluit op eigen kosten volgende polissen af: -
Verzekering voor arbeidsongevallen
De opdrachtnemer laat zijn werklieden en andere personeelsleden verzekeren tegen arbeidsongevallen. -
Verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid
De verzekering beantwoordt aan volgende voorwaarden: Verzekerden:
de onderneming, de bedrijfsleider, de vennoten, de personeelsleden, alle medewerkers die deel uitmaken van de onderneming, ook alle aangestelden en onbezoldigden; de onderaannemers en alle medewerkers die deel uitmaken van die onderaannemer.
De aanbestedende overheid en haar afgevaardigden, de architect, de ingenieurs, de studiebureaus, de veiligheids- en gezondheidscoördinator en de EBP-verslaggever worden in elk geval als derden aanschouwd.
Gewaarborgde risico’s:
Bijzonder bestek leveringen 37/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 23
1. de burgerlijke aansprakelijkheid op grond van art. 1382 – 1386 van het Burgerlijk Wetboek voor lichamelijke en stoffelijke schade en onstoffelijke gevolgschade en voor de zuiver onstoffelijke schade (indien ze het gevolg is van een ongeval) aan derden; 2. de aansprakelijkheid op grond van art. 544 van het Burgerlijk Wetboek voor lichamelijke en stoffelijke schade en onstoffelijke gevolgschade en zuiver onstoffelijke schade (indien ze het gevolg is van een ongeval) aan derden (hinder uit nabuurschap); 3. de contractuele aansprakelijkheid in geval van samenloop ervan met voormelde extracontractuele of foutloze aansprakelijkheid. Verzekerd kapitaal en vrijstelling: De polis moet een voldoende dekking voorzien voor lichamelijke en stoffelijke schade in functie van de risico’s verbonden aan onderhavige leveringen. Behoudens omstandigheden vreemd aan de uitvoering van de leveringen, zijn de bedragen die overeenstemmen met de vrijstelling ten laste van de opdrachtnemer. Uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s: Behoudens omstandigheden vreemd aan de uitvoering van de leveringen, zijn de uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s ten laste van de opdrachtnemer. Gemeenschappelijke bepalingen voor alle verzekeringen: Binnen de 30 kalenderdagen na de sluiting van de opdracht, toont de opdrachtnemer aan dat hij de vereiste verzekeringscontracten is aangegaan aan de hand van een attest waaruit de vereiste omvang van de gewaarborgde aansprakelijkheid blijkt.
De opdrachtnemer legt dit attest over tijdens de uitvoering van de opdracht binnen een termijn van 15 kalenderdagen na ontvangst van het verzoek van de aanbestedende overheid.
De polissen dienen een clausule te bevatten, die bepaalt dat elke schorsing, verbreking, opzegging of vervallenverklaring van het verzekeringscontract door de verzekeraar onmiddellijk per aangetekend schrijven ter kennis wordt gebracht van de aanbestedende overheid. De opdrachtnemer verbindt er zich toe op zijn kosten alle nodige maatregelen te nemen om de door de hierboven vermelde polissen gedekte risico’s zo veel mogelijk te beperken.
12.ACTIEMIDDELEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID (ART. 44 – 51 EN 85 – 87 KB UITVOERING) 12.1. IN GEBREKE BLIJVEN EN SANCTIES (ART. 44 KB UITVOERING) De opdrachtnemer dient de bij proces-verbaal vastgestelde tekortkomingen onverwijld en in elk geval binnen de in het proces-verbaal vermelde termijn te herstellen. De opdrachtnemer kan bij ter post aangetekende brief aan de aanbestedende overheid, te verzenden binnen de 15 kalenderdagen volgend op de postdatum van het toezenden van het proces-verbaal, zijn verweermiddelen doen gelden. Zijn stilzwijgen na die termijn geldt als een erkenning van de vastgestelde feiten.
12.2.
STRAFFEN (ART. 45 KB UITVOERING)
Volgende bijzondere straffen worden voorzien: Bijzonder bestek leveringen 38/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 24
Elke inbreuk waarvoor geen bijzondere straf is voorzien en waarvoor geen rechtvaardiging werd aanvaard of binnen de vereiste termijn werd verstrekt, geeft aanleiding tot een algemene straf: -
die eenmalig is en 0,07% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom;
-
die dagelijks is en 0,02% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom per dag, indien de overtreding onmiddellijk behoort te worden hersteld.
Deze laatste straf wordt toegepast vanaf de derde dag na de datum van de afgifte van de aangetekende brief waarmee het proces-verbaal aan de opdrachtnemer werd betekend, tot en met de dag waarop aan de inbreuk door toedoen van de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid zelf, een einde werd gesteld. De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel maal toe te passen als -
de inbreuk is gepleegd;
-
er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd.
De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de opdrachtnemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, vermenigvuldigd met het aantal malen dat de inbreuk werd vastgesteld.
12.3.
VERTRAGINGSBOETES (ART. 46 EN 123 KB UITVOERING)
De inschrijver die de opdracht krijgt toegewezen dient een catalogus van alle toegewezen artikelen van het contract inclusief prijzen op te maken. De catalogus dient uiterlijk 30 kalenderdagen na toewijzing van de opdracht overhandigd te worden aan het bestuur. Bij overschrijding van deze termijn kan de administratie de catalogus niet tijdig implementeren in het bestelplatvorm, waardoor de continuïteit van de dienstverlening in het gedrang zou komen. Een boete van 25 EUR per kalenderdag overschrijding zal aangerekend worden. Deze boetes zijn eisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn zonder opstelling van een proces-verbaal en worden van rechtswege toegepast voor het totaal aantal kalenderdagen vertraging. Onverminderd de toepassing van deze boetes, vrijwaart de opdrachtnemer de aanbestedende overheid, in voorkomend geval, tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging in de uitvoering van de opdracht. De boete is eveneens van toepassing op de in dit bestek bepaalde dwingende deeltermijnen.
13.OPLEVERING EN WAARBORG (ART. 64 – 65, 128 – 135, 139 – 140 EN 142 – 143 KB UITVOERING) 13.1.
VOORLOPIGE OPLEVERING
Bijzonder bestek leveringen 39/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 25
Na het verstrijken van de verificatietermijn bedoeld in art. 120 KB Uitvoering stelt de aanbestedende overheid een proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van voorlopige oplevering op.
13.2.
DEFINITIEVE OPLEVERING
De definitieve oplevering heeft plaats bij het verstrijken van de waarborgtermijn. Ze gebeurt stilzwijgend wanneer de levering gedurende die termijn geen aanleiding tot klachten heeft gegeven. Wanneer de leveringen tijdens de waarborgtermijn wel aanleiding hebben gegeven tot klachten, wordt er binnen de 30 kalenderdagen voorafgaand aan het verstrijken van de waarborgtermijn een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van definitieve oplevering opgesteld.
13.3.
WAARBORG
De waarborgtermijn gaat in op de datum van de voorlopige oplevering en bedraagt 12 maanden.
14.NON-DISCRIMINATIECLAUSULE De leverancier: -
duldt geen enkele vorm van discriminatie op grond van geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst.
-
verbindt er zich toe toegankelijk te zijn voor iedereen.
-
verbindt zich ertoe elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en bestraffen.
-
leeft de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na.
-
verbindt er zich toe onderhavige code eveneens ter kennis te brengen aan zijn onderaannemers en ervoor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in de uitvoering van deze opdracht van levering.
Bovenstaande clausule geldt zowel voor de leverancier – natuurlijke persoon als voor de leverancier – rechtspersoon en hun zaakvoerder(s), bestuurder(s) en andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon. Indien de aanbestedende overheid kan aantonen dat de leverancier voormelde bepalingen niet naleeft bij de uitvoering van onderhavige overheidsopdracht, kan zij ten aanzien van de opdrachtnemer toepassing maken van art. 45 tot 49 en 123 tot 124 van het KB Uitvoering. Arbeidsvoorwaarden: Bijzonder bestek leveringen 40/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 26
De inschrijver waarborgt dat zijn onderneming en haar leveranciers ten minste de volgende internationale arbeidsnormen naleven: IAO-verdragen 87 en 98 (Vrijheid van vereniging) IAO-verdragen 100 en 111 (Gelijk loon en geen discriminatie) IAO-verdragen 29 en 105 (Dwangarbeid) IAO-verdragen 138 en 182 (Minimumleeftijd en Ernstigste vormen van kinderarbeid) De inschrijver verklaart op eer (zie bijlage E) aan deze arbeidsvoorwaarden te voldoen en ook doorheen de gehele keten deze minimumnormen te verdedigen en de naleving ervan af te dwingen bij tussenleveranciers.
Bijzonder bestek leveringen 41/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 27
IV. TECHNISCHE UITVOERINGSBEPALINGEN 1. ALGEMEEN Het leveren van professioneel klein technisch materiaal moet geheel voldoen aan de specifieke beschrijving van dit bijzonder bestek. Het bestuur behoudt zich het recht voor de producten te weigeren dat door transport beschadigd is of dat niet voldoet aan de gestelde eisen. De inschrijver moet in de offerte het meest recente materiaal voorstellen. Het moet vrij zijn van alle gebreken en alle fouten die zouden kunnen schaden aan de goede werking of het uitzicht van dit materiaal. Daar waar van toepassing dienen de materialen voorzien te zijn van een CE label. Al het geleverd materiaal en benodigdheden dient van kwalitatief hoogstaand professioneel niveau te zijn. Het is voor het opdrachtgevend bestuur onmogelijk om voor de gevraagde artikels een neutrale beschrijving op te geven. Vandaar dat bijlage B – Inventaris artikelen voorziet waarbij merk en type zijn opgegeven. Zoals aangegeven is het de inschrijver uiteraard toegestaan andere merken en types voor te stellen. Deze zullen echter van gelijkwaardige kwaliteit dienen te zijn. Zoals aangegeven op blz. 39 (bijlage B), zal de inschrijver voor elk aangeboden artikel welke hij als “gelijkwaardig” aanbied, een technische fiche toevoegen welke het opdrachtgevend bestuur in staat moet stellen te oordelen dat het product wel degelijk als gelijkwaardig kan beschouwd worden. Opgelet: Zoals aangegeven op blz.11 – Gunningscriteria, zal de offerte als onregelmatig beschouwd worden indien de inschrijver voor 3 % of meer niet gelijkwaardige producten voorsteld.
Bijzonder bestek leveringen 42/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 28
2. VERPLICHT MINIMAAL BASISARTIKELEN IN GAMMA
AAN
TE
BIEDEN
Categorie 1 : Klein gereedschappen en toebehoren voor algemeen onderhoud Staalborstels Schuurpapier Schuurband Schuurrol Categorie 2 : Gereedschappen in gebruik bij de bouw en groen enz. Spaden Schoppen (verscheidene types) Stelen (voor spade, schop, …) Harken Schoffels Bladharken Truwelen (verscheidene types) Koevoeten Waterpas Winkelhaak Hamers Kaphamers Klauwhamer Mokers Hamers schrijnwerker Gummihamers Borstels (verscheidene types) Straatvegers Emmers (kunststof en gegalvaniseerd) Blikken Meters (verschillende types vouw-, rol- en lintmeters) Markeringskalk blauw Materiaalkoffers (met indelingen) Technisch klasseermateriaal (bakjes, werfkoffer) Pictogrammen Signalisatielint Categorie 3 : Verspanende gereedschappen en toebehoren Beitels Koudbeitels Platte beitels Puntbeitels Afbreekmessen Cutters Vijlen Boren Metaalboor Houtboor Borenset Bijzonder bestek leveringen 43/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 29
Slangenboor Verzinkboor Frezen Schaafmessen Metaalzagen Houtzagen Zaagbladen Boogzaagblad Gatzagen Wipzaagbladen Zaagbladen Reciprozaagblad Reciprozaagjes Slijpschijven Diamantschijven Doorslijpschijven Staalsnijschijven Snoeischaren Draadsnijtappen Categorie 4 : Montagegereedschappen Tangen Handtangen Schroevendraaier(sets) Moersleutels Steeksleutels Stiftsleutels Inbussleutels Engelse sleutels Dopsleutels Ratels Bitsen Bitsenset Bitshouder Categorie 5 : Bouwbeslagmaterialen Sluitplaten Schuiven Inkapschuiven Tegenplaten WC-knopcilinders Deurkrukken Deurpompen Hoekconsole Vastzetarm Scharnieren Pianoscharnieren Krukken en toebehoren Deurtrekkers Grepen Handvaten Bijzonder bestek leveringen 44/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 30
Kasttrekkers Krukrozassen Raamkrukken Raamvastzetters U-krukken Legplankdragers Balkdragers Boordendragers Wielen Deurstoppen Hengsels Paumelles Lamellenschijven Trapkanten Hoekverbindingen Brandwerende roosters Deurroosters Luchtroosters Ronde roosters Wandrails Categorie 6 : Verbruiksmaterialen Bevestigingsdraad Draadafsluitingen (pantanet) Staalkabels Kettingen Vijzen Schroeven Nagels Montageplaten Buizen Koper- en aluminiumprofielen en -platen Afplakband Isolatieband Tochtstrips Handpistool Spray voegglad Brandwerende acrylkit Houtlijm Kneedbaar hout Oliën Kruipoliën Ledervet/schoenvet
Bijzonder bestek leveringen 45/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 31
BIJLAGE A: OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP “RAAMOVEREENKOMST VOOR HET LEVEREN VAN PROFESSIONEEL KLEIN TECHNISCH MATERIAAL”
ECO/2014/029 – ID2109 open offerteaanvraag met Europese bekendmaking Natuurlijke persoon:
Ondergetekende (naam en voornaam):
…………………………………………………… ……………………….
Hoedanigheid of beroep:
…………………………………………………… ………………………
Nationaliteit:
…………………………………………………… ………………………..
Woonplaats (volledig adres):
…………………………………………………… ……………………….. …………………………………………………… ……………………….. …………………………………………………… ………………………..
Telefoon:
…………………………………………………… …………………………
Fax:
…………………………………………………… ………………………..
E-mail:
…………………………………………………… …………………………
ofwel2 2 Doorhalen wat niet van toepassing is. Bijzonder bestek leveringen 46/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 32
Vennootschap:
De vennootschap (benaming, rechtsvorm):
………………………………………………… ………………………..
Nationaliteit:
………………………………………………… ……………………….
Met zetel te (volledig adres):
………………………………………………… ………………………. ………………………………………………… ………………………. ………………………………………………… ………………………
Telefoon:
………………………………………………… ……………………….
Fax:
………………………………………………… ……………………….
E-mail:
………………………………………………… ……………………….
Waarvoor mijnheer/mevrouw (naam en functie): Als gemachtigde optreedt en hieronder ondertekent
………………………………………………… ……………………… ………………………………………………… ………………………
ofwel2
Bijzonder bestek leveringen 47/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 33
Combinatie zonder rechtspersoonlijkheid: De ondergetekenden die zich hebben verenigd in een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid voor deze aanneming (naam, voornaam hoedanigheid nationaliteit, voorlopige zetel): …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………. VERBINDT OF VERBINDEN ZICH HOOFDELIJK OP ZIJN OF OP HUN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN TOT UITVOERING VAN DE OPDRACHT OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN VAN HET BESTEK: Tegen de som van:
(in cijfers: exclusief btw):
…………………………………………………………………..EUR
………………………………………………………………………... (in letters: exclusief btw):
……………………………………………………………………… … ……………………………………………………………. ……...EUR
…………………...% btw: (in cijfers: inclusief btw):
…………………………………………………………………....EU R …………………………………………………………………....EU R ………………………………………………………………………...
(in letters: inclusief btw):
………………………………………...……………………………… ……………………………………………………………. ……...EUR
berekend op grond van de hoeveelheden van de bij dit offerteformulier gevoegde inventaris, die werd onderzocht en aangevuld met de eenheidsprijzen, globale prijzen, gedeeltelijke sommen en btw, ter verantwoording van het bedrag van mijn offerte. De beschrijving van de posten wordt enkel summier weergegeven. Bijzonder bestek leveringen 48/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 34
De posten met vermelding P.L. zijn uit te voeren tegen prijslijst. De posten met vermelding G.P. zijn uit te voeren tegen globale prijs. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten steeds door de inschrijver of zijn gevolmachtigde ondertekend zijn.
Bijzonder bestek leveringen 49/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 35
A. ALGEMENE INLICHTINGEN -
Inschrijving bij de RSZ: nr(s) …………………………………………………………….
-
Btw (alleen in België): nr(s) …………………………………………………………….
Opmerking: De aandacht van de inschrijvers wordt er op gevestigd dat de aanbestedende overheid zelf zal nagaan of de inschrijver: -
voldaan heeft aan de voorschriften inzake sociale zekerheid
Bijgevolg dient het attest waaruit blijkt dat de inschrijver voldaan heeft aan de voorschriften inzake sociale zekerheid (voor wat inschrijvers die personeel tewerkstellen dat aan de Belgische sociale zekerheid is onderworpen) niet meer gevoegd worden bij de offerte. B. SOCIALE ZEKERHEID (inschrijvers die personeel tewerkstellen dat niet onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid) Bij deze offerte voeg ik of voegen wij de in artikel 62§2 KB plaatsing bedoelde attesten. Bovendien mag de administratie alle nodige inlichtingen van financiële en morele aard omtrent de ondergetekende(n) (of omtrent de hier inschrijvende vennootschap) inwinnen bij andere instellingen. C.BEROEPSMATIGE FISCALE VERPLICHTINGEN Bij deze offerte voeg ik of voegen wij de in artikel 63 KB Plaatsing bedoelde attesten. D. ONDERAANNEMERS Er zal geen beroep gedaan worden op onderaannemers; alle werken zullen worden uitgevoerd in eigen beheer. ofwel3 Voor de uitvoering van deze opdracht zal beroep gedaan worden op volgende onderaannemers: Naam
Nationaliteit
Adres
Ondernemingsnummer
Het bedrag van de opdracht die zal worden opgedragen aan de onderaannemers: 3 Doorhalen wat niet van toepassing is.
Bijzonder bestek leveringen 50/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 36
1) onderdanen van een EU-lidstaat: (per land) …………………………………… EUR 2) onderdanen van een ander land: (per land) ……………………………………. EUR E. PERSONEEL Mijn personeel heeft de volgende nationaliteit: F. PRODUCTEN EN MATERIALEN Voor de uitvoering van deze opdracht zullen geen producten worden gebruikt die niet afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap.4 ofwel5 Overeenkomstig de bepalingen van artikel 81, 5° KB Plaatsing, wordt hierbij een afzonderlijke nota gevoegd, gedateerd en ondertekend, houdende vermelding van de herkomst van de te leveren producten en/of van de te verwerken materialen die afkomstig zijn van buiten de Europese Unie. Zij vermeldt per land van oorsprong de waarde, exclusief douanerechten, dat die producten en/of materialen in de offerte vertegenwoordigen. Als de producten of materialen op het grondgebied van de Europese Unie worden afgewerkt of verwerkt, vermeldt zij enkel de waarde van de grondstoffen.6 G. BETALINGEN De betalingen zullen geldig worden uitgevoerd door overschrijving op volgend bankrekeningnummer: IBAN: ……………………………………… BIC nummer (indien IBAN nummer niet begint met BE): ………………………………………………….. ten name van: …………………………………………………………
4
Geen rekening houden met de door het bestek opgelegde producten van vreemde oorsprong.
5
Doorhalen wat niet van toepassing is.
6
De inschrijver die deze aangifte niet heeft gedaan wordt geacht voor de uitvoering van de ganse aanneming geen producten of materialen te gebruiken die niet afkomstig zijn uit de Europese Unie. Geen rekening houden met de door het bestek opgelegde producten van vreemde oorsprong.
Bijzonder bestek leveringen 51/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 37
H. SLUITINGSPERIODES De sluitingsperiode(s) van mijn onderneming: …………………………………………………… I.
DOCUMENTEN, MODELLEN EN MONSTERS
Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: -
de bescheiden, gedateerd en ondertekend, die luidens het bestek van onderhavige aanneming moeten worden voorgelegd;
-
de door het bestek vereiste modellen en monsters.
Gedaan te: De (datum): De inschrijver(s),
Handtekening: Naam en voornaam: Functie:
Bijzonder bestek leveringen 52/249 RMW - 14 januari 2015
ECO/2014/029 – ID2109
Blz. 38
BIJLAGE B: INVENTARIS “RAAMOVEREENKOMST VOOR HET LEVEREN VAN PROFESSIONEEL KLEIN TECHNISCH MATERIAAL” Belangrijke bemerking: Het is de inschrijver uiteraard toegestaan gelijkwaardige artikel(s) voor te stellen in onderstaande lijst. Teneinde echter het opdrachtgevend bestuur in de mogelijkheid te stellen deze gewaardige artikels te beoordelen, zal de inschrijver verplicht een technische fiche toevoegen van elk artikel welke hij als gelijkwaardig opgeeft. Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
1
KOKER 310 ML TEC 7 - WIT / RAL 9016
STK
463
2
ACCU SLAGMOERSLEUTEL HITACHI WR18DL (18V - 2 X 3.0 Ah LI-ION - 1/2" - 220Nm)
STK
5
DEURDRANGER TS 93 B, CONTUR, BC/ÖD+DC/SV,EN2-5 ZONDER GLIJARM, ZILVERKLEUR
STK
14
4
ZELFKLEVENDE STOOTBANDEN 680X110X14 (1 PAK = 10 STUKS)
PAK
8
5
ATHMER VINGERBESCHERMING ROLLO TYPE NR-30 EV1 1925MM ZWARTE DOEK
STK
20
6
POLYURETHAAN STOOTBANDEN REF.225011 TYPE A GEEL/ZWART
STK
50
7
KLEERHAAK 0029.02 NW ZILVER
STK
490
8
STAALKABEL 6X19 + 1 TWK /05MM OP ROL 50M - VERZINKT
LGT
45
3
53/249 RMW - 14 januari 2015
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
STK
7
10 GEREEDSCHAPSKOFFER B&W PROFI RUN (485X350X195MM) REF 114.04/P
STK
7
11 DIGITALE SLANGWATERPAS (48M) NIVOCOMP H25-PROBAG IN KOFFER REF.90022
STK
3
12 PAAR KRUKKEN L-MODEL TL DIA 19MM MET ROZETTEN 53MMX6MM - TL3102 - INOX
PR
84
13 LEUNINGHOUDER ROND 4570.82 DIAM. 12MM INOX A2
STK
60
14 DIAMOND SEKURIT SPIEGEL 80X100 E 193 629
STK
2
15 ATHMER VINGERBESCHERMING TYPE NR-25 EV1 1925MM ZWARTE DOEK
STK
10
16 VLAKSCHUURMACHINE FESTOOL RTS 400 EQ-PLUS (200W-80X130) REF.567860(567813)
STK
4
17 SET (25ST) METAALBOREN HSS 113 MM TIVOLY 14540- TZX
SET
10
18 PAK VAN 10 ZELFKLEVENDE STOOTBANDEN REF.225023 TYPE SLEUF (B)
PAK
9
19 DOPPENSET 1/4" + 1/2"FACOM RS.1PB (1/4" 5.5-13MM 1/2" 10-27MM)
STK
5
9
RENSON BRANDROOSTER TYPE 465/2 400X200MM (BXH) ALU.F1
54/249 RMW - 14 januari 2015
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
20 RENSON - 464/2 - B 400 MM x H 200 MM - RAL 9022
STK
5
21 DEURDRANGER DORMA TS73 V ZILVER ZONDER ARM
STK
21
22 SET (10ST) RING-STEEKSLEUTELS MET RATELFUNCTIE FACOM REF 467.JP10
STK
6
23 FINPROTECT 50/90 WIT 1980MM
SET
26
24 HOEKAANSLUITING 2DIMENSIONAAL 225020
STK
60
25 WERFKOFFER (WATERDICHT) MET WIELEN EN HANDVAT ALL-BOX 180 - 850X500X450MM
STK
3
26 MONTAGE DRAAITAFEL EDERMULLER DT-DF +MECH.VASTZ.
STK
1
27 ACCU BOORHAMER MAKITA BHR202RFE (18V - 2 X 3.0 AH LI-ION - 2.3J - SDS+)
STK
2
28 STROOMGROEP HONDA EC 3600 (3.6 KVA)
STK
1
29 DEURDRANGER DORMA TS83 AC/OD-3-6 ZILVER -ZOND.ARM
STK
14
30 PROFIELWAGEN EDER MULLER PW-HF-2000
STK
1
31 NORMALE HERSTELLING MAKITA
STK
2
32 MAGAZIJNBAK - SERIE 2000 D345xB207xH165 BLAUW
STK
135
55/249 RMW - 14 januari 2015
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
33 SORTIMO 2.0 XPRESS 24-28T-BOXX REF 1000000777
STK
2
34 SET (5ST) ZAAGBLADEN BREEDTE 55 MM PRECISION - FEIN 63502121049 (FSC2.0)
SET
9
35 ANTI SLIP TAPE ZWART 25 MM X 18 M
STK
16
36 SET VAN 4TAFELPOTEN WIT RAL 9016 - 710-740 MM - 60 MM DIAM
SET
18
37 WC SLUITING 2705/4 50E
STK
40
38 ANTI SLIP TAPE ZWART 50 MM X 18 M
STK
9
PR
20
40 GLIJARM GSR-EMF 1-V, CONTUR, ZILVERKLEUR , DUBBELE DEUR 1350-2500MM
STK
2
41 SENSYS 8645I 110° ECK,TH 52
STK
251
42 SPANVIJS BESSEY TG40S12 -SPANWIJDTE=400MMSPANDIEPTE=120MM-29X9MM HOUTEN HANDVAT
STK
20
43 TEXTIELTAPE GRIJS TESA T4688 - 50 MM X 50 M
ROL
49
44 WEPA 14-125 QUICK H.SLIJPER MET DOODEMANSCHAKELAAR + AUTOBALANCER - 600304000
STK
3
39 PR VEERSCHARN. DUBBELW. BLANK 125MM - 485500
56/249 RMW - 14 januari 2015
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
45 ELEKTR. DEUROPENER 138 24 VDC ZONDER VOORPLAAT
STK
6
46 DOP-EN BITSSET 1/4" FACOM R.2A
STK
5
47 117771 RECHTS GEZE OL90N SET BUITENOPENGAANDE KLAPRAAM TERUGLIGGING 0-30MM WIT
STK
12
48 GATZAGENSET BOSCH PROGRESSOR (Ø19-22-25-29-35-3844-51-57-64-79 MM) POWER CHANGE
STK
4
49 KABELHASPEL BROBUSTA F320 BRETEC - 40M - 3X2.5 REF.1317704
STK
4
50 ICS KETTING CARAT VOOR TYPE 613GC - TWINMAX PREMIUM BETON
STK
1
PR
133
52 VINGERBEVEILIGING ATHMER FSNR-30, C-0, weis-schwarz-1500 mm
STK
5
53 KOKER 310 ML TEC TRANS 7 CLEAR
STK
69
54 COMBO LEDLAMP TYPE NI 334405 LENA LIGHTING
STK
10
55 BOVENFREES FESTOOL OF1400 EBQ-PLUS (1400 W)
STK
1
56 RENSON - 461 - B 600 MM X H 150 MM - NATUURKLEUR
STK
4
57 GLIJARM GSR-V, CONTUR,
STK
4
51 PAAR KRUKKEN 113P F1
57/249 RMW - 14 januari 2015
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
58 KOKER 310 ML TEC 7 - GRIJS / RAL7004
STK
69
59 KANTSCHUIVER VOOR HOUTEN DEUREN L= 250MM 20X17MM PEN Ø9MM- TL0802 - INOX
STK
27
60 SORTIMO BLT 24-28
STK
2
61 HORIZONSPIEGEL 42 X 85 X 19 CM/ REF E 882 624
STK
1
62 SCHAAFMACHINE HL 850 EB-PLUS FESTOOL 574550
STK
1
63 FISCHER FUR 8X80 T KOZIJNPLUG (50 STUKS) - 70110
STK
700
64 SLEUTELTANG 150 MM (0 - 27 MM) KNIPEX REF.8603150
STK
13
65 CLICK & FIX GUN DESIGN 106016
STK
11
66 ZELFKLEVENDE BAND TESA 4089 HAVANA - 50MMX66M (STANDAARD KLEEFKRACHT)
STK
300
DS
5
68 SEGMENTMES DIAMANT ZAAGBREEDTE 1.2MM FEIN - 6 39 03 196 013 (FSC 2.0)
STK
6
69 ZAKLAMP LED (220 LUMEN - 1XICR
STK
3
ZILVERKLEUR, DUBBELE DEUR 1350-2500MM
67 COMBI-PACK CLICK&FIX LOW EXPANSION REF 110726 (10 BUSSEN,1 GUN, 1 CLEANER)
58/249 RMW - 14 januari 2015
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
70 DIAMANTNATBOOR 1/2" DIAM. 111 X 300 HIGH SPEED SPIT REF.620588
STK
2
71 KANTSCHUIVER VOOR HOUTEN DEUREN L= 300MM 20X17MM PEN Ø9MM- TL0802 - INOX
STK
20
72 BITSSET (37-DELIG) MAKITA (B28606)
STK
18
73 VERSTERKTE BOUWKRUIWAGEN VABOR 90L PP-VELG + PU-BAND ORANJE (R801-GO)
STK
5
74 SET (6ST) GEISOLEERDE SCHROEVENDRAAIERS (4 X SLEUF+ 2 X PH) FACOM APVE.J6PB
SET
11
75 NORMALE ARM TS71/TS72/TS73/TS83 ZILVER
STK
38
76 DRAGERS ELFA 27 CM - WIT - K27B
STK
249
77 PIJPSNIJDER MOD.42-A MET 4 SNIJWIELTJES-RIDGID 32870
STK
2
78 SPIT PATROON C-MIX PLUS 300 ML
STK
40
79 KONSOLEN WIT GELAKT ES3302B 300X200 MM 210 KG
STK
135
80 KAST SORTIMO BLK 24-28 - MET 4 KOFFERLADES (520 X 382 X 485 MM)
STK
1
81 OPBERGKOFFER SORTIMO T-BOXX
STK
10
18650) LENSER M7RHERLAADBAAR
59/249 RMW - 14 januari 2015
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
82 SET (19ST) METAALBOREN HSS 110 MM TIVOLY 14540- TZX
SET
6
83 DOP- EN BITSSET FACOM R2NANOPB - EXTRA COMPACT (38ST)
STK
2
84 BOORMAL DRILL-JIG SCHARNIER
STK
2
85 BESCHERMBEUGEL DIA.60MM
STK
5
86 A953BW000 TURBAND 4 3-LEDIG AS 62,5/20 STALEN SCHROEFANKERS 58 mm * EV1
STK
10
87 FISCHER PLUG FUR 10X160 T- 88759
STK
300
88 KANTSCHUIVER VOOR HOUTEN DEUREN L= 200MM 20X17MM PEN Ø9MM- TL0802 - INOX
STK
25
89 GEZE OL90 HANDVAT+HOEK-WIT RAL 9016 -30615
STK
18
90 SCHAKELKASTSLEUTEL KNIPEX TWINKEY 00 11 01
STK
18
91 GATENRIJ-BOORSET LR 32-SYS 584100
STK
1
92 GLIJARM G-N 93,92,91 CONTUR ZILVERKLEUR
STK
16
93 KOKER (290ML) FIX ALL TURBO WIT - SOUDAL REF.121923
STK
51
94 GEVULDE GEREEDSCHAPSKOFFER
STK
1
STB 321 H (440 X 330 X 85 MM - 16 BAKJES)
60/249 RMW - 14 januari 2015
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
Nr Beschrijving
Eenheid
Hoev. (VH)
95 ROL SIGNALISATIELINT 500M ROOD-WIT
STK
30
96 BITSMAGAZIJN KRAFTFORM KOMPAKT 71 QUICK 30 BITS (057111)
STK
4
97 KANTSCHUIVER VOOR HOUTEN DEUREN L300MM PROFIEL 16X13MM PEN Ø8MM- TL0801 INOX
STK
30
98 3M VINYL DUCTTAPE 3903 ZWART 50MM X50M
STK
43
99 GLIJARM G-EMF, CONTUR, ZILVERKLEUR
STK
2
100 UNIVERSELE SMEER EN DEBLOC OLIE WD 40-450 ML - SMART STRAW (PROF)
STK
46
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
(74-DELIG) FACOM SP BPP20PB
Totaal excl. btw: Btw 21 %: Totaal incl. btw: De eenheidsprijzen dienen opgegeven te worden tot 2 cijfers na de komma. De producten hoeveelheid x eenheidsprijs dienen echter telkens op 2 cijfers na de komma afgerond te worden. Gezien, onderzocht en aangevuld met eenheidsprijzen, gedeeltelijke sommen en de totale som die gediend hebben tot het vaststellen van het bedrag van mijn inschrijving van heden, om gevoegd te worden bij mijn offerteformulier. Te .......................................... de ...................................................... Functie: ......................................................
61/249 RMW - 14 januari 2015
Nr Beschrijving
Eenheid
Naam en voornaam: ............................................................................ Handtekening:
62/249 RMW - 14 januari 2015
Hoev. (VH)
Referentie en/of naam aangeboden product
EHP in cijfer s excl. btw
Totaal excl. btw
BIJLAGE C: TRANSPORTKOST “RAAMOVEREENKOMST VOOR HET LEVEREN VAN PROFESSIONEEL KLEIN TECHNISCH MATERIAAL” ECO/2014/029 – ID2109
Voor elke levering waarvan het bestelbedrag hoger is of gelijk aan 150 EUR excl. btw, dient de inschrijver gratis in te staan voor het transport naar de door het bestuur aangeduide locatie op het grondgebied van de Stad Gent. Voor leveringen waarvan het bestelbedrag lager is dan 150 EUR excl. btw, mag de inschrijver een forfaitaire vergoeding vragen per bestelling. Deze vergoeding dient hierna ingevuld te worden en zal meegenomen worden in de berekening van de TCO zoals beschreven in de gunningscriteria (punt II.6).
Forfaitaire vergoeding voor bestellingen met een totaalbedrag lager dan 150 EUR excl. btw: Bedrag: ……….……… EUR excl. btw per bestelling
Gedaan te: De (datum): De inschrijver(s),
Handtekening: Naam en voornaam: Functie:
63/249 RMW - 14 januari 2015
BIJLAGE D: VOLUMEKORTING “RAAMOVEREENKOMST VOOR HET LEVEREN PROFESSIONEEL KLEIN TECHNISCH MATERIAAL” ECO/2014/029 – ID2109
Ondergetekende (naam en voornaam): ofwel De vennootschap (benaming, rechtsvorm): met zetel te (volledig adres): vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) (naam en volledig adres)
verbindt er zich toe bij een eventuele stijging van de totale afgenomen jaaromzet op het contract als gevolg van het optreden als opdrachtencentrale door de Stad Gent, een supplementair kortingspercentage toe te staan:
verbindt er zich toe volgend supplementair kortingspercentage toe te staan: Jaaromzet …………………… EUR Jaaromzet …………………… EUR Jaaromzet …………………… EUR
korting: ………% korting: ………% korting: ………%
De verdeling van de korting over de verschillende entiteiten van de Groep Gent zal gebeuren pro rata de ramingsbedragen opgenomen in het bestek.
Gedaan te: De (datum): De inschrijver(s),
Handtekening: Naam en voornaam: Functie:
64/249 RMW - 14 januari 2015
BIJLAGE E: VERKLARING OP EER - ARBEIDSVOORWAARDEN “RAAMOVEREENKOMST VOOR HET LEVEREN VAN PROFESSIONEEL KLEIN TECHNISCH MATERIAAL” ECO/2014/029 - 2109
Ondergetekende (naam en voornaam): ofwel De vennootschap (benaming, rechtsvorm): met zetel te (volledig adres): vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) (naam en volledig adres) Verklaar op eer dat mijn onderneming en haar leveranciers ten minste de volgende internationale arbeidsnormen naleven: IAO-verdragen 87 en 98 (Vrijheid van vereniging) IAO-verdragen 100 en 111 (Gelijk loon en geen discriminatie) IAO-verdragen 29 en 105 (Dwangarbeid) IAO-verdragen 138 en 182 (Minimumleeftijd en Ernstigste vormen van kinderarbeid) Alsook aan deze minimumnormen qua arbeidsvoorwaarden doorheen de gehele keten te verdedigen en de naleving ervan af te dwingen bij de tussenleveranciers.
Gedaan te: De (datum): De inschrijver(s),
Handtekening: Naam en voornaam: Functie:
65/249 RMW - 14 januari 2015
VERGEET GEEN TOELICHTING OVER UW OCI CATALOGUS TOE TE VOEGEN !
66/249 RMW - 14 januari 2015
VERGEET GEEN TECHNISCHE FICHES VAN DE DOOR U ALS GELIJKWAARDIGE ARTIKELS BESTEMPELDE ZAKEN TOE TE VOEGEN !
67/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20140625_BS_Besluit_lastvoorwaarden_en_gunningswijze.pdf
68/249 RMW - 14 januari 2015
GEMEENTERAAD - BESLUIT
OPSCHRIFT Vergadering van 23 juni 2014 Besluit nummer: 2014_GR_00539 Onderwerp: Overheidsopdracht van leveringen - Raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal - ECO/2014/029 - ID2109 - Bestek - Vaststelling Beknopte samenvatting: Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het bestek vast te stellen voor de overheidsopdracht van leveringen - raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal met als procedure de open offerteaanvraag met Europese bekendmaking en een totale raming van 1.000.000,00 EUR + 210.000,00 EUR (21 % btw) = 1.210.000,00 EUR. Bevoegd: Martine De Regge Betrokken: Elke Decruynaere Bestemd voor: Commissie Onderwijs, Personeel en FM
DE GEMEENTERAAD AANHEF De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43, § 2, 11°. De beslissing wordt genomen op grond van: De Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006. Bijgevoegde bijlage(n): Bestek Financiële bijlage (informatief)
MOTIVERING Volgende feiten gaan aan de beslissing vooraf: Ten behoeve van de diverse stadsdiensten, IVA's en EVA's dient jaarlijks een grote hoeveelheid professioneel klein technisch materiaal aangekocht te worden in het kader van het regulier onderhoud van de gebouwen. In 2010 werd een raamcontract voor dergelijke professioneel
p 1 van 3 69/249 RMW - 14 januari 2015
technisch materiaal en andere benodigdheden afgesloten. De huidige raamovereenkomst 2010-004/FMAB/DDV/GU-RC voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal loopt af op 25 november 2014. Om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen, stelt de administratie voor een nieuwe opdracht uit te schrijven. Deze beslissing wordt genomen om volgende redenen: Hiertoe werd het bestek van de overheidsopdracht van leveringen - Raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal - ECO/2014/029 - ID2109, opgemaakt. Procedure: open offerteaanvraag met Europese bekendmaking. Wijze van prijsbepaling: volgens prijslijst. Uitvoeringstermijn: 4 jaar. Gunningscriteria: - prijs (op basis van TCO elementen): 85 punten - OCI-catalogus: 15 punten.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen Beslist het volgende: BESLISSING Artikel 1: Stelt vast het bij dit besluit gevoegde bestek van de overheidsopdracht van leveringen Raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal - ECO/2014/029 - ID2109. Procedure: open offerteaanvraag met Europese bekendmaking. Wijze van prijsbepaling: volgens prijslijst. Uitvoeringstermijn: 4 jaar. Gunningscriteria: - prijs (op basis van TCO elementen): 85 punten - OCI-catalogus: 15 punten.
BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Facility Management — Aankoopbeheer Dit besluit kadert in volgende activiteit: AC34946 Afsluiten en beheren van contracten m.b.t. goederen, diensten en werken Visum van de financieel beheerder: Het visum is niet van toepassing Financiële verbintenis zal pas bij latere besluitvorming ontstaan Financiële informatie: Voorgestelde uitgaven: Volgende budgetten zijn nodig en beschikbaar: Budget Subsidie
MJP
MJP
MJP
MJP
MJP
p 2 van 3 70/249 RMW - 14 januari 2015
Budgetplaats positie
Code
6132000
jaar jaar 2015 jaar 2016 jaar 2017 jaar 2018 Totaal 2014 25.500,00 302.500,00 302.500,00 302.500,00 277.000,00 1.210.000,00 EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Verwachte ontvangsten: Niet van toepassing.
STEMMING Aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van 23 juni 2014 Met unanimiteit
p 3 van 3 71/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141113_VE_Gunningsverslag.doc
72/249 RMW - 14 januari 2015
DEPARTEMENT FACILITY MANAGEMENT DIENST AANKOOPBEHEER OPDRACHT VAN LEVERING: ‘RAAMOVEREENKOMST VOOR HET LEVEREN VAN PROFESSIONEEL KLEIN TECHNISCH MATERIAAL’ BIJZONDER BESTEK NR.: ECO/2014/029 – ID2109 OPEN OFFERTEAANVRAAG MET EUROPESE BEKENDMAKING GUNNINGSVERSLAG 1. ALGEMENE GEGEVENS BETREFFENDE DE OPDRACHT
Beknopte omschrijving van de opdracht: raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal
Prijsvaststelling: opdracht volgens prijslijst
Goedkeuring van het bijzonder bestek: o goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen: 22 mei 2014 o vastgesteld door de gemeenteraad: 23 juni 2014
Auteur van het bijzonder bestek: Departement Facility Management – Dienst Aankoopbeheer
Gunningsprocedure: open offerteaanvraag met Europese bekendmaking
Gunningscriteria: o prijs (op basis van TCO): 85 punten o OCI-catalogus: 15 punten
Datum van verzending van aankondiging van opdracht: 4 juli 2014
Datum van publicatie van aankondiging van opdracht: 9 juli 2014
Datum en uur van opening van de offertes: 18 september 2014 om 10.00 uur
Varianten: niet toegestaan
Opties: niet toegestaan
Verbintenistermijn: 120 dagen vanaf de uiterste ontvangstdatum voor de offertes
Raming van de opdracht: 1.210.000,00 EUR inclusief btw (over een periode van 4 jaar)
Looptijd van de opdracht: 4 jaar
Op grond van de opdrachtdocumenten bij de offerte te voegen gegevens en/of documenten:
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 73/249 RMW - 14 januari 2015
1
indien de offerte door een gemachtigde werd ondertekend, identiteit van de volmachtgever(s) en het bewijs van bevoegdheid of volmacht; een bankattest dat waarborgt dat de onderneming de financiële capaciteit heeft om de opdracht tot een goed einde te brengen; een lijst van in volume gelijkaardige overheidsopdrachten die de laatste drie jaar zijn uitgevoerd;
2. OVERZICHT VAN DE INGEDIENDE OFFERTES Er werden 2 offertes ingediend: Nr . 1 2
Inschrijver Santens nv Lecot nv
Adres Metaalwaren Nijverheidskaai 3 te 9040 Sint-Amandsberg Vierlinden 7 te 8501 Heule
Opmerkingen betreffende incidenten, etc. in het kader van de ontvangst van de offertes: nihil.
3. SELECTIE VAN DE INSCHRIJVERS 3.1. INLICHTINGEN EN DOCUMENTEN INZAKE TOEGANGSRECHT EN KWALITATIEVE SELECTIE Louter door de deelname aan de gunningsprocedure hebben de inschrijvers op erewoord verklaard dat zij zich niet bevinden in één van de uitsluitingstoestanden van art. 61, §1-2 van het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren (hierna ‘KB Plaatsing’). Daarenboven dienden de inschrijvers wel volgende bewijzen in te dienen: A. bewijs van mandaatschap; B. bankattest; C. lijst gelijkaardige opdrachten; Daarenboven heeft de aanbestedende overheid in toepassing van art. 60, §1 KB Plaatsing via elektronische weg volgend document opgevraagd: D. Een RSZ-attest in de zin van art. 62, §1 KB Plaatsing of de buitenlandse equivalent volgens art. 62, §2. E. Fiscaal attest
3.2. ANALYSE Nr. 1 2
Inschrijver Santens Metaalwaren nv Lecot nv
A OK
B OK
C OK
D OK
E OK
OK
OK
OK
OK
OK
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 74/249 RMW - 14 januari 2015
2
Toelichting bij de tabel: Nihil. 3.3. BESLUIT OVER DE SELECTIE VAN DE INSCHRIJVERS Beide inschrijvers blijven behouden voor verdere evaluatie.
4. VERBETERING VAN DE OFFERTES 4.1. VERBETERING VAN REKENFOUTEN OF ZUIVER MATERIËLE FOUTEN De inschrijver Santens Metaalwaren nv heeft diverse rekenkundige fouten gemaakt. De inschrijver heeft op het inschrijvingsbiljet enkel zijn eenheidsprijzen vermeld, samen met een algemeen totaal. In bijlage is wel een document gevoegd met artikelen, eenheidsprijzen en subtotalen. De volgorde van deze bijgevoegde lijst komt niet overeen met deze van het inschrijvingsdocument. De administratie kan wel de details uitzoeken in de bijgevoegde lijst. Het op de inventaris vermelde totaal is de som van de bijgevoegde detaillijsten. Er zijn afrondingsfouten van 0,01 euro excl. btw op de totalen van artikels 51, 66, 87 en 100. Op de detaillijst zijn er 48 stuks aangerekend voor artikel 98, daar waar het inschrijvingsdocument slechts 43 stuks voorziet. Bovendien is er een tegenspraak tussen de eenheidsprijs op de ingevulde inventaris en deze in de detaillijst voor artikel 36. Zo voorziet de detail in 72 poten ( 18 sets van 4 poten) een eenheidsprijs van 11,9063 euro excl. btw per poot, daar waar de inventaris 8,2550 euro excl. btw voorziet per set van 4 poten. Ook telt de firma de ene keer recupel en bebat op batterijen bij, en de andere keer dan weer niet. Ook voorziet de firma in zijn detail de verplichte optie voor artikel 26 (mechanische vastzetting ter waarde van 78,54 euro excl. btw) doch verrekend deze niet in de opgegeven prijs in de inventaris. De administratie maakt niet opnieuw de verrekening gelet de verdere beschouwingen (zie punt 5) De inschrijver Lecot nv maakte een rekenkundige fout (som totaalbedrag). Het door de administratie berekende totaal is 58.552,33 euro excl. btw ten opzichte van het vermelde 58.552,59 euro excl. btw op het inschrijvingsdocument. 4.2. VERBETERING VAN HOEVEELHEDEN De inschrijvers hebben geen wijziging van hoeveelheden voorgesteld. 4.3. EVALUATIE EN VERBETERING VAN GEMELDE LEEMTEN/ONTBREKENDE PRIJZEN De firma Santens Metaalwaren nv heeft voor de artikelen 14, 19, 24, 32, 61, 77 en 85 geen prijs opgegeven. Dit alles zal verder besproken worden onder punt 5. Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 75/249 RMW - 14 januari 2015
3
4.4. BESLUIT OVER DE VERBETERING VAN DE OFFERTES
N r.
Inschrijver
1
Santens Metaalwaren nv Lecot nv
2
Oorspronkelijk e inschrijvingsprij s 51.781,00 (1)
Na correctie van reken- of materiële fouten - (2)
Na correctie van hoeveelheden - (2)
Na correctie van leemten of ontbrekende prijzen - (2)
58.552,59
58.552,33
58.552,33
58.552,33
Toelichting bij de tabel: (1) Inschrijvingebedrag vermeld op de inventaris. Geen prijzen opgegeven voor artikels 14, 19, 24, 32, 61, 77 en 85. (2) De administratie heeft de berekening niet opnieuw gemaakt, noch de formule voor leemten toegepast. Zie verder punt 5.
5. REGELMATIGHEID VAN DE OFFERTES 5.1. VOLGENDE PUNTEN VAN FORMELE EN MATERIËLE REGELMATIGHEID WERDEN ONDERZOCHT A. Heeft de inschrijver de ter beschikking gestelde offerteformulier en meetstaat gebruikt? B. Werd het offerteformulier correct en volledig ingevuld en ondertekend door de persoon/personen bevoegd of gemachtigd om de inschrijver te verbinden (ook doorhalingen, kortingen, etc.)? C. Werd de meetstaat correct en volledig ingevuld en ondertekend door de persoon/personen bevoegd of gemachtigd om de inschrijver te verbinden (ook doorhalingen, kortingen, etc.)? D. Indien de offerte door een gemachtigde werd ondertekend, werd(en) de volmachtgever(s) duidelijk vermeld en is een bewijs van bevoegdheid of volmacht bij de offerte gevoegd? E. Heeft de inschrijver slechts één offerte ingediend? F. Voldoet de offerte aan de overige door het KB Plaatsing en de opdrachtdocumenten voorgeschreven vormelijkheden? G. Werden de overige door de opdrachtdocumenten vereiste bijlagen overgemaakt? Voldoen ze inhoudelijk? H. Is de offerte inhoudelijk conform met de opdrachtdocumenten, in het bijzonder met essentiële bepalingen inzake prijzen, termijnen en technische specificaties? Bevat de offerte een voorbehoud of bestanddelen die niet met de werkelijkheid overeenstemmen? I. Zijn de ingediende prijzen regelmatig? J. Is het financieel attest in orde? 5.2. ANALYSE Nr . 1
Inschrijver Santens Metaalwaren nv
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
OK
OK
OK(1)
OK
OK
OK
NOK(2)
NOK(
OK
OK
3)
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 76/249 RMW - 14 januari 2015
4
2
OK
Lecot nv
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Toelichting bij de tabel: (1) De firma Santens Metaalwaren nv heeft het offerteformulier ondertekend op blz. 6 doch niet de inventaris op blz.12 noch op de bijgeleverde detailbladeren. De administratie beslist om dit alsnog te aanvaarden. (2)
Het bestek voorziet op blz. 6 dat de inschrijver bij zijn offerte een catalogus dient toe te voegen met netto prijslijst. De firma Santens Metaalwaren nv voegt een papieren catalogus toe, deze vermeld echter geen enkele prijs. De firma maakt melding over een webshop te beschikken doch geeft geen login teneinde de prijzen te kunnen raadplegen. Er is dus niet voldaan aan het gevraagde, namelijk in beschikking gesteld te worden van een catalogus met nettoprijzen. (3) De firma Santens Metaalwaren heeft zoals vermeld op blz. 3 (punt 4.3) geen prijs opgegeven voor 7 artikelen vermeld in de inventaris. Het bestek voorziet op blz. 11 in het vet gedrukt “ indien de offerte voor meer dan 3 % of meer van de artikelen geen conform voorstel bevat, wordt de offerte beschouwd als niet geldig en voor verder onderzoek uitgesloten. De offerte van de firma Santens Metaalwaren bevat 7 % niet aangeboden artikelen. (inventaris bestaat uit 100 artikelen) Gelet de punten (2) en (3) dient de administratie te besluiten dat de offerte van de firma Santens Metaalwaren nv onregelmatig is en niet verder zal mee genomen worden in de beoordeling. 5.3. BEOORDELING OFFERTES Prijs (TCO): 85 punten Daar de firma Lecot nv de enige regelmatige inschrijver is beslist de administratie om de TCO niet te berekenen daar de firma automatisch de maximum score van 85 punten krijgt. Nr 1
Naam Lecot nv
Score 85,00
OCI-catalogus: 15 punten Deze punten worden slechts toegekend indien er huidig een werkend OCI-systeem kan aangeboden worden. De firma Lecot nv beschik over een dergelijk systeem dat reeds uitvoerig getest is geweest door Digipolis en welke goed is bevonden. Nr 1
Naam Lecot nv
Score 15,00
Totaal: Nr
Naam
1
Lecot nv
Prijs (op basis van TCO) 85,00
OCIcatalogus
Score
15,00
100,00
5.4. BESLUIT OVER DE REGELMATIGHEID VAN DE OFFERTES Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 77/249 RMW - 14 januari 2015
5
Volgende offertes worden als regelmatig beschouwd: De offerte van de firma lecot nv word als regelmatig beschouwd. 6. KEUZE VAN DE CONTRACTANT Ingevolge voorgaand administratief en technisch onderzoek van de offertes, is de eindrangschikking van de offertes als volgt: Nr . 1
Inschrijver
Punten op 100
Lecot nv
100,00
7. ALGEMEEN BESLUIT Gelet op voorafgaande administratieve en technische analyse wordt de opdracht van levering op basis van bijzonder bestek nr. ECO/2014/029 – ID2109 voor de raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal gegund aan de enige regelmatige inschrijver: Lecot nv, Vierlinden 7 te 8501 Heule. Opgemaakt te Gent op 22/09/2014. Stad Gent, Dienst Aankoopbeheer.
