Notulen van de informatieve raadsvergadering, gehouden op donderdag 15 januari 2015 in het gemeentehuis van Noord-Beveland

Notulen van de informatieve raadsvergadering, gehouden op donderdag 15 januari 2015 in het gemeentehuis van Noord-Beveland

Aanvang: 19:45 uur Aanwezig: Mevr. E.S. Breure-den Oudsten (VVD), mevr. E. van der Klooster-Dobbelaar (PvdA), mevr. Y.E.M. van der Maas-Maas (Noord-Bevelands Belang), mevr. T.D. Versluijs (BEN) en de heren S. van Belzen (VVD), A. de Bruine (SGP), M.J. Faasse (BEN), D.P. Hage (VVD), P. de Neef (BEN), J.M. de Nooijer (CDA), J. Sandee (CDA), W.H.J.M. Schenkelaars (Noord-Bevelands Belang) en C. van de Woestijne (SGP) Voorzitter: De heer M.A. Fränzel Msc Griffier: De heer C.H. Poortvliet De volgende wethouders zijn aanwezig: mevr. A.P.L.M. Slenter-Jamar en de heren A.G. van der Maas en P.L. de Putter

1. Opening. De voorzitter opent de vergadering. 2. Spreekrecht burgers. De voorzitter geeft aan dat zich niemand heeft gemeld bij de griffier.

3. Vaststelling agenda. De voorzitter merkt op dat het presidium deze agenda heeft voorgelegd. Hij constateert dat de raad kan instemmen met de agenda.

4. Voorstel tot vaststelling van de notulen van de informatieve raadsvergadering van 4 december 2014, inclusief de voortgangs- en afdoeningslijst toezeggingen en vragen vanuit de raad. De voorzitter geeft aan dat zich niemand bij de griffier heeft gemeld met aanvullingen of correcties. De notulen worden conform vastgesteld.

Raadsvergadering 15 januari 2015/Pagina 1

4A. Voorstel tot vaststelling van de notulen van de buitengewone raadsvergaderingen van 14 en 28 november 2014. De voorzitter geeft aan dat er geen opmerkingen zijn binnengekomen bij de griffier. De notulen worden conform vastgesteld.

5. Behandeling voorstel tot wijziging van de verordening Re-integratie en Tegenprestatie. De voorzitter inventariseert wie over dit agendapunt gaat spreken en geeft als eerste het woord aan mevrouw Van der Maas. Mevrouw Van der Maas merkt op dat zij vragen heeft voor de wethouder. Zij vraagt naar het budget, om hoeveel mensen het gaat en hoe kan dit gestimuleerd worden want er is eigenlijk geen plek op de arbeidsmarkt van Noord-Beveland. De heer Faasse zegt dat hij het stuk dat voorligt een beetje merkwaardig vindt. De raad is gewend als dit soort zaken behandeld worden dat in een stuk vooraf onder andere alternatieven en wettelijke grondslagen worden voorgesteld en uitgelegd. Hij mist dat bij het voorstel tot wijziging van de verordening re-integratie en tegenprestatie. Hij heeft ook gevraagd om de gewijzigde verordening en hij heeft alleen de oude verordening. Bij agendapunt punt 5A wordt wel de nieuwe verordening afgedrukt. Hij vraagt waarom dit agendapunt op deze manier wordt behandeld. Hij is het er niet mee eens zoals het stuk naar de raad komt. Inhoudelijk betreffende artikel drie merkt hij op dat dit eerst beleidsregels waren en in het nieuwe artikel drie is sprake van een evenwichtige verdeling en financiering. Hij ziet het ene niet als een vervanging van het andere, temeer ook omdat in de oude versie criteria zijn voor het ontheffingbeleid en hij ziet deze hier niet genoemd. De heer De Bruine merkt op dat de loonkostensubsidie gekoppeld is aan de loonwaarde van een persoon. De loonkostensubsidie kan ook voor een langere periode gelden. De vraag is wat er wordt verstaan onder een lange periode en wordt de loonwaarde in die langere periode nog opnieuw bekeken. De voorzitter vraagt of de wethouder kan ingaan op de vragen met eventuele ondersteuning wat betreft de specialistische vragen. Wethouder Slenter reageert dat er inderdaad een aantal vragen is die de ambtenaar kan beantwoorden en een aantal vragen zal zijzelf beantwoorden. Wat betreft de loonkostensubsidie zegt zij dat dit kan zolang een contract loopt. Na een jaar wordt opnieuw bekeken wat de waarde dan nog is. Er is dus normaal gesproken een herijking na een jaar. De heer Tierie vult aan dat het ieder jaar herbeoordelen ook in de participatiewet staat. Wat betreft de vraag over hoeveel mensen er gebruik maken van de nieuwe instrumenten, de loonkostensubsidie en de no-riskpolis, zegt hij dat het met name gaat over de nieuwe doelgroep voor de gemeente in 2015. Het zijn jonggehandicapten met arbeidsvermogen en de schatting is dat het om zo’n vijftig mensen gaat voor de gehele Bevelanden. Hij weet het voor Noord-Beveland niet uit zijn hoofd, maar gedacht moet worden aan ongeveer maximaal tien. Dat is natuurlijk afwachten, want dit is een prognose. Het is zeker de vraag of er voldoende arbeidsplekken zijn. Er is nu ook al ervaring met de kwetsbare doelgroep en mensen vanuit de bijstandsuitkering. Het is natuurlijk een extra uitdaging om ook mensen


