GEMEENTE SCHIPLUIDEN
NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Schipluiden, gehouden op dinsdag 25 november 2003, 20.00 uur. Voorzitter Griffier
: drs. J. de Prieëlle, burgemeester : A. de Vos
Aanwezig
: mevrouw K.H. Bongaards, G.J.P.J. van Dooremaal, L.P. Gerritse, mevrouw A.M.J. de Goede-van Tiel, E.C. de Graaf, J.W. Groenewegen, mevrouw C.E. van ’t Hoog-Noordam, mevrouw E. de Jong-Hoogendoorn, G.A.C. van Paassen, E.N.H. Roeling, N.A. van Velzen, mevrouw A.C. Wijnands-Chin en mevrouw C.L.M. Zwaartman, raadsleden
Voorts aanwezig: P. van den Berg, C. van der Kamp, H.G.M. Keijzer, wethouders Afwezig
: mevrouw A. Schouten-van Doorn
De VOORZITTER: Ik open de vergadering en lees het formuliergebed. Welkom aan allen. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Schouten vanwege droeve familieomstandigheden. Ik wil speciaal mevrouw Wijnands welkom heten, door een val heeft zij een forse blessure opgelopen. Fijn dat u goed bent hersteld; hopelijk bent u van de schrik bekomen. Vervolgens een paar zaken van orde. Op 27 november a.s. om 20.00 uur vindt in De Hoornbloem een bijeenkomst plaats van de zittende raadsleden en van de op 19 november jl. gekozen raadsleden. Het is een informele bijeenkomst waarbij procedures worden afgesproken en voorlichting wordt gegeven over de werkzaamheden, die vanaf 1 januari a.s. moeten geschieden. Ook de begroting komt aan de orde. Het is geen formele raadsvergadering volgens de Gemeentewet, maar een informele bijeenkomst van raadsleden. Op 10 december 2003 vindt wel een formele raadsvergadering plaats; deze vergadering heeft betrekking op het onderzoek van de geloofsbrieven voor de nieuw benoemde raadsleden. Als er nog urgente zaken bij zijn, die niet kunnen wachten tot een regulier tijdstip, dan worden ze op de agenda voor 10 december a.s. vermeld. Bij hoofdelijke stemmingen mag mevrouw Van 't Hoog als eerste haar stem uitbrengen. 1.
VASTSTELLING AGENDA
De VOORZITTER: Ik stel voor agendapunt 26 van de agenda af te voeren. Het betreft het voorstel tot vaststelling van de legesverordening 2004. Op 16 december a.s. neemt de gemeenteraad van Maasland hierover een standpunt. De raad van Schipluiden kan vervolgens in zijn vergadering va 18 december a.s. hierover een besluit nemen. In de afgelopen vergadering van de commissie GRF dreigde een niet-gelijkluidend standpunt.
1
De heer VAN VELZEN: Bij interruptie, u gaat er gemakshalve vanuit dat deze raad conform zal besluiten. Voor hetzelfde kan het zo zijn, dat deze raad dit niet zo eenvoudig is. We komen dan in tijdnood. Is het niet handiger dat wij nu een besluit nemen, zodat Maasland dit besluit kan volgen. De VOORZITTER: De wethouder Financiën heeft een voorstel, dat me nog meer aanspreekt: het nu wel spreken over dit voorstel, maar daarover niet te stemmen. De raad van de gemeente Maasland hoort dan uw gevoelen. De heer VAN VELZEN: Als een raad besluit niet te stemmen, dan heeft een andere raad het recht wel te stemmen. Daarbij komt dat de agenda door het presidium wordt vastgesteld. Ik kijk naar mijn collega-fractievoorzitters of zij van mening zijn dat het agendapunt moet worden afgevoerd dan wel dat het compromisvoorstel van de wethouder moet worden gevolgd. De heer DE VRIES: Mijnheer de Voorzitter. Ik wil hierop reageren. De eerste de beste gelegenheid dat het onderwerp in Maasland aan de orde komt is 16 december 2003. Voor mijn fractie is het zo, dat wij eigenlijk al een fractie vormen met de OPG Maasland. U kunt zich voorstellen dat wij, nu wij iets eerder vergaderen dan in Maasland, het besluit van beide fracties niet verschillend zal zijn. Ik ben van mening, dat men in Maasland de gelegenheid moet krijgen zich uit te spreken. Wij zouden daarover op 18 december a.s.een besluit kunnen nemen. De heer VAN VELZEN: De raad van Maasland heeft hierover al besloten? Het aanhouden van het voorstel. Of was dat de commissie in Maasland? De VOORZITTER: Het onderwerp is in de GRF besproken. Vervolgens heeft de raadsvergadering van de gemeente Maasland plaatsgevonden. Op een onderdeel heeft de gemeenteraad van Maasland onoverkomelijke problemen. Als je geen tijd hebt, dan hak je de knoop door met het gevolg dat de raad van Schipluiden een volstrekt ander standpunt kan innemen. We hebben dat niet gedaan. We hebben nog enkele weken de tijd om een standpunt in te nemen. Daarom hebben we gezegd: laten we proberen onderling tot een vergelijk te komen, zodanig dat de gemeenteraad van Maasland op 16 december a.s. een besluit neemt en de gemeenteraad van Schipluiden dit op 18 december 2003 doet. Dit laat onverlet uw bevoegdheid ook dan een ander standpunt in te nemen. Of het verstandig is, is een andere zaak. Het compromisvoorstel van wethouder Van der Kamp spreekt mij aan. U kunt het voorstel dan nu bespreken, maar we nemen vanavond geen besluit. De heer VAN VELZEN: Ik hecht eraan, dat wij vanavond discussiëren en besluiten. Ik vind het een vreemde situatie en krijg het gevoel dat we als schoothondjes de besluitvorming in Maasland gaan volgen. We zijn een zelfstandige raad en kunnen hierover vanavond een besluit nemen. Of het unaniem gebeurt of niet, is een andere zaak. Wethouder VAN DER KAMP: Mag ik dan, gehoord het gevoelen van de VVD-fractie – en misschien ook wel andere fracties – voorstellen dat u het voorstel volledig bespreekt en over één onderdeel geen besluit neemt, namelijk het enige onderwerp waartegen de gemeente Maasland bezwaar maakt. Het gaat over een klein onderdeel van de lijst. Om daaraan het verbindend zijn van een legesverordening aan op te hangen lijkt me dit niet waard. De heer VAN VELZEN: Ik zou de reactie van het CDA wel willen weten. De heer GERRITSE: Ik heb een informatieve vraag. Ik was als toehoorder bij de GRF-vergadering. Daar was de legesverordening aan de orde. Behalve op een onderdeel was er instemming met de verordening. 2
De uitzondering betrof de invalidenparkeerkaart van € 23,00. Gaat het daarom nu? Maken we daarover zo veel woorden vuil? Ik pleit voor praktisch vergaderen. De VOORZITTER: Een jaar geleden heeft u gevraagd om een burgemeester voor beide gemeenten. Het is daarom handig dat ik vanavond het gevoelen van de andere gemeente kan overbrengen. Niet meer dan dat. U heeft het volste recht elk besluit te nemen dat u in het belang van de gemeente Schipluiden acht. Ik kan er niet om heen, dat we over vijf weken één gemeente vormen. We moeten proberen daarmee verstandig om te gaan. De heer VAN VELZEN: Ik respecteer uw poging. De raad is en blijft gerechtigd wel of niet te besluiten. De VOORZITTER: Agendapunt 26 zal worden besproken. Mevrouw BONGAARDS: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb een andere opmerking naar aanleiding van de vaststelling van de agenda. Agendapunt 12 bevreemdt mij. Daar wordt verwezen naar agendapunt 7 van de commissie Stedelijke samenleving. We hebben daar besloten de evaluatie aan te houden tot de nieuwe gemeenteraad. Mevrouw DE GRAAF: Dat is ook het voorstel. In het voorstel bij de commissievergadering stond, dat het college voorstelt dit voor te schuiven naar de nieuwe gemeenteraad. Mevrouw BONGAARDS: Naar mijn idee moet dan worden verwezen naar de notulen waarin dit wordt bevestigd. Mevrouw DE GRAAF: In het voorstel, dat in de commissie aanwezig was, is vermeld dat het naar de volgende raad wordt doorgeschoven. Terecht wordt hier verwezen naar agendapunt 7 van de commissieagenda. Zonder hoofdelijke stemming wordt de agenda vastgesteld. De VOORZITTER: Mevrouw De Goede heeft gevraagd een voorstel te mogen doen over de orde. Ordevoorstellen gaan voor andere voorstellen. Daarom geef ik haar nu het woord. Mevrouw DE GOEDE-VAN TIEL: Mijnheer de Voorzitter. Eigenlijk moet ik zeggen: dank u wel burgemeester. Ik wil u aanspreken als burgemeester. Toen de vorige burgemeester vertrok rouleerde uw naam om ad interim haar opvolger te worden. We dachten toen: misschien wel een goede keuze. Iemand die al jarenlang ervaring heeft als burgemeester, iemand die ervaring heeft met de fusie van Pijnacker en Nootdorp en ook in een andere gemeente de fusie heeft begeleid. Gezien de omstandigheden hier zou het een goede keuze kunnen blijken. Het is een goede keuze gebleken, want u heeft ons aardig door het fusietraject geloodst. Nu blijkt, dat de nieuwe burgemeester straks moet worden benoemd door de nieuwe gemeenteraad. Het betekent dat er een hiaat zou vallen als u per 1 januari 2004 vertrekt. Het doet ons deugd dat u heeft gezegd beschikbaar te zijn om die periode te overbruggen. We zijn verheugd te hebben vernomen dat u bent herbenoemd. We willen dat niet ongemerkt voorbij laten gaan. Namens de gehele raad feliciteer ik u daarmee. De VOORZITTER: Dank voor de steun die u heeft gegeven. Het komt niet vaak voor, dat je bij je benoeming ook weet wanneer je afscheid neemt. Ik hoop bij leven en welzijn in de raadsvergadering van eind juni 2004 afscheid te nemen. Het voornemen is dat per 1 juli 2004 de burgemeester van de gemeente Midden-Delfland aanwezig is.
3
Het afgelopen jaar is een druk jaar geweest. Ik wist dit uiteraard van tevoren. Het is ook een uitermate boeiend jaar geweest. Ik had dit niet willen missen. Ik had u niet willen missen. Elke raadsvergadering is boeiend. De heer Van Velzen interrumpeerde onverwacht, straks doet iemand anders dat weer. Dat is het boeiende van een raadsvergadering, het moet bruisen. Je moet elkaar, figuurlijk, over de tafel trekken. Er moet spirit zitten in de raad. Ik geniet ervan. Het geeft je een kick. Het is een groot genoegen om burgemeester van deze gemeente, en ook van Maasland, te zijn. Ik vind het een eer dat ik ben aangewezen om nog een half jaar de belangen van de gemeente Midden-Delfland te bevorderen. Ik hoop dit met veel elan te doen. Dank voor uw vriendelijke woorden en de bloemen. De heer VAN VELZEN: Het zal bruisen. Ik heb net voor de vergadering ruggespraak gehad. Ik heb ook een punt van orde, maar dat hangt van de gang van de vergadering af. Net zei u dat het formeel voor de vergadering moet gebeuren. Ik wil daarop, met goedkeuring van de raad, op het juiste moment op inspringen. De heer VAN VELZEN: Ik stel voor de heer Van Velzen over een punt, dat betrekking heeft op de orde en dat nu voor ons nog in nevelen is gehuld, de gelegenheid te geven. De heer VAN DOOREMAAL: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb ook nog een punt van orde. Van welke gemeente bent u vanavond burgemeester? De VOORZITTER: Ik schrik even, heb ik de verkeerde ambtsketen om? Nee, ik heb de ambtsketen van Schipluiden om. Het is de goede. Afgelopen zaterdag, toen ik drie keer de Sint moest halen, had ik in de linker zak de ene ambtsketen zitten en de andere in de rechterzak. 2.
VASTSTELLING NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 28 OKTOBER 2003
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van de vergadering van 28 oktober 2003 ongewijzigd vastgesteld. 3.
LIJST INGEKOMEN STUKKEN
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over de afdoening van de ingekomen stukken, vermeld onder 1 t/m 19, besloten zoals is voorgesteld. 4.
VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT, VOOR GEBIEDEN IN DE BESTEMMINGSPLANNEN KEENENBURG 1988 EN KERKPOLDER III, VOOR DE ONTWIKKELING VAN EEN WONINGBOUWLOCATIE
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 5.
VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT, VOOR GEBIEDEN IN DE BESTEMMINGSPLANNEN BUITENGEBIED HERZIENING I, DIJKHOORNSEWEG EN DEN HOORN, IN VERBAND MET DE ONTWIKKELING VAN DE HARNASCHPOLDER
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. De heer VAN VELZEN: Mijnheer de Voorzitter. Dit agendapunt is afgerond. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken voor het punt van orde. Dit heeft betrekking op de bode. 4
Hij is zo goed geweest om achteraf te gaan zitten met zijn koffie en een heerlijk stukje speculaas. U weet het niet, maar wij weten het al jaren, met Sinterklaas bakt de vrouw van de bode heerlijke speculaas, waarvan wij kunnen genieten. De bode zal binnenkort vertrekken. Het is waarschijnlijk niet zijn laatste bijeenkomst, maar het leek ons goed bij deze vergadering hieraan een aantal woorden te wijden. Het is misschien ook goed om een boodschap door te geven dat in de toekomst de vrouw van de burgemeester speculaas fabriceert, omdat wij dit wel graag willen behouden. We staan uiteraard open voor initiatieven. De VOORZITTER: De man van de burgemeester. De heer VAN VELZEN: Dat zou nog veel beter zijn. De heer Achterberg is hier al veel jaren. Ik kan me herinneren, dat hij ooit een onderzoek heeft gedaan, op de oude zolder van het gemeentehuis. Daar is het bodegebeuren begonnen. Hij heeft dit altijd als een belangrijke taak uitgevoerd. Hij loopt in vol ornaat door het dorp rond, met een bus op zijn buik. Met de ideeën die zijn ontwikkeld, is vervolgens een aantal bodebusboeken verschenen. Wij hebben een beetje het gevoel, dat als de heer Achterberg weggaat, een stukje nostalgie verloren gaat. Dat is jammer. Van andere fracties en van het college heb ik niet gehoord en begrepen, dat aandacht wordt gegeven aan het vervullen van dat onderdeel. Wij hebben graag deze woorden gezegd. Ik ben zo vrij geweest ervan uit te gaan, dat de raad mij en de VVD-fractie daarin zal steunen. Nu het punt van orde. Het lijkt me goed, dat op een bepaald moment – bijvoorbeeld op 18 december a.s. – alle oude raadsleden van deze gemeente onder de pet van de bode gaan staan, voor het maken van een foto. Het lijkt me een leuk afscheid. Dus laten we daarover van gedachten wisselen. Misschien komen we tot een dergelijk besluit. De VOORZITTER: We nemen uiteraard op gepaste wijze afscheid van de heer Achterberg. 6.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT VEENAKKERWEG TE SCHIPLUIDEN
DE
VERKEERSSITUATIE
OP
DE
De heer GERRITSE: Mijnheer de Voorzitter. Volmaakt is het in deze wereld nooit en zal het vermoedelijk ook nooit worden. Zo is het ook met het verhaal van de Veenakkerweg. Toen we hier de besluiten namen, een aantal jaren geleden, tot het aanleggen van deze weg, konden we niet bevroeden dat het deze kant zou opgaan, met heel veel zwaar verkeer, waarvoor deze weg niet bedoeld was en is. Het moest een ontsluitingsweg worden voor onze inwoners en bedrijven aan de Zwethkade-Zuid. Nu staat dit voorstel op de agenda om op korte termijn maatregelen te nemen die de veiligheid en het gebruik moeten verbeteren. Onderhoudsmaatregelen en verkeersveiligheidsmaatregelen voor een bedrag van € 75.000,00. De CDA-fractie gaat hiermee akkoord. Voor wat betreft de verkeersmaatregelen op langere termijn, zoals het aanleggen van een fietspad naar de oprit naar het Woudselaanviaduct en een verkeersdrempel op de kruising Woudselaan verzoeken wij u deze twee zaken tot een punt van nadere overweging te maken. Heeft dit prioriteit en is de Zwethkade-Zuid hiermee echt geholpen of geeft het automobilisten nog meer de ruimte? Wij vragen ons dit af, te meer omdat drempels niet altijd een oplossing zijn. Het is vaak hard rijden, hard remmen en weer even hard gas geven. We menen dat het goed is een en ander nader te bekijken en er in het nieuwe jaar, voordat met de voorbereidingen wordt begonnen, nog eens op terug te komen. Dan moet ons nog iets van het hart. Als we in de meivergadering uw advies inzake de ingezonden brief van de bewoners van de Zwethkade-Zuid hadden gevolgd – de afdoening door het college – wat was er dan gebeurd? Had dit voorstel er dan ook gelegen? De CDA-fractie meent van niet als we uw beantwoording tijdens die vergadering er nog eens
5
op nalezen. Het zal u niet bevreemden dat de CDA-fractie al iets langer weet hoe de hazen in gemeenteland lopen. Daarom hebben we het onderwerp toen op de commissieagenda laten plaatsen. De CDAfractie wil de maatregelen vernemen waarom we al eerder hadden verzocht en waarover we al eerder hadden gesproken. U bent vervolgens met bewoners om tafel gaan zitten. Bewoners hebben in twee commissievergaderingen kunnen inspreken. Vanavond behandelen we de uitkomst. De CDA-fractie kan nu constateren dat het op deze manier ordentelijk is verlopen. Nogmaals, we gaan akkoord met het voorstel. Verwijzend naar mijn openingszin, dat het in de wereld nooit volmaakt kan zijn, hopen we wel dat ook de bewoners zich in de voorgestelde oplossingen kunnen vinden. De heer VAN DOOREMAAL: Mijnheer de Voorzitter. Aansluitend bij de woorden van de heer Gerritse, een en ander ligt vooral aan de bewoners, die hier massaal kwamen en hun stem lieten horen, naar aanleiding van de brief die zou worden gestuurd. Het is inderdaad niet altijd volmaakt. Wij hadden nog graag gezien, dat er een snelheidsbeperking komt. Wellicht kunnen we daarover in een volgende setting praten. Wethouder VAN DEN BERG: Mijnheer de Voorzitter. Ik ben het met de sprekers eens. In mei jl. lag een voorstel voor afdoening. De brief van de bewoners bevatte veel meer zaken dan de verkeersmaatregelen; er was ook een aantal zaken dat betrekking had op milieu, stof, en dergelijke. Ere wie ere toekomt. De commissie c.q. de gemeenteraad heeft in het duale bestel gemeend te zeggen: we staan dichter bij de burger en hebben oren naar wat de burgers willen. Aan het college is gevraagd maatregelen te nemen, die anders wellicht op een ander tijdstip zouden zijn genomen. De bal lag bij de commissie c.q. de gemeenteraad. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 7.
VOORSTEL OM IN TE STEMMEN MET DE NAJAARSNOTA 2003
De heer GROENEWEGEN: Mijnheer de Voorzitter. De Najaarsnota 2003 is uitgebreid in de commissie Middelen behandeld. De diverse vragen zijn toegelicht. De Najaarsnota heeft een tekort van € 382.000,00. De ervaring leert, dat dit niet betekent dat ook de jaarrekening op ongeveer dit bedrag zal uitkomen. Dat weten we pas over een half jaar. Schipluiden is te vergelijken met een dynamisch bedrijf. Er gebeurt veel, niet alles is te voorzien. Dat er daarom verschillen ontstaan tussen de begroting en de realisatie is niet verwonderlijk. Op deze laatste raadsvergadering van deze raad wil ik een lans breken om te komen tot een periodieke rapportage. Hoe is nu de situatie? We hebben een Voorjaarsnota in juni. Dat betekent dat al driekwart jaar is verstreken na het vaststellen van de begroting. In de Voorjaarsnota zitten vaak vele mutaties op de begroting. Mutaties, die al veel eerder gerapporteerd hadden kunnen worden. Eventuele maatregelen kan men dan pas nemen. Met een Najaarsnota in november kan men niet meer zo veel. Bij het goed gaan kan weinig meer worden opgestart. Bij een negatief resultaat kan weinig meer worden gecorrigeerd. Ik pleit voor het voorzichtig beginnen met een kwartaalrapportage. De eerste zal niet volmaakt zijn, maar al doende leert men. Elk bedrijf – en ik weet het ook van meer gemeenten – kent een kwartaalrapportage. Een zogenaamde managementletter is al veel in gemeenteland geïntroduceerd. Het zou een goede start zijn van de nieuwe gemeente Midden-Delfland om ook met een kwartaalrapportage te beginnen, in de vorm van een managementletter, aan college en raad. We kunnen akkoord gaan met de Najaarsnota 2003, alsmede met de daarbij behorende begrotingswijziging.
6
Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. De heer Groenewegen heeft een helder punt naar voren gebracht: Zou het niet goed zijn als we vanwege de dynamische situatie van gemeente en ook van de te verwachten nieuwe gemeente Midden-Delfland kiezen voor rapportages over een kortere tijdspanne. Persoonlijk ben ik daarvan voorstander. Ik geef daarbij aan, dat dergelijke rapportages in eerste instantie financiële rapportages zijn en in het duale stelsel met name voor het college zijn bestemd. Waar sprake is van afwijking van de begroting of de noodzakelijkheid aanwezig is om nieuw budget aan de raad te vragen, zal deze naar de raad gaan. Het lijkt me sterk dat de wethouder Middelen van de nieuwe gemeente niet bereid zou zijn om die managementletter door te sturen naar de gemeenteraad. Eén ding weet ik wel. De nieuwe gemeente Midden-Delfland zal niet 1 april 2004 de nieuwe kwartaalcijfers kunnen presenteren. Daarvoor zijn we nog te druk bezig met het in elkaar schuiven van de twee gemeenten. Het zou mij een lief ding zijn als we dit op korte termijn voor elkaar krijgen. Het betekent wel een andere manier van werken, het aanpassen van softwaresystemen en het gedeeltelijk omzetten van de organisatie. Het betekent nogal wat. Ik weet uit het bedrijfsleven dat de omschakeling naar kwartaalcijfers, met name afgedwongen door de Amerikaanse waakhond van de beurs, veel bedrijven moeilijkheden heeft gegeven. Ik zal proberen een en ander door te geven aan mijn opvolger. Veel meer kan ik u niet toezeggen. De heer GROENEWEGEN: Mijnheer de Voorzitter. Het is mij bekend dat meerdere gemeenten een kwartaalrapportage hebben. Het gaat daarbij niet alleen om pure cijfers, maar er hoort ook een behoorlijke toelichting bij. Daarvoor pleit ik. De heer ROELING: Mijnheer de Voorzitter. Het heeft geen zin hierover vanavond verder te praten. Ik neem aan dat de heer Groenewegen – naar aanleiding van de discussie in de commissie over de vraag hoe verder te gaan met de commissie Middelen – bedoelt dat over een en ander in de nieuwe gemeente verder wordt besproken, waarbij de opmerkingen van de adviesgevend wethouder kunnen worden meegenomen. De heer Groenewegen en ik maken deel uit van het bestuur van de CAI. We hebben daar ook kwartaalrapportages; deze werken verhelderend. Wethouder VAN DEN KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Ik ben blij met deze woorden en waardeer de heer Roeling om zijn term van adviesgevend wethouder. Kennelijk hebben mijn opmerkingen enig hout gesneden. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 8.
VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN VERDEELBESLUIT 2003 OP GROND VAN HET BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES (BWS)
De heer ROELING: Mijnheer de Voorzitter. Als je het voorstel zo leest, dan denk je dat het allemaal vrij logisch is. Waarom gaat het? We hebben van provincie, Haaglanden een bedrag gekregen voor sociale woningbouw. Wij laten de bouw van sociale woningbouw over aan de woningstichting. Het ligt daarom voor de hand deze bedragen door te sluizen naar de woningstichting. Het is ons opgevallen, dat het bedrag waarom het hier gaat, niet zo zeer gebonden is aan een plan of een initiatief, maar later is toegevoegd. De plannen bestonden reeds. Met die argumenten is de subsidie aangevraagd en vervolgens toegekend. Ons bezwaar is dat de woningstichting niet concreet kan aangeven wat zij met het geld gaat doen. Bij ons leeft het vermoeden dat we de cashflow van de woningstichting verstevigen. Dat is nooit de opzet van deze subsidie. In de commissie hebben we gevraagd dit concreet te maken en de woningstichting te laten aangeven wat met het geld zal worden gedaan, bijvoorbeeld de huur van de desbetreffende woningen verlagen. We hebben daarover nog niets vernomen. Ons voorstel is dit bedrag nog bij de gemeente te houden en bij het eerste het beste plan waarmee de woningstichting komt – en dat zal waarschijnlijk in de gemeente 7
Midden-Delfland zijn en daarbij maakt het ons niet uit of het een plan uit het Maaslandse is of uit de voormalige gemeente Schipluiden– dit bedrag toe te kennen. Daarbij kan duidelijk worden wat met het bedrag zal worden gedaan. Het is nu volstrekt onduidelijk. De wethouder heeft aangegeven dat hierover met de woningstichting wordt gesproken. We sluizen nu het geld door en moeten de afspraken nog maar zien. Daarom willen we het geld bij de gemeente houden, zo lang nog geen duidelijk project aanwezig is. Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. De heer Roeling heeft in zoverre gelijk, dat dit voorstel gekomen is nadat de plannen al waren gemaakt. Normaal gesproken zijn de subsidies vooral bedoeld om dergelijke plannen uit te lokken om, daar waar het niet mogelijk is, op een rendabele manier sociale huurwoningen tot stand te brengen. Zoals bekend heeft Haaglanden de bevoegdheid om de subsidies te verdelen. Gebleken is dat niet alle subsidies op de VINEX-locatie konden worden weggezet. Er zijn dan twee opties: - of het geld moet worden teruggestort naar het ministerie - of er wordt gekeken of de eerder aangebrachte beperking – alleen VINEX-locatie – moet worden gehandhaafd. Er is voor gekozen dat niet te doen. Gekeken is waar nog meer geschikte plannen aanwezig zijn. De gemeente Schipluiden beschikt over een geschikt plan. Wij hebben dat ingediend. Wij maken gebruik van aanwezige subsidiemogelijkheden. Dit is conform de kaders, die deze raad heeft gesteld: probeer zo veel mogelijk gebruik te maken van beschikbare subsidies. De bijdrage is aan een plan gekoppeld; er zijn data opgenomen waarop oplevering moet plaatsvinden. Ik kan uw voorstel wat dit betreft niet volgen. Hoe een en ander uitwerkt in het plan wil ik nader met de corporatie overleggen. Het gaat er nu om, dat we dit verzoek bekrachtigen, anders lopen we niet mee in de procedure. We moeten in ieder geval de subsidie veilig stellen. Het is normaal gesproken zo dat de corporatie behoorlijk wat geld in een project moet stoppen om te komen tot een aanvaardbare huur, de zogenaamde onrendabele top van de stichtingskosten die door de corporatie vanuit eigen middelen moet worden gefinancierd. De subsidies zijn bedoeld om het corporaties gemakkelijker te maken om tot woningen met een aanvaardbare huur te komen. De subsidie is bedoeld om de stichtingskosten te verlagen. Ik zal met de corporatie bespreken in hoeverre er een verdere huurverlaging uit voortvloeit. Of dat men zegt: de onrendabele top die we moeten betalen is al zo hoog, zodat het bedrag daarop in mindering wordt gebracht. Hier koppelen we de subsidie aan het project, met het doel de subsidie veilig te stellen. Een en ander moet wel op tijd worden opgeleverd omdat de subsidie anders wordt misgelopen. De heer ROELING: Mijnheer de Voorzitter. Ik begrijp dat er weinig steun is voor mijn voorstel. De wethouder gaat met de corporatie praten om te kijken of er iets uit kan komen. De intentie van een subsidie is om te komen tot lagere lasten voor bijvoorbeeld een huurder. Als men dat hard kan maken, dan vinden wij het een goede zaak. U spreekt over het aftoppen van de kosten. Hoe zien we dat terug? Of gaat het na vanavond van ons af en zien we het nooit meer terug? Hoe denkt u het concreet te kunnen maken, bijvoorbeeld via de prestatieafspraken die we met de woningstichtingen hebben. Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. Er zijn twee varianten en een mix van een variant. Als het leidt tot een verdere huurverlaging, dan is het te zien omdat de huurberekening eerst hoger was en nu wordt verlaagd. Als dit niet het geval is en de corporatie zegt er zelf al veel geld in te hebben gestoken om tot de huur te komen en het is niet verantwoord de huur verder te verlagen, maar het is wel verantwoord het vele geld dat zij er zelf in steekt te verlagen, dan is het gevolg dat je dit niet terugziet in de huur, maar in het exploitatieresultaat van de corporatie. Aangezien de corporatie gehouden is het totale vermogen ten nutte van de volkshuisvesting te besteden, komt het geld uiteindelijk terecht waar het terecht moet komen. De heer VAN VELZEN: Mijnheer de Voorzitter. Welk gevaar houdt het in? Als een corporatie niet goed functioneert en in de loop der jaren lijken in de kast opbergt en het 8
betekent een zware financiële gang, dan ligt het voor de hand dat dit soort subsidies via een omweg in die pot gaat om kosten van de organisatie zelf te verlagen. Dat is niet de intentie van deze middelen. Kan de wethouder hard maken dat het niet op deze wijze gebeurt? Kan hij nu of op een ander tijdstip aangeven dat de middelen die in feite beschikbaar zijn voor verlaging van de huren ook daadwerkelijk daarvoor worden gebruikt. Ik heb er enige twijfel over. Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. Die twijfel kan gemakkelijk worden weggenomen, omdat er ten aanzien van het project een open begroting is. U kunt zien waar de middelen blijven. Dat is ook de verantwoording richting subsidiegever. De verantwoording van de middelen wordt duidelijk zichtbaar. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 9.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT DE MET DE WONINGSTICHTING ST. WILLIBRORDUS GEMAAKTE PRESTATIEAFSPRAKEN 2003
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 10.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BESTUUR OPENBAAR ONDERWIJS WESTLAND (RBOOW)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 11.
VOORSTEL OM BESTUURSLEDEN VAN ONDERWIJS WESTLAND TE BENOEMEN
DE
STICHTING
OPENBAAR
Bij acclamatie besluit de gemeenteraad tot benoeming overeenkomstig het voorstel. 12.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT DE EVALUATIE VRIJWILLIGER VAN DE MAAND
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 13.
VOORSTEL MET BETREKKING EXPLOITATIECOMPLEXEN
TOT
DE
OPSCHONING
VAN
De heer GROENEWEGEN: Mijnheer de Voorzitter. De CDA-fractie is verheugd dat de wethouder Middelen in deze laatste raadsvergadering een belofte nakomt. Ik heb al bij de behandeling van de Najaarsnota gezegd, dat de gemeente Schipluiden te vergelijken is met een dynamisch bedrijf. Er gebeurt heel veel, er gaat veel geld om. Met deze nota wordt weer een beter inzicht verkregen in de financiering van onze megaprojecten. We danken u voor deze informatie. Dit is mijn laatste kans u te wijzen op zaken die nog beter kunnen. In Schipluiden wordt nog gewerkt conform de Comptabiliteitsvoorschriften 1995, de zogenaamde CV95. Het zal u bekend zijn dat vanaf het begrotingsjaar 2004 de financiële verslaglegging moet voldoen aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, de zogenaamde BBV. Ik ben daarmee blij, omdat mijns inziens de Comptabiliteitsvoorschriften te veel interpretatieruimte gaven. Er zaten onduidelijkheden in. Ik heb de afgelopen jaren, vanuit verschillende functies, meer keren in de clinch gelegen met de verantwoordelijk wethouder en/of ambtenaren. Ik wil hier niet de discussies herhalen. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten geeft aan hoe de activa op de balans moeten 9
komen. De BBV geeft ook het verschil tussen voorzieningen en reserves aan. Hier lagen de grote verschillen van interpretatie en zaten de onduidelijkheden. Bij een goede toepassing wordt een goed inzicht verkregen in eigen en vreemd vermogen. Een ieder zal het ermee eens zijn, dat dit een onmisbaar gegeven is voor het besturen van een bedrijf c.q. een gemeente. Terugkerend naar dit agendapunt. De CDA-fractie gaat akkoord met uw voorstel en de daaruit voortkomende begrotingswijzigingen. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Wat rest mij na zulke heldere en deels lovende woorden? Alhoewel, als u verheugd bent, dat ik een belofte nakom, dan zal het erop duiden dat ik dat in de praktijk niet doe. Ik pleeg mijn beloften aan de raad na te komen. Ik meen dat u bedoelt dat u blij bent, dat we dit lastige traject, waarbij we in het verleden behoorlijk wat oude "troep" hebben moeten opruimen gelukt is voordat u afscheid neemt en ik afscheid neem als wethouder van deze gemeente. Het zou ordentelijk zijn dat we de gemeente Schipluiden op een schone manier opheffen en voor iedereen, zeker de gemeente Midden-Delfland, een inzichtelijke situatie achterlaten. De burgemeester heeft aan het begin van de vergadering het woord spetteren genoemd. Ik kan u zeggen: ik heb de discussies met de heer Groenewegen met veel plezier gevoerd. Ook de afgelopen maand. Het heeft mijn inzicht doen toenemen Ik hoop dat dit ook voor hem geldt. De heer VAN VELZEN: Mijnheer de Voorzitter. Ik hoor dat een onderscheid kan worden gemaakt tussen de ene en andere organisatie. De ene organisatie heeft lijken in de kast liggen; de andere organisatie heeft balen geld in de kast liggen. Dat is het verschil. De gemeente Schipluiden behoort bij de laatste. De VOORZITTER: Het is van belang om te voorkomen dat de lijken uit de kast rollen. De heer VAN VELZEN: Dat lukt niet, want hier liggen balen geld in de kast. Er kunnen geen lijken bij. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 14.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT DE REALISATIE MULTIFUNCTIONELE ACCOMMODATIE (MFA) LOOK-WEST
VAN
EEN
Mevrouw DE GOEDE-VAN TIEL: Mijnheer de Voorzitter. In de eerste plaats: merkwaardig, dat dit voorstel, zoals het nu voor ons ligt, hier voor ons ligt na alle vragen en opmerkingen in de commissie. Ik had meer verwacht, ten minste de beantwoording van de vragen die ik daar heb gesteld. Het roept bij mij de vraag op: hoe serieus wordt de commissie genomen en hoe serieus is hetgeen in de commissie wordt gezegd. Even terug om over het inhoudelijke van het voorstel te praten. We hebben in januari 2003 een voortgangsrapportage eerste voorbereidingsfase gekregen. Daarin was de conclusie dertig lokalen. In juni 2003 is aan alle participanten de vraag voorgelegd met welke variant kan worden ingestemd. Het was een variant met een aula, een met gymzalen en een variant met een sporthal, maar steeds dertig lokalen. Daarop is door alle participanten gereageerd en alle participanten hebben de MFA-gedachte onderschreven. Toen kwam de massastudie: een meest maximale variant is ons voorgeschoteld, vijf hoog, terwijl het bestemmingsplan maar vier hoog toelaat. Een sporthal erbij, terwijl inhoudelijk nog niet was gediscussieerd of dit wel of niet aan de orde zou zijn. Eind oktober 2003 kwam ineens dit masterplan. Voor ons heel onverwacht. Daarin werden achttien varianten genoemd. Eén variant is in de commissie gepresenteerd. Over de zeventien andere varianten kon niet worden gesproken. Er lag een voorstel voor variant 2.2. Dit was een voorstel dat ons hogelijk verbaasde, omdat deze de MFA-gedachte, die we vier jaar lang langzaam hebben opgebouwd en zijn gaan koesteren, voor een school opzij werd gezet. Dit gebeurde zonder 10
