1
NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE OISTERWIJK, GEHOUDEN OP 26 MEI 2011 IN HET RAADHUIS, AANVANG 19.00 UUR Voorzitter: Griffier (waarnemend): Aanwezig namens het College:
drs. J.F.M. Janssen, burgemeester mevr. M. Mesdag de heer H.J.P.M. van Hezik, de heer C.J.J. Rijnen en de heer J.C.A.M. Wagenmakers
Gemeentesecretaris:
mevr. A.M.M. Depmann
Aanwezig:
PrO mevr. M. Bastiaan, de heer C.J. Denissen, de heer W.A.P.A. de Kort, de heer R. van der Star en mevr. J.M. Oerlemans Partij Gemeente Belangen de heer C.J.J.M. van Elderen, de heer E.G.M. van Doremaele, de heer C.M.J.M. van Esch en de heer J.M. Oerlemans VVD de heer M.A.L.M. Schoenmakers, mevr. W.S. Batenburg-van Veen, de heer J.L. Roos en mevr. A.C. Spekle-Hooghart CDA de heer M.M.F. Dewachter, de heer C.W.A.M. van Beckhoven, mevr. P.M. Klijn en de heer A.C.G.M. van Tuyl Algemeen Belang de heer R.C.M. van de Ven, de heer J.J.A. Jonkers, de heer M.F.J.M. Mathijssen en mevr. E. Roborgh-Jansen
Afwezig:
-
Notulen:
mevr. M.L.C. Engelberts-Bol
De voorzitter opent de vergadering om 19.00 uur en verzoekt een moment van stilte, zodat eenieder de vergadering op de gebruikelijke wijze kan aanvangen. 1. Opening De voorzitter heet iedereen van harte welkom en zegt dat men straks, aan het einde van de vergadering, bij het verlaten van de raadzaal een exemplaar van het Raadsjaarverslag 2010 aantreft, waarin staat wat de gemeenteraad van Oisterwijk allemaal doet. Mevrouw Oerlemans (PGB) heeft de voorzitter aangegeven dat zij morgen om 08.45 uur een tentamen heeft, het laatste in een lange reeks. Het verzoek luidt daarom of iedereen wil bijdragen aan een voorspoedig eindtijdstip van de vergadering. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
2
krijgt de gemeenteraad de schuld (en hierop klinkt er gelach vanuit de zaal). Als mevrouw Oerlemans het tentamen haalt, dan wordt iedereen uitgenodigd voor haar feest, aldus de voorzitter (waarop er wederom wordt gelachen). 2. Spreekrecht De voorzitter meldt twee schriftelijke bijdragen: een vanuit de stichting Hartsafe en een vanuit het Jongerencentrum Moergestel Vision. Hiervan heeft de raad inmiddels kennis kunnen nemen. De raad heeft vanochtend per e-mail een schriftelijke bijdrage ontvangen van Jongerencentrum The Base uit Oisterwijk, maar toch is de heer Monchen aanwezig om een mondelinge toelichting te geven. Daarnaast is mevrouw Mireille Knape aanwezig die over het voorstel Bosrand het woord wenst te voeren. De voorzitter geeft als eerste het woord aan de heer Monchen voor zijn bijdrage van maximaal vijf minuten. De heer Monchen zegt dat het bestuur van The Base in het kader van de bezuinigingen het volgende onder de aandacht wil brengen. Het bestuur was in de veronderstelling dat in de raadsvergadering van 26 mei de mogelijkheid aanwezig was om van het spreekrecht gebruik te kunnen maken, zoals ook in de digitale agenda staat vermeld. Navraag wees echter uit dat alleen op 19 mei van dit recht gebruikgemaakt kon worden. Maar dit berustte echt op een misverstand en daarvoor trekt de heer Monchen min of meer het boetekleed aan. Er is direct met de griffie contact opgenomen om dit misverstand recht te zetten. Omdat de raad en het college de bijdrage schriftelijk hebben ontvangen, wil spreker verzoeken om deze passage eruit te halen. Het bestuur van Jongerencentrum The Base is zich bewust van de noodzaak om te bezuinigen, ware het niet dat de wijze waarop dit het bestuur ter ore is gekomen hem niet in de gelegenheid heeft gesteld om op een constructieve manier gezamenlijk tot een oplossing te komen. In de perspectiefnota wordt in het programma Participatie melding gemaakt van het feit dat er in 2015 op de basissubsidie 30% zal worden bezuinigd. Daarnaast wordt er in 2015 ook op het welzijnswerk 30% bezuinigd. Dit betekent dat het jongerencentrum meer dan de gevraagde 30% aan bezuinigingen krijgt opgelegd. Het bestuur van The Base vraagt zich af wat de gevolgen van deze bezuiniging voor het jongerenwerk zijn. De exploitatie zal jaarlijks met verlies worden afgesloten vanwege het feit dat de vaste lasten zullen toenemen en de subsidie afneemt. Op die manier is het jongerencentrum niet in staat om het tekort uit de eigen opbrengsten van de bar en dat soort zaken te financieren, zeker gegeven de doelgroepen die het centrum heeft. De inzet van jongerenwerkers zal als gevolg van de korting op het welzijnwerk sterk worden verminderd. Dit betekent dat de opvang van de jeugd, zowel binnen het jongerencentrum als ook in het straatwerk, drastisch zal worden beperkt. Daardoor zal het adequaat opvangen en begeleiden van de jeugd sterk onder druk komen te staan, met alle gevolgen van dien. Hierbij denkt spreker bijvoorbeeld aan de zeskamp die The Base vorig jaar in ontmoetingscentrum De Waterhoef heeft georganiseerd, het organiseren van straatvoetbal en het aanspreken van jongeren op hun gedrag in relatie tot hun sociale omgeving. Het bestuur van The Base stelt zich dan ook de volgende vraag: welke visie hebben de raad en het college op het jongerenwerk? Enerzijds is de gemeente gisteren met de opening van het Centrum voor Jeugd en Gezin gestart met een instrument om de jeugd die meer zorg nodig heeft op een goede manier te kunnen begeleiden. Anderzijds bezuinigt de gemeente op diezelfde jeugd door deze de noodzakelijke begeleiding te onthouden. Eén ding is volgens spreker duidelijk: het bestuur van The Base vraagt de raad en het college niet om de bezuinigingen ongedaan te maken. Dat zal een geruststelling zijn voor de wethouder. Maar het bestuur vraagt wel iets, namelijk om met de raad en de ambtelijke organisatie in
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
3
gesprek te komen en te bekijken welke weg moet worden gevolgd om het beleid van het Centrum voor Jeugd en Gezin en de jongerencentra en de transitie van het jeugdbeleid in onderlinge samenhang vorm en inhoud te geven zodat deze elkaar versterken, in plaats van elkaar verzwakken. Het bestuur van The Base doet een dringend beroep op de raad, het college en de ambtelijke organisatie om het jongerenwerk te ondersteunen en tot de juiste keuzes te komen. Doel hiervan is de jeugd de toekomst te geven die zij verdient. Het bestuur van The Base hoopt dat men hierover duidelijke afspraken kan maken. Het is volgens spreker duidelijk dat de huidige crisis ongekende mogelijkheden biedt om op een creatieve manier tot goede oplossingen te komen, zoals dat in het verleden al een aantal keren duidelijk is bewezen. Het bestuur van The Base rekent op het gemeentebestuur. De voorzitter dankt de heer Monchen en constateert dat de raad geen vragen heeft. Dan geeft hij het woord aan mevrouw Knape, die spreekt namens bewoners van de Wolvensteeg. Mevrouw Knape zegt dat zij het gemeentebestuur naar aanleiding van de raadsvergadering van vorige week als volgt bericht. Het raadsvoorstel inzake het plan Bosrand is aangepast op twee punten en wordt vandaag behandeld. Spreekster voelt zich genoodzaakt om onder andere op de aangebrachte wijzigingen en de reactie van het college op de ingediende zienswijzen een nadere reactie te geven. Nog steeds moeten de bewoners van de Wolvensteeg constateren dat er een directe koppeling wordt gelegd met het nieuwe scoutinggebouw/ponyclub Venruiters, dat momenteel is gepland voor de locatie van de Venruiters. Dit bevreemdt spreekster, omdat dit gebouw en de locatie niet zijn opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan Bosrand. Toch wordt de financiële bijdrage bij voorbaat al geparkeerd ten behoeve van dit project. Ondanks het feit dat het plan Bosrand en de plannen voor de scouting, de vereniging voor Natuur- en Milieueducatie IVN en de ponyclub niet in één bestemmingsplan zijn neergelegd, lijken er nu toch al besluiten te zijn genomen waartegen in een latere procedure niet meer kan worden opgetreden. Gelet daarop, zijn de bewoners van de Wolvensteeg genoodzaakt om hun grieven te handhaven teneinde geen rechtsmiddelen verloren te laten gaan. Daarnaast hebben de bewoners van de Wolvensteeg, ondanks hun eerdere verzoek daartoe, nog steeds geen inzage gekregen in de gesloten overeenkomst. Vorige week donderdag heeft het gemeentebestuur vlak voor de raadsvergadering bericht dat deze overeenkomst nog niet beschikbaar was. Dit is tegenstrijdig met het raadsbesluit waarin is opgenomen: “hiertoe is met de ontwikkelaar een overeenkomst opgesteld en ondertekend”. Spreekster vraagt zich af hoe zij dit moet duiden. De bewoners van de Wolvensteeg handhaven hun verzoek op dit punt en willen graag weten waarom in het raadsbesluit onder punt 6 de passage is toegevoegd dat er geen exploitatieplan wordt vastgesteld. Dit was bij het ontwerpbesluit immers nog niet het geval. Spreekster vraagt het college om hierover opheldering te verschaffen. Hetzelfde vraagt zij ten aanzien van het onder punt 7 gedane voorstel. Verder meldt spreekster dat er een onjuistheid in het raadsvoorstel staat. Het college overweegt om de BiO-regeling (Buitengebied in Ontwikkeling) in te zetten ‘ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteitswinst van huisvesting van een maatschappelijke organisatie’. Dit wordt ten onrechte overwogen, aangezien de BiO-regeling juist inhoudt dat de gelden ingezet dienen te worden voor de ruimtelijke kwaliteit. Gedeputeerde Staten hebben in hun zienswijze al aangegeven dat huisvesting van een maatschappelijke organisatie niet kan worden aangemerkt als ruimtelijke kwaliteitswinst. Bovendien is het in strijd met de Verordening ruimte. Het voorstel berust daarom op een onjuiste grondslag. Concluderend wil spreekster het volgende melden. Het college heeft de overeenkomst nog steeds niet aan de bewoners van de Wolvensteeg beschikbaar gesteld. De kaders van de
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
4
haalbaarheidsstudie hebben zij inmiddels wel ontvangen en daaruit blijkt duidelijk dat de locatie vaststaat. Spreekster vraagt zich af in hoeverre de gemeente dan kan spreken van een haalbaarheidsstudie. De bewoners stellen vragen aan de gemeente, maar krijgen herhaaldelijk ontwijkende antwoorden. Alle discussies die tot nu toe zijn gevoerd – onder meer in de commissie Ruimtelijke Zaken – komen niet tot uitdrukking in het betreffende raadsvoorstel. Spreekster heeft het gevoel dat het college ten koste van alles vast wil houden aan de voorgestelde locatie en het is haar nog steeds niet duidelijk waarom dit zo is. Zij hoopt dat het college en de raad begrijpen dat de bewoners van de Wolvensteeg niet anders kunnen doen dan vasthouden aan hun bezwaren. De voorzitter dankt mevrouw Knape voor haar bijdrage en constateert dat de raad geen vragen heeft. Het verhaal was helder. 3. Trekking stemmingsnummer Als stemmingsnummer wordt nr. 16 getrokken, mevrouw Klijn van de CDA-fractie. 4. Vaststelling van de raadsagenda De agenda wordt onveranderd vastgesteld. B. Bespreekstukken 5. Raadsvoorstel 11/32: Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Bosrand De voorzitter geeft aan dat de raad een gewijzigd besluit aantreft bij het voorstel, inclusief een toelichting die afgelopen maandag is verstrekt. De heer Mathijssen krijgt het woord. De heer Mathijssen (AB) zegt dat er in de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 28 april uitdrukkelijk is gevraagd om het plan Bosrand los te ‘knippen’ van het bestemmingsplan rond het Natuurhuis. Tevens heeft de commissie het college gevraagd om in overleg te gaan met de bewonersbelangengroep Wolvensteeg-Achterstestroom-Heisteeg. De fractie van AB moet nog steeds constateren dat er in het voorstel een directe koppeling wordt gelegd met het Natuurhuis, dat thans is bedacht op de locatie van de Venruiters. Wethouder Rijnen heeft inderdaad op 9 mei overleg gevoerd met de bewonersbelangengroep naar aanleiding van het verzoek van de commissie. Echter, AB is van mening dat de wethouder moet weten dat goede communicatie de smeerolie is van elk besluit en elke maatregel die de gemeente wil nemen. In het gesprek met de bewonersbelangengroep meldde de wethouder: “Het college heeft dit besloten en u kunt alleen maar deelnemen aan de haalbaarheidstudie. De locatie staat vast.” Dit noemt AB geen constructief overleg. De wethouder dient de bewoners uitdrukkelijk te betrekken bij de ontwikkeling van het gebied en zou gebruik moeten maken van hun inzicht en kennis. De inspreekster, mevrouw Knape, heeft ook gevraagd waarom de exploitatieovereenkomst niet ter inzage is gelegd. Volgens AB moet deze aanwezig zijn, want in het raadsbesluit staat: “Hiertoe is met de particuliere ontwikkelaar een overeenkomst opgesteld en ondertekend.” Hoe kan de wethouder dit verklaren? De heer Mathijssen zegt dat er in het raadsbesluit ook een onjuistheid staat: “… overwogen dat de BiO-regeling dient te worden ingezet ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteitswinst van huisvesting van een maatschappelijke organisatie.” Dit is volgens spreker niet juist. De BiOregeling houdt in dat de gelden worden ingezet ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit, voor sloop of aanleg van natuur. Het inzetten van deze gelden ten behoeve van een Natuurhuis kan
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
5
niet worden aangemerkt als ruimtelijke kwaliteitswinst en is bovendien in strijd met de Verordening ruimte. Het voorstel berust dan ook op een onjuiste grondslag. Spreker zegt voor alle duidelijkheid dat de fractie van AB niet tegen het plan voor de zes woningen in Bosrand is. Zoals mag blijken uit de voorgaande woorden, is AB wel tegen een koppeling met het Natuurhuis. AB zou het normaal vinden als de wethouder de bewonersbelangengroep betrekt bij de haalbaarheidstudie én bij de besluitvorming van de visie op het gebied en het herstellen van het Beekdal. De fractie van AB dient een amendement in, dat mede is ondertekend door de voltallige fractie van het CDA: Amendement van Algemeen Belang inzake bestemmingsplan Bosrand en de locatie van het Natuurhuis (gesteund door het CDA) De heer Mathijssen sluit zijn bijdrage af en zegt dat de griffier voldoende kopieën heeft om uit te kunnen delen. De voorzitter constateert dat AB een oproep doet aan het college om van alles te doen. Daarmee is het geen amendement, maar een motie. Het is geen wijziging van het raadsvoorstel dat voorligt. Hierna wordt het woord ‘amendement’ gewijzigd in ‘motie’: Motie van Algemeen Belang inzake bestemmingsplan Bosrand en de locatie van het Natuurhuis (gesteund door het CDA) De voorzitter vraagt wie in eerste termijn het woord wenst te voeren. De heer Van der Star (PrO) zegt dat er in het raadsvoorstel inderdaad staat vermeld dat de gemeente een overeenkomst heeft gesloten met de ontwikkelende partij. De fractie van PrO vraagt zich daarom af waarom die overeenkomst niet gewoon beschikbaar kan zijn. Spreker constateert dat de raad voortdurend voorstellen krijgt voorgelegd, waarbij randvoorwaarden worden gesteld aan bestemmingsplannen. Dat is ook het geval bij de genoemde overeenkomst. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet het gemeentebestuur ervan overtuigd zijn dat deze als zodanig worden uitgevoerd en gehandhaafd kunnen worden. Daar zit volgens PrO het probleem: op welke wijze worden dit soort afspraken gecontroleerd en eventueel gehandhaafd? Is de gemeente daar met de huidige bezetting toe in staat? Spreker heeft eerder al gezegd dat het bestemmingsplan Heisteeg heeft aangetoond hoe ontwikkelaars vervolgens hun gang gaan en afspraken niet nakomen. Kan de wethouder aangeven hoe hij dit bij het plan Bosrand denkt te voorkomen? Uit het bestemmingsplan Bosrand komt in het kader van de BiO-regeling geld vrij dat moet worden besteed aan ruimtelijke kwaliteitsverbetering. In de commissie Ruimtelijke Zaken heeft de wethouder aangegeven dat het college ervoor heeft gekozen om het geld nabij de Achterste Stroom te besteden aan het Natuurhuis. Ondanks het feit dat de wethouder heeft toegezegd dat dit in een apart bestemmingsplan aan de raad wordt voorgelegd, wil de fractie van PrO nu al laten weten dat zij een voorstel verwacht dat zich niet tot één locatie beperkt. Kan het college hierover een toezegging doen? Tot zover. De heer Van Doremaele (PGB) heeft in de commissie Ruimtelijke Zaken al aangegeven dat de fractie van PGB positief staat ten opzichte van het bestemmingsplan Bosrand. Hoewel PGB geen voorstander is van postzegelplannen, vindt zij het juist dat Bosrand en het Natuurhuis als bestemmingsplannen zijn losgeknipt van elkaar. De fractie gaat ervan uit dat deze knip er ook
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
6
daadwerkelijk is. De voordelen daarvan zijn helder: de cruciale datum van 1 juli kan worden gehaald en tevens kan er een betere invulling worden gegeven aan de door PGB zo gewenste burgerparticipatie. De integrale benadering van natuurverbetering bij Bosrand én woningbouw én een multifunctioneel gebouw voor scouting, IVN en Venruiters lijkt voor het college tot gevolg te hebben dat de locatiekeuze voor het Natuurhuis al vastligt. Het op voorhand vastleggen van de locatie ten behoeve van het Natuurhuis vindt PGB geen goed idee. De fractie vindt dit, bezien vanuit de burgerbetrokkenheid, niet nodig en ongewenst. Het college vraagt vandaag immers aan de raad een besluit te nemen over bestemmingsplan Bosrand. Voor het Natuurhuis wordt een aparte procedure gevolgd en daarbij horen de omwonenden – mede vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid – van begin af aan te worden betrokken. De fractie van PGB heeft drie vragen aan het college: 1. Hoe gaat de procedure met betrekking tot het bestemmingsplan Natuurhuis lopen? 2. Hoe worden de burgers hierbij betrokken? 3. Kan het college naar meerdere locaties voor een Natuurhuis kijken? Tot zover. De heer Roos (VVD) zegt dat de VVD-fractie in eerste instantie veel waardering heeft voor het bestemmingsplan Bosrand en eveneens voor de beeldkwaliteitsplannen wonen en landschap. Spreker heeft begrepen dat de keuze voor dit postzegelplan is ingegeven vanwege het feit dat de gemeente zodoende nog voor 1 juli gebruik kan maken van de BiO-regeling. De VVD-fractie gaat met die opzet akkoord. De VVD-fractie is minder tevreden over de gang van zaken rond de behandeling van het raadsvoorstel. Het zou niet mogen gebeuren dat het college staande een raadsvergadering (op 19 mei) zonder toelichting een gewijzigd conceptbesluit aanreikt. Als gevolg daarvan moest de behandeling van het plan Bosrand een week worden uitgesteld en zijn de insprekers gedwongen om nog een keer terug te komen (hoewel ze daarmee ook twee keer de kans hebben gekregen om in te spreken). Het college had dit kunnen en moeten voorkomen door het zorgvuldiger redigeren van het raadsbesluit. Spreker heeft uit een eerdere inbreng begrepen dat de bewoners van de Wolvensteeg met het bestemmingsplan Bosrand kunnen instemmen, maar dat hun inbreng zich vooral concentreert op de verdere ruimtelijke ontwikkeling van het aangrenzende gebied. Naar aanleiding van de inbreng van de insprekers – inclusief de brief die de raad gisteren heeft ontvangen – heeft de VVD-fractie twee vragen aan het college: 1. Uit de ingediende zienswijze blijkt dat de provincie de onderbouwing ten aanzien van de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van een eventueel op te richten scoutinggebouw in het aangrenzende gebied mist. Op dat punt beoordeelt de provincie het ontwerpbestemmingsplan strijdig met de Verordening ruimte en vraagt om een aanpassing. Heeft de provincie inmiddels laten weten dat zij kan instemmen met de reactie van het college, zoals die is verwoord in het verslag van de zienswijzen? De VVD-fractie vraagt dit met enige nadruk omdat het college nu voorstelt om de zienswijze van de provincie buiten beschouwing te laten. Dat is nogal wat. 2. Kan de wethouder een toelichting geven op de aard van de koppeling van het bestemmingsplan Bosrand aan het project Natuurhuis? Is er sprake van een formele koppeling? Zijn er juridische of planologische consequenties aan verbonden? Spreker is van mening dat de brief van 27 april 2011 (van het college, gericht aan mevrouw Verheyen-Goyaerts) de indruk wekt dat het college en de provincie samen de locatie van het Natuurhuis al hebben bepaald: “U kunt dus niet meer meedenken over de locatie van het Natuurhuis. … Over deze keuze is destijds geen inspraak georganiseerd.” De VVD-fractie vindt
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
7
deze toonzetting naar de burgers toe niet acceptabel. Spreker herinnert het college daarom aan het volgende uitgangspunt dat in het coalitieakkoord is verwoord: “De kloof tussen gemeente en burgers wordt verkleind door de burgers meer te betrekken aan de voorkant van het beleidsproces. Dan gebruik je beter de kennis en kunde die er in de samenleving is, creëer je draagvlak en voorkom je allerlei formele procedures. Voorwaarde is dat de gemeente actief informeert en echt naar hen luistert.” Spreker zegt dat de brief aan mevrouw VerheyenGoyaerts bij zijn fractie niet de indruk wekt dat het college op dat moment die passage uit het coalitieakkoord scherp op het netvlies had. In aansluiting op dat punt vraagt de VVD-fractie – uiteraard met gepaste nederigheid – of de raad straks ook nog iets te zeggen krijgt over de locatie van het Natuurhuis. Ten slotte wil de heer Roos reageren op de inbreng van het Biodiversiteitsteam (in de vergadering van 19 mei). De VVD-fractie waardeert de rol en de inbreng van het B-team en zij is overtuigd van de goede bedoelingen van de inbreng. De VVD-fractie heeft de indruk dat de uitvoering van het bestemmingsplan Bosrand een aanzienlijk betere situatie voor de natuur bewerkstelligt ten opzichte van de huidige situatie. Het kan natuurlijk altijd beter, maar het moet ook betaalbaar blijven. Misschien kan de wethouder toezeggen dat het B-team nauw bij de uitvoering van het project zal worden betrokken, zodat op onderdelen misschien een verdergaande verbetering van de natuurwaarden kan worden gerealiseerd. Tot zover de inbreng van de VVD-fractie. De heer Van Tuyl (CDA) geeft aan dat er al heel veel is gezegd. Het CDA juicht een deel van het voorliggende bestemmingsplan toe, maar is van mening dat de toezegging van de wethouder dat de planvorming met de omwonenden wordt besproken iets anders is dan er tot op heden is gedaan. Uit het verslag van de omwonenden blijkt dat het gesprek met de wethouder heeft duidelijk gemaakt dat het college al een besluit heeft genomen over de locatie van het Natuurhuis, zonder dat zij of andere belanghebbenden hierbij zijn betrokken. Het CDA vindt de burgerbetrokkenheid een eerste vereiste en wenst dat het college dit borgt, voordat de fractie in kan stemmen met het raadsvoorstel. Verder vraagt het CDA nogmaals een bevestiging van de wethouder dat de bouw van de villa’s losstaat van de huisvesting van scouting, IVN en de Venruiters. De fractie van AB heeft al aangegeven dat het CDA instemt met de eerder ingediende motie. De voorzitter geeft het woord in eerste termijn aan de wethouder. Het college wenst echter een korte schorsing voor intern beraad over de ingediende motie. De raad is hiermee akkoord. Korte schorsing De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan wethouder Rijnen. Wethouder Rijnen zegt dat de boodschap helder is. De raad wenst dat het college eens goed met de belanghebbenden gaat praten en dat het college niet vasthoudt aan één locatie; het college dient meerdere locaties te onderzoeken. Het college stelt daarom voor om direct na de zomervakantie te komen met een startnotitie, waarin de gehele procedure wordt aangegeven, evenals het feit dat er meer locaties worden gezocht en met welke belanghebbenden het college rond de tafel gaat zitten. Volgens de wethouder is dat eveneens de kern van de motie van AB en het CDA. Als de fracties de motie in dat licht kunnen bezien, dan kan het college de motie overnemen. Verder hebben meerdere fracties vragen gesteld over de exploitatieovereenkomst. Wethouder Rijnen zegt dat er een anterieure overeenkomst is afgesloten en daarom is een
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
8