met een arbeidshandicap te plaatsen. Maar aan de andere kant laat het UWV zien dat er ook Wajongers geplaatst kunnen worden. Dus het kan wel, de ervaring uit het verleden heeft aangetoond dat het wel kan. Maar dat geeft natuurlijk nog geen garantie voor de toekomst. De wettelijke grondslag voor de no-riskpolis, de loonkostensubsidie en de loonwaardemeting zijn in de toelichting genoemd. Het is op deze manier aangeboden omdat het een wijziging is op de al vastgestelde verordening re-integratie en tegenprestatie. Dus dat is de reden dat alleen de wijziging is aangeboden. Artikel drie is gewijzigd omdat dit beter voldoet aan het desbetreffende artikel in de participatiewet. Het voorbeeldbeleid dat VNG maakt, is heel laat afgekomen. Dat is eigenlijk een verbetering van de eerder vastgestelde verordening. De voorzitter vraagt of er nog vragen zijn blijven hangen voor de tweede termijn. De heer Faasse merkt op dat de criteria van het ontheffingbeleid nu niet meer genoemd worden. Hij vraagt of die dan ook verdwijnen. In het oude voorstel staan ze in artikel drie, lid twee, punt e. De heer Tierie antwoordt dat de criteria niet verdwijnen, dat wijzigt niet vanwege de Participatiewet. In de Wet werk en bijstand was een arbeidsplicht opgenomen in artikel negen. In de Participatiewet zijn heel veel dezelfde artikelen aangehouden. Als men kijkt naar wat er in de Participatiewet staat in vergelijking met wat er in de Wet werk en bijstand stond, dan blijkt dat er heel veel dezelfde artikelen zijn. Artikel negen van de Participatiewet is ook de arbeidsplicht. Uiteraard zullen er mensen zijn die daar niet aan kunnen voldoen. Als dat zo is dan wordt er een ontheffing gegeven, daarmee moet uiteraard wel voorzichtig mee omgegaan worden maar dat was daarvoor ook al het geval. Het moet aantoonbaar zijn dat iemand echt niets kan richting arbeidsmarkt, voordat er ontheffing wordt gegeven. Dus daar ligt een stukje onderzoek aan ten grondslag. Maar dat is eigenlijk niet nieuw. Mevrouw Van der Maas merkt op betreffende het budget dat het aan de gemeente is om te bepalen hoe de schaarse middelen voor re-integratie worden besteed. Zij vraagt hoe schaars de middelen zijn en zijn ze te schaars, kan er dan uit een andere pot geschoven worden. De heer Tierie reageert dat het werkdeel van de gemeente Noord-Beveland iets over de € 120.000,- is en dat is op zich weinig. Voor de Bevelanden is er een beschikbaar budget van ongeveer 1,8 miljoen euro voor 2015. De opdracht is om binnen dat budget te blijven. Het is natuurlijk niet te voorspellen of dat ook gaat lukken, maar het is wel de opdracht. In die zin wordt de gemeente nog ietsje geholpen door wat Europese subsidie. Dat is nog een kleine uitvalsbasis maar daar houdt het eigenlijk wel mee op. Als de gemeente het daarmee niet redt, dan moet het terug naar de gemeenteraad. Mevrouw Van der Maas reageert dat zij dit hoopt want niemand mag in de kou blijven staan. De voorzitter merkt op dat hiermee voldoende informatie is gegeven op basis van de stukken die voorliggen en de vragen die relevant door de raad zijn gesteld. Het voorstel gaat door als hamerstuk naar de besluitvormende raad over twee weken

5A.Behandeling voorstel tot wijziging van de verordening Wet Inburgering 2015. Mevrouw Versluijs zegt dat er staat dat het college jaarlijks aan de gemeenteraad een verslag zendt over de doeltreffendheid van het beleid. Het verslag bevat in ieder geval het oordeel van de cliëntenraad. Zij hoopt dat dit meegenomen kan worden naar het andere stuk


van het sociaal domein en dat de raad deze informatie ook per kwartaal kan krijgen. Verder merkt zij op dat er staat dat de mensen dit makkelijk via internet kunnen vinden. Mensen komen naar Nederland en doen een inburgeringscursus. Op het internet van de gemeente Noord-Beveland moeten ze gaan zoeken hoe ze behandeld worden. Zij kon ook niets vinden op de site van de gemeente nadat zij het woord ‘asiel’ had aangegeven. Wethouder Slenter reageert dat het om een jaarrapportage gaat en zij denkt dat het daarbij moet blijven. Zij denkt niet dat het veel meer duidelijkheid schept als dat ieder kwartaal wordt meegenomen. De heer Tierie geeft aan dat de relevantie van de verordening eigenlijk de oude taak is van de gemeenten. Het gaat eigenlijk om de handhaving, maar mocht er nog iemand een inburgeringstraject nodig hebben dan meldt deze zich eerst bij de gemeente en krijgt een contactpersoon bij de gemeente. Zeker in de beginfase is er ook altijd nog maatschappelijke begeleiding van vluchtelingenwerk en deze medewerkers helpen de mensen ook om de weg te vinden. Het gaat hier dus vooral om de eindfase van het traject. Het betreft de groep die voor 1 januari 2013 inburgeringsplichtig is geworden. In de andere groep heeft de gemeente geen taak meer. De voorzitter concludeert dat de raad hiermee kan instemmen en dat het een hamerstuk is voor de volgende besluitvormende vergadering.

