Management en organisatie Examennummer: 73072 Datum: 23 november 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Dit examen bestaat uit 11 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen
(maximaal 40 punten)
Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen - Geen
Wij wensen u veel succes!
2324 73072.ex_v1
Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 1 punt
1. Anita werkt als assistent-manager bij een bekende fastfoodketen. Daar loopt zij in bedrijfskleding. Onder welke uitingsvorm van cultuur, volgens Sanders en Neuijen, valt de bedrijfskleding bij deze keten? a. Normen en waarden b. Rituelen c. Symbolen 2. Dezelfde fastfoodketen merkt dat de consument steeds vaker bezig is met gezonder en bewuster eten. Door deze trend heeft de keten zijn assortiment aangepast. Zo kan de klant salades eten en zijn er gezondere kindermenu’s opgenomen in het assortiment. Welke macro-omgevingsfactor is in dit voorbeeld aanwezig? a. Demografische macro-omgevingsfactor b. Ecologische macro-omgevingsfactor c. Sociaal-maatschappelijke macro-omgevingsfactor 3. Anita is verantwoordelijk voor de roosters. Als medewerkers iets van haar willen, dan regelt ze dat. Ze vraagt er altijd iets voor terug. Onder welke leiderschapsstijl van Blake en Mouton (the managerial grid) kan Anita’s leiderschapsstijl geschaard worden?
2324 73072.ex_v1
a. Country club manager b. Middenwegmanager c. Taakgerichte manager
NCOI Opleidingsgroep
1
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
4. Bij dezelfde fastfoodketen zijn de werkwijzen vastgelegd. Zo staat in handboeken beschreven hoe een hamburger gemaakt wordt, hoeveel eenheden erop moeten, hoelang de hamburger bewaard wordt en wanneer de hamburger weggegooid moet worden. Alle procedures en werkwijzen zijn leidend. Of je nu een hamburger in Utrecht eet of in Chicago; overal smaakt deze hetzelfde. Welke organisatievorm volgens Mintzberg omschrijft deze fastfoodketen het best? a. Gedivisionaliseerde organisatie b. Machineorganisatie c. Professionele organisatie 5. Sinds supermarkten steeds vaker tot laat in de avond open zijn, merkt deze bekende fastfoodketen dat de avonddrukte veel minder is geworden dan toen de supermarkten tot 18.00 uur open waren. Op basis van het Vijfkrachtenveld van Porter zijn de volgende uitspraken gedaan: 1. De fastfoodketen ondervindt veel concurrentie van supermarkten. 2. De fastfoodketen heeft last van substituten zoals supermarkten. 3. De fastfoodketen merkt dat de afnemer een grotere onderhandelingsmacht begint te krijgen. Welke uitspraak is het meest juist? a. Uitspraak 1 is de meest juiste. b. Uitspraak 2 is de meest juiste. c. Uitspraak 3 is de meest juiste. 6. Na 10 jaar verlaat Anita de fastfoodketen. Zij besluit haar eigen lunchroom, Carpe Diem (Latijn voor ‘pluk de dag’), te beginnen. De naam van haar lunchroom heeft Anita met een vriend bedacht, op basis van de vraag: “Waar wil ik voor staan met mijn bedrijf?” Welke S uit het 7S-model van McKinsey stond centraal in de brainstorm? a. Skills b. Shared Values c. Strategy 7. Voordat Anita haar eigen lunchroom begon, heeft ze een SWOT-analyse gemaakt. Eén SWOT-conclusie is dat Anita een goede horecakennis en -kunde bezit. In welk vlak van de SWOT-analyse hoort deze conclusie thuis?
