Notulen van de informatieve raadsvergadering, gehouden op donderdag 1 december 2011 in het gemeentehuis van Noord-Beveland
Aanvang: 19.30 uur Aanwezig: Mevr. M. Aafjes-van de Velde (VVD, mevr. E.S. Breure-den Oudsten (VVD), mevr. E. van der Klooster-Dobbelaar (PvdA), mevr. A.P.L.M. Slenter-Jamar (CDA) en de heren A. de Bruine (SGP), M.J. Faasse (CDA), D.P. Hage (VVD), J.M. de Nooijer (CDA), A.C.G. Oudshoorn (Noord-Bevelands Belang) en C. van de Woestijne (SGP) Afwezig: mevr. D. Fresco-Markman (Noord-Bevelands Belang), de heer R.J.F. Meuldijk (PvdA), en de heer W.H.J.M. Schenkelaars (Noord-Bevelands Belang), allen met kennisgeving Voorzitter: De heer H. van Kooten Griffier: De heer C.H. Poortvliet De volgende wethouders zijn aanwezig: de heren A.G. van der Maas, P.L. de Putter en C.M. van der Weele
1. Opening. De voorzitter opent de informatieve raadsvergadering. Hij meldt dat hij een bericht van verhindering heeft ontvangen van de heer Schenkelaars, de heer Meuldijjk en mevrouw Fresco. De voorzitter is samen met de griffier op ziekenbezoek geweest bij mevrouw Fresco, namens de raad is een fruitmand bezorgd, waarvoor hartelijk dank en zij laat allen groeten. 2. Spreekrecht burgers. De voorzitter geeft aan dat zich twee insprekers hebben gemeld. De eerste inspreker is, op volgorde van aanmelding, de heer De Bruin en de tweede is de heer Van Hee. De heer De Bruin geeft aan dat hij hier is inzake het project De Groote Duijnen. Helaas is hij hier aanwezig, want hij heeft overleg gehad met de projectontwikkelaars en helaas zijn afspraken niet nagekomen. Zijn weg gaat nu via de inspraakprocedure en de zienswijze. Via de zienswijze wil hij een paar punten toelichten. Als directaanwonende is hij niet echt gecharmeerd van de ingang van het park, omdat volgens hem niet alle opties bekeken of Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 1
onderzocht zijn. Daarnaast is hij ook verkeerd voorgelicht over redenen waarom andere opties niet mogelijk zijn. Er is aangegeven dat de zichtlijnen op Veere verplaatsing verhinderen en dit blijkt niet te kloppen, bij navraag bij de provincie. Daar komt ook bij dat er gesproken is over een Natura 2000-gebied, waardoor verplaatsing totaal niet mogelijk is. Bij navraag bij de gemeente blijkt dit ook niet te kloppen. Hij hoopt dat serieus gekeken wordt naar de alternatieven, het is een terrein van twintig hectare en dan komt de ingang op de dichtst mogelijke plek bij de bewoner. Los van dit bezwaar is er nog de huidige problematiek en dat is de verkeerssituatie op de dijk, hij spreekt dan met name over de snelheid. Het waterschap heeft metingen verricht en er zijn snelheden gemeten van boven de negentig km per uur. Zeker met een huis vlak langs de weg, wordt hij hier niet vrolijk van. Het gevolg is scheuren in de muren en hij is vijf huisdieren verloren. Gisteravond is een van zijn paardjes aangereden door een auto die slechts zestig km per uur reed en dat geeft aan dat zestig km zelfs nog te hard is. Hij verzoekt de raad om bij het waterschap de druk op te voeren of het verzoek neer te leggen om passende maatregelen te nemen, met name wegversmallingen of drempels die wel een functie hebben. Hierbij wil hij het laten, hij heeft de zienswijze ingediend en daarin staan zijn bezwaren en bedenkingen. Hij hoopt dat er serieus naar gekeken wordt. De voorzitter geeft gelegenheid voor het stellen van vragen. De heer Van de Woestijne zegt dat de heer De Bruin het niet eens is met de toegangsweg die in het plan staat aangegeven. Hij vraagt wat het bezwaar is van deze toegangsweg. De heer De Bruin reageert dat deze te dicht bij de bewoning ligt, op zeventig meter afstand van zijn perceel en 110 meter van zijn huis. Het is een terrein van twintig hectare en waarom dan uitgerekend op zeventig meter van zijn perceel. Er zijn alternatieven, deze staan in het rapport beschreven en zijn ook onderzocht. Er zijn twee gelijkwaardige opties, maar de projectontwikkelaar geeft de voorkeur aan de Jacobadijk. De alternatieven worden van tafel geveegd met niet-kloppende argumenten. De heer Van de Woestijne vraagt of het puur de afstand is die speelt of gaat het ook om de aantallen of iets dergelijks. De heer De Bruin reageert dat er toch een verkeersbeweging is en dan heeft hij dat liever zo ver mogelijk weg in verband met geluidshinder en zichtlijnen. Zijn angst is gewoon de overlast als de toegang daar gecreëerd wordt. De heer Oudshoorn merkt op dat de heer De Bruin twee bezwaren heeft, ten eerste de toegangsweg en ten tweede de verkeersproblematiek zoals deze er op dit moment al is. Er zit een duidelijke scheiding. Het een moet los gezien worden van het ander. Hij weet ook dat de problematiek groot is en er zijn meerdere klachten, niet alleen over de Jacobadijk. De heer De Bruin reageert dat het klopt dat het een op zich staand probleem is, maar de problemen zullen verergeren op het moment dat er een park bij komt met 600 tot 800 verkeersbewegingen. Er is nu een probleem, maar het wordt straks alleen maar erger. Hij denkt dat, met het oog op de veiligheid van de gebruikers van het park, het beter is om vooraf maatregelen te nemen in plaats van achteraf. Straks worden er, in plaats van paarden en huisdieren, mensen aangereden. De heer Oudshoorn vraagt waar de heer De Bruin nu het meeste last van heeft als het gaat om verkeershinder, de auto’s of het landbouwverkeer. De heer De Bruin antwoordt dat hij van beide last heeft, maar het meest van hardrijdend landbouwverkeer. Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 2