6. Behandeling voorstel tot wijziging van de verordening Declaratiefonds. Mevrouw Van der Klooster merkt op dat de gemeenteraad al heel vaak over het declaratiefonds gesproken heeft. Het stond zelfs in de krant dat Noord-Beveland het bij het oude declaratiefonds houdt, terwijl het nog door de raad besloten moet worden. Maar zij heeft hier wel vertrouwen in. Zij roemt niet over alles wat er in de krant staat, maar deze keer hoopt zij dat het zo mag wezen. De gemeente was altijd heel erg fier op het declaratiefonds. Goes zei vaak het zo en zo te doen, maar de gemeenteraad van Noord-Beveland gaf dan aan het op een andere manier te willen en het ook zo te houden want voor de cliënten was dat ruimer. Er is 116 procent en het doet haar zeer veel deugd dat het weer teruggaat naar die 120 procent. Het was altijd zo, maar het was wettelijk niet meer mogelijk. Het is een heel duidelijk stuk en zij denkt dat er een heel mooi stuk voorligt. De gemeente komt al in actie voor kinderen vanaf nul jaar en bij andere gemeenten begint het pas bij vier jaar. Noord-Beveland heeft een heel ruim declaratiefonds en de PvdA kan er alleen maar heel blij mee zijn. De heer De Bruine merkt op dat de fractie zich afvraagt of er wel genoeg budget is om dit te betalen. De verordening heeft betrekking op het jaar 2013 en de daaropvolgende jaren. Hij vraagt of hierop met terugwerkende kracht kan worden teruggevallen. Mevrouw Van der Maas geeft aan dat ook de fractie blij is dat het naar die 120 procent gaat. Maar de fractie maakt zich wel grote zorgen want de kwetsbare burgers kunnen gewoon niet altijd vooraf betalen. In het verleden werd er door de gemeente voorgeschoten en dat wordt nu dus niet meer gedaan. Zij denkt dat in de praktijk heel veel mensen de uitjes niet meer kunnen betalen en die moeten dan geld gaan lenen bij de buurman of buurvrouw. Zij snapt de voordelen voor de gemeente als deze niet meer aan wil sluiten bij de fondsen en zij vraagt wat de andere gemeenten dan als voordelen zien. Misschien kan de wethouder


daarop een antwoord geven. Verder vraagt zij of er nog steeds een ouderenadviseur is en als deze er niet meer is, hoe worden ouderen dan ingelicht. De heer Faasse merkt op dat deze verordening deel uitmaakt van het sociaal beleid en BEN wil het ook in dat brede kader trekken. Er is een heel scala aan zaken waarvoor een vergoeding gegeven wordt. BEN is daarop niet tegen maar zou deze materie op een meer constructieve manier willen benaderen. De fractie vraagt zich af wat er behalve de verhoging van 116 procent naar 120 procent vernieuwender en stimulerender geworden is aan het declaratiefonds. Aangezien het sociaal domein en het sociaal loket nieuwe mogelijkheden zouden kunnen gaan bieden. De vraag is wat de gemeente Noord-Beveland werkelijk wil bereiken met en voor mensen die nu noodgedwongen een uitkering ontvangen. Kan het declaratiefonds een verschil maken voor de financieel afhankelijke situatie van mensen ook op langere termijn? Het verschil dat mensen die in deze vervelende situatie terecht zijn gekomen gestimuleerd kunnen worden om weer tot actie over te gaan. Het is bekend dat mensen vaak een stimulans of een hard of zacht duwtje in de rug nodig hebben om uit een afhankelijke situatie te komen in deze individualistische samenleving. De vraag is tegelijkertijd of mensen die een uitkering ontvangen nu ook via het sociale loket directe ondersteuning krijgen, zodat het tot positieve resultaten kan gaan leiden voor alle betrokken partijen. Voor BEN, voor allemaal en ook voor de betrokkenen is het van belang dat mensen tot ontplooiing kunnen komen door het inzetten van hun talenten in de maatschappij, zeker als het gaat om kinderen. Vervolgens rijst de vraag of de mensen door het declaratiefonds van de gemeente meer op eigen benen kunnen komen te staan en in hogere mate zelfvoorzienend kunnen worden. BEN wil ervan uitgaan dat ieder mens en gezin van nature graag op eigen benen wil staan. Maar soms hebben mensen een helpende hand nodig. BEN kiest ervoor om in de gemeente die helpende hand tijdelijk te geven met de juiste ondersteuning om de problematiek bij de wortel aan te kunnen pakken. Veel mensen die gebruik maken van de voedselbank of organisaties als de stichting Leergeld hebben een reguliere baan met een laag inkomen, soms houden zij minder over dan iemand die een uitkering ontvangt. Zij zijn eigenlijk nu de nieuwe armen. Hij vraagt of de gemeente voor deze categorie apart beleid heeft. De fractie heeft een aantal vragen. Deze vragen heeft de fractie ook vanmorgen toegezonden. De fractie wil graag weten hoeveel mensen er een uitkering ontvangen en welke mensen gebruik maken van deze regelingen, met name de verhouding tussen uitkeringsgerechtigden afgezet tegen degenen die een regulier laag inkomen uit arbeid ontvangen. Hoe lang ontvangt men gemiddeld op Noord-Beveland een dergelijke uitkering? Bijstand is een tijdelijke uitkering en wat doet de gemeente om het karakter van deze uitkering in stand te houden? De fractie zou graag weten hoeveel onderdanen van andere landen uit de EU hier bijstand ontvangen en hoe groot het totale uitkeringsbedrag is van de bijstandsregelingen. Worden de ontvangers van een bijstandsuitkering gecoacht? De fractie zou ook graag inzage willen hebben in hoe groot het totaalbedrag aan maximale vergoedingen is voor een gezin met twee kinderen dat minimaal een jaar binnen de normen valt en dus aan alle criteria voldoet en dat van zoveel mogelijk vergoedingen en aanvullende vergoedingen, waaronder een voordeelurenkaart van de NS, kan genieten. Dus eigenlijk de maximale uitkering voor een gezin met twee kinderen.


