VERSLAG
5
10
15
Voorzitter: Griffier:
van de openbare raadsvergadering van de gemeente Heerenveen, gehouden op donderdag 8 december 2011. de heer T.J. van der Zwan, burgemeester mevrouw W.J.M.A. Jansen, griffier
Aanwezig: mevrouw De Beer-de Vries (PvdA), de heer mr. J.C.F. Broekhuizen (CDA), mevrouw Z. van Brussel-Wiebenga (VVD), de heer A. Duiker (PvdA), heer A. Eijer (FNP), de heer L. Eijzenga (GL), de heer E. Ertugrul (PvdA), mevrouw ing. R. Haarsma-de Jong (CDA), mevrouw C. de HeijNap (CU), de heer P. Hooijsma (FNP), mevrouw dr. J.M. van Leeuwen (D66), de heer A.R. Leijendekker (CU), de heer J. Meijer (PvdA), de heer W. Mulder (PvdA), de heer mr.drs. R.T. Offringa (PvdA), mevrouw M. Pit-Drost (GBH), de heer J. Seldentuis (D66), de heer T.J.G. Tuithof (GBH) de heer J. van Veen (VVD), mevrouw E. van der Ven-de Vos (PvdA), de heer M.A. van der Ven (GBH), de heer T.A. Waterlander (VVD), de heer F.P. de Wit (VVD) en de heer J.R. Zoetendal (PvdA) Afwezig: mevrouw dr. E.C.M. van Ruijven, de heer J. Abma (CDA) en de heer L. van Dijk (GBH)
20
25
1.
De voorzitter: dames en heren, van harte welkom. Ik open onze vergadering, welkom ook aan de mensen op de publieke tribune. Ik heb bericht van afwezigheid gekregen van mevrouw Van Ruijven, van de heer Abma en van de heer Van Dijk. De rest van de raadsleden is aanwezig. 2.
30
Vaststelling van de agenda
De voorzitter: u heeft een nieuwe agenda toegestuurd gekregen. In zoverre nieuw dat daar een aantal stukken aan is toegevoegd, reglement van orde, reglement van het presidium en de werkgeverscommissie. Dat is akkoord dat we de agenda zo vaststellen? Aldus. 3.
35
Opening
Mondeling vragenuur
De voorzitter: de heer Broekhuizen geef ik het woord, die heeft wat voor het mondeling vragenuur. Gaat u uw gang. De heer Broekhuizen (CDA): dank u voorzitter. Het is december en ik heb één vraag aan het college: Thialf, hoe is het? Tot zover.
40
45
50
De voorzitter: dat klinkt eerder als een uitroep dan als een vraag. Wethouder Buwalda, zou u de heer Broekhuizen kunnen bedienen? Wethouder Buwalda: hoe het met Thialf is, volgens mij gaat het daar heel goed mee. Dat hebben we het afgelopen weekend ook weer kunnen zien, uitstekende tijden. Maar u bedoelt zeer waarschijnlijk of er dit jaar nog een voorstel naar de raad toegaat. Wij zullen in ieder geval in het college deze maand een besluit nemen, de verwachting is dat we dat op de dertiende zullen doen, dinsdag de dertiende. Dan verwachten wij een besluit te nemen over een voorkeur voor een nieuw, c.q. vernieuwd Thialf. De voorkeur zullen wij vervolgens ter besluitvorming aan uw raad voorleggen en de behandeling zal zijn in januari en februari. De heer Eijer (FNP): in oanfoljende fraach foarsitter? De voorzitter: ik kijk even rond, eerst naar de heer Broekhuizen. Heeft u er nog een vraag over?
55
60
De heer Broekhuizen (CDA): ik heb er geen vraag meer over, maar ik ben blij dat het nu eindelijk zover is dat er een ei gaat worden gelegd en ik zie met interesse het nieuwe voorstel tegemoet. De voorzitter: akkoord, ik kijk of er anderen zijn die daar vragen over hebben? De heer Eijer van de FNP-fractie.
1
De heer Eijer (FNP): in oanfoljende fraach, 13 desimber falt it beslút, de besluten fan it kolleezje wurde faak in wike letter bekend makke, mar ik hoopje dat dit beslút even wat earder bekend makke wurdt.
5
10
De voorzitter: ik kijk even naar de wethouder, ik geloof dat er 14 december sowieso een persconferentie is? Wethouder Buwalda: ja, dat besluit wat wij aanstaande dinsdag nemen wordt via perscommunicatie bekendgemaakt en wordt ook afgestemd met Gedeputeerde Staten. Dus wat dat betreft is het op de 14e openbaar. De voorzitter: akkoord? U bent zo goed geïnformeerd?
15
4a. 4b. 4c.
Verslag van de openbare raadsvergadering van 10 november 2011 Verslag van de openbare raadsvergadering van 14 november 2011 Verslag van de openbare raadsvergadering van 22 november 2011
De voorzitter: agendapunt 4 zijn verslagen van drie van uw vergaderingen, ik ga ervan uit dat die allemaal uw instemming kunnen wegdragen? Dat is het geval.
20
5.
Lijst ingekomen stukken
De voorzitter: de lijst van ingekomen stukken, pagina 35 in de bundel. Akkoord verder over de voorstellen ter afdoening? Dat is het geval.
25
6.
Verzoeken om interpellatie ex artikel 42 en inlichtingen ex artikel 44 Reglement van Orde
De voorzitter: er is geen agendapunt 6.
30
35
40
7.
Beleidsmatige heroverweging lokaal vervoer
Motie op grond van artikel 30 van het reglement van Orde voor de vergadering van de gemeenteraad in Heerenveen Van : Indienende partijen Aan
: De voorzitter van de raad
Naar aanleiding van Betreft
: Punt 7: Lokaal vervoer : Aanvullend onderzoek
Raad in openbare vergadering bijeen d.d. : 8 december 2011 _______________________________________________________________________________
45
50
55
60
Overwegende dat: Het college voorstelt het openbaar vervoer gedeelte van het lokaal openbaar vervoer te stoppen Daartoe voornemens is de concessie (die afloopt op 11 augustus 2012) niet te verlengen Deze maatregel voor de huidige gebruikers van het ov gedeelte aanmerkelijke consequenties kan hebben Onder ander doordat Heerenveen geen dekkend openbaar vervoersnetwerk heeft waardoor het voor ouderen en minima (die buiten de wmo-criteria vallen) moeilijk is binnen Heerenveen van punt A naar B te komen in plaats daarvan het lokaal vervoer, zowel voor WMO geïndiceerde personen als voor niet WMO geïndiceerde personen wordt uitgevoerd door een taxibedrijf , de bestaande regeling in grote lijnen overeenkomt met wat in andere plaatsen stadsvervoer heet De participatieraad in een brief d.d. 22 november 2011 adviseert om te onderzoeken of er geen alternatieve mogelijkheden zijn om te besparen op de kosten van het lokaal vervoer en daar graag bereid toe is hierin mee te denken. Het college niet is ingegaan op het advies van de participatieraad. De concessie m.b.t. lokaal vervoer verloopt op 11 augustus 2012 Dat er dus voldoende tijd is om te onderzoeken of er haalbare alternatieven zijn waarbinnen de beoogde bezuiniging zoals bedoeld in de V&P nota 2011 eveneens kunnen worden gerealiseerd, en waardoor het lokale vervoer voor niet WMO geïndiceerden in stand kan blijven,
2
Besluit: Het nu voorliggende voorstel „niet besluit rijp‟ te verklaren
5
10
Draagt het college op: Het advies van de participatieraad over te nemen en te onderzoeken of en zo ja onder welke voorwaarden, zo mogelijk binnen de bezuinigingtaakstelling van de nota V&P, het lokale vervoer voor niet WMO geïndiceerden (waar onder ouderen en minima) in stand kan blijven Hierover in overleg te treden met de participatieraad Uiterlijk 1 februari 2012 een nieuw voorstel te doen aan de gemeenteraad Datum: 8 december 2011 Ondertekening(en), naam en partij:
15
20
Hans Broekhuizen, CDA Jaap Seldentuis D66
De voorzitter: ik kijk even rond wie daarover het woord wenst te voeren. De heer Broekhuizen van de CDA-fractie, de heer Seldentuis van de D66-fractie, de heer Eijzenga van de GroenLinksfractie, de heer Leijendekker van de ChristenUnie. En ik begreep dat er een motie is ingediend door de D66-fractie, dat is correct? Samen met het CDA. Dus ik zou even willen vragen, wie heeft daar de lead? Dat is de CDA-fractie? Dan geef ik de heer Broekhuizen het eerst het woord. De heer Broekhuizen (CDA): ik geef graag het woord aan de heer Seldentuis, die heeft de lead.
25
30
35
40
45
50
55
60
De voorzitter: as always, gaat u uw gang. De heer Seldentuis (D66): voorzitter, collega‟s, de heroverweging van het lokale vervoer. Ik wil er nog een paar dingen over zeggen, hoewel ik het idee heb dat de brief die wij daarover hebben geschreven aan elk raadslid op zich voldoende duidelijk is. De regeling is in 1994 ontworpen tegen de achtergrond van het terugdringen van het autoverkeer. De economische situatie was op dat moment zo slecht dat er ernstig bezuinigd moest worden en dat de regeling die er tot toen bestond niet meer financieel verantwoord werd geacht. Heerenveen koos voor de vorm van vervoer zoals die er nu ligt, Wmo-vervoer - wat toen natuurlijk nog anders heette - en het vervoer van niet Wmo-ers op het lokale niveau hier in de plaats Heerenveen. En vandaag moet er weer worden bezuinigd, nu om de nog slechtere economische situatie en nu heeft het college bedacht om het niet-Wmo-deel van het lokale vervoer dan maar te laten vallen. Ik moet daar wel bij zeggen dat er een bezuiniging is ingerekend op basis van het V&P-rapport van begin dit jaar, dus we zullen wel aan een bezuiniging vast zitten. Maar volgens ons moet dat ook mogelijk zijn op een andere manier. Een merkwaardige conclusie in het voorstel van het college is dat het autoverkeer alleen maar is toegenomen en dat wij met het lokaal vervoer niet hebben kunnen voorkomen dat de automobiliteit is gestegen. Dat vind ik een wat naïeve opmerking, in die zin, dat we toch niet echt gedacht hadden dat wij het niveau van automobiliteit door middel van een dergelijke regeling zouden kunnen beïnvloeden. Anders gezegd, er is niets wat aantoont dat de automobiliteit niet zou zijn gestegen als het wel gelukt zou zijn. Met andere woorden, niet aantoonbaar is dat de regeling zoals wij die hebben ook op maar enige manier invloed zou hebben gehad op de automobiliteit. Het lokaal vervoer is wat ons betreft vergelijkbaar met stadsbussen. En wanneer kun je nu concluderen dat het hebben van een stadsbus van invloed is op de automobiliteit? Dat geldt dus voor ons vervoer op dezelfde manier. Ook maar opheffen dan, de stadsbus? Dat lijkt me niet. Ik denk ook dat daar niet zo gemakkelijk aan wordt begonnen. Het lokale vervoer, voor Wmo-ers, maar ook voor niet Wmo-ers, kan buitengewoon essentieel zijn voor een bepaalde categorie mensen. En er zijn wat voorbeelden die ik ook al genoemd heb, maar die ik nog even wil herhalen. Het bezoek aan het ziekenhuis voor niet Wmo-ers is een probleem, want er is geen bushalte. De Belvédère, het museum, is per openbaar vervoer niet bereikbaar. Wij hebben gezegd; het college heeft nagelaten om goed te onderzoeken welke alternatieven er zijn en we hebben in de brief die wij hebben geschreven ook een alternatief aangedragen. En dat is maar één van de mogelijkheden, misschien zijn er wel meer omdat ook de participatieraad wel is geïnformeerd, maar niet bij het overleg betrokken is geweest en misschien heeft de participatieraad ook nog wel hele goede ideeën over hoe je het lokale vervoer vorm zou kunnen geven anders dan nu het geval is en rekening houdend met de bezuinigingen. Dat wat betreft de communicatie. Oenema is ook apart ingelicht en de participatieraad ook, maar wij zouden vinden dat er overleg zou moeten zijn met die partners. Oenema schijnt wel ideeën te hebben over hoe dat vorm gegeven zou kunnen worden, maar wij vinden dat dat overleg nog moet plaatsvinden, dat er nader overleg moet zijn. Dat ons voorstel van omgekeerde aanbesteding, zoals we dat in de brief hebben gezegd, ruimte moet krijgen en meer in algemeenheid vinden wij dus dat er nader
3
onderzoek moet plaatsvinden voordat er een definitieve beslissing wordt genomen over de vorm van het lokaal vervoer. Dank u. De voorzitter: dank u wel. De heer Broekhuizen.