De voorzitter bedankt de heer De Bruin voor het inspreken en geeft aan dat het straks betrokken wordt bij agendapunt acht. De heer De Bruin bedankt de voorzitter. De voorzitter geeft vervolgens het woord aan de tweede inspreker, de heer Van Hee. De heer Van Hee geeft aan dat hij hier is om dezelfde reden. Er wordt geprobeerd om met de projectontwikkelaar afspraken te maken en die afspraken worden zijns inziens niet helemaal goed nagekomen. Hij vindt ook dat er met de bezwaren te lichtvaardig omgegaan wordt. De groenstrook waarover hij gepraat heeft, is nu vastgesteld op twintig meter. In feite is dat nu wel voor elkaar. In het eerste plan stonden er vier huisjes voor zijn neus en hij heeft gevraagd om deze een beetje te verplaatsen. Dat is toegezegd en nu zijn deze in het tweede plan zo verplaatst dat er negen voor zijn neus staan. Hij weet niet waar hij dan beter mee is. Op dit punt is hij het dus niet eens met dit plan. Over de planschade die hij heeft ingediend, wordt gezegd dat deze niet geldig is, omdat hij ervan op de hoogte was dat het plan daar komt. Toen hij het gekocht heeft, lag er inderdaad een plan, maar dat was heel anders dan het plan dat er nu ligt. Zijn punten die nu nog openstaan zijn het verzetten van de lodges en het nakomen van de gemaakt afspraken. Hij is te allen tijde bereid om met de projectontwikkelaar te spreken om hier uit te komen. In het nieuwe plan wordt ook aangegeven om naast Jacobadijk 24 er zes meter bouwgrond bij te krijgen. Dat is niet conform de afspraken die hij heeft geprobeerd te maken, vandaar dat hij bezwaren heeft ingediend. Met de bosrand is hij blij, maar hij heeft ook gesproken met de projectontwikkelaar over de ruil van een stukje grond. Hij weet wel wat hij kwijt is, maar niet wat hij terugkrijgt. Hij wil hierover graag duidelijke afspraken. De voorzitter geeft gelegenheid voor het stellen van vragen. De heer Oudshoorn merkt op dat de heer Van Hee bekend is met de materie, deze heeft al meer te maken gehad met planologie. Hij neemt aan dat het de heer Van Hee bekend is dat de afspraken tussen een projectontwikkelaar en een particulier niet worden meegenomen in een bestemmingsplan. In die zin kan de gemeente hier ook weinig aan doen. Het is tussen de heer Van Hee, als partij, en de ontwikkelaar. De heer Van Hee reageert dat hij er op tegen is als het plan op deze manier wordt uitgevoerd. De voorzitter bedankt de heer Van Hee voor het inspreken en dit zal ook betrokken worden bij agendapunt acht. 3. Vaststelling agenda. De voorzitter constateert dat een ieder zich kan vinden in de agenda zoals deze voorligt.
4. Presentatie door mevrouw I. Baars, projectleider Centrum Jeugd en Gezin (CJG) over de voortgang en afsluiting van het ‘project CJG’ en hoe de toekomst structureel verder vorm gegeven gaat worden. Mevrouw Baars stelt zich voor, zij is beleidsmedewerker in Goes en zij is hier voor de tweede keer. Aan het begin van het project is zij hier ook geweest, omdat zij namens Goes en Noord-Beveland projectleider is. Destijds heeft zij een presentatie gehouden om het ontwerp te laten zien en omdat nu het project wordt afgesloten lijkt het haar een goed idee om te laten zien wat het resultaat is. Mevrouw Hoogesteger, de CJG-coördinator, is meegekomen omdat zij veel beter weet wat er gebeurt in het CJG en wat betreft de praktijk de vragen kan Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 3
beantwoorden. De presentatie is genoemd ‘Bouwen aan het CJG’. Het project wordt afgesloten maar het is nog lang niet klaar. Aan de orde komen: de opdracht, de samenwerking tussen de gemeenten, de vindplaatsen, de herkenbaarheid en communicatie, de bereikbaarheid, CJG als netwerk, de resultaten, het personeel, de financiën, de uitvoering en de toekomst. De voorzitter geeft na afloop van de presentatie gelegenheid voor het stellen van vragen. De heer Hage merkt op dat genoemd is dat het de voordeur tot de zorg is. Er is de vorige keer in de raad gezegd dat er weer een bureau bij zal komen en de raad was er duidelijk in dat het echt iets anders moet zijn en dat de zaken goed gevolgd moeten worden. Hij vraagt of het CJG tegen problemen aanloopt. Er zijn organisaties die altijd op een eiland hebben gefunctioneerd en nu moet het opeens gedeeld worden. Verder vraagt hij of het CJG structureel deel uitmaakt van het Veiligheidshuis. Mevrouw Hoogesteger antwoordt op de laatste vraag dat het CJG niet structureel deel uitmaakt van het Veiligheidshuis. Er zijn afspraken gemaakt dat bepaalde casussen die daar binnenkomen en die bij het CJG kunnen, gelijk worden toegewezen aan het CJG. Zij hoopt altijd op een warme overdracht van het Veiligheidshuis terug naar het CJG, zodat het CJG toch nog een stuk kan volgen. Zij loopt er ook tegenaan dat dingen niet goed verlopen. Op de eerste vraag antwoordt zij dat het CJG heel veel tegenkomt en zij denkt dat het CJG steeds meer blootlegt wat er misgaat bij een organisatie en dat toch vaak de gezinnen of de kinderen daarvan de dupe zijn. Door het volgen van de casus blijkt dat het niet altijd loopt. De afspraak is dat een gezin binnen twee weken wordt geholpen en is de intake. Doordat er steeds meer samengewerkt wordt, kan zij ook zeggen dat dit daadwerkelijk gebeurt. De heer Hage merkt op dat wat betreft het Veiligheidshuis de