NOTULEN DATUM 29 mei 2006 Nr. 07 NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op maandag 29 mei 2006 om 19.30 uur in het gemeentehuis van Zeist aanwezig de leden:
PvdA: H.K. Schuring, mevr. M.W. Barten, mevr. A.C.M. van GelderNieuwenhuizen, mevr. A. Hofstee, A. van Kuijk, C.A. van Liempde, A.G. van Strien, B.J. de Vries; VVD: mw. J.W. Bottema, A.C. Grinwis, P.A. Otten, F. Veenendaal, mevr. J. Verbeek, M.J.M. Verdoes; CDA: D.A.C.A. Gudde, mevr. H.M.C. van Dijk, P.J. Smink, J.C. van der Wel-Boekestijn; Seyst.nu: , R.E. Luca, R.M. van Motman; Groen Links: F.R. Dirkse, A.H. Knot; P.J. Spoelstra; D66: J.J. van Gemeren, P. van der Ploeg, mevr. J. Polomski; Chr. Unie/SGP: D. van Ballegooijen, G. van Brenk SP: J.A. Voogdt, mevr. G.M. de Vries; Leefbaar Zeist: S. van der Meij afwezig de leden: J.M. Keestra (CDA), S. Nazari (PvdA), J.P. Timofeeff (Seyst.nu) en B.J. de Vries (PvdA) Voorzitter: drs. J.J.L.M. Janssen , burgemeester Raadsgriffier: mr. J. Janssen
De burgemeester (agendapunt 14) en de wethouders Leenders (agendapunt 12; ter vervanging van wethouder Van Kuijk en agendapunt 13) Swart (agendapunt 6) zijn uitgenodigd om aan de raadsvergadering deel te nemen. 1.
Opening en vaststelling van de agenda
2.
Vaststellen van de notulen van 24 april 2006 (nr. 05) en de notulen van 8 mei 2006 (nr. 06)
3.
Ingekomen stukken en mededelingen
4.
Stemming over de voorstellen op de B-lijst 5. Herziening exploitatie Dijnselburg 2006 (rv 2006-039) 7. Verzoek om planschade Schaerweijdelaan 74 a, i.v.m. bestemmingsplan de Schil (rv 2006041) 8. Verzoek om planschade voormalige bewoners/eigenaren Kroostweg 40 (rv 2006-042) 9. In te stemmen met de ontwerpbegroting 2007 van de gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU) (rv 2006-044) 10. Wijziging gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap regio Zeist (rv 2006-045) 11. Aanpassing Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Zeist 2003 (rv 2006046) 16. Reactie op de concept begroting 2007 van het BRU (Bestuur Regio Utrecht) (rv 2006-054)
6.
Herziening exploitatie Fornheselaan 2006 (rv 2006-040)
12.
Krediet Brede School Den Dolder (rv 2006-047)
13.
Reactie op de concept begroting 2007 van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn en Heuvelrug (rv 2006-048) 29 mei 2006
132
14.
Invoering nieuw vergadermodel Avondje (‘t )Rond (rv 2006-051)
15.
Onderzoek Rekenkamercommissie woningbouwbeleid + aanwijzen wisselspeler (rv 2006-052)
17.
Invulling vacatures in algemene besturen gemeenschappelijke regelingen (rv 2006-055) # incl. begrotingswijziging
1.
Opening en vaststelling van de agenda
De voorzitter: Ik open deze vergadering en heet u allen van harte welkom. Bericht van verhindering is binnengekomen van de heer Keestra, de heer Timofeeff, de heer Nazari en de heer De Vries. Ik zie dat mevrouw Van Dijk afwezig is en ik mis de heer Van der Meij. De heer Gudde: Mevrouw Van Dijk is verlaat, maar komt nog wel. De voorzitter: Dit betekent dat wij bij de aanvang van de vergadering met 27 raadsleden bijeen zijn. Dan de vaststelling van de agenda. Stemt u in met de agenda? 2.
Vaststellen van de notulen van 24 april 2006 (nr. 05) en de notulen van 8 mei 2006 (nr. 06)
De notulen van 24 april worden met in achtname van de wijzigingen die op tafel zijn aangetroffen goedgekeurd en definitief vastgesteld. De notulen van 8 mei worden met in achtname van de correctie die op de tafel is aangetroffen goedgekeurd en definitief vastgesteld. 3.
Ingekomen stukken en mededelingen
A.
TER KENNISNAME
A.1
datum reg.nr. afzender onderwerp
11 april 2006 Bestuur Regio Utrecht Brochure stadsregio
A.2
datum reg.nr. afzender onderwerp
24 april 2006 Gemeente Scheemda (via de mail) Verzoek tot ondersteuning verzoek tot het verlenen verblijfsstatus voor familie Katchatryan
A.3
datum reg.nr. afzender onderwerp
25 april 2006 06ink03795 Provincie Utrecht Goedkeuringsbesluit bestemmingsplan ‘Oud Zandbergen e.o.’
A.4
datum reg.nr. afzender
25 april 2006 Gemeente Middelburg (via de mail) 29 mei 2006
133
onderwerp
Motie m.b.t. de humane aspecten van de oude Vreemdenlingenwet
A.5
datum reg.nr. afzender onderwerp
Aftellen tot het pardon Informatie omtrent aftellen tot het pardon
A.6
datum reg.nr. afzender onderwerp
8 mei 2006 Bank Nederlandse Gemeenten Jaarverslag 2005
A.7
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
2 mei 2006 Frans van Velden (via de mail) Sterke relatie tussen hoofdpijn en zendmasten De betreffende mail is ook voor het college binnengekomen
A.8
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
16 mei 2006 06ink04260 Provincie Utrecht Goedkeuring bestemmingsplan ‘Buitengebied zuid west’
A.9
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
9 mei 2006 06ink04285 Provincie Utrecht Goedkeuring wijzigingsplan ‘De Driest 2006’
A.10
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
11 mei 2006 Milieudienst Folder: ‘Is bij u het klimaat ook veranderd?’
A.11
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
18 mei 2006 06ink.04424 Inspectie Werk en Inkomen Jaarverslag 2005
A.12
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
19 mei 2006 Raad landelijk gebied Jaarverslag 2005
Ca. Ca.1
OM ADVIES IN HANDEN VAN B&W Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
25 april 2006 06ink03621 GGD Midden-Nederland Jaarrekening GGD Midden-Nederland 2005
29 mei 2006
134
Ca.2
Cb.
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
2 mei 2006 06ink03872 M. van der Knoop Bezwaarschrift tracé Krakelingweg
OM ADVIES AAN DE COMMISSIE IN HANDEN VAN B&W
Cb.1
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
28 mei 2006 06ink03780 Deelnemers bijeenkomsten wijkvisie Den Dolder Wijkvisie Den Dolder, Bosch en Duin en Huis ter Heide Brief is ook aan het college gericht
Cb.2
Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
1 mei 2006 06ink03856 Brandweerregio BRUL Jaarstukken 2005 van de GHOR en CPA
D.
D.1
TER AFDOENING IN HANDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS (AFSCHRIFT VAN HET ANTWOORD TER KENNISNAME AAN DE FUNCTIONELE COMMISSIE): Datum reg.nr. Afzender Onderwerp
27 april 2006 06ink03769 Bestuur Regio Utrecht Ontwerp jaarrekening 2005
De heer Van der Ploeg: (D66): Onder A7, de brief van de heer Van Velden met betrekking tot de problemen rond de zendmasten, hebben wij gezien dat onlangs in Den Dolder ook iets dergelijks aan de hand was. Ons verzoek is dit stuk onder te brengen in categorie D (afdoening B&W met een afschrift aan de commissie Ruimte) te plaatsen. We kunnen dan kijken of er t.z.t. een reden is om het hierover in de commissie nog eens te hebben met elkaar. De voorzitter: Ik zie dat de wethouder instemt met deze afhandelingwijze. We zullen dit volgen. De ingekomen stukken zijn hiermede voldoende aan de orde geweest. 4.
Stemming over de voorstellen op de B-lijst 5. Herziening exploitatie Dijnselburg 2006 (rv 2006-039) 7. Verzoek om planschade Schaerweijdelaan 74 a, i.v.m. bestemmingsplan de Schil (rv 2006041) 8. Verzoek om planschade voormalige bewoners/eigenaren Kroostweg 40 (rv 2006-042) 9. In te stemmen met de ontwerpbegroting 2007 van de gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU) (rv 2006-044) 10. Wijziging gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap regio Zeist (rv 2006-045) 11. Aanpassing Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Zeist 2003 (rv 2006046)
29 mei 2006
135
16. Reactie op de concept begroting 2007 van het BRU (Bestuur Regio Utrecht) (rv 2006-054) De heer Voogdt (SP): Trouw als we zijn, hebben we altijd tegen de begroting van het BRU gestemd. Dat zullen we nu dus weer doen. De heer Van Gemeren (D66): De raad kent het standpunt van D66. Ook wat ons betreft kan het BRU opgeheven worden met ingang van 2007. We stemmen daarom ook tegen de begroting van 2007. De voorzitter: De raad stemt in met dit voorstel met in achtname van de kanttekeningen de fracties van de SP en D66 geacht worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. De overige punten op de B-lijst zijn niet aan de orde geweest en hiermede is unaniem ingestemd. 6.