5
10
15
20
25
30
35
40
45
De heer Broekhuizen (CDA): dank u wel voorzitter. Samen met D66 hebben wij deze motie opgesteld en dienen wij die in, omdat wij vinden dat dit voorstel nog niet besluitrijp is. Wij vinden dat er nog teveel haken en ogen aan zitten en nog teveel open einden. Ik zal er een aantal noemen en een aantal komt overeen met wat de heer Seldentuis heeft genoemd, maar ik begin met te zeggen, dat we eigenlijk nog niet eens precies weten wie nu gebruik maken van deze voorziening, wel het Wmo-gedeelte, maar het gaat ons natuurlijk om het OV-gedeelte. Dat blijkt ook maar weer uit de beantwoording van technische vragen van de ChristenUnie, we weten niet wie nu precies in die doelgroep zit. Dat maakt het dus ook moeilijk om dit af te doen als een luxe voorziening. Er zal ongetwijfeld een aantal mensen zijn dat dit als een luxe voorziening gebruikt, maar er zullen toch ook groepen zijn die niet al te veel vet op de ribben hebben en waar we toch echt wel een steuntje voor in de rug kunnen organiseren. En die doelgroepen zouden we dan eerst eens in kaart willen hebben - wie treft dit nu precies - voordat we dit af gaan schaffen. Uit de stukken blijkt wel dat als we het afschaffen meer mensen gebruik gaan maken van de Wmo, meer mensen dan nu het geval is. Dat betekent dat we daar dus een groei krijgen waarbij natuurlijk ook weer kosten in beeld komen. Dus aan de ene kant denken we te gaan bezuinigen, aan de andere kant zou ons dat toch weer geld gaan kosten. Dat zou toch eerst eens beter in beeld moeten komen voordat we dat besluit nemen. En tot slot wil ik nog even refereren aan de participatieraad die ook heeft gezegd; dank u wel dat u ons dit stuk heel laat heeft toegestuurd, wij kunnen er nu niet echt een advies over geven, maar wij zien wel mogelijkheden om daar toch nog nader op in te gaan en wij willen daar ook wel met u over meedenken, met name – en dat vind ik een heel goed punt van de participatieraad – omdat Heerenveen geen dekkend stelsel heeft voor het openbaar vervoer. Je kunt heel makkelijk nu zeggen, we schaffen dit af en mensen pakken maar de bus of de fiets of die lopen maar een stukje, maar er zal een flink aantal mensen zijn dat niet in de Wmo valt, maar dat toch in een wijk woont waar geen bus komt. Ik noem maar Skoatterwâld, daar woon ik zelf, daar komt geen bus. Je zult maar bij De Spil wonen bijvoorbeeld, daar is geen supermarkt. Je wilt toch naar het ziekenhuis bijvoorbeeld. Dan heb je daar geen busverbinding en bij het ziekenhuis heb je ook geen busverbinding. En je zult maar 80 jaar zijn en wat moeilijk ter been, nog net niet Wmo, dat valt allemaal nog wel mee, maar goed, je wilt toch die kant op, die mensen kunnen nu nog gebruik maken van een twee euro-voorziening en die zouden dan straks naar misschien wel zes euro, dus dat is een stijging van 300%, moeten. Dat soort dingen zouden we toch graag eens beter onderzocht willen hebben en zeker als de participatieraad daar ook een open uitnodiging toe doet aan het college om mee te willen denken. Om te kijken of dat soort groepen mensen, dus ouderen en minima, daar toch niet zo zwaar getroffen worden, dan vinden wij dat we dat eerst moeten uitzoeken en dan pas daar een besluit over nemen. En daarom ons voorstel om dat onderzoek te laten doen door het college en daar in februari op terug te komen. En we kiezen dat specifiek in februari, we snappen ook wel dat deze voorziening in augustus afloopt, dus dat je dan ook wel zeker moet weten wat je wilt en daar mag je dus ook een flink stuk voor zitten omdat je de bedrijven die daarbij zitten ook vroegtijdig wilt informeren. Dus 1 februari lijkt ons een reëel moment om dat voor elkaar te hebben en om dan opnieuw bij deze raad een voorstel te doen. Dank u wel. De voorzitter: dank u wel heer Broekhuizen. De heer Leijendekker van de ChristenUnie.
50
55
60
De heer Leijendekker (CU): voorzitter dank u wel. Het betreft hier een beleidsmatige heroverweging en op zich is dat altijd goed om beleid te heroverwegen, want dan kom je ook tot nieuwe inzichten. En daar ligt gewoon ook een bezuinigingsopdracht en die wordt hier toch wel mee aangetoond. We hebben daar een aantal vragen over gesteld en dan blijft eigenlijk een beetje in het midden hangen onze vraag 3 naar het alternatief. In het stuk wordt wel een aantal scenario‟s uitgewerkt, het doelgroepverhaal, we kunnen het niet helemaal wegen. En één ding is wel duidelijk, zoals het stuk aangeeft komt er geen alternatief onderzoek. En daarom staan wij wel sympathiek tegenover deze motie, omdat we eigenlijk een soort zelfde vraag daarover hebben, als het gaat om alternatieven. We hebben daar ook nog wel weer een vraag bij, maar die kan goed door het college beantwoord worden denk ik: lopen we nog tegen problemen aan als we dit besluit uitstellen, als het gaat over het opzeggen van het contract? Tot zover. De voorzitter: dank u wel. De heer Eijzenga van de GroenLinks-fractie.
4
5
10
15
20
25
30
35
De heer Eijzenga (GL): tankewol foarsitter. We hoege der no net al te folle wurden mear oan smoarch te meitsjen, mar wy steane hiel sympatyk tsjinoer de moasje fan D66 en it CDA, want it treft dochs altiten wer de wat swakkere minsken yn ús gemeente. Fan de minsken dy‟t krekt net yn de Wmo falle en lit stean yn de WWB – dat kaam ik tsjin yn de antwurden fan de ChristenUnie – en ja, GrienLinks makket him altiten faak sterk foar dat soart minsken dy‟t sis mar wer tusken de wal en it skip driigje te fallen. Dus dy minsken moatte dochs nei it sintrum, of nei it stasjon of nei it sikehûs ta en wy fine einliks dat dat iepenbier ferfier op dizze manier safolle mooglik yn stân hâlden wurde moat. Tankewol. De voorzitter: dank u wel. Dat is de raad in eerste termijn. Dank kijk ik naar het college, wethouder Siebenga. Wethouder Siebenga: voorzitter dank u wel. De aanleiding voor de motie begrijp ik eigenlijk wel, maar er is ook een aanleiding voor het voorstel zoals het hier ligt en die aanleiding is puur een formulering vanuit bezuinigingen. En die bezuinigingsopdracht hebt u als raad een tijd geleden zelf mede geformuleerd. We moeten gaan bezuinigen op dit punt, er ligt gewoon een taakstelling en binnen die opdracht hebben we als college ons best gedaan om te kijken van hoe zouden we dat gestalte kunnen geven? En ik zeg dat toch even met nadruk, want de ondertoon van een aantal bijdragen is toch een beetje van; hier ligt wel wat, maar waarom zijn er niet drie of vier alternatieven aangereikt? Mijn antwoord daarop is helder, die hebben we niet kunnen vinden. We hebben niet zomaar even één, twee, drie, op een achternamiddag dit verhaal in elkaar gestoken, omdat dat nog even moest. Nee, hier is zeer serieus naar gekeken en als er verschillende varianten zouden zijn geweest die kansrijk zouden zijn, dan hadden we die gewogen. Met andere woorden het antwoord op de motie in feite van „ga dat allemaal nog eens even overdoen en wellicht is er dan nog iets‟; vanuit het college kan ik u zeggen dat wij niet van plan zijn om dat te gaan doen, omdat dat in onze ogen niet een kansrijke exercitie is. We hebben gekeken naar de bestaande budgetten, we hebben gekeken naar de bezuinigingstaakstelling, die € 150.000 plus die ton, we hebben naar de kosten gekeken. We hebben een uitkomst daar gekregen zoals die voorligt. En dan komt het andere verhaal van u, u zegt dit zou consequenties kunnen hebben voor bepaalde groepen in de samenleving. De ouderen worden genoemd. Nou, dan wil ik daar wel tegenover inbrengen dat iemand die 65+ is zich best zelf kan redden. Of 70+ of nog ouder. Mensen in die categorie die in de buitendorpen wonen redden zich ook zelf. Met andere woorden, dat kun je wel zwaar aanzetten, maar ik vraag me dan ook wel af hoe zwaar zou u dat willen aanzetten? De voorzitter: de heer Broekhuizen. De heer Broekhuizen (CDA): voorzitter, in de buitendorpen rijdt meestal wel een bus. In sommige wijken van Heerenveen niet.
40
Wethouder Siebenga: ja, daar rijdt meestal wel een bus … De heer Mulder (PvdA): als je van de Wolter Jagerswijk naar de Schoterlandseweg wilt, daar is ook geen bus mijnheer Broekhuizen!
45
50
55
60
De voorzitter: ho, ho, de heer Mulder raakt er helemaal opgewonden van. Wethouder Siebenga: ik bedoel hier maar mee aan te geven, het is wel gemakkelijk om aan te geven van; nou, en dé ouderen dan? Hoe oud of hoe jong die dan mogen zijn, dat is ook een relatief begrip. En de minima? Ja, ten aanzien van die minima hebben we een algemeen vangnet, een achtervang, minimabeleid, Wmo-beleid. En het Wmo-verhaal, dit onderdeel, blijft ook gewoon bestaan. Dat hebt u ook kunnen lezen in het voorstel. En ik herhaal nog eens even de regeling die wij hadden, die we nu gaan heroverwegen, die is destijds in het leven geroepen met name vanuit het terugdringen van automobiliteit. Dat is net door D66 ook aangehaald. Dus de reden was niet de voorname reden om een vervoerssysteem te bedenken voor de minima. Dat is dus beslist niet het geval geweest destijds. Ten aanzien van die minima heb ik gezegd, daar hebben we een regeling voor. Het zou kunnen dat er straks een iets groter beroep wordt gedaan door de minima op deze regeling. Hoe die uitkomst eruit zal zien precies, kunnen wij niet exact inschatten. We zullen dat zien. Als dat meer kosten met zich meebrengt komen we daar bij u op terug. Dat zijn de argumenten van de zijde van het college op het voorstel wat de motie behelst. Maar dan kom ik ook nog even op de motie zelf. De voorzitter: de heer Broekhuizen.
5
De heer Broekhuizen (CDA): ik hoor de wethouder zeggen, dan kom ik wel bij u terug als ik meer weet over de financiën, maar zou het niet gewoon verstandiger zijn om dat eerst eens goed te bekijken voordat we een besluit nemen?
5
Wethouder Siebenga: nee, wij kunnen niet precies inschatten hoeveel mensen die nu niet een beroep doen op de Wmo straks wel een beroep doen op de Wmo. Dat zou mogelijk een toename kunnen zijn, maar ik zeg ook nadrukkelijk het woord „mogelijk‟. Wij weten dat niet precies. De voorzitter: de heer Seldentuis.
10
15
20
25
30
De heer Seldentuis (D66): voorzitter, wat opvalt is dat de wethouder stelt dat hij bepaalde inschattingen niet kan maken, maar de andere kant op kan hij ze kennelijk wel maken. Hij kan wel als inschatting maken dat hij zoveel bezuinigt als hij bezuinigt. En dan doel ik met name op dat Wmo-deel, wat dat vervolgens gaat kosten dat kunnen we ook niet inschatten. Wethouder Siebenga: wij weten ten aanzien van het voorstel wat hier voorligt wat we gaan bezuinigen. Dat is € 210.000, dat is € 60.000 meer dan we als taakstelling hebben meegekregen. Die € 60.000 vinden we niet erg dat we die nu extra gaan bezuinigen, we zullen ook tegen tegenvallers oplopen, dat zal nog meerdere keren gebeuren. Dit is één van de vele voorstellen die we aan u zullen voorleggen waar het gaat om de behoorlijke bezuinigingsparagraaf die we met zijn allen hebben afgesproken. Dit is één van de vele die nog zullen volgen. Maar ik kom nog even op het woord „mogelijk‟ terug. In de motie is onder het eerste punt aangegeven om zo mogelijk binnen de bezuinigingstaakstelling van de V&P-nota te gaan opereren. Zo mogelijk. Daarmee spreekt u datgene tegen wat u als raad zelf hebt afgesproken. U hebt nadrukkelijk ons een taakstelling meegegeven en die zet u hier ter discussie. Dus ten aanzien daarvan zou ik alleen al zeggen, met zo‟n opdracht zou de raad nooit akkoord moeten gaan. Bij de derde bullet in de motie staat: 1 februari 2012 een nieuw voorstel te doen aan de gemeenteraad. Dat sluit ik ook uit. We zullen dan met hetzelfde voorstel komen, omdat we geen alternatieven hebben kunnen vinden. In onze ogen is er geen nieuw voorstel. Op grond van deze argumenten en datgene wat ik net heb gezegd, raad ik uw motie ten zeerste af. De voorzitter: de heer Broekhuizen.
35
40
45
De heer Broekhuizen (CDA): even over het punt „zo mogelijk binnen de bezuinigingstaakstelling‟, de wethouder zegt dat er € 210.000 wordt bezuinigd, waar € 60.000 in de plus zit. En de wethouder zegt, daar willen we dan later nog eens naar kijken. Ons voorstel is om daar nu vast naar te kijken, misschien kun je juist door die € 60.000 in te zetten wel een groot gedeelte van de mensen helpen. Tegelijkertijd dat die niet naar de Wmo gaan of op een andere manier. Dus er is ruimte, dus waarom kunt u daar niet naar kijken? Dat snap ik niet helemaal. Wethouder Siebenga: of die ruimte er is, kijk je kunt natuurlijk op het scherpst van de snede kijken naar die bezuinigingsopdracht; € 150.000 en niks meer en we gaan die € 60.000 gelijk op een andersoortige manier invullen. Vroeger is dat wel eens gedaan, die tijd is geweest. Die € 60.000 gaat terug naar de algemene middelen en daarmee gaat u er integraal over waar u dat geld – of meer of minder – voor zult willen inzetten. Dat is aan u, dan. Dus ook in die zin handelen we conform de afspraken die wij met de raad hebben gemaakt. De voorzitter: de heer Seldentuis.