BIJLAGEN - Bijlage A: Offertes - Bijlage B: Rekenkundig nazicht
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 78/249 RMW - 14 januari 2015
6
Opgemaakt door de Dienst Aankoopbeheer De behandelende ambtenaar,
De dienstchef,
Dirk De Veirman 22 september 2014
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 79/249 RMW - 14 januari 2015
7
Notulen open zitting
Bijlage: 20141015_BS_Besluit_gunning.pdf
80/249 RMW - 14 januari 2015
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN BESLUIT INTEGRAAL NIET OPENBAAR
OPSCHRIFT Vergadering van 15 oktober 2014 Besluit nummer: 2014_CBS_11643 Onderwerp: Overheidsopdracht van leveringen - Raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal - ECO/2014/029 - ID2109 - Gunning - Goedkeuring Beknopte samenvatting: Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd zijn goedkeuring te verlenen aan het gunningsverslag van de overheidsopdracht van leveringen - Raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal - ECO/2014/029 - ID2109. Tevens wordt gevraagd om de opdracht te gunnen aan de firma Lecot nv, Vierlinden 7 te 8501 Heule. Bevoegd: Martine De Regge Betrokken: Elke Decruynaere HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN AANHEF De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 57, § 3, 4°. De beslissing wordt genomen op grond van: De Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006. Bijgevoegde bijlage(n): PV van opening (informatief) Offerte Lecot nv (informatief) Offerte Santens Metaalwaren (informatief) Gunningsverslag Rekenkundig nazicht (informatief) Financieel advies (informatief)
MOTIVERING
p 1 van 11 81/249 RMW - 14 januari 2015
Volgende feiten gaan aan de beslissing vooraf: In zitting van de gemeenteraad de dato 23 juni 2014 is het bestek overheidsopdracht van leveringen - Raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal ECO/2014/029 - ID2109, vastgesteld. Procedure: open offerteaanvraag met Europese bekendmaking. Gunningscriteria: - prijs (op basis van TCO): 85 punten - OCI-catalogus: 15 punten. Volgende firma is geweerd: De firma Santens Metaalwaren nv, Nijverheidskaai 3 te 9040 Sint-Amandsberg. Deze beslissing wordt genomen om volgende redenen: Een onderzoek van de ingediende offertes is opgenomen in het hierbij gevoegde gunningsverslag. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen aan de firma Lecot nv, Vierlinden 7 te 8501 Heule tegen de prijzen van de goedgekeurde offerte. Aanvang van de opdracht is voorzien uiterlijk tegen 26 november 2014.
Beslist het volgende: BESLISSING Artikel 1: Keurt goed het gunningsverslag met betrekking tot de overheidsopdracht van leveringen Raamoverenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal - ECO/2014/029 - ID2109, de dato 22/09/2014 zoals gevoegd in bijlage en dat integraal deel uitmaakt van deze beslissing. Artikel 2: Keurt goed de gunning van deze opdracht aan de firma Lecot nv, Vierlinden 7 te 8501 Heule tegen de prijzen van de goedgekeurde offerte. Aanvang van de opdracht is voorzien uiterlijk tegen 26 november 2014.
BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Facility Management — Aankoopbeheer Dit besluit kadert in volgende activiteit: AC34946 Afsluiten en beheren van contracten m.b.t. goederen, diensten en werken Visum van de financieel beheerder: Het visum nummer 4614004701 werd verleend op 03/10/2014 Financiële informatie:
p 2 van 11 82/249 RMW - 14 januari 2015
Voorgestelde uitgaven: Volgende budgetten zijn nodig en beschikbaar: MJP Subsidie jaar Code 2014 25.500 xxxxxxxxx 6132900 EUR Verwachte ontvangsten: Niet van toepassing. Budgetplaats
Budget positie
MJP jaar 2015 302.500 EUR
MJP jaar 2016 302.500 EUR
MJP jaar 2017 302.500 EUR
MJP jaar Totaal 2018 277.800 1.210.000 EUR EUR
BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT Gunningsverslag
p 3 van 11 83/249 RMW - 14 januari 2015
20140922_VE_ECO-2014-029 - ID2109 Gunningsverslag.doc
DEPARTEMENT FACILITY MANAGEMENT DIENST AANKOOPBEHEER OPDRACHT VAN LEVERING: ‘RAAMOVEREENKOMST VOOR HET LEVEREN VAN PROFESSIONEEL KLEIN TECHNISCH MATERIAAL’ BIJZONDER BESTEK NR.: ECO/2014/029 – ID2109 OPEN OFFERTEAANVRAAG MET EUROPESE BEKENDMAKING GUNNINGSVERSLAG 1. ALGEMENE GEGEVENS BETREFFENDE DE OPDRACHT
Beknopte omschrijving van de opdracht: raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal
Prijsvaststelling: opdracht volgens prijslijst
Goedkeuring van het bijzonder bestek: o goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen: 22 mei 2014 o vastgesteld door de gemeenteraad: 23 juni 2014
Auteur van het bijzonder bestek: Departement Facility Management – Dienst Aankoopbeheer
Gunningsprocedure: open offerteaanvraag met Europese bekendmaking
Gunningscriteria: o prijs (op basis van TCO): 85 punten o OCI-catalogus: 15 punten
Datum van verzending van aankondiging van opdracht: 4 juli 2014
Datum van publicatie van aankondiging van opdracht: 9 juli 2014
Datum en uur van opening van de offertes: 18 september 2014 om 10.00 uur
Varianten: niet toegestaan
Opties: niet toegestaan
Verbintenistermijn: 120 dagen vanaf de uiterste ontvangstdatum voor de offertes
Raming van de opdracht: 1.210.000,00 EUR inclusief btw (over een periode van 4 jaar)
Looptijd van de opdracht: 4 jaar
Op grond van de opdrachtdocumenten bij de offerte te voegen gegevens en/of documenten:
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 84/249 RMW - 14 januari 2015
p 41van 11
indien de offerte door een gemachtigde werd ondertekend, identiteit van de volmachtgever(s) en het bewijs van bevoegdheid of volmacht; een bankattest dat waarborgt dat de onderneming de financiële capaciteit heeft om de opdracht tot een goed einde te brengen; een lijst van in volume gelijkaardige overheidsopdrachten die de laatste drie jaar zijn uitgevoerd;
2. OVERZICHT VAN DE INGEDIENDE OFFERTES Er werden 2 offertes ingediend: Nr. Inschrijver 1 Santens Metaalwaren nv 2 Lecot nv
Adres Nijverheidskaai 3 te 9040 Sint-Amandsberg Vierlinden 7 te 8501 Heule
Opmerkingen betreffende incidenten, etc. in het kader van de ontvangst van de offertes: nihil.
3. SELECTIE VAN DE INSCHRIJVERS 3.1. INLICHTINGEN EN DOCUMENTEN INZAKE TOEGANGSRECHT EN KWALITATIEVE SELECTIE Louter door de deelname aan de gunningsprocedure hebben de inschrijvers op erewoord verklaard dat zij zich niet bevinden in één van de uitsluitingstoestanden van art. 61, §1-2 van het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren (hierna ‘KB Plaatsing’). Daarenboven dienden de inschrijvers wel volgende bewijzen in te dienen: A. bewijs van mandaatschap; B. bankattest; C. lijst gelijkaardige opdrachten; Daarenboven heeft de aanbestedende overheid in toepassing van art. 60, §1 KB Plaatsing via elektronische weg volgend document opgevraagd: D. Een RSZ-attest in de zin van art. 62, §1 KB Plaatsing of de buitenlandse equivalent volgens art. 62, §2. E. Fiscaal attest
3.2. ANALYSE Nr. 1 2
Inschrijver Santens Metaalwaren nv Lecot nv
A OK OK
B OK OK
C OK OK
D OK OK
E OK OK
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 85/249 RMW - 14 januari 2015
p 52van 11
Toelichting bij de tabel: Nihil. 3.3. BESLUIT OVER DE SELECTIE VAN DE INSCHRIJVERS Beide inschrijvers blijven behouden voor verdere evaluatie.
4. VERBETERING VAN DE OFFERTES 4.1. VERBETERING VAN REKENFOUTEN OF ZUIVER MATERIËLE FOUTEN De inschrijver Santens Metaalwaren nv heeft diverse rekenkundige fouten gemaakt. De inschrijver heeft op het inschrijvingsbiljet enkel zijn eenheidsprijzen vermeld, samen met een algemeen totaal. In bijlage is wel een document gevoegd met artikelen, eenheidsprijzen en subtotalen. De volgorde van deze bijgevoegde lijst komt niet overeen met deze van het inschrijvingsdocument. De administratie kan wel de details uitzoeken in de bijgevoegde lijst. Het op de inventaris vermelde totaal is de som van de bijgevoegde detaillijsten. Er zijn afrondingsfouten van 0,01 euro excl. btw op de totalen van artikels 51, 66, 87 en 100. Op de detaillijst zijn er 48 stuks aangerekend voor artikel 98, daar waar het inschrijvingsdocument slechts 43 stuks voorziet. Bovendien is er een tegenspraak tussen de eenheidsprijs op de ingevulde inventaris en deze in de detaillijst voor artikel 36. Zo voorziet de detail in 72 poten ( 18 sets van 4 poten) een eenheidsprijs van 11,9063 euro excl. btw per poot, daar waar de inventaris 8,2550 euro excl. btw voorziet per set van 4 poten. Ook telt de firma de ene keer recupel en bebat op batterijen bij, en de andere keer dan weer niet. Ook voorziet de firma in zijn detail de verplichte optie voor artikel 26 (mechanische vastzetting ter waarde van 78,54 euro excl. btw) doch verrekend deze niet in de opgegeven prijs in de inventaris. De administratie maakt niet opnieuw de verrekening gelet de verdere beschouwingen (zie punt 5) De inschrijver Lecot nv maakte een rekenkundige fout (som totaalbedrag). Het door de administratie berekende totaal is 58.552,33 euro excl. btw ten opzichte van het vermelde 58.552,59 euro excl. btw op het inschrijvingsdocument. 4.2. VERBETERING VAN HOEVEELHEDEN De inschrijvers hebben geen wijziging van hoeveelheden voorgesteld. 4.3. EVALUATIE EN VERBETERING VAN GEMELDE LEEMTEN/ONTBREKENDE PRIJZEN De firma Santens Metaalwaren nv heeft voor de artikelen 14, 19, 24, 32, 61, 77 en 85 geen prijs opgegeven. Dit alles zal verder besproken worden onder punt 5.
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 86/249 RMW - 14 januari 2015
p 63van 11
4.4. BESLUIT OVER DE VERBETERING VAN DE OFFERTES
N r.
Inschrijver
Oorspronkelijke inschrijvingsprijs
1 2
Santens Metaalwaren nv Lecot nv
51.781,00 (1) 58.552,59
Na correctie van reken- of materiële fouten - (2) 58.552,33
Na correctie van hoeveelheden - (2) 58.552,33
Na correctie van leemten of ontbrekende prijzen - (2) 58.552,33
Toelichting bij de tabel: (1) Inschrijvingebedrag vermeld op de inventaris. Geen prijzen opgegeven voor artikels 14, 19, 24, 32, 61, 77 en 85. (2) De administratie heeft de berekening niet opnieuw gemaakt, noch de formule voor leemten toegepast. Zie verder punt 5.
5. REGELMATIGHEID VAN DE OFFERTES 5.1. VOLGENDE PUNTEN VAN FORMELE EN MATERIËLE REGELMATIGHEID WERDEN ONDERZOCHT A. Heeft de inschrijver de ter beschikking gestelde offerteformulier en meetstaat gebruikt? B. Werd het offerteformulier correct en volledig ingevuld en ondertekend door de persoon/personen bevoegd of gemachtigd om de inschrijver te verbinden (ook doorhalingen, kortingen, etc.)? C. Werd de meetstaat correct en volledig ingevuld en ondertekend door de persoon/personen bevoegd of gemachtigd om de inschrijver te verbinden (ook doorhalingen, kortingen, etc.)? D. Indien de offerte door een gemachtigde werd ondertekend, werd(en) de volmachtgever(s) duidelijk vermeld en is een bewijs van bevoegdheid of volmacht bij de offerte gevoegd? E. Heeft de inschrijver slechts één offerte ingediend? F. Voldoet de offerte aan de overige door het KB Plaatsing en de opdrachtdocumenten voorgeschreven vormelijkheden? G. Werden de overige door de opdrachtdocumenten vereiste bijlagen overgemaakt? Voldoen ze inhoudelijk? H. Is de offerte inhoudelijk conform met de opdrachtdocumenten, in het bijzonder met essentiële bepalingen inzake prijzen, termijnen en technische specificaties? Bevat de offerte een voorbehoud of bestanddelen die niet met de werkelijkheid overeenstemmen? I. Zijn de ingediende prijzen regelmatig? J. Is het financieel attest in orde? 5.2. ANALYSE Nr. 1 2
Inschrijver Santens Metaalwaren nv Lecot nv
A OK OK
B OK OK
C OK(1) OK
D OK OK
E OK OK
F OK OK
G NOK(2) OK
H NOK(3) OK
I OK OK
J OK OK
Toelichting bij de tabel: (1) De firma Santens Metaalwaren nv heeft het offerteformulier ondertekend op blz. 6 doch niet de inventaris op blz.12 noch op de bijgeleverde detailbladeren. De administratie beslist om dit alsnog te aanvaarden.
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 87/249 RMW - 14 januari 2015
p 74van 11
(2)
Het bestek voorziet op blz. 6 dat de inschrijver bij zijn offerte een catalogus dient toe te voegen met netto prijslijst. De firma Santens Metaalwaren nv voegt een papieren catalogus toe, deze vermeld echter geen enkele prijs. De firma maakt melding over een webshop te beschikken doch geeft geen login teneinde de prijzen te kunnen raadplegen. Er is dus niet voldaan aan het gevraagde, namelijk in beschikking gesteld te worden van een catalogus met nettoprijzen. (3) De firma Santens Metaalwaren heeft zoals vermeld op blz. 3 (punt 4.3) geen prijs opgegeven voor 7 artikelen vermeld in de inventaris. Het bestek voorziet op blz. 11 in het vet gedrukt “ indien de offerte voor meer dan 3 % of meer van de artikelen geen conform voorstel bevat, wordt de offerte beschouwd als niet geldig en voor verder onderzoek uitgesloten. De offerte van de firma Santens Metaalwaren bevat 7 % niet aangeboden artikelen. (inventaris bestaat uit 100 artikelen) Gelet de punten (2) en (3) dient de administratie te besluiten dat de offerte van de firma Santens Metaalwaren nv onregelmatig is en niet verder zal mee genomen worden in de beoordeling. 5.3. BEOORDELING OFFERTES Prijs (TCO): 85 punten Daar de firma Lecot nv de enige regelmatige inschrijver is beslist de administratie om de TCO niet te berekenen daar de firma automatisch de maximum score van 85 punten krijgt. Nr 1
Naam Lecot nv
Score 85,00
OCI-catalogus: 15 punten Deze punten worden slechts toegekend indien er huidig een werkend OCI-systeem kan aangeboden worden. De firma Lecot nv beschik over een dergelijk systeem dat reeds uitvoerig getest is geweest door Digipolis en welke goed is bevonden. Nr 1
Naam Lecot nv
Score 15,00
Totaal: Nr
Naam
1
Lecot nv
Prijs (op basis van TCO) 85,00
OCI-catalogus
Score
15,00
100,00
5.4. BESLUIT OVER DE REGELMATIGHEID VAN DE OFFERTES Volgende offertes worden als regelmatig beschouwd: De offerte van de firma lecot nv word als regelmatig beschouwd. 6. KEUZE VAN DE CONTRACTANT Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 88/249 RMW - 14 januari 2015
p 85van 11
Ingevolge voorgaand administratief en technisch onderzoek van de offertes, is de eindrangschikking van de offertes als volgt: Nr. Inschrijver 1 Lecot nv
Punten op 100 100,00
7. ALGEMEEN BESLUIT Gelet op voorafgaande administratieve en technische analyse wordt de opdracht van levering op basis van bijzonder bestek nr. ECO/2014/029 – ID2109 voor de raamovereenkomst voor het leveren van professioneel klein technisch materiaal gegund aan de enige regelmatige inschrijver: Lecot nv, Vierlinden 7 te 8501 Heule. Opgemaakt te Gent op 22/09/2014. Stad Gent, Dienst Aankoopbeheer.
BIJLAGEN - Bijlage A: Offertes - Bijlage B: Rekenkundig nazicht
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 89/249 RMW - 14 januari 2015
p 96van 11
Opgemaakt door de Dienst Aankoopbeheer De behandelende ambtenaar,
De dienstchef,
Dirk De Veirman 22 september 2014
Gunningsverslag B.B. nr. ECO/2014/029 – ID2109 – Raamovereenkomst professioneel klein technisch materiaal 90/249 RMW - 14 januari 2015
p 107van 11
Aangenomen door het college van burgemeester en schepenen in vergadering van 15 oktober 2014
p 11 van 11 91/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
2015_RMW_00011
Onderhandelingsprocedure voor de lijkbezorging en afscheidsdienst van behoeftige personen - Bestek en wijze van gunnen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context In het kader van de opdracht “lijkbezorging en afscheidsdienst van behoeftige personen” werd een bijzonder bestek met nr. FM/2014/268 opgesteld door Strategische aankoop. Het OCMW Gent treedt in deze opdracht op als opdrachtencentrale in de zin van artikel 2,4° van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Dit betekent dat het OCMW Gent de opdracht plaatst m.b.t. diensten die bestemd zijn voor andere aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 181.000 excl. btw of € 219.010 incl. 21% btw voor een periode van 3 jaar (hiervan bedraagt de raming voor OCMW Gent € 141.000 excl. BTW en de raming voor de stad Gent € 40.000 excl. BTW). Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking. De onderhandelingsprocedure met bekendmaking betreft een gefaseerde gunningsprocedure. In een eerste fase wordt nagegaan of de kandidaat bekwaam is om de opdracht uit te voeren. Enkel diegene die hierna geselecteerd worden, krijgen in een tweede fase het bestek toegestuurd en kunnen een offerte indienen. Deze procedure wordt nader toegelicht in de 'Selectieleidraad', als bijlage toegevoegd bij dit besluit. Als uiterste datum voor het indienen van de kandidatuurstellingen wordt 4 februari 2015 voorgesteld. Hierna wordt het bestek verstuurd naar de geselecteerde kandidaten. Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 11 maart 2015 voorgesteld.
Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Exploitatie
92/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Nee
Inkomsten Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
Niet van toepassing
Categorie:
Niet van toepassing
Uitgaven Bedrag:
170610,00
Kostenplaats:
Meerdere diensten
Categorie:
648 - Specifieke kosten sociale dienst
Commentaar
De raming voor het ganse contract bedraagt 181.000 excl. BTW of 219.010 incl. 21 % BTW. Hiervan bedraagt de raming voor OCMW Gent € 141.000 excl. BTW of € 170.610 incl. 21% BTW.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
1 december 2014
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 Het bestek met nr. FM/2014/268, de selectieleidraad en de raming voor de opdracht “lijkbezorging en afscheidsdienst van behoeftige personen", opgesteld door strategische aankoop worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 181.000 excl. btw of € 219.010 incl. 21% btw voor een periode van drie jaar (raming voor OCMW Gent bedraagt € 141.000 excl. BTW en de raming voor de stad Gent bedraagt € 40.000 excl. BTW).
Artikel 2 Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20141002_BE_lijkbezorging behoeftige personen.doc Bijlage 2: 20141117_BE_Selectieleidraad.doc
Bijlage(n) 20141002_BE_lijkbezorging behoeftige personen.doc 20141117_BE_Selectieleidraad.doc
93/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
94/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141002_BE_lijkbezorging behoeftige personen.doc
95/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING voor DE LIJKBEZORGING EN AFSCHEIDSDIENST VAN BEHOEFTIGE PERSONEN
PROVINCIE
:
OOST-VLAANDEREN
STAD
:
GENT
OPDRACHTGEVER
:
Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Onderbergen 86 te 9000 Gent Ondernemingsnummer 0212.214.125
ONTWERPER
:
Ondersteuning, Annelies Balcaen Oefenpleinstraat 6 te 9000 Gent Tel. 09 266 38 30 Fax 09 266 92 19
NUMMER BESTEK
:
FM/2014/268
UITERSTE DATUM VOOR INDIENEN OFFERTE
:
11 maart 2015
Blz. 1 96/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
Inhoudsopgave 1. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN..................................................................................................4 A.
BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT..............................................................................................................4 1. Opdrachtencentrale....................................................................................................................4 B. WIJZE VAN GUNNEN...............................................................................................................................5 C. RAAMOVEREENKOMST.............................................................................................................................5 D. PRIJSOPGAVE.......................................................................................................................................5 1. Prijsvaststelling...........................................................................................................................5 2. Prijsbestanddelen.......................................................................................................................5 3. Prijsherziening............................................................................................................................6 E. VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE............................................................................................................7 1. Opmaak en ondertekening offerte en bijlagen (art.80-82 KB Plaatsing).....................................7 2. Voorrangsregel (art. 85 KB Plaatsing)........................................................................................7 3. Bij te voegen bescheiden...........................................................................................................7 F. INDIENEN VAN DE OFFERTE.......................................................................................................................8 G. OPENING VAN DE OFFERTES.....................................................................................................................8 H. VERBINTENISTERMIJN..............................................................................................................................8 I. GUNNINGSCRITERIA.................................................................................................................................8 J. VARIANTEN EN OPTIES (ART. 9 § 1 KB PLAATSING)......................................................................................8 1. Varianten....................................................................................................................................8 2. Opties.........................................................................................................................................8 K. KEUZE VAN OFFERTE..............................................................................................................................8 L. VERBOD OP CONCURRENTIEBEPERKING........................................................................................................9 2. CONTRACTUELE BEPALINGEN....................................................................................................10 M.
LEIDEND AMBTENAAR............................................................................................................................10 ONDERAANNEMERS..............................................................................................................................10 O. INTELLECTUELE RECHTEN.......................................................................................................................10 1. Gebruik van de resultaten (art. 19 KB Uitvoering) ...................................................................10 2. Wederzijdse bijstand en waarborg (art. 23 KB Uitvoering).......................................................11 P. AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN....................................................................................................11 Q. UITVOERINGSMODALITEITEN....................................................................................................................12 1. Uitvoeringstermijn.....................................................................................................................12 2. Vaste of minimale hoeveelheden..............................................................................................13 3. Exclusiviteit...............................................................................................................................13 4. Vertrouwelijkheid......................................................................................................................13 R. BORGTOCHT.......................................................................................................................................14 S. BETALINGSMODALITEITEN.......................................................................................................................14 1. Facturatie...................................................................................................................................14 2. Verificatie- en betalingstermijn...................................................................................................15 T. WAARBORGTERMIJN.............................................................................................................................15 U. ACTIEMIDDELEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID.....................................................................................15 1. In gebreke blijven en sancties (art. 44 KB Uitvoering) .............................................................15 2. Straffen (art. 45 KB Uitvoering).................................................................................................15 3. Vertragingsboetes (art. 46 en 154 KB Uitvoering)....................................................................16 4. Verbreking van de opdracht.......................................................................................................16 V. NON-DISCRIMINATIECLAUSULE.................................................................................................................16 W. SOCIALE EN ETHISCHE CRITERIA..............................................................................................................16 X. OPLEVERING......................................................................................................................................17 Y. RECHTSVORDERINGEN...........................................................................................................................17 N.
3. TECHNISCHE BEPALINGEN..........................................................................................................18 BIJLAGE A: OFFERTEFORMULIER.................................................................................................23 BIJLAGE B: VERKLARING ETHISCHE EN SOCIALE CRITERIA....................................................25 BIJLAGE C: INVENTARIS..................................................................................................................26
Blz. 2 97/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
Toepasselijke reglementering 1. Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen. 2. Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. 3. Decreet van 19 december 2008 (B.S. 24.12.2008) betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 4. Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren 5. Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. 6. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 (B.S. 29.04.2009) houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 7. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), Welzijnswet en Codex over het welzijn op het werk. 8. Alle wettelijke bepalingen die betrekking hebben op eender welk product dat in de inventaris voorkomt, geldig op de datum van de bekendmaking van de opdracht. 9. Alle latere wijzigingen en aanvullingen op voormelde wetten en besluiten, geldig op de datum van de bekendmaking van de opdracht. De bepalingen van de opdrachtdocumenten Op deze opdracht zijn naast de wettelijke bepalingen ook alle bepalingen, die in de opdrachtdocumenten beschreven zijn, van toepassing.
Volgende afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen: nihil
Blz. 3 98/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
1. Administratieve bepalingen Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht tot de opdrachtnemer is aangesteld. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de wet van 15 juni 2006 en het koninklijk besluit van 15 juli 2011 en latere wijzigingen.
a. Beschrijving van de opdracht Voorwerp van deze diensten: De lijkbezorging en afscheidsdienst van behoeftige personen. Toelichting: Deze opdracht behelst de dienstverlening voor de lijkbezorging van behoeftigen. Het OCMW Gent zal overeenkomstig de wetgeving overheidsopdrachten, overgaan tot de aanstelling van een begrafenisondernemer, die gedurende de periode van 3 jaar (met mogelijke verlenging voor één jaar), de begrafenissen zal verzorgen van de overleden behoeftigen. Het OCMW Gent is uit hoofde van de wet verantwoordelijk om de begrafenis te verzorgen van die personen die ten laste van het OCMW zijn geplaatst in een bejaardeninstelling. Het stadsbestuur Gent is op basis van artikel 14 van het decreet van 16 januari 2004 en zijn wijziging, betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging en artikel 135 § 2 van de Nieuwe Gemeentewet, verplicht, ter vrijwaring van de openbare gezondheid, de lijkbezorging van behoeftigen overleden op haar grondgebied te verzorgen, wanneer niemand anders daartoe initiatief neemt. Identiteit van de opdrachtgever OCMW Gent Onderbergen 86 9000 Gent
1. Opdrachtencentrale Het OCMW Gent kan in deze opdracht optreden als opdrachtencentrale in de zin van artikel 2,4° van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Dit betekent dat het OCMW Gent de opdracht plaatst m.b.t. diensten die bestemd zijn voor andere aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten. Het OCMW Gent treedt op als opdrachtencentrale voor volgende entiteiten, die potentiële afnemers zijn van onderhavige opdracht voor diensten: - stad Gent - Brandweer – (Operationele) Zone Centrum - LokalePolitie Gent - WoninGent - Digipolis - de gemengde intergemeentelijke vereniging Ivago Gent; - de huidige en toekomstige IVA’s van de Stad Gent (bv. Mobiliteitsbedrijf Stad Gent, …); - de huidige en toekomstige EVA’s van de Stad Gent (bv. Havenbedrijf van Gent, …); - de huidige en toekomstige AG’s van de Stad gent (bv. AGSOB, Stam, SMAK, …) - de huidige en toekomstige verenigingen die verbonden en erkend zijn door de Stad Gent (bv. studentEnMobiliteit, …); In voorkomend geval, worden de aanvragen rechtstreeks door deze afnemers bij de opdrachtnemer geplaatst.
Blz. 4 99/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
Deze aanvragen zijn enkel mogelijk mits een voorafgaandelijke schriftelijke goedkeuring van het OCMW Gent. Daarnaast moet de opdrachtnemer de leidend ambtenaar van het OCMW Gent schriftelijk op de hoogte brengen van alle bestellingen op dit contract door andere afnemers/besturen en bezorgt hem een kopie van alle besteldocumenten. De facturatie verloopt rechtstreeks naar deze eventuele andere afnemers. De nodige gegevens zullen ten gepaste tijde door de afnemers aan de dienstverlener worden overgemaakt. Eens een andere afnemer een bestelling heeft geplaatst, staat deze afnemer ook zelf in voor de leiding en het toezicht op de opdracht in de zin van artikel 11 KB Uitvoering, alsook voor de algemene opvolging van de bestelling en de verdere toepassing van het bestek en de algemene en bijzondere aannemingsvoorwaarden. Het OCMW Gent is op geen enkele wijze aansprakelijk voor de inhoud en afhandeling van de bestellingen van de andere afnemers.
b. Wijze van gunnen Overeenkomstig artikel 26, § 2, 4° (het betreft een opdracht die betrekking heeft op niet-prioritaire diensten) van de wet van 15 juni 2006, wordt de opdracht gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Deze overheidsopdracht beoogt het sluiten van een raamovereenkomst met één enkele deelnemer. Niet alle voorwaarden werden in de raamovereenkomst bepaald. De aanbestedende overheid kan de deelnemer aan de raamovereenkomst indien nodig schriftelijk raadplegen om hem te verzoeken zijn offerte aan te vullen. De opdrachtgever behoudt zich het recht voor overeenkomstig artikel 35 van de wet van 15 juni 2006 af te zien van het gunnen van de opdracht of de procedure te herbeginnen, desnoods op een andere wijze.
c. Raamovereenkomst Deze overheidsopdracht beoogt het sluiten van een raamovereenkomst met één enkele deelnemer. Niet alle voorwaarden werden in de raamovereenkomst bepaald. De aanbestedende overheid kan de deelnemer aan de raamovereenkomst indien nodig schriftelijk raadplegen om hem te verzoeken zijn offerte aan te vullen.
d. Prijsopgave 1. Prijsvaststelling De opdracht wordt beschouwd als een opdracht tegen prijslijst. De opdracht tegen prijslijst is een opdracht waarbij de eenheidsprijzen voor de verschillende posten forfaitair zijn en de hoeveelheden, voor zover er hoeveelheden voor de posten worden bepaald, vermoedelijk zijn of worden uitgedrukt binnen een vork. De posten worden verrekend op basis van de werkelijk bestelde en gepresteerde hoeveelheden. Op verzoek verstrekt de inschrijver tijdens de procedure alle nodige inlichtingen om de aanbestedende overheid in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken.
2. Prijsbestanddelen De dienstverlener wordt geacht in zijn eenheidsprijzen en globale prijzen alle kosten, metingen en prestaties die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht te hebben inbegrepen, met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde. Blz. 5 100/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
Zijn inzonderheid in de prijzen inbegrepen: alle heffingen welke de opdracht belasten; alle prestaties beschreven in de opdrachtdocumenten, uit te voeren volgens de regels van de kunst; de administratie en het secretariaat; de verplaatsing, het vervoer en de verzekering; de documentatie die met de diensten verband houdt; de levering van documenten of stukken die inherent zijn aan de uitvoering; de verpakkingen; de voor het gebruik noodzakelijke vorming; in voorkomend geval, de maatregelen die door de wetgeving inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers worden opgelegd voor de uitvoering van hun werk; voor zover dit bestek een volledige beschrijving geeft van de (relevante delen van de) opdracht, de aankoopprijs en verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties voor de bestaande intellectuele eigendomsrechten nodig voor de uitvoering van de werken; voor zover de inschrijver zelf de beschrijving van de (relevante delen van de) opdracht moet geven op basis van dit bestek, de vergoeding verschuldigd aan de inschrijver voor het gebruik van een intellectueel eigendomsrecht waarvan hij titularis is of waarvoor ze van een derde een gebruikslicentie moeten verkrijgen voor welbepaalde prestaties; de keuring- en opleveringskosten. De algemene en financiële kosten alsmede de winst dienen, in verhouding tot hun belangrijkheid, te worden verdeeld over de onderscheiden posten.
3. Prijsherziening Een prijsherziening kan zowel een prijsverhoging als een prijsverlaging zijn. De prijsherziening wordt berekend met volgende formule: Prijsherziening = herzieningscoëfficiënt (k) * herzienbaar gedeelte k = cpi/CPI CPI = consumptieprijsindex van de groep ‘Diensten’ in voege 10 kalenderdagen voor de opening van de offerten. cpi = dezelfde index in voege op het moment van de indiening van de vraag tot de herziening. Voor de consumptieprijsindexen (groep ‘Voedingsproducten’), zie de website van FOD Economie: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/consumptieprijzen/per_4_groepen/ Prijsherziening op aanvraag van de opdrachtnemer Een eerste herziening kan maar gebeuren na 12 maanden na de start van de opdracht. De opdrachtgever dient een aanvraag in om de prijzen te herzien. Iedere aanvraag tot prijsherziening wordt door de opdrachtgever nagezien. De eventuele goedkeuring van de nieuwe prijzen gebeurt binnen een termijn van 30 kalenderdagen. De nieuwe prijzen kunnen toegepast worden daags na de goedkeuring, maar hebben geen enkele invloed op reeds geplaatste bestellingen. Indien geen aanvraag wordt ingediend blijven de prijzen ongewijzigd voor komende 12 maanden. Een tweede herziening kan vervolgens gebeuren na 24 maanden na de start van de opdracht, enz. Prijsherziening op initiatief van het OCMW van Gent Het OCMW van Gent kan ieder jaar de prijzen via bovenstaande formule wijzigen. Ze licht hiervan de opdrachtnemer in. 30 dagen na notificatie worden de nieuwe prijzen van toepassing.
Blz. 6 101/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
Buitenlandse firma’s Bovenstaande geld alleen voor Belgische opdrachtnemers; buitenlandse opdrachtnemers moeten een analoge index voorstellen).
e. Vorm en inhoud van de offerte 1. Opmaak en ondertekening offerte en bijlagen (art.80-82 KB Plaatsing) 1. De inschrijver maakt zijn offerte op in het Nederlands en vult de inventaris in op het bij het bestek behorende formulier. Indien hij deze op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier, dan draagt hij de volle verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem aangewende documenten met het formulier. 2. Alle documenten opgesteld of vervolledigd door de inschrijver of zijn gevolmachtigde zijn gedateerd en door hem ondertekend. Als de ondertekening gebeurt door een gemachtigde, vermeldt hij duidelijk zijn volmachtgever of volmachtgevers. De gemachtigde voegt bij de offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit zijn bevoegdheid blijkt of een afschrift van zijn volmacht. 3. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden. 4. Prijzen moeten steeds opgegeven worden in euro. De inschrijver is verplicht in zijn offerte de aanslagvoet(en) van de btw te vermelden. 5. Er kan geen voorbehoud worden aanvaard in verband met eventuele wijzigingen van taksen, rechten of omrekeningskoersen van buitenlandse munten. 6. De offerte dient een inhoudstafel te bevatten, logisch gestructureerd en genummerd te zijn. 7. Door de indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van het bestek en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden, zoals zijn eigen verkoopsvoorwaarden, zelfs wanneer deze op een of andere bijlage van zijn offerte voorkomen. Bij elk voorbehoud of het niet nakomen van verbintenissen inzake één van deze clausules of beschikkingen behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor om hetzij de offerte als substantieel onregelmatig af te wijzen hetzij verduidelijking te vragen aan de inschrijver.
2. Voorrangsregel (art. 85 KB Plaatsing) In geval van tegenspraak tussen de opdrachtdocumenten zowel wat de beschrijvende bepalingen als wat de hoeveelheden (forfaitaire of vermoedelijke) betreft, houdt de inschrijver zich aan volgende voorrangsorde: plannen; administratieve bepalingen; technische bepalingen; de inventaris.
3. Bij te voegen bescheiden De inschrijver voegt bij zijn offerte minimaal volgende stukken:
wat de regelmatigheid betreft: indien de offerte door een gemachtigde werd ondertekend, de identiteit van de volmachtgever(s) en het bewijs van bevoegdheid of volmacht wat de gunning van de opdracht betreft: in voorkomend geval, de documenten bedoeld onder het punt “gunningscriteria”
Blz. 7 102/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
f. Indienen van de offerte De inschrijver maakt op 11 maart 2015 een eerste offerte over per e-mail aan
[email protected]. Na onderzoek van die offerte krijgt de inschrijver de kans om zijn offerte toe te lichten voor de beoordelingscommissie, samengesteld door de leidend ambtenaar, en over zijn offerte te onderhandelen. Daarna mag de inschrijver een aangepaste offerte (BAFO= best and final offer) indienen.
g. Opening van de offertes Er is geen publieke opening van de offertes.
h. Verbintenistermijn De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, bedraagt 180 kalenderdagen, te rekenen vanaf de uiterste datum voor ontvangst.
i. Gunningscriteria Prijs is het enige gunningscriterium. De aanbestedende overheid kiest de laagste offerte.
j. Varianten en opties (art. 9 § 1 KB Plaatsing) 1. Varianten Er zijn geen vrije, verplichte of facultatieve varianten toegestaan.
2. Opties Er zijn geen opties toegestaan.
k. Keuze van offerte De aanbestedende overheid kiest de laagste offerte. Door de indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van het bestek en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden. Voor zover tijdens het onderzoek van de offerte door de aanbestedende overheid wordt vastgesteld dat er door de inschrijver voorwaarden zijn gevoegd waardoor het onduidelijk is of de inschrijver zonder voorbehoud akkoord gaat met de voorwaarden van het bestek, behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor om de offerte als substantieel onregelmatig af te wijzen.
Blz. 8 103/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
l. Verbod op concurrentiebeperking Elke handeling, overeenkomst of afspraak die de normale mededingings-voorwaarden kan vertekenen, is verboden. Offertes die met zodanige handeling, overeenkomst of afspraak zijn ingediend, worden uitgesloten. Door eenvoudig deel te nemen aan een procedure tot gunning van een overheidsopdracht verklaart de inschrijver geen concurrentiebeperkende handelingen, overeenkomsten of afspraken te hebben gemaakt.
Blz. 9 104/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
2. Contractuele bepalingen Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht. Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het koninklijk besluit van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing.
m. Leidend ambtenaar De leiding over de uitvoering van de diensten zal gebeuren door de leidend ambtenaar: Naam: mevrouw Annelies Balcaen Adres: Ondersteuning, Oefenpleinstraat 6 te 9000 Gent Telefoon: 09 266 38 30 Fax: 09 266 92 19 E-mail:
[email protected] Behoudens andersluidende onderrichtingen van de aanbestedende overheid, verloopt alle correspondentie met betrekking tot onderhavige opdracht via voormelde persoon.
n. Onderaannemers De opdrachtnemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij de uitvoering van zijn diensten geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid acht zich door geen enkele contractuele band met die derden verbonden. De opdrachtnemer verbindt zich ertoe alle onderdelen van de dienstenopdracht te laten uitvoeren door de in de offerte genoemde personeelsleden en onderaannemers. De dienstverlener kan deze in uitvoering slechts vervangen door derden indien hij aantoont dat deze derden over dezelfde capaciteiten beschikken als de in de offerte voorgestelde personen en onderaannemers en voor zover de aanbestedende overheid schriftelijk en voorafgaandelijk met de vervanging heeft ingestemd.
o. Intellectuele rechten 1. Gebruik van de resultaten (art. 19 KB Uitvoering) Door de aanbestedende overheid: Alle ontwerpen, plannen, tekeningen, schetsen, studies, foto’s en alle andere mogelijke auteursrechtelijk beschermde werken tot stand gekomen in uitvoering van onderhavige opdracht worden eigendom van de aanbestedende overheid. De dienstverlener draagt aan de aanbestedende overheid definitief en onherroepelijk alle vermogensrechten over op voornoemde stukken in hun meest volledige actuele en toekomstige wettelijke omvang, zonder enige geografische beperking en zonder enige andere beperking in de tijd dan de beperkingen die voorzien zijn in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Deze overdracht betreft alle nu bestaande en toekomstige exploitatiebewijzen die onder deze vermogensrechten vallen of zullen vallen. De overdracht van deze rechten wordt geacht te zijn inbegrepen in de offerteprijs; de dienstverlener kan geen aanspraak op enige bijkomende vergoeding De dienstverlener behoudt de morele rechten als auteur van de stukken. In geval van mededeling aan derden van de resultaten van de intellectuele prestaties van de dienstverlener zal diens tussenkomst voor de opmaak van de documenten worden vermeld. De aanbestedende overheid kan onder andere bij latere publicaties onbeperkt en kosteloos gebruik maken van de ontwerpen, teksten, documenten, …. De dienstverlener zal zich niet verzetten tegen de grafische uitgave in om het even welke vorm, de publicatie, reproductie en/of verder gebruik of de Blz. 10 105/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
verdere overdracht van rechten met betrekking tot de geleverde prestaties in het kader van de dienstenopdracht. Door de dienstverlener: De dienstverlener mag de opdracht aanhalen als referentie mits vermelding van OCMW Gent als opdrachtgever. De dienstverlener mag de resultaten die voortvloeien uit onderhavige dienstenopdracht niet doorgeven aan derden, noch gebruiksrechten toestaan tenzij hij hiervoor voorafgaandelijk de schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid vraagt en verkrijgt. Registraties (art. 21 KB Uitvoering) De opdrachtnemer doet bij de aanbestedende overheid binnen de maand aangifte van alle aanvragen tot registratie van een intellectueel eigendomsrecht die hij in België of in het buitenland doet in verband met de creaties of uitvindingen die hij ontwikkeld of gebruikt heeft bij de uitvoering van de opdracht. Tegelijk met die aangifte, bezorgt hij de aanbestedende overheid een kopie van de schriftelijke akte waarin de terzake geldende wetgeving voorziet.
2. Wederzijdse bijstand en waarborg (art. 23 KB Uitvoering) De opdrachtnemer moet alle nodige maatregelen nemen om de rechten van de aanbestedende overheid te vrijwaren en moet zo nodig op eigen kosten de nodige formaliteiten vervullen om die rechten tegenstelbaar te maken aan derden en de aanbestedende overheid hierover informeren. Vanaf de eerste tekenen van een vordering van een derde tegen de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid, geldt er een wederzijdse informatie- en bijstandsplicht. De opdrachtnemer garandeert dat de creaties of uitvindingen die hij zal realiseren, met name foto’s, illustraties, grafieken, zoals hij die aan de aanbestedende overheid zal aanbieden, geen inbreuk vormen op enig recht van derden, op enige wetgeving en dat voor zover in het werk portretten zullen worden opgenomen, de nodige door de wet vereiste toestemmingen tot gebruik van deze portretten in het kader van de opdracht zullen zijn verkregen. Onverminderd art. 17 KB Plaatsing en wat hierover is bepaald onder punt 7.2 van Deel 2 van dit bestek (prijsbestanddelen), staat de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid die de rechten van een derde niet heeft geëerbiedigd of die rechten niet aan zijn medecontractant heeft kenbaar gemaakt, borg voor elk verhaal dat een derde tegen deze medecontractant zou stellen.
p. Aansprakelijkheid en verzekeringen De dienstverlener draagt de volle aansprakelijkheid voor de fouten en nalatigheden die in de verleende diensten voorkomen, inzonderheid in de studies, de berekeningen, de plannen of in alle andere ter uitvoering van de opdracht door hem voorgelegde stukken. In architectuur- en ingenieursopdrachten, draagt de dienstverlener bovendien ten overstaan van de aanbestedende overheid vanaf de voorlopige oplevering van de werken, waarop de studieopdracht slaat, de aansprakelijkheid bedoeld in de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek (tienjarige aansprakelijkheid). De dienstverlener vrijwaart de aanbestedende overheid tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging of in gebreke blijven, met in begrip van vorderingen ingesteld op basis van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek (burenhinder). De diensten die niet beantwoorden aan de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht of niet werden verleend overeenkomstig de regels van de kunst, dienen door de dienstverlener te worden herbegonnen. De opdrachtnemer sluit op eigen kosten volgende polissen af:
Verzekering voor arbeidsongevallen
Blz. 11 106/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
De opdrachtnemer laat zijn werklieden en andere personeelsleden verzekeren tegen arbeidsongevallen.
Verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid De verzekering beantwoordt aan volgende voorwaarden: Verzekerden: - de onderneming, de bedrijfsleider, de vennoten, de personeelsleden, alle medewerkers die deel uitmaken van de onderneming, ook alle aangestelden en onbezoldigden; - de onderaannemers en alle medewerkers die deel uitmaken van die onderaannemer. De aanbestedende overheid en haar afgevaardigden, de architect, de ingenieurs, de studiebureaus, de veiligheids- en gezondheidscoördinator en de EBP-verslaggever worden in elk geval als derden aanschouwd. Gewaarborgde risico’s: 1. de burgerlijke aansprakelijkheid op grond van art. 1382 – 1386 van het Burgerlijk Wetboek voor lichamelijke en stoffelijke schade en onstoffelijke gevolgschade en voor de zuiver onstoffelijke schade (indien ze het gevolg is van een ongeval) aan derden; 2. de aansprakelijkheid op grond van art. 544 van het Burgerlijk Wetboek voor lichamelijke en stoffelijke schade en onstoffelijke gevolgschade en zuiver onstoffelijke schade (indien ze het gevolg is van een ongeval) aan derden (hinder uit nabuurschap); 3. de contractuele aansprakelijkheid in geval extracontractuele of foutloze aansprakelijkheid.
van
samenloop ervan
met
voormelde
Verzekerd kapitaal en vrijstelling: De polis moet een voldoende dekking voorzien voor lichamelijke en stoffelijke schade in functie van de risico’s verbonden aan onderhavige diensten. Behoudens omstandigheden vreemd aan de uitvoering van de diensten, zijn de bedragen die overeenstemmen met de vrijstelling ten laste van de opdrachtnemer. Uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s: Behoudens omstandigheden vreemd aan de uitvoering van de diensten, zijn de uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s ten laste van de opdrachtnemer. Gemeenschappelijke bepalingen voor alle verzekeringen: - Binnen de 30 kalenderdagen na de sluiting van de opdracht, toont de opdrachtnemer aan dat hij de vereiste verzekeringscontracten is aangegaan aan de hand van een attest waaruit de vereiste omvang van de gewaarborgde aansprakelijkheid blijkt. - De opdrachtnemer legt dit attest over tijdens de uitvoering van de opdracht binnen een termijn van 15 kalenderdagen na ontvangst van het verzoek van de aanbestedende overheid. - De polissen dienen een clausule te bevatten, die bepaalt dat elke schorsing, verbreking, opzegging of vervallenverklaring van het verzekeringscontract door de verzekeraar onmiddellijk per aangetekend schrijven ter kennis wordt gebracht van de aanbestedende overheid. - De opdrachtnemer verbindt er zich toe op zijn kosten alle nodige maatregelen te nemen om de door de hierboven vermelde polissen gedekte risico’s zo veel mogelijk te beperken.
q. Uitvoeringsmodaliteiten 1. Uitvoeringstermijn De opdracht loopt voor een periode van 3 jaar met ingang van de datum bepaald bij de schriftelijke toewijzing.
Blz. 12 107/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
De opdracht kan voor een periode van 1 jaar worden verlengd tot een maximum looptijd van de opdracht van 4 jaar. Hiertoe zal de opdrachtgever de dienstverlener een aangetekend schrijven richten 3 maanden voor de normale beëindiging van de opdracht. Opzegging Er is een proefperiode van 6 maanden voorzien. Wanneer de dienstverlener niet voldoet aan de wettelijke voorschriften en aan de bepalingen van dit bestek, kan het OCMW van Gent ten laatste 1 week vóór het verstrijken van de proefperiode de overeenkomst opzeggen. De opdrachtgever kan eenzijdig een einde stellen aan het lopende contract door uiterlijk 3 maanden voor de jaarlijkse vervaldag een aangetekend schrijven te richten aan de dienstverlener. Bij tussentijdse beëindiging van het contract volgens de hoger vermelde procedure, kan geen van beide partijen aanspraak maken op enige schadevergoeding, van welke aard ook.
2. Vaste of minimale hoeveelheden De dienstverlener kan geen aanspraak maken op vaste of minimale hoeveelheden. De hoeveelheden zijn louter ten indicatieve titel opgegeven en binden de aanbestedende overheid niet. Mochten de aangegeven hoeveelheden tijdens de uitvoering van de opdracht niet worden bereikt, heeft de dienstverlener geenszins recht op een schadevergoeding van welke aard dan ook.