coördinator er zijdelings bij is en hij vindt dat het CJG daar deel van uit moet maken om de zaken te volgen en te sturen en de voordeur tot de zorg wordt. De voorzitter merkt op dat hij dit mee zal nemen. Mevrouw Baars geeft aan dat die zorg er wel provinciaal is en ook landelijk, het is niet alleen het Veiligheidshuis. De ministeries hebben heel erg ingezet op netwerkvorming. Het probleem is dat er binnen zo’n netwerk heel goed wordt samengewerkt, ‘een gezin een plan’. Vervolgens blijkt dat in een ander netwerk datzelfde gezin naar boven komt en er dan ook ‘een gezin een plan’ is, maar dat is dan wel een ander plan. De heer Hage reageert dat hij dit bedoelt en dat was ook de klacht. Er is toen gezegd dat ervoor gezorgd moet worden dat het samenbindend is en dat de zaken echt gevolgd worden. Er kunnen wel zes plannen zijn voor een kind en dat vindt hij jammer. Mevrouw Baars reageert dat er volop overleg is geweest om te kijken hoe dit op te lossen is. Het wordt niet opgelost door alle coördinatoren van de CJG’s in het Veiligheidshuis te zetten. Het is soms lastig om de link te maken, hoe weet het ene netwerk wat er bij het andere gebeurt. De intentie bij alle netwerken is om samen te werken. Anderzijds wordt er provinciaal ook gekeken om een ondersteunend systeem weg te zetten. Dat is niet van de ene op de andere week geregeld. Op het moment dat hier overleg over is dan zitten alle netwerken aan tafel, dus het is niet dat er mensen onwillig zijn maar het kost even om een goede manier te zoeken om dat te verbinden. Zij deelt de zorg. De voorzitter merkt op dat hiervoor een slimme constructie bedacht moet worden, ‘een gezin een plan’ via diverse netwerken aangevlogen. Mevrouw Baars geeft aan dat er een klein werkgroepje bezig is, er is een manier om verschillende registratiesystemen te koppelen waarbij ook de privacy van Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 4
mensen in acht genomen wordt. Dit werkgroepje zal met een voorstel komen richting colleges en uiteindelijk gemeenteraden. Het wordt Zeeuws-breed opgenomen. Mevrouw Van der Klooster bedankt voor de heldere uitleg. Ook haar fractie had bedenkingen. Beroepshalve heeft de fractie heel veel met kinderen en met ouders te maken, en zij dacht dat dit allemaal redelijk goed geregeld was. De fractie was bang dat het niet laagdrempelig zou zijn, maar dat valt reuze mee. Mevrouw Baars zegt dat er nog heel veel moet gebeuren voor de registratie. Naar aanleiding van de vraag van de heer Hage denkt mevrouw Van der Klooster dat dit toch grote prioriteit heeft, ouders willen niet dat hun verhaal vaak verteld moet worden. Zij denkt dat dit eerst moet gebeuren, zodat het kan worden ondervangen. Mevrouw Baars reageert dat het nu op een simpele manier wordt bijgehouden. Het is de bedoeling om dit provinciaal te gaan doen. Als jongeren uit de regio bijvoorbeeld in Goes op school zitten dan is het mogelijk dat zij via school in Goes naar boven komen bij het CJG. Het moet niet zo zijn dat er daar met een jongere aan de slag wordt gegaan, terwijl die in een andere gemeente woont. In die zin wil het CJG ook informatie uitwisselen, het moet ook direct te koppelen zijn. Het zou beter zijn om dat provinciaal te doen, zodat er informatie naast elkaar gelegd kan worden. Als er iets met dertien gemeenten geregeld moet worden, dan kost het heel veel tijd. De heer Oudshoorn bedankt allereerst voor de uitleg, die was duidelijk. De fractie maakt zich zorgen of er gewerkt wordt voor de mensen of zijn al die bureautjes bezig. Het kost natuurlijk waanzinnig veel geld, tientallen organisaties zijn bezig om een geheel te maken. Vanuit Den Haag was er de opdracht dat er een organisatie moet staan die daar alleen voor is. Het moet niet zo zijn dat het geld opgaat aan tien of vijftien coördinatoren enzovoort. Misschien is het toekomstmuziek, maar de fractie hoopt wel dat hier op korte termijn aan gewerkt wordt. Hij hoopt dat mevrouw Baars en mevrouw Hoogesteger volgend jaar weer komen en dan kunnen zeggen dat tientallen organisaties weg zijn, het geld in een grote pot zit en nu werken. Bij het opstarten van het project is gevraagd hoe de ouderparticipatie geregeld is. Hij vraagt of dit in de regio geregeld is, want hij hoort hier weinig van. In bijvoorbeeld Gelderland staat deze zaak volop op poten. Mevrouw Hoogesteger reageert dat het nog niet zo geregeld is dat er regelmatig overleg is met een groep ouders die meedenkt, wel is er bijvoorbeeld in de Week van de Opvoeding aan de ouders gevraagd of deze hieraan behoefte hebben. Ook op ouderavonden wordt er geïnformeerd naar de vragen van de ouders. De heer Oudshoorn merkt op dat hij het heeft over beleidsbeïnvloeding, iemand uit de doelgroep die kritisch kijkt of het gebeurt zoals de doelgroep dat wil. Mevrouw Baars reageert dat het ook een ontwikkeling is, eerst de mensen bereiken en mensen moeten het CJG kunnen vinden en als iets normaals gaan ervaren om daar binnen te stappen. Een volgende stap is dat mensen ook daadwerkelijk mee gaan denken, maar dat is niet zo maar gerealiseerd. Er is in eerste instantie ook altijd wel een beetje argwaan. Het wordt niet voor niets genoemd ‘Bouwen aan het CJG’. Wethouder Van der Weele merkt op dat het een goede presentatie is. De jongerenraad en de Wmo-adviesraad die toetsen bijvoorbeeld wel. De heer Oudshoorn reageert dat hij het heeft over cliëntenparticipatie en niet over een jongerenraad.
Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 5
De voorzitter bedankt mevrouw Baars en mevrouw Hoogesteger voor de boeiende presentatie en het beantwoorden van de vragen en als hij het goed beluisterd heeft dan ziet hij hen volgend jaar ongetwijfeld terug. Vervolgens schorst hij de vergadering. Heropening
5. Voorstel tot vaststelling van de notulen van de informatieve raadsvergadering van 10 november 2011, inclusief de voortgangs- en afdoeningslijst toezeggingen en vragen vanuit de raad. De voorzitter meldt dat er tekstueel bij de griffier geen wijzigingen zijn ingediend. Mevrouw Van der Klooster vraagt naar aanleiding van de voortgangs- en afdoeningslijst, wie is de eigenaar van de steiger Veerdam Kamperland van 24 maart, of uitgelegd kan worden waarom dit zo lang geduurd heeft. Wethouder Van der Weele reageert dat het antwoord nog niet zo eenvoudig is. De gemeente is hier al een poos mee bezig ook om te kijken wat ermee gedaan kan worden en stuit dan inderdaad op het probleem wie de eigenaar is en de gebruiker is, waar liggen de plichten en de rechten. Een bureau heeft dit uitgezocht en die notitie is bij het college. Op korte termijn wordt geprobeerd hier duidelijkheid over te verschaffen en dat komt naar de raad. De voorzitter voegt toe dat het met name juridisch gezien een heel lastige materie is om na te gaan wie uiteindelijk de eigendomsrechten heeft en dat geldt ook voor Kortgene. De heer Oudshoorn merkt op naar aanleiding van pagina negen, onderuitputting, dat hij gevraagd heeft om hiernaar te kijken. Er is toen gezegd dat er misschien een A-viertje kan komen. Hij wil dat graag op de lijst houden. Wethouder De Putter reageert dat er nu een lijst is met heel veel A-viertjes, met de raad moet worden gekeken naar een stukje presentatie en het verdere beheer van diverse budgetten om zo optimaal mogelijk de budgetten te gebruiken. De heer Oudshoorn zegt hierop dat hij zonder meer aanneemt dat dit altijd gebeurt, maar hem gaat het erom of er binnen de bestaande financiële ruimte over een jaar misschien een weg, een klein potje, gevonden kan worden waarmee gewerkt kan worden. In die zin heeft hij gevraagd om de gedachten aan te leveren op een A-viertje. Wethouder De Putter merkt op dat het een gevaarlijke zin is: een klein potje om te werken. Maar dat is natuurlijk aan de raad. Er kan met het totale budget gewerkt worden. Hij zal het hoofd financiën vragen om te kijken hoe het potje ingezet kan worden en dat aan de raad terugkoppelen via een memo. Het verslag wordt conform vastgesteld.
6. Behandeling voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD). De voorzitter constateert dat het voorstel als hamerstuk in de besluitvormende vergadering behandeld zal worden.
Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 6
6a. Behandeling voorstel tot vaststelling van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning. Mevrouw Van der Klooster stelt dat het een pittig stuk is, dus even flink lezen. Alle punten worden uitgebreid behandeld en dat zal ook echt nodig zijn. Zij heeft nog een vraag over de financiële gevolgen, bladzijde drie. Er staat dat de inkomensgrens 150 procent is van het geldende minimumloon. Twee weken terug heeft de raad informatie gekregen over de bezuinigingen van de regiotaxi en daar spreekt men over het sociaal minimum plus honderd procent. Zij denkt dat het sociaal minimum toch iets heel anders is dan het minimumloon. Zij wil weten hoe dat zit. Verder is er een verslag van een huisbezoek en zij neemt aan dat de betrokken ambtenaren goed getraind zijn voordat ze op huisbezoek gaat. Het kan echt niet zo zijn dat iemand aan de willekeur is overgeleverd van degene die het verslag opneemt. Als voorbeeld noemt zij dat zij ooit is benaderd voor een levensverzekering, zij moest toen bijbetalen. Een jaar later is haar casus weer behandeld door een ander en toen kreeg zij haar premie terug. Zij hoopt dat dit goed bekeken wordt. De heer Hage vraagt of de regiotaxi nog op de agenda komt. De voorzitter reageert dat het 12 januari wordt, in december lukt het helaas niet meer. Wethouder Van der Weele geeft aan dat het stuk inderdaad heel uitgebreid is, maar dat is ook noodzakelijk. Hij heeft toch gemeend om de raad alles toe te zenden. Alles moet uitgebreid beschreven worden. Wat betreft die 150 procent merkt hij op dat de bijstandsnorm gehanteerd wordt. Betreffende de checklist geeft hij aan dat de indicatiestelling in het verleden via het CIS werd gedaan, nu doen de consulenten dat. In de praktijk is gebleken dat dit veel beter gaat en er kan meer maatwerk geleverd worden aan de cliënten en dat gaat aan de hand van een checklist. Niet de willekeur van de consulent, maar de checklist is leidend of iemand in aanmerking komt voor bijvoorbeeld een vergoeding of een hulpmiddel. Hij hoort heel weinig klachten en er wordt geprobeerd om zorg op maat te leveren aan de cliënten. De heer Oudshoorn merkt op dat hij weet dat de medewerkers en de wethouder het goed bedoelen, maar er zijn wel degelijk klachten. Het is een moeilijke materie. Een beetje menselijk begrip dat scheelt een berg. Hij kent mensen die niet kunnen verwoorden wat ze willen. Wethouder Van der Weele reageert dat de heer Oudshoorn altijd praktijkvoorbeelden heeft, hij kent ze niet. Wanneer er problemen zijn dan is het altijd mogelijk om via het loket een klacht in te dienen. Die klachten ziet hij niet, dus hij gaat ervan uit dat het op dat moment goed gaat. Jaarlijks wordt ook de Wmo-monitor gedaan, dat is de gemeente verplicht, en Scoop voert dat uit. Ook daaruit blijkt dat de gemeente goed scoort wat betreft klanttevredenheid. Als er hier en daar wat is, dan hoort hij dat graag want dan kan er iets aan gedaan worden. Mevrouw Slenter merkt op dat de heer Oudshoorn heeft gezegd dat een klant niet kan uitleggen wat deze wil. Maar hier gaat het erom dat een klant aangeeft wat deze niet kan en dat er dan wordt gekeken wat hieraan gedaan kan worden. Het gaat erom wat een klant wel of niet kan en dan wordt gekeken naar de hulp die nodig is. Zo leest zij dit stuk. De heer Oudshoorn reageert dat hij het standpunt van het CDA kent, uitgaan van de kentering en eerst kijken wat die mensen zelf kunnen enzovoort. Hij hanteert een ander principe, hij gaat niet uit van bezuinigen maar van mensen. Mevrouw Slenter stelt dat het niet om bezuinigen Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 7
gaat, maar om de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Eerst kijken wat iemand kan en wat deze niet kan, dan kijken of daar hulp voor geboden kan worden. De voorzitter constateert dat het voorstel als hamerstuk in de besluitvormende vergadering behandeld zal worden.