exploitatieovereenkomst niet meer nodig. De anterieure overeenkomst is op 19 mei getekend, dus de inkt is amper droog. Voor zover de wet- en regelgeving dit toelaat, stelt de wethouder dat deze overeenkomst openbaar is. Volgens de wethouder betreft dit de kern van de gestelde vragen. De VVD-fractie heeft nog gevraagd waarom het college niet meteen een goed voorstel op tafel heeft gelegd. De wethouder zegt dat de schriftelijke uitleg die de raad hierover heeft gekregen redelijk tegemoetkomt aan de beantwoording van deze vraag. Uiteraard vindt de wethouder het heel jammer dat hij zo kort voor aanvang van de vergadering van vorige week het voorstel moest aanpassen. Daarvoor biedt hij zijn excuus aan. De voorzitter geeft in tweede termijn het woord aan de heer Mathijssen. In tweede termijn De heer Mathijssen (AB) heeft eerst een punt van orde. Het presidium heeft destijds afgesproken dat de fracties die een raadsvoorstel als een bespreekstuk beschouwen als eerste het woord mogen voeren. De fracties die het als een hamerstuk beschouwen komen pas in de tweede termijn aan de beurt. Om die reden zat de heer Mathijssen op het vinkentouw om als eerste het woord te mogen voeren, aangezien ook het CDA het bestemmingsplan Bosrand als een bespreekstuk beziet. De voorzitter bespeurt hierin een excuus. Hij zegt dat hij bij de agenda van 19 mei al had genoteerd dat zowel AB als het CDA in eerste termijn het woord zou voeren. Gelukkig is hij de termijn begonnen bij de fractie van AB, en gelukkig hebben de andere fracties het kort gehouden. Iedereen krijgt nu echter volledig het woord. De heer Van der Star (PrO) merkt bij interruptie op dat er vandaag wel een ander voorstel ligt. Dan kan zijn fractie in de commissie hebben gesteld dat het een hamerstuk is, maar als er dingen zijn toegevoegd verandert de zaak. De eerste vraag van PrO ging dan ook over de toevoeging. In die zin hadden alle fracties het recht om in eerste termijn het woord te voeren. De heer Mathijssen (AB) zegt dat hij de woorden van de heer Van der Star niet bestrijdt, maar hij vindt dat deze dat bij het vaststellen van de agenda had moeten aangeven. Het zij zo. Vervolgens vraagt de heer Mathijssen aan het college of hij mag concluderen dat het plan voor het Natuurhuis duidelijk wordt losgekoppeld van de zes woningen. Wethouder Rijnen antwoordt dat dit al is losgekoppeld. Het is nooit … De heer Mathijssen (AB) is het daar niet mee eens en zegt dat beide plannen niet zijn losgekoppeld van elkaar. De wethouder kan het nu loskoppelen, maar in het raadsstuk staat nog duidelijk dat dit niet het geval is. De wethouder heeft op 19 mei een afspraak gehad met de bewonersbelangengroep en toen heeft hij duidelijk gezegd dat de locatie vaststaat. Juist dat aspect wil de fractie van AB ontzenuwd hebben. Wethouder Rijnen zegt dat hij de raad heeft aangegeven dat het college komt met een startnotitie, waarin het tevens zal aangeven dat er meerdere locaties onderzocht zullen worden. Als de heer Mathijssen dát bedoelt met loskoppelen, dan kan de wethouder met een volmondig ‘ja’ antwoorden.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
9
De heer Mathijssen (AB) dankt de wethouder voor dit antwoord. De voorzitter constateert dat de fractie PrO geen tweede termijn wenst. De heer Van Doremaele (PGB) geeft aan dat PGB blij is met de gedane toezeggingen. De voorzitter feliciteert de fractie van PGB op zijn beurt (de heer Van Doremaele kijkt immers erg ‘verwachtingsvol’ naar de voorzitter). De heer Roos (VVD) heeft een vraag gesteld over de reactie van de provincie: is de provincie gelukkig met het feit dat het college geen aandacht wenst te besteden aan haar zienswijze? Wethouder Rijnen merkt op dat de provincie erg gelukkig is met het voorliggende voorstel. De heer Roos (VVD) zegt dat hij ook een vraag heeft gesteld hoe de koppeling (die nu uit het raadsvoorstel gaat) er feitelijk uitziet. Was er sprake van een juridische koppeling of niet? Wethouder Rijnen verwijst naar de eerste pagina van het voorstel en stelt dat de koppeling feitelijk ook in het coalitieakkoord zit: daarin wordt de scouting namelijk letterlijk gekoppeld aan de Bosrand. En het coalitieakkoord is van de raad. De heer Roos (VVD) zegt dat zijn fractie voldoende tevreden is met de reactie van het college. De heer Van Tuyl (CDA) is blij dat het college een startnotitie gaat maken en dat de inbreng van de omwonenden en belanghebbenden daarbij een belangrijke rol kan spelen. De voorzitter constateert dat de wethouder geen aanvullingen heeft in tweede termijn. De heer Van der Star (PrO) zegt bij interruptie dat hij geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag over het aspect van de handhaving. De gemeente kan wel van alles afspreken, maar … Wethouder Rijnen zegt dat handhaving in de portefeuille van de burgemeester zit. De voorzitter vraagt vervolgens of de heer Van der Star zijn vraag kan herhalen. De heer Van der Star (PrO) zegt dat de raad steeds meer bestemmingsplannen krijgt voorgelegd waaraan onderliggende overeenkomsten zijn toegevoegd. Spreker heeft al het voorbeeld van bestemmingsplan Heisteeg genoemd waarin de gemeente ooit heeft afgesproken dat er geen omheiningen rondom de woningen geplaatst zouden worden, zodat dieren zich vrij konden bewegen. Echter, als je nu gaat kijken in de Heisteeg, moet je als dier wel heel erg hoog kunnen springen … Vandaag gaat de gemeente weer allerlei overeenkomsten sluiten waarin van alles is vastgelegd. De vraag van PrO is dan ook of de gemeente op enig moment nog kan bijhouden wat er allemaal is afgesproken. Dit is wellicht bij aanvang te controleren en te handhaven, maar hoe moet het daarna verder? De voorzitter zegt vanuit zijn positie als burgemeester dat het beste antwoord het meest concrete antwoord is. De fractie van PrO heeft de Heisteeg als voorbeeld genoemd waar het gaat over hekwerk en ook over het terugplanten van bomen in een van oorsprong bosrijk gebied. Daar wordt op gehandhaafd. De afweging of de gemeente dat kan blijven doen bij
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
10
dergelijke projecten, wordt ieder moment gemaakt wanneer het gemeentebestuur een nota Integrale handhaving vaststelt en daarin prioriteiten stelt ten aanzien van het handhavingsprogramma voor het lopende jaar. In die zin is vandaag niet het juiste moment om dit af te wegen. Het is echter wel goed voor de raad om te weten dat die afweging altijd plaatsvindt en dat de feitelijke situatie is dat er wordt gehandhaafd. Het is dus zeker van belang om bij dit soort overeenkomsten niet de ogen dicht te doen en ervan uit te gaan dat het ‘wel zo zal zijn’. Daar hoort handhaving bij, primair uitgaande van de goede wil van de initiatiefnemers en wetende dat er ook wel eens anders wordt gekeken naarmate een bouwplan zich ontwikkelt en naarmate mensen er daadwerkelijk wonen en tegen een andere realiteit aan lopen. Echter, ook dan blijven de eerder gemaakte afspraken overeind. De heer Van der Star (PrO) gaat er vervolgens van uit dat er een soort lijst op het gemeentehuis ligt met alle zaken die er binnen de diverse overeenkomsten zijn afgesproken. Anders kan er niet op worden gehandhaafd. De voorzitter zegt dat alles wat er met elkaar wordt afgesproken aanwezig is op het gemeentehuis. Zo simpel is het. Daarbij wordt er een prioritering aangebracht in wat het gemeentebestuur belangrijk vindt in het kader van de handhaving, of het nu gaat om de vervuiling van de openbare ruimte, het in bezit nemen van gemeentegrond, zaken die niet conform het bestemmingsplan Bouwen zijn, of wat dan ook. Al dat soort elementen maken deel uit van de handhavingstrategie. Bij de perspectiefnota zal verder terugkomen dat een herijking op dat vlak de kans zal bieden om een en ander helemaal opnieuw te bezien, als onderdeel van de plannen voor 2012. Dus ook daarmee wordt de fractie van PrO bediend in haar terechte vraag. Hierna is de raad toe aan besluitvorming over raadsvoorstel 11/32 inzake het gewijzigde bestemmingsplan Bosrand. Na stemming concludeert de voorzitter dat het plan Bosrand unaniem door alle leden van de raad wordt aanvaard. Vervolgens wordt de motie van AB en het CDA voorgelegd. De motie is al omarmd door het college, maar wordt conform de afspraken in stemming gebracht. De heer Van der Star (PrO) wil een stemverklaring afleggen. Het college omarmt de motie, terwijl er in het tweede deel van het dictum een heel gerichte plek wordt genoemd (i.e. ‘in of nabij Groot Speijk’). Daar heeft de fractie van PrO nogal wat moeite mee. Als dit ruimer kan worden geïnterpreteerd, zal PrO de motie eveneens omarmen. De heer Mathijssen (AB) zegt dat er geen gerichte plek wordt genoemd. De wethouder heeft toegezegd dat hij met een startnotitie komt om diverse locaties te onderzoeken, dus in die zin moet de genoemde locatie in de motie worden beschouwd als een van de locaties die onderzocht moet worden. De heer Van der Star (PrO) blijft erbij dat dit er niet zo staat. Hij vraagt zich af of de motie wellicht overbodig is nu de wethouder de nodige toezeggingen heeft gedaan. De voorzitter zegt dat als de motie niet wordt ingetrokken, zij geldt op de manier waarop zij voorligt en dan wordt erover gestemd. Dat is de vraag.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
11
De heer Mathijssen (AB) zegt, gezien de toezeggingen die de wethouder namens het college heeft gedaan, dat de fractie van AB de motie bij dezen wil intrekken. De voorzitter concludeert dat een en ander daarmee is opgelost. Hij ziet dat mevrouw Oerlemans blij kijkt (vanwege haar tentamen) en sluit het agendapunt af. 6.
Motie vreemd aan de orde van de dag ingediend door de CDA-fractie Onderwerp: motie tegen uitbreiding van de fietsenstalling op de groenstrook naast het Station in Oisterwijk De voorzitter zegt dat de betreffende motie vreemd aan de orde van de dag vorige week al kort is toegelicht in de raadsvergadering van 19 mei en inmiddels is voorzien van een procedure. De fracties hebben deze week een raadsinformatiebrief ontvangen over het betreffende punt. De voorzitter stelt voor om eerst de indiener van de motie aan het woord te laten en te bekijken wat de stand van zaken is omtrent de motie. De heer Van Tuyl (CDA) zegt dat het CDA het college dankt voor het alert reageren op de ingediende motie. Het doel dat het CDA zich met de motie stelde is bereikt, aangezien het college al in overleg is geweest met ProRail en er naar alternatieven wordt gekeken. Dit geeft het CDA voldoende waarborg om de motie in te trekken, mits het college een toezegging doet dat de raad op de hoogte zal worden gehouden over de uitkomsten van het overleg met ProRail. Spreker gaat ervan uit dat de raad nog mogelijkheden heeft om het college te verzoeken om de aanvraag bouwvergunning te heroverwegen op basis van de welstandsgronden. De nu gekozen locatie is immers niet wenselijk. Tot zover. De voorzitter zegt dat hij direct een reactie van de portefeuillehouder vraagt op het punt over het betrekken van de raad. Wethouder Wagenmakers zegt dat in de raadsinformatiebrief, die de raad naar aanleiding van de ingediende motie heeft ontvangen, de slotzin als volgt luidt: “Het college zal de komende weken eventuele alternatieven bespreken en de raad informeren over de uitkomsten hiervan.” De heer Van Tuyl (CDA) geeft aan dat het nu ook in de notulen komt. De voorzitter vraagt of het CDA de motie nu intrekt. De heer Van Tuyl (CDA) antwoordt met een ‘ja’. De voorzitter concludeert dat de motie is ingetrokken en dat daarmee het agendapunt is afgerond, tenzij iemand nog iets wil zeggen over de niet meer op tafel liggende motie. De heer Van Elderen (PGB) vraagt aandacht voor de aanleiding voor de uitbreiding van de fietsenstalling, namelijk de aanwezige overlast die ook in de raadsinformatiebrief is vermeld. Spreker is eens ter plekke gaan kijken en zag een heleboel fietsen die beplakt waren met geelblauwe stickers waarop staat dat de fiets wordt verwijderd als deze niet op korte termijn is weggehaald. De datum die op de stickers staat, is echter al lang verstreken. Spreker vraagt zich af op welke wijze de handhaving op dat punt kan worden verbeterd. Daarmee zal een groot deel van het probleem zijn opgelost. In het kader van het overleg met ProRail vraagt de fractie van PrO hiervoor aandacht.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
12
Wethouder Wagenmakers zegt dat eerder is gemeld dat het college in overleg gaat met ProRail. Het door PrO genoemde aandachtspunt zal het college graag meenemen want het is immers in ieders belang dat de stationsomgeving er keurig uitziet. De voorzitter sluit het agendapunt af. 7.
Raadsvoorstel 11/35: Voorstel tot het vaststellen van de perspectiefnota 2011 De voorzitter komt bij de voortzetting van de behandeling van de perspectiefnota 2011. Aan de orde is de eerste termijn van het college. De voorzitter stelt voor om die termijn te hebben en om vervolgens kort te schorsen. Hij wil tevens afspreken dat het een ongestoorde eerste termijn van het college is en dat alle debat na de schorsing en in tweede termijn aan de orde komt. De heer Van de Ven (AB) vraagt bij interruptie of de raadsleden de reactie van het college ook op papier ontvangen. De voorzitter zegt dat de reacties beschikbaar zijn, voor zover deze zijn uitgetypt. In die zin zal de griffie het mogelijke doen om kopieën te verstrekken aan de raad. Verder wijst de voorzitter in informele zin op de aanvullingen die sinds donderdag 19 mei zijn verstrekt. De raad heeft een erratum gekregen naar aanleiding van de positie van CLIP in het kader van de bezuinigingstermijn, en er is een raadsinformatiebrief verstrekt over de opstelling van het college in de VNG-vergadering (8 juni) in verband met het bestuursakkoord. Het verzoek is of de fracties deze aanvullingen willen meenemen in het debat. 7.a Eerste termijn college De voorzitter geeft als eerste het woord aan de portefeuillehouder Financiën, de heer Wagenmakers. Wethouder Wagenmakers merkt terzijde op dat dit natuurlijk zo is omdat de meimaand wat betreft financiën eigenlijk een beetje ‘zijn’ maand is geworden. De wethouder zegt dat het college in dank de waardering van de raad aanneemt voor de perspectiefnota zoals die vandaag voorligt. Deze waardering zal het college graag doorgeven aan de ambtelijke organisatie, de voortdurend hardwerkende ‘bijenkorf’ op de achtergrond. Het gemeentebestuur heeft samen het lastige traject doorlopen om na de visieformulering en de kerntakendiscussie uit te komen bij de perspectiefnota 2012. Deze perspectiefnota is gepresenteerd in een periode waarin de gemeente onder financiële druk te maken krijgt met moeilijke keuzes. Keuzes die pijn doen. Keuzes die verstrekkende gevolgen gaan hebben. En dat alles onder een grote hoeveelheid onduidelijkheid en onzekerheid. Hoe zal de meicirculaire in juni eruitzien? Hoe pakt de decentralisatie van rijkstaken uiteindelijk uit? Wat moet de gemeente precies gaan doen met hoeveel geld? Hoe zal het gaan met het bestuursakkoord op 8 juni tijdens het VNG-congres? Volgens de wethouder is één ding zeker: deze onzekerheid neemt het college vandaag niet weg. Maar vandaag bepaalt de raad wél de richting en de kaders voor het beleid van de komende jaren. Daarmee gaat het college vanaf morgen aan de slag om de meerjarenbegroting vorm te geven. Ook dat wordt een heel spannende exercitie, maar het college vertrouwt erop dat dit gaat lukken.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
13
Men zegt wel eens: ‘onder druk wordt alles vloeibaar’ en ‘in tijden van schaarste wordt men creatief’. Maar creativiteit heeft tijd nodig en dat is de reden dat het college heeft gekozen voor de tijdsfasering in kortingen, zoals die met name vanaf 2013 wordt doorgevoerd. Kortingen oplopend van 10% naar 30% over de gehele linie. Een tijdpad waardoor de betrokkenen nog ruimte en tijd hebben om oplossingen te zoeken, de pijn te verlichten, hun processen anders in te richten, samenwerking te zoeken met anderen, enzovoort. Het college doet dat met het volle vertrouwen in de veerkracht van de Oisterwijkse samenleving. Het college heeft hier bewust voor gekozen en spreekt daarom liever niet van een kaasschaafmethode, maar eerder van een doorontwikkelingsmethode. Dat geldt zeker ook voor de gemeentelijke organisatie. Volgend jaar, bij de perspectiefnota 2012, zal het college opnieuw een doorkijk maken en verwacht het te kunnen constateren dat alle instellingen, verenigingen en ook de gemeentelijke organisatie zelf zijn gaan inspelen op de vandaag geschetste financiële perspectieven. Uit de kerntakendiscussie heeft wethouder Wagenmakers duidelijk kunnen opmaken welk belang de gemeenteraad hecht aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Het project Groen, Schoon en Heel is de reactie van het college daarop. Alle fracties zijn hier in hun algemene beschouwingen op ingegaan. Investeren in pleinen is investeren in een omgeving waar regelmatig veel burgers en bezoekers elkaar treffen. Bij de behandeling van de jaarrekening heeft het college aan de raad gevraagd om middelen om met de pleinen aan de slag te gaan. De pleinen en alle openbare ruimte dragen bij aan het aanzien van de gemeente Oisterwijk en vormen het visitekaartje van de Parel in ’t Groen (dit naar aanleiding van een opmerking van PrO). Als Oisterwijk een aantrekkelijke gemeente wil zijn, is een passend kwaliteitsniveau van groenvoorziening noodzakelijk om prettig te wonen en te verblijven. Uitgangspunt bij het project Groen, Schoon en Heel is investeren in kwaliteit, onder andere door het gebruik van duurzame materialen en de toepassing van duurzame werkmethoden. De wethouder hoopt op deze manier een goed antwoord te hebben gegeven op de vraag van PrO of de investeringen in de openbare ruimte duurzaam zijn. Diverse fracties hebben hun waardering uitgesproken over de wijze waarop het college via dit project gaat proberen op meerdere terreinen winst te behalen: inhaalslag openbaar gebied, inzet van mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, samen met burgers achterstallig onderhoud aanpakken. De fractie AB heeft gevraagd om dit project niet uit de reserve, maar uit de exploitatie te realiseren. Het project bestaat uit een inhaalslag en dat kan worden gezien als incidentele kosten die het beste gefinancierd kunnen worden uit incidentele baten. Wat voorligt, is een perspectiefnota en de gemeente Oisterwijk heeft voldoende incidentele baten in het vooruitzicht. De wethouder zegt dat het na drie jaren van investeren niet de bedoeling is dat de structurele onderhoudskosten stijgen, maar dat deze juist gelijk blijven. Op dat moment hoopt het college eveneens dat de ‘social firm’ in vol bedrijf is en dat er meer onderhoud tegen dezelfde kosten kan worden uitgevoerd. Naar aanleiding van een andere vraag van de fractie van AB zegt wethouder Wagenmakers dat de gesprekken met de WSD om tot een bredere samenwerking te komen inmiddels zijn gestart. Hierbij wordt gesproken over welke taken bij welke organisatie uitgezet kunnen worden. Gezien de aard van de werkzaamheden is het niet mogelijk dat dit enkel door de WSD kan worden gedaan. Wethouder Van Hezik zal hier dadelijk op terugkomen. In de algemene beschouwingen van de fracties zijn veel vragen gesteld en opmerkingen gemaakt over het programma Recreatie. Deze vragen lopen veelal vooruit op wat er gaat gebeuren nadat de raad vanavond een besluit over de toekomst van zwembad De Leye heeft
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
14
genomen. De wethouder zegt dat het moeilijk is om hierover in dit stadium al een uitspraak te doen. Het college hoopt dat de markt gaat inspelen op de situatie die vanaf 2015 zal bestaan. De fractie van AB pleit voor een combibad en voor verplaatsing van de sporthal naar D’n Donk. Enkele jaren geleden is er al een onderzoek geweest naar de verplaatsing van de sportaccommodaties bij De Leye. Dat bleek geen haalbare kaart en er werd destijds afgezien van vervolgstappen voor verplaatsing. De fractie van PGB heeft gevraagd om alle sportaccommodaties in kaart te brengen. De wethouder zegt dat dit is gedaan. Enige tijd geleden zou hierover een presentatie worden gegeven tijdens een vergadering van de commissie Inwonerszaken. Helaas is dit niet doorgegaan vanwege een te drukke commissieagenda. Het college wil binnenkort graag alsnog een presentatie laten verzorgen over de actuele stand van zaken met betrekking tot de Oisterwijkse accommodaties en met de raad hierover van gedachten wisselen. De wethouder hoort dat graag van de raad. Een slechtweervoorziening of een overdekt zwembad bij het Staalbergven is op dit moment niet aan de orde. Er is evenmin zicht op de financiële haalbaarheid. Dit is ook nooit ter sprake gebracht in gesprekken die de gemeente voert met Natuurmonumenten. De fracties van AB en PGB zijn ingegaan op de kunstgrasvelden bij HOCO. De fractie van PGB vraagt zich af waarom wel voor de hockeyclub en niet voor het voetbal. Wethouder Wagenmakers geeft aan dat het bij HOCO niet gaat om nieuwe investeringen, maar om vervangingsinvesteringen in bestaande kunstgrasvelden. Hockey is een sport die in Nederland alleen nog op kunstgras wordt gespeeld. Bij voetbal zou het gaan om nieuwe investeringen omdat daar nog geen kunstgrasvelden aanwezig zijn. De kunstgrasvelden van HOCO zijn al in de jaren negentig aangelegd. Veld 2 is afgeschreven en afgekeurd door ISA-Sport en de KNHB. Dit veld moet dus worden vervangen. Veld 1 zou bij goed onderhoud nog drie tot vijf jaar mee kunnen gaan, maar is dan ook echt afgeschreven. HOCO heeft de beschikking over een drietal kunstgrasvelden. Als de huidige velden niet worden vervangen, dan kan er niet meer optimaal gebruik worden gemaakt van de aanwezige gemeentelijke accommodaties. Bovendien heeft ISA-Sport in februari 2011 de velden gekeurd en is veld 2 echt afgekeurd. ISA-Sport heeft reparatie van de huidige kunstgrasmat afgeraden omdat dit puur voor de heel korte termijn zou zijn. Het college wil in juli met een raadsvoorstel komen over de vervanging van de twee genoemde kunstgrasvelden. De wethouder ziet de aanbeveling van de fractie van AB om niet zelf te investeren als gemeente, maar te lenen aan HOCO vooralsnog niet als een optie. Dit is immers op dit moment nog geen beleid ten aanzien van gemeentelijke accommodaties. De voetbalverenigingen hebben een vraag naar kunstgrasvoorzieningen. De voetbalverenigingen beschikken echter over diverse natuurgrasvelden, zodat er in ieder geval getraind kan worden en wedstrijden gespeeld kunnen worden. De gemeente heeft momenteel geen middelen voorhanden om aan dit kunstgrasverzoek te kunnen voldoen. Eén kunstgrasveld voor voetbal kost ongeveer 450.000 euro. De wethouder zegt dat een slimme strategische samenwerking tussen de voetbalverenigingen wellicht mogelijkheden biedt. De bal ligt bij hen. De fractie van VVD heeft gevraagd hoe het college het zwemonderwijs en meer bewegen voor ouderen denkt te ondersteunen als zwembad De Leye er niet meer is. Wethouder Wagenmakers zegt dat meer bewegen voor ouderen gewoon blijft doorgaan. De gemeente Oisterwijk beschikt over voldoende accommodaties voor beweging waar bewegen voor ouderen kan worden georganiseerd. Op dit moment is het echter nog niet duidelijk hoe het zwemonderwijs vanaf 2015 vorm zou kunnen krijgen. Dit is een van de onderwerpen die na de besluitvorming van vanavond nader moet worden onderzocht.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
15
De fracties van AB en het CDA hebben vragen gesteld over het onderdeel Bedrijvigheid. Wethouder Wagenmakers zegt dat Oisterwijk al volop meedoet aan het creëren van nieuwe kansen op toeristisch en recreatief gebied. Nationaal Landschap het Groene Woud biedt deze kansen. Een aantrekkelijk Oisterwijk heeft bovendien een economische spin-off. Als voorbeeld noemt de wethouder de actieve bijdrage aan de ontwikkeling van wandel- en fietsnetwerken in VVV- en ROM-verband (Hart van Brabant). Aanstaande zondag wordt het wandelknooppuntennetwerk in het Groene Woud geopend. Daarmee wordt dit netwerk verbonden met het aansluitende netwerk in het Land van de Hilver. Oisterwijk heeft een goede naam op het terrein van toerisme en recreatie en het college wil die naam hoog houden. In het onlangs verschenen rapport van onderzoeksbureau BRO in het kader van de Leisure Boulevard komt duidelijk naar voren welke positie Oisterwijk hierin al heeft. Het college wil het bieden van ruimte aan bedrijven om genoemde ontwikkelingskansen te nemen graag ondersteunen, zij het binnen de ruimtelijke voorwaarden en de voorwaarden van de bestemmingsplannen. Vervolgens wil wethouder Wagenmakers graag ingaan op hetgeen een aantal van de raadsleden heeft gezegd over het ambitieniveau van de dienstverlening en over de gemeentelijke organisatie. Naar aanleiding van enkele vragen vanuit de fractie van PGB zegt de wethouder het volgende. Door de dienstverlening anders en meer efficiënt te organiseren – onder andere door het proces- en klantgericht inrichten van de gemeentelijke organisatie en het doorvoeren van digitalisering – is de gemeente in staat het ambitieniveau voor het Antwoord©-concept te realiseren en de extra taken die van rijkswege op de gemeente afkomen op te vangen. De kosten voor het realiseren van het Antwoord©-concept zijn (voor zover bekend) inzichtelijk gemaakt. De besparing zal worden gevonden in het efficiënter inrichten van de processen en het verbeteren van de kwaliteit van gegevens (de informatie). Deze efficiëntieslag is volgens de wethouder echt noodzakelijk om de extra taken die op de gemeente afkomen te kunnen opvangen. De besparing moet daarom vooral worden gezien als het voorkomen van exorbitante investeringen in de toekomst. Iedereen dient echter te beseffen dat een hoger niveau van dienstverlening ook nieuwe vraag oproept. De wethouder vindt het fijn om te vernemen dat diverse fracties hun waardering uitspreken voor de keuze van dit ambitieniveau. De fracties van PrO en AB vroegen zich af waarom het college niet snijdt in de eigen organisatie. Wethouder Wagenmakers zegt dat elke gemeentelijke organisatie voortdurend aan verandering onderhevig is, omdat ook de taken van de gemeente en de invulling van beleid onderhevig zijn aan verandering. Een organisatie die niet is afgestemd op de taken waarvoor ze staat, verliest aan daadkracht en kwaliteit. Er komt veel op de gemeente Oisterwijk af. De voorziene decentralisatie van rijkstaken heeft gevolgen voor de organisatie. Hierbij is het belangrijk om steeds de juiste volgorde te hanteren: organisatie is volgend op beleid. Zo heeft de vereenvoudiging van de behandeling van bijvoorbeeld de bijzondere bijstand (een beleidswijziging) de nodige consequenties voor de inzet van fte’s. Zo heeft de sluiting van zwembad De Leye (een wijziging in beleid wat gemeentelijke kerntaken zijn) eveneens consequenties voor het aantal in te zetten fte’s in de organisatie. Al enkele jaren is het beleid erop gericht de inzet van externen te beperken. Deze beleidswijziging heeft als gevolg dat de gemeente moet investeren in de kwaliteit van haar ambtelijke organisatie, bijvoorbeeld door middel van scholing. Ter illustratie zegt de wethouder dat het aantal fte’s sinds 2006 zal teruglopen van 196 naar (volgens verwachting) 176 in 2012. Dat is ruim 10% en dat is ondanks de diverse grote projecten zoals de brede scholen, de ontwikkeling van het KVL-terrein, de actualisering van de bestemmingsplannen, die grotendeels door de eigen gemeentelijke organisatie worden uitgevoerd en begeleid. Er is dus al veel bijgestuurd. De werkdruk in de organisatie is hoog. De onzekerheid over de effecten van de
