Openbare zitting. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Notulen open zitting

Raad voor Maatschappelijk Welzijn Zitting van 12 november 2013 - 19:00 uur Locatie Oude Raadzaal (Onderbergen 86 - 9000 Gent) Aanwezig De heer Rudy Coddens, voorzitter Mevrouw Evita Willaert, raadslid; de heer Yoeri Note, raadslid; mevrouw Chantal Sysmans, raadslid; mevrouw Ingrid Vandaele, raadslid; de heer Jurgen Bockstaele, raadslid; de heer Pascal Verbeke, raadslid; de heer Carl De Decker, raadslid; de heer Cengiz Cetinkaya, raadslid; mevrouw Emilie Peeters, raadslid; mevrouw Els Roegiers, raadslid; mevrouw Yeliz Güner, raadslid; de heer Eric Wauters, raadslid; de heer Ronny Rysermans, raadslid; mevrouw Liliane De Cock, raadslid De heer Luc Kupers, secretaris; mevrouw Liesbet Vertriest, plaatsvervangend secretaris Verontschuldigd De heer Daniël Termont, burgemeester stad Gent

Openbare zitting Agendapunten De voorzitter opent de open zitting om 19:05 uur

Diensten van de Secretaris Bestuursondersteuning

2013_RMW_00397

Vestiging van een erfdienstbaarheid op een onroerend goed aan de Sint-Antoniuskaai te Gent ten gunste van OCMW-eigendommen aan de Sint-Antoniuskaai en de Meelstraat te Gent Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Aanleiding / feiten en context Het OCMW is eigenaar van de grond en het eropstaande gebouw aan de Sint-Antoniuskaai te Gent, kadastraal gekend Gent, 1ste afdeling, sectie A, nummer 79H2. Het OCMW is ook eigenaar van de gronden aan de Sint-Antoniuskaai en de Meelstraat te Gent, kadastraal gekend Gent, 1ste afdeling, sectie A, nummers 79P2, 79N2, 79M2, 79L2, 79K2, 79T, 79G2, 79F2, 79E2 en 79D2 Voor de realisatie van 88 serviceflats op die gronden heeft het OCMW aan de NV Belfius Bank, bij de akte financiering verleden op 16 mei 1994 voor burgemeester Gilbert Temmerman, een recht van opstal toegekend. De akte voorziet dat het recht van opstal van de NV Belfius Bank eindigt op de dag waarop het OCMW zijn schuld zal hebben afgelost. De NV Belfius Bank heeft bevestigd dat de schuld volledig werd terugbetaald en dat aan het recht van opstal kan verzaakt worden. Vanaf de akte verzaking opstalrecht is het OCMW ook eigenaar van de gebouwen op de voornoemde percelen. Het ontwerp van akte verzaking aan het recht van opstal wordt binnenkort aan de raad ter goedkeuring voorgelegd. Al die gronden en gebouwen vormen samen het wooncomplex Antoniushof. De percelen 79F3, 79S en 79C2, eigendom van de stad Gent, vormen de binnentuin van het wooncomplex. Op het perceel 79F3 bevindt zich een visueel weinig aantrekkelijke bergplaats voor fietsen en afvalcontainers van het Antoniushof. Die bergplaats staat tegen de perceelsgrens met het naastligggende privé-wooncomplex Residentie Lievehof op het perceel 34T. De projectontwikkelaaar van het privé-wooncomplex heeft de vraag gesteld om de bergplaats te mogen slopen en biedt daarvoor in ruil een nieuwe bergplaats voor 15 fietsen en een afvalcontainerbergplaats aan op het terrein van het privé-wooncomplex die bij wijze van eeuwigdurende erfdienstbaarheid door het OCMW mogen worden gebruikt. Notariskantoor Bael-De Brauwere uit Gent heeft in opdracht van de eigenaar van het privé-wooncomplex een ontwerp van akte erfdienstbaarheid opgesteld.

1/305 RMW - 12 november 2013


Het OCMW heeft het recht om een eigen notaris aan te stellen en wenst beroep te doen op de diensten van Joost Eeman uit Gent.

Motivering Gelet op het Burgerlijk Wetboek; gelet op het Decreet van 19 december 2008 houdende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; geletop het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent.

Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.

Visum van de ontvanger Visum:

niet vereist

Adviezen Facility Management Datum:

16 oktober 2013

Advies:

Gunstig

Financieel Advies Datum:

16 oktober 2013

Advies:

Gunstig

besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen

Artikel 1 Het vestigen van een eeuwigdurende erfdienstbaarheid op het goed aan de Sint-Antoniuskaai te Gent, kadastraal gekend 1ste afdeling, sectie A, nummer 34T, ten voordele van de OCMW-eigendommen aan de Sint-Antoniuskaai en de Meelstraat te Gent, kadastraal gekend 1ste afdeling, sectie A, nummers 79P2, 79N2, 79M2, 79L2, 79K2, 79H2, 79T, 79G2, 79F2, 79E2 en 79D2, waarbij een berging voor 15 fietsen en een berging voor afvalcontainers aan het OCMW ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 2 Aanduiden van notaris Joost Eeman uit Gent als notaris voor het OCMW.

Artikel 3 De hypotheekbewaarder te ontslaan van het nemen van eeen ambtshalve inschrijving bij het overschrijven van de authentieke akte.

Artikel 4 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: ontwerpakte erfdienstbaarheid Antoniushof.doc Bijlage 2: plan erfdienstbaarheid Antoniushof.pdf

2/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage(n) ontwerpakte erfdienstbaarheid Antoniushof.doc plan erfdienstbaarheid Antoniushof.pdf

3/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: ontwerpakte erfdienstbaarheid Antoniushof.doc

4/305 RMW - 12 november 2013

ontwerpakte erfdienstbaarheid Antoniushof.doc

In het jaar TWEEDUIZEND DERTIEN Op Voor mij, meester Jan Bael, geassocieerd notaris, met zetel van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “Notariskantoor Bael - De Brauwere” te Gent houder van de minuut, die deze akte in zijn repertorium zal inschrijven, en meester Joost Eeman, notaris met standplaats te Gent. Zijn verschenen: A) De coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "VM Vastgoedbeheer", met maatschappelijke zetel te 9700 Oudenaarde, Scheldekant 13, met ondernemingsnummer 437.396.556, Vennootschap opgericht blijkens onderhandse akte de dato 15 mei 1989, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch staatsblad de dato 7 juni 1989, onder nummer 890607-302, waarvan de statuten laatst werden gewijzigd blijkens akte verleden voor notaris Toye te Oudenaarde op 9 april 2008, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch staatsblad de dato 28 april daarna, onder nummer 2008-04-28/0064518, alhier vertegenwoordigd door de heer Luc Jozef René VANDER MEEREN, geboren te Oudenaarde op 30 augustus 1960 (identiteitskaart nummer 591-5541130-10, rijksregisternummer 60.08.30-233.86), wonende te 9790 Wortegem-Petegem, Elsegemplein 44, Benoemd tot bestuurder door de algemene vergadering en benoemd tot gedelegeerd bestuurder door de raad van bestuur, beide vergaderingen gehouden op 07 december 2002, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch staatsblad de dato 18 december 2002, onder nummer 151150, Optredend in de hoedanigheid van syndicus van het hierna beschreven appartementsgebouw, met zetel van de vereniging van mede-eigenaars te 9000 Gent, Sint-Antoniuskaai 18, te vertegenwoordigen, teneinde de hieronder vermelde erfdienstbaarheden te vestigen, en dit op basis van de volmacht hem daartoe toegekend in de akte verleden voor ondergetekende notaris Jan Bael te Gent op 12 september 2012, overgeschreven op het eerste hypotheekkantoor te Gent op 4 oktober daarna, met referte 67-T-04-10-2012-14759. Ook “partij enerzijds” of “comparante enerzijds” genoemd. B) Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent te Gent, Onderbergen 86, hierna ook genoemd "OCMW Gent" of "OCMW". Voor wie alhier optreden: 1. 2. Handelend ingevolge de machtigingen beslissing genomen door het Openbaar 1

5/305 RMW - 12 november 2013

verleend Centrum

bij voor

Maatschappelijk Welzijn van Gent in haar zitting van Een uittreksel uit het register der beraadslagingen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent in zitting van zal aan deze akte gehecht blijven. Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Gent bevestigt dat de vermelde beslissingen niet werden geschorst of vernietigd. Hierna ook “OCMW GENT”, “partij anderzijds” of “comparante anderzijds” genoemd. Welke partijen, voorafgaandelijk aan de vestiging van enkele erfdienstbaarheden, voorwerp van deze akte, uiteengezet hebben wat volgt: I. VOORAFGAANDE UITEENZETTING A. De partij enerzijds is syndicus van de “Vereniging van mede-eigenaars van de residentie Lievehof” van het hieronder beschreven appartementsgebouw met zetel te 9000 Gent, Sint-Antoniuskaai 18: BESCHRIJVING VAN HET ONROEREND GOED STAD GENT Een aantal gebouwen met alle aanhorigheden op en met grond, gelegen te 9000 Gent, Sint-Antoniuskaai, bekend of bekend geweest op het kadaster Gent, eerste afdeling, sectie A, blijkens de hoger vermelde basisakte en blijkens recent kadastraal uittreksel nummer 34/T, groot volgens meting vermeld in de hoger vermelde basisakte drieduizend achthonderd en vijf vierkante meter zeven vierkante decimeter (3.805,07m²). Plan Zoals dit goed is afgebeeld op een metingsplan opgemaakt door de heer Alain Verhelst, landmeter-expert, op 13 oktober 2010, welk plan gehecht is aan de vermelde basisakte verleden voor geassocieerd notaris Jan Bael te Gent op 20 oktober 2010. Hierna ook genoemd het lijdend erf Dit goed werd onderworpen aan het regime van de gedwongen mede-eigendom van gebouwen of groepen van gebouwen, waarvan de beginselen neergelegd zijn in artikel 577-2, §9 en de artikelen 577-3 tot en met 577-14 van het Burgerlijk Wetboek, blijkens basisakte met het reglement van medeeigendom verleden voor geassocieerd notaris Jan Bael te Gent op 20 oktober 2010, overgeschreven op het eerste hypotheekkantoor te Gent op 9 november daarna, met referte 67T-09/11/2010-16151. Een eerste akte houdende wijziging van de statuten van het appartementscomplex werd verleden voor geassocieerd notaris Jan Bael te Gent op 15 november 2010, overgeschreven op het eerste hypotheekkantoor te Gent op 18 november daarna, met referte 67-T-18-11-2010-16611 (de eerste wijzigende basisakte). 2

6/305 RMW - 12 november 2013

De statuten werden een tweede maal gewijzigd bij akte verleden voor geassocieerd notaris Jan Bael te Gent op 12 september 2012, ter overschrijving op het eerste hypotheekkantoor te Gent (de tweede wijzigende basisakte). De vereniging van mede-eigenaars heeft de rechtspersoonlijkheid verkregen, aangezien voldaan is aan de voorwaarden gesteld door artikel 577-5, §1 van het Burgerlijk Wetboek. Zij is bekend in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0831.325.929. De partij enerzijds vertegenwoordigt de mede-eigenaars die deel uitmaken van de "Vereniging van mede-eigenaars residentie Lievehof" en die samen eigenaar zijn van alle privatieven en alle aandelen in de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond, van het hoger beschreven appartementsgebouw. B. De partij sub B of de partij anderzijds, het OCMW Gent, is eigenaar van het hierna beschreven goed: STAD GENT Een aantal gebouwen met alle aanhorigheden op en met grond, gelegen te 9000 Gent, Sint-Antoniuskaai, bekend of bekend geweest op het kadaster Gent, eerste afdeling, sectie A, blijkens titel en blijkens recent kadastraal uittreksel nummers 79/P/2, 79/N/2, 79/M/2, 79/L/2, 79/K/2, 79/H/2, 79/T, 79/G/2, 79/F/2, 79/E/2 en 79/D/2. OORSPRONG VAN EIGENDOM Hoger beschreven goederen behoren toe aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent te Gent, eigenares in deze, om er sedert meer dan dertig jaar voor heden het ononderbroken, ongestoord, openbaar en vreedzaam bezit van te hebben gehad. Hierna ook genoemd het lijdend erf II. OVEREENKOMST: VESTIGING VAN ERFDIENSTBAARHEDEN TEN GUNSTE VAN DE ONROERENDE GOEDEREN TOEBEHOREND AAN “HET OCMW GENT” 1. Erfdienstbaarheden in verband met de berging voor afvalcontainers De partijen verklaren bij wijze van eeuwigdurende erfdienstbaarheid ten laste van het hierna vermelde onroerend goed: STAD GENT Een op te richten of in opbouw/renovatie zijnde appartementscomplex, genaamd “RESIDENTIE LIEVEHOF” met alle aanhorigheden op en met grond, gelegen te 9000 Gent, SintAntoniuskaai 22, bekend of bekend geweest op het kadaster Gent, eerste afdeling, sectie A, blijkens titel en blijkens recent kadastraal uittreksel nummer 34/T, groot volgens het hierna vermelde proces-verbaal en plan van meting drie duizend achthonderd en vijf vierkante meter zeven vierkante decimeter (3.805,07m²). 3

7/305 RMW - 12 november 2013

Plan Zoals dit goed is afgebeeld op een metingsplan opgemaakt door de heer Alain Verhelst, landmeter-expert, op 13 oktober 2010, welk plan gehecht is aan de hogervermelde basisakte verleden voor geassocieerd notaris Jan Bael te Gent op 20 oktober 2010, Hierna ook genoemd het lijdend erf of de ‘RESIDENTIE LIEVEHOF”, ten behoeve en ten gunste van de hierna vermelde naburige percelen grond met gebouwen, toebehorend aan het OCMW GENT: STAD GENT Een aantal gebouwen met alle aanhorigheden op en met grond, gelegen te 9000 Gent, Sint-Antoniuskaai, bekend of bekend geweest op het kadaster Gent, eerste afdeling, sectie A, blijkens titel en blijkens recent kadastraal uittreksel nummers 79/P/2, 79/N/2, 79/M/2, 79/L/2, 79/K/2, 79/H/2, 79/T, 79/G/2, 79/F/2, 79/E/2 en 79/D/2. Hierna ook genoemd het heersend erf of het “Antoniushof”, het volgende te zijn overeengekomen en te hebben aanvaard: In de gemeenschappelijke delen van voormeld gebouwencomplex (Residentie Lievehof) bevindt zich een berging voor afvalcontainers, zoals aangeduid als berging OCMW Gent op het uitvoeringsplan niveau 0 (gelijkvloers), opgemaakt door architectenbureau “360 ARCHITECTEN” te 9000 Gent, Recollettenlei 33, de dato 6 augustus 2011 (laatst aangepast 10 juli 2013), waarvan een kopie aan deze akte gehecht zal blijven. Deze berging zal ter beschikking gesteld worden van het OCMW Gent. Deze berging zal uitsluitend betreden mogen worden door de personen aangeduid door het OCMW Gent. Van de berging mag enkel gebruik worden gemaakt, op een wijze die een normaal gebruik uitmaakt en onder de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan het rustig genot van de eigenaars, bewoners en gebruikers van het appartementscomplex (Residentie Lievehof). Deze berging werd opgericht ter vervanging van de berging voor containers die tegen de gemeenschappelijke perceelsgrens stond. Het OCMW Gent verbindt zich ertoe deze containers te verwijderen van zodra en zolang het OCMW Gent gebruik kan maken van voormelde berging, aangeduid als berging OCMW Gent op voormeld uitvoeringsplan. De kosten in verband met de berging voor afvalcontainer zullen worden ten laste genomen als volgt: De eigenaar van het heersend erf zal instaan voor de kosten van onderhoud en herstelling die het Burgerlijk Wetboek ten laste van een vruchtgebruiker legt, terwijl de kosten van 4

8/305 RMW - 12 november 2013

onderhoud en herstelling die het Burgerlijk Wetboek ten laste van de blote eigenaar legt, ten laste zullen zijn van de eigenaars van het lijdend erf, hetzij de eigenaars van de privatieven van het appartementscomplex “Residentie Lievehof”, in verhouding tot het aantal aandelen in de algemeen gemeenschappelijke delen die zij bezitten. 2. Erfdienstbaarheden in verband met de fietsstaanplaatsen ter beschikking gesteld van het SintAntoniushof - De partijen verklaren bij wijze van eeuwigdurende erfdienstbaarheid ten laste van het hoger vermelde lijdend erf ten behoeve en ten gunste van de hierboven beschreven naburige percelen grond met gebouwen toebehorend aan het OCMW GENT, het heersend erf, overeen te komen en te aanvaarden hetgeen volgt: In de Residentie Lievehof zullen vijftien (15) fietsstaanplaatsen ter beschikking gesteld worden in het voordeel van het heersend erf. Deze fietsstaanplaatsen zijn aangeduid als “fietsstaanplaatsen OCMW Gent” op het uitvoeringsplan niveau 0 (gelijkvloers), opgemaakt door architectenbureau “360 ARCHITECTEN” te 9000 Gent, Recollettenlei 33, de dato de dato 6 augustus 2011 (laatst aangepast 10 juli 2013), waarvan een kopie aan deze akte gehecht zal blijven. Deze fietsstaanplaatsen zullen kunnen gebruikt worden door de personeelsleden van het OCMW Gent en bewoners van de wooneenheden zich bevindend op het heersend erf, aan wie het gebruik van een fietsstaanplaats is toegewezen door het OCMW Gent. Voormelde personen die het gebruik van een fietsstaanplaats toegewezen krijgen door het OCMW Gent zullen te allen tijde toegang hebben tot de fietsstaanplaatsen die zich bevinden op het lijdend erf via de doorgang afgebeeld op het aan deze akte gehechte plan. Aldus kunnen zij hun fietsstaanplaats bereiken. Op de perceelsgrens zal een poort worden geplaatst. Van de doorgang zal enkel gebruik kunnen worden gemaakt door de voormelde personen zoals aangewezen door het OCMW Gent. Alle kosten in verband met de doorgang en de poort die toegang geeft tot de doorgang zijn uitsluitend ten laste van de eigenaars van het lijdend erf, in verhouding tot het aantal aandelen in de algemeen gemeenschappelijke delen die zij bezitten. De gebruikers van de fietsstaanplaatsen zullen de aan hen toegewezen fietsstaanplaatsen evenals de bovenvermelde doorgang naar die fietsstaanplaatsen mogen betreden, op een wijze die een normaal gebruik uitmaakt, onder de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan het rustig genot van de eigenaars, bewoners en gebruikers van het appartementscomplex (Residentie Lievehof). 5

9/305 RMW - 12 november 2013

De kosten in verband met de fietsstaanplaatsen en de fietsenberging waarin zij zich bevinden, zullen worden ten laste genomen als volgt: De eigenaar van het heersend erf zal instaan voor de kosten van onderhoud en herstelling die het Burgerlijk Wetboek ten laste van een vruchtgebruiker legt, terwijl de kosten van onderhoud en herstelling die het Burgerlijk Wetboek ten laste van de blote eigenaar legt, ten laste zullen zijn van de eigenaars van het lijdend erf, hetzij de eigenaars van de privatieven van het appartementscomplex “Residentie Lievehof”, in verhouding tot het aantal aandelen in de algemeen gemeenschappelijke delen die zij bezitten. RECHT OP GESCHRIFTEN (WETBOEK DIVERSE RECHTEN EN TAKSEN) Het recht bedraagt vijftig euro (50,00 EUR). BEVESTIGING VAN IDENTITEIT De ondergetekende notaris bevestigt dat de identiteit van de comparanten hem werd aangetoond aan de hand van de identiteitskaart. Om te voldoen aan de verplichtingen opgelegd door de Hypotheekwet, bevestigt de ondergetekende notaris dat de naam, de voornamen, de plaats en datum van geboorte en de woonplaats van de partijen, zoals die in deze akte vermeld zijn, overeenstemmen met de gegevens vervat in het rijksregister van de natuurlijke personen en de identiteitskaart. De comparanten en de partijen bevestigen dat de gegevens betreffende de identiteit van de comparanten en van de partijen in deze akte correct zijn weergegeven en zijn vermeld met hun uitdrukkelijke toestemming. De comparanten en de partijen waarvan het rijksregisternummer werd vermeld in deze akte verklaren in het bijzonder uitdrukkelijk in te stemmen met de vermelding van het rijksregisternummer in de akte, evenals met de vermelding daarvan in alle uitgiften en uittreksels die van deze akte zullen worden opgemaakt. SLOTBEPALINGEN De comparanten erkennen dat de notarissen hen hebben gewezen op de bijzondere verplichtingen aan de notaris opgelegd door artikel 9, § 1, tweede en derde lid van de Organieke Wet Notariaat. Zij erkennen dat de notarissen hen hebben uitgelegd dat, wanneer een notaris tegenstrijdige belangen of de aanwezigheid van onevenwichtige bedingen vaststelt, hij hierop de aandacht moet vestigen van de partijen en hen moet meedelen dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman. De notaris moet tevens elke partij volledig inlichten over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit de rechtshandelingen waarbij zij betrokken is en hij moet aan alle partijen op onpartijdige wijze raad geven. De notarissen hebben de aandacht van de comparanten gevestigd op de tegenstrijdige belangen van de partijen. 6

10/305 RMW - 12 november 2013

De notarissen hebben eveneens de aandacht van de comparanten gevestigd op de aanwezigheid van bedingen die als onevenwichtig kunnen of zouden kunnen worden beschouwd. De comparanten erkennen in verband met de onevenwichtige bedingen uitgebreide toelichting te hebben verkregen van de notarissen. De notarissen hebben vervolgens de comparanten meegedeeld dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman. De comparanten hebben hierop verklaard dat iedere partij beroep doet op een eigen notaris en dat iedere partij zich voldoende heeft laten bijstaan. De comparanten hebben hierop eveneens verklaard alle bepalingen van de notariële akte uitdrukkelijk te aanvaarden. De comparanten bevestigen dat de notarissen hen naar behoren hebben ingelicht over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit onderhavige akte en hen op een onpartijdige wijze raad hebben verstrekt. Waarvan akte. Opgemaakt en verleden te Gent op de hoger vermelde datum. En nadat de akte integraal werd voorgelezen en werd toegelicht aan de comparanten, hebben zij deze akte samen met ons, notarissen, getekend.

7

11/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: plan erfdienstbaarheid Antoniushof.pdf

12/305 RMW - 12 november 2013

plan erfdienstbaarheid Antoniushof.pdf

13/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00398

Digipolis, publieke rechtspersoon onder de vorm van een opdrachthoudende vereniging - instemming met de voorgestelde statutenwijziging Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW van Gent is mede-oprichter van Digipolis, publieke rechtspersoon onder de vorm van een opdrachthoudende vereniging. Digipolis is een samenwerkingsverband dat is onderworpen aan het Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking (verder "het Decreet" genoemd). Met een brief van 29 augustus 2013 heeft Digipolis ter kennis gebracht dat op de algemene vergadering van 11 december 2013 een statutenwijziging zal worden geagendeerd. De voorgestelde statutenwijziging heeft tot doel de statuten in overenstemming te brengen met het Decreet zoals het laatst werd gewijzigd op 18 januari 2013 en artikel 8 van de statuten te wijzigen omdat dat artikel strenger is dan de bepalingen van het Decreet. Inzake statutenwijzigingen bepaalt het Decreet in artikel 7, 2de en 3de lid: "Uiterlijk negentig kalenderdagen voor de algemene vergadering die de statutenwijziging moet beoordelen, wordt een door de raad van bestuur opgesteld ontwerp aan alle deelnemers voorgelegd. De beslissingen terzake van hun raden die de oorspronkelijke statuten hebben goedgekeurd, bepalen het mandaat van de respectieve vertegenwoordigers op de algemene vergadering en worden bij het verslag gevoegd. De deelnemers die nalaten binnen de gestelde termijn een beslissing te nemen en voor te leggen, worden geacht zich te onthouden. De onthouding bepaalt het mandaat van hun vertegenwoordiger op de algemene vergadering.".

Motivering Gelet op het Decreet van 6 juli 2007 houdende de intergemeentelijke samenwerking; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organsiatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de gecoördineerde statuten van Digipolis, publieke rechtspersoon onder de vorm van een opdrachthoudende vereniging.



niet vereist


Artikel 1 Instemming met de voorgestelde wijziging van de statuten van Digipolis, publieke rechtspersoon onder de vorm van een opdrachthoudende vereniging.

14/305 RMW - 12 november 2013


Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: statutenwijziging Digipolis.pdf

Bijlage(n) statutenwijziging Digipolis.pdf

15/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: statutenwijziging Digipolis.pdf

16/305 RMW - 12 november 2013

statutenwijziging Digipolis.pdf

17/305 RMW - 12 november 2013

18/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00399

Beëindiging van het opstalrecht op gronden aan de Sint-Antoniuskaai en de Meelstraat te Gent Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW is eigenaar van de gronden aan de Sint-Antoniuskaai en de Meelstraat te Gent, kadastraal gekend Gent, 1ste afdeling, sectie A, nummers 79P2, 79N2, 79M2, 79L2, 79K2, 79T, 79G2, 79F2, 79E2 en 79D2. Voor de realisatie van 88 serviceflats op die gronden heeft het OCMW aan de NV Belfius Bank, bij de akte financiering verleden op 16 mei 1994 voor burgemeester Gilbert Temmerman, een recht van opstal toegekend. De akte voorziet dat het recht van opstal van de NV Belfius Bank eindigt op de dag waarop het OCMW zijn schuld zal hebben afgelost. De NV Belfius Bank heeft bevestigd dat de schuld volledig werd terugbetaald en dat aan het recht van opstal kan verzaakt worden. Al die gronden en gebouwen vormen samen het wooncomplex Antoniushof. De opstalovereenkomst is maar gebleken naar aanleiding van het voorstel om, ten voordele van de OCMW-eigendommen, een erfdienstbaarheid te vestigen dat het OCMW er een fietsen- en een afvalcontainerbergplaats op het naastliggend perceel mag gebruiken. Het opstalrecht was wel geregistreerd, maar niet overgeschreven op het hypotheekkantoor. Strikt genomen eindigt een opstalrecht door het verstrijken van de contractueel bepaalde termijn en is daarvoor geen akte beëindiging noodzakelijk. Opdat de FOD Financiën zijn kadastrale gegevens zou aanpassen en er achteraf geen discussie meer zou kunnen zijn over wel of geen opstal, is een akte beëindiging noodzakelijk. Voor de akte erfdienstbaarheid heeft het OCMW notaris Eeman uit Gent als zijn notaris aangeduid. Omdat notaris Eeman al heel wat informatie heeft uit dat dossier, lijkt het nogal vanzelfsprekend om hem ook aan te stellen voor de akte beëindiging opstal.

Motivering Gelet op het Burgerlijk Wetboek; gelet op het Decreet van 19 december 2008 houdende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent.



niet vereist


23 oktober 2013

Advies:

Gunstig


24 oktober 2013

Advies:

Gunstig

19/305 RMW - 12 november 2013



Artikel 1 Het beëindigen van het opstalrecht van de NV Belfius Bank op de gronden aan de Sint-Antoniuskaai en de Meelstraat te Gent, kadastraal gekend 1ste afdeling, sectie A, nummers 79P2, 79N2, 79M2, 79L2, 79K2, 79T, 79G2, 79F2, 79E2 en 79D2.

Artikel 2 Aanduiden van notaris Joost Eeman uit Gent voor het opmaken van de ontwerpakte en het verlijden van de authentieke akte.

Artikel 3 De hypotheekbewaarder te ontslaan van het nemen van eeen ambtshalve inschrijving bij het overschrijven van de authentieke akte.

Artikel 4 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: beindiging opstalrecht antoniushof.doc

Bijlage(n) beindiging opstalrecht antoniushof.doc

20/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: beindiging opstalrecht antoniushof.doc

21/305 RMW - 12 november 2013

beï¿½indiging opstalrecht antoniushof.doc

VERZAKING RECHT VAN OPSTAL

Notaris Joost EEMAN Burgerlijke Vennootschap onder de rechtsvorm van een bvba

Oudenaardsesteenweg 50 9000 GENT

Repertoriumnummer: Datum: Dossier: AL/12341 Registratie Gent I: € Overschrijving hypoth.: HET JAAR TWEEDUIZEND EN DERTIEN Op, Voor Meester Joost EEMAN, notaris te Gent, Oudenaardsesteenweg 50 ZIJN VERSCHENEN: Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent, hierna genoemd “OCMW Gent”, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Onderbergen 86. Ingeschreven in het rechtspersonenregister met ondernemingsnummer 0.212.214.125. Hier vertegenwoordigd door: 1) De heer Rudy Georges Irène CODDENS (NN 60.02.14-181.91), voorzitter, wonende te 9031 Gent, Keuzemeers 7, 2) De heer Luc Hubert Maurice KUPERS (NN 57.02.14-217.89), secretaris, wonende te 1800 Vilvoorde, Maria-Theresialaan 41 bus 4.2, handelend in uitvoering van de raadsbeslissing van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van ter kennisgeving overgemaakt aan de heer gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen en waarvan een eensluidend afschrift aan deze akte gehecht zal blijven om er samen mee te worden aangeboden ter registratie. Hierna ook genoemd “het bestuur” En De Naamloze Vennootschap “BELFIUS BANK”, met zetel van de vennootschap te 1000 Brussel, Pachecolaan 44. Ingeschreven in het rechtspersonenregister onder het nummer 0403.201.185, ressorterend onder het rechtsgebied van de rechtbank van Brussel, en onderworpen aan de B.T.W. onder nummer BE403.201.185, CBFA, nummer 19649. Opgericht onder de benaming “Financieringsbank krachtens een akte verleden door notaris Albert Raucq te Brussel op 23 oktober 1962, gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 8 november 1962 onder nummer 29878. Waarvan de statuten verschillende keren gewijzigd werden en, in laatste instantie met aanneming van de huidige benaming, krachtens een akte verleden voor notaris Carole Guillemyn, geassocieerd notaris, vennoot van de burgerlijke vennootschap met de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “Snyers d’Attenhoven, Marcelis & Guillemyn, Geassocieerde Notarissen”, met zetel te 1000 Brussel, Joseph Stevensstraat 7, op 9 mei 2012, gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 29 mei daarna onder nummers 12095627 en 12095628. Alhier vertegenwoordigd door: Mevrouw MATTON Berlinde, wonende te Zottegem, Godveerdegemstraat 213, en De heer VAN STEEN Reno, wonende te Aalst, Drie Sleutelsstraat 11 bus 2, beiden handelend in hun gezegde hoedanigheid en krachtens de machten hen verleend blijkens de akte verleden voor Meester Carole Guillemyn, notaris te Brussel, op 22 mei 2012, gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 3 december daarna onder nummer 12194784. Hierna ook genoemd “Belfius Bank”. Die ons hebben verklaard over te komen hetgeen volgt: I. VOORAFGAANDELIJKE VERKLARINGEN: Het bestuur is eigenaar van de hieronder beschreven goederen.

22/305 RMW - 12 november 2013

2

Voor de realisatie van 88 serviceflats werd door Belfius Bank (destijds NV Gemeentekrediet) aan het bestuur een financiering met projectbeheer toegestaan. De akte financiering met projectbeheer houdende onder meer de toekenning van het recht van opstal werd verleden voor de heer G. Temmerman, burgemeester van de stad Gent, op 16 mei 1994, geregistreerd te Gent op 7 juni 1994, boek 62/17, blad 15, vak 152. Voormelde akte voorziet dat het bestuur aan Belfius Bank een recht van opstal verleent voor een periode die aanvangt neem op de datum van de terbeschikkingstelling van de onroerende goederen door het bestuur en die eindigt op de dag waarop het bestuur haar schuld zal hebben afgelost. De schuld werd volledig terugbetaald zodat op grond van voormelde akte het opstalrecht automatisch vervallen is. II. BESCHRIJVING GOEDEREN Stad Gent, eerste afdeling Een cultureel centrum en verschillende buildings met alle aanhorigheden op en met grond, gelegen te 9000 Gent aan de Meelstraat +41, 49/49E, 47/47C, 45/45G, 43/43G en aan de Sint-Antoniuskaai 11/11E, 12/12K, 13/13K, 14/14O en 15/15O, gekend volgens titel, sectie A, nummers 55/a, 58/b, 60/b, 65/b, 71/b, 79/b, 138/d, 138/i, 138/p, 138/s, 138/t, 138/u, 138/z, 151/c, 151/d, 151/e en 151/f, en thans gekend ten kadaster, sectie A, nummers 0079 T, 0079D 2, 0079E 2, 0079F 2, 0079G 2, 0079K 2, 0079L 2, 0079M 2, 0079N 2 en 0079P 2 met respectievelijke oppervlakten van 182ca, 241ca, 137ca, 349ca, 316ca, 213ca, 338ca, 318ca, 319ca en 330ca. Niet-geïndexeerd kadastraal inkomen, respectievelijk €1.745,00; €3.239,00; €2.174,00; €4.288,00; €4.318,00; €3.299,00; €6.509,00; €6.420,00; €8.668,00 en €8.668,00. Oorsprong van eigendom De hierbovenvermelde goederen behoorden - wat betreft de grond - het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent toe in volle eigendom en genot sedert meer dan 30 jaar te rekenen vanaf heden, ingevolge ongestoord en onderbroken en vreedzaam bezit ». De constructies behoren Belfius Bank toe om ze verkregen te hebben ingevolge de voormelde akte financiering met projectbeheer inhoudende een recht van opstal ten voordele van Belfius Bank, verleden voor de heer G. Temmerman, burgemeester van de stad Gent, op 16 mei 1994, geregistreerd te Gent op 7 juni 1994, boek 62/17, blad 15, vak 152. III. VASTSTELLING BEEINDIGING OPSTALRECHT Onderhavige akte geldt dan ook enkel als een vaststelling van de eerdere beëindiging van het opstalrecht, namelijk op het ogenblik van de volledige terugbetaling van de schuld ten aanzien van Belfius Bank. In de oorspronkelijke akte van 16 mei 1994 is voorzien dat na het verstrijken van de termijn van het opstalrecht het bestuur zonder vergoeding terug de volle eigendom verkrijgt van bovenvermelde gebouwen. IV. DIVERSE VERKLARINGEN 1. Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw a) Algemeen Voor het geval voorschreven eigendom zou onderworpen zijn aan gehele of gedeeltelijke onteigening, lijnrichting betreffende voor- of achterbouw, urbanisatievereisten of andere overheidsbesluiten of reglementen van welke aard ook, zal de het bestuur zich moeten gedragen naar al de voorschriften zonder voor verlies van grond, weigering van toelating tot bouwen of welke andere reden ook enig verhaal tegen Belfius Bank te kunnen uitoefenen. b) Verklaringen 23/305 RMW - 12 november 2013

3

De partijen verklaren: - geen weet te hebben van enige bouwovertreding met betrekking tot onderhavige goederen; - geen kennis te hebben van enige planbatenheffing; - dat voorschreven goederen niet het voorwerp uitmaken van enig voornemen tot onteigening. - geen weet te hebben van enige voorlopige of definitieve beschermingsmaatregel, getroffen in het kader van de wetgeving inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw, bescherming als monument, stads- en dorpsgezicht of als landschap, met uitzondering van de perceelnummers 79 T en 79 K 2 “Sint- Antoniusgesticht” de dato 2 september 1943. - voorschreven goederen niet voorkomen op de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen - op grond van de hen beschikbare informatie dat de onroerende goederen gelegen zijn, in een risicozone voor overstroombaar gebied c) Informatieplicht van de instrumenterende ambtenaar Overeenkomstig artikel 5.2.1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening, vermeldt en informeert de notaris: 1° dat voor het onroerend goed geen stedenbouwkundige vergunning is afgegeven, met uitzondering van: Voor de perceelnummers 79 P 2 en 79 K 2: - De vergunning de dato 20 oktober 1993 voor het slopen van bestaande gebouwen, het bouwen van 88 serviceflats met gemeenschappelijke ruimte en het aanleggen van wegen, parkings en groenzones, dossiernummer 44021_5.02_20046585. - De vergunning de dato 6 januari 1993 voor de sloping van een stapelplaats en woningen, dossiernummer 44021_5.02_200213518. - De vergunning de dato 28 september 1981 voor het oprichten van een elektriciteitskabine en tuinmuren (straatkant) met hekken, dossiernummer 44021_5.02_200445184. Voor de perceelnummers 79 P 2, 79 M 2, 79 L 2: - De vergunning de dato 20 oktober 1993 voor het slopen van bestaande gebouwen, het bouwen van 88 serviceflats met gemeenschappelijke ruimte en het aanleggen van wegen, parkings en groenzones, dossiernummer 44021_5.02_20046585. - De vergunning de dato 6 januari 1993 voor de sloping van een stapelplaats en woningen, dossiernummer 44021_5.02_200213518. - De vergunning de dato 28 september 1981 voor het oprichten van een elektriciteitskabine en tuinmuren (straatkant) met hekken, dossiernummer 44021_5.02_200445184. - De vergunning de dato 27 februari 1995 voor het bouwen van 88 serviceflats (wijziging), dossiernummer 44021_5.02_20027889. Voor het perceelnummer 79 T: - De vergunning de dato 20 oktober 1993 voor het slopen van bestaande gebouwen, het bouwen van 88 serviceflats met gemeenschappelijke ruimte en het aanleggen van wegen, parkings en groenzones, dossiernummer 44021_5.02_20046585. - De vergunning de dato 6 januari 1993 voor de sloping van een stapelplaats en woningen, dossiernummer 44021_5.02_200213518. - De vergunning de dato 27 augustus 2004 voor het plaatsen van een zonnewering en windschermen aan het Trefcentrum van het Antoniushof, dossiernummer 44021_5.02_20043366.

24/305 RMW - 12 november 2013

4

De vergunning de dato 3 september 1979 voor het bouwen van een vernieuwd verzorgingshuis met verpleegsterafdeling voor bejaarden, dossiernummer 44021_5.02_20057409. Voor het perceelnummer 79 F 2en 79 E 2: - De vergunning de dato 20 oktober 1993 voor het slopen van bestaande gebouwen, het bouwen van 88 serviceflats met gemeenschappelijke ruimte en het aanleggen van wegen, parkings en groenzones, dossiernummer 44021_5.02_20046585. - De vergunning de dato 6 januari 1993 voor de sloping van een stapelplaats en woningen, dossiernummer 44021_5.02_200213518. Constructies opgericht vóór negenentwintig maart negentienhonderd tweeënzestig of vóór de definitieve vaststelling van het gewestplan, worden vermoed vergund te zijn. 2° dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van het goed volgens het gewestplan ‘Gentse en Kanaalzone’ de dato 14 september 1977 woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde is en het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening Grootstedelijk Gebied Gent” de dato 16 december 2005 van toepassing is. 3° dat het goed volgens het bijzonder plan van aanleg “Binnenstad – Deel Tolhuis” de dato 4 augustus 1989 gelegen is in een zone A voor woningen, klasse 2 voor tuinstrook en binnenkern. 4° dat uit het hypothecair getuigschrift blijkt dat voor het goed geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig de artikelen 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening. 5° dat het goed niet is gelegen in een zone die in een definitief vastgesteld uitvoeringsplan zou zijn aangeduid als een zone met voorkooprecht. 6° dat het goed niet gelegen is in een verkaveling. 7° dat een adviesplicht geldt voor de perceelnummers 79 T, 79 F 2 en 79 E 2 bij nieuwe ontwikkelingen groter dan 2.500m² en bij alle bodemingrepen en bouwwerkwerkzaamheden voor alle overige perceelnummers. De partijen verklaren dat zij een stedenbouwkundig uittreksel hebben ontvangen dat ten hoogste één jaar voor het verlijden van de authentieke akte werd verleend. d) Artikel 4.2.1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening De notaris verwijst naar artikel 4.2.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening. Deze bepaling omschrijft de vergunningsplichtige handelingen. Hij heeft de eigenaar er tevens op gewezen dat hij niet mag (ver)bouwen zonder stedenbouwkundige vergunning. 2. Bepalingen in verband met de bodemtoestand a) De partijen verklaren dat er op de grond, voorwerp van onderhavige akte, bij hun weten geen risico-inrichting gevestigd is of was, zoals bedoeld in artikel 2 van het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. De dienst milieu van de stad Gent heeft bij brief van 24 september 2013 bevestigd dat er voor voorschreven grond geen milieuvergunningen werden afgeleverd, met uitzondering voor het bodemsaneringsproject Lippens NV, Sint-Antoniuskaai 22 te 9000 Gent, opgesteld door Soresma NV, Britselei 23 te 2000 Antwerpen – dossiernummer 314. b) Met betrekking tot de voormelde goederen werden door OVAM de bodemattesten afgeleverd op 19 september 2013, waarvan de inhoud telkens luidt: 1. Kadastrale gegevens (…) 2. Inhoud van het bodemattest De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit. -

25/305 RMW - 12 november 2013

5

Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen 1. Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend onderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. 2. Bijkomende informatie over de overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be. 3. Als de bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet. Meer informatie: www.ovam.be/grondverzet 4. De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens. (..), met uitzondering van het bodemattest de dato 8 oktober 2013 voor het perceelnummer 0079 P 2 waarvan de inhoud luidt: 1. Kadastrale gegevens (…) 2. Inhoud van het bodemattest Deze grond is opgenomen in het grondeninformatieregister. 2.1 Uitspraak over de bodemkwaliteit Volgens het Bodemdecreet moeten op deze grond nog verdere maatregelen worden uitgevoerd. 2.1.1 Historische verontreiniging Volgens het Bodemdecreet moet er een bodemsanering uitgevoerd worden op deze grond. De OVAM baseert zich voor deze uitspraak op het beschrijvend bodemonderzoek van 15.11.2012 en op de hierin opgenomen bodemkenmerken en functie van de grond. De bodemverontreiniging, aangetroffen in dit bodemonderzoek, is niet tot stand gekomen op deze grond. De saneringsplicht rust bij de eigenaar of gebruiker van de grond waar de bodemverontreiniging tot stand kwam. U vindt meer informatie op www.ovam.be/verspreidingsperceel. In overeenstemming met het Bodemdecreet is voldaan aan de volgende verplichtingen: - Het bodemsaneringsproject van 10.12.2010 werd bij de OVAM ingediend op 24.12.2010. Hierop werd door OVAM een conformiteitsattest afgeleverd. 2.2. Documenten over de bodemkwaliteit 2.2.1 Historische verontreiniging DATUM: 15.11.2002 TYPE: Beschrijvend bodemonderzoek TITEL: Rapport Beschrijvend Bodemonderzoek Sint-Antoniuskaai 22 te Gent -406.01 AUTEUR: Libost- Groep NV DATUM: 14.05.2007 TYPE: Bodemsaneringsproject TITEL: Bodemsaneringsproject Lippens Paints NV Sint Antoniuskaai 22 9000 Gent AUTEUR: Soresma NV DATUM: 30.11.2007 TYPE: Onderzoeksverslag TITEL: Oriënterend Bodemonderzoek Lippens Paints N.V., Sint-Antoniuskaai 22 – 9000 Gent (ld. Nr. 123181082/Cvw). AUTEUR: Soresma NV DATUM: 06.04.2009 TYPE: Oriënterend Bodemonderzoek Lippens Paints NV, Sint-Antoniuskaai 22 – in Gent AUTEUR: Soresma NV DATUM: 10.12.2010 TYPE: Bodemsaneringsproject TITEL: Nieuw Bodemsaneringsproject ‘Lievehof’ Sint-Antoniuskaai 22 te Gent

26/305 RMW - 12 november 2013

6

AUTEUR: Geolab BVBA Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten Opmerkingen: (…) Te Mechelen, 08.10.2013” Evenwel is de bodemverontreiniging, aangetroffen in voormelde bodemonderzoeken, niet tot stand gekomen op onderhavige grond en gaat het in casu aldus om een verspreidingsperceel. Het betreft aldus geen risico-grond. c) De partijen verklaren met betrekking tot de voormelde goederen geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de eigenaar of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen, met uitzondering van het hierboven vermelde met betrekking tot het perceelnummer 0079 P 2. d) Voor zover voorgaande verklaring door de partijen te goeder trouw afgelegd werd, neemt de eigenaar de risico's voor eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voortvloeien op zich, en verklaart hij dat “Belfius Bank” hiervoor tot geen vrijwaring zal zijn gehouden. e) De notaris wijst de partijen er echter op dat dit geen enkele garantie inhoudt met betrekking tot het al dan niet zuiver zijn van de bodem. V. MODALITEITEN Partijen bevestigen dat de gebouwen zonder enige vergoeding toekwamen aan het bestuur – de eigenaar. VI. SLOTVERKLARINGEN 1. Hypothecaire toestand De verschijners verklaren dat voormeld goed vrij en zuiver is en niet belast is met hypothecaire inschrijvingen en dit conform een hypothecair getuigschrift afgeleverd door het eerste hypotheekkantoor te Gent. 2. Keuze van woonplaats Partijen kiezen woonst op hun maatschappelijke zetel en/of respectievelijke domicilie. 3. Ontslag ambtshalve inschrijving De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van het nemen van een ambtshalve inschrijving, bij de overschrijving van een afschrift dezer. 4. Rechten op geschriften Het recht voor deze akte bedraagt € 50,00 (vijftig euro). 5. Kosten De kosten, rechten en erelonen dezer zijn ten laste van de beide partijen, elk voor de helft. 6. Bevestiging identiteit De instrumenterende notaris bevestigt de identiteit van de comparanten aan de hand van hoger vermelde bewijskrachtige identiteitsbewijzen, en waarmerkt de identiteit van partijen aan de hand van de door de hypotheekwet vereiste stukken. 7. Slotbepalingen 1. De comparanten erkennen dat de instrumenterende notaris voorlezing heeft gegeven van de vermeldingen vervat in het eerste en tweede lid van artikel 12 van de Organieke Wet Notariaat, en elke partij volledig heeft ingelicht over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit de rechtshandelingen waarbij zij betrokken is en dat hij aan alle partijen op onpartijdige wijze raad heeft geven. 2. Zij verklaren dat zij alle bedingen opgenomen in deze akte voor evenwichtig houden en deze te aanvaarden. 3. De comparanten bevestigen voor zoveel als nodig dat de vroegere akten waarnaar in deze akte verwezen wordt, samen met onderhavige akte één geheel vormen, om samen

27/305 RMW - 12 november 2013

7

als authentieke akte te gelden. 4. Alle partijen verklaren bevoegd en bekwaam te zijn tot het stellen van al de rechtshandelingen in deze akte en niet het voorwerp te zijn van een maatregel die een onbekwaamheid daartoe tot gevolg kan hebben, zoals faillissement, aanstelling voorlopig bewindvoerder, enzovoort. WAARVAN AKTE. Plaats en datum als voormeld. Na integrale voorlezing en toelichting van deze akte, ondertekenen de comparanten, vertegenwoordigd zoals gezegd, met Ons, notarissen, deze akte

28/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00400

Model verhuurovereenkomst voor OCMW-lokalen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Er werd een ontwerp van model verhuurovereenkomst uitgewerkt voor verhuur van OCMW-lokalen. Daarin wordt de huurvergoeding forfaitair vastgesteld op: 8,8353 € per vierkante meter (benaderende) netto-vloeroppervlakte per maand, vermenigvuldigd met het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan de maand waarin de huurovereenkomst wordt gesloten, gedeeld door het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van november 2013. Dat huurbedrag dekt de eigenlijke huurprijs en de kosten voor schoonmaak van de verhuurde lokalen en van de gemeenschappelijke delen, (drink)water, gas en elektriciteit, schoonmaak ramen, afvalverwijdering, bewaking en inbraakbeveiliging, verzekeringen eigen aan het gebouw, onderhoud en herstelling van het gebouw en van de technische installaties met uitsluiting van het onderhoud en de herstellingen die ten laste zijn van de huurder. Het bedrag van de huurvergoeding is gebaseerd op de huurvergoeding die, overeenkomstig de beslissing van het Vast Bureau, zal worden aangerekend aan de vzw Pluralistisch Consultatiebureau Kind en Gezin Gentbrugge-Ledeberg voor de huur van lokalen van De Welzijnsknoop. Het grote voordeel van de modelhuurovereenkomst is de uniformiteit voor alle huurders , dat de huurprijs niet meer gekoppeld is aan het aantal gebruiksdagen of aan andere parameters en dat er dus geen verrekeningen meer moeten gemaakt worden en dat de gebruikskosten geforfaitariseerd zijn zodat daarvoor geen ingewikkelde, tijdrovende en discutabele berekeningen meer moeten gebeuren. De verhuring van lokalen als wijkrestaurant wordt niet onder de voorgestelde regeling opgenomen omdat de keuken van een wijkresto een energieverslinder is, anders dan kantoorruimtes en consultatielokalen. Daarvoor zal een aparte regeling worden uitgewerkt. Individuele huurovereenkomsten zullen afzonderlijk ter goedkeuring aan het Vast Bureau worden voorgelegd.

Motivering Gelet op het Burgerlijk Wetboek; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijin; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent.



niet vereist


24 oktober 2013

Advies:

Gunstig


24 oktober 2013

Advies:

Gunstig

29/305 RMW - 12 november 2013


Dienst Veiligheid Datum:

24 oktober 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 Voor nieuwe overeenkomsten voor verhuur van OCMW-lokalen wordt het bijgevoegd model van verhuurovereenkomst gebruikt. Dit artikel is enkel van toepassing op verhuurovereenkomsten waarbij lokalen permanent of min of meer langdurig en met enige regelmaat ter beschikking gesteld worden en niet op overeenkomsten voor occasioneel gebruik van lokalen. Dit artikel is niet van toepassing op verhuring van lokalen om gebruikt te worden als wijkresto.

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: model verhuurovereenkomst.doc

Bijlage(n) model verhuurovereenkomst.doc

30/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: model verhuurovereenkomst.doc

31/305 RMW - 12 november 2013

model verhuurovereenkomst.doc

HUUROVEREENKOMST Tussen de ondergetekenden: Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, gevestigd te 9000 Gent, Onderbergen 86, ondernemingsnummer 0212.214.125, hier vertegenwoordigd door: - de heer Rudy Coddens, voorzitter, - de heer Luc Kupers, secretaris, in uitvoering van de beslissing van het Vast Bureau van xxx, ondergetekende enerzijds, hierna genoemd “het OCMW” of “de verhuurder”, en de vereniging zonder winstoogmerk xxx, met maatschappelijke zetel te xxx, ondernemingsnummer xx, hier vertegenwoordigd door: - xx, - xx, ondergetekende anderzijds, hierna genoemd “de huurder”, wordt overeengekomen wat volgt:

OVEREENKOMST Artikel 1- Voorwerp De verhuurder geeft onder de hierna vermelde voorwaarden in huur aan de huurder die dit uitdrukkelijk aanvaardt: de lokalen xxx , met een totale (benaderende) netto-vloeroppervlakte van xx m² op xx aan xx, kadastraal gekend Gent xx afdeling, sectie xx, nummer(s) xx, zoals in xx ingekleurd op de aaangehechte schets. Artikel 2 - Bestemming en gebruik Het in huur gegeven goed: 1. zal door de huurder uitsluitend worden gebruikt voor xx, met uitsluiting van bewoning, handelsdoeleinden of aanverwante bedrijvigheden; 2. zal in zijn bestemming niet mogen gewijzigd worden zonder voorafgaande uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van het OCMW; 3. zal niet het voorwerp kunnen uitmaken van een huuroverdracht of onderhuur en mag niet, al dan niet kosteloos, in gebruik gegeven worden aan derden, behoudens voorafgaaande en schriftelijke goedkeuring van de verhuurder. Artikel 3 - Duur, aanvang en beëindiging van de overeenkomst De huurovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur ingaande op xx. De huurovereenkomst eindigt van rechtswege bij ontbinding van de huurder als vereniging of als vennootschap. De opzegging van de huurovereenkomst kan te allen tijde gebeuren door middel van een aangetekend schrijven. De opzeggingstermijn is voor de huurder drie maanden, voor de verhuurder zes maanden. 1/5 32/305 RMW - 12 november 2013

Artikel 4 – Huurprijs en indexatie De huurder verbindt er zich toe aan de verhuurder maandelijks een huurvergoeding te betalen van xx €: 8,8353 € per vierkante meter (benaderende) netto-vloeroppervlakte per maand, vermenigvuldigd met het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan de maand waarin de huurovereenkomst wordt gesloten, gedeeld door het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van november 2013. Dat huurbedrag dekt de eigenlijke huurprijs en de kosten voor schoonmaak van de verhuurde lokalen en van de gemeenschappelijke delen, (drink)water, gas en elektriciteit, schoonmaak ramen, afvalverwijdering, bewaking en inbraakbeveiliging, verzekeringen eigen aan het gebouw, onderhoud en herstelling van het gebouw en van de technische installaties met uitsluiting van het onderhoud en de herstellingen die ten laste zijn van de huurder. De huurder kan gebruik maken van de opgesomde faciliteiten en diensten voor zover die aangeboden worden. In geval die faciliteiten en diensten, permanent of tijdelijk, niet (meer) worden aangeboden kan de huurder geen aanspraak maken op een vergoeding van welke aard ook of op enige vermindering van de huurvergoeding. 50 % van de vergoeding vertegenwoordigt de eigenlijke huurprijs en 50 % de vergoeding voor faciliteiten en diensten. In de huurvergoeding is niet inbegrepen: de aansluiting op en het gebruik van telefoon en internet en de verzekering van de persoonlijke inboedel van de huurder in de gehuurde lokalen. De huurvergoeding moet betaald zijn binnen de vijfenveertig (45) kalenderdagen na de factuurdatum. Laattijdige betaling geeft de verhuurder automatisch recht op verwijlintresten zonder dat daarvoor enige ingebrekestelling nodig is. De gehanteerde intrestvoet is die van verwijlintresten in burgerlijke zaken. In voorkomend geval zijn verwijlintresten verschuldigd vanaf de eerste werkdag na de factuurdatum tot de dag voorafgaand aan de laattijdige betaling zonder dat het bedrag van de verwijlintresten minder kan zijn dan 25,00 € (vijfentwintig euro). De huurvergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst volgens de formule: basishuurprijs x nieuw indexcijfer aanvangsindexcijfer Het “aanvangsindexcijfer” is het algemene indexcijfer van de maand voorafgaand aan de maand waarin de huurovereenkomst wordt gesloten. Onder “maand waarin de huurovereenkomst wordt gesloten” wordt verstaan: de maand waarin de huurovereenkomst door de laatst ondertekenende partij werd getekend. Het “nieuwe indexcijfer” is het algemene indexcijfer van de maand voorafgaand aan de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. Artikel 5 – Huurwaarborg Als garantie voor de naleving van zijn huurverplichtingen stelt de huurder een huurwaarborg op een huurwaarborgrekening op zijn naam. Het bedrag van de huurwaarborg komt overeen met drie maanden huurvergoeding (de eigenlijke huurvergoeding en de de kosten voor schoonmaak van de verhuurder lokalen en van de gemeenschappelijke delen, (drink)water, gas en elektriciteit, schoonmaak ramen, afvalverwijdering, bewaking en inbraakbeveiliging, verzekeringen eigen aan het gebouw, onderhoud en herstelling van het gebouw en van de technische installaties met uitsluiting van het onderhoud en de herstellingen die ten laste zijn van de huurder). De intresten van die huurwaarborgrekening worden geblokkeerd en gekapitaliseerd op die huurwaarborgrekening ten voordele van de huurder. Als, ingevolge de jaarlijkse indexaanpassing van de huurvergoeding, het bedrag van de huurwaarborg meer dan tien procent lager is dan drie maanden huurvergoeding, dan kan de verhuurder eisen van de huurder dat de huurwaarborg wordt verhoogd tot drie maanden huurvergoeding. 2/5 33/305 RMW - 12 november 2013

De huurder moet binnen één maand na de inwerkingtreding van de huurovereenkomst het bewijs van het stellen van de oorspronkelijke huurwaarborg bezorgen aan de verhuurder. Het bewijs van het stellen van een verhoging van de huurwaarborg, zoals bepaald in de voorgaande alinea, moet bezorgd worden aan de verhuurder binnen de maand nadat de verhuurder de huurder daartoe schriftelijk heeft verzocht. Het nalaten of weigeren om binnen de gestelde termijn de huurwaarborg te stellen of te verhogen of het bewijs daarvan aan de verhuurder te bezorgen, wordt beschouwd als verbreking van de huurovereenkomst. Artikel 6 – Staat van het goed De lokalen worden verhuurd in de staat waarin ze zich bevinden en die zal beschreven worden in een tegensprekelijke en omstandige intredende plaatsbeschrijving met foto’s. Weigering om de plaatsbeschrijving te ondertekenen wordt beschouwd als verbreking van de huurovereenkomst. De intredende plaatsbeschrijving wordt opgemaakt binnen de 7 dagen na de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. Bij ontruiming van het goed zal binnen de 7 dagen een nieuwe en vergelijkende uittredende plaatsbeschrijving van deze goederen worden opgemaakt. De opmaak van de plaatsbeschrijving gebeurt op initiatief en op kosten van het OCMW. De huurder zal minstens 7 kalenderdagen op voorhand uitgenodigd worden om bij de opmaak van de plaatsbeschrijving aanwezig te zijn. De huurder verbindt er zich toe het onroerend goed op het einde van het gebruik in de oorspronkelijke staat terug te geven. Artikel 7 - Sleutels en toegangsbadges De huurder ontvangt kosteloos de nodige sleutels en toegangsbadges. De huurder is verantwoordelijk voor diefstal, beschadiging of verlies van de badges en de sleutels. Bij verlies of diefstal van een badge of een sleutel moet de Dienst Veiligheid van het OCMW ([email protected]) onverwijld verwittigd worden. Sommige sleutels hebben een beschermd profiel (geregistreerde sleutels) en om ze bij te maken zijn vergunningen of certificaten nodig. Vervanging van een verloren, beschadigde of gestolen badge of van een verloren, beschadigde of gestolen geregistreerde sleutel, kost 25,00 euro en wordt aan de huurder aangerekend. Vervanging van een verloren, beschadigde of gestolen niet-geregistreerde sleutel gebeurt tegen kostprijs en wordt aan de huurder aangerekend. Als slijtage van de magneetstrip van een badge wordt vastgesteld, wordt de badge gratis vervangen. Artikel 8 - Specifieke afspraken De huurder zal rekening moeten houden met openingsuren, collectieve sluitingsdagen, inbraakbeveiliging en toegangscontrole van het gebouw. Ingevolge de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook, geldt in alle OCMWgebouwen en -lokalen een rookverbod. In de huurvergoeding is afvalinzameling en -verwijdering inbegrepen, maar beperkt tot de fracties restafval, papier en karton, holglas, plastiek/metaal/drankkartons (PMD) en klein gevaarlijk afval (KGA). De verschillende afvalfracties mogen alleen maar in normale hoeveelheden worden aangeboden. Afval dat niet thuishoort onder een van de voormelde fracties wordt op initiatief en op kosten van de huurder verwijderd. Afvalfracties zoals vlak glas, steenpuin, gemengd bouwafval, gipsplaten, hout, metaal, lampen, verf, solventen, lijmen, vetten, oliën … die afkomstig zijn van onderhouds-, herstellingswerken of 3/5 34/305 RMW - 12 november 2013

verfraaiingswerken die worden uitgevoerd door de huurder, worden initiatief en op kosten van de huurder verwijderd. Het is niet toegelaten glaselementen (glas van ramen en deuren, glazen wanden, …) geheel of gedeeltelijk te beplakken met zonwerende, zichtwerende of andere folies, met affiches, posters en dergelijke. Het gebruik van personenliften voor een verhuizing is niet toegelaten. Het is niet toegelaten om dieren in het gebouw binnen te brengen, met uitsluiting van assistentiehonden. Artikel 9 - Onderhoud en herstellingen De goederen worden verhuurd in hun huidige staat met alle zichtbare en niet-zichtbare gebreken. De huurder verbindt er zich toe deze als een goed huisvader en in degelijke staat te onderhouden. De huurder zal de nodige onderhouds- en inrichtingswerken uitvoeren die noodzakelijk zijn om de bestemming, zoals bepaald in artikel 2, te realiseren en te kunnen bestendigen. De kosten daarvan zijn ten laste van de huurder. Deze werken mogen worden uitgevoerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de verhuurder, op voorwaarde dat deze worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst. Indien de huurder wil voorzien in de aanleg van informaticalijnen, telefonie- en/of internetbekabeling, de eventuele uitbreiding van het elektriciteitsnet en werken in het algemeen, zullen deze worden uitgevoerd door en op kosten van de huurder, volgens de richtlijnen te verstrekken door de verhuurder. Voor schilder- en verniswerk mogen uitsluitend watergedragen verven of vernissen gebruikt worden tenzij voor een specifieke toepassing geen watergedragen producten bestaan of watergedragen producten niet over de voor die toepassing vereiste technische kwaliteit beschikken. De huurder zal geen verbouwingswerken uitvoeren vooraleer de plannen en de wijze van uitvoering door de verhuurder zijn goedgekeurd. Alle verfraaiingen, verbouwingen en verbeteringen die door de huurder worden uitgevoerd, zullen van rechtswege en van het ogenblik dat zij worden uitgevoerd onvergeld aan het in gebruik gegeven goed en aan het OCMW blijven. De huurder neemt de kleine herstellingen en het geringe onderhoud op zich, zoals in het Burgerlijk Wetboek bepaald en bij de plaatselijke gebruiken voorzien. De huurder zal de verhuurder onmiddellijk en schriftelijk (of schriftelijk bevestigen) op de hoogte brengen van schade of beschadigingen die buiten zijn herstellingsplicht valt. Artikel 10 - Verzekeringen De verhuurder verzekert het verhuurde goed tegen de risico’s die hij nuttig acht. De verhuurder verzaakt in zijn verzekeringspolissen aan elke vorm van verhaal tegenover de huurder, zijn beheerders, bewakers, personeelsleden en mandatarissen, krachtens artikels 1302, 1721 en 1732 tot 1735 van het Burgerlijk Wetboek. Het afsluiten van een verzekering voor de persoonlijke inboedel van de huurder in de gehuurde lokalen gebeurt op initiatief en op kosten van de huurder. Artikel 11 – Vergunningen Voor het verhuurde goed worden de vergunningen eigen aan het goed of aan installaties op, in of aan dat goed aangevraagd door de verhuurder. Vergunningen die eigen zijn aan een specifieke activiteit van of exploitatie door de huurder moeten worden aangevraagd door de huurder. De huurder bevestigt dat hij met betrekking tot de geplande of aangegeven bestemming van het verhuurde goed alle stappen heeft ondernomen en alle inlichtingen heeft ingewonnen betreffende de naleving van de 4/5 35/305 RMW - 12 november 2013

stedenbouwkundige en milieubepalingen die onder andere betrekking hebben op de stedenbouwkundige en milieuvoorschriften voor het betrokken gebouw en de te verkrijgen administratieve vergunningen om zijn activiteiten in het goed te kunnen uitoefenen. Artikel 12 – Belastingen en heffingen Belastingen, taksen, heffingen en boetes die eigen zijn aan een specifieke activiteit van of exploitatie door de huurder zijn ten laste van de huurder. Artikel 12 - Huishoudelijk reglement De huurder is er toe gehouden de bepalingen van deze overeenkomst en de bepalingen van het eventuele huishoudelijk reglement dat eventueeel later wordt opgesteld, na te leven en te doen naleven door zijn klanten, bezoekers, beheerders, bewakers, personeelsleden en mandatarissen, aannemers, … Artikel 14 – Registratie van de huurovereenkomst De huurovereenkomst zal binnen twee maanden na de ondertekening worden geregistreerd op initiatief van de huurder. De registratiekosten zijn ten laste van de huurder. De huurder bezorgt een exemplaar van de geregistreerde overeenkomst aan de verhuurder.