3. Exclusiviteit Op basis van onderhavig bestek heeft de opdrachtnemer geen exclusiviteitsrecht. Het bestuur kan gedurende de geldigheidsduur van het contract identieke of analoge prestaties laten uitvoeren door andere dienstverleners. De opdrachtnemer kan uit dien hoofde geen aanspraak maken op enigerlei vergoeding.
4. Vertrouwelijkheid De dienstverlener verbindt zich ertoe geen van de informatie, documenten of gegevens van gelijk welke aard, waarvan hij kennis zou krijgen door of ter gelegenheid van de uitvoering van de opdracht, alsook de staten en bescheiden die het resultaat zijn van die informatie, en die door de aanbestedende overheid uitdrukkelijk als “vertrouwelijk” zijn gekwalificeerd, mee te delen aan een derde partij zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid. De dienstverlener en de aanbestedende overheid zullen de vertrouwelijke informatie slechts verspreiden onder die werknemers die rechtstreeks betrokken zijn bij de opdracht; beide partijen staan er borg voor dat deze werknemers de verplichtingen inzake het confidentieel karakter van de informatie kennen en deze ook respecteren. De dienstverlener moet bovendien in zijn contracten met de onderaannemers de verplichtingen inzake vertrouwelijkheid vermelden die hij dient na te komen voor de uitvoering van de opdracht.
Blz. 13 108/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
r. Borgtocht Volgende borgtocht wordt gevraagd: 5% van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (excl. btw), afgerond naar het hogere tiental. De borgtocht wordt volledig vrijgegeven na de oplevering. De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht bij aangetekende zending. Het bewijs van borgstelling moet verstuurd worden aan het adres van de aanbestedende overheid. Wanneer de opdrachtnemer de borgtocht niet stelt binnen de vermelde termijn, kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 29 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013. Het verzoek van de opdrachtnemer om over te gaan tot de oplevering geldt als verzoek tot vrijgave van de borgtocht.
s. Betalingsmodaliteiten 1. Facturatie De facturen moeten per locatie en per prestatie in tweevoud opgemaakt worden. De belasting over de toegevoegde waarde moet afzonderlijk vermeld worden. Volgende facturatiegegevens moeten op de factuur vermeld worden: OCMW Gent t.a.v. de dienst boekhouding Onderbergen 86 9000 Gent Btw-nummer: BE 0212.214.125 Daarnaast moeten op de factuur de wettelijke en contractuele verplichtingen vermeld zijn, de datum en het nummer van de toewijzingsbeslissing van het OCMW, het adres waar de dienstverlening heeft plaatsgevonden, het nummer van de bestelbon en de dienstennota, alsook de specificatie van de geleverde goederen en diensten. Indien aan bovenstaande niet wordt voldaan, zal de factuur worden teruggestuurd met de vraag tot opmaak van een correcte factuur. Grote hoeveelheid facturen Het is wenselijk dat de dienstverlener de mogelijkheid voorziet om bij grote hoeveelheden facturen (meer dan 100 per jaar) elektronische facturatie toe te passen. Betreffende het formaat van de elektronische facturen (en gegevens) moet de dienstverlener kunnen voorzien in xCBL of (ANSI) EDIFACT. In akkoord tussen de dienstverlener en de aanbestedende overheid kan beslist worden om - naargelang de technologie evolueert - andere standaarden te hanteren, zoals XML, flat files, ...De uitwisseling van de data moet gebeuren via FTP of mail, tenzij in onderling akkoord de dienstverlener en de aanbestedende overheid beslissen om via andere protocols te werken (HTTP, HTTPs, ...). De dienstverlener moet een facturenviewer ter beschikking stellen, die het bestuur toelaat elke elektronische factuur te bekijken in de lay-out van de papieren factuur. De aanbestedende overheid kan bepalen welke velden van de papieren factuur minimaal zichtbaar moeten zijn en welke selectiemogelijkheden moeten bestaan in de facturenviewer. Voor de aanlevering van de elektronische facturatie en het ter beschikking stellen van de facturenviewer mag door de dienstverlener geen enkele kost doorgerekend worden aan de aanbestedende overheid. De implementatie-kosten van de dienstverlener en alle kosten verbonden aan aanlevering van elektronische facturen en ter beschikkingstelling en onderhoud van facturenviewer zijn bijgevolg ten laste van de dienstverlener.
Blz. 14 109/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
De dienstverlener verbindt zich ertoe reeds van bij de aanvang van de overeenkomst het elektronisch aanleveren van de facturen op te starten, indien de aanbestedende overheid dit wenst. De aanbestedende overheid bepaalt zelf of en wanneer de papieren facturen worden afgeschaft.
2. Verificatie- en betalingstermijn De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de ontvangst van de prestatiestaat. De betalingen zullen door de Financieel Beheerder van het OCMW verricht worden binnen de dertig dagen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn, voor zover de aanbestedende overheid tegelijk over de regelmatig opgemaakte factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten. Deze factuur geldt als schuldvordering. Het bestuur dat voor de betalingen instaat, is het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent, Onderbergen 86, 9000 Gent.
t. Waarborgtermijn Voor deze opdracht is geen waarborgtermijn van toepassing.
u. Actiemiddelen van de aanbestedende overheid 1. In gebreke blijven en sancties (art. 44 KB Uitvoering) De opdrachtnemer dient de bij proces-verbaal vastgestelde tekortkomingen onverwijld en in elk geval binnen de in het proces-verbaal vermelde termijn te herstellen. De opdrachtnemer kan bij ter post aangetekende brief aan de aanbestedende overheid, te verzenden binnen de 15 kalenderdagen volgend op de postdatum van het toezenden van het proces-verbaal, zijn verweermiddelen doen gelden. Zijn stilzwijgen na die termijn geldt als een erkenning van de vastgestelde feiten.
2. Straffen (art. 45 KB Uitvoering) Elke inbreuk waarvoor geen bijzondere straf is voorzien en waarvoor geen rechtvaardiging werd aanvaard of binnen de vereiste termijn werd verstrekt, geeft aanleiding tot een algemene straf: - die eenmalig is en 0,07% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom. -
die dagelijks is en 0,02% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom per dag, indien de overtreding onmiddellijk behoort te worden hersteld.
Deze laatste straf wordt toegepast vanaf de derde dag na de datum van de afgifte van de aangetekende brief waarmee het proces-verbaal aan de opdrachtnemer werd betekend, tot en met de dag waarop aan de inbreuk door toedoen van de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid zelf, een einde werd gesteld. De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel maal toe te passen als de inbreuk is gepleegd;
er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd.
De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de opdrachtnemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, vermenigvuldigd met het aantal malen dat de inbreuk werd vastgesteld.
Blz. 15 110/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
3. Vertragingsboetes (art. 46 en 154 KB Uitvoering) De vertragingsboete wordt als forfaitaire vergoeding wegens vertraging in de uitvoering van de opdracht opgelegd en bedraagt 0,1 % per dag vertraging, met een maximum van 7,5 % van de waarde van alle of van een deel van de diensten waarvan de uitvoering met dezelfde vertraging gebeurde. Deze boete is eisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn zonder opstelling van een proces-verbaal en wordt van rechtswege toegepast voor het totaal aantal kalenderdagen vertraging. Onverminderd de toepassing van deze boetes, vrijwaart de opdrachtnemer de aanbestedende overheid, in voorkomend geval, tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging in de uitvoering van de opdracht. De boete is eveneens van toepassing op de in dit bestek bepaalde dwingende deeltermijnen. De aandacht van de opdrachtnemer wordt gevestigd op het feit dat hij zich in geval van een aantoonbare miskenning van de bijzondere uitvoeringsvoorwaarden inzake non-discriminatie blootstelt aan de middelen van optreden van de aanbestedende overheid in toepassing van art. 45 tot 49 en 154 tot en met 155 van het KB Uitvoering.
4. Verbreking van de opdracht Indien het gebruik van de geleverde producten aanleiding heeft gegeven tot ziekte- of intoxicatieverschijnselen bij de gebruikers of de bewoners van de woon- en zorgcentra, en er een evident causaal verband bestaat of kan aangetoond worden tussen de kwaliteit van de geleverde producten en de gevolgen voor de gebruikers of de bewoners, zal de opdracht éénzijdig verbroken worden en de dienstverlener aansprakelijk gesteld worden voor de schade die hieruit voortvloeit.
v. Non-discriminatieclausule De opdrachtnemer: duldt geen enkele vorm van discriminatie op grond van geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst.
verbindt er zich toe toegankelijk te zijn voor iedereen.
verbindt zich ertoe elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en bestraffen.
leeft de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na.
verbindt er zich toe onderhavige code eveneens ter kennis te brengen aan zijn onderaannemers en ervoor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in de uitvoering van deze opdracht van werken.
Bovenstaande clausule geldt zowel voor de aannemer – natuurlijke persoon als voor de aannemer – rechtspersoon en hun zaakvoerder(s), bestuurder(s) en andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon. Indien de aanbestedende overheid kan aantonen dat de aannemer voormelde bepalingen niet naleeft bij de uitvoering van onderhavige overheidsopdracht, kan zij ten aanzien van de aannemer toepassing maken van art. 45 tot 49 en 85 tot 88 van het KB Uitvoering.
w. Sociale en ethische criteria
Blz. 16 111/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
De 8 basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), die als criteria opgenomen worden in de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van maatschappelijk verantwoorde productie, vormen de basis van de sociale en ethische criteria. Zij bieden hét referentiekader om sociale en ethische verantwoordelijkheid te waarborgen. Er zijn 8 normen (http://www.ilo.org/ilolex/french/convdisp1.htm) die het volgende, in het bijzonder, waarborgen: -
Het recht op vakbondsvrijheid C. n°87
-
Het recht op vereniging en collectieve onderhandelingen C. n°98
-
de afschaffing van gedwongen arbeid C. n°29 et 105
-
verbod van discrimatie op het vlak van arbeid en verloning C. n°100 en 111
-
vastgestelde minimumleeftijd voor kinderarbeid C. n°138
-
het verbod op de ergste vormen van kinderarbeid C. n°182
In de "ILO declaration on Fundamental Principles and Rights at Work" staat onder meer dat op alle Lidstaten de verplichting rust om deze principes te respecteren, onverschillig of zij de basisconventies geratificeerd hebben of niet. Bedrijven moeten erop toezien dat hun activiteiten deze principes in geen geval schenden. De Federale overheid heeft ervoor gekozen om aan de opdrachtnemers van de aanbestedende overheden voor te stellen om op eer te verklaren dat hun producten in overeenstemming kunnen worden beschouwd met deze 8 normen (zie bijgevoegde verklaring).
x. Oplevering De volledige opdracht wordt geacht te zijn opgeleverd na betaling van de laatste factuur
y. Rechtsvorderingen Bij geschillen over de uitvoering van de opdracht zijn de hoven en rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement van Gent bevoegd.
Blz. 17 112/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
3. Technische bepalingen Algemeen Deze opdracht behelst de dienstverlening voor de lijkbezorging van behoeftigen. Het OCMW Gent zal overeenkomstig de wetgeving overheidsopdrachten, overgaan tot de aanstelling van een begrafenisondernemer, die gedurende de periode van 3 jaar (met mogelijke verlenging voor één jaar), de begrafenissen zal verzorgen van de overleden behoeftigen. Het OCMW Gent is uit hoofde van de wet verantwoordelijk om de begrafenis te verzorgen van die personen die ten laste van het OCMW zijn geplaatst in een bejaardeninstelling. Het stadsbestuur Gent is op basis van artikel 14 van het decreet van 16 januari 2004 en zijn wijziging, betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging en artikel 135 § 2 van de Nieuwe Gemeentewet, verplicht, ter vrijwaring van de openbare gezondheid, de lijkbezorging van behoeftigen overleden op haar grondgebied te verzorgen, wanneer niemand anders daartoe initiatief neemt. Er mogen in geen geval kosten doorgerekend worden aan familieleden of nabestaanden van de overledene die door tussenkomst van het Stadsbestuur of het OCMW worden begraven. Beschrijving van de opdracht voor het OCMW Gent en de stad Gent OCMW Gent Bij een overlijden van een persoon waarbij het OCMW Gent voor de begrafenis instaat, wordt de begrafenisondernemer verwittigd door de instelling waar de overledene zich bevindt. Hij neemt dan contact op met de mensen van de dienst OZ Oriëntatie en opname. Deze geven dan de gegevens van de overledene en de contactpersoon van de familie door (dit kan soms wat afwijken, soms geeft men bij de instelling zelf de contactpersoon van de familie door). De begrafenisondernemer neemt contact met de familie op. De begrafenisondernemer gaat dan de overledene gaan afhalen. Hij brengt het stoffelijk overschot naar het mortuarium. Hetzij dat van het ziekenhuis Jan Palfijn of een ander ziekenhuis, hetzij dat van de begrafenisonderneming, hetzij dat van het crematorium. Het verzorgen van het stoffelijk overschot volgens de geldende normen betreffende hygiënische lijkwade en eventueel opbaren. Vervullen van vereiste formaliteiten bij het mortuarium, kerk, crematorium en afscheidscentra. De kisting. De begrafenissen/crematies dienen te gebeuren met een lijkwagen, 4 dragers bij een teraardebestelling en 1 drager bij een crematie (bij een officiële ceremonie dienen er bij een crematie twee dragers te zijn). Het personeel van de dienstverlener zal steeds blijk geven van de vereiste ceremoniële ingetogenheid en ceremoniële kledij dragen. Vervoer naar de begraafplaats of het crematorium. Stad Gent Bij aangifte van het overlijden van een persoon waarbij niet onmiddellijk kan vastgesteld worden wie zal instaan voor de begrafenis, wordt door de diensten van de burgerlijke stand, loket overlijden onderzocht of er nabestaanden zijn die kunnen instaan voor de teraardebestelling.
Blz. 18 113/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
Indien er nabestaanden zijn die de formaliteiten en kosten m.b.t. de teraardebestelling op zich nemen, is het aan hen om de nodige schikkingen te treffen met de begrafenisondernemer van hun keuze. Indien blijkt dat de stad Gent moet instaan voor de teraardebestelling, dan nemen de medewerkers van het loket overlijden contact op met de aangestelde begrafenisondernemer. Deze begrafenisondernemer dient in te staan voor -
Het leveren van de lijkkist
-
Het kisten van het stoffelijk overschot
-
De overbrenging van het stoffelijk overschot van het mortuarium naar het crematorium of de begraafplaats
-
De overbrenging van de asurne van het crematorium naar de begraafplaats
-
Indien gewenst : het leveren van maximum 25 rouwkaartjes zonder foto met aangepaste tekst
-
Indien gewenst : het leveren van een zijden bloemstukje
-
Bij begrafenis of bijzetting op een begraafplaats dient een gedenkteken bij de laatste rustplaats te worden geplaatst of aangebracht.
-
Bij uitstrooiing op een strooiweide wordt een naamplaatje aangebracht op de gedenkzuil conform de regels.
Indien het een teraardebestelling betreft van een Gentse inwoner die overleden is in een andere gemeente en de overlijdensaangifte al daar is nog niet gebeurd, dient de aangestelde begrafenisondernemer ook de aangifte in de overlijdensplaats te verzorgen. Gemeenschappelijke bepalingen 1. Lijkkist voor overleden personen van maximum 120 kg en > 120 kg De geleverde lijkkist moet voldoen aan de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 2005 (tot bepaling van de voorwaarden waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden) in het bij de bestelling aangegeven mortuarium. De lijkkist moet mooi afgewerkt zijn; een glad oppervlak hebben (vernis of lak); bevestigingsmateriaal mag niet zichtbaar zijn (eventueel gebruik maken van sierdoppen); de kist mag geen volledig rechthoekig model hebben (vb van een goed model is de knikkist). Bij het leveren van een doodskist dient er rekening te worden gehouden met de filosofische of geloofsovertuiging en de regels van toepassing op crematies. Familieleden of personeelsleden van het Stadsbestuur of het OCMW mogen, indien gewenst, de kisting bijwonen. De inschrijver dient bij zijn offerte zeker een foto van de aangeboden lijkkist en binnenafwerking te voegen. 2. Afhaling van de overledene De opdracht omvat de afhaling van de overledene in het ziekenhuis, het rusthuis of welke ook de plaats van overlijden is op het Gentse grondgebied of daarbuiten. Voor het vervoer op het Gentse grondgebied (en Westlede) kan geen extra kost worden aangerekend. Voor het vervoer buiten het Gentse grondgebied wordt een prijs per kilometer opgegeven. De aandacht van de inschrijvers wordt erop gevestigd dat de deelgemeenten Afsnee, Desteldonk, Drongen, Gentbrugge, Ledeberg, Mariakerke, Mendonk, Oostakker, Sint-Amandsberg, Sint-DenijsBlz. 19 114/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
Westrem, Sint-Kruis-Winkel, Wondelgem en Zwijnaarde deel uitmaken van het grondgebied van de Stad Gent. 3. Lijkwade Dit is een lijkomhulsel dat wordt gebruikt bij de overbrenging van de plaats van overlijden naar het mortuarium. Dit moet voldoen aan het decreet van 16 januari 2004 en aan de Vlaamse milieunormen. 4. Opbaren Bij het opbaren wordt de overledene gewassen en volledig ontsmet. Vervolgens wordt de overledene, desgevraagd aangekleed en mooi gelegd. Na de opbaring, wordt de overledene in de koelkamer koel gehouden. 5. Overbrengen naar het mortuarium Overbrenging van het stoffelijk overschot van de plaats van overlijden of waar het stoffelijk overschot zich bevindt naar een mortuarium: hetzij dat van het ziekenhuis Jan Palfijn of een ander ziekenhuis, hetzij dat van de begrafenisonderneming, hetzij dat van een crematorium. Er mag geen meerprijs gerekend worden voor gebruik van een mortuarium met begroeting door familie. Indien de nabestaanden zelf instaan voor de kosten van de begraving, zullen ook de reeds gedane overbrengingskosten op initiatief van het Stadsbestuur of het OCMW, moeten aangerekend worden aan de nabestaanden. De overbrenging naar het mortuarium van de overledene - waarvan de familie zelf instaat voor de kosten en niet het OCMW; impliceert niet dat de uitvaart geregeld wordt via dit raamcontract. Desgevallend zullen de documenten nodig voor de aangifte van het overlijden ter beschikking moeten worden gesteld van de nabestaanden of de door hen aangestelde begrafenisondernemer. 6. Aantal medewerkers bij een teraardebestelling Bij ceremonieel vervoer en de neerlating van een kist in een grondgraf of bijzetting in een kelder dienen minimum 4 medewerkers te worden ingezet. Bij een kleine kist kan hiervan afgeweken worden in samenspraak met de verantwoordelijke van de betrokken begraafplaats. Bij een teraardebestelling van overleden personen van > 120 kg zijn er twee extra dragers nodig. De medewerkers moeten steeds blijk geven van de vereiste ceremoniële ingetogenheid en ceremoniële kledij dragen. Bij niet-ceremonieel vervoer van het stoffelijk overschot naar het crematorium dienen zoveel medewerkers te worden ingezet als noodzakelijk. 7. Ceremonie De lijkbezorging (teraardebestelling of crematie) gebeurt volgens de wil van de overledene. Indien er geen wilsbeschikking van de overledene gekend is, wordt rekening gehouden met de uitdrukkelijke wens van de nabestaanden van de overledene. Hebben noch de overledene noch de nabestaanden hun wensen kenbaar gemaakt, zal overgegaan worden tot crematie, tenzij de overlijdensomstandigheden een crematie verhinderen. Een waardige plechtigheid (rekening houdend met de filosofische overtuiging van de overledene) in de kerk, het crematorium of een ander afscheidscentrum.
Blz. 20 115/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
De ceremonie, de teraardebestelling of de uitstrooiing mag niet voor 10 u plaatsvinden. Er mag niet afgeweken worden van het tijdstip van de begrafenis. De datum voor crematie of teraardebestelling dient steeds te worden overlegd met de familie, het contactpunt of de verantwoordelijke diensten bij OCMW Gent en stad Gent. Indien er geen ceremonie is, moet er bij de teraardebestelling steeds een klein afscheidsmoment van ongeveer 15 minuten te worden voorzien. (Zelfs als er geen familie aanwezig is.) 8. Bijkomende bodemplaat voor bijzetting in kelder De bodemplaat voor bijzetting in kelder is een binnenschaal in kunststof die in de lijkkist wordt geplaatst zoals voorzien in art. 13 §2, 1 van het algemeen politiereglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 24 maart 2014. 9. Vervoer Het vervoer gebeurt in een lijkwagen. Het vervoer moet gebeuren met een ceremoniële lijkwagen behalve bij een crematie zonder plechtigheid en asverstrooiing ter plaatse. De lijkwagen moet er verzorgd en proper uitzien. De vervoeropdrachten kunnen door de begrafenisondernemer zelf uitgevoerd worden en/of in onderaanneming gegeven worden aan een vervoerbedrijf naar keuze. De begrafenisondernemer blijft echter, ten aanzien van het Stadsbestuur en het OCMW, aansprakelijk voor de correcte uitvoering van de opdracht incl. het vervoer en de facturatie hiervan. 10. Formaliteiten De opdracht omvat het vervullen van vereiste formaliteiten bij het mortuarium, kerk, crematorium en afscheidscentra. Personeelsleden of familieleden mogen in geen geval ingeschakeld worden om deze formaliteiten te vervullen. 11. Rouwprentjes Dit kunnen rouwprentjes zijn met foto (gemiddeld aantal 50) of met een afbeelding (gemiddeld aantal 25). Er wordt steeds een gedicht voorzien. De inschrijver dient bij zijn offerte zeker een voorbeeld van de aangeboden prentjes te voegen. 12. Bloemstuk Het bloemstuk moet gemaakt zijn met zijden bloemen. De inschrijver dient bij zijn offerte een foto van een voorbeeld van het aangeboden bloemstuk te voegen. 13. Gedenkteken - Naamplaatje Bij uitstrooiing op een strooiweide kan een naamplaatje worden aangebracht op de gedenkzuil. Dit naamplaatje vermeldt de naam, voornaam, geboorte- en overlijdensdatum. Het naamplaatje wordt door de begrafenisondernemer aangevraagd in het crematorium. Het wordt geplaatst door de verantwoordelijke van de betrokken begraafplaats. Bij begraving in een grondgraf kan een gedenkteken worden geplaatst aan het graf. Dit is een standaard, duurzaam en gepersonaliseerd gedenkteken met vermelding van: de naam, voornaam, geboortedatum en datum van overlijden van betrokkene. De inschrijver dient bij zijn offerte een foto van een voorbeeld van het aangeboden gedenkteken te voegen. Blz. 21 116/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
14. Contactgegevens Bij een overlijden van een persoon waarvoor het OCMW Gent instaat voor de begrafenis, kan u volgende personen contacteren : Mevr. Ankie Acke, dienst Advies, Admininistratief medewerkster, OZ Oriëntatie en opname, Jubileumlaan 217 A te 9000 Gent Tel. : 9 266 93 26 Mevr. Annick Florus, dienst Advies, Admininistratief medewerkster, OZ Oriëntatie en opname, Jubileumlaan 217 A te 9000 Gent Tel. : 9 266 93 87 Bij een overlijden van een persoon waarvoor het Stadsbestuur van Gent instaat voor de begrafenis, kan u volgende persoon contacteren : Guido Leclercq, hoofdadministratief medewerker, Dienst Burgerzaken – loket overlijden, Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent Tel. 09 266 72 62 Danny Vidts, administratief medewerker, Dienst Burgerzaken – loket overlijden, Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent Tel. 09 266 72 64 Contactpunt ‘Waardige uitvaart’ : mevr. Els De Smet, Visserij 153 te 9000 Gent GSM 0479 433 227
Blz. 22 117/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
BIJLAGE A: OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP “DE LIJKBEZORGING EN AFSCHEIDSDIENST VAN BEHOEFTIGE PERSONEN ” Onderhandelingsprocedure met bekendmaking Natuurlijke persoon Ondergetekende (naam en voornaam): Hoedanigheid of beroep: Nationaliteit: Woonplaats (volledig adres): Telefoon: Fax: E-mail: Contactpersoon: Ofwel (1) Rechtspersoon De vennootschap (benaming, rechtsvorm): Nationaliteit: met zetel te (volledig adres): Telefoon: Fax: E-mail: Contactpersoon: vertegenwoordigd door de ondergetekende(n): (De gemachtigden voegen bij hun offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit hun bevoegdheid blijkt of een gewaarmerkt afschrift van hun volmacht; zij kunnen zich ook beperken tot een verwijzing naar het nr. van de bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin hun bevoegdheden zijn bekendgemaakt.) Ofwel (1) Tijdelijke vereniging De ondergetekenden die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming (naam, voornaam hoedanigheid nationaliteit, voorlopige zetel):
VERBINDT OF VERBINDEN ZICH TOT UITVOERING VAN DE AANNEMING OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN VAN HET BESTEK VOOR BOVENGENOEMDE OVERHEIDSOPDRACHT: tegen de eenheidsprijzen vermeld in de inventaris in bijlage.Betalingen De betalingen zullen geldig worden uitgevoerd door overschrijving op volgende rekening (IBAN/BIC) ................................................ van de financiële instelling ................................. geopend op naam van ................................. . Bij de offerte te voegen documenten De documenten, gedateerd en ondertekend, die volgens het bestek van deze overheidsopdracht moeten worden bijgevoegd.
Blz. 23 118/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
Onderaannemers Gedeelte van de opdracht uitbesteed: .............% Voorgestelde onderaannemers: ................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................
Gedaan te ..................................................................................................................................... De ................................................................................................................................................ De inschrijver,
Handtekening: ............................................................................................................................... Naam en voornaam: ....................................................................................................................... Functie: ......................................................................................................................................... Belangrijke nota Er mag geen beroep worden aangetekend tegen mogelijke vormgebreken, fouten of leemten (artikel 87 van het koninklijk besluit van 15 juli 2011).
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is
Blz. 24 119/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
BIJLAGE B: VERKLARING ETHISCHE EN SOCIALE CRITERIA Verklaring ethische en sociale criteria Ondergetekende, de heer, mevrouw in naam van het bedrijf verklaart op zijn/haar eer dat zijn aangeboden diensten tot stand gekomen zijn mits naleven van onderstaande criteria. Indien de geleverde diensten tot stand zijn gekomen mits samenwerking met andere bedrijven, verklaart hij/zij dat ook deze, voor zover hij/zij weet, de onderstaande criteria naleven of opleggen aan hun filialen, contracterende partijen en onderaannemers : •
de vrijheid van vereniging, Conventie n°87 van de ILO
•
de vrijheid om te onderhandelen, Conventie n°98 van de ILO
•
de afschaffing van dwangarbeid, Conventies n°29 en 105 van de ILO
•
niet-discriminatie en de gelijke beloning voor arbeid, Conventies n°100 en 111 van de ILO
•
de geleidelijke uitbanning van kinderarbeid, Conventie n°138 van de ILO
•
het verbod op de ergste vormen van kinderarbeid, Conventie n°182 van de ILO
Indien hij/zij zou vernemen dat deze conventies niet nageleefd worden, zal hij/zij alle nodige maatregelen trachten te nemen om aan de situatie te verhelpen of om de diensten op een andere manier te realiseren. Hij/zij aanvaardt dat de Leidend ambtenaar of zijn vertegenwoordig(st)er hem/haar zal kunnen vragen om zijn/haar registers met de verschillende filialen, onderaannemers of contracterende partijen die een verband hebben met het betrokken dienst, te raadplegen.
Datum, handtekening en firmastempel.
Blz. 25 120/249 RMW - 14 januari 2015
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268
BIJLAGE C: INVENTARIS “DE LIJKBEZORGING EN AFSCHEIDSDIENST VAN BEHOEFTIGE PERSONEN ”
Nr.
EHP. in cijfers excl. Type Eenh. Hoev. btw
Beschrijving
1
Leveren van een lijkkist en kisten van overleden personen van max. 120 kg
VH
1
309
2
Leveren van een lijkkist en kisten van overleden personen van > 120 kg
VH
1
15
3
Lijkwade
VH
1
141
4
Opbaren
VH
1
141
5
Overbrengen naar mortuarium
VH
1
141
6
Lijkwagen voor teraardebestelling met plechtigheid met begrafenis in een graf
VH
1
9
7
Lijkwagen voor teraardebestelling zonder plechtigheid met begrafenis in een graf
VH
1
111
8
Lijkwagen voor crematie met plechtigheid en asverstrooiing ter plaatse
VH
1
30
9
Lijkwagen voor crematie met plechtigheid en asverstrooiing op begraafplaats
VH
1
15
10
Lijkwagen voor crematie zonder plechtigheid en asverstrooiing ter plaatse
VH
1
135
11
Lijkwagen voor crematie zonder plechtigheid en asverstrooiing op begraafplaats
VH
1
15
12
Lijkwagen voor crematie met plechtigheid niet op begraafplaats of ter plaatse
VH
1
9
13
2 extra medewerkers bij een teraardebestelling van overleden personen van > 120 kg
VH
1
15
Blz. 26 121/249 RMW - 14 januari 2015
Totaal excl. btw
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268 EHP. in cijfers excl. Type Eenh. Hoev. btw
Nr.
Beschrijving
14
Plaatsing bijkomende bodemplaat voor bijzetting in kelder
VH
1
3
15
Meerprijs bijzetten kist in een kelder op begraafplaats
VH
1
3
16
Meerprijs bijzetten urne op begraafplaats
VH
1
3
17
Meerprijs bijzetten urne op begraafplaats Westlede
VH
1
3
18
Meerprijs bijzetten urne in een kelder op de begraafplaats
VH
1
3
19
Aangifte overlijden binnen het grondgebied Gent
VH
1
141
20
Aangifte overlijden buiten het grondgebied Gent
VH
1
3
21
km-vergoeding
VH
1
3
22
Kerkdienst
VH
1
18
23
Plechtigheid crematorium
VH
1
45
24
Crematie op werkdagen
VH
1
135
25
Rouwprentjes met foto
VH
1
1500
26
Rouwprentjes zonder foto
VH
1
750
27
Bloemstukje met zijden bloemen
VH
1
30
Blz. 27 122/249 RMW - 14 januari 2015
Totaal excl. btw
OCMW GENT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Ref.: FM/2014/268 EHP. in cijfers excl. Type Eenh. Hoev. btw
Nr.
Beschrijving
28
Naamplaatje crematorium
VH
1
165
29
Gedenkteken op begraafplaats
VH
1
159
Totaal excl. btw
Totaal excl. btw : Btw 21% : Totaal incl. btw : De eenheidsprijzen dienen opgegeven te worden tot 2 cijfers na de komma. De producten hoeveelheid x eenheidsprijs dienen echter telkens op 2 cijfers na de komma afgerond te worden. Gezien, onderzocht en aangevuld met eenheidsprijzen, gedeeltelijke sommen en de totale som die gediend hebben tot het vaststellen van het bedrag van mijn inschrijving van heden, om gevoegd te worden bij mijn offerteformulier. Te .......................................... de ...................................................... Functie: ......................................................
Naam en voornaam: ............................................................................ Handtekening:
Blz. 28 123/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141117_BE_Selectieleidraad.doc
124/249 RMW - 14 januari 2015
1
ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING voor DE LIJKBEZORGING EN AFSCHEIDSDIENST VAN BEHOEFTIGE PERSONEN
SELECTIELEIDRAAD PROVINCIE
:
OOST-VLAANDEREN
STAD
:
GENT
OPDRACHTGEVER
:
Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Onderbergen 86 te 9000 Gent Ondernemingsnummer 0212.214.125
LIGGING
:
Verschillende locaties te Gent.
ONTWERPER
:
Strategische ondersteuning, Annelies Balcaen Onderbergen 86 te 9000 Gent Tel. 0479 73 43 57
REFERENTIENUMMER
:
FM/2014/268
UITERSTE DATUM VOOR INDIENEN KANDIDATUURSTELLING
:
4 februari 2015
125/249 RMW - 14 januari 2015
2
Inhoudsopgave 1. INLEIDING.........................................................................................................................................3 LEESWIJZER ............................................................................................................................................3 VRAGEN BETREFFENDE DE SELECTIELEIDRAAD...................................................................................................3 2. ALGEMENE BEPALINGEN...............................................................................................................5 WIJZE VAN GUNNEN...................................................................................................................................5 GUNNINGSPROCEDURE................................................................................................................................5 INDICATIEVE TIJDSPLANNING..........................................................................................................................6 TAALGEBRUIK...........................................................................................................................................6 TOEPASSELIJKE REGLEMENTERING.................................................................................................................6 3. SELECTIEPROCEDURE...................................................................................................................8 TOEGANGSRECHT......................................................................................................................................8 KWALITATIEVE SELECTIE..............................................................................................................................9 VARIA....................................................................................................................................................9 INDIENEN KANDIDATUURSTELLING.................................................................................................................10
126/249 RMW - 14 januari 2015
3
1. Inleiding Leeswijzer Voorwerp van de opdracht Deze opdracht behelst de dienstverlening voor de lijkbezorging en afscheidsdienst van behoeftige personen. Het OCMW Gent zal overeenkomstig de wetgeving overheidsopdrachten, overgaan tot de aanstelling van een begrafenisondernemer, die gedurende de periode van 3 jaar (met mogelijke verlenging voor één jaar), de begrafenissen zal verzorgen van de overleden behoeftigen. Het OCMW Gent treedt in deze opdracht op als opdrachtencentrale in de zin van artikel 2,4° van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Dit betekent dat het OCMW Gent de opdracht plaatst m.b.t. diensten die bestemd zijn voor andere aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten. Het OCMW Gent is uit hoofde van de wet verantwoordelijk om de begrafenis te verzorgen van die personen die ten laste van het OCMW zijn geplaatst in een bejaardeninstelling. Het stadsbestuur Gent is op basis van artikel 14 van het decreet van 16 januari 2004 en zijn wijziging, betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging en artikel 135 § 2 van de Nieuwe Gemeentewet, verplicht, ter vrijwaring van de openbare gezondheid, de lijkbezorging van behoeftigen overleden op haar grondgebied te verzorgen, wanneer niemand anders daartoe initiatief neemt. De opdracht loopt voor een periode van 3 jaar met ingang van de datum bepaald bij de schriftelijke toewijzing. De opdracht kan voor een periode van 1 jaar worden verlengd tot een maximum looptijd van de opdracht van 4 jaar. Hiertoe zal de opdrachtgever de dienstverlener een aangetekend schrijven richten 3 maanden voor de normale beëindiging van de opdracht.
Doel van de selectieleidraad Voorliggende selectieleidraad geeft toelichting bij de gunningsprocedure om een begrafenisondernemer aan te stellen. Het bevat de administratieve procedure, de uitsluitingsgronden en de selectiecriteria met het oog op de selectie van de gegadigden. Deze selectieleidraad strekt er enkel toe geschikte partijen te selecteren die in de volgende fase van de gunningsprocedure uitgenodigd zullen worden om een offerte in te dienen op grond van het opdrachtdocument dat uitsluitend zal worden overgemaakt aan de geselecteerde partijen.
Vragen betreffende de selectieleidraad Indien de selectieleidraad volgens een geïnteresseerde partij onduidelijkheden of onjuistheden zou bevatten, dient deze partij dit zo snel mogelijk te melden en dit uiterlijk 7 dagen voor de uiterste indiendatum van de kandidatuurstellingen. Deze vraag dient gericht te worden aan: Annelies Balcaen Strategische Aankoop Onderbergen 86 te 9000 Gent
[email protected] Het OCMW van Gent zal de vraag nauwkeurig onderzoeken en het antwoord aan alle geïnteresseerde partijen die de selectieleidraad hebben opgevraagd gelijktijdig overmaken en dit uiterlijk op de 3e dag voorafgaand aan de uiterste datum van indiening van de kandidaturen. Het antwoord maakt integraal deel uit van de selectieleidraad.
127/249 RMW - 14 januari 2015
4
Het niet ontvangen van een antwoord binnen de vooropgestelde termijn wordt aanzien als de uitdrukkelijke bevestiging dat de selectieleidraad geen enkele onduidelijkheid of onjuistheid bevat.
128/249 RMW - 14 januari 2015
5
2. Algemene bepalingen Wijze van gunnen Overeenkomstig artikel 26, § 2, 4° (het betreft een opdracht die betrekking heeft op niet-prioritaire diensten) van de wet van 15 juni 2006, wordt de opdracht gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking. De opdrachtgever behoudt zich het recht voor overeenkomstig artikel 35 van de wet van 15 juni 2006 af te zien van het gunnen van de opdracht of de procedure te herbeginnen, desnoods op een andere wijze.
Gunningsprocedure De onderhandelingsprocedure met bekendmaking betreft een gefaseerde gunningsprocedure die concreet als volgt wordt georganiseerd: Stap 1. Selectiefase Door een officiële bekendmaking wordt de private markt geïnformeerd over het bestaan van de opdracht en uitgenodigd om over te gaan tot het indienen van een kandidatuur voor voorliggende opdracht. In het kader van deze selectieprocedure wordt er een selectieleidraad ter beschikking gesteld van alle geïnteresseerde partijen. Stap 2. Gunningsfase – offerte indiening Na het nemen van een beslissing inzake de selectie, wordt de gunningsprocedure voortgezet ten aanzien van de geselecteerde kandidaten, dit zijn de gegadigden. De gegadigden zullen in eerste instantie het opdrachtdocument ontvangen. Daarna kunnen ze vervolgens een offerte indienen die in ieder geval dient te beantwoorden aan de specifieke voorwaarden van het opdrachtdocument. Stap 3. Gunningsfase - onderhandelingen De Aanbestedende Overheid zal de ingediende offertes in eerste instantie beoordelen op hun regelmatigheid. Op grond van deze beoordeling zal het OCMW van Gent op autonome wijze beslissen of het al dan niet aangewezen is om:
een presentatie van de ingediende offertes ten overstaan van een beoordelingscommissie te organiseren; gelijktijdig/achtereenvolgens te onderhandelen met één of meerdere inschrijvers; aan de inschrijvers de mogelijkheid te geven om een BAFO (‘Best And Final Offer’) in te dienen.
Bij elke onderhandeling met één of meerdere inschrijver(s) over de voorwaarden van samenwerking, zal het opdrachtdocument en de offerte van de desbetreffende Inschrijver(s) fungeren als leidraad. De opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige offerte.
129/249 RMW - 14 januari 2015
6
De inschrijver(s) van wie de offerte als onregelmatig werd verworpen en de inschrijver(s) van wie de offerte niet werd uitgekozen worden vervolgens in kennis gesteld van de motieven van verwerping en van de gemotiveerde gunningsbeslissing. Stap 4. Effectieve toewijzing van de opdracht Na het verstrijken van de wettelijke wachttermijn van vijftien dagen wordt de opdracht effectief toegewezen aan de opdrachtnemer en dit door middel van de kennisgeving van de gemotiveerde gunningsbeslissing aan de uitverkoren inschrijver.
Indicatieve tijdsplanning De indicatieve tijdsplanning voor het verloop van de onderhandelingsprocedure wordt vandaag als volgt ingeschat: Fase 1 van de onderhandelingsprocedure:
Indiening kandidaturen: 4/02/2015
Verzenden opdrachtdocument: 16/02/2015
Beoordeling kandidaturen: 13/02/2015
Fase 2 van de onderhandelingsprocedure:
Indiening offertes: 11/03/2015 Onderhandelingsfase: 12/03/2015 tot 25/03/2015 Gunning: mei 2015 Start van de opdracht: juni 2015
Deze indicatieve planning is niet bindend in hoofde van het OCMW van Gent.
Taalgebruik De aanvraag tot deelneming en alle aanvullende stukken moeten in het Nederlands worden opgesteld. Alle mededelingen en kennisgevingen (zowel mondeling als schriftelijk) tussen de kandidaten en het OCMW van Gent zullen in het Nederlands worden gevoerd.
Toepasselijke reglementering 1. Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen. 2. Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. 3. Decreet van 19 december 2008 (B.S. 24.12.2008) betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 4. Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren 5. Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. 6. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 (B.S. 29.04.2009) houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 7. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), Welzijnswet en Codex over het welzijn op het werk. 8. Alle wettelijke bepalingen die betrekking hebben op eender welk product dat in de inventaris voorkomt, geldig op de datum van de bekendmaking van de opdracht.
130/249 RMW - 14 januari 2015
7
9. Alle latere wijzigingen en aanvullingen op voormelde wetten en besluiten, geldig op de datum van de bekendmaking van de opdracht. De bepalingen van de opdrachtdocumenten Op deze opdracht zijn naast de wettelijke bepalingen ook alle bepalingen die in de opdrachtdocumenten inclusief de selectieleidraad beschreven zijn van toepassing.
131/249 RMW - 14 januari 2015
8
3. Selectieprocedure Toegangsrecht De dienstverlener mag zich niet bevinden in één van de uitsluitingstoestanden van artikel 61,§1 en 2 van het KB Plaatsing. Door ondertekening van de offerte verklaart de kandidaat/inschrijver1 zich niet te bevinden in één of meerdere van onderstaande uitsluitingstoestanden: Verplichte uitsluitingstoestanden: veroordeeld zijn door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor: - deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek; - omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek; - fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de Wet van 17 februari 2002; - witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Facultatieve uitsluitingstoestanden: in staat van faillissement of van vereffening verkeren, zijn werkzaamheden hebben gestaakt of een gerechtelijke reorganisatie hebben ondergaan, of in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; aangifte hebben gedaan van zijn faillissement of voor wie een procedure van vereffening aanhangig is, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat of die in een vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis veroordeeld zijn voor een misdrijf dat de professionele integriteit aantast; bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout hebben begaan; niet voldaan hebben aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid; niet in orde zijn met betaling van de belastingen overeenkomstig de Belgische wetgeving of van het land waar de inschrijver gevestigd is; zich in ernstige mate schuldig hebben gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opeisbaar in het kader van de kwalitatieve selectie, of die deze inlichtingen niet heeft verstrekt. In te dienen documenten De Belgische kandidaat voegt bij zijn offerte volgend document toe: een recent uittrekstel van het centrale strafregister (voor rechtspersonen). Dit kan eenvoudig aangevraagd worden door een mail te sturen naar
[email protected] met volgende gegevens: o Naam rechtspersoon o Ondernemingsnummer o Adres o Reden: “overheidsopdracht” De aanbestedende overheid zal zelf van de Belgische kandidaat via elektronische weg volgende documenten controleren: het RSZ-attest in de zin van art. 62, §1 KB Plaatsing het attest waaruit blijkt dat de inschrijver heeft voldaan aan de fiscale verplichtingen ten opzichte van de FOD Financiën De kandidaat die niet in België is gevestigd, voegt volgende bewijsstukken bij zijn offerte: 1
Dit geldt zowel voor natuurlijke personen als voor rechtspersonen en de bestuurder(s), zaakvoerder(s) of andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-,beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon.
132/249 RMW - 14 januari 2015
9
-
Een attest waaruit blijkt dat de inschrijver voldoet aan de bepalingen beschreven in het “Toegangsrecht”. een attest waaruit blijkt dat voldaan is aan de fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land van vestiging. een attest door de bevoegde overheid waarin bevestigd wordt dat hij volgens de rekening die ten laatste de uiterste indieningsdatum van de offerte is opgemaakt, voldaan heeft aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid.
De aanbestedende overheid kan in eender welk stadium van de procedure en met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen over de situatie van om het even welke kandidaat of inschrijver.
Kwalitatieve selectie Financiële en economische draagkracht Met het oog op de beoordeling van de financiële en economische draagkracht voegt de kandidaat volgende gegevens/documenten bij zijn offerte:
Een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet in de diensten, waarop de opdracht betrekking heeft, van de laatste drie afgesloten boekjaren.
De jaarrekeningen van de Belgische inschrijvers over de laatste drie boekjaren zullen door de aanbestedende overheid elektronisch opgevraagd worden. Buitenlandse inschrijvers moeten een kopie van hun gecertificeerde jaarrekeningen over de laatste 3 boekjaren bij hun offerte voegen. Uit de financiële ratio’s (liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit, betalingstermijn klanten en leveranciers) m.b.t. de jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren moet een gezonde financiële toestand blijken en de omzet in de diensten, waarop de opdracht betrekking heeft, moet voldoende groot zijn, d.w.z. minstens 6 keer zo groot als het bedrag van de offerte op jaarbasis, om te voldoen aan de financiële en economische minimumeisen.
Technische of beroepsbekwaamheid Om de aanbestedende overheid in staat te stellen de technische of beroepsbekwaamheid van de kandidaat na te gaan, worden volgende gegevens/documenten bij de offerte gevoegd:
Referentielijst met minimaal de vijf voornaamste klanten gedurende de afgelopen drie jaar met het totaal bedrag excl. BTW van de uitgevoerde prestaties per jaar. Het totale bedrag van de opdracht aan minstens één van de vijf klanten moet minimaal gelijk zijn aan het totaal bedrag van de offerte op jaarbasis. beschrijving van de technische uitrusting en de maatregelen om de kwaliteit te waarborgen;
De leidend ambtenaar heeft het recht zich, eventueel vergezeld van andere deskundigen, ter plaatse in de onderneming en in de vestiging of het bedrijf van de financiële, economische en technische bekwaamheid te komen vergewissen. Reis- en verblijfskosten voor een buitenlands bezoek, vallen ten laste van de inschrijver.
Varia Combinaties van kandidaten/inschrijvers zonder rechtspersoonlijkheid Geen enkele partner van een (op te richten) combinatie zonder rechtspersoonlijkheid mag zich in één van de uitsluitingstoestanden in de zin van artikel 61 KB Plaatsing bevinden. Elke partner van de combinatie dient bijgevolg de vereiste stukken in te dienen. Het volstaat dat de partners van dergelijke combinatie samen aan de vereisten inzake financiële en economische draagkracht en technische of beroepsbekwaamheid voldoen.
133/249 RMW - 14 januari 2015
10
Beroep op de draagkracht van andere entiteiten De kandidaat/inschrijver kan zich, om aan te tonen dat hij aan voormelde eisen inzake financiële en economische draagkracht en technische of beroepsbekwaamheid beantwoordt, ook beroepen op andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten (onderaannemers, verbonden ondernemingen, …). In dat geval voegt de kandidaat/inschrijver bij zijn offerte bovendien een schriftelijke verklaring van deze entiteiten, waarin zij zich ertoe verbinden om de kandidaat/inschrijver voor de uitvoering van de opdracht de noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen. Let wel, artikel 61 KB Plaatsing (toegangsrecht) is ook van toepassing op deze entiteiten. Consequenties voor de uitvoering van de opdracht De aandacht van de kandidaten/inschrijvers wordt gevestigd op het feit dat het voorstel betreffende de in te zetten personeelsleden en onderaannemers bindend wordt bij het sluiten van de opdracht. De dienstverlener verbindt zich ertoe alle onderdelen van de dienstenopdracht te laten uitvoeren door de in de offerte genoemde personeelsleden en onderaannemers. De dienstverlener kan deze in uitvoering slechts vervangen door derden indien hij aantoont dat deze derden over dezelfde capaciteiten beschikken als de in de offerte voorgestelde personen en onderaannemers en voor zover de aanbestedende overheid schriftelijk en voorafgaandelijk met de vervanging heeft ingestemd.
Indienen kandidatuurstelling De inschrijver maakt ten laatste op woensdag 4 februari 2015 zijn kandidatuur met de nodige bijlagen over per e-mail aan
[email protected]. Hij ontvangt hiervan binnen de 24 uur een ontvangstbevestiging.
134/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
P&O Human Resources - Directie Juridische Ondersteuning
2015_RMW_00012
Wijziging rechtspositieregeling OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van artikel 104, § 6 OCMW-decreet en artikel 60-personeel n.a.v. wijzigingen RPR Stadspersoneel Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context In de gemeenteraad van december 2014 worden een aantal wijzigingen aan de rechtspositieregeling voorgelegd. De wijzigingen hebben betrekking op: - het reglement op het geneeskundig toezicht: dit reglement wordt omwille van de duidelijkheid in de RPR geïntegreerd; - het salaris: de bij de stad gebruikte formules voor verrekening van onbezoldigde afwezigheden voor deeltijdse personeelsleden worden in de RPR opgenomen; - externe personeelsmobiliteit voor het administratief en technisch personeel van de brandweer wordt mogelijk gemaakt; - terbeschikkingstelling van statutair personeel aan privaatrechtelijke vzw's wordt opgenomen in de RPR. Daarnaast worden ook een aantal redactionele wijzigingen aangebracht. Deze wijzigingen zijn ambtshalve van toepassing op het OCMW-personeel met een gelijklopende graad maar moeten via een beslissing van het OCMW-bestuur ook van toepassing verklaard worden op het OCMW-personeel met een specifieke graad waarop de rechtspositieregeling eveneens van toepassing is.
Motivering Gelet op het raadsbesluit van 9 juni 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van artikel 104, § 6 OCMW-decreet en artikel 60-personeelsleden en latere wijzigingen; gelet op het gemeenteraadsbesluit van december 2014 tot wijziging van de stedelijke rechtspositieregeling, na gunstig advies verleend door de OCMW-raad d.d. 11 december 2014; overwegende dat de in het voornoemde gemeenteraadsbesluit aangehaalde overwegingen en motiveringen om de stedelijke rechtspositieregeling te wijzigen evenzeer gelden voor de OCMW-specifieke graden; dat het derhalve opportuun is om de door de gemeenteraad goedgekeurde wijzigingen evenzeer over te nemen voor het OCMW-personeel; gelet op het voorontwerp van raadsbesluit tot wijziging van de rechtspositieregeling OCMW-personeel opgemaakt door de secretaris in overleg met het managementteam; gelet op het vast bureau d.d. 27 oktober 2014 waarin onder meer de heden voorgestelde wijzigingen aan de rechtspositieregeling OCMW-personeel reeds werden goedgekeurd en die intussen opgesplitst werden in 2 afzonderlijke besluiten: één met wijzigingen die op 1 januari 2015 (dus met terugwerkende kracht) in werking moeten treden en één met wijzigingen die samenhangen met de invoering van een gemeenschappelijk arbeidsreglement stad en OCMW, dat na afronding van het vakbondsoverleg zal voorgelegd worden; gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; gelet op het protocol met de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 18 december 2014; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 9 juni 2011, 2011_RMW_00539 Vast Bureau, 27 oktober 2014, 2014_VB_01255
Strategisch kader
135/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Een modern human resources management ontwikkelen
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Motivering:
Het Bijzonder Onderhandelingscomité waarop de protocols met de vakbonden zullen ondertekend worden, is gepland op 18 december 2014.