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
16
decentralisatie van taken op de organisatie is eveneens hoog. Verder geeft de wethouder aan dat er bij elke vacature die ontstaat kritisch wordt gekeken naar de opvulling. De gemeente moet durven investeren in de vitaliteit van de organisatie om over enkele jaren nog steeds haar ambities te kunnen waarmaken en te kunnen inspelen op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zoals ontgroening en vergrijzing. Uiteraard dient dat te gebeuren in samenwerking met andere gemeenten, daar waar dit doelmatig en doeltreffend kan. De wethouder stelt dat het duidelijk moet zijn dat het college de organisatie afgestemd wil houden op de taken en het beleid waar de gemeente Oisterwijk voor staat. Wethouder Wagenmakers komt bij het onderdeel Financiering. In hun algemene beschouwingen zijn diverse fracties ingegaan op drie onderdelen, namelijk 1) het moment van structureel sluitend zijn van de begroting, 2) de verbrede rioolheffing en 3) de onroerendezaakbelasting (ozb) en de hierop aangetekende bezwaren. De fractie van PGB heeft zich uitgesproken voor een sluitende begroting in 2014, zoals in het coalitieakkoord is aangegeven. De fractie van AB wil nu al voor vier jaar een sluitende begroting. De wethouder geeft aan dat een sluitende begroting in 2015 voldoende is voor provinciaal toezicht. De in de perspectiefnota voorgestelde ombuigingen zijn ingrijpend, zeer ingrijpend. De wethouder heeft dat al aangegeven bij het begin van zijn betoog. Door de ombuigingen gespreid in de tijd in te voeren geeft het college de betrokken organisaties de tijd om hierop een bedrijfsmatig antwoord (anders gezegd: nieuwe perspectieven) te zoeken en te vinden. Het college spreekt zijn voorkeur uit voor structurele ombuigingen met langetermijneffecten, boven kortetermijnwinsten. Volgens de wethouder spreekt het voor zich dat het college zich wil inspannen om al vanaf 2014 een sluitende begroting te realiseren, zolang dit binnen de grenzen van het acceptabele en het verantwoorde blijft. De huidige tijd is financieel moeilijk, er zijn nog veel onzekerheden. Wat het verbreed rioolrecht en de inzet hiervan betreft, heeft de fractie van PGB aangegeven dat zij geen oneigenlijke verhoging van het rioolrecht en de afvalstoffenheffing wil. Oneigenlijke verhogingen zal het college nooit willen uitvoeren. Ten tijde van de invoering van het verbreed rioolrecht is wettelijk aangegeven welke activiteiten hiertoe gerekend mogen worden. Voor het project Schoon, Groen en Heel bestaat bijvoorbeeld de mogelijkheid om een deel van de kosten voor het verwijderen van het groen tussen het grijs onder het verbreed rioolrecht te laten vallen. De fracties van PGB, VVD en AB zijn in hun algemene beschouwingen ingegaan op het aantal bezwaren op de waardering onroerende zaken (de woz). Zij vragen waarom de bezwaren op de woz niet zijn afgenomen. De wethouder vindt dat een terechte vraag en zegt dat hiervoor een viertal oorzaken is aan te wijzen: 1. De gemiddelde waardestijging van woningen in de gemeente Oisterwijk was toch nog 1%. Dit is hoger dan de landelijke trend en anders dan de burgers hadden verwacht. 2. Bij de waardering van 2011 heeft het taxatiebureau een nieuwe en meer verfijnde methode gehanteerd, waarbij ook aspecten als de onderhoudstoestand, het uitzicht en de ligging van de woning zijn meegenomen. Dit heeft voor 2011 gezorgd voor grote schommelingen in de waardering. Ondanks deze kwalitatief betere waardering zorgt een grote wijziging in de waardering van een woning altijd voor de nodige vragen en bezwaren. 3. Het gemak waarmee men bezwaar kan maken. Door de opkomst van ‘no cure, no pay’adviesbureaus die woningbezitters bijstaan bij het maken van bezwaar, lopen de kosten zeer hoog op. Deze bureaus verdienen aan de proceskosten, die voor een eenvoudig bezwaar al meer dan 250 euro bedragen.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
17
4. Door het wegvallen van de zogeheten Fierensdrempel (verschil in waardering is minder dan 5000 euro) wordt een bezwaar sneller gegrond verklaard. Vroeger moest je meer dan een bepaalde afwijking hebben (de drempel) en dat aspect is nu weggevallen. Doordat de adviesbureaus hoge proceskosten opvoeren, die de gemeente verplicht moet betalen als het bezwaar in het gelijk wordt gesteld (bijvoorbeeld op slechts één klein punt), worden de uitgaven hoog. Wanneer het tot een beroepszaak komt, staat de gemeente achter haar besluit en wordt daarbij ondersteund door het taxatiebureau. Dit kan gemakkelijk oplopen tot 1000 euro per beroepszaak. Het college stelt dan ook voor om de kosten van bezwaren door te berekenen. De fracties van PGB, AB en de VVD wijzen een verhoging van de ozb af. Het is niet de insteek van het college om de ozb voor 2012 boventrendmatig te verhogen. In 2012 zal het college de wenselijkheid van een verhoging onderzoeken, zoals in het coalitieakkoord is afgesproken. Indien dit onvermijdelijk is, dan zal dit uiteraard aan de raad worden voorgelegd. De fractie van AB ziet meer in de gebruikersbelasting. Wethouder Wagenmakers benadrukt echter dat de gebruikersbelasting al jaren geleden is afgeschaft en dus niet meer kan worden gebruikt. De wethouder wil iets kwijt over de verkoop van niet-prioritaire gebouwen. De fractie van AB is van mening dat de verkoop van het pand Moergestelseweg 40 onverstandig is gezien de strategische ligging. In het gewijzigde ontwerpbestemmingsplan Buitengebied heeft deze locatie met een oppervlak van ca. 3085 m2 de bestemming woondoeleinden behouden. Voor het achterliggend gebied kijken diverse partijen naar mogelijkheden voor landschaps- en landgoedontwikkeling. Voordat de gemeente tot daadwerkelijke verkoop overgaat, zullen alle mogelijke strategische belangen worden meegewogen. Wethouder Wagenmakers geeft aan dat zijn betoog lang was, maar dat hij nu toch echt tot een afronding komt van zijn repliek op de algemene beschouwingen. De fractie van PrO heeft aangegeven dat zij het moedig vindt om enerzijds te versterken en te vernieuwen, en om anderzijds te versoberen. De fractie van PGB is over het algemeen goed te spreken over de vertaling van het coalitieakkoord in de perspectiefnota. Voor de fractie van de VVD is het nu tijd om door te denken over de taken van de gemeente. De fractie van het CDA spreekt van lef om naast te versoberen ook te vernieuwen en te versterken en zij geeft complimenten voor de vertaling van de kerntakendiscussie. De wethouder zegt dat het een lastig proces is. De gemeente moet lastige keuzes maken en dat doet pijn. Het college beseft dat en de samenleving begrijpt dat. Tot zover in eerste termijn. Wethouder Van Hezik heeft zijn bijdrage het motto gegeven: “Het kan verkeren”, zoals de dichter en toneelschrijver Gebrand Adriaenszoon Bredero (geboren op 16 maart 1585) onder al zijn werken schreef. Het kan verkeren. Volgens de wethouder zou het de lijfspreuk kunnen zijn van de WSD (werkbedrijf voor mensen met een arbeidsbeperking), een prachtig bedrijf dat steeds meer ‘mensontwikkelbedrijf’ wil zijn in plaats van sociale werkplaats. De WSD dreigt momenteel in grote problemen te raken door de beoogde nieuwe Wet werken naar vermogen (Wwnv). Een jaar geleden sprak de wethouder binnen het dagelijks bestuur van de WSD nog over een winstuitkering voor de elf gemeenten in de gemeenschappelijke regeling. Met vooruitziende blik (achteraf bezien) was zijn standpunt: ‘Voeg het positief financieel resultaat maar toe aan het weerstandsvermogen’. De wethouder zegt gekscherend dat hij soms – al zal dat voor enkele leden van de raad moeilijk zijn te geloven – verstand heeft van financiën.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
18
In de lopende bestuursperiode wordt echt werk gemaakt van ‘maatschappelijke innovatie’. Althans, zo luidt de opdracht aan het college van B en W in het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Samen meer met minder’. Er valt helaas niet te ontkomen aan ombuigingen en bezuinigingen, en de fractie van het CDA heeft in eerste termijn gesteld dat dit niet altijd meer is te verwezenlijken door efficiëntiemaatregelen. Wethouder Van Hezik beaamt dat het optimaliseren van bedrijfsprocessen door efficiëntiemaatregelen niet meer volstaat. Herontwerp van bedrijfsprocessen is noodzakelijk, in de organisatietheorie aangeduid als ‘business proces redesign’. Precies dit verschil tussen optimaliseren en herontwerpen maakt dat de oplopende taakstellende bezuinigingen niet volgens de kaasschaafmethode gaan. De wethouder stelt dat de eerdere bezuinigingsoperatie van 3,5% wel volgens de kaasschaafmethode is gegaan, en dit was op te vangen door optimalisering. Het perspectief van de voorliggende perspectiefnota is echter 30% minder. ‘Samen meer met minder’ is dan alleen mogelijk door herontwerp, door maatschappelijke innovatie. Dat is in de afgelopen tijd steeds de boodschap van de wethouder geweest richting alle organisaties binnen de sociale en culturele sector, die hem aangaven dat zij dit percentage niet met efficiëntiemaatregelen kunnen halen. De fractie van PGB stelt elk jaar opnieuw (en terecht volgens de wethouder) dat de perspectiefnota een richtinggevend document is. De richting is nu duidelijk: optimaliseren volstaat niet meer; herontwerp/maatschappelijke innovatie is nodig, precies zoals de kerntakendiscussie die de raad heeft gevoerd heeft uitgewezen. Een van de innovatieve elementen in de perspectiefnota is het concept van een ‘maatschappelijk bedrijf’, een ‘Social Firm’. De onderliggende gedachte achter dit concept is simpel: reserveer alle werkzaamheden aan de onderkant van de arbeidsmarkt daadwerkelijk voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Als dit concept de instemming van de raad krijgt, gaat het college onderzoeken hoe het dit maatschappelijk bedrijf vorm kan geven. Hierover worden inmiddels al gesprekken gevoerd met logische partners als de WSD (onderhoud openbare ruimte) en Thebe (huishoudelijke hulp). Uitgangspunt is dat de gemeente Oisterwijk de regie gaat voeren. Wethouder Van Hezik benadrukt dat toeleiding naar reguliere arbeid ook in het maatschappelijk bedrijf het hoogste doel blijft. Als voorbeeld noemt hij de gemeentelijke werkmakelaars – eveneens een nieuw concept dat voortreffelijk werkt – die mensen plaatsen bij lokale werkgevers en die het ‘klantenbestand’ gering weten te houden, ondanks de economische crisis. De wethouder zegt dat het principe van herontwerp van bedrijfsprocessen ten grondslag ligt aan de nieuwe cultuurvisie van de gemeente Oisterwijk, samen met het principe van cultureel ondernemerschap. De inspreker van Bibliotheek Midden-Brabant heeft de raad in de vergadering van vorige week verteld over het initiatief om de benedenverdieping van Tiliander om te vormen tot gemeenschappelijke ruimte – een soort ‘open podium’ voor de VVV, Factorium Podiumkunsten en theater, met een gemeenschappelijke balie en het delen van ruimten – om daarmee tegelijk een bezuinigingsslag te maken. Dat is waar de wethouder naar toe wil, want dat is denken vanuit innovatie. De vrijkomende ruimten in Tiliander kunnen worden verhuurd aan particuliere initiatieven als Danserswijk en de Zuivelfabriek (die ongesubsidieerd werken), zodat Tiliander een heuse ‘hot spot’ voor cultuur wordt. Om deze en andere innovaties mogelijk te maken, roept het college een cultuurfonds in het leven. De wethouder is van mening dat je innovaties ook in breder verband moet zien als deze bijdragen aan sociale cohesie (zoals de fractie van PrO heeft benadrukt). Op die manier wordt de netwerksamenleving, die de gemeente in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wenst, dichterbij gebracht. De wethouder citeert de perspectiefnota: “Organisaties ontkomen niet aan een fundamentele herbezinning op hun missie en doelen. Wat
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
19
ons betreft zouden samenwerking en cultureel ondernemerschap daarbij de leidende principes moeten zijn en het creëren van sociale samenhang het voornaamste doel. Om dit proces te stimuleren, willen we een cultuurfonds instellen.” Wethouder Van Hezik zegt dat genoemde herbezinning op missie en doelen ook geldt binnen de sociale sector. De fractie van de VVD heeft terecht opgemerkt dat bijvoorbeeld het peuterspeelzaalwerk innovatief zal moeten reageren. De fractie van PGB heeft (eveneens terecht) aangegeven dat deze innovatie in de samenwerking met de kinderopvang moet worden gezocht. De wethouder zegt dat deze herbezinning op missie en doelen vooral ook geldt voor het gemeentebestuur. De fractie van PrO is geschrokken van de bezuinigingen op sociaal gebied. De wethouder vindt dat terecht en ook de Wmo-raad maakt zich zorgen. Maar het kabinet zal de budgetten voor reintegratie, educatie en inburgering de komende jaren verder laten krimpen. Dit zal gevolgen hebben voor de doelgroepen in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor jonggehandicapten (Wajong) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Met het oog op deze gevolgen zal de gemeente Oisterwijk in de ledenvergadering van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) op 8 juni niet akkoord gaan met het bestuursakkoord tussen de VNG en het Rijk zoals dit nu wordt voorgesteld. De wethouder zegt dat men elkaar niets wijs moet maken: het bestuursakkoord – in welke vorm dan ook – zal altijd grote bezuinigingen met zich meebrengen. En ook het gemeentebestuur is genoodzaakt zijn bedrijfsprocessen te herontwerpen; het concept van een maatschappelijk bedrijf in de voorliggende perspectiefnota anticipeert hierop, maar daarmee is de gemeente Oisterwijk er nog lang niet. Wethouder Van Hezik vindt de opmerking van de VVD-fractie – dat Nederland een beschaafd land is, waar groepen die onder de Wmo vallen respectvol worden behandeld – belangrijk voor het herontwerpen van bedrijfsprocessen. Hij ziet ‘beschaving en respect’ steeds meer verloren gaan in de steeds killere en individualistische samenleving, terwijl beschaving en respect sleutelbegrippen zijn voor een netwerksamenleving waarin de mensen betrokken zijn bij elkaar. Daarmee zijn het meteen sleutelbegrippen voor de kanteling binnen de Wmo: er zal een steeds groter beroep worden gedaan op de ‘civil society’. Voor het college is dit tevens de achterliggende reden voor het instellen van een participatiefonds. Juist vanwege beschaving en respect voor de kwetsbaren in de samenleving heeft het college besloten om de financiële middelen, die vrijkomen als het kabinet de gemeente wettelijk dwingt haar regelingen van 120% van het sociaal minimum af te bouwen tot 110%, niet in te boeken, maar beschikbaar te houden voor de doelgroep. Het college wil dit doen in de vorm van een participatiefonds, omdat kunnen meedoen in de samenleving moet gelden als beschavingsprincipe in de gemeente Oisterwijk. De wethouder zegt vervolgens dat de gemeente niet moet willen bezuinigen op vrijwilligerswerk en mantelzorg als zij een groter beroep wil doen op de ‘civil society’. Dat doet het college dan ook niet. Sterker nog, het college maakt extra middelen vrij. De fractie van PrO heeft het participatiefonds en de extra investeringen in vrijwilligerswerk en mantelzorg gekarakteriseerd als ‘vriendelijke pogingen, maar zwaar onvoldoende’. Daarmee roept zij een ethische gewetensvraag op over wat men verstaat onder beschaafd, mede in het licht van de visie op Oisterwijk in 2030 als een sociaal sterke gemeente. Het uitgangspunt moet in ieder geval zijn dat investeringen op andere beleidsterreinen dan sociaal beleid, tegelijk ook investeringen in sociaal beleid zijn. Dat is precies de grondgedachte van het maatschappelijk bedrijf, waarbij bijvoorbeeld investeringen in de openbare ruimte eveneens ten goede komen aan werkgelegenheid voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
20
Vanuit het Rijk komen drie grote decentralisaties op sociaal gebied af op de gemeente en de gemeenschap: de sociale werkvoorziening, de jeugdzorg en de overheveling van de AWBZ naar de Wmo. Naar analogie van de kanteling binnen de Wmo, wordt er in het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg nu al gesproken over een kanteling naar de ‘pedagogische civil society’. Hoe gaat men om met deze centralisaties/kantelingen? En wie is ‘men’? De fractie van PrO pleit ervoor om netwerken zelf verantwoordelijk te maken. De fractie van de VVD vindt dat het college meer vertrouwen moet stellen in, en een beroep moet doen op de creativiteit van de gemeentelijke organisatie en maatschappelijke organisaties. De fractie van PGB bepleit dat burgerbetrokkenheid en -participatie hoog in het vaandel moeten staan. De fractie van het CDA wil een beroep doen op de betrokkenheid, creativiteit en energie van betrokken partijen. De fractie van AB bepleit meer en creatieve samenwerking. Wethouder Van Hezik constateert hiermee dat de raad in gezamenlijkheid het antwoord geeft. En ‘men’ is dus niet enkel de gemeente in haar rol als bestuurlijke organisatie, maar ook de gemeenschap, de ‘civil society’, de netwerksamenleving. Als mooi voorbeeld hiervan noemt de wethouder het Klavertje 4-model, dat alle partijen die in Oisterwijk betrokken zijn bij de kinderopvang binnenkort middels een convenant ondertekenen. In dit model kiezen de partners uitdrukkelijk voor een coöperatiemodel en niet voor een fusie. De wethouder vindt dit een mooi voorbeeld van maatschappelijke innovatie. Een ander mooi voorbeeld wordt de nieuwe visie op wijkgericht werken, waarin de bredeschoolwijknetwerken, de wijkraden, de wijkcentra en de wijkcoördinatoren bijeen worden gebracht. Daarnaast beschouwt de wethouder de omslag die de gemeente momenteel maakt in haar minimabeleid – om uit te gaan van vertrouwen in de burger, in plaats van wantrouwen – als illustratief en tevens als een grote cultuuromslag binnen de gemeentelijke organisatie. Een ander mooi voorbeeld is het voornemen in de perspectiefnota om betrokken partners te vragen voor de helft financieel bij te dragen aan voorzieningen als CLIP (Cultureel Leraren Informatie Punt). Samenwerken is immers ook samen investeren. De fractie van PrO is trots op wat de gemeente Oisterwijk heeft bereikt binnen de onderwijshuisvesting en de bredeschoolwijknetwerken. Wethouder Van Hezik vindt dat terecht. In tijden van crisis vergt het lef om ambities overeind te houden. Bovendien is samenwerken belangrijker dan stenen, hoe mooi de gerealiseerde bredeschoolgebouwen ook zijn. De wethouder is vooral trots op alle mensen en organisaties die zich inzetten voor de bredeschoolontwikkeling als samenwerkingsverband. De gemeenteraad is kritisch, en dat is goed. Maar bestuurlijk Oisterwijk zou veel meer trots moeten uitstralen. Er gebeuren immers heel veel goede dingen in de gemeente. De wethouder denkt bijvoorbeeld aan de feestelijke opening van het Centrum voor Jeugd en Gezin die gisteren plaatsvond. Hij noemt het centrum een nieuw pareltje in het voorzieningenniveau, waarvoor de gemeente van de provincie Noord-Brabant eveneens een provinciale parel heeft gekregen (te zien bij de ingang van het raadhuis). Wethouder Van Hezik herhaalt tot slot dat Bredero onder al zijn werken schreef: “Het kan verkeren”. Veel zaken die in de perspectiefnota als denkrichting zijn aangegeven, moeten verder worden uitgewerkt. Er kan nog veel verkeren. Om te beginnen op 8 juni, als de ledenvergadering van de VNG zich uitspreekt over het bestuursakkoord met het Rijk. In de eerste termijn van de raad heeft een aantal fracties gesproken over donkere wolken en een sterrenhemel van onder druk staande gemeentefinanciën, waarin duidelijkheid nog steeds ontbreekt. Met het oog hierop heeft een aantal fracties aangegeven dat zij de perspectiefnota vindt getuigen van moed, durf, realiteitszin en ondernemerschap.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
21
Bredero stierf op 23 augustus 1618, op het moment dat de Republiek Holland in politiek opzicht roerige en kritieke tijden beleefde. Op 29 augustus 1618 werden Johan van Oldenbarnevelt en Hugo de Groot gearresteerd. Boven het hoofd van Van Oldenbarnevelt hingen destijds ook donkere wolken. Tot besluit geeft de wethouder de raadsleden de woorden mee die Van Oldenbarnevelt volgens de overlevering zou hebben gezegd tegen zijn beul toen hij op het schavot stond: “Volgens mij gaat het regenen. Mij maakt het niet uit, maar jij moet nog terug.” Het kan verkeren … Wethouder Rijnen zegt dat oog houden voor ruimtelijke kwaliteiten in alle kernen en een aantrekkelijke leefomgeving het uitgangspunt is van het zittende college. Dat is nu, maar ook toekomstgericht, een van de belangrijkste elementen. Het bestemmingsplan Buitengebied is afgelopen dinsdag in het college besproken en toen is vastgesteld dat het door kan naar de raadsvergadering van 29 juni. Er is vijf jaar hard aan gewerkt. Het is een prachtige stap in de goede richting om het bestemmingsplan Buitengebied door de raad te laten vaststellen. Wel heeft het college ervoor gekozen om bij de nog vast te stellen bestemmingsplannen uit te gaan van het principe ‘conserverend’, omdat het een traject van vijf jaar onacceptabel vindt. De fractie van PGB heeft gevraagd hoe het staat met het gemeentelijke beleid ten aanzien van de intensieve veehouderijen en het beperken van de negatieve gevolgen. Wethouder Rijnen zegt dat aan het bestemmingsplan Buitengebied, als aanvulling op de wijzigingsprocedure, een extra voorwaarde wordt toegevoegd. Uit het oogpunt van de gezondheid van de mensen zal de betreffende wijziging aanvaardbaar moeten zijn. Daarnaast is binnen de reconstructiegebieden een traject in gang gezet om te komen tot herbegrenzing van de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s). De wethouder geeft aan dat er in de perspectiefnota voor de LOG’s een post is opgenomen (voor het eerst) voor landschappelijke inpassing en een onderzoek naar infrastructuur. Daarmee is de gemeente Oisterwijk richting de provincie een serieuze partner geworden om in aanmerking te komen voor aanvullende subsidie. De fractie van AB heeft aangegeven dat projecten in Moergestel niet van de grond komen. Wethouder Rijnen zegt dat er nog veel wordt gebouwd in de gemeente Oisterwijk en dat er verschillende projecten in de startblokken staan. In de kern Moergestel zijn de gesprekken over het centrumplan weer vlotgetrokken en het ziet ernaar uit dat men daar gezamenlijk uit gaat komen. De laatste berichten over de Ermelindeshof noemt de wethouder positief. In de kern Oisterwijk wordt volop gebouwd in Pannenschuur Buiten. De gemeente heeft daar nog één perceel uit te geven, de zogenaamde ‘walwoningen’. Er zijn zeven ondernemingen die hebben aangegeven dat ze dit project graag willen ontwikkelen. Twee ondernemers hebben hun plannen inmiddels gepresenteerd. De wethouder zegt verder dat de raad zeker het woon-zorgcomplex Catharinenberg niet moet vergeten, waar onlangs het hoogste punt is bereikt. De fractie van PGB heeft gesteld dat de maatregelen voor jongeren en senioren, voortkomend uit de Woonvisie, opgenomen moeten zijn in de begroting 2012. Wethouder Rijnen geeft aan dat het proces is gestart om te komen tot de nieuwe Woonvisie. De besluitvorming over de Woonvisie zal plaatsvinden in het najaar van 2011. In hoeverre de uitkomsten van de Woonvisie meegenomen kunnen worden in de begroting 2012 is afhankelijk van het feit of de Woonvisie op tijd kan worden vastgesteld.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
22