50
55
De heer Seldentuis (D66): voorzitter, ik zou de wethouder willen vragen of hij nog gekeken heeft naar het voorstel in onze brief waarin wij zeggen, je moet het eigenlijk omgekeerd aanbesteden. Dat wil zeggen dat je een vast bedrag ter beschikking hebt en dat je aan marktpartijen vraagt wat ze daar precies voor kunnen leveren en dan het liefst bovenop de Wmo. Hebt u daar nog naar gekeken? Wethouder Siebenga: ik heb naar die opmerkingen gekeken, maar dat is een dusdanig laag bedrag dat je daar geen vervoersverhaal voor in stand kunt houden. De heer Seldentuis (D66): heeft u daar overleg over gepleegd met Oenema?
60
Wethouder Siebenga: nee, daar heb ik niet met Oenema overleg over gepleegd, dat … De heer Seldentuis (D66): hoe weet u dan dat dat niet kan?
6
Wethouder Siebenga: dat heb ik intern binnen de ambtelijke organisatie bekeken, een inschatting gemaakt wat we voor € 60.000 zouden kunnen doen. De heer Seldentuis (D66): dat lijkt me wat een laag bedrag.
5
De voorzitter: mevrouw Van Leeuwen. Legt u het nog eens even uit? Mevrouw Van Leeuwen (D66): de bedoeling is natuurlijk dat u uitgaat van dat bedrag wat u nu ook kwijt bent en niet van € 60.000.
10
15
20
Wethouder Siebenga: ik dacht dat wij met zijn allen hadden afgesproken dat we die bezuinigingstaakstelling, in ieder geval € 150.000 plus € 100.000 gaan doen, geen open eindjes ook meer met die 100.000 die de provincie vroeger wel betaalde, nu niet meer. Dat is de opdracht die wij van u hebben gekregen als raad. Mevrouw Van Leeuwen (D66): dat is het grappige juist van een omgekeerde aanbesteding, dan weet je zeker waar je mee bezig bent en dat bent u in deze situatie nog steeds niet. Maar de bedoeling is niet het oude bedrag, maar het bedrag wat u nu ook kwijt bent in het voorstel zoals u dat nu zelf heeft voorgelegd. Dat is natuurlijk dan het uitgangspunt: wat nu aan de Wmo wordt besteed. Wethouder Siebenga: het Wmo-deel blijft gewoon zoals het is. Daar knutselen wij niet aan, dat blijft gewoon intact.
25
De voorzitter: ik geloof dat u elkaar niet goed begrijpt. Mevrouw Van Leeuwen (D66): u kunt ook omgekeerd aanbesteden, uitgaande van dat bedrag wat u nu aan de Wmo-geïndiceerden kwijt bent.
30
De voorzitter: eerst even de vraag van D66, daar wordt eigenlijk gevraagd; als we nu op een hele andere manier die markt benaderen, maar wel met de uitgangspunten die u nu al heeft bereikt, zouden we dan meer vervoer kunnen krijgen dan wat we nu krijgen? Dat is eigenlijk wat u vraagt. En de vraag is, heeft u daarnaar gekeken wethouder?
35
Wethouder Siebenga: daar hebben we naar gekeken, onze inschatting is dat je daar geen fatsoenlijk vervoerssysteem voor op poten kunt krijgen. De voorzitter: akkoord. De heer Hooijsma.
40
45
De heer Hooijsma (FNP): ik woe dêr in ferdúdliking op meitsje, want ik bedoelde dat ek. Allinnich je moatte natuerlik wol mei de merkpartijen prate, want dy ynskatting moatte je hjir net allinnich yn it gemeentehûs meitsje, mar ek mei de partijen dy‟t it betreft. Wethouder Siebenga: wij hebben ook gezien dat Oenema zich met particulier initiatief gaat bewegen. En hoe die beweging er exact uitziet, dat weet ik op dit moment niet, maar dat laat ik over aan particulier initiatief. De heer Hooijsma (FNP): op dit momint is dat hiel belangryk.
50
Wethouder Siebenga: ja. De voorzitter: akkoord, goed. De heer Eijer (FNP): ik hie, foarsitter, noch in oare fraach.
55
60
De voorzitter: kan dat niet in de tweede termijn, een hele korte … De heer Eijer (FNP): in reaksje fan de wethâlder einliks, at ik syn ferhaal goed begryp, hy seit, alternativen binne der net en wy as kolleezje sjogge der ek net nei. Dus hâldt dat yn dat at de moasje wol oannaam wurdt, dat jimme him by jim dellizze? Dat begryp ik einliks út de wurden fan de wethâlder. Wethouder Siebenga: ja, omdat zeg maar, wij niet over één nacht ijs zijn gegaan.
7
De heer Broekhuizen (CDA): voorzitter, ik heb nog een vraag aan de wethouder over dat „één nacht‟. De voorzitter: laatste vraag dan hè?
5
10
15
De heer Broekhuizen (CDA): ja, zeker. En dat is, hoe serieus neemt u nu de adviezen van de participatieraad? Want die geven u een open uitnodiging, die zeggen, wij zien nog wel kansen, maar u zegt; ja, dat interesseert mij eigenlijk niet, ik heb daar helemaal geen zin in om daarnaar te kijken. Wethouder Siebenga: die woorden, dat zijn uw woorden, dat zijn niet de mijne en die toonzetting bevalt me ook helemaal niet. Wij hebben een hele goede verhouding en relatie met de participatieraad en als daar een deugdelijk alternatief op voorhand op tafel was gekomen, dan hadden we daar zeker iets mee gedaan. Maar we hebben eigenlijk ook niet meer dan een uitnodiging gehad, Ik ken de brief, dacht u dat ik de brief niet had gelezen? Er ligt een voorstel en u moet er datgene mee doen wat u wilt doen. Tot zover voorzitter, wat mij betreft. De voorzitter: de heer Meijer
20
De heer Meijer (PvdA): ik heb uit het verhaal van andere fracties begrepen dat er straks wellicht ook gaten vallen in het OV-systeem. Mijn vraag aan de wethouder was of hij daar nog even op wilde reageren wat hij daaraan gaat doen als straks - als wij dit besluiten - gaten gaan vallen in het OV-systeem, of naar boven komen in ieder geval, hoe gaat hij dat oplossen?
25
Wethouder Siebenga: hoe bedoelt u, welke gaten in het OV-systeem zullen gaan vallen, mogelijk gaan vallen. Dat er bepaalde mensen geen gebruik meer maken of kunnen maken? De heer Meijer (PvdA): bijvoorbeeld dat er geen halte is bij het ziekenhuis, gaat u dan met de provincie om tafel om te kijken hoe dat opgelost kan worden?
30
35
Wethouder Siebenga: ik kan u zeggen ten aanzien van de halte bij het ziekenhuis zijn we al een paar maand in overleg met zowel de directie van het ziekenhuis als met de provincie. Dat zijn ook dingen die wij hebben erkend en ook mee bezig zijn. Maar dat gaat niet alleen ons aan, dat is een samenspraak tussen de gemeente en met name ook de directie van het ziekenhuis en de provincie. Dat is een half jaar geleden al voor het eerst op tafel geweest. De heer Meijer (PvdA): dus de eventuele gaten die nu in het OV-systeem naar voren komen die gaat u nu met de provincie samen oplossen?
40
45
50
55
60
Wethouder Siebenga: ja, kijk, ik kan niet zeggen; ieder gat. En wat is een gat dat in een OVsysteem valt? Er is ook een algemene regeling, de afstand van 800 meter van de ene halte naar de andere halte, mensen kunnen eigenlijk nooit verder dan die 800 meter van een halte af wonen. Dat zijn dan wettelijke regelingen. Of die in Heerenveen één op één helemaal gelden dat weet ik niet precies, maar dat scheelt niet zoveel. Er zitten een paar gaten en dit is er één van. Maar van de andere kant hebben we natuurlijk ook nog een groot buitengebied waar deze discussie zich helemaal niet voordoet en waar ook plekken zijn waar het openbaar vervoer zoals ik heb aangegeven wat minder is dan dit. En het is ook maar de vraag of de komende jaren het openbaar vervoer in het buitengebied nog blijft zoals het nu is. De voorzitter: dank u wel. Ik denk dat het college zo voldoende gelegenheid heeft gekregen om zijn standpunten uiteen te zetten. Ik kijk even voor een tweede termijn. De heer Seldentuis, mevrouw Pit namens GemeenteBelangen Heerenveen. De heer Seldentuis. De heer Seldentuis (D66): dank u wel voorzitter. De eerste opmerking van de wethouder is een terechte opmerking die wij ook hebben geconstateerd. Het voorstel van het college is ingegeven door bezuiniging en dat is nu een van de bezwaren die wij ertegen hebben. Want bezuinigen is op zich niet verkeerd, alleen je moet binnen die bezuinigingsdoelstelling verschillende mogelijkheden onderzoeken. En wij vinden nu juist dat er een aantal mogelijkheden niet is onderzocht. Het doet mij wat merkwaardig aan dat de conclusie wordt getrokken; er is geen oplossing, want wij hebben hem niet kunnen vinden. Mevrouw Van Brussel (VVD): voorzitter, bij interruptie? De voorzitter: mevrouw Van Brussel.
8
Mevrouw Van Brussel (VVD): welke mogelijkheden zijn niet onderzocht?
5
10
De heer Seldentuis (D66): de mogelijkheid van omgekeerde aanbesteding is bijvoorbeeld niet onderzocht. En er is niet onderzocht wat het effect is van een uitgebreider gebruik maken van de Wmo bijvoorbeeld. Van bepaalde effecten wordt wel een inschatting gemaakt en andere effecten, bijvoorbeeld dat effect van die extra Wmo-ers, daar wordt geen inschatting van gemaakt. En dat vinden wij merkwaardig. Dus zeker als er alternatieven worden aangedragen, dan vind ik het wat merkwaardig aandoen dat we dan zeggen van; we hebben het niet kunnen vinden en dus is het er niet. Het kan ook zijn dat het er wel is, maar dat je het niet hebt kunnen vinden. De voorzitter: zelfde resultaat.
15
20
De heer Seldentuis (D66): dat is uiteindelijk hetzelfde resultaat ja. Dan tenslotte nog de opmerking over Oenema, het particulier initiatief wat Oenema ontwikkelt, daarvan - en dat vind ik wat merkwaardig ook – zegt de wethouder; daar bemoeien wij ons niet mee. Ik vraag mij af wat de wethouder ertoe brengt om te concluderen: een particulier initiatief over het openbaar vervoer waar de gemeente belang bij heeft daar distantiëren wij ons van. Ik zou juist vinden dat het gemeentebestuur zich daar juist niet van moet distantiëren en datgene wat zo‟n bedrijf aandraagt van harte zou moeten steunen en desnoods ook faciliteren op de een of andere manier. Dat wou ik in tweede termijn nog even toevoegen. De voorzitter: dank u wel mijnheer Seldentuis. Mevrouw Pit.
25
30
Mevrouw Pit (GBH): dank u voorzitter. Wij kunnen deze motie helaas niet steunen, omdat wij namelijk wel voor de bezuiniging zijn en voor de taakstelling en wat dat betreft moeten wij alleen maar concluderen dat wij een compliment moeten geven aan het college wat betreft deze taakstelling. En daarnaast vinden wij wel dat iedereen gelijk behandeld moet worden Ook het buitengebied wordt op dit moment dus gelijk getrokken met de stad Heerenveen, dus wat dat betreft kunnen wij zeggen: wij steunen de motie niet. De voorzitter: dank u wel. Dat was denk ik de raad als het gaat om de inhoud, we gaan … De heer Broekhuizen (CDA): voorzitter, ik heb graag nog een tweede termijn.
35
De voorzitter: oh, sorry. De heer Broekhuizen (CDA): mijn vingertje ontging u.
40
Mevrouw Van Brussel (VVD): ik wil ook nog wel een tweede termijn. De voorzitter: oké, dan beginnen we met de CDA-fractie, de heer Broekhuizen, dan mevrouw Van Brussel. Zijn er nog anderen die een tweede termijn wensen? De heer Meijer van de PvdA-fractie.