Herziening exploitatie Fornheselaan 2006 (rv 2006-040)
De heer Van der Ploeg (D66): Aan de orde is het raadsvoorstel herziening exploitatie Fornheselaan 2006. Meer specifiek betreft dit het bedrijventerrein Fornhese. Dit is gelegen op de vroegere vuilnisbelt. Begin jaren ’90 heeft de raad in het kader van het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan ingestemd met uitbreiding van dit bedrijventerrein Fornheselaan in oostelijke richting. Deze uitbreiding richting ecologische hoofdstructuur ging ten koste van groen, maar diende een goed doel. Mevrouw Bottema: Ter interruptie. Ik constateer, dat de heer Van der Ploeg op dit moment inhoudelijk over Fornhese praat. We hebben het echter alleen maar over de exploitatie en de herziening hiervan. Volgens mij is dit op dit moment buiten de orde. De heer Van der Ploeg: Ik probeer ook voor de aanwezigen op de tribune, die niet van dit soort details op de hoogte zijn, duidelijkheid te bieden. Ik denk dat dit voor een volle publieke tribune een voordeel kan zijn. Het is niet meer dan een toelichting op de rede waarom wij iets vinden van deze exploitatie. Mevrouw Bottema: De heer Van der Ploeg had in dat geval een toelichting moeten geven waarom nu een nieuwe exploitatie aan de orde is of liever gezegd een herziening aan de orde is en niet over de inhoudelijke kant van de zaak. De heer Van der Ploeg: Dat is precies de bijdrage die ik u lever. Ik ga door. De mogelijkheid werd gecreëerd om milieuhinderlijke bedrijven uit de woonkernen uit te plaatsen. Een prima beleid dat door D66 Zeist van harte werd en wordt ondersteund. In het raadsvoorstel wordt gesproken over de bouw van bedrijfsunits. Wij mogen aannemen, dat dit is ter uitvoering van het beleid ter uitplaatsing van de milieuhinderlijke bedrijven. Nu is op het oostelijke deel van het Fornhese bedrijventerrein al een verzamelbedrijvengebouw neergezet. Hier lag voor mij als kersvers raadslid een uitgelezen kans voor enig veldwerk: wat zou er terecht zijn gekomen van het door de raad zo vurig gewenst uitplaatsingsbeleid? Het was een gezellige ochtend met veel koffie. Mevrouw Bottema: Ik wil toch nog een keer er op terug komen, dat we het hier hebben over een technisch voorstel met betrekking tot de exploitatie en niet over de uitplaatsing van bedrijven, enz. We hebben een afspraak in deze raad dat we ons bij het onderwerp houden. Bij dit soort technische onderwerpen komen we niet inhoudelijk terug op wat al eerder besloten is. Dat gebeurt nu weer. Ik wil toch voorstellen om dit af te kappen en om de heer Van der Ploeg te vragen zich bij het onderwerp te houden. 29 mei 2006
136
De heer Smink: Ik sluit me bij dat verzoek graag aan. Inmiddels is mevrouw Van Dijk aanwezig. De voorzitter: Mijn aarzeling zit hem hierin dat ik de spreker minimaal de gelegenheid wil gegeven te motiveren wat het verband is tussen dit betoog en het onderwerp wat feitelijk op de agenda staat. Ik zou willen vragen dit te expliciteren. De heer Van Ballegooijen: Even ter aanvulling. Ik denk dat de heer Van der Ploeg beter in kan gaan op de antwoorden die hij gehad heeft van het college. Op deze manier kan hij de zaak alsnog – niet inhoudelijk – aan de orde te stellen. Deze vragen zijn vandaag beantwoord via de mail. Dat zou wat mij betreft de manier zijn om dit bij de kop te pakken. De heer Van der Ploeg: Uiteraard zal ik ingaan op de antwoorden van de portefeuillehouder. Ik reken er op dat aan het eind van de 1e termijn deze antwoorden zullen worden verstrekt. Dan zal ik daarop in de 2e termijn graag op ingaan. De voorzitter: Ik moet het even precies doen. Van mijn kant was er enige ruimhartigheid om dat punt aan de orde te hebben in de raad wat raadsleden wensen. Ik wil anderen ook vragen hierin enige ruimte te bieden. Dan moet de heer Van der Ploeg toch even antwoorden op de vraag waar het verband zit tussen zijn betoog tot nu toe en het uiteindelijke punt wat u wilt maken. De heer Van der Ploeg: Mijn punt is, dat wij bij de exploitatie zeker opmerkingen en vragen hebben. Ik zal de portefeuillehouder daarover straks voorstellen doen. Om die voorstellen te onderbouwen kan het wat mij betreft geen kwaad voor u als raad maar zeker voor de mensen op de publieke tribune er een eenvoudige toelichting onder te leggen zodat u begrijpt wat hieraan ten grondslag ligt. De voorzitter: Het gaat natuurlijk om datgene wat voor de raad relevant is om aan de orde te hebben. Publiek binnen of buiten de raadszaal is geen maatstaf voor de lengte of inhoud van uw betoog. Ik geef u nog een kans en verzoek het beknopt te houden en zo snel mogelijk tot de kern van de zaak te komen. De heer Van Gemeren: Ik heb even een vraag. Waarom behandelen wij een ‘voorstel exploitatie’. Het gaat over geld, maar ook om een actualisatie aan de hand van een aantal ontwikkelingen. Ik dacht dat de bijdrage van D66 hieruit bestaat om die nieuwe ontwikkelingen, die in het raadsvoorstel staan beschreven, aan de raad voor te houden. Dat wordt financieel vertaald in deze herziene exploitatie. De heer Van der Ploeg: Ik zal proberen het kort te houden. Het was zo’n interessant verhaal, waarvan we allemaal wat hadden kunnen meenemen. Zoals ik al zei, ik ben op onderzoek uitgegaan op het Fornhese terrein. Het was een gezellige ochtend. Ik had veel gezellige contacten met de ondernemers aldaar. Ook een teleurstellende constatering. Het bedrijvenverzamelgebouw dat daar is neergezet, heeft 12 units. Eén staat er leeg. Van de overige elf zijn er zeven bezet door bedrijven van buiten de gemeente Zeist. Twee zijn startende ondernemingen en twee ondernemingen slechts komen uit Zeist en zijn verplaatst. Dat zijn toevallig twee ondernemingen die uit een guesthouse vanuit Bosch en Duin zijn verplaatst. Dus ook geen enkele milieuhinder daar. Bedrijven dus die zich recent mochten vestigen en er voldoet er niet één aan de criteria die de raad destijds daaraan verbonden heeft. Ik zie u al denken, dat is wel goed, maar er is ook sprake van werkgelegenheid. Beste Zeistenaren, ook dat valt tegen. 74% van de werkenden aldaar komt uit 29 mei 2006
137
Zeist. De voorzitter: Ik ga u vragen niet te verwoorden wat u mij ziet denken. Als u mij onzin voorhoudt, dan moet u dat vanavond niet op deze wijze doen. Ik zou echt zeggen, hou u tot datgene en interpreteer niet mijn houding of ik nu zit of sta. Redelijk ongepast. Ik zou zeggen, hou het bij de zaak waar het om gaat. De heer Van der Ploeg: Het was mijn veronderstelling dat ik via u tegen de raad sprak. Ruimte in onze gemeente is schaars zeker als het gaat om bedrijventerreinen. Als we het beleid rond uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven uitvoeren is het volgens D66 Zeist van belang, dat de schaarse bedrijfsgrond waarover in het raadsvoorstel wordt gerept, ook daadwerkelijk hiervoor wordt bestemd. Vraag aan de portefeuillehouder: worden er bij het verstrekken van bouwvergunningen in het algemeen in Zeist en voor de bouw van die bedrijfsunit op het Fornheseterrein in het bijzonder .. De heer Smink: Ik heb weer een punt van orde. We hebben over een bouwvergunning niets aan de orde. Ik kijk naar mevrouw Bottema en denk dat wij beiden wat moedeloos worden van de trant van het betoog. De heer Van der Ploeg: Ik heb nog één vraag aan de portefeuillehouder en dan bent u hier van af. Wat denkt de portefeuillehouder er aan te doen om te voorkomen dat een volgend onderzoek, zoals eerder beschreven, weer een teleurstellend resultaat op zal leveren. De heer Van Ballegooijen: Ik heb nog wel een vraag aan de heer Van der Ploeg over de antwoorden van het college. Begrijp ik hieruit dat hij instemt met de antwoorden van het college? Heeft u aanvullende vragen hierover, dan zou ik zeggen stel ze dan nu. De heer Van der Ploeg: Ik heb net vragen gesteld. Ik wacht de antwoorden van de portefeuillehouder af. Ik denk dat we dit onderwerp in de 2e termijn afronden. De heer Voogdt (SP): Wij waren geprikkeld met betrekking tot de vragen die D66 gesteld heeft over de verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven. Dat bracht mij in herinnering dat ik ooit ingestemd heb met het Sigmaterrein. Misschien moeten wij hierover in de commissie maar eens discussiëren hoe dat beleid plaatsvindt en hoe we dat verder effectueren. Het zou toch jammer zijn als ik bij de herziening van de exploitatie van het Sigmaterrein ook nog voor dit soort feiten wordt gesteld. De heer Van Liempde (PvdA): De PvdA-fractie gaat akkoord met het voorstel. Uit de schriftelijke vragen en de antwoorden daarop wordt ons duidelijk dat het een ander voorstel is. De antwoorden zijn helder. Het voorstel vloeit voort uit bestaand beleid. Wel leven ook bij ons vragen over de effectiviteit van het uitplaatsingsbeleid. Daarom zouden ook wij graag binnenkort in de commissie eens over dat uitplaatsingsbeleid willen overleggen. Graag uw reactie. De heer Smink (CDA): Ik kan kort zijn. De CDA-fractie sluit zich aan bij de woorden van de heer Van Liempde. Wethouder Swart (CDA): Ik ben het eens met de woorden van de heer Van Liempde. Het is een helder voorstel en de antwoorden zijn ook helder. De heer Voogdt wil bij het Sigmaterrein niet voor soortgelijke feiten komen te staan. Ik denk dat u dat wel komt in de toekomst. Wat er aan de orde is, is een update van Fornhese. In de jaarlijkse update staat dat er een mutatie heeft plaatsgevonden van 0,4 miljoen euro. Dit is hoofdzakelijk toe te schrijven aan rentekosten en dat zich geen ontwikkelingen in het afgelopen jaar hebben voorgedaan. 29 mei 2006
138
De heer Voogdt: Ter interruptie. Ik bedoelde iets heel anders te zeggen. Ik bedoelde te zeggen, dat we nu zien dat op het Fornheseterrein bedrijven die niet uit Zeist afkomstig zijn worden uitgeplaatst. Kijk, dat er verschuivingen van middelen plaatsvinden, dat kan ik ook wel begrijpen. We hebben dit soort bedrijventerreinen ingesteld om de Zeister bedrijven uit de kern te plaatsen. Het is dan vreemd als er bedrijven uit Soest en Utrecht daar geplaatst kunnen worden. Met pijn in het hart hebben wij ingestemd met het Sigmaterrein, dan zou ik het zonde vinden als we dat daar ook zien. Dat bedoelde ik te zeggen. Wethouder Swart: Dat deel zou ik nog beantwoorden en daar begin ik dan nu aan. Het hele Fornheseterrein is meer dan 11 ha. groot. Wat eigendom van de gemeente is, is ongeveer 10.000 m2. Als we het over de exploitatie van de Fornheselaan hebben, dan gaat het over het deel wat in handen is van gemeente Zeist. Laat ik helder en duidelijk en klip en klaar zijn, daar hebben zich nog geen bedrijven gevestigd. We zijn wel met een aantal bedrijven bezig. Het andere deel van het Fornheseterrein is in handen van particulieren. Daar is wel een aantal bedrijven gevestigd. Daar hebben wij geen bijzondere eisen gesteld over deze zaken zoals de heer Van der Ploeg vraagt. Bij de eerste uitgave moeten er bedrijven komen die aan de matrix voldoen. Als een bedrijf daarna verdwijnt en er komt een tweede bedrijf dan wordt aan dat tweede bedrijf niet weer opnieuw die eis gesteld. Het voortzettingsbeleid hebben we als zodanig niet geformuleerd. Je zou daarvan wellicht een keten kunnen maken. Dat is niet gebeurd. Bij het plaatsingsbeleid en het verplaatsingsbeleid op dit Fornheseterrein moeten wij ons als college houden aan de afspraken die eertijds zijn gemaakt. Op dit moment zijn wij in gesprek met een ondernemer voor 5.000m2. We zijn over een ander perceel in gesprek over 2.900 m2. We zijn met een firma nog in gesprek over een kleine 2.000 m2. Als we dat allemaal bij elkaar optellen, dan hebben we het terrein helemaal vol. We hebben ook een terrein geruild met een particuliere ondernemer. Wat dat betreft heeft dit geen verandering gebracht in datgene wat wij met het Fornheseterrein willen. De uitgangspunten van ons uitplaatsingsbeleid staan nog recht over eind. Het zou op een bepaald moment kunnen zijn – wanneer we dit niet succesvol afronden – dat we nagaan hoe nu verder? Als daarbij de criteria die gesteld zijn in het geding komen, dan zullen we zeker bij u terugkomen of in de commissie of in de raad. Dan zou sprake zijn van een beleidswijziging. Er is nu alleen sprake van een update voor de herziening van de exploitatie van de Fornheselaan. U ziet dat er weinig gebeurd is. Daarmee heb ik de vragen beantwoord en uw visie die u in eerste termijn naar voren heeft gebracht, slaat meer op het gehele terrein. Dat is niet in eigendom van de gemeente. Daar hebben wij geen zeggenschap over. De heer Van der Ploeg: Dank aan de portefeuillehouder voor het beantwoorden van onze vragen. Een belangrijke reden voor ons om dit raadsvoorstel vandaag aan de orde te stellen, omdat in de inleiding te lezen valt: ‘de vrijkomende terreinen zijn primair bestemd voor Zeister bedrijven in het bijzonder voor de te verplaatsen bedrijven uit de bebouwde kom van Zeist’. Deze formulering geeft in principe een vestigingsmogelijkheid van bedrijven uit de hele wereld. Het is daarmee niet bepaald een stimulans om de uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven te effectueren zoals uit de resultaten van ons onderzoekje bleek. Vandaag ontvingen wij nadere informatie. Dat heeft u zojuist nog eens toegelicht. We hebben informatie van het projectmanagement bureau. Een deel van onze zorgen zijn met de beantwoording van de vragen zeker weggenomen. PMB lijkt bijna te staan voor het project milieuhinderlijke bedrijven. Geheel weggenomen zijn onze zorgen niet. Wat dat betreft sluiten wij ons aan bij de suggesties van een aantal andere fracties. We stellen voor om in de commissie Ruimte aan de hand van een notitie van de portefeuillehouder van gedachten te wisselen over de resultaten van het beleid en uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven tot u toe en de manieren waarop we dat in de toekomst effectiever kunnen laten verlopen. Hoewel wij geen voorstander zijn van besloten vergaderingen realiseren wij ons dat dit in dit geval niet te vermijden zal zijn gezien het vertrouwelijke karakter van een deel van de benodigde informatie.