Wat de afvalverwerking betreft zegt de wethouder dat de gemeente in regionaal verband nieuwe contracten gaat afsluiten. Het huidige contract voor restafvalverwerking loopt af in 2015; dit moet voor 1 februari 2012 worden opgezegd. De gemeente ervaart het huidige contract als een wurgcontract. Het college zal samen met de regio inzetten op een flexibel en op maat gemaakt contract. De fractie van het CDA gaat uit van hogere kosten voor de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD). Wethouder Rijnen zegt dat dat klopt. Momenteel is hiervoor een pro-memoriepost opgenomen. Het college gaat ervan uit dat er eind 2011 meer zicht is op de inrichtingskosten. Als dat inderdaad zo is, worden deze inrichtingskosten opgenomen in de begroting 2012. De minister heeft aangegeven dat de milieudiensten moeten worden samengevoegd. Daartoe behoort een RUD Midden- en West-Brabant tot de mogelijkheden. De provincie heeft haar voorkeur voor deze optie uitgesproken. Het uitgangspunt van het college is dat de gemeente de zaken moet laten zoals ze zijn als zij deze zelf, in eigen huis, kan doen. Zaken waarvoor de gemeente de benodigde kennis niet in huis heeft, moet ze gezamenlijk aanpakken. De wethouder komt bij landinrichtingsproject De Hilver dat de gemeente Oisterwijk 400 ha natuur zal opleveren, evenals een meanderende Reusel en een natuurijsbaan bij de kern Moergestel. De gemeente heeft de komende jaren extra aandacht voor recreatieve ontwikkelingen, en dat allemaal in het ‘geografische middelpunt van de Benelux’. De gemeente gaat verder extra natuur toevoegen door het ontwikkelen van een landgoed, zoals landgoed De Logt. Dit wordt een voorbeeldproject voor de gehele provincie met als uitgangspunt dat de natuur voorop dient te staan en dat het rood (de stenen) dat hiervoor nodig is, volgend is. Dat is tevens de koers van het zittende college. De VVD-fractie is geschrokken van de extra kosten voor de Welstandscommissie, en bij de fractie van AB is de Welstandscommissie al jaren een doorn in het oog. Wethouder Rijnen geeft aan dat aanstaande dinsdag (31 mei) de evaluatie van de gecombineerde commissie Welstand en Monumenten in het college aan de orde komt. Daarna zal de evaluatie worden doorgeleid naar de raad. In reactie op de VVD zegt de wethouder dat de kosten van de gecombineerde commissie Welstand en Monumenten zeker niet hoger zijn. Deze kosten zijn juist afgenomen. Tot slot zegt de wethouder dat het grootste en zeker niet het minste project van de gemeente – namelijk de ontwikkeling van het KVL-terrein – steeds meer regionale belangstelling geniet. De meeste onderzoeken zijn inmiddels afgerond. De afronding van het masterplan komt eveneens dichterbij. Op basis van dit plan zal de gemeente het contract met de ontwikkelaar kunnen sluiten en kan er in 2012 worden gestart met de verdere uitwerking van deelgebied I en het opstellen van een bestemmingsplan. Ondertussen wordt er gesproken met partijen die de tijdelijke activiteiten rondom het Ketelhuis willen organiseren. Het college streeft ernaar dat het KVL-terrein een plek wordt waar het goed wonen en werken is, en waar het zeker ook prettig verblijven is in een cultuurhistorisch waardevolle omgeving. Tot zover. De voorzitter zegt dat ter afronding van de eerste termijn van het college hijzelf in zijn rol als portefeuillehouder een reactie zal geven. Burgemeester Janssen gaat even terug naar afgelopen vrijdag (20 mei) toen veel mensen in Moergestel aanwezig waren bij de onthulling van het middelpunt van de Benelux. Er waren minder mensen aanwezig bij het bezoek van de commissaris van de koningin, met name bij het
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
23
moment in de Herenkamer (mevrouw Bastiaan was er in ieder geval wel bij) van museum De Drie Deuren waar de voorleeskampioene van Oisterwijk, Carolina Dankers, haar visie gaf op haar eigen 2030. De burgemeester vindt dat zij dat heel aardig deed en hij zou graag in de door Carolina geschetste gemeente willen zijn. Het feit dat zij haar visie voorlas, had tevens een diepere betekenis. Het betreft de symboliek van iemand van tien, elf jaar die een verhaal houdt en voor wie het gemeentebestuur feitelijk alle beleid maakt: het gaat immers om het vormgeven van de toekomst van die jonge generatie. Het was ook symbolisch voor de visie van het gemeentebestuur zelf, die het in het afgelopen jaar heeft gemaakt en die doordrenkt is van jeugd. Op een gegeven moment is de koppeling gelegd met een aantal jongeren die hebben gekeken naar de status quo en beoordeelden of deze klopte met hun beeld. De gemeentelijke visie en de visie van Carolina liggen in zekere zin in elkaars verlengde. De burgemeester zegt dat het niet alleen symbolisch was, maar ook feitelijk: Carolina had gewoon een mooi verhaal. Bovendien heeft het haar opgeleverd dat de commissaris heeft toegezegd dat hij gaat bepleiten dat zij een keer kan optreden bij Omroep Brabant. Carolina heeft een geweldige stem en ze ziet er goed uit, wat erg belangrijk is voor dergelijke media. In die zin levert het op termijn ook werkgelegenheid op, want de gemeente stimuleert een Omroep Brabant-carrière. Het lijkt een beetje gek, maar de burgemeester meent het serieus: als men dat met elkaar heeft bereikt in de afgelopen periode – door het eerste woord van het coalitieakkoord: ‘samen’, (tevens het eerste woord van de titel) uitvoering te geven, via de visiediscussie, de gezamenlijke kerntakendiscussie, vervolgens vandaag de perspectiefnota en daarna de klus om het allemaal uit te werken – dan hebben de raad en het college een flinke prestatie geleverd. Ook dat onderstreepte de commissaris van de koningin, die zei dat je krachtig wordt op het moment dat je een visie hebt, een richting, een oriëntatiepunt, waardoor er energie ontstaat om in die richting te gaan en waardoor je het gevoel krijgt dat je dan ook keuzes durft te maken die op enig moment wat minder leuk zijn. Je durft die keuzes te maken omdat je weet waar je naartoe wilt. De burgemeester stelt daarom voor – ook al is het niet de eerste deugd die iedereen bezit – om vooral trots te zijn op het bereikte resultaat. Hijzelf is in ieder geval trots. Meerdere fracties onderkennen het belang van samenwerken, uiteraard binnen de gemeentegrenzen, maar waar mogelijk en nodig ook daarbuiten. Zo staat het eveneens in de visie op Oisterwijk 2030. Een paar fracties hebben daar opmerkingen over gemaakt. Wat is de betekenis van samenwerken? Soms is de concrete betekenis dat je door massa te maken kwaliteitsbehoud kunt realiseren en ook kwaliteit kunt versterken die je op eigen kracht niet in de hand hebt. Als voorbeeld noemt de burgemeester de beoogde samenwerking voor Sociale Zaken en de afgelopen samenwerking voor Sociale Zaken, waarin wordt bekeken of de dienstverlening van de gemeente Oisterwijk (die goed is) voor de toekomst kan worden gewaarborgd. Een doel van samenwerken kan ook simpelweg besparen zijn: massa maken, volume maken in de producten die je samen inkoopt. Als voorbeeld noemt de burgemeester de deeltaxi; als je die regionaal aanpakt, weet je dat je daarmee prijsvoordeel kunt behalen, mét behoud van de nagestreefde kwaliteit. Als derde betekenis geeft de burgemeester aan dat Oisterwijk door samen te werken met andere gemeenten geld kan ‘binnenfietsen’ dat haar op eigen kracht niet zou lukken. Hierbij haalt hij het vaker genoemde voorbeeld aan van het Groene Woud of de Leisure Boulevard, waar geld via Midpoint Brabant in Midden-Brabant binnenkomt. Dat geld had Oisterwijk nooit gekregen als zij als individuele gemeente met een aanvraag had aangeklopt. Dit als antwoord op een aantal vragen over het belang van samenwerking.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
24
De burgemeester heeft al iets gezegd over de visie. In een van de bijdragen van de raad zat de vraag of je de kerntakendiscussie zou moeten verdiepen. De burgemeester zegt dat het college in ieder geval de perspectiefnota moet uitwerken. Daarnaast loopt de afspraak om na afloop van de gehele cyclus van visie, kerntaken, perspectiefnota en begroting nog eens naar de visie te kijken en te bepalen of men daar nog steeds het goede gevoel bij heeft. Daarbij zou gemakkelijk de parallel met de kerntakendiscussie gemaakt kunnen worden. Als het college op dat moment op basis van de bijgestelde visie nogmaals kijkt naar het pakket van kerntaken (in een wat kortere slag), dan zou dat nieuwe inzichten kunnen opleveren, zeker in een situatie waarin de bezuinigingen nog niet achter de rug zijn en verder gaan. Vervolgens komt de burgemeester bij programma 1, dat enkele zaken bevat die de raad zelf betreft. Het college heeft de voorzet gedaan met twee kernbegrippen: efficiëntie en vertrouwen. De efficiency kan toenemen door moderner te werken. AB geeft dat onder andere aan en onderstreept daarbij dat dit niet ten koste mag gaan van de informatiestromen. Dat vindt de burgemeester terecht; informatie dient volledig te zijn. Hij wil hier graag op terugkomen in de visie die de griffie zal formuleren. De raad is er zelf bij om dat te zien groeien. Het tweede element is vertrouwen. Het begrip vertrouwen is een reden waarom het college kijkt naar de functie van de Rekenkamer. Niet zozeer om te bezuinigen op de gemeentelijke Rekenkamers, maar om te bezuinigen op de aanpak waarvoor men op dit moment steeds kiest. De Rekenkamer zou eigen onderzoek kunnen doen in wat kortere slagen; de praktijk is momenteel om dit uit te besteden aan externe bureaus. Het college heeft gezegd dat dit laatste element mogelijk kan worden beperkt tot één onderzoek per jaar, wat overigens de praktijk van het afgelopen jaar is geweest. Daarnaast zou je de Rekenkamer wel kunnen vragen om zich voor een tweede en/of derde onderzoek te beperken tot een aantal punten waar eigen inzet mogelijk is (en dan uiteraard minder intensief dan een extern bureau kan doen). Dat is de achtergrond van de opmerking die er staat: niet sec een bezuiniging op de Rekenkamer (zijnde een aantal mensen die activiteiten doen) maar op het element van uitbesteding dat daarin zit. De burgemeester is benieuwd hoe de raad hier in tweede termijn op zal reageren. Het blijft een lastig onderwerp omdat het om ‘eigen vlees’ gaat; daar praat de slager minder makkelijk over. De fractie van PGB heeft op vertrouwde wijze het belang van burgerparticipatie onderstreept. De burgemeester hoopt dat PGB in alle stukken die het college op dit moment maakt – en langzaam gaat dat richting de 100% – heeft herkend dat het college de paragraaf over participatie inmiddels in de vingers heeft. De participatieladder wordt daadwerkelijk inzichtelijk gemaakt in de voorstellen die de raad bereiken. Dit is in ieder geval de bedoeling via het instrument van de startnotitie, maar eigenlijk via alle voorstellen die voorbijkomen. PrO heeft gevraagd naar de omvang van de veiligheidsparagraaf. De burgemeester zegt dat daar het feit zich voordoet dat er een nota Integrale veiligheid in voorbereiding is, waarin alle vragen aan de orde komen die buiten de perspectiefnota omgaan. Op redelijk korte termijn zal het college de (wellicht niet eens aan te passen) kaders opnieuw aan de raad voorleggen om daarna tot een uitvoeringsplan te komen. Dat is de reden dat niet alle onderwerpen op het gebied van veiligheid bij de kop zijn gepakt. Verder zit er een redelijke ‘hands on’-mentaliteit in als het gaat om de aanpak Oisterwijk Veilig, met name op het punt van inbraken en de aanpak hennep. Als het gaat over het overleg over jeugd; wanneer het goed gaat, maar zeker ook wanneer het niet goed gaat. Er komt een nieuw zorg- en adviesteam. Er is een heel actieve jeugdagent voor de wijken binnen de gemeente Oisterwijk en dat vindt de burgemeester een heel concrete aanpak. De gemeente is bezig met cameratoezicht op bedrijventerreinen en vanaf het najaar waarschijnlijk ook op het station in
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
25
samenwerking met het spoorwezen, dat de bereidheid heeft om mee te kijken naar cameratoezicht op die plek. Dit is in principe een eigen verantwoordelijkheid van de NS, maar in het kader van de totale stationsaanpak zou het prettig zijn om deze entreeplek van de gemeente zo goed mogelijk op orde te hebben. Daarover volgt in ieder geval nader bericht. De raad heeft kunnen lezen over de herijking Handhaving & Toezicht. Het college zal daar meteen het parkeerbeheer bij betrekken, al is daar sprake van een afgeronde aanbesteding zodat de gemeente vastzit aan de partij die het werk uitvoert. Echter, daar waar de gemeente deze partij kan betrekken bij het toezicht in het openbaar gebied, zal zij dat doen in het kader van de herijking. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheden van nieuwe middelen/media in het kader van toezicht in het openbaar gebied. Ook dat hoort volgens de burgemeester bij de herijking en daar wil hij de raad helderheid over geven naar aanleiding van de perspectiefnota. PrO heeft in dat kader aandacht gevraagd voor de fysieke en sociale leefomgeving. Het CDA onderstreept een goede samenwerking met veiligheidspartners. De burgemeester vindt dat mooie kansen om in de nota Integrale veiligheid en in de herijking van het gemeentelijk handhavingsbeleid mee te nemen. PrO suggereert verder dat er binnen de gemeente Oisterwijk geen politie meer fysiek aanwezig is in een gebouw. De burgemeester zegt dat de politiepost blijft, of dat nu de huidige post in het bureau is (waar overigens heel andere diensten vanuit de politie gebruik van maken dan de politie die in Oisterwijk actief is), of op een andere plek die goed bereikbaar is (wellicht in de buurt van de huidige brandweerpost). Dat zal moeten blijken, maar de aanwezigheid van een meldpunt waar burgers terecht kunnen voor een afspraak en dergelijke is een harde afspraak die al is gemaakt met de regionale politie. PrO is per motie ingegaan op het bestuursakkoord tussen de VNG en het Rijk. De burgemeester is van mening dat de raadsinformatiebrief daarover helder is. Wat er nu ligt, wijst het college af. Het is echter te hopen dat deze afwijzing iets doet bij de VNG zelf, om op die basis en met het geluid van heel veel gemeenten in de oren opnieuw aan tafel te gaan bij het kabinet en te bekijken wat daar nog te halen valt. De raad heeft heel veel visie gegeven op versoberen, versterken en vernieuwen, en op het belang van innovatie. De burgemeester noemt het tamelijk uniek dat een begrip dat slechts een jaar oud is – ‘social innovation’ – zo nadrukkelijk wordt betrokken bij het beleid dat de gemeente Oisterwijk wil maken. De burgemeester vindt het een compliment waard dat dit begrip niet alleen tussen de oren zit bij iedereen aan de collegekant van de tafel, maar bij iedereen in de gehele gemeentelijke organisatie. Daaruit valt in de huidige tijd winst te halen. De raad heeft een visie op werken en op meedoen in de samenleving, en het heeft een visie op de directe leefomgeving van burgers die ‘groen, schoon en heel’ en als het even kan ook heel veilig moet zijn. De burgemeester hoopt dat al die visies vandaag worden gedeeld en dat ze leiden tot goede besluitvorming. Hij hoopt dat dit het college kan inspireren bij alle uitwerking. Een aantal fracties zegt heel duidelijk dat die uitwerking noodzakelijk zal zijn, maar tegelijkertijd is het nodig om een scherp verhaal te hebben in de perspectiefnota om tot die uitwerking te komen. Ten slotte heeft de burgemeester gemerkt dat de AB-fractie tranen heeft. “De tranen schoten de AB-fractie in de ogen”, zo staat er in haar algemene beschouwingen. De burgemeester heeft papieren zakdoekjes liggen en hij kan er niet te veel tijd aan besteden omdat er Tempo op staat en dan denkt hij weer aan mevrouw Oerlemans en haar tentamen … Maar voor zover AB serieuze tranen heeft, hoort de burgemeester dat heel graag in tweede termijn. Voor zover het echt zo is dat er in het visietraject, de kerntaken etc. wordt gewerkt in de rol als raad en niet
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
26
zozeer in de rollen als oppositie en coalitie, geeft de burgemeester de fractie van AB helemaal gelijk en hoopt hij dat zij straks zegt dat het ook een beetje tranen van vreugde zijn. Daarmee sluit de burgemeester de eerste termijn af. Schorsing van 20.48 tot 21.19 uur 7.b Tweede termijn raad De voorzitter heropent de vergadering en zegt dat men toe is aan de tweede termijn van de raad, een termijn waarbij interrupties zijn toegestaan. De fractie van PrO krijgt als eerste het woord. Mevrouw Bastiaan (PrO) zegt dat PrO het college wil complimenteren met de duidelijke antwoorden. Zij vindt het in de huidige tijd erg belangrijk dat er krachtig bestuur wordt getoond en volgens PrO heeft het college vanavond laten zien dat het op één lijn zit en vanuit een duidelijke visie werkt. PrO geeft hem complimenten daarvoor. Gezien de ‘urgentie’ van haar buurvrouw (mevrouw Oerlemans) zal mevrouw Bastiaan alle bijdragen kort en krachtig langsgaan. Ze begint met wethouder Wagenmakers, die nadrukkelijk heeft gezegd dat de perspectiefnota een richtinggevend en kaderstellend document is. Spreekster is blij dat de wethouder dat zegt, want ook de fractie van PrO heeft de perspectiefnota als zodanig bekeken en beoordeeld. Men moet vanavond vooral niet veronderstellen dat datgene wat concreet staat vermeld in de perspectiefnota meteen besluiten zijn. Die besluiten komen uiteindelijk in de begroting voor 2012 (of verder) naar voren. De perspectiefnota gaat over richtinggevende, meer algemene zaken en niet zozeer over concrete besluiten waarop de gemeente gaat bezuinigingen. Spreekster vindt het van belang om dit te melden en om misverstanden hieromtrent te voorkomen. Op de vraag van PrO – in hoeverre het project Groen, Schoon en Heel leidt tot een investering in duurzame kwaliteit – heeft wethouder Wagenmakers een heel concreet antwoord gegeven. Hij zegt dat dit gebeurt en dat de gemeente bijvoorbeeld duurzaam materiaal gebruikt. Dat stemt PrO zeer tevreden, maar de fractie bedoelde eigenlijk ook of die investering in duurzaamheid zal beklijven. De wethouder geeft min of meer aan dat de activiteiten in de toekomst worden uitgevoerd door medewerkers vanuit de ‘social firm’ en dat interpreteert spreekster als een duurzame investering. Zij hoopt dat de wethouder dit wil bevestigen in diens tweede termijn. In zijn rol als portefeuillehouder Personeel en Organisatie heeft wethouder Wagenmakers gesproken over het verzoek van PrO om eens te kijken naar de ambtelijke organisatie. De wethouder geeft aan dat een organisatie meevoert met de doelen die ze zichzelf stelt en alle ontwikkelingen die op haar afkomen, en daar is PrO het zeker mee eens. De fractie kan zich voorstellen dat dit aan de ene kant leidt tot een verminderde behoefte aan medewerkers, en aan de andere kant tot een behoefte aan andere kwaliteiten van je medewerkers. Dat is een proces waar de organisatie voortdurend in zit. Wat de fractie van PrO eigenlijk heeft willen zeggen in haar algemene beschouwingen, is de vraag in hoeverre de gemeentelijke organisatie het goede voorbeeld zou moeten geven. De gemeente vraagt nogal wat van allerlei maatschappelijke organisaties; uiteindelijk gaat het om een bezuinigingsopdracht van 30% over een aantal jaren. PrO vindt dat de gemeente eigenlijk het goede voorbeeld moet geven door te stellen dat deze bezuiniging ook voor haar geldt, maar daar heeft PrO de wethouder weinig over horen zeggen in zijn eerste termijn. Verder heeft PrO zich niet zozeer gefocust op de uitvoerende medewerkers, maar met name op de overhead. Ook daarop wenst PrO een nadere reactie. Verder heeft de fractie van PrO geen opmerkingen over de bijdrage van wethouder Wagenmakers.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
27
Mevrouw Bastiaan komt bij de eerste termijn van wethouder Van Hezik, die spreekt over een maatschappelijke innovatie. In de bijdrage van burgemeester Janssen kwam naar voren dat iedereen daar nogal gemakkelijk over praat. Vanavond wordt er gesproken over een ‘social firm’ en maatschappelijke innovatie, terwijl daar vorig jaar nog niets over werd gezegd. Blijkbaar is iedereen heel snel gewend aan dit soort nieuwe gedachten. De fractie van PrO is daar erg blij mee en zij wil de wethouder daarvoor een pluim geven. PrO is het van harte eens met wethouder Van Hezik dat optimaliseren niet meer volstaat. Hoe verschrikkelijk het ook is, er zullen stevige maatregelen genomen moeten worden om de rekening van de gemeente uiteindelijk sluitend te krijgen. Wat PrO heel erg aanspreekt, is de gedachte over een cultuurfonds. Achter het cultuurfonds zit een gedachte van samenwerken en samen zorgen om tot maatschappelijke innovatie en meer sociale samenhang te komen. Dat is precies wat PrO bedoelde in haar algemene beschouwingen met het samen doen, het samen innoveren en het er samen voor zorgen dat de doelstellingen die de raad heeft geformuleerd in de Visie 2030 (zoals een sociaal krachtig Oisterwijk) gerealiseerd kunnen worden. De fractie van PrO heeft het idee voor een cultuurfonds sterk omarmd en wil daaromtrent graag een motie indienen, aangezien zij denkt dat de gedachte niet moet worden beperkt tot het cultuurfonds, maar dat dit breder mag worden bezien. Mevrouw Bastiaan licht de motie nader toe, omdat het over een heel andere manier van denken gaat dan iedereen gewend is. Men is gewend om te denken in duidelijk geoormerkte fondsen of middelen (zoveel duizend euro voor dit doel en dergelijke). In de komende jaren staat de gemeente Oisterwijk voor twee zaken (en dat hebben zowel de raadsleden als het college eerder beaamd). Enerzijds is dat een forse bezuiniging om de begroting sluitend te krijgen in de toekomst, en anderzijds een aantal innovatieve doelstellingen die de gemeente in 2030 gerealiseerd wil zien, bijvoorbeeld op het gebied van sociale samenhang, samenwerken en nieuwe dingen doen. PrO is van mening dat deze twee zaken gescheiden moeten worden. Het zou mooi zijn als de raad aan de ene kant een duidelijke bezuinigingsopdracht meegeeft, en als hij aan de andere kant een fonds samenstelt waaruit de gemeente op enig moment middelen kan verstrekken om de geformuleerde doelstellingen in de Visie 2030 te kunnen realiseren. Met dat in het achterhoofd, heeft de fractie van PrO in samenspraak met de fracties van de VVD en PGB een motie opgesteld die mevrouw Bastiaan vervolgens voorleest. M2: Motie van PrO inzake innovatie Mede ondertekend door de fracties van de VVD en PGB De motie is voldoende ondertekend en kan worden verspreid. Mevrouw Bastiaan herhaalt dat het gaat om een andere manier van denken: enerzijds kosten besparen en anderzijds nieuwe activiteiten kunnen financieren. PrO verneemt graag een reactie van het college op de motie en zij hoopt dat de leden van de raad dit eveneens zullen doen. Mevrouw Bastiaan vervolgt haar betoog door te zeggen dat wethouder Van Hezik ook heeft gesproken over het bestuursakkoord VNG-Rijk. De fractie van PrO is vanzelfsprekend ontzettend gelukkig met het besluit van het college om hier op 8 juni niet mee in te stemmen. Zij hoopt – zoals burgemeester Janssen al aangaf – dat de reactie van zoveel gemeenten een reden zal zijn voor de VNG om zich te herbezinnen op het voorgenomen besluit. PrO dankt het college hiervoor. Vanwege de reactie van het college heeft PrO geconcludeerd dat de motie die zij op 19 mei heeft ingediend (M1: Motie van PrO inzake het bestuursakkoord tussen Rijk en VNG) overbodig is geworden en kan worden ingetrokken.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
28
Tot slot wil de fractie van PrO iets zeggen over de portefeuille Sociale Zaken. Het is PrO opgevallen dat de wethouder spreekt over een ‘beschavingsprincipe’. PrO vindt dat een goede zaak; men moet niet alleen praten over bedrijfsprocessen (die inderdaad belangrijk zijn en dat is alom bekend), maar uiteindelijk gaat het erom dat de gemeente zoveel mogelijk mensen daadwerkelijk laat participeren. Het sociaal beleid straalt dit belangrijke streven nu uit. Dan komt mevrouw Bastiaan bij de portefeuille Ruimtelijke Zaken van wethouder Rijnen. Deze geeft aan dat het voor de intensieve veehouderij (en met name het LOG Moergestel) belangrijk is om aan de gang te gaan met maatschappelijke inpassing en aanpassing van de infrastructuur. PrO vindt dat een goede zaak, maar zij wil van de wethouder iets meer toelichting krijgen op het begrip ‘aanvaardbaar gezondheidsrisico’. Bij Sociale Zaken kwam ter sprake dat beschaving te maken heeft met ethische principes, en PrO vindt dat een aanvaardbaar gezondheidsrisico eveneens te maken heeft met ethiek. De fractie vraagt of de wethouder hier iets meer over zou willen zeggen in zijn tweede termijn. Verder beaamt PrO dat de ontwikkeling van bestemmingsplan Buitengebied erg lang heeft geduurd, maar dat wist de wethouder waarschijnlijk al. De wethouder heeft aangegeven dat het KVL-project uiteindelijk tot ‘ultiem’ doel heeft om een van de aspecten uit de visie te realiseren, namelijk goed wonen en werken. Dat ondersteunt PrO van harte. Tot besluit komt mevrouw Bastiaan bij de portefeuille Veiligheid van burgemeester Janssen. Zij was inderdaad aanwezig in de Herenkamer; gelukkig niet als enige vrouw want de voorleeskampioen was ook van het vrouwelijk geslacht. Het was een heel mooie bijeenkomst. Spreekster dacht dat Carolina de Visie 2030 voor Oisterwijk ging voorlezen en meende dat dit niet zo spannend zou worden, maar de voorleeskampioen bleek haar eigen jus over de visie te hebben gegoten. Het aardige wat mevrouw Bastiaan zich herinnert uit Carolina’s verhaal, is dat deze wenste dat er duurdere designwinkels zouden komen in Oisterwijk en ook een Starbucks; verder vond ze het niet leuk om met haar vader en moeder te wandelen in de bossen en ze ging wel graag naar de bioscoop. Volgens spreekster zegt dat iets ... De burgemeester heeft gezegd dat je door massa kwaliteit kunt maken en daar is PrO het mee eens. De burgemeester heeft meteen de nuance aangegeven dat je daar enerzijds meer opbrengst mee kunt verkrijgen en dat je er anderzijds efficiencyslagen door kunt maken. Dat is iets wat PrO graag ondersteunt. Over programma 1 heeft de burgemeester gezegd dat hij graag een standpunt van de raad verneemt over het budget van de Rekenkamer, omdat ‘een slager het lastig vindt te snijden in eigen vlees’. Echter, PrO vat de rekenkameronderzoeken meer onder het ‘controleren van eigen vlees’. In dat licht vindt PrO dat het budget overeind moet blijven en dat de Rekenkamer niet de opdracht moet krijgen om slechts één onderzoek te mogen doen. Het budget dient in stand te blijven en de Rekenkamer dient vooral autonoom en neutraal te opereren. Daar moet de gemeente niet op bezuinigen. De burgemeester heeft aangegeven dat de nota Veiligheid eraan komt en dat dit de reden is dat diverse elementen niet zijn opgenomen in de perspectiefnota. PrO vindt dat een beetje jammer, want het had zo mooi gepast. In zijn mondelinge toelichting gaf de burgemeester een paar mooie voorbeelden die PrO graag in de perspectiefnota had willen lezen. Mevrouw Bastiaan heeft tot slot een concrete vraag (die zij via een briefje van haar fractiegenoot de heer Denissen heeft toegespeeld gekregen) voor wethouder Rijnen. Deze heeft iets gemeld over een contract inzake afvalstoffen, dat afloopt in 2015 en dat moet worden