Ter uitvoering van deze overeenkomst en al haar gevolgen doen de partijen woonstkeuze: het OCMW in Onderbergen 86 te 9000 Gent; de huurder in zijn maatschappelijke zetel. Bijlage: schets van xx met aanduiding van de in huur gegeven lokalen Opgemaakt in drievoud, elke partij verklarende een exemplaar te hebben ontvangen en het derde exemplaar voor de registratie. Gent, Voor de huurder

Voor het OCMW

5/5 36/305 RMW - 12 november 2013

de secretaris

de voorzitter

Luc Kupers

Rudy Coddens


Projectorganisatie & Interne Audit

2013_RMW_00401

Vernieuwing uitbesteding opdrachten procesanalyse en veranderingsmanagement via raamcontract Jobpunt Vlaanderen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Voortbouwend op de raadsbeslissing van 9 februari 2011 (pnt. 11), heeft het Vast Bureau in 2011 beslist dat een deel van de interne auditopdrachten uitbesteed zou worden via het raamcontract van Jobpunt Vlaanderen. In het kader van dit raamcontract werd Ernst&Young aangeduid als privé-auditor. De samenwerking is vastgelegd tot eind 2013. Ondertussen heeft Jobpunt Vlaanderen een nieuwe raamovereenkomst afgesloten en kunnen wij als bestuur hier terug op instappen. Deze raamovereenkomst houdt onder andere opdrachten in rond organisatieverbetering en veranderingsmanagement. OCMW Gent is organisatie in verandering en daarom vinden we het aangewezen om onze samenwerking met Jobpunt Vlaanderen te verruimen en ook opdrachten in het kader van veranderingsmanagement mogelijk te maken. Naar analogie van de vorige jaren wensen we terug een budget te voorzien van 200.000 euro. Dit budget wordt in tegenstelling tot de voorgaande jaren ook ingezet voor opdrachten in het kader van veranderingsmanagement. Dit budget blijft ook ingezet worden voor opdrachten van interne audits door Audio.

Motivering In het kader van interne audits: In het OCMW-decreet (art 98 tot 100) wordt de organisatie van interne controle voorgeschreven. In de memorie van toelichting bij art 98 van dat decreet wordt expliciet de mogelijke rol van interne audit vermeld. Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn 13 maart 2007, punt 65, houdende oprichting van een auditcomité, vaststelling van het huishoudelijk reglement van dit comité en goedkeuring van het auditcharter; gelet op de beslissing van het Vast bureau van 1 februari 2010 betreffende het uitschrijven van een bestek voor Interne Audits ( voor audits door een privé-auditor en Audio samen) binnen OCMW Gent voor de eigen interne auditplanning voor 2010-2012; gelet dat toetreding tot de vereniging AUDIO geen exclusiviteitsverbintenis inhoudt: elk OCMW en elk interne auditcomité blijft vrij om zijn auditopdrachten al dan niet toe te vertrouwen aan de vereniging; aangezien het voor specifieke audits aangewezen kan zijn om een privé auditor in te schakelen als aanvulling op de werkzaamheden van Audio volgende voordelen oplevert : expertise per specifiek domein (FIN, IT, …), grote capaciteit, flexibiliteit, snelheid, maatwerk is mogelijk, continuïteit op lange termijn is verzekerd; gelet op de beslissing van het Vast bureau van 24 januari 2011 en 18 juni 2012 betreffende het uitbesteden van de interne auditopdracht aan een privé auditor via het raamcontract van Jobpunt Vlaanderen, uitgevoerd door Ernst & Young.

In het kader van opdrachten in het kader van veranderingsmanagement: Gelet op de nieuwe raamovereenkomst (geldig van 1 juli 2013) van Jobpunt Vlaanderen in het kader van organisatieverbetering en veranderingsmanagement; gelet op de groeiende noodzaak om analyses uit te voeren over processen in verandering, waarbij we niet enkel terugkijken op bestaande processen, maar we vooral moeten kijken naar toekomstige processen.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 13 september 2012, 2012_RMW_00340

Strategisch kader

37/305 RMW - 12 november 2013


Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Beleidsinformatie optimaal gebruiken


Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:

Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

0,00

Kostenplaats:

Niet van toepassing

Categorie:

Niet van toepassing

Uitgaven Bedrag:

200000,00

Kostenplaats:

100 00 - Bestuursorganisatie - Kabinet Secretaris

Categorie:

616 - Vergoedingen en rechten


Gunstig

Adviezen Dienst Budgettering Datum:

25 oktober 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 Vernieuwing van de samenwerking met Jobpunt Vlaanderen voor wat betreft opdrachten in het kader van organisatieverbetering en toevoegen van opdrachten in het kader van veranderingsmanagement. De uitbesteding wordt voorzien tot 2017 en is jaarlijks opzegbaar.

Artikel 2 Er wordt net als de voorgaande jaren een budget voorzien van 200.000 euro dat vanaf nu ruimer ingezet wordt en ook gebruikt kan worden voor opdrachten in het kader van veranderingsmanagement.

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: JOBPUNT_opdrachtomschrijving_interne_audit_ocmw_gent2014.pdf

38/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage 2: Checklist_kort_visum_Exploitatie_audits 2014.xls

Bijlage(n) JOBPUNT_opdrachtomschrijving_interne_audit_ocmw_gent2014.pdf Checklist_kort_visum_Exploitatie_audits 2014.xls

39/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: JOBPUNT_opdrachtomschrijving_interne_audit_ocmw_gent2014.pdf

40/305 RMW - 12 november 2013

JOBPUNT_opdrachtomschrijving_interne_audit_ocmw_gent2014.pdf

Opdrachtomschrijving / Projectaanvraag OCMW Gent / Jobpunt Vlaanderen

Uitvoeren van interne auditopdrachten in het kader van organisatieverbetering en analyses in het kader van veranderingsmanagement. 30 september 2013

Dienst

Context

OCMW Gent, t.a.v. Luc Kupers, secretaris Onderbergen 86, 9000 Gent

In het kader van interne audits: In het OCMW-decreet (art 98 tot 100) wordt de organisatie van interne controle voorgeschreven. In de memorie van toelichting bij art 98 van dat decreet wordt expliciet de mogelijke rol van interne audit vermeld. Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn 13 maart 2007, punt 65, houdende oprichting van een auditcomité, vaststelling van het huishoudelijk reglement van dit comité en goedkeuring van het auditcharter; Gelet op de beslissing van het Vast bureau van 1 februari 2010 betreffende het uitschrijven van een bestek voor Interne Audits ( voor audits door een privé-auditor en Audio samen) binnen OCMW Gent voor de eigen interne auditplanning voor 2010-2012; Gelet dat toetreding tot de vereniging AUDIO geen exclusiviteitsverbintenis inhoudt: elk OCMW en elk interne auditcomité blijft vrij om zijn auditopdrachten al dan niet toe te vertrouwen aan de vereniging; Aangezien het voor specifieke audits aangewezen kan zijn om een privé auditor in te schakelen als aanvulling op de werkzaamheden van Audio volgende voordelen oplevert : expertise per specifiek domein (FIN, IT, …), grote capaciteit, flexibiliteit, snelheid, maatwerk is mogelijk, continuïteit op lange termijn is verzekerd; Gelet op de beslissing van het Vast bureau van 24 januari 2011 en 18 juni 2012 betreffende het uitbesteden van de interne auditopdracht aan een privé auditor via het raamcontract van Jobpunt Vlaanderen, uitgevoerd door Ernst & Young; In het kader van opdrachten in het kader van veranderingsmanagement: Gelet op de nieuwe raamovereenkomst (geldig van 1 juli 2013) van Jobpunt Vlaanderen in het kader van organisatieverbetering en veranderingsmanagement; Gelet op de groeiende noodzaak om analyses uit te voeren over processen in verandering, waarbij we niet enkel terugkijken op bestaande processen, maar we vooral moeten kijken naar toekomstige processen.

41/305 RMW - 12 november 2013

1/3

Opdracht omschrijving

OCMW Gent wenst verder beroep te doen op een externe dienstverlener om interne auditopdrachten uit te voeren binnen OCMW Gent op basis van een interne auditplanning voor de periode 2014 tot 2017, met jaarlijkse opzegbaarheid. De opdracht bouwt verder op de voorbije samenwerking (2011-2013) met privé auditor Ernst & Young in het kader van het raamcontract van Jobpunt Vlaanderen. De raamovereenkomst van Jobpunt Vlaanderen heeft een ruimere scope dan enkel de uitvoering van interne audits. We hebben in de organisatie meer en meer nood aan analyses in het kader van veranderingsmanagement. Volgende opdrachten kunnen aan bod komen: 1. Uitvoeren van interne auditopdrachten op basis van een vooraf goedgekeurde planningmemo; 2. Uitvoeren van analyses en begeleiden van veranderingstrajecten; 3. Combinatie van bovenstaande. De werkzaamheden van interne audits zullen op afroep gebeuren door het auditcomité van OCMW Gent, via de voorzitter of secretaris van OCMW Gent, waarbij volgende elementen steeds duidelijk worden omschreven in een planningmemo:    

   

Omschrijving van de uit te voeren opdracht; De doelstellingen en draagwijdte van de audit; Het concreet programma met opsomming van de te verrichten activiteiten en bijhorende tijdsbesteding; De samenstelling van het projectteam, verduidelijking met betrekking tot de rollen van de teamleden in een opdracht: wie doet wat in elke fase van de opdracht (voorbereiding, terreinwerk, rapportering); de contactpersonen bij OCMW Gent; het voorziene aantal mandagen; de uitvoeringstermijn; het budget.

Deze planningmemo dient steeds vooraf door de opdrachtgever te worden goedgekeurd (minimum via mail). Analyses in het kader van veranderingstrajecten volgen een gelijkaardige werkwijze en worden afgeroepen door het managementteam.

Werkwijze

Het kantoor hanteert volgende werkwijze voor de audits: - De auditor ondersteunt OCMW Gent bij het verfijnen van de auditscope. - De auditor legt zelf de nodige contacten met de verschillende diensten die bevraagd moeten worden. - Na uitvoering van de audit, wordt volgende procedure toegepast: o Er wordt een tussentijds verslag opgeleverd en de eerste resultaten worden besproken met de sleutelfiguren; o nadien wordt het rapport waar nodig aangepast door de auditor waarna de diensten de kans krijgen om

42/305 RMW - 12 november 2013

2/3

-

-

managementantwoorden te formuleren; o na het formuleren van de managementantwoorden, werkt de auditor het eindverslag af. Na validering door de secretaris wordt dit geagendeerd op het auditcomité. De uitvoering van de actieplannen wordt opgevolgd door de dienst Kwaliteit en Interne Controle. De auditor bespreekt de status wel regelmatig met de dienst Kwaliteit en Interne Controle. De auditor overlegt op regelmatige basis met de andere interne auditor van OCMW Gent in het kader van hun eigen opdrachten.

De werkwijze in het kader van veranderingsprocessen wordt in samenspraak met OCMW bepaalt bij bepaling van de opdracht.

Kantoor

Gezien de context zoals beschreven in deze aanvraag en voorgestelde invulling, wenst het OCMW Gent voor deze opdracht met het oog op correcte benchmarking met andere besturen van centrumsteden een beroep te doen op een auditkantoor dat aan volgende vereisten kan voldoen: 1. Ervaring in het begeleiden van lokale besturen (centrumsteden) bij een gelijkaardige opdracht, specifiek bij OCMW’s. en een goede kennis van de Stad Gent in het algemeen. Dit om de duidelijke vorm van samenwerken tussen de Stad en het OCMW te ondersteunen; 2. onderbouwd zijn in de specifieke processen van een OCMW meer bepaald voor de uitvoering van interne audit, interne controle en organisatieanalyses, met als voordeel inzetbaarheid zonder bijkomende opstart- of inwerkkosten; 3. ervaring met het uitvoeren van gelijkaardige opdrachten.

Budget

Gevraagd voorstel

Er wordt jaarlijks een budget van 200.000 euro voorzien voor interne audits en opdrachten in het kader van veranderingsmanagement inclusief BTW. Dit budget wordt gebruikt voor opdrachten van twee dienstverleners, Audio en de dienstverlener via Jobpunt Vlaanderen, afhankelijk van de verdeling van opdrachten. Dit budget kan ieder jaar gewijzigd worden en hoeft niet ieder jaar volledig ingezet te worden.

Van het kantoor wordt een voorstel verwacht waarin volgende elementen zijn opgenomen: 1. Het CV van de voorgestelde experts binnen het expertisegebied van de organisatiebeheersing/ interne controle/interne audit en het expertisegebied van veranderingsmanagement 2. Voorstel van dagprijs voor de voorgestelde expertenniveaus 3. Beschrijving van de te volgen methodologie/aanpak bij het uitvoeren van standaard interne auditopdrachten en opdrachten met het oog op optimalisaties in het kader van veranderingstrajecten.

43/305 RMW - 12 november 2013

3/3


Bijlage: Checklist_kort_visum_Exploitatie_audits 2014.xls

44/305 RMW - 12 november 2013

Checklist_kort_visum_Exploitatie_audits 2014.xls CHECKLIST VISUM ONTVANGER EXPLOITATIE : ANDERE NIET ONDERWORPEN aan het visum van de ontvanger : verrichtingen die resulteren in een netto-uitgaande kasstroom niet hoger dan 5.500 euro inclusief BTW

AANVRAGER / AARD VAN DE OPDRACHT TYPE GUNNINGSPROCEDURE goedgekeurd door Raad / VB / BCPB /…… : (beleidsorgaan, datum en agendapunt)

onderhandeling / openbare aanbesteding / beperkte aanbesteding / algemene offerteaanvraag / beperkte offerteaanvraag Vast bureau van 1 februari 2010 betreffende het uitschrijven van een bestek voor Interne Audits ( voor audits door een privé-auditor en Audio samen) binnen OCMW Gent voor de eigen interne auditplanning voor 2010-2012; 2011_VB_00083 - Uitbesteden interne auditopdracht aan privé auditor via raamcontract Jobpunt Vlaanderen - Goedkeuring

GEVOLGDE PROCEDURE - er is geen opsplitsing om drempelbedragen te omzeilen - er zijn minimaal 3 kandidaten gecontacteerd - Werd het bestek goedgekeurd door de Raad? Datum..

Procedure raamcontract Jobpunt Het bestek is uitgeschreven door Jobpunt Vlaanderen. 12 november 2013

- is er sprake van hoogdringendheid ? (zoja, motiveren) - betreft het voorstel van gunning een regelmatig ingediende offerte die voldoet aan alle gunningscriteria?

Procedure raamcontract Jobpunt

- is er een proces-verbaal van opening opgesteld? Datum..


- Apart toewijzingsverslag ? (zoja, bij te voegen)


- Er is voorzien in voldoende rapportering door de leverancier ivm volumes, dienstverlening,…

45/305 RMW - 12 november 2013



sogent

2013_RMW_00402

Nazareth - Leegzakstraat: verkoop uit de hand van 53 m² landbouwgrond aan Gaselwest cvba voor plaatsen elektriciteitscabine Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is eigenaar van het perceel landbouwgrond gelegen langs de Leegzakstraat te Nazareth. Dit perceel is kadastreel gekend als Nazareth, eerste afdeling, Nazareth, sectie F, nummer 514/A met een kadastrale oppervlakte van 7.771 m². Voorschreven goed is volgens het Gewestplan "Oudenaarde" gelegen in agrarisch gebied. Tevens werd er voor dit gebied het RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 7 september 2006 met als bestemming agrarisch gebied. Het perceel 514/A is verpacht aan mevrouw Anja De Paepe ingevolge pachtoverdracht sinds 2 april 2002. Het perceel is ook verpacht voor de jacht aan de heer Francis Heyse sinds 1 september 2009. Voor de bouw van een nieuwe elektricitetiscabine wenst Gaselwest cvba (kortweg Gaselwest) een gedeelte van deze grond aan te kopen. De oppervlakte van de aan te kopen grond bedraagt 53 m² volgens opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Christ Spiessens te Oostrozebeke op 29 februari 2012. Gaselwest is bereid om hiervoor 5.000,00 euro te betalen. Deze 5.000,00 euro dekt ruim de venale waarde van deze grond en bovendien worden de administratieve kosten daarmee gedekt. Een schatting aanvragen is dan ook een overbodige kost, daarom wordt er voorgesteld om geen schattingsverslag aan te vragen. Gaselwest heeft ook reeds een akkoord bereikt met de pachter De Paepe Anja. De pachter krijgt een prijzijvergoeding van Gaselwest van 250,00 euro. Gaselwest heeft notaris Hulsbosch van De Pinte aangesteld om de authentieke akte op te maken en te verlijden. Het OCMW Gent is gerechtigd een eigen notaris aan te duiden, maar er zijn geen redenen waarom het OCMW Gent zich niet zou aansluiten bij de keuze van Gaselwest. Notaris Hulsbosch uit De Pinte heeft een ontwerpakte verkoop opgesteld.

Motivering Gelet op het Decreet betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 19 december 2008; gelet op het gunstig advies van het Overlegcomité van 8 november 2012 met betrekking tot de verkoop uit de hand van 53 m² landbouwgrond te Nazareth voor de bouw van een elektriciteitscabine.

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De financiële middelen en het patrimonium efficiënt beheren


Financiële informatie Investering Gebudgetteerd:

Ja

Verbintenis:

Ja

Totaal geschatte inkomsten: Totaal geschatte uitgaven:

5000,00 0,00

10100 Landbouwgronden patrimonium 20130081 Initiëel budget:

46/305 RMW - 12 november 2013

144300,00


Reeds aangewend:

87949,00

Engagementen:

169230,34

Geschatte inkomsten: Commentaar

5000,00 De verkoopprijs bedraagt 5.000,00 euro en dekt daarmee ruim de venale waarde en de administratieve kosten.

Geschatte uitgaven: Commentaar

0,00 De kosten met betrekking tot de verkoop zijn ten laste van de koper.


niet vereist


23 oktober 2013

Advies:

Gunstig

Motivering: Het initieel budget = 144.300 € is in budgetwijziging 2013 opgetrokken met 116.450,69 €

SOB Juridisch advies Datum:

23 oktober 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 De verkoop uit de hand van 53 m², volgens opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Christ Spiessens te Oostrozebeke op 29 februari 2012, uit het perceel kadastraal gekend als Nazareth, 1ste afdeling, Nazareth, sectie F, deel van nummer 514A aan Gaselwest cvba voor de bouw van een elektriciteitscabine aan de Leegzakstraat voor een bedrag van 5.000,00 euro.

Artikel 2 De aanstelling van notaris Jacques Hulsbosch uit De Pinte voor de opmaak en het verlijden van de notariële akte met betrekking tot de onderhandse verkoop.

Artikel 3 Het ontwerp van de akte onderhandse verkoop zoals opgesteld door notaris Hulsbosch uit De Pinte.

Artikel 4 Het ontslag van de Hypotheekbewaarder van de verplichting tot het nemen van een ambtshalve inschrijving, voor zover de nodige kwijtingen kunnen worden voorgelegd bij overschrijving van de akte.

Artikel 5 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 3: 131022 Verkoopakte Nazareth Leegzakstraat - Beirhof 53m.pdf

47/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage(n) 131022 Verkoopakte Nazareth Leegzakstraat - Beirhof 53m.pdf

48/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 131022 Verkoopakte Nazareth Leegzakstraat - Beirhof 53m.pdf

49/305 RMW - 12 november 2013

131022 Verkoopakte Nazareth Leegzakstraat - Beirhof 53mï¿½.pdf

RECHT OP GESCHRIFTEN. Vrijgesteld conform artikel 21, Wetboek diverse rechten en taksen.

1°

HET JAAR TWEEDUIZEND DERTIEN. OP #####. Voor Mij, Meester Jacques HULSBOSCH, Notaris met standplaats te DE PINTE. IS VERSCHENEN : Het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN GENT, waarvan de burelen gevestigd zijn te 9000 Gent, Onderbergen 86, met ondernemingsnummer 0212.214.125, hier vertegenwoordigd door: - haar voorzitter, de heer CODDENS Rudy Georges Irène, (nationaal nummer 60.02.14 181.91), wonende te 9031 Gent, Keuzemeers 7; - haar secretaris, de heer KUPERS Luc Hubert Maurice, (nationaal nummer 57.02.14-217.89), wonende te 1800 Vilvoorde, Maria-Theresialaan 41 bus 4.2; Handelend in uitvoering van de raadsbeslissing van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van #####; welk besluit in het kader van het bestuurlijk toezicht werd overgemaakt aan de heer Gouverneur van de Provincie OostVlaanderen en aan het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent op #####, zonder dat er binnen een termijn van dertig dagen schorsingsbesluiten werden genomen. Een voor eensluidend afschrift van voormelde beslissing wordt aan deze akte gehecht. Hierna ook de VERKOOPSTER genoemd. Die verklaart te VERKOPEN onder de gewone voorwaarden van recht en dit voor vrij en zuiver van alle hypotheken en voorrechten evenals van alle overschrijvingen. Aan en ten voordele van : De coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "INTERCOMMUNALE MAATSCHAPPIJ VOOR GAS EN ELEKTRICITEIT VAN HET WESTEN", in het kort "GASELWEST", met maatschappelijke zetel te 8500 Kortrijk, President Kennedypark 12. Intercommunale maatschappij beheerst door de wet van 22 december 1986. Ondernemingsnummer BTW BE0215.266.160, RPR Kortrijk. Voorlopig opgericht op 17 februari 1975, onder de vorm van een naamloze vennootschap, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 12 juni 1975, gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 26 juli 1975, onder de nummers 3.039-1, 3.042-1 en 2. Definitief opgericht, statuten bevestigd en gewijzigd door de algemene vergadering van 8 juli 1975, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 6 juli 1976, gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 26 juli 1975, onder nummer 3.042-3. De rechtsvorm en de statuten werden gewijzigd door de buitengewone algemene vergadering van 24 november 1980, goedgekeurd door de besluiten van de Vlaamse Executieve van 5 mei 1982 en de Waalse Executieve van 25 mei 1982,

50/305 RMW - 12 november 2013

gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 24 augustus 1982, onder nummer 1.725-1. De statuten en de bijlagen bij de statuten werden voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering van 22 juni 2012, bij akte verleden voor notaris Bernard Boes, te Kortrijk, gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 24 juli nadien, onder nummer 12130466. De Vlaamse Minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, heeft bij besluit van 28 september 2012 zijn gedeeltelijke goedkeuring gehecht aan de wijzigingen die de vijf Vlaamse gemengde distributienetbeheerders (IMEWA, Intergem, Imewo, Iverlek en Iveka) die onderworpen zijn aan het Decreet Intergemeentelijke Samenwerking (DIS) in hun statuten hebben aangebracht op hun respectievelijke algemene vergaderingen in 2012. De Minister heeft alle aangebrachte wijzigingen aan de statuten goedgekeurd, met uitzondering van de wijzigingen aangebracht aan twee artikelen waarin de modaliteiten voor benoeming van de leden van de Raad van Bestuur worden gestipuleerd, aangezien deze niet conform zijn aan de bepalingen van artikel 46 van het DIS (met name dient de benoeming van de leden van de Raad van Bestuur te gebeuren op voordracht van de deelnemers – in casu de gemeenteraden – en niet door de Regionale Bestuurscomité’s). Aangezien Gaselwest zijn statuten aligneerde op deze van vijf voornoemde Vlaamse gemengde distributienetbeheerders en binnen het kader van een uniforme behandeling voor de groep van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders, wordt omwille van de dringende transparantie ten aanzien van de vennoten eveneens in deze gecoördineerde versie van Gaselwest de nodige nog door te voeren aanpassing aan artikel 12 punt 2 van de statuten op duidelijk zichtbare wijze verwerkt. Deze aanpassing zal worden geformaliseerd in een volgende statutenwijziging. Voor de artikelen 12 punt 5 en 13 werd de voorheen geldende tekst teruggeplaatst. Deze statuten treden in werking op de buitengewone algemene vergadering van 22 maart 2013. Alhier vertegenwoordigd door #####. Hierna ook de KOPER genoemd. Die, vertegenwoordigd als voormeld, uitdrukkelijk verklaart het hierna beschreven onroerend goed in koop te aanvaarden, in volle eigendom, onder navermelde voorwaarden en bepalingen: BESCHRIJVING VAN HET ONROEREND GOED: GEMEENTE NAZARETH – Leegzakstraat Een perceel grond, gelegen aan de Leegzakstraat, volgens recente kadastrale gegevens bekend ten kadaster onder Nazareth, eerste afdeling, Nazareth, sectie F, deel van nummer 514/A, met een oppervlakte volgens nagemelde meting van drieënvijftig vierkante meter (53 m²). Zoals dit perceel afgebeeld staat in gele kleur op het metingsplan opgemaakt door landmeter-expert Christ Spiessens, te Oostrozebeke, op 29 februari 2012, welk plan na voor ‘ne varietur’ te zijn getekend door partijen en 2 51/305 RMW - 12 november 2013

Ons, Notaris, aan onderhavige akte gehecht zal blijven, om samen ermee te worden geregistreerd. OORSPRONG VAN EIGENDOM. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart thans eigenaar te zijn van voormeld goed voor de geheelheid in volle eigendom om er sedert meer dan dertig jaar ononderbroken, ongestoord, ondubbelzinnig en openbaar bezit van te hebben gehad. ALGEMENE VOORWAARDEN. Deze verkoop is gedaan en aangenomen onder de volgende lasten en voorwaarden: 1° Voorschreven goed wordt overgedragen en verkocht in de staat waarin het zich op heden bevindt, zonder waarborg van maat, hoe groot het verschil ook moge wezen, met alle actieve en passieve, durende en niet-durende, zichtbare en onzichtbare erfdienstbaarheden. De koper heeft geen aanspraak op vergoeding of prijsvermindering wegens verschil in maat, al overtrof het verschil één/twintigste, of wegens het bestaan van zichtbare en niet-zichtbare erfdienstbaarheden, of zichtbare of verborgen gebreken, of wegens ongeschiktheid van de grond of van de ondergrond, en verzaakt aan elke vordering tot koopverbreking uit dien hoofde. 2° De koper verkrijgt het eigendoms- en genotsrecht en het vrij gebruik van het verkochte goed te rekenen vanaf heden. 3° De koper is gehouden te rekenen vanaf heden de onroerende voorheffing en de andere zakelijke lasten die door de overheid op het bij deze verkochte goed geheven worden, te voldoen. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat er geen verhaalbelastingen verschuldigd zijn. 4° De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het goed met geen enkel recht van voorkoop of van voorkeur is bezwaard, noch met enig optierecht tot aankoop, recht van wederinkoop, noch met enig verbod van vervreemding, behoudens hetgeen hierna eventueel vermeld wordt. Zij verklaart tevens dat, naar haar weten, behoudens deze hierna eventueel nader vermeld, geen enkele erfdienstbaarheid het bij deze akte verkochte goed bezwaart, en dat zijzelf geen enkele erfdienstbaarheid lastens dit goed heeft toegestaan. 5° De koper zal de kosten, rechten en honoraria van deze akte moeten dragen en voldoen. BIJZONDERE VOORWAARDEN – ERFDIENSTBAARHEDEN De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart bij onderhandse overeenkomst de dato 23 mei 1960, aan de naamloze vennootschap Gas en Elektriciteit van West België, afgekort EWB, met zetel te Brussel, Troonplaats 1, een recht voor inrichting en uitbating van een elektrische luchtlijn hoogspanning te hebben toegestaan volgens het plan dat aan de betrokken overeenkomst werd gehecht. De koper, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart op de hoogte te zijn van de voorwaarden en modaliteiten van 3 52/305 RMW - 12 november 2013

voormelde onderhandse overeenkomst en een kopie te hebben ontvangen van voormelde overeenkomst en het plan. Voorzover voormelde bijzondere bepalingen nog van toepassing zouden zijn op heden, is de koper gesubrogeerd in alle rechten en verplichtingen dienaangaande. Vlaamse Wooncode. De verkoopster, vertegenwoorigd als voormeld, verklaart geen kennis te hebben dat het goed voorwerp van huidige verkoop valt onder toepassing van artikel 85§1 Vlaamse Wooncode, dat luidt als volgt: “De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (thans Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen genoemd), de sociale huisvestingsmaatschappijen, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beschikken over een recht van voorkoop op de woningen waaraan ze renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden hebben uitgevoerd met toepassing van artikel 18§2 en 90. Onverminderd het eerste lid, krijgen de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (thans Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen genoemd), de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied en de gemeenten op hun grondgebied, een recht van voorkoop op: 1° een woning die is opgenomen op een van de lijsten van de inventaris, bedoeld in artikel 28§1 van het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting; 2° de woning bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn; 3° een perceel bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse Regering te bepalen bijzonder gebied.” De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het verkochte goed niet gelegen is in een woningbouwgebied en/of in een gebied dat door ministerieel besluit of door een uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Wooncode als “bijzonder gebied” werd erkend en waarvoor een recht van voorkoop ten voordele van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (thans Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen genoemd), de sociale huisvestingsmaatschappijen en de gemeenten van toepassing is. Wet op de ruilverkaveling (recht van voorkoop) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart kennis te hebben dat het goed, voorwerp van huidige verkoop, onder toepassing valt van artikel 56 van de Wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet. Op 18 februari 2013 werd door de instrumenterende notaris aan de Vlaamse Grondenbank het wettelijk recht van voorkoop inzake ruilverkaveling aangeboden. Op 20 februari 2013 heeft de begunstigde van het recht van voorkoop, de Vlaamse Landmaatschappij, aan de instrumenterende notaris laten weten van dit recht van voorkoop voor het voorschreven goed geen gebruik te maken. Monumenten, dorpsen stadsgezicht beschermd landschap. 4 53/305 RMW - 12 november 2013

De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart uitdrukkelijk dat het goed, voorwerp van onderhavige akte, geen monument, stads- of dorpsgezicht is zoals bedoeld door het Decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, en dat het goed niet voorkomt op een ontwerp van lijst van voor bescherming vatbare monumenten en stads- en dorpsgezichten, noch op een register van beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet gelegen is in een gebied waarvoor er een voorlopig of definitief beschermingsbesluit als landschap werd genomen, overeenkomstig het Decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg. Wonen in eigen streek. De partijen, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, verklaren ingelicht te zijn geweest over het Vlaams decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid en, in het bijzonder, wat betreft Boek 5 «Wonen in eigen streek» van toepassing op elk onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting, en te weten dat de gemeente Nazareth in de lijst van de doelgemeenten ingeschreven werd voor de toepassing van het decreet. Bijgevolg, indien het verkochte goed van één van volgende categorieën afhangt, kan het slechts overgedragen worden aan personen die blijkens het oordeel van de bevoegde provinciale beoordelingscommissie beschikken over een voldoende band met de gemeente : - ofwel geheel of gedeeltelijk gelegen te zijn in een «woonuitbreidingsgebied» , in een «reservegebied voor woonwijken» of in een «woonaansnijdingsgebied» waarvoor een algemeen of bijzonder plan van aanleg definitief is aangenomen na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de lijst van de doelgemeenten ; - ofwel gelegen te zijn in een gebied dat het voorwerp uitmaakt, volgens artikel 5.3.1. van gezegd decreet, van een planologische afwijking, hervorming of vervanging van artikel 8, § 2, van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse, toegekend of ingevoerd bij een vanaf 1 september 2009, zijnde de datum van inwerkingtreding van het decreet, voorlopig vastgesteld of aangenomen bestemmingsplan, met dien verstande dat het bestemmingsplan méér woonlagen dient toe te laten dan voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat bestemmingsplan het geval was en op voorwaarde dat de planologische overheid niet op gemotiveerde wijze heeft afgeweken van dit beginsel; - ofwel gelegen te zijn in een door het bestemmingsplan afgebakend woongebied of in een verkaveling (of gedeelten daarvan) waarvoor het bestemmingsplan of de verkavelingsvergunning op grond van een gemeentelijk reglement de bijzondere overdrachtsvoorwaarde van toepassing verklaarde, en dit na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de lijst van de doelgemeenten. Uit de stedenbouwkundige inlichtingen blijkt evenwel 5 54/305 RMW - 12 november 2013

dat het verkochte goed niet gelegen is in een woonuitbreidingsgebied, noch in woonaansnijdingsgebied en dat er geen gemeentelijk reglement werd goedgekeurd die de bijzondere overdrachtsvoorwaarde van toepassing heeft verklaard. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. a/ De instrumenterende notaris verklaart dat de gemeente Nazareth voldoet aan de voorwaarden gesteld bij artikel 7.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (publicatie Belgisch Staatsblad van 14 juli 2008). Volgende bepalingen worden hier in uitvoering van de artikels 5.2.1, 5.2.5 en 5.2.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening opgenomen: - de koper, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart en erkent, overeenkomstig artikel 5.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, betreffende voorschreven goed op heden uit handen van de instrumenterende notaris een stedenbouwkundig uittreksel, bestaande uit een uittreksel uit het plannenregister en een uittreksel uit het vergunningenregister van de gemeente Nazareth de dato 18 januari 2013, te hebben ontvangen dat ten hoogste één jaar voor het verlijden van onderhavige akte werd verleend; - voormelde uittreksels bevatten geen informatie of er dagvaardingen werden uitgebracht overeenkomstig de artikelen 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dienaangaande dat haar geen dergelijke dagvaardingen bekend zijn; - voormelde uittreksels bevatten geen informatie of een voorkooprecht van toepassing is overeenkomstig artikel 2.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; - uit voormeld uittreksel uit het plannenregister van de gemeente Nazareth de dato 18 januari 2013 blijkt onder meer dat: * voorschreven goed gelegen is in het gewestplan Oudenaarde de dato 24 februari 1977 met als bestemming: agrarisch gebied; * voorschreven goed gelegen is in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zonevreemde woningen, de dato 7 september 2006; - uit voormeld uittreksel uit het vergunningenregister van de gemeente Nazareth de dato 18 januari 2013 blijkt onder meer dat betreffende voorschreven goed volgende vergunning werd afgeleverd: de stedenbouwkundige vergunning de dato 11 juni 2012, met gemeentelijk dossiernummer 63/2012, voor het plaatsen van een nieuwe elektriciteitscabine nr. 18367 ter vervanging van bestaande te slopen transformator op paal nr. 2050 én het overwelven van een baangracht en plaatsen van één kopmuur; - uit een informatiebrief van de gemeente Nazareth de dato 18 januari 2013 blijkt tenslotte onder meer dat: * op bovenvermeld perceel volgende milieuvergunningsplichtige activiteit werd vergund: transformator in een elektriciteitscabine (hoogspanningscabine) voor openbaar nut, genoemd “Beerhof 6 55/305 RMW - 12 november 2013

nr. 18367” ter vervanging van de te slopen bestaande transformator op paal met nr 2050, vergund op 2 mei 2012; * het onroerend goed bezwaard is met volgende erfdienstbaarheid van openbaar nut: vervoer van gasachtige producten; voor het onroerend goed is geen verkavelingsvergunning van toepassing; - het in artikel 4.2.12,§2,2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voor de overdracht verplichte as builtattest is niet uitgereikt en gevalideerd vermits deze bepaling nog niet in werking is getreden. De koper, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart uitdrukkelijk de vroeger afgesloten overeenkomst te bevestigen en onherroepelijk te verzaken aan elke vordering tot nietigheid die hij zou kunnen laten gelden op grond van artikel 6.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. b/ De instrumenterende notaris wijst partijen op artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de opsomming van de vergunningsplichtige handelingen vervat in dit artikel. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat bij gebrek aan nog geldige stedenbouwkundige vergunning of attest er geen zekerheid kan gegeven worden omtrent de mogelijkheid om op het beschreven goed de in voormeld artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening opgesomde werkzaamheden te verrichten. c/ De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat er bij haar weten geen stedenbouwkundige overtredingen zijn begaan of vastgesteld wat voorschreven eigendom betreft. d/ Overeenkomstig artikel 5.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening heeft de instrumenterende notaris bij aangetekend schrijven van 18 februari 2013 het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Nazareth in kennis gesteld van het plan van verdeling die uit onderhavige akte voortvloeit, van de aard van de onderhavige akte en van de bestemming van voormelde percelen. Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Nazareth heeft bij schrijven van 5 maart 2013 als volgt geantwoord: “Het College van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 4 maart 2013, kennis genomen van uw hogervermeld schrijven, waarbij u meedeelt gelast te zijn, met een verkoop van onroerend goederen gelegen ‘Beirhof’ te 9810 Nazareth, gekadastreerd onder afdeling 1, sectie F, deel van nr. 514/A. Geen opmerkingen werden hieromtrent geformuleerd.” Bepalingen in verband met het Bosdecreet. Na voorlezing door de instrumenterende notaris van artikel 3 van het Bosdecreet, verklaart de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, dat voorschreven goed niet valt onder de bepalingen van het Bosdecreet. Bepalingen in verband met het Decreet betreffende het Natuurbehoud en het Natuurlijk Milieu. 7 56/305 RMW - 12 november 2013

De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet gelegen is in een gebied waarop het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, en specifiek het daarin vermelde recht van voorkoop van toepassing is. Bepalingen in verband met het Bodemdecreet. a) De partijen bevestigen dat de instrumenterende notaris hen toelichting heeft verstrekt over de artikelen 102 en 103 en volgende van het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming de dato 27 oktober 2006 (hierna ook ‘Bodemdecreet’ genoemd) en haar uitvoeringsbesluiten. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart daarop uitdrukkelijk dat door haar op het goed, voorwerp van huidige akte, geen inrichting is gevestigd, noch een activiteit werd uitgeoefend, die opgenomen is op de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 6 van voormeld Bodemdecreet en het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming de dato 14 december 2007 (Vlarebo). b) Op de door de instrumenterende notaris in dit verband gestelde vraag verklaart de verkoopster uitdrukkelijk dat zij geen bericht ontvangen heeft van OVAM, noch van het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waar het goed gelegen is, waaruit zou blijken dat de grond risicogrond zou zijn conform het decreet. c) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart met betrekking tot het verkochte goed verder zelf geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de koper of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen. Voor zover voorgaande verklaring door de verkoopster te goeder trouw afgelegd werd, neemt de koper de risico’s voor eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voorvloeien op zich, en verklaart hij dat de verkoopster hiervoor tot geen vrijwaring zal gehouden zijn. d) Partijen bevestigen dat de instrumenterende notaris hen ingelicht heeft omtrent de eventuele saneringsplicht, de aansprakelijkheid en de informatieplicht van partijen. e) De instrumenterende notaris verklaart dat overeenkomstig artikel 101 van het Bodemdecreet, voor voormeld kadastraal perceel een bodemattest werd afgeleverd daterend van 4 januari 2013. De inhoud van dit attest luidt letterlijk als volgt: “2. Inhoud van het bodemattest De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen 1. Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend bodemonderzoek aan de OVAM is 8 57/305 RMW - 12 november 2013

bezorgd met melding van de overdracht. 2. Bijkomende informatie over de overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be. 3. Als er bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet. Meer informatie: www.ovam.be/grondverzet. 4. De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens. te Mechelen, 04.01.2013”. f) De koper erkent van de inhoud van voormeld bodemattest voorafgaandelijk aan het verlijden dezer op de hoogte te zijn gebracht en hij verklaart voor zover als nodig de verkoopsovereenkomst te bevestigen en te verzaken aan elke vordering tot nietigheid die door hem zou kunnen ingesteld worden op grond van artikel 116§1 van genoemd Bodemdecreet. g) De instrumenterende notaris bevestigt overeenkomstig artikel 117 van voormeld Bodemdecreet dat de bepalingen van artikel 101 en volgende van zelfde Bodemdecreet werden nageleefd. Landverzekeringscontract – verzekering natuurrampen – risicozones overstroming. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet gelegen is in een risicozone voor de toepassing van de verzekering tegen schade onder meer door overstromingen overeenkomstig artikel 68-7 van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst. Stookolietank. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat er in het verkochte goed geen stookolietank aanwezig is. JACHTRECHT. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het jachtrecht voor wat betreft het bij deze verkochte goed, werd verpacht krachtens akte openbare aanbesteding van het jachtrecht, verleden voor notaris Jean De Groo, te Gent, op 27 augustus 2009. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart voorafgaand aan deze verkoop het nodige te hebben gedaan voor de opzegging van voormeld jachtrecht, overeenkomstig de artikelen 6 en 12 van de aanbestedingsvoorwaarden die aan voormelde akte van openbare aanbesteding werden gehecht. PRIJS. Deze verkoop is toegestaan en aanvaard mits de totale verkoopprijs van VIJFDUIZEND EURO (€5.000,00). BETALING. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart en erkent dat de koper volgende betaling heeft verricht: de totale koopsom ten bedrage van VIJFDUIZEND EURO (€5.000,00), op heden bij het verlijden dezer aan de hand van #####. KWIJTING. Is hier tussengekomen: 9 58/305 RMW - 12 november 2013

De heer VERGAERDE Geert André, (nationaal nummer 69.08.06-333.22), wonende te 8730 Beernem, Wellingstraat 69/C, in zijn hoedanigheid van Financieel Beheerder van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Gent, Welke hierbij integrale kwijting en ontlasting verleent voor de gemelde som, deze kwijting dubbel gebruik uitmakende met alle andere kwijtingen eventueel afgeleverd voor hetzelfde doel, en onder voorbehoud van incassering voor zover de betaling is geschied per cheque. PACHTBEËINDIGING. Zijn hier tussengekomen: De heer LYBAERT Marc Henri, geboren te Gent op 11 augustus 1965, (nationaal nummer 65.08.11-439.70), en zijn echtgenote mevrouw DE PAEPE Anja, geboren te Deinze op 6 juni 1971, (nationaal nummer 71.06.06-326.57), samen wonende te 9940 Evergem, Walgracht 1. Voorafgaande verklaringen Mevrouw De Paepe Anja, voornoemd, verklaart voormeld onroerend goed in pacht te houden. Zij verklaart evenwel zuiver en eenvoudig afstand te doen van al haar pachtersrechten op het bij deze verkochte onroerend goed en dit met onmiddellijke ingang ter vrije beschikking en genot te stellen van de eigenaars, zodat de pachtovereenkomst voor voormeld onroerend goed te rekenen vanaf heden als beëindigd moet worden beschouwd. De pachter verklaart vervolgens betreffende voormeld goed zuiver en eenvoudig te verzaken aan haar recht van voorkoop en aan het recht om dit voorkooprecht over te dragen aan derden. De pachter verklaart dat er door haar geen constructies werden opgericht op voormeld onroerend goed. Vergoeding Partijen verklaren de vergoeding voor voormelde verzaking te bepalen op TWEEHONDERDVIJFTIG EURO (€250,00) als forfaitaire vergoeding voor navetten, prijzij en alle andere mogelijke vergoedingen waarop de pachter krachtens de Pachtwet aanspraak zou kunnen maken. De pachter verklaart dat voormelde som door de werkende notaris kan worden overgemaakt op haar rekening nummer #####, die daartoe werd geprovisioneerd door de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Gaselwest, voornoemd, via debitering van de rekening #####. De pachter verleent hierbij integrale kwijting en ontlasting voor de gemelde som, deze kwijting dubbel gebruik uitmakende met alle andere kwijtingen eventueel afgeleverd voor hetzelfde doel. Voornoemde mevrouw Anja De Paepe verklaart hierbij volledig voldaan te zijn in al haar rechten van navetten, prijzij en alle andere mogelijke vergoedingen waarop zij krachtens de Pachtwet aanspraak zou kunnen maken. Partijen verklaren wederzijds niets meer van elkaar te vorderen te hebben in verband met de pacht op voorschreven goed, die aldus te rekenen vanaf heden ten definitieve titel als beëindigd moet worden beschouwd. ONTSLAG VAN AMBTSHALVE INSCHRIJVING. 10 59/305 RMW - 12 november 2013

De bevoegde hypotheekbewaarder wordt uitdrukkelijk ontslagen enige ambtshalve inschrijving te nemen ter gelegenheid van de overschrijving van een uitgifte van onderhavige akte. VERKLARINGEN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. 1° De partijen erkennen dat de instrumenterende notaris hen voorlezing heeft gegeven van: a/ het artikel 203 eerste alinea van het Wetboek der registratierechten houdende beteugeling van de prijsbewimpelingen; b/ het artikel 62 paragraaf 2 en het artikel 73 van het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde houdende verplichting voor verkopers om de hoedanigheid van belastingplichtige bij de BTW ter kennis te brengen van de instrumenterende notaris bij de verkoop van een voor hypotheek vatbaar goed. 2° Op onze uitdrukkelijke ondervraging werd door de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaard dat zij de hoedanigheid van Belasting over de Toegevoegde Waarde-plichtige niet bezit. 3° Vermindering van registratierechten. De koper, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart niet te kunnen genieten van de vermindering van registratierechten voorzien in artikel 53, 2° van het Registratiewetboek. VERKLARINGEN VOOR DE REGISTRATIE. Teneinde te kunnen genieten van de vrijstelling van registratierechten en zegelrechten en dit in toepassing van artikel 161, 2° van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, artikel 59 van het Wetboek van de Zegelrechten, de Omzendbrief van de Minister van Financiën van 5 maart 1958 en de ministeriële beslissingen van 10 augustus 1941 en 17 maart 1958, verklaart de koper, vertegenwoordigd als voormeld: - dat hij onder toepassing valt van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001; - dat hij op fiscaal vlak onder toepassing valt van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales; dat deze overeenkomst aangegaan wordt en noodzakelijk is tot verwezenlijking van zijn maatschappelijk doel en dus ten algemene nutte; - dat deze noodzakelijkheid zal voorgelegd worden aan zijn Raad van Bestuur en aan de Voogdijoverheid die de controle uitoefent op deze Intercommunale. De vrijstelling van registratierechten en zegelrechten, vervangen door het Wetboek diverse rechten en taksen, geldt eveneens voor de bijlagen welke aan de authentieke akte gehecht zijn (ministeriële beslissing van 22 november 1957, nummer EE/74.413). BEKWAAMHEID DER PARTIJEN. Partijen verklaren, vertegenwoordigd als voormeld, bevoegd en bekwaam te zijn tot het stellen van de bij deze akte vastgestelde rechtshandelingen en niet het voorwerp te zijn van enige maatregel die een onbekwaamheid daartoe in 11 60/305 RMW - 12 november 2013

het leven zou kunnen roepen zoals faillissement, collectieve schuldenregeling, aanstelling voorlopige bewindvoerder. IDENTITEITSVERKLARINGEN. a) De instrumenterende notaris bevestigt dat de identiteit van diegenen die bij deze akte verschijnen hem werd aangetoond aan de hand van de door de wet vereiste bewijskrachtige stukken, namelijk de identiteitskaarten. b) Om te voldoen aan de voorschriften van de Hypotheekwet, bevestigt de instrumenterende notaris dat de naam, voornamen, plaats en datum van geboorte en het adres van de partijen-natuurlijke personen wel zijn zoals hierboven vermeld en dit op basis van de daartoe wettelijk vereiste bescheiden. c) Partijen, vertegenwoordigd als voormeld, verlenen hierbij de instrumenterende notaris uitdrukkelijk toestemming om hun nationaal nummer of ondernemingsnummer in huidige akte te vermelden. SLOTVERKLARINGEN. 1. De partijen, vertegenwoordigd als voormeld, erkennen dat de notaris hen gewezen heeft op de bijzondere verplichtingen aan de notaris opgelegd door artikel 9, §1 alinea 2 en 3 van de Organieke Wet Notariaat en heeft uitgelegd dat, wanneer een notaris tegenstrijdige belangen of de aanwezigheid van onevenwichtige bedingen vaststelt, hij hierop de aandacht moet vestigen van de partijen en hen moet meedelen dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman. 2. Partijen, vertegenwoordigd als voormeld, bevestigen hierbij eveneens dat de notaris hen volledige toelichting heeft verstrekt en op een onpartijdige wijze raad heeft gegeven omtrent de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit de rechtshandelingen die zij bij deze akte hebben vastgelegd. 3. Partijen, vertegenwoordigd als voormeld, bevestigen dat zich bij huidige akte geen tegenstrijdigheden van belangen voordoen en dat zij alle bedingen opgenomen in onderhavige akte voor evenwichtig houden en deze aanvaarden. WAARVAN AKTE. Gedaan en verleden te De Pinte, ter studie van de instrumenterende notaris, datum als ten hoofde vermeld. Na integrale voorlezing en toelichting van de akte, hebben de partijen en tussenkomende partijen, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, deze akte getekend samen met Ons, Notaris.

12 61/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00403

Nazareth - Lijkstraat: verkoop uit de hand van 28 m² en vestigen erfdienstbaarheid van 28 m² landbouwgrond aan Gaselwest cvba voor plaatsen elektriciteitscabine Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is eigenaar van het perceel landbouwgrond gelegen langs de Lijkstraat te Nazareth. Dit perceel is kadastreel gekend als Nazareth, eerste afdeling, Nazareth, sectie C, nummer 284/B met een kadastrale oppervlakte van 4.030 m². Voorschreven goed is volgens het Gewestplan "Oudenaarde" gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het perceel is overeenkomstig het GRUP Noord-West E17 goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in artikel 8 bouwvrij gebied (overdruk). De overdruk geeft aan dat er geen wijziging van de bestemming van het gewestplan doorgevoerd wordt. Het perceel 284/B is verpacht aan de heer en mevrouw Walter Morthier - Christiane De Weirdt ingevolge bevoorrechte pachtoverdracht sinds 1 januari 1992. Het perceel is ook verpacht voor de jacht aan de heer Francis Heyse sinds 1 september 2009. Voor de bouw van een nieuwe elektricitetiscabine wenst Gaselwest cvba (kortweg Gaselwest) een gedeelte van deze grond aan te kopen. De oppervlakte van de aan te kopen grond bedroeg 56 m². In samenspraak met de pachters werd overeengekomen dat er 28 m² wordt aangekocht en dat er op de naastliggende 28 m² van het perceel een erfdienstbaarheid van toegang en van aanleg nutsleidingen wordt gevestigd. De aan te kopen oppervlakte van 28 m² staat afgebeeld in gele kleur op het opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Christ Spiessens te Oostrozebeke op 14 september 2012. De te vestigen erfdienstbaarheid met een oppervlakte van 28 m² staat afgebeeld in groene kleur op datzelfde opmetingsplan. Gaselwest is bereid om hiervoor 5.000,00 euro te betalen. Deze 5.000,00 euro dekt ruim de venale waarde van deze grond en bovendien worden de administratieve kosten daarmee gedekt. Een schatting aanvragen is dan ook een overbodige kost, daarom wordt er voorgesteld om geen schattingsverslag aan te vragen. Gaselwest heeft ook reeds een akkoord bereikt met de pachters Walter en Christiane Morthier - De Weirdt. De pachters krijgen een prijzijvergoeding van Gaselwest van 250,00 euro. Gaselwest heeft notaris Hulsbosch van De Pinte aangesteld om de authentieke akte op te maken en te verlijden. Het OCMW Gent is gerechtigd een eigen notaris aan te duiden, maar er zijn geen redenen waarom het OCMW Gent zich niet zou aansluiten bij de keuze van Gaselwest. Notaris Hulsbosch uit De Pinte heeft een ontwerpakte verkoop met een vestiging van erfdienstbaarheid van toegang en aanleg van nutsleidingen opgesteld.

Motivering Gelet op het Decreet betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 19 december 2008; gelet op het gunstig advies van het Overlegcomité van 8 november 2012 met betrekking tot de verkoop uit de hand van 28 m² landbouwgrond en het vestigen van een erfdienstbaarheid op 28 m² te Nazareth aan de Lijkstraat voor de bouw van een elektriciteitscabine.




Ja

Verbintenis:

Ja

62/305 RMW - 12 november 2013


Totaal geschatte inkomsten:

5000,00

Totaal geschatte uitgaven:

0,00

10100 Landbouwgronden patrimonium 20130081 Initiëel budget:

144300,00

Reeds aangewend:

87949,00

Engagementen:

169230,34

Geschatte inkomsten: Commentaar

5000,00 Gezien de geringe te verkopen oppervlakte aan landbouwgrond wordt een administratieve kost gevraagd van 5.000,00 euro.

Geschatte uitgaven: Commentaar

0,00 De kosten met betrekking tot de verkoop zijn ten laste van de koper.


niet vereist


23 oktober 2013

Advies:

Gunstig

Motivering:

Het initieel budget = 144.300 € is in budgetwijziging 2013 vermeerderd met 116.450,69 €

SOB Juridisch advies Datum:

23 oktober 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 De verkoop uit de hand van 28 m², zoals afgebeeld staat in gele kleur volgens opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Christ Spiessens te Oostrozebeke op 14 september 2012 en de vestiging van een erfdienstbaarheid van toegang en van aanleg nutsleidingen op de naastliggende 28 m² zoals afgebeeld staat in groene kleur op datzelfde opmetingsplan, uit het perceel kadastraal gekend als Nazareth, 1ste afdeling, Nazareth, sectie C, nummer 284B aan Gaselwest cvba voor de bouw van een elektriciteitscabine aan de Lijkstraat voor een bedrag van 5.000,00 euro.

Artikel 2 De aanstelling van notaris Jacques Hulsbosch uit De Pinte voor de opmaak en het verlijden van de notariële akte met betrekking tot de onderhandse verkoop en de vestiging van de vermelde erfdienstbaarheid.

Artikel 3 Het ontwerp van de akte onderhandse verkoop en de vestiging van erfdienstbaarheid van toegang en van aanleg nutsleidingen zoals opgesteld door notaris Hulsbosch uit De Pinte.

Artikel 4 Het ontslag van de Hypotheekbewaarder van de verplichting tot het nemen van een ambtshalve inschrijving, voor zover de nodige kwijtingen kunnen worden voorgelegd bij overschrijving van de akte.

63/305 RMW - 12 november 2013


Artikel 5 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 3: 131022 Verkoopakte Gaselwest Nazareth - Lijkstraat - Breedsynde.pdf

Bijlage(n) 131022 Verkoopakte Gaselwest Nazareth - Lijkstraat - Breedsynde.pdf

64/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 131022 Verkoopakte Gaselwest Nazareth - Lijkstraat - Breedsynde.pdf

65/305 RMW - 12 november 2013

131022 Verkoopakte Gaselwest Nazareth - Lijkstraat - Breedsynde.pdf

RECHT OP GESCHRIFTEN. Vrijgesteld conform artikel 21, Wetboek diverse rechten en taksen.

1°

HET JAAR TWEEDUIZEND DERTIEN. OP #####. Voor Mij, Meester Jacques HULSBOSCH, Notaris met standplaats te DE PINTE. IS VERSCHENEN : Het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN GENT, waarvan de burelen gevestigd zijn te 9000 Gent, Onderbergen 86, met ondernemingsnummer 0212.214.125, hier vertegenwoordigd door: - haar voorzitter, de heer CODDENS Rudy Georges Irène, (nummer identiteitskaart ##### - nationaal nummer 60.02.14 181.91), wonende te 9031 Gent, Keuzemeers 7; - haar secretaris, de heer KUPERS Luc Hubert Maurice, (nummer identiteitskaart ##### - nationaal nummer 57.02.14217.89), wonende te 1800 Vilvoorde, Maria-Theresialaan 41 bus 4.2; Handelend in uitvoering van de raadsbeslissing van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van #####; welk besluit in het kader van het bestuurlijk toezicht werd overgemaakt aan de heer Gouverneur van de Provincie OostVlaanderen en aan het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent op #####, zonder dat er binnen een termijn van dertig dagen schorsingsbesluiten werden genomen. Een voor eensluidend afschrift van voormelde beslissing wordt aan deze akte gehecht. Hierna ook de VERKOOPSTER genoemd. Die verklaart te VERKOPEN onder de gewone voorwaarden van recht en dit voor vrij en zuiver van alle hypotheken en voorrechten evenals van alle overschrijvingen. Aan en ten voordele van : De coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "INTERCOMMUNALE MAATSCHAPPIJ VOOR GAS EN ELEKTRICITEIT VAN HET WESTEN", in het kort "GASELWEST", met maatschappelijke zetel te 8500 Kortrijk, President Kennedypark 12. Intercommunale maatschappij beheerst door de wet van 22 december 1986. Ondernemingsnummer BTW BE0215.266.160, RPR Kortrijk. Voorlopig opgericht op 17 februari 1975, onder de vorm van een naamloze vennootschap, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 12 juni 1975, gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 26 juli 1975, onder de nummers 3.039-1, 3.042-1 en 2. Definitief opgericht, statuten bevestigd en gewijzigd door de algemene vergadering van 8 juli 1975, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 6 juli 1976, gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 26 juli 1975, onder nummer 3.042-3. De rechtsvorm en de statuten werden gewijzigd door de buitengewone algemene vergadering van 24 november 1980, goedgekeurd door de besluiten van de Vlaamse Executieve van