De voorzitter reageert dat hij een technisch punt heeft. Hij heeft gezien dat die gedetailleerde vragen om 11.43 uur zijn binnengekomen. Hij kwalificeert deze toch met het reglement van orde als schriftelijke vragen, want ze zijn erg gedetailleerd. In overleg met de wethouder heeft hij gezegd dat hij het als voorzitter niet nodig vindt dat die vragen gedetailleerd vanavond aan de orde komen. Ze hangen indirect samen met de verordening, maar ook niet een op een direct met de verordening. Hij stelt voor om die laatste vragen volgens de procedure, zoals dat in het reglement van orde staat, zo snel mogelijk doch uiterlijk binnen dertig dagen te beantwoorden. Misschien is het fijn om na de vergadering even te overleggen over een extra verheldering op die vragen, zodat er een zo goed mogelijk antwoord gegeven kan worden. De heer Faasse zegt hierop dat hij lid is van de gemeenteraad. De gemeenteraad behandelt zaken in de openbaarheid, er zitten mensen op de tribune die horen de vragen en zouden ook graag het antwoord daarop vernemen. Het komt op hem over dat er af en toe een leeskring gevormd wordt van de raadsmemo’s. Hij hoeft de antwoorden vandaag niet te hebben, hij heeft de vragen ook van tevoren ingediend. Het is ook iets waarvan hij denkt dat als iemand daar hele dagen mee bezig is, deze daar toch antwoord op kan geven. Maar blijkbaar kan dat niet en de voorzitter heeft de discretionaire bevoegdheid om te zeggen dat er geen antwoord gegeven wordt op de vragen. Maar de heer Faasse wil wel dat deze alsnog in de gemeenteraad behandeld worden en deel uitmaken van de stukken. De voorzitter merkt op dat hij het reglement van orde hanteert dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Noord-Beveland. Hij duidt deze vragen, als hij kijkt naar de inhoud van dit onderwerp, als niet een op een in relatie met het voorstel. Het voorstel is niet de Wet werk en bijstand, maar het voorstel is de behandeling tot wijziging van de verordening declaratiefonds. De vragen van de heer Faasse gaan daar niet alleen over. Vandaar dat hij zegt, heel goede vragen maar wel op een andere manier behandelen. Als de heer Faasse later nog een keer wil praten over de antwoorden dan staat het hem vrij om dat via het presidium in te brengen en dan kan gekeken worden in welke vorm dat gedaan kan worden. Daar wil hij het bij laten. Alle sprekers die een vraag of een opmerking hadden zijn geweest. Hij vraagt aan de wethouder om wat helderheid te geven op de vragen die vanavond wel beantwoord worden. Wethouder Slenter reageert op de vraag van de SGP dat het helaas niet met terugwerkende kracht is. De mensen hebben de declaraties al ingediend en dat geld hebben ze inmiddels al ontvangen. Wat betreft de opmerking van Noord-Bevelands Belang dat de mensen het niet kunnen betalen merkt zij op dat de gemeente nooit van tevoren geld verstrekt heeft van het declaratiefonds. Het is altijd zo geweest dat mensen met bonnetjes kwamen en dan werden deze vergoed. Er zijn hierover nooit klachten geweest. Als een kind bijvoorbeeld lid wil worden van een sportvereniging en men kan die contributie niet zomaar betalen, dan is er altijd de mogelijkheid dat de bon rechtstreeks naar de gemeente wordt gebracht en de gemeente betaalt dan rechtstreeks aan de sportvereniging het bedrag. Er kan dus nooit een probleem zijn dat mensen het niet kunnen betalen. De gemeente heeft ervoor gekozen om zich niet aan te sluiten bij het cultuur- en sportfonds, want dat moet altijd via een intermediair, via een derde persoon, geregeld worden. Dan komen er dus de problemen hoe dat moet worden gedaan met de betaling. Nu kan de gemeente het rechtstreeks overmaken,