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
29
opgezegd in februari 2012. PrO beziet dat als een contractvorm uit de tijd van Van Oldenbarnevelt en zeker niet van deze tijd. Klopt deze opzegtermijn wel? Tot zover in eerste termijn. De heer Van de Ven (AB) verzoekt de voorzitter om ook zijn fractiegenoten straks het woord te geven. De fractie AB dankt het college voor de uitgebreide beantwoording van haar vragen. Over het algemeen is de fractie daar best tevreden over. Enkele vragen zijn echter nog niet beantwoord en daar wil spreker graag alsnog een antwoord op hebben: - Wie bouwt de gymzaal van De Bunders? In de krant stond dat het gemeentelijk sportbedrijf dat doet. - Wat het programma Recreatie betreft heeft het college aangegeven dat het alles doet wat binnen het bestemmingsplan ligt. AB vindt dat niet genoeg en heeft eerder aangegeven dat vooral de kleine recreatiebedrijven enige ruimte extra dienen te hebben om economisch rendabel te blijven en voldoende toeristen te kunnen onderbrengen. - AB heeft een vraag gesteld over het convenant met het Staalbergven. De fractie heeft gelezen dat, als De Reebok wordt verplaatst, het zwembad blijft en het bezoekerscentrum in Groot Speyk komt. Maar er zal toch wel iets meer zijn afgesproken? AB wil graag weten hoe dit precies zit. AB heeft een motie voorbereid inzake zwembad De Leye die de heer Van de Ven graag wil indienen. De wethouder heeft aangegeven dat een en ander eerder is berekend en niet haalbaar bleek te zijn. Echter, destijds was er sprake van om de gehele Leye te verplaatsen naar D’n Donk en niet alleen de sporthal. AB wil de zaken duidelijk combineren: enerzijds een combibad in het Staalbergven en anderzijds de geplande gymzaal niet op de Bunders, maar een nieuwe sporthal op D’n Donk (binnen 300 m van de Bunders). Op die manier kan De Leye als geheel worden gesloten. Dat levert volgens AB veel meer op dan alleen de sporthal aldaar overeind te houden. Hierna dient de heer Van de Ven de volgende motie in: M3: Motie van Algemeen Belang inzake sluiting De Leye, combibad Staalbergven en sporthal op Den Donk De heer Van de Ven gaat verder het verhaal van HOCO. AB heeft aangegeven om daar ook de andere sportvelden in te willen betrekken. Het college heeft gezegd dat dit (i.e. privatisering) nog geen gemeentelijk beleid is, maar waarom zou het in de toekomst geen beleid kunnen worden? AB heeft een amendement voorbereid en wil dat alsnog indienen. Spreker wil er verder niet te veel over uitweiden: A1: Amendement van Algemeen Belang inzake kunstgrasvelden HOCO (wordt later in de vergadering aangemerkt als een motie, M8) Mevrouw Roborgh (AB) krijgt het woord van de voorzitter en heeft een paar vragen aan wethouder Van Hezik, onder andere over het maatschappelijk bedrijf Oisterwijk. Spreekster heeft ergens gelezen dat dit een noviteit is en daarom zijn er nog veel vraagtekens. Wordt dit een fysiek bedrijf met een gebouw, een directeur en personeel? Volgens AB komt er dan een flink kostenplaatje aan te hangen. Kan de gemeente niet beter aansluiting zoeken bij initiatieven die omliggende gemeenten momenteel nemen? In de krant stond dat Tilburg met Boxtel en Waalwijk bezig is met de WSD. AB adviseert het college om eerst te bekijken of het op een andere manier kan. Spreekster wacht graag het antwoord van de wethouder af, want zij kan zich uiteraard ook vergissen. Misschien ziet het maatschappelijk bedrijf er heel anders uit.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
30
Verder heeft AB gevraagd of de genoemde 35.000 euro in het participatiefonds voldoende zal zijn. Daar heeft de fractie geen antwoord op gekregen. Wat de peuterspeelzalen betreft wil de fractie van AB een motie indienen. Zij vreest dat de financiële problemen in de komende jaren zullen blijven. AB ziet daarvoor maar één oplossing, namelijk dat de gemeente nu echt de regie neemt (dat is immers een taak van de gemeente) en ernaar streeft om in alle brede scholen een integraal kindcentrum te realiseren. Hierna leest mevrouw Roborgh de motie voor: M4: Motie van Algemeen Belang inzake Stichting Peuterspeelzalen Oisterwijk (toepassing Wet OKE en regiefunctie gemeente) De fractie van AB heeft de directeur van Bibliotheek Midden-Brabant gesproken naar aanleiding van de voorgenomen bezuinigingen. Zij heeft van hem te horen gekregen dat, als de bezuinigingen doorgaan (145.000 euro), de bibliotheek in Moergestel zal moeten sluiten. Vorige week bij de inspraak heeft iedereen kunnen horen hoeveel gebruik er van de bibliotheek wordt gemaakt en welke belangrijke rol deze voorziening in de Moergestelse gemeenschap speelt. Er maken 840 kinderen gebruik van, er zijn allerlei projecten, dus het zou voor Moergestel een enorme aderlating zijn – en misschien wel een ramp – als de bibliotheek zou verdwijnen. Blijkbaar zou een korting van 20% nog net te dragen zijn, en daarom stelt AB voor dat de gemeente de bibliotheek in Moergestel een bezuiniging van maximaal 20% oplegt. A2: Amendement van Algemeen Belang inzake bibliotheek Moergestel (bezuiniging terugbrengen van 30% naar 20%) Mevrouw Roborgh komt bij het cultuurfonds. AB heeft in haar algemene beschouwingen laten weten dat zij daar problemen mee heeft, gelet op de grote omvang van het fonds: 1 ton in 2015. Daarmee zou volgens AB een verkeerd signaal worden afgegeven aan alle verenigingen die nu moeten bezuinigen. Zij kunnen de indruk krijgen dat de bezuinigingen zijn bedoeld voor het spekken van het cultuurfonds, en niet om de begroting sluitend te krijgen. Dit zou kunnen leiden tot een ongewenst vestzakbroekzakbeleid: een vereniging wordt aan de ene kant 30% gekort, en aan de andere kant krijgt ze geld terug uit het cultuurfonds. Daarom heeft AB een amendement opgesteld waarin de fractie vraagt om af te zien van het cultuurfonds en de perspectiefnota ter zake aan te passen. Echter, de fractie van PrO heeft al een motie (M2) ingediend over het cultuurfonds waarin het fonds breder (voor meer doelen) wordt. Spreekster vindt dat al veel sympathieker en zij neemt aan dat de bedragen hetzelfde blijven. Mevrouw Bastiaan (PrO) verduidelijkt dat dat juist niet is gezegd. In de motie wordt het college gevraagd om eens na te denken over een dergelijk fonds en om niet meer te praten over separate fondsen als een cultuurfonds, een participatiefonds en dergelijke. Het college dient één fonds in het leven te roepen waar iedereen die enigszins bijdraagt aan de sociale samenhang dan wel aan innovatieve activiteiten om de Visie 2030 te realiseren, uit kan putten. Mevrouw Roborgh (AB) constateert dat het participatiefonds dat apart in de perspectiefnota staat vermeld, zal verdwijnen en wordt ondergebracht in het nieuwe fonds. Mevrouw Bastiaan (PrO) zegt dat haar fractie op dit moment nog niet zo concreet is op dat punt. PrO wil het college de opdracht geven om een raadsvoorstel te ontwikkelen waarin een voorstel staat voor een dergelijk fonds met bepaalde criteria. Die criteria dienen in eerste instantie te worden bedacht door het college en nog niet door de raad.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
31
Mevrouw Roborgh (AB) vraagt zich af of het cultuurfonds dan uit de perspectiefnota moet worden geschrapt. Mevrouw Bastiaan (PrO) zegt dat het idee is dat er één fonds komt waarin alle separate ‘fondsjes’ zullen samenvallen. Het bedrag dat daarmee is gemoeid wil PrO graag laten bedenken door het college. Een en ander moet dus breder worden bezien. Mevrouw Roborgh (AB) laat het graag aan het college over hoe de perspectiefnota dan in dit opzicht moet worden aangepast, aangezien de tekst eveneens wordt gewijzigd. Zij wacht dat even af. De fractie van AB heeft nog een amendement over OHM (de lokale omroep OisterwijkHeukelom-Moergestel). Spreekster leest de overwegingen voor: A3: Amendement van Algemeen Belang inzake lokale omroep Hierna vraagt mevrouw Roborgh om het woord te mogen geven aan fractiegenoot Jonkers. De voorzitter wil om een stuk duidelijkheid vragen. AB heeft een amendement ingediend met een dekking ten laste van een op te heffen cultuurfonds. Echter, aan de andere kant zegt AB dat het de motie inzake het innovatiefonds (M2) wel aardig vindt. De gedachte van PrO achter deze motie is om het cultuurfonds te voegen bij dit innovatiefonds. Dat alles bij elkaar maakt het onduidelijk en maakt de dekking die AB aangeeft niet reëel. De voorzitter vraagt de fractie van AB om dit nader te bezien, want het is de bedoeling dat de raad heldere keuzes krijgt voorgelegd op het moment dat er moties en amendementen aan de orde zijn. Hierna krijgt de heer Jonkers het woord. De heer Jonkers (AB) geeft aan dat hij twee amendementen heeft voorbereid. Hij wil in het kort, en ook heel duidelijk, met een helikopterview de gehele perspectiefnota bekijken. In de afgelopen maanden is de raad intensief bezig geweest met de kerntakendiscussie met als doel tot een verantwoord bezuinigingsbeleid te komen. Welke resultaten heeft de perspectiefnota 2011 opgeleverd? Als hij daarnaar kijkt, dan ziet hij in 2012 een groot tekort van 32.000 euro, in 2013 een nog groter tekort van 211.000 euro, in 2014 (gelukkig) een resultaatverbetering van 10.000 euro en in 2015 (mede dankzij De Leye) een verbetering van 1,2 miljoen euro. Dat is de grote lijn die door de perspectiefnota loopt. Bij de voorgenomen bezuiniging is zichtbaar dat het tekort in de komende drie jaar per saldo alleen maar groter wordt. De fractie van AB vindt dit een uiterst magere uitkomst van de kerntakendiscussie. De burgers krijgen het zwaar te verduren met bezuinigingen – via subsidiekortingen op verenigingen en het onderwijs, en ook op de Wmo – waardoor de sociaal zwakkeren de dupe worden. Deze eenzijdige bezuiniging op de burgers levert echter geen zichtbare resultaatverbetering op; de besparingen worden weer tenietgedaan via fondsen zoals het cultuurfonds. Dit resultaat voor de komende drie jaren kan de gemeente gezien de forse bezuinigingen niet verkopen aan de burger. Spreker noemt dit dweilen met de kraan open: aan de ene kant verlangt de gemeente van haar burgers een flinke bezuiniging (10%, 20% en 30%) en aan de andere kant zien de burgers het tekort de eerste drie jaar alleen maar groter worden. De conclusie van de burgers zal zijn dat zij bezuinigen en inleveren, maar dat dit geld net zo hard weer verdwijnt. Hoe de invulling daarvan is, en of deze al dan niet is onderbouwd, is voor de burgers dikwijls bijzaak. Zij gaan er gewoon van uit dat zij op enig moment geen resultaatverbetering zien door hun bezuinigingen. Bovendien zien zij evenmin een teruggang in
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
32
de gemeentelijke tekorten. De heer Jonkers stelt dat juist dát beeld bij de burgers moet komen zodat het duidelijk is dat de gemeentelijke organisatie serieus wil worden genomen. De gemeentelijke organisatie dient een evenredige bijdrage te leveren en volgens AB ontbreekt die momenteel. AB is van mening dat de jaren 2013 en 2014 ook sluitend moeten zijn. Dit is zeker mogelijk door besparing op fte’s in de gemeentelijke organisatie. De fractie van PrO heeft eveneens gewezen op een dergelijke besparing. Het ligt eraan op welke manier je telt, maar binnen een organisatie van tweehonderd werknemers betekent een besparing van 5% op personeel (afhankelijk van de grootte van de bedragen) een mogelijkheid om een en ander te realiseren. Door de bezuinigingspijn bij de burgers én de gemeentelijke organisatie te leggen, is een sluitende begroting vanaf 2013 mogelijk. Dit is volgens AB een minimale eis om de vele onzekerheden die de gemeente boven het hoofd hangen vanuit Den Haag op te kunnen vangen. Dit is tevens reden voor AB om twee amendementen in te dienen. De heer Jonkers leest het eerste amendement voor: A4: Amendement van Algemeen Belang inzake sluitende begroting voor 2013 en 2014 Het tweede amendement is een indirect amendement en heeft niets te maken met de tekorten in de begroting. Dit amendement betreft een Intergaskwestie in programma 9: A5: Amendement van Algemeen Belang inzake opbrengst Intergas De voorzitter is van mening dat de eerste tekst die de heer Jonkers voorlas meer een motie betreft dan een amendement, omdat AB geen concreet wijzigingsvoorstel doet en evenmin een dekking geeft (voor zover de perspectiefnota een lijst met cijfers bevat). Het college zal dit nader bekijken. De heer Jonkers (AB) repliceert dat hij wel dekking aangeeft en dat het een wijziging van de perspectiefnota betreft. De voorzitter meent dat daarover valt te twisten. Hij constateert dat de fractie van AB klaar is met haar termijn en gaat door naar de fractie van de VVD. De heer Schoenmakers (VVD) merkt op dat de voorzitter niet het woord hoeft te geven aan zijn collega’s, omdat de VVD-fractie met één stem spreekt. De heer Jonkers (AB) zegt bij interruptie dat AB dat ook doet. De heer Schoenmakers (VVD) zegt dat het een grapje was. Hij wil allereerst het college bedanken voor de beantwoording. Het college heeft een uitgebreide toelichting gegeven en is niet te veel in detail getreden. Spreker vindt dat verstandig op dit moment, omdat de grote lijnen uitgezet moeten worden. In de komende jaren zal er nog veel te bespreken en te ontwikkelen zijn en zal de raad regelmatig zijn zegje kunnen doen; op die momenten kan de raad de diepte in duiken. De VVD-fractie heeft een paar opmerkingen naar aanleiding van de reacties van het college. Wat het programma Recreatie en zwembad De Leye betreft geeft de wethouder aan dat er wordt bekeken of de markt dit opneemt. De VVD maakt zich zorgen of daar inderdaad initiatieven voor zullen komen. Spreker vindt dat Sportbedrijf Oisterwijk (in de persoon van de heer Keyzer) zich de afgelopen jaren heel goed heeft ingespannen om het zwembad beter in de
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
33
markt te zetten, maar men moet constateren dat dit erg moeizaam wordt. In die zin heeft de VVD ernstige twijfels of een andere marktpartij dit kan oppakken. Spreker adviseert het college om deze worst van een mogelijke marktpartij niet voor te houden om daarmee mogelijk het zwemonderwijs in de benen te kunnen helpen. De VVD pleit ervoor dat het college energie steekt in het zoeken naar andere oplossingen; niet binnen het huidige zwembad, maar bijvoorbeeld bij andere zwemaccommodaties. Het geopperde innovatiefonds zou ook voor dit soort initiatieven gebruikt kunnen worden; als er burgers zijn die een oplossing hebben voor zwemonderwijs, zou de gemeente hen moeten ondersteunen. Dat is de visie van de VVD in dezen. Wethouder Wagenmakers heeft verder gereageerd op de opmerkingen over de eigen organisatie, de inzet van externen en dergelijke. De wethouder geeft aan dat de gemeentelijke organisatie is teruggegaan van 196 naar 176 personeelsleden. Spreker vindt het goed dat de wethouder deze informatie geeft, maar hij vindt het jammer dat dit niet is meegenomen in de perspectiefnota. De gemeentelijke organisatie moet immers inzichtelijk maken dat ook dáár de draai komt. De gemeente krijgt er taken bij, wat uiteindelijk niet zal leiden tot minder personeel, maar de gemeente is de dingen wel anders gaan doen. Op dat punt wil spreker een doorkijkje geven naar samenwerking (waarover zowel de burgemeester als wethouder Rijnen iets heeft gezegd). Als de gemeentelijke organisatie gedraaid/gekanteld dient te worden, zal er uitdrukkelijk gekeken moeten worden naar samenwerking. De opmerking van de milieudienst – wat je zelf kunt doen, moet je blijven doen en anders moet je de samenwerking zoeken – wil spreker aanvullen in de zin van dat je het zelfs beter kunt doen als je het samen doet. Waarom zou je niet profiteren van de schaalvoordelen? Als je te veel op je eigen eiland blijft, word je bedrijfsblind. Het is waar dat in het rijk der blinden eenoog koning is, maar spreker denkt dat je blik verbreden beter is. De VVD-fractie zou dan ook graag zien dat het college bekijkt om de mogelijkheden van samenwerking met andere gemeenten in de regio beter in te bedden in het gemeentelijk beleid. Er ligt een duidelijke uitdaging voor de gemeente Oisterwijk. Er komt een aantal taken bij, zoals verwoord in het bestuursakkoord tussen Rijk en VNG. Spreker vindt het antwoord van wethouder Van Hezik heel realistisch om vooral niet te ontkennen dat er sowieso bezuinigingen op de gemeente afkomen. De VVD-fractie kan zich voorstellen dat men over het huidige bestuursakkoord in alle eerlijkheid zegt dat de gemeente de diverse taken voor het gestelde budget niet op zich kan nemen. Daarmee wil de heer Schoenmakers niet zeggen dat het VNGbestuur niet zijn best heeft gedaan om – gezien het feit dat er moet worden bezuinigd – in overleg te gaan met de overheid op welke manier die taken kunnen worden overgeheveld. Spreker is het ermee eens dat de wethouder op het VNG-congres aangeeft dat het op de nu voorgestelde manier niet mogelijk is, maar de gemeenten dienen wel in dialoog te blijven met de overheid. Anders worden de taken gewoonweg opgelegd en staan de gemeenten aan de zijkant en dat is een ongewenst proces. De gemeenten hoeven niet alles te slikken en moeten proberen om een goed standpunt in te nemen, maar zij moeten de zaken wel reëel bekijken. De heer Schoenmakers komt vervolgens terug op de portefeuille van wethouder Wagenmakers. De VVD-fractie heeft vragen gesteld over de Woz en de reden voor het grote aantal bezwaarschriften. De wethouder heeft hiervoor een aantal redenen opgesomd, maar de VVDfractie wil graag weten hoe het te college denkt te voorkomen dat er volgend jaar wederom zo veel (terechte) bezwaren zijn. Volgens spreker is een heldere communicatie (via weekkrant de Nieuwsklok) daarbij van belang. De wethouder heeft geconstateerd dat het beleid nu eenmaal zo is dat waardeverschillen van minder dan 5000 euro tot bezwaar kunnen leiden. De VVDfractie vindt dat dit soort zaken aangekaart dienen te worden bij de VNG, omdat dit een
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
34
onwerkbare en onwenselijke situatie oplevert. Ook daarvoor is de VNG dé organisatie: om in gezamenlijkheid met alle gemeenten op te trekken om beleid gewijzigd te krijgen. Wat het antwoord van wethouder Van Hezik betreft heeft de VVD-fractie een opmerking over het participatiefonds. Dit is bedoeld om de nadelen van de veranderde inkomensgrens (niet 120% maar 110%) op te kunnen vangen. De VVD heeft eerder al aangegeven hoe zij wenst om te gaan met het participatiefonds, namelijk het initiëren van vernieuwende ideeën. Het fonds mag in ieder geval niet uitmonden in het blind compenseren van de 10% korting. Er moeten echt vernieuwende ideeën komen en duidelijke doelgroepen. Binnen diverse gremia wordt nagedacht over de nadere definitie van ‘beschaafd’ en ‘sociaal’. Spreker is van mening dat Nederland een democratie is en daarbinnen kun je over dit soort zaken praten. Je mag van mening verschillen, zolang het maar bespreekbaar blijft. Vooral binnen de gemeente Oisterwijk moet bespreekbaar blijven welk niveau men aanvaardbaar vindt. Wat de portefeuille van wethouder Rijnen betreft vindt de VVD-fractie het goed dat het bestemmingsplan Buitengebied na vijf jaar is vastgesteld. De constatering is dat het een langdurig traject is: als je om de tien jaar bestemmingsplannen wilt vernieuwen en het duurt vijf jaar, dan kun je beter nu al beginnen met inventariseren. De VVD kan erin meegaan als het college zou kiezen voor een andere systematiek om te conserveren, maar dan moet het college wel goed beleid maken om binnen een conserverend bestemmingsplan flexibel om te kunnen gaan met goede initiatieven die zich aandienen. Op dit moment zijn de nieuwe initiatieven min of meer geparkeerd (feitelijk al zo’n vijf jaar) omdat er een nieuw bestemmingsplan komt. Spreker vindt dat veel te lang; binnen een conserverend bestemmingsplan is ruimte nodig om sneller te kunnen inhaken op initiatieven. Het zal een uitdaging zijn voor de wethouder om hiermee in de komende jaren aan de gang te gaan. De burgemeester is niet erg diep ingegaan op handhaving en toezicht. De fractie van PrO heeft hierover enkele vragen gesteld, maar de VVD kan constateren dat zij heel tevreden is dat zoveel partijen de boa’s omarmen. Dit illustreert een algemene oproep tot het handhaven van de regels. Dit dient de gemeente zelf en zorgvuldig te doen, zeker nu de hogere overheden zich op diverse fronten terugtrekken. Beleid moet worden gehandhaafd, anders heeft het geen nut. Wat de controlerende taak van de raad betreft en het laten doen van onderzoeken door de Rekenkamer vindt de heer Schoenmakers het lastig dat het college hierover een voorstel heeft gedaan in de perspectiefnota. Hij is van mening dat het een taak van de raad is om dit te beslissen. Gezien alle dingen die in de komende jaren op de gemeente zullen afkomen, zal er zeker behoefte zijn aan een bepaald aantal onderzoeken. Verder vindt de VVD de onderbouwing dat het uitbesteden aan externen verminderd zou kunnen worden niet terecht. De raad is gebaat bij kwalitatief goede onderzoeken en dan is het aan de Rekenkamercommissie om te bepalen of zij deze kwaliteit zelf in huis heeft, of dat ze moet uitbesteden. Kortom, de VVD is het niet eens met deze voorgestelde bezuiniging. In de begroting moet er worden gezocht naar een oplossing om dit te ondervangen. Afsluitend voor deze termijn zegt de heer Schoenmakers dat wethouder Wagenmakers zijn betoog afrondde met de stelling dat de samenleving een en ander wel zal begrijpen. Spreker denkt dat de samenleving het kan begrijpen, maar dat het gemeentebestuur een heleboel uit te leggen heeft. Het college en de raad moeten een zorgvuldige dialoog aangaan met de maatschappij, want zij kunnen er niet van uitgaan dat de samenleving de taak waar de gemeente momenteel voor staat ‘zomaar’ begrijpt. Tot zover.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
35