2324 73072.ex_v1
a. Opportunities b. Strengths c. Threaths
NCOI Opleidingsgroep
2
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
8. Anita besluit dat ze haar medewerkers wenst aan te sturen aan de hand van twee zaken: 1) Hoe vakvolwassen is mijn medewerker? 2) Hoeveel aandacht vraagt de medewerker? Volgens haar dient een leidinggevende zijn stijl aan te passen aan het niveau van de medewerker. Van welke managementstijltheorie is Anita’s visie op leiderschap een voorbeeld? a. Anita’s visie op leidinggeven is een voorbeeld van Blake and Mouton met hun ‘managerial-gridtheorie’. b. Anita’s visie op leidinggeven is een voorbeeld van Hersey and Blanchard en hun situationeel-leiderschapstheorie. c. Anita’s visie op leidinggeven is een voorbeeld van het denken in win-wincombinaties. 9. Anita neemt voor haar lunchroom drie medewerkers aan. Drie parttimers met contracten van 8 tot 24 uur in de week. Als er een organogram getekend zou worden van Anita’s lunchroom, welke organisatievorm zou daar dan uit komen? a. Een lijnorganisatie b. Een lijn-staforganisatie c. Een matrixorganisatie 10. De broodjes van lunchroom Carpe Diem komen van een bekende bakkersketen. Ooit was de stichter van deze keten een graanboer die besloot om naast zijn graanteelt, ook een bakkerij te beginnen. Welke van de onderstaande uitspraken sluit aan bij de keuze van deze stichter? a. Zijn keuze om een bakkerij te starten is een voorbeeld van achterwaartse, verticale integratie in een bedrijfskolom. b. Zijn keuze om een bakkerij te starten is een voorbeeld van voorwaartse, horizontale integratie in een bedrijfskolom. c. Zijn keuze om een bakkerij te starten is een voorbeeld van voorwaartse, verticale integratie in een bedrijfskolom. 11. In Anita’s lunchroom, Carpe Diem, wordt de cultuur voor het grootste gedeelte bepaald door de omgang van Anita met haar medewerkers. Zij is immers het gezicht van de organisatie. Welk cultuurtype van Handy & Harrison typeert de lunchroom Carpe Diem?
2324 73072.ex_v1
a. Lunchroom Carpe Diem heeft een machtsgerichte cultuur. b. Lunchroom Carpe Diem heeft een persoonsgerichte cultuur. c. Lunchroom Carpe Diem heeft een taakgerichte cultuur.
3
NCOI Opleidingsgroep
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
12. Anita’s lunchroom is binnen twee jaar succesvol geworden en zij zou wel een tweede zaak willen beginnen. De succesfactor voor de groei is het feit dat Anita, in tegenstelling tot haar vorige werkgever, informeel werkt. Er zijn niet veel regels en standaarden opgesteld. Daarnaast worden alle beslissingen door Anita genomen, wat ook te maken heeft met het feit dat Anita bijna elke dag aanwezig is op de zaak. In welke groeifase, volgens de theorie van Greiner, bevindt Anita’s lunchroom zich? a. Groei door creativiteit b. Groei door richting geven c. Groei door samenwerking 13. Als Anita een tweede zaak zou openen, dient zij de inkoop te doen voor twee zaken. Welke van de onderstaande conclusies op basis van het Vijfkrachtenmodel is de meest juiste? a. Door het openen van een tweede zaak blijft Anita’s onderhandelingsmacht even groot als voorheen. b. Door het openen van een tweede zaak wordt Anita’s onderhandelingsmacht ten opzichte van haar leveranciers groter. c. Door het openen van een tweede zaak wordt Anita’s onderhandelingsmacht ten opzichte van haar leveranciers kleiner. 14. Een van Anita’s medewerkers heeft een nieuw broodje bedacht. In gezamenlijk overleg is besloten om het broodje tijdens Koningsdag te introduceren. Welke van de onderstaande beweringen is juist? a. Volgens de product-marktmatrix van Ansoff kunnen we het broodje in het kwadrant marktontwikkeling plaatsen b. Volgens de product-marktmatrix van Ansoff kunnen we het broodje in het kwadrant productontwikkeling plaatsen. c. Volgens de product-marktmatrix van Ansoff kunnen we het broodje in het kwadrant diversificatie plaatsen. 15. De medewerkers en Anita hebben vertrouwen in het nieuwe broodje. Volgens ‘iedereen’ gaat dit broodje een succes worden. Het broodje krijgt de naam ‘De Koningsburger’. In welke categorie van de BCG-matrix zou dit nieuwe product ingedeeld moeten worden?