heeft het in de hand en heeft er zicht op. Er is bekend wat mensen al gehad hebben aan declaraties en waar ze nog recht op hebben. De mensen krijgen hier netjes iedere keer bericht van, dus ze weten ook waar ze eventueel nog aanspraak op kunnen maken of niet. Zoals het nu geregeld is, is het duidelijker en ook voor de mensen. Het is laagdrempelig, de mensen kunnen hier gelijk op de stoep staan. Er hoeft geen derde instantie bij die het voor de mensen moet regelen. Om deze redenen is ervoor gekozen om niet aan te sluiten bij het cultuur- en sportfonds. Verder geeft de wethouder aan dat er een ouderenadviseur is. Wat betreft de opmerking van de heer Faasse over vernieuwend zegt zij dat het erom gaat dat de gemeente een declaratiefonds heeft. De gemeente wil de minstbedeelden goed in beeld hebben om deze zo goed mogelijk te kunnen bedienen. Met dit declaratiefonds wordt geprobeerd om daaraan tegemoet te komen. De voorzitter merkt op dat de vraag is wat is er vernieuwender vergeleken met het oude declaratiefonds. Wethouder Slenter reageert dat er weer teruggegaan is naar die 120 procent. De gemeente wil hiermee bereiken dat de mensen die dit het meest nodig hebben in beeld zijn en dat de mensen ook op andere momenten, los van het declaratiefonds, in beeld zijn. Als er om wat voor reden ook dingen fout gaan, dan de mensen zo snel mogelijk in beeld hebben. Het is belangrijk om dat dicht bij huis te houden. Zij denkt wel degelijk dat het declaratiefonds een verschil kan maken. Kinderen kunnen meedoen met een sportclubje, een reisje van school, een computer of een fiets. Wat betreft zelfredzaamheid zegt zij dat als men financieel niets heeft het moeilijk is om zelfredzaam te zijn. Het lijkt haar niet dat een steuntje in de rug via dit declaratiefonds de mensen niet zelfredzaam maakt. De mensen weten heus wel hoe ze zich moeten redden, maar hebben dat financiële steuntje net even nodig. De voorzitter merkt op dat er ook een vraag is gesteld of de mensen via het sociaal loket hiervan gebruik kunnen maken. Wethouder Slenter bevestigt dit, dat is zeker het geval. De voorzitter vraagt of er in de tweede termijn nog meer vragen zijn. De heer Van Belzen merkt op dat de fractie zich wil aansluiten bij de PvdA, het betoog van mevrouw Van der Klooster. Ook de VVD steunt dit en vindt het fijn om te lezen dat het percentage van 116 naar 120 procent gaat. De heer De Bruine zegt dat hij nog even terug wil komen op de beantwoording, want artikel vijftien moet dan misschien gewijzigd worden. De voorzitter bedankt voor de alertheid. Mevrouw Van der Klooster geeft aan dat er steeds gesproken wordt over de minima en het komt vooral in het betoog van de heer Faasse naar voren dat het gaat over mensen met een uikering. Maar er zijn ook voldoende mensen die 120 procent van de bijstandsuitkering aan loon krijgen. Deze mensen zijn zelfredzaam en ze kunnen zich nu die extraatjes veroorloven. Zij wil duidelijk zeggen dat het niet alleen om uitkeringsgerechtigden gaat. Mevrouw Van der Maas zegt dat zij nog een vraag heeft over de ouderenadviseur. Zij vraagt of de ouderenadviseur bij de mensen langskomt en of dat een standaardprocedure is of komt de ouderenadviseur alleen als er problemen zijn bij oudere mensen. De heer Faasse merkt op dat hij nog even terug wil komen op de mensen die een inkomen uit arbeid ontvangen. Hij vraagt of die ook gebruik maken van het declaratiefonds en wat de verhouding daarvan is ten opzichte van mensen die een bijstandsuitkering hebben.


Wethouder Slenter reageert dat voor de ouderenadviseur de mensen naar hier kunnen komen en lukt dat niet dan is de ouderenadviseur altijd bereid om bij de mensen op bezoek te gaan. Het is dus afhankelijk van wat iemand wel of niet kan. Dit kan nooit een probleem zijn om het niet geregeld te krijgen. De verhouding waar de heer Faasse naar vraagt kan zij hier niet beantwoorden, dat moet worden uitgezocht en deze vraag kan bij de andere schriftelijke vragen beantwoord worden. De voorzitter stelt dat dit naderhand komt. Hij merkt op dat dankzij de opmerking van de heer De Bruine artikel vijftien gewijzigd wordt. Met die wijziging kan iedereen instemmen en het voorstel kan als hamerstuk behandeld worden in de besluitvormende raadsvergadering. 7. Behandeling voorstel tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling

Woonwagenschap Midden- en Noord-Zeeland. De voorzitter constateert dat het een helder stuk is en het voorstel wordt als hamerstuk behandeld in de besluitvormende raadsvergadering.