66/305 RMW - 12 november 2013

5 mei 1982 en de Waalse Executieve van 25 mei 1982, gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 24 augustus 1982, onder nummer 1.725-1. De statuten en de bijlagen bij de statuten werden voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering van 22 juni 2012, bij akte verleden voor notaris Bernard Boes, te Kortrijk, gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 24 juli nadien, onder nummer 12130466. De Vlaamse Minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, heeft bij besluit van 28 september 2012 zijn gedeeltelijke goedkeuring gehecht aan de wijzigingen die de vijf Vlaamse gemengde distributienetbeheerders (IMEWA, Intergem, Imewo, Iverlek en Iveka) die onderworpen zijn aan het Decreet Intergemeentelijke Samenwerking (DIS) in hun statuten hebben aangebracht op hun respectievelijke algemene vergaderingen in 2012. De Minister heeft alle aangebrachte wijzigingen aan de statuten goedgekeurd, met uitzondering van de wijzigingen aangebracht aan twee artikelen waarin de modaliteiten voor benoeming van de leden van de Raad van Bestuur worden gestipuleerd, aangezien deze niet conform zijn aan de bepalingen van artikel 46 van het DIS (met name dient de benoeming van de leden van de Raad van Bestuur te gebeuren op voordracht van de deelnemers – in casu de gemeenteraden – en niet door de Regionale Bestuurscomité’s). Aangezien Gaselwest zijn statuten aligneerde op deze van vijf voornoemde Vlaamse gemengde distributienetbeheerders en binnen het kader van een uniforme behandeling voor de groep van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders, wordt omwille van de dringende transparantie ten aanzien van de vennoten eveneens in deze gecoördineerde versie van Gaselwest de nodige nog door te voeren aanpassing aan artikel 12 punt 2 van de statuten op duidelijk zichtbare wijze verwerkt. Deze aanpassing zal worden geformaliseerd in een volgende statutenwijziging. Voor de artikelen 12 punt 5 en 13 werd de voorheen geldende tekst teruggeplaatst. Deze statuten treden in werking op de buitengewone algemene vergadering van 22 maart 2013. Alhier vertegenwoordigd door #####. Hierna ook de KOPER genoemd. Die, vertegenwoordigd als voormeld, uitdrukkelijk verklaart het hierna beschreven onroerend goed in koop te aanvaarden, in volle eigendom, onder navermelde voorwaarden en bepalingen: BESCHRIJVING VAN HET ONROEREND GOED: GEMEENTE NAZARETH – Lijkstraat Een perceel grond, gelegen aan de Lijkstraat, volgens recente kadastrale gegevens bekend ten kadaster onder Nazareth, eerste afdeling, Nazareth, sectie C, deel van nummer 284/B, met een oppervlakte volgens nagemelde meting van achtentwintig vierkante meter (28 m²). Zoals dit perceel afgebeeld staat in gele kleur op het metingsplan opgemaakt door landmeter-expert Christ Spiessens, te Oostrozebeke, op 14 september 2012, welk plan 2 67/305 RMW - 12 november 2013

na voor ‘ne varietur’ te zijn getekend door partijen en Ons, Notaris, aan onderhavige akte gehecht zal blijven, om samen ermee te worden geregistreerd. OORSPRONG VAN EIGENDOM. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart thans eigenaar te zijn van voormeld goed voor de geheelheid in volle eigendom om er sedert meer dan dertig jaar ononderbroken, ongestoord, ondubbelzinnig en openbaar bezit van te hebben gehad. ALGEMENE VOORWAARDEN. Deze verkoop is gedaan en aangenomen onder de volgende lasten en voorwaarden: 1° Voorschreven goed wordt overgedragen en verkocht in de staat waarin het zich op heden bevindt, zonder waarborg van maat, hoe groot het verschil ook moge wezen, met alle actieve en passieve, durende en niet-durende, zichtbare en onzichtbare erfdienstbaarheden. De koper heeft geen aanspraak op vergoeding of prijsvermindering wegens verschil in maat, al overtrof het verschil één/twintigste, of wegens het bestaan van zichtbare en niet-zichtbare erfdienstbaarheden, of zichtbare of verborgen gebreken, of wegens ongeschiktheid van de grond of van de ondergrond, en verzaakt aan elke vordering tot koopverbreking uit dien hoofde. 2° De koper verkrijgt het eigendoms- en genotsrecht en het vrij gebruik van het verkochte goed te rekenen vanaf heden. 3° De koper is gehouden te rekenen vanaf heden de onroerende voorheffing en de andere zakelijke lasten die door de overheid op het bij deze verkochte goed geheven worden, te voldoen. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat er geen verhaalbelastingen verschuldigd zijn. 4° De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het goed met geen enkel recht van voorkoop of van voorkeur is bezwaard, noch met enig optierecht tot aankoop, recht van wederinkoop, noch met enig verbod van vervreemding, behoudens hetgeen hierna eventueel vermeld wordt. Zij verklaart tevens dat, naar haar weten, behoudens deze hierna eventueel nader vermeld, geen enkele erfdienstbaarheid het bij deze akte verkochte goed bezwaart, en dat zijzelf geen enkele erfdienstbaarheid lastens dit goed heeft toegestaan. 5° De koper zal de kosten, rechten en honoraria van deze akte moeten dragen en voldoen. VESTIGEN ERFDIENSTBAARHEID Partijen verklaren, vertegenwoordigd als voormeld, bij wijze van EEUWIGDURENDE EN ONVERGELDE ERFDIENSTBAARHEID, het volgende te hebben bedongen: 1. De verkoopster verleent hierbij lastens het hierna nader aangeduide deel van haar eigendom en in het voordeel van het bij deze overgedragen perceel grond, bij wijze van een eeuwigdurende en onvergelde erfdienstbaarheid, een recht van overgang en uitweg, alsmede een recht van 3 68/305 RMW - 12 november 2013

afwatering en drainage en een recht van doorvoer van alle andere nutsvoorzieningen bij middel van ondergrondse buizen en kabels, wat door de koper uitdrukkelijk wordt aanvaard. 2. Afbakening van de zone waarop de voormelde erfdienstbaarheden worden gevestigd. Partijen verklaren dat voormelde erfdienstbaarheden worden gevestigd op navolgend deel van het aan de overdrager toebehorend goed : GEMEENTE NAZARETH – Lijkstraat: Een perceel grond, gelegen aan de hoek van de Lijkstraat met de Kortrijkseheerweg, volgens recente kadastrale gegevens bekend ten kadaster onder Nazareth, eerste afdeling, Nazareth, sectie C, deel van nummer 284/B, met een oppervlakte volgens voormelde meting van achtentwintig vierkante meter (28m²). Zoals dit perceel afgebeeld staat in groene kleur op het voormelde metingsplan. 3. Modaliteiten. Dit recht van overgang en ondergrondse doorvoer van leidingen en rioleringen zal worden uitgeoefend over de minst schadelijke wijze. De gevestigde erfdienstbaarheden zullen eeuwigdurend en onvergeld zijn. Zij zullen tot voordeel strekken van alle verkrijgers van het heersend erf, en zullen geduld moeten worden door alle verkrijgers van het lijdend erf. De koper heeft het recht op zijn kosten alle werken uit te voeren die nodig zijn voor het gebruik en het behoud van de erfdienstbaarheden. Alle buizen en kabels zullen geplaatst en onderhouden worden door en op kosten van de koper. Op voormeld perceel waarop de erfdienstbaarheden gevestigd worden, zal er nooit enige constructie of aanplanting mogen worden opgericht die de uitoefening van de erfdienstbaarheden in het gedrang kunnen brengen of storen. Vlaamse Wooncode. De verkoopster, vertegenwoorigd als voormeld, verklaart geen kennis te hebben dat het goed voorwerp van huidige verkoop valt onder toepassing van artikel 85§1 Vlaamse Wooncode, dat luidt als volgt: “De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (thans Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen genoemd), de sociale huisvestingsmaatschappijen, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beschikken over een recht van voorkoop op de woningen waaraan ze renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden hebben uitgevoerd met toepassing van artikel 18§2 en 90. Onverminderd het eerste lid, krijgen de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (thans Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen genoemd), de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied en de gemeenten op hun grondgebied, een recht van voorkoop op: 1° een woning die is opgenomen op een van de lijsten van de inventaris, bedoeld in artikel 28§1 van het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting; 2° de woning bedoeld in artikel 19, die niet werd 4 69/305 RMW - 12 november 2013

gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn; 3° een perceel bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse Regering te bepalen bijzonder gebied.” De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het verkochte goed niet gelegen is in een woningbouwgebied en/of in een gebied dat door ministerieel besluit of door een uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Wooncode als “bijzonder gebied” werd erkend en waarvoor een recht van voorkoop ten voordele van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (thans Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen genoemd), de sociale huisvestingsmaatschappijen en de gemeenten van toepassing is. Wet op de ruilverkaveling (recht van voorkoop) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart kennis te hebben dat het goed, voorwerp van huidige verkoop, onder toepassing valt van artikel 56 van de Wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet. Op 18 februari 2013 werd door de instrumenterende notaris aan de Vlaamse Grondenbank het wettelijk recht van voorkoop inzake ruilverkaveling aangeboden. Op 25 februari 2013 heeft de begunstigde van het recht van voorkoop, de Vlaamse Landmaatschappij, aan de instrumenterende notaris laten weten van dit recht van voorkoop voor het voorschreven goed geen gebruik te maken. Monumenten, dorpsen stadsgezicht beschermd landschap. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart uitdrukkelijk dat het goed, voorwerp van onderhavige akte, geen monument, stads- of dorpsgezicht is zoals bedoeld door het Decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, en dat het goed niet voorkomt op een ontwerp van lijst van voor bescherming vatbare monumenten en stads- en dorpsgezichten, noch op een register van beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet gelegen is in een gebied waarvoor er een voorlopig of definitief beschermingsbesluit als landschap werd genomen, overeenkomstig het Decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg. Wonen in eigen streek. De partijen, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, verklaren ingelicht te zijn geweest over het Vlaams decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid en, in het bijzonder, wat betreft Boek 5 «Wonen in eigen streek» van toepassing op elk onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting, en te weten dat de gemeente Nazareth in de lijst van de doelgemeenten ingeschreven werd voor de toepassing van het decreet. Bijgevolg, indien het verkochte goed van één van volgende categorieën afhangt, kan het slechts overgedragen 5 70/305 RMW - 12 november 2013

worden aan personen die blijkens het oordeel van de bevoegde provinciale beoordelingscommissie beschikken over een voldoende band met de gemeente : - ofwel geheel of gedeeltelijk gelegen te zijn in een «woonuitbreidingsgebied» , in een «reservegebied voor woonwijken» of in een «woonaansnijdingsgebied» waarvoor een algemeen of bijzonder plan van aanleg definitief is aangenomen na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de lijst van de doelgemeenten ; - ofwel gelegen te zijn in een gebied dat het voorwerp uitmaakt, volgens artikel 5.3.1. van gezegd decreet, van een planologische afwijking, hervorming of vervanging van artikel 8, § 2, van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse, toegekend of ingevoerd bij een vanaf 1 september 2009, zijnde de datum van inwerkingtreding van het decreet, voorlopig vastgesteld of aangenomen bestemmingsplan, met dien verstande dat het bestemmingsplan méér woonlagen dient toe te laten dan voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat bestemmingsplan het geval was en op voorwaarde dat de planologische overheid niet op gemotiveerde wijze heeft afgeweken van dit beginsel; - ofwel gelegen te zijn in een door het bestemmingsplan afgebakend woongebied of in een verkaveling (of gedeelten daarvan) waarvoor het bestemmingsplan of de verkavelingsvergunning op grond van een gemeentelijk reglement de bijzondere overdrachtsvoorwaarde van toepassing verklaarde, en dit na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de lijst van de doelgemeenten. Uit de stedenbouwkundige inlichtingen blijkt evenwel dat het verkochte goed niet gelegen is in een woonuitbreidingsgebied, noch in woonaansnijdingsgebied en dat er geen gemeentelijk reglement werd goedgekeurd die de bijzondere overdrachtsvoorwaarde van toepassing heeft verklaard. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. a/ De instrumenterende notaris verklaart dat de gemeente Nazareth voldoet aan de voorwaarden gesteld bij artikel 7.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (publicatie Belgisch Staatsblad van 14 juli 2008). Volgende bepalingen worden hier in uitvoering van de artikels 5.2.1, 5.2.5 en 5.2.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening opgenomen: - de koper, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart en erkent, overeenkomstig artikel 5.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, betreffende voorschreven goed op heden uit handen van de instrumenterende notaris een stedenbouwkundig uittreksel, bestaande uit een uittreksel uit het plannenregister en een uittreksel uit het vergunningenregister van de gemeente Nazareth de dato 14 januari 2013, te hebben ontvangen dat ten hoogste één jaar voor het verlijden van onderhavige akte werd verleend; - voormelde uittreksels bevatten geen informatie of er dagvaardingen werden uitgebracht overeenkomstig de artikelen 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; de verkoopster, vertegenwoordigd als 6 71/305 RMW - 12 november 2013

voormeld, verklaart dienaangaande dat haar geen dergelijke dagvaardingen bekend zijn; - voormelde uittreksels bevatten geen informatie of een voorkooprecht van toepassing is overeenkomstig artikel 2.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; - uit voormeld uittreksel uit het plannenregister van de gemeente Nazareth de dato 14 januari 2013 blijkt onder meer dat: * voorschreven goed gelegen is in het gewestplan Oudenaarde de dato 24 februari 1977 met als bestemming: landschappelijk waardevol agrarisch gebied; * voorschreven goed gelegen is in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Noord-West E17, de dato 29 januari 2009; - uit voormeld uittreksel uit het vergunningenregister van de gemeente Nazareth de dato 14 januari 2013 blijkt onder meer dat betreffende voorschreven goed volgende vergunning werd afgeleverd: de stedenbouwkundige vergunning de dato 11 juni 2012, met gemeentelijk dossiernummer 62/2012, voor het plaatsen van een nieuwe elektriciteitscabine nr. 18368 ter vervanging van te slopen cabine nr. 5825; - uit een informatiebrief van de gemeente Nazareth de dato 14 januari 2013 blijkt tenslotte onder meer dat op bovenvermeld perceel volgende milieuvergunningsplichtige activiteit werd vergund: melding klasse 3 - transformator in een elektriciteitscabine (hoogspanningscabine) voor openbaar nut, genoemd “Heirw Kortrijk nr 18368” ter vervanging van de te slopen elektriciteitscabine met nr 5825 (Gaselwest), vergund op 02/05/2012; voor het onroerend goed is geen verkavelingsvergunning van toepassing; - het in artikel 4.2.12,§2,2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voor de overdracht verplichte as builtattest is niet uitgereikt en gevalideerd vermits deze bepaling nog niet in werking is getreden. De koper, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart uitdrukkelijk de vroeger afgesloten overeenkomst te bevestigen en onherroepelijk te verzaken aan elke vordering tot nietigheid die hij zou kunnen laten gelden op grond van artikel 6.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. b/ De instrumenterende notaris wijst partijen op artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de opsomming van de vergunningsplichtige handelingen vervat in dit artikel. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat bij gebrek aan nog geldige stedenbouwkundige vergunning of attest er geen zekerheid kan gegeven worden omtrent de mogelijkheid om op het beschreven goed de in voormeld artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening opgesomde werkzaamheden te verrichten. c/ De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat er bij haar weten geen stedenbouwkundige overtredingen zijn begaan of vastgesteld wat voorschreven eigendom betreft. 7 72/305 RMW - 12 november 2013

d/ Overeenkomstig artikel 5.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening heeft de instrumenterende notaris bij aangetekend schrijven van 18 februari 2013 het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Nazareth in kennis gesteld van het plan van verdeling die uit onderhavige akte voortvloeit, van de aard van de onderhavige akte en van de bestemming van voormelde percelen. Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Nazareth heeft bij schrijven van 5 maart 2013 als volgt geantwoord: “Het College van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 4 maart 2013, kennis genomen van uw hogervermeld schrijven, waarbij u meedeelt gelast te zijn, met een verkoop van onroerend goederen gelegen ‘Pinte Breedsynde’ te 9810 Nazareth, gekadastreerd onder afdeling 1, sectie C, deel van nr. 284/B. Geen opmerkingen werden hieromtrent geformuleerd.” Bepalingen in verband met het Bosdecreet. Na voorlezing door de instrumenterende notaris van artikel 3 van het Bosdecreet, verklaart de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, dat voorschreven goed niet valt onder de bepalingen van het Bosdecreet. Bepalingen in verband met het Decreet betreffende het Natuurbehoud en het Natuurlijk Milieu. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet gelegen is in een gebied waarop het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, en specifiek het daarin vermelde recht van voorkoop van toepassing is. Bepalingen in verband met het Bodemdecreet. a) De partijen bevestigen dat de instrumenterende notaris hen toelichting heeft verstrekt over de artikelen 102 en 103 en volgende van het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming de dato 27 oktober 2006 (hierna ook ‘Bodemdecreet’ genoemd) en haar uitvoeringsbesluiten. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart daarop uitdrukkelijk dat door haar op het goed, voorwerp van huidige akte, geen inrichting is gevestigd, noch een activiteit werd uitgeoefend, die opgenomen is op de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 6 van voormeld Bodemdecreet en het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming de dato 14 december 2007 (Vlarebo). b) Op de door de instrumenterende notaris in dit verband gestelde vraag verklaart de verkoopster uitdrukkelijk dat zij geen bericht ontvangen heeft van OVAM, noch van het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waar het goed gelegen is, waaruit zou blijken dat de grond risicogrond zou zijn conform het decreet. c) De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart met betrekking tot het verkochte goed verder zelf 8 73/305 RMW - 12 november 2013

geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de koper of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen. Voor zover voorgaande verklaring door de verkoopster te goeder trouw afgelegd werd, neemt de koper de risico’s voor eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voorvloeien op zich, en verklaart hij dat de verkoopster hiervoor tot geen vrijwaring zal gehouden zijn. d) Partijen bevestigen dat de instrumenterende notaris hen ingelicht heeft omtrent de eventuele saneringsplicht, de aansprakelijkheid en de informatieplicht van partijen. e) De instrumenterende notaris verklaart dat overeenkomstig artikel 101 van het Bodemdecreet, voor voormeld kadastraal perceel een bodemattest werd afgeleverd daterend van 4 januari 2013. De inhoud van dit attest luidt letterlijk als volgt: “2. Inhoud van het bodemattest De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen 1. Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend bodemonderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. 2. Bijkomende informatie over de overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be. 3. Als er bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet. Meer informatie: www.ovam.be/grondverzet. 4. De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens. te Mechelen, 04.01.2013”. f) De koper erkent van de inhoud van voormeld bodemattest voorafgaandelijk aan het verlijden dezer op de hoogte te zijn gebracht en hij verklaart voor zover als nodig de verkoopsovereenkomst te bevestigen en te verzaken aan elke vordering tot nietigheid die door hem zou kunnen ingesteld worden op grond van artikel 116§1 van genoemd Bodemdecreet. g) De instrumenterende notaris bevestigt overeenkomstig artikel 117 van voormeld Bodemdecreet dat de bepalingen van artikel 101 en volgende van zelfde Bodemdecreet werden nageleefd. Landverzekeringscontract – verzekering natuurrampen – risicozones overstroming. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat voorschreven goed niet gelegen is in een risicozone voor de toepassing van de verzekering tegen schade onder meer door overstromingen overeenkomstig artikel 68-7 van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst. Stookolietank. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, 9 74/305 RMW - 12 november 2013

verklaart dat er in het verkochte goed geen stookolietank aanwezig is. JACHTRECHT. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart dat het jachtrecht voor wat betreft het bij deze verkochte goed, werd verpacht krachtens akte openbare aanbesteding van het jachtrecht, verleden voor notaris Jean De Groo, te Gent, op 27 augustus 2009. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart voorafgaand aan deze verkoop het nodige te hebben gedaan voor de opzegging van voormeld jachtrecht, overeenkomstig de artikelen 6 en 12 van de aanbestedingsvoorwaarden die aan voormelde akte van openbare aanbesteding werden gehecht. PRIJS. Deze verkoop is toegestaan en aanvaard mits de totale verkoopprijs van VIJFDUIZEND EURO (€5.000,00). BETALING. De verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart en erkent dat de koper volgende betaling heeft verricht: de totale koopsom ten bedrage van VIJFDUIZEND EURO (€5.000,00), op heden bij het verlijden dezer aan de hand van #####. KWIJTING. Is hier tussengekomen: De heer VERGAERDE Geert, (nummer identiteitskaart 5910602585-26 - nationaal nummer 69.08.06-333.22), wonende te 8730 Beernem, Wellingstraat 69/C, in zijn hoedanigheid van Financieel Beheerder van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Gent, Welke hierbij integrale kwijting en ontlasting verleent voor de gemelde som, deze kwijting dubbel gebruik uitmakende met alle andere kwijtingen eventueel afgeleverd voor hetzelfde doel, en onder voorbehoud van incassering voor zover de betaling is geschied per cheque. PACHTBEËINDIGING. Zijn hier tussengekomen: De heer MORTHIER Walter Cyriel Joseph, geboren te Aalter op 3 september 1957 (nummer identiteitskaart ##### nationaal nummer 57.09.03-273.24), en zijn echtgenote, mevrouw DE WEIRDT Christiane Elodia Gerard, geboren te Nazareth op 27 november 1959 (nummer identiteitskaart ##### - nationaal nummer #####), samen wonende te 9881 Aalter, Spildoorn 1/A. Voorafgaande verklaringen Welke verklaren het voormelde goed in pacht te houden. Zij verklaren evenwel zuiver en eenvoudig afstand te doen van al hun pachtersrechten op het bij deze verkochte onroerend goed en dit met onmiddellijke ingang ter vrije beschikking en genot te stellen van de eigenaars, zodat de pachtovereenkomst voor het bij deze verkochte onroerend goed te rekenen vanaf heden als beëindigd moet worden beschouwd. De pachters verklaren vervolgens betreffende voormeld goed zuiver en eenvoudig te verzaken aan hun recht van voorkoop en aan het recht om dit voorkooprecht over te 10 75/305 RMW - 12 november 2013

dragen aan derden. De pachters verklaren dat er door hen geen constructies werden opgericht op voormeld onroerend goed. Vergoeding Partijen verklaren de vergoeding voor voormelde verzaking te bepalen op TWEEHONDERDVIJFTIG EURO (€250,00) als forfaitaire vergoeding voor navetten, prijzij en alle andere mogelijke vergoedingen waarop de pachters krachtens de Pachtwet aanspraak zouden kunnen maken. De pachters verklaren dat voormelde som door de werkende notaris kan worden overgemaakt op de rekening met nummer #####, die daartoe werd geprovisioneerd door de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GASELWEST via debitering van de rekening #####. De pachters verlenen hierbij integrale kwijting en ontlasting voor de gemelde som, deze kwijting dubbel gebruik uitmakende met alle andere kwijtingen eventueel afgeleverd voor hetzelfde doel. Voornoemde pachters verklaren hierbij volledig voldaan te zijn in al hun rechten van navetten, prijzij en alle andere mogelijke vergoedingen waarop zij krachtens de Pachtwet aanspraak zouden kunnen maken. Partijen verklaren wederzijds niets meer van elkaar te vorderen te hebben in verband met de pacht op voorschreven goed, die aldus te rekenen vanaf heden ten definitieve titel als beëindigd moet worden beschouwd. ONTSLAG VAN AMBTSHALVE INSCHRIJVING. De bevoegde hypotheekbewaarder wordt uitdrukkelijk ontslagen enige ambtshalve inschrijving te nemen ter gelegenheid van de overschrijving van een uitgifte van onderhavige akte. VERKLARINGEN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. 1° De partijen erkennen dat de instrumenterende notaris hen voorlezing heeft gegeven van: a/ het artikel 203 eerste alinea van het Wetboek der registratierechten houdende beteugeling van de prijsbewimpelingen; b/ het artikel 62 paragraaf 2 en het artikel 73 van het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde houdende verplichting voor verkopers om de hoedanigheid van belastingplichtige bij de BTW ter kennis te brengen van de instrumenterende notaris bij de verkoop van een voor hypotheek vatbaar goed. 2° Op onze uitdrukkelijke ondervraging werd door de verkoopster, vertegenwoordigd als voormeld, verklaard dat zij de hoedanigheid van Belasting over de Toegevoegde Waarde-plichtige niet bezit. 3° Vermindering van registratierechten. De koper, vertegenwoordigd als voormeld, verklaart niet te kunnen genieten van de vermindering van registratierechten voorzien in artikel 53, 2° van het Registratiewetboek. VERKLARINGEN VOOR DE REGISTRATIE. Teneinde te kunnen genieten van de vrijstelling van registratierechten en zegelrechten en dit in toepassing van 11 76/305 RMW - 12 november 2013

artikel 161, 2° van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, artikel 59 van het Wetboek van de Zegelrechten, de Omzendbrief van de Minister van Financiën van 5 maart 1958 en de ministeriële beslissingen van 10 augustus 1941 en 17 maart 1958, verklaart de koper, vertegenwoordigd als voormeld: - dat hij onder toepassing valt van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001; - dat hij op fiscaal vlak onder toepassing valt van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales; dat deze overeenkomst aangegaan wordt en noodzakelijk is tot verwezenlijking van zijn maatschappelijk doel en dus ten algemene nutte; - dat deze noodzakelijkheid zal voorgelegd worden aan zijn Raad van Bestuur en aan de Voogdijoverheid die de controle uitoefent op deze Intercommunale. De vrijstelling van registratierechten en zegelrechten, vervangen door het Wetboek diverse rechten en taksen, geldt eveneens voor de bijlagen welke aan de authentieke akte gehecht zijn (ministeriële beslissing van 22 november 1957, nummer EE/74.413). BEKWAAMHEID DER PARTIJEN. Partijen verklaren, vertegenwoordigd als voormeld, bevoegd en bekwaam te zijn tot het stellen van de bij deze akte vastgestelde rechtshandelingen en niet het voorwerp te zijn van enige maatregel die een onbekwaamheid daartoe in het leven zou kunnen roepen zoals faillissement, collectieve schuldenregeling, aanstelling voorlopige bewindvoerder. IDENTITEITSVERKLARINGEN. a) De instrumenterende notaris bevestigt dat de identiteit van diegenen die bij deze akte verschijnen hem werd aangetoond aan de hand van de door de wet vereiste bewijskrachtige stukken, namelijk de identiteitskaarten. b) Om te voldoen aan de voorschriften van de Hypotheekwet, bevestigt de instrumenterende notaris dat de naam, voornamen, plaats en datum van geboorte en het adres van de partijen-natuurlijke personen wel zijn zoals hierboven vermeld en dit op basis van de daartoe wettelijk vereiste bescheiden. c) Partijen, vertegenwoordigd als voormeld, verlenen hierbij de instrumenterende notaris uitdrukkelijk toestemming om hun nationaal nummer of ondernemingsnummer in huidige akte te vermelden. SLOTVERKLARINGEN. 1. De partijen, vertegenwoordigd als voormeld, erkennen dat de notaris hen gewezen heeft op de bijzondere verplichtingen aan de notaris opgelegd door artikel 9, §1 alinea 2 en 3 van de Organieke Wet Notariaat en heeft uitgelegd dat, wanneer een notaris tegenstrijdige belangen of de aanwezigheid van onevenwichtige bedingen vaststelt, hij hierop de aandacht moet vestigen van de partijen en hen moet meedelen dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door 12 77/305 RMW - 12 november 2013

een raadsman. 2. Partijen, vertegenwoordigd als voormeld, bevestigen hierbij eveneens dat de notaris hen volledige toelichting heeft verstrekt en op een onpartijdige wijze raad heeft gegeven omtrent de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit de rechtshandelingen die zij bij deze akte hebben vastgelegd. 3. Partijen, vertegenwoordigd als voormeld, bevestigen dat zich bij huidige akte geen tegenstrijdigheden van belangen voordoen en dat zij alle bedingen opgenomen in onderhavige akte voor evenwichtig houden en deze aanvaarden. WAARVAN AKTE. Gedaan en verleden te De Pinte, ter studie van de instrumenterende notaris, datum als ten hoofde vermeld. Na integrale voorlezing en toelichting van de akte, hebben de partijen en tussenkomende partijen, hier aanwezig of vertegenwoordigd als voormeld, deze akte getekend samen met Ons, Notaris.

13 78/305 RMW - 12 november 2013


Financiën Directie

2013_RMW_00404

OCMW Meerjarenplan en budget - aanpassing gemeentelijke bijdrage 2013 Voorstel: Vaststelling Beslissing: Vastgesteld


Aanleiding / feiten en context Op 19 december 2008 heeft de Vlaamse Regering het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, namelijk het OCMW-decreet afgekondigd; het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 bepaalt de inwerkingtreding van de meeste artikelen van dat decreet; alle Vlaamse OCMW's moeten hun beleid voor langere termijn vastleggen in een meerjarenplan; het meerjarenplan wordt in zijn geconsolideerde vorm ter goedkeuring voorgelegd aan het Vast Bureau en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. In de loop van 2013 werd het resultaat van 2012 bekend, wat aanleiding geeft tot een verrekening van het niet-verschuldigd deel van de gemeentelijke bijdrage van 2012 met de betaling van de gemeentelijke bijdrage 2013. In de loop van 2013 werden, in het kader van de bewarende maatregelen ter garantie van het fianncieel evenwicht, afspraken gemaakt over een reductie van de gemeentelijke bijdrage 2013.

Motivering Gelet op artikel 146, §1 en § 4, en artikelen 147 en 148 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 (die het vaststellen van het meerjarenplan en het budget door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn bepalen)die in werking traden op 1 juli 2009; gelet op artikel 2 van het NOB-besluit; gelet op het resultaat van het boekjaar 2012 gelet op de te realiseren bewarende maatregelen voor 2013

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 13 december 2012, 2012_RMW_00485



Nee resultaat 2012 en te bereiken bewarende maatregelen waren niet gekend bij opmaak budget.

Verbintenis:

Nee

Inkomsten Bedrag:

79/305 RMW - 12 november 2013

0,00


Kostenplaats:

Niet van toepassing

Categorie:

Niet van toepassing

Uitgaven Bedrag: Kostenplaats:

Niet van toepassing

Categorie:

Niet van toepassing

Commentaar

De som van: - verschil tussen de gebudgetteerde en berekende gemeentelijke bijdrage 2012 (3.334.029) - het effect van de bewarende maatregelen 2013 (2.388.000)


niet vereist


7 oktober 2013

Advies:

Gunstig

besluit het volgende vast te stellen: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen

Artikel 1 De aanpassingen van de betalingen door de stad Gent voor de gemeentelijke bijdrage 2013, ifv. het verschil tussen de gebudgetteerde en berekende gemeentelijke bijdrage 2012 en de bewarende maatregelen 2103, voor een totaal van € 5.722.029

Directiesecretariaat

2013_RMW_00405

Aanduiden Yves Alexander als plaatsvervanger financieel beheerder Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Met ingang van 25 november 2013 start Koen Van der Jeugt als diensthoofd in de dienst Budgettering. Het huidig diensthoofd, Yves Alexander, wordt tewerkgesteld in Staf Financiën. Yves Alexander krijgt een herwerkt takenpakket waaronder thesauriebeheer.

Motivering Om de nodige handelingen in het kader van o.a. thesauriebeheer te kunnen doen, is het noodzakelijk om Yves Alexander aan te duiden als plaatsvervangend financieel beheerder, incl. het plaatsen van de tweede handtekening ter uitvoering van de girale betalingen. In de Raadszitting van 12 januari 2012 pt. 2012_RMW_00007 werd reeds Carlo Denorme-Vanhoutte als eerste, en Pieter Spriet als tweede plaatsvervanger voor de financieel beheerder aangeduid.

80/305 RMW - 12 november 2013





niet vereist


Artikel 1 Aanduiden van Yves Alexander als derde plaatsvervanger van de financieel beheerder voor het uitoefenen van de bevoegdheden van de financieel beheerder, incl. het plaatsen van de tweede handtekening ter uitvoering van het thesauriebeheer.

Sociale Dienstverlening - Wonen & Activering Opleidings- en Tewerkstellingscentrum

2013_RMW_00408

Samenwerkingsovereenkomst met het Centrum voor Positieve aanwending vzw -Taxistop Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context De vzw "Taxistop" vraagt om 1 persoon tewerk te stellen met een contract art 60. De vzw heeft tot doel in binnen- en buitenland projecten te realiseren op het vlak van ecologisch en efficiënt gebruik van middelen en infrastructuur. Initiatieven zijn bijvoorbeeld carpooling, carsharing, uitgave van gidsen en tijdschriften.. De art 60-medewerker zal ingezet worden in het Cambio-project (verhuren van wagens). Taken zijn de telefonische permanentie voor de verschillende diensten en gebruikers van het Cambio-project. Dit is in combinatie met het onthaal van klanten aan de balie en diverse administratieve taken. De veiligheidsfiche werd buiten het E-besluit om ter advies voorgelegd aan onze dienst veiligheid. De aanvullingen werden reeds teruggekoppeld aan de vzw, en zullen op de fiche worden aangevuld (oa aanvullingen op vlak van gebruik beeldschermwerk en beschikken over een aanpasbare bureaustoel).

Motivering Gelet op het feit dat de vzw "Taxistop" open staat voor onze doelgroepmedewerkers; gelet op het feit dat de vzw een functie aanbiedt die een goede voorbereiding is op een reguliere tewerkstelling na het art 60-contract; gelet op het feit dat de vzw begeleiding aanbiedt op de werkvloer.

81/305 RMW - 12 november 2013


Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De activering van onze cliënten bevorderen



niet vereist


Artikel 1 Er wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met vzw Taxistop, met maatschappelijke zetel te Gent 9000 Maria Hendrikaplein 65 B, voor de terbeschikkingstelling van 1 medewerker met een contract art.60§7.

Artikel 2 Voor de terbeschikkingstelling wordt geen maandelijkse bijdrage gevraagd, wegens erkend sociaal economie-initiatief

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 3: samenwerkingsovereenkomst.pdf

Bijlage(n) samenwerkingsovereenkomst.pdf

82/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: samenwerkingsovereenkomst.pdf

83/305 RMW - 12 november 2013

samenwerkingsovereenkomst.pdf

Samenwerkingsovereenkomst OCMW Gent – vzw Centrum voor Positieve aanwending - Taxistop in het kader van de terbeschikkingstelling van werknemers met art. 60§7 contract Tussen Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent (Onderbergen 86, 9000 GENT) vertegenwoordigd door de voorzitter, Rudy Coddens, en de secretaris, Luc Kupers, Hierna aangeduid als “OCMW Gent” EN Onderneming: Centrum voor Positieve Aanwending vzw - Taxistop Ondernemingsnummer: 0415131393 Zetel is gevestigd te: Koningin Maria Hendrikaplein 65 b 9000 Gent Vertegenwoordigd door: Hierna aangeduid als “de gebruiker” wordt het volgende overeengekomen: Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 12/11/2013 wordt één personeelslid (bij OCMW Gent tewerkgesteld binnen de voorwaarden van art. 60 § 7 van de Organieke wet) ter beschikking gesteld van de gebruiker. Bij gemotiveerd schriftelijk verzoek aan OCMW Gent vanwege de gebruiker kan dit aantal uitgebreid worden. Deze overeenkomst verbindt OCMW Gent er niet toe alle plaatsen ook effectief in te vullen noch de gebruiker om alle open plaatsen te laten invullen. Effectieve toewijzing van kandidaten gebeurt op basis van consensus.

Administratief statuut van het personeelslid en verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 1. OCMW Gent blijft de juridische werkgever van de werknemer, maar het feitelijke gezag over de werknemer oefent de gebruiker uit, die de leiding en het toezicht over de werknemer uitsluitend voor eigen rekening uitoefent. Zo draagt de gebruiker de exclusieve en volledige aansprakelijkheid op grond van artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek, en dient hij zich voor dit risico te verzekeren. 2. De gebruiker zorgt er als een goede huisvader voor dat de uitgeoefende arbeid door de werknemer wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot zijn veiligheid en gezondheid en dat de eerste hulp aan hem kan worden verstrekt bij een ongeval. Met dit doel stelt de gebruiker alle vereiste medische benodigdheden ter beschikking van de werknemer. Hij neemt alle maatregelen noodzakelijk om elke mogelijke verwonding op een adequate manier te verzorgen. Indien OCMW Gent enige kosten dient te maken tengevolge van de niet-naleving van deze verplichtingen door de gebruiker, kunnen deze integraal verhaald worden op de gebruiker.

84/305 RMW - 12 november 2013

3. Ingeval de werknemer gedurende de terbeschikkingstelling schade berokkent aan de gebruiker, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. 4. Het algemeen personeelsreglement en arbeidsreglement dat van kracht is binnen OCMW Gent is van toepassing op de arbeidsovereenkomst die de werknemer art. 60 §7 Organieke Wet met het OCMW verbindt. 5. Een voltijds uurrooster komt overeen met 38 uur per week. Er gelden bijzondere regels in geval van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en bij het presteren van overuren. Meer informatie hierover is opgenomen in bijlage I aan deze overeenkomst. Het presteren van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en het presteren van overuren is slechts toegelaten in samenspraak met OCMW Gent.

Verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 6. De gebruiker verbindt zich ertoe OCMW Gent op de hoogte te brengen van iedere wijziging van identificatiegegevens zoals benaming, vennootschapsvorm, vertegenwoordiging, contactgegevens. 7. De gebruiker bezorgt maandelijks aan OCMW Gent een aanwezigheidslijst met hierop de aan - en afwezigheden van de werknemer gedurende de afgelopen maand. Deze aanwezigheidslijst dient toe te komen bij OCMW Gent - HR Personeel de eerste werkdag van de maand die volgt op de maand waarin de prestaties werden geleverd. Dit gebeurt elektronisch ([email protected]), indien niet mogelijk via de post of per fax: OCMW Gent HR Personeel Jubileumlaan 217 E 9000 Gent Fax 09 266 95 95 8. De toekenning van het verlof gebeurt door de gebruiker maar in functie van de verlofregeling die van kracht is binnen OCMW Gent. Wanneer de gebruiker een collectieve verlofperiode kent, of om andere redenen geen continue tewerkstelling kan bieden in de loop van het contract, dienen zij dit te melden vóór de terbeschikkingstelling van het betrokken personeel zodat men hieromtrent afspraken kan maken. 9. Aanwerving, mutatie, administratieve - of tuchtmaatregelen en ontslag van de werknemer blijven de exclusieve bevoegdheid van OCMW Gent. De gebruiker verbindt zich ertoe elk conflict met de werknemer en elk feit dat kan leiden tot de beëindiging van de terbeschikkingstelling of enige andere door het OCMW te ondernemen actie, onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent – HR Personeel en van de trajectbegeleider van het opleidings- en tewerkstellingscentrum (OTC) van OCMW Gent te brengen, zodat OCMW Gent in staat zou zijn hieromtrent de nodige maatregelen te nemen. De wettelijk voorziene proefperiode bedraagt voor arbeiders 14 dagen, voor bedienden 6 maand. Alle feiten die een einde stellen aan het contract tijdens de proefperiode brengt men onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent – HR Personeel en de trajectbegeleider van het OTC. Het is de gebruiker niet toegelaten het personeel de toegang tot de werkplaats te verbieden, zonder voorafgaande raadpleging van OCMW Gent. In voorkomend geval zullen de gebruiker en OCMW Gent alle stappen ondernemen om de continuïteit van de terbeschikkingstelling te garanderen.

85/305 RMW - 12 november 2013

De gebruiker zal de terbeschikkingstelling slechts beëindigen indien deze stappen vruchteloos bleken. Indien de beëindiging van de ter beschikkingstelling niet onmiddellijk mogelijk blijkt blijft de gebruiker gebonden door de verplichting omschreven in het hoofdstuk ‘financiële afspraken’. 10. De gebruiker verbindt zich ertoe alle administratieve gegevens die van invloed kunnen zijn op de verplichtingen, de rechten en het statuut van de werknemer onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent te brengen. Zo dienen onder meer ziekte, ongeval, verlof, al dan niet gewettigde afwezigheid van de werknemer, en hervatting van de arbeid na afwezigheid, onmiddellijk (indien mogelijk vooraf) doorgegeven te worden aan OCMW Gent – HR Personeel en aan de trajectbegeleider van het OTC. De werknemer bezorgt medische attesten rechtstreeks aan OCMW Gent – HR Personeel. Indien medische attesten aan de gebruiker werden overhandigd, bezorgt de gebruiker deze uiterlijk de derde werkdag volgend op de dag van de ziekte of het ongeval van de werknemer aan OCMW Gent – HR Personeel. In voorkomend geval, meldt de gebruiker de tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer binnen 48 uur aan de RVA. Nadien maakt de gebruiker ook melding van deze tijdelijke werkloosheid aan OCMW Gent – HR Personeel. Bij een arbeidsongeval of een ongeval van of naar het werk, is de gebruiker verplicht een formulier “aangifte van ongeval” aan het Personeelsbeheer van OCMW Gent te bezorgen, zelfs ingeval er twijfel bestaat over de kwalificering als arbeidsongeval. 11. Preventie van arbeidsongevallen en Welzijn op het Werk : De gebruiker zal instaan voor de toepassing van de plichten van de werkgever met betrekking tot de Arbeidsveiligheid en het Welzijn op het werk (codex). De gebruiker heeft een leidinggevend personeelslid dat voldoende kennis heeft van de bepalingen van het Welzijn op het Werk en van de preventietaken. Hij geeft deze op in deze overeenkomst. - Naam : - Functie : - Opleiding : Deze persoon zal fungeren als preventieadviseur voor de gebruiker. Hij/zij staat in voor het preventiebeleid binnen de onderneming en rapporteert naar de Voorzitter van deze onderneming. Hij/zij geeft ook de nodige informatie door naar de Dienst IDPBW van het OCMW omtrent de analyse van elk arbeidsongeval alsook de preventiemaatregelen die daar bijhoren. Voor ondersteuning bij deze taken kan hij/zij steeds hulp vragen bij de Dienst IDPBW van het OCMW Gent :preventieadviseur Philippe Jacobs, Jubileumlaan 217E, 9000 GENT

12. Het is de gebruiker niet toegelaten de werknemer te werk te stellen onder leiding en toezicht van personen vreemd aan de onderneming, noch de werknemer (al dan niet tijdelijk) te werk te stellen in een andere onderneming, zonder de uitdrukkelijke en vooraf gegeven toestemming van OCMW Gent.

86/305 RMW - 12 november 2013

Financiële Afspraken 13. OCMW Gent draagt alle loonkosten met uitsluiting van alle andere kosten zoals werkkledij, materieel, verplaatsingskosten (tijdens de diensturen). Verplaatsingskosten van en naar het werk zijn ten laste van OCMW Gent conform de binnen OCMW Gent geldende reglementering. 14. De gebruiker betaalt maandelijks een bijdrage in deze loonkost. De bijdrage van de gebruiker is een forfaitair bedrag, dat wordt vastgesteld door OCMW Gent. Indien een personeelslid voor het eerst ter beschikking gesteld wordt in de loop van een maand, hetzij de terbeschikkingstelling afloopt in de loop van een maand, zal het forfaitaire bedrag verhoudingsgewijs worden verminderd voor die maand. 15. De bijdrage van de gebruiker is afhankelijk van het functieprofiel dat de gebruiker vraagt. Het scoren van het profiel gebeurt aan de hand van een eenduidig en objectief meetinstrument goedgekeurd door OCMW Gent en gebeurt per functie. OCMW Gent kan de bijdragen en modaliteiten te allen tijde herzien. Een nieuwe regeling gaat slechts in bij terbeschikkingstelling van nieuwe personeelsleden.

16. Bij langdurige afwezigheid van het personeelslid kan de gebruiker om de zes maand een verrekening vragen ten opzichte van de verschuldigde bijdrage, op voorwaarde dat het personeelslid meer dan 1/5 van de voorbije periode afwezig was. Er wordt hierbij enkel rekening gehouden met langdurige afwezigheid die het gevolg is van ziekte, verlof zonder wedde of onwettige afwezigheid en op voorwaarde dat OCMW Gent van deze afwezigheid tijdig op de hoogte werd gebracht conform de bepalingen opgenomen in artikel 6 tot en met 11 van deze overeenkomst.

17. De gebruiker krijgt een terugbetaling van de bijdragen betaald tijdens de laatste vier maanden van de terbeschikkingstelling indien hij het art.60-personeelslid na einddatum contract art.60§7 binnen een periode van zes maand in dienst neemt (dit gedurende minstens drie maand voltijds of minstens zes maand halftijds). Deze tussenkomst betaalt OCMW Gent terug op verzoek van de gebruiker en na voorleggen van het door beide partijen ondertekende contract. 18. Artikel 13 tot en met artikel 16 zijn niet van toepassing op de ondernemingen en verenigingen die een erkenning genieten als sociale economie-initiatief in de zin van het K.B. van 11.07.2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie. Het sociale economie-initiatief brengt OCMW Gent zelf op de hoogte van deze erkenning en stelt OCMW Gent onmiddellijk op de hoogte bij verlies van de erkenning. 19. OCMW Gent kan bij niet of laattijdig nakomen door de gebruiker van de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien beslissen aan de gebruiker een schadevergoeding aan te rekenen. Deze schadevergoeding wordt per wanprestatie forfaitair vastgesteld op 300 euro.

20. Bij het presteren van overuren (arbeidsprestaties boven 38 uren per week), zaterdag- en zondagwerk en werk op feestdagen zet men de voorziene financiële toelage om in compensatieverlof conform de binnen OCMW Gent geldende reglementering (bijlage I).

87/305 RMW - 12 november 2013

Afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer 21. OCMW Gent voorziet de selectie en begeleiding van het personeel dat men ter beschikking stelt. Bij de selectie van de deelnemers kan de gebruiker betrokken worden in overleg met het OTC. Het is niet de bedoeling dat de gebruiker zelf actief publiciteit maakt en kandidaten werft. 22. Voor de aanvang van de terbeschikkingstelling wordt een overeenkomst “terbeschikkingstelling art. 60-personeelslid” opgesteld en ondertekend door de werknemer, OCMW Gent en de gebruiker. Dit document maakt melding van het functieprofiel, de duur van de overeenkomst, de taakomschrijving van de cursist, het aanbod van technische en/of algemene vorming en individuele sociale begeleiding vanuit de gebruiker. 23. De werknemer heeft het recht om tijdens de werkuren vorming te volgen, die werd goedgekeurd door OCMW Gent. OCMW Gent kan bepaalde vormingen verplicht aan de werknemer opleggen.

Duur en beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst 24. De samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur. 25. De samenwerkingsovereenkomst kan beëindigd worden: o door middel van een geschreven akkoord in deze zin, gesloten tussen de gebruiker en OCMW Gent. o Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker zich niet houdt aan de in deze overeenkomst opgenomen afspraken, kan OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. o Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker de afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer niet naleeft, onvoldoende - of geen kwalitatieve begeleiding verstrekt aan de werknemer, kan OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. o Indien de gebruiker in gebreke blijft de bijdrage in de loonkost (hoofdstuk ‘financiële afspraken’) te betalen of systematisch te laat betaalt (dit is vanaf drie laattijdige betalingen binnen een periode van maximum 12 maanden, na aanmaning door OCMW Gent), kan OCMW Gent onderhavige overeenkomst beëindigen wegens wanprestatie. o Bij beslissing van één van de partijen na het einde van alle terbeschikkingstellingen.

Slotbepalingen 26. In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd. 27. De gebruiker verklaart uitdrukkelijk de visie van OCMW Gent op de doelstelling van art. 60 §7 Organieke Wet te onderschrijven en is bereid mee te werken aan de realisatie hiervan. 28. OCMW Gent ziet art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 ruimer dan louter als middel om steungerechtigden tewerkstelling aan te bieden met als doel hun sociale rechten te verwerven. Waar mogelijk kadert een tewerkstelling in het kader van art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 in de bredere context van een traject – naar – werk. Dit houdt in dat de tewerkstelling wordt gezien als een werkervaring die de werknemer voorbereidt op reguliere arbeid in het normale arbeidscircuit. De deelnemer wordt hiervoor gedurende zijn tewerkstelling procesmatig begeleid door het verwerven van de nodige kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot de uitgeoefende functie. De gebruiker engageert zich hiertoe door een individueel leerplan op te stellen (opstellen van leerprogramma, leersituaties ontwerpen en evaluatiecriteria opstellen).

88/305 RMW - 12 november 2013

Opgemaakt te Gent, op Namens OCMW Gent

Luc Kupers secretaris

Namens de gebruiker

89/305 RMW - 12 november 2013

Rudy Coddens voorzitter

Bijlage I van de samenwerkingsovereenkomst: Regeling voor overuren, zaterdag- en zondagwerk en werk op feestdagen

Bezoldiging en werken volgens uurrooster Bezoldiging

Extra vergoeding

Betaalde compensatie

Maandag tot en met zaterdag Zon- en feestdagen

100%

/

/

100%

/

Extra dagen vrijaf

100%

/

100% +25% Voor de zondag wordt dit vastgelegd in uurrooster om te komen aan gemiddeld 38 uur/week. 100% +25%

Overwerk (bovenop de werkuren volgens uurrooster)

Maandag tot en met zaterdag Zon- en feestdagen Extra dagen vrijaf

Extra vergoeding

Betaalde compensatie

/

100%

Nachtwerk bezoldiging (werken van 22.00 tot 07.00 uur) + 25%

/

200%

+25%

/

100%

+25%

90/305 RMW - 12 november 2013

Nachtwerk bezoldiging (werken van 22.00 tot 07.00 uur) + 25%


Opleidings- en Tewerkstellingscentrum - Leerwerkplekken

2013_RMW_00409

Samenwerking tussen OTC-Leerwerkplekken en GOCA cvba - Beëindigen van de samenwerking tussen OTC-Leerwerkplekken en GOCA cvba Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Bij raadsbeslissing 2012_RMW_00143 werd de samenwerking tussen OTC-Leerwerkplekken en GOCA cvba goedgekeurd. De samenwerking betrof het deeltijds terbeschikking stellen van een personeelslid van het OCMW Gent (technisch instructeur houtbewerking) aan GOCA cvba, voor een maandelijkse vergoeding ten belope van de helft van het brutoloon van deze instructeur. De samenwerking vatte aan op 23 april 2012. Deze samenwerking werd op geregelde tijdstippen geëvalueerd.

Motivering Op de laatste evaluatie van 4 juli 2013 tussen leidinggevenden van de dienst Wonen en Activering en de beheerders van GOCA cvba werd de afspraak gemaakt om de samenwerking te beëindigen van zodra GOCA cvba zelf een voltijds technisch instructeur houtbewerking heeft aangeworven. Deze beslissing werd genomen op basis van het feit dat het delen van een personeelslid voor alle partijen (personeelslid zelf, GOCA cvba en de Schuitschaaf) meer ongemakken dan voordelen met zich meebracht: - de cultuur binnen de 2 organisaties is totaal verschillend, waardoor de technisch instructeur zich steeds dient aan te passen - door het deeltijds werken heeft hij in geen van beide organisaties een vaste ploeg cursisten, maar moet hij steeds overleggen met de collega's op beide diensten (wat op GOCA niet evident was, gezien de collega ook maar deeltijds werkte) - beide organisaties hadden niet de indruk dat ze de capaciteiten van de technisch instructeur optimaal konden benutten. Daarnaast gaf GOCA aan opnieuw over voldoende financiële middelen te beschikken om een voltijds technisch instructeur houtbewerking aan te werven. In contact met de beheerder van GOCA cvba op 3 oktober 2013 werd 15 oktober 2013 als datum van beëindiging voorgesteld. Op de Raad Van Beheer van GOCA cvba op 8 oktober 2013 werd de einddatum naar 31 oktober geplaatst. We opteren ervoor om de technisch instructeur, Giljan De Wilde, zelf voltijds in dienst te houden gezien: - de capaciteiten van Giljan en zijn positieve evaluaties - het feit dat er op dit moment budget beschikbaar is omwille van een ontslag (budget is vrij vanaf 7 augustus 2013) - er een voltijdse betrekking vacant is voor technisch instructeur houtbewerking na een recentelijk ontslag (budget nog niet beschikbaar)

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 19 april 2012, 2012_RMW_00143



Visum van de ontvanger

91/305 RMW - 12 november 2013


Visum:

niet vereist


Artikel 1 Beëindigen van de samenwerking tussen OTC-Leerwerkplekken en GOCA cvba in de vorm van de terbeschikkingstelling van een deeltijdse technisch instructeur met ingang van 31 oktober 2013.

Artikel 2 Giljan De Wilde voltijds inschakelen binnen de schuitschaaf vanaf 1 november 2013.

Staf Activering Subsidiecel

2013_RMW_00410

Samenwerkingsovereenkomst gesubsidieerde vzw's - nieuw ontwerp met ingang van werkingsjaar 2014 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context OCMW Gent stelt jaarlijks financiële middelen ter beschikking aan 9 externe werkplaatsen voor de bezoldiging van voltijdse technisch instructeurs en werkingsmiddelen. Deze werkplaatsen zijn : - vzw Labeur - vzw Een Open Plaats Departement Kringloopwinkel Brugse Poort - cvba so Lekker Gec - vzw Weerwerk - vzw Zagan - Compagnie de Sporen - vzw Ateljee - cvba Goca - vzw Hand in Hand (De Moester) - vzw Wijkresto en co Nieuw Gent In ruil voor deze middelen verbinden deze organisaties zich ertoe cliënten, doorgestuurd door het OTC, te werk te stellen. Er wordt voor iedere werkvloer een minimale bezetting van OCMW-cliënten op jaarbasis vooropgesteld. Per gesubsidieerde technisch instructeur is er een minimale bezetting van gemiddeld 6 cursisten per maand. De werkplaatsen dienen op het einde van het werkjaar een evaluatie voor te leggen aan het OTC. Naast financiële bewijsstukken, is tot op heden voornamelijk gefocust op de gerealiseerde bezetting. Dit blijft een belangrijk evaluatiecriterium, maar ook de wijze waarop de werkvloer de begeleiding uitvoert is niet onbelangrijk. Dit gaat dan over kwalitatieve indicatoren. In artikel 10 en artikel 11 van de vernieuwde overeenkomst wordt verwezen naar de contacten met de tewerkstellingsbegeleider en de cliëntcontacten. Dit zal ons informatie geven over de kwalitatieve aanpak van de gesubsidieerde werkvloeren. In de praktijk merkten we dat werkvloeren vaak vragen hadden omtrent de wijze van berekening van de bezetting. Om hier meer duidelijkheid in te scheppen, hebben we in artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst de berekeningscriteria opgenomen. Een deel van de cliënten die door OCMW Gent worden tewerkgesteld in het kader van art 60§7 zijn laaggemotiveerd, worden

92/305 RMW - 12 november 2013


verplicht tewerkgesteld of gemuteerd (mutatie naar aanleiding van een negatieve evaluatie). Om duidelijk te maken aan de gesubsidieerde werkvloeren dat van hen wordt verwacht dat ze deze doelgroep mee opnemen in hun tewerkstellingsbeleid, werd in artikel 12 hier expliciet de aandacht op gevestigd. De gesubsidieerde werkvloeren zijn door de nieuwe overeenkomst verplicht om minimum één derde van deze cliënten tov hun vereiste bezetting tewerk te stellen. In de praktijk merkten we dat de administratieve verplichtingen van de gesubsidieerde werkvloeren niet steeds vlekkeloos verliep. Het meest urgente is het tijdig doorsturen van de prestatiestaten. In artikel 13 werd de maatregel opgenomen dat drie maal te laat indienen van de prestatiestaat tijdens het lopende werkingsjaar leidt tot niet uitbetaling van 5 % van het subsidiebedrag. De prestatiestaten zijn van groot belang om tijdig de bezoldiging uit te kunnen rekenen door onze personeelsdienst. In bijlage is de vernieuwde overeenkomst opgenomen. Ter info werd ook de huidige overeenkomst opgenomen.

Motivering Gelet op het feit dat we naast kwantitatieve elementen ook kwalitatieve indicatoren wensen op te volgen bij de gesubsidieerde werkplaatsen; gelet op het feit dat we de gesubsidieerde werkplaatsen duidelijk willen informeren over de wijze waarop de bezetting van de toegeleide cliënten wordt berekend; gelet op het feit dat we de gesubsidieerde werkplaatsen er op willen wijzen dat een deel van de toegeleide cliënten laaggemotiveerd is, verplicht wordt tewerkgesteld of gemuteerd is van een andere werkvloer naar aanleiding van een negatieve evaluatie, en dat minstens één derde van hun bezetting door deze groep zal ingevuld worden; gelet op het feit dat we de gesubsidieerde werkvloeren er op willen wijzen dat personeelsadministratie tijdig ingediend moet worden bij onze diensten.

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Kwaliteitsvolle klantgerichte dienstverlening verzekeren



niet vereist

Adviezen Financieel Advies Datum:

5 oktober 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 Goedkeuring verlenen aan het nieuwe ontwerp van samenwerkingsovereenkomst met externe werkvloeren in het kader van het ter beschikking stellen van middelen voor de bezoldiging van technisch instructeurs en werkingsmiddelen, in functie van het tewerkstellen van OCMW-cliënten.

Artikel 2

93/305 RMW - 12 november 2013


Goedkeuring verlenen om het nieuwe ontwerp van samenwerkingsovereenkomst uitwerking te geven vanaf werkingsjaar 2014

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: nieuwe OKN_gesubs werkplaatsen.pdf

Bijlage(n) nieuwe OKN_gesubs werkplaatsen.pdf

94/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: nieuwe OKN_gesubs werkplaatsen.pdf

95/305 RMW - 12 november 2013

nieuwe OKN_gesubs werkplaatsen.pdf

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - vzw XXXXXX Werkingsjaar 2014

Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer Rudy CODDENS, Voorzitter, en de heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd OCMW Gent en vzw XXXXX anderzijds, gevestigd te vertegenwoordigd door hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 OCMW Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van XXX voltijdse technisch instructeurs en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum zoals omschreven in afdeling II. Het betreft een bedrag van XXXXX voor de periode van 01/01/2014 tot 31/12/2014. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer

XXXXX Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan OCMW Gent. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd. Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt. De opdrachthouder verbindt er zich toe aan OCMW Gent alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden.

96/305 RMW - 12 november 2013

Artikel 3 OCMW Gent betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening overeenkomst; - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen zoals vastgelegd in deze overeenkomst is nagekomen en mits positieve evaluatie (artikel 4). Artikel 4 Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na een positieve evaluatie door OCMW Gent. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW: een inhoudelijk en financieel verslag waarin minstens volgende elementen opgenomen zijn: - een verantwoording van de kosten waarvoor de subsidie aangewend wordt - een omschrijving van de gerealiseerde acties en activiteiten waarmee de opdrachthouder aantoont de verbintenissen, zoals opgesomd in afdeling II, na te komen, hetzij een verantwoording waarom bepaalde verbintenissen niet werden nagekomen. Indien bepaalde verbintenissen niet werden nagekomen wordt toegelicht wat in de toekomst anders zal aangepakt worden - een omschrijving van de meerwaarde van het aanbod van de opdrachthouder aan het OCMWcliënteel - rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers - afrekening loon- en RSZ-staten - arbeidsovereenkomsten personeel - kopie facturen - een overzicht van de verhouding van de personeelsinzet van technisch instructeurs tov de omschreven doelgroep in art 9 (welke instructeurs dragen bij tot uitvoering van de overeenkomst,welk deel van hun tijd is ingezet voor realisatie van de subsidieovereenkomst en wat zijn hun taken voor het realiseren van de prestaties). OCMW Gent heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 5 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van OCMW Gent, de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert om de drie maanden aan OCMW Gent over de maandelijkse bezetting van het vooropgesteld aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers. De opdrachthouder bezorgt bovendien aan OCMW Gent na zes maanden (uiterlijk 15 april 2014) een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers en over de te leveren prestaties zoals omschreven in afdeling II.. Artikel 6 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal dit worden beschouwd als wanprestatie. OCMW Gent zal in dat geval beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. OCMW Gent kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van OCMW Gent.

97/305 RMW - 12 november 2013

Artikel 7 OCMW Gent kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 8 In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.

Afdeling II : Algemene bepalingen betreffende de projectinhoud Artikel 9 In ruil voor de terbeschikkingstelling van middelen door OCMW Gent verbindt de opdrachthouder zich ertoe cliënten, doorgestuurd door OCMW Gent, te werk te stellen. Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld XXX voltijds tewerkgestelden per maand. Alleen OCMW-cliënten die werden toegeleid door OCMW Gent en die voldoen aan volgende voorwaarden, tellen mee voor de berekening van de gevraagde bezetting. - ALLE cliënten zijn steungerechtigden van het OCMW van Gent, hetzij door OCMW Gent tewerkgesteld in het kader van art.60§7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna ‘art. 60§7’), hetzij toegeleid in het kader van een vooropleiding of in het kader van de arbeidszorg. Uitkeringsgerechtigde werklozen vallen buiten de doelgroep. -

Steungerechtigden met een hoog profiel komen niet in aanmerking voor het bezettingsaantal en worden niet gesubsidieerd. Het gaat bijgevolg uitsluitend om tewerkgestelden met een behoefte aan intense sociale en technische begeleiding.

-

Cliënten tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 tellen als voltijds van zodra het arbeidsregime 30u24 per week (= 4/5 van een voltijds arbeidsregime van 38u per week)of meer bedraagt. Wie prestaties verricht op basis van een arbeidsregime van minder dan 30u24, wordt geteld als halftijds.

-

Cliënten tewerkgesteld in het kader van een vooropleiding of die werden toegeleid in het kader van arbeidszorg, worden geteld als voltijds van zodra het arbeidsregime 22u48 (= 3/5 van een voltijds arbeidsregime van 38u per week) of meer bedraagt. Het arbeidsregime voor een vooropleiding of arbeidszorg bedraagt in ieder geval minimum 4 uur per week.

-

Wanneer een werknemer art. 60§7, arbeidszorger of een cliënt in vooropleiding een volledige maand afwezig is op de werkvloer, ongeacht de reden, wordt hij voor de desbetreffende maand niet meegeteld in de bezetting.Vanaf 1 dag aanwezigheid (volgens geldend arbeidsrooster) op de werkvloer, wordt de tewerkgestelde wel meegeteld voor desbetreffende maand, en dit volgens het afgesproken arbeidsregime. Indien echter het verschil tussen afgesproken arbeidsregime en effectieve aanwezigheid te groot is, dan wordt in overleg met de tewerkstellingsbegeleider van het OTC het arbeidsregime herzien of wordt de tewerkgestelde vervangen. Voor tewerkgestelden in het kader van arbeidszorg geldt dat een afwezigheid van 2 maanden leidt tot stopzetting en vervanging.

Indien de opdrachthouder zich niet aan de minimumbezetting kan houden, dient zij OCMW Gent hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke

98/305 RMW - 12 november 2013

hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden in de zin van artikel 6. Artikel 10 De opdrachthouder verbindt zich ertoe problemen die zich stellen met cliënten, toegeleid door OCMW Gent in het kader van deze overeenkomst, tijdig te signaleren. Hij houdt hiertoe minstens één overleg per maand met de tewerkstellingsbegeleider van OCMW Gent. In het inhoudelijk verslag zoals omschreven in artikel 4, wordt een overzicht van de overlegmomenten opgenomen. Artikel 11 Het doel van de tewerkstelling in het kader van art. 60§7, de vooropleiding en het arbeidszorgproject, is de OCMW-cliënten een werkervaring te bieden die hen in staat stelt te werken aan hun competenties en vaardigheden, en is erop gericht de cliënt sterker te maken, te komen tot zelfredzaamheid en maatschappelijke integratie. De opdrachthouder onderschrijft deze doelstelling en zorgt voor de nodige begeleiding en omkadering op de werkvloer die ertoe bijdraagt dit doel te bereiken. Hij houdt hiertoe regelmatig overleg met de door OCMW Gent toegeleide cliënten. In het inhoudelijk verslag zoals omschreven in artikel 4, worden per technisch instructeur minstens 5 voorbeelden van deze begeleiding omschreven. Artikel 12 Een deel van de cliënten, die door OCMW Gent worden tewerkgesteld in het kader van artikel 60§7, zijn laaggemotiveerd, worden verplicht tewerkgesteld of gemuteerd (mutatie naar aanleiding van een negatieve evaluatie). OCMW Gent heeft het recht om cliënten uit deze doelgroep toe te leiden naar de opdrachthouder. De opdrachthouder is verplicht deze kandidaten te aanvaarden ten belope van minimum één derde van de in artikel 9 vooropgestelde bezetting. OCMW Gent bepaalt of een cliënt al dan niet tot de hiervoor omschreven doelgroep behoort. Artikel 13 OCMW Gent is de juridische werkgever van de werknemers die in het kader van art. 60§7 ter beschikking gesteld worden bij de gebruiker. De opdrachthouder verbindt zich ertoe OCMW Gent op de hoogte te brengen van alle feiten die de tewerkstelling beïnvloeden en/of die gevolgen hebben voor de tewerkstelling. De concrete uitwerking hiervan maakt het voorwerp uit van de samenwerkingsovereenkomst die de opdrachthouder in het kader van de terbeschikkingstelling van werknemers art. 60§7 afsluit met OCMW Gent. De opdrachthouder is ertoe gehouden de hierin opgesomde verplichtingen na te leven. De opdrachthouder is er onder meer toe gehouden maandelijks aan OCMW Gent een aanwezigheidslijst te bezorgen met hierop de aan- en afwezigheden van de werknemer gedurende de afgelopen maand. Deze prestatiestaat wordt doorgestuurd ten laatste tegen de 5de van de volgende maand naar [email protected]. Het drie maal te laat indienen van de prestatiestaat tijdens huidig werkingsjaar, leidt tot een niet uitbetaling van 5 % van het in artikel 1 vastgelegde bedrag. Artikel 14 - Toeleiding en selectie De toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door OCMW Gent. Een tweede selectie gebeurt door de opdrachthouder, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien OCMW Gent oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit door OCMW Gent beschouwd worden als wanprestatie in de zin van artikel 6.

99/305 RMW - 12 november 2013

Ook de opdrachthouder zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door OCMW Gent dienen goedgekeurd te worden. Artikel 15 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen OCMW Gent en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de opdrachthouder aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden. Artikel 16 – Vooropleiding en arbeidszorg binnen de opdrachthouder 1. De deelnemers in vooropleiding en arbeidszorg tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de opdrachthouder en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De opdrachthouder dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding en arbeidzorg. 4. De opdrachthouder dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten. Artikel 17 - Begeleiding Voor wat betreft de art.60§7 deelnemers wordt in de samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen OCMW Gent en de opdrachthouder een regeling omtrent hun begeleiding uitgewerkt. De begeleiding van de andere deelnemers sluit hier zoveel mogelijk bij aan. De dagdagelijkse technische en sociale begeleiding van alle deelnemers gebeurt in elk geval door de opdrachthouder. Opgemaakt in twee exemplaren waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben,

Opgemaakt te Gent, xxxx2014 Voor OCMW Gent,

Luc KUPERS Secretaris

Rudy CODDENS Voorzitter

Voor de opdrachthouder,

Secretaris

100/305 RMW - 12 november 2013

Voorzitter

101/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00412

Overeenkomst tot toekenning van een verhoogde staatstoelage grote steden aan het OCMW van Gent 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Via de POD Maatschappelijke Integratie wordt een verhoogde staatstoelage toegekend aan OCMW’s die specifieke initiatieven nemen gericht op sociale inschakeling van begunstigden. Hiertoe dienen de OCMW’s een overeenkomst af te sluiten met de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, waarin de te bereiken specifieke doelstellingen bepaald worden, evenals het te ontwikkelen project voor maatschappelijke inschakeling. De toelage wordt toegekend aan de OCMW’s van de steden en gemeenten die voldoen aan twee van de vier voorwaarden, opgenomen in artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 23 december 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van sommige steden en gemeenten voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling: 1° opgenomen zijn in de lijst van plaatselijke overheden waarmee stadscontracten worden afgesloten; 2° minstens 40.000 inwoners tellen; 3° het OCMW geniet van de verhoogde staatstoelage van 60 % of 65 % overeenkomstig artikel 18, § 2, van de wet van 7 augustus 1974 of artikel 32, § 2 tot 5, van de wet van 26 mei 2002; 4° het aantal tewerkstellingen, met toepassing van art.60§7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, ligt hoger dan het gewestelijk gemiddelde. Voor het vervullen van deze voorwaarden wordt rekening gehouden met de toestand op 1 januari van het voorlaatste jaar voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst met de Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie. OCMW Gent maakt deel uit van deze subsidiemaatregel in het kader van de verhoogde staatstoelage voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling. Het bedrag van de toelage voor elk OCMW is gelijk aan 25% van het jaarlijks bedrag van het leefloon, dat geldt op 1 januari van het jaar waarin de overeenkomst wordt afgesloten, per voltijdse arbeidsovereenkomst art. 60§7, rekening houdend met een plafond van het subsidiebedrag. De subsidie voorzien voor OCMW Gent voor 2013 bedraagt net als de voorgaande jaren € 597.667,84. Dit bedrag krijgt men niet zomaar als “bonus”: de dienst moet uitgaven aantonen ten belope van het bedrag én de in de overeenkomst vooropgestelde doelstellingen bereiken. De middelen moeten expliciet aangewend worden in functie van een verhoogde inspanning inzake opleiding en tewerkstelling van het ocmw-cliënteel. Op 1 oktober werden we uitgenodigd om in de webapplicatie "Uniek Verslag" van de POD MI de inhoudelijke en cijfermatige doelstellingen inzake activering en opleiding te formuleren in de overeenkomst. Bij het indienen van dit e-besluit werden deze doelstellingen ingevoerd in de applicatie. De volgende stappen zijn: 1. validering van de overeenkomst door de POD MI en goedkeuring van de overeenkomst door OCMW; 2. ondertekening door voorzitter en secretaris OCMW in de webapplicatie "Uniek Verslag", binnen de week na ontvangst van de goedkeuring door de POD MI; 3. ondertekening door de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding; 4. vastlegging door POD MI; 5. betaling 75 % zonder voorschot schuldvordering; 6. ingave van het activiteiten-, evaluatie- en financieel verslag via het "Uniek Verslag" voor 28 februari 2014; 7. evaluatie van de resultaten door de POD MI; 8. betaling 25 % zonder saldo schuldvordering.

Motivering Gelet op het Koninklijk Besluit van 23 december 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van sommige gemeenten voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling; gelet op de bepalingen in de overeenkomst betreffende de toekenning van een verhoogde staatstoelage aan het OCMW van Gent 2013;

102/305 RMW - 12 november 2013


overwegende dat het tot stand komen van de overeenkomst volledig via de webapplicatie "Uniek Verslag" van de POD MI gebeurt; overwegende dat de overeenkomst in de applicatie ondertekend moet worden binnen de week na ontvangst van de goedkeuring door de POD MI en dat dit omwille van deze krappe timing mogelijks onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad moet gebeuren.




Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

597667,84

Kostenplaats:

802 38 - Wonen en Activering - OTC

Categorie:

740 - Werkingssubsidies

Commentaar

Dit is hetzelfde bedrag als voorgaande jaren.

Uitgaven Bedrag:

597667,84

Kostenplaats:

802 38 - Wonen en Activering - OTC

Categorie:

Meerdere categorieën

Commentaar

Net als voorgaande jaren bestaan de uitgaven uit: - loonkosten personeel; - loonkosten sociale activacontracten; - subsidies aan vzw's voor loon- en werkingskosten van technisch instructeurs die instaan voor de begeleiding van OCMW-cliënten tewerkgesteld in art.60, werkstage of arbeidszorg.


Gunstig


11 oktober 2013

Advies:

Gunstig


16 oktober 2013

Advies:

Gunstig


103/305 RMW - 12 november 2013


Artikel 1 Overeenkomst tot toekenning van een verhoogde staatstoelage grote steden aan het OCMW van Gent 2013

Artikel 2 Ondertekening van de overeenkomst in de webapplicatie "Uniek Verslag" van de POD MI, mogelijks onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: OKVST2013.doc

Bijlage(n) OKVST2013.doc

104/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: OKVST2013.doc

105/305 RMW - 12 november 2013

OKVST2013.doc

I. Identificatie van het centrum OCMW NIS: 44021 Naam: GENT Bankrekeningnummer : 091-0009374-91 BIC: Contactpersoon Naam : Ann Vanden Wyngaerd E-mail [email protected] Tel: 092669755

II. OVEREENKOMST TOT TOEKENNING VAN EEN OVEREENKOMST VERHOOGDE STAATSTOELAGE GROTE STEDEN AAN HET OCMW VAN GENT Status : Voorgesteld aan het OCMW door de POD

De overeenkomst is voorgesteld door de POD. U kunt hierin alle nodige wijzigingen aanbrengen en opmerkingen geven.

Gelet op het Koninklijk Besluit van 23 december 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van sommige gemeenten voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling

wordt tussen,

enerzijds, de Belgische Staat, vertegenwoordigd door mevr. Maggie De Block, Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Waterloolaan 115 te 1000 Brussel,

en, anderzijds, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van GENT, hierna het OCMW genoemd, vertegenwoordigd door Rudy Coddens, voorzitter, en Luc Kupers, secretaris van het OCMW,

Artikel 1: Doel van de overeenkomst

Deze overeenkomst heeft tot doel de socio-professionele inschakeling van leefloon- en steungerechtigden te realiseren door middel van tewerkstelling en/of opleiding.