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De wijzigingen in bijlage A van het raadsbesluit van 9 juni 2011 houdende vaststelling van de Rechtspositieregeling voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van artikel 104, § 6 OCMW-decreet en artikel 60-personeelsleden zoals hieronder: * In artikel 7 wordt in de vierde opsomming "110" vervangen door "104". * In artikel 87 wordt het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van RPR ouderenzorg". * In artikel 101 wordt § 2 geredigeerd als volgt: "§ 2. Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden in aanmerking: 1° de vast aangestelde statutaire personeelsleden, de vast aangestelde statutaire personeelsleden van de stad Gent, de vast aangestelde statutaire personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven van de stad Gent en de vast aangestelde statutaire personeelsleden die behoren tot het administratief en technisch personeel van de hulpverleningszone centrum die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen; ongeacht hun administratieve toestand. 2° de contractuele personeelsleden, met uitzondering van de contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 7, punten 1 tot en met 10, de contractuele personeelsleden van de stad Gent, de contractuele personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven van de stad Gent en de contractuele personeelsleden die behoren tot het administratief en technisch personeel van de hulpverleningszone centrum die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan één van de volgende criteria beantwoorden: a) ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling II en III en ze hebben met goed gevolg een inloopperiode beëindigd; b) ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen." * In artikel 111 wordt § 2 geredigeerd als volgt: "§ 2. Voor deelname aan een procedure van interne personeelsmobiliteit komen de volgende personeelsleden in aanmerking: 1° de vast aangestelde statutaire personeelsleden, de vast aangestelde statutaire personeelsleden van de stad Gent, de vast aangestelde statutaire personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven van de stad Gent en de vast aangestelde statutaire personeelsleden die behoren tot het administratief en technisch personeel van de hulpverleningszone centrum die aan de voorwaarden voldoen; ongeacht hun administratieve toestand. 2° de contractuele personeelsleden, met uitzondering van de contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 7, punten 1 tot en met 10, de contractuele personeelsleden van de stad Gent, de contractuele personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven van de stad Gent en de contractuele personeelsleden die behoren tot het administratief en technisch personeel van de hulpverleningszone centrum die aan de voorwaarden voldoen, als ze aan één van de volgende criteria beantwoorden:
136/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
a) ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling II en III en ze hebben met goed gevolg een inloopperiode beëindigd; b) ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen." * In Titel III. De Loopbaan wordt "Hoofdstuk XVII. Terbeschikkingstelling van statutair personeel aan andere overheidsdiensten" geredigeerd als volgt: "Hoofdstuk XVII. Terbeschikkingstelling van statutair personeel aan andere overheidsdiensten of privaatrechtelijke vzw's" * Artikel 119 octies wordt geredigeerd als volgt: "Artikel 119 octies De OCMW-raad kan statutair personeel ter beschikking stellen aan privaatrechtelijke vzw's of andere overheidsdiensten." * In artikel 168 wordt de derde alinea geredigeerd als volgt: “Wanneer het maandsalaris niet volledig verschuldigd is als gevolg van zes of meer werkdagen onbezoldigde afwezigheid op maandbasis, wordt het bedrag van het maandsalaris voor een voltijds personeelslid bepaald aan de hand van de volgende bewerking: 30 – (het aantal onbezoldigde werkdagen afwezigheid x 1,4) of voor een deeltijds personeelslid aan de hand van de volgende bewerking: 30 – (het aantal onbezoldigde werkdagen afwezigheid x de omgekeerde prestatiebreuk x 1,4). Wanneer het maandsalaris niet volledig verschuldigd is als gevolg van minder dan 6 werkdagen onbezoldigde afwezigheid op maandbasis, wordt het bedrag van het maandsalaris voor een deeltijds personeelslid bepaald aan de hand van de volgende bewerking: 30 – (het aantal onbezoldigde werkdagen afwezigheid x de omgekeerde prestatiebreuk). Deze formules gelden niet bij onbezoldigde afwezigheid van contractuelen wegens ziekte.” * In artikel 172 wordt het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van RPR ouderenzorg". * In artikel 179 wordt in het laatste lid het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van RPR ouderenzorg". * In artikel 181 wordt in het tweede lid het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van RPR ouderenzorg". * In artikel 205 wordt in § 1 het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van RPR ouderenzorg". * Artikel 240 wordt opgeheven. * In Titel X. Verloven en afwezigheden wordt in Hoofdstuk V. Het ziekteverlof en verlof wegens arbeidsongeschiktheid een Afdeling I.I. Ziekmelding, een Afdeling I.II. De geneeskundige controle en een Afdeling I.III. De arbitrage toegevoegd luidend als volgt: “Afdeling I.I. Ziekmelding Onderafdeling I. Het verwittigen van de dienst Artikel 240/1 § 1. Het personeelslid moet steeds spontaan zijn/haar dienst onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn/haar arbeidsongeschiktheid. Onder het begrip 'onmiddellijk' dient te worden verstaan: a) ten laatste voor het aanvangsuur van de dienstprestaties; b) ten laatste binnen de verwittigingstermijn zoals vastgelegd in het arbeidsreglement van de dienst waar het personeelslid is tewerkgesteld. § 2. Het statutaire personeelslid dat, behoudens overmacht, nalaat zijn/haar dienst onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn/haar arbeidsongeschiktheid wordt ambtshalve in de stand non-activiteit gesteld met verlies van salaris voor de dagen van ongeschiktheid die de dag van deze verwittiging voorafgaan. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode geen recht op salaris. Artikel 240/2 De verwittiging moet steeds persoonlijk en telefonisch gebeuren bij de leidinggevende of bij een centraal contactpunt zoals vastgelegd in het arbeidsreglement van de dienst waar het personeelslid is tewerkgesteld. Artikel 240/3 Bij het verwittigen van de leidinggevende of het centraal contactpunt geeft het personeelslid ook de verblijfplaats door waar hij/zij zich gedurende de periode van afwezigheid bevindt. Het personeelslid geeft ook de vermoedelijke duur van de afwezigheid door aan de leidinggevende of het centraal contactpunt van zodra hierover duidelijkheid is. Onderafdeling II. Het insturen van het attest van arbeidsongeschiktheid Artikel 240/4 § 1. Elke afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid moet gestaafd worden door een attest van arbeidsongeschiktheid. Dit
137/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
attest moet, behoudens overmacht, binnen de twee werkdagen na de dag van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid per post zijn verzonden ten aanzien van het GDC Personeelsbeheer. § 2. Gekopieerde, gefaxte of gescande attesten kunnen slechts worden aanvaard wanneer het origineel attest wordt nagestuurd aan het GDC Personeelsbeheer. § 3. Attesten van arbeidsongeschiktheid die louter en alleen gebaseerd zijn op een verklaring van het personeelslid en niet op een diagnose worden niet aanvaard. Ook geantedateerde attesten worden niet aanvaard. § 4. De vaste rust- en vrijafdagen die vervat zijn in de ziekteperiode dienen eveneens gedekt te worden door het attest van arbeidsongeschiktheid. Artikel 240/5 Wordt het getuigschrift na de voorgeschreven termijn bezorgd, dan wordt het statutaire personeelslid ambtshalve in de stand non-activiteit gesteld met verlies van salaris voor de dagen van ongeschiktheid die de verzending van het getuigschrift voorafgaan. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode geen recht op salaris. Artikel 240/6 Op het attest van arbeidsongeschiktheid moeten volgende gegevens opgenomen staan: de de de de de de de de
identiteit van de werknemer (voornaam, naam, geboortedatum, dienst, woonplaats) verblijfplaats tijdens de werkonbekwaamheid (ook ziekenhuis) vermelding dat de werknemer arbeidsongeschikt is oorzaak van de arbeidsongeschiktheid (ziekte of een ongeval, een verondersteld arbeidsongeval, ziekenhuisopname) vermelding of het gaat om herval vermelding of de werknemer al dan niet de woning mag verlaten vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid (met begin- en einddatum) stempel, de handtekening van de arts en de datum van consultatie.
Onderafdeling III. Verlenging van de arbeidsongeschiktheid Artikel 240/7 Dezelfde procedure geldt in geval van verlenging van de arbeidsongeschiktheid alsook bij herval. Afdeling I.II. De controle Onderafdeling I. De controlearts en de controle Artikel 240/8 Het OCMW Gent kan de gemelde arbeidsongeschiktheid laten controleren door een controlearts. De controlearts is als arts verbonden aan een medische controle-instelling. Artikel 240/9 § 1. Het personeelslid moet alle nodige maatregelen nemen om de controlearts toe te laten zijn/haar controle-opdrachten uit te voeren. Hij/zij mag niet weigeren een controlearts, die zich moet legitimeren, te ontvangen, noch zich door deze te laten onderzoeken. Het personeelslid levert het bewijs van de getroffen maatregelen. § 2. Bij een weigering om de controlearts te ontvangen of bij een weigering van het geneeskundig onderzoek wordt het statutaire personeelslid ambtshalve in de stand non-activiteit gesteld met verlies van salaris vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode geen recht op salaris. Artikel 240/10 § 1. De controlearts gaat na of het personeelslid werkelijk arbeidsongeschikt is. Hij/zij mag geen advies geven omtrent de juistheid van de diagnose of de waarde van de toegepaste therapie. Het is hem/haar niet toegelaten geneesmiddelen voor te schrijven. § 2. De controle kan bestaan uit een lichamelijk onderzoek dat het personeelslid niet mag weigeren. Het controleonderzoek mag gebeuren buiten de aanwezigheid van de behandelende arts. De controlearts mag inzage vragen in medische documenten waarover het zieke personeelslid beschikt. Artikel 240/11 De medische controle mag enkel gebeuren tijdens de opgegeven afwezigheidsperiode van arbeidsongeschiktheid, op alle dagen van de week, ook op zon- en feestdagen. De controle moet op 'normale' uren geschieden. Uitgesloten wordt de tijd tussen 21 uur en 8 uur, behalve wat betreft het personeel aangeduid voor een nachtploeg dat tot 24 uur kan gecontroleerd worden op de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. Artikel 240/12 De controles gebeuren op de door het personeelslid opgegeven verblijfplaats. Elke verandering van verblijfplaats, dient spontaan en vooraf te worden gemeld aan het GDC Personeelsbeheer. Bij ontstentenis van een melding zal het personeelslid de materiële onmogelijkheid ervan of overmacht moeten aantonen. Artikel 240/13 De controlearts kan de beslissing van de behandelende arts bevestigen of betwisten.
138/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Indien de controlearts vaststelt dat de afwezigheid gerechtvaardigd is, deelt hij/zij dit mondeling mee aan het betrokken personeelslid die dan afwezig mag blijven voor de duur van het toegestane ziekteverlof. De controlearts overhandigt aan het personeelslid een schriftelijk bewijs van zijn/haar standpunt. Indien de controlearts de beslissing van de behandelende arts betwist of in vraag stelt, deelt hij/zij dit mondeling mee aan het betrokken personeelslid en overhandigt aan het personeelslid een schriftelijk bewijs van zijn/haar standpunt. Indien het personeelslid het niet met deze beslissing eens is, deelt het dit uitdrukkelijk aan de controlearts mee. De controlearts neemt in elk geval onverwijld contact op met de behandelende arts. Zolang er geen contact en overleg is geweest tussen de controlearts en de behandelende arts, blijft het betrokken personeelslid gerechtvaardigd in ziekteverlof. Bij elk verschil van mening tussen de behandelende arts of het personeelslid enerzijds en de controlearts anderzijds, geldt dezelfde procedure zoals bepaald in Afdeling I.III. De arbitrage. Onderafdeling II. Het verlaten van de woning tijdens de arbeidsongeschiktheid Artikel 240/14 Indien het personeelslid afwezig is bij de controle, of niet kan aangetroffen worden, zal het een bericht in de brievenbus vinden van het bezoek van de controlearts. Het personeelslid zal er steeds voor zorgen dat de brievenbus op enig welke manier regelmatig wordt gelicht. Het bericht van de controlearts zal een uitnodiging inhouden om zich op de opgegeven plaats, datum en uur aan te bieden bij de controlearts. Op die uitnodiging moet worden ingegaan, behalve wanneer het personeelslid het werk op de in het bericht opgegeven datum reeds volledig heeft hervat. Artikel 240/15 Indien het personeelslid niet op de vooropgestelde plaats, datum of uur kan aanwezig zijn, zal het met het oog op een andere afspraak, het GDC Personeelsbeheer daarvan onmiddellijk en op voorhand op de hoogte brengen. Indien het GDC Personeelsbeheer niet kan bereikt worden, zal het personeelslid contact opnemen met de controle-instelling. Artikel 240/16 Wanneer het statutaire personeelslid niet ingaat op de uitnodiging van de controlearts om zich bij hem/haar aan te bieden wordt hij/zij ambtshalve in de stand non-activiteit gesteld met verlies van salaris vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode geen recht op salaris. Onderafdeling III. Het personeelslid is nog niet naar de behandelende arts geweest of heeft nog geen bezoek van de behandelende arts ontvangen Artikel 240/17 Indien de controlearts zich bij het betrokken personeelslid aanbiedt, vooraleer de behandelende geneesheer vaststellingen heeft kunnen verrichten, zal de controlearts een schriftelijk bewijs van zijn/haar bevindingen overmaken aan de behandelende arts. In het verslag moet de vermoedelijke duur van de afwezigheid worden vermeld. Indien de behandelende arts een ander standpunt deelt dan dat van de controlearts, neemt de behandelende arts onverwijld contact op met de controlearts. Bij verschil van mening wordt de procedure verder gevolgd zoals vastgelegd in het hieronder vermelde Afdeling I.III. De arbitrage. Afdeling I.III. De arbitrage Artikel 240/18 Na overleg kan zowel de behandelende arts als de controlearts op zijn/haar eerste beslissing terugkomen en de arbeidsgeschiktheid resp. arbeidsongeschiktheid aanvaarden. In geen geval wordt aanvaard dat de behandelende arts een protest-attest aflevert. Indien beide artsen het niet eens worden, wordt de arbitrageprocedure in werking gesteld door de aanwijzing van een arts-deskundige, zoals nader bepaald in artikel 240/19. Het personeelslid dient nog dezelfde dag van het controleonderzoek in contact te treden met zijn/haar behandelende arts om het resultaat van het onderhoud te vernemen. Artikel 240/19 De arts-deskundige wordt in overleg tussen de partijen gekozen onder die artsen die onafhankelijk zijn van de betrokken partijen. De controle-instelling wordt gemachtigd namens het OCMW te onderhandelen. Artikel 240/20 De arts-deskundige wordt binnen twee werkdagen aangesteld en van zijn aanwijzing onmiddellijk in kennis gesteld. De arbitrage moet geschieden binnen drie werkdagen na de aanwijzing van de arts-deskundige. Bij ontstentenis wordt het personeelslid geacht tijdens de bedoelde periode van arbeidsongeschiktheid gerechtvaardigd afwezig te zijn. Artikel 240/21 De arts-deskundige brengt de controlearts (inclusief de controle-instelling), de behandelende arts en het personeelslid onmiddellijk op de hoogte van zijn/haar beslissing. De arts-deskundige kan hierbij enkel het standpunt van de controlearts of dat van de behandelende arts bijtreden.
139/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Artikel 240/22 Indien het personeelslid afziet van het medisch onderzoek door de arts-deskundige, aanvaardt hij/zij impliciet het standpunt van de controlearts. Artikel 240/23 Het honorarium van de arts-deskundige voor het medisch onderzoek ten belope van een forfaitair bedrag van 75 EUR en de administratieve kosten verbonden aan de beslissing van de arts-deskundige ten belope van een forfaitair bedrag van 38 EUR vallen ten laste van het de controle-instelling indien de beslissing van de arts-deskundige afwijkt van het standpunt van de controlearts. Indien de arts-deskundige het standpunt van de controlearts volledig bijtreedt, dient het personeelslid deze kosten terug te betalen. Artikel 240/24 Behoudens andersluidende bepaling, wordt het statutaire personeelslid geacht zich in dienstactiviteit te bevinden gedurende de periode waarin de arbitrage loopt. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode recht op salaris. Artikel 240/25 Het personeelslid wordt als onwettig afwezig beschouwd indien het zich de eerste werkdag na de beslissing van de arts-deskundige, waarbij het werk moet worden hervat, zonder geldige reden niet aanbiedt op het werk.” * In artikel 275 wordt het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van RPR ouderenzorg". * In artikel 313 wordt in § 1 het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van RPR ouderenzorg". * In artikel 334 worden in de tweede alinea de woorden “het reglement op het geneeskundig toezicht” geschrapt. * In artikel 334 wordt in de tweede alinea het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming voor OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van RPR ouderenzorg". * In bijlage 1. Begrippen en definities wordt een definitie 10° bis toegevoegd luidend als volgt: 10° bis controle-instelling: de door het vast bureau aangeduide organisatie die belast wordt met de geneeskundige controle van het OCMW-personeel * In bijlage 1. Begrippen en definities wordt een definitie 40° bis toegevoegd luidend als volgt: 40° bis overmacht: een onvoorzienbare en onvermijdbare gebeurtenis die onafhankelijk is van de wil van het personeelslid en die een onoverkomelijk beletsel uitmaakt voor de nakoming van zijn verbintenis. * In bijlage 1. Begrippen en definities wordt een definitie 44° toegevoegd luidend als volgt: 44° protest-attest: nieuw attest van arbeidsongeschiktheid ingediend door het personeelslid voor dezelfde periode van afwezigheid en voor dezelfde ziekte waarvoor reeds een vorig attest van arbeidsongeschiktheid werd ingediend.
Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: 20141218_DO_Wijz RPR OCMW Pers_akkoord.pdf
Bijlage(n) 20141218_DO_Wijz RPR OCMW Pers_akkoord.pdf
140/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141218_DO_Wijz RPR OCMW Pers_akkoord.pdf
141/249 RMW - 14 januari 2015
142/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
2015_RMW_00013
Wijziging rechtspositieregeling personeel artikel 104, § 6 OCMW-decreet n.a.v. wijzigingen RPR Stadspersoneel Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context In de gemeenteraad van december 2014 worden een aantal wijzigingen aan de rechtspositieregeling voorgelegd. De wijzigingen hebben betrekking op: - het reglement op het geneeskundig toezicht: dit reglement wordt omwille van de duidelijkheid in de RPR geïntegreerd; - het salaris: de bij de stad gebruikte formules voor verrekening van onbezoldigde afwezigheden voor deeltijdse personeelsleden worden in de RPR opgenomen; - externe personeelsmobiliteit voor het administratief en technisch personeel van de brandweer wordt mogelijk gemaakt; - terbeschikkingstelling van statutair personeel aan privaatrechtelijke vzw's wordt opgenomen in de RPR. Daarnaast worden ook een aantal redactionele wijzigingen aangebracht. Deze wijzigingen zijn ambtshalve van toepassing op het OCMW-personeel met een gelijklopende graad maar moeten via een beslissing van het OCMW-bestuur ook van toepassing verklaard worden op het OCMW-personeel met een specifieke graad waarop de rechtspositieregeling ouderenzorg van toepassing is.
Motivering Gelet op het raadsbesluit van 9 juni 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor personeel artikel 104, § 6 OCMW-decreet en latere wijzigingen; gelet op het gemeenteraadsbesluit van december 2014 tot wijziging van de stedelijke rechtspositieregeling, na gunstig advies verleend door de OCMW-raad d.d. 11 december 2014; overwegende dat de in het voornoemde gemeenteraadsbesluit aangehaalde overwegingen en motiveringen om de stedelijke rechtspositieregeling te wijzigen evenzeer gelden voor de OCMW-specifieke graden die onder de rechtspositieregeling ouderenzorg vallen; dat het derhalve opportuun is om de relevante door de gemeenteraad goedgekeurde wijzigingen evenzeer over te nemen voor het personeel van artikel 104, § 6 OCMW-decreet; gelet op het voorontwerp van raadsbesluit tot wijziging van de rechtspositieregeling Ouderenzorg opgemaakt door de secretaris in overleg met het managementteam; gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; gelet op het protocol met de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 18 december 2014; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 9 juni 2011, 2011_RMW_00538
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Een modern human resources management ontwikkelen
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
143/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Motivering:
Het Bijzonder Onderhandelingscomité waarop de protocols met de vakbonden zullen ondertekend worden, is gepland op 18 december 2014.
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De wijzigingen in bijlage A van het raadsbesluit van 9 juni 2011 houdende vaststelling van de Rechtspositieregeling voor personeel artikel 104, § 6 OCMW-decreet zoals hieronder: * In artikel 83 wordt het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming door personeelsleden van het OCMW Gent die vallen onder de RPR Ouderenzorg". * In artikel 97 wordt § 2 geredigeerd als volgt: "§ 2. Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden in aanmerking: 1° de vast aangestelde statutaire personeelsleden, de vast aangestelde statutaire personeelsleden van de stad Gent, de vast aangestelde statutaire personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven van de stad Gent en de vast aangestelde statutaire personeelsleden die behoren tot het administratief en technisch personeel van de hulpverleningszone centrum die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen; ongeacht hun administratieve toestand. 2° de contractuele personeelsleden, de contractuele personeelsleden van de stad Gent, de contractuele personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven van de stad Gent en de contractuele personeelsleden die behoren tot het administratief en technisch personeel van de hulpverleningszone centrum die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan één van de volgende criteria beantwoorden: a) ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling II en III en ze hebben met goed gevolg een inloopperiode beëindigd; b) ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen." * In artikel 104 wordt § 2 geredigeerd als volgt: "§ 2. Voor deelname aan een procedure van interne personeelsmobiliteit komen de volgende personeelsleden in aanmerking: 1° de vast aangestelde statutaire personeelsleden, de vast aangestelde statutaire personeelsleden van de stad Gent, de vast aangestelde statutaire personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven van de stad Gent en de vast aangestelde statutaire personeelsleden die behoren tot het administratief en technisch personeel van de hulpverleningszone centrum die aan de voorwaarden voldoen; ongeacht hun administratieve toestand. 2° de contractuele personeelsleden, de contractuele personeelsleden van de stad Gent, de contractuele personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven van de stad Gent en de contractuele personeelsleden die behoren tot het administratief en technisch personeel van de hulpverleningszone centrum die aan de voorwaarden voldoen, als ze aan één van de volgende criteria beantwoorden: a) ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling II en III en ze hebben met goed gevolg een inloopperiode beëindigd; b) ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen." * In Titel III. De Loopbaan wordt "Hoofdstuk XVII. Terbeschikkingstelling van statutair personeel aan andere overheidsdiensten" geredigeerd als volgt: "Hoofdstuk XVII. Terbeschikkingstelling van statutair personeel aan andere overheidsdiensten of privaatrechtelijke vzw's" * Artikel 114 ter wordt geredigeerd als volgt: "Artikel 114 ter De OCMW-raad kan statutair personeel ter beschikking stellen aan privaatrechtelijke vzw's of andere overheidsdiensten."
144/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
* In artikel 163 wordt de derde alinea geredigeerd als volgt: “Wanneer het maandsalaris niet volledig verschuldigd is als gevolg van zes of meer werkdagen onbezoldigde afwezigheid op maandbasis, wordt het bedrag van het maandsalaris voor een voltijds personeelslid bepaald aan de hand van de volgende bewerking: 30 – (het aantal onbezoldigde werkdagen afwezigheid x 1,4) of voor een deeltijds personeelslid aan de hand van de volgende bewerking: 30 – (het aantal onbezoldigde werkdagen afwezigheid x de omgekeerde prestatiebreuk x 1,4). Wanneer het maandsalaris niet volledig verschuldigd is als gevolg van minder dan 6 werkdagen onbezoldigde afwezigheid op maandbasis, wordt het bedrag van het maandsalaris voor een deeltijds personeelslid bepaald aan de hand van de volgende bewerking: 30 – (het aantal onbezoldigde werkdagen afwezigheid x de omgekeerde prestatiebreuk). Deze formules gelden niet bij onbezoldigde afwezigheid van contractuelen wegens ziekte.” * In artikel 167 wordt het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming door personeelsleden van het OCMW Gent die vallen onder de RPR ouderenzorg". * In artikel 175 wordt in het laatste lid het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming door personeelsleden van het OCMW Gent die vallen onder de RPR ouderenzorg". * In artikel 178 wordt in het tweede lid het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming door personeelsleden van het OCMW Gent die vallen onder de RPR ouderenzorg". * In artikel 200 wordt in § 1 het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming door personeelsleden van het OCMW Gent die vallen onder de RPR ouderenzorg". * Artikel 234 wordt opgeheven. * In Titel X. Verloven en afwezigheden wordt in Hoofdstuk V. Het ziekteverlof en verlof wegens arbeidsongeschiktheid een Afdeling I.I. Ziekmelding, een Afdeling I.II. De geneeskundige controle en een Afdeling I.III. De arbitrage toegevoegd luidend als volgt: “Afdeling I.I. Ziekmelding Onderafdeling I. Het verwittigen van de dienst Artikel 234/1 § 1. Het personeelslid moet steeds spontaan zijn/haar dienst onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn/haar arbeidsongeschiktheid. Onder het begrip 'onmiddellijk' dient te worden verstaan: a) ten laatste voor het aanvangsuur van de dienstprestaties; b) ten laatste binnen de verwittigingstermijn zoals vastgelegd in het arbeidsreglement van de dienst waar het personeelslid is tewerkgesteld. § 2. Het statutaire personeelslid dat, behoudens overmacht, nalaat zijn/haar dienst onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn/haar arbeidsongeschiktheid wordt ambtshalve in de stand non-activiteit gesteld met verlies van salaris voor de dagen van ongeschiktheid die de dag van deze verwittiging voorafgaan. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode geen recht op salaris. Artikel 234/2 De verwittiging moet steeds persoonlijk en telefonisch gebeuren bij de leidinggevende of bij een centraal contactpunt zoals vastgelegd in het arbeidsreglement van de dienst waar het personeelslid is tewerkgesteld. Artikel 234/3 Bij het verwittigen van de leidinggevende of het centraal contactpunt geeft het personeelslid ook de verblijfplaats door waar hij/zij zich gedurende de periode van afwezigheid bevindt. Het personeelslid geeft ook de vermoedelijke duur van de afwezigheid door aan de leidinggevende of het centraal contactpunt van zodra hierover duidelijkheid is. Onderafdeling II. Het insturen van het attest van arbeidsongeschiktheid Artikel 234/4 § 1. Elke afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid moet gestaafd worden door een attest van arbeidsongeschiktheid. Dit attest moet, behoudens overmacht, binnen de twee werkdagen na de dag van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid per post zijn verzonden ten aanzien van het GDC Personeelsbeheer. § 2. Gekopieerde, gefaxte of gescande attesten kunnen slechts worden aanvaard wanneer het origineel attest wordt nagestuurd aan het GDC Personeelsbeheer. § 3. Attesten van arbeidsongeschiktheid die louter en alleen gebaseerd zijn op een verklaring van het personeelslid en niet op een diagnose worden niet aanvaard. Ook geantedateerde attesten worden niet aanvaard. § 4. De vaste rust- en vrijafdagen die vervat zijn in de ziekteperiode dienen eveneens gedekt te worden door het attest van arbeidsongeschiktheid. Artikel 234/5 Wordt het getuigschrift na de voorgeschreven termijn bezorgd, dan wordt het statutaire personeelslid ambtshalve in de stand
145/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
non-activiteit gesteld met verlies van salaris voor de dagen van ongeschiktheid die de verzending van het getuigschrift voorafgaan. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode geen recht op salaris. Artikel 234/6 Op het attest van arbeidsongeschiktheid moeten volgende gegevens opgenomen staan : de de de de de de de de
identiteit van de werknemer (voornaam, naam, geboortedatum, dienst, woonplaats) verblijfplaats tijdens de werkonbekwaamheid (ook ziekenhuis) vermelding dat de werknemer arbeidsongeschikt is oorzaak van de arbeidsongeschiktheid (ziekte of een ongeval, een verondersteld arbeidsongeval, ziekenhuisopname) vermelding of het gaat om herval vermelding of de werknemer al dan niet de woning mag verlaten vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid (met begin- en einddatum) stempel, de handtekening van de arts en de datum van consultatie.
Onderafdeling III. Verlenging van de arbeidsongeschiktheid Artikel 234/7 Dezelfde procedure geldt in geval van verlenging van de arbeidsongeschiktheid alsook bij herval. Afdeling I.II. De controle Onderafdeling I. De controlearts en de controle Artikel 234/8 Het OCMW Gent kan de gemelde arbeidsongeschiktheid laten controleren door een controlearts. De controlearts is als arts verbonden aan een medische controle-instelling. Artikel 234/9 § 1. Het personeelslid moet alle nodige maatregelen nemen om de controlearts toe te laten zijn/haar controle-opdrachten uit te voeren. Hij/zij mag niet weigeren een controlearts, die zich moet legitimeren, te ontvangen, noch zich door deze te laten onderzoeken. Het personeelslid levert het bewijs van de getroffen maatregelen. § 2. Bij een weigering om de controlearts te ontvangen of bij een weigering van het geneeskundig onderzoek wordt het statutaire personeelslid ambtshalve in de stand non-activiteit gesteld met verlies van salaris vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode geen recht op salaris. Artikel 234/10 § 1. De controlearts gaat na of het personeelslid werkelijk arbeidsongeschikt is. Hij/zij mag geen advies geven omtrent de juistheid van de diagnose of de waarde van de toegepaste therapie. Het is hem/haar niet toegelaten geneesmiddelen voor te schrijven. § 2. De controle kan bestaan uit een lichamelijk onderzoek dat het personeelslid niet mag weigeren. Het controleonderzoek mag gebeuren buiten de aanwezigheid van de behandelende arts. De controlearts mag inzage vragen in medische documenten waarover het zieke personeelslid beschikt. Artikel 234/11 De medische controle mag enkel gebeuren tijdens de opgegeven afwezigheidsperiode van arbeidsongeschiktheid, op alle dagen van de week, ook op zon- en feestdagen. De controle moet op 'normale' uren geschieden. Uitgesloten wordt de tijd tussen 21 uur en 8 uur, behalve wat betreft het personeel aangeduid voor een nachtploeg dat tot 24 uur kan gecontroleerd worden op de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. Artikel 234/12 De controles gebeuren op de door het personeelslid opgegeven verblijfplaats. Elke verandering van verblijfplaats, dient spontaan en vooraf te worden gemeld aan het GDC Personeelsbeheer. Bij ontstentenis van een melding zal het personeelslid de materiële onmogelijkheid ervan of overmacht moeten aantonen. Artikel 234/13 De controlearts kan de beslissing van de behandelende arts bevestigen of betwisten. Indien de controlearts vaststelt dat de afwezigheid gerechtvaardigd is, deelt hij/zij dit mondeling mee aan het betrokken personeelslid die dan afwezig mag blijven voor de duur van het toegestane ziekteverlof. De controlearts overhandigt aan het personeelslid een schriftelijk bewijs van zijn/haar standpunt. Indien de controlearts de beslissing van de behandelende arts betwist of in vraag stelt, deelt hij/zij dit mondeling mee aan het betrokken personeelslid en overhandigt aan het personeelslid een schriftelijk bewijs van zijn/haar standpunt. Indien het personeelslid het niet met deze beslissing eens is, deelt het dit uitdrukkelijk aan de controlearts mee. De controlearts neemt in elk geval onverwijld contact op met de behandelende arts. Zolang er geen contact en overleg is geweest tussen de controlearts en de behandelende arts, blijft het betrokken personeelslid gerechtvaardigd in ziekteverlof. Bij elk verschil van mening tussen de behandelende arts of het personeelslid enerzijds en de controlearts anderzijds, geldt dezelfde procedure zoals bepaald in Afdeling I.III. De arbitrage. Onderafdeling II. Het verlaten van de woning tijdens de arbeidsongeschiktheid
146/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Artikel 234/14 Indien het personeelslid afwezig is bij de controle, of niet kan aangetroffen worden, zal het een bericht in de brievenbus vinden van het bezoek van de controlearts. Het personeelslid zal er steeds voor zorgen dat de brievenbus op enig welke manier regelmatig wordt gelicht. Het bericht van de controlearts zal een uitnodiging inhouden om zich op de opgegeven plaats, datum en uur aan te bieden bij de controlearts. Op die uitnodiging moet worden ingegaan, behalve wanneer het personeelslid het werk op de in het bericht opgegeven datum reeds volledig heeft hervat. Artikel 234/15 Indien het personeelslid niet op de vooropgestelde plaats, datum of uur kan aanwezig zijn, zal het met het oog op een andere afspraak, het GDC Personeelsbeheer daarvan onmiddellijk en op voorhand op de hoogte brengen. Indien het GDC Personeelsbeheer niet kan bereikt worden, zal het personeelslid contact opnemen met de controle-instelling. Artikel 234/16 Wanneer het statutaire personeelslid niet ingaat op de uitnodiging van de controlearts om zich bij hem/haar aan te bieden wordt hij/zij ambtshalve in de stand non-activiteit gesteld met verlies van salaris vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode geen recht op salaris. Onderafdeling III. Het personeelslid is nog niet naar de behandelende arts geweest of heeft nog geen bezoek van de behandelende arts ontvangen Artikel 234/17 Indien de controlearts zich bij het betrokken personeelslid aanbiedt, vooraleer de behandelende geneesheer vaststellingen heeft kunnen verrichten, zal de controlearts een schriftelijk bewijs van zijn/haar bevindingen overmaken aan de behandelende arts. In het verslag moet de vermoedelijke duur van de afwezigheid worden vermeld. Indien de behandelende arts een ander standpunt deelt dan dat van de controlearts, neemt de behandelende arts onverwijld contact op met de controlearts. Bij verschil van mening wordt de procedure verder gevolgd zoals vastgelegd in het hieronder vermelde Afdeling I.III. De arbitrage. Afdeling I.III. De arbitrage Artikel 234/18 Na overleg kan zowel de behandelende arts als de controlearts op zijn/haar eerste beslissing terugkomen en de arbeidsgeschiktheid resp. arbeidsongeschiktheid aanvaarden. In geen geval wordt aanvaard dat de behandelende arts een protest-attest aflevert. Indien beide artsen het niet eens worden, wordt de arbitrageprocedure in werking gesteld door de aanwijzing van een arts-deskundige, zoals nader bepaald in artikel 234/19. Het personeelslid dient nog dezelfde dag van het controleonderzoek in contact te treden met zijn/haar behandelende arts om het resultaat van het onderhoud te vernemen. Artikel 234/19 De arts-deskundige wordt in overleg tussen de partijen gekozen onder die artsen die onafhankelijk zijn van de betrokken partijen. De controle-instelling wordt gemachtigd namens het OCMW te onderhandelen. Artikel 234/20 De arts-deskundige wordt binnen twee werkdagen aangesteld en van zijn aanwijzing onmiddellijk in kennis gesteld. De arbitrage moet geschieden binnen drie werkdagen na de aanwijzing van de arts-deskundige. Bij ontstentenis wordt het personeelslid geacht tijdens de bedoelde periode van arbeidsongeschiktheid gerechtvaardigd afwezig te zijn. Artikel 234/21 De arts-deskundige brengt de controlearts (inclusief de controle-instelling), de behandelende arts en het personeelslid onmiddellijk op de hoogte van zijn/haar beslissing. De arts-deskundige kan hierbij enkel het standpunt van de controlearts of dat van de behandelende arts bijtreden. Artikel 234/22 Indien het personeelslid afziet van het medisch onderzoek door de arts-deskundige, aanvaardt hij/zij impliciet het standpunt van de controlearts. Artikel 234/23 Het honorarium van de arts-deskundige voor het medisch onderzoek ten belope van een forfaitair bedrag van 75 EUR en de administratieve kosten verbonden aan de beslissing van de arts-deskundige ten belope van een forfaitair bedrag van 38 EUR vallen ten laste van het de controle-instelling indien de beslissing van de arts-deskundige afwijkt van het standpunt van de controlearts. Indien de arts-deskundige het standpunt van de controlearts volledig bijtreedt, dient het personeelslid deze kosten terug te betalen. Artikel 234/24 Behoudens andersluidende bepaling, wordt het statutaire personeelslid geacht zich in dienstactiviteit te bevinden gedurende de
147/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
periode waarin de arbitrage loopt. Het contractuele personeelslid heeft voor deze periode recht op salaris. Artikel 234/25 Het personeelslid wordt als onwettig afwezig beschouwd indien het zich de eerste werkdag na de beslissing van de arts-deskundige, waarbij het werk moet worden hervat, zonder geldige reden niet aanbiedt op het werk.” * In artikel 269 wordt het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming door personeelsleden van het OCMW Gent die vallen onder de RPR Ouderenzorg". * In artikel 303 wordt in § 1 het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming door personeelsleden van het OCMW Gent die vallen onder de RPR Ouderenzorg". * In artikel 321 worden in de tweede alinea de woorden “het reglement op het geneeskundig toezicht” geschrapt. * In artikel 321 wordt in de tweede alinea het woord "vormingsreglement" vervangen door de woorden "reglement over het volgen van vorming door personeelsleden van het OCMW Gent die vallen onder de RPR Ouderenzorg". * In bijlage 1. Begrippen en definities wordt een definitie 10° bis toegevoegd luidend als volgt: 9° controle-instelling: de door het vast bureau aangeduide organisatie die belast wordt met de geneeskundige controle van het OCMW-personeel * In bijlage 1. Begrippen en definities wordt een definitie 40° bis toegevoegd luidend als volgt: 40° bis overmacht: een onvoorzienbare en onvermijdbare gebeurtenis die onafhankelijk is van de wil van het personeelslid en die een onoverkomelijk beletsel uitmaakt voor de nakoming van zijn verbintenis. * In bijlage 1. Begrippen en definities wordt een definitie 43° bis toegevoegd luidend als volgt: 43° bis protest-attest: nieuw attest van arbeidsongeschiktheid ingediend door het personeelslid voor dezelfde periode van afwezigheid en voor dezelfde ziekte waarvoor reeds een vorig attest van arbeidsongeschiktheid werd ingediend.
Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: 20141218_DO_Wijz RPR OZ_akkoord.pdf
Bijlage(n) 20141218_DO_Wijz RPR OZ_akkoord.pdf
148/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141218_DO_Wijz RPR OZ_akkoord.pdf
149/249 RMW - 14 januari 2015
150/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
P&O Human Resources - Selectie & Loopbaan Selectie
2015_RMW_00014
Oproep tot de interne personeelsmobiliteits-, bevorderings- en aanwervingsprocedure voor de functie van polyvalent technisch medewerker (specialisatie loodgieter) – Technieken - Personeel & Organisatie Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Gelet op de beslissing van het Vast Bureau van 30 juni 2014 (2014_VB_00823) om de openstaande plaats van polyvalent technisch medewerker (specialisatie loodgieter) bij Technieken – Personeel & Organisatie in te vullen.
Motivering Gelet op artikel 8 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent dat elke vacante betrekking op één van de volgende manieren ingevuld kan worden: door door door door
een een een een
aanwervingsprocedure; bevorderingsprocedure; procedure van interne personeelsmobiliteit; combinatie van vorige procedures.
Gekoppelde besluiten Vast Bureau Personeel, 13 oktober 2014, 2014_VBP_00008
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De oproep tot de interne personeelsmobiliteits-, bevorderings- en aanwervingsprocedure voor de functie van polyvalent technisch medewerker (specialisatie loodgieter) – Technieken - Personeel & Organisatie
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20141106_AK_proces verbaal_PTM (loodgieter)_Technieken_IBA.pdf
Bijlage(n)
151/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
20141106_AK_proces verbaal_PTM (loodgieter)_Technieken_IBA.pdf
152/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141106_AK_proces verbaal_PTM (loodgieter)_Technieken_IBA.pdf
153/249 RMW - 14 januari 2015
154/249 RMW - 14 januari 2015
155/249 RMW - 14 januari 2015
156/249 RMW - 14 januari 2015
157/249 RMW - 14 januari 2015
158/249 RMW - 14 januari 2015
159/249 RMW - 14 januari 2015
160/249 RMW - 14 januari 2015
161/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Agendapunten Diensten van de Secretaris Bestuursondersteuning
2015_RMW_00001
Notulen openbare raadszitting donderdag 11 december 2014 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De notulen van de openbare zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van donderdag 11 december 2014. Notities notulen Raadslid Ronny Rysermans vraagt om bij het punt over meerjarenplan en budget de presentatie toe te voegen als bijlage.
Sociale Dienstverlening - Beleidsondersteuning Staf Beleidsondersteuning
2015_RMW_00003
Stedenfonds - overeenkomst met VZW's 2014-2015 - VOS vzw Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context De regie armoedebeleid in Gent wordt uitgevoerd door het OCMW. Met de opstart van de regie werden een aantal subsidieovereenkomsten van de Stad naar het OCMW overgeheveld. Eén van deze subsidieovereenkomsten werd door de stad afgesloten met VOS vzw voor het project 'Instapwonen'. Dit project streeft naar duurzame integratie in de vorm van stabiele huisvesting, stabiliteit in het gezin en een veilig onderkomen voor de betrokken gezinnen na de begeleiding. De gezinnen moeten voldoen aan een aantal inclusiecriteria waaronder de bereidheid om mee te stappen in een traject (zie bijlage). Dit project werd door de kerngroep die het project mee opvolgt, positief geëvalueerd en met dit besluit willen we het project 'Instapwonen' vanuit de regie armoedebeleid verder zetten. In de subsidieovereenkomst wordt door de Stad Gent voor het subsidiejaar 2015 extra middelen voorzien per extra gezin dat wordt begeleid.
162/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Motivering OCMW wet 1976 Decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds. Officieuze gecordineerde versie. Besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2012 tot uitvoering van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds. Omzendbrief van de Vlaamse Regering ivm de Vlaamse beleidsprioriteiten. Omzendbrief van de Vlaamse minister van Steden van 18 maart 2013.
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Armoedebestrijding (aanvullende steun e.a.)
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Ja
Inkomsten Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
C31 - Departement Sociale Dienstverlening - Vreemdelingen
Categorie:
740 - Werkingssubsidies
Uitgaven Bedrag:
18750,00
Kostenplaats:
C31 - Departement Sociale Dienstverlening - Vreemdelingen
Categorie:
649 - Toegestane werkingssubsidies
Commentaar
VOS VZW ontvangt via deze subsidie 18.750 euro. Dit bedrag bestaat uit Stedenfondsmiddelen gebudgetteerd in 2014 en 2015. De 18.750 euro bestaat voor 13.750 euro personeelskost. Hiervoor wordt er 1/5 VTE ingezet op de begeleiding van het project. 5.000 euro bestaat uit een begeleidingspremie die VOS vzw ontvangt voor de begeleiding van 2 gezinssystemen. Deze begeleidingspremie kan variabel worden ingezet: dit kan worden ingezet op kosten gemaakt voor de ondersteuning van het systeem bij het zoeken van huisvesting,...
Visum van de ontvanger Visum:
Gunstig
Adviezen Dienst Budgettering
163/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Datum:
10 december 2014
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met 12 stem(men) voor: Rudy Coddens , Evita Willaert , Yoeri Note , Chantal Sysmans , Ingrid Vandaele , Jurgen Bockstaele , Pascal Verbeke , Carl De Decker , Cengiz Cetinkaya , Emilie Peeters , Yeliz Güner , Liliane De Cock 3 onthouding(en): Els Roegiers , Eric Wauters , Ronny Rysermans
Artikel 1 de vernieuwde subsidieovereenkomst met VOS vzw in het kader van 'Instapwonen'.
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: 20141205_DO_VZW Vos_Deff.docx Notities notulen Raadslid Liliane De Cock houdt een korte tussenkomst over de positieve ervaringen met dit project. Zij merkt op dat het vaak gaat over gezinnen met een precair statuut, die duidelijk niet de intentie hebben om het land te verlaten en waarvoor dus de nodige ondersteuning aangewezen is. De voorgestelde uitbreiding is dan ook terecht en de Groen-fractie ondersteunt deze samenwerking. De voorzitter vult aan en geeft enkele verduidelijkingen en bevestigt de meerwaarde van dit project. Ronny Rysermans houdt volgende tussenkomst: “Geachte voorzitter, collega’s, voor ons ligt de subsidieovereenkomst van OCMW Gent met de vzw Vos in verband met het project ‘instapwonen’. Voorzitter, is het niet de bedoeling dat wanneer een subsidieovereenkomst wordt verlengd, dat er een evaluatie wordt toegevoegd?” De voorzitter antwoordt dat die zal toegevoegd worden.
Bijlage(n) 20141205_DO_VZW Vos_Deff.docx
164/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141205_DO_VZW Vos_Deff.docx
165/249 RMW - 14 januari 2015
VLAAMS STEDENFONDS 2014-2019 Subsidieovereenkomst voor werkingskosten tussen Stad Gent, OCMW Gent en VZW Vos voor financiering van het project Instapwonen voor werkingsperiode 1/10/2014 – 31/12/2015 Deze overeenkomst wordt gesloten onder voorbehoud van: de jaarlijkse vaststelling van het OCMW-budget door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de jaarlijkse vaststelling van de meerjarenplanning door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn In uitvoering van de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2013 houdende de goedkeuring van het Strategisch Meerjarenplan van de Stad Gent. Wordt onder voorbehoud van: de jaarlijkse goedkeuring door de Vlaamse regering van het trekkingsrecht voor de Stad Gent; de jaarlijkse goedkeuring van de stadsbegroting door de stad Gent en binnen de perken van de goedgekeurde kredieten; deze overeenkomst wordt afgesloten tussen enerzijds Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijke Welzijn van Gent, met zetel op Onderbergen 86 te 9000 Gent waarvoor optreden de heer Rudy Coddens, voorzitter, en Luc Kupers, secretaris, en die handelen in uitvoering van de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 14 januari 2015. hierna genoemd het OCMW; de stad Gent, met zetel ten Stadhuize te 9000 Gent, Botermarkt 1, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, waarvoor optreden de heer Resul Tapmaz, schepen van Welzijn, Gelijke kansen, Gezondheid en Sport (bij delegatiebesluit d.d. 16 juni 2014) en de heer Paul Teerlinck, stadssecretaris en die handelen in uitvoering van de zitting van de gemeenteraad van 26 januari 2015. hierna genoemd de Stad; en anderzijds VZW Vos, maatschappelijke zetel gevestigd te Reigerstraat 8 te 9000 Gent, vertegenwoordigd door de heer Joost Bonte, coördinator en de heer Hans Bodyn, Voorzitter; hierna genoemd de uitvoerder
en wordt het volgende overeengekomen:
Vlaamse Stedenfonds : Gent 166/249 RMW - 14 januari 2015
1
Hoofdstuk 1. - Voorwerp van de overeenkomst Artikel 1. - Omschrijving van de actie Actie
Instapwonen
Looptijd van de actie
Van 01/10/2014 tot en met 31/12/2015
Door het OCMW toegekend subsidiebedrag Vanaf 1/1/2015 voorziet Stad Gent een Begeleidingspremie voor bijkomende gezinssystemen
18.750 Euro
Inclusief begeleidingspremie van 5000 EUR voor 2 gezinssystemen
2.000 Euro per extra gezinssysteem berekend op de looptijd van één jaar met een maximum van 8.000 Euro
Art. 2. - Bovenstaande actie levert een bijdrage aan de strategische doelstelling, maatschappelijke evoluties, de operationele doelstelling en de activiteiten van het Strategisch Meerjarenplan van het OCMW ACC 3110 Aanbieden van maatschappelijke dienstverlening aan nieuwe EU burgers en inwoners van Gent met een precair verblijf. Bovenstaande actie levert een bijdrage aan de strategische doelstelling, maatschappelijke evoluties, de operationele doelstelling en de activiteiten van het Strategisch Meerjarenplan van de Stad Gent en het OCMW Strategische doelstelling
Operationele doelstelling
SD 2 We zorgen voor een optimale coördinatie van maatschappelijke dienstverlening en gezondheidszorg, maken ze toegankelijk voor iedereen en besteden daarbij uitgesproken aandacht aan kansengroepen. SD 3 We verhogen de zelfredzaamheid van burgers en hun recht op gelijke kansen en volwaardig burgerschap, startend vanuit een emancipatorisch onderwijs en rekening houdend met ieders mogelijkheden. OD00169 - Het verhogen van de integrale toegankelijkheid van de dienstverlening in brede zin, en de onderlinge afstemming van de verschillende welzijnsactoren. AC.34996 - Regisseren integratiebeleid.