8. Rondvraag. Mevrouw Van der Klooster merkt op dat zij een vraag heeft over de voortgangs- en afdoeningslijst. De voorzitter geeft aan dat zij deze vraag kan stellen. Mevrouw Van der Klooster zegt dat zij aan wethouder De Putter een vraag wil stellen over de evaluatie van de Noord-Beveland Expres. Het seizoen gaat met Pasen weer beginnen en zij zou graag willen weten hoe het er nu bij staat. Aan wethouder Van der Maas wil zij vragen hoe het staat met de deeltijdwoningen. Zij heeft toch geluiden ontvangen dat de deeltijdwoningen als vakantiewoningen gebruikt worden. De wethouder heeft gezegd terug te komen met een evaluatie. Zij wil graag weten hoe dit gehandhaafd wordt. In de krant heeft zij gelezen dat het inwoneraantal drastisch naar beneden loopt en zij vraagt of het deeltijd wonen daar ook iets mee te maken kan hebben. Wethouder De Putter reageert wat betreft de evaluatie dat hij dit in de vergadering van augustus heeft toegezegd. Vanmorgen is er weer over gesproken. Het zit verspreid in een aantal collegestukken. Hij zegt toe dat de stukken verzameld worden, bezoekersaantallen, passenverkoop en dat soort dingen worden op een rijtje gezet. Geprobeerd wordt om in de raad van februari de evaluatie te doen toekomen. Lukt dat niet dan is het uiterlijk maart, want hij heeft exact dezelfde vragen voor het volgend seizoen. Hij merkt op dat er wel een aantal dingen al besloten is, bijvoorbeeld over passen omdat die voortkomen uit een oude subsidieverordening die nog een aantal jaren doorloopt. Dat wordt ook netjes op een rijtje gezet en de raad krijgt daar bericht van. Wethouder Van der Maas geeft aan dat er inderdaad een voorstel is geweest voor het deeltijd wonen. Er is met de raad afgesproken dat dit zal worden gezien als een proef. De omstandigheid wil dat hij vanmiddag met de burgemeester een rondje Noord-Beveland heeft gedaan en dat ook dit onderwerp ter sprake is gekomen. Hij heeft ook hem toegezegd uiterlijk in het eerste kwartaal van dit jaar met een evaluatie te komen. Dus mevrouw Van der Klooster wordt op haar wenken bediend. Wat betreft de vraag of het dalend inwonersaantal te maken heeft met het deeltijd wonen merkt hij op dat er een beantwoording komt van de vragen die de heer Faasse heeft gesteld en hij denkt dat het goed is dat die vraag daarin


meegenomen wordt. Hij wil wel een klein voorzetje geven, als die woning leeg staat en die staat te koop dan zit er niemand in, als deze verkocht wordt voor de doelgroep zoals die beoogd was dan zitten daar mensen in maar die zijn niet ingeschreven. Hij denkt zelf niet dat het van invloed is, maar voor de zorgvuldigheid is het goed dat die vraag expliciet wordt meegenomen in de beantwoording naar de raad. De heer Hage merkt op, en misschien maait hij hiermee het gras weg, dat hij in zijn hoedanigheid als voorzitter van de vervoerscommissie wel enigszins geschrokken is. Hij heeft van meerdere raadsleden gehoord dat die ook redelijk geschrokken zijn van de uitkomsten van het openbaar vervoer. Hij weet dat B en W er echt niet over gaat en de raad nog minder, maar hij heeft aan de wethouder die over het openbaar vervoer gaat gevraagd om zo snel mogelijk als commissie bij elkaar te komen. Ook heeft hij gevraagd om twee leden van de jeugdraad daarbij uit te nodigen, want die zijn daar echt de dupe van. Hij wil zo snel mogelijk zaken op papier zetten voor de provincie en voor Connexxion. De wethouder heeft daar positief op geantwoord en daar is hij blij over. De heer Schenkelaars merkt op dat de raad vanochtend de memo kreeg over de Aldi. Namens de fractie wil hij de wethouder nog een keer complimenteren met zijn doortastendheid en het feit dat de laatste hobbel genomen is. Als hij de foto’s en de impressies ziet dan denkt hij dat Wissenkerke hier erg blij mee mag zijn en dat heel NoordBeveland er erg blij mee mag zijn. Dus nogmaals dank. Wethouder Van der Maas reageert dat hij ook wil bedanken voor de steun vanuit de raad. Hij merkt op dat het voorstel vandaag de deur is uitgegaan ook richting de Raad van State. Het vorige concept voldeed aan de normen van welstand uit de door de raad vastgestelde nota. Hij is wel van mening dat dit een nog mooier project is en een nog mooier gebouw. Hij gaat ervan uit dat er positief geduid wordt door de Raad van State, maar het moet ook nog ter inzage gelegd worden en er is nog een mogelijkheid voor het indienen van zienswijzen. Overigens wel in die zin dat het geen vertragende werking kan hebben op de voortgang van het traject. Mevrouw Van der Maas merkt op dat de heer Hage inderdaad het gras voor haar voeten heeft weggemaaid, maar dat geeft niks. De fractie zendt morgen een brief naar het college en de raadsleden met zorgen en vragen over de nieuwe dienstregeling van Connexxion. De fractie heeft hierover grote zorgen. De afgelopen week is de fractie door meerdere burgers benaderd, waaronder scholieren en studenten et cetera. Zij zal deze zorgen op papier zetten ook naar het college. Dit kan dan meegenomen worden naar de eerstvolgende vergadering. Zij heeft een tweede vraag en dat gaat over jammer genoeg het kleinste schooltje dat er nog is en wel op Geersdijk. De fractie heeft begrepen dat deze school ook dit jaar waarschijnlijk gaat sluiten. Zij vraagt wie de eigenaar is van dit gebouw en als de gemeente eigenaar is wat is dan de boekwaarde en voor hoeveel staat het dan nog in de boeken. Haar vraag is ook of dan de peuterspeelzaal eveneens gesloten wordt of mag deze wel doorgaan. Wethouder De Putter reageert dat hij de boekwaarde even schuldig moet blijven. Er is een lijstje maar dat is niet meer actueel. De gemeente is de eigenaar. Het bestuur van de school zegt ook van de zomer terug te komen op de overdracht van het gebouw. De raad krijgt antwoord wat betreft de boekwaarde. De peuterspeelzaal heeft al geanticipeerd want deze was natuurlijk ook in het vooroverleg betrokken, zag de bui al hangen en heeft gemeend om