Deze overeenkomst, die zich inschrijft in het vervolg van het Lenteprogramma, dat een verhoging van de activeringsinspanningen teweegbracht, heeft tevens als doel een diversificatie van de activeringsmaatregelen te realiseren.

Binnen dit kader zal er prioritair werk gemaakt worden van de uitbouw van socio-professionele trajecten met finaliteit duurzame activering en de begeleiding naar de arbeidsmarkt met een specifieke aandacht voor jongeren.

Artikel 2: Uitvoeringsmodaliteiten

Het OCMW (2), verbindt zich ertoe, vanaf 1 januari 2013 tot 31 december 2013, haar inspanningen op vlak van activering van leefloongerechtigden en steungerechtigden die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister en op basis van hun nationaliteit geen recht hebben het leefloon, te intensiveren.

Het OCMW van GENT verbindt zich ertoe gedurende deze periode:

de hierna opgesomde doelstellingen, activiteiten en acties te verwezenlijken. STRATEGISCHE DOELSTELLING: We verhogen de zelfredzaamheid van burgers en hun recht op gelijke kansen en volwaardig burgerschap, startend vanuit een emancipatorisch onderwijs en rekening houdend met ieders mogelijkheden. Operationele doelstelling Meer cliënten van vreemde afkomst zijn beter geïntegreerd met verhoogde kennis van Nederlandse taal. Activiteit: Bevorderen interculturalisering • Actie: Goal aanbieden voor alle anderstaligen • Actie: Sociaal tolken en duiden van interculturele verschillen Operationele doelstelling Meer cliënten bereiken de voor hun hoogst haalbare trap op de activeringsladder, door middel van een aangepast traject en met oog voor duurzaam verworven attitudes en competenties. Activiteit: Toeleiding verzekeren naar activeringstrajecten • Actie: Het aantal activeringen in screeningsprogramma’s, opleidings- en oriënteringsmodules, stages, contractuele tewerkstellingen, enz. in 2013 verhogen ten opzichte van 2012 (2206 starters) • Actie: Het aantal toeleidingen naar trajectbegeleiding op hetzelfde niveau van 2012 (1404 toeleidingen) behouden Activiteit: Aanbieden van empowerend groepswerk • Actie: Inschakelen van sociale gidsen Activiteit: Aanbieden van individuele trajecten met het oog op sociale activering • Actie: Omkadering bij arbeidszorg aanbieden Activiteit: Realiseren van arbeidsbegeleiding bij cliënten • Actie: Screening en assessment aanbieden • Actie: Voortrajecten voor anderstaligen organiseren in functie van de evoluties in het werkveld • Actie: Intensieve bemiddeling na art.60§7 • Actie: Bedrijfsconsulenten inschakelen Activiteit: Realiseren van tewerkstellingsbegeleiding bij de eigen sociaal tewerkgestelden • Actie: Taalcoaching op de werkvloer aanbieden • Actie: Trajectbegeleiders en technisch instructeurs permanent coachen bij de implementatie van het competentiedenken op de art.60§7 werkvloeren • Actie: Omkadering bij art.60§7 en wep+ aanbieden • Actie: Infomomenten rond art.60§7 organiseren STRATEGISCHE DOELSTELLING We bouwen Gent uit tot dé regionale werkgelegenheidspool met bijzondere aandacht voor sociale werkgelegenheid en het verkleinen van de arbeidsmarktparadox. Operationele Doelstellingen Het aantal arbeidsplaatsen in de sociale tewerkstelling neemt toe met oog op doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Activiteit: Realiseren van sociale tewerkstelling art.60§7 • Actie: Het aantal tewerkstellingen art.60§7 in 2013 verhogen ten opzichte van 2012 (gemiddeld 342 per maand) • Actie: Het aantal tewerkstellingen art.60§7 in de sociale economie in 2013 op hetzelfde niveau van 2012 behouden (gemiddeld 152 per maand) Activiteit: Realiseren van sociale tewerkstelling wep+ • Actie: Het aantal starters in tewerkstellingen wep+ in 2013 op hetzelfde niveau van 2012 behouden (75 starters) Activiteit: Aanbieden van werkervaring bij de Laadbrug, Schuitschaaf, Poetsploeg, KarWIJdienst, Energiesnoeiers, Renovatie meubilair, Multi inzetbaar team en IKOOK om de kansen op een job in het Normaal Economisch Circuit te vergroten

106/305 RMW - 12 november 2013

• Actie: Het aantal cliënten in art.60§7, werkstage, wep+, sine, arbeidszorg, activa of opleiding in de eigen leerwerkplekken op hetzelfde niveau van 2012 behouden (189 cliënten)

Opmerkingen(0)

Artikel 3 : Overizcht van de activeringen

Activeringen

Doel 2013

Aantal tewerkgestelde personen via het OCMW

780

1. Aantal artikel 60§7

680

2. Aantal personen art. 61

7

3. Aantal personen in SINE

35

4. Aantal personen in het kader van invoeginterim

0

5. Aantal personen in ACTIVA

8

6. Aantal personen in doorstromingsprogramma

50

Opleiding 1. Aantal personen waarvan socio-professionele balans wordt en werd opgemaakt (intake, screening, in opgesteld begeleidingsplan) 250 2. Aantal personen in collectieve voorafgaande opleiding (vb. opleiding Nederlands voor anderstaligen in eigen beheer)

350

3. Aantal personen in kwalificerende beroepsopleiding (vb technische vorming) (met inbegrip van sociale promotie) (in eigen beheer) 90 4. Aantal personen in stage voorafgaandelijk aan een tewerkstelling

330

5. Alternerende tewerkstelling in combinatie met opleiding

0

6. Aantal personen in een individuele beroepsopleiding

8

7. Aantal personen in een traject 'sociale activering'

550

8. Aantal studenten voltijds leerplan

500

Opmerkingen(0)

Artikel 4: Subsidie

Gelet op de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, inzonderheid artikel 36, §2, tweede lid.

Gelet op artikel 5, §4, derde lid, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met het oog op de toekenning van een verhoogde staatstoelage voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van sommige steden en gemeenten.

Gelet op het Koninklijk Besluit van 23 december 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van sommige gemeenten voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling, heeft het OCMW recht op een toelage van ten hoogste 597 667,84 EURO.

Dit bedrag wordt overgemaakt op het rekeningnummer 091-0009374-91 van het OCMW.

Artikel 5: Betalingsmodaliteiten

§1 Een betaling van het voorschot van 75% van de toelage bedoeld in artikel 4 wordt uitgevoerd na de ondertekening van de overeenkomst door de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding en na inschrijving in de begroting van het subsidiebedrag. Een voorschotschuldvordering is niet vereist.

§2 Het saldo (maximaal 25% van de toelage) wordt overgemaakt op het einde van de overeenkomst, nadat de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding de resultaten heeft geëvalueerd die volgens deze overeenkomst moesten worden behaald. De ingave van het activiteiten, evaluatie- en financieel verslag gebeurt via het uniek jaarverslag. Dit gebeurt niet later dan op 28.02.2014. Een ondertekende saldoschuldvordering is niet vereist. De ondertekening van het uniek jaarrapport is voldoende.

§3 Indien na één herinnering er geen verslag (artikel 5 §2) werd ontvangen zal er geen betaling van het saldo plaats vinden. Daarenboven zal het voorschot van deze subsidie op dat moment teruggevorderd worden.

§4 De aanvaardbare uitgaven kosten kunnen zowel op werkings- als op personeelskosten betrekking hebben. Er worden geen investeringsuitgaven aanvaard.

§5 Een papieren dossier wordt ter plaatse door het OCMW bijgehouden.

§6 Enkel de verantwoorde kosten zullen worden aanvaard.

§7 Een controle met betrekking tot de aanwending van de middelen die door de federale overheid ter beschikking worden gesteld moet steeds mogelijk zijn.

§8 De administratieve opvolging en controle wordt uitgevoerd door de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, dienst subsidies en overheidsopdrachten, [email protected], 26e verdiep, Koning Albert II laan 30, 1000 Brussel.

Artikel 6: Evaluatie

107/305 RMW - 12 november 2013

Op het einde van de overeenkomst zal het OCMW aan de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie haar inhoudelijke rapportage inbrengen in het uniek jaarverslag. Dit activiteitenrapport moet het mogelijk maken de resultaten te evalueren die behaald zijn met betrekking tot de doelstellingen vastgelegd in deze overeenkomst. Dit rapport wordt voor 28.02.2014 ingebracht.

Artikel 7: Duur van de overeenkomst

Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 1 januari 2013 tot 31 december 2013.

Artikel 8: Administratieve aanrekening

Met het oog op de uitvoering van deze overeenkomst wordt een bedrag van 597 667,84 EURO ingeschreven op het budget van de POD Maatschappelijke Integratie, organieke afdeling 55, basisallocatie 11.43.52.43, budgettair jaar 2013.

Artikel 9: Geschillen

In geval van betwistingen is de Rechtbank van Brussel bevoegd.

Gedaan in 1 exemplaar te Brussel op

De voorzitter of zijn plaatsvervanger heeft het formulier niet getekend. De secretaris of zijn plaatsvervanger heeft het formulier niet getekend. De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding heeft het formulier niet getekend.

108/305 RMW - 12 november 2013


Energiecel

2013_RMW_00414

Toekenningsvoorwaarden premie minimale levering budgetmeter aardgas - Verlenen premies Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Tijdens de winter 2013-2014 wordt er vanuit de Vlaamse Regering opnieuw een tussenkomst voorzien voor de minimale levering van aardgas. Sinds de invoering van de maatregel (winter 2010-2011) passen we binnen OCMW Gent deze tussenkomst toe. Ook deze winterperiode (2013-2014) verlenen we deze tussenkomst aan personen die hun woning verwarmen met een budgetmeter aardgas.

Motivering Op 12 november 2010 werd er vanuit de Vlaamse regering een besluit goedgekeurd inzake de minimale levering van aardgas tijdens de winterperiode. Deze maatregel houdt in dat elke klant die over een budgetmeter aardgas beschikt bij de sociale leverancier, een premie voor de minimale levering kan aanvragen bij het OCMW. Binnen OCMW Gent hebben we de afgelopen 3 winterperiodes deze maatregel toegepast. Tijdens de laatste winterperiode (2012-2013) hadden we 549 personen/gezinnen die een aanvraag indienden (vorige winterperiode duurde van 1 dec 2012 tot 15 april 2013, dus 4,5 maand lang, wat resulteerde in 2285 toekenningen/uitbetalingen van de premie). Op 21 oktober 2013 ontving OCMW Gent van de Vlaamse Regering de richtlijnen voor de komende winter 2013-2014 (vanaf 1 december 2013), zie bijlage. De werking is opnieuw identiek als de vorige periodes: om te vermijden dat mensen zonder verwarming zouden vallen, voorziet de Vlaamse Regering ook voor de komende winterperiode de minimale levering voor de klanten met een budgetmeter aardgas. Ook de komende winter willen we binnen OCMW Gent deze regeling verder toepassen: de maatregel voorziet de mogelijkheid dat wij als OCMW aan behoeftigen een financiële steun toekennen om op te laden. Concreet varieert de premie (winter 2013-2014) tussen 58,06 EUR per maand en 132,26 EUR per maand: het bedrag hangt af van 2 parameters: type woning (bv. appartement, alleenstaande woning ...) en al dan niet rechthebbend op sociaal tarief. Van deze premie wordt 70% ten laste genomen door het netbeheerder, de overige 30% wordt ingebracht in het sociaal fonds voor gas en elektriciteit (dus financieel betreft dit geen meeruitgave voor onze dienst). Binnen OCMW Gent wordt deze werking gecentraliseerd binnen de Energiecel. Naar de komende winter toe wensen we onze werkwijze te behouden: vanuit de Energiecel schrijven we de klanten aan die een aardgasbudgetmeter hebben en die moeilijkheden ondervinden om hun budgetmeter op te laden. De maatschappelijk werkers van de Energiecel nemen deze aanvragen op via een gedecentraliseerde werking (zitdagen in de welzijnsbureaus). Naar toekenningvoorwaarden stellen we voor de toekenningsvoorwaarden te behouden van de Federale verwarmingstoelage (cfr. goedkeuring vorige winterperiode). We hebben hier bewust de link gelegd naar de (reeds bestaande) stookoliepremie.

We wensen ook deze (en de komende) winterperiodes deze voorwaarden te hanteren om de doelgroep te bepalen; concreet betreffen het deze 3 categorieën : Categorie 1 : personen met recht op verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering Tevens is vereist dat het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van het huishouden lager of gelijk is aan € 16.965,47 verhoogd met € 3.140,77 per persoon ten laste*. Categorie 2 : personen met begrensd inkomen Huishoudens met een jaarlijks bruto belastbaar inkomen lager of gelijk aan € 16.965,47 verhoogd met € 3.140,77 per persoon

109/305 RMW - 12 november 2013


ten laste. Er wordt hierbij rekening gehouden met het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen (x3) van de onroerende goederen buiten de gezinswoning. Categorie 3 : personen met schuldoverlast Personen die een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling genieten (Cf. wet 12/6/1991 op het consumentenkrediet; art. 1675-2 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek) en de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen.

* Met persoon ten laste wordt bedoeld een lid van het huishouden van de gerechtigde met een netto jaarinkomen, zonder de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen, dat lager is dan € 2.890.



niet vereist


Artikel 1 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: brief + richtlijn minimale levering gas 2013-2014.pdf

Bijlage(n) brief + richtlijn minimale levering gas 2013-2014.pdf

110/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: brief + richtlijn minimale levering gas 2013-2014.pdf

111/305 RMW - 12 november 2013

brief + richtlijn minimale levering gas 2013-2014.pdf

112/305 RMW - 12 november 2013

113/305 RMW - 12 november 2013

114/305 RMW - 12 november 2013

115/305 RMW - 12 november 2013

116/305 RMW - 12 november 2013

117/305 RMW - 12 november 2013

118/305 RMW - 12 november 2013

119/305 RMW - 12 november 2013

120/305 RMW - 12 november 2013

121/305 RMW - 12 november 2013

122/305 RMW - 12 november 2013

123/305 RMW - 12 november 2013


Sociale Dienstverlening - Financiële en Thematische Hulpverlening Thuislozenzorg

2013_RMW_00415

Thuislozenzorg - Organisatie extra nachtopvang dak- en thuislozen winterperiode 2013-2014 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Naar analogie met de voorbije jaren organiseren de Stad Gent en het OCMW Gent ook voor de winterperiode 2013-2014 een extra nachtopvang door dak- en thuislozen. Hiervoor worden 2 beleidsovereenkomsten opgemaakt, geldig van 1 december 2013 tot en met 17 maart 2014. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan er eventueel vroeger gestart worden, of kan de periode verlengd worden. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw zal de exploitatie op zich nemen voor 40 plaatsen voor volwassenen + 10 voor peuters in de Academiestraat nr. 4/6, 9000 Gent. Huize Triest verhoogt de capaciteit van 16 naar 25 bedden en zal 7 dagen op 7 open blijven gedurende deze winterperiode. Er worden extra kindvriendelijke maatregelen genomen en er zal voorzien worden in bijkomende hygiënische producten zoals luiers. De Stad stelt opnieuw de Academiestraat 4/6 ter beschikking volgens dezelfde modaliteiten als het vorig jaar. De Stad heeft hiervoor een overeenkomst afgesloten met SoGent. De Stad draagt de kosten voor de nutsvoorzieningen. Het OCMW neemt de kosten voor het meldpunt Allo, de begin- en eindschoonmaak, het in bruikleen geven van materialen en het vervoer ervan, ten laste. Het OCMW neemt de regierol op zich.

Motivering Gelet op de behoefte om te voorzien in een extra nachtopvang in de winterperiode, werden tussen de Stad Gent, het OCMW Gent, en de lokale actoren (Stuurgroep Thuislozenbeleid) hieromtrent afspraken gemaakt. Met CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw en met Huize Triest wordt een beleidsovereenkomst opgemaakt.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 13 december 2012, 2012_RMW_00490

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Aangepaste woonvormen aanbieden



Ja

Verbintenis:

Ja

124/305 RMW - 12 november 2013


Inkomsten Bedrag:

50000,00

Kostenplaats:

801 30 - Financiële en Thematische Hulpverlening - Thuislozenzorg

Categorie:

6083 - Overdrachten aan derden

Commentaar

Er werd opnieuw een subsidieaanvraag ingediend bij het Kabinet van Staatssecretaris mevrouw Maddy De Block.

Uitgaven Bedrag:

244835,00

Kostenplaats:

801 30 - Financiële en Thematische Hulpverlening - Thuislozenzorg

Categorie:

6083 - Overdrachten aan derden

Commentaar

De verrekening gebeurt op project OPV DAKL. In de begroting 2014 werden voldoende budgetten voorzien voor de exploitatie door CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw, Huize Triest, en voor de bijkomende kosten ten laste van het OCMW. > CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw :

194 135 euro

(= het bedrag van de BO van 2012-2013, zijnde 189 024 euro, deze werd aangepast aan de gezondheidsindex(volgens berekening Financiën geeft dit 189 024*120,81/119,87 = 190 506,26 euro voor 105 nachten = 1 814,3428 euro per nacht Gezien de BO voor 2013 - 2014 107 nachten inhoudt (nl. tot 17 maart 2014) wordt dit 194 135 euro. Eventuele latere verrekeningen voor vervroegde start of verlenging gebeuren aan 1 814,3428 euro per nacht. > Huize Triest : 26.000 euro. > Raming kosten die door het OCMW worden ten laste genomen : 22.000 euro - kost meldpunt ALO : hier is voor de wintermaanden 17.000 euro voorzien - onvoorziene kosten : 5 000 euro

> Het OCMW geeft in bruikleen aan CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw - 40 matrassen - 10 kinderbedden + matrassen (recuperatie vorige jaren) - 2 hondenbenchen (idem) - 1 ijskast-diepvriescombinatie (tweedehands uit voorraad OTC) - 1 microgolfoven (tweedehands uit voorraad OTC)

> Het OCMW staat via OTC (Leerwerkplekken multi-TEAM, Karwijdienst en Poetsploeg) in voor * vervoer van gestockeerd materiaal van de Maïsstraat naar de Academiestraat en omgekeerd bij sluiting winteropvang * monteren kinderbedjes en demonteren bij sluiting winteropvang * monteren metalen bedden en verplaatsen bedden ( nu in één ruimte) naar de verschillende in te nemen ruimten en demonteren bij sluiting winteropvang * huurgeld stockageruimte Maïsstraat 5m² = 500 euro op jaarbasis (multi-Team : 20 begeleidingsuren instructeur 800 euro ( 40 euro X 20 uren), 200 euro voor vervoer en 500 euro op jaarbasis voor stockage in Maïsstraat = samen 1500 euro - poetsploeg : 30 begeleidingsuren voor de instructeur ( 40 euro X 15 uren ) : 1200 euro ( beginopkuis 2 dagen en eindopkuis 2 dagen) Totale raming : 1.500 euro + 1.200 euro = 2.700 euro (via interne verrekeningen)


Gunstig

125/305 RMW - 12 november 2013



23 oktober 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 De exploitatie van de extra nachtopvang voor dak- en thuislozen gedurende de winterperiode door CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw en door Huize Triest. Deze periode loopt van 1 december 2013 tot en met 17 maart 2014, eventueel vroeger op te starten of langer aan te houden volgens de weersomstandigheden, en mits pro rata verrekening. Het OCMW maakt hiervoor 2 beleidsovereenkomsten op.

Artikel 2 De subsidie van 194.135 euro aan CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanederen vzw voor de exploitatie van de extra nachtopvang voor de winterperiode, waarvan 70 % betaalbaar is als voorfinanciering, en het saldo van 30 % na financiële en inhoudelijke controle.

Artikel 3 De subsidie van 26.000 euro aan Huize Triest voor verhoging van de capaciteit en verruiming van de openingsuren, waarvan 70 % betaalbaar is als voorfinanciering, en het saldo van 30 % na financiële en inhoudelijke controle.

Artikel 4 Ten laste name door het OCMW van de resterende kosten, geraamd op 22.000 euro

Artikel 5 Het OCMW stelt via het OTC een aantal zaken ter beschikking, voorziet in stockage en vervoer, en staat in voor begin- en eindschoonmaak van de locatie Academiestraat voor een geraamd bedrag van 2.700 euro (interne verrekening).

Artikel 6 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: Ontwerpbesluit verlenging bruikleen Academiestraat - SOGENT.pdf Bijlage 2: BO Winteropvang 2013-2014 CAW .doc Bijlage 3: BO 2013-2014-samenwerkingsovereenkomst_met_HT[1].doc Bijlage 4: Beleidsovereenkomst_NO_NO+_2013-2016__8.doc

Bijlage(n) Ontwerpbesluit verlenging bruikleen Academiestraat - SOGENT.pdf BO Winteropvang 2013-2014 CAW .doc BO 2013-2014-samenwerkingsovereenkomst_met_HT[1].doc Beleidsovereenkomst_NO_NO+_2013-2016__8.doc

126/305 RMW - 12 november 2013


127/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: Ontwerpbesluit verlenging bruikleen Academiestraat - SOGENT.pdf

128/305 RMW - 12 november 2013

Ontwerpbesluit verlenging bruikleen Academiestraat - SOGENT.pdf

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN ONTWERPBESLUIT

OPSCHRIFT Vergadering van 31 oktober 2013 Onderwerp: Sluiten van een addendum aan de bruikleenovereenkomst d.d. 17/09/2012 voor het onroerend goed gelegen te 9000 Gent, Academiestraat 4 - Goedkeuring Beknopte samenvatting: Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan het addendum aan de bruikleenovereenkomst d.d. 17/09/2012 te sluiten met Sogent tot verlenging van de bruikleen van het onroerend goed gelegen te 9000 Gent, Academiestraat 4 voor de periode van 01/01/2014 t.e.m 31/08/2014. Bevoegd: Martine De Regge HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN AANHEF De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42, § 1. De beslissing wordt genomen op grond van: Het Burgerlijk Wetboek, Boek III, titel VIII 'Huur'. Bijgevoegde bijlage(n): fin. bijlage (informatief) ontwerpovereenkomst

MOTIVERING Volgende feiten gaan aan de beslissing vooraf: De oude brandweerkazerne gelegen te 9000 Gent in de Academiestraat 4 wordt al enkele jaren gebruikt als fietsendepot van het IVA Mobiliteitsbedrijf en als noodopvang tijdens de winterperiode. Sinds september 2012 loopt er een bruikleenovereenkomst tussen de Stad en het Sogent betreffende het gebouw. Die overeenkomst eindigt normaalgezien op 31/12/2013 maar kan nog verlengd worden tot 31 augustus 2014. Deze beslissing wordt genomen om volgende redenen: Hiertoe werd een addendum aan de overeenkomst d.d. 17/09/2012 opgemaakt die ter

p 1 van 5 129/305 RMW - 12 november 2013

goedkeuring wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

Beslist het volgende: VOORSTEL Artikel 1: Keurt goed de bij dit besluit gevoegde en er integraal deel van uitmakende overeenkomst met Sogent tot verlenging van de bruikleen betreffende het onroerend goed gelegen te 9000 Gent voor de duur van 01/01/2014 t.e.m 31/08/2014.

BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Facility Management — Vastgoedbeheer Dit besluit kadert in volgende activiteit: het operationeel uitvoeren van een vastgoedbeheer Visum van de financieel beheerder: Er werd nog geen visum nummer verleend Financiële informatie: Voorgestelde uitgaven: niet van toepassing Verwachte ontvangsten: artikel subsidie code 1240100/162-01 NIET_RELEVANT

KP/PSP

budget

MJP

MJP

MJP

nummer

jaar X jaar 2014 jaar x+2

jaar x+3

jaar jaar x+5 x+4

11037

MJP

MJP

1.710,56

toelichting bij de verwachte ontvangsten: Maandelijks wordt er een forfait ontvangen van 213,82 EUR op artikel 1240100/162-01 van het dj. 2014

BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT ontwerpovereenkomst

p 2 van 5 130/305 RMW - 12 november 2013

ACAALG addendum bruikleenovk stad Gent_def.docx

ADDENDUM 1 BIJ DE BRUIKLEENOVEREENKOMST D.D. 17 SEPTEMBER 2012 MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN DE VOORMALIGE BRANDWEERKAZERNE GELEGEN TE

9000 GENT, ACADEMIESTRAAT 6 Tussen de ondergetekenden:

1. Het Stadsontwikkeling Gent, kortweg “sogent”, autonoom gemeentebedrijf, BTW BE 0367.300.594, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Voldersstraat 1, opgericht door gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2003 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken bij besluit van 17 juli 2003, hier vertegenwoordigd door zijn afgevaardigd bestuurder, de heer Didier Nachtergaele, wonende te 9950 Waarschoot, Veldeken 7, en door een lid van het directiecomité, de heer Frank Van Goethem, directeur financiën en patrimonium, wonende te 9000 Gent, Hofstraat 32, handelend overeenkomstig het besluit van het directiecomité van. Hierna ook genoemd “sogent”,

2.

De stad Gent met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Botermarkt 1, vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen, in uitvoering van het collegebesluit van , voor wie handelen: a) Mevrouw DE REGGE Martine, schepen (voor de burgemeester bij delegatiebesluit van 3 januari 2013) b) De heer TEERLINCK Paul, stadssecretaris Hierna ook genoemd “de stad” of “ de gebruiker”.

Wordt het volgende overeengekomen:

ARTIKEL 1. Onderhavige overeenkomst vormt een addendum bij de bruikleenovereenkomst de dato 17 september 2012, afgesloten tussen sogent (voorheen AG SOB) en de stad Gent, betreffende het gebruik van een deel van het administratief gebouw met aanhorigheden op en met grond gelegen te 9000 Gent, Academiestraat 6, kadastraal gekend onder Gent, 1ste afdeling, sectie A, perceelnummer 252L, met een oppervlakte volgens kadaster van 5.377m² en een parking met aanhorigheden op en met grond, gelegen te Molenaarsstraat te Gent, kadastraal bekend of het geweest zijnde onder Gent, 1ste afdeling, sectie A, perceel 265D, met een oppervlakte volgens kadaster van 202m². Onderhavige overeenkomst heeft tot doel de duur van de bruikleenovereenkomst de dato 17 september 2012 te verlengen.

ARTIKEL 2. De bruikleenovereenkomst de dato 17 september 2012 wordt verlengd voor een periode ingaande op 1 januari 2014 en eindigend op 31 augustus 2014 zonder dat daartoe enige opzegging of andere formaliteit vereist is. De overeenkomst kan in geen geval op geen enkele manier stilzwijgend worden verlengd of vernieuwd.

sogent, Voldersstraat 1, 9000 Gent T: 09 269 69 00 - F: 09 269 69 99 - E: [email protected] - W: www.sogent.be

1/3

sogent (voorheen AG SOB) is een autonoom gemeentebedrijf van de Stad Gent en voert het Gentse beleid inzake stadsontwikkeling en vastgoedbeheer uit. p 3 van 5 131/305 RMW - 12 november 2013

ARTIKEL 3. In de winter van 2013-2014, meer bepaald in de periode van 1 december 2013 tot en met 17 maart 2014, zal er nachtopvang voor daklozen kunnen plaatsvinden in de lokalen zoals aangeduid in arcering op plan in bijlage. De starten einddatum van deze winteropvang kan aangepast worden indien de weersomstandigheden dit vereisen. De verantwoordelijkheid voor (de organisatie van) deze opvang ligt bij de het OCMW Gent. Sogent verklaart op de hoogte te zijn dat de nachtopvang zal uitgevoerd worden door vzw CAW Artevelde en dat zij hiervoor een gedeelte van het gebouw terbeschikking zullen krijgen.

ARTIKEL 4. Voor het overige blijven alle andere bepalingen zoals deze zijn opgenomen in de bruikleenovereenkomst de dato 17 september 2012 van toepassing.

ARTIKEL 5. De gebruiker verklaart te weten en aanvaardt zonder enig voorbehoud dat de verlenging van de oorspronkelijke bruikleenovereenkomst slechts kan plaatsvinden, op voorwaarde dat zowel het college van burgemeester en schepenen van de stad Gent en het directiecomité van sogent zijn goedkeuring zullen gehecht hebben aan deze aanvullende overeenkomst en mits deze beslissing niet wordt geschorst en/of vernietigd door de toezichthoudende overheid in het kader van het administratief toezicht.


2/3


Opgemaakt in 2 exemplaren, waarvan elke partij verklaart één origineel te hebben ontvangen. Gent, d.d. ........................................................ Voor de tweede partij, de stad Gent Stadssecretaris

(voor de burgemeester bij delegatiebesluit van 3 januari 2013)

Paul Teerlinck

Martine De Regge

Voor de eerste partij of sogent, Directeur financiën en De afgevaardigd patrimonium bestuurder

Frank Van Goethem

Didier Nachtergaele


3/3



Bijlage: BO Winteropvang 2013-2014 CAW .doc

134/305 RMW - 12 november 2013

BO Winteropvang 2013-2014 CAW .doc

Subsidieovereenkomst voor personeels- en werkingskosten tussen OCMW Gent en CAW Artevelde vzw (vanaf 1 januari 2014 CAW Oost-Vlaanderen vzw) Extra nachtopvang voor daklozen voor de winterperiode 2013-2014

Tussen Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Gent, met zetel te Onderbergen 86 te 9000 Gent, vertegenwoordigd door de heer Rudy Coddens, voorzitter OCMW Gent en de heer Luc Kupers, secretaris, hierna genoemd “OCMW Gent” en het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) Artevelde vzw (vanaf 1 januari 2014 CAW Oost-Vlaanderen vzw) met maatschappelijke zetel en correspondentieadres Oude Houtlei 124 te 9000 Gent en vertegenwoordigd door de heer Chretien Coenegrachts, voorzitter, en de heer Patrick Seys, directeur, vanaf 1 januari 2014 gewijzigd in CAW Oost-Vlaanderen vzw, vertegenwoordigd door de heer Mark Block, bestuurder, de heer Chretien Coenegrachts, voorzitter, en de heer Patrick Seys, algemeen directeur, hierna genoemd “de uitvoerder”

Wordt voorafgaandelijk uiteengezet: 1 135/305 RMW - 12 november 2013

Om te voorzien in een tijdelijke nachtopvang voor daklozen gedurende de wintermaanden heeft de Stad Gent in de overeenkomst van bruiklening tussen AGSOB (eigenaar) en Stad Gent (gebruiker) van 31 oktober 2013 de mogelijkheid voorzien om op het eerste verdiep van het gebouw gelegen te 9000 Gent, Academiestraat 6 (toegang via Academiestraat 4) met ingang van 1 december 2013 tot uiterlijk 17 maart 2014 een extra nachtopvang voor daklozen in te richten. Afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen begin- en/of einddatum gewijzigd worden. Betreffende overeenkomst van bruiklening maakt integraal deel uit van deze samenwerkingsovereenkomst.

In navolging van deze overeenkomst van bruiklening wordt inzake de exploitatie overeengekomen hetgeen volgt:

van

het

winteropvangcentrum

voor

daklozen

Artikel 1. Algemeen CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw verbindt er zich toe het nodige te doen teneinde te voorzien in extra nachtopvang voor dak- of thuislozen in de tijdsspanne tussen 1 december 2013 en 17 maart 2014 (laatste nacht = nacht van 16 maart op 17 maart). Afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen begin- en/of einddatum gewijzigd worden. In deze gevallen gebeurt er een pro rata verrekening. Er dient een opvangcapaciteit te zijn van 40 slaapplaatsen per nacht (+ 10 kinderbedjes voor peuters tot 3 jaar). CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw staat in voor de organisatie en exploitatie van deze extra nachtopvang. Deze extra nachtopvang wordt georganiseerd op het eerste verdiep van het gebouw gelegen te 9000 Gent, Academiestraat 6, dat met ingang van 15 november 2013 kosteloos ter beschikking gesteld wordt van CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw. Er zijn twee extra sanitaire blokken (respectievelijk op het gelijkvloers en het tweede verdiep) die tijdens deze periode ’s avonds en ’s morgens voor de gebruikers van de nachtopvang toegankelijk zullen zijn. Kosten voor energie, verwarming en water zijn ten laste van de Stad. De toewijzing van dak- en thuislozen gebeurt door het meldpunt nachtopvang. De toewijsregels voor overnachting in de Academiestraat zijn dezelfde als deze voor de andere nachtopvanglocaties in Gent. Wij verwijzen hiervoor naar de hoofdbeleidsovereenkomst Nachtopvang en Nachtopvang Plus (Raadsbeslissing OCMW 8 oktober 2013).

Artikel 2. Inzet personeel CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw voorziet in een permanentie met professioneel personeel gedurende de volledige periode van 1 december 2013 tot en met 17 maart 2014, of vroeger/langer indien er afhankelijk van de weersomstandigheden een vervroegde start of een verlenging noodzakelijk is.

2 136/305 RMW - 12 november 2013

Naar personeelsbezetting ter plaatse voorziet CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw in 3 personen aanwezig van 20u30 tot 9u30. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw staat in voor de coördinatie in overleg met het OCMW Gent, dat de regie Thuislozenbeleid op zich neemt. Artikel 3. Energie, water, verwarming Kosten voor energie, water en verwarming zijn ten laste van de Stad.

Artikel 4. Facilitaire organisatie OCMW Gent Het OCMW Gent staat in voor de terbeschikkingstelling van 40 matrassen Het OCMW Gent staat in voor de terbeschikkingstelling van 10 kinderbedjes + matrasjes. Het OCMW Gent staat in voor de terbeschikkingstelling van een ijskast/diepvriescombinatie en microgolfoven. Het OCMW Gent staat in voor de terbeschikkingstelling van 2 hondenbenches. Het OCMW voorziet in de tussentijdse stockage en in het vervoer van hogergenoemde zaken. Het OCMW Gent staat in voor de begin- en eindschoonmaak van het gebouw bij aanvang en einde van de overeenkomst. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw CAW Artevelde vzw/ CAW Oost-Vlaanderen vzw staat in om -indien de noodzaak zich hiertoe voordoet – (extra) dekens/lakens te voorzien. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw staat in voor het dagelijks wassen en onderhoud van de gebruikte dekens, kussenslopen, handdoeken en ander gebruikt linnengoed. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw voorziet in de nodige verbruiksgoederen (waterdispensers, bekertjes, handdoeken, zeepdispensers , wc-papier, vuilbakken, afwasproduct, tandpasta en –borstel, …) en huishoudelijk materiaal (koffiezetmachine, waterkoker, kommen en schotels, ….) CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw staat in voor de dagelijkse organisatie van het avondmaal (soep met brood) en ontbijt (brood, beleg en warme drank). CAW Artevelde vzw /CAW Oost-Vlaanderen vzw voorziet hiervoor in het nodige vaatwerk alsook in de afwas van het vaatwerk. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw staat in voor de afvalophaling.

Artikel 5. Hygiëne CAW Artevelde vzw / CAW Artevelde vzw staat in voor de hygiëne binnen het gebouw. Dit omvat onder meer het dagelijks wassen van gebruikte dekens, linnengoed, het dagelijks reinigen van het gebouw, inclusief sanitair, en het dagelijks schoonmaken van de matrassen.

3 137/305 RMW - 12 november 2013

Artikel 6. Huishoudelijk reglement CAW Artevelde vzw / CAW Artevelde vzw zal in overleg met het OCMW Gent een huishoudelijk reglement opstellen. Dit huishoudelijk reglement zal dienen nageleefd te worden door elke persoon die van de nachtopvang wenst gebruik te maken. Het huishoudelijk reglement wordt opgesteld vóór aanvang van de nachtopvang.

Artikel 7. Subsidiëring en controle Binnen de perken van de nog goed te keuren kredieten en overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen zal het OCMW Gent aan CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw een werkingssubsidie storten van 194 135 EUR. Een voorschot van 70 % wordt betaald zo vlug mogelijk na ondertekening van deze overeenkomst. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw verbindt er zich toe elke wijziging van rekeningnummer onverwijld schriftelijk mee te delen aan OCMW Gent. De werkingssubsidie moet steeds gebruikt worden voor het doel waarvoor ze is toegekend en het gebruik ervan dient gerechtvaardigd, zoniet dient de werkingssubsidie terugbetaald te worden. Kosten die niet gemaakt zijn met het doel waarvoor ze toegekend zijn, of indien ze niet bewezen kunnen worden, worden niet terugbetaald. Het OCMW heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende werkingssubsidie te doen controleren ongeacht de manier waarop de werkingssubsidie verleend wordt, alsook het bedrag en de aard van de werkingssubsidie die wordt toegekend. Ingeval CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw zich verzet tegen de uitoefening van de controle, is het gehouden tot terugbetaling van de werkingssubsidie. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw verbindt er zich toe, op vraag van het OCMW, de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen voor (ten laatste) 31 mei 2014, teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. Na controle en goedkeuring wordt het saldo van 30 % uitbetaald. In geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van CAW Artevelde vzw/ CAW OostVlaanderen vzw, kan het OCMW beslissen om de toekenning van de werkingssubsidie te schorsen en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw. De toegekende werkingssubsidie mag door CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw niet in pand gegeven worden aan een derde. De uitvoerder verbindt er zich toe dat de actie in geen geval voorwerp mag uitmaken van een dubbele financiering. CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw verbindt er zich toe, op vraag van het OCMW, binnen de 7 werkdagen toelichting te geven aan de diensten van het OCMW In geval zou blijken dat CAW Artevelde vzw / CAW Oost-Vlaanderen vzw haar verplichtingen zoals bepaald in deze samenwerkingsovereenkomst niet naleeft, dan zal tussen partijen overleg plaatsvinden teneinde hiervoor een constructieve oplossing uit te

4 138/305 RMW - 12 november 2013

werken. Indien hiervoor geen oplossing kan gevonden worden, kan het OCMW beslissen om ofwel de betaling van het nog verschuldigde bedrag tijdelijk of definitief op te schorten, ofwel het reeds uitbetaalde bedrag terug te vorderen.

Artikel 8. Algemene regelgeving Wij verwijzen hiervoor naar de hoofd-beleidsovereenkomst Nachtopvang en Nachtopvang Plus (OCMW Raadsbeslissing 8 oktober 2013).

Aldus overeengekomen te Gent, op 12 november 2013 in zoveel exemplaren als er partijen zijn, iedere partij verklaart één origineel te hebben behouden.

Voor het OCMW

de heer Rudy Coddens, voorzitter

de heer Luc Kupers, secretaris

Voor CAW Artevelde (vanaf 1 januari CAW Oost-Vlaanderen vzw

de heer Patrick Seys algemeen directeur

de heer Mark Block bestuurder

de heer Chretien Coenegrachts voorzitter

5 139/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: BO 2013-2014-samenwerkingsovereenkomst_met_HT[1].doc

140/305 RMW - 12 november 2013

BO 2013-2014-samenwerkingsovereenkomst_met_HT[1].doc

Samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Gent en Huize Triest inzake de uitbreiding van het aantal bedden en de verruiming van de openingsuren in het kader van de extra nachtopvang voor daklozen winterperiode 20132014 Tussen Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Gent, met zetel te Onderbergen 86 te 9000 Gent, vertegenwoordigd door de heer Rudy Coddens, voorzitter OCMW Gent en de heer Luc Kupers, secretaris, hierna genoemd “OCMW Gent” en Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor, Gezondheidsstraat 2, 9000 Gent, vertegenwoordigd door de heer Werner Van de Weghe, coördinator, deelwerking van vzw Projecten Broeders van Liefde, Stropstraat 119, 9000 Gent, vertegenwoordigd door Luc Lemmens, voorzitter, hierna genoemd “de uitvoerder” wordt het volgende overeengekomen Om te voorzien in een tijdelijke verhoging van het aantal bedden en een verruiming van de openingsuren van de nachtopvang voor daklozen gedurende de wintermaanden (1 december 2013 - 17 maart 2014) zal het OCMW Gent, met deze samenwerkingsovereenkomst, een subsidie verlenen aan Huize Triest ten bedrage van 26.000 euro.). Afhankelijk van de weersomstandigheden kan er een vervroegde start zijn en kan de einddatum verlengd worden. In beide gevallen gebeurt de verrekening pro rata. Voorwerp van de overeenkomst

1 141/305 RMW - 12 november 2013

Huize Triest verbindt er zich toe het nodige te doen teneinde te voorzien in een totale capaciteit van 25 bedden per nacht voor winternachtopvang, 7 dagen op 7, gedurende de periode van 1 december 2013 tot en met 17 maart 2014 (laatste nacht: nacht van 16 maart op 17 maart). Afhankelijk van de weersomstandigheden kan er een vervroegde start zijn en kan de einddatum verlengd worden. In beide gevallen gebeurt de verrekening pro rata. Huize Triest staat in voor de organisatie en exploitatie van deze nachtopvang. Er zullen extra kindvriendelijke maatregelen genomen worden en bijkomende hygiënische producten, vooral luiers, aangeboden worden. Huize Triest ontvangt hiervoor vanuit het OCMW Gent een subsidie van 26.000 euro. Dit bedrag zal verrekend worden als personeelskosten.

Controle en uitbetaling Binnen de perken van de nog goed te keuren kredieten en in overeenstemming met de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen zal het OCMW Gent aan Huize Triest een voorschot storten van 70 % van het totale bedrag van 26.000 euro zo vlug mogelijk na ondertekening van deze overeenkomst. De werkingssubsidie moet steeds gebruikt worden voor het doel waarvoor ze is toegekend en het gebruik ervan dient gerechtvaardigd, zoniet dient de werkingssubsidie terugbetaald te worden. Kosten die niet gemaakt zijn met het doel waarvoor ze toegekend zijn, of indien ze niet bewezen kunnen worden, worden niet terugbetaald. Het OCMW heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende werkingssubsidie te doen controleren ongeacht de manier waarop de werkingssubsidie verleend wordt, alsook het bedrag en de aard van de werkingssubsidie die wordt toegekend. Ingeval Huize Triest zich verzet tegen de uitoefening van de controle, is het gehouden tot terugbetaling van de werkingssubsidie. Huize Triest verbindt er zich toe, op vraag van het OCMW, de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen voor (ten laatste) 31 mei 2014 teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. Na controle en goedkeuring wordt het saldo van 30 % uitbetaald. In geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van Huize Triest, kan het OCMW beslissen om de toekenning van de werkingssubsidie te schorsen en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan Huize Triest. In geval zou blijken dat Huize Triest haar verplichtingen zoals bepaald in deze samenwerkingsovereenkomst niet naleeft, dan zal tussen partijen overleg plaatsvinden teneinde hiervoor een constructieve oplossing uit te werken. Indien hiervoor geen oplossing kan gevonden worden, kan het OCMW beslissen om ofwel de betaling van het nog verschuldigde bedrag tijdelijk of definitief op te schorten, ofwel het reeds uitbetaalde bedrag terug te vorderen.

2 142/305 RMW - 12 november 2013

Aldus opgemaakt te Gent, op 12 november 2013, waarbij iedere partij verklaart één exemplaar ontvangen te hebben.

Voor het OCMW Gent voor akkoord

de heer Rudy Coddens voorzitter

de heer Luc Kupers, secretaris

Voor de uitvoerder voor akkoord

de heer Werner Van de Weghe, coördinator Huize Triest Broeders van Liefde

de heer Luc Lemmens, voorzitter vzw Projecten Broeders van Liefde

3 143/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: Beleidsovereenkomst_NO_NO+_2013-2016__8.doc

144/305 RMW - 12 november 2013

Beleidsovereenkomst_NO_NO+_2013-2016__8.doc

Subsidieovereenkomst voor personeels- en werkingskosten tussen OCMW Gent en CAW Artevelde vzw (vanaf 1 januari 2014: CAW Oost-Vlaanderen vzw) Nachtopvang en Nachtopvang Plus voor de werkingsjaren 2013-2016

Deze overeenkomst wordt gesloten onder voorbehoud van:  de jaarlijkse vaststelling van het OCMW-budget door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn  de jaarlijkse vaststelling van de meerjarenplanning door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn  de goedkeuring van de Stedenfondsmiddelen voor de beleidsperiode 2014-2019. Bij goedkeuring van de ingediende projecten kan dit tot gevolg hebben dat de voorliggende overeenkomst opnieuw afgesloten wordt – met dezelfde condities – binnen een Stedenfonds samenwerkingsovereenkomst.

Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijke Welzijn van Gent, met zetel op Onderbergen 86 te 9000 Gent waarvoor optreden de heer Rudy Coddens, voorzitter, en Luc Kupers, secretaris, en die handelen in uitvoering van de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 8 oktober 2013. hierna genoemd het OCMW; en anderzijds CAW Artevelde vzw, maatschappelijke zetel gevestigd te Oude Houtlei 124, 9000 Gent, vertegenwoordigd door de heer Chretien Coenegrachts, voorzitter en de heer Patrick Seys, directeur, vanaf 1 januari 2014 gewijzigd in CAW Oost-Vlaanderen vzw, vertegenwoordigd door de heer Mark Block, bestuurder, de heer Chretien Coenegrachts, voorzitter, en de heer Patrick Seys, algemeen directeur, hierna genoemd de uitvoerder

wordt het volgende overeengekomen: 1 145/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 1: Voorwerp van de overeenkomst Artikel 1. - Omschrijving van de actie Actietitel

Organiseren van nachtopvang en nachtopvang plus

Looptijd van de actie

Van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2016

Totaal toegekend subsidiebedrag per jaar Waarvan - voor personeel - voor werkingskosten

785 834 Euro

570 199 Euro 215 635 Euro

Voor 2013

785 834 Euro

Voor 2013

11.000 euro

Voor 2014

785 834 Euro + indexaanpassing

Voor 2015

785 834 Euro + indexaanpassing + 25.000 Euro

Voor 2016

* Met een max. 12,5,% van het toegekende bedrag voor overheadkosten, te verrekenen bij werkingskosten

* Waarvan maximum overhead: (X+Y)*12.5% Euro

Pro rata temporis (periode 1 juli 2013 – 31 december 2013) **Eénmalige overgangsmaatregel personeel (periode 1 juli – 30 september 2013)

* *** onderhoudskosten (periode 1 juli tot 31 december 2015)

785 834 Euro + indexaanpassing + 50.000 Euro

*** onderhoudskosten op jaarbasis

De toegekende subsidie wordt bij meerjarige subsidieovereenkomsten jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van de maand april voorafgaand aan het begrotingsjaar (aanvangsindexcijfer april van het jaar voorafgaand aan de aanvang van de subsidieovereenkomst). * Uitzonderingsregel: Volgende kosten: elektriciteit, gas en water, onderhoudskosten, rechtstreeks gerelateerd aan de in artikel 3 te behalen prestatie “het blijvend organiseren van de nachtopvang en het blijvend

2 146/305 RMW - 12 november 2013

organiseren van de nachtopvang plus” worden niet als overhead aanzien en vallen buiten de 12.5%regel. ** Overgangsmaatregel: éénmalige subsidie van 11.000 euro voor de periode 1 juli 2013 – 30 september 2013 om te komen tot een personeelsrationalisatie in oktober 2013.. *** Onderhoudskosten: vanaf 1 juli 2015 zijn de onderhoudskosten ten laste van het OCMW Deze worden momenteel geraamd op 50.000 Euro. Tegen 1 juli 2015 zal door Facility Management Stad Gent een nieuwe raming worden opgemaakt gebaseerd op de reële onderhoudskosten periode 1 juli 2013 – 30 juni 2015.

Art. 2. - Bovenstaande actie levert een bijdrage aan volgende strategische doelstellingen OCMW Gent

Strategische doelstelling 1

Versterken van samenwerkingsverbanden met lokale actoren in functie van nachtopvang, laagdrempelige hulpverlening en dagopvang.

Strategische doelstelling 2

Verzekeren van financiële hulp en dienstverlening aan daklozen en woononstabiele mensen met prioritaire aandacht voor woonst en zorgwekkende zorgvermijders.

Art. 3. - De uitvoerder verbindt er zich toe volgende prestaties te leveren en te meten: De vastgelegde prestatie zijn per kalenderjaar Prestaties Indicator Jaarlijkse evaluatie van de 1. Coördinatie van de toeleiding door de toeleiding en bewaken van toeleidersvergadering en door de kwaliteit van de de stuurgroep dak-en toeleiding thuislozenbeleid

2. Het blijvend organiseren van de nachtopvang

 

Aantal dispatches buiten de openingsuren van het meldpunt nachtopvang Realiseren van menswaardige overnachtingsmogelijkheden met een capaciteit van 25 bedden, voorzien van de nodige omkadering. Er wordt gestreefd om zo weinig mogelijk mensen op straat of in precaire panden te laten slapen.

3 147/305 RMW - 12 november 2013

Meetinstrument  Aantal toeleidingsgesprekken  Overzichtslijst toeleiders nachtopvang  Verslagen toeleidersvergadering  De data van het reservatieprogramma nachtopvang  Rapport registratie toeleiders  Evaluatie van de toeleiding door de toeleidersvergadering  Registratie van dispatches buiten de openingsuren van het meldpunt  Bezettingscijfers nachtopvang  Positieve evaluatie van de organisatie nachtopvang door de stuurgroep dak-en thuislozenbeleid en



3. Het blijvend organiseren van de instroom in de nachtopvang plus



Aantal aangemelde kandidaten voor de nachtopvang plus





4. Het blijvend organiseren van de organisatie nachtopvang plus

Realiseren van menswaardige overnachtingsmogelijkheden voor chronische daklozen met een capaciteit van 15 bedden, voorzien van de nodige omkadering. Er wordt gestreefd om zo weinig mogelijk mensen op straat of in precaire panden te laten slapen.

 





5. Beleidsvoorbereiding en bijsturing met betrekking tot de nachtopvang en nachtopvang plus, afstemmen van de werking binnen het Gentse dak-en thuislozenbeleid en bijsturing van de werking aan de hand van de beslissingen van de stuurgroep dak-en thuislozenbeleid.





 



4 148/305 RMW - 12 november 2013

door de werkgroep nachtopvang Positieve evaluatie van de organisatie van de nachtopvang door de gebruikers Registratiegegevens TellusAantal aangemelde kandidaten Positieve evaluatie van de toeleiding door de stuurgroep dak-en thuislozenbeleid en door de werkgroep nachtopvang. Bezettingscijfers nachtopvang plus Positieve evaluatie van de organisatie nachtopvang plus door de stuurgroep dak-en thuislozenbeleid en door de werkgroep nachtopvang Positieve evaluatie van de organisatie van de nachtopvang plus door de gebruikers Organisatie van de werkgroep nachtopvang Evaluatie van de werking door de stuurgroep dak-en thuislozenbeleid Aantal keren dat de werking werd voorgelegd aan de stuurgroep dak-en thuislozenbeleid Verslagen van de stuurgroep dak-en thuislozenbeleid Verslagen van de werkgroep nachtopvang Aantonen van de bijsturing van de werking aan de hand van de beslissingen van de stuurgroep daken thuislozenbeleid Jaarlijks zelfevaluatierapport met betrekking tot de werking van de nachtopvang en nachtopvang plus

binnen de visie van het Gentse dak-en thuislozenbeleid. Hierin worden naast de goedlopende zaken ook de minder lopende zaken bekeken, wordt aangeduid hoe bijsturing mogelijk is en hoe de opvolging gebeurt in samenwerking met de stuurgroep dak-en thuislozenbeleid

Hoofdstuk 2: Inhoudelijke en financiële controle Art. 4 - De uitvoerder verklaart kennis te hebben van volgende regels en richtlijnen m.b.t. het Vlaamse Stedenfonds en zijn opdracht in overeenstemming hiermee uit te voeren:  De omzendbrieven en onderrichtingen, uitgaande van de bevoegde ministeries en administraties, die de uitvoering van voormelde besluiten regelen of beogen, ongeacht of hun datum die van genoemde besluiten voorafgaat of volgt.  De financiële en administratief technische regels en richtlijnen bepaald door de stad in verband met de uitvoering van voormelde besluiten en onderrichtingen, hetzij op algemene wijze, hetzij in het bijzonder ten opzichte van de uitvoerder, vertaald in de samenvattende nota “richtlijnen voor de derden voor verantwoording Stedenfonds Subsidieovereenkomsten voor werkingsuitgaven” (zie bijlage). Art. 5- Voor de financiering van de actie wordt de toegekende subsidie uit artikel 1 aan de uitvoerder gestort, volgens deze modaliteiten:  90% van het voor deze overeenkomst voorziene jaarbedrag wordt zo snel mogelijk na de ondertekening, of bij meerjarige overeenkomsten zo snel mogelijk na 1 januari van het betreffende jaar, uitbetaald;  de uitbetaling van het saldo van 10% van het betrokken jaarbedrag gebeurt na de inhoudelijke controle van de prestaties en de meting en na de financiële controle van de financiële afrekening van het betrokken jaar. De financiële afrekening verduidelijkt de aanwending van de toegekende subsidie waarbij een volledig overzicht van de uitgaven en eventuele inkomsten met betrekking tot de prestaties wordt gegeven.  De stukken voor de inhoudelijke en de financiële controle moeten respectievelijk tegen uiterlijk 31 maart en 31 mei van het volgende jaar door de uitvoerder aan het OCMW worden bezorgd. Art. 6 – enkel van toepassing bij éénmalige subsidies > 25.000 EUR of meerjarige subsidie >1.250 EUR Conform de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, en meer bepaald art. 5 § 2 dient iedere rechtspersoon die een toelage aanvraagt zijn balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand bij de ondertekening toe te voegen. Conform de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, en meer bepaald artikel 5 § 1, dient ieder rechtspersoon die, zelfs onrechtstreeks, een toelage heeft ontvangen van een overheid, gedurende de looptijd van de subsidie elk jaar zijn balans en rekeningen alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand aan de verstrekker te bezorgen. - De uitvoerder verbindt er zich toe jaarlijks in de maand oktober een begroting voor de werking van de nachtopvang en de nachtopvang plus voor het volgende werkingsjaar te bezorgen aan het OCMW. - De uitvoerder verbindt er zich toe tegen 31 mei, bij de financiële afrekening van het afgelopen werkjaar, en in de maand oktober van het lopende werkjaar, een gemiddelde kostprijs per bed te berekenen en te bezorgen aan het OCMW voor de nachtopvang en voor nachtopvang plus..

5 149/305 RMW - 12 november 2013

Art. 7 - De jaarlijkse inhoudelijke en de financiële controle van de ingestuurde verslagen gebeurt door het OCMW. Het OCMW kan overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitgekeerde subsidie in geval het doel waarvoor de subsidie werd toegekend geheel of gedeeltelijk niet werd bereikt, de subsidie niet werd aangewend voor het doel waarvoor ze was toegekend of indien er geen of onvoldoende financiële verantwoordingsstukken kunnen voorgelegd worden. In geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van de uitvoerder, kan het OCMW beslissen om de toekenning van de subsidie te schorsen en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan de uitvoerder. In geval de uitvoerder onder curatele wordt geplaatst, kan OCMW Gent overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitgekeerde subsidie. Art. 8 - De uitvoerder verbindt er zich toe wanneer het OCMW om meer informatie verzoekt, dit schriftelijk binnen de 7 werkdagen na ontvangst van het verzoek te verstrekken. De bevoegde ambtenaren van het OCMW mogen onaangekondigd de prestaties, de meting en de uitgaven m.b.t. het voorwerp van deze beleidsovereenkomst ter plaatse controleren. Externe deskundigen, aangesteld door het OCMW, kunnen aangekondigd de uitvoering van deze beleidsovereenkomst ter plaatse auditen. Het OCMW Gent heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende subsidie te doen controleren ongeacht de manier waarop de subsidie verleend wordt, alsook het bedrag en de aard van de subsidie die wordt toegekend. Ingeval de uitvoerder zich verzet tegen de uitoefening van de controle, is hij/zij gehouden tot terugbetaling van de subsidie. De uitvoerder is verplicht administratieve en financiële richtlijnen betreffende de uitvoering van het in het convenant vermeld project, die het OCMW of hogere bestuurlijke overheden haar eventueel zouden verstrekken, op te volgen, en de vorm van begeleiding te aanvaarden die de stad of de hogere bestuurlijke overheden haar voor de uitvoering van de acties zouden opleggen. De uitvoerder verbindt er zich toe dat de actie in geen geval voorwerp mag uitmaken van een dubbele financiering. Co-financiering is wel toegestaan in zoverre de betrokken regelgeving dit toelaat. Art. 9 – De uitvoerder verbindt er zich toe elke wijziging van rekeningnummer schriftelijk aan het OCMW bestuur mee te delen.

Hoofdstuk 3: Wijziging beleidsovereenkomst Art. 10 - Elke wijziging m.b.t. de prestatie(s), de meting en de begroting van de actie wordt door de uitvoerder onmiddellijk aan het OCMW schriftelijk gemeld. Desgevallend wordt de overeenkomst aangepast. Onderhavige overeenkomst kan aangepast worden op voorstel van het OCMW en de uitvoerder bij schriftelijk akkoord.

Hoofdstuk 4: Correspondentie en communicatie Art. 11 - De uitvoerder die voor zijn actie specifieke externe communicatie opzet, licht hierover het OCMW in.

6 150/305 RMW - 12 november 2013

Het OCMW en de uitvoerder verbinden zich ertoe om onderling alle relevante informatie tijdig uit te wisselen en op regelmatige tijdstippen met elkaar overleg te plegen over alle aspecten van deze beleidsovereenkomst. Art.12- De functionele bevoegde OCMW dienst beheert namens het OCMW voorliggende overeenkomst. Deze dienst wordt op zijn beurt door de coördinatie Stedenfonds (Staf Beleidsondersteuning - OCMW) ondersteund en begeleid.

De gegevens betreffende de uitvoerder en de stad. De uitvoerder -

Organisatie

-

Rechtsvorm Tot 31 december 2013: Vertegenwoordiger van de rechtspersoon volgens de statuten (CAW Artevelde vzw) Vanaf 1 januari 2014: Vertegenwoordiger van de rechtspersoon volgens de statuten (CAW OostVlaanderen vzw) Contactpersoon Correspondentieadres Telefoonnummer Faxnummer Rekeningnummer en naam van de rekeninghouder e-mail

-

-

-

CAW Artevelde vzw (tot 31 december CAW Oost-Vlaanderen vzw (vanaf 1 januari 2014) vzw Chretien Coenegrachts - voorzitter Patrick Seys – directeur

Chretien Coenegrachts - voorzitter Patrick Seys - algemeen directeur Mark Block - bestuurder Alain Slock - regiodirecteur 9000 Gent - Oude Houtlei 124 09/265 04 50 09/ 265 04 66 BE15 779-5951722-30 CAW Artevelde vzw [email protected] [email protected]

Het OCMW: Promotor -

Naam functionele dienst Diensthoofd Contactpersoon Adres Telefoon Fax-nummer e-mail

Thuislozenzorg Ann Baudonck Ann Baudonck Wittemolenstraat 89, 9040 Sint Amandsberg 09/266.37.00 09/266.37 92 [email protected]

Het OCMW: Stedenfondscoördinatie -

Naam dienst Contactpersoon Adres Telefoon e-mail

Staf Beleidsondersteuning Sociale Dienstverlening Thomas Maeseele Onderbergen 86 09/266.97.56 [email protected]

7 151/305 RMW - 12 november 2013

2013)

Hoofdstuk 5: Bijzondere bepalingen Art. 13 - Investeringen in onroerende goederen gedaan in het kader van deze overeenkomst mogen binnen een periode van 10 jaar geen andere bestemming krijgen. Art. 14 - Het OCMW kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Art. 15 - De toegekende subsidie mag door de uitvoerder niet in pand gegeven worden aan een derde. Art. 16 - Elke vastgestelde onregelmatigheid geeft bij het OCMW aanleiding tot een deel of de geheel uitgekeerde middelen terug te vorderen en/of het saldo niet uit te betalen Art. 17 - De uitvoerder verbindt er zich toe er op toe te zien dat haar bestuurders of diens partners geen contracten afsluiten met zichzelf of met verwanten in eerste of tweede graad, of met rechtspersonen waarin zijzelf of verwanten in eerste of tweede graad zetelen. In geval dergelijke contracten toch noodzakelijk zouden zijn, dient voorafgaandelijk een schriftelijke toestemming van het OCMW bekomen te worden. Het OCMW Gent dient schriftelijk op de hoogte gebracht te worden van de aard en de omvang van de samenwerking. Indien dergelijk contract zonder akkoord van OCMW Gent werd afgesloten, is het OCMW gerechtigd over te gaan tot terugvordering van de reeds uitbetaalde subsidie of de nog uit te betalen subsidie op te schorten. Art. 18 - De uitvoerder verbindt er zich toe:  geen enkele vorm van discriminatie op grond van het geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst te dulden.  toegankelijk te zijn voor iedereen.  elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en te bestraffen.  de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na te leven.  indien men beroep doet op derden onderhavige code aan hen ter kennis te brengen en er voor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in het kader van het toepasselijke reglement/de overeenkomst. Wanneer de non-discriminatieclausule niet nageleefd wordt, kan OCMW Gent - rekening houdend met alle elementen - maatregelen nemen. Art. 19 - In geval van betwistingen is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.

8 152/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 6: Inwerkingtreding beleidsovereenkomst Art. 20 - De beleidsovereenkomst gaat in op 1 juli 2013 en eindigt op 31 december 2016. Opgemaakt in 4 exemplaren te Gent op 8 oktober 2013. Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen. Voor het OCMW

Luc Kupers secretaris

Rudy Coddens voorzitter

Voor de uitvoerder

Patrick Seys algemeen dIrecteur

Chretien Coenegrachts voorzitter

9 153/305 RMW - 12 november 2013

Mark Block bestuurder


Ouderenzorg Staf

2013_RMW_00416

Kwaliteitshandboeken - Aangepaste documenten kwaliteitshandboeken woonzorgcentra en centra voor kortverblijf Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Telkens een document gewijzigd wordt, wordt dit ter goedkeuring voorgelegd aan het BCOZ en vervolgens aan de Raad. De documenten van het kwaliteitshandboek van de woonzorgcentra zijn ook van toepassing op de centra voor kortverblijf, tenzij er een specifiek document voor de centra voor kortverblijf werd opgemaakt.

Motivering Gelet op zijn beslissing d.d. 7 december 2004 pt. 55, houdende de bekrachtiging van de Kwaliteitshandboeken van de Woonzorgcentra en de Centra voor Kortverblijf van het OCMW-Gent ; gelet op zijn beslissing d.d. 18 januari 2005 pt. 60 m.b.t. het gebruik en de procedure i.v.m. vrijheidsbeperkende maatregelen; gelet op zijn beslissing d.d. 13 december 2005 pt. 60, houdende een update van de Kwaliteitshandboeken van de Woonzorgcentra en de Centra voor Kortverblijf van het OCMW-Gent; gelet op de noodzaak om een aantal nieuwe documenten (procedures met eventuele visieteksten, werkvoorschriften en formulieren) te voorzien; gelet op het Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 (B.S. van 5 augustus 1976) betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere wijzigingen; gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.




niet vereist


Artikel 1 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 3.2.11.Procedure schoonmaak.pdf Bijlage 2: 3.2.2.10 overlijden en nazorg fin.pdf

154/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

3: 4: 5: 6: 7: 8:

3.2.2.10.A. Lijktooi fin.pdf 3.1.2. Communicatiekanalen Zonnebloem.pdf 3.1.2. Communicatiekanalen De Vijvers.pdf 3 1 2 Communicatiekanalen Het Heiveld.pdf 3 1 2 Communicatiekanalen De Liberteyt wzc.fin.pdf 3 1 2 Communicatiekanalen De Liberteyt cvk.fin.pdf

Bijlage(n) 3.2.11.Procedure schoonmaak.pdf 3.2.2.10 overlijden en nazorg fin.pdf 3.2.2.10.A. Lijktooi fin.pdf 3.1.2. Communicatiekanalen Zonnebloem.pdf 3.1.2. Communicatiekanalen De Vijvers.pdf 3 1 2 Communicatiekanalen Het Heiveld.pdf 3 1 2 Communicatiekanalen De Liberteyt wzc.fin.pdf 3 1 2 Communicatiekanalen De Liberteyt cvk.fin.pdf

155/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3.2.11.Procedure schoonmaak.pdf

156/305 RMW - 12 november 2013

3.2.11.Procedure schoonmaak.pdf Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Documenten Zorg

Goedgekeurd: Beoordeeld door: Kwaliteitsstuurgroep Raad xx-xx-2013

Versie: 3 Kwaliteitshandboek woonzorgcentra OCMW Pagina 1 van 3 Geldig vanaf: Geldig tot: Gent Xx-xx-2013 xx-xx-2017 Auteur(s): Tamara Van Damme, Annick Van den Bossche, Filip Devalez, Martine Baetens, Magda Maes, Els Berteloot

3.2.11. Procedure voor planning en organisatie van de schoonmaak 1. Doel De planning en de organisatie van de schoonmaak zo optimaal als mogelijk organiseren, plannen en uitvoeren. 2. Toepassingsgebied Deze procedure is van toepassing op het schoonmaken van de woongelegenheden en de gemeenschappelijke ruimten binnen de woonzorgcentra van het OCMW Gent. 3. Definities •

Onderhoudssysteem: systeem van onderhoud (materialen, karren en producten) om een zo efficiënt als mogelijke schoonmaak uit te voeren. Het Viledasysteem wordt gebruikt: de moppen worden gevouwen en voorbevochtigd met de juiste hoeveelheid water en product. Hetzelfde geldt voor de microvezeldoeken. Bij het schoonmaken van elke woongelegenheid wordt er een mop en een microvezeldoek (blauw voor interieur en rood voor sanitair) gebruikt. Elke dag worden de moppen en de doekjes gewassen.