45
50
55
60
De heer Broekhuizen (CDA): dank u wel. Ik ben niet overtuigd van het verhaal van de wethouder. Ik blijf dit een verhaal vinden met een open einde. Ik hoor de wethouder heel veel vertellen over kosten en bezuinigingen en besparingen, maar over de mens hoor ik niks. Ook de wethouder kan niet vertellen wie nu eigenlijk gebruik maken van deze voorziening. De gaten in het OV-systeem, en het is terecht dat de heer Meijer daar nog even naar vroeg want de casus ging heel specifiek over het ziekenhuis, maar er zijn hele wijken waar dat stukken minder is dus daar vallen zeker gaten als daar dadelijk niet gebruik kan worden gemaakt van deze OV-voorziening. De wethouder zegt, we zijn al een half jaar bezig om de ene halte bij het ziekenhuis voor elkaar te krijgen. Nou ja, als je dan al een half jaar aan het praten bent, dan zie ik al weinig succes aan de horizon, en te meer nog als dat zo was dan had dit ook al in dit stuk kunnen worden opgenomen, want juist dat hele OV-gebeuren dat is toch een punt wat ook de participatieraad aanbrengt. Dus als het college daar zo hard mee bezig is om het op te lossen en dat ook als probleem ziet, had ik daar graag hier toch iets meer resultaat gezien. Maar goed, dat ligt er niet. Ons voorstel is om het dus iets uit te stellen tot 1 februari. Dan heeft u nog even iets meer tijd om die OV-gaten goed te bekijken. Het lijkt mij alleen maar dat het daar sterker van wordt. En dan het onderdeel buitengebied, natuurlijk zit daar wat rechtsongelijkheid in. Aan de andere kant, in het buitengebied rijden over het algemeen meer bussen, zeker op loopafstand. Want hier zijn echt wijken waar je, nou, ik denk haast meer dan 800 meter moet lopen hoor, voordat je bij een bushalte bent.
9
De heer Tuithof (GBH): dan woont u zeker niet in het buitengebied.
5
10
De heer Broekhuizen (CDA): nee, nu niet nee. Maar u moet verder lopen dan 800 meter naar een bushalte begrijp ik. Is dat niet juist? Oké. Dat vind ik voor deze gemeente toch jammer. En als er toch over gesproken wordt met de provincie, wacht er dan nog even mee zou ik zeggen. Dat is geen probleem. Dank u wel. Wij handhaven de motie en dan zien we wel wat daarvan komt. En ik doe zeker een beroep op zeker onze sociale partijen die graag willen dat minima een goed leven hebben en in ieder geval ondersteunen … De voorzitter: een beetje moeite met formuleren hè? De heer Broekhuizen (CDA): ja, ik zoek even naar woorden inderdaad.
15
De voorzitter: u zoekt even naar de juiste woorden. De heer Broekhuizen (CDA): ja, als het gaat om sociale partijen dan vind ik dat altijd maar linksig, maar ik doe daar wel een beroep op, om daar toch eens even goed naar te kijken, zodat …
20
De voorzitter: de heer Mulder. De heer Mulder (PvdA): folgens my hellet de hear Broekhuizen verskeidene dingen trochinoar hinne, want op minima wurdt net besunige. De minima komme wol yn oanmerking derfoar en de minsken fan de Wmo ek.
25
30
De heer Broekhuizen (CDA): niet alle minima zitten in de Wmo, mijnheer Mulder. De heer Mulder (PvdA): nee, dat wit ik wol, mar dêr leit oar jild foar. Dêr moatte wy as gemeente foar soargje, mar wy hoege net te soargjen dat de minsken dy‟t gebrûk meitsje fan de borrelbus soms, dat wy derfoar betelje moatte. En at Oenema dat oppakke wol, prima, mar dan hoege wy it as gemeente dochs net te dwaan? De heer Broekhuizen (CDA): nou komt u met een essentieel punt over de borrelbus, dat wij daarvoor betalen.
35
40
De heer Mulder (PvdA): nou ja, dat wurdt ek neamd, mar der binne ek wol oare minsken. De heer Broekhuizen (CDA): ja maar, ik zou graag eens willen weten, waar bestaat deze doelgroep uit? Zijn het borrelbusmensen, zijn het bejaarde mensen, zijn het minima die het nodig hebben? U weet het niet, ik weet het niet, de wethouder weet het niet. De heer Mulder (PvdA): at Oenema komt dan is dat prima dochs? Dan hoege wy as gemeente dochs net te fasilitearjen? Wy dogge oare dingen. Wat wy dwaan moatte dat dogge we, mar dit hoege wy net te dwaan, dan dogge we dat ek net.
45
De voorzitter: oké, akkoord? De heer Broekhuizen (CDA): ja, wij zijn er.
50
De voorzitter: dank u wel. Mevrouw van Brussel, namens de VVD-fractie. Mevrouw Van Brussel (VVD): dank u wel voorzitter. Ik had in eerste instantie niet gereageerd voor de tweede termijn, want ik dacht de motie wordt teruggetrokken nadat wij de argumenten hadden gehoord van de wethouder. Maar hij blijft begrijp ik toch staan.
55
De voorzitter: mevrouw Van Leeuwen. Mevrouw Van Leeuwen (D66): voorzitter, ik ben heel benieuwd welke argumenten van de wethouder u dan zo hebben overtuigd.
60
De voorzitter: ja, maar dat zou ze nu net gaan vertellen. Mevrouw Van Brussel (VVD): deze bezuiniging hebben wij in een eerder stadium afgesproken, wij zijn ook blij dat de taakstelling nu gehaald wordt. Bovendien blijft er toch lokaal vervoer
10
5
bestaan omdat een marktpartij dat oppakt. Ik begrijp dat D66 de woorden van de wethouder anders heeft opgevat in ieder geval dan wij. Wij denken dat de gemeente, dat het college er blij mee is dat Oenema, een private partij, dat oppakt. Er zijn beperkte middelen die je kunt inzetten om vervoer mogelijk te maken en voor wat betreft lokaal vervoer kiest de VVD ervoor om dan die middelen in te zetten voor de mensen die daar op grond van de Wmo recht op hebben. Wij gaan dus wel akkoord met het voorstel van het college wat er ligt en wij steunen de motie niet. Dank u wel. De voorzitter: dank u wel. De heer Meijer van de PvdA-fractie.
10
15
De heer Meijer (PvdA): bedankt voorzitter. De PvdA kan zich vinden in de argumentatie van het college dat het hier gaat om een luxevoorziening. We steunen de motie daarom ook niet. Voor de mensen die deze dienst echt nodig hebben zal deze blijven bestaan en voor de anderen geldt gewoon het OV-systeem zoals dat voor iedereen geldt in de gemeente Heerenveen. Wij vertouwen er ook op dat de wethouder zich zal blijven inzetten voor een goed OV-systeem in Heerenveen. En, ik ga dagelijks met de bus, ik loop er altijd voor om, gaat prima, geen problemen mee. En ik denk dat het in heel Heerenveen zo geldt. Dank u wel. De voorzitter: dank u wel. De heer Broekhuizen.
20
25
De heer Broekhuizen (CDA): voorzitter, ik heb even een vraagje aan de heer Meijer. De PvdA staat altijd gelijk voorop hier in deze zaal als het gaat om maatregelen uit Den Haag, die asociaal zijn, of verkeerd zijn en die mensen pakken. Nu is er echt iets wat wij hier regionaal kunnen regelen, echt plaatselijk, waar we ook echt over gaan, maar u geeft gewoon niet thuis richting de minima. De heer Meijer (PvdA): we hebben een behoorlijk bezuinigingsopgave en ik weet niet of u weet waar die vandaan komt, misschien zou u daar in Den Haag iets aan kunnen doen.
30
De voorzitter: volgens mij moeten we maar eens ophouden met dat ei bakken hè? Want dat kwam gewoon weer terug. De heer Hooijsma, u wilt ook nog? Het zou wel goed zijn als ik dan het rondje maak, dat u dan ook … De heer Hooijsma (FNP): ik hie de finger opstutsen.
35
40
45
De voorzitter: o, kijk aan. Gaat u uw gang. De heer Hooijsma (FNP): tankewol foarsitter. Yn ferbân mei de tiid hie ik earst heard hoe‟t it allegearre gong. Mar ja, ien spitich punt sit der by ús yn en dat is dat Oenema ynljochte is en net sein is fan, hé, kom mei in goed idee. De partisipaasjeried hat ek net tiid fûn om eat te betinken, ha ik begrepen. Dat fine wy ek spitich, mar de minsken dy‟t it echt nedich ha, dêr is in fangnet foar. Sa ha wy dat stik lêzen, dus wy kinne ek ynstimme mei dit stik. Allinnich der is noch even praten oer in pear knipepunten, wy fine wol, in sikehûs, dêr moatte je útstappe kinne op it plak en net op 800 meter, want dan berikt it syn doel net mei in sikehûs. Der is net ien sikehûs wer‟t je net útstappe kinne nammentlik. Miskien allinnich dit by ús, en dat fine wy in hele rare sitewaasje. De voorzitter: de heer Meijer.
50
De heer Meijer (PvdA): misschien komt dat ook wel omdat wij zo‟n systeem hadden, dat het ziekenhuis daarom geen halte heeft. De heer Hooijsma (FNP): dat kin ek. Mar it komt noait foar, allinnich hjirre. Dat woe ik even sizze. Net dat ik by alle sikehûzen kom, want ik kom der noait.
55
60
De voorzitter: dat ontkracht meteen weer uw stelling. De heer Hooijsma (FNP): mar ik fyn it in bytsje jammer dat minsken sizze, want earst wurdt frege; wat is de doelgroep? Dêr wurdt in pear kear op hammere en net ien wit wat de doelgroep is, mar der wurde wol konklúzjes út lutsen. En dat fine wy in swak punt en dat is partijbreed, mar der is in fangnet. En yn dizze regeling gongen ek minsken mei dy‟t it wol betelje koenen, dus je moatte it net oerdriuwe en dat wurdt in pear kear dien. En dat fine wy jammer, wy geane gewoan mei mei dit foarstel. Tankewol.
11
5
10
De voorzitter: dank u wel. Ik kijk even naar de raad. De mores is dat - want het is geen amendement, het is een motie, een oproep aan het college - dat er eerst over het voorstel wordt gestemd en dan over de motie. Zo hoort het, dus dat doen wij nu ook. Dus ik wil eerst het voorstel van het college in stemming brengen. Wie is daar voor? Dat is de PvdA-fractie, de FNP-fractie, GBH en de VVD-fractie. Wie is daar tegen? Dat zijn de resterende fracties, het voorstel is aangenomen. En dan de motie, die verliest eigenlijk nu zijn waarde. Moet die nog in stemming worden gebracht? Ja, dat is het voorrecht van een motie en geen amendement, dat u dat weet. Wilt u hem nog in stemming brengen? Ja. Dan breng ik in stemming de motie van het CDA en D66, wie is daarvoor? Dat zijn de indieners en de ChristenUnie en GroenLinks. Ik neem aan dat de rest van de raad tegen is? De motie is afgewezen. 8.
15
Vaststelling bestemmingsplan “Heidemeer 2005, 2e partiële herziening”
De voorzitter: daar kan iedereen mee akkoord gaan heb ik begrepen. 9.
Vaststelling bestemmingsplan “Internationaal Bedrijvenpark Friesland (IBF)”
De voorzitter: dat is hier ook het geval.
20
10.
Krediet uitvoering groene randzone Vogelbuurt
De voorzitter: ook daar is iedereen mee akkoord.
25
11.
Integraal Veiligheidsbeleid 2011 t/m 2014
De voorzitter: hier is een aantal fracties dat hierover wil spreken. Dat zit bij uw voorzitter in de portefeuille, dus ik wil de heer Duiker vragen om het voorzitterschap voor dit agendapunt even op zich te nemen. De heer Duiker, gaat u uw gang.