Art. 3. - De uitvoerder verbindt er zich toe volgende prestaties te leveren en te meten: Periode 1/10/2014 – 31/12/2015 Prestaties Indicator Het streven naar stabiele Uitstroom uit het/de projectpand(en) huisvesting, stabiliteit in het gezin en een veilig onderkomen voor de betrokken gezinnen met een precair verblijfsstatuut na een jaar. Het bieden van nazorg aan Aantal lopende nazorgbegeleidingen cliënten die uit het project vallen of nadat het project is afgerond Een constructieve Aanwezigheid en betrokkenheid van
Vlaamse Stedenfonds : Gent 167/249 RMW - 14 januari 2015
Meetinstrument Reden uitstroom uit project
Opvolging in de kerngroep
Aantal partners betrokken 2
samenwerking en uitwisseling tussen de verschillende betrokken actoren onder coördinatie van VZW Vos. Deze samenwerking kadert binnen de visie van het Gentse daken thuislozenbeleid De VZW Vos voorziet begeleiding voor minimaal 2 gezinnen en maximaal 6 gezinnen De selectie van de gezinnen gebeurt aan de hand van inclusiecriteria
partners in de begeleidingen
bij de begeleiding
Aantal opgestarte begeleidingen
Opvolging in de kerngroep
De inclusiecriteria zijn;
De inclusiecriteria worden opgevolgd in de kerngroep
Reeds twee jaar in Gent verblijven We richten ons niet op nieuwkomers. Dit zou een fout signaal zijn, qua aantrekkingseffect. We richten ons op mensen die hier zelf hun weg hebben proberen zoeken, maar toch nog een duwtje in de rug nodig hebben Eu-burgers met de mogelijkheid om een verblijfstatuut te bekomen Het gaat om EU-burgers en niet om derderlanders. Ze mogen niet uitgesloten zijn van een verbijf hier omwille van een uitzettingsbevel wegens fraude of criminaliteit. Ze hoeven op dit moment hier niet legaal te zijn, want we zien dat deze gezinnen vaak wisselen tussen periodes van legaliteit (als ze werk hebben) en illegaliteit (als ze geen werk en officiële verblijfplaats hebben). De gezinsgrootte mag niet groter zijn dan de maximum capaciteit van de woning De bezettingsgraad van de huidige woning is bepaald op maximaal 10 personen. We streven in eerste instantie naar 2 (gelinkte) gezinnen die bereid zijn om een aantal gemeenschappelijke ruimtes te delen. Zoniet, kan er ook gewerkt worden met 1 groot gezin. De capaciteit van de woning bepaalt dus ook de gezinsgrootte. Bereidheid om actief deel te nemen aan een traject Het gezin moet open staan voor een traject om stappen vooruit te zetten op verschillende levensdomeinen.
Vlaamse Stedenfonds : Gent 168/249 RMW - 14 januari 2015
3
Deze bereidheid zal ingeschat worden door een van de kernpartners die reeds een positieve relatie heeft uitgebouwd met het gezin. Competenties hebben om een legaal verblijfstatuut te bekomen en te behouden Dit houdt voornamelijk in dat men potentie heeft om een job te vinden en te behouden. Hiervoor vragen we dat minimaal 1 gezinslid enige werkervaring heeft in België. De VZW Vos stelt een kerngroep samen die de selectie van de gezinnen, de voortgang van het project alsook de evaluatie opvolgt
Kernteam bestaat uit OCMW, VOS, Straathoekwerk, integratiedienst
Samenstelling kerngroep
Hoofdstuk 2. : inhoudelijke en financiële controle Art. 4 - De uitvoerder verklaart kennis te hebben van volgende regels en richtlijnen m.b.t. het Vlaams Stedenfonds en zijn opdracht in overeenstemming hiermee uit te voeren: De financiële en administratief technische regels en richtlijnen bepaald door de Stad Gent en het OCMW in verband met de uitvoering van het Decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd (Planlastendecreet) en het Decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds. Deze onderrichtingen zijn, hetzij op algemene wijze, hetzij in het bijzonder ten opzichte van de lokale uitvoerder, vertaald in de samenvattende brochure “Richtlijnen voor de derden voor verantwoording Stedenfonds Subsidieovereenkomsten” In het bijzonder dient de aandacht op volgende richtlijnen gevestigd te worden: Alle uitgaven die afgerekend worden op de subsidie dienen inhoudelijk gelinkt te zijn met de doelstellingen waarvoor de middelen ter beschikking zijn gesteld. Bij schending van dit opportuniteitsprincipe: zie art. 7 Er kan 10% verschoven worden tussen de afgesproken bedragen voor personeel en werking zonder voorafgaandelijke melding aan de bevoegde Stadsdienst en/of OCMW dienst. In geval grotere afwijkingen gewenst zijn, dient dit schriftelijk en mits motivatie aangevraagd te worden bij de bevoegde Stadsdienst en/of OCMW dienst ten laatste op 31 oktober. Overheadkosten bedragen max. 15% van het totaal toegekende subsidiebedrag. Ze worden toegekend op basis van de afgerekende en aanvaarde personeels- en werkingskosten. De overheadkosten worden als flatrate toegekend. Ze dienen dus niet gestaafd te worden met verantwoordingsstukken. Overheadkosten bestaan limitatief uit volgende posten: kosten voor (mede)gebruik van gebouw (huur, EGW, onderhoud-, schoonmaak- en servicekosten) kosten voor administratie en beheer van de organisatie (secretariaat, IT, personeelsbeheer, stafmedewerkers en directie) Personeelsleden die zowel instaan voor het algemeen beheer (inhoudelijk/zakelijk) als voor de realisatie van de projecten kunnen ingebracht worden voor een deel van hun prestaties mits deze expliciet gemotiveerd worden (omschrijving link met prestaties overeenkomst & tijdsinvestering). kosten voor telefonie, kopie en IT (incl. afschrijvingen) kosten voor kantoormateriaal (incl. afschrijvingen)
Vlaamse Stedenfonds : Gent 169/249 RMW - 14 januari 2015
4
huur installaties, machines en uitrusting voor de algemene werking verzendingskosten representatiekosten (recepties, geschenken,…) verzekeringen (behalve vrijwilligersverzekering voor projectmedewerkers) De voornoemde kosten kunnen dus niet ingediend worden onder de werkingskosten. Naleving wetgeving overheidsopdrachten: - De uitvoerder is op algemene wijze onderworpen aan de plaatsings- en uitvoeringsregels: indien de toepassingsvoorwaarden van artikel 12 en 2, 1°, d van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 zijn voldaan - De uitvoerder is voor specifieke gesubsidieerde opdrachten onderworpen aan de plaatsingsregels: indien de toepassingsvoorwaarden van artikel 13 van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en artikel 4, § 2 van het Koninklijk Besluit Plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 zijn voldaan Art. 5- Voor de financiering van de actie wordt de toegekende subsidie uit artikel 1 aan de uitvoerder gestort, volgens deze modaliteiten : 90% van het voor deze overeenkomst voorziene jaarbedrag wordt zo snel mogelijk na de ondertekening of bij meerjarige overeenkomsten zo snel mogelijk na 1 januari van het betreffende jaar, uitbetaald; Indien de uitvoerder in jaar x-2 een negatief overgedragen resultaat heeft, wordt dit voorschot in 2 schijven uitbetaald: 45% van het voor deze overeenkomst voorziene jaarbedrag wordt zo snel mogelijk na de ondertekening of bij meerjarige overeenkomsten zo snel mogelijk na 1 januari van het betreffende jaar, uitbetaald; 45% wordt uitbetaald na het eerste trimester de uitbetaling van het saldo van 10% van het betrokken jaarbedrag gebeurt na de inhoudelijke controle van de prestaties en na de financiële controle van de financiële afrekening van het betrokken jaar op het door de bevoegde dienst aangeleverde evaluatieformat. De financiële afrekening verduidelijkt de aanwending van de toegekende subsidie waarbij een volledig overzicht van de uitgaven en eventuele inkomsten met betrekking tot de prestaties wordt gegeven. De inhoudelijke en de financiële afrekening moeten uiterlijk 31 maart van het volgende jaar door de uitvoerder aan de Stad Gent en het OCMW worden bezorgd. Van deze datum kan afgeweken worden mits grondige motivatie en na schriftelijk akkoord van de bevoegde Stadsdienst en/of OCMW dienst. De uitvoerder verbindt er zich toe elke wijziging van rekeningnummer schriftelijk aan de Stad Gent en het OCMW bestuur mee te delen. Art. 6 – enkel van toepassing bij éénmalige subsidies >25.000 EUR of meerjarige subsidie >7.000 EUR De uitvoerder dient op grond van art. 5 § 2 van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, zijn balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand aan de Stad Gent en het OCMW te bezorgen. Op grond van artikel 5 § 1 van voormelde wet, dient de uitvoerder eveneens gedurende de looptijd van de subsidie elk jaar zijn balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand aan de Stad Gent en het OCMW te bezorgen. Art. 7 - De jaarlijkse inhoudelijke en financiële controle van de ingestuurde verslagen gebeurt door de Stad Gent en het OCMW. De Stad Gent en/ of het OCMW kan overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitgekeerde subsidie in geval het doel waarvoor de subsidie werd toegekend geheel of gedeeltelijk niet werd bereikt, de subsidie niet werd aangewend voor het doel waarvoor ze was toegekend of indien er geen of onvoldoende financiële verantwoordingsstukken kunnen voorgelegd worden.
Vlaamse Stedenfonds : Gent 170/249 RMW - 14 januari 2015
5
In geval de inhoudelijke en financiële verantwoording niet tijdig wordt aangeleverd, kan de Stad Gent en/ of het OCMW het nog resterende saldo van het betrokken werkingsjaar inhouden. In geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van de uitvoerder, kan de Stad Gent en/ of het OCMW beslissen om de toekenning van de subsidie te schorsen en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan de uitvoerder. In geval de uitvoerder onder curatele wordt geplaatst, kan de Stad Gent en/ of het OCMW overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitgekeerde subsidie. Elke vastgestelde onregelmatigheid geeft bij de Stad Gent en/ of het OCMW aanleiding tot een deel of de geheel uitgekeerde middelen terug te vorderen en/of het saldo niet uit te betalen. Art. 8 - De uitvoerder verbindt er zich toe wanneer de Stad Gent en/ of het OCMW om meer informatie verzoekt, dit schriftelijk binnen de 7 werkdagen na ontvangst van het verzoek te verstrekken. De bevoegde ambtenaren van de Stad Gent en/ of het OCMW mogen onaangekondigd de prestaties, de meting en de uitgaven m.b.t. het voorwerp van deze overeenkomst ter plaatse controleren. Externe deskundigen, aangesteld door de Stad Gent en/ of het OCMW, kunnen aangekondigd de uitvoering van deze overeenkomst ter plaatse auditen. De Stad Gent en/ of het OCMW heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende subsidie te doen controleren , alsook het bedrag en de aard van de subsidie die wordt toegekend. Ingeval de uitvoerder zich verzet tegen de uitoefening van de controle, is hij/zij gehouden tot terugbetaling van de subsidie. De uitvoerder is verplicht administratieve en financiële richtlijnen betreffende de uitvoering van het in huidige overeenkomst vermeld project, die de Stad Gent en/ of het OCMW of hogere bestuurlijke overheden haar eventueel zouden verstrekken, op te volgen, en de vorm van begeleiding te aanvaarden die de Stad Gent en/ of het OCMW of de hogere bestuurlijke overheden haar voor de uitvoering van de acties zouden opleggen. De uitvoerder verbindt er zich toe dat de actie in geen geval voorwerp mag uitmaken van een dubbele financiering. Co-financiering is wel toegestaan in zoverre de betrokken regelgeving dit toelaat.
Hoofdstuk 3 : wijziging overeenkomst Art. 9 - Elke wijziging m.b.t. de prestatie(s), de meting en de begroting van de actie wordt door de uitvoerder onmiddellijk aan de Stad Gent en het OCMW schriftelijk gemeld. Desgevallend wordt de overeenkomst aangepast. Onderhavige overeenkomst kan aangepast worden op voorstel van de Stad Gent en/ of het OCMW en de uitvoerder bij schriftelijk akkoord.
Hoofdstuk 4 : correspondentie en communicatie Art. 10 - De uitvoerder die voor zijn actie specifieke externe communicatie opzet, licht hierover de Stad Gent en het OCMW in. In publicaties of externe activiteiten van de uitvoerder moet duidelijk vermeld worden dat het een actie binnen het kader van het Vlaams Stedenfonds 2014-2019 betreft. De Stad Gent en het OCMW en de uitvoerder verbinden zich ertoe om onderling alle relevante informatie tijdig uit te wisselen en op regelmatige tijdstippen met elkaar overleg te plegen over alle aspecten van deze overeenkomst.
Vlaamse Stedenfonds : Gent 171/249 RMW - 14 januari 2015
6
Art.11- De bevoegde Stadsdienst en/of OCMW dienst beheert namens de Stad Gent en het OCMW voorliggende overeenkomst. Deze dienst wordt op zijn beurt door de coördinatie Stedenfonds OCMW Gent (Sociale Dienstverlening – staf Beleidsondersteuning) en coördinatie Stedenfonds Stad Gent (Strategie en Coördinatie – Strategische subsidies) ondersteund en begeleid. De gegevens betreffende de uitvoerder en het OCMW. De uitvoerder
-
Organisatie Rechtsvorm Vertegenwoordiger van de rechtspersoon volgens de statuten Contactpersoon Correspondentieadres Telefoonnummer Rekeningnummer en naam van de rekeninghouder e-mail
VZW Vos – Instapwonen
Organisatie Rechtsvorm Vertegenwoordiger van de rechtspersoon volgens de statuten Contactpersoon Correspondentieadres Telefoonnummer Rekeningnummer en naam van de rekeninghouder e-mail
VZW Vos – Instapwonen
Joost Bonte Joost Bonte Reigerstraat 9 – 9000 Gent
+32 9 2453707 / 32 486 627760
[email protected]
Hans Bodyn Hans Bodyn Reigerstraat 9 – 9000 Gent
[email protected]
Het OCMW: Bevoegde Stadsdienst en/of OCMW dienst
-
Naam dienst Diensthoofd Contactpersoon Adres Telefoon Fax-nummer e-mail
OCMW – Themawerking Vreemdelingen David De Keukelaere David De Keukelaere Offerlaan 6, 9000 Gent 09 266 35 40 09 266 93 14
[email protected]
De Stad Gent: Bevoegde Stadsdienst
-
Naam dienst Diensthoofd Contactpersoon Adres Telefoon Fax-nummer e-mail
Vlaamse Stedenfonds : Gent 172/249 RMW - 14 januari 2015
Integratiedienst Anja Van den Durpel Maaike Buyst Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent 09 267 03 28 09 266 76 70
[email protected]
7
Het OCMW: Stedenfondscoördinatie
-
Naam dienst Contactpersoon Adres
-
Telefoon Fax-nummer e-mail
Sociale Dienstverlening – staf Beleidsondersteuning Thomas Maeseele Sint-Martensstraat 13 9000 Gent 09/266.97.56
[email protected]
Stad Gent: Stedenfondscoördinatie
-
Naam dienst
-
Contactpersoon Adres
-
Telefoon Fax-nummer e-mail Rekeningnummer :
Strategie en Coördinatie Strategische subsidies Ariana Tabaku Keizer Karelstraat 1 9000 Gent 09/266.57.36 09/266.58.14
[email protected] IBAN : BE : 34-0910-0027-7790 – BIC : GKC CBEBB
Hoofdstuk 5 : Bijzondere bepalingen Art. 12 - Investeringen in onroerende goederen gedaan in het kader van deze overeenkomst mogen binnen een periode van 10 jaar geen andere bestemming krijgen. Art. 13 - Het OCMW en stad Gent kunnen in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Art. 14 – De toegekende subsidie mag door de uitvoerder niet in pand gegeven worden aan een derde. Art. 15 - De uitvoerder verbindt er zich toe er op toe te zien dat haar bestuurders of diens partners geen contracten afsluiten met zichzelf of met verwanten in eerste of tweede graad, of met rechtspersonen waarin zijzelf of verwanten in eerste of tweede graad zetelen. In geval dergelijke contracten toch noodzakelijk zouden zijn, dient voorafgaandelijk een schriftelijke toestemming van het OCMW en stad Gent bekomen te worden. Het OCMW en stad Gent dienen schriftelijk op de hoogte gebracht te worden van de aard en de omvang van de samenwerking. Indien dergelijk contract zonder akkoord van het OCMW en/of stad Gent werd afgesloten, is het OCMW en/of stad Gent gerechtigd over te gaan tot terugvordering van de reeds uitbetaalde subsidie of de nog uit te betalen subsidie op te schorten. Art. 16 - De uitvoerder verbindt er zich toe: geen enkele vorm van discriminatie op grond van het geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst te dulden. toegankelijk te zijn voor iedereen. elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en te bestraffen.
Vlaamse Stedenfonds : Gent 173/249 RMW - 14 januari 2015
8
de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na te leven. indien men beroep doet op derden onderhavige code aan hen ter kennis te brengen en er voor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in het kader van het toepasselijke reglement/de overeenkomst.
Wanneer de non-discriminatieclausule niet nageleefd wordt, kan het OCMW en/of stad Gent rekening houdend met alle elementen - maatregelen nemen. Art. 17 - In geval van betwistingen zijn alleen de hoven en rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement van Gent bevoegd.
Vlaamse Stedenfonds : Gent 174/249 RMW - 14 januari 2015
9
Hoofdstuk 6 : Inwerkingtreding beleidsovereenkomst Art. 18 - Huidige overeenkomst gaat in op 01/10/2014 en eindigt op 31/12/2015 Opgemaakt in 2 exemplaren te Gent op ../../2014 Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
Voor het OCMW
Luc Kupers secretaris
Rudy Coddens voorzitter
Voor de Stad Gent
Paul Teerlinck Stadssecretaris
Resul Tapmaz Schepen voor Welzijn, Gezondheid, Gelijke kansen en sport bij delegatiebesluit d.d. 16 juni 2014
Voor de uitvoerder Vzw Vos
Joost Bonte Coördinator
Vlaamse Stedenfonds : Gent 175/249 RMW - 14 januari 2015
Hans Bodyn Voorzitter
10
Notulen open zitting
2015_RMW_00004
Aanvullende Financiële Hulp - Hervorming van de Aanvullende Financiële Hulp Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Bestuursakkoord: In het Gentse bestuursakkoord staat het volgende: 1.30 Het OCMW werkt een nieuw systeem uit van aanvullende financiële steun, waarbij zowel de hoogte van het gezinsinkomen als het minimaal bestedingspatroon om menswaardig te leven bepalend zijn (in tegenstelling tot het huidige systeem van forfaitaire vergoeding voor huishuurtussenkomst, energietoelage en schoolpremie). Dit nieuwe systeem met één algemene maandelijkse aanvullende toelage, baseert zich op het onderzoek van Storms en Vandenbosch naar budgetstandaarden, maar houdt ook rekening met de budgettaire beperkingen van het OCMW. Het blijft de finale verantwoordelijkheid van de federale overheid om er voor te zorgen dat het leefloon toelaat een waardig leven te leiden. Dit nieuwe systeem houdt rekening met de concrete gezinssituatie waarbij prioritair de aanvullende steun verhoogd wordt voor gezinnen met minderjarige kinderen in functie van een meer menswaardig inkomen. Het brengt de reële uitgaven en inkomsten van het gezin in rekening. De steunverlening gebeurt op een voor de cliënt begrijpbare en doorzichtige wijze. De maandelijkse aanvullende steun kadert binnen de activeringsbegeleiding binnen een integrale aanpak. Dit schetst de contouren van de voorliggende nota 'Aanvullende Financiële Hulp'. Context en geschiedenis: Het leefloon en diverse andere uitkeringen blijven vaak ontoereikend om rond te komen. Dit werd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in februari 2014 ook als motie unaniem bekrachtigd. Artikel 1 van de OCMW-wet geeft het OCMW de opdracht om maatschappelijke dienstverlening te garanderen zodat iedereen een menswaardig leven kan leiden. Op basis van dit artikel, geven de OCMW’s aanvullende financiële hulp om mensen met een beperkt inkomen financieel tegemoet te komen. Deze aanvullende financiële hulp wordt (grotendeels) gefinancierd met eigen middelen van het OCMW. Dit is nauwelijks bij wet geregeld, het behoort tot de zogenaamde discretionaire bevoegdheid van de OCMW’s. Dit laat toe om de hoogte van de steun aan te passen aan de individuele behoeften van de cliënt en aan de lokale omstandigheden en (budgettaire) mogelijkheden. Het staat elk OCMW dus vrij een eigen beleid terzake uit te stippelen Binnen het departement Sociale Dienstverlening ontwikkelde een interne expertengroep aanvullende financiële hulp de voorbije jaren een voorstel tot herziening van de aanvullende financiële hulp binnen OCMW Gent. We stellen voor om de huidige energietoelage, huishuurtussenkomst, schoolpremie en tussenkomst plechtige communie / feest vrijzinnige jeugd te vervangen door één algemeen maandelijkse toelage, die het inkomen bijpast tot op het niveau van een steunbarema. Dit voorstel werd samen met een werkgroep bestaande uit wijkwerkers van de verschillende diensten, een jurist, een stafmedewerker financieel-en thematische hulpverlening en een stafmedewerker beleidsondersteuning verder uitgewerkt. Het werd ook reeds afgetoetst bij de dialooggroep Klantenparticipatie en bij werkveld en academici op het Kennisplatform Kinderarmoede georganiseerd door het Vlaams Armoede Steunpunt. Kern van het voorstel: De doelstelling van aanvullende financiële hulp vatten we als volgt samen. Via aanvullende financiële hulpverlening (AFH) willen we de hulpvrager een inkomen verlenen dat hem/haar toelaat een menswaardig leven te leiden. Maar het verhogen van het inkomen via AFH mag niet demotiveren tot het leveren van activeringsinspanningen. In vergelijking met het huidig systeem is een bijkomende doelstelling om de aanvullende financiële hulp rechtvaardiger toe te kennen. Het steunbarema wordt in dit nieuw systeem afgezet tegenover het totale gezinsinkomen. In de bijlage wordt het systeem uit de doeken gedaan. Het is zo dat we het gezinsinkomen vergelijken tegenover twee normen. De eerste is het Gentse referentiebudget, gebaseerd op onderzoek aan de Universiteit Antwerpen (Bérènice Storms en Karel Van den Bosch, 2009 en recentere uitwerking). Dit grondig onderzoek werd gevoerd samen met mensen in armoede en heeft berekend hoeveel financiële middelen mensen op de verschillende terreinen van het maatschappelijk leven nodig hebben om minimaal te kunnen participeren (gezondheid, huisvesting, vrije tijd, veilige kindertijd,...). Deze berekeningen werden opgesteld voor een diversiteit aan gezinssituaties. In het voorliggend systeem werd het bedrag aangepast aan de Gentse context (bvb. invoeren van de reeële huurprijs met huurplafond en aanpassen aan de Oost-Vlaamse provinciebelasting). Het tweede spoor dat wordt berekend is het spanningsveld met het minimuminkomen. Hierbij baseren we ons op het (beperkt) beschikbare onderzoek dat aangeeft of er een financiële prikkel moet zijn om een overstap te maken van uitkering naar bezoldigde arbeid én wat deze prikkel dan moet inhouden. Zo komen we op een spanningsveld van 35% voor alleenstaanden, 25% voor koppels en 7% voor alleenstaanden met minderjarige kinderen én voor koppels met minderjarige kinderen. Na uitrekenen van de 2 sporen wordt het laagste bedrag als steunbarema genomen. In de praktijk betekent dit dat de bovengrens altijd het Spanningsveld is. Er kan dus nooit AFH worden voorzien boven het spanningsveld met het
176/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
minimuminkomen. Daarenboven worden ook de sociale voordelen die mensen verliezen bij de overgang naar een voltijdse tewerkstelling aan minimuminkomen in rekening gebracht. Om dit systeem te kunnen implementeren en in functie van de beleidsprioriteit van de strijd tegen kinderarmoede werd een extra budget van 250.000 euro vanaf 2016 in het budget voorzien én werd 30.000 euro van de Vlaamse Kinderarmoedemiddelen gerserveerd voor dit systeem. Naast goedkeuring van de nota vragen we ook principiële goedkeuring om de bedragen stelselmatig aan een update te onderwerpen (bvb bij wijzigingen in de berekende referentiebudgetten en/of bij wijzigingen van het gewaarborgd minimuminkomen). Daarenboven vragen we ook principiële goedkeuring om de korf van sociale voordelen die worden verrekend te updaten. Implementatie We ontwikkelen een tool die de maatschappelijk werkers moet ondersteunen in de berekening van de AFH. De tool geeft in de specifeke cliëntensituatie aan welke sociale voordelen de gezinsleden recht op hebben. Aldus ondersteunt de tool de maatschappelijk werker ook om tot automatische rechtentoekenning over te gaan. Het nieuw systeem zal ingaan op 01/01/2016. Het concrete implementatie-en communicatieplan wordt in een van de komende maanden aan het bestuur voorgelegd. Andere vormen van AFH OCMW Gent voorziet meer vormen van AFH dan degene die in het nieuwe systeem worden opgenomen. Hieronder vindt u een overzicht van het gros van andere vormen AFH (degene die een budget van ongeveer 10.000 euro of meer bedragen). Dit overzicht is gerangschikt van niet terugvorderbaar naar wel terugvorderbaar. Medische kosten (medisch-farmaceutische kosten,…)
Eerste leeftijdsmelk
Tussenkomst internaatkosten
Toelage huisbrandolie
Afrekening water
Financiële hulp gewaarborgde kinderbijslag en geboortepremie (wanneer geen recht op KB)
Ambulante kosten ziekenhuis
Residentiële opname van Gentenaars in ziekenhuis
Plaatsingskosten onthaaltehuizen (indien leefloon ontoereikend is of indien mensen geen LL of ELL ontvangen)
Noodhulp (wanneer de installatiepremie reeds is gebruikt)
177/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Tussenkomst huurachterstallen Zekerheidsstelling Borg
Motivering Gelet op de organieke wet op de OCMW's van 1976 waarin bepaald wordt dat de OCMW het recht op maatschappelijke dienstverlening dienen te verzeker zodat eenieder in staat is een menswaardig leven te leiden. Gelet op de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie van 2002.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 7 april 2011, 2011_RMW_00337
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Armoedebestrijding (aanvullende steun e.a.)
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Nee
Inkomsten Bedrag:
120104,95
Kostenplaats:
A00 - Departement Sociale Dienstverlening - Sociale Dienstverlening
Categorie:
648 - Specifieke kosten sociale dienst
Commentaar
In de budgetten 2016 wordt er rekening gehouden met een terugvordering van de AFH van 120104,95 euro.
Uitgaven Bedrag:
1625737,15
Kostenplaats:
A00 - Departement Sociale Dienstverlening - Sociale Dienstverlening
Categorie:
648 - Specifieke kosten sociale dienst
Commentaar
Dit bedrag behelst het gebudgetteerde bedrag voor 2016 van volgende tussenkomsten Aanvullende Financiële Hulp (huidig systeem): Omschrijving Energietoelage Extra steun energie Huishuur toelage Schoolpremie Budget ifv hervorming aanvullende steun Subsidie middelen kinderarmoede Vlaanderen
Budget 2016 € 142.100,00 € 406.000,00 € 668.986,50 € 128.654,25 € 250.000
€ 30.000 € 1.625.737,75 => Deze gebudgetteerde bedragen worden hoger gebudgetteerd dan de effectieve kost waarop we onze berekeningen in voorliggende nota hebben gebaseerd. Onze nota is
178/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
gebaseerd op de effectieve kost van 2012 + bedrag schoolpremie 2013. De gebudgetteerde bedragen liggen hoger om enerzijds rekening te houden met eventuele wijzigingen (samenstelling cliënteel, voorwaarden om toegang te krijgen,...) en anderzijds omwille van de verschillende indexeringen van de gebudgetteerde bedragen tussen 2012 en 2016. Dit verklaart het verschil tussen de gesimuleerde kost (zie bijlage), deze is gebaseerd op de effectieve kost (zie bijlage), en het gebudgetteerde bedrag. Het nieuwe systeem wordt wordt ingevoerd vanaf 01/01/2016
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
5 december 2014
Advies:
Gunstig
Motivering: financiële informatie : cat van de inkomsten is 748 idpv 648
Hoofdbudgethouder Financiën Datum:
9 december 2014
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 het ontbinden van de volgende maatregelen: huishuurtussenkomst, schoolpremie, extra steun energie, energietoelage en tussenkomst plechtige communie/vrijzinnige jeugd vanaf 01/01/2016 mits aan de randvoorwaarden van een nieuw systeem is voldaan.
Artikel 2 het invoeren van een nieuw systeem van Aanvullende Financiële Hulpverlening gebaseerd op de referentiebudgetten waarmee mensen volwaardig kunnen participeren maar met voldoende spanningsveld met het Gewaarborgd Minimuminkomen vanaf 01/01/2016 mits aan de randvoorwaarden voor het nieuwe systeem is voldaan.
Artikel 3 de principiële goedkeuring om de bedragen Gents referentiebudget en GMMI stelselmatig aan een update te onderwerpen (bvb bij wijzigingen in de berekende referentiebudgetten en/of bij wijzigingen van het gewaarborgd minimuminkomen).
Artikel 4 de principiële goedkeuring om de korf van sociale voordelen jaarlijks aan een update te onderwerpen.
Artikel 5
179/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20150114_NO_nota aanvullende financile hulpfinal2.doc Notities notulen Thomas Maeseele geeft een toelichting over dit dossier, waarbij hij de hoofdlijnen van dit voorstel nog eens overloopt: de context is het bestuursakkoord, de kerndoelstellingen van het systeem, rechtvaardiger toekennen van aanvullende financiële hulp op basis van het gezinsinkomen, het Gents referentiebudget ('spoor 1', voortbouwend op de studie van Storms en Van den Bosch, waarbij ook het REMI-instrument geïntegreerd is), definiëring van het spanningsveld met het minimuminkomen ('spoor 2', met o.a. verrekening van sociale voordelen), enz. Thomas legt specifiek uit welke berekeningswijze de grondslag vormt van het nieuw systeem en ook welke de belangrijkste voorwaarden zijn in het nieuwe systeem. De voorzitter vult aan, en merkt bijvoorbeeld op dat het wenselijk zou zijn dat dit systeem van aanvullende financiële hulp volledig zou kunnen verdwijnen (door verhoging van de inkomensminima). Raadslid Chantal Sysmans houdt volgende tussenkomst: "Het nieuwe systeem van de aanvullende financiële hulp dat nu voorligt, heeft de bedoeling om een eerlijker aanvullende steun toe te kennen als maandelijkse toelage bovenop het inkomen, komende uit leefloon, levensminimum, pensioen of IGO, en blijvend inkomen uit invaliditeit vanwege het ziekenfonds, inkomensvervangende tegemoetkomingen en integratietegemoetkomingen. Waar we vooral als bijkomende doelstelling een rechtvaardiger systeem ontwikkelen, afgetoetst bij de dialooggroep, werkveld, academici die zich met armoede en kinderarmoede bezighouden, waarbij we de doelstelling rond het blijvend motiveren tot leveren van activeringsinspanningen voor diegene dat dit mogelijk is, niet uit het oog verliezen. Voor anderen blijft het naleven van de gemaakte afspraken uiteraard van toepassing, en ook een vorm van activering, zij het dan in een light-versie. En belangrijk is ook het behouden van een spanningsveld ten opzichte van de minimumlonen. Voorlopig dus nog enkel voor cliënten (met enkele opgesomde uitzonderingen). De berekeningswijze is heel zorgvuldig in mekaar gestoken. Maar misschien zou het voor ons, raadsleden, eens interessant zijn om enkele van de simulaties eens stap voor stap mee te berekenen zodat we een goed zicht krijgen op de praktische uitwerking van het nieuwe systeem. Ik denk hierbij vooral aan de bedragen die in mindering gebracht worden voor de diverse sociale voordelen en het percentage spanningsveld. Ondertussen gaan we ook wachten op de technische ondersteuning die er zal komen met het programma van CEVI. Heel belangrijk in de nota is de vaststelling dat diverse cliënten, die momenteel recht hebben op aanvullende steun, dit effectief zullen verliezen. Volgens de berekeningen botsen de meesten op het spanningsveld, en lijkt me dit dan ook het resultaat van de poging om het systeem rechtvaardiger te maken. Over het algemeen zien we ook dat het noodzakelijke budget zal stijgen met ongeveer 250.000 euro. Wat ons kan doen besluiten dat onze zwakste Gentse gezinnen in het verleden, zonder het nieuwe systeem, het met ongeveer 250.000 euro minder moesten stellen. Daarom dat het uiteindelijke resultaat wel een goede zaak is. In het kader van de algemene bestrijding van de armoede, mogen we hier echter niet blijven bij stil staan. In de tijd die voor ons ligt, zullen we misschien ook best eens kijken naar de niet-cliënten, die vaak ook onder het steunbarema zitten. Ik hoop dat de toegang tot de gegevens van Financiën ons zal toelaten om hier ook een simulatie te kunnen maken van het aantal gezinnen die bijkomend in aanmerking zouden komen, zodat op termijn een mogelijke uitbreiding kan onderzocht worden. Als we echt werk willen maken van de strijd tegen armoede in Gent, mogen we dit niet achterwege laten. Maar over het algemeen ben ik positief over deze nota. De volgende stappen die beloofd werden in de beleidsnota, zijn de automatische toekenning van rechten, en het actief opsporen van gezinnen die hierop recht hebben." Raadslid Yoeri Note houdt volgende tussenkomst: "In het Bestuursakkoord 2013-2018 staat dat het OCMW een nieuw systeem zal uitwerken van aanvullende financiële steun, waarbij zowel de hoogte van het gezinsinkomen als het minimaal bestedingspatroon om menswaardig te leven, bepalend zijn. Tot op heden kenden we een forfaitaire vergoeding voor huurtussenkomst, energietoelage, schoolpremie en nog andere … Het nieuwe systeem is weloverwogen en grondig beredeneerd en ligt nu ter goedkeuring voor. De aanzet hiervoor werd gegeven in de vorige legislatuur. Toen al werd het actualiseren van de aanvullende steun naar voor geschoven als één van de prioriteiten. Ik maak van deze gelegenheid dan ook gebruik om de diensten te danken voor het vele voorbereidende werk in deze uiterst complexe materie. Collega’s, voor ons ligt een degelijk onderbouwde en bedachtzame nota. Het nieuwe systeem kenmerkt zich door slechts te bestaan uit één algemene maandelijkse aanvullende toelage. Die maandelijkse toelage houdt enerzijds rekening met het onderzoek van Storms en Vandenbosch over de budgetstandaarden, maar anderzijds ook met de budgettaire beperkingen - lees: draagkracht - van het OCMW. Deze steunverlening zal met andere woorden gebeuren op een, voor de cliënt, verstaanbare en doorzichtige manier. Prioritair – trouw aan de missie van dit bestuur om kinderarmoede het hoofd te bieden - zal de aanvullende steun worden verhoogd voor gezinnen met minderjarige kinderen in functie van een meer menswaardig inkomen. Armoede, collega’s, kent veel definities en is gerelateerd aan een laag inkomen en een welbepaalde levenssituatie. Maar alle definities, enerzijds hoe gelijkend ook, anderzijds hoe verschillend ook, hebben één iets gemeen: ze wijzen allemaal op een tekort. En wat de oorzaak is van het tekort doet eigenlijk niet ter zake, evenmin de schuldvraag over armoede. Armoede is vaak niet eens de schuld van de arme, maar veelal een samenloop van omstandigheden, omgevingsfactoren, die vaak determinerend zijn of gewoonweg ‘ongeluk’ … Het woord zegt het zelf ’on-geluk’, de negatie van geluk. Wat wel als een paal boven water staat, en door iedereen wordt erkend, is dat een job vaak de uitweg vormt naar een beter bestaan. Werken levert vooreerst een inkomen op, maar ook sociale contacten met mensen op de werkvloer, maatschappelijke erkenning en waardering en tot slot ook voldoening en arbeidsvreugde. Allemaal elementen die leiden naar zelfontplooiing van het individu. Niet alleen de mens zelf, maar ook zijn omgeving wordt hier beter van. Wie geen job heeft is niet alleen kwetsbaarder, maar heeft ook een verhoogde kans op armoederisico’s. “Een arbeidsmarktbeleid is het best gediend met een tweesnijdend zwaard”, stelt Ivan Van de Cloot van denktank Itinera in
180/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
De Morgen van 22 december 2014. Ik citeer: “Wanneer je uitkeringen verhoogt, verlaag je de incentives om een baan te zoeken. Omgekeerd is het ook gevaarlijk ze te verlagen wanneer er, zeker voor laaggeschoolden, heel weinig jobs zijn. Daartussen moet een evenwicht worden gevonden. Een goed beleid combineert activering mét beschermingsmaatregelen." Voorzitter, collega’s, ik denk dat we het allemaal eens zijn dat het leefloon en diverse andere uitkeringen vaak ontoereikend blijven om rond te komen. Denken we hierbij aan de prijsstijgingen op de energiemarkt, de woonmarkt, enz. Als beleidsmakers mogen we onze ogen niet sluiten voor de realiteit. Maar binnen de schoot van het OCMW Gent kunnen we ook niet alle lasten van de wereld torsen. Uiteindelijk blijft het de finale verantwoordelijkheid van de federale overheid om ervoor te zorgen dat het leefloon het toelaat een waardig leven te leiden. Jullie zullen zich herinneren dat de meerderheidspartijen in de Raad van 11 februari 2014 volgende motie indienden: “De Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW van Gent verzoekt dat in het volgende federaal regeerakkoord voorzien wordt om de leefloonbedragen in de RMI-wet van 26 mei 2002 zo aan te passen dat het leefloon op korte termijn gevoelig verhoogd wordt tot een algemeen erkend menswaardig niveau, er in het kader van de gewenste activering rekening mee houdende dat er voldoende spanning blijft bestaan met de nettominimumlonen." Vandaag staat volgende passage in het Federaal Regeerakkoord: “Er zal worden onderzocht of de regelgeving van het leefloon nog aangepast is aan actuele samenlevingsvormen en/of zorgvormen. Ook tijdens de periode dat men een sociale uitkering geniet, mag niemand uit de boot vallen. De regering verhoogt geleidelijk de minimum sociale zekerheidsuitkeringen en de sociale bijstandsuitkeringen tot het niveau van de Europese armoededrempel. Hierbij wordt prioriteit gegeven aan de uitkeringen voor personen met het hoogste armoederisico. De sociale voordelen, die met sommige sociale uitkeringen gepaard gaan, zullen worden meegeteld in de vergelijking met de Europese armoedenorm. Deze verhoging kadert in de globale sociaal-economische beleidsstrategie. De regering ziet toe op voldoende spanning met een inkomen uit arbeid. Uitkeringsgerechtigden zitten vandaag vaak gevangen in een financiële werkloosheids- of inactiviteitsval omdat werken niet (of nauwelijks) meer opbrengt dan een uitkering in combinatie met bepaalde sociale voordelen. Zo dreigen zij bepaalde sociale voordelen te verliezen als ze aan de slag gaan”. Ik meen in alle bescheidenheid te mogen stellen dat dit een eerste schuchtere stap is in de goede richting … de niet al te bijster positieve economische toestand indachtig. Terug nu naar activering. De activering via de arbeidsmarkt wordt gezien als een belangrijke manier om armoede aan te pakken. Het is niet de enige manier, maar - ook het Steunpunt tot Bestrijding van Armoede (2007) zei het al: “het is bewezen dat werkloosheid en armoede vaak hand in hand gaan”. Ik vond inspiratie in een masterproef uit 2008, uitgewerkt door Lynn Veldeman aan onze UGent, met als titel: ‘Activering in de praktijk van het OCMW’. Daarin lees je onder meer dat de term ‘activering’ oorspronkelijk uit Scandinavië komt, waar het ‘volledige tewerkstelling’ betekende. Later werd het een Europees begrip op supranationaal niveau dat doelt op de switch van het passieve naar actieve denken, gekoppeld aan allerlei activeringsmaatregelen, gericht op de arbeidsmarkt. Zij verwijst daarbij ook naar Robert Henry Cox, een Amerikaans professor die in zijn befaamde studie ‘From safety net to trampoline: labor market activation in the Netherlands and Denmark (1998)’ stelt dat inactiviteit naar sociale exclusie leidt. Uitkeringen kunnen de materiële problemen voor even oplossen, maar kunnen de sociale contacten en vaardigheden die men opdoet op de werkvloer niet vervangen. Het niet-hebben van werk leidt zo naar een verlies van zelfwaarde met bijhorende problemen. Arbeid is duidelijk bepalend voor het risico op armoede. Enkele cijfers: werkenden lopen slechts voor 4 % een risico op armoede, bij niet-werkenden zien we dat het risico op armoede bij werklozen oploopt tot 20,3 %, bij zieken en invaliden 25,3 % en bij anderen niet-werkenden tot 25,4 %. De Interfederale Armoedebarometer geeft ook een duidelijk zicht op de bevolkingscategorieën met een sterk verhoogd armoederisico. Lopen een belangrijk risico op armoede: -alleenstaande ouders, -alleenstaande vrouwen ouder dan 65 jaar, -mensen met een laag opleidingsniveau en -niet EU-onderdanen Onze dienst Activering heeft dan ook een heel belangrijke taak, die zij schitterend uitvoeren: zoveel mogelijk cliënten (met een leefloon) begeleiden naar een duurzame job. Wij beseffen heel goed dat een duurzame job op de reguliere arbeidsmarkt niet voor iedereen haalbaar is. Sommige mensen zijn spijtig genoeg niet, of niet meer, activeerbaar. Maar voor alle andere, waar er nog een mogelijkheid aanwezig is, al is het miniem, is het onze maatschappelijke en menselijke plicht om hen die kans te bieden. Kansen geven aan mensen opent tegelijk een ruiker van hoop. Wij, liberalen, zijn van mening dat niemand, maar dan ook niemand, uit de boot mag vallen. Wie door een veelheid van problemen (niet onmiddellijk) aan een job geraakt, moet ook worden geholpen. Dit kan bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk (arbeidszorg) via de emancipatorische werking. Met een op maat gemaakt individueel traject willen we dat de cliënten de hoogst haalbare trap bereiken op de activeringsladder. De Open Vld-raadsleden zijn van mening dat het verhogen van het inkomen via AFH niet mag demotiveren tot het leveren van activeringsinspanningen. De grens waarbij wij het inkomen bijpassen met een aanvullende financiële hulp moet altijd lager liggen dan het inkomen dat men zou ontvangen bij een voltijdse tewerkstelling aan een minimumloon. Er moeten nog voldoende financiële prikkels zijn om werk te zoeken en te aanvaarden. Vandaar dat wij vanuit liberale invalshoek aan die aanvullende financiële hulp ook activeringsvoorwaarden verbinden. Meewerken aan het hulpverleningstraject is de motiverende factor – en zoals men dat in de literatuur formuleert : het motorisch moment - om blijvend recht te hebben op aanvullende financiële hulp. Wanneer blijkt dat iemand te weinig of helemaal niet op zoek gaat naar werk, dreigt die man of vrouw zijn of haar bijkomende steun te verliezen. Om mensen niet te laten wegdeemsteren in een situatie waar ook de hoop langzaam verbleekt, zijn wij sterk voorstander om de mensen na 6 maanden te evalueren en te begeleiden en waar nodig aan te sporen. Wanneer blijkt dat men rabiaat geen enkele inspanning levert om mee te gaan in het activeringsverhaal en quasi weigert om een job te zoeken, of daar geen enkele inspanning toe levert, wordt het spanningsveld verdubbeld. Na zes maanden volgt opnieuw een evaluatie en begeleidingsmoment. Wanneer men dan nog altijd pertinent weigert om enige inspanning te leveren, wordt de aanvullende
181/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
steun stopgezet. Bij alleenstaanden en koppels zonder minderjarige kinderen kan worden beslist, indien de medewerking aan het hulpverlenings- en activeringstraject niet goed loopt, onmiddellijk over te gaan tot stopzetten van de aanvullende financiële steun. Voor alleenstaanden met kinderen en gezinnen met kinderen werken we met een tussentijds evaluatiemoment na 6 maand gezien onze al aangehaalde missie om het hoofd te bieden aan kinderarmoede Wij noemen dat ‘het verhaal van rechten en plichten’! Wij zien de aanvullende steun als een aanmoediging voor cliënten die meewerken aan het hulpverleningstraject en zich inzetten in het kader van activering. Wij zijn er rotsvast van overtuigd, dat dergelijk aanmoedigingssysteem alleen maar positief kan worden gepercipieerd omdat de uiteindelijke doelstelling om werk te krijgen de beste ontsnappingsroute is uit de armoedespiraal. Bijgevolg, collega’s en voorzitter, rust er een grote maatschappelijke taak op de schouders van de maatschappelijk assistenten want zij zullen ‘on the field’ moeten beoordelen of men inspanningen levert tot activeren … of men meegaat in het traject … en zodoende de hoop koestert. Die taak is niet evident. Als eerstelijnsdienst staan de hulpverleners in een OCMW in direct contact met de cliënten. De hulpverleners wagen zich dagelijks in het spanningsveld tussen vragen en noden van de cliënt, en de feitelijke beperkingen van de vigerende en een vaak wijzigende regelgeving. In de al genoemde masterproef wordt ook verwezen naar Michael Lipsky, Amerikaanse professor in politieke wetenschappen, die in zijn studie ‘Street-level bureaucracy: dilemmas of the individual in public services’ (1980) stelt dat maatschappelijk werkers worden ingeschaald bij de zogenaamde ‘street-level-bureaucrats’, net zoals leerkrachten en politie. Het zijn allemaal uitvoerenden in dienstverlenende bureaucratieën. In de uitoefening van hun taak oefenen zij m.a.w. een grote invloed uit op de concrete realisatie en uitvoering van het regulerend kader. Zij hebben dan ook vrije handelingsruimte wanneer ze direct contact hebben met cliënten. De invloed van elk van hen mag nooit worden onderschat. In deze masterproef, maar ook in andere masterstudies in Sociaal Werk, wijst men op de discretionaire ruimte. Dat is de handelingsruimte, die ontstaat doordat algemene regels in de dagelijkse praktijk ruimte laten voor interpretatie (voor geïnteresseerden zie De Savornin Lohman & Raaff, 2001). Concreet kan de maatschappelijk werker in een OCMW gedeeltelijk zijn of haar positie kiezen: meer naar de zijde van de cliënt of dichter aanleunend bij de regelgeving. De maatschappelijk werkers staan in rechtstreeks contact met hun cliënten en hebben dus ongetwijfeld een ruime impact op het leven van de burgers. De uiteindelijke beslissing voor de voormelde financiële bijstand mag dan wel worden genomen door deze Raad voor Maatschappelijk Welzijn maar het is aan de maatschappelijk werker om deze concreet vorm te geven. In de praktijk komt het er dus op neer dat het aan de maatschappelijk werker is om te beslissen hoe de cliënt de bereidheid tot tewerkstelling kan bewijzen en wanneer billijkheidsredenen kunnen worden ingeroepen. Zij hebben met andere woorden de sleutel van deze maatregel in de hand. De hulpverleners werken met allerlei onvoorspelbare omgevingsfactoren en mensen met verschillende noden en behoeften. ‘Street-level bureaucrats’ moeten op gepaste wijze kunnen reageren op uiteenlopende situaties. In vele gevallen zijn er ook geen pasklare antwoorden beschreven of voorzien in de regelgeving waardoor de hulpverleners enkel maar kunnen doen wat hen in dat bepaald geval het beste lijkt. De setting waarin ze werken, zorgt dus voor handelingsruimte met enige autonomie. Dit alles om te zeggen dat wij OCMW-raadsleden groot respect hebben voor onze maatschappelijk werkers. Wij stellen het volste vertrouwen in elk van hen, want wij zijn ervan overtuigd dat zij zich in die handelingsruimte in eer en geweten bewegen, en zodoende maatschappelijk een verschil kunnen maken door het realiseren van ons regelgevend werk in dit democratisch orgaan. Trouwens, realiseren betekent in veel verklarende woordenboeken: ‘in realiteit omzetten’, ‘creëren’, ‘scheppen’ … en heel vaak wordt het woord in verband gebracht met het ‘realiseren van een droom’ … Zodoende, ligt hier voor onze medewerkers een zeer creatieve en stimulerende opdracht op tafel, met grote maatschappelijke relevantie en maatschappelijke meerwaarde. Voorzitter, collega’s, om het voor de maatschappelijk werkers ‘werkbaar’ te maken, zal Cevi een tool ontwikkelen om het bedrag van de aanvullende financiële hulp te berekenen. Van zodra deze tool klaar is, kunnen we met het nieuwe systeem van start gaan. De Open Vld-fractie kijkt ernaar uit en zal deze nota met heel veel ‘goesting’ goedkeuren." Raadsleden Pascal Verbeke en Ingrid Vandaele houden een tussenkomst namens de Sp.a-fractie. Zij danken de medewerkers voor dit mooi uitgekiend document, waar OCMW-Gent een voortrekkersrol vervult. Raadslid Verbeke is verheugd dat dit punt als beleidsprioriteit werd opgenomen in het bestuursakkoord en dat de wil om het huidige systeem van aanvullende steun aan te passen duidelijk bij meerderheidspartijen aanwezig was. Belangrijk in het nieuwe systeem is o.a. dat rekening wordt gehouden met de hoogte van het gezinsinkomen (reële uitgaven en inkomsten) en dat gezinnen met minderjarige kinderen prioritair de extra steun krijgen toegewezen Er wordt ook opgemerkt dat er met veel verwachting wordt uitgekeken naar de maatregelen van de nieuwe regering(en). Het zou immers de bedoeling moeten zijn om aanvullende financiële steun overbodig te maken. Raadslid Liliane De Cock houdt een tussenkomst namens de Groen-fractie. Zij merkt op dat de realisatie van deze beleidsdoelstelling met stip op de wenslijst van haar partij stond en zij toont zich dan ook verheugd dit punt te mogen goedkeuren. Ze merkt op dat dit een heel complex dossier is en de middelen beperkt zijn. Voor de Groen-fractie is een meer rechtvaardige verdeling van de middelen prioritair, zodat mensen en gezinnen met de grootste noden ook beroep kunnen doen op aanvullende steun. Zij is verheugd om de afschaffing van de wachttijd voor gezinnen met minderjarige kinderen, maar merkt terzelfdertijd op dat nog werk gemaakt moet worden van een uitdoofscenario voor zij die minder steun zullen krijgen. Raadslid De Cock beaamt dat wat wij lokaal ondernemen onvoldoende is en zij verwijst dan ook naar de noodzakelijke maatregelen die door andere beleidsniveaus (vooral het federale) moeten genomen worden. Tenslotte wenst zij nadrukkelijk de medewerkers en diensten te bedanken voor de geleverde inspanningen bij dit dossier. De voorzitter vult aan en dankt de collega's voor de sterke tussenkomsten. Wat de wenselijke automatische rechtentoekenning betreft, merkt hij nog op dat de nodige instrumenten moeten ontwikkeld worden door andere overheden. Hij heeft ook nog een opmerking over de maatregelen die de federale en Vlaamse overheden nemen met betrekking tot de
182/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
heroriëntering van jobstatuten (WEP, art. 60 enz).