onderbouwing, zonder het draagvlak van alle participanten. De voorgestelde variant betekende een gebouw voor twee scholen; een school moest naar de andere kant. Voor de tweede fase was geen enkele financiële onderbouwing. Het financiële inzicht van de kosten ontbrak. Bij het maken van een afweging moeten ook de financiën worden meegewogen, een bouwstroom of twee verschillende bouwstromen. Voor een leek is het vanzelfsprekend dat één bouwstroom goedkoper moet zijn. We hadden dit graag inzichtelijk gehad. Volgens het masterplan zou fase 2, de ene school, tegen 2010 kunnen worden gerealiseerd. In de commissie werd duidelijk dat het misschien ook wel naar voren kon worden getrokken, maar echte duidelijkheid van hoever naar voren, kon niet worden gegeven. Ook lag er de grote fysieke barrière tussen fase 1 en fase 2. De MFA-gedachte, hoe dan ook, zal minder optimaal zijn door deze fysieke barrière. Dit alles overwegende en het uitgangspunt van de CDA-fractie om primair voor een goede onderwijsvoorziening te gaan voor de school die in 1999 grote huisvestingsproblemen heeft gehad en voor de jaren daarna voor de andere scholen. Het voorgestelde is geen goede oplossing. Om de woorden van de wethouder te herhalen: in het zicht van de haven is een lid uit de boot gestapt. Volgens mijn fractie is het gevallen. Voor de CDA-fractie moet de boot nog steeds proberen in 2006 de haven te halen. Niet met één lid achter of buiten de boot, maar met alle leden in de boot. Dit is de reden dat we de variant 2.2 afkeuren. We willen kiezen voor de variant 1.2. De MFA-gedachte blijft dan tot zijn recht komen. De massaliteit is duidelijk verminderd. We spreken dan niet meer over vijf lagen, maar over vier lagen, twee sportzalen in plaats van een grote sporthal. Het grondoppervlak, dat in de commissie is genoemd en dat niet voldoende zou zijn, blijkt volgens het masterplan wel voldoende te zijn. Er zijn zelfs uitwijkmogelijkheden naar een zijkant van vijftien meter en richting Voordijkshoornseweg van twee meter. Mijn fractie wil deze extra ruimte benutten. Ook financieel lijkt ons deze variant beter; een bouwlocatie moet toch goedkoper zijn dan twee verschillende. De heer ROELING: Mijnheer de Voorzitter. In tegenstelling tot andere keren heb ik het op papier gezet. Dat geeft aan, dat het voor ons vrij belangrijk is. De VVD-fractie is blij dat we in dit stadium van de MFA zijn gekomen. Het stadium waarin we een definitieve vorm kiezen en er een einde komt aan een proces van jaren van onderzoek, BWS, niet/wel, overleg met het veld, alsmede een grote tijdbesteding van ambtenaren. De VVD-fractie wil een misverstand wegnemen. De suggestie dat de raad uiteindelijk een te kleine locatie heeft toegekend voor de MFA werpen wij verre van ons. Op advies is deze locatie en deze grootte aan het bestemmingsplan toegevoegd. Wij hebben dit advies gevolgd. Naast de reeds bekende uitgangspunten heeft de VVD enkele uitgangspunten toegevoegd. De belangrijkste is dat wij niet meer achter de feiten op het gebied van huisvesting voor het onderwijs wensen aan te lopen. Het is niet goed voor het onderwijs en het is bovenal onnodig duur. Tonnen euro's zijn verdwenen zonder dat we er iets voor terug zien. Dat willen we nooit weer. Het tweede punt is de gelijktijdige realisatie van de nieuw te bouwen accommodatie voor de drie basisscholen in Den Hoorn. De VVD heeft gezocht naar een deugdelijke financiering van de MFA. Gelet op het voorliggende collegevoorstel kunnen we stellen, dat aan veel uitgangspunten is voldaan, maar niet aan die punten die de VVD daarnaast heeft geformuleerd. Het voorstel gaat uit van gefaseerde bouw, eerst voor twee scholen en op termijn, in de tweede fase, de derde school. Wij ontraden dit de gemeenteraad en wel om de volgende redenen. De totale investeringslast is hoger dan bij niet gefaseerd bouwen. De voordelen van een multifunctionele accommodatie zijn moeilijker te verwezenlijken. Het risico bestaat dat niet alle fasen worden gerealiseerd. De Voordijkshoorn vormt een barrière en eventuele planologische en/of onderwijskundige bezwaren zijn aanwezig. De sporthal die in eerste instantie deel uitmaakte van het plan kan voor wat betreft de VVD worden ingewisseld voor de gymzaal met scheidingswand. Het is beter in de toekomst een eventuele extra 11
sporthal, in overleg met de sportverenigingen te realiseren op het sportcomplex. Daar is immers ruimte voor zo'n sporthal gereserveerd. De financiering is naar onze mening niet doordacht. De VVD ziet meer mogelijkheden om dit plan ook financieel tot een succes te maken. De nieuwe huisvesting houdt in dat men iets achterlaat. Er staat tegenover dat de nieuwe MFA moet bijdragen aan de exploitatie van Look-West. Dat is een kromme situatie. Als de MFA moet bijdragen in de exploitatie van Look-West dan vinden wij het niet meer dan redelijk dat de exploitatie van de plek die wordt verlaten ten goede komt aan de nieuw te bouwen MFA. Naar onze mening is dat eerlijker en realistischer dan wat hier wordt voorgesteld. Ook zal de kostprijs afnemen op het moment dat je voor één locatie kiest. De kosten voor de tweede locatie hoeven dan niet te worden bijgedragen aan de exploitatie van Look-West. Er kunnen andere, misschien wel betere dingen mee worden gedaan. De VVD is het een discussie waard om te kijken wat we met de exploitatie van de huidige noodlokalenlocatie kunnen. In het verleden is afgesproken, dat de noodlokalen een zekere restwaarde hebben. Dat kan worden meegenomen. Het is zelfs denkbaar, dat met deze gezonde financiële basis minder hoog hoeft te worden gebouwd. We willen allemaal minder massaliteit. Vanavond ligt een investeringskrediet voor, dat betrekking heeft op de voorbereidingskosten van de MFA. De VVD-fractie stemt in met dit krediet als de gemeenteraad instemt met de gedachte van de VVD: één locatie. De verantwoordelijkheid. Om te voorkomen dat we over vijf jaar hier weer bijeen zitten om achter de feiten aan te lopen het volgende. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. Eén daarvan is een eventuele leerlingenstop. De VVD laat het aan de besturen over of, hoe en wanneer men gebruik maakt van deze maatregel. De schoolbesturen zullen geen gehoor vinden bij de VVD-fractie als zij geen gebruik maken van deze maatregel en toch de politiek aanspreekt op weer een tekort aan lokalen. We zetten nu iets neer dat aan alle eisen en wensen voldoet. Het is nu aan de schoolbesturen daarmee verantwoord om te gaan. Mevrouw DE JONG-HOOGENDOORN: Mijnheer de Voorzitter. Voor onze fractie is het van het grootste belang, dat vanavond een beslissing wordt genomen. Dit is in het belang van de scholen en van alle leerlingen. Wij zijn ons er terdege van bewust, dat voor alle scholen nu een snelle oplossing moet worden gezocht, omdat zij zich in een niet acceptabele situatie bevinden. Voor PAK zijn nog steeds beide opties actueel, te weten een volledige MFA en variant 2.2. Het mag duidelijk zijn, dat onze voorkeur nog steeds uitgaat naar een complete MFA, zoals in de massastudie wordt voorgesteld, waaraan de drie scholen kunnen meedoen. Hoewel we weten dat het een groot complex met vier verdiepingen zal worden zijn wij ervan overtuigd, dat met een goede architect en met een goede inpassing in de omgeving een goed plan kan ontstaan waarin alle partijen zich kunnen vinden. Daar echter het veld en het CDA hebben aangegeven veel moeite te hebben met de massaliteit zijn we wel bereid mee te denken in een alternatief, zoals nu door het college is gepresenteerd in de zogenoemde variant 2.2. Deze variant heeft voor- en nadelen. Voordeel is dat in ieder geval kan worden gestart om alvast twee noodlijdende partijen van dienst te zijn. Nadeel van deze variant is de noodgedwongen fasering, waardoor een school langer moet wachten. Dit is lastig, omdat bij alle participanten de nood hoog is. Om het lijden van de wachtende partij te verzachten zou een mogelijke oplossing zijn om de tweede fase, voor zover mogelijk, naar voren te halen. Verder kan de tweede fase aantrekkelijker worden gemaakt door te kijken of er bijvoorbeeld extra lokalen in kunnen worden meegenomen. Wij realiseren ons dat het voor een school die toch al in de problemen zit niet prettig is een jaar te moeten wachten. Als we het wachten op die manier aantrekkelijker kunnen maken, is er wellicht een mogelijkheid dat een van de drie scholen op de tweede fase wil wachten. Resumerend, de PAK-fractie stelt voor om in ieder geval vanavond een beslissing te nemen. Optie 1 heeft onze voorkeur, waarbij alle scholen in de eerste fase worden meegenomen. Als voor CDA en VVD de bezwaren omtrent de massaliteit minder zwaar wegen dan de fasering, kan het PAK zich daarin vinden. Wij willen er nog een keer op 12
aandringen dat de beslissing vanavond wordt genomen. Wij vertrouwen erop, dat CDA en VVD de noodzaak hiervan inzien en proberen constructief vanavond een weloverwogen besluit te nemen. De heer GERRITSE: Mijnheer de Voorzitter. Ik neem aan dat het onderdeel voorbereidingskrediet bij het besluit hoort. Staat u mij toe, dat ik daarop in eerste termijn reageer. We hebben met enige verwondering naar het investeringskrediet gekeken. Als we alles in ogenschouw nemen dan weten we dat we inmiddels al lang met de voorbereiding van de MFA bezig zijn. Heeft u daarvoor geen krediet of heeft u het op een andere creatieve manier ingevuld? Of is een eerder gevraagd krediet inmiddels gebruikt? Wij hebben nog geen inzicht in uw voorstellen met betrekking tot de begroting 2004, maar in de begroting 2003, pagina 129 beheersbegroting, is voor het ontwerpen, bouwen van de MFA € 8,5 miljoen opgenomen. Dit bedrag is verdeeld over de jaren 2003 t/m 2006. In 2003 € 2 miljoen voor de schoolwoningen, € 1,6 miljoen in 2004, € 4,2 miljoen in 2005 en € 0,7 miljoen in 2006. Voor de jaren 2002 en 2003 is niets ingevuld voor mogelijke voorbereidingskosten. Ik blijf het zeggen, we zijn er al langer mee bezig. Is er tussentijds niets betaald of was er nog een ander potje? Of liggen er onbetaalde rekeningen, die u niet kunt betalen en die dit jaar nog moeten worden afgehandeld. Wij vragen ons af waarom nu ineens € 200.000,00, terwijl op 1 januari € 2,6 miljoen tot uw beschikking is, conform de begroting. Het is normaal, dat daaruit ook de voorbereidingskosten worden geput. Over ongeveer zes weken kunt u het geld gebruiken. Het verwondert u misschien, maar bij ons is het allemaal een beetje mistig. Het komt ons voor, dat u in de achterliggende periode verplichtingen bent aangegaan of kosten hebt gemaakt, die nu moeten worden betaald terwijl u daarvoor geen dekking heeft, althans geen goedgekeurde dekking door de gemeenteraad. Nu stelt u voor dit uit het overlooppotje, namelijk de investeringsreserve, te halen. Hoe komt dit en waarom plotsklaps de haast? Komt u er nu achter, dat er ook nog geld aan de raad moet worden gevraagd terwijl er ook al rekeningen liggen? Ook bij het opstellen van de commissiestukken, ongeveer drie weken geleden, was dit blijkbaar nog niet bekend. Althans, er was geen voorstel bijgevoegd. In de commissie Samenleving is er geen ruchtbaarheid aan gegeven. Een dag later, bij de commissie Middelen, moest het stuk te elfder ure op de agenda worden geplaatst. In de commissie hadden we grote moeite met het bedrag en nog zit het ons niet lekker. We zijn benieuwd naar de beantwoording. Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. Over het voorbereidingskrediet zal wethouder Van der Kamp het nodige zeggen. We komen daarover verder te spreken. Ik wil me concentreren op het voorstel over de MFA. Tot mijn vreugde hoor ik van alle fracties een helder signaal. Wat dat betreft hebben we een majeure stap gedaan ten opzichte van de commissiebehandeling en de behandeling in de GRF. Als ik het goed zie gaat het allemaal in een bepaalde richting. De oproep van mevrouw De Jong om vanavond een besluit te nemen lijkt gevolgd te kunnen worden. Ik zal de sprekers langsgaan om daarmee antwoorden te geven op gestelde vragen. Het is opvallend dat een aantal elementen overal terugkeert. Het proces van de MFA duurt al vrij lang. Dit heeft te maken met de complexiteit van het project. Daarbij zijn veel participanten betrokken. Er zijn ook veel wensen; er zijn ook veel nieuwe inzichten tijdens de rit ontstaan. Om maar een element te noemen: de ruimte is al vrij lang geleden in Look-West ingetekend, op een moment dat we leerlingenprognoses hadden die veel lager waren dan nu het geval is. In eerste fasen hadden we gedacht dat er een behoefte zou zijn aan 24 of 20 permanente lokalen. Gaandeweg is het verhoogd tot 30 permanente lokalen. Bij 30 permanente lokalen horen ook meer andere voorzieningen. Een ander dilemma betreft de financiën. Gaandeweg hebben we mondjesmaat wat geld in de begroting gereserveerd. Ook is een dilemma hoe je een en ander op een aanvaardbare manier kunt inpassen. We hebben in het overleg met het veld, tijdens vrij intensieve sessies, geprobeerd om alle opties en mogelijkheden te beperken, om uiteindelijk tot een afgewogen keuze te komen. Dit proces heeft tijd gevraagd. In juni 2003 was alles qua bouwstenen geïnventariseerd. Alle wensen, 13