•

Onderhoudsplan: plan voor het dagelijks onderhoud met overzicht van verschillende producten, de dosering per product en de methode voor verwerking. De producten worden visueel ook ingedeeld in kleurcodes die direct een aanwijzing geven waar het product mag op worden gebruikt: groen voor vloeronderhoud, blauw voor interieur, geel voor sanitaire toestellen en rood voor de WC-zone en toestellen.

•

Beurtrol: sommige onderhoudstaken (bv. schoonmaak gangen, grote schoonmaak) worden in beurtsysteem georganiseerd.

•

Weekendonderhoud: tijdens het weekend én op feestdagen wordt een aparte onderhoudsregeling getroffen. De sanitaire toestellen en toiletten van alle kamers krijgen een onderhoudsbeurt.

•

RIMSES: geïnformatiseerd programma voor aanvragen bestellingen en diensten.

157/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Documenten Zorg



4. Werkwijze Opdeling proces

Stappen

Voorbereiding 1. Onderhoudssysteem en onderhoudsplan van de firma Tana werd uitgekozen om de schoonmaak te realiseren. 2. Per voorziening wordt een weekplanning opgemaakt met alle schoonmaaktaken, de dagelijks terugkerende taken en de taken die één of meermaals per week terugkeren. 3. De planning met algemene schoonmaaktaken wordt afzonderlijk opgemaakt in een beurtrol. 4. Voor het ‘weekendonderhoud’ en onderhoud op feestdagen wordt een weekendregeling opgesteld gebaseerd op een beurtsysteem. Dagelijks werk 1. Weekplanning volgen en het werk stipt, correct en zeer zorgvuldig uitvoeren volgens onderhoudsplan. 2. De productdosering en de gebruiksmethode volgen volgens de instructies op het onderhoudsplan. 3. Dagelijks de briefing volgen om zo de toestand van de bewoners te aanhoren en/of om vragen om aanpassing aan de weekplanning op te nemen. 4. Bij het zien van accidentjes ergens in huis het initiatief nemen door ofwel een collega te verwittigen ofwel door zelf het probleem op te lossen. 5. Afspraken maken voor groot onderhoud en deze afspraken opvolgen. 6. Producten worden afgehaald in de voorraadkamer en elke afname wordt genoteerd. Als product bijna uitgeput is wordt de ploegleider onderhoud verwittigd. 7. De ploegleider onderhoud controleert de stock van de producten en bestelt zonodig producten bij.

158/305 RMW - 12 november 2013

Referenties onder andere naar procedures (P), werkvoorschriften (WV) of formulieren (F) Onderhoudsplan

Weekplanning

Verantwoordelijkheid (V) of bevoegdheid (B)

Dienst (V)

aankoop

Ploegleider onderhoud (V)

Ploegleider onderhoud (V) Beurtrol Ploegleider onderhoud (V) Weekendregeling Weekplanning

Alle teamleden onderhoud (V)

Onderhoudsplan Alle teamleden onderhoud (V) Onderhoudsplan Ploegleider onderhoud (V) Weekplanning Alle teamleden onderhoud (V)

Alle teamleden onderhoud (V) Alle teamleden onderhoud (V)

RIMSES

Ploegleider onderhoud (V)




Bijsturing van de werking

Einde verblijf

1. Op briefing kan bijsturing gevraagd worden voor de weekplanning. Weekplanning 2. Aan nieuwe bewoners wordt meegedeeld wanneer de woongelegenheid wordt onderhouden. In de mate van het mogelijke wordt rekening gehouden met de wensen van de bewoner. Deze vraag wordt dan ingepast in de weekplanning. Weekplanning 3. Als er zaken tussenkomen (ziekte collega, vorming, enz.) wordt in overleg met de ploegleider onderhoud de weekplanning Weekplanning bijgestuurd en prioriteit gegeven aan de belangrijkste schoonmaaktaken. 1. Bij het vrijkomen van een woongelegenheid wordt eerst de toestand bekeken van deze woongelegenheid.

2. Nadat eventuele herstellingen en/of schilderwerken zijn uitgevoerd krijgt de woongelegenheid een grondige schoonmaakbeurt met volledige ontsmetting en speciale vloerbehandeling. De gordijnen worden afgehaakt en gewassen.

Ploegleider onderhoud (V) Ploegleider onderhoud (V), alle teamleden onderhoud (V)

Ploegleider onderhoud (V), alle teamleden onderhoud (V) Directeur, zorgcoördinator, hoofdverpleegkundige en ploegleider onderhoud (V) Alle teamleden onderhoud (V)

5. SMK’s Elke voorziening ontwikkelt en omschrijft de kernprocessen inzake hulp- en dienstverlening. (SMK 4.2.) 6. Bijlage(n) Niet van toepassing

159/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3.2.2.10 overlijden en nazorg fin.pdf

160/305 RMW - 12 november 2013

3.2.2.10 overlijden en nazorg fin.pdf Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Documenten Zorg

Beoordeeld door: Goedgekeurd: Kwaliteitsstuurgroep Raad x-x-2013

Versie: 2 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra OCMW Pagina 1 van 6 Geldig vanaf: Gent x-x-2013 Auteur(s): Ria Berqué, Griet Hemelsoet, Marie-Jeanne Minnebo, Magda Maes, Els Berteloot

Geldig tot: x-x-2017

3.2.2.10. Procedure overlijden en nazorg

1. Doel Een waardig afscheid geven aan de bewoner en zijn nabestaanden, vanuit een uniformiteit in de woonzorgcentra. Met respect voor de behoeften, persoonlijke wensen, noden en levensovertuiging. 2. Toepassingsgebied De procedure is van toepassing op alle bewoners en hun familieleden, alsook op de interne en externe hulp- en dienstverleners die bij het overlijdensproces zijn betrokken. 3. Definities •

•

Elektronisch zorgdossier: elektronische toepassing (Care Solutions), waar de gewenste hulp - en dienstverlening per bewoner wordt opgenomen en gepland. Deze elektronische toepassing wordt tevens gebruikt als communicatiemiddel tussen de verschillende disciplines. Ankerpersoon: een personeelslid die bijzondere aandacht geeft aan de aan hem toegewezen bewoner (ook nog “aandachtspersoon“genoemd).

161/305 RMW - 12 november 2013





4. Werkwijze

Opdeling proces

Stappen

Vaststelling overlijden

1. De (behandelende) arts of arts met wachtdienst wordt onmiddellijk telefonisch verwittigd met als doel - vaststelling overlijden; - opstellen overlijdensakte. 2. Indien de (huis)arts een verdacht overlijden vaststelt wordt de directeur onmiddellijk verwittigd. 3. De directeur verwittigt op zijn beurt de politie én de woning van de overledene wordt afgesloten tot aankomst van de politie.

Verwittiging familie

Referenties onder Verantwoordelijkhei andere naar d (V) of procedures (P), bevoegdheid (B) werkvoorschriften (WV) of formulieren (F) (Hoofd)verpleegkundige (V) Elektronisch zorgdossier (Huis)arts (B)/(V) Overlijdensakte (Hoofd)verpleegkundige (V) Directeur (V)

Familie is niet aanwezig op tijdstip overlijden: 1. De familieleden/contactpersonen worden onmiddellijk na het overlijden telefonisch op de hoogte gebracht volgens de afspraken die genoteerd staan in het elektronisch zorgdossier. Aan de familie wordt hierbij ook gevraagd of zij willen aanwezig zijn bij de lijktooi. Indien zij aanwezig willen zijn, wordt dan ook gewacht met de lijktooi. 2. Bij aankomst van de familie wordt de familie opgevangen door de (hoofd)verpleegkundige. Indien mogelijk worden zij naar een afzonderlijke en op dat moment beschikbare ruimte gebracht door de (hoofd)verpleegkundige. 3. Er wordt koffie/frisdank aangeboden.

162/305 RMW - 12 november 2013

(Hoofd)verpleegkundige (V)

Elektronisch zorgdossier






Familie is aanwezig bij het overlijden:

(Hoofd)verpleegkundige (V) (Hoofd)verpleegkundige (V)

1. Aan de familie wordt gevraagd of zij aanwezig willen zijn bij de lijktooi. 2. De familie wordt opgevangen in een op dat moment beschikbare en afzonderlijke ruimte. Er wordt hun koffie/frisdrank aangeboden of – afhankelijk van het het tijdstip overlijden, indien gewenst - ook een broodmaaltijd. Lijktooi

Begroeting door de familie


1. De lijktooi wordt uitgevoerd door een Lijktooi (WV) verpleegkundige of een zorgkundige, mogelijks bijgestaan door een ander personeelslid bv. ankerpersoon. 2. De lijktooi gebeurt in de woning van de overledene. 3. De kledij wordt gekozen door de familie. Indien er geen familie is, wordt de kledij gekozen door de personeelsleden, die de lijktooi uitvoeren, conform de afspraken die genoteerd werden in Elektronisch zorgdossier het elektronisch zorgdossier. 4. Na voltooiing van de lijktooi wordt de woning in orde gebracht én afgesloten. 5. Ook na iedere begroeting wordt de woning afgesloten.

Verpleegkundige/ zorgkundige/ankerpersoon(V)

1. De familie krijgt als eerste de kans om de overledene te begroeten. Zij worden hierbij begeleid door de (hoofd)verpleegkundige. 2. Indien gewenst én op vraag van de familie wordt een levensbeschouwelijk consulent of psycholoog ingeschakeld.


Mededeling 1. De (hoofd)verpleegkundige van de overlijden aan afdeling waar de overledene verbleef, personeel meldt het overlijden via e-mail (de /medebewoners/ postbus van het woonzorgcentrum). vrijwilligers 2. Volgende personeelsgroepen en/of personen worden afzonderlijk bericht teneinde geëigende maatregelen met betrekking tot de dienstverlening te voorzien:

163/305 RMW - 12 november 2013

Verpleegkundige/ zorgkundige/ankerpersoon(V)

Levensbeschouwelijk consulent of psycholoog (V) (Hoofd)verpleegkundige (V) E-mailbericht (Hoofd)verpleegkundige (V)





- keukenpersoneel (aanpassing maaltijdbedeling) - wasserij - apotheek (Hoofd)verpleeg3. De melding van het overlijden wordt overlijdensbericht aan kundige (V) ook uitgehangen op een centrale plaats prikbord op de afdeling. 4. Begroeting door personeel/medebewoners/vrijwilligers is mogelijk tot het moment van overbrenging naar het mortuarium. Overbrenging mortuarium

1. Het tijdstip van overbrenging naar het mortuarium gebeurt in overleg met de familie, doch binnen de wettelijke bepalingen (binnen de 24 uur na overlijden). 2. De overledene wordt overgebracht naar het stedelijk mortuarium, gelegen in het ziekenhuis Jan Palfijn site 1, tenzij de familie een andere keuze heeft opgegeven. 3. De lijkwagen parkeert zich bij voorkeur discreet op de daartoe voorziene plaats. Het vervoer van de overledene gebeurt in alle openheid, maar wel met ingetogenheid en respect. 4. De verpleegkundige van de afdeling begeleidt de begrafenisondernemer naar de woning, waar de overledene is opgebaard. 5. De verpleegkundige van de afdeling ziet er ook op toe dat de overledene in alle sereniteit wordt behandeld en overgebracht, zelfs wanneer er familie aanwezig is. Klachten hieromtrent worden gemeld Meldingsmanagement (P) volgens de meldingsprocedure. 6. De (hoofd)verpleegkundige ziet er ook op toe dat het document “identificatie Identificatie overlijden overlijden“ meegaat met de begrafenisondernemer.

164/305 RMW - 12 november 2013


Begrafenisondernemer (V)

Begrafenisondernemer (V)

Verpleegkundige (V)

Verpleegkundige (V)

Ieder personeelslid (V) (Hoofd)verpleegkundige (V)





Administratieve formaliteiten

Adminstratief medewerker (V), (hoofd)verpleegkundige (V)

De uitvaart

Nazorg

1. De overlijdensdocumenten worden onmiddellijk bezorgd aan het secretariaat en/of bijgehouden op de afdeling tot de begrafenisondernemer de overledene komt ophalen. 2. In overleg met de (hoofd)verpleegkundige kunnen deze ook worden meegegeven met de familie indien deze alle andere formaliteiten ook regelen. 3. Indien de familie een overlijdensbericht bezorgd aan het wzc wordt dit door de administratieve medewerker doorgegeven aan de hoofdverpleegkundige van de afdeling waar de overledene woonde. 1. Bij overlijden van een bewoner woont één personeelslid de uitvaartplechtigheid bij. Bij voorkeur is dit de (hoofd)verpleegkundige of ankerpersoon. 2. Indien bewoners bij de begrafenis/crematie van de overleden medebewoner willen aanwezig zijn dan bekijkt de hoofdverpleegkundige hiertoe de mogelijkheden. 3. Indien het past in de planning, kan het vervoer geregeld worden door de vervoersdienst van het dagverzorgingscentrum, zoniet wordt beroep gedaan op vrijwilligers. Er wordt jaarlijks een herdenkingsplechtigheid georganiseerd. Alle contactpersonen, vrijwilligers, personeelsleden en bewoners worden hierop uitgenodigd.

165/305 RMW - 12 november 2013

Overlijdensdocumenten

Overlijdensdocumenten


Overlijdensbericht Adminstratief medewerker (V)

(Hoofd)verpleegkundige, ankerpersoon (V)

Hoofdverpleegkundige (V) Vervoerdienst dagverzorgingscentrum (V) en/of vrijwilligers (B) Directeur ( V)





5. SMK’s • • • • •

Elke voorziening treft schikkingen voor het eerbiedigen van de persoonlijke levenssfeer in de omgang met haar gebruiker (SMK 1.2.) De voorziening neemt voor haar hulp- en dienstverlening de waardigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker als uitgangspunt (SMK 1.3.) De voorziening legt de keuzemogelijkheden van haar hulp- en dienstverlening vast en maakt die kenbaar aan haar gebruikers (SMK 1.6.) De voorziening ontvangt de relevante informatie bij aanmelding en in elke fase van het hulp- en dienstverleningsproces (SMK 1.15.) De interne en externe hulp- en dienstverlening wordt opgevolgd, in samenspraak met gebruiker en/of familie (SMK 2.2.)

6. Bijlage(n) Niet van toepassing

166/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3.2.2.10.A. Lijktooi fin.pdf

167/305 RMW - 12 november 2013

3.2.2.10.A. Lijktooi fin.pdf Hoofdstuk 3 Kwaliteitssysteem Documenten zorg


Versie: 2 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra OCMW Geldig vanaf: Pagina 1 van 2 Gent x-x-2013 Auteur(s): Ria Berqué, Griet Hemelsoet, Marie-Jeanne Minnebo, Magda Maes, Els Berteloot


3.2.2.10.A. Werkvoorschrift: lijktooi Algemeen Hou rekening met de culturele en levensbeschouwelijke gewoonten van de overledene en zijn/haar nabestaanden. Hou ook rekening met wat werd genoteerd in het elektronisch zorgdossier met betrekking tot het overlijden. Neem de box voor respectvolle lijktooi. Vraag indien nodig de hulp van de hoofdverpleegkundige en/of de palliatief referent. “Zorg voor privacy” is een belangrijk aspect, ook bij de laatste zorgen! De persoon Sluit de ogen van de overledene. Verwijder, indien nodig, de alterneringsmatras + motor. Hygiënische zorgen: - ontkleed de overledene volledig en verwijder eventuele verbanden - was met koud water en zeep - dep droog, zonder afspoelen - doe een incontinentieluier aan - pas verder de detailzorg (scheren, nagelverzorging, haarverzorging, eventueel make-up) toe (opgepast voor snijwondjes) - reinig de tanden en plaats, indien mogelijk, het kunstgebit terug (of geef het eventueel mee met de begrafenisondernemer) Kleed de overledene aan en respecteer de afspraken conform het elektronisch zorgdossier en/of de wens van de nabestaanden. Breng de lijkzak aan tot aan het middel. Leg een schoon onder- en bovenlaken. Leg een schoon hoofdkussen met sloop onder het hoofd. Leg de overledene zo, dat het gezicht onmiddellijk te zien is wanneer de deur opengaat. Sluit de mond door de onderkaak naar boven te duwen en de lippen op elkaar te houden en/of gebruik een speciale kinsteun. Leg de handen op of naast het lichaam, conform de levensovertuiging. Breng persoonlijke details aan (bloem, tekening kleinkinderen,….).

168/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3 Kwaliteitssysteem Documenten zorg


Versie: 2 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra OCMW Geldig vanaf: Pagina 2 van 2 Gent x-x-2013 Auteur(s): Ria Berqué, Griet Hemelsoet, Marie-Jeanne Minnebo, Magda Maes, Els Berteloot


De woning Ruim de woning op: - neem fles water en glas weg - verwijder patiëntenoprichter,…. - ruim de omgeving van de sanitaire ruimte op Breng de woning in orde bv. - plaats een geurbrander, kaars,…. - bloemen (op en naast het bed) Verlucht de woning. Sluit, indien nodig/gewenst, de gordijnen en zorg voor aangepaste verlichting. Enkele belangrijke aandachtspunten Sommige nabestaanden wensen aanwezig te zijn bij de lijktooi. Dit kan een belangrijk deel uitmaken van het afscheid nemen. Het aanwezig zijn kan ook emotionele reacties teweegbrengen of het kan gebeuren dat emotionele reacties achterwege blijven. Beide reacties dienen gerespecteerd. Besef dat de confrontatie met een dood, naakt lichaam een schrikeffect kan veroorzaken. Hou rekening met deze gevoeligheden. Het is ook zeer belangrijk om rekening te houden met de culturele en levensbeschouwelijk gewoonten van de overledene en zijn/haar nabestaanden. In onze cultuur verlangen christenen soms een gebed en pastorale bijstand; vrijzinnig-humanisten onthouden zich gewoonlijk van religieuze symboliek. Goed om weten is dat: boeddhisten, hindoes, joden, moslims,… een eigen ritueel hebben bij de lijktooi waarbij de aanraking en verzorging van de overledene soms tot een absoluut minimum zijn beperkt en/of voorbehouden zijn voor familieleden en/of de geestelijke. Neem dan ook best contact op met de respectievelijke geestelijke (lama, pandit, rabbijn, iman, …) vooraleer aan de lijktooi te beginnen.

169/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3.1.2. Communicatiekanalen Zonnebloem.pdf

170/305 RMW - 12 november 2013

3.1.2. Communicatiekanalen Zonnebloem.pdf Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur Versie 5 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra Pagina 1 van 2 OCMW Gent Auteur(s): Geert Vanhooren, Monique Malis, Els Berteloot

Beoordeeld door: Kwaliteitsstuurgroep

Goedgekeurd: Raad x-x-2013

Geldig vanaf: x-x-2013


3.1.2. Communicatiekanalen woonzorgcentrum Zonnebloem Afdelingsgebonden: • •

Dagelijkse briefing (’s morgens en ’s avonds) onder leiding van de verantwoordelijke verpleegkundige + overlopen dag en nachtboek. Elke middag teamoverleg (verpleegkundigen, verzorgenden en paramedici) onder leiding van de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke verpleging.

Doel: informatieoverdracht Afdelingsoverstijgend: •

Maandelijks multidisciplinair overleg in aanwezigheid van de directeur, hoofdverpleegkundigen, paramedici, maatschappelijk werker en coördinerend en raadgevend arts. Doel: bespreking nieuwe bewoners, ziekenhuisopnames, problemen bij bewoners,….

•

Stuurgroep: maandelijks overleg in aanwezigheid van directeur, hoofdverpleegkundigen, hoofdadministratief medewerker, ploegleider onderhoud, keukenmanager, coördinator animatie en reactivatie en maatschappelijk werker. Doel: informatiedoorstroming tussen de verschillende disciplines.

•

Wekelijks overleg tussen het animatie- en reactivatieteam. Doel: evaluatie en planning van de activiteiten

•

Vrijwilligersvergadering: dit overleg wordt geleid door de verantwoordelijke van de vrijwilligerswerking en vindt 2x per jaar plaats. Doel: informatiedoorstroming en bespreking knelpunten.

•

Palliatieve werkgroep: 2x per jaar of volgens noodzaak.

Beleid: Tweewekelijks overleg tussen departementshoofd ouderenzorg (oz), directeurs woonzorgcentra en diensthoofden oz. Maandelijks individueel overleg tussen departementshoofd oz en directeur woonzorgcentrum in het woonzorgcentrum.

171/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur Versie 5 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra Pagina 2 van 2 OCMW Gent Auteur(s): Geert Vanhooren, Monique Malis, Els Berteloot





Inspraak: •

Gebruikersraad: informatiedoorstroming, bespreking van opmerkingen, rondvraag, antwoord directeur (4 maal per jaar).

•

Register voor klachten en suggesties + zie ook: klachtenprocedure

•

Grootmoederskeuken: overleg bewoners, keukenmanager animatie en reactivatie. Doel: bespreking van de menu’s en knelpunten.

Extern: Overleg Palliatieve Binding: 2 x per jaar Overleg Geriatrische Binding: 2 x per jaar

172/305 RMW - 12 november 2013

register

en

van

coördinator


Bijlage: 3.1.2. Communicatiekanalen De Vijvers.pdf

173/305 RMW - 12 november 2013

3.1.2. Communicatiekanalen De Vijvers.pdf Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur Versie 3 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra OCMW Pagina 1 van 2 Gent Auteur(s): Dirk Beyens, Nancy Vander Heyden, Els Berteloot





3.1.2.1. Communicatiekanalen woonzorgcentrum De Vijvers Afdelingsgebonden: Maandelijkse teamvergadering: informatiedoorstroming en bespreking agendapunten over de werking van het team met hoofdverpleegkundige van de afdeling, verplegend en verzorgend personeel van de afdeling en paramedici toegewezen aan de afdeling. Bewonersbespreking: maandelijks voorstellen van nieuwe bewoners; bespreken problemen bij bewoners; bespreken zorgdossier. Zijn aanwezig: hoofdverpleegkundige, coördinerend en raadgevend arts (cra), maatschappelijk werker, paramedici; eventueel een behandelend arts op uitnodiging. Afdelingsoverstijgend: Ochtendbriefing: dagelijkse coördinatie, infodoorstroming met zorgcoördinator en hoofdverpleegkundigen. Wekelijkse briefing (maandag): efficiënte informatiedoorstroming over de komende week met hoofdadministratief medewerker, keukenmanager, afvaardiging team kiné/ergo – animatie, ploegleider onderhoud, zorgcoördinator, maatschappelijk werker, directeur en hoofdverpleegkundigen. Animatieteam: bespreken en opmaken deelname en registratie van het activiteitenprogramma – maandelijks – in aanwezigheid van afvaardiging hoofdverpleegkundige, afvaardiging kiné/ergo/animatieteam. Multidisciplinair team komt maandelijks samen met als doel dieper in te gaan op enkele thema’s of agendapunten betreffende de algemene dagelijkse werking. Zijn aanwezig: directeur, zorgcoördinator, hoofdverpleegkundigen, ploegleider onderhoud, hoofdadministratief medewerker, kiné, ergo, animatie, maatschappelijk werker, keukenmanager en cra. Vrijwilligersvergadering: informatiedoorstroming en bespreking knelpunten met de verantwoordelijke voor de vrijwilligers en alle vrijwilligers. Periode: driemaandelijks

174/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur Versie 3 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra OCMW Pagina 2 van 2 Gent Auteur(s): Dirk Beyens, Nancy Vander Heyden, Els Berteloot





Beleid: Tweewekelijks overleg tussen departementshoofd ouderenzorg (oz), directeurs woonzorgcentra en diensthoofden oz. Maandelijks individueel overleg tussen departementshoofd oz en directeur woonzorgcentrum in het woonzorgcentrum. Inspraak: Gebruikersraad: informatiedoorstroming, bespreking van opmerkingen, rondvraag, antwoord directeur (4 maal per jaar). Register voor klachten en suggesties. Extern: Overleg Palliatieve Binding: 2 x per jaar. Overleg Geriatrische Binding: 2 x per jaar.

175/305 RMW - 12 november 2013

register

van


Bijlage: 3 1 2 Communicatiekanalen Het Heiveld.pdf

176/305 RMW - 12 november 2013

3 1 2 Communicatiekanalen Het Heiveld.pdf Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur Versie 4 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra Pagina 1 van 2 OCMW Gent Auteur(s): Geert Roggeman, Philippe Bultinck, Els Berteloot





3.1.2. Communicatiekanalen woonzorgcentrum Het Heiveld Afdelingsgebonden:

Dagelijkse schriftelijke en mondelinge ‘briefing’: (voor overdracht van wisselende diensten per dag én nacht) = zorgdossier met aandachtspunten per bewoner, schriftelijke feedback per dag. Maandelijks multidisciplinair overleg in aanwezigheid van de coördinerend raadgevend arts (cra): bespreking nieuwe bewoners. Gevolgd door bewonersbespreking, bespreking werking dienst en/of uitdieping bepaald thema of onderwerp. Afdelingsoverstijgend: Dagelijkse coördinatie/infodoorstroming tussen de directeur, hoofdverpleegkundigen, administratie, keuken, ploegleider onderhoud. Wekelijks overleg tussen directeur en leidinggevenden. Wekelijks overleg tussen zorgcoördinator en hoofdverpleegkundigen. Maandelijks “oaseteam”: samenkomst met hoofdverpleegkundigen, kine, ergo, team animatie en reactivatie, maatschappelijk werker, coördinator dagverzorgingscentrum, cra en directeur. Dagelijks briefing animatieteam. Palliatieve stuurgroep (volgens noodzaak). Driemaandelijks palliatief supportteam in aanwezigheid van cra.

Beleid: Tweewekelijks overleg tussen departementshoofd ouderenzorg (oz), directeurs woonzorgcentra en diensthoofden oz. Maandelijks individueel overleg tussen departementshoofd oz en directeur woonzorgcentrum in het woonzorgcentrum.

177/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur Versie 4 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra Pagina 2 van 2 OCMW Gent Auteur(s): Geert Roggeman, Philippe Bultinck, Els Berteloot





Inspraak: Gebruikersraad 4 maal per jaar. Wekelijkse samenkomst van bewoners en psycholoog, logopedist (praatgroep). Lekkerbek: overleg bewoners – kok – animator voorstellen menukeuze – speciale gelegenheden. Ideeënbus (bevindt zich in de cafetaria). Suggestie / meldingen / klachtenregister op elke afdeling. Extern: Overleg Palliatieve Binding: 2 x per jaar Overleg Geriatrische Binding: 2 x per jaar

178/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3 1 2 Communicatiekanalen De Liberteyt wzc.fin.pdf

179/305 RMW - 12 november 2013

3 1 2 Communicatiekanalen De Liberteyt wzc.fin.pdf Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur



Versie 5 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra Pagina 1 van 2 Geldig vanaf: OCMW Gent x-x-2013 Auteur(s): Veronique Dierinck, Liesbeth Devogelaere, Els Berteloot


3.1.2. Communicatiekanalen woonzorgcentrum De Liberteyt

Afdelingsgebonden: •

Dagelijkse schriftelijke en mondelinge briefing tijdens het overdrachtsmoment door de verantwoordelijke verpleegkundige (= wisseling dienst per dag en per nacht) en dagelijkse schriftelijke rapportage in het dagboek.

•

Maandelijks multidisciplinair overleg in aanwezigheid van de coördinerend en raadgevend arts (CRA) en behandelende arts op uitnodiging: bespreking nieuwe en overleden bewoners, palliatieve dossiers, KATZ-schalen en/of uitdieping bepaald thema of onderwerp.

•

Teamvergadering: minimum 1x per jaar of volgens noodzaak met alle personeelsleden van de afdeling. Doel: bespreking werking dienst, informatiedoorstroming, analyse en bijsturen knelpunten.

Afdelingsoverstijgend: •

Dagelijkse mondelinge ochtendbriefing tussen directeur en zorgcoördinator, tussen directeur en administratief personeel, ploegbaas, maatschappelijk werker en keukenmanager en tussen zorgcoördinator en hoofdverpleegkundigen. Doel: informatiedoorstroming.

•

Maandelijks overleg tussen zorgcoördinator en directeur.

•

Maandelijks overleg tussen zorgcoördinator en hoofdverpleegkundigen.

•

Maandelijks multidisciplinair overleg in aanwezigheid van de directeur, zorgcoördinator, hoofdverpleegkundigen en vertegenwoordiger van paramedici animatie en reactivatie, CRA en maatschappelijk werker (facultatief: anderen).

•

Voedingsteam 2 maal per jaar in aanwezigheid van hoofdverpleegkundigen, logopediste, keukenmanager en CRA.

•

Maandelijks animatie/reactivatievergadering met alle teamleden. Doel: bespreking programmatie en evaluatie voorbije activiteiten.

180/305 RMW - 12 november 2013

zorgcoördinator,

Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur



Versie 5 Kwaliteitshandboek Woonzorgcentra Pagina 2 van 2 Geldig vanaf: OCMW Gent x-x-2013 Auteur(s): Veronique Dierinck, Liesbeth Devogelaere, Els Berteloot


Beleid: Tweewekelijks overleg tussen departementshoofd ouderenzorg (oz), directeurs woonzorgcentra en diensthoofden oz. Maandelijks individueel overleg tussen departementshoofd oz en directeur woonzorgcentrum in het woonzorgcentrum. Inspraak: •

Gebruikersraad: 4 maal per jaar

•

Meldingsbus

•

Vrijwilligersraad: maandelijkse vergadering met alle vrijwilligers

•

Op de koffie met…: minimum 2 maal per jaar

•

Familieoverlegmoment: minimum 1 maal per jaar

Extern: •

Overleg Palliatieve Binding: 2 x per jaar

•

Overleg Geriatrische Binding: 2 x per jaar

•

Formularium: volgens noodzaak

•

Deelname aan stuurgroep seniorenweek

•

Overleg apotheek: volgens noodzaak

181/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3 1 2 Communicatiekanalen De Liberteyt cvk.fin.pdf

182/305 RMW - 12 november 2013

3 1 2 Communicatiekanalen De Liberteyt cvk.fin.pdf Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur



Versie 5 Kwaliteitshandboek Centrum voor Pagina 1 van 2 Geldig vanaf: Kortverblijf OCMW Gent x-x-2013 Auteur(s): Veronique Dierinck, Liesbeth Devogelaere, Els Berteloot


3.1.2. Communicatiekanalen centrum voor kortverblijf De Liberteyt

Afdelingsgebonden: •

Dagelijkse schriftelijke en mondelinge briefing tijdens het overdrachtsmoment door de verantwoordelijke verpleegkundige (= wisseling dienst per dag en per nacht) en dagelijkse schriftelijke rapportage in het dagboek.

•

Maandelijks multidisciplinair overleg in aanwezigheid van de coördinerend en raadgevend arts (CRA) en behandelende arts op uitnodiging: bespreking nieuwe en overleden bewoners, palliatieve dossiers, KATZ-schalen en/of uitdieping bepaald thema of onderwerp.

•

Teamvergadering: minimum 1x per jaar of volgens noodzaak met alle personeelsleden van de afdeling. Doel: bespreking werking dienst, informatiedoorstroming, analyse en bijsturen knelpunten.

Afdelingsoverstijgend: •

Dagelijkse mondelinge ochtendbriefing tussen directeur en zorgcoördinator, tussen directeur en administratief personeel, ploegbaas, maatschappelijk werker en keukenmanager en tussen zorgcoördinator en hoofdverpleegkundigen. Doel: informatiedoorstroming.

•

Maandelijks overleg tussen zorgcoördinator en directeur.

•

Maandelijks overleg tussen zorgcoördinator en hoofdverpleegkundigen.

•

Maandelijks multidisciplinair overleg in aanwezigheid van de directeur, zorgcoördinator, hoofdverpleegkundigen en vertegenwoordiger van paramedici animatie en reactivatie, CRA en maatschappelijk werker (facultatief: anderen).

•

Voedingsteam 2 maal per jaar in aanwezigheid van hoofdverpleegkundigen, logopediste, keukenmanager en CRA.

•

Maandelijks animatie/reactivatievergadering met alle teamleden. Doel: bespreking programmatie en evaluatie voorbije activiteiten.

183/305 RMW - 12 november 2013

zorgcoördinator,

Hoofdstuk 3: Kwaliteitssysteem Basisstructuur



Versie 5 Kwaliteitshandboek Centrum voor Pagina 2 van 2 Geldig vanaf: Kortverblijf OCMW Gent x-x-2013 Auteur(s): Veronique Dierinck, Liesbeth Devogelaere, Els Berteloot


Beleid: Tweewekelijks overleg tussen departementshoofd ouderenzorg (oz), directeurs woonzorgcentra en diensthoofden oz. Maandelijks individueel overleg tussen departementshoofd oz en directeur woonzorgcentrum in het woonzorgcentrum. Inspraak: •

Gebruikersraad: 4 maal per jaar

•

Meldingsbus

•

Vrijwilligersraad: maandelijkse vergadering met alle vrijwilligers

•

Op de koffie met…: minimum 2 maal per jaar

•

Familieoverlegmoment: minimum 1 maal per jaar

Extern: •

Overleg Palliatieve Binding: 2 x per jaar

•

Overleg Geriatrische Binding: 2 x per jaar

•

Formularium: volgens noodzaak

•

Deelname aan stuurgroep seniorenweek

184/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00417

Kwaliteitshandboeken - Aangepaste documenten kwaliteitshandboek dagverzorgingscentrum Het Heiveld Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Telkens een document gewijzigd wordt, wordt dit ter goedkeuring voorgelegd aan het BCOZ en vervolgens aan de Raad.

Motivering Gelet op zijn beslissing d.d. 07.12.2004 pt. 55, houdende de bekrachtiging van het kwaliteitshandboek van het dagverzorgingscentrum van het OCMW-Gent ; gelet op zijn beslissing d.d. 13.12.2005 pt. 60, houdende een update van het kwaliteitshandboek van het dagverzorgingscentrum van het OCMW-Gent; gelet op het Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 (B.S. van 5 augustus 1976) betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere wijzigingen; gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.




niet vereist


Artikel 1 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 3.1.1.3.Organogram DVC Het Heiveld.pdf Bijlage 2: 3.1.2. Overleg en communicatiekanalen DVC.pdf Bijlage 3: 3.1.4. Middelen fin.pdf Bijlage 4: 3.2.2.2. Procedure vervoer.pdf Bijlage 5: 3.2.2.3.A. Hulpmiddelen bij het maaltijdgebeuren.pdf Bijlage 6: 3.2.2.3.Procedure Ergotharapie.pdf

Bijlage(n) 3.1.1.3.Organogram DVC Het Heiveld.pdf

185/305 RMW - 12 november 2013


3.1.2. Overleg en communicatiekanalen DVC.pdf 3.1.4. Middelen fin.pdf 3.2.2.2. Procedure vervoer.pdf 3.2.2.3.A. Hulpmiddelen bij het maaltijdgebeuren.pdf 3.2.2.3.Procedure Ergotharapie.pdf

186/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3.1.1.3.Organogram DVC Het Heiveld.pdf

187/305 RMW - 12 november 2013

3.1.1.3.Organogram DVC Het Heiveld.pdf Hoofdstuk 3 Kwaliteitssysteem Versie 3 Kwaliteitshandboek: dagverzorgingscentrum Het Heiveld Auteur(s): Kelly de la Ruelle, Els Berteloot

Pagina 1 van 1

Beoordeeld door: Geert Roggeman Pascale Hulpiau

Goedgekeurd: Raad x-0x-2013



3.1.1.3. Basisstructuur organogram dagverzorgingscentrum Het Heiveld

Departementshoofd ouderenzorg Hoofdmaatschappelijk werker Intramurale Zorg

Chauffeur Ambulancier Directeur woonzorgcentrum Het Heiveld

Maatschappelijk Werker Coördinator dagverzorgingscentrum

Verpleegkundige

188/305 RMW - 12 november 2013

Zorgkundige

Paramedicus


Bijlage: 3.1.2. Overleg en communicatiekanalen DVC.pdf

189/305 RMW - 12 november 2013

3.1.2. Overleg en communicatiekanalen DVC.pdf Hoofdstuk 3 Kwaliteitssysteem Basisstructuur

Beoordeeld door: Goedgekeurd: Geert Roggeman Raad x-0x-2013 Pascale Hulpiau

Versie 3 Kwaliteitshandboek Pagina 1 van 2 dagverzorgingscentrum Het Heiveld Auteur(s): Kelly de la Ruelle, Els Berteloot



3.1.2. Overleg- en communicatiekanalen Gebruikersgebonden: Dagelijkse schriftelijke en/of mondelinge ‘briefing’ met het begeleidend team en personeel vervoerdienst voor de overdracht van dagelijks wisselende bezoekers aan het dagverzorgingscentrum en de wisselende diensten per dag. Dit vindt zijn neerslag in: - het aanwezigheidsregister; - het elektronisch zorgdossier waarin de aandachtspunten per bezoeker worden genoteerd met een schriftelijke feedback (enkel indien de situatie wijzigt). Het communicatieschrift wordt ingevuld bij elk bezoek aan het dagverzorgingscentrum voor gebruikers die zelf de mogelijkheid niet meer hebben om voor zichzelf op te komen. Het is een heen- en weerschrift die de doorstroming van de communicatie rond de gebruiker van en aan de mantelzorger waarborgt. Aangevuld met het weekmenu en het maandelijkse activiteitenprogramma. Maandelijkse teamvergadering: overleg met alle betrokken medewerkers rond de gebruikers, bespreking werking dienst en/of uitdieping onderwerp (volgens noodzaak). Volgens noodzaak zijn er mondelinge en/of schriftelijke overlegmomenten met andere hulp-en dienstverleners (huisarts, kinesitherapeut, logopedist, thuiszorgdiensten) en mantelzorgers binnen het dienstverleningsaanbod van het dagverzorgingscentrum. Dienstgebonden: Dagelijks overleg tussen de coördinator dagverzorgingscentrum en de medewerkers van de dienst. Dagelijks invullen van het activiteitenregister in het elektronisch zorgdossier. Dagelijks invullen van het gebruikersdossier in het elektronisch zorgdossier met neerslag van dienstgebonden aangelegenheden. Dagelijks invullen van het aanwezigheidsregister. Maandelijks multidisciplinair team: samenkomst met hoofdverpleegkundigen, kiné, ergo, personeel uit keuken en onderhoud, team animatie en reactivatie, maatschappelijk werker en de coördinator dagverzorgingscentrum en directeur van Het Heiveld. Het multidisciplinair team staat in voor de zinvolle dagbesteding van alle bewoners van Het Heiveld en waar aansluiting is, ook voor de bezoekers van het dagverzorgingscentrum. Maandelijks overleg met de maatschappelijk werkers van Advies, Oriëntatie en Opname (A.O.O.), de maatschappelijk werkers intramurale zorg en de hoofdmaatschappelijk werker met als doel de afstemming van de maatschappelijke dienstverlening.

190/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3 Kwaliteitssysteem Basisstructuur


Versie 3 Kwaliteitshandboek Pagina 2 van 2 dagverzorgingscentrum Het Heiveld Auteur(s): Kelly de la Ruelle, Els Berteloot



Maandelijks overleg met de medewerkers van het dagverzorgingscentrum met als doel: voorbereiding, evaluatie en bijsturing van de dienstactiviteiten.

Beleidsgebonden: Regelmatig overleg tussen de coördinator dagverzorgingscentrum en de directeur van het Heiveld. Inspraak: Gebruikersraad: één raad waarin zowel de gebruikers als de vertegenwoordigers (mantelzorgers) worden betrokken: 2 maal per jaar. Mantelzorgbijeenkomsten: 2 à 4 x per jaar, om de mantelzorgers te ondersteunen met specifieke thema’s. Suggestie / melding / klachtenregister is aanwezig in het dagverzorgingscentrum. Zelfevaluatie: huisbezoek bij elke nieuwe gebruiker na 4 weken om na te gaan of de verwachtingen ingevuld worden. 5 x per jaar is er een systematische bevraging van de gebruikers, steeds op een andere dag van de week, zodat iedereen zeker gehoord wordt. De resultaten worden besproken op de teamvergaderingen. Extern: Provinciaal overleg van de Oost-Vlaamse dagverzorgingscentra: 5X per jaar Jaarlijks overleg met de openbare dagverzorgingscentra aangesloten bij het VVSG Deelname aan het samenwerkingsinitiatief thuiszorg Amandsberg/Oostakker Doel: overleg met de thuiszorgdiensten uit de regio. Overleg met de Gentse dagverzorgingscentra: 4x per jaar Doel: afstemming van de hulp- en dienstverlening.

191/305 RMW - 12 november 2013

(SIT)

–

afdeling

Sint-


Bijlage: 3.1.4. Middelen fin.pdf

192/305 RMW - 12 november 2013

3.1.4. Middelen fin.pdf Hoofdstuk 3 Kwaliteitsysteem Basisstructuur

Kwaliteitshandboek: dagverzorgingscentrum Het Heiveld Auteur(s): Kelly de la Ruelle, Els Berteloot

Versie 3 Pagina 1 van 2




3.1.4. Middelen

1.

Personeel

SMK. 2.1. De voorziening moet voldoende en deskundig personeel inzetten om haar doelstellingen te realiseren. SMK. 5.4. De personeelsleden moeten over de nodige kwalificaties beschikken voor de opdrachten die zij vervullen.

De eerste en voornaamste groep van middelen zijn de personeelsleden. Welke mensen werken in onze dienst; welke functies krijgen zij in het geheel en welke bekwaamheid brengen zij mee. Zij helpen het kwaliteitsbeleid mee uitvoeren. Het organogram geeft een overzicht van hoe de structuur van het dagverzorgingscentrum eruit ziet. Het aantal personeelsleden van het dagverzorgingscentrum is in overeenstemming met de wetgeving op de dagverzorgingscentra. Wij verwijzen hiervoor naar de geactualiseerde boordtabel die aanwezig is in het dagverzorgingscentrum. Andere taken worden opgenomen door het personeel van het woonzorgcentrum Het Heiveld. Deze taken zijn onder meer: • • •

het onderhoud de bereiding van de maaltijden de facturatie

2. Budget

SMK. 5.8. De voorziening voert binnen de beschikbare middelen een gezond financieel beleid, met het oog op een verantwoorde hulp- en dienstverlening.

De belangrijkste principes bij het voeren van het OCMW beleid zijn: Budgethouderschap (zie intranet)

193/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3 Kwaliteitsysteem Basisstructuur

Kwaliteitshandboek: dagverzorgingscentrum Het Heiveld Auteur(s): Kelly de la Ruelle, Els Berteloot

Versie 3 Pagina 2 van 2




Budget: vorm en inhoud (zie intranet)

Het budget bevat: •

beleidsnota

•

exploitatiebudget

•

gemeentelijke bijdrage

•

investeringsbudget

•

liquiditeitenbudget

•

investeringsanalyse

3. Kwaliteitsmethodieken

-

Jaarlijks maakt de coördinator dagverzorgingscentrum, in overleg met de stafmedewerker oz, een kwaliteitsplanning op, waarin onder andere kwaliteitsprojecten en gebruikersbevragingen beschreven worden. Jaarlijks wordt de kwaliteitsplanning van het afgelopen jaar geëvalueerd.

-

Alle procedures zijn gebundeld in het kwaliteitshandboek dagverzorgingscentrum Het Heiveld op het intranet.

-

Het kwaliteitsbeleid is gelinkt aan het kwaliteitsbeleid van het aanpalende woonzorgcentrum Het Heiveld, waarmee het dagverzorgingscentrum een functionele binding heeft.

194/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3.2.2.2. Procedure vervoer.pdf

195/305 RMW - 12 november 2013

3.2.2.2. Procedure vervoer.pdf Hoofdstuk 3 Kwaliteitssysteem Procedures





Versie 3 Kwaliteitshandboek: Pagina 1 van 3 dagverzorgingscentrum Het Heiveld Auteur(s): Kelly de la Ruelle, Els Berteloot

3.2.2.2. Procedure vervoer 1. Doel Een gepast vervoer aanbieden aan de gebruiker. 2. Toepassingsgebied De gebruikers van het dagverzorgingscentrum Het Heiveld, die gebruik maken van het aangeboden vervoer. 3. Definities Elektronisch zorgdossier: elektronische toepassing (Care Solutions), waar de gewenste hulp– en dienstverlening per gebruiker wordt opgenomen en gepland.

196/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3 Kwaliteitssysteem Procedures






4.

Werkwijze

Opdeling proces

Stappen

Voorbereiding vervoer

1.

De coördinator dagverzorgingscentrum geeft de nodige informatie door aan de dienst Vervoer. Hierbij worden vermeld: - aandachtspunten m.b.t. de gebruiker; - dag en uur ophalen 2. De coördinator dagverzorgingscentrum maakt de planning op.

Referenties onder Verantwoordelijkhei andere naar d (V) of bevoegdheid procedures (P), (B) werkvoorschriften (WV) of formulieren (F) Coördinator dagverzorgingscentrum (V)

Rittenschema (F)

Coördinator dagverzorgingscentrum (V)

3. Bij gebruik van de externe vervoersdienst worden er dienstencheques aangekocht. 4. Planning voor vervoer via externe vervoersdienst wordt opgesteld en dagelijks aangepast. Organisatie van 1. Er wordt aangepast vervoer voorzien in het dagelijks functie van de fysische mogelijkheden van vervoer de gebruiker. 2. De ritten worden dagelijks aangepast i.f.v. de behoeften van de gebruiker. 3. Specifieke situaties worden vermeld in het Elektronisch elektronisch zorgdossier. zorgdossier


Bijsturing van de hulp- en dienstverlening


Rapportage van de dienstverlening

1. De dienstverlening wordt maandelijks besproken en geëvalueerd op het teamoverleg. 2. De dienstverlening wordt bijgestuurd o.a. na opmerkingen geuit in de gebruikersraad. Jaarlijks wordt een weerslag gerapporteerd in het jaarverslag.

197/305 RMW - 12 november 2013

Verslag teamoverleg

Jaarverslag dvc








4. SMK’s • • • •

6.

De hulp- en dienstverlening wordt zo georganiseerd dat het de zelfredzaamheid van de gebruiker zoveel mogelijk stimuleert en de individuele levensstijl zoveel mogelijk respecteert (SMK 1.4). De uitbouw van de hulp- en dienstverlening schept kansen tot behoud en/of ontwikkeling van de individuele mogelijkheden van de gebruiker (SMK 1.7). De uitbouw van de externe en interne hulp- en dienstverlening wordt gerealiseerd in samenspraak met de gebruiker (SMK 2.2.). De hulp- en dienstverlening wordt opgevolgd en bijgestuurd. Daartoe wordt op een gestructureerde wijze intern overleg georganiseerd omtrent de hulp- en dienstverlening met medewerkers en gebruikers (SMK 5.2.).

Bijlage(n)

Niet van toepassing

198/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 3.2.2.3.A. Hulpmiddelen bij het maaltijdgebeuren.pdf

199/305 RMW - 12 november 2013

3.2.2.3.A. Hulpmiddelen bij het maaltijdgebeuren.pdf Hoofdstuk 3 Beoordeeld door: Kwaliteitssysteem Geert Roggeman Documenten Zorg Pascale Hulpiau


Versie 2 Kwaliteitshandboek dagverzorgingscentrum Pagina 1 van 3 Het Heiveld



Auteur(s): Kelly de la Ruelle, Els Berteloot

3.2.2.3.A. Werkvoorschrift: hulpmiddelen bij het maaltijdgebeuren Stootrand Doel: mogelijkheid bieden aan éénhandige bewoners of bewoners met beperkte motoriek van de bovenste ledematen om zelfstandiger te eten met een vork of een lepel.

Hoe gebruiken? breng de stootrand aan op de rand van het bord, te beginnen met het middelste van de drie bevestigingspunten plaats het bord voor de bewoner met de stootrand in de richting waarin de bewoner het voedsel opschept (bijv. stootrand rechts indien schepbeweging van links naar rechts; stootrand links bij schepbeweging van rechts naar links) om de stootrand te verwijderen: maak eerst de twee buitenste bevestigingspunten los. Verdiept bord Doel: mogelijkheid bieden aan bewoners met beperkte motoriek van de bovenste ledematen om zelfstandiger en zonder morsen te eten.

Aangepast bestek • Bestek met verdikte handvaten Doel : mogelijkheid bieden tot zelfstandiger eten aan bewoners met een beperkte handgreep, maar met toch voldoende bewegingsmogelijkheden in de bovenste ledematen.

-

Bestek met vaste, verdikte handvaten

Opmerking: de top van het bestek kan, indien nodig, in een andere hoek geplaatst worden.

200/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3 Beoordeeld door: Kwaliteitssysteem Geert Roggeman Documenten Zorg Pascale Hulpiau






-

•

Bestek met afneembaar verdikt handvat. Indien nodig kan dit bekomen worden via de logopedist of ergotherapeut van het woonzorgcentrum.

Afhaplepel Doel: hulpbehoevende bewoners op een slikveilige en comfortabele manier eten geven.

Opmerking: door de afgeronde vorm en het ondiepe kuipje van de plastieken lepel wordt het afhappen vergemakkelijkt. Aangepast drinkgerei Doel: mogelijkheid bieden aan de bewoners tot zelfstandiger en comfortabeler drinken. •

Flexibele drinkbeker

Opmerking: - geschikt voor bewoners met verminderde kracht. - geschikt om hulpbehoevende bewoners drinken toe te dienen.

201/305 RMW - 12 november 2013

Hoofdstuk 3 Beoordeeld door: Kwaliteitssysteem Geert Roggeman Documenten Zorg Pascale Hulpiau






•

Tremorbeker Opmerking: Beker met waaiervormig inzetstuk, waardoor de bewegingen vande vloeistof vertraagd worden. Hierdoor is de beker uiterst geschiktvoor mensen met tremor. Men kan de waaier gemakkelijk verwijderen met het inox haakje. De waaier kan ook gebruikt worden in een andere beker, eventueel in combinatie met een rietje.

•

Beker met neusuitsparing

Hoe gebruiken? Gebruik de beker met de uitsnijding weg van de mond. Opmerking: geschikt voor bewoners, die nek en hoofd moeilijker achterwaarts kunnen bewegen. Indien nodig kan dit bekomen worden via de logopedist of ergotherapeut van het woonzorgcentrum.

•

Beker met 2 handvaten

Opmerking: geschikt voor bewoners met lichte tremor, coördinatieverlies of krachtsverlies. •

Rillenbeker

Opmerkingen: - geschikt voor bewoners met krachtverlies en nood aan meer grip - beker kan ook in een bekerhandvat geschoven worden. Anti-slipmateriaal Doel: zorgen dat voorwerpen stabiel blijven en niet wegglijden. Opmerking: materiaal kan afgewassen en hergebruikt worden. Anti-sliprol

202/305 RMW - 12 november 2013

Anti-slipmatjes


Bijlage: 3.2.2.3.Procedure Ergotharapie.pdf

203/305 RMW - 12 november 2013

3.2.2.3.Procedure Ergotharapie.pdf Hoofdstuk 3 Kwaliteitssysteem Procedures






3.2.2.3. Procedure ergotherapie 1. Doel Ergotherapie stimuleert en/of behoudt de zelfredzaamheid van de bewoner rekening houdend met zijn mogelijkheden en beperkingen in het dagelijks leven op vlak van zelfzorg, leefomgeving, communicatie en vrije tijd door middel van individuele en groepsbegeleiding. 2. Toepassingsgebied Deze procedure is van toepassing op de gebruikers van het dagverzorgingscentrum Het Heiveld. 3. Definities • • • •

• • •

Sessie: een ergotherapeutische handeling Team: multidisciplinair team bestaande uit de coördinator dagverzorgingscentrum en de medewerkers verbonden aan dit centrum ADL: activiteiten van het dagelijks leven die nog geheel of gedeeltelijk uitgevoerd worden door de gebruiker (bv. persoonlijke hygiëne, huishoudelijke activiteiten, mobiliteit, eten en drinken, enz….). PDL: passiviteiten van het dagelijks leven. Dit is een complex van handelingen, maatregelen en voorziening die bijdragen tot een optimale begeleiding, verzorging en omkadering van de gebruikers bij wie de zelfzorgtekorten niet zijn op te heffen. Reminiscentie: werken met herinneringen en ze vorm geven (balans opmaken) M.M.S.: Minimal Mental State (= test waarbij geheugen en oriëntatie in tijd en ruimte wordt gemeten) Elektronisch zorgdossier: elektronische toepassing (Care Solutions), waar de gewenste hulp– en dienstverlening per gebruiker wordt opgenomen en gepland.

4. Werkwijze Opdeling proces

Stappen

Opname nieuwe gebruiker

1. Er wordt kennis gemaakt met de gebruiker. 2. Indien nodig worden specifieke noden gesignaleerd.

204/305 RMW - 12 november 2013

Referenties onder andere naar procedures (P), werkvoorschriften (WV) of formulieren (F) Elektronisch zorgdossier

Verantwoordelijkheid (V) of bevoegdheid (B)

Ergotherapeut (B)







3. Bij een aanvraag (bv. M.M.S) door de behandelende arts en/of team wordt de vraag besproken, onderzocht en wordt advies verleend en/of een sessie opgestart. Dagelijks 1. Ergotherapie wordt verleend. aanbod van 2. Op het teamoverleg worden de specifieke ergotherapie vragen en/of mededelingen geformuleerd naar of door de ergotherapeuten. 3. De therapeutische sessies worden aangepast naargelang het zorgprofiel van de gebruiker o.a. ADL, PDL, M.M.S., reminiscentie, … 4. De ergotherapeut kijkt na welke hulpmiddelen Hulpmiddelen bij het nodig zijn voor de gebruiker en volgt het maaltijdgebeuren efficiënt gebruik ervan op in samenspraak (WV) met alle teamleden. De ergotherapeut geeft hierbij ook de nodige adviezen door.

Behandelende arts (B), team (B) Ergotherapeut (B) Team (B)

Ergotherapeut (V)

Ergotherapeut (V)

Bijsturing 1. Tijdens of op het einde van de activiteit wordt Verslag teamoverleg Ergotherapeut (V) van de hulpde begeleidingsaanpak geëvalueerd. Indien en dienstnodig wordt een aanpassing van de verlening begeleiding aangevraagd of toegepast. 2. De activiteiten worden continue besproken, geëvalueerd en bijgestuurd conform de noden en behoeften van de gebruiker. 5. SMK’s • • • • •

De hulp- en dienstverlening stimuleert de zelfredzaamheid van de gebruiker en respecteert zoveel mogelijk de individuele levensstijl.(SMK 1.4). De uitbouw van de hulp- en dienstverlening schept kansen tot behoud en/of ontwikkeling van de individuele mogelijkheden van de gebruiker (SMK 1.7). De uitbouw van de externe en interne hulp- en dienstverlening wordt gerealiseerd in samenspraak met de gebruiker (SMK 2.2.). De hulp- en dienstverlening wordt opgevolgd en bijgestuurd. Daartoe wordt op een gestructureerde wijze intern overleg georganiseerd omtrent de hulp- en dienstverlening met medewerkers en gebruikers (SMK 5.2.). De ergotherapeutische hulpverlening wordt systematisch gepland, opgevolgd en bijgestuurd (SMK 4.3.).

6. Bijlage(n) Niet van toepassing

205/305 RMW - 12 november 2013


Lokale Dienstencentra

2013_RMW_00419

Nieuwe naam voor ldc in Ledeberg Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context In november 2013 wordt het nieuwe lokaal dienstencentrum in Ledeberg opgestart. Voor naamgeving van dit nieuwe lokaal dienstencentrum hebben we suggesties gevraagd bij de inwoners van Ledeberg. Dit gebeurde eind augustus. Uit de vele voorstellen werd een top 5 geselecteerd.

Motivering De top 5: 1e: 2e: 3e: 4e: 5e:

Letha (of De Letha) De Knoop De Botermarkt Bellevue De Ledepoort

Aan het BCOZ werd gevraagd om uit deze top 5 een definitieve naam voor het nieuwe lokaal dienstencentrum in Ledeberg te kiezen. Het BC OZ besliste op 7 oktober 2013 te kiezen voor ldc De Knoop.

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Een open communicatie en imago verzekeren



niet vereist


Artikel 1 de nieuwe naam voor het lokaal dienstencentrum in Ledeberg.

Woonzorgcentra

2013_RMW_00420

Nieuw woonzorgcentrum Mariakerke - Aanvraag tweede verlenging voorafgaande vergunning - Zuidbroek Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd

206/305 RMW - 12 november 2013



Aanleiding / feiten en context Op 1 april 2007 verleende het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid een voorafgaande vergunning aan het OCMW Gent voor het bouwen van een woonzorgcentrum met 134 woongelegenheden, gelegen aan de Zuidbroek en Marsstraat in Mariakerke. Op 26 februari 2013 verleende het Agentschap Zorg en Gezondheid een verlenging van de voorafgaande vergunning met een periode van 3 jaar met ingang van 1 april 2012.

Motivering Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers; gelet op een nakend Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorafgaande vergunning en de erkenning voor centra voor kortverblijf en woonzorgcentra en tot wijziging van de regels betreffende de erkenning van die centra; dienen we een nieuwe aanvraag voor verlenging in vóór 1 januari 2014, zodat men deze aanvraag nog behandelt zoals omschreven in het nu nog geldende Besluit van de Vlaamse Regering.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 9 februari 2012, 2012_RMW_00056 Vast Bureau, 4 november 2013, 2013_VB_01567

Openbaarheid van bestuur Dit besluit is niet ter inzage. Motivering: Artikel 13 - 1: een aanvraag tot openbaarmaking dient afgewezen te worden, voor zover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, als de openbaarmaking afbreuk doet aan een geheimhoudingsverplichting, vastgesteld in een aangelegenheid waarvoor de gemeenschap of het gewest bevoegd is.


niet vereist


Artikel 1 de aanvraag tot tweede verlenging van de voorafgaande vergunning voor een woonzorgcentrum van 134 woongelegenheden gelegen in Zuidbroek in Mariakerke.

P&O Facility Management Ondersteuning - Aankoop

207/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00421

Open aanbesteding voor de aankoop van flatscreens voor de bewoners van 3 Woonzorgcentra van het OCMW Gent - Bestek en wijze van gunnen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context De huidige overeenkomst van de huur van flatscreens en gewone tv-toestellen van de 4 Woonzorgcentra van het OCMW Gent is afgelopen op 31 maart 2013. Op het VB van 27 mei 2013 en de Raad van 11 juni 2013 werd de beslissing tot niet toewijzing van de opdracht voor de aankoop van flatscreens voor de bewoners van de 4 WZC voorgelegd en goedgekeurd. Voor WZC Zonnebloem werd in juni een onderhandelingsprocedure uitgeschreven omdat zij nog niet beschikten over flatscreens en dit volgens de wetgeving op de brandveiligheid in orde diende te zijn tegen 30 juni 2013. Nu heeft FM Ondersteuning een nieuwe procedure uitgeschreven voor de aankoop van flatscreens voor de 3 overige Woonzorgcentra. De meest aangewezen procedure voor de aankoop van flatscreens voor de 3 andere Woonzorgcentra is een open aanbesteding, waarbij de opdracht wordt gegund aan de laagste inschrijver die voldoet aan de administratieve bepalingen en technische specificaties uit het bestek. Voor het voeren van deze opdracht is het noodzakelijk een nieuw bestek met alle administratieve en technische specificaties goed te keuren.

Motivering gelet op het Decreet van 19 december 2008 (BS 24/12/2008) betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 (BS 29 april 2009) houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen; gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 12 maart 2013, 2013_RMW_00111 Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 11 juni 2013, 2013_RMW_00259 Vast Bureau, 4 maart 2013, 2013_VB_00348 Vast Bureau, 1 juli 2013, 2013_VB_00979


208/305 RMW - 12 november 2013



Ja

Verbintenis:

Nee

Totaal geschatte inkomsten:

0,00

Totaal geschatte uitgaven:

202000,00

Meerdere projectkenmerken Initiëel budget:

320000,00

Reeds aangewend:

2043,98

Engagementen:

0,00

Geschatte inkomsten:

0,00

Geschatte uitgaven:

202000,00


niet vereist


21 oktober 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 Uitschrijven van een open aanbesteding voor de aankoop van flatscreens voor de bewoners van 3 Woonzorgcentra van het OCMW Gent.

Artikel 2 Bestek en wijze van gunnen.

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20131018_BE_flatscreens_3_woonzorgcentra.pdf Bijlage 2: 20131014_LIJ_technische_bepalingen_blanco.xls Bijlage 3: 20131011_LIJ_inventaris_flatscreens.xls

Bijlage(n) 20131018_BE_flatscreens_3_woonzorgcentra.pdf 20131014_LIJ_technische_bepalingen_blanco.xls 20131011_LIJ_inventaris_flatscreens.xls

209/305 RMW - 12 november 2013


210/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 20131018_BE_flatscreens_3_woonzorgcentra.pdf

211/305 RMW - 12 november 2013

20131018_BE_flatscreens_3_woonzorgcentra.pdf OCMW GENT

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN

Ref.: FM/2013/197

OPEN AANBESTEDING voor AANKOOP FLATSCREENS VOOR 3 WOONZORGCENTRA OCMW GENT

PROVINCIE

:

OOST-VLAANDEREN

STAD

:

GENT

OPDRACHTGEVER

:

Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Onderbergen 86 te 9000 Gent Ondernemingsnummer 0212.214.125

LIGGING

:

volgende locaties woonzorgcentrum De Liberteyt, Vroonstalledries 22 te 9000 Gent woonzorgcentrum De Vijvers, Walstraat 1 te 9000 Gent woonzorgcentrum Het Heiveld, Antwerpsesteenweg 776 te 9040 Sint-Amandsberg (Gent)

ONTWERPER

:

Ondersteuning, Annelies Balcaen Oefenpleinstraat 6 te 9000 Gent Tel. 09 266 38 30 Fax 09 266 92 19

NUMMER BESTEK

:

FM/2013/197

OPENING VAN DE OFFERTES

:

7 januari 2014 om 10.30 uur OCMW Gent, Facility Management, vergaderzaal Henry Van de Velde, Oefenpleinstraat 6 te 9050 Gentbrugge

Blz. 1 212/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

Inhoudsopgave 1.

ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN ............................................................................................ 4 ART 1. BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT......................................................................................... 4 ART 2. W IJZE VAN GUNNEN.............................................................................................................. 4 ART 3. PRIJSOPGAVE ...................................................................................................................... 4 ART 4. SELECTIE (ART. 58 – 79 KB PLAATSING)............................................................................... 5 5.1. Toegangsrecht ...................................................................................................................... 5 5.2. Kwalitatieve selectie .............................................................................................................. 6 ART 5. VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE ....................................................................................... 7 ART 6. INDIENEN VAN DE OFFERTE ................................................................................................... 8 ART 7. OPENING VAN DE OFFERTES ................................................................................................. 8 ART 8. VERBINTENISTERMIJN ........................................................................................................... 8 ART 9. GUNNINGSCRITERIA ............................................................................................................. 8 ART 10. VARIANTEN .......................................................................................................................... 9 ART 11. KEUZE VAN OFFERTE ............................................................................................................ 9

2.

