Financieel management voor zorg en welzijn Examennummer: 74329 Datum: 21 september 2013 Tijd: 15:00 uur - 16:30 uur
Dit examen bestaat uit 8 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen
(maximaal 40 punten)
Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen - Niet-programmeerbare rekenmachine
Wij wensen u veel succes!
74329.ex_v1
Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 1 punt
1. Wat is het doel van de diagnosebehandelcombinaties (DBC) voor de ziekenhuissector? a. De zorg zo veel mogelijk terugbrengen naar de eerste lijn: te weten de huisarts. b. Het administratief proces van ziekenhuizen vereenvoudigen. c. Ziekenhuisinstellingen meer en meer betalen voor wat ze feitelijk doen. 2. Binnen de gezondheidszorg heerst geen consumentensouvereiniteit. Wat is daarvan een voorbeeld? a. Artsen zijn bevooroordeeld als ze een patiënt hebben die risicogedrag vertoont. b. Een zieke kan vanuit de onzekerheid van de ziekte vaak nauwelijks een besluit nemen over wat voor behandeling hij nodig heeft. c. Een zieke patiënt heeft geen enkele invloed op het salaris van het medisch personeel. 3. Wat is een mogelijke consequentie van nieuwkomers in een concurrerende zorgmarkt voor de bestaande instellingen?
74329.ex_v1
a. Nieuwkomers hebben beter opgeleid personeel, waardoor de kwaliteit van de zorg omhoog gaat. b. Nieuwkomers hebben geen ervaring in de zorg, waardoor de kwaliteit van de dienstverlening verslechtert. c. Nieuwkomers willen alleen de aantrekkelijke winstgevende stukken bedienen.
NCOI Opleidingsgroep
1
Financieel management voor zorg en welzijn - Examennummer 74329 - 21 september 2013
4. Hieronder vindt u drie opmerkingen over persoongebonden budgetten. Welke is waar? a. Persoongebonden budgetten maken dat patiënten meer zorg op maat krijgen. b. Persoonsgebonden budgetten maken patiënten onnodig onmondig. c. Persoonsgebonden budgetten zorgen voor concurrentievervalsing tussen verschillende zorgaanbieders. 5. Welke drie partijen zijn rechtstreeks betrokken bij de marktwerking in de zorg? a. Patiënt, zorgaanbieder en zorgverzekeraar b. Politiek, zorgaanbieder en zorgverzekeraar c. Zorgaanbieder, verbond van verzekeraars en (paramedisch) personeel 6. "Ik verpleeg vooral op gevoel, geef de patiënten wat ze nodig hebben, en ben er voor ze als ze dat willen. Mijn werk is een roeping, verpleegster ben je 24 uur per dag." Bij welke fase in de ontwikkeling van instellingen past dit citaat van een verpleegster het best? a. Differentiatiefase b. Integratiefase c. Pioniersfase 7. Wat wordt bedoeld met ’leidinggeven wordt steeds meer intern ondernemerschap’? a. Aangezien beloningsvormen steeds meer resultaatgebonden worden, is er voor leidinggevenden in de zorg steeds minder sprake van een vast loon en lijkt het feitelijk steeds meer op ondernemerschap. b. Door de prijsontwikkeling in de zorg, vindt er een concurrentieslag plaats tussen zorginstellingen om de meer vermogende patiënt die duurdere zorg kan betalen. Leidinggevenden moeten hierop inspelen. c. Leidinggevenden moet steeds vaker op een dynamische manier vormgeven aan de zorgverlenening en nieuwe oplossingen verzinnen voor nieuwe problemen, binnen het budget en overige afspraken. 8. "Teambuilding is voor ons het allerbelangrijkste wat er bestaat", zegt Joop, leidinggevende binnen een zorginstelling waar het human-relationsmodel bepalend is. De directie wil echter een cultuuromslag maken naar een rationeel-doelmodel. Waar moet Joop zich dan in bekwamen?