alle mogelijkheden zijn geïnventariseerd en ook gevisualiseerd in een massastudie, die op zich een optimale invulling geeft van de wensen qua oppervlakte en inhoud. Daarmee is echter nog niets gezegd over de financiën en de stedenbouwkundige inpassing. Ook is niet iets gezegd over de exploitatie van het geheel en de functionaliteit van het geheel. In de commissie is een aantal belangrijke opmerkingen gemaakt, zoals dat het wel heel erg massaal werd en dat het moeizaam in te passen was qua stedenbouwkundige uitgangspunten. Ook is gezegd, dat het betaalbaar moet zijn. De kostendrager in de vorm van woningen in het complex speelt daarbij een belangrijke rol. Die elementen zijn verder uitgewerkt, ambtelijk en met externe ondersteuning. Het heeft in de periode juni – oktober 2003 geleid tot een intensieve studie die uiteindelijk heeft geleid tot achttien varianten. Gezegd is dat moet worden gekeken naar het grote aantal randvoorwaarden, die zijn meegegeven, zowel uit het veld als uit de commissie. We moeten kijken daarvoor een oplossing te vinden die het meest aanvaardbaar is. In die fase hebben we de stedenbouwkundige randvoorwaarden en de massaliteit zwaar laten wegen. Het bestemmingsplan laat in principe niet meer toe dan vier bouwlagen; vijf bouwlagen kan wel, maar dan moet je een procedure volgen. Dit kan risico's geven voor het tijdschema. De heer VAN DOOREMAAL: Bij interruptie. Het gebouwtje, dat we iets verderop neerzetten, de Schout, is ook vijf bouwlagen. Het is een paar honderd meter verder. Wethouder KEIJZER: Het bestemmingsplan spreekt over andere hoogten. De hoogte was een beperkende voorwaarde. Dit heeft ook gevolgen voor de financiën. Hoe meer woningen, hoe meer financiële dekking. Al met al heeft het college de zaken gewogen. Om de MFA-gedachte goed handen en voeten te geven heeft één complex de voorkeur, maar ook aan de andere voorwaarden moet worden voldaan. We zijn toen gekomen tot variant 2.2. Daarbij hebben we gezegd, dat bij het uit elkaar halen de massaliteit kan worden weggenomen. Je maakt meer ruimte vrij op de plek, zoals die nu is. Je kunt ook een ruimteclaim in het nieuwbouwplan doen. Een groot nadeel daarvan is – en dat is een soort Achilleshiel van de variant gebleken – dat sprake is van een behoorlijke fasering. Een school komt later aan de orde. We hebben daarover met het veld gesproken. We moeten constateren dat het een zwaarwegend element is geweest, met name voor de school die in de latere fase aan de orde is. De school heeft eigenlijk aangegeven daarmee niet te kunnen instemmen. Ik bespeur dat vanuit de raad wordt gezegd: kies voor een variant waarbij de drie scholen gelijk opgaan. Dat betekent dat je variant 2.2 niet moet doen. Ik heb goed van mevrouw De Goede begrepen dat zij stelt dat moet worden gekeken of de vijftien meter en de twee meter in de breedte die kunnen worden gewonnen, erbij te nemen. Dat is een belangrijke voorwaarde. Daardoor kun je een en ander gemakkelijker en beter inpassen en kom je tegemoet aan een bezwaar dat aan die variant kleeft ten aanzien van de inpasbaarheid. Vanuit het college gezien is het een werkbare en goede variant. Van belang is, dat we in ieder geval iets beslissen om het tempo erin te houden. Ik denk dat variant 1.2 een goede variant is, omdat je daarin de MFA-filosofie goed naar voren kunt laten komen. In variant 2.2 is dat minder aanwezig, omdat daar minder gemakkelijk met lokalen kan worden geschoven. De financiën blijven een rol spelen. De VVD-fractie heeft een aantal elementen aangestipt: wat is de exploitatiebijdrage aan Look-West, wat zijn de opbrengsten van de gronden die achterblijven? Is bouwen in één bouwstroom niet goedkoper, enz. Het zijn terechte opmerkingen. Als we variant 1.2 verder gaan uitwerken – ik proef hier dat daarvoor wordt gekozen – dan is een van de opgaven vanzelfsprekend dit verder uit te zoeken en te concretiseren, om aan de opgave die vanuit GRF naar voren is gekomen (het komen tot een kostendekkend plaatje) handen en voeten te geven. Het zal een van de uitwerkingsopdrachten zijn die, nadat de raad vanavond hiertoe heeft besloten en als we het voorbereidingskrediet krijgen, moeten worden aangepakt om dit inzichtelijk te maken. Hetzelfde geldt voor verdere precisering van de functionaliteit, het programma van eisen, en dergelijke. 14
Op dit moment wil ik geen besluit nemen over de noodlokalen en het tekort aan lokalen in de periode die moet worden overbrugd en in de periode, die na 2006 zal ontstaan als de scholen zijn opgeleverd. Daarvoor moet een aparte exercitie plaatsvinden. We hebben aan het veld beloofd daarover apart te praten. Het is geen harde noodzaak daarover nu te besluiten. Hetzelfde geldt voor de leerlingenstop. Dat is nu niet aan de orde. Het is een zaak van de scholen zelf. Ik moet erop wijzen, dat het openbaar onderwijs wettelijk geen leerlingenstop mag invoeren. Men is gehouden alle leerlingen aan te nemen. Ik heb het idee, als ik reageer op wat de vergadering heeft gezegd, daarmee het antwoord van het college is gegeven voor wat betreft alle zaken die niet het voorbereidingskrediet betreffen. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Ik meen dat ik klip en klaar antwoord kan geven aan de CDA-fractie. De bedragen die de heer Gerritse heeft genoemd: in 2003 € 2 miljoen voor de schoolwoningen, zijn expliciet aan de schoolwoningen uitgegeven. De bedragen die u daarna noemt zijn opgenomen voor de stichting en de daadwerkelijke bouw van de nieuwe school, de MFA. Ik geef toe dat het voorstel ten aanzien van de financiële aspecten duidelijker had kunnen zijn. Nu wordt vermeld, dat de investeringsruimte reserve voldoende ruimte biedt. Het was correcter en vollediger geweest als was vermeld, dat in de staat van reserves en voorzieningen voor de begroting 2003, zoals door de raad is goedgekeurd, een investeringsreserve is opgenomen met een duidelijk doel: geplande uitgaven en claims, voorzieningen scholen etc. Den Hoorn, is het restant beschikbaar om de plannen uit te werken. Het was beter geweest als we in het voorstel tegen u hadden gezegd: let op, we hebben dit al voorzien, maar omdat we niet precies wisten op welke termijn de voortgang en de planning zou plaatsvinden – stel het was heel snel gegaan, dan had het misschien al in 2002 beschikbaar moeten zijn of in 2004 – hebben we in de staat van reserves en voorzieningen een potje gereserveerd. Ik kan de heer Gerritse zeggen, dat hij de productbegroting bedoelt. Op pagina 160 daarvan wordt het bedrag gereserveerd. De heer GERRITSE: Dan begrijp ik twee dingen niet. We hebben dus al bedragen gereserveerd en u vraagt nu een voorbereidingskrediet. Was het niet duidelijk geweest als u naar de reservering had verwezen? Wethouder VAN DER KAMP: Dat zeg ik net. Het was correcter geweest als dit in het voorstel had gestaan. Er had moeten staan: let op, beste raad, we hebben deze uitgave voorzien. We hebben daarvoor een potje gecreëerd. We hebben het op pagina 160 aangegeven. We vragen u nu of we het bedrag uit het potje mogen halen. De heer GERRITSE: U geeft nu dus antwoord op mijn eerste vraag: heeft u er een krediet voor of heeft u het op een andere creatieve manier ingevuld? Wethouder VAN DER KAMP: We hebben er geen krediet voor, we hebben het wel op een andere creatieve manier ingevuld. We hebben een reservepot gemaakt. Zoals het altijd gaat, op het moment dat we een reserve hebben, moeten we aan de raad toestemming vragen om de reserve te mogen benutten voor het doel waarvoor we de reserve hebben gevormd. De heer GERRITSE: Nog een keer, het had me veel werk bespaard als dit goed geformuleerd was. Wethouder VAN DER KAMP: Ik heb al het boetekleed aangetrokken. Het had vanuit de sector beter geformuleerd moeten zijn. De heer GERRITSE: Ik wens hiervoor in het vervolg gespaard te blijven. 15
Mevrouw DE GOEDE-VAN TIEL: Mijnheer de Voorzitter. Nog een paar kleine punten. Het is ook voor de CDA-fractie van groot belang dat een besluit wordt genomen. We zijn al een aantal jaren bezig om vaart in het proces te krijgen. Hoe eerder hoe beter. Ik heb al eerder gezegd: de boot moet de haven bereiken. In 2006 moet het gebeurd zijn. De scholen moeten dan kunnen worden betrokken. In variant 1.2 wordt tegemoet gekomen aan de massaliteit. Er gaat een woonlaag af, er komt geen sporthal; ook is er een mogelijkheid van verbreding en verlenging van het perceel. Aan de vermindering van de massaliteit wordt tegemoet gekomen. Genoemd is een eventuele leerlingenstop. De CDA-fractie heeft daarmee grote problemen. We leven in een land met onderwijsvrijheid. Dat willen we graag zo houden. De heer ROELING: Mijnheer de Voorzitter. Het kan verkeren. Als je de notulen van de laatste commissievergadering leest, dan zie je dat PAK akkoord gaat met het voorstel dat nu vanavond aanwezig is. De PAK-fractie draait vanavond 180 graden. Op zich is dat gunstig. Mevrouw DE JONG-HOOGENDOORN: Dan heeft u eerder niet goed geluisterd. De heer ROELING: Ik neem aan dat de notulen niet liegen. Even een reactie op de leerlingenstop. Ook wij hebben liever niet dat dergelijke zaken aan de orde moeten komen. We zijn er vorig jaar al mee begonnen om te waarschuwen dat veel in en rondom gaat gebeuren. Kijk naar het aandeel van kinderen uit Delft en zelfs Rijswijk op onze scholen. Je creëert een situatie waarbij je achter de feiten aan blijft lopen. Ook in het voorstel nu is alleen sprake van de prognoses van de kinderen in Den Hoorn. De heer GERRITSE: Mag ik even interrumperen? Is het een liberaal standpunt dat u verkondigt? De heer ROELING: Liberaal is dat alles mogelijk is. Het is niet de bedoeling, dat wij constant achter de feiten aanlopen en onze kinderen die onderwijs willen genieten, in noodlokalen moeten blijven zitten en dat we moeten blijven zoeken naar manieren, zoals we de afgelopen vijf jaar hebben gedaan. De heer GERRITSE: Ik begrijp uw verhaal wel, maar ik had het van een andere partij verwacht en niet van de VVD. De heer ROELING: Dat is misschien opzienbarend. Dus twee opzienbare dingen vanavond. Toch nog een levendige vergadering. Wij hebben bewust gezegd dat we het bij de schoolbesturen neerleggen. De heer Keijzer heeft gelijk voor het openbaar onderwijs. Het bijzonder onderwijs heeft de mogelijkheid van een leerlingenstop. Mevrouw DE JONG-HOOGENDOORN: Mag ik vragen of u weet hoeveel kinderen uit Den Hoorn op de middelbare scholen in Delft zitten? De heer ROELING: Wij hebben geen middelbaar onderwijs. Mevrouw DE JONG-HOOGENDOORN: Moeten die scholen ook zeggen: stop, we zitten vol? De heer ROELING: Dat is een heel andere regeling. We kunnen daarover altijd nog eens spreken. Nu hebben we het over het basisonderwijs in Den Hoorn. De heer Keijzer zegt dat een leerlingenstop niet zo maar kan. Ik wil hem herinneren aan het feit, dat hij in maart jl. in de commissie heeft gezegd dat hij een leerlingenstop zeker niet uitsluit. Ik begrijp niet dat hij nu zegt dat dit niet bespreekbaar is. 16
We willen niet zo ver gaan dat we nu aangeven welke variant het moet worden. Uitgangspunt is: één locatie. Het college is vrij hoe daarmee om te gaan. We hebben meegedacht in de financiering van waarschijnlijk de extra kosten die nu in een keer worden gepakt. De kosten zijn in het algemeen genomen bij één fase lager dan bij twee fasen. Wij hebben het college voldoende instrumenten en uitgangspunten meegegeven om tot een goede schoollocatie te komen. De heer DE VRIES: Mijnheer de Voorzitter. Toch nog iets liberaals: het college krijgt van de VVD de ruimte om tot nadere uitwerking te komen. Als ik nog kort mag reageren, de heer Roeling zegt het ook al: scholen bepalen zelf of zij in de toekomst zouden overgaan tot een leerlingenstop. Mijn fractie zal dit nooit opleggen. Ik kan me overigens niet herinneren dat wethouder Keijzer dit in maart jl. heeft beweerd. Dit terzijde. Nog even een toelichting. De wethouder heeft naar aanleiding van vragen van de CDA-fractie aangegeven en zoals ook uit de commissie naar voren is gekomen, waarbij mijn fractie een voorbehoud heeft gemaakt, de hand in eigen boezem gestoken. Dat kan ik waarderen. De verklaring in het stuk was niet helder, maar de wethouder heeft duidelijk gemaakt op welke wijze we de voorbereidingskosten kunnen financieren. Ik heb de behoefte namens de fractie aan te geven dat we dit onderdeel ondersteunen. Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. Mevrouw De Goede onderstreept nog eens dat het belangrijk is dat we vandaag een besluit nemen. Ik ben blij, dat we straks over een heldere variant een oordeel zullen uitspreken. Dat is een belangrijke prestatie van deze raad. In 2006 moet de school klaar zijn. Daarmee hangt deze besluitvorming samen. U heeft gesproken over de boot die richting haven vaart. Ik meen dat met dit besluit de Mariaschool weer in de boot zit. Wel moeten we nog terug naar het veld, omdat we van de andere participanten de instemming hebben gekregen voor variant 2.2. Mijn inschatting is, dat men zich goed kan vinden in de variant 1.2. U heeft gesproken over de massaliteit die is opgeheven. Dat is een belangrijk punt voor onze besluitvorming straks. Ik proef ook bij de PAK-fractie en de CDA-fractie een keuze voor variant 1.2, inclusief de vijftien meter in de lengte en de twee meter in de breedte. Dus: vier lagen, zonder sporthal en met twee gymzalen. Deze variant voldoet volgens mij aan de voorwaarden van de VVD. Het is een bouwstroom, alle scholen worden gelijk behandeld, oplevering 2006. Het is financieel de meest aantrekkelijke variant, omdat je hem ook op allerlei manieren goed kunt financieren. We gaan dit verder uitzoeken en uitwerken. De VOORZITTER: Voor de duidelijkheid, wilt u nog een keer herhalen wat het besluit zal zijn? Wethouder KEIJZER: We kiezen variant 1.2, waarbij er vier lagen zijn, geen sporthal, twee gymzalen en waarbij de lengte met vijftien meter wordt verruimd en de breedte met twee meter. Over de leerlingenstop het volgende. Ik volg het partijstandpunt van PAK volledig. De heer GERRITSE: Dat kwam ook van de CDA-fractie? Wethouder KEIJZER: Het PAK is mijn clubje. De heer GERRITSE: Wacht even, u zit hier wel als onafhankelijk wethouder. Ik verwacht dat als u het standpunt van uw partij respecteert, dat u ook het standpunt van het CDA respecteert. Wethouder KEIJZER: Ik constateer dat het partijstandpunt van het PAK hetzelfde is als het partijstandpunt van het CDA.