CONTRACTUELE BEPALINGEN ............................................................................................. 10 ART 12. LEIDEND AMBTENAAR ......................................................................................................... 10 ART 13. BORGTOCHT ...................................................................................................................... 10 ART 14. PRIJSHERZIENINGEN .......................................................................................................... 10 ART 15. LEVERINGSTERMIJN............................................................................................................ 10 ART 16. BETALINGSTERMIJN ............................................................................................................ 10 ART 17. W AARBORGTERMIJN........................................................................................................... 11 ART 18. VOORLOPIGE OPLEVERING.................................................................................................. 11 ART 19. DEFINITIEVE OPLEVERING ................................................................................................... 11 ART 20. AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN ............................................................................ 11 ART 21. BETALINGEN (ART. 66 – 72 EN 127 EN 141 KB UITVOERING) ............................................... 12 ART 22. LEVERINGSMODALITEITEN (ART. 117 EN 119 KB UITVOERING) ............................................. 13 22.1. Vaste of minimale hoeveelheden..................................................................................... 13 22.2. Plaats van de levering ..................................................................................................... 13 22.3. Voorzorgsmaatregelen .................................................................................................... 14 22.4. Wijze van levering............................................................................................................ 14 22.5. Product............................................................................................................................. 14 22.6. Verpakkingen ................................................................................................................... 14 ART 23. NAZICHT VAN DE LEVERINGEN (ART. 120 KB UITVOERING) ................................................... 15 ART 24. ACTIEMIDDELEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID (ARTIKEL 44-51 EN 123-124 KB UITVOERING)........................................................................................................................................ 15 24.1 In gebreke blijven en sancties (art. 44 KB Uitvoering) .................................................... 15 24.2. Straffen (art. 45 KB Uitvoering)........................................................................................ 15 24.3 Vertragingsboetes (art. 46 en 123 KB Uitvoering)........................................................... 16 ART 25. NON- DISCRIMINATIECLAUSULE ........................................................................................... 16 ART 26. SOCIALE EN ETHISCHE CRITERIA ......................................................................................... 17 ART 27. RECHTSVORDERINGEN (ART. 73 KB UITVOERING) ............................................................... 17

3.

TECHNISCHE BEPALINGEN.................................................................................................... 18 A. B. C. D. E.

KWALITEITSEISEN.......................................................................................................................... 18 W IJZE VAN LEVERING .................................................................................................................... 19 VERPAKKINGEN............................................................................................................................. 19 LEVERINGSPLAATSEN .................................................................................................................... 19 HOEVEELHEDEN............................................................................................................................ 20

BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER.................................................................................................. 21 BIJLAGE B : VERKLARING ETHISCHE EN SOCIALE CRITERIA.................................................... 24

Blz. 2 213/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

Ontwerper Naam: Ondersteuning Adres: Oefenpleinstraat 6 te 9000 Gent Contactpersoon: Mevrouw Annelies Balcaen Telefoon: 09 266 38 30 Fax: 09 266 92 19 E-mail: [email protected] Toepasselijke reglementering 1. Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen. 2. Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren. 3. Decreet van 19 december 2008 (B.S. 24.12.2008) betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 4. Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. 5. Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. 6. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 (B.S. 29.04.2009) houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 7. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), Welzijnswet en Codex over het welzijn op het werk. 8. Alle wettelijke bepalingen die betrekking hebben op eender welk product dat in de inventaris voorkomt, geldig op de datum van de bekendmaking van de opdracht. 9. Alle latere wijzigingen en aanvullingen op voormelde wetten en besluiten, geldig op de datum van de bekendmaking van de opdracht.

Blz. 3 214/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

1. Administratieve bepalingen Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht tot de opdrachtnemer is aangesteld. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de wet van 15 juni 2006 en het koninklijk besluit van 15 juli 2011 en latere wijzigingen.

Art 1.

Beschrijving van de opdracht

Identiteit van de opdrachtgever OCMW Gent Onderbergen 86 9000 Gent Voorwerp van deze leveringen: Aankoop flatscreens voor 3 woonzorgcentra OCMW Gent. Toelichting: Deze opdracht heeft tot doel het leveren van flatscreens aan 3 Woonzorgcentra van het OCMW Gent. Leveringsplaats: volgende locaties woonzorgcentrum De Liberteyt, Vroonstalledries 22 te 9000 Gent woonzorgcentrum De Vijvers, Walstraat 1 te 9000 Gent woonzorgcentrum Het Heiveld, Antwerpsesteenweg 776 te 9040 Sint-Amandsberg (Gent)

Art 2.

Wijze van gunnen

De opdracht wordt gegund bij wijze van de open aanbesteding. De opdrachtgever behoudt zich het recht voor overeenkomstig artikel 35 van de wet van 15 juni 2006 af te zien van het gunnen van de opdracht of de procedure te herbeginnen, desnoods op een andere wijze.

Art 3.

Prijsopgave

De opdracht wordt beschouwd als een opdracht tegen prijslijst. De opdracht tegen prijslijst is een opdracht waarbij de eenheidsprijzen voor de verschillende posten forfaitair zijn en de hoeveelheden, voor zover er hoeveelheden voor de posten worden bepaald, vermoedelijk zijn of worden uitgedrukt binnen een vork. De posten worden verrekend op basis van de werkelijk bestelde en gepresteerde hoeveelheden. Op verzoek verstrekt de inschrijver tijdens de procedure alle nodige inlichtingen om de aanbestedende overheid in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. Nieuwe producten, die niet in de oorspronkelijke inventaris opgenomen zijn, kunnen op vraag van de leidend ambtenaar of de leverancier toegevoegd worden na opgave van de eenheidsprijs door de leverancier en mits akkoord van de leidend ambtenaar. Op de nieuwe toegevoegde producten zijn alle bepalingen van het bestek van toepassing. Blz. 4 215/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT

Art 4. 5.1.


Ref.: FM/2013/197

Selectie (art. 58 – 79 KB Plaatsing)

Toegangsrecht

De leverancier mag zich niet bevinden in één van de uitsluitingstoestanden van artikel 61,§1 en 2 van het KB Plaatsing. Door ondertekening van de offerte verklaart de kandidaat/inschrijver1 zich niet te bevinden in één of meerdere van onderstaande uitsluitingstoestanden: Verplichte uitsluitingstoestanden: • veroordeeld zijn door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor: - deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek; - omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek; - fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de Wet van 17 februari 2002; - witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Facultatieve uitsluitingstoestanden: • in staat van faillissement of van vereffening verkeren, zijn werkzaamheden hebben gestaakt of een gerechtelijke reorganisatie hebben ondergaan, of in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; • aangifte hebben gedaan van zijn faillissement of voor wie een procedure van vereffening aanhangig is, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat of die in een vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; • bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis veroordeeld zijn voor een misdrijf dat de professionele integriteit aantast; • bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout hebben begaan; • niet voldaan hebben aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid; • niet in orde zijn met betaling van de belastingen overeenkomstig de Belgische wetgeving of van het land waar de inschrijver gevestigd is; • zich in ernstige mate schuldig hebben gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opeisbaar in het kader van de kwalitatieve selectie, of die deze inlichtingen niet heeft verstrekt. De kandidaat/inschrijver voegt wel volgende bewijsstukken bij zijn offerte: - een attest waaruit blijkt dat voldaan is aan de beroepsmatige fiscale verplichtingen (personen- of vennootschapsbelasting en btw-verplichtingen) overeenkomstig de wettelijke bepalingen (van het land van vestiging). Het attest betreft de laatste afgelopen fiscale periode vóór de uiterste indieningsdatum van de offertes (art. 63 KB Plaatsing) De aanbestedende overheid zal zelf via elektronische weg nagaan of de kandidaat/inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid de vereiste bijdragen heeft betaald in de zin van art. 62, §1 KB Plaatsing. 1

Dit geldt zowel voor natuurlijke personen als voor rechtspersonen en de bestuurder(s), zaakvoerder(s) of andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-,beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon. Blz. 5 216/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

De aanbestedende overheid kan in eender welk stadium van de procedure en met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen over de situatie van om het even welke kandidaat of inschrijver.

5.2.

Kwalitatieve selectie

Met het oog op de beoordeling van de financiële en economische draagkracht voegt de kandidaat/inschrijver volgende gegevens/documenten bij zijn offerte: een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet in de producten, waarop de opdracht betrekking heeft, van de laatste drie afgesloten boekjaren. De jaarrekeningen van de Belgische inschrijvers over de laatste drie boekjaren zullen door de aanbestedende overheid elektronisch opgevraagd worden. Buitenlandse inschrijvers moeten een kopie van hun gecertificeerde jaarrekeningen over de laatste 3 boekjaren bij hun offerte voegen. Uit de financiële ratio’s (liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit, betalingstermijn klanten en leveranciers) m.b.t. de jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren moet een gezonde financiële toestand blijken en de omzet in de producten, waarop de opdracht betrekking heeft, moet voldoende groot zijn, d.w.z. minstens 10 keer zo groot als het bedrag van de offerte op jaarbasis, om te voldoen aan de financiële en economische minimumeisen. Om de aanbestedende overheid in staat te stellen de technische of beroepsbekwaamheid van de kandidaat/inschrijver na te gaan, worden volgende gegevens/documenten bij de offerte gevoegd: - lijst met minimaal de vijf voornaamste klanten gedurende de afgelopen drie jaar met het totaal bedrag, excl. BTW van de leveringen per jaar; - beschrijving van de technische uitrusting en de maatregelen om de kwaliteit te waarborgen; - eventuele certificaten opgesteld door erkende officiële diensten of instituten voor kwaliteitscontrole. Het totaal bedrag van de leveringen gedurende de laatste 3 jaar aan minstens één van de vijf voornaamste klanten moet minimaal gelijk zijn aan het totaal bedrag van de offerte op jaarbasis. De beschrijving van de technische uitrusting, het wagenpark en de maatregelen om de kwaliteit te waarborgen, moeten aantonen dat de inschrijver de opdracht technisch en kwalitatief aankan. Kwaliteitscertificaten (bv. ISO-certificaten) zijn niet verplicht, maar kunnen bijdragen tot een positieve beoordeling van de technische bekwaamheid. De leidend ambtenaar heeft het recht zich, eventueel vergezeld van andere deskundigen, ter plaatse in de onderneming en in de vestiging of het bedrijf, waar de goederen geproduceerd worden, van de financiële, economische en technische bekwaamheid te komen vergewissen. Reis- en verblijfskosten voor een buitenlands bezoek, vallen ten laste van de inschrijver.

Blz. 6 217/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

Combinaties van kandidaten/inschrijvers zonder rechtspersoonlijkheid: Geen enkele partner van een (op te richten) combinatie zonder rechtspersoonlijkheid mag zich in één van de uitsluitingstoestanden in de zin van artikel 61 KB Plaatsing bevinden. Elke partner van de combinatie dient bijgevolg de vereiste stukken in te dienen. Het volstaat dat de partners van dergelijke combinatie samen aan de vereisten inzake financiële en economische draagkracht en technische of beroepsbekwaamheid voldoen. Beroep op de draagkracht van andere entiteiten: De kandidaat/inschrijver kan zich, om aan te tonen dat hij aan voormelde eisen inzake financiële en economische draagkracht en technische of beroepsbekwaamheid beantwoordt, ook beroepen op andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten (onderaannemers, verbonden ondernemingen, …). In dat geval voegt de kandidaat/inschrijver bij zijn offerte bovendien een schriftelijke verklaring van deze entiteiten, waarin zij zich ertoe verbinden om de kandidaat/inschrijver voor de uitvoering van de opdracht de noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen. Let wel, artikel 61 KB Plaatsing (toegangsrecht) is ook van toepassing op deze entiteiten. Consequenties voor de uitvoering van de opdracht: De aandacht van de kandidaten/inschrijvers wordt gevestigd op het feit dat het voorstel betreffende de in te zetten personeelsleden en onderaannemers bindend wordt bij het sluiten van de opdracht. De dienstverlener verbindt zich ertoe alle onderdelen van de dienstenopdracht te laten uitvoeren door de in de offerte genoemde personeelsleden en onderaannemers. De dienstverlener kan deze in uitvoering slechts vervangen door derden indien hij aantoont dat deze derden over dezelfde capaciteiten beschikken als de in de offerte voorgestelde personen en onderaannemers en voor zover de aanbestedende overheid schriftelijk en voorafgaandelijk met de vervanging heeft ingestemd.

Art 5.

Vorm en inhoud van de offerte

De inschrijver maakt zijn offerte op in het Nederlands en vult de offerte en de inventaris in volgens het formulier bij dit bestek. Indien de inschrijver geen gebruik maakt van de door ons aangeleverde formulieren draagt hij de volle verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem aangewende documenten met het formulier. De documenten (inventaris, offerte en eventueel andere bijlagen) worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend. Alle geboden prijstoeslagen, prijskortingen of verbeteringen zoals bedoeld in artikel 81, eerste lid, 2° KB Plaatsing evenals de doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten zowel in de offerte als in de bijlagen eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden. De prijzen worden in de offerte in euro opgegeven. De inschrijver is verplicht in zijn offerte de aanslagvoet(en) van de btw te vermelden. Er kan geen voorbehoud worden aanvaard in verband met eventuele wijzigingen van taksen, rechten of omrekeningskoersen van buitenlandse munten. De offerte dient een inhoudstafel te bevatten, logisch gestructureerd en genummerd te zijn. Door indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van de opdrachtdocumenten en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden, zoals zijn eigen

Blz. 7 218/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

verkoopsvoorwaarden, zelfs wanneer deze op een of andere bijlage van zijn offerte voorkomen.

Art 6.

Indienen van de offerte

De offertes mogen alleen verstuurd worden via de e-Tendering internetsite https://eten.publicprocurement.be/ die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 52 van het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011. Er dient opgemerkt te worden dat het versturen van een offerte per e-mail niet aan deze voorwaarden voldoet. Daarom wordt het niet toegestaan op deze wijze offerte in te dienen. De offertes moeten worden opgemaakt in PDF, Word of Excel. De inventaris moet in Excel opgemaakt worden en ingediend. De aanbestedende overheid raadt aan om de offerte met een eID in te dienen. De persoon die de offerte elektronisch ondertekent, moet hiervoor gemachtigd zijn in de statuten of moet een volmacht hebben. Door zijn offerte volledig of gedeeltelijk via elektronische middelen in te dienen, aanvaardt de inschrijver dat de gegevens die voortvloeien uit de werking van het ontvangstsysteem van zijn offerte worden geregistreerd. De offerte moet bij de aanbestedende overheid toekomen vóór de uiterste ontvangstdatum van de offertes. Meer informatie kan u vinden op volgende website: http://www.publicprocurement.be of via de e-procurement helpdesk op het nummer: +32 (0)2 790 52 00

Art 7.

Opening van de offertes

De offertes worden elektronisch geopend op 7 januari 2014 om 10.30 u in het OCMW, dienst Facility Management, Oefenpleinstraat 6, 9050 Gentbrugge, 1e verdieping, zaal Henry Van de Velde. Wanneer tijdens de openingszitting technische moeilijkheden zijn gerezen voor de opening en de inzage van met elektronische middelen opgestelde offertes, vindt een extra openingszitting plaats, waartoe alle inschrijvers gelijktijdig worden uitgenodigd.

Art 8.

Verbintenistermijn

De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, bedraagt 180 kalenderdagen, ingaande de dag na de zitting voor de opening van de offertes.

Art 9.

Gunningscriteria

Prijs is het enige gunningscriterium. De aanbestedende overheid kiest de laagste regelmatige offerte.

Blz. 8 219/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

Art 10. Varianten Er worden geen vrije, verplichte of facultatieve varianten toegestaan.

Art 11. Keuze van offerte De aanbestedende overheid kiest de laagste regelmatige offerte. Door de indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van het bestek en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden, zoals zijn eigen verkoopsvoorwaarden, zelfs wanneer deze op een of andere bijlage van zijn offerte voorkomen. Elk voorbehoud of het niet nakomen van verbintenissen inzake één van deze clausules of beschikkingen leidt tot de substantiële onregelmatigheid van zijn offerte.

Blz. 9 220/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

2. Contractuele bepalingen Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht. Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het koninklijk besluit van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing.

Art 12.

Leidend ambtenaar

De leiding over en het toezicht op de uitvoering van de leveringen zal gebeuren door de leidend ambtenaar: Naam: mevrouw Annelies Balcaen Adres: Ondersteuning, Oefenpleinstraat 6 te 9000 Gent Telefoon: 09 266 38 30 Fax: 09 266 92 19 E-mail: [email protected]

Art 13.

Borgtocht

Volgende borgtocht wordt gevraagd: 5 % van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (excl. btw), afgerond naar het hogere tiental. De borgtocht wordt volledig vrijgegeven na de definitieve oplevering. De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht bij aangetekend schrijven. Het bewijs van borgstelling moet verstuurd worden aan het adres van de aanbestedende overheid. Wanneer de opdrachtnemer de borgtocht niet stelt binnen de vermelde termijn, kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 29 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013. Het verzoek van de opdrachtnemer om over te gaan tot de oplevering geldt als verzoek tot vrijgave van de borgtocht.

Art 14.

Prijsherzieningen

Op deze overheidsopdracht is geen prijsherziening van toepassing.

Art 15.

Leveringstermijn

De aanbestedende overheid specifieert geen leveringstermijn. Bijgevolg moet de leverancier zelf een leveringstermijn voorstellen in zijn offerte (in kalenderdagen).

Art 16.

Betalingstermijn

De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van de levering om de formaliteiten betreffende de oplevering te vervullen. Deze termijn gaat in de dag volgend op de dag waarop de leveringen ter bestemming zijn Blz. 10 221/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

gekomen, voor zover de aanbestedende overheid in het bezit van de leveringslijst of factuur wordt gesteld. De betaling van het aan de leverancier verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de betalingstermijn van 30 kalenderdagen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn, voor zover de aanbestedende overheid tegelijk over de regelmatig opgemaakte factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten. Deze factuur geldt als schuldvordering.

Art 17.

Waarborgtermijn

De waarborgtermijn voor deze leveringen bedraagt 24 kalendermaanden De waarborgtermijn begint vanaf de dag van de oplevering op de leveringsplaats.

Art 18.

Voorlopige oplevering

Bij het verstrijken van de verificatietermijn, wordt naargelang het geval een proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering opgesteld.

Art 19.

Definitieve oplevering

De definitieve oplevering heeft plaats bij het verstrijken van de waarborgtermijn. Ze gebeurt stilzwijgend wanneer de levering gedurende die termijn geen aanleiding tot klachten heeft gegeven. Wanneer de levering tijdens de waarborgtermijn aanleiding heeft gegeven tot klachten, wordt binnen vijftien dagen voorafgaand aan het verstrijken van die termijn een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van definitieve oplevering opgesteld.

Art 20.

Aansprakelijkheid en verzekeringen

De leverancier is voor zijn leveringen aansprakelijk tot op het ogenblik dat de formaliteiten van nazicht en onderzoek van de levering zijn uitgevoerd en dat de aanbestedende overheid de leverancier heeft ingelicht over de resultaten daarvan overeenkomstig art. 120 KB Uitvoering, behalve wanneer in de opslagplaatsen van de bestemmeling verliezen of beschadigingen zijn ontstaan, te wijten aan feiten of omstandigheden bedoeld in de artikelen 54 (tekortkomingen van de aanbestedende overheid) en 56 KB Uitvoering (onvoorziene omstandigheden). De opdrachtnemer sluit op eigen kosten volgende polissen af: •

Verzekering voor arbeidsongevallen De opdrachtnemer laat zijn werklieden en andere personeelsleden verzekeren tegen arbeidsongevallen.

•

Verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid De verzekering beantwoordt aan volgende voorwaarden: Verzekerden: Blz. 11 222/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT

-


Ref.: FM/2013/197

de onderneming, de bedrijfsleider, de vennoten, de personeelsleden, alle medewerkers die deel uitmaken van de onderneming, ook alle aangestelden en onbezoldigden; de onderaannemers en alle medewerkers die deel uitmaken van die onderaannemer.

De aanbestedende overheid en haar afgevaardigden worden in elk geval als derden aanschouwd. Gewaarborgde risico’s: 1. de burgerlijke aansprakelijkheid op grond van art. 1382 – 1386 van het Burgerlijk Wetboek voor lichamelijke en stoffelijke schade en onstoffelijke gevolgschade en voor de zuiver onstoffelijke schade (indien ze het gevolg is van een ongeval) aan derden; 2. de aansprakelijkheid op grond van art. 544 van het Burgerlijk Wetboek voor lichamelijke en stoffelijke schade en onstoffelijke gevolgschade en zuiver onstoffelijke schade (indien ze het gevolg is van een ongeval) aan derden (hinder uit nabuurschap); 3. de contractuele aansprakelijkheid in geval van samenloop ervan met voormelde extracontractuele of foutloze aansprakelijkheid. Verzekerd kapitaal en vrijstelling: De polis moet een voldoende dekking voorzien voor lichamelijke en stoffelijke schade in functie van de risico’s verbonden aan onderhavige leveringen. Behoudens omstandigheden vreemd aan de uitvoering van de leveringen, zijn de bedragen die overeenstemmen met de vrijstelling ten laste van de opdrachtnemer. Uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s: Behoudens omstandigheden vreemd aan de uitvoering van de leveringen, zijn de uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s ten laste van de opdrachtnemer. Gemeenschappelijke bepalingen voor alle verzekeringen: - Binnen de 30 kalenderdagen na de sluiting van de opdracht, toont de opdrachtnemer aan dat hij de vereiste verzekeringscontracten is aangegaan aan de hand van een attest waaruit de vereiste omvang van de gewaarborgde aansprakelijkheid blijkt. - De opdrachtnemer legt dit attest over tijdens de uitvoering van de opdracht binnen een termijn van 15 kalenderdagen na ontvangst van het verzoek van de aanbestedende overheid. - De polissen dienen een clausule te bevatten, die bepaalt dat elke schorsing, verbreking, opzegging of vervallenverklaring van het verzekeringscontract door de verzekeraar onmiddellijk per aangetekend schrijven ter kennis wordt gebracht van de aanbestedende overheid. - De opdrachtnemer verbindt er zich toe op zijn kosten alle nodige maatregelen te nemen om de door de hierboven vermelde polissen gedekte risico’s zo veel mogelijk te beperken.

Art 21.

Betalingen (art. 66 – 72 en 127 en 141 KB Uitvoering)

De betaling van de opdracht gebeurt in één keer na de volledige uitvoering van de opdracht. 1.

Facturatie De facturen moeten per locatie en per levering in tweevoud opgemaakt worden en “voor waar en echt” verklaard worden. Blz. 12 223/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

De belasting over de toegevoegde waarde moet afzonderlijk vermeld worden. De facturen moeten rechtstreeks gestuurd worden naar het OCMW, Dienst Financiën, Onderbergen 86, 9000 GENT. Op de factuur moeten de wettelijke en contractuele verplichtingen vermeld zijn, de datum en het nummer van de toewijzingsbeslissing van het OCMW, het leveringsadres, nummer van de bestelbon en de leveringsnota, alsook de specificatie van de geleverde goederen.

2.

Betaling De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van dertig dagen vanaf de datum van de levering om de formaliteiten betreffende de keuring en/of de voorlopige oplevering te vervullen en aan de leverancier kennis te geven van het resultaat daarvan. Deze termijn gaat in de dag volgend op de dag waarop de leveringen ter bestemming zijn gekomen, voor zover de aanbestedende overheid in het bezit van de leveringslijst of factuur wordt gesteld. Het bestuur dat voor de betalingen instaat, is het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent, Onderbergen 86, 9000 Gent. De betalingen zullen door de Financieel Beheerder van het OCMW verricht worden binnen de dertig dagen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn, voor zover de aanbestedende overheid tegelijk over de regelmatig opgemaakte factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten.

Art 22.

Leveringsmodaliteiten (art. 117 en 119 KB Uitvoering)

22.1. Vaste of minimale hoeveelheden De leverancier kan geen aanspraak maken op vaste of minimale hoeveelheden. De hoeveelheden zijn louter ten indicatieve titel opgegeven en binden de aanbestedende overheid niet. Mochten de aangegeven hoeveelheden tijdens de uitvoering van de opdracht niet worden bereikt, heeft de leverancier geenszins recht op een schadevergoeding van welke aard dan ook.

22.2. Plaats van de levering De goederen worden geleverd op volgende plaats(en): woonzorgcentrum De Liberteyt, Vroonstalledries 22 te 9000 Gent woonzorgcentrum De Vijvers, Walstraat 1 te 9000 Gent woonzorgcentrum Het Heiveld, Antwerpsesteenweg 776 te 9040 Sint-Amandsberg (Gent) Alle leveringen moeten strikt volgens de afspraken met de verantwoordelijken uitgevoerd worden. Bij te late levering kunnen één of meer van de maatregelen, toegepast worden. Indien in de loop van de uitvoering het aantal te bedienen locaties zou wijzigen, zal het gebeurlijk in min of meer geen aanleiding geven tot een prijsverhoging. Leveringen op bijkomende leveringsplaatsen zijn altijd mogelijk.

Blz. 13 224/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

22.3. Voorzorgsmaatregelen Te allen tijde zullen tijdens het vervoer en bij de levering de meest hygiënische voorzorgsmaatregelen dienen getroffen te worden. Het lossen, het uitpakken en het stapelen geschiedt door toedoen en ten laste van de leverancier in de bergplaatsen van de instellingen aangeduid door de Verantwoordelijke van de instelling. Indien tijdens het vervoer of bij de levering schade veroorzaakt wordt door de leverancier of zijn vervoerder, zullen de beschadigde goederen geweigerd worden en moeten zij onmiddellijk op kosten van de leverancier vervangen worden. Eventuele schade, veroorzaakt door de leverancier of zijn vervoerder aan het gebouw of de roerende goederen van het OCMW, moet door de leverancier vergoed worden.

22.4. Wijze van levering De leveringen geschieden in gedeelten naargelang de behoeften, enkel na ontvangst van een bestelbon, goedgekeurd door de leidende ambtenaar. De bestelbonnen worden bij voorkeur verstuurd via e-mail of eventueel per fax. De leverancier moet het e-mailadres opgeven, waarnaar de bestellingen mogen verstuurd worden. Indien per leveringsadres of in zijn totaliteit een minimum factuurbedrag en/of afname vereist is, moet dit in de offerte worden opgegeven. De leverancier moet leveren op de leveringsplaats en -datum, die op de bestelbon vermeld zijn. Zoniet, riskeert hij sanctie. De leveringen moeten gebeuren volgens afspraak met de verantwoordelijken van de leveringsplaatsen. Bij elke levering moet de leveringsnota ter ondertekening voor ontvangst voorgelegd worden. Elke levering zal het voorwerp uitmaken van een gedetailleerde leveringsnota, waarin volgende gegevens vermeld staan: de specificatie van de goederen met vermelding van het objectnummer (referentienummer van het OCMW), de hoeveelheden, de leveringsplaats en -datum, de merknamen en het bestelbonnummer.

22.5. Product Het is niet toegelaten andere producten aan te bieden dan diegene, die bij het indienen van de offerte aangeboden worden. Wanneer een product uit het gamma verdwijnt, moet de leidende ambtenaar hiervan verwittigd worden. In dat geval moet de leverancier een gelijkwaardig product aanbieden tegen dezelfde prijs als het oorspronkelijk product.

22.6. Verpakkingen De producten moeten zoveel mogelijk geleverd worden in duurzame, milieuvriendelijke verpakkingen. Het verpakkingsmateriaal moet voldoende stevig zijn om een goede bescherming tegen fysische invloeden te bieden. De verpakkingen moeten zoveel mogelijk herbruikbaar of op zijn minst recycleerbaar zijn. Overbodige verpakkingen worden vermeden. Alle benamingen, die wettelijk noodzakelijk zijn, moeten vermeld worden op de verpakkingen.

Blz. 14 225/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

De herbruikbare verpakkingen blijven eigendom van de leverancier en zullen door hem bij de volgende levering terug worden opgehaald zonder aanrekening van kosten. Voor de herbruikbare verpakkingen mag enkel statiegeld aangerekend worden, voor zover dit in de offerte vermeld is. De leverancier moet bij het einde van de overeenkomst de resterende herbruikbare verpakkingen ophalen. Zolang hij dit niet gedaan heeft, kan hij de vrijgave van de borgstelling niet bekomen.

Art 23.

Nazicht van de leveringen (art. 120 KB Uitvoering)

De aanbestedende overheid ziet de leveringen na op de leveringsplaats. Ze neemt eveneens de eventuele beschadigingen op. Het resultaat van dit nazicht alsmede de juiste datum van de aankomst van de leveringen worden vermeld in een proces-verbaal of eventueel op de leveringslijst of factuur. De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van de levering, om de formaliteiten betreffende de keuring en/of de voorlopige oplevering te vervullen en aan de leverancier kennis te geven van het resultaat daarvan. Deze termijn gaat in de dag volgend op de dag waarop de leveringen ter bestemming zijn gekomen, voor zover de aanbestedende overheid in het bezit van de leveringslijst of factuur wordt gesteld.

Art 24.

Actiemiddelen van de aanbestedende overheid (artikel 44-51 en 123124 KB Uitvoering)

24.1 In gebreke blijven en sancties (art. 44 KB Uitvoering) De opdrachtnemer dient de bij proces-verbaal vastgestelde tekortkomingen onverwijld en in elk geval binnen de in het proces-verbaal vermelde termijn te herstellen. De opdrachtnemer kan bij ter post aangetekende brief aan de aanbestedende overheid, te verzenden binnen de 15 kalenderdagen volgend op de postdatum van het toezenden van het proces-verbaal, zijn verweermiddelen doen gelden. Zijn stilzwijgen na die termijn geldt als een erkenning van de vastgestelde feiten.

24.2. Straffen (art. 45 KB Uitvoering) Elke inbreuk waarvoor geen bijzondere straf is voorzien en waarvoor geen rechtvaardiging werd aanvaard of binnen de vereiste termijn werd verstrekt, geeft aanleiding tot een algemene straf: - die eenmalig is en 0,07% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom. -

die dagelijks is en 0,02% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom per dag, indien de overtreding onmiddellijk behoort te worden hersteld.

Deze laatste straf wordt toegepast vanaf de derde dag na de datum van de afgifte van de aangetekende brief waarmee het proces-verbaal aan de opdrachtnemer werd betekend, tot en met de dag waarop aan de inbreuk door toedoen van de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid zelf, een einde werd gesteld. De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel maal toe te passen als • de inbreuk is gepleegd;

Blz. 15 226/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT

•


Ref.: FM/2013/197

er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd.

De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de opdrachtnemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, vermenigvuldigd met het aantal malen dat de inbreuk werd vastgesteld.

24.3

Vertragingsboetes (art. 46 en 123 KB Uitvoering)

De vertragingsboete wordt als forfaitaire vergoeding wegens vertraging in de uitvoering van de opdracht opgelegd en bedraagt 0,1 % per dag vertraging, met een maximum van 7,5 % van de waarde van de leveringen die met dezelfde vertraging gebeurd zijn. Deze boete is eisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn zonder opstelling van een proces-verbaal en wordt van rechtswege toegepast voor het totaal aantal kalenderdagen vertraging. Onverminderd de toepassing van deze boetes, vrijwaart de opdrachtnemer de aanbestedende overheid, in voorkomend geval, tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging in de uitvoering van de opdracht. De boete is eveneens van toepassing op de in dit bestek bepaalde dwingende deeltermijnen. De aandacht van de opdrachtnemer wordt gevestigd op het feit dat hij zich in geval van een aantoonbare miskenning van de bijzondere uitvoeringsvoorwaarden inzake nondiscriminatie (zie art. 25 van dit bestek) blootstelt aan de middelen van optreden van de aanbestedende overheid in toepassing van art. 45 tot 49 en 123 tot en met 124 van het KB Uitvoering.

Art 25.

Non- discriminatieclausule

De leverancier: • duldt geen enkele vorm van discriminatie op grond van geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst; •

verbindt er zich toe toegankelijk te zijn voor iedereen;

•

verbindt zich ertoe elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en bestraffen;

•

leeft de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na;

•

verbindt er zich toe onderhavige code eveneens ter kennis te brengen aan zijn onderaannemers en ervoor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in de uitvoering van deze opdracht van levering.

Bovenstaande clausule geldt zowel voor de leverancier – natuurlijke persoon als voor de leverancier – rechtspersoon en hun zaakvoerder(s), bestuurder(s) en andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon. Indien de aanbestedende overheid kan aantonen dat de leverancier voormelde bepalingen niet naleeft bij de uitvoering van onderhavige overheidsopdracht, kan zij ten aanzien van de opdrachtnemer toepassing maken van art. 45 tot 49 en 123 tot 124 van het KB Uitvoering. Blz. 16 227/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT

Art 26.


Ref.: FM/2013/197

Sociale en ethische criteria

De 8 basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), die als criteria opgenomen worden in de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van maatschappelijk verantwoorde productie, vormen de basis van de sociale en ethische criteria. Zij bieden hét referentiekader om sociale en ethische verantwoordelijkheid te waarborgen. Er zijn 8 normen (http://www.ilo.org/ilolex/french/convdisp1.htm) die het volgende, in het bijzonder, waarborgen: -

Het recht op vakbondsvrijheid C. n°87

-

Het recht op vereniging en collectieve onderhandelingen C. n°98

-

de afschaffing van gedwongen arbeid C. n°29 et 105

-

verbod van discrimatie op het vlak van arbeid en verloning C. n°100 en 111

-

vastgestelde minimumleeftijd voor kinderarbeid C. n°138

-

het verbod op de ergste vormen van kinderarbeid C. n°182

In de "ILO declaration on Fundamental Principles and Rights at Work" staat onder meer dat op alle Lidstaten de verplichting rust om deze principes te respecteren, onverschillig of zij de basisconventies geratificeerd hebben of niet. Bedrijven moeten erop toezien dat hun activiteiten deze principes in geen geval schenden. De Federale overheid heeft ervoor gekozen om aan de leveranciers van de aanbestedende overheden voor te stellen om op eer te verklaren dat hun producten in overeenstemming kunnen worden beschouwd met deze 8 normen (zie bijgevoegde verklaring).

Art 27.

Rechtsvorderingen (art. 73 KB Uitvoering)

Bij geschillen over de uitvoering van de opdracht zijn de hoven en rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement van Gent bevoegd.

Blz. 17 228/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

3. Technische bepalingen a.

Kwaliteitseisen

Aan onderstaande eisen moeten zowel de 32”, 39”, 50” als 60” voldoen: OPGELET: de geluidsbegrenzing is niet nodig voor de 39”, 50” en 60”, maar wel voor de 32” flatscreens!! Flatscreen + standaard afstandsbediening Minimum 2 jaar garantie Beeld/scherm Type: Led tv HD-norm: Full HD Motion Hertz: minimum 100 Hz Minimale resolutie (pixels): 1920 x 1080 Beeldformaat: 16:9 Helderheid: minimum 300cd/m² Geluid Muziekvermogen (RMS): 20 Watt (2x10W) Connectiviteit Aantal HDMI-aansluitingen: minimum 2 Aantal scart-aansluitingen: minimum 1 Aantal USB-aansluitingen: minimum 1 Andere aansluitingen: IEC75-antenne, hoofdtelefoonuitgang Tuner/ontvangst/transmissie DVB- ondersteuning: DVB - T/C aansluiting Videoweergave: PAL/SECAM/NTSC Vermogen Netstroom: AC220 – 240 V 50/60Hz Energieklasse: minimum A Stroomverbruik in stand-bystand: <1 Watt Extra opties: USB-klonen (Channel list USB-Clone) Via USB foto’s bekijken Geluidsbegrenzing (enkel voor 32 inch) Met geluidsbegrenzing bedoelen we als het geluid van 0 tot 40 gaat, dan moet het mogelijk zijn om de geluidsbegrenzing in te stellen op bv. 20 Accessoires: Netsnoer, afstandsbediening, 2 AAA-batterijen, vaste of draaibare voetsteun, snelstartgids De flatscreens van 50” en 60” hebben geen tafelstandaard nodig want deze moeten opgehangen worden aan een beugel (meer info over beugel zie inventaris) Specifieke basisafstandsbediening voor senioren met volgende opties compatibel met aangeboden flatscreen: Blz. 18 229/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

volume hoger/lager, aan/uit –knop, kanalen hoger/lager + bijhorende batterijen Veiligheidsvoorschriften: Het CE-attest van elk type flatscreen moet mee ingediend worden. Het toestel is gemaakt uit een materiaal dat weinig deelneemt aan de brand en bij brand geen schadelijke gassen vrij geeft.

!Opgelet!: Het blanco excelformulier met technische specificaties moet ingevuld worden voor elk type flatscreen. Ook moeten de technische specificaties van ieder toestel mee ingediend worden waarop alle gevraagde technische vereisten staan vermeld. Foto’s van de beugels en basisafstandsbediening moeten ook toegevoegd worden.

b.

Wijze van levering

Leveren en installeren van de flatscreens op 3 verschillende locaties: woonzorgcentrum De Liberteyt, Vroonstalledries 22 te 9000 Gent woonzorgcentrum De Vijvers, Walstraat 1 te 9000 Gent woonzorgcentrum Het Heiveld, Antwerpsesteenweg 776 te 9040 Sint-Amandsberg (Gent)

Afspraak maken voor installatie per Woonzorgcentrum. Reservetoestellen (2 per WZC) dienen te worden afgeleverd in ieder Woonzorgcentrum aan het onthaal: Het is mogelijk dat de bestellingen in fases gebeuren. Het is tevens mogelijk dat er een aantal toestellen meer of minder besteld worden. Beide zaken doen geen enkel recht op bijkomende vergoeding ontstaan voor de leverancier. Alle toestellen dienen in de 3 WZC geplaatst of opgehangen te worden op de voorziene locaties, aangesloten te worden op het stroomnet en de coax-aansluiting; de vereenvoudigde afstandsbediening dient gekoppeld te worden aan het toestel. De plaatsing is inbegrepen in de kostprijs en mag per WZC maximum 5 opeenvolgende werkdagen in beslag nemen. Na plaatsing dienen alle toestellen te werken. Er dient ook uitleg gegeven te worden aan Koen Baczkowski over het USB-klonen.

c.

Verpakkingen

Lege verpakkingen dienen na iedere werkdag waarop er toestellen zijn geplaatst te worden meegenomen door de leverancier.

d.

Leveringsplaatsen

Blz. 19 230/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

Woonzorgcentrum Het Heiveld Antwerpsesteenweg 776 9040 St-Amandsberg Tel: 09 266 31 11 Contactpersoon: Geert Roggeman Woonzorgcentrum De Liberteyt Vroonstalledries 22 9032 Wondelgem Tel: 09 216 10 10 Contactpersoon: Veronique Dierinck Woonzorgcentrum De Vijvers Walstraat 1 9050 Ledeberg Tel: 09 210 30 11 Contactpersoon: Dirk Beyens

e.

Hoeveelheden

WZC Het Heiveld: 32”(minimum) op voet: 180 stuks + 2 reservetoestellen= 182 stuks compatibele afstandsbedieningen: 182 stuks 50” + draaibare beugel: 9 stuks 60” + draaibare beugel: 1 stuk 39” (minimum) op vaste beugel: 1 stuk coax-kabels minimum 1,5m: 193 stuks Totaal: 193 stuks WZC De Liberteyt: 32” (minimum) op voet: 125 stuks + 2 reservetoestellen= 127 stuks compatibele basisafstandsbedieningen: 127 50” draaibare beugel: 6 stuks 60” draaibare beugel: 1 stuk coax-kabels minimum 1,5m: 134 stuks Totaal: 134 stuks WZC De Vijvers 32” (minimum) op voet: 171 stuks + 2 reservetoestellen= 173 stuks compatibele basisafstandsbedieningen: 173 50” draaibare beugel: 9 stuks 60” draaibare beugel: 1 stuk 39” (minimum) vaste beugel: 1 stuk coax-kabels minimum 1,5m: 184 stuks Totaal: 184 stuks Reservetoestellen 32” op voet: 6 stuks: In ieder Woonzorgcentrum 2 stuks afgeven aan het onthaal. De opgegeven hoeveelheden in de bijgevoegde inventaris hebben betrekking op de geraamde afname. Deze hoeveelheden zijn louter indicatief. Een kleinere of grotere afname doet geen enkel recht op bijkomende vergoeding ontstaan voor de leverancier.

Blz. 20 231/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP “Levering van flatscreens aan 3 Woonzorgcentra van het OCMW Gent” Open aanbesteding Belangrijk: dit offerteformulier moet volledig worden ingevuld en electronisch ondertekend door de gedelegeerd-bestuurder of de gevolmachtigde, die de inschrijver geldig kan verbinden. . 1° Identificatiegegevens -

De ondergetekende:

(Naam en voornaam) Hoedanigheid of beroep : Nationaliteit : Woonplaats : (land, gemeente, straat, nummer, telefoonnr. en faxnr.)

ofwel (1) - De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel, telefoonnr. en faxnr.) vertegenwoordigd door de ondergetekende(n)

ofwel (1) - De ondergetekenden: (voor elk van hen dezelfde gegevens als hierboven) die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming,

verbindt of verbinden zich op zijn of hun roerende en onroerende goederen voormelde aanneming, bepaald in het Bijzonder Bestek nr. 2013/197 goedgekeurd bij beslissing van het OCMW van Gent van 12 november 2013, uit te voeren overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van het bestek tegen de som van : (in cijfers : exclusief BTW) : (in letters : exclusief BTW) :

(in cijfers : inclusief BTW) : (in letters : inclusief BTW) :

berekend op grond van de hoeveelheden van de bijgevoegde inventaris en gedetailleerd tegen de prijzen vermeld op bijgaande inventaris.

Blz. 21 232/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

2° Bijkomende inlichtingen A. - Inschrijving bij de RSZ nr. : - BTW nr. (alleen in België) : - E-mailadres :

B. Opmerking: De aandacht van de inschrijvers wordt er op gevestigd dat de aanbestedende overheid zelf zal nagaan of de inschrijver: voldaan heeft aan de voorschriften inzake sociale zekerheid Bijgevolg dient het attest waaruit blijkt dat de inschrijver voldaan heeft aan de voorschiften inzake sociale zekerheid (voor wat inschrijvers die personeel tewerkstellen dat aan de Belgische sociale zekerheid is onderworpen) niet meer gevoegd worden bij de offerte.

3° Beroepsmatige fiscale verplichtingen Bij deze offerte voeg ik of voegen wij de in artikel 63 KB Plaatsing bedoelde attesten. 4° Onderaannemers Er zal geen beroep gedaan worden op onderaannemers; alle werken zullen worden uitgevoerd in eigen beheer. ofwel

2

Voor de uitvoering van deze opdracht zal beroep gedaan worden op volgende onderaannemers: Naam

Nationaliteit

Adres

Ondernemingsnummer

Het bedrag van de opdracht die zal worden opgedragen aan de onderaannemers: 1) onderdanen van een EU-lidstaat: (per land) …………………………………… euro 2) onderdanen van een ander land: (per land) ……………………………………. euro

5°. Mijn personeel heeft de volgende nationaliteit:

2

Doorhalen wat niet van toepassing is. Blz. 22 233/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

6° Producten en materialen Voor de uitvoering van deze opdracht zullen geen producten worden gebruikt die niet afkomstig zijn uit 3

de lidstaten van de Europese Gemeenschap. ofwel

4

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 81, 5° KB Plaatsing, wordt hierbij een afzonderlijke nota gevoegd, gedateerd en ondertekend, houdende vermelding van de herkomst van de te leveren producten en/of van de te verwerken materialen die afkomstig zijn van buiten de Europese Unie. Zij vermeldt per land van oorsprong de waarde, exclusief douanerechten, dat die producten en/of materialen in de offerte vertegenwoordigen. Als de producten of materialen op het grondgebied van de Europese Unie worden afgewerkt of 5

verwerkt, vermeldt zij enkel de waarde van de grondstoffen.

7° Betalingen De betalingen zullen geldig uitgevoerd worden door overschrijving op volgend bankrekeningnr. IBAN:……………………………………… BIC nummer (indien IBAN nummer niet begint met BE): ………………………………………………….. ten name van: ………………………………………………………… 8° Documenten, modellen en monsters Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd : -

de bescheiden, gedateerd en ondertekend, die luidens het bestek van onderhavige aanneming moeten worden voorgelegd;

Gedaan te: De (datum): De inschrijver(s),

Handtekening: Naam en Voornaam: Functie:

3 4 5

Geen rekening houden met de door het bestek opgelegde producten van vreemde oorsprong. Doorhalen wat niet van toepassing is. De inschrijver die deze aangifte niet heeft gedaan wordt geacht voor de uitvoering van de ganse aanneming geen producten of materialen te gebruiken die niet afkomstig zijn uit de Europese Unie. Geen rekening houden met de door het bestek opgelegde producten van vreemde oorsprong. Blz. 23 234/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

BIJLAGE B : VERKLARING ETHISCHE EN SOCIALE CRITERIA Verklaring ethische en sociale criteria Ondergetekende, de heer, mevrouw in naam van het bedrijf verklaart op zijn/haar eer dat zijn aangeboden producten, voor zover hij/zij weet, afkomstig zijn van bedrijven die onderstaande criteria naleven of opleggen aan hun filialen, contracterende partijen en onderaannemers :

• de vrijheid van vereniging, Conventie n°87 van de ILO • de vrijheid om te onderhandelen, Conventie n°98 van de ILO • de afschaffing van dwangarbeid, Conventies n°29 en 105 van de ILO • niet-discriminatie en de gelijke beloning voor arbeid, Conventies n°100 en 111 van de ILO • de geleidelijke uitbanning van kinderarbeid, Conventie n°138 van de ILO • het verbod op de ergste vormen van kinderarbeid, Conventie n°182 van de ILO

Indien hij/zij zou vernemen dat deze conventies niet nageleefd worden, zal hij/zij alle nodige maatregelen trachten te nemen om aan de situatie te verhelpen of om de goederen elders aan te kopen.

Hij/zij aanvaardt dat de Leidend ambtenaar of zijn vertegenwoordig(st)er hem/haar zal kunnen vragen om zijn/haar registers met de verschillende filialen, onderaannemers of contracterende partijen die een verband hebben met het betrokken product, te raadplegen.

Datum, handtekening en firmastempel.

Blz. 24 235/305 RMW - 12 november 2013

OCMW GENT


Ref.: FM/2013/197

Volgende documenten moeten bij de offerte gevoegd zijn. Niet indienen van de gevraagde documenten kan aanleiding geven tot de nietigheid van de offerte. •

attest van de directe belastingen (zie art. 4)

•

attest van de BTW – administratie (zie art. 4)

•

attest van niet-faillissement (zie art. 4, enkel voor buitenlandse inschrijvers)

•

RSZ-attest met originele droogstempel of gelijkwaardig (zie art. 4, enkel voor buitenlandse inschrijvers)

•

een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de inschrijver niet veroordeeld is. (zie art 4)

•

de totale omzet van de laatste drie afgesloten boekjaren (zie art. 5)

•

jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren (zie art. 4, enkel voor buitenlandse uitschrijvers)

•

statuten van de vennootschap, wijzigingen en eventueel volmacht van de gedelegeerd – bestuurder of de zaakvoerder (zie art. 6)

•

verzekeringsbewijs burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid (zie art. 20)

•

volledig ingevulde en ondertekende offerte (zie p 21-23)

•

de ondertekende verklaring ethische en sociale criteria (zie p. 24)

•

volledig ingevulde en ondertekende inventaris (zie bijgevoegd Excel document)

•

CE-attest van elk type flatscreen

•

ingevulde lijst technische specificaties (zie bijgevoegd Excel document)

•

technische fiches van elk type flatscreens waarop alle technische vereisten staan (32”,39”, 50” en 60”)

•

technische fiches van compatibele basisafstandsbediening en beugels + foto

Vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 12-11-2013

Namens het OCMW,

Luc Kupers Secretaris

Rudy Coddens Voorzitter

Blz. 25 236/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 20131014_LIJ_technische_bepalingen_blanco.xls

237/305 RMW - 12 november 2013

20131014_LIJ_technische_bepalingen_blanco.xls Technische bepalingen Kwaliteitseisen FLATSCREENS Type: Led tv HD norm: Full HD Motion Hertz: minimum 100 HZ Minimale resolutie: 1920x1080 Beeldformaat 16:9 Helderheid: minimum 300cd/m² Muziekvermogen : 20 Watt (2x10W) Aantal HDMI-aansluitingen: minimum 2 Aantal Scart-aansluitingen: minimum 1 Aantal USB-aansluitingen: minimum 1 Andere aansluitingen: IEC75-Antenne, hoofdtelefoonuitgang DVB-ondersteuning: DVB - T/C aansluiting Videoweergave: PAL/SECAM/NTSC Netstroom: AC220-240 V 50/60HZ Energieklasse: minimum A Stroomverbruik in stand-by: <1 Watt USB-klonen USB foto's bekijken Geluidsbegrenzing Netsnoer Afstandsbediening 2 AAA-batterijen vaste of draaibare voetsteun snelstartgids COMPATIBEL STANDAARDAFSTANDSBEDIENING bijhorende batterijen volume hoger/lager, aan/uit-knop, kanalen hoger/lager

238/305 RMW - 12 november 2013

32"

50"

60"


Bijlage: 20131011_LIJ_inventaris_flatscreens.xls

239/305 RMW - 12 november 2013

20131011_LIJ_inventaris_flatscreens.xls

BIJLAGE: INVENTARIS “AANKOOP FLATSCREENS VOOR 3 WZC VAN HET OCMW GENT” VH = vermoedelijke hoeveelheid Nr.

Beschrijving

Type Eenh. Hoev.

1

Flatscreen lcd/led tv minimum 39"

VH

stuk

2

2

Flatscreen lcd/led tv 50"

VH

stuk

24

3

Flatscreen lcd/led tv 60"

VH

stuk

3

4

VH

stuk

482

6

Flatscreen lcd/led tv minimum 32” Specifieke basisafstandsbediening voor senioren

VH

stuk

482

7

Vaste beugel voor minimum 39” flatscreen (nr1)

VH

Stuk

2

9

Draaibare beugel 50” flatscreen

VH

Stuk

24

10

Draaibare beugel 60” flatscreen

VH

Stuk

3

11

Distributiekabel (Coax) minimum 1,5 m

VH

Stuk

511

Eenheidsprijs in letters EHP. in cijfers excl. btw excl. btw

Totaal excl. btw : Btw 21% : Totaal incl. btw : De eenheidsprijzen dienen opgegeven te worden tot 2 cijfers na de komma. De producten hoeveelheid x eenheidsprijs dienen echter telkens op 2 cijfers na de komma afgerond te worden. Gezien, onderzocht en aangevuld met eenheidsprijzen, gedeeltelijke sommen en de totale som die gediend hebben tot het vaststellen van het bedrag van mijn inschrijving van heden, om gevoegd te worden bij mijn offerteformulier. Te .......................................... de ...................................................... Functie: ...................................................... Naam en voornaam: ............................................................................ Handtekening: 240/305 RMW - 12 november 2013

Totaal excl. btw

taal excl. btw : Btw 21% :

otaal incl. btw :

n echter telkens op 2 cijfers na

aststellen van het bedrag van

241/305 RMW - 12 november 2013


P&O Human Resources - Directie Juridische Ondersteuning

2013_RMW_00423

Plaatsvervangende feestdagen en brugdagen in 2014 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context In 2014 vallen er drie feestdagen in het weekend: 1 november (op zaterdag), 2 november (op zondag) en 15 november (op zaterdag). 2 november is enkel een feestdag voor personeelsleden die onder de RPR OCMW-personeel vallen, voor de art.60-personeelsleden én voor de personeelsleden van de lokale dienstencentra en zelfstandig wonen en projecten die van vóór 1 januari 2011 in dienst zijn van het OCMW. 2 november is dus niet langer een feestdag voor personeelsleden uit de woonzorgcentra. 15 november daarentegen is enkel nog een feestdag voor personeelsleden van de woonzorgcentra die vóór 1 januari 2011 in dienst waren van het OCMW en voor de art.60-personeelsleden en dus niet voor de rest van het OCMW-personeel. Er moet voor deze feestdagen een plaatsvervangende feestdag worden voorzien. Als principe geldt dat het personeelslid hier een vrije keuze in heeft. In het verleden werd echter door de vakbonden de vraag gesteld of er brugdagen zouden voorzien worden. Om proactief aan deze vraag tegemoet te komen, worden - na overleg in het Managementteam - een aantal brugdagen voorgesteld. Dit werd ook met de vakbonden besproken op 14 oktober 2013. Nog een belangrijke nuance waarop we de aandacht willen vestigen: indien een vervangingsdag wordt vastgelegd om een brugdag te maken en die dag valt samen met de vaste vrije dag van een personeelslid dat ressorteert onder de RPR OCMW-personeel, dan mag dit personeelslid die plaatsvervangende feestdag op een ander moment opnemen. Dit personeelslid is met andere woorden de vervangingsdag niet kwijt. Dit is echter niet het geval voor personeelsleden die ressorteren onder de RPR Ouderenzorg. Deze personeelsleden zijn immers onderworpen aan de Feestdagenwet en volgens die wetgeving, is een deeltijds personeelslid zijn plaatsvervangende feestdag wel kwijt indien die dag samenvalt met hun vaste vrije dag. Dit onderscheid is het gevolg van hogere regelgeving waarvan we niet kunnen afwijken. 1. Voorstel voor alle personeelsleden die onder de RPR OCMW-personeel ressorteren Voor deze personeelsleden wordt voorgesteld om voor 1 & 2 november 2014 geen vervangingsfeestdag vast te leggen. Deze zouden vrij kunnen opgenomen worden nadat de feestdag is verstreken, maar moeten opgenomen worden in 2014 en kunnen niet overgedragen worden. Bij uitdiensttreding wordt de niet-opgenomen feestdag niet uitbetaald. Daarnaast zou men voor deze personeelsleden de klassieke brug in het Hemelvaartweekend maken. Vrijdag 30 mei 2014 wordt dus een collectieve sluitingsdag voor de personeelsleden die onder de RPR OCMW-personeel vallen. Concreet komt dit er op neer dat alle personeelsleden van de diensten die onder de RPR OCMW-personeel vallen verlof of een andere vorm van afwezigheid moeten opnemen voor 30 mei. Het zal niet mogelijk zijn om vrijwillig te komen werken. 2. Voorstel voor de personeelsleden van de lokale dienstencentra, zelfstandig wonen en projecten en de overkoepelende diensthoofden en hun administratieve ondersteuning Voor zaterdag 1 november wordt voorgesteld om geen vervangingsdag vast te leggen. Personeelsleden kunnen deze feestdag dus vrij opnemen nadat de feestdag verstreken is. Op die manier kan de opname van die dag gespreid worden en de continuïteit van de dienstverlening gegarandeerd worden, immers een ldc voor 4 opeenvolgende dagen sluiten voor een verlengd weekend is niet aangewezen. Voor 2 november wordt voorgesteld om een vervangingsdag vast te leggen op vrijdag 31 oktober 2014. Voor personeelsleden in dienst gekomen na 1 januari 2011 zal dienstvrijstelling toegekend worden op vrijdag 31 oktober 2014. 3. Voorstel voor de personeelsleden uit de woonzorgcentra Voor personeelsleden in de woonzorgcentra is 2 november niet langer een feestdag, dus gaat het nog enkel over 1 november 2014 en 15 november 2014 (voor personeelsleden in dienst vóór 1.1.2011). Hier wordt een onderscheid gemaakt naargelang de personeelsleden al dan niet weekenddiensten presteren. Immers voor degenen die weekenddiensten presteren, moeten enkel feestdagen die op zondag vallen verplicht vervangen worden door een andere dag. a. weekenddiensten presteren

242/305 RMW - 12 november 2013


Omdat 1 en 15 november beide op zaterdag vallen, moet er dus geen vervangingsdag voorzien worden voor de personeelsleden die weekenddiensten presteren. b. geen weekenddiensten presteren Voor personeelsleden die geen weekenddiensten presteren, wordt voorgesteld om de vervangingsdagen van 1 en 15 november 2014 vrij te laten opnemen door het personeel. Op die manier kan de opname van die dag(en) gespreid worden en de continuïteit van dienstverlening gegarandeerd worden. 4. Voorstel voor de artikel-60-personeelsleden Voor deze personeelsleden stelt het managementteam voor om dezelfde werkwijze als de vorige jaren te hanteren. Dit houdt in dat zij de 3 feestdagen die in het weekend vallen (1, 2 & 15 november), vrij mogen opnemen eens de feestdagen voorbij zijn. Deze werkwijze kan verantwoord worden omwille van de specifieke doelgroep. Artikel.60-personeelsleden beschikken over een kleiner vakantietegoed dan het regulier personeel: zij hebben immers nog geen vakantierechten opgebouwd in het vakantiedienstjaar bij een vorige werkgever. Bovendien worden zij tewerkgesteld volgens uurroosters die van toepassing zijn bij de werkgevers waarvan zij ter beschikking worden gesteld. Idealiter worden de plaatsvervangende feestdagen opgenomen op dagen dat de werkplek van het artikel-60-personeelslid gesloten is.

Motivering Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op de Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen; gelet op de Reschtspositieregeling OCMW-personeel, met uitzondering van de personeelsleden art. 104 §6 OCMW-decreet en het artikel-60-personeel; gelet op de Rechtspositieregeling Ouderenzorg.

Openbaarheid van bestuur Dit besluit is niet ter inzage. Motivering: Artikel 13 - 3 : een aanvraag tot openbaarmaking dient afgewezen te worden, voor zover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, als de openbaarmaking afbreuk doet aan het geheim van de beraadslagingen van de Vlaamse Regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan afhangen, aan het geheim van beraadslagingen van de organen van het Vlaams Parlement.


niet vereist


Artikel 1 Personeelsleden die onder de RPR OCMW-personeel ressorteren: - kunnen 1 en 2 november 2014 vrij opnemen in 2014, evenwel nadat de feestdag is verstreken; - krijgen de niet-opgenomen feestdag niet uitbetaald bij uitdienstreding; - moeten verlof of een andere vorm van afwezigheid nemen op vrijdag 30 mei 2014 aangezien dit een collectieve sluitingsdag wordt.

Artikel 2 Personeelsleden van de lokale dienstencentra, zelfstandig wonen en projecten en de overkoepelende

243/305 RMW - 12 november 2013


diensthoofden en hun administratieve ondersteuning: - kunnen zaterdag 1 november vrij opnemen in 2014 nadat de feestdag verstreken is. - krijgen de niet-opgenomen feestdag niet uitbetaald bij uitdienstreding; - hebben een vervangingsfeestdag op vrijdag 31 oktober, want zondag 2 november wordt vastgelegd op vrijdag 31 oktober 2014; - die in dienst gekomen zijn na 1 januari 2011 krijgen dienstvrijstelling op vrijdag 31 oktober 2014.

Artikel 3 Personeelsleden uit de woonzorgcentra in dienst vóór 1 januari 2011 die weekenddiensten presteren: - krijgen geen vervangingsdag voor 1 en 15 november 2014 omdat beide op zaterdag vallen.

Artikel 4 Personeelsleden uit de woonzorgcentra in dienst vóór 1 januari 2011 die geen weekenddiensten presteren: - kunnen de vervangingsdagen van 1 en 15 november 2014 vrij opnemen in 2014 nadat de feestdag is verstreken. - Bij uitdiensttreding wordt de niet-opgenomen feestdag niet uitbetaald.

Artikel 5 Personeelsleden artikel-60: - mogen de feestdagen 1, 2 en 15 november die in het weekend vallen vrij opnemen in 2014 na het verstrijken van deze feestdag. - Bij uitdiensttreding worden de niet-opgenomen plaatsvervangende feestdagen niet uitbetaald.

Agendapunten Goedkeuring notulen

2013_RMW_00394

Notulen openbare raadszitting van dinsdag 8 oktober 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd




niet vereist

besluit het volgende goed te keuren:

Artikel 1 De notulen van de openbare zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van dinsdag 8 oktober 2013. Notities notulen Raadslid Rysermans wil genotuleerd zien dat de voorzitter het eens is met de NV-a standpunten zoals naar voor gebracht. De voorzitter antwoordt dat hij geen bezwaren had met de tekst zoals voorgelezen, maar wel met de nodige nuances en verschillende benaderingen bij de invulling.

244/305 RMW - 12 november 2013


Diensten van de Secretaris Kabinet

2013_RMW_00395

Globale verkoop gronden Nederland - aanstellen notarissen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context De raad voor maatschappelijk welzijn heeft op 11 juni 2013 zijn akkoord gegeven om de gronden in Nederland globaal te verkopen. Er werd toen ook aangegeven dat er gezocht zou worden naar een Belgische notaris die ervaring heeft met verkopen in Nederland.

Motivering Notaris Annelies Wylleman heeft de noodzakelijke ervaring. Zij is op de hoogte van de praktijken en toepasselijke Nederlandse wetgeving. Het verlijden van de akte moet wel door een Nederlandse notaris gebeuren. Notaris Hendrikse uit Axel, Nederland heeft expertise in verkoop van verpachte gronden in Nederland. Notaris Wylleman en notaris Hendrikse zullen in dit dossier samenwerken. Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 11 juni 2013, 2013_RMW_00257



niet vereist


Artikel 1 De aanstelling van notaris A. Wylleman, Sleidingedorp 102, 9940 Sleidinge.

Artikel 2

245/305 RMW - 12 november 2013


De aanstelling van notaris G.W.J.M. Hendrikse, Stationsstraat 5, 4571 LA Axel, Nederland. Notities notulen Raadslid Chantal Sysmans gaat akkoord met de voorgestelde verkoop, maar zij vindt het jammer dat de melding eerst via de pers werd gedaan. Raadslid Ronny Rysermans verwijst ook naar de persartikels en hij zou graag de actuele stand van zaken kennen. De voorzitter verwijst in zijn antwoord naar een vroegere principiële beslissing hierover. Hij meldt ook dat er een bod werd ontvangen waarvan het bedrag nu niet kan vermeld worden, maar dat zeker beantwoordt aan de vooropgestelde doelstelling. Wat mogelijke vragen betreft over een verarming van het OCMW, stelt de voorzitter dat dit zeker niet het geval is: het gaat hier over het te gelde maken van niet gebruikte terreinen, waarvan de opbrengst zal geïnvesteerd worden in voorzieningen voor senioren. Liesbet Vertriest en Geert Vergaerde zullen dit dossier verder afhandelen.

Bestuursondersteuning

2013_RMW_00396

Sluiten van een kaderovereenkomst tussen Stad Gent en OCMW Gent over het gebruik van (delen van) elkaars onroerend patrimonium Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op 25 september 2006 werd door de gemeenteraad en op 7 november 2006 door de raad voor maatschappelijk welzijn de gebruiksovereenkomst tussen de Stad en het OCMW goedgekeurd. Er wordt overeengekomen dat er wederzijds kosteloos gebruik kan gemaakt worden van lokalen en gebouwen. Daartegenover zullen de kosten die het gebruik met zich meebrengt ofwel rechtstreeks gefactureerd worden ofwel zal er jaarlijks een afrekening gestuurd worden. Om die reden werd per locatie een fiche opgemaakt waarin afgesproken wordt hoe bepaalde kosten tussen de Stad en het OCMW verrekend worden. Maar de berekeningswijze van sommige kosten is soms vrij omslachtig of onduidelijk en zorgde dikwijls voor eindeloze discussies. Voor de periode 1 oktober 2006 tot en met 31 december 2012 is men er dan ook nooit in geslaagd om aan mekaar onbetwiste afrekeningen voor te leggen. Ter afsluiting van die discussies hebben de OCMW-raad op 11 juni 2013 en de gemeenteraad op 25 juni 2013 een dadingovereenkomst afgesloten. In het streven naar een vlottere samwerking tussen beide besturen werd een nieuwe overeenkomst onderhandeld die zal ingaan vanaf 1 januari 2013. Het basisprincipe is dat het gebruik van (delen van) mekaars onroerend patrimonium kosteloos is. Er wordt ook naar gestreefd om zo min mogelijk kosten aan mekaar door te rekenen. Enkel in het geval er voor het in gebruik gegeven goed afzonderlijke meters zijn voor nutsvoorzieningen, zal de gebruiker de kosten van die nutsvoorzieningen op zich nemen.

Motivering Gelet op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent.

Gekoppelde besluiten Vast Bureau, 27 mei 2013, 2013_VB_00753


246/305 RMW - 12 november 2013



niet vereist


Artikel 1 De kaderovereenkomst tussen Stad Gent en OCMW Gent over het gebruik van (delen van) elkaars onroerend patrimonium.

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: kaderovereenkomst OCMW _Stad.doc Bijlage 2: blanco individuele fiche.doc Notities notulen Raadslid Chantal Sysmans is van oordeel dat dit een logisch voorstel is. Zij vraagt of er door de diensten werd geanticipeerd op deze regeling, aangezien de ingangsdatum werd bepaald op 1 januari 2013. De voorzitter antwoordt hierop bevestigend.