29 mei 2006
139
De heer Voogdt: Het laatste wat de heer Van der Ploeg zegt om dit in de commissie te bespreken, had ik ook willen vragen. Dat zal ik dan nu ook niet doen. Ik laat de vraag in het midden liggen. De heer Van Ballegooijen (ChristenUnie/SGP): De wenselijkheid van de heer Van der Ploeg en de werkelijkheid die op papier staat, is denk ik waar het een beetje omdraait en waar het op vast zit. Je kan een aantal dingen willen en wensen maar dat is niet altijd realiseerbaar. Dat staat in het stuk en dat staat in de antwoorden. Niettemin denk ik dat het goed is dat we ook vanavond doordat D66 wat achtergronden naar boven heeft gehaald, de zaak nogmaals in discussie te brengen om daarover met elkaar van gedachten te kunnen wisselen. Wethouder Swart: Als de commissie verzoekt nog eens te spreken over de uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven en alles wat hieraan vastzit, dan ben ik gaarne bereid – ook in beslotenheid waar dat aan de orde is – die discussie te voeren om te voorkomen dat er zaken onduidelijk zijn bij u. Ik denk dat het daaraan ligt. Het moet klip en klaar zijn wat we bedoelen, wat we willen. Als u daarover een discussie wilt, dan kom ik graag naar u toe. De voorzitter: Is het punt daarmee voldoende aan de orde geweest? Dan kan de conclusie zijn, dat u unaniem instemt met het voorstel herziening exploitatie Fornheselaan 2006. Ook de heer Van der Meij is inmiddels vertraagd aangekomen. 12.
Krediet Brede School Den Dolder (rv 2006-047)
De heer Van Brenk (ChristenUnie/SGP): Het gaat om het voteren van een krediet. Met betrekking tot dit voorstel is er een aantal suggesties gedaan langs welke weg wij ons doel denken te bereiken. Er ligt best wel een aantal kaders om in Den Dolder een veilige route te gaan creëren. Dat is iets wat nogal een paar stuivers kost. Ik kan me voorstellen, dat dit niet direct voor handen is. Ik denk dat wel overeind moet blijven, dat de kinderen op een veilige manier naar school kunnen gaan. De inrichting van de Hermelijnlaan zal een win/win situatie gecreëerd gaan worden. Ik denk dat dit een geweldig initiatief is als je dat met elkaar kan bereiken. Als je een win/win situatie creëert voor alle betrokkenen bij de brede school, vrees ik wel dat er afgezien wordt van de goedkope woningbouw. 1/3 staat er. Daarvoor kan een uitzondering gemaakt worden. Daaraan hoeft dan niet voldaan te worden. Ja, dan zijn we enerzijds goed bezig om daar een brede school te creëren met alles er op en aan plus de torteltuin. Ik denk dat dit allemaal goed zaken zijn. Ik zou dit niet ten koste willen laten gaan van de sociale woningbouw. Wat dat betreft wil ik dat niet graag meenemen in de financiering. Ik vind wel dat de uitgangspunten overeind moeten blijven. Op een andere wijze moeten we proberen het geld te creëren. Daar hadden wij aanvankelijk een amendement voor gemaakt. Er was en is een motie onderweg van de PvdA die wij mede ondertekenen. Dit laat ik daarom graag over aan mevrouw Hofstee. Mevrouw Van der Wel (CDA): De Brede School in Den Dolder staat al vanaf 2002 op de agenda. Toen is door de raad besloten om geld beschikbaar te stellen voor financiering van de vervolgfase van de Brede School gebaseerd op het “Werkplan Brede School Den Dolder van januari 2002”. In de raadsvergadering van 28 juni 2004 besloot de raad kennis te nemen van de stand van zaken met betrekking tot de Brede School in Den Dolder. In de bijlage van dat raadsvoorstel zijn de ontwikkelingen Brede School in Den Dolder opgenomen. In die bijlage wordt ook de financiering van het nieuwe gebouw besproken. Er wordt vermeld dat de financiering mogelijk is en dat het concreet de verkoop van de scholen en/of de grond waarop die staan betreft. Dit in samenhang met de gereserveerde middelen uit het budget van de onderwijshuisvesting. Hier is de raad unaniem mee akkoord gegaan. Inmiddels is gebleken dat er veel bezorgdheid is met betrekking tot de “Torteltuin” en de verkeersveiligheid. Vanavond nemen wij geen besluit over de 29 mei 2006
140
Torteltuin. Al in 2004 is besloten dat deze bij de financiering werd meegenomen. Het college spreekt uit zich in te willen spannen om de gewenste “Torteltuin” op dezelfde locatie te willen realiseren en komt met twee manieren. De CDA fractie is van mening dat ook in dit stadium zoveel als mogelijk rekening gehouden moet worden met de bewoners. Wij wachten dan ook de creativiteit van het college voor het invullen van de verdere plannen af. In het coalitieakkoord is als afspraak 29 opgenomen dat er snel een veilige oversteek komt voor de spoorwegovergang in Den Dolder. De raad heeft hier ook al geld voor gereserveerd. De verkeersveiligheid is voor de CDA fractie geen discussiepunt maar een must! Vanavond besluit de raad over het verstekken van het krediet voor de bouw van de Brede School. Aansluitend op voorgaande besluiten gaat de CDA-fractie akkoord met het voorliggende voorstel. Mevrouw Hofstee (PvdA): Wij zijn blij met het voorstel voor de brede school en vinden dat die er zo snel mogelijk moet komen. Dat geldt overigens ook voor het nieuwe sportcomplex en de woningbouw op de huidige sportvelden. Die projecten hebben allemaal met elkaar te maken en het moet er nu maar eens van komen. Er is al te veel tijd verloren gegaan: Den Dolder heeft er recht op dat deze projecten zorgvuldig, voortvarend en in onderlinge samenhang worden afgewikkeld. Wij willen dus instemmen met het krediet voor de brede school. Maar hoewel dit over het algemeen een technische kwestie is en zou moeten blijven, vinden wij dat in dit geval een uitzondering moet worden gemaakt. Een veilige oversteek is een belangrijke randvoorwaarde voor de brede school en juist daarover bestaat nog veel verwarring. Wij kunnen daar alleen maar heel duidelijk over zijn: wij vinden dat er een veilige oversteek moet zijn op het moment dat de brede school van start gaat, komend schooljaar dus. Maar wij weten allemaal dat wij op korte termijn geen duidelijkheid zullen krijgen van Prorail en anderen over de ondertunneling van het spoor. Dat is gewoon een te ingewikkelde kwestie om te verwachten dat dit op korte termijn geregeld wordt. We zullen dus een beslissing moeten nemen over een tijdelijke voet/fietstunnel of brug. Ook daarvoor hebben we een miljoen gereserveerd. De discussie in de commissie bevatte nog veel onduidelijkheid. Hoe zit het met de planning, er zou nog geld ontbreken, enz. Wij willen duidelijkheid en roepen het college in een motie op die duidelijkheid uiterlijk in oktober te geven. Van dit jaar, wel te verstaan. Deze motie is ondertekend door PvdA, GroenLinks en ChristenUnie/SGP. Dan de speeltuin. Net als voor de tunnel, hebben wij ons van meet af aan druk gemaakt om de Torteltuin. Wij zijn blij dat er meer contacten zijn tussen gemeente en Torteltuin om te komen tot een gezamenlijke oplossing. De eerdere uitspraak dat de Torteltuin bestaat in het speelruimteplan en dat dit bij wijze van spreken ook niet bestaat, is natuurlijk een vreemde zaak. Gelukkig zijn we nader tot elkaar gekomen en zoeken we naar een gezamenlijke oplossing. Ook hier moeten we herkennen dat er een probleem is. De claim van de brede school op de grondopbrengst bemoeilijkt dat overleg. We moeten erkennen dat het belang van de speeltuin dan ook een heel kwetsbaar belang is. Ook hier vinden wij dat wij als raad duidelijkheid moeten scheppen. Wij vragen het college in een motie om tot een integrale planvorming te komen waarbij de belangen van brede school, woningbouw en speeltuin gelijkwaardig en evenwichtig worden gediend. Wij geloven dat het college in staat is om op een creatievere manier met oplossingen te komen dan de 1/3-1/3-1/3 woningdifferentiatie meteen weer aan kant te schuiven. Dat is bestaand beleid. Dat is het uitgangspunt. We willen u aansporen om dat als uitgangspunt te nemen. Dan zien we wel weer verder. Onze plannen maken de tongen los in Den Dolder, brengen mensen in beweging. Het zou jammer zijn als we in een patstelling terecht komen. Laten we deze energie en daadkracht op een goede manier inzetten, niet tegen elkaar, maar samen voor een beter Den Dolder. Daar is duidelijkheid voor nodig. Duidelijkheid over een veilige oversteek en duidelijkheid over de toekomst van de speeltuin. Ik wil daarvoor twee moties indienen, die ik al had aangekondigd. Eén motie brede school/torteltuin, waarin we het college oproepen tot een integrale oplossing te komen en daarmee recht te doen aan de belangen van de brede school en het behoud van de speeltuin en op een creatieve manier naar dekkingsmiddelen te zoeken. Het uitgangspunt is het bestaande beleid van 1/3, 1/3, 1/3. Zonodig moet gekeken worden naar landelijke financiering. Het verbaast ons dat daarvan geen gebruik is gemaakt en daarover integraal te rapporteren, samen met de andere Dolderse projecten op 1 oktober. De andere motie over de veilige oversteek is bedoeld om de verwarring die is ontstaan door mogelijke ondertunnelingen en weet ik veel wat allemaal, duidelijkheid te geven. Te zorgen voor een veilige oversteek en letterlijk op het moment dat de brede school van start gaat volgend jaar en daarover uiterlijk oktober 2006 te adviseren en duidelijkheid te geven over de financiering daarvan.