Bijlage(n) 20150114_NO_nota aanvullende financile hulpfinal2.doc
183/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20150114_NO_nota aanvullende financile hulpfinal2.doc
184/249 RMW - 14 januari 2015
NOTA VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE AANVULLENDE FINANCIËLE HULP BINNEN OCMW GENT
INHOUDSTABEL Inleiding ………………………………………………………………………………………………………….2 Hoofdstuk 1. Algemene visie…………………………………………………………………………………5 Hoofdstuk 2. Het ontwikkelen van steunbarema’s voor het OCMW Gent……………………………7 1. Voldoende inkomen om minimaal te participeren aan onze samenleving? 2. Voldoende spanningsveld met het inkomen bij een minimumloon? 3. De steunbarema’s 4. Simulaties Hoofdstuk 3. Voorbereiding implementatie en overgangsmaatregelen…..……............................21 Bijlagen………………………………………………………………………………………………………….22 Bijlage 1. Spoor 1 – Gentse referentiebudget Bijlage 2. Overzicht sociale voordelen Bijlage 3. Overzicht van de 162 ‘geteste’ cliëntsituaties Bijlage 4. Woordenlijst
185/249 RMW - 14 januari 2015
INLEIDING Het leefloon en diverse andere uitkeringen blijven vaak ontoereikend om rond te komen. Artikel 1 van de OCMW-wet geeft het OCMW de opdracht om maatschappelijke dienstverlening te garanderen zodat iedereen een menswaardig leven kan leiden. Op basis van dit artikel, geven de OCMW’s aanvullende steun om mensen met een beperkt inkomen financieel tegemoet te komen. Deze aanvullende steun wordt (grotendeels) gefinancierd met eigen middelen van het OCMW. Dit is nauwelijks bij wet geregeld, het behoort tot de zogenaamde discretionaire bevoegdheid van de OCMW’s. Dit laat toe om de hoogte van de steun aan te passen aan de individuele behoeften van de cliënt en aan de lokale omstandigheden en (budgettaire) mogelijkheden. Het staat elk OCMW dus vrij een eigen beleid terzake uit te stippelen. De mate waarin dit gebeurt en de voorwaarden die eraan gekoppeld worden variëren echter sterk van gemeente tot gemeente. Totstandkoming huidig voorstel Binnen OCMW Gent staat het huidige systeem van aanvullende financiële hulp onder druk. De aanvullende bijstand van het OCMW is niet meer aangepast aan de huidige ontwikkelingen. Denken we hierbij maar aan de prijsstijgingen op de energiemarkt, de woonmarkt,… Daarenboven ziet men dat het huidige systeem van forfaitaire tussenkomsten niet per definitie een rechtvaardige tussenkomst is noch dat dit aangepast is aan de diversiteit van gezinssituaties. De medewerkers van de Sociale Dienstverlening schoven de voorbije jaren het actualiseren van de aanvullende financiële steun als één van de prioriteiten naar voor. Het huidige bestuur maakte van deze hervorming een beleidsprioriteit. In het Bestuursakkoord 20132018 staat immers het volgende te lezen: 1.30 Het OCMW werkt een nieuw systeem uit van aanvullende financiële steun, waarbij zowel de hoogte van het gezinsinkomen als het minimaal bestedingspatroon om menswaardig te leven bepalend zijn (in tegenstelling tot het huidige systeem van forfaitaire vergoeding voor huishuurtussenkomst, energietoelage en schoolpremie). Dit nieuwe systeem met één algemene maandelijkse aanvullende toelage, baseert zich op het onderzoek van Storms en Vandenbosch naar referentiebudgetten, maar houdt ook rekening met de budgettaire beperkingen van het OCMW. Het blijft de finale verantwoordelijkheid van de federale overheid om er voor te zorgen dat het leefloon toelaat een waardig leven te leiden. Dit nieuwe systeem houdt rekening met de concrete gezinssituatie waarbij prioritair de aanvullende steun verhoogd wordt voor gezinnen met minderjarige kinderen in functie van een meer menswaardig inkomen. Het brengt de reële uitgaven en inkomsten van het gezin in rekening. De steunverlening gebeurt op een voor de cliënt begrijpbare en doorzichtige wijze. De maandelijkse aanvullende steun kadert binnen de activeringsbegeleiding binnen een integrale aanpak. In dit voorstel neemt het bestuur een belangrijke positie in, in het kader van de aanvullende financiële hulp waarmee sterke instrumenten kunnen worden ontwikkeld om structureel materiële armoede te bestrijden en wil het fundamentele stappen zetten naar de realisatie van een inkomen waarmee mensen volwaardig en menswaardig kunnen participeren aan de samenleving. Tegelijkertijd geeft het bestuur aan dat de mogelijkheden hiertoe fundamenteel beperkt zijn wegens de grenzen van de beschikbare budgetten die er binnen het OCMW en op stadsniveau beschikbaar zijn. In deze context moeten er dan ook keuzes worden gemaakt. Verder in deze nota lezen jullie welke keuzes er mogelijks kunnen gemaakt worden. Binnen de Sociale Dienstverlening ontwikkelde een interne expertengroep Aanvullende Financiële Hulp (AFH) (bestaande uit een hoofdmaatschappelijk werker, een maatschappelijk werker, een jurist en een stafmedewerker) in 2010 een voorstel tot herziening van de aanvullende financiële hulp binnen OCMW Gent. Het toen ontwikkelde voorstel werd gunstig geadviseerd door een klankbordgroep van basiswerkers en het beleidsteam Sociale Dienstverlening (SD). In 2012-2014 werd dit voorstel door de
2 186/249 RMW - 14 januari 2015
expertenwerkgroep AFH, de klankbordgroep AFH samen met de staf Beleidsondersteuning SD aan een update onderworpen en grondig bijgestuurd. In dit proces werd de vorige nota herbekeken en werden een aantal wijzigingen aangebracht. Sindsdien legden we deze nota op verschillende organen voor: de staf beleidsondersteuning SD, de dialooggroep klantenparticipatie, de expertenwerkgroep aanvullende bijstand, de klankbordgroep aanvullende bijstand, het directieteam SD en het beleidsteam SD. De instrumenten van de VVSG en de POD Als antwoord op de vraag van vele OCMW’s naar een eenvormig systeem voor het toekennen van aanvullende steun, stelde de VVSG in 2010 een instrument voor waarmee OCMW’s aanvullende steun kunnen toekennen volgens eenzelfde achterliggende visie en systematiek met respect voor de lokale autonomie. Jammer genoeg denken we dat het VVSG-instrument, in onze zoektocht naar een nieuw systeem van aanvullende steun binnen OCMW Gent, geen afdoend antwoord kan bieden. We kunnen wel elementen uit het VVSG-instrument gebruiken (bvb. welke inkomens nemen we in aanmerking, welke inkomens worden vrijgesteld, …), maar willen we onze visie op aanvullende steun (zie verder) trouw blijven, dan kunnen we dit instrument niet toepassen in ons OCMW. Verder in deze nota wordt namelijk duidelijk dat het vastleggen van een inkomensgrens die bepaalt of mensen al dan niet toegang hebben tot aanvullende financiële hulp een moeilijke evenwichtsoefening is tussen: een inkomensgrens die voldoende hoog is om minimaal te participeren. Daarvoor maken we dankbaar gebruik van de resultaten van de studie van Storms (Katholieke Hogeschool Kempen; Centrum voor Sociaal Beleid, Universiteit Antwerpen) en Van den Bosch (Centrum voor Sociaal Beleid, Universiteit Antwerpen) naar Vlaamse referentiebudgetten. en anderzijds een inkomensgrens die niet te hoog ligt: we willen bewaken dat er steeds een voldoende groot spanningsveld is tussen het inkomen dat via aanvullende steun wordt verhoogd én het inkomen bij een tewerkstelling aan een minimumloon. Beide elementen komen op geen enkele manier aan bod in het VVSG-instrument. De VVSG laat de bepaling van deze inkomensgrens over aan de OCMW's (met als suggesties leefloon + 10% of de Europese armoedegrens). Zij verwijzen niet naar de interessante en grondig onderbouwde resultaten van de studie naar Vlaamse referentiebudgetten én maken geen vergelijking met de minimumlonen. Ook met de sociale voordelen die onder meer leefloongerechtigden genieten, houdt de VVSG in zijn instrument geen rekening. Ten slotte koppelt de VVSG het toekennen van aanvullende bijstand niet aan de voorwaarde tot het leveren van activeringsinspanningen. De POD heeft een implementering van het REMI instrument laten ontwikkelen. Dit is gebaseerd op het referentiebudget ontwikkeld door Bérénice Storms en Karel Van den Bosch. We kiezen ervoor om hier niet mee aan de slag te gaan gezien er geen rekening wordt gehouden met spanningsvelden met het gewaarborgd minimuminkomen (GMMI).1 Zo is er een risico dat het verlenen van aanvullende financiële hulp de financiële prikkel om naar bezoldigde arbeid over te stappen wegneemt. Zoals u verder in de nota leest, zal het REMI instrument in de praktijk worden gebruikt om 1 van de 2 sporen te berekenen, namelijk spoor 1: de Gentse budgetnorm. Het REMI instrument zal zoveel als mogelijk worden geïntegreerd in onze tool AFH. Algemene toelage ter vervanging van een aantal aparte toelagen Het voorstel heeft de vervanging van de huidige huishuurtussenkomst, de energietoelage, de tussenkomst plechtige communie/vrijzinnige jeugd en de schoolpremie tot doel.
1. De huishuurtussenkomst en energietoelage (extra steun energie) Deze toelagen worden nu maandelijks als twee aparte forfaitaire tussenkomsten verleend aan een groot deel van onze cliënten. 2. Tussenkomst plechtige communie/vrijzinnige jeugd
3 187/249 RMW - 14 januari 2015
Naast de energietoelage en de huishuurtussenkomst, stellen we voor om ook de tussenkomst plechtige communie/vrijzinnige jeugd te laten opgaan in deze algemene toelage aanvullende financiële hulp. OCMW Gent verleent deze laatste tussenkomst van € 125 aan cliënten (met leefloon of inkomen barema leefloon) als tussenkomst in de kosten voor een plechtige communie of feest van de vrijzinnige jeugd van zijn/haar kinderen. Deze tussenkomst staat reeds geruime tijd ter discussie, omdat enkel de feesten van de katholieken en de vrijzinnigen in aanmerking komen voor een tussenkomst. Verder in deze nota leest u dat het nieuwe voorstel tot aanvullende financiële hulp is gebaseerd op de referentiebudgetten ontwikkeld door Storms en Van Den Bosch. Deze auteurs onderzochten welk budget minimaal nodig is om te participeren aan onze samenleving. Het budget nodig om af en toe een feestje te organiseren voor de kinderen, namen zij in hun budgetkorven op. Daarom opteren we de tussenkomst plechtige communie/vrijzinnige jeugd ook op te nemen in de algemene toelage aanvullende financiële hulp. Daarenboven stellen we vast dat deze premie slechts sporadisch wordt aangevraagd. 3. Schoolpremie In augustus 1999 besliste de OCMW-raad voor de eerste keer om een schoolpremie toe te kennen aan onze cliënten. Sindsdien kennen we jaarlijks in september een schoolpremie toe van ondertussen € 54,45 voor kinderen van 6 tot 12 jaar en € 88,48 voor kinderen van 13 tot 18 jaar (zie ook BCSD/AZ 17 juni 2014). Intussen hebben de bevoegde overheden verschillende maatregelen getroffen om schoolkosten draaglijk te maken. Zo verleent de federale overheid jaarlijks in september een federale schoolpremie. Recentelijk is er beslist de bedragen te doen dalen. Bedragen federale schoolpremie: 2012 0-5 jaar 27,60 6-11 jaar 58,59 12-17 jaar 82,02 18-24 jaar 110,42
2013 22 50 70 95
2014 20 43 60 80
De dalingen van het bedrag zijn niet van toepassing voor de gezinnen die een sociale toeslag ontvangen (verhoogde schaal voor werklozen, invaliden, gepensioneerden, weeskinderen en éénoudergezinnen) en evenmin voor de gezinnen die een toeslag ontvangen voor een kind of jongere met handicap of aandoening. De Vlaamse overheid stelde de maximumfactuur voor het onderwijs in en verruimde de studietoelage voor hoger onderwijs naar een schooltoelage voor secundair en basis onderwijs. Verder heeft Gent een sociaal steunfonds. Dit biedt financiële ondersteuning aan scholen met veel kinderen die hun schoolkosten niet kunnen betalen. De combinatie van deze maatregelen van de bevoegde overheden en ons nieuw systeem van aanvullende financiële hulp, moeten het de cliënten mogelijk maken om de schoolkosten van hun kinderen te dragen. Het referentiebudget van Storms en co waarop het nieuwe systeem is gebaseerd neemt daarenboven in de uitgewerkte referentiebudgetten reeds de reële schoolkosten op.
We stellen in deze nota voor om deze tussenkomsten te vervangen door één algemeen maandelijkse toelage, die het inkomen bijpast tot op niveau van het steunbarema.
4 188/249 RMW - 14 januari 2015
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE VISIE In december 2008 verleende de Gentse OCMW-raad goedkeuring aan een algemeen visiekader waarbinnen een verdere concretisering van de herziening van de aanvullende financiële hulpverlening (verder afgekort als AFH) kon gebeuren. In het bestuursakkoord 2013-2018 werd deze lijn doorgetrokken en werden de contouren vastgelegd. Hieronder schetsen we de algemene lijnen van deze visie. Via aanvullende financiële hulpverlening willen we de hulpvrager een inkomen verlenen dat hem toelaat een menswaardig leven te leiden. Maar het verhogen van het inkomen via AFH mag niet demotiveren tot het leveren van activeringsinspanningen. Vertrekkende vanuit deze doelstelling, spelen 2 elementen een cruciale rol voor de bepaling van de doelgroep van AFH: 1) de hoogte van het inkomen en 2) de bereidheid tot het leveren van activeringsinspanningen. 1. Inkomensvoorwaarde Terwijl de OCMW wet stelt dat ‘eenieder recht heeft op maatschappelijke dienstverlening teneinde een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid’ (art. 1) maken de keuzes onmiddellijk duidelijk dat er aan het begrip ‘eenieder’ of, in de context van OCMW Gent en de huidige budgettaire krapte, aan ‘iedere Gentenaar’, een bepaalde invulling wordt gegeven. Er wordt voorgesteld om AFH toe te kennen aan OCMW cliënteel en dit voorlopig niet uit te breiden naar andere Gentenaars. Van hieruit wordt gepleit om de andere takken van de sociale zekerheid af te stemmen op de noden van mensen zodat ze volwaardig kunnen participeren met hun inkomen. Op dit ogenblik bepaalt het soort inkomen of iemand recht heeft op AFH. Mensen met volgende inkomens hebben momenteel recht: o leefloon of levensminimum o pensioen of inkomensgarantie voor ouderen (IGO) o een blijvend inkomen uit invaliditeit: een invaliditeitsvergoeding van het ziekenfonds, een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming, een tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB). We stellen voor om deze groepen te behouden in het huidige voorstel. Degene die dit inkomen heeft maar waarbij het gezinsinkomen inclusief sociale voordelen onder een bepaald barema valt heeft dan toegang tot het systeem van AFH. Het inkomen van deze persoon kan dan worden aangevuld met AFH tot aan dit steunbarema/referentie-inkomen. De expertenwerkgroep AFH ontwikkelde een voorstel tot steunbarema’s. Deze nota omschrijft hoe we deze steunbarema’s opstelden. Het bepalen van steunbarema’s was een moeilijke evenwichtsoefening: - enerzijds moet dit inkomen voldoende hoog zijn, zodat het leiden van een menswaardig leven (of beter: minimaal participeren aan de samenleving) mogelijk is; - anderzijds mag dit inkomen niet te hoog zijn, we moeten immers een voldoende groot spanningsveld met het inkomen bij tewerkstelling aan een minimumloon garanderen anders installeren we een ‘werkloosheidsval’ en ondergraven we de doelstelling van het gewaarborgd minimuminkomen (GMMI). Hierbij willen we benadrukken dat het minimuminkomen voor sommige gezinssituaties niet beantwoordt aan wat uit onderzoek naar voor komt als een minimaal inkomen om menswaardig te kunnen leven. In het volgende hoofdstuk omschrijven we eerst wat ‘voldoende inkomen om te participeren aan onze samenleving’ concreet betekent. Daarna schetsen we hoe we het concept ‘voldoende spanningsveld met een minimumloon’ operationaliseren. Tenslotte leggen we beide elementen samen, om de hoogte van de steunbarema’s te bepalen.
5 189/249 RMW - 14 januari 2015
Daarna passen we ons voorstel tot steunbarema’s toe op een aantal concrete cliëntsituaties. We berekenen telkens het steunbarema; en het bedrag van de AFH (=verschil tussen steunbarema en huidig inkomen) in de vooronderstelling dat men aan de verschillende toegangscriteria voldoet. Hoeveel AFH (huishuurtussenkomst en energietoelage) ontvangt de cliënt binnen de huidige reglementering; én hoeveel zou de AFH bedragen volgens het nieuwe voorstel, in de veronderstelling dat men voldoende activeringsinspanningen levert? 2. Activeringsvoorwaarde In navolging van onze visie op activering, willen we de AFH gebruiken als stimulans tot activering en de toekenning ervan afhankelijk stellen van de inschakeling in een activeringstraject. Het activeringselement wensen we op twee manieren in te bouwen in het nieuwe voorstel AFH: - enerzijds door er over te waken dat er een voldoende spanningsveld is tussen het steunbarema en het inkomen bij een minimumloontewerkstelling; - anderzijds door de continuïteit van de AFH afhankelijk te maken van de voorwaarde dat men meewerkt aan het hulpverlenings- en/of activeringsproces. Activering wordt ruim geïnterpreteerd. Medewerking aan het hulpverleningstraject is echter de minimumvoorwaarde om blijvend recht te hebben op AFH. De interne werkgroep activering werkte uit op welke manier we activeringsvoorwaarden inbouwen in het stelsel van AFH. Zo kan de AFH worden stopgezet indien het activeringstraject met de cliënt heel slecht loopt (BCSD AZ 21 december 2010). In deze nota gaan we in hoofdzaak in op de wijze waarop we de inkomensvoorwaarde om recht te hebben op AFH wensen te concretiseren. Hoe laag moet het inkomen van de betrokkene zijn, vooraleer men recht kan openen op AFH?
6 190/249 RMW - 14 januari 2015
HOOFDSTUK 2. HET ONTWIKKELEN VAN STEUNBAREMA’S VOOR HET OCMW GENT De centrale idee van ons voorstel is dat cliënten AFH kunnen ontvangen, dat hun inkomen bijpast tot een bepaald niveau. Deze grens noemen we het steunbarema. Omgekeerd betekent dit dus dat cliënten met een inkomen onder dit steunbarema in aanmerking kunnen komen voor AFH. In dit hoofdstuk leggen we de achterliggende redenering uit om tot de vooropgestelde steunbarema’s te komen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de maatschappelijk werker (mw) deze berekeningen voor alle dossiers zelf maakt. Naast de digitalisering van het BCSD verslag wordt aan Cevi de opdracht gegeven een module te ontwikkelen waarbij de maatschappelijk werker enkel een aantal extra variabelen invult. Deze module berekent dan automatisch de hoogte van het steunbarema, evenals het bedrag van de AFH (=steunbarema – huidig inkomen) voor desbetreffende gezinssituatie. Een voorwaarde voor het nieuw systeem van AFH is dat we onze subsidie energiefonds (nu o.a. ingezet op de extra steun energie) en subsidie kinderarmoede POD (nu o.a. ingezet op de schoolpremie) behouden. De POD gaf mondeling reeds een principieel akkoord, De concrete uitwerking wordt in samenspraak met de POD vastgelegd. Zoals hierboven reeds aangegeven, is het ontwikkelen van steunbarema’s een moeilijke evenwichtsoefening tussen het waarborgen van een adequate inkomensbescherming enerzijds, en het voorzien in voldoende financiële prikkels ter bevordering van de werkhervatting anderzijds. In deel één gaan we dieper in op wat een adequate inkomensbescherming, of ‘voldoende inkomen om minimaal te participeren’ concreet betekent. In het tweede deel trachten we het concept ‘voldoende spanningsveld met het minimumloon’ te operationaliseren. In deel drie leggen we beide elementen naast elkaar, om zo tot inkomensgrenzen (steunbarema’s) te komen die de toegang tot en de hoogte van de AFH bepalen. Het vierde deel geeft voor een groot aantal cliëntsituaties weer hoeveel AFH zij zouden ontvangen volgens het voorstel.
7 191/249 RMW - 14 januari 2015
1. Spoor 1: voldoende inkomen om minimaal te participeren aan onze samenleving? In dit deel trachten we het concept ‘voldoende inkomen om te participeren aan onze samenleving’ te operationaliseren. Zoals we bij aanvang van deze nota stelden, is dit één van de cruciale doelstellingen van het verlenen van AFH door een OCMW. Bij de vraag naar hoe hoog het inkomen moet zijn om rond te komen, wordt heel vaak verwezen naar de Europese armoedegrens2. Deze stelt de armoedegrens immers arbitrair vast op 60 percent van het mediaaninkomen en ook de equivalentieschalen zijn in grote mate willekeurig. De referentiebudgetten ontwikkeld door Storms en Van Den Bosch Een veel genuanceerdere manier om na te gaan hoeveel je nodig hebt om menswaardig te kunnen leven is het uitwerken van referentiebudgetten. Deze budgetmethode begint met de opstelling van een lijst of ‘korf’ van noodzakelijke goederen en diensten. Per ‘item’ (artikel of dienst) wordt een prijs vastgesteld. Hoeveelheid vermenigvuldigd met prijs levert een bedrag op per onderdeel van het budget, en de optelling van deze bedragen resulteert in het totaalbudget. Bérénice Storms (Katholieke Hogeschool Kempen) en Karel Van den Bosch (Centrum voor Sociaal Beleid, Antwerpen) ontwikkelden een Vlaams referentiebudget. In mei 2009 stelden ze de resultaten van hun onderzoek ‘Wat heeft een gezin minimaal nodig? Een referentiebudget voor Vlaanderen’ voor aan het grote publiek. Deze referentiebudgetten geven een beeld van wat je in Vlaanderen nodig hebt om minimaal te kunnen participeren aan de samenleving, en dat voor verschillende typegezinnen. Voor 16 typegezinnen construeerden ze referentiebudgetten, door de som te maken van tien afzonderlijke standaardbudgetten, verbonden aan tien intermediaire behoeften (voeding, huisvesting, gezondheidszorg en persoonlijke verzorging, kleding, rust en ontspanning, veilige kindertijd, sociale relaties, veiligheid en mobiliteit) ter vervulling van de universele behoeften gezondheid en autonomie. Voor de invulling van deze tien intermediaire behoeften deed men beroep op experts. Op basis van normatieve criteria (wetten, aanbevelingen, richtlijnen, …) formuleerden ze voorstellen over de concrete samenstelling (aard, kwaliteit, hoeveelheid, afschrijftijd en prijs) van de tien Vlaamse budgetkorven gekoppeld aan de tien intermediaire behoeften. Naast de twee universele behoeften, gezondheid en autonomie, was nog een derde criterium richtinggevend: ze moesten aanvaard worden door hen die ervan moeten leven. Om deze reden zijn alle budgetkorven uitgebreid besproken in 9 focusgroepen, samengesteld uit mensen met een laag inkomen. Ondertussen ontwikkelde de POD MI de REMI-tool3 die een uitbreiding van het aantal typegezinnen inhoudt. Deze REMI tool wordt in de tool AFH geïntegreerd. Dit laat ons toe om aangepaste referentiebudgetten te berekenen voor de diversiteit van gezinssituaties. Alle volwassenen in de typegezinnen bevinden zich op actieve leeftijd. Alle gezinnen huren een woning, die gelegen is in een stedelijke omgeving en goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Men beschikt niet over een eigen wagen. Niemand van de gezinsleden is tewerkgesteld: de volwassen gezinsleden zijn langdurig werkloos en de kinderen lopen school. Alle gezinsleden verkeren in een relatief goede gezondheid, d.w.z. ze hebben niet te kampen met functiebeperkingen als gevolg van een bepaalde ziekte of handicap en ze hebben evenmin extra medische kosten. In de eerste kolom van tabel 1 geven we de referentiebudgetten weer zoals ontwikkeld door Storms en Van Den Bosch. De referentiebudgetten geven dus een antwoord op de vraag tot welk bedrag we het inkomen via AFH idealiter zouden moeten optrekken, willen we de burger toelaten minimaal te participeren aan de samenleving. Dit betekent logischerwijs dat elke burger met een inkomen lager dan deze referentiebudgetten in aanmerking zou komen voor AFH. De studie van Storms en anderen is verschenen in 2009. De bedragen van deze studie zijn ondertussen verouderd en daarom werd door Storms in 2012 een update doorgevoerd op basis van de reële kostprijs van de verschillende producten die ze meegenomen hebben in de uitwerking van de referentiebudgetten. Deze bedragen worden regelmatig aan een update onderworpen. Dit betekent dan ook dat voor het uitwerken van een toekomstig systeem deze updates doorvoeren van essentieel belang is. Bij goedkeuring van de nota door het bestuur, wordt dan ook principiële goedkeuring gevraagd om alle bedragen regelmatig aan een update te onderwerpen. Deze updates liggen vervat in
8 192/249 RMW - 14 januari 2015
de REMI tool die voor het berekenen van dit eerste spoor die de basis is van de uiteindelijk te ontwikkelen tool AFH in OCMW Gent. De aangepaste Gentse referentiebudgetten De huurkosten nemen een belangrijke hap van het budget. Storms en Van den Bosch berekenden deze kost op basis van mediaanhuurprijzen in Vlaanderen.4 Net zoals de auteurs ook suggereren, stellen wij voor om de huurprijzen uit de referentiebudgetten te vervangen door de reële huurprijs. We hanteren wel een maximum in te brengen huurprijs van 515€ voor een alleenstaanden en koppels en 645€ voor de andere situaties. Deze maximumbedragen zijn identiek aan de maximale huurbedragen waarop de interne reglementering voor het verlenen van een borg op geblokkeerde rekening is gebaseerd (bron: RMW – 13/05/2014). We stellen voor om bij een eventuele toekomstige herziening van de bedragen van de borg, ook de maximaal in te brengen huurprijzen voor de berekening van de referentiebudgetten op eenzelfde wijze te laten evolueren. Als er een hypothecaire lening wordt afbetaald dan wordt het bedrag van de hypothecaire lening op dezelfde manier als de huurprijzen in rekening gebracht, namelijk de reële kost van de afbetaling met als plafond bij een alleenstaande en koppel 515 € en bij de andere gezinsvormen 645 €. Storms en Van den Bosch brachten de ‘algemene provinciebelasting gezinnen’ (alleenstaande € 2,33 en gezinnen € 3 per maand) van de provincie Antwerpen en de crisisbelasting (alleenstaande € 2,5 en gezinnen € 3,33) zoals die in Turnhout werd geïnd, in rekening. In plaats daarvan, brachten wij de kostprijs van de ‘algemene provinciebelastingen gezinnen’ van de provincie Oost-Vlaanderen in5. Een crisisbelasting is in Gent niet van toepassing. Het bedrag van de algemene provinciebelasting gezinnen was op het moment van onze berekeningen € 32.30 per jaar = € 2,68 per maand. Voor een jaarabonnement van De Lijn hielden Storms en Van Den Bosch er geen rekening mee dat jongeren tot 24 jaar minder moeten betalen. Daarom verminderen we voor de typegezinnen met kinderen vanaf 18 jaar het bedrag van de referentiebudgetten. Voor jongeren/kinderen onder de 18 jaar wordt het voordeel bij De Lijn niet meegerekend. Kinderen tussen 6 en 14 jaar kunnen daarenboven sowieso gratis reizen met De Lijn in Gent. Voor kinderen tussen 14-18 jaar rekenen we het sociaal voordeel niet mee in functie van de beleidsdoelstelling van het bestrijden van kinderarmoede. In de tweede kolom van tabel 1, geven we de ‘Gentse’ referentiebudgetten weer (dit zijn de aangepaste referentiebudgetten zoals hierboven weergegeven), zonder de huurkosten in rekening te brengen. Omdat we opteren om voor deze budgetpost de werkelijke huurprijs (met een maximum) in te brengen, is het ‘Gentse’ referentiebudget in elke situatie verschillend. Bijvoorbeeld: - Referentiebudget voor een alleenstaande die maandelijks € 300 huur betaalt = € 631,53 + € 300 = € 931,53 - Referentiebudget voor een koppel met 2 kinderen (4j. en 8j.) dat maandelijks € 450 huur betaalt = € 1.416,55 + € 450 = € 1.866,55 Omdat we voorstellen te werken met een maximumbedrag aan in te brengen huurkosten van €515 voor een alleenstaande en koppel en € 645 voor de andere situaties, kunnen we wel de maximumbedragen van de referentiebudgetten per gezinstype weergeven (zie derde kolom van tabel 1). Bij toekomstige wijzigingen van bovenstaande sociale voordelen (zowel inhoudelijk als naar bedragen) worden deze bedragen aangepast in het systeem van AFH. Indien er nieuwe sociale voordelen komen, dan worden deze in ons systeem geïntegreerd.
9 193/249 RMW - 14 januari 2015
Tabel 1. Bedragen van het referentiebudget van Storms uit 20126, het ‘Gentse’ referentiebudget zonder de huurkost en het maximale bedrag van het ‘Gentse’ referentiebudget per gezinstype. Gentse referentiebudgetten Budgetst Gentse Storms budgetst max budgetst en Van zonder huur (geïndexeerd) Den (geïndexeerd) Bosch All
1.037 €
631,53 €
1.146,53 €
All + K 2j
1.370 €
880,67 €
1.525,67 €
All + K 4j
1.396 €
906,67 €
1.551,67 €
All + K 8j
1.506 €
1.016,67 €
1.661,67 €
All + K 15j
1.649 €
1.155,07 €
1.800,07 €
All + 2K 2,4j
1.548 €
999,55 €
1.644,55 €
All + 2K 4,8j
1.685 €
1.136,55 €
1.781,55 €
All + 2K 8,15j
1.997 €
1.443,95 €
2.088,95 €
Koppel
1.388 €
981,03 €
1.496,03 €
Koppel + K 2j
1.658 €
1.168,67 €
1.813,67 €
Koppel + K 4j
1.693 €
1.203,67 €
1.848,67 €
Koppel + K 8j
1.793 €
1.303,67 €
1.948,67 €
Koppel + K 15j
1.940 €
1.446,07 €
2.091,07 €
1.838 €
1.289,55 €
1.934,55 €
1.965 €
1.416,55 €
2.061,55 €
2.283 €
1.729,95 €
2.374,95 €
Koppel + 2K 2,4j Koppel + 2K 4,8j Koppel + 2K 8,15j
Willen we deze referentiebudgetten gebruiken als één van de belangrijke elementen in het bepalen van de hoogte van de steunbarema’s AFH, dan moeten we –naast deze 16 typegezinnen- ook voor alle andere gezinstypes standaarden ontwikkelen. Jullie vinden in bijlage 1 de gehanteerde berekeningswijzes terug voor andere gezinstypes. Zoals reeds vermeld wordt via de integratie van de REMI tool in de te ontwikkelen tool AFH bij OCMW Gent de meest recente referentiebudgetten voor de variëteit van gezinssituaties meegenomen. Op het moment van berekenen van onze simulaties was deze tool nog niet beschikbaar. Om na te gaan of een gezin over voldoende middelen beschikt om minimaal te participeren in onze samenleving, moeten we dus het huidig inkomen (excl. de ontvangen schoolpremie en studie- of schooltoelagen) vergelijken met de referentiebudgetten voor het gezinstype. Indien we als doel van de AFH enkel het waarborgen van een voldoende inkomen vooropstellen, dan zouden we deze referentiebudgetten als steunbarema moeten hanteren; en de inkomens onder deze grens moeten bijpassen tot aan dit steunbarema.
2. Spoor 2: voldoende spanningsveld met het inkomen bij een minimumloon?
10 194/249 RMW - 14 januari 2015
Via AFH wensen we in eerste instantie een adequate inkomensbescherming te bieden. Maar anderzijds moeten we er over waken dat de grens tot waar wij het inkomen van de aanvrager bijpassen met AFH (de zgn. steunbarema’s) steeds lager ligt dan het inkomen dat men zou ontvangen bij een voltijdse tewerkstelling aan een minimumloon. Zoniet, zijn er voor de cliënt weinig financiële prikkels om werk te zoeken en te aanvaarden en werken we als OCMW de werkloosheidsval in de hand. Onderstaande tabel geeft de netto-minimumlonen7 weer voor 16 typegezinnen. Deze typegezinnen zijn illustratief en identiek aan de typegezinnen in de studie van Storms en Van den Bosch over de Vlaamse referentiebudgetten. We tellen daarbij ook steeds de kinderbijslag8 die men zou ontvangen bij een tewerkstelling aan een minimumloon. De schoolpremie en de studietoelagen die men ontvangt bij een tewerkstelling aan een minimumloon tellen we niet bij het inkomen omdat deze toelagen niet maandelijks worden uitgekeerd. Dit zou de berekening ook erg complex maken, daar het bedrag van de studietoelagen van de Vlaamse gemeenschap van vele factoren afhankelijk is. Daarenboven willen we bij deze specifieke maatregelen gericht op schoolse participatie en ondersteuning geen neutraliserend effect invoeren met ons systeem van AFH. Tabel 2. Bedragen van het minimumloon (bedragen 01/12/2012) en de kinderbijslag bij een voltijdse tewerkstelling per gezinstype nettominimum maandloon
maandelijkse kinderbijslag
totaal
All
1247,68
0
1247,68
All + K 2j
1281,68
136,24
1417,92
All + K 4j
1281,68
136,24
1417,92
All + K 8j
1281,68
167,7
1449,38
All + K 15j
1338,68
184,16
1522,84
All + 2K 2,4j
1338,68
331,78
1670,46
All + 2K 4,8j
1338,68
363,14
1701,82
All + 2K 8,15j
1409,26
411,09
1820,35
Koppel
1443,26
0
1443,26
Koppel + K 2j
1443,26
90,28
1533,54
Koppel + K 4j
1443,26
90,28
1533,54
Koppel + K 8j
1443,26
106,01
1549,27
Koppel + K 15j
1488,55
114,23
1602,78
Koppel + 2K 2,4j
1488,55
257,33
1745,88
Koppel + 2K 4,8j
1488,55
273,06
1761,61
Koppel + 2K 8,15j
1488,55
312,64
1801,19
Als we als OCMW het inkomen van de aanvrager via AFH zouden verhogen tot de bedragen weergegeven in de laatste kolom van bovenstaande tabel, dan zou er geen inkomensverschil zijn bij de overstap naar een voltijdse minimumloontewerkstelling9. Vandaar dat we een tweede spoor berekenen waarbij er een spanningsveld wordt ingevoerd met het Gewaarborgd Minimuminkomen. Zo vermijden we een val waarbij er geen financiële meerwaarde meer is bij de overstap naar een bezoldigde job. Wat moeten we ons dan voorstellen bij dit spanningsveld? Het aanwezige onderzoek101112 is niet eenduidig omtrent het al dan niet invoeren van een financiële stimulus naar werk. Sommige onderzoeken duiden erop dat net hoge uitkeringen leiden tot een snellere overgang naar bezoldigde arbeid1314. Andere onderzoeken duiden op een zekere verhouding tussen minimuminkomen en uitkering om de stap te zetten naar bezoldigd werk (d.i. de vervangingsratio). Deze ratio duidt op het bestaan van een zeker spanningsveld tussen uitkering en loon uit arbeid waardoor werken financieel lonender is dan niet werken15. We willen er over waken dat we via de AFH de financiële prikkels om te
11 195/249 RMW - 14 januari 2015
gaan werken niet weg nemen. Daarom streven we naar een voldoende spanningsveld, een voldoende kloof tussen het inkomen bij ‘niet-werken’ en ‘werken’. De vraag stelt zich dan hoe groot het inkomensverschil moet zijn tussen ‘niet-werken’ en ‘werken’, zodat men voldoende financiële prikkels ervaart om de overstap naar een tewerkstelling te maken. Zoals we hierboven schreven, bestaat er hierover geen wetenschappelijke consensus. De beperkte literatuur16 die we hieromtrent vonden, stelt dat men bij een meer-inkomen van 15 à 25% financieel gemotiveerd is om te gaan werken. De Hoge Raad voor de Werkgelegenheid heeft in 2005 vastgelegd dat een spanning van minder dan 15% een werkloosheidsval kan inhouden. Dit cijfer wordt echter betwist niet enkel omwille van het cijfer van het spanningsveld maar omwille van andere factoren, zoals de kwaliteit van het werk, de mogelijkheid om gezin en werk te combineren,… die hun invloed hebben op het al dan niet aan de slag gaan en het arbitrair karakter van het poneren van zo een cijfer.1718 Het werken met spanningsvelden ten opzichte van het minimuminkomen leidt tot een paradoxale situatie voor beleid en praktijk. Als we ons enkel baseren op onderzoek dat aanduidt hoe hoog het inkomen moet zijn om menswaardig te kunnen leven, dan kan dit leiden tot een uitkering die hoger kan liggen dan het minimumloon. Daarom willen we als OCMW een pleidooi houden voor het optrekken van het netto minimuminkomen of het blijvend behoud van de sociale toeslag bij kinderbijslag bij tewerkstelling aan lage lonen. Op deze wijze is er de mogelijkheid om mensen een menswaardig inkomen te verzekeren zonder dat het spanningsveld met de minimuminkomens te laag is. We moeten dus concluderen dat er geen wetenschappelijke consensus is over al dan niet noodzaak aan financiële spanningsvelden en nog minder over de grootte er van. De spanningsvelden zullen dus bestaan uit politieke keuzes. Belangrijk hierbij te vermelden is dat de verhoogde kinderbijslag (beter: gewaarborgde gezinsbijslag) nog 8 kwartalen kan doorlopen indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan19. Dit nuanceert dan ook de spanningsvelden die we hieronder poneren. In onderstaand voorstel wordt het behoud van de sociale toeslag tijdens deze 8 kwartalen immers niet in rekening gebracht bij de berekening van GMMI + kinderbijslag. In wat volgt werken we enkele voorstellen uit en de financiële consequenties daarvan. In onderstaande tabel ziet u tot welk bedrag we het inkomen per gezinstype mogen optrekken, willen we voor iedereen een spanningsveld van 25% met het inkomen bij voltijdse tewerkstelling aan een minimumloon garanderen. Deze grens benoemen we kortweg als de kritische grens. Tabel 3. Maximale inkomensgrens/kritische grens bij een spanningsveld van 25% bij de overstap naar tewerkstelling aan een minimumloon (bedragen 01/12/2012). inkomen bij minloontew (loon + KB)
kritische grens bij span.veld 25%
1247,68
998,144
All + K 2j
1417,92
1134,336
All + K 4j
1417,92
1134,336
All + K 8j
1449,38
1159,504
All + K 15j
1522,84
1218,272
All + 2K 2,4j
1670,46
1336,368
All + 2K 4,8j
1701,82
1361,456
All + 2K 8,15j
1820,35
1456,28
Koppel
1443,26
1154,608
Koppel + K 2j
1533,54
1226,832
Koppel + K 4j
1533,54
1226,832
Koppel + K 8j
1549,27
1239,416
Koppel + K 15j
1602,78
1282,224
Koppel + 2K 2,4j
1745,88
1396,704
Koppel + 2K 4,8j
1761,61
1409,288
Koppel + 2K 8,15j
1801,19
1440,952
All
12 196/249 RMW - 14 januari 2015
We stellen echter vast dat, bij een spanningsveld van 25%, het verschil tussen de kritische grens voor alleenstaanden zonder kinderen én de kritische grens voor alleenstaanden met kinderen, relatief gering is. De kritische grens voor alleenstaanden met kinderen is slechts 14% (voor all + K 2j) tot 46% (voor all + 2K 8, 15j) hoger dan de kritische grens voor alleenstaanden zonder kinderen. Wanneer we dit vergelijken met het inkomen dat volgens de studie van Storms en Van den Bosch minimaal nodig is, dan zou een alleenstaande met kinderen over een inkomen moeten beschikken dat 40%20 tot 130%21 hoger is dan het inkomen van een alleenstaande zonder kinderen. Hier worden we dus geconfronteerd met het gegeven (waar we als OCMW geen invloed op hebben) dat de verhouding tussen het inkomen van een alleenstaande zonder kinderen (minimumloon, € 1247,68 netto per maand) en een alleenstaande met kinderen (minimumloon + kinderbijslag, bv. € 1.820,35 netto per maand bij twee kinderen van 8 en 15j) bij een minimumloontewerkstelling, te gering is. Wanneer we bij de alleenstaanden met kinderen eenzelfde spanningsveld (van 25%) aanhouden als bij alleenstaanden zonder kinderen, dan betekent dit dat we er over waken dat alleenstaanden met kinderen procentueel evenveel financiële prikkels (met name een meer-inkomen van 25%) zullen ervaren om de stap naar tewerkstelling te zetten, als alleenstaanden zonder kinderen. Maar dit zou ook tot gevolg hebben dat we de financiële armoede bij alleenstaanden met kinderen (in vergelijking met de alleenstaanden zonder kinderen) nog versterken. En het zijn net deze gezinnen die nu al een aanzienlijk hoger risico hebben om in armoede te belanden. Omdat het bestrijden van kinderarmoede en het doorbreken van generatiearmoede één van de speerpunten is waar we de komende jaren als OCMW willen op inzetten, stellen we voor alleenstaanden met kinderen een kleiner spanningsveld voor. Hierdoor komt de kritische grens voor deze gezinstypes, iets hoger te liggen. We kiezen ervoor om bij alleenstaanden zonder kinderen een groter spanningsveld dan 25% aan te houden, met name 35%. Op die manier zou de kritische grens voor alleenstaanden met kinderen hoger liggen dan voor alleenstaanden zonder kinderen. Opnieuw verwijzen we voor de concrete berekeningen naar de simulaties achteraan. Eenzelfde vaststelling geldt voor koppels met kinderen. Bij een spanningsveld van 25% stellen we vast dat de kritische grens slechts 6% tot 25% hoger is dan de kritische grens van een koppel zonder kinderen. Uit de studie van Storms en Van den Bosch blijkt immers dat het inkomen dat minimaal nodig is voor een koppel met kinderen 19% tot 76% hoger zou moeten zijn. Daarom stellen we voor om bij koppels met kinderen het spanningsveld met een inkomen uit tewerkstelling te verminderen. Ook hier worden we dus geconfronteerd met het gegeven (waar we als OCMW geen invloed op hebben) dat de verhouding tussen het inkomen van een koppel zonder kinderen (minimumloon, € 1443,26 netto per maand) en koppels met kinderen (minimumloon + kinderbijslag, bv. € 1801,19 netto per maand bij twee kinderen van 8 en 15j) bij een minimumloontewerkstelling, te gering is. Samengevat stellen we dus voor om volgende spanningsvelden te hanteren: - voor alleenstaanden minstens een spanningsveld van 35%; - voor koppels zonder kinderen een spanningsveld van 25 %; - voor koppels en alleenstaanden met kinderen een spanningsveld van 7%.
Tabel 4. maximale inkomensgrens/kritische grens bij een spanningsveld van 35% alleenstaande, 25% koppel, 7% koppel met kinderen en 7% alleenstaand met kinderen bij de overstap naar tewerkstelling aan een minimumloon (bedragen 01/12/2012).
13 197/249 RMW - 14 januari 2015
inkomen bij minloontew Spanningsveld (loon + KB)
kritische grens
All
1247,68
35%
924,21
All + K 2j
1417,92
7%
1325,16
All + K 4j
1417,92
7%
1325,16
All + K 8j
1449,38
7%
1354,56
All + K 15j
1522,84
7%
1423,21
All + 2K 2,4j
1670,46
7%
1561,18
All + 2K 4,8j
1701,82
7%
1590,49
All + 2K 8,15j
1820,35
7%
1701,26
Koppel
1443,26
25%
1154,61
Koppel + K 2j
1533,54
7%
1433,215
Koppel + K 4j
1533,54
7%
1433,215
Koppel + K 8j
1549,27
7%
1447,916
Koppel + K 15j
1602,78
7%
1497,925
1745,88
7%
1761,61
7%
1801,19
7%
Koppel + 2K 2,4j Koppel + 2K 4,8j Koppel + 2K 8,15j
1631,664 1646,364 1683,355
Als we het inkomen van de aanvragers via AFH dus hoger zouden ‘optrekken’ dan de kritische grenzen, dan wordt het spanningsveld met een inkomen bij een voltijdse tewerkstelling aan een minimumloon niet meer gewaarborgd. In die zin vormen de voorgestelde kritische grenzen de maximumbedragen; het inkomen mag via AFH nooit boven deze bedragen gebracht worden; anders werken we de werkloosheidsval als OCMW in de hand.
3. De steunbarema’s Op basis van de berekeningen in de vorige twee delen, bekomen we twee bedragen:
14 198/249 RMW - 14 januari 2015
-
De referentiebudgetten geven weer hoeveel financiële middelen een huishouden nodig heeft om minimaal te kunnen participeren aan onze samenleving. De kritische grens (dit zijn de spanningsvelden met het GMMI) geeft weer tot welk bedrag we het inkomen via AFH maximaal kunnen optrekken, willen we garanderen dat de overstap naar een voltijdse tewerkstelling aan een minimumloon ‘loont’. Zoniet zijn er onvoldoende financiële prikkels om te gaan werken.
Hoe hanteren we nu beide bedragen om tot steunbarema’s te komen? Deze barema’s bepalen wie, indien hij/zij ook voldoet aan de andere criteria, toegang heeft tot het systeem van AFH en tot welk bedrag we het inkomen van de aanvrager kunnen verhogen via de AFH. De achterliggende logica voor de opbouw van de steunbarema’s is: De kritische grens is de bovengrens tot waar we het inkomen via AFH kunnen optrekken. Dit betekent dat het steunbarema nooit hoger kan zijn dan deze kritische grens. Indien blijkt dat het berekende referentiebudget lager is dan de kritische grens, dan wordt het bedrag van het referentiebudget als steunbarema gehanteerd. Zoniet, wordt de kritische grens het bedrag van het steunbarema. Kortom:
-
Indien kritische grens < referentiebudget, dan is kritische grens = steunbarema Indien kritische grens > referentiebudget, dan is referentiebudget = steunbarema
Dit betekent dat steeds het laagste bedrag wordt genomen. Bijvoorbeeld: - voor een alleenstaande 30-jarige, die een maandelijkse huur van € 350 betaalt, geldt: o een referentiebudget van € 981,53 o een kritische grens (bij spanningsveld van 35%) van € 924,21 De kritische grens (zonder verrekening sociale voordelen) geldt in deze situatie als steunbarema, met name € 924,21. Alleenstaanden en koppels met minderjarige kinderen openen onmiddellijk toegang tot de AFH. Dit in het kader de bestrijding van kinderarmoede. De anderen hebben, zoals vandaag het geval is, pas recht na 6 maanden. Om toch een zekere activeringsprikkel in de AFH te behouden bij alleenstaanden en koppels met minderjarige kinderen, halveren we de AFH indien de maatschappelijk assistent merkt dat medewerking aan het hulpverlenings-en/of activeringstraject niet goed loopt. Indien blijkt dat na deze prikkel de medewerking aan het hulpverlening-en activeringstraject nog steeds niet goed loopt, kan beslist worden over te gaan tot stopzetten van de AFH. Bij alleenstaanden en koppels zonder minderjarige kinderen kan beslist worden, indien de medewerking aan het hulpverlening-en activeringstraject niet goed loopt, onmiddellijk over te gaan tot stopzetten van de AFH.
15 199/249 RMW - 14 januari 2015
In rekening brengen van de sociale voordelen In bovenstaande simulaties gingen we er steeds vanuit dat de aanvrager geen beroep kon doen op sociale voordelen. Echter, vele cliënten van het OCMW hebben wel recht op diverse sociale voordelen. Als men recht heeft op sociale voordelen, betekent dit een daling in de noodzakelijke kosten die een huishouden moet maken om minimaal te participeren aan de samenleving. Daarom moeten we met deze sociale voordelen ook rekening houden bij de bepaling van de steunbarema’s. We menen dat voor huishoudens die recht hebben op sociale voordelen, een lager steunbarema geldt dan voor huishoudens met minder of geen sociale voordelen. Volgende sociale voordelen (d.w.z. minder-uitgaven) brengen we in rekening: korting op een abonnement De Lijn (uitgezonderd voor – 18 jarigen); vrijstelling van provinciebelasting; sociale correctie huisvuilophaling; verminderde bijdrage in de zorgverzekering; sociale maximumprijzen gas en elektriciteit; vrijstelling van sanerings- en abonnementsbijdrage op de drinkwaterfactuur. De bedragen die we voor onderstaande berekeningen gebruiken zijn de bedragen op het moment van onze simulaties getrokken in september 2013. In de te ontwikkelen tool AFH zullen deze bedragen jaarlijks worden geactualiseerd. We vragen principiële goedkeuring aan het bestuur om bij wijzigende sociale voordelen en wijzigende bedragen deze te morgen aanpassen in het systeem van AFH. Leefloon- en equivalent leefloongerechtigden hebben recht op alle sociale voordelen die hierboven worden opgesomd. Rechthebbenden op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering, die geen leefloon of levensminimum ontvangen, hebben eveneens recht op deze sociale voordelen, behalve op de sociale maximumprijs gas en elektriciteit en op de vrijstelling van sanerings- en abonnementsbijdrage op de drinkwaterfactuur. In bijlage 2 omschrijven we de doelgroep van deze sociale voordelen en geven we weer hoe groot het maandelijks financieel voordeel is, wanneer men deze rechten uitput. We stellen voor om steeds alle sociale voordelen waarop de aanvrager recht heeft, onafhankelijk of hij dit recht op sociaal voordeel ook effectief uitput, in rekening te brengen. Op deze manier willen we de aanvrager stimuleren om, eventueel via zijn maatschappelijk werker, de sociale voordelen waarop hij aanspraak maakt, ook effectief aan te vragen. De te ontwikkelen tool AFH zal MW’ers ook de mogelijkheid geven om overzichtelijk te zien op welke sociale voordelen de cliënt in casu recht heeft. Zo kan er – in het kader van proactieve rechtentoekenning – actief gewerkt worden aan het openen van deze rechten.