Bijlage(n) kaderovereenkomst OCMW _Stad.doc blanco individuele fiche.doc

247/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: kaderovereenkomst OCMW _Stad.doc

248/305 RMW - 12 november 2013

kaderovereenkomst OCMW _Stad.doc

STAD GENT DEPARTEMENT FACILITY MANAGEMENT DIENST VASTGOEDBEHEER

KADEROVEREENKOMST TUSSEN STAD GENT EN OCMW Tussen de ondergetekenden: 1) de Stad Gent, met zetel ten stadhuize, 9000 Gent, Botermarkt 1, hier vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit d.d. voor wie handelen: a) mevrouw Martine De Regge, schepen van Personeelsbeleid, Facility Management en Administratieve Vereenvoudiging (voor de burgemeester bij delegatiebesluit van 03 januari 2013); b) de heer Paul Teerlinck, stadssecretaris; beiden met zetel ten stadhuize; ondergetekende enerzijds, hierna genoemd " de Stad ", desgevallend ‘de gebruiker’ of ‘de ingebruikgever’, en Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, hier vertegenwoordigd door: - De heer Rudy Coddens, voorzitter; - De heer Luc Kupers, secretaris; in uitvoering van de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van … ondergetekende anderzijds, hierna genoemd "het OCMW", desgevallend ‘de gebruiker’ of ‘de ingebruikgever’, Wordt overeengekomen wat volgt: Artikel 1- Voorwerp De Stad en het OCMW stellen wederzijds aan elkaar onroerende goederen (gebouwen, kantoren, zalen, lokalen, garageboxen, gronden, groenzones, parkeerplaatsen,…) ter beschikking. Het betreft onroerende goederen waarop de Stad of het OCMW een zakelijk of persoonlijk recht heeft. Een geactualiseerde lijst van deze goederen zal steeds ter goedkeuring worden voorgelegd, voor wat de Stad betreft aan het College van burgemeester en schepenen, voor wat het OCMW betreft aan het Vast Bureau. Met deze kaderovereenkomst wensen partijen de basisvoorwaarden en modaliteiten uit te werken waaronder partijen, gebruik kunnen maken van de onroerende goederen die zij aan elkaar ter beschikking stellen.

1/6 249/305 RMW - 12 november 2013

Niet alle onroerende goederen die partijen aan elkaar ter beschikking stellen maken automatisch het voorwerp uit van deze gebruiksovereenkomst. Het staat partijen vrij om voor onroerende goederen die afwijkende modaliteiten vergen een afzonderlijke overeenkomst op maat te sluiten. Artikel 2 - Bestemming en gebruik De in gebruik gegeven onroerende goederen: 1. zullen door de partijen uitsluitend worden gebruikt conform de bestemming die opgenomen wordt in de goedgekeurde individuele fiche, zoals beschreven in artikel 4, met uitsluiting van alle handelsdoeleinden of aanverwante bedrijvigheden; 2. zullen in hun bestemming niet mogen gewijzigd worden zonder voorafgaande uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van respectievelijk het College van burgemeester en schepenen of het Vast Bureau; 3. zullen niet het onderwerp kunnen uitmaken van een overdracht of onderhuur, dit met uitzondering van occasioneel gebruik door derden. Occasioneel gebruik door derden van één of meerdere lokalen is toegestaan onder de strikte voorwaarden van de bestaande en van toepassing zijnde reglementen en mits naleving van de bepalingen van deze overeenkomst en haar bijlagen; 4. zullen het voorwerp uitmaken van een gebruik voor een langdurige periode met een ingebouwde regelmaat. Artikel 3 - Duur en beëindiging van de overeenkomst De overeenkomst wordt gesloten voor een periode van onbepaalde duur ingaande op 1 januari 2013. Zowel de Stad als het OCMW kunnen beslissen dat een bepaald goed niet langer in gebruik kan gegeven worden. Zij zal daarvan de gebruiker schriftelijk op de hoogte brengen en minstens zes maanden op voorhand zodat deze een alternatieve locatie kan zoeken. Afwijkend van hetgeen is bepaald in de vorige alinea, kan de goedgekeurde individuele fiche, zoals beschreven in artikel 4, de opzegtermijn inkorten zonder dat die minder kan zijn dan 1 maand. Artikel 4 – Individuele Fiche Voor elke ingebruikname van een onroerend goed wordt een individuele fiche opgesteld die neerkomt op een concrete afsprakennota, conform de bijlage die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst. Deze individuele fiche wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het College van burgemeester en schepenen en aan het Vast Bureau. Artikel 5 – Staat van de onroerende goederen De indeling en de staat van ieder onroerend goed dat vanaf 1 januari 2013 aan de Stad Gent of aan het OCMW ter beschikking wordt gesteld, zal beschreven worden in een tegensprekelijke en omstandige intredende plaatsbeschrijving met foto’s. Bij ontruiming van het goed zal binnen de 7 dagen een nieuwe en vergelijkende uittredende plaatsbeschrijving van deze goederen worden opgemaakt, ondertekend door respectievelijk de contactpersoon van de Stad en van het OCMW. De opmaak van de plaatsbeschrijving gebeurt op initiatief van een van beide partijen. Bij gebreke van een tegensprekelijke plaatsbeschrijving binnen de twee maanden na ingebruikname en/of uittreding door de

2/6 250/305 RMW - 12 november 2013

gebruiker zal een éénzijdige plaatsbeschrijving opgemaakt op verzoek van de ingebruikgever als rechtsgeldig worden aanvaard. De gebruiker verbindt er zich toe het onroerend goed op het einde van het gebruik in de oorspronkelijke staat terug te geven. Artikel 6 - Bezettingsvergoeding Het wederzijds gebruik is gratis. Er is geen bezettingsvergoeding verschuldigd. Artikel 7 - Nutsvoorzieningen en andere kosten De kosten verbonden aan het gebruik worden in principe door de gebruiker gedragen: 7.1. De nutsvoorzieningen (elektriciteit, gas en water) In geval van exclusief gebruik van het geheel van een goed of van een gedeelte van een goed dat als een op zich staande eenheid kan worden beschouwd én het onroerend goed is voorzien van één of meer aparte tellers, dan dient de gebruiker de kosten voor de nutsvoorzieningen te dragen: -

indien er in het goed een officiële teller aanwezig is, dient de gebruiker rechtstreeks een contract af te sluiten met een energieleverancier/nutsvoorzieningsmaatschappij;

-

indien er in het goed een tussenteller aanwezig is (décompteur), kan de gebruiker géén eigen contract sluiten met een energieleverancier/nutsvoorzieningsmaatschappij, maar zal de ingebruikgever periodieke aanrekeningen sturen naar de gebruiker. Het door de gebruiker te betalen aandeel is de verhouding van het door de tussenteller aangegeven verbruik in verhouding tot het voor dezelfde periode door de officiële hoofdteller aangegeven verbruik van alle door de energieleverancier/nutsvoorzieningsmaatschappij aangerekende kosten.

Indien het onroerend goed niet uitgerust is met een of meer aparte (tussen)tellers zullen er tussen partijen geen verrekeningen gebeuren. Delegatie bij Reglement Indien het een onroerend goed betreft waar het energieverbruik meer dan 5.000,00 EUR per maand bedraagt, dan krijgt het College van burgemeester en schepenen van de Gemeenteraad de bevoegdheid om een ingebruikname goed te keuren in afwijking van bovenvermeld artikel 7.1. 7.2. De telecomkosten + fotokopiekosten Voor zover die faciliteiten aanwezig zijn in een in gebruik gegeven goed, worden de kosten verbonden aan het gebruik van telefoon, internet en kopieermachine door de ingebruikgever gedragen, tenzij er sprake is van exclusief gebruik van het geheel van het goed of van een gedeelte van het goed dat als een op zich staande eenheid kan worden beschouwd. In geval van exclusief gebruik van het geheel van een goed of een gedeelte dat als een op zich staande eenheid kan worden beschouwd, zijn de kosten voor telefoon, internet en kopieermachine voor de gebruiker. 7.3. De kosten voor onderhoud en schoonmaak De gebruiker dient zelf in te staan voor het onderhoud en de schoonmaak van de goederen die hij/zij gebruikt. De kosten die hieraan verbonden zijn dient de gebruiker zelf te dragen. Het poetsen van gemeenschappelijke delen van een gebouw is ten laste van de ingebruikgever.

3/6 251/305 RMW - 12 november 2013

*Delegatie bij Reglement Indien een onroerend goed gedeeld gebruikt wordt en door meer dan 50% van de medewerkers van de gebruiker bezet wordt, dan krijgt het College van burgemeester en schepenen van de Gemeenteraad de bevoegdheid om in afwijking van bovenvermeld artikel 7.3 een ingebruikname goed te keuren. 7.4.

De

kosten

voor

afvalverwijdering

In geval van exclusief gebruik van een goed of van een deel van een goed dat als een op zich staande eenheid kan worden beschouwd, dient de gebruiker op zijn kosten in te staan voor de afvalverwijdering. Tenzij de goedgekeurde individuele fiche, zoals bepaald in artikel 4, een andere regeling bepaalt, gebeurt de afvalverwijdering in de andere gevallen op initiatief en op kosten van de ingebruikgever. 7.5 Sleutels en toegangsbadges De gebruiker ontvangt kosteloos de nodige sleutels en toegangsbadges. De gebruiker is verantwoordelijk voor diefstal, beschadiging of verlies van de badges en de sleutels. Bij verlies of diefstal van een badge of een sleutel van een gebouw dat door OCMW Gent wordt ter beschikking gesteld, moet de Dienst Veiligheid van het OCMW ([email protected]) onverwijld verwittigd worden. Sommige sleutels hebben een beschermd profiel (geregistreerde sleutels) en om ze bij te maken zijn vergunningen of certificaten nodig. Vervanging van een verloren, beschadigde of gestolen badge of van een verloren, beschadigde of gestolen geregistreerde sleutel, van een onroerend goed die ter beschikking wordt gesteld, kost 25,00 euro en wordt aan de gebruiker aangerekend. Vervanging van een verloren, beschadigde of gestolen niet-geregistreerde sleutel gebeurt tegen kostprijs en wordt aan de gebruiker aangerekend door de ingebruikgever. Als slijtage van de magneetstrip van een badge wordt vastgesteld, wordt de badge gratis vervangen. Artikel 8 - Specifieke afspraken per goed Als er voor het goed in kwestie een huishoudelijk reglement is opgemaakt, dient de gebruiker de bepalingen van dat reglement na te leven en te doen naleven. De tekst van het huishoudelijk reglement wordt als bijlage gevoegd bij de goedgekeurde individuele fiche, zoals bepaald in artikel 4, De gebruiker van een goed dat gedeeld gebruikt wordt zal, in voorkomend geval, rekening moeten houden met openingsuren, inbraakbeveiliging en toegangscontrole van dat gebouw. Artikel 9 - Onderhoud en herstellingen De goederen worden in gebruik gegeven in hun huidige staat met alle zichtbare en niet-zichtbare gebreken. De gebruiker verbindt er zich toe deze als een goed huisvader en in degelijke staat te onderhouden. De gebruiker zal de nodige onderhouds- en inrichtingswerken uitvoeren die noodzakelijk zijn om de bestemming, opgenomen in de individuele fiche, te realiseren en te kunnen bestendigen. Deze kosten zijn ten laste van de gebruiker. Voor zover daarover in de individuele fiche, zoals bepaald in artikel 4, geen andere regeling is opgenomen, mogen deze werken worden uitgevoerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de ingebruikgever, op voorwaarde dat deze worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst. Indien de gebruiker wil voorzien in de aanleg van informaticalijnen, telefonie- en/of internetbekabeling, de eventuele uitbreiding van het elektriciteitsnet en werken in het algemeen, en voor zover daarover in de individuele fiche, zoals bepaald in artikel 4, geen andere regeling is opgenomen, zullen deze worden uitgevoerd door en op kosten van de gebruiker, volgens de richtlijnen te verstrekken door de ingebruikgever.

4/6 252/305 RMW - 12 november 2013

De gebruiker zal geen verbouwingswerken uitvoeren vooraleer de plannen en de wijze van uitvoering door de ingebruikgever zijn goedgekeurd. Voor zover daarover in de goedgekeurde individuele fiche, zoals bepaald in artikel 4, geen andere regeling is opgenomen, zullen alle verfraaiingen, verbouwingen en verbeteringen die door de Stad of het OCMW worden uitgevoerd, van rechtswege en van het ogenblik dat zij worden uitgevoerd onvergeld aan het in gebruik gegeven goed en aan de ingebruikgever blijven. De gebruiker neemt de kleine herstellingen en het geringe onderhoud op zich, zoals deze in het Burgerlijk Wetboek zijn bepaald en bij de plaatselijke gebruiken voorzien zijn. Partijen zullen elkaar onmiddellijk en schriftelijk (of schriftelijk bevestigen) op de hoogte brengen van schade of beschadigingen die buiten hun herstellingsplicht vallen. Artikel 10 - Verzekeringen De Stad en het OCMW verzekeren hun in gebruik gegeven goederen tegen de risico’s die zij nuttig achten. Partijen verzaken aan elke vorm van verhaal tegenover elkaar, hun beheerders, bewakers, personeelsleden en mandatarissen, krachtens artikels 1302, 1721 en 1732 tot 1735 B.W. Partijen verbinden zich ertoe om in de verzekeringen die ze met betrekking tot de in gebruik gegeven goederen afsluiten, een clausule van afstand van verhaal op te nemen. Artikel 11 – Vergunningen Voor in gebruikgegeven goederen die eigendom zijn van de Stad of het OCMW, worden de vergunningen eigen aan een in gebruik gegeven goed of aan installaties op, in of aan dat goed aangevraagd door de eigenaar van het goed. Vergunningen die eigen zijn aan een specifieke activiteit of exploitatie worden aangevraagd door degene die de activiteit uitvoert of de exploitatie doet. Artikel 12 – Belastingen en heffingen Voor in gebruik gegeven goederen die eigendom zijn van de Stad of het OCMW, zijn belastingen, taksen en heffingen die eigen zijn aan het gebouw of aan installaties op, in of aan dat goed, ten laste van de ingebruikgever. Belastingen, taksen en heffingen die eigen zijn aan een specifieke activiteit of exploitatie zijn ten laste van degene die de activiteit uitvoert of de exploitatie doet. Artikel 11 – Inwerkingtreding en Opheffing Huidige gebruiksovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en vervangt de gebruiksovereenkomst die op 25 september 2006 door de gemeenteraad en op 7 november 2006 door de OCMW-raad werd goedgekeurd.

5/6 253/305 RMW - 12 november 2013

Ter uitvoering van deze overeenkomst en al haar gevolgen doen de partijen woonstkeuze: - de Stad Gent ten stadhuize; - het OCMW, Onderbergen 86, 9000 Gent. Bijlage: - model van individuele fiche Opgemaakt in tweevoud, elke partij verklarende een exemplaar te hebben ontvangen. Gent, Voor de Stad Gent,

Voor het OCMW

de stadssecretaris

Voor de burgemeester (bij delegatiebesluit van 03 januari 2013)

de secretaris

de voorzitter

Paul Teerlinck

Martine De Regge, schepen

Luc Kupers

Rudy Coddens

6/6 254/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: blanco individuele fiche.doc

255/305 RMW - 12 november 2013

blanco individuele fiche.doc

10 oktober 2013

Stads/OCMWeigendom – Ligging- adres-eigenaar

Bestemming/Omschrijving Duur van de overeenkomst Gedeeld of exclusief gebruik Aantal lokalen Dagen en uren Aantal medewerkers (gebruikers) Plaatsbeschrijving Elektriciteit Gas Water Telecominfrastructuur Fotokopies Poetsen lokalen/gebouwen Huisvuil Onderhoud ramen

256/305 RMW - 12 november 2013


Sociale Dienstverlening - Wonen & Activering Woonbegeleiding

2013_RMW_00406

Samenwerkingsprotocol OCMW Gent - Huurdersbond Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het lidmaatschap met huurdersbond Oost-Vlaanderen zal eind 2013 aflopen. Op uitdrukkelijk verzoek van de welzijnsbureaus en themadiensten werd het samenwerkingsprotocol in het verleden opengesteld voor alle deelwerkingen. Met het oog op 2014 gaven de diensthoofden van de respectievelijke welzijnsbureau's /themadiensten de aanvraag door van het aantal gewenste doorverwijsbrieven voor 2014 (overzicht in bijlage).

Motivering Sinds 11 april 1997 is er een samenwerkingsprotocol tussen OCMW Gent en huurdersbond Oost-Vlaanderen. Dit houdt in dat een bijdrage wordt voorzien voor het lidmaatschap + een aantal doorverwijsbrieven.

Derden Instelling:

Huurdersbond Oost-Vlaanderen

Straat:

Grondwetlaan

Huisnummer:

56B

Postcode:

9040

Gemeente:

Sint-Amandsberg




Ja

Verbintenis:

Nee

Inkomsten Bedrag:

0,00

Kostenplaats:

802 10 - Wonen en Activering - Woonbegeleiding

Categorie:

615 - Diverse administratieve leveringen

Uitgaven

257/305 RMW - 12 november 2013


Bedrag:

2150,00

Kostenplaats:

802 10 - Wonen en Activering - Woonbegeleiding

Categorie:

615 - Diverse administratieve leveringen

Commentaar

215 doorverwijsbrieven aan € 10,00 per doorverwijsbrief = € 2150,00 (vanaf bestelling van 5 doorverwijsbrieven is er gratis lidmaatschap).


niet vereist


10 oktober 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 verlengen van het samenwerkingsprotocol OCMW Gent - Huurdersbond Oost-Vlaanderen

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 2013 2014 Bet verklaring doorverwijsbr D Financ.xlsm Notities notulen Guido De Baere is aanwezig voor toelichting. Hij bevestigt dat er in de meeste Welzijnsbureaus nog een vooraad aanwezig is, waardoor alle vragen kunnen ingelost worden.

Bijlage(n) 2013 2014 Bet verklaring doorverwijsbr D Financ.xlsm

258/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: 2013 2014 Bet verklaring doorverwijsbr D Financ.xlsm

259/305 RMW - 12 november 2013


Opleidings- en Tewerkstellingscentrum

2013_RMW_00407

Project Snelwerkbemiddeling - evaluatie 2013 en verderzetten project Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Dit project is een concreet initiatief in het kader van het handhavingsbeleid; we verwijzen dan ook naar de nota's hierover. Samen met de opstart van een controlecel willen we via dit project de werkbereidheid toetsen van een aantal specifieke doelgroepen met verhoogd risicoprofiel inzake sociale fraude en oneigenlijk gebruik van leefloon. Het gaat hier over mensen die klaarblijkelijk naar Gent migreren met de intentie hier leefloon te bekomen, om mensen die vermoedelijk oningeschreven werken of mensen die weinig medewerking vertonen in hun arbeidstraject. Wanneer immers via de controlecel of op een andere manier blijkt dat men een dergelijk profiel heeft, willen we als dienst over de mogelijkheid beschikken mensen snel een concreet werkaanbod te kunnen doen op de reguliere arbeidsmarkt. Gaan zij hier niet op in dan verliezen zij hun recht op leefloon. Gaan zij hier wel op in dan zorgen we voor ondersteuning zodat de tewerkstelling gerealiseerd kan worden. Het project is evenwel eveneens bedoeld voor gemotiveerde cliënten die willen werken, maar bijvoorbeeld nauwelijks Nederlands spreken en ook niet over de nodige leervermogens beschikken om op dit vlak nog veel vooruitgang te boeken. In dit kader is een samenwerking uitgebouwd met 6 interimkantoren waarvan een kantoor een dienstencheque bedrijf heeft, verbonden aan het uitzendkantoor. De samenwerkingsovereenkomst, met de 6 kantoren, werd ondertekend tijdens de eerste stuurgroepvergadering op 28 oktober 2011. De samenwerkingsovereenkomst werd in 2012 verlengd. In bijlage de evaluatie voor de samenwerking 2012-2013 (zie bijlage). Op basis van de evaluatie willen we, na overleg met de partners, de samenwerking verlengen en mogelijks uitbreiden met nieuwe partners. Vervolgens willen we de samenwerking veruimen in het kader van tewerkstelling van studenten tijdens de vakantieperiode. Dit laatste is in samenwerking met de werkgroep studenten. Om dit te realiseren zullen we een overlegmoment organiseren met alle betrokken partners. Na dit overleg zullen we een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voorleggen in een aparte nota.

Motivering Gelet op de noodzaak dat OCMW Gent een accuraat handhavingsbeleid ontwikkelt; gelet op het feit dat strikter wordt toegezien op de toekenningsvoorwaarden van het leefloon en het levensminimum om te komen tot een rechtvaardiger verdeling van de middelen; gelet op het feit dat werkbereidheid één van deze toekenningsvoorwaarden is; gelet op de wenselijkheid de werkbereidheidsvoorwaarde concreet te kunnen toetsen wanneer een verhoogd risico op sociale fraude of oneigenlijk gebruik van OCMW-steun wordt vastgesteld; gelet op de voordelen die een structurele samenwerking met de uitzendsector ook voor andere cliëntgroepen kan hebben, hetgeen uit deze evaluatie kan blijken; gelet op de wenselijkheid in dit kader met de huidige 6 uitzendkantoren de samenwerkingsovereenkomst te verlengen en mogelijks uit te breiden met nieuwe kantoren; gelet op de wenselijkheid de samenwerking uit te breiden in het kader van het tewerkstellen van studenten tijdens de vakantieperiodes

Gekoppelde besluiten Bijzonder Comité Sociale Dienst Algemene Zaken, 18 december 2012, 2012_BCSD-AZ_00107 Bijzonder Comité Sociale Dienst Algemene Zaken, 21 december 2010, 2010_BCSD-AZ_00062 Bijzonder Comité Sociale Dienst Algemene Zaken, 20 december 2011, 2011_BCSD-AZ_00139

260/305 RMW - 12 november 2013





niet vereist


Artikel 1 neemt kennis van de evaluatie van de werking van het project Snelwerkbemiddeling

Artikel 2 geeft goedkeuring voor het verderzetten van de samenwerkingsovereenkomst met de huidige partners en de uitbreiding met nieuwe partners

Artikel 3 geeft goedkeuring de samenwerkingsovereenkomst uit te breiden in het kader van het tewerkstellen van studenten tijdens de vakantieperiode Notities notulen Raadslid Eric Wauters uit zijn tevredenheid over dit project. Voor N-VA is het duidelijk dat druk op sommige cliënten op vlak van werkbereidheid loont. In die zin wil NV-A de personeelswijziging, met name reductie, ongedaan zien. Raadslid Liliane De Cock verwijst naar de evaluatie en trekt hieruit een aantal conclusies. Bijvoorbeeld het feit dat 4/5e van de begeleide cliënten zijn doorgestroomd naar regulier werk of een analoog resultaat. Dit toont aan dat de 'out of the box' werkwijze en de samenwerking met zeer diverse partners positieve effecten heeft gehad. Daarom pleit zij ervoor om dit project eerder te catalogeren onder het hoofdstuk 'kansenbeleid' dan onder de rubriek 'handhavingsbeleid'. Jan Van Bree geeft als reactie dat de appreciatie van dit project niet (meer) gepercipieerd wordt als een element van handhaving, maar inderdaad eerder in de richting van het bieden van kansen. Hiervoor zal minstens één medewerker bijkomend worden ingezet.

Staf Activering Subsidiecel

2013_RMW_00411

Project kortdurende stages in privé-ondernemingen tijdens de laatste maanden van tewerkstelling art. 60§7 OCMW-wet Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context

261/305 RMW - 12 november 2013


In het kader van een ESF-oproep Werkplekleren wil Diverscity (het samenwerkingsverband tussen de VVSG en de drie overheidsvakbonden) inzetten op werkplekleren voor OCMW-cliënten die tewerkgesteld zijn in het kader van art. 60§7. In dit project kunnen 15 OCMW's instappen. Binnen het kader van het project wordt het mogelijk werknemers art. 60§7 tijdens de laatste maanden van hun tewerkstelling een stage te laten verrichten bij een privé-onderneming. Wij wensen in te tekenen op dit project.

Motivering Gelet op art. 60§7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; overwegende dat deelname aan het project gratis is dankzij de steun van ESF Vlaanderen en de Vlaamse overheid; gelet op het feit dat in het kader van het project kosteloze stages in een privé-onderneming kunnen georganiseerd worden voor werknemers art. 60§7 tijdens de laatste maanden van hun tewerkstelling en dit de doorstromingskansen voor hen kan vergroten.




niet vereist


Artikel 1 intekenen op de projectoproep van Diverscity: kortdurende stages in privé-ondernemingen tijdens de laatste maanden van tewerkstelling via artikel 60§7 OCMW-wet

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: Projectoproep Werkplekleren[1].docx Notities notulen Raadslid Yoeri Note toont zich bijzonder verheugd dat OCMW Gent intekent op dit kansenproject. Hij stelt dat Open VLD er vast van overtuigd is dat hierdoor meer mensen een aansluiting kunnen vinden met de reguliere arbeidsmarkt.

Bijlage(n) Projectoproep Werkplekleren[1].docx

262/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: Projectoproep Werkplekleren[1].docx

263/305 RMW - 12 november 2013

Projectoproep Werkplekleren[1].docx

OPROEP PROJECT:

Kortdurende stages in privéondernemingen tijdens de laatste maanden van tewerkstelling via artikel 60§7 OCMW-wet.

264/305 RMW - 12 november 2013

265/305 RMW - 12 november 2013

Maak samen werk van werkplekleren

In het kader van de ESF-oproep Werkplekleren wil Diverscity (het samenwerkingsverband tussen de VVSG en de drie overheidsvakbonden) inzetten op werkplekleren voor OCMW-cliënten die tewerkgesteld zijn in de maatregel artikel 60§7 OCMW-wet. Samen met uw OCMW willen we werk maken van kortdurende stages in privé-ondernemingen. Een lerend netwerk biedt uw OCMW bijkomende ondersteuning en inspiratie. Met dit project willen we de overgang naar een reguliere tewerkstelling faciliteren en inzetten op een duurzame activering. Dankzij de tussenkomst van ESF Vlaanderen en de Vlaamse overheid is de deelname aan het project geheel gratis. Voor dit project zijn we op zoek naar 15 geëngageerde OCMW’s, alleen of in cluster.

Wat willen we bereiken? • Een extra leerervaring voor artikel zestigers Via kortdurende stages willen we een extra leerervaring aanbieden tijdens de laatste maanden van de tewerkstelling via artikel 60§7 OCMW-wet. Een meer gevarieerde werksetting met oefenmogelijkheid voor diverse competenties vergroot niet alleen het zicht op het eigen kunnen, maar biedt ook de kans om extra kennis, technische vaardigheden en arbeidsattitudes te verwerven. • Een beter zicht op het functioneren van artikel zestigers in een privé-werksetting De ervaringen tijdens de stage bieden uw OCMW de kans om het functioneren van de cliënt in een private arbeidsomgeving scherper in beeld te krijgen. Verdere acties met de cliënt kunnen daarop worden afgestemd. • Een intensievere samenwerking met privé-ondernemingen We willen uw OCMW ondersteunen bij het opbouwen van lokale netwerken en samenwerkingsverbanden met private ondernemingen. Enerzijds vergroot dit de vertrouwdheid met de private arbeidsmarkt. Anderzijds kunnen private ondernemingen ook kennismaken met uw OCMW, de doelgroep van artikel zestigers en kortdurende stages. • Een verdere competentieversterking van OCMW-arbeidstrajectbegeleiders Via een lerend netwerk willen we de arbeidstrajectbegeleiders van uw OCMW verder ondersteunen en inspireren door ervaringsuitwisseling en inbreng van externe experts.

266/305 RMW - 12 november 2013

Wat houdt het project concreet in? • Pijler 1: Het organiseren van kortdurende stages bij privé-ondernemingen Met dit project willen we werk maken van kortdurende stages bij een private onderneming in de tweede helft van het artikel 60§7-traject. Het betreft hier stages van bijvoorbeeld één maand of twee keer een stage van twee weken, bij één of meerdere privé-ondernemingen. De stage, die een welomschreven doelstelling moet hebben, vraagt van de privé-onderneming een engagement om technische vaardigheden en attitudes te testen. Binnen dit project ligt de focus op stages voor artikel zestigers zonder kwalificaties.

Via dit project willen we artikel zestigers laten proeven van een andere werkvloer door het aanbieden van een stage die kosteloos is voor de privé-onderneming. Om dergelijke stages mogelijk te maken, zonder in strijd te zijn met de geldende regelgeving inzake terbeschikkingstelling van artikel zestigers aan privé-ondernemingen, vinden deze stages plaats i.k.v. een ‘opleiding tijdens de werkuren’ bij een privé-onderneming. Het is vereist om melding te maken van deze stage in een paragraaf in of addendum bij de arbeidsovereenkomst. Dit project werd afgetoetst bij de POD Maatschappelijke Integratie.

De deelnemende OCMW’s kunnen vrij experimenteren met deze stages (duurtijd, werkvloer, takenpakket…). Wel verwachten we dat ze zelf: -

actief op zoek gaan naar stageplaatsen bij private bedrijven; potentiële cliënten selecteren; instaan voor de praktische organisatie van de stages; instaan voor de coaching van de cliënt vóór, tijdens en na de stage.

• Pijler 2: Omkadering door een lerend netwerk Via een lerend netwerk, dat zes keer zal bijeenkomen, willen we de deelnemende arbeidstrajectbegeleiders ondersteunen en inspireren. Dit lerend netwerk voorziet in ervaringsuitwisseling, goede praktijken, interessante tools en inbreng door externe experts. Naast het Kick Off-moment en de afsluitende sessie vinden er vier thematische sessies plaats rond volgende thema’s: -

Samenwerking OCMW-privé Mentoring Persoonlijke Ontwikkelingsplannen (POP’s) Taal en toegankelijkheid

Het thema ‘taal’ zal doorheen het netwerk uitgebreid aan bod komen. Naast het lerend netwerk kunnen de deelnemers een beroep doen op een extranet en helpdesk.

267/305 RMW - 12 november 2013

Agenda Informatiesessie

27 september 2013

Geïnteresseerde OCMW’s zijn van harte welkom op onze gratis informatiesessie. Meer info vindt u op volgende pagina.

Kandidaatstelling

Uiterste inschrijvingsdatum: 20 oktober 2013

Voor dit project zijn we op zoek naar 15 geëngageerde OCMW’s, alleen of in cluster. Geïnteresseerde OCMW’s worden uitgenodigd om zich kandidaat te stellen. Het inschrijvingsformulier voor het project vindt u verderop.

Selectie & bekendmaking selectie

Eind oktober – begin november 2013

We brengen de geselecteerde OCMW’s begin november op de hoogte. De selectiecriteria vindt u terug in het inschrijvingsformulier.

Kick Off

21 november 2013

Het Kick Off-moment vormt het effectieve startschot voor het project. Hier helpen we u alvast op weg bij de praktische aspecten m.b.t. de stages.

Thematische sessie 1: samenwerking OCMW-privé

5 december 2013

Met deze sessie beogen we een verdere competentieversterking van de arbeidstrajectbegeleiders inzake samenwerking en netwerking met privé-ondernemingen en vertrouwdheid met de private arbeidsmarkt.

Thematische sessie 2: mentoring

Februari 2014

Op deze sessie willen we de arbeidstrajectbegeleiders ondersteunen bij hun rol als coach van de cliënt vóór, tijdens en na de stage.

Thematische sessie 3: Persoonlijke Ontwikkelingsplannen

April 2014

Tijdens deze sessie begeleiden we de arbeidstrajectbegeleiders bij de opmaak van POP’s.

Thematische sessie 4: taal en toegankelijkheid

Juni 2014

Tijdens deze sessie willen we kaders aanreiken voor het omgaan met taal- en culturele bar- rières i.k.v. de begeleiding van de cliënt.

Afsluitende sessie 5 Afsluitende studiedag

268/305 RMW - 12 november 2013

Oktober 2014 December 2014

Infosessie Op vrijdag 27 september 2013 verwelkomen wij u graag voor een informatiesessie over dit project. Uiteraard wordt er ook ruim de tijd voorzien voor vragen. We starten om 10.00 u en eindigen om 12.00 u. Nadien wordt u een gratis broodjeslunch aangeboden. Waar en wanneer: • Schaarbeek, vrijdag 27 september 2013 VVSG vzw Paviljoenstraat 9 1030 Schaarbeek Routebeschrijving Indien u aanwezig kunt zijn, gelieve een seintje te geven vóór 25 september aan lore.vandeurzen@diverscit y.be, met vermelding van het aantal deelnemers.

Disseminatie Het project loopt tot eind 2014. Op de afsluitende studiedag stellen we de resultaten van het project voor aan het ruime publiek. Ook voorzien we een publicatie en de opmaak van een netwerktool voor OCMW’s en private ondernemingen. Tot slot kan het project aanzet geven tot beleidsaanbevelingen.

Dus… • Bent u overtuigd van het belang van een innovatieve aanpak van werkplekleren voor cliënten in de maatregel artikel 60§7 OCMW-wet? • Ziet u het haalbaar om binnen uw OCMW werk te maken van kortdurende stages en deel te nemen aan het lerend netwerk? • Aarzel dan niet en ga het engagement aan! Dankzij de tussenkomst van ESF Vlaanderen en de Vlaamse overheid is een deelname aan het project geheel gratis. Bijkomende vragen? Ingeval van vragen, aarzel niet om contact op te nemen. U kan steeds terecht bij lore.vandeur zen@diverscit y.be of op 02/211.55.33.

269/305 RMW - 12 november 2013

Diverscity is het samenwerkingsverband

tussen de VVSG en de drie

overheidsvakbonden ACV-Openbare Diensten, ACOD-LRB en VSOA-LRB. Diverscity bevordert en ondersteunt vernieuwende projecten rond arbeidsmarktbeleid en HRM-beleid bij de lokale besturen.

270/305 RMW - 12 november 2013

TE BEZORGEN VÓÓR 20 OKTOBER 2013 AAN DIVERSCITY

ONDERNEMINGSNUMMER 0451.857.573

T.A.V. LORE VANDEURZEN PAVILJOENSTRAAT 9 - 1030 BRUSSEL TEL 02 211 55 33 - FAX 02 211 56 00 - LOR E.VAND EURZ [email protected]

gebruik drukletters .

1/2

NAAM ORGANISATIE STRAAT EN NR

OCMW Gent

Onderbergen 86

POSTCODE EN GEMEENTE

9000 Gent

CONTACTPERSOON NAAM FUNCTIE

Coppens

VOORNAAM

Sabrina

Diensthoofd Opleidings- en Tewerkstellingscentrum

TELEFOON

09/266.96.16

E-MAIL

[email protected]

SELECTIECRITERIA DEELNEMENDE OCMW’S/CLUSTERS

Om tot een representatieve groep OCMW’s te komen, zullen we bij de selectie rekening houden met voldoende diversiteit binnen onderstaande criteria: - geografische spreiding; - inwonersaantal van de gemeente(n) waar de OCMW’s gevestigd zijn; - de grootte van de deelnemende OCMW’s. VUL IN:

Inwonersaantal gemeente(n):

247.941 (158.205 tussen 18 en 64 jaar)

Aantal VTE’s OCMW(‘s):

1.964 VTE

Aantal OCMW-cliënten in 2012:

4.963

Aantal cliënten in de maatregel artikel 60§7 OCMW-wet in 2012:

664

Aantal cliënten in de maatregel artikel 60§7 OCMW-wet die ter beschikking zijn gesteld bij privé-ondernemingen in 2012:

43 271/305 RMW - 12 november 2013

2/2

Heeft uw organisatie reeds ervaring met stages i.k.v. de maatregel artikel 60§7 OCMW-wet bij private bedrijven?

Sinds februari 2013 organiseert OCMW Gent stages voorafgaand aan een tewerkstelling art. 60§7 OCMW-wet bij privé-ondernemingen. Op vandaag vonden 25 stages plaats in privé-ondernemingen. Deze stages worden georganiseerd in het kader van een GPMI werkervaring.

Waarom wil uw organisatie deelnemen aan dit project?

De mogelijkheid om een kosteloze stage te organiseren in een privé-onderneming op het einde van de art. 60§7 tewerkstelling biedt een grote meerwaarde voor de cliënt. Deze stage laat hem toe te proeven van de verwachtingen en de arbeidsomstandigheden op de reguliere arbeidsmarkt, los van de ‘beschermde’ omgeving van de art. 60§7 tewerkstelling. Om de doorstromingskansen te optimaliseren willen we voor het zoeken van stageplaatsen ook vertrekken vanuit bestaande vacatures. OCMW Gent is reeds langer vragende partij om dergelijke stages te organiseren, het beperkende wettelijke kader van art. 60§7 privé heeft ons hiervan in het verleden weerhouden (administratieve formaliteiten, kostprijs voor privé-onderneming bleken te grote drempels).

Wat verwacht uw organisatie van een deelname aan dit project?

-

Het wordt mogelijk om binnen een sluitend juridisch kader kosteloze stages te organiseren in een privé-onderneming voor werknemers die in het kader van art. 60§7 in dienst zijn van het OCMW Gent Juridische ondersteuning (o.a. ter beschikking stellen van modeldocumenten) Methodische ondersteuning

INTENTIEVERKLARING

Onze organisatie heeft de intentie kortdurende stages bij privé-ondernemingen te organiseren voor ongeveer 40 OCMW-cliënten in de maatregel artikel 60§7 OCMW-wet.

DATUM EN HANDTEKENING

272/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00413

Aanzet tot een actief taalbeleid Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Reeds tijdens de vorige legislatuur werd een omvattend activeringsbeleid uitgewerkt inclusief een duidelijk handelingskader, ook rond actief taalbeleid. Toch bleven rond taal en activering een aantal spanningsvelden bestaan, zodat we in 2012 binnen het Directieteam beslisten een denkdag rond actief taalbeleid te voorzien voor alle leidinggevenden van SD. Deze denkdag resulteerde in een verruiming van ons denkkader. Met die nieuwe visies gingen we aan de slag, zowel binnen Activering zelf als in de Werkgroep Activering. Het voorlopig resultaat van deze vele uren werk is eerder een duidelijk kader dan een concreet actieplan. We staan echter ver genoeg om – alvorens tot concrete actie over te gaan – over onze werkzaamheden tussentijds te rapporteren en een principiële goedkeuring te vragen voor de punten die we de komende periode verder willen uitwerken.

Motivering Gelet op de nood aan een duidelijke visie en actieplan rond actief taalbeleid; gelet op de resultaten van de denkdag rond actief taalbeleid van 25 februari 2013 die de dienst Activering organiseerde met onder meer de presentatie van Prof. Dr. Piet Van Avermaet en de bevraging van stellingen voorgelegd aan de deelnemers van de denkdag (presentatie en bespreking stellingen in bijlage); gelet op het grote aantal cliënten met nood aan actief taalbeleid.

Gekoppelde besluiten Bijzonder Comité Sociale Dienst Algemene Zaken, 20 augustus 2013, 2013_BCSD-AZ_00058




niet vereist

besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met 12 stem(men) voor: Rudy Coddens , Evita Willaert , Yoeri Note , Chantal Sysmans , Ingrid Vandaele , Jurgen Bockstaele , Pascal Verbeke , Carl De Decker , Cengiz Cetinkaya , Emilie Peeters , Yeliz Güner , Liliane De Cock 3 onthouding(en): Els Roegiers , Eric Wauters , Ronny Rysermans

Artikel 1

273/305 RMW - 12 november 2013


verdere uitwerking van de actiepunten zoals vermeld in de visienota in bijlage

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: aanzet_tot_taalactieplan_11_09_2013[1].docx Notities notulen Raadslid Ronny Rysermans stelt dat het plan veel goede elementen bevat. Het OCMW heeft veel sleutels in handen om van migratie een succes te maken, via taalkennis, integratie en werkbereidheid. Hij stelt dat hiervoor objectieve criteria moeten uitgewerkt worden, dat er aandacht moet besteed worden aan monitoring, dat vrijstellingen enkel kunnen in uitzondelijke gevallen, dat hiervoor een gevarieerd en passend aanbod moet ontwikkeld worden. Hij zou dit graag wel gekoppeld zien aan een verplichting tot (informeel) leren voor mensen die 'uitgeleerd' zijn. Hij vraagt ook of er een verklaring is voor het grote aantal cursisten dat afhaakt voor avondonderwijs. Raadslid Carl De Decker stelt dat zijn fractie sterk voorstander blijft van taalverwerving door nieuwkomers, en dat integratie ook inspanningen vergt van de ganse gemeenschap. Raadslid Evita Willaert drukt ook haar appreciatie uit voor dit voorstel, maar zij merkt ook op dat de mogelijkheid tot taalverwerving voor iedereen anders is. Zij verwacht in deze ook meer van het inzetten op motivatie, eerder dan op verplichting. Het is daarnaast zeer positief dat de diensten zich in vraag durven te stellen met deze aanpak, wat getuigt van een lerende organisatie. Verder vraagt zij om haalbare en realistische doelstellingen voorop te stellen. Annelies Vincent antwoordt eerst op de vragen over 'uitgeleerde' cliënten, en stelt dat beslissingen hier steeds worden genomen samen met de taalaanbodverstrekkers. Daarenboven is dit een zeer complexe problematiek, waarover steeds omzichting en genuanceerd wordt geoordeeld. Wat de aanzet naar informeel leren betreft, stelt Annelies dat hier gaat over de allerzwaksten waarvoor geen echt alternatief bestaat. En waarvoor nu dus wel zal geprobeerd worden om een alternatieve en waardevolle oplossing te vinden. Naast de formele trajecten bestaan er immers zovele informle trajecten. De combinatie Nederlands leren en traject naar werk geeft zelden een echte meerwaarde, waarvan de ervaringen met samenwerking met de VDAB vaak ook getuigen. Raadslid Ronny Rysermans herhaalt zijn bezwaren en stelt dat de N-VA fractie de stemming vraagt over dit onderwerp. Raadslid Jurgen Bockstaele beklemtoont het belang van het element herhaling in taalverwerving. De N-VA herhaalt vaak het belang van het element verplichting, terwijl er her en der steeds meer wordt aangetoond dat informeel leren minstens even belangrijk is.

Bijlage(n) aanzet_tot_taalactieplan_11_09_2013[1].docx

274/305 RMW - 12 november 2013


Bijlage: aanzet_tot_taalactieplan_11_09_2013[1].docx

275/305 RMW - 12 november 2013

aanzet_tot_taalactieplan_11_09_2013[1].docx

Aanzetten tot een taalactieplan… Inleiding Reeds tijdens de vorige legislatuur werd een omvattend activeringsbeleid uitgewerkt inclusief een duidelijk handelingskader, ook rond taalactivering. Toch bleven rond taal en activering een aantal spanningsvelden bestaan, zodat we in 2012 binnen het Directieteam beslisten een denkdag rond taalactivering te voorzien voor alle leidinggevenden van SD. Deze denkdag resulteerde in een verruiming van ons denkkader. Met die nieuwe visies gingen we aan de slag, zowel binnen Activering zelf als in de Werkgroep Activering. Het voorlopig resultaat van deze vele uren werk is eerder een duidelijk kader dan een concreet actieplan. We staan echter ver genoeg om – alvorens tot concrete actie over te gaan – over onze werkzaamheden tussentijds te rapporteren en een principiële goedkeuring te vragen voor de punten die we de komende periode verder willen uitwerken.

Situering van het taalactiveringsbeleid van OCMW Gent binnen het Vlaamse beleidskader Sinds 2005 bestaat in OCMW Gent een taalactiveringsbeleid. We spreken over taalactivering omdat dit een onderdeel uitmaakt van de activeringsladder. Meer specifiek gaat het om het geheel van acties die erop gericht zijn de kennis van de Nederlandse taal te verbeteren zodat mensen kunnen werken aan maatschappelijke integratie en, indien mogelijk, stappen kunnen zetten naar tewerkstelling. Iedere cliënt wordt, uitgezonderd wanneer gezondheids- of billijkheidsredenen dit belemmeren, doorverwezen voor het volgen van Nederlandse taallessen. Vanaf het bereiken van taalniveau A1 is er een aanbod binnen de dienst Activering waar taalactivering gekoppeld wordt aan arbeidsactivering en wel binnen het équipe NederlandsWerkt. Wat wij in OCMW Gent omschrijven als taalactivering is eigenlijk een onderdeel van ons taalbeleid en uiteraard zijn wij niet de enige organisatie die met taalbeleid en taalpromotie bezig is. Onder de noemer van ‘taalpromotie’ creëerden de Huizen van het Nederlands de afgelopen jaren diverse projecten waarin zij oefenkansen Nederlands voor anderstaligen stimuleren. Dit vanuit de wetenschap dat je een taal niet alleen leert door het volgen van een cursus NT2, maar dat je die ook moet kunnen en durven toepassen buiten de lessen. Omdat men vaststelde dat voor anderstaligen ook nog heel wat taaldrempels bestaan, werkten de Huizen van het Nederlands de afgelopen jaren ook aan een ondersteuning voor organisaties bij het ontwikkelen van een taalbeleid op de werkvloer, in de opleiding, in de communicatie met klanten. Het doel van deze taalbeleidsondersteuning is het wegnemen van taaldrempels en het promoten van duidelijke taal. De Huizen zetten hierbij in op het promoten van het belang van een taalbeleid binnen organisaties die met anderstaligen in contact komen. Zij bieden ook ondersteuning aan organisaties die een taalbeleid willen ontwikkelen. (Zie website www.klaretaalrendeert.be). De opdracht rond taalbeleid en taalpromotie behoort niet tot de decretale opdracht van de Huizen van het Nederlands. Deze opdracht werd de afgelopen jaren voornamelijk uitgevoerd met projectfinanciering. In het nieuwe integratie- en inburgeringsdecreet wordt hieraan bijzondere aandacht besteed. Taalbeleid en taalpromotie worden voor de toekomst opgenomen bij de kerntaken 1 276/305 RMW - 12 november 2013

van het op te richten Extern Verzelfstandigd Agentschap (hierna “EVA”). Taalbeleid wordt omschreven als “een consistent en structureel geheel van maatregelen op organisatieniveau, gericht op het wegwerken van taaldrempels voor anderstaligen enerzijds, en het creëren van maximale taalleerkansen Nederlands voor de anderstalige anderzijds”. Taalpromotie wordt omschreven als “het geheel van acties dat tot doel heeft om enerzijds anderstaligen te stimuleren om Nederlands te leren, te te oefenen en te gebruiken, en om anderzijds Nederlandstaligen te stimuleren en te ondersteunen om anderstaligen maximale leer, oefenen gebruikskansen Nederlands te bieden”. Het is de bedoeling dat de expertise die binnen dit thema ontwikkeld is door de Huizen van het Nederlands overgedragen wordt aan het EVA. Aangezien Gent een uitzondering vormt binnen het nieuwe integratie- en inburgeringsdecreet, is het niet duidelijk wie de opdracht rond taalbeleid en taalpromotie in de toekomst in Gent zal opnemen. Voorlopig zijn hierrond nog geen beslissingen genomen. We volgen dit uiteraard verder op om in de toekomst onze eigen stappen op het vlak van taalbeleid en taalpromotie, af te stemmen en te laten aansluiten bij de initiatieven die hierrond in Gent genomen worden. In de convenant met Stad Gent en VDAB Gent willen de partners alvast een princiepsverklaring opnemen waarin zij zich engageren samen werk te maken van het uitbouwen van een gezamenlijk taalbeleid. Er waren al contacten met Stad Gent, waarbij het engagement uitgesproken werd om bij het opnemen van de opdrachten in het kader van taalbeleid en taalpromotie OCMW Gent nauw te betrekken. De denkdag “beleid rond taalactivering” De dienst Activering organiseerde op 25 februari 2013 een denkdag over taalactivering. Hierop werden de hoofdmaatschappelijk werkers, stafmedewerkers, diensthoofden en directie van het departement Sociale Dienstverlening uitgenodigd. Het doel van de denkdag was een aantal discussiepunten over taalactivering uitdiepen. Zo wilden we tot duidelijke en door het departement gedragen standpunten komen. De deelnemers hielpen op die manier mee om het taalactiveringsbeleid voor de komende jaren uit te tekenen. We vroegen professor Piet Van Avermaet (directeur van het Steunpunt diversiteit en leren, verbonden aan de UGent) om deze denkdag in te leiden, en nodigden een heleboel experten uit het werkveld uit om met onze OCMW-medewerkers in debat te gaan rond enkele prangende NT2-vraagstukken. Bij wijze van experiment, lieten we de deelnemers voorafgaand aan de denkdag een enquête invullen. Zij kregen 10 stellingen voorgelegd, waarbij zij dienden aan te geven hiermee al dan niet akkoord te gaan. Na afloop van de denkdag, werd aan de deelnemers gevraagd deze enquête opnieuw in te vullen. Op die manier wilden we peilen of de denkdag een onmiddellijk resultaat had op de visie van de deelnemers rond taalactivering. Dit leverde verrassende resultaten op (zie bijlage). De inleiding door professor Van Avermaet bleek een grote invloed te hebben op de deelnemers en op ons denken rond taalactivering. We gaan hier verder op in. De debatten met de mensen uit het werkveld gaven ons de kans om ‘vastgeroeste’ ideeën af te toetsen bij mensen die dagdagelijks met taalontwikkeling en taalverwerving bezig zijn. Het bleek verhelderend en leverde een grotere eensgezindheid op rond de richting die we in de toekomst met ons taalactiveringsbeleid moeten inslaan. In wat volgt gaan we dieper in op de pistes die we verder willen exploreren om van ons taalactiveringsbeleid een dynamisch beleid te maken, dat inspeelt op de actuele noden van ons doelpubliek en de veranderende omgeving waarin zij functioneren. We gaan concreet in op volgende punten:

2 277/305 RMW - 12 november 2013

1.

Gewijzigde visie rond taalactivering a. De verplichting om Nederlands te leren kan averechts werken b. Taalverwerving gebeurt niet alleen op school c. Diversiteitsdenken verdient meer aandacht

2.

Het profiel van ons anderstalige doelpubliek in cijfers

3.

Aanzetten tot concrete acties a. Acties gericht op het stimuleren van het informele leren i.

Welke functionele behoeften om Nederlands te leren onderscheiden we bij ons doelpubliek?

ii. Welk aanbod bestaat, waar liggen de noden? iii. Hoe organiseren we een ondersteunde toeleiding van anderstaligen naar informele of semi-formele initiatieven die taaloefenkansen bieden? iv. Informeel leren en de invulling van de werkbereidheidsvoorwaarde b. Acties gericht op het afstemmen van taalactivering en arbeidsactivering i.

Eerst Nederlands, dan werk?

ii. Het spanningsveld binnen werkervaring: een taal leren of een vak leren? 1. probleemstelling 2. voorstellen a. Uitbreiden aanbod taalcoaching i. Profiel taalcoach ii. Opleiding taalcoachen iii. Omscholen medewerkers team interculturalisering iv. Scholing van cliënten tot taalcoach binnen het kader van een tewerkstelling art. 60§7 v. Kunnen we een beroep doen op het externe aanbod aan taalcoaches? b.Stimuleren van inspanningen door de werkvloeren op vlak van taalverwerving van art. 60§7-medewerkers i. Kunnen technisch instructeurs omgeschoold worden tot taalcoachen? ii. Kunnen collega’s op de werkvloer een rol opnemen als taalmeter/peter? iii. Hoe overhalen we de werkvloeren om deze bijkomende inspanningen te leveren? c. Arbeidszorg

3 278/305 RMW - 12 november 2013

iii. De reguliere arbeidsmarkt c. Acties gericht op het verbreden van bestaande en het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsverbanden 4.

Indicatoren taalactiveringsbeleid

1. Gewijzigde visie rond taalactivering De denkdag rond taalactivering heeft onze visie beïnvloed op 3 punten: -

Uit onderzoek blijkt dat de verplichting om Nederlands te leren ook averechts kan werken;

-

taalverwerving moet veel breder gezien worden dan enkel een schools gebeuren;

-

ons handelen is veel minder op diversiteitsdenken gebaseerd dan we doorgaans aannemen.

Naar aanleiding hiervan willen we ons taalactiveringsbeleid aanpassen. We lichten dit hieronder kort toe. De voorstellen die geformuleerd worden zijn in deze fase eerder een aanzet tot actie, dan wel concrete actieplannen. We willen in deze nota in eerste instantie de richting uitzetten die we met het taalbeleid de komende jaren willen uitgaan. Er worden een aantal voorstellen geformuleerd rond concrete acties. Deze willen we echter in de loop van de komende jaren verder uitdiepen. a.

De verplichting om Nederlands te leren kan averechts werken

Ondanks de kritische noten die prof. Van Avermaet plaatste bij de verplichting om Nederlands te leren – onderbouwd door Australisch onderzoek – stellen we toch voor om binnen OCMW Gent de verplichting om Nederlands te leren aan te houden. Wél zijn we van mening dat we taalverwerving (en integratie) niet mogen zien als iets wat van één kant moet komen (nl. van de anderstalige) maar evengoed inspanningen vraagt vanuit de samenleving. Tegenover de grote inspanningen die soms van laaggeletterden gevraagd worden om Nederlands te leren moeten ook garanties staan dat dit ergens toe leidt : in eerste instantie tot “sociale stijging” via (een traject naar) werk. Dit houdt ook in dat we blijvend werkvloeren sensibiliseren om zich ook aan te passen aan laagtaalvaardige werknemers, en dat we hier de nodige ondersteuning voor bieden. In punt 3.b – acties gericht op afstemmen van taalactivering en arbeidsactivering – diepen we een aantal voorstellen uit die o.i. nodig zijn om taalactivering en arbeidsactivering beter op elkaar te laten aansluiten. b.

Taalverwerving gebeurt niet alleen op school

Ons taalactiveringsbeleid blijkt toch wat te veel afgestemd op het louter schoolse leren.

4 279/305 RMW - 12 november 2013

Onderzoek toont aan dat het informele leren minstens zo belangrijk is. (80 % van een taal leren we informeel). We zien in feite 5 omgevingen waar mensen aan hun taalvaardigheid kunnen werken: -

binnen het gezin

-

op school (Leerpunt, CVO, VDAB, universiteit,…)

-

in een werkomgeving (vrijwilligerswerk of betaalde arbeid)

-

in andere (semi-)formele omgevingen (bvb groepswerk EW, project Opstap Locale Dienstencentra, project VIA, individuele contacten met wijkwerk, trajectbegeleider…)…)

-

binnen informele sociale netwerken (vriendenkring, sportclub, …)

De consequentie hiervan is dat mensen ook op andere manieren dan het schoolse leren, kunnen voldoen aan de verplichting om Nederlands te leren. In punt 3.a – acties gericht op het stimuleren van het informeel leren – gaan we dieper in op een aantal voorstellen die gericht zijn op het stimuleren van taalverwerving buiten de schoolmuren. Dit betekent ook dat, eens een bepaalde basiskennis Nederlands verworven is, best een “taal en werk”traject op maat wordt uitgestippeld. Nederlands leer je met een bepaald doel, je hebt het nodig in een bepaalde context en je leert het ook het best in die context, “al doende”. “Eerst Nederlands, dan werk” wordt dus eerder “een basiskennis Nederlands is noodzakelijk, maar het verdere traject moet echt op maat bekeken worden”. We werken dit verder uit onder punt 3.b – acties gericht op afstemmen van taalactivering en arbeidsactivering. c.

Diversiteitsdenken verdient meer aandacht.

Uit de enquête die werd afgenomen op de taalbeleidsdag blijkt dat een kleine meerderheid van de ondervraagden er na de denkdag van overtuigd is dat ons middenklassedenken veel meer onze visie bepaalt dan diversiteitsdenken… Daarbij aansluitend vindt een meerderheid (37 + tegenover 17 -) dat het de laatste jaren niet de goede kant op gaat wat betreft verdraagzaamheid en tolerantie ten aanzien van anderstaligen. 2.

Het profiel van ons anderstalig doelpubliek in cijfers

Binnen de database NT2 worden alle anderstalige cliënten opgevolgd die door de maatschappelijk werker werden doorverwezen voor het volgen van Nederlandse taallessen. De database geeft ons dat ook een goed zicht op het doelpubliek van het taalactiveringsbeleid. We onderzoeken het taalniveau van deze groep en de leerbaarheid van de groep (o.b.v. aantal cliënten in een alfa-traject bij Leerpunt (traject voor analfabeten en laaggeschoolden). Niveau

# cursisten

percentage

< A1

728

44.9 %

A1 Breakthrough

294

18.1 %

A2 Waystage

229

14.1 %

B1 Threshold 1

159

9.8 %

5 280/305 RMW - 12 november 2013

B1 Threshold 2

102

6.3 %

B1 Threshold 3

50

3.1 %

B1 Threshold 4

40

2.5 %

B2 Vantage 1

9

0.6 %

B2 Vantage 2

9

0.6 %

1

0.1 %

C1 Effectiveness 2 Total (*)

1621

(*) totaal aantal personen opgevolgd in de database, situatie op 09.09.2013. Het behaalde taalniveau is het taalniveau dat door het Huis van het Nederlands wordt geregistreerd in de KBI en is het hoogst behaalde niveau dat een cursist ooit behaald heeft. Niveau

# cursisten

< A1

percentage 307

82.1 %

A1 Breakthrough

49

13.1 %

A2 Waystage

18

4.8 %

Total (*)

374

(*) totaal aantal personen die in een alfa traject zitten. Of iemand in een alfa traject zit, wordt bepaald op basis van de cursus waarvoor hij laatst ingeschreven was, startdatum cursus gelegen in 2013. Dit cijfer is dus niet sluitend, aangezien cliënten die door het Huis van het Nederlands werden doorverwezen naar Leerpunt, maar nog niet werden ingeschreven voor een cursus, noch een cursus in het verleden volgden, hierin niet zijn opgenomen. Ook cliënten die laatst een cursus volgden voor 1.1.2013 zijn hierin niet opgenomen. Conclusies: * aantal personen opgevolgd in de database: 1621 (vorig jaar 2042) daarvan hebben 414 al een actief dossier activering * aantal dat reeds A2 bereikte: 599 (vorig jaar 457) * aantal dat nog niet A2 behaalde 1022 (vorig jaar: 1570) Daarvan in Alfa-traject : 356 (vorig jaar 476) Dit is 35 % van de groep die A2 nog niet behaalde  de totale groep op te volgen cursisten is gedaald met meer dan 400 personen  toch is de groep die reeds A2 bereikte licht gestegen  de “startersgroep” is bijgevolg gedaald : kan dit wellicht liggen aan dalende instroom?  599 personen bereikten reeds A2 en kunnen in principe doorverwezen worden naar de gewone trajectbegeleiding; voor het grootste deel van de groep is dit nog niet het geval (1022). We stellen vast dat een groot deel effectief al een activeringsdossier heeft (414).  Van de groep die nog geen A2 behaalde zijn minimum 356 alfa-cliënt, dit betekent dat zij een lang traject af te leggen hebben voor het behalen van taalniveau A2.

6 281/305 RMW - 12 november 2013

3.

Aanzetten tot concrete acties

De inzichten die de taalbeleidsdag ons opgeleverd hebben, willen we nu koppelen aan een aantal concrete acties. Hiermee willen we het taalactiveringsbeleid beter laten aansluiten op de noden van ons doelpubliek en de maatschappij. In wat volgt worden de concrete voorstellen die we verder willen uitwerken om dit doel te bereiken in de tekst opgenomen en gemarkeerd. a. Acties gericht op het stimuleren van het ‘informele leren’ Uit de denkdag blijkt dat het functionele aspect (taal leren met een bepaald doel) zorgt voor extra motivatie. Bv. men leert Nederlands om zijn kind bij de huistaken te kunnen helpen en om de schoolse vorderingen te kunnen volgen, in functie van werk, in functie van … Hier willen we op inspelen, door taaloefenkansen te zoeken en te ontwikkelen binnen de leefwereld van onze cliënten. Hoger gaven we al aan dat we een vijftal leeromgevingen kunnen onderscheiden: het gezin, de school, de werkomgeving, binnen informele sociale netwerken en in andere (semi-)formele omgevingen. Acties starten best vanuit een screening van deze leeromgevingen: per leeromgeving wordt best in kaart gebracht wat de huidige situatie is, of die ook samenvalt met de gewenste situatie en of de anderstalige gemotiveerd is om naar die gewenste situatie toe te werken. Een dergelijke globale screening gebeurt tot nu toe niet of zeker niet systematisch. We zien een aantal belemmeringen, die vandaag deze oefenkansen in de weg staan: -

onze cliënten hebben weinig sociale contacten/netwerken

-

vinden moeilijk werk

-

hebben grosso modo weinig oefenkansen

-

sommigen kunnen in die mate binnen de eigen gemeenschap terecht dat ze niet de behoefte voelen om Nederlands te leren (bv. ouders van Turkse Gentenaars die via gezinshereniging op latere leeftijd naar Gent komen)

-

voor een deel van hen (moeilijke leerders, analfabeet in eigen taal) vraagt het leerproces een langdurig volgehouden inspanning

-

heel wat initiatieven hebben toch hoge drempels (men moet al een basis NT2 hebben, er moet een veilige leeromgeving zijn, er moet een voldoende motiverend functioneel doel zijn, …)

Welke zijn de voorwaarden om reële oefenkansen te scheppen buiten school en werk om ? -

er is een functionele behoefte bij de cliënt (iets dat hem motiveert om buiten te komen en Nederlands te leren, bijvoorbeeld de eigen kinderen willen volgen in hun schoolse loopbaan)

-

er is een aanbod dat hierop inspeelt (bvb anderstalige oudergroepen waar Nederlands wordt gesproken) en waar de cliënt een reële taaloefenkans krijgt

-

er is een ondersteunde toeleiding naar het aanbod (hetzij door professionals, brugfiguren, sociale gidsen, buddies, vrijwilligers, …) dat helpt de drempel te overwinnen

We onderzoeken deze drie voorwaarden. Nadien koppelen we hieraan concrete actievoorstellen.

7 282/305 RMW - 12 november 2013

We gaan tenslotte ook in (4) op wat dit alles betekent voor de invulling van de werkbereidheidsvoorwaarde in het kader van het toekennen en het behoud van het recht op leefloon/levensminimum. Op 24 september 2013 vond een overleg plaats met het Huis van het Nederlands en de taalaanbodverstrekkers rond het thema ‘informeel leren’. We toetsten bij onze partners af hoe zij het belang inschatten van het informeel leren, en of zij bereid zijn mee te investeren in het in kaart brengen en uitbouwen van oefenkansen Nederlands voor anderstaligen in Gent. In de tekst is de feedback van dit overleg opgenomen (blauwe tekst). 1.Welke functionele behoeften om Nederlands te leren onderscheiden we bij ons doelpubliek? We voerden een onderzoek naar wat mensen motiveert om Nederlands te leren. Vier vragen werden voorgelegd aan de deelnemers van Goal (8 talengroepen werden bevraagd), aan de klantenparticipatie allochtonen en de deelnemers van NTuurlijk, in de periode juli-augustus 2013. Ook werden 35 individuele cliënten bevraagd door de medewerkers van het Team Interculturalisering. De meest voorkomende antwoorden zijn hieronder opgesomd. Vraag (1) : In welke situaties heb je het gevoeld gehad van " nu wou ik zélf Nederlands spreken"?

    

Problemen met administratie (begrijpen van brieven – formulieren invullen – facturen betalen - contacten met instanties: RVA, mutualiteit, Stad, politie, woonmaatschappij, bank, …) (14) Bij doktersbezoek of bezoek aan het ziekenhuis (11) Behoefte om te kunnen praten met de mensen van hier, conversaties voeren en discussiëren, hen verstaan en kunnen antwoorden, mensen aanspreken (10) Bij het solliciteren, om (beter) werk te vinden (8) Bij het winkelen, informatie vragen op de bus of tram, de weg vinden (8)

Vraag (2): Wat kan/ zal je doen om dit gevoel niet meer mee te maken?

 

Naar school (blijven) gaan, Nederlandse taalles volgen (22) Beter Nederlands leren (niet gespecificeerd hoe) (11)

Vraag (3): Wat wil je nog in je leven bereiken/ doen, maar kan je niet doen omdat je onvoldoende Nederlands spreekt (aandacht verschillende levensdomeinen: sociaal netwerk, inkomen, woonsituatie, studies/tewerkstelling, ...)

    

Werken / (beter) werk vinden (kwaliteit van het werk) (21) Onafhankelijk/zelfstandig kunnen zijn, niemand nodig hebben (om je leven te leiden, om te vertalen) (11) Een goede woonst vinden (om te huren of kopen – lening aangaan) (9) Taal beter leren (en inburgeren) (6) Toekomst opbouwen voor de kinderen (5)

Vraag (4): Moest de school niet bestaan, hoe zou je dan Nederlands kunnen leren?