30
35
40
45
50
55
60
De voorzitter (Duiker): hartelijk dank. Er is een aantal fracties dat dit graag wil bespreken. Het lijkt mij dat die fracties als eerste de gelegenheid krijgen om het woord te voeren. Wie van degenen die het tot een bespreekstuk hebben gemaakt wil graag het woord voeren? De heer Seldentuis krijgt als eerste het woord en dan de heer Van der Ven. En de heer De Wit, ja, er zullen nog wel meer komen. En mevrouw De Heij. Iedereen kent nu de volgorde. De heer Seldentuis (D66): voorzitter, integraal veiligheidsbeleid, een belangrijk onderwerp vinden wij. Een paar losse opmerkingen daarover. In de kadernota wordt naar ons idee terecht opgemerkt dat de samenleving niet te maken is door de overheid. Dat is een heel verfrissend idee, omdat het in bepaalde politieke kring lang gebruikelijk is geweest om te veronderstellen dat de samenleving wel maakbaar zou zijn. En dat geldt zeker voor een begrip als veiligheid; maakbaarheid is met betrekking tot veiligheid heel ver weg. De mensen hebben zelf een hele belangrijke rol te vervullen als het gaat om veiligheid. Wel heeft die overheid een verplichting om zich zo goed mogelijk in te spannen om onze samenleving zo veilig mogelijk te maken. Wij zijn ook wel blij, moet ik zeggen, met de strategische doelstelling uit het plan om de veiligheid via die systeemaanpak te benaderen. Ook blij zijn wij met het uitgangspunt dat preventie belangrijker is dan repressie. We leven in een samenleving waarbij op het moment de repressie heel hoog in het vaandel staat, harde repressie, zwaardere straffen en wij zijn ervan overtuigd dat de voorkant, de preventiekant eigenlijk veel belangrijker is, omdat er een flink aantal sociale aspecten aan het begrip veiligheid zit dat met repressie moeilijk is te bestrijden, maar met een goede preventie zeker wel. Het één wil zeggen, preventie en repressie kunnen niet zonder elkaar. Er zal een afgewogen systeem moeten zijn van repressie en preventie, maar het accent ligt wat ons betreft ook op de preventie. We hebben dit de laatste decennia vaak zien veranderen. Dan weer eens was het adagio preventie en dan weer eens repressie, in een soort golfbeweging is dat op en af gegaan. Op het moment zitten we in een periode van ernstige repressie, maar daarom vinden wij deze stelling uit deze nota zo verfrissend. De prioriteiten die genoemd worden zijn eigenlijk nog wel de belangrijkste wat ons betreft. We gaan ervan uit dat de prioriteiten zoals ze in de kadernota staan gebaseerd zijn op cijfermateriaal en op goed cijfermateriaal. Dus wij hebben ook geen behoefte om die prioriteiten ter discussie te stellen. Wij gaan ervan uit en herkennen ook de prioriteiten zoals ze in het plan zijn genoemd. Waar we wel wat moeite mee hebben is de manier waarop we met doelstellingen uit dit plan omgaan. Voornamelijk zijn het doelstellingen geformuleerd als er- en en-doelstellingen, verbeteren, sneller, versterken, meer en vaker, proactiever, vergroten, terugdringen en
12
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
voorkomen. Daar is op zich niet zoveel mis mee, maar je zult wel de vraag moeten beantwoorden, hoe wil je dat dan gaan doen? En daar missen we nog wel eens wat van. Dan maakt de nota een sprong naar de smartdoelstellingen. En we hebben wat moeite met de smartdoelstellingen. Wij hebben als overheid geen resultaatverplichting als het gaat over veiligheid, we hebben een inspanningsverplichting. Dus in die zin zijn de er- en die endoelstellingen wel te begrijpen, maar die zouden uit moeten monden in, wat gaan we dan precies doen, hoe gaan we ons dan precies inspannen? Want een smartdoelstelling voor inbraken bijvoorbeeld van het verminderen van het aantal inbraken met zoveel, dat is in feite een slag in de lucht. Als je een groep inbrekers hebt die in januari en februari een hele serie inbraken plegen dan heb je je doelstelling al niet gehaald. Kun je dat dan vervolgens degenen die daar in zo‟n nota een doelstelling over hebben geformuleerd kwalijk nemen? Nee, dat kun je niet kwalijk nemen. Je kunt het de brandweer ook niet kwalijk nemen als het aantal brandmeldingen niet wordt terug gebracht van 240 naar 200. Dus wij vragen ons af of er überhaupt mogelijkheden zijn om dit soort smartdoelstellingen te halen en in het verlengde daarvan, om aan te tonen dat maatregelen die genomen zijn ook iets te maken hebben met het verschijnsel dat het of stijgt of daalt. Dus een zekere neiging om verbeteringen toe te schrijven aan de maatregelen en de verslechteringen toe te schrijven aan het toeval. En dat is geen goede zaak lijkt mij, die zou je er eigenlijk buiten moeten houden. En je zou de overheid in dit geval, we praten niet alleen over de politie, maar we praten over de hele keten van veiligheid, zouden we moeten toetsen aan de hand van de inspanningen waartoe ze verplicht zijn. Vinden we het dan geen goed plan? Ja, we vinden het wel een goed plan. Mijn opmerkingen zijn ook niet bedoeld om het plan af te kraken, die zijn bedoeld om er een kanttekening bij te zetten en eigenlijk ook een beetje om een steuntje in de rug te geven aan degenen die het moeten uitvoeren en die met die smartdoelstellingen zitten. Wij vinden het dus wel een goed plan. Om even terug te komen op wat ik in het begin zei, wij vinden dat de prioriteiten, gebaseerd op cijfermateriaal, goed zijn en wat we dan ook vooral moeten doen in die keten, dat is inzetten op die prioriteiten. Daar zullen de inspanningen op gepleegd moeten worden en daar geeft die kadernota voldoende ruimte voor en in die zin vinden wij het een goed stuk en zullen het er ook mee eens zijn. Dank u. De voorzitter (Duiker): de heer Seldentuis van D66, hartelijk dank. Op mijn lijstje staat nu de heer Van der Ven. Ik nodig hem uit om voor GemeenteBelangen Heerenveen zijn bijdrage te leveren. De heer Van der Ven (GBH): voorzitter dank u wel. Geachte raadsleden, mensen op de publieke tribune. De fractie van GemeenteBelangen Heerenveen is content met deze nota. Daar hebben we eigenlijk drie redenen voor. De eerste reden is dat deze nota eigenlijk speciaal geënt is op de lokale situatie en problematiek. Het tweede argument, de lokale burgers zijn conform de startnotitie betrokken bij de beleidsontwikkeling. De manier waarop dat is gebeurd, daar zijn wij blij mee. De burgerparticipatie is toegepast, er zijn enquêtes geweest bij plaatselijk belangen, met wijkbelangen, schoolbesturen konden prioriteiten aangeven en de participatieraad is geraadpleegd. Het derde argument waarom wij dit zo‟n mooie nota vinden is, de voortvarendheid waarmee GHB en het andere middelengebruik lokaal hier aangepakt wordt. Die problematiek is toch wel zeer ernstig en wij zijn blij met de specifieke, gerichte aanpak vanuit onze gemeente. Tot slot nog even, Heerenveen scoort, zo staat in de toelichting, op veiligheidsbeleving een 7 en qua leefbaarheid een 7,5. Daar zijn wij als fractie blij mee. Wij beseffen wel dat ook aan het veiligheidsgevoel bijdraagt de mate waarin bijvoorbeeld de repressie, en dan gaat het met name om brandweer, politie en ambulance, paraat kan zijn en staan. Mochten de tijden qua repressie om wat voor reden dan ook uitgerekt of opgerekt worden, dan kan zomaar het veiligheidsgevoel ook een knauw krijgen. Dat wou ik toch maar hier meedelen, vindt onze fractie. Dit was het voorzitter, dank u wel. De voorzitter (Duiker): de heer Van der Ven hartelijk dank. De heer De Wit, VVD.
55
60
De heer De Wit (VVD): dank u wel voorzitter. Veiligheid kent zoveel aspecten dat een integrale aanpak de enige weg naar succes is. Succes betekent in de ogen van de VVD een optimale veiligheidsbeleving voor de burger. Maar een optimaal veiligheidsbeleid betekent ook dat processen en procedures goed lopen, transparant zijn en leiden tot politiek vastgestelde resultaten. Dit vraagt om een doeltreffende aanpak vanuit samenhangend beleid. Deze nota sluit daarbij goed aan. Het mooie aan het beleidsveld veiligheid is dat de doelstellingen goed te meten zijn en de nota zet dan ook ambitieuze doelstellingen neer op dit gebied. Het college geeft terecht aan in het voorstel dat de veranderende bestuursstijl van deregulering, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid meer dan ooit vraagt om een prioritering in het beleid. Het vijftal vastgestelde
13
5
10
15
20
25
30
35
40
prioriteiten kan dan ook de goedkeuring van de VVD wegdragen, maar onze fractie wil toch nog aandacht vragen voor een tweetal punten. Ten eerste de GHB-problematiek en drugs in het algemeen. Dit onderwerp heeft de VVD ook aangehaald in de commissievergadering AZ. Het blijft een zorgenkindje van Heerenveen en een lastig probleem om te tackelen. De zogenaamde thuisfabriekjes schieten her en der als paddenstoelen uit de grond en zijn door de eenvoudigheid van het produceren moeilijk aan te pakken. De VVD is dan ook benieuwd naar de uitkomst van het casusoverleg en zou graag het plan van aanpak zo snel mogelijk tegemoet willen zien. De VVD wil ook voorstellen om een voorlichtingsbijeenkomst over drugs te organiseren voor de raad. Wij moeten als raad besluiten nemen over deze problematiek, waar naar ons gevoel - corrigeer maar als het niet zo is – bij de raad een kennisachterstand is. Is het niet een goed idee om ons eens goed te laten bijpraten over de productie en effecten van drugs, in positieve en negatieve zin? Wij geven jeugd op scholen voorlichting en wellicht is het verstandig om het geheugen van deze raad ook eens op te frissen. Graag reactie van de andere fracties. Wellicht kan er tijdens zo‟n bijeenkomst ook een aantal aanpakken behandeld worden die in den lande goed werken, dan komen we bij het presenteren van het plan van aanpak beslagen ten ijs. Ten tweede, nieuwe drank- en horecawet. Gemeenten zijn niet voorbereid op de gewijzigde dranken horecawet, 92% van de gemeentes zegt geen plan van aanpak te hebben voor de invoering van de aangepaste wet. Dat blijkt uit een peiling. Gemeenten krijgen extra verantwoordelijkheden, maar in de peiling noemen ze gebrek aan capaciteit en gebrek aan kennis als belangrijkste redenen dat er nog geen plan van aanpak is. Hoever is de gemeente in dit proces met betrekking tot het integrale veiligheidsbeleid? Of behoren wij tot de helden van de 8% die wel voorbereid zijn? Graag reactie van het college. De VVD zal in tweede termijn, na beantwoording van het college, overgaan tot besluitvorming. Dank u wel. De voorzitter (Duiker): de heer Eijer. De heer Eijer (FNP): foarsitter, ik ha noch in fraach oan de hear De Wit. De hear De Wit sei, de ried moat better ynformearre wurde oer it gebrûk en de gefolgen fan drugs en drankgebrûk en derglike yn it algemien. Is dat krityk op de ried fan no, dat de ried dat net foldwaande docht? Want ik fyn dat is dochs in taak fan de ried, dit spilet hiel bot yn‟e samenleving, dat je as riedsleden no ek wol witte moatte wat de gefolgen fan drugs en drank binne, dat we dêr net in aparte foarljochtingsjûn foar hoege. De heer De Wit (VVD): nogmaals, wat ik ook aangaf in mijn betoog, dat het gevoelsmatig is, in discussies, ook wel gewoon met raadsleden, dat ik denk, daar valt nog wel een slag te maken. Wellicht is het inderdaad ook de eigen verantwoordelijkheid van de raad, maar misschien is het ook wel een idee, en dat hoeft helemaal niet een hele avond of een ontzettend duur grapje te worden, maar gewoon om eens een keer bijgepraat te worden over wat is het en wat doet het met je? Want als ik u vraag, weet u waar GHB van gemaakt wordt, weet u wat XTC met u doet? Voor het beleid is het misschien niet ontzettend relevant, maar wel om ermee bezig te gaan, met het onderwerp is het wel goed dat je weet waar je het over hebt. De heer Hooijsma (FNP): ús fraksje is dermei bekend.
45
De heer De Wit (VVD): dat is goed om te horen. De voorzitter (Duiker): de heer Van der Ven.
50
55
60
De heer Van der Ven (GBH): voorzitter, bij interruptie. Hoe bedoelt u dan dat wij nog voorgelicht moeten worden? Wilt u dan de positieve kant belichten of …? De heer De Wit (VVD): nee, zoals ik al aangaf, er is een reden dat mensen drugs gebruiken en dat is omdat het ook een positief effect heeft. Maar het gaat mij er om, in algemene zin, weet u wel als raadslid, wat doet het eigenlijk met je en waar wordt het van gemaakt? Waar komt het vandaan? Wat zijn de gevolgen, etc. Weet u dat echt als raad? Ik hoop dat het echt inderdaad zo is, dan hoeft het helemaal niet, maar als dat niet zo is dan zou ik het wel interessant vinden om dat wel een keer te doen. De heer Van der Ven (GBH): ik kan u wel vertellen vanuit mijn werk, in de tbs hebben wij ook een verslaafdenafdeling, zie ik dagelijks de gevolgen en ik hoef niet iedereen die details te vertellen, want daar wordt je niet vrolijk van. De heer De Wit (VVD): dat vind ik geen reden om het uit de weg te gaan, maar goed.
14
De voorzitter (Duiker): de heer De Wit bedankt en de collega‟s voor hun interrupties. Mevrouw De Heij van de ChristenUnie.