7. Behandeling voorstel tot vaststelling van de 14e wijziging van de Bouwverordening. De voorzitter constateert dat het voorstel als hamerstuk in de besluitvormende vergadering behandeld zal worden.
8. Behandeling voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan ‘Landgoed De Groote Duijnen’. Mevrouw Van der Klooster geeft aan dat ze de insprekers heeft gehoord, al de bezwaren heeft gelezen en de raad heeft een presentatie gehad van het plan. De KNNV afdeling de Bevelanden schrijft dat het plan niets te maken heeft met een landgoed. Het is intensieve verblijfsrecreatie. Het antwoord is als volgt: “De projectbenaming ‘landgoed’ is niet gelijk te stellen aan de begripsomschrijving ‘landgoed’ uit het vigerende bestemmingplan Landelijk Gebied. Het begrip ‘landgoed’ kan divers worden gedefinieerd.” Dat is waar de PvdA het altijd over heeft. Het zijn de mooiste plekken van het eiland en het zijn allemaal van die rare begrippen. Zij wil dat beter gedefinieerd zien. De heer Hage merkt op dat de VVD vanaf het begin heeft aangegeven dat het een geweldig plan is en al die plannen zijn eigenlijk geweldig. Hij denkt dat het goed voor het eiland is. Zoals ook mevrouw Van der Klooster zegt, er is een presentatie geweest en de raad is hiervan steeds op de hoogte gehouden. Hij heeft ook alle zienswijzen gelezen en hij hoopt dat daar goed uit te komen is, want hij proeft dat er nog wat meningsverschillen liggen. Hij denkt dat dit aan de projectontwikkelaar en de mensen zelf is. De VVD vindt wel dat daarnaar geluisterd moet worden. Voor de rest steunt de VVD dit. De heer Van de Woestijne geeft aan dat de fractie vanavond een en ander heeft gehoord. De fractie heeft ook de zienswijzen gelezen en het stuk dat nu voorligt. De fractie wil toch nog teruggaan in de tijd. In 2008 heeft de raad de structuurvisie vastgesteld. In die structuurvisie wordt al iets genoemd over de Onrustpolder en voor die tijd is er ook al iets genoemd en dat gaat dan over de landgoederen. Het verschil is dat heel het gebied wordt aangewezen als landgoedontwikkeling, met name tegen De Banjaard aan. Dus de overgang tussen de recreatieconcentratie De Banjaard en de polder wordt genoemd als een gebied waartussen relaties gelegd moeten worden en waar ook enige intensivering mogelijk is. Er wordt ook een hotel genoemd. Verder wordt er gesproken over productdifferentiatie en kwaliteitsverbetering. Al deze zaken komen terug in dit plan. Ook de maatschappelijke inpassing wordt goed meegenomen in het plan en volgens hem is dat ook een van de kenmerken van het plan. Er is een behoorlijk extensieve bebouwing, er wordt maar 7½ procent van het gebied bebouwd. Volgens hem komt dat op Noord-Beveland niet veel voor bij dit soort plannen. Het past in de visie van de gemeente en de fractie kan hiermee instemmen. Het is misschien goed dat het college in overleg gaat met het waterschap over de verkeersafwikkeling , zoals aangegeven door de inspreker de heer De Bruin, om te kijken of er met name aan de snelheid wat gedaan kan worden. Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 8
De heer De Nooijer geeft aan dat het CDA in kan stemmen met de plannen. Er zijn heel veel vragen gesteld en volgens de fractie zijn deze goed beantwoord. De fractie kan hiermee leven. De heer Oudshoorn merkt op dat hij eerst het college van B&W en de ambtenaren wil bedanken voor het zorgvuldige werk dat is gedaan door de beantwoording van de diverse zaken. De PZC kopte: ‘Geen garantie op exploitatie van de Groote Duijnen’. Deze kop heeft gezorgd voor enige onrust en was misschien niet juist. Voor de rest vindt de fractie het een prachtig plan. Er moet ook werk zijn op het eiland en dit levert toch de eerstkomende drie/vier jaar voor 55 à 60 bouwvakkers werk op. Na die jaren dan werken daar ook 40 à 50 mensen. De bouwleges zijn ook niet onbelangrijk, evenals de jaarlijkse belastingen. NoordBeveland is niet te koop maar hiermee wordt wel een kwaliteitsslag geleverd. De fractie is er eigenlijk trots op dat in deze barre tijden investeerders nog steeds bereid zijn om te investeren in Noord-Beveland. Er ligt nog voor zeker 120 miljoen aan plannen waarvan gezegd kan worden ‘morgen beginnen’. Wethouder Van der Maas bedankt voor de positieve opmerkingen, hij zal deze doorgeven aan het ambtelijk apparaat. Hij denkt dat de beantwoording van de zienswijzen buitengewoon zorgvuldig is geweest. Vanaf deze plaats durft hij te stellen dat alles is gedaan om de projectontwikkelaar en de mensen die een zienswijze hebben ingediend tot een vergelijk te brengen. Er is een informatieavond geweest in Kamperland en naar zijn beleving verliep deze heel positief. Daarna zijn er nog verschillende gesprekken geweest om te komen tot overeenstemming met de indieners van de zienswijzen. Bij elk project wordt er zoveel mogelijk geprobeerd om tot een vergelijk te komen, maar aan de andere kant zal het duidelijk zijn dat het niet mogelijk is om het iedereen in alle omstandigheden naar de zin te maken. Er ligt een grens en hij denkt dat die naar zijn beleving met de projectontwikkelaars bereikt is. Hij is niet altijd aanwezig geweest bij de gesprekken tussen de projectontwikkelaars en de indieners van de zienswijzen. Als de