2324 73072.ex_v1
a. Cash cow b. Question marks c. Stars
NCOI Opleidingsgroep
4
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
16. Welke van de onderstaande uitspraken over het transformatieproces is juist? a. Een voorbeeld van input in de organisatie van Anita is De Koningsburger. b. Een voorbeeld van input in de organisatie van Anita is het interieur. c. Een voorbeeld van input in de organisatie van Anita is het kookproces in de keuken. 17. Koningsdag wordt een drukke dag en met de introductie van De Koningsburger verwacht Anita dat het de komende maanden hectisch wordt. Om deze drukke periode in goede banen te leiden, heeft Anita een planning gemaakt aan de hand van twee speerpunten: 1) Hoe belangrijk is de taak? 2) Welke taak heeft urgentie en wat kan later gedaan worden? Onder welke eigenschap van Covey valt deze manier van werken? a. Begin met het eind in gedachten. b. Belangrijke zaken eerst. c. Wees proactief. 18. Anita heeft besloten een tweede zaak te openen. Anita laat marktonderzoek doen door een PR- en marketingbureau om zo een goede locatie te vinden. Onder welke activiteit valt volgens Porter het doen van marktonderzoeken? a. Primaire activiteit b. Ondersteunende activiteit c. Secundaire activiteit 19. Anita’s lunchroom wordt gekenmerkt door het bieden van producten die biologisch, verantwoord en gezond zijn. Hiermee wil Anita een duurzaam en kwalitatief goed product leveren en daarvoor gebruikt zij de beste producten. De klant betaalt wellicht iets meer dan bij andere lunchrooms, maar krijgt waar voor zijn geld. Volgens welke strategie van Porter opereert Anita? a. Differentiatie b. Laagste kosten c. Focus 20. Nu Anita een tweede zaak wenst te openen, besluit ze eens goed na te denken over haar organisatie. Een van de zaken waar ze over nadenkt, zijn de doelen die ze in de toekomst wil bereiken met haar organisatie. Door goed over haar toekomstdoelen na te denken, wil Anita een zo effectief mogelijke organisatie opzetten. Onder welke vorm van arbeidsverdeling en -motief vallen Anita’s overwegingen?
2324 73072.ex_v1
a. Horizontale arbeidsverdeling en bestuursmotief b. Horizontale arbeidsverdeling en kostenmotief c. Verticale arbeidsverdeling en bestuursmotief
5
NCOI Opleidingsgroep
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
21. Een van Anita’s medewerkers, genaamd Hans, is zeer gemotiveerd en levert altijd goed werk. Anita besluit Hans de roosters te leren, zodat hij in de toekomst de roosters van lunchroom Carpe Diem zelfstandig kan maken. Hierdoor krijgt Anita meer tijd om te focussen op de nieuwe zaak. Welk van de onderstaande uitspraken is juist? a. Het leren van de nieuwe taak, roosters maken, is een voorbeeld van job rotation. b. Het leren van de nieuwe taak, roosters maken, is een voorbeeld van taakverrijking. c. Het leren van de nieuwe taak, roosters maken, is een voorbeeld van taakverruiming. 22. Om Hans de roosters goed te leren, besluit Anita tot de volgende aanpak. De komende maand gaat ze wekelijks met Hans zitten en hem uitleggen hoe zij roosters maakt, waar hij alle roosterinformatie kan vinden en wat hij wel/niet mag doen. Welke stijl van Hersey & Blanchard past Anita in deze situatie toe? a. Delegeren b. Instrueren c. Overleggen 23. Voor het opstellen van een doel kan de SMART-methode gebruikt worden. Anita heeft in overleg en met goedkeuring van Hans het volgende doel opgesteld: ‘Voordat de nieuwe zaak opent, kan Hans zelfstandig roosters maken voor lunchroom Carpe Diem’. Welke onderstaande uitspraak is juist? a. Het doel is niet SMART opgesteld, omdat Hans niet weet wat hij moet kunnen bij het openen van de tweede lunchroom. b. Het doel is niet SMART opgesteld, omdat het niet acceptabel is verwoord. c. Het doel is niet SMART opgesteld, omdat het niet tijdsgebonden is. 24. Bij de eerdergenoemde bakkersketen werkt een planner (Sharif ) die elke dag de chauffeurs inplant, zodat de klanten op tijd worden voorzien van brood en banket. Sharif is ook de contactpersoon van Anita als de bestelling niet klopt of niet tijdig is afgeleverd. Met welke planning houdt Sharif zich bezig?