1. Sociale voordelen – referentiebudget De referentiebudgetten geven weer hoeveel financiële middelen een huishouden nodig heeft, wil men minimaal kunnen participeren aan onze samenleving. Wanneer dit huishouden van sociale voordelen kan genieten, en dus minder uitgaven hoeft te doen, dan kunnen we dit aftrekken van het noodzakelijk inkomen om minimaal te kunnen participeren. Daarom brengen we het totale maandelijks bedrag van de sociale voordelen waarop de aanvrager recht op heeft, in mindering met de referentiebudget. Bijvoorbeeld: - voor een alleenstaande 30-jarige, die een maandelijkse huur van € 350 betaalt, geldt een referentiebudget van € 981,53. Wanneer deze persoon leefloongerechtigd is, dan geniet hij van een maandelijks voordeel van € 42,28. Het referentiebudget verminderen we dan ook hiermee, waardoor voor deze persoon een referentiebudget geldt van € 958,5. 2. Sociale voordelen – kritische grens Kritische grens = (netto-minimumloon (ev. + kinderbijslag) - bedrag sociale voordelen) Spanningsveld (afh. van gezinssamenstelling)22 Bijvoorbeeld:
16 200/249 RMW - 14 januari 2015
-
alleenstaande leefloner van 30 jaar o nettoloon bij minimumloontewerkstelling = € 1247,68 o sociale voordelen die men verliest bij minimumloontewerkstelling = € 61,53 o kritische grens = (€ 1247,68- € 61,53)/1,35 = € 878,63
Om het uiteindelijke steunbarema te berekenen moeten we het referentiebudget (incl. sociale voordelen) vergelijken met de kritische grens (incl. sociale voordelen):
-
Indien kritische grens incl. sociale voordelen < referentiebudget incl. sociale voordelen, dan is kritische grens incl. sociale voordelen = steunbarema Indien kritische grens incl. sociale voordelen > referentiebudget incl. sociale voordelen, dan is referentiebudget incl. sociale voordelen = steunbarema
Het steunbarema vergelijken we steeds met het aanwezige gezinsbudget. Dit betekent dat steunbarema min gezinsbudget als uitkomst het bedrag aanvullende financiële hulp heeft. Om het gezinsbudget te berekenen tellen we er volgende premies bij: - de huursubsidie23 Deze subsidie ondersteunt mensen met een laag inkomen die verhuizen van een slechte, onaangepaste woning naar een goede, aangepaste woning. De huursubsidie is eigenlijk een verhuissubsidie. - de huurpremie24 Mensen die een woning huren en afhankelijk van de ligging en het aantal personen ten laste, die gedurende 5 jaar reeds zijn ingeschreven voor een sociale woning en een laag inkomen hebben kunnen recht hebben op de Vlaamse huurpremie. Deze voordelen worden bij het inkomen geteld. De huurpremie en huursubsidie hebben beide hun invloed op de huurprijs.
17 201/249 RMW - 14 januari 2015
Geen toegang tot het systeem van aanvullende financiële hulp tot het steunbarema Wanneer een aanvrager op basis van zijn inkomen in aanmerking zou komen voor aanvullende financiële hulp, dan betekent dit niet automatisch dat deze aanvullende financiële hulp zal worden toegekend. We stellen voor aan volgende groepen geen aanvullende financiële hulp te verlenen, zelfs al voldoen zij aan de inkomensvoorwaarde. 1. Studenten, (tijdelijk) geschorsten en personen die voorschotten op sociale uitkeringen ontvangen. Deze groepen hebben met het huidig systeem eveneens geen recht op AFH. We stellen voor om dit zo te houden. Het verlenen van AFH aan personen die leefloon/equivalent leefloon ontvangen omwille van een schorsing van de werkloosheidsuitkering, zou de schorsing en de achterliggende doelstelling hiervan ondergraven. Het leefloon tijdens schorsing + AFH kan immers hoger liggen dan een lage werkloosheidsvergoeding. Dit kan niet de bedoeling zijn. Bij cliënten die we voorschotten verlenen is het onze doelstelling de sociale zekerheidsrechten te verzekeren van die cliënten. Omdat het niet de bedoeling mag zijn in de plaats te treden van de sociale zekerheidsorganisaties die laattijdig uitkeringen verstrekken, wensen we de cliënten met voorschotten uit te sluiten van AFH. Studenten behoren vaak tot een groep die tijdelijk in een situatie van gebrek aan inkomen verkeert en nog een beroep kan doen op hun omgeving voor steun. De combinatie van leefloon en studiebeurs maakt het mogelijk de studieperiode te overbruggen zonder AFH.
2. Cliënten die geen medewerking verlenen aan het hulpverlenings- en activeringsproces: zie hoofdstuk 1.2 activeringsvoorwaarde
18 202/249 RMW - 14 januari 2015
2. Simulaties In september 2013 testten we ons voorstel uit bij 162 cliënten die in hulpverlening zijn bij maatschappelijk werkers die in de verschillende welzijnsbureaus tewerkgesteld zijn. In bijlage 2 vindt u voor elk van de geteste cliëntsituatie het bedrag aan AFH dat men zou ontvangen volgens het nieuwe voorstel. De 16225 dossiers werden at random geselecteerd uit een lijst die door de dataexperten werd afgeleverd. Voor elke cliëntsituatie berekenden we, op basis van de maandelijkse huurkost, de gezinssamenstelling en het huidig inkomen, het bedrag aan AFH dat zou worden toegekend volgens het voorstel. Zoals hierboven aangegeven kennen we geen AFH toe aan studenten, (tijdelijk) geschorsten en personen die voorschotten ontvangen en cliënten die onvoldoende medewerking verlenen aan het hulpverlenings-en activeringsproces. We vergeleken altijd met de reële kostprijs van de huidige aanvullende bijstand en dat is voor 2012 (enkel voor schoolpremie wordt het bedrag 2013 gehanteerd, dit omwille van de semi-automatisering van de schoolpremie in 2013 waardoor de kost steeg): Huishuurtussenkomst: Energietoelage: Extra steun energie: Schoolpremie (bedrag 2013):
355.528,63 162.511,30 544.121,46 78.000
Totaal:
€1.140.161
Op basis van deze 162 simulaties maakten we een raming van de kostprijs van dit voorstel. In de huidige budgetten is een verhoging van het budget met €250.000 vanaf 2016 en wordt er 30.000 euro van de Vlaamse middelen Kinderarmoede ingezet op de AFH.
-
Op het moment van de ‘testing’ ontvingen 65 van de 162 ‘geteste’ cliëntdossiers een maandelijkse huishuurtussenkomst en/of energietoelage en/of schoolpremie voor een totaal bedrag van € 3.135,59. Na de testing ontvingen 67 van de 162 ‘geteste’ cliëntdossiers een tussenkomst AFH voor een totaal bedrag van € 3.680,03.
Hier komen nog een aantal extra kosten bij: - We stellen het sociaal voordeel van de buzzy pass vrij voor -18 jarigen (cf. supra): + € 14.000 euro - De wachttijd voor ouders met minderjarige kinderen wordt afgeschaft (cf. supra): + € 30.000 Deze schatting is momenteel gemaakt op basis van het exclusief openstellen van het systeem voor OCMW cliënteel. Wanneer er op een gegeven moment wordt beslist dat het toekennen van aanvullende steun niet meer afhankelijk is van het statuut van inkomen, maar wel van de hoogte van het inkomen, nemen we aan dat nogal wat Gentenaren die op dit ogenblik geen cliënt zijn bij het OCMW, wel in aanmerking zouden kunnen komen voor aanvullende steun (bvb. personen met een lage werkloosheidsuitkering). We moeten ook rekening houden met de extra werkbelasting en de daaruit volgende noodzaak tot extra personeel, die dit voorstel dan met zich meebrengt. Dit is een simulatie. Dit betekent dat afhankelijk van de ontwikkelingen in ons cliëntenbestand het bedrag kan wijzigen. Bvb. indien er meer cliënten zijn, zal dit leiden tot een hogere kostprijs. Het omgekeerde is ook het geval. Bvb. wanneer de samenstelling van onze populatie wijzigt, er zijn bvb. meer alleenstaanden in onze populatie, zal dit ook hun invloed hebben op de kostprijs. Dit is ook het geval bij het huidig systeem van aanvullende financiële hulp. Bij deze simulaties werd met een betrouwbaarheidsinterval (93%) gewerkt wat de gesimuleerde kostprijs laat landen tussen de 1.301.446 en de 1.482.056. Indien we werken met een ‘gemiddelde’ dan komen we op een totale gesimuleerde kostprijs van dit voorstel van 1.388.697 euro.
19 203/249 RMW - 14 januari 2015
Hieronder maken we per subgroep een conclusie. Belangrijk hierbij te vermelden is dat in +/- 75% van de gezinssituaties waar de AFH gelijk blijft of achteruit gaat dit komt doordat in de verschillende gezinssituaties ofwel een inkomen hebben boven barema referentiebudget (88%) ofwel nog geen 6 maand in financiële hulpverlening zijn (12%). Daarenboven is het niet omdat er in gezinssituaties minder AFH wordt toegekend dat dit betekent dat er geen AFH wordt toegekend. Dit wil zeggen dat er minder AFH wordt toegekend in vergelijking met de huidige situatie. -
-
-
-
Alleenstaanden: 21 krijgen er minder AFH, 19 krijgen er evenveel en 41 krijgen meer AFH. Bij de analyse van de gezinssituaties die minder of evenveel krijgen zien we het volgende beeld: 27 gezinnen hebben een inkomen barema Referentiebudget en 6 botsen op het spanningsveld, de anderen voldeden niet aan het criterium van 6 maanden in steun. Koppels: 5 krijgen er minder AFH, 14 krijgen er evenveel en 1 krijgt meer AFH. Bij de analyse van de gezinssituaties die minder of evenveel krijgen zien we het volgende beeld: 11 gezinnen hebben een inkomen barema Referentiebudget en 8 botsen op het spanningsveld. Alleenstaanden met minderjarige kinderen: 7 krijgen er minder AFH, 9 krijgen er evenveel en 7 krijgen meer AFH. Bij de analyse van de gezinssituaties die minder of evenveel krijgen zien we het volgende beeld: 12 gezinnen hebben een inkomen barema Referentiebudget en 4 botsen op het spanningsveld. Koppels met minderjarige kinderen: 5 krijgen er minder AFH, 5 krijgen er evenveel AFH en 2 krijgen meer AFH. Bij de analyse van de gezinssituaties die minder of evenveel krijgen zien we het volgende beeld: 5 gezinnen hebben voldoende inkomen barema Referentiebudget en 5 botsen op het spanningsveld.
20 204/249 RMW - 14 januari 2015
HOOFDSTUK 3. Verdere voorbereiding implementatie en overgangsmaatregelen In deze nota schetsten we de pijlers van ons voorstel tot herziening van AFH. We beseffen dat dit voorstel een grondige wijziging zal betekenen ten opzichte van het huidige stelsel van AFH. Wanneer ook het bestuur achter dit principe staat, zullen we nog heel wat werk moeten verrichten om alles zo concreet mogelijk uit te werken, vooraleer we kunnen overgaan tot de implementatie. Zo moeten we een aparte module naast het gedigitaliseerd verslag BCSD laten ontwikkelen. Die digitalisering is momenteel ingepland gedurende 2014-2015. De module moeten we dan laten testen in een pilootequipe. Ook willen we vorming geven aan de maatschappelijk werkers. Verder willen we de communicatie over het nieuwe systeem goed voorbereiden, zodat huidige cliënten begrijpen waarom hun AFH verhoogt dan wel verlaagt. Tegelijkertijd willen we het systeem aangrijpen als kans om als instrument te dienen om cliënten te stimuleren hun sociale rechten volledig uit te putten. De tool AFH die wordt ontwikkeld zal de meest recente referentiebudgetten berekenen (via integratie van de REMI-tool), de sociale voordelen worden jaarlijks geactualiseerd en bij andere wijzigingen, bvb. de kinderbijslag of minimuminkomens wordt er een aanpassing doorgevoerd. De tool zal de MW’s ook ondersteunen om rechtentoekenning te faciliteren. Er wordt immers een systeem voorzien waardoor de MW voor de gezinssituatie van het dossier kan bekijken op welke sociale voordelen het gezin recht heeft en zo proactief kan overgaan tot acties om deze rechten toe te kennen. In de planning bij Cevi staat de oplevering van de tool AFH gepland eind 2015. Om deze redenen stellen we voor om het nieuw systeem pas toe te passen vanaf 01/01/2016. Wanneer de voorbereiding voor de implementatie en eventuele overgangsmaatregelen volledig rond is, zullen we deze voorleggen aan de betreffende bestuursorganen ter goedkeuring.
21 205/249 RMW - 14 januari 2015
BIJLAGEN BIJLAGE 1. Spoor 1: Gentse referentiebudget - overzicht berekeningswijzes andere gezinssituaties Op basis van de ‘Gentse referentiebudgetten zonder huur’ voor de 16 typegezinnen ontwikkelden we een equivalentieschaal. De noden van een huishouden groeien naarmate er leden bijkomen. Dit gebeurt echter niet op een proportionele manier. Wat nodig is aan woonoppervlakte, de hoeveelheid elektriciteit enz. voor een huishouden dat uit drie personen bestaat, is niet drie keer hoger dan voor een alleenstaande. De equivalentieschaal maakt het mogelijk om elk type huishouden een waarde toe te kennen die in verhouding staat tot de noden. De schaal kent een gewicht toe aan ieder gezinslid en geeft weer wat de relatieve meerkost is wanneer er een extra persoon in het huishouden aanwezig is. De kost van een alleenstaande wordt gelijkgesteld aan 1 (= € 631,53). De factoren die gebruikt worden om deze waarde te berekenen, zijn de grootte van het huishouden, het scholingsniveau van de kinderen, en het gegeven of het om een één- dan wel tweeoudergezin gaat. De totale waarde die we bekomen noemen we de gezinsfactor. Door de vergelijking van de referentiebudgetten zonder huur voor de 16 gezinstypes, konden we berekenen hoeveel een volwassene en een kind kost (afhankelijk of het over een eerste dan wel een tweede (of volgend) kind gaat, en of het een kind bij een koppel of bij een alleenstaande betreft). De equivalentiefactor per bijkomend gezinslid geven we weer in onderstaande tabel.26 Tabel 5. Equivalentieschaal voor bijkomende gezinsleden (1 = € 631,53) eerste volw tweede volw ev
Nog niet schoolgaand
1 0,55 1ste kind
1ste kind
2de ev kind
2de ev kind
voor koppel 0,3
voor alleenst. 0,39
voor koppel 0,14
voor alleenst. 0,15
Kleuteronderwijs
0,35
0,44
0,19
0,19
Lager onderwijs
0,51
0,61
0,34
0,36
Secundair onderwijs
0,74
0,83
0,68
0,68
Nu kunnen we voor alle gezinssituaties de referentiebudgetten als volgt berekenen: - de equivalentiefactoren van ieder gezinslid optellen; zo bekomen we de gezinsfactor; - deze gezinsfactor vermenigvuldigen met € 631,53; - daarbij tellen we de maandelijkse huurprijs (met een max. van € 515 voor een alleenstaande en koppel en € 645 voor de andere situaties). Bijvoorbeeld: Het referentiebudget voor een koppel met een kind dat nog niet naar school gaat, een kleuter en een kind dat lager onderwijs volgt: 1. gezinsfactor = 1 + 0,55 + 0,51+ 0,19 + 0,14 = 2,39 2. referentiebudget = (gezinsfactor x € 631,53) + huur = (2,39 x € 631,53) + huur = € 1509.36 + huur
22 206/249 RMW - 14 januari 2015
BIJLAGE 2. Overzicht sociale voordelen Dit overzicht is gebaseerd op basis van de stavaza tijdens de simulaties van september 2013. Ondertussen zijn de bedragen van de meeste sociale voordelen reeds licht gestegen. Korting op abonnement bij De Lijn meer info: http://www.delijn.be/vervoerbewijzen/types/abonnement/index.htm Houders van een 'attest verhoogde tegemoetkoming geneeskundige zorgen' uitgereikt door een erkend ziekenfonds Houders van een geldige kaart voor verhoogde tegemoetkoming van de NMBS Houders van een geldige WIGW-kaart Personen met een leefloon en gelijkgestelden, of personen die verblijven in een LOI Ouderen met een gewaarborgd inkomen of een inkomensgarantie standaardtar
sociaal tar
15-24 j (1ste buzzypass)
182
36
15-24 j (2de buzzypass)
151,7
36
0
0
237
36
15-24j (3de + verdere) 25-64 j
fin voordeel per 12,17 maand per 9,64 maand per 0 maand per 19,25 maand
Vrijstelling provinciebelastingen meer info: http://www.oostvlaanderen.be/public/over_provincie/financiering/belastingen/gezinnen/index.cfm Indien het gezin het bewijs levert dat de referentiepersoon op 1 januari van het aanslagjaar geniet van: 1. hetzij de verhoogde verzekeringstegemoetkoming inzake geneeskundige verzorging 2. hetzij het recht op maatschappelijke integratie standaardtarief sociaal tarief financieel voordeel
32,30 € per jaar 0 € per jaar 2,69 € per maand
23 207/249 RMW - 14 januari 2015
Sociale correctie huisvuilophaling meer info: http://www.gent.be/eCache/THE/1/323.cmVjPTM3Njg2.html gezinnen waarvan één of meerdere personen recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 1 januari 2011 (waaronder leefloners)
alleenst met 1 pers ten laste meerder pers ten laste
fin voordeel 39,00 € 58,50 € 78 €
sociaal tarief per jaar per jaar per jaar
3,25 € per maand 4,88 € per maand 6,5 € per maand
Verminderde bijdrage in de zorgverzekering meer info: http://www.zorg-en-gezondheid.be/ledenbijdrage.aspx wie op 1 januari van het voorgaande jaar recht heeft op verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering (waaronder mensen met een leefloon) standaardtarief sociaal tarief financieel voordeel
25,00 € per jaar 10 € per jaar 1,25 € per maand
indien ouder dan 25 jaar indien ouder dan 25 jaar
wie het voorwerp uitmaakt van een collectieve schuldenregeling of wie in staat van faillissement is verklaard indien ouder dan 25 Standaardtarief 25,00 € Per jaar jaar Sociaal tarief 0€ Per jaar Indien ouder dan 25 Financieel voordeel 1,25 € Per maand jaar Sociale maximumprijzen gas en elektriciteit meer info: http://www.energiesparen.be/sociaal/maximumprijzen (berekend obv. telefonisch overleg met de VREG) De consumenten die genieten, of waarvan een gezinslid die onder hetzelfde dak woont, geniet van een leefloon/levensminimum. om het financieel voordeel te berekenen vergelijken we de jaarlijkse kostprijs van gas en elek bij de goedkoopste (toegankelijke) leverancier met de sociale
24 208/249 RMW - 14 januari 2015
max.prijzen Elektriciteit 1 pers gemiddeld jaarlijks verbruik (kwh) kostprijs bij goedkoopste leverancier sociale maximumprijs kostprijs per maand sociaal voordeel per maand
600 88,07 57,82 7,34 2,52
Gas (+ verwarming) kostprijs bij goedkoopste leverancier (OCTA+energie) sociale maximumprijs kostprijs per maand sociaal voordeel per maand
2 pers
3 pers 4 pers 5 pers 1200 3500 3500 3600 198,10 682,14 660,17 660,21 137,61 505,70 483,74 478,73 16,51 5,04
56,85 14,71
55,01 14,7
55,02 15,13
1345,27 1069,56 112,11 22,98
Korting drinkwaterfactuur (vrijstelling van abonnementsvergoeding en saneringsbijdrage) meer info: http://water-link.be/content/118 en http://www.vmm.be/water/drinkwaterfactuur/bereken-uwdrinkwaterprijs
Op 1 januari van het facturatiejaar recht hebben op: * het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of de inkomensgarantie voor ouderen * een leefloon of levensminimum toegekend door het OCMW * de inkomensvervangende tegemoetkoming, de integratietegemoetkoming of de tegemoetkoming hulp aan bejaarden voor personen met een handicap abonnementsvergoeding standaardtarief sociaal tarief financieel voordeel
46,5 € per jaar 0,00 € per jaar 3,88 € per maand
25 209/249 RMW - 14 januari 2015
saneringsbijdrage (gemiddeld verbruik: 30m³/persoon) fin standaardtar sociaal tar voordeel 1 pers
68,55
0
2 pers
137,13
0
3 pers
205,69
0
4 pers
274,27
0
5 pers
342,82
0
6 pers
411,39
0
7 pers
479,95
0
per 5,71 maand per 11,42 maand per 17,14 maand per 22,86 maand per 28,57 maand per 34,28 maand per 40 maand
26 210/249 RMW - 14 januari 2015
BIJLAGE 3. Overzicht van de 162 ‘geteste’ cliëntsituaties Hieronder vindt u voor elke geteste cliëntsituatie27 het bedrag aan AFH die men zou ontvangen volgens de verschillende simulaties van het nieuwe voorstel (op voorwaarde dat de cliënt voldoende activeringsinspanningen levert). Dit bedrag kan u vergelijken met het huidig bedrag van AFH die de cliënten ontvangen. De casussen die in het geel staan aangeduid zijn casussen die niet voldeden aan de criteria om toegang te krijgen tot de aanvullende financiële steun (bvb. inkomen uit artikel 60) maar wel in de case study werden opgenomen. In het verhaal hieronder is de constante: ouders met minderjarige kinderen krijgen onmiddellijk financiële hulp. De anderen krijgen dit na een half jaar in financiële hulpverlening toegekend. Bij alleenstaanden is er steeds een spanningsveld van 35% met het GMMI en bij koppels 25% spanningsveld met het GMMI. Bij ouders met minderjarige kinderen is het spanningsveld 7%. Bij de resultaten wordt referentiebudget en kritisch norm (spanningsveld) steeds tegen elkaar afgezet en tegen het gezinsinkomen afgezet. Het steunbarema is het laagste getal. De casussen in de gele kolom onderaan zijn casussen waar art. 60 contracten waren afgesloten. Deze gezinnen voldoen met andere woorden niet aan de inkomensvoorwaarde van dit voorstel AFH.
27 211/249 RMW - 14 januari 2015
Gezin
Statuut inkomen
Totaal Inkom en
Kinderbijsl ag
All + kind 20; 17 en 14 jaar All + kind 7 jaar All + kind 9 jaar All + kind 3 jaar koppel + kind 8, 11, 13, 14, 16, 17, 18 jaar All + kind 1, 15, 16 jaar All + kind 9, 19 jaar
lm 3 ioo loon dochter lm 3 ioo loon
1601
Onderhoudsg eld
Huishuur
Plafon d huishu ur
Sociale of private huur
Referent iebudget
Nieu we AFH
Huidi g bedra g AFH
2464
Spanningsv eld 7% gezinnen, 35% alleenstaand en, 25% koppels 1544
427
600
600
privé
0
63
1090
168
650
645
privé
1610
1288
30
4
ll 3 ioo variabel loon ll 3 ioo loon
1090
165
150
450
450
privé
1415
1288
0
42
1090
90
75
500
500
privé
1326
1258
4
0
ll 3 + ll 1
1634
1732
315
315
sociale huur
3822
2579
0
0
ll 3
1089
686
220
220
sociale huur
1822
1960
46
64
ll 3 + ll 1
1907
366
260
260
sociale huur
1570
1261
0
4
200
28 212/249 RMW - 14 januari 2015
All + kind 3 jaar moeder + dochter + kind 12; 16 jaar All + kind 4; 3 jaar All + kind 16 jaar All + kind 5 jaar All + kind 7, 8, 17, 18 jaar Koppel + kind 1 jaar All + kind 2 jaar All + kind 1, 2 jaar All + kind 17 jaar koppel + meerderjarig kind + kind 12 jaar + kleinkind 0 jaar Koppel + kind 2, 4, 5, 8, 10, 15 en 17 jaar koppel + kind 2, 4, 7 jaar All + kind 5, 0 jaar All + kind 5 jaar
ll 3
1089
90
300
300
privé
1126
1258
0
0
ll 1 ioo loon + invaliditeit / inkomensgaranti e ll 3 ioo eigen inkomsten uit loon ll 3
1681
769
210
210
sociale huur
2014
1554
0
0
1089
240
665
645
privé
1580
1414
84
68
1089
114
339
339
sociale huur
1438
1363
159
63
ll 3
1089
136
490
490
privé
1347
1258
33
38
ll 1 + ll 3
1634
864
600
600
privé
2550
1945
0
23
ll 3
1089
136
575
575
privé
1680
1339
113
51
ll 3 ioo loon en eigen KBS ll 3
1089
90
0
0
826
1258
0
0
1089
257
289
290
woont in bij een vriendin sociale huur
1193
1409
0
51
ll 3
1089
184
243
243
sociale huur
1342
1363
69
83
Loon moeder, WLH dochter en inval. Vader
2185
208
650
645
privé
2313
1587
0
0
ll 3
1089
1638
550
550
privé
3000
2700
0
152
ll 3
1089
507
600
600
privé
2035
1776
172
81
ll 3
1089
318
239
239
sociale huur
1174
1479
0
38
ll 3
1089
90
woont in bij
0
857
1258
0
0
150
29 213/249 RMW - 14 januari 2015
vrienden All + kind 4, 12 jaar All + kind 11 jaar All + kind 9 jaar All + kind 17 jaar All + kind 1 jaar All + kind, 10, 13 jaar Koppel + 2 volwassen kinderen, kind 14, 7 jaar All + volwassen kind + kind 13 jaar All + kind 1 jaar All + kind 2 jaar All + kind 16 jaar All + kind 8, 10, 18, 19 jaar All + grootouder + 2 meerderjarige kinderen + kind 17 jaar
ll 3
1089
319
311
311
sociale huur
1385
1523
0
0
ll 3 ioo ziektevergoedin g ll 3
1089
103
540
540
privé
1505
1288
95
42
1089
168
251
251
sociale huur
1216
1288
0
4
ll 3
1089
181
354
354
privé
1453
1363
0
38
ll 3
1089
90
570
570
privé
1396
1258
79
38
ll 3
1089
411
234
234
sociale huur
1548
1553
0
73
Wlh zoon + LM 3 moeder + LM1 dochter
2734
725
590
590
privé
2878
1484
0
50
LL 3 + LL 1
1634
297
500
500
sociaal
1879
1276
0
0
ll 3
1089
136
300
300
privé
1126
1258
0
0
ll 3 ioo variabel loon ll 3
1089
90
228
228
sociale huur
1054
1258
0
0
1089
114
600
600
privé
1642
1363
159
45
ll 3 in voorschot op inval. Uitkering Wlh + Turks Penioens + LL
1089
1048
0
0
eigendom
1779
1506
0
0
1721
600
600
600
privé
3022
1302
0
0
133
328
30 214/249 RMW - 14 januari 2015
All
ll 2
817
0
dakloos
589
879
0
0
All All All
ll 2 ll 2 ll 2 ioo op WLH
817 817 817
0 0 494
589 589 1083
879 879 879
0 0 61
0 0 25
All All All
ll 2 ll 2 ll2 ioo invaliditeit van 489,51 lm 2 lm 2 lm 2 lm 2 lm 2 lm 2 lm 2 ioo loon lm 2 ioo loon lm 2 2 keer ll 2 ll 2 ll 2 ioo pers oh van 160,06 en kapitaal (eigendom) van 120,49 ll 2 ioo kapitaal (eigendom) ll 2 ioo inv. ll 2 ioo var loon ll 2 ll 2 ll 2
817 817 817
314
314 0 0
dakloos dakloos woonteam caw sociale huur dakloos dakloos
903 589 589
879 879 879
61 0 0
25 0 0
817 817 817 817 817 817 817 817 817 1090 817 817
400 288 350 126 250 395 330 420 420 393 540 0
400 288 350 126 250 395 330 420 420 393 515 0
privé privé privé sociale huur privé privé privé privé privé sociale huur privé eigendom
989 877 939 715 839 984 919 1009 1009 1320 1104 589
879 884 884 884 884 884 879 879 884 1055 879 879
0 0 67 0 22 67 61 61 0 0 61 0
0 0 0 0 0 0 0 25 0 76 38 0
817
0
0
eigendom
589
879
0
38
817 817 817 817 817
371 380 450 187 227
371 380 450 187 227
privé privé sociale huur sociale huur
960 969 1039 776 817
879 879 879 879 879
61 61 61 0 49
38 0 25 63 25
All All All All All All All All All Koppel All All
All All All All All All
494
31 215/249 RMW - 14 januari 2015
All
ll 2
817
365
365
privé
954
879
61
25
All All Koppel All All + 2 meerderjarige kinderen All Samenwonen d met vriendin
ll 2 ll 2 ll 1 ioo loon man ll 2 Pensioen + Igo
817 817 1068 817 1535
193 142 253 267 0
193 142 253 267 0
sociale huur sociale huur sociale huur privé Woning is eigendom
782 731 1180 856 566
879 879 1082 879 841
0 0 14 39 0
76 76 38 25 0
ll 2 ll 1
817 545
385 225
385 225
974 536
879 444
61 0
25 0
All + illegale partner All Koppel + 2 meerderjarige kinderen All All + meerderjarig kind 3 samenwonen de jongeren, 1 in steun All All koppel + meerderjarig kind Man woont in bij vrienden Vrouw woont
Invaliditeit
801
243
243
privé kostendelen d samenwone n sociale huur
832
879
31
76
ll 2 ll 1 + ll 1 ioo loon moeder
817 2162
317 0
317 0
906 904
879 1033
61 0
63 0
ll 2 ll 1 ioo THAB + ll 1
817 1089
450 500
450 500
sociale huur eigendom grootmoede r privé privé
1039 1427
879 1082
0 0
0 0
ll 1
545
230
230
537
450
0
0
ll 2 ll 2 ll 1 + ll 1 + ll 1
817 817 1635
230 390 353
230 390 353
kostendelen d samenwone n Privé huur sociale huur sociale huur
819 979 1263
884 879 1053
2 61 0
0 0 0
ll 1
545
0
0
samenwoon st
484
561
0
0
ll 1
545
0
0
489
560
0
0
313
32 216/249 RMW - 14 januari 2015
in bij vrienden Koppel All All All All All All All All All All All All All All All Koppel All All All
ll 1 + ll 1 ll 2 ll 2 ll 2 ioo loon ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 pensioen + wlh ll 2 ll 2 ll 2
1090 817 817 817 817 817 817 817 817 817 817 817 817 817 817 817 2460 817 817 817
Koppel All
ll 1 + ll 1 ll 1
1089 545
All All All
ll ioo igo ll 2 ll ioo kbs
822 817 822
218 500 335 350 350 236 233 200 198 255 224 400 500 470 590 250 1230 240 336 322 (inclusief egw) 321 bedrag is niet vastgele gd 373 200 350
218 500 335 350 350 236 233 200 198 255 224 400 500 470 515 250 515 240 336 322
privé privé privé privé privé sociale huur sociale huur privé sociale huur sociale huur sociale huur privé privé privé privé privé service flat privé privé privé
1145 1089 924 939 939 825 822 789 787 844 814 989 1089 1059 1104 839 1442 829 925 911
1082 879 884 884 879 879 879 879 879 879 879 884 879 884 879 879 1082 879 879 879
0 61 67 67 61 8 5 0 0 27 0 67 61 67 61 61 0 12 61 61
76 0 0 0 25 0 63 25 0 76 63 0 63 0 25 25 0 25 0 76
321 0
sociale huur kostendelen d samenwone n privé sociale huur privé
1248 273
1082 421
0 0
89 0
962 789 939
879 879 884
56 0 0
76 76 0
373 200 350
33 217/249 RMW - 14 januari 2015
All
ll 2
817
313
313
sociale huur
902
879
0
0
All All
ll 2 ll 2
817 817
515 0
privé geen huur
1104 589
879 879
61 0
25 0
Koppel
ll 1 + steun ouder vriendin ll 1 + ll 1ioo wlh moeder
1045
520 geen huur, in psychiat rie 650
515
privé
1442
1082
37
0
478
478
privé
1389
1054
0
0
ll 1 + ll 1 ll 2 ioo KBS
1090 817
390 0
390 0
1317 589
1082 884
0 0
0 0
ll 2 ioo invaliditeit ll 1 + ll 1 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ll 2 ioo KBS ll 1 ioo KBS
817
500
500
sociale huur verblijf in centrum voor mensen met een beperking privé
1089
879
61
0
1090 817 817 817 817 817 817 545
450 241 255 290 249 275 290 300
450 241 255 290 249 275 290 300
privé sociale huur sociale huur sociale huur sociale huur privé privé privé
1377 830 844 880 839 864 879 607
1082 884 879 879 879 879 879 450
0 13 29 61 21 47 0 0
38 0 0 63 25 25 0 0
ll 2
817
250
250
839
879
22
0
ll 2 ll 2 ll 2
817 817 817
500 300 300
500 300 300
kostendelen d privé privé sociale huur
1089 889 889
866 866 866
48 48 48
0 25 0
All + 2 meerderjarige kinderen Koppel All
All Koppel All All All All All All Kostendelend samenwonen All All All All
1640
229
204
34 218/249 RMW - 14 januari 2015
All + 2 meerderjarige kinderen All Kostendelend samenwonen All All All All All All All All All All Studente inwonend bij moeder en stiefvader Samenwonen de student All All All All All All All
Wlh + ll 1 + ll 1
1661
ll 2 ll 1
454
258
645
sociale huur
1209
824
0
0
817 545
265 0
265 0
privé eigendom
854 484
879 565
36 0
0 0
ll 2 ioo inval ll2 ioo wlh ELL2 ll 2 ioo overlevingspensi oen ll 2 ioo wlh ll 2 ioo var. loon ll 2 ll 2 ioo KB + loon ll 2 ioo pensien ll2 ll 1 + wlh
817 817 817 817
460 350 325 404
460 350 325 404
privé privé privé privé
1049 939 910 993
879 879 884 879
61 0 67 61
25 0 0 63
817 817 817 817
0 200 168 500
0 200 168 500
eigendom privé sociale huur privé
589 785 758 1089
879 884 879 879
0 0 0 61
38 0 63 0
817 817 1646
234 500 0
234 500 0
sociale huur privé eigendom
824 1089 0
879 879 0
6 61 0
63 0 0
ll 1
545
420
400
privé
0
0
0
0
ll 2 ioo kb Art 60 Art 60 Art 60 ll 2 ioo KBS, loon, WLH Lm 2 ioo kbs art 60
817 1404 1404 1404 817
350 380 320 440 375
350 380 320 400 375
privé privé privé privé privé
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
817 1403,5 5
405 310
400 310
privé privé
0 0
0 0
0 0
0 0
117,88
400
35 219/249 RMW - 14 januari 2015
All
Art, 60
All Koppel All All student All
ll 2 ioo KBS pensioen Art 60 ll 2 art. 60
All
ll 2 ioo pensieon
All
art. 60
All All + kind 2, 6 All + kind 2 koppel + kind 7; 2
art. 60 art. 60 WLH art. 60
1403,5 5 817,36 1073
0
817,36 1403,5 5 817 1403,5 5 1404 1404 1200 1403,5 5
357,51 363,01
358 363
privé sociale huur
500 159,89
400 159,89
privé sociale huur
1595,4
400
opname in WZC
273
244
244
sociale huur
90,28
265
265
sociale huur
0
0
0
0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
36 220/249 RMW - 14 januari 2015
BIJLAGE 4. Woordenlijst In de nota komen onderstaande termen zeer frequent voor. Deze begrippen zijn cruciaal voor een goed begrip van de opbouw van het instrument AFH. De definiëring van deze begrippen wordt daarom hieronder herhaald. Steunbarema: is de inkomensgrens die bepaalt wanneer een aanvrager recht kan hebben op AFH. Wanneer de aanvrager over een inkomen beschikt dat lager is dan deze grens, dan kan zijn inkomen– wanneer ook aan de andere voorwaarden is voldaan- worden aangevuld met AFH tot aan deze inkomensgrens. Referentiebudget: geeft weer hoe hoog het inkomen van een huishouden moet zijn om minimaal te participeren aan onze samenleving. Kritische grens: geeft weer tot welk maximum bedrag we het inkomen van de aanvrager via AFH kunnen optrekken, willen we garanderen dat de overstap naar een voltijdse minimumloontewerkstelling ‘loont’.
37 221/249 RMW - 14 januari 2015
38 222/249 RMW - 14 januari 2015
1
Cornelis, I., Peeters, N., Reynaert, J.-F., Thijs, P., Casman, M.-T., Nisen, L. & Storms, B. (2012) Remi. Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen, een webapplicatie. Geraadpleegd op 14 oktober via: http://www.mi-
is.be/sites/default/files/doc/eindrapport_referentiebudgetten_voor_een_menswaardig_inkomen__een_webapplicatie_20120928.pdf 2
De Europese armoedegrens bestaat sinds 2010 973 euro voor een alleenstaande in België en 2044 euro voor een huishouden met 2 partners en 2 kinderen. Vranken, J.; Lahaye, W.; Geerts, A.; Coppée, C. (2012) Armoede in België. Jaarboek 2012. Presentatie op de POD MI. 3
http://www.cebud.be/wetenschap_remi.php
4
In de studie van Storms en Van den Bosch worden volgende (private) huurprijzen gebruikt: - voor alleenstaanden en koppels: 403,32€/mnd - voor alleenstaanden en koppels met 1 kind: 485,68€/mnd - alleenstaanden en koppels met 2 kinderen: 544,80€/mnd
5
In Oost-Vlaanderen bedraagt de maandelijkse kostprijs voor de ‘algemene provinciebelastingen gezinnen’ 2,61€ per huishouden.
6
Storms, B. (2012) Hoe kunnen referentiebudgetten voor een menswaardig inkomern worden gebruikt in de schuldhulpverlening? Gepresenteerd op de studiemiddag CSR, Brussel 19/10/2012. 7
Voor de berekeningen van het maandelijks netto minimumloon vertrokken we van het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen van een arbeider ouder dan 21 jaar (volgens CAO 43), met minder dan 6 maand anciënniteit geldig vanaf 1 december 2012, nl. 1.501,82€. Dit is het brutoloon, dus vóór de aftrek van eventuele persoonlijke bijdrage aan de sociale zekerheid, bedrijfsvoorheffing en/of definitieve aanslag in de personenbelasting, bij een voltijdse tewerkstelling (bij de berekening van het nettoloon van alleenstaande ouders, gingen we er vanuit dat de volwassene een ongehuwde vader/moeder is met kinderen ten laste). Dit wordt berekend in de nota, afhankelijk van de specifieke samenstelling van het gezin, via de tool http://www.acv-online.be/Sociale_wetgeving/ Berekeningsmodules/Bruto_Netto_Loon/brut_net.asp Daarop werd uitgegaan van een werkmaand van 22 dagen. Standaard werd er uitgegaan bij koppels dat de echtgenoot geen inkomen uit arbeid heeft. 8
Dit werd berekend via volgende tool op de website van de rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (rkw): http://www.rkw.be/calculator/calcNl.php 9
Bogaerts, K. (2008) Bestaan er nog financiële vallen in de werkloosheid en in de bijstand in België? Antwerpen; Centrum voor Sociaal Beleid.
10
Nevejan, H. (2009) Documentatienota: financiële prikkels tot werkhervatting voor werklozen en leefloontrekkers in België: heden en verleden. Brussel: CRB. 11
Carpentier, S. (2011b) Uitdagingen van een activerende bijstand die verkleurde. Naar een nieuwe verhouding tussen federaal en lokaal? Welzijnsgids, Afl. 82, Car. 1 -80. 12
Hammer, T. (1999) The Influence of Different Compensation Levels of Unemployment Benefits on Job Chances among Unemployed Youth: A Comparative Study of the Nordic countries. Acta Sociologica, 42(2), 123-134. 13
Hammer, T. (1999) The Influence of Different Compensation Levels of Unemployment Benefits on Job Chances among Unemployed Youth: A Comparative Study of the Nordic countries. Acta Sociologica, 42(2), 123-134. 14
Carpentier, S. (2013) Lunchlezing op OCMW Gent omtrent uitstroom in de bijstand op 2 juni 2014.
15
Bogaerts, K. (2008) Bestaan er nog financiële vallen in de werkloosheid en in de bijstand in België? Antwerpen; Centrum voor Sociaal Beleid. Konings, J. & Persyn, D. (2010) Waarom worden vacatures moeilijk ingevuld? België: Vives. 16
Cherinti Ricardo, ‘Analyse 2008, Des Pieges a l’emploi.’ December 2007. Service Insertion Professionnelle.
17
Nevejan, H. (2011) Financiële vallen in de werklooshied: fictie of realiteit? Over.werk.
18
Nevejan zegt over het cijfer van 15% het volgende: ‘De vastlegging van zo’n kritische grens mag dan noodzakelijk zijn voor het interpreteren van de resultaten, ze is natuurlijk arbitrair en varieert waarschijnlijk van persoon tot persoon, naargelang de situatie waarin de werkloze zich bevindt. Heeft hij of zij een werkende partner wiens loon het gezin al van een inkomen verzekert? Hoe hoog is dit inkomen? Ook niet-financiële afwegingen kunnen de financiële eisen van de werkloze beïnvloeden. Bijvoorbeeld, de lengte en de duur van het pendeltraject kunnen, los van de vervoerskost, belangrijk zijn voor wat de werkloze financieel verlangt van de job. In het meest extreme geval spelen financiële overwegingen helemaal geen rol van betekenis zoals wanneer de werkloze met gezondheidsproblemen kampt of wanneer geen kinderopvang wordt gevonden. Het blijft dus gissen hoe lonend werken moet zijn om werklozen te stimuleren terug aan de slag te gaan. Dat is ook de reden waarom we van meet af aan duidelijk hebben gesteld dat de resultaten slechts een voorzichtige inschatting mogelijk maken van het risico op een financiële werkloosheidsval. Te meer daar de resultaten een aantal zaken
223/249 RMW - 14 januari 2015
níet in rekening brengen. Het is nu eenmaal moeilijk om in dergelijke simulaties rekening te houden met de kosten verbonden aan werk, zoals het vervoer van en naar het werk, en het verlies van andere sociale voordelen dan de werkloosheidsuitkering zelf (studietoelagen, lagere remgelden, lagere tarieven voor openbaar ver-voer, ...).’ 19
Zie http://www.kids.partena.be/Content/Default.asp?pageID=34&languagecode=NL
20
Voor een alleenstaande met een kind van 2 jaar. Berekend op basis van de Gentse referentiebudget zonder huur en met aftrek van de onderwijsuitgaven. 21
Voor een alleenstaande met 2 kinderen van 8 en 15 jaar. Berekend op basis van de Gentse referentiebudget zonder huur en met aftrek van de onderwijsuitgaven. 22
Dit is de logische afgeleide van: nettominimumloon = (kritische grens * spanningsveld) + bedrag sociale voordelen.
23
Vlaamse overheid (n.d.) Tegemoetkoming in de huurprijs (huursubsidie). Geraadpleegd op 21 oktober 2013 via http://www.vlaanderen.be/nl/bouwen-wonen-en-energie/huren-en-verhuren/tegemoetkoming-de-huurprijs-huursubsidie 24
Vlaamse Overheid (n.d.) Vlaamse huurpremie voor kandidaat-huurders van een sociale woning. Geraadpleegd op 21 oktober 2013 via: https://www.wonenvlaanderen.be/premies/vlaamse_huurpremie_voor_kandidaat_huurders_van_een_sociale_woning 25
21 dossiers waren huishoudens waar er een artikel 60 contract in aanwezig was en 3 dossiers konden niet gebruikt worden in het kader van onze analyses. 26
Storms en Van den Bosch stelden geen referentiebudgeten op voor huishoudens met meer dan twee volwassenen en meer dan twee kinderen. Wij opteerden om de equivalentiefactor voor een derde en volgende volwassene gelijk te stellen aan de factor voor de tweede volwassene. Ook voor het derde en volgende kind, hanteren we dezelfde factor als voor een tweede kind. De factor van een 2-jarige, veralgemeenden we naar alle nog niet-schoolgaande kinderen; van een 4-jarige naar alle kinderen in het kleuteronderwijs; van een 8jarige naar alle kinderen in het lager onderwijs; en van een 15-jarige naar alle kinderen in het middelbaar onderwijs. 27
Tussen de casussen waren er geen casussen met afbetalingen van hypothecaire leningen. Daarnaast kwam de Vlaamse huurpremie slecht 1 keer voor, de huursubsidie geen enkele keer. We vermoeden dat in realiteit deze beide bedragen elkaar in evenwicht zullen houden.
224/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Sociale Dienstverlening - Financiële en Thematische Hulpverlening Gezondheidszorg
2015_RMW_00006
Samenwerking OCMW Erpe Mere en OCMW Gent - dienstverlening medisch adviescentrum Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Het OCMW van Erpe Mere contacteerde de dienst Gezondheidszorg aangaande de dienstverlening van het Medisch Adviescentrum. Na een bezoek aan onze dienst en duiding over onze werking wil het OCMW van Erpe Mere een samenwerking met ons aangaan. Deze samenwerking betreft in grote lijnen: advies en ondersteuning voor de maatschappelijk werker in het bepalen van de medische geschiktheid van klanten voor het aanvatten, verderzetten van een opleidings- en/of arbeidstraject... advies en ondersteuning voor de maatschappelijk werker in het bepalen van de medische noodzaak tot een medische prestatie en een eventuele éénmalige of maandelijkse financiële tussenkomst. Met dit besluit wensen wij de samenwerking te laten bekrachtigen.
Motivering OCMW Erpe Mere is bereid de kosten verbonden aan deze dienstverlening te dragen. Het OCMW van Erpe Mere betaalt aan het OCMW van Gent de volgende vergoeding: 68,00 euro per consultatie (jaarlijks te indexeren op basis van de gezondheidsindex waarbij het basisindexcijfer dat van de maand voorafgaandelijk aan het ondertekenen van deze overeenkomst is); De consultatie omvat alle administratieve handelingen, alsook de prestatie van de arts, verbonden aan de - door OCMW Erpe Mere gevraagde - adviezen.
Derden Instelling:
OCMW Erpe Mere
Straat:
Oudenaarsesteenweg
Huisnummer:
458
Postcode:
9240
Gemeente:
Erpe Mere
Land:
België
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
Nee Nieuwe samenwerking
225/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Verbintenis:
Ja
Inkomsten Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
C32 - Departement Sociale Dienstverlening - Gezondheidszorg
Categorie:
701 - Opbrengst uit geleverde diensten
Commentaar
Opbrengst afhankelijk van het aantal gevraagde adviezen.
Uitgaven Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
C32 - Departement Sociale Dienstverlening - Gezondheidszorg
Categorie:
Niet van toepassing
Commentaar
Betreft interne werking
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
Adviezen Dienst Budgettering Datum:
9 december 2014
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De samenwerking tussen OCMW Erpe Mere en OCMW Gent inzake de dienstverlening van het Medisch Adviescentrum
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: Samenwerkingsovereenkomst OCMW Erpe Mere OCMW Gent.pdf Notities notulen Raadslid Emilie Peeters feliciteert namens haar fractie de voorzitter en de diensten voor dit mooi samenwerkingsproject waarbij OCMW Gent zijn centrumfunctie ten volle opneemt. Samenwerking tussen OCMW's zou veel meer moeten gestimuleerd worden en biedt meer en betere perspectieven dan de voorgenomen 'inkanteling' van de OCMW's in de gemeenten. De voorzitter vult aan maar verwijst naar de negatieve vooruitzichten voor de OCMW's in Vlaanderen.
Bijlage(n) Samenwerkingsovereenkomst OCMW Erpe Mere OCMW Gent.pdf
226/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: Samenwerkingsovereenkomst OCMW Erpe Mere OCMW Gent.pdf
227/249 RMW - 14 januari 2015
Samenwerkingsovereenkomst dienstverlening gezondheidszorg tussen OCMW Erpe Mere en OCMW Gent. Artikel 1 - Partijen in de samenwerking Het OCMW van Gent, met zetel te 9000 Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer Rudy Coddens en de heer Luc Kupers, respectievelijk voorzitter en secretaris van dit OCMW en het OCMW van Erpe Mere, met zetel te 9420 Erpe Mere, Oudenaardsesteenweg 458, vertegenwoordigd door de heer Dirk De Rouck en de heer Bruno Van Maldegem, respectievelijk voorzitter en secretaris van dit OCMW zullen samenwerken inzake de dienstverlening rond gezondheidszorg georganiseerd door het Medisch Adviescentrum van het OCMW Gent. Artikel 2 - Aanbod van het OCMW van Gent Het OCMW van Gent organiseert in samenwerking met het OCMW van Erpe Mere dienstverlening omtrent gezondheidszorg. Deze samenwerking betreft in grote lijnen: • advies en ondersteuning voor de maatschappelijk werker in het bepalen van de medische geschiktheid van klanten voor het aanvatten, verderzetten van een opleidings- en/of arbeidstraject... • advies en ondersteuning voor de maatschappelijk werker in het bepalen van de medische noodzaak tot een medische prestatie en een eventuele éénmalige of maandelijkse financiële tussenkomst
Artikel 3 – Afspraken tussen OCMW van Gent en het OCMW van Erpe Mere. Het OCMW van Erpe Mere: • de afspraken om de maatschappelijk werkers toegang tot deze dienstverlening te geven duidelijk te communiceren • hun klanten te informeren over deze samenwerking en de verwachtingen ten aanzien van hen Het OCMW van Gent: • engageert zich om de dienstverlening van het Medisch Adviescentrum open te stellen voor de klanten van het OCMW Erpe Mere
De praktische organisatie wordt in onderling overleg vastgelegd. Artikel 4 - Kostprijs voor de dienstverlening gezondheidszorg. Het OCMW van Erpe Mere betaalt aan het OCMW van Gent de volgende vergoeding: •
68,00 euro per consultatie (jaarlijks te indexeren op basis van de gezondheidsindex waarbij het basisindexcijfer dat van de maand voorafgaandelijk aan het ondertekenen van deze overeenkomst is);
Samenwerkingsovereenkomst OCMW Erpe Mere en OCMW Gent 228/249 RMW - 14 januari 2015
vs 1.0
De consultatie omvat alle administratieve handelingen alsook de prestatie van de arts verbonden aan de door het OCMW Erpe Mere gevraagde adviezen. De facturatie gebeurt semestrieel aan het OCMW van Erpe Mere. Artikel 5 – Duur van de overeenkomst Deze samenwerking wordt initieel aangegaan voor een periode van 2 jaar. In het voorlaatste trimester van deze periode wordt de samenwerking geëvalueerd door het OCMW Erpe Mere en het OCMW van Gent. Indien de evaluatie positief wordt bevonden kan de samenwerking verlengd worden naar een samenwerking van onbepaalde duur. Indien de samenwerking negatief wordt geëvalueerd stopt de samenwerking op het einde van het 2de jaar. Deze overeenkomst eindigt ook in geval van een onderling akkoord tussen het OCMW van Gent en het OCMW van Erpe Mere of in geval van een opzeg die aangetekend moet gebeuren en die een opzeggingstermijn van 6 maanden respecteert.