29 mei 2006
141
Motie Veilige oversteek voor de Brede school Den Dolder De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op 29 mei 2006 Overwegende dat: • Een veilige oversteek over het spoor een belangrijke randvoorwaarde is voor het functioneren van de toekomstige brede school in Den Dolder, • De raad in 2005 het college niet alleen heeft verzocht de mogelijkheden van ondertunneling van het spoor te onderzoeken, maar ook 1 miljoen beschikbaar heeft gesteld voor een voet- of fietsgangerstunnel, • Het bedrag van 1 miljoen naar alle waarschijnlijkheid niet voldoende is voor de financiering van deze tunnel, • Er onduidelijkheid is over het moment waarop besluitvorming en uitvoering plaatsvindt over eventuele ondertunneling en het realiseren van een al dan niet tijdelijke voet- en fietsgangertunnel met het risico dat realisering (te) lang op zich laat wachten, • Er bij de start van de brede school in Den Dolder (schooljaar 2007/2008) een veilige oversteek gereed moet zijn. Verzoekt het college om: • Bij voorkeur bij de voorjaarsnota, maar uiterlijk oktober 2006, een advies voor te leggen aan de raad waarin wordt aangegeven wanneer en hoe er een al dan niet tijdelijke oplossing wordt gerealiseerd, waarbij de opties voet/fietstunnel en voet/fietsbrug met elkaar worden vergeleken wat betreft veiligheid en kosten en zonodig een voorstel te doen voor de dekking van extra kosten, • Er in alle gevallen voor zorg te dragen dat er sprake is van een veilige oversteek bij de start van de brede school. Als het daarvoor nodig is voor een korte periode provisorische maatregelen te nemen, dan zijn die alleen acceptabel als de vorm (tunnel of brug), planning en dekking van de hierboven genoemde tijdelijke maatregel door de raad zijn vastgesteld en daarover duidelijkheid naar bewoners kan worden gegeven. En gaat over tot de orde van de dag. Marieke Hofstee (PvdA), Frank Dirkse (GroenLinks), Gijs van Brenk (ChristenUnie/SGP) en Roy Luca (Seyst.nu). Motie Brede school Torteltuin De gemeenteraad van Zeist in vergadering bijeen op 29 mei 2006 Overwegende dat: • De speelvoorziening ‘De Dolderse Torteltuin’ een belangrijke maatschappelijke functie vervult, • Er geen andere speelvoorziening in Den Dolder Zuid is, terwijl er volgens het speelruimteplan en de Nota Lokaal Sociaal Beleid dringend behoefte is aan dergelijke voorzieningen, • Er bij het opstellen van het raadsvoorstel over de financiering van de brede school in Den Dolder destijds geen integrale afweging heeft plaatsgevonden omdat geen rekening is gehouden met het belang van deze speelfunctie, • Er inmiddels in het coalitieprogramma staat verwoord dat bij nieuwbouw de Jantje Beton-regel (3% speelruimte) uitgangspunt is, • De bebouwing van een deel van het terrein van de huidige Montessorischool/Torteltuin nodig is om de nieuwbouw van de brede school te financieren en woningbouw (ook in Den Dolder zijn zeer veel woningzoekenden) te realiseren, • Er in overleg met de bewoners een integrale oplossing mogelijk lijkt die tegemoet komt aan de behoefte aan woningbouw en het behoud van een belangrijk deel van de speeltuin. • Er landelijk subsidiemogelijkheden zijn voor brede scholen, zeker in combinatie met sportfaciliteiten. Verzoekt het college om: 29 mei 2006
142
• Bij de bebouwing van het terrein aan de Hermelijnlaan samen met belanghebbenden te zoeken naar een integrale oplossing die recht doet aan de belangen van de brede school, de bouw van woningen én het behoud van de speeltuin, • Hiervoor op een creatieve manier naar financiële dekkingsmiddelen te zoeken, waarbij het uitgangspunt 1/3-1/3-1/3 voor de woningdifferentiatie nog steeds kaderstellend is. Zonodig op korte termijn een subsidieaanvraag in te dienen bij het ministerie van VWS. • De voortgang en planning van zowel de veilige oversteek, de bouw van de brede school, het realiseren van een nieuw sportcomplex, de Torteltuin integraal en in samenhang te bewaken en hierover uiterlijk 1 oktober 2006 de raad te informeren. En gaat over tot de orde van de dag. Marieke Hofstee (PvdA), Roy Luca (Seyst.nu), Frank Dirkse (GroenLinks) en Gijs van Brenk (ChristenUnie/SGP). De heer Voogdt (SP): De SP is voor een brede school en ook een brede school in Den Dolder. Toch is de SP niet blij met dit raadsvoorstel. Ik ga uitleggen waarom. Het hoofdstuk kanttekeningen beslaat een heel groot gedeelte van het voorstel. De provincie geeft nog geen groen licht en er wordt al gesproken over een veilige route voor de oversteek bij het spoor. Er wordt geconstateerd, dat er onvoldoende middelen zijn en daar stopt het mee. Ja, we komen er later nog wel op terug. In de commissie sprak de portefeuillehouder uit, dat het als er in september niet gestart wordt met de bouw, er een tijdelijke voorziening gerealiseerd zijn. Dat had wat mij betreft in het voorstel moeten staan. De situatie op de Hermelijnlaan. Anderen hebben er ook al over gesproken. Wat gaan we daar doen? Torteltuin? 1/3, 1/3, 1/3 verlaten, hoogbouw, wat brengt het op. Het is allemaal nog wat vaag. In het collegevoorstel las ik – daar zit ons grootste pijnpunt – dat door vertraging van de bouw hogere kosten door de aannemer berekend zouden kunnen worden. Moet ik daaruit begrijpen dat er inmiddels een aannemer gecontracteerd is? Dat legt volgens ons een beslisdruk op dit voorstel, wat volgens mij nog niet af is. Dat blijkt ook wel uit de moties die intussen door de PvdA zijn ingediend. Er is dus nog wel een aantal dingen die niet duidelijk zijn. Dat is waar ons pijnpunt zit: het gaat om een hoop geld, het gaat om een brede school, maar we willen toch later niet geconfronteerd worden dat het niet uitkomt omdat het geld op was, het ene niet genoeg heeft opgebracht of iets dergelijks. De heer Dirkse (GroenLinks): Ik kan mij aansluiten bij de woorden van de heer Van Brenk en mevrouw Hofstee. GroenLinks heeft een warm hart voor de brede school maar ook een luisterend oor voor de twee punten die spelen in Den Dolder: het mogelijk verlies van speelmogelijkheid en de grote wens voor een veilige overgang. Daarom hebben wij beide moties van de PvdA van harte onderschreven. Wij stemmen verder in met het raadsvoorstel. Mevrouw Polomski (D66): De fractie van D66 stelt zich achter het voornemen om in Den Dolder een brede school te realiseren. De fractie stemt tevens in met het type van kredietverlening ten behoeve van de verwezenlijking ervan. Onze fractie is er echter niet van overtuigd, dat de plannen die thans ter verwezenlijking voorliggen de meest gunstige zijn voor Den Dolder. Hiermee doelt de fractie in het bijzonder op de locatie aan de Schreuder van der Kolklaan en de financiering die hieraan gekoppeld is aan de toekomst van de Torteltuin. Het is in onze ogen het laatste speelbosje in Den Dolder Zuid. De fractie van D66 wil graag gebruik maken van de mogelijkheid een second opinion … Mevrouw Hofstee: Even ter interruptie. We zijn toch een beetje verbaasd dat D66 met dit voorstel komt en dat de locatie niet zo goed gekozen zou zijn. Eerder is al door het CDA aangegeven dat we al sinds 2002 bezig zijn met dit voorstel. Dit is de finale. Het gaat nu eindelijk een keer gebeuren. Den Dolder zit al heel lang te wachten op een brede school. Dan gaat u nu toch deze wezenlijke discussie weer voeren. Dat gaat in de eerste plaats heel veel geld kosten en in de tweede plaats waar gaat dat toe leiden? In ieder geval niet tot een brede school op korte termijn. Ik snap niet wat het redelijk alternatief van uw voorstel is, eerlijk 29 mei 2006
143
gezegd. Mevrouw Polomski: Waarschijnlijk is in het verleden niet alles goed onder de loep genomen. Het feit dat het een redelijk risicovolle operatie is, willen wij toch nog terug kijken naar de mogelijkheden om de realisatie kostenbesparend en eerder in tijd te laten plaatsvinden. De heer Smink: Even als oud-lid van de commissie Samenleving voel ik me natuurlijk aangesproken. Mijn vraag aan mevrouw Polomski zou zijn of ze met haar fractievoorzitter heeft overlegd waarom haar fractieleden vóór deze locatie hebben gestemd. Dat zie ik dan niet. Ik tref nergens beantwoording van het standpunt van D66 aan ten aanzien van zoals mevrouw Hofstee al heeft aangegeven in eens een voorstel om het toch maar anders te doen. Mevrouw Polomski: Dat kan de heer Van Gemeren misschien beantwoorden. De heer Smink: Ik vraag het aan mevrouw Polomski. Mevrouw Polomski is de woordvoerder van D66 en heeft dit voorstel aan de raad voorgelegd. De heer Van Gemeren: De heer Smink vraagt of D66 het beleid heeft gewijzigd. Het antwoord is ‘ja’. Lees ons verkiezingsprogramma, lees de folders die wij huis aan huis hebben bezorgd in het buurtschap. Met name hebben wij ons oor te luister gelegd in dát deel van Zeist. Op grond daarvan hebben wij heel duidelijk gesproken bij de verkiezingen van 7 maart dat D66 bij voorkeur de brede school op een andere locatie wil hebben. Het liefste willen wij een integrale planvorming. Dat zullen we zo wel horen. In die zin zijn wij blij met de motie die voorligt die hierom verzoekt. Dit in antwoord op vragen van de CDA-fractie: dit is veranderd beleid. Mevrouw Bottema: Mag ik de heer Van Gemeren erop attent maken, dat Den Dolder geen buurtschap maar een dorp is. De heer Van Gemeren: Correctie: ik had het over dít deel van Zeist. Mevrouw Polomski: D66 wil graag gebruik maken van de gelegenheid – en nu gaat het om waar het om gaat – van een mogelijkheid om een second opinion in te winnen waar het gaat om het ecologische aspect van de plannen om de daaruit voortvloeiende maatschappelijke ecologische gevolgen voor Den Dolder. D66 ziet kansen om de ontwikkeling van de brede school sneller en goedkoper te laten plaatsvinden, alsmede het draagvlak onder de inwoners van Den Dolder te verbreden. Met betrekking tot het laatste punt ziet de fractie dat de bouwplannen zoals deze nu voorliggen tot veel protesten zullen leiden in Den Dolder. Zowel het dorpskarakter wordt aangetast als de hoge ecologische waarde en daaruit voortvloeiend tijdrovende processen. In de visie van D66 moet in een second opinion worden gekeken naar alternatieve locaties. Te denken valt bijvoorbeeld aan de omgeving van de Hazeboschschool of de montessorischool. Mevrouw Bottema: Mag ik wat vragen? U noemt de locatie van de montessorischool als alternatief. Denkt u dat er dan nog iets van de Torteltuin overblijft als u daar een school gaat neerzetten? Mevrouw Polomski: Dat moet het onderzoek uitwijzen. De kans is groot, dat er meer overblijft dan op dit moment op basis van het voorliggende voorstel. Mevrouw Bottema: 29 mei 2006
144
Dat betwijfel ik ten zeerste. Mevrouw Polomski: Ik denk dat we een deskundig orgaan om advies moeten vragen. Het gaat D66 om drie hoofdpunten: het kostenaspect, de snelheid van realisatie en het draagvlak in Den Dolder. Wij vrezen dat dit met de onderhavige plannen niet het geval zal zijn. Belangrijk aspect voor de inwoners van Den Dolder is het behoud van het dorpse karakter gegarandeerd is alsmede het behoud van het laatste bosje waar kinderen nog kunnen spelen. Het groene karakter van Zeist wordt door ons allen geroemd als ‘unique selling point’ en het kappen van die twee laatste stukjes bos in de omgeving van Den Dolder past daar niet bij. Wij vragen het college om een reactie op dit standpunt van D66 en verzoeken een eventueel second opinion in te stellen. Mevrouw Bottema (VVD): Zoals mevrouw Hofstee ook al aangeeft, dit is een technisch voorstel wat voortvloeit uit eerdere besluiten om een krediet ter beschikking te stellen. Wat dat betreft stemmen wij gewoon met het voorstel in. We hebben afspraken in deze raad dat we bij dit soort technische voorstellen geen inhoudelijke discussie gaan houden. Het is jammer dat de indruk hier gewekt wordt dat dit anders is. Daardoor komen er mensen op dit onderwerp af die duidelijk voor niks komen. Daar praten wij niet over. We praten over het ter beschikking stellen van een krediet. Dan de moties. De heer Van Ballegooijen: Even ter interruptie. Het is toch voor iedereen vrij om met een voorstel of amendement te komen met betrekking tot dit voorstel? Als D66 de raad voorstelt met een second opinion te komen, dan is dat een legitiem argument om dat in de raad in te brengen. Mevrouw Bottema: Uiteraard zijn zij vrij om dit te doen. Wat ons betreft komt de motie op de verkeerde tijd en de verkeerde plaats. Dit is iets waarover we eigenlijk apart zouden moeten spreken. De inhoud van de motie komt overigens overeen met wat in het raadsvoorstel al genoemd is. Dus wat dat betreft voegt het weinig toe aan dat wat er al in het raadsvoorstel staat. Daar wordt al genoemd dat de er een veilige oversteek moet komen. Daar wordt al genoemd dat we de Torteltuin willen behouden. Dat hebben we als raad ook al een aantal keren uitgesproken. Dus wat dat betreft voegt het niks toe. Het instrument moties zouden we beter kunnen gebruiken. Als voorbeeld noem ik – om even in deze lijn te blijven – de eigen motie die we indertijd hebben aangenomen voor de verdiepte ligging of ondertunneling van het spoor zelf. Het effect van die motie is nu bestuurlijk te zien. Op dit moment is er door het BRU het initiatief genomen om steun te verlenen om die verdiepte ligging/ondertunneling tot stand te brengen. Ze gaan binnenkort spreken met de klankbordgroep die daarvoor is opgericht. Daar bereik je iets mee. Er komt iets wat er nog niet was. Daar is een motie voor bedoeld. Mevrouw Hofstee: Ik ben het helemaal met u eens. Een motie moet iets bewerkstelligen. Het is niet zo maar een mooi papier. Inderdaad, u heeft iets in gang gezet met de tunnel. Dat willen wij ook met deze moties die wij hier voor hebben liggen. De zaken die u noemt en die wij noemen in de motie, die worden wel genoemd in het raadsvoorstel maar heel terloops. Wij versterken dat en doen er uitspraken over. Het staat in het voorstel als een kanttekening. Het wordt terloops, voorzichtig genoemd. Wij zien er aanleiding in om door de onduidelijkheid en verwarring die er is, duidelijkheid te geven. Wat mij betreft – met uw steun – zullen deze moties zeker resultaat hebben. Mevrouw Bottema: We begrijpen de achtergrond waarom u hem heeft ingediend. Het punt is, als we dit bij alles gaan doen dan gaan de raadsvergaderingen zo lang duren, dat wij weer steeds zitten te vergaderen in plaats van dat we naar de burgers gaan. Mevrouw Hofstee: Wij dienen niet zo maar moties in.