2324 73072.ex_v1
a. Bezettingsplanning b. Capaciteitsplanning c. Werkdistributie
NCOI Opleidingsgroep
6
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
25. Anita heeft een nieuwe locatie gevonden voor haar tweede zaak. Ze laat zich juridisch adviseren door een advocatenkantoor. Op dit advocatenkantoor werken overwegend hoogopgeleide mensen, die goed bijgeschoold worden door het volgen van cursussen, seminars en workshops. Welke organisatievorm van Mintzberg typeert dit advocatenkantoor? a. Innovatieve organisatie b. Machineorganisatie c. Professionele organisatie 26. Anita merkt dat de cultuur op het advocatenkantoor heel anders is dan bij haar organisatie. Bij Anita’s lunchroom is men meer een team, iedereen kent elkaar en is betrokken bij elkaar. Bij advocatenkantoor Uw recht is ons recht draait het meer om het individu. Anita ziet echter ook overeenkomsten. Beide ondernemingen zijn flexibele organisaties. Welke van de onderstaande uitspraken over cultuur typeert beide organisaties juist? a. Anita’s lunchroom heeft een familiecultuur en het advocatenkantoor een marktcultuur. b. Anita’s lunchroom heeft een familiecultuur en het advocatenkantoor een hiërarchiecultuur. c. Anita’s lunchroom heeft een familiecultuur en het advocatenkantoor een adhocratiecultuur. 27. Bij de bekende bakkerijketen is men het afgelopen jaar druk bezig geweest met het herinrichten van de organisatie. Een van de zaken die men heeft aangepast, waren procedures en processen. Welke uitspraak van McKinsey typeert deze situatie het best? 1. De bakkerijketen heeft veel aandacht besteed aan de soft elements. 2. De bakkerijketen heeft het afgelopen jaar zowel structure als systems aangepakt. 3. Er past geen McKinsey-uitspraak bij deze bakkerijketen. a. Uitspraak 1 typeert de situatie bij de bakkerijketen het beste. b. Uitspraak 2 typeert de situatie bij de bakkerijketen het beste. c. Uitspraak 3 typeert de situatie bij de bakkerijketen het beste. 28. Anita doet de volgende uitspraak: “Nu ik mijn tweede zaak in Haarlem ga openen, wil ik de meest duurzame lunchrooms in Haarlem hebben en een duurzame ondernemer voor mijn medewerkers en klanten zijn.” Welk element van visie bedoelt Anita met haar uitspraak?
2324 73072.ex_v1
a. Gedroomde positie b. Omgevingsbeleid c. Succesformule
7
NCOI Opleidingsgroep
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
29. Toen Anita bij een bekende fastfoodketen werkte, had men het over KSK&W. De letters staan voor Kraakhelderheid, Service, Kwaliteit en Waar voor je geld. Door deze begrippen hoog in het vaandel te houden is de keten uitgegroeid tot een wereldwijd bekend bedrijf. Welk element van een visie wordt hier omschreven? a. Gedroomde positie b. Omgevingsbeleid c. Succesformule 30. Het is zover, Anita’s tweede lunchroom in Haarlem gaat er komen. Anita heeft nog geen naam voor haar tweede lunchroom en die moet er wel komen. In welke fase van de besluitvorming bevindt Anita zich? a. Kiezen b. Oplossingsrichtingen c. Probleemstelling 31. De bekende bakkerijketen heeft na het afstoten van zijn boerderijen een andere organisatie-indeling gemaakt. Zo is de organisatie nu ingedeeld volgens de volgende indeling: 1. Divisie: MKB, 2. Divisie: Facilitaire bedrijven en 3. Divisie: Supermarkten. Van welke indeling is hier sprake? a. G-indeling b. M-indeling c. P-indeling 32. Het project opening tweede lunchroom gaat starten. Met de aannemer maakt Anita een planning. Welk pad geeft het kritieke pad weer?