Artikel 6 - Inwerkingtreding Deze overeenkomst treedt in werking, onder voorbehoud van de goedkeuring door OCMW Erpe Mere en OCMW Gent op 01/02/2015 Opgemaakt te Gent op ../../…. in zoveel exemplaren als er partijen zijn. Elke partij verklaart één exemplaar te hebben ontvangen. Namens het OCMW van Gent :
Namens het OCMW van Erpe Mere:
Luc Kupers secretaris
Bruno Van Maldegem secretaris
Rudy Coddens voorzitter
Samenwerkingsovereenkomst OCMW Erpe Mere en OCMW Gent 229/249 RMW - 14 januari 2015
Dirk De Rouck voorzitter
vs 1.0
Bijlage 1 Rol en mogelijke dienstverlening vanuit het Medisch adviescentrum kan zijn;
Rol van het Medisch Adviescentrum De arts van het Medisch Adviescentrum onderzoekt de medische noodzaak bij de cliënt. De arts doet dit via een gesprek, en op basis van medische verslagen en attesten van de behandelende arts van de cliënt. Op basis daarvan formuleert de arts een advies over het al dan niet ten laste nemen van bepaalde medische kosten; of verwijst de arts de cliënt door voor bijvoorbeeld een tandprothese, een gehoorprothese, een bril… In bijzondere situaties (bijv. tussenkomst bij maagverkleining, IVF, genderingrepen, esthetische ingrepen, ...) is het aangewezen om als maatschappelijk werker contact op te nemen met de arts van het Medisch Adviescentrum om een optimale ondersteuning hierin te krijgen. Het Medisch Adviescentrum van ons OCMW valt onder de Dienst Gezondheidszorg. U kan het Medisch Adviescentrum bereiken : Campus Prins Filip, Offerlaan 6 – 9000 Gent (de deur met de gele bol – volg de gele pijlen) Telefoon : 09/266.93.81. Fax : 09/266.93.83. Wie verwijst u door naar het Medisch Adviescentrum? U verwijst cliënten door voor: bijzondere steun voor medisch-farmaceutische kosten; goedkeuring voor orthopedische schoenen en/of steunzolen, brilglazen en montuur of lenzen (eenmalig), tandzorg, orthodontische behandeling (beugel) en gehoorapparaat; goedkeuring voor specifieke situaties: logopedie, operaties, kinesitherapie en onderzoeken; advies over de medische bekwaamheid om naar taallessen te gaan of te werken. Cliënten in begeleiding maar tewerkgesteld via art. 60 worden bij vragen over de invloed van de medische problematiek doorverwezen naar de arbeidsgeneeskundige dienst van het OCMW voor advies.
Samenwerkingsovereenkomst OCMW Erpe Mere en OCMW Gent 230/249 RMW - 14 januari 2015
vs 1.0
Notulen open zitting
Sociale Dienstverlening - Wonen & Activering Staf Activering Subsidiecel
2015_RMW_00008
Subsidieovereenkomst tussen het OCMW van Gent en vzw TOPunt voor 'Word Wijs!' Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context In de beleidsnota ‘ Werk en activering’ is het thema 'Onderwijs en arbeidsmarkt, met bijzondere aandacht voor jongeren zonder startkwalificatie', een van de beleidsprioriteiten. Het project ‘Word Wijs!’ is een van de initiatieven die bijdragen tot het realiseren van die prioriteit. Het werd in oktober 2012 ontwikkeld als pilootproject vanuit Gent, stad in werking (Gsiw) en liep tot en met september 2014. Word Wijs! kadert binnen de maatregelen om schooluitval actief tegen te gaan. Het biedt leerloopbaancoaching aan Gentse ongekwalificeerde jongeren tussen 18 en 25 jaar bij het behalen van een kwalificatie of een diploma secundair onderwijs. Dit met als doel een stevigere positie te hebben op de arbeidsmarkt en duurzame jobkansen te vergroten. Deze jongeren hebben meestal een onderbroken schoolloopbaan achter de rug. Ze zijn schoolmoe, niet leermoe. Jongeren krijgen door de coaching inzicht in hun eigen interesses en talenten en denken na over welke opleiding ze willen starten. Word Wijs! wil het bewustzijn en de betrokkenheid bij Gentse partners uit onderwijs, arbeidsmarkt en welzijn verhogen ten aanzien van de problematiek ongekwalificeerde uitstroom en biedt daarom ook een platform aan Gentse organisaties die werken met jongeren die dreigen ongekwalificeerd uit te stromen of reeds uitgestroomd zijn. Word Wijs! verzamelt kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over het profiel van de ongekwalificeerde Gentse jongeren. Vanuit deze inzichten wil Word Wijs! het lokale en bovenlokale beleid adviseren. De doelgroep die Word Wijs! beoogt zijn ongekwalificeerde jongvolwassenen (18-25 jaar) uit alle onderwijsvormen die wonen, werken of studeren in Gent. Een eerste doelgroep zijn de leerlingen die dreigen ongekwalificeerd uit te stromen in het secundair onderwijs en momenteel nog ingeschreven zijn in de secundaire scholen. Word Wijs! wil de jongere op een zo vroeg mogelijk tijdstip bereiken en gebruikt hiervoor o.a. het kanaal van de CLB-medewerkers uit alle netten (CLB GO! Gent, ICLB en VCLB regio Gent). Zij vormen de prioritaire doelgroep. Een tweede doelgroep zijn de jongvolwassenen die al een tijdje geleden afhaakten. Deze jongeren komen langs bij de Stap Studieadviespunt Gent of bij andere Gentse diensten (onderwijs, arbeidsmarkt en welzijn) met een diploma- of kwalificatievraag. Ook tweedekansers die al in een traject zitten en opnieuw dreigen af te haken behoren tot de tweede doelgroep. Het project bereikt een significante groep (jonge) leefloners : 32 van de 103 begeleide jongeren waren in de periode van 2012-2014 leefloongerechtigd bij instroom. Tijdens de voorbije twee jaren was er al een nauwe samenwerking tussen Word Wijs! en OCMW Gent. Het Gentse OCMW staat voor 7 % in voor de toeleiding naar het project. En 10 % van de gecontacteerde begeleiders betreft OCMW hulpverleners. De eindevaluatie van de Beleidsgroep van Gsiw was uiterst positief over de werking en de resultaten van het Word Wijs!. Gezien het succesverhaal van Word Wijs! werd naar een oplossing gezocht voor een structurele financiering. De Beleidsgroep van 14/10/2014 herhaalde de aanbeveling om het project structureel te verankeren in de werking van de Stap en deed hiervoor in eerste instantie beroep op de Stad, het OCMW en de VDAB. Daarnaast wil de Beleidsgroep dat er actief op zoek gegaan wordt naar Vlaamse middelen om de werking van Word Wijs! in de Stap te verankeren. De vraag is om het project te verlengen voor drie jaar (2015 - 2017). In het kader van de “Samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Gent, het OCMW Gent en de VDAB voor een inclusief lokaal arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en welzijnsbeleid – 2013 - 2019” werden er in het najaar 2014 ook besprekingen gevoerd om een cofinanciering te voorzien met de convenantpartners, aangezien de problematiek van het vroegtijdig schoolverlaten en een stevige intrede op de arbeidsmarkt alle partners aanbelangt en dus ook best integraal aangepakt wordt. Investeren in het terugdringen van het aantal ongekwalificeerde schoolverlaters loont, getuige het artikel van Kristof De Witte, hoofddocent KULeuven, ‘Beleid rond vroegtijdig schoolverlaten is de investering waard’, waarin hij stelt dat “elke euro voor beleid vroegtijdig schoolverlaten ruim 8 keer wordt terugverdiend.” - Leuvense Economische Standpunten 2014/13 (zie bijlage). De totale betoelaging van Word Wijs ! bedraagt jaarlijks 76 000 euro voor 1,2 VTE om de gestelde resultaatsverbintenissen uit te voeren. Er wordt voor 2015 een loopbaancoaching aangeboden aan 50 nieuwe jongeren. Er wordt ook nog verdere opvolging voorzien voor de jongeren die in de projectjaren 2012-2014 in het coachingstraject van Word Wijs! zijn gestart. Stad Gent (Departement Onderwijs, Opvoeding&jeugd) voorziet 33.000 € tot en met 2017. Dienst Werk van de Stad Gent voorziet 19.000 € voor 2015. VDAB voorziet voor 2015 12.000. En de goedkeuring wordt nu gevraagd om vanuit het OCMW ook 12.000 € te voorzien voor 2015.
231/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
De cofinanciering van de VDAB en Stad Gent wordt geregeld via aparte subsidieovereenkomsten. Er is een engagementsverbintenis dat de financieringspartners actief op zoek gaan naar financiële middelen bij de Vlaamse overheid om de financiering van de Word Wijs ! werking te bestendigen vanaf 2016. De Stap, het studieadviespunt Gent, staat in voor de uitvoering van de werking ‘ Word Wijs’ en het project wordt ingediend door de vzw TOPunt omdat De Stap geen rechtspersoonlijkheid heeft. Vzw TOPunt is een netoverschrijdende samenwerking tussen de drie Gentse CLB’s.
Motivering Gelet op het feit dat bijna één derde van de jongeren van 'Word Wijs!' een beroep doen op een leefloon; gelet op het feit dat de strijd tegen de ongekwalificeerde uitstroom een belangrijke prioriteit is voor de beleidsdomeinen onderwijs, welzijn en werk; gelet op het gezamenlijk engagement van de Stad Gent, het OCMW en de VDAB om vroegtijdige schooluitval tegen te gaan.
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De samenwerking met Stad Gent, partners, buurt optimaliseren
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:
Ja
Verbintenis:
Ja
Inkomsten Bedrag:
0,00
Kostenplaats:
Niet van toepassing
Categorie:
Niet van toepassing
Uitgaven Bedrag:
12000,00
Kostenplaats:
D38 - Departement Sociale Dienstverlening - Opleidings- en tewerkstellingscentrum
Categorie:
649 - Toegestane werkingssubsidies
Commentaar
voor de kostenplaats D38 13 00 gebudgetteerd, maar de subsidie is nog niet nominatief vermeld in het budget
Visum van de ontvanger Visum:
Gunstig
Adviezen Dienst Budgettering
232/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Datum:
15 december 2014
Advies:
Gunstig
besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 De overeenkomst tussen OCMW Gent en vzw TOPunt, Holstraat 95 9000 Gent waarbij een bedrag van 12.000 € subsidie wordt toegekend voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 voor de uitvoering van het project Word Wijs!.
Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 4: 20141212_DO_overeenkomst 2015 OCMW en vzw TOPunt.doc Notities notulen Raadslid Evita Willaert houdt een tussenkomst over een opmerking van de N-VA (in de vorige raad) over het niet begeleiden van jonge leeflooncliënten die ongekwalificeerd uitstromen. Dit dossier en dit project bewijzen dat het tegendeel waar is, althans in OCMW Gent. Zij verwijst ook naar de verwachte grotere instroom op termijn door de herziening van de inschakelingsuitkeringen. Raadslid Ronny Rysermans houdt volgende tussenkomst: "Geachte voorzitter, collega’s tijdens de vorige OCMW-raad werd de ongekwalificeerde uitstroom door onze fractie aangehaald, waarop gretig werd ingepikt. We stellen vast dat onze collega hiernaar verwijst, dat bewijst ook meteen het belang van een activeringsbeleid en de monitoring ervan. De ervaring leert – en ik blijf het herhalen- dat er binnen het OCMW geen specifieke gegevens uit de database kunnen gehaald worden in verband met tweedekansonderwijs en ongekwalificeerde uitstroom. Zonder me uit te spreken over de manier waarop er activeringsbeleid wordt gevoerd, is het toch wel vreemd dat er geen globaal overzicht bestaat inzake deze materie. Dat er binnen elk persoonlijk dossier van de cliënten wordt gewezen op het belang van gekwalificeerde uitstroom, zoals u vorige raad zei, lijkt me evident. Maar waarop baseert u, uw beleid, als u niet beschikt over deze algemene cijfers. Bent uzelf niet gebaat bij een globaal overzicht? Voorzitter, dat vandaag het project Word Wijs ter bespreking wordt voorgelegd is een goede zaak. Maar neemt u genoegen met een louter projectmatige communicatie inzake de stand van zaken van ongekwalificeerde uitstroom? Mijn inziens is een globaal overzicht bijzonder relevant. Wanneer er enkel projectmatig inzicht wordt gegeven over de materie bestaat de kans dat het globale overzicht wordt verloren. Want het blijft toch vreemd dat het project niet werd aangehaald tijdens uw repliek van het Budget 2015. Bovendien is het vreemd dat binnen dit project slechts 7% van de toeleiding is gebeurd via het OCMW. Dat is merkwaardig aangezien 32 van de in totaal 103 jongeren OCMW-cliënten zijn, welke deelnemen aan dit project. Voorzitter, ik wil nog iets anders aanhalen. U zei tijdens de vorige raad dat u alle gesprekken op de eerste rij volgt als OCMW-voorzitter, ook in uw functie bij de VVSG OCMW én als schepen van Werk. Voorzitter, u sprak over ‘ongelooflijk veel cijfers én details’ en dat u beleid wilt voeren binnen een globale visie en niet in stukjes aan beleid wilt doen. U verweet ons dat wij sommige inspanningen niet willen zien. Voorzitter, wij vroegen algemene cijfers inzake ongekwalificeerde uitstroom en deze waren niet aanwezig. Het is dus geen kwestie van niet willen zien, maar van niet kunnen zien. Dank u voorzitter." Raadslid Evita Willaert merkt nog op dat de gevraagde cijfers zeker voorhanden zijn en zij is van oordeel dat er in de vorige vergadering wel degelijk een (negatief) waardeoordeel geveld werd door de N-VA. De voorzitter geeft nog repliek, waarbij hij aanhaalt dat er in Gent jaarlijks ongeveer 1000 jongeren zijn die ongekwalificeerd uitstromen. Zij komen bijna allemaal bij het OCMW terecht, en vaak is er een ruime problematiek van kansarmoede. Door OCMW Gent wordt er aan ongeveer 500 jongeren de kans geboden (via leefloon) om alsnog een bepaalde kwalificatie te behalen. OCMW Gent doet op dit vlak dus grote inspanningen, die zelfs als uniek kunnen beschouwd worden. Raadslid Ronny Rysermans houdt volgende tussenkomst: "Voorzitter, u heeft tijdens de vorige raad en in de beleidsnota’s aangehaald dat u aan beleid wilt doen binnen een globale visie. Vandaag stel ik vast dat u ons enkel de cijfers van het project Word Wijs kan voorleggen. Voorzitter, bovendien heb ik vernomen dat het actieplan ‘gekwalificeerde uitstroom’ nog niet operationeel is. U gaf eerder aan dat het OCMW nog geen informatie heeft verkregen van de bevoegde schepen over hoe dit concreet zal worden aangepakt. U gaf in het verleden ook aan dat er nog moet worden gewerkt aan meer concrete acties om jongere leeflooncliënten te behoeden voor een ongekwalificeerde uitstroom. Voorzitter, in afwachting van deze acties nemen wij akte van het gebrek aan globaal cijfermateriaal."
Bijlage(n)
233/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
20141212_DO_overeenkomst 2015 OCMW en vzw TOPunt.doc
234/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
Bijlage: 20141212_DO_overeenkomst 2015 OCMW en vzw TOPunt.doc
235/249 RMW - 14 januari 2015
Subsidieovereenkomst tussen het OCMW van Gent en vzw TOPunt voor ‘Word Wijs!’
voor werkingsjaar 2015 Deze overeenkomst wordt gesloten onder voorbehoud van: de jaarlijkse vaststelling van het OCMW-budget door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de jaarlijkse vaststelling van de meerjarenplanning door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn deze overeenkomst wordt afgesloten tussen enerzijds Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijke Welzijn van Gent, met zetel op Onderbergen 86 te 9000 Gent waarvoor optreden de heer Rudy Coddens, voorzitter, en Luc Kupers, secretaris, en die handelen in uitvoering van de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 14 januari 2015 hierna genoemd het OCMW;
en anderzijds de vzw TOPunt, ondernemingsnummer 0548.715.340, Holstraat 95, 9000 Gent, vertegenwoordigd door de heer Mario Pauwels, voorzitter; hierna genoemd de uitvoerder
en wordt het volgende overeengekomen:
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 236/249 RMW - 14 januari 2015
1
Hoofdstuk 1. - Voorwerp van de overeenkomst Artikel 1. - Omschrijving van de actie Actie
Werking Word Wijs in De Stap
Looptijd van de actie
Van 01/01/2015 tot en met 31/12/2015
Totaal toegekend subsidiebedrag per jaar
12.000 Euro
Personeel en werkingsmiddelen
In het kader van de ‘Samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Gent, het OCMW Gent en de VDAB voor een inclusief lokaal arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en welzijnsbeleid – 2013-2019’ werd een cofinanciering afgesproken, die getuigt van een gezamenlijk engagement om vroegtijdige schooluitval tegen te gaan en om het belang aan te tonen van een kwalificatie/diploma om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. De totale betoelaging van Word Wijs! bedraagt 76 000 euro voor 1, 2 VTE om de gestelde resultaatsverbintenissen uit te voeren. Stad Gent – OCMW en VDAB hebben volgende verdeling afgesproken: OCMW Gent voorziet voor 2015 een bedrag van 12.000 euro met optie tot verlenging in 2016 a rato van hetzelfde bedrag. Stad Gent (Departement Onderwijs, Opvoeding & Jeugd) voorziet 33.000 euro tot en met 2017, Stad Gent Dienst Werk voorziet 19 000 euro voor 2015. VDAB voorziet voor 2015 12 000 euro. De cofinanciering Word Wijs! 2015 ziet eruit als volgt
1 jan – 31 dec 2015
Stad Gent dep. Onderwijs, Opvoeding & Jeugd 33 000
Stad Gent OCMW Dienst Werk
VDAB
19 000
12 000
12 000
Art. 2. - Bovenstaande actie levert een bijdrage aan de strategische doelstelling, maatschappelijke evoluties, de operationele doelstelling en de activiteiten van het Strategisch Meerjarenplan van het OCMW HSD 5 – OCMW SD 21 - OCMW OD 85 – OCMW
Gent wendt de aanwezige creativiteit en de ruimte optimaal aan voor een gediversifieerde en duurzame economie en industrie waarin talent, ondernemingszin, arbeid en tewerkstelling worden gestimuleerd. We bouwen Gent uit tot dé regionale werkgelegenheidspool met bijzondere aandacht voor sociale werkgelegenheid en het verkleinen van de arbeidsmarktparadox. De tewerkstellingskansen van jongeren, met bijzondere focus op diegene die ongekwalificeerd uitstromen uit het onderwijs, nemen toe.
Art. 3. - De uitvoerder verbindt er zich toe volgende prestaties te leveren en te meten: tegen eind 2015 Prestaties 1 Leerloopbaancoaching aanbieden aan 50 nieuwe jongeren op jaarbasis. Er is altijd een uitgebreid intake- en informatiebemiddelingsgesprek en er zijn minimaal 3 contacten per maand Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 237/249 RMW - 14 januari 2015
Indicator Min 50 nieuwe jongeren worden gecoacht. Het registratiesysteem is de indicator om een kwantitatief en kwalitatief beeld te hebben van de jongeren
2
2 Opvolging voorzien voor de jongeren die in de Registratiegegevens opvolging projectjaren 2012-2014 in het coachingstraject Word Wijs! gestart zijn 3 Onderhouden netwerk en samenwerking met Verslagen stuurgroep doorverwijsinstanties. Continuïteit van het project verzekeren 4 Opmaak jaarrapport op basis van Jaarrapport rapporteringsgegevens in het kader van deze overeenkomst Indien nodig kunnen per prestatiejaar andere prestaties en indicatoren ter meting ingevoegd worden
Hoofdstuk 2. : inhoudelijke en financiële controle Hoewel deze overeenkomst geen Stedenfondsmiddelen betreft worden de richtlijnen van het Stedenfonds hierin opgenomen. Art. 4 - De uitvoerder verklaart kennis te hebben van volgende regels en richtlijnen m.b.t. het Vlaams Stedenfonds en zijn opdracht in overeenstemming hiermee uit te voeren: De financiële en administratief technische regels en richtlijnen bepaald door het OCMW in verband met de uitvoering van het Decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd (Planlastendecreet) en het Decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds. Deze onderrichtingen zijn, hetzij op algemene wijze, hetzij in het bijzonder ten opzichte van de lokale uitvoerder, vertaald in de samenvattende brochure “Richtlijnen voor de derden voor verantwoording Stedenfonds Subsidieovereenkomsten” In het bijzonder dient de aandacht op volgende richtlijnen gevestigd te worden: Alle uitgaven die afgerekend worden op de subsidie dienen inhoudelijk gelinkt te zijn met de doelstellingen waarvoor de middelen ter beschikking zijn gesteld. Bij schending van dit opportuniteitsprincipe: zie art. 7 Er kan 10% verschoven worden tussen de afgesproken bedragen voor personeel en werking zonder voorafgaandelijke melding aan de bevoegde OCMW dienst. In geval grotere afwijkingen gewenst zijn, dient dit schriftelijk en mits motivatie aangevraagd te worden bij de bevoegde OCMW dienst ten laatste op 31 oktober. Overheadkosten bedragen max. 15% van het totaal toegekende subsidiebedrag. Ze worden toegekend op basis van de afgerekende en aanvaarde personeels- en werkingskosten. De overheadkosten worden als flatrate toegekend. Ze dienen dus niet gestaafd te worden met verantwoordingsstukken. Overheadkosten bestaan limitatief uit volgende posten: kosten voor (mede)gebruik van gebouw (huur, EGW, onderhoud-, schoonmaak- en servicekosten) kosten voor administratie en beheer van de organisatie (secretariaat, IT, personeelsbeheer, stafmedewerkers en directie) Personeelsleden die zowel instaan voor het algemeen beheer (inhoudelijk/zakelijk) als voor de realisatie van de projecten kunnen ingebracht worden voor een deel van hun prestaties mits deze expliciet gemotiveerd worden (omschrijving link met prestaties overeenkomst & tijdsinvestering). kosten voor telefonie, kopie en IT (incl. afschrijvingen) kosten voor kantoormateriaal (incl. afschrijvingen) huur installaties, machines en uitrusting voor de algemene werking verzendingskosten representatiekosten (recepties, geschenken,…) verzekeringen (behalve vrijwilligersverzekering voor projectmedewerkers) De voornoemde kosten kunnen dus niet ingediend worden onder de werkingskosten. Naleving wetgeving overheidsopdrachten: - De uitvoerder is op algemene wijze onderworpen aan de plaatsings- en uitvoeringsregels: indien de toepassingsvoorwaarden van artikel 12 en 2, 1°, d van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 zijn voldaan
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 238/249 RMW - 14 januari 2015
3
-
De uitvoerder is voor specifieke gesubsidieerde opdrachten onderworpen aan de plaatsingsregels: indien de toepassingsvoorwaarden van artikel 13 van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en artikel 4, § 2 van het Koninklijk Besluit Plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 zijn voldaan
Art. 5- Voor de financiering van de actie wordt de toegekende subsidie uit artikel 1 aan de uitvoerder gestort, volgens deze modaliteiten : 90% van het voor deze overeenkomst voorziene jaarbedrag wordt zo snel mogelijk na de ondertekening of bij meerjarige overeenkomsten zo snel mogelijk na 1 januari van het betreffende jaar, uitbetaald; Indien de uitvoerder in jaar x-2 een negatief overgedragen resultaat heeft, wordt dit voorschot in 2 schijven uitbetaald: 45% van het voor deze overeenkomst voorziene jaarbedrag wordt zo snel mogelijk na de ondertekening of bij meerjarige overeenkomsten zo snel mogelijk na 1 januari van het betreffende jaar, uitbetaald; 45% wordt uitbetaald na het eerste trimester de uitbetaling van het saldo van 10% van het betrokken jaarbedrag gebeurt na de inhoudelijke controle van de prestaties en na de financiële controle van de financiële afrekening van het betrokken jaar op het door de bevoegde dienst aangeleverde evaluatieformat. De financiële afrekening verduidelijkt de aanwending van de toegekende subsidie waarbij een volledig overzicht van de uitgaven en eventuele inkomsten met betrekking tot de prestaties wordt gegeven. De inhoudelijke en de financiële afrekening moeten uiterlijk 31 maart van het volgende jaar door de uitvoerder aan het OCMW worden bezorgd. Van deze datum kan afgeweken worden mits grondige motivatie en na schriftelijk akkoord van de bevoegde OCMW dienst. De uitvoerder verbindt er zich toe elke wijziging van rekeningnummer schriftelijk aan het OCMW bestuur mee te delen. Art. 6 – enkel van toepassing bij éénmalige subsidies >25.000 EUR of meerjarige subsidie >7.000 EUR De uitvoerder dient op grond van art. 5 § 2 van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, zijn balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand aan het OCMW te bezorgen. Op grond van artikel 5 § 1 van voormelde wet, dient de uitvoerder eveneens gedurende de looptijd van de subsidie elk jaar zijn balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand aan het OCMW te bezorgen. Art. 7 - De jaarlijkse inhoudelijke en financiële controle van de ingestuurde verslagen gebeurt door het OCMW. Het OCMW kan overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitgekeerde subsidie in geval het doel waarvoor de subsidie werd toegekend geheel of gedeeltelijk niet werd bereikt, de subsidie niet werd aangewend voor het doel waarvoor ze was toegekend of indien er geen of onvoldoende financiële verantwoordingsstukken kunnen voorgelegd worden. In geval de inhoudelijke en financiële verantwoording niet tijdig wordt aangeleverd, kan het OCMW het nog resterende saldo van het betrokken werkingsjaar inhouden. In geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van de uitvoerder, kan het OCMW beslissen om de toekenning van de subsidie te schorsen en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan de uitvoerder. In geval de uitvoerder onder curatele wordt geplaatst, kan het OCMW overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitgekeerde subsidie. Elke vastgestelde onregelmatigheid geeft bij het OCMW aanleiding tot een deel of de geheel uitgekeerde middelen terug te vorderen en/of het saldo niet uit te betalen.
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 239/249 RMW - 14 januari 2015
4
Art. 8 - De uitvoerder verbindt er zich toe wanneer het OCMW om meer informatie verzoekt, dit schriftelijk binnen de 7 werkdagen na ontvangst van het verzoek te verstrekken. De bevoegde ambtenaren van het OCMW mogen onaangekondigd de prestaties, de meting en de uitgaven m.b.t. het voorwerp van deze overeenkomst ter plaatse controleren. Externe deskundigen, aangesteld door het OCMW, kunnen aangekondigd de uitvoering van deze overeenkomst ter plaatse auditen. Het OCMW heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende subsidie te doen controleren , alsook het bedrag en de aard van de subsidie die wordt toegekend. Ingeval de uitvoerder zich verzet tegen de uitoefening van de controle, is hij/zij gehouden tot terugbetaling van de subsidie. De uitvoerder is verplicht administratieve en financiële richtlijnen betreffende de uitvoering van het in huidige overeenkomst vermeld project, die het OCMW of hogere bestuurlijke overheden haar eventueel zouden verstrekken, op te volgen, en de vorm van begeleiding te aanvaarden die het OCMW of de hogere bestuurlijke overheden haar voor de uitvoering van de acties zouden opleggen. De uitvoerder verbindt er zich toe dat de actie in geen geval voorwerp mag uitmaken van een dubbele financiering. Co-financiering is wel toegestaan in zoverre de betrokken regelgeving dit toelaat.
Hoofdstuk 3 : wijziging overeenkomst Art. 9 - Elke wijziging m.b.t. de prestatie(s), de meting en de begroting van de actie wordt door de uitvoerder onmiddellijk aan het OCMW schriftelijk gemeld. Desgevallend wordt de overeenkomst aangepast. Onderhavige overeenkomst kan aangepast worden op voorstel van het OCMW en de uitvoerder bij schriftelijk akkoord.
Hoofdstuk 4 : correspondentie en communicatie Art. 10 - De uitvoerder die voor zijn actie specifieke externe communicatie opzet, licht hierover het OCMW in. Het OCMW en de uitvoerder verbinden zich ertoe om onderling alle relevante informatie tijdig uit te wisselen en op regelmatige tijdstippen met elkaar overleg te plegen over alle aspecten van deze overeenkomst. Art.11- De bevoegde OCMW dienst beheert namens het OCMW voorliggende overeenkomst. De gegevens betreffende de uitvoerder en het OCMW. De uitvoerder -
Organisatie Vertegenwoordiger van de rechtspersoon volgens de statuten Contactpersoon Correspondentieadres Telefoonnummer Faxnummer Rekeningnummer en naam van de rekeninghouder e-mail
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 240/249 RMW - 14 januari 2015
Vzw TOPunt Mario Pauwels Els Van Hyfte Holstraat 95, 9000 Gent 09 225 32 68 BE07 8939 4402 3566
[email protected]
5
Het OCMW: Bevoegde OCMW dienst -
Naam dienst Diensthoofd Contactpersoon Adres Telefoon Fax-nummer e-mail
OCMW Gent Jan Van Bree Eddy Taragola Onderbergen 86 9000 Gent 09 266 96 24
[email protected]
Hoofdstuk 5 : Bijzondere bepalingen Art. 12 - Investeringen in onroerende goederen gedaan in het kader van deze overeenkomst mogen binnen een periode van 10 jaar geen andere bestemming krijgen. Art. 13 - het OCMW kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Art. 14 – De toegekende subsidie mag door de uitvoerder niet in pand gegeven worden aan een derde. Art. 15 - De uitvoerder verbindt er zich toe er op toe te zien dat haar bestuurders of diens partners geen contracten afsluiten met zichzelf of met verwanten in eerste of tweede graad, of met rechtspersonen waarin zijzelf of verwanten in eerste of tweede graad zetelen. In geval dergelijke contracten toch noodzakelijk zouden zijn, dient voorafgaandelijk een schriftelijke toestemming van het OCMW bekomen te worden. Het OCMW dient schriftelijk op de hoogte gebracht te worden van de aard en de omvang van de samenwerking. Indien dergelijk contract zonder akkoord van het OCMW werd afgesloten, is het OCMW gerechtigd over te gaan tot terugvordering van de reeds uitbetaalde subsidie of de nog uit te betalen subsidie op te schorten. Art. 16 - De uitvoerder verbindt er zich toe: geen enkele vorm van discriminatie op grond van het geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst te dulden. toegankelijk te zijn voor iedereen. elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en te bestraffen. de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na te leven. indien men beroep doet op derden onderhavige code aan hen ter kennis te brengen en er voor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in het kader van het toepasselijke reglement/de overeenkomst. Wanneer de non-discriminatieclausule niet nageleefd wordt, kan het OCMW - rekening houdend met alle elementen - maatregelen nemen.
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 241/249 RMW - 14 januari 2015
6
Art. 17 - In geval van betwistingen zijn alleen de hoven en rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement van Gent bevoegd.
Hoofdstuk 6 : Inwerkingtreding beleidsovereenkomst Art. 18 - Huidige overeenkomst gaat in op 1/1/2015 en eindigt op 31/12//2015 Opgemaakt in 2 exemplaren te Gent op 15/1/2015 Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
Voor het OCMW
Luc Kupers secretaris
Rudy Coddens voorzitter
Voor de uitvoerder
Mario Pauwels Voorzitter vzw TOPunt
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 242/249 RMW - 14 januari 2015
7
Omschrijving van de werking van Word Wijs! binnen De Stap. Doelstelling Word Wijs! kadert binnen de maatregelen om schooluitval actief tegen te gaan. Word Wijs! biedt leerloopbaancoaching aan Gentse ongekwalificeerde jongeren tussen 18 en 25 jaar bij het behalen van een kwalificatie of een diploma secundair onderwijs, met als doel een steviger positie te hebben op de arbeidsmarkt en duurzame jobkansen te vergroten. Jongeren kiezen op vrijwillige basis voor individuele coaching en zetten zelf positieve stappen om hun toekomst te veranderen, ze zijn eigenaar van hun eigen traject. De jongere is de piloot in zijn educatief traject, de coach is de co-piloot, staat aan de zijlijn en ondersteunt de jongere in dit proces tot aan de eindmeet. Deze jongeren hebben meestal een onderbroken schoolloopbaan achter de rug. Ze zijn schoolmoe, niet leermoe. Jongeren krijgen door de coaching inzicht in hun eigen interesses en talenten en denken na over welke opleiding ze willen starten. Word Wijs! wil het bewustzijn en de betrokkenheid bij Gentse partners uit onderwijs, arbeidsmarkt en welzijn verhogen ten aanzien van de problematiek ongekwalificeerde uitstroom en biedt daarom ook een platform aan Gentse organisaties die werken met jongeren die dreigen ongekwalificeerd uit te stromen of reeds uitgestroomd zijn. Word Wijs! verzamelt kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over het profiel van de ongekwalificeerde Gentse jongeren. Vanuit deze inzichten wil Word Wijs! het lokale en bovenlokale beleid adviseren. Doelgroep De doelgroep die Word Wijs! beoogt zijn ongekwalificeerde jongvolwassenen (18-25 jaar) uit alle onderwijsvormen die wonen, werken of studeren in Gent. Een eerste doelgroep zijn de leerlingen die dreigen ongekwalificeerd uit te stromen in het secundair onderwijs en momenteel nog ingeschreven zijn in de secundaire scholen. Word Wijs! wil de jongere op een zo vroeg mogelijk tijdstip bereiken en gebruikt hiervoor o.a. het kanaal van de CLB-medewerkers uit alle netten (CLB GO! Gent, ICLB en VCLB regio Gent). Zij vormen de prioritaire doelgroep. Een tweede doelgroep zijn de jongvolwassenen die al een tijdje geleden afhaakten. Deze jongeren komen langs bij de Stap - Studieadviespunt Gent of bij andere Gentse diensten (onderwijs, arbeidsmarkt en welzijn) met een diploma- of kwalificatievraag. Ook tweedekansers die al in een traject zitten en opnieuw dreigen af te haken behoren tot de tweede doelgroep. Het project bereikt een significante groep (jonge) leefloners : 32 van de 103 begeleide jongeren waren in de periode van 2012-2014 leefloongerechtigd bij instroom. Werkmethode 1. De werking Word Wijs! wordt voorgesteld bij de verschillende partnerorganisaties (binnen het domein onderwijs, arbeidsmarkt en welzijn) in functie van in- en uitstroom van jongeren. 2. Op jaarbasis bieden de leerloopbaancoaches aan minimaal 50 ongekwalificeerde jongeren een coachingstraject met als doel een kwalificatie of diploma secundair onderwijs te behalen. 3. Word Wijs! biedt opvolging aan jongeren die in 2012-2014 met leerloopbaancoaching gestart zijn en ondertussen al dan niet in een opleidingstraject zitten. 4. De leerloopbaancoaches werken samen met Gentse partners uit onderwijs, arbeidsmarkt en
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 243/249 RMW - 14 januari 2015
8
welzijn met als doel jongeren zo snel mogelijk te bereiken en zo ongekwalificeerde uitstroom tegen te gaan (Stuurgroep Word Wijs! (1), OCMW Gent, Gentse CLB's, consulenten VDAB en jongerenorganisaties). De projectbegeleiders hebben een regelmatige samenspraak uitgebouwd met OCMW-begeleiders. 5. Word Wijs! gaat in op concrete vragen van partners uit heel Vlaanderen om deel te nemen aan een lerend netwerk (overleg, vorming, intervisie) over jongeren die dreigen ongekwalificeerd uit te stromen. Innovatie Word Wijs! biedt een complementaire werking binnen de Gentse werk-, welzijns- en onderwijsorganisaties. De focus op het onderwijslandschap is uniek, andere organisaties zijn gericht op psychosociale ondersteuning, huisvesting en arbeidsmarkt. Tot voor het project Word Wijs! waren er in Gent en in Vlaanderen geen initiatieven die jongeren persoonlijke coaching aanbieden bij het uittekenen van jongeren hun leerloopbaan nadat ze de schoolbanken zonder diploma verlaten hebben. De leerloopbaancoach levert een actieve bijdrage door die taken op te nemen die buiten het mandaat van andere diensten vallen. Jongeren die uitvallen in het secundair onderwijs verdwijnen vaak van de radar. De opvolging van deze jongeren behoort niet tot het takenpakket van de secundaire school en het CLB. Jongeren schrijven zich niet automatisch in bij de VDAB. Word Wijs! helpt de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verkleinen. Het vrijwillig karakter van de aangeboden leerloopbaancoaching is de sleutel tot succes. Jongeren kiezen op vrijwillige basis om in een coachingstraject te stappen en te starten met een opleidingstraject. Word Wijs! pleit voor een integrale aanpak. Een opleiding volgen lukt slechts indien andere levensdomeinen geen grote drempel vormen. Het persoonlijk en professioneel netwerk van de jongere wordt – met toestemming van de jongere - actief geïnformeerd en betrokken bij de coaching. Expertise Door de inbedding van Word Wijs! in de Stap en door gebruik te maken van bestaande structuren, uitgewerkte middelen zoals brochures, nieuwsbrief), reeds bestaande methodieken, expertise en het brede netwerk is het project (2012-2014) in de pilootfase (project Gent, stad in werking) zeer snel op gang gekomen. De Stap zelf is een netoverstijgende regionale ondersteuningscel van de Gentse Centra voor leerlingenbegeleiding met financiële steun van Stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, VDAB Oost-Vlaanderen en Syntra Midden-Vlaanderen. De meerwaarde van Word Wijs! is de inbedding in een ruimere organisatie die beschikt over knowhow van het volledige (net- en niveau-overstijgende) onderwijslandschap. Word Wijs! werd op verschillende studiedagen gepresenteerd als praktijkvoorbeeld om ongekwalificeerde uitstroom tegen te gaan. 1
De stuurgroep van het project Word Wijs! is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Stad Gent (departement Onderwijs, Opvoeding en Jeugd en dienst Werk), de Gentse CLB’s, VDAB Oost-Vlaanderen en partners uit het onderwijs, de arbeidsmarkt en het welzijnswerk van de regio Gent. Verder maken ook de 2 leerloopbaancoaches, de coördinator van de Stap en een informatiebemiddelaar team volwasseneneducatie deel uit van de stuurgroep Word Wijs! De onderwijssector wordt vertegenwoordigd door de verschillende netten en de types scholen/onderwijs waarmee het project samenwerkt. Hierbij werd een combinatie gemaakt van vrij onderwijs, deeltijdse leersystemen, stedelijk onderwijs, secundair volwassenenonderwijs (TKO), GO!, OKAN, provinciaal onderwijs (TSO en BSO).
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 244/249 RMW - 14 januari 2015
9
In de projectfase (oktober 2012-september 2014) werden 155 jongeren aangemeld en 103 jongeren (vooropgesteld 80 jongeren) werden gecoacht. 30 jongeren hadden voldoende aan een uitgebreid informatiebemiddelingsgesprek, minstens 26 jongeren behaalden attesten of certificaten en reeds 3 jongeren behaalden hun diploma secundair onderwijs (situatie september 2014). Met Word Wijs! willen we jongeren blijvend kansen geven om hun leerloopbaan uit te tekenen en een diplomagericht opleidingstraject te starten en te behalen. Door kwalitatieve en kwantitatieve data bij te houden, krijgen we een beter zicht op het profiel van jongeren die ongekwalificeerd uitstromen. Dit levert input voor het (lokaal) beleid op vlak van ongekwalificeerde uitstroom. De inbedding in een ruim partnerschap biedt een garantie om alert te blijven voor de situatie van jongeren in hun transitie onderwijs – arbeidsmarkt en om kennis en ervaring met (flexibele) leerwegen uit te breiden. Resultaatsverbintenissen Prestaties 1. Leerloopbaancoaching aanbieden aan 50 nieuwe jongeren op jaarbasis. Er is altijd een uitgebreid intake- en informatiebemiddelingsgesprek en er zijn minimaal 3 contacten per traject. 2. Opvolging voor de jongeren die in de projectjaren 2012 - 2014 in het coachingstraject Word Wijs! gestart zijn. 3. Onderhouden netwerk en samenwerking met doorverwijsinstanties. Continuïteit van het project verzekeren. 4. Opmaak jaarrapport op basis van rapporteringsgegevens in het kader van deze overeenkomst.
Indicator Minimum 50 nieuwe jongeren worden gecoacht (jaarbasis) Het registratiesysteem is de indicator om een kwantitatief en kwalitatief beeld te hebben van de jongeren. Registratiegegevens opvolging.
Verslagen stuurgroep en jaarrapport Jaarrapport.
Engagementsverbintenis 1. De medewerkers van De Stap en Word Wijs! werken mee om kwalitatieve en kwantitatieve gegevens over de doelgroep en de loopbaancoaching te verzamelen om een beter zicht te krijgen op profiel en aanpak ongekwalificeerde jongeren in Gent. Die gegevens zijn beschikbaar voor eventueel wetenschappelijk onderzoek over jeugdwerkloosheidsvraagstukken. 2. De financieringspartners gaan actief op zoek naar financiële middelen bij de Vlaamse overheid om de financiering van de Word Wijs ! werking te bestendigen vanaf 2016. Financiering: cofinanciering Stad Gent – OCMW – VDAB De cofinanciering van Word Wijs! binnen de Stap is het resultaat van het engagement van verschillende beleidspartners om vroegtijdige schooluitval tegen te gaan en toont het belang van een kwalificatie/diploma aan om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. OCMW Gent voorziet middelen voor 2015 met optie tot verlenging in 2016 met hetzelfde bedrag.
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 245/249 RMW - 14 januari 2015
10
Begroting Personeelskost: 1,2 VTE op jaarbasis – incl. anciënniteit Loonkost 1,2 VTE op jaarbasis overhead Totaal
72 000 4 000 76 000
De cofinanciering Word Wijs! 2015 e.v. ziet eruit als volgt
1 jan – 31 dec
Stad Gent Dienst Werk
OCMW
VDAB
2015 2016
Stad Gent dep.Onderwij s 33 000 52 000
19 000 0
12 000
12 000
2017
52 000
0
nog niet vastgelegd nog niet vastgelegd
nog niet vastgelegd nog niet vastgelegd
Evaluatie en jaarrapport Er wordt één gecoördineerd jaarlijks rapport overgemaakt aan alle cofinancieringspartners, die gezamenlijk optreden als opdrachtgever voor de Word-Wijs! werking
Subsidieovereenkomst : OCMW Gent 246/249 RMW - 14 januari 2015
11
Notulen open zitting
Woningen
2015_RMW_00009
Inspectie RWO afdeling toezicht - Inspectieverslag procedures SVK's Voorstel: Kennisneming Beslissing: Kennisgenomen
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding / feiten en context Op 4 oktober 2014 werd er door de toezichthouders RWO met het oog op de controle van de interne procedures van het SVK OCMW Gent een plaatsbezoek verricht. Deze inspectie kadert in het algemeen toezichtprogramma van het agentschap inspectie RWO - afdeling toezicht en sluit aan bij de inspectie van het register en de inschrijvingen van kandidaat-huurders op 04 februari 2010 en de inspectie van de toewijzingen op 29 april 2011. De inspectie had tot doel het bewerkstelligen van een behoorlijk systeem van interne controle binnen het SVK. Tijdens de controle werd de naleving van procedures met betrekking tot interne controle gecontroleerd: - loonadministratie (toelichting Linde Colson) - bestellingen (toelichting Annelies Balcaen) - inkomende facturen en betalingen (toelichting Pieter Spriet) - kas- en liquiditeitenbeheer (toelichting Pieter Spriet) - debiteurenbeheer: huurachterstal (toelichting Ilse François) Op 27 november 2014 ontvingen wij het inspectieverslag van het plaatsbezoek op 4 oktpber 2014 vanwege het Agentschap Inspectie RWO, afdeling toezicht. (zie bijlage 1) Op voormelde datum was de agenda van het BC Woonbeleid van 2 december 2014 echter reeds afgesloten, reden waarom dit verslag thans aan het Vast Bureau wordt voorgelegd. I) Het inspectieverslag bevat volgende bemerkingen: 1) Inkomende Facturen en Betalingen - Voor zover de toelichting en verklaringen van de heer Spriet en mevrouw Serras correct zijn, en op basis van informatie die de toezichthouders konden bekijken, kan worden geconcludeerd dat de wijze waarop de facturen afgehandeld en betaald worden in voldoende interne controle voorziet. Het SVK moet wel een eigen procedure "inkomende facturen en betalingen" op papier zetten. (zie verdere opvolging) 2) Kas- en Liquiditeitsbeheer: - Voor zover de toelichting en verklaringen van de heer Spriet en mevrouw Serras correct zijn, en op basis van de stukken die de toezichthouders ter plaatse inkeken kan worden geconcludeerd dat de wijze waarop de kasgelden beheerd worden in voldoende interne controle voorziet. Het SVK moet wel een eigen procedure "kas- en liquiditeitenbeheer" op papier zetten. (zie verdere opvolging) 3) Loonadministratie: - Op basis van de procedures van het OCMW, de verklaringen van de Coördinator voor zover die correct zijn, en stukken die ter plaatse zijn overhandigd (registratie onkosten) aan de toezichthouders kan geconcludeerd worden dat het SVK in voldoende interne controle voorziet. Het is wel van belang dat het SVK haar eigen rol en handelingen in het kader van de procedure van het OCMW op schrift stelt. (zie verdere opvolging) 4) Debiteurenbeheer: huurachterstal Er is een neergeschreven, doch niet door de Raad goedgekeurde, geconsolideerde procedure "debiteurenbeheer huurachterstal". (zie verdere opvolging) De schriftelijke procedure bevat voldoende elementen voor interne controle.
247/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
5) Delegatiebevoegdheid bestellingen: - Op basis van voorgaande kan geconcludeerd worden dat het SVK in voldoende interne controle voorziet wat betreft de bestellingen. Het SVK moet wel de procedure op schrift stellen wat betreft haar aandeel. (zie verdere opvolging) II. Het inspectieverslag bevat volgende actiepunten Volgende punten moeten binnen een periode van 3 maanden na toezending van het verslag uitgevoerd worden. De actor moet de hoofdtoezichthouder in kennis stellen van de genomen maatregelen: * De hierboven onderzochte procedures op papier zetten voor wat betreft het SVK en door het Vast Bureau laten goedkeuren; * Een delegatiebevoegdheid uitwerken en in de procedures opnemen. III. Het inspectieverslag bevat volgende aandachtspunten Volgende punten dienen onmiddellijk te worden toegepast in de dagelijkse werking van het SVK: - wat betreft de procedure huurachterstal moet er op gelet worden dat er overeenstemming is tussen de praktijk en de geschreven tekst - het is aan te raden dat het SVK een eigen kas voert IV. Verdere opvolging en uitvoering: - actiepunten: de procedures zullen verder afgestemd worden met de betrokken dienstverantwoordelijken - aandachtspunten: de procedure huurachterstal zal verder verfijnd worden zodat meer uitzonderingen (individuele benadering) worden opgenomen, de aanwezig kas zal uitsluitend voorbehouden worden voor SVK.
Motivering Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode; gelet op het ministerieel besluit van 21 december 2007 houdende uitvoering van een aantal bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode; gelet op hoofdstuk V van het besluit van 20 juli 2012 van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren: artikel 4,7° met betrekking tot het instaan voor een systeem van interne controle.
Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 12 januari 2012, 2012_RMW_00012
Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Een duurzaam woonbeleid ontwikkelen
Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.
Visum van de ontvanger Visum:
niet vereist
248/249 RMW - 14 januari 2015
Notulen open zitting
neemt kennis van:
Artikel 1 Het inspectieverslag Agentschap Inspectie RWO, afdeling Toezicht, van 27 november 2014 naar aanleiding van de controle van de interne procedures van het SVK OCMW Gent op 4 oktober 2014. Notities notulen Raadslid Emilie Peeters verwoordt namens haar fractie de positieve appreciatie van dit rapport. Zij heeft enkele vragen over de aanbevelingen uit het rapport. Geert Vergaerde geeft een antwoord op enkele vragen, meer bepaald die over het gebruik van debet- en creditkaarten. De opvolging van de andere aanbevelingen zal bekeken worden naar haalbaarheid. De raad neemt kennis van dit punt, dat zal geagendeerd worden in de volgende vergadering van het BC Wonen.
De zitting wordt beëindigd om 20:24 uur.
secretaris van de zitting secretaris van de zitting
249/249 RMW - 14 januari 2015
voorzitter van de zitting