74329.ex_v1
a. Effectief delegeren b. Machtsbasis opbouwen en handhaven c. Participerende besluitvorming
NCOI Opleidingsgroep
2
Financieel management voor zorg en welzijn - Examennummer 74329 - 21 september 2013
9. "Het Hoboso ziekenhuis zal zich de komende jaren verder ontwikkelen tot een modern ziekenhuis met een solide financiële basis. Gelet op de samenstelling van de bevolking zal er grote prioriteit worden gelegd bij de afdeling Geriatrie. Het Hoboso ziekenhuis wil op dit gebied tot de top 3 van Nederland gaan behoren." Uit welk document komt bovenstaand citaat? a. Jaarplan b. Operationeel plan c. Strategisch plan 10. Wat is het doel van een operationeel plan? a. Aangeven hoe concreet vorm zal worden gegeven aan de uitwerking van de doelstellingen in het strategisch (beleids)plan b. De voorwaarden aangeven waaronder een gevaarlijke operatie moet plaatsvinden, rekening houdend met de algehele conditie van de patiënt c. Het doorvoeren van nieuwe administratieve processen, waarmee een duidelijke basis ontstaat voor een goede kostprijsberekening 11. Wat wordt verstaan onder ’het spel van interne budgettering spelen’? a. Hoewel budgetteren een serieuze zaak is, kan niemand de toekomst voorspellen en is het goed om het als een spel te blijven zien. b. Iedere budgethouder wil meer budget om het werk goed te kunnen doen, maar alle begrotingen van alle afdelingen of divisies tezamen kunnen niet groter zijn dan het budget dat de instelling ter beschikking staat. c. Op een speelse wijze met budgettering omgaan, zodat er meer creatieve ideeën bij de budgethouders ontstaan, waardoor er uiteindelijk meer mogelijk blijkt dan op grond van het budget mocht worden aangenomen. 12. "Budgetten dienen om te zien of een budgethouder zijn taak op correcte wijze heeft uitgeoefend," aldus de heer Fritsen, directeur van het Jolado Kinderziekenhuis. Op welke functie van het budget legt de heer Fritsen duidelijk de nadruk? a. Beheersfunctie b. Beoordelingsfunctie c. Taakopdracht 13. "Geld interesseert mij niet, het gaat erom dat mensen die zorg nodig hebben snel en goed geholpen worden," aldus Johanna, leidinggevende in een instelling voor ouderenzorg. Geeft Johanna hier blijk van een brede, een smalle of een realistische opvatting over budgethouderschap?
74329.ex_v1
a. Brede b. Realistische c. Smalle
3
NCOI Opleidingsgroep
Financieel management voor zorg en welzijn - Examennummer 74329 - 21 september 2013
14. Injectienaalden voor een diabetespatiënt mogen maar één keer worden gebruikt. Een naald kost € 0,40 per stuk. Bij afname van 100.000 naalden of meer verlaagt de prijs naar € 0,36 per stuk. Wat voor een soort kosten zijn de injectienaalden? a. Degressief variabele kosten b. Progressief variabele kosten c. Proportioneel variabele kosten 15. "Wij willen een wereld zonder kindersterfte.” Waarin kunt u bovenstaande zin behorende bij een kinderziekenhuis aantreffen? a. Missie b. Strategie c. Visie 16. Henny heeft een budget voor tien fulltimefuncties (fte) ter grootte van € 650.000,-. Als gevolg van onvoorziene hogere CAO-lonen in 2012 heeft zij haar budget met € 25.000,- overschreden. Aan welke voorwaarde voor het goed kunnen functioneren als budgethouder is niet voldaan? a. Beïnvloedbaarheid b. Betrokkenheid c. Taakstelling 17. Hieronder treft u drie stellingen over gegevens en informatie aan. Welke is juist? a. Als je gegevens in een referentiekader plaatst, ontstaat informatie. b. Als je informatie in een referentiekader plaatst, onstaan gegevens. c. Informatie moet actueel zijn, gegevens mogen minder actueel zijn. 18. Op welke vier terreinen dient een budgethouder goed geïnformeerd te zijn? a. Financieel, omgeving, sociale situatie en kwaliteit van zorg b. Productie, kosten, kwaliteit van arbeid, kwaliteit van zorg c. Visie, missie, strategie en kwaliteit van arbeid 19. Wanneer u als budgethouder uw gegevens vergelijkt met de gegevens van bijvoorbeeld dezelfde afdeling in een ander ziekenhuis, waar houdt u zich op dat moment dan mee bezig?