29 mei 2006
145
Mevrouw Bottema: Dat geloof ik wel, maar wij vinden het jammer dat dit op deze manier gegaan is. Dat wilde ik even laten weten. Ik heb al gezegd dat ik de motie op zich sympathiek vind. We zullen ook niet bij voorbaat tegen stemmen. De heer Van Brenk: De raadsvergaderingen hoeven echt niet langer te duren als we ons houden aan afgesproken beleid. Bestaand beleid is dat 1/3, 1/3, 1/3 gerealiseerd wordt. Dat wordt weinig gehaald. Het wordt tijd dat we ons daaraan houden. Mevrouw Bottema: Daar wordt hier ook niet van afgeweken. Er wordt gezegd, dat de verdeling anders geregeld moet worden omdat we opbrengsten moeten genereren. Dit is een mogelijkheid en er zijn ook andere mogelijkheden. Op het moment dat we dit hier blokkeren en dat je zegt het moet persé 1/3, 1/3, 1/3 dan heb je geen mogelijkheden meer met overleg met de buurt over de vorm waarin het gegoten wordt. Dan leg je het college ook helemaal vast. Natuurlijk is het principe van 1/3, 1/3, 1/3 vaststaand beleid waar we ons aan houden. Het hoeft ook niet op deze locatie worden gerealiseerd, dat kan over meerdere locaties verspreid gerealiseerd worden. Wat dat betreft er staat niet in het raadsvoorstel dat we ons niet houden aan die 1/3, 1/3, 1/3. Er wordt alleen gezegd, dat we zoeken naar creatieve mogelijkheden om te zorgen dat we de Torteltuin kunnen realiseren. Mevrouw Hofstee: Nu moet ik toch even interrumperen. Excuus daarvoor, want dat was niet mijn bedoeling. U zegt er staat,dat we niet van 1/3, 1/3, 1/3 afwijken. Mevrouw Bottema: Er staat: ‘totdat er een mogelijkheid is’, waarover wij nog een besluit nemen. Mevrouw Hofstee: Het is een serieuze mogelijkheid maar wij willen duidelijkheid geven dat we daar dus niet vóór zijn. Wij zijn voor het bestaand beleid. Niets meer en niets minder. We willen niet op voorhand al zeggen, dat het niet lukt. Er zijn nog veel mogelijkheden. Dat geeft het college zelf ook aan. Laten we eerst die mogelijkheden uitzoeken en bekijken. Als dat allemaal niet lukt, dan praten we verder. Mevrouw Bottema: Ik heb niets anders beweerd. Ik heb alleen gezegd: hou alle mogelijkheden nog open. Tenslotte zou ik willen zeggen, de financiering. Ik was van de week bij een bijeenkomst bij de provincie. Er schijnt binnen de Provincie ook nog geld te liggen voor diverse zaken. Het is misschien verstandig daar eens goed naar te kijken. Als er mogelijkheden zijn en er valt geld te halen, dan is misschien het hele probleem van 1/3, 1/3, 1/3 niet meer aan de orde. Dan kunnen we misschien ergens anders geld vandaan halen. Wethouder Leenders (GroenLinks): Aan de orde is natuurlijk een behoorlijk technisch voorstel: het verlenen van een krediet. We zijn al een heel eind onderweg met die brede school. Aan de orde is ook, dat er verontruste ouders zijn die willen dat hun kinderen veilig naar school kunnen komen. Aan de orde is ook een Torteltuin, die ligt er prachtig bij en een groep ouders die zegt, ja maar die willen we toch wel graag behouden. Aan de orde is ook een tunnel, een ondertunneling van het spoor, misschien. Daarvan hebben we met elkaar besloten dit uit te zoeken. Aan de orde is ook een tunneltje, waarvoor we ooit 1 miljoen hebben gevoteerd. Achteraf blijkt dat het wel eens veel duurder kan worden. Ik kan mij voorstellen, gaande de discussie, dat heel veel mensen zich afvragen: hoe zit het nu? Kan u mij iets meer duidelijkheid geven? Het college zelf is daar ook heel druk mee bezig. We vinden dat dit een voorwaarde is om dit proces verder met elkaar tot een goed einde te brengen. Dat er iets heel moois uit zal rollen – in de discussies hebben we het daarover niet vaak genoeg, want voor Den Dolder komt er een dijk van een voorziening: een sportclub, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal, twee scholen – en de hobbels die we nu zien, nemen we niet voor niets. De motivatie moet er wel zijn. Er zijn nog wel een paar hobbels. Als we het hebben over de tunnel. Voor die tunnel hebben wij 1 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dat is een groot bedrag. Het is 29 mei 2006
146
niet genoeg gebleken. Er zijn allerlei factoren zoals de uitvoerder, Prorail die eisen stelt. Het blijkt dat we tenminste op 2,5 miljoen gaan uitkomen. Waar halen we dat geld vandaan? We gaan als college u daarvoor een dekkingsvoorstel aanbieden. Dat zal er in grote lijnen uit bestaan, dat geld dat vrijkomt uit de jaarrekening 2005 wat bestemd is voor het coalitieakkoord, te gaan bestemmen voor deze tunnel. Daarvoor gaan we een reservering maken. Verder bij de uitwerking van het coalitieprogramma gaan we dit meenemen. Dat betekent dat we dat in werking gaan zetten. Daar moeten we goed op studeren hoe we dat gaan doen. Daar gaat wel wat tijd overheen. Er zijn wel voorbereidingen getroffen, maar er moet nog het nodige gebeuren met inspraakbijeenkomsten, overleg e.d. In de commissie heb ik ook al gezegd, dat het niet realistisch is om te zeggen dat als we in september beginnen met de bouw van de school dat hij er over een jaar staat, die tunnel. Die is er dan nog niet. Dat heb ik ook eerlijk gezegd. Dat betekent dat wij onze andere belofte van: er moet een veilige schoolroute zijn, dat moeten de ouders zeker weten dat dit zo is, dat we daaraan ook keihard willen werken. In de motie wordt gevraagd dit voorstel het liefst bij de Voorjaarsnota te hebben of anders in oktober. Ik stel voor dat we in september met een voorstel komen hoe we dat gaan regelen. Je kunt dan denken aan allerlei maatregelen bijvoorbeeld een loopbrug. Als je een loopbrug hebt, hoef je misschien geen tunneltje meer te hebben. Je kunt ook aan niet fysieke maatregelen denken, bijvoorbeeld aan begeleid oversteken. Je kunt zelfs aan een busje denken. Het gaat erom dat die oplossing dus gelijk op loopt met het traject van de bouw van de school. Dat je dat ook communiceert met de ouders, medezeggenschapsraad, de stuurgroep. Iedereen weet dan welke stappen we maken en iedereen weet van elkaar dat een veilige route is gegarandeerd. Om nog even terug te komen op het geld: mensen denken, ja, het coalitieakkoord dat is ook belangrijk dat we dat uit gaan voeren. Daarvoor zijn we hier als college bij elkaar gekomen. Dat betekent dat we hier voorlopig iets in gang zetten, maar het kan ook zijn dat we nog terugkomen en het anders doen. Het betekent in alle gevallen dat we als raad – die het budgetrecht heeft – en zegt onder deze omstandigheden doen we het en anders doen we het anders. Blijft overeind dat de veilige schoolroute voorop staat. Ten alle tijden. Mooier kan ik het niet maken. Mevrouw Bottema: Even ter interruptie. Mag ik de wethouder een vraag stellen? U heeft het steeds over de uitvoering van het tunneltje. Als u zich helemaal focust op het tunneltje, hoe zit het dan met de verdiepte ligging waarnaar op dit moment onderzoek gedaan wordt. Het één gaat niet samen met het ander. Wethouder Leenders: Dat klopt. Je kunt het één wel in gang zetten en dan naar bewind van zaken handelen. De heer Luca: Ik wil mevrouw Bottema er op wijzen, dat de veiligheid van de kinderen in Den Dolder, waarvoor wij hier allen zitten, hoger is dan in 2020 de verdiepte ligging van het spoor. Het is prima als dit er komt, maar tot die tijd zullen we de veiligheid op de een of andere manier moeten bereiken: óf met ondertunneling óf een alternatief. We kunnen niet wachten tot 2020. Dan is de school er al. Mevrouw Bottema: Dat willen wij natuurlijk ook. Dan begrijpt u het verkeerd. Het enige punt is: als je het tunneltje nu gaat bouwen, dan blaas je impliciet de verdiepte ligging af. Ook dat was iets wat heel duidelijk door ons in gang gezet is en dat we graag die verdiepte ligging willen realiseren. Mevrouw Hofstee: Het dilemma is, dat alle maatregelen elkaar in gijzeling houden. De discussie over de ondertunneling zal nog wel even duren. Het ingewikkelde en het dilemma waar wij voor staan, is hoe ga je beargumenteren wanneer je wat gaat doen voor de kortere en lange termijn. Hoe kom je daaruit? Dat is wat wij eigenlijk het college vragen in de motie. Er zijn provisorische maatregelen nodig. Prima, maar niet zonder de garantie dat er een definitieve, sluitende maatregel komt. Wethouder Leenders: Om alle maatregelen open te houden tot een definitieve, sluitende oplossing, moet er nu duidelijkheid gegeven worden over de financierbaarheid van e.e.a. Anders sluit je het uit. Dat is het doel van deze actie. Daarmee wil ik niet gezegd hebben, dat het tunneltje moet en zal komen op die plek in alle gevallen. 29 mei 2006
147
De heer Van Gemeren: U bent er mee bezig, maar wat ik even mis – dat is een ander onderdeel – het verzoek aan het college om op korte termijn te komen tot uitwerking van het plan om de huidige spoorwegovergang veiliger te maken voor de schoolkinderen, maar ook voor de andere gebruikers. Ik zou het college willen vragen dit hierin ook te betrekken dan schieten we wat meer op. Wethouder Leenders: Het is vanzelfsprekend dat we dat meenemen. Het is één geheel. We hebben al te lang apart gekeken, dan dreigen we met conflicterende belangen te maken te krijgen. Ik wil nog even ingaan op het verhaal van D66 over de second opinion over een andere locatie. Mijn indruk is als ik de voorstellen lees wat er allemaal door de ambtelijke stuurgroep boven tafel is gehaald, wat is afgewogen en wat de haalbaarheid daarvan is, dan zie ik nu geen nieuwe feiten waarvan ik denk dat het makkelijk op een andere locatie kan. Ik denk dat de financiering dan precies hetzelfde gaat werken als er ergens anders gebouwd moet worden. Ik denk dat we dan weer helemaal vooraan moeten beginnen. Uw suggestie om er een deskundige naar te laten kijken. Als ik er zo naar kijk, dan zijn er al heel wat deskundigen die er naar gekeken hebben, dus het argument dat we onzorgvuldig tot ons besluit zijn gekomen, geldt niet. Ik denk dat er dan weer nieuwe beren op de weg en serieuze problemen opduiken. Het gaat er om of we iets willen met elkaar en wat we willen bereiken en ga je er met elkaar voor om hetzelfde doel te krijgen: nl. een goede brede school en een veilige schoolroute. Ik wil nog even ingaan op de vragen over de Torteltuin en de 1/3, 1/3, 1/3. Wat ik beluister is dat veel partijen zeggen: stap niet te snel af van die 1/3, 1/3, 1/3, maar probeer de Torteltuin te behouden. Daar gaan wij natuurlijk voor. Dan kom je wel op alternatieve bebouwingsvormen, misschien subsidies. Er zijn landelijke subsidies voor brede scholen. Er schijnt al onderzoek naar gedaan te worden. Als we daar van mee kunnen profiteren, prima. Als we vasthouden aan 1/3, 1/3, 1/3 op die plek, gaat dat niet tot elke prijs. We willen de functie van de Torteltuin behouden op die plek. Mevrouw Polomski: Ik verzoek u de vergadering kort te schorsen. De voorzitter: Ik schors de vergadering voor 5 minuten. Na de schorsing wordt de vergadering heropend. Mevrouw Polomski: Uit de beantwoording van de wethouder blijkt, dat er een zorgvuldig proces is doorlopen. Niettemin heeft de wethouder in haar eerlijke reactie de hobbels benoemd. Dat zijn ook de hobbels waarover D66 zich zorgen maakt. Een deel van zorgen wordt verwoord in de ingediende moties met name waar het gaat om het zoeken naar een integrale oplossing. Die moties kan D66 om genoemde redenen ondersteunen. Dat laat onverlet, dat D66 in de tijd die het college wordt gegeven tot 1 oktober, een alternatief voorstel door een deskundige zal laten ontwikkelen. De heer Van der Meij (Leefbaar Zeist): Ik wil twee korte opmerkingen maken over de voorliggende moties, die ik ondersteun met wat kanttekeningen. Wat mij opvalt is, dat in de motie ‘veilige oversteek’ niet wordt gerept over bewonersparticipatie. Dat lijkt mij noodzakelijk als je oplossingen gaat bedenken voor de kinderen van de brede school. Dat lijkt mij wenselijk. Ik weet niet of dat nog kan worden aangepast. De andere motie, die over de Torteltuin, bevat eigenlijk alleen maar inspanningsverplichtingen. Dat vind ik een gebrek, maar nogmaals ik zal voor de moties stemmen als ze worden aangepast. Mevrouw Van der Wel: Het CDA is van mening, dat de beantwoording van de wethouder heel helder was. Dat zou de moties overbodig maken. CDA wil graag nog een kanttekening maken bij het 1/3, 1/3, 1/3 verhaal. Ook wij zijn voor deze 1/3, 1/3, 1/3, maar er kunnen omstandigheden zijn – wat de wethouder ook al zei – dat je er toch van af moet wijken. Wij vinden het heel belangrijk dat er op deze plek een speelvoorziening 29 mei 2006