De heer Dewachter (CDA) begint met het geven van complimenten aan het college. De CDAfractie is het inhoudelijk niet altijd eens met het college, maar zij vindt het fijn om te zien dat de vier portefeuillehouders gedreven, ambitieus en regelmatig met vuur de algemene beschouwingen van repliek hebben gediend. Spreker sluit graag aan bij de woorden van mevrouw Bastiaan (PrO) die heeft gezegd dat de raad vanavond bezig is met het maken van een richtinggevend kader. De heer Schoenmakers (VVD) greep vervolgens naar de begrotingsdiscussie waarin de meeste zaken pas echt zwaar naar voren komen. Terugkijkend naar de algemene beschouwingen van vorige week, constateert de heer Dewachter dat een aantal aspecten daar als een rode draad doorheen lopen, zoals het gebruik van de visie en de daaruit voortvloeiende kerntakendiscussie. Verder signaleert hij de oproep om de (soms al succesvolle) creativiteit van de verschillende organisaties aan te boren door hen deelgenoot te maken van de ombuigingsactiviteiten. Op die manier kunnen zij mee helpen zoeken naar oplossingen, zoals blijkt uit de bijdrage van Factorium, bibliotheek, Tiliander etc. Af en toe signaleert spreker het verzoek om (extra) tijd om de ombuigingen goed te kunnen verwerken, maar dan wel duidelijk gesteund met een stuk eigen inzet en verantwoordelijkheid (bijvoorbeeld OHM). De CDA-fractie denkt ook aan een verhoogde inzet van de zelfwerkzaamheid van verenigingen en betrokken partijen. In dat kader vindt spreker de manier waarop het openluchttheater werkt (de opzet, en niet de uitvoeringen) een heel mooi voorbeeld hoe dat vorm kan krijgen. Het CDA juicht vergroting van de zelfwerkzaamheid voor onderhoud en faciliteiten van sportverenigingen zeker toe en beziet dat als een spoor dat het college verder dient te onderzoeken. Voordat de heer Dewachter enkele specifieke zaken in het kader van de ombuigingen aanstipt, merkt hij wat algemenere zaken op. Naast ombuigingen en kortingen, kan men ook kijken naar inkomsten. Hoe verloopt de verkoop van gemeentelijke gronden, bijvoorbeeld in het kader van oneigenlijk gebruik? Of in het kader van de regeling Ruimte voor Ruimte? Kan het college daar wellicht iets mee? Diverse fracties hebben aandacht gevraagd voor een bezuiniging op het ambtelijk apparaat. Als spreker terugdenkt aan de kerntakendiscussie, rijst bij hem de vraag op welke andere terreinen er in de perspectiefnota sprake is van het verdwijnen van taken. Op die terreinen zou met minder capaciteit kunnen worden volstaan. Daarnaast stelt de heer Dewachter dat je ook zou kunnen denken (denkende aan de slager en zijn vlees) aan het verminderen van het aantal collegeleden. Dat zou financieel gezien een stevige bijdrage kunnen opleveren, maar spreker durft niet te zeggen in welke mate de te behouden kerntaken daarmee in gevaar komen. Wellicht kan het college daar straks op antwoorden. Is er meer winst te bereiken, in de zin van behoud en verbetering van de dienstverlening, door het vergroten van de intergemeentelijk samenwerking? Dit zou van de CDA-fractie een stevige impuls mogen krijgen. Dat is de reden dat de heer Dewachter, samen met enkele omliggende gemeenten, in september verschillende ervaringen uit Nederland naar Brabant haalt om eens te horen hoe de intergemeentelijk samenwerking elders verloopt. Hij benadrukt dat samenwerking niet meteen wil zeggen dat gemeenten zijn opgeheven of worden heringedeeld, maar dat het gaat om samenwerking binnen het ambtelijk apparaat. De heer Dewachter nodigt alle aanwezigen van harte uit om in september te komen luisteren naar de verschillende ervaringen. Uiteraard zitten er overal voor- en nadelen aan, maar een onderzoek kan nooit kwaad. Het CDA heeft overwogen om eens te berekenen of de afschrijvingen op de investeringen met maatschappelijk nut lineair of annuïtair dienen te gebeuren. Dit onderwerp heeft de fractie echter snel gelaten voor wat het was … De heer Dewachter komt op een aantal meer inhoudelijke punten.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
36
De afschaffing van de Welstands- en Monumentencommissie lijkt de CDA-fractie mogelijk, mits er een helder algemeen beleid vooraf, en handhaving achteraf komt. De visie van het CDA op de onderwijshuisvesting is inmiddels bekend. De fractie is van mening dat er ook daar een plafond is. Zij vindt dat het bij een totale afweging niet helder is waarom de gemeente hier (getuige de kerntakendiscussie) zou moeten excelleren, terwijl zij op andere beleidsterreinen stevig bezuinigt. Spreker gebruikt de volgende beeldspraak: steeds meer (roof)dieren komen in beeld om de toch al leger wordende ruif verder leeg te eten. Het CDA ondersteunt een verdergaande koppeling tussen het bredeschoolconcept en de kinderopvang/SPO. De fractie zal met veel belangstelling de motie van AB (M4) bekijken. Wat de sportvelden betreft meent de CDA-fractie te begrijpen dat er bij verschillende sportverenigingen problemen zijn en dat er in principe meer sportverenigingen in aanmerking komen voor een kunstgrasveld. Het college kan in dezen breder denken, waarbij het de verenigingen nadrukkelijk op zelfwerkzaamheid aanspreekt. Hierna verzoekt de heer Dewachter de voorzitter om fractiegenoot de heer Van Beckhoven de kans te geven de betreffende motie in te brengen en voor te lezen. De heer Van Beckhoven (CDA) krijgt het woord en licht de motie eerst kort toe. Wethouder Wagenmakers heeft in eerste termijn opgemerkt dat beide velden van HOCO zouden zijn afgekeurd. In de perspectiefnota staat op pagina 22: “Beide kunstgrasmatten zijn economisch afgeschreven.” Volgens spreker is dat iets anders. Een van de twee matten zou fysiek nog uiterlijk twee jaar mee kunnen gaan en de andere is per direct aan vervanging toe. De kosten hiervoor bedragen 3,5 ton en dat vindt het CDA erg veel geld. Op het moment dat de raad akkoord gaat met de perspectiefnota, gaat deze tevens akkoord met hetgeen erin staat vermeld. In hoeverre is het raadsvoorstel dat op 7 juli wordt behandeld dan nog nodig? Bij voetbalclub Taxandria zijn al jaren capaciteitsproblemen. Spreker kan zich herinneren dat de velden meer dan tien jaar geleden al slecht waren. Destijds werd er al geopperd om een kunstgrasveld aan te leggen. Als je nu gaat kijken bij Taxandria, dan lijkt het niet meer op een voetbalveld, maar op een beachvoetbalveld. Op het moment dat de raad akkoord gaat met de perspectiefnota, zou deze dus ook akkoord gaan met het voornemen van het college om niet in te zetten op de velden van de voetbalverenigingen. Dat doet het CDA dus niet en vandaar dat de fractie de volgende motie indient: M5: Motie van het CDA inzake beschikbare middelen voor kunstgrasvelden De heer Dewachter (CDA) gaat verder met zijn betoog en zegt dat het ingediende plan van de lokale omroep om toch mee te gaan in een stuk financiering van de digitalisering de sympathie heeft van de CDA-fractie. Dit getuigt van zelfwerkzaamheid en van lef. Als de programma’s van de omroep niet meer worden bekeken, haken de adverteerders af en is de omroep ten dode opgeschreven. Dit zetje in de rug, waarbij men duidelijke kaders stelt in tijd én in omvang, kan uitkomst bieden en verdient sympathie. Wethouder Van Hezik heeft gesproken over ‘redesign’ en de beweging die hieromtrent op gang komt. Het CDA is het ermee eens dat deze richting van herontwerpen, of herstructureren, van allerlei initiatieven van sociale en culturele partners een gewenste richting is. Het is niet meer te doen met alleen efficiëntie. De gemeente zal echt op een andere manier moeten gaan kijken. Het CDA juicht zonder meer alle initiatieven toe die al in dat kader zijn ingediend en die vandaag zijn toegelicht door verschillende partijen. Wat het CDA ook toejuicht is uiteraard de stelling dat de gemeente niet gaat bezuinigen op vrijwilligers en mantelzorgers. Dan zou de gemeente zichzelf in de achilleshiel raken, dus aan dat streven moet zij vasthouden.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
37
De eerste inspreker van vanavond heeft aangegeven dat het bestuur van jongerencentrum The Base het goed zou vinden als de gemeente de hand zou uitsteken voor een versterkte samenhang, vorm en inhoud van de verschillende aspecten van het jeugdbeleid. Het CDA gaat ervan uit dat het college zonder meer een dergelijk gesprek aan zal gaan. Het voorstel rondom zwembad De Leye is volgens spreker geboren uit noodzaak. Uiteraard zou je dat op een andere manier willen doen als je daartoe de middelen had. Gelukkig zijn er in den lande voorbeelden waar een dergelijke opzet met succes plaatsvindt en waarbij de voorzieningen door andere partijen worden opgezet en geëxploiteerd en nog steeds beschikbaar zijn voor jong en oud. In die zin is het CDA wellicht iets positiever gestemd dan andere fracties. Wat de bibliotheek in Moergestel betreft meent de CDA-fractie te hebben begrepen dat er destijds (en dit is een vraag aan wethouder Van Hezik) in de plannen voor de nieuwe brede school in Moergestel en voor obs De Bienekebolders nadrukkelijk is nagedacht over het niet voorzien in eigentijds multimediavoorzieningen, noch in bibliotheekfaciliteiten. Het argument daarvoor was dat de plaatselijke bibliotheekvoorziening voldoende toereikend was. Op het moment dat de gemeente iets gaat doen met de bibliotheek in Moergestel, gaat deze stelling niet meer op. Klopt dat? Zou het in dat kader niet slim zijn om eens te bekijken hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt? De kern van Moergestel moet immers aangesloten blijven op dit soort faciliteiten. Het CDA is zonder meer blij met de heldere analyse die het college heeft gemaakt van het bestuursakkoord. De fractie ondersteunt deze lijn. De heer Schoenmakers (VVD) heeft hieraan toegevoegd dat de gemeenten wel in gesprek moeten blijven met het Rijk. Soms moeten gemeenten een beetje duwen en zich groter maken om een punt te kunnen maken, dus wellicht is het CDA in dezen ook iets optimistischer gestemd dan andere fracties. De burgemeester heeft het nodige ingebracht over de organisatieontwikkeling. Het CDA heeft eveneens gedacht dat het fijner zou zijn als het college meer van dergelijke inzichten in de perspectiefnota had verwerkt. Het CDA is net als het college van mening dat de gemeente moet blijven investeren in de eigen mensen en het ambtelijk apparaat. Gekeken naar wat er in de toekomst op de gemeente afkomt – en dan doelt spreker ook op de vergrijzing (waar hij zelf aan meedoet) – is het goed om te blijven investeren, zeker vanwege alle nieuwe taken. Wat de Rekenkamer betreft heeft het CDA begrepen dat er op dit moment eigenlijk één onderzoek per jaar ‘van de band rolt’. In die zin zal het voorstel in de praktijk niet zoveel veranderen. De CDA-fractie heeft in haar algemene beschouwingen al ingebracht dat zij hecht aan het belang van de Rekenkamercommissie. Deze heeft een duidelijke meerwaarde voor de raad, temeer omdat de commissie niet alleen boekhoudkundig maar ook qua beleidsefficiëntie in de zaken duikt en daar is regelmatig specifieke kennis voor nodig. Deze kennis heeft de raad of de Rekenkamercommissie niet altijd zelf in huis. Het is mogelijk dat de raad in de toekomst meer gebruik zal maken van de Rekenkamer, aangezien de ambitie van de raad om onderzoeken bij de Rekenkamer neer te leggen best groot is. Kortom, het CDA vindt het van belang dat het college zorgt voor mogelijkheden om het aantal onderzoeken desnoods te kunnen verhogen. De fractie wil graag over twee jaar een evaluatie zien waar dit op uitkomt. Er is in ieder geval terecht opgemerkt dat de raad hier bij de begroting op terugkomt. Tot besluit heeft de heer Dewachter een vraag aan wethouder Rijnen over de RUD. Spreker kon het verhaal van de wethouder niet helemaal volgen. Als hij het goed heeft begrepen, zei de wethouder dat ‘wat je in huis hebt, je in huis moet houden’. Echter, volgens spreker is de gedachte achter de samenwerking (als je krachten bundelt) dat dit de diensten minder kwetsbaar en flexibeler maakt en dat daaruit nieuwe kracht voortkomt. Natuurlijk hoopt iedereen dat dit eveneens zal leiden tot een specifieke kwaliteitswinst, maar spreker kon niet helemaal volgen wat de wethouder precies bedoelde en hoe dat in verhouding staat met de perspectiefnota en de voorstellen. Tot zover.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
38
De heer Van Elderen (PGB) bedankt het college voor zijn gedegen en uitgebreide reactie op de algemene beschouwingen van de raad. De reactie was constructief en verhelderend en spreker zegt dat dit altijd plezierig is wanneer je samen meer met minder wilt doen. De reactie past bovendien goed bij het motto van PGB: ‘Samen kom je verder’. En verder komen wil je met zijn allen. PGB onderschrijft de langetermijndoelen die zijn vastgelegd in de Visie op Oisterwijk 2030. Sociale cohesie en samen innovatieve oplossingen bedenken en realiseren hoort daarbij. Die ontwikkeling wil PGB graag blijven stimuleren en bevorderen, en juist daarom heeft PGB samen de fracties van PrO en de VVD de motie opgesteld inzake het uitwerken van een fonds (M2). Spreker herhaalt nogmaals dat PGB het karakter van de voorliggende perspectiefnota wil blijven benadrukken. Het college erkent dit en geeft aan dat de uitwerking in concrete plannen en maatschappelijke effecten nog moet plaatsvinden. Op grond daarvan worden er middelen aan gekoppeld en zal er definitief worden besloten bij de begroting voor 2012. Op dat moment zal er bovendien meer zekerheid zijn over de financiën. Het college zet in de perspectiefnota in op vertrouwen (volgens PGB terecht) als een belangrijke voorwaarde voor samenwerking bij de aanpak van de komende uitdagingen. En uitdagingen zijn er volop. PGB onderschrijft het feit dat de gemeente op de goede weg is. De fractie constateert tevens dat er nog veel werk aan de winkel is. PGB pleit daarom nog steeds voor versterking van het vertrouwen, door de burgers meer aan de voorkant van het bedrijfsproces te betrekken, serieus met hen in gesprek te gaan, echt naar hen te luisteren en hen goed te informeren. PGB is het in zijn algemeenheid eens met de bezuinigingsdoelstelling op de subsidies. Echter, zonder gericht maatwerk blijft er sprake van een kaasschaafmethode. PGB wil deze bezuinigingen niet simpelweg over de schutting gooien. De heer Van Elderen citeert: het college wil ‘de grote maatregelen zorgvuldig voorbereiden en communiceren’. Maar PGB vindt dat een ontoereikende aanpak. Uit de reacties van diverse organisaties op de perspectiefnota is gebleken dat zij vaak goede en creatieve ideeën hebben hoe het goed, beter, anders of goedkoper kan. PGB vraagt het college om in goed overleg de voorgenomen bezuinigingen samen met de betrokkenen vorm te geven. Daartoe heeft PGB een motie opgesteld: M6: Motie van Partij Gemeente Belangen inzake actief overleg met verenigingen en organisaties De heer Van Elderen zegt over de structureel sluitende begroting in 2014 (zoals is afgesproken in het coalitieakkoord) dat PGB tevreden is met de toezeggingen van de portefeuillehouder in dat opzicht. PGB ondersteunt het voorstel voor nadere uitwerking van de ‘social firm’. De fractie vraagt zich echter wel af of het wijs is dat de gemeente hierin de regie voert. Bedrijfsmatige aansturing is niet direct een competentie van de gemeentelijke organisatie. Waarom denkt het college dan toch in die richting? Veel burgers worden als gevolg van de economische malaise geconfronteerd met extra lasten. Ook de gemeente draagt daarin bij door een grotere bijdrage van hen te vragen, bijvoorbeeld voor sport en cultuur. PGB heeft in haar algemene beschouwingen al aangegeven dat zij een extra bijdrage via het verbreed rioolrecht en de afvalstoffenheffing prematuur vindt en tot op dit moment niet wenselijk. Als het college hiertoe met een voorstel komt, zal PGB de noodzaak nadrukkelijk toetsen. PGB onderschrijft het doel om zwembad De Leye op termijn te sluiten of te privatiseren. Hierover zijn blijkbaar nog geen gesprekken gevoerd met Natuurmonumenten. Spreker vindt
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
39
dat logisch, de raad moet eerst de richting bepalen. (Hierna is er enige consternatie in de zaal omdat er iets voorvalt, maar het is niet duidelijk wat er gebeurt.) De heer Van Elderen had het over zwembad De Leye. Het is logisch dat er nog geen gesprekken zijn gevoerd met potentiële kandidaten voor privatisering, of gesprekken over mogelijke andere oplossingen. Echter, als de gemeente de voorgestelde richting opgaat, dan lijkt het PGB alleszins wenselijk dat er met Natuurmonumenten wordt gepraat over de situatie bij het Staalbergven en mogelijke uitbreiding aldaar. PGB heeft gevraagd naar een totaalbeeld van alle sportaccommodaties. De fractie is blij om te horen dat dit beeld er inmiddels is en ziet dit met belangstelling tegemoet. PGB ziet graag een haalbaarheidsonderzoek naar kunstgrasvelden in brede zin, waarin een vergelijking is meegenomen van alle kosten. Het is juist dat niet alleen de velden bij HOCO in slechte staat verkeren. Spreker vindt het van belang dat de raad een afweging maakt hoe hij de beschikbare middelen wil benutten. Om die reden wil PGB dat er varianten worden aangeleverd: moet HOCO een of twee velden gaan renoveren en op welke termijn? PGB is goed te spreken over de inzet en de reactie van het college als het gaat om de leefbaarheid in de wijken. Het project Groen, Schoon en Heel, de herijking van het toezicht- en handhavingsbeleid en de extra inzet van boa’s dragen daar zeker aan bij. Naast deze aandacht voor de woonomgeving, is er volgens PGB te weinig aandacht voor de mensen in de wijk. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt over burgerparticipatie, maar het college wijdt weinig woorden aan wijkcoördinatoren, wijkwethouderschap en leefbaarheidsplannen per wijk. Daarom vindt PGB het plezierig dat zij recentelijk een uitnodiging heeft ontvangen voor een bijeenkomst over wijkgericht werken. De fractie is heel benieuwd naar de discussie en het vervolg daarop. Niet alleen PGB heeft geconstateerd dat de taken van de gemeente wijzigen en dat er wellicht kostenbesparingen mogelijk zijn. De fractie PrO streeft naar een omslag richting een dienende organisatie en stelt in haar algemene beschouwingen vragen over het aantal formatieplaatsen van directie en management. De VVD-fractie wil dat er zorgvuldige keuzes worden gemaakt om de lasten voor de burgers te beperken. AB vraagt zich af waarom er geen gevolgen zijn voor het gemeentelijke personeelsbestand en ook het college zelf stelt dat de gemeente het met minder menskracht zal moeten doen. PGB vindt een vertaling van al deze zaken onvoldoende terug in de perspectiefnota en daarom heeft zij – samen met de fracties van PrO en de VVD – de volgende motie voorbereid: M7: Motie van Partij Gemeente Belangen inzake inzichtelijk maken gevolgen voor gemeentelijke organisatie Mede ondertekend door de fracties van PrO en de VVD PGB wil specifiek aandacht vragen voor een aantal zaken, die ook al door andere fracties zijn genoemd. Op de eerste plaats wenst PGB geen korting op de Rekenkamer; de controlerende rol van de raad mag niet worden uitgehold. Het beperken van de kosten van de Welstands- en Monumentencommissie wordt breed gedragen, ook door PGB. PGB is voorstander van een eenmalige subsidie voor stichting OHM als dat nodig is voor de continuïteit van de lokale omroep. PGB wil geen uitzondering maken voor de huur van gemeentelijke gebouwen als het gaat om bezuinigen. Bij onverhoopte tegenvallers dienen Tiliander en Den Boogaard te worden geprivatiseerd, en PGB is van mening dat hetzelfde geldt voor zwembaden en sportaccommodaties.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
40
Afsluitend merkt de heer Van Elderen op dat PGB de richting die het college voorstaat ten aanzien van versoberen in grote lijnen onderschrijft. De uitgewerkte plannen zal PGB op termijn aan deze koers toetsen. PGB zal daarbij nadrukkelijk toezien op een verantwoorde invulling, samen met de burgers en de betrokken organisaties. Het college geeft ten aanzien van versterken en vernieuwen in de perspectiefnota veel aandacht voor zaken die PGB hoog in het vaandel heeft staan: leefbaarheid, prettig en veilig wonen, kwetsbare groepen, participatie zodat iedereen kan meedoen, lage lasten voor de burgers en een gezonde financiële huishouding. PGB ziet nog wel graag dat de gemeente er meer voor de burgers is, en dus meer de omslag maakt naar een dienende organisatie. Wat woningbouw en ruimtelijke ordening betreffen, is PGB benieuwd naar de uitkomsten van de nieuwe Woonvisie. PGB gaat ervan uit dat het college bij de vertaalslag naar de begroting 2012 de voorgestane beleidsrichtingen omzet naar concrete plannen en dat het nadrukkelijk rekening houdt met de opmerkingen en suggesties vanuit de raad. Om met de ‘plaatsvervangend wethouder Financiën’ te spreken: ‘Veel moet er nog worden uitgewerkt, veel kan er nog verkeren.’ Tot zover. De voorzitter dankt de laatste spreker in deze termijn en zegt dat bijna alle moties en amendementen zijn gekopieerd en verspreid. Hierna stelt de voorzitter voor om een kwartier te schorsen. Daarna krijgt de raad vanuit het college in ieder geval een reactie op alle moties en amendementen die voorliggen. Schorsing van 22.35 tot 23.00 uur 7.c Tweede termijn college De voorzitter heropent de vergadering. Iedereen heeft een overzicht gekregen van moties en amendementen, waarop te zien is hoe deze zijn genummerd en wat de volgorde van behandeling zal zijn (in volgorde van verstrekkendheid). Hierna volgt de tweede termijn van het college. Wethouder Wagenmakers gaat de beantwoording in twee stappen doen. Hij zal eerst alle opmerkingen kort nalopen, en vervolgens – als de raad denkt dat de wethouder niet reageert – komt hij terug op de bespreking van de moties en amendementen. Het is de bedoeling dat de vergadering opschiet, want anders is er morgen wellicht geen voldoende voor het tentamen van mevrouw Oerlemans … De wethouder begint met een opmerking van PrO over het stukje duurzaamheid. De wethouder heeft dit inderdaad benaderd vanuit één kant van de duurzaamheidsdriehoek, namelijk het stuk ecologie. Als het gaat om het duurzaam betrekken van andere betrekken, blijven er nog twee zaken over: sociaal-cultureel en economie. Dat lijkt ontzettend veel op ‘social firm’ en zo hoopt de wethouder dat hij PrO van de duurzaamheid heeft kunnen overtuigen. PrO heeft eveneens gezegd dat het fijn is dat het vandaag gaat over een richtinggevend en kaderstellend document. De wethouder wil hierbij namens het college toch benadrukken dat het niet om een vrijblijvend iets gaat. De perspectiefnota is duidelijk richtinggevend en dat wil zeggen dat het college, als het morgen aan de gang gaat met het opmaken van de begroting, de bedragen zoals die in de perspectiefnota staan zal meenemen. Anders is het onbekend waar het naartoe gaat. Diverse fracties hebben opmerkingen gemaakt over het punt van de ambtelijke organisatie en deze komen dan ook in diverse moties terug. De wethouder zal daar later op terugkomen. Hetzelfde geldt voor de opmerkingen rond de sportvelden bij HOCO. Bij het betoog van de heer Jonkers (AB) had de wethouder het gevoel dat hij opnieuw algemene beschouwingen voerde over de functie van de perspectiefnota. De wethouder wil nogmaals
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
41
benadrukken dat het een perspectiefnota betreft: welke kijk heeft het gemeentebestuur? Welke richting moet de gemeentelijke organisatie uit gaan? Het is de bedoeling dat de gehele meerjarenplanning en de meerjarenbegroting daarop zullen aansluiten, maar dat zijn wel degelijk twee verschillende zaken. De fracties verschillen van mening hoe het zal gaan met het zwemonderwijs als zwembad De Leye per 2015 wordt gesloten. De wethouder verschilt eveneens van mening en zegt dat hij het nog niet weet. Neemt de markt het op? De wethouder bespeurt twijfel in de raad. Sommige fracties denken dat er een andere partij zal komen die het zwembad overneemt, maar zo denkt de wethouder nog helemaal niet. Wellicht wordt het zwembad gesloten, komt er een initiatief en komt er bijvoorbeeld een zwembad bij een zorginstelling. De wethouder weet dat niet en vindt dat de markt maar moet komen. Hij heeft er in ieder geval vertrouwen in dát de markt zal komen, want dat gebeurt ook op andere plaatsen (zoals het CDA al opmerkte). En waarom zou dat niet in Oisterwijk, in die fraaie parel in het groen, kunnen lukken? De wethouder heeft er vertrouwen in. Wat de Woz en met name het aantal bezwaren betreft hebben verschillende fracties opmerkingen gemaakt. De wethouder zegt dat dit ook voor het college een punt van zorg is. Het is in ieder geval wel duidelijk dat er over het lopende jaar wisselingen zijn geweest door de verfijning van de taxatiemethodiek. De communicatie daarover kan en moet sowieso beter, uitgebreider en gerichter. De wethouder merkt wel op dat hij niemand heeft gehoord van wie de waardering van de woning was gedaald; hij heeft vooral degenen gehoord van wie de woning in waarde is gestegen. Dat blijft altijd een lastige kant van de zaak. De wethouder komt bij een aantal opmerkingen van het CDA. Hij vindt het hartstikke fijn dat het CDA het college beschouwt als vier portefeuillehouders met visie, want op die manier kan men elkaar recht in de ogen blijven kijken. Vanavond gaat het om een richtinggevend kader – daar is de wethouder het mee eens – en het CDA zegt bovendien dat de gemeente moet gaan voor de zelfwerkzaamheid van verenigingen. En dát is het, volgens de wethouder. De regierol van de gemeente moet een andere worden. De gemeente moet niet gaan denken voor de verenigingen hoe deze moeten privatiseren of op andere manieren zouden moeten samenwerken. Het is uiteraard wel zo dat het altijd mogelijk moet zijn dat verenigingen met het college of met de wethouder Sport kunnen praten. Alle verenigingen weten dat. PGB vindt dat er nog veel werk aan de winkel is en dat vindt iedereen. Daar gaat het college vanaf morgen keihard mee aan de gang. De wethouder verschilt wel van mening met PGB over de door de fractie genoemde ‘iets andere kaasschaafmethode’ en dat is zijn goed recht. Hij benadrukt dat de functie van de perspectiefnota is dat het college daarmee stimuleert om op andere manieren te gaan werken. Het gaat dan vooral om het stimuleren van de creativiteit. Creativiteit eindigt met ‘teit’ en daarom heeft het college hiervoor de nodige ‘tijd’ beschikbaar gesteld. Wethouder Wagenmakers constateert dat hij de detailvragen heeft beantwoord en komt vervolgens toe aan de moties en amendementen die zijn portefeuille betreffen. Hij begint met M7, de motie die is ingediend door de fracties van PrO, de VVD en PGB en die met name gaat over de opdracht die zij aan het college wensen te geven om voor de raad inzichtelijk te maken wat de uitvoering van de perspectiefnota 2011 betekent voor de gemeentelijke organisatie. Er moet de wethouder iets van het hart. De voorzitter zegt voor alle duidelijkheid dat deze motie in het overzicht is gedoopt tot M7. Dat is de coalitiemotie over de gemeentelijke organisatie.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