indieners van de zienswijzen toch nog behoefte hebben aan een gesprek, dan is hij altijd bereid om te kijken of het mogelijk is om nog een keer met de projectontwikkelaars rond de tafel te zitten en na te gaan of er ergens toch nog rek zit. Maar hij garandeert niet dat hij tot volle tevredenheid van de indieners van de zienswijzen tot een vergelijk komt. In een aantal gevallen denkt hij dat de indieners van de zienswijzen toch erg tevreden kunnen zijn. De heer Van Hee heeft bijvoorbeeld aangegeven de twintig meter groenstrook die heel expliciet in het bestemmingsplan is opgenomen, mede naar aanleiding van de bezwaren en de zienswijzen. Nogmaals, er is heel veel gedaan om tot een net antwoord te komen. Wat betreft de ontsluiting is hij van mening, ook na het overleg met het waterschap, dat ontsluiting aan de Jacobadijk de minst slechte is, omdat de mensen dan gedwongen worden om een andere kant op te rijden dan via de Jacobadijk naar Kamperland. Elke andere ontsluiting brengt meer verkeersbewegingen over de Jacobadijk teweeg. Het verkeer is net als water, het zoekt altijd de kortste route. Hij denkt dat de ontsluiting aan de Jacobadijk het meeste recht doen aan de vragen die daar leven. Dit laat onverlet dat hij zich wil inspannen om met het waterschap als wegbeheerder te bekijken of het mogelijk is tot tevredenheid te komen wat betreft de vragen die gesteld zijn over de verkeersomstandigheden op de Jacobadijk. Met alle respect is het landbouwverkeer iets minder urgent. Het lijkt hem erg lastig om iets te Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 9
doen aan de snelheid van het landbouwverkeer. Wat betreft de kop in de PZC denkt hij dat dit te maken heeft met twee dingen die door elkaar zijn gehaald. De exploitatie van het plan die is geregeld in het bestemmingsplan op pagina 71, hoofdstuk zeven. Betreffende het verhaal van de kosten zegt hij dat dit altijd gedaan wordt via een anterieure overeenkomst. Het kan ook gedaan worden via een exploitatieplan, maar dat wordt pas gedaan als er niet met de projectontwikkelaars tot een vergelijk is gekomen. Hij heeft goede gesprekken gehad met de ontwikkelaars en waar deze niet goed waren zijn de gesprekken goed gestuurd. In die zin is dat exploitatieplan niet nodig. Wat betreft de benaming ‘landgoed’ zegt hij dat mevrouw Van der Klooster gelijk heeft, en de heer van de Woestijne heeft al deels antwoord op de vraag gegeven, er zijn nu eenmaal begrippen in den lande waarop de gemeente weinig invloed heeft. Tweede termijn. Mevrouw Van der Klooster geeft aan dat zij bij voorbaat wethouder Van der Maas wil bedanken omdat deze toch nog met de projectleider, het waterschap en de omwonenden wil praten om te proberen voor iedereen een passende oplossing te vinden. De heer Hage zegt dat de fractie de wethouder en de ambtenaren wil bedanken voor dit goede plan. Hij vindt het ook fijn dat wethouder Van de Maas wil proberen om tot een gesprek te komen. De heer Van Hee geeft het ook aan dat hij altijd bereid is om te praten. De heer Oudshoorn merkt op dat het een genoegen is om de wethouder op deze manier te horen praten. Als de wethouder zegt dat hij bereid is om nog een keer te praten, dan kan dit het plan op zich niet tegenhouden. Het probleem met het landbouwverkeer speelt op meer plaatsen en het is misschien ook wel een groeiend probleem. Het is goed als dit ook een beetje wordt meegenomen. Wethouder Van der Maas reageert dat dit niet een beetje maar helemaal wordt meegenomen. De gemeente Noord-Beveland is een gemeente met korte lijnen en hij kan alleen de garantie geven dat hij in gesprek zal gaan om te kijken of er op bepaalde onderdelen, waar in zijn beleving nog wat rek zit, tot een vergelijk gekomen kan worden. Als het gaat om de grondslag van het plan, de basis, dan gaat hij daar niet meer aan tornen. De voorzitter constateert dat het voorstel als hamerstuk in de besluitvormende vergadering behandeld zal worden.
9. Behandeling voorstel tot vaststelling van diverse belastingverordeningen 2012. De voorzitter constateert dat het voorstel als hamerstuk in de besluitvormende vergadering behandeld zal worden.
10. Behandeling voortgangsrapportage (voorgenomen) projecten. De voorzitter merkt op dat dit een vraag is van de heer Oudshoorn in het verleden. Op deze manier is er geprobeerd om hier handen en voeten aan te geven. De heer Oudshoorn geeft aan dat deze lijst en deze manier van werken de fractie voldoening schenkt. Hij heeft begrepen dat dit raadsbreed wordt gedragen. De fractie heeft dat in de voorfase ook gepeild. Hij denkt dat het goed is voor de ambtelijke organisaties en ook voor Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 10
de wethouders als er zo’n lijst ligt. De fractie heeft de lijst bekeken en deze is keurig in orde. Maar voor de lijst gaat het om twee wethouders en de derde wordt vergeten, namelijk wethouder Van der Weele. De fractie hoopt dat dit gedeelte er de volgende keer bij is. Wethouder Van der Weele reageert dat dit een omissie is, dit wordt opgelost en het wordt ook gerapporteerd. De voorzitter stelt dat de opmerking wordt meegenomen. De voortgangsrapportage komt niet terug in de besluitvormende raad. Viermaal per jaar komt deze naar de raad.