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
Mevrouw De Heij (CU): dank u wel voorzitter, geachte aanwezigen, de geactualiseerde nota voor het veiligheidsbeleid in onze gemeente laat ons goed zien waar wij staan en wat we willen bereiken. Het beleidskader is duidelijk en dat de meest urgente zaken prioriteit krijgen is wat onze fractie betreft logisch. Een terugtrekkende overheid en sturen op zelfredzaamheid is ook in dit beleid het credo. Voor wat betreft de rol van onze burgemeester zien we niet alleen een veranderende, maar vooral ook een verzwarende taak. En dat dit onder andere een gevolg is van de verharding en vergroving van onze samenleving baart ons zorgen. Wij wensen onze burgemeester dan ook veel wijsheid toe, vooral wanneer hij, ik citeer “naast burgervader soms ook boeman moet zijn”. Dank u wel. De voorzitter (Duiker): mevrouw De Heij, hartelijk dank. Zijn er verder nog collega‟s die naar aanleiding van dit agendapunt in eerste termijn het woord willen voeren? Zo nee, dan geef ik het woord aan de portefeuillehouder, burgemeester Van der Zwan. Burgemeester Van der Zwan: mijnheer de voorzitter, ik wil de fracties danken voor hun bijdragen, die toch eigenlijk allemaal als rode draad hebben dat men het een goede nota vindt. Dat het ook goed is dat deze nota tot stand is gekomen door een interactief proces waar echt heel veel instellingen die van belang zijn als het gaat om veiligheid, maar ook plaatselijk belangen en ook inwoners via het invullen van enquêtes, een bijdrage aan hebben geleverd. En het was ook niet voor niks dat in de commissiebehandeling u ook de officier van justitie hier hebt gezien. Dat had een meer dan symbolische betekenis, het liet ook zien dat én het OM én de politie ook erkennen dat de regie op dit belangrijke beleidsterrein – het integrale veiligheidsbeleid –bij uw raad ligt. Dat is de reden waarom de officier van justitie hier ook aanwezig was, zodat ook het beleidsplan van het OM, zoals dat ook al met het beleidsplan van de politie het geval is, afgestemd is op de prioriteiten die u hier stelt. Een uiterst belangrijk beleidsterrein, waarbij u aan het begin van de beleidscyclus zit. We hebben ook kunnen constateren dat als het gaat om de veiligheid, dat het hier in Heerenveen relatief veilig is. En dat is niet alleen gebaseerd op gewoon het koele cijfermateriaal, maar ook op de subjectieve veiligheidsbeleving van onze inwoners. Een 7, een 7,5, maar ook vooral; voel je je veilig in je eigen woon- en leefomgeving, dus je directe omgeving? Dat is superbelangrijk. In 2008 nog 4.1% gevoel van onveiligheid en nu is dat net iets boven de 1%, dat is echt een hele goede verbetering en dat laat ook zien dat dit beleid wat al een aantal jaren geleden zo is ingezet ook resultaat oplevert. Er is een aantal opmerkingen gemaakt waar het denk ik goed is om daar nog even op in te gaan. De D66-fractie zegt terecht dat het als het gaat om het heel erg scherp formuleren van de doelen die je wilt bereiken, dat niet een zaak op zich kan zijn, maar dat dat een aanleiding is om als je daar bijvoorbeeld erg onder zit om daar dan over te spreken. Zoals dat meestal het geval is, je wordt daar niet op afgerekend, maar het is wel een heel goed begin van een gesprek. Wat is er dan eigenlijk aan de hand? Zo hebben we natuurlijk ook die andere beleidscijfers behandeld. Dus nooit afrekenen, maar wel daarover spreken en kijken hoe je dat dan kunt verbeteren. U zegt „de maakbare samenleving‟, ik heb vooral geprobeerd in deze kadernota te lezen dat als het gaat om veiligheid er niet één verantwoordelijke is, maar dat we dat met zijn allen zijn. Iedereen is verantwoordelijk en het is niet zo dat daar waar iedereen verantwoordelijk is, niemand verantwoordelijkheid neemt. We hebben ook precies aangegeven wie dan welke rol speelt. Dus dat is eigenlijk bedoeld met die brede verantwoordelijkheid. De voorzitter (Duiker): de heer Seldentuis. De heer Seldentuis (D66): voorzitter, een korte interruptie. Dat is eigenlijk ook wat ik daarmee bedoeld heb te zeggen; de samenleving is niet maakbaar, maar je moet er met zijn allen wat van maken, inclusief de mensen zelf. Burgemeester Van der Zwan: daar zal niemand tegen zijn dat je er met zijn allen wat van moet maken, maar ik had even de indruk dat u daar een politiek statement probeerde te maken. Maar ik begrijp dat dat niet het geval was. Oké. Want u zei, er zijn partijen die wel eens wat anders hebben, maar dat moeten wij vergeten? Ja. Dat zullen we meteen doen. Dan GBH heeft gewezen op allerlei zaken die beïnvloedbaar zijn als het gaat om de subjectieve veiligheid. Wij nemen daar even nota van. De VVD-fractie heeft twee opmerkingen gemaakt. Eén over eventuele voorlichting om het geheugen op te frissen. Ja, daar bedoelt u waarschijnlijk mee, omdat u in het verleden wel eens
15
5
10
wat informatie heeft gehad, of omdat u er zelf mee in aanraking bent gekomen, maar in ieder geval, het geheugen op te frissen. We zullen dat bij de raad neerleggen en wij zijn natuurlijk altijd bereid om dat te doen, het lijkt mij op zich heel nuttig. En het tweede is de drank- en horecawet. Wij zijn daar volop mee bezig, dus wij horen waarschijnlijk tot die categorie die daar al mooi op schema ligt. Dus de afdeling handhaving is in volle gang daarmee doende. De ChristenUnie wenst de burgemeester succes, vooral als het gaat om het boeman spelen. Ik had die term gezien, ik had gevraagd om die eruit te halen, maar die is blijkbaar toch blijven hangen. Maar wij doen het samen, dus in die zin is het ook een bredere verantwoordelijkheid. Ik geloof dat ik zo alle opmerkingen heb gehad voorzitter, en alle vragen. De voorzitter (Duiker): hartelijk dank. Ik begreep dat de heer De Wit in elk geval in tweede termijn nog iets wilde toevoegen aan zijn bijdrage. Gaat u uw gang.
15
20
De heer De Wit (VVD): ook omdat er vanuit de raad verder, buiten twee fracties om, niet echt is gereageerd op mijn voorzet. Maar allereerst dank aan de burgemeester voor de beantwoording van de vragen. Goed om te horen dat onze ambtelijke organisatie wel goed voorbereid is. Dan over die bijeenkomst, tenminste uit de discussie proef ik dat deze raad wel de expertise heeft om daar in de toekomst een diepgaande discussie over te hebben tijdens het casusoverleg, dus daar kijk ik dan naar uit. Dank u wel. De voorzitter (Duiker): bedankt, mijnheer De Wit van de VVD. Verder nog één van de collega‟s die in tweede termijn een bijdrage wil leveren? Mevrouw Haarsma van het CDA.
25
30
35
Mevrouw Haarsma (CDA): foarsitter tankewol. De CDA-fraksje is hiel kontent mei dit foarstel oer de feilichheidsnota. De fiif tema‟s is hiel posityf om dermei oan‟e slach. Ien sin ha‟k, dat is ien fan de útgongspunten, trof my hiel bot, dat wie de „goede probleemanalyse‟. Want at je dat goed dogge, de start, wat is der oan‟e hân, hoe pakke we it oan? Net fuort en direkt mei in repressymiddel, mar ek al dy stappen dy‟t der yn de nota tuskenyn steane, dan tink ik dat je op in hiele goede manier bezich binne om problemen op te lossen sadat se net fuort eskalearje en sadat je ek net fuort en direkt op it einpunt sitte fan in aksje dy‟t je leaver net sa wold hienen. Wy kinne ynstimme mei dit foarstel en wat dy foarljochting oer drugsgebrûk behelst fan de VVDfraksje, wy kinne der wol mei út de fuotten hear, at wy yndied dy diskusje oer dat kasusoerlis fiere sille dan moatte we goed op‟e hichte wêze, dat binne wy yndied mei jo iens. Dus wy wolle der graach oan dielnimme. Tankewol. De voorzitter (Duiker): mevrouw Haarsma van het CDA, hartelijk dank. Verder nog iemand in tweede termijn? Niemand? Dan is de conclusie dat wij hier nu in twee termijnen over hebben gesproken en dat dit voorstel unaniem door de gehele raad wordt omarmd.
40
De voorzitter: dan neem ik het weer over, met dank aan de vicevoorzitter. 12.
Samenwerkingsagenda Provincie Fryslân – gemeente Heerenveen 2011-2021
45
Mevrouw Van Leeuwen (D66) verlaat bij de bespreking van dit agendapunt de vergadering.
50
De voorzitter: mevrouw Van Leeuwen verlaat even de vergadering, dat komt omdat mevrouw Van Leeuwen bij de provincie werkt. Ik kijk even rond, wie wenst daarover het woord te voeren. Mevrouw Haarsma namens de CDA-fractie, de heer Eijer namens de FNP-fractie, de heer Leijendekker namens de ChristenUnie, de heer Eijzenga namens GroenLinks. Mevrouw Haarsma.
55
60
Mevrouw Haarsma (CDA): foarsitter tankewol. De provinsje en de gemeente slagge de hannen yn inoander, sa sjoch ik dit punt van de samenwerkingsaginda. En net allinnich mei ús as Hearrenfean, mar ek mei Ljouwert, Smellingerlân en mei de Súdwest-gemeente, dy aginda is noch ûnderweis. De punten binne wol bekend, dy ha ik yn de lêskeamer fûn, dat yndied elke gemeente hiel oare keuzes makket. Wat foar my in ferbazend punt wie, wer‟t wy de kulturele haadstêd stean ha, fyn ik dy by Ljouwert helemaal net werom, wylst at dat no krekt de stêd is dy‟t himself foarop stelt om de trekker te wêzen yn dit gehiel. Wat is de mearwearde fan dy samenwerkingsaginda? Dat kaam ik tsjin op side 97; „het gaat nadrukkelijk om projecten die de financiële spankracht te boven gaan‟. En dan kom ik yn de lêskeamer in yntinsje-oerienkomst tsjin dy‟t tekene is op 28 novimber fan dit jier, wylst at wy de kommisje hân ha op 21 novimber. En by myn witten is der yn dy kommisje neat sein oer dizze yntinsje-oerienkomst. It giet nammentlik om in hiele protte jild, nammentlik dy € 36 miljoen oer it bereikbaarheidspakket. En dêr is yndied in hantekening no
16
5
10
15
foar setten, dat dêr yntinsje is om dat meielkoar klear te krijen. Ik soe dêr graach even in taljochting fan it kolleezje op ha wolle. Dan noch it punt fan it IBF Klaverblad Noordoost energielandschap, verweven meielkoar omdat we it enerzjylânskip graach op Klaverblad Noordoost ha wolle en dat we Klaverblad Noordoost oankocht ha doe‟t it IBF noch in ynternasjonaal bedriuwenpark wie. Yn ‟93 is dat opstart en helaas, tsien jier letter moasten we konstatearje dat we der gjin bedriuwen op krigen. Doe, tegearre mei de provinsje is der in oerienkomst west dat wy by Klaverblad Noordoost de grûn foar 1% rinte ha en dernei wurdt it 5%. Dus yn dit punt helpe se ús wol. En juridysk sjoen, de provinsje hoecht ek niks mear te dwaan. Mar it feit dat wy yn ‟93 tegearre mei de provinsje as gemeente ús nekke útstutsen ha om der in ynternasjonaal bedriuwenpark del te lizzen, doe hiel ambisjeus mei tsien hektare per bedriuw, dat we yn 2003 weromskeakelje moasten nei lytsskaliger bedriuweterrein en wy op dat momint al Klaverblad Noordoost oankocht hienen foar in flink kapitaal, fine wy dat de provinsje op dit punt in morele ferplichting hat en dat we de provinsje der ek moreel op oansprekke meie dat se ús ek op dat punt fierder helpe. Dat wienen de twa fragen, opmerkingen dy‟t wy hjir graach dellizze woenen. Tankewol. De voorzitter: dank u wel mevrouw Haarsma. De heer Eijer namens de FNP-fractie.