 

Contacten met mensen die Nederlands spreken, op straat, buren, in de winkel, op café. Zoveel mogelijk oefenen en gebruiken (19) Tv kijken, Nederlandstalige posten of met ondertitels (12)

8 283/305 RMW - 12 november 2013

   

Met de kinderen (of familie) oefenen en praten in het Nederlands (12) Lezen (boeken en kranten – evt. samen bespreken) (11) Gebruik maken van een woordenboek (10) Op het werk, bij collega’s (7)

Wat opvalt bij de antwoorden van de ondervraagden, is dat de anderstaligen zelf ervan uitgaan dat je Nederlands het best kan leren door naar school te gaan. Het belang van het informele leren is dus onvoldoende gekend bij de doelgroep. Ook aan deze perceptie zal moeten gewerkt worden. Leerpunt merkt op dat de leerbehoeften van laaggeletterden vaak heel acuut zijn. Korte termijn – denken is vaak typerend voor laaggeletterden. De behoeften of noden die de ene week aangehaald worden, zijn de week nadien vaak al verdwenen of minder belangrijk geworden. Wanneer de leerkrachten in Leerpunt de laaggeletterde cursisten bevragen naar hun noden en interesses, blijkt er vaak weinig inbreng vanuit de groep te komen. Leerpunt wijst op het belang om de verantwoordelijkheid van laaggeletterde cursisten te verhogen. Zij moeten aangemoedigd worden om zelf hun problemen op te lossen, moeten leren probleemoplossend denken. Leerpunt wil meedenken en zoeken naar methodieken op deze problemen bij de doelgroep aan te pakken. De andere scholen erkennen dit probleem en benadrukken dat het nodig is de doelgroep te sensibiliseren. Bv. wanneer kinderopvang een probleem is omdat cursist les heeft in de namiddag, moet de cursist zelf proberen een oplossing te vinden en niet de school verplichten om de cursist te herplaatsen in een groep die in de voormiddag les heeft.

2.Welk aanbod bestaat, waar liggen de noden? 

Het interne aanbod

o

NTuurlijk

Medewerkers art. 60§7 en cursisten die in een ingroeistage zitten (i.k.v. Job-Intra), kunnen terecht in NTuurlijk. Binnen NTuurlijk wordtde nadruk gelegd op de taal die de mensen nodig hebben om te kunnen functioneren op de werkvloer, het spreken wordt ingeoefend , waarbij afgestapt wordt van de schoolse benadering om Nederlands aan te leren. Er werd een overleg opgestart met Leerpunt om een mogelijke samenwerking te bekijken. De ondersteuning zal vooral liggen in de groepsactiviteiten, niet in de individuele taalcoaching. Leerpunt voorziet om een vooronderzoek te voeren om een concreter zicht te krijgen op de vraag, en vervolgens financiële middelen te zoeken om hiervoor personeel te kunnen vrijmaken.

o

EW

We onderzochten of het mogelijk was om de taaldrempels om in te stappen in de groepswerking van de Emancipatorische werking te verlagen. Door deel te nemen aan een groepswerking binnen de EW, die aansluit bij de interesse van de cliënt, wordt automatisch een taaloefenkans gecreëerd. Als uitgangspunt wordt binnen EW weerhouden dat communicatie met de cliënt mogelijk moet zijn als voorwaarde om te kunnen deelnemen aan een groepswerking. Men koppelt hier geen vast taalniveau aan, maar bepaalt in onderling overleg tussen de activeringsbegeleider en de groepswerker 9 284/305 RMW - 12 november 2013

of het zinvol is om een cliënt te laten deelnemen aan een groepswerking. In het kader van klantenpart icipatie is het bv. nodig dat de cliënt in staat is om het onderwerp te begrijpen waarover gesproken wordt en om actief te kunnen deelnemen aan de discussies, om een inbreng te kunnen doen. Het vereiste taalniveau zal in dat geval hoger zijn dan in bv. een basiswerking. Om de aansluiting van anderstaligen op het aanbod van EW te verbeteren, bekeken we ook welke ondersteuning nodig en mogelijk is naar de groepswerkers toe. We stellen voor om de komende maanden verder te onderzoeken of en in welke mate ondersteuning mogelijk is door taalcoachen. We willen hier ook investeren in samenwerking met Leerpunt. Een eerste gesprek vond hierover plaats en wees uit dat Leerpunt hiervoor open staat. Verdere gesprekken zullen uitwijzen op welke manier en op welke termijn deze ondersteuning kan geboden worden.

o

Vakantiewerking

Inspelend op onze vraag zette de vakantiewerking recent een project op touw dat inspeelt op deze nood. “Taalactiviteiten voor kinderen en hun anderstalige (groot)ouders” voorziet leuke activiteiten voor kinderen met hun (groot)ouders, waarbij bijzondere aandacht gaat naar motiveren en ondersteunen van Nederlandstalige communicatie. o

Psychologische dienst

De behoefte van een ouder om zijn kind te helpen bij het maken van zijn huiswerk kan een trigger zijn om Nederlands te leren. OCMW Gent ging een samenwerking aan met Uilenspel vzw en De Katrol om huistaakbegeleiding te voorzien voor de kinderen van OCMW cliënten. De huistaakbegeleiding kan een taaloefenkans bieden voor de ouders, wiens kinderen begeleid worden door deze organisaties. Dit werd voorlopig niet als expliciet doel van de samenwerking vooropgesteld. We kunnen bekijken of dit haalbaar/wenselijk is, en welke ondersteuning de partners op dit vlak reeds opnemen. Zo voorziet De katrol in zijn begeleiding expliciet om de ouders te betrekken, en hen toe te leiden naar de school, en bij uitbreiding naar buurtinitiatieven. We willen ook bekijken of we het netwerk van de psychologische dienst kunnen aanspreken om contact te leggen met deze en andere organisaties in het kader van de invalshoek van het informele leren. o

De lokale dienstencentra

“Op stap met het Nederlands” is een samenwerking tussen onze lokale dienstencentra en Leerpunt, waarbij conversatie-oefeningen georganiseerd worden in groep. We stimuleren onze cliënten om hieraan deel te nemen door het aanbod bekend te maken bij de maatschappelijk werkers. We namen ook contact op met de organisatoren van deze projecten om een goede toeleiding van onze cliënten te verzekeren. 

Het externe aanbod

o Het blijkt moeilijk om een zicht te krijgen op het bestaande aanbod van organisaties en activiteiten waar anderstaligen terecht kunnen en waar zij een reële oefenkans krijgen. Het volstaat niet om de anderstalige door te verwijzen naar het vrijetijdsaanbod in Gent. Indien binnen de 10 285/305 RMW - 12 november 2013

betrokken organisatie of activiteit geen bijkomende aandacht wordt geschonken om van de deelname van de anderstalige ook een echt taaloefenmoment te maken, zal dit wellicht geen meerwaarde betekenen voor de anderstalige op vlak van taalverwerving . Op basis van een eerste, snel onderzoek stellen we vast dat er een (wijkgebonden) aanbod bestaat. We denken hierbij aan de praatgroepen die georganiseerd worden door het Huis van het Nederlands en waar mensen vanaf niveau A2 terecht kunnen voor conversatie-oefeningen. We verwijzen ook naar Samen inburgeren (initiatief Onthaalbureau Inburgering, waarbij Gentenaars gestimuleerd worden om een activiteit te organiseren met een inburgeraar, waarbij Nederlands geoefend wordt). Initiatieven als de praatgroepen moeten aangemoedigd worden, we willen bekijken of onze partners willen inzetten op het uitbreiden van dit bestaande aanbod (verlagen taalniveau voor conversatie-oefeningen? Bijkomende initiatieven?). We maken intern het bestaande aanbod bekend bij de maatschappelijk werkers om op die manier de toeleiding naar dit aanbod te stimuleren. Het Huis van het Nederlands merkt op dat het taalniveau voor de praatgroepen kan verlaagd worden, zij het niet beneden A1. Zij merken ook op dat in deze praatgroepen de nadruk niet ligt op conversatieoefeningen, maar op het leren participeren in de wijk. o We voelen momenteel in eerste instantie de nood om het bestaande aanbod aan taaloefenkansen in beeld te brengen. Nadien kunnen we dit aanbod aftoetsen aan de noden die we hebben vastgesteld bij ons doelpubliek (zie (a)). Indien we vaststellen dat bepaalde initiatieven ontbreken in het bestaande aanbod, zullen we bekijken welke stappen nodig zijn om dit aanbod te (helpen) realiseren. Om het bestaande aanbod op te lijsten, kunnen het Welzijnsoverleg en het buurtteam betrokken worden. De welzijnsbureaus zijn vertegenwoordigd in het Welzijnsoverleg. We stellen voor om het thema van het informeel leren te agenderen op het welzijnsoverleg met het oog op het oplijsten van het bestaande aanbod enerzijds, en om anderzijds de Gentse organisaties warm te maken voor het ontwikkelen van een aanbod indien daar een nood bestaat. Een overleg werd gepland met de taalaanbodverstrekkers en het Huis van het Nederlands om te bekijken of zij een rol kunnen spelen bij het uitbouwen van een aanbod voor taalverwerving buiten de klassikale context. We moeten echter ook nadenken wie dit alles moet aansturen. Gelet op het feit dat taalbeleid en taalpromotie een decretale opdracht worden voor het nieuw op te richten extern verzelfstandigd agentschap, bevoegd voor Integratie en Inburgering, willen we dit verder bekijken met de bevoegde diensten binnen Stad Gent en met het Huis van het Nederlands. De taalaanbodverstrekkers melden dat zij in de les proberen de link te leggen naar de maatschappij (bv. met cursist op uitstap gaan om het geleerde te toetsen, te oefenen in een reële situatie). Maar vaak spreekt de cliënt thuis geen Nederlands, noch heeft hij in zijn omgeving de taal nodig (hij kan zich vaak in zijn eigen taal of een contacttaal behelpen). Daarom helpen deze uitstappen van de scholen vaak onvoldoende. De aanbodverstrekkers halen ook aan dat cursisten vaak geen perspectief hebben. Ze hebben geen job of opleiding in het vooruitzicht, wat een stimulans zou kunnen vormen om Nederlands te leren en te oefenen. Leerpunt benadrukt het belang om de anderstaligen naar het algemene aanbod te sturen, en niet in te zetten op het creëren van een eigen aanbod voor een specifieke doelgroep. Men merkt dat de pauzes

11 286/305 RMW - 12 november 2013

tussen de lessen, de tijd die cursisten doorbrengen in de cafetaria van de school oefenmomenten opleveren. De CVO’s erkennen dat er nog gewerkt kan worden aan het stimuleren van integrale leertechnieken bij de NT2 leerkrachten. Leerkrachten denken nog te vaak dat mensen zelf de transfer naar de praktijk maken, ze denken vanuit hun eigen referentiekader. Vooral in de verlengde trajecten merken we echter dat cursisten deze transfer niet zelf maken, maar daarin moeten aangemoedigd en ondersteund worden. Er zou meer moeten ingezet worden op het aanleren van methodieken aan de NT2 leerkrachten om dit doel te bereiken. De scholen zijn hier al in geëvolueerd, de lesmethodieken zijn in de verlengde trajecten al duidelijk beter aangepast aan het doelpubliek, maar de scholen willen hierop graag nog meer inzetten. Wat het avondaanbod betreft, benadrukt Leerpunt dat dit een moeilijk vraagstuk is. De bestaande middelen moeten zo efficiënt mogelijk ingezet worden. Er staan vaak onvoldoende cursisten op de wachtlijsten voor avondonderwijs, waardoor het niet mogelijk is om hiervoor een groep op te starten. Het Huis van het Nederlands is bereid mee te werken aan de verdere uitwerking van dit thema. Men benadrukt dat er binnen de Huizen al veel werk geleverd werd in het verleden (klare taal rendeert). Men wil zeker in de toekomst een rol spelen in dit verhaal, maar momenteel moet afgewacht worden hoe in Gent de bevoegdheden rond taalpromotie en taalbeleid zullen verdeeld worden in het kader van het nieuwe integratie- en inburgeringsdecreet. 3.Hoe organiseren we een ondersteunde toeleiding van anderstaligen naar informele of semi-formele initiatieven die taaloefenkansen bieden? In eerste instantie zal het de wijkwerker zijn die zijn cliënt bekend maakt met en doorverwijst naar het informele aanbod. Indien betrokkene opgevolgd wordt door de dienst activering, zal de trajectbegeleider deze rol op zich nemen. We zullen moeten inzetten op het stimuleren van de maatschappelijk werkers om hierop in te zetten. We zien hiervoor een aantal voorwaarden. Vooreerst moet het aanbod in kaart gebracht worden en op een overzichtelijke, eenvoudig te raadplegen manier ter beschikking gesteld worden aan de maatschappelijk werkers. We nemen deze opdracht mee bij het proces van in kaart brengen van het aanbod. We bekijken in dat kader ook wie deze opdracht best opneemt (OCMW dat vragende partij is/ Integratiedienst Stad Gent/ Huis van het Nederlands/ Onthaalbureau Inburgering /?) Ten tweede moeten we onderzoeken of een ondersteuning mogelijk is van de cliënt om de drempel te overwinnen om de stap naar dit informele aanbod te zetten. We zullen onderzoeken of de sociale gidsen hierbij een rol kunnen spelen, dan wel of een andere vorm van ondersteuning mogelijk/wenselijk is. We zullen ook de maatschappelijk werkers bevragen naar hun visie op dit vlak. We onderzoeken ook of het nuttig is de informatie rond het aanbod te verspreiden en bekend te maken bij de cliënten via de infoschermen, en om dit op te nemen in de Goal-sessies. Ten derde moeten de maatschappelijk werkers meegetrokken worden in de beweging die de taalbeleidsdag veroorzaakt heeft. Tot nu toe bestaat taalactivering vooral in het doorverwijzen naar de Nederlandse les en het doorverwijzen naar de voortrajecten die het OTC biedt vanaf bereiken van taalniveau A1. Het feit dat deze principes voor een stuk losgelaten worden, is nieuw en moet op de juiste manier aangebracht worden bij de mensen die uiteindelijk voor de doorverwijzing en motivering van onze cliënten instaan.Zoals hoger aangegeven gaan ook de anderstaligen zelf ervan uit dat je best 12 287/305 RMW - 12 november 2013

Nederlands leert door naar school te gaan. Het belang van het informele leren zal door de maatschappelijk werker aan de cliënt moeten duidelijk gemaakt worden. We merkten dat de taalbeleidsdag een duidelijk effect heeft gehad op de hoofdmaatschappelijk werkers die eraan deelnamen. Het is belangrijk om ook de maatschappelijk werkers mee te krijgen. Dit is nodig om tot een gemeenschappelijke, gedragen visie en aanpak te komen. We stellen voor om de taalbeleidsdag te herhalen voor de maatschappelijk werkers, zij het in beperkte vorm gezien het grote doelpubliek. We werken hieromtrent een voorstel uit. We willen tenslotte ook verder gaan en de maatschappelijk werkers zelf ook stimuleren om binnen de hulpverlening op een consequente manier te laten omgaan met taal. We moeten ons de vraag stellen of niet te snel in de communicatie met de anderstalige overgeschakeld wordt op het gebruik van een tolk of een contacttaal. We moeten onderzoeken of het nodig is hierrond vorming te organiseren voor maatschappelijk werkers, of op een andere manier dit bewustzijn bij maatschappelijk werkers te verhogen. Hoe kunnen we hen sensibiliseren, kunnen we concrete tips aanreiken rond communicatie met een anderstalige, rond motivatie van de anderstalige omtrent het leren van de Nederlandse taal, ...? 4.Informeel leren en de invulling van de werkbereidheidsvoorwaarde We zien het informele leren als een belangrijke manier om Nederlands te leren. Voor een deel van ons doelpubliek zal dit aanvullend zijn op de NT2-lessen. We stelden hiervoor immers reeds voorop om de verplichting om taallessen te volgen aan te houden. Voor een deel van ons publiek is het leren van Nederlands op school echter niet mogelijk. Het gaat om mensen die uitgeleerd zijn, mensen die hun ‘plafond’ bereikt hebben en voor wie geen verdere taalverwerving mogelijk is, ... We stellen voor om voor deze laatste categorie mensen het volgen van NT2-lessen niet langer verplicht te maken. De maatschappelijk werker kan een advies inwinnen van de taalaanbodverstrekkers om te beslissen of iemand al dan niet moet vrijgesteld worden van het volgen van NT2-lessen. Het deelnemen aan een initiatief, om op een informele manier Nederlands te leren, moet op vrijwillige basis gebeuren. Dit zowel voor de groep voor wie dit aanvullend is op het gewone NT2onderwijs, als voor de groep voor wie dit het alternatief is op NT2-lessen bij een aanbodverstrekker. Enerzijds menen we dat het niet haalbaar is voor onze partners die deze initiatieven organiseren om hieraan een verplichting te koppelen. Anderzijds willen we de mensen vooral stimuleren om te leren, willen we vooral inzetten op de intrinsieke motivatie. Zoals hiervoor reeds aangehaald, blijkt uit onderzoek dat het verplichten om een taal te leren een averechts effect kan hebben. We menen dat dit zeker zo is voor wat betreft het informele leren. We stellen dan ook voor om de deelname aan een initiatief dat gericht is op informeel leren niet gekoppeld wordt aan een verplichting. We koppelen hier noch een resultaatsverbintenis, noch een inspanningsverbintenis aan. We stellen voor om na de periode van één jaar, dit standpunt opnieuw te evalueren. Op dat moment zullen we immers een beter zicht hebben op het aanbod aan initiatieven, het standpunt van onze partners en de houding van onze cliënten ten aanzien van deze “nieuwe” vorm van taalverwerving.

b.

Acties gericht op het afstemmen van taalactivering en (arbeids)activering

We gaan achtereenvolgens in op volgende thema’s: 13 288/305 RMW - 12 november 2013



“Eerst Nederlands, dan werk?”: welk basisniveau Nederlands is nodig vooraleer je iemand kan oriënteren naar een tewerkstelling?



Het spanningsveld binnen werkervaring: een vak leren of een taal leren?



De kansen van de anderstalige op de reguliere arbeidsmarkt i. Eerst Nederlands, dan werk?

In ons huidig taalactiveringsbeleid wordt iedere anderstalige doorgestuurd voor het volgen van Nederlandse taallessen. Vanaf bereiken van niveau A1 kan de anderstalige worden doorverwezen naar de equipe NederlandsWerkt, vanaf A2 naar de gewone trajectbegeleiding. Wie bezig is met het volgen van een basiscursus Nederlands (taalniveau A1 of A2), kan dit niet onderbreken voor een tewerkstelling. We gaan er hierbij van uit dat een basiskennis Nederlands nodig is om de kans op een duurzame tewerkstelling te vergroten. Naar aanleiding van de denkdag, stellen we vast dat het nodig is ons huidig standpunt te nuanceren. Er is zeker een basiskennis Nederlands nodig (maar hoe definiëren we dat?), maar nadien wordt het maatwerk. Het blijft niettegenstaande een moeilijk evenwicht. Wanneer iemand zijn taaltraject onderbreekt, zal hij, bij einde tewerkstelling, vaak helemaal opnieuw moeten beginnen en een nieuw startmoment afwachten. Ook voor de taalaanbodverstrekkers is het niet wenselijk dat cursisten in de loop van een cursus regelmatig uitvallen. We stellen daarom voor om een bewuste afweging te maken tussen het belang van het verderzetten van de taallessen enerzijds en het aannemen van een tewerkstelling anderzijds. Er moet een afweging gemaakt worden, waarin volgende elementen een rol spelen: o

De leerbaarheid, het leervermogen van de cliënt (op basis van het advies van taalaanbodverstrekkers)

o

Het al bereikte taalniveau (waarbij A1 wordt aangehouden als absoluut minimum; zonder A1 kan geen voorrang gegeven worden aan een tewerkstelling)

o

De geleverde inspanning om werk te vinden en de moeilijkheid om aan ander werk te geraken

o

De duurzaamheid van de tewerkstelling

o

De mate waarin het werk past bij het profiel van de cliënt (zit hij/zij er op zijn plaats)

o

Mogelijkheid tot taalverwerving op de werkvloer (en daarbuiten in informele sociale netwerken)

Dit geldt zowel voor het doen van interimarbeid terwijl men NT2-cursus volgt als voor het aannemen van werk van iets langere adem. We zullen vanuit het OCMW ook de vraag stellen aan de taalaanbodverstrekkers om meer in te zetten op avondcursussen, flexibele mogelijkheden om taal en werk te combineren, meer instapmomenten. We willen hier ook wijzen op de instrumenten die ontwikkeld worden door de equipe NederlandsWerkt om de toeleiding naar tewerkstelling van anderstaligen te verbeteren. In samenwerking met prof. Van Avermaet wordt gewerkt aan het in kaart brengen van de talige 14 289/305 RMW - 12 november 2013

competenties die nodig zijn in het kader van tewerkstelling in specifieke functies. Tot nu toe gebeurde dit al voor 5 functies (typische functies voor de laaggeschoolde anderstaligen). Dit moet het eenvoudiger maken om te bepalen ofeen anderstalige klaar is voor een tewerkstelling, zonder ons vast te houden aan het bereiken van een bepaald taalniveau. ii. het spanningsveld binnen werkervaring: een taal leren of een vak leren? 

Probleemstelling

Vandaag worden we geconfronteerd met een groot aantal laagtaalvaardige cliënten zowel binnen onze voortrajecten als binnen de reguliere arbeidsbegeleiding. Aangezien de taalvoorwaarden die in het normaal economisch circuit gesteld worden hoog zijn en deze laagtaalvaardigen niet voldoen aan de taalvoorwaarden die worden gesteld, is een activering onder de vorm van art.60 of arbeidszorg het meest geschikte traject om hun kansen op de reguliere arbeidsmarkt te vergroten. Tijdens dit activeringstraject dient er niet enkel geïnvesteerd te worden in een verbetering van arbeidsattittudes en vaardigheden maar moet er ingezet worden op een voortzetting van de taalverwerving. We stellen vast dat het steeds moeilijker wordt om werkvloeren te vinden die bereid zijn laagtaalvaardigen in te zetten als werknemer (art.60) of vrijwilliger (arbeidszorg). De redenen hiervoor zijn: de grotere werklast die deze doelgroep met zich meebrengt, onvoldoende opgeleid personeel en de stijgende werkdruk binnen deze organisaties waardoor er een spanningsveld ontstaat tussen “technische vaardigheden aanleren” en “taaloefenkansen bieden”. Beiden zijn essentieel voor een doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt maar veelal wordt geopteerd om te investeren in het aanleren van technische vaardigheden opdat aan de productiviteiteisen van de organisatie kan worden voldaan. We bieden reeds taalcoaching aan op de werkvloeren om deze te ondersteunen bij de tewerkstelling van laagtaalvaardige werknemers, maar stellen vast dat de vraag al snel het aanbod overstijgt. De reorganisatie binnen de equipe “Nederlandswerkt” (BCSD 20/08/2013) speelt reeds voor een belangrijk deel in op deze probleemstelling. In het kader van de voortrajecten, die aan een eigenlijke tewerkstelling voorafgaan, zal voortaan meer gefocust worden op de taal-zwaksten. Op die manier proberen wij hen beter voor te bereiden op een tewerkstelling en zorgen we ervoor dat zij aan het begin van een tewerkstelling op vlak van taalkennis al een stap verder staan, dan vandaag het geval is. De oefeningen rond taalverwerving binnen deze projecten wordt afgestemd op de talige vereisten van de werkvloeren waarnaar de deelnemers nadien toegeleid worden. We moeten echter ook andere maatregelen nemen om tijdens de tewerkstelling de taalverwerving van alle anderstalige art. 60§7-medewerkers te ondersteunen. 

Voorstellen

a) Enerzijds willen we onze ondersteuning naar de werkvloeren uitbreiden door meer taalcoachen in te zetten. We onderzoeken een aantal pistes om dit met de voorhanden zijnde mensen en middelen te organiseren. 1. We onderzoeken vooreerst of de cel interculturalisering een ondersteuning kan bieden op vlak van taalcoaching. 2. We bekijken verder ook of we cliënten in het kader van een artikel 60tewerkstelling een werkervaring kunnen bieden als taalcoach 3. Kunnen we beroep doen op het externe aanbod aan taalcoaching? 15 290/305 RMW - 12 november 2013

b) Anderzijds willen we de werkvloeren betrekken in ons taalactiveringsbeleid en hen stimuleren zelf inspanningen te leveren om de taalverwerving van hun cursisten te ondersteunen en te verbeteren. Het volstaat niet dat enkel inspanningen worden geleverd door de laagtaalvaardige werknemer, en dat die inspanningen ondersteund worden door bijkomende coaching vanwege het OCMW. Ook de werkvloer, waar de werknemer ter beschikking wordt gesteld, moet zelf een aantal inspanningen leveren om de tewerkstelling van anderstaligen te ondersteunen. Uit onderzoek door o.m. de Huizen van het Nederlands blijkt dat het voor organisaties die anderstaligen tewerkstellen belangrijk is dat een actief taalbeleid wordt gevoerd binnen de organisatie. Dit komt de taalverwerving van de anderstalige werknemer ten goede, en daarmee de samenwerking binnen de onderneming, waardoor ook de efficiëntie en productiviteit stijgt. We willen daarom de werkvloeren zelf stimuleren om hierop in te zetten. Enerzijds willen wij meer werkvloeren vinden die bereid zijn om taalzwakke mensen op te nemen. Anderzijds willen we dat deze werkvloeren ook inspanningen leveren om de anderstalige werknemer te laten groeien in zijn talenkennis, door voldoende oefenkansen Nederlands te bieden en werknemers ook op vlak van taalkennis bij te sturen en te stimuleren. Vandaag biedt de equipe NederlandsWerkt reeds opleidingen of intervisiemomenten aan voor technisch instructeurs. We stellen echter vast dat de opkomst en interesse maar matig is. Hier willen we verandering in brengen. We onderzoeken twee pistes: 1. kunnen technisch instructeurs omgeschoold worden tot taalcoach? 2. Kunnen collega’s op de werkvloer een rol opnemen als taalpeter/meter? c) Niet iedere anderstalige kan toegeleid worden naar een (taal-ondersteunde) tewerkstelling. Voor een deel van ons doelpubliek is tewerkstelling te hoog gegrepen en moet een (tussen)stap gezet worden in de vorm van arbeidszorg. We onderzoeken de voorwaarden om ook arbeidszorg talig te ondersteunen.

Deze voorstellen werken we hieronder verder uit.

a) Uitbreiden aanbod taalcoaching 1. Profiel taalcoach De voorwaarden die op heden binnen OCMW Gent worden gesteld aan het functieprofiel zijn: 

Je hebt een bachelordiploma in de richting Talen, Logopedie of in de Sociale Wetenschappen (vormingswerk) , je hebt een bachelordiploma Vertaler-tolk of je hebt een diploma als leerkracht



Je hebt bij voorkeur didactische ervaring in het geven van vorming in groep

16 291/305 RMW - 12 november 2013



Je bent gemotiveerd om je in te zetten voor de doelgroep (OCMW-cliënteel en cursisten).



Je bent een echte teamspeler.



Je toont respect, je hebt geduld en je bent klantvriendelijk ingesteld.



Ervaring met kansengroepen en ervaring in NT2 onderwijs is een pluspunt.

2. Opleiding taalcoachen We moeten onderzoeken of de opleiding tot taalcoach intern kan georganiseerd worden, dan wel extern. SLN biedt een basisvorming taalcoaching aan. We zullen in eerste instantie onze ‘kandidaattaalcoachen’ doorsturen naar dit vormingsaanbod. Na evaluatie zullen we beslissen of het al dan niet een meerwaarde is om onze eigen taalcoachen binnen de equipe NederlandsWerkt in te zetten voor de opleiding van onze nieuwe taalcoachen. 3. Omscholen medewerkers Team Interculturalisering Vanuit de betrachting om met de bestaande mensen en middelen, extra taalcoachen te creëren, onderzochten we of de mensen binnen de equipe interculturalisering hiervoor ingezet kunnen worden. In het licht van het profiel van taalcoach, zoals hierboven omschreven, stellen we vast dat een aantal van de huidige medewerkers hiervoor mogelijk in aanmerking zouden komen. Of zij hier ook interesse voor tonen, moet nog bij hen afgetoetst worden. Er is een kandidaat in de running voor een tewerkstelling art. 60 binnen deze equipe die ook past binnen het profiel van taalcoach. Ook bij haar moet afgetoetst worden of zij hiervoor interesse heeft. We onderzoeken dit verder binnen deze equipe. Om de mensen van de cel interculturalisering te kunnen inzetten als taalcoach, zullen andere opdrachten moeten teruggeschroefd worden. Dit is mogelijk. De tolkopdrachten kunnen uitbesteed worden aan TVGent. Dit brengt geen extra kost teweeg voor het OCMW. De wijkwerkers zullen wel inboeten op ‘gebruiksgemak’. We moeten dit idee dus vooraf aftoetsen bij de wijkwerkers. Binnen het team Interculturalisering worden ook de Goal-sessies georganiseerd. Ook hier zal moeten nagedacht worden over de gevolgen op het aanbod en de inzet van het personeel. Binnen de werkgroep activering en het beleidsteam werd deze afweging gemaakt en werd besloten om deze denkpiste te verlaten. Het afbouwen van de dienstverlening op vlak van tolken en GOAL weegt niet op tegen de behoefte om de medewerkers van het team ICM/ICB om te scholen tot taalcoachen. 4. Scholing van cliënten tot taalcoach binnen het kader van een tewerkstelling art. 60§7 Cliënten opleiden tot een taalcoach en vervolgens aanwerven via een contract art.60 is een mogelijke piste om ons tekort aan taalcoachen te ondervangen. Indien we het profiel van taalcoach in acht nemen, dat tot op heden binnen OCMW Gent gevraagd wordt, stellen we vast dat weinig of geen cliënten voldoen aan de voorwaarden. Indien we cliënten willen inschakelen als taalcoach zullen we ons flexibel moeten opstellen inzake de functievoorwaarden. We menen dat we de diplomavoorwaarden dienen te verlagen naar een A2 17 292/305 RMW - 12 november 2013

diploma of een gelijkgeschakeld diploma hogere studies uit het buitenland (conform vacatures taalcoach in andere organisaties). De cliënt dient tevens over een goede mondelinge en schriftelijke kennis van het Nederlands te beschikken. Aangezien de cliënt zelf deel uit maakt van de kansengroep en veelal ervaring heeft met NT2 onderwijs, voldoet hij reeds aan twee voorwaarden zoals gesteld in het profiel taalcoach. Hieronder een voorstel van de mogelijke functievoorwaarden:       

Je hebt een minstens een A2 diploma of een gelijkgeschakeld diploma hogere studies uit het buitenland Je hebt een zeer goede kennis van de Nederlands taal, een goede kennis van een andere contacttaal is een meerwaarde (Engels, Frans, Turks, Slovaaks, Bulgaars, Russisch of Arabisch) Je toont respect, je hebt geduld, je kan goed luisteren en bent klantvriendelijk ingesteld Je kan samenwerken met verschillende partners, intern en extern Je hebt bij voorkeur ervaring in het geven van vorming Technische inzicht en voorgaande werkervaring in een technisch uitvoerende job zijn een meerwaarde Ervaring met kansengroepen en ervaring met NT2 onderwijs is een pluspunt

Indien we een inschatting maken naar het aantal cliënten dat voldoet aan bovengestelde voorwaarden, is een aanwerving van 1 tot 2 taalcoaches per jaar een realistisch objectief . We onderzochten de deelname van art. 60-medewerkers aan de vorming die aangeboden wordt door SLN. Er zijn geen vereisten inzake diploma. Deelnemers dienen wel voldoende ervaring te hebben met coaching. We namen contact op met SLN en zij verklaarden dat de vorming ‘coachen en coachingstechnieken’ het voorbije jaar niet werd georganiseerd. Zij sluiten niet uit dat deze vorming in de toekomst wel opnieuw wordt aangeboden. Het is aangewezen om cliënten die voldoen aan het profiel ook deze vorming te laten volgen. De aanwerving van de cliënt die voldoet aan het profiel (taalcoach) en die de opleidingen “coachen en coachingstechnieken” en “taalcoach” heeft gevolgd, kan gebeuren via een contract art.60§7. Dit biedt ons de mogelijkheid om de tewerkstelling te laten voorafgaan door een werkstage (2 maanden). Deze werkstage wordt aangewend om de cliënt praktijkervaring te laten opdoen en gebeurt steeds onder toezicht van een ervaren taalcoach. Tijdens deze werkstage kan gepeild worden naar de haalbaarheid van de tewerkstelling (zowel voor de cliënt als OCMW Gent), de competenties en vaardigheden van de cliënt. Na een werkstage van 2 maanden wordt de cliënt geëvalueerd door de taalcoach en diens leidinggevende. Indien deze evaluatie positief is, kan de cliënt worden aangeworven met een contract art.60. Gelet op de stijgende vraag naar taalcoaching op de werkvloer zowel in het NEC als in het sociaal werkveld moet deze werkervaring en opleiding de kansen op een tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt vergroten. De art.60 werknemer wordt na tewerkstelling toegeleid naar de jobclub die hem/haar kan ondersteunen in zijn zoektocht naar werk. Een voorzetting van de tewerkstelling via andere sociale tewerkstellingsmaatregelen dient tevens te worden onderzocht (vb. Activa). 5. Kunnen we een beroep doen op het externe aanbod aan taalcoaches? We moeten onderzoeken of het externe aanbod aan taalcoaching kan ingezet worden binnen OCMW Gent.

18 293/305 RMW - 12 november 2013

VDAB biedt taalcoaching op de werkvloer aan. Dit is echter betalend. We hebben de kost van deze taalcoaching afgewogen tegenover de kost en de opbrengst van de inzet van interne taalcoachen. We stellen voor om voorlopig geen gebruik te maken van het aanbod van VDAB binnen het kader van onze eigen werkervaringsprojecten (voortrajecten en art. 60§7 tewerkstelling). In het kader van nazorg zullen we wel dit aanbod van VDAB ter kennis brengen van werkgevers waar anderstaligen naar toegeleid worden. We zullen deze werkgevers stimuleren om gebruik te maken van dit aanbod, ter ondersteuning van de (reguliere) tewerkstelling van onze cliënt. Ook bij de bemiddeling naar de privé zullen we de nodige sensibilisering en promotie van dit aanbod van VDAB naar de werkgevers toe opnemen. Stad Gent (bedrijvencel) heeft ook taalcoaches in dienst. Er vond een overleg plaats tussen de equipe NederlandsWerkt en dienst Werk. Omdat op dat moment de taalcoaches daar overbevraagd waren, werden geen verdere stappen tot samenwerking ondernomen. We nemen dit echter opnieuw op om een samenwerking in de toekomst uit te bouwen. We willen in aansluiting hierop nog wijzen op de stappen die momenteel gezet worden in het kader van WEP++. WEP++ verwijst naar de tewerkstellingsmaatregel WEP+, waarbij extra ingezet wordt op taalondersteuning. Het WEP++ project is een gemeenschappelijk project van de twee Gentse Leerwerkbedrijven (enerzijds Leerwerk Gent (het Leerwerkbedrijf van Stad Gent en OCMW Gent), en anderzijds TravoX). Binnen het kader van dit project wordt de ervaring en kennis van de verschillende partners binnen de leerwerkbedrijven uitgewisseld. Voor de taal-ondersteuning van de WEP+ werknemers is op basis daarvan een eigen aanbod ontwikkeld door Vokans. Er worden met name voorafgaand aan de WEP+tewerkstelling voortrajecten voor anderstaligen georganiseerd. Deze voortrajecten voorzien in taalactivering enerzijds en beroepsoriëntatie anderzijds. Er is ook voorzien in taalondersteuning op de werkvloer, tijdens de WEP+ tewerkstelling. Dit gebeurt door het geven van vorming aan de werkvloerbegeleiders, de WEP+medewerkers zelf, het opleiden van taalbuddies (soort van taalmeters/taalpeters). De bedoeling is om in het kader van deze samenwerking tussen de leerwerkbedrijven nog verder aan uitwisseling van kennis er ervaring te doen. Op die manier wil men nieuwe methoden van taalondersteuning ontwikkelen. Vanuit de dienst Activering is er een actieve deelname aan de overlegmomenten die in dit kader georganiseerd worden. We nemen uiteraard de kennis en ervaring die we uit deze samenwerking opdoen mee bij de verdere ontwikkeling van ons eigen aanbod aan taalondersteuning en bekijken waar een eventuele bundeling van middelen mogelijk/ opportuun is. In het kader van het WEP++ project worden momenteel twee artikel 60§7-medewerkers opgeleid tot taalbuddie binnen onze eigen leerwerkplekken. Er is gekozen voor twee artikel 60§7 medewerkers omdat er op dit moment geen WEP+medewerkers tewerkgesteld zijn in onze eigen diensten. De opleiding en ervaring van deze taalbuddies kan, in afwachting van toeleiding van WEP+medewerkers, uiteraard ook ingezet worden voor de ondersteuning van onze art. 60§7 medewerkers op deze werkvloeren.

b) Stimuleren van inspanningen door de werkvloeren op vlak van taalverwerving van art. 60§7-medewerkers. 1. Kunnen technisch instructeurs omgeschoold worden tot taalcoachen?

19 294/305 RMW - 12 november 2013

De technisch instructeur neemt een belangrijke rol op als coach ten aanzien van de art. 60-werknemer. Hij is steeds aanwezig op de werkvloer en begeleidt de werknemers individueel bij het aanleren van technische vaardigheden en arbeidsattitudes. Om ook de werknemers optimaal te kunnen begeleiden bij taalverwerving op de werkvloer, lijkt het ons belangrijk om de technisch instructeurs hierbij meer te betrekken en hen daarin op te leiden. De taalcoaches hier in huis zouden in een opleiding kunnen voorzien. De technisch instructeurs die hier de nodige competenties en interesse voor tonen zouden kunnen gestimuleerd worden om de vorming tot taalcoach te volgen bij SLN. Maar minstens zou een vorming kunnen aangeboden worden aan alle technisch instructeurs om hen aan te leren hoe zij communicatie in het Nederlands op de werkvloer kunnen bevorderen en verbeteren, en hoe zij op die manier de taalverwerving bij de anderstalige zouden kunnen stimuleren. In het kader van het WEP++ project wordt ook een vorming voorzien voor werkvloerbegeleiders. We volgen dit van nabij op, om uit de ervaring en kennis die wordt opgedaan binnen het kader van dit project te benutten binnen onze eigen werkervaringsprojecten.

2. Kunnen collega’s op de werkvloer een rol opnemen als taalmeter/peter? Als profiel van “peter/meter” zien we -

Collega, liefst met dezelfde functie. Met een hoger taalniveau, liefst Nederlands als moedertaal Zoveel mogelijk aan het werk op de zelfde momenten als de art 60 medewerker Sociaal vaardig Met een vertrouwensband of een ‘klik’ met de art 60 medewerker. Het is meegenomen indien deze persoon in een langdurig contract werkt.

De taken kunnen zijn: PRATEN met de art 60 medewerker. Een praktijk Nederlands op de werkvloer bevorderen door mogelijke oefenkansen te helpen benutten. -

kleine informele gesprekjes , social talk tijdens de pauze, voor en na het werk bij het begin een rondleiding geven in het gebouw, het organigram verduidelijken uitleggen van de regels in de organisatie wanneer hij/zij denkt dat de persoon in kwestie dit nog niet begrepen heeft. Open vragen stellen waarop de art 60 medewerker kan antwoorden, om na te gaan of hij het echt begrepen heeft samen werken en benoemen wat ze doen wanneer hij / zij opmerkt dat de art 60 medewerker iets niet begrijpt, aanmoedigen om vragen te stellen wanneer hij opmerkt dat de art 60 medewerker op een niet-gepaste manier spreekt, hem daar nadien over duiden regelmatig checken bij de art 60 medewerker of hij nog ergens vragen bij heeft een gesprek met werkvloerbegeleider of tewerkstellingsbegeleider helpen voorbereiden, als de art 60 medewerker dat wenst.

SIGNALEREN aan taalcoach en aan TI van -

taalgebonden problemen en vooruitgang vragen waar hij/zij zelf het antwoord niet op weet ook eventueel tijdens intervisie/opleiding door de TC

20 295/305 RMW - 12 november 2013

Voor de opleiding van de taalpeters en –meters, willen we een beroep doen op de taalcoaches. De taalcoach die aan de werkvloer verbonden is, heeft een goed zicht op de noden van de werkvloer. Dit zal verder uitgewerkt worden binnen de equipe NederlandsWerkt. 3. Hoe overhalen we de werkvloeren om deze bijkomende inspanningen te leveren? Naar aanleiding van de reorganisatie van de equipe NederlandsWerkt, werd reeds goedkeuring verleend om de werkvloeren, die cliënten vanuit Job-Intra toelaten voor een ingroeistage, tijdens de daaropvolgende art 60-tewerkstelling vrij te stellen van het betalen van de normaal voorziene vergoeding. Er zijn ook heel wat werkvloeren die geen vergoeding moeten betalen. Buiten die financiële stimulans voor die werkvloeren zien we dan toch ook een aantal voordelen: -

Uitstraling als organisatie: actief diversiteitsbeleid voeren – toekennen van label Belofte dat naast de taalzwakke ook ‘sterkere’ profielen naar deze werkvloer zullen gestuurd worden (=> peter/meter) sneller rendement van de art 60 medewerker

c) Arbeidszorg Niet iedere anderstalige kan toegeleid worden naar een (taal-ondersteunde) tewerkstelling. Voor een deel van ons doelpubliek is tewerkstelling te hoog gegrepen en moet een (tussen)stap gezet worden in de vorm van arbeidszorg. Een eerste probleem dat zich hier stelt is het tekort aan arbeidszorgplaatsen. Zoals we hierboven al aangaven, is er een tekort aan plaatsen waar laagtaalvaardigen terecht kunnen voor een tewerkstelling. Dit probleem stelt zich uiteraard ook voor de laagtaalvaardigen die we willen toeleiden in het kader van arbeidszorg. Ten tweede moeten we onderzoeken welke ondersteuning nodig en mogelijk is voor de werkvloeren waar anderstalige arbeidszorgers naar toegeleid worden. Kan hier een aanbod “Nederlands op de werkvloer” ontwikkeld worden door Leerpunt? Kunnen taalcoaches ook hier ingezet worden? Welke inspanningen kunnen we verwachten van de werkvloeren? Aangezien veel van deze vragen gelijklopend zijn aan de problemen die werden besproken i.k.v. tewerkstelling, zullen we deze problematieken samen opnemen en uitwerken. iii. De reguliere arbeidsmarkt We stellen vast dat de situatie op de arbeidsmarkt complex en “dubbelzinnig” is: -

zelfs op het niveau van uitvoerende jobs zijn de taalvereisten per functie, per werkgever, per sector verschillend

-

achter de taalvereisten ligt soms discriminatie en vooroordelen verborgen; de taalvereisten zijn dan eerder een excuus om iemand niet aan te nemen

-

werkgevers zijn niet vertrouwd met de betekenis van behaalde attesten (“A2”) en die zeggen op zich ook niet veel over de taligheid van iemand in functie van een te vervullen job.

21 296/305 RMW - 12 november 2013

-

Werkgevers hanteren taal als eerste selectiecriterium in sollicitatiegesprek: hoe die kaap omzeilen voor kandidaten die goede technische vaardigheden /arbeidsattitudes / motivatie hebben?

-

En wat als die goede technische vaardigheden er niet zijn ?

-

Er zijn te weinig jobs voorhanden die helemaal geen taalkennis vragen

-

VDAB signaleert dat instrument IBO veel succes heeft

-

Interim bureaus stellen soms hogere eisen naar taalniveau dan de werkgevers zelf. Grote bedrijven

We zien hier volgende voorstellen: -

Een overleg plannen met de interim sector: men moet meer kansen geven aan taalzwakkeren? We stellen vast dat overleg met deze sector in het verleden echter weinig verandering heeft opgeleverd in de politiek van deze organisaties.

-

In samenwerking met Stad Gent – dienst werk en VDAB stappen zetten naar bedrijven?

-

Bij kleine bedrijven kan men de cliënt laten proefdraaien, dit zorgt voor een meerwaarde. In het kader van artikel 60§7 privé kunnen we gebruik maken van de stages die de tewerkstelling voorafgaan (a.h.v. GPMI), zo kunnen cliënt en werkgever beiden ‘uittesten’ of de tewerkstelling haalbaar is.

-

IBO met taalondersteuning gebruiken naast art.60 privé. Er bestaat een IBO-T, wat verwijst naar IBO met Taalondersteuning. We maken het bestaan hiervan bekend bij onze arbeidsbegeleiders zodat zij kandidaten ook hiernaar kunnen toeleiden. De taalondersteuning tijdens de IBO is gratis.

-

Actie rond methodiek- aanpak voor TB’ s om met taalzwakke cliënten naar de privé arbeidsmarkt te gaan. Overtuigingskracht + taalcoaching + ondersteuning aanbieden zijn de sleutelwoorden.

-

Bestaand aanbod aan taalcoaching van VDAB en Stad Gent promoten om werkgevers over de streep te trekken? Ons eigen taalcoaches hiervoor inzetten lijkt ons weinig efficiënt omdat de vraag naar ondersteuning in het kader van de werkervaringsprojecten al zo groot is. Anderzijds zijn ook de taalcoaches bij Stad Gent vandaag al overbevraagd. c. Acties gericht op het verbreden van bestaande en het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsverbanden

We sommen hieronder de bestaande samenwerkingsverbanden op. In de bovenstaande tekst werd bij diverse voorstellen verwezen naar het benutten van bestaande samenwerkingsverbanden en de engagementen om deze nog verder te verdiepen. -

VDAB HvN Taalaanbodverstrekkers, oa Leerpunt Inburgering (Kom-pas) Integratiedienst TVGent 22

297/305 RMW - 12 november 2013

- Stad Gent, dienst Werk - SLN-partners die taalcoaching aanbieden - Onze lokale dienstencentra - Buurtgerichte informele of semiformele initiatieven die oefenkansen bieden - ING - … Hier verwijzen we opnieuw naar de rol van de organisatie die de “regie” van taalbeleid en taalpromotie in Gent zal toegewezen krijgen.

Indicatoren taalactiveringsbeleid Voor het opvolgen van het taalactiveringsbeleid hangen we momenteel sterk af van de informatie die we halen uit de database NT2 (taalniveau cliënten, leerbaarheid, slagen in opleiding/modules). Omdat de database NT2 gevoed wordt door de KBI en deze laatste binnenkort vernieuwd wordt, is het mogelijk dat geen informatie meer zal doorstromen naar de database in de loop van het schooljaar. De opvolging van het taalactiveringsbeleid aan de hand van indicatoren en cijfers zal daarom moeilijker worden. Dit jaar bv. wordt het al niet meer mogelijk om het percentage aanwezigheid in de lessen op te volgen. In de plaats van de database komt mogelijks een rechtstreekse toegang van de OCMW’s tot de KBI. Dit alles moet nog ontwikkeld worden. We nemen de vraag naar indicatoren, die het mogelijk maken ons taalactiveringsbeleid te evalueren en bij te sturen, mee in dit verhaal.

5. De “to do’’-s op een rijtje…

1. Verder uitwerken van een “taalscreening”: samen met de client in kaart brengen welke kansen en belemmeringen er zijn in zijn integraal (= schools + niet-schools) taaltraject (leervermogen, motivatie, oefenkansen, leeromgevingen). 2. Samen met partners het aanbod aan formeel en informeel leren, oefenkansen, … inventariseren, hoe we mensen kunnen motiveren om van dit aanbod maximaal gebruik te maken en hoe we hen in de toeleiding naar dit aanbod kunnen ondersteunen.

23 298/305 RMW - 12 november 2013

3. Het intern aanbod verder optimaliseren (NTuurlijk, EW, Vakantiewerking, Psychologische dienst, lokale dienstencentra. 4. Zoeken naar een “aanstuurder” voor Gents taalbeleid 5. Maatschappelijk werkers meekrijgen in het verhaal via werkgroep die hun rol uitdiept, taalactiveringsbeleidsdag voor hen als motivator en ondersteuning, .. 6. Na 1.1. taaltrajecten op maat op basis van een bewuste afweging ipv enkel focussen op verdere schoolse taalverwerving 7. “Taalondersteuning op de werkvloer” faciliteren via taalcoaching, vorming van technisch instructeurs rond communicatie met anderstaligen, meter- en peterschap van collega’s, ev. ook van mede-doelgroepwerknemers 8. Ook arbeidszorg “talig ondersteunen” / arbeidszorg voor anderstaligen prospecteren en promoten 9. Taalcoaching uitbreiden (subsidies ? via inzet art.60 ? extern aanbod ? 10. Gemeenschappelijke visie rond taalactivering uitwerken binnen de Convenant StadVDAB-OCMW met het oog op een gemeenschappelijke aanpak, ook van de reguliere arbeidsmarkt 11. Incentives ontwikkelen voor werkvloeren die meedoen.

24 299/305 RMW - 12 november 2013


Ouderenzorg Zelfstandig Wonen en Projecten

2013_RMW_00418

Groepswonen voor senioren Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het voormalige seniorenhuis in het Elisabeth Begijnhof staat leeg. Het pand is eigendom van OCMW Gent en ligt in een historische site in het centrum van Gent, vlakbij lokaal dienstencentrum Ten Hove. Het pand zou zich, na grondige renovatie- en aanpassingswerken, lenen tot groepswonen voor een 6 à 7-tal senioren. Het is een uigelezen kans om deze woonvorm uit te testen in Gent en zodanig de piloot te zijn in Vlaanderen. Om hierin te slagen, wil de dienst Themawerking en Wonen, niet alleen zijn eigen ervaring en kennis inzetten, maar eveneens een beroep doen op de kennis en expertise van derden. Belangrijke derden: 1) Abbeyfield Vlaanderen vzw / Samenhuizen vzw. Groepswonen van en voor senioren is de corebusiness van Abbeyfield Vlaanderen vzw. Abbeyfield Vlaanderen vzw stelt een woon- en welzijnsconcept voor en ondersteunt groepen waarbij mensen van 55 jaar en meer, op het moment dat ze zelf nog niet zorgbehoevend zijn, het initiatief nemen om zelfstandig samen te wonen. De bewoners zelf geven vorm aan dit samenwonen, creëren een sfeer van samenhorigheid in hun huis en staan open voor de wijk. Abbeyfield Vlaanderen vzw: 1) adviseert bij de ontwikkeling van de bouw en/of renovatieplannen, zowel architectonisch als financieel, 2) sticht een lokaal comité dat omwonenden informeert en kandidaat-bewoners regelmatig samenbrengt, 3) erkent de lokale vzw als Abbeyfieldhuis (elk huis is een eigen vzw) en 4) begeleidt de bewoners bij de opstart en verdere werking van het huis. Abbeyfield Vlaanderen vzw kan het volledige project trekken of kan de verantwoordelijkheid voor het realiseren van het project delen met de initiatiefnemer m.n. OCMW Gent. Vanuit budgettaire overwegingen gaat de voorkeur uit naar het ad-hoc inkopen van hun expertise, waarbij de trekkersrol bij OCMW Gent blijft. Deze taak wordt opgenomen door de nieuw aan te werven consulent Wonen (procedure gestart) en een stafmedewerker OZ. Samenhuizen vzw is een vereniging die tot doel heeft gemeenschappelijk wonen bekender te maken en te ondersteunen. Beide organisatie willen ons samen ondersteunen. 2) FM + ergotherapeuten Overleg met FM en de ergotherapeuten is noodzakelijk ikv de bouwtechnische aspecten. DE GOLLD-criteria worden als basis gebruikt. 3)AOO Overleg is noodzakelijk ikv het betaalbaar houden van deze woonvorm + beheer en toewijs van de geïnteresseerde bewoners. Gezien het specifieke van deze woonvorm, kan een alternatieve manier van wachtlijst zich opdringen. 4) Dienst communicatie Overleg is noodzakelijk ikv opmaak communicatieplan. Deze woonvorm kan als assistentiewoning erkend worden indien het voldoet aan de voorwaarden gesteld in het decreet rond assistentiewoningen. Deze woonvorm stelt zelfstandiheid / autonomie van de senior centraal en gaat uit van maximale participatie van de bewoners. Nood aan een minimale personeelsbezetting is hiervan een afgeleide en kan ingevuld worden door een woonassistent die ook andere woonprojecten begeleidt en ondersteunt.

Motivering 1. Visietekst Zelfstandig wonen en projecten - goedgekeurd door RMW 2010 - OCMW Gent Themawerking en Wonen formuleerde zijn missie als volgt: 'Wij willen ervoor zorgen dat senioren levenslang, in de door hen gekozen woning kwaliteitsvol, zelfstandig en veilig kunnen wonen, leven en participeren aan de maatschappij. Als Gentse

300/305 RMW - 12 november 2013


ouderen ‘moeten’ verhuizen; dan kunnen ze kiezen uit zoveel verschillende alternatieve woonvormen, dat ze een positieve keuze kunnen maken. We willen sturend en / of ondersteunend en / of aanmoedigend werken in Gent. We zullen zelf als actor optreden als er tekorten zijn in het aanbod van ouderenwoningen en bij het realiseren van nieuwe, innoverende woonvormen'. Hierbji werden 6 belangrijke uitgangspunten geformuleerd: 1. FINANCIEEL: de betaalbaarheid van de alternatieve woonvormen; 2. VOOR SENIOREN – DOOR SENIOREN – MEDIOREN of JONGEREN: sociale ondersteuning wordt gestimuleerd; 3. AANSTURING: een minimum aansturing / contactpunt kan nodig zijn. Inplanting van deze woonvormen in de nabijheid van een ldc of wzc kan aangewezen zijn; 4. DOELPUBLIEK: prioritair actieve, zelfstandige senioren; 5. LOCATIE: in vertrouwde buurt, dicht bij de winkels, bushaltes, … Er wordt rekening gehouden met de geografische spreiding en hiaten; 6. HOE: zowel door OCMW zelf als in samenwerking met andere senioren-actoren, met sociale huisvestingsmaatschappijen, alternatieve financiering via obligaties met woonrecht, … 2. Bestuursakkoord stad Gent - bestuursperiode 2013 - 2018 Als uitgangspunten staan vermeld: 1) We drijven het aantal betaalbare en kwaliteitsvolle woningen op, 2) We voeren een anticiperend beleid om de demografische evolutie van onze stadsbevolking op te vangen en 3) We helpen de minder kansrijke Gentenaars vooruit. art 1.3: Om aan de toenemende vergrijzing het hoofd te bieden, zorgen we voor bijkomende aangepaste woningen voor senioren. Het OCMW zal op haar gronden sociale assistentiewoningen bouwen voor oudere mensen zodat ze, ongeacht hun financiële situatie, van een degelijke woning met zorg kunnen genieten. art 5.4: ... Gent moet toonaangevend zijn wat betreft nieuwe woonvormen. Zo worden er vernieuwende methodieken zelfstandig wonen uitgewerkt alsook pilootprojecten voor bepaalde doelgroepen 3. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de groepen van assistentiewoningen - goedgekeurd op 12 oktober 2012 en in werking op 1 januari 2013 Een groep van assistentiewoningen is een voorziening die bestaat uit een of meerdere gebouwen die functioneel een geheel vormen en waar, onder welke benaming ook, aan gebruikers van 65 jaar of ouder die er zelfstandig verblijven in individuele aangepaste wooneenheden, huisvesting wordt gegeven en ouderenzorg waarop zij facultatief een beroep kunnen doen." Assistentiewoningen zijn dus de opvolgers van de serviceflatgebouwen. In assistentiewoningen is crisiszorg en overbruggingshulp beschikbaar. De uitbater van een groep van assistentiewoningen kan de crisiszorg en overbruggingszorg zelf organiseren, maar niets belet dat hij daarvoor een samenwerkingsovereenkomst sluit met een of meer zorgverleners of welzijns- of gezondheidsvoorzieningen uit de omgeving. Er kan bovendien een beroep gedaan worden op woonassistentie. Daar kunnen de bewoners terecht voor hulp en informatie. Bovendien zal de assistentiewoning deel uitmaken van het lokale buurtleven. 4.Woonwensenonderzoek 2011 - OCMW Gent Uit het woonwensenonderzoek bleek dat +- 11% vab de respondenten een vorm van groepswonen eerder wel tot zeker overweegt; Van die 11% is er 22% van de jong-senioren (50-60 jarigen) eerder wel tot zeker geneigd deze woonvorm te overwegen. Dit is significant hoger dan bij de andere leeftijdsgroepen van senioren. Uit de focusgroepen kwam eveneens naar voor dat senioren overwegen een groter huis te huren en dan te delen met 4 à 5 andere personen. 5. Princiepsakkoord 'samen meer assistentiewoningen' - goedgekeurd BCOZ 8 april 2013 - OCMW Gent

In Denemarken en Nederland zijn er reeds veel vormen van groepswonen en/of cohousing operationeel die hun meerwaarde hebben bewezen. Groepswonen kan een antwoord bieden op de groeiende vraag bij senioren naar alternatieve woonvormen, variatie in woonvormen, preventie van sociaal isolement en erkenning van hun autonomie.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 14 december 2010, 2010_RMW_00655 Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 12 januari 2012, 2012_RMW_00014 Bijzonder Comité Ouderenzorg, 8 april 2013, 2013_BCOZ_00080

301/305 RMW - 12 november 2013


Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Aangepaste woonvormen aanbieden



niet vereist

besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met 12 stem(men) voor: Rudy Coddens , Evita Willaert , Yoeri Note , Chantal Sysmans , Ingrid Vandaele , Jurgen Bockstaele , Pascal Verbeke , Carl De Decker , Cengiz Cetinkaya , Emilie Peeters , Yeliz Güner , Liliane De Cock 3 onthouding(en): Els Roegiers , Eric Wauters , Ronny Rysermans

Artikel 1 In het voormalige seniorenhuis in het Elisabeth Begijnhof wordt een project rond groepswonen voor senioren opgestart;

Artikel 2 Deze woonvorm erkent de autonomie van de bewoners en stelt participatie voor en door de bewoners centraal.

Artikel 3 Er wordt een afwijkend 'opnamebeleid' toegestaan. Er wordt afgeweken van de klassieke wachtlijst waar de inschrijvingsdatum doorslaggevend is. Er wordt, onder de kandidaat geïnteresseerden, gezocht naar de beste match van de nieuwe bewoner met de bestaande groep.

Artikel 4 Themawerking en Wonen koopt ad hoc expertise in bij Abbeyfield Vlaanderen vzw en Samenhuizen vzw, overlegt met FM en de ergotherapeuten ikv het bouwtechnische aspect, overlegt met AOO ikv betaalbaarheid van deze woonvorm en 'wachtlijstbeheer', overlegt met dienst communicatie voor de opmaak van een communicatieplan. Notities notulen Raadslid Chantal Sysmans stelt dat dit pilootproject zeer lovenswaardig is en zij vraagt wat er in een latere fase kan verwacht worden als rapportering (bijvoorbeeld over wachtlijsten). Raadslid Els Roegiers vindt dit een positief project maar heeft wel vragen over de financiële elementen en over het opnamebeleid. Daarom zal de N-VA fractie zich onthouden. De voorzitter verwijst naar andere initiatieven die in de steigers staan en stelt uitdrukkelijk dat het voorliggend project geen afgewerkt product is. Er is enkel een locatie beschikbaar, een vastgestelde nood ook. Hiermee kunnen de diensten aan de slag om een dossier uit te werken, ook rond de opgemerkte aandachtspunten (bv de wachtlijst).

P&O Human Resources - Directie Juridische Ondersteuning

302/305 RMW - 12 november 2013


2013_RMW_00422

Wijziging rechtspositieregeling Ouderenzorg Voorstel: Goedkeuring Beslissing: verdaagd


Aanleiding / feiten en context Op 9 juni 2011 stelde de Raad onder meer de rechtspositieregeling Ouderenzorg (hierna afgekort als RPR OZ) vast. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 (verder BVR OCMW) stelde dat art.104§6-personeel (personeel RPR OZ) maximaal 26 dagen verlof en 11 feestdagen mocht krijgen. Voor het personeel dat op dat moment reeds in dienst was, mochten echter overgangsregelingen genomen worden (art.155-156 BVR OCMW). Het toenmalig bestuur heeft dan ook van deze mogelijkheid gebruik gemaakt, waardoor het personeel dat in dienst was vóór 1 januari 2011 (datum van inwerkingtreding van het besluit) zijn oude (gunstiger) regeling rond de vakantie-en feestdagen 'voor de verdere duur van hun loopbaan' mocht behouden. Volgens het Verslag aan de regering bij het BVR OCMW moest de overgangsbepaling garanderen dat het personeelslid voor de verdere duur van de loopbaan bij het OCMW het oude aantal dagen jaarlijkse vakantie zou behouden, als dat aantal voor 1 januari 2011 in de plaatselijke rechtspositieregeling hoger is dan 26. Voor de feestdagen geldt een gelijkaardige regeling. Uit de praktijk bleek echter dat de huidige overgangsmaatregelen zoals opgenomen in art.352 RPR OZ te nauw geformuleerd werden waardoor niet in alle situaties het behoud van voornoemde vakantie- en feestdagen gegarandeerd werden. Zo zouden volgens de oude bepalingen bijvoorbeeld personeelsleden die vrijwillig herplaatst worden in een lagere graad hun oude rechten verliezen. Om deze reden wordt deze overgangsbepaling nu anders geformuleerd om alle mogelijke loopbaanwijzigingen (binnen Ouderenzorg) te dekken. In de huidige overgangsbepaling wordt verder een einddatum gekoppeld aan het behoud van deze rechten in het geval van bevordering. Deze bepaling zou eindigen op 31 december 2013. In overeenstemming met de voornoemde bepalingen van het BVR OCMW en om de personeelsmobiliteit binnen OZ zo weinig mogelijk te beknotten, heeft het vorige bestuur zich geëngageerd om ook deze einddatum in de overgangsbepaling voor personeel dat binnen Ouderenzorg bevordert te laten vallen. Op die manier zou ook personeel dat na 31 december 2013 binnen OZ bevordert en reeds op 1 januari 2011 in dienst was, zijn/haar oude rechten m.b.t. vakantie-en feestdagen behouden.

Motivering Gelet op de bepalingen van het OCMW-decreet van 19 december 2008; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van he gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (BVR RPR-OCMW); Gelet op art.156 van het BVR RPR-OCMW dat bepaalt dat het personeelslid voor de verdere duur van de loopbaan bij het OCMW de regeling over het aantal dagen jaarlijkse vakantie en feestdagen behoudt, die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit op grond van de plaatselijke rechtspositieregeling van kracht was; Overwegende dat het huidige art.352 Rechtspositieregeling Ouderenzorg (personeel art.104§6 OCMW-decreet) niet volledig tegemoet kwam aan voornoemde bepalingen van het BVR RPR-OCMW; Overwegende het aangegane engagement om de voorziene einddatum (31 december 2013) in art.352 Rechtspositieregeling Ouderenzorg (personeel art.104§6 OCMW-decreet) te laten vallen, zoals meegedeeld in de Werkgroep Administratie Vakbonden van 21 december 2012; Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

Openbaarheid van bestuur

303/305 RMW - 12 november 2013


Dit besluit is ter inzage.


niet vereist

verdaagt de beslissing over:

Artikel 1 De wijzigingen in het raadsbesluit van 9 juni 2011 tot vaststelling van de Rechtspositieregeling Ouderenzorg zoals hieronder: *Art.352, derde lid wordt geredigeerd als volgt: 'Onder “verdere duur van hun loopbaan” worden volgende situaties verstaan: - personeelsleden die aansluitend op hun huidige (tijdelijke) arbeidsovereenkomst een nieuwe arbeidsovereenkomst sluiten; - personeelsleden die aansluitend op hun contractuele tewerkstelling vast aangesteld worden; - bij een wijziging van tewerkstellingsplaats naar aanleiding van een procedure van interne personeelsmobiliteit, een overplaatsing ingevolge reorganisatie, een overplaatsing ingevolge ordemaatregel of een (ambtshalve) herplaatsing in een functie van dezelfde of een lagere rang; - personeelsleden die bevorderen.'

Artikel 2 Dit besluit treedt onmiddellijk in werking.

De zitting wordt beëindigd om 20:15 uur.

secretaris van de zitting secretaris van de zitting

304/305 RMW - 12 november 2013

voorzitter van de zitting

Openbare zitting. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Recommend Documents