148
behouden blijft. Desondanks dat wij de moties enigszins overbodig vinden, zullen wij ze toch steunen. De heer Voogdt: Ik heb in mijn 1e termijn gevraagd naar de eventuele aannemer die in de kanttekeningen van het collegevoorstel staat. Daarop heb ik geen antwoord gekregen. Deze legt volgens mij nog steeds een zekere druk op de wenselijkheid van dit kredietvoorstel. Dit is volgens ons nog steeds niet sterk genoeg. De wethouder heeft in haar betoog toch een aantal duidelijkheden gegeven. Deze hadden volgens mij in het voorstel moeten staan. Daar getuigen ook de moties van, die wij beide zullen ondersteunen. We zullen tegen het raadsvoorstel stemmen. Mevrouw Hofstee: Ook vanuit ons dank voor het heldere en duidelijke betoog van de wethouder. Wij hebben er vertrouwen in dat het goed komt. Wij willen ter ondersteuning van beide wethouders, die hierbij betrokken zijn, beide moties in stemming laten brengen. We ondersteunen het betoog van Leefbaar Zeist bij het zoeken naar een veilige oversteek natuurlijk ook de bewoners op een goede manier te laten participeren. De heer Van Brenk: Ik heb nog één puntje over dat 1/3. Daarover krijgen we straks duidelijkheid. Er kan mogelijk ook gezocht worden naar een alternatieve bebouwing waardoor op een relatief kleinere grondoppervlakte eenzelfde opbrengst gegenereerd kan worden. Ik ben blij dat deze opbrengst gegenereerd wordt, maar ik hoop wel dat we daar iets bouwen waar de gemeenschap Den Dolder behoefte aan heeft. Als deze al voldoende seniorenwoningen heeft, dan moet je daar niet nog een seniorencomplex bouwen. Zet er dan andersoortige woningen neer. De heer Luca: Allereerst willen wij het betoog van mevrouw Hofstee ondersteunen. Vandaar dat wij getekend hebben voor de twee moties. We zijn voor het raadsvoorstel. Mevrouw Bottema: Ondanks het feit, dat wij ook gezegd hebben, dat we niet blij zijn met deze werkwijze, zullen we de moties toch steunen met dien verstande, dat het verhaal bij de Torteltuin van 1/3, 1/3, 1/3 in principe uiteraard gevolgd wordt. Het mag niet in de weg staan dat hier een oplossing komt die door de buurt gedragen worden en die overleg met de buurt ook mogelijk blijft maken. Wethouder Leenders: Nog één vraag waarop ik niet ingegaan was van de SP of er aannemer was. Ja, die is er en of er afspraken zijn. Dit is nog niet getekend, want dat hangt af van het besluit wat vanavond wordt genomen. Als dat anders zou zijn, dan gaat de deal niet door. De heer Voogdt: Kunt u mij dan uitleggen dat u nu al kan zeggen, dat dit een prijsverhoging zou genereren als u langer wacht. U heeft tot september de tijd, want u mag niet kappen voordat de Provincie groen licht gegeven heeft. Wethouder Leenders: Ik denk dat dit met de planvorming te maken heeft, ook van degene die het moet gaan bouwen. Dat is logisch. Dan de moties. Eigenlijk kan je zeggen, dat de moties weergeven wat wij als college aan beleid hebben ingezet. Ik ervaar ze als een steun in de rug bij het zoeken naar een goede oplossing. Wat de 1/3, 1/3, 1/3 betreft, ja dat is bestaand beleid. Dat hoeven we niet iedere keer via een motie met elkaar te zeggen. Laten we er vanuit gaan dat dit is wat we doen, tot er iets anders blijkt. In dit geval kan het nodig zijn om een andere oplossing te vinden om dat die Torteltuin functie ook door iedereen erg belangrijk wordt gevonden. Dus we gaan alsnog aan de slag met de Torteltuin met een alternatieve bebouwing om die 1/3, 1/3, 1/3 te halen. U moet ons daarin iets ruimte gunnen. Dan de tunnel en wat die gaat kosten. Ik heb gezegd, dat dit gaat uit de jaarrekeningresultaat van 2005. Dat is een voorlopige dekking. U zult zelf als raad op een voorstel van het college op een gegeven moment de afweging moeten maken voor 29 mei 2006
149
een structurele dekking en dit dan afwegen tegen andere beleidsdoelen. Dat wilde ik nog even duidelijk zeggen. Ik ben hiermee aan het eind van mijn betoog. De voorzitter: Daarmee hebben we de termijnen in voldoende mate benut. De heer Smink: Mag ik nog één technisch punt bij de moties indienen? De voorzitter: De moties hebben we zo aan de orde. Aan de orde is het voorstel het krediet voor de brede school Den Dolder. Kan de conclusie zijn dat de raad instemt met het voorstel met in acht name van de kanttekening dat de fracties van de SP en D66 geacht worden tegen het voorstel te hebben gestemd. Mevrouw Polomski: Wij stemmen tegen om ecologische en planologische redenen tegen. De voorzitter: Dan komen we bij de moties. De heer Smink had hierbij nog een opmerking. De heer Smink: De moties zijn mede ondertekend door afwezige raadsleden. Dat lijkt mij strijdig met het Reglement van Orde. De voorzitter: Ik heb een exemplaar waarop deze namen zijn doorgestreept. Dat is blijkbaar op uw kopie nog niet aangepast. U heeft uw punt, maar de ondertekening is volledig. De afwezigen leden zijn op de originelen doorgekrast. De heren Nazari en De Vries zijn van de ondertekening afgestreept. Daarmee is aan alle vereisten voldaan. Beide moties zijn aan de orde gebleven. Ik zal ze een voor een aan de orde stellen. De conclusie zou kunnen zijn dat er een unanieme steun is voor de moties. Ik stel de motie handelend over de brede school/Torteltuin aan de orde. Mag ik het met de algemene conclusie doen dat de raad unaniem instemt met deze motie? Akkoord. Daarmee is deze aanvaard. Dan de motie veilige oversteek brede school Den Dolder. Ook daarbij kan het de conclusie zijn dat de raad de motie unaniem aanvaardt. Akkoord. Dank u wel. De moties zullen als aanmoediging en bemoediging bij het collegebeleid ingezet worden. 13.
Reactie op de concept begroting 2007 van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn en Heuvelrug (rv 2006-048)
De heer Smink (CDA): Voor ligt het raadsvoorstel met betrekking tot de begroting van de Regionale Sociale Dienst. Namens de CDA-fractie stel ik vast, dat het vreemd is dat dit op de agenda stond, terwijl de stukken voor de commissie niet eens beschikbaar waren. Tegelijker tijd is het niet anders, omdat deze begroting nu eenmaal moet worden vastgesteld. Ik stel vast, dat de begroting is vastgesteld op basis van cijfers, een berekening van de huidige uitgaven die er zijn en niet op ervaringscijfers, want deze zijn er niet. Dat is ook moeilijk. Wat moeten we? Wat is je ambitie, wat is je beleid? De CDA-fractie stelt dan ook vast, dat we op dit moment feitelijk gebonden zijn aan deze begroting want de RSD moet draaien. Maar, dat is een belangrijke maar, als straks in juli de eerste ervaringscijfers beschikbaar zijn, moeten we nog eens kritisch naar deze begroting kijken en ook bekijken of dit invloed moet hebben op de begroting en de uitgaven. Burgemeester, u als afgevaardigde in het algemeen bestuur van de RSD wil ik vragen u in te zetten dat deze cijfers helder zijn en op tijd beschikbaar zijn. Namens de CDA-fractie stel ik vast dat wij niet anders dan vóór deze begroting te stemmen.
29 mei 2006
150
Mevrouw Hofstee (PvdA): De heer Smink gaf het al aan: het is wat wonderlijk dat we de begroting zo laat hebben gekregen. Het is even niet anders, maar er staat veel op het spel. Zowel in geld uitgedrukt als in maatschappelijk belang. Het verdient dan ook niet de schoonheidsprijs, maar wij zijn blij dat we in de commissie de begroting nog wel een keer bespreken al was het maar om aan te geven wat wij als opdrachtgever willen van de RSD. Wat willen we bereiken, waar gaan we de komende jaren naar toe en hoe willen we hierover gerapporteerd krijgen. Voor nu is het van belang om aan te geven dat wij het anders willen. Wij willen als grootaandeelhouder op een interactieve manier worden betrokken bij de begroting, maar zeker ook bij het meerjarenplan. Dat betekent dat wij toch wat discussie verwachten door de RSD samen met de commissies en de raden om te bezien waar wij de komende jaren naar toe gaan. Hoe gaat het met het reïntegratiebeleid. Wat gaat goed en wat gaat niet goed? Hoe gaat het met ‘work first’. Op dat soort vragen willen wij antwoord. We zouden die opmerking van tijdige betrokkenheid, ruimte voor discussie en interactie graag zien opgenomen in de collegereactie. Een reactie overigens, die wij volledig steunen. Tot slot zullen willen wij nog één inhoudelijke opmerking maken. Deze opmerking willen we meegeven aan onze AB- en DB-leden. We hebben ons erover verbaasd dat in 2007 nog geen invulling wordt gegeven aan de opstapbanen. Dat zijn banen die bedoeld zijn als een soort opvolger van de oude IDbanen. Die zijn we nu aan het afbouwen. Er is dus geen enkele gesubsidieerde opvolger voor. Wij betreuren dat ten zeerste. We willen daarover ook nog graag in de commissie discussiëren. We willen dit vast meegeven aan onze vertegenwoordigers. De heer Voogdt (SP): Ik geef gelijk een stemverklaring. We zijn blij dat het college strak zit op de begroting van de RSD. We stemmen in met dit voorstel. De heer Luca (Seyst.nu): Grotendeels zijn wij in lijn met de vorige sprekers. Waar wij toch mee zitten is het tijdstip van het aanleveren van de stukken en het tempo er op houden. Zoals de heer Smink al zei, het moet voor ons wel inzichtelijk zijn en we daarop op een later tijdstip uitgebreid op terug zullen komen. Als prioriteit willen wij meegeven dat het toch anders moet in de toekomst. De heer Verdoes (VVD): Weer staat voor deze raad de RSD op de agenda. Een RSD waarvan wij hoopten, dat ze na de start begin dit jaar, voortvarend haar werkzaamheden zou verrichten na alle zorgen in de afgelopen jaren. Helaas moet mijn fractie vaststellen dat ondanks de volledige inzet van alle betrokkenen dit stadium nog niet is bereikt. Ons beeld is meer, men houdt het hoofd boven water, men ligt voortvarend op koers. Het is ons onvoldoende duidelijk of er wel grip op de situatie bestaat. Met genoegen hebben we vastgesteld dat de portefeuillehouder de ontwikkelingen van nabij volgt. Graag blijven wij frequent en systematisch op de hoogte van de voortgang bij het wegnemen van alle knelpunten. Vanavond spreken wij over de begroting van de RSD van 2007. Een begroting met meer en beter uitgewerkte prioriteiten dan die uit 2006. Prioriteiten die passen binnen de opdracht die de RSD heeft gekregen. Wij stellen tevreden vast dat een belangrijke doelstelling zich richt op een flinke toename van de uitstroom naar regulier werk. Dat is naar ons idee de beste manier om iets aan armoede en achterstand te doen. Het voortzetten van ‘Work First’, en intensivering van de samenwerking met CWI en UWV, passen daarin. De RSD dient vooral mensen aan het werk te helpen. Alleen als dat ècht niet lukt volgt een uitkering. Daarbij past het in onze visie dat cliënten meer worden gestimuleerd hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Wij zien met genoegen dat ook handhaving hoge prioriteit heeft, door te werken met risico- en themaprofielen. Natuurlijk moeten cliënten snel en efficiënt worden geholpen. Maar de voorgenomen hoogwaardige dienstverlening betekent niet dat de klant altijd gelijk heeft. De doelen uit deze begroting moeten volgend jaar worden gerealiseerd. Het verleden heeft geleerd dat goed functionerende bedrijfsprocessen daarvoor een kritische voorwaarde zijn. Die bedrijfsvoering had daarom wat ons betreft meer nadruk mogen krijgen. Zo hadden bij dit item duidelijker targets geformuleerd kunnen worden. Gedacht kan worden aan de voortgang van het beschrijven van werkprocessen, maar ook aan zaken als productiviteit per medewerker, ziekteverzuim, verloop en openstaande vacatures. Daarom zien wij deze gegevens in de toekomst graag trendmatig gerapporteerd, zodat duidelijk wordt hoe kengetallen zich ontwikkelen in de tijd. Als we kijken naar het raadsvoorstel volgen we het uitgangspunt dat extra formatie ten behoeve van schuldhulpverlening alleen kan worden ingezet wanneer dit budgetneutraal 29 mei 2006