74329.ex_v1
a. Benchmarking b. Budgetbewaking c. Financiële administratie
NCOI Opleidingsgroep
4
Financieel management voor zorg en welzijn - Examennummer 74329 - 21 september 2013
20. Wat is een goede reden om – als budgethouder – een schaduwboekhouding bij te houden? a. Directieleden hebben de neiging om goede resultaten te verdoezelen om op deze manier looneisen te voorkomen. b. Op de administratie kan een fout worden gemaakt, dan is extra controle op het budget belangrijk. c. Veel instellingen hebben helemaal geen administratie en dan is het belangrijk om zelf wel een overzicht te hebben. 21. Waarop heeft de liquiditeitsbegroting betrekking? a. Op de aanschaf van duurzame productiemiddelen van de instelling in een bepaalde begrotingsperiode. b. Op de inkomsten en uitgaven van de instelling in een bepaalde begrotingsperiode. c. Op de kosten en opbrengsten van de instelling in een bepaalde begrotingsperiode. 22. Budgethouder Els gaat effectiever om met het budget dan budgethouder Karel. Wat betekent dit voor de afdeling van Els? a. Deze afdeling kan met dezelfde middelen beter voldoen aan de gestelde normen. b. Deze afdeling kan met dezelfde middelen meer doen. c. Deze afdeling kan relatief beter omgaan met budgetoverschrijdingen. 23. Het budget voor de EHBO tijdens de Nijmeegse vierdaagse bedraagt € 5,- per doorgeprikte blaar. Wat is dit voor een budget? a. Flexibel budget b. Gemengd budget c. Variabel budget 24. Welke van de onderstaande zaken kan geen vast actief zijn? a. Geld b. Octrooi voor een geneesmiddel c. Ziekenhuispand 25. De current ratio van een zorginstelling bedraagt 5,1. Vorig jaar bedroeg de current ratio 4,8. Welke uitspraak over de liquiditeit van de zorginstelling is juist?
74329.ex_v1
a. De liquiditeit is goed en dit jaar verder verbeterd. b. De liquidititeit is nog steeds goed, maar de verslechtering dit jaar moet goed in de gaten worden gehouden. c. De liquiditeit is slecht en dit jaar verder verslechterd.
5
NCOI Opleidingsgroep
Financieel management voor zorg en welzijn - Examennummer 74329 - 21 september 2013
26. Het Idea ziekenhuis wil een nieuwe machine kopen. De verwachting is dat deze machine de volgende cashflow gaat opleveren: -
jaar 1 jaar 2 jaar 3
€ 100.000,€ 250.000,€ 150.000,-
De machine kost € 300.000,-. Hoeveel bedraagt de netto contante waarde van deze investering als u rekent met een rente van 8%? a. € 126.002 b. € 200.000 c. € 426.002 27. Voor de berekening van de kostprijs van een heupoperatie wordt de kostprijs voor een heupoperatie berekend door op de directe kosten een opslag te bereken van 80%. Welke kostencalculatiemethode wordt hier gebruikt? a. Activity Based Costing b. Kostenplaatsmethode c. Opslagmethode 28. Carla is manager van een vestiging van het grote ouderenzorgcentrum Senior. Zij is verantwoordelijk voor zowel de kosten als de opbrengsten en mag zelf bepalen of en hoe ze investeert. Wat voor een soort verantwoordelijkheidscentrum is dit? a. Investeringscentrum b. Kostencentrum c. Winstcentrum 29. De totale kosten voor ouderencentrum Actief bedragen € 1.200.000,- per maand. De kosten moeten worden gedekt uit de bijdragen van de inwoners die € 1.500,- per maand betalen. Hoeveel inwoners moet het ouderencentrum hebben om ten minste ‘break-even’ te draaien?