er goed aan te doen een brief te formuleren dat in het geval de school sluit de peuterspeelzaal per dezelfde datum de huur opzegt. Hij concludeert daaruit dat de peuterspeelzaal op dat moment ook zal sluiten. Mocht in de toekomst blijken dat dit anders is dan krijgt de raad daarover bericht. De peuterspeelzaal zou naar een ander pand kunnen, maar dat lijkt hem niet waarschijnlijk. Mevrouw Versluijs merkt op dat mevrouw Van de Klooster het ook al even heeft aangehaald. Bij toeval kreeg zij op 13 januari van een burger te horen dat Noord-Beveland het eigen declaratiefonds houdt. Zij kan dan alleen maar tegen deze betrokken Noord-Bevelandse burger zeggen dat er in nog geen jaar tijd voor de zoveelste keer respectloos met haar als raadslid en met hem als burger wordt omgegaan. Vandaag 15 januari komt dit thema in de informatieve raad en over twee weken in de besluitvormende raad. Volgens haar wordt dan pas definitief vastgesteld wat er gaat gebeuren. Zij heeft tegen deze burger gezegd dat zij dit zal navragen. De rest van haar gedachten wil zij iedereen besparen. Maar zij zou graag een antwoord willen ontvangen op de vraag wie er verantwoordelijk voor is dat deze tekst in de krant is gekomen, wat de beweegreden is dat deze tekst nu al in de krant is opgenomen en wat hier de komende tijd aan gedaan kan worden. Of is het zo dat stukken onzorgvuldig worden gelezen en dat de krant dit naar buiten brengt, zonder dat het correct is. Zij zou heel graag weten waar nu het punt ligt. Hetzelfde heeft zij over de verklaring van verontwaardiging die via de media naar buiten is gekomen. Het is mooi dat er beweging komt, maar zij vindt het niet prettig als haar naam genoemd wordt zonder dat zij dat van tevoren weet. Zij vindt het eigenlijk ook niet fijn dat de namen niet genoemd worden, maar dat er iedere keer staat: de gemeenteraad. Zij vindt zich op deze manier een poppetje, maar misschien is dat een probleem dat zij alleen heeft. De voorzitter reageert dat hij begrijpt dat er in de pers iets heeft gestaan over het declaratiefonds. Hij vraagt of de wethouder daar iets over kan zeggen en of er in de communicatie iets niet of wel is goed gegaan. Wethouder Slenter geeft aan dat zij hier geen contact over gehad heeft met de pers. De stukken zijn in december in het college geweest. Het is ook met de raad gecommuniceerd dat de stukken niet meer in december naar de raad konden en deze zijn doorgeschoven naar de raad van januari. De stukken zijn vanaf vorige week donderdag op de site te lezen en deze zijn voor iedereen openbaar. Ook de pers kan deze lezen en schrijft daarover een stuk. De voorzitter reageert dat hij ziet dat de pers dit met hoofdknikken bevestigt. De tweede vraag zal hij op zich nemen. Iedereen heeft vorige week kennis kunnen nemen van dat wat er is gebeurd in Parijs, die vreselijke aanslag. De dag daarna is, mede door alle commotie en mailtjes die binnenkwamen van het genootschap van burgemeesters en allerlei andere gemeenten, het college op zijn verzoek in spoedzitting bijeengekomen. Er is afgewogen hoe hierop als college te reageren op een manier die past bij de cultuur van de gemeente NoordBeveland. Uiteindelijk is met elkaar gezegd dat het past bij de cultuur van Noord-Beveland om in ieder geval kenbaar te maken hoe het college en de raad hierover denken. Hij heeft er toen voor gekozen om die verklaring te maken. Hij heeft er ook over gedacht hoe dit te doen, eerst aan alle raadsleden opsturen en vragen of ze daarmee in kunnen stemmen en dan zou hij wellicht de andere dag van iedereen antwoord hebben of ervan uitgaan dat alle raadsleden van Noord-Beveland overtuigd zijn van deze vreselijke actie en daarbij zetten: de