151
plaatsvindt. De RSD zouden we willen verzoeken het risico wat betreft het verschil in rentevisie voor ons in kaart te brengen. Het vaststellen van de begroting is één ding. Van minstens even groot belang is de vraag of de gestelde doelen ook worden behaald. Op dit moment liggen er concrete afspraken over door de dienst aan de raad uit te brengen rapportages. Onze zorg ligt in de mate waarin die afspraken kunnen worden gerealiseerd. We zullen dat proces scherp volgen. Tenslotte: wij kunnen en mogen niet instemmen met de begroting, maar hooguit een gevoelen kenbaar maken. Dat gevoelen is, met waardering voor de tot nu toe gepleegde inzet, positief. We nodigen de portefeuillehouder uit ons zo spoedig mogelijk te voorzien van informatie over de lopende operatie. Dan kan ons gevoelen jegens de RSD ook positief blíjven. De heer Van Brenk (ChristenUnie/SGP): Het is inderdaad merkwaardig als je een RSD met elkaar in het leven roept en dat dit een proces is wat jaren omvat voordat je alles goed op de rail hebt. In die zin denk ik dat de RSD op dit moment de goede wil heeft om te komen tot. De vraag is of de verschillende processen die in de verschillende gemeenten lange tijd hebben gefunctioneerd of dat die nog niet aanwezig zijn of nog niet doorbroken zijn of onvoldoende doorbroken zijn in het nieuwe kader, de nieuwe organisatie. Ik denk dan ook dat wij met name gediend zijn met een goede, kwalitatieve rapportage. We hebben lang moeten wachten om daarin wat schot te krijgen. Ik ben blij dat de commissie Samenleving heeft uitgesproken dat we daar in juni daarover met elkaar zullen spreken en de RSD kenbaar zullen maken waar voor ons de prioriteiten liggen en welke behoeften wij hebben. Dat kan voor hen een hulpmiddel zijn om bij het maken van keuzes te kiezen voor hetgeen de gemeenteraden met elkaar vragen. Dat is misschien nog wel een ander punt. We zitten met verschillende gemeenten binnen de RSD. Vragen we allemaal wel hetzelfde? Het is onmogelijk dat je van een RSD kunt vragen dat ze 3 of 4 rapportages moeten gaan maken voor de diverse gemeenten. In die zin kunnen we het hen wat vergemakkelijken als we afstemmen waaraan we behoefte hebben. Ik heb er vertrouwen in dat de sociale dienst binnen een jaar op de rails staat. Wethouder Leenders (GroenLinks): Eigenlijk hebben we dit al uitgebreid besproken. Dank voor de positieve gevoelens en dank voor de alertheid waarmee iedereen zegt, laten we de vinger aan de pols houden. Laten we zorgen dat we kwalitatief een goede dienst hebben en daarop de juiste wijze een verslag van krijgen. Daarover hebben we afgesproken dat we dat zeker zullen gaan doen. De RSD werkt daar zelf ook aan. Er is al een gezamenlijk uitgangspunt hoe dat zou moeten. We moeten voor Zeist nog vaststellen wat we voor Zeist nog specifiek, extra willen weten. De woorden van de heer Verdoes: ‘eigen verantwoordelijkheid van mensen, mensen aan het werk helpen’, niets liever. Aan de andere kant ook zoeken naar kwaliteit hierin. Zoeken naar structurele werkgelegenheid. De cliënt wordt dan geen draaideur, wordt geholpen, blijkt verkeerd te zitten en moet dan weer vanaf onder af met veel begeleiding aan een traject beginnen. Ik pleit daarom voor kwaliteit en evenwicht. Klantgerichtheid blijft belangrijk, maar laten we ons zelf niks wijsmaken. Over een jaar staat de RSD er. De RSD is er nu al en ze werken hard. Het is een enorme operatie. We moeten met zijn allen alert blijven. De voorzitter: Dank u wel. Ik denk dat het onderwerp in voldoende mate aan de orde is gekomen. Kan de conclusie zijn, dat de raad unaniem instemt met de begroting 2007 van de RSD. Akkoord. 14.
Invoering nieuw vergadermodel Avondje (‘t )Rond (rv 2006-051)
De heer Van Motman (Seyst.nu): De fractie van Seyst.nu is voor invoering van ’t Avondje Rond. Ook wij willen de burgers en instellingen nog beter betrekken bij het reilen en zeilen van onze gemeente. We hopen dat met de invoering van het nieuwe vergadermodel de efficiency van het vergaderen daadwerkelijk zal toenemen en dat de kwaliteit van de besluitvorming wordt verbeterd. Echter om te kunnen vaststellen of de doelstellingen na een half jaar zijn gerealiseerd, vinden wij het belangrijk dat vooraf toetsingscriteria zijn geformuleerd om uiteindelijk te kunnen bepalen of het nieuwe vergadermodel het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Overigens pleiten wij er voor, om niet na zes maanden maar om tussentijds, na 3 maanden een tussenevaluatie te maken om zaken die mogelijk niet goed gaan nog tijdig bij te sturen. Voor wat betreft 29 mei 2006
152
de suggestie om een begeleidingscommissie in te stellen samengesteld uit 3 raadsleden naast de burgemeester en de griffier ondersteunen wij van harte. De heer Van Ballegooijen (ChristenUnie/SGP): Zeist kan niet achterblijven als het gaat om een nieuw vergadermodel. Niet dat wij voorop lopen, want er zijn ons al heel wat gemeenten voorgegaan die al een ander vergadermodel hebben geïntroduceerd. Links en rechts hebben wij ons oor te luisteren gelegd. Dan blijken er toch heel wat positieve bijdragen te zijn. Mijn fractie is dan ook benieuwd hoe het nieuwe model in Zeist gaat lopen. Ik denk, dat het welslagen te maken heeft met een goede communicatie vooraf en de begeleiding ervan. Mijn fractie hoopt dan ook dat deze aanpak een ander soort insprekers naar het gemeentehuis zal brengen dan wij altijd gewend zijn geweest met betrekking tot de reguliere commissievergaderingen. Met betrekking tot de begeleidingsgroep – dat hebben wij in de commissie al gezegd – daarvan zijn wij een warm voorstander. Dit niet alleen door het Presidium laten uitvoeren, maar ook door enthousiaste raadsleden die hieraan een bijdrage willen leveren en hiernaar nog eens kritisch kunnen kijken. Het is kijken in de toekomst hoe het model zich gaat ontwikkelen. Alleen mijn fractie hoopt wel dat de vergaderingen of bijeenkomsten van een Avondje ’t Rond niet meer mensen zal opleveren dan een avondje in Figi. De heer Gudde (CDA): Er hadden over dit voorstel niet veel meer woorden gezegd te worden. Het is al lang voorbereid en in de commissie uitgebreid besproken. De CDA-fractie hoopt en verwacht dat met dit model een grotere betrokkenheid ontstaat van burgers. Dat was toch het voornaamste doel. In de tweede plaats dat er geen verdubbeling bestaat in de behandeling van onderwerpen. Dat was een ander bezwaar van het huidige systeem, wat soms optrad. Het is goed dat we na een halfjaar een stevige evaluatie hebben ingelast. Drie maanden lijkt mij een wat te korte termijn, maar laten we dat halfjaar ook echt nemen. Dan kunnen we in alle eerlijkheid zeggen welke dingen niet goed lopen. Onze steun heeft het dus. We hebben er ook zin in. Ik heb nog een punt. Dat heb ik in de commissie ook al geprobeerd te maken. Daar is het niet echt opgepakt, maar dat is de naam. Ik moet het toch nog even kwijt. De naam ‘Avondje (‘t) Rond … ik weet nog steeds niet wat ik er mee moet met die haakjes rond de ‘t’. Zeg het eens een paar keer achter elkaar. Het gaat me nu al tegen staan. Dat vind ik jammer. Aan een avondje ’t Rond denk ik inderdaad aan Figi of Hermitage. U moet zich eens voorstellen als u zich als burger onveilig voelt in het dorp, dat u zich ongelukkig voelt over bouwplannen en zich te kort gedaan voelt door de gemeente en dat u dan te horen krijgt: komt u donderdag maar naar Avondje (‘t) Rond en dan kunt u het allemaal vertellen. Het roept bij mij iets op waarvan ik het gevoel heb dat ik mezelf ook niet meer serieus neem. Het is subjectief, dat ben ik met u eens. Ik hoor het graag van u. Alternatieven kunnen tussen nu en de 2e termijn misschien nog wel boven. Ik heb er nog een paar achter de hand, zoals Het Rond politiek of politieke avonden. Zonder verkleinwoordje, zonder haakjes. Mevrouw Bottema (VVD): Wij hadden dit raadsvoorstel op deze plaats onbesproken kunnen laten. Immers in de commissie waren wij eensgezind: deze nieuwe manier van vergaderen moet een kans krijgen. Echter het onderwerp is te belangrijk om het zonder verdere aandacht aan te schenken op de B-lijst te zetten. In de laatste jaren is er het nodige veranderd in de gemeentepolitiek. In de afgelopen zittingsperiode is het dualisme ingevoerd. Doel van deze verandering was om burger en politiek dichter bij elkaar te brengen. Onze vergaderstructuur is in de afgelopen periode echter niet veranderd. Wij werken nog steeds met het model van voor de invoering van het duale systeem. Raadscommissies waar voor een groot deel het debat plaats vindt. De raad waar naast – het vaak herhaalde debat uit de commissie – de besluiten worden genomen. Inspraak vanuit de Zeister samenleving vindt plaats in de commissies op een moment waar de meningen vaak al gevormd zijn. Vooral dit laatste levert vaak frustraties op bij insprekers en commissieleden. Tijd dus om een nieuwe manier van vergaderen te introduceren. Het is een voordeel dat wij hier rustig de tijd voor genomen hebben. Wij zijn niet gelijktijdig met de invoering van de dualisering aan de slag gegaan. Daardoor hebben wij in andere gemeenten kunnen rondkijken wat werkt en wat bij onze raad past. Met het huidige voorstel hebben wij naar onze mening een vorm die goed aansluit bij onze situatie. De VVD is met name zeer ingenomen met de duidelijke scheiding van de informatieve fase van debat en besluitvorming. Hierdoor kunnen we de inbreng van onze inwoners beter en op een minder formalistische manier tot zijn recht laten komen. Ook het informele inloop (half)uurtje zien wij als een goede manier om de geluiden uit de samenleving in dit huis te laten doordringen. In dit nieuwe 29 mei 2006
153