20
25
30
35
40
45
50
55
60
De heer Eijer (FNP): tankewol. In gearwurkingsaginda Hearrenfean en de provinsje. Foar de FNP is sa‟n stik wol goed. Hearrenfean hat in hiele protte dingen boppe de holle hingjen dy‟t je as gemeente einliks net oan kinne. En dat kinne je wol fusearje wolle of weryndiele wolle, mar dy problemen bliuwe dan ek bestean, dy‟t je dan as grutte gemeente ek net oplosse kinne. Dus it is hiel goed dat dat provinsjaal besjoen wurdt. Ek de wethâlder seit; bovengemeentlik moatte we dit oppakke en ek yn dit stik stiet fan bovengemeentlik en dat fine wy ek, bepaalde aspekten moatte je bovengemeentlik oppakke. Der wurde fjouwer aksjepunten neamd. Of factsheets, sa‟t it yn moai Nederlânsk of Frysk yn it stik stiet. Mar konkreet giet it einliks om trije punten. In enerzjypark, kansen derfoar – frjemd dat trouwens de biofergisterynstallaasje no op it IBF komt, it wie ek hiel moai at op sa‟n enerzjypark in biofergister kaam – mar it jout ek bedrigings natuerlik foar de omjouwing. En dat is foar de gemeente hiel belangryk hoe‟t dat delset wurdt foar de doarpen der omhinne. Dan is Hearrenfean Stêd fan Sport, Sportstêd as gehiel, mar natuerlik ek it CTO en Thialf en sa‟t blykt, der komt no binnenkoart in foarstel, der kinne we dan in beslút oer nimme as ried, mar ek as provinsje, mar ek as Ryk. Dus it is net iens boppegemeentlik, it is ek boppeprovinsjaal, sayts, en it hat wierskynlik ek te meitsjen mei de ynfrastruktuer, it tredde punt, de omjouwing fan Sportstêd, de problematyk fan de A32 en it spoar. En sa‟t we yn de krante lêze kind ha en op‟e radio heard ha, it hiele spoarferhaal sa‟t wy einliks ferline jier al oanjûn ha, dat kin noait foar dizze sinten. Der wurdt no praat oer, earst oer € 560 miljoen, € 725 miljoen, wy ha it ris útrekkene, it komt op € 1,5 miljard en wy tinke net dat der ea sinten foar binne. Dus it hiele spoarferhaal, ik tink dat dêr binnenkoart de stekker útlutsen wurdt. Dan misse we noch wol in ynstek. De hiele gearwurkingsaginda is wichtich foar it plak Hearrenfean. It mist no wol it lokaal iepenbier ferfier, mar der binne noch wol oare kânsen. Mar ús gemeente is grutter en hat ek oare problematyk. Ik tink oan de ûntwikkeling fan it plattelân en it bûtegebiet, mei oare wurden; de doarpen. Ik wit dat hjir yn it kader fan de streekaginda al nei sjoen wurdt, mar de provinsje is wol dwaande mei de streekaginda, mar ik bin bang dat it opsetten en foaral it útfieren fan dizze aginda noch folle swierder keallet. Ik freegje my dan ek ôf hoe‟t de streekaginda yn dit ferhaal ynpast wurde kin. En ik hoopje ek net dat dit in praataginda wurdt. Dat it op de aginda stiet, sa wurdt ek sein: it moat tagelyk behannele wurde, stiet op side 98, mar ik ha it fannemoarn neifrege by de provinsje, dêr stiet it noch net op‟e aginda. Teminsten, de fraksjes ha it stik noch net ûnder eagen hân en ek noch net beprate kind. Dus tagelyk beprate dat falt ek ôf. En ik ha noch in oare fraach, hoefolle ynfloed de gemeenteried aansens noch hat. No krije we wer in stjoergroep of een rezjygroep, we ha sjoen by Thialf hoe‟t dat giet, as gemeenteried ha we der hast niks oer te sizzen en dan freegje ik my ôf, wat ha wy as ried straks noch te sizzen oer dizze streekaginda? Want der komt in stjoergroep en wy ha sjoen dat it swier keallet en at dan bepaalde partijen bepaalde ideeën ha en dy bringe dat nei bûten dan wurdt dat troch oare minsken net wurdearre. Dan komt der krityk op dat se soks net nei bûten bringe moatte as in gemeentepartij. En dêr ha ik myn fraachtekens wolris by; wat is ús taak as gemeenteried en wat meie wy en wat meie wy net. Dat wie‟t earst, tankewol. De voorzitter: dank u wel heer Eijer. De heer Leijendekker namens de ChristenUnie. De heer Leijendekker (CU): voorzitter dank u wel. De samenwerkingsagenda en laat ik beginnen met te zeggen dat wij daar erg blij mee zijn nu er echt een samenwerkingsagenda is en ook een investeringsagenda met de provincie. En het doel is dat het gaat om uitvoering van
17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
projecten. Er zijn namelijk veel projecten met een bovenlokale functie en uiteindelijk maakt het je als regio sterker en versterkt het ook je onderhandelingspositie naar de rijksoverheid. Wat erg belangrijk is, is dat gezien wordt dat Heerenveen een regionale functie vervult op het gebied van werkgelegenheid en werkgelegenheid ook een enorm belangrijke financiële drager is van deze regio. En om deze regionale positie te verstevigen en uit te bouwen, daar is geld voor nodig. En het gaat, als je de stukken leest, over honderden miljoenen euro‟s, wat natuurlijk deels ook regiooverstijgend ingezet gaat worden. Op de bijeenkomst van de Vereniging van Friese Gemeenten op 25 oktober heeft GS, hebben de gedeputeerden allemaal hun programma kunnen toelichten en daar wordt je best enthousiast van, als je dat verhaal hoort van Johannes Kramer als het gaat over de streekagenda. Als het gaat om Jannewietske, als het gaat over € 60 miljoen voor nieuw beleid. Als het gaat over Sietske Poepjes die zegt, dat we “Fryslân better meitsje moatte” en de digitale agenda. En ook als het gaat over de heer Konst, die het werkgelegenheidsprogramma toegelicht heeft en een belangrijke uitspraak doet van; “Sociaal beleid heeft werkgelegenheid als basis”. Wat dat betreft heb ik moeten constateren dat de agenda van de provincie en zoals de gedeputeerden erin staan, eigenlijk naadloos aansluit bij de agenda van de gemeente Heerenveen. En ik wil er twee uitspraken uithalen van die avond. De eerste heb ik gezegd over het werkgelegenheidsprogramma en de tweede die komt dan van Jannewietske die zegt; waarom duurt het zo lang voordat de schep in de grond gaat? Gemeenten, maak tempo en toon ambitie, want er is geld beschikbaar bij de provincie, zei ze die avond. En daar ligt ook gelijk onze zorg, niet alle bestuurlijke overleg en deelnemende partijen zijn gericht op hetzelfde doel en werken in hetzelfde tempo. De samenwerkingsagenda getuigd ervan dat lokale en regionale besturen elkaar nu enigszins weten te vinden. Wat ons betreft zouden wij graag de samenwerkingsagenda tussen het Rijk en de provincie Fryslân onder ogen willen krijgen. En daarom heb ik daar eigenlijk ook een vraag over, en de FNP refereerde daar al aan, hoe krijgen wij als gemeenteraad nu zicht hoe deze samenwerkingsagenda op tempo komt? Omdat er ook altijd lijnen liggen met Den Haag en misschien kan het college daar iets van zeggen, er staat een planning in, gaan we die ook halen en wat voor eventuele vertragingen – vooral als het gaat om het uitgeven van veel geld – kunnen wij nog verwachten? Dank u wel. De voorzitter: dan u wel. De heer Eijzenga van de GroenLinks-fractie. De heer Eijzenga (GL): tankewol. Ik wie per ûngelok moandeitemoarn yn Ljouwert, want yn Den Haach hat GrienLinks in moasje yntsjinne oer in enerzjyneutraal Thialf en dêr is de steatefraksje moandeitemoarn noch even op weromkaam, ek mei in perskonferinsje. Mar der hearde ik wol dat de minister yn Den Haach seit fan; dat is wol leuk allegearre, mar it is helemaal net seker at in nije iisbaan wol yn Hearrenfean komt. Der is in kreet west fanút de PVV, dy seit: bou mar in nije iisbaan yn Den Haach! De Uithof, een prachtich plak, folle mear minsken dan it lytse doarpke dêr yn it noarden, wat moatte dy mei dat ding? Yn it kader fan dizze hiele gearwurkingsaginda sit ik er in bytsje oer yn at wy wol op‟e tiid binne. Ik wit dat we hjir net fanút de krante hannelje, mar at je de krante fannewike opslagge, dan stiet der yn; plannen foar Thialf dêr moatte jimme eindlik ris in kear mei op‟e hispel komme, oars dan komt it earne oars. Dy trein nei Drachten, dat kinne jim wol ferjitte, dêr ha jimme fierstente lang mei wachte om dêr plannen foar yn te tsjinjen en sawathinne en sawathinne. Dus, it is in prachtich stik, dy gearwurkingsaginda mei de provinsje, mar GrienLinks woe graach de neidruk op dat lêste stikje fan de gearwurking lizze en sizze fan; ik tink dat wy no wol hiel hurd oan it wurk moatte, omdat we oars ús kânsen ferskiten ha. Ekskuus foar it wurd foarsitter. De voorzitter: dat is aanvaard. Dat was de raad in eerste termijn? Niemand vergeten? Ik kijk even naar het college, wie van het college? Wethouder Van der Laan. Wethouder Van der Laan: dank u wel voorzitter. Wethouder Siebenga doet straks ook een paar vragen, omdat het direct zijn portefeuille raakt en u weet dat we gezamenlijk staan voor dit punt. Wat ik proef is – en als ik dat fout concludeer dan hoor ik dat natuurlijk ook graag – dat breed ondersteund wordt dat wij een samenwerkingsagenda hebben opgesteld met de provincie. Dat het mooi is dat hij er ligt en dat vervolgens er nu ook spierballen getoond moeten worden, want er moet actie komen. Nou, u mag er vanuit gaan dat het college ook er vanuit gaat dat we straks concrete zaken „op de hispel‟ krijgen en dan ook daadwerkelijk het een en ander hier ter plekke kunnen laten zien. Maar dat gaat natuurlijk niet altijd even makkelijk. U kent ook de ingewikkelde processen in de besluitvorming. Alleen al op lokaal niveau kent u alle ins en outs, maar hoe groter het wordt, hoe meer terreinen ook verkend moeten worden in alle aspecten. CDA, u had een vraag over culturele hoofdstad en u was verbaasd dat Leeuwarden er niet op stond, maar Leeuwarden was natuurlijk al heel vroegtijdig klaar met de samenwerkingsovereenkomst. Toen speelde de discussie die op dit moment speelt, dat
18
5
10
15
Leeuwarden trekker is van dat verhaal, nog niet zo pregnant en het is na de vaststelling van die samenwerkingsagenda aan de orde gekomen. En goed, voor Heerenveen vind ik het een hele mooie toevoeging dat ook de Stad van Sport een plek krijgt op de culturele agenda van de provincie. Dus daar zijn we heel wijs mee hier. Er was ook een oproep, KNO, morele verplichting, enzovoort. Daar nemen we graag kennis van. Dan ga ik naar de vragen van de FNP. U heeft het over de streekagenda. U heeft ook een aantal zaken genoemd van, goed dat het erop staat. Er wordt op dit moment gewerkt aan de nadere uitwerking van de streekagenda‟s, wij doen dat in deze regio in zuidoostverband en die zijn onderweg. Die komen op enig moment ook in 2012 hier aan de orde en dan kunt u net zoals met de samenwerkingsagenda daar uw mening over geven voordat dat ook hier wordt vastgesteld. En de systematiek is dat er een tekst is waarin wij elkaar weten te vinden, maar bij alle losse projecten en situaties waarin er geld op het kleed moet komen, volgt altijd weer aparte besluitvorming. Dan zit u gewoon hier aan tafel en kunt u ook uw toontje meeblazen. De voorzitter: mevrouw Haarsma. Mevrouw Haarsma (CDA): dat wie dat punt wer‟t ik de morele oprop die. Jo binne it der dus wol mei iens dat wy dizze ynstek kieze? Want dat is krekt even wat oars as …
20
Wethouder Van der Laan: u heeft natuurlijk heel precies aangegeven dat juridisch alles al afgehandeld is. Maar wij zijn natuurlijk buitengewoon verheugd dat de provincie door middel van deze samenwerkingsagenda ook aangeeft dat ze zich gezamenlijk gaan inspannen om een goede invulling voor dit terrein op poten te gaan zetten.
25
De voorzitter: de heer Eijer. De heer Eijer (FNP): oer dy streekaginda, dat hat dus te krijen mei dy fiif gemeenten yn de súdoasthoeke …
30
Wethouder Van der Laan: ja, klopt. De heer Eijer (FNP): mar dy moatte earst op ien lijn sitte foardat wy it hjir yn‟e ried krije?
35
40
Wethouder Van der Laan: ja. En daar zijn gedeputeerden Kramer en ook Poepjes mee annex. En die gesprekken vinden nu plaats. Dus ik hoop dat ik het zo voldoende heb kunnen beantwoorden. ChristenUnie, u gaf aan, wat speelt er ook tussen Rijk en provincie? De afspraken zijn toch in grote lijnen dat we gezamenlijk optrekken, dus ook in de lobbytrajecten. Thialf is daar een voorbeeld van. Maar de provincie zit bijna wekelijks in Den Haag om tafel en daar liggen de contacten, waarbij wij er ook vanuit gaan dat de gedeputeerde die daar dan een bepaald thema behandelt ook de belangen onder zijn arm meeneemt die annex zijn met de onderwerpen uit de samenwerkingsagenda. De voorzitter: de heer Leijendekker.
45
De heer Leijendekker (CU): daar nog even op reagerende, dat mevrouw Jannewietske de Vries echt zei op die avond: gemeenten maak tempo! Dus ik merkte daar een beetje een verschil van beleving dan, dat we bij wijze van spreken naar elkaar kijken, wij kijken naar de provincie, de provincie kijkt naar de gemeente, dus …
50
Wethouder Van der Laan: ja en dan is het goed dat er gewoon een samenwerkingsagenda ligt waarin dat bovenregionale belang onderschreven wordt en dat je ook voor beide partijen een winwin-situatie voor ogen hebt. En dat maakt dat je met dit als onderlegger, hoop ik, snellere stappen kunt gaan maken.
55
De voorzitter: de heer Eijer.
60
De heer Eijer (FNP): foarsitter, ter ynterrupsje. Myn ynstek fan it ferhaal wie einliks ek dat wy as gemeenteried miskien folle earder op ús strepen stean moatte dat we sizze fan; wy fine dat it dy kant op moat. Wy litte it self ek sloere, ek byfoarbyld Thialf. In jier lyn ha wy alris frege fan, gemeenteried, nim in beslút fan wêr wolle wy Thialf ha, bûten wat it kostet? Mar dat wurdt ús no ferweten, dat we gjin beslissing nimme. De provinsje net, mar de gemeenteried ek net. Dus derom freegje ik, wat is ús taak einliks yn soks, moatte wy net self as ried earder sizze fan wy wolle dy kant op?