gemeenteraad en het college. Er staan geen namen onder van wethouders en er staan geen namen onder van raadsleden. Hij tekent namens het college en namens de raad als voorzitter. Hij vond dat passend, snelheid was erg bepalend en er moest snel een signaal zijn. Noord-Beveland was een van de eerste Zeeuwse gemeenten met publiekelijk zo’n verklaring, afgewogen door het college. Hij is ervan uitgegaan dat de gevoelens van de raad hierbij passen zonder dat bij de raad te checken. Maar hij denkt dat de raad dit ook een vreselijke actie vindt en verontwaardiging hierover uitspreekt. Op deze manier is dat vorm gegeven. De heer Faasse vraagt in dat licht waarom er dan naar aanleiding van het vermoorden van minimaal tweeduizend mensen in Nigeria geen verklaring van verontwaardiging komt. De voorzitter reageert dat hij daar niet voor gekozen heeft. De heer Hage merkt op dat het de voorzitter siert dat hij deze gemeente heeft willen vertegenwoordigen met dat bericht en de VVD ondersteunt dat. De heer De Neef merkt op dat de heer Hage en mevrouw Van der Maas ook al gesproken hebben over de dienstregeling van Connexxion die van de week bekend geworden is. Ook voor de fractie van BEN is het zeer verontrustend. Deze dienstregeling zou de slogan ‘eindeloos eiland’ wel eens kapot kunnen maken, straks wordt het een hopeloos eiland. Op bepaalde tijdstippen en de gehele zondag kan men zonder eigen vervoer niet meer van het eiland af. Hij wil een paar voorbeelden noemen. Het merendeel van de Noord-Bevelandse leerlingen pakt ’s morgens om zeven uur de bus naar Goes om dan om half acht de trein naar Vlissingen of Bergen op Zoom te nemen. Omdat de vroege bus komt te vervallen missen ze de trein van half acht en zijn ze te laat voor het eerste lesuur. Er rijden nu vier bussen tussen zeven en acht die vooral schoolgaande jeugd vervoeren. Deze bussen zitten altijd heel vol, waardoor er nu al vaak kinderen in Kortgene blijven staan. Het is dan niet zo logisch om van vier naar drie bussen te gaan. Het zou beter zijn om in de winter een bus extra te laten rijden en in de zomer, wanneer veel kinderen gaan fietsen, twee bussen minder. Per saldo zou dat dan toch nog geld besparen. In plaats van het volledig verdwijnen van de zondagsdienst kan Connexxion beter deze dienst uitdunnen en kleinere bussen laten rijden. Hij vraagt hoe het zit met mensen die een abonnement hebben voor zeven dagen, zouden die dan een restitutie krijgen van Connexxion. De haltetaxi kan mensen vanaf de halte naar de buslijn brengen, maar het abonnement geldt dan niet. Mensen moeten dan gewoon bijbetalen en dat klopt niet. Hij vraagt aan alle aanwezigen in deze zaal om de petitie te tekenen die is opgestart door iemand in Domburg om de verslechtering van de dienstregeling tegen te gaan. De voorzitter reageert dat buiten de vergadering gevraagd kan worden om deze petitie te ondersteunen, maar hij denkt niet dat het wijs is om dat nu in de vergadering te doen. Er zijn nu al drie initiatieven door drie fracties genomen om dit thema onder de aandacht te brengen. Hij vraagt of de wethouder nog iets wil zeggen over dit onderwerp dat commotie oproept in Zeeland en ook in Noord-Beveland. Wethouder Slenter merkt op dat zij hierover inderdaad al gecommuniceerd heeft en ook met de ambtenaren. Op dit moment worden alle klachten geïnventariseerd en alles wordt een op een doorgestuurd naar de provincie. De provincie heeft toegezegd dat de mensen allemaal een antwoord krijgen. Zij heeft aangegeven dat de gemeente ook een kopie wil krijgen van die antwoorden,


zodat de gemeente onder andere kan inschatten of er wel of geen alternatieven zijn. Het is een prima idee van de heer Hage om de commissie openbaar vervoer bij elkaar te hebben met leden van de jongerenraad. Haar voorstel is, en dat is ook al met de griffier besproken, om daar over twee weken met de commissie over te spreken. Alle klachten zijn dan waarschijnlijk richting de provincie gestuurd en de gemeente heeft dan ook de berichten teruggehad van de provincie, zodat bekend is wat er precies speelt, over hoeveel mensen het gaat en over hoeveel klachten. Als er nu al wat wordt gedaan en er zijn bijvoorbeeld drie klachten, dan zegt de provincie misschien dat niet voor deze drie te doen. Maar over veertien dagen heeft iedereen zijn zegje kunnen doen, de aantallen zijn dan bekend en al de problematiek is dan boven. Er kan dan gekeken worden wat de gemeente eventueel nog voor de burger kan betekenen. De gemeente heeft een heel kleine rol om daar echt in te sturen. Het kan worden aangekaart en de problemen kunnen worden voorgelegd aan de provincie. De voorzitter merkt op dat die kleine rol maximaal benut wordt. Wethouder Slenter zegt hierop dat dit absoluut het geval is.

9. Sluiting. De voorzitter dankt allen voor de aanwezigheid. Hij sluit de vergadering om 20.45 uur.

Wissenkerke, 15 januari 2015

de griffier,

de voorzitter


Notulen van de informatieve raadsvergadering, gehouden op donderdag 15 januari 2015 in het gemeentehuis van Noord-Beveland

Recommend Documents