2324 73072.ex_v1
a. A – B – C - D - J b. A - E – F - G - J c. A – E – F - H - J
NCOI Opleidingsgroep
8
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
33. Aannemersbedrijf Bob de Bouwer is een organisatie die bestaat uit vijf afdelingen. Opvallend is dat een van de afdelingen, Projecten, een dominante rol heeft in de organisatie. Welke test van Goold and Campell onderzoekt dit mogelijke effect in organisaties? a. Test op problematische verbanden b. Test op overbodige lagen c. Test op specialistencultuur 34. Bob junior heeft 10 jaar geleden het bovengenoemde bedrijf overgenomen van zijn vader. Toen hij dit deed, wilde hij sommige zaken anders aanpakken. Volgens eigen zeggen: professioneler. Zo is Bob junior begonnen met het beantwoorden van de volgende twee vragen: 1. Wie zijn we? 2. Wat doen we? Met welk element van een missie is Bob junior begonnen? a. Bestaansrecht b. Betekenis voor stakeholders c. Werkterrein 35. Bob junior geeft anders leiding dan zijn vader Bob senior. Hier hebben de medewerkers in het begin aan moeten wennen. Bob senior wilde alles weten en was van alles op de hoogte. Bob junior bespreekt met de medewerkers de plannen en stelt in samenspraak met hen concrete doelen op. Op basis van deze doelen stuurt hij hen aan. Welke stijl zet Bob junior in? a. MBG = management by goals and self control b. MBO = management by objectives and self control c. MBT = management by targets and self control 36. Bob junior merkte dat het bedrijf niet verder groeide, omdat zijn vader overal van op de hoogte wilde zijn. Volgens Bob junior wilde zijn vader veel werk zelf blijven uitvoeren en alle beslissingen zelf nemen. In welke groeicrisis bevond de organisatie zich?
2324 73072.ex_v1
a. Autonomiecrisis b. Beheersingscrisis c. Leiderschapscrisis
9
NCOI Opleidingsgroep
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
37. Anita kent Bob junior uit de tijd dat ze samen bij het lokale bestuur van Haarlemvoor-allen zaten. Deze organisatie had de volgende organisatievorm van Mintzberg, zoals hieronder is afgebeeld. Welke organisatievorm wordt hieronder afgebeeld?
a. Innovatieve organisatie b. Politieke organisatie c. Professionele organisatie 38. Voordat Bob junior het bedrijf van zijn vader overnam, werkte hij bij een consultancybureau. In deze organisatie werd hij ingezet bij diverse klanten om hun bouwkundige vraagstukken op te lossen. Hij werkte daar als projectmanager en had te maken met twee leidinggevenden, een functionele baas en een hiërarchische baas. Dit leidde vaak tot allerlei machtspelletjes in de samenwerking. In welke organisatie heeft Bob junior toen gewerkt? a. Bob junior werkte in een divisieorganisatie. b. Bob junior werkte in een lijn-staforganisatie. c. Bob junior werkte in een matrixorganisatie. 39. Bob junior overlegt drie keer per jaar met zijn afdelingshoofden over planning en strategische zaken. Welke overlegrelatie typeert dit overleg tussen Bob junior en zijn afdelingshoofden?
2324 73072.ex_v1
a. Diagonale relatie b. Laterale relatie c. Integrale relatie
NCOI Opleidingsgroep
10
Management en organisatie - Examennummer 73072 - 23 november 2013
40. Anita’s tweede lunchroom gaat 2014 open en een naam is gevonden: “Certo Certius” (vertaling: “Zekerder dan zeker”). Wederom heeft zij zich laten inspireren door Latijnse uitspraken. De komende periode zullen het plannen en vooruitkijken haar belangrijkste prioriteiten worden. Onder welke taak, beschreven door Fayol, vallen deze twee prioriteiten?
2324 73072.ex_v1
a. Constituerende taak b. Dirigerende taak c. Besluitvormende taak
11
NCOI Opleidingsgroep