17
De heer GERRITSE: Met andere woorden: u respecteert ook het standpunt van de CDA-fractie. Wethouder KEIJZER: Jazeker. Het ligt helemaal in het verlengde. Ik meen dat ik over een leerlingenstop niets hoef te zeggen. Het kan heel goed zijn, dat we er een keer over hebben gesproken. We hebben er ook in het veld over gesproken. Echter, ik heb nimmer het standpunt ingenomen dat ik een voorstander ben van een leerlingenstop. Daarover kan geen misverstand zijn. Ik meen dat ik hiermee alle zaken heb geklaard. Ik zie de besluitvorming met veel vertrouwen en vreugde tegemoet. De heer GERRITSE: Mag ik in tweede termijn nog een korte opmerking maken? De VOORZITTER: Volgens mij is het een derde termijn. U krijgt de gelegenheid daartoe. De heer GERRITSE: Mijnheer de Voorzitter. Ik keek nog even naar het lijstje van het geld. We kwamen € 10,2 miljoen tekort. Daarvan gaat nu € 200.000,00 af. Het tekort is dan straks € 10 miljoen? De heer ROELING: Mijnheer de Voorzitter. De heer Keijzer heeft het aardig goed met zijn opinie dat de VVD-fractie kan instemmen met variant 1.2. We hebben gisteravond niet zo zeer gesproken over welke variant het moet zijn. We hebben het zojuist gedaan. De wijze waarop variant 1.2 wordt gepresenteerd past in ons beeld dat we van een MFA hebben en die we graag op zo kort mogelijke termijn gerealiseerd willen zien. De heer VAN DOOREMAAL: Mijnheer de Voorzitter. Nog even de volgende vraag. Is het mogelijk te bekijken of bij de twee gymnastiekzalen een kleine kantinefaciliteit is te maken. Als 's avond kleinere sportverenigingen van deze gymnastiekzalen gebruik maken, bijvoorbeeld de gymnastiekvereniging en tafeltennisvereniging, badminton, dan kunnen zij zelf voor hun natje en droogje zorgen. De scholen kunnen de ruimte overdag gebruiken als kantinefaciliteit. Het zou een mes zijn dat aan meerdere kanten snijdt. Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. Ik ben blij met de steun van de VVD voor het voorstel. Op de opmerking van de heer Van Dooremaal of het mogelijk is kantineruimte in te passen, kan ik zeggen dat het een nadrukkelijk onderdeel van variant 1.2 is. Er moeten ook ruimten zijn voor buitenschoolse opvang en voor het medegebruik van de gymnastiekzalen. Het is een van de uitwerkingszaken. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. De heer Gerritse was buitengewoon snel met zijn vraag. Ik hoop dat ik hem goed heb begrepen. We zijn nog in de uitwerkingsfase. Zoals het nu is gefinancierd komen we een paar miljoen euro tekort. Er staat € 2 miljoen op de wensenlijst. Op de vraag of in de hier vermelde bedragen alle uitvoeringskosten zijn meegenomen moet ik het antwoord schuldig blijven. U mag verwachten dat het volgende college met een uitgewerkt plan komt, waarbij de bouwkosten duidelijk worden en hoe we het totaal financieren. Op het moment dat je nu een besluit neemt en als raad akkoord gaat met de verdere uitwerking schrijft het Comptabiliteitsbesluit voor dat we daarvoor een krediet moeten hebben. Ik zeg u toe, dat we uiteindelijk met een totaalopzet en totale financiering komen. Daarbij maken we inzichtelijk of de € 13,7 miljoen in- of exclusief de € 200.000,00 is. Ik voorspel u dat we over grotere bedragen zullen praten dan € 200.000,00. De VOORZITTER: Ik stel voor te besluiten over het voorstel en te stemmen conform hetgeen de heer Keijzer heeft geformuleerd.
18
Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel, zoals door de wethouder is geformuleerd, voor variant 1.2. De VOORZITTER: Het verzoek is de vergadering heel kort te schorsen. Ik schors de vergadering. Schorsing De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. 15.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT DE OPHEFFING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REINIGINGSDIENST L.M.S.
VAN
DE
Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. Geachte raadsleden, bij dit onderwerp misschien nog een toelichting. In de commissie heb ik melding gemaakt van de stemming in het algemeen bestuur van L.M.S. Daarbij heeft, zeer spijtig, de geleding De Lier tegen de opheffing gestemd. Ik heb later begrepen, dat tijdens de behandeling in de gemeenteraad van De Lier de voltallige raad heeft ingestemd met de opheffing. De heer VAN DOOREMAAL: Mijnheer de Voorzitter. Het doet ons deugd dit te horen, zeker ook omdat we in de laatste commissievergadering daarover kritische vragen hebben gesteld. Er waren allerlei krantenartikelen over. Er zouden vertragingen kunnen zijn. We zijn er erg blij mee, dat het in een stroomversnelling kan komen en dat per 1 januari 2004 de zaak is gedaan. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 16.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT AANZET BIJSTANDSBELEID GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
De heer VAN DOOREMAAL: Mijnheer de Voorzitter. Een vraagje. In de GRF heeft mevrouw Bouvry de vraag gesteld welke CWI wordt gekozen. Wethouder Hanemaaijer gaf aan, dat het CWI Delft zou zijn. Daarna zou nog een gesprek met mevrouw Bouvry en de heer Hanemaaijer volgen. Hoe is dit inmiddels afgelopen? Ik kon dat niet halen uit het overzichtje dat we van de griffier hebben gehad. De VOORZITTER: Het is gegaan, zoals u heeft geschetst. Er is gekozen voor het CWI Delft. Mevrouw Bouvry had daarbij wat vraagtekens. Na afloop van de vergadering hebben de heer Hanemaaijer en ik met mevrouw Bouvry gesproken. We hebben uitgelegd waarom die keuze is gemaakt. Het wil niet zeggen, dat we onmiddellijk per 1 januari 2004 uit Patijnenburg*? treden. Het moet wel worden gestroomlijnd. Patijnenburg* is een gemeenschappelijke regeling voor het Westland. Men wil die gemeenschappelijke regeling het komende voorjaar opheffen, omdat het een BV wordt. Het duurt enkele maanden voordat de rechtsvorm is omgebouwd. We treden niet uit. Dat lijkt ons niet verstandig, omdat je dan ontvlechtingskosten moet betalen. Wel is het van belang, dat de drie mensen uit Maasland die hier zitten, op ongestoorde wijze hun werkverband moeten kunnen voortzetten. Die garantie is gegeven. Het wordt vlekkeloos geregeld. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 17.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT HET HERONDERZOEKPLAN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 19
18.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT HET AFSTEMMINGSBELEID WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 19.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT HET FRAUDEBELEIDSPLAN GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 20.
VOORSTEL MET BETREKKING MIDDEN-DELFLAND
TOT
REÏNTEGRATIEBELEID
GEMEENTE
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 21.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 22.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT BIJZONDERE BIJSTAND GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
De VOORZITTER: Ik wil u een kleine correctie voorstellen. In de notitie, hoofdstuk 6, zorg, onderdeel huishoudelijke hulp, zijn de namen van zorginstellingen Stichting Maaszorg, De Werven, Thuiszorg Nieuwewaterweg vervangen door: zorgaanbieders. Mevrouw DE GOEDE-VAN TIEL: Mijnheer de Voorzitter. Ik wil hiertoe wel besluiten, maar ik wil ook mijn zorg uitspreken. Het is een voorstel tot harmonisatie en aanpassing aan de wet, die per 1 januari 2004 ingaat. Als gemeente mogen we dan niet meer categoriale bijstand verlenen. Ik weet niet welke consequenties dit heeft voor het inkomen van inwoners, die nu deze bijstand krijgen. Zo ja, heeft het consequenties? Welke openingen biedt de wet om daarin tegemoet te komen? De heer ROELING: Volgens mij moet de gemeente dit uit eigen zak betalen. Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. Volgens mij is het nu al zo, dat geen categoriale bijstand mag worden verleend. We verlenen bijzondere bijstand op individuele basis. Er verandert op dat punt niets aan ons beleid. Er zijn altijd gemeenten die wel proberen categoriale bijstand te verlenen. De wet verbiedt het. De praktijk is dat bijzondere bijstand is gericht op een individu en niet op een categorie. Mevrouw DE GOEDE-VAN TIEL: Wij hebben wel een regel, dat alleenstaande ouders met kinderen een bepaalde bijdrage – ik dacht dat het ongeveer € 130,00 was – krijgen voor bijvoorbeeld contributies van sportclubs, bibliotheek, enz. Wethouder KEIJZER: Ja, maar dat is op individuele basis. De mensen moeten het individueel aanvragen. Voldoen ze aan een aantal criteria, dan krijgen ze die bijstand. Het is niet zo dat we in onze eigen archieven kijken: wie voldoet er aan en die krijgt het. Dan zou het categoriaal zijn. Men moet het individueel aanvragen. Wij toetsen dan. 20
De heer VAN PAASSEN: Categoriale bijstand moet ook door mensen worden aangevraagd, maar je mag het ook automatisch verstrekken. Een gemeente kiest daar zelf voor. Dit jaar mag nog wel categoriale bijstand worden toegekend. Wethouder KEIJZER: Het is bij ons praktijk dat we het op individuele basis en op aanvraag doen. Dat lijkt me de beste praktijk, omdat je dan maatwerk kunt leveren. Ik ben er voorstander van om maatwerk te leveren, omdat het de mogelijkheid biedt in individuele gevallen daarmee rekening te houden. Dat is precies wat deze raad altijd wilde: probeer zo sociaal mogelijk daarmee om te gaan en probeer concrete noden op te lossen. Dat beleid hebben we tot op heden gevoerd. Het is de intentie van deze stukken. Het lijkt mij ook de intentie te moeten zijn van de nieuwe gemeenteraad. Mevrouw DE GOEDE-VAN TIEL: Is het ook met de nieuwe wet mogelijk het op die manier uit te voeren? Wethouder KEIJZER: Wij gaan uit van individuele gevalle, zoals ik eerder heb aangegeven. Een goed verstaander begrijpt wat ik zeg. De heer VAN DOOREMAAL: Wij noemen dat de letter en de geest van de wet. Wethouder KEIJZER: Ik hoor dat de VVD op dat punt heel meegaand is. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 23.
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGING BIJSTANDSNORMEN 2004 GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 24.
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 25.
VOORSTEL TOT VASTSTELLING MIDDEN-DELFLAND
VAN
HET
RAMPENPLAN
GEMEENTE
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 26.