vergadermodel zitten nog de nodige onzekerheden. Die zullen wij voor lief moeten nemen. Veranderen vraagt nu eenmaal flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Het is daarom een goede zaak dat wij dit voorstel na een half jaar evalueren. In de tussentijd zullen wij steeds een vinger aan de pols houden of het proces naar wens verloopt. Dit gebeurt uiteraard door het presidium, aangevuld in dit geval met een commissie van drie raadsleden, de raadsvoorzitter en de griffier. Gaat dit model werken? Komen burger en politiek hiermee dichter bij elkaar? Wij verwachten het wel. Het wordt een sprong in het diepe. Maar aangezien wij allemaal ons zwemdiploma hebben, komen we zeker veilig aan de overkant. En tot slot: je moet je oude schoenen niet weggooien voor de nieuwe zijn ingelopen. De VVD-fractie acht het een goede zaak om het reglement van orde en de verordening op de commissies nog niet direct in de prullenbak te gooien, maar voorlopig slechts buiten werking te stellen. Tot slot wil ik nog even ingaan op wat mijn voorganger gezegd heeft over de naam. De heer Gudde had het erover, dat hoe vaker hij het zei, hoe meer het hem ging tegen staan. Ik heb er in het begin niet zo naar gekeken, maar nu u het een aantal malen zegt, ja wij steunen u om hiervoor iets anders te bedenken. Met name het verkleinwoord is hier niet passend. We moeten er samen maar eens over denken en er iets moois voor bedenken. De heer Van der Meij (Leefbaar Zeist): Ook wij staan erg achter dit nieuwe vergadermodel. Wij ondersteunen het van harte. We willen alle inzet geven om het tot een succes te maken. Ik denk dat er nog wel een punt is wat aandacht verdient. Het is eigenlijk een verzoek aan de griffie. Als je kijkt naar het jaarprogramma van de raad dan zit dit vol met een aantal verplichte nummers en een aantal wat vrijere, flexibele nummers. De vergaderfrequentie neemt toe dus ik denk dat er behoorlijk naar de jaarplanning gekeken moet worden. Ik zou de griffie willen verzoeken om op korte termijn een voorstel voor een jaarprogramma neer te leggen. De heer Knot (GroenLinks): In de commissie heb ik al medegedeeld, dat het wat onze fractie betreft op de B-lijst zou mogen. De meerderheid van onze fractie had al gezegd – ondanks enige twijfel en bedenkingen – we voor de innovatie gaan voor de manier waarop de raad en commissie vergadert. Dus het groene licht. We gaan er voor. Persoonlijk had ik liever een iets minder revolutionaire aanpak gewild en niet alles gelijk op de schop, maar stapsgewijs de problemen aanpakken. Dit naast de problematiek hoe het inspraakrecht in de commissies wat beter uit de verf zou kunnen komen. Desalniettemin: het voordeel van de twijfel voor het nieuwe model. Wat de naamgeving betreft: je zou misschien aan carrousel kunnen denken. Misschien dat anderen bij voorbaat al weer duizelingen krijgen. Sommigen voelen zich al overvallen bij het zien van het model. We gaan ervoor. Mevrouw Van Gelder (PvdA): Wij willen iedereen bedanken die heeft meegewerkt aan het tot stand komen van deze nieuwe vergaderstructuur. Wij kunnen dan ook volledig instemmen met dit voorstel. Desalniettemin hebben wij begrip voor de kanttekeningen en argumenten. Het zal veel over hoop halen bij menig een en mogelijk bij de oude raadsleden die de oude structuur jarenlang gewend zijn en nu moeten omschakelen naar een nieuwe vergaderstructuur. Voor de nieuwe leden is dat natuurlijk misschien wat makkelijker. Verder wil ik een opmerking maken over de naam Van ’t Rond. Het Rond is voor de PvdA geen probleem. Rond betekent dat het in beweging blijft en als gemeenteraad en ook onze fractie staat het voor dat we in beweging blijven. De maatschappij blijft in beweging en zo ook de besluitvorming in de gemeenteraad. De heer Van Gemeren (D66): Zoals mevrouw Bottema net al zei, een onderwerp kan te belangrijk zijn om het op de B-lijst te zetten. Dat is ook een criterium. Dat delen wij. Het is een historisch moment voor de Zeister vergadercultuur. Als we dit 10 of 20 jaar geleden hadden voorgesteld om de commissies af te schaffen, ik denk dat heel wat gemeentesecretarissen heel wat slechte nachten hadden beleefd. Dat was in het monistische stelsel. We hebben in de commissie gezegd, dat we het een creatief voorstel vinden. Niet alleen de vergaderstructuur veranderd, ook onze vergadercultuur moeten we bekijken. Dat is de manier van omgaan met elkaar en met onze gasten. Wat de naam betreft, heb ik begrepen, dat wij de mensen, de burgers kunnen uitnodigen om aan de ronde tafel zitting te nemen. Dat geeft voor ons het gevoel van gelijkheid. Zoals de ridders van koning Arthur aan de ronde tafel zaten: je zit met elkaar hier aan de ronde tafel. Je wisselt informatie uit. In die zin zit er nog een monistisch trekje in het voorstel nl. waar gesproken wordt dat ambtenaren een bescheiden rol moeten vervullen. Akkoord, het is een informatieronde. De wethouders 29 mei 2006
154
of portefeuillehouders moeten hun voorstel verdedigen. Alsjeblieft niet. Laten de wethouders de raad en de burgers alle informatie verstrekken die we nodig hebben om straks in het debat een goed debat te hebben met elkaar en in de volgende fase een goed besluit te kunnen nemen. Niks verdedigen, maar gewoon informeren over het hoe en waarom van een besluit en waarom er geen alternatieven zijn bekeken. Dit soort openheid verwachten wij als D66. Dus wat ons betreft hoeven we niet te discussiëren over de naam. Misschien is het een idee om het te vertellen in de rubriek van Het Rond. We kunnen aan de Zeister burgers vragen met een goede naam te komen, passend bij het nieuwe model. Kunnen de mensen ook eens nadenken en met creatieve voorstellen komen. Dan hoeven we dat niet nu voor de 2e termijn te doen. Tenslotte de begeleidingsgroep. In het voorstel wordt gevraagd een begeleidingsgroep in te stellen bestaande uit 3 raadsleden, de burgemeester en de griffier. In het voorstel verder op lees ik dat u vraagt om 3 enthousiaste raadsleden. De fractie van D66 bestaat uit 3 enthousiaste mensen, die alle drie heel graag in de begeleidingsgroep willen zitten. U kunt 1 oud enthousiast raadslid nemen met raadservaring en 1 of 2 nieuwe leden van de fractie van D66. Wij willen graag met elkaar de vinger aan de pols houden en bezien hoe we het nog beter kunnen doen met elkaar. De heer Schuring: Bedoelt u dat er geen verkiezingen gehouden hoeven te worden? De heer Van Gemeren: Ik heb niet gezien dat er sprake is van verkiezingen. Ik heb geen stembiljet gekregen. Ik laat het over aan de wijsheid van de voorzitter. Ik moet constateren, dat D66 de enige fractie is die zich in het openbaar kandideert voor een plaats in de begeleidingsgroep. De voorzitter: Misschien is het goed om in afrondende zin een paar kanttekeningen te maken. Ik denk dat hierover in de commissie heel goed gesproken is. Het is fijn, dat er zo’n breed draagvlak is om het op deze manier te gaan doen. Een belangrijke maatstaf is dat zowel aanwezige inwoners als de raadsleden zelf zich comfortabel moeten voelen in de nieuwe formule. In die zin is het toch een nieuwigheid waarvan we moeten afwachten of het gaat werken. Als we elkaar de kans geven en wat gewenningstijd en wat kans geven aan kinderziektes die we op de een of andere manier te boven moeten komen. Dan denk ik dat we met elkaar een heel eind kunnen komen. Het is fijn, dat er zo’n breed draagvlak is. Ik denk dat het goed is – van de zijde van de raad is dat ook aangegeven – dat vooral de communicatie vooraf te geven aan de nieuwe werkwijze. Tijdens de eerste maanden moet een goede begeleiding gerealiseerd worden. Ik denk dat het daarnaast goed is om na te denken over de naam. Dat moeten we vanavond niet doen. We zullen met het mailverkeer nog eens kijken naar een betere naam dan de naam die nu is genoemd. Zie die maar meer als werknaam zoals die nu in de stukken staat. We zullen kijken naar een naam die qua uitstraling en gebruik past bij hetgeen we beogen met de nieuwe vergaderwijze. U kunt via het mailverkeer hierover iets tegemoet zien. Nu we vanavond deze beslissing gaan nemen, zal het nieuwe vergaderschema natuurlijk zo snel mogelijk met u worden gecommuniceerd. Het ritme van functioneren gaat veranderen. Ik denk dat het goed is – sommigen van u vragen daar ook naar – in de aanloop naar de eerste vergadering met elkaar nog eens te delen met welke criteria we eigenlijk de score willen zien. We willen kijken of het vlotter gaat. Dat gaan we met elkaar ervaren. Gaat het minder tijd kosten? We gaan met strakkere schema’s werken. We gaan kijken of er meer mensen komen of niet, zijn het ook andere mensen of niet? Daarop kunnen we elkaar bevragen. Ik denk en dat zal nog best lastig zijn dat we per thema helderheid moeten krijgen. Dat zijn eigenlijk de drie doelstellingen. Ja, daar bij zullen we eerste paar maanden de vinger aan de pols moeten houden om te kijken of de nieuwe wijze dat als score gaat brengen. Ik denk dat met ieders inbreng het mogelijk moet zijn dat te kunnen doen. Ik zou het bij deze korte reactie willen laten, zeker gezien dat het in ander verband al uitgebreid besproken is. De raad is unaniem akkoord met dit voorstel. De voorzitter: Dan gaan we over naar agendapunt 15. Dit wil ik combineren met agendapunt 17. Het gaat om twee stembiljetten die we in een keer willen uitdelen. Het is misschien goed deze eerst uit te delen en ze dan te bekijken. De heer Dirkse (GroenLinks): 29 mei 2006
155
We waren enigszins verrast dat we de naam van de heer Knot als plaatsvervangend lid bij het BRU gekandideerd zagen staan. De heer Knot heeft de vorige raad vrij helder aangegeven dat hij niet in was voor een plaatsvervangend lidmaatschap. Wij willen in plaats van de heer Knot een andere kandidaat naar voren schuiven. Dat is de heer Spoelstra. Dan zou op het biljet de naam van de heer Knot vervangen moeten worden door die van de heer Spoelstra. De voorzitter: Akkoord. We kijken even naar de biljetten. Ze zijn van een verschillende kleur. Er komt een commissie van stemopneming. Wij stellen voor: de heer Otten, mevrouw Polomski en de heer Van Ballegooijen. Op het groene formulier staat de heer Knot als plaatsvervangend lid. Die naam moet worden doorgestreept en vervangen worden door de heer Spoelstra. Op het witte formulier staat een enkelvoudige voordracht. Die kunt u volgen of u vult daar een eigen naam in. Ik wil vragen of de gastheer de groene formulieren in de groene schaal wil ophalen. De griffier zal de witte formulieren ophalen. 15.
Onderzoek Rekenkamercommissie woningbouwbeleid + aanwijzen wisselspeler (rv 2006-052)
De voorzitter: De uitslag van de stemming is bekend. Ik verzoek iedereen zijn of haar plaats weer in te nemen. Na het tellen van de stemmen heeft de commissie van stemopneming haar werkzaamheden uitgevoerd en afgerond. De heer Otten zal namens de commissie verslag doen. De heer Otten: De commissie heeft haar werk gedaan. Bij dit voorstel is geconstateerd, dat er 28 geldige stemmen zijn uitgebracht. Alle 28 stemmen hebben zich uitgesproken voor de kandidaat de heer Keestra. Hij is daarmee zal hij namens de raad dit onderzoek begeleiden. De voorzitter: Stemt de raad in met dit voorstel? Akkoord. 17.
Invulling vacatures in algemene besturen gemeenschappelijke regelingen (rv 2006-055)
De heer Otten: Op dit stembiljet zijn 29 stemmen tot uitdrukking gebracht. Ze verschillen per kandidaat. Waar het gaat om het Bestuur Regio Utrecht zijn er 28 stemmen uitgebracht voor de kandidatuur van de heer Spoelstra. 1 stem was niet geldig. Waar het gaat om de kandidatuur van de heer Van der Meij, ook als plaatsvervangend lid BRU zijn 28 stemmen voor uitgebracht en 1 tegen. Waar het gaat om het plaatsvervangend lidmaatschap van het Woonwagenschap zijn er 28 stemmen uitgebracht op de heer Luca. Er is 1 stem tegen uitgebracht. Tenslotte waar het gaat om het Recreatieschap voor de Utrechtse Heuvelrug en Vallei zijn voor het plaatsvervangend lidmaatschap van de heer Van Liempe 29 stemmen uitgebracht. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Otten. In u dank ik de hele commissie voor het voltooien van de werkzaamheden. Kan de conclusie zijn dat t.a.v. de 2 plaatsvervangende leden van het BRU, het plaatsvervangend lid Woonwagenschap en een plaatsvervangend lid Recreatieschap de raad kan instemmen met de voordracht zoals ze zo even zijn geformuleerd? Akkoord. Ik dank iedereen voor zijn bijdrage en sluit de vergadering.
29 mei 2006
156