42
Wethouder Wagenmakers zegt dat hem in ieder geval iets van het hart moet. Of hij lijdt aan geheugenverlies, of het is een gevoel dat leeft en dat niet is onderbouwd. Hij doelt op het vierde gedachtestreepje, dat: ‘het college van mening is dat we het als gemeente met minder menskracht moeten doen’. Vanavond zitten college en raad met elkaar te praten over een doorkijk naar de toekomst. Er wordt gepraat over het feit dat er nog zo ontzettend veel zaken onduidelijk zijn. Er wordt gepraat over het bestuursakkoord, over de decentralisatie van taken ... Het college is van mening dat het nu nog niet weet met hoeveel menskracht de gemeente het in de komende jaren moet doen. De wethouder vindt dat veel duidelijker. Omdat dit niet bekend is en het college graag een organisatie wil hebben die past bij de taken en het beleid dat moet worden uitgevoerd (en die mogelijk dus ook een ‘redesign’ moet doorlopen), neemt het college de motie M7 verder over. Dit doet het college dus met de nadrukkelijke opmerking die hij zo-even heeft gemaakt. Mevrouw Bastiaan (PrO) merkt bij interruptie op dat de tekst achter het vierde gedachtestreepje die de wethouder heeft geciteerd, letterlijk op pagina 47 van de perspectiefnota staat: ‘… dat we het als gemeente met minder menskracht moeten doen’. Wethouder Wagenmakers zegt dat er dan toch sprake is van geheugenverlies (waarop er wordt gelachen in de zaal). Hij zegt dat daar een dementieconsulent voor bestaat, maar dan gaat het ook om voortschrijdend inzicht vanaf het moment dat het college de start heeft gemaakt … (nog meer gelach). De voorzitter geeft aan dat wethouder Van Hezik doorgaat. Wethouder Wagenmakers bestudeert zijn aantekeningen en komt bij een aantal moties en amendementen die betrekking hebben op De Leye. Hij doelt onder meer op motie M3 van AB. De wethouder zegt dat hij aan het begin van zijn betoog al heeft verteld dat de gemeente hiermee al in 2009 is bezig geweest en dat heeft het toen niet gehaald. Er was onvoldoende draagvlak voor en het was in financiële zin eveneens niet haalbaar. Echter, nu komt er ineens een totaal ander zwembad uit het doosje (of van de duikplank gesprongen) en dat is het voorstel om ‘openluchtzwembad het Staalbergven om te zetten in een combibad, dus met een overdekt gedeelte’ en ‘om dit nieuwe combibad te privatiseren’ terwijl het grond is van Natuurmonumenten, die de gemeente in erfpacht huurt en waarover zij in 2015 afspraken moet maken over wat zij in 2020 wenst te gaan doen. De wethouder snapt er niets meer van … Het college begrijpt dit niet … De heer Van de Ven (AB) vraagt bij interruptie of de wethouder dan de inhoud van het convenant eens kan voorlezen. Wethouder Wagenmakers antwoordt dat het convenant er nog niet is. De gemeente is met Natuurmonumenten in gesprek over diverse zaken en dat betreft niet alleen het Staalbergven. De heer Van de Ven (AB) is van mening dat de wethouder toch duidelijk stelt dat de gemeente het zwembad Staalbergven wil handhaven, alleen het recreatieve … Wethouder Wagenmakers vraagt wanneer de toeristen in Oisterwijk verblijven. Volgens hem is dat vooral als het goed weer is.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
43
De heer Van de Ven (AB) is van mening dat het zwembad toch vooral multifunctioneel gehandhaafd zou moeten worden. Volgens hem is het veel goedkoper om het andere zwembad daarbij op te nemen dan twee aparte zwembaden … Wethouder Wagenmakers zegt dat zwembad het Staalbergven wordt gewaardeerd als natuurbad in de Oisterwijkse omgeving. Als AB daarnaast een combibad zou willen aanleggen, dan is het de vraag of dat ruimtelijk wel gewenst is. Dat is een totaal ander verhaal. En dat geeft ook buiten het toeristenseizoen een andere druk in de toch al kwetsbare omgeving aldaar. De heer Van de Ven (AB) stelt dat zijn fractie gewoon vraagt om deze optie eens te onderzoeken. Wethouder Wagenmakers vraagt zich af waarom dit onderzocht moet worden als de uitslag al bekend is. Dat vindt hij jammer, de gemeente dient efficiënt met haar middelen om te gaan. De voorzitter constateert dat de opvattingen helder zijn. De heer Schoenmakers (VVD) zegt bij interruptie dat de gemeente 35 jaar geleden een andere keuze heeft gemaakt. Toen was er sprake van ander beleid voor het natuurgebied en toen vond men het niet verstandig om te doen. Hij geeft aan dat hij helemaal niets begrijpt van motie M7 en dat het voorstel niet meer van deze tijd is. Wethouder Wagenmakers komt bij motie M6 van PGB die gaat over het actief in gesprek gaan verenigingen en organisaties. De wethouder heeft eerder al toegelicht dat de gemeente een open en transparante organisatie is en dat elke vereniging die met het college wil praten over hun creatieve ideeën van harte welkom is. De wethouder heeft dit eveneens gesteld in zijn eerste repliek: laat de verenigingen maar komen met slimme en creatieve ideeën; de bal ligt bij hen en de wethouder wacht wel tot de bal verder wordt getrapt. Volgens hem is M6 een motie die op zich heel sympathiek is, maar dat het gewoon de realiteit van vandaag is. Daarmee acht het college motie M6 dan ook overbodig. Motie M5 van het CDA gaat over het probleem van HOCO. De wethouder heeft in het begin van zijn betoog al heel veel aandacht besteed aan de vraag van PGB over de sportaccommodaties. Het college had de plannen al helemaal klaarliggen. Ondertussen zijn er allerlei onderzoeken gedaan naar de kwaliteit en één veld is gewoonweg afgekeurd. Het is niet alleen een economische kwestie van einde levensduur, maar het is echt versleten en er kan niet meer op gespeeld worden. Dát wil zeggen dat de urgentie op dit moment bij HOCO erg hoog is. De CDAfractie koppelt de kunstgrasvelden voor het voetbal aan de kwestie bij HOCO, maar dat is een ander verhaal. De voetbalclubs hebben grasvelden en een zeker capaciteitsprobleem, terwijl het bij HOCO gaat om een vervanging. Omdat het raadsvoorstel binnenkort in behandeling komt (het staat op 7 juli op de raadsagenda), wil de wethouder de raad vragen om het voorstel in de commissie mee te nemen en het totale verhaal van de capaciteitsproblemen binnen het voetbal mee te nemen in de discussie over de accommodaties. Dan kan er meteen worden gesproken over het standpunt van de raad tegenover privatisering van velden. Iedereen dient namelijk goed te beseffen dat alle verenigingen allang zijn geprivatiseerd zijn en dat dit vooral zit in hun vastgoedaccommodaties. De vraag hoe de gemeente in de toekomst wellicht op een slimme manier met de velden en dergelijke om kan gaan, wordt een interessante discussie volgens de wethouder.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
44
De heer Dewachter (CDA) heeft bij interruptie twee vragen. De wethouder heeft aan het begin van zijn betoog gesteld – toen het ging over het richtinggevende en kaderstellende aspect van de perspectiefnota – dat de perspectiefnota zeker niet vrijblijvend is. De wethouder zegt nu dat de raad even moet wachten tot de juiste informatie er is, maar als de kwesties van vandaag vanaf morgen richtinggevend moeten zijn voor het college, dan heeft de heer Dewachter een probleem. Want dan kan de wethouder later terecht zeggen dat een en ander niet in de juiste richting zit. In die zin ziet spreker een probleem. Het tweede punt dat het CDA wil aankaarten is een inhoudelijk punt over de velden. De heer Dewachter is absoluut geen specialist inzake sportvelden, maar als hij het goed begrijpt, is er bij een van de voetbalverenigingen ook sprake van een veld dat economisch is afgeschreven en dat momenteel niet meer is te beschouwen als een grasveld. Kortom, welke normering/maatstaf hanteert het college? Wethouder Wagenmakers gaat hier in technische zin op in. De voetbalverenigingen hebben twee soorten velden: de zogeheten trainingsvelden en de wedstrijdvelden. De wedstrijdvelden voldoen aan de kwaliteitsnormen. Echter, de trainingsvelden zijn aan het einde van het seizoen hartstikke kaal gespeeld. Zoals iedereen weet – en dat is elk jaar opnieuw het geval – is het voetbalseizoen momenteel afgelopen en wordt er in de komende maanden keihard gewerkt om de velden in augustus/september weer op kwaliteitsniveau te hebben. Dat is elk jaar hetzelfde liedje. De heer Van Beckhoven (CDA) zegt bij interruptie dat het hoofdveld van Taxandria al jarenlang een probleem geeft, ook bij het begin van het seizoen. Dan is veld niet onbespeelbaar, maar er zijn wel de nodige problemen mee. Spreker heeft seizoenen meegemaakt (toen hij zelf nog in het eerste team speelde) dat zijn team op de bijvelden moest voetballen, nota bene aan het begin van het nieuwe seizoen Wethouder Wagenmakers merkt op dat er tegenwoordig voetballers zijn door wie de velden waarschijnlijk minder slijten De voorzitter constateert dat de wethouder de suggestie heeft gedaan dat er een raadsvoorstel over HOCO komt, waarbij het overige (inzake sportaccommodaties) eveneens aan de orde kan komen. Als de raad later op de avond een perspectiefnota vaststelt zoals die momenteel voorligt (onder meer wat betreft het punt over HOCO) dan betekent dit dat de behandeling van het betreffende raadsvoorstel – mocht dat leiden tot een volledig andere variant – bepalend is voor de verdere verwerking in de begroting. In die zin is een perspectiefnota niet zo dwingend dat de betreffende discussie over HOCO en dergelijke niet meer gevoerd zou hoeven worden. Volgens de voorzitter was dat de vraag van het CDA. Wethouder Wagenmakers zegt dat hij hetzelfde kan zeggen rond motie M8 van AB (voorheen een amendement) inzake de kunstgrasvelden van HOCO. Het college wil ook deze motie ontraden, omdat dit later bij de behandeling van het betreffende raadsvoorstel nader wordt besproken. De heer Van de Ven (AB) wil hier bij interruptie graag op inhaken. Zijn fractie heeft duidelijk een ander argument ingebracht: AB stelt voor om een lening te geven en om de exploitatie en het onderhoud desnoods bij de verenigingen zelf te leggen. Dat past helemaal bij de uitkomst van de kerntakendiscussie en …
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
45
Wethouder Wagenmakers zegt dat hij dit heel interessant vindt, maar brengt meteen te berde dat de gemeente geen bank mag zijn. Hij vraagt of de heer Van de Ven weet wat er kan gebeuren als een bank in crisis verkeert. De heer Van de Ven (AB) zegt dat hij dat zeker weet, maar hij zegt dat de gemeente het geld ook kwijt is als zij het in de velden investeert. AB doelt op een lening waarvoor een veld wordt aangelegd en … Wethouder Wagenmakers repliceert dat de gemeente sowieso niet voor bank mag spelen. Dat zou betekenen dat de gemeente een lening verstrekt en als het ware risicodrager moet worden. De wethouder wil best binnen het haalbare nadenken over een garantstelling of iets dergelijks, maar de bal ligt op dit moment bij de verenigingen. De heer Van de Ven (AB) zegt dat de bal daar zeker moet liggen en dat zijn fractie daar ook naartoe wil, maar op het moment dat het college de bal daar neerlegt, ligt die meteen weer bij de gemeente. Wethouder Wagenmakers constateert in elk geval dat het voorstel van AB om te lenen niet haalbaar is. De voorzitter vraagt of de wethouder daarmee rond is met zijn reactie. Wethouder Wagenmakers zegt dat hij nog moet reageren op amendement A3, waarin AB stelt dat het college ‘de jaarschijven vanaf minimaal 2013 sluitend dient te maken; dit middels fte-bezuinigingen in de gemeentelijke organisatie’. Daarmee zegt AB feitelijk dat de fte-korting een doel op zich is. Echter, in eerste termijn heeft de wethouder al gezegd dat organisatie volgend is op beleid. Het college stelt de raad voor om een traject van ontwikkeling door te maken en het heeft eerder aangegeven dat het motie M7 wenst over te nemen. Op die manier maakt het college de zaken voor de raad inzichtelijk, en zoals gezegd kan het college nog niet op de zaken vooruitlopen. Dat zou immers riskant zijn. Ten slotte heeft de wethouder nog het verhaal omtrent Intergas, amendement A4. Technisch gezien heeft de heer Jonkers van AB gelijk als het gaat over boekingen en de manier waarop een en ander gebeurt in begrotingen en met resultaten. Echter, een perspectiefnota – waarin het woord ‘perspectief’ zit, dat visie of doorkijk betekent – bekijkt veel meer hoe de zaken samenhangen en samenvallen. Dat is dus geen boekhoudkundige exercitie. Kortom, het college ontraadt de raad om amendement A4 te steunen. De heer Jonkers (AB) zegt bij interruptie dat de wethouder het nu opvoert als richtinggevend, ofwel als een bedrag dat kan worden besteed in de begroting van 2012. Datzelfde kan de wethouder ook bereiken door het in de reserve te stoppen, en om het vanuit de reserve te gaan benutten in 2012. Dan kan de wethouder wel beweren dat het boekhoudkundige foefjes zijn – dat moet de wethouder zelf weten – maar dan moet hij van de andere kant ook consequent handelen. Spreker is van mening dat consequent handelen wil zeggen dat incidentele vrijval eerst naar de algemene reserve moet vloeien en daarna pas vrijkomt. Wethouder Wagenmakers zegt dat de heer Jonkers in technische zin helemaal gelijk heeft. Dat wil meteen zeggen dat het straks bij de begroting (ofwel bij de uitwerking van de perspectiefnota) zal gaan naar de algemene reserve en dat dan het verzoek wordt gedaan om
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
46
het vervolgens weer uit de algemene reserve te halen. Maar het resultaat (voor de beeldvorming) is hetzelfde. De heer Jonkers (AB) beaamt dat het resultaat hetzelfde is, maar hij zegt dat het dan ook meteen op die manier in de perspectiefnota opgenomen had kunnen worden. Wethouder Wagenmakers antwoordt dat zij daarin verschillen van mening. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Van Hezik. Wethouder Van Hezik stelt dat het college met één mond spreekt, net zoals de fractie van de VVD (zo heeft de wethouder vanavond begrepen). Als de fractie van de VVD het goed vindt, wil de wethouder graag zelf kunnen reageren. Hij zal proberen om het kort te houden; als wethouder Onderwijs wil de heer Van Hezik uiteraard helemáál niet verantwoordelijk zijn voor een slecht tentamenresultaat van mevrouw Oerlemans … De wethouder zal dezelfde volgorde aanhouden als collega Wagenmakers en eerst enkele algemene opmerkingen maken. Daarna zal hij de moties en amendementen behandelen. Op de vraag van AB wie de gymzaal van De Bunders bouwt, antwoordt de wethouder eenvoudigweg dat dit de gemeente is. De gemeente bouwt de brede scholen en vervolgens wordt de gymzaal (net zoals in andere gevallen) geëxploiteerd door het gemeentelijk sportbedrijf. Het formele antwoord is dus dat de gemeente de sportzaal bouwt. De wethouder wil hier wel een hartenkreet bij plaatsen. De gymzaal van De Bunders wordt wederom gezien als een soort dekking, terwijl hierover al veel eerder een raadsbesluit is genomen. Het argument om de gymzaal toe te voegen, was dat de gymzaal niet alleen was bedoeld voor het bewegingsonderwijs van de basisschool, maar ook voor de buitenschoolse opvang en voor activiteiten van de wijk. In die zin lijkt het erop dat AB het concept van de brede school nog steeds niet begrijpt. De fracties van PGB en AB hebben opmerkingen gemaakt over het maatschappelijk bedrijf. De wethouder heeft in eerste termijn aangegeven dat het college de raad een concept, een gedachte voorlegt om al het werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt te reserveren voor de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De gemeente wil de regie voeren om dat bedrijf vorm te geven. De wethouder heeft helemaal niet gesproken over een fysiek bedrijf met een directeur; dat ligt allemaal volledig open. Het enige wat het college heeft gezegd, is dat de gemeente de regie gaat voeren over het verder ontwikkelen van het betreffende concept. In die zin wil de wethouder de opmerking van PGB – dat bedrijfsmatige aansturing niet echt de competentie is van de gemeente – vooral bij de fractie laten; hij vindt dat een typische diskwalificatie. De wethouder heeft nog één ding, namelijk het feit dat de fractie van AB heeft gezegd dat de bezuinigingen worden afgewenteld op de kwetsbare burgers. AB moet vooral geloven in de kanteling, waarbij de gedachte is dat de gemeente dingen gaat teruggeven aan de directe netwerken van mensen waarop zij in eerste instantie een beroep moet doen. Vervolgens zal de gemeente collectieve voorzieningen in het leven roepen en pas op het laatste moment dure individuele voorzieningen. De wethouder stelt dat je daar wel in moet geloven. AB zegt dat de gemeente dezelfde overheid blijft waar de burgers als bij een automatiek van alles kunnen opeisen, maar dat zal niet meer het geval zijn. En dat is volgens de wethouder maar goed ook; bezuinigen is niet altijd verkeerd. Wethouder Van Hezik komt bij de amendementen en begint bij A1 van AB om de bibliotheek niet in het stramien te laten lopen van alle andere partijen. Dat is meteen de reden dat het
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
47
college dit amendement niet zal overnemen. De wethouder wil wel opmerken dat er vanuit de CDA-fractie is gewezen op het feit dat de brede school Moergestel geen eigen bibliotheek heeft gekregen omdat die er al was in Den Bogaard. Dat beaamt de wethouder. En dat betekent dat de bibliotheek in de innovatieve oplossingen die zij moet zoeken te maken heeft met de bredeschoolnetwerkpartners. Volgens de wethouder zit de bibliotheek al in dat netwerk. Bovendien is een dergelijke samenwerking een kenmerk van de innovaties die de gemeente zoekt. Kortom, in die hoek moeten de oplossingen worden gezocht en daarin dient de gemeente consequent te zijn. Zij moet in eerste instantie aan de bibliotheek vragen om met een goede en slimme oplossing te komen. Het college zal amendement A1 derhalve niet overnemen. Amendement A2 van AB betreft de lokale omroep OHM. De wethouder vindt dit amendement niet sympathiek, ondanks de mening van diverse fracties. Stichting OHM is de enige organisatie binnen de culturele sector waarop de gemeente niet gaat bezuinigen. Nu zou je kunnen stellen dat het geld dat de gemeente voor de lokale omroep krijgt direct moet worden doorgesluisd naar OHM, maar dat ligt volgens de wethouder een stuk genuanceerder. De wet bepaalt dat de gemeente de lokale omroep moet bekostigen, maar geeft niet aan met hoeveel geld. De VNG heeft een norm (geen wettelijke eis) afgestemd met de brancheorganisatie van de lokale omroepen, waarin een bedrag is afgesproken van € 1,30 per woonruimte. De wethouder meldt dat de gegevens van 112 media-instellingen die hebben meegewerkt aan een onderzoek duidelijk maken dat 49 gemeenten (zijnde 42%) minder betalen dan de afgesproken € 1,30. In die zin vindt de wethouder dat de gemeente Oisterwijk sowieso niet slecht handelt. Het college wil consequent en netjes blijven en wil niet gaan korten. De gemeente betaalt OHM dus hetzelfde bedrag als altijd. Het argument dat stichting OHM de rampenzender zou zijn, is niet waar volgens de wethouder. Omroep Brabant is de rampenzender voor Oisterwijk. Als laatste noemt de wethouder de kosten voor de gewenste digitalisering. Stichting OHM heeft een eigen vermogen van 68.000 euro. Dan mag de wethouder zeker wel vragen aan OHM om te investeren in de toekomst van de eigen organisatie. Stichting OHM beweert echter dat zij dat geld nodig heeft voor het afschrijven van de apparatuur. De wethouder is van mening dat zijn instemming met een dergelijke redenering de bibliotheek, Factorium en andere organisaties heel boos zou maken. Kortom, de wethouder vindt dit typisch een kwestie waarin de raad consequent moet zijn. Hij herhaalt dat OHM de enige partij is waarop de gemeente niet gaat korten en de raad zou absoluut niet moeten instemmen met amendement A2. De heer Van de Ven (AB) constateert bij interruptie dat de wethouder eigenlijk een sterfhuisconstructie voor de lokale omroep voorstelt. Op het moment dat OHM niet meer wordt ontvangen bij de bewoners, is de omroep niet meer interessant en zullen de adverteerders afhaken. Wethouder Van Hezik stelt dat stichting OHM de digitalisering gewoon kan betalen uit haar eigen vermogen. De gemeente vraagt de andere organisaties immers ook om hun eigen vermogen aan te spreken om zaken naar de toekomst toe veilig te stellen. De heer Van de Ven (AB) meent dat het hier over infrastructuur gaat en dat vindt hij iets anders dan investeren in eigen zaken en dergelijke. Wethouder Van Hezik antwoordt dat dingen nu eenmaal geld kosten en OHM heeft geld op de bank. Volgens de wethouder ligt dat niet zo moeilijk, maar ja, hij is slechts ‘plaatsvervangend wethouder Financiën’, zoals PGB het heeft genoemd …
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
48
De wethouder komt vervolgens toe aan motie M2 van PrO, de VVD en PGB over innovatie. In feite zeggen de fracties met deze motie dat zij het college hebben begrepen – dat innovatie belangrijk is, en dat innovatieve samenwerking belangrijk is – en dat er een fonds in het leven wordt geroepen voor omvormingen ten behoeve van (in het geval van het cultuurfonds) de cultuursector. Daarnaast zeggen de betreffende fracties dat het college dit zou moeten verbreden met de sociale sector, en misschien ook met de sector sport. De wethouder vindt dat een belangrijke gedachte en het college wil die gedachte graag omarmen en richting de begroting proberen te vertalen. In die zin wil het college de motie M2 graag overnemen. De wethouder wil hierbij wel een kanttekening plaatsen. De fractie van AB heeft gevraagd aan PrO of dit ook geldt voor het participatiefonds. Het participatiefonds is ingegeven vanuit twee woorden die de VVD-fractie in haar algemene beschouwingen heeft ingebracht, zijnde beschaving en respect. De gemeente Oisterwijk wordt wettelijk gedwongen om binnen de bijzondere bijstand terug te gaan van 120% naar 110% van het sociaal minimum. Dat betekent dat de gemeente een bedrag van ca. 35.000 euro zou kunnen inboeken op de reserve. Het college heeft echter gemeend om dit bedrag via een participatiefonds terug te laten vloeien ten gunste van de doelgroep van kwetsbare burgers. Als AB vervolgens vraagt of dat genoeg is, dan antwoordt de wethouder dat dit hetzelfde is als de gemeente voorheen had. Het is in ieder geval niet minder dan voorheen, en dat was de gedachte achter het fonds. De VVD-fractie heeft (mede vanuit de innovatieve gedachte) gevraagd om niet zo dwangmatig vast te houden aan deze compensatie en daar wil wethouder Van Hezik best op een bepaalde manier in meegaan. Je zou kunnen bedenken dat je via Stichting Leergeld … De wethouder vindt echter dat het ook de eigen woorden van de VVD zijn: vanwege een stuk beschaving en respect handelt het college op deze manier. Het college wil de doelgroep fundamenteel netjes behandelen. De wethouder wil dus best met de raad meedenken, maar als het geld voor het participatiefonds eveneens in het innovatiefonds gestopt moet worden, dan heeft men blijkbaar het uitgangspunt van het participatiefonds niet begrepen. De voorzitter geeft aan dat wethouder Van Hezik motie M4 nog moet bespreken, de motie over het Klavertje 4-model. Wethouder Van Hezik constateert daarmee dat hij ook nu weer bij de fractie van AB uitkomt. In eerste termijn heeft de wethouder verwezen naar het Klavertje 4-model dat klaar is en dat de raad binnenkort zal ontvangen. Dit vormt de basis voor het convenant dat het college gaat ondertekenen. Op het papier dat de wethouder laat zien is niet alleen het logo van Klavertje 4 te zien. Alle organisaties die betrokken zijn bij de opvang van kinderen hebben hun logo op het voorblad willen zetten, als uiting van het feit dat het niet een gemeentelijke nota betreft, maar een nota van alle betrokkenen. De wethouder zou de fractie van AB willen vragen of zij in de voorbereiding op haar motie M4 een van de betrokken organisaties heeft gebeld. Immers, als het college naar de raad komt terwijl het niet ‘de hele wereld’ heeft bevraagd hoe deze erin staat, dan krijgt het college onderuit de zak … Eén telefoontje was genoeg geweest om te weten te komen dat geen enkele van de betrokken partijen de gedachte van een kindcentrum ondersteunt. Alle partijen streven naar intensieve samenwerking volgens het Klavertje 4-model. Kortom, niet alleen de wethouder maar alle betrokken organisaties ontraden de motie M4. Om uiting te geven aan het feit dat de organisaties er op deze manier in willen staan, zullen bij de ondertekening van het convenant alle deelnemers een speld met een klavertje vier dragen als zichtbaar teken van saamhorigheid. Daarom vindt de wethouder het een aardige gedachte om na de raadsvergadering mevrouw Roborgh het betreffende speldje op te spelden (als zij daarmee instemt).