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE LEGESVERORDENING 2004 MET TARIEVENBLAD GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
De heer VAN DOOREMAAL: Mijnheer de Voorzitter. Wij zouden graag instemmen met het hele plan. Net is voorgesteld om een onderdeel hieruit te halen, € 23,00, een trieste zaak. Wij zijn gewend te besturen op hoofdlijnen. Om nu over € 23,00 te gaan kissebissen, is jammer. Zeker in de laatste fase van deze gemeente. We hebben net gelukkig een ander besluit genomen, dat veel belangrijker is. Leges moeten naar onze mening in principe kostendekkend zijn. Een tarief van € 23,00 lijkt me niet kostendekkend voor het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart. De kosten voor de keuring worden apart berekend. Indien in de legesverordening kan worden meegenomen "in principe kostendekkend", maar als iemand er niet uit komt, dan kan altijd aanspraak worden gemaakt op andere 21
voorzieningen of op kwijtschelding. We hoeven ons hierover niet druk te maken. Wat ons betreft kan de € 23,00 blijven staan en kunnen we een besluit nemen over de hele verordening. De heer DE VRIES: Mijnheer de Voorzitter. Dat geldt niet voor mijn fractie. Wij maken een voorbehoud op het punt van het tarief invalidenparkeerkaart. Ik kan me voorstellen dat mensen in die situatie juist niet gedwongen willen worden om via een andere weg financiële middelen te verkrijgen. Als men er in Maasland in slaagt het tarief voor deze specifieke groep te verlagen, dan kunnen wij daarmee instemmen. Voor het overige ondersteunen we de verordening. De heer VAN DOOREMAAL: Bij interruptie, deze groep mensen is gewend om bij het gemeentehuis aan te kloppen voor andere zaken. In het algemeen maken ze ook gebruik van de Wvg en dergelijke. Ze weten al aardig de weg. Komen ze er niet uit, dan is altijd een oplossing te vinden. Daarom kunnen we het zo laten staan. De heer DE VRIES: Daar moet ik op reageren. Onder het huidige kabinet komt deze groep, als de Kamer niet ingrijpt, in ernstige moeilijkheden. Het is een groep waaraan mijn fractie ondersteuning wil geven. Indien de kosten voor deze groep mensen kan worden verlaagd, dan mag men het wel of geen inkomenspolitiek noemen. Dat interesseert me niet. Mijn fractie zal zich aansluiten bij hetgeen uiteindelijk in Maasland wordt bereikt. De heer GROENEWEGEN: Ik ken in Schipluiden een aantal invaliden die miljonairs zijn, in euro's. De heer DE VRIES: Ik ken ook mensen, die dat niet zijn. U moet het nieuws maar eens goed volgen. Volgens mij zijn er minder miljonairs dan mensen die onder het minimum leven. De heer GROENEWEGEN: Dan kom je in de regel, zoals door de heer Van Dooremaal is aangegeven. Mevrouw DE GOEDE-VAN TIEL: Mijnheer de Voorzitter. Wij gaan akkoord met het voorstel, inclusief de gehandicaptenkaart. Wethouder KEIJZER: Mijnheer de Voorzitter. Ik wil een stukje onduidelijkheid in de discussie weghalen. Het is niet zo, dat mensen die een beroep doen op de Wvg een inkomenstoets ondergaan. Het is niet automatisch zo, dat iemand die voor de Wvg bij het gemeentehuis komt ook de gang voor een inkomenstoets kent als het gaat over een invalidenparkeerkaart. Het is een ander traject. De heer VAN DOOREMAAL: Ik bedoelde te zeggen, dat ze gewend zijn om naar het gemeentehuis toe te komen om iets voor elkaar te krijgen. Wethouder KEIJZER: Daarin heeft u gelijk. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Ik ben blij met de massale steun voor 99% van het voorstel. Uitgangspunt van de gemeente Schipluiden, maar ook van de gemeente Midden-Delfland, is kostendekkendheid van alle leges. Dat behelst ook dit voorstel. Ten aanzien van het ene punt heb ik geen behoefte een hele lange ingewikkelde discussie te hebben. De overwegingen waren kort en bondig de volgende: we willen op de aanvraag voor een invalidenparkeerkaart vermelden: let op, mocht u weinig inkomen hebben, dan kunt u een beroep doen op de kwijtschelding, zodat we de sociaal zwakkeren – zoals we die in algemene zin willen beschermen – gelijk meenemen. Voor het overige vragen we een bescheiden lege. Om een beeld te geven: voor een Europese parkeerkaart 22
moet een keuring plaatsvinden. De keuring kost € 0,85. Vervolgens moet de vergunning worden afgegeven. Dat kost ook een twintigtal euro's. Het kost de gemeente tussen € 100,00 en € 120,00. Het gratis verstrekken vonden we te gemakkelijk. Nu is het in beide gemeenten gratis. Daarom het voorstel zoals het nu is gedaan, ook om te voorkomen dat een parkeerkaart nodeloos wordt aangevraagd, al zal dit niet snel gebeuren. Aan de andere kant wordt wel een eerste drempel gelegd, zodat de gemeente een begin maakt met het kostendekkend zijn. Ik maak me absoluut niet druk om de miljonairs onder deze mensen. Ik maak me druk om de zwakkeren. Zij vallen onder een algemeen beleid van kwijtschelding. Voor uw beeld: de discussie waarin je terecht komt is of het terecht is, dat we iemand die enig, behoorlijk, vermogen en inkomen heeft, subsidiëren. Het gaat per jaar om ongeveer € 4.000,00. Dit komt in mindering op andere uitgaven die we kunnen doen. Ik wil zowel de VVD- als de CDA-fractie het volgende voorstellen. U heeft helder aangegeven wat u wilt: deze leges invoeren. Om te voorkomen dat er twee verschillende besluiten worden genomen, vind ik het prettig als u op dit onderwerp zegt uw mening te hebben gegeven, maar u hoeft het niet als een genomen besluit te beschouwen. Op 18 december a.s. kunnen we vervolgens besluiten, zodat we de gemeente Maasland de ruimte bieden om hierover te besluiten. Nu is het risico aanwezig, dat we twee verschillende besluiten hebben. We hebben dan per januari 2004 geen verbindende verordening. We moeten dan in de eerste vergadering in januari 2004 alsnog een besluit nemen. Het is niet de meest koninklijke weg. De heer VAN VELZEN: Nogmaals, als het zich ontwikkelt, zoals de heer Van der Kamp zegt, zijn we gebonden aan het besluit dat in Maasland wordt genomen. Hij geeft aan, dat voor 1 januari 2004 een besluit moet zijn genomen. De heer DE VRIES: Bij interruptie. De wethouder geeft aan, dat op 18 december 2003 het definitieve besluit wordt genomen. De heer VAN VELZEN: De gemeenteraad van Maasland heeft al eerder een besluit kunnen nemen, maar heeft dit niet gedaan. Wij zijn autonoom in onze besluitvorming. Nu gaan we achter de kar aanlopen en wachten we af wat Maasland zegt. We moeten ons daarnaar schikken, omdat het de bedoeling is gezamenlijk een besluit te nemen, dat per 1 januari a.s. van kracht zal worden. Wethouder VAN DER KAMP: Ik zeg helder, dat u niet afwacht. U heeft hier klip en klaar uw mening gegeven. Ik heb de consequenties van het nu nemen van een besluit aangegeven; we hebben dan op 2 januari 2004 niets. Dat lijkt me niet wat u wenst, als ik u in uw voortvarendheid hoor. Als ik vijf weken voor mijn huwelijk tegen mijn partner zou zeggen: beste partner, ik vind dat je een waardeloos lelijke bloem voor het boeket kiest, ik wil absoluut een andere bloem, anders trouw ik niet met je. Laten we verstandig zijn en elkaar de ruimte geven om in gezamenlijkheid tot een oplossing te komen. De heer VAN VELZEN: Ik vind het kort door de bocht. Ik spreek een echte bruid wel iets anders aan. De bruid waarmee wij op stap gaan is van een andere orde. We kunnen daarbij wat ruimer van gedachten wisselen. Ik hecht er aan nogmaals mee te delen dat wat ons betreft het besluit kan worden genomen en is genomen. We moeten niet aan de leiband lopen van wat de raad van Maasland gaat besluiten. Wethouder Van der Kamp kan wel zeggen duidelijk te hebben gehoord wat hier is gesteld en hij wil per se – terecht – een besluit hebben dat door beide raden wordt gedragen, om per 1 januari 2003 daarmee te starten. Ik leen me er niet voor me voor dat karretje te laten spannen. De heer DE VRIES: Het is chique van de wethouder als hij zegt: geef de toekomstige partner de gelegenheid zich hierover uit te spreken. De wethouder geeft ook aan op 1 januari 2004 de discussie niet opnieuw te willen beginnen. Deze raad kan, gehoord hebbende het
23
standpunt van Maasland, op 18 december a.s. een definitief besluit nemen. Mijn fractie ondersteunt het voorstel van de wethouder. De heer GERRITSE: Mag ik u interrumperen? Ik begrijp het verhaal niet. Het verhaal zal zo moeten zijn, dat wij vanavond niet besluiten. We wachten het besluit van Maasland af en nemen vervolgens op 18 december a.s. eenzelfde besluit als Maasland. Dat gaat de CDA-fractie te ver. Wij nemen een eigenstandig besluit en stellen de legesverordening vast. We steunen het voorstel, zoals het is voorgesteld. De heer VAN DOOREMAAL: Daarin doet de VVD-fractie mee. De heer VAN VELZEN: Het is heel helder. Als Maasland een ander besluit neemt dan de meerderheid van de raad van Schipluiden nu verwoordt, dan hebben we ook een probleem. We kunnen dat alleen oplossen door achter de kar van Maasland aan te lopen. Daar pas ik voor. Wethouder VAN DER KAMP: Ik waag nog een poging. U heeft een helder standpunt. Het geeft u de mogelijkheid om in gezamenlijkheid met zowel de VVD-fractie in Maasland als de CDA-fractie in Maasland te overleggen of u het samen eens kunt worden voor 16 december 2003. Ik weet niet hoe uw relatie met mevrouw Bouvry en de overige leden van de VVD-Maasland is. De heer VAN VELZEN: Uitstekend en we zijn het eens. Anders zorg ik daar hoogst persoonlijk voor. Wethouder VAN DER KAMP: Het lijkt me handig om er gezamenlijk even over te praten. Als u vervolgens zegt: het besluit van 16 december 2003 van de gemeente Maasland is niet het besluit dat ik wens, dan kunt u eenvoudigweg een ander besluit nemen. Dat kunt u dan in januari 2004 doen. De heer VAN VELZEN: Ik adviseer de CDA-fractie te volgen wat zij zo juist heeft gezegd. Mevrouw DE JONG-HOOGENDOORN: Mag ik een ander voorstel doen? We hebben 10 december a.s. nog een vergadering. Iedereen kan dan met de eigen partij overleggen. Het is nog voordat Maasland een besluit neemt. De heer VAN DOOREMAAL: Dat hebben wij al gedaan. Mevrouw DE JONG-HOOGENDOORN: Maar het CDA misschien niet. Mevrouw DE GRAAF: Ik vind het een rare discussie worden. We zijn dadelijk een gemeente. Waarover hebben we het nu? Gesteld wordt, dat we niet achter Maasland aanlopen. Maasland is straks een medepartij in de gemeente. Ik vind het onvolwassen om te zeggen niet achter Maasland aan te lopen met de besluitvorming. Het is een rare discussie. De heer VAN VELZEN: U begrijpt het niet. U zegt dat we ons straks moeten conformeren aan het besluit dat in Maasland wordt genomen, ervan uitgaande dat het een ander besluit is dan de geluiden die we hier hebben gehoord. Dat is het probleem, niet meer en niet minder. De VOORZITTER: Ik meen dat de meningen gegeven zijn. U kunt het ook omdraaien: als u vanavond een besluit neemt, dan zegt de gemeenteraad van Maasland alleen te kunnen besluiten wat de gemeente Schipluiden heeft besloten.
24
Ondanks de heldere verdediging van de wethouder begrijp ik dat de meerderheid van de raad de verordening integraal wil vaststellen. Het zou kunnen betekenen: als de zaak niet loopt, zoals het zou moeten lopen, dat u in januari 2004 een gewijzigd voorstel krijgt. Dat zien we dan wel. Ik wil de discussie niet overdoen, maar ik merk dat de meerderheid van de raad de verordening wil vaststellen, met inbegrip van de invalidenparkeerkaart. Heeft de fractie van PAK behoefte tegen dit onderdeel te hebben gestemd? De heer DE VRIES: Ja, tegen het onderdeel zoals ik het heb verwoord. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel, met dien verstande dat de leden van de fractie PAK worden geacht tegen het onderdeel invalidenparkeerplaats te hebben gestemd. 27.
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DIVERSE BELASTINGVERORDENINGEN GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 28.
VOORSTEL MET BETREKKING TOT EEN FUSIE TUSSEN WATERLEIDINGBEDRIJVEN EUROPOORT (WBE) EN DELTA (DWB)
DE
De heer VAN VELZEN: Mijnheer de Voorzitter. Wij hebben kennisgenomen van dit voorstel. Ik meen dat het een toegevoegd agendapunt is. Feitelijk vraagt u advies van de raad over de fusie van beide waterleidingbedrijven. Ik wil er enkele opmerkingen over maken. We lezen in het stuk dat in december 2003 een finaal besluit wordt genomen. Betekent het dat u met een voorstel terugkomt naar deze raad op 10 of 18 december a.s.? U vroeg advies. In het voorstel wordt een aantal mooie termen gebezigd, onder andere dat men streeft naar kostenbewustzijn voor de fusie. Voor de medewerkers moet sprake zijn van maximale ontplooiingsmogelijkheden. Ook wordt gesteld dat geen gedwongen verhuizingen moeten plaatsvinden. Wij zijn van mening, dat dit in zekere zin haaks op elkaar staat, in deze tijd. Als je inderdaad gaat voor ontplooiing van de mensen en kostenbewust handelen, dan moet je daarin geen blokkade opwerpen. Het kan wel eens zo zijn, dat een persoon op een andere plek moet gaan zitten, op een afstand die zij of hij niet wenst. Daarmee voldoe je niet aan de eerdergenoemde doelstellingen. Een ander punt, dat ik naar voren wil brengen komt voort uit ervaring met het nutsbedrijf. Gesproken wordt over de raad van commissarissen. De vraag is: zijn dit wethouders die veelal per definitie niet deskundig zijn. We hebben dit geleerd bij het nutsbedrijf. De fraudecommissie heeft daarover een advies laten uitgaan. Dit is beperkt overgenomen door de algemene vergadering. Ik kan er een college aan wijden, maar daarvoor is het nu niet het juiste moment en de juiste plek. Het heeft mij wel beziggehouden. Als het de bedoeling is om zodanig te fuseren, dat wethouder – ondeskundig als ze op dergelijk gebied zijn – als commissarissen optreden. Een commissaris is een controlerend persoon. De raad is een controlerend orgaan en moet kijken of de zakelijkheden in de organisatie goed verlopen. Als aandeelhouder zijn we daarmee gebaat. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Het voorstel is wel in de commissie Middelen besproken, zij het dat ik het onder de arm heb meegenomen. Ik geef toe dat er weinig tot geen leestijd was. Ik heb in algemene zin een toelichting gegeven. Ik heb de commissie uitdrukkelijk gevraagd dit in de raad mee te nemen, zodat we hier het gevoelen van de raad kunnen horen. Op de vraag of ik hier terugkom met een finaal voorstel is het antwoord duidelijk: neen. Het is aan het college om wel of niet in te stemmen met deze fusie. We zijn slechts aandeelhouder, zij het een van de allerkleinste. Onze stem is van geen 25
enkel doorslaggevend belang. Of we voor of tegen stemmen, het maakt formeel niet uit. Het zou in het duale stelsel volstrekt onjuist zijn als het college u niet om uw mening vraagt. We gaan hier wel degelijk eigendommen van de raad vervreemden en op een andere manier terugkrijgen. Dat heeft consequenties. De consequenties hebben enige invloed. Daarom vragen we het gevoelen van de raad; het college kan aan de hand daarvan een besluit nemen. We hebben daarmee ook voldaan aan de informatieplicht, zoals in het duale stelsel is beschreven. Het voorstel is in te stemmen. Gehoord hebbende de discussie in de commissie Middelen en het feit dat de twee andere fracties zwijgen, ga ik ervan uit dat zij instemmen met het voorstel. Ik zie hen knikken. De discussie over de raad van commissarissen raakt de nieuwe gemeente Midden-Delfland niet; gezien het aandelenpakket zal zij nooit en te nimmer een commissaris kunnen aanwijzen of benoemen. Ik meen – ook gezien de discussie in andere gremia – dat op termijn geen raad van commissarissen van wethouders wordt gevormd, maar een ander type commissaris. We blijven slechts aandeelhouder van het nieuwe fusie waterleidingbedrijf. Ons aandelenbezit halveert. Het nieuwe bedrijf wordt twee keer zo groot. Het is de bedoeling, dat de dividend gelijk blijft en dat we een gelijkmatig dividend, net zoals nu, krijgen. Een belangrijk aspect voor ons is: de fusie is een gelijkwaardige fusie. Ga je kijken naar de omvang en de omzet van de afzonderlijke bedrijven, dan is ons waterleidingbedrijf veel groter dan Delta Water. Teneinde die ongelijkheid op te heffen betaalt Delta Water een soort inkoopsom. Deze inkoopsom wordt verdeeld onder de aandeelhouders. Het betekent dat de gemeente Midden-Delfland ruim € 2 miljoen tegemoet kan zien. Ik zie de mensen van de scholen al enthousiast worden. Daarmee zou een deel van het gat voor de scholen kunnen worden gedicht. Het is aan de nieuwe raad om het geld te bestemmen. Overigens hebben wij er ook geen invloed op. De gemeente Rotterdam is voor 50% aandeelhouder en bepaalt uiteindelijk of het wel deze kant opgaat. We moeten ons niet rijk rekenen. De heer VAN VELZEN: Mijnheer de Voorzitter. De wethouder heeft antwoord gegeven op een vraag die ik bewust niet heb gesteld, omdat ik wel vermoedde dat er ergens wat onderweg was. Ook wij hebben wel eens bepaalde gedachten die op een bepaald moment naar voren te brengen en te gebruiken. Behoren de middelen in dit begrotingsjaar en daarbij ook bij de bevoegdheid van deze raad? Ik neem kennis van het feit, dat de wethouder zegt dat we zeer beperkte invloed in de besluitvorming hebben. Het neemt niet weg, dat ook Calimero zijn mond moet opendoen. U vraagt een advies. Het advies is op grond opmerkingen in eerste termijn. Ik hecht eraan, dat u deze zaken, voor zover u daar aan tafel zit, inbrengt. Of het resultaat geeft, zal afhangen van anderen die soortgelijke gedachten presenteren. Er wordt toch een prestatie geleverd, voor zover de raad dit kan steunen. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Het zou fijn zijn als u duidelijk aangeeft of u voor of tegen bent. Dat houdt u achter. Veel meer heb ik er niet over te zeggen. Of ik uw betoog letterlijk zal overnemen tijdens de algemene aandeelhoudersvergadering, daarover wil ik nadenken. Het is de vraag of de opmerkingen daar relevant zijn. Het voorstel is wel of niet instemmen met de fusie. Er ligt niet voor of we ons in detail met de uitvoering van die fusie willen bemoeien. Ik zal kijken of ik het op een geëigend moment ergens kan neerleggen. De heer VAN VELZEN: Denk er nog eens rustig over na. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 29.
VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN AANVULLEND KREDIET VOOR DE BEGELEIDING BIJ DE GEMEENTELIJKE HERINDELING De heer GERRITSE: Mijnheer de Voorzitter. Uw voorstel behelst een uitbreiding van het krediet voor externe begeleiding met € 200.000,00, waardoor het totale krediet uitkomt 26
op € 783.000,00. Hoewel u aangeeft dat allerlei zaken niet exact zijn te berekenen, schat ik in dat dit bedrag voldoende moet zijn om de eindstreep te halen. Volgens ons is en blijft het veel geld. We hebben er nog even over getwijfeld om goedkeuring te geven onder voorbehoud van een specificatie. Ook dat geeft werk en het is al druk genoeg. Uit de jaarrekening 2003 zal blijken hoe het allemaal is uitgegeven, al valt dan niet veel meer goed of af te keuren. U geeft aan dat het bedrag kan worden gedekt uit de extra algemene uitkeringen die u in het kader van de herindeling krijgt. Ook geeft u aan, dat Schipluiden en Maasland kredieten beschikbaar hebben gesteld van in totaal € 1,2 miljoen. Dit bedrag zal volgens u niet volledig nodig zijn en kan volgens u op voorhand met € 200.000,00 worden verlaagd. Dit wetende stellen wij voor te besluiten het krediet voor externe begeleiding met € 200.000,00 te verhogen naar € 783.000,00 onder gelijktijdige aframing met hetzelfde bedrag van het krediet ten behoeve van externe inhuur van personeel naar € 1 miljoen. Mogelijk moet het voorstel hiervoor worden gewijzigd. De heer VAN VELZEN: Mijnheer de Voorzitter. Ik wil vooropstellen dat het niet mijn bedoeling is om dwars voor de wagen te gaan liggen. In GRF hebben we er kritische kanttekeningen bij geplaatst, niet alleen ik, maar ook anderen. We hechten er aan ook hier dat geluid te laten horen. We vinden de motivatie betrekkelijk zwak. Als je om een nieuw krediet vraagt, dan moet je in een situatie van overmacht zijn gekomen. Je kunt die zaken dan noemen. Daarmee wordt de kredietaanvraag naar de raad goed gemotiveerd. Als wordt gesproken over prijsstijgingen, er is meer vergaderd dan we ons hadden voorgenomen, meer mensen hebben belangstelling getoond voor een functie, dan zijn het zaken die qua begroting voorzienbaar zijn geweest. Zeker van prijsstijgingen zijn harde cijfers aanwezig. De tijd, dat wordt gewerkt is aardig goed te beredeneren en te berekenen. Wij vinden het geen zaak om er tegen te zijn. Het moet doorgaan. Wij gaan ervan uit, dat het bedrag tot de frictiekosten behoort. Het neemt niet weg, dat we daarover gemakkelijk moeten doen. Het zou een goede zaak zijn als iets van de frictiekosten overblijft, omdat er nog andere wensen op het lijstje staan. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Zo expliciet als de CDA-fractie het formuleert, staat het er niet, maar het komt er feitelijk wel op neer. Ik heb er geen enkele moeite mee om het besluit te laten gelden, zoals de CDA-fractie voorstelt. Op het moment dat we aangeven, dat we de € 200.000,00 ergens anders niet uitgeven en u wilt het afgeraamd hebben, dan is het prima. De heer GERRITSE: U formuleert het anders, maar het is dan wel budgettair neutraal. Wethouder VAN DER KAMP: Dat is juist. Ik kan me voorstellen dat we het doen, zoals u het zegt. Ik heb er geen moeite mee om het andere krediet tot € 1 miljoen. U heeft dan de zekerheid dat het budgettair neutraal is. De VVD-fractie zegt dat de motivatie zwak is. De motivatie op zich is niet zwak. Als ik aangeef dat we meer vergaderingen hebben gehouden, dat we personeelsbijeenkomsten hebben gehouden en dat de inpassingscommissie veel meer werk heeft verricht dan we vooraf hadden ingeschat, dan wijs ik erop dat het de eerste keer is dat we een fusie doen. We vragen iedereen te reflecteren op bepaalde functies. Vervolgens blijkt, dat er meer mensen op hoge functies reageren dan we vooraf hadden voorzien. Het betekent, dat we veel meer mensen op assessment hebben moeten sturen. De inpassing heeft veel meer tijd nodig gehad om iedereen het volle pond te geven. We hebben aan weerskanten zeer betrokken en gemotiveerde ambtenaren. Bijna iedereen heeft er behoefte aan gehad om aan de inpassingscommissie een motivatie kenbaar te maken. We hadden verwacht, dat een deel van de medewerkers zou hebben gezegd: we zien wel. Veel ambtenaren wilden een gesprek. Het betekent dat we veel meer hebben moeten werken dan vooraf was in te schatten. Ik vind het niet vreemd, dat – als we het zorgvuldig doen – we achteraf constateren 27
dat we meer kosten hebben moeten maken. Het was chiquer geweest als de inpassingscommissie halverwege had gesteld: wethouder, er is zo veel uur vergaderd, het wordt tijd dat u een extra krediet vraagt. Het feit dat het bedrag niet tot achter de komma is gespecificeerd, wil niet zeggen dat de redenen zwak zouden zijn. Een helder voorbeeld: toen de inpassingscommissie aan de slag ging hadden we voorzien dat één ambtenaar de inpassingscommissie zou bijstaan. Met die ambtenaar gebeurde iets en kon het niet meer doen. We hebben iemand moeten inhuren. Op het moment van inhuren hadden we een krediet moeten vragen. Dat verwijt treft ons als stuurgroep. U heeft het niet geuit, maar ik leg het zelf maar neer. Op zich is helder waarvoor we het geld vragen. Ook is helder waarvoor we het geld hebben benut; het bedrag is helder. Ook is duidelijk dat we elders € 200.000,00 niet hebben uitgegeven, die we wel hadden voorzien. Al met al is het saldo nul. De heer VAN VELZEN: Mijnheer de Voorzitter. Ik wil nog even reageren. De wethouder zegt, dat we het voor de eerste keer doen. Daarin heeft hij volkomen gelijk. We hebben wel een redelijk duur bureau ingehuurd, waarvan ik aanneem dat het deskundigheid op dit gebied heeft. We zijn op allerlei manieren geadviseerd door CAP Gemini. Ik heb daarbij een goed gevoel gekregen. Dit soort zaken heeft met begroten te maken. Een aantal elementen in het proces is niet zodanig begroot, dat we dit voorstel hadden kunnen voorkomen. De wethouder zegt dat het hem aangerekend had kunnen worden, in de situatie dat mensen uitvallen. Het komt dicht in de buurt van overmacht. Het feit, dat prijsstijgingen een oorzaak voor de uitgaven zouden zijn, had kunnen worden voorzien. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Ik meen dat er voldoende over is gezegd. Ik heb aangegeven dat we niet alles hebben kunnen voorzien, ook niet met een goed bureau. We zouden dan in de hersenen van onze ambtenaren hebben moeten kijken, alsmede in hun motivatie om te reageren. Er is begroot op basis van algemene betrokkenheid. De betrokkenheid en de sfeer op beide gemeentehuizen is positief. Ik vind het een sterke motivatie als we daarvoor wat meer geld hebben uitgegeven. De heer VAN VELZEN: Afgezien daarvan wil ik de wethouder complimenteren. Uiteindelijk refereert hij eraan. Het is in de commissie GRF genoemd, maar het is goed ook het nu aan te geven. Het proces waarom het gaat is naar de opvatting van de VVD zeer goed verlopen, met een zeer goed resultaat. De VOORZITTER: Dank u voor uw vriendelijke woorden. Ik stel voor te besluiten conform wat de heer Van der Kamp heeft gesteld: het bij- en aframen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel, met dien verstande dat het krediet voor externe begeleiding met € 200.000,00 wordt verhoogd naar € 783.000,00 onder gelijktijdige aframing met hetzelfde bedrag van het krediet ten behoeve van externe inhuur van personeel naar € 1 miljoen. 30.
COMPTABILITEITSBESLUITEN
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 31.
RONDVRAAG
De heer VAN PAASSEN: Mijnheer de Voorzitter. Een aantal opmerkingen over de postcodes. Hier en daar gaan mensen over, niet alleen in Schipluiden, maar ook in Maasland. In de voorgaande editie van De Maasluider is er melding van gemaakt, dat mensen hun nieuwe postcode/adressering op internet kunnen vinden. Ik kan u vertellen, dat niet iedereen in de betreffende gebieden op internet is aangesloten. Het zal voor hen dus 28
lastig zijn. Daarbij komt nog dat mensen voor de kerstdagen hun wensen willen versturen. Het is niet alleen voor degenen die overgaan naar de andere gemeente, maar ook vanuit de eigen gemeente. We maken naar beide groepen burgers goede sier als de melding van de nieuwe adressering in De Maasluider wordt opgenomen. Ik ben erg blij met de kopie van de brief van het college aan het college van burgemeester en wethouders van Delft. In de brief worden de bedenkingen en aantekeningen ten aanzien van masterplan Voordijkshoornsepolder en Look-West verwoord. Wel wil ik vragen zelf na te gaan of de bewuste brief is aangekomen bij de betreffende gemeente, aanzien de postcode onjuist is en wellicht ook het postbusnummer: Postbus 1, 3636 ZG. Het is goed na te vragen of de brief niet op ons gemeentehuis terecht is gekomen. De VOORZITTER: Op uw vraag over de postcodes kan ik antwoorden, dat we een en ander in De Maasluider zullen opnemen. Wethouder VAN DEN BERG: Mijnheer de Voorzitter. We zullen in ieder geval nagaan of de brief aan Delft daar is aangekomen. De heer VAN PAASSEN: Liever actief dan afwachten of we een bevestiging van ontvangst krijgen, gezien het belang. De VOORZITTER: Ook gezien het feit, dat via de pers hieraan zeer veel aandacht is besteed. Het kan niet onbekend zijn gebleven wat de mening van Schipluiden is. De heer VAN PAASSEN: Daarmee ben ik het eens. Het gaat om de inhoud van de brief. Wethouder VAN DEN BERG: Op 8 december a.s. vindt bestuurlijk overleg plaats over dit punt. De heer GERRITSE: Op 17 november 2003 sloot de termijn voor het indienen van zienswijzen. De brief is gedateerd 14 november 2003. Is de brief op 19 november aangekomen, dan is er mogelijk een probleem. Wethouder VAN DEN BERG: We hebben niet echt een groot probleem. Het gaat hier om een masterplan, dat ter inzage is gelegd in de inspraakprocedure. Op bestuurlijk niveau hebben we overleg over deze zaken. Ik neem aan, dat wat daar wordt gezegd serieus wordt genomen. De VOORZITTER: Ik constateer dat niemand meer gebruik wil maken van de rondvraag. Hiermee zijn we aan het eind van de laatste reguliere vergadering gekomen. Resten ons nog twee bijzondere vergaderingen. Ik wil de raadsvergadering besluiten met het slotgebed. De vergadering is gesloten (22.30 uur). Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Schipluiden op 18 december 2003 De griffier,
de voorzitter,
29