74329.ex_v1
a. 800 b. 1.000 c. 1.200
NCOI Opleidingsgroep
6
Financieel management voor zorg en welzijn - Examennummer 74329 - 21 september 2013
30. De technische dienst van het Roto ziekenhuis heeft een materiaalbudget om bedden te maken. Het budget bedraagt € 1.000.000,- waarvoor 1.000 bedden moeten worden gemaakt. Er worden 1.020 bedden gemaakt en het materiaal bedroeg € 1.060,- per bed. Hoeveel bedraagt het prijsverschil voor de budgetanalyse? a. € 60.000,b. € 61.200,c. € 81.200,31. Wat kan een reden zijn dat een kwaliteitsverschil in een budget ontstaat? a. Er wordt meer verbandmateriaal verbruikt dan voorzien was. b. Er zijn veel meer bedden in een ziekenhuis beschikbaar, dan dat er feitelijk nodig zijn. c. Voortaan mogen alleen artsen een handeling verrichten die voorheen door verplegend personeel werd gedaan. 32. Tijdens een budgetperiode worden de cao-lonen onverwacht verhoogd, hierdoor vindt budgetoverschrijding plaats. Moet een budgethouder hiervoor verantwoordelijk worden gehouden? a. Ja, een budgethouder moet hiervoor een post onverwachte kosten opnemen. b. Ja, een budgethouder neemt de volledige verantwoordelijkheid voor een budget, dus zowel voor de mee- of voor de tegenvallers. c. Nee, onvoorzienbare gebeurtenissen mogen geen rol spelen in de beoordeling van een budgethouder. 33. Het ouderencentrum neemt voortaan alleen nog ouderen op van 75 jaar en ouder. Voorheen nam men mensen op van 68 jaar en ouder. Op welke manier gaat het ouderencentrum met schaarste om? a. Prioritering b. Verhogen van de efficiëntie c. Verminderen van de kwaliteit 34. Hieronder treft u een aantal kwaliteitsaspecten aan. Welke is, volgens Donabedians uitwerking van kwaliteit naar structuur, proces en product, een kwaliteitsaspect van structuur?
74329.ex_v1
a. Continuïteit b. Deskundigheid c. Verandering in lichamelijke gezondheid
7
NCOI Opleidingsgroep
Financieel management voor zorg en welzijn - Examennummer 74329 - 21 september 2013
35. Als partijen er bewust voor kiezen om principieel te onderhandelen, hoe zien ze elkaar dan? a. Als probleemoplossers b. Als vijanden c. Als vrienden 36. Wat wordt bedoeld met ‘de aanwezigheid van een zekere escalatie in de negatieve sancties’ bij budgetoverschrijdingen. a. De strafmaatregelen moeten in kracht toenemen als de overschrijdingen vaker voorkomen. b. Er mag best escalatie onstaan over de negatieve sancties, dat is een teken dat het serieus genomen wordt. c. Escalatie hoort bij de negatieve sancties, de onrust die escalatie veroorzaakt, leidt tot een verbetering van de prestaties. 37. "Budgetten zijn van betekenis als er een risico bestaat ze niet te halen." Wat wil bovenstaand citaat uitdrukken? a. Een goed budget beloont zuinigheid en is haalbaar als de budgethouder zich goed inspant. b. Een goed budget is bij voorkeur ruim van opzet om de budgethouder in staat te stellen te kunnen reageren op financiële tegenvallers c. Een goed budget is zo krap, dat de budgethouder alleen met maximale inspanning van iedereen een geringe kans maakt om het toch te halen. 38. Een leidinggevende moet een gesprek voeren over een budgetoverschrijding van een medewerker. Wanneer brengt hij dit in het gesprek naar voren? a. Als de medewerker er zelf een toespeling op maakt. b. Direct aan het begin van het gesprek, eventueel na een korte introductie. c. Ongeveer halverwege nadat u het gesprek langzaam deze kant op heeft geleid. 39. Op welke manier kan het eigen vermogen van een instelling verbeterd worden? a. Door afboeking van verliezen b. Door giften c. Door schulden af te betalen 40. Wat is in het kader van een aanbesteding een gunningscriterium?
74329.ex_v1
a. Land van herkomst b. Prijs c. Traditie
NCOI Opleidingsgroep
8