11. Behandeling van de 2e Bestuursrapportage 2011. De heer Hage merkt op dat hij in het begrotingsdebat de veiligheid ook even naar voren heeft gehaald en het baart hem zorgen. Vroeger was er een eigen team op Noord-Beveland en dat is er niet meer. In het nieuwe bestel moet er nog met een veel groter team gewerkt worden. Hij vindt het nog steeds raar dat er geen team is en zelfs geen wijkagent, zodat mensen weten wie ze aan moeten spreken. Hij denkt dat dit van belang is. Enkele jaren geleden is hij begonnen over een weekendtaxi. Door prioriteiten is het nog steeds niet tot een einde gebracht. Verschillende zijn hiermee bezig geweest en hij zou het op prijs stellen als hier wat aan gedaan gaat worden. De taxi’s hebben geen vervoerplicht meer en deze kunnen komen en gaan wanneer ze dat zelf willen. Het gebeurt regelmatig dat mensen een taxi bellen en deze komt niet. De mensen gaan dan zelf rijden. In het kader van de veiligheid kunnen mensen gewoon lopend naar huis gaan of ze nemen een taxi. Verder merkt hij op dat de fractie gelukkig is met de Berap, maar het zou duidelijker zijn als bekend is wat erbij komt en wat eraf gaat en hoeveel procent dat is van een bepaald bedrag. Vanavond is er gesproken over 150 procent van het bijstandsminimum en dan vraagt hij zich af hoeveel dat is, bedragen spreken veel meer aan. Soms moet er bijgeraamd worden en dan weer wordt er afgeraamd. Hij vraagt om het wat duidelijker te maken, zodat in een keer gezien kan worden wat erbij gaat en wat eraf gaat en ook het aantal procenten. De heer Faasse geeft aan dat de fractie het laatste wat de heer Hage noemt graag wil ondersteunen. Ook bij de behandeling van de jaarrekening is dit aan de orde gesteld. Wat de fractie betreft mogen er wel een paar kolommetjes bij en graag een totalisering per hoofdstuk, zodat er makkelijker een overzicht is. Want nu moet hij toch vaak zelf de rekenmachine hanteren om te kijken hoe de gemeente er financieel voor staat. Verder heeft hij een paar specifieke vragen. De gemeente houdt geld over wat betreft elektriciteit en komt geld tekort wat betreft gas. Hij verwijst naar pagina 27, bijdrage kosten leerlingenvervoer, in 2010 was dat € 160.000,--, voor 2011 is er € 170.000,-- geraamd en daar komt nog € 15.000,-- bij, dus dat is € 25.000,-- meer dan vorig jaar. De ambtelijke kosten lopen ook op met € 5.000,--. Hij vraagt of hier een verklaring voor is. Wat betreft uitkeringen, pagina dertig, merkt hij op dat in het kader van de Wet werk en bijstand laatst in het nieuws was dat het aantal bijstandsuitkeringen afgenomen is en hier is dat pakweg twintig procent toegenomen. Dus dat is contrair aan het landelijke beeld. Ook hier vraagt hij of er een verklaring voor is. De heer Oudshoorn merkt op dat de fractie de bestuursrapportage ziet als een stuk waarin de zaken op een rijtje worden gezet en verantwoording wordt afgelegd. In die zin beschouwt
Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 11
de fractie de bestuursrapportage. De fractie kan erin meegaan als er kolommen bijkomen. Wat betreft de weekendtaxi merkt hij op dat dit perfect is. Wethouder De Putter reageert dat de opmerkingen over de presentatie van de cijfers bekend zijn. Het doel is verantwoording afleggen aan de raad over de besteding van de budgetten tot nu toe en de terugkoppeling daarover. Dit moet op een zo duidelijk en plezierig mogelijke manier gedaan worden. Als de raad zegt dat dit getotaliseerd moet worden per hoofdstuk en dat dit in percentages gedaan moet worden, dan is die meneer die dat moet gaan doen van harte bereid om te kijken in welke vorm de raad dat wil. Analoog aan de voortgangsrapportage van de projecten. Als kosten afgeraamd worden dan levert dat geld op, als baten afgeraamd worden dan kost het geld. Hij kan zich het voorstellen en er wordt geprobeerd om het op een andere manier te presenteren, zodat het overzichtelijker is. Er staan nu aanzienlijk meer posten op dan anders, onder andere naar aanleiding van de opmerkingen van de raad alsmede van de accountant om meer te sturen op een aantal posten. Het aantal posten is significant toegenomen ten opzichte van de vorige keren. De rijstebrijberg wordt daardoor alleen maar groter. Hij is van harte bereid om de presentatie aan te passen aan de wensen van de raad en stelt voor dat de griffier in overleg treedt met de raad en de wensen verzamelt. Er kan dan geprobeerd worden om voor de volgende keer tot een soort format te komen. Als het een werkzaam voorstel is, dan wordt er geprobeerd om daar rekening mee te houden. Wethouder Van der Weele merkt op dat de weekendtaxi al eerder aan de orde is geweest en ambtelijk is dat opgepakt. Door het stellen van andere prioriteiten staat het even op een laag pitje. Hij wil dat zeker weer oppakken en kijken wat er mogelijk is. Hij weet niet of dat allemaal kostenneutraal is en misschien moet hij naar de raad terugkomen met een voorstel. De heer Hage reageert dat hij wat ideeën heeft en hij wil daarin meedenken. Hij denkt dat het redelijk budgettair neutraal kan. Wethouder Van der Weele reageert dat dit opgepakt wordt. Wat betreft energie zegt hij dat dit ook in het college is geconstateerd en dat moet duidelijk in beeld gebracht worden. Het is wel zo dat voor bijvoorbeeld het dorpshuis in Kamperland een inschatting is gemaakt en dan komt dat anders uit door de nieuwbouw. Het zwembad is hetzelfde verhaal omdat er een andere energievoorziening is. Vanuit Delta is er vaak, en zeker in het verleden, een grote achterstand geweest wat betreft de eindafrekening. Dit is ook de oorzaak dat er niet goed geraamd kan worden. Het moet beter gebeuren, maar dat komt ook door externe omstandigheden. Betreffende het leerlingenvervoer zegt de wethouder dat wanneer de mensen een aanvraag indienen hierop ingegaan wordt. Indien mogelijk wordt dat dan gehonoreerd, dus dat is een beetje een openeindvoorziening. Dit is een opname tot 1 oktober en per 1 december is de toestand weer al anders en het kan best dat er straks weer een positief resultaat is. Wat de WWB betreft, wordt er geprobeerd om steeds meer mensen uit het bestand te krijgen. Maar de instroom is ook weer redelijk hoog. Er is ook veel seizoensarbeid en dergelijke. Dit zijn ook openeindregelingen en hierop kan moeilijk gestuurd worden. Er wordt geprobeerd om het bestand zo klein mogelijk te houden en mensen aan het werk te krijgen. Als iemand een beroep doet op het bestand, dan wordt direct via het nijverheidscentrum of via de Betho geprobeerd om hem of haar weer aan het werk te krijgen. Het gaat soms ook moeizaam.
Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 12
De voorzitter zegt over de wijkagent dat dit ook zijn streven is. De Veiligheidsregio is inmiddels opgeschaald tot Midden- en West-Brabant en Zeeland. Noord-Beveland is een heel kleine speler, maar het wordt wel steeds aangekaart. Zoals het er nu voorstaat, wordt er een wijkagent toebedeeld op 5.000 inwoners. Via de korpschef heeft hij deze opmerking al eerder neergelegd en er komt steeds meer begrip voor om het op die schaal te organiseren Hij weet niet of het uiteindelijk allemaal lukt, maar hij heeft er op zich goede hoop op. Hij blijft steeds tamboereren dat het die kant op moet gaan zodat er iemand komt die alom bekend is, waardoor er korte lijnen zijn als er wat dingen zijn zeker ook in verband met Burgernet. Wethouder De Putter geeft aan dat er betreffende het leerlingenvervoer inderdaad een toename is van € 25.000,--. Er is over getwijfeld of hier wel of niet bijgeraamd moet worden. Hij heeft net vernomen dat de gemeente op de post € 30.000,-- terugkrijgt, zodat bijramen niet nodig is. Wat betreft het aantal ambtelijke uren geeft de wethouder nog aan dat dit onder andere zit in een paar heel moeilijke dossiers waarop heel veel actie ondernomen is, ook met het CJG. Er zijn helaas leerlingen die heel intensieve begeleiding en vervoer nodig hebben. Met maatwerk wordt geprobeerd om dat op te lossen en aan te bieden.
12. Rondvraag. De heer Faasse merkt op dat de VVV Walcheren/Noord-Beveland gaat zorgen voor WiFi in Walcheren. Hij denkt dan dat is dezelfde VVV als op Noord-Beveland en hij vraagt of dat ook tegemoet gezien kan worden in de dorpen op dit prachtige eiland. Wethouder De Putter reageert dat hij dit hoopt. Op de jachthaven in Kamperland is WiFi al operationeel. De pilot is in samenwerking met de provincie gestart op de kop van Walcheren, in Veere, met de bedoeling om de kinderziektes eruit te halen en te kijken of dit verder uitgerold kan worden. Als het aan hem ligt dan wordt dit niet alleen aan de kust, maar over de totale provincie uitgerold zodat in principe aan alle toeristen en eigen inwoners een WiFi-verbinding aangeboden kan worden. De heer Oudshoorn merkt op dat er in Walcheren vanuit het bedrijfsleven wordt bijbetaald. Wethouder De Putter geeft aan dat er op dit moment drie partijen bezig zijn met het onderzoeken van het aanbieden van WiFi. Hij is het absoluut eens met de heer Oudshoorn dat het niet alleen een verplichting is van de gemeentelijke overheid. De heer Oudshoorn merkt op dat hij enigszins zorgen heeft over de Rabobank wegens het verliezen van de triple A-status. Aan de andere kant is hij ook blij want de gemeente heeft ook een bedrijf met een triple A-status en dat is Cleijenborch. Het staat aan de top van Nederland en de fractie wil voorstellen om daar vanuit de raad op de een of andere manier aandacht aan te besteden. Hij denkt dat iedereen daar heel trots op is. De voorzitter stelt voor om namens het college en de raad een brief te sturen, met bijvoorbeeld bloemen of een taart. Het is terecht om daar aandacht aan te besteden. Hij bedankt de heer Oudshoorn voor de opmerkzaamheid. De heer Oudshoorn merkt vervolgens op dat er wat commotie is in het Zeeuwse over de tweede kerncentrale. Er zijn gemeenten die aangeven hier niet aan mee te doen en er zijn ook gemeenten die hier wel aan mee willen doen. Hij vraagt wie dat regelt, de raad of het college. De voorzitter antwoordt dat er dinsdag een voorstel ligt in het college. Het lijkt hem niet correct om daarop vooruit te lopen. Er wordt ook gekeken of er 15 december tijdens de besluitvormende raad een presentatie voor de raad verzorgd kan Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 13
worden door de Delta. De raad kan dan het voorstel van het college afwegen en zienswijzen inbrengen. De heer Oudshoorn merkt op dat hij hierdoor in een moeilijk parket komt. Misschien wil hij dat helemaal niet horen en wil hij een andere uitleg. De voorzitter reageert dat de raad ook het voorstel van het college kan krijgen en de raad kan dan zelf bepalen of deze een presentatie wil. Dat is aan de raad. De heer Oudshoorn geeft aan dat hij dat laatste eerder wil dan een promotiecampagne van de Delta. De voorzitter merkt op dat de raad na dinsdag het voorstel heeft en dan hoort hij of de raad daarop nog op- of aanmerkingen heeft. De heer Faasse merkt op dat er toch niks tegen een presentatie van de Delta is. De voorzitter zegt dat hij zal kijken of dat geregeld kan worden. De heer Oudshoorn merkt vervolgens op dat de fractie al een jaar of vijf vraagt, wat betreft bijstandsuitkeringen enzovoort, om de netto cijfers in plaats van de bruto cijfers. Tot zijn grote verrassing leest hij nu in het ‘gele krantje’ een keurige uitleg over de regeling van € 250,-- en daarbij de netto bedragen. Hij bedankt de wethouder hiervoor.
13. Sluiting. De voorzitter bedankt voor de inbreng en de aanwezigheid, ook de mensen op de publieke tribune. Hij sluit de vergadering om 21.00 uur.
Wissenkerke, 1 december 2011
de griffier,
de voorzitter,
Raadsvergadering 1 december 2011/Pagina 14