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
49
De wethouder heeft nog één slotopmerking, als uitsmijter. Het CDA wijst op zaken waarmee de gemeente geld zou kunnen genereren en de fractie noemt daarbij specifiek gemeentelijke grond die oneigenlijk in gebruik is. De wethouder zegt dat dit geldt voor zijn voortuin; hij zal er persoonlijk zijn best voor doen om de begroting meer sluitend te maken. De heer Dewachter (CDA) zegt dat hij dat heel sympathiek vindt. De heer Van de Ven (AB) heeft bij interruptie een vraag aan de wethouder. Het is hem niet helemaal duidelijk wat de wethouder bedoelt als hij zegt dat de gemeente de gymnastiekzaal bij De Bunders bouwt. Wordt de zaal uit het bredeschoolbudget betaald? Wethouder Van Hezik beaamt dat dit zo is. De voorzitter geeft hierna het woord aan wethouder Rijnen. Wethouder Rijnen zegt dat PrO heeft gevraagd om een aanvullende omschrijving van een aanvaardbaar risico voor de gezondheid. Het college heeft voor dit soort zaken de GGD, die de nodige deskundigheid in huis heeft. De GGD kan en mag bepalen wat wel en niet aanvaardbaar is. De GGD zal zeker door het college worden betrokken om aan te geven wat de juiste omschrijving is die straks moet worden opgenomen in de wijzigingsprocedure. Mevrouw Bastiaan (PrO) zegt bij interruptie dat het bekend is dat de GGD daar richtlijnen voor heeft. Dat laat echter onverlet dat het college daar een standpunt over kan formuleren. Wethouder Rijnen zegt dat het standpunt wat wel en niet aanvaardbaar is (dus op welk niveau je wilt gaan zitten) heel erg afhankelijk is van het advies dat het college krijgt van de GGD. Het is niet zo dat het college zelf bepaalt wat wel aanvaardbaar is en wat minder aanvaardbaar is. Er zijn mensen die het onaanvaardbaar vinden om met een vliegtuig te reizen, maar die het wel aanvaardbaar vinden om met de auto te reizen, terwijl het risico op ongelukken veel hoger is. Het college zal geen eigen uitspraken doen en zal de zaak voorleggen aan de GGD en haar advies volgen. Mevrouw Bastiaan (PrO) begrijpt dat het college advies zal vragen aan de GGD en dat het dat advies op voorhand en integraal zal overnemen. Vervolgens is dat blijkbaar aanvaardbaar. Dat zegt de wethouder. Wethouder Rijnen beaamt dit en benadrukt dat het juist binnen de deskundigheid van de GGD ligt (en niet binnen die van het college) om aan te geven wat een aanvaardbaar gezondheidsrisico is. Verder heeft de raad gevraagd of 1 februari 2012 juist is (als uiterste opzegdatum), terwijl dit een behoorlijke periode bestrijkt vóór 2015 (het contract loopt immers af in 2015). De wethouder zegt dat deze datum klopt. Het is echt en het is onvoorstelbaar, maar het staat op die manier in het contract. Vorige week is er ambtelijk overleg geweest en is er afgesproken om de datum van 1 februari 2012 vooral niet te vergeten omdat het een heus wurgcontract betreft met Altero (voorheen Essent Milieu). Dergelijke contracten zijn ruim vijftien jaar geleden afgesloten toen Essent geweldige investeringen moest doen. En daarom worden deze nu min of meer als wurgcontracten ervaren, waar de gemeente Oisterwijk graag vanaf wil. De opzegdatum staat daarom helder genoteerd binnen de organisatie.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
50
De heer Jonkers (AB) zegt bij interruptie dat het bij wurgcontracten gebruikelijk is dat er in het geval van ontbinding heel zware (boete)clausules op zitten. Spreker denkt dat de wethouder daar zeker rekening mee moet houden, anders noemt hij het geen wurgcontract (dus als je vrij kunt ontbinden). Wethouder Rijnen zegt dat het contract afloopt en dat de gemeente het daarom – als ze het contract op tijd opzegt – zonder gevolgen kan ontbinden. De gemeente moet dus zeker niet over de datum van 1 februari 2012 gaan. De fracties van de VVD en het CDA hebben de RUD aangekaart. Het gaat over de RUD Middenen West-Brabant. Ergens moet er een nieuwe organisatie worden ingericht en het zou heel toevallig zijn als dat in Oisterwijk is. De wethouder denkt eerder dat het in een van de grote steden zal zijn. In dat geval zou het erg jammer zijn dat alle burgers voor de kleine categorie naar Tilburg of Breda zouden moeten gaan (of zelfs nog verder). Het is dus niet alleen uit kostenoverwegingen dat het college zegt dat de gemeente de lichte categorie zelf wenst te houden; de gemeente heeft voldoende deskundigheid in huis en kan dat zeker stellen. Echter, het gaat vooral ook over een stukje klantvriendelijkheid. Het zou niet getuigen van meedenken met de burgers als de gemeente hen allemaal naar Breda zou sturen. Dat is feitelijk de reden dat de wethouder heeft gezegd dat de gemeente ervoor kiest om in huis te houden wat zij in huis kan doen en dat gaat dus om de lichte categorieën. De zwaardere categorieën wil het college onderbrengen bij de RUD. Dat is trouwens het idee van alle Midden- en West-Brabantse gemeenten. Het CDA heeft nog de regeling Ruimte voor Ruimte genoemd. Nog niet zo lang geleden heeft het college een ambtelijke opdracht uitgezet om een advies uit te brengen over deze regeling. Dan is het vervolgens een keuze waar je voor staat: wil de gemeente gaan voor ruimtelijke kwaliteit, of gaat zij voor het geld of een mix van beide? De wethouder denkt dat de gevraagde notitie binnen nu en drie weken bij het college ligt. Daarna gaat het college aan de slag om aan de commissie Ruimtelijke Zaken en vervolgens aan de raad een raadsvoorstel te presenteren hoe de gemeente zou moeten omgaan met de regeling Ruimte voor Ruimte. Om de notitie uit te werken heeft het college subsidie gekregen van de provincie. De heer Dewachter (CDA) zegt bij interruptie dat hij begrijpt dat de wethouder het proces schetst dat er wellicht toe kan leiden dat de notitie er komt, maar de opmerking van zijn fractie was meer geënt op de vraag of het klopt dat er kavels zijn voor de regeling Ruimte voor Ruimte die in principe voor inkomsten voor de gemeente Oisterwijk zouden kunnen zorgen. De wethouder zegt dat straks de keuze voorligt om te gaan voor kwaliteit of voor geld. Het CDA gaat ervan uit dat het minimaal een mix is en dat het college niet alles laat bouwen. De doelstelling achter de vraag was dus vooral om te achterhalen of het klopt dat er in zekere zin inkomensbronnen zijn die voor meevallers zouden kunnen zorgen. Wethouder Rijnen antwoordt volmondig met ‘ja’. Daarmee heeft hij alle vragen beantwoord. Burgemeester Janssen heeft in tweede termijn twee opmerkingen van zijn kant. De VVD heeft gevraagd hoe het zit met het voorstel voor de Rekenkamer waarmee het college komt. De burgemeester denkt dat het college gehouden is aan, en zich bewust is van het feit dat de raad uiteindelijk zal besluiten in hoeverre het binnen de diverse programma’s met meer of met minder kan (of meer met minder). Dat doet het college dus ook op dit punt en daarvan geeft de VVD een signaal af dat helder is. De burgemeester constateert bovendien dat dit het enige concrete signaal is dat niet is belegd in een amendement. Daar waar het college hiermee rekening zal houden in de begroting, zal het college er tevens van uitgaan dat de
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
51
perspectiefnota in de rubriek aan het slot (een overzicht van bezuinigingen en intensiveringen in alle programma’s) leidend is voor de uitwerking van de begroting in het najaar. Het signaal rondom de Rekenkamer is helder, maar daarmee zijn niet alle losse signalen zodanig van betekenis dat de financiële bijlage van de perspectiefnota niet meer leidend zou zijn. Anders zou je je moeten afvragen waarom je eigenlijk een perspectiefnota behandelt; dan zijn het slechts vage uitspraken. Het college is vanuit het perspectief gekropen naar een plaatje van de meerjarige begroting, en dat beschouwt het college als leidend, ook al ligt er omtrent het voorstel rond de Rekenkamer net geen amendement op tafel. De burgemeester hoopt dat de raad hem begrijpt. De heer Van Elderen (PGB) wil hier bij interruptie op reageren, omdat richtinggevend ineens leidend lijkt te worden. Vorig jaar hebben de raad en het college een discussie gehad over het karakter van de perspectiefnota en dat dreigt nu opnieuw te gebeuren. Dat vindt de heer Van Elderen heel vervelend. Voor PGB is de perspectiefnota puur een richtinggevend document op weg naar de begroting. Wat dat betreft is de Rekenkamer een goed voorbeeld en zo zijn er waarschijnlijk meer. Spreker geeft het college nadrukkelijk in overweging om bij het opstellen van de begroting op basis van de richting die er is aangegeven goede afwegingen te maken over het al dan niet opnemen van posten en de omvang daarvan in de begroting. De financiële situatie van de gemeente is op dit moment dermate ongewis dat die afweging meer dan terecht is. Spreker herhaalt dat zijn fractie een beroep doet op het college om daadwerkelijk heel kritisch te kijken naar de vertaalslag van de richtingen die in de perspectiefnota zijn aangegeven naar de concrete uitwerking in de begroting, op basis van maatschappelijke effecten die de gemeente beoogt in relatie tot de kosten die daaraan verbonden moeten worden. De PGB zal ook in het najaar op deze manier naar de begroting kijken. Burgemeester Janssen zegt dat het punt van de fractie van PGB helder is, maar hij zegt dat het ook goed is om het woord richtinggevend niet te vertalen als kunnen wegduiken voor hetgeen er in de perspectiefnota staat omdat het ‘slechts richtinggevend’ zou zijn. Dat is de strekking van de opmerking van de burgemeester. Hij vertaalt het juist richting de opmerking van enkele fracties over de Rekenkamer, die niet is belegd in een amendement. Dat is wel op alle andere punten gedaan waarover fracties een concreet voorstel willen doen. Mevrouw Bastiaan (PrO) sluit zich bij interruptie aan bij de heer Van Elderen (PGB). Spreekster heeft hier niet voor niets in tweede termijn iets over vermeld. De perspectiefnota is geen begroting en daar is iedereen het over eens. Het is een richtinggevend document naar een begroting toe en PrO verwacht van het college dat het ook zonder amendementen de beraadslagingen van vanavond meeneemt in alle besluiten rond de op te stellen begroting. Dan zijn er eigenlijk geen amendementen nodig. Dan zijn de fracties voldoende duidelijk geweest over de budgetten voor onderzoeken. Burgemeester Janssen zegt dat alle uitspraken – zeker wanneer ze in meerderheid zijn gedaan – uiteraard van belang zijn bij de verdere uitwerking. Niemand zou daaraan twijfelen. Gelet op het belang van het veld – in een periode dat de gemeente bij sommige verenigingen en instellingen forse bezuinigingen neerlegt – vindt de burgemeester dat het helder moet zijn wat richtinggevend betekent, althans vanuit de optiek van het college om met de boodschappen die in de perspectiefnota staan (tekst én tabellen) het veld in te gaan en open te staan met argumenten, kijkend of het daadwerkelijk kan (zoals vandaag met elkaar wordt opgetekend). Die openheid wordt er gehanteerd, maar het moet ook duidelijk zijn. Dat is de strekking van de opmerking die de burgemeester eerder heeft gemaakt.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
52
De heer Van Elderen (PGB) zegt dat zijn fractie de ontwikkelingen zal bekijken. Burgemeester Janssen hoopt dat dit met veel belangstelling zal zijn. De heer Van Elderen (PGB) beaamt dat dit inderdaad met veel interesse gebeurt. Burgemeester Janssen zegt dat het tweede punt dat hij wil aankaarten gaat over de tweede termijn van de raad. Deze begon met complimenten voor de eerste termijn van het college en dat heeft het college als geheel met plezier geconstateerd. De burgemeester wil deze complimenten namens het college omarmen en zal ze voor een groot deel neerleggen bij de gemeentelijke organisatie. Dat tot slot. 7.d
Korte inventarisatie standpunten fracties over het raadsvoorstel en besluitvorming over eventueel ingediende amendementen, raadsvoorstel en eventueel ingediende moties De voorzitter zegt dat dit het laatste onderdeel is van de vergadering, om 23.53 uur. Hij vraagt of de raad eraan toe is om naar het pakket van amendementen, dan het voorstel en dan de moties te kijken. De raad stemt hiermee in. De heer Oerlemans (PGB) zegt dat hij het op prijs stelt om niet deel te nemen aan de stemming over amendement A2 vanwege de integriteit die voor hem dienaangaande aan de orde is. De voorzitter vindt dit uitstekend. Hij stelt als eerste amendement A1 aan de orde inzake de bibliotheek. A1 wordt in stemming gebracht en wordt verworpen met alleen de stemmen van de fractie AB voor. De voorzitter brengt amendement A2 aan de orde inzake de lokale omroep OHM. De heer Van Elderen (PGB) legt een stemverklaring af. PGB vindt de lokale omroep heel belangrijk, ook in het kader van haar sociale functie in Oisterwijk, maar de fractie is op dit moment niet bereid en niet in de gelegenheid om een goede afweging te maken. Op grond daarvan zal PGB tegen amendement A2 stemmen. De heer Dewachter (CDA) legt een stemverklaring af. Hij zegt dat hetzelfde min of meer voor de CDA-fractie geldt, nog los van het feit waar de dekking gezocht zou moeten worden. Het CDA staat sympathiek tegenover het voorstel. Het belang van de lokale omroep is hartstikke duidelijk en er is een heleboel nieuwe informatie door de wethouder gegeven. Daarmee vraagt de CDAfractie zich af hoe het precies zit en hoe zij daarmee om moet gaan (er zal toch het nodige aan de apparatuur moeten gebeuren). Al met al zal het CDA amendement A2 niet steunen, zij het met pijn in het hart. De voorzitter brengt amendement A2 in stemming (nadat de heer Oerlemans de raadzaal heeft verlaten) en dit wordt verworpen met alleen de stemmen van de fractie van AB voor. De voorzitter brengt amendement A3 aan de orde inzake de sluitende begroting voor 2013 en 2014. De heer Oerlemans heeft inmiddels de raadzaal weer betreden. De voorzitter brengt amendement A3 in stemming en dit wordt verworpen met alleen de stemmen van de fractie van AB voor.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
53
De voorzitter brengt amendement A4 aan de orde inzake de toevoeging van Intergas aan de algemene reserve. De heer Van Elderen (PGB) legt een stemverklaring af. PGB vindt het voorstel een principiële uitspraak die de fractie niet zal steunen. De heer De Kort (PrO) legt een stemverklaring af en zegt dat hetzelfde geldt voor zijn fractie. De heer Dewachter (CDA) zegt dat hij het antwoord min of meer kwijt is als hij het antwoord van de wethouder goed begrijpt. De voorzitter zegt dat de beraadslagingen gesloten zijn en dat de raadsleden uitsluitend een stemverklaring kunnen afgeven en dat is gebeurd. Hij brengt amendement A4 in stemming en dit wordt aanvaard met de stemmen van de fracties van AB, PrO en PGB voor. De voorzitter wil overgaan tot het raadsvoorstel, maar ziet dat de heer Dewachter iets wil zeggen. De voorzitter merkt op dat het CDA altijd een motie mag intrekken omdat dit altijd helpt. De heer Dewachter (CDA) zegt dat de informatie van de wethouder dusdanig veel invalshoeken heeft gegeven, evenals zaken die het CDA beter in beeld wil hebben (zeker de belofte dat er een raadsvoorstel in juli komt), dat de CDA-fractie de volgorde ietwat kan inkorten en motie M5 wil intrekken. De voorzitter constateert dat motie M5 is vervallen. Hij vraagt of er nog andere fracties zijn die willen bijdragen. De heer Van de Ven (AB) trekt motie M8 en motie M3 in. De voorzitter constateert dat er verder geen belangstellenden meer zijn. Hierna stelt hij eerst integraal raadsvoorstel 11/35 inzake het vaststellen van de perspectiefnota 2011 aan de orde. De heer Jonkers (AB) legt een stemverklaring af. De fractie van AB beschouwt de perspectiefnota duidelijk als richtinggevend en heeft er intern uitvoerig over gesproken. Financieel bezien zet AB nog veel vraagtekens bij het stuk. AB heeft als verzachtend ervaren dat het college de motie M7 heeft omarmd inzake het onderzoek naar de inzichtelijkheid wat de uitvoering van de perspectiefnota betekent voor de gemeentelijke organisatie. Op grond van dit toegezegde onderzoek kan AB met heel veel aarzeling akkoord gaan met de huidige perspectiefnota. De voorzitter meent dat dit zonder zakdoeken gebeurt. De heer Jonkers (AB) zegt dat het half met vreugde en half met tranen is. De voorzitter constateert dat er geen stemverklaringen meer zijn en brengt raadsvoorstel 11/35 in stemming. De perspectiefnota 2011 wordt unaniem aanvaard. De voorzitter gaat over naar de behandeling van de moties. Motie M1 is ingetrokken. Motie M2 betreft het innovatiefonds (eenvoudig gezegd). De heer Dewachter (CDA) legt een stemverklaring af. Het CDA is geen voorstander van de motie en denkt dat het beter is om de verschillende fondsen die er zijn gescheiden te houden, om daarmee duidelijk te maken voor welke zaken de middelen zijn bedoeld. Dat zou wellicht op termijn kunnen betekenen dat een en ander moet worden samengevoegd, maar het CDA is er niet voor om nu al de fondsen bij elkaar te schuiven in één fonds met een onduidelijk karakter.
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
54
De voorzitter brengt motie M2 in stemming en concludeert dat deze wordt aanvaard met de stemmen van de fracties van PrO, de VVD en PGB voor. Motie M4 gaat over de Wet OKE en de kindcentra. De heer Dewachter (CDA) legt een stemverklaring af. De CDA-fractie staat op zich sympathiek tegenover de doelstelling van de motie en heeft zich afgevraagd of zij hier toch in zou moeten meegaan. Aan de andere kant heeft de wethouder het Klavertje 4-model niet voor niets voorgedragen. De CDA-fractie heeft begrepen dat inderdaad alle organisaties heel erg veel voelen voor het model en daarom wil het CDA het model het voordeel van de twijfel geven. Het is niet zo dat de CDA-fractie de realisatie van kindcentra op middellange termijn niet ziet zitten en daarom steunt zij motie M4 niet. De voorzitter brengt motie M4 in stemming en concludeert dat deze wordt verworpen met de stemmen van de fractie van AB voor. Motie M6 betreft het in overleg gaan met organisaties en verenigingen. De heer Dewachter (CDA) legt een stemverklaring af. Hij kan er lang en kort bij stilstaan, maar het voorstel is voor de CDA-fractie zo vanzelfsprekend dat deze daarmee overbodig is. De heer Van Elderen (PGB) legt een stemverklaring af. PGB is voor de motie om met name het actief in gesprek gaan met verenigingen nogmaals te benadrukken. De voorzitter brengt motie M6 in stemming en concludeert dat deze wordt verworpen met de stemmen van de fracties van PGB en PrO voor. Motie M7 betreft de inzichtelijkheid van de organisatie in het licht van de voorstellen uit de perspectiefnota. Het college onderstreept deze motie, maar deze komt wel in stemming. De heer Dewachter (CDA) legt een stemverklaring af. Het college heeft de motie overgenomen en in die zin vindt spreker het ietwat raar om een stemverklaring te geven. Hij had het gevoel dat dit een heel rare situatie zou worden, aangezien het er nu op lijkt dat een oppositiepartij meer vertrouwen in het college heeft dan de coalitiepartijen. Natuurlijk komt er een moment waarop je kijkt welke taken de organisatie heeft en wat daarbij hoort, en hoe zij zich zal klaarmaken voor de toekomst met allerlei nieuwe taken. Kortom, het CDA heeft ook hier het gevoel dat de motie zo vanzelfsprekend is dat de fractie deze niet zal steunen. De voorzitter brengt motie M7 in stemming en concludeert dat deze wordt aanvaard met de stemmen van de fracties van AB, PrO, PGB en de VVD voor. Daarmee is men aan het slot van de behandeling van de perspectiefnota gekomen. De voorzitter vraagt aan de raad of deze zich realiseert dat de raad om 00.03 uur sinds afgelopen donderdag (26 mei) en de vorige donderdag (19 mei) twee vergaderingen achter de rug heeft waarin alles unaniem is besloten. Hij noemt dit redelijk uniek. Dat hebben het college en de raad gedaan (vooral de raad) omdat de voorzitter inschat dat dit in het kader van een bijzonder afscheid is, namelijk van de journalist van het Brabants Dagblad, de heer Hein Eikenaar. De voorzitter had gedacht om de vergadering even te schorsen zodra Hein Eikenaar zich rond een uur of tien richting de redactie van het Brabants Dagblad zou haasten om de stukken voor de krant van morgen te tikken, maar nee, hij had de tijd om vanavond te kunnen blijven en de rit volledig mee te maken. En het was een unieke rit, zoals de voorzitter al aangaf. Vanuit de optiek van het college – maar velen zullen die delen – neemt de gemeente afscheid van een gedegen verslaglegger van zaken binnen de gemeente Oisterwijk. Hein Eikenaar heeft zich gedegen getoond, betrokken, feitelijk, correct, niet uit op de sensatie en wel op het maken van het verschil. Hein Eikenaar is ooit (een jaar of zeven geleden) begonnen in de contreien van Oisterwijk toen het nog heel gebruikelijk was dat het college op vrijdag een bijeenkomst had
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011
55
waarin alle besluiten van de voorbije week werden toegelicht en op papier werden uitgedeeld (het niet-digitale tijdperk). Dat was heel erg gezellig en een stuk verlies dat de digitalisering meebrengt zit natuurlijk in de plezierige contacten die bestuurders op die manier van heel dichtbij legden. Die tijd is veranderd. De zaken gaan nu digitaal en op zijn hoogst nog telefonisch, maar ook die contacten zijn heel plezierig. De heer Eikenaar gaat naar een stad van tweehonderd jaar oud vanuit een stad van achthonderd jaar oud. Dat moet volgens de voorzitter een tegenvaller worden … als het gaat om het gevoel van de historie van de omgeving waarin je werkt. Maar het zal ook veel dynamiek met zich meebrengen om vanuit Tilburg dagelijkse verslaglegging te doen. Het college vindt het aardig om even bij dit moment stil te staan en de heer Eikenaar uit te luiden. De gemeente wil hem ook iets meegeven: enkele streekproducten vanuit de omgeving van Oisterwijk om een tijdje in de keuken van huize Eikenaar te zien staan en om daarvan te genieten, als blijk van dank voor de prettige samenwerking. De voorzitter weet zeker dat de raad dit afscheid met een applaus zal bekrachtigen (en dat gebeurt dan ook). 8.
Sluiting
De voorzitter verzoekt eenieder te gaan staan zodat de vergadering op de gebruikelijke wijze kan worden afgesloten (om 00.06 uur). Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Oisterwijk op 7 juli 2011, de griffier, mevr. P.G. van Wijk
de voorzitter, drs. J.F.M. Janssen
Vergadering raad gemeente Oisterwijk d.d. 26 mei 2011