19
5
10
Wethouder Van der Laan: ja maar u weet ook dat het gaat om grote financiële belangen die daar ook mee annex zijn. En als er ook een bijdrage van een andere partij in het geding is dan moet je natuurlijk ook recht doen aan de besluitvorming die die andere partij ook moet doorlopen om tot een evenwichtige uitspraak te komen. En wethouder Buwalda heeft al aangegeven met betrekking tot Thialf dat 13 december er besluitvorming plaatsvindt en er mogelijk – ik denk dat we daar wel van mogen uitgaan – 14 december een persconferentie. Dat heeft inderdaad een hele zorgvuldige, lange aanloop gehad. De heer Eijer (FNP): ja, mar ik bedoel mear yn it algemien, dat je as ried net earder sizze fan wy fine dochs as ried dat it dy kant op moat. As ried ha we dat ek altiten wat sloere litten. Wethouder Van der Laan: ik neem aan dat u hiermee uw mederaadsleden aanspreekt. Ja, dat neem ik voor kennisgeving aan. Ik zou nu graag het woord aan wethouder Siebenga willen geven.
15
20
25
De voorzitter: ja. De heer Siebenga. Wethouder Siebenga: voorzitter dank u wel. Een paar korte opmerkingen nog over een heel belangrijk onderwerp, die samenwerkingsagenda dat is echt een verhaal van mekaar regelmatig aankijken. En dat aankijken, dat heeft dan ook altijd nog weer de ondertoon waar het CDA even aan refereerde, wanneer we het hebben over Klaverblad Noordoost en refererend aan 1993, het hele verhaal, ik kan het me nog herinneren als de dag van gister. Ik werd er niet vrolijk van toen uiteindelijk het besluit werd genomen. Die tien hectare, daar heeft het alles mee te maken. En u zegt; de provincie heeft een morele verplichting om ook in financiële zin de gemeente tegemoet te komen. Dat kun je wel zeggen, maar je moet het ook maar voor mekaar krijgen. Ten aanzien van de intentieovereenkomst of het convenant, over de … De voorzitter: mevrouw Haarsma.
30
35
Mevrouw Haarsma (CDA): mei ik dêr wol even in fraach oer stelle? Binne jo it dermei iens dat wy die morele ferplichting ek fan de provinsje freegje kinne? Wethouder Siebenga: kijk, in zo‟n samenwerkingsovereenkomst heb je het ook over financiële zaken, financiële stromen en ook een gezamenlijke inspanning om de nodige gelden bij elkaar te krijgen. Maar u kunt niet alleen volstaan met te zeggen; naar ons idee hebt u een morele plicht. Daar kom je er niet mee. Maar ik begrijp uw verhaal heel goed en als college zijn we dat ook niet vergeten, laat ik het zo zeggen. Meer wil en kan ik er op dit moment niet over zeggen. Mevrouw Haarsma (CDA): dat is moai koart om‟e hoeke!
40
45
Wethouder Siebenga: dat is heel koart om‟e hoeke. Mar wat soenen jo dan op dit stuit fan de wethâlder ferwachtsje om dêr mear oer te sizzen? Mevrouw Haarsma (CDA): at jo it der wol mei iens binne dan soe op it momint dat it ter sprake komt, soenen je yndied mei dizze redenaasje it wol sterk meitsje kinne. Dat soenen je ek ûnderskriuwe kinne. Wethouder Siebenga: ja, dan liket it krekt of jo redenaasje of jo argumint nij is en jo argumint is beslist net nij, lit ik it mar even op dizze manier formulearje.
50
Mevrouw Haarsma (CDA): it is al 18 jier âld. Wethouder Siebenga: dan ha jo it net helemaal goed begrepen.
55
Mevrouw Haarsma (CDA): dat bin ik mei jo iens, want tsjien jier letter is it pas echt oan‟e oarder kaam. Wethouder Siebenga: júst, it ferstân komt troch, op dit punt. Mevrouw Haarsma (CDA): dêr nim ik al ôfstân fan, wethâlder.
60
De voorzitter: ik wil de wethouder toch even vragen om de raad met respect te bejegenen. Wethouder Siebenga: de RSP-bijdrage, het verhaal van voorheen was, € 51 miljoen, waarvan € 15 miljoen bijdrage aan het spoor. Blijft er € 36 miljoen over en die € 36 miljoen daar hebben we
20
5
het over met de provincie. Van die € 36 miljoen gaat – even uit mijn hoofd gezegd – het grootste gedeelte naar de A32-problematiek. Dat is dan die aansluiting op de Oranje Nassaulaan en de K.R. Poststraat, aanleg Parallelweg hebt u kunnen lezen, een klein gedeelte mogelijk naar de interne stedelijke structuur in Heerenveen en nog een klein deel kijken naar het OV-systeem. Daar willen we ook nog iets mee gaan doen. Om dat geheel, dat onderdeeltje, helder te krijgen maak je daar een procesafspraak over in de vorm van een convenant of intentieovereenkomst. Die lag in concept klaar, waren we nog niet helemaal uit, hij ligt nu in concept klaar en we kunnen binnenkort tekenen.
10
Mevrouw Haarsma (CDA): dat wie de fraach dy‟t ik stelde; hy leit yn de lêskeamer mei de datum fan 28 novimber derboppe, dus at der doe noch net tekene wie, dat koe ik oan dat stik net rjocht sjen. Der stienen wol nammen ûnder. Dat wie dus bekend ten tijde fan de kommisje en by myn witten is dêr gjin melding fan makke, wylst at it dochs om in hiel grut bedrach giet.
15
Wethouder Siebenga: ja, maar je moet er wel definitief uit zijn. Dat is een convenant tussen drie partijen, provincie, gemeente en het Rijk. Het Rijk in dit geval Rijkswaterstaat. Daar kan ik natuurlijk allerlei technische details over vertellen wat toen niet was, het lijkt er nu op dat we het wel kunnen tekenen.
20
Mevrouw Haarsma (CDA): it is moai dat it klear komt en dat wy dêr no ek weet fan ha. Tankewol.
25
30
35
Wethouder Siebenga: ja. Voorzitter, daarmee heb ik denk ik de vragen beantwoord. Alleen nog even terugkomend over de snelheid en het spoor, wanneer de trein rijdt dan gaat hij natuurlijk met grote snelheid over het spoor, maar zo‟n proces is een verhaal van twee provincies, zeven gemeentes die annex zijn, waarbij het primaat van het verhaal ligt bij de provincies Groningen en Fryslân. Dus wat betreft de snelheid moet je echt kijken naar collega-statenleden, dat die druk zetten op het proces van GS, schiet eens een klein beetje op. En aan de zijlijn doen we daar als gemeenten aan mee. En terecht, want planologisch gezien zullen we daar het nodige van moeten vinden. Ik kom binnenkort ook naar uw raad toe om een schets te geven van waar we op dit moment staan. De vertraging van de afgelopen drie maand hebben we als dit college onder meer op ons geweten, omdat wij een aantal indringende vragen hebben gesteld over de vervoerswaarde, over onderhoud en beheer en over exploitatie. En ik ben blij dat we de vragen hebben gesteld. Tot zover. De voorzitter: akkoord. Mag ik concluderen dat wij het eens kunnen zijn met deze samenwerkingsagenda? Ja. Dan doen wij dat aldus. 13.
40
45
50
Belastingen en rechten 2012
De voorzitter: ik kijk even rond. Mevrouw Van Leeuwen maakt weer deel uit van onze vergadering. U mag ook meteen doorlopen, wilt u meteen het woord voeren? Dat kan. Verder niemand geloof ik? Mevrouw Van Leeuwen, gaat u uw gang. Mevrouw Van Leeuwen (D66): ik wou hier maar een klein puntje over zeggen. We zijn natuurlijk met die belastingen bezig om de kosten/baten in balans te brengen. En dat is ook de afspraak zoals die uit de raad is gekomen. Wat wij als zorgpunt daaraan mee willen geven is dat daarmee ook de prikkel verdwijnt om de kosten te verlagen op het moment dat dat netjes in evenwicht is. Dat de opbrengsten van bepaalde zaken precies kloppen met de kosten die de gemeente daarvoor maakt. En wij willen graag dat dat nog onder de aandacht blijft. Dat het interessant blijft om de kosten te verlagen en niet alleen de belastingen op te hogen totdat het kostenniveau bereikt is. Dat was het.
55
De voorzitter: dank u wel. Ik kijk even naar het college of daar behoefte is om te reageren op de bijdrage van de D66-fractie. Wethouder Van der Laan.
60
Wethouder Van der Laan: ik zie het als een oproep om niet alleen te kijken naar de verhoging, maar ook naar de verlaging waar dat kan. Dat is ook altijd gebeurd. De afvalstoffenheffing is ook wel eens naar beneden gebracht omdat de mogelijkheid zich voordeed en dat sluit precies aan bij uw oproep. Dus ook daar wordt natuurlijk naar gekeken. De voorzitter: mevrouw Van Leeuwen.
21
5
Mevrouw Van Leeuwen (D66): dat weet ik niet zeker of dat zo‟n goed voorbeeld is met die afvalstoffenheffing. Maar ik weet ook wel dat dat gebeurt hoor, net zoals met de deregulering, dat zijn natuurlijk allemaal activiteiten om die kosten naar beneden te brengen. Maar wij willen het gewoon maar even als zorgpunt neerleggen, omdat we nu heel erg met bezuinigingen bezig zijn en als de noodzaak verdwijnt doordat de kosten en de opbrengsten in verhouding zijn, willen wij graag dat er toch nog steeds naar de kostenpagina wordt gekeken. Wethouder Van der Laan: oké, waarvan akte.
10
De voorzitter: akkoord, maar u kunt overigens instemmen met het voorstel uiteraard. 14.
Verordening op de Auditcommissie gemeente Heerenveen
De voorzitter: is dat akkoord? Dat is het geval.
15
20
15.
Benoeming leden Auditcommissie
De voorzitter: daar moet ook over gestemd worden en ik zou een commissie van stemopneming willen benoemen, bestaande uit voorzitter de heer Meijer van de PvdA-fractie, mevrouw Haarsma van de CDA-fractie en mevrouw Van Brussel van de VVD-fractie. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. Dan wil ik vragen of deze commissie haar werk wil doen en u de stembriefjes wilt invullen. Dan schors ik even de vergadering. -
schorsing -
25
De voorzitter: ik heropen onze vergadering en geef het woord aan de heer Meijer.
30
De heer Meijer (commissie van stemopneming): dank u wel voorzitter. Ik zal de bevindingen van de commissie aan u voorleggen. Er waren 24 leden aanwezig, 3 afwezig. Er zijn ook 24 stemmen uitgebracht, ik ga de namen noemen en daarna „voor‟, „tegen‟ of „blanco‟. Leijendekker, 24 voor. Broekhuizen 22 voor, 1 tegen, 1 blanco. Van Veen, 24 voor. Van Leeuwen, 23 voor, 1 tegen. Eijzenga, 23 voor, 1 blanco. Pit, 23 voor, 1 blanco. Hooijsma, 24 voor. Offringa, 23 voor, 1 blanco. Van Ruijven, 18 voor, 3 tegen, 3 blanco. Ik wil hiermee de Auditcommissie feliciteren met hun benoeming, alle leden zijn hiermee benoemd.
35
De voorzitter: nou, wij zullen eerst even de raad vragen, want dit is wel belangrijk, maar dit is slechts de uitslag van de stemming. Ik stel de raad voor om, gehoord hebbende de voorzitter van de stemopnemingscommissie om de leden van de Auditcommissie te benoemen. Dat is het geval, dank u wel. Met dank aan de commissie voor haar werkzaamheden.
40
16.
Reglement van orde gemeenteraad Heerenveen
De voorzitter: akkoord neem ik aan? Ja. Oh, de heer De Wit.
45
De heer De Wit (VVD): voorzitter, daar heb ik één vraag over, maar dat is ook goed, want hij moet eerst vastgesteld worden voordat ik er een vraag over kan stellen. Want … De voorzitter: dat verbiedt het reglement van orde, helaas, wij moeten ons aan de agenda houden.
50
55
De heer De Wit (VVD): het gaat om artikel 61, graag wil ik daar meteen dispensatie aanvragen voor het verbod gebruik mobiele telefoons. Aangezien, er staat hier; zonder toestemming van de voorzitter mag ik die niet gebruiken en die wil ik graag wel gebruiken. De voorzitter: daar gaan wij eens even heel lang over nadenken. Het reglement van orde is goedgekeurd. 17.
Reglement presidium
De voorzitter: akkoord? Dat is het geval.
60
22
18.
Werkgeverscommissie
De voorzitter: het instellen van een werkgeverscommissie voor onze griffier en griffie uiteraard. Ook akkoord.
5 19.
10
Sluiting
De voorzitter: dan wil ik de agenda sluiten, maar niet voordat ik u allen heel fijne feestdagen gewenst heb. Het is de laatste vergadering van deze raad in dit jaar en ik hoop dat u een genoeglijk uiteinde beleeft en ik hoop u allen in goede gezondheid hier weer terug te zien in het nieuwe jaar. De nazit is in de raadszaal, u ziet dat daar ook staan, dat komt omdat wij in de kantine bezig zijn – in uw opdracht – om te verbouwen. En de fractievoorzitters wil ik vragen om zo meteen nog even naar kamer 13 te komen, voor nog wat nadere mededelingen. Dank u wel.
15
Einde vergadering 21.50 uur Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 januari 2012.
20
25
de griffier,
de voorzitter,
mevrouw W.J.M.A. Jansen
de heer T.